Jezus Bouwt aan Zijn Gemeente! Chip Brogden “… op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.” (Matteüs 16:18b) Wat is Gods laatste zet? Wat doet God vandaag de dag? Wat zegt God tegen Zijn Kerk? Dit: Jezus is bezig Zijn Kerk te bouwen. Er valt niets nieuws te zien, te zeggen of te doen: de Rots Jezus bouwt aan Zijn Kerk op Zichzelf als het fundament. Trouw zamelt Hij de levende stenen in en Hij stelt ze samen tot een mooie structuur van goud, zilver en edelgesteente (1 Petrus 2:4-9; 1 Korintiërs 3:9-17) Er valt niets aan te merken op de Kerk! D.w.z., er valt niets aan te merken op de Kerk die Jezus aan het bouwen is, maar op degenen die hun eigen bouwprogramma en -plannen volgen en dat ‘kerk’ noemen, valt er veel af te dingen. Jezus is bezig de heiligen te verzamelen tot een geestelijk huis. Hoewel er niets mis is met de Kerk, is daarom nog niet alles wat de ‘Kerk’ genoemd wordt, ook de ‘Kerk’. Maar wat is de Kerk dan? We zullen kijken naar deze uitspraak:’Ik zal Mijn Kerk bouwen.’ Het eerste wat ons opvalt aan datgene wat ‘Kerk’ heet, is dat het datgene is wat Jezus op Zichzelf aan het bouwen is. Om precies te zijn betekent het woord ‘kerk’: ‘ecclesia’, de eruit geroepen vergadering. Zij bestaat uit diegenen die God heeft uitgekozen om Zijn Zoon aan te openbaren. Deze openbaring van wie wij zijn in Christus en Wie Christus is in ons, is de sleutel. Zonder dit vaste fundament van openbaring kunnen wij niet weten, begrijpen of ervaren dat wij deel uitmaken van de Kerk. Eerlijk gezegd is mentale religieuze kennis of geloofsbelijdenis van vrijwel geen betekenis. Zelfs het opzeggen van het zogenaamde Zondaarsgebed betekent, los van de openbaring van Jezus Christus, niets. Moge God ons een geest van wijsheid en openbaring schenken in de kennis van Christus (Efeziërs 1:17-23). Dan is ons gebed en belijdenis gebaseerd op openbaring van Geest en Waarheid, en niet op vlees en bloed, of kennis uit de tweede of derde hand of generatie (Matteüs 16:17). De Kerk wordt niet gebouwd op de persoon van Petrus, maar op hen die openbaring ontvangen hebben. Jezus bouwt Zijn Kerk door openbaring aan individuen, de ‘al-wie’s’ (Romeinen 10:11). Welke openbaring? De openbaring van Jezus Zelf. Deze openbaring is voldoende om ons als leden van de Kerk die Jezus aan het bouwen is, vast te doen staan. Als wij begrijpen, dat openbaring het enige is wat telt, houden wij ermee op te proberen de Kerk uit te breiden of leden te werven door betere preken, muzikaal vermaak, prachtige gebouwen, bevolkingsstudies en gewiekste reclametechnieken. In plaats daarvan gaan wij vertrouwen op openbaring en vertrouwen in de Vader, dat Hij de Zoon zal openbaren door de Geest, Die ons hart verlicht. Wij zijn de Tempel van God, een woning voor Hem, en deze Kerk groeit als levend organisme (Efeziërs 2:20-22). 1 vertaald door J.Hielema
Jezus bouwt geen denominatie en sticht geen beweging. De Kerk is geen denominatie, maar staat ook niet afkerig tegenover denominatie. Het is niet een gebouw met een toren of een gevestigde kerk, maar het is ook niet een huiskerk. Eenvoudig gezegd is de Kerk een geestelijk huis van levende stenen, onzichtbaar voor het blote oog, maar duidelijk omlijnd en bekend in de Geest. Het is geen organisatie, maar een organisme. Wie zijn er lid van? Zij die de openbaring van Jezus Christus hebben. Waar vind je ze, die leden? Zij zijn over alle windstreken verspreid, zowel binnen als buiten de Georganiseerde Religie. Keith Green heeft eens gezegd:’Als je naar McDonald’s gaat, ben je daarom nog geen hamburger, en als je naar de kerk gaat, ben je daarom nog geen Christen.’ Deze uitspraak heeft door de jaren heen haar waarheid bewezen. Maar wij haasten ons te zeggen dat naar een huisgemeente gaan ook niet voldoende is om je Christen te noemen. Wij danken God voor de heiligen die bij iemand thuis samenkomen en opnieuw ontdekken wat het wil zeggen in eenvoud bij elkaar te komen, buiten de kerktoren, betaalde geestelijkheid en een bepaalde geloofsrichting om. Maar toch heeft Jezus niet gezegd:’Ik zal mijn HUISgemeente bouwen.’ Gezien het feit dat de Kerk bestaat uit individuen die de openbaring van Jezus Christus hebben, is de manier waarop en waar zij elkaar ontmoeten van weinig belang. In Jeruzalem of op deze berg? Geen van beide, zegt de Heer (Johannes 4:20-24). De plaats waar wij samenkomen, vindt de Heer niet belangrijk, maar het WAAROM is voor Hem uiterst belangrijk. Als het komt door de openbaring van Jezus Christus, zullen wij aanbidden in Geest en Waarheid, want de openbaring van Jezus Christus oefent een onweerstaanbare onderlinge aantrekkingskracht uit. Waarom? Omdat ons getuigenis niet van deze wereld, en geestelijk is, en een geheel eigen karakter heeft. Wij zijn de eruit geroepen vergadering, de ecclesia van Jezus. Wij zijn Zijn eigen schat. Zowel binnen de Georganiseerde Religie als binnen de huiskerkbeweging vinden wij een mengelmoes aan mensen. Sommigen hebben de openbaring van Jezus Christus en sommigen hebben die niet. Wij bevestigen dat deze openbaring voldoende is om ze tot de Kerk te maken, ongeacht de uiterlijkheden. Waar je deze openbaring vindt, DAAR vind je het fundament van de Kerk die Jezus aan het bouwen is. Het is een openbaring in het innerlijk van de mens, een geestelijk zien en binnengaan, en daarom kunnen wij niet iedereen indelen bij de Kerk, alleen maar omdat zij tot het systeem van de Georganiseerde Religie behoren, of omdat zij zich van een systeem losgemaakt hebben. En wij kunnen hen ook niet tot de Kerk rekenen of ervan uitsluiten vanwege de plaats waar of de manier waarop zij samenkomen. Het samenkomen is slechts een klein deel van het totale plaatje. De vraag is niet of wij tot een menselijk systeem behoren of er juist géén deel van uitmaken, of hoe wij samenkomen, of op welke leerstelling wij de nadruk leggen. De vraag is, hebben wij de Heer gezien? Hebben wij de openbaring van Jezus Christus? Wat uiterlijke zaken betreft, hebben wij misschien gelijk, maar misschien missen wij de openbaring in de innerlijke mens. Daarom is het: “Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, He2 vertaald door J.Hielema
re, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan …” (Matteüs 7:21-23). Ook is het waar, dat wij misschien niet voldoen aan de normen van politieke of geestelijke correctheid, en door uiterlijkheden mensen voor het hoofd stoten, d.w.z. naar de menselijke maatstaven van wat men goed, aanvaardbaar, moreel juist of religieus acht, of op prijs stelt; toch is dan de openbaring van Christus voldoende om ons het Koninkrijk binnen te brengen, met of zonder de steun en goedkeuring van de mens, al is die mens nog zo geestelijk of heilig. ‘Ik zal Mijn gemeente bouwen.’ Wij houden staande dat de Kerk daar is waar individuen de openbaring van Jezus Christus hebben: want als iemand door deze openbaring gegrepen wordt, krijgt Jezus Christus in alles de voorrang (Kolossenzen 1:12-19). Het volstaat niet tegen mensen te zeggen:’Jezus is het Hoofd van de Kerk.’ Wij kunnen Hem niet tijdens onze samenkomst tot Hoofd kronen en dan verwachten dat Hij op de achtergrond blijft toekijken, terwijl wij ons leven voor onszelf leven. Ofwel is Hij Heer over ALLES, of Hij is Heer over NIETS. Wanneer wij Hem in de hemelse gewesten op Zijn troon zien, dan staan wij Hem graag en met vreugde toe het Hoofd te worden over alle dingen, niet alleen de Kerk, maar ook in ons huwelijk, ons gezin en ons werk. Dan zien wij in één oogopslag dat de Kerk niet van ons is. Dan zien wij dat wij tot dan toe ‘kerk’ gezien hebben als iets wat wij moesten bijwonen, bouwen of doen groeien. Gewapend met de kennis dat de Kerk niet van ons is, laten wij al onze eisen die wij aan de kerk stelden, varen en beginnen wij met de Heer samen te werken (1 Korintiërs 3:9). Dan geven wij onze titels en posities vanzelf op, en concentreren wij ons enkel nog op het opbouwen van elkaar in de liefde. Als je je titel en je positie opgeeft in een groep die de openbaring van Christus mist, dreigt dat uit te lopen op chaos. Daarom heeft de mens de behoefte aan een organisatie en aan een vast leiderschap onder de heiligen, waarbij het gebouw met de toren gerund wordt als was het een commerciële zaak, compleet met missieverklaringen en een sterke organisatie die van boven af geregeerd wordt, met éénrichtingsverkeer van onderwerping aan een aards hoofd—omdat er geen visie op Christus is. Wij hebben geen nood aan nog meer organisatie of leiderschapstrainingen. Wij hebben alleen meer openbaring nodig, en een mens kan ons dat niet geven. Het is een geschenk van God. Als wij dat eenmaal hebben, zullen wij ons met veel vreugdebetoon en opluchting stellen onder Eén Hoofd en Christus in alles de eerste plaats te geven. “De Heer is mijn Herder: mij ontbreekt niets.” (Psalm 23:1) Aangezien het de Heer Zijn Kerk is, en niet die van een mens, en wij de schapen zijn die Hij weidt, en niet die van een mens, stoppen wij met te spreken over ‘Pastor Janssens kerk’ of ‘Broeder Karel zijn samenkomst’. De voorganger is niet het hoofd van de Kerk. Trouwens, de leraar, de evangelist, de profeet of de apostel is dat ook niet. Apostelen bouwen de Kerk niet: Jezus bouwt de Kerk, want zij is van Hem. Al wat we kunnen doen, is met Hem meewerken. Alles wat wij zonder Hem doen, stort in elkaar, want een ander fundament dan dat er ligt, kan niemand leggen, en dat fundament is Christus (1 Korintiërs 3:11). Als het fundament gebreken vertoont, maakt het niets uit hoe mooi de structuur is. De apostelen en profeten leggen het fundament van de Kerk, 3 vertaald door J.Hielema
waarmee bedoeld wordt: de openbaring van Jezus Christus (Efeziërs 2:20), maar het is toch gebaseerd op een openbaring die geen mens geven kan! De Geest van Jezus moet Zich bekendmaken in je (Galaten 1:11-18). Dan bouwen anderen voort op dat fundament, dat bestaat uit jouw persoonlijke openbaring van Christus in jou en jij in Christus. Maar niemand mag ooit de Kerk, of welke samenkomst ook, als zijn eigendom opeisen. De Kerk is niet het eigendom van een samenwerkingsverband van kerken, kerkbestuur, kring van oudsten, apostel die de kerk gestart is, of individuele voorganger. Tenminste niet de Kerk die Jezus aan het bouwen is. Hoe weten wij, of een bepaald werk echt een gebouw van God is, en deel uitmaakt van de echte Kerk? Wij hoeven alleen maar te kijken naar wie er de eerste plaats krijgt. Als men een apostel of de voorganger beschouwt als het geestelijk hoofd, dan heeft Christus niet de voorrang (3 Johannes 9). Als de verkozen diakenen gezien worden als het geestelijk hoofd, dan heeft Christus de voorrang niet. Wij dienen Hem misschien met onze lippen en erkennen alleen met onze mond, dat het Zijn Kerk is, maar als er geen openbaring is, zijn dit lege woorden. Op het beslissende moment zal de mens altijd naar de macht grijpen, en daarmee demonstreren dat Christus er de voorrang niet heeft, en inderdaad waarschijnlijk nooit gehad heeft. Hoe weten wij dan wie er op de eerste plaats komt? Wij hoeven alleen maar te kijken wie met de eer gaat strijken. Mensen spreken over ‘deze geweldige denominatie’ en roemen in het werk van hun handen. Met hun lippen naderen zij natuurlijk tot God, maar hun hart is ver van Hem. Zij proberen alleen maar naam voor zichzelf te maken om zo de hemel te bereiken. Het eindresultaat is verwarring en ijdel gepraat (Genesis 11:1-9). Zij werken niet met Christus samen om Zijn Kerk te bouwen, zij vragen van Christus met HUN mee te werken bij het bouwen van HUN kerk. “Wij hebben vele machtige werken in uw naam gedaan, zie, welke stenen en welke gebouwen!” (Matteüs 7:22; Markus 13:1) En er zijn inderdaad vele grote dingen tot stand gebracht, als het gaat om organisatie, rijkdom, eigendom en aantallen. “En Hij zeide tot hen: Gij zijt het, die voor rechtvaardig wilt doorgaan voor de mensen, maar God kent uw harten. Want wat hoog is bij mensen, is een gruwel voor God.” (Lukas 16:15) Als Jezus Zijn Kerk bouwt als Zijn eigen bezit, dan kunnen wij daar niet de eer voor opstrijken. Wij kunnen ons alleen verwonderen bij het zien van wat Hij doet en in nederige dankbaarheid ons hoofd buigen, omdat Hij ons toestaat er bij te horen. Wat gaan wij eraan doen, die Georganiseerde Religie? Wat gaan wij doen aan degenen die de Kerk opeisen als van hun, die voor zichzelf een naam willen maken? Wat gaan wij doen aan het valse religieuze systeem? Wij gaan er helemaal niets aan doen; want de bouwsels die niet gebouwd zijn op het Fundament dat Jezus Christus is, zullen vanzelf vergaan (1 Korintiërs 3:12-17; Matteüs 7:24-27). Hoe kan het ook anders? De enige veilige plaats is te vinden in de Kerk die Jezus bouwt. Bovendien is het zo dat, als wij proberen die reus-
4 vertaald door J.Hielema
achtige afgod van de Georganiseerde Religie omver te halen, wij zelf en anderen in haar val misschien wel zullen worden meegetrokken. Wat is de geest van de antichrist? Het is dat religieuze ding dat oorlog voert tegen Jezus en de Kerk die Hij bouwt. De geest van de antichrist is al werkzaam in de wereld (1 Johannes 2:18) en het heeft onkruid te midden van het koren gezaaid. In de laatste dagen zal de geest van de antichrist inderdaad het wereldsysteem overheersen in een poging de ware Kerk uit te roeien. Uiterlijk gezien lijkt het een succes. Maar de Kerk die Jezus bouwt, kan niet door de poorten der hel overweldigd worden. Aangezien zij gebouwd is op de openbaring van Jezus Christus, kan niets haar tegenhouden. Waarom? Iemand die bij zijn verstand is, zal niet willen sterven voor een traditie of een leerstelling. Maar voor de openbaring van Jezus Christus zal hij maar al te graag zijn leven geven. Hij kan het hemelse gezicht niet ongehoorzaam zijn (Handelingen 20:24; 26:19). Hij heeft zijn Leven (Christus) gevonden door zijn leven op te geven. Ja, dit wereldsysteem, met inbegrip met de religieuze systemen van de mens, gaat voorbij: vergis u niet (1 Johannes 2:15-17). De natiën zullen worden geoordeeld en zullen door het vuur gaan (Psalm 2). De aarde zal verrotten en helemaal oplossen, verteerd door vuur; de hemelen zullen smelten met een vurige hitte (2 Petrus 3:7-14). De uiterlijke dingen zullen vervagen, omkomen, en zich in omgekeerde richting ontwikkelen tot een toestand van steeds grotere chaos. Kijk maar om u heen, heilige van God. Zie je het gebouw met de toren? Het zal niet lang meer overeind blijven. Zie je de kathedraal? Die gaat ook ten onder. Zie je de oceanen? De dag komt dat ze er niet meer zijn. Kijk naar de bergen—zij zullen opgeruimd worden. Zie je de grote steden? Zij zullen worden vernietigd. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan. Wat wil ik hiermee zeggen? Heel eenvoudig: de Kerk die Jezus aan het bouwen is, zal het enige zijn dat overblijft. Het zichtbare zal plaats maken voor het onzichtbare, het wereldse zal plaats maken voor het eeuwige, het sterfelijke zal onsterfelijkheid aandoen (1 Korintiërs 15). Er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geschapen worden en het Nieuwe Jeruzalem, de Bruid van Christus, de Kerk, zal voltooid worden (Openbaring 21). Wij zijn dat gebouw van God, gebouwd op het fundament van openbaring dat begonnen is door de apostelen en de profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de Hoeksteen is (Efeziërs 2:20). Wij zijn de Tempel van God, daarom hebben wij geen aardse tempel nodig, wij zoeken geen aards koninkrijk, en wij verwachten geen beloning op aarde (1 Korintiërs 3:16, 17). Wij zoeken een Stad waarvan God de Bouwmeester en Schepper is, en wij zijn die Stad (Hebreeën 11:10). Jezus bouw aan Zijn Kerk!
5 vertaald door J.Hielema