agenda betreft
Vergadering algemeen bestuur
datum
26 maart 2014
tijd plaats
10.00 – 12.30 uur Veiligheidsregio IJsselland, Zeven Alleetjes 10-11 uur in C127 1.
opening
2.
verslag vergadering 5 februari 2014
3.
mededelingen/ingekomen stukken
Besluitvormend 4.
Kadernotitie Zelfredzaamheid (bijlage)
Informerend 5.
Rapportage Conecto
6.
Voortgangs- en activiteitenrapportage Community Safety (bijlage)
7.
Evaluatie Project Vorming Brandweer/Veiligheidsregio IJsselland (bijlage)
8.
Landelijke ontwikkelingen/Terugkoppeling Veiligheidsberaad (bijlage)
9.
rondvraag
10.
sluiting
11-12.30 uur in C011 (incl. lunch) Workshop Samenwerking Bestuurders en Beleidsvoorlichters
[m:\veiligheidsregio_oud\werkmap veiligheidsregio\vergaderstukken ab\2014\01. ab 26 maart
notulen van datum aanwezig
afwezig
Veiligheidsbestuur IJsselland | openbaar deel 5 februari 2014 Namens de gemeenten: De heren M.J. Ahne (Ommen), J.D. Alssema (Staphorst), E.J. Bilder (Zwartewaterland), L.F. Greven (Steenwijkerland), A.P. Heidema (Deventer), B. Koelewijn (Kampen), H.J. Meijer (Zwolle, voorzitter), H.C.P. Noten (Dalfsen), P.H. Snijders (Hardenberg), A.G.J. Strien (Olst-Wijhe), P.A. Zoon (Raalte) Verder de heer S.C. Dekker (nationale politie), de heer J.J.A. Lucas (Openbaar Ministerie), Mevrouw H. Diender – van Dijk (Nationale Politie), de heer P. Miltenburg (Nationale Politie), de heer E.P.C. Wiersma (namens regionaal militair commando Noord), de heer H. Schreuders (secretaris, Veiligheidsregio), de heer V.G. Smink (Openbaar Ministerie), de heer M. Thijssen (manager bedrijfsvoering), M. Zwart (coördinerend functionaris gemeenten) en mevrouw N.A.M. Rigter (directeur Publieke Gezondheid) Mevrouw M.A.J. van der Tas (Steenwijkerland), mevrouw L.J. Sievers (commandant regionale brandweer) en dhr. H. Dijk (namens de Waterschappen)
1. Opening De voorzitter, de heer H.J. Meijer, opent de vergadering met een speciaal woord van welkom voor de heer Herman Zwart, voor het eerst formeel aanwezig in zijn functie als coördinerend functionaris gemeenten. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Van der Tas. Zij wordt vervangen door de heer Greven, locoburgemeester. Verder is verhinderd mevrouw Sievers. De heren Ahne en Koelewijn verlaten de vergadering eerder. 2. Verslag vergadering d.d. 18 december 2013 ‘Tekstueel’ zijn er geen opmerkingen op het verslag. Naar aanleiding van Pagina 4, agendapunt 11, SAMIJ. De voorzitter deelt mee dat er ambtelijk afstemming plaatsvindt met de provincie Flevoland over de vraag of het noodzakelijk is dat de Veiligheidsregio IJsselland formeel deelneemt. Er komt een voorstel hierover naar het algemeen bestuur. De heer Noten is sterk geïnteresseerd in de resultaten van het overleg met de gemeente Zwartewaterland over de maandelijkse afdracht in plaats van de halfjaarlijkse. Hierna stelt het bestuur het verslag vast. De secretaris actualiseert de actielijst. 3. Mededelingen / ingekomen stukken Ingekomen stukken Mededelingen / mondeling
kenmerk vervolgblad
2 van 3
Eenheid in Verscheidenheid De bijdrage van de Veiligheidsregio IJsselland voor enkele landelijke activiteiten vanuit het implementatieplan Eenheid in Verscheidenheid is naar beneden bijgesteld. De aanbevelingen worden grotendeels meegenomen in de herziening van het Regionaal Crisisplan. De Slotnotitie Advies inzake doorontwikkeling Veiligheidsregio’s wordt als achtergrondinformatie betrokken bij het Meerjarenbeleidsplan 2015 – 2018. Stand van zaken bedrijfvoering De heer Michel Thijssen informeert het algemeen bestuur kort over de stand van zaken bedrijfsvoering. Vorig jaar is in korte tijd een Sociaal Plan, een Formatieplan en een Organisatieplan vastgesteld voor de nieuwe Eenheid Bedrijfsvoering. Net voor de Kerstdagen zijn de (voorlopige) plaatsingsbrieven verzonden en de vacatures sleutelfuncties opengesteld. In januari 2014 ging er veel gelijktijdig lopen: aansluiting Icare en overkomst personeel brandweer. Dit vormde een grote operationele uitdaging voor de Eenheid Bedrijfsvoering waarbij stappen vooruit zijn gezet. In januari is een groot deel van de sleutelfuncties ingevuld waarbij de plaatsingen goed lijken uit te vallen. Vanaf 11 februari worden de plaatsingsbrieven verstuurd waardoor er voor de medewerkers duidelijkheid is voor hun functie in de toekomst. De heer Thijssen gebruikt de eerste 3 maanden van 2014 om operationeel op orde te komen. Na de deze 3 maanden volgt er een verkenning van mogelijke alliantiepartners. In het 3 kwartaal worden de allerlei voorstellen op dit terrein opgesteld waarna in het 4 kwartaal bestuurlijke besluitvorming plaatsvindt. Bij de heer Thijssen overheerst het gevoel dat de organisatie klaar is om het werk op een goede manier uit te gaan voeren. Het algemeen bestuur complimenteert de heer Thijssen en zijn afdeling met het werk tot nu toe. De heer Strien stelt voor om in april en mei, bij de consultatie van de nieuwe gemeenteraden (over Meerjarenbeleidsplan, begroting 2015 en meerjarenraming) eveneens te bespreken hoe er een betere betrokkenheid tot stand kan komen tussen gemeenteraden en Veiligheidsregio. Het algemeen bestuur stemt in met dit voorstel. Het algemeen bestuur neemt kennis van de ingekomen stukken en mededelingen. Besluitvormend 4. Financiële evaluatie EHBO-project GHOR Te besluiten om het niet uitgegeven deel (+/- € 56.000) van het budget voor het project Eerste Hulp te reserveren voor 2014 en verder. Bespreking De heer Koelewijn stelt voor de financiële middelen over te hevelen naar dit jaar. Het betreft een programma van 2 jaar. Binnenkort is er een meeting met verenigingen als het Rode Kruis en EHBO om hen te enthousiasmeren op het terrein van zelfredzaamheid initiatieven te ontplooien. Om die reden wordt gevraagd de middelen in 2014 beschikbaar te houden: er wordt met het veld hard gewerkt om tot resultaten te komen. Het algemeen bestuur stelt voor in de loop van 2014 een doorkijk te maken van het verloop van de besteding van de middelen in 2014, inclusief de inspanningen die op dit project worden gedaan. In de volgende vergadering meldt de heer Koelewijn de stand van zaken. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met het voorstel. Informerend
kenmerk vervolgblad
3 van 3
5. Procesvoorstel Crisisplan IJsselland Kennis te nemen van 1. De voorbereiding van een nieuw crisisplan voor Veiligheidsregio IJsselland voor de periode 2015 – 2018 op basis van de in dit voorstel genoemde uitgangspunten; 2. Het verslag van de Bestuurdersdag 2013. De uitkomsten daarvan worden meegenomen in de uitwerking van het nieuwe crisisplan. Het algemeen bestuur neemt kennis van het voorstel. 6. Zienswijze Crisisplan Drenthe Kennis te nemen van Bijgevoegde brief aan de Veiligheidsregio Drenthe met onze reactie op het nieuwe crisisplan van Drenthe, zijnde, a. De constatering dat de opschalingsstructuur van Veiligheidsregio Drenthe afwijkt van de onze; b. De handreiking om op basis van het landelijke rapport Eenheid in Verscheidenheid, concrete samenwerkingsafspraken te maken. Het algemeen bestuur neemt kennis van het voorstel. 7. Verslag dagelijks bestuur d.d. 5 december 2013 Het algemeen bestuur neemt kennis van het verslag. 8. Rondvraag De heer Alssema vraagt aandacht voor bedrijfsvoering / toezicht en handhaving bij complexe situaties. Het uitgangspunt is dat de Veiligheidsregio de eerste controle uitvoert, waarna gemeenten eventuele tekortkomingen moeten oppakken. De heer Alssema stelt voor dat de Veiligheidsregio ook de hercontrole uitvoert, zodat zowel toetsing, controle als hercontrole bij de Veiligheidsregio komt te liggen zoals dit ook bij de RUD de werkwijze is. Bij bestuursdwang is dan de gemeente aan zet. De voorzitter zegt dat het onderwerp op de agenda van het algemeen bestuur terug moet komen waarbij dan ook het aspect grootschalige evenementen wordt meegenomen. 9. Sluiting Om 11.20 uur sluit de voorzitter het openbare deel van de vergadering. Vastgesteld op 26 maart 2014
De heer drs. H.J. Meijer Voorzitter
De heer drs. H. Schreuders Secretaris
Agendapunt - informatief
aan datum agendapunt onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder
Algemeen Bestuur 26 maart 2014 3 Ingekomen stukken/mededelingen L.J. Sievers H.J. Meijer 1. Lijst van ingekomen stukken De stukken zijn op te vragen bij het secretariaat * = aan de stukken toegevoegd. Nummer
Datum 17 februari 2014 26 februari 2014
2. Mededelingen
Onderwerp Frequentieomstemming C2000-netwerk maart 2014
Afdoening t.k.n.
Werkprogramma 2014 Inspectie Veiligheid en Justitie
t.k.n.
Ministerie van Veiligheid en Justitie
> R e t o u r a d r e s Postbus 2 0 3 0 1 2500 EH Den Haag Directoraat-Generaal Politie
Zie verzendlijst
M e l d k a m e r , C 2 0 0 0 , 112 T u r f m a r k t 147 2 5 1 1 DP Den Haag Postbus 2 0 3 0 1 2 5 0 0 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
-.
\ĵoa\l\\\cí
l/H
Contactpersoon W. H o g e n d o r p Senior beleidsmedewerker T 06 5 1 78 67 39
[email protected]
Datum 17 februari 2014 Onderwerp Frequentieomstemming C2000-netwerk maart 2014
Ons kenmerk 481975 Bij beantwoording
Met deze brief informeer ik u over de tweede frequentieomstemming in het C2000-netwerk die begin maart 2014 in het C2000-netwerk zal worden doorgevoerd. Hierdoor is C2000 gedurende enige tijd in de nacht in een aantal regio's niet beschikbaar. Ik verzoek de hulpdiensten ook voor deze omstemming maatregelen voor te bereiden, dan wel te controleren, die noodzakelijk zijn om tijdens de omstemming de continuïteit van de werkprocessen te garanderen.
de
datum
en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Toelichting Het ministerie van VenJ werkt aan het verbeteren van de dekking van het C2000netweřk. Daartoe worden 53 dekkingsproblemen versneld weggewerkt door het bijplaatsen van 65 nieuwe opstelpunten (project ODIIM). Om de nieuwe opstelpunten in g e b r u i k t e kunnen nemen is een frequentieomstemming in het C2000-netwerk noodzakelijk. Daartoe wordt het C2000- netwerk in de nacht in een aantal regio's enige minuten uitgeschakeld. De eerste frequentieomstemming in het C2000-netwerk vond mei 2013 plaats en is probleemloos verlopen. Op 15 oktober 2013 informeerde ik u over mijn besluit om de voorgenomen tweede frequentieomstemming uit te stellen, omdat de nieuw opgeleverde opstelpunten niet volledig voldeden aan de kwaliteitseisen. Inmiddels zijn deze problemen door de leverancier verholpen. De tweede frequentieomstemming staat nu gepland voor begin maart 2014. De laatste frequentieomstemming in het kader van het project ODIN wordt voorzien in de maand mei van 2014. De hoofden meldkamer van de betreffende regio's worden door de operationeel beheerder van C2000, het Meldkamer Dienstencentrum van de Nationale Politie, tijdig geïnformeerd over de exacte datum en het exacte tijdstip van de omstemming. De hoofden meldkamer dragen op hun beurt zorg voor het informeren van alle operationeel verantwoordelijken van de hulpdiensten in de meldkamer. De frequentieomstemming voor het in gebruik nemen van de nieuwe opstelpunten zal worden gecombineerd met een aantal tijdelijke aanpassingen in het C2000netwerk ten behoeve van de NSS.
Pagina 1 van 2
1
Ik ga er van uit u met deze brief afdoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben dan verwijs ik u graag door naar de medewerkers van de projectorganisatie ODIN (06-51278611) dan wel naar de heer W. Hogendorp van mijn directie (06-51786739). De m i n i ş ļ ^ r v a n Veiligheid en Justitie, ts deze.,
Directoraat-Generaal Politie Meldkamer, C2000, 112
Datum 17 Februari 2014 Ons kenmerk 481975
J'.H.W. Raaphorst Directeur Regie en Control
Pagina 2 van 2
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Directoraat-Generaal Politie Meldkamer, C 2 0 0 0 , 112
bijlage
Contactpersoon W. Hogendorp Senior beleidsmedewerker
Verzendlijst
T 06 5 1 78 67 39
[email protected]
Datum 17 februari 2 0 Ĩ 4 Projectnaam C 2 0 0 0 į ODIN
1. D e z e brief is verstuurd a a n : « » » »
De De De De
Ons kenmerk 481982
hoofden meldkamer directeuren RAV/CPA directeuren Veiligheidsregio regionaal commandanten brandweer
« Nationale Politie t.a.v. de plv. korpschef R. Bik Postbus 13467 2501 EL DEN HAAG « Ministerie van Defensie (KMAR) t.a.v. 2. I n afschrift a a n : »
De voorzitters van de Veilígheidsregio's
- Ambulancezorg Nederland t.a.v. drs. H.J. Simons Postbus 489 8Ū00 AL Zwolle » V eiligheidsberaad t.a.v. dhr. H. Lenferink Postbus 7010 6801 HA Arnhem » Brandweer Nederland t.a.v. dhr. S. Wevers Postbus 7010 6801 HA Arnhem » De leden van het CĪO-beraad C2000: Ambulancezorg Nederland t.a.v. dhr. J.P. V ersluis Postbus 574, 3720 AN Bilthoven
Brandweer Nederland Pagina 1 van 2
t.a.v. ing. A.F.M. Schippers Postbus 5514 2000 GM Haarlem Nationale Politie t.a.v. dhr. D. Heerschop Postbus 238 3970 AE Driebergen
Directoraat-Generaal Politie Meldkamer, C2000, 112
Datum 17 f e b r u a r i 2 0 1 4 Ons kenmerk 481982
Kwartiermakersorganisatie LMO t.a.v. mevrouw 3. Wilkinson Postbus 17107 2502 CC Den Haag Ministerie van Defensie Hoofddirectie Informatievoorziening en Organisatie t.a.v. brigade generaal. Ir. 3. Lievestro Postbus 20701 2500ES Den Haag
Pagina 2 van 2
Inspectie Veiligheid en Justítie Ministerie van Veiligheid en Justitie
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag IvenJ Veiligheidsregio
IJsselland
voorzitter Dhr. d r s . H.J. Postbus
Meijer
1453
8001 BL ZWOLLE
Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.ivenj.nl Contactpersoon Jltske van der Leede Adviseur T 070 370 30 48 Ons kanmark 485853
Datum 26 februari 2014 Onderwerp Werkprogramma 2014 Inspectie Veiligheid en Justitie
Het werkprogramma 2014 van de Inspectie Veiligheid en Justitie is vastgesteld. U vindt het werkprogramma 2014 op de website van de Inspectie, www.iveni.nl onder het kopje Actueel. Sinds 2012 houdt de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie VenJ) onafhankelijk toezicht op organisaties binnen het domein van veiligheid en justitie. Dit is inclusief uitvoerende diensten en ketens die onder de verantwoordelijkheid van de minister en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie vallen. De onderzoeken van de Inspectie Veiligheid en Justitie richten zich in 2014 op zes van de zeven kernthema's van de minister en de staatssecretaris van VenJ: Versterking prestatie strafrechtketen, Nederland veiliger, de bestendiging en versterking van de rechtsstaat, nationale politie, het slachtoffer centraal en immigratie en asiel. Op het thema kansspelen doet de Inspectie geen onderzoek, omdat op dat terrein de Kansspelautoriteit de wettelijke toezichthouder is. Verder doet de Inspectie onderzoek ter uitvoering van haar wettelijke taken. Het onderzoek is in toenemende mate risico gestuurd. Het werkplan is flexibel, de Inspectie kan naar aanleiding van incidenten of veranderende omstandigheden besluiten extra onderzoeken in te stellen of de planning van onderzoeken aan te passen. Dit blijkt uit het Werkplan 2014, dat 21 februari naar de Tweede Kamer is gestuurd. Sinds dit jaar zijn de toezichttaken van de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) op de terugkeer van vreemdelingen overgegaan naar de Inspectie. Het toezicht op organisaties in het jeugddomein zal worden verbreed met ingang van 1 januari 2015. De Inspectie bereidt dat voor, samen met de andere betrokken inspecties, zoals blijkt uit hoofdstuk 6 Jeugd.
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak In uw brief behandelen.
Met het toezicht werkt de Inspectie aan een continue kwaliteitsverbetering en een groeiend vertrouwen van burgers in het functioneren van organisaties binnen het domein veiligheid en justitie. Indien uw organisatie betrokken is bij één van de onderzoeken wordt u daar tijdig over geïnformeerd.
wero Datum 2 6
februari 2014
Ons kenmerk 485853
Met vriendelijke groet,
Ĵ.G. Bos Hoofd Inspectie Veiligheid en Justitie
Agendapunt - besluitvormend
aan datum agendapunt onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder
Algemeen Bestuur 26 maart 2014 4 Kadernotitie Zelfredzaamheid H. Zwart H.J. Meijer
Te besluiten om De kadernotitie Zelfredzaamheid vast te stellen Overweging De kadernotitie ‘Meer zelfredzaam door heldere risicocommunicatie’ is erop gericht inwoners van de 11 gemeenten binnen Veiligheidsregio IJsselland voor, tijdens en na een ramp of crisis meer zelfredzaam te maken. Bewustwording vormt hierbij het uitgangspunt. Burgers kunnen immers pas gericht maatregelen treffen als helder is wat er kan gebeuren, wat dit mogelijk voor gevolgen heeft en wat zij in een dergelijke situatie zelf kunnen doen of juist moeten laten. Samenvatting/toelichting Om burgers helder en eenduidig te kunnen informeren over mogelijke risico’s is het belangrijk om een gezamenlijke, nieuwe koers vast te stellen. De focus in deze notitie ligt op verminderd of nietzelfredzamen. Deze burgers vormen een kwetsbare groep en verdienen daarom onze specifieke aandacht. In tegenstelling tot het informeren over risico’s is het bevorderen van zelfredzaamheid geen wettelijke overheidstaak, maar een beleidskeuze. Door in al onze risicocommunicatieactiviteiten heldere handelingsperspectieven mee te nemen, zorgen we ervoor dat het thema binnen de regio desondanks toch stevig verankerd wordt. Deze notitie is opgesteld in nauwe samenwerking met gemeente Olst-Wijhe en vervolgens voor feedback voorgelegd aan het Veiligheidsbureau, GHOR IJsselland, Brandweer IJsselland, Politie IJsselland en de ambtenaren crisisbeheersing van de 11 gemeenten. Daarnaast is Wmo-adviesraad Olst-Wijhe gevraagd te adviseren. Dit vanwege de specifieke kennis van en ervaring met de doelgroep verminderd of niet-zelfredzamen. Scenario's De rol en verantwoordelijkheid die de overheid heeft als het gaat om het verstrekken van informatie over risico’s en het bevorderen van zelfredzaamheid en de hieruit voortvloeiende
kenmerk vervolgblad
2 van 2
communicatiestrategie, kan per specifieke lokale situatie verschillen. Veiligheidsregio IJsselland, maar zeker ook gemeenten hebben zelf een keuze in de rol die zij willen vervullen. In de kadernotitie wordt hiervoor per doelgroep een voorzet gegeven. Terugblik De notitie is op 20 november 2013 opiniërend in het AB gebracht. Op basis van de feedback uit dit AB en input van de Wmo-adviesraad zijn onderstaande zaken aangescherpt:
de notitie geeft handvatten om zelfredzaamheid te stimuleren. Dit thema zal binnen gemeenten echter breed moeten worden opgepakt. Afdelingen communicatie, openbare orde en veiligheid, maar ook afdelingen die zich bezig houden met een dorps-, buurt- of wijkaanpak spelen hierin een belangrijke rol (zie hoofdstuk 1, pagina 3); per onderscheiden doelgroep is een duidelijke voorkeursrol beschreven. Dit is de rol die we naar ons idee als overheid richting deze doelgroep zouden moeten invullen (zie hoofdstuk 3, pagina 8 en verder); de inzet van social media als onderdeel van de commmunicatiemiddelenmix is specifiek benoemd en toegelicht (zie hoofdstuk 6, pagina 18); het activiteitenschema voor 2014 is opgesplitst in algemene communicatie-activiteiten en activiteiten gericht op een specifiek risicotype (zie tabel 1, pagina 19).
Vervolg Gezien de betrokkenheid van gemeente Olst-Wijhe bij de totstandkoming van dit document, was het benaderen van de Wmo-adviesraad Olst-Wijhe een voor de hand liggende keuze. Om echter zo goed mogelijk aan te sluiten bij de lokale doelgroep is het advies aan gemeenten om afstemming te zoeken met de lokale Wmo-adviesraad. Zowel in het bepalen van een passende rol, als in de concrete uitvoering van activiteiten. Dit geldt eveneens voor andere lokale overlegorganen, zoals wijk- en bewonersplatforms. Mogelijk kunnen ook zij een belangrijke rol spelen in het bevorderen van zelfredzaamheid. Deze notitie is een groeidocument, waarin we gaandeweg met elkaar hopen te komen tot een effectieve, regionale aanpak. Een aanpak die, op termijn, lokaal kan worden ingevuld. Om de concrete uitvoering van de notitie te faciliteren, wordt via de ambtenaren crisisbeheersing in elke gemeente een concept communicatieplan aangeboden. Dit document bevat een aantal bouwstenen voor risicocommunicatie en kan gebruikt worden in het lokale besluitvormingstraject.
Documentgegevens Nr. 1.0
Datum Maart 2014
Verspreid aan
Documentbeheer/ eigenaar
Nicolien Geugies/Janneke Bredewolt
Projectleider
Nicolien Geugies
Vastgesteld door Datum vaststelling Geplande evaluatiedatum Digitale vindplaats
Inhoud 1
2
3
INLEIDING
3
1.1 1.2 1.3
4 4 5
KADER
5
2.1 2.2
5 6
5
6
Wettelijk kader Beleidskader
MOGELIJKE ROLLEN VR IJSSELLAND EN GEMEENTEN 3.1 3.2 3.3
4
Terugblik Doel notitie Leeswijzer
Richting zelfredzamen Richting thuiswonende verminderd ofniet-zelfredzamen Richting uitwonende verminderd of niet-zelfredzamen
8 8 9 10
AMBITIES EN DOELEN
11
4.1
11
Ambities 2013 en verder
WAT VRAAGT DIT VAN ONS ALS PROFESSIONALS
13
5.1 5.2 5.3
13 15 15
Welke taken pakken we op? Wat verwachten we van burgers? Wat vraagt dit van ons als professionals in de hulpverlening?
ACTIVITIEITEN IN 2013, 2014 EN VERDER
16
6.1 6.2
Terugblik activiteiten in 2013 Activiteiten in 2014 en verder
16 17
BIJLAGE 1: VRAGENLIJST BIJEENKOMST HOOGWATER ZWOLLE
24
BIJLAGE 2: VRAGENLIJST VEILIGHEIDSDAG 2013
27
2
1
Inleiding
Een samenleving zonder risico’s in ondenkbaar. De Wet veiligheidsregio’s (2010) verplicht besturen van veiligheidsregio’s om inwoners te informeren over de rampen en crises die hen kunnen treffen. De laatste jaren was veiligheid vooral een taak van de overheid. Een gemeenschap – burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld – kan hierin echter zelf ook veel betekenen. Veiligheid is in die zin steeds meer een gedeelde verantwoordelijkheid. In de praktijk betekent dit dat burgers voor, tijdens en na een noodsituatie met elkaar en al dan niet samen met de hulpdiensten aan de slag gaan om te werken aan een veilige(re) leefomgeving. Als overheid maken we over de gehele breedte een kanteling door van ‘alles regelen voor onze burgers’ naar ‘kijken wat burgers zelf kunnen en doen en waar we kunnen aansluiten’. Kernbegrip hierbij is zelfredzaamheid. Dit vraagt een nieuwe benadering van ons, maar ook van burgers. Mede door veranderingen op het terrein van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), jeugdzorg en de AWBZ (Algemene wet bijzondere zorg) zal het aantal minder zelfredzamen, dat zelfstandig woont, in de toekomst verder toenemen. Het is zaak om ons hier in al onze activiteiten van bewust te zijn. Zelfredzaamheid speelt een rol in de gehele keten. Zo kunnen burgers brand in huis tijdig signaleren door rookmelders op te hangen of eerste hulp verlenen tijdens een incident, maar ook hun buren die slecht ter been zijn tijdens een noodsituatie helpen evacueren of, via deelname aan Burgernet, de politie helpen om snel een verdacht of vermist persoon op te sporen. Het multidisciplinaire karakter van dit thema vraagt samenwerking en afstemming. Binnen gemeenten met afdelingen communicatie, openbare orde en veiligheid en afdelingen die zich bezig houden met een dorps-, buurt-, wijkaanpak. Daarbuiten met hulpdiensten, lokale buurtverenigingen en vrijwilligersorganisaties, maar ook met bedrijven, instanties, omringende veiligheidsregio’s, landelijke netwerken en het ministerie. Zelfredzaamheid begint met bewustwording van mogelijke risico’s in de omgeving (wat kan er gebeuren). Het Regionaal Risicoprofiel geeft hier inzicht in ¹ (zie paragraaf 2.2.1). Daarnaast moet helder zijn wat de overheid doet om dit risico zo laag mogelijk te houden (wat doet de overheid), wat de overheid van burgers in de ‘koude’ fase verwacht (weet wat er kan gebeuren en hoe u zich hier zo goed mogelijk op kunt voorbereiden), wat burgers kunnen doen als het daadwerkelijk misgaat (wat moet u in een noodsituatie doen of juist laten) en wat men in een dergelijke situatie van de hulpdiensten mag verwachten (wat doen de hulpdiensten). Heldere risicocommunicatie, dat wil zeggen informatie over risico’s en bijbehorende handelingsperspectieven, is hierbij onmisbaar. Binnen alle activiteiten die, in nauwe afstemming met gemeenten, op het gebied van risicocommunicatie en zelfredzaamheid worden ontwikkeld, worden dan ook waar mogelijk verbindingen gelegd. Dit document beschrijft onze visie op de nieuw te varen koers. Gemeenten zijn vrij in de wijze waarop zij deze koers willen invullen en worden van harte uitgenodigd om hierin zelf een duidelijke keuze te maken. ¹ Binnen VR IJsselland kennen we vijf geprioriteerde risico’s: ziektegolf, overstroming, brand in dichte binnenstad, verstoring drinkwatervoorziening en paniek in menigte. In de praktijk hebben we echter ook te maken met andere, minder grote of kleine, (lokale) risico’s. De scope van deze notitie is daarom breder dan de geprioriteerde risico’s uit het Risicoprofiel.
3
1.1
Terugblik
In het verleden is het thema risicocommunicatie binnen Veiligheidsregio IJsselland (VR IJsselland) al eens opgepakt. Zo is er onder andere een beleidsplan en een uitvoeringsplan geschreven. Vanwege capaciteitsproblemen is de daadwerkelijke uitvoering van dit plan echter nauwelijks van de grond gekomen. Beide plannen zijn inmiddels gedateerd. Daarnaast verdienen ook de doelstellingen die in deze plannen zijn beschreven bijstelling. Begin 2013 is het thema daarom opnieuw opgepakt. Naast risicocommunicatie is zelfredzaamheid binnen de regio een belangrijk thema. Om mensen bewust te maken van wat zij op het gebied van veiligheid zélf kunnen doen is begin 2012 gestart met het programma Community Safety (zie paragraaf 2.2.2).
1.2
Doel notitie
Deze notitie is erop gericht inwoners van de 11 gemeenten binnen VR IJsselland² voor, tijdens en na een ramp of crisis meer zelfredzaam te maken. Bewustwording vormt hierbij het uitgangspunt. Men kan immers pas gericht maatregelen treffen als helder is wat er kan gebeuren, wat dit mogelijk voor gevolgen heeft en wat men in een dergelijke situatie zelf kan doen of juist moet laten. Om burgers helder en eenduidig te kunnen informeren over mogelijk risico’s is het belangrijk om een gezamenlijke, nieuwe koers vast te stellen. Uitgangspunt van deze koers is dat we als overheid bewuste keuzes maken in de rol die we ons toekennen, als het gaat om het stimuleren van zelfredzaamheid. Deze rol wordt bepaald door verschillende factoren, waaronder de mate waarin burgers in staat zijn zelfredzaam op te treden, de (lokale) risico’s waaraan zij blootstaan en de informatiebehoefte ten aanzien van deze risico’s en de voor deze risico’s geldende handelingsperspectieven. Daarnaast is capaciteit een belangrijke factor: in hoeverre willen en kunnen we tijd vrij maken om actief en op maat met risicocommunicatie en zelfredzaamheid aan de slag te gaan. Met de projecten die er op het gebied van zelfredzaamheid en risicocommunicatie al worden uitgevoerd, bereiken we met name zelfredzame burgers en niet-zelfredzame burgers in instellingen. Omdat zij niet specifiek geregistreerd worden, hebben we niet-zelfredzame burgers die (individueel) zelfstandig wonen daarentegen niet goed in beeld. Tot deze doelgroep rekenen we mensen die zich vanwege een fysieke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking (tijdelijk of permanent) niet of minder goed zelf kunnen redden, maar niet onder de hoede van een instelling vallen. Deze groepen verschillen sterk van elkaar, maar hebben gemeen dat ze over het algemeen erg kwetsbaar zijn. Deze doelgroep heeft daarom onze specifieke aandacht. Omdat we geen goed zicht op deze doelgroep hebben, kunnen we ons in onze activiteiten niet direct tot hen richten. Om deze groep toch te bereiken, moeten we naar alternatieven zoeken. Zo kunnen we hen via algemene middelen oproepen om zich te melden. Ook kunnen we ons via deze zelfde middelen richten tot mensen in hun (directe) omgeving. Een andere optie is het inschakelen van instanties of organisaties die als intermediair kunnen fungeren. ²Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle
4
Dit document beschrijft onze visie op de nieuw te varen koers. Gemeenten worden van harte uitgenodigd om hierover met elkaar en ons in debat te gaan. Daarnaast is het advies aan gemeenten om, zowel in het bepalen van een passende rol, als in de concrete uitvoering van activiteiten, afstemming te zoeken met de lokale Wmo-adviesraden. Dit gezien hun specifieke kennis en expertise op het terrein van de kwetsbare doelgroep zelfstandig wonende minder of niet-zelfredzamen. Dit kan eveneens gelden voor andere overlegorganen, zoals wijk- en bewonersplatforms. Mogelijk kunnen ook zij een belangrijke rol spelen in het bevorderen van zelfredzaamheid. We raden gemeenten aan deze platforms waar mogelijk te betrekken en om advies te vragen. Deze notitie is een groeidocument, waarin we gaandeweg met elkaar hopen te komen tot een effectieve, regionale aanpak. Een aanpak die, op termijn, lokaal kan worden ingevuld. Vanzelfsprekend houden we hierbij oog voor nieuwe inzichten en ervaringen die mogelijk vragen om bijstelling van onze aanpak.
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt het kader geschetst waarbinnen wij als veiligheidsregio en de gemeenten die hier onderdeel van uitmaken, werken. In hoofdstuk 3 is beschreven welke rollen VR IJsselland en gemeenten ten aanzien van deze verschillende doelgroepen kunnen vervullen. In hoofdstuk 4 beschrijven we de regionale visie op risicocommunicatie en de rol van de veiligheidsregio en gemeenten hierin. Niet iedere inwoner is in staat om zelfredzaam op te treden. In dit hoofdstuk wordt daarom een onderscheid gemaakt tussen zelfredzame burgers, burgers die verminderd of niet-zelfredzaam zijn, maar wel zelfstandig wonen en burgers die verminderd of niet-zelfredzaam zijn en in een instelling wonen. Hoofdstuk 5 geeft inzicht in wat de voorgestelde koers van ons vraagt en hoe we onze rol vervolgens gezamenlijk in de praktijk kunnen oppakken. Door vanuit deze visie communicatieactiviteiten te ontwikkelen dragen we er zorg voor dat inwoners van alle IJssellandse gemeenten ten minste op grote lijnen op dezelfde wijze over risico’s in hun woon- er werkomgeving worden geïnformeerd. Dit geldt ook voor de handelingsperspectieven die we hen bieden om eventuele schade voor henzelf én anderen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. In hoofdstuk 6 blikken we tot slot kort terug op activiteiten die in de eerste helft van 2103 op het gebied van risicocommunicatie en zelfredzaamheid zijn uitgevoerd. Daarnaast kijken we vooruit: waar gaan we de resterende maanden van dit jaar en in 2104 mee aan de slag.
2
Kader
2.1
Wettelijk kader
2.1.1 Wet veiligheidsregio’s Sinds 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio's (WvR) van kracht. In deze wet staat dat het bestuur van de veiligheidsregio in de koude fase verantwoordelijk is voor de uitvoering van de wettelijke taak om inwoners van de regio in algemene zin te informeren over risico’s. Het verstrekken van lokale informatie over specifiek plaatselijke risico's en risicobronnen lijkt daarentegen beter te passen bij de afzonderlijke gemeenten. Dit gezien de kortere (psychologische) afstand die zij tot burgers hebben.
5
Communicatie in de warme fase (crisiscommunicatie) is in de crisisbeheersing ondergebracht bij het team bevolkingszorg, een proces dat primair onder de verantwoordelijkheid van gemeenten valt. De WvR legt de eindverantwoordelijkheid om te communiceren over een crisis bij de gemeente (in het geval van een lokale crisis), of de veiligheidsregio (als er sprake is van een gemeentegrens overschrijdende crisis).
2.1.2 Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning krijgen. Dit kunnen ouderen zijn, maar ook mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking of mensen met psychische of psychosociale problemen. Doel van de Wmo is meedoen. Meedoen van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden of met ondersteuning van de gemeenten. De Wmo kent verschillende prestatievelden waarvan er een aantal raken aan het thema risicocommunicatie. Kortheidshalve benoemen we alleen deze prestatievelden. Uitvoering van de Wmo is een taak van de gemeente. Dit betekent dat de gemeente onder andere:
activiteiten bevordert die gericht zijn op ontmoeting, cultuur, sport en het vergroten van leefbaarheid en integratie
participatie en zelfredzaamheid bevordert van mensen met een beperking en/of chronische psychisch of psychosociale problemen
informatie, advies en cliëntondersteuning biedt
mantelzorgers ondersteunt die zich inzetten voor familie, vrienden of mensen in de buurt
2.2
Beleidskader
2.2.1
Regionaal Risicoprofiel
Nederland is een veilig land. Een samenleving zonder risico’s is echter ondenkbaar. Hoe goed veiligheid ook geregeld is, er kan toch iets gebeuren: risico’s – groot en klein– horen bij het leven en zijn nooit helemaal uit te sluiten of te vermijden. Elke veiligheidsregio heeft een Regionaal Risicoprofiel opgesteld. Dit profiel geeft inzicht in de risico's waarmee we binnen de regio te maken hebben. Het geeft antwoord op de vragen wat kan ons overkomen? en hoe erg is dat? Binnen VR IJsselland zijn de vijf grootste risico's: 1. 2. 3. 4. 5.
Ziektegolf Overstroming Brand in dichte binnenstad Verstoring drinkwatervoorziening* Paniek in menigte
* Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw risicoprofiel. Hierin wordt verstoring drinkwatervoorziening mogelijk vervangen door uitval elektriciteitsvoorziening.
6
Daarnaast hebben we te maken met andere, grote én kleinere (lokale) risico’s. Denk onder andere aan verstoring van de elektriciteitsvoorziening, natuurbranden, dierziekten, incidenten met giftige stoffen, verkeersincidenten, incidenten op of onder water, incidenten in en om huis en bedreigingen voor de volksgezondheid. Om deze reden beperkt de scope van deze notitie zich niet tot deze top vijf, maar kijken we naar veiligheid in een bredere context.
2.2.2 Programma Community Safety Bij crises, ongevallen en rampen constateren we dat burgers steeds vaker meer zijn dan alleen slachtoffer. Zo zien we steeds vaker dat zij onraad melden, zichzelf, elkaar en hulverleners tijdens en na noodsituaties helpen en waardevolle informatie doorgeven aan de hulpdiensten. Binnen VR IJsselland zijn we ons hier al enige tijd van bewust. Om hier concreet vorm en inhoud aan te geven, is in februari 2012 door het algemeen bestuur het programma Community Safety vastgesteld. Dit programma is er enerzijds op gericht burgers bewust te maken van wat zij zélf kunnen doen op het gebied van veiligheid en hen hierbij te ondersteunen. Aan de andere kant moet het programma in kaart brengen wat dit betekent voor de werkwijze van professionals in de hulpverlening (beroepskrachten en vrijwilligers). Zij zijn het immers, die burgers uiteindelijk moeten stimuleren en ruimte moeten geven om veiligheidsproblemen zoveel mogelijk zelf het hoofd te bieden. Vanuit Community Safety worden activiteiten opgezet die bijdragen aan zelfredzaam gedrag ter bevordering van (met name) de eigen fysieke veiligheid en die van anderen. Deze activiteiten richten zich op de gehele veiligheidsketen: van het voorkomen van onveiligheid tot het verlenen van nazorg. Er zijn veel redenen om zelfredzaamheid te stimuleren. Een ervan komt voort uit de wetenschap dat mensen vaak meer in zich hebben dan zijzelf en hulpverleners denken of verwachten. Ook is het een gegeven dat de overheid niet alle veiligheidsproblemen altijd alleen kan oplossen. Veiligheid en onveiligheid horen bij de samenleving. We hebben er overal mee te maken; thuis, op straat, op school of op het werk. Hoewel burgers van ons als overheid mogen verwachten dat we er alles aan doen om goede hulpverlening te bieden, is niet overal direct een ambulancebroeder, brandweer- of politieman of –vrouw ter plaatse. Door mensen meer bewust te maken van risico’s en hen heldere handelingsperspectieven te geven, kunnen zij handelen op het moment dat het nodig is. Zo worden burgers partners in veiligheid. Tegelijkertijd ontwikkelen professionele hulpverleners zich steeds meer tot deskundige ondersteuners. Een andere reden om zelfredzaam gedrag te stimuleren is dat oplossingen die door de samenleving zelf worden aangedragen vaak veel beter werken dan opgelegde maatregelen. Bovendien leidt het zelf ontwikkelen van activiteiten tot sociale binding. Dit komt zelfredzaamheid in wijken of buurten zeker ten goede. Over de zelfhulprol van burgers was tot voor kort nog weinig bekend. Zowel voor het bestuur als voor hulpdiensten is het echter belangrijk om meer te weten over de kennis, de percepties en de vaardigheden van burgers en om inzichten met hen te delen³. ³Actief, ondersteunend en inspirerend in veiligheid, een onderzoek van het Lectoraat Veiligheid van Hogeschool Windesheim naar zelfredzaamheid van burgers en de wisselwerking tussen burgers en hulpverleners zet hierin een mooie stap. Het rapport, geeft inzicht in wat burgers weten, kunnen en wensen en hoe de hulpdiensten hierop kunnen inspelen.
7
VR IJsselland benadert zelfredzaamheid als een breed begrip. Dit in tegenstelling tot de regelmatig toegepaste benadering van zelfredzaamheid die vooral gaat over wat mensen kunnen of moeten doen tijdens een onveilige situatie. In onze regio zitten we daar liever een paar stappen voor. Door na te gaan wat mensen voorafgaand al kunnen doen en hen te stimuleren hier tijdens een (dreigend) incident naar te handelen, willen we eventuele schade zoveel mogelijk voorkomen of beperken. In tegenstelling tot het informeren over risico’s is het bevorderen van zelfredzaamheid van burgers geen wettelijke overheidstaak, maar een beleidskeuze. Door in al onze risicocommunicatie-activiteiten heldere handelingsperspectieven mee te nemen, zorgen we ervoor dat het thema binnen de regio desondanks toch stevig verankerd wordt.
3
Mogelijke rollen VR IJsselland en gemeenten
Als overheid streven we over het algemeen naar een samenleving waarin iedereen zo zelfstandig mogelijk kan functioneren en op zijn of haar manier een bijdrage levert. Aan de andere kant vinden we het belangrijk dat mensen naar elkaar omkijken en voor elkaar zorgen (zie paragraaf 2.1.2). De rol en verantwoordelijkheid die de overheid heeft als het gaat om het verstrekken van informatie over risico’s en het bevorderen van zelfredzaamheid kan per specifieke lokale situatie verschillen. Er zijn verschillende rollen denkbaar. VR IJsselland, maar zeker ook gemeenten hebben zelf een keuze in de rol die zij willen vervullen. Het is belangrijk om deze keuze bewust te maken, zodat vervolgens een passende communicatiestrategie kan worden opgesteld. De beschrijving van onderstaande deze rollen geeft richting aan de uitvoering van de taken op het gebied van risicocommunicatie, maar is niet uitputtend. Bovendien kunnen gemeenten er voor kiezen rollen te combineren.
3.1
Richting zelfredzamen
Veel mensen kunnen zich tijdens een calamiteit zelf goed redden. Daarentegen zijn zij zich niet altijd bewust van de risico’s in hun omgeving, de voorbereidingen die zij zelf kunnen treffen en de wijze waarop zij kunnen handelen op het moment dat zich een calamiteit voordoet. Als overheid kunnen we richting deze doelgroep verschillende rollen innemen: 1. Informerende rol Gemeenten en VR IJsselland bieden landelijke, algemene informatie over risico’s. Alleen naar aanleiding van specifieke vragen over risico’s worden actief (aanvullende) communicatieactiviteiten opgestart. 2. Verbindende rol Gemeenten en VR IJsselland communiceren actief en doorlopend over risico’s, geven duidelijke handelingsperspectieven en verwijzen burgers door naar instanties/partijen of andere burgers die hen mogelijk verder kunnen helpen. Daarnaast worden burgers expliciet geattendeerd op verminderd of niet-zelfredzamen in hun (directe) omgeving.
8
Dit om hen bewust te maken van wat zij voor deze mensen kunnen doen, maar ook om hen uit te nodigen om hierover met elkaar in gesprek te gaan en uitdagingen die dit met zich meebrengt bespreekbaar te maken. Vervolgacties, zoals het aanschaffen en plaatsen of gebruiken van hulpmiddelen, zoals een noodpakket, rookmelder of zandzakken zijn de verantwoordelijkheid van de burger zelf. 3. Regelende rol Gemeenten en VR IJsselland communiceren actief en doorlopend over risico’s, bieden hulpmiddelen als rookmelders, blusdekens of zandzakken aan en plaatsen deze. Adviesrol richting zelfredzame burgers Het advies is om richting zelfredzamen burgers duidelijk een informerende rol te pakken. Deze rol kan worden ingevuld door actief te communiceren over lokale risico’s en bijbehorende handelingsperspectieven. Acties om daadwerkelijk zelfredzaam te kunnen optreden, zoals het aanschaffen van een noodpakket of blusmiddelen, maar ook het volgen van een EHBO- en/of reanimatiecursus, zijn vervolgens de verantwoordelijkheid van de burger zelf.
3.2
Richting verminderd of niet-zelfredzamen die (individueel) zelfstandig wonen
Verminderd of niet-zelfredzamen zijn mensen die zich vanwege een fysieke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking (tijdelijk) niet of minder goed kunnen redden, maar niet onder de hoede van een instelling vallen. Denk aan ouderen, kinderen, mensen met een handicap, maar ook aan mensen die de Nederlandse taal niet (voldoende) beheersen. Verminderd of niet-zelfredzamen die (individueel) zelfstandig wonen, vormen een kwetsbare groep. Ook ten aanzien van deze groep kunnen we als overheid verschillende rollen vervullen. 1. Informerende rol Gemeenten en VR IJsselland informeren deze doelgroep op dezelfde manier als de doelgroep zelfredzamen: informatie over risico’s wordt wel toegespitst op deze specifieke doelgroep, maar blijft algemeen en hoofdzakelijk zendergericht. Pas wanneer er vanuit deze doelgroep zelf specifieke vragen of verzoeken komen, worden actief (aanvullende) communicatieactiviteiten uitgevoerd. 2. Verbindende rol Gemeenten en VR IJsselland informeren actief over risico’s en handelingsperspectieven. Deze communicatieactiviteiten richten zich zowel op de verminderd of niet-zelfredzame als op zijn of haar (directe) omgeving. Hierbij wordt waar mogelijk nauwe samenwerking gezocht met partners zoals ouderenbonden en patiëntenverenigingen. Met hen wordt gekeken welke tools er zijn om mensen te helpen meer zelfredzaam te worden. Vervolgens is het aan de verminderd of niet-zelfredzame zelf om hiermee aan de slag te gaan. Waar ondersteuning nodig, is pakken gemeente en VR IJsselland dit gezamenlijk op. We stellen ons hierbij open en pro-actief op. Wel blijven burgers zelf verantwoordelijk voor het daadwerkelijk aanschaffen en gebruiken van benodigde hulpmiddelen. Richting de (directe) omgeving van deze doelgroep is het van belang om bewustwording te creëren, eventuele knelpunten bespreekbaar te maken en samen te zoeken naar oplossingen.
9
3. Regelende rol Gemeenten en VR IJsselland communiceren actief en doorlopend over risico’s, leggen huisbezoeken af, richten een informatiepunt in en zorgen ervoor dat de juiste informatie en hulpmiddelen bij de doelgroep en de (directe) omgeving terecht komen. Adviesrol richting verminderd of niet-zelfredzamen die (individueel) zelfstandig wonen Richting verminderd of niet-zelfredzame burgers die (individueel) zelfstandig wonen pakken we in eerste instantie een verbindende rol. Ook iemand die niet/minder zelfredzaam is kan zijn eigen omgeving inschakelen om de eigen veiligheid te vergroten. Deze doelgroep vraagt waarschijnlijk meer ondersteuning en hulp dan zelfredzame burgers. In tegenstelling tot zelfredzame burgers voorzien we hen daarom van doelgroepspecifieke informatie. Richting verminderd of niet-zelfredzamen die thuis wonen hebben we drie opties: we roepen hen via algemene middelen op om zich te melden zodat we hen op maat van informatie kunnen voorzien, we richten ons op organisaties of instanties die als intermediair kunnen optreden of we brengen verbindingen tot stand tussen deze verminderd of niet-zelfredzamen en de kring van zelfredzame burgers om hen heen.
3.3
Richting verminderd of niet-zelfredzamen die in een instelling verblijven
Naast verminderd of niet-zelfredzamen die (individueel) zelfstandig wonen, onderscheiden we inwoners die verminderd of niet-zelfredzaam zijn en in een instelling verblijven. De zorg en informatieplicht voor deze groep ligt in eerste instantie bij de instelling zelf. Wel kan de overheid, in dit geval VR IJsselland, hen hierin faciliteren. Ook voor deze doelgroep geldt dat deze rol, afhankelijke van de specifieke (lokale) situatie, op verschillende manieren kan worden ingevuld. 1. Informerende rol VR IJsselland voorziet instellingen van algemene informatie met betrekking tot risico’s in de omgeving. Het op maat informeren van bewoners is vervolgens hoofdzakelijk een verantwoordelijkheid van de instelling zelf. De instelling gaat zelf na aan welke lokale risico’s bewoners worden blootgesteld, neemt kennis van deze risico’s en oefent zelfstandig met verschillende scenario’s. VR IJsselland sluit op verzoek aan. Gemeenten hebben hierin feitelijk geen rol. 2. Verbindende rol Het informeren van bewoners over risico’s en bijbehorende handelingsperspectieven is de verantwoordelijkheid van de instelling zelf. VR IJsselland faciliteert, onder andere door partijen bij elkaar te brengen in netwerken, kennisdeling te bevorderen en actief mee te denken in het opzetten van oefeningen. Instellingen nemen hiertoe zelf het initiatief. Ook hier hebben gemeenten geen actieve rol.
10
3. Regelende rol VR IJsselland benadert instellingen actief, informeert over plannen en procedures en spoort vervolgens aan met bewoners te oefenen. Afspraken worden vastgelegd en naar verloop van tijd geëvalueerd. Voor gemeenten is hier eveneens geen specifieke rol weggelegd. Adviesrol richting verminderd of niet-zelfredzamen die in een instelling verblijven Richting verminderd of niet-zelfredzame burgers die in een instelling verblijven adviseren we een informerende rol te pakken. Ook voor deze doelgroep geldt dat zij meer ondersteuning en hulp nodig hebben dan zelfredzame burgers. Advies is dan ook om hen, net al verminderd of niet-zelfredzame burgers die zelfstandig wonen, van doelgroepspecifieke informatie te voorzien. Informatievoorziening richting deze doelgroep is echter specifieke een taak van de betreffende instelling. Wel worden zij hierin waar nodig ondersteund door de GHOR, die regisseert, zorgt
4.
Ambities en doelen
4.1
Ambities 2014 en verder
Zowel het informeren over risico’s als het bevorderen van zelfredzaamheid staan binnen de veiligheidsregio hoog op de agenda. In nauwe afstemming met gemeenten wordt gekeken hoe beide thema’s in de praktijk concreet kunnen worden ingevuld. In dit hoofdstuk beschrijven we welke doelen wij vanuit VR IJsselland stellen en welke rol wij hierin samen met gemeenten willen vervullen. Hierbij merken we op dat gemeenten hierin een eigen keuze kunnen maken.
4.1.1 Beoogde doelen in de komende vier jaar Door in de praktijk met deze notitie aan de slag te gaan willen we uiteindelijk bereiken dat inwoners van de regio:
voor, tijdens en na een incident of ramp op zo’n manier handelen dat schade voor henzelf, anderen en de omgeving wordt voorkomen of in ieder geval zoveel mogelijk beperkt blijft
Om dit te bereiken is het belangrijk dat inwoners:
kennis van mogelijke risico’s en de gevolgen hiervan hebben (wat kan er gebeuren)
weten hoe de overheid communiceert tijdens een calamiteit (waar kan ik terecht voor feitelijke informatie)
bekend zijn met de taken en rollen van hulpdiensten en gemeenten (wat doet de overheid) en de geldende handelingsperspectieven (wat kan ik zélf doen voor, tijdens en na een incident)
zich bewust zijn van de eigen rol ten aanzien van verminderd of niet-zelfredzamen (wat kan ik voor een ander doen voor, tijdens en na een incident)
11
Hoewel geen doel op zich, is een positieve houding van burgers ten aanzien van de hulpdiensten essentieel om in (dreigende) noodsituaties adequaat te kunnen optreden. Omgekeerd geldt echter hetzelfde: het is aan hulpverleners om een open en welwillende houding aan te nemen, zowel ten opzichte van burgers als de rol die zij tijdens een incident kunnen vervullen. Hoe beter burgers vooraf weten wat zij kunnen verwachten en zelf kunnen doen mochten zij in een noodsituatie belanden, des te beter zij zichzelf en anderen op dat moment kunnen redden en hoe minder kwetsbaar zij in een dergelijke situatie zijn. Met name voor verminderd of niet-zelfredzamen is het belangrijk dat de directe omgeving zich bewust is van het feit dat zij in noodsituaties op anderen zijn aangewezen. Om ervoor te zorgen dat informatie over risico’s, mogelijke gevolgen en rollen en taken van zowel de overheid als de burger binnen de regio zoveel mogelijk wordt gestroomlijnd, wordt voorgesteld om heldere, regio brede afspraken te maken (zie hoofdstuk 5).
4.1.2 Effecten meten Om te kunnen constateren of bovenstaande doelen zijn behaald, is het zaak om zowel een nulmeting als een effectmeting te houden. Zo is het aan te raden om per gemeente in kaart te brengen wat burgers weten van lokale risico’s en bijbehorende handelingsperspectieven (kennis). Om hier in onze activiteiten op aan te kunnen sluiten, moet vervolgens inzichtelijk worden via welke kanalen en op welke momenten burgers over risico’s geïnformeerd wil worden. Vervolgens kan na afloop van een activiteit of (thema)campagne bepaald worden of en zo ja, hoe de geboden informatie is overgekomen en, in het geval van een daadwerkelijk incident, of zij daadwerkelijk hebben gehandeld zoals is aangegeven (gedrag). In de regio zijn in het verleden diverse bruikbare onderzoeksgegevens verzameld. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek dat in 2011 in opdracht van Brandweer Kampen is gedaan naar burgerparticipatie en zelfredzaamheid bij brandveiligheid onder de inwoners van deze gemeente. Daarnaast zijn op het gebied van risicocommunicatie in de eerste helft van 2013 binnen een aantal gemeenten enquêtes gehouden. Zo is in opdracht van VR IJsselland door studenten Integrale Veiligheidskunde van Saxion Hogescholen onderzoek gedaan naar de risicoperceptie en informatiebehoeften t.a.v. BRZO-bedrijven in Deventer, Kampen, Ommen en Zwolle. Daarnaast zijn bewoners van de binnenstad van Zwolle gevraagd aan te geven óf en zo ja via welke kanalen en met welke frequentie zij geïnformeerd willen worden over mogelijke risico’s, waaronder het risico op overstroming. Dezelfde vragen zijn in opdracht van de gemeente Zwolle gesteld aan bezoekers van de Veiligheidsdag, eind augustus 2013. Advies is om per gemeente te inventariseren wat er aan onderzoeksgegevens beschikbaar is. Ook de provincie Overijssel kan hierin mogelijk ondersteunen. In hoeverre deze gegevens bruikbaar zijn hangt grotendeels af van lokale doelgroepen en risico’ en de keuze die op gemeentelijk niveau worden gemaakt met betrekking tot de rol die de gemeente in deze specifieke situaties wil vervullen. Waar nodig kunnen deze gegevens door aanvullend onderzoek worden uitgebreid of aangescherpt. Denk hierbij aan de gemeentelijke veiligheidsonderzoeken, specifiek gericht op risicocommunicatie, maar ook aan de diverse burgerpanels die met betrekking tot dit thema geraadpleegd kunnen worden. Daarnaast kunnen themabijeenkomsten waardevolle input opleveren, door aanwezigen te vragen naar hun risicoperceptie, informatiebehoefte en huidige mate van zelfredzaamheid.
12
Om daadwerkelijk inzicht te krijgen in effecten is het zaak om deze metingen na afloop van verschillende risicocommunicatie-activiteiten te herhalen. Ook hier is het aan te bevelen gebruik te maken van bestaande burgerpanels en/of kan mogelijk wederom samenwerking worden gezocht met de provincie Overijssel.
5.
Wat vraagt dit van ons als professionals
5.1
Welke taken pakken we op?
Om gezamenlijk invulling te geven aan deze verbindende rol is het zaak om tot een heldere taakverdeling te komen. Hieronder is beschreven hoe deze taakverdeling er naar ons idee moet uitzien.
5.1.1 Taken Veiligheidsregio VR IJsselland treedt hoofdzakelijk faciliterend op. Werkzaamheden zijn er duidelijk op gericht om gemeenten te ontlasten, door hen in hun lokale communicatieactiviteiten te ondersteunen. Concreet betekent dit dat VR IJsselland:
gemeenten, mogelijk in samenwerking met de provincie, ondersteunt in het verzamelen van (aanvullende) relevante onderzoeksgegevens. Dit geldt zowel voor de uitvoering van nulmetingen als effectmetingen;
(landelijke) basisinformatie beschikbaar stelt. Deze informatie is gebaseerd om landelijke informatie die vanuit het ministerie wordt verstrekt en bestaat uit een heldere beschrijving van risico’s en de hierbij geldende handelingsperspectieven. Hierbij is het belangrijk dat risico’s in het juiste perspectief worden gezet. VR IJsselland biedt deze informatie digitaal aan gemeenten aan via de website van de veiligheidsregio en, in de toekomst, in de vorm van folder- en videomateriaal;
contacten legt en onderhoudt met het ministerie van Veiligheid en Justitie, de provincie Overijssel, omliggende veiligheidsregio’s, het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) en keten- en netwerkpartners, zoals Waterschappen en energieleveranciers, maar ook met bedrijven en instellingen om zo kennis en ervaring op het gebied van risico’s, risicocommunicatie en zelfredzaamheid op te doen en uit te wisselen;
onderlinge samenwerking en kennisdeling op het gebied van risicocommunicatie en zelfredzaamheid tussen gemeenten stimuleert. Enerzijds door communicatieplannen, -activiteiten en -middelen te bundelen en vervolgens te delen. Anderzijds door collega’s met elkaar in contact te brengen;
waar mogelijk contacten legt en afstemming zoekt met lokale risicoveroorzakers (risicolocaties, organisatoren grootschalige evenementen, etc.) en hen actief te betrekken bij het opzetten en uitvoeren van communicatieactiviteiten op het gebied van risicocommunicatie en zelfredzaamheid;
13
aan de hand van lokale risico’s actief met gemeente meedenkt over de opzet en inhoud van lokale (doelgroepgerichte ) communicatiemiddelen en -activiteiten, waaronder informatieve (bewoners)bijeenkomsten;
zelf een actieve inhoudelijke bijdrage levert aan informatiebijeenkomsten, bijvoorbeeld door presentaties of workshops te geven, of door met bewoners in gesprek te gaan;
zoveel mogelijk zorg draagt voor continuïteit. Door actief mee te denken in mogelijkheden om thema’s onder de aandacht te brengen en (risico- en doelgroepgerichte) communicatieplannen, communicatiekalenders en concrete middelen regio breed beschikbaar te stellen, willen we gemeenten stimuleren informatie over risico’s en handelingsperspectieven niet eenmalig te belichten, maar doorlopend voor het voetlicht te brengen.
5.1.2 Taken gemeenten Voor veel zaken is de gemeente voor burgers het eerste aanspreekpunt. Bovendien informeren gemeenten hun inwoners actief over talrijke onderwerpen. Dit contact verloopt via diverse kanalen. Denk aan een klantcontactcentrum, website, Twitter account, Facebookpagina, gemeentepagina’s in huisaan-huisbladen, etc. Als het gaat om risicocommunicatie ter verbetering van de zelfredzaamheid van burgers onderscheiden we de volgende gemeentelijke taken:
verspreiden van (basis)informatie over risico’s en handelingsperspectieven via de gemeentelijke communicatiekanalen. Hierbij benoemen dat hulpdiensten niet altijd (tijdig) in staat zijn om hulp te verlenen en we daarom blij zijn met de kennis, kunde van burgers en de bereidheid om te helpen⁴;
ter beschikking stellen van het netwerk van instanties en organisaties die binnen de gemeente op maatschappelijk vlak actief zijn. Denk aan Buitenschoolse opvang (BSO’s), Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), verzorgingstehuizen, zorg en welzijnsinstellingen, Wmo-adviesraden, plaatselijke belangenverenigingen en bewonersgroepen. Deze partijen kunnen een belangrijke brugfunctie vervullen naar met name minder of niet-zelfredzame inwoners;
aanleveren van lokale, specifieke informatie m.b.t. risico’s, doelgroepen en handelingsperspectieven aan VR IJsselland, ter aanvulling op de algemene basisinformatie. VR IJsselland kan deze informatie verwerken en vervolgens online beschikbaar stellen voor andere gemeenten en omringende veiligheidsregio’s.
⁴Denk aan het verlenen van eerste hulp door omstanders tijdens het Koninginnedagdrama in Apeldoorn, omwonenden die lopers tijdens de 4daagse van water voorzien en schepen die beschikbaar werden gesteld toen er een Dakota neerstortte in het IJsselmeer
14
5.2
Wat verwachten we van burgers?
Als overheid maken we een kanteling door van ‘alles regelen voor onze burgers’ naar ‘kijken wat burgers zelf kunnen en doen en waar we kunnen aansluiten’. Van burgers wordt steeds meer een proactieve houding verwacht. Niet ‘dat doet de overheid wel voor mij’, maar ‘wat kan ik zelf doen, voor, tijdens en na een incident of ramp’. We verwachten van burgers dat zij zich zowel in de koude áls in de warme fase steeds meer opstellen als partner in veiligheid. Dit houdt onder meer in dat zij zich voorbereiden op een eventueel incident, door maatregelen te treffen (rookmelders ophangen, blusmiddelen aanschaffen), vaardigheden op te doen (EHBO, reanimatie, BHV) en zich aan te sluiten bij landelijke initiatieven (Burgernet, NL-Alert). Ook tijdens een incident kunnen burgers een belangrijke rol spelen, door niet af te wachten tot hulp geboden wordt, maar zelf waar mogelijk ook (mede) hulp te bieden. In noodsituaties staan politie, brandweer en ambulancedienst altijd paraat. In de eerste paar minuten zijn burgers echter vaak op zichzelf aangewezen. Het is in zo'n situatie niet alleen belangrijk om te weten hoe te handelen, maar ook om hierbij oog te hebben voor minder of niet-zelfredzamen in de (directe) omgeving. Deze kanteling vraagt een andere manier van denken en handelen. Door hier in al onze risicocommunicatie-activiteiten aandacht voor te hebben, willen we burgers steeds sterker bewust maken van hun eigen rol én de verantwoordelijkheid die wij samen met hen hebben ten aanzien van de kwetsbare groep minder of niet-zelfredzamen.
5.3
Wat verwachten we van onszelf als professionals in de hulpverlening?
Burgers mogen ervan uitgaan dat we er alles aan doen om onveilige situaties zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 100 procent veilig bestaat echter niet. Het is daarom belangrijk dat we burgers op een duidelijke, open en transparante manier voorlichten over de risico’s die zij mogelijk lopen. Daarmee bedoelen we dat we niet pretenderen alle wijsheid in pacht te hebben, maar dat we ons kwetsbaar durven op te stellen. Wij kennen immers niet alle gevolgen van elke specifieke ramp of incident en beseffen dat we mensen minder goed kunnen voorbereiden op bijvoorbeeld een overstroming dan op een brand. Daarnaast moete we goed beseffen wat deze omslag in denken en doen betekent in en voor ons dagelijks werk. Zijn we bijvoorbeeld voldoende toegerust om de rol die burgers (kunnen) spelen te (h)erkennen, mensen te adviseren, lokale initiatieven te stimuleren en (groepen) burgers op maat van advies en ondersteuning te voorzien, zodat zij niet alleen zichzelf beter kunnen redden, maar voor, tijdens en na een incident ook iets voor een ander kunnen betekenen? De burger vormt in deze werkwijze ons uitgangspunt. In de praktijk zien we vaak dat we kijken vanuit onze Eigen beperkingen: kunnen wij iets niet, dan moet de burger dit oppakken. Beter is het om dit om te draaien: wat doen en kunnen burgers zelf en wat behoren wij vervolgens nog te doen? Als burgers initiatieven ontplooien moeten we hen dat vooral laten doen. We kunnen waar nodig aansluiten bij netwerken en initiatieven. Of, bijvoorbeeld in het kader van wijkgericht werken, activiteiten die zelfredzaamheid bevorderen stimuleren. Hierbij moeten we echter voorkomen dat we zaken overnemen.
15
Deze andere houding zal in bepaalde gevallen wat onnatuurlijk aanvoelen. Het is van belang om hier alert op te zijn. Uiteindelijk moet deze ‘nieuwe’ houding tot in de haarvaten doordringen van medewerkers die zich met het onderwerp risicocommunicatie en/of zelfredzaamheid’ bezig houden. Dit vraagt ook van het management en bestuur de nodige aandacht.
6.
Activiteiten in 2013, 2014 en verder
Het afgelopen jaar zijn er op het gebied van risicocommunicatie en zelfredzaamheid, naast een aantal landelijke initiatieven, zowel regionaal als lokaal stappen gezet en activiteiten uitgevoerd. Een aantal van deze activiteiten is in 2013 gestart en loopt door in 2014. In 2014 gaan we met nieuwe projecten aan de slag. De visie in deze notitie is hiervoor de basis. In dit hoofdstuk blikken we kort terug, maar kijken we met name vooruit naar wat er de komende maanden en daarna nog op stapel staat.
6.1
Terugblik: activiteiten in 2013
In 2013 zijn onder andere onderstaande activiteiten opgepakt:
In Deventer, Ommen, Kampen en Zwolle is een onderzoek naar de risicoperceptie en informatiebehoefte t.a.v. BRZO bedrijven uitgevoerd. De resultaten geven enerzijds inzicht in mate waarin inwoners van deze gemeenten op de hoogte zijn van risico’s in hun omgeving. Anderzijds bieden deze uitkomsten aanknopingspunten voor de wijze waarop we het beste over risico’s kunnen communiceren. Input uit het onderzoek wordt meegenomen in de nog te ontwikkelen risicocommunicatie-activiteiten in de betreffende gemeenten.
Op uitnodiging van Plaatselijk Belang Vilsteren is, in samenwerking met de Gasunie, een informatieavond over het rampenbestrijdingsplan gehouden.
In samenwerking met het ministerie van Veiligheid en Justitie is een Inspiratiedag Zelfredzaamheid georganiseerd. Gedurende deze dag gingen hulpdiensten, gemeenten, het ministerie, maatschappelijke organisaties, wetenschap én burgers met elkaar in gesprek over zelfredzaamheid, weerbaarheid en actief burgerschap.
De gemeente Olst-Wijhe heeft een eerste aanzet gemaakt voor een plan van aanpak risicocommunicatie. Hierin zijn de vijf geprioriteerde risico’s opgenomen, aangevuld met lokale risico’s en de bijbehorende handelingsperspectieven.
In Zwolle is, in samenwerking met het Waterschap Groot Salland, voor bewoners van de binnenstad een informatieavond hoogwater georganiseerd. Om inzicht te krijgen in de informatiebehoefte t.a.v. deze en andere geprioriteerde risico’s in de regio werd aanwezigen gevraagd een korte vragenlijst in te vullen. De antwoorden op deze vragen bieden ons aanknopingspunten voor vervolgacties rondom dit thema.
In Zwolle zijn kleinschalige risicocommunicatiecampagnes uitgevoerd rondom de thema’s asbestbrand en hoogwater.
16
Er is een netwerk risicocommunicatie opgericht waarin de verschillende Oost 5 regio’s participeren. Een zelfde soort netwerk is in het leven geroepen rondom het thema zelfredzaamheid. In de toekomst wordt gekeken in hoeverre beide netwerken elkaar kunnen versterken.
Om burgers te informeren over risico’s in de regio, de taken van hulpdiensten en partners hierin en de rol die burgers hierin zelf kunnen spelen is samen met gemeenten en een groot aantal vrijwilligersorganisaties een (inter)actieve Veiligheidsdag georganiseerd.
Voor officieren van dienst is een kennis- en discussiebijeenkomst georganiseerd om hulpverleners meer bewust te maken over de rol van burgers en hen te stimuleren zelfredzaamheid te integreren in de beroepspraktijk. Daarnaast is dit thema besproken in een aparte bijeenkomst voor GHOR-functionarissen.
Daarnaast is een aantal algemene zaken ontwikkeld/opgepakt, waaronder:
Bezoek aan gemeenten om wensen en behoeften op het gebied van risicocommunicatie te inventariseren
Opstellen van een format voor gemeentelijke veiligheidsonderzoeken, gericht op risicocommunicatie
6.2 Activiteiten In 2014 en verder Tabel 2 geeft inzicht in de activiteiten die we in 2014 als VR IJsselland in nauwe afstemming met gemeenten, in ieder geval willen uitvoeren. Voorstel is om hierin de lijn die in 2013 is ingezet voort te zetten. In de uitvoering van deze notitie ligt focus nadrukkelijk op:
het zoveel mogelijk bevorderen van zelfredzaamheid van alle inwoners van de regio het creëren van bewustwording van de eigen rol die burgers hebben t.a.v. mensen in hun omgeving die verminderd of niet-zelfredzaam zijn
Het is aan VR IJsselland en gemeenten om hier samen scherp op te zijn, kansen te zien en deze zo goed mogelijk te benutten.
6.2.1. Middelenmix: inzet traditionele en nieuwe media In al deze nog op te zetten risicocommunicatie-activiteiten wordt gekeken hoe we verschillende traditionele én nieuwe (social) media en kanalen kunnen combineren. Zo versterken we onze boodschap (kracht van de herhaling) en sluiten we daarnaast aan om de verschillende informatiebehoeften die er binnen onze doelgroepen leven.
17
Tabel 1: communicatieactiviteiten 2014 Algemene activiteiten Doelgroep: Zelfredzamen Rol: Informeren Doel: zelfredzaamheid vergroten door te informeren over risico’s en bijbehorende handelingsperspectieven redzaamheid vergroten door expliciet te attenderen op verminderd of niet- zelfredzamen in de (directe) omgeving bewustzijn vergroten: wat kan men voor deze groep verminderd of niet- zelfredzame burgers doen stimuleren om hierover met elkaar in gesprek te gaan uitdagingen die dit met zich meebrengt bespreekbaar maken Activiteiten Aansluiten bij landelijke NLBurgers via website en Twitter oproepen NL-Alert in te stellen, zodat zij tijdens een noodsituatie weten hoe te handelen, daarnaast oproepen Alert campagne om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te helpen Aansluiten bij landelijke Burgernet campagne
Burgers via website en Twitter oproepen zich aan te melden voor Burgernet, daarnaast oproepen om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te helpen
Aansluiten bij landelijke campagne Denk Vooruit
Middelen uit toolkit inzetten, waar nodig toespitsen op/aanpassen aan lokale situatie
Vervolg pilot online community zelfredzaamheid Ontwikkelen app met informatie over risico’s Inzetten middelenmix VR IJsselland en gemeenten (zowel traditionele als nieuwe media)
Via website ingang bieden naar community App stimuleert burgers te handelen indien er zich in hun directe omgeving een incident voordoet Informeren a.h.v. brieven, algemene informatiebijeenkomsten, huis-aan-huisbladen, website VR IJsselland, websites gemeenten, Twitter account VR IJsselland, Twitter accounts gemeenten, Pinterestpagina VR IJsselland,
18
Doelgroep: verminderd of niet- zelfredzamen zelfstandig wonend Rol: Verbinden Doel: zelfredzaamheid vergroten door heldere handelingsperspectieven te bieden (eventueel via maatschappelijke organisaties die als intermediair kunnen optreden) bewust maken van de mogelijkheden in de eigen sociale omgeving informeren over mogelijkheden die er zijn als er geen eigen sociale omgeving is (verwijzen naar instanties/overheid) Activiteiten Inzetten middelenmix VR Informeren over risico’s, verminderd of niet- zelfredzame burgers die hulp nodig hebben oproepen hulp in hun omgeving te organiseren IJsselland en gemeenten (zowel traditionele als nieuwe media) Lokale communicatieplannen Gemeenten stimuleren in gesprek te gaan met maatschappelijke organisaties (bv. Thuiszorg). Met deze instellingen afspraken maken om de opstellen boodschap (d.m.v. gesprekken, filmpjes etc.) bij de doelgroep te krijgen
Doelgroep: verminderd of niet- zelfredzamen verblijvend in instelling Rol: Informeren (via betreffende instelling ) Doel: Instellingen informeren over risico’s en bijbehorende handelingsperspectieven (indirect) bewoners bewust maken van de risico’s en eigen mogelijkheden Activiteiten
Inzetten middelenmix VR IJsselland (zowel traditionele als nieuwe media)
Instellingen via traditionele en nieuwe media informeren over risico’s en handeling, wijzen op bestaande communicatiemiddelen (door organisaties te gebruiken), meedenken, ondersteunen (taak GHOR)
19
Aanvullende specifieke activiteiten per risico Risico
Doelgroep
Rol
Activiteiten gericht op het informeren over risico’s
Activiteiten gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid
Brand in dichte binnenstad
Zelfredzamen
Informeren
Lessen op basisscholen verzorgen waarin leerlingen op risico worden gewezen
In groepen 7 en 8 ontruimingsoefeningen houden en meegeven van een brandveiligheidscheck voor thuis
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Bewoners van verzorgingstehuizen informeren risico’s aan de hand van speciale programma’s
In programma nadruk leggen op wat men kan doen om brand te voorkomen en wat men kan doen, mocht er toch brand uitbreken
Zelfredzamen
Informeren
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
Omgeving bedrijf informeren via traditionele (brief) en nieuwe media (lokale website en/of Twitter account wijk- of buurtvereniging)
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Omgeving bedrijf informeren via traditionele (brief) en nieuwe media (lokale website en/of Twitter account wijk- of buurtvereniging)
Burgers die hulp nodig hebben in middelen oproepen deze in hun omgeving te organiseren. Hierbij maatschappelijke organisaties (bv. Thuiszorg) waar mogelijk inzetten als intermediair
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Natuurbrand
Ongeval BRZO-bedrijf
20
Ongeval in en om huis
Ongeval LPG-station
Ongeval op of onder water
Zelfredzamen
Informeren
Project Eerste Hulp
Project o.a. via social media onder de aandacht brengen. Dit project stimuleert mensen om kennis op te doen van EHBO
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
Omgeving LPG-stations informeren via traditionele (brief) en nieuwe media (lokale website en/of Twitter account wijk- of buurtvereniging)
In middelen heldere handelingsperspectieven opnemen, daarnaast oproepen om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te helpen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Omgeving LPG-stations informeren via traditionele (brief) en nieuwe media (lokale website en/of Twitter account wijk- of buurtvereniging)
Burgers die hulp nodig hebben in middelen oproepen deze in hun omgeving te organiseren. Hierbij maatschappelijke organisaties (bv. Thuiszorg) waar mogelijk inzetten als intermediair
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
21
Ongeval vervoer gevaarlijke stoffen
Overstroming
Zelfredzamen
Informeren
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
Op verzoek van gemeenten/burgers informeren over het risico op hoogwater/overstroming
Omwonenden van de wijk Westenholte in Zwolle d.m.v. een inloopavond informeren. Nadruk leggen op handelingsperspectieven, daarnaast oproepen om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te helpen Dergelijke inloopavonden kunnen eveneens worden georganiseerd in andere gemeenten
Paniek in menigte
Verdere uitrol pilot hoogwater binnen Dijkring 10 en Kampereilanden, gericht op het ontwikkelen van bouwstenen voor effectieve risicocommunicatie
In de te ontwikkelen communicatiemiddelen nadruk leggen op handelingsperspectieven, daarnaast oproepen om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te waarschuwen en te helpen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
kleinschalige risicocommunicatiecampagne gemeente Zwolle
Via de website, het Facebook en Twitter account van de gemeente en de gemeentepagina’s in de Wijzer en de Swollenaer worden inwoners geïnformeerd over dit risico en worden handelingsperspectieven gegeven. Daarnaast wordt oproepen om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te waarschuwen en te helpen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
Nog in te vullen
Nog in te vullen
22
Verstoring drinkwatervoorziening
Verstoring elektriciteitsvoorziening
Ziektegolf
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
kleinschalige risicocommunicatiecampagne gemeente Zwolle
Via de website, het Facebook en Twitter account van de gemeente en de gemeentepagina’s in de Wijzer en de Swollenaer worden inwoners geïnformeerd over dit risico en worden handelingsperspectieven gegeven. Daarnaast wordt oproepen om minder of niet-zelfredzamen in de (naaste) omgeving te waarschuwen en te helpen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Zelfredzamen
Informeren
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen zelfstandig wonend
Verbinden
Nog in te vullen
Nog in te vullen
Niet-zelfredzamen verblijvend in instelling
Informeren (via instelling)
Nog in te vullen
Nog in te vullen
23
BIJLAGE 1
VRAGENLIJST BIJEENKOMST HOOGWATER BINNENSTAD ZWOLLE
Veiligheid: voor elkaar! Nederland is een veilig land. Maar een samenleving zonder risico’s is ondenkbaar. Hoe goed de veiligheid ook geregeld is, 100 % veilig bestaat niet. Er kan altijd iets gebeuren. Risico’s, groot en klein, horen bij het leven. Veiligheid: voor elkaar Samen met nog 10 gemeenten vormt uw gemeente de veiligheidsregio IJsselland. Binnen deze regio werken gemeenten, politie, brandweer en geneeskundige huldiensten samen om u zo goed mogelijk beschermen tegen de risico’s van branden, rampen en crises. Gebeurt er tóch iets? Dan staan zij klaar om u te helpen en de gevolgen voor u zoveel mogelijk te beperken. Informatie op maat: risico’s in uw buurt Niet alle informatie over risico’s in onze regio is voor u even interessant. Wij kunnen ons voorstellen dat u vooral wilt weten welke risico’s er in uw buurt zijn, wat de overheid doet om u te beschermen, wat u zelf kunt doen en waar u voor, tijdens en na een ramp of crisis terecht kunt voor meer informatie. Graag horen wij van u of, en zo ja, hoe u over risico’s geïnformeerd wilt worden. U kunt hiervoor de vragenlijst op de achterzijde gebruiken.
Wat gebeurt er met uw input? Aan de hand van uw antwoorden kunnen wij, samen met de gemeente, maar bijvoorbeeld ook met het waterschap of lokale bedrijven communicatiemiddelen ontwikkelen die zo goed mogelijk aansluiten bij uw informatiebehoefte. Meer informatie Meer informatie over veiligheid in de regio en de samenwerking tussen gemeenten, politie, brandweer en geneeskundige hulpdiensten vindt u p de website van de veiligheidsregio: www.veiligheidsregio-ijsselland.nl. Heeft u vragen? Neem dan contact op met Robert Verhoeven,
[email protected], (038) 428 1968. Wilt u meer weten over hoog water? Kijk dan op de website van het waterschap Groot Salland, www.wgs.nl. 24
Informatie op maat: uw input telt! 1.
Wilt u over risico’s in uw omgeving geïnformeerd worden? □ □
2.
Door wie wilt u bij voorkeur geïnformeerd worden? (meerdere antwoorden mogelijk) □ □ □
3.
□ □
Bedrijven Het waterschap
brief gemeente website gemeente folder gemeente Twitter account gemeente lokale krant lokale radiozender brief waterschap
□ □ □ □ □ □ □
brief Veiligheidsregio website Veiligheidsregio folder Veiligheidsregio Twitter account Veiligheidsregio bijeenkomst landelijke radiozender landelijke radiozender
Wilt u in de toekomst actief met ons meedenken over risicocommunicatie? □ □
5.
De gemeente Zwolle Veiligheidsregio IJsselland Anders, namelijk
Via welke kanalen wilt u bij voorkeur geïnformeerd worden? (meerdere antwoorden mogelijk) □ □ □ □ □ □ □
4.
Ja Nee (ga naar vraag 5)
Ja, mijn e-mailadres is: Nee
Heeft u nog aanvullingen, ideeën of suggesties?
25
BIJLAGE 2
VRAGENLIJST VEILIGHEIDSDAG 2013
Veiligheid: voor elkaar! Nederland is een veilig land. Toch is een samenleving zonder risico’s ondenkbaar. 100 % veilig bestaat niet. Er kan altijd iets gebeuren. Binnen veiligheidsregio IJsselland werken 11 gemeenten, politie, brandweer, geneeskundige huldiensten en partners samen om u te beschermen bij een brand, ramp of crisis. En om u te informeren over wat u zelf kunt doen, mocht er iets gebeuren. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij uw informatiebehoefte willen wij u vragen deze enquête in te vullen. Wij nemen uw antwoorden mee in de ontwikkeling van communicatiemiddelen en –activiteiten.
1.
In welke gemeente woont u?
2.
Bent u bekend met Veiligheidsregio IJsselland? □ Ja □ Nee
3.
Wilt u over risico’s in uw omgeving geïnformeerd worden? □ □
Ja Nee (ga naar vraag 6)
26
4.
Door wie wilt u bij voorkeur geïnformeerd worden? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Mijn gemeente □ Bedrijven □ Veiligheidsregio IJsselland □ Het Waterschap □ Anders, namelijk
5.
Via welke kanalen wilt u bij voorkeur geïnformeerd worden? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Website gemeente □ Website Veiligheidsregio □ Twitter account gemeente □ Twitter account Veiligheidsregio □ Facebookpagina gemeente □ Bijeenkomst □ Folder gemeente □ Folder Veiligheidsregio □ Brief gemeente □ Brief Veiligheidsregio □ Brief Waterschap □ Landelijke radiozender □ Lokale radiozender □ Lokale krant □ Anders, namelijk
6.
Heeft u nog ideeën of suggesties?
Hartelijk dank voor uw tijd!
27
Agendapunt - informatie betreft
Algemeen bestuur
datum
26 maart 2014
agendapunt onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder
5 rapport ‘Evaluatie Veiligheidsregio IJsselland oefening Conecto 2013’ H.J. Meijer L.J. Sievers
Kennis te nemen van - Het rapport ‘Evaluatie Veiligheidsregio IJsselland oefening Conecto 2013’
Samenvatting / Toelichting Conform de gekozen evaluatie-opzet voor de oefening Conecto hebben de deelnemende organisaties Defensie, Waterschap Groot Salland en Veiligheidsregio IJsselland elk een deelrapport opgesteld. Hierin komen de leerervaringen aan de orde die vanuit het perspectief van deze organisatie zijn opgedaan. Het bijgevoegde rapport betreft het deelrapport van Veiligheidsregio IJsselland en is opgesteld aan de hand van de gestelde leerdoelen voor de deelnemende crisisteams ROT en RBT. Vervolg Na behandeling van de deelrapporten in de eigen organisaties, stellen de organisaties gezamenlijk een actieplan op voor de gedeelde leer- en ontwikkelpunten. (actie Veiligheidsbureau, Defensie en Waterschap Groot Salland).
Agendapunt - informatie
aan datum agendapunt onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder
Algemeen Bestuur 26 maart 2014 6 Voortgangs- en activiteitenrapportage Community Safety Lieke Sievers Henk Jan Meijer
Kennis te nemen van De voortgangs- en activiteitenrapportage van het programma Community Safety 2014. Samenvatting / Toelichting Een stuurgroep onder voorzitterschap van dhr. Meijer (per 1-1-2014) voert regie over het meerjarenprogramma Community Safety. De stuurgroep wil het bestuur nauw betrokken houden bij de voortgang van het programma en de geplande activiteiten voor 2014. Daarom biedt de stuurgroep het bestuur onderliggende rapportage aan. Vervolg Dit plan delen we breed in onze organisatie en netwerk. Ook zijn we inmiddels gestart met de activiteiten die zijn beschreven.
Voortgang- en activiteitenrapportage programma Community Safety 2014 Veiligheidsregio IJsselland
Veiligheidsregio IJsselland stimuleert inwoners om zelf en met elkaar te werken aan veiligheid. Meer informatie: veiligheidsregio-ijsselland.nl
INHOUDSGAVE 1.
INLEIDING............................................................................................................................. 2
2. ONTWIKKELINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 ................................................................................. 4 2.1 Ontwikkelingen.............................................................................................................................. 4 2.2 Activiteiten en resultaten 2013..................................................................................................... 5
3. Activiteiten 2014 ...................................................................................................................... 8 3.1. Activiteiten onder regie van de stuurgroep ................................................................................. 8 3.2 Activiteiten disciplines en teams................................................................................................. 10
BIJLAGE: TOELICHTING ACTIVITEITEN 2013.................................................................................. 13
1
1. INLEIDING De burger als slachtoffer. Dat is de voornaamste rol die burgers voorheen kregen toebedeeld wanneer men sprak over veiligheid. De laatste jaren zijn we als veiligheidsregio, en inmiddels velen met ons, anders naar burgers gaan kijken. We zien in dat burgers niet alleen slachtoffer zijn, maar soms ook op actieve, mondige en veelal zelfstandige wijze bijdragen aan veiligheid. We spreken dan over zelfredzaamheid. Dit manifesteert zich wanneer burgers zelf onveilige situaties voorkomen of zich daarop voorbereiden, of anderen te hulp schieten wanneer zij zich in een noodsituatie bevinden. Ook zien we in dat we als professionals in veiligheid veel meer gebruik kunnen maken van de kennis en kunde in de samenleving. Veiligheid creëer je niet voor burgers, maar vooral mét burgers. Samenwerking is hierin een kernwoord. Op die manier bereiken we met elkaar een hoger veiligheidsniveau. Dit gaat niet van stel op sprong. Het betreft een rolverschuiving die een verandering vraagt in denken en doen, in de eerste plaats van onszelf. Het gaat dan ook om een ontwikkeling die jaren gaat duren, waarbij de burger en de overheid gezamenlijk moeten ontdekken hoe die nieuwe samenwerking eruit gaat zien. Een maatschappelijke verandering als deze heeft het karakter van ‘muddling through’, een term die hoogleraar Paul Frissen regelmatig aanhaalt. Dit betekent dat dit proces stapje voor stapje gaat en het niet van te voren precies is te regelen in plannen en procedures. Dat is iets positiefs, want op die manier doet het openbaar bestuur recht aan de complexiteit van de samenleving. Als Veiligheidsregio IJsselland werken we sinds februari 2012 op integrale en pionierende wijze aan deze verandering vanuit het programma ‘Community Safety’. Vanuit dit programma stimuleren we de zelfredzaamheid van onze inwoners voor, tijdens en na noodsituaties. Ook stimuleren we dat onze hulpverleners en processen hierin zo faciliterend en ondersteunend mogelijk werken. Met gepaste trots en bescheidenheid wijzen we op succesvolle initiatieven die betrokken en bevlogen professionals in onze regio voor elkaar hebben gekregen: de eerste wijkbrandwacht van Nederland in Olst-Wijhe, samenwerkingen op het gebied van eerste hulp tussen de ‘rode en witte kolom’ en vrijwilligersorganisaties, het beoefenen van zelfredzaamheid tijdens de grootschalige oefening Conecto, een bovenregionale inspiratiedag, het structureel evalueren van zelfredzaamheid bij multidisciplinaire incidenten, de grote opkomst tijdens de regionale veiligheidsdag en ga zo maar door. Eén ding is zeker: er is beweging, inspiratie en energie! Verderop leest u meer wat er zoal is gedaan in 2013.
2
Het stimuleren van zelfredzaamheid in fysieke veiligheid staat niet op zichzelf. Ook in sociale veiligheid en andere maatschappelijke thema’s in brede zin vraagt de toekomst actief burgerschap. Er komen uitdagingen op ons af die instituties, regels en procedures niet meer kunnen oplossen. Er is inzet nodig van mensen, gemeenschappen en vrijwilligersorganisaties. De ingeslagen weg van zelfredzaamheid blijft ook voor in de toekomst onverminderd noodzakelijk. We zullen het daarom ook een expliciete plek geven in het nieuwe meerjarenbeleidsplan 2015-2018 zodat we onze aanpak borgen en focus houden. Om aan te geven welke activiteiten we vanuit dit programma ondernemen, schrijven we jaarlijks een voortgangs- en activiteitenrapportage. Voor u ligt de rapportage voor 2014. Hierin blikken we terug op 2013 en geven we aan welke activiteiten we in 2014 gaan uitvoeren. Deze rapportage is opgesteld onder regie en vaststelling van de stuurgroep Community Safety. In deze stuurgroep zijn de hulpdiensten, gemeenten, communicatie, wetenschap en bestuur vertegenwoordigd en staat vanaf 2014 onder leiding van bestuurlijk portefeuillehouder dhr. Meijer.
3
2. ONTWIKKELINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 2.1 Ontwikkelingen In 2013 hebben er een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die de moeite waard zijn om in deze paragraaf te noemen. Deze staan hieronder beschreven. Kabinetsnota ‘De doe-democratie. Kabinetsnota ter stimulering van een vitale samenleving’ Het kabinet publiceerde in juli 2013 de nota ‘De doe-democratie. Kabinetsnota ter stimulering van een vitale samenleving’. Deze nota schreef zij naar aanleiding van vele adviezen, waaronder die van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Raad voor het Openbaar Bestuur, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling en het Sociaal Cultureel Planbureau. In deze nota presenteert het kabinet een ‘versnellingsagenda’ en een aantal richtingen die het aansluitingsvermogen van de overheid bij de samenleving stimuleren. Onderdeel Landelijk Expertisecentrum Zelfredzaamheid Diverse partijen bundelen hun krachten in het Landelijk Expertisecentrum Zelfredzaamheid. Dit is oorspronkelijk een initiatief van TNO, IFV, HKV, Impact, 2Bsafe en VU/Crisislab. Inmiddels is dit expertisecentrum uitgebreid met de Universiteit Wageningen, Nederlandse Rode Kruis, Hogeschool Zeeland en de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2013 zijn we als enige veiligheidsregio gevraagd om in het netwerk te participeren. We zagen dit als een mooie kans en hebben hierop positief gereageerd. Kadernotitie risicocommunicatie Risicocommunicatie is voor het stimuleren van zelfredzaamheid een onmisbaar instrument. Risico’s kennen en weten wat je daartegen kunt doen helpt burgers om zelf aan veiligheid te werken. We ontwikkelden hiervoor een voorstel voor nieuwe aanpak. Deze is in november 2013 opiniërend besproken door het algemeen bestuur en met complimenten ontvangen. Begin 2014 bieden we het voorstel ter besluitvorming aan. IJsselland in de regionale pers In 2013 zijn we twee keer in het regionale nieuws gekomen met activiteiten vanuit het programma. De eerste keer (mei 2013) was op basis van de
4
inspiratiedag zelfredzaamheid die we organiseerden en de tweede keer (juli 2013) over het onderzoek dat we hebben afgerond. Over beide onderwerpen leest u verderop meer. Verschuiving bestuurlijke portefeuille Als gevolg van een bredere herziening van bestuurlijke portefeuilles neemt per januari 2014 dhr. Meijer de bestuurlijke portefeuille over van dhr. Strien. Dhr. Strien blijft nauw betrokken en zich inzetten voor het programma als stuurgroeplid. 2.2 Activiteiten en resultaten 2013 Tabel 2.1 presenteert u een overzicht van activiteiten en resultaten in 2013 in beknopte vorm. Een uitgebreide toelichting vindt u als bijlage achterin dit document. Activiteit
Doel
Resultaat
Bovenregionale
Verschillende doelgroepen van lokaal tot
Een zeer goed ontvangen dag (24 mei 2013) die als
Inspiratiedag
landelijk niveau elkaar laten inspireren.
belangrijke voedingsbodem heeft gediend voor het
Zelfredzaamheid
creëren van een sence of urgency voor deze
organiseren
verandering.
Onderzoek afronden en
Het verkrijgen en delen van praktische
Een IJssellands onderzoeksrapport om trots op te zijn
presenteren
kennis en handvatten hoe we
dat nuttig is voor professionals en bestuurders. We
zelfredzaamheid kunnen stimuleren.
kregen media-exposure en vervolgens ook veel landelijke spin-off.
Kennis- en
Bewustwording van het thema bij OVD’s.
Wegens personele ziekte is deze activiteit gedeeltelijk
intervisiebijeenkomsten
gelukt. Van diegenen die zijn bereikt is de
organiseren OVD’s
bewustwording verbeterd.
Webpagina uitbreiden en
Delen van actuele informatie voor
Een up-to-date site waarvoor we bijvoorbeeld
actueel houden
burgers, professionals en bestuurders.
complimenten van het ministerie ontvingen.
Bijdrage aan
Risicobewustzijn en
Veel bezoekers (13.000 - 15.000) weten beter wat hen
Veiligheidsdag
handelingsperspectieven stimuleren bij
kan overkomen en wat ze daartegen zelf kunnen doen.
bewoners. Start pilot online
Gebruik maken van sociale media om
De pilot bevindt zich nog in de ontwikkelfase waardoor
community samen met IFV.
burgers, professionals en bestuurders om
we nog geen resultaten kunnen rapporteren.
elkaar te inspireren, vooral door story telling. Verstevigen en uitbreiden
Gebruik maken van kennis en kunde die
Nauwe samenwerking met de NCTV, starten en
netwerken
landelijk aanwezig is en het eventueel
begeleiden van een regionaal netwerk (hierin
komen tot slimme
participeren brandweer, GHOR, beleids- en
samenwerkingsverbanden.
bestuursondersteuning, politie en gemeenten), starten van een bovenregionaal netwerk onder voorzitterschap van IJsselland (samenwerkingsverband
5
met de veiligheidsregio’s Twente, Gelderland-Zuid, Gelderland-Midden, Noord- en Oost Gelderland, Drenthe, Kennemerland en het Instituut Fysieke Veiligheid) en deelname aan het Landelijk Experticecentrum Zelfredzaamheid (hierin participeren onder andere hogescholen, universiteiten, TNO, Rode Kruis etc.). Ook is positief om te zien dat binnen het netwerk van adviseurs en crisisbeheersing er portefeuilles zelfredzaamheid en risicocommunicatie zijn benoemd. Ook met deze doelgroep werken we nauw samen en betrekken we bij ons werk. Bijdrage aan Dag van de
Delen van IJssellandse ervaringen op
De vz. Veiligheidsdirectie en Regionaal Commandant
Veiligheidsregio 2013
landelijk niveau; anderen inspireren en
Brandweer verzorgde een presentatie
het mogelijk ontstaan van kansen en samenwerkingen. Bijdrage aan landelijke
Delen van IJssellandse ervaringen op
We vermelden met trots dat de bestuurlijk
zelfredzaamheidskrant
landelijk niveau; anderen inspireren en
portefeuillehouder van IJsselland op de voorpagina
het mogelijk ontstaan van kansen en
staat. Daarnaast zijn we met allerlei andere projecten
samenwerkingen.
vertegenwoordigd en krijgt het bovenregionale netwerk uitvoerig aandacht. De krant is o.a. verspreid bij alle veiligheidsregio’s.
Organiseren
Bewoners informeren over de
In 2013 hebben we op verzoek van lokale
voorlichtingsbijeenkomsten
veiligheidsregio, risico’s en
gemeenschappen voorlichtingen gegeven in Olst-Wijhe
handelingsperspectieven.
(2x), Zwolle (3x) en Ommen (1x).
Zelfredzaamheid integreren
Professionals laten reageren op
Professionals zijn expliciet geoefend, waargenomen en
tijdens oefening Conecto
realistisch burgergedrag en bewoners
geëvalueerd op het thema zelfredzaamheid. Dit heeft
informeren over hoogwater en
relevante input opgeleverd door toekomstige
handelingsperspectieven.
oefenactiviteiten. Daarnaast zijn bewoners geïnformeerd over hoogwater en handelingsperspectieven. Vanwege distributieproblemen in de uitnodigingen was de opkomst helaas laag, waardoor we dit in 2014 opnieuw doen.
Bijdrage aan risicoprofiel
In het voorkomen, beperken en
Zelfredzaamheid is een expliciet aspect in het
bestrijden van risico’s rekening houden
risicoprofiel.
met zelfredzaamheid. Project Eerste Hulp
Kennis en vaardigheden van eerste hulp
EHBO-verenigingen en Rode Kruis afdelingen voeren
verhogen.
activiteiten uit die ze voor dit project niet deden. Het resultaat is dat circa 250 burgers over meer kennis en vaardigheden beschikken van eerste hulp.
6
Bestuurlijke ondersteuning
Stimuleren van bestuurlijk support.
Op 21 november is de problematiek die het project
Project Speuren naar
adresseert uitgebreid besproken in het algemeen
Deuren RAV
bestuur. De RAV gaat met individuele gemeenten verder in gesprek om te kijken naar de mogelijkheden.
Bijdrage aan het
Opgedane visie en ervaringen van
Het proces is lopende waardoor er nog geen resultaten
meerjarenbeleidsplan
zelfredzaamheid als input leveren voor
zijn te rapporteren.
het meerjarenbeleidsplan. Faciliteren stuurgroep
Verbinden en begeleiden van
De stuurgroep komt circa 4x per jaar bij elkaar om de
multidisciplinaire aanpak.
belangrijkste thema’s te bespreken en te begeleiden.
Tabel 2.1
We kijken met veel plezier en trots terug op 2013. We beginnen zichtbaar en voelbaar te merken dat zelfredzaamheid een aansprekend thema begint te worden op allerlei gebieden en niveaus. We hoeven steeds minder vaak uit te leggen wat we precies met zelfredzaamheid bedoelen; professionals komen nu juist zélf met ideeën hoe we dat kunnen stimuleren. Ook weten inwoners ons steeds beter te vinden, zoals blijkt uit voorlichtingsverzoeken die we van hen ontvangen. De sense of urgency voor verandering is aanwezig. Het is nu zaak dit enthousiasme te benutten voor de verdere doorontwikkeling, want we zien ook dat er nog veel moet gebeuren. In 2014 gaan we daarom verder met pionieren. In hoofdstuk 3 leest u wat we daarvoor gaan ondernemen.
7
3. Activiteiten 2014 3.1. Activiteiten onder regie van de stuurgroep Zoals ook in eerdere jaren van het programma gaan we verder met de ontwikkeling door enerzijds flexibel te zijn en open te staan voor kansen uit de omgeving (het pionierskarakter), en anderzijds een aantal concrete activiteiten te benoemen die focus en houvast geven. Bij het categoriseren van de activiteiten maken we onderscheid tussen strategisch, tactisch en uitvoerend niveau. Ook benoemen we het doel van de activiteit. Tabel 3.1 biedt u een overzicht. Level
Activiteit
Strategisch
Bestuurlijk gedachtegoed Bestuurlijk/strategisch gesprek voeren over:
Op bestuurlijk-strategisch niveau
1.
Verhouding voorzorgcultuur, acceptatie tragiek en
gezamenlijk koers en visie te bepalen
bestuurscultuur;
over deze thema’s.
2. Tactisch
Doel
Normaliseren veiligheidsdebat.
Netwerken en samenwerkingsverbanden Voortzetten en indien mogelijk uitbouwen van netwerken en
In breed verband kennis delen, elkaar
samenwerkingsverbanden. Belangrijke partners hierbij zijn
versterken en slimme allianties
bijvoorbeeld Rijkswaterstaat of het waterschap, maar bijvoorbeeld
aangaan om nieuwe ontwikkelingen
ook semi-overheidsorganisaties als zorginstellingen en
te starten.
(hoge)scholen. Burgerbetrokkenheid Verkennen van de mogelijkheden voor een burgerpanel.
Het realiseren van een infrastructuur waardoor we burgers beter en structureler bij ons werk kunnen betrekken.
Aansprakelijkheidsvraagstuk We proberen meer duidelijkheid te creëren in het
Het minimaliseren van de angst voor
aansprakelijkheidsvraagstuk rondom zelfredzaamheid. De
juridische consequenties bij
Wetenschappelijke Raad Brandweer kan hierin mogelijk een
hulpverleners en burgers in het kader
waardevolle rol vervullen.
van zelfredzaamheid.
Omgang hulpverleners - burgers Beter zicht krijgen op het handelen van onze hulpverleners in
Het ontdekken of onze hulpverleners
relatie tot zelfredzaamheid en aan de hand daarvan
stimulerend of juist belemmerend
vervolgstappen bepalen.
handelen voor zelfredzaamheid.
Structurele borging Zelfredzaamheid structureel borgen in de organisatie en het
De ontwikkeling naar zelfredzaamheid
meerjarenbeleidsplan.
organisatorisch structureel inbedden.
8
Netwerk Oost 5+ Continueren bijdrage en voorzitterschap Oost 5+
Bovenregionale kennis bundelen en
zelfredzaamheidsnetwerk.
gezamenlijk ontwikkelingen vormgeven.
Regionaal Netwerk Continueren coördinatie en voorzitterschap regionaal
Regionale kennis en kunde bundelen,
zelfredzaamheidsnetwerk.
elkaar te informeren en indien mogelijk gezamenlijk projecten vormgeven.
Landelijk Expertisecentrum Zelfredzaamheid Continueren deelname aan het landelijk expertisecentrum
Gezamenlijk kansen verkennen met
zelfredzaamheid.
landelijke zelfredzaamheidsspecialisten.
Bestuurlijk informeren Voortgangsrapportage opstellen over 2013.
Het Algemeen Bestuur goed op de hoogte houden van ontwikkelingen en in positie brengen om te sturen.
Uitvoerend
Landelijk congres Als gastregio samen met het IFV organiseren van het landelijk
Bevlogen burgers en professionals bij
zelfredzaamheidscongres.
elkaar brengen en inspireren over het thema.
Online community Doorontwikkelen online community zelfredzaamheid.
Het verder ontwikkelen van de online community en de mogelijkheden van dit middel ontdekken.
Risicocommunicatie Meedenken met risicocommunicatie.
Het slim in relatie brengen van risicocommunicatie met zelfredzaamheid zodat deze elkaar versterken.
Innovatieve projecten Stimuleren dat we lokale best-practises in breder verband
Succesvolle projecten breed invoeren
invoeren. Denk aan de wijkbrandwacht in Olst-Wijhe.
in de regio en professionals, burgers en organisaties inspireren.
Tabel 3.1
9
3.2 Activiteiten disciplines en teams Naast de activiteit die we uitvoeren onder regie van de stuurgroep werken ook de verschillende disciplines aan het stimuleren van zelfredzaamheid. We zijn verheugd dat het gedachtegoed van zelfredzaamheid en actief burgerschap zich meer en meer verspreidt onder professionals. Het is goed om dit zichtbaar te maken. Met veel plezier laten we u daarom dit jaar voor het eerst een overzicht zien van activiteiten die disciplines en teams op dit gebied in 2014 willen uitvoeren. Dit leest u in tabel 3.2. Het betreft hier een beschrijving op hoofdlijnen en vooral activiteiten die men gezamenlijk uitvoert. Voor meer informatie over de activiteiten in het schema, of andere lokale initiatieven, verwijzen we u naar de verschillende jaar- en teamplannen. Discipline
Activiteit
Gemeenten
Risicocommunicatie
Doel
Opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak voor
Kennis vergroten bij inwoners over risico’s en
risicocommunicatie gericht op zelfredzaamheid op lokaal
handelingsmogelijkheden.
niveau. Bevolkingszorg Invoeren werk- en denkwijze van bevolkingszorg volgens
Komen tot een aanpak van bevolkingszorg die
de visie van het veiligheidsberaad. Die visie is
aansluit bij realistisch burgergedrag en
grotendeels gestoeld op het zelfredzaamheidsdenken.
expliciet oog heeft voor minder-zelfredzamen.
Regionaal netwerk zelfredzaamheid Deelnemen aan het regionale netwerk zelfredzaamheid.
Bundelen van kennis, kunde, informatie en activiteiten op het gebied van zelfredzaamheid.
Brandweer
Educatie Lesgeven op basisscholen over brandveiligheid en
Kinderen leren over de gevaren van brand en
zelfredzaamheid (groepen 7).
wat zij zelf daartegen kunnen doen.
Keurmerk Veilig Ondernemen Adviseren brandveiligheid en zelfredzaamheid bij
Bedrijven adviseren hoe zij zelf een
Keurmerk Veilig Ondernemen.
brandveilige situatie kunnen creëren.
Brandveiligheid en verzorgingstehuizen Volgens een landelijke methodiek verzorgingstehuizen
Verzorgingstehuizen bewust maken over de
adviseren over brandveiligheid (project Geen Nood bij
brandveiligheidssituatie en
Brand).
handelingsmogelijkheden aanreiken om dit indien nodig te verbeteren.
Regionaal netwerk zelfredzaamheid Deelnemen aan het regionale netwerk zelfredzaamheid.
Bundelen van kennis, kunde, informatie en activiteiten op het gebied van zelfredzaamheid.
10
Voorlichting na brand
Politie
Kort na een brand een voorlichting verzorgen bij
Brandveilig gedrag stimuleren door gebruik te
buurtbewoners over brandveiligheid.
maken van het moment.
Continueren programma woninginbraken Het integraal aanpakken van woninginbraken door o.a.
Bewustwording verhogen en stimuleren dat
voorlichting te geven in buurten waarin veel wordt
burgers zelf maatregelen treffen om inbraken
ingebroken en burgers te wijzen op een
te voorkomen.
inbraakgevoelige woning via ‘witte voetjes’ (refererend aan die van een inbreker). Contextgedreven politiewerk De politie bepaalt samen met bewoners
Context- in plaats van systeemgestuurd
veiligheidsprioriteiten en probeert die gezamenlijk te
werken waarbij burgers ook zelf een actieve rol
verminderen.
krijgen.
Regionaal netwerk zelfredzaamheid Deelnemen aan het regionale netwerk zelfredzaamheid.
Bundelen van kennis, kunde, informatie en activiteiten op het gebied van zelfredzaamheid.
GHOR
Stimuleren Eerste Hulp Het ondersteunen en faciliteren van EHBO-verenigingen
Zorgen dat inwoners meer kennis en
en afdelingen van het Nederlandse Rode Kruis (NRK).
vaardigheden krijgen op het gebied van eerste hulp.
Verkennen samenwerkingsmogelijkheden NRK Het GHOR-bureau verkent in 2014 een uitbreiding van
Bepalen of we nog slimmer met het NRK
de samenwerkingsmogelijkheden met het NRK op het
kunnen samenwerken om zelfredzaamheid te
gebied van zelfredzaamheid. Deze verkenning richt zich
stimuleren.
op de verbreding van Eerste Hulp naar bredere veiligheids- en zelfredzaamheidsissues in wijken. Visie Een visie ontwikkelen hoe de GHOR de mindset van
Het nadenken over en bepalen van een visie
burgers voor zelfredzaamheid kan beïnvloeden.
hoe je zelfredzaamheid vanuit de witte kolom het beste kan stimuleren.
Regionaal netwerk zelfredzaamheid Deelnemen aan het regionale netwerk zelfredzaamheid.
Bundelen van kennis, kunde, informatie en activiteiten op het gebied van zelfredzaamheid.
Veiligheidsbureau
Voorlichtingen Het leveren een bijdrage aan voorlichtingen op het
Inwoners informeren over risico’s, de
gebied van rampbestrijding en zelfredzaamheid.
werkwijze van hulpdiensten en handelingsmogelijkheden.
11
Psychologische ‘oorlogsvoering’ Onderzoek naar beïnvloeden van (gedrag)
Verkennen of inzichten van de psychologische
mensenmassa’s en het meten van effectiviteit ervan.
oorlogsvoering zijn toe te passen voor de stimulering van zelfredzaamheid, bijvoorbeeld tijdens incidenten met vele betrokken burgers.
Operationele voorbereiding Meenemen ‘zelfredzaamheid’ in thema’s operationele
Het komen tot de meest effectieve methode
voorbereiding (specifiek uitval NUTS).
om te zorgen dat hulpverleners en – verleningsprocessen het beste zijn voorbereid en ingericht op zelfredzame burgers.
Regionaal netwerk zelfredzaamheid Deelnemen aan het regionale netwerk zelfredzaamheid.
Bundelen van kennis, kunde, informatie en activiteiten op het gebied van zelfredzaamheid.
Bureau Bestuurs-
Uitvoering van activiteiten onder regie van stuurgroep.
ondersteuning
Het initiëren, coördineren en uitvoeren van de activiteiten die onder de regio van de stuurgroep
Het ontwikkelen, stimuleren en ondersteunen
worden uitgevoerd. Zie paragraaf 3.1.
van activiteiten die bijdragen aan het veranderingsproces.
Risicocommunicatie Het ontwikkelen van producten (o.a. filmpjes) gericht op
Inwoners informeren over risico’s, informeren
risicocommunicatie, gemeenten ondersteunen bij dit
over handelingsmogelijkheden en gemeenten
proces en bijdragen en/of organiseren van
ondersteunen bij het uitvoeren van effectief
voorlichtingen. Daarnaast het verkennen voor de
risicocommunicatiebeleid.
mogelijkheden van een telefoonapplicatie en het uitvoeren van een pilot met de Provincie op het gebied van hoogwater.
Tabel 3.2
12
BIJLAGE: TOELICHTING ACTIVITEITEN 2013 Activiteiten en resultaten 2013 In 2013 hadden we bewust vooral de focus op de interne organisatie. De voornaamste reden hiervoor is dat, zoals eerder geschreven in dit plan, het vooral belangrijk is dat professionals in veiligheid anders gaan denken en handelen. Om dit bereiken is het voorwaardelijk dat deze doelgroep niet alleen op afstand passief kennis neemt van deze verandering, maar daarin ook zelf actief deelneemt vanuit zijn eigen professionele visie, creativiteit, innovatie en energie. In deze paragraaf leest u hoe welke activiteiten we hebben uitgevoerd en welke resultaten dat heeft opgeleverd. De oplettende lezer zal in deze paragraaf niet alle activiteiten terugvinden die voor 2013 zijn benoemd in het activiteitenplan. Dit betekent niet dat we ze niet hebben uitgevoerd, maar samenvattend hebben beschreven. We willen namelijk op hoofdlijnen terugblikken, en bovendien hebben we soms meerdere deelactiviteiten slim weten te combineren in een overstijgende activiteit. Tot slot beschrijven we ook activiteiten die we uitvoerden, maar niet zijn opgenomen in het oorspronkelijke activiteitenplan. Dit zijn activiteiten die we van te voren niet hadden voorzien, maar wel kansen waren die we hebben aangegrepen. Inspiratiedag Zelfredzaamheid We hadden het voornemen om in 2013 een aantal (kleinschalige) inspiratiebijeenkomsten te organiseren voor professionals, vrijwilligersorganisaties en burgers etc.. Dit liep echter - in positieve zin - anders. Door goede contacten met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) kregen we de kans om met behulp van subsidie een complete Inspiratiedag te organiseren. Op deze manier creëerden we de mogelijkheid om een dag te organiseren met bovenregionale uitstraling, vol met charismatische sprekers en workshopleiders. Het doel van de dag was om burgers, professionals, bestuurders, vrijwilligersorganisaties, maatschappelijke instellingen e.d. bij elkaar te brengen om op interactieve wijze met het thema aan de slag te gaan.
13
We wilden de ervaringen en informatie van de dag zo breed mogelijk delen met collega’s en partners. Velen zijn geïnteresseerd in dit thema en hebben te maken met dezelfde vraagstukken. Omdat beelden vaak meer zeggen dan woorden hebben we foto’s laten maken en de dag gefilmd. In deze film komen ook aansprekende sprekers en bezoekers aan het woord. Om te zorgen dat iedereen gebruik kan maken van deze waardevolle informatie hebben we hiervoor een pagina op onze website ingericht. Deze staat vol met film- en beeldmateriaal, alle presentaties van de workshops, de videoboodschap van de minister en andere relevante informatie. In samenwerking met het landelijk expertisecentrum zelfredzaamheid is deze site ook te vinden via het Instituut Fysieke Veiligheid (Infopunt Veiligheid), hét knooppunt van informatie over fysieke veiligheid in Nederland. Resultaat: We blikken terug op een geweldig geslaagde dag die, zo hebben bezoekers ons laten weten, door velen daadwerkelijk als zeer inspirerend is ervaren. We hebben een voedingsbodem gecreëerd om samen met professionals, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties het thema zelfredzaamheid, actief burgerschap en weerbaarheid verder te ontwikkelen. Enkele berichten van de twitterwall, waarop tweets met #veiligzelfsamen werden getoond waren: “binnen beginnen, is buiten winnen”, “eigenwijze burgers zijn nodig voor veiligheid”, “we praten vaak over en niet met de burger” en “niets veroorzaakt meer vertrouwen dan vertrouwen geven”. Ook vertelde bijvoorbeeld een voorzitter van een georganiseerde burgergroep dat hij veel had geleerd en zeker contact gaat leggen met de veiligheidsregio als er veiligheidsvraagstukken aan de orde komen. Ook vertelde een professional dat hij in zijn planvorming gaat nadenken hoe hij dit zo vorm kan geven dat officieren van dienst meer gebruik (kunnen) maken van burgercapaciteiten. Mooie voorbeelden die laten zien hoe bezoekers geïnspireerd zijn en daadwerkelijk in de praktijk aan de slag gaan met het thema. Zelfredzaamheid stimuleren gebeurt immers niet door het schrijven van nota’s, maar door voortdurend samen met de gemeenschap activiteiten in de praktijk te ondernemen.
14
Met de opgedane kennis, kunde én het enthousiasme voor het onderwerp gingen we verder met onze aanpak community safety. Dit betekent dat we zijn blijven zoeken naar aansluiting met de lokale gemeenschap om te werken aan veiligheid en hen te stimuleren en in staat stellen daarin zelf een rol te vervullen. De inspiratiedag heeft daarin een belangrijke vliegwielfunctie gehad. Afronden en presenteren onderzoek zelfredzaamheid In samenwerking met Hogeschool Windesheim rondden we dit jaar het onderzoek naar zelfredzaamheid af. Het onderzoek met de titel ‘Actief, ondersteunend en inspirerend in veiligheid. Een onderzoek naar zelfredzaamheid en de rol van burgers, professionals en bestuurders’ is door lector dr. Timmer gepresenteerd tijdens de inspiratiedag zelfredzaamheid. Het onderzoek is breed verspreid; alle bezoekers van de inspiratiedag ontvingen een exemplaar, evenals alle IJssellandse bestuurders, professionals in de crisisorganisatie en diverse partners. Resultaat: Het onderzoek laat zien hoe zelfredzaamheid in de praktijk werkt en wat dit betekent vanuit drie perspectieven: burgers, professionals en bestuurders. Het onderzoek bevestigt het algemene beeld dat de meeste burgers zichzelf en elkaar helpen tijdens een noodsituatie. Dit is minder voorafgaand en na een noodsituatie, bijvoorbeeld omdat mensen niet precies weten hoe zij een noodsituatie kunnen voorkomen of zich daarop het beste voorbereiden. Het blijkt dat de onderlinge binding die mensen hebben met elkaar en de praktische waarde die daaruit voortvloeit, sociale cohesie en sociaal kapitaal, faciliterend en stimulerend werken Overheidsinterventies met als doel om zelfredzaamheid te stimuleren hebben kans van slagen, maar is geen vanzelfsprekendheid. Vanuit het oogpunt van burgers heeft dit bijvoorbeeld te maken met in hoeverre zij risico’s beleven, denken over hun eigen verantwoordelijkheid, urgentie om wat aan het risico te doen en de mogelijkheden om dit te doen. Vanuit de overheid is het belangrijk dat deze de problematiek blijft benaderen vanuit het oogpunt van burgers, flexibel is en zoveel mogelijk aansluit bij lokale omstandigheden. En ook daadwerkelijk durft om sommige activiteiten door burgers zelf te laten organiseren en regelen. Vertrouwen is hierin onmisbaar.
15
Uit het onderzoek blijkt dat de interne processen, onder andere planvorming, oefeningen en evalueren, van de veiligheidsregio (tijdens het schrijven van het onderzoeksrapport) nog niet expliciet zijn ingericht voor het thema zelfredzaamheid. Geheel begrijpelijk, want zelfredzaamheid is binnen de rampenbestrijding en crisisbeheersing nog een jong thema. Overigens zijn we in 2013 al begonnen met kleine stapjes om dit te veranderen: zo kregen leden van het Regionaal Operationeel Team tijdens de hoogwateroefening Conecto in hun scenario te maken met zelfredzame burgers, werd er tijdens de oefening een ‘zelfredzaamheidsmarkt’ ingericht voor bewoners in de buurt van de oefening en is zelfredzaamheid een expliciet onderdeel geworden van multidisciplinaire evaluaties. Ook denken hulpverleners die calamiteiten bestrijden verschillend over helpende burgers. Zij hebben zowel positieve als negatieve ervaringen met helpende burgers en het is afhankelijk van de context hoe zij daarop reageren. Wel willen zij graag meer weten over het onderwerp en hoe zij burgers beter kunnen benutten. IJssellandse bestuurders zien een scala aan mogelijkheden om zelfredzaamheid te stimuleren. Bijvoorbeeld het aanreiken van handelingsmogelijkheden, daadwerkelijk veiligheidsinitiatieven aan burgers overlaten of helpende burgers waarderen. Voor zichzelf zien burgemeesters vooral een rol als boegbeeld voor hun omgeving. Als randvoorwaarden noemen zij bijvoorbeeld dat het stimuleren van zelfredzaamheid tijd nodig heeft, dat burgers iets daadwerkelijk als probleem moeten ervaren en dat er personele capaciteit en expertise nodig is om deze verandering te begeleiden. Tot slot formuleert het onderzoek drie hoofdaanbevelingen voor de praktijk. Allereerst blijft het belangrijk om met burgers in gesprek te gaan en te blijven over risico’s, handelingsmogelijkheden en verwachtingen. Ten tweede is van belang om niet alleen vóór burgers te werken, maar ook meer mét burgers te werken. Als derde aanbeveling is het belangrijk om zowel burgers als professionals de tijd te geven om naar hun nieuwe rol te groeien.
16
Kennis- en intervisiebijeenkomsten met officieren van dienst Het veiligheidsbureau organiseert ieder jaar themadagen voor operationele functionarissen in de crisisorganisatie. Tijdens deze vier dagen is er ruimte voor kennisverbreding- en verdieping en komen van alle disciplines de operationele functionarissen bijeen. Hierdoor ontstaat er een nuttige kruisbestuiving. Voor 2013 was afgesproken dat we tijdens deze themadagen ook aandacht besteedden aan zelfredzaamheid. We hadden daarbij in eerste instantie de focus op officieren van dienst (OVD’s), omdat dit de operationele functionarissen zijn die tijdens een incident van grote invloed zijn in hoeverre hulpverleners samenwerken met burgers. In het programmaonderdeel hadden we o.a. aandacht voor de betekenis van zelfredzaamheid in het dagelijks werk, praktijkervaringen, de vooren nadelen voor hulpverleners en de resultaten van de enquête over burgerparticipatie die we eerder hadden uitgevoerd. Resultaat: We waren voornemens om op alle vier dagen een programmaonderdeel over zelfredzaamheid te verzorgen. Op deze manier kwamen we met alle OVD’s in gesprek over dit thema. Helaas is dit door personele ziekte niet volledig gelukt en hebben we het moeten laten bij één dag. Hierbij is wel de presentatie verzorgd, maar heeft de onderlinge discussie niet kunnen plaatsvinden op de manier zoals we die voor ogen hadden. Later in het jaar hebben we nog wel kans gezien om tijdens een andere bijeenkomst met de officieren van dienst van de GHOR in gesprek te komen over dit onderwerp. Daar hebben we het programma verzorgd wat we anders wilden doen tijdens de themadagen. Het doel van deze bijeenkomst was om een eerste keer over dit thema met OVD’s in gesprek te raken over het onderwerp en te ontdekken welke vragen dit zou oproepen. Tijdens deze bijeenkomst ontstond er een levendig dialoog over het omgaan met helpende burgers en wat dit voor het werk kan betekenen. Dit levert in het bijzonder voor de medische sector interessante vragen op, gezien vraagstukken rondom verantwoordelijkheid en daarmee aansprakelijkheid. Er is afgesproken dat de GHOR de bevindingen uit deze bijeenkomst benut voor de vormgeving van haar jaarplan in 2014.
17
Website uitbouwen en actueel houden In 2012 hadden we onze webpagina over zelfredzaamheid al flink gevuld met nuttige informatie over zelfredzaamheid. Deze informatie varieert van handreiking en onderzoeksrapporten, tot aan filmpjes en de cartoons uit onze toolkit die we in 2012 ontwikkelden. We merken dat de aangeboden informatie goed werd ontvangen in het veld en helpt in het verspreiden van deze informatie aan derden. Daarom wilden we dit in 2013 de site verder uitbouwen en actueel houden. Resultaat: Dit jaar hebben we de site uitgebreid met enkele aansprekende rapporten en persberichten. Verder hebben we over de inspiratiedag zelfredzaamheid een complete pagina ingericht waarop alle presentaties, workshops, documenten, foto’s en een film is te vinden die aan bod zijn gekomen. Ook hebben we verwijzingen geplaatst naar verschillende telefoonapps en alarterings-, alarmerings- en informatiesystemen die zelfredzaamheid stimuleren. Veiligheidsdag 2013 Veiligheidsregio IJsselland organiseerde op 31 augustus 2013 samen met partners en vrijwilligersorganisaties een regionale veiligheidsdag aan de Milligerplas te Zwolle. Deze dag stond geheel in het teken van het stimuleren van zelfredzaamheid. Dit betekent dat de verschillende activiteiten die zijn uitgevoerd niet alleen leuk of interessant waren voor bezoekers, maar gericht waren op het stimuleren van het risicobewustzijn en wat burgers zelf kunnen doen voor veiligheid. Vanuit het programma hebben we een expliciete bijdrage geleverd aan zowel de voorbereiding als uitvoering van deze dag. Ook is tijdens deze dag de toolkit zelfredzaamheid die we in 2012 ontwikkelden op grote schaal toegepast.
18
Resultaat: Met een geschat aantal van 13.000 a 15.000 bezoekers kunnen we spreken van een zeer geslaagde dag. Deze hebben kennisgemaakt met talloze hulpdiensten, vrijwilligersorganisaties en verschillende vormen van veiligheid. Dit varieerde van hoogwater en brand, tot aan inbraakpreventie en lichamelijke ongevallen. Gezien het feit dat dit de eerste keer was dat we een dergelijke dag hebben georganiseerd, kunnen we trots zijn op dit resultaat! Pilot online community zelfredzaamheid We hadden al langere tijd de behoefte om (meer en structureler) zicht te krijgen op activiteiten die burgers en professionals in de regio doen op het gebied van zelfredzaamheid. Om dit te bereiken is wilden we een zelfredzaamheidsmonitor ontwikkelen: een monitor die volgt wat er in de regio gebeurt op het gebied van zelfredzaamheid. Dit zorgt ervoor dat we zelfredzaamheid effectiever kunnen stimuleren. Bijvoorbeeld doordat we beter kunnen aansluiten bij wat burgers doen, beter burgers en professionals weten te inspireren of kunnen inspelen met risicocommunicatie. We kregen het idee om deze monitor te gieten in de vorm van een ‘online community’ rondom zelfredzaamheid. Dit is een plek waar mensen online samenkomen om bijvoorbeeld te delen, te creëren of te komen tot een gemeenschappelijk doel. Het zijn plaatsen op het internet die groepen mensen bijeenbrengen met een gemeenschappelijk belang en bestaan rondom allerhande onderwerpen (bijvoorbeeld auto’s, computers, buitensporten etc.). Om uitvoering te geven aan dit idee hebben we de handen ineen geslagen met het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Zij zagen zoveel potentie in dit idee ook voor andere veiligheidsregio’s, dat we besloten hebben om dit gezamenlijk te ontdekken in de vorm van een pilot. Resultaat: Tijdens dit schrijven bevindt de pilot zich in de ontwikkelfase. We rapporteren daarom in een later stadium over het resultaat.
19
Verstevigen en uitbreiden netwerk We hebben ons netwerk op een aantal manieren uitgebreid. Zo hebben we allereerst warme contacten opgedaan met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). We ontdekten dat ook zij actief burgerschap en zelfredzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Het is een belangrijke partner voor ons geworden. Ook is positief om te zien dat binnen het netwerk van Adviseurs Crisisbeheersing er een portefeuille risicocommunicatie en zelfredzaamheid is ontstaan. Met de betrokken portefeuillehouders werken we intensief samen aan het thema en zijn ook verankerd in ons netwerk. Daarnaast hebben we zelf twee nieuwe netwerken gestart. Het eerste betreft een regionaal netwerk op het gebied van professionals die actief zijn in het bevorderen van zelfredzaamheid. Dit netwerk is integraal en bestaat uit vertegenwoordigers van disciplines die ook zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep. We brengen hierbij op tactisch niveau mensen van de gemeenten, brandweer, politie, GHOR, veiligheidsbureau en beleids- en bestuursondersteuning die betrokken zijn bij het overkoepeld programma bijeen. Op deze manier hebben we een netwerk gecreëerd wat zowel voor de deelnemers als de stuurgroepleden interessant en nuttig is en verhogen we onze slagkracht. Het tweede nieuwe netwerk dat we hebben gestart is het interregionale Oost 5 overleg op het gebied van zelfredzaamheid. In dit netwerk brengen we professionals bijeen van onze buurtregio’s, te weten Gelderland-Zuid, Gelderland-Midden, Noord- en Oost Gelderland en Twente. Ook is het IFV aangesloten, zowel voor de inhoud als meer secretariële ondersteuning. Eind 2013 is op verzoek ook Veiligheidsregio Drenthe bij dit netwerk aangesloten. Als Veiligheidsregio IJsselland zijn we gevraagd door onze interregionale collega’s om de trekker van dit netwerk te zijn en de voorzitter te leveren. Verder zijn we dit jaar lid geworden van het Landelijk Expertisecentrum Zelfredzaamheid. Dit netwerk bestaat sinds 2012 en heeft als doel om kennis te verzamelen en te ontsluiten richting het veld. In 2013 had dit netwerk de ambitie om meerdere (kennis)partners te laten aansluiten. Vanwege onze expertiseniveau, link met kennisinstituut Vrije Universiteit Amsterdam, praktijkervaringen en positie in het veld zijn we nu als enige veiligheidsregio lid van dit netwerk.
20
Resultaat: Het opdoen en onderhouden van deze contacten heeft zijn vruchten afgeworpen. Zo hadden we de inspiratiedag zelfredzaamheid niet kunnen organiseren zoals we dat nu hebben gedaan zonder subsidie van de NCTV. Deze subsidie kregen we omdat we er op zowel leidinggevend als ambtelijk niveau warme contacten op nahielden van betrokken en bevlogen professionals die oprecht geloven in de ontwikkeling naar een meer zelfredzamere samenleving. Het is niet voor niets dat we tijdens de inspiratiedag zelfs de Directeur Weerbaarheidsverhoging (voorheen Directeur Nationale Veiligheid) als spreker mochten ontvangen! De contacten in de interregionale en regionale netwerken zorgen ervoor dat we van elkaar goed weten wat er speelt, we niet opnieuw het wiel uitvinden en elkaar versterken in kennis en kunde. In het interregionale netwerk spelen zelfs ontwikkelingen om ook gezamenlijke projecten uit te voeren. Afhankelijk hoe dit uitpakt, rapporteren we hierover in een later stadium. Het regionale netwerk is eind 2013 tot stand gebracht en zal een belangrijk netwerk zijn om de activiteiten van het programma een plek te geven in de haarvaten van de organisatie. Er is veel enthousiasme en energie in dit netwerk aanwezig van professionals die samen zelfredzaamheid vorm en inhoud willen geven in onze regio. Dag van de Veiligheidsregio 2013 Elk jaar wordt de Dag van de Veiligheidsregio georganiseerd. Dit is het jaarlijkse ontmoetingsplatform waar bestuurders, directeuren en operationele beslissers uit het multidisciplinaire domein van rampenbestrijding en crisisbeheersing elkaar ontmoeten en van gedachten wisselen. In 2013 stond deze dag in het teken van stil te staan bij het nu (wat hebben we bereikt? Wat willen we behouden? Waar zijn we trots op?) en werd gesproken over de toekomst (hoe ziet de steeds meer complexe samenleving er dan uit? En wat betekent dit voor uw crisisorganisatie, informatievoorziening en communicatieprocessen?). Een belangrijk onderdeel van deze dag was de verbinding richting burgers en hoe je daarmee als veiligheidsregio kunt omgaan. Lieke Sievers, lid stuurgroep community safety en portefeuillehouder van het programma in de veiligheidsdirectie, nam de genodigden mee met de IJssellandse ervaringen tot dusver. Resultaat: Deze activiteit stond vooral in het teken om onze ervaringen tot dusver te delen met ons werkveld, anderen te inspireren en de IJssellandse aanpak op te kaart te zetten.
21
Landelijke zelfredzaamheidskrant Het IFV ontwikkelt een landelijke zelfredzaamheidskrant met daarin allerlei ontwikkelingen en aansprekende infinitieven. Alle regio’s zijn gevraagd hieraan een bijdrage te leveren. Wij hebben hiervoor een aantal artikelen aangeleverd met daarin aandacht voor de inspiratiedag, de wijkbrandwacht in Olst-Wijhe en Eerste Hulp initiatieven vanuit de GHOR. Naast onze regionale bijdrage wordt in de krant ook aandacht geschonken aan het samenwerkingsverband Oost 5 als voorbeeld voor andere regio’s. Ook is uitvoerig bericht over onze pilot met de online community zelfredzaamheid. Tot slot heeft het IFV ook burgemeester Strien geïnterviewd vanuit zijn rol als bestuurder en betrokkenheid bij het IJssellandse programma zelfredzaamheid. Resultaat: Met de deelname aan de zelfredzaamheidskrant hopen we onze collega’s in heel het land te hebben geïnspireerd hoe je in de praktijk handen en voeten kan geven aan zelfredzaamheid. De krant is begin 2014 verspreid onder bestuurders en professionals van alle veiligheidsregio’s. Voorlichtingsbijeenkomsten Een belangrijk uitgangspunt binnen het programma is dat we openstaan voor kansen en vragen vanuit de lokale gemeenschap. In dit kader hebben we in 2013 twee keer op verzoek een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. De eerste keer was dit naar aanleiding van het nieuw gepubliceerde rampbestrijdingsplan van de Gasunie in Vilsteren, gemeente Ommen. De lokale bewonersverenging (Plaatselijk Belang Vilsteren) wilde hierover graag meer weten. Vervolgens zijn we door de Gemeente Ommen uitgenodigd hiervoor een voorlichting te verzorgen. Daarbij hebben we niet alleen oog gehad voor het rampbestrijdingsplan, maar ook duidelijk de koppeling gemaakt met zelfredzaamheid en het aanbieden van handelingsperspectieven. De tweede voorlichting die we hebben gegeven was voor bewoners van de binnenstad in Zwolle. Op verzoek van de gemeente hebben we in samenwerking met het Waterschap een voorlichting gegeven over het risico hoogwater, wat dit betekent voor bewoners en hoe mensen daarbij zelf het beste kunnen handelen.
22
Resultaat: Het geven van deze voorlichtingen is erg nuttig en wordt goed ontvangen. Het sluit bovendien goed aan bij één van de aanbevelingen van Hogeschool Windesheim: ga met burgers in gesprek over verwachtingen, verantwoordelijkheden en handelingsmogelijkheden. Tijdens deze voorlichtingen merken we dat bewoners graag meer willen weten of de veiligheidssituatie, benieuwd zijn hoe hulpdiensten werken en wat zij zelf het beste kunnen doen. Doordat we op gelijkwaardig niveau met onze inwoners in gesprek gaan, ontstaat er een levendig dialoog waartoe we nader tot elkaar komen. Omdat we de voorlichtingen uitvoeren op uitnodiging vanuit de gemeenschap, sluiten we aan bij de beleving van burgers en praten we over veiligheid wat er voor hen toe doet. Dat is een krachtige aanpak en past bij het feit dat mensen vooral actief willen worden bij die risico’s die voor hun belangrijk is. Bovendien zien we de vraag van deze voorlichtingen als een van de resultaten van de aangesterkte relatie met gemeentelijke vertegenwoordigers. Tot slot heeft het geven van voorlichtingen ook positieve samenwerkingseffecten. We weten elkaar hierdoor beter te vinden, krijgen meer gevoel bij issues die lokaal en bestuurlijk leven en er ontstaat meer het ‘samen’ gevoel. Zelfredzaamheid tijdens oefening CONECTO Van maandag 14 oktober tot en met vrijdag 8 november organiseerden Veiligheidsregio IJsselland, Defensie en Waterschap Groot Salland de hoogwateroefening CONECTO. Het thema zelfredzaamheid heeft hierin op twee manieren een plek gekregen. Allereerst is in het oefenscenario van de deelnemers nu voor het eerst tijdens een oefening expliciet rekening gehouden met burgers die zichzelf en/of anderen helpen tijdens een hoogwatersituatie. Ten tweede organiseerden we op zaterdag 2 november een zelfredzaamheidsmarkt voor nabije bewoners van de oefening. Tijdens deze inloopbijeenkomst konden mensen meer te weten komen over de oefening, rampenbestrijding en crisisbeheersing, het risico hoogwater en welke handelingsperspectieven zij zelf hebben. Gedurende de bijeenkomst stonden professionals van Veiligheidsregio IJsselland, Waterschap Groot Salland, Defensie en Provincie Overijssel klaar om vragen te beantwoorden en met mensen in gesprek te gaan over hoogwater. Resultaat: Het integreren van zelfredzaamheid tijdens de oefening zorgde ervoor dat crisisfunctionarissen voor het eerst tijdens een oefenscenario expliciet moesten omgaan met burgers in de samenleving. Door dit expliciet als leerdoel te formuleren zijn deelnemers hierop ook geobserveerd en is hierover
23
gerapporteerd. Het oefenen leverde een nuttig inzicht op voor de crisisorganisatie. Uit de algemene oefenevaluatie is namelijk het volgende over zelfredzaamheid geschreven: “De verschillende crisisteams waren zich goed bewust van de zelfredzaamheid van de samenleving. Onderscheid werd gemaakt tussen de zelfredzamen en de niet-zelfredzamen, waarbij ingezet is op het helpen van de nietzelfredzamen. Uitgangspunt was ook dat de zelfredzamen zich in principe zelf zouden moeten redden. Deze tweedeling bleek te digitaal; sommige niet-zelfredzamen behoeven nauwelijks ondersteuning van de overheid (hulp van buren, familie of vrienden) en sommige zelfredzamen behoeven wel enige ondersteuning (bijvoorbeeld de achtergebleven boeren op Kampereiland). De overheid zou zich een goed beeld moeten vormen van de specifieke behoefte aan ondersteuning op basis van een omgevingsanalyse. Op basis van deze analyse kan de overheid ‘meebewegen’. Het ‘aansluiten op’ de kracht en zelfredzaamheid van slachtoffers vraagt nog meer aandacht van de crisisorganisatie.”
Wat betreft de inloopbijeenkomst bleek het bezoekersaantal tegen te vallen. We denken dat de voornaamste reden hiervoor is omdat wegens een fout in het distributieproces bij PostNL veel bewoners niet op tijd zijn geïnformeerd. Veel bewoners bleken het jammer te vinden dat zij de inloopbijeenkomst niet hebben kunnen bijkomen, zo maken we op uit de vele reacties die we hebben gekregen. Mede daarom hebben we bewoners geïnformeerd over de situatie en opnieuw uitgenodigd voor een inloopbijeenkomst begin 2014. Actualisatie Regionaal Risicoprofiel We zijn wettelijk verplicht om over een Regionaal Risicoprofiel te beschikken. In 2013 zijn de eerste stappen gezet om dit risicoprofiel te actualiseren. Omdat we met zelfredzaamheid inmiddels veel ervaring hebben opgedaan, hebben we meegedacht over wat deze ervaringen betekenen voor de actualisatie van het risicoprofiel. Resultaat: Door onze recente ervaringen een plek te geven in het risicoprofiel, zorgen we ervoor dat de betekenis hiervan geïntegreerd wordt in de beleidscyclus, en bijvoorbeeld ook belangrijke input is voor het meerjarenbeleidsplan 2015-2018. Project Eerste Hulp In het project Eerste Hulp werken we aan het verhogen van de kennis en vaardigheden van burgers op het gebied van eerste hulp. We werken hierbij samen met EHBO-verenigingen en afdelingen van het Rode Kruis. We stimuleren hen om extra activiteiten te ondernemen op het gebied van eerste hulp, zoals laagdrempelige trainingen en workshops aan burgers. Het stimuleren doen we door het
24
verstrekken van gelden, maar ook door het leveren van expertise, ondersteuning bij PR of het verbinden van mensen en processen. Resultaat: EHBO-verenigingen en Rode Kruis afdelingen hebben met onze stimuleringsgelden onder andere trainingsmateriaal aangeschaft (AED’s, oefenpoppen), goedkoop of gratis trainingen aangeboden, lessen verzorgd op basisscholen en een 24-uurs reanimatiemarathon gehouden. Verder hebben we door het leggen van slimme verbindingen ervoor gezorgd dat brandweer en de EHBO- en Rode Kruisorganisaties gezamenlijke workshops zijn gaan verzorgen. Op die manier benaderen we de burger integraal. Al deze initiatieven hebben geresulteerd dat circa 250 burgers over extra kennis en vaardigheden beschikken op het gebied van eerste hulp. Regionale Ambulance Voorziening en aanpak Community Safety Bij een 112-melding is het van belang dat hulpdiensten zo snel mogelijk op de plaats van bestemming zijn. Uiteraard geldt dit ook voor ambulances. De Regionale Ambulance Voorziening (RAV) constateert dat ambulances soms onnodig later ter plaatste zijn dan redelijkerwijs kan. Deze situatie zorgt voor grote maatschappelijke onrust en is in het belang van slachtoffers, hulpdiensten en het bestuur om te adresseren. In november 2013 bespraken we deze kwestie en de oplossingsrichtingen met het algemeen bestuur. De RAV deed daar de oproep om samen met gemeenten aan de slag te gaan om de knelpunten weg te nemen. Resultaat: De situatie is bestuurlijk onder de aandacht gebracht. Naar aanleiding van de vergadering heeft de RAV alle gemeente in IJsselland individueel benaderd en het aanbod gedaan om gezamenlijk te bekijken of aanvullende maatregelen nodig zijn. De voorgang komt terug in de bestuurlijke voorgangsrapportage van het programma. Meerjarenbeleidsplan Op dit moment zijn we als veiligheidsregio vol in ontwikkelingen. Een daarvan is komen tot een nieuw meerjarenbeleidsplan voor 2015-2018. Vanuit het programma zijn we nauw bij deze
25
ontwikkeling betrokken om de zelfredzaamheidsvisie en ervaringen een volwaardige plek te geven in het toekomstige meerjarenbeleidsplan. Resultaat: Omdat het proces nog loopt zijn nog geen resultaten te noemen. Faciliteren stuurgroep community safety Zoals bekend staat het programma onder leiding van een multidisciplinaire stuurgroep. Vanuit het programma ondersteunen we deze stuurgroep, adviseren, bereiden de agenda voor en zorgen dat genomen besluiten worden uitgevoerd. Resultaat: De stuurgroep vergadert circa 4x per jaar waarin zij de belangrijkste thema’s van het programma bespreken en begeleiden.
26
Agendapunt - Informatie aan datum agendapunt onderwerp portefeuillehouder proceseigenaar
Algemeen Bestuur 26 maart 2014 7 Evaluatie project regionalisering brandweer IJsselland A.G.J. Strien L.J. Sievers Kennis te nemen van de opzet voor evaluatie van het project regionalisering brandweer IJsselland op de wijze zoals in de bijlage beschreven. Samenvatting In de jaren 2012 en 2013 is het project regionalisering brandweer IJsselland uitgevoerd en vanaf 1 januari 2014 is brandweer IJsselland onderdeel van Veiligheidsregio IJsselland. Vanuit de stuurgroep is de behoefte uitgesproken om het project te evalueren met de bedoeling om van het project te leren. De leerervaringen zijn van betekenis voor het bestuur van de Veiligheidsregio -voor toekomstige projecten - en voor de gemeenten in IJsselland.
Evaluatieonderzoek vorming brandweer IJsselland 1. Aanleiding van de evaluatie Op 1 januari 2014 zijn de lokale brandweerkorpsen onderdeel geworden van veiligheidsregio IJsselland. Voor de vorming van de regionale brandweer heeft het algemeen bestuur op 21 december 2011 een bestuursopdracht vastgesteld waarna het dagelijks bestuur de opdracht voor de uitvoering van het project heeft gegeven aan de regionale commandant regionale brandweer. In het kader het project is gewerkt met overlegorganen (stuurgroep en projectgroep). Vanuit de stuurgroep bestaat behoefte om het project te evalueren opdat de evaluatie leerpunten oplevert voor de Veiligheidsregio.
2. Doelstelling en centrale evaluatievragen Uitgangspunt voor de evaluatie is dat aan de orde komt wat goed ging bij het project (wat waren hierin de kritische succesfactoren?) en wat leerpunten zijn. Voor de evaluatie is van belang het doel van de evaluatie te bepalen en de onderwerpen voor de evaluatie. De uiteindelijke opbrengst van het evaluatieonderzoek is om opdrachtgever en opdrachtnemer in staat te stellen te reflecteren en te leren. Toelichting op de operationalisatie van de evaluatie Om de evaluatie goed uit te voeren is een doelstelling geformuleerd. Hieronder wordt deze weergegeven: Doelstelling van de evaluatie Opdrachtgever (bestuur Veiligheidsregio) en ambtelijk opdrachtnemer (commandant regionale brandweer) leren van de ervaringen die gedurende het project ‘vorming brandweer IJsselland’ zijn opgedaan om hiervan voor toekomstige projecten te leren. Deze doelstelling is vervolgens ingedeeld in twee centrale evaluatievragen. 1. 2.
Welke rollen werden in het project onderscheiden, met welke taken en bevoegdheden? Hoe hebben opdrachtgever en opdrachtnemer uitvoering gegeven aan de onderscheidenlijke rollen tijdens het project?
De twee centrale evaluatievragen worden vertaald in twee variabelen: rolneming en roluitvoering. Deze variabelen zijn de thema’s waarop wordt gefocust voor de beantwoording van de evaluatievragen. De variabelen zijn doorvertaald in criteria. Dit zijn de aspecten waarnaar in de praktijk wordt gekeken. Op basis van deze waarnemingen worden vervolgens de centrale vragen in deze evaluatie beantwoord. Centrale evaluatievragen 1.Welke rollen werden in het project onderscheiden, met welke taken en bevoegdheden?
Variabelen Rolneming
Criteria - Het is helder wie welke rol heeft - Het is helder welke taken en bevoegdheden bij deze rol horen - De opdrachtnemer werkt conform de kaders die door het bestuur zijn vastgesteld in het kader van de bestuursopdracht - De projectorganisatie werkt conform de opgestelde projectopdracht - Er zijn sturings- en verantwoordingsafspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer
2.Hoe hebben opdrachtgever en opdrachtnemer invulling gegeven aan de onderscheidenlijke rollen tijdens het project?
Roluitvoering
- Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben gewerkt overeenkomstig de onderscheiden rollen - Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben gewerkt overeenkomstig de onderscheiden taken en bevoegdheden - Opdrachtnemer heeft gewerkt binnen de kaders die door het bestuur zijn gesteld in het kader van de bestuursopdracht - Opdrachtnemer heeft gewerkt overeenkomstig de opgestelde projectopdracht - De sturings- en verantwoordingsafspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zijn nagekomen
3. Verantwoordelijkheden Opdrachtgever voor de evaluatie is het DB van de Veiligheidsregio. Opdrachtnemer is Irene Pruim (management interimpool gemeente Zwolle). De resultaten van de evaluatie worden aan de hand van een presentatie en een compacte rapportage teruggegeven aan de Veiligheidskring, het DB en de meest betrokken actoren. Het AB wordt schriftelijk over de uitkomst van de evaluatie geïnformeerd.
4. Plan van aanpak De evaluatie bestaat uit de volgende stappen: Verdieping: bestuderen relevante documenten Diepte-interviews met de voorzitter van de stuurgroep, een delegatie van de kring gemeentesecretarissen, de ambtelijk opdrachtnemer voor het project, de overall projectleider, de deelprojectleiders, de projectsecretaris, een delegatie van de BOR, een delegatie van de klankbordgroep en de voorzitter van het BGO Opstellen conceptrapportage Bespreken conceptrapportage met de Veiligheidskring Bespreken conceptrapportage met de voorzitter van de Veiligheidsregio Eindrapportage (presentatie) aan het DB van de Veiligheidsregio Informeren van het AB van de Veiligheidsregio over de uitkomst van de evaluatie
5. Planning De volgende planning wordt voorzien: Fase: Vaststelling onderzoeksontwerp Verdieping en documentstudie Interviews Opstellen conceptrapportage Bespreken conceptrapportage met Veiligheidskring Bespreken conceptrapportage met voorzitter Veiligheidsregio Presentatie conceptrapportage in het DB van de Veiligheidsregio Informeren AB Veiligheidsregio over uitkomst van de evaluatie
Week – periode: DB 20 februari Maart 2014 Maart/April 2014 April 2014 15 Mei 2014 Mei 2014 5 juni 2014 25 juni 2014
Instituut Fysieke Veiligheid Aan
Doorkiesnummer Locatie 026 – 3552499
Postillion Hotel Bunnik Kosterijland 8 3981 AJ Bunnik
Van
Datum
BDO
Vrijdag 14 februari 2014, 10.00 – 13.00 uur
Korte terugkoppeling Besluitenlijst VB (onder voorbehoud van de vaststelling van het definitieve verslag)
Ag.
Onderwerp
1
Opening
2
Vaststelling Verslag 13 december 2013
3
Ingekomen en uitgaande stukken
4
LCMS
Vastgesteld. Na toelichting van de portefeuillehouder kwam men tot de conclusie dat dit de meest efficiënte en op termijn goedkopere weg is. Akkoord.
5
Terugkoppeling uit de adviescommissies
Niet besproken.
11.15 – 11.45 Themasessie De Commandant der Strijdkrachten, de heer Middendorp en de Secretaris-Generaal Defensie, de heer Akerboom geven een toelichting op het project Versterking Civiel-Militaire Samenwerking (VCMS)
Besluitvormend 6
Quick scan samenwerking veiligheidsregio’s – Defensie
Op pragmatische manier zal worden bekeken hoe de 12 aanbevelingen geïmplementeerd kunnen worden. Geen protocollen, extra convenanten of formalisering. Gaat om kennen en gekend worden. In de BAC CB zal Defensie als vaste partner worden uitgenodigd. De portefeuillehouder stelt voor de connectie tussen de capaciteiten van Defensie en het regionaal risicoprofiel te maken. Zo kun je aan de voorkant beter rekening houden met de mogelijkheden en zijn we zuiniger met maatschappelijk middelen. Quick scan wordt vastgesteld met dien verstande dat aantal met name waterscenario’s zal worden uitgewerkt. Aantal VB leden meldt zich aan om mee te denken. De portefeuillehouder werkt dit samen met Defensie concreet verder uit.
7
Werkplan IFV: jaarplan en begroting 2014
Punt 1 t/m 5 uit de oplegnotitie akkoord. Punt 6 inzake werkbudget VB: voor 2014 250.000 (dit is de helft van het voorgestelde bedrag) akkoord. Voorstellen voor besteding worden per email aan de leden van het VB voorgelegd. Opmerkingen:
1.Minder kolomsgewijs werken. Integrale ondersteuning DB en AB. 2.Bedrijfsvoeringsparagraaf toevoegen. 3.Volgende AB tijd inruimen voor begrotingssystematiek IFV 4.Kritisch kijken naar wat VB nog oppakt en wat niet. 5. Graag laten aansluiten op de begrotingscyclus van veiligheidsregio’s, dus graag eind van het jaar ook jaarplan en begroting 2015 voorleggen. 8
Agenda van de veiligheidsregio’s
1.Preventieve strategie brandweer laten terugkomen in de Agenda. Niet alleen op voertuigbezetting concentreren. Voorbeeld: de wijkbrandweerman (Rotterdam-Rijnmond) 2.Punt mbt omgevingsrecht door vertalen naar de Voorwaartse Agenda. 3.Mbt de uitwerking van de agendapunten: niet alles landelijk of standaardisatie; richt je ook op de regio’s. 4.De veiligheidsregio’s goed betrekken; 5.Wettelijke verankering directeuren: er is tegenstand 6.Zelfredzaamheid is kernthema voor de komende tijd. 7.Positionering VB: zwaartepunt niet gaan verschuiven. Dat ligt bij de veiligheidsregio’s. verlengd lokaal bestuur. 8.Er zit spanning op de versterking op alle genoemde rollen in onderlinge samenhang. Met name het vergroten van de betrokkenheid van gemeenteraden en het vergroten van de doorzettingskracht van het Veiligheidsberaad. VR moet zelf bepalen hoe ze met de gemeenteraden communiceren. Niet centraal opleggen. Conclusie mbt directeur: in wet vastleggen dat de functie moet worden ingevuld dat deze er is. Geen specificaties opnemen t.a.v. taken, inbedding en/of bevoegdheden dat kunnen veiligheidsregio’s prima zelf.
Meningvormend 9
Voorwaartse agenda VB, VenJ en VNG
Zie opmerking over directeur bij 9. Omgevingsrecht steviger verankeren in VA. Wat er nu ligt vormt de basis voor de gesprekken met VenJ om te komen tot een gezamenlijke Voorwaartse Agenda
Hamerstuk 10
Jaarplan GMS 2014
Akkoord met dien verstande dat de kwartiermaker LMO geen garantie kan geven op het exacte tijdstip van de overdracht van beheer GMS medio 2014.
11
Voortgang brandweerkamer
In DVO opnemen bedrag dat in oplegnotitie staat (500 per veiligheidsregio). Verder akkoord.
Kennisgeving 12
Crisiscommunicatiepool 02/03
13
Portefeuilleverdeling DB veiligheidsberaad/AB IFV
Peter Noordanus treedt toe tot het DB. Over de portefeuille wordt door het DB nog gesproken.
Rondvraag: portefeuillehouder IV vraagt aandacht voor het risico dat als gevolg van positie AZN (position paper) multi intake niet afdoende kan worden ingeregeld en daarmee de beoogde besparingen ook niet kunnen worden behaald. Oproep wordt gedaan om daar waar de veiligheidsregio’s over de RAV gaan, deze rol ook daadwerkelijk te pakken. Hierover komt een paper/brief met onderbouwing van het probleem en het verzoek om te acteren.
03/03