Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE ’s-Hertogenbosch
VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD
T 088 02 08 208
Jaarverantwoording
2012
Oss
Grave
Maasdonk Landerd
‘s-Hertogenbosch
Cuijk
Heusden
Vught
Haaren
Mill & St. Hubert
Bernheze
SintMichielsgestel
Uden
Boxmeer
Schijndel Veghel Boxtel Sint-Oedenrode
Boekel
Sint Anthonis
Jaarverantwoording
2012 1
De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord, de GHOR Brabant-Noord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de Veiligheidsregio werken 20 gemeenten, de GGD en de Politie Brabant-Noord met hen samen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en meldkamers. Voorts werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de Veiligheidsregio samen.
Jaarverantwoording 2012
COLOFON Uitgave en redactie Veiligheidsregio Brabant-Noord, juni 2013 Opmaak en lay-out Slooves Grafische Vormgeving, Grave Drukwerk DPN, Nijmegen Fotoverantwoording Brandweer Brabant-Noord Meer informatie Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE ‘s-Hertogenbosch 088 02 08 208
[email protected]
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Inhoudsopgave Inleiding
5
1. Terugblik op ontwikkelingen in 2012 1.1 Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio 1.2 Brandweer Brabant-Noord 1.3 Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio 1.4 Gemeenschappelijk Meldcentrum
6 6 7 7 8
2. Algemene uitgangspunten 2.1 Technische uitgangspunten Jaarrekening 2012 2.2 Gemeentelijke bijdrage 2012 2.3 Compensabele BTW 2012
11 11 11 11
3. Programma’s 3.1 Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord 3.1.1 Veiligheidsbureau 3.1.2 Risicobeheersing 3.1.3 Preparatie 3.1.4 Repressie 3.1.5 Nazorg 3.1.6 Overhead 3.1.7 Totale kosten Brandweer en Veiligheidsbureau 3.2 Programma: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio 3.2.1 Lasten en Baten 3.3 Programma: Gemeenschappelijk Meldcentrum 3.3.1 Lasten en baten
12 12 12 14 15 18 21 22 25 26 28 29 32
4. Paragrafen 4.1 Weerstandsvermogen 4.1.1 Weerstandscapaciteit 4.1.2 Risico’s 4.2 Onderhoud kapitaalgoederen 4.3 Financiering 4.4 Bedrijfsvoering 4.4.1 Personeel 4.4.2 Ziekteverzuim 4.4.3 Formatie in fte’s 4.4.4 Rechtmatigheid
34 34 34 34 37 37 40 40 40 40 41
5. Jaarrekening 5.1 Programmarekening 5.2 Balans 5.3 Toelichtingen Programmarekening en Balans 5.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 5.3.2 Toelichting Programmarekening 5.3.3 Toelichting op de balans per 31 december 2012
42 42 43 46 46 47 58
Jaarverantwoording 2012
3
Bijlage 1: Controleverklaring Bijlage 2: Single information Bijlage 3: BBN-kengetallen Bijlage 4: GHOR-kengetallen Bijlage 5: Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening Bijlage 6: Lijst met afkortingen
4
Veiligheidsregio Brabant-Noord
70 72 73 81 83 86
Inleiding Voor u ligt de Jaarverantwoording 2012 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Door alle betrokkenen is ook nu weer met veel inzet gewerkt om dit ‘slotstuk’ van de jaarlijkse planning- en control cyclus tot stand te brengen. De jaarverantwoording beschrijft enerzijds de gerealiseerde resultaten op beleidsinhoudelijk vlak, voor zover die bestuurlijk relevant zijn. Anderzijds bevat deze verantwoording ook de financiële resultaten van de Veiligheidsregio over 2012. In zijn algemeenheid kan worden geconcludeerd dat alle kolommen er ook dit jaar weer in zijn geslaagd om, door de bank genomen, te realiseren wat met u als bestuur is overeengekomen. Op een aantal inhoudelijke thema’s is vertraging ontstaan. Met name bij de brandweer leidt de vacaturestop (die al ruim één jaar wordt gehanteerd) tot vertraging in de oplevering van resultaten. Voor wat het financiële beeld betreft, kan worden geconcludeerd dat alle kolommen het jaar met een positief resultaat afsluiten. Zowel brandweer, GHOR als GMC hebben ieder een batig saldo van respectievelijk 8%, 10% en 12% van hun begroting. In totaliteit bedraagt het resultaat dan ook 3,4 miljoen euro. Op zich is dit een opmerkelijk resultaat, gegeven de reeds opgelegde taakstellingen. In de jaarverantwoording treft u een (cijfermatige) analyse aan hoe dit resultaat tot stand is gekomen. Zeker ten aanzien van de brandweer kan worden gesteld dat de effecten van de regionalisering op de besteding van middelen nog steeds goed merkbaar zijn. Het inregelen van de organisatie – ook op financieel vlak - kost gewoon veel tijd. Met de zware bezuinigingen in het verschiet, blijken budgethouders over de brede linie terughoudend in hun bestedingsgedrag. Daarbij komt dat er inmiddels een personele ‘buffer’ is gerealiseerd van bijna 23 FTE. Al dit ‘voorsorteergedrag’ leidt tot budgettaire onderuitputting en wordt vanuit beheersingsoogpunt zeker omarmd, gegeven de financiële opgaven waarvoor de Veiligheidsregio in het algemeen en de brandweer in het bijzonder, zich gesteld zien. Drs. N.J.G. Mertens, Controller Veiligheidsregio Brabant-Noord
Jaarverantwoording 2012
5
1. Terugblik op ontwikkelingen in 2012 Vanuit het perspectief van de Brandweer Brabant-Noord (BBN), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR), het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) en de gezamenlijke veiligheidspartners wordt in dit hoofdstuk op hoofdlijnen teruggekeken op ontwikkelingen in 2012.
1.1
6
Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio
De vorming van de Nationale Politie en de keuze van de minister van Veiligheid & Justitie om 10 landelijke meldkamers te vormen, heeft in meerdere opzichten gevolgen voor de Veiligheidsregio Brabant-Noord. De politie en de meldkamer worden georganiseerd op de schaal van OostBrabant, overeenkomend met het grondgebied van de Veiligheidsregio’s Brabant Zuid-Oost en Brabant-Noord. Voor het meldkamerdomein is de heer Eenhoorn (waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn) aangewezen als bestuurlijk verkenner. De heer Eenhoorn geeft als voorzitter leiding aan het proces voor een transitieakkoord dat één meldkamerorganisatie oplevert. In november is door de voorzitters van de Veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Brabant ZuidOost een advies uitgebracht aan de heer Eenhoorn inzake de locatiekeuze voor OostBrabant. Op basis van het advies van de heer Eenhoorn is de minister voornemens om in het transitieakkoord ‘s-Hertogenbosch de meldkamerlocatie voor Oost-Brabant op te nemen. Het transitieakkoord is naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 gereed en geeft tevens meer duidelijkheid over de (rol en taak van de) kwartiermakers. Sinds 2006 is de politie deelnemer aan de gemeenschappelijke regeling betreffende de samenwerking op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing en het beheer van het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC). De Eerste Kamer heeft op 10 juli 2012 ingestemd met de wijzigingen in de Politiewet die de vorming van een Nationale Politie mogelijk maken. Per 1 januari 2013 zijn de Politieregio’s Brabant-Noord en Brabant Zuid-Oost samen gegaan in de nieuwe regionale eenheid Politie Oost-Brabant. Deze fusie heeft effecten op de samenwerking tussen politie en Veiligheidsregio. In combinatie met de Wet veiligheidsregio’s betekent dit dat de politie uittreedt uit de gemeenschappelijke regeling. De samenwerkingsrelatie met de politie wordt in een convenant vastgelegd. Er wordt een voorstel tot aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de deelnemende gemeenten voorgelegd. In samenhang met de gevolgen van de internationale kredietcrisis voor de samenleving en overheid in het algemeen, hebben deze ook hun weerslag op de door gemeenten en rijksoverheid beschikbaar te stellen financiële middelen aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord. In het najaar van 2012 hebben er twee bestuursconferenties plaatsgevonden waarin het Algemeen Bestuur richtinggevende besluiten nam over de organisatieveranderingen en bezuinigingsvoorstellen van en binnen de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Onderdeel van deze keuzes vormde ook het realiseren van een extra bezuiniging van 5% (€ 1,5 miljoen) op de gemeentelijke bijdrage aan de Veiligheidsregio met ingang van 2014. In de bestuursconferentie is daartoe een richtinggevend besluit genomen over het verdelen van de financiële lasten over de gemeenten. De definitieve besluiten worden genomen in april 2013 bij het vaststellen van het beleidskader. Met het inwerking treden van de Wet en Besluit veiligheidsregio’s in 2010 heeft de Veiligheidsregio de verplichting een aantal planfiguren vast te stellen. De Veiligheidsregio heeft hiervoor in 2012 extra inspanningen verricht: • Het risicoprofiel en crisisplan (deel 1) zijn reeds in 2011 vastgesteld. • Het beleidsplan Veiligheidsregio en bijhorende dekkingsplan brandweer zijn op 27 juni 2012 vastgesteld. Uit het dekkingsplan blijkt dat de brandweer alle objecten binnen de maximale
Veiligheidsregio Brabant-Noord
wettelijke opkomsttijd van 18 minuten haalt. Echter, bij het merendeel van de objecten in onze regio, namelijk 69%, komt de brandweer later dan de (per objectcategorie vastgestelde) normtijd. De communicatie over het dekkingsplan is door het bestuur als belangrijk speerpunt benoemd. De regionaal commandant onderzoekt in de komende maanden de aard en de ernst van de overschrijdingen en geeft bij het bestuur aan voor welke objecten aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om risico’s met een grote impact te voorkomen of te beheersen. • Ter vervanging van het bestaande rampenbestrijdingsplan heeft het Algemeen Bestuur op 27 juni 2012 een nieuw Rampbestrijdingsplan Vliegbasis Volkel vastgesteld. Dit ligt in lijn met de meerjarenplanning van operationele plannen (rampenbestrijdings- en coördinatieplannen) die op 23 mei 2011 in de Veiligheidsdirectie zijn vastgesteld. • Op 4 april 2012 heeft het Algemeen Bestuur de regionale organisatiestructuur van de crisiscommunicatie vastgesteld. • Het regionaal crisisplan deel 2 is op 7 november 2012 door het bestuur vastgesteld.
1.2
Brandweer Brabant-Noord
Bij de implementatie van de regionalisering van de brandweer zijn eind 2011/ begin 2012 afwijkingen vastgesteld tussen de door de gemeenten aan de Veiligheidsregio overgedragen financiële middelen en de daadwerkelijke kosten van overgedragen materieel en uitrusting en enkele andere posten. In overleg met de betrokken gemeenten is naar een oplossing gezocht. In de bestuursconferentie is daartoe een richtinggevend besluit genomen over het afronden van het ‘schoon door de deur’ principe. Een definitief besluit valt in april 2013 bij het vaststellen van het beleidskader 2014. Met het oog op de evaluatie van de organisatiestructuur van Brandweer Brabant-Noord, mede afgezet tegen de financiële taakstellingen, heeft het management in het zogenaamde MVSOtraject (Missie-Visie-Strategie-Organisatie) zich beraad op de taken en organisatiestructuur van het korps. De voorstellen tot verbeteringen in en van de organisatie en voorstellen tot bezuinigingen die gevolgen hebben voor de taakuitvoering en fundamentele organisatiewijzigingen zijn besproken in de eerder genoemde bestuursconferenties (24 oktober en 5 december). Op basis van de richtinggevende besluiten werkt de brandweer de lijnen verder uit en legt deze in 2013 ter besluitvorming voor aan het Algemeen Bestuur. Met het oog op de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten in 2013 (of 2014) bereidt Brandweer Brabant-Noord de samenwerking op het gebied van brandveiligheidsadvisering, toezicht en handhaving van omgevingsvergunningen voor. Begin april 2012 is korps breed een nieuw ICT-systeem en een nieuw telefoniesysteem voor Brandweer Brabant-Noord doorgevoerd. Hiermee is een einde gekomen aan het gebruik van grotendeels gemeentelijke voorzieningen op de 39 uitrukposten en kantoorlocaties van Brandweer Brabant-Noord. De doorvoering van met name het telefoniesysteem ging en gaat gepaard met problemen die afbreuk doen aan de bereikbaarheid van Brandweer Brabant-Noord. Voor operationele toepassingen zijn noodmaatregelen genomen. In samenspraak met de leverancier zijn bestaande knelpunten verholpen of worden deze in de loop van 2013 verholpen.
1.3
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio
Kern van de koers in 2012 was de doorontwikkeling van het GHOR Bureau naar een ‘professionele netwerkorganisatie voor opgeschaalde zorg’. Bewegingen van GGD, Veiligheidsregio en Politie maken dat de GHOR zich aan het herpositioneren is. 2012 stond met name in het teken van enerzijds deze herpositionering en anderzijds de implementatie van de gevolgen van de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Publieke Gezondheid.
Jaarverantwoording 2012
7
Implementatie Wet veiligheidsregio’s (Wvr) Sinds 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) van kracht. De Wvr betekent een veranderde rol voor de GHOR. De veranderde rol van de GHOR houdt in dat de GHOR de positie inneemt van adviseur en regisseur van het inmiddels uitgebreide netwerk van zorginstellingen (van 6 zorgpartners naar 17 koepels van zorginstellingen met elk tientallen locaties in BrabantNoord). Deze uitbreiding is het gevolg van wijzigingen in wetgeving. Waar de GHOR voorheen met name een aanbieder/uitvoerder was op het vlak van Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) bij zorginstellingen, heeft zij nu de adviserende rol en een regisserende taak. Zorginstellingen zijn voortaan zelf verantwoordelijk voor de mate waarin zij zijn voorbereid op rampen en crises. Dit onder regie en advies van de GHOR. Implementatie Wet Publieke Gezondheid (Wpg) Implementatie van de gevolgen van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) betekent onder andere dat de directeur GGD tevens directeur GHOR is. Hiertoe is per 1 januari 2012 de Directeur Publieke Gezondheid (DPG) benoemd in de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Door in 2012 de GGD en GHOR verder met elkaar te verbinden, brengen we de reguliere en opgeschaalde zorg samen. Daarmee brengen we de DPG in positie en versterken we de gehele geneeskundige keten. Daarnaast maakt de gestelde congruentie in de Wpg dat er een verregaande samenwerking noodzakelijk is tussen de GHOR Brabant-Noord en de GHOR Midden-West Brabant. De GHOR Brabant-Noord oriënteert zich op deze beweging en versterkt daarnaast de contacten met de GHOR Brabant Zuid-Oost in verband met de regio-indeling naar aanleiding van de vorming van de nationale politie.
8
Een derde gevolg van de Wpg is dat bevoegdheden in de bestrijding van zogenaamde A-infectieziekten zijn overgeheveld van de Burgemeester naar de Voorzitter van de Veiligheidsregio. Dit gegeven dient nog verder te worden uitgewerkt in het Regionaal Crisisplan, nieuwe draaiboeken en procedures. Vervolgens dienen deze wijzigingen te worden geïmplementeerd. In alle ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden staat voorop dat er een juiste balans is tussen aandacht en focus op veiligheidspartners, zorgaanbieders en openbaar bestuur.
1.4
Gemeenschappelijk Meldcentrum
Het Gemeenschappelijk Meldcentrum heeft in 2012 actief bijgedragen aan de stroomlijning van de hulpverlening en de efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten. Op basis van de programmabegroting 2012 GMC zijn stappen gezet in de realisatie van onze opdracht. In deze jaarverantwoording wordt in vogelvlucht inzicht geboden in de vorderingen en resultaten. Naast onderstaande ontwikkelingen is in 2012 de realisatie van de 112-centrale, de invoering van ProQA en de ontwikkeling van de landelijke meldingsclassificatie afgerond. Schaalvergroting meldkamers Ook in het jaar 2012 is een vervolg gegeven op de in 2009 gestarte verkenningen met betrekking tot schaalvergroting van het meldkamerdomein binnen de zuidelijke Veiligheidsregio’s. In 2012 is volledige aansluiting gezocht bij het project ‘Meldkamer van de Toekomst’ van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In februari 2012 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen van minister Opstelten waarin staat dat er landelijk gemeenschappelijke meldkamers komen met daarin een multidisciplinaire aanname. In december 2012 is het besluit genomen inzake de locatie. Op korte termijn wordt een besluit verwacht over de financiën en governance van de nieuwe meldkamer. Het gehele traject staat onder regie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Voor het meldkamerdomein is de heer Eenhoorn (waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn) aangewezen als bestuurlijk verkenner. De heer Eenhoorn gaat als voorzitter leiding geven aan het proces voor een transitieakkoord dat één meldkamerorganisatie gaat opleveren. In oktober is door de voorzitters van de Veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Brabant Zuid-Oost een advies uitgebracht over de locatiekeuze aan de heer Eenhoorn. De minister van V&J heeft vervolgens besloten, dat de nieuwe meldkamer voor Oost Brabant gevestigd wordt in ‘s-Hertogenbosch. Netcentrisch werken Het Veiligheidsberaad heeft in oktober 2009 ingestemd met het voorstel tot uitvoering van het project netcentrisch werken. Daartoe is in april 2010 LCMS 1.0, een integraal systeem voor de operationele en bestuurlijke informatievoorziening, in Brabant-Noord uitgerold. Brabant-Noord was als pilotregio voor LCMS 2.0 aangewezen. Landelijk is echter besloten om deze pilot geen doorgang te laten vinden aangezien het systeem niet voldeed aan de functionele specificaties, die in het bestek genoemd werden. Daarom is in april 2012 besloten om voorlopig LCMS 1.0 te handhaven. RTIC Het Real Time Intelligence Centre (RTIC) heeft in 2012 vastere vormen aangenomen. Het RTIC is vanuit de meldkamer in ‘s-Hertogenbosch zowel de regio Brabant-Noord als Brabant ZuidOost van dienst op het gebied van informatievoorziening. LiveView LiveView is een systeem waarmee videobeelden van een Particuliere Alarmcentrale (PAC) en beelden vanuit de tele-heli naar de meldkamer van de politie kunnen worden gestuurd. De beelden worden verstuurd via de Nood Communicatievoorziening (NCV). Het LiveView systeem is per 31 december 2012 volledig operationeel. Ontvangst van videobeelden vanuit de helikopter via LiveView was al vanaf eind augustus 2012 mogelijk. Daarnaast wordt in 2013 ook voorzien in een koppeling van de PAC-melding met het Geïntegreerd Meldkamersysteem (GMS). Met deze koppeling wordt de melding automatisch vastgelegd in GMS. De videobeelden blijven daarbij aanvullend als extra, separate informatiestroom via Liveview beschikbaar. RTR/Criminee! In 2012 zijn verdere stappen gezet in de aansluiting op het netwerk RTR/Criminee! platform Zuid-Nederland. De RTR is het video voorportaal met directe hoogwaardige beeldverbindingen met alle GMK’s in heel Zuid Nederland (Zeeland, Brabant, Limburg). In de RTR worden de beelden van meerdere locaties zoals bedrijventerreinen, binnensteden, verzorgingsplaatsen en truckstops live uitgekeken, waardoor er cross checks mogelijk zijn. Dit bijvoorbeeld met kentekeninformatie, die gekoppeld is aan de landelijke black list van het KLPD. Dit vergroot de pakkans van criminelen aanzienlijk. Het beheer van de RTR ligt bij de Stichting Criminee!. Deze stichting, waarin publieke en private partijen vertegenwoordigd zijn, regelt het dagelijks functioneren van de toezichtcentrale. De RTR staat onder regie van de politie. Voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio naar aanleiding van de Wet Veiligheidsregio’s In de Wet veiligheidsregio’s (Wvr), die per 1 oktober 2010 in werking is getreden, is een termijn opgenomen van drie maanden, voor het in overeenstemming brengen van de gemeenschappelijke regeling met de wet. De wet bepaalt verder dat het bestuur van de veiligheidsregio een convenant moet sluiten met het Regionaal College van de politie over de samenwerking op het gebied van de meldkamer en rampenbestrijding en crisisbeheersing. Daarom is in de vergadering van de veiligheidsdirectie van 27 oktober 2010 dan ook besloten de uittreding van de politie uit de gemeenschappelijke regeling voor te bereiden. In Brabant-Noord wordt momenteel al uitvoering gegeven aan een aantal belangrijke doelstellingen van de wetgever. De huidige gemeenschap-
Jaarverantwoording 2012
9
pelijke regeling (vastgesteld eind 2009, in werking getreden op 1 januari 2011) is aangepast als gevolg van het regionaliseringproces van de brandweer. Daarbij komt dat door het bestuur ook praktisch invulling is gegeven aan de bepalingen van de Wvr over deelname van de Hoofdofficier van Justitie, de Dijkgraaf en de Commissaris van de Koningin. In overeenstemming met het Ministerie van Veiligheid en Justitie is begin 2012 besloten om de uittreding van de politie uit de gemeenschappelijke regeling uit te stellen. Ook is besloten de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling vooralsnog niet te effectueren. Reden hiervan is dat men de vorderingen omtrent de vorming van de Nationale Politie wil afwachten. Ook het convenant dat door deze uittreding van kracht gaat worden, is aangehouden. Eind 2012 is besloten om het proces tot uittreden te gaan uitvoeren.
10
Veiligheidsregio Brabant-Noord
2. Algemene uitgangspunten In dit hoofdstuk worden de algemeen gehanteerde uitgangspunten voor de wijze van begroting en resultaatbepaling in 2012 geformuleerd.
2.1
Technische uitgangspunten Jaarrekening 2012
Voor 2012 is uitgegaan van de volgende technische uitgangspunten: - de rekenrente voor in 2012 geplande nieuwe investeringen is 4,5%. Het GMC hanteert geen rekenrente. De GHOR bezit géén activa; - afschrijvingen: investeringen beneden € 5.000 worden niet geactiveerd. Investeringen boven € 5.000 worden op grond van economische levensduur tegen historische aanschafwaarde lineair afgeschreven; - de door Brandweer Brabant-Noord betaalde compensabele BTW wordt doorgeschoven naar gemeenten.
2.2
Gemeentelijke bijdrage 2012
De veiligheidsregio ontvangt in totaal een bijdrage van € 31.595.000. Hiervan is € 6.463.000 afhankelijk van het aantal inwoners. Jaarlijks vindt er een correctie plaats als de nieuwe inwoneraantallen bekend worden. Onderstaande tabel bevat de bijgestelde bedragen.
Bijdrage per inwoner vast bedrag: ontvlechting -/taakstelling inwoners afhankelijk bedrag* totaal
BBN
GHOR
GMC
totaal
€ 6,057
€ 1,899
€ 2,148
€ 10,104
€ 25.132.569
€ 25.132.569
€ 3.874.178
€ 1.214.638
€ 1.373.904
€ 6.462.720
€ 29.006.747
€ 1.214.638
€ 1.373.904
€ 31.595.289
* Gebaseerd op het inwonersaantal van 1 januari 2011, zijnde 639.620 inwoners.
2.3
Compensabele BTW 2012
De Veiligheidsregio heeft gekozen voor het ‘transparantiemodel’ c.q. de doorschuifregeling, waarbij het samenwerkingsverband zijn voorbelasting kan doorschuiven naar de aangesloten gemeenten. Voor 2012 was het bedrag aan compensabele BTW voor BBN geraamd op € 2,65 per inwoner. De werkelijke compensabele BTW voor BBN bedroeg in 2012 € 2,32. Dit verschil wordt veroorzaakt door: - de achterstand in de uitvoering van de geplande investeringen waardoor er minder BTW betaald is in 2012. Naar schatting is dit zo’n € 0,11 per inwoner; - ook het voordelige resultaat verklaart dat er minder BTW betaald is. Naar schatting is dit € 0,22 per inwoner.
Jaarverantwoording 2012
11
3. Programma’s
Achtereenvolgens beschrijven BBN, GHOR en GMC in dit hoofdstuk wat zij wilden bereiken in 2012 (doel) en hoe hieraan is gewerkt (activiteiten). Vervolgens is aangegeven wat er daadwerkelijk in 2012 aan resultaat is opgeleverd.
3.1
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord
In het voorgaande jaar omvatte de Brandweer Brabant-Noord (inclusief het Veiligheidsbureau) nog zeven subprogramma’s. Conform de vastgestelde begroting 2012 bevat de jaarrekening van de Brandweer en het Veiligheidsbureau Brabant-Noord vanaf 2012 zes subprogramma’s. De programma’s Proactie en Preventie zijn samengevoegd onder het programma Risicobeheersing. De vergelijkende cijfers over het jaar 2011 zijn in de subprogramma’s van de Brandweer en het Veiligheidsbureau Brabant-Noord samengevoegd. Dit volgens de indeling van de programmabegroting 2012. 3.1.1 Veiligheidsbureau Het Veiligheidsbureau heeft tot taak om het beleid over crisisbeheersing en rampenbestrijding op projectbasis integraal te ontwikkelen, voor te bereiden, uit te voeren (door middel van planvorming en oefenen) en te evalueren.
12
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Inzicht in de mate van helderheid en uitvoerbaarheid van de aan de veiligheidsregio opgedragen gemeentelijke taken op het gebied van fysieke veiligheid.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Eind 2012 zijn aan het Algemeen Bestuur en de Colleges van burgemeester en wethouders de uitkomsten van de onderzoeken gerapporteerd.
Onderzocht wordt op welke wijze gemeenten opdrachten verstrekken aan de veiligheidsregio op het gebied van fysieke veiligheid. In 2012 wordt onderzocht in hoeverre deze gemeentelijke opdrachten helder en uitvoerbaar zijn. 2. Helder beleid over communicatie naar burgers over risico’s op het ontstaan van rampen en crises die de regio kunnen treffen en in geval zich een daadwerkelijke ramp of crisis heeft voorgedaan. Op voorwaarde dat er capaciteit beschikbaar wordt gesteld voor het uitvoeren van taken op het gebied van risico- en crisiscommunicatie wordt een risico- en crisiscommunicatiebeleidsplan opgesteld. Dit moet gericht zijn op doelmatige, effectieve en multidisciplinair afgestemde uitvoering, rekening houdend met actuele ontwikkelingen op het gebied van massacommunicatie en moderne media.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Eind 2012 heeft het Algemeen Bestuur het risico- en crisiscommunicatie¬beleidsplan 2012 – 2015 vastgesteld.
Voortgang van de uitvoering Onderzoek is door capaciteitsgebrek en de ontwikkelingen rondom de nationale politie nog niet gestart. Herbezinning op nut en noodzaak van het onderzoek dient in samenspraak met het Dagelijks Bestuur nog plaats te vinden.
In zijn vergadering van 4 april 2012 heeft het Algemeen Bestuur de regionale organisatiestructuur voor de crisiscommunicatie vastgesteld. Deze structuur wordt thans geïmplementeerd. De benodigde capaciteit is toegewezen en wordt in 2013 ingevuld. Daarmee kan het risicocommunicatiebeleidsplan in 2013 worden opgesteld.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 3. Samenvoeging van meldkamers teneinde kostenbesparingen te realiseren.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) De beschikbaarheid van een gedragen bestuurlijke opvatting m.b.t. de samenvoeging van de meldkamers.
Participatie in overleg, deelname aan platforms, zowel op landelijk als interprovinciaal niveau.
Voortgang van de uitvoering In 2012 heeft het Veiligheidsbureau het bestuurlijke proces binnen BrabantNoord bij de locatiekeuze van de nieuwe meldkamer met Brabant Zuid-Oost begeleid. Het landelijk streven is om begin 2013 het transitieakkoord gereed te hebben. Op basis hiervan zal er nader invulling worden gegeven aan enerzijds de nieuwe inrichting (landelijk) en anderzijds de ontvlechting (Veiligheidsregio)
Lasten en baten BBN Veiligheidsbureau Lasten
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2011
Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten
406 278
totaal lasten
684
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
Begroting 2012 primair 421 347 182
Begroting 2012 na wijziging 515 349
Werkelijk 2012
950
864
727
72
467 260
42
72
-
42
-
-612
-950
-822
-727
Het programma Veiligheidsbureau levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming van € 95.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: • Salarissen en sociale lasten: voordeel € 47.000. Het vacature voordeel (1,4 fte) verminderd met € 35.000 kosten van inhuur personeel resulteert in een salarisvoordeel van € 47.000. • Goederen en diensten: voordeel € 90.000. Op de lasten van goederen en diensten is een voordeel behaald van € 90.000. Dit wordt veroorzaakt door een voordeel op de multidisciplinaire taken van het Veiligheidsbureau van € 48.000. Daarnaast treedt een voordeel op van € 42.000 doordat binnen het project NUCDEF, Nuclear Defense (nucleaire verdediging) het opleidingsprogramma nog niet van start is gegaan als gevolg van vertraagde besluitvorming op landelijk niveau. Als in mei 2013 een verdrag getekend kan worden door het Ministerie van V&J, dan hopen we dat het programma eind 2013 van start kan gaan. Het voordeel op de kosten wordt teniet gedaan door een even groot nadeel op de baten (zie hierna). • Inkomens- en vermogensoverdrachten: nadeel € 42.000. Op de baten van inkomens- en vermogensoverdrachten is een nadeel behaald van € 42.000. Dit betreft de subsidie NUCDEF waaruit de gemaakte kosten van project NUCDEF zouden worden vergoed. Aangezien er geen kosten gemaakt zijn, heeft de brandweer nog geen subsidie ontvangen. Onderdeel van de landelijke besluitvorming is ook een meer structurele financiering.
Jaarverantwoording 2012
13
3.1.2 Risicobeheersing Risicobeheersing houdt het wegnemen van structurele oorzaken van fysieke onveiligheid in en het voorkomen van het ontstaan daarvan. Daarnaast is brandveiligheid, het voorkomen van de directe oorzaken van brand, een taak van Risicobeheersing. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
1. Brandveilig leven stimuleren
om de veiligheid te vergroten (minder slachtoffers) en de repressieve inzet te verminderen. Te realiseren door het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en het stimuleren van zelfredzaamheid.
2. Terugdringen van het aantal loze OMS-meldingen om de paraatheid te optimaliseren, kosten te besparen en de motivatie van brandweermedewerkers in stand te houden.
14
Een goede adviespartner zijn voor de gemeenten van de Veiligheidsregio.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Medio 2012 is een concreet voorstel (inclusief randvoorwaarden) beschikbaar voor gemeenten om het veilig leven te implementeren. Dit mede op basis van afspraken met relevante maatschappelijke actoren (corporaties, zorginstellingen, bedrijven, etc.).
Voortgang van de uitvoering
Een concreet voorstel voor gemeenten om het veilig leven te implementeren is niet gerealiseerd. In 2012 zijn echter wel per district verschillende ‘brandveilig leven’ thema’s aan de orde geweest. Tevens is het voor de gehele regio het project dat in 2011 is gestart onder de naam ‘professor Blussemans’ verder uitgebreid. Brandveilig leven is onderdeel geworden van de organisatieontwikkeling in het kader van MVSO, zodat het thema een geborgde plaats krijgt in de bedrijfsvoering van risicobeheersing. In 2012 is nieuw OMS-beleid vastgesteld. Een voorstel in 2012 van een eerste Aangesloten objecten zijn gescreend op afname van het aantal loze OMSeen verplichte of vrijwillige aansluiting, meldingen conform de normstelling die landelijk nog volgt waarbij het jaar 2010 waarna de keus gemaakt kon worden om zich af te melden. Het aantal aansluitinals vertrekpunt geldt gen is daardoor met ca. 10% geredu(0-meting). ceerd. Hierdoor is ook het aantal loze alarmeringen gedaald. Verdere reductie wordt bereikt doordat het bestuur er voor heeft gekozen om het terugdringen van het uitrukken op niet geverifieerde meldingen als bezuinigingsdoelstelling aan te merken. In 2013 is een project gestart om deze doelstelling te realiseren. 1. Frontoffice is gerealiseerd voor resul1. Organiseren van een front-officetaatgebied veilige objecten. Voor veifunctie waar vragen en ontwikkelingen lige ruimten volgt frontoffice nog. In van gemeenten worden gesignaleerd de tweede helft 2011 zijn met elke geen in geval van complexe zaken meente prestatieafspraken gemaakt. danwel (hoog)specialistische kennis De afspraken zijn ambtelijk vastgewordt doorgezet naar de back-office. legd. Als onderdeel van het project 2. Harmoniseren van werkzaamheden. “Aristoteles” dat ten doel heeft om 3. Beleids- en kennisontwikkeling. prestatieafspraken inzichtelijk te maken op alle regionale taakvelden, worden de afspraken in 2012 integraal aan het bestuur voorgelegd. 2-3In 2011 zijn twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor alle medewerkers risicobeheersing. Voor alle medewerkers is één tweedaagse opleiding Bouwbesluit 2012 georganiseerd. Er is een structuur opgezet waardoor Brabant Noord vertegenwoordigd is in verschillende landelijke advies- en/of werkgroepen Risico beheersing.
Lasten en baten BBN Risicobeheersing Lasten
bedragen x € 1.000
Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten
2.790 95
Begroting 2012 primair 3.451 30 72
totaal lasten
2.885
3.553
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
Werkelijk 2011
10 170
75
Begroting 2012 na wijziging 2.999
Werkelijk 2012
118
113
3.117
3.068
8
174
100
101
2.955
180
75
108
275
-2.705
-3.478
-3.009
-2.793
Het programma Risicobeheersing levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 216.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: • Salarissen en sociale lasten: voordeel in de kosten € 44.000. Het vacaturevoordeel vermindert met de inhuur van personeel en levert een voordeel op van € 44.000. • Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 166.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt. Dit betrof een bedrag van € 150.000. Het restant van € 16.000 wordt verklaard door de ontvangen bedragen voor de opgebouwde en gestorte spaarbedragen inzake het flo van de medewerkers die al voor 1 januari 2011 in dienst waren. 3.1.3 Preparatie Preparatie omvat al die (voorbereidende) taken en maatregelen die leiden tot een goed repressief optreden. De doelstellingen en activiteiten zijn erop gericht voorwaarden te creëren die ervoor zorgen dat de repressieve taakuitvoering veilig en volgens heersende kwaliteitseisen en –normen kan plaatsvinden. Meldkamer De Meldkamer Brandweer maakt op basis van een melding een inschatting van de noodzakelijke hulp, kwalificeert de melding, alarmeert de benodigde hulpdiensten, stuurt deze aan en coördineert de inzet. Indien noodzakelijk draagt de meldkamer zorg voor verdere opschaling en begeleiding.
Jaarverantwoording 2012
15
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Verwerkingstijd optimaliseren om zo de opkomsttijden daar waar nodig te verbeteren om de hulpvragers effectiever te kunnen helpen.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) De beschikbaarheid van een bestuurlijk voorstel medio 2012 voorhet (normatief) vaststellen van de verwerkingstijden in relatie tot onderkende risicoprofielen.
Hiervoor zullen we de verwerkingstijden monitoren en analyseren.
Voortgang van de uitvoering De uitwerking van een bestuurlijk voorstel voor het dekkingsplan heeft in 2012 niet plaatsgevonden. Zie paragraaf 3.1.4 onderdeel repressie. In 2012 is 81,3% van de prioriteit 1 meldingen binnen 1, 5 minuut verwerkt. Dit is 3,7% onder de norm. Het derde kwartaal laat een daling van het gemiddelde zien. Dit is te wijten aan de invoer van de landelijke meldingsclassificaties en is in lijn met de landelijke trend. In het laatste kwartaal is weer een stijgende lijn waarneembaar.
Materieel De afdeling Materieelbeheer en Logistiek voorziet in de materiële behoeften van de brandweer om aan de eisen m.b.t. paraatheid en slagkracht te kunnen voldoen en in het structureel in stand houden van deze behoefte. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Samenstellen van een sluitend meerjarig materieelinvesteringsplan.
16
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Begin 2012 moet er een meerjarig investeringsplan (2012-2014) voor materieel beschikbaar zijn met financiële effecten dat ter besluitvorming kan worden voorDe behoefte aan materieel (vanwege gelegd aan het bestuur. vereiste slagkracht en paraatheid) wordt afgezet tegen het aanwezige materieel en de beschikbaar gestelde middelen. 2. Het materieelbeheer is structu- Medio 2012 is IMS volledig uitgerold. reel in control. Door een gefaseerde implementatie van het landelijke materieelbeheersysteem IMS.
Voortgang van de uitvoering Om tot een goed meerjarig investeringsplan te komen, moeten de effecten van het MVSO traject worden meegenomen. Zodra de repressieve doctrine en het spreidingsplan in 2013 zijn gerealiseerd kan het meerjarig materieelinvesteringsplan worden opgesteld.
In het tweede kwartaal is de nieuwe versie van IMS, genaamd OBSV, uitgerold. Het materieel van BBN is ingevoerd in OBSV. Verder worden de interne werkprocessen hierop afgestemd en is een project gestart om de benodigde KPI’s door het systeem te laten genereren.
Vakbekwaamheid repressief personeel De vakbekwaamheid van het repressieve personeel wordt op peil gehouden door middel van opleiden en oefenen. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Structureel opgeleid en geoefend personeel. Samenstelling van een meerjarig opleidings- en oefenbeleidsplan.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) De beschikbaarheid per november 2012 van een meerjarig opleidings- en oefenbeleidsplan (voor de jaren 2013 - 2015) op basis waarvan de jaarlijkse opleidings- en oefenplannen kunnen worden gemaakt.
Voortgang van de uitvoering Het door Vakbekwaamheid opgestelde Beleidsplan omvat een meerjarig opleidings- en oefenplan voor de jaren 2013 – 2015.
Lasten en baten BBN Preparatie Lasten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal lasten Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2011
Begroting 2012 na wijziging 7.213 3.244 3.671
Werkelijk 2012
6.780 3.345 2.975
Begroting 2012 primair 6.244 3.193 3.166
13.100
12.603
14.128
13.087
5 730 201
272
4 362
87 474 54
6.960 2.991 3.136
936
272
366
615
-12.164
-12.331
-13.762
-12.472
Het programma Preparatie levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 1.290.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: • Salarissen en sociale lasten: voordeel in de kosten € 253.000. Het voordeel van € 142.000 wordt veroorzaakt door het verschil tussen de realisatie en de geëxtrapoleerde kosten op basis van het eerste halfjaar, waarbij er geen rekening is gehouden met het zomer- en kerstreces van het opleiden en oefenen. Ook waren er nog onvoldoende ervaringscijfers beschikbaar om een goede inschatting te kunnen maken. Daarnaast zijn de 1,5 fte vacatures op de meldkamer niet ingevuld in verband met de schaalvergroting naar één landelijke meldkamerorganisatie, verminderd met de inhuur is het voordeel € 66.000. Het restant is een voordeel dat ontstaat op basis van de vacatures, verminderd met de inhuur van personeel. • Rente en afschrijvingen: voordeel € 253.000. In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject is een aantal grote investeringen, met name de vervanging van tankautospuiten, uitgesteld. Door nieuw regionaal beleid en herverdeling van het bestaande materieel in de regio zijn alle investeringen kritisch beoordeeld. Dit heeft tot aanpassingen van het oorspronkelijke investeringsplan voor 2012 geleid. Hierbij is een aantal investeringen uitgesteld of geheel vervallen waardoor een incidenteel voordeel op de kapitaallasten van € 253.000 is ontstaan. • Goederen en diensten: voordeel in de kosten € 535.000. Op de lasten van goederen en diensten is een voordeel behaald van € 535.000. Het grootste deel hiervan, € 440.000, is toe te schrijven aan achterblijvende uitvoering van opleiden en oefenen. Omdat na het doorlopen van nieuwe aanbestedingsprocedures de oefencentra volgeboekt waren, was het nog niet mogelijk de realistische oefeningen te organiseren. De belangrijkste overige verschillen zijn als volgt: Op de kosten van brandstof, onderhoud en reparatie van het materieel is een voordeel ontstaan van € 36.000. Ten opzichte van het totaalbudget is dit een afwijking van 3%. Het overschot op de budgetten voor repressieve informatievoorziening (RIV) van € 26.000 wordt veroorzaakt doordat er minder bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen zijn besteld in afwachting van de implementatie van de Digitale Operationele Informatie Voorziening (DOIV). • Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 83.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct
Jaarverantwoording 2012
17
verwerkt, een totaal bedrag van € 75.000. Het restant van € 8.000 wordt verklaard door de ontvangen bedragen over de opgebouwde en gestorte spaarbedragen inzake het flo van de medewerkers die voor 1 januari 2011 in dienst waren. • Goederen en diensten: voordeel bij de baten € 112.000. Op de baten van goederen en diensten is een voordeel behaald van € 112.000, dat veroorzaakt wordt door de opbrengsten van externe cursisten die niet in de begroting waren opgenomen. De tarieven voor 2012 zijn pas laat in 2012 vastgesteld. Vanaf 2013 zijn de tarieven op voorhand bekend. • Inkomens- en vermogensoverdrachten: voordeel € 54.000. Op deze post is een voordeel van € 54.000 ontstaan door ontvangen subsidies (met name ESF-gelden) ter verbetering van de kwaliteit van het brandweeronderwijs. Het moment en de omvang van de te ontvangen ESF-gelden zijn niet op voorhand bekend (€ 47.000). De ontvangen subsidie wordt gedoteerd aan de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs.
3.1.4 Repressie Planvorming Planvorming heeft als taak het goed voorbereid zijn op het inzetten van de brandweer. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Brandweerinzet ondersteunen met behulp van de toepassing van digitale bereikbaarheidskaarten teneinde de eigen veiligheid te vergroten en de inzet effectiever te maken.
18
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) De beschikbaarheid per eind 2012 van informatie ten behoeve van de repressieve inzet die ontsloten wordt met behulp van (mobiele) informatiesystemen die de kaart als onderlegger hebben.
Gefaseerde implementatie van de landelijke projectresultaten, waaronder het ontsluiten van gegevens met behulp van bijvoorbeeld mobiele dataterminals.
In 2012 ligt er een voorstel voor een 2. Minder drinkwater gebruiken als bluswater om bij te dragen aan alternatieve methode van bluswatervoorziening. de duurzaamheid van water. Alternatieven onderzoeken voor het gebruik van kraanwater als blusmiddel.
Voortgang van de uitvoering Alle informatie over de repressieve inzet wordt verzameld in een database. Het opzetten van deze database wordt aanbesteed op basis van landelijke specificaties zodat het uitwisselen van operationele informatie tussen regio’s mogelijk is. Om aankoop-technische redenen is de aanbesteding eerder dit jaar vertraagd. Inmiddels is de aanbesteding zo goed als afgerond. In het 1e kwartaal 2013 wordt de database operationeel. De operationele gegevens zijn daarna voor alle eenheden beschikbaar. De keuze van de techniek voor het ontsluiten van de data met behulp van mobiele dataterminals volgt in de loop van 2013. Besloten is een pilot uit te voeren m.b.t. een locatie onafhankelijke bluswatervoorziening door een zogenaamde waterwagen. Bij een positieve uitkomst van de pilot in de loop van 2013 kunnen brandkranen deels gefaseerd worden afgestoten.
Repressie Repressie behelst het feitelijk optreden van de brandweer bij brand, ongevallen en andere hulpverleningen.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Evaluatie dekkingsplan operationele grenzen teneinde tot effectieve inzet te komen.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Medio 2012 is het nieuwe dekkingsplan bestuurlijk vastgesteld.
Heroriëntatie op de huidige grenzen mede aan de hand van berekeningen van het programma ‘Care’ en de mogelijke toepassing van preventieve voorzieningen die kunnen leiden tot aanpassing van de opkomsttijden. 2. Operationele slagkracht en beschikbaar gestelde financiële middelen structureel op elkaar afstemmen.
Het dekkingsplan is op 27 juni door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Daarbij is een vervolgopdracht gegeven om de lokale risico’s verder in beeld te brengen en om op basis van de handreiking van de minister verder invulling te geven aan het zogenaamde beargumenteerd afwijken. De uitwerking van deze opdracht (dekkingsplan 2) wordt medio 2013 aan het Algemeen Bestuur voorgelegd.
De beschikbaarheid van een bestuurlijk voorstel per medio 2012 tot het desgewenst bijstellen van de operationele slagkracht en de vertaling daarvan in financiële middelen.
In het kader van de financiële ontwikkelingen is door het bestuur een voorgenomen besluit genomen tot inkrimping van het aantal operationele voertuigen. De uitwerking van dit besluit vindt binnen het MVSO-traject plaats en wordt medio 2013 opgeleverd.
De uitvoering in 2012 van minimaal 2 pilots m.b.t. de toepassing van nieuwe, innovatieve technieken en de beschikbaarheid per pilot van een evaluatierapport met advies over de invoering/uitrol (zowel qua inhoud als proces).
Ten behoeve van het testen van innovaties op het gebied van incidentbestrijding zijn er in 2012 twee pilots gestart en is er één onderzoek afgerond. Op de post Veghel vindt een pilot variabele voertuigbezetting en het optreden met een snel interventie voertuig (SIV) plaats. Deze pilot loopt door tot medio 2013. In het district Leijgraaf is eind 2012 een pilot gestart voor een locatie onafhankelijke bluswatervoorziening met een tankwagen. Het onderzoek naar nut en noodzaak van Drukluchtschuim (DLS) is afgerond. De uitkomsten van deze pilots dienen als input voor het programma van eisen voor de aanbesteding van nieuwe tankautospuiten.
Heroriëntatie op de huidige en de gewenste operationele slagkracht binnen de regio in totaliteit met vertaling naar financiële middelen, afgezet tegen de beschikbaar gestelde middelen. 3. Innovatieve repressieve technieken toepassen om het rendement van de eigen inzet te verbeteren en de veiligheid van manschappen te vergroten.
Voortgang van de uitvoering
De uitvoering van een aantal pilots m.b.t. innovatieve technieken.
Kwaliteit, innovatie en onderzoek Kwaliteit, innovatie en onderzoek richten zich op het systematisch, vakinhoudelijk doorontwikkelen van de brandweer zodat de brandweerzorg die wordt geboden, afgestemd is op de eisen die de complexe omgeving waarin zij opereert, haar stelt. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Lerend vermogen versterken. We gaan het lerend vermogen versterken, zodat de kwaliteit van het brandweerwerk verbetert.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Tussen medio 2011 en medio 2012 wordt op elk onderdeel van de veiligheidsketen minimaal één initiatief ontwikkeld om te komen tot innovatie. Dit initiatief voldoet aan vooraf geformuleerde randvoorwaarden die medio 2011 beschikbaar zijn. Vóór eind 2012 vindt evaluatie plaats van de resultaten van de initiatieven, zowel voor de inhoudelijke aspecten als voor de wijze waarop de organisatie kan leren van deze initiatieven.
Voortgang van de uitvoering Er zijn in 2012 diverse vernieuwende initiatieven ontwikkeld. Dit varieert van het bedenken van alternatieve bluswatervoorzieningen tot het anders omgaan met de aansluitvoorwaarden van het Openbaar Meldsysteem. Sommige initiatieven zijn volledig afgerond, andere zijn in ontwikkeling.
Jaarverantwoording 2012
19
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 2. Lerend vermogen versterken. We gaan het lerend vermogen versterken door middel van het inrichten van een leeragentschap. Dit leeragentschap zal binnen de regio BBN analyses maken van (bijna-) ongevallen om zo de leermomenten voor BBN vast te stellen. 3. Transparantie vergroten m.b.t. de invulling van de brandweerzorg voor onze opdrachtgevers en de eigen organisatie. Inzichtelijk maken (door monitoring en analyse) van wat de brandweer doet op alle onderdelen van de veiligheidsketen in relatie tot onder meer vereisten vanuit wet- en regelgeving, bestuurlijke besluiten, dienstverleningsovereenkomsten, etc. en wat we daarvan kunnen leren.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) De leermomenten worden in gezamenlijkheid vertaald naar verbeterde procedures, informatievoorziening e.d.
Medio 2012 is periodieke regiobrede rapportage beschikbaar die inzicht biedt in kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de inzet van de brandweer op alle onderdelen van de veiligheidsketen in relatie tot de (opgedragen) opgave voor de brandweer.
Voortgang van de uitvoering Het leeragentschap is ingericht en ook is een aantal inzetten (zoals de grote branden in Erp, Veghel en bij Unipol in Oss) geanalyseerd en geëvalueerd. Aanbevelingen hiervan zijn weggezet in de organisatie.
In 2012 is een pilot gestart met een aantal brandweerzorgindicatoren. Hierover is op managementniveau per kwartaal gerapporteerd. De komende jaren wordt deze rapportagevorm geëvalueerd en doorontwikkeld tot een volwaardige managementtool, die ook als basis kan dienen voor bestuurlijke rapportages.
Lasten en baten BBN Repressie Lasten
20
bedragen x € 1.000
Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten
5.667 630
Begroting 2012 primair 6.372 188 879
854
773
totaal lasten
6.297
7.439
7.031
7.016
95 8 8
23
56 9
135 13
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
Werkelijk 2011
Begroting 2012 na wijziging 6.177
Werkelijk 2012 6.243
111
23
65
148
-6.186
-7.416
-6.966
-6.868
Het programma Repressie levert een nadelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 98.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: • Salarissen en sociale lasten: nadeel in de kosten € 66.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De gemaakte kosten in 2011 en 2012 zijn pas in het najaar 2012 correct verwerkt. De sociale lasten en jaarvergoedingen van de vrijwilligers waren ten onrechte bij de salariskosten van het beroepspersoneel, op het programma repressie geboekt. Eind 2012 heeft een correctie plaatsgevonden. Per saldo levert dit een nadeel van € 66.000 op. • Goederen en diensten: voordeel € 81.000. Op de lasten van goederen en diensten is een voordeel behaald van € 81.000. Dit bedrag is inclusief een overschot van € 51.000 op de budgetten van de vrijwilligers die postcommandanten hebben voor de activiteiten van vrijwilligers.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
• Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 79.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt, totaal bedrag € 112.000. Daarnaast wordt € 12.000 verklaard door de ontvangen bedragen met betrekking tot het opgebouwde en gestorte spaarbedrag inzake het flo van de medewerkers die al in dienst waren voor 1 januari 2011. Een nadeel van € 46.000 is ontstaan doordat er minder bijstand is verleend en de inkomsten achtergebleven zijn. 3.1.5 Nazorg Het doel van nazorg is om na een incident weer zo snel mogelijk terug te keren naar de normale of oorspronkelijke situatie. Dit richt zich primair op de zorg voor het personeel na een incident. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. De personele zorg optimaliseren daar waar het gaat om ervaringen met agressie tijdens de dienstuitoefening. Dit om als werkgever een gezonde en veilige werkomgeving te bieden (ook in relatie tot werkgevers van vrijwilligers).
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) De beschikbaarheid van deze protocollen medio 2012 en de toepassing ervan vanaf dat moment.
Voortgang van de uitvoering Er is een protocol beschikbaar voor incidenten vanwege externe bedenkingen. Dit protocol wordt verder uitgebouwd en aangevuld ten behoeve van het omgaan met ; ‘ongewenst gedrag’ in de brede zin van het woord.
Het ontwikkelen en implementeren van protocollen die bijdragen aan meer veiligheid. 2. De personele zorg optimaliseren daar waar het gaat om het verwerken van traumatische ervaringen. Het optimaliseren van processen en procedures en het (voortgaand) trainen van het Bedrijfs Opvang Team (BOT)
De beschikbaarheid van actuele processen en procedures die in de praktijk effectief worden toegepast; de regionale beschikbaarheid van een goed functionerend BOT, monitoring van de werking en resultaten alsmede de jaarlijkse evaluatie van de bedrijfsopvang, voor het eerst per ultimo 2012.
Het organisatieplan nazorg is volledig geïmplementeerd. Het BOT is op sterkte gebracht en aanvullend opgeleid. De jaarlijkse evaluatie over de inzet van het BOT wordt uitgevoerd.
Lasten en baten BBN Nazorg Lasten
bedragen x € 1.000
Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten
134 85
Begroting 2012 primair 182 93
totaal lasten
219
275
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
Werkelijk 2011
3
Begroting 2012 na wijziging 148 95
Werkelijk 2012
243
248
2
44
150 98
3
-
2
44
-216
-275
-241
-204
Jaarverantwoording 2012
21
Het programma Nazorg levert een voordelig resultaat op, ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming, van € 37.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: • Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 42.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt. In totaal is het een bedrag van € 37.000. 3.1.6 Overhead Strategie, beleid en communicatie Strategie, beleid en communicatie is gericht op de ondersteuning van het bestuur van de Veiligheidsregio, de veiligheidsdirectie, het management brandweer bij ontwikkeling, afstemming en uitvoering van (strategisch) beleid evenals in- en externe communicatie.
22
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Transparantie aangaande de overeengekomen dienstverlening. Gemeenten zijn opdrachtgevers van de Veiligheidsregio en daarmee ook van de brandweer. In 2011 is een eerste aanzet gemaakt om de door de gemeenten gevraagde diensten op het gebied van risicobeheersing (w.o. brandveiligheidsadvisering omgevingsvergunningen, brandveiligheidscontroles e.d.) vast te leggen in dienst-verleningsovereenkomsten.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Eind 2012 zijn er dienstverleningsovereenkomsten ter vaststelling aan de gemeenten aangeboden.
2. Helder beleid over in- en externe communicatie door de veiligheidsregio.
Eind 2012 is er een door het Algemeen Bestuur vastgesteld Communicatiebeleidsplan Veiligheidsregio Brabant-Noord 2012 – 2015.
Ter uitwerking van het in 2011 door het Algemeen Bestuur vast te stellen Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015 Veiligheidsregio is het noodzakelijk om in 2012 het in- en externe communicatie¬beleid van de Veiligheidsregio vast te stellen. Hiermee moet zowel naar burgers, instellingen, bedrijven, bestuur en politiek als naar de eigen medewerkers eenduidig de toegevoegde waarde van de Veiligheidsregio BrabantNoord worden uitgedragen.
Voortgang van de uitvoering De dienstverleningsovereenkomsten zijn in samenspraak met de gemeenten tot stand gekomen. In samenspraak met de Kring van gemeentesecretarissen is besloten de dienstverleningsovereenkomsten met de gemeenten vooralsnog te beperken tot de producten in het kader van risicobeheersing.
Op basis van de keuzes in de bestuursconferentie (december 2012) over de doelstellingen, taken, middelen en organisatie van de Veiligheidsregio, wordt er al in 2013 een Communicatiebeleidsplan opgesteld.
Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering ondersteunt de primaire processen zodat deze ongestoord voortgang vinden. Daarnaast zorgt zij voor de uitvoering en ondersteuning van de planning- en controlcyclus.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. De basis op orde brengen.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren) Ultimo 2012 is de bedrijfsvoering in al zijn facetten in control: de begrotings- en verantwoordingscyclus wordt conform Op grond van de uitkomst van een planning doorlopen; de begroting is ‘scan’ van de huidige bedrijfsvoesluitend, er zijn geen overschrijdingen, ring en te formuleren eisen (mede personele en materiële uitgaven zijn in op basis van het inrichtingsplan balans met toegekende budgetten, rele‘Fijnstructuur’) die aan de nieuwe vante/kwetsbare processen zijn beschrebedrijfsvoering moeten worden gesteld, wordt per bedrijfsvoerings- ven en uitvoering geschiedt conform. De onderdeel een transitieplan gemaakt accountant geeft over het jaar 2012 een getrouwheids- en rechtmatigheidsverklamet als uitgangspunt: first things first. De aandacht richt zich eerst op ring af. personeel- en budgetbeheersing en de kritische bedrijfsvoerings-processen (bijv. ICT). Elk plan kent zijn eigen doorlooptijd met als deadline: eind 2012. De bestuurlijke accordering van een 2. Nieuwe verdeelsleutel ontwiknieuwe verdeelsleutel uiterlijk per 2012. kelen voor de bijdragen door de afzonderlijke gemeenten. Voorstel ontwikkelen op basis van analyse en monitoring. 3. Brandweerzorg die in overeenstemming is met de beschikbaar gestelde middelen. Voorstel ontwikkelen op basis van analyse en monitoring.
4. Opstap naar 2e loopbaan desgewenst faciliteren. Ontwikkelen van de randvoorwaarden om daarvoor in aanmerking komende medewerkers te faciliteren in het toewerken naar een 2e loopbaan.
Voortgang van de uitvoering Hoewel de basis steeds meer op orde komt, is het eindpunt zoals dat was voorzien, nog niet bereikt. Met name vanwege de beperkte personele sterkte zijn er langere doorlooptijden. De processen van Bedrijfsvoering zijn grotendeels beschreven en afronding daarvan vindt plaats in het eerste kwartaal 2013. Met name de Planning- en controlcyclus is vanuit kwaliteitsoogpunt sterk verbeterd. De sturing op (materiële en personele) budgetten wordt steeds effectiever. De organisatie komt meer en meer in control.
In 2012 is een bestuurlijk voorstel geformuleerd om de huidige verdeelsleutel (een percentuele verdeling op basis van de huidige verhouding in de bijdragen van de diverse gemeenten) te handhaven. Het DB heeft hiertoe op 19 december 2012 een besluit genomen. Eind 2012 heeft het Algemeen Bestuur De bestuurlijke accordering uiterlijk in 2012 van een niveau van brandweerzorg op voordracht van en in interactie met voor de komende jaren dat overeenstemt de brandweer richtinggevende besluiten kunnen nemen om de brandweerzorg met de beschikbare middelen. meerjarig in overeenstemming te brengen met de beschikbare middelen. Formele besluitvorming hierover vindt plaats in het AB van april 2013. Medio 2012 is een plan van aanpak Bestuurlijke besluitvorming medio 2012 samengesteld dat voorziet in de ontwikm.b.t. de invulling van de randvoorwaarkeling van instrumenten om het 2e den aangaande de 2e loopbaan en de loopbaanbeleid (dat wordt gezien als dekking van de daaruit voortvloeiende onderdeel van zogenoemd employability(structurele) lasten. beleid dat voor alle medewerkers moet gaan gelden) te faciliteren. Besluitvorming hierover vindt in de loop van 2013 plaats. De uitloop wordt veroorzaakt door capaciteitsgebrek.
Lasten en baten BBN Overhead Lasten
bedragen x € 1.000
Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten
2.955 887 4.043 570
Begroting 2012 primair 2.679 91 4.723 941
totaal lasten
8.455
8.434
9.448
8.071
526 739 180
96 134 67
75 777 68
82 745 89
Baten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten
Werkelijk 2011
Begroting 2012 na wijziging 2.877 756 5.191 624
Werkelijk 2012 2.643 222 4.632 574
totaal baten
1.445
297
920
916
saldo
-7.010
-8.137
-8.528
-7.155
Jaarverantwoording 2012
23
Het programma Overhead levert een voordelig resultaat op ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming van € 1.373.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
24
• Salarissen en sociale lasten: voordeel € 234.000. In 2012 hebben we als eigenrisicodrager minder claims van het UWV ontvangen omdat exmedewerkers elders het werk hervat hebben. Mede hierdoor valt er van de voorziening personeel € 131.000 vrij. Het niet invullen van de formatieplaatsen (9,3% van de totale beroepsformatie) werkte door in de aan personeel gerelateerde kosten zoals: gratificaties, jubilea, werving & selectie van personeel en vrijwilligers. In totaal een voordeel van € 44.000. Ten slotte bleek het afwikkelingsverschil met betrekking tot nagekomen kosten inzake de functiewaardering € 52.000 (voordeel) te bedragen. • Kapitaallasten/betaalde rente: voordeel in de kosten € 534.000. De investering bij Beheer en huisvesting voor uitgaanskleding van € 348.000 wordt in 2013 afgerond. De bestellingen lopen en in 2013 worden alle korpsen voorzien van het nieuwe uitgaanstenue. Daarnaast is, vooruitlopend op de uitkomsten van een inventarisatie van de inventaris op de kazernes, een investeringsbudget van € 150.000 beschikbaar. De realisatie van deze investeringen vindt in 2013 plaats waardoor over 2012 een incidenteel overschot is ontstaan van € 98.000. Op de kapitaallasten van ICT is een incidenteel voordeel van € 138.000 ontstaan door de vertraagde invoering van het nieuwe netwerk. De betaalde rente is € 75.000 hoger dan geraamd doordat de betaling van de overgedragen activa aan de gemeenten later plaatsvond dan voorzien en de gemeenten hiervoor rente gecompenseerd kregen. Conform het BBV wordt de betaalde rente van € 373.000 verantwoord bij saldo financieringsfunctie onder de algemene middelen. Het budget was nog niet aangepast. Voordeel € 373.000. • Goederen en diensten: voordeel in de kosten € 559.000. Het grootste deel hiervan wordt veroorzaakt door voordelen bij Strategie, Beleid en Communicatie ter hoogte van € 143.000 als gevolg van de achterstanden in de uitvoering van communicatieplannen in verband met de besluitvorming rond de invulling van de benodigde capaciteit. Bij Financiën en control is een voordeel ter hoogte van € 110.000 ontstaan, doordat onder andere de implementatie van de digitalisering van de facturenstroom en de bijhorende rapporten vertraagd is. Daarnaast zijn de accountants- en advieskosten lager uitgevallen en is de voorziening dubieuze debiteuren vrijgevallen. Bij Beheer en Huisvesting is een voordeel ontstaan op diverse budgetten van de gehele regio van € 57.000. Belangrijkste oorzaak is het doorschuiven van aanpassingen op de kazernes en aanschaf van inventaris in afwachting van de definitieve inventarisatie van de inventaris op de kazernes. • Rente en afschrijvingen: nadeel bij de baten € 32.000. Het kapitaallastennadeel bij de baten € 32.000 is ontstaan door lagere interne renteopbrengsten omdat de kapitaallasten lager zijn dan geraamd in verband met later realiseren van geplande investeringen. • Goederen en diensten: voordeel bij de baten € 21.000. Het behaalde voordeel van € 21.000 is ontstaan door onvoorziene inkomsten uit hoofde van sommenverzekeringen.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
3.1.7 Totale kosten Brandweer en Veiligheidsbureau Lasten en baten BBN + VB Totaal Lasten
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2011
Veiligheidsbureau Risicobeheersing Preparatie Repressie Nazorg Overhead Frictie- en implementatiekosten/Taakstelling
684 2.885 13.100 6.297 219 8.455
totaal lasten
31.640
Begroting 2012 primair 950 3.553 12.603 7.439 275 8.434 101
Begroting 2012 na wijziging 864 3.117 14.128 7.031 243 9.448
Werkelijk 2012
33.355
34.831
32.217
297
42 108 366 65 2 920
275 615 148 44 916
727 3.068 13.087 7.016 248 8.071
Baten Veiligheidsbureau Risicobeheersing Preparatie Repressie Nazorg Overhead
72 180 936 111 3 1.445
totaal baten
2.747
667
1.503
1.998
-28.893
-32.688
-33.328
-30.219
Saldo Programma's
75 272 23
25
Algemene middelen BDUR Inwonerbijdrage Saldo financieringsfunctie
3.715 29.356
3.600 28.991
3.588 29.011
3.990 28.939 -306
Totaal algemene middelen
33.071
32.591
32.599
32.623
Resultaat voor bestemming
4.178
-97
-729
2.404
Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves
1.026 70
50 147
73 802
523 725
Saldo verrekening reserves
-956
97
729
202
3.222
-
-
2.606
Resultaat na bestemming
Algemene middelen: Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR)/Inwonerbijdragen De Algemene Middelen zijn opgebouwd uit de bijdragen uit de Brede DoelUitkering Rampenbestrijding vanuit het Ministerie van V&J en de Inwonerbijdragen vanuit de gemeenten. Hierop is een voordeel ontstaan van in totaal € 330.000 ten opzichte van de begroting. Dit heeft de volgende oorzaken: Het Ministerie van V&J heeft beschikt dat uit haar niet benutte budgetten in 2012 een incidentele bijdrage BDUR aan elke Veiligheidsregio werd toegekend ter hoogte van € 400.000. Daarnaast is éénmalig € 2.000 bijgedragen om de kosten te dekken van een zendmast ten behoeve van DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Services). Hierdoor is een voordeel ontstaan ter hoogte van € 402.000.
Jaarverantwoording 2012
Op de inwonerbijdragen van een aantal gemeenten zijn in 2012 structurele correcties toegepast in verband met niet overgenomen bluswatervoorzieningen. Hierdoor is een nadeel ter hoogte van € 72.000 ontstaan. Conform het BBV wordt de betaalde rente van € 373.000 verantwoord bij saldo financieringsfunctie onder de algemene middelen. Het budget was nog ondergebracht bij het programma overhead. Het nadeel betreft € 373.000. Dit nadeel wordt deels gecompenseerd door het voordeel van hogere rente-inkomsten van €67.000. Dotaties en onttrekkingen reserves
26
Onderstaande opsomming geeft weer welke dotaties en onttrekkingen tot verschillen hebben geleid: • In de decembercirculaire BDUR 2012 signaleerde het Ministerie van V&J dat men inzag dat de regionalisering van de gemeentelijke brandweer voor de Veiligheidsregio’s een ingrijpend proces is dat flinke incidentele kosten met zich meebrengt. Men schatte in dat deze kosten ongeveer 7 jaar voor de verwachte structurele besparingen uitgaan. Om hierin tegemoet te komen, heeft het Ministerie in 2012 aan alle Veiligheidsregio’s een éénmalige bijdrage van € 400.000 toegekend. Daarnaast is éénmalig € 2.000 bijgedragen om de kosten te dekken van een zendmast ten behoeve van DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Services). Hierdoor is een incidenteel voordeel ontstaan ter hoogte van € 402.000. • Aan de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs werden de niet begrote ontvangsten van ESF-gelden ter hoogte van € 48.000 gedoteerd. Het moment en de omvang van deze ontvangsten zijn niet vooraf bekend. • De uitgaven ten laste van de Convenantgelden zijn lager uitgevallen, doordat de in 2012 voorziene activiteiten traag van start zijn gegaan. Hierdoor is de onttrekking aan de reserve Convenantgelden € 203.000 lager dan geraamd. • In 2012 is voor een bedrag van € 152.000 aan de bestemmingsreserve onttrokken en betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen. • In 2012 is een bedrag van € 24.000 onttrokken aan de Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs, hetgeen niet geraamd was. Dit betreft een bijdrage aan de NVBR ten behoeve van de aanvraag van ESF-gelden. Net als bij de inkomsten, is de hoogte van de bijdrage niet vooraf bekend. • Een onttrekking ter hoogte van € 50.000 uit de Reserve Risico- en crisiscommunicatie was geraamd voor 2012. Maar er zijn in 2012 nog geen van de geplande activiteiten gestart die tot kosten hebben geleid. Deze zullen vanaf 2013 plaatsvinden. Daarom heeft er in 2012 geen onttrekking uit deze reserve plaatsgevonden. Na dotaties en onttrekkingen aan reserves resteert een voordelig resultaat voor Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord van € 2.606.000.
3.2 Programma: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De GHOR Brabant-Noord (dit is de Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) draagt ten behoeve van de gezondheid van (potentiële) slachtoffers van rampen en zware ongevallen samen met de geneeskundige keten en in afstemming met de brandweer, politie en gemeenten zorg voor drie processen: de Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH), de Publieke Gezondheid (PG) en de Psychosociale Hulpverlening (PSH). Daarnaast heeft de GHOR als taak afspraken te maken met de zorginstellingen in de regio over hun voorbereiding op, en inzet bij zware ongevallen, rampen en crisissituaties (zorgcontinuïteit). Anders gezegd: Onder het motto ‘Veiligheid met zorg geregeld’, zorgt de GHOR ervoor dat iedereen binnen de
Veiligheidsregio Brabant-Noord
geneeskundige sector erop voorbereid is om slachtoffers goed te helpen als zich een calamiteit voordoet. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
1. Voldoen aan de vereisten uit de Wet Veiligheidsregio’s en Wet Publieke Gezondheid.
Op 31-12-‘12 is het beleid van de GHOR Input van de GHOR is geborgd in het geborgd in het Regionaal Beleidsplan en Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio en Regionaal Crisisplan. het Regionaal Crisisplan van de Veiligheidsregio. De consequenties van het Regionaal CriMeting op basis van landelijke prestatie- sisplan zijn deels doorgevoerd en worden in 2013 verder vertaald in beleid. indicatoren ‘Aristoteles’. Op 31-12-‘12 zijn de normen horende bij de indicatoren vastgesteld. Over de resultaten van de GHOR wordt twee keer per jaar gerapporteerd middels de Aristoteles rapportage. Het grootste deel van de normen is vastgesteld, een aantal normen worden in 2013 bepaald.
Relatiebeheer en advies m.b.t. alle schakels van de veiligheidsketen op vier werkterreinen: - Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH); - Publieke Gezondheid (PG), inclusief evenementen-advisering; - Psychosociale Hulpverlening (PSH); - Zorgcontinuiteit (ZC).
2. De GHOR Brabant-Noord is in Uitvoeren nulmeting t.a.v. positionering staat als gezaghebbende regisseur GHOR in het netwerk. Op 31-12-‘12 is de nulmeting uitgevoerd. binnen de witte kolom haar wettelijke taken uit te voeren. Sterke positionering als ‘linking-pin’ in het brede netwerk van OOV-partners enerzijds en zorgaanbieders anderzijds door actief relatiebeheer, advisering en implementatie van producten (vb. informatievoorziening en OTO aanbod). 3. Adequaat opgeleide, getrainde en beoefende GHOR-functionarissen en zorgaanbieders, zowel in mono- als in multidisciplinair verband. De relatiebeheerders genereren bij zorgaanbieders, na bewustwording, vragen op het gebied van (ondersteuning bij) OTO. Zo mogelijk faciliteert de GHOR de zorgaanbieders met een passend OTO-aanbod.
Het beleid hieromtrent krijgt in 2012 nog verder vorm, mede afhankelijk van landelijke modelconvenanten met bijbehorende TBV’s. Op 31-12-‘12 is hier beleid op ontwikkeld inclusief bijhorende helderheid over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen GHOR en zorgaanbieders.
Voortgang van de uitvoering
Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot de intensivering van de samenwerking met de GHOR Midden-West Brabant is er in 2012 geen nulmeting uitgevoerd. Het regisseurschap, vanuit het strategisch accountmanagement wordt in 2013 verder in gezamenlijkheid vorm gegeven.
De landelijke modelconvenanten zijn geëvalueerd. Een aantal van deze modelconvenanten zijn bijgesteld. De GHOR Brabant-Noord gaat de regionale vertaling van deze convenanten samen met de GHOR Midden-West Brabant oppakken. De daadwerkelijke tekening van de convenanten kan derhalve pas plaatsvinden na de formele intensievere samenwerking tussen beide bureaus in 2013. Het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg) krijgt een steeds bepalendere rol als het gaat om het voorbereiden van de acute partners op rampen en crises. Hierdoor is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen GHOR-zorgaanbieder-ROAZ nog niet helemaal helder. De ‘nieuwe rol’ van de DPG (Directeur Publieke Gezondheid) speelt een belangrijke rol in het verder ontwikkelen van beleid op dit vlak.
Jaarverantwoording 2012
27
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
4. Informatievoorziening en ondersteuning op orde brengen.
Per 31-12-‘12 zijn de benodigde informatieproducten in kaart gebracht en is er een prioriteitenlijst met planning gemaakt.
Medio maart 2012 is een Informatiemanager aangesteld bij de GHOR. De Informatiemanager heeft een rapportage opgesteld waarin de informatieproducten van de GHOR in beeld zijn gebracht en er een advies ligt over de toekomst van deze informatieproducten. In oktober heeft de Informatiemanager afscheid genomen van de GHOR. Zijn opvolger start in 2013 met het opgeleverde advies.
Opbouwen van informatieknooppunt GHOR als verbinding tussen zorgaanbieders en OOV-partners.
Per 31-12-‘12 zijn de benodigde ondersteuningsafspraken in kaart gebracht en is er een prioriteitenlijst met planning gemaakt.
Het Regionaal Crisisplan vormt de verbinding tussen de Veiligheidsregio en de afspraken met partners (in het geval van de GHOR afspraken met de zorgaanbieders). In lijn met de ontwikkeling van het Regionaal Crisisplan wordt in beeld gebracht met welke aangrenzende regio’s nog onvoldoende afspraken zijn gemaakt ten aanzien van ondersteuning. Aan de hand van deze inventarisatie zal de GHOR gaan prioriteren.
3.2.1 Lasten en Baten GHOR Lasten
28
bedragen x € 1.000
Begroting 2012 na wijziging 1.032 110 240 634 148 400
Werkelijk 2012
995 112 243 605 95 438
Begroting 2012 primair 1.032 110 210 664 148 400
2.488
2.564
2.564
2.312
Baten Overige baten
210
62
62
69
totaal baten
210
62
62
69
-2.278
-2.502
-2.502
-2.243
Algemene middelen: BDUR Gemeentelijke bijdrage (inwonerbijdrage)
1.340 1.266
1.292 1.210
1.292 1.210
1.285 1.215
Totaal algemene middelen
2.606
2.502
2.502
2.500
328
-
-
257
-
-
-
-
328
-
-
257
Personeelslasten Kapitaalslasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Administratiekosten Overhead incl. bestuurskosten totaal lasten
Saldo Programma's
Resultaat voor bestemming
Werkelijk 2011
1.006 98 232 472 104 400
Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo verrekening reserves Resultaat na bestemming
Veiligheidsregio jaarverantwoording 2008
Uit de tabel blijkt dat er, na wijzigingen en voor bestemming, een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 is van € 257.000. • Personeelskosten: voordeel van € 26.000 Er is een incidenteel voordeel van € 56.000 op de loonkosten doordat niet alle vacatures zijn opgevuld en er is geen gebruik gemaakt van geraamde kosten voor uitzendkrachten. Daarnaast is er een voordeel van € 19.000 op ontvangen ziektegelduitkeringen. Tegenover deze voordelen staat een nadeel van € 27.000 voor extra piketkosten voor het waarborgen van de opkomst van de operationele functie OMAC en het inroosteren van schaduwdiensten voor de nieuwe medewerkers met een operationele functie. Ook is er een nadeel van € 22.000 door hoger dan geraamde kosten voor symposia, cursussen en netwerkbijeenkomsten met de zorgen veiligheidssector. • Bedrijfskosten: voordeel van € 161.000. Het voordeel van € 161.000 op de bedrijfskosten bestaat uit lagere kosten voor opleiding, training en oefening (OTO) van GHOR medewerkers met een operationele functie (€ 38.000) en minder operationele inzet en OTO activiteiten bij partners als gevolg van wetswijzigingen (€ 175.000). Ook zijn er lagere kosten voor het voertuigenpark van de GHOR (ad € 14.000). Hier tegenover staat een nadeel van € 66.000 voor de uitvoering van een aantal projecten waaronder het herzien van het kwaliteitssysteem, de implementatie van projectmatig werken en de intensivering van de samenwerking met de GHOR Midden-West Brabant. • Administratiekosten: voordeel van € 45.000. Op de administratiekosten is er vanwege het nog niet doorontwikkelen van de website door de herpositionering een voordeel van € 20.000. Daarnaast zijn er minder kosten gemaakt dan begroot op drukwerk en voorlichtingsmateriaal (ad. € 25.000).
3.3 Programma: Gemeenschappelijk Meldcentrum
29
Het GMC heeft tot doel het in stand houden van een gemeenschappelijk meldcentrum voor het stroomlijnen van de hulpverlening in het werkgebied door politie, brandweer en ambulancevoorziening. Het gemeenschappelijk meldcentrum draagt bij aan een efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten en van onderlinge communicatie- en informatiemogelijkheden en –voorzieningen. De taken van het GMC zijn als volgt te omschrijven: 1. Het beheer van het gemeenschappelijk meldcentrum omvat de exploitatie van het gebouw, de technische infrastructuur en het genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening. 2. Het aanbieden, in stand houden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en –voorzieningen waardoor de hulpverleningsdiensten hun inzet efficiënt en effectief kunnen aansturen. 3. Het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid van de onder 1 en 2 genoemde taakgebieden. 4. Het GMC draagt zorg voor de inrichting van de controlfunctie van het GMC, de uitvoering van de controlling van de aan haar opgedragen taken en werkzaamheden en de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de programmabegroting van het GMC. Het GMC staat voor wat betreft het beheer onder leiding van de korpschef Politie BrabantNoord. De dagelijkse leiding van het beheer is in handen van de manager beheer GMC. De inhoudelijke verantwoordelijkheid van de meldkamers voor de organisatie, operationele aansturing en wijze van invulling van operationele prestaties is opgedragen aan het management van de verschillende moederorganisaties. Met betrekking tot deze verantwoordelijkheid hebben de Veiligheidsregio (Brandweer en GHOR) de regiopolitie en de regionale ambulancevoorziening de verplichting zich in te spannen voor een zo groot mogelijke integrale samenwerking van de meldkamers.
Jaarverantwoording 2012
Het GMC is verantwoordelijk voor het systeem- en netwerkbeheer, telefonie, radioverkeer (C2000) en het functioneel applicatiebeheer. In dit kader programmeert, repareert en beheert het GMC bijvoorbeeld meer dan 3.400 mobilofoons, portofoons en pagers (alarmontvangers). Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Wat gaan we doen? (Resultaat) Klant- en resultaatgericht beheer van het GMC ter ondersteuning van het doelmatig en effectief functioneren van politie, brandweer en ambulancehulpverlening in Brabant-Noord.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen • Exploiteren van gebouw en technische infrastructuur. • Genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening. • Ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid met betrekking tot de exploitatie van gebouw, technische infrastructuur en managementinformatie. • Inrichten en uitvoeren van de controlefunctie van het GMC gericht op de doelmatige en rechtmatige uitvoering van de aan het GMC opgedragen taken. • Aanbieden, in stand houden en Adequate communicatie- en doorontwikkelen van onderlinge en informatievoorzieningen voor vernieuwende communicatie- en inforpolitie, brandweer en ambulancematiemogelijkheden en -voorzieningen hulpverlening in Brabant-Noord. voor de doelmatige en effectieve inzet en aansturing van de hulpverleningsdiensten.
30
Multidisciplinair opleiden en oefenen op orde.
Kwaliteit meldkamers.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Sinds 2012 is het geprotocolleerd uitvraagsysteem ‘ProQA’ binnen de meldkamer ambulancezorg operationeel.
• Alle portofoons en pagers van de RAV zijn vervangen. Alle mobilofoons en portofoons van de politie en brandweer zijn opnieuw geprogrammeerd; • het Nationaal Noodnet is vervangen. Dit traject is eind 2012 afgerond; • LiveView is een systeem waarmee videobeelden van een Particuliere Alarmcentrale (PAC) en beelden vanuit de tele-heli naar de meldkamer politie kunnen worden gestuurd. Dit systeem is sinds augustus 2012 operationeel; • het RTIC is in gebruik genomen; • sinds 2012 is Burgernet binnen Brabant-Noord operationeel. Dit geldt tevens voor NL-Alert, dat ook een communicatiemiddel voor de burger is; • sinds 2012 wordt gebruik gemaakt van Landelijke Meldingsclassificaties. Hiermee opereren alle landelijke meldkamers in Nederland binnen GMS op dezelfde wijze. Financiële dekking is gevonden binnen In 2009 is een multi-disciplinair oefenbeleidsplan centralisten vastgesteld. Tot de begroting van het GMC. In 2013 zijn geen oefeningen geweest gezien het 2012 is financiële dekking gevonden drukke programma van de RAV met onder binnen de bestaande begroting. andere de invoering van ProQA. In 2013 wordt het oefenen gecontinueerd. Met de komst van de Nationale Politie • Borgen van de kwaliteit conform de aanbevelingen van het project ‘Integra- moet de rol van calamiteitencoördinator (caco) worden ingevuld door een Meldtie meldkamerprocessen’. • Bezien (kwalitatieve) invulling functies kamer Officier van Dienst. Alle Meldkamer Officieren van Dienst die vóór 2011 i.h.k.v. opschaling meldkamer. aangesteld zijn hebben de opleiding met goed gevolg afgerond. Ook de MOvD’s die in 2011 aangesteld zijn, gaan deze opleiding volgen. De Brigadieren van dienst (BvD’s) zijn hiermee in een afrondende fase.
Wat gaan we doen? (Resultaat) Inzicht in de mogelijkheden van schaalvergroting.
De informatiebeveiliging en de kwaliteit van de informatievoorziening borgen
Geplande activiteiten en ontwikkelingen • Onderzoeken van de mogelijkheden van schaalvergroting • Verkennen van samenwerkings- mogelijkheden met naburige meldkamers. • Participeren in landelijke ontwikkelingen • Binnen de bestaande formatie- en budgettaire ruimte: • implementatie en borging van het informatiebeveiligingsplan; • implementatie en borging van het regionaal beleid Special Coverage Locations; • verbetering van de operationele en managementinformatievoorziening.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang In 2012 heeft de minister aangegeven dat er in Nederland 11 meldkamers komen. De minister heeft besloten om de meldkamers Brabant Zuid-Oost en Brabant-Noord te vestigen aan de Gruttostraat te ‘s-Hertogenbosch. • Implementatie en borging van het informatiebeveiligingsplan is voltooid. Dit plan wordt jaarlijks bijgesteld; • implementatie en borging van het regionaal beleid Special Coverage Locations is voltooid. De loketfunctie is ingericht op het GMC; • inrichting dataware house is voltooid.
31
Jaarverantwoording 2012
3.3.1 Lasten en baten GMC Lasten Huidig personeel Rente Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen & automatisering Operationeel Beheer Overige lasten
1.063
Begroting 2012 primair 1.150
27 524 8 1.032
50 530 16 1.206
50 530 16 1.206
20 526 12 1.014
4 49 23
5 55 97
5 152
2 58 22
totaal lasten
2.730
3.109
3.109
2.778
Baten Huidig personeel Rente Huisvesting Operationeel Overige baten totaal baten Saldo Programma's
32
bedragen x € 1.000
Algemene middelen: Gemeentelijke bijdrage (Inwonerbijdrage) RAV Politie Saldo financieringsfunctie totaal algemene middelen Resultaat voor bestemming
Werkelijk 2011
Begroting 2012 na wijziging 1.150
Werkelijk 2012
18 90
1.124
5 90
90
90
115
90
90
99
-2.615
-3.019
-3.019
-2.679
1.343
1.368
1.368
1.375
126 1.651 -158
127 1.684 160
127 1.684 160
127 1.690 -143
2.962
3.339
3.339
3.049
347
320
320
370
-
-
-
-
347
320
320
370
7
4
Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves saldo dotaties en onttrekkingen saldo resultaat na bestemming
Uit de tabel blijkt dat er een voordelig resultaat is ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming van € 370.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: • Structurele voordelen (€ 180.000). Onderstaande voordelen hebben een structureel karakter: - Lagere opleidingskosten; € 10.000. - Lagere ICT-kosten van totaal € 120.000. Door een andere invulling van het nieuwe beleid rondom uitwijk en het vervallen van de landelijke bijdrage (van € 60.000) aan het landelijke project MUST (Meldkamer Uitwijk Servicecentrum Taakondersteuning) alsmede ICT vervangingsvoordelen van € 60.000.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
- Lagere personele lasten door minder inhuur en doelmatiger beheer door de politie als gevolg van onder meer digitalisering van de inkoopfacturen van in totaal € 50.000. • Incidentele voordelen (€ 190.000). De belangrijkste incidentele voordelen zijn het uitstel van het multidisciplinair oefenen in 2012 (€ 40.000), verder uitstel van vervanging van de telefooncentrale (€ 70.000), lagere opleidingskosten (€ 20.000), hogere baten als gevolg van incidenten en een hoger aantal inwoners (€ 22.000), lagere rentelasten (€ 15.000) en overige voordelen van € 23.000.
33
Jaarverantwoording 2012
4. Paragrafen De in art. 9 tot en met 21 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voorgeschreven onderwerpen worden in onderstaande paragrafen puntsgewijs toegelicht.
34
4.1
Weerstandsvermogen
4.1.1
Weerstandscapaciteit
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Het weerstandsvermogen van de Brandweer Brabant-Noord geeft aan hoe goed de brandweer in staat is om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen wordt ingegeven door de hoogte van de weerstandscapaciteit (o.a. de algemene reserve) in verhouding tot de potentiële risico’s. Tot op heden had BBN nog geen duidelijk zicht op het weerstandsvermogen. Inmiddels is er een nota opgesteld over de inrichting van het weerstandsvermogen van BBN. Hiervoor zijn de risico’s en de weerstandscapaciteit van BBN geïnventariseerd en zijn er normen voor de hoogte van het weerstandsvermogen geformuleerd. Conclusie van deze nota is dat de Algemene Reserve, gezien de risico’s, voldoende weerstandsvermogen biedt als deze tussen de €1,2 miljoen en €1,7 miljoen ligt. Op 3 april 2013 jl. heeft het algemeen bestuur daarom de ondergrens van de Algemene Reserve van de brandweer op €1,2 miljoen (3,6% van het exploitatietotaal) en de bovengrens op €1,7 miljoen (5,1% van het exploitatietotaal) vastgesteld. Iedere 4 jaar wordt de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen herzien, of eerder als onverwachte grote wijzigingen in de risicosfeer hiertoe aanleiding geven. De Algemene Reserve bedraagt per 31 december 2012 € 1.666.000. Dat is € 34.000 lager dan de vastgestelde bovengrens. Een voorstel om de reserve aan te vullen met € 34.000 tot aan de bovengrens zal bij het voorstel tot resultaatbestemming 2012 worden meegenomen. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De GHOR beschikt over een algemene reserve van € 182.800 om de onvoorziene risico’s op te vangen. Deze reserve is gevormd uit het resultaat 2011 en bedraagt 7,1% ten opzichte van het exploitatietotaal van 2012. Daarmee bevindt de omvang van de reserve zich aan de bovenkant van de bandbreedte die door het bestuur is afgegeven (5 tot 7% van het exploitatietotaal). Gemeenschappelijk Meldcentrum De algemene reserve van het GMC bedraagt € 226.000. Ten opzichte van het begrotingstotaal (2012; inclusief financieringslasten) is dit 7%. Daarmee bevindt de reserve zich aan de bovenkant van de bandbreedte die door het bestuur is afgegeven (5 tot 7% van het exploitatietotaal).
4.1.2
Risico’s
Algemeen Schaalvergroting van meldkamers Nederland kent op dit moment 25 meldkamers waarvan 22 regionale meldkamers werkzaam zijn voor politie, brandweer en de ambulancevoorzieningen. De schaalvergroting wordt geëffectueerd middels een transitieakkoord met de samenvoeging tot één landelijke meldkamerorganisatie (met maximaal 10 locaties) die onder leiding komt te staan van het ministerie van Veiligheid & Justitie. Welke financiële risico’s dat met zich meebrengt voor onze Veiligheidsregio voor het Veiligheidsregio Brabant-Noord
Gemeenschappelijke Meldcentrum en de meldkamer van de Brandweer is nog niet bekend. Fiscaal risico De Belastingdienst heeft tot op heden ondanks het feit dat de GHOR nog onderdeel is van de GGD en het GMC administratief nog een onderdeel van de politie is vanwege de herstructurering goedgekeurd om het GMC en de GHOR als onderdeel van de Veiligheidsregio voor de omzetbelasting als één entiteit te behandelen. Deze goedkeuring dateert vanaf de vorming van de Veiligheidsregio (1 juli 2006) en is formeel voor het eerst verleend op 29 september 2009, waarbij de Belastingdienst de Veiligheidsregio tot 31 december 2010 de tijd geeft om de herstructurering te realiseren. In verband met diverse ontwikkeling:de regionalisering van de brandweer, de positionering van de GHOR en de samenvoeging van de meldkamers, heeft de belastingdienst tot twee keer toe uitstel verleend. De belastingdienst verleent nu uitstel tot 31 december 2013 en geeft tevens aan dat verdere verlenging niet wordt verleend. Als de huidige situatie blijft bestaan, worden vanaf 1 januari 2014 de onderlinge prestaties tussen de GGD (met betrekking tot de GHOR), de politie (met betrekking tot het GMC) en de Veiligheidsregio fiscaal belaste prestaties, waardoor de kosten voor de Veiligheidsregio belangrijk zullen stijgen. Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Ontwikkelingen compensabele BTW met betrekking tot de kazernes In beginsel hebben de gemeenten bij het besluit tot regionalisering van de Brandweer besloten de onroerende zaken niet over te dragen aan de regionale Brandweer. De fiscale consequenties hiervan waren toen nog niet volledig in beeld. Op 10 juni 2009 is de wet Omzetbelasting en compensatie van omzetbelasting bij publiekrechtelijke lichamen aangepast. Hierdoor kon, op voorwaarde dat de gemeente de kazerne overdraagt aan de Veiligheidsregio, herziening van reeds gecompenseerde BTW achterwege blijven. Begin 2011 heeft staatssecretaris Weekers van Financiën hierop aanvullend laten weten dat, mits de kazernes niet ter beschikking werden gesteld aan de Veiligheidsregio, de gemeenten geen terugbetaling hoefden te doen aan het BTW compensatiefonds betreffende investeringen in de kazernes. Hiermee konden de gemeenten dus eigenaar blijven van de kazernes, zonder dat daar fiscale consequenties aan verbonden waren. Inmiddels heeft de Tweede Kamer op 14 februari 2012 ingestemd met een wijziging van de wet Veiligheidsregio’s, hierdoor zijn brandweerzorgtaken per 1 januari 2014 niet langer een gemeentelijke taak, maar een taak voor de Veiligheidsregio. De BTW met betrekking tot brandweerzorgtaken is hierdoor niet langer compensabel. Hierdoor is herziening van reeds gecompenseerde BTW opnieuw aan de orde. Op 25 januari 2012 heeft staatssecretaris Weekers van Financiën hierover een besluit genomen. Herziening van reeds gecompenseerde BTW kan achterwege blijven mits: • Het gebouw dat wordt overgedragen is als brandweerkazerne in gebruik en blijft ook na de overdracht als brandweerkazerne in gebruik. • De gemeente draagt de brandweerkazerne vóór 1 januari 2014 aan de Veiligheidsregio over. • Op het moment van de overdracht van de brandweerkazerne bestaan geen plannen om de kazerne aan een derde te verkopen. Begin 2013 is de regionale brandweer gestart met een onderzoek omtrent nut en noodzaak van een mogelijke overdracht van kazernes vanuit de gemeenten aan de brandweer. Directe aanleiding daarvoor is het hiervoor genoemde risico op herziening van reeds door de gemeenten gecompenseerde BTW met betrekking tot de kazernes. Maar voor de beoordeling van de vraag of, en zo ja: welke kazernes dan, overgedragen moeten worden, is ervoor gekozen om het vraagstuk van de overdracht in een breder perspectief te plaatsen. Wellicht zijn er meer argumenten te benoemen of factoren aan te wijzen, die van invloed zijn op de uiteindelijke keuze. En tevens moet voor besluitvorming ook helder zijn wat bijvoorbeeld de materiële, personele, fiscale en organisatorische consequenties zijn van deze keuze en welke risico’s hieraan zijn verbonden.
Jaarverantwoording 2012
35
Wet schatkistbankieren De wet schatkistbankieren verplicht gemeenten, maar ook gemeenschappelijke regelingen om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. De brandweer voert ondanks de lage rentestand momenteel een actief treasurybeleid. Wat de precieze gevolgen zijn voor het begrote financiële rendement is nog onduidelijk. Wet Houdbaarheid overheidsfinanciën (Wet Hof) De Wet Hof bepaalt dat het rijk en decentrale overheden samen tekenen om het begrotingstekort (het emu-tekort) volgens Europese afspraken terug te dringen en beknot daarmee de investeringsruimte. Aanvankelijk wilde het rijk de tekortnorm voor de decentrale overheden vanaf 2014 terugschroeven naar 0,3 procent en vanaf 2016 naar 0,2 procent. In het begin 2013 gesloten financieel (concept)onderhandelaarsakkoord tussen kabinet en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen is vastgelegd dat de tekortnorm tot in ieder geval 2015 op het huidige peil van 0,5 procent blijft. Deze wordt vanaf 2016 trapsgewijs teruggeschroefd naar 0,2 procent in 2017 en dat er deze kabinetsperiode geen boetes worden opgelegd als de tekortnorm wordt overschreden. Duidelijk is dat gemeenschappelijke regelingen ook gehouden zijn uitvoering te geven aan de Wet Hof, wat de gevolgen en risico’s zijn is nog niet duidelijk. Ook niet hoe gemeenten richting gemeenschappelijke regelingen hiermee om willen gaan. Wel is het een feit dat door het uitstellen van investeringen, de brandweer in de komende jaren haar investeringsachterstand wil inlopen en daarbij wellicht met de grenzen van de wet Hof wordt geconfronteerd.
36
Bezuinigingen 2014 Eind 2012 heeft het algemeen bestuur voorgenomen besluiten genomen over de bezuinigingen van 5% op de gemeentelijke bijdrage, het realiseren van een sluitende begroting en de implementatie van de uitkomsten van het MVSO-traject. De regionale brandweer staat nu voor de uitdaging deze voorgenomen besluiten tijdig en volledig te realiseren. Stagnatie of het niet realiseren van onderdelen binnen dit traject brengt financiële risico’s met zich mee. Werkkostenregeling (WKR) Aanvankelijk zou de werkkostenregeling met ingang van 1 januari 2014 van kracht worden. De werkkostenregeling bepaalt dat een werkgever maximaal 1,5% van het totale fiscale loon aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemer mag geven. Bij het overschrijden van dit maximum wordt het meerdere belast met een eindheffing van 80% loonbelasting. Bij de vrijwilligers zal het maximum snel bereikt worden, gezien het grote aantal vrijwilligers waar naar verhouding een kleine loonsom tegenover staat. Becijferd is dat het landelijk om een verhoging van € 5 miljoen aan vrijwilligerskosten zou gaan, voor de Brandweer Brabant-Noord bedraagt dit naar schatting € 300.000. In verband met de op te lossen knelpunten is de invoeringsdatum met één jaar vooruitgeschoven. In 2013 wordt er beleid geformuleerd over hoe om te gaan met de Werkkostenregeling met het voornemen om tot een budget neutrale beleidswijziging te komen. Detachering medewerkers Er zijn vanuit de Brandweer twee medewerker voor 50% gedetacheerd bij het GMC waarvan de detacheringscontracten eenzijdig beëindigd kunnen worden. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio Risico’s voor de GHOR bestaan uit mogelijke maatregelen in personele en materiële zin die genomen moeten worden om eventuele toekomstige bezuinigingen op de gemeentelijke bijdrage en op de Brede Doeluitkering Rampen (BDUR) op te vangen. Daarnaast is de eerder genoemde fiscale belasting van onderlinge dienstverlening een risico. Gemeenschappelijk Meldcentrum Zoals bij het weerstandsvermogen vermeld, bedraagt de algemene reserve 7% van het begro-
Veiligheidsregio Brabant-Noord
tingstotaal (inclusief financieringslasten). Bij de interpretatie hiervan is het van belang te beseffen dat de marktwaarde van het GMC-pand substantieel lager is dan de boekwaarde (indicatief € 1,5 miljoen). Dit verschil heeft een negatief effect op het weerstandsvermogen. Zolang het GMC in de huidige vorm bestaat, is dit potentiële verlies geen risico.
4.2
Onderhoud kapitaalgoederen
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord De aanschaf en het onderhoud van materieel is ondergebracht in de nieuwe regionale organisatie. Er is een start gemaakt in 2011 met het onderbrengen van alle materieel in een beheerssysteem om het onderhoud planmatig uit te gaan voeren. In 2012 is dit project afgerond en wordt een deel van het onderhoud en de keuringen in eigen beheer uitgevoerd. In navolging van 2011 is ook in 2012 terughoudend omgegaan met nieuwe investeringen in afwachting van de uitkomsten van het MVSO traject. Hierdoor is een aantal investeringen doorgeschoven naar 2012 of later. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De activa van de GHOR worden onderhouden volgens de planning van de GGD Hart voor Brabant. Gemeenschappelijk Meldcentrum Voor het onderhoud van het GMC-pand is de meerjaren onderhoudsplanning geactualiseerd. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze planning is de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vanaf 2011 met € 9.000 verhoogd. Deze verhoging is gebaseerd op de geplande hogere uitgaven voor groot onderhoud voor de komende jaren.
37
4.3 Financiering Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Liquiditeitspositie Per 1 januari 2011 zijn de brandweeractiva (exclusief de kazernes) overgenomen van de deelnemende gemeenten. Eind 2011 is besloten dat Brandweer Brabant-Noord zelf een geldlening zou aantrekken. Begin 2012 is de eerste geldlening daadwerkelijk aangetrokken en zijn de boekwaarden van de overgedragen activa uitgekeerd aan de gemeenten. Momenteel wordt de liquiditeitspositie continu gemonitord en indien de financieringsbehoefte daartoe aanleiding geeft, wordt een nieuwe lening afgesloten. Kasgeldlimiet Op grond van de wet Fido dient de begroting en de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt.
Jaarverantwoording 2012
Berekening kasgeldlimiet 2012 BBN + VB Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet Overzicht kasgeldlimiet Gem vlottende schuld Gem vlottende middelen Gem overschot vlottende middelen Kasgeldlimiet
bedragen x € 1.000
€ 33.405 8,2% € 2.735
1e kwartaal 2012 14.689 36.868 22.179
ruimte onder kasgeldlimiet
2e kwartaal 2012 4.407 20.723 16.316
3e kwartaal 2012 2.414 11.199 8.785
4e kwartaal 2012 2.830 4.035 1.205
2.735
2.735
2.735
2.735
24.914
19.051
11.520
3.940
Vlottende schulden: het hoge saldo van de vlottende schuld in het eerste kwartaal van 2012 bestaat grotendeels uit aan de gemeenten te betalen boekwaarden van overgedragen activa. In het tweede kwartaal heeft de betaling plaatsgevonden en is het saldo aanzienlijk gedaald. Vlottende middelen: het hoge saldo van de vlottende middelen in het eerste kwartaal van 2012 ontstaat doordat aan het begin van het kalenderjaar de inwonerbijdrage aan de gemeenten wordt gefactureerd terwijl de betaling in 12 maandelijkse termijnen plaatsvindt. Het debiteurensaldo daalt hierdoor in de loop van het jaar. Met de huisbank is een kasgeldlimiet van € 1.500.000 vastgelegd voor de kortlopende negatieve saldi in rekening courant. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt, blijven we ruim onder de kasgeldlimiet. Renterisiconorm
38
Berekening renterisiconorm BBN + VB Jaar Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm
bedragen x € 1.000
2013 34.072 20,0% 6.814
2014 36.191 20,0% 7.238
2015 34.687 20,0% 6.937
2016 34.561 20,0% 6.912
Overzicht renterisiconorm Renteherzieningen Aflossingen Renterisico Renterisiconorm
2013 150 1.000 1.150 6.814
2014 261 2.000 2.261 7.238
2015 453 3.000 3.453 6.937
2016 500 3.000 3.500 6.912
ruimte onder renterisiconorm
5.664
4.977
3.484
3.412
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het renterisico ruim onder de renterisiconorm blijft. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De GHOR heeft geen aparte liquiditeitspositie. De kas- en bankmutaties lopen volledig via de rekeningen van de GGD Hart voor Brabant. Gemeenschappelijk Meldcentrum Liquiditeitspositie Uit de balans kan worden afgeleid dat het GMC een schuld in rekeningcourant bij de politie heeft van € 326.000 ultimo 2012. De achtergrond van deze schuld is dat eind 2010 een lening van € 1.000.000 geheel dient te worden afgelost. Gezien de actuele ontwikkelingen rondom de Veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort lopend vreemd vermogen. Hierdoor is in onderstaand overzicht een vlottende schuld gepresenteerd.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Kasgeldlimiet en renterisiconorm Op grond van de wet Fido dienen de begroting en de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt. Berekening kasgeldlimiet 2012 GMC Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet Overzicht kasgeldlimiet Gem vlottende schuld Gem vlottende middelen Gem overschot vlottende middelen Kasgeldlimiet ruimte onder kasgeldlimiet
bedragen x € 1.000
€ 3.269 8,2% € 268 1e kwartaal 2012 2.114 1.576 538-
2e kwartaal 2012 1.435 1.146 289-
3e kwartaal 2012 1.146 617 529-
4e kwartaal 2012 578 167 411-
268
268
268
268
270-
21-
261-
143-
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat het GMC gedurende 2012 een negatieve liquiditeitspositie heeft. De achtergrond hiervan is hiervoor toegelicht. Volledigheidshalve wordt vermeld dat het GMC onderdeel is van de Veiligheidsregio en de kasgeldlimiet van de gehele Veiligheidsregio dient te worden beoordeeld. Zoals vermeld, gezien de actuele ontwikkelingen rondom de Veiligheidsregio, meldkamers, investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. Hierdoor zijn de kortlopende schulden hoger dan de kortlopende middelen. Voor de exploitatie betekent dit een financieel voordeel in de vorm van lagere rentelasten. Berekening renterisiconorm GMC Jaar Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm Overzicht renterisiconorm Renteherzieningen Aflossingen Renterisico Renterisiconorm ruimte onder renterisiconorm
bedragen x € 1.000
2013 € 3.283 20,0% € 657
2014 € 3.283 20,0% € 657
2015 € 3.283 20,0% € 657
2016 € 3.283 20,0% € 657
2013 2.818 224 3.042 657
2014
2015
2016
184 184 657
184 184 657
184 184 657
2.385-
473
473
473
In 2013 wordt de renterisiconorm voor het GMC overschreden. Ook hierbij wordt verwezen naar de eerdergenoemde motieven om geen langlopende lening aan te trekken en de beoordeling van dit risico op concernniveau. Voor eind 2013 dient een nieuwe langlopende lening te worden aangetrokken.
Jaarverantwoording 2012
39
4.4 Bedrijfsvoering 4.4.1 Personeel Mobiliteit Mobiliteit, (aantal personen) Personeel in dienst (instroom) Personeel uit dienst (uitstroom) Personeel intern andere functie Personeel per 31 december 2012
aantal personen
BBN + VB 7,0 6,0 3,0
GHOR 3,0 2,0 1,0
GMC 0,0 0,0 0,0
263,0
19,0
17,0
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio Een stagiaire is ingestroomd en uitgestroomd. De informatiekundige GHOR is in maart in dienst gekomen en in oktober uitgestroomd. Een Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG) is in 2012 in dienst gekomen bij de GHOR. Gemeenschappelijk Meldcentrum In totaal zijn twee medewerkers op langdurige detacheringbasis voor 50% vanuit Brandweer Brabant-Noord (tegen kostprijs) en één medewerker voor 100% vanuit een marktpartij bij het GMC werkzaam. Deze medewerkers zijn in dit overzicht meegenomen. De overige medewerkers van het GMC hebben een dienstverband bij de politie. 4.4.2 Ziekteverzuim Ziekteverzuim
40
Soort verzuim in % ziekteverzuimpercentage meldingsfrequentie gemiddeld verzuimduur in dagen
BBN + VB 3,36% 0,96 16 dgn
GHOR 2,32% 1,17 9,04 dgn
GMC 5,38% 0,71 32,5 dgn
Beroepsformatie per kolom per 31-12-2012 BBN + VB GHOR GMC
Totaal FTE’s 259,25 12,30 14,50
Bezetting FTE’s 237,90 11,57 14,72
Vacatures FTE’s 21,35 0,73 -
Totaal
286,05
264,19
22,08
4.4.3 Formatie in fte’s Formatie omvang beroeps
Formatie omvang vrijwilligers
aantal personen
aantal personen
Brandweervrijwilligers per 31-12-2012 District 's-Hertogenbosch e.o. District Meierij District Maasland District Leijgraaf District Land van Cuijk
221 163 222 158 216
Totaal
980
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Per 31 december 2012 bedraagt de totale formatie 259,25 fte, inclusief de secretaris Veiligheidsbureau. De twee medewerkers die voor 50% gedetacheerd zijn bij het GMC, zijn tevens voor 50% in de formatietelling meegenomen. In verband met de voorgestelde inlevering van 25 formatieplaatsen per 1 januari 2014 zijn de vacatures niet opengesteld.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De bezetting van de GHOR is nagenoeg op orde. Vacatureruimte wordt enerzijds veroorzaakt door uitstroom van de informatiekundige en anderzijds door het niet volledig invullen van de vacature van projectmedewerker. Gemeenschappelijk Meldcentrum Bij het GMC zijn 2,0 fte’s die via langdurige detachering vanuit Brandweer Brabant-Noord en een marktpartij worden ingevuld, opgenomen in het overzicht. De overige medewerkers van het GMC hebben een dienstverband bij de politie. Momenteel zijn er binnen het GMC geen vacatures. Opmerking: dit is inclusief 3 medewerkers, die zijn gedetacheerd (twee vanuit de brandweer, één vanuit een commerciële IT-dienstverlener). 4.4.4 Rechtmatigheid BBN, GHOR en GMC Het controleprotocol 2012 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord Brandweer is op 7 november 2012 vastgesteld door het Algemeen bestuur. Hierin is opgenomen waaraan de accountant bij zijn controle over het jaar 2012 specifiek aandacht besteedt en welke rapporteringtoleranties hij hierbij dient te hanteren. Het controleprotocol is tevens de basis voor specifieke interne controles die door BBN, de GHOR en het GMC worden gedaan om de werkprocessen en de genomen interne controlemaatregelen te toetsen. De uitkomsten van deze controles worden door de accountant bij de jaarrekeningcontrole betrokken.
41
Jaarverantwoording 2012
5. Jaarrekening 5.1
Programmarekening
Totaaloverzicht Veiligheidsregio Brabant-Noord Begroting 2012 primair
Begroting 2012 na wijziging
Werkelijk 2012
Lasten BBN en VB GHOR GMC
31.640 2.488 2.730
33.355 2.564 3.269
34.831 2.564 3.269
32.217 2.312 2.778
totaal lasten
36.858
39.188
40.664
37.307
Baten BBN en VB GHOR GMC
2.747 210 115
667 62 90
1.503 62 90
1.998 69 99
totaal baten
3.072
819
1.655
2.166
-33.786
-38.369
-39.009
-35.141
33.071 2.606 3.120
32.591 2.502 3.179
32.599 2.502 3.179
32.929 2.500 3.192 -306 -143
Saldo Programma's
42
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2011
Algemene Dekkingsmiddelen BBN en VB GHOR GMC BBN, Saldo financieringsfunctie GMC, Saldo financieringsfunctie
-158
Totaal algemene middelen
38.639
38.272
38.280
38.172
Resultaat voor bestemming Dotatie aan reserves BBN en VB GHOR
4.853
-97
-729
3.031
1.026
50
73
523
1.026
50
73
523
70
147
802
725
GMC subtotaal dotaties Onttrekking aan reserves BBN en VB GHOR GMC subtotaal onttrekkingen Saldo verrekening reserves Netto resultaat na resultaatbestemming
Veiligheidsregio Brabant-Noord
70
147
802
725
-956
97
729
202
3.897
-
-
3.233
5.2
Balans
Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. De GHOR heeft geen complete balans, het saldo is als sluitpost opgenomen. Samengestelde balans Veiligheidsregio Activa
31-12-11
Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
19.541
bedragen x € 1.000
31-12-12
19.870
Passiva
31-12-11
31-12-12
Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
1.155 3.766 3.897
2.075 4.238 3.233
-Voorzieningen
516
299
-Schulden > 1 jaar Langlopende schulden Totaal vaste activa Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen
19.541
19.870
314
359
-41 121
148
Totaal vaste passiva Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi Overige schulden
3.306
7.332
12.640
17.177
552 1.191
439 901
-Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
1 10.687
107
-Overlopende activa Vorderingen op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa
43 -Overlopende passiva
29 1.579
1.697
Overige passiva
17.819
3.693
Totaal vlottende activa
12.661
2.340
Totaal vlottende passiva
19.562
5.033
Totaal generaal
32.202
22.210
Totaal generaal
32.202
22.210
Jaarverantwoording 2012
Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel Brandweer en Veiligheidsbureau. BBN + VB balans 2012 Activa
bedragen x € 1.000
31-12-11
Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
14.313
31-12-12
15.063
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat -Voorzieningen -Schulden > 1 jaar Langlopende schulden
Totaal vaste activa Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen
14.313
15.063
314
390
-41 40
70
Totaal vaste passiva
31-12-11
31-12-12
746 3.353 3.222
1.666 3.825 2.606
361
125
7.682
12.472
4.250
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi, rek crt Overige schulden
113 1.119
774
17.506
3.501
Totaal vlottende passiva
18.625
4.388
Totaal generaal
26.307
16.860
-Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
44
-Overlopende activa Vorderingen op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa
1 10.612
51
29 1.068
1.257
Totaal vlottende activa
11.994
1.797
Totaal generaal
26.307
16.860
-Overlopende passiva Voorschotten op specifieke uitkeringen Overige overlopende passiva
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: • Huurcontract, huur pand Orthenseweg 2b van € 175.079 met een looptijd van 15 jaar (tot 1 januari 2020). • Huurcontract brandkranen. Voor de bluswatervoorziening maakt Brandweer Brabant-Noord gebruik van brandkranen die op het waterleidingnetwerk zijn aangesloten. De leverancier is verantwoordelijk voor het aanleggen en onderhoud van deze brandkranen. Voor het gebruik van de brandkranen wordt € 587.747 per jaar aan huur in rekening gebracht. Per 1 januari 2011 is dit budget overgedragen aan Brandweer Brabant-Noord. Er is sprake van langlopende overeenkomsten tussen de individuele gemeenten en de leverancier. • ICT Netwerk/werkplek contract met een looptijd van 3 jaar (tot 1 april 2015) naar schatting € 550.000. • Telefonie (mobiele telefoons, onderhoud en beheer, gesprekskosten), looptijd 3 jaar, naar schatting € 225.000. • Uitbesteding salarisadministratie contract tot 31 december 2013 ter waarde van € 265.000.
GHOR
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GHOR. GHOR balans 2012 Activa
bedragen x € 1.000
31-12-11
31-12-12
Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
Totaal vaste activa
0
0
Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar
Passiva
31-12-11
31-12-12
Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve
183
183
Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
328
257
Totaal vaste passiva
511
440
0
0
511
440
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar
-Liquide middelen -Overlopende activa Balanssaldo GHOR
511
440
Totaal vlottende activa
511
440
Totaal vlottende passiva
Totaal generaal
511
440
Totaal generaal
-Overlopende passiva
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: 1. Huurcontract pand Gruttostraat te Den Bosch. Bijdrage in de kapitaallasten van het pand varieert door mogelijke nieuwe investeringen. De bijdrage bedroeg € 85.555 in 2012. De looptijd eindigt 31 december 2015. 2. Overeenkomst bijdrage in jaarlijkse exploitatiekosten van het pand Gruttostraat te Den Bosch, afrekening op basis van een verdeelsleutel van de werkelijke kosten. Bijdrage 2012 € 78.399, met looptijd tot 31 dec 2015.
Jaarverantwoording 2012
45
GMC Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GMC. GMC balans 2012 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
Totaal vaste activa
bedragen x € 1.000
31-12-11
5.228
5.228
31-12-12
4.807
4.807
Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen, rek crt. Overige vorderingen -Liquide middelen Kas Bank- en girosaldi -Overlopende activa Totaal vlottende activa
46
Totaal generaal
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve
78
75
56
156
134
5.384
4.941
31-12-12
226
226
Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat -Voorzieningen -Schulden > 1 jaar Langlopende schulden
413 347 155
413 370 174
3.306
3.082
Totaal vaste passiva
4.447
4.265
552 72
326 158
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi, rek crt Overige schulden 81
31-12-11
-Overlopende passiva Totaal vlottende passiva Totaal generaal
313
192
937
676
5.384
4.941
De schuld in rekening courant met de politie van € 326.222 per 31 december 2012 is opgenomen onder de kortlopende schulden conform de BBV voorschriften.
5.3 Toelichtingen Programmarekening en Balans 5.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling BBN + VB De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en daarom lineair. Rente en afschrijving worden berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Overzicht van gehanteerde afschrijvingstermijnen: Omschrijving materiele activa Bouw- en verbouwingskosten Meubilair en inventaris ICT bekabeling ICT hardware ICT telefonie Voer- en vaartuigen - Tankautospuit, Redvoertuig, Hulpverleningsvoertuig, Vrachtauto, Haakarmvoertuig
Veiligheidsregio Brabant-Noord
afschrijvingsduur in jaren 15 5-10 15 5 3 15-20
Voer- en vaartuigen - Dienstauto's, Dienstbussen en Duikwagen met boot Bepakking - OGS/WVD, oefen & wedstrijdmateriaal, warmtebeeldcamera en redgereedschap Werkmaterieel - Haakarmbakken, Heftrucks, Aanhangers en overig materieel Persoonlijke beschermingsmiddelen - Ademluchttoestellen, Ademluchtflessen, Gelaatstukken, Helmen en bluskleding Werkplaatsgereedschap, materialen en hefkolommen Verbindingsmiddelen - Portofoons, Mobilofoons, Semafoons/Pagers, Headsets en Navigatie apparatuur
8-10-12 7-7,5-10-12-15 10-15 6-7-8-10-15 7-10-12-15 5-7
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat FLO onttrekkingen jaarlijks verschillen van volume is het geoorloofd daarvoor een FLO voorziening te treffen. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, wordt geen voorziening getroffen. Om de financiële gevolgen van oninbaarheid op te kunnen vangen, is er een voorziening voor dubieuze debiteuren gevormd. GMC De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en derhalve lineair. Afschrijving wordt berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, is geen voorziening getroffen. Het GMC-pand is in 2009 getaxeerd. Uit het taxatierapport kan worden afgeleid dat de taxatiewaarde van het GMC-pand substantieel lager is (indicatief € 1,5 miljoen) dan de boekwaarde. Dit verschil wordt veroorzaakt door de huidige lage marktwaarde van kantoorpanden, het ontwerp en de specifieke voorzieningen die in het GMC-pand zijn aangebracht. De balans is opgesteld op basis van het continuïteitsprincipe, waarbij het latente boekverlies van dit pand niet in de balans tot uitdrukking is gebracht. Overzicht van gehanteerde afschrijvingstermijnen: Omschrijving activa Grond Gebouw Installaties Inventaris Vervoersmiddelen ICT-middelen
afschrijvingsduur in jaren 0 40 15 10 8 3-10
5.3.2 Toelichting Programmarekening Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de jaarrekening de realisatie wordt vergeleken met de begroting. Daarbij moet de primaire begroting en de begroting na wijziging worden gepresenteerd. Op 7 november 2012 heeft het Algemeen Bestuur de laatste begrotingswijziging voor 2012 van Veiligheidsregio Brabant-Noord goedgekeurd.
Jaarverantwoording 2012
47
De resultaten worden hierna toegelicht. De bedragen worden gevolgd door een I of S, die aangeven of het incidentele of structurele afwijkingen ten opzichte van de begroting betreft. Analyse resultaat 2012 ten opzichte van begroting BBN + VB
bedragen x € 1.000
Nadeel
48
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Opleiden en oefenen Salarissen Kapitaalslasten BDUR Convenantsgelden Overige personeelskosten Multidisciplinaire taken Voorzieningen Vrijwilligersvergoedingen Strategie, Beleid en Communicatie Materiaal en materieel Beheer en huisvesting Extern advies Verzekeringen Activiteitenbudgetten vrijwilligers Arbo Kleding Vakbekwaam blijven Kwaliteit, innovatie en ontwikkeling Dotaties en onttrekkingen Inwonerbijdragen Bijstandsverlening Energie ICT en Telefonie Duiken Gebouwen Meldkamer Subsidies Rente Overig Totaal analyse BBN Per saldo na verrekening reserves
Voordeel 582 631 456 402 203 155 140 135 123 89 76 74 67 53 51 38 28 26 20
526 72 46 40 39 35 23 14 11 8 71 814
I/S I S I I I I/S I/S I I/S S I/S I I I I S I I I I S I I/S I S I I I I I/S
3.420 2.606
Toelichting Voordelen: 1. Opleiden en Oefenen en Overige personeelskosten: voordeel € 582.000. Het grootste deel van de € 427.000 is toe te schrijven aan achterblijvende uitvoering van opleiden en oefenen van brandweerpersoneel. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat, na het doorlopen van nieuwe aanbestedingsprocedures, de oefencentra reeds lang volgeboekt bleken te zijn. Het was daardoor nog niet mogelijk de realistische oefeningen te organiseren. Na de nulmeting die in 2013 plaats vindt, kan overigens een exactere inschatting van de oefenbehoefte gemaakt worden. Verder is een voordeel van € 111.000 ontstaan doordat de inkomsten uit het opleiden van externe cursisten ten onrechte niet in de begroting waren opgenomen. Door het vooraf vaststellen van cursustarieven vanaf 2013, is deze informatie voortaan eerder beschikbaar. Daarnaast wordt een extra voordeel van € 44.000 veroorzaakt doordat niet alle reguliere opleidingen van vast (niet-brandweer) personeel volgens plan van start zijn gegaan. Vooralsnog worden deze voordelen als incidenteel beschouwd.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
2. Salarissen: voordeel € 631.000. De post salarissen laat een voordeel zien van € 631.000. Het belangrijkste verschil zijn de sociale lasten en jaarvergoedingen van de vrijwilligers: € 573.000. Deze waren ten onrechte bij de salariskosten van het beroepspersoneel, in het programma repressie opgenomen. De omissie is eind 2012 gecorrigeerd. De bijstelling van de budgetten ten tijde van de bestuursrapportage was gebaseerd op de realisatie waarbij deze lasten nog in het programma repressie opgenomen waren. Bij de overname van de medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor jaarlijks een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding voor 2011 en 2012 zijn pas in het najaar correct verwerkt. De opbrengsten voor 2011 laten een voordeel zien, hiertegenover staan de kosten die versnipperd zijn over de diverse programma’s. Ten slotte bleek het afwikkelingsverschil met betrekking tot nagekomen kosten inzake de functiewaardering € 52.000 (voordeel) te bedragen. 3. Kapitaallasten: voordeel € 456.000. • MBL In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject is een aantal grote investeringen, met name de vervanging van tankautospuiten, uitgesteld. Door nieuw regionaal beleid en herverdeling van het huidige materieel in de regio zijn alle investeringen kritisch beoordeeld, wat tot aanpassingen van het oorspronkelijke investeringsplan voor 2012 heeft geleid. Zoals eerder in de bestuursrapportage gemeld, is hierbij een aantal investeringen uitgesteld of geheel vervallen. Hierdoor is bij de afdeling MBL een incidenteel voordeel op de kapitaallasten van € 252.000 ontstaan. • B&H De investering bij Beheer en huisvesting voor uitgaanskleding van € 348.000 wordt in 2013 afgerond. De bestellingen lopen en in 2013 worden alle korpsen voorzien van het nieuwe landelijke uitgaanstenue. Daarnaast is, vooruitlopend op de uitkomsten van een opname van de inventaris op de kazernes, een investeringsbudget van € 150.000 beschikbaar. De realisatie van deze investeringen vindt eveneens grotendeels in 2013 plaats waardoor over 2012 bij de afdeling B&H een incidenteel overschot is ontstaan van € 98.000. • ICT-DIV Op de kapitaallasten van ICT is een incidenteel voordeel van € 138.000 ontstaan door de vertraagde invoering van het nieuwe netwerk. Doordat de kapitaallasten lager zijn dan geraamd, is ook de interne renteopbrengst € 32.000 lager. 4. BDUR - Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding: voordeel € 402.000. In de decembercirculaire BDUR 2012 signaleerde het Ministerie van V&J dat men inzag dat de regionalisering van de gemeentelijke brandweer voor de Veiligheidsregio’s een ingrijpend proces is dat flinke incidentele kosten met zich meebrengt. Men schatte in dat deze kosten ongeveer 7 jaar voor de verwachte structurele besparingen uitgaan. Om hierin tegemoet te komen, heeft het Ministerie in 2012 aan alle Veiligheidsregio’s een éénmalige bijdrage van € 400.000 toegekend. Daarnaast is éénmalig € 2.000 bijgedragen om de kosten te dekken van een zendmast ten behoeve van DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Services). Hierdoor is een incidenteel voordeel ontstaan ter hoogte van € 402.000. 5. Convenantsgelden: voordeel € 203.000. De uitgaven ten laste van de convenantgelden laten een voordeel van € 203.000 zien, doordat de in 2012 voorziene activiteiten traag van start zijn gegaan. Hierdoor is ook de onttrekking aan de reserve convenantgelden € 203.000 lager dan geraamd. Het plan voor de besteding van de convenantsgelden wordt begin 2013 heroverwogen. Door de onttrekking van € 397.000 uit de reserve convenantsgelden (zie punt 20) die even groot is als bovengenoemde uitgaven is dit per saldo uiteindelijk budget-neutraal.
Jaarverantwoording 2012
49
6. Overige personeelskosten: voordeel € 155.000. Er is € 155.000 minder uitgegeven aan overige personeelskosten zoals gratificaties, jubilea, werving & selectie van personeel, de salarisadministratie en de personeelsvereniging. Het niet invullen van de formatieplaatsen (9,3% van de totale beroepsformatie) werkt door in bovenstaande posten. 7. Multidisciplinaire taken: voordeel € 140.000. Dit voordeel wordt enerzijds veroorzaakt door een voordeel op de multidisciplinaire taken van het Veiligheidsbureau van € 48.000. De verwachting is dat dit voordeel incidenteel zal blijken naarmate de invulling van de multidisciplinaire taken vordert. Het resterende voordeel van € 92.000 wordt gecompenseerd door een even groot nadeel op de inkomsten. Namelijk een voordeel van € 42.000 dat wordt veroorzaakt doordat project NUCDEF in afwachting van landelijke besluitvorming is vertraagd. Dit heeft ook tot gevolg dat voorziene subsidie-inkomsten voor een overeenkomstig bedrag nog niet zijn ontvangen. En verder een voordeel van € 50.000 dat is ontstaan doordat de organisatie van Risico- en Crisiscommunicatie als gevolg van onderbezetting later van start gaat. Hierdoor heeft ook de onttrekking van dit bedrag niet plaatsgevonden. 8. Voorzieningen: voordeel € 135.000. In 2012 hebben we als eigenrisicodrager minder claims van het UWV ontvangen omdat exmedewerkers elders het werk hervat hebben. Mede hierdoor valt er uit de voorziening personeel € 131.000 vrij.
50
9. Vrijwilligersvergoedingen: voordeel € 123.000. Zoals bij het vorige punt 2 vermeld zijn hier de sociale lasten en jaarvergoedingen van de vrijwilligers alsnog verwerkt, € 573.000 nadelig. Het restant € 696.000 voordelig wordt veroorzaakt door het verschil tussen de realisatie en de geëxtrapoleerde kosten op basis van het eerste halfjaar, waarbij er geen rekening is gehouden met het zomer- en kerstreces van het opleiden en oefenen (ca. 8 weken). Ook zijn er nog onvoldoende ervaringscijfers beschikbaar om een goede inschatting te kunnen maken. Per saldo levert dit een voordeel van € 123.000 op. 10. Strategie, Beleid en Communicatie: voordeel € 89.000. Een voordeel ter hoogte van € 89.000 bij Strategie, Beleid en Communicatie is enerzijds het gevolg van de achterstanden in de uitvoering van communicatieplannen in verband met de besluitvorming rond de invulling van de benodigde capaciteit; anderzijds wordt een belangrijk deel van dit voordeel als structureel beschouwd, hetgeen in het kader van het MVSOtraject heeft geleid tot een voorgenomen bezuiniging op deze posten. 11. Materiaal en materieel: voordeel € 76.000. Het overschot op de budgetten van € 26.000 wordt veroorzaakt doordat er minder bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen zijn besteld in afwachting van de implementatie van de Digitale Operationele Informatie Voorziening. Het resterende overschot is het saldo van alle budgetten in de regio voor onderhoud, reparatie en aanschaf van materiaal en materieel. In het kader van het MVSO-traject worden de budgetten voor materieel structureel met € 50.000 per jaar verlaagd. 12. Beheer en huisvesting: voordeel € 74.000. Op dit moment wordt een opname van de inventaris op de kazernes uitgevoerd en worden de kosten van de kazernes (bij duo-kazernes in overleg met de gemeenten) in beeld gebracht. Het voordelige verschil dit jaar van € 74.000 wordt tot een bedrag van € 47.000 veroorzaakt door de vrijval van teveel opgenomen kosten voor 2011. Het voordeel op dit budget heeft een incidenteel karakter.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
13. Extern advies: voordeel € 67.000. Naast het voordelige afwikkelingsverschil uit 2011 zijn de accountantskosten lager en zijn er minder adviezen gevraagd op het gebied van financiën en inkoop. Dit resulteert in een voordeel van € 67.000. 14. Verzekeringen: voordeel € 53.000. De post verzekeringen bevat een incidenteel voordeel van € 23.000 als gevolg van lagere premies door minder personeel en minder materieel. Daarnaast is een incidenteel voordeel van € 30.000 ontstaan door minder claims uit het eigen risicobudget en een voordeel op de verkregen daggelduitkeringen van de verzekeraar en de vergoedingen van loonkosten aan de werkgevers. 15. Activiteitenbudgetten vrijwilligers: voordeel € 51.000. De activiteitenbudgetten van de vrijwilligers zijn niet geheel benut. Conform het vrijwilligersreglement zal dit overschot toegevoegd worden aan het budget voor 2013. 16. Arbo: voordeel € 38.000. Het afsluiten van een nieuw arbo-contract levert een structureel voordeel van € 38.000 op. 17. Kleding: voordeel € 28.000. De kosten voor onderhoud en aanschaf van kazernekleding en aanvullingen op het uitgaanstenue vallen incidenteel € 28.000 lager uit dan geraamd. In 2013 zullen alle korpsen het nieuwe tenue ontvangen en wordt het budget voor het onderhoud van de kleding opnieuw bezien. 18. Vakbekwaam blijven: voordeel € 26.000. Op de budgetten voor vakbekwaam blijven van de 5 districten is een incidenteel voordeel ontstaan van € 26.000. Dit hangt samen met het beperkte aantal beschikbare oefencentra dat veelal ver vooruit volgeboekt is. Op sommige posten is daarom noodgedwongen het oefenprogramma anders ingevuld, met deze kostenbesparing als bijkomstigheid. 19. Kwaliteit, innovatie en ontwikkeling: voordeel € 20.000. De organisatie is nog niet geheel ingebed vandaar dat er in 2012 geen audits gehouden zijn, voordeel € 20.000. In het kader van het kwaliteitszorgtraject van de Veiligheidsregio worden de auditors in 2013 opgeleid. Daarna worden de audits voorbereid en deels al in 2013 uitgevoerd. Nadelen: 20. Dotaties en onttrekkingen: nadeel € 526.000. Onderstaande opsomming geeft weer welke dotaties en onttrekkingen tot verschillen hebben geleid: • Het grootste deel van dit nadeel wordt veroorzaakt door enerzijds een hogere dotatie aan de reserve Convenantsgelden (n.a.v. een extra bijdrage BDUR van € 402.000, toegelicht onder punt 4) en anderzijds een lagere onttrekking van uitgaven ten laste van de reserve Convenantsgelden (toegelicht onder punt 5); tezamen een nadeel van € 605.000. • Daarnaast is een nadeel ter hoogte van € 50.000 ontstaan doordat de onttrekking uit de reserve Crisis- en risicocommunicatie achterwege kon blijven (toegelicht onder punt 8). • Een kleiner nadeel van € 24.000 hangt samen met de niet begrote dotatie van onvoorziene inkomsten uit ESF-gelden (toegelicht onder punt 28). • Er is eind 2012 voor een bedrag van € 153.000 betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen. Op basis hiervan is het zelfde bedrag aan de bestemmingsreserve onttrokken. Per saldo levert dit een nadeel van € 526.000 op.
Jaarverantwoording 2012
51
21. Inwonerbijdragen: nadeel € 72.000. Op de inwonerbijdragen van een aantal gemeenten zijn in 2012 structurele correcties toegepast in verband met niet overgenomen bluswatervoorzieningen. Hierdoor is een nadeel ter hoogte van € 72.000 ontstaan. Deze structurele correctie is vanaf 2013 in de begroting verwerkt. 22. Bijstandsverlening: nadeel € 46.000. Een nadeel van € 46.000 is ontstaan omdat er minder bijstand is verleend en de inkomsten navenant achtergebleven zijn. 23. Energie: nadeel € 40.000. Op dit moment bestaat er nog onvoldoende inzicht in de energiekosten van alle kazernes o.a. door de doorberekeningen van de kosten van duo-kazernes. In 2013 dient het budget voor energiekosten opnieuw bepaald te worden. 24. ICT en Telefonie: nadeel € 39.000. Het nadeel ter hoogte van € 39.000 op de kosten van ICT en telefonie wordt enerzijds veroorzaakt doordat de migratie naar het nieuwe netwerk langer heeft geduurd en doordat de vervanging van mobiele telefoons noodzakelijk bleek. Hierdoor vielen de eenmalige implementatiekosten € 90.000 hoger uit dan voorzien. Anderzijds is een voordeel ontstaan van € 31.000, doordat de herinrichting van Intranet recent pas van start is gegaan. Dientengevolge zijn beide verschillen incidenteel van aard.
52
25. Duiken: nadeel € 35.000. In het vierde kwartaal is in overleg met het domein vakbekwaamheid besloten om de kosten van opleidingen voor duikers en duikploegleiders ten laste van district ‘s-Hertogenbosch en omgeving te brengen. Het budget is vanaf begrotingsjaar 2013 hierop aangepast. Voor 2012 is een incidenteel nadeel op deze post ontstaan. 26. Gebouwen: nadeel € 23.000. Het incidentele voordeel op deze post is het saldo van diverse afwijkingen in de realisatie van kosten met betrekking tot het gebruik en onderhoud van de kazernes en het pand van centraal aan de Orthenseweg in ‘s-Hertogenbosch. 27. Meldkamer: nadeel € 14.000. Het incidentele nadeel wordt met name veroorzaakt doordat bleek dat een deel van de inkomsten van het Openbaar meldsysteem betrekking had op 2013 en daarom ten gunste van 2013 is verwerkt. 28. Subsidies: nadeel € 11.000. Dit nadeel is samengesteld uit nadelen enerzijds en voordelen anderzijds. Het nadeel wordt grotendeels verklaard door het uitblijven van de subsidie voor NUCDEF (€ 42.000), zoals toegelicht onder punt 8. Daartegenover staat een voordeel van € 24.000 door een niet begrote inkomst uit ESF-gelden voor kwaliteitsverbetering van brandweeronderwijs. Deze subsidie-inkomsten uit ESF-gelden zijn normaal gesproken niet vooraf bekend. Het restant voordeel van € 7.000 bestaat uit een incidentele subsidie voor de implementatie van digitale bereikbaarheidskaarten. 29. Rente: nadeel € 8.000. Door overtollige liquiditeiten op de bankrekening tijdig over te boeken naar de spaarrekening werd een rentevoordeel behaald van € 67.000. De betaalde rente is echter € 75.000 hoger dan geraamd doordat de betaling van de overgedragen activa aan de gemeenten later plaatsvond dan voorzien en de gemeenten hiervoor in 2012 rente gecompenseerd kregen.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 BBN en VB Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering. Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 BBN + VB 2 3 4 5 8 20 29
Salarissen Kapitaalslasten BDUR Convenantsgelden Voorzieningen Dotaties en onttrekkingen Rente Totaal analyse (> € 50.000) BBN Per saldo
bedragen x € 1.000
Nadeel 153
Voordeel 141 456 402
397 402 75
131 652 67
1.027
1.849
I/S I I I I I I I
822
Toelichting De nummering per onderdeel verwijst naar de nummers in de toelichting boven deze tabel. Dit geldt niet voor punt 2 Salarissen en punt 20 Dotaties en onttrekkingen, die hieronder toegelicht worden. 2. Salarissen. Bij de overname van de medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor jaarlijks een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding voor 2011 en 2012 zijn pas in het najaar correct verwerkt. De opbrengsten voor 2011 laten een incidenteel voordeel zien, hiertegenover staan de flo-kosten 2011 die versnipperd zijn over de diverse programma’s en eveneens een incidenteel nadeel veroorzaken. Het nadeel is € 12.000 hoger door de flo kosten van de medewerkers die al voor 1 januari 2011 in dienst waren. 20. Dotaties en onttrekkingen. Onderstaande opsomming geeft weer welke dotaties en ontrekkingen het betreft: • Het nadeel wordt veroorzaakt door een hogere dotatie aan de reserve convenantsgelden (n.a.v. een extra bijdrage BDUR ad € 402.000, toegelicht onder punt 4). • Door de onttrekking van € 397.000 uit de reserve convenantsgelden (zie punt 5) die even groot is als de uitgaven convenantsgelden. • Er is eind 2012 voor een bedrag van € 153.000 betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen. Op basis hiervan is hetzelfde bedrag aan de bestemmingsreserve onttrokken. • Het in 2011 extra gedoteerde bedrag van € 102.000, om in 2012 de achterstand in de geoefendheid van het personeel in te lopen, is niet meer nodig en is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie.
Jaarverantwoording 2012
53
GHOR Analyse resultaat 2012 ten opzichte van begroting GHOR 1 2 3 4 5 6
bedragen x € 1.000
Nadeel
Voordeel 26 12 8 161 45 5
-
257
Personeelskosten Kapitaalslasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Administratiekosten Baten Totaal analyse GHOR Per saldo
I/S I I I I I I
257
Toelichting 1. Personeelskosten: voordeel van € 26.000 Er is een incidenteel voordeel van € 56.000 op de loonkosten doordat niet alle vacatures zijn opgevuld en er is geen gebruik gemaakt van geraamde kosten voor uitzendkrachten. Daarnaast is er een voordeel van € 19.000 op ontvangen ziektegelduitkeringen. Tegenover deze voordelen staat een nadeel van € 27.000 voor extra piketkosten voor het waarborgen van de opkomst van de operationele functie OMAC en het inroosteren van schaduwdiensten voor de nieuwe medewerkers met een operationele functie. Ook is er een nadeel van € 22.000 door hoger dan geraamde kosten voor symposia, cursussen en netwerkbijeenkomsten met de zorg- en veiligheidssector.
54
2. Kapitaalslasten: voordeel van € 12.000 Er is een voordeel van € 12.000 door minder uitgevoerde investeringen. 3. Huisvestingskosten: voordeel van € 8.000 Op de huisvestingskosten is een voordeel van € 8.000 als gevolg van een lager dan geraamde afrekening 2012 van het pand aan de Gruttostraat. 4. Bedrijfskosten: voordeel van € 161.000 Het voordeel van € 161.000 op de bedrijfskosten bestaat uit lagere kosten voor opleiding, training en oefening (OTO) van GHOR medewerkers met een operationele functie (€ 38.000) en minder operationele inzet en OTO activiteiten bij partners als gevolg van wetswijzigingen (€ 175.000). Ook zijn er lagere kosten voor het voertuigenpark van de GHOR (van € 14.000). Hier tegenover staat een nadeel van € 66.000 voor de uitvoering van een aantal projecten waaronder het herzien van het kwaliteitssysteem, implementatie van projectmatig werken en de intensivering van de samenwerking met de GHOR Midden-West Brabant. 5. Administratiekosten: voordeel van € 45.000 Op de administratiekosten is er vanwege het nog niet doorontwikkelen van de website door de herpositionering een voordeel van € 20.000. Daarnaast zijn er minder kosten gemaakt dan begroot op drukwerk en voorlichtingsmateriaal (van. € 25.000). 6. Baten: voordeel van totaal € 5.000 Het voordeel van € 5.000 op de baten bestaat uit een hoger dan geraamde gemeentelijke bijdrage (€ 5.000) en hoger dan geraamde opbrengsten Netwerk Acute Zorg Brabant (€ 7.000). Daar tegenover stond een lager dan geraamde rijksbijdrage BDUR (€ 7.000).
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GHOR Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre deze het resultaat beïnvloeden. Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GHOR
bedragen x € 1.000
Nadeel 1 4
Personeelskosten Bedrijfskosten Totaal analyse (> € 50.000) GHOR
66
Voordeel 56 175
66
231
Per saldo
I/S I I
165
Toelichting De nummering per onderdeel verwijst naar de nummers in de toelichting boven deze tabel. GMC Analyse resultaat 2012 ten opzichte van begroting GMC
bedragen x € 1.000
Nadeel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Personeel Rente (zie financieringsfunctie) Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbinding en automatisering Operationeel Beheer Overige Opbrengsten Beschikking reserve Totaal analyse GMC financieringsfunctie Per saldo
Voordeel 26
I/S I/S
30 4 4 192 3 75 22
I/S I I I/S I I I I
356 17
I
3
3
370
Toelichting A. Algemeen De laatste jaren zijn binnen het GMC processen en systemen verder geoptimaliseerd en is het merendeel van de ICT investeringen geleidelijk vervangen. De financiële effecten hiervan zijn in de laatste verantwoordingen (jaarrekeningen en bestuursrapportages) tot uitdrukking gebracht in de vorm van batige saldi. De gerealiseerde doelmatigheidswinsten zijn vooral gerealiseerd door de volgende factoren: 1. Langer technisch gebruik van faciliteiten en ICT vervangingsvoordelen. Bij de vervanging van ICT is integraal gekeken naar aspecten zoals hardware, firmware, systeem- en toepassingssoftware 2. Een goedkopere oplossing voor uitwijk 3. Financieringsvoordelen als gevolg van een lager investeringsvolume en doordat uitgaven zijn gefinancierd met eigen middelen/vermogen en goedkoper kort vreemd vermogen 4. Meer inwoners die niet leiden tot meer kosten
Jaarverantwoording 2012
55
B. Exploitatie 2012 De jaarrekening GMC sluit met een batig saldo van € 370.000. Dit batige saldo houdt met name verband met: • Structurele voordelen van totaal € 180.000. Door een doelmatiger inzet van middelen zijn deze voordelen ontstaan en vanaf 2013 in de begroting verwerkt. • Incidentele voordelen van totaal € 190.000. De belangrijkste incidentele voordelen zijn het uitstel van het multidisciplinair oefenen in 2012 (€ 40.000), verder uitstel van vervanging van de telefooncentrale (€ 70.000), lagere opleidingskosten (€ 20.000), hogere baten als gevolg van incidenten en een hoger aantal inwoners (€ 22.000), lagere rentelasten (€ 15.000) en overige voordelen van € 23.000. Bij het opstellen van de begroting 2012 respectievelijk 2013 was er nog geen duidelijkheid over de financiële effecten van de verdere optimalisering van het GMC en de 2e ICT vervangingsronde. Daarnaast is gesignaleerd dat het GMC met diverse ontwikkelingen te maken heeft. Enerzijds algemene organisatorische ontwikkelingen rondom schaalvergroting en anderzijds operationele functionele ontwikkelingen rondom de dienstverlening zoals bijvoorbeeld informatievoorziening naar burgers bij crisissituaties en rampen. Tevens is aandacht gevraagd voor het renterisico. Bij het opstellen van de begroting 2012 waren - binnen het financieel kader - enkele voordelen voorzien waarvan de hardheid nog onzeker was. In dit kader zijn in de begroting kostenverschuivingen doorgevoerd waarbij de post overige lasten is verhoogd en andere kostengroepen zijn verlaagd. C. Toelichting per kostengroep
56
Personeel De personele lasten vallen € 26.000 (2%) lager uit dan geraamd. Dit voordeel houdt met name verband met: • Doelmatiger beheer door de politie als gevolg van digitalisering van inkoopfacturen en personeelsmutaties voor totaal € 18.000. • Geen kosten van multidisciplinair oefenen van bijna € 40.000. Tegenover deze voordelen van € 58.000 stond een nadeel van € 32.000 doordat de kosten van externe inhuur hoger waren dan geraamd. Deze hogere lasten houden verband met de advisering rondom de vervanging van de telefooncentrale, informatiebeveiliging en de BTW-verhoging. Rente De rentelasten zijn € 17.000 (10 %) lager uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel vloeit voort uit een combinatie van het niet herfinancieren van een langlopende lening ultimo 2010 en de lage marktrente. Een deel van de activa wordt momenteel gefinancierd met goedkoop rekening courant krediet van de politie. De ontwikkeling van de toekomstige rentelasten wordt bepaald door de herfinanciering ultimo 2013. Opleidingen Gedurende 2012 bleven de opleidingskosten bijna € 30.000 (59 %) binnen de begroting. Van dit voordeel is vooralsnog € 10.000 als structureel voordeel ingeboekt. Gezien de voorziene mutaties de komende jaren wordt de resterende € 20.000 voorzichtigheidshalve als incidenteel voordeel beschouwd. Huisvesting Terugblikkend zijn de huisvestingskosten € 4.000 (1 %) lager uitgevallen dan in de begroting voorzien. Dit voordeel heeft een incidenteel karakter.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Vervoer Dankzij de vervanging van de twee voertuigen zijn de kosten van vervoer € 4.000 (23 %) lager dan geraamd. Dit voordeel vloeit met name voort uit lagere onderhoudskosten gedurende de eerste gebruiksjaren en zuiniger voertuigen. Dit voordeel wordt als incidenteel voordeel beschouwd, gezien de te verwachten hogere onderhoudskosten en de verhoging van de BTW en assurantiebelasting. Verbindingen en automatisering De ICT-lasten zijn ruim € 190.000 (16 %) lager uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel houdt met name verband met: • Verder uitstel van de vervanging van de telefooncentrale (€ 70.000) . • Een doelmatigere oplossing voor de uitwijk, het landelijke project MUST (Meldkamer Uitwijk Servicecentrum Taakondersteuning) van € 60.000. • Een doelmatigere netwerkverbinding met de landelijke ICT-infrastructuur waardoor de kosten met € 25.000 zijn teruggebracht. • Uitstel van ICT-vervangingen waardoor gedurende 2012 een voordeel is ontstaan in de vorm van lagere afschrijvingen van totaal € 20.000. • Overige ICT kostenvoordelen van totaal € 15.000. Van bovenstaande voordelen is € 120.000 als structureel voordeel ingeboekt. Beheer/overige Als gevolg van de inflatie zijn de beheerkosten beperkt hoger dan geraamd, € 1.000 (2 %). De overige lasten waren totaal € 75.000 ( 75 %) lager dan geraamd. Dankzij terughoudend beleid zijn de kosten lager dan voorzien. Dit voordeel heeft mogelijk voor een deel een structureel karakter. Naast kostenvoordelen zijn echter lastenverhogingen te signaleren in de vorm van met name inflatie, hogere sociale lasten, BTW-verhoging. Baten De baten zijn in totaal € 22.000 hoger uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel vloeit voort uit: • De groei van het aantal inwoners (€ 13.000). • Personele baten van € 5.000 door inzet van een medewerker elders. • De boekwinst bij het afstoten van een oud voertuig van € 4.000. Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GMC Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering. Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GMC 6 9
bedragen x € 1.000
Nadeel
Voordeel 70 75
-
145
Verbinding en automatisering Overige Totaal analyse (> € 50.000) GMC Per saldo
I/S I I
145
Toelichting Bovenstaand incidentele voordelen hebben betrekking op: ICT Lagere ICT-lasten doordat de vervanging van de telefooncentrale verder is uitgesteld gezien de samenwerking met de meldkamer uit Brabant-Zuid-oost.
Jaarverantwoording 2012
57
Overige lasten De lagere overige lasten vloeit voort uit diverse lastenvoordelen. In de begroting zijn enkele onzekere mogelijke lastenvoordelen op het terrein van personeel, rente, ICT, overige kosten onder de post overige lasten geraamd. Terugblikkend kan worden geconcludeerd dat deze mogelijke lastenvoordelen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Deze voordelen zijn grotendeels te beschouwen als incidentele voordelen.
5.3.3 Toelichting op de balans per 31 december 2012 ACTIVA De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van meer dan een jaar kunnen als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa BBN + VB In het jaar 2012 zijn activa overgenomen van de gemeenten met een waarde van € 1.044.583 die voor het grootste deel voorvloeien uit het afwikkelen van lopende investeringen in 4 TS-en bij gemeenten. Daarnaast is door BBN zelf € 2.191.356 geïnvesteerd. De investeringen van BBN hebben betrekking op de aanschaf van voer- en vaartuigen € 1.056.788, persoonlijke beschermingsmiddelen € 241.677, werkmaterieel € 66.676, ICT voorzieningen € 799.371 en inventaris van € 26.844. Vaste activa BBN + VB
bedragen x € 1
Boekwaarde 31-12-2011
58
Investeringen / overnames 2012
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
10.291.509 3.557.849
2.035.594 1.173.501
463.607
26.844
Materiële vaste activa
14.312.965
3.235.939
Des- Afschrijvingen investeringen 2012
-1.414 -17.500
-18.914
Boekwaarde 31-12-2012
1.446.885 947.051
10.878.804 3.766.799
73.078
417.373
2.467.014
15.062.976
Investeringskredieten BBN + VB
bedragen x € 1
Omschrijving
Investerings Krediet 01-01-12
MBL Beheer en huisvesting ICT-DIV
4.128.017 348.000
150.000
1.001.559
-131.914
869.645
799.372
70.273
-12.776
83.049
Totaal
5.477.576
18.086
5.495.662
2.635.412
2.860.250
-61.181
2.921.431
Wijzigingen bij Berap 2012
Investerings Krediet (na wijziging) 31-12-12
Uitgaven Realisatie 31-12-12
Restant 31-12-12
Vrijval 2012
Restant krediet 2013 e.v.
4.128.017
1.767.706
2.360.311
-48.405
2.408.716
498.000
68.334
429.666
429.666
Materieel Beheer en Logistiek (MBL) In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject is een aantal grote investeringen, met name de vervanging van tankautospuiten, uitgesteld. Door nieuw regionaal beleid en herschikking van het huidige materieel in de regio zijn alle investeringen dan ook kritisch beoordeeld, wat tot aanpassingen van het oorspronkelijke investeringsplan voor 2012 heeft geleid. Hierbij zijn een aantal investeringen uitgesteld of geheel vervallen. Omdat voor een aantal grote investeringen een levertijd van enkele maanden geldt, worden deze pas in 2013 afgerond.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Informatie- en communicatietechnologie – Digitale informatievoorziening (ICT-DIV) Formeel is het nieuwe ICT netwerk op 11 december 2012 opgeleverd. Voorzien was april 2012. Deze verlenging van 8 maanden heeft een aantal ontwikkelingen naar achteren geschoven waardoor de investeringen pas in 2013 worden afgerond. Denk hierbij aan het ondersteunen van de diverse locaties met multimedia pc’s, aanschaf van bedrijfslicenties en aanpassingen van bestaande bedrijfsapplicaties. In 2012 is € 799.372 geïnvesteerd op het gebied van ICT. De investeringen met betrekking tot het LAN netwerk zijn € 35.000 meegevallen omdat slechts op 1 locatie ingrijpende aanpassingen nodig waren. De investering in telefonie is € 55.000 hoger uitgevallen vanwege de vervanging van eerder aangeschafte mobiele telefoons omdat deze toestellen niet aan de operationele eisen voldeden. Beheer en huisvesting De investering voor uitgaanskleding van € 348.000 wordt in 2013 afgerond. De bestellingen lopen en in 2013 zijn alle korpsen voorzien van het nieuwe uitgaanstenue. Vooruitlopend op de uitkomsten van een inventarisatie van de inventaris op de kazernes is een investeringsbudget van € 150.000 beschikbaar. De realisatie van deze investeringen vindt in 2013 plaats. Vaste activa GMC Gedurende 2012 is voor € 139.000 (2011 € 245.000) geïnvesteerd. De investeringen vallen lager uit dan geraamd. Er is een terughoudend beleid gevoerd en niet alle voorgenomen investeringen zijn gerealiseerd. De telefooncentrale zal na een advies van een extern bureau mogelijk opgewaardeerd worden voor drie jaar. Met het oog op lopende (landelijke) ontwikkelingen ligt een duurdere investering waarschijnlijk minder voor de hand. De aanschaf van c-fase apparatuur is wegens verlengd gebruik nog uitgesteld.
59
Het verloop kan als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa GMC
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa totaal
bedragen x € 1
Boekwaarde Investeringen/ 31-12-2011 desinvesteringen 247.257 3.186.954 60.117 785.502
Afschrijvingen
101.276 7.136 118.581
Boekwaarde 31-12-2012 247.257 3.085.678 52.981 666.921
947.894
139.032
332.595
754.331
5.227.724
139.032
559.588
4.807.168
Jaarverantwoording 2012
Investeringskredieten en investeringen GMC Onderwerp
3.33
Opleiding en vorming
3.34
Huisvesting - Grond - Gebouwen - Installaties - Inventaris - Onderhanden werk
3.35
Vervoer
3.36
Verbindingen & automatisering - ICT vervangingen - ICT vervangingen - verv. Koppeling GMS-KPN - uitbreiding i.v.m. netcentr. werken - vervanging telefooncentrale
3.37
Geweldmiddelen en uitrusting
3.38
Operationele aktiviteiten
3.39
Beheer
bedragen x € 1000
A
B
C
D
E
F
Toegekend krediet
Besteed t/m voorgaand boekjaar
Restant krediet begin boekjaar
Besteed bedrag in boekjaar
Totaal besteed t/m boekjaar
Restant krediet
139
139
139
139
-23 614
-23 501 140 276 48 37
94
-23
520
976 140 231 48 37 520
3.310 Overige vaste activia TOTAAL
60
614
-23
478
139
116
976
Vlottende activa De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd: Vlottende activa BBN + VB Soort vordering Vorderingen openbare lichamen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen Totaal
bedragen x € 1
Saldo per 31-12-2011 313.924 -41.295 40.569
Saldo per 31-12-2012 389.745
313.198
460.267
Saldo per 31-12-2011
Saldo per 31-12-2012
81.112
72.837
81.112
72.837
Vlottende activa GMC Soort vordering Vorderingen openbare lichamen Overige vorderingen Totaal
70.522
bedragen x € 1
Er zijn geen oninbare vorderingen. De vooruitbetaalde posten hebben betrekking op telematicaposten, ICT support en aanbetalingen voor te activeren ICT.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen kent de volgende componenten: Liquide middelen BBN + VB
bedragen x € 1
Soort saldo Kassaldi Banksaldi
Saldo per 31-12-2011 759 10.611.729
Saldo per 31-12-2012 341 50.477
10.612.488
50.818
Totaal
Het credit banksaldo is opgenomen bij de toelichting op de passiva. Liquide middelen GMC
bedragen x € 1
Soort saldo Kassaldi Banksaldi
Saldo per 31-12-2011 500 75.101
Saldo per 31-12-2012 500 55.248
75.601
55.748
Totaal
Overlopende activa Onderstaande specificatie geeft de opbouw van de saldi weer: Overlopende activa BBN + VB, specifieke uitkeringen
Subsidie Brabant Veiliger
bedragen x € 1
Saldo 31-12-2011 -
Vermindering 2012 90.672
Vermeerdering 2012 119.339
Saldo 31-12-2012 28.667
-
90.672
119.339
28.667
Totaal vorderingen specifieke uitkeringen
Overlopende activa BBN + VB, overige activa Nog te ontvangen Rente Brandmeldinstallaties Doorbelasting Openbare lichamen Afrekening gas/electra/water Overig Diversen (incl. tussenrekeningen) BTW rekening te vorderen Vooruitbetaald inzake investeringen Vooruitbetaald Diverse verzekeringen Kantoorhuur ICT, telefonie e.d. Communicator Doormelding openbaar meldsysteem Energie Abonnementen Overig Tussenrekening verzekeringen Vooruitbetaald opleidingen Examenkosten
Totaal overige activa
bedragen x € 1
Saldo 31-12-2011 88.551 39.959 62.235 15.501 634 -
Saldo 31-12-2012 65.257 42.000 43.944 302
206.880
152.844
1.341
9.900
3.654
413.214
444.055
320.844 44.802 27.842 14.537 8.575
339.457 45.869 211.859 14.408 3.442
6.254 3.235 11.030
5.440 15.834 20.448
437.118
656.757
1.103 182 182
-
1.068.397
1.257.310
Jaarverantwoording 2012
61
Overlopende Activa GMC Niet van toepassing.
PASSIVA Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: Eigen vermogen BBN + VB
bedragen x € 1
Soort saldo Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat
Saldo per 31-12-2011 745.964 3.353.015 3.221.660
Saldo per 31-12-2012 1.665.964 3.824.866 2.605.855
7.320.639
8.096.685
Totaal Eigen vermogen GMC
bedragen x € 1
Soort saldo Algemene reserve, 21 gemeenten Algemene reserve, Politie Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat GMC, 21 gemeenten Nog te bestemmen resultaat GMC, Politie Nog te bestemmen resultaat C2000, 21 gemeenten Nog te bestemmen resultaat C2000, Politie
Saldo per 31-12-2011 101.999 124.666 412.570 122.842 150.140 44.480 29.653
Saldo per 31-12-2012 101.999 124.666 412.570 137.094 167.559 39.431 26.287
986.350
1.009.606
Totaal
62
Analoog aan de begroting is bij het GMC onderscheid gemaakt tussen het GMC sec en C2000. Het batig saldo van € 370.000 bestaat voor € 65.000 uit C2000 en € 305.000 GMC en is, analoog aan de verdeelsleutels in de begroting (45/55 respectievelijk 60/40 gemeenten/politie) verdeeld. Reserves Reserves BBN + VB Omschrijving Algemene reserve Te verdelen resultaat 2011 Te verdelen resultaat 2012 Bestemmingsreserves: Risico- en crisiscommunicatie Huisvesting Repressie Bijstand (GWT/THV/ OGS/COH) Realistisch oefenen Kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs BZK Materieel haakarmvoertuig Convenantsgelden veiligheidsregio Verlofuren
bedragen x € 1
Saldo 31-12-11 745.964 745.964 3.221.660
Dotaties
Onttrekkingen
Resultaat
Saldo 31-12-12 1.665.964
-
-3.221.660 2.605.855
1.665.964
920.000 920.000
124.586 315.706 125.000
2.605.855
42.333
124.586 273.373 125.000
304.015 119.532
73.000 47.875
101.903 24.279
275.112 143.128
132.070 2.232.107
402.000
7.465 397.131
124.605 2.236.976
674.364
152.278
Subtotaal
3.353.016
1.197.239
725.389
-
3.824.866
Totaal reserves
7.320.640
2.117.239
725.389
-615.805
8.096.685
Veiligheidsregio Brabant-Noord
522.086
Algemene reserve BBN De algemene reserve dient om onvoorziene risico’s op te vangen. Conform het besluit van het algemeen bestuur van 3 april 2013 bedraagt de ondergrens van de algemene reserve van de brandweer €1,2 miljoen en de bovengrens €1,7 miljoen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2012 € 1.666.000, dat is € 34.000 lager dan de vastgestelde bovengrens. Bestemmingsreserves BBN Reserve risico- en crisiscommunicatie Volgens het besluit van het Algemeen Bestuur (AB 29-06-2011) is de Bestemmingsreserve Risico& Crisiscommunicatie gevormd, waarin in 2011 € 124.586 is gestort. Uit deze reserve dienen de kosten van de inrichting van de organisatie, activiteiten, opleiding, training en oefening met betrekking tot Risico- & Crisiscommunicatie te worden gedekt voor de jaren 2011-2013. Gedurende 2012 zijn nog geen geplande activiteiten gestart die tot kosten hebben geleid. Deze zullen vanaf 2013 plaatsvinden. In 2012 heeft daarom geen onttrekking uit deze reserve plaatsgevonden. Reserve huisvesting BBN Deze reserve is in 2007 gevormd ter dekking van de kapitaallasten van de huisvestingskosten van het pand Orthenseweg ‘s-Hertogenbosch (AB 23 06 2004). De reserve is toereikend voor de dekking van deze kapitaallasten. In 2012 werd € 42.640 onttrokken, waarmee het nieuwe saldo € 273.373 is geworden. Aan het einde van de afschrijvingstermijn in 2020 resteren er geen middelen in de reserve. Reserve repressie bijstand (GWT/THV/OGS/COH) Het bestuur heeft in 2008 ingestemd met de vorming van de bestemmingsreserve repressie vergoedingen bijstand om de lasten gelijkmatig over de jaren te kunnen verdelen. Als gevolg van de regionalisering zijn de budgetten grootschaliger en is de noodzaak van deze reserve niet meer aanwezig. Reserve realistisch oefenen BBN Deze reserve is bedoeld voor de vierjaarlijkse operationele training officieren. Jaarlijks wordt één vierde van het benodigde bedrag (€ 73.000 in 2012) gedoteerd aan de reserve. Eenmaal in de vier jaar wordt de reserve aangewend ter dekking van de werkelijke uitgaven. De eerstvolgende vierjaarlijkse training moet in 2013 plaatsvinden. De (extra) gerealiseerde oefeningen in 2012 konden geheel door het exploitatiebudget van 2012 gedekt worden. Het in 2011 extra gedoteerde bedrag van€ 101.903, om deze achterstand in de geoefendheid van het personeel in te lopen, is niet meer nodig en is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Hiermee resulteert een nieuw saldo ter hoogte van € 275.112. Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs Voor de periode september 2005 tot en met december 2007 heeft Brandweer Brabant Noord, via de NVBR, een aanvraag ingediend voor ESF subsidie. Daarnaast kan er jaarlijks tot en met 2013 een nieuwe aanvraag voor ESF subsidie worden ingediend. De gelden die hierbij beschikbaar komen, worden besteed aan de verbetering van het brandweeronderwijs. Binnen vakbekwaamheid is een werkgroep belast met het opstellen van een plan voor de besteding van deze gelden. Hiervoor zijn in 2012 geen kosten gemaakt. In 2012 werd er wel een bijdrage aan de NVBR gedaan van € 24.279. Daarnaast werden ontvangsten van ESF-gelden ter hoogte van € 47.876 gedoteerd. De stand van de reserve per 31 december 2012 is € 143.128. Reserve BZK materieel haakarmvoertuig Ter vervanging van materieel brandweercompagnieën is in 2010 een vaststellingsbeschikking van € 142.645 van BZK ontvangen. Deze middelen zijn bestemd voor de vervanging van een haakarmvoertuig uit de compagnie in 2010. BZK hanteert een afschrijftermijn van 20 jaar. De investering wordt geactiveerd. Ter dekking van de afschrijving valt jaarlijks 1/20e deel van reserve vrij ten gunste van de exploitatie. Voor het laatst zal dit in 2030 gebeuren.
Jaarverantwoording 2012
63
Reserve convenantgelden Veiligheidsregio Het bestuur heeft ingestemd met de vorming van de reserve Convenantgelden Veiligheidsregio en de reserve in te zetten voor de regionalisering. Deze reserve is gevuld met specifieke uitkeringen van het ministerie van Veiligheid en Justitie. In 2012 is een plan gevolgd voor de besteding van de resterende convenantgelden, waarvan de kosten van de totstandkoming van de bezuinigingsvoorstellen, de kosten van het transitieplan om de bedrijfsvoeringsprocessen op orde te krijgen en waarvan de kosten voor de Secretaris Veiligheidsregio voor de eerste twee jaar deel uitmaken. De in 2012 gerealiseerde uitgaven zijn lager uitgevallen dan voorzien en bedragen € 397.131. In 2012 is verder een storting gedaan van € 402.000 naar aanleiding van een incidentele uitkering uit hoofde van de BDUR. Hiermee bedraagt de stand van de reserve per 31 december 2012 € 2.236.975. In het eerste kwartaal van 2013 wordt het plan voor de besteding van de resterende convenantgelden herzien. Reserve verlofuren Het uit de 20 deelnemende gemeenten overgenomen personeel had het recht om de opgebouwde verlofuren mee te nemen naar de nieuwe organisatie. De ontvangen bijdrage van de gemeenten en het saldo van het oude regiopersoneel per jaar ultimo 2011 is middels de resultaatbestemming in de reserve verlofuren gestort. De bestemmingsreserve dient als dekking voor de afbouw van de verlofuren. We zijn voornemens deze in drie jaar af te bouwen. In 2012 is voor een bedrag van € 152.278 aan de bestemmingsreserve onttrokken en betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen. In 2013 zal opnieuw actie ondernomen worden om de betreffende medewerkers zoveel mogelijk verlof te laten inzetten dan wel te verkopen.
64
Resultaat BBN Het resultaat over 2011 bedroeg € 3.221.660 voordelig. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met een toevoeging van € 920.000 van dit resultaat aan de algemene reserve, met een toevoeging aan de reserve verlofuren van € 674.364 en met een restitutie van € 1.627.296 aan de deelnemende gemeenten. Een voorstel voor de voordelige resultaatbestemming 2012 van € 2.605.855 wordt aan het bestuur voorgelegd. Reserves GHOR Omschrijving Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2011 Te verdelen resultaat 2012
bedragen x € 1
Saldo 31-12-11 182.800
Dotaties
Onttrekkingen
Resultaat
Saldo 31-12-12 182.800
182.800 328.230
-
-
-328.230 257.507
182.800 257.507
-
-
-
-
257.507
511.030
-
-
-70.723
440.307
Bestemmingsreserves: Subtotaal Totaal reserves
Resultaat GHOR Een voorstel voor de resultaatbestemming 2012 van € 257.507 voordelig wordt aan het bestuur voorgelegd. Algemene reserve De GHOR beschikt over een algemene reserve van € 182.800 om de onvoorziene risico’s op te vangen. Deze reserve is gevormd uit het resultaat 2011 en bedraagt 7,1% ten opzichte het exploitatietotaal van 2012. Als we de reserve berekenen over het exploitatietotaal van 2013 dan bedraagt de reserve 7,2%. Aan het bestuur wordt separaat voorgesteld om € 4.800 te restitueren aan de gemeenten waardoor de omvang van de reserve binnen de bandbreedte blijft.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Reserves GMC Omschrijving Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2011 Te verdelen resultaat 2012
bedragen x € 1
Saldo 31-12-11 226.665
Dotaties
Onttrekkingen
Resultaat
Saldo 31-12-12 226.665
226.665 347.115
-
-
-347.115 370.371
226.665 370.371
Bestemmingsreserves: Incidentele uitgaven (2006) Doorontwikkeling GMC (2007) Doorontwikkeling huisvesting (2008) Informatievoorziening (2010)
161.787 -
250.783
Subtotaal
759.685
-
-
23.256
782.941
Totaal reserves
986.350
-
-
23.256
1.009.606
161.787
250.783
Resultaat GMC Een voorstel voor de resultaatbestemming 2012 van € 370.371 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd. Algemene reserve GMC De algemene reserve is opgebouwd uit de voordelige saldi over 2001 t/m 2003. Deze reserve wordt binnen de doelstellingen van het GMC aangewend ter dekking van onvoorziene kosten. Ultimo 2004 is besloten dat de omvang van de algemene reserve maximaal 7% van het lastenvolume (inclusief financieringslasten) mag bedragen. Bestemmingsreserves Naast deze algemene reserve zijn bij de behandeling van de jaarrekeningen bestemmingsreserves gevormd. Deze bestemmingsreserves zijn gevormd in verband met de discussie rondom financiële dekking van nieuw beleid zoals opgenomen in het (concept)beleidsplan 2008, de implementatiemogelijkheden van een front- en back office alsmede incidentele uitgaven ten gevolge van aanbevelingen voortvloeiende uit de algemene doorlichting rampenbestrijding en de informatievoorziening. Deze bestemmingsreserves worden aangewend ter dekking van incidentele projectuitgaven. Gelet op de ontwikkelingen rondom schaalvergroting etc. is de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd met het (verder) aanwenden van deze bestemmingsreserves. Overigens hebben deze bestemmingsreserves tevens een financieringsfunctie en hebben deze bijgedragen tot lagere rentelasten. Resultaat GMC Een voorstel voor de resultaatbestemming 2012 van € 370.371 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd.
Jaarverantwoording 2012
65
Voorzieningen Voorzieningen BBN + VB
bedragen x € 1
Omschrijving FLO Personeel Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2011 51.626 309.137
Dotaties
360.763
7.930
Uitgaven
Vrijval
112.361
131.355
Saldo 31-12-2012 59.556 65.421
112.361
131.355
124.977
7.930
Voorziening FLO Deze voorziening dient om de kosten van personeel (uit de BBN organisatie vóór regionalisering) dat met functioneel leeftijdsontslag (FLO) is en/of gaat te kunnen bekostigen. Jaarlijks wordt de noodzakelijke hoogte van het saldo herzien. In 2012 is er € 7.930 bij gestort om het saldo op peil te houden. Voorziening personeel Deze voorziening is gevormd op basis van afspraken en latente verplichtingen welke met (ex-) personeelsleden gemaakt zijn en die in de toekomst een betalingsverplichting tot gevolg hebben. Er is € 112.361 aan de voorziening onttrokken. In 2012 hebben we als eigenrisicodrager minder claims van het UWV ontvangen omdat ex-medewerkers elders het werk hervat hebben. Mede hierdoor valt er € 131.355 vrij. Voorzieningen GMC
bedragen x € 1
Omschrijving Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2011 155.149
Dotaties
Uitgaven
32.200
-13.797
155.149
32.200
-13.797
Vrijval
Saldo 31-12-2012 173.552
-
173.552
66 Voorziening groot onderhoud Deze voorziening dient om de kosten van groot onderhoud te kunnen dragen zonder dat de bijdrage per inwoner daardoor gaat fluctueren. De uitgaven in 2012 hebben betrekking op het vervangen van het buitenterras en onderhoud van koolstoffilters en de koelmachine serverruimte. Langlopende schulden
B.N.G.
5 jaar
5.000
-
750
4.250
5.000
-
750
4.250
Waarvan af te lossen op korte termijn (2013)
1.000 3.250
De aflossingen op de geldlening verlopen volgens het aflossingsplan.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
1,93%
Rente Boekjaar 2012
Rente percentage
Restant geldlening Lang. Schuld 31-12-12
Aflossing 2012
Restant geldlening Lang. Schuld 01-01-12
Oorspr. Bedrag geldlening
bedragen x € 1.000
Looptijd
Datum opname geldlening
Naam geldgever
Langlopende schulden BBN
78 78
1
B.N.G.
onderhands
Rente Boekjaar 2012
Rente percentage
Restant geldlening Lang. Schuld 31-12-12
Aflossing 2012
Nieuw aan te trekken geldlening
Restant geldlening Lang. Schuld 01-01-12
Oorspr. Bedrag geldlening
Annuïteit
bedragen x € 1.000
Looptijd
Datum opname geldlening
Nr. Naam geldgever
Datum Bestuursbesluit Soort geldlening
Langlopende schulden GMC
18-12-03 10 jaar
n.v.t.
3.100
2.479
n.v.t.
78
2.401
4,46%
109
2
18-12-03 10 jaar
n.v.t.
1.600
747
n.v.t.
106
641
4,28%
30
3
18-12-03 10 jaar
n.v.t.
400
80
n.v.t.
40
40
4,08%
3
5.100
3.306
224
3.082
0
142
Waarvan af te lossen op korte termijn (2013)
224 2.858
Bij de bouw van het GMC zijn onder meer leningen afgesloten met een looptijd van 10 jaar. Ultimo 2013 dienen deze leningen te worden afgelost. Gedurende 2013 zal de herfinanciering moeten worden geregeld.
Vlottende passiva Vlottende passiva BBN Liquide middelen BBN + VB Soort saldo Banksaldi
bedragen x € 1
Saldo per 31-12-2011 -
Saldo per 31-12-2012 -133.129
-
-133.129
Totaal
De post vlottende activa bevat een rekening-courant schuld per 31 december 2012 van € 133.129. Bij de activa is een banksaldo van € 50.477 verantwoord. Per saldo bedraagt de rekening-courantschuld € 62.652. Het crediteurensaldo per 31 december 2011 bedroeg € 1.119.259 en per 31 december 2012 € 774.316. Daarnaast bestaat deze post uit de overlopende passiva. Vlottende passiva GMC Naast de crediteuren per 31 december 2012 € 148.894 en overige post van € 8.444 bestaat deze post uit de rekening courantschuld bij de politie van € 326.222 en de overlopende passiva. De rekening-courantschuld bij de politie is mede ontstaan doordat in 2010 geen herfinanciering is aangegaan voor een langlopende lening Van € 1 miljoen. Gezien de ontwikkelingen rondom de Veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is in 2010 geopteerd voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. Gedurende 2012 was de kortlopende rente minder dan 1 %. Ten opzichte van de rente van bovenstaande langlopende leningen (van 4 tot 4,5%) bedraagt het rente voordeel van financiering met kortlopende middelen ruim 3 tot 3,5%. Bij een lening van € 1 miljoen bedraagt het jaarlijks financieel voordeel € 35.000.
Jaarverantwoording 2012
67
Overlopende passiva Overlopende passiva BBN + VB, overige passiva Nog te betalen algemeen Loonbelasting en sociale lasten
bedragen x € 1
31-12-2011
31-12-2012
1.096.244
1.131.887
Pensioenen
203.449
448.983
Salarissen
448.442
644.660
Piketkosten en ROL
201.045
92.800
Personeel
253.176
29.933
77.776
106.444
Diverse gemeenten Diverse gemeenten, overname activa
13.675.412
Diverse gemeenten, gecalculeerde rente
934.272
Contract salarisadministratie 2011
219.731
235.596
Energie
118.163
115.267
Verzekeringen
63.387
Opleidingen
31.786
Diverse crediteuren
289.522
304.227
31.733
70.092
Diverse incl BTW GHOR
-43.137
182.798
17.505.828
3.457.860
Vooruit ontvangen algemeen OMS bijdrage inzake 2013
Totaal overige passiva
68
43.510 -
43.510
17.505.828
3.501.370
De overname van de activa vanuit de deelnemende gemeenten welke in 2012 afgewikkeld zijn, veroorzaken een groot verschil per jaar ultimo. Overlopende passiva GMC Overlopende passiva GMC Nog te betalen posten VtSPN
bedragen x € 1
31-12-2011
31-12-2012
89.566
191.656
223.369 312.935
191.656
Onder de nog te betalen posten zijn o.a. de bijdrage voor het GMS-beheer 2012 opgenomen (€ 70.500), infrastructuurkosten IS-9000 voor vier jaar (KPN, € 40.000) en een verplichting voor drie jaren i.v.m. het landelijk functiehuis (€ 15.500).
Veiligheidsregio Brabant-Noord
69
Jaarverantwoording 2012
Bijlage 1: Controleverklaring Deloitte Accountants B.V. Amerikalaan 110 6199 AE Maastricht Airport Postbus 1864 6201 BW Maastricht Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9904 www.deloitte.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te ‘s-Hertogenbosch Verklaring betreffende de jaarrekening
70
Wij hebben de in de jaarverantwoording 2012 op pagina 42 tot en met 68 opgenomen jaarrekening 2012 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te ‘s-Hertogenbosch gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede bijlage 2 zijnde de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het op 7 november 2012 door het algemeen bestuur vastgestelde controle- en rapportageprotocol. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het algemeen bestuur op 7 november 2012 en de operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de gemeenschappelijke regeling. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur bij besluit van 7 november 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Maastricht Airport, 26 juni 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: L.M.M.H. Banser RA RC EMFC
Jaarverantwoording 2012
71
Bijlage 2: Single information single audit Verantwoordingsinformatie Single information single audit op grond van artikel 3 van de regeling informatieverstrekking Sisa Departement V&J Nummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger Indicatoren
A2 Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR) Besluit veiligheidsregio’s artikelen 8.3 en 8.4 Veiligheidsregio’s Besteding 2012
€ 5.275.048 Aard controle R. Indicatornummer A2/01
BDUR 2012
72
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Loonindexering Extra bijdrage TOTAAL
bedragen x € 1
BBN 753.463 753.463 753.463 753.463
GHOR 321.214,95 321.214,95 321.214,95 321.214,95
Gemeenten (BTW) 143.584 143.584 143.584 143.584
Totaal 1.218.262 1.218.262 1.218.262 1.218.262 -
1.284.860
574.337
5.275.048
402.000 3.415.851
402.000
De totale bijdrage voor BBN en de GHOR op grond van de BDUR bedraagt € 5.275.048. In december 2012 is een incidentele extra bijdrage ontvangen van € 402.000.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Bijlage 3: BBN-kengetallen Vooraf is vermeld dat met ingang van 2012 jaarlijks in het kader van de jaarverantwoording zal worden gerapporteerd over met name operationele prestaties, naast bedrijfsvoeringsgegevens. Dit als uitkomst van het (landelijk) project Aristoteles dat ook in de Veiligheidsregio Brabant Noord is geïmplementeerd.
Risicobeheersing Adviesaanvragen voor evenementen worden ingediend bij de gemeenten. Een gemeente weegt, op basis van gemeentelijk beleid, af bij welke evenementen een brandweer-advies relevant is. De gemeente is verantwoordelijk voor het al dan niet inwinnen van het brandweer-advies. In 2012 werd door de brandweer voor de volgende typen en aantallen evenementen een advies gegeven. Evenementadviezen 2012 regulier evenement aandacht evenement risicovol evenement
1.039 156 44 1.239
Brandweeradvies bij activiteiten of objecten met een hoog risico Risicobedrijven in Brabant Noord (in de zin van WVR hoofdstuk 6 en 7) worden geïnspecteerd samen met inspectiepartners van Wabo bevoegd gezag en de arbeidsinspectie. Hiervoor wordt jaarlijks een gezamenlijke inspectieplanning opgesteld. Toezicht is gericht op Veiligheidsbeheerssystemen (grondslag Brzo), bedrijfsbrandweer en rampenbestrijding. In 2012 zijn 11 van de 12 risicobedrijven in Brabant-Noord samen met de andere inspectiepartners bezocht. Het betreft: - OWTC Olieopslag - Organon - locatie Moleneind - Unipol Holland - Stork Prints - Enthone - Oliecentrale Nederland Zuid - Organon - locatie De Geer - Cafferata Vuurwerk - Koninklijke Sanders - Euro Support Advanced Materials - Alliance Niet bezocht: - Nederlandse Gasunie-TOI Ravenstein-Ravenstein
Jaarverantwoording 2012
73
Opleiden Het repressieve brandweerpersoneel is in 100% van de gevallen opgeleid conform de voor de functie gestelde eisen. Het betreft de repressieve functies: 1 manschap a 2 manschap b 3 chauffeur 4 voertuigbediener 5 verkenner gevaarlijke stoffen 6 gaspakdrager 7 brandweer duiker
8 duikploegleider 9 bevelvoerder 10 meetplanleider 11 adviseur gevaarlijke stoffen 12 officier van dienst 13 hoofdofficier van dienst 14 commandant van dienst
Oefenen Onderstaande tabel toont het gemiddeld aantal gevolgde oefeningen per persoon. 2012
beroeps vrijwilligers
gemiddeld aantal gevolgde oefeningen per persoon 47 32
aantal geregistreerde medewerkers (31-12-2012) 68 980
Op individueel niveau wordt uitgegaan van een aanwezigheid van minimaal 70% op het aantal aangeboden oefeningen. De deelname wordt aangetoond op basis van registratie van algemene en persoonsgebonden oefenkaarten.
74
Domein risicobeheersing: Overzicht BRZO-bedrijven Brabant-Noord in 2012 Bedrijven krijgen te maken met het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999 (BRZO ’99) als er volgens de milieuvergunning een grotere hoeveelheid gevaarlijke stoffen is dan één van de twee in het BRZO ‘99 genoemde drempelwaarden. Als een bedrijf de laagste drempelwaarde in het BRZO ‘99 overschrijdt, moet het een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO) hebben en een Veiligheidsbeheersysteem (VBS) voeren. Als een bedrijf ook de tweede, en hoogste, drempelwaarde overschrijdt, moet het naast het hebben van een PBZO-beleid en VBS ook een veiligheidsrapport opstellen. De tabel hieronder toont per bedrijf de bijbehorende gemeente en BRZO ‘99 status. Inrichting/bedrijf (per 31 december 2012)
Gemeente
OWTC Koninklijke Sanders Gasunie Ravenstein Unipol Holland Oliecentrale Nederland Enthone BV Schering Plough (Organon De Geer) Stork Prints Schering Plough (Organon Moleneind) Cafferata Vuurwerk BV Alliance BV
Cuijk Heusden Oss Oss s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch Oss Boxmeer Oss Uden Heusden
Veiligheidsregio Brabant-Noord
BRZO ‘99 status PBZO PBZO VR VR PBZO PBZO VR VR VR PBZO PBZO
Domein vakbekwaamheid Monodisciplinair leerprogramma Het domein vakbekwaamheid verzorgt de opleidingen voor alle operationele brandweerfuncties tot en met het niveau van bevelvoerder. Deze monodisciplinaire overzichten geven inzicht over: 1a het aantal kandidaten dat in opleiding is (geweest); 1b het aantal kandidaten dat geslaagd is; 2 de verzorgde leergang met de bijhorende periode; 3 een overzicht van het aantal examens en herexamens. (Een leergang start op het moment dat er een cursusgroep compleet is) 1 Kandidaten Totaal kandidaten per kerntaak in 2012 Brandbestrijding Technische hulpverlening Ongeval gevaarlijke stoffen en water ongevallen Voertuigbediener Chauffeur
studerend 44 73 36 29 23
afgerond en geslaagd 32 36 24 7 23
28 11 12
5
Bevelvoerder Verkenners gevaarlijke stoffen Oefenleider B
gestopt 1 1
1
2 Leergangen in 2012
MSA4 BB
december
november
75 oktober
september
augustus
juli
juni
mei
april
maart
februari
januari
Overzicht lopende en afgesloten leergangen in 2012 Aantal kandidaten
12 kandidaten/11 geslaagd/1 gestopt 12 kandidaten/11 geslaagd/1 gestopt MSA6 BB 8 kandidaten/8 geslaagd MSA7 BB 12 kandidaten in opleiding 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten/12 geslaagd MSA4 THV 12 kandidaten in opleiding MSA5 THV 12 kandidaten in opleiding MSA6 THV 8 kandidaten in opleiding MSA los THV 5 kandidaten in opleiding 12 kandidaten/12 geslaagd MSA2 OGS 12 kandidaten/12 geslaagd MSA3 OGS 12 kandidaten/11 geslaagd/1 herex. BEV avond 15 kandidaten in opleiding/1 gestopt BEV dag 13 kandidaten in opleiding 7 kandidaten/7 geslaagd VRTB avond 12 kandidaten in opleiding VRTB dag 10 kandidaten in opleiding VGS avond 11 kandidaten/5 geslaagd/6 herex. 12 kandidaten/12 geslaagd 11 kandidaten/11 geslaagd OEFL B 12 kandidaten in opleiding
MSA5 BB
MSA1 THV MSA2 THV MSA3 THV
MSA1 OGS
VRTB avond
CHAUF CHAUF
Jaarverantwoording 2012
Legenda leergangen 2012 MSA Manschappen A BB kerntaak Brandbestrijding THV kerntaak Technische Hulpverlening OGS kerntaak Ongeval Gevaarlijke Stoffen en water ongevallen BEV opleiding bevelvoerder CHAUF chauffeur VRTB Voertuigbediener VGS Verkenner Gevaarlijke Stoffen OEFL B oefenleider B avond avondopleiding dag dagopleiding 3 Examens Het domein vakbekwaamheid zorgt voor het organiseren van online examens (theorie examens) en proeven van bekwaamheid ( praktijk toetsen en examens) Onderstaande overzichten geven het feitelijk aantal examens weer dat in 2012 georganiseerd is. Daarnaast staat het aantal herexamens van kandidaten die in 2011 niet zijn geslaagd. Overzicht online examens 2012 Domein Vakbekwaamheid Leergang Manschap A
76
Onderverdeeld naar leergang/kerntaak
Kerntaak Brandbestrijding Technische hulpverlening Ongevalsbestr.gev.stoffen
Verkenner gevaarl.stoffen Bevelvoerder Brandweerchauffeur Duikploegleider (hercertificering)
Overzicht Proeven van Bekwaamheid 2012 Domein Vakbekwaamheid Leergang Manschap A
Verkenner gevaarl.stoffen Voertuigbediener Voertuigbediener/bediener redvoertuig Bevelvoerder Brandweerchauffeur
Veiligheidsregio Brabant-Noord
On-line examens 21 33 46 11
On-line examens 36 35 18 1
13 42 13
3 27 1
Onderverdeeld naar leergang/kerntaak
Kerntaak Brandbestrijding Technische hulpverlening Ongevalsbestr.gev.stoffen
Brandbestrijding Computersimulatie THV
Aantal examens 43 36 36 11 9 2 13 13 32
Aantal her-examens 24 4 4 0 1 0 0 0 3
Overzicht afgesloten en lopende leergangen brandweermanagement in 2012 Het domein vakbekwaamheid begeleidt met trajectbegeleiding kandidaten die een leergang brandweermanagement volgen aan de Brandweeracademie in Arnhem. Dit overzicht geeft inzicht per leergang, per district over het aantal kandidaten dat: 1. is gestart; 2. een leergang heeft afgerond; 3. of nog bezig is met een leergang die voor 1-1-2012 is gestart. Overzicht lopende en afgesloten leergangen brandweermanagement in 2012
OVD
2
Totaal
Domein
District 5
District 4
District 3
District 2
District 1
Nog lopende in 2012
Totaal
Domein
District 5
District 4
District 3
District 2
District 1
Totaal
Afgerond in 2012
Domein
District 5
District 4
District 3
District 2
Gestart in 2012 District 1
Leergangen
2
HOvD AGS
1
Meetplanleider Operationeel Manager Tactisch Manager Adviseur Beleid en Bestuur Specialist Brandpreventie Specialist Risico's en Veiligheid Specialist Opleiden en Oefenen Specialist Operationele Voorbereiding Totaal
1
1 1
1
2
1 1
1
1
3
1
3
1 1 ‘11 ‘10 1
7
77 1 ‘10
3
1
5
3
Jaarverantwoording 2012
Mono- en multidisciplinair oefenprogramma Naast het leerprogramma verzorgt het domein Vakbekwaamheid het mono- en gedeeltelijk het multidisciplinair oefenen. De onderstaande overzichten geven inzicht over: 1. de specialistische oefeningen in 2012; 2. samenwerkingsoefeningen van de regionale ambulancevoorziening met de brandweer. 1. De specialistische oefeningen in 2012 Overzicht Oefening
Wie
Datum
OvD praktijk oefening 2012 *
OVD mono
18-jun-12 19-jun-12 20-jun-12 21-jun-12
OVD mono najaar
OVD mono
OvD praktijk oefening 2012 *
OVD mono
OVD mono najaar
OVD mono
OVD multi vliegbasis Volkel
OVD multi
OVD multi **
OVD multi
78 OVD themadag
ROL
322B RE Themadag synthetische drug & hennepkwekkerijen
ROL
SPE OGS oefening Boxmeer
Spec
RDS Vught
Spec
VGS Verkenner Gevaarlijke Stoffen
Spec
SPE Oefening BMH -RDS
Spec
* Jaarlijkse praktijk oefening OvD 2012 ** Teamleren in het motorkapoverleg
Legenda OVD Officier Van Dienst SPE specialisme RDS Redding Specialisme OGS Ongeval Gevaarlijke Stoffen Mono monodisciplinaire oefening Multi multidisciplinaire oefening
Veiligheidsregio Brabant-Noord
07-nov-12 14-nov-12 21-nov-12 05-dec-12 12-dec-12 19-dec-12 13-mrt-12 27-mrt-12 03-apr-12 10-apr-12 17-apr-12 24-apr-12 07-feb-12 14-feb-12 26-sep-12 03-okt-12 15-feb-12 28-feb-12 06-mrt-12 12-mrt-12 13-mrt-12 14-mrt-12 29-sep-12
Deelnemers Afwezig (uitgenodigd) 6 5 6 3 3 4 6 5 4 5 5 4 5 2 4 7 23 18 14 15 38 8 8
Opmerking
2 2
1 1 1 5 3 2 1 2 1 2 1 1 Districtelijk geregistreerd Districtelijk geregistreerd Districtelijk geregistreerd
12
8
2. Samenwerkingsoefeningen van de regionale ambulancevoorziening met de brandweer Overzicht samenwerkingsoefening Regionale Ambulance Voorziening (RAV) en Brandweer in 2012 Datum
District
maandag, 19 maart 2012
Haps
maandag, 2 april 2012
Uden
maandag, 16 april 2012
‘s Hertogenbosch
maandag, 23 april 2012
's Hertogenbosch
maandag, 7mei 2012
's Hertogenbosch
maandag, 21 mei 2012
's Hertogenbosch
maandag, 17 september 2012 's Hertogenbosch
maandag, 8 oktober 2012
Oss
maandag, 22 oktober 2012
Haps
dinsdag, 23 oktober 2012
Uden
donderdag, 25 oktober 2012
Uden
dinsdag, 6 november 2012
Oss
dinsdag, 27 november 2012
Haps
Kazerne Post Wanroij - Peelstraat 2c 5446 PJ - Wanroij Post Vierlingsbeek - Molenweg 8c - 5821EA Post Haps - Parallelstraat 4a - 5433 AE Post Oeffelt - Schoolstraat 4 - 5441 AM Post Schaijk - Schutsboomstraat 94 - 5374 CD Post Zeeland - Langeboomseweg 71 - 5411 AT Post Uden - Leeuweriksweg 4 - 5402 XD Post Uden - Leeuweriksweg 4 - 5402 XD Post Boxtel - Brederoweg 25 - 5283 HA Post Sint-Oedenrode - Eerschotsestraat 16 - 5491 AC Post Berlicum - Runweg 25 - 5258 BK Post Schijndel - Kerkendijk 57 - 5482 KG Post Cromvoirt - Sint Lambertusstraat 56 - 5266 AG Post Den Bosch - Vogelstraat 45 - 5212 VL Post Helvoirt - Sint Jorisstraat 1 Post Rosmalen - Tuinstraat 4 - 5241 AA Post Boxtel - Brederoweg 25 - 5283 HA Post Sint-Oedenrode - Eerschotsestraat 16 - 5491 AC Post Berlicum - Runweg 25 - 5258 BK Post Sint-Michielsgestel - Schijndelseweg 38b - 5271 SB Post Drunen - Wilhelminastraat 9 - 5151 BW Post Haaren - Gildepad 14 - 5076 AN Post Heusden - Garnizoenstraat 2 - 5256 EK Post Vught - Kettingweg 7a - 5266 AG Post Drunen - Wilhelminastraat 9 - 5151 BW Post Rosmalen - Tuinstraat 4 - 5241 AA Post Vlijmen - Burg. Zwaansweg 2a - 5251 CJ Post Vught - Kettingweg 7a - 5266 AG Heeswijk-Dinther - Jonker Speelmanstraat 8a - 5473CB Heesch - La Sallestraat 1 - 5384NK Maasdonk - Groenstraat 19 - 5886KW Nistelrode - Heescheweg 37 - 5888RG Post Wanroij - Peelstraat 2c 5446 PJ - Wanroij Post Cuijk - Gildekamp 11 - 5431 SP Post Vierlingsbeek - Molenweg 8c - 5821EA Post Haps - Parallelstraat 4a - 5433 AE Post Veghel - Stadhuisplein 2 - 5461 KS Post Veghel - Stadhuisplein 2 - 5461 KS Post Boekel - De Vlonder 64 - 5427 DE Post Erp - Ottenstraat 2 - 5469 CZ Post Veghel - Stadhuisplein 2 - 5461 KS Post Erp - Ottenstraat 2 - 5469 CZ Post Boekel - De Vlonder 64 - 5427 DE Post Boekel - De Vlonder 64 - 5427 DE Heeswijk-Dinther - Jonker Speelmanstraat 8a - 5473CB Post Berghem - Kloosterstraat 30 - 5351ER - Berghem Post Oss (B) - Wethouder van Eschstraat 260 - 5342AV Post Oss (C) - Wethouder van Eschstraat 260 - 5342AV Post Boxmeer - Frans Halsstraat 2 - 5831 CA Post St.Anthonis - Breestraat 1a - 5845 AZ Post Mill - Jochemsweg 2 - 5451 HW Post Grave - Stoofweg 5 - 5361 HZ
Jaarverantwoording 2012
79
Inkoop Hieronder is weergegeven welke inkooptrajecten er onder meer in 2012 doorlopen zijn met het bijhorende bedrag van aanbesteding (inclusief BTW). Doorlopen Inkooptrajecten 2012 Aanbesteding Uitrukkleding (europees) Aanbesteding Energie (europees) Aanbesteding Payroll een uitzendkrachten (europees) Aanbesteding Kantoorartikelen (europees) Aanbesteding Uitruklaarzen Aanbesteding Blushandschoenen Aanbesteding Waterwagen Aanbesteding Nulmeting Officieren van Dienst Aanbesteding DOIV Aanbesteding Realistisch oefenen district 2 en 5 Aanbesteding Uniformschoenen Aanbesteding Redzagen/stokzagen Aanbesteding Diverse standaard bepakking Aanbesteding Kerstpakketen Aanbesteding Banden Verlening mantelovereenkomst Tankautospuiten
80
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Bedrag aanbesteding incl. BTW € 200.000 € 1.151.000 € 400.000 € 160.000 € 130.000 € 132.000 € 160.000 € 110.000 € 180.000 € 50.000 € 61.000 € 81.000 € 30.000 € 42.000 € 10.000 -
Bijlage 4: GHOR-kengetallen Bijlage: evenementenadviezen In totaal zijn er 192 evenementenadviezen (excl. beoordeling van calamiteitenplannen etc.) uitgegeven vanuit de GHOR in 2012 aan 17 gemeenten, te weten: GHOR evenementadviezen 2012 Gemeente Bernheze Boekel Boxmeer Boxtel Cuijk Grave Haaren Heusden Landerd Maasdonk Mill & Sint Hubert Oss Schijndel s-Hertogenbosch Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Uden Veghel Vught Totaal
Aantal 2011 4 12 0 1 13 5 6 1 43 16 2 2 2 22 21 0 0 5 2 0
Aantal 2012 17 8 1 2 18 10 7 1 57 14 3 1 3 23 20 0 0 5 2 0
157
192
81
Jaarverantwoording 2012
Bijdrage multidisciplinair evenementenoverleg 2012 Gemeente Bernheze Bernheze Bernheze Boekel Boxtel Cuijk Cuijk Cuijk Cuijk Grave Grave Haaren Landerd Landerd Maasdonk Maasdonk Maasdonk Mill & Sint Hubert Schijndel s-Hertogenbosch
82
Uden Uden Uden Veghel Veghel Veghel
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Evenement Pinksterfeesten jun. 2012 Solexrace aug. 2012 Indoor motorcross dec. 2012 Wielerronde aug. 2012 Back 2 School dance event jul. 2012 Kuukse kroegentocht febr. 2012 Theatric Beats jun. 2012 Doorkomst 4-daagse jul. 2012 Postcodestraatprijs okt. 2012 Waterfestival aug. 2012 Smartlappenfestival jun. 2012 Rebirth Outdoor dance event apr. 2012 Halfvastenoptocht en -feesten apr. 2012 stReekfeest apr. 2012 Bouncing beats sept. 2012 Effe noar Geffen sept. 2012 Kronenberg USA car meeting aug. 2012 Redbull motorcross aug. 2012 Paaspop april 2012 Alle grote evenementen worden meegenomen in multidisciplinaire evenementencommissie (elke 4-6 weken) Volkel in de Wolken mei 2012 Bourgondisch Uden jun. 2012 Festyland okt. 2012 Vudel koningsfeesten febr. 2012 7th Sunday festival juni 2012 Veghel helemaal Oranje
Bijlage 5: Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening 112-meldingen • De 112-meldingen komen binnen via vaste telefonie en – door tussenkomst van de meldkamer van de KLPD – via mobiele telefonie. De mobiele meldingen gaan rechtstreeks naar de meldtafels van de discipline, waarvan hulp gevraagd wordt. De 112-meldingen via de vaste telefonie worden opgenomen door de meldkamers van Politie en Brandweer. Gezien de centralisatie en vervanging van de 112-centrale is er momenteel nog geen cijfermateriaal hierover beschikbaar. Naar verwachting zijn deze cijfers vanaf 2013 weer bekend en zullen deze met terugwerkende kracht worden opgeleverd. Het gaat hierbij om de volgende cijfers: - De score waaruit blijkt in welk percentage van de gevallen oproepen uit het vaste telefonie netwerk binnen 10 seconden beantwoord zijn - Het aantal meldingen (vast en mobiel) via 112-toestellen - Het aantal aangenomen 112-gesprekken - Het procentueel aantal meldingen dat gedaan is met een mobiele telefoon ten opzichte van voorgaande perioden
Meldkamer politie • Meer geregistreerde prio 1-meldingen: 14,84% t.o.v. 2011. • Het aantal prio 1-meldingen bedroeg 7221 met een gemiddelde reactietijd (tijd tussen aanname melding en ter plaatse komen) van 8 min en 42 sec. Het aantal overschrijdingen steeg naar 9,11% dus de doelstelling van 5% is niet gehaald. • De definiëring van prio 1-meldingen wordt uitgebreid in het kader van heterdaadkracht. • In 2013 wordt extra gestuurd op de beperking van de overschrijding reactietijd prioriteit 1 meldingen.
Call Center politie • Service-level voor aantal telefoongesprekken (0900-8844 en intern) was in 2012 74%. • Vanaf 2003 tot vorig jaar is er een gestadige afname van het aantal gesprekken geweest. Deze daling zet zich in 2012 voort. In 2011 heeft het callcenter 239.813 gesprekken aangenomen en in 2012 gaat het om 226.540 gesprekken. Dit is een afname van 5,5%. • Er is een duidelijke tendens waar te nemen dat de gesprekken gecompliceerder worden: in het kader van het project ‘tevredenheidonderzoek laatste politiecontact’ wordt van een melding steeds meer informatie vastgelegd. Hiernaast heeft het Call Center te maken met een onderbezetting. Deze combinatie zorgde er in 2011 voor dat het service level gedaald is. In 2012 zijn zaken verbeterd wat heeft geresulteerd in een flinke verbetering van het service level.
Meldkamer ambulancevoorziening De Regionale AmbulanceVoorziening (RAV) heeft met de zorgverzekeraars een prestatiecontract afgesloten waarin onder andere normen worden gesteld inzake meldingsverwerkingstijden (tijd tussen aanname en uitgifte melding) en responstijden (tijd tussen aanname melding en ter plaatse komen).
Jaarverantwoording 2012
83
Meldingsverwerkingstijd In dit prestatiecontract voor 2012 is voor de meldingsverwerkingstijd bij A1-meldingen een norm van 20% afgesproken. Dit houdt in dat in maximaal 20% van de gevallen de maximale meldingsverwerkingstijd van 2 minuten overschreden mag worden. Het daadwerkelijk gerealiseerde overschrijdingspercentage over de periode januari t/m juni 2012 is 39,3%. Responstijd In het prestatiecontract voor 2012 is gesteld dat de responstijd maximaal 15 minuten mag zijn, met een overschrijdingspercentage van 5,7%. Concreet houdt dit in dat de responstijd van 15 minuten in maximaal 5,7% van de gevallen overschreden mag worden. Het daadwerkelijk gerealiseerde overschrijdingspercentage over de periode januari t/m december 2012 is 6,1%. Het aantal declarabele ritten en EHGV (eerste hulp geen vervoer) is met 4,8% toegenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Meldkamer brandweer • Door de Meldkamer brandweer werden in 2012 de volgende meldingen aangenomen en, voor zover aan de orde, uitgegeven:
a b c d e
Hoofdmeldclassificatie Alarm Brand Ongeval Dienstverlening Overige
Submeldclassificatie Automatische meldingen Binnenbrand Ongeval Dienstverlening brandweer Overige meldingen brandweer
Aantal 3393 1703 597 1089 266 Totaal
7048
84 In 55 gevallen werd opgeschaald naar Middelbrand en negen keer naar Grote brand. ad a Automatische meldingen In 2012 zijn er bij de meldkamer brandweer 3.393 automatische meldingen binnen gekomen. Ruim de helft van de automatische meldingen is afgevangen door de Meldkamer. Voor de andere helft werd een ploeg gealarmeerd. In 91 gevallen was er sprake van een terechte automatische melding. De onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal acties en de soort afhandeling in relatie tot het totaal percentage. Actie Afgehandeld meldkamer Gealarmeerd en ter plaatse gegaan Gealarmeerd en niet ter plaatse gegaan totaal
Totaal 1751 876 766
% 52% 26% 23%
3393
100%
Gemiddelde tijden aanname, verwerking, uitgifte e.a. voor prio 1 meldingen* Uit onderstaande grafiek is op te maken dat het hele proces van aanname, uitgifte, verwerking, uitruk en aanrijden voor prio 1 meldingen gemiddeld binnen de 10 minuten plaatsvindt. De gemiddelde verwerkingstijd van de meldkamer brandweer van prio 1 meldingen valt binnen de streeftijd van 0:01:30 minuut. * De doorverbindtijd van meldingen via 112 is niet meegerekend in deze tijden.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
00:11:31 00:10:05 00:08:38 00:07:12
00:04:31
00:04:26
00:04:19
00:04:27
00:03:39
00:03:37
00:03:39
00:03:35
00:01:07 00:00:30 00:00:37
00:01:07 00:00:32 00:00:35
00:01:10 00:00:36 00:00:34
00:01:10 00:00:34 00:00:37
2e kwartaal
3e kwartaal
00:05:46 00:04:19 00:02:53 00:01:26 00:00:00
1e kwartaal aanname tijd
uitgifte tijd
verwerking tijd
4e kwartaal
uitruktijd
verwerking tijd
De voorgaande begrippen worden als volgt omschreven: • Prio 1 melding De melding wordt meegerekend als prio 1 als de melding van aanname door de centralist tot aan het moment dat het voertuig ter plaatse statust prio 1 is geweest en er tussentijds niet van prio is gewisseld. • Aanname tijd De aannametijd is de tijd die begint op het moment dat een centralist in GMS een melding aanmaakt en eindigt op het moment dat de centralist de melding uitgeeft of op de meerknop in GMS heeft gedrukt. Er is nog niet gealarmeerd. • Uitgiftetijd De uitgiftetijd is de tijd die begint op het moment dat er door de centralist op uitgifte wordt gedrukt of het moment dat de meerknop wordt gebruikt en eindigt op het moment dat er gealarmeerd wordt. Pagers gaan nu en voertuig wordt gekoppeld aan de melding. • Verwerkingstijd De tijd die verloopt tussen aanname en uitgifte is de verwerkingstijd van de meldkamer. • Uitruktijd Op het moment dat er gealarmeerd is begint de uitruktijd te lopen en deze tijd eindigt op het moment dat het voertuig aanrijdend statust. • Aanrijtijd Op het moment dat het voertuig aanrijdend statust begint de aanrijdtijd te lopen en deze loopt tot het moment dat het voertuig ter plaatse statust. GRIP opschalingen In 2012 werd zes keer opgeschaald naar GRIP1, in drie gevallen werd er opgeschaald naar GRIP2. Overige meldingen Naast de reguliere brandmeldingen werden als externe dienstverlening ook meldingen aangenomen voor de Provinciale Milieuklachtencentrale en de waterschappen AA en Maas en de Dommel. Externe dienstverlening door meldkamer Brandweer a Provinciale milieuklachtencentrale b Meldingen waterschappen AA, Maas en Dommel
2990 1150 Totaal
3140
Jaarverantwoording 2012
85
Bijlage 6: Lijst met afkortingen
86
AB Algemeen Bestuur BBN Brandweer Brabant-Noord BBV Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten BDUR Brede Doeluitkering Rampenbestrijding BOT Brandweer Opvang Team BRZO Besluit Risico’s en Zware Ongevallen BvD Brigadier van Dienst BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties C2000 Communicatiesysteem 2000 COH Commando Haakarmbak Dares Dutch Amateur Radio Emergency Services DB Dagelijks Bestuur DIV Documentaire InformatieVoorziening DLS DrukLuchtSchuim DPG Directeur Publieke Gezondheidszorg EMU Europese en Monetaire Unie ESF Europees Sociaal Fonds EV Externe Veiligheid FLO Functioneel Leeftijds Ontslag GGD Gemeentelijke GezondheidsDienst GHOR Geneeskundige Hulpverlenings Organisatie in de Regio GMC Gemeenschappelijk Meld Centrum GMS Gemeenschappelijk Meld Systeem GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure GWT Groot water transport ICT Informatie en CommunicatieTechnologie IMS Internet Materieelbeheer Systeem KLPD Korps Landelijke Politiediensten KPI Kritieke Prestatie-Indicatoren LCMS Landelijk CrisisManagement Systeem LAN Local Area Network MBL Materieel Beheer en Logistiek MOvD Meldkamer Officier van Dienst MUST Meldkamer Uitwijk Servicecentrum MVSO Missie, Visie, Strategie & Organisatie NCV Nood CommunicatieVoorziening Nucdef Nuclear Defence (nucleaire verdediging) NVBR Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding OBSV Online Beheer Systeem Veiligheidsregio’s OGS Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen OMAC Operationeel Medewerker ActieCentrum OMS Openbaar brand Meld Systeem OOV Inspectie Openbare Orde en Veiligheid OTO Opleiden Trainen Oefenen OvD Officier van Dienst OvDG Officier van Dienst Geneeskundig PAC Particuliere AlarmCentrale
Veiligheidsregio Brabant-Noord
PBZO Preventie Beleid Zware Ongevallen PG Publieke Gezondheid ProQA Geprotoculeerd uitvraagsysteem PSH Psychosociale Hulpverlening RAV Regionale Ambulance Voorziening RIV Repressieve InformatieVoorziening ROAZ Regionaal Overleg Acute Zorg RTIC RealTime Intellegence Centre RTR Regionale Technische Recherche SIV Snel Interventie Voertuig SMH Spoedeisende Medische Hulpverlening TBV Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden THV Technische Hulpverlening UWV Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen VB Veiligheidsbureau VBS VeiligheidsBeheerSysteem V&J Veiligheid & Justitie VR Veiligheidsregio VtSPN Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland WABO Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht WKR Werkkostenregeling WPG Wet Publieke Gezondheid WVD Waarschuwings- en Verkennings Dienst Wvr Wet veiligheidsregio’s ZC Zorgcontinuïteit
87
Jaarverantwoording 2012