J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
1
SINT ODA
JAARVERSLAG
2011
Inhoud DEEL 1 AANDACHTSPUNTEN VAN DE WERKING
Inleiding
Jaaroverzicht
6
8 Doelstelling 1 HET WELBEVINDEN VAN ELKE ZORGGEBRUIKER Hefboom 1 Een gezellige thuis creëren voor onze zorggebruikers Illustratieve tekst: Huisartsen in de buitenhuizen Hefboom 2 Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen Hefboom 3 Elke zorggebruiker krijgt een dagbesteding op maat binnen de mogelijkheden en de middelen die voorhanden zijn binnen of buiten de voorziening Illustratieve tekst: Gebruik en beleving van het caldarium Illustratieve tekst: De dienst Logopedie en de muziektherapeuten worden ‘Muzologie’ Hefboom 4 Persoonlijke relaties en sociale inclusie Illustratieve tekst: Buurtfeest en kamerconcert in de Vloeter Hefboom 5 Geïntegreerde zorg Illustratieve tekst: Sociaal emotionele ontwikkeling Hefboom 6 Tevredenheid van de zorggebruikers Illustratieve tekst: Overzichtsverslag Gebruikersraad 2011 Illustratieve tekst: Praatgroep ouders 22 Doelstelling 2 KWALITEIT VAN ZORG GARANDEREN DOOR DESKUNDIGHEID EN VERNIEUWING Hefboom 1 Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen Illustratieve tekst: Tuinverantwoordelijke in de technische dienst Illustratieve tekst: Structuur en werking van de administratie Hefboom 2 (Kritische) evoluties opvolgen en implementeren. Deskundig personeel Illustratieve tekst: Teamdag Directie Hefboom 3 Geëngageerd personeel Hefboom 4 Continuïteit Illustratieve tekst: Dienstenpakketten, toewijzing personeel Doelstelling 3 ALS DIENSTENCENTRUM GAAN WE ACTIEF IN INTERACTIE MET OMGEVING EN NEMEN WE ONZE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID OP Hefboom 1 Durven initiatief nemen om in te spelen op noden Hefboom 2 Deelnemen aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden … Illustratieve tekst: De beeldentuin Hefboom 3 Uitwisselen van diensten Hefboom 4 Profilering Illustratieve tekst: De Nacht van de Zorg
34
Acties van afgelopen jaar gerealiseerd door de 5 units van St.-Oda Unit 1: De bewoners met zware meervoudige beperking Unit 2: De buitenhuizen en dagopvang ’t Heultje Unit 3: De ouderwordende bewoners Unit 4: Bewoners met probleemgedrag Unit 5: De logistieke diensten
DEEL 2 STATISTISCHE GEGEVENS
47
48 53
Bewoners en deelnemers Personeelsstatistieken
DEEL 3 FINANCIËLE GEGEVENS
57
Deel 1
Aandachtspunten van de werking
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
6
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
7
Inleiding Tevreden mogen we terugblikken op het voorbije jaar, waarin ook al gedeeltelijk is vastgelegd wat het komende jaar ons zal brengen. Wat herinneren we ons van 2011? Organisatiestructuur In het tweede volledige jaar dat we met de nieuwe organisatiestructuur werken, kwam er op directieniveau een eerste aanpassing. Directielid - collega Jos Plessers - koos ervoor om terug te gaan naar de verpleegkundige dienst. Zijn plaats als unitverantwoordelijke werd ingenomen door Geert Van Der Aelst, geen onbekende voor unit 4, waardoor Dagmar Oversteyns als hoofd van de pedagogische dienst verantwoordelijke bewonersgerichte diensten kon worden. Hiermee werd een algemeen aangevoelde lacune – namelijk afwezigheid van de psychopedagogische dienst op directieniveau - ingevuld en staat de organisatie er sterker voor dan voorheen. Andere wijzigingen waren: Tom Tielemans, hoofd van de nachtdienst werd vervangen door Monique Berkmans. Binnen de psychopedagogische dienst werd Lora Geypen vervangen door Ine Lemmens. May Decraene kwam vanaf ’t groot verlof ‘t Heultje versterken (ter vervanging van Vera Lemmens) en Annelies Verellen nam de plaats van Dagmar in unit 2 in. Inhoudelijke werking De Commissie pedagogisch zorgbeleid werd opgestart, de nieuwe programma’s op basis van de top 5 activiteiten voor de bewoners werden ingevoerd en het elektronisch zorgdossier werd systematisch in gebruik genomen. Taal en muziek smolten samen in de dienst Muzologie, de sociale dienst startte met praatgroepen voor ouders, de nieuwe medicatiebedeling werd verder doorgevoerd en geëvalueerd. In mei konden 9 gasten hun communie doen. Tijdens de vakantie kon het treintje weer rijden en deden we een beroep op extern huifkarrijden. We werkten samen met kinderpsychiatrie in een outreach-project. Infrastructuur De daken van de Hei – groepen werden hersteld, de werkbonnen werden beter geprogrammeerd, het sleutelplan werd geïmplementeerd. Op het einde van het jaar konden de burelen boven van het activiteitencentrum in gebruik worden genomen. Audits Naast een kwaliteitsaudit, waarin geen afwijkingen werden geformuleerd en 4 aanbevelingen werden meegegeven, kregen we eveneens een erkenningsaudit, waarin aandacht werd gevraagd voor het herschrijven van de “onthaalbrochure voor ouders” naar een “Charter”. De erkenning werd verlengd tot 31.12.2021. De interne audit vanuit vzw Stijn ging over brandveiligheid en toonde aan dat er op dit vlak wel nog werk aan de winkel was. Dit wordt prioritair opgenomen in 2012 door de werkgroep brandveiligheid.
Wat brengt ons 2012? Vanaf 01.01.2012 wordt de minderjarigenwerking van St.-Oda een multifunctioneel centrum. Samen met Bethanië in Genk zijn wij de 2 voorzieningen in Limburg die in het experiment instappen. We gaan 10 % meer minderjarigen moeten bereiken met hetzelfde aantal personeelsleden, maar de dienstverlening zal kunnen gaan van ambulante begeleiding, over semi-residentiële opvang naar internaatsopvang. We gaan flexibel op de zorgvraag kunnen inspelen. Het personeel verbonden aan de minderjarigenwerking wordt omgezet in personeelspunten, eveneens een meer flexibele manier van personeelsmanagement. Samenwerking met het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) Hasselt en met Dienst Ambulante begeleiding (DAB) Zonhoven ligt voor de hand.
Op 1 maart ontvangen we 5 architectenbureaus, die hun visie en plan voor de vervangingsnieuwbouw van 90 bedden op het terrein zullen voorstellen. Het betreft 90 ruime studiokamers van 30 m², die in een flexibel verband zullen kunnen worden geschakeld in modules van 18, ofwel 2x9, ofwel 3x6. Ook deze vervangingsnieuwbouw anticipeert op de toekomstige zorg. Immers vanaf 01.01.2012 worden alle uitbreidingen niet meer via erkenningen, maar wel via persoonsvolgende budgetten gerealiseerd. Op termijn verdwijnen alle erkenningen en werken we enkel nog met personeelspunten, verkregen vanuit persoonsvolgende budgetten. We hopen het VIPA dossier vervangingsnieuwbouw tegen het einde van het jaar te kunnen indienen. We zullen ons allemaal grondig moeten voorbereiden op die persoonsvolgende subsidiëring en nagaan hoe we de dienstverlening kunnen omzetten in euro’s. Verschillende budgetten zullen aanleiding geven tot verschil in dienstverlening. Prijs/kwaliteit zal de doorslag geven bij de keuze van de toekomstige zorggebruiker. Solidariteit geraakt op de achtergrond of verdwijnt helemaal. Op 31 augustus openen we Sens-city officieel en op 25 september organiseren we een internationaal symposium over basale dagbesteding bij personen met een diep meervoudige beperking. Inhoudelijk willen we op deze manier ons steentje bijdragen aan gans het proces van zorgvernieuwing. Grondleggers van het snoezelen (Ad Verheul) en van de basale stimulatie (Andreas Fröhlich) geven dit symposium inhoudelijk vorm samen met 13 workshops, gegeven door eigen personeelsleden.
Het dringt misschien nog niet helemaal door bij iedereen van ons, maar 2012 is echt een kanteljaar in de zorg voor personen met een beperking. Het zal allemaal wel zijn tijd nodig hebben, de wijzigingen kunnen niet hals over kop worden doorgevoerd, maar in elk geval is de trein vertrokken en die is niet meer te stoppen. Met nieuwe woningen en een nieuw activiteitencentrum denken we qua infrastructuur goed gewapend te zijn voor de toekomstige uitdagingen.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
8
J A A R V E R S L A G
Doelstelling 1: HET WELBEVINDEN VAN ELKE ZORGGEBRUIKER
2 0 1 1
-
9
Illustratieve tekst
Huisartsen in de buitenhuizen In de St.-Odagemeenschap zorgen ouders, personeel en vrijwilligers voor een warme en open sfeer waardoor bewoners zich er thuis voelen.
Hefboom 1
Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers
Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 1 Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers Indicator 1 Tijdens elke zorgplanbespreking wordt de vraag gesteld of de zorggebruiker op de meest geschikte leefgroep verblijft. Er wordt gescoord met ‘ja’ of ‘neen’. Norm We streven naar een 80% ‘ja’-score op de totale populatie van St.-Oda. Jaartal Aantal Aantal ‘ja’ ‘Ja’ score in Aantal ‘neen’ ‘Neen’ score in georganiseerde score percentage score percentage ZPB 2011 97
Doelstelling 1 Hefboom 1
93 95,88 4 4,12
Het welbevinden van elke zorggebruiker Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers
Indicator 2 Voor de medische opvolging van elke bewoner doen we beroep op de registraties ‘aantal doorligwonden’ (decubitiswonden) op jaarbasis en het overzicht van de (bijna)-ongevallen. Norm Het aantal ongevallen met letsel per jaar. Hierbij nemen we de norm van < 10 ongevallen met letsel. Het aantal doorligwonden (decubitiswonden) per jaar. Hierbij nemen we de norm van < 8 doorligwonden per jaar. Jaartal
Aantal geregistreerde ongevallen met letsel
Aantal geregistreerde doorligwonden
2011 49
5
Enkele jaren terug werkten de buitenhuizen van St.-Oda wat betreft de medische opvolging van de bewoners op een identieke manier als de leefgroepen van St.-Oda zelf. De dokter verbonden aan St.-Oda maakte zijn ronde of werd geconsulteerd op het medisch kabinet. Hij stelde de diagnose en schreef voor welke medicatie er toegediend moest worden en welke onderzoeken de bewoner moest ondergaan. De verpleegkundige dienst zorgde voor de praktische uitvoering. Door de vermindering van het aantal artsen op St.-Oda zelf, werd er in de eerste plaats naar de buitenhuizen gekeken om een alternatief uit te werken. Aangezien de buitenhuizen zich in een buurt en dorp bevinden lag de oplossing voor de hand: een huisarts dichtbij. Bovendien past dit scenario in het kader van integratie en inclusie. Het zoeken duurde niet lang. Snel werd er per buitenhuis een huisarts gevonden die zijn of haar medewerking wilde verlenen. Daarop volgde een zoektocht om de drie partijen (huisarts, buitenhuis en medische dienst van St.-Oda) zo goed mogelijk te laten samenwerken. Aanvankelijk werd er nog een onderscheid gemaakt tussen ‘acute’ medische problemen en ‘chronische’ medische problemen en werd de epilepsie- en de gedragsbeïnvloedende medicatie door de medische dienst van St.-Oda opgevolgd. Dit was in de praktijk te moeilijk. De volledige medische opvolging gebeurt nu door de huisarts. De huisarts kan wel beroep doen op arts(en) van St.-Oda of op externe specialisten voor info en overleg. Alle attesten, formulieren, verslagen, medicatievoorschriften, kinevoorschriften … dienen door de huisarts ingevuld of opgemaakt te worden. De leefgroepbegeleider neemt ook een forse portie regelwerk op zich: afspraak maken met de huisarts, familie inschakelen bij consultaties (ook bij ziekenhuisbezoek), een algemeen onderzoek aanvragen, terugkomende onderzoeken aanvragen, ziekteverlofpapier vragen, consultatiefiche aanmaken per bewoner met lijst van jaarlijks terugkerende onderzoeken, checklist doktersbezoek meenemen (met de procedure van een huisbezoek) … Alle resultaten van een huisartsbezoek (en ook een specialistenbezoek) dienen doorgegeven te worden aan de verpleegkundige dienst van St.-Oda. Zij voeren de medische gegevens in het elektronisch zorgdossier in. De verantwoordelijke verpleegkundige van een buitenhuis volgt tweemaandelijks de werking op via het zorgcoördinatieteam en komt maandelijks op bezoek in zijn/haar buitenhuis. Na een aarzelende start kunnen we stellen dat intussen de drie partijen (huisartsen, leefgroeppersoneel en verpleegkundige dienst) goed weten wat er van hen verwacht wordt en zij nemen hun verantwoordelijkheid. Het voornaamste punt is dat we aandachtig moeten blijven toezien dat de informatiestroom correct en vlot verloopt. Naar de toekomst toe spreken we de wens uit dat de huisartsen en de medische dienst dezelfde gegevens kunnen raadplegen via een gemeenschappelijke medische elektronische databank.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
10
J A A R V E R S L A G
Verder mogen we niet onderschatten dat dit nieuwe systeem wat betreft tijdsinvestering van het leefgroeppersoneel veel vergt en dat de huisartsbezoeken vaak in min of meerdere mate het voorziene dagschema doorkruisen. We moeten naar de toekomst toe ervoor blijven zorgen dat de zorgvuldigheid en de kwaliteit van de medische opvolging van onze bewoners gegarandeerd blijft. Al bij al kunnen we tot nu toe spreken van een geslaagde overgang.
Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 1 Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers Indicator 3 De resultaten van de BMI-scores van alle zorggebruikers van 18 jaar of ouder. Norm >85% van de populatie (woon- en dagopvang) van 18 jaar en ouder heeft een BMI tussen de 17,5 en 27. Jaartal Aantal zorggebruikers Aantal zorggebruikers met van 18 jaar of ouder een BMI tussen 17,5 en 27 2011 209
Percentage van aantal zorggebruikers met een BMI tussen 17,5 en 27
187
89,47
Indicator 4 De resultaten van de actiwatch worden verzameld en in gemiddelde cijfers omgezet. We gaan na hoeveel uren de zorggebruikers gemiddeld in bed liggen. Daarnaast wordt het gemiddeld aantal uren dat deze bewoners effectief ‘stil liggen’ (sleep efficiency) tijdens de duur van het in bed liggen, genoteerd. We houden zowel rekening met het ‘naar bed gaan’ overdag (siësta) als ’s nachts. Norm Een stijging van het aantal bewoners met een sleep efficiency van 85. Jaartal
Aantal bewoners waarbij de sleep efficiency is afgenomen
Het aantal bewoners met een sleep efficiency van 85 of meer
2011 82
35
Hefboom 2 Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen
Jaartal Unit Plaats in top 5 Unit 1
Totaal % van activiteiten aanwezig in weekprogram- ma van alle zorggebruikers van de unit
Totaal % voldoen aan frequentie volgens het week programma van alle zorggebruikers van de unit
Top 1
96
69,30
Top 2
92,50
71,76
Top 3
94,16
73,61
Top 4
/
/
Top 5
/
/
Unit 2
Top 1
100
71
Buitenhuizen Top 2
85
69
Top 3
94
85
Top 4
94
75
Top 5
79
67
Unit 2
Top 1
92
71
Dagopvang
Top 2
97
74
‘t Heultje
Top 3
87
66
Top 4
92
71
Top 5
84
53
Top 1
100
Unit 3
91,4
Top 2
91,4
74,2
Top 3
90
75,7
Top 4
88,57
62,85
Top 5
82,85
55,7
Top 1
100
84
Indicator Het aantal geregistreerde klachten betreffende ‘omgaan met bewoners’ uit de registratie ‘klachten en ongenoegens’. Norm Uitstekend: 0 klachten per jaar. Goed: 2 klachten per jaar.
Top 2
96
80
Top 3
96
75
Top 4
73
59
Top 5
81
70
Het aantal geregistreerde klachten betreffende ‘omgaan met bewoners’
2011 0
11
Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 3 Elke zorggebruiker krijgt een dagbesteding op maat binnen de mogelijkheden en de middelen die voorhanden zijn binnen of buiten de voorziening Indicator We gaan na in hoeverre de individuele top 5 gerealiseerd wordt in het weekprogramma. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het al dan niet aan bod komen en uitgevoerd worden volgens het weekprogramma en het voldoen aan de wenselijke frequentie. Norm We streven naar: Top 1,2 en 3: 100% aanwezig in weekprogramma – 75% realisatie van frequentie Top 4: 75% aanwezig in weekprogramma – 50% realisatie van frequentie Top 5: 50% aanwezig in weekprogramma – 50% realisatie van frequentie
Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 2 Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen
Jaartal
-
Hefboom 3 Elke zorggebruiker krijgt een dagbesteding op maat binnen de mogelijkheden en de middelen die voorhande zijn binnen of buiten de voorziening
2011
Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 1 Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers
2 0 1 1
Unit 4
Top 1
97,6
77,3
Totaal
Top 2
92,3
73,8
Top 3
92,3
75
Top 4
69,5
53,5
Top 5
65,3
49,1
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
12
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
13
Gebruik en beleving van het caldarium Sedert de opening van het caldarium heb ik er reeds heel wat warme uurtjes doorgebracht samen met de bewoners. Ik vind dat deze ruimte een echte meerwaarde biedt om ontspanning en genot te bevorderen. Ik wil met jullie een aantal activiteiten met bewoners overlopen. Elke maandag heeft A. in de massageruimte van het caldarium een massage. Ze heeft op de leefgroep regelmatig periodes van roepen en onlustgeluiden. Als we binnenkomen in het caldarium is ze tot nu toe steeds tot rust gekomen: ze voelt de warmte en hoort de muziek en dit op zich schept reeds rust bij haar. Ze krijgt op het massagebed een korte opfrisbeurt en nadien een kruidenstempel of hot-stonemassage. Ze kan hier erg van genieten. Ze heeft bij aanvang van de activiteit steeds erg koude voeten. Door de massage en de warme stempels stimuleren we de doorbloeding in haar benen en voeten. Elke woensdagochtend krijgt D. een bad in het caldarium en nadien een kruidenstempel-massage. Het bad is aangenaam breed om in te liggen. Na het bad wordt hij op een massagetafel gelegd met voldoende kussens en handdoeken. D. geniet heel erg van warmte. Hij geniet meer in het caldarium als op de leefgroep van deze activiteit omwille van de warmte en de rustige sfeer. Na D. wordt P. naar het caldarium gebracht. Ook hij krijgt hier een kruidenstempel- of hot-stonemassage. Hij heeft erg veel spanning in de bovenste ledematen. Daarom tracht ik hier extra rond te werken tijdens de massage. Hij ontspant zichtbaar tijdens deze activiteit maar jammer genoeg keert de spanning nadien weer terug. Op vrijdagochtend krijgt E. een bad en massage. Zij heeft erg snel ondertemperatuur. Ook voor haar biedt de warme ruimte van ongeveer 30 à 31 graden voordelen. Ik heb de indruk dat bewoners de ruimte ook snel herkennen. Het heeft, denk ik, hetzelfde effect als een wellnesscentrum binnenstappen. Ik vind dat het caldaruim duidelijk een meerwaarde kan bieden voor een aantal basale activiteiten. Het voordeel is ook dat alles aanwezig is: de bak met kruidenstempels, de massageolie, de verzorgingsproducten, … Ook de stoomcabine en het bubbelbad geven kansen tot genieten.
Op maandag, in de namiddag, ben ik met L. en B. in het caldarium terwijl de rest van de leefgroep aan het zwemmen is. B. mag heerlijk genieten van het bad. Hier krijgt zij soms een korte lichaamswassing, soms zet ik de bubbels op, soms laat ik haar wat spelen in bad. Dit is heel afhankelijk van hoe ze zich voelt op dat moment en hoe actief ze zelf wil zijn. Ondertussen dat B. verder geniet van het bad, ga ik ook even bij L. zitten in de stoomcabine. Hier kan L. een dame op leeftijd, rustig genieten van de warmte die haar daar tegemoet komt. Ze wordt er heel rustig van. Later die dag trek ik nog een keer met 2 bewoners naar het caldarium. Beiden kunnen heel erg genieten van de stoomcabine. I. zit heel graag in bad, op de leefgroep zit zij ook bijna dagelijks in bad. Het caldarium geeft toch wel een meerwaarde aan het badmoment: de sfeer waarin we terecht komen, ontspannen, rustig … en natuurlijk zijn er bij dit bad ook bubbels, wat op de leefgroep niet het geval is. Op donderdag kom ik alleen met I. naar het caldarium. Eerst gaan we de stoomcabine binnen, totdat het bad is volgelopen. Langer wil hij er nog niet in blijven, hij moet nog erg wennen aan de warmte. Daarna mag hij dus in bad. Dit doet hij erg graag! Een lichaamswassing kan hem niet zo heel erg plezieren, totdat ik zijn voeten aanraak! I. vindt het heel fijn als ik zijn voeten begin te masseren in bad! Als ik stop, neemt hij mijn hand vast en duwt hem terug richting zijn voeten! Heerlijk! Als hij uit het bad moet om weer terug naar de leefgroep te gaan, kan hij ooit wel boos worden, maar dat is alleen maar een teken dat hij het heel erg naar zijn zin heeft in het caldarium! En om eerlijk te zijn, kan ikzelf ook erg genieten van het caldarium.
De dienst Logopedie en de muziektherapeuten worden ‘Muzologie’ Na jaren als twee aparte teams ‘samen-te-werken’ zijn we echt gaan ‘samenwerken’, muziek en logo. Al enkele jaren geleden kwam de vraag om de dienst muziek wat meer draagkracht te geven door ergens bij aan te sluiten en nu werd de vraag aan ons, de logo, gesteld. Natuurlijk was het antwoord hierop volmondig: “Ja, graag!” De muziektherapeuten nemen het onderdeel ‘muziektherapie’ volledig voor hun rekening. Met hun kennis ter zake en specialiteit blijft dit een zeer specifiek aanbod. Ter ondersteuning en aanvulling van de vragen naar muziek plannen enkele logo’s ‘muziekaanbod’ in hun programma. Velen zullen zich de vraag stellen: “Waarom muziek bij logo?” Wel, waarom niet? Wij krijgen de ondersteuning van de muziek als invalshoek voor onze logo, en met onze ideeën kunnen wij het muziekaanbod verrijken. Hierdoor ontstaat er een mooie wisselwerking. Maar we willen toch onderstrepen dat we ieder onze eigenheid behouden, logo staat nog steeds voor logo en muziek voor muziek. Wij zochten dan ook een gepaste naam voor deze nieuwe dienst en dit is ‘Muzologie’ geworden. Het ligt nu nog wat onwennig in de mond, maar het zal snel een vast gegeven zijn binnen St.- Oda, daar twijfelen wij niet aan. Deze samenwerking resulteert ook in een gezamenlijke activiteit. Maandelijks organiseren we een activiteit waarin ruimte is voor muziek en ontspanning. Er zal dan in de namiddag muziek van een bepaald genre aan bod komen zoals liedjes uit de oude doos, klassieke muziek, kinderliedjes … We hopen dat we in de toekomst door deze samensmelting de noden en vragen van de bewoners nog beter kunnen invullen en samen als team een sterke waarde worden binnen St.-Oda.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
14
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
15
Hefboom 4 Persoonlijke relaties en sociale inclusie Doelstelling 1 Hefboom 4
Het welbevinden van elke zorggebruiker Persoonlijke relaties en sociale inclusie
Indicator Het aantal vrijwilligers in de dagelijkse werking (cf. BSC Stijn). Norm We streven naar gemiddeld 1 vrijwilliger in de dagelijkse zorg per bewoner. Jaartal
Aantal vrijwilligers in de dagelijkse werking
Percentage aantal vrijwilligers per zorggebruiker
2011 324
1,18
2010 292
1,07
2009 293
1,09
2008 346
1,28
2007 332
1,23
Buurtfeest in de Vloeter In mei 2010 hebben wij onze nieuwe woning in de Vloeterstraat in gebruik genomen. Ook onze buren werden op de hoogte gebracht. Zij waren heel enthousiast met onze aanwezigheid. Na enkele gesprekken wisten we dat er geen buurtcomité was maar dat er wel vraag naar was, alleen dat duwtje in de rug moest er komen. Samen met enkele naaste buren zijn we samen gaan zitten en enkele uren later was het buurtcomité een gegeven met reeds enkele activiteiten op programma. We startten met een opendeurdag van onze woning op zijn Amerikaans. Ieder bracht zijn eigen drank mee en wij zorgden voor de hapjes. Op deze zeer geslaagde kennismakingsdag mochten we 70 buren ontvangen waarvan enkelen napraatten tot 1.00 uur. Deze zomer was er een barbecue met een opkomst van meer dan 100 personen. De barbecue was gemaakt door de keuken van St.-Oda, logistieke hulp was er vanuit de gemeente Overpelt. Een hele grote inzet van het comité deed alles opperbest slagen met niets anders dan tevreden mensen. Als voorlopige laatste activiteit vond er op 11 november een Sint-Maarten-happening plaats voor onze woning. De gemeente Overpelt zorgde weer voor de logistieke steun en voor lekkere warme soep. Weerom een geslaagde avondactiviteit voor onze buurt.
Huiskamerconcert in de Vloeter Jaarlijks richt de Culturele Raad van Overpelt in samenwerking met de gemeente huiskamerconcerten in. Ook wij hadden ons kandidaat gesteld voor een concert. De bedoeling was om de buren uit te nodigen in het teken van ‘de dag van de buren’ en het 1 jaar wonen in de Vloeterstraat. In de maand mei kregen we groen licht voor het inrichten van een huiskamerconcert. De groep ‘Zwing’, een a-capellakoor, was bereid om onze avond aangenaam op te luisteren. Na een welkomstdrankje was het optreden van ‘Zwing’ een schot in de roos. De sfeer zat er duidelijk in vanaf het eerste lied. De bewoners en de buren vonden het een geslaagde avond waar er tot in de late uurtjes werd nagepraat en gedronken. Volgend jaar gaan we zeker opnieuw een aanvraag doen voor een dergelijk concert. De bewoners zijn zeker vragende partij, net als de ouders, broers, zussen en niet in het minst de grote buurt van de Vloeter zelf.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
16
J A A R V E R S L A G
Het welbevinden van elke zorggebruiker Geïntegreerde zorg
Indicator Per zorggebruiker worden de volgende vragen gesteld (cf. BSC Stijn). Vraag 1: Is er een multidisciplinair handelingsplan? Multidisciplinair wil hier zeggen dat de zorggebruiker als een persoon in zijn totaliteit gezien wordt en dat het handelingsplan niet tot één invalshoek beperkt wordt. Antwoordmogelijkheden: • Ja: er is een handelingsplan (ook al is het verouderd, ook al was het te laat) • Neen: er is er geen, ook al had er volgens de procedure zorgplanning één moeten zijn • Er is enkel een opnameverslag. Vraag 2: Gebeurde de bespreking(en) waarin het handelingsplan werd afgesproken tijdig volgens de eigen procedure van het kwaliteitshandboek? Vraag 3: Was het handelingsplan tijdig klaar? Tijdig: volgens de eigen procedure van het kwaliteitshandboek. Klaar: tot en met voorgelegd aan de (vertegenwoordiger van de) gebruiker ter ondertekening. Antwoordmogelijkheden: • Ja • Neen • NvT: het handelingsplan is er nog niet maar op het moment van scoring is de termijn waarbinnen het klaar moet zijn, nog niet afgelopen of er is dit jaar geen zorgplanbespreking geweest. Vraag 4: Is dit besproken met de zorggebruiker (of zijn sociaal netwerk)? • Antwoordmogelijkheden: • Ja • Neen NvT: er is geen sociaal netwerk of dit netwerk wenst niet betrokken te worden (na actieve bevraging van onzentwege) en de zorggebruiker zelf kan niet betrokken worden. Ook als er dit jaar geen zorgplanbespreking geweest is, scoren we ‘NvT’. Vraag 5: Wordt dit systematisch tussentijds geëvalueerd? Per zorggebruiker wordt elke vraag beantwoord. Indien je enkel ‘ja’ en ‘NvT’ antwoordt op alle vragen, dan is de totaalscore ‘OK’. Indien je enkel ‘NvT’ scoort op alle vragen, dan is de totaalscore ‘NvT’. Indien er één of meerdere keren ‘neen’ geantwoord is, dan is de totaalscore ‘niet OK’. De indicator is de verhouding: aantal keer ‘OK’ t.o.v. totaal aantal ‘OK + niet-OK’. Norm De norm is > 80% in orde. Jaartal Vragen
-
17
Emotionele ontwikkeling op de kaart binnen de zorgverlening van St.-Oda!
Hefboom 5 Geïntegreerde zorg Doelstelling 1 Hefboom 5
2 0 1 1
Percentage van de antwoorden die voldoen aan de norm
Vraag 1: Is er een multidisciplinair handelingsplan?
100
Vraag 2: Gebeurde de bespreking(en) waarin het
handelingsplan werd afgesproken tijdig volgens de
eigen procedure van het kwaliteitshandboek?
90,5
Vraag 3: Was het handelingsplan tijdig klaar?
95,6
Vraag 4: Is dit besproken met de zorggebruiker
(of zijn sociaal netwerk)?
Vraag 5: Wordt dit systematisch tussentijds geëvalueerd? 100
97
2011 Totaal
84,73
2010 Totaal
83
2009 Totaal
55
2008 Totaal
34
2007 Totaal
33
Sinds enkele jaren is de psychopedagogische dienst gestart met het zich verdiepen in emotionele ontwikkeling bij mensen met een ernstige meervoudige beperking. Dit onderwerp was immers nog te weinig ontgonnen gebied binnen onze sector. Emotionele ontwikkeling wordt vaak vergeten in de zorg algemeen en zeker in de zorg voor mensen met een beperking. We leven nog steeds in een ‘cognitieve cultuur’, in een ‘prestatiecultuur’ waarbij het “verstandelijke”, het ‘kunnen’ veel meer centraal staan. Iedereen ‘kan’ iets en iedereen moet hier liefst ook iets mee bereiken. Dit zorgt echter voor veel onbegrip en misverstanden in omgang met de zorggebruikers. Het cognitieve aspect blijft belangrijk, maar eerst leren kijken naar het emotionele, naar dat wat iemand ‘aankan’ is nog belangrijker. Iemand ‘kan’ immers maar wat hij ‘aankan’. Personen met een ernstige meervoudige beperking worden vaak geconfronteerd met te hoge verwachtingen, met overschatting. Veel problematisch gedrag ontstaat door het te hoog leggen van de lat. Veel van dit gedrag ontstaat niet vanuit de persoon zelf maar doordat zijn omgeving te veel vraagt in verhouding tot wat hij aankan… We doen dit niet bewust, we doen dit vaak eerder vanuit de idee ‘dit zou goed voor hem zijn’ of ‘dat zou ze toch zeker moeten kunnen’. We doen dit vanuit de idee dat we geloven in de zorggebruikers, dat we ze willen ondersteunen om ze nog gelukkiger te laten worden. Met dat idee is natuurlijk niets mis en dat blijven we nastreven, maar vanuit andere wortels. We kijken in de eerste plaats én nog beter naar wat de zorggebruikers van ons vragen: wat hebben ze nodig, waar hebben zij behoefte aan? Vaak geven ze al op één of andere manier aan dat dit ‘te veel’ is, dat dat ‘niet werkt’, dat ze zich niet goed in hun vel voelen in die situatie om één of andere reden. Hier kunnen we, door oog te hebben voor emotionele ontwikkeling, nog beter naar leren luisteren. Dit is zeker voor de pedagogen en psychologen hun kerntaak om samen met alle betrokkenen uit te zoeken ‘waarom’ iemand zich nu zus of zo gedraagt en wat we kunnen doen om het leven van onze zorggebruikers nog aangenamer te maken. Emotionele ontwikkeling biedt ons één van de duidelijkste kaders waarbinnen dit kan. We halen het topje van de ijsberg af (het zichtbare gedrag) en samen met alle betrokkenen kijken we verdiepend naar wat er zich onder het oppervlak afspeelt (de onderliggende motivaties en boodschap achter het gedrag). Hierdoor begrijpen we de zorggebruikers beter. En een beter begrip leidt tot een betere begeleiding. Na een lange zoektocht welk testmateriaal en welk kader zich het meest leende om emotionele ontwikkeling uit te spitten, werd de SEO (Schaal Emotionele Ontwikkeling) van prof. Dösen naar voor geschoven. Deze schaal bleek echter nog op vele vlakken onduidelijk om in te schatten, alsook moeilijk om na een inschatting de vertaalslag te maken naar de praktijk. Gelijktijdig startte SEN (Steunpunt Expertise Netwerken) het SENSEO-project op. Dit kwam als geroepen! Een project door en voor de praktijk, hulpverleners en familieleden van mensen met een beperking. Een project, ondersteund door prof. Dösen, dat zorgde voor: de ontwikkeling van de vernieuwde SEO, de “SEO-R”; de ontwikkeling van een handig naslagwerk waar duidelijke handvatten gegeven worden naar ondersteuning afhankelijk van in welke emotionele fase iemand zich bevindt; een evaluatie-instrument voor voorzieningen, waarmee een voorziening kan nagaan in hoeverre er reeds met emotionele ontwikkeling rekening gehouden wordt en welke stappen nog ondernomen moeten worden om de werking aangaande emotionele ontwikkeling te verbeteren; een duidelijk kader rond emotionele ontwikkeling waarbij niet enkel de theorie van prof. Dösen hernomen wordt, maar ook kaders als deze van Heijkoop, Vignero, Timmers-Huigens, … in verwerkt zijn. De psychopedagogische dienst volgde dit project van nabij op en ondersteunde dit zoveel als mogelijk. Zo hebben een aantal leefgroepen meegewerkt aan het inschalen van enkele zorggebruikers alsook aan de vertaalslag te maken naar de praktijk. Wat door het SENSEO-project was uitgewerkt, mochten wij uittesten. Aan de hand van onder meer onze feedback werden bovenstaande producten uitgewerkt. Intussen is één van onze teamleden SENSEO-trainer geworden en mag deze persoon bijvoorbeeld ook in andere voorzieningen vorming geven over emotionele ontwikkeling. Het SENSEO-project is nog lang niet ten einde en we blijven dit project verder ondersteunen. Zo komt er dit najaar bv. een inspiratiedag rond emotionele ontwikkeling die de psychopedagogische dienst mee organiseert met andere Limburgse voorzieningen en het SEN.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
18
Meer en meer wordt duidelijk dat de SEO “werkt”. Tegenwoordig gebruiken we de SEO vaker op zorgplanbesprekingen, op extra verdiepende vergaderingen, tijdens overleggen met ouders. Opvallend is dat begeleiders en familieleden de zorggebruikers beter begrijpen en dat we merken dat door onze aanpak en omgang aan te passen, veel probleemgedrag vermindert of zelfs verdwijnt. Ook kan het zijn dat bepaald gedrag blijft bestaan, maar doordat er “anders” naar gekeken wordt, wordt duidelijk dat het geen ‘probleemgedrag’ is. Hierdoor wordt het gemakkelijker om dit te aanvaarden. De SEO moedigt ons aan om naar AL het gedrag van onze zorggebruikers te kijken alsof het een boodschap omvat. Het kader van emotionele ontwikkeling leert ons op zoek te gaan naar de boodschap achter het gedrag. Momenteel blijft het SEO-vuurtje zich verder uitbreiden. We hebben emotionele ontwikkeling opgenomen in onze strategiemap als een thema waar we ons de komende jaren verder in willen verdiepen. We doen dit door systematisch alle zorggebruikers in te schalen alsook hun begeleiding aan te passen waar nodig. Ook zijn we gestart met interne vorming op leefgroepniveau waar meer uitleg gegeven wordt over emotionele ontwikkeling, waar specifiek geoefend wordt met het inschalen van de betrokken zorggebruikers en waar de begeleidingsstijlen uitgelegd en aangeleerd worden die nodig zijn om die specifieke zorggebruikers van die bepaalde leefgroep nog beter te kunnen begeleiden. We organiseren vaker overleg met ouders om ook hen te betrekken in dit proces. In de toekomst staat nog op ons schema om een grootschalige vorming te organiseren, de SENSEO-vorming. Deze SENSEO-vorming bestaat uit een tweedaagse vorming waarbij personeel effectief getraind wordt om zich het kader van emotionele ontwikkeling eigen te maken, van inschaling tot de dagelijkse praktijk. Ook willen we nog meer de ouders en familieleden betrekken bij dit thema. Dit dient nog verder uitgewerkt te worden, maar er zijn ideeën om bijvoorbeeld ook voor familieleden vorming te organiseren in de toekomst.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
19
Hefboom 6 Tevredenheid van de zorggebruikers Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 6 Tevredenheid van de zorggebruikers Indicator 1 De resultaten van de driejaarlijks individuele bevraging naar aanleiding van de bewonersbespreking (cf. BSC Stijn) Norm >85% tevredenheid of zeer tevredenheid Jaartal Totaal Aantal Aantal Aantal Aantal Onbekend aantal ZPB Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden 2011 96 53 40 1 0 2 Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 6 Tevredenheid van de zorggebruikers Indicator 2 De resultaten van de algemene tevredenheidsmeting, waarbij een opdeling gemaakt wordt in algemene tevredenheid, verzorging, aanbod, communicatie en inspraak, financieel en beleid, accommodatie en groepsindeling. Norm >85% tevredenheid of zeer tevredenheid Jaartal
Categorieën algemene tevredenheidsmeting
%
2011
1 Algemene tevredenheid
95,6
2 Verzorging
86,9
3 Aanbod
96,5
4 Communicatie en inspraak
99
5 Financieel en beleid
93
6 Accommodatie
94,2
7 Groepsindeling
94,2
TOTAAL
94,2
Doelstelling 1 Het welbevinden van elke zorggebruiker Hefboom 6 Tevredenheid van de zorggebruikers Indicator 3 De resultaten van het jaarlijks overzicht ‘klachten en ongenoegens’. Norm Maximum 20 klachten per jaar en maximum 30 ongenoegens. >90% van de klachten en ongenoegens zijn opgelost binnen hetzelfde jaar. Jaartal Klachten Ongenoegens
Percentage opgeloste klachten en ongenoegens binnen hetzelfde jaar
2011 19
62
97,53
2010 18
51
95,60
2009 24
27
/
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
20
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
21
Praatgroep ouders Al enige tijd, voelden wij vanuit de sociale dienst de nood van ouders voor een praatgroep waar ze elkaar leren kennen en gevoelens, als ouder of familielid van een kind met een beperking, met elkaar kunnen delen. Eerst hebben we enkele instellingen, diensten gecontacteerd om navraag te doen over de werking van hun praatgroep, de behoefte, het verloop, de doelstelling, … Einde maart werkten we concrete stappen uit om met een praatgroep van start te gaan. Er werden doelstellingen geformuleerd, mogelijke thema’s werden verzameld, de grootte van de groep, de locatie en de praktische uitwerking. Als gespreksleider kozen we ervoor om dit zelf op te nemen. Het doel van de praatgroep is personen te leren kennen die in een gelijkaardige situatie verkeren. Op die manier kunnen ervaringen uitgewisseld worden en kunnen mensen steun vinden bij elkaar. Ook kan men ideeën opdoen en uit elkaars situatie leren. De eerste samenkomst zou bestaan uit een kennismaking. Hierbij kunnen mensen hun verhaal vertellen, hun verwachtingen benoemen en eventuele thema’s aanhalen. In mei 2011 nodigden we voor het eerst de ouders van onze -18 jarigen van de dag- en woonopvang uit. Deze uitnodiging werd samen met een inschrijvingsformulier verstuurd naar alle ouders van de -18-jarigen en is ook verschenen in St.-Odacontact. Aan de hand van het aantal inschrijvingen, het aantal deelnemers, zouden we in groepjes van maximum 6 à 8 personen werken . Dit om eenieder de kans te geven om aan het woord te komen, om zijn verhaal te doen. Er zijn 5 deelnemers uit 3 verschillende gezinnen die zich ingeschreven hebben voor de praatgroep. We vonden het in eerste instantie een voordeel dat de sessies geleid werden door een sociaal werker die geen rechtstreekse band heeft met de deelnemers. Dit heeft als voordeel dat deze objectief, neutraal, zonder vooroordelen kan deelnemen aan de praatgroep , dat deze voldoende afstand kan nemen zodanig dat er geen invullingen gedaan worden. Vragen of problemen die best niet worden besproken in groep, kan de sociaal werker doorverwijzen naar of signaleren aan de eigen sociaal werker.
Na een zoektocht naar een geschikte datum voor elk van deze deelnemers is de praatgroep voor de eerste keer samengekomen op 22 december 2011. De aanwezigen op de eerste bijeenkomst van de praatgroep waren enthousiast en hebben allen actief deelgenomen. Na een beknopte voorstelling van hun gezin heeft eenieder de kans gekregen om zijn /haar verwachtingen t.a.v. deze praatgroep te verwoorden. In de eerste plaats wordt er verwacht dat er ruimte is om ervaringen,gevoelens en bekommernissen te delen en dit met personen die in dezelfde situatie verkeren. Binnen de praatgroep werd er afgesproken dat: wat er gezegd wordt binnen de groep blijft en dat niemand verplicht is om iets te zeggen. Je mag ook gewoon meeluisteren, want het is soms voldoende om het verhaal van een ander te horen om te weten dat je gedachten, je gevoelens niet ‘abnormaal’ zijn , dat ze bij een normaal proces van verwerking, van plaatsing behoren en dat is vaak al een geruststelling. Wij willen het tijdens deze bijeenkomst zo gezellig en informeel mogelijk houden. Om die reden wordt er geen verslag gemaakt. Op termijn willen we graag werken rond bepaalde stellingen, bepaalde thema’s zoals: mijn kind is anders, hoe hier mee omgaan ? Wat betekent dit voor mij ? Het zijn thema’s /stellingen die door de deelnemers van de praatgroep zelf worden gekozen, maar zonder de aanvankelijke doelstelling van de praatgroep uit het oog te verliezen. Nieuwe deelnemers kunnen alsnog toetreden. Wanneer er meer dan 8 deelnemers zijn wordt er een tweede praatgroep opgericht. Na bevraging bij de huidige deelnemers is een samenkomst om de 8 à 9 weken wenselijk. De praatgroep komt samen in een vergaderlokaal van St.-Oda. Tot op heden is de praatgroep één keer samengekomen. We zijn ervan overtuigd dat deze praatgroep een meerwaarde kan betekenen en willen dit initiatief verder kansen geven. In de loop van 2012 willen we dit initiatief uitbreiden naar families van meerderjarige zorggebruikers. Op deze manier hopen we dat het initiatief verder kan groeien en mensen de nodige ondersteuning kan bieden.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
22
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
23
Structuur en werking van de administratieve dienst
Doelstelling 2 KWALITEIT VAN ZORG GARANDEREN DOOR DESKUNDIGHEID EN VERNIEUWING Hefboom 1 Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen
Administratie: bureaus vol werk! De administratie van St.-Oda is zoals een puzzel, allemaal aparte entiteiten en toch samen één geheel. Bewonersadministratie, boekhouding, receptie, secretariaat en personeelsdienst vormen allemaal een puzzelstuk uit de puzzel ‘administratie’. Een schematische voorstelling van de administratie en een toegevoegde uitleg per dienst zal zeker duidelijkheid bieden in de taken van deze dienst.
Doelstelling 2 Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Hefboom 1 Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen Indicator Het jaaroverzicht van het aantal spontane sollicitanten, uitnodiging op sollicitatiegesprek, aangeworven en nog in dienst op 31 december (tabel sollicitanten) Norm Het aantal spontane sollicitanten. Een daling in de evolutie wordt aanzien als negatief. >65% aanwervingen nog in dienst op 31 december. Jaartal Aantal Spontane Aantal Aantal Aangeworven sollicitaties sollicitaties sollicitanten aangeworven sollicitanten uitgenodigd op sollicitanten nog in dienst op 31.12 2011
365
171
69
43
32 (= 74,4%)
2009-2010 610 / 173 75 53 2006-2007 459
VERANTwoordelijke personeel Dave Walbers
VERANTwoordelijke financiën st.-Oda Francis Weckx
Administratie vzw Stijn
Diensthoofd administratie Sophie Machielsen
Personeelsdienst Annita Vanderheijden Elza Raymakers
Directiesecretariaat Micheline Poorters Receptie Wies Geens, Kristel Vandekerkhof, Evi Vandijck
/ 103 47 28
Tuinverantwoordelijke in de technische dienst De tuinen van St.-Oda worden al jaren goed onderhouden, maar er komt steeds meer en meer bij kijken. Het gaat niet enkel meer over het wieden van onkruid of het water geven aan planten, maar over het creëren van een duidelijke richting die we uit willen. Deze richting omvat het inplannen van de jaarlijkse onderhoudswerken (snoeien, planten, zaaien, heraanleg van tuinen,…) maar ook het begeleiden van de interne tuinmedewerkers en de tuinvrijwilligers. Vandaar dat we een tuinverantwoordelijke hebben aangeduid binnen de technische dienst voor de opvolging van goed en correct groenbeheer, het onderhouden van het terrein en het begeleiden van medewerkers en vrijwilligers.
Secretariaat Diane Dewitz, Nicky Paesen, Nelly Smeets, Anne Van Winkel Bewonersadministratie Sanne Gysen, Lisette Ven Boekhouding Maria Mertens, Moniek Thijs, Annita Vanderhoydonck
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
24
De beschrijving van de diensten bestaat veelal uit een opsomming van een aantal taken. We maken u er echter attent op dat deze lijsten enkel de voornaamste en steeds terugkerende taken bevatten, maar zeker nog aangevuld moeten worden met talrijke andere administratieve en organisatorische werkzaamheden. De receptie van St.-Oda is alle weekdagen “bevrouwd” van 7.00 uur ‘s morgens tot 20.00 uur ‘s avonds en tijdens de weekend- en feestdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur. Deze ploegendienst wordt verzorgd door de receptionisten en nog 7 andere personeelsleden van de administratie. Receptie Evi, Kristel en Wies zorgen voor de verwelkoming van bezoekers en het telefoonverkeer. Basiswerkzaamheden in de receptie zijn het telefoon- en personenzoekverkeer (biepers), maar ook de goede ontvangst van de bezoekers, zowel eigen personeel als buitenstaanders. Daarnaast hebben deze personeelsleden nog eigen vaste werkzaamheden. Een goed geheugen, stressbestendigheid en vlotte omgang zijn dan ook de grote kwaliteiten van onze receptionisten. In een 66-bladig boek staan enkele honderden afspraken genoteerd die een receptioniste voor ons moet weten. Het zijn meestal taken van korte duur die veelal hectisch en vlug na elkaar moeten worden uitgevoerd. De afspraken gaan over verhuur lokalen, over de telefoon, fax en adressen van personeel en gebruikers, agendabeheer verantwoordelijken, avondcafé, slagboom, bestellingen, brochures die hier te koop zijn, eetbonnen, gebruik telefoon en biepers, cadeaus en gelukwensen, gebruik bibliotheek, verhuur materialen, postafspraken, alarm- en brandrichtlijnen, sluiten van deuren, inhoud weekendwerk, bijzondere afspraken over telefoonverkeer, carnaval, kopies, dagboeken, acties, brieven en postverwerking, uitlenen van bedrijfswagens, gsm voor wachtdienst en chauffeurs, algemene informatie, stagiairs in het internaat, studiedagen, informatieborden, kassa, kaartenverkoop, lab-afhalingen, ontvangst van leveranciers en verwijzing van leveringen, overlijdensberichten, wachtdiensten, speciale afspraken voor vergaderingen, sleutels, verzending van “St.-Oda Info” en “St.-Oda Contact”, verloren voorwerpen ... Buiten al deze dingen behoren de volgende taken ook tot hun dagelijkse werkzaamheden: coördinatie van de vergaderlokalen, uitlenen van de auto’s, interne postverdeling, nakijken van de kranten op artikels die St.-Oda aanbelangen, adressenbestand (bevat 12 000 adressen), klasseren en verdelen van verslagen, bewonersbesprekingen uittikken, kerstkaarten versturen, bezoeken aan leefgroepen regelen, postzegels bestellen, toeristische informatie bijhouden, wachtdiensten invullen en verdelen, gelukwensen, condoleances en verontschuldigingen opmaken, samen met beweging activiteiten coördineren i.v.m. zwembadverhuur, inschrijvingen voor allerlei activiteiten noteren, afrekeningen privételefoontjes opstellen, informatiefolders en -brochures bezorgen en bijhouden, bonnenboeken, kopies maken, vrijwilligers bellen, beurtrol opmaken voor sommige activiteiten, diverse uitnodigingen versturen, dagelijks de kassa van de receptie opmaken ... en nog talrijke andere taken. Secretariaat Nauw samenwerkend met de receptie zijn de mensen van het secretariaat: Diane, Nelly, Anne, Nicky, Micheline - die het directiesecretariaat waarneemt - en Sophie, die tevens het diensthoofd van de administratie is. Binnen het secretariaat wordt momenteel ook de administratie van de vzw Stijn uitgevoerd. Samen met de receptie is het secretariaat als het ware het zenuwcentrum van St.-Oda. Taken als vervoer, verslagen- en documentenverwerking, “St.-Oda Contact”, opstellen van informatiefolders en andere drukwerken, jaarverslagen, bibliotheek, directiesecretariaat, juridische opvolging vzw’s, archief, briefwisseling, archiefbeheer, organisatie acties ten voordele van St.-Oda, sponsoring en opvolging van giften, drukken cursussen vorming en inschrijvingen bijscholingen, coördinatie van kwaliteitshandboek en andere afsprakenboeken, onderhoud van de website van vzw Stijn ... vormen de grote brok van hun dagelijkse activiteiten.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
25
Bewonersadministratie Samen met de sociale dienst verwerken Sanne en Lisette alle administratie die betrekking heeft op gebruikers, hun wettelijke vertegenwoordiger en familie. Hierdoor zijn zij verantwoordelijk voor o.a. het dagelijks ingeven van de aanwezigheid van de bewoners, iets wat uitermate belangrijk is, daar alle berekeningen voor subsidies (zowel personeel als exploitatie) uitgaan van deze gegevens. Zij zorgen verder ook voor de gegevensverwerking bij opname, maandelijkse of driemaandelijkse facturatie voor gebruikers, opvolging van gebruikers die moeten overschakelen naar een andere afdeling (bv. van internaat naar nursingtehuis), verificatie van de inkomsten (bv voorschotten die gebruikers maandelijks storten, kinderbijslag en tegemoetkoming), allerlei aanvragen voor de gebruikers bij andere instanties (bv. hulp van derden), luierverbruik, aanvragen van orthopedisch materiaal, afwerking van geneeskundige prestaties, verslagen en briefwisseling van sociale dienst, Sis-kaarten, adreslijsten, aanvragen sondevoeding en terugvordering, aanvragen goedkeuringen speciale medicatie aan ziekenfonds, dossiers verlengde minderjarigheid, rekeningen aan OCMW’s, logeerfuncties ... Momenteel verwerken zij ook de volledige bewonersadministratie van De Klimroos. Boekhouding Maria, Annita en Moniek zorgen ervoor dat de financiën en de daarmee samenhangende overheidsvoorschriften in goede banen lopen. Tot hun dagelijkse taken behoren o.a. kasbeheer, bestellingen, factuurcontrole, begrotingopvolging, controle leefgroepkassen, budgetbeheer van de leefgroepen, betalen van facturen, bankverrichtingen boeken, debetnota’s maken, vervoeropvolging, attesten van belastingsvrijstelling, voorschotten en afrekeningen van de overheid, loonverwerking, controle en afschrijvingen van investeringen (o.a. alle bouwwerken), diverse kostprijs en financiële analyses, maandelijkse financiële overzichten voor de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, dagprijsdossier (verplichtingen omtrent subsidies van de overheid), btw-aangiftes, herwaardering van gebouwen ... en talrijke andere verplichtingen. Jaarlijks wordt een financieel verslag opgemaakt dat ter controle wordt voorgelegd aan bedrijfsrevisoren, maar ook aan de commissarissen die aangesteld zijn binnen de algemene vergadering van vzw Stijn. Dit verslag wordt eveneens besproken in de financiële commissie van de Gebruikersraad en de Ondernemingsraad. Ook de maandelijkse opvolging van de gelden en de boekhouding van Steunfonds St.-Oda en Steunfonds De Klimroos wordt door hen ter harte genomen. Daarbuiten zorgen zij eveneens voor de boekhouding van DAB (Dienst Ambulante Begeleiding of het vroegere thuishulp), LSA (Limburgse Stichting Autisme), dienstencentrum De Klimroos, DPA (Dienst Persoonlijk Assistent) en vzw Stijn. Personeelsdienst We hebben geen sociaal secretariaat maar doen de volledige loonverwerking binnenshuis. Alle taken die hiervoor nodig zijn worden nauwkeurig en systematisch door Annita en Elza uitgevoerd. Zij worden in de verwerking bijgestaan door Carina van de informaticadienst van vzw Stijn. Vele personeelsleden weten dat de taken van de personeelsdienst zeer uiteenlopend zijn en dat zij met hun vragen nooit onverrichterzake worden teruggestuurd. De service aan het personeel is erg groot. Ieder personeelslid heeft persoonlijk toegang tot de personeelsdienst. We kunnen niet al hun taken opsommen, maar we geven een greep uit hun bezigheden: inschrijven van personeelsleden, arbeidscontracten, sollicitaties, loonverwerking en -wijzigingen, berekening van verlofdagen, advies aan personeel, ziekteformulieren, fonds voor beroepsziekten, kinderbijslag, samenwerking met PROVIKMO (arbeidsgeneeskundige dienst) voor jaarlijkse onderzoeken, opvolging van allerlei arbeidsstatuten o.a. Gesco, Sociale Maribel en startbanen, berekening km-vergoeding, verzekering, beheer van het sleutelplan, RSZ-kwartaalstaten, berekening vakantiegelden en eindejaarspremie, statistieken voor jaarverslagen, anciënniteitfiches,
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
26
contracten stagiairs, kredieturen, ziekteverlof ingeven, formulieren bij uitdiensttredingen, wetgeving opvolgen, vrijstellingen stempelcontrole, verstoringvergoedingen ... Tevens verzorgen zij ook een gedeelte van de personeelsdienst van De Klimroos, DAB, LSA en DPA. In de extra drukke periodes kunnen zij rekenen op de medewerking van het secretariaat. Het dient zeker gezegd te worden dat er een grote ondersteuning is voor al deze diensten door de informaticadienst van vzw Stijn. Zij hebben in het verleden en nu nog, zeker bijgedragen tot de vereenvoudiging van de verwerking van routinewerkzaamheden en informatieverstrekking. De programmeringen voor administratie gebeuren steeds met het oog op alle dienstencentra van vzw Stijn. De ontwerpprogramma’s voor administratie worden steeds mee in St.Oda uitgetest, hetgeen voor de dienst in kwestie een tijdrovend werk is, in die ontwikkelingsfase. De weekend- en feestdagendiensten van de administratie hebben vooral een permanentiekarakter. Het is de bedoeling dat telefoontjes worden opgevangen en dat de cafetaria open is voor de gebruikers en hun familie. Op zaterdag kan er nu voornamelijk administratief werk verricht worden, terwijl op zondag hun tijd grotendeels besteed wordt aan cafetariawerk. Administratie is een vage beschrijving van een werk dat zeer talrijke, uiteenlopende taken behelst. Wij durven zeker stellen dat de personeelsleden van de administratie efficiënt werk leveren, hard werken en vooral een constructief team vormen binnen het dienstencentrum.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
27
Hefboom 2 (Kritisch) evoluties opvolgen en implementeren. Deskundig personeel Doelstelling 2 Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Hefboom 2 (Kritische) evoluties opvolgen en implementeren. Deskundig personeel Indicator Gemiddeld aantal uren per personeelseenheid (voltijds equivalent) besteed aan interne en externe vorming en bezoeken aan andere instellingen. Educatief verlof wordt meegeteld indien de opleidingen nuttig zijn voor de huidige job, niet meegeteld indien de opleiding los staat van de huidige job (cf. BSC Stijn) Norm We streven naar een gemiddelde van 16 uren per personeelslid per jaar. Jaartal Opleidingsuren Vervoersuren 2011 4195
Gemiddeld aantal uren per FTE
427
11,13
2010
4504,30 u
480,7 u
11,04
2009
2.963,75 u
156,84 u
2008
3.552,2 u
193,48 u
Teamdag Directie Een nieuw samengesteld team heeft nood aan teamopbouw en teamversterking. Daarom heeft ook de directie een teamdag belegd op 27.05.2011, o.l.v. Tilda Duchamps van vzw Passus. De besluiten konden we vastleggen in een vijftal punten. • We moeten meer inzicht krijgen in de manier waarop beslissingen tot stand komen. Dit houdt in dat we tijdens de vergadering ruimte en tijd creëren om toe te lichten waarom we een bepaald standpunt hanteren en vanuit welke achtergrond of visie we dit doen. We kennen elkaar nog onvoldoende om in alle veiligheid en vertrouwen openlijk voor onze mening uit te komen, en elkaar op die manier ook feedback te geven (directer leren zijn, kritische vragen durven stellen). Hier aandacht voor hebben leidt tot meer “doorleefde” beslissingen en zal ruimte scheppen om meer autonoom beslissingen te kunnen nemen. • Vergadertechnisch dienen de directievergaderingen beter te worden voorbereid. De agendapunten kunnen concreter worden toegelicht, zodanig dat het duidelijk wordt voor andere teamleden wat precies wordt bedoeld. De klassieke agenda kan gecodeerd worden (mededeling, informatie, discussiepunt, beslissingspunt …). De voorstelling van de eigen werking moeten we zeker verder aanhouden. Beleidsmatige keuzes moeten samen beslist worden. We zouden verschillende soorten directieteams kunnen hebben: de inhoudelijke besprekingen, het uitdiepen van een agendapunt en de klassieke agenda. In elk geval moet ook de besluitvorming duidelijker en dient het verslag hieraan aangepast te worden. • De vergadering dient in een veilige context plaats te vinden. Dit punt hangt heel nauw samen met het eerste punt, waarin gesteld wordt dat we elkaar nog beter dienen te kennen om in veiligheid een eigen mening te kunnen formuleren. Ook het onderhouden van werkgerelateerde persoonlijke contacten en intervisiemomenten kunnen hiertoe bijdragen. • Zorgen voor voldoende creatieve input vanuit de directie (de “creatieve vlam”), gekoppeld aan het bevestigen en versterken van wat we reeds hebben gerealiseerd. Zelf positief constructief de toekomst invullen en dit ook uitstralen naar medewerkers • We dienen te streven naar vereenvoudiging. Een veel gehoorde bekommernis op de werkvloer is de steeds toenemende werkdruk als gevolg van administratieve rompslomp, professionalisering… Terug naar het gewone huishouden dat op zich al complex genoeg is. In welke mate kunnen we als directie hiertoe bijdragen?
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
28
Hefboom 3 Geëngageerd personeel
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
29
Hefboom 4 Continuïteit
Doelstelling 2 Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Hefboom 3 Geëngageerd personeel
Doelstelling 2 Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Hefboom 4 Continuïteit
Indicator 1 Aantal personeelsleden dat de afgelopen jaren een functioneringsgesprek of evaluatiegesprek heeft gehad in verhouding tot het totaal aantal personeelsleden (op 31/12). Er wordt een lijst opgemaakt met per personeelslid het jaartal van het laatste werkgesprek of evaluatiegesprek. Indien dit langer dan 3 jaar geleden is, wordt dit gelijkgesteld met ‘geen’ (cf. BSC Stijn). Norm Alle personeelsleden (100%) krijgen minimum driejaarlijks een functionerings- of evaluatiegesprek.
Indicator 1 Het personeelsverloop binnen de organisatie nagaan ten bate van de voortdurendheid. Norm Een personeelsverloop van <50% in elke leefgroep.
Jaartal
Aantal functioneringsgesprekken
2011 80% 2010 47% 2009 26%
Personeelsverloop in de leefgroepen 2011 Vast
totaal
2011 (%)
Berg 4
Leefgroep
8
11
38
2010 (%) 75
2009 (%) 43
2007 (%) 57
2007 (%) 43
Berg 5
8
11
38
38
43
57
57
Hei 5
8
11
38
38
100
100
86
2008 24%
Hei 6
8
12
50
50
86
71
29
2007 29%
Hei 7
8
12
50
75
50
50
43
2006 31%
Hei 8
8
14
75
38
75
25
71
Doelstelling 2 Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Hefboom 3 Geëngageerd personeel Indicator 2 Aantal disfunctioneringsgesprekken Norm <0,5% disfunctioneringsgesprekken Jaartal
Aantal disfunctioneringsgesprekken
2011
5 (= 1,2%)
Adelberg
12
14
17
17
18
20
Haag
13
19
46
23
33
33
Vloeter
15
20
33
27
20
20
33
Berg 1
8
13
63
50
43
57
71
Berg 2
8
10
25
38
25
125
57
Berg 3
8
14
75
63
63
100
71
Hei 1
8
13
63
38
63
38
25
Hei 2
8
11
38
63
38
63
57
Hei 3
8
15
88
75
38
86
71
Hei 4
8
12
50
63
25
38
71
Huisje 1
8
10
25
57
57
86
57
Huisje 2
8
11
38
50
86
29
29
Huisje 3
8
12
50
50
25
50
63
Huisje 4
8
13
63
57
43
43
71
Ster 1
7
11
57
117
33
33
67
Ster 2
6
11
83
117
50
33
50
Ster 3
8
13
63
43
57
43
14
2010 2
Ballast
67
2009 4
Berg 3
75
2008 3
Weel 2
86
Huisje 1-2
57
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
30
J A A R V E R S L A G
Bedenkingen bij de cijfers Deze cijfers geven weer hoeveel personeelsleden er in 2011 in totaal als begeleider gewerkt hebben op de leefgroepen. Hoe minder personeelsleden, hoe minder nieuwe “gezichten” voor de bewoners om aan te wennen, hoe hoger de continuïteit. • Ten opzichte van 2010 kenden we, procentueel gezien, een daling wat betreft het personeelsverloop in de leefgroepen. Vorig jaar kenden de leefgroepen een gemiddeld verloop van 51%. Dit jaar doken we terug onder de 50% met een gemiddeld personeelsverloop van 49%. Dit betekent dat er ten opzichte van het aantal vaste personeelsleden, bijna de helft nieuwe gezichten bijkwamen. • Voor het eerst in 4 jaar heeft geen enkele leefgroep de 100% overschreden. • Hei 3 kent met 88% de hoogste score. Zij kenden vooral veel wisselingen in het begin van het jaar. Ondertussen is de stabiliteit daar terug hersteld. • Adelberg heeft naar jaarlijkse traditie opnieuw de laagste score (17%). • De Haag blijft als enige leefgroep sinds het begin van deze metingen jaar na jaar onder de 50%. • Er is geen verband aan te tonen tussen de hoogte van het dienstenpakket (m.a.w. de zorgzwaarte van de bewoners) van de leefgroep en het personeelsverloop. • Een rechtstreeks verband tussen personeelsverloop en ziekteverzuim is niet gevonden. Het is waarschijnlijk één van de factoren naast o.a. tijds- en zorgkredieten, beschikbaarheid en kwaliteit van de interimarissen, tijdstip en samenloop van voorgaande factoren …
Doelstelling 2 Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Hefboom 4 Continuïteit Indicator 2 Het ziekteverzuim volgens de Bradford-factor (frequentie² * aantal dagen) nagaan ten bate van de voortdurendheid. Norm We streven naar een jaarlijkse verlaging van de gemiddelde Bradford-score.
2011
MET langdurig zieken
ZONDER langdurig zieken
Gemiddelde Bradford-factor
125,14
123,90
Gemiddelde ziektefrequentie
1,38
1,38
17,70
15,49
Gemiddeld aantal ziektedagen
Toewijzing van leefgroeppersoneel Bij de toekenning van de dienstenpakketten voor de leefgroepen voor 2012 hadden we, net als in 2011, in totaal 152,6 fulltime equivalenten (FTE) te verdelen. Van dit totaalpakket wordt bij aanvang 6,1 FTE gereserveerd voor de observatieleefgroep Ster 2. Dit cijfer ligt vast en wordt niet verderop meegenomen in de berekeningen. Er rest dus nog 146,5 FTE te verdelen over de 22 leefgroepen van de woonopvang voor 233 bewoners. We zijn bij de berekeningen voor de verdeling uitgegaan van een maximale bezetting van de leefgroepen. Geplande opnames of eventuele lege plaatsen zijn in de berekening ingeschaald als een “gemiddelde bewoner” van die leefgroep. Op die manier hebben we dus ook de volledige 146,5 FTE toegekend vanaf 1 januari en geen voorafname gedaan in functie van toekomstige opnames. De berekening van het dienstenpakket per leefgroep bestaat uit 3 grote componenten. Ten eerste worden alle bewoners gescoord op 2 zorgschalen. De Guy Vandeboer-schaal gaat na hoeveel tijd er aan een bewoner wordt besteed op vlak van lichamelijke verzorging. De CEPschaal meet de ernst van het probleemgedrag en de personeelstijd die hieraan moet besteed
2 0 1 1
-
31
worden. Naargelang de inschaling op beide instrumenten worden aan elke bewoner een aantal zorgminuten toegekend. Dit wordt omgezet in zorguren per leefgroep, die je terugvindt in kolom 3 en 4. De som van deze zorguren maakt 40,42% van het totaal berekende pakket uit in 2012. Ten tweede stellen we dat elke leefgroep, ongeacht het aantal bewoners en de zorgzwaarte van de bewoners, een aantal taken te verrichten heeft die voor iedereen ongeveer gelijk is. Bijgevolg kennen we aan elke leefgroep 2500 uren toe (kolom 5). Bij de buitenhuizen (Adelberg, Haag en Vloeter) is dit cijfer verdubbeld omdat het hier gaat over tweewoonsten. Deze buitenhuizen verzorgen ook zelf hun nachtdienst en krijgen hiervoor een vast pakket van 1453 uren (kolom 6). De som van deze vast toegekende pakketten vertegenwoordigt in 2012 samen 26,45% van het totale berekende pakket. Ten derde verdelen we alle overige beschikbare uren evenredig per bewoner. Op die manier krijgt elke bewoner 358,67 uren. Voor de leefgroep betekent dit een vermenigvuldiging van dit cijfer met het aantal bewoners (kolom 2). Het resultaat hiervan zie je in kolom 7. Deze component maakt in totaal 33,13% uit van de totale berekening. De totale berekende pakketten (kolom 8) worden omgezet naar het equivalent van een voltijds personeelslid door het aantal zorguren te delen door 1725,3 uren (kolom 9). In de laatste kolom vind je de uiteindelijk toegekende pakketten per leefgroep. Deze toekenning is het resultaat van een subjectieve correctie na overleg tussen de unitverantwoordelijken, verantwoordelijke personeel en de algemeen directeur en na feedback van de hoofdbegeleiders op de unitvergaderingen.
(13) Het personeel dat we toekennen in 2011 aan de leefgroep
458,57 122
5358,84
37758,19 14,94
1616,63 2013,59 3166,79 1957,24 3019,78 2743,22 3324,34 3328,38 3611,18 2283,06 2487,96 2414,04 1752,99 1760,46 1549,81 0,00 1778,82 64390,94 25,48%
16 16 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 8 0 8 233,5
Haag Vloeter Berg 1 Berg 2 Berg 3 Hei 1 Hei 2 Hei 3 Hei 4 Huisje 1 Huisje 2 Huisje 3 Huisje 4 Ster 1 Ster 2 Ster 3 Totaal
24,97%
62500
2500
0
2500
2500
2500
2500
2500
0
0
0
0
0
0
1,72%
4359
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1453
1453
1453
6 extra
33,13%
83748
2869
0
2869
3587
3587
3587
3587
3587
3587
3587
3587
3587
3587
3587
5739
5739
5739
3587
3766
3587
3228
3587
3587
7 per bed
100,00%
252756
11165
0
10826
9656
9967
12291
10203
10068
11185
10391
10509
10988
10512
9582
16738
16227
15041
10945
12083
11765
10487
10603
11525
8 totaal
146,50
6,47
0,00
6,27
5,60
5,78
7,12
5,91
5,84
6,48
6,02
6,09
6,37
6,09
5,55
9,70
9,41
8,72
6,34
7,00
6,82
6,08
6,15
6,86
9 totaal ft
145,10
6,65
0,00
5,94
5,70
5,78
6,77
5,98
6,25
6,36
6,21
5,98
6,40
5,78
5,73
9,45
9,57
9,01
6,16
6,65
7,12
5,78
5,36
6,47
10 vorig jaar
1,40
-0,18
0,00
0,33
-0,10
-0,00
0,35
-0,07
-0,41
0,12
-0,19
0,11
-0,03
0,31
-0,18
0,25
-0,16
-0,29
0,18
0,35
-0,30
0,30
0,79
0,21
11 verschil
1,0 %
-2,8 %
0,0 %
5,3 %
-1,8 %
-0,1 %
5,0 %
-1,1 %
-7,1 %
1,9 %
-3,1 %
1,8 %
-0,5 %
5,1 %
-3,2 %
2,6 %
-1,8 %
-3,4 %
2,9 %
5,0 %
-4,9 %
4,9 %
12,8 %
3,1%
12
152,60
6,20
6,10
6,20
5,80
5,90
6,40
6,00
6,00
6,30
6,10
6,10
6,10
6,10
5,80
11,20
9,20
9,10
6,30
6,50
6,40
6,30
6,20
6,30
13 toegekend
J A A R V E R S L A G 2 0 1 1 -
Ft Uren/jaar te verdelen: 146,5 252756,5 per bed: 358,67 =(totaal - z_guy - z_cep - per_lfgr - extra)/aantal bedden
4016,57
0
3906,73
1809,03
2127,57
3790,54
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
5000
5000
5000
2500
2500
2500
2500
2500
2500
5 per lgr
32
1628,13
1698,04
1486,87
975,51
1098,08
2158,22
1405,94
1537,67
1379,84
2021,87
1232,35
4736,65
10 16
Hei 8 Adelberg
1216,08
2781,38
635,7
271,5
4462,37
(12) Dit verschil uitgedrukt in procenten
10
(10) De berekende score (kolom 9) van vorig jaar
10,5
(11) Het verschil in berekening ten opzichte van vorig jaar
Hei 7
(9) Omzetting kolom 8 naar voltijdse personeelsleden
Hei 6
(8) Totaal uren van kolom 3 t.e.m. 7
1977,14
(7) Het verschil dat overblijft, wordt evenredig verdeeld per bewoner
9
(6) Extra om inslapende waak te realiseren in buitenhuizen
Hei 5
(5) Een forfait van 2500 uren voor elke leefgroep, nodig voor het algemene basiswerk.
Berg 5
de bewoners
3881,10
(4) Idem kolom 3 voor de CEP-schaal
5166,55
(3) Totaal zorgminuten voor de leefgroep voor de Guy Vandeboer-schaal berekend op de aanwezigheidsdagen van
10
(2) Aantal bewoners per leefgroep
10
(1) Naam leefgroep
Berg 4
LEGENDE BIJ DE TABEL PERSONEELSVERDELING
4 zorg-cep
-
3 zorg-guy
2 0 1 1
2 bedden
1 ft = 1725,3 u/jaar
J A A R V E R S L A G
1
Dienstenpakketten 2012 per leefgroep
SINT ODA 33
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
34
J A A R V E R S L A G
DOELSTELLING 3 ALS DIENSTENCENTRUM GAAN WE ACTIEF IN INTERACTIE MET DE OMGEVING EN NEMEN WE ONZE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID OP Hefboom 1 Durven initiatief nemen om in te spelen op noden Doelstelling 3 Hefboom 1
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op Durven initiatief nemen om in te spelen op noden
Indicator Het aantal nieuwe initiatieven dat het afgelopen jaar op de rails is gezet (beslissing is genomen), waaraan gewerkt is (bezig), en dat in gebruik genomen is (effectief gestart). Nieuwe initiatieven zijn bv. nieuwe doelgroep, nieuwe zorgvorm, nieuwe locatie, nieuwe financieringsbron, proefproject …). Hierbij de eventuele partners vermelden (cf. BSC Stijn). Een initiatief kan maar meetellen als het opgezet wordt speciaal voor zorgvragers van buiten de instelling of als het gerealiseerd wordt voor de eigen huidige werking of zorggebruikers maar zich eveneens openstelt voor externe zorgvragers. Norm Minstens 1 nieuw initiatief per 3 jaren. Jaartal
Aantal nieuwe initiatieven
Opsomming nieuwe initiatieven
2011 Beslist 1 MFC (multifunctioneel centrum) minderjarigen: proefproject in samenwerking met VAPH (St.-Oda is één van de 10 centra minderjarigen die deelnemen) 2 Vervangingsnieuwbouw 90 studiokamers op het terrein Bezig 1 Het inrichten van de activiteitenruimtes Sens-city Gestart 1 Samenwerking met het outreach-project kinderpsychiatrie
2 0 1 1
-
35
Hefboom 2 Deelname aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden … Verlenen van actieve medewerking aan studiedagen, onderzoeksprojecten … of opzetten van al dan niet vernieuwende activiteiten of projecten voor of met externe personen, instanties, bedrijven, diensten of verenigingen.
Doelstelling 3 Hefboom 2
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op Deelname aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden …
Indicator Het aantal projecten met externen. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt of het initiatief van buitenaf komt of vanuit de voorziening. Norm Jaarlijks >10 projecten. Jaartal Aantal nieuwe projecten
Opsomming nieuwe projecten met externen
2011 11
Deelname aan proefproject zorggradatie van het VAPH Deelname aan nationale foto- en videowedstrijd van de Koning Boudewijn stichting (en winnen van de publieksprijs)
Organisatie van een beeldentuin i.s.m. diverse kunstenaars
Experiment met Musica voor muziekbeleving bij personen met een diep mentale handicap
Kennisdeling voor de installering van een trilvloer op buitenbeenpop
Proefproject multifunctioneel centrum Vlaanderen voor minderjarigen
Organisatie van ‘Nacht van de zorg’ voor alle personeelsleden van de zorg uit de regio Opstart van een samenwerkingsverband met de erkende observatieafdelingen Vlaanderen
2010 Beslist Bezig
0
1
Deelname aan ‘2011, het Europees jaar van de vrijwilliger’
Gestart
2,5
Opstarten praatgroep ouders
2009 Beslist
0
Samenwerking met kinderpsychiatrie in een outreach-project
Bezig
3
Gestart
1
2008 Beslist
0
Bezig
3
Gestart
3
2007 Beslist
2
Bezig
3
Gestart
0
2010 11 2009 7 2008 7
De beeldentuin In het kader van de fundraisingprojecten voor het activiteitencentrum SENS-CITY organiseerden we in het pinksterweekend van 2011 onze eerste Beeldentuin. Heel wat uitdagingen lagen op de loer. Krijgen we wel voldoende beeldhouwers bij elkaar voor een heuse beeldentuin of richten we ons ook naar schilders, keramisten en anderen? We hebben wel een mooi terrein, maar het is langs alle kanten open, dus… hoe zorgen we ervoor dat de beelden niet stuk geraken of weggehaald worden ’s nachts? Staan de beeldhouwers en schilders zelf in voor de installatie van hun werken en voor de veiligheid ...
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
36
J A A R V E R S L A G
Doelstelling 3 Hefboom 3
2 0 1 1
-
37
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op Uitwisselen van diensten
Indicator Het aantal mensen dat gebruik maken van onze diensten of accommodaties (manege, zwembad, tandarts, snoezelruimte/trilvloer/luchtkussen, beschut wonen, e.a.) Norm De norm ligt tegen de maximale capaciteit en beschikbare momenten per accommodatie of personen Jaartal Consultaties bij Gebruik van het Gebruik van Gebruik van de Semi-industrieel de tandarts zwembad accommodaties manege werk door (o.a. snoezel- Beschut wonen ruimte, etc.) 2011 4
206
14
0
3
2010 7 0 9 0 / 2009 2
153
12
0
/
2008 2 266 8 0 /
Hefboom 4 Profilering Doelstelling 3 Hefboom 4
Na heel veel mailtjes, brieven en telefoontjes merkten we al enig enthousiasme voor ons project. Kunstenaars gaven al vlug hun akkoord, belden zelf op om deel te nemen en ook via personeel kwamen kennissen en vrienden het te weten. Er namen ongeveer 55 kunstenaars deel, goed voor een 500 kunstwerken (schilderijen, beeldhouwwerken en keramische stukken), zonder onze eigen kunstenaars wel te verstaan. Want op de werkhoek werden kunstwerken van de bewoners opgesteld tot een fraaie tentoonstelling. Proficiat! Op zaterdag zat het weer en de opkomst niet mee. We stelden ons gerust dat zondag en maandag wel beter zouden zijn, en inderdaad. Op zondag waren er veel bezoekers en ook veel kopers (minstens even belangrijk). De kunstenaars moesten 20% van de verkoopsom schenken ten voordele van het project Sens-city. Het bracht samen ongeveer 10.000 euro op. Daarnaast werden nog enkele kunstwerken geschonken. Een kleine groep mensen stonden aan het roer, maar we kregen de medewerking van veel collega’s waarvoor hartelijk dank. Doen we dit nog? Jazeker. Volgend jaar in het pinksterweekend van 2013 wordt de tweede beeldentuin georganiseerd. Hopelijk wordt het weer zo’n succes.
Indicator 1 Aantal publicaties/vermeldingen van het dienstencentrum of activiteiten van St.-Oda in de algemene media (cf. BSC Stijn) Norm >40 vermeldingen per jaar Jaartal Aantal publicaties/vermeldingen 2011 40 2010 52 2009 48 2008 45 2007 45
Doelstelling 3 Hefboom 4
Uitwisselen van knowhow, infrastructuur en middelen die een meerwaarde bieden aan de werking in al zijn facetten. Hierbij het activiteiten- en dienstenaanbod divers maken voor de eigen bewoners maar ook openstellen voor mensen van buitenaf.
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op Profilering
Indicator 2 Het jaarlijks aantal bezoekers aan het dienstencentrum. Onder bezoekers verstaan we de officieel aangevraagde groepsrondleidingen van verenigingen, scholen, catechesegroepen, etc. Norm Jaarlijks > 650 bezoekers. Jaartal Totaal aantal bezoekers 2011 855
Hefboom 3 Uitwisselen van diensten
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op Profilering
2007 749 2006 656 2005 629 2004 420
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
38
Nacht van de zorg ‘Goed nieuws !!!‘ De Blue Party op St.-Oda wordt in een nieuw jasje gestoken en gaat verder onder naam: ‘Nacht van de Zorg’. De ambitie is dé ambiancefuif in (Noord-) Limburg te worden voor al wie in de zorgsector werkt en al diegenen die de zorgsector een warm hart toedragen. Als er een gemeente is die zich terecht ‘de Zorggemeente van Noord-Limburg’ mag noemen, is het Overpelt wel. Het Revalidatie & MS – centrum, het Mariaziekenhuis, het dienstencentrum St.-Oda, de Klimroos, het rusthuis Immaculata en nog andere voorzieningen leveren iedere dag op een kwaliteitsvolle manier goede zorg aan hun cliënten of patiënten. Ze bieden bovendien werkgelegenheid aan een 2000-tal mensen uit de regio! Daarnaast zijn er in de directe omgeving van Overpelt tal van voorzieningen en zorgcentra. De Nacht van de Zorg wil alle mensen die in de zorg werken en al diegenen die de ‘zorg’ een warm hart toedragen verenigen in een sfeervol evenement. Iedereen is welkom! Mensen in de zorg hebben een reputatie van harde en plichtsbewuste werkers te zijn, maar ook dat ze af en toe eens stoom moeten kunnen aflaten. Met deze woorden werd de ‘Nacht van de Zorg’ in 2011 gelanceerd. Door de kerngroep werd er veel energie gestoken om deze eerste editie van de grond te krijgen. Maar de inspanningen werden beloond. Op 16 september stroomden meer dan 800 personen de tent binnen. Ze werden op een originele manier ontvangen door onze retrozusters met een slokje cava. De mooi ingerichte cavaen cocktailbar viel in de smaak maar het meeste bijval kreeg ‘Domino’, een covergroep die het publiek vanaf de eerste noot meetrok in een muzikaal avontuur. Dj Bjorn Verhoeven ging nog stevig door en zorgde voor de nodige ambiance. De ‘Nacht van de Zorg’ was een onverdeeld succes! Op naar een tweede editie!
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
39
ACTIES VAN HET AFGELOPEN JAAR GEREALISEERD DOOR DE 5 UNITS VAN ST.-ODA Unit 1: Bewoners met zware meervoudige beperking ZORG OP MAAT KSF 1: Zorg voor een algemeen ‘wel’-voelen: Voor Berg 4 betekent dit een hernieuwde aandacht voor de was- en eetsituatie. • Aandacht voor de eigen houding tijdens de wassituatie. Wassen en verzorgen met oog voor de bewoner en zijn beleving van het wasmoment. • Aanleren van verschillende wastechnieken en massagetechnieken. • Via zelfervaringsoefeningen ‘empathie’ verhogen voor dagelijkse handelingen. • Radio en tv uit tijdens de maaltijd. • Aandacht voor gezelligheid (samen aan tafel) versus individuele noden en tempo. Berg 5 • Aandacht voor eetsituatie: het scheppen van een rustige sfeer tijdens de maaltijd (tv en radio uit). Zich trachten te houden aan zwarte zones (telefoons niet opnemen tijdens de maaltijd). Hei 8 • Er is reeds een grote aandacht voor de verzorging – basale houding kan foutlopen door bijvoorbeeld stress – nagaan van mogelijkheden om ook dan toch die basale houding na te streven. Hoe mekaar daarin stimuleren? Hei 7 • Ook zorgen dat de nieuwe personeelsleden zich de ‘basale houding eigen maken. Studiedag 03/02/2012 – over basale stimulatie/ principes - zelfervaringsoefeningen en uitleg door een personeelslid die ook de cursus Kruidenstempelmassage volgde. THUIS OP MAAT KSF 1: Een huiselijke en gezellige sfeer creëren (zie boven) Hei 5 • Werk maken van de snoezelkamer. Deze is nodig om ontspannings- en rustmomenten te kunnen inbouwen. • Aandacht voor spelmaterialen op de kamers of waar bewoners overdag rustig mee kunnen spelen. • In orde brengen van de computer als extra aanbod voor de bewoners. KSF 2: Zorgen voor een rustige leefomgeving. Berg 5 • Verbouwen van de kinesitherapieruimte naar een tweede living en creëren van extra slaapkamers binnen de leefgroep. • Hernieuwde aandacht voor het gebruik van tilliften en tiltechnieken. PROFESSIONEEL HANDELEN KSF 4: Ontwikkelingskansen bieden voor personeel. • Opleidingsdag ‘basale stimulatie’ op 3 februari voor Hei 7. • Opleiding rond SEO op Hei 6 en Hei 5. • Teamdag voor Berg 4. • Twee personeelsleden van Hei 6 gaan de basiscursus volgen bij het VSBS in Drongen. • Jaarlijks volgen we met de hoofden een studiedag van Quadri-KHlim. Dit jaar gaan we een culturele namiddag houden en samen gaan eten (motivatie).
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
40
AANBOD OP MAAT KSF 5: Vakantie op maat. • Inschakelen van ouders en vrijwilligers tijdens de kampen. • Bewoners samen met hun ouders op kamp laten gaan (Hei 6). • Kamp op maat aanbieden. In 2012 gaan we een leefgroepoverstijgend kamp organiseren binnen de unit. Bewoners kunnen deelnemen aan een actief- en/of een rustig kamp, naargelang de eigen behoeften.
Unit 2: De buitenhuizen en ’t Heultje De buitenhuizen en ’t Heultje (dagopvang) hebben zich vooral geconcentreerd op de reorganisatie van de dagbesteding. In multidisciplinair verband werd voor iedere bewoner met zorg een top 5 samengesteld die aansluit bij de zorgvraag van iedere bewoner. Eens deze gegevens verzameld, was het belangrijk om van alle bewoners van een buitenhuis de top 5’s te realiseren in een nieuw dagbestedingprogramma. Hierbij dient rekening gehouden te worden met: • de top 5 uiteraard; • de beschikbaarheid van de therapeuten zowel terplekke als op St.-Oda zelf; • vervoersmogelijkheden; • de keuze tussen individueel, subgroep of leefgroepwerking per activiteit. We zijn daar grotendeels in geslaagd. De cijfers voor de buitenhuizen tonen aan dat we 90 % van al de gevraagde top 5’s hebben kunnen realiseren. De gevraagde frequentie is voor 73% behaald. Voor ’t Heultje halen we 90,5% van al de gevraagde top 5’s en voor de gevraagde frequente 67,5%. De buitenhuizen We hebben in 2011 de specifieke werking van een buitenhuis verder uitgediept. Ieder buitenhuis heeft aan de hand van voorbereidende teksten zichzelf kunnen spiegelen en proberen uit te maken waarvoor een buitenhuis staat. We komen tot vier conclusies: • De buitenhuizen balanceren op de rand van de periode deïnstitutionalisatie en de inclusie of burgerschapsperiode. • Ieder buitenhuis is een duowoning waardoor er samenwerking vereist is tussen de 2 deelgroepen. Er bestaat een bepaalde dualiteit. Enerzijds is er de eigen werking, anderzijds is er de samenwerking. We zoeken naar een evenwicht en spreken van een twee-eenheid. We twijfelen soms of we gaan voor ‘samenwerking als het moet, eigen werking als het kan’ of juist omgekeerd. Momenteel kiezen we eerder voor samenwerking. We gaan er van uit dat een buitenhuis één geheel is en dat we veel samenwerken. De begeleiders verbonden aan de groep zijn a.h.w. de mama’s en de papa’s en kennen hun bewoners door en door. De begeleiders van de buurgroep zijn a.h.w. de ooms en de tantes die de buurbewoners zo goed kennen dat ze er zonder problemen mee om kunnen gaan. • Ieder buitenhuis heeft een band met de moederuitstelling. Veel van de huidige buitenhuisbewoners hebben een geschiedenis op het terrein van St.-Oda en daardoor vele sociale contacten. Ze voelen er zich ook ‘thuis’. De grote feesten hebben blijkbaar nog een belangrijke betekenis voor hen. • We kiezen voor de ‘best of both worlds’ en zoeken naar een evenwicht tussen autonomie (organisatie van activiteiten in het buitenhuis, de buurt of het dorp) en verbondenheid met de moederinstelling (aangepaste accommodaties voor bepaalde activiteiten, keuken, wasserij, grote activiteiten en feesten, avondcafé …). De zichtbaarheid van een buitenhuis in een dorp of stad is zeker vergroot. Daarmee vervullen we ook de rol van ambassadeur voor de sector personen met een beperking. Door ons meer te ontmoeten en ons bezig te zien, kunnen mensen hun beeld over personen met een beper-
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
41
king bijstellen. Meestal is dat positief. Buren die ons aanvankelijk eerder argwanend bekeken, durven ons te benaderen omdat er een ‘ijsbrekend’ contact is geweest tijdens bijvoorbeeld een buurtfeest. Met als prettig gevolg dat op straat een angstvallige blik vervangen is door een hartelijke begroeting. Deelname aan de gemeenschap moet kwalitatief ook goed en beredeneerd zijn. Daarom hanteren we enkele uitgangspunten: • Onbekend is onbemind! • In de ontmoeting groeien de inzichten. We benadrukken de mogelijkheden van onze bewoners eerder dan de beperkingen. • We kiezen voor de geleidelijke weg. Bovendien proberen we het proces van elkaar te leren kennen niet te bruuskeren door ‘te’ nadrukkelijk aanwezig te zijn. Onze leuze is ‘sympathiek’ aanwezig zijn. Dit houdt in dat we voldoende rekening houden met de initiatiefnemer, de andere deelnemers, de aard van de activiteit. We geven het voorbeeld van de buurt die een jaarlijkse uitstap organiseert. We zullen niet massaal inschrijven maar beperkt (2 à 4 bewoners met 1 à 2 begeleiders) om te voorkomen dat in dit geval de buurtuitstap niet op een St.-Oda-uitstap lijkt. Een kleine groep deelnemers is toegankelijker en meer benaderbaar dan een grote groep, die eerder afschrikt dan uitnodigt tot contact. Ook de sfeer en het gevoel dat een buitenhuis uitstraalt is niet onbelangrijk. We bieden de gebruikers een keuzemogelijkheid (wonen binnen of buiten de moederinstelling). Wanneer de keuze gemaakt is, merken we dat alle betrokkenen (de meeste bewoners, personeelsleden en familieleden) het wonen in een buitenhuis (niet per se beter maar) anders ervaren dan een woonvorm binnen een instelling (waarmee de meesten kunnen vergelijken). De sfeer is vooral rustiger en huiselijker. ’t Heultje 25 jaar ’t Heultje In feite liggen de kiemen van ‘t Heultje al in 1985, wanneer vijf kinderen en twee begeleidsters op de bovenverdieping van het hoofdgebouw hun intrek namen, twee dagen per week. Er reed geen busje, er was geen ondersteuning van therapeuten. Daarnaast werden 3 kinderen in een leefgroep opgevangen. De vraag naar opvang was echter groot. Op 1 september 1986 volgde de erkenning voor een apart semi-internaat voor 13 kinderen. In de oude werkhoek naast het hoofdgebouw werden 2 leefgroepen ingericht voor telkens 10 kinderen. Vanaf toen was er busvervoer en werd het team uitgebreid met een kinesist, logopediste, maatschappelijk werkster en een orthopedagoge. De vraag naar opvang bleef met als gevolg het bouwen -volledig in eigen beheer - van een nieuw Heultje voor 21 gasten verdeeld over 3 leefgroepen. Inmiddels was ‘t Heultje, in 1992, erkend voor 25 kinderen. Kinderen worden groot en naast het semi-internaat kwam er in 1993 de goedkeuring voor een dagcentrum voor 5 gasten die ouder dan 21 jaar zijn. Zo volgden ook de aanvragen voor de opvang van schoolverlaters, na het buitengewoon secundair onderwijs en werd het nieuwe gebouw al te klein. Er moest uitgeweken worden naar een vierde leefgroep op een voorlopige locatie totdat de vervangingsnieuwbouw werd gerealiseerd. Op 16 september 2002 werd deze in gebruik genomen en werden twee leefgroepen aan de bestaande drie leefgroepen toegevoegd. Voor een erkenning van 34 plaatsen komen er momenteel 38 gasten naar ‘t Heultje hetzij voltijds hetzij deeltijds. Het personeel is met de jaren ook toegenomen en de structuur is licht veranderd: 17 begeleidsters staan in voor de opvang, zorg en activiteiten van de gasten. Het therapeutenteam bestaat uit 3 kinesisten, 2 logopedisten, een ergotherapeute en 2 bewegingstherapeuten. De revalidatiearts komt eenmaal per maand. De maatschappelijk werkster ondersteunt de ouders in de administratieve molen en ziet er op toe dat de communicatie tussen alle partijen optimaal verloopt. De orthopedagoge waakt over het pedagogisch handelen. Samen vormen zij een multidisciplinair team en staan ze garant voor een degelijke en warme opvang en omgang. De
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
42
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
43
unitverantwoordelijke waakt erover dat het proces tussen deze personen goed verloopt en zorgt ervoor dat de beschikbare middelen optimaal aangewend worden. Onze administratieve medewerkster ondersteunt het geheel en staat in voor de leefgroepoverschrijdende activiteiten. Onmisbaar en o zo belangrijk, zijn de vele vrijwilligers die de leefgroepbegeleidsters ondersteunen bij allerhande activiteiten. Kenmerkend voor ‘t Heultje is de samenhorigheid. Zowel begeleiders, gasten, therapeuten, ouders, vrijwilligers, buschauffeurs maken deel uit van een geheel waarbij de betrokkenheid naar elkaar heel groot is. Samen gaan we voor de degelijke en warme opvang voor en omgang met de gasten. Met degelijk bedoel ik goed overwogen, gestructureerd, met kennis van zaken … kortom professioneel. Maar even zo belangrijk is de warmte, de genegenheid, de gemoedelijkheid …. Deze eigenschappen worden nog eens versterkt door enthousiasme en optimisme. Al deze ingrediënten zijn aanwezig in ‘t Heultje en zorgen ervoor dat de gasten er graag zijn en dat het personeel er graag werkt. De laatste twee jaren zijn er nogal wat fundamentele personeelswissels gebeurd maar gelukkig zien we dat de ‘nieuwkomers’ snel de Heultjesmentaliteit eigen zijn. Ze zorgen ervoor dat het geheel blijft draaien, misschien ‘anders’ maar de degelijkheid , de gemoedelijkheid en het enthousiasme blijven gegarandeerd. Zo gaan we vol vertrouwen de toekomst tegemoet. Dank aan al wie de voorbije jaren op een of andere manier een bijdrage heeft geleverd en ervoor gezorgd heeft dat het Heultje is wat het nu is: de gasten, de ouders, het leefgroeppersoneel, de therapeuten, de buschauffeurs, het onderhoudspersoneel, de vrijwilligers, de sponsors …
Kamp Hoewel het haar opdracht niet is, gaat ’t Heultje om de 3 jaar op kamp. Enerzijds gunnen we de ouders een weekje rust, anderzijds vinden we dat onze gasten er veel deugd aan hebben. Het is niet evident dat ’t Heultje op kamp gaat. Er staat geen subsidie, geen steun of personeelsuren tegenover. Gelukkig vinden we een sponsoring en zijn er gemotiveerde personeelsleden die veel eigen tijd (dus vrijwilligerswerk) investeren. Op die manier werd het mogelijk dat we in oktober 2011 met 20 gasten komende van alle 5 de Heultjes op kamp zijn kunnen gaan in Home Fabiola te Maasmechelen. Het enthousiasme en de creativiteit van het personeel zorgde ervoor dat het kampthema ‘Zonnekinderen’ bewaarheid werd.
Als ik er een slogan op zou plakken zou die als volgt kunnen luiden: Samen als een geheel met veel warmte en professioneel!
Unit 3: De ouderwordende bewoners
Communiefeest Op 28 mei 2011 vierden 5 gasten van ’t Heultje samen met 4 bewoners van de woonopvang hun plechtige communie. Het was een prachtige viering in de kerk van Overpelt-Lindel waarin de communicanten schitterden als ‘parels’.
Waardig ouder worden Personeel vertrouwd maken met het afnemen van dementieschalen, schaal sociaal-emotionele ontwikkeling, het ‘ontdekkend kijken’ van J. Heykoop.
Nieuwe pedagoge We zijn al een tijdje aan de organisatiestructuur aan het sleutelen en toen de psycho- pedagogische dienst tijdelijk ondersteund werd met extra uren, kwam er een halftijdse functie vrij. Er werd geopteerd deze toe te kennen aan ’t Heultje (met inbegrip van één groep van de woonopvang). De psycho-pedagoge zal in het Heultje zorg dragen voor de zorgplanbesprekingen, coördineert de multidisciplinaire teams, waakt over de programma’s (realisatie top 5) en introduceert de SEO’s (sociaal-emotionele-ontwikkelingschaal). Het therapeutenteam is daarmede weer wat hechter, wat de algemene werking van ‘t Heultje zeker ten goede zal komen.
Binnen de unit hebben we de volgende doelstellingen ter harte genomen.
Professionele omkadering • Hoe omgaan met de wisselingen op een leefgroep? • Hoe werken we nieuwe mensen zo snel en efficiënt mogelijk in? • Hoe gaan we om met persoonlijke problemen van personeel? • Welke verwachtingen stellen we t.a.v. personeel met verschillende diploma’s? • Hoe houden we personeel gemotiveerd? • Duidelijkheid scheppen in de verantwoordelijkheden en taken van de hoofden en de unitverantwoordelijke. • Bespreken van tekst ‘leidinggeven in een welzijnsvoorziening’ van J. Bollen. Tips en uitdagingen voor beginnende leidinggevende met als opmerking dat we in het leidinggeven steeds beginners blijven. • Zorgdossier: personeel vertrouwd maken met het zorgdossier, het invullen en het efficiënt gebruiken van de gegevens. • De hoofden bezochten ‘De Witte Mol’ waar ze een rondleiding genoten en ideeën konden opdoen rond het werken met oudere bewoners. De hoofden hebben een vorming gevolgd over ‘kernkwaliteiten van Offman’ en we hebben samen besproken hoe we dit in onze dagelijkse werking kunnen vertalen. Het introduceren van groepsstaven met als inhoud het vastleggen van de top 5 van activiteiten voor de bewoners en het evalueren van deze top 5 in een multifunctioneel kader, namelijk de multidisciplinaire teams. Het doornemen en bespreken en aanpassen van onze strategiemap ‘ouderen’.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
44
Unit 4: Huisjes en Sterren (personen met bijkomende gedragsproblemen) In het afgelopen jaar zijn er weer tal van acties ondernomen om de doelstellingen van de strategiemap te realiseren. De acties worden gelinkt aan de betreffende hefbomen en staan hieronder beschreven. De meeste acties hebben betrekking op meerdere hefbomen maar worden maar eenmaal opgenomen in de lijst. DOELSTELLING 1: WARME SFEER, OPENHEID EN PERSOONLIJKE RUIMTE Hefboom 1: Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers Stimulatie van bepaalde leefgroepen om terug een vakantie (kamp) te organiseren voor de bewoners. Hefboom 2: Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen Vorming en uitwerking van de functioneringsprofielen om de bewoners beter te leren kennen en de omgang verder af te stemmen op de persoon. Hefboom 3: Open communicatie in het multidisciplinaire team Het opstarten van een 3-sterrenoverleg om de onderlinge communicatie en samenwerking te verbeteren en optimaliseren. Hefboom 4: Persoonlijke ruimte DOELSTELLING 2: MOEILIJK GEDRAG KANALISEREN Hefboom 1: Voldoende kwalitatief multidisciplinair overleg plegen Hefboom 2: Kwalitatief aanbod op maat van de zorggebruiker Het organiseren van enkele unitactiviteiten in de centrale hal van de Ster om deelname van de moeilijkere bewoners mogelijk te maken. Hefboom 3: Beschikbaarheid en noodzakelijkheid van aangepast materiaal en ruimte ter preventie van probleemgedrag en ten behoeve van veiligheid van zorggebruiker en zijn omgeving. Hefboom 4: Goede medische opvolging van lichamelijke en geestelijke toestand van de zorggebruiker • Implementeren van het Zorgdossier • Aandacht voor betere registratie van de vrijheidsbeperkende maatregelen DOELSTELING 3: KWALITEIT VAN ZORG GARANDEREN BIJ EEN DIVERS PUBLIEK DOOR DESKUNDIGHEID EN CREATIVITEIT Hefboom 1: Multidisciplinair werken Uitwerken van een interventieprocedure met ondersteuning van de Sterleefgroepen bij probleemgedrag op leefgroep Hei 5 Hefboom 2: (Kritisch) evoluties opvolgen en implementeren • Opleidingssessies betreffende de HAVAP technieken werden georganiseerd voor een groot deel van het personeelsbestand • Deelnemen aan intervisie en overleg met de drie observatie- en behandelingsleefgroepen van Vlaanderen • Deelname aan de uittestfase van het zorgzwaarte instrument Hefboom 3: Deskundig personeel • Studiebezoek van de hoofdbegeleiders aan Maria Delacroix in Tienen • Intervisie over de taken en verantwoordelijkheden van een hoofdbegeleider en unitverantwoordelijke Hefboom 4: Een creatieve ingesteldheid Hefboom 5: Continuïteit van begeleidend personeel • Spreekmomenten vrijmaken over omgaan met probleemgedrag. Dit zowel op leefgroepvergaderingen als op de unitvergadering (straffen en belonen en de competenties van een leefgroepbegeleider in de gedragsmoeilijke groepen) • Invoeren en stimulering van alarmgebruik bij diverse leefgroepen
J A A R V E R S L A G
DOELSTELLING 4: GOEDE SAMENWERKING MET HET SOCIAAL NETWERK Hefboom 1: Toegankelijkheid – laagdrempeligheid Meer zorgplanbesprekingen organiseren in kleinere groep. Hefboom 2: Ondersteunen en begeleiden van ouders in zorg Hefboom 3: Explorerende houding naar ouders toe aannemen
Unit 5: De logistieke diensten Technische dienst • Bouwen van een activiteitencentrum en burelencomplex • Volledige verhuis en leegmaken Bouw 1 • Nieuwe werkmethode voor de werkbonnen (werkweken) • Nieuw overleg: voorwerkers technische dienst • Aanstellen tuinverantwoordelijke • Veiligheid: Opvolging en acties brandveiligheid • Veiligheid: Overgang nieuwe preventieadviseur • Integratie nieuw sleutelplan • Veiligheid: winterbanden wagenpark • Veiligheid: noodplan weggelopen gasten en brandfiches Centraal onderhoud • Inventarisatie werk gestart in functie van nieuwe poetsmethodes Keuken • Aanstelling coördinator keukens vzw Stijn (voor de 4 keukens) • Uitbreiding winkel • Test: gepureerde voeding op dezelfde dag meegeven
2 0 1 1
-
45
Deel 2
Statistische gegevens
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
48
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
49
Bewoners en deelnemers 1 Bewoners/deelnemers naar leeftijd en opvang
2 Bezettingsgraad en aanwezigheidsgraad
Tabel 1: Aantal personen ingeschreven naar leeftijd en geslacht op 31-12-2011
Tabel 2: Gemiddeld aantal bewoners/deelnemers, per afdeling in 2011 Evolutie van de bezettingsgraad en aanwezigheidsgraad per afdeling in procent
2011 WOONOPVANG DAGOPVANG LEEFTIJD Internaat man 0 - 3 jaar 4 - 12 jaar 13 - 20 jaar + 21 jaar Totaal Woonopvang Dagopvang
vrouw 1 5 18
35
6 7 1
Nursinghome
Semi-internaat
man
man
vrouw
1 100
vrouw
5 12
Totaal
Dagcentrum man
11
202 18
19
8
1 16 36 221
2 19 35 216
274 237 37
272 235 37
Nursinghome
TOTAAL
Semiinternaat
Dagcentrum
TOTAAL
ALGEMEEN TOTAAL
37
202
239
17,00
17,00
34
273
Gemiddeld aantal ingeschrevenen (2)
36,86
199,47
236,33
16,48
17,00
33,48
269,81
Gemiddeld aantal aanwezigen (3)
31,65
182,65
214,30
13,51
14,96
28,47
242,77
313,40
334,23
330,98
205,76
220,88
213,44
316,39
Bezettingsgraad 2011 (5)
99,62
98,75
98,88
96,94
100,00
98,47
98,83
Bezettingsgraad 2010 (5)
92,56
98,09
97,14
101,00
100,19
100,62
97,58
Bezettingsgraad 2009 (5)
92,19
96,74
95,98
100,98
100,88
100,93
96,95
Aanwezigheidsgraad 2011 (6)
85,54
90,42
89,67
79,47
88,00
83,74
88,93
Aanwezigheidsgraad 2010 (6)
80,00
89,92
88,30
81,72
88,13
84,74
87,85
Aanwezigheidsgraad 2009 (6)
78,14
88,75
86,97
82,05
89,30
85,25
86,76
Aantal dagen dat men gemiddeld aanwezig is in de instelling (4)
Van de 37 gasten dagopvang komen er 14 deeltijds en 23 voltijds.
DAGOPVANG
Internaat Erkenning (1)
Totaal
vrouw
1
101
WOONOPVANG
2010
Nota (1) De instelling was in 2011 erkend voor 239 bedden woonopvang en voor 34 plaatsen dagopvang. (2) Totaal aantal onderhoudsdagen/365 (3) Totaal aantal aanwezigheidsdagen/365 voor de woonopvang Totaal aantal aanwezigheidsdagen/251 voor de dagopvang (4) Totaal aantal aanwezigheidsdagen/gemiddeld aantal ingeschrevenen (5) (Gemiddeld aantal ingeschrevenen/erkenning) x 100 (6) (Gemiddeld aantal aanwezigen/erkenning) x 100
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
50
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
Personeelsstatistieken
2.1 Personeelsleden Tabel 4: Aantal personeelseenheden op 31.12.2011 naar geslacht en aard van het contract
Tabel 3: Aantal personeelsleden per looncategorie op 31-12-2011 (Inclusief Gesco, Vesoc en Soc. Maribel) 2009 Administratie en directie - Administratief personeel • Klasse 1 • Klasse 2 - Directeur • Onderdirecteur • Directeur < 13 bedden • Directeur < 30 bedden • Directeur < 60 bedden • Directeur + 90 bedden
Artsen, paramedici, licentiaten, sociaal werkers - Ergotherapeut - Logopedist - Arts • Omnipracticus • Specialist - Kinesitherapeut - Licentiaat psychologie - Licentiaat pedagogie - Licentiaat orthopedagogie - Sociaal werker - Diëtist - Heropvoeder in de psychomotoriek - Hoofd paramedisch - Hoofd maatschappelijk assistent
Onderhoudspersoneel - Logistiek klasse 4 - Logistiek klasse 3 - Logistiek klasse 2 - Logistiek klasse 1
Opvoedend en verzorgend personeel - Begeleidend en verzorgend personeel • Klasse 3 • Klasse 2B • Klasse 2A • Klasse 1 • Hoofdopvoeder - Opvoeder-groepschef - Gebrevetteerde verpleger - Verpleger-A1
ALGEMEEN TOTAAL
2010
Bedienden
2011 Vrouwen
4 10
4 10
4 10
1 / 1 1 1 --18
1 / 1 1 1 --18
1 / 1 1 1 --18
8 4
8 4
10 4
1 2 6 2 2
2 2 5 2 2
4
4 1 1 3 1 --35
2 2 5 2 4 1 4 1 / 2 1 --38
--79
37 20 22 1 --80
34 23 19 2 --78
/ 7 103 103 25 9 9 2 --258
/ 5 100 112 26 9 8 2 --262
/ 5 116 116 24 9 8 3 --281
388
395
415
3 1 --33 37 20 21
Verhouding lonen uitbetaald aan personeel dat direct met bewoners werkt - totaal lonen = 78,52 %. Eén personeelslid is in twee categorieën opgenomen.
V.T. 31.12.05 31.12.06 31.12.07 31.12.08 31.12.09 31.12.10 31.12.11
Nota V.T. = voltijds D.T. = deeltijds
98 105 100 113 98 98 105
Mannen D.T. 128,97 122,91 132,55 129,33 131,85 135,65 134,40
V.T. 45 44 60 63 60 57 53
Totaal D.T. 7,84 7,40 12,12 9,22 16,24 14,89 21,45
331,06 332,29 304,67 314,55 306,09 305,54 313,85
51
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
52
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
2.2 Personeelsverloop Tabel 5: Gemiddeld aantal uitbetaalde personeelseenheden vergeleken met het subsidieer- baar kader voor een erkenning van 239 nursinghome en internaat en 34 semi-inter- naat en dagcentrum in 2011
Tabel 6: In- en uitstroomratio
Instroomratio Wettelijk maximum kader
Subsidieerbaar kader na personeelsstop
In dienst (1)
Doel: zicht krijgen op groei/vernieuwing van de organisatie Formule: som van aantal verschillende aangeworven kandidaten in 2010 * 100
Bezoldigd VAPH (2) Directeur Onderdirecteur Opsteller Econoom Boekhouder Werkliedenpersoneel Geneesheer Geneesheer (prestaties) Licentiaten Paramedisch Kinesisten (remgelden) Maatschappelijk werker Opvoedend + verzorgend Opvoeder-groepschef Bijzonder personeel
3,2500 2,0000 8,5000 1,0000 1,0000 47,1636 2,7401 0,2568 4,1256 33,5153 0,0860 3,5014 169,0885 6,6942 3,5892
3,2500 2,0000 8,5000 1,0000 1,0000 47,1636 2,7401 0,2568 4,1256 33,5153 0,0860 3,5014 169,0885 6,6942 3,5892
3,2010 2,0000 8,2244 0,9913 0,9211 47,0431 2,4981 0,2568 4,0288 33,4686 0,0860 3,4974 168,9896 6,5807 3,5534
Totaal kader VAPH
286,5107
286,5107
285,3403
Bezoldigd V.D.A.B. Gesco Deeltijds leren/werken Totaal V.D.A.B.
aantal werknemers op 31.12.2011
Tweemaal aanwerving in hetzelfde jaar geldt als 1 aanwerving
Uitstroomratio Doel: zicht krijgen op globale uitstroom Formule: som van aantal verschillende uitdiensttredingen in 2010 * 100
aantal werknemers op 31.12.2011
Tweemaal uit dienst in hetzelfde jaar geldt als 1 uitdiensttreding
Stafpersoneel
Leefgroeppersoneel
Civiele diensten
8 * 100 38
32 * 100 281
10 * 100 78
21,05
11,39
12,82
2010
20,75
12,21
15,00
2009
13,73
10,85
8,86
4 * 100 3
22 * 100 281
14 * 100 78
21,05
7,83
17,95
2010
22,64
9,54
10,00
2009
21,57
8,53
11,39
Jaartal 87.269,97 12.904,23
79.212,04 11.843,22
100.174,20
91.055,26
Maximum bedrag
Werkelijke kosten
Educatief verlof Zware beroepen Sociale Maribel Chauffeur (forfait)
22.818,17 333.062,13 455.352,95 Forfait
40.489,54 420.847,07 450.565,84 Forfait
Totaal
811.233,25
911.902,45
2011
Instroomratio
2011
Nota (1) In de kolom ‘in dienst’ zijn zowel de zieken (periode gewaarborgd inkomen) als hun vervangers opgenomen. Het gaat om 6,2031 voltijdse equivalenten. (2) Totaal kader VAPH: dit is de meest gunstige berekening, voor de berekening van het dagprijsdossier moeten deze gegevens uitgesplitst worden over de vier afdelingen. Enkel de personeelsleden die effectief in de instelling werken zijn in de gegevens opgenomen.
Uitstroomratio
53
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
54
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
55
2.3 Arbeidsongevallen Tabel 7: Afwezigheidscoëfficiënt per oorzaak en per functie
Tabel 8:
Stafpersoneel
Frequentiegraad
Civiele diensten
Totaal
Arbeidsongevallen
Leefgroeppersoneel
D.T.
V.T.
D.T.
V.T.
D.T.
V.T.
0,06
0
0,35
0,51
0,26
0,16
0,32
2010
0,29
Zwangerschap en ziekte i.v.m. zwangerschap
1,79
0,68
0
9,10
0
1,59
3,04
3,30
Ziekte
2,18
1,76
7,57
6,44
7,39
0
6,04
5,45
Ziekte >1 jaar
1,98
0
1,22
0
1,95
0
0,91
1,41
Totaal
6,01
2,44
9,14
16,05
9,60
1,75
10,31
10,45
Afwezigheidscoëfficiënt = aantal afwezigheidsdagen x 100 aantal tewerkstellingsdagen
Evolutie van de frequentiegraad, werkelijke ernstgraad en globale ernstgraad van de arbeidsongevallen
Werkelijke ernstgraad
Globale ernstgraad
1994
14,31
0,27
0,36
1995
18,60
0,61
1,60
1996
18,07
0,44
0,63
1997
16,40
0,33
0,52
1998
13,99
0,37
0,37
1999
13,92
0,35
0,43
2000
16,90
0,38
0,81
2001
19,07
0,47
0,64
2002
28,12
0,66
0,99
2003
15,33
0,24
0,24
2004
21,42
0,78
2,07
2005
18,90
0,34
0,34
2006
17,23
0,26
0,55
2007
12,33
0,12
0,12
2008
27,29
0,48
0,48
2009
27,84
0,63
0,78
2010
23,54
0,44
0,88
2011
31,27
0,97
3,90
Deel 3
Financiële gegevens
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
Activa
2 0 1 1
-
58
J A A R V E R S L A G
Passiva
2 0 1 1
-
59
31.12.11 31.12.10 31.12.09 VASTE ACTIVA EN VORDERINGEN OP 15.610.586,01 16.221.026,98 14.741.154,55 MEER DAN ÉÉN JAAR 2 VASTE ACTIVA EN VORDERINGEN 15.610.586,01 16.221.026,98 14.741.154,55 OP MEER DAN ÉÉN JAAR 22 Terreinen en gebouwen 10.940.808,28 11.793.088,83 10.223.498,86 23 Installaties, machines en uitrusting 4,5.377,93 487.194,89 354.713,92 24 Meubilair, materieel en rollend materieel 979.058,06 1.087.195,44 868.609,67 27 Vaste activa in aanbouw 2.230.560,72 1.054.842,98 1.829.703,44 29 Vorderingen op meer dan één jaar 1.054.781,02 1.798.704,84 1.464.628,66 VLOTTENDE ACTIVA 2.779.353,74 3.414.154,58 4.391.896,25 3 VOORRADEN 162.913,85 171.073,29 138.226,38 Verbruiksgoederen 74.890,79 81.754,57 64.261,03 Diverse goederen 88.023,06 89.318,72 73.965,35 4 VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE 2.379.304,10 2.527.150,11 2.341.945,79 ÉÉN JAAR 40 Handelsvorderingen 266.586,70 255.261,90 246.645,20 41 Overige vorderingen 2.050.632,46 2.222.076,18 1.998.630,12 Werkingsvorderingen 1.227.025,81 1.667.783,39 1.427.145,08 Te innen opbrengsten 495.586,34 195.963,89 150.856,32 Vorderingen op nevendiensten 328.020,31 355.706,88 418.006,70 Borgtochten betaald in contanten 0,00 2.622,02 2.622,02 49 Overlopende rekeningen 62.084,94 49.812,03 96.670,47 5 GELDBELEGGINGEN EN 237.135,79 715.931,18 1.911.724,08 LIQUIDE MIDDELEN
31.12.11 31.12.10 31.12.09 EIGEN VERMOGEN EN VREEMD VERMOGEN 12.301.498,14 13.061.245,19 13.344.442,19 OP MEER DAN ÉÉN JAAR 1 EIGEN VERMOGEN EN VREEMD 12.301.498,14 13.061.245,19 13.344.442,19 VERMOGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR 10 Fondsen van de vereniging 7.081.285,08 6.789.895,58 6.443.792,73 12 Herwaarderingsmeerwaarden 1.727.462,49 1.974.277,93 2.256.482,09 14 Overgedragen resultaat -2.359.082,33 -2.350.523,97 -2.455.365,63 15 Kapitaalsubsidies 5.525.269,53 5.941.763,93 6.263.996,87 17 Schulden op meer dan één jaar 326.563,37 705.831,72 835.536,13 VREEMD VERMOGEN 6.088.441,61 6.573.936,37 5.788.608,61 4 SCHULDEN OP TEN 6.088.441,61 6.573.936,37 5.788.608,61 HOOGSTE ÉÉN JAAR 42 Schulden op meer dan één jaar die 79.268,35 79.268,35 79.268,35 binnen het jaar vervallen 44 Werkingsschulden 319.029,37 831.200,75 314.856,36 45 Schulden m.b.t. belastingen, 4.383.804.44 4.204.669,52 3.992.508,77 bezoldigingen en sociale lasten BTW 11.883,61 422,50 489,79 Belastingen 627.280,22 545.265,36 446.963,50 Bezoldigingen en sociale lasten 3.744.640,61 3.658.981,66 3.545.055,48 48 Overige schulden 339.803,00 237.050,09 85.392,04 Schulden VAPH 179.372,08 89.686,04 0,00 Borgtochten ontvangen in contanten 6.183,15 6.065,65 6.012,65 Andere diverse schulden 154.247,77 141.298,40 79.379,39 49 Overlopende rekeningen 966.536,45 1.221.747,66 1.316.583,09
TOTAAL ACTIVA
TOTAAL PASSIVA 18.389.939,75 19.635.181,56 19.133.050,80
18.389.939,75
19.635.181,56 19.133.050,80
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
-
60
Resultaatrekening
J A A R V E R S L A G
Over de periode 1 januari tot en met 31 december Totaal 2011 Totaal 2010 Totaal 2009 I WERKINGSOPBRENGSTEN 22.070.670,16 21.476.503,32 21.015.950,99 70 Werkingsopbrengsten 2.403.458,17 2.289.183,38 2.258.188,29 73 Subsidies en giften 17.988.912,18 17.760.561,04 17.314.774,53 74 Andere werkingsopbrengsten 1.678.299,81 1.426.758,90 1.442.988,17 II WERKINGSKOSTEN 22.094.790,47 21.388.752,41 20.967.126,81 60 Handelsgoederen 1.151.577,74 1.083.265,62 1.074.101,56 61 Diensten en diverse goederen 953.433,70 852.324,33 845.844,72 62 Bezoldigingen en sociale lasten 18.685.311,70 18.106.138,94 17.906.049,39 63 Afschrijvingen 1.187.160,08 1.236.505,37 1.039.241,16 64 Andere bedrijfskosten 117.307,25 110.518,15 101.889,98 III WERKINGSRESULTAAT -24.120,31 87.750,91 48.824,18 IV FINANCIËLE OPBRENGSTEN 43.592,14 46.456,28 84.341,97 Opbrengsten uit vlottende activa 43.592,14 46.456,28 84.341,97 V FINANCIËLE KOSTEN 44.973,85 45.825,48 47.391,76 Kosten van schulden 41.939,91 43.045,90 46.222,72 Andere financiële kosten 3.033,94 2.779,58 1.169,04 VI RESULTAAT UIT DE -25.502,02 88.381,71 85.774,39 GEWONE ACTIVITEIT VII UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN 24.435,67 26.481,23 414.131,27 Uitzonderlijke opbrengsten 24.435,67 26.481,23 414.131,27 VIII UITZONDERLIJKE KOSTEN 7.492,01 10.021,28 38.974,81 Uitzonderlijke kosten 7.492,01 10.021,28 38.974,81
IX RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR -8.558,36 104.841,66
460.930,85
2 0 1 1
-
61
Dienstencentrum St.-Oda, Breugelweg 200, 3900 Overpelt maakt deel uit van vzw Stijn Woon- en dagopvang voor personen met een ernstig of diep mentale handicap en observatiecentrum Tel. +32 11 64 28 60 - Fax +32 11 66 23 46 - E-mail:
[email protected] - Website: www.stijn.be Ondernemingsnummer: 439 452 461 Erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap