Jaarverslag Domijn 2010
Jaarverslag 2010 – Domijn
1
Jaarverslag 2010 – Domijn
2
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1. Inleiding
5
Deel 1 Volkshuisvestelijk Jaarverslag
7
2. Vaststelling jaarverslag door het bestuur
9
3. Bestuursverslag en Governancestructuur 3.1 Algemeen 3.2 Bestuurlijke organisatie 3.2.1 Bestuur en directieraad 3.2.2 Raad van Commissarissen 3.2.3 Werkorganisatie 3.2.4 Ondernemingsraad 3.3 Risicomanagement, integriteit en Governance 3.3.1 Rapportages 3.3.2 Visitatie 3.3.3 Risicomanagement 3.3.4 Codes, Klokkenluidersregeling en Regeling Nevenwerkzaamheden 3.3.5 Procedures en audits 3.4 De volkshuisvestelijke prestaties 3.4.1 Prestaties 3.4.2 Visie op wonen 3.4.3 Financieel
10 10 10 10 11 11 12 12 12 12 13 14 14 15 15 15 18
4. Verslag van de Raad van Commissarissen 4.1 Verantwoording 4.2 Personalia 4.3 Werkwijze 4.3.1 Remuneratiecommissie 4.3.2 Auditcommissie 4.4 Inhoudelijk toezicht 4.4.1 Besluiten 4.4.2 Financiële risicobeheersing 4.4.3 Interne risicobeheersing en controlesystemen 4.4.4 Toezicht op verbindingen/nevenstructuren 4.5 Professionalisering Governance 4.5.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 4.5.2 Tegenstrijdige belangen 4.5.3 Visitatie 4.5.4 Ontwikkelingen in de branche 4.5.5 Governance Code 4.5.6 Vertrouwenspersoon 4.6 Verantwoording aan belanghouders 4.7 Integriteit 4.8 Remuneratierapport 4.9 Verantwoording beleid rondom honorering commissie
19 19 19 23 23 24 24 25 25 26 26 26 26 26 26 27 27 27 27 27 28 29
5. Verhuur van woningen 5.1 Strategisch doel 5.2 Doelstelling voor dit boekjaar 5.3 Toewijzingsbeleid 5.3.1 Verhuringen woningen Enschede, Haaksbergen en Losser 5.3.2 Gemiddelde reacties Enschede, Haaksbergen en Losser 5.3.3 Verhuur naar categorie 5.4 Bijzondere aandachtsgroepen 5.5 Huurachterstanden
30 30 30 30 30 31 32 32 32
Jaarverslag 2010 – Domijn
3
5.6 Aanzeggingen en ontruimingen 5.7 Huuropzeggingen 5.8 Huurtoeslag 5.9 Huurprijsbeleid 5.10 Huurderving 5.11 Verkoop van woningen 5.12 Reglement bijdrage in verhuiskosten
32 33 33 33 34 34 35
6. Kwaliteit en samenstelling van de vastgoedportefeuille 6.1 Strategisch doel 6.2 Portefeuillestrategie 6.3 Resultaten 2010 6.4 Technisch Beheer 6.5 Speerpunt Duurzaamheid
36 36 36 37 41 42
7.Leefbaarheid 7.1 Strategisch doel 7.2 Doelstelling voor dit boekjaar 7.3 Beleid betreft leefbaarheid en buurten 7.4 Sponsoring
44 44 44 44 46
8.Wonen en zorg 8.1 Strategisch doel 8.2 Doelstellingen voor dit boekjaar 8.3 Gevoerde beleid en activiteiten in 2010
48 48 48 48
9. Betrekken bewoners bij beleid en beheer 9.1 Strategisch doel 9.2 Doelstelling voor dit boekjaar 9.2.1 Tango 9.2.2 Partnership 9.2.3 Visitatie 9.2.4 Klachtenadviescommissie Twente 9.3 De relatie met de huurders 9.3.1 De Huurderkoepel 9.3.2 Bewonerscommissies 9.3.3 Individuele bewoners 9.4 De relatie met de gemeente 9.4.1 Prestatiecontracten gemeenten
50 50 50 50 50 50 50 50 50 51 51 52 52
10. Financiële continuïteit 10.1 Financieel beleid 10.2 Kerncijfers 10.3 Jaarresultaat 10.4 Investeringen 10.5 Bedrijfswaarde 10.6 Ontwikkelingen financiële positie 10.7 Treasury 10.8 Verbindingen
53 53 54 57 58 62 63 66 72
Deel 2 Jaarrekening 2010
83
Jaarverslag 2010 – Domijn
4
1.
Inleiding
Graag bieden wij u het jaarverslag en de jaarrekening 2010 van Woningstichting Domijn aan. Een jaar waarin wij ons verder hebben ontwikkeld tot een corporatie die staat voor haar kerntaak: mensen die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien een goede en betaalbare woning bieden. Binnen de organisatie hebben we voortvarend gewerkt aan de doelen die we voor 2010 op basis van het strategisch plan hebben gesteld. De meeste van die doelen zijn ook gehaald, dit is vooral te danken aan onze medewerkers. Zij hebben met inzet en enthousiasme gewerkt aan het verder verbeteren van onze performance. Een aantal zaken zijn van belang om expliciet te noemen: • De meeste bedrijfsprocessen zijn omgezet in klantprocessen. Hierdoor verbetert onze dienstverlening en neemt de klanttevredenheid toe; • We hebben, in overleg met vele betrokkenen, locaties aangewezen voor de huisvesting van kwetsbare groepen; • We hebben grote stappen gezet in de realisatie van de programma’s die voortkomen uit de gebiedsvisies, die we samen met vele stakeholders hebben opgesteld; • We werken met de betrokken gemeentes aan sociaal-economische programma’s voor dorpen en wijken waar wij actief zijn; • Met de gemeenten waar wij actief zijn, hebben wij intensief gesproken over de bouwopgave voor de komende jaren. Dit heeft in Enschede in ieder geval geleid tot het naar beneden bijstellen van de bouwprogrammering; • We hebben belangrijke besluiten genomen ten aanzien van de financiële continuïteit van de organisatie; • De visitatie heeft plaatsgevonden waardoor wij onze performance verder kunnen verbeteren; • In 2010 hebben we expliciet aandacht besteed aan integraal risicomanagement waardoor we beter op die risico’s kunnen sturen. Ik kan concluderen dat er in 2010 veel werk verzet is. Niet alles wat we wilden doen hebben we gedaan. We hadden ons volledig voor willen bereiden op de gevolgen van het Europese dossier. Dat kon niet vanwege het feit dat de consequenties in regelgeving nog steeds onduidelijk zijn. We hadden in 2010 onze waarderingsgrondslagen willen wijzigen. Dat kon niet omdat er tot in 2011 onduidelijkheid bestond over de regelgeving hierover. We hadden in 2010 expliciet aandacht willen besteden aan integriteitvraagstukken binnen Domijn. Dat kon niet vanwege een overvolle interne agenda. In 2011 pakken we deze thema’s op. In 2011 besteden we intern ook aandacht aan de administratieve lastendruk. We willen transparant zijn en verantwoorden. We willen ook een organisatie zijn die lean en mean is. Zoals we nu werken en gedwongen worden te werken, passen die twee zaken niet helemaal bij elkaar. In 2011 ontwikkelen we ons strategisch plan verder door. Het huidige plan loopt tot 2012. Veel van de aanbevelingen die voortkomen uit de visitatie nemen we daarin mee. De basis van het huidige strategisch plan verlaten we niet. Wij werken voor mensen die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien op een kwalitatief hoogstaande wijze, zowel qua dienstverlening als qua vastgoedportefeuille. Dat is onze ambitie en daar werken we ook in 2011 en de volgende jaren aan.
Jan Salverda
Jaarverslag 2010 – Domijn
5
Jaarverslag 2010 – Domijn
6
Deel 1
Volkshuisvestelijk jaarverslag Domijn
Jaarverslag 2010 – Domijn
7
Jaarverslag 2010 – Domijn
8
2.
Vaststelling jaarverslag door het Bestuur
Het Bestuur van Woningstichting Domijn stelt hierbij het jaarverslag 2010 vast. Zij verklaart dat alle uitgaven door de Stichting gedaan, uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting zijn geweest.
Enschede, 30 mei 2011
J. Salverda Bestuurder
Jaarverslag 2010 – Domijn
9
3.
Bestuursverslag en Governancestructuur
3.1
Algemeen
In 2008 hebben wij ons strategisch plan 2009 – 2012 vastgesteld. Hierin is een aantal belangrijke uitgangspunten opgenomen. In de eerste plaats is de missie vastgelegd: “Domijn levert goede en betaalbare woningen aan mensen die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien. Wij zetten daarbij in op vitale en sterke steden, dorpen, wijken en buurten waar mensen worden gestimuleerd tot participatie en emancipatie. Hiervoor zetten we ons vastgoed en vermogen (geld en kennis) in”. In het strategisch plan is onze identiteit vastgelegd: we zijn een vastgoedorganisatie met een maatschappelijke taak. We • • • •
•
willen op de volgende wijze werken: De markt en de klant staan centraal en onze activiteiten zijn daarop gericht; We sturen als vastgoedorganisatie op het rendement van het vastgoed; We nemen genoegen met een laag rendement op de exploitatie van ons primaire vastgoed. Dit is een belangrijke invulling van onze maatschappelijke taak; We nemen het dorp, de stad, de wijk en de buurt als uitgangspunt voor onze activiteiten. We werken gebiedsgericht met als doel het betreffende gebied verder te ontwikkelen. Dit gebeurt op basis van gebiedsvisies en de daaruit voortvloeiende projecten. Wij werken integraal, dat wil zeggen dat in de gebiedsvisies zowel fysieke, sociale als economische aspecten naar voren komen. In de realisatie van de gebiedsvisies zetten we vooral in op de fysieke aspecten. Ook kunnen we initiëren en ondersteunen op de sociale en economische aspecten; We sturen op een duurzame vastgoedportefeuille.
Pilot initiatieven Eind 2010 besloten we dat we een bijdrage willen leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Hiermee bedoelen we problemen die spelen in gebieden waar we (veel) bezit hebben. In dat kader participeren we in twee pilot initiatieven van de gemeente Enschede. In de eerste pilot streven we naar een werkloosheidsvrije wijk (Pathmos en Stevenfenne). In de tweede pilot kijken we hoe in Glanerbrug de verantwoordelijkheid voor de brede leefomgeving meer bij inwoners kan worden gelegd. In beide pilots zijn de woorden “participatie aan de samenleving” en “activering” leidend. In 2011 bepalen we welke rol wij hier willen innemen en wat onze concrete bijdrage wordt. In 2010 zijn belangrijke stappen gezet om de doelen en de werkwijze zoals die in het strategisch plan zijn verwoord in de organisatie te implementeren. In dit jaarverslag gaan we hier nader op in.
3.2
Bestuurlijke organisatie
3.2.1 Bestuur en directieraad Ons bestuur is belast met het besturen van de corporatie. Dit betekent onder meer dat zij verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de corporatie, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. Het bestuur is verder verantwoordelijk voor: • De naleving van alle relevante wet- en regelgeving; • Het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie; • De financiering van de corporatie. Het bestuur streeft als maatschappelijke ondernemer naar een effectieve en expliciete verantwoording van deze zaken. Het bestuur richt zich primair op onze volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen. Daarbij houdt zij rekening met zowel onze medewerkers als onze omgeving. In de statuten staat geformuleerd wat de taken van het bestuur zijn. Deze zijn nader uitgewerkt in het bestuursreglement dat we in 2011 actualiseren1. Als maatschappelijke ondernemer streeft het bestuur naar een effectieve en expliciete verantwoording van deze zaken en bespreekt zij deze met de Raad van Commissarissen en haar Auditcommissie en Remuneratiecommissie. Het bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Dat betekent onder meer dat het bestuur op tijd alle informatie aanlevert aan de Raad van Commissarissen. Hierdoor kan de
1 Onze statuten, reglementen en overige informatie over hoe wij het toezicht binnen Domijn hebben geregeld, vindt u op www.domijn.nl.
Jaarverslag 2010 – Domijn
10
Raad haar taak op een juiste wijze invullen. De Raad van Commissarissen doet in hoofdstuk 4 verslag van haar toezichthoudende taak. Op basis van het gewenste profiel en toekomstige ontwikkelingen is de huidige bestuurder in 2010 herkozen door de Raad van Commissarissen. De bestuurder (algemeen directeur) is in deze functie benoemd volgens de Governancecode voor een periode van vier jaar. De vaststelling van de beloning van de bestuurder is een verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen. Vanuit de Raad van Commissarissen is een Remuneratiecommissie ingesteld. Deze commissie adviseert en bereidt onder meer de beloning van de bestuurder voor. De voltallige Raad van Commissarissen beslist over de voorstellen. De verantwoording van het beleid rondom de bestuurdersbeloning is opgenomen in het verslag van de Raad van Commissarissen (zie hoofdstuk 4). Wij willen elke vorm van belangenverstrengeling tussen Domijn en de bestuurder vermijden. Daarom moet de Raad van Commissarissen altijd goedkeuring geven voor transacties waarbij mogelijk tegenstrijdige belangen van de bestuurder spelen. Hetzelfde geldt voor transacties die van materiële betekenis kunnen zijn voor Domijn en/of de bestuurder. De bestuurder verklaart dat zich in 2010 geen tegenstrijdige belangen hebben voorgedaan. 3.2.2 Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen bestaat uit zeven personen. Drie commissarissen zijn afkomstig van de ‘oude’ individuele Raden van Commissarissen. Hun benoeming is op voordracht van de individuele huurdersorganisaties van de drie vestigingen geweest. De overige commissarissen zijn via externe werving aangesteld. Daarnaast is er een AuditCommissie en een Remuneratiecommissie ingesteld. De Raad van Commissarissen legt in hoofdstuk 4 van dit jaarverslag verantwoording af over de wijze waarop zij toezicht heeft gehouden in het jaar 2010. We vinden het belangrijk dat de Raad van Commissarissen zich niet alleen laat informeren door de bestuurder. Dat betekent dat de Raad van Commissarissen een aantal keren per jaar met onze Ondernemingsraad spreekt. Op grond van ons stakeholdersbeleid, dat we in 2010 hebben vastgesteld, heeft de Raad van Commissarissen periodiek formeel contact met onze belangrijkste stakeholders. 3.2.3 Werkorganisatie We hebben duidelijke keuzes gemaakt voor de inrichting van de werkorganisatie. De keuzes die zijn gemaakt in het strategisch plan zijn consequent doorgevoerd binnen de organisatie: • Onze afdeling Wonen neemt het beheer van de bestaande voorraad voor haar rekening. Dat betekent dat deze afdeling de relaties met de klanten onderhoudt en zorgt voor de verhuur en verkoop van het bezit. Daarnaast treedt ze op als opdrachtgever voor het onderhoud van het bestaande vastgoed. Bij ontwikkeling van nieuw vastgoed is Wonen nauw betrokken; • De afdeling Ontwikkeling is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van gebiedsvisies en doet voorstellen voor investeringen in nieuw vastgoed. Deze afdeling is verder verantwoordelijk voor het ontwikkelen van onze voorstellen voor de transformatieopgave. Zij voert grote onderhoudsprojecten en renovaties uit in opdracht van de afdeling Wonen; • De controle op de interne processen en procedures, de rechtmatigheid en doelmatigheid van de organisatie ligt bij de afdeling Planning & Control; • In 2010 is de afdeling Vastgoedsturing opgericht. Deze afdeling adviseert de directie over de (ontwikkeling) van de vastgoedportefeuille en onze beleggingsfunctie; • De afdeling Beleid en Bedrijfsvoering ondersteunt de organisatie door beleid te ontwikkelen en na goedkeuring te implementeren. Tot slot is er ter ondersteuning van de organisatie een afdeling Financiën, HR&O, PR & Communicatie en Facility Service. De directie van de organisatie bestaat uit de bestuurder (algemeen directeur) en de directeur. De directie wordt geadviseerd door het managementteam bestaande uit de managers Beleid en Bedrijfsvoering, Wonen, Ontwikkeling en de controller.
Jaarverslag 2010 – Domijn
11
3.2.4 Ondernemingsraad De ondernemingsraad overlegt in principe zes keer per jaar met onze bestuurder. Belangrijke gespreksonderwerpen in 2010 waren: • Voortgang opbouw interne organisatie. De ondernemingsraad bespreekt de voorgenomen besluiten van de directie over de wijzigingen in de interne organisatie; • Secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden; • De voortgang van diverse interne programma’s; • De evaluatie en gezichtspunten over de samenwerking tussen de ondernemingsraad en bestuurder. Hierover sprake we tijdens de trainingsdagen van de ondernemingsraad; • Statutenwijziging Domijn; • Interne huisvesting; • Zaken voortkomend uit de CAO Woondiensten; • Diverse ontwikkelingen die van invloed zijn op de organisatie: wet- en regelgeving, woningbouwafspraken, enzovoorts; • Het medewerkerstevredenheidonderzoek (opzet en uitkomsten); • Begroting en jaarrekening. Het overleg tussen de ondernemingsraad en het bestuur is gericht op de ontwikkeling van de organisatie. Het overleg heeft een goede sfeer en samenwerking. De ondernemingsraad overlegt (in afwezigheid van de bestuurder) een aantal keren met de Raad van Commissarissen. 3.3
Risicomanagement, integriteit en Governance
3.3.1 Rapportages Ieder kwartaal leveren we een kwartaalrapportage op. Deze rapportage bestaat uit: • Een inleiding en een algemene beschouwing door de bestuurder; • De voortgang op de gestelde doelen voor dat jaar; • De voortgang van de verbeteringen die door de externe accountant zijn aangegeven in de managementletter; • De stand van zaken op basis van de financiële indicatoren en de daarbij gestelde normen; • De voortgang in onze ontwikkel- en beheeropgave; • De resultaten van verhuur en verkoop. De kwartaalrapportage is een belangrijk instrument voor het kunnen volgen van de prestaties van de organisatie. Dit geldt voor zowel de Raad van Commissarissen als voor directie en werkorganisatie. 3.3.2 Visitatie In 2010 zijn wij door de Stichting KWH gevisiteerd. De oplevering van het visitatierapport vond in december plaats, waarna de validatie van het rapport startte. In januari 2011 is het rapport beschikbaar gesteld. Het cijfergemiddelde op de diverse onderdelen van de visitatie bedroeg (afgerond) 6,6. Hieronder een aantal belangrijke opmerkingen die uit de visitatie naar voren kwamen: • We zijn een corporatie die de sociale kant van het wonen centraal stelt. Dit doen we niet alleen in beleidsdocumenten maar ook in het investeringsbeleid en in het dagelijks handelen. Dit uit zich op een aantal manieren: Wij bieden een zeer hoog percentage goedkope huurwoningen; We hebben consequente aandacht bij nieuwbouw en renovatie voor de bewoonbaarheid van woningen voor ouderen en gehandicapten; We streven er naar het aantal huisuitzettingen te verminderen. Dit doen wij door het bieden van huisvesting aan bijzondere groepen zoals dak- en thuislozen. Deze taakopvatting is over de jaren heen constant. Er zijn geen signalen dat hier in de overzienbare toekomst verandering in op treedt. Het is dan ook geen toeval dat de belanghouders hier met –soms- grote waardering over spreken; • Spraakmakende herstructureringsprojecten zoals die van Overdinkel en de Wesselerbrink in Enschede hebben een duidelijke sociale component die naast het belang van waardebehoud van het vastgoed staat; • We zijn in sommige gevallen (te) bescheiden; • We kiezen niet voor schaalvergroting en/of uitbreiding van het werkgebied;
Jaarverslag 2010 – Domijn
12
•
• • •
• •
Keuzevrijheid van de woningzoekende is de leidraad van het woonruimte-verdelingsysteem. Hieraan zijn ook bezwaren verbonden (er is immers geen ideaal systeem) en niet alle belanghouders zijn er gelukkig mee; We kiezen voor gebiedsontwikkeling op basis van gebiedsvisies. Deze worden met relevante belanghouders voor het betreffende gebied opgesteld; Er is een duidelijke keuze gemaakt voor een verdere ontwikkeling in de richting van klantgerichtheid: wij willen een heel goede verhuurder zijn; We moeten doelstellingen en prestaties, beter dan momenteel het geval is, meetbaar formuleren. Huidige doelstellingen zijn niet altijd voorzien van een kostenoverzicht. Gemeenten in ons werkgebied zijn voorstander van het maken van meer concrete prestatieafspraken; Meer duidelijkheid is noodzakelijk over onze financiële situatie en de te verwachten ontwikkeling ervan. Een document waarin integraal de financiële strategie staat beschreven werkt hierbij verhelderend; Belanghouders moeten veel beter bij de beleidsvorming worden betrokken. Nu spelen zij –op de Huurderkoepel na- alleen een rol bij de verschillende projecten. Zij worden niet systematisch betrokken bij de beleidsvorming. Dit leidt tot irritatie en verwijten (“Domijn is arrogant”) die contraproductief zijn. De in het stakeholdersbeleid voorziene rol voor de Raad van Commissarissen is zeker een verbetering.
Wij zien visitatie als een leerinstrument en niet als een controle-instrument. De resultaten van de visitatie worden in 2011 in de organisatie en met de Raad van Commissarissen besproken. Dit moet leiden tot verdere verbeteringen. 3.3.3. Risicomanagement In 2009 zijn wij begonnen met de eerste stappen voor het invoeren van integraal risicomanagement. Dit betekent dat wij onze huidige strategische risico’s en interne bedrijfsrisico’s gestructureerd in beeld hebben gebracht. Wij gaan ook integrale afwegingen nemen over de beheersing van deze risico’s. Het risicoprofiel en de risicobereidheid bepalen we in 2011. Ook de verantwoordelijkheden voor de interne beheersing van risicomanagement wijzen we dan toe. De uitkomsten presenteren we aan de Raad van Commissarissen. De bewaking van de risico’s per afdeling vindt plaats door middel van een risicocontroleregister. De risico’s bespreken we als een vast agendapunt in de MT-vergaderingen, zodat de actualiteit van het risicoregister gewaarborgd blijft. De controller bewaakt de voortgang van de te nemen beheersingsmaatregelen en per kwartaal wordt risicomanagement opgenomen in de kwartaalrapportages. Zodat de Raad van Commissarissen inzicht krijgt in de risico’s en de wijze waarop beheersingsmaatregelen zijn uitgewerkt. In 2011 wordt ook het formeel risicomanagementbeleid uitgewerkt. Nu is ons gedrag risicomijdend. Dit risicomijdende gedrag leidt er toe dat bij de bepaling van de risicobereidheid alle gekwantificeerde risico’s in het hoogste risicokwadrant aandacht nodig hebben. Door accent te geven aan de belangrijkste risico’s maken wij duidelijk dat we niet alle risico’s willen afdekken, maar alleen de meest essentiële. De minder belangrijke risico’s accepteren wij. Jaarlijks actualiseren we het risicoprofiel. In 2010 zijn diverse interviews en sessies gehouden om de belangrijkste risico’s te inventariseren. Begin 2011 zijn de belangrijkste risico’s door directie en management vastgesteld. De belangrijkste externe risico’s zijn: • Het risico dat het aanbod van woningen nu en in de toekomst niet aansluit bij de vraag vanuit de doelgroep (onder meer als gevolg van demografische ontwikkelingen); • Het risico dat we onze verkoopdoelstelling corporatiebreed niet realiseren; • Het risico dat de zware eisen van toezichthouders onze flexibiliteit negatief beïnvloeden. De belangrijkste interne risico’s zijn: • Het risico dat specifieke expertise en kennis teveel hangt aan individuen; • Het risico dat kwaliteit en kwantiteit van ons personeel niet voldoende zijn om de kerntaak adequaat te kunnen uitvoeren, zowel op korte als lange termijn; • Het risico dat onze cultuur niet effectief bijdraagt aan een adequate uitvoering van onze kerntaak; • Het risico dat wij onvoldoende in staat zijn om de financiële continuïteit effectief en efficiënt te managen. Voor de hierboven benoemde risico’s nemen wij beheersingsmaatregelen. Enkele beheersingsmaatregelen zijn: • Niet-DAEB activiteiten bouwen we zoveel als mogelijk af of ontwikkelen we in relatie met derden; • De grondposities brengen we tot ontwikkeling, stoten we af of we gaan na hoe ze voor de korte termijn tot een kasstroom kunnen leiden;
Jaarverslag 2010 – Domijn
13
•
• • • • •
De heffing door het Rijk in 2014 is in de meerjarenbegroting verwerkt. Deze heffing is ten behoeve van de huurtoeslag. Hierdoor zijn de investeringen gemaximeerd en wordt er een groter aantal woningen verkocht. Ook is er een bezuiniging van 5% op de bedrijfslasten doorgevoerd; De woningverkoop wordt geïntensiveerd door een groter aantal woningen te selecteren voor verkoop (in principe is de woning te koop tenzij…); Rentestijgingen kunnen we niet beïnvloeden. De aandacht voor treasury en liquiditeitsplanning wordt steeds groter; De verwachtingen van stakeholders managen we voortdurend; De omvang van de bedrijfslasten is voortdurend in beeld en wordt stelselmatig naar beneden bijgesteld. In het eerste kwartaal van 2011 voeren we een kerntakendiscussie; In 2011 ontwikkelen we een verbindingenbeleid. Dit heeft als doel de bestuurlijke kaders met betrekking tot verbindingen te expliciteren. De noodzaak om ook een investeringsstatuut te ontwikkelen gaan we verder onderzoeken.
Wij zijn van mening dat wij hiermee op adequate en zorgvuldige wijze invulling geven aan onze maatschappelijke taak. 3.3.4 Codes, Klokkenluidersregeling en Regeling Nevenwerkzaamheden Wij kiezen nadrukkelijk voor het naleven van de Aedescode en de Governancecode. We hechten er waarde aan dat deze codes worden nageleefd en dat er naar wordt gehandeld. Niet alleen vanwege het bestaan van deze codes maar vooral vanuit het besef dat we een maatschappelijke organisatie zijn en “maatschappelijk kapitaal” beheren. Deze verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat er op een juiste en adequate wijze verantwoording wordt afgelegd. Ook is er sprake van “Good Governance” en wordt er op een integere wijze gehandeld. Dit wordt verwacht van alle mensen en organisaties die bij onze organisatie betrokken zijn. Het is een belangrijke taak van de Raad van Commissarissen toezicht te houden op de juiste naleving. We maken hier echter ook een kritische kanttekening bij. Het afleggen van verantwoording mag niet ten koste te gaan van onze taak. Toch brengt deze activiteit een behoorlijke administratieve druk met zich mee. Wij willen in de komende periode onderzoeken op welke wijze wij die administratieve druk kunnen verminderen. We gaan dit doen in overleg met de toezichthouders en stakeholders. Daarnaast kennen we een Gedragscode, een Klokkenluidersregeling en een Regeling Nevenwerkzaamheden. In 2010 hebben we een begin gemaakt met het verder vormgeven van het integriteitbeleid binnen de organisatie. Daarbij gaat het vooral om het verhogen van het bewustzijn over integriteitvraagstukken. Dit geldt voor iedereen binnen de organisatie. In 2011 presenteren we de resultaten aan onder meer onze Raad van Commissarissen. 3.3.5 Procedures en audits In 2010 zijn we gestart met het opnieuw beschrijven van de opdrachtgever- en aanbestedingsprocedures. Deze stellen we in 2011 opnieuw vast. De afdeling Planning en Control heeft in het afgelopen jaar negen audits uitgevoerd. Al deze audits zijn zowel met de directie als met de Auditcommissie besproken. De audits leiden over het algemeen tot verdere verbeteringen van de interne beheerprocessen. De manager van de afdeling Planning en Control heeft een bijzondere positie. Deze functionaris heeft rechtstreeks toegang tot de Raad van Commissarissen en kan niet door de bestuurder worden ontslagen zonder instemming van de Raad van Commissarissen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
14
3.4
De volkshuisvestelijke prestaties
3.4.1 Prestaties In 2010 zijn de meeste woningen verhuurd aan de primaire doelgroep van het beleid. We hanteren bij het verhuren van woningen het lotingsysteem als er meerdere belangstellenden zijn. In 2010 vond een evaluatie van dit systeem plaats. Woningzoekenden en huurdersorganisaties blijken over het algemeen tevreden te zijn over het systeem. Woningen met een huurprijs hoger dan € 648,- worden buiten dit systeem verhuurd. Onze interne afdeling Makelaardij neemt deze werkzaamheden op zich. Voor deze woningen geldt: “Wie het eerst komt, het eerst maalt”. Het is van belang duidelijk te vermelden dat het aantal ontruimingen vanwege huurachterstanden verder is afgenomen. Dit is vooral te danken aan de intensieve aandacht en de preventieve wijze van werken voor klanten die in financiële problemen komen. In 2010 hebben we 83 woningen verkocht, ondanks de moeizame woningmarkt. Ook het aantal gesloopte woningen is achtergebleven ten opzichte van de planning. Dit heeft te maken met de gefaseerde uitvoering van de herstructurering Wesselerbrink. We hebben er voor gekozen om 80% van het woningbezit in te zetten voor de primaire klantengroep. Daarmee voldoen we op een goede manier aan de volkshuisvestelijke opgave in ons werkgebied. In 2010 had 95,4% van het woningbezit een huurprijs lager dan € 648,-. Ten opzichte van de ambities verwoord in de begroting, hebben we in 2010 goed gepresteerd. Het aantal gerealiseerde huurwoningen is echter achtergebleven bij het aantal dat we begroot hebben (gerealiseerd 63%). Figuur 1 illustreert de bestemming van onze woningen.
Figuur 1: Bestemming woningen In hoofdstuk 6 gaan we dieper in op de realisatie van onze vastgoedambities. 3.4.2 Visie op wonen We hebben in 2010 de vastgoedstrategie (portefeuillestrategie) vastgesteld. Daarin geven we aan dat we voor de lange termijn sturen op een vastgoedportefeuille die in omvang gelijk blijft. Ook zetten we met name in op de bestaande voorraad. Dit doen wij op basis van de verwachte demografische ontwikkelingen in ons werkgebied. We verwachten dat we deze strategie in 2011 bijstellen. Door uit te gaan van een vastgoedportefeuille die in omvang gelijk blijft, worden er nog steeds woningen aan de totale markt toegevoegd. Hierdoor compenseren we de verkoop van bestaand bezit met nieuwbouw. Het is waarschijnlijk dat we er voor kiezen dat we niet langer woningen toevoegen aan de markt. Daarmee concentreren we ons sterker op de kwaliteit van de bestaande voorraad. In 2010 hebben we samen met collega-corporaties De Woonplaats en Ons Huis een visie op de stad gepresenteerd. Hierin hebben we gezamenlijk verwoord dat wij, gezien de marktomstandigheden en de demografische vooruitzichten, ons willen concentreren op de bestaande stad en daarbij op de bestaande voorraad woningen. We geven in deze visie ook aan dat wij terughoudend zullen zijn bij het bouwen in zogenaamde ‘uitleggebieden’ in Enschede.
Jaarverslag 2010 – Domijn
15
Wij hebben met De Woonplaats en Ons Huis in 2010 intensief overleg gehad met de gemeente Enschede over de woningbouwprogrammering. Het resultaat van dit overleg is dat de te bouwen aantallen woningen voor zowel de korte als de langere termijn substantieel zijn verminderd. Ter illustratie: Er stonden voor de komende vijf jaren 6.000 nieuwe woningen gepland voor de gemeente Enschede. Dit is teruggebracht naar 1.500 in dezelfde periode. Het motief om tot deze sterke vermindering te komen is tweeledig: voor de korte termijn de huidige marktomstandigheden. Voor de lange termijn de wijzigende demografische situatie (minder groei en meer vergrijzing). Wij voeren ook intensief overleg met de gemeentebesturen van de gemeenten Haaksbergen en Losser. Ook hier hebben we het over groei en krimp en de manier waarop hiermee om gegaan zou moeten worden. Wij worden door de gemeentebesturen van ons primaire werkgebied betrokken bij het opstellen van woonvisies. In 2010 zijn de prestatieafspraken met de gemeente Losser ondertekend. In Enschede wordt gewerkt aan een nieuwe woonvisie. Bij het ontwikkelen van deze visie zijn de Enschedese corporaties nauw betrokken. De woonvisie leidt in 2011 tot het maken van nieuwe, geactualiseerde prestatieafspraken met de gemeente Enschede. Gebiedsvisies In 2010 hebben we gewerkt aan het realiseren van integrale gebiedsvisies voor de verschillende wijken en dorpen waar we actief zijn. Dergelijke visies worden opgesteld in nauw overleg met betrokkenen in dat gebied: bewoners, gemeente, maatschappelijke organisaties, middenstand, enz. Hierbij besteden we aandacht aan fysieke, sociale en economische aspecten. De gebiedsvisies vertalen we in een projectenboek voor het betreffende gebied. De inzet is de benoemde projecten op fysiek, economisch en sociaal gebied uit te voeren met verantwoordelijke participanten. Deze participanten zijn in het gebied werkzaam en actief. Daarbij hebben we op het fysieke gebied (woningen en woonomgeving) een uitvoerende rol. Op de economische en sociale projecten hebben we een stimulerende en ondersteunende rol. Overdinkel Op basis van deze werkwijze is in 2010 veel aandacht besteed aan de voorbereiding van projecten in Overdinkel (gemeente Losser). Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de gemeente Losser (verwerving van subsidies, procedures ruimtelijke ordening), de bewoners van Overdinkel, zorgpartijen en welzijnswerk. Wesselerbrink Er is in 2010 intensief aandacht besteed aan het omvangrijke herstructureringsgebied Wesselerbrink. Het stedenbouwkundig programma is na intensief overleg met bewoners en gemeente Enschede vastgesteld. Daarnaast is het sociaaleconomisch programma vastgesteld en in uitvoering genomen. Het ministerie van VROM heeft voor de uitvoering van dit programma een extra subsidie beschikbaar gesteld van één miljoen euro. De gemeente Enschede voert de regie over dit programma. Belangrijk te vermelden is dat het stedenbouwkundig programma, dat na intensief overleg in 2010 is vastgesteld, onder meer voorziet in woningen met een huurprijs hoger dan € 648,- en koopwoningen. Dit om de differentiatie in deze wijk te vergroten. Dit staat haaks op de bepalingen die zijn opgenomen in de “Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting” (de interim regeling) die per 1 januari 2011 in werking is getreden. De financierbaarheid van deze woningen is hiermee onzeker geworden. In 2011 hebben we verder overleg en onderzoek over mogelijke oplossingen. Twekkelerveld In 2010 hebben we besloten om in de wijk Twekkelerveld koopwoningen te bouwen ter versterking van de wijk en passend in de wijkvisie die we opgesteld hebben. Hiervoor hebben we een subsidie ontvangen in het kader van de stimulering woningbouw. De ontwikkeling is overgenomen van de VOF DNA waarin wij ook participeren.
Jaarverslag 2010 – Domijn
16
Duurzaamheid In 2010 werkten we aan onze duurzaamheidambities. Door een aantal ingrepen in het woningbezit (met name het vervangen van CV-ketels) is over alle woningen gerekend het gemiddelde label verhoogd van D naar C. De vereniging WoON voert momenteel onderzoek uit naar de effecten van verdere isolatie en ‘oplabeling’ van woningen. De voorlopige conclusies van dit onderzoek geven aan dat het nauwelijks rendeert om woningen, die in het bezit zijn van corporaties (veelal niet al te grote woningen) verder te brengen dan het label C. Dit op grond van mogelijke resultaten over de CO2-reductie en woonlastenreductie. De definitieve uitkomsten van het onderzoek leiden misschien tot het bijstellen van ons duurzaamheidbeleid. Dit gaat in 2011 zijn beslag krijgen. Participatie en klanten Wij hechten er aan onze klanten te betrekken bij onderwerpen die van wezenlijk belang voor hen zijn. In het huidige strategisch plan is dit verwoord als: “De klant en de markt staan centraal”. Wij doen dat op verschillende niveaus: • Bij individuen; • Bij bewonerscommissies; • Bij huurdersorganisaties en de Huurderkoepel. We hanteren daarbij uiteraard de uitgangspunten zoals die in de Overlegwet staan. Vertaling naar de praktijk We investeren in de leefbaarheid van de dorpen, wijken en buurten waar wij bezit hebben. Dit doen wij door fysieke ingrepen in nauw overleg met bewoners en gemeente. Maar ook door (financiële) ondersteuning te bieden bij projecten die tot doel hebben de sociale en economische omstandigheden te verbeteren. In buurten en wijken waar dat nodig is zetten we leefbaarheidconsulenten in. In 2010 is intern intensief gewerkt aan het omzetten van bedrijfsprocessen naar klantprocessen. Dit leidde tot aanzienlijke bijstellingen van de processen. Bedrijfsprocessen zijn omgezet naar klantprocessen. Het doel hiervan is te zorgen voor een hogere serviceverlening en daarmee een hogere klanttevredenheid. Het programma ronden we in 2011 af. Wonen en zorg We bezitten veel vastgoed dat zorgorganisaties huren voor de huisvesting van hun cliënten. Het gaat daarbij om organisaties die zich onder meer richten op: • De zorg en huisvesting van ouderen; • Mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking; • Verslaafden en ex-verslaafden; • De opvang en huisvesting van dak- en thuislozen; • Begeleid wonen. We hebben een nauwe samenwerking met deze organisaties. In veel gevallen is er sprake van een samenwerkingsovereenkomst of een convenant. In het strategisch plan staat dat keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid belangrijke waarden zijn. Dat geldt intern, maar ook de activiteiten die we ontplooien moeten daaraan een bijdrage leveren. In dat kader vinden we het van belang dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig zijn. Bij investeringen besteden we aan dit thema aandacht door bijvoorbeeld zoveel mogelijk levensloopbestendig te bouwen. Het begrip keuzevrijheid brengt met zich mee dat we zo weinig mogelijk woningen labelen voor een speciale doelgroep. Kwetsbare groepen In 2009 besloten we ons specifiek te richten op dak- en thuislozen en daarmee samenhangende kwetsbare groepen in de samenleving. Wij streven er naar om in nauw overleg met de gemeente Enschede op verschillende locaties woonvoorzieningen voor deze groep te realiseren. Dit zijn over het algemeen langdurige trajecten. In 2010 zijn voorbereidingen getroffen voor het realiseren van vier woonvoorzieningen: in de wijken Velve, Wesselerbrink (2x) en Centrum.
Jaarverslag 2010 – Domijn
17
3.4.3 Financieel We sturen op een aantal financiële indicatoren waarvoor normen zijn gesteld en op het rendement van het vastgoed. Daarbij zijn voor de verschillende typen vastgoed verschillende rendementseisen gesteld. De afdeling Financiën monitort de financiële positie. De afdeling Planning en Control bewaakt de juiste werking van het monitoringsysteem. Ieder kwartaal doen we verslag over de financiële positie in de kwartaalrapportages. Daarbij worden relaties gelegd met de doelstellingen en normen. Ook geven we aan welke bijsturingmaatregelen noodzakelijk zijn. In overleg met de Raad van Commissarissen hebben we in 2010 verdere normen gesteld aan de bevoegdheden van het bestuur. Dit ten aanzien van investeringen in vastgoed. Omdat we gekozen hebben om deze normen vast te leggen in de statuten, hebben we deze in 2010 opnieuw vastgesteld. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt om de statuten in het geheel te updaten. De directie is tevreden over het (financiële) resultaat dat in 2010 is geboekt en de besluiten en maatregelen die eind 2010 zijn genomen ten einde het (financiële) voortbestaan van de corporatie te borgen. Overigens wordt duidelijk door het hanteren van het zogenaamde ORTEC model dat de financiële continuïteit voor de zeer lange termijn (20 jaar en verder) nog onzeker is. In de komende periode zal dit onderwerp van nadere studie worden. Dit laatste mede in relatie tot externe ontwikkelingen waarbij duidelijk is dat de corporatie in toenemende mate gezien wordt als een organisatie die een vangnetfunctie vervult voor die mensen die vanwege onder andere inkomen zijn aangewezen op een woning met een lage prijs. ‘Lean and mean’ Voor 2010 stond een onderzoek gepland naar het verder ‘lean and mean’ inrichten van de organisatie. Dit onderzoek is eind 2010 gestart, mede naar aanleiding van de begroting. In de begroting van 2011 en in de meerjarenbegroting is een structurele taakstellende bezuiniging opgenomen van 5% op de bedrijfslasten. In het eerste kwartaal van 2011 bepalen we welke kerntaken we in de toekomst uitvoeren. Mede naar aanleiding van de heffing die vanaf 2014 door het rijk wordt opgelegd (dit betekent een uitgaande kasstroom van ruim vier miljoen euro op jaarbasis), zijn nu al maatregelen voor de langere termijn doorgevoerd om deze heffing ook te kunnen betalen. Naast de hiervoor genoemde bezuiniging op de bedrijfslasten, hebben we besloten om het jaarlijks te investeren bedrag te maximeren tot gemiddeld 45 miljoen. Daarnaast hebben we besloten het aantal te verkopen woningen verder op te voeren. Verder kijken we naar de mogelijkheden om de inkomsten uit verhuur omhoog te brengen. In 2010 hebben we het huurprijsbeleid aangepast. Statuten en treasury De wijze waarop onze deelnemingen binnen de organisatie worden gepositioneerd, leggen we vast in een deelnemingenstatuut. Daarnaast onderzoeken we of er een noodzaak bestaat voor het ontwikkelen van een investeringsstatuut. Indien hier een noodzaak voor bestaat, ontwikkelen we dat statuut niet alleen voor deelnemingen. Ieder jaar stellen we een treasuryjaarplan op waarin we ingaan op de liquiditeitsbegroting. Ook gaan we in op de gerealiseerde kasstromen van het vorige jaar en op de verwachte kasstromen voor het komende jaar. Daarnaast is er ruimte voor de opbouw van de leningenportefeuille, de geraamde financieringsbehoefte enzovoorts. Het treasuryjaarplan wordt vastgesteld door de directie en daarna voor goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen. We hebben in het treasurystatuut normen gesteld ten aanzien van de treasuryfunctie. We constateren dat de treasuryfunctie belangrijker wordt. Dit komt vooral door de rentegevoeligheid van de corporatie en de afhankelijkheid van verkoop van bestaand bezit, in relatie tot de investeringsopgave en de verhouding vreemd vermogen – waardebezit. We beslissen in 2011 op welke wijze we het zogenaamde niet-DAEB vastgoed (administratief) scheiden van het DAEB vastgoed. Verder gaan we onderzoeken hoe we noodzakelijk geachte activiteiten in het niet-DAEB segment kunnen financieren. Een andere optie is deze in samenwerking met andere partijen te ontwikkelen. Alhoewel de principiële keuze is gemaakt om niet te investeren in niet-DAEB vastgoed is dit volkshuisvestelijk niet altijd de juiste keuze. Dat geldt vooral voor (herstructurering-)gebieden met een zeer eenzijdige productaanbod. Verwerking voorstellen Alle aan de directie voorgelegde voorstellen zijn voorzien van een financiële paragraaf. Voorstellen voor vastgoedprojecten worden voorzien van een rendementsberekening. De kwaliteit van de voorstellen die aan de directie worden voorgelegd is in 2010 verder verhoogd door de toevoeging van een risicoparagraaf en de effecten van het voorstel op de financiële indicatoren. Het management tekent deze voorstellen voor akkoord. Het project om tot wijziging van onze waarderingsgrondslagen over te gaan is uitgesteld tot 2011. De lange onduidelijkheid over de nieuwe Richtlijn 645 zorgt ervoor dat dit niet in 2010 is gebeurd.
Jaarverslag 2010 – Domijn
18
4.
Verslag van de Raad van Commissarissen
Dit hoofdstuk gaat in op de verantwoording van de Raad van Commissarissen (verder genoemd: RvC). Aan de hand van de Governance Code legt de RvC verantwoording af over, en de besluiten genomen door de RvC. Ook legt de RvC verantwoording af over de beloning die de commissarissen (oud en nieuw) hebben ontvangen. 4.1 Verantwoording Het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening zijn door KPMG onderzocht. Daarbij heeft de RvC kennis genomen van de afgegeven accountantsverklaring en de managementletter. De RvC heeft aan deze jaarverslaglegging haar goedkeuring verleend en het bestuur decharge verleend voor het in 2010 gevoerde beleid. 4.2 Personalia Bestuurder De heer Salverda (geboren op 9 februari 1955) is per 19 juli 2007 door de RvC benoemd tot bestuurder. Sinds 1 maart 1998 werkte de heer Salverda als directeur-bestuurder van Woningstichting Lucht & Licht, één van de fusiepartners van Domijn. Er is overeengekomen dat de Corporate Governance Code gehanteerd wordt. Dat betekent dat na vier jaar een expliciete evaluatie plaatsvindt over de herbenoeming van de bestuurder. Deze evaluatie was in het tweede halfjaar van 2010. De beoordeling van de bestuurder en het functieprofiel voor de nieuwe periode leidde tot het besluit tot herbenoeming. De nieuwe periode duurt van 2011 tot 2015. Los van zijn benoeming als bestuurder heeft de heer Salverda een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De heer Salverda bekleedde in 2010 de volgende nevenfuncties: • Lid van het bestuur van het Architectuurcentrum Twente; • Voorzitter van de Raad van Toezicht van TWT; • Lid van het provinciale bestuur van Vereniging de Zonnebloem. Daarnaast heeft de heer Salverda een functiegebonden nevenfunctie: voorzitter van de Vereniging WoON. Tabel 1: Personalia van de Raad van Commissarissen Naam
Functie
Benoeming
De heer dr.
Hoofdfunctie: Voorzitter
Datum 1e benoeming: 20-07-2007
Nevenfuncties: - Voorzitter SER Overijssel - Voorzitter Nederlandse Vereniging van Vrienden van Modern Glas - Lid bestuur Nationaal Glasmuseum - Voorzitter bestuur Vrije Academie Den Haag - Lid Provinciale Adviescommissie Industrieel erfgoed Overijssel - Voorzitter RvT Stadspromotie Enschede - Voorzitter RvT Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente
Datum 1e herbenoeming: 01-09-2008
A. Peters (16-03-1946)
Mogelijke 2e herbenoeming: 2011 Aftredend, niet herkiesbaar: 2014
Kerncommissie: Geen Professionele achtergrond: Directeur bouw- en ontwikkelingsprojecten Expertise: Advies/beleidsondersteuning op het gebied van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Onderwijs, Zorg en Cultuur Aandachtsgebieden in RvC: Geen specifiek aandachtsgebied
Jaarverslag 2010 – Domijn
19
Naam
Functie
Benoeming
Mevrouw drs.
Hoofdfunctie: Vicevoorzitter
Datum 1e benoeming bij rechtsvoorganger: 1-4-2004
E. Reinders (25-04-1950)
Nevenfunctie(s): Geen Kerncommissie: Voorzitter Remuneratiecommissie Professionele achtergrond: - Senior adviseur M3V adviespartners en Expertis Onderwijsadviseurs - Programmamanagement Twente School of Education - Voorheen Voortgezet onderwijs
Datum 1e benoeming: 20-07-2007 Datum 1e herbenoeming: 2010 Mogelijke datum 2e herbenoeming: 2013 Aftredend, niet herkiesbaar: 2016
Expertise: - Voortgezet Onderwijs - Coaching & Mediation - Ontwikkeling maatschappelijk Vastgoed - Organisatieontwikkeling Aandachtsgebieden in RvC: Geen specifiek aandachtsgebied
Naam
Functie
Benoeming
De heer ing.
Hoofdfunctie: Lid
Datum 1e benoeming bij rechtsvoorganger: 15-1-2004
J.B.H. Dercksen (10-07-1944)
Nevenfunctie(s): Geen Kerncommissie: Lid Remuneratiecommissie Professionele achtergrond: Vastgoed Expertise: Projectmanagement Vastgoed Aandachtsgebieden in RvC: Geen specifiek aandachtsgebied
Jaarverslag 2010 – Domijn
Datum 1e benoeming: 20-07-2007 Datum 1e herbenoeming: 01-09-2008 Mogelijke datum 2e herbenoeming: 2011 Aftredend, niet herkiesbaar: 2014
20
Naam
Functie
Benoeming
De heer
Hoofdfunctie: Lid
Datum 1e benoeming: 20-07-2007
Nevenfuncties: - Voorzitter RvT van Zinzia Zorggroep Renkum - Lid RvT van J.P. van den Bent Stichting Deventer - Voorzitter bestuur stichting Stadsfeest Doetinchem
Datum 1e herbenoeming: 2009
W.T.A. Dellepoort (03-08-1947)
Kerncommissie: Lid Remuneratiecommissie Professionele achtergrond: Directeur Patiëntenzorg Slingeland Ziekenhuis Doetinchem
Mogelijke datum 2e herbenoeming: 2012 Aftredend, niet herkiesbaar: 2015
Expertise: - Gezondheidszorg - Operationeel management - Human Resource Management Aandachtsgebieden in RvC: Geen specifiek aandachtsgebied Naam
Functie
Benoeming
De heer drs.
Hoofdfunctie: Lid
Datum 1e benoeming bij rechtsvoorganger: 01-09-2006
G.D. Johanns (08-06-1946)
Nevenfuncties: - Voorzitter gemeentelijke rekenkamers van Groningen, Zandvoort, Dalfsen/Ommen/ Staphorst - Lid Raad van Toezicht Openbare Bibliotheek Enschede - Gastdocent Hogeschool van Amsterdam Kerncommissie: Lid Auditcommissie Professionele achtergrond: Econoom/rijksambtenaar
Datum 1e benoeming: 20-07-2007 Datum 1e herbenoeming: 2008 Mogelijke datum 2e herbenoeming: 2011 Aftredend, niet herkiesbaar: 2014
Expertise: - Strategie ontwikkeling, besluitvorming en implementatie - Financieel beleid en management - Sociaal beleid - Governance Aandachtsgebieden in RvC: Geen specifiek aandachtsgebied
Jaarverslag 2010 – Domijn
21
Naam
Functie
Benoeming
De heer drs.
Hoofdfunctie: Lid
Datum 1e benoeming: 20-07-2007
Nevenfuncties: - Lid Raad van Toezicht Bruggerbosch Enschede - Lid/wnd.voorzitter WMO-raad Gemeente Dinkelland (tot 1 januari 2011) - Bestuurder stichting Osteo - Bestuurder Stichting ZGT Overzee
Datum 1e herbenoeming: 2010 Mogelijke datum 2e herbenoeming: 2013
Kerncommissie: Voorzitter Auditcommissie
Aftredend, niet herkiesbaar: 2016
A.N. Kreuwel RA (21-06-1966)
Professionele achtergrond: - Controller/adviseur Vennootschap Twentse Medisch Specialisten, Almelo/Hengelo Expertise: - Maatschappelijk ondernemen - Financial en management controlling Aandachtsgebieden in RvC: Geen specifiek aandachtsgebied
Naam
Functie
Benoeming
De heer drs.
Hoofdfunctie: Lid
Datum 1e benoeming bij rechtsvoorgangers: 1-12-1999
J. Niemans (30-04-1950)
Nevenfuncties: - Voorzitter Beheerscommissie Onroerende Goederen Diaconie Hervormde Gemeente Haaksbergen – Buurse - Lid Raad van Commissarissen Crematoria Twente/Oost Nederland B.V. te Enschede - Secretaris bestuur De Hedwig Carolina Stichting te Willemsoord
Datum 1e benoeming: 20-07-2007 Datum 1e herbenoeming: 2009 Aftredend: 30-6-2011
Kerncommissie: Lid Auditcommissie Professionele achtergrond: - Financieel adviseur - Oud-partner Ernst&Young Belastingadviseurs Expertise: Belastingen en Financiën Aandachtsgebieden in RvC: Deelnemingen
Jaarverslag 2010 – Domijn
22
4.3 Werkwijze De vergaderfrequentie van de RvC is vastgesteld op tenminste vier keer per jaar. In 2010 is de RvC zes keer bijeen geweest waarvan vier keer regulier. Jaarlijks komt de RvC één dag bijeen om strategische en organisatieontwikkelingthema’s te bespreken, zoals: • Afronding zelfevaluatie; • Profiel RvC naar de toekomst; • Beoordeling en bezoldiging bestuurder; • Herbenoeming van de bestuurder. Dit overleg vond plaats in oktober. In december heeft de RvC de uitkomsten van de visitatiecommissie met betrekking tot de begroting 2011 apart behandeld. Daarnaast had een delegatie van de RvC in april een vergadering om een besluit voor te bereiden over een investering in 60 woningen aan de Voermanstraat. De accountant was in mei aanwezig bij de vergadering van de RvC om toelichting te geven op het jaarverslag 2009; in november was hij bij de Auditcommissie om een toelichting te geven op de managementletter 2010. De accountant De RvC benoemt de externe accountant. De benoeming van de huidige accountant was in 2008, voor een periode van vier jaar. De beoordeling van de accountant vindt ieder jaar plaats. De RvC vindt dat er na een periode van vier jaar altijd een andere accountant moet worden benoemd. De opdrachtverstrekking aan de externe accountant gebeurt door de RvC. De externe accountant is belast met de controle van de jaarrekening. Uit die controle volgen managementletters en jaarrekeningrapporten. De voortgang van de verbeteringen, die in de managementletters beschreven staan, zijn een onderdeel van de kwartaalrapportages. De bevindingen over de jaarrekening rapporteert de accountant aan de RvC. De RvC kent een Auditcommissie en een Remuneratiecommissie. In tabel 1 is te zien wie in deze commissies zitting hebben. Een lid van de RvC voert voorbereidende werkzaamheden uit om goed en adequaat toezicht te houden op de deelnemingen van Domijn. In mei heeft de RvC in het kader van de verdere professionalisering van de eigen werkzaamheden een secretaris aangesteld. De secretaris, Rob Andela, neemt deel aan alle vergaderingen, Auditcommissie en Remuneratiecommissie. De secretaris bewaakt de agenda, maakt rapportages en oplegnotities vanuit de diverse overleggen en formuleert wanneer nodig adviezen. 4.3.1 Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie vergaderde in 2010 drie keer. Zij heeft de taak voorbereidende werkzaamheden te verrichten die tot voorstellen leiden aan de RvC: • De beoordeling van het bestuur; • De bezoldiging van het bestuur; • De evaluatie van de RvC; • De voorbereidingen ten aanzien van visitatie; • De governance; • De wijze waarop Domijn integriteit inbedt in de organisatie; • (Her)benoeming van de bestuurder. In 2010 bereidde de Remuneratiecommissie de beoordeling van de bestuurder en een eventuele herbenoeming voor. In december heeft de RvC de bestuurder beoordeeld en mede op basis van het nieuwe functieprofiel herbenoemd voor de periode 2011 tot 2015. De Remuneratiecommissie stelde voor om het salaris van de bestuurder per 1 januari 2011 conform de “sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties” vast te stellen. Het huidige salaris wordt in afwachting van de verfijning van deze code, per 1 januari 2011 alleen verhoogd met de jaarlijkse indexatie. De RvC heeft dit voorstel overgenomen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
23
Ieder jaar evalueert de RvC. Eens in de drie jaar vindt een zogenaamde grondige evaluatie plaats waarbij een externe adviseur ingeschakeld wordt om het proces van evaluatie zorgvuldig te begeleiden. Er is sprake van een collectieve evaluatie (het functioneren van de RvC als geheel) en van een individuele evaluatie. Deze evaluatie vond voor de eerste keer in het voorjaar van 2010 plaats. In oktober heeft de RvC deze evaluatie afgerond. De • • • • •
RvC nam op basis van de adviezen van de Remuneratiecommissie in 2010 de volgende besluiten: Akkoord met beoordeling van de bestuurder; Akkoord met functieprofiel en herbenoeming bestuurder; Akkoord met evaluatie van het functioneren van de RvC; Akkoord met de sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties; Akkoord met voorbereiding profiel kwaliteit en kwantiteit RvC.
4.3.2 Auditcommissie De Auditcommissie vergaderde in 2010 negen keer. In de vergadering van juni heeft PricewaterhouseCoopers een toelichting gegeven over de fiscale positie. In de vergadering van juli heeft Ernst & Young het rapport toegelicht over het project ‘Marskant Hengelo’. Bij de vergadering van november gaf de accountant een toelichting op de managementletter 2010. De • • • • • •
RvC nam op basis van de adviezen van de Auditcommissie in 2010 onder meer de volgende besluiten: Goedkeuren van het jaarverslag 2009; Goedkeuren van het treasuryjaarplan 2010; Goedkeuren van de begroting 2011; Goedkeuring investering Erve Leppink; Goedkeuring statutenwijziging; Ter kennis genomen: de kwartaalrapportages, de managementletter, onderzoek Marskant en onze fiscale positie.
4.4 Inhoudelijk toezicht De RvC toetst jaarlijks, aan de hand van het strategisch plan, de jaarplannen en de (meerjaren-)begroting, het te voeren financiële, maatschappelijke en het volkshuisvestelijk beleid voor het jaar. De meerjarenbegroting voor 2011 is door de RvC goedgekeurd. Het bestuur houdt de RvC door middel van periodieke verslaglegging (kwartaalrapportages) op de hoogte van de stand van zaken en de voortgang van de organisatie. Hierin wordt ook verantwoording afgelegd over de ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke en volkshuisvestelijke functies van de woningcorporatie. Toetsingskader Raad van Commissarissen met betrekking tot investeringen In 2010 heeft Domijn verdere normen en voorschriften vastgesteld en zijn procedures aangescherpt voor investeringen in vastgoed. Die voorschriften leidden tot een notitie met limieten voor de bestuurder voor acquisitie, investeringen en desinvesteringen. De RvC stelde dit vast in de vergadering van 30 augustus 2010. Bij transacties die een overschrijding inhouden van de bevoegdheden van de bestuurder, moet de RvC vooraf ingeschakeld worden. In 2010 deed zich dit in een drietal situaties voor, waarbij de RvC vooraf haar goedkeuring verleende aan: • Investering Erve Leppink; • Investering 60 woningen Voermanstraat; • Desinvestering grondpositie Marskant.
Jaarverslag 2010 – Domijn
24
4.4.1 Besluiten In 2010 zijn de volgende besluiten genomen door de RvC: • Akkoord met limieten bestuurder en wijziging statuten; • Akkoord met investering 60 woningen Voermanstraat; • Akkoord met investering Erve Leppink; • Akkoord met verhoging aansprakelijkheidsverzekering; • Akkoord met voorstel begrotingswijzigingen; • Akkoord met extern onderzoek Marskant; • Akkoord met verkoop posities Marskant; • Akkoord met herstructurering Hoge Bothof Ontwikkeling BV; • Akkoord met auditplanning 2010; • Goedkeuring begroting 2011; • Goedkeuring treasuryjaarplan 2010; • Goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2009; • Goedkeuring stakeholdersbeleid; • Dechargeverlening bestuur over 2009; • Herbenoeming van mevrouw Reinders en de heer Kreuwel als lid van de RvC; • Bezoldiging bestuur in 2011 volgens de sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties; • Beoordeling bestuur over 2010; • Herbenoeming bestuurder voor de periode 2011 tot 2015; • Afronding evaluatie RvC; • Geen verhoging vergoeding leden van de RvC over 2011. Verder is onder meer het volgende aan de orde geweest in de vergaderingen: • Kwartaalrapportages; • Managementletter; • De prestaties van de entiteiten waarin Domijn een belang heeft (deelnemingen); • Het financieel beleid van Domijn; • Terugkoppeling van de gesprekken met de Ondernemingsraad van Domijn; • Vervolgonderzoek integriteit van het CFV; • Continuïteitsoordeel 2010 van het CFV; • Corporatie in perspectief van het CFV; • Rapport “Lessons learned” van WWI; • Corporatieronde 2010 van het WWI; • Kredietwaardigheid en faciliteringsvolume van het WSW; • Uitkomsten visitatie. 4.4.2 Financiële risicobeheersing De uitgangspunten voor risicobeheer van Domijn zijn neergelegd in het financieel beleid van Domijn. Hierin zijn normen vastgesteld met betrekking tot een aantal financiële kengetallen en voor het (minimale) rendement op vastgoed. Per kwartaal wordt over de financiële kengetallen gerapporteerd in de kwartaalrapportages. Het financieel beleid wordt vertaald in de begroting en de meerjarenbegroting. Daarnaast wordt in het treasurystatuut bepaald op welke wijze Domijn in haar liquiditeiten voorziet en welk financieel instrument zij daarvoor gebruikt. Jaarlijks wordt een treasuryjaarplan opgesteld waarin ook het jaarplan van het voorafgaande jaar geëvalueerd wordt. Dit jaarplan wordt evenals de begroting ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC. De treasurycommissie bestaat uit de bestuurder, de manager Financiën en een senior adviseur Financiën, indien nodig aangevuld met een externe adviseur. Alle voorstellen die moeten leiden tot besluiten door de directie, zijn voorzien van een financiële paragraaf. Wanneer het over besluiten gaat die te maken hebben met vastgoed, worden ook rendementspercentages in de voorstellen vermeld. Uiteraard kan de directie gemotiveerd afwijken van de (minimale) normen voor rendement op vastgoed.
Jaarverslag 2010 – Domijn
25
4.4.3 Interne risicobeheersing en controlesystemen De operationele en financiële doelstellingen van Domijn worden neergelegd in de jaarplannen, de financiële meerjarenbegroting en het treasuryjaarplan. Het bestuur bepaalt het kader en de voornaamste doelstellingen van de begroting. De begroting van Domijn worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC. De doelstellingen zijn erop gericht om optimaal maatschappelijk rendement te behalen, onder de randvoorwaarde van financiële continuïteit. De belangrijkste risicogebieden treasury en projectontwikkeling worden door afzonderlijke beheersingsinstrumenten ondersteund. Het invoeren van integraal risicomanagement is in 2010 nog niet tot een afronding gekomen. Voor het boekjaar 2010 is dan ook nog gewerkt met de bestaande ‘platte’ (ad hoc) vorm van risicomanagement. Dit omvat: • Het in beeld brengen en verantwoord omgaan met risico’s aan de hand van actualisatie van processen en procesbeschrijvingen; • Het invoeren van verbetervoorstellen naar aanleiding van de interne audits. In 2009 is Domijn met het introduceren en implementeren van integraal risicobeleid gestart. Dit is in 2010 verder uitgewerkt. In 2011 vindt de implementatie plaats, dat tot de vaststelling van een risicoprofiel leidt. Ook leidt het tot het leren benoemen van risico’s en het doen van voorstellen ten aanzien van de beheersing van deze risico’s. Deze aanpak en invoering van integraal risicomanagement is besproken in de Auditcommissie en in de RvC. De afdeling Planning en Control van Domijn voert jaarlijks een zestal audits uit. De verbetervoorstellen naar aanleiding van de interne audits worden met de verschillende managers en teamleiders zodanig besproken dat Domijn de voorstellen kan implementeren. De RvC laat zich mede via de Auditcommissie informeren over de voortgang van ontwikkelingen op het gebied van de interne controle. Domijn kan naar aanleiding van het oordeel van de RvC, de interne risicobeheersingsystemen en de controlesystemen als voldoende beoordelen. Maar daarbij kan opgemerkt worden dat, mede op basis van de bevindingen van de accountant in de managementletter, de organisatie zich verder kan en moet verbeteren. In 2010 vonden volgens de managementletter opnieuw behoorlijke verbeteringen plaats. 4.4.4 Toezicht op verbindingen/nevenstructuren Domijn houdt de RvC door het bestuur en kwartaalrapportages op de hoogte van ontwikkelingen en de stand van zaken over de verbindingen en nevenstructuren. In 2008 werd de heer Niemans als commissaris het specifieke aandachtsgebied ‘deelnemingen’ toegewezen. 4.5 Professionalisering Governance In deze paragraaf komen de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC en de Governance Code aan de orde. 4.5.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden De RvC telt zeven leden. Drie van hen zijn benoemd op voordracht van de huurderbelangenvereniging en waren al lid van één van de Raden van de voormalige fusiepartners. De overige vier commissarissen zijn via een externe procedure geworven. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn vastgelegd in de statuten en het reglement van de RvC. In 2008 is dit reglement vastgesteld. De verantwoordelijkheden van de bestuurder zijn vastgelegd in de statuten en in het bestuursstatuut. 4.5.2 Tegenstrijdige belangen De RvC verklaart dat zich in 2010 geen transacties met tegenstrijdige belangen met leden van de RvC hebben voorgedaan. Hieruit blijkt de onafhankelijkheid van de leden van de RvC. 4.5.3 Visitatie In de tweede helft van 2010 vond de visitatie door KWH plaats. In augustus heeft de RvC een gesprek gevoerd met de visitatiecommissie. In december presenteerde de visitatiecommissie de uitkomsten van de visitatie aan de RvC, het managementteam en een delegatie van de Ondernemingsraad. De visitatiecommissie is van mening dat Domijn zich bijzonder heeft ingespannen om deze visitatie mogelijk te maken. Domijn heeft “ramen en deuren opengegooid” en zich hiermee kwetsbaar durven opstellen. De prestaties van Domijn worden gemiddeld met een 6,6 gewaardeerd.
Jaarverslag 2010 – Domijn
26
Naar aanleiding van deze presentatie is afgesproken hier om in de vergadering van de RvC van maart 2011 op terug te komen. De RvC geeft dan invulling aan de resultaten van de visitatie. Hierbij komt ook een verdere verdieping van het stakeholdersbeleid op de agenda. Daarnaast wordt in het eerste halfjaar van 2011 gesprekken ingepland tussen de RvC en een aantal stakeholders. 4.5.4 Ontwikkelingen in de branche De RvC blijft op de hoogte van de ontwikkelingen in de branche door de informatieverstrekking van de bestuurder, door deelname aan congressen en door het lidmaatschap van de vereniging Toezichthouders Woningcorporaties. Ook volgt de RvC de ontwikkelingen in de branche nauwlettend, door de CFV-rapportages, Aedes-documentatie, VROM/WWB-informatie en VTW-informatie. 4.5.5 Governance Code De RvC en het bestuur onderschrijven de Governance Code en de AedesCode. Alle principes en ‘best practice’ bepalingen uit de AedesCode worden door de RvC en de directieraad onderschreven. Op • • • •
dit moment zijn er geen afwijkingen in de Governance Code. De volgende zaken zijn uitgewerkt: De beslissingsbevoegdheden zijn statutair geregeld; In het volkshuisvestingsjaarverslag worden diverse zaken transparant gemaakt volgens de AedesCode; Volgens de AedesCode zijn de reglementen, jaarverslagen en andere documenten beschikbaar op internet; Diverse reglementen zijn aanwezig.
4.5.6 Vertrouwenspersoon Volgens de gedragscode heeft de directieraad de heer Andela aangewezen als onafhankelijk vertrouwenspersoon. Deze benoeming kwam tot stand op advies en met instemming van de Ondernemingsraad. De gedragscode is op 15 oktober 2009 geactualiseerd en de RvC, het Bestuur en de Ondernemingsraad hebben dit ondertekend. De vertrouwenspersoon doet jaarlijks verslag van zijn bevindingen. Dit voorziet hij van eventuele aanbevelingen voor nieuw beleid. Hij doet op hoofdlijnen verslag, zonder behandeling van individuele gevallen. Hiermee blijft geheimhouding/anonimiteit van de mensen gewaarborgd. In 2010 heeft de heer Andela twaalf meldingen behandeld, tegenover acht meldingen in 2009. 4.6 Verantwoording aan belanghouders Eén van de doelen zoals genoemd in het strategisch plan 2009-2012, is het structureel invulling geven aan het overleg met de stakeholders van Domijn. In 2010 is het beleid hierover vastgesteld. Naar aanleiding van de visitatie is afgesproken om in de RvC-vergadering van maart 2011, een verdere verdieping van het stakeholdersbeleid op de agenda te zetten. Hierbij wordt onderzocht hoe invulling kan worden gegeven aan de uitkomsten zoals deze staan vermeld in de eindrapportage van de visitatiecommissie. Daarnaast worden in het eerste halfjaar van 2011 gesprekken gepland tussen de RvC en een aantal stakeholders. Voor wat de contacten van de bestuurder en de organisatie met belanghouders betreft, verwijzen we naar hoofdstuk 9. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de horizontale verantwoording en de horizontale dialoog, maar ook op de wijze waarop deze dialoog wordt gewaarborgd. Er is een periodiek regulier overleg tussen de voorzitter en één lid van de RvC met de Ondernemingsraad van Domijn. In dat kader heeft de RvC in 2010 in wisselende samenstelling diverse gesprekken gevoerd met de Ondernemingsraad. 4.7 Integriteit Voor alle medewerkers van Domijn is een gedragscode van toepassing en een regeling voor nevenwerkzaamheden. De gedragscode omvat ook een klokkenluidersregeling. De onafhankelijkheid van de leden van de RvC is gewaarborgd volgens de gedragscode. In 2010 wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het thema integriteit binnen de organisatie van Domijn. Belangrijk is dat integriteit een “intrinsiek” onderdeel van de organisatie is waarbij het altijd onderwerp van gesprek kan en moet zijn. Uiteraard wordt het beleid ten aanzien van integriteit geformuleerd en verder uitgewerkt. Daarbij komt nadrukkelijk de rol aan de orde die de RvC moet vervullen ten aanzien van dit thema. In 2010 vond geen transactie plaats waarbij tegenstrijdige belangen van het bestuur en/of RvC speelden, die van materiële betekenis waren voor de corporatie en de leden van het bestuur en/of commissarissen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
27
4.8 Remuneratierapport Onderstaand staan de kaders in hoofdlijnen beschreven, die leiden tot een verantwoorde salarisindeling van de bestuurder. Volgens de AedesCode is de bestuurder (de heer Salverda) door de RvC benoemd voor een periode van vier jaar. Aan het eind van iedere ambtstermijn beoordeelt de RvC of het gerechtvaardigd is, deze periode met nogmaals vier jaar te verlengen. Los van de benoeming tot bestuurder heeft de heer Salverda een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. In december 2010 heeft de RvC de bestuurder beoordeeld en is de heer Salverda op basis van het nieuwe functieprofiel herbenoemd voor de periode 2011 tot 2015. De bestuurder ontvangt een vast salaris en geen variabele beloning. De reden hiervoor is dat de RvC en de bestuurder van mening zijn dat een variabele beloning niet past bij een maatschappelijke organisatie. Men wil voorkomen dat er een te grote focus op de korte termijn doelstellingen ontstaat. De RvC heeft besloten het salaris van de bestuurder per 1 januari 2011 volgens de sectorbrede “beloningscode bestuurders woningcorporaties” vast te stellen. Het huidige salaris wordt in afwachting van de verfijning van deze code per 1 januari 2011 alleen met de jaarlijkse indexatie verhoogd. Naast de ingrediënten voor de salarisinschaling (primaire arbeidsvoorwaarden) zijn er secundaire arbeidsvoorwaarden van toepassing voor de heer Salverda. De bestuurder kan beschikken over een auto met een maximumwaarde van € 45.000,- exclusief BTW. De CAO is niet op de bestuurder van toepassing. Er zijn geen afspraken gemaakt over eventuele vervroegde uittreding. Evenmin zijn er afspraken gemaakt over een beëindigingregeling. De opzegtermijn is volgens de CAO Woondiensten. Onderstaande tabel geeft de bestuurdersbeloning voor de heer Salverda. Dit zoals de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) ook voorschrijft. Tabel 2: Bestuurdersbeloning Categorie
€
Totaal vast inkomen
€ 155.326,-
Variabel inkomen
n.v.t.
Bijtelling auto
€ 10.796,-
Vergoeding/inhouding
€ -14.866,-
Totaal belastbaar inkomen
€ 151.256,-
Pensioenkosten
€ 55.539,-
Uitkering bij beëindiging dienstverband
n.v.t.
Totaal
€ 206.795,-
Verder bedraagt de werkgeverslast voor de sociale lasten € 9.180,-. De totale pensioenkosten bestaan uit een werkgeversdeel (€ 40.646,-) en een werknemersdeel (€ 14.893,-).
Jaarverslag 2010 – Domijn
28
4.9 Verantwoording beleid rondom honorering commissarissen In onderstaande tabel worden de vergoedingen aan de RvC gepresenteerd. De bezoldiging is afgestemd op de adviezen die daarover worden gegeven door de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties. Er zijn in 2010 geen wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de honorering in 2009. Tabel 3: Overzicht vergoedingen Raad van Commissarissen 2010 Commissaris
Honorering (incl. onkosten)
A. Peters (vz)
€12.360
J. Dercksen
€ 9.270
J. Niemans
€ 9.270
E. Reinders
€ 9.270
G. Johanns
€ 9.270
B. Kreuwel
€ 9.270
W. Dellepoort
€ 9.270
Onkosten RvC
€ 40.614
Totaal
€ 108.594
De onkosten van de commissarissen bestaan in hoge mate uit de onkosten die zij maken door het bezoeken van diverse trainingen, een seminar en/of de reiskosten. Daarnaast maken de premie voor de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, de kosten door zelfevaluatie en de kosten voor een externe adviseur deel uit van deze onkosten. De Raad van Commissarissen
Enschede, 30 mei 2011
A. Peters, voorzitter
Jaarverslag 2010 – Domijn
29
5. Verhuur van woningen 5.1 Strategisch doel We leveren goede en betaalbare woningen aan mensen die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien. Daarbij zetten we in op vitale en sterke steden, dorpen en wijken en buurten waar mensen worden gestimuleerd tot participatie en emancipatie. Hiervoor zetten we ons vastgoed en vermogen (geld en kennis) in. 5.2 Doelstelling voor dit boekjaar Het element “markt en klant centraal” is in 2010 onder de interne naam Tango uitgewerkt. Om volledig te voldoen aan dit element is het van belang om de processen en procedures die hiermee te maken hebben zoveel mogelijk te concentreren in één afdeling. Onze klanten wonen of willen gaan wonen in ons vastgoed. Het contact tussen ons en de klant gaat veelal over dat vastgoed. Dat betekent dat de afdeling Wonen niet alleen verantwoordelijk is voor de relatie met de klant, maar ook voor het beheer van het vastgoed. Immers, als het beheer van het vastgoed in een andere afdeling is georganiseerd kan de afdeling Wonen nooit integraal verantwoordelijk zijn voor een juiste en effectieve klantrelatie. Om die reden zijn de teams “planmatig onderhoud” en “technische consulenten” in 2010 organisatorisch geplaatst binnen de afdeling Wonen en onder verantwoordelijkheid van de manager Wonen. Belangrijk daarbij is ook dat er op deze wijze een scheiding is ontstaan tussen opdrachtgever aan de ene kant en opdrachtnemer aan de andere kant. 5.3 Toewijzingsbeleid In 2010 hebben we een nieuw toewijzingsbeleid vastgesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat we niet meer spreken van woonruimteverdeling maar van woonruimtebemiddeling. Het begrip “bemiddelen” doet meer recht aan de missie. Denk hierbij aan de zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van toekomstige bewoners. Vanuit deze uitgangspunten hebben we in 2010 de zogenaamde passendheidstoets losgelaten. Hiermee werd voor onze klant richting gegeven aan de relatie inkomen/huurprijs. Ook de aspecten vanuit de 90% normering bij woningtoewijzing hebben we hierbij meegenomen. Per 1 januari 2011 mogen we daarom geen woningen met een huurprijs lager dan € 652,52 toewijzen aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan € 33.614,-. Met het Strategisch Plan als onderlegger bepalen we vanuit de klantfocus dat we de woningen klantgestuurd bemiddelen en ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt. Doelstelling Domijnsleutel Domijnsleutel is het basissysteem voor de toewijzing van woningen aan woningzoekenden voor alle locaties. Gezien de verschillen die er zijn tussen de volkshuisvestelijke taak in het stedelijk- en plattelandsgebied, is er voor bepaalde doelgroepen een verschil mogelijk door middel van maatwerk, oftewel woonruimtebemiddeling. Het model heeft een grote flexibiliteit met mogelijkheden van lokaal maatwerk. Hierbij is de informatievoorziening optimaal, zijn de effectiviteit en efficiency hoog en staat transparantie voorop. Naast het algemene beleid bieden we ook maatwerk voor kwetsbare groepen zoals urgenten en dak- en thuislozen. We kennen diverse convenanten met stakeholders (bijvoorbeeld Leger des Heils, RIBW, Tactus) waarin we de huisvesting van kwetsbare groepen waarborgen. 5.3.1 Verhuringen woningen Enschede, Haaksbergen en Losser Sinds 2009 merken wij een daling in het aantal woningen dat opgezegd en/of verhuurd worden. Deze daling zette zich verder voort in 2010. Oorzaak van de honkvastheid is de economische crisis. De daling van het aantal verhuizingen binnen Nederland houdt verband met de sterke afname van de verkoop van bestaande woningen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
30
Onderstaande tabellen geven het aantal verhuringen van 2010 weer. Deze cijfers worden vergeleken met de cijfers van 2009. Daarnaast worden de verhuringen onderverdeeld naar locatie Enschede, Haaksbergen en Losser. In Enschede zijn er in 2010 minder verhuringen geweest ten opzichte van 2009. Tabel 4: Verhuringen Domijn totaal Jaar
Aantal woningen
Aantal verhuringen
2009
15.475
1.741
2010
15.642
1.532
Tabel 5: Verhuringen woningen Enschede Jaar
Aantal woningen
Aantal verhuringen
2009
11.193
1.388
2010
11.406
1.295
Tabel 6: Verhuringen woningen Haaksbergen Jaar
Aantal woningen
Aantal verhuringen
2009
2.319
174
2010
2.280
124
Tabel 7: Verhuringen woningen Losser Jaar
Aantal woningen
Aantal verhuringen
2009
1.963
179
2010
1.956
113
5.3.2 Gemiddelde reacties Enschede, Haaksbergen en Losser In 2010 nam het aantal reacties toe op de woningen die we te huur aanbieden via Domijnsleutel. Deze reactiegraad laat zien dat er spanning ontstaat in de verhouding vraag en aanbod van huurwoningen met een huur lager dan € 647,53. Het aantal reacties op dure woningen (> € 647,53) worden niet geregistreerd. Tabel 8: Reactiegraad Jaar
Woningzoekenden
Reguliere Verhuringen
Reacties
Reactiegraad
2009
5.249*
1.567
145.584
92,9
2010
15.845
1.390
167.570**
120,6
*
Dit zijn de actieve woningzoekenden per 31 december 2009. Vanaf 18 mei 2009 hebben we de Domijnsleutel ingevoerd voor Enschede, Haaksbergen en Losser. Deze woningzoekenden hebben vanaf 18 mei 2009 minimaal één keer gereageerd op een woning. In 2009 hebben in totaal 20.492 woningzoekenden zich geregistreerd of zich geheractiveerd. ** Dit zijn de reacties van woningzoekenden op huizen die onder de huurtoeslag grens liggen (€ 647,53).
Jaarverslag 2010 – Domijn
31
5.3.3 Verhuur naar categorie In de bijlage zijn overzichten voor de vestigingen Losser, Haaksbergen en Enschede te vinden. In dit aanhangsel zijn de toewijzingen over 2010 ingedeeld naar gezinsgrootte, leeftijd, inkomen en huurklasse. 5.4 Bijzondere aandachtsgroepen Buiten de reguliere verhuur om besteden we extra aandacht aan bijzondere aandachtsgroepen. Van alle verhuurde woningen wezen we 1% van de verhuringen toe aan urgenten. Bijvoorbeeld mensen die vanwege sociale argumenten dringend een woning nodig hebben. We kregen 174 verzoeken van woningzoekenden en hebben zestien woningzoekenden voorrang verleend. Ook worden woningen met voorrang toegewezen op basis van convenanten met elf stakeholders, zoals het Leger des Heils, RIBW en Tactus. Hier waarborgen we de huisvesting van kwetsbare groepen. In 2010 werden op basis hiervan 75 woningen (71 Enschede, 3 Haaksbergen en 1 Losser) toegewezen. Dit is 4,9% van het totaal aantal verhuringen over 2010 (1.532 woningen). 5.5 Huurachterstanden In onderstaande tabel zijn de totalen van de huurachterstanden voor de vestigingen Losser, Haaksbergen en Enschede weergegeven. De peildatum hiervan is 31 december 2010. Dit overzicht hebben we aangevuld met het aantal klanten met een huurachterstand. Tabel 9: Huurachterstand op 31 december 2010 Huurachterstand
Huurachterstand
in €
in % bruto jaarhuur
1.533.647
1,69%
Aantal klanten huurachterstand 1.864
Het bedrag aan huurachterstand daalde ten opzichte van 2009 met bijna 2%. Het aantal klanten met huurachterstand daalde ten opzichte van 2009 met ruim 8%. Dit komt met name doordat onze incassoafdeling steeds meer voor een persoonlijke benadering van klanten kiest. De projectmedewerker huurincasso legt veel huisbezoeken af en weet samen met de klant tot goede betaalafspraken te komen. Het percentage automatische incasso’s bedraagt 81%, dit is gelijk aan het percentage in 2009. Daarnaast betaalt ruim 11% van de klanten de huur per acceptgiro en de resterende 8% betaalt op de manier ‘overig’. Samenwerking binnen onze organisatie en met instanties als de Stadsbank Oost Nederland en de Dienst Maatschappelijk Ontwikkeling (DMO) leveren goede resultaten op. Klanten worden sneller geholpen zodat de schulden beheersbaar blijven. 5.6 Aanzeggingen en ontruimingen Helaas hebben we in 2010 huisuitzettingen niet kunnen voorkomen. In tabel 10 is af te lezen hoeveel aanzeggingen er zijn uitgegaan en tot hoeveel uitzettingen op basis van huurschuld dit leidde. Tabel 10: Aanzeggingen en ontruimingen in 2010 Vestiging
Aantal aanzeggingen
Totaal aantal ontruimingen
Ontruimingen i.v.m. huurachterstand
Losser
36
6
6
Haaksbergen
15
2
2
Enschede
173
36
36
Totaal
224
44
44
In totaal zijn twee garages/bedrijfspanden opgenomen die met tussenkomst van de deurwaarder zijn ontruimd.
Jaarverslag 2010 – Domijn
32
Voorkomen ontruiming Met alle klanten die een ontruimingsaanzegging hebben ontvangen zoeken we contact. Dit gebeurt telefonisch, schriftelijk maar vooral door huisbezoeken. De combinatie van deze drie contactmomenten leidde mede tot een daling van het aantal ontruimingen van 21,5% ten opzichte van 2009. In 2010 legde onze projectmedewerker huurincasso 308 huisbezoeken af. 5.7 Huuropzeggingen Het aantal huuropzeggingen in 2010 neemt af ten opzichte van 2009. Deze trend van daling is ingezet in 2008 en laat zien dat huurders minder verhuizen en blijven wonen in de huidige huurwoning. Tabel 9 geeft de aantallen per locatie weer, voorzien van de mutatiegraad. Tabel 11: Huuropzeggingen en mutatiegraad Vestiging
Aantal opzeggingen 2009
Aantal opzeggingen 2010
Mutatiegraad 2010
Losser
167
136
7,0
Haaksbergen
190
168
7,4
Enschede
1.316
1.198
10,5
Domijn totaal
1.673
1.502*
9,6
In 2010 waren er 1.738 opzeggingen. In de aantallen huuropzeggingen in bovenstaande tabel zijn de opzeggingen die betrekking hebben op niet-verhuurbare woningen (236 huuropzeggingen) verwijderd. Het gaat hierbij om opzeggingen van bijvoorbeeld garages, parkeerplaatsen en woningen die gesloopt (118 woningen) worden. 5.8 Huurtoeslag We verzorgen nog steeds de huurtoeslag van een groot aantal klanten. In december 2010 hebben wij voor 3.907 klanten de huurtoeslag verzorgd. Dat wil zeggen dat wij bij deze klanten de huurtoeslag automatisch hebben verrekend met de te betalen huur. Het totale aantal klanten dat daadwerkelijk huurtoeslag ontvangt is echter niet inzichtelijk. Klanten kunnen hun huurtoeslag via ons, op hun eigen rekening, of via de Stadsbank Oost Nederland ontvangen. 5.9 Huurprijsbeleid Het huurbeleid en de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2010, hebben we in het eerste kwartaal van 2010 vastgesteld. Het huurbeleid geeft de kaders aan voor huurprijzen bij nieuwe verhuringen. Bij mutatie wordt de huur opgetrokken of verlaagd naar de bepaalde markthuur (tot 2009 hanteerden we het begrip “streefhuur”). Deze markthuren zijn in 2010 niet gewijzigd ten opzichte van de prijzen in 2009. Voor wat de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2010 betreft, hanteren we het uitgangspunt “maximaal verhogen, aansluitend op de wettelijke richtlijnen vanuit het ministerie van VROM”. Ook houden we rekening met de volgende productgroepenindeling die we hanteren op grond van het financieel beleid:
Jaarverslag 2010 – Domijn
33
Tabel 12: Productgroepen Productgroep
Huurverhoging 2010 (per 1 juli 2010)
1.
Primair Maatschappelijk bezit: woningen met een gewenste huur onder de liberalisatiegrens van € 647,53 (prijspijl 1 januari 2010)
+1,2%
2.
Niet Primair Maatschappelijk bezit: woningen met een gewenste huur boven de liberalisatiegrens van € 647,53 (prijspijl 1 januari 2010)
+1,2%, aansluitend bij de CPI-index 2009
Niet Primair bezit, zonder woningfunctie. Denk
+2,2% (= CPI-index 2009, Consumenten Prijs
hierbij
Index o.b.v. CBS gegevens over 2009 plus 1%
3.
aan
garages,
parkeerplaatsen
en
dergelijke.
4.
(= Consumenten Prijs Index op basis van CBS gegevens over 2009)
risico-opslag)
Niet Primair bezit, zijnde Bedrijfsmatig Onroerend Goed (BOG)
Huurprijzen zijn in BOG contracten geregeld op (vooral) individuele basis. Vaak zijn jaarlijkse huurstijgingen verbonden aan het CPI-indexcijfer.
Er zijn geen bezwaren ingediend tegen de jaarlijkse huurprijsverhoging. Tabel 13: Werkelijke huurstijging per 1 juli 2010 Huursom per maand Losser Haaksbergen
Enschede
Per 30 juni 2010
854.000,--
1.004.000,--
4.837.000,--
Per 1 juli 2010
864.000,--
1.015.000,--
4.889.000,--
Procentuele stijging
1,18%
1,10%
1,08%
5.10 Huurderving We willen het aantal leegstaande woningen natuurlijk zo laag mogelijk houden. Over 2010 stond een totaalpercentage van 2,67% van de brutohuur jaaropbrengst van onze woningen leeg. Dat kostte € 2.438.000,--. Een aantal woningen konden we niet verhuren vanwege verhuizingen of omdat er niet meteen een kandidaat voor was. • Streefcijfer: 0,21% • Gerealiseerd: 0,09% Ook zijn er woningen die we niet of nog niet willen verhuren. Het gaat dan om woningen die we bewust leeg laten staan vanwege renovatie, herstructurering, sloop, verkoop of andere ingrijpende maatregelen. • Streefcijfer: 2,5% • Gerealiseerd: 2,73% 5.11 Verkoop van woningen In 2010 zijn 83 bestaande woningen verkocht en 59 nieuwbouwwoningen. Binnen de bestaande voorraad streven we op basis van de portefeuillestrategie een jaarlijkse verkoop van gemiddeld 100 woningen per jaar na. In 2010 zitten we met 17 woningverkopen onder dit gemiddelde. Afdeling Makelaardij is verantwoordelijk voor het realiseren van een kasstroom van € 12,5 miljoen binnen de bestaande bouw. De werkelijk gerealiseerde verkoopopbrengst bedraagt € 11.061.000,--. Dit is een gemiddelde van € 133.000,-- per woning. Mede door de marktomstandigheden is de doelstelling niet gerealiseerd. Toetsing bij verkoop van woningen
Jaarverslag 2010 – Domijn
34
Als eerste toetsen we altijd volgens de richtlijnen die vanuit de overheid gelden voor het verkopen van de woningen van de corporatie. Daarnaast hanteren we zelf een aantal criteria. Deze zijn vastgelegd in het in 2009 vastgestelde verkoopbeleid. Uitgangspunt van ons beleid is dat wordt verkocht vanuit een financieel organisatorische doelstelling, gevolgd door klantgefocuste doelstellingen. Bij woningen die voor het eerst aangemerkt worden voor de verkoop, komen de zittende de huurders als eerste in aanmerking voor het kopen van de woning. Mochten deze niet geïnteresseerd zijn dan wordt de woning bij mutatie op de vrije markt verkocht. Tabel 14: Verkoopresultaten bestaande bouw 2010 2010 Enschede bestaande bouw:
Haaksbergen bestaande bouw:
Losser bestaande bouw:
Totaal bestaande bouw:
Normaal
Koopgarant
Appartementen:
2
6
Eengezinswoningen:
37
4
Appartementen:
0
3
Eengezinswoningen:
11
8
Appartementen:
0
0
Eengezinswoningen:
12
0
Appartementen:
2
9
Eengezinswoningen:
60
12
Totaal
62
21
5.12 Reglement bijdrage in verhuiskosten Vanuit projecten waarbij het sociaal statuut van toepassing is, vergoeden we verhuiskosten. Huurders die tijdelijk hun huurwoning moeten verlaten in verband met renovatie en huurders die hun huurwoning als gevolg van sloop definitief moeten verlaten komen in aanmerking. De hoogte van het bedrag is gelijk aan het door het ministerie van VROM minimaal vastgestelde bedrag.
Jaarverslag 2010 – Domijn
35
6. Kwaliteit en samenstelling van de vastgoedportefeuille 6.1 Strategisch doel “We zijn een vastgoedorganisatie met een maatschappelijke taak. Vastgoed is onze core business. Het rendement dat behaald wordt op het vastgoed, zetten we in voor het realiseren van onze maatschappelijke taak. Per gebied bekijken we wat de inzet daar moet zijn. Dit gebeurt aan de hand van een gebiedsvisie die ingaat op de fysieke, sociale en economische situatie.” Om deze visie te kunnen realiseren moeten we de vastgoedportefeuille kunnen ‘sturen’ op volkshuisvestelijke functies, rendementsmogelijkheden en waardeontwikkeling (zowel maatschappelijk als financieel). Kortom: • Het in voldoende mate bedienen van klantgroepen die niet zelf in een huisvesting kunnen voorzien; • Een kwalitatief hoogwaardig en duurzame vastgoedportefeuille en leefomgeving. De mate waarin we in staat zijn onze visie te realiseren is mede afhankelijk van het rendement dat we maken op ons vastgoed. Het sturen op inkomsten en uitgaven (kasstromen) en waardecreatie wordt hierbij steeds belangrijker. Daarbij willen we de maatschappelijke meerwaarde in wijken en buurten en de betaalbaarheid niet uit het oog verliezen. Of zoals in het strategisch plan staat: “We sturen op financieel rendement van het vastgoed. Met dit rendement kunnen we onze maatschappelijke taken uitvoeren. Vanwege zowel risicospreiding als onder andere leefbaarheid van buurten en wijken investeren we ook voor andere groepen dan alleen de primaire klantgroep. Om rendementen te realiseren is zicht op de bestaande en te ontwikkelen vastgoedportefeuille noodzakelijk. Het portfoliomanagement is gericht op het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige en duurzame vastgoedportefeuille, die ons in staat stelt onze missie te realiseren. Dit bereiken we door transformatie, herstructurering en strategische toevoegingen in de vastgoedportefeuille.” 6.2 Doelstelling voor dit boekjaar Noodzakelijk voor deze opgave zijn ambities en doelstellingen. Deze hebben betrekking op de samenstelling en kwaliteit van de vastgoedportefeuille (strategische keuzes). Of die juist met de vastgoedportefeuille gerealiseerd moeten worden (rendementen). Hiervoor hebben we kaders gesteld aan de vastgoedportefeuille. De portefeuillestrategie spreekt zich uit over zowel de bestaande vastgoedportefeuille (beheeropgave) als het aanpassen hiervan (transformatieopgave). Het betreft in deze doelstellingen en ambities voor de lange termijn. Omvang en samenstelling vastgoedportefeuille • We sturen voor de lange termijn aan op een vastgoedportefeuille die in omvang gelijk blijft. Dit als gevolg van demografische ontwikkelingen die een trend toont van een langdurig aanhoudende ‘krimpende markt’. Een krimpende portefeuille is hierdoor eerder te verantwoorden dan groei van het bezit; • We zetten 80% van de totale vastgoedportefeuille in voor het bedienen van de primaire klantgroep. Hiermee voldoen we aan de volkshuisvestelijke opgave binnen het werkgebied. Bij • • • •
keuzes die gaan over de vastgoedportefeuille worden de volgende kwalitatieve speerpunten gehanteerd: Duurzaamheid; Kwaliteit volgens het label Woonkeur/doelgroeponafhankelijke bouw; Differentiatie binnen de woningportefeuille; Een toenemend aantal één- en tweepersoons huishoudens.
Met een integrale gebiedsgerichte benadering en aanpak, houden we ook rekening met de sociaaleconomische aspecten van een wijk/buurt, de wensen van de klant en de woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid. Beheeropgave We leggen voor de lange termijn de focus op kwalitatieve en financiële waardecreatie van de bestaande voorraad. Het sturen op rendement begint echter met het sturen op uitgaven en inkomsten. Een zuivere en transparante toewijzing van (financiële) middelen is hierbij noodzakelijk. Immers: wat onterecht ten laste van onze beheerplicht wordt geboekt, kan niet meer worden ingezet voor andere doeleinden. Noodzakelijk hiervoor zijn inzicht, overzicht en controle over het bestaande bezit. Met andere woorden: een kwalitatieve inrichting van het Technisch Beheer, het totaal aan onderhoudsactiviteiten (plicht) en verbeteractiviteiten (keuze).
Jaarverslag 2010 – Domijn
36
Transformatieopgave We hanteren een transformatieambitie van, absoluut gezien, 2% van ons totale bezit per jaar. Onder de voorwaarde dat dit per saldo niet leidt tot een toename van ons totale bezit. Dit vertaalt zich als volgt in aantallen: Transformatie door verkoop, sloop en nieuwbouw gemiddeld per jaar: Verkoop - 100 Sloop - 50 Nieuwbouw +150 Hiernaast renoveren wij jaarlijks gemiddeld 2% van ons totale bezit, dit zijn ongeveer 300 woningen. 6.3 Resultaten 2010 Omvang en samenstelling vastgoedportefeuille Onderstaande tabellen geven de omvang en samenstelling van het bezit aan (uitsluitend woningen, dus exclusief bedrijfsruimten) na alle transformatieactiviteiten die in 2010 zijn gerealiseerd. Tabel 13: Omvang en samenstelling vastgoedportefeuille Categorie
Type
Enschede aantal
Haaksbergen %
aantal
Losser %
aantal
Eindtotaal %
aantal
%
<647,53
EGW
4.368
38,6
1.486
65,2
1.401
71,6
7.255
46,6
<647,53
MGW
6.399
56,5
687
30,1
500
25,6
7.586
48,8
10.767
95,1
2.173
95,3
1.901
97,2
14.841
95,4
Totaal <647,53 >647,53
EGW
205
1,8
11
0,5
46
2,4
262
1,7
>647,53
MGW
350
3,1
95
4,2
8
0,4
453
2,9
555
4,9
106
4,7
54
2,8
715
4,6
11.322
100
2.279
100
1.955
100
15.556
100
Totaal >647,53 Eindtotaal
Bovenstaande tabel toont de omvang van het bezit in aantallen en percentages, gespecificeerd naar gemeente, woningtype en prijsklasse per 31 december 2010. Er is sprake van een (licht) krimpende vastgoedportefeuille ten opzichte van 2010. De omvang van het bezit op 31 december 2009 is 15.589. Er is sprake van een lichte stijging van het niet-primaire bezit (>647,53) en een lichte daling van het primaire bezit (<647,53). De samenstelling van het bezit op 31 december 2009 is: sociaal bezit 95,92% en 4,08% dure huur daling. Samenvattend De woningaantallen en percentages dalen licht onder invloed van uitgewerkte beleidskeuzes, waaronder het nieuwe huurbeleid. De mate van deze daling is afhankelijk van twee componenten: de som aan transformatieactiviteiten over een jaar en de mutatiegraad. Beheeropgave Organisatorisch is het Technisch Beheer ondergebracht bij één bedrijfsonderdeel: Vastgoedbeheer. Vastgoedbeheer zorgt voor de totale coördinatie van de begroting van Technisch Beheer. In 2010 is een start gemaakt met de hiervoor noodzakelijke inrichting van de kostenstructuur. Ons doel is om de begroting Technisch Beheer 2011 volgens deze nieuwe kostenstructuur op te stellen om monitoring hiervan in 2011 mogelijk te maken. Binnen het Technisch Beheer zijn duidelijke omschrijvingen gedefinieerd. Van onderhoudsingrepen bij besluiten tot sloop, groot onderhoud, renovatie en verkoop.
Jaarverslag 2010 – Domijn
37
Transformatieopgave De volgende tabel geeft het totaal aan transformatieactiviteiten in 2010 weer. Tabel 14: transformatieactiviteiten 2010 Ambitie (gem./jaar)
Begroot 2010
Gerealiseerd 2010
% t.o.v. begroting
Nieuwbouw huur
150
232
149
64%
Nieuwbouw koop
0
0
112 (waarvan verkocht:59)
-
Verkoop
100
88
83
94%
Renovatie woningen
300
492
507
103%
50
327
97
30%
Niet benoemd
-
Zie tabel 17
-
Sloop Aankoop
De verklaringen hiervoor zijn: • De bouwproductie nieuwbouw (koop+huur) is 12,5% meer dan begroot. Echter, de specificatie naar aantal huur- en aantal koopwoningen blijft achter bij hetgeen hiervoor begroot is; • De verkoopambitie bestaande voorraad van gemiddeld 100 per jaar is voor 2010, als gevolg van marktomstandigheden, neerwaarts bijgesteld naar 86 woningen; • Het verschil in aantal gesloopte woningen verklaart zich door de over meerdere jaren gefaseerde herstructurering in de buurt Wesselerbrink; • De som van alle transformatieactiviteiten laat een geringe daling zien van het aantal woningen. Dit leidde tot een licht krimpende woningvoorraad; • De aankopen die in 2010 zijn gedaan hebben te maken met de gerealiseerde dan wel ingeplande ontwikkelingen. Deze aankopen variëren in omvang en aard: grond, parkeerplaatsen, bedrijfsruimte, enzovoort. Woningtypen • Alle gesloopte woningen zijn grondgebonden woningen; • Alle opgeleverde nieuwbouwwoningen die in de huur zijn opgenomen zijn meergezinswoningen (appartementen); • Van de opgeleverde verkoop nieuwbouwwoningen is 54% grondgebonden en 46% appartementen. In 2010 hebben we 78 woningen opgeleverd met een gemiddelde stichtingskosten hoger dan € 200.000,-. Het gaat dan over de volgende woningen: • 32 dure huurappartementen (Stadsveld fase 3) in Enschede; • 46 koopwoningen (Voermanstraat) in Enschede. Deze woningen hebben we gebouwd om de differentiatie binnen de wijk te bevorderen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
38
Gerealiseerde nieuwbouw 2010 De volgende tabel geeft weer waar we de nieuwbouw gerealiseerd hebben. Tabel 15: Locaties nieuwbouw Plaats Omschrijving
Huur/koop
Doelgroep
Gehandicapten voorzieningen?
Enschede
64 appartementen (36 sociale huur en 28 dure huur)
huur
doelgroeponafhankelijk
rolstoelvriendelijk
Enschede
85 appartementen (62 sociale huur en 23 dure huur)
huur
doelgroeponafhankelijk
rolstoelvriendelijk
Enschede
60 grondgebonden woningen
koop
doelgroeponafhankelijk
nee
Enschede
52 studenteneenheden
koop
studenten
nee
Renovatie woningen De volgende tabel geeft de renovaties in 2010 weer. Tabel 16: Renovaties in 2010 Plaats Aantal woningen
Uitgevoerde werkzaamheden
Haaksbergen
68 woningen
Renovatie van douche, keuken en toilet + duurzaamheidmaatregelen + schilderwerk
Haaksbergen
65 woningen
Renovatie van douche, keuken en toilet + duurzaamheidmaatregelen
6 seniorenwoningen
Renovatie van douche, keuken en toilet + duurzaamheidmaatregelen (dakisolatie, vloerisolatie, isolerende beglazing en vervangen cv ketel) + aanbrengen kunststof kozijnen
Losser
18 woningen
Renovatie van douche, keuken en toilet + duurzaamheidmaatregelen (dakisolatie, vloerisolatie, isolerende beglazing en vervangen cv ketel) + aanbrengen kunststof kozijnen + vervangen plafonds
Overdinkel
42 woningen
Renovatie van douche, keuken en toilet + duurzaamheidmaatregelen (vloerisolatie en dakisolatie en vervangen cv ketels) + nieuw gevelontwerp met nieuw gevelelementen en metselwerktoepassingen, nieuwe dakpannen en gevelkappen
Overdinkel
Enschede
168 woningen
Gevelrenovatie + bijkomende werkzaamheden
Enschede
100 woningen
Schilderwerkzaamheden, isolatieglas, herstelwerkzaamheden nokgordingen, houtreparatie, vervangen cv ketels
Enschede
40 woningen
Jaarverslag 2010 – Domijn
Renovatie van douche, keuken en toilet + duurzaamheidmaatregelen
39
Aankopen in 2010 De volgende tabel geeft de aankopen in 2010 weer. Tabel 17: aankopen in 2010 Locatie Type aankoop
Bedrag
Toelichting
Overdinkel Willem Gamestraat
grond
€ 310.000,--
Ontwikkeling past binnen hoofddoelstelling die is vastgesteld in de gebiedsvisie van Overdinkel. Met deze ontwikkeling willen we een impuls geven aan de herontwikkeling van het gehele dorp
Hoofdstraat
grond
€
Ontwikkellocatie in de gebiedsvisie hart voor Overdinkel; Groen en energiek. Locatie is in beeld voor het realiseren van onder meer (zorg-)appartementen
Daalweg
grond+opstal
€ 290.000,--
Locatie wordt verbouwd tot zorgappartementen
Raadhuisstraat
appartementsrecht
€ 640.000,--
Aankoop ten behoeve van project Wonen Boven Winkels
Broekheurnerplein
grond
€ 257.373,--
Aankoop ten behoeve van ontwikkeling 95 appartementen en gezondheidscentrum
Haaksbergerstraat
grond
€ 700.000,--
Ruiling met collega-corporatie De Woonplaats
Carel Fabritiusstraat
grond
€ 550.000,--
Ruiling met collega-corporatie De Woonplaats
Rigelstraat
bedrijfsruimte + parkeerplaatsen
€ 375.772,--
Aankoop volgens afspraak uit 2008 met Vof DnA (samenwerking met AM Wonen)
Von Heijdenstraat
appartementsrecht
€ 1.100.000,--
Aankoop ten behoeve van ontwikkeling zorgappartementen
Von Heijdenstraat
grond
€
Aankoop ten behoeve van ontwikkeling zorgappartementen
Lansinkstraat
grond+opstal
€
95.850,--
Enschede
Haaksbergen
19.000,--
68.618,--
Restant koopsom volgens afspraak 2008 (jaar aankoop)
Sloop 2010 De volgende tabel geeft de sloop in 2010 weer. Tabel 18: sloop in 2010 Plaats Aantal woningen
Toelichting
Overdinkel
22 woningen
Sloop ten behoeve van vervangende nieuwbouw (10 grondgebonden woningen, 18 wooneenheden en 16 appartementen)
Enschede
75 woningen
Sloop ten behoeve van vervangende nieuwbouw (95 appartementen + commerciële ruimte huisarts)
Jaarverslag 2010 – Domijn
40
Nieuwbouw 2011 De volgende tabel geeft de verwachte op te leveren nieuwbouw in 2011 weer. Tabel 19: verwachte opgeleverde nieuwbouw in 2011 Plaats Huur Doelgroep
Gehandicapten voorzieningen?
Overdinkel
18 wooneenheden
zorg
ja
Overdinkel
10 grondgebonden woningen (waarvan 6 WVG woningen)
doelgroeponafhankelijk
volledig rolstoeltoegankelijk
Overdinkel
16 appartementen
doelgroeponafhankelijk
rolstoelvriendelijk
Enschede
14 appartementen
doelgroeponafhankelijk
rolstoelvriendelijk
Enschede
16 eenheden: bijzondere woonvorm
zorg
ja
Weerselo
woonzorgcentrum met 58 appartementen
zorg
ja
Plaats
Koop
Doelgroep
Gehandicapten voorzieningen?
Enschede
32 appartementen
doelgroeponafhankelijk
rolstoelvriendelijk
Plaats
BOG
Doelgroep
Gehandicapten voorzieningen?
Enschede
gezondheidscentrum
-
-
Enschede
kinderopvang/ atelierruimte/ kantoorruimte Domijn
-
-
6.4 Technisch Beheer Binnen Technisch Beheer gaan we meer sturen op de uitgaven en (met name) inkomsten. Dit betekent een duidelijke scheiding in onderhoudskosten (plicht) en verbeteringen (keuze). Dit leidt tot een zuivere en transparante toewijzing van financiële middelen. De totale onderhoudsopgave wordt hierbij bepaald door de technische noodzaak als plicht voor de beheerder. De totale kwaliteitsimpuls/verbeteropgave wordt bepaald door vastgestelde beleidsvoornemens (waaronder het thema ‘Duurzaamheid’, punt 6.5) en (individuele) klantwensen. In 2010 zijn de volgende bedragen uitgegeven aan onderhoud: Tabel 20:
Planmatig onderhoud
Begroot 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
X € 1.000
X € 1.000
X € 1.000
21.097
10.904
9.905
Mutatieonderhoud
3.147
2.299
3.222
Klachtenonderhoud
3.624
4.428
4.287
Overig onderhoud
1.072
1.024
955
Af: kosten eigen dienst
- 3.687
- 4.076
- 3.828
Totaal
25.253
14.579
14.541
Jaarverslag 2010 – Domijn
41
Vooruitlopend op de gewenste inrichting van het Technisch Beheer, waarvan de implementatie loopt, worden de onderhoudscomponenten van het Technisch Beheer hieronder toegelicht. Planmatig Onderhoud Planmatig Onderhoud is het in stand houden van de oorspronkelijke technische staat van het gehuurde, zonder huurverhoging of vergoeding van de huurder. Dit zijn alle te plannen onderhoudswerkzaamheden. Deze werkzaamheden kunnen zowel per complex als bij individuele woningen voorkomen. Aan de hand van de driejaarlijkse conditiemetingen (volgens de NEN 2767 methodiek), de ogen en oren van de wijk, de portefeuillestrategie, complexstrategieën en de projectendoorkijk, wordt bepaald welke planmatige onderhoudswerkzaamheden aan welke woningen worden uitgevoerd. De • • • • •
besteding aan de grootste kostenposten van onderhoud zijn: Ongeveer 14% aan schilderwerk; Ongeveer 8 % aan dakwerkzaamheden; Ongeveer 12% aan CV vervanging; Ongeveer 18% aan binnenonderhoud (keuken, badkamer en toiletvervanging); Ongeveer 16% aan onderhoud dat in contracten is ondergebracht.
De • • • • •
overige 32% is besteed aan overige planmatige activiteiten zoals: Gevelwerkzaamheden; Reinigingswerkzaamheden; Bestratingwerkzaamheden; Kozijnvervangingen; Diverse installatiewerkzaamheden (waaronder liftonderhoud/vervanging, mechanische ventilatie).
integrale
cv-installaties
en
De werkelijke lasten van planmatig onderhoud zijn 22% lager dan begroot. Belangrijke redenen hiervoor zijn de positieve aanbestedingsresultaten, het lagere BTW-tarief en het feit dat een deel van het onderhoud dat was gepland voor 2010 overloopt naar 2011. Mutatieonderhoud Dit gaat over onderhoud dat zich bij mutatie, inspectie of verzoek van de klant openbaart als achterstallig onderhoud. Over 2010 hebben we € 2.299.000 aan mutatieonderhoud uitgegeven. De werkelijke lasten in mutatieonderhoud zijn 27% lager dan begroot. Ten opzicht van 2009 is het mutatieonderhoud met 29% afgenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de gemiddelde kosten per mutatie aanzienlijk lager uitkomen ten opzichte van 2009: gemiddeld € 1.530 per mutatie tegenover € 1.925 in 2009. Klachtenonderhoud Klachtenonderhoud betreft alleen het oplossen van calamiteiten. In 2010 hebben we hier € 4.428.000,- aan uitgegeven. De werkelijke lasten wat klachtenonderhoud betreft zijn over 2010 ongeveer 22% hoger dan begroot. De post klachtenonderhoud is ten opzichte van 2009 met 3% toegenomen. 6.5 Speerpunt Duurzaamheid Duurzaamheid is in het strategisch plan als één van de speerpunten van beleid genoemd. Duurzaamheid vinden we belangrijk om betaalbare huisvesting, kwaliteit, comfort en woongenot aan onze klanten te kunnen bieden. Een andere belangrijke reden is dat we een bijdrage willen leveren aan nationale en internationale milieudoelstellingen. Op deze manier wordt een duurzame toekomstbestendige woningvoorraad gerealiseerd. Doelen Voor de lange termijn tot en met 2020 hebben we ons de volgende doelen gesteld: • CO2 uitstoot van de woningvoorraad omlaag met 20%; • Aandeel duurzame energie verhogen naar 20%; • Energiebesparing stimuleren bij huurders; streven is 2% per jaar; • Woonlasten bij huurders in evenwicht brengen (huur versus energielasten); • Duurzame gebiedsinrichting en -exploitatie.
Jaarverslag 2010 – Domijn
42
Duurzaamheid is vanaf 2010 een integraal onderdeel van onze bedrijfsvoering. We zijn door onder andere de inzet van de adviseur Duurzaamheid, als specialist en aanjager, ons gaan richten op het verwezenlijken en verankeren van de doelen en ambities. Voor 2010 waren de volgende doelstellingen geformuleerd: • 2% CO2 reductie via labelverbetering bij onderhoud, renovatie en nieuwbouw; • 2% energiebesparing via labelverbetering en gedragsbeïnvloeding bewoners; • 1% toevoeging duurzame energie. Resultaat Door ingrepen in het woningbezit en mutaties in de energielabels is over alle woningen gerekend het gemiddelde label verbeterd van label D naar C. Tabel 21: Monitoren op:
Doel 2020
Doel 2010
Gerealiseerd 2010
Co2 reductie
20%
2%
2,8%
Energiebesparing
20%
2%
1,9%
Duurzame energie
20%
1%
1,1%
Op 1 januari 2010 waren er 14.564 woningen gelabeld. Op 31 december 2010 was dit aantal 15.010 woningen. Dit is bijna 100%. Over 2010 hebben 816 woningen een labelverbetering ondergaan door duurzame ingrepen. Dit alles heeft invloed op het resultaat. Het gevolg van het toevoegen van nieuwe labels, verkopen, mutaties en ingrepen (renovatie, onderhoud) is dat de totale CO2 uitstoot van het bezit over 2010 is gestegen met 0,2% (80.700 kg CO2). De gemiddelde CO2 uitstoot per woning is door de energetische ingrepen gedaald van 2.983 kg per woning naar 2.899 kg per woning. Dit is een daling van 2,8%. Daarmee voldoen we aan de getelde opgave. Kijken we naar de 816 woningen waarbij een verbetering van het energielabel is behaald door duurzame ingrepen, dan blijkt dat bij die 816 woningen een CO2 reductie is gerealiseerd van 14,18% (van 2.483.385 kg CO2 naar 2.131.189 kg CO2 uitstoot). In 2010 is een start gemaakt met de rol van de klant in onze duurzaamheidprojecten (gebiedsontwikkeling, onderhoud, renovatie, nieuwbouw). Draagvlak bij bewoners is een must. Dit is uitgewerkt in 2010, en in 2011 geven we hieraan nieuwe projecten invulling. Een ander aandachtsgebied is de financiering van duurzame ingrepen. Op enig moment zal de besparing voor onze klanten weer naar ons terug moeten vloeien. Dit kunnen we onder meer bereiken door: • Een huurverhoging direct door te voeren; • Een huurverhoging na mutatie; • Een verlenging van de levensduur van de woning; • Enzovoorts. Door onderzoek naar exploitatiemodellen voor duurzaamheidmaatregelen zoeken we in 2011 naar oplossingen die een goede mix aan oplossingen bied voor ons en de klant. Het verduurzamen van de bedrijfsvoering staat ook op onze agenda.
Jaarverslag 2010 – Domijn
43
7. Leefbaarheid 7.1 Strategisch doel We willen werken vanuit een integrale (fysiek-, sociaal- en economisch) visie op een gebied. Deze visie moet leiden tot een agenda/uitvoeringsplan voor het betreffende gebied. We zijn een aantoonbare partner voor organisaties voor het vormgeven van: • Projecten die bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving; • Het vergroten van de keuzemogelijkheden en zelfredzaamheid van onze klanten. 7.2 Doelstellingen voor dit boekjaar De doelstellingen moeten leiden tot een grotere mate van tevredenheid van onze klant. In 2011 starten we met het monitoren hiervan. • • • • • • •
Opstellen ambitie wijkbeheer; Start implementatie ambitie wijkbeheer; Tango: opstellen en implementeren werkinstructies; Opstellen beleid rondom arbeidsparticipatie/re-integratie; Opstellen beleid Leefbaarheid; Legionellapreventie; Initiatieven en leefbaarheidprojecten.
7.3 Beleid leefbaarheid en buurten Hieronder geven we per onderdeel aan wat de bijdrage aan leefbaarheid in wijken/buurten is. Nieuwbouw In de totstandkoming van de gebiedsvisies worden de leefbaarheidaspecten meegenomen. Treffen van voorzieningen eigen bezit en bezit derden Op wijkniveau zijn we vertegenwoordigd in een multidisciplinair overleg. Tijdens dit overleg ontstaan actiepunten over leefbaarheidaspecten (denk aan huisvesting van multi-probleemgezinnen). Beheer/toewijzing/verhuur van woningen Ons standpunt is vrije vestiging van wonen. We tolereren geen discriminatie. Verkoop van woningen In 2010 zijn acties ondernomen voor verkoopbeleid. De criteria, waaronder leefbaarheid, worden hierin meegenomen. Opstellen ambitie wijkbeheer en omgeving rond eigen bezit De kerntaak van de afdeling Wijkbeheer is aangescherpt. Afdeling Wijkbeheer is er om een bijdrage op maat te leveren bij het op peil houden en/of versterken van de leefbaarheid op individueel, buurt en wijkniveau via: • Het (preventief) signaleren van kansen en bedreigingen/problemen; • Het oppakken van deze kansen en problemen; • Het beheren/onderhouden van klantencontacten in de wijk en de fysieke leefomgeving (denk hierbij ook aan het beheer van complexen, een toezichthoudende rol van het team en het monitoren van specifieke ontwikkelingen). We vormen ons een helder beeld van kerntaken en niet-kerntaken van de afdeling. De niet-kerntaken dragen we over naar andere teams binnen onze organisatie (onder andere VvE’s en servicekosten). Bij de nieuwe ambitie hebben we ons vooral laten inspireren door de volgende aspecten: • We zijn een vastgoedorganisatie met maatschappelijke doelstellingen; • We leveren een bijdrage aan vitale wijken en dorpen; • We werken gebiedsgericht; • Lean and mean staan hoog in het vaandel (vrij vertaald: effectieve en efficiënte bedrijfsprocessen); • We hanteren een individuele klantbenadering; • We bieden inzet daar waar nodig; • Dit doen wij door een integrale aanpak.
Jaarverslag 2010 – Domijn
44
Implementatie ambitie wijkbeheer We kennen een portefeuillestrategie. Hieruit volgt de focus op bestaande voorraad/bezit en minder op ontwikkeling/nieuwbouw. Deze koerswijziging leidt ertoe dat er een verschuiving van werkzaamheden plaatsvindt (van Ontwikkeling naar Beheer). Beheer kan zowel vastgoedbeheer als wijkbeheer zijn. Daarnaast is de ambitie van Wijkbeheer vastgesteld: afdeling Wijkbeheer is er om een bijdrage op maat te leveren bij het op peil houden en/of versterken van de leefbaarheid op individueel, buurt en wijkniveau. De bovengenoemde focus en de ambitie van Wijkbeheer zorgen ervoor dat er meer mensen nodig zijn om alle werkzaamheden (signaleren, registreren, oppakken & analyseren) uit te voeren. Hierdoor werken we meer preventief en proactief. Tango: opstellen en implementeren van werkinstructies Afdeling Wijkbeheer heeft vier werkinstructies geschreven en geïmplementeerd: • Overlast Buren; • Overlast Leefomgeving; • Tuinprocedure; • Urgentie (onderdeel van zoeken naar woonruimte). Het doel van de werkinstructies is helderheid geven richting onze klant. Hierdoor weet onze klant weet wat hij van ons kan verwachten en andersom. Door de nieuwe werkinstructies is het sociale klachtenformulier komen te vervallen. In 2010 zijn er 624 nieuwe sociale klachten binnengekomen en opgelost. Beleid rondom arbeidsparticipatie/re-integratie In 2010 vond er een oriëntatie plaats over het opstellen van beleid rondom arbeidsparticipatie/re-integratie. Omdat dit beleidsterrein veel raakvlakken heeft met het thema leefbaarheid hebben we afgesproken dat we dit beleid in 2011 ontwikkelen. Dit vindt plaats in samenhang met en als onderdeel van het beleid over leefbaarheid. Opstellen beleid Leefbaarheid De projectopdracht hebben we eind 2010 vastgesteld. De werkgroep geeft op dit moment het beleid vorm en inhoud. We verwachten dat we de beleidsnotitie in april vaststellen, waarna we het beleid implementeren in de organisatie. Legionellapreventie Woningen die individueel of collectief als woonruimte verhuurd worden aan een zorginstelling moeten voldoen aan het legionellabesluit. Ook dagverblijven en scholen vallen onder het legionellabesluit. Het gaat hierbij om naar schatting ruim 200 adressen. In 2009 hebben hiervoor beleid ontwikkeld dat we in 2010 geïmplementeerd en doorontwikkeld hebben. Het voorkomen van legionellapreventie is wettelijk verplicht. In 2004 is de regeling legionellapreventie opgenomen in een Algemene Maatregel van Bestuur en in het Waterleidingbesluit Hoofdstuk IIIC (legionellapreventie in leidingwater). Door deze wetgeving heeft de legionellapreventie een wettelijke basis gekregen en weten alle partijen wat de wettelijke vereisten zijn bij de legionellapreventie. Initiatieven en leefbaarheidprojecten We hebben 30 initiatieven uitgevoerd in verschillende buurten en wijken in Enschede, Haaksbergen en Losser. De initiatieven komen voort uit wensen van bewoners of van medewerkers. Zij willen een positieve impuls geven aan de leefbaarheid. De initiatieven kunnen zowel sociaal als fysiek van aard zijn. In Losser zijn er twee initiatieven, in Haaksbergen elf en in Enschede zeventien. De totale investering bedraagt € 66.000,-. We voeren ook in samenwerking met bewoners en andere stakeholders leefbaarheidprojecten uit. Denk hierbij aan: • Buurt in Actie; • Unieke Brink; • Voorlichting over brandveiligheid in seniorencomplexen; • Aanleg van ondergrondse containers; • Enzovoort. De totale investering hiervoor bedraagt € 270.000,-.
Jaarverslag 2010 – Domijn
45
Jaarverslag 2009 In het jaarverslag van 2009 staan nog een aantal punten genoemd die we in 2010 verder door wilden ontwikkelen: • Analyses op het gebied van leefbaarheid. In 2010 is dit met name tot uiting gekomen door een bijdrage aan de gebiedsvisies en gebiedsteams. Dit onderdeel moet in 2011 meer vorm en inhoud krijgen. Momenteel is vastgoedsturing bezig met een buurtmonitor en gaan we te werk met Project Start Up’s. Beide leveren een bijdrage aan het integraal analyseren van buurten en wijken; • Oren & Ogen van de wijk. Zowel OSB als het team Klantrelaties levert nu input aan Oren & Ogen van de wijk. Signalen op het gebied van (sociale) klachten en verbeteringen worden opgepakt door afdeling Wijkbeheer. 7.4 Sponsoring We zetten sponsoring in om klanten op directe of indirecte wijze te ondersteunen bij het ontwikkelen van activiteiten en voorzieningen in wijk, stad of dorp. Het achterliggende doel is dat de activiteiten in de sponsoring, direct of indirect, een ‘waardevermeerdering’ van ons vastgoed opleveren. De klant is ook bij sponsoring van essentieel belang. Het gesponsorde moet de klant een voordeel bieden. Daarnaast is duurzaamheid een speerpunt. Sponsoring die een bijdrage levert aan duurzaamheidontwikkeling past ook in het beleid. In 2010 hebben we € 108.000,- aan sponsoring besteed. De belangrijkste gesponsorde doelen zijn de volgende: • Het Nationaal Muziekkwartier in Enschede Cultuur is een belangrijk onderdeel in het sociale leven van mensen. Als cultuurpartner van het Nationaal Muziekkwartier leveren we een bijdrage aan het voorzieningenniveau in Enschede. Een andere nadrukkelijke opgave die in de overeenkomst is geformuleerd, is het vergroten van de cultuurparticipatie onder onze klanten. •
Social Inclusion Games (SIG) in Enschede De SIG is het grootste Europese sport- en beweegevenement voor mensen uit de opvang (Social Excluded People). Het is in Denemarken ontstaan. De doelstelling is cliënten uit de opvang via sport fysiek en mentaal te stimuleren en in contact te laten komen met de samenleving. Lange termijn doelstelling is het re-integreren in de samenleving. De deelnemers sporten, bewegen en doen mee in internationaal verband. Op de SIG kunnen deelnemers en organisaties op alle niveaus schitteren. Wij spannen ons nadrukkelijk in voor de huisvesting van dak- en thuislozen. In dat kader hebben we een bijdrage geleverd aan dit evenement in de vorm van het bieden van huisvesting aan alle deelnemers. Bijkomend doel was dat we als organisatie op een natuurlijke wijze kennis over deze groep kunnen vergaren.
•
Stichting Weekendschool “Toppers op Zondag” De Weekendschool “Toppers Op Zondag” is een voorziening waar activiteiten aangeboden worden voor gemotiveerde jongeren van tien tot veertien jaar die opgroeien in een minder kansrijke leefomgeving. De jongeren volgen op zondag bijeenkomsten die onder andere worden gegeven door gastdocenten uit diverse disciplines met passie voor hun vak. Op die manier maken ze kennis met een groot aantal interessante vakgebieden. De Stichting Weekendschool “Toppers Op Zondag” in Twente heeft een eigen traject ontwikkeld, waarin twee varianten ‘Horizonverbreding’ en ‘Talentontwikkeling’ centraal staan. Wij verzorgen in dit project onder meer een les over bouw en architectuur.
•
Het Huis van Verhalen Het Huis van Verhalen heeft in het kader van ‘Tien jaar na de vuurwerkramp’, mede op verzoek van de slachtoffers, een boek uitgegeven waarin slachtoffers van de vuurwerkramp hun verhaal vertellen.
•
Kulturhus De Lutte Deze multifunctionele accommodatie is een aanwinst voor de gemeente Losser. Het Kulturhus heeft een maatschappelijke waarde en verbindende functie voor het dorp De Lutte. Het is door bewoners uit De Lutte ontstaan en mogelijk gemaakt.
Jaarverslag 2010 – Domijn
46
•
Stichting SART Stichting SART ondersteunt kunstenaar Philip Jonker in zijn project een kartonnen sleepboot te bouwen en daarmee de oversteek Nederland – Groot Brittannië te maken. Wij hebben de kunstenaar een werkruimte in Enschede geboden waarin hij zijn boot kon produceren. Inmiddels heeft de kunstenaar de oversteek met succes gemaakt. Omdat we ambities hebben ten aanzien van duurzaamheid, waren we geïnteresseerd in dit project. Het type karton waarmee de boot is gebouwd, biedt in de toekomst, ook voor ons, vele toepassingsmogelijkheden.
Jaarverslag 2010 – Domijn
47
8.
Wonen en zorg
8.1 Strategisch Doel In het strategisch plan (2009-2012) vindt u de volgende uitgangspunten terug over het beleidsveld Wonen, Welzijn en Zorg: • We zijn een vastgoedorganisatie met een maatschappelijke opdracht. Deze maatschappelijke opdracht komt onder meer tot uiting in het realiseren van betaalbare woningen tegen een lager rendement. In dit geval specifiek voor die klanten die naast een woning, ook zorg nodig hebben; • Wij werken gebiedsgericht. Dat wil zeggen dat we de vraag in zijn territoriale samenhang bekijken. De vraag naar ‘zorgwoningen’ maar ook zorggerelateerd maatschappelijk vastgoed maakt daarvan deel uit; • We werken klantgestuurd. Meer dan voorheen focussen we op de vraag van de (individuele) klant; • Wij faciliteren mensen om zo lang mogelijk zelfstandig mee te doen in de samenleving. Dan gaat het over zelfredzaamheid en het zelf kunnen maken van keuzes; • We zetten in op partnership. Samen met organisaties op het gebied van zorg en welzijn blijven we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid oppakken. Daarbij geldt het ‘Schoenmaker blijf bij je leestprincipe’: iedereen doet waar hij of zij goed in is en samen realiseer je de gevraagde combinatie. Wij richten ons daarbij op het vastgoed. In 2009 besloten we om ons meer dan gemiddeld te richten op de huisvesting van kwetsbare groepen, waaronder dak- en thuislozen. Daarbij onderscheiden wij ons van andere corporaties door veel energie te steken in: • Het voorkomen van dakloosheid door minimaliseren huisuitzettingen; • Het voeren van een sociaal nieuwe kans beleid; • Het aanbieden van adequate huisvesting. 8.2 Doelstellingen voor dit boekjaar Volgens het dashboard Domijn 2010 stellen we ons voor dit boekjaar vooraf de volgende doelen: • Strategie en beleid: kennis ontwikkelen en beleid maken ten aanzien van kwetsbare groepen en de organisatie hierop aanpassen; • Processen/klanten: voor kwetsbare groepen de werkwijze aanpassen om vroegtijdig problemen te signaleren en het aantal uitzettingen te minimaliseren; • Maatschappij: in 2010 zijn er maximaal 53 huisuitzettingen als gevolg van huurachterstand; • Maatschappij: In 2010 stellen we het ambitieniveau vast ten aanzien van de huisvesting voor kwetsbare groepen. 8.3 Gevoerde beleid en activiteiten in 2010 Het jaar 2010 was het jaar waarin, naast de reguliere inspanningen voor ouderen en mensen met een beperking, vooral aandacht was voor meer kwetsbare groepen. We gaven verder invulling aan het voornemen uit 2009 om ons meer dan gemiddeld te richten op dak- en thuislozen, (ex-)verslaafden en kwetsbare vrouwen. De activiteiten richtten zich primair op twee zaken. Enerzijds het voorkómen van dakloosheid, anderzijds het voorzien in vastgoed om kwetsbare personen (weer) passend te huisvesten. Het aantal huisuitzettingen is in 2010 sterk gedaald ten opzichte van 2009, waarmee deze doelstelling ruimschoots werd gehaald. Met 44 uitzettingen bleven we ruim onder het gestelde doel van maximaal 53. Dit succes is mede te danken aan het feit dat we meer tijd en energie staken in een persoonlijke en individuele benadering van klanten met betalingsproblemen. Hierdoor worden veel uitzettingen voorkomen. Het komende jaar bekijken we hoe we interne processen verder aan kunnen passen om het aantal huisuitzettingen nog verder omlaag te brengen. Daarnaast hebben we ons met name in Enschede opgeworpen als partner van de gemeente om de komende jaren samen 250 mensen uit de opvang goed te huisvesten. Hoewel het geen gemakkelijke opgave blijkt (niet iedereen wil deze doelgroep in zijn ‘achtertuin’) zijn de eerste successen toch geboekt (Oosterkerkje, Zenderenbrink). Aan andere projecten werken we het komende jaar met enthousiasme verder.
Jaarverslag 2010 – Domijn
48
De belangrijkste per gemeente zijn: Enschede • Aan de S.L. Louwestraat leverden we zestien nieuwe woningen op waarin domotica is verwerkt. In de helft van deze woningen voeren we samen met Livio een pilot uit. Deze pilot moet duidelijk maken in hoeverre deze voorzieningen bijdragen aan het langer zelfstandig thuis wonen van zorgbehoevenden; • Aan de Kiepe zijn we gestart met de bouw van een nieuw gezondheidscentrum. In nauw overleg met de Stichting Gezondheidscentra Enschede (SGE) geeft dit project invulling aan de herhuisvesting van huisartsen, fysiotherapeuten en dergelijke. De oplevering is in 2011. Haaksbergen • In de Pastorietuin begonnen we in samenwerking met Livio met de bouw van vijftien appartementen voor lichamelijk gehandicapten. Het gaat over mensen die nu nog in verpleeghuis Het Wiedenbroek verblijven. De oplevering is in 2011; • Met verschillende partijen werkten we aan het realiseren van vier woonservicezones. Zo werd de toekomstige vraag naar zorggerelateerd vastgoed in beeld gebracht. Losser • Aan de Troelstrastraat in Overdinkel startten we in opdracht van Zorggroep Sint Maarten de bouw van achttien appartementen voor mensen met dementieproblemen. De oplevering is in 2011. Dinkelland • In de kern Weerselo bouwden we op de plek van het voormalige Huize Sint Josef aan een nieuw woonzorgcentrum met wijkvoorzieningen. Oplevering aan Zorggroep Sint Maarten heeft inmiddels plaatsgevonden (januari 2011).
Jaarverslag 2010 – Domijn
49
9.
Betrekken bewoners bij beleid en beheer
9.1 Strategisch doel We vinden het belangrijk bewoners te betrekken in de keuzes die gemaakt worden bij het ontwikkelen van beleid en de uitvoering van het dagelijks beheer. In het strategisch plan 2009-2012 geven we hier richting aan door een visie op de individuele klantbenadering en door het richten op partnership. 9.2 Doelstelling voor dit boekjaar 9.2.1 Tango In 2009 maakten we de keuze ons te ontwikkelen van een klantvriendelijke organisatie naar een klantgerichte organisatie. Hierbij gaan we ervan uit dat we leidend zijn in het klantencontact. Om aan deze strategie verdere invulling te geven startten we in 2010 met het interne project Tango. Het doel van Tango is om onze interne bedrijfsprocessen meer en beter te laten aansluiten op de wensen van onze klant. Om dit doel te bereiken hebben we in 2010, daar waar mogelijk, onze bedrijfsprocessen omgezet naar klantprocessen. 9.2.2 Partnership In 2010 werkten we aan een visie waarmee we onze stakeholders betrekken bij de totstandkoming van beleid en projecten. We hebben immers te maken met vele verschillende partijen. Niet al deze partijen zijn stakeholder of belanghebbende. We vinden het daarom van belang om een afwegingskader te hebben om te bepalen wie de stakeholders zijn. Ook bepalen we vooraf of we de betreffende stakeholders willen betrekken bij het beleid, beheer en projecten. Het stakeholdersbeleid is in 2010 vastgesteld en operationaliseren we in 2011 verder door middel van nieuwe vormen van participatie. We zetten hierbij in op modellen om bredere doelgroepen van klanten te betrekken bij onze activiteiten. 9.2.3 Visitatie In 2010 zijn we gevisiteerd. In december 2010 leverden we de rapportage op. Eén van de belangrijkste conclusies is dat stakeholders behoefte hebben om intensiever bij het proces van beleidsvorming betrokken te worden. Het nieuwe stakeholdersbeleid in combinatie met de eerder genoemde nieuwe vormen van participatie, sluiten goed aan bij de behoefte van onze stakeholders. De Raad van Commissarissen heeft aangegeven een belangrijke rol te willen spelen in de verdere ontwikkeling van het stakeholdersbeleid. 9.2.4 Klachtenadviescommissie Twente We zijn aangesloten bij de regionale klachtenadviescommissie Twente. De klachtenadviescommissie werkt volgens een vastgesteld reglement en procedure. De klager moet de klacht op twee niveaus maken voordat de commissie de klacht in behandeling neemt: • Niveau 1 is met de betrokken medewerker; • Niveau 2 is met de verantwoordelijke leidinggevende van deze medewerker. Er zijn zeven klachten ingediend, waarvan er zes volgens de procedure door de klager niet zijn voorgelegd op het tweede niveau. Daardoor zijn deze klachten niet ontvankelijk verklaard door de klachtenadviescommissie richting huurders. Er is één klacht ingediend waarbij de klachtenadviescommissie een uitspraak heeft gedaan. De zeven ingediende klachten zijn naar de locaties als volgt verdeeld: Losser twee keer, Haaksbergen twee keer en Enschede drie keer. In alle zes afgewezen gevallen konden de klachten in een goed overleg met de betreffende huurder alsnog opgelost worden. 9.3 De relatie met de huurders 9.3.1 De Huurderkoepel De koepel is een belangrijke gesprekspartner. De koepel wordt vertegenwoordigd door de samenwerkende huurdersverenigingen uit de locaties Enschede (Bewonersrijk), Haaksbergen (Huurdersvereniging Haaksbergen) en Losser (Huurders Belangen Vereniging Losser). De samenwerkingsovereenkomst tussen ons en de koepel regelt het doel van de samenwerking, de erkenning en representativiteit, de inrichting en de onderwerpen van het overleg, de informatievoorziening, het adviesrecht, het instemmingsrecht, de financiën en eventuele geschillen. Het overleg richt zich met name op
Jaarverslag 2010 – Domijn
50
beleidszaken. De partijen spreken elkaar vier keer per jaar. In 2010 is gesproken over de volgende onderwerpen: • Duurzaamheidbeleid (informatierecht); • Begroting 2010 (informatierecht); • Evaluatie Woonruimtebemiddeling (informatierecht); • Bemiddelingskosten verhuur (adviesrecht); • Begroting Huurderkoepel 2010 (informatierecht); • Huurbeleid 2010 – 2012 (adviesrecht); • Huurverhoging per 1-7-2010 (adviesrecht); • Servicekostenbeleid (instemmingsrecht); • Jaarverslag 2009 (informatierecht); • Klachtenmanagement (adviesrecht); • Samenwerkingsovereenkomst bewonerscommissies (informatierecht); • Dossier Staatssteun (informatierecht). Op basis van de samenwerkingsovereenkomst zijn prestatieafspraken gemaakt. We spreken vier keer per jaar met de afzonderlijke huurdersverenigingen over onderwerpen die specifiek zijn voor de betreffende locatie. Via de website kunnen huurders kennis nemen van statuten/reglementen/jaarrekening/ jaarverslag en andere belangrijke stukken. In 2010 hebben we de samenwerking met de Huurderkoepel geëvalueerd. In grote lijnen zijn dit de conclusies: • Oprichten en functioneren Huurderkoepel is een prestatie van formaat; • Samenwerking met de Huurderkoepel verloopt goed; • Behoefte aan meer en jonger kader bij Huurderkoepel; • Volkshuisvesting wordt ingewikkelder dus meer behoefte aan kwaliteit; • Uiterlijk 1 april te beginnen; • In 2012 draagt de Huurderkoepel het accountantsrapport over. 9.3.2 Bewonerscommissies We hebben contact met 57 bewonerscommissies. Deze commissies vertegenwoordigen onze huurders in de verschillende wijken, buurten en straten. De aanleiding om met bewonerscommissies te praten is divers. (Groot-)onderhoudsplannen of renovaties zijn aanleiding om met een vertegenwoordiging van bewoners te praten. Bewoners kunnen ook op eigen initiatief een vertegenwoordiging in het leven roepen. De aanleiding voor deze bewoners ligt vaak in een sterke betrokkenheid met de betreffende wijk, buurt of straat. Wij faciliteren deze groepen en voeren hiermee tenminste één keer per jaar overleg. In 2010 stelden we beleid vast over de omgang met bewonerscommissies. Omdat zowel de Huurderkoepel, de huurdersverenigingen, de bewonerscommissies en wij zelf veel waarde hechten aan bewonersparticipatie, zijn met name de spelregels met betrekking tot deze participatie vastgelegd. De basis voor de spelregels komen voort uit de Overlegwet. Daarnaast voegden we afspraken toe over: • De samenstelling van de commissies; • Uitvoeringsafspraken; • Vergoedingen; • Mogelijke ondersteuning door de plaatselijke huurdersvereniging, de Huurderkoepel of een externe organisatie. De verschillende niveaus van participatie zijn mee-weten, meepraten en meebeslissen over belangrijke thema’s. Dit is ook beschreven. Voor 1 juli 2010 hebben we het beleid geïmplementeerd en zijn de samenwerkingsovereenkomsten getekend. 9.3.3 Individuele bewoners In het verslagjaar besteedden we wederom veel aandacht aan het optimaliseren van de contacten met individuele huurders. Het project Tango is een goed voorbeeld van onze ambitie om de kwaliteit van onze eigen dienstverlening telkens te verbeteren. We hebben veel aandacht besteed aan de informatievoorziening vanuit de verschillende kanalen zoals website, telefonische contacten, schriftelijke contacten en mondelinge contacten. Het doel hiervan was om de kanalen beter op elkaar af te stemmen. De kwaliteit van onze dienstverlening en
Jaarverslag 2010 – Domijn
51
informatievoorziening zal daarmee in 2011 een sterke impuls krijgen. Bewoners kunnen via onze website kennis nemen van de jaarverslagen van voorgaande jaren. 9.4 De relatie met de gemeenten 9.4.1 Prestatiecontracten gemeenten In de drie gemeenten waar we actief zijn, hebben we prestatieafspraken gemaakt met het lokale bestuur. In de gemeenten Enschede en Haaksbergen lopen de prestatieafspraken eind 2010 af. In 2011 ontwikkelen we in deze gemeenten nieuwe woonvisies en op basis hiervan ontwikkelen we nieuwe prestatieafspraken. We verwachten dat de evaluaties van de geleverde prestaties over de periode waarop deze betrekking hadden begin 2011 plaatsvinden. Met de gemeente Losser hebben we in maart 2010 nieuwe prestatieafspraken gemaakt over de periode 2010 – 2012. De afspraken hebben betrekking op: • De manier van samenwerking. De samenwerking is niet vrijblijvend. Er wordt gewerkt aan de hand van een “Activiteitenschema” en een “Uitvoeringsprogramma Projecten”; • Kernvoorraad huurwoningen en huisvesting aandachtsgroep; • Herstructurering; • Huisvesting starters en jonge huishoudens; • Huisvesting senioren; • Huisvesting statushouders en erkende vluchtelingen; • Collectief Particulier Opdrachtgeverschap; • Wonen, Welzijn en Zorg; • Kwaliteit van het bouwen en leefbaarheid; • Financiën; • Rol en verantwoordelijkheid gemeente; • Communicatie; • Evaluatie. Algemene opmerking In 2010 spraken we af dat de Raad van Commissarissen in 2011 aan tafel gaat met relevante stakeholders.
Jaarverslag 2010 – Domijn
52
10.
Financiële continuïteit
In dit hoofdstuk zetten we het gevoerde beleid en beheer op financieel gebied uiteen. 10.1 Financieel beleid De directieraad heeft in 2008 het strategisch plan 2009-2012 vastgesteld. Hierin hebben zij de missie, visie en strategie verwoord. Een concretisering hiervan staat in de plannen van de afdelingen Wonen, Bedrijfsvoering & Beleid en Ontwikkeling. Jaarlijks verstrekt de directieraad concrete opdrachten aan elke afdeling. Deze opdrachten beschrijven wat er dat jaar verwacht wordt van de realisatie van onze koers. Het uitvoeren van deze opdrachten en een aantal externe ontwikkelingen (onder meer vennootschapsbelasting, het dossier staatssteun, beperking huurverhogingen, marktontwikkelingen en de kredietcrisis) leiden tot inperking van de financiële ruimte. De vraag die we ons zodoende stellen is of onze ambities financieel haalbaar zijn. De verschillende beleidsvelden zijn onderling afhankelijk van elkaar. Het gaat hier over onder meer: • Portfoliomanagement; • Huurbeleid; • Onderhoudsbeleid; • Personeelsbeleid; • Investeringsbeleid; • Acquisitiebeleid; • Financieel beleid (inclusief treasurybeleid). Financiële continuïteit In het licht van de financiële continuïteit en voor de analyse van beleidskeuzes, willen we zicht hebben op vermogens- en resultaatontwikkelingen, financiële doelstellingen en de wijze waarop rapportering vorm moet krijgen. Om zicht op vermogens- en resultaatontwikkelingen te verkrijgen hebben we in 2009 het financieel beleidsplan vastgesteld. Dit beleidsplan is in 2010 niet gewijzigd. In het financieel beleid ligt de focus op kasstromen. Het geeft richting aan de gewenste verhouding tussen de kasstromen. Daarmee geeft het inzicht in de ruimte die bestaat om het gewenste rendement te behalen. Het behaalde rendement wordt omgezet in maatschappelijk dividend. Kortom: “zonder vastgoedrendement geen maatschappelijk dividend”. We sturen op resultaat- en rendementsdoelstellingen en vermogensontwikkelingen. Daarbij is een aantal indicatoren benoemd, die we gebruiken als strategische sturingsvariabelen. De financiële indicatoren zijn ingebed in de Planning & Control-cyclus. Hierbij hebben we een normenkader ontwikkeld. Vanuit het normenkader worden voorgenomen investeringen en beheerplannen getoetst op haalbaarheid en de gewenste financiële uitkomst. Tabel 22: Kengetal
Normen
Interest Dekkings Ratio
Minimaal 1,3
Direct rendement
Minimaal 4,3%
Financieringsratio
Maximaal 75%
Investerings-financieringsrisico
Bewaken op basis van norm financieringsratio
Rendement nieuwe projecten
Gemiddeld 4,3% (segmentatie per soort vastgoed)
Vanuit het INK Dashboard hebben we de volgende aanvullende financiële beleidsdoelstellingen voor 2011 geformuleerd: • In 2011 gebruiken we de analyses van Aedex integraal voor onze rendementssturing; • In 2011 beschikken we over een methode voor het maken van een kostenverdeelstaat per afdeling en per activiteit; • Opstellen van een activiteitenrekening ten behoeve van een betere verantwoording van de bedrijfslasten; • In 2011 onderzoeken we of we andere waarderingsgrondslagen gaat hanteren.
Jaarverslag 2010 – Domijn
53
10.2 Kerncijfers Tabel 23: kerncijfers Omschrijving
2010
2009
2008
2007
2006
15.556
15.589
15.351
15.088
15.030
31
26
24
47
Aantal verhuureenheden Woningen en woongebouwen In beheer (geen eigendom) Strategisch bezit woningen
43
Garages, bergingen en parkeergarage
771
758
749
715
718
Bedrijfsruimten
177
172
152
185
148
Strategisch bezit bedrijfsruimte Overig bezit
12 156
136
119
120
120
16.691
16.681
16.450
16.155
16.016
- verkocht regulier
-57
-78
-57
-48
-62
- verkocht in het kader van koopgarant
-21
-21
-22
-21
143
24
6
26
Totaal Mutaties in het boekjaar Woningen en woongebouwen
- verkocht vanuit voorraad
-5
- gekocht - gesloopt
-97
0
-12
-144
-90
- opgeleverd
149
128
350
270
121
-7
23
2
-5
5
13
9
34
-3
147
5
8
-33
37
88
- overige mutaties Aankoop Garages, bergingen en parkeergarage Bedrijfsruimten
5
Strategisch bezit In beheer (geen eigendom)
33 5
2
-23
Overig bezit
21
-7
-1
0
-45
Correctie overig bezit
-1
24
77
249
290
460
472
10.294
0
4.495
9.054
5.454
32
32
156
307
229
112
9
102
83
48
54
1
In aanbouw Woningen en woongebouwen Bedrijfsruimten (aantal m2) Koopwoningen Onderhanden werk - opgeleverde koopwoningen - voorraad koopwoningen
Jaarverslag 2010 – Domijn
54
Omschrijving
2010
2009
2008
2007
2006
3.780
3.434
3.564
4.025
4.589
10.540
10.880 10.546
10.200
9.874
677
863
567
Aantal woningen naar huurprijsklasse Goedkope woningen (2010: < 361,66) Betaalbare woningen (2010: vanaf 361,67 tot 554,76) Dure huurwoningen (2010: vanaf 554,76,18 tot 652,52)
707
Huurwoningen boven huurtoeslaggrens (2010: > 652,52)
529
631
644 564
Het verhuren van woningen Aantal mutaties
1.532
1.673
2.118
1.863
1.734
9,18%
10,03%
12,88%
11,53%
10,82%
3.907
3.643
4.477
4.707
4.642
Huurachterstand in % jaarhuur
2,27%
2,53%
2,51%
1,96%
2,12%
Huurderving in % jaarhuur
2,84%
3,13%
2,95%
1,10%
1,37%
44
56
71
84
108
2
0
0
1
2
0,83
0,31
0,50
0,98
0,91
17,94%
18,50%
19,50%
22,39%
23,10%
Rentabiliteit eigen vermogen
2,76%
-1,56%
-8,57%
3,57%
6,69%
Rentabiliteit vreemd vermogen
3,75%
3,95%
4,09%
4,28%
4,57%
Rentabiliteit totaal vermogen
3,58%
2,93%
1,62%
4,12%
5,06%
Operationele kasstroom
14.717
34.142
1.256
19.577
20.703
Investeringskasstroom
-54.842
-59.541
-66.587
-68.464
-28.712
Financieringskasstroom
51.702
23.182
36.235
51.498
31.211
1,71
1,81
1,73
1,58
0,88
1.532
1.673
2.118
1.863
1.708
167
152
166
157
213
1.501
1.926
2.282
1.572
1.653
701
635
584
633
376
66
61
14
37
12
Mutatiegraad Huurmatigingen
Aantal ontruimingen Aantal ontruimingen wegens overlast Financiële continuïteit Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit
Kwaliteit woningbezit Aantal reparatieverzoeken per woning Aantal mutaties Kosten per reparatieverzoek Kosten per mutatie Kosten planmatig onderhoud per woning Kosten overig onderhoud per woning
Jaarverslag 2010 – Domijn
55
Omschrijving
2010
2009
2008
2007
2006
8.348
8.100
8.354
9.110
8.727
0
0
0
0
0
167
163
245
99
100
Totaal bedrijfsopbrengsten
6.390
6.152
5.893
5.594
5.628
Totaal bedrijfslasten
5.157
5.241
5.602
4.301
4.026
-1.300
-1.321
-1.061
-974
-1.075
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
-67
-410
-770
318
527
Jaarresultaat
230
-126
-716
325
583
219,18
220,65
183,51
149,54
137,64
241
242
201
163
150
Balans en winst- en verliesrekening (per woning) Eigen vermogen Voorziening onderhoud Overige voorzieningen
Financiële baten en lasten
Personeelsbezetting (einde boekjaar) Totaal formatieplaatsen Werkelijk aantal personeelsleden
Jaarverslag 2010 – Domijn
56
10.3 Jaarresultaat Het jaar 2010 sloten we af met een positief resultaat van € 3.583.000,-. In 2009 hadden we een negatief jaarresultaat van € 1.965.000,-. Het jaar is begroot met een negatief jaarresultaat van € 23.293.000,-. Als we de begroting 2010 vergelijken met de realisatie 2010 (enkelvoudige jaarrekening) krijgen we het volgende beeld: Tabel 24: Enkelvoudige jaarrekening Begroot 2010
Werkelijk 2010
Verschil
Bedrijfsopbrengsten 1. Huren
85.078
83.400
1.678-
4.940
5.420
480
-
-
-
4. Verkoop onroerende zaken
9.239
6.690
2.549-
5. Geactiveerde productie
3.000
3.569
569
258
323
77
102.515
99.402
3.113-
6. Afschrijvingen
13.286
12.643
643
7. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa
31.716
20.625
11.091
8. Lonen & Salarissen
11.073
10.247
826
9. Sociale lasten
1.281
1.417
136-
10. Pensioenlasten
2.153
2.007
146
11. Lasten onderhoud
25.254
14.578
10.676
12. Overige bedrijfslasten
18.534
18.709
175-
13. Kosten samenwerking
-
-
14. Bijzondere baten en lasten
-
-
2. Vergoedingen 3. Overheidsbijdragen
5. Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten
Som der bedrijfslasten
103.297
80.226
23.071
782-
19.176
19.958
15. Rentebaten
2.620
2.127
493-
16. Rentelasten
22.855-
22.296-
559
-
12-
12-
449
36-
485-
19.786-
20.217-
431-
20.568-
1.041-
19.527
2.775
2.775
2.725-
1.849
4.574
23.293-
3.583
26.876
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten
17. Waardeveranderingen Financiële Vaste Activa 18. Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 19. Resultaat deelnemingen 20. Vennootschapsbelasting Jaarresultaat
Jaarverslag 2010 – Domijn
57
Het hogere resultaat van € 26.876.000,- wordt vooral veroorzaakt door: • Lagere huuropbrengsten: Er is sprake van het doorschuiven van projecten naar volgende jaren, daardoor lagere huuropbrengst; Er is een lager percentage huurverhoging doorgevoerd dan was begroot; Daartegenover staat dat een deel van begrote sloop wordt verschoven naar volgende jaren. • Lagere opbrengsten uit woningverkopen: De lagere opbrengsten worden verklaard doordat er minder verkopen zijn geweest, dan dat was begroot. Tevens is de gemiddelde verkoopprijs fors lager dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. • Lagere overige waardeverandering: Door het doorschuiven/uitstellen van projecten zijn de onrendabele toppen fors lager dan begroot; Het resultaat wordt verlaagd omdat er in de begroting geen rekening gehouden is met de afwaardering op het bestaande bezit, vanuit de impairmenttoets (€ 9 miljoen). • Lagere onderhoudslasten: De lagere lasten voor onderhoud worden vooral veroorzaakt door de lagere lasten in het planmatig onderhoud (met name vervallen/doorgeschoven planmatig onderhoudsprojecten en resultaat op aanbestede werken). • Lagere rentebaten: De lagere rentebaten worden met name veroorzaakt doordat er minder rente toegerekend is aan de projecten; dit vanwege het doorschuiven/uitstellen van projecten. • Lagere rentelasten: Er is in totaliteit meer aangetrokken dan was begroot, echter tegen veel lagere rentepercentages. Per saldo veel lagere rentelasten. • Hoger resultaat deelnemingen: De resultaten uit deelnemingen zijn niet begroot. • Lagere last vennootschapsbelasting: Vanwege het opnemen van een actieve belastinglatentie voor de woningverkopen (eenmalige bate) komt er per saldo een bate uit voor 2010, waar een forse last was begroot. 10.4 Investeringen In het financieel beleid zijn rendementseisen voor voorgenomen investeringen vastgesteld. We hanteren de interne rendementseis als disconteringsvoet. Deze is nodig om de netto contante waarde van geprojecteerde kasstromen van een investering in vastgoed gelijk te laten zijn aan de stichtingskosten van de investering zelf. De interne rendementseis wordt vaak aangeduid als de IRR, oftewel de Internal Rate of Return. Daarbij onderscheiden we bij investeringsselecties de volgende vastgoedsegmenten: • Woningen primair maatschappelijke voorraad; • Woningen niet primair maatschappelijke voorraad; • Woningen geliberaliseerde huur; • Bedrijfsonroerend goed; • Maatschappelijk onroerend goed.
Jaarverslag 2010 – Domijn
58
De hieraan gekoppelde rendementseispercentages worden benut in het kader van de investeringsselectie. Tabel 25: Normen rendement op investeringen naar segment Normen rendement op investeringen naar segment VV 75% Gem.rente
Opslag VV
EV 25% inflatie
Opslag EV
Risicoopslag
Opslag uitpond 20 jaar
IRR Uitpond Scenario
Primair maatschappelijk
2,3% *
1,50%
3,8%
Maatschappelijk vastgoed
2,3% **
1,50%
3,8%
1,00%
5,3%
1,50%
6,8%
Niet primair maatschappelijk
5%
2,25%
Geliberaliseerde huur
5%
0,80%
2,25%
2%
1,50%
6,9%
1,50%
8,4%
Bedrijfsonroerend goed
5%
0,80%
2,25%
2%
2,00%
7,4%
1,50%
8,9%
Gewogen gemiddelde norm voor de hele investeringsportefeuille
4,3%
* Een IRR van 2,3% impliceert een onrendabele top van € 80.000,** Betreft een maatschappelijk vastgoed dat belangrijk is voor onze wijken doordat het bijdraagt aan: De realisatie van de gebiedsvisies; Het oplossen van urgente knelpunten in buurten (al dan niet tijdelijk); Het bedienen van zeer specifieke doelgroepen. Voor nieuwe projectplannen streven we naar een jaarlijks gemiddeld intern rendement van 4,3%. Nieuwe investeringen worden in de jaarrekening gewaardeerd volgens de minimum waarderingsregel (historische kostprijs of de lagere bedrijfswaarde). Hieronder zijn de onrendabele toppen opgesomd die in de jaarrekening 2010 zijn verantwoord onder de post waardeveranderingen materiële vaste activa. Tabel 26: Onrendabele toppen*
2010
Enschede P150005 De Eendracht Hengelosestraat P150055 Stadsveld Zweringweg P150056 Stadsveld fase 3 P150067 Stadsveld fase 4 renovatie P150097 OH Torens Mekk/Bosw P150161 H de Veerstraat P150199 Nassau P150200 Alg. Twekkelerveld P150213 Eudokia
Jaarverslag 2010 – Domijn
696 6.704180.842 6.739 813 95.15162.608 950.000 1.420
59
Onrendabele toppen*
2010
Vervolg Enschede P150218 Kerkstraat Glanerbrug
3.121
P150234 Siam Zuiderhagen
204
P150281 Wonen boven alg.
194.670
P150282 Michaellocatie P150287 Roombeek P150288 Zorgcluster Roombeek P150294 Woonzorgcomplex Redemptoristenpark P150296 Laares
48.185 2.436 51.558 36.4902.451
P150298 HOED Twekkelerveld
5.696-
P159004 Dennenbosweg
35.374
P159007 Cascade
6.015-
P159010 De Kiepe P159011 WC Wesselerbrink P159017 Deppenbroek P159017C Deppenbroek renovatie P159026 App. Boddenkampsingel
688.832245.053 1.454 510 9.086-
P159029 WC Twekkelerveld
697.804
P159054 RUPS Blekerstraat
93.412
P159056 SKE Cromhoffsbleekweg
3.560-
P159065 Ondergrondse afvalcontainers
399.180
P159068 Voermanstraat
485.495
P159078 Haaksbergerstraat
199.099
P159079 Carel Fabritiusstraat
128.943
P169005A Marskant
1.571.198-
P169006 Woonzorg Weerselo
1.134.678-
Totaal Enschede
234.658
*Inclusief duurzame waardeverandering grond- en ontwikkelposities
Jaarverslag 2010 – Domijn
60
Onrendabele toppen*
2010
Haaksbergen P129002 Hofferie
1.868
P129007 Eenhuisstraat
32.839
P129008 Nachtegaalstraat
5.171-
P129010 De Bron
439.590
P129011 Merelstraat
76.132-
P129017C Juliana/Spanbed RENO
5.594-
P129017D Spanbeddestraat GO P129021 Kop Parallelweg P129025A Huisvesting 15 Livio P129027 Veldmaat Totaal Haaksbergen
Onrendabele toppen*
7 373.395 1.370.764 1.510 2.133.077
2010
Losser P130008 GO Kerkhofweg 6 won.
107.782
P130021 GO Burg. Eekhoutstraat
323.346
P130025 POH Talmaplein 42 won.
1.224.063
P130063A Weiland Stanco
32.339
P130063B Woningen Stanco
10.639
P130065 t Rot fase a+b+c
45.852
P130065AX 't Rot fase koop
38.901
P139002 Troelstra Overdinkel
3.720.448
P139003 Oldenhove/St. Maarten
34.254
P139006 Kantoor SWL
16.888
P139007 De Saller fase 2+3 P139012 Centrumplan Losser P139015 6 Wachterswoningen P139017 CPO Losser P139019 Willem de Gamestraat
5.001 14.955 220.000 1.214 67.020
Totaal Losser
5.862.701
Totaal Enschede, Haaksbergen, Losser
8.230.435
*Inclusief duurzame waardeverandering grond- en ontwikkelposities
Jaarverslag 2010 – Domijn
61
10.5 Bedrijfswaarde Wij maken een bedrijfswaardeberekening om te zien in hoeverre onze complexen rendabel zijn. De bedrijfswaarde verkrijgen we door de contante waarde van de toekomstige inkomsten te verminderen met de contante waarde van de toekomstige uitgaven. De parameters die tot het einde van het jaar zijn gehanteerd luiden als volgt: Tabel 27: Parameter
2010
2009
Huurstijging 2010
1,20%
1,20%
Huurstijging 2011
1,50%
2,00%
Huurstijging 2012-2015
2,00%
2,00%
Huurharmonisatie 2010-2015
0,25%
0,25%
Huurstijging vanaf 2010
2,00%
2,25%
Huurderving
1,00%
1,00%
Inflatie 2010
1,50%
2,00%
Inflatie 2011-2015
2,00%
2,00%
Inflatie vanaf 2016
2,00%
2,25%
Inflatie lonen en salarissen 2010
2,40%
3,40%
Inflatie lonen en salarissen 2011-2014
3,00%
3,40%
Inflatie lonen en salarissen vanaf 2015
3,00%
2,25%
Inflatie onderhoud 2010
2,50%
3,00%
Inflatie onderhoud 2011-2015
3,00%
3,00%
Inflatie onderhoud vanaf 2016
3,00%
2,25%
Disconteringsvoet
5,25%
6,00%
Norm algemeen beheer
€ 1.190,-
€ 1.169,-
Norm onderhoud
€ 1.434,-
€ 1.398,-
De bedrijfswaarde van de woningen inclusief rentabiliteitswaardecorrectie bedraagt in totaal € 709 miljoen (2009: € 696 miljoen). De totale boekwaarde van de woningen in exploitatie bedraagt € 539 miljoen (2009: € 522 miljoen). De bedrijfswaarde ligt daarmee € 170 miljoen boven de boekwaarde (2009: € 174 miljoen). Dat is ongeveer 32% (2009: 33%). De bedrijfswaarde van de niet zijnde woningen bedroegen inclusief rentabiliteitswaardecorrectie € 76,4 miljoen. Hier staat een boekwaarde tegenover van € 60,4 miljoen. De bedrijfswaarde ligt daarmee € 16 miljoen boven de boekwaarde. Dat is ongeveer 26%. Analyse van de bedrijfswaarde De verbetering van de bedrijfswaarde met ongeveer € 17 miljoen wordt voornamelijk verklaard door de aanpassing van de parameters (+ € 32,2 miljoen), de voorraadmutaties (+ € 15,3 miljoen) en niet meer in te rekenen van verkopen bij achtervangcomplexen (-/- € 8,5 miljoen). De totale rentabiliteitswaardecorrectie daalt met € 12,2 miljoen. De mutaties in de voorraad zijn per saldo -/- 27 woningen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
62
De huurparameter is ten opzichte van de bedrijfswaardetoets van 2009 naar beneden bijgesteld als gevolg van lagere inflatie dan begroot. Hierdoor kregen we over de restant levensduur een fors lagere huuropbrengst (€ 24,2 miljoen). Deze daling wordt deels gecompenseerd doordat voor een aantal complexen de levensduur (vanuit Strategisch Voorraadbeleid) is aangepast. Dit brengt een hogere bedrijfswaarde met zich mee (€ 42 miljoen). Het negatieve effect van de aanpassingen in parameters over de kostenstijgingen is per saldo € 26,8 miljoen. Daarentegen heeft de verlaging van de disconteringsvoet van 6% naar 5,25% een positief effect van € 41,4 miljoen in de bedrijfswaarde van het bezit. Met betrekking tot de rentabiliteitswaardecorrectie heeft deze verlaging echter een negatief effect van € 22,8 miljoen. Daarnaast zijn in 2010 een aantal leningen met een lange looptijd en een laag rentepercentage aangetrokken. Dit levert een extra rentabiliteitswaardecorrectie op van € 11,0 miljoen. 10.6 Ontwikkelingen financiële positie Uit de opgestelde meerjarenramingen 2011-2020 blijkt dat we volgens de huidige verwachtingen en inschattingen positieve resultaten behalen. Deze worden hoofdzakelijk veroorzaakt door een hoger aantal te verkopen woningen, het beperken van de resultaten uit onrendabele projecten en het realiseren van bezuinigingen op de interne bedrijfslasten. Een negatief effect is het inrekenen van een te verwachten bijdrage in de huurtoeslag. De solvabiliteit komt eind 2020 naar verwachting uit op 17%. Als algemene opmerking geven we bij de meerjarenramingen mee dat deze zijn gemaakt op basis van de huidige kennis en aannames. Dit is geen garantie dat de toekomst zich volgens het scenario van de meerjarenraming ontwikkelt. Met de consequenties uit hoofde van de vennootschapsbelasting is in de meerjarenbegroting rekening gehouden. Het is een inschatting van de te verwachten belastingdruk. De kengetallen zoals benoemd in het financieel beleid ontwikkelen zich als volgt: Tabel 28: Kengetallen financieel beleid Kengetal Norm Werkelijk 2010 * Interest Dekkings Ratio
Minimaal 1,3
* Direct rendement
Minimaal 4,3%
* Loan to value
Maximaal 75%
Jaarverslag 2010 – Domijn
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
2011
2012
2013
2014
2015
2,13
1,68
1,62
1,53
1,41
1,44
6,0%
4,7%
4,6%
4,4%
4,1%
4,3%
66%
67%
67%
68%
68%
69%
63
Tabel 29: Solvabiliteit/rentabiliteit Ontwikkeling balansposten Werkelijk 2010 Bedragen x € 1.000,-
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
2011
2012
2013
2014
2015
13.839-
31.716-
1.842-
6.527
1.123
129.858
129.863
135.551
135.624
143.718
142.080
2.599
2.599
2.599
2.599
2.599
2.599
547.050
562.251
577.859
612.341
625.662
633.334
44.182
44.093
44.548
45.859
46.335
46.623
723.689
738.806
760.557
796.423
660.763
685.658
708.391
746.767
768.840
775.645
Financiële vaste activa
26.044
25.006
24.668
24.372
24.081
23.929
Vlottende activa
36.882
28.142
27.498
25.284
25.393
25.062
723.689
738.806
760.557
796.423
-7.300
-15.951
-17.050
-20.575
-20.942
-21.561
17,94%
17,58%
17,82%
17,03%
17,56%
17,23%
Rentabiliteit resultaat % van de omzet
3,60%
0,01%
5,10%
0,06%
6,84%
-1,35%
Rentabiliteit totaal vermogen
3,58%
3,14%
3,88%
3,15%
4,22%
3,12%
Rentabiliteit eigen vermogen
2,76%
0,00%
4,20%
0,05%
5,63%
-1,15%
0,83
0,64
0,62
0,55
0,55
0,54
Eigen vermogen Overige voorzieningen Schulden lange termijn Kortlopende schulden Balanstotaal Materiële vaste activa
Balanstotaal Eindsaldo werkkapitaal
818.314 824.636
818.314 824.636
Financiële kengetallen Solvabiliteit
Current ratio
Jaarverslag 2010 – Domijn
64
Tabel 30: Toekomstperspectief 2011-2015 Werkelijk
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Bedragen x € 1.000,Bedrijfsopbrengsten Huren
83.400
85.022
87.471
89.221
93.332
95.949
5.420
5.204
5.308
5.414
5.522
5.633
-
-
-
-
-
-
Opbrengst uit verkoop
6.690
14.642
15.448
15.622
16.111
16.415
Geactiveerde productie
3.569
3.000
3.090
3.183
3.278
3.377
323
145
149
153
157
161
99.402
108.013
111.466
113.593
118.400
121.535
Afschrijvingen
12.643
14.198
15.193
16.007
16.732
17.020
Overige waardeveranderingen MVA
20.625
17.875
11.267
15.439
3.958
14.857
Lonen en salarissen
10.247
10.901
11.131
11.457
11.797
12.156
Sociale lasten
1.417
1.436
1.444
1.487
1.532
1.578
Pensioenlasten
2.007
2.044
2.102
2.165
2.230
2.297
Lasten onderhoud
14.578
20.461
24.158
24.824
25.509
26.213
Overige bedrijfskosten
18.709
16.875
15.942
16.074
19.977
20.239
Kosten Samenwerking WGT
-
-
-
-
-
-
Bijzondere baten en lasten
-
-
-
-
-
-
Som der bedrijfslasten
80.226
83.790
81.237
87.453
81.735
94.360
Bedrijfsresultaat
19.176
24.223
30.229
26.140
36.665
27.175
Rentebaten
2.127
1.508
1.366
1.978
1.283
1.114
Rentelasten
22.296-
23.211-
23.828-
25.040-
26.437-
27.336-
Vergoedingen Overheidsbijdragen
Overige Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten
Financiële baten en lasten
Waardeveranderingen FVA
12-
Opbrengsten FVA
36-
103
56
38
20
4
20.217-
21.600-
22.406-
23.024-
25.134-
26.218-
Resultaat deelnemingen
2.775
284
542
566
579
591
Vennootschapsbelasting
3.478
2.901-
2.675-
3.609-
4.015-
3.184-
Jaarresultaat
3.583
6
5.690
73
8.095
1.636-
Saldo financiële baten en lasten
In bovenstaande opstelling is geen rekening gehouden met de wijzigingen die worden doorgevoerd in de nieuwe RJ 645.
Jaarverslag 2010 – Domijn
65
10.7 Treasury Ons doel is uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting (Artikel 2, lid 2 van de statuten) werkzaam te zijn. Alle activiteiten op het gebied van treasury zijn hieraan ondergeschikt en dienend. De hoofddoelstelling van de activiteiten op het gebied van treasury is: “Het waarborgen van de financiële continuïteit in brede zin”. In het treasurystatuut is het formele kader voor alle activiteiten op het gebied van treasury vastgelegd, waaronder het financierings- en beleggingsbeleid. Met het treasurystatuut beogen we te waarborgen dat we inzicht bieden in de risico’s, die samenhangen met de treasuryactiviteiten. De formulering en vaststelling van het treasurybeleid vindt plaats binnen het kader van het statuut, de treasuryjaarplannen en (meerjaren-)begrotingen. Hetzelfde geldt voor de verdere uitwerking in (trans)acties op het gebied van treasury. De verantwoording over het gevoerde treasurybeleid en de gerealiseerde (trans)acties vindt extern onder meer plaats in de jaarrekening. Intern vindt dit plaats in de daarvoor benoemde documenten en rapportages. De belangrijkste doelstellingen voor 2010 en de ondernomen acties, geven we hieronder weer. Daarbij maken we onderscheid in financierbaarheid en renterisicobeheersing. Financierbaarheid Doel voor de korte termijn is voldoende middelen beschikbaar te hebben. Actief cash management is van belang om enerzijds toegang tot direct krediet zo groot mogelijk te houden en anderzijds de rentelasten te optimaliseren. De kredietfaciliteit van onze huisbank (BNG) bedraagt € 15 miljoen. Ter ondersteuning van het cash managementbeleid hebben we de beschikking over vijf leningen met een variabele hoofdsom. Onderstaande tabel geeft de condities van de kredietfaciliteit weer. Verderop specificeren we de leningen met variabele hoofdsom. Tabel 31: Condities kredietfaciliteit Bank:
Faciliteit:
Condities:
BNG
RC faciliteit EUR 15 mln.
Debet: Euribor +20 bp Credit: Euribor -10 bp
Met deze kredietfaciliteit en leningen met variabele hoofdsom voorkomen we overliquiditeit en profiteren we van de lage korte rente. Voor de lange termijn is ons doel de benodigde financiële middelen altijd beschikbaar te hebben voor het uitvoeren van de volkshuisvestelijke taak. Belangrijk daarbij is de continue monitoring van de actuele financieringsruimte bij het WSW waaraan we gevolg geven. Daarnaast kijken we naar de ontwikkeling van het weerstandsvermogen. Daarbij is ons doel te analyseren of specifieke risico’s verminderd moeten worden, ter verkleining van het minimale weerstandsvermogen. In 2010 voerden we een aantal treasuryacties uit voor wat het aantrekken van nieuwe leningen betreft. Deze transacties staan in onderstaande tabel vermeld. Tabel 32: Transacties uit treasury Afl.wijze
Schuldrest.
Rente
RA
Geldgever
Afgesloten
Storting
looptijd
BNG
16-apr-10
17-mei-10
FIXE
€ 10.000.000
3,670%
n.v.t.
10 jaar
BNG
16-apr-10
19-juli-10
FIXE
€ 10.000.000
3,605%
n.v.t.
50 jaar
BNG
31-aug-10
15-mrt-11
FIXE
€ 10.000.000
2,590%
n.v.t.
43 jaar
NWB
31-aug-10
27 apr-12
FIXE
€ 10.000.000
2,720%
n.v.t.
48 jaar
BNG
30-nov-10
30 dec-10
FIXE
€ 15.000.000
3,739%
n.v.t.
11 jaar
€ 55.000.000
Jaarverslag 2010 – Domijn
66
Renterisicobeheersing Naast het veilig stellen van de financierbaarheid is de beheersing van het renterisico een belangrijke taak om de financiële continuïteit te waarborgen. Wij streven naar een evenwichtige spreiding van het renterisico over de jaren om de kans op nadelige financiële gevolgen te verminderen. Voor een goede spreiding van het renterisico streven we een bandbreedte na van 5% tot 15% van de restant hoofdsom van de leningportefeuille. In 2010 vonden de volgende renteaanpassingen plaats: Tabel 33: Renteaanpassingen 2010 Leningnummer
Geldgever
Leningtype
Datum
Coupon
Volume
Nieuwe coupon
Looptijd
15002060
NWB
ANN
1-mei-10
5,67%
€ 2.877.646
3,590%
10 jr
BNG
FIXE
15-mrt-11
5,42%
€ 7.000.000
3,050%
10 jr
Robeco
FIXE
30-apr-11
2,79%
€ 10.000.000
2,445%
6 jr
totaal
€ 19.877.646
12077001
Leningenportefeuille Per saldo stijgt onze leningenportefeuille met € 44 miljoen: van € 498,2 miljoen naar € 542,2 miljoen. De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen daalt van 4,31% in 2009 tot 4,26% in 2010. De volgende tabel geeft aan voor welke leningen de komende jaren (2011 tot en met 2014) sprake is van finale aflossing en renteaanpassing, exclusief de drie maandelijkse renteaanpassingen op de LVH’s (Lening Variabele Hoofdsom).
Jaarverslag 2010 – Domijn
67
Tabel 34: Overzicht eindaflossingen en renteaanpassingen 2011 t/m 2014 Huidige Geldgever Afl.wijze Datum rente Renteaanpassing BNG
annuitair
02-01-11
5,55%
Gemeente Enschede
annuitair
01-02-11
5,87%
Gemeente Enschede
annuitair
01-03-11
5,33%
Gemeente Enschede
annuitair
30-08-11
5,62%
Gemeente Enschede
annuitair
01-11-11
5,52%
Totaal jaartal 2011
Aflossing € 3.841.017
€ 2.005.870 € 1.060.329 € 522.874 € 1.047.239 € 2.528.744
€ 5.948.585
BNG
annuitair
01-02-12
5,55%
BNG
fixe
30-04-12
3,93%
€ 4.500.000
BNG
fixe
01-06-12
5,54%
€ 1.194.803
BNG
annuitair
03-06-12
6,91%
BNG
fixe
04-06-12
5,12%
€ 4.500.000
ING
fixe
30-06-12
3,75%
€ 2.824.822
BNG
annuitair
01-07-12
5,13%
BNG
fixe
01-07-12
5,56%
€ 609.427
BNG
fixe
01-10-12
5,02%
€ 10.000.000
Gemeente Enschede
fixe
30-10-12
5,06%
€ 1.120.751
Gemeente Haaksbergen
annuitair
01-12-12
4,92%
€ 883.023
NWB
fixe
02-12-12
5,72%
Totaal jaartal 2012
€ 3.314.037
€ 3.982.999
€ 1.382.942
€ 6.000.000 € 10.683.752
BNG
annuitair
01-03-13
5,76%
€ 5.184.656
BNG
fixe
15-03-13
2,59%
€ 10.000.000
NWB
annuitair
01-09-13
5,58%
€ 3.347.183
Beter Wonen
fixe
01-10-13
3,10%
Gemeente Haaksbergen
annuitair
15-11-13
5,10%
€ 1.068.308
Gemeente Enschede
annuitair
01-12-13
4,61%
€ 5.848.694
Totaal jaartal 2013
€ 29.629.052
€ 14.000.000
€ 25.448.841
€ 14.000.000
Robeco
fixe
17-03-14
3,57%
NWB
fixe
11-04-14
5,85%
€ 8.000.000
NWB
annuitair
01-05-14
4,32%
€ 4.588.006
Rabo Utrecht
fixe
03-05-14
4,40%
€ 9.000.000
BNG
fixe
05-05-14
3,71%
€ 10.000.000
BNG
annuitair
03-06-14
7,00%
€ 3.630.653
Totaal jaartal 2014
Jaarverslag 2010 – Domijn
€ 10.000.000
€ 32.630.653
€ 12.588.006 68
Het renterisico vormt zich voor een belangrijk deel door de leningen met variabele hoofdsom. Een overzicht daarvan staat hieronder. Tabel 35: Overzicht LVH’S Leningnr.
Geldgever
Type
Hoofdsom
Opgenomen
Rente herziening
Einddatum
15002063 BNG
LVH
€ 5.000.000
€ 1.000.000
1-mnd
15-01-14
15002064 BNG
LVH
€ 5.000.000
€ 5.000.000
1-mnd
03-02-14
12000001 NWB
LVH
€ 5.000.000
€ 5.000.000
1-mnd
01-09-15
12100100 Fortis
LVH
€ 4.000.000
€ 4.000.000
1-mnd
01-09-13
1300034 BNG
LVH
€ 7.500.000
€ 7.500.000
1-mnd
01-03-16
€ 26.500.000
€ 22.500.000
Ter vermindering van het renterisico van deze leningen hebben we CAP’s afgesloten. Deze staan opgesomd in onderstaande tabel. Tabel 36: CAP’s Leningnr.
Hoofdsom CAP
Strike
Einddatum
12000001
€ 5.000.000
5,00%
01-09-15
12100100
€ 4.000.000
5,50%
01-09-13
€ 9.000.000
Gedurende deze periode vinden de renteaanpassingen, eindaflossingen en leningen met variabele hoofdsom plaats. Ook hebben we een aantal spreadherzieningen van basisrenteleningen. In onderstaande tabel is de data van de spreadherzieningen weergegeven. Op het moment van spreadherziening, herzien we alleen de spread: de basisrente van de lening is al bepaald en blijft ongewijzigd tijdens de looptijd van de lening. Tabel 37: Spreadherzieningen basisrenteleningen Geldgever
Type
Datum
Huidige rente
Spread herziening
BNG
BRL
19-07-12
3,62%
€ 10.000.000
NWB
BRL
20-10-12
3,78%
€ 15.000.000
BNG
BRL
15-03-13
2,59%
€ 10.000.000
NWB
BRL
27-04-14
2,72%
€ 10.000.000 € 45.000.000
Beleggingen/Leningen u.g. Onderstaand staan een aantal leningen, die we alleen in het kader van de volkshuisvesting verstrekken: •
Lening u.g. Wooninvesteringsfonds In 2000 en 2001 verstrekken we twee leningen aan het Wooninvesteringsfonds (WIF). Collega-corporaties kunnen van deze leningen uit het Wooninvesteringsfonds gebruik maken. In totaal betreft het een bedrag van € 1.361.340,-. Deze leningen hebben beide een looptijd van 10 jaar. Hiervoor ontvangen we een rentevergoeding van respectievelijk 4,35% en 4,08% op jaarbasis. In 2010 is de lening uit 2000 met een rente van 4,35% en voor een bedrag van € 680.670,- afgelost.
Jaarverslag 2010 – Domijn
69
•
Lening u.g. Hoge Bothof Dit is een lening aan de Hoge Bothof B.V. voor de aanschaf van het Polaroid gebied, met de bedoeling dit terrein in de toekomst te ontwikkelen. Gezien de tegenvallende exploitatieresultaten binnen de B.V. hebben we uit voorzorg € 2 miljoen van de lening afgeboekt en zetten we € 5,4 miljoen om in kapitaal.
•
Lening Cultuurfonds Monumenten Dit is een achtergestelde lening van € 63.000,- aan de Provincie Overijssel over het Cultuurfonds voor monumenten in Overijssel. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar en hierover ontvangen we geen rente. Er is in 2010 geen mutatie op de uitstaande lening geweest.
•
Ontwikkelingen 2010 Het afgelopen jaar stond in het teken van het ‘Europa dossier’, dat bleef liggen wegens het demissionair worden van het kabinet. Ook de crisis van de Zuid-Europese landen, ook wel de schuldencrisis genoemd, had hier invloed op. Beide ontwikkelingen hebben rechtstreeks effect op woningcorporaties. Daarnaast werden de effecten duidelijk van het nieuwe, actieve risk management beleid van het WSW.
•
Europa-dossier In november 2009 bereikte de regering (minister Van der Laan) overeenstemming met de Europese Unie. In december 2009 kreeg deze overeenstemming zijn weerslag in het EC-besluit, inmiddels bekend als het Europa-dossier. Dit dossier beoogt onterechte staatssteun aan de woningcorporaties tegen te gaan. De onderkende vormen van staatssteun zijn de WSW-borging (door de overheidsachtervang), grondsubsidies en steun van het CFV. Om uitvoering te geven aan de belangrijkste elementen van het besluit van de EC stelt het Rijk een interim-regeling op welke ervoor zorgt dat verschillende vormen van staatssteun worden onderworpen aan nieuwe criteria. Deze interim-regeling publiceert de Staatscourant op 8 november 2010 en is per 1 januari 2011 van kracht. Onderstaand is de uitleg van deze interim-regeling zoals verwoord door het WSW opgenomen2.
2
-
De WSW-borging De WSW-borging is vanaf 1 januari 2011 slechts beschikbaar voor het bouwen (inclusief renoveren) van huurwoningen die tegen maximaal de huurliberalisatieprijs worden verhuurd. Deze huurliberalisatieprijs is maximaal € 652,52 (prijspeil 2011). De voorheen gehanteerde stichtingskostengrens vervalt. Aanvullend geldt een nieuwe lijst voor borgbaar ‘maatschappelijk’ vastgoed, ofwel DAEB-activiteiten (diensten van algemeen economisch belang die door het WSW worden geborgd). Die lijst wordt opgenomen als bijlage van het deelnemersreglement. WSW is in overleg met de achtervangers over de toelichting op de lijst van borgbare activiteiten. Een belangrijke wijziging is de afschaffing van de 1/3 - 2/3 regel. Hierin is het de deelnemer toegestaan om (eerst niet-borgbare activiteiten) die onderdeel uitmaakten van een sociaal complex, samen met de borgbare activiteiten met borging van het WSW te financieren.
-
Toewijzingsnorm De corporatie moet 90% van de gereguleerde woningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 33.000,- (2011: € 33.614,-). Bij de bepaling van dit huishoudinkomen rekenen we het inkomen van inwonende kinderen niet mee. De minister krijgt in de regeling de bevoegdheid om bij overtreding van deze regel projecten aan te wijzen die niet langer voor staatssteun in aanmerking komen.
-
Bestaande leningen en herfinanciering De interim-regeling voorziet er in dat lopende, door het WSW geborgde leningen, ongemoeid blijven. Bij herfinanciering kan slechts dat gedeelte van de lening dat betrekking heeft op DAEB-activiteiten, door het WSW worden geborgd. WSW lanceert een methodiek waarmee wordt bepaald welk deel van reeds geborgde financiering niet met borging wordt geherfinancierd.
Bron: WSW website november 2010
Jaarverslag 2010 – Domijn
70
-
Financiering van niet-DAEB activiteiten Met name rond de (her)financiering van ‘niet-DAEB’-bezit en andere activiteiten bestaat nog veel onduidelijkheid. Dit bezit dient in principe ongeborgd gefinancierd te worden. Dit betekent dat voor deze investeringen “commerciële” leningen bij banken afgesloten moeten worden. Op welke wijze dit uitpakt bij het daadwerkelijk vervallen en herfinancieren van een geborgde lening, is nog onvoldoende duidelijk. Het WSW geeft aan dat zij regels opstelt die corporaties in staat stelt, onder voorwaarden, eigen middelen in te zetten voor niet-DAEB activiteiten en niet-borgbare financiering.
-
Faciliteringsvolume In de dPi wordt corporaties gevraagd prognoses aan te leveren voor investeringen in 2011 en verder. Daarbij wordt gevraagd rekening te houden met de nieuwe criteria. De in 2011 af te geven faciliteringsvolumes zijn gebaseerd op de nieuwe criteria.
-
Aanbesteding maatschappelijk vastgoed Volgens de regeling moet de bouw van maatschappelijk vastgoed boven een bedrag van € 4,8 miljoen (Europees) worden aanbesteed.
De minister beoordeelt jaarlijks voor 1 december, voor het eerst in 2012, of is voldaan aan alle regels en of de Staatsteun terecht ontvangen. Dit gebeurt voorafgaande kalenderjaar aan die datum. Met deze interim-regeling is niet elk onderdeel van het EC-besluit geïmplementeerd. In een later stadium (herzieningswet) wordt ook de ‘administratieve scheiding van DAEB en niet-DAEB activiteiten’ geregeld. Ook regelen we dan hoe we vast kunnen stellen of er sprake is van overcompensatie. Die regeling gaat niet eerder dan 1 januari 2012 in werking en heeft bij normale doorloop betrekking op verslagjaar 2013 en verder. Heffing inzake huurtoeslag Het nieuwe kabinet Rutte wil enerzijds de heffing voor prachtwijken schrappen, maar anderzijds de woningcorporatiesector als geheel jaarlijks € 600 miljoen laten bijdragen aan de huurtoeslag. De verwachte ingangsdatum voor deze heffing is 2014. Schuldencrisis Medio 2010 verhevigde de financiële crisis zich door de problemen van Griekenland en later ook van andere Zuid-Europese landen waaronder Portugal. Deze landen konden zich financieren op de kapitaalmarkt. Het effect hiervan was dat de kapitaalmarktrente, die zich naar het oordeel van analisten van de grootbanken toch al op een te laag niveau bewoog (10Y swap was ongeveer 3,5%), sterk daalde in plaats van steeg. Beleggers zochten een veilige belegging en vonden die in staatspapier (obligaties) van met name Duitsland en in mindere mate Nederland. De staatsrente daalde daardoor sterk en deze trok de swaprente mee. In augustus 2010 daalde de tienjaars swaprente sterk en bereikte zelfs een ongekend laag niveau van 2,6%. Aanpassing regelgeving WSW Ook het WSW heeft een aantal aanpassingen in de regelgeving doorgevoerd. •
Liquiditeitsrisico vanwege negatieve waarde van rentederivaten Eind 2008 is een aantal woningcorporaties geconfronteerd met verplichtingen tot het storten van geld (zogenaamde “margin-calls”) als onderpand voor afgesloten rentederivaten (met name swaps). De oorzaak hiervan was de in korte tijd snel gedaalde rentestand waardoor dit soort rentederivaten een negatieve marktwaarde krijgen. Om meer zicht te krijgen op de liquiditeitsrisico’s heeft het WSW bij alle woningcorporaties de gegevens van rentederivaten en de afspraken met banken over het betalen van “margin-calls” opgevraagd. De uitkomsten van deze inventarisatie en toets zijn niet bekend gemaakt. Het uiteindelijke doel is om per deelnemer een zogenaamde “swaplimiet” te bepalen. Mogelijk ontstaat hierover in 2011 meer duidelijkheid.
In september 2010 maakt het WSW nieuwe regelgeving rond basisrenteleningen bekend: • De periode tot aanpassing van de liquiditeitsopslag, ook wel spread genoemd, moet minimaal vijf jaar bedragen; • De basisrente mag maximaal voor een periode van 50 jaar worden vastgelegd. Het risico van de liquiditeitsspread aanpassing valt, naast de aflossingen en renteaanpassingen, binnen de definitie van renterisico. Dit mag maximaal 15% van de leningenportefeuille bedragen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
71
10.8 Verbindingen Ter ondersteuning van de kernactiviteiten zetten we regelmatig nevenactiviteiten in. Deze nevenactiviteiten brengen we meestal onder in een verbinding. Hiermee worden risico’s voor de corporaties zoveel mogelijk beperkt. De bestuurlijke betrokkenheid van de corporaties in deze verbindingen vinden wij van groot belang. Uitgangspunt is dat de corporatie alleen of gezamenlijk met andere corporaties voor minimaal 50% zeggenschap heeft in de verbindingen. De zeggenschap is opgenomen in onderstaande tabel. Hieronder vindt u een overzicht van de verbindingen waarin wij deelnemen. Tabel 38: Verbindingen Algemene gegevens Naam van de verbinding
Domijn Projecten B.V.
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
17-02-2003 Op 14 december 2009 is Domijn Projecten BV gefuseerd met SWL Projecten BV en Lucht en Licht Ontwikkeling BV
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het ontwikkelen, beheren en exploiteren van registergoederen. Tevens is als doel gesteld het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en financieren van andere ondernemingen en vennootschappen
Administratie/contactpersoon
Woningstichting Domijn
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (100%)
Domijn Projecten BV neemt deel in:
- VOF Heemaf (37,5%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 366.304
Balanstotaal
€ 3.615.265
Bedrijfsopbrengsten
€0
Resultaat
€ 1.881.620
Corporatiebelang in %
100%
Bestuurlijke zeggenschap
100%
Waarde op balans Domijn kapitaal
€ 366.304
Waarde op balans Domijn vordering
€ 3.248.961
Risico’s
Domijn Projecten BV is opgericht om risico’s in deelnemingen te beperken voor de TI. De risico’s van de diverse deelnemingen staan bij elke deelneming in dit overzicht benoemd
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Niet van toepassing: er wordt geen accountantscontrole toegepast
Jaarverslag 2010 – Domijn
72
Algemene gegevens Naam van de verbinding
IT Woon B.V.
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
30-09-2005
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
9
Statutaire doelstelling
Het verlenen van diensten op het gebied van ICT aan woningcorporaties alsmede het aannemen van werken op ICT gebied
Administratie/contactpersoon
Woningstichting Domijn
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (100%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 177.035
Balanstotaal
€ 299.825
Bedrijfsopbrengst
€ 1.151.817
Resultaat
€ 157.035
Corporatiebelang in %
100%
Bestuurlijke zeggenschap
100%
Waarde op balans Domijn Kapitaal
€ 177.035
Waarde op balans Domijn Vordering
€0
Risico’s
Geen
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door KPMG
Jaarverslag 2010 – Domijn
73
Algemene gegevens Naam van de verbinding
Domijn Horeca B.V.
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
20-04-2006
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
35
Statutaire doelstelling
Het exploiteren van een horecaonderneming, het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, het uitvoeren van sociaal-cultureel werk en het bevorderen van de leefbaarheid in de gemeente Enschede.
Administratie/contactpersoon
Woningstichting Domijn
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (100%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ -659.743
Balanstotaal
€ 64.348
Bedrijfsopbrengst
€ 518.701
Resultaat
€ -201.148
Corporatiebelang in %
100%
Bestuurlijke zeggenschap
100%
Waarde op balans Domijn (voorziening)
€ -659.743
Waarde op balans Domijn Vordering
€ 684.068
Risico’s
De wijkfunctie en de maatschappelijke taken worden die dit project met zich meebrachten worden geëvalueerd. Tot deze periode loopt Domijn het exploitatierisico van de horeca. In 2011 zal n.a.v. de evaluatie een besluit worden genomen over de toekomst. Vast staat dat Domijn afstand zal doen van de horeca activiteiten.
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Niet van toepassing: er wordt geen accountantscontrole toegepast
Jaarverslag 2010 – Domijn
74
Algemene gegevens Naam van de verbinding
Hoge Bothof Ontwikkeling B.V.
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
26-09-2006
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het verwerven, ontwikkelen, bouwen en verkopen van onroerende zaken met name ten behoeve van de sociale volkshuisvesting alsmede het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen.
Administratie/contactpersoon
Woningstichting Domijn
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (50%) Woningstichting Ons Huis (50%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 9.522.096
Balanstotaal
€ 10.999.775
Bedrijfsopbrengst
€ 783.896
Resultaat
€ 3.936.382
Corporatiebelang in %
50%
Bestuurlijke zeggenschap
50%
Waarde op balans Domijn
€ 4.761.048
Waarde op balans Domijn Vordering
€ 736.238
Risico’s
Huurderving en waardeontwikkeling van het vastgoed
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door Deloitte
Jaarverslag 2010 – Domijn
75
Algemene gegevens Naam van de verbinding
Ontwikkelingscombinatie Heemafcomplex V.O.F.
Rechtsvorm
Vennootschap onder firma
Oprichtingsdatum
05-08-2004
Statutaire zetel
Hengelo (Overijssel)
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Ontwikkelen en doen bouwen van appartementen zowel voor de koop- als huursector en het herontwikkelen van het gebouw ‘Het Heim’
Administratie/contactpersoon
Woningstichting Domijn
Vennoten
Bouwcomb. Merkensteyn-Plegt Vos VOF (50%), Domijn Projecten B.V. (37,5%) en WBO Projecten B.V. (12,5%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 848.823
Balanstotaal
€ 4.812.100
Jaaromzet
€ 0,-
Resultaat
€ -110.388
Corporatiebelang in %
37,5%
Bestuurlijke zeggenschap
37,5%
Waarde op balans Domijn Projecten BV
€ 318.312
Waarde op balans Domijn Vordering
€ 2.916.897
Risico’s
Gezien het feit dat voor alle 3 de fases nieuwe programma’s worden ontwikkeld, is het risico groot dat een deel van de activa moet worden afgeboekt. Totale activa is op dit moment € 4.866.769
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door Ten Kate Huizinga
Jaarverslag 2010 – Domijn
76
Algemene gegevens Naam van de verbinding
DnA V.O.F.
Rechtsvorm
Vennootschap onder firma
Oprichtingsdatum
26-04-2002
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het verwerven van gronden, het (doen) voorbereiden en (doen) uitvoeren van het bouwrijp maken van die gronden, alsmede het (doen) ontwikkelen, het (doen) realiseren en (doen) verkopen van woningen en overige vastgoedprojecten, zulks inbegrip van de bijbehorende infrastructuur en openbare ruimte, op locaties gelegen in het statutaire werkgebied van Domijn
Administratie/contactpersoon
AM Wonen
Vennoten
Woningstichting Domijn en AM Wonen B.V.
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 1.685.000
Balanstotaal
€ 15.623.000
Jaaromzet
€ 12.484.000
Resultaat
€ 956.000
Corporatiebelang in %
50%
Bestuurlijke zeggenschap
50%
Waarde op balans Domijn
€ 843.000
Waarde op balans Domijn Vordering
€ 6.800.000
Risico’s
Het resultaat op de verkoop van het winkelcentrum moet waarschijnlijk met een half miljoen naar beneden worden bijgesteld
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door Ernst en Young
Jaarverslag 2010 – Domijn
77
Algemene gegevens Naam van de verbinding
WOM Laares Beheer B.V.
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
15-05-2003
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het optreden als beherende vennoot van de commanditaire vennootschap Laares CV, en het financieren van de CV
Administratie/contactpersoon
Ons Huis
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (20%), R.K. Woningstichting Ons Huis (20%), Woningstichting Woonplaats (20%), Nijhuis/-Hegeman V.O.F. (20%), AM Wonen (20%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 3.551.044
Balanstotaal
€ 4.667.087
Jaaromzet
€0
Resultaat
€ -152.455
Corporatiebelang in %
20%
Bestuurlijke zeggenschap
20%
Waarde op balans Domijn
€0
Waarde op balans Domijn Vordering
€0
Risico’s Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Jaarverslag 2010 – Domijn
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door Price Waterhouse Coopers
78
Algemene gegevens Naam van de verbinding
Stedelijk Wonen Holding B.V.
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
14-10-2005
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het deelnemen in, het voeren over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen
Administratie/contactpersoon
Stedelijk wonen
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (50%) en Woningstichting De Woonplaats (50%)
Stedelijk Wonen Holding B.V. is moeder van
Stedelijk Wonen B.V. Stedelijk Wonen Vastgoed B.V.
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 431.895
Balanstotaal
€ 493.842
Jaaromzet
€0
Resultaat
€ 89.891
Corporatiebelang in %
50%
Bestuurlijke zeggenschap
50%
Waarde op balans Domijn
€ 215.948
Waarde op balans Domijn Vordering
€0
Risico’s
Binnen de holding zit € 946.000 aan onroerend goed met een mogelijke waardedaling als risico
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Nog niet bekend
Jaarverslag 2010 – Domijn
79
Algemene gegevens Naam van de verbinding
Neighbourhood Corporations Enschede (NCE)
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Oprichtingsdatum
02-11-2001
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het bevorderen van de leefbaarheid van het economisch functioneren en het bevorderen van de leefbaarheid in het gebied Velve Lindenhof en Bothoven te Enschede
Administratie/contactpersoon
Ons Huis
Aandeelhouders
Woningstichting Domijn (33,33%), Stedelijk Wonen (33,33%) en Woningcorporatie De Woonplaats (33,33%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 78.528
Balanstotaal
€ 770.192
Jaaromzet
€ 1.796.666
Resultaat
€ 1.705.173
Corporatiebelang in %
33,33%
Bestuurlijke zeggenschap
33,33%
Waarde op balans Domijn
€ 26.176
Waarde op balans Domijn Vordering
€ 220.543
Risico’s
-
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Nog niet bekend
Jaarverslag 2010 – Domijn
80
Algemene gegevens Naam van de verbinding
WOM Laares C.V.
Rechtsvorm
Commanditaire vennootschap
Oprichtingsdatum
15-05-2003
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Het voor eigen rekening en risico (her)ontwikkelen van de wijk ‘de Laares’ te Enschede en het realiseren van woningen en het aanleggen van wegen en groenvoorzieningen
Administratie/contactpersoon
Ons Huis
Vennoten
Woningstichting Domijn (19%), R.K. Woningstichting Ons Huis (19%), Woningstichting De Woonplaats (19%), Nijhuis/-Hegeman V.O.F. (19%), AM Wonen (19%), WOM Laares Beheer B.V. (5%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€0
Balanstotaal
€ 5.551.744
Jaaromzet
€ 2.451.899
Resultaat
€ -144.820
Corporatiebelang in %
19%
Bestuurlijke zeggenschap
19%
Waarde op balans Domijn
€0
Waarde op balans Domijn vordering
€0
Risico’s
Gezien de huidige markt is een verdere vertraging van de ontwikkeling niet uitgesloten. De achtergestelde lening van € 1.555.682 per corporatie is bij de oprichting reeds als verlies genomen
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door Price Waterhouse Coopers
Jaarverslag 2010 – Domijn
81
Algemene gegevens Naam van de verbinding
GOS Enschede VOF
Rechtsvorm
Vennootschap onder firma
Oprichtingsdatum
21-04-2009
Statutaire zetel
Enschede
Aantal werknemers
0
Statutaire doelstelling
Gezamenlijk investeren in Gezondheid, Onderwijs en Sport
Administratie/contactpersoon
De Woonplaats/Domijn
Vennoten
Woningstichting Domijn (50%) en Woningstichting De Woonplaats (50%)
Financiële gegevens 2010 Eigen Vermogen
€ 15.776.827
Balanstotaal
€ 15.913.873
Jaaromzet
€ 398.680
Resultaat
€ 356.281
Corporatiebelang in %
50%
Bestuurlijke zeggenschap
50%
Waarde op balans Domijn
€ 7.888.414
Waarde op balans Domijn vordering
€0
Risico’s
Huurderving
Datum vaststelling jaarverslag en accountantsverklaring
Datum nog niet bekend; wordt accountantscontrole toegepast door KPMG
Jaarverslag 2010 – Domijn
82
Deel 2
Jaarrekening 2010 Domijn
Jaarverslag 2010 – Domijn
83
GECONSOLIDEERDE BALANS VOOR RESULTAATBESTEMMING (bedragen x € 1.000)
ACTIVA
31-12-2010
31-12-2009
VASTE ACTIVA Materiële vaste 1. Onroerende 2. Onroerende 3. Onroerende 4. Onroerende
activa en roerende zaken in exploitatie zaken Verkocht onder voorwaarden en roerende zaken in ontwikkeling en roerende zaken ten dienste van exploitatie
Financiële Vaste Activa 5. Te vorderen BWS subsidies 6. Deelnemingen 7. Beleggingen / Leningen u/g 8. Overige
Totaal Vaste Activa
594.870 17.666 40.231 8.033 660.800
584.404 12.449 38.314 7.461 642.628
1.245 14.052 3.706 9.779 28.782
1.600 6.733 10.128 6.611 25.072
689.582
667.700
11.978 4.965 16.943
444 732 1.176
1.752 303 7.109 1.191 5.690 16.045
1.766 2.427 278 63 1.762 5.568 11.864
560
2.594
33.548
15.634
723.130
683.334
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden 9. Voorraden 10. Onderhanden Projecten
Vorderingen 11. Huurdebiteuren 12. Gemeenten 13. Vorderingen deelnemingen en verbindingen 14. Vorderingen collega corporaties samenwerking 15. Overige vorderingen 16. Overlopende activa
Liquide middelen 17. Liquide middelen
Totaal Vlottende Activa
TOTAAL ACTIVA
Jaarverslag 2010 – Domijn
84
PASSIVA
31-12-2010
31-12-2009
EIGEN VERMOGEN 18. Kapitaal 19. Wettelijke en statutaire reserves 20. Aandeel derden Onverdeeld resultaat boekjaar
2 126.273 3.583 129.858
2 128.238 4 1.965126.279
VOORZIENINGEN 21. Voorzieningen 22. Voorziening deelnemingen
1.729 220 1.949
499 2.695 3.194
22.407 492.977 14.000 17.666 547.050
28.295 438.894 14.000 12.449 493.638
8.697 5.888 6.535 2.438 1.951 443 18.321 44.273
28.003 3.241 5.208 5.258 4.610 338 13.565 60.223
723.130
683.334
LANGLOPENDE SCHULDEN 23. 24. 25. 26.
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen collegiaal Terugkoopverplichting Woningen Verkocht onder Voorwaarden
KORTLOPENDE SCHULDEN 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan collega corporaties samenwerking Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
TOTAAL PASSIVA
Jaarverslag 2010 – Domijn
85
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000) 2010
2009
83.400 5.420 6.690 3.569 948
80.909 5.385 107 6.498 3.325 1.228
100.027
97.452
Bedrijfsopbrengsten 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Geactiveerde productie Overige bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten 7. Afschrijvingen 8. Overige waardeveranderingen materiele vaste activa 9. Lonen & Salarissen 10. Sociale lasten 11. Pensioenlasten 12. Lasten onderhoud 13. Overige bedrijfslasten 14. Kosten samenwerking 15. Bijzondere baten en lasten
12.654 20.625 11.002 1.519 2.095 14.578 18.401 -
11.388 23.312 10.956 1.368 2.022 14.541 19.457 10 133-
Som der bedrijfslasten
80.874
82.921
Bedrijfsresultaat
19.153
14.531
2.155 22.2961236-
2.993 21.9692.026473
20.189-
20.529-
1.036-
5.998-
1.818 2.801
5.077 1.044-
3.583
1.965-
Financiële baten en lasten 16. 17. 18. 19.
Rentebaten Rentelasten Waardeveranderingen Financiële Vaste Activa Opbrengsten financiële vaste activa en effecten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
20. Vennootschapsbelasting 21. Resultaat deelnemingen
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
Jaarverslag 2010 – Domijn
86
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (bedragen x € 1.000)
SALDO LIQUIDE MIDDELEN BEGIN BOEKJAAR
a. Kasstroom uit operationele activiteiten - jaarresultaat - afschrijvingen - waardeveranderingen vaste activa - mutatie voorzieningen - mutatie voorraden - mutatie vorderingen - mutatie kortlopende schulden
2010
2009
11.614-
9.453-
3.583 12.664 15.909 1.24511.5344.1813.522-
1.96512.254 25.841 7842.818 3.025963-
11.674
b. Kasstroom uit investeringsactiviteiten - investeringen incl. mutatie OHW - desinvesteringen - mutatie FVA - ontvangen BWS-subsidie
54.1243.142 3.168355
34.176
58.7852.952 4.559344
53.795-
c. Kasstroom uit financieringsactiviteiten - mutatie leningen u/g - mutatie langlopende schulden - mutatie deelnemingen
6.422 53.412 7.319-
20227.330 3.417-
52.515
SALDO LIQUIDE MIDDELEN EINDE BOEKJAAR
60.048-
23.711
1.220-
11.614-
560 1.7801.220-
2.594 14.20811.614-
Aansluiting saldo liquide middelen met balans: Liquide middelen (zie 17. vlottende activa) Rekening courant banken (zie 27. schulden kredietinstellingen) Eindstand liquide middelen conform balans
Jaarverslag 2010 – Domijn
87
1.
Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Regelgeving De jaarverslaggeving door toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit Beheer Sociale Huursector. In dit besluit wordt BW2 Titel 9 voorgeschreven behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor verslagjaren vanaf 2005 is door de Raad voor de Jaarverslaggeving de definitieve Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting uitgegeven. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en winst- en verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie-, waarderings- en verslagleggingvoorschriften geformuleerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd.
Grondslagen voor consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Domijn zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Domijn. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. Vanaf de oprichting-/overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van nieuwe groepsmaatschappijen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De oprichting-/overnamedatum is het moment dat beslissende zeggenschap kan worden uitgeoefend in de betreffende groepsmaatschappij. De verkrijgingprijs bestaat uit het geldbedrag of equivalent dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen entiteit vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Groepsmaatschappijen blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; de consolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen. De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: Volledig geconsolideerd (100%) Domijn Projecten B.V. (100%) IT Woon B.V. (100%) Domijn Horeca B.V.(100%) IT Woon B.V. In 2010 is de naam van Backoffice WGT B.V. gewijzigd in IT Woon B.V. Tevens is het aandeel in het kapitaal verhoogd van 80% naar 100%. De aandelen zijn overgenomen van WBO Wonen. De activiteiten van IT Woon B.V. bestaat uit het verzorgen van de ICT voor Domijn en WBO Wonen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
88
Domijn Horeca B.V. De activiteiten van Domijn Horeca B.V. bestaan uit het exploiteren van een horecaonderneming, het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan, het uitvoeren van sociaal-cultureel werk en het bevorderen van de leefbaarheid in de Gemeente Enschede. Domijn Projecten B.V. De activiteiten van Domijn Projecten B.V. bestaan uit het ontwikkelen, beheren en exploiteren van registergoederen. Tevens is als doel gesteld het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en financieren van andere ondernemingen en vennootschappen. Domijn Projecten B.V. heeft een deelneming in VOF Boulevard (25%, ontbonden per 14-12-2009), VOF Cascade (50%, ontbonden per 25-112009), Hoge Bothof Ontwikkeling B.V. (50%) en VOF Heemaf (37,5%). Domijn Projecten BV is op 14 december 2009 gefuseerd met SWL Projecten BV en Lucht en Licht Ontwikkeling BV. Deze laatste 2 BV’s waren voor die tijd 100% eigendom van Domijn en werden over 2008 volledig geconsolideerd. De volgende verbindingen zijn niet geconsolideerd: Deze verbindingen komen niet in aanmerking voor consolidatie daar er geen sprake is van een meerderheidsbelang (>50%) in deze deelnemingen of geen sprake is van meerderheidsbelang in de zeggenschap (>50%).
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen worden geëlimineerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Resultaten op intercompanytransacties tussen in de consolidatie opgenomen groepsmaatschappijen worden volledig uit zowel de balanswaardering als het groepsresultaat geëlimineerd voor zover deze resultaten nog niet door een overdracht van het verkregen actief of passief aan derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Deelneming in Hoge Bothof Ontwikkeling BV Per 3 juli 2006 neemt Domijn Projecten B.V. deel in de Hoge Bothof Ontwikkeling B.V. De andere deelnemer is Ons Huis. Domijn Projecten BV en Ons Huis nemen ieder voor 50% deel in de Hoge Bothof Ontwikkeling BV. De activiteiten bestaan uit het verwerven, ontwikkelen, bouwen en verkopen van onroerende zaken met name ten behoeve van de sociale volkshuisvesting alsmede het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen. Eind 2010 heeft Domijn het aandeel (50%) in de Hoge Bothof Ontwikkeling BV overgenomen van Domijn Projecten BV. Deelneming in VOF Heemaf Per 2 april 2007 neemt Domijn projecten BV deel in de Vof Heemaf. De andere deelnemers zijn WBO Projecten B.V. en ontwikkelings- en bouwcombinatie Merksteyn/Plegt-Vos V.O.F.. Domijn projecten B.V. neemt voor 37,5%, WBO Projecten B.V. voor 12,5%, en Ontwikkelings- en bouwcombinatie Merksteyn/Plegt-Vos V.O.F. neemt voor 50% deel in de VOF Heemaf. De activiteiten van de VOF Heemaf bestaan uit het ontwikkelen en doen bouwen van appartementen zowel voor de koop- als huursector en het herontwikkeling van het gebouw “Het Heim”. Overige verbindingen Voorts heeft de Woningcorporatie Domijn naast bovengenoemde belangen de volgende verbindingen: •
WOM Laares Beheer B.V. (20%)
•
VOF DnA (50%)
•
VOF GOS (50%)
•
Stedelijk Wonen Holding B.V. (50%)
•
Neighbourhood Corporations Enschede (NCE) (33,33%)
Jaarverslag 2010 – Domijn
89
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Domijn zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Jaarverslag 2010 – Domijn
90
2.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar. Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de opdracht aan de aannemer is verstrekt. Waarderingsgrondslagen Materiële vaste activa De oorspronkelijke investeringen in complexen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen. Tevens worden hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De geactiveerde rente wordt berekend tegen 2,5% over het gemiddelde geïnvesteerd vermogen van het betreffende project. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de intrestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na- investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. De lasten van onderhoud waaronder renovatie onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Complexen worden gedefinieerd op basis van groepen van gelijksoortige activa (kasstroomgenererende eenheid). Deze worden gedefinieerd op basis van onderkende product-marktcombinaties. De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Aansluiting is daarbij gezocht bij de differentiatie in het huur- en onderhoudsbeleid en levensduurschattingen. Jaarlijks vindt toetsing plaats van de boekwaarde en reële waarde. De toetsing geschiedt op complexniveau. Een bijzonder waardeverminderingverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de reële waarde duurzaam overschrijdt. Van duurzaamheid is sprake wanneer de verwachte reële waarde gedurende een periode van ten minste vijf jaar lager is dan de boekwaarde. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. Indien wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering niet meer bestaat of is afgenomen wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorgenomen bestemming en aard van het bezit.
Jaarverslag 2010 – Domijn
91
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2010 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van 5 jaar. Bij de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende uitgangspunten: •
Jaarlijkse huurverhogingen 1e jaar 1,50% (voorgaand jaar: 1,20%), 2e jaar 2,0% (voorgaand jaar 2,0% ,3e t/m 5e jaar 2,0% (voorgaand jaar: 2,0%), 6e jaar e.v. 2,0% (voorgaand jaar: 2,25%);
•
Harmonisatie 1e t/m 5e jaar 0,25%, daarna 0,0% (voorgaand jaar: 0,25%); jaarlijkse huurderving van 1% (voorgaand jaar: 1%);
•
Jaarlijkse stijgingen van de variabele lasten: 1e t/m 5e jaar 3,0% (voorgaand: jaar 2,25%), 6e jaar e.v. 3,0% (voorgaand jaar: 2,25%);
•
Jaarlijkse stijgingen van de loonkosten: 1e jaar t/m 5e jaar 3,0% (voorgaand jaar: 3,4%), 6e jaar e.v. 3,0% (voorgaand jaar: 2,25%);
•
Jaarlijkse stijgingen van de onderhoudskosten: 1e t/m 5e jaar 3,0 % (voorgaand jaar: 3,0%), 6e jaar e.v. 3,0% (voorgaand jaar: 2,25%);
•
Genormeerde variabele lasten (OZB, verzekering en algemeen beheer) van € 1.190,- per verhuureenheid (voorgaand jaar: € 1.169,-);
•
Genormeerde klachten- en mutatieonderhoudskosten (bedrijfseconomische interne norm) € 589,(voorgaand jaar: € 575,-);
•
Genormeerde kosten van planmatig onderhoud (bedrijfseconomische interne norm) € 845,(voorgaand jaar: € 824,-);
•
Een restwaarde op basis van huidige nominale waarde;
•
Een rekenrente van 5,25 % (voorgaand jaar: 6,00%)voor WSW- geborgde woningen;
•
Een rekenrente van 5,25 % (voorgaand jaar : 6,00%)voor niet- WSW- geborgde woningen, bedrijfsmatige en overige onroerende zaken;
•
De periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen/investering (variërend van 10 tot 50 jaar), de minimale levensduur is gesteld op 10 jaar tenzij vanuit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is;
•
Voor de bepaling van de bedrijfswaarde worden de kasstromen contant gemaakt op 1 juli.
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en beleggingen en de waardering van deze posten op de balans. Hoewel een deel van het bezit is geoormerkt voor verkoop, is in de balans geen rekening gehouden met de hogere directe opbrengstwaarde van dit bezit. De restwaarde van de grond wordt nominaal meegenomen. Er wordt geen rekening gehouden met indexatie en discontering.
Jaarverslag 2010 – Domijn
92
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopplicht kent worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting en/of recht die/dat mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting / recht wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren betrokken. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen aanschafprijs en bijkomende kosten, rekening houdend met een eventueel bijzonder waardeverminderingverlies. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het aandeel van de koopwoningen verantwoord onder de post voorraad onderhanden werk, het aandeel huurwoningen wordt verantwoord onder de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor wat betreft het onrendabele deel van het gecombineerde project wordt bij het aangaan van de verplichting het onrendabele deel verminderd met het verwachte verkoopresultaat in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de post overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa. Bij oplevering van het totale project wordt het verkoopresultaat verantwoord onder de post verkoop onroerende zaken en de resterende onrendabele top onder de post overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa. Daarmee wordt de economische realiteit van de transactie het best zichtbaar gemaakt. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. Tevens zijn onder de onroerende zaken in ontwikkeling ook de grondposities opgenomen. Dit zijn aangekochte gronden waarop nog niet op ontwikkeld wordt of waar nog geen concrete plannen voor zijn. De grondposities zijn gewaardeerd op de getaxeerde waarde. Wanneer deze waarde lager is dan de tot dan gemaakte kosten, vindt er afwaardering plaats, welke verantwoord zijn onder de overige waardeveranderingen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschafwaarde onder aftrek van lineaire/annuïtaire afschrijvingen. De afschrijvingstermijnen zijn respectievelijk: Kantoorpanden Kantoorpand Woongroep Twente Hengelo Vervoermiddelen Inventaris Automatisering
Jaarverslag 2010 – Domijn
40 jaar annuïtair 30 jaar annuïtair 5 jaar lineair 10 jaar lineair 3 – 7 jaar lineair
93
Financiële vaste activa Leningen u/g De waardering van de leningen u/g vindt plaats tegen nominale waarde. Te vorderen BWS subsidies De vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woninggebonden Subsidies toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 30 jaar. De contante waarde van de subsidie inclusief vervallen rente wordt als vordering opgenomen. Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis is op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Deze waarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Domijn in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen wordt een voorziening getroffen. Overige financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen. Deze verstrekte leningen en vorderingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op deze waarde en direct verantwoord in de winst-enverliesrekening.
Voorraden Waardering van voorraden groot materiaal vindt plaats tegen laatst betaalde inkoopprijzen. Voorraad koopwoningen De voorraden onverkochte koopwoningen worden gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten alsmede toerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Onderhanden projecten Het onderhanden werk uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde directe materiaal- en arbeidskosten, direct toerekenbaar uitbesteed werk en overige externe kosten inclusief een opslag voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten. Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken worden rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. De winst wordt verantwoord in het boekjaar waarin het project wordt opgeleverd. Voorzieningen voor verwachte verliezen worden genomen in de periode waarin komt vast te staan dat er sprake is van verliesgevende projecten, en worden in mindering gebracht op de post onderhanden projecten. Verder zijn op de post onderhanden projecten de gedeclareerde termijnen en vooruitontvangen betalingen in mindering gebracht. Gedeclareerde termijnen die de waardering van een individueel project overtreffen worden als passiefpost onder de kortlopende schulden opgenomen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
94
Vorderingen Huurdebiteuren Waardering geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid gebaseerd op een statische benadering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourant schulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Groepsvermogen en aandeel derden Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag van het nettobelang in de betreffende groepsmaatschappijen. Voor zover de betreffende groepsmaatschappij een negatieve nettovermogenswaarde heeft, worden de negatieve waarde en overige toekomstige verliezen niet toegewezen aan het aandeel derden, tenzij deze derden-aandeelhouders een feitelijke verplichting hebben en in staat zijn om de verliezen aan te zuiveren. Zodra de nettovermogenswaarde van de groepsmaatschappij wederom positief is, worden resultaten toegekend aan het aandeel derden.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Met verplichtingen van samenwerkingscombinaties in de vorm van een vennootschap onder firma wordt als gevolg van de hoofdelijke aansprakelijkheid slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van één of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. Voorziening verplichte beloning De voorziening voor uitgestelde personeelsbeloningen bestaat uit de toekomstige verplichtingen uit hoofde van jubilea uitkeringen en wordt bepaald op basis van de contante waarde (rekenrente 6%) van toekomstige aanspraken, rekening houdend met de achterliggende diensttijd, de leeftijd en het verwachte verloop (blijfkans) van het huidige personeelsbestand. Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Voorziening deelnemingen De voorziening deelneming betreft de negatieve nettovermogenswaarde van deelnemingen indien de corporatie zich aansprakelijk heeft gesteld voor de schulden van de deelneming respectievelijk zich stellig heeft voorgenomen de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen. Latente belastingvordering en - verplichtingen Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld.
Jaarverslag 2010 – Domijn
95
Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Langlopende schulden Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt tezamen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt. Leningen die zijn aangetrokken binnen het Dynamische Kostprijshuursysteem (klimleningen) worden niet afgelost zolang de bijbehorende exploitaties van de activa voorgecalculeerde exploitatieverliezen opleveren. Gedurende deze periode worden de leningen jaarlijks met een vooraf bepaald bedrag verhoogd. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. Overige activa en passiva Voor zover in het bovenstaande niet anders is aangegeven worden activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde. Hierbij wordt op vorderingen, indien dit noodzakelijk is, een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht.
Jaarverslag 2010 – Domijn
96
3.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen worden verantwoord zodra zij voorzienbaar zijn. Opbrengstverantwoording Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Opbrengsten met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden bestaan uit de contractueel overeengekomen tegenprestaties, meer- en minderwerk en claims en vergoedingen voor zover het waarschijnlijk is dat die opbrengsten zullen worden gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Domijn hanteert de completed contract methode. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de corporatie en voornamelijk de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht.
Bedrijfsopbrengsten Huren Deze opbrengsten betreffen de op het boekjaar betrekking hebbende netto-huren (exclusief de vergoedingen voor levering van zaken en diensten) na aftrek van huurderving. De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2010 bedroeg dit maximumpercentage 1,2%. (Over het verslagjaar 2009 bedroeg dit percentage 1,6%). Vergoedingen Deze opbrengsten bestaan uit de aan het boekjaar toegerekende vergoedingen van huurders (boven de nettohuurprijs) voor levering van zaken en diensten na aftrek van gederfde vergoedingen. Overheidsbijdragen Onder deze post zijn de jaarlijkse annuitaire bijdragen inzake (medische) woningaanpassingen opgenomen. Verkoop onroerende zaken De post verkopen onroerende zaken betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) danwel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Winsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord. Overige bedrijfsopbrengsten De overige bedrijfsopbrengsten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Jaarverslag 2010 – Domijn
97
Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa De afschrijving op materiële vaste activa wordt gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode danwel de annuïtaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Met een mogelijke restwaarde wordt geen rekening gehouden. Over grond wordt niet afgeschreven. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gebaseerd op de waardering van de betreffende activaposten. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking dan wel terugneming van een bijzondere waardevermindering. Deze bijzondere waardevermindering ontstaat door een jaarlijkse toets van de reële waarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op boekwaarde. Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Binnen Domijn is er sprake van een toegezegde- pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds (SPW). Hierbij is een pensioen toegezegd aan personeel op de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde- pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegdebijdrageregeling. Voor de pensioenregelingen betaalt Domijn op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft Domijn geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. Domijn heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud, inclusief de kosten van het materiaalverbruik, wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Jaarverslag 2010 – Domijn
98
Belastingen Vanaf 1 januari 2008 is Domijn integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-enverliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Deze last is in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen .
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. Financiële instrumenten Binnen het treasurybeleid van Woningcorporatie Domijn dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van rentederivaten toegestaan, maar geeft Domijn de voorkeur aan het spreiden en beperken van renterisico’s door gebruik te maken van traditionele instrumenten (bijvoorbeeld contractuele renteafspraken met geldgevers over bestaande leningen, of het afsluiten van leningen met uitgestelde storting. Financiële instrumenten omvatten bij Domijn vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijke geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid. Daarnaast omvatten de financiële instrumenten bij Domijn tevens afgeleide financiële instrumenten. Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in die reële waarde worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Domijn maakt gebruik van interest derivaten om interestrisico’s af te dekken. Daarbij wordt kostprijshedgeaccounting toegepast. De toepassing van kostprijshedge-accounting leidt tot de volgende uitzondering op de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen voor afgeleide financiële instrumenten. Bij het toepassen van het kostprijshedge-accounting model is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de winst- en verliesrekening van het derivaat afhankelijk van de afgedekte positie. Dit betekent dat als de afgedekte positie tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, ook het derivaat tegen kostprijs wordt gewaardeerd. Zolang de afgedekte positie in de kostprijshedge nog niet in de balans is verwerkt wordt het derivaat niet geherwaardeerd. Domijn past kostprijshedge-accounting toe voor de interest derivaten die ervoor zorgen dat bepaalde variabel rentende leningen worden omgezet in vast rentende leningen. Eveneens past Domijn kostprijshedge accounting toe voor de interest derivaten die het renterisico op toekomstige financieringtransacties afdekken, in zoverre deze transacties zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden.
Jaarverslag 2010 – Domijn
99
De resultaten uit het niet-effectieve deel van de hedgerelatie worden in de winst- en verliesrekening opgenomen. Indien een intrerest derivaat niet langer voldoet aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, afloopt of wordt verkocht, wordt de afdekkingsrelatie beëindigd. De cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.
Jaarverslag 2010 – Domijn
100
4.
Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening wordt overeenkomstig BW2 Titel 9 opgesteld. Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen een subjectieve of complexe beoordeling van het management: • Materiële vaste activa, minimum waarderingsregel • Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering Materiële vaste activa, minimum waarderingsregel Onroerende en roerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. Een bijzonder waardeverminderingverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de reële waarde duurzaam overschrijdt. Van duurzaamheid is sprake wanneer de verwachte reële waarde gedurende een periode van ten minste vijf jaar lager is dan de boekwaarde. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De uitgangspunten van de reële waarde zijn deels afhankelijk van de interne beleidsvoornemens van Domijn. Voor zover mogelijk hanteert Domijn binnen de sector gangbare uitgangspunten. Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de opdracht aan de aannemer is verstrekt. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan ondermeer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. Verwerking fiscaliteit Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatenties in de jaarrekening heeft Domijn een aantal standpunten ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2007 tot en met 2010 door de fiscus zullen worden getoetst. De belangrijkste standpunten betreffen: • Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen; • De verwerking van projectontwikkelingresultaten. Dientengevolge kan de fiscale last over 2010 en voorgaande jaren nog wijzigingen ondergaan
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder kasstromen in de vermogenssfeer) en betaalde interest (opgenomen onder operationele kasstromen uit de bedrijfsuitoefening).
Jaarverslag 2010 – Domijn
101
TOELICHTING OP DE AFZONDERLIJKE POSTEN VAN DE GECONSOLIDEERDE BALANS (bedragen x € 1.000)
MATERIELE VASTE ACTIVA Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1. Onroerende en roerende zaken in exploitatie
Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Af/Bijboeking minimumwaarderingsregel Investeringen Desinvesteringen Afschrijving Afschrijving op desinvesteringen Overboeking van/naar voorraad koopwoningen Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
2010
2009
751.095 166.691584.404
701.992 157.060544.932
8.8901.771 4.60811.5131.464
2.7716.394 3.55410.573942 2.476 46.558 39.472
32.242 10.466
771.610 176.740594.870
751.095 166.691584.404
De aanschaffingswaarde betreft de historische kostprijs minus de genomen onrendabele toppen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op annuiteit van 50 jaar. Er zijn geen hypothecaire zekerheden gesteld. Brand- en stormverzekering De verzekeringspremie is gerelateerd aan het aantal verhuureenheden welke verzekerd zijn tegen herbouwwaarde. Onderverzekering is uitgesloten. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde incl. rentabiliteitswaarde van de woningen in exploitatie bedraagt per 31 december 2010 € 709 miljoen (2009: € 696 miljoen o.b.v. uniformering parameters). Zie verder het overzicht "verloop bedrijfswaarde". De boekwaarde van de woningen in exploitatie bedraagt € 539 miljoen (2009: € 522 miljoen). Complex Talma is gebouwd met collegiale financiering tegen een rentepercentage van 3,1%. Deze collegiale financiering is aldus verwerkt in de bedrijfswaarde ultimo 2010, zijnde € 18,1 miljoen (incl. rentabiliteitswaarde correctie). De boekwaarde ultimo 2010 bedroeg € 11,8 miljoen. De bedrijfswaarde incl. rentabiliteitswaardecorrectie van de niet zijnde woningen bedraagt per 31 december 2010 € 76,4 miljoen. De boekwaarde hiervan bedraagt € 60,4 miljoen. Er zijn geen vergelijkende cijfers van 2009 voor handen. Bij de bedrijfswaardeberekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
huur 2010 huur 2011 huur 2012-2015 huurharmonisatie 2010-2015 huur vanaf 2016 huurderving var. lastenontwikkeling 2010 - 2015 var. lastenontwikkeling vanaf 2016 stijging loonkosten 2010 - 2015 stijging loonkosten vanaf 2016 stijging onderhoud 2010 - 2015 stijging onderhoud vanaf 2016 disconteringspercentage
Jaarverslag 2010 – Domijn
2010 1,20% 1,50% 2,00% 0,25% 2,00% 1,00% 2,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 5,25%
2009 1,20% 2,00% 2,00% 0,25% 2,25% 1,00% 2,00% 2,25% 3,40% 2,25% 3,00% 2,25% 6,00%
102
Verkopen Voor de komende 5 jaar is de verwachting dat er 750 woningen worden verkocht, regulier en herstructurering. De totaal te verwachten verkoopwaarde is € 102 miljoen; de boekwaarde hiervan bedraagt € 19 miljoen. Er wordt een boekwinst verwacht van € 83 miljoen. Verkopen zijn niet in de bedrijfswaardeberekening meegenomen.
2. Onroerende zaken Verkocht Onder Voorwaarden 2010 Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Stelselwijziging woningen verkocht onder voorwaarden Correctie stand 1 januari Toevoeging/onttrekking woningen VOV Terugkoop woningen vov Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
12.449 12.449
3.299 6222.540 5.217
17.666 17.666
2009
5.083 5.083
5.842 1.200 494818 7.366
12.449 12.449
3. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 2010 Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afboeking onrendabele toppen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Correctie stand 1 januari Wijziging a.g.v. herziene verdeling huur-koop Afboeking onrendabele top Overboeking naar voorziening onrendabele investering Investeringen Overboeking naar planmatig onderhoud Overboeking van ten dienste van exploitatie Overboeking naar kortlopende schulden Overboeking van/naar voorraad Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afboeking onrendabele toppen Boekwaarde per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
52.053 13.73938.314
356.5148.2301.211 50.525 12637 2.392 31637.0271.917
62.200 21.96940.231
2009
49.258 49.258
9.847 20.4672.60343.324 1.618-
39.42710.944-
38.314 38.314
103
4. Onroerende en roerende zaken ten dienste van exploitatie 2010 Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Investeringen Desinvesteringen Afschrijving Afschrijving op desinvesteringen Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
2009
21.390 13.9297.461
28.061 12.21815.843
1.758 571.15159 37572
1.588 3101.681307.9498.382-
23.054 15.0218.033
21.390 13.9297.461
De aanschaffingswaarde betreft de historische kostprijs. De afschrijvingen voor de inventarissen zijn gebaseerd op 10 jaar lineair, die van de vervoermiddelen op 5 jaar lineair.
FINANCIELE VASTE ACTIVA 5. Te vorderen BWS subsidies
Saldo 1 januari Rente Vervallen bijdragen Saldo 31 december
6. Deelnemingen Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming
Woongroep Twente VOF Heemaf VOF Boulevard VOF Cascade Laares CV Stedelijk Wonen Holding BV v.o.f. DnA VOF GOS NCE Hoge Bothof Ontwikkeling BV
Totaal
31-12-10
31-12-09
1.600 95 4501.245
1.944 114 4581.600
31-12-10
31-12-09
318 216 843 7.888 26 4.761 14.052
271 44278 365 5.210 617 6.733
Verloop deelnemingen: Stichting Woongroep Twente Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december
-
-
15 15-
De stichting Woongroep Twente is geliquideerd per 31-12-2009.
Jaarverslag 2010 – Domijn
104
31-12-10 VOF Heemaf Stand per 1 januari Overboeking naar lening Vof Heemaf Stortingen Resultaat Rentevergoeding Stand per 31 december
VOF Boulevard Stand per 1 januari Stortingen/uitbetaling Resultaat Stand per 31 december
VOF Cascade Stand per 1 januari Stortingen/uitbetaling Resultaat Stand per 31 december
WOM Laares CV Stand per 1 januari Stortingen/uitbetaling Resultaat Overboeking naar voorziening deelneming Stand per 31 december
Stedelijk Wonen Holding BV Stand per 1 januari Correctie beginbalans Stortingen/uitbetaling Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december
271 150 1052 318
31-12-09 1.345 1.07444 271
44
1.228 1.22394-
44 -
591 571244-
-
133
-
133-
-
278 1745216
4 18242 50 278
VOF DnA Stand per 1 januari Stortingen/uitbetaling Resultaat Stand per 31 december
478 843
365 365
VOF GOS Stand per 1 januari Stortingen/uitbetaling Resultaat Stand per 31 december
5.210 2.500 178 7.888
5.177 33 5.210
NCE Stand per 1 januari Stortingen/uitbetaling Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
365
617 5583326
-
72 589 44617
105
Hoge Bothof Ontw. BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december
31-12-10 4.761
4.761
31-12-09
-
De aandelen in de Hoge Bothof Ontw. BV zijn per 31-12-2010 overgenomen vanuit de Domijn Projecten BV. Het resultaat van de Hoge Bothof Ontw. BV is in Domijn Projecten BV genomen. 7. Beleggingen / leningen u/g Achtergestelde Lening u/g Casanet BV (voorheen Netschap BV) af voorziening achtergestelde lening u/g Casanet BV Lening u/g Wooninvesteringsfonds (WIF) *2) Lening u/g Wooninvesteringsfonds (WIF) *3) Lening u/g Hoge Bothof *4) af voorziening lening u/g Hoge Bothof Lening Cultuurfonds Monumenten *5) Lening v.o.f. Heemaf Totaal
31-12-10
681
63 2.962 3.706
31-12-09 2.031 2.032681 681 7.400 2.00063 3.304 10.128
*1) In 2010 zijn alle transacties met Casanet BV afgewikkeld. *2) Betreft een lening aan het Wooninvesteringsfonds van waaruit andere woningcorporaties leningen kunnen aantrekken. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar tegen een rente van 4,35%. Deze lening is in december 2010 ontvangen. *3) Betreft een lening aan het Wooninvesteringsfonds van waaruit andere woningcorporaties leningen kunnen aantrekken. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar tegen een rente van 4,08%. Deze lening zal in 2011 door het Wooninvesteringsfonds worden terugbetaald. *4) Betreft een lening aan de Hoge Bothof BV voor de aanschaf van het Polaroid gebied met de bedoeling dit terrein in de toekomst te gaan ontwikkelen. De lening is overgenomen van Domijn Projecten BV. Deze lening is in december 2010 omgezet in kapitaal. *5) Betreft een achtergestelde lening via de Provincie Overijssel en heeft een looptijd van 10 jaar.
8. Overige 31-12-10 Boeterente: Saldo 1 januari Activering Afschrijving Saldo 31 december
31-12-09
-
101
-
101-
Latente belastingvordering: Nominale waarde leningenportefeuille per 01-01-2008 Marktwaarde o.b.v. VSO2 per 01-01-2008 Verschil
438.607 418.955 19.652 31-12-10
Latente belastingvordering (25%) per 1 januari Toevoeging i.v.m. gewijzigde marktwaarde Vrijval in boekjaar Correctie vrijval 2008 en 2009 Latente belastingvordering per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
1.951 2.347 6146143.070
31-12-09 2.258 3071.951
106
De verdeling van de latentie (verrekenbare tijdelijke verschillen) en compensabele verliezen is als volgt: 2010 onder onder Fin. vlottende Vaste Activa activa totaal Verrekenbare tijdelijk verliezen
2.456
614
3.070
2.456
614
3.070
onder Fin. Vaste Activa Verrekenbare tijdelijk verliezen
2009 onder vlottende activa
totaal
1.644
307
1.951
1.644
307
1.951
Latente belastingvordering inzake woningverkopen: Fiscale waarde te verkopen woningen (2011-2015) Commerciële waarde te verkopen woningen (2011-2015) Verschil
50.304 13.649 36.655 31-12-10
Latente belastingvordering (25%) per 1 januari Vorming in boekjaar Latente belastingvordering per 31 december
6.209 2.945 9.154
onder Fin. Vaste Activa Verrekenbare tijdelijk verliezen
6.209 6.209
totaal
7.323
1.831
9.154
7.323
1.831
9.154
onder Fin. Vaste Activa Verrekenbare tijdelijk verliezen
2010 onder vlottende activa
31-12-09
2009 onder vlottende activa
totaal
4.967
1.242
6.209
4.967
1.242
6.209
VLOTTENDE ACTIVA 9. Voorraden Voorraad groot materiaal Voorraad koopwoningen Voorraad Horeca BV Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
31-12-10 275 11.695 8 11.978
31-12-09 269 167 8 444
107
10. Onderhanden projecten Saldo 1 januari Wijziging a.g.v. herziene verdeling huur-koop Investeringen Ontvangen termijnen kopers Overboeking naar voorraad koopwoningen Ten gunste van resultaat geboekt Saldo 31 december
31-12-10
31-12-09
732 6.514 11.777 7.0876.875964.965
10.510 9.8492.203 2.230-
31-12-10
31-12-09
703 1.242 399 53 6451.752
938 1.171 261 41 6451.766
98 732
VORDERINGEN 11. Huurdebiteuren Huurachterstand aktieve contracten Huurachterstand vertrokken bewoners Overige vordering achterstand Betalingsregelingen Voorziening dubieuze debiteuren Totaal
De achterstand van de aktieve contracten bedroeg 0,82% (2009: 1,12%) van de bruto jaarhuur. De huurachterstanden kunnen als volgt naar tijdsduur en aantal huurders worden gespecificeerd: Specificatie huurachterstand naar maanden: tot 1 maand 1 tot 2 maanden 2 tot 3 maanden 3 tot 4 maanden 4 tot 5 maanden 5 tot 6 maanden 6 maanden of meer Totaal actieve contracten Totaal vertrokken huurders Totaal betalingsregelingen Totaal huurdebiteuren
12. Gemeente Nog te ontvangen subsidies WVG aanpassingen Totaal
13. Vorderingen deelnemingen en verbindingen Vordering Vordering Vordering Vordering Totaal
VOF DnA (Amstelland) Hoge Bothof BV v.o.f. Beekveld Stichting WGT
14. Vorderingen collega corporaties samenwerking WBO Wonen VGB Stichting Woongroep Twente Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
aantal 342 416 116 51 20 10 19 974 978 174 2.126
bedrag 2010 175 201 114 71 43 20 79 703 1.242 53 1.998
aantal 320 538 106 51 23 15 23 1.076 1.000 128 2.204
31-12-10 114 189 303
31-12-10 6.800 286 23 7.109
31-12-10
-
bedrag 2009 47 238 93 64 36 86 374 938 1.171 41 2.150
31-12-09 2.135 292 2.427
31-12-09
236 23 19 278
31-12-09 58 1 4 63
108
15. Overige vorderingen Overige vorderingen overige debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren
Overige vorderingen Te ontvangen van verzekeringsmaatschappij Totaal
16. Overlopende activa Overig Vooruitbetaalde rente rente-instrumenten (cap) Niet vervallen rente WIF-leningen Vooruitbetaalde rente en aflossingen Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen Kortlopend deel latente belastingen Te verrekenen vennootschapsbelasting Te verrekenen creditnota's Totaal
31-12-10
31-12-09
953 36917
1.473 361.437
78 196 1.191
31-12-10 165 25 14 631 1.132 234 2.445 999 45 5.690
205 120 1.762
31-12-09 205 36 16 646 666 218 1.549 2.209 23 5.568
LIQUIDE MIDDELEN 17. Liquide Middelen Direct opvraagbaar Kas/kruisposten Bank Bankgaranties Totaal
EIGEN VERMOGEN
31-12-10
15 536 9 560
31-12-10
18. Kapitaal
2
31-12-09
19 2.566 9 2.594
31-12-09 2
19. Overige reserves Saldo 1 januari Jaarresultaat (uit resultaatverdeling) Saldo 31 december
20. Aandeel derden
126.273 3.583 129.856
-
128.238 1.965126.273
4
VOORZIENINGEN 21. Voorzieningen Voorziening verplichting beloning Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Voorziening Neighbourhood Corporations Enschede Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
31-12-10 217 1.512 1.729
31-12-09 198 301 499
109
Verplichting beloning Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Stand per 31 december Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Stand per 31 december Neighbourhood Corporations Enchede Stand per 1 januari Dotatie Resultaat Overboeking naar deelneming Stand per 31 december
22. Voorziening deelnemingen Deelneming Hoge Bothof BV Deelneming WOM Laares CV/BV Totaal
198 19 217
301 3011.512 1.512
213 6651 198
2.904 2.904301 301
-
44
44-
31-12-10 220 220
-
31-12-09 2.615 80 2.695
Verloop voorziening deelnemingen: Hoge Bothof BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaling Resultaat Stand per 31 december WOM Laares CV/BV Stand per 1 januari Correctie beginstand Resultaat Overboeking van deelneming Stand per 31 december
2.615 2.615-
80 109 31 220
817 1.798 2.615
213 13380
LANGLOPENDE SCHULDEN
23. 24. 25. 26.
Leningen
31-12-10
31-12-09
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen collegiaal Terugkoopverplichting woningen Totaal
22.407 492.977 14.000 17.666 547.050
28.295 438.894 14.000 12.449 493.638
Jaarverslag 2010 – Domijn
110
Het verloop van de leningen over het boekjaar 2010 is als volgt: Saldo 1 januari Ontvangsten
Aflossingen
nieuwe leningen mutatie roll-over over het boekjaar vervroegde aflossing
Saldo 31 december De aflossingsverplichting voor het komende boekjaar bedraagt Saldo 31 december na aflossingsverplichting komend boekjaar
Specificatie naar restant looptijd:
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen collegiaal
31-12-10 > 5 jaar 21.124 414.663 435.787
31-12-10 > 1 jaar 22.407 492.977 14.000 529.384
498.225 65.000 4.000559.225 17.036-
477.700 35.000 2.000 514.700 16.475-
542.189
498.225
12.805529.384
17.036481.189
31-12-09 > 5 jaar
31-12-09 > 1 jaar
27.255 375.815 403.070
28.295 438.894 14.000 481.189
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt 4,26% (2009: 4,31%). Exclusief de roll-over leningen bedraagt de gemiddelde rentevoet 4,41% (2009: 4,52%). De reële waarde van de leningen, berekend als contante waarde (tegen 5,25%) van de toekomstige kasstromen, bedraagt per 31 december € 499.933.385,--.
Het verloop van de terugkoopverplichting van de woningen verkocht onder voorwaarden over 2010, is als volgt: 31-12-10 31-12-09 Stand per 1 januari Correctie voorgaande jaren Correctie waardeontwikkeling voorgaande jaren Gecorrigeerde stand per 1 januari Toevoeging/onttrekking 2010 Waarde ontwikkeling 2010 Terugkopen Stand per 31 december
12.449
12.449
5.084 5.742 100 10.926
5.761 78 62217.666
2.502 48549412.449
31-12-10
31-12-09
KORTLOPENDE SCHULDEN 27. Schulden aan kredietinstellingen Rekening-courant banken Aflossingsverplichting komend boekjaar langlopende schulden Totaal
1.780 6.917 8.697
14.208 13.795 28.003
28. Schulden aan gemeenten Schulden aan gemeente Aflossingsverplichting komend boekjaar langlopende schulden Totaal
5.888 5.888
3.241 3.241
29. Schulden aan leveranciers Crediteuren Totaal
6.535 6.535
5.208 5.208
Jaarverslag 2010 – Domijn
111
31-12-10
31-12-09
30. Schulden aan collega corporaties samenwerking WBO Wonen Woongroep Twente Beter Wonen Totaal
2.438
31. Belastingen en premies sociale verzekering Premies sociale verzekeringen Te betalen vennootschapsbelasting Af te dragen BTW Totaal
247 25 1.679 1.951
4.377 4.610
443
338
1.080
928 1 690 10.475 120 139 275 472 465 13.565
32. Overige schulden
33. Overlopende passiva Vooruitontvangen huur Nog te ontvangen bedragen Huursubsidie Niet vervallen rente geldlening Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Service-/stookkosten nog af te rekenen Verplichting restant uren personeel Overig Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
2.438
650 11.204 70 4.224 335 457 301 18.321
5.253 1 4 5.258
233
112
Niet in de balans opgenomen verplichtingen: 1. Obligo WSW Per 31 december 2010 heeft Domijn een obligo uitstaan ten bedrage van € 20.413.847,-- uit hoofde van door het WSW verstrekte borgstellingen. Ultimo 2010 bedraagt het schuldrestant dat door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gegarandeerd is € 530.229.799,--. 2. Wet Keten Aansprakelijkheid Domijn betaalt de BTW over de aan haar geleverde onderhoudswerkzaamheden en nieuwbouwwerkzaamheden rechtstreeks aan de fiscus. Het deel van de genoemde kosten dat betrekking heeft op loonbelasting en sociale verzekeringen wordt gestort op geblokkeerde rekeningen van de bedrijven. Van deze rekeningen kan alleen de fiscus of uitvoerende instellingen inzake sociale verzekeringen worden betaald. Het aansprakelijkheidsrisico is door deze maatregelen zeer laag. 3. Aangegane verplichtingen Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot materiele vaste activa voor een bedrag van € 20.595.117,--. Specificatie Projecten in ontwikkeling: P120053 OH Wolferink P129015 Frankenhuis P129017 Juliana/Spanbedde P129021 Kop Parallelweg P129024 Hoeve Oost P129025A Huisvesting 15 livio P129036 Von Heijdenstraat P130067 t Zijland P139002 Troelstra Overdinkel P139011 Pr. Bernhard Overdinkel P139013 Centrumontw. Overdinkel P139014 Kulturhus Overdinkel P150056 Stadsveld P150068 POH Iep/Lindestr P150114 GO Geraniumstraat P150130 Wesselerbrink P150200 Twekkelerveld P150279 Eekmaat P150282 Herontw. Michael P150285 Brede School P150294 Woonzorgcomplex P159004 Dennenbos P159010 De Kiepe P159011 WC Wesselerbrink P159029 WC Twekkelerveld P159031 Thomas de Keyserstraat P159046 Van Goolpand P159047 Deurningerstraat P159055 Oostburgkerk P159061 Alfonsusplein P159068 Voermanstraat P169003C Stadpark Twente P169006 Woonzorg Weerselo Overige
33.817 1.169.396 128.287 29.198 15.867 1.138.562 16.872 406.500 4.025.786 40.732 24.770 356.228 1.086.816 298.316 58.993 1.677.329 22.014 299.283 455.306 199.218 12.499 39.997 4.756.679 13.736 69.776 22.000 213.640 50.549 28.553 402.293 16.233 80.595 951.407 38.870 18.180.117
Acquisitieprojecten: P129036 Von Heijdenstraat P15xxxx Noorderhagen P159011 WC Wesselerbrink
1.100.000 400.000 915.000 2.415.000 20.595.117
4. CAP In het treasurystatuut van de Domijn is bepaald dat het is toegestaan derivaten te gebruiken in situaties van renterisicoreductie. Voor de roll-over-lening, ingangsdatum 1 september 2003, looptijd 10 jaar, hoofdsom € 7.500.000,-- en een variabele rente (3-maands Euribor), is besloten om het renterisico voor een deel van € 4.000.000,-- af te dekken door middel van een cap (op basis van een strike op 5,5%). Voor de roll-overlening, ingangsdatum 1 september 2005, looptijd 10 jaar, hoofdsom € 5.000.000,-- en een variabele rente (1-maands Euribor), is besloten om het renterisico volledig af te dekken door middel van een cap (op basis van een strike op 5,0%). De huidige marktwaarde van beide caps bedraagt € 24.884,--.
Jaarverslag 2010 – Domijn
113
TOELICHTING OP DE POSTEN VAN DE GECONSOLIDEERDE WINST & VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 1.
HUREN Netto huur a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende goederen, niet zijnde woningen Af: Huurderving wegens leegstand Totaal
2.
VERGOEDINGEN Overige goederen, leveringen en diensten Af: vergoedingsderving wegens leegstand Totaal De totale huurderving (huren en vergoedingen) bedraagt van de bruto jaarhuur:
3.
OVERHEIDSBIJDRAGEN Jaarlijkse bijdrage inzake medische aanpassingen Totaal
2010
2009
80.527 5.311 85.838 2.43883.400
78.607 4.912 83.519 2.61080.909
5.420
5.385
5.420
5.385
2,67%
-
2,94%
107 107
Voor een aantal medische aanpassingen wordt een 20-jaarlijkse bijdrage gegeven ter grootte van de annuiteit van de investering.
4.
VERKOOP ONROERENDE ZAKEN Opbrengst verkopen Af: boekwaarde regulier Af: boekwaarde koopgarant Af: boekwaarde aan- en verkoop in 2010 Af: kosten verkoop Bij: Overige verkoopopbrengsten Verkoopresultaat
11.061 2.476484880637202 6.786
10.900 3.768-
Stichtingskosten koopwoningen Ontvangen verkooptermijnen koopwoningen Resultaat koopwoningen Nagekomen kosten koopprojecten
32.93332.837 96-
27.37927.479 100
Totaal
6.690
6.498
5.
GEACTIVEERDE PRODUCTIE
3.569
3.325
6.
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Vergoeding huurcontracten Werk voor derden Interne doorberekeningen Bruto omzet Horeca BV Opbrengst dienstverlening Overig Totaal
98 42 38 328 297 145 948
120 22 35 343 701 7 1.228
Jaarverslag 2010 – Domijn
-
7336.399
1-
114
BEDRIJFSLASTEN 7.
2010
AFSCHRIJVINGEN Afschrijvingen Materiële vaste activa a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende goederen, niet zijnde woningen c. Overige goederen d. Activa ten dienste van de exploitatie e. Afschrijving kantoorgebouw Hengelo (incl. automatisering/inventaris/overig)
10.495 996 22 1.152 12.665
Af: doorbelast aan de Woongroep :
afschrijving afschrijving afschrijving afschrijving Af: doorbelast naar opbrengst verkopen en servicekosten Totaal
8.
9.
gebouw inventaris automatisering overig
2009
9.077 1.455 41 816 845 12.234 2003757534-
1112.654
11.388
OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN MATERIELE VASTE ACTIVA Impairmenttoets woningen Impairmenttoets niet zijnde woningen Onrendabel deel projectresultaat (specificatie zie noot D) Overige projectresultaten (specificatie zie noot D) Overige projectkosten Totaal
5.811 3.079 8.230 3.466 39 20.625
74 23.312
LONEN & SALARISSEN Bruto salarissen Uitzendkrachten Af: Ontvangen ziekengelden Totaal
10.327 773 9811.002
10.326 868 23810.956
2.771 20.467
Beloning van de commissarissen De Raad van Commissarissen van Domijn bestaat uit 7 personen. Commissarissen J.B.H. Dercksen J. Niemans E. Reinders G.D. Johanns A.N. Kreuwel W.T.A. Dellepoort A. Peters
Jaarverslag 2010 – Domijn
Bezoldiging 9.270 9.270 9.270 9.270 9.270 9.270 12.360
115
Beloning van de bestuurder 2010
De bestuurder J. Salverda
Vaste beloning 154.028
Bijtelling auto, vergoeding en inhouding 2.772-
Pensioenlasten 55.539
Sociale lasten 9.180
Bijtelling auto, vergoeding en inhouding 724-
Pensioenlasten 52.334
Sociale lasten 8.578
2009 Vaste beloning De bestuurder J. Salverda
151.653
De totale beloning van de directeur-bestuurder bedraagt over 2010 € 215.975,-- (2009 € 211.841,--), dit is vastgesteld conform de commissie Izeboud. Deze beloning ligt boven de grens van € 193.000,--, maar is gedaan in het kader van het maatschappelijk belang en de verantwoordelijkheden van de heer Salverda. In het kader van de wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, de WOPT, volgt hieronder een toelichting op de beloning van de heer Salverda. J. Salverda Functienaam: Datum in dienst Formatieplaats Belastbaar loon Pensioenafdracht (Werkgevers- en werknemersdeel)
2010 Dir. bestuurder
2009 Dir. bestuurder
1-3-1998 100% 151.256 55.539
1-3-1998 100% 150.929 52.334
10. SOCIALE LASTEN Sociale lasten Totaal
1.519 1.519
1.368 1.368
11. PENSIOENLASTEN Pensioenlasten Totaal
2.095 2.095
2.022 2.022
4.428 2.299 10.904 1.024 4.07714.578
4.287 3.222 9.905 955 3.82814.541
12. LASTEN ONDERHOUD Klachtenonderhoud Mutatieonderhoud Planmatig onderhoud Overig onderhoud Af: kosten eigen dienst Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
116
13. OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
2010
2009
Overige personeelskosten
1.719
1.317
Kosten leveringen & diensten Af: kosten eigen dienst
5.516 2065.310
5.507 3645.143
Raad van Commissarissen Af: doorbelasting aan Stichting Woongroep Twente
109
77 275
109 Huisvestingskosten Algemene kosten Exploitatiekosten Leefbaarheid
Totaal overige bedrijfslasten
1.746 3.005 6.062 450 11.263
1.161 5.222 5.889 650 12.922
18.401
19.457
In het boekjaar zijn de volgende bedragen (x € 1,--) aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: Accountantskosten Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet- controlediensten
2010 76.142
2009 109.492
76.142
109.492
De bovenstaande controlekosten zijn door KPMG Accountants NV in rekening gebracht. 14. KOSTEN SAMENWERKING Kosten Stichting Woongroep Twente Totaal
15. BIJZONDERE BATEN EN LASTEN Bijzondere baten Bijzondere lasten Totaal
16. RENTEBATEN
17. RENTELASTEN
-
10 10
-
316183 133-
2.155
2.993
22.296
21.969
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het overzicht renteresultaat
18. WAARDEVERANDERINGEN FINANCIËLE VASTE ACTIVA Waardeveranderingen Derivaten (CAP's) Afwaardering lening u/g Hoge Bothof BV Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
1212-
262.0002.026-
117
2010 19. OPBRENGST FINANCIELE VASTE ACTIVA EN EFFECTEN Rente BWS Rente deelnemingen Rente WIF-leningen Totaal
20. VENNOOTSCHAPSBELASTING
Verschuldigde vennootschapsbelasting 2008 Verschuldigde vennootschapsbelasting 2009 Verschuldigde vennootschapsbelasting 2010 Belastinglatentie inzake woningverkopen Mutatie latentie leningen Totaal
21. RESULTAAT DEELNEMINGEN Resultaat v.o.f. DnA Resultaat v.o.f. Boulevard Resultaat v.o.f. Cascade Resultaat Casanet Resultaat Laares CV Resultaat Hoge Bothof BV Resultaat Stedelijk Wonen Holding BV Resultaat v.o.f. Heemaf Resultaat St. Woongroep Twente Resultaat VOF GOS Resultaat NCE Totaal
2009
93 18556 36-
1.818
42991.9422.944 1.119 1.818
478
517 1401.968 63104178 332.801
114 296 63 473
5.077
1.552 2.3776.209 3075.077
365 9242131.79832 41533 589 1.044-
OVERIGE INFORMATIE A.
Werknemers Ultimo 2010 had de corporatie 241 werknemers in dienst (2009: 242) Het aantal fte's ultimo 2010 was 219,18 (2009: 220,65)
B.
Toerekening jaarresultaat Het onverdeelde positieve resultaat 2010, per saldo € 3.582.627,-- zal aan de overige reserves worden toegevoegd.
C.
Voorstel resultaatbestemming De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt.
Jaarverslag 2010 – Domijn
118
D. Specificatie Waardeverandering Materiële Vaste Activa Onrendabele toppen * Enschede P150005 De Eendracht Hengelosestraat P150055 Stadsveld Zweringweg P150056 Stadsveld fase 3 P150067 Stadsveld fase 4 renovatie P150097 OH Torens Mekk/Bosw P150161 H de Veerstraat P150199 Nassau P150200 Alg. Twekkelerveld P150213 Eudokia P150218 Kerkstraat Glanerbrug P150234 Siam Zuiderhagen P150281 Wonen boven alg. P150282 Michaellocatie P150287 Roombeek P150288 Zorgcluster Roombeek P150294 Woonzorgcomplex Redemptoristenpark P150296 Laares P150298 HOED Twekkelerveld P159004 Dennenbosweg P159007 Cascade P159010 De Kiepe P159011 WC Wesselerbrink P159017 Deppenbroek P159017C Deppenbroek renovatie P159026 App. Boddenkampsingel P159029 WC Twekkelerveld P159054 RUPS Blekerstraat P159056 SKE Cromhoffsbleekweg P159065 Ondergrondse afvalcontainers P159068 Voermanstraat P159078 Haaksbergerstraat P159079 Carel Fabritiusstraat P169005A Marskant P169006 Woonzorg Weerselo
2010 696 6.704180.842 6.739 813 95.15162.608 950.000 1.420 3.121 204 194.670 48.185 2.436 51.558 36.4902.451 5.69635.374 6.015688.832245.053 1.454 510 9.086697.804 93.412 3.560399.180 485.495 199.099 128.943 1.571.1981.134.678234.658
Haaksbergen P129002 Hofferie P129007 Eenhuisstraat P129008 Nachtegaalstraat P129010 De Bron P129011 Merelstraat P129017C Juliana/Spanbed RENO P129017D Spanbeddestraat GO P129021 Kop Parallelweg P129025A Huisvesting 15 Livio P129027 Veldmaat
1.868 32.839 5.171439.590 76.1325.5947 373.395 1.370.764 1.510 2.133.077
Jaarverslag 2010 – Domijn
119
Losser P130008 GO Kerkhofweg 6 won. P130021 GO Burg. Eekhoutstraat P130025 POH Talmaplein 42 won. P130063A Weiland Stanco P130063B Woningen Stanco P130065 t Rot fase a+b+c P130065AX 't Rot fase koop P139002 Troelstra Overdinkel P139003 Oldenhove/St. Maarten P139006 Kantoor SWL P139007 De Saller fase 2+3 P139012 Centrumplan Losser P139015 6 Wachterswoningen P139017 CPO Losser P139019 Willem de Gamestraat
107.782 323.346 1.224.063 32.339 10.639 45.852 38.901 3.720.448 34.254 16.888 5.001 14.955 220.000 1.214 67.020 5.862.701 Totaal
8.230.435
* inclusief duurzame waardeverandering grond- en ontwikkelposities Overige projectresultaten P150294 Bijdrage aan Ariëns P169005A Marskant afkoop
Jaarverslag 2010 – Domijn
2.000.000 1.466.000 3.466.000
120
Jaarverslag 2010 – Domijn
121
ENKELVOUDIGE BALANS VOOR RESULTAATBESTEMMING (bedragen x € 1.000)
ACTIVA
31-12-2010
31-12-2009
VASTE ACTIVA Materiële vaste 1. Onroerende 2. Onroerende 3. Onroerende 4. Onroerende
activa en roerende zaken in exploitatie zaken Verkocht onder voorwaarden en roerende zaken in ontwikkeling en roerende zaken ten dienste van exploitatie
Financiële Vaste Activa 5. Te vorderen BWS subsidies 6. Deelnemingen 7. Beleggingen / Leningen u/g 8. Overige
Totaal Vaste Activa
594.870 17.666 40.231 7.996 660.763
584.403 12.449 38.314 7.441 642.607
1.245 14.277 743 9.779 26.044
1.600 6.486 6.824 6.611 21.521
686.807
664.128
11.970 4.965 16.935
436 732 1.168
1.752 303 10.733 1.113 5.672 19.573
1.766 2.427 4.275 383 1.581 5.514 15.946
374
1.225
36.882
18.339
723.689
682.467
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden 9. Voorraden 10. Onderhanden Projecten
Vorderingen 11. Huurdebiteuren 12. Gemeenten 13. Vorderingen deelnemingen en verbindingen 14. Vorderingen collega corporaties samenwerking 15. Overige vorderingen 16. Overlopende activa
Liquide middelen 17. Liquide middelen
Totaal Vlottende Activa
TOTAAL ACTIVA
Jaarverslag 2010 – Domijn
122
PASSIVA
31-12-2010
31-12-2009
EIGEN VERMOGEN 18. Kapitaal 19. Wettelijke en statutaire reserves Onverdeeld resultaat boekjaar
2 126.273 3.583 129.858
2 128.238 1.965126.275
VOORZIENINGEN 20. Voorzieningen 21. Voorziening deelnemingen
1.719 880 2.599
491 2.054 2.545
22.407 492.977 14.000 17.666 547.050
28.295 438.894 14.000 12.449 493.638
8.697 5.888 6.521 2.456 1.920 434 18.266 44.182
28.003 3.241 5.024 5.351 4.590 328 13.472 60.009
723.689
682.467
LANGLOPENDE SCHULDEN 22. 23. 24. 25.
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen collegiaal Terugkoopverplichting Woningen Verkocht onder Voorwaarden
KORTLOPENDE SCHULDEN 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan collega corporaties samenwerking Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
TOTAAL PASSIVA
Jaarverslag 2010 – Domijn
123
ENKELVOUDIGE WINST- EN VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000) 2010
2009
83.400 5.420 6.690 3.569 323
80.909 5.385 107 5.986 3.325 184
99.402
95.896
12.643 20.625 10.247 1.417 2.007 14.578 18.709 -
11.376 23.312 10.561 1.302 1.987 14.541 18.760 133-
Som der bedrijfslasten
80.226
81.706
Bedrijfsresultaat
19.176
14.190
2.127 22.2961236-
2.932 21.9682.026473
20.217-
20.589-
1.041-
6.399-
1.849 2.775
5.077 643-
3.583
1.965-
Bedrijfsopbrengsten 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Geactiveerde productie Overige bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten 7. Afschrijvingen 8. Overige waardeveranderingen materiele vaste activa 9. Lonen & Salarissen 10. Sociale lasten 11. Pensioenlasten 12. Lasten onderhoud 13. Overige bedrijfslasten 14. Kosten samenwerking 15. Bijzondere baten en lasten
Financiële baten en lasten 16. 17. 18. 19.
Rentebaten Rentelasten Waardeveranderingen Financiële Vaste Activa Opbrengsten financiële vaste activa en effecten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
20. Vennootschapsbelasting 21. Resultaat deelnemingen
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
Jaarverslag 2010 – Domijn
124
ENKELVOUDIG KASSTROOMOVERZICHT (bedragen x € 1.000)
SALDO LIQUIDE MIDDELEN BEGIN BOEKJAAR
a. Kasstroom uit operationele activiteiten - jaarresultaat - afschrijvingen - waardeveranderingen vaste activa - mutatie voorzieningen - mutatie voorraden - mutatie vorderingen - mutatie kortlopende schulden
2010
2009
12.983-
10.766-
3.583 12.653 15.909 54 11.5343.6273.399-
1.96512.221 25.841 1.2142.817 2.1491.409-
13.639
b. Kasstroom uit investeringsactiviteiten - investeringen incl. mutatie OHW - desinvesteringen - mutatie FVA - ontvangen BWS-subsidie
54.0923.141 3.168355
34.142
58.2682.942 4.559344
53.764-
c. Kasstroom uit financieringsactiviteiten - mutatie leningen u/g - mutatie langlopende schulden - mutatie deelnemingen
6.081 53.412 7.791-
2.030 27.330 6.178-
51.702
SALDO LIQUIDE MIDDELEN EINDE BOEKJAAR
59.541-
23.182
1.406-
12.983-
374 1.7801.406-
1.225 14.20812.983-
Aansluiting saldo liquide middelen met balans: Liquide middelen (zie 17. vlottende activa) Rekening courant banken (zie 26. schulden kredietinstellingen) Eindstand liquide middelen conform balans
Jaarverslag 2010 – Domijn
125
Jaarverslag 2010 – Domijn
126
5.
Algemene toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
Algemeen Grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde in overeenstemming met de grondslagen in de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening. Waardevermeerderingen van materiële vaste activa, niet zijnde (vastgoed)beleggingen, worden rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen. Herwaarderingen worden onder aftrek van de latent verschuldigde belastingen in de overige reserve opgenomen.
Jaarverslag 2010 – Domijn
127
TOELICHTING OP DE AFZONDERLIJKE POSTEN VAN DE ENKELVOUDIGE BALANS (bedragen x € 1.000)
MATERIELE VASTE ACTIVA Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1. Onroerende en roerende zaken in exploitatie
Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Af/Bijboeking minimumwaarderingsregel Investeringen Desinvesteringen Afschrijving Afschrijving op desinvesteringen Overboeking van/naar voorraad koopwoningen Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
2010
2009
757.881 173.478584.403
708.779 163.847544.932
8.8901.771 4.55711.5131.414
2.7716.393 3.55410.573942 2.476 46.558 39.471
32.242 10.467
778.447 183.577594.870
757.881 173.478584.403
De aanschaffingswaarde betreft de historische kostprijs minus de genomen onrendabele toppen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op annuiteit van 50 jaar. Er zijn geen hypothecaire zekerheden gesteld. Brand- en stormverzekering De verzekeringspremie is gerelateerd aan het aantal verhuureenheden welke verzekerd zijn tegen herbouwwaarde. Onderverzekering is uitgesloten. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde incl. rentabiliteitswaarde van de woningen in exploitatie bedraagt per 31 december 2010 € 709 miljoen (2009: € 696 miljoen o.b.v. uniformering parameters). Zie verder het overzicht "verloop bedrijfswaarde". De boekwaarde van de woningen in exploitatie bedraagt € 539 miljoen (2009: € 522 miljoen). Complex Talma is gebouwd met collegiale financiering tegen een rentepercentage van 3,1%. Deze collegiale financiering is aldus verwerkt in de bedrijfswaarde ultimo 2010, zijnde € 18,1 miljoen (incl. rentabiliteitswaarde correctie). De boekwaarde ultimo 2010 bedroeg € 11,8 miljoen. De bedrijfswaarde incl. rentabiliteitswaardecorrectie van de niet zijnde woningen bedraagt per 31 december 2010 € 76,4 miljoen. De boekwaarde hiervan bedraagt € 60,4 miljoen. Er zijn geen vergelijkende cijfers van 2009 voor handen. Bij de bedrijfswaardeberekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
huur 2010 huur 2011 huur 2012-2015 huurharmonisatie 2010-2015 huur vanaf 2016 huurderving var. lastenontwikkeling 2010 - 2015 var. lastenontwikkeling vanaf 2016 stijging loonkosten 2010 - 2015 stijging loonkosten vanaf 2016 stijging onderhoud 2010 - 2015 stijging onderhoud vanaf 2016 disconteringspercentage
Jaarverslag 2010 – Domijn
2010 1,20% 1,50% 2,00% 0,25% 2,00% 1,00% 2,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 5,25%
2009 1,20% 2,00% 2,00% 0,25% 2,25% 1,00% 2,00% 2,25% 3,40% 2,25% 3,00% 2,25% 6,00%
128
Verkopen Voor de komende 5 jaar is de verwachting dat er 750 woningen worden verkocht, regulier en herstructurering. De totaal te verwachten verkoopwaarde is € 102 miljoen; de boekwaarde hiervan bedraagt € 19 miljoen. Er wordt een boekwinst verwacht van € 83 miljoen. Verkopen zijn niet in de bedrijfswaardeberekening meegenomen.
2. Onroerende zaken Verkocht Onder Voorwaarden 2010 Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Stelselwijziging woningen verkocht onder voorwaarden Correctie stand 1 januari Toevoeging/onttrekking woningen VOV Terugkoop woningen vov Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
12.449 12.449
3.299 6222.540 5.217
17.666 17.666
2009
5.083 5.083
5.842 1.200 494818 7.366
12.449 12.449
3. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 2010 Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afboeking onrendabele toppen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Correctie stand 1 januari Wijziging a.g.v. herziene verdeling huur-koop Afboeking onrendabele top Overboeking naar voorziening onrendabele investering Investeringen Overboeking naar planmatig onderhoud Overboeking van ten dienste van exploitatie Overboeking naar kortlopende schulden Overboeking van/naar voorraad Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afboeking onrendabele toppen Boekwaarde per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
52.053 13.73938.314
356.5148.2301.211 50.525 12637 2.392 31637.0271.917
62.200 21.96940.231
2009
49.258 49.258
9.847 20.4672.60343.324 1.618-
39.42710.944-
38.314 38.314
129
4. Onroerende en roerende zaken ten dienste van exploitatie 2010 Stand per 1 januari Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutatie in de boekwaarde: Investeringen Desinvesteringen Afschrijving Afschrijving op desinvesteringen Overboekingen (huur/commercieel activa i.o.)
Stand per 31 december Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
2009
21.294 13.8537.441
27.955 12.17515.780
1.730 571.14059 37555
1.588 3001.648307.9498.339-
22.930 14.9347.996
21.294 13.8537.441
De aanschaffingswaarde betreft de historische kostprijs. De afschrijvingen voor de inventarissen zijn gebaseerd op 10 jaar lineair, die van de vervoermiddelen op 5 jaar lineair.
FINANCIELE VASTE ACTIVA 5. Te vorderen BWS subsidies 31-12-10
31-12-09
1.600 95 4501.245
1.944 114 4581.600
6. Deelnemingen
31-12-10
31-12-09
Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Deelneming Totaal
177 216 843 7.888 26 4.761 366 14.277
Saldo 1 januari Rente Vervallen bijdragen Saldo 31 december
Woongroep Twente IT Woon BV Vastgoed WGT BV Laares CV Stedelijk Wonen Holding BV v.o.f. DnA Lucht en Lucht Ontwikkeling BV SWL Projecten BV VOF GOS NCE Hoge Bothof Ontw. BV Domijn Projecten BV
16 278 365 5.210 617 6.486
Verloop deelnemingen:
Stichting Woongroep Twente Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december
-
-
15 15-
De stichting Woongroep Twente is geliquideerd per 31-12-2009.
Jaarverslag 2010 – Domijn
130
IT Woon BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december
16 4 157 177
16
16
In 2010 is BOB WGT BV omgezet naar IT Woon BV. Domijn is 100% aandeelhouder. Vastgoed WGT BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december
-
16 16-
-
-
-
133
-
133-
De Vastoed WGT BV is geliquideerd per 31-12-2009. WOM Laares CV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking naar voorziening deelneming Stand per 31 december Stedelijk Wonen Holding BV Stand per 1 januari Correctie beginbalans Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december VOF DnA Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december L&L Ontwikkeling BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking naar Domijn Projecten BV Stand per 31 december SWL Projecten BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking naar Domijn Projecten BV Stand per 31 december VOF GOS Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december NCE Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
278 1745216
365 478 843
4 18242 50 278
365 365
-
59
59-
-
-
65
65-
-
5.210 2.500 178 7.888
5.177 33 5.210
617 5583326
72 589 44617
131
Hoge Bothof Ontw. BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december
4.761
4.761
-
De aandelen in de Hoge Bothof Ontw. BV zijn per 31-12-2010 overgenomen vanuit de Domijn Projecten BV. Het resultaat van de Hoge Bothof Ontw. BV is in Domijn Projecten BV genomen. Domijn Projecten BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Overboeking van voorziening deelneming Stand per 31 december
7. Beleggingen / leningen u/g Achtergestelde Lening u/g Casanet BV (voorheen Netschap BV) af voorziening achtergestelde lening u/g Casanet BV Lening u/g Wooninvesteringsfonds (WIF) *2) Lening u/g Wooninvesteringsfonds (WIF) *3) Lening u/g Hoge Bothof *4) af voorziening lening u/g Hoge Bothof Lening Cultuurfonds Monumenten *5) Totaal
1.881 1.515366
31-12-10
680
63 743
-
31-12-09 2.031 2.032681 681 7.400 2.00063 6.824
*1) In 2010 zijn alle transacties met Casanet BV afgewikkeld. *2) Betreft een lening aan het Wooninvesteringsfonds van waaruit andere woningcorporaties leningen kunnen aantrekken. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar tegen een rente van 4,35%. Deze lening is in december 2010 ontvangen. *3) Betreft een lening aan het Wooninvesteringsfonds van waaruit andere woningcorporaties leningen kunnen aantrekken. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar tegen een rente van 4,08%. Deze lening zal in 2011 door het Wooninvesteringsfonds worden terugbetaald. *4) Betreft een lening aan de Hoge Bothof BV voor de aanschaf van het Polaroid gebied met de bedoeling dit terrein in de toekomst te gaan ontwikkelen. De lening is overgenomen van Domijn Projecten BV. Deze lening is in december 2010 omgezet in kapitaal. *5) Betreft een achtergestelde lening via de Provincie Overijssel en heeft een looptijd van 10 jaar.
8. Overige 31-12-10 Boeterente: Saldo 1 januari Activering Afschrijving Saldo 31 december
31-12-09
-
101
-
101-
Latente belastingvordering inzake opgenomen leningen: Nominale waarde leningenportefeuille per 01-01-2008 Marktwaarde o.b.v. VSO2 per 01-01-2008 Verschil
438.607 418.955 19.652 31-12-10
Latente belastingvordering (25%) per 1 januari Toevoeging i.v.m. gewijzigde marktwaarde Vrijval in boekjaar Correctie vrijval 2008 en 2009 Latente belastingvordering per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
1.951 2.347 6146143.070
31-12-09 2.258 3071.951
132
De verdeling van de latentie (verrekenbare tijdelijke verschillen) en compensabele verliezen is als volgt: 2010 onder onder Fin. vlottende Vaste Activa activa totaal Verrekenbare tijdelijk verliezen
2.456
614
3.070
2.456
614
3.070
onder Fin. Vaste Activa Verrekenbare tijdelijk verliezen
2009 onder vlottende activa
totaal
1.644
307
1.951
1.644
307
1.951
Latente belastingvordering inzake woningverkopen: Fiscale waarde te verkopen woningen (2011-2015) Commerciële waarde te verkopen woningen (2011-2015) Verschil
50.304 13.649 36.655 31-12-10
Latente belastingvordering (25%) per 1 januari Vorming in boekjaar Latente belastingvordering per 31 december
6.209 2.945 9.154
onder Fin. Vaste Activa Verrekenbare tijdelijk verliezen
6.209 6.209
totaal
7.323
1.831
9.154
7.323
1.831
9.154
onder Fin. Vaste Activa Verrekenbare tijdelijk verliezen
2010 onder vlottende activa
31-12-09
2009 onder vlottende activa
totaal
4.967
1.242
6.209
4.967
1.242
6.209
VLOTTENDE ACTIVA 9. Voorraden Voorraad groot materiaal Voorraad koopwoningen Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
31-12-10 275 11.695 11.970
31-12-09 269 167 436
133
10. Onderhanden projecten Saldo 1 januari Wijziging a.g.v. herziene verdeling huur-koop Investeringen Ontvangen termijnen kopers Overboeking naar voorraad koopwoningen Ten gunste van resultaat geboekt Saldo 31 december
31-12-10
31-12-09
732 6.514 11.777 7.0876.875964.965
11.022 9.8492.203 2.230-
31-12-10
31-12-09
703 1.242 399 53 6451.752
938 1.171 261 41 6451.766
414732
VORDERINGEN 11. Huurdebiteuren Huurachterstand aktieve contracten Huurachterstand vertrokken bewoners Overige vordering achterstand Betalingsregelingen Voorziening dubieuze debiteuren Totaal
De achterstand van de aktieve contracten bedroeg 0,82% (2009: 1,12%) van de bruto jaarhuur. De huurachterstanden kunnen als volgt naar tijdsduur en aantal huurders worden gespecificeerd: Specificatie huurachterstand naar maanden: tot 1 maand 1 tot 2 maanden 2 tot 3 maanden 3 tot 4 maanden 4 tot 5 maanden 5 tot 6 maanden 6 maanden of meer Totaal actieve contracten Totaal vertrokken huurders Totaal betalingsregelingen Totaal huurdebiteuren
12. Gemeente Nog te ontvangen subsidies WVG aanpassingen Totaal
13. Vorderingen deelnemingen en verbindingen Vordering Vordering Vordering Vordering
VOF DnA (Amstelland) Domijn projecten BV Domijn Horeca BV Stichting WGT
Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
aantal 342 416 116 51 20 10 19 974 978 174 2.126
bedrag 2010 175 201 114 71 43 20 79 703 1.242 53 1.998
aantal 320 538 106 51 23 15 23 1.076 1.000 128 2.204
31-12-10 114 189 303
31-12-10 6.800 3.249 684
10.733
bedrag 2009 47 238 93 64 36 86 374 938 1.171 41 2.150
31-12-09 2.135 292 2.427
31-12-09
3.766 489 20 4.275
134
14. Vorderingen collega corporaties samenwerking
31-12-10
Backoffice WGT BV VGB WBO Wonen Totaal
15. Overige vorderingen Overige vorderingen overige debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren
Overige vorderingen Te ontvangen van verzekeringsmaatschappij Totaal
16. Overlopende activa Overig Vooruitbetaalde rente rente-instrumenten (cap) Niet vervallen rente WIF-leningen Vootuitbetaalde rente en aflossingen Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen Kortlopend deel latente belastingen Te verrekenen vennootschapsbelasting Te verrekenen creditnota's Totaal
31-12-09 321 39 23
-
383
31-12-10
31-12-09
953 36917
1.473 361.437
196 1.113
31-12-10 147 25 14 631 1.132 234 2.445 999 45 5.672
24 120 1.581
31-12-09 151 36 16 666 645 219 1.549 2.209 23 5.514
LIQUIDE MIDDELEN 17. Liquide Middelen Direct opvraagbaar Kas/kruisposten Bank Bankgaranties Totaal
EIGEN VERMOGEN 18. Kapitaal
31-12-10
12 353 9 374
31-12-10 2
31-12-09
19 1.197 9 1.225
31-12-09 2
19. Overige reserves Saldo 1 januari Jaarresultaat (uit resultaatverdeling) Saldo 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
126.273 3.583 129.856
128.238 1.965126.273
135
VOORZIENINGEN 20. Voorzieningen Voorziening verplichting beloning Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Voorziening Neighbourhood Corporations Enschede Totaal
Verplichting beloning Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Stand per 31 december Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Stand per 31 december Neighbourhood Corporations Enchede Stand per 1 januari Dotatie Resultaat Overboeking naar deelneming Stand per 31 december
21. Voorziening deelnemingen Deelneming Domijn Projecten BV Deelneming WOM Laares BV/CV Deelneming Domijn Horeca BV Totaal
31-12-10
31-12-09
207 1.512 1.719
190 301 491
190
146
17 207
44 190
301 3011.512 1.512
2.904 2.904301 301
-
45
45-
31-12-10 220 660 880
-
31-12-09 1.515 80 459 2.054
Verloop voorziening deelnemingen: Domijn Projecten BV Stand per 1 januari Overboeking naar deelneming Domijn Projecten BV Overboeking van SWL Projecten BV en L&L Projecten BV Resultaat Stand per 31 december WOM Laares BV/CV Stand per 1 januari Correctie beginstand Overboeking van Deelneming WOM Laares BV/CV Resultaat Stand per 31 december Domijn Horeca BV Stand per 1 januari Storting/ uitbetaald Resultaat Stand per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
1.515 1.515-
-
80 109
388 1241.251 1.515
-
31 220
133213 80
459
276
201 660
183 459
136
Naar aanleiding van het faillissement van de SHI (Stichting Horeca Initiatieven / Pannenkoekenboerderij) heeft Domijn besloten de exploitatie van deze horecagelegenheid over te nemen en onder te brengen in Domijn Horeca B.V. De sociale en maatschappelijke functies die hier van uitgingen wilde Domijn geborgd houden. Onder de naam "Le Pompidou" wordt deze gelegenheid geëxploiteerd door een zelfstandige horecaondernemer, maar onder beheer van Domijn Horeca B.V. Door een contract te sluiten met de exploitant zijn ook de sociale en maatschappelijke functies geborgd en wordt op dit moment weer invulling gegeven aan de werkervaringsplaatsen. In 2006 is daarom Domijn Horeca B.V. opgericht. Domijn is 100% aandeelhouder. LANGLOPENDE SCHULDEN
22. 23. 24. 25.
Leningen
31-12-10
31-12-09
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen collegiaal Terugkoopverplichting woningen Totaal
22.407 492.977 14.000 17.666 547.050
28.295 438.894 14.000 12.449 493.638
Het verloop van de leningen over het boekjaar 2010 is als volgt: Saldo 1 januari Ontvangsten
Aflossingen
nieuwe leningen mutatie roll-over over het boekjaar vervroegde aflossing
Saldo 31 december De aflossingsverplichting voor het komende boekjaar bedraagt Saldo 31 december na aflossingsverplichting komend boekjaar
Specificatie naar restant looptijd:
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen collegiaal
31-12-10 > 5 jaar 21.124 414.663 435.787
31-12-10 > 1 jaar 22.407 492.977 14.000 529.384
498.225 65.000 4.000559.225 17.036-
477.700 35.000 2.000 514.700 16.475-
542.189
498.225
12.805529.384
17.036481.189
31-12-09 > 5 jaar 27.255 375.815 403.070
31-12-09 > 1 jaar 28.295 438.894 14.000 481.189
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt 4,26% (2009: 4,31%). Exclusief de roll-over leningen bedraagt de gemiddelde rentevoet 4,41% (2009: 4,52%). De reële waarde van de leningen, berekend als contante waarde (tegen 5,25%) van de toekomstige kasstromen, bedraagt per 31 december € 499.933.385,--.
Het verloop van de terugkoopverplichting van de woningen verkocht onder voorwaarden over 2010, is als volgt: 31-12-10 31-12-09 Stand per 1 januari Correctie voorgaande jaren Correctie waardeontwikkeling voorgaande jaren Gecorrigeerde stand per 1 januari Toevoeging/onttrekking 2010 Waarde ontwikkeling 2010 Terugkopen Stand per 31 december
Jaarverslag 2010 – Domijn
12.449
12.449
5.084 5.742 100 10.926
5.761 78 62217.666
2.502 48549412.449
137
KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-10
31-12-09
26. Schulden aan kredietinstellingen Rekening-courant banken Aflossingsverplichting komend boekjaar langlopende schulden Totaal
1.780 6.917 8.697
14.208 13.795 28.003
27. Schulden aan gemeenten Schulden aan gemeente Aflossingsverplichting komend boekjaar langlopende schulden Totaal
5.888 5.888
3.241 3.241
28. Schulden aan leveranciers Crediteuren Totaal
6.521 6.521
5.024 5.024
2.438
29. Schulden aan collega corporaties samenwerking VGB WBO Wonen Beter Wonen IT Woon Totaal
18 2.456
5.248 3 100 5.351
30. Belastingen en premies sociale verzekering Premies sociale verzekeringen Af te dragen BTW Totaal
241 1.679 1.920
214 4.376 4.590
434
328
1.080 650 11.204 70 4.224 335 402 301 18.266
928 690 10.475 120 139 275 429 416 13.472
31. Overige schulden
32. Overlopende passiva Vooruitontvangen huur Huursubsidie Niet vervallen rente geldleningen Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Service-/stookkosten nog af te rekenen Verplichting restant uren personeel Overig Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
138
Niet in de balans opgenomen verplichtingen: 1. Obligo WSW Per 31 december 2010 heeft Domijn een obligo uitstaan ten bedrage van € 20.413.847,-- uit hoofde van door het WSW verstrekte borgstellingen. Ultimo 2010 bedraagt het schuldrestant dat door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gegarandeerd is € 530.229.799,--. 2. Wet Keten Aansprakelijkheid Domijn betaalt de BTW over de aan haar geleverde onderhoudswerkzaamheden en nieuwbouwwerkzaamheden rechtstreeks aan de fiscus. Het deel van de genoemde kosten dat betrekking heeft op loonbelasting en sociale verzekeringen wordt gestort op geblokkeerde rekeningen van de bedrijven. Van deze rekeningen kan alleen de fiscus of uitvoerende instellingen inzake sociale verzekeringen worden betaald. Het aansprakelijkheidsrisico is door deze maatregelen zeer laag. 3. Aangegane verplichtingen Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot materiele vaste activa voor een bedrag van € 20.595.117,--. Specificatie Projecten in ontwikkeling: P120053 OH Wolferink P129015 Frankenhuis P129017 Juliana/Spanbedde P129021 Kop Parallelweg P129024 Hoeve Oost P129025A Huisvesting 15 livio P129036 Von Heijdenstraat P130067 t Zijland P139002 Troelstra Overdinkel P139011 Pr. Bernhard Overdinkel P139013 Centrumontw. Overdinkel P139014 Kulturhus Overdinkel P150056 Stadsveld P150068 POH Iep/Lindestr P150114 GO Geraniumstraat P150130 Wesselerbrink P150200 Twekkelerveld P150279 Eekmaat P150282 Herontw. Michael P150285 Brede School P150294 Woonzorgcomplex P159004 Dennenbos P159010 De Kiepe P159011 WC Wesselerbrink P159029 WC Twekkelerveld P159031 Thomas de Keyserstraat P159046 Van Goolpand P159047 Deurningerstraat P159055 Oostburgkerk P159061 Alfonsusplein P159068 Voermanstraat P169003C Stadpark Twente P169006 Woonzorg Weerselo Overige
33.817 1.169.396 128.287 29.198 15.867 1.138.562 16.872 406.500 4.025.786 40.732 24.770 356.228 1.086.816 298.316 58.993 1.677.329 22.014 299.283 455.306 199.218 12.499 39.997 4.756.679 13.736 69.776 22.000 213.640 50.549 28.553 402.293 16.233 80.595 951.407 38.870 18.180.117
Acquisitieprojecten: P129036 Von Heijdenstraat P15xxxx Noorderhagen P159011 WC Wesselerbrink
1.100.000 400.000 915.000 2.415.000 20.595.117
4. CAP In het treasurystatuut van de Domijn is bepaald dat het is toegestaan derivaten te gebruiken in situaties van renterisicoreductie. Voor de roll-over-lening, ingangsdatum 1 september 2003, looptijd 10 jaar, hoofdsom € 7.500.000,-- en een variabele rente (3-maands Euribor), is besloten om het renterisico voor een deel van € 4.000.000,-- af te dekken door middel van een cap (op basis van een strike op 5,5%). Voor de roll-overlening, ingangsdatum 1 september 2005, looptijd 10 jaar, hoofdsom € 5.000.000,-- en een variabele rente (1-maands Euribor), is besloten om het renterisico volledig af te dekken door middel van een cap (op basis van een strike op 5,0%). De huidige marktwaarde van beide caps bedraagt € 24.884,--.
Jaarverslag 2010 – Domijn
139
TOELICHTING OP DE POSTEN VAN DE ENKELVOUDIGE WINST & VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 1.
HUREN Netto huur a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende goederen, niet zijnde woningen Af: Huurderving wegens leegstand Totaal
2.
VERGOEDINGEN Overige goederen, leveringen en diensten Af: vergoedingsderving wegens leegstand Totaal De totale huurderving (huren en vergoedingen) bedraagt van de bruto jaarhuur:
3.
OVERHEIDSBIJDRAGEN Jaarlijkse bijdrage inzake medische aanpassingen Totaal
2010
80.527 5.311 85.838 2.43883.400
2009
78.607 4.912 83.519 2.61080.909
5.420
5.385
5.420
5.385
2,67%
-
2,94%
107 107
Voor een aantal medische aanpassingen wordt een 20-jaarlijkse bijdrage gegeven ter grootte van de annuiteit van de investering.
4.
VERKOOP ONROERENDE ZAKEN Opbrengst verkopen Af: boekwaarde regulier Af: boekwaarde koopgarant Af: boekwaarde aan- en verkoop in 2010 Af: kosten verkoop Bij: Overige verkoopopbrengsten Verkoopresultaat
11.061 2.476484880637202 6.786
10.900 3.768-
Stichtingskosten koopwoningen Ontvangen verkooptermijnen koopwoningen Resultaat koopwoningen Nagekomen kosten koopprojecten
32.93332.837 96-
23.97123.559 4121-
Totaal
6.690
5.986
5.
GEACTIVEERDE PRODUCTIE
3.569
3.325
6.
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Vergoeding huurcontracten Werk voor derden Interne doorberekeningen Overig Totaal
98 42 38 145 323
120 22 35 7 184
Jaarverslag 2010 – Domijn
7336.399
140
BEDRIJFSLASTEN 7.
2010
AFSCHRIJVINGEN Afschrijvingen Materiële vaste activa a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende goederen, niet zijnde woningen c. Overige goederen d. Activa ten dienste van de exploitatie e. Afschrijving kantoorgebouw Hengelo (incl. automatisering/inventaris/overig)
10.495 996 22 1.141 12.654
Af: doorbelast aan de Woongroep :
afschrijving afschrijving afschrijving afschrijving Af: doorbelast naar opbrengst verkopen en servicekosten Totaal 8.
9.
gebouw inventaris automatisering overig
2009
9.077 1.455 41 803 845 12.221 2003757434-
1112.643
11.376
OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN MATERIELE VASTE ACTIVA Impairmenttoets woningen Impairmenttoets niet zijnde woningen Onrendabel deel projectresultaat (specificatie zie noot D) Overige projectresultaten (specificatie zie noot D) Overige projectkosten Totaal
5.811 3.079 8.230 3.466 39 20.625
74 23.312
LONEN & SALARISSEN Bruto salarissen Uitzendkrachten Af: Ontvangen ziekengelden Totaal
9.572 773 9810.247
9.931 868 23810.561
2.771 20.467
Beloning van de commissarissen De Raad van Commissarissen van Domijn bestaat uit 7 personen. Commissarissen J.B.H. Dercksen J. Niemans E. Reinders G.D. Johanns A.N. Kreuwel W.T.A. Dellepoort A. Peters
Bezoldiging 9.270 9.270 9.270 9.270 9.270 9.270 12.360
Beloning van de bestuurder 2010 Vaste beloning De bestuurder J. Salverda
154.028
Bijtelling auto, vergoeding en inhouding 2.772-
Pensioenlasten 55.539
Sociale lasten
9.180
2009 Vaste beloning De bestuurder J. Salverda
Jaarverslag 2010 – Domijn
151.653
Bijtelling auto, vergoeding en inhouding 724-
Pensioenlasten 52.334
Sociale lasten
8.578
141
De totale beloning van de directeur-bestuurder bedraagt over 2010 € 215.975,-- (2009 € 211.841,--), dit is vastgesteld conform de commissie Izeboud. Deze beloning ligt boven de grens van € 193.000,--, maar is gedaan in het kader van het maatschappelijk belang en de verantwoordelijkheden van de heer Salverda. In het kader van de wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, de WOPT, volgt hieronder een toelichting op de beloning van de heer Salverda. J. Salverda Functienaam: Datum in dienst Formatieplaats Belastbaar loon Pensioenafdracht (Werkgevers- en werknemersdeel)
2010 Dir. bestuurder
2009 Dir. bestuurder
1-3-1998 100% 151.256 55.539
1-3-1998 100% 150.929 52.334
10. SOCIALE LASTEN Sociale lasten Totaal
1.417 1.417
1.302 1.302
11. PENSIOENLASTEN Pensioenlasten Totaal
2.007 2.007
1.987 1.987
4.428 2.299 10.904 1.024 4.07714.578
4.287 3.222 9.905 955 3.82814.541
12. LASTEN ONDERHOUD Klachtenonderhoud Mutatieonderhoud Planmatig onderhoud Overig onderhoud Af: kosten eigen dienst Totaal
13. OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
2010
2009
Overige personeelskosten
1.662
1.317
Kosten leveringen & diensten Af: kosten eigen dienst
5.516 2065.310
5.507 3645.143
Raad van Commissarissen Af: doorbelasting aan Stichting Woongroep Twente
109 109
Huisvestingskosten Algemene kosten Exploitatiekosten Leefbaarheid
Totaal overige bedrijfslasten
Jaarverslag 2010 – Domijn
77 275
1.452 3.664 6.062 450 11.628
1.161 4.526 5.888 650 12.225
18.709
18.760
142
In het boekjaar zijn de volgende bedragen (x € 1,--) aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: Accountantskosten Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet- controlediensten
2010 75.617
75.617
2009 106.517 106.517
14. KOSTEN SAMENWERKING Kosten Backofficebedrijf WGT Kosten Stichting Woongroep Twente Kosten Vastgoedbedrijf WGT
-
-
Totaal
-
-
De bedragen 2009 zijn op nul gesteld en zijn toegerekend aan de posten Lonen & Salarissen, Soc. lasten, Pensioenen en Algemene kosten. 15. BIJZONDERE BATEN EN LASTEN Bijzondere baten Bijzondere lasten Totaal
16. RENTEBATEN
17. RENTELASTEN
-
316183 133-
2.127
2.932
22.296
21.968
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het overzicht renteresultaat
18. WAARDEVERANDERINGEN FINANCIËLE VASTE ACTIVA Waardeveranderingen Derivaten (CAP's) Afwaardering lening u/g Hoge Bothof BV Totaal
1212-
2010 19. OPBRENGST FINANCIELE VASTE ACTIVA EN EFFECTEN Rente BWS Rente deelnemingen Rente WIF-leningen Totaal
20. VENNOOTSCHAPSBELASTING
Verschuldigde vennootschapsbelasting 2008 Verschuldigde vennootschapsbelasting 2009 Verschuldigde vennootschapsbelasting 2010 Belastinglatentie inzake woningverkopen Mutatie latentie leningen Totaal
Jaarverslag 2010 – Domijn
93 18556 36-
1.849
42991.9112.944 1.119 1.849
262.0002.026-
2009 114 296 63 473
5.077
1.552 2.3776.209 3075.077
143
2010 21. RESULTAAT DEELNEMINGEN Resultaat v.o.f.DnA Resultaat Casanet Resultaat Laares CV en BV Resultaat Domijn Projecten BV Resultaat Stedelijk Wonen Holding BV Resultaat NCE Resultaat Domijn Horeca BV Resultaat Lucht en Licht Ontwikkeling B.V. Resultaat SWL Projecten BV Resultaat St. Woongroep Twente Resultaat VOF GOS Resultaat IT Woon BV Totaal
2009
478 517 1401.882 6333201-
178 157 2.775
365 2131.82232 589 18328 544 1532 643-
OVERIGE INFORMATIE A.
Werknemers Ultimo 2010 had de corporatie 241 werknemers in dienst (2009: 242) Het aantal fte's ultimo 2010 was 219,18 (2009: 220,65)
B.
Toerekening jaarresultaat Het onverdeelde positieve resultaat 2010, per saldo € 3.582.627,-- zal aan de overige reserves worden toegevoegd.
C.
Voorstel resultaatbestemming De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt.
Jaarverslag 2010 – Domijn
144
D. Specificatie Waardeverandering Materiële Vaste Activa Onrendabele toppen * Enschede P150005 De Eendracht Hengelosestraat P150055 Stadsveld Zweringweg P150056 Stadsveld fase 3 P150067 Stadsveld fase 4 renovatie P150097 OH Torens Mekk/Bosw P150161 H de Veerstraat P150199 Nassau P150200 Alg. Twekkelerveld P150213 Eudokia P150218 Kerkstraat Glanerbrug P150234 Siam Zuiderhagen P150281 Wonen boven alg. P150282 Michaellocatie P150287 Roombeek P150288 Zorgcluster Roombeek P150294 Woonzorgcomplex Redemptoristenpark P150296 Laares P150298 HOED Twekkelerveld P159004 Dennenbosweg P159007 Cascade P159010 De Kiepe P159011 WC Wesselerbrink P159017 Deppenbroek P159017C Deppenbroek renovatie P159026 App. Boddenkampsingel P159029 WC Twekkelerveld P159054 RUPS Blekerstraat P159056 SKE Cromhoffsbleekweg P159065 Ondergrondse afvalcontainers P159068 Voermanstraat P159078 Haaksbergerstraat P159079 Carel Fabritiusstraat P169005A Marskant P169006 Woonzorg Weerselo
2010 696 6.704180.842 6.739 813 95.15162.608 950.000 1.420 3.121 204 194.670 48.185 2.436 51.558 36.4902.451 5.69635.374 6.015688.832245.053 1.454 510 9.086697.804 93.412 3.560399.180 485.495 199.099 128.943 1.571.1981.134.678234.658
Haaksbergen P129002 Hofferie P129007 Eenhuisstraat P129008 Nachtegaalstraat P129010 De Bron P129011 Merelstraat P129017C Juliana/Spanbed RENO P129017D Spanbeddestraat GO P129021 Kop Parallelweg P129025A Huisvesting 15 Livio P129027 Veldmaat
1.868 32.839 5.171439.590 76.1325.5947 373.395 1.370.764 1.510 2.133.077
Jaarverslag 2010 – Domijn
145
Losser P130008 GO Kerkhofweg 6 won. P130021 GO Burg. Eekhoutstraat P130025 POH Talmaplein 42 won. P130063A Weiland Stanco P130063B Woningen Stanco P130065 t Rot fase a+b+c P130065AX 't Rot fase koop P139002 Troelstra Overdinkel P139003 Oldenhove/St. Maarten P139006 Kantoor SWL P139007 De Saller fase 2+3 P139012 Centrumplan Losser P139015 6 Wachterswoningen P139017 CPO Losser P139019 Willem de Gamestraat
107.782 323.346 1.224.063 32.339 10.639 45.852 38.901 3.720.448 34.254 16.888 5.001 14.955 220.000 1.214 67.020 5.862.701 Totaal
8.230.435
* inclusief duurzame waardeverandering grond- en ontwikkelposities Overige projectresultaten P150294 Bijdrage aan Ariëns P169005A Marskant afkoop
Jaarverslag 2010 – Domijn
2.000.000 1.466.000 3.466.000
146
RENTERESULTAAT (bedragen x € 1.000)
RENTELASTEN Langlopende schulden Rente leningen overheid Rente leningen kredietinstellingen Rente leningen collegiaal Rente waarborgsommen Rente overige schulden Disagio Kortlopende schulden Rente schulden aan kredietinstellingen Rente overige schulden Boeterente Totaal rentelasten
2010
2009
1.458 20.317 434
1.645 19.625 434
37
25 -
49
72 66 101
22.295
21.968
2.040
2.663
Financieel vaste activa Rente op overige vorderingen
149
473
Vorderingen Rente op overige vorderingen
77
60
Liquide middelen Rente op uitgezette middelen
9
21
RENTEBATEN Materieel vaste activa Geactiveerde rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
Overig Rente financiering Woongroep Twente
Totaal rentebaten
Saldo rentelasten en rentebaten
RENTERESULTAAT
Jaarverslag 2010 – Domijn
-
188
2.275
3.405
20.020-
18.563-
20.020-
18.563-
147
VERLOOP BEDRIJFSWAARDE (bedragen x € 1.000) Omschrijving Totale bedrijfswaarde verslagjaar Totale bedrijfswaarde vorig verslagjaar Mutatie verslagjaar ten opzichte van vorig verslagjaar Mutatie in procenten
Aantal
Bedrijfswaarde
15.537 15.564 27-0,17%
670.924 641.319 29.605 4,62%
Rentabiliteitscorrectie 42.255 54.464 12.209-22,42%
Specificatie verloop/effect per onderdeel: AUTONOME ONTWIKKELING vrijval kasstromen effect een jaar opschuiven
41.74032.222
Subtotaal autonome ontwikkeling VOORRAADMUTATIES verbetering verkoop sloop nieuwbouw aankoop correctie overig
Subtotaal voorraadmutaties
9.518-
7897149
4.2408219.145
1-
498
27-
15.321
PARAMETERWIJZIGINGEN wijziging verkoopopbrengsten levensduur huurstijging onderhoudskostenstijging inflatie/lastenstijging discontovoet
41.974 24.26616.06610.72841.358
Subtotaal parameterwijzigingen
32.272
NIVEAUWIJZIGINGEN huren onderhoudsuitgaven overige exploitatieuitgaven betaalbaarheidsheffing verkoop verbetering subsidies/bijdragen restwaarde overig toegerekend overig niet gespecif
4.207 2.151519973 10.99011
Subtotaal niveauwijzigingen
8.470-
RENTABILITEITSWAARDECORRECTIE autonome ontwikkeling wijzigingen in lopende leningen (conversies en vva's) nieuwe leningen disconto
1.347914 11.072 22.848-
Subtotaal rentabiliteitswaardecorrectie
12.209-
Totaal specificatie verloop bedrijfswaarde
Jaarverslag 2010 – Domijn
29.605
-12.209
148
Jaarverslag 2010 – Domijn
149
Vaststelling van de jaarrekening De Raad van Bestuur van Woningstichting Domijn stelt hierbij de jaarrekening vast. Vervolgens heeft de Raad van Commissarissen van Woningstichting Domijn de jaarrekening goedgekeurd.
Enschede, 30 mei 2011
J. Salverda
A. Peters
Bestuurder
Voorzitter Raad van Commissarissen
J. Dercksen Lid Raad van Commissarissen
J. Niemans Lid Raad van Commissarissen
Jaarverslag 2010 – Domijn
150
E. Reinders Lid Raad van Commissarissen
G. Johanns Lid Raad van Commissarissen
B. Kreuwel Lid Raad van Commissarissen
W. Dellepoort Lid Raad van Commissarissen
Jaarverslag 2010 – Domijn
151
Gebeurtenissen na balansdatum
Na de balansdatum per 31 december 2010 hebben zich geen bijzondere gebeurtenissen voorgedaan.
Jaarverslag 2010 – Domijn
152
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van woningstichting Domijn, statutair gevestigd te Enschede, gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2010 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening en het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale- huursector, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het bestuur van de toegelaten instelling is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Besluit beheer socialehuursector. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van woningstichting Domijn, statutair gevestigd te Enschede, per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale- huursector, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel a, van het Besluit beheer sociale- huursector melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Verder vermelden wij dat is voldaan aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen zoals bedoeld in de MG 2005-04, MG 2008-03 en MG 2010-03, alsmede aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van grondaankopen zoals bedoeld in de MG 2001-26 en de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van sponsoractiviteiten zoals bedoeld in MG 2006-04.
Enschede, 30 mei 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V. A.J. Voskamp RA
Jaarverslag 2010 – Domijn
153
Jaarverslag 2010 – Domijn
154