Jaarverslag 2013
Apeldoorn Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
1
Inhoudsopgave Voorwoord 02 Adviseren over ruimtelijke kwaliteit in Apeldoorn 03 Draagvlak voor ruimtelijke kwaliteit 04 De omgevingswet komt eraan 05 Werkwijze bij de advisering 06 Samenstelling van de CRK 08 De cijfers 09 Terugblik adviseur ruimtelijke kwaliteit
12
Wijkschouwen 13 Beeldbepalende en karakteristieke panden
14
De Zwitsal 15 Bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen
16
Vogelbuurt 17 Reclamemasten De Voorwaarts 18 Landschap: ‘t Leesten (Hoenderloseweg)
19
Nieuwbouwontwikkelingen Zuidbroek 20 Bouwstenen historische binnenstad
21
Strategische handhavingsbeleid 22 Gebouwen KWIII 23 Bosweg 87 24 Harderwijkerweg 85 25 Schatkamer van Zuid 26 Aanbevelingen 27 Bijlage 28
2
Voorwoord Het afgelopen verslagjaar vroeg van de commissie leden veel aandacht voor concretisering van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid; grote aantallen zoge heten karakteristieke panden werden hen ter beoordeling voorgelegd. Veel werk werd hiervoor door de ambtelijke diensten verricht en er kon natuurlijk over het algemeen zonder discussie positief advies worden uitgebracht. Als je het dan in grote lijn samen zo eens bent over die gewenste kwalitatieve aanduiding ontstaat ook meer discussie over de gevolgen van deze keuzen voor de burgers. Je moet helder uit leggen wat beoogd wordt en dat met zorg vooraf met belanghebbenden bespreken. Je richt als overheid zo – en op grond van de bedoelde bescherming terecht – een heel woud van besluiten in, dat alleen stand kan houden als iedereen het goed begrijpen kan. Dat blijft een voortdurende opdracht om een andere en betere overheid te worden. Een stagnerende bouwproductie verlegt misschien de aandacht voor prioriteiten in processen, maar de CRK ziet dat Apeldoorn in haar ruimtelijke voornemens niet van de kwalitatieve weg af wijkt. Dat maakte het werk van onze commissie het afgelopen jaar opnieuw behalve zinvol ook weer aantrekkelijk. Jhr. Mr. R.F.R.M van Rijckevorsel Voorzitter CRK Apeldoorn
3
Het eerste bouwplan in stadsdeelhart Anklaar (LEVS Architecten)
Adviseren over ruimtelijke kwaliteit in Apeldoorn Met dit jaarverslag biedt de commissie ruimtelijke kwaliteit (CRK) inzicht in haar werkwijze en geeft ze een indruk van de plannen waarover in 2013 is geadviseerd. Uiteraard is dat geen uitputtend overzicht, maar het toont wel de breedte van de advisering. Dat gaat om de ruimtelijke kwaliteit van bouwplannen (omgevingsvergunning), maar ook om grotere ruimtelijke ontwikkelingen en beleid van de gemeente. In de praktijk vindt de bouwplanadvisering plaats door de adviseur ruimtelijke kwaliteit (rayonarchitect) en de subcommissie. De voltallige commissie wordt alleen ingeschakeld voor grotere en complexe ruimtelijke vraagstukken die het niveau van het bouwplan overstijgen.
Dit jaarverslag hoopt een extra impuls te geven aan het terugkerend onderwerp van debat over het thema ruimtelijke kwaliteit in uw gemeente. Wij nodigen de raadsleden daarom van harte uit om de welstandsvergadering van de adviseur ruimtelijke kwaliteit te bezoeken, en uiteraard ook om jaarlijks met ons op pad te gaan en ter plekke te bekijken hoe de borging van ruimtelijke kwaliteit in uw gemeente gestalte krijgt.
Het jaarverslag vormt voor nieuwe raadsleden ook de gelegenheid voor een nadere kennis making met de commissie. Wij laten u graag zien hoe we de gemeente Apeldoorn helpen bij het regisseren van ruimtelijke kwaliteit. Het beleid van de gemeente is daarbij uiteraard onze leidraad. Al vele jaren denken wij als vaste adviseur van de gemeente mee hoe je een goed evenwicht bewaart tussen vrijheid voor burgers en ontwerpers en een heldere regie door de gemeente. Ruimtelijke kwaliteit ontstaat dan ook als gevolg van deze wisselwerking tussen betrokkenheid, enthousiasme, deskundigheid én regelgeving. Daarom wordt in Apeldoorn al jaren ingezet op een koers die goed aansluit bij de maatschappelijke tendens van minder regels en meer ruimte voor eigen initiatief, maar wél met behoud van de karakteristieken die de gemeente haar kwaliteit en identiteit geven.
4
Nieuwbouw in de dorpen in een dorpse schaal: hier aan de Krimweg in Hoenderloo (MTB Architecten)
Draagvlak voor ruimtelijke kwaliteit De tijd dat de inrichting van onze leefomgeving grotendeels in plannen en regels was vastgelegd, ligt achter ons. Deregulering, decentralisatie, eigen verantwoordelijkheid: het zijn begrippen die al vele jaren de toon zetten, ook in het ruimtelijk domein. Tegenwoordig is het een ‘andere overheid’ die de kwaliteit van de leefomgeving regisseert. Dit gebeurt steeds meer samen met burgers. Het besef is doorgedrongen dat ruimtelijke kwaliteit niet louter met regels valt te sturen en dat beleid meer effect heeft als dit gepaard gaat met input vanuit de samenleving. Door burgers meer ruimte te geven voor eigen initiatieven voelen deze zich meer verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun leefomgeving. De overheid kan de aandacht hierdoor verleggen van regels en normen naar regie en stimulering. In Apeldoorn is dit bijvoorbeeld gebeurd met de inmiddels befaamde ‘kookboeken’, waarmee de gemeente eind 2013 door het Rijk is bekroond met de ‘Nu al eenvoudig beter’-trofee, als een excellent voorbeeld van een nieuwe werkwijze in de geest van de Omgevingswet. Deze kookboeken dienen in de praktijk als inspiratiedocument en krijgen per gebiedsgericht beeldkwaliteitplan een nadere duiding in de vorm van handreikingen. De handreikingen worden altijd aangevuld met een welstandskader, dat de kwalitatieve ondergrens markeert waar bouwplannen minimaal aan moeten voldoen.
5
‘Voorwaarde om als gemeente regie te voeren op ruimtelijke kwaliteit is dat er een heldere visie met doelstellingen ligt en waarin de kernkwaliteiten van de gemeente zijn verwoord.’
De Omgevingswet komt eraan Naar verwachting treedt in 2018 de Omgevingswet in werking: een integrale wet voor de fysieke leefomgeving. Doel hiervan is onder meer dat gemeentelijke bestuurders een bredere afweging kunnen maken bij het realiseren van ruimtelijke projecten. Niet de regels staan voorop, maar de vraag of een project een bijdrage levert aan een ‘goede ruimtelijke kwaliteit’ en hierdoor ‘meerwaarde’ oplevert. De gemeente is hierbij vooral een uitnodigende regisseur. Voorwaarde om als gemeente regie te voeren op ruimtelijke kwaliteit is dat er een heldere visie met doelstellingen ligt en waarin de kernkwaliteiten van de gemeente zijn verwoord. Dat gebeurt uiteraard in de structuurvisie en de kookboeken, maar met de komst van de Omgevingswet wordt een aantal nieuwe instrumenten geïntroduceerd, namelijk het omgevingsplan (verplicht) en de omgevingsvisie (facultatief). In een omgevingsplan worden vooral concrete richtlijnen opgenomen, vergelijkbaar met een bestemmingsplan. Een omgevingsvisie is bedoeld als integrale, strategische visie waarin keuzes worden gemaakt voor de inrichting van de leefomgeving. Aspecten als architectuur, cultuur historie, welstand, stedenbouw, landschap, milieu en economie worden in onderlinge samenhang bekeken. Daarmee is dit instrument straks hét middel om de ruimtelijke ambities van een gemeente aan te geven en burgers en bestuurders hiermee houvast te geven. De Apeldoornse structuurvisie, kookboeken en handreikingen vormen nu al een uitstekende basis voor een dergelijke omgevingsvisie.
6
...‘kan de adviseur ruimtelijke kwaliteit worden ingezet als consulent, waarbij in nauwe samenspraak met initiatiefnemers gezocht kan worden naar een optimale ruimtelijke meerwaarde van projecten’...
Werkwijze bij de advisering De adviseur ruimtelijke kwaliteit van het Gelders Genootschap is namens de commissie vanuit zijn adviesrol het eerste aanspreekpunt voor gemeente en initiatiefnemers. Hij adviseert het college van B&W over het brede spectrum van ruimtelijke kwaliteit, zowel plannen, beleid als grote ruimtelijke ontwikkelingen. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met de ambtelijke organisatie en de stedenbouwkundigen, met wie de samenwerking zeer soepel verloopt. Het overgrote deel van de plannen wordt weke lijks ter plekke bij de gemeente door de adviseur ruimtelijke kwaliteit behandeld. Dit gebeurt onder mandaat van de commissie. De overige plannen betreffen alle plannen die duidelijk afwijken van het gevoerde welstandsbeleid, grotere bouwplannen of twijfelgevallen. Deze worden vervolgens geagendeerd voor een bespreking in de subcommissie. Beleidsstukken of planontwikkelingen die de schaal van het gebouw overstijgen, worden geagendeerd in de voltallige Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Ter voorbereiding van deze vergaderingen wordt door de gemandateerde vrijwel altijd de locatie bezocht waarbij tevens foto’s worden gemaakt. De adviseur ruimtelijke kwaliteit zorgt na behandeling door de commissie in de regel binnen één week voor het schriftelijke advies. Voortraject én oplossingsgericht Bij de advisering legt de adviseur ruimtelijke kwaliteit de nadruk op het begeleiden van plan nen en initiatieven, liefst door vooroverleg in een vroeg stadium van planontwikkeling. Dan bestaat nog volop ruimte voor de initiatiefnemer. In voor komende gevallen kan de adviseur ruimtelijke kwaliteit worden ingezet als consulent, waarbij in nauwe samenspraak met initiatiefnemers gezocht kan worden naar een optimale ruimtelijke
7
meerwaarde van projecten, zodanig dat deze tot een grotere (zowel publieke als private) kwaliteitswinst kunnen leiden. Integratie met cultuurhistorie Wijzigingsplannen voor monumenten en van gebouwen binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten worden door de adviseur ruimte lijke kwaliteit en de adviseur cultuurhistorie van het Gelders Genootschap in een geïntegreerde mandaatcommissie behandeld. Dit maakt een frequente en snelle behandeling van dit soort plannen mogelijk. Ook hier geldt dat bouwplannen die niet naadloos op het beleid aansluiten, geagendeerd kunnen worden voor een bespreking in de subcommissie. Subcommissie De subcommissie (‘kleine commissie’) vergadert eens per twee weken en concentreert zich vooral op plannen die van invloed zijn op het niveau van het gebouw of de straat. De commissie bestaat uit 3 of 4 personen en bespreekt de plannen op basis van een constructieve, probleemoplossende houding waarbij vaak de helpende hand wordt geboden aan aanvragers.
In beschermde stadsgezichten is er ruimte voor eigentijdse invullingen, mits deze o.a. qua maat, schaal en kleurgebruik passen in de context (woonhuis Koninginnelaan, Maas Architecten)
Voltallige commissie De voltallige commissie adviseert enkel nog op (strategisch) beleidsniveau, omdat juist op dit niveau de basis voor ruimtelijke kwaliteit wordt gelegd. Naast het adviseren over beleidsstukken worden complexe ruimtelijke projecten besproken, waarin naast welstand ook aspecten als steden bouw, landschap, cultuurhistorie en openbare ruimte meespelen. Hiertoe is de commissie samengesteld uit meerdere disciplines. Sinds het samengaan met de Cultuurhistorische advies commissie (CHAC) per 1 januari 2012 is er binnen de commissie veel brede cultuurhistorische kennis aanwezig, die onder meer wordt ingezet bij onze advisering over o.a. de aanwijzingen tot karakteristieke of beeldbepalende panden.
Contacten met de raad In 2013 heeft wederom de jaarlijkse excursie met de gemeenteraad plaatsgevonden. Ditmaal is op 20 september een bezoek gebracht aan Arnhem, waarbij uitgebreid is stilgestaan bij de wijze waarop in Arnhem wordt omgegaan met ruimtelijke ontwikkelingen die grotendeels zijn stilgevallen door de huidige economische omstandigheden. In aansluiting hierop is op 10 oktober het jaarverslag over 2012 in de PMA besproken. Raadsbreed werd die avond waardering uitgesproken voor het werk van de CRK en de bijdrage van de commissie aan de ruimtelijke kwaliteit van Apeldoorn.
8
Entreepaviljoen park Berg en Bos, tegenover het restaurant (ontwerp Rosapax Consultancy, Den Haag)
Samenstelling van de CRK De samenstelling van de commissie was in 2013 als volgt: Voorzitter Jhr. Mr. R.F.R.M. van Rijckevorsel (Reinder) Burgerlid H. Wesselink, inwoner Apeldoorn (Hans) Burgerlid B. Oude Aost, inwoner Apeldoorn (Bas) Deskundige architectuur ir. A. Kleinjans, architect (Ton) Deskundige stedenbouw ir. S.L.J. van der Gaag, stedenbouwkundige (Stef) Deskundige archeologie / historische geografie prof. ir. L.P. Louwe Kooijmans (Leendert) Deskundige landschap mw. M. Pemmelaar-Groot, landschapsarchitect (Mariske) Deskundige cultuurhistorie mw. drs. M. Polman (Mariette) Deskundige cultuurhistorie drs. J. Westerman (Jeroen) Consulent / adviseur ruimtelijke kwaliteit ir. G.J. Jonkhout (Geert Jan) De ambtelijke ondersteuning van de CRK wordt verzorgd door N. Goedhart (Nico), coördinator ruimtelijke kwaliteit.
9
Woningen aan de Paulus Potterlaan als onderdeel van de herontwikkeling van winkelcentrum Orden (GSG Architecten)
De cijfers Afgelopen jaar werden 550 plannen voorgelegd aan de adviseur ruimtelijke kwaliteit, bestaande uit 482 plannen voor enkel de welstandstoets, en 68 plannen voor een gecombineerd welstands- en monumentenadvies. Bij de welstandsbeoordeling werden 398 plannen ter plekke door de adviseur ruimtelijke kwaliteit van een advies voorzien. De subcommissie kreeg in totaal 84 plannen voorgelegd. Voor 95 plannen (20%) was een wijziging nodig. Slechts 2 plannen vergden meer dan 2 welstandsbehandelingen. In de regel was binnen 1 week na de commissie behandeling het advies in schriftelijke vorm beschikbaar via de gemeentelijke website. Van de plannen waarvoor een gecombineerd welstands- en monumentenadvies uitgebracht,
werden 55 plannen onder mandaat van een positief advies voorzien. 13 plannen werden in de commissie besproken. In totaal heeft de voltallige commissie in 2013 32 maal mogen adviseren over beleidsdocumenten en grote ruimtelijke / stedenbouwkundige ontwikkelingen. Sinds de inwerkingtreding van de WABO in 2010 mogen kleinere bouwplannen wettelijk niet meer ambtelijk worden afgedaan. De recent ingevoerde ‘kan-bepaling’ maakt deze ambtelijke toetsing weer mogelijk, hetgeen naar verwachting in Apeldoorn binnenkort weer ingevoerd zal gaan worden.
10
2012
2013
2012
2013
11
2012
2013
2012
2013
12
Cluster 5 in Het Rooster (ontwerp Roosdom Tijhuis)
Terugblik adviseur ruimtelijke kwaliteit 2013 was een jaar waarin ik zelf een steeds sterkere bijdrage heb kunnen leveren aan de Apeldoornse invulling van de ‘andere overheid’. Die ‘andere overheid’ hoort bij een ‘andere samenleving’ waarbij het initiatief veel meer bij burgers en bedrijfsleven ligt en de overheid faciliteert. Zeker in mijn rol als consulent probeer ik zoveel mogelijk om mensen te stimuleren om plannen te maken die een positieve bijdrage leveren aan het beeld van de Buitenstad. Dat vraagt om een gezamenlijke ambitie en het vertrouwen dat je die ambitie ook werkelijk met elkaar deelt. Het geeft mijzelf veel voldoening, om samen met opdrachtgevers en ontwerpers kwaliteit te genereren, die zowel een positieve uitwerking heeft op de kwaliteit van het publieke domein, als op de functionele en architectonische eisen en wensen van een opdrachtgever. Nauw contact met de amtelijke organisatie is daarbij onmisbaar, en in Apeldoorn zijn de contacten op dit punt uitstekend. Bij veel mensen binnen de organisatie proef ik een grote betrokkenheid en enthousiasme. Ook de goede contacten met de gemeenteraad geven mij het gevoel dat we met z’n allen de juiste weg zijn ingeslagen om samen met de burgers de identiteit van Apeldoorn te koesteren en nieuwe kwaliteiten te laten realiseren. Geert Jan Jonkhout
13
Wijkschouw Kerschoten, 4 april 2013
Wijkschouwen Ook in 2013 hebben weer enkele succesvolle wijkschouwen plaatsgevonden, waarbij vertegenwoordigers van de gemeente en de CRK de wijk of het dorp bezoeken en met de bewoners debatteren over wat zij belangrijk vinden. Een goed voorbeeld is de wijkschouw die op 4 april plaatsvond in Kerschoten. Een deel van de wijk heeft een hoge cultuurhisto rische waarde. Tevens lopen er diverse projecten, zoals het energieneutraal maken van de wijk (KEN-project). Tijdens de wijkschouw werd duidelijk dat er bij vele betrokkenen een spanningsveld wordt ervaren tussen de cultuurhistorie en het energiezuinig maken van de woningen. De commissie zou het als een gemiste kans zien, als beide belangen teveel los van elkaar worden bezien. Er zijn zeer veel mogelijkheden om deze woningen energiezuinig te maken met een behoud van de cultuurhistorische waarden, indien transformaties zoveel mogelijk integraal per blok of complex worden uitgevoerd op basis van de oorspronkelijke essentie van het planontwerp. Het begrip ‘duurzaamheid’ omvat hier juist veel meer dan al leen het energiezuinig maken van de woningen. Ook het behoud van de ruimtelijke kwaliteit van de wijk en de woningen is bepalend voor het woongenot en de aantrekkelijkheid van de wijk op langere termijn en dus direct gerelateerd aan duurzaamheid.
14
Enkele van de als ‘karakteristiek’ gewaardeerde panden in Apeldoorn Noordwest (bron: Ruimtelijke en cultuurhistorische waardering van karakteristieke bebouwing in Apeldoorn Noordwest, door bureau MAB)
Beeldbepalende en karakteristieke panden Apeldoorn bezit tal van waardevolle panden die de kwaliteiten van de stad, de dorpen en het landschap bepalen. Ze vervullen een beeldbepalende rol en zijn karakteristiek voor het gebied waartoe ze behoren. Dat doen ze vooral door hun hoofdvorm en algemene uitstraling. Het zou jammer zijn als deze panden zo maar verdwijnen door sloop. In het kader van Modernisering Monumentenzorg, waarbij erfgoed in het bestemmingsplan geborgd wordt, worden deze panden als beeldbepalend (binnen de beschermde gezichten) of karakteristiek (in de rest van de gemeente) aangemerkt. Bij voorgenomen sloop van het pand of een deel ervan overweegt de gemeente het mogelijke behoud van het pand vanuit het oogpunt van cultuurhistorie. Voor het overige geldt voor deze panden hetzelfde beleid als voor niet-monumenten in dezelfde buurt: wat vergunningvrij gebouwd kan worden, blijft vergunningvrij en ook wat betreft welstand gelden er geen andere regels of uitgangspunten. De CRK heeft in 2013 veelvuldig over dit onderwerp geadviseerd. Aan de commissie werd gevraagd om te beoordelen in hoeverre de waardering van de geselecteerde panden voldeed aan de uitgangspunten van het beleid dat de Apeldoornse gemeenteraad hiervoor heeft vastgesteld. Daarbij heeft de commissie steeds in het oog gehouden dat het hier niet gaat om een soort extra monumentenlijst, maar om panden die in hun hoofdopzet waardevol zijn voor het betreffende gebied. De stedenbouwkundige waarde en ensemblewaarden spelen hierin een belangrijke rol. Het viel de commissie op dat enkele gebieden in Apeldoorn een hoge dichtheid van waardevolle, beeldbepalende bebouwing kennen. Dat geldt in het bijzonder voor Hoog Soeren, Wenum-Wiesel, Berg en Bos, de Parken / Indische Buurt en Kerschoten, allemaal gebieden waar de opzet van het gebied en de aanwezige bebouwing historisch sterk met elkaar verbonden is. Maar ook voor de andere gebieden die aan de orde kwamen (Loo, Brinkhorst en Orden, Driehuizen en Waterloo), geldt dat er belangrijke ‘smaakmakers’ zijn, die eigenheid en karakter aan het betreffende gebied geven. In 2013 heeft ook een evaluatie van dit beleid plaatsgevonden. De CRK oordeelde positief over het ingezette beleid, omdat dit een belangrijke bijdrage vormt aan de ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit en herkenbaarheid van Apeldoorn. Daarbij deed de commissie een aantal aanbevelingen. Zo werd geadviseerd om de nadruk te leggen op de gebiedsgerichte criteria en minder objectgericht te waarderen. Ook is opgeroepen om te zorgen voor een heldere en zorgvuldige communicatie met de burgers, in het bijzonder de pandeigenaren.
15
Huidige situatie Zwitsalterrein
De Zwitsal De voormalige Zwitsalfabriek aan de Vlijtseweg is in korte tijd omhoog geschoten als de nieuwe veelbelovende hotspot van Apeldoorn. Nadat de gemeente het terrein had verworven en er de eerste voorlopige visie voor maakte, kan het gebied zich in steeds meer belangstelling verheugen. Het gebied aan de Vlijtseweg waar De Zwitsal deel vanuit maakt, kwam in 2013 enkele malen in de commissie aan de orde, zowel voor officieel advies als in informele gesprekken met betrokkenen. Op 3 oktober bracht de commissie een bezoek aan het complex. Daar constateerde de commissie met eigen ogen dat De Zwitsal een bijzonder waardevol complex is, dat gezien de bijzondere architectuur van de gebouwen, maar ook vanwege het samenhangende karakter van het ensemble, hoge waarden vertegenwoordigt. Het is bijzonder gaaf gebleven industrieel erfgoed met niet alleen voor Apeldoorn unieke cultuurhistorische waarde, vergelijkbaar met ‘toppers’ elders in het land zoals de DRU in Ulft en de Westergasfabriek in Amsterdam. De commissie adviseerde over het rapport ‘De Zwitsal – ruimtelijke en cultuurhistorische waardering van karakteristieke bebouwing’ en over de voorlopige versie van het ontwikkelingsplan. Daarbij is geadviseerd om vooral op basis van de aanwezige waarden verder te werken en zo nodig creatief om te gaan met de huidige waarderingscriteria voor karakteristieke panden. Ook adviseerde de commissie om aan het gehele gebied de dubbelbestemming cultuur historie toe te kennen, een voorstel dat begin 2014 weerklank vond. Daarnaast biedt De Zwitsal de kans om hier een systematiek toe te passen, waarbij de transformatie van het terrein ook cultuurhistorisch wordt begeleid. Zeker omdat de architectuur van de gebouwen ‘tegen een stootje kan’, adviseerde de CRK om de (hoge) cultuurhistorische waarden van het gebied in de waardestellingen rechtstreeks te koppelen aan de transformatieruimte. Met veel waardering heeft de commissie kennis genomen van de visie, die geen vastomlijnd plan voorstelt, maar de aanpak en strategie voor de komende jaren schetst. Het stuk geeft bouwstenen, verleidt en benoemt de stip op de horizon. De commissie verheugt zich op de ontwikkelingen die hier spelen en kijkt uit naar het vervolg van deze ontwikkelingen. De actieve en inspirerende rol van de betrokken gemeentelijke afdelingen heeft bewondering gewekt.
16
‘De commissie verheugt zich op de ontwikkelingen die op de Zwitsal spelen en kijkt uit naar het vervolg van deze ontwikkelingen.’
Bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen De Apeldoornse keuze om bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen gelijktijdig en in samenhang te ontwikkelen is ook in 2013 voortgezet. Een mooi voorbeeld hiervan zijn het bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan voor de woonwijken Anklaar en Sprenkelaar. Integratie van planologische en beeldkwalitatieve aspecten krijgt hier o.a. vorm door een regeling voor dakopbouwen bij platte woningen, die planologisch alleen mogelijk zijn indien voldaan wordt aan de uitgangspunten in het beeldkwaliteitsplan.
Uitsnede uit het bestemmingsplan Anklaar – Sprenkelaar. De woningen met de aanduiding [pd] (‘plat dak’) kunnen voorzien worden van een dakopbouw mits in overeenstemming met het BKP.
17
Eerste stedenbouwkundig plan
Latere, herziene opzet
Vogelbuurt De CRK mocht twee maal adviseren over het stedenbouwkundig en beeldkwaliteitplan voor de vervangende nieuwbouw van woningen in complex 10 van de Vogelbuurt. Nadat wij in eerste instantie adviseerden dat het destijds getoonde plan een universeel karakter had waardoor het ‘onvoldoende op de plek landde’, is de stedenbouwkundige opzet meermalen gewijzigd. Dat er bij dit project veel beperkende randvoorwaarden zijn, blijkt wel uit het feit dat ook het latere plan nog niet naar tevredenheid was aangepast. Het stedenbouwkundig ontwerp hield nog steeds het midden tussen een op efficiëntie gebaseerde verkaveling en de tuindorpgedachte, waardoor een ambivalent geheel ontstond dat in onze optiek de benodigde identiteit miste om een herkenbaar onderdeel te zijn van de gehele Vogelbuurt. In de loop van 2014 kon worden ingestemd met een herzien ontwerp, hoewel werd betreurd dat in dat ontwerp kansen op een fraaie afstemming op de cultuurhistorie en identiteit van de Vogelbuurt niet ten volle werden benut.
18
Eerste afgewezen voorstel voor een gebiedsicoon
Reclamemasten De Voorwaarts Het gemeentelijk reclamebeleid verzet zich tegen attentiemasten en bewegende en knipperende reclames. Om twee van dergelijke objecten bij de grootschalige detailhandel naast het Omnisportgebouw toch mogelijk te maken, is in een beeldkwaliteitsplan hiervoor een specifieke maatwerkoplossing aangegeven. Op de straathoeken Zutphensestraat/ Laan van Erica en Laan van Erica/De Voorwaarts is gevraagd om ‘kunstwerken met ruimte voor promotionele uitingen’. De objecten moeten kunstzinnige waarde hebben en de reclamevoering moet hieraan ondergeschikt zijn. In de eerste plannen was hiervan in onze ogen nog veel te weinig sprake. Na diverse planaanpassingen, op basis van goed overleg met de uit Engeland afkomstige architect, konden uiteindelijk plannen hiervoor worden goedgekeurd, op basis van een artistieke figuratie van fietsen in cortenstaal.
Goedgekeurd ontwerp (FaulknerBrowns architecten, Newcastle)
19
Cortenstalen trap in het geaccidenteerde plangebied (Veenenbos & Bosch, Arnhem)
Landschap: ’t Leesten (Hoenderloseweg) Het Leesten is een drukbezocht parkeerterrein voor recreatieve gebruikers van het gebied en zal worden ontwikkeld tot een van de zgn. Veluwetransferia. Bij dit transferium wordt met name de cultuurhistorie van het gebied als (ontwerp)thema gehanteerd. Hiervoor is een uitgebreid landschapsplan ontwikkeld, dat onder meer voorziet in een uitbreiding van de parkeervoorzieningen en de ontwikkeling van een bezoekerscentrum. In het kader van een vergunningsaanvraag tot het aanbrengen van enkele inrichtingselementen (o.a. trappen en uitzichtplatforms) is deze ontwikkeling gepresenteerd aan de commissie door een vertegenwoordiger van Staatsbosbeheer en is daarbij met veel waardering ontvangen.
20
Eerste ontwerp cluster 4 in Het Rooster
Nieuwbouwontwikkelingen Zuidbroek Mede vanwege de economische omstandigheden verloopt de ontwikkeling van nieuwbouwwijk Zuidbroek langzamer dan oorspronkelijk voorzien. Toch worden er in deelgebied ’t Rooster nog steeds met enige regelmaat plannen aan ons voorgelegd. Onze advisering (op basis van het geldende BKP) gaat voornamelijk over de hoofdlijnen van de bebouwing en vindt plaats in goed overleg met betrokkenen, onder wie de gemeentelijk stedenbouwkundige. Een voorbeeld is het bouwplan voor woningen in cluster 4 in het Rooster, waarbij een opmerking werd gemaakt over het drukke dakenlandschap door de afwisseling van rode en grijze dakpannen. Een aangepast plan met dakpannen in verschillende grijstinten kon snel daarna worden goedgekeurd.
Tweede, goedgekeurde ontwerp met een rustiger bekappingsbeeld (MTB Architecten)
21
Passage uit de notitie ‘Bouwstenen voor de binnenstad’ (bron: gemeente Apeldoorn)
Bouwstenen historische binnenstad De in de late 19de en vroege 20ste eeuw ontstane binnenstad bevat nog vele historische panden. Als je omhoog kijkt, is daar nog veel van te zien. Maar op het niveau van de winkels zijn de historische kwaliteiten lang niet allemaal meer als zodanig herkenbaar. Toch is ook daar nog veel aanwezig, bijvoorbeeld verborgen achter later aangebrachte betimmeringen, bekledingen en luifels. Als onderdeel van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid is het boekwerk ‘Bouwstenen voor de binnenstad’ opgesteld. Dit kan tevens gebruikt worden voor het gevelfonds, waarvan verheugd geconstateerd mag worden dat dit nu gerealiseerd wordt. ‘Bouwstenen voor de binnenstad’ is als het ware een ingrediënten- en receptenboekje dat als onderdeel van het Apeldoornse ‘kookboek voor de stad’ een belangrijke functie kan vervullen in het hart van de stad. Het heeft een inspirerende en enthousiasmerende toonzetting en behandelt een belangrijk onderwerp. Het laat ook zien dat kleine ingrepen in de binnenstad (reclame, etalages, straatmeubilair) steeds weer invloed hebben op het grotere geheel. Het belang van een koppeling met het Masterplan Openbare Ruimte voor de binnenstad is daarom benadrukt. De commissie pleitte voor het herkenbaar houden van oude structuren bij het doorbreken van panden en voor wonen boven winkels. Juist dat laatste aspect acht de commissie van groot belang voor de leefbaarheid van de binnenstad. In dat kader hoort ook een juiste toepassing van rolluiken, die bijdraagt aan een prettige sfeer op straat als de winkels gesloten zijn. Last but not least wijzen wij op de positieve rol die het particulier initiatief hier speelt. Dat betreft in de eerste plaatse de winkeliers en de pandeigenaren in de binnenstad. Dankzij hen kan dit beleid succesvol worden. Ook is er waardering voor de rol van de Stichting Apeldoornse Monumenten, die actief en ondersteunend betrokken is bij het verbeteren van de historische gevels in het winkelhart.
22
Strategisch handhavingsbeleid Eind 2013 is aan de CRK het Strategisch handhavingsplan 2014-2017 gepresenteerd. De commissie sprak haar waardering uit voor de aanpak om handhaving te maken tot een integraal onderdeel van de keten van gemeentelijk beleid en verantwoordelijkheden. Als je als overheid vergunning verleent, heb je immers ook de taak om te handhaven. In de keuze voor een preventieve benadering herkende de commissie de eigen ambitie om zoveel mogelijk aan de voorkant van processen te opereren en waar mogelijk een consulentachtige rol te vervullen. Juist in handhaving op het gebied van bouwen zagen wij kansen om in combinatie met een consulentrol van de rayonarchitect zaken zo constructief en oplossingsgericht op te pakken. Specifieke aandacht werd verder gevraagd voor het kwetsbare karakter van (archeologische) monumenten. Tevens werd de suggestie gedaan om voor de keuze van thema’s en prioriteiten gebruik te maken van de wijkschouwen.
STrATEgIScH HANDHAVINgSPlAN 2014-2017 BOUWEN EN rUIMTElIjKE OrDENINg
DE HAND IN HANDHAVING INSPrAAKVErSIE Strategisch handhavingsplan 2014-2017
23
Gebouw 99 op de Koning Willem III-kazerne
Gebouwen KWIII Een voor de meeste Apeldoorners wellicht niet zo bekend complex is het ensemble van de Koning Willem III-kazerne. Deze kazerne wordt thans door Defensie herbestemd als nationaal opleidingscentrum van de marechaussee. De afgelopen jaren is in enkele etappes een aantal gebouwen gerenoveerd en gerestaureerd, om te beginnen het poortgebouw. Daarna volgden de herbestemming van het halfcirkelvormige garagegebouw en de nieuw bouw van de sportfaciliteiten en schietbanen en de parkeervoorzieningen. De komende tijd staat o.a. het centrale dienstgebouw (met bedrijfsrestaurant) op de rol. In de afgelopen jaren is er met Defensie een open dialoog gegroeid over de kwaliteiten van het gebied en de gebouwen in relatie tot de gewenste functies van het complex. De commissie bracht in september 2013 een bezoek aan het gebied. Tijdens een rondleiding werden de nieuwe ontwikkelingen besproken en de behaalde resultaten getoond. Met veel waardering werd kennis genomen van de hergewaardeerde ingangsgebouwen en de herbestemming van het halfcirkelvormige gebouw. De commissie constateert tijdens het bezoek dat met name twee gebouwen op het achter terrein (gebouw 99 en 105) fraaie voorbeelden zijn van gestapelde bouw uit de wederop bouwperiode en binnen Apeldoorn behoren tot de top van deze architectuur. Het lot van deze gebouwen is nog onzeker en de commissie heeft er bij Defensie op aangedrongen om deze bijzondere gebouwen te behouden en te herbestemmen.
24
‘De commissie constateert tijdens het bezoek dat met name twee gebouwen op het achterterrein (gebouw 99 en 105) fraaie voorbeelden zijn van gestapelde bouw uit de wederopbouwperiode en binnen Apeldoorn behoren tot de top van deze architectuur. ’
Bosweg 87 Om de ruimtelijke karakteristiek van het ‘wonen in het bos’ in villawijk Berg en Bos te behouden vraagt de Beschrijving in Hoofdlijnen in het bestemmingsplan bij nieuwbouw of uitbreiding om brede, lage huizen of juist om smalle, hoge huizen. Panden die erg breed en tevens hoog zijn, kunnen het lommerrijke en bosachtige karakter van de wijk aantasten. Bij de vervangende nieuwbouw van een woonhuis aan de Bosweg 87 bleken de ruimtewensen van de opdrachtgevers meermalen te stuiten op deze planologischstedenbouwkundige beperkingen. Tijdens een overleg met de gemeentelijk stedenbouw kundige en de opdrachtgevers, waarbij de gemandateerde van de commissie als consulent een bemiddelende rol innam, kon al snel tot een gewijzigd (en voor alle partijen aanvaardbaar) ontwerp gekomen worden.
Goedgekeurd ontwerp woonhuis Bosweg 87
25
Oorspronkelijk ontwerp
Harderwijkerweg 85 In het buitengebied nabij Uddel is beoogd om bij een wormenkwekerij een bedrijfswoning met aangebouwde kantoorruimte te bouwen. Het eerste plan dat ons bereikte had een samengesteld en druk karakter, terwijl het welstandsbeleid in het buitengebied juist inzet op enkelvoudige, rechthoekige gebouwen. Een belangrijk ontwerpuitgangspunt vormde het realiseren van een verbinding op de verdieping tussen het woon- en kantoordeel. In een prettig gesprek met alle betrokkenen werd afgesproken om het woon- en het kantoordeel samen vorm te geven als één groot rechthoekig volume, naar analogie van de oorspronkelijke boerderijen in de omgeving.
Aangepast en goedgekeurd ontwerp (architectenbureau Timmer)
26
Een van de blokken in het aangepaste ontwerp (DAT Architecten, Tilburg)
Schatkamer van Zuid In de Pilot ‘De Schatkamer van Zuid’ wordt beoogd om in de zuidelijke Kanaalzone een on derscheidend woon- en werkgebied te realiseren met gebouwen in een robuuste, industriële uitstraling. Gestreefd wordt hierbij naar een herkenbaar evenwicht tussen diversiteit en samenhang. De onderdelen Woonfabrieken I en II moeten vooral stadswoningen herbergen die ogen als ‘fabrieken’, en niet als rijtjes. Een in het verleden besproken, overtuigend op dit wensbeeld afgestemd ontwerp werd vanwege markttechnische redenen echter vervan gen door een aangepast ontwerp. De commissie had begrip voor deze stap maar vond het nieuwe ontwerp wel erg eenvormig, waardoor de woningen weer teveel als rijtjeswoningen oogden. In onderlinge samenspraak werden bescheiden ontwerpmiddelen gevonden om toch veel variatie aan te brengen, waarna het plan snel kon worden goedgekeurd.
Eerder vergund plan
27
‘Wij bevelen aan om de ontwikkelingen omtrent de omgevingswet nauwgezet te volgen en uw ruimtelijk kwaliteitsbeleid verder te laten evolueren op basis hiervan.’
Aanbevelingen - Met de kookboeken en handreikingen in de BKP’s is een goede eerste aanzet gemaakt om te anticiperen op de nieuwe omgevingswet. De contouren van deze nieuwe wet worden langzaamaan steeds duidelijker. Wij bevelen aan om de ontwikkelingen omtrent dit onderwerp nauwgezet te volgen en uw ruimtelijk kwaliteitsbeleid verder te laten evolueren op basis hiervan. - Graag nodigen wij (nieuwe) raadsleden van harte uit om een mandaatzitting en/of vergadering van de commissie bij te wonen. Eenieder kan voor een nadere oriëntatie terecht bij de adviseur ruimtelijke kwaliteit om te kijken hoe de advisering functioneert.
Bekenplan Ugchelse beken (ontwerp gemeente Apeldoorn, Theo Straatsma)
28
Bijlage: overzicht van de in 2013 in vooroverleg besproken plannen / ontwikkelingen - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
29
Monumentenstatus Korenstraat 124-130 Beeldbepalende panden Wenum Wiesel Uitgangspunten Complex 10 Vogelbuurt Reconstructie Mr. van Hasseltlaan Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Hoog Soeren Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan De Parken, Indische Buurt, Loolaan Noord, Beekpark Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Hoenderloo Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Anklaar / Sprenkelaar Beeldkwaliteitsplan ’t Woud Monumentstatus Ibisplein Beeldbepalende panden Hoog Soeren Beeldkwaliteitsplan Kerschoten Karakteristiek pand Paalbergweg 85-89 Hoenderloo Uitgangspunten H&M Marktstraat / Hoofdstraat Beeldbepalende panden Hoog Soeren 43-2 en 69-2 Bouwstenen historische binnenstad Karakteristieke panden Brinkhorst, Orden, Driehuizen en Waterloo Karakteristieke panden Zwitsal Stadsdeelhart Anklaar Beeldbepalend pand Huisakkers 10 Beeldbepalend pand Wiesselse Enkweg 58 Herziening Monumentenverordening Evaluatie implementatie MoMo Beeldbepalend pand Wieselse Enkweg 17 Beeldbepalend pand Wieselse Kampweg 69 Archeologische beleidskaart Kookboek voor de stad Complex 10 Vogelbuurt
- Ontwikkelplan Vlijtsepark - Visie Ugchelse beken - Handhavingsnota - Karakteristieke panden Thematisch bestemmingsplan
Wilt u meer weten? Contactpersoon: ir. G.J. Jonkhout (Geert Jan) Senior adviseur ruimtelijke kwaliteit Telefoon: 026-4421742 Mail:
[email protected] Website: www.geldersgenootschap.nl Dit is een uitgave van het Gelders Genootschap
30