J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
1
SINT ODA
JAARVERSLAG
2014 SINT ODA
SINT ODA
Inhoud DEEL 1 JUBILEUMJAAR
5
Start project MFC: Berg 5 wordt Berg 5A en Berg 5B Circus Renz Fata Morgana Opening vakantie en Sport- en Speldag Dommelhof Prothuza ‘Oda aan Stijn’ jubileumboek Infinitas – herdenkingstuin
DEEL 2 AANDACHTSPUNTEN VAN DE WERKING
13
Jaaroverzicht
14
HET WELBEVINDEN VAN ELKE ZORGGEBRUIKER Hefboom 1 Een gezellige thuis creëren voor onze zorggebruikers Hefboom 2 Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen Hefboom 3 Persoonlijke relaties en sociale inclusie Hefboom 4 Geïntegreerde zorg Hefboom 5 Tevredenheid van de zorggebruikers
16
Inleiding
Doelstelling 1
Doelstelling 2 KWALITEIT VAN ZORG GARANDEREN DOOR DESKUNDIGHEID EN VERNIEUWING Hefboom 1 Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen Hefboom 2 (Kritische) evoluties opvolgen en implementeren - Deskundig personeel Hefboom 3 Geëngageerd personeel Hefboom 4 Continuïteit
22
Doelstelling 3 ALS DIENSTENCENTRUM GAAN WE ACTIEF IN INTERACTIE MET OMGEVING EN NEMEN WE ONZE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID OP Hefboom 1 Durven initiatief nemen om in te spelen op noden Hefboom 2 Deelnemen aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden … Hefboom 3 Uitwisselen van diensten Hefboom 4 Profilering
28
Acties van afgelopen jaar gerealiseerd door de verschillende deelwerkingen van St.-Oda Unit 1: De bewoners met zware meervoudige beperking Unit 2: De buitenhuizen en ’t Heultje Unit 3: De ouderwordende bewoners Unit 4: De huisjes en sterren (bewoners met probleemgedrag) De logistieke diensten De bewonersgerichte diensten
32
DEEL 3 STATISTISCHE GEGEVENS
45
1 Bewoners en deelnemers 2 Personeel
DEEL 4 FINANCIËLE GEGEVENS
57
DEEL 1
Jubileumjaar
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
6
START PROJECT MFC: BERG 5 WORDT BERG 5A EN BERG 5B Op 1 januari 2012 stapte het Dienstencentrum St.-Oda – als één van de 10 Vlaamse voorzieningen - mee in het pilootproject MFC (Multi functioneel centrum) van het VAPH. Op 1 januari 2015 zijn alle Vlaamse minderjarigen werkingen MFC. In een regelluw kader ( erkenningen worden omgezet in een beheersovereenkomst en het personeelskader wordt omgezet in personeelspunten) moeten we méér doen met dezelfde middelen, nl 10% meer begeleidingsovereenkomsten realiseren op jaarbasis. Alle ouders van de minderjarigen werden in november 2012 van dit flexibel ondersteuningsaanbod op de hoogte gebracht. Er kon probleemloos overgeschakeld of gecombineerd worden tussen mobiel of ambulante begeleiding, dagopvang en/of woonopvang. Het lag dan ook voor de hand dat kinderen die zowel dag- als woonopvang combineren, niet meer apart in ’t Heultje worden opgevangen, maar aansluiten bij een woonopvang leefgroep, vooral bij Berg 5 maar ook bij Hei 5. Om dit fatsoenlijk te kunnen doen, drong meer ruimte voor woonopvang zich op! Na de verhuis, in 2012, van de therapeuten naar Sens City, stonden zowel hun burelen als de polyvalente ruimte van de “Bergen” leeg. In april 2014 werd de polyvalente ruimte omgebouwd tot 2de leefgroep voor Berg 5 en doen de burelen van de therapeuten dienst als slaapkamer. De toiletten en de berging werden verbouwd tot voorlopige badkamer. Op die manier konden gastjes van ’t Heultje aansluiten bij Berg 5 en kon in het Heultje 5 leefgroepen omgebouwd worden tot 4 leefgroepen. Met gans deze operatie kwamen we tegelijkertijd tegemoet aan een “oude” verzuchting van ruimtegebrek zowel van ’t Heultje als van Berg 5. Op 20 juni 2014 konden we voor gans St.-Oda het knappe verbouwingswerk van de technische dienst bewonderen op een interne “opendeurdag”. Berg 5A en Berg 5B noodzaakt in de toekomst bovenop de 90 “bedden” vervangingsnieuwbouw, bijkomende infrastructuur, die we in juni 2014 in de plannen van “blok 6” (18 bijkomende “bedden in eigen regie) vorm hebben gegeven. Een leefgroep bij maken, verhuizingen van bewoners, afslanking van ’t Heultje… al deze wijzingen brengen ook wijzigingen in de personeelsbezetting mee. Berg 5 groeide van 8 personeelsleden naar 12 personeelsleden of van 6.3 FTE naar 8.9 FTE., onder begeleiding van één hoofdbegeleider. Ook voor ouders en familie betekent een verhuizing een hele aanpassing. Tijdens de vakantie van 2014 hebben we aan 16 kinderen ondersteuning geboden, en op dit moment zijn er nog steeds 16 kinderen, waarvan 10 kinderen in verblijf, 2 kinderen in deeltijdse opvang en 5 kinderen in dagbesteding. ( 1 kind heeft deeltijdse opvang en dagbesteding) De evaluatie in september 2014 met het leefgroep team van Berg 5 A en B was over het algemeen positief. De zeer enthousiaste medewerking van de leefgroepbegeleiders is hier zeker niet vreemd aan. Planning van de kant van de ouders is belangrijk en zal nog belangrijker worden om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. De toekomstmuziek klinkt ons goed in ons oren!
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
7
CIRCUS OP ST.-ODA – EEN FEEST VOOR IEDEREEN! Meer dan een jaar vooraf is het idee beginnen groeien... een idee dat uiteindelijk uitmondde in twee weken lang circus op het terrein van St.-Oda! Twee weken lang genieten van de geluiden, geuren, mooie kleuren en bijzondere sfeer van een echt circus, wat een gebeurtenis... Als echte VIP’s hebben onze gasten het hele avontuur mee kunnen volgen: het toekomen van circuskaravaan, de opbouw van de tent, de repetities van de artiesten en de dieren en natuurlijk ook de echte voorstelling als klap op de vuurpijl. Alle zintuigen werden geprikkeld, want naast alle spectaculaire optredens die ze konden zien, konden ze ook genieten van het live orkest, van de geur van de dieren en de piste, van de lekkernijen tijdens de pauze en het circus was bij momenten zelfs voelbaar met overvliegende ara’s, voorbij galopperende paarden en een heuse draaimolen! Niet alleen de gasten van St.-Oda werden tijdens het feestjaar getrakteerd op een circuservaring, ook de familie van de gasten, het personeel en de vrijwilligers kregen een voorstelling cadeau. Om de onkosten te dekken, werden bedrijven uitgenodigd om aan een gunstige prijs een deel van de zitjes in de circustent te reserveren voor medewerkers, klanten of zakenrelaties. Deze formule werd nog aantrekkelijker gemaakt door hen de kans te geven om dit te combineren met een receptie, een diner of een barbecue. Voor de één wordt het circus een manier om medewerkers te belonen, voor de ander een familie uitstap of de ideale gelegenheid om een verjaardag te vieren. Mama Mia kwam, vergezeld van de tv-ploeg van ‘Iedereen Beroemd’ het circusterrein verkennen en woonde samen met de kinderen van Berg 5 een voorstelling bij. Ook naburige dienstencentra en de dienstencentra van vzw Stijn werden uitgenodigd om mee te komen genieten van circus op St.-Oda. De beste plaatsen zijn volledig rolstoeltoegankelijk gemaakt zodat de gasten vanop de eerste rij alles kunnen beleven. De sfeer tijdens de voorstelling was dan ook heel bijzonder, ieder genoot op zijn of haar eigen manier. Ongeveer 4200 mensen kwamen kijken naar 1 van de 7 voorstellingen. De reacties waren positief, niet alleen van leefgroepen, personeelsleden en vrijwilligers, maar ook van de sponsors en de deelnemende bedrijven. Het jubileumjaar 50 jaar St.-Oda was goed begonnen, we zullen ons Circus Herman Renz nog lang herinneren...
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
8
FATA MORGANA Woensdag 14 mei 2014: dé dag van het groot dorpsfeest ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van dienstencentrum St.-Oda! Niet zomaar een feest met veel muziek, eten en drank, maar wel een heus ‘Fata Morgana’-spel. Iedereen kent dit wel van het gelijknamige televisieprogramma op ÉÉN. De 5 zorginstellingen van Overpelt kregen elk een opdracht en moesten dit op een creatieve manier uitwerken. Het grote doel was om van Overpelt een echte 5-sterren zorggemeente te maken. Dit was een unieke samenwerking. Stijn Coninx was de uitdager en Maarten Cox de presentator. Samen met ons eigen huisorkest bracht hij er de sfeer goed in, in tegenstelling met de weergoden, die ons niet goed gezind waren. De regen weerhield niemand ervan de 5 sterren binnen te halen! Zelfs Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen bleef er niet voor thuis. Het orkest van minstens 50 muzikanten van de Klimroos bracht enthousiast het nummer ‘Ik hou van u’. De 50 prachtige ‘reuze rozen’ van het MSen Revalidatiecentrum kon ‘Mama Mia’, stralend van geluk, achteraf op haar terras zetten. Alle opdrachten moesten onder het toeziend oog van ‘deurwaarders’ Dirk Seresia en Francis Weckx worden goedgekeurd. De 600 ballonnen van het Mariaziekenhuis zorgden voor een prachtig schouwspel in de lucht.Tal van kaartjes met mooie wensen zijn teruggestuurd, zelfs één vanuit Zuidoost-Frankrijk, meer dan 450 km ver! In het woonen zorgcentrum Immaculata werden meer dan achthonderd cupcakes gebakken en prachtig versierd. De leefgroepen en diensten van St.-Oda beelden elk decennium in een ‘tableau vivant’ uit. Van de zusterkes van de Heilige Jozef, de Miljoenen der Liefde, over de werkers van de Werkhoek, de Chinese delegatie en de Dinner Dance, tot de verschillende instellingen van vzw Stijn. Alles erg mooi in beeld gebracht. De finale van de stoet was erg ontroerend. Een prachtige gouden bruiloft, iedereen in gala gekleed en Mia die uit de oldtimer stapte. Zij beleefde de dag van haar leven. De vijf sterren werden binnen gehaald met mede dank aan de gemeente Overpelt, alle zorginstellingen en diens verantwoordelijken, de mensen van de catering, de technische dienst, de muzikanten, de deurwaarders, de vrijwilligers, Stijn Coninx, Maarten Cox, enz… Zonder hun medewerking kon deze prachtige dag niet slagen.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
9
EUREGIO SPORT- EN SPELDAG 2014 Uit onze jaarlijkse Sport- en speldag (eerste maal in 1975) groeide in 1986 de Euregio Sporten speldag. Maar deze Euregio Sport- en speldag is op sterven na dood. Het doel was een aangename niet-competitieve dag met sport- en spelproeven organiseren voor verstandelijk gehandicapte deelnemers uit de Euregio Maas-Rhein (regio Heinsberg-Aachen, Nederlands Limburg, Duitstalige regio België, Provincie Luik en Belgisch Limburg). Elke regio zou om beurt dit evenement organiseren, maar de afdeling Sport in de Euregio is al een tijdje opgedoekt en dus middelen of subsidies zijn er niet meer. Ondanks de politieke problemen – zeg maar besparingsmaatregelen - ten spijt zijn we er toch in geslaagd om de Euregiodag nogmaals te organiseren. Met financiële hulp van de gemeente Overpelt, de provincie Limburg, de steun van de gemeente Neerpelt, de sportraad en sportdienst van Overpelt en Neerpelt is de dienst beweging erin geslaagd 800 sporters en hun begeleiders een heerlijke dag te bezorgen. ‘Een dag op maat’. Een dag waarop personen met een mentale beperking naar buiten kunnen treden met de vraag naar aanvaarding. Medelijden (onlangs nog sterk in de actualiteit) dient hen echt niet, wel steun, erkenning en aanmoediging, ‘mededogen’ en’ meeleven’. Er is geen plaats voor vals sentiment of flauwe heroïek. Het provinciaal sportcentrum Dommelhof is een onmisbare medewerker aan dit ‘feest’. Een feestdag van lopen, fietsen, springen … vallen en weer opstaan. Ook de petercompagnie uit Leopoldsburg en een honderdtal vrijwilligers zijn onontbeerlijk voor het slagen van deze ‘hoogdag’ van sport en spel. Om de verstandhouding tussen personen met en zonder beperking (zijn we niet allemaal op een of andere manier gehandicapt?) te verbeteren en vooroordelen weg te werken, moet men elkaar beter leren kennen en waar kan men zich beter tegemoet treden dan op een sport- of speelterrein? Sport en spel kan immers worden aangepast aan de handicap van elk mens. Iedereen is hier een winnaar. Het is een feest van verbroedering en met activiteiten voor elk wat wils. Het gaat hier om sport en spel in zijn meest wezenlijke vorm, om bezig te zijn, om de actie zelf, om het plezier, om de durf. Het is een heuse happening met heel veel aandacht en een ruim aanbod voor zwakkeren (personen met zware handicap, diep mentaal meervoudig gehandicapte medemensen) en zoals gebruikelijk naast de traditionele activiteiten zeer gewaardeerde nieuwigheden als snoezelen met dieren, een heus blotevoetenpad, belevingstheater en outdoor fitnesstoestellen. Maar deze dag is zoveel meer dan een sportevenement, een sociaal evenement, want de deelnemers komen uit hun isolement, stappen uit het ‘home’ en komen terecht is een sfeer van ‘ambiance’, een hartelijke, gemoedelijke, plezierige sfeer, uitdagend tot mee doen… met de anderen op een gelijkwaardig niveau. Het is stimulerend, vergroot het zelfvertrouwen en de eigenwaarde … met een moment van glorie… een medaille ontvangen. Laten we de wereld blijvend uitdagend maken voor onze gasten! Ook al kunnen we niet meer spreken van de Euregio sportdag. Eigenlijk zou dit een jaarlijks of tweejaarlijks weerkerend feest moeten zijn. Hopelijk krijgen we –zoals in de voorbije jaren- de onvoorwaardelijke steun van de directie en personeel van het dienstencentrum St.-Oda om dit waar te maken. Chapeau voor alle deelnemers.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
10
DE MUSICAL: PROTHUZA Zo eens een musical maken, met veel kleuren, en muziek!!! Jaja ,dat lijkt ons leuk. Tot dat idee werkelijkheid werd. Want vanuit directie kwam de vraag: ”Willen jullie voor het feestjaar een musical maken?” “Oh my god”, was het eerste dat in ons opkwam. Alleen aan zo’n project beginnen, is onbegonnen werk. Gelukkig kwamen er op de oproep om mee te werken enkele zeer enthousiastelingen af. Zo begonnen we te brainstormen. Verschillende ideeën zijn de revue gepasseerd: een koor van personeelsleden, een orkestje met de Rocky Band…neen, dat was niet wat we wilden. We waren het er snel over eens dat het iets moest worden waar alle gasten centraal zouden staan. En zo begon het verhaal van PROTHUZA, toen nog: de musical. De voorbereidingen verliepen vlot, al snel hadden we een verhaallijn. We wilden werken met kleur, projecties, lichteffecten, muziek en veel zintuiglijke indrukken. Kortom, iets wat perfect op het niveau van onze “gasten” zou aansluiten! Zelfs de naam PROTHUZA vond hier zijn oorsprong. PRO staat voor positief, THUZA voor thuis, een fijne thuis die wij toch voor onze bewoners willen zijn. Verder staan alle medeklinkers voor de verschillende zintuigen: proeven, ruiken, tasten, horen en zien en draagt het hoofdpersonage deze naam! Vanuit elke bewonersgerichte dienst was er bereidheid om mee te werken en werd er geoefend voor dansjes, genaaid en gekookt . En overal op en rond het terrein werd er meer en meer gesproken over PROTHUZA. Dan was er de eerste repetitie in de sporthal. En we zagen dat er nog veel werk was. Maar wat een verschil op de generale repetitie in Palethe zelf. De kleuren, lichten , dansjes ,liedjes …. stilletjes aan viel alles op de juiste plek en voelden wij de adrenaline van “dit wordt mooi”! De dag van de première waren we al vroeg in Palethe, nog snel even alles doornemen, podiumhulpen op z’n plek, Gerard en zijn hulp op zijn plaats…..en we waren klaar voor de grote première in aanwezigheid van ons Mama Mia voor haar 90e verjaardag, de directie en de rest van St.-Oda. En ja, het was mooi!!We merkten dat sommigen van onze gasten zichtbaar genoten en schitterden op het podium, dat toeschouwers ons, soms zelfs met vochtige ogen, kwamen feliciteren en dat wij gelukkig waren! Het was voor ons vast en zeker een fantastische ervaring! En het verhaal kreeg nog een staartje door de 2 extra voorstellingen die in het teken van “De warme week” van Studio Brussel worden georganiseerd ten voordele van vzw Stijn. Bedankt gasten, therapeuten, personeel en vrijwilligers en één ieder die op één of andere manier zijn steentje aan dit mooie verhaal heeft bijgedragen. Het was een fijne ervaring voor ons en misschien zelfs voor herhaling vatbaar. ( …maar niet te snel a.u.b. !)
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
11
JUBILEUMBOEK ‘ODA AAN STIJN’ Op de academische zitting van 7 november 2014 werd het jubileumboek “Oda aan Stijn” (1250 exemplaren) voorgesteld. Het boek wenst – zoals de titel het verwoordt – een ode brengen aan Stijn Seresia, het zoontje van de stichters, zonder wie St.Oda nooit zou zijn opgericht. Anderzijds wil het boek ook een ode brengen aan vzw Stijn, met wie het haar ontstaanswortels wil delen. Aan de hand van treffende inleefverslagen, korte getuigenissen en wat langere verhalen, geeft het boek de leefwereld van personen met een diepe verstandelijke beperking weer. Het leven van elke dag wordt mooi geïllustreerd aan de hand van veel foto’s van vroeger en nu en toont hoezeer de visie op mensen met een beperking in die 50 jaren is geëvolueerd. Een tijdslijn onderaan de bladzijden geeft de geschiedenis van het dienstencentrum weer, die dan weer de rode draad vormt doorheen het boek. Met zijn 115 bladzijden vormt dit boek een mooi naslagwerk om enerzijds weg te mijmeren bij de leefwereld van de bewoners, en anderzijds toch ook om de geschiedenis van het dienstencentrum “vast te houden” en door te geven aan de volgende generaties. Twee bekende Vlamingen schreven een testimonium: onze minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, en Stijn Coninx, filmregisseur en ervaringsdeskundige. Het drukwerk werd door een gulle schenker volledig gesponsord. De opbrengst (€ 18.750) gaat integraal naar een project van de dienst beweging namelijk een huifbed te paard in de manege. Op die manier wordt het dagbestedingsaanbod voor personen met een meervoudige beperking uitgebreid, waardoor de ondersteuningskwaliteit toeneemt.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
12
HERDENKINGSTUIN ‘INFINITAS’ Naar aanleiding van 50 jaar St.-Oda zou een herdenkingstuin voor overleden bewoners werkelijkheid worden. Vanuit verschillende geledingen was hier behoefte aan. Een plaats waar eenieder die even stil wil staan bij de vergankelijkheid van het leven, rust en bezinning kan vinden. Een plaats waar men in gedachten even bij zijn of haar overleden dierbare kan zijn. In 2012 ging een werkgroep met medewerkers van de pastorale animatie en van de directie van start. In de religieus kunstenaar Koen Lemmens vonden ze iemand die - volledig op vrijwillige basis - kon inspireren en de wensen en gedachten omzetten in een kunstwerk. Vrij snel had Koen een eerste schets en naam voor het monument klaar, namelijk ‘Infinitas’ of - vrij vertaald - ‘Oneindigheid’. Zijn ontwerp kreeg meteen veel bijval bij alle leden van de werkgroep. Doorheen meerdere samenkomsten werd het project steeds concreter. Samen met tuinarchitect Marc Claessen kreeg het monument een inbedding op de plek waar voorheen “Hoeve Stijn” stond, de lokalen van de dienst ergotherapie. In het voorjaar van 2014 kon het denkwerk praktisch uitgewerkt worden. Met een onvermoeibare energie, enthousiasme en bezieling hebben de medewerkers van de technische dienst gezorgd dat het monument in al zijn glorie werd gerealiseerd. Tuinvrijwilligers hielpen bij de aanplanting van de herdenkingstuin. Tijdens de academische zitting van vrijdag 7 november 2014 werd de herdenkingstuin toegelicht aan de hand van een dvd – presentatie en ingezegend. Ter bezinning de tekst rond Infinitas die bij de ingang van de herdenkingstuin staat: L’Infinito, Infinitas, oneindigheid… Een liggende acht of Lemniscaat, als monument oprijzend in de zacht glooiende, groene kleurenpracht van een landschapstuin. Oude brokstukken tussen nieuwe paden van mergel en lavasteen die zacht naar boven kronkelen. Twee open ruimtes die ontstaan. Een ‘groene ruimte’ waar metalen bladeren de namen dragen van zij die al in de oneindigheid zijn opgenomen en hier fluisterend tussen het gebladerte herdacht willen worden. Een ‘stille ruimte’ waar geborgenheid en sacraliteit dat ‘harde’ van staal, hout en beton een zacht hart geeft van stilte, rust en bezinning. INFINITAS een tuin en monument om de oneindigheid te omarmen. Herdenkingstuin MMXIV
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
13
DEEL 2
Aandachtspunten van de werking
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
14
Inleiding 2014 zal de annalen van St.-Oda ingaan als hét jubileumjaar bij uitstek! Immers op 21 april 2014 was het precies 50 jaar geleden dat vzw Dienstencentrum St.-Oda werd opgericht. Over de verschillende festiviteiten die in dit kader werden georganiseerd, kunt u meer lezen in dit jaarverslag. Bovenop deze festiviteiten kenmerkte het jaar zich door beslissingen en hervormingen in het kader van perspectiefplan 2020 van minister Jo Vandeurzen.
Ouders en bewoners: reorganisatie van Berg 5 en ‘t Heultje Vanaf 01.01.2014 participeerde St.-Oda aan het “pilootproject” FAM (Flexibel Aanbod Meerderjarigen), waardoor alle erkenningen omgezet werden naar personeelspunten. Volwassen zorggebruikers kunnen nu ook soepel het zorgaanbod inschakelen in functie van de zorgvraag. Voor de minderjarigen kon dit reeds vanaf 01.01.2012 in het MFC (Multifunctioneel Centrum). De opgedane ervaring binnen dit MFC leerde ons dat in functie van het soepel inspelen op de zorgvraag, er meer aangepaste infrastructuur nodig was dan dat er zorgvragers waren. Dit leidde tot een opsplitsing van Berg 5, waarbij de “polyvalente ruimte” van de Bergen ingericht werd als tweede leefgroep. Deze infrastructurele “ademruimte” bood tegelijkertijd de mogelijkheid tegemoet te komen aan een jarenlange verzuchting van ’t Heultje dat hun accommodatie té krap was. Door kinderen van het semi-internaat toe te voegen aan Berg 5 kon het Heultje evolueren van 5 naar 4 leefgroepen en kregen ze ook daar meer “ademruimte”.
Inspectie MFC en onaangekondigde inspectie: goed rapport Het inspectieverslag van maart 2014 vermeldt geen enkel tekort op de regelgeving, maar geeft als aandachtpunt het halen van de ouputindicatoren. Deze 10% meer begeleidingsovereenkomsten dan bij de start van het MFC hebben in 2014 wél gehaald, waarmee we nu met alles volledig in orde zijn. Pas vanaf 2015 wordt deze ouputindicator effectief in rekening gebracht. Een onaangekondigde inspectie in mei in het kader van het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen toonde aan dat ook hier alle procedures in orde waren.
Dossieraanvragen project “Tijdelijk onderwijs aan huis” Alle minderjarigen hebben recht op onderwijs. In het kader van het MFC zou het onderscheid schoolgaand/niet-schoolgaand moeten verdwijnen. Het M-decreet moet meer kinderen met een beperking in het gewone onderwijs mogelijk maken. De start van “Iene Miene Mutte” in Overpelt-Fabriek, - een plaatselijke afdeling van het kleuteronderwijs vanuit de school voor kinderen met een motorische beperking verbonden aan het Dienstencentrum St.-Gerardus uit Diepenbeek – gaf ons inspiratie om ook voor de minderjarigen van ons Dienstencentrum, in samenwerking met deze school, tijdelijk onderwijs aan huis aan te vragen. We wachten nog steeds op goedkeuring van de 5 ingediende dossiers.
Convenanten: sommige leefgroepen tijdelijk met 11 bewoners Om tegemoet te komen aan schrijnende situatie van zorggebruikers die helemaal geen ondersteuning krijgen, maar wel middelen (persoonsvolgend convenant), heeft St.-Oda reeds 3 bewoners opgenomen bovenop de klassieke erkenning. Dit betekent dat in afwachting van de bouw van de 108 studiowoningen, er op sommige leefgroepen tijdelijk 11 bewoners wonen.
Toename van bewoners met bijkomende psychische en/of gedragsproblemen Ondanks de crisis en de besparingen blijft St.-Oda haar missie trouw: ondersteuning bieden aan hen die nergens anders ondersteuning vinden. Dit heeft als gevolg dat het aantal bewoners met een complexe problematiek (waaronder gedragsproblematiek) stijgt. In functie hiervan is het profiel van Huisje 1 herdefinieerd en zal dit eveneens een specifieke leefgroep voor personen met bijkomende psychische - en/of gedragsproblemen worden.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
15
Personeel: hoofdbegeleiders in de toekomst Vooruitlopend op de bouw van de studio’s en in navolging van de hoofdbegeleiders in de buitenhuizen, introduceerden we daar waar mogelijk reeds 1 hoofdbegeleider over 2 leefgroepen. De opsplitsing van Berg 5 was daar een ideale gelegenheid toe, maar ook Huisje 2 en Huisje 3 konden onder de verantwoordelijkheid van 1 hoofdbegeleider worden geplaatst. Deze functie kan dus op 3 niveaus worden waargenomen en vergoed al naargelang ze plaats vindt in een leefgroep van ’t Heultje, een leefgroep in de woonopvang of gespreid is over 2 leefgroepen. De verantwoordelijkheid in de studiowoningen zal ofwel over units van 2x9 dan wel 3x6 bewoners gespreid worden.
Bouwen en verbouwen: 90 bedden met VIPA-subsidie en 18 bedden in eigen beheer In het voorjaar kregen we na meer dan 1 jaar wachten, groen licht voor VIPA-subsidies voor vervangingsnieuwbouw van 90 “bedden”. Bovenop deze 90 bedden planden we met eigen middelen nog eens 18 bedden, enerzijds om de 2” Berg 5” leefgroepen te huisvesten en anderzijds om een “zorghotel”-functie te kunnen waarnemen. Ook voor de inmiddels 3 convenanten dienen we accommodatie te voorzien. Na een “mislukte” eerste aanbesteding konden we in het najaar her aanbesteden, waarbij we de 2 dossiers (90 VIPA-bedden en 18 “eigen” bedden) in 1 geheel konden behandelen, zodat voorjaar 2015 met de bouw kan gestart worden.
Digitale telefonie en het “Black-out” spook Niet enkel het dienstencentrum St.-Oda, maar alle dienstencentra binnen vzw Stijn schakelden over naar digitale telefonie, waardoor onderlinge communicatie vlotter en volledig gratis verloopt. Het hele land was ook in de ban van een mogelijke stroomuitval als gevolg van sabotage van en sleet op kerncentrales. Dit leidde tot het opstellen van een noodplan en het effectief uittesten van een volledige stroompanne.
Evaluatie van de werking: bevraging van alle leidinggevenden Alle leidinggevenden hebben de gelegenheid gekregen om aan leden van de Raad van Toezicht hun evaluatie van de werking en aandachtpunten voor de toekomst mee te delen. Deze resulteerden in aanbevelingen voor de directie, gepresenteerd op de algemene hoofdenvergadering. We zijn ervan overtuigd dat we aan de uitdagingen van de toekomst constructief zijn tegemoet gekomen met de genomen maatregelen en beslissingen en nemen ons voor – samen met alle leidinggevenden – hun aanbevelingen om te zetten in daadwerkelijk handelen .
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
16
DOELSTELLING 1 HET WELBEVINDEN VAN ELKE ZORGGEBRUIKER In de St.-Odagemeenschap zorgen ouders, personeel en vrijwilligers voor een warme en open sfeer waardoor bewoners zich er thuis voelen.
Hefboom 1 Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers Doelstelling 1 Hefboom 1
Het welbevinden van elke zorggebruiker Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers
Indicator 1 Tijdens elke zorgplanbespreking wordt de vraag gesteld of de zorggebruiker op de meest geschikte leefgroep verblijft. Er wordt gescoord met ‘ja’ of ‘neen’. Norm We streven naar een 80% ‘ja’-score op de totale populatie van St.-Oda. Jaartal
‘Ja’-score in percentage
2014
91,6
2013
94
2012
97
2011
96
Doelstelling 1 Hefboom 1
Het welbevinden van elke zorggebruiker Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers
Indicator 2 Voor de medische opvolging van elke bewoner doen we beroep op de registraties ‘aantal decubituswonden’ (doorligwonden) op jaarbasis en het overzicht van de (bijna)-ongevallen. Norm - Het aantal ongevallen met letsel per jaar. Hierbij nemen we de norm van 10 ongevallen met letsel. - Het aantal decubituswonden per jaar. Hierbij nemen we de norm van 8 decubituswonden per jaar. Jaartal
Aantal geregistreerde ongevallen met letsel
Aantal geregistreerde decubituswonden
Unit 1
Unit 2
Unit 3
Unit 4
Totaal
Unit 1
Unit 2
Unit 3
Unit 4
Totaal
2014
6
1
15
10
32
0
0
2
0
2
2013
10
4
17
8
39
0
0
2
0
2
2012
11
3
19
10
43
1
0
1
0
2
2011
Doelstelling 1 Hefboom 1
49
5
Het welbevinden van elke zorggebruiker Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers
Indicator 3 De resultaten van de BMI (Body Mass Index)-scores van alle zorggebruikers van 18 jaar of ouder. Norm 85% van de populatie (woon- en dagopvang) van 18 jaar en ouder heeft een BMI tussen de 17,5 en 27. Jaartal
Percentage van aantal zorggebruikers met een BMI tussen 17,5 en 27
2014
86%
2013
91%
2012
95%
2011
89%
J A A R V E R S L A G
Hefboom 2 Doelstelling 1 Hefboom 2
2 0 1 4
-
17
Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen Het welbevinden van elke zorggebruiker Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen
Indicator Het aantal klachten betreffende ‘omgaan met bewoners’ uit de registratie ‘klachten en ongenoegens’. Norm Uitstekend: 0 klachten/ongenoegens per jaar. Goed: 2 klachten/ongenoegens per jaar. Jaartal
Het aantal geregistreerde klachten betreffende ‘omgaan met bewoners’ Klachten
Ongenoegens
2014
0
0
2013
0
0
2012
0
6
2011
0
0
Hefboom 3
Doelstelling 1 Hefboom 3
Persoonlijke relaties en sociale inclusie
Het welbevinden van elke zorggebruiker Persoonlijke relaties en sociale inclusie
Indicator Het aantal vrijwilligers in de dagelijkse werking (cf. BSC Stijn). Norm We streven naar gemiddeld 1 vrijwilliger in de dagelijkse zorg per bewoner. Jaartal
Aantal vrijwilligers in de dagelijkse werking
Percentage aantal vrijwilligers per zorggebruiker
2014
322
1,12
2013
270
0,97
2012
283
1,03
2011
324
1,18
2010
292
1,07
2009
293
1,09
2008
346
1,28
2007
332
1,23
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
18
Hefboom 4 Geïntegreerde zorg Doelstelling 1 Hefboom 4
Het welbevinden van elke zorggebruiker Geïntegreerde zorg
Indicator Per zorggebruiker worden de volgende vragen gesteld (cf. BSC Stijn). Vraag 1:
Is er een multidisciplinair handelingsplan? - Multidisciplinair wil hier zeggen dat de zorggebruiker als een persoon in zijn totaliteit gezien wordt en dat het handelingsplan niet tot één invalshoek beperkt wordt. - Antwoordmogelijkheden: • Ja: er is een handelingsplan (ook al is het verouderd, ook al was het te laat). • Neen: er is er geen, ook al had er volgens de procedure zorgplanning één moeten zijn. • Er is enkel een opnameverslag.
Vraag 2: Vraag 3: -
Vraag 4: -
Vraag 5:
Gebeurde de bespreking(en) waarin het handelingsplan werd afgesproken tijdig volgens de eigen procedure van het kwaliteitshandboek? Was het handelingsplan tijdig klaar? Tijdig: volgens de eigen procedure van het kwaliteitshandboek. Klaar: tot en met voorgelegd aan de (vertegenwoordiger van de) gebruiker ter ondertekening. Antwoordmogelijkheden: • Ja • Neen • NvT: het handelingsplan is er nog niet, maar op het moment van scoring is de termijn waarbinnen het klaar moet zijn, nog niet afgelopen of er is dit jaar geen zorgplanbespreking geweest. Is dit besproken met de zorggebruiker (of zijn sociaal netwerk)? Antwoordmogelijkheden: • Ja • Neen • NvT: er is geen sociaal netwerk of dit netwerk wenst niet betrokken te worden (na actieve bevraging van onzentwege) en de zorggebruiker zelf kan niet betrokken worden. Ook als er dit jaar geen zorgplanbespreking geweest is, scoren we ‘NvT’. Wordt dit systematisch tussentijds geëvalueerd? Per zorggebruiker wordt elke vraag beantwoord. Indien je enkel ‘ja’ en ‘NvT’ antwoordt op alle vragen, dan is de totaalscore ‘OK’. Indien je enkel ‘NvT’ scoort op alle vragen, dan is de totaalscore ‘NvT’. Indien er één of meerdere keren ‘neen’ geantwoord is, dan is de totaalscore ‘niet OK’. De indicator is de verhouding: aantal keer ‘OK’ t.o.v. totaal aantal ‘OK + niet-OK’.
Norm De norm is > 80% in orde. Jaartal
Vragen
Percentage van de antwoorden die voldoen aan de norm
2014
Vraag 1
100
Vraag 2
95,8
Vraag 3
99,7
Vraag 4
99,3
Vraag 5
100
Totaal
95,5
2013
Totaal
97
2012
Totaal
94
2011
Totaal
85
2010
Totaal
83
2009
Totaal
55
2008
Totaal
34
2007
Totaal
33
J A A R V E R S L A G
Doelstelling 1 Hefboom 4
2 0 1 4
-
19
Het welbevinden van elke zorggebruiker Geïntegreerde zorg
Indicator Overzicht afbouw fixatieriemen ’s nachts Norm We streven er naar om binnen een tijdsspanne van 3 jaren (2014-2017) minimaal het afbouw van 66% van het gebruik van riemen tijdens de nacht te realiseren. Beginsituatie: 34 – Streefdoel: 22 af te bouwen riemen Jaartal 2014 Dec. 2013
Totaal Totaal
Afbouwaantal
20 + 2
14
34
/
Huidige aantal: - Van de 34 riemen werden er 14 afgebouwd. - Van de 20 bewoners die een Zweedse riem hebben, zijn er 3 bewoners waarbij de riem niet systematisch wordt gebruikt. Enkel bij extreme onrust (paar keer per jaar) of een zware toeval (zelden). - Een 15de riem werd tijdens 2014 afgebouwd, maar moest na enkele maanden opnieuw in gebruik genomen worden, hier is dus sprake geweest van een tijdelijke afbouw. - Er werden 2 nieuwe riemen in gebruik genomen. - Totaal aantal riemen in gebruik eind 2014: 20 + 2 = 22.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
20
Hefboom 5 Tevredenheid van de zorggebruikers Doelstelling 1 Hefboom 5
Het welbevinden van elke zorggebruiker Tevredenheid van de zorggebruikers
Indicator 1 De resultaten van de driejaarlijks individuele bevraging naar aanleiding van de bewonersbespreking (cf. BSC Stijn) Norm > 85% tevredenheid of zeer tevredenheid Jaartal
Totaal aantal ZPB
Aantal Zeer tevreden
Aantal Tevreden
Aantal Ontevreden
Aantal Zeer ontevreden
Onbekend
2014
100%
83%
12%
5%
0%
0%
2013
100%
49%
51%
0%
0%
0%
2012
100%
56%
44%
0%
0%
NVT
2011
100%
55%
42%
1%
0%
2%
Doelstelling 1 Hefboom 5
Het welbevinden van elke zorggebruiker Tevredenheid van de zorggebruikers
Indicator 2 De resultaten van de algemene tevredenheidsmeting, waarbij een opdeling gemaakt wordt in algemene tevredenheid, verzorging, aanbod, communicatie en inspraak, financieel en beleid, accommodatie en groepsindeling. Norm 85% tevreden of zeer tevreden Jaartal
Categorieën algemene tevredenheidsmeting
2011
1 Algemene tevredenheid
95,6
%
2 Verzorging
86,9
3 Aanbod
96,5
4 Communicatie en inspraak
99
5 Financieel en beleid
93
6 Accommodatie
94,2
7 Groepsindeling
94,2
Totaal
94,2
Deze bevraging vindt om de 4 jaren plaats.
J A A R V E R S L A G
Doelstelling 1 Hefboom 5
2 0 1 4
-
21
Het welbevinden van elke zorggebruiker Tevredenheid van de zorggebruikers
Indicator 3 De resultaten van het jaarlijks overzicht ‘klachten en ongenoegens’. Norm Maximum 20 klachten per jaar en maximum 30 ongenoegens. >90% van de klachten en ongenoegens zijn opgelost binnen hetzelfde jaar. Aantal klachten
Aantal ongenoegens
Totaal aantal klachten en ongenoegens
Totaal aantal opgelost binnen hetzelfde jaar
% klachten en ongenoegens opgelost binnen hetzelfde jaar
2014
9
54
63
55
87,30
2013
17
81
98
93
94,89
2012
12
71
83
83
100,00
2011
19
62
81
/
97,53
2010
18
51
69
/
95,60
2009
24
27
51
/
/
Jaartal
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
22
DOELSTELLING 2 KWALITEIT VAN ZORG GARANDEREN DOOR DESKUNDIGHEID EN VERNIEUWING Hefboom 1 Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen Doelstelling 2 Hefboom 1
Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen
Indicator Het jaaroverzicht van het aantal spontane sollicitanten, uitnodiging op sollicitatiegesprek, aangeworven en nog in dienst op 31 december. Norm Het aantal spontane sollicitanten. Een daling in de evolutie wordt aanzien als negatief. 65% aanwervingen nog in dienst op 31 december. Totaal aantal sollicitaties
Totaal aantal spontane sollicitaties
Aantal sollicitanten uitgenodigd op gesprek
Aantal aangeworven sollicitanten
Aangeworven sollicitanten nog in dienst op 31.12
2014
268
268
72
29
25 (= 86,2%)
2013
465
266
93
25
15 (= 60,0%)
2012
259
211
52
32
24 (= 75,0%)
Jaartal
2011
365
171
69
43
32 (= 74,4%)
2009-2010
610
/
173
75
53 (= 70,7%)
2006-2007
459
/
103
47
28 (= 59,6%)
Hefboom 2 (Kritisch) evoluties opvolgen en implementeren. Deskundig personeel Doelstelling 2 Hefboom 2
Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing (Kritische) evoluties opvolgen en implementeren. Deskundig personeel
Indicator Gemiddeld aantal uren per personeelseenheid (voltijds equivalent) besteed aan interne en externe vorming en bezoeken aan andere instellingen. Educatief verlof wordt meegeteld indien de opleidingen nuttig zijn voor de huidige job (cf. BSC Stijn). Norm We streven naar een gemiddelde van 16 uren per personeelslid per jaar. Jaartal 2014
Opleidingsuren
Vervoersuren
Gemiddeld aantal uren per FTE
4 579
359
15,47
2013
4 559
381
16,02
2012
2 921
264
10,37
2011
4 195
427
11,13
2010
4 504
481
11,04
2009
2 964
157
/
2008
3 552
193
/
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
23
Hefboom 3 Geëngageerd personeel Doelstelling 2 Hefboom 3
Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Geëngageerd personeel
Indicator Aantal personeelsleden dat de afgelopen jaren een functioneringsgesprek of evaluatiegesprek heeft gehad in verhouding tot het totaal aantal personeelsleden (op 31/12). Er wordt een lijst opgemaakt met per personeelslid het jaartal van het laatste gesprek of evaluatiegesprek. Indien dit langer dan 3 jaar geleden is, wordt dit gelijkgesteld met ‘geen’ (cf. BSC Stijn). Norm Alle personeelsleden (100%) krijgen minimum driejaarlijks een functionerings- of evaluatiegesprek. Jaartal
Aantal medewerkers met functionerings- of evaluatiegesprek
2014
88%
2013
92%
2012
78%
2011
80%
2010
47%
2009
26%
2008
24%
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
24
Hefboom 4 Continuïteit
Doelstelling 2 Hefboom 4
Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Continuïteit
Indicator 1 Het personeelsverloop binnen de organisatie nagaan via het aantal gezichten per leefgroep. Norm Een personeelsverloop van <50% in elke leefgroep. 2014 Leefgroep
Vast
totaal
2014(%)
2013 (%)
2012 (%)
2011 (%)
2010 (%)
Berg 4
8
14
75
25
75
38
75
Berg 5
12
16
33
25
25
38
38
Hei 5
8
12
50
38
50
38
38
Hei 6
8
12
50
50
25
50
50
Hei 7
8
13
63
50
88
50
75
Hei 8
8
13
63
75
63
75
38
Adelberg
12
15
25
42
33
17
17
Haag
13
15
15
15
23
46
23
Vloeter
16
19
19
27
20
33
27
Berg 1
8
12
50
38
63
63
50
Berg 2
8
13
63
25
63
25
38
Berg 3
9
15
67
44
75
75
63
Hei 1
8
15
88
38
25
63
38
Hei 2
7
12
71
86
75
38
63
Hei 3
7
12
71
86
75
88
75
Hei 4
8
12
50
63
50
50
63
Huisje 1
8
14
75
38
50
25
57
Huisje 2
8
12
50
25
13
38
50
Huisje 3
8
12
50
38
50
50
50
Huisje 4
9
13
44
67
100
63
57
Ster 1
6
9
50
100
43
57
117
Ster 2
7
11
57
86
83
83
117
Ster 3
8
12
50
75
100
63
43
202
303
50
47
52
49
51
TOTAAL
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
25
Bedenkingen bij de cijfers Deze cijfers geven weer hoeveel personeelsleden in 2014 als begeleid(st)er gewerkt hebben op elke leefgroep. Deze indicator vertelt iets over de continuïteit. Hoe minder personeelsleden, hoe minder “nieuwe gezichten” voor de bewoners om te leren kennen en aan te wennen, hoe hoger dus de continuïteit. Het personeelsverloop in de leefgroepen ligt, procentueel bekeken, al jaren in de buurt van de 50%. In 2014 kenden we een verloop van precies 50%. Dit betekent dat, gemiddeld genomen in de loop van het jaar, ten opzichte van het aantal vaste personeelsleden, er de helft nieuwe gezichten werkten. Dus op een leefgroep met 8 vaste medewerkers, werkten er daarnaast doorheen het jaar nog 4 andere medewerkers. Nog enkele opvallende vaststellingen: - Geen enkele leefgroep heeft in 2014 een personeelsverloop gekend van 100% of meer. - De buitenhuizen (Adelberg, Haag, Vloeter) en Berg 5 kennen als enige leefgroepen de laatste 5 jaar steeds een personeelsverloop van minder dan 50%. Deze leefgroepen hebben, omwille van de samenwerking tussen de 2 woningen, samen een groter dienstenpakket en bijgevolg een groter aantal teamleden. Voor Berg 5 telt bovenstaande echter pas sinds midden 2014. Groepsgrootte zal dus ongetwijfeld niet de enige verklarende factor zijn voor het procentueel lagere verloop. - In vergelijking met de voorbije 4 jaren kenden de Ster-groepen (Ster 1, Ster 2 en Ster 3) een beduidend lager verloop. In 2014 werd gedurende een hele periode met een vlinder-interim gewerkt. Deze vlinder werkte afwisselend op de verschillende Ster-groepen en werd flexibel ingezet om kortdurende ziekte op te vangen. Of de vlinder de enige verklaring is voor het opvallend lagere verloop is niet uit deze gegevens af te leiden. - Er is geen rechtstreeks verband aan te tonen tussen het dienstenpakket (m.a.w. de zorgzwaarte van de bewoners) van de leefgroep en het personeelsverloop. - Een rechtstreeks verband tussen personeelsverloop en ziekteverzuim is niet gevonden. Het is waarschijnlijk één van de factoren naast o.a. tijds- en zorgkredieten, beschikbaarheid en kwaliteit van de interimarissen, tijdstip en samenloop van voorgaande en andere factoren.
Doelstelling 2 Hefboom 4
Kwaliteit van zorg garanderen door deskundigheid en vernieuwing Continuïteit
Indicator 2 Het ziekteverzuim volgens de Bradford-factor (frequentie² * aantal dagen) nagaan ten bate van de onafgebrokenheid. Norm We streven naar een jaarlijkse verlaging van de gemiddelde Bradford-score. Jaartal
Totaal aantal ziekteperiodes (frequentie)
2014
2013
2012
2011
MET langdurig zieken
ZONDER langdurig zieken
Gemiddelde Bradford-factor
110,64
109,39
Gemiddelde ziektefrequentie
1,13
1,13
Gemiddeld aantal ziektedagen
19,66
17,66
Gemiddelde Bradford-factor
83,21
81,71
Gemiddelde ziektefrequentie
1,1
1,1
Gemiddeld aantal ziektedagen
15,4
13,1
Gemiddelde Bradford-factor
97,26
95,18
Gemiddelde ziektefrequentie
1,10
1,10
Gemiddeld aantal ziektedagen
16,10
13,00
Gemiddelde Bradford-factor
125,14
123,90
Gemiddelde ziektefrequentie
1,38
1,38
Gemiddeld aantal ziektedagen
17,70
15,49
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
26
Toewijzing van leefgroeppersoneel Het beschikbare pakket voor de leefgroepen werd in de loop van 2014 stevig uitgebreid. Enerzijds werd 3 fulltime equivalent (FTE) toegevoegd om leefgroep Berg 5 gesplitst te laten werken. Deze splitsing in 2 deelwerkingen impliceert een permanentie op beide locaties waardoor de uitbreiding met 3 FTE noodzakelijk was. Daarnaast werd ook 1 FTE toegevoegd aan het pakket van de leefgroepen om overdracht van taken vanuit de sociale dienst te ondersteunen. Dit betekent dat we voor de verdeling voor 2015 konden beschikken over 156,6 FTE in totaal. Van dit totaalpakket wordt bij aanvang 6,1 FTE gereserveerd voor de observatie- en behandelingsleefgroep Ster 2. Voor de opvang van deze 6 bewoners wordt dit pakket jaarlijks voorzien. Er blijft dus nog 150,5 FTE te verdelen over de 22 andere leefgroepen van wat we voorheen de woonopvang noemden. Vandaag bestaat dit uit een multifunctioneel centrum (MFC) en flexibel aanbod meerderjarigen (FAM). In de praktijk zien we dat op meerdere leefgroepen zowel bewoners permanent verblijven als ook anderen enkel in dagopvang komen in dezelfde leefgroep. De tabel is opgebouwd uit meerdere kolommen die elk een onderdeel van de berekening uitmaken. In de eerste kolom staan de namen van de verschillende leefgroepen. In de tweede kolom staat het aantal bewoners dat op de leefgroep verblijft. Gasten die in dagopvang op de leefgroep komen, worden in de tweede kolom voor 0,5 meegeteld. De berekening van het dienstenpakket per leefgroep bestaat uit 3 grote componenten. Ten eerste worden alle bewoners en gasten gescoord op 2 zorgschalen. De Guy Vandeboer-schaal gaat na hoeveel tijd er aan een bewoner wordt besteed op vlak van lichamelijke verzorging. De CEP-schaal meet de ernst van het probleemgedrag en de personeelstijd die hieraan moet worden besteed. Naargelang de inschaling op beide instrumenten worden aan elke bewoner en gast een aantal zorgminuten toegekend. Dit wordt omgezet in zorguren per leefgroep, die terug te vinden zijn in de derde en vierde kolom. De som van deze zorguren maakt samen 43,17% van het totaal berekende pakket uit in 2015. Ten tweede stellen we dat elke leefgroep, ongeacht het aantal bewoners of gasten en hun respectievelijke zorgzwaarte, een aantal taken te verrichten heeft die voor iedereen ongeveer gelijk zijn. Bijgevolg kennen we in de vijfde kolom aan elke leefgroep 2500 uren toe. Zowel bij de buitenhuizen (Adelberg, Haag, Vloeter) als bij Berg 5 verdubbelen we dit aantal tot 5000 omdat het hier gaat over tweewoonsten. De buitenhuizen staan ook zelf in voor hun nachtdienst en krijgen hiervoor in de zesde kolom een vast pakket van 1453 uren. De som van deze vast toegekende pakketten vertegenwoordigt in 2015 samen 26,71% van het totale berekende pakket. Ten derde verdelen we alle overige beschikbare uren evenredig over het aantal bewoners of gasten zoals weergegeven in de tweede kolom. Op die manier krijgt een leefgroep in de zevende kolom 325,83 uren vermenigvuldigd met het aantal weergegeven in de tweede kolom. Deze component maakt in totaal 30,12% uit van de totale berekening. De totale berekende pakketten in uren in de achtste kolom worden omgezet naar het equivalent van een voltijds personeelslid door het aantal zorguren te delen door 1725,3 uren. Het berekende pakket per leefgroep in FTE wordt weergegeven in de negende kolom. In de tiende en elfde kolom worden de uiteindelijk toegekende pakketten per leefgroep van 2014 en 2015 weergegeven. Deze toekenning is het resultaat van een subjectieve correctie op de berekening na overleg tussen de unitverantwoordelijken, de verantwoordelijke personeel en de algemeen directeur en na feedback van de hoofdbegeleiders. LEGENDE BIJ DE TABEL PERSONEELSVERDELING (1) Naam leefgroep (2) Aantal bewoners per leefgroep (3) Totaal zorgminuten voor de leefgroep voor de Guy Vandeboer-schaal berekend op de aanwezigheidsdagen van de bewoners (4) Idem kolom 3 voor de CEP-schaal (5) Een forfait van 2 500 uren voor elke leefgroep, nodig voor het algemene basiswerk. (6) Extra om inslapende waak te realiseren in buitenhuizen (7) Het verschil dat overblijft, wordt evenredig verdeeld per bewoner (8) Totaal uren van kolom 3 t.e.m. 7 (9) Omzetting kolom 8 naar voltijdse personeelsleden (10) Het personeel dat we toekenden in 2014 aan de leefgroep (11) Het personeel dat we toekennen in 2015 aan de leefgroep
16
16
17,5
10
10
10
10
10
10
10
10
11
10
11
8
0
8
Adelberg
Haag
Vloeter
Berg 1
Berg 2
Berg 3
Hei 1
Hei 2
Hei 3
Hei 4
Huisje 1
Huisje 2
Huisje 3
Huisje 4
Ster 1
Ster 2
Ster 3
te verdelen:
325,83
per bed:
240
10
Hei 8
10
10,5
8,5
Hei 5
Hei 7
13,5
Berg 5
Hei 6
10
bedden
Berg 4
25,03%
1,68%
4359
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1453
1453
1453
0
0
0
0
0
0
extra
30,12%
78200
2607
0
2607
3584
3258
3584
3258
3258
3258
3258
3258
3258
3258
3258
5702
5213
5213
3258
3421
3258
2770
4399
3258
per bed
100,00%
259658
11287
0
10976
11021
10727
13284
10112
10199
11127
10079
10374
10776
10902
9188
17348
15948
14756
11456
11549
11816
10231
15195
11307
totaal
150,50
6,54
6,36
6,39
6,22
7,70
5,86
5,91
6,45
5,84
6,01
6,25
6,32
5,33
10,05
9,24
8,55
6,64
6,69
6,85
5,93
8,81
6,55
totaal ft
152,60
6,3
6,1
6,3
6,1
6
6,4
5,9
6
6,3
6
6,1
6,1
6,1
5,7
11,1
9,2
9,2
6,3
6,4
6,3
6,1
6,3
6,3
2014
6,3
6,1
6,3
6,1
6,2
6,5
6,1
6,1
6,4
6,1
6,2
6,2
6,2
5,8
11,1
9,2
9,2
6,3
6,4
6,4
6,2
8,9
6,3
2015
156,60
Toegekend
-
=(totaal - z_guy - z_cep - per_lfgr - extra)/aantal bedden
259657,7
uren/jaar
16,44%
26,73%
65000
2500
0
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
2500
5000
5000
5000
2500
2500
2500
2500
5000
2500
per lgr
1725,3
2 0 1 4
150,5
Ft
42689,79
4423,66
4314,17
2715,68
3328,47
4834,3
2038,57
1757,77
1621,03
976,2
959,31
2010,75
1828,8
1151,01
1537,37
2171,79
1273,56
181
400,5
1244,77
3139,64
419,44
362
zorg-cep
69408,93
1756,57
1554,68
2221,11
1640,18
2365,77
2314,84
2682,94
3747,25
3344,81
3656,18
3006,85
3314,58
2279,04
3655,28
2110,34
1816,12
5516,95
5227,31
4813,04
1821,79
5376,55
5186,75
zorg-guy
1ft=
J A A R V E R S L A G 27
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
28
DOELSTELLING 3 ALS DIENSTENCENTRUM GAAN WE ACTIEF IN INTERACTIE MET DE OMGEVING EN NEMEN WE ONZE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID OP. Hefboom 1 Durven initiatief nemen om in te spelen op noden
Doelstelling 3 Hefboom 1
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Durven initiatief nemen om in te spelen op noden
Indicator Het aantal nieuwe initiatieven dat het afgelopen jaar op de rails is gezet (beslissing is genomen), waaraan gewerkt is (bezig), en dat in gebruik genomen is (effectief gestart). Nieuwe initiatieven zijn bv. nieuwe doelgroep, nieuwe zorgvorm, nieuwe locatie, nieuwe financieringsbron, proefproject …). Hierbij de eventuele partners vermelden (cf. BSC Stijn). Een initiatief kan maar meetellen als het opgezet wordt speciaal voor zorgvragers van buiten de instelling of als het gerealiseerd wordt voor de eigen huidige werking of zorggebruikers maar zich eveneens openstelt voor externe zorgvragers. Norm Minstens 1 nieuw initiatief per 3 jaren. Jaartal
Aantal nieuwe initiatieven
Opsomming nieuwe initiatieven
2014
Beslist
2
- School voor niet-schoolgaanden - Bouw van 18 studio’s extra in eigen beheer in functie van zorghotel, convenanten en opsplitsing van Berg 5
Bezig
1
- Vervangingsbouw 90 bedden
Gestart
3
- FAM sinds 01.01.2014 - Opsplitsing van Berg 5 en inrichting van de polyvalente ruimte als 2e leefgroep - Herinrichting en verbouwing van ’t - Heultje: van 5 naar 4 leefgroepen
2013
Beslist Bezig Gestart
2 1 3
2012
Beslist Bezig Gestart
1 1 4
2011
Beslist Bezig Gestart
2 1 1
2010
Beslist Bezig Gestart
0 1 2,5
2009
Beslist Bezig Gestart
0 3 1
2008
Beslist Bezig Gestart
0 3 3
2007
Beslist Bezig Gestart
2 3 0
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
29
Hefboom 2 Deelname aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden … Verlenen van actieve medewerking aan studiedagen, onderzoeksprojecten … of opzetten van al dan niet vernieuwende activiteiten of projecten voor of met externe personen, instanties, bedrijven, diensten of verenigingen.
Doelstelling 3 Hefboom 2
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Deelname aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden …
Indicator Het aantal projecten met externen. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt of het initiatief van buitenaf komt of vanuit de voorziening. Norm Jaarlijks >10 projecten. Jaartal
Aantal nieuwe projecten
2014
20
2013
15
2012
13
2011
11
2010
11
2009
7
2008
7
Opsomming nieuwe projecten met externen - Herdenkingstuin overleden bewoners - Geurinstallaties in Sens-city: gebruik van geuren in de zorg - Kijkgedrag en –voorkeur van jonge kinderen met meervoudige beperking (in samenwerking met KUL) - Nieuwe video over St.-Oda - Invoeren van flexibele contracten 30/38 - Solidarity teambuildingsdag BNP Paribas-Fortis - Teamdag Bayer Health Care Diegem - Internationaal Goldwing treffen - Circus Renz op het terrein - Fata Morgana in Overpelt-centrum met de 5 zorginstellingen van Overpelt - Musical ‘Prothusa’ in Palethe Overpelt (september + december) - Uitbreiding zelfstandige verpleging - Start hoofdbegeleiders over 2 leefgroepen en aanpassing verloning - Telefonie over IP - Vlotte overgang minderjarigen-meerderjarigen in zorgregie (afspraak St.-Oda en Ter Heide) via afwijkingsverslagen en dus geen prioritair te bemiddelen dossier - Bespreking rond solidariteitsfonds in het kader van PVF - Start met het project Activ’dog - Wedelrock t.v.v. St.-Oda - Kerst- en nieuwjaarspakketten ‘Peltr Bier’ t.v.v. St.-Oda - Deelname aan beschrijven functieprofielen IF-IC
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
30
Hefboom 3 Uitwisselen van diensten Uitwisselen van knowhow, infrastructuur en middelen die een meerwaarde bieden aan de werking in al zijn facetten. Hierbij het activiteiten- en dienstenaanbod divers maken voor de eigen bewoners, maar ook openstellen voor externen.
Doelstelling 3 Hefboom 3
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Uitwisselen van diensten
Indicator Het aantal mensen dat gebruik maken van onze diensten of accommodaties Norm De norm ligt tegen het maximum dat de capaciteit en beschikbare momenten per accommodatie of personen. Jaartal
Gebruik van Sens-city (o.a. snoezelruimte, caldarium, trilvloer, etc.)
2014
478
2013
258
2012
67
2011
14
2010
9
2009
12
2008
8
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
31
Hefboom 4 Profilering Doelstelling 3 Hefboom 4
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Profilering
Indicator 1 Aantal publicaties/vermeldingen van het dienstencentrum of activiteiten van St.-Oda in de algemene media (cf. BSC Stijn) Norm > 40 vermeldingen per jaar Jaartal
Aantal publicaties/vermeldingen
2014
52
2013
51
2012
42
2011
40
2010
52
2009
48
2008
45
Doelstelling 3 Hefboom 4
Als dienstencentrum gaan we actief in interactie met de omgeving en nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Profilering
Indicator 2 Het jaarlijks aantal bezoekers aan het dienstencentrum. Onder bezoekers verstaan we de officieel aangevraagde groepsrondleidingen van verenigingen, scholen, catechesegroepen, etc. Norm Jaarlijks > 650 bezoekers. Jaartal
Exclusief voor Sens-city
Algemene rondleiding St.-Oda
Totaal aantal bezoekers
2014
373
941
1314
2013
437
920
1357
2012
120 pers. Officiële opening 450 pers. Symposium 125 pers. bezoeken
677 1372
2011
855
2010
749
2009
656
2008
629
2007
420
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
32
ACTIES VAN HET AFGELOPEN JAAR GEREALISEERD DOOR DE VERSCHILLENDE DEELWERKINGEN VAN ST.-ODA UNIT 1: BEWONERS MET ZWARE MEERVOUDIGE BEPERKING Doelstelling 1: Zorgen voor de meest elementaire behoeften van de bewoner, gezondheid, rust, regelmaat, individuele aandacht en aangepast zintuiglijk aanbod met als doel iedere bewoner gelukkig te maken = Zorg op maat. - We hebben de tekst ‘Verzorgen en opvoeden’ van Philip Vanmaekelbergh behandeld. Hier kwam nog eens tot uiting hoe belangrijk de basiszorg is voor onze bewoners. We willen de leefgroepbegeleiders stimuleren om deze situaties (eten, wassen…) zo aangenaam mogelijk te maken en aandacht te blijven hebben voor de lust en onlust gevoelens van de bewoners. - Om die basishouding nog verder uit te diepen gaan we stimuleren om het boek ‘Basaal leven’ te laten lezen door leefgroepbegeleiders. Evaluatie doen we volgend jaar. - Detailzorg blijven we belangrijk vinden. Ook dit jaar is dit een aandachtpunt binnen unit 1, bv een zakdoek knopen aan de sondevoeding wanneer een bewoner verkouden is, zodat therapeuten dit ook zien en niet zomaar starten met bv smaakstimulatie. - We vragen aan dokter om richtlijnen uit te schrijven voor naar buiten gaan met bewoners met luchtwegenproblemen, welke temperaturen ideaal zijn en parameters qua luchtvochtigheid. Tips die we in acht moeten nemen. - Aangepast aanbod voor bewoners die pas een ziekenhuisopname achter de rug hebben. Ook bewoners die herstellend zijn wensen we genoeg rust te geven en het aanbod voor aan te passen. - We hebben aan afbouw gedaan van Zweedse riemen binnen onze unit. - Het geurproject in SC is besproken op de grote groep basale en dit wordt ook toegepast op de leefgroepen - We stimuleren het bezoek aan Sens-City, eventueel om leefgroepoverstijgend te werken. Bv Hei 7 is al aanwezig op de trilvloer en Hei 8 kan nog een bewoner brengen naar de trilvloer, zonder dat er extra begeleiding daar moet blijven. Doelstelling 2: Een plek creëren waar de bewoner zich thuis kan voelen, aangepast aan diens noden en behoeften = Thuis op maat. - Jaarthema 50 jaar St- Oda heeft hier een grote impact op gehad, denken we maar aan het circus waar alle bewoners genoten hebben van de voorstelling. - Zelfs het WK voetbal heeft impact gehad op de inkleding van de leefgroep, wat de bewoners wel konden appreciëren met heel de sfeer hierrond. - Berg 5 is in juni opgesplitst in 2 leefgroepen, nl. Berg 5 A en B. De splitsing van Berg 5 is een antwoord op de vraag naar een ruimere en een rustigere leefomgeving. - We laten de huishoudelijke hulpen boterhammen smeren zodat de leefgroepbegeleiders meer tijd hebben om onze bewoners rustig eten te geven. - Familiedagen worden door de meeste leefgroepen georganiseerd, apart of in combinatie met het kerstfeest. - Nieuwe telefoonsysteem werkt in de communicatie tussen ouders en leefgroep. Dit wordt positief ervaren. - Nagaan wat een ideaal scenario is om het kamp te organiseren (midweek, weekend, kampdagen). Iedere leefgroep heeft zijn voorkeur. Hei 8 kiest bv voor kampdagen, wat voor de bewoners positief wordt geëvalueerd. Dit moeten we blijven bekijken per leefgroep en zeker per bewoner. - Inkleding van de slaapkamers blijft voor onze bewoners belangrijk. Familie en leefgroepbegeleiders steken hier energie in. - Bewoners naar Sens-City brengen kan voor andere bewoners soms rust geven op de leefgroep. Dus we blijven dit stimuleren.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
33
Doelstelling 3: Verwachtingen afstemmen op de mogelijkheden van de begeleiders, en kansen creëren om te groeien = Professioneel handelen. - Megakampers op de leefgroepen stimuleren en motiveren in hun vrijwilligerstaak. - Samen met de hoofdbegeleiders hebben we de nota ‘de positie als hoofd’ besproken. - We hebben onze enquête “draagkracht versus draaglast” afgemaakt op onze hoofdendag eind 2013. In 2014 hebben we ze aan iedereen rond gedeeld en de resultaten verzameld. De resultaten gaan we in 2015 per leefgroep aanbod laten komen. - Vorming stimuleren bij onze leefgroepbegeleiders en zelf als hoofdbegeleider hier een voorbeeld in zijn. Vormingen die gevolgd zijn binnen onze unit zijn • 3-daagse cursus basale stimulatie • Veroncia Sherborn, bewegingspedagogiek. • Strategisch ontbijt, toelichten wat er reilt en zeilt binnen vzw Stijn en waar de overheid naar toe wilt met de zorgsector. • Hoofdenuitstap: ‘Wat als de wind blijft waaien? Bouwen we dan windschermen of windmolens?’ Over omgaan met veranderingen als leidinggevende. Denk maar aan MFC en FAM. Een mooie stelling die we hebben onthouden van Inge Vervotte ‘Als je snel wil gaan, ga dan alleen. Als je verder wil gaan, ga dan samen met anderen’. - Stimuleren om functioneringsgesprekken jaarlijks te doen. - Opfrissing ziekteverzuimbeleid. Doelstelling 4: Zorgen voor een goed evenwicht tussen individuele en groepsactiviteiten met de nodige flexibiliteit = Aanbod op maat. - Alternatieven zoeken in aanbod voor bewoners die ziek zijn.We moeten samen met therapeuten hier creatief zijn. - De akkaplaat in Sens-City wordt gebruikt, maar er mag ook gebruik gemaakt worden van de akkaplaat op Hei 7. - Een heel aantal van onze bewoners gaan naar de kapster in SC voor de verzorging van hun haren of om te kijken als toeschouwer. In 2014 heeft onze unit massaal deelgenomen aan de carnavalstoet, een mooie prestatie van bewoners en personeel. - Samen naar SC gaan met verschillende leefgroepen binnen onze unit, bv één personeel één namiddag aanwezig en verschillende bewoners kunnen er dan verblijven.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
34
UNIT 2: DE BUITENHUIZEN EN ’T HEULTJE Buitenhuizen (Adelberg, Vloeter, Haag) Doelstelling 1: We creëren een gezellige thuis voor onze bewoners. - Bestaat er een profiel voor een ‘buitenhuisbewoner’? Aan welke criteria kan een nieuwe kandidaat buitenhuisbewoner het best voldoen? Wat is de meerwaarde van in een buitenhuis te wonen? Zijn er indicaties wat betreft gezondheid of gedrag waardoor we eraan denken om bewoners terug aan te laten sluiten bij een leefgroep in de moederinstelling? - Vrijheidsbeperkende middelen: afbouw Zweedse riemen. Doelstelling 2: We bieden onze bewoners zorg op maat. - Via de Top 5- opstelling, de MDT’s en de SEO’s blijven we werken aan het zo goed mogelijk invullen van de zorgvraag van onze bewoners wat betreft de invulling van de vrije tijd door activiteiten. Doelstelling 3: We zorgen voor een goede werking van de unit buitenhuizen. - Opstarten werkgroepje ‘Visie, Missie en doelstellingen van de Buitenhuizen’ - opfrissen en aanpassen. - Optimalisatie medische opvolging via eigen huisartsen + afspraken samenwerking medische dienst St.-Oda • Medische fiche per bewoner om mee te nemen bij consultaties • Consult-document ook om mee te nemen bij consultaties - Financiën: bezinning over het optimaal aanwenden van de middelen (busvervoerkosten, werkingskosten en voedingskosten). Doelstelling 4: We werken aan de integratie van onze bewoners in de gemeenschap. - Ontwikkelen van de nieuwe activiteiten in en met de buurt- en /of dorpsgemeenschap. • Vloeter: samenwerking met T.I.O.- Overpelt en met de basisschool De Linde Overpelt wat betreft creatieve projecten. • Adelberg: samenwerking Dagcentrum Kapittelhof Lommel. Ondersteunen sportactiviteit senioren en opstart uitbating cafetaria. Doelstelling 5: We werken als buitenhuis zo autonoom als mogelijk en wenselijk. - Organiseren van fietstochten met vrijwilligers overdag. - Positieve ontwikkeling: therapeuten doen hun activiteiten meer en meer in en rond het Buitenhuis en minder op St.-Oda zelf.
’t Heultje Doelstelling 1: zorg op maat voor de gasten Kwaliteit van zorg op maat garanderen aan onze diverse populatie door deskundig (= liefdevol, professioneel, creatief, basaal …) en interdisciplinair te werken. Dit alles in een veilige en aangepaste omgeving. - De veranderingen in het zorglandschap met de invoering van het MFC en het FAM hebben ook voor veranderingen op het Heultje gezorgd. Het Heultje als apart gesubsidieerde entiteit (semi-internaat, dagopvang) binnen St.-Oda bestaat niet meer. - Woonopvang en dagopvang kan in elke leefgroep van St.-Oda georganiseerd worden. Een aantal gasten van ’t Heultje zijn op die manier naar andere leefgroepen van St.-Oda verhuisd (ook naar de Buitenhuizen). Binnen ’t Heultje werden nieuwe gasten verwelkomd. Dit gegeven en het feit dat Heultje A en B klein behuisd waren, heeft ons ertoe aangezet om het Heultje te reorganiseren. Aan Heultje C (acties ondernomen in 2012-2013) en D werd niet gesleuteld omdat het niet noodzakelijk was. De gasten van Heultje A, B en E werden afhankelijk van de zorgvraag georiënteerd naar hetzij de actieve, op beweging en structuur ingestelde groepen hetzij naar de op rust en ontspanningsgerichte groepen. Heultje A en B werden samengevoegd tot een leefgroep Heultje AB met één begeleidersploeg en één hoofdbegeleider. We hebben de badkamers van AB en E aanpast.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
35
- Compartimentering van de ruimtes op Heultje C: We hebben de ruimten zowel binnen als buiten zo geïnstalleerd dat er samengeleefd kan worden indien mogelijk maar apart gezeten kan worden indien nodig. - Door de buitendeuren te sluiten konden we de deuren van de aparte leefgroepen openen zodat er meer bewegingsruimte (al de gangen) vrijkwam. Dit heeft de bewegingsvrijheid en de bewegingsdrang van enkele gasten enorm vergroot. - We trachten een evenwicht te zoeken tussen professionaliteit en gemoedelijkheid. Door ons sterk te focussen op het objectiveren van de zorgvraag (Top3, IPS, SEO …) hebben we de kern van onze werking (gezelligheid, gemoedelijkheid, gezinswaarden) wat uit het oog verloren en merken we dat vooral door de individualisering van het activiteitenaanbod, we de druk op onze medewerkers en misschien op onze gasten vergroot hebben. We willen dit evenwicht herstellen door de activiteitenprogramma’s te vereenvoudigen. Op die manier hopen we weer dichter aan te sluiten bij ons adagium: ‘t Heultje, Warm en Professioneel, samen als geheel!’. - We zijn blij dat we weer 20 gasten een fijn kamp in Home Fabiola Maasmechelen hebben kunnen aanbieden! Dankzij de gedeeltelijke vrije inzet van alle personeelsleden (het kamp van het Heultje wordt namelijk niet gesubsidieerd) hebben de gasten kunnen genieten van een weekje ‘La vie en rose’. Doelstelling 2: samenwerking op maat in dialoog met de ouders - De ouders werden van in het begin betrokken bij de reorganisatie van ’t Heultje (ouderavond juni 2014). - Familieraad wordt behouden als forum waarbij de specifieke zaken van ’t Heultje besproken worden. - Extra aandacht voor het heen-weerboekje. Doelstelling 3: dynamisch, deskundig teamwerk in een warme sfeer - Bij de samenstelling van de nieuwe teams op Heultje AB en Heultje E werd rekening gehouden met de interesse van het personeel (enquête) en werd er rekening gehouden met het dominante begeleidersprofiel van de leefgroepbegeleider (eerder gericht op actie en ontwikkeling, dan wel meer interesse voor ontspanning, sfeer en rust). - Het leefgroeppersoneel werd van in het begin op de hoogte gebracht van de reorganisatie binnen ’t Heultje. Op een algemene personeelsvergadering hadden zijn de mogelijkheid tot inbreng en bijsturing. - De visie op ‘eethulp’ werd bijgesteld. Wie, wanneer en waar is weer duidelijker.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
36
UNIT 3: DE OUDERWORDENDE BEWONERS Doelstelling 1: Thuis op maat Een thuis bieden waar de bewoner zich goed voelt, aangepast aan diens noden en behoeften. - Kritisch bekijken van vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM). In 2014 hebben we per leefgroep verder gekeken om VBM bij bewoners af te bouwen en/of alternatieven te zoeken. Intervisie: • Hoe gaan we op een veilige manier om met VBM? - Aandacht besteden aan de “kleinste dingen” in het bieden van comfort. In 2014 hebben we dit actiepunt besproken tijdens de vergaderingen en concreet gemaakt per leefgroep. De hoofdbegeleiders hebben studiedag gevolgd en achteraf besproken: ‘Gekkenwerk! Kleine ondeugden voor zorgdragers; het zijn ook maar mensen!’ Door Linus Vanlaere en Roger Burggraeve werden hardnekkige stereotypen in de zorg doorbroken en een eigenzinnige en ontwapende kijk gegeven op zorgrelaties. - Bespreken van de toekomstige visie op wonen, nl. Studio-wonen en wat dit qua veranderingen meebrengt t.o.v. de werking nu. - Perspectief 2020: De werking van ‘Flexibel Aanbod Minderjarigen’ (FAM) en ‘Multifunctioneel Centrum’ (MFC) kaderen en uitdiepen in het geheel van veranderingen in het zorglandschap. De gevolgen voor de werking op St.-Oda verduidelijken. Doelstelling 2: Professionele omkadering Elke leefgroep heeft een team van deskundig personeel. - Invoeren van flexibele contracten: bespreken en kaderen. - Invoeren van de nieuwe dienstcodes: bespreken en kaderen. - Efficiënt vergaderen: In 2014 hebben de hoofdbegeleiders vergaderingen gevolgd bij elkaar om zo van elkaar te leren en dit achteraf te bespreken met elkaar. - Inhoudelijk bekijken wat belangrijk is in een evaluatiegesprek en rapportering van de evaluatie. - Samen met de hoofdbegeleiders bekeken hoe we de zelfstandige verpleeg(st)ers meer konden betrekken in de leefgroepwerking en tegelijkertijd hun hulp aan de leefgroepen uitbreiden. Dit ter voorbereiding van concrete veranderingen. - Ziekteverzuimbeleid: evaluatie en intervisie. - Het begeleiden van stagiairs: Wat mogen en kunnen we verwachten? - Intervisie: • Omgaan met veranderingsprocessen en de rol van de hoofdbegeleider hierin. • Sandwichpositie (tussen beleid en je leefgroepcollega’s) van hoofdbegeleider. • De rol van de unitverantwoordelijke in het begeleiden van de hoofdbegeleider en leefgroeppersoneel. (inmenging – controleren – ondersteunen). • De werkdruk op de leefgroep haalbaar maken door de middelen efficiënt in te zetten. • Vergaderen: meer dan genoeg of nooit genoeg? Doelstelling 3: Daginvulling op maat Zorgen voor een zinvolle dagbesteding die rekening houdt met de veranderende mogelijkheden en beperkingen, samen met de zorgvragen van de bewoner, draagt bij tot een goed welbevinden. - Bespreken van de Multidisciplinaire teams waarin het accent moet liggen op het inhoudelijke aspect van de invulling van activiteiten en de omgang met de bewoners. - Intervisie: • Het realiseren van de TOP 5 van onze bewoners en de hiermee gepaard gaande tijdsdruk naar het personeel toe.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
37
Doelstelling 4: Sociaal netwerk Stimuleren, onderhouden en ondersteunen van sociale contacten. - We blijven als unit heel veel aandacht besteden aan het zoeken en begeleiden van vrijwilligers om ons bij te staan bij het realiseren van een goed leefgroepprogramma. - Bezoekjes plannen van bewoners aan buurleefgroepen en dit opnemen in het dagprogramma. - Contact onderhouden met de verschillende scholen, die in het kader van hun lessenpakket activiteiten doen met onze bewoners. - Intervisie: • Hoe vrijwilligers een plekje geven binnen het gebeuren van een leefgroep? • Megakampers zich snel thuis laten voelen op de leefgroep.
UNIT 4: HUISJES EN STERREN (PERSONEN MET BIJKOMENDE GEDRAGSPROBLEMEN) Doelstelling 1: Warme sfeer, openheid en persoonlijke ruimte - Het bewonersprofiel van Huisje 1 omvormen ter verbetering van de leefomstandigheden van de bewoners van Hei 5 en opname van nieuwe jongeren met gedragsproblemen. - Bespreking met de nachtdienst op de unitvergadering ter verbetering van de samenwerking. - Opname van 11e bewoner op Huisje 4. Doelstelling 2: Moeilijk gedrag kanaliseren - Organiseren van de eerste Agressie Klein teams met als thema’s: Havab-opfrissing, uitleg toekomstige registratie vrijheidsbeperkende maatregelen in de logboek en het zorgdossier, de basisattitude van begeleiders op leefgroepen met gedragsmoeilijke bewoners en voorstelling bundel voor interims bij gedragsmoeilijke bewoners ‘Van Start’. - Ontwikkeling van een bundel, genaamd ‘Van Start’, als leidraad voor nieuwe begeleiders op een leefgroep met bewoners met gedragsproblemen. - Invoering van het alarmsysteem op de Huisjes. Doelstelling 3: Kwaliteit van zorg garanderen bij een divers publiek door deskundigheid en creativiteit - Proefperiode vlinderwerking. - Start experiment hoofdenfunctie over twee leefgroepen heen. - Bespreken, bijsturen en herverdelen van taken en verantwoordelijkheden bij de omkadering van de ODB-leefgroep. - Uitwerken van kader omtrent opvang na een agressie-incident. - Opfrissing van Havab-techniek per individuele gast op elke leefgroepvergadering. - Hoofdendag met een vorming over SEO-R. - Mobiele begeleiding van observatieleefgroep naar andere interne gedragsmoeilijke leefgroep om aanpak omtrent een specifieke bewoner te begeleiden. - Opstart van het ‘Organisatieoverleg’ waarin alle aanmeldingen, lopende dossiers en opnames van de ODB-afdeling besproken worden. - Aanstelling van tweede Havab-trainer. Doelstelling 4: Goede samenwerking met het sociaal netwerk - Overleg en intervisie met alle ODB-afdelingen Vlaanderen. - Inwerken van nieuwe psychiater. - Mobiele begeleiding in thuissituatie ter verbetering van het weekendbezoek. - Eerste extern mobiel begeleidingstraject na opname en ter voorkoming van herval. - Eerste externe mobiele begeleiding ter voorkoming van een opname.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
38
LOGISTIEKE DIENSTEN De logistieke diensten hebben tot doel een ondersteuning te zijn van de dagelijkse werking van de leefgroepen en het algemeen onderhoud van alle gebouwen, materialen en domeinen van St.-Oda. Tevens zullen zij ook ondersteuning verlenen bij verschillende activiteiten die plaats vinden op de terreinen van St.-Oda gedurende het jaar.
Centraal onderhoud Definitie: Ervoor zorgen dat alle publieke ruimtes, proper en net zijn, binnen de opgelegde personeelsuren, rekening houdend met een flexibel onderhoudsschema. Doelstelling 1: Schoonmaak / dienstverlening op maat. Hefboom 1: zorgen voor properheid en netheid van de publieke ruimtes. - Een constante meting van de te onderhouden oppervlaktes wordt in een meettabel bijgehouden, zodoende een beter overzicht te verkrijgen van de lopende zaken. Ook kan men via deze gegevens de ploegen flexibeler aansturen en heeft men een goed beeld van het onderhoud in m? versus personeelsuren. - Extra aandacht aan de vervuiling van kritische zones, zoals zwembad en caldarium. Staalnames door externen en constant bijsturen i.f.v. de resultaten van het labo. - Controles Legionella bacterie is terug een aandachtspunt geworden. Hefboom 4: Flexibiliteit. - Inspelen op de noden, aanpassen van wekelijkse werkschema’s in functies van activiteiten en initiatieven van de leefgroepen, doch rekening houdend dat alle publieke ruimtes zuiver blijven. - Inspelen op de nood van het onderhouden van de centrale keuken. Hier werd een ploeg voor ingeschakeld om de keuken elke week grondig te onderhouden. Doelstelling 2: Kwaliteit garanderen door deskundigheid en vernieuwing. Hefboom 3: steeds op zoek naar vernieuwing / verbetering. - De dienst centraal onderhoud is overgestapt op een andere manier van poetsen binnen de gebouwen van St.-Oda. Hierin is waterbesparing, alsook een beperkte hoeveelheid chemische producten de basis van de winsten die we maken t.o.v. het vorige systeem. Ook werd er gekeken naar de ergonomische houding van het onderhoudspersoneel en werden kritische elementen, zoals hoge ramen uit het takenpakket genomen en uitgegeven aan een externe firma. - Het gedeelte dagopvang werd uit het centrale onderhoud genomen en werd toegewezen aan de huishoudhulpdiensten.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
39
Wasserij Definitie: Verzekeren van goede kwaliteit door deskundigheid, het juiste personeel op de juiste plaats, flexibiliteit, het tijdig afleveren van de zuivere was en permanent op zoek gaan naar verbetering in de verschillende processen. Doelstelling 2: Kwaliteit garanderen door deskundigheid en vernieuwing. Hefboom 3: steeds op zoek naar vernieuwing / verbetering. - De wasmachines werden aangepast zodat het toekomende water reeds op 55 °C in de machines komt. Dit kan het totale was proces versnellen en een winst in energie opleveren, doordat de machine zelf het water minder lang elektrisch moet verwarmen. - Nieuwe waskarren werden aangekocht. De oude werden verkocht. - Doseringen kritisch bekijken samen met de firma Ecolab, zodoende een nog beter rendement te verkrijgen op het gebruik van wasproducten.
Technische dienst Definitie: Zorgen voor het afleveren van kwalitatieve dienstverlening, voor een juiste aanpassing afgestemd op de individuele bewoner en/of leefgroep. Een veilige, warme en aangepaste thuis bieden in een mooie omgeving. Ook de algemene veiligheid in de leefgroepen en binnen het domein kunnen garanderen, alsook het onderhoud van alle gebouwen. Doelstelling 1: Herstellingen, werken / dienstverlening op maat. Hefboom 1: gebouwen op maat in een veilige omgeving. - Werkgroep vervangingsnieuwbouw 90 bedden heeft het aanbestedingsdossier volledig klaar. Bouwvergunningen werden afgeleverd, het dossier voor de aanbesteding kan starten. Toewijzing aan de firma Driesen uit Overpelt. Firma Driesen zal in maart 2015 starten met de bouwwerken. Hefboom 3: Steeds op zoek naar vernieuwing en verbetering. - De nieuwe telefooncentrale werd volledig uitgerold over de sites St.-Oda, ’t Weyerke, Groenhoef, Wegwijs en De Witte Mol. - De aanleg van de herdenkingstuin werd gerealiseerd. De officiële opening heeft plaats gevonden op 7 november 2014. De beplanting rondom het kunstwerk werd afgewerkt. - Verdere afwerking van beplantingszones rond zwembad en Sens-City. - Aankoop nieuwe aangepaste bus ter vervanging van een bestaande voor het vervoer van het dagcentrum ’t Heultje. - In de lounge van Sens-City zal een afsluitbare drankenkast komen frisdranken en voor koffie/thee. Door deze manier van werken wordt de restkoffie in de grote kannen zeer drastisch afgebouwd en maken we winst door minder koffie weg te gooien. - Aankoop nieuwe multifunctionele tractor voor wegenonderhoud, graafwerken, sneeuwruiming en hefmogelijkheden. - Aankoop nieuwe catering karren en buffetmeubels voor cafetaria. - Kleine en grote aanpassingen werden uitgevoerd in de buitenhuizen. Hefboom 4: Preventieve maatregelen inzake veiligheid. - Brandblusoefeningen voor directie en enkele leefgroep personeelsleden. - Bijscholing voor de vakbekwaamheid rijbewijs D voor de chauffeurs van dagopvang ’t Heultje. - Overzicht voor het verlenen van veiligheidsschoenen binnen de verschillende doelgroepen. Hefboom 5: Goed onderhoud van gebouwen en terreinen. - Berg 5B werd gerenoveerd voor de opsplitsing van leefgroep 5A en 5B. - Ontbossing voor het gedeelte van de studio’s van blokken B1 en B2 werd uitgevoerd.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
40
Doelstelling 3: Diensten leveren binnen vooropgestelde tijd en kostenbesparend werken. Hefboom 1: respecteren van de tijdslimieten. - Werkbonnen in een aanvaardbare tijdslimiet afhandelen. Het volledige systeem van werkbonnen kritisch bekijken en bijsturen. Hiervoor zal er in 2015 een werkgroep komen.
Keuken Definitie: Lekker, voedzaam en gevarieerde voeding afgestemd op de bewoner klaargemaakt op verantwoorde wijze en in een omgeving die voldoet aan de normen van voedselveiligheid.. Doelstelling 1: Voeding dienstverlening op maat. Hefboom 1: zorgen voor voedzaam en gevarieerd aanbod. - Steeds rekening houden met de wensen van de bewoners, opvoeders en artsen. Steeds het aanbod aantrekkelijk houden in functie van de noden en rekening houdend met de verschillende diëten. - Kritisch kijken naar menukeuze, steeds rekening houdend met het leveren van de beste kwaliteit. Hefboom 2: Voldoen aan de normen van voedselveiligheid. - Alle koelingen automatisch controleren op de juiste temperaturen en voldoen aan de normering van het HACCP. Hefboom 5:Flexibiliteit. - Bovenop de flexibele diensten in een week/weekend regime ook klaar staan voor de verschillende activiteiten binnen St. Oda. Feesten vanuit leefgroepen, recepties, St.-Oda feesten, Dinner Dance, BBQ …) - Keukenpersoneel zo flexibel mogelijk inzetten, zodat we toekomstgericht kunnen gaan werken naar meerdere spreiding van bestelmomenten, zowel in maaltijden, als in winkelproducten. Doelstelling 2: Kwaliteit garanderen door deskundigheid en vernieuwing. Hefboom 3: Steeds op zoek gaan naar vernieuwing en verbetering. - Opstarten nieuw scansysteem voor het scannen van binnenkomende producten, houdbaarheidsdata, magazijnbeheer … - Nieuw bestelsysteem voor leefgroepen via Toepassingen. Naar aanleiding van de opstart van de nieuwe keuken in ’t Weyerke werd ook de software aangepast.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
41
BEWONERSGERICHTE DIENSTEN De algemene doelstelling van alle bewonersgerichte diensten is het aanbieden van kwalitatief hoogstaande dagbesteding en dienstverlening waarbij de zorggebruikers centraal staan. Dit is steeds onze achterliggende focus.
Ondersteunende diensten Nachtdienst De visie van de nachtdienst is “storende geluiden opheffen, en de slaap van de bewoners bewaren”. De voorbije twee jaar werd er gewerkt rond 2 problemen: - Het piepen van sondevoedingen tijdens de nacht. - De communicatie (briefen) tussen dag- en nachtdienst op punt stellen. Verpleegkundige dienst - In 2014 startte een nieuwe huisarts voor de volgende leefgroepen: Hei 1, 2, 3, 4, Ster 1 en Ster 3. - Vanaf september 2014 komt de tandarts iedere week in plaats van om de 14 dagen om al onze bewoners (ook de bewoners van de observatiegroep) tenminste 1 x per jaar na te kijken en zo nodig te behandelen. Sociale dienst (SD) - GBS (globaal beschermstatuut): De sociale dienst heeft ter voorbereiding een aantal keren overleg gehad met de vrederechter van Neerpelt. Er werden infosessies voor de ouders georganiseerd en er werden concrete afspraken met de vrederechter gemaakt om eind september met de eerste dossiers van start te kunnen gaan. De samenwerking met de vrederechter loopt goed. Bovendien gebeuren de zittingen hier in St.-Oda wat voor de betrokken families en voor de gast aangenamer is. - De toekomst van de sociale dienst: in het najaar van 2014 hebben we een concreet plan opgemaakt om de taakinhoud van de SD om te buigen in functie van het vernieuwde zorglandschap. De grootste aanpassing hierin is het uitbreiden van de taak van de aandachtsbegeleider van de leefgroep waarmee beoogd wordt dat alle contacten over de zorggebruiker rechtstreeks vanuit de leefgroep met ouders/wettelijke vertegenwoordiger gebeuren. Het aandachtsbegeleiderschap helpen uitbouwen en verder ondersteunen is dan ook de eerste focus in het veranderingsproces van de SD. Hier werd een concreet stappenplan voor opgemaakt dat vanaf januari 2015 wordt uitgewerkt. Psycho-pedagogische dienst (PPD) - Vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) onder de aandacht: • Het aantal Zweedse riemen in bed werd geïnventariseerd en na kritische evaluatie, werd beslist om een belangrijk deel daarvan af te bouwen. • Leefgroepen kregen opfrissende vorming over het juiste gebruik van de Zweedse riem. • De afspraak werd gemaakt dat interimarissen de Zweedse riem in bed pas mogen vastmaken bij de bewoners nadat ze hierover uitleg gekregen hebben van de PPD. • Samen met de werkgroep agressiehantering werd een systeem uitgedacht waarbij logboeknotities over VBM gekoppeld zijn aan de VBM in het zorgdossier. - Samen met de nachtdienst, de informaticadienst en de technische dienst, werd er een voorstel gedaan rond een vernieuwd camerasysteem voor observaties overdag en ’s nachts. - Er werd gezocht naar samenwerkingsmogelijkheden met het onderwijs. Wegens gebrek aan wettelijk kader werd dit in de praktijk nog niet gerealiseerd. - De psycho-pedagogen van Ster 2 hebben in samenwerking met sociale dienst 115 mobiele of ambulante begeleidingen gepresteerd.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
42
Dagbestedingsdiensten Dagbestedingsdiensten als geheel - Het eerste overkoepelende ontwikkelingsoverleg vond plaats in maart: een multidisciplinair overleg (beweging, ergo, logo, kine en PPD) waar alle ontwikkelingsvragen over de leefgroepen heen bekeken worden en waar gezocht wordt naar de beste manier om op al deze vragen een antwoord te geven. - De dagbestedingsdiensten hebben de musical Prothuza op poten gezet in het kader van 50 jaar St. Oda. Op het einde van het jaar werd deze musical nog eens opgevoerd ten voordele van Music for Stijn. Dienst ergotherapie Het grote actiepunt van 2014 van de ergo was gericht op ADL. We hebben in de vakantie de wassingen, aankleedmomenten op de leefgroepen geobserveerd. Ter voorbereiding hierop hebben we een scorelijst opgesteld. Bedoeling was om na te gaan of er nog marge zat op het ‘zelfstandig’ wassen, aankleden. Iedereen deed dit voor de groepen waarvoor hij/zij verantwoordelijk is. Resultaten hebben we nadien bij elkaar gelegd en momenteel zijn we bezig om hier acties aan te koppelen, dit waarschijnlijk door maandelijks de aandacht te vestigen op een bepaald aspect van de was- of aankleedsituatie. Dienst beweging - De technische uitwerking en afronden van de sponsoring voor het hemelbed te paard. - Organisatie sport- en speldag voor meer dan 1500 personen met een beperking. - Organisatie zachte (wellness) dagen in de winterperiode. - Volgen en toepassen van de verdiepende vorming Watsu. Dienst muzologie - Visietekst over de functie van ‘muziektherapeut’: Als muziektherapeuten is het onze taak om aangepaste muzikale activiteiten aan de bewoners van St.-Oda aan te bieden, en dit op individuele basis of in groep volgens een vast weekprogramma. Op deze manier kunnen bewoners de muziek optimaal beleven en/of ontspannen. In de visietekst trachten wij te omschrijven wat wij verstaan onder de naam muziektherapie, hoe we het in deze instelling toepassen en wat onze toekomstperspectieven zijn. - Inrichting muzieklokaal: Ons lokaal was nog ongestructureerd ten gevolge van de verhuis naar Sens-City. Wij hebben over de schikking en inrichting samengezeten om het gebruiksvriendelijk te maken. Ook hebben we plannen uitgetekend om ons lokaal verder af te laten werken door de technische dienst. - Nieuwe vorming in vormingsaanbod: “er was eens… multi sensory storytelling”. - Wij leggen onze focus op het observeren en opvolgen van de voedingssituaties in elke leefgroep: ook op die leefgroepen waar geen eethulp komt, voorzien we een periode om te observeren, op te volgen, tips te geven. - Op onze evaluatiedag hebben we een “team-volutie” gedaan hieruit hebben we enkele doelstellingen gehaald. Dienst kinesitherapie - Inventarisatie van de tildoeken op St.-Oda. - In het kader van comfort bieden werd nagedacht over de aanschaf van reservemateriaal dat door de dienst kine kan ingezet worden bij dringende vragen in afwachting van op maat gemaakt materiaal. Dienst Sens-city - Activiteiten, zoals de wekelijkse bak- en muzieknamiddagen, die we eind 2013 gelanceerd hebben zijn een vaste waarde geworden voor onze bewoners. - Dit jaar hebben wij ook een geurenproject uitgewerkt met steun van een Hart voor Limburg. In onze activiteitenruimtes hebben we geurmachines geïnstalleerd om de reukzin van de bewoners te stimuleren.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
43
- In de vakantiemaanden kregen alle leefgroepen een extra aanbod in de Sens-city dagen. - De organisatie van het dorpsfeest FATA MORGANA in het kader van het 50-jarig bestaan van St.-Oda was een groot succes. - Sens-city is alsmaar meer bekendheid aan het verwerven in de gezondheidssector. Vanuit heel Vlaanderen komen organisaties uit de gezondheidszorg om onze activiteitenruimtes af te huren of voor een informatief bezoek. Onze innovatie werpt dus duidelijk zijn vruchten af, wat we ook zien in een stijgend aantal verhuren en bezoeken ten opzichte van 2013.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
44
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
45
DEEL 3
Statistische gegevens
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
46
1
BEWONERS EN DEELNEMERS
1.1
Bewoners/deelnemers naar leeftijd en opvang
Tabel 1
Aantal personen ingeschreven naar leeftijd en geslacht op 31.12.2014
2014 LEEFTIJD
WOONOPVANG Internaat
0 - 3 jaar 4 - 12 jaar 13 - 20 jaar + 21 jaar
Totaal Woonopvang Dagopvang
2013
man
vrouw
1 8 14
1 4 9 1
38
DAGOPVANG
Nursingtehuis
Semi-internaat
man
man
vrouw
vrouw
7 13
2 104
man
2 19 39 226
3 18 38 219
286 242 44
278 237 41
vrouw
15
8
204 21
Totaal
Dagcentrum
1
98
Totaal
23
Van de 41 gasten dagopvang komen er 16 deeltijds en 28 voltijds. Er verblijven 2 bewoners in FAM en 1 bewoner in het MFC met budget convenant.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
1.2
Bezettingsgraad en aanwezigheidsgraad
Tabel 2
Gemiddeld aantal bewoners/deelnemers, per afdeling in 2014 Evolutie van de bezettingsgraad en aanwezigheidsgraad per afdeling in procent WOONOPVANG
DAGOPVANG
MFC
Nursinghome
TOTAAL
MFC
Dagcentrum
TOTAAL
37
202
239
16
18
34
273
Gemiddeld aantal ingeschrevenen (2)
37,21
199,58
236,79
16,72
18,55
35,27
272,06
Gemiddeld aantal aanwezigen (3)
32,09
185,55
217,64
14,20
15,99
30,19
247,83
314,78
339,34
335,48
213,10
216,33
214,80
319,84
Bezettingsgraad % 2014 (5)
100,57
98,80
99,08
104,50
103,06
103,74
99,66
Bezettingsgraad % 2013 (5)
94,16
99,31
98,51
113,63
98,72
105,74
99,41
Bezettingsgraad % 2012 (5)
94,05
100,09
99,16
100,81
95,94
98,24
99,04
Aanwezigheidsgraad % 2014 (6)
86,73
91,86
91,06
88,75
88,83
88,79
90,78
Aanwezigheidsgraad % 2013 (6)
79,84
92,51
90,55
90,69
85,72
88,06
90,24
Aanwezigheidsgraad % 2012 (6)
78,65
92,40
90,27
83,25
84,78
84,06
89,49
Erkenning (1)
Aantal dagen dat men gemiddeld aanwezig is in de instelling (4)
Nota (1) De instelling was in 2014 erkend voor 53 plaatsen MFC, voor 220 plaatsen FAM. (2) Totaal aantal onderhoudsdagen/365 (3) Totaal aantal aanwezigheidsdagen/365 voor de woonopvang Totaal aantal aanwezigheidsdagen/251 voor de dagopvang (4) Totaal aantal aanwezigheidsdagen/gemiddeld aantal ingeschrevenen (5) (Gemiddeld aantal ingeschrevenen/erkenning) x 100 (6) (Gemiddeld aantal aanwezigen/erkenning) x 100 - - - - -
ALGEMEEN TOTAAL
2 bewoner RTH = 43 aanwezigheidsdagen 1 bewoner crisisopname = 14 aanwezigheidsdagen 7 bewoners logeren met PAB-budget = 205 aanwezigheidsdagen 1 convenant MFC = 241 aanwezigheidsdagen 2 convenanten FAM = 490 aanwezigheidsdagen
47
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
48
2 PERSONEELSSTATISTIEKEN 2.1.1 Personeelsleden Tabel 3
Aantal personeelsleden per looncategorie op 31.12.2014 (Inclusief Gesco, Vesoc en Soc. Maribel)
Administratie en directie - Administratief personeel * Klasse 1 * Klasse 2 - Directeur * Onderdirecteur * Directeur < 13 bedden * Directeur < 30 bedden * Directeur < 60 bedden * Directeur + 90 bedden
Artsen, paramedici, licentiaten, sociaal werkers - Ergotherapeut - Logopedist - Arts * Omnipracticus * Specialist - Kinesitherapeut - Licentiaat psychologie - Licentiaat pedagogie - Licentiaat orthopedagogie - Licentiaat kinesitherapie - Sociaal werker - Diëtist - Heropvoeder in de psychomotoriek - Hoofd paramedisch - Hoofd maatschappelijk assistent
Onderhoudspersoneel - Logistiek klasse 4 - Logistiek klasse 3 - Logistiek klasse 2 - Logistiek klasse 1
Opvoedend en verzorgend personeel - Begeleidend en verzorgend personeel * Klasse 2B * Klasse 2A * Klasse 1 * Hoofdopvoeder - Opvoeder-groepschef - Gebrevetteerde verpleger - Verpleger-A1 ALGEMEEN TOTAAL
2014
2013
2012
4 10
4 10
4 11
6 / / 1 1
2 / 1 1 1
1 / 1 1 1
22
19
19
10 4
11 4
8 4
2 1 4 3 4 / 2 5 1 / 3 1
1 1 4 2 4 / 2 5 1 / 3 1
2 2 5 3 4 / 2 4 1 / 2 1
40
39
38
22 20 29 2
24 24 21 2
31 23 20 2
73
71
76
4 111 122 24 2 8 3
4 111 113 26 6 7 4
5 115 109 25 8 7 3
274
271
272
409
400
405
Verhouding lonen uitbetaald aan personeel dat direct met bewoners werkt/totaal lonen = 79,61 %.
J A A R V E R S L A G
Tabel 4
2 0 1 4
-
49
Aantal personeelseenheden op 31.12.2014 naar geslacht en aard van het contract Bedienden
Jaartal
31.12.14 31.12.13 31.12.12 31.12.11 31.12.10 31.12.09 31.12.08 31.12.07 31.12.06 31.12.05
Vrouwen
Mannen
Totaal
Voltijds
Deeltijds
Voltijds
Deeltijds
102 102 102 105 98 98 113 100 105 98
143,01 135,74 133,71 134,40 135,65 131,85 129,33 132,55 122,91 128,97
45 48 46 53 57 60 63 60 44 45
21,44 18,60 22,13 21,45 14,89 16,24 9,22 12,12 7,40 7,84
311,45 304,34 303,84 313,85 305,54 306,09 314,55 304,67 332,29 331,06
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
Tabel 5
2 0 1 4
-
50
Gemiddeld aantal uitbetaalde personeelseenheden vergeleken met het subsidieerbaar kader voor een erkenning van 53 MFC en 220,5 FAM Wettelijk maximum kader
In dienst (1) MFC + FAM (punten)
VTE
Directeur
327,6198
3,4902
Onderdirecteur
243,6207
2,9569
Opsteller
397,6932
6,5196
Econoom
107,9962
1,5211
Boekhouder
140,5432
1,9795
2921,8864
50,7489
276,7331
2,2886
36,0753
0,4167
521,9002
5,7988
2009,1865
28,1078
269,6681
3,7249
12680,0209
183,3285
403,1785
4,6881
20 336,1221
295,5696
Bezoldigd VAPH (2)
Werkliedenpersoneel Geneesheer Geneesheer (prestaties) Licentiaten Paramedisch Maatschappelijk werker Opvoedend + verzorgend Opvoeder-groepschef Totaal kader VAPH Bezoldigd VDAB Gesco Totaal VDAB Educatief verlof Zware beroepen Sociale Maribel Convenant RTH Chauffeur Totaal
20 545,7813 102 646,16 102 646,16
104 834,44 104 834,44
Maximum bedrag 46 688,16 300 270,98 482 487,13 121 538,38 2 138,49 Forfait
Werkelijke kosten 44 064,98 9 125,74 473 284,12 121 538,38 2 138,49 Forfait
953 123,14
650 151,71
(1) In de kolom ‘in dienst’ zijn zowel de zieken (periode gewaarborgd inkomen) als hun vervangers opgenomen. Het gaat om 7,4156 voltijdse equivalenten. (2) Enkel de personeelsleden die effectief in de instelling werken zijn in de gegevens opgenomen. (3) In 2015 moeten we 1,07% besparen = 219,8399 personeelspunten op basis van maximum personeelspunten 2014.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
a. Personeelsverloop Tabel 6
In- en uitstroomratio
Instroomratio Doel: zicht krijgen op groei/vernieuwing van de organisatie Formule: som van aantal verschillende aangeworven kandidaten in 2014 * 100 aantal werknemers op 31.12.2014 Tweemaal aanwerving van dezelfde persoon in hetzelfde jaar geldt als 1 aanwerving Uitstroomratio Doel: zicht krijgen op globale uitstroom Formule: som van aantal verschillende uitdiensttredingen in 2014 * 100 aantal werknemers op 31.12.2014 Tweemaal uit dienst in hetzelfde jaar geldt als 1 uitdiensttreding
Instroomratio %
Uitstroomratio %
Jaartal
Stafpersoneel
Leefgroeppersoneel
Civiele diensten
2014
10 * 100 58
33 * 100 271
13 * 100 18,30
17,24
12,18
18,30
2013
10,34
10,70
9,86
2012
26,32
9,56
6,58
2011
21,05
11,39
12,82
2010
20,75
12,21
15,00
2009
13,73
10,85
8,86
2014
7 * 100 58
27 * 100 271
12 * 100 71
12,07
9,96
16,90
2013
15,52
12,55
14,08
2012
0
10,29
5,26
2011
21,05
7,83
17,95
2010
22,64
9,54
10,00
2009
21,57
8,53
11,39
51
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
Tabel 7
2 0 1 4
-
52
Afwezigheidscoëfficiënt per oorzaak en per functie
Stafpersoneel
Leefgroeppersoneel
Civiele diensten
Totaal 2014
2013
D.T.
V.T.
D.T.
V.T.
D.T.
V.T.
Arbeidsongevallen
0,07
0
0,45
0,75
0,19
0,96
0,44
0,36
Zwangerschap en ziekte i.v.m. zwangerschap
0
5,62
0,04
7,48
0
0
2,35
2,88
Ziekte
5,08
3,97
9,81
4,29
10,48
4,56
7,20
5,08
Ziekte >1 jaar
0
0
1,90
0
2,04
0
0,96
1,21
Totaal
5,15
9,59
12,20
12,52
12,71
5,52
10,95
9,53
Nota Afwezigheidscoëfficiënt = aantal afwezigheidsdagen x 100 aantal tewerkstellingsdagen
J A A R V E R S L A G
Tabel 8
Leeftijd
2 0 1 4
53
-
Aantal personeelsleden volgens leeftijd per looncategorie in dienst op 31.12.2014
Administratie en directie
Artsen, param.lic. en sociaal
Onderhoud
Opvoedend en verzorgend personeel
Totaal 2014
Algemeen totaal
V
M
V
M
V
M
V
M
V
M
2014
2009
2004
-21
0
0
0
0
0
0
4
0
4
0
4
5
10
21 - 25
0
0
3
0
1
0
34
3
38
3
41
45
48
26 - 30
1
0
6
1
4
2
22
5
33
8
41
34
41
31 - 35
2
0
3
0
4
5
26
7
35
12
47
35
26
36 - 40
2
2
3
2
3
1
20
3
28
8
36
26
53
41 - 45
1
1
4
1
0
3
17
1
22
6
28
53
95
46 - 50
4
0
7
0
9
4
26
5
46
9
55
84
81
51 - 55
1
1
7
0
12
10
54
5
74
16
90
64
45
56 - 60
5
1
1
0
9
3
25
9
40
13
53
38
8
>60
0
1
0
2
2
1
6
2
8
6
14
3
2
Totaal
16
6
34
6
44
29
234
40
328
81
409
387
409
Nota: in 1999 en 2004 stonden de maatschappelijk assistenten bij administratie en directie; in 2009 en 2014 bij het paramedisch personeel. De therapeuten die betaald worden als opvoeder, staan nu bij het opvoedend kader.
Aantal personeelsleden/leeftijd/looncategorie 70
Aantal
60 50
Administratie en directie
40 30
Artsen, param.lic.
20 Onderhoud
10 0 -21
21 25
26 30
31 35
36 40
Leeftijd
41 45
46 50
51 55
56 60
>60
Opvoedend en verzorgend personeel
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
54
Tabel 9 Evolutie van de leeftijdsstructuur van de personeelsleden van 1989 tot 2014 (procentueel) 1989
1994
1999
2004
2009
2014
<21
1,5
0,5
1,3
2,4
1,3
1,0
21 - 25
21,3
8,9
11,6
11,7
11,6
10,0
26 - 30
30,0
14,3
6,8
10
8,8
10,0
31 - 35
22,6
27,4
15,3
6,3
9,1
11,5
36 - 40
14,8
21,7
25
12,9
6,7
8,8
41 - 45
4,3
17,6
22
23,2
13,7
6,9
46 - 50
3,4
4,4
13,5
19,8
21,7
13,4
51 - 55
1,8
3,5
2
11
16,5
22,0
56 - 60
0
1,1
1
1,9
9,8
13,0
>60
0
0
0,4
0,4
0,8
3,4
Leeftijdsstructuur 35 30 25 20 15 10 5 0
1989 1994 1999 2004 <21
21 - 25
26 - 30
31 - 35
36 - 40
41 - 45
Leeftijd
46 - 50
51 - 55
56 - 60
>60
2009 2014
J A A R V E R S L A G
Tabel 10
2 0 1 4
-
55
Aantal personeelsleden volgens jaren anciënniteit op 31.12.2014
Anciënniteit
Administratie en directie
Artsen, param. Lic. en sociaal
Onderhoud
Opvoedend en verzorgend personeel
TOTAAL
0–9
0
10
8
77
95
10 – 19
7
9
19
57
92
20 – 29
7
11
20
61
99
30 – 39
8
10
22
75
115
40 +
0
0
4
4
8
22
40
73
274
409
Anciënniteit 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Administratie Artsen, param. Onderhoud Opvoedend en 0–9
10 – 19
20 – 29
30 – 39
40 +
Dienstjaren
1,96 % van het aantal personeelsleden heeft een anciënniteit van 40 jaar en meer. 28,12 % van het aantal personeelsleden heeft een anciënniteit van 30 tot 39 jaar. 24,20 % van het aantal personeelsleden heeft een anciënniteit van 20 tot 29 jaar. 22,49 % van het aantal personeelsleden heeft een anciënniteit van 10 tot 19 jaar. 23,23 % van het aantal personeelsleden heeft een anciënniteit van minder dan 10 jaar. 76,77 % van het aantal personeelsleden is 10 jaar of meer in dienst. 54,28 % van het aantal personeelsleden is 20 jaar of meer in dienst. 30,08 % van het aantal personeelsleden is 30 jaar of meer in dienst. 1,96 % van het aantal personeelsleden is 40 jaar en meer in dienst. Enerzijds heeft dit het voordeel een beroep te kunnen doen op ervaren personeelsleden. Anderzijds stelt zich de problematiek van loopbaanplanning en eindeloopbaan steeds meer en meer.
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
b.
2 0 1 4
-
56
Arbeidsongevallen
Tabel 11 Evolutie van de frequentiegraad, werkelijke ernstgraad en globale ernstgraad van de arbeidsongevallen Frequentiegraad
Werkelijke ernstgraad
Globale ernstgraad
2014
37,28
0,57
1,01
2013
39,17
0,66
1,98
2012*
29,35
0,68
0,68
2011
31,27
0,97
3,90
2010
23,54
0,44
0,88
2009
27,84
0,63
0,78
2008
27,29
0,48
0,48
*Vanaf 2012 beperkt de technische bedrijfseenheid zich tot St.-Oda en De Klimroos.
De frequentiegraad Aantal dodelijke ongevallen of ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid per miljoen gepresteerde uren. De graad is gelijk aan het aantal ongevallen (die een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste één dag of de dood tot gevolg hebben), vermenigvuldigd met 1 000 000 en gedeeld door het aantal uren blootstelling aan de risico’s. Werkelijke ernstgraad De werkelijke ernstgraad is gelijk aan het aantal dagen tijdelijke arbeidsongeschiktheid, vermenigvuldigd met 1 000 en gedeeld door het aantal uren blootstelling aan de risico’s. Globale ernstgraad Deze ernstgraad wordt niet enkel berekend op basis van de duur van de tijdelijke arbeidsongeschiktheden, maar ook op basis van de som van het aantal voorziene blijvende arbeidsongeschiktheden en het aantal overlijdens, omgezet in het aantal forfaitaire dagen ongeschiktheid. De globale ernstgraad is gelijk aan de som van het aantal dagen tijdelijke arbeidsongeschiktheid en het aantal forfaitaire dagen, vermenigvuldigd met 1 000 en gedeeld door het aantal uren blootstelling aan de risico’s.
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
57
DEEL 4
Financiële gegevens
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
58
ACTIVA VASTE ACTIVA EN VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR
31.12.14
31.12.13
31.12.12
14 672 991,70
15 028 597,01 15 401 180,26
14 672 991,70
15 028 597,01 15 401 180,26
11 011423,05
11 758881,72 12 577 171,78
2
Vaste activa en vorderingen op meer dan één jaar
22
Terreinen en gebouwen
23
Installaties, machines en uitrusting
401 594,51
338 343,10
363 658,66
24
Meubilair, materieel en rollend materieel
881 086,66
893 462,15
1 039 966,25
27
Vaste activa in aanbouw
369 245,26
398 976,66
170 526,37
29
Vorderingen op meer dan één jaar
2 009 642,22
1 638 933,38
1 249 857,20
3 850 691,99
2 424 945,12
2 636 802,30
VLOTTENDE ACTIVA 3
Voorraden
147 581,29
147 854,07
152 756,16
Verbruiksgoederen
73 622,72
73 374,80
70 140,93
Diverse goederen
73 958,57
74 479,27
82 615,23
4
Vorderingen op ten hoogste één jaar
2 686 978,36
1 971 123,04
1 220 426,56
40
Handelsvorderingen
362 241,84
333 324,25
293 245,50
41
Overige vorderingen
2 361 334,48
1 573 829,19
860 081,82
Werkingsvorderingen
1 882 795,30
928 288,16
400 187,94
Te innen opbrengsten
178 518,16
181 569,68
174 246,25
Vorderingen op nevendiensten
299 901,02
463 621,35
285 527,63
Borgtochten betaald in contanten
120,00
350,00
120,00
49
Overlopende rekeningen
145 402,04
63 969,60
67 099,24
5
Geldbeleggingen en liquide middelen
834 132,34
305 968,01
1 263 619,58
TOTAAL ACTIVA
18 523 683,69
17 453 542,13 18 037 982,56
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
59
PASSIVA EIGEN VERMOGEN EN VREEMD VERMOGEN
31.12.14
31.12.13
31.12.12
11 626 423,50
11 411 771,90
11 847 765,55
11 626 423,50
11 411 771,90
11 847 765,55
OP MEER DAN ÉÉN JAAR 1
Eigen vermogen en vreemd vermogen
op meer dan één jaar
10
Fondsen van de vereniging
7 954 401,59
7 617 535,13
7 352 443,02
12
Herwaarderingsmeerwaarden
1 065 995,00
1 274 190,34
1 501 050,32
14
Overgedragen resultaat
-2 230 171,32
-2 620 619,85
-2 450 862,12
15
Kapitaalsubsidies
4 628 658,83
4 915 831,93
5 203 005,03
17
Schulden op meer dan één jaar
207 539,40
224 834,35
242 129,30
VREEMD VERMOGEN
6 897 260,19
6 041 770,23
6 190 217,01
4
Schulden op ten hoogste één jaar
6 897 260,19
6 041 770,23
6 190 217,01
42
Schulden op meer dan één jaar die binnen
17 294,95
17 294,95
17 294,95
het jaar vervallen vervallen
44
Werkingsschulden
45
Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
261 855,03
263 998,09
314 933,55
4 831 208,80
4 757 657,78
4 405 217,39
2 909,56
7 023,20
8 220,97
BTW
Belastingen
Bezoldigingen en sociale lasten
48
Overige schulden
646 393,23
739 952,66
606 552,37
4 181 906,01
4 010 681,90
3 790 444,05
199 816,38
90 770,26
585 616,39
0,00
0,00
420 888,00
Schulden VAPH
Borgtochten ontvangen in contanten
7 163,15
6 920,65
7 030,65
Andere diverse schulden
192 653,23
83 849,61
157 697,74
49
Overlopende rekeningen
1 587 085,03
912 049,17
867 154,73
TOTAAL PASSIVA
18 523 683,69
17 453 542,13 18 037 982,56
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
60
RESULTAATREKENING Over de periode 1 januari tot en met 31 december
2014 24 171 332,00
2013 22 743 280,07
2012
I
WERKINGSOPBRENGSTEN
22 541 624,87
70
Werkingsopbrengsten
73
Subsidies en giften
74
Andere werkingsopbrengsten
II
WERKINGSKOSTEN
60
Handelsgoederen
1 207 476,54
1 222 949,211
61
Diensten en diverse goederen
1 061 997,93
983 580,16
1 018 488,67
62
Bezoldigingen en sociale lasten
20 394 875,90
20 221 788,75
19 285 562,70
63
Afschrijvingen
1 143 222,92
1 182 937,45
1 188 550,31
64
Andere bedrijfskosten
146 322,50
167 351,99
121 541,34
III
WERKINGSRESULTAAT
217 436,21
-35 327,49
IV
FINANCIËLE OPBRENGSTEN
46 239,45
35 237,59
34 788,07
Opbrengsten uit vlottende activa
46 239,45
35 237,59
34 788,07
V
FINANCIËLE KOSTEN
53 882,77
56 926,50
43 403,42
Kosten van schulden
52 004,45
55 140,12
41 351,36
Andere financiële kosten
1 878,32
1 786,38
2 052,06
VI
RESULTAAT UIT DE GEWONE ACTIVITEIT
209 792,89
-57 016,40
-274 921,50
188 871,88
6 693,11
189 768,03
Uitzonderlijke opbrengsten
188 871,88
6 693,11
189 768,03
VIII UITZONDERLIJKE KOSTEN
8 216,24
119 434,44
6 626,32
8 216,24
119 434,44
6 626,32
2 666 892,00
2 624 205,97
2 520 921,96
20 237 832,59
19 352 404,07
18 430 569,68
1 266 607,41
1 766 670,03
1 590 133,23
23 953 895,79
23 778 607,56
22 807 931,02 193 788,00
-266 306,15
VII UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN
Uitzonderlijke kosten
IX
RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR
390 448,53
-169 757,73
-91 779,79
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
61
SINT ODA
J A A R V E R S L A G
2 0 1 4
-
62
SINT ODA
Dienstencentrum St.-Oda, Breugelweg 200, 3900 Overpelt maakt deel uit van de vzw Stijn Woon- en dagopvang voor personen met een ernstig of diep mentale handicap en observatiecentrum Tel. +32 11 64 28 60 - Fax +32 11 66 23 46 - E-mail:
[email protected] - Website: www.stijn.be Ondernemingsnummer: 439 452 461 Erkend en gesubsidieerd door Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap