Jaarverslag 2011
Apeldoorn Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
1
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Inleiding 4 Advisering over ruimtelijke kwaliteit 5 Advisering over (strategisch) ruimtelijk beleid 6 Welstandsadvisering 6 Integrale (monumenten) advisering 7 Toetsen en stimuleren 8 Actuele ontwikkelingen 9 Column burgerlid Bas Oude Aost 11 Samenstelling van de CRK 12 Werkwijze 14 De cijfers 16 Beeldblok 1: Beleidsadvisering 19 Beeldblok 2: Landschap/openbare ruimte
26
Beeldblok 3: cultuurhistorie/herbestemming
29
Beeldblok 4: Bouwplannen
34
Beeldblok 5: Dorpen/buitengebied
37
Beeldblok 6: Kleine bouwwerken
40
Aanbevelingen aan de raad 41 Bijlage 42
2
Voorwoord Apeldoorn nam zich in 2011 voor, om bestaand overleg over de advisering met betrekking tot de kwaliteit van het beslag op de ruimte te concentreren. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en de Cultuurhistorische Adviescommissie hadden al meermalen gezamenlijk overleg en werden in 2012 daadwerkelijk samengevoegd tot de nieuwe Commissie Ruimtelijke Kwaliteit voor de gemeente Apeldoorn. Een natuurlijk proces. Van belang was daarbij natuurlijk het verhogen van integraliteit en slagvaardigheid, gegevenheden waar we nou eenmaal altijd mee bezig blijven; maar voor mij is eigenlijk nog veel interessanter de opmaat naar “op weg naar een nieuwe en andere overheid”. Het verhaal voorbij de regelgeving, toetsing, handhaving, oplegging en wat dies meer zij, het verhaal meer terug naar een basic samenspraak tussen hen die iets willen en hen die dat langszij het algemeen belang willen afmeren. Het gezelschap van adviseurs en medewerkers van de gemeentelijke diensten gaat zich dit de komende tijd steeds verder eigen maken. Ik heb in de commissie al kunnen genieten van toelichting op en behandeling van enkele ambitieuze beleidsvoornemens. Als ik dat zo opschrijf, lijkt het of het over een peulenschilletje gaat. Dat is natuurlijk een vergissing. Het gaat over een proces van lange adem, van mentaliteitsverandering. Echter, als je er bewust aan begint staat vast, dat je van goede wil bent en de intentie en de interesse hebt om het tot een goed einde te brengen. Kwaliteit is nooit het bezit van één persoon of instituut, maar van de relatie met anderen. Ruimtelijke kwaliteit is ook nooit vast omschreven; het is een soort consensus; een uiteindelijke afspraak en een gevoel.
U hebt er met z’n allen vast veel vaker over gefilosofeerd dan ik; vergeef me, dat ik wat voor me uit praat. De ruimtelijke kwaliteiten van het landschap, de verkeersinfrastructuur en de aanwezigheid van een grote diversiteit aan kwalitatief hoogwaardige bouwwerken maken bovendien de klus aantrekkelijk en interessant. Zogezegd: “Apeldoorn blijft het meer dan waard”. Bovendien, U bent al reeds geruime tijd feitelijk zichtbaar en erkend een weg op gegaan, die laat zien wat u zich zoal voorstelt in dit verband. Zo was het prima, om een paar keer al mee te kunnen maken hoe burgers in wijken en kernen oog en gevoel hebben voor hun eigen omgeving. De samenspraak was op die momenten te voelen. Ik maak me sterk, dat de Apeldoorners, die we daar ontmoetten, al een beetje het gevoel zullen hebben, dat er een andere overheid aankomt. Dat mag niet beschaamd worden. Als ik dat mag beleven, hoop ik dat een volgend voorwoord al veel zal bevestigen. Jhr. Mr. R.F.R.M van Rijckevorsel Voorzitter CRK Apeldoorn
3
‘... terug naar een basic samenspraak tussen hen die iets willen en hen die dat langszij het algemeen belang willen afmeren.’
Inleiding Met dit jaarverslag geeft de commissie ruimtelijke kwaliteit (CRK) van de gemeente Apeldoorn wederom met groot genoegen inzicht in de manier waarop zij het afgelopen jaar heeft geadviseerd aan het college van B&W. Het jaarverslag is niet alleen een verplichting op grond van de Woningwet, maar het is voor ons al jarenlang een goed gebruik om aan het college van B&W, de gemeenteraad en geïnteresseerden verantwoording af te leggen over haar advisering, en om gemeentebestuurders – en andere geïnteresseerde inwoners – uit te nodigen om mee te denken over de borging van de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente Apeldoorn. Dat past bij het transparante en openbare beleid dat de gemeente nastreeft, en dat draagt ook bij aan een breed draagvlak onder het bestuur en burgers van de gemeente. Het jaarverslag geeft een beeld van de werkwijze van de commissie, de hoeveelheid adviesaanvragen en het aantal positieve en negatieve adviezen. Daarnaast wordt met behulp van meerdere thema’s inzicht geboden in de breedte van het advieswerk.
4
Beeldkwaliteitsplan stadslandgoed De Barnewinkel
Advisering over ruimtelijke kwaliteit Een aantrekkelijke, goed verzorgde omgeving draagt bij aan de belevingswaarde en de ruimtelijke kwaliteit. Dat heeft veelal een gunstig effect op het woon- en werkklimaat in de gemeente. Bovendien blijkt het goed voor het vestigingsklimaat voor bedrijven en instellingen en voor de economische ontwikkeling. De waarde van bouwgrond of onroerend goed op mooie locaties is veel hoger dan in een verrommelde omgeving. Inwoners zijn bovendien vaak trots op hun dorp, stad of landschap en ze willen dat het karakter van hun woonomgeving bij nieuwe ontwikkelingen wordt gerespecteerd. Maar wat is precies ruimtelijke kwaliteit en wie bepaalt dat? Het gaat daarbij niet alleen om het nogal subjectieve begrip ‘mooi’, maar vooral over ‘goed’: past een bouwplan in de betreffende omgeving en wordt de bestaande waarde van de buurt gerespecteerd? Over deze zaken vraagt de gemeente advies aan een onafhankelijke commissie, de CRK, die is benoemd door de gemeenteraad. De commissie adviseert namens het Gelders Genootschap over het gemeentelijk ruimtelijk beleid op alle schaalniveaus, zoals de nieuwe structuurvisie, bestemmingsplannen, stedenbouw– kundige plannen, landschapsplannen en beeldkwaliteitplannen. Daarnaast adviseert zij aan B&W over welstands- en monumentenaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning.
5
Beeldkwaliteitplan Visionpark ter plaatse van het oude Philips Electrologica-terrein
Advisering over (strategisch) ruimtelijk beleid Sinds enige jaren verschuift het accent van de advisering van de CRK steeds sterker naar het voortraject van ontwikkelingen en naar het (strategisch) beleidsniveau. Onze advisering over o.a. de nieuwe structuurvisie, diverse geactualiseerde bestemmingsplannen (meestal in combinatie met gebiedsgericht welstandsbeleid) en stedenbouwkundige en beeldkwaliteitsplannen geeft daar blijk van. Deze advisering werpt haar vruchten af: het in dit (vaak abstracte) gemeentelijk beleid maken van de vertaalslag naar de gebouwde omgeving en de bouwplannen van alledag komt de uiteindelijke kwaliteit van deze bouwplannen ten goede. Dit leidt niet alleen tot minder negatieve adviezen, maar ook tot een mooier en toekomstbestendig Apeldoorn!
Welstandsadvisering Een groot deel van de adviezen van de CRK betreft welstandsadvisering, waarbij de commissie ingaat op de toepassing van de gemeentelijke welstandsnota en / of andere kaders (BKP, stedenbouwkundige randvoorwaarden). Hiertoe zijn voor verschillende gebieden of categorieën bouwwerken toetsingscriteria vastgesteld. Dit geeft burgers, architecten, de gemeente en de CRK vooraf duidelijkheid bij de beoordeling van bouwplannen. De commissie toetst of plannen voldoen aan ‘redelijke eisen van welstand’: of een gebouw zowel op zichzelf als in relatie tot zijn omgeving aan criteria voor ruimtelijke kwaliteit voldoet.
6
‘Een aantrekkelijke, goed verzorgde omgeving draagt bij aan de belevingswaarde en de ruimtelijke kwaliteit.’
Integrale (monumenten)advisering De CRK behandelt tevens wijzigingsplannen voor monumenten. Dit gebeurt grotendeels onder mandaat van de adviseur ruimtelijke kwaliteit en de adviseur cultuurhistorie van Gelders Genootschap. Overige monumentenadvisering (bijvoorbeeld plaatsing op een monumentenlijst) vond gedurende het verslagjaar (zoals de voorgaande jaren gangbaar) plaats door de Cultuurhistorische Adviescommissie (CHAC). Vanwege het toegenomen belang van de cultuurhistorie in ruimtelijke ontwikkelings– processen zijn de CRK en de CHAC vanaf 1 januari 2012 samengegaan in één nieuwe Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Verderop in dit jaarverslag komen wij hier uitgebreider op terug.
7
Herontwikkeling agrarisch erf aan de Jonas in het kader van de VAB-regeling (I_KB Architecten)
Toetsen én stimuleren De commissie functioneert als een brede, multi-disciplinaire adviescommissie voor de gemeente, die de commissie structureel bij de beginfase van ruimtelijke ontwikkelingen betrekt. Hierdoor kan de commissie effectiever adviseren en verloopt het planningsproces voor de gemeente sneller. De meeste bouwplannen worden door de adviseur ruimtelijke kwaliteit of door de subcommissie afgehandeld. Dit werkt efficiënt en snel. De voltallige commissie kan zich hierdoor concentreren op grootschalige en complexe ruimtelijke ontwikkelingen. Dat gebeurt bij voorkeur in een vroeg planstadium waarbij hoofdzakelijk over ruimtelijke randvoorwaarden wordt gesproken. In deze beginfase is geen sprake van toetsing, maar van stimuleren tot ruimtelijke kwaliteit waarbij de commissie vooral een klankbordfunctie heeft. Advies in vroeg stadium Ook de advisering op bouwplanniveau (zowel de welstands- als de monumentenadvisering) gebeurt eveneens bij voorkeur in de beginfase, in het WABO-vooroverleg met opdrachtgevers en architecten. Ook hier probeert de adviseur ruimtelijke kwaliteit of de commissie vooral stimulerend te werk te gaan: uitnodigen tot kwaliteit is daarbij minstens zo belangrijk als de feitelijke toetsing.
8
‘Vanwege het toegenomen belang van de cultuurhistorie in ruimtelijke ontwikkelings– processen zijn de CRK en de CHAC vanaf 1 januari 2012 samengegaan in één nieuwe Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.’
Actuele ontwikkelingen Momenteel zijn er grote verschuivingen te zien in de wijze waarop de gemeente haar dienstverlening naar burgers en aanvragers optimaliseert. De CRK vormt een speerpunt in een nieuwe manier van werken, waarbij de nadruk ligt op vroegtijdig overleg en het enthousiasmeren en stimuleren van aanvragers. Beleidsmatig is deze ontwikkeling ingezet met de ontwikkeling van de zgn. ‘kookboeken’ die op een toegankelijke wijze de verschillende ingrediënten aanreiken om tot een smaakvol omgevingsbeeld te komen. Deze documenten vormen letterlijk een ‘handreiking’ naar de burger om in samenspraak met elkaar de individuele belangen in overeenstemming te brengen met de ruimtelijke ambities die de gemeente heeft. Om deze ambities ook op het niveau van de uitvoering zo goed mogelijk te realiseren heeft de gemeente Apeldoorn per 1 januari 2012 de opzet van de commissie gewijzigd. De voltallige commissie richt zich nu volledig op haar beleidsadviserende taak, als (strategisch) adviseur op de regie op het stadsbeeld. Teneinde snel en slagvaardig te kunnen opereren bij de toetsing van plannen op gebouwniveau fungeert de adviseur ruimtelijke kwaliteit als consulent, om reeds in een vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen samen met de opdrachtgevers en ontwerpers na te denken over de opzet van plannen. De insteek hierbij is om in nauwe samenspraak met alle partijen vorm te geven aan de ruimtelijke ambities. In voorkomende gevallen, indien deze ambities niet haalbaar zijn gebleken, zullen de plannen alsnog getoetst worden aan het gemeentelijk welstandsbeleid, dat de ondergrens voor de kwaliteit van bouwplannen aangeeft. Een andere, zeer belangrijke wijziging in de commissiestructuur is dat de CRK sinds 1 januari
2012 samen is gegaan met de Cultuurhistorische Adviescommissie (CHAC). In de afgelopen jaren was reeds een tendens zichtbaar waarbij de CRK en de CHAC steeds vaker in gezamenlijkheid adviseerden. Modernisering Monumentenzorg In zijn algemeenheid geldt dat het belang van de cultuurhistorie als basis voor de ruimtelijke planprocessen al jaren groeiende is. Cultuurhistorische gezichtspunten verschuiven daarbij van een objectgerichte benadering naar een benadering die veel meer voortkomt uit (historische) structuren. Deze insteek wordt ook wettelijk ondersteund, doordat sinds 1 januari 2012, onder invloed van het programma Modernisering Monumentenzorg (MoMo), de cultuurhistorische waarden moeten worden meegewogen in nieuwe bestemmingsplannen. De gemeente Apeldoorn heeft hierin reeds grote stappen gezet. Onder meer sprak de commissie, samen met de Cultuurhistorische Adviescommissies, in april 2011 over de implementatie van het nieuwe cultuurhistorische beleid in Apeldoorn. De afdeling Cultuurhistorie van de gemeente had een implementatienotitie opgesteld in verband met de aanpassing van het beleid op basis van de rijksbeleidsbrief Modernisering Monumentenzorg. Drie pijlers vormen de basis voor nieuw beleid: cultuurhistorie een plaats geven in de ruimtelijke ordening, betrekken van maatschappelijke organisaties en burgers en vereenvoudigen van de regelgeving en herbestemming. In de Apeldoornse implementatienota was tevens de wens van de gemeenteraad uitgewerkt om ook buiten de beschermde stads- en dorpsgezichten objecten met bijzondere cultuurhistorische
9
Raadsexcursie naar de voormalige DRU-fabriek in Ulft
waarde te behouden (motie van 22 april 2010). In de implementatienota wordt voorgesteld om cultuurhistorie als een van de belangen mee te wegen in de ruimtelijke ordening, via het bestemmingsplan en integrale structuurvisies. Verder wordt de mogelijkheid geboden om ook buiten de beschermde gebieden beeldbepalende panden aan te wijzen. Beide commissies hebben waardering uitgesproken over de wijze waarop Apeldoorn de afgelopen jaren al uitvoering heeft gegeven aan het betrekken van cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan. De commissies hebben verder aandacht gevraagd voor de wederopbouwarchitectuur. Een deel van de objecten uit deze periode heeft eveneens een hoge gebiedsgerichte waarde vanwege hun prominente karakter (scholen, kerken) of door hun karakteristieke typologie voor een bepaald gebied (bijvoorbeeld de villa’s in Berg en Bos). Tot slot hebben de commissies geadviseerd de cultuurhistorie sterker te betrekken bij de beleidsterreinen recreatie en toerisme. Landelijke ontwikkelingen Landelijk was welstand in het nieuws door het kabinetsvoornemen dat welstand een plaats krijgt in de nieuwe Omgevingswet en daardoor meer in de sfeer van de ruimtelijke ordening wordt gebracht. Welstandscommissies worden niet afgeschaft, maar minister Donner wilde gemeenten meer armslag geven bij de keuze of een plan voor advies aan de welstandscommissie wordt voorgelegd of dat anderszins advies wordt ingewonnen. In feite kan dat nu ook al. Interne evaluatie Teneinde de dienstverlening van de CRK op peil te houden en waar nodig te verbeteren
10
hebben wij gedurende het verslagjaar ruime aandacht besteed aan een interne evaluatie van ons functioneren. Tijdens deze evaluatie zijn onder andere verschillende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de gemeentelijke afdelingen Stedenbouw en Cultuurhistorie, Bouwzaken en de Ontwerpers Openbare ruimte om knelpunten te signaleren en op te lossen. Daarnaast zijn met gebruik van audiovisuele apparatuur en inzet van een communicatieadviseur de communicatieve vaardigheden van de commissie geanalyseerd. De evaluatie heeft geleid tot een eindrapportage door het Gelders Genootschap aan het college van B&W met onder meer enkele aanbevelingen. Excursie met de Raad Ook in 2011 heeft de jaarlijkse excursie met de gemeenteraad plaatsgevonden. Ditmaal is op 14 oktober 2011 een geslaagd bezoek gebracht aan de voormalige DRU-fabriek in Ulft. Dit tot woningen en cultuurgebouw herbestemd fabriekscomplex vormt een geslaagd voorbeeld van een herbestemming van industrieel erfgoed en geldt als inspiratiebron voor vergelijkbare ontwikkelingen in Apeldoorn, zoals de herbestemming van enkele industriële complexen in de Kanaalzone. Bespreking jaarverslag in PMA Op 15 december jl. is het jaarverslag 2010 in de PMA (Politieke Markt Apeldoorn) besproken, waarbij tevens is ingegaan op de nieuwe commissiestructuur, op basis van het samengaan van CRK en CHAC. Raadsbreed werd die avond waardering uitgesproken voor het werk van de CRK en de bijdrage van de commissie aan de ruimtelijke kwaliteit van Apeldoorn.
Nieuwbouw Breustedt Chemie, Ecofactorij (Courage architecten)
Column burgerlid Bas Oude Aost Kookboekjaar 2011 Kookboek, volgens Van Dale een boek met recepten. Net als bij koken verloopt bouwen volgens een recept. Dorpen en steden ontwikkelen zich aan de hand van smaken, budgetten, basisingrediënten en toevoegingen. Daar waar je een recept de eerste keer als absolute waarheid gebruikt, pas je een recept, als je het gerecht onder de knie hebt, aan bij je eigen smaak. Dat vraagt iets van je, het vraagt lef om te proberen en los te laten. Het geeft je, als het lukt, een bij jou passend gerecht, dat je beter vindt dan het recept uit het boek en wat anderen kan verrassen. We hebben dit jaar, analoog aan het kookboek dat we kennen, het groot Apeldoorns landschaps kookboek en het Klein Apeldoorn dorpenkookboek gepresenteerd gekregen. Het is zijn boeken om te inspireren. Maar loslaten van regels op het gebied van welstand is lastig. Dit voelt de commissie ook. Een duidelijke lijst van regels is eenvoudiger te toetsen dan uitsluitend de basis. De kookboeken die de gemeente Apeldoorn ter beschikking heeft gesteld aan haar bewoners, verschaffen een inspirerend kader. Je kun er die voorbeelden in vinden wat in jouw omgeving zou kunnen passen of je door deze vormen laten inspireren. Naar mijn mening een geweldig initiatief! Het maakt het voor de burger helder welke mogelijkheden er zijn, gedacht vanuit de basis. Ook zijn de kookboeken voor de commissie ruimtelijke kwaliteit al enkele malen een fantastisch hulpmiddel gebleken. Meteen kan bij de behandeling aan de klant visueel worden gemaakt wat er bedoeld wordt, in plaats van een goedbedoeld:” je zou daar eens kunnen gaan
kijken”, of een abstract verhaal over hoofdlijnen en stedenbouwkundige opzet van een perceel. Voor mij als burgerlid wellicht nog net te begrijpen maar voor de burger/ klant aan tafel abracadabra van de bovenste plank. Bovendien vind ik het ook zeer klantgericht overkomen als meteen beeld bij woord gevoegd kan worden. Het werken met kookboeken en een basisgerecht is iets wat bij het politieke klimaat en dus de wens van de burger past. Ook de commissie is dit jaar met een nieuw recept, maar volgens vertrouwde basis samengesteld. Nieuwe ingrediënten in de commissie (samenvoeging van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en de Cultuurhistorische Advies Commissie) en nieuwe burgerleden geven de commissie de komende jaren een nieuwe smaak. Het zal de eerste keren even uitproberen zijn maar ik ben ervan overtuigd dat deze nieuwe commissie doorgaat met het koken van Apeldoorn, samen met haar burgers, om er samen een heerlijke stad van te maken. Bas Oude Aost Burgerlid CRK
11
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit per 1 januari 2012
Samenstelling van de CRK Sinds enkele jaren kent de CRK een multidisciplinaire samenstelling, waarbij zij integraal en breed adviseert over alle schaalniveaus die voor de ruimtelijke kwaliteit van belang zijn. De samenstelling van de CRK was in het verslagjaar als volgt: Voorzitter: mevr. ir. H.M.T. de Wijnvan der Meer (Herma) Burgerlid: J. Kemeling, inwoner Apeldoorn (Hans) Burgerlid: B. Oude Aost, inwoner Apeldoorn (Bas) Deskundige: ir. W. Maas, architect (Wim) Deskundige: ir. A. Kleinjans, architect (Ton) Deskundige: ir. J.A. van den Berg, stedenbouwkundige/ landschapsarchitect (Andries) Deskundige: ir. S.L.J. van der Gaag, stedenbouwkundige (Stef) Deskundige: mw. M. Pemmelaar-Groot, landschapsarchitect (Mariske) Deskundige: drs. J. Westerman, monumentendeskundige (Jeroen) Rayonarchitect: ir. G.J. Jonkhout (Geert Jan)
12
Door de nieuwe commissiestructuur en samen– smelting met de CHAC heeft de commissie met ingang van 1 januari 2012 een andere samenstelling gekregen. Daarnaast was voor een aantal leden na twee benoemingsperioden de maximale zittingstermijn bereikt. De samenstelling is in 2012 als volgt: Voorzitter: Jhr. Mr. R.F.R.M. van Rijckevorsel (Reinder) Burgerlid: H. Wesselink, inwoner Apeldoorn (Hans) Burgerlid: B. Oude Aost, inwoner Apeldoorn (Bas) Deskundige architectuur: ir. A. Kleinjans, architect (Ton) Deskundige stedenbouw: ir. S.L.J. van der Gaag, stedenbouwkundige (Stef) Deskundige archeologie / historische geografie: prof. ir. L.P. Louwe Kooijmans (Leendert) Deskundige landschap: mw. M. Pemmelaar-Groot, landschapsarchitect (Mariske) Deskundige cultuurhistorie: mw. drs. M. Polman (Mariette) Deskundige cultuurhistorie: drs. J. Westerman (Jeroen) Consulent / adviseur ruimtelijke kwaliteit: ir. G.J. Jonkhout (Geert Jan)
In Memoriam Hans Kemeling Eind maart 2012 bereikte ons het droevige bericht dat oud-burgerlid Hans Kemeling is overleden. Hans was tot op het laatste moment een warm pleitbezorger voor de ruimtelijke kwaliteit van Apeldoorn. Debatterend en analyserend op het scherpst van de snede wist hij gedurende zijn lidmaatschap van de CRK onze strategische advisering en de interactie met aanvragers op een hoger plan te brengen. Met zijn overlijden verliest Apeldoorn een bevlogen en markante inwoner.
13
Nieuwbouw hoofdkantoor Agrifirm, Barnewinkel
Werkwijze De commissie vergaderde elke donderdagochtend in ruimte S16 van het stadhuis. De voltallige Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (de ‘grote’ commissie) en de subcommissie (de ‘kleine’ commissie) wisselden elkaar hierbij af. De vergaderingen zijn openbaar en voor iedere belangstellende toegankelijk. De agenda wordt in een huis-aan-huis blad of op de website van de gemeente bekend gemaakt. Daarnaast krijgen aanvragers persoonlijk een schriftelijke uitnodiging om bij de bespreking van hun plan in de (sub)commissie aanwezig te zijn. Hiervan wordt intensief gebruik gemaakt, waardoor bij de meeste plannen rechtstreeks en constructief met de aanvragers en ontwerpers meegedacht wordt ten aanzien van mogelijke oplossingsrichtingen. Mede hierdoor is er in Apeldoorn een groot maatschappelijk draagvlak voor het welstandstoezicht. Ter voorbereiding van de commissievergaderingen heeft de adviseur ruimtelijke kwaliteit wekelijks de gemeente bezocht. Traditiegetrouw vindt elke dinsdag een eerste schifting van bouwplannen plaats, waarbij alle bouwaanvragen die voor een welstandstoets in aanmerking komen door de gemeentelijke coördinator Ruimtelijke Kwaliteit worden voorgelegd aan de adviseur ruimtelijke kwaliteit. De meeste plannen konden hierbij onder mandaat van de commissie van een positief advies worden voorzien. De overige plannen betroffen alle plannen die duidelijk afwijken van het gevoerde welstandsbeleid, grotere bouwplannen of twijfelgevallen. Deze werden vervolgens geagendeerd voor een bespreking in de commissie. Al naar gelang het (ruimtelijk) belang van het plan werd op dat moment de
14
keuze gemaakt voor een agendering in de voltallige Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of in de subcommissie. Ter voorbereiding van deze vergaderingen wordt in beginsel vrijwel altijd de locatie bezocht waarbij tevens foto’s worden gemaakt. De adviseur ruimtelijke kwaliteit zorgde na behandeling door de commissie in de regel binnen één week voor het schriftelijke advies. Subcommissie De subcommissie bestaat uit één deskundig lid, een burgerlid en de adviseur ruimtelijke kwaliteit, indien nodig aangevuld door een monumentendeskundige. Deze `kleine’ commissie behandelt voornamelijk plannen die van invloed zijn op het niveau van het gebouw of de straat en bespreekt de plannen op basis van een constructieve, probleemoplossende houding. De commissie biedt daarbij vaak de helpende hand aan aanvragers waardoor plannen niet alleen verbeteren in het straatbeeld maar regelmatig ook een groter woon- of verblijfscomfort voor de aanvragers opleveren. De commissie opteert voor het zoveel mogelijk middels een WABOvooroverleg bespreken van plannen. Overleg in een vroeg stadium heeft zichzelf inmiddels ruimschoots bewezen doordat plannen verbeteren en processen vloeiender en soepeler verlopen, vaak tegen minder kosten. Daarnaast voorkomt vroegtijdig overleg dat de commissie later in het proces, bij de formele advisering aan het eind van de rit, moet concluderen dat deze plannen onvoldoende kwaliteit hebben en niet in overeenstemming zijn met het gemeentelijke beleid.
‘Vanaf 2012 zal deze commissie enkel nog adviseren op (strategisch) beleidsniveau, mede daar juist op dit niveau de basis voor ruimtelijke kwaliteit wordt gelegd.’
Grote commissie De grote commissie wordt bemenst door de voorzitter, twee burgerleden, twee architectleden, een deskundige op het gebied van de openbare ruimte of het landschap, een monumentendeskundige en de adviseur ruimtelijke kwaliteit. De agenda van de grote commissie wordt steeds vaker gevuld met grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen en beleidsstukken, zoals stedenbouwkundige plannen, beeldkwaliteitplannen, ruimtelijke visies en bestemmingsplannen. Vanaf 2012 zal deze commissie enkel nog adviseren op (strategisch) beleidsniveau, mede daar juist op dit niveau de basis voor ruimtelijke kwaliteit wordt gelegd. Ruimtelijke vraagstukken worden daarbij vanuit meerdere disciplines tegelijk benaderd, waarbij de beleidsmatige, stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke en cultuurhistorische aspecten integraal worden bezien. Nog steeds bestaat er vanuit de pers grote belangstelling voor de openbare vergaderingen van de CRK. Regelmatig verschijnen in De Stentor artikelen over de commissiebehandeling van grote of spraakmakende plannen. Het hoge opkomstpercentage (ca. 90%) van belanghebbenden en de journalistieke belangstelling vormen een belangrijke bodem voor de maatschappelijke inbedding van het Apeldoornse ruimtelijke kwaliteitsbeleid.
15
De cijfers In 2011 werden er in het kader van de omgevingsvergunning 717 plannen ter beoordeling aan ons voorgelegd. Dit lijkt te stroken met de cijfers uit 2010 (750 plannen), maar levert echter een vertekend beeld op. Met de inwerkingtreding van de WABO (eind 2010) werd de categorie licht-vergunningplichtige bouwplannen afgeschaft, en daarmee tevens de mogelijkheid om deze plannen ambtelijk af te doen. Kleinere bouwplannen werden vanaf dat moment standaard ter beoordeling aan de CRK voorgelegd. Samen met deze plannen waren er in totaal in 2010 1053 planbeoordelingen; de daling in 2011 tot 717 is aanzienlijk en kan (naast de economische omstandigheden) onder meer verklaard worden door een verruiming van het vergunningvrij bouwen. De kleine bouwplannen die niet meer ambtelijk afgedaan konden worden zijn nu door de adviseur ruimtelijke kwaliteit getoetst aan de sneltoetscriteria, hetgeen inhoudelijk en procesmatig nauwelijks verschillen opleverde ten opzichte van het vorige jaar. In totaal werden er 504 plannen rechtstreeks onder mandaat van de commissie door de adviseur ruimtelijke kwaliteit(soms samen met de monumentenadviseur) van een goedkeuring voorzien. Uiteindelijk zijn er (na de eerste schifting) 213 plannen doorgeschoven naar de commissie, hetgeen een kleine daling was ten opzichte van 2010 (255 plannen). Uiteindelijk werd voor 21% van de plannen een negatief advies uitgebracht. Voor het overgrote deel konden deze plannen nadien, na een planwijziging snel worden goedgekeurd. Van de 173 plannen die in tweede instantie aan ons werden
16
voorgelegd, konden er 150 worden goedgekeurd. Voor 23 plannen bleek de planaanpassing nog onvoldoende; voor deze plannen was een derde ronde nodig. Het percentage plannen dat na 2 maal nog niet was goedgekeurd is ten opzichte van 2010 wel gedaald; van 10 naar 8 procent. Enige jaren geleden zijn de verhoudingen tussen goedgekeurde plannen en plannen waarvoor aanpassingen gevraagd werden, gestabiliseerd ten opzichte van eerdere jaren. Deze stabilisatie heeft zich ook in 2011 doorgezet. Hoewel het aantal bouwplannen (mede als gevolg van de economische omstandigheden en wetswijzigingen zoals de WABO) is gedaald, is de verhouding tussen de plannen die goedgekeurd en de plannen die een aanpassing vroegen, in grote lijnen gelijk gebleven. Verder is in 2011 32 maal vooroverleg gevoerd ten aanzien van grootschalige stedenbouwkundige ontwikkelingen en gemeentelijke beleidsstukken, zoals bestemmingsplannen en de gebieds– uitwerkingen van het welstandsbeleid. Dit aantal is groter dan in 2010, toen wij 24 maal werden geconsulteerd. De specifieke onderwerpen waarover vooroverleg heeft plaatsgevonden worden vermeld in bijlage 1.
2010
2011
2010
2011
17
2010
2011
2010
2011
18
Vertegenwoordigers van de wijkraden, pers, gemeente en CRK op de fiets in Beekbergen
Beeldblok 1: Beleidsadvisering Overzicht te bespreken plannen Onze advisering over het (strategisch) ruimtelijk beleid van de gemeente Apeldoorn is gedurende het verslagjaar wederom verder uitgebouwd. Als voorbeeld noemen wij onder meer onze advisering samen met de CHAC over het bestemmingsplan Beekbergen – Lieren, waarvoor tevens een wijkschouw werd georganiseerd. Tijdens deze wijkschouw werd per fiets een bezoek gebracht aan beide dorpen, tezamen met vertegenwoordigers van de dorpsraden en van de gemeente. Speciale aandacht werd daarbij besteed aan de fraaie landschappelijke karakteristieken van de enk tussen beide dorpen, en het zicht van de bebouwing van de dorpsranden vanaf de enk. Ook werd van gedachten gewisseld over specifieke ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de herontwikkeling van het silogebouw in Lieren. Dit gebouw vormt een landmark in de omgeving maar laat zich (mede door de gebouwstructuur) lastig verbouwen tot een nieuwe functie. Deze wijkschouw vormde wederom een geslaagd voorbeeld van de vermaatschappelijking van onze advisering naar de gemeente, te meer daar bij de wijkschouwen regelmatig blijkt dat de commissieleden en de vertegenwoordigers van de wijk- en dorpsraden op één lijn zitten als het gaat om de waardering van de uitstraling van een gebied en het signaleren van ruimtelijke knelpunten hierin. Aansluitend aan de wijkschouw adviseerde de commissie over het conceptbeeldkwaliteitplan en bestemmingsplan Beekbergen – Lieren. Hierbij gaven wij onder meer aan dat de in het BKP voorgestelde, meer gedifferentieerdere opdeling in welstandsniveaus dan in de huidige kadernota meer armslag biedt om plannen en ontwikkelingen nog beter af te stemmen op de karakteristiek van de (directe) omgeving. Wel werd aandacht gevraagd voor een juiste keuze van de welstandsniveaus vanwege het kwetsbare karakter van Lieren in relatie tot het omringende fraaie landschap. Wij deden tevens de aanbeveling om het (nog zeer fraaie) oostelijke deel van Lieren in het bestemmingsplan te voorzien van een dubbelbestemming Cultuurhistorie, teneinde de cultuurhistorische waarden hiervan te borgen.
19
Globale welstandsniveau-indeling Beekkbergen-Lieren in Kadernota
Meer gedetailleerde welstandsniveau-indeling in het Beeldkwaliteitplan
20
Voorontwerp-bestemmingsplan Biezematen - Ecofactorij II met smalle groenbuffer tussen snelweg en bebouwing
Het beeld van de stad Apeldoorn vanaf de snelwegen A1 en A50 vormde de afgelopen jaren een van de speerpunten in het strategisch ruimtelijk beleid. Gedurende het verslagjaar is dit onderwerp meermalen aan de orde geweest, zoals bij de planopzet van bedrijventerrein Ecofactorij II (voorheen Biezematen) en van de herstructurering van het snelwegenknooppunt Beekbergen. Het bedrijventerrein Ecofactorij II vormt van oorsprong een van de twee delen van het Regionaal Bedrijventerrein Apeldoorn Zuid, maar inmiddels spitst de ontwikkeling zich toe op Ecofactorij II, dat als eerste zal worden ontwikkeld. Dit bedrijvenpark ligt in de noordoostelijke oksel van klaverblad Beekbergen, waarbij aanvankelijk werd voorzien in een ruime groene coulisse tussen de snelwegen en de bedrijfsbebouwing. Inmiddels is de maatvoering van deze coulisse steeds verder onder druk komen te staan, waardoor de mogelijkheid zal ontstaan voor de bedrijven om zich te presenteren richting de snelweg. De commissie constateerde dat dit strijdig is met het beleid van de gemeente over het beeld van de stad vanaf de snelwegen. In de visie ‘A1-A50, zicht op de stad, de snelweg en het landschap’ wordt immers ingezet op een stad die zich enkel bij de vier op- en afritten duidelijk profileert. Wij adviseerden dan ook om de groenstructuren aanzienlijk te versterken. Een van de factoren die van invloed zijn op de maat van het groen vormt de herstructurering van knooppunt Beekbergen. Deze herstructurering maakte deel uit van een door ons besproken concept-kadernota in opdracht van Rijkswaterstaat met o.a. ontwerpcriteria voor de plaatsing van geluidsschermen op meerdere plaatsen nabij het knooppunt, de kruising met het Apeldoorns Kanaal en de realisatie van een fly-over voor het verkeer vanuit Deventer richting Arnhem. Ingegaan werd onder meer op de landschappelijke inbedding van de geluidsschermen en het ruimtelijk onwenselijke effect van solitaire, korte stukjes geluidsscherm op sommige plaatsen. Inzake de fly-over over het klaverblad werd (mede gelet op de dagelijkse waarneembaarheid hiervan voor duizenden automobilisten) geadviseerd om qua vormgeving in te zetten op het allerhoogste ambitieniveau.
21
‘... een stad die zich enkel bij de vier op- en afritten duidelijk profileert.’
Bestaande situatie knooppunt Beekbergen
Nieuwe situatie met fly-over (bron: MTD Landschapsarchitecten)
22
Uitsnede uit voorontwerp-bestemmingsplan Binnenstad-Zuidoost. De als [ka] gemarkeerde panden zijn als karakteristiek aangewezen.
Tevens mochten wij adviseren over het eerste bestemmingsplan dat binnen de gemeente werd geactualiseerd met inachtneming van de uitgangspunten van de Modernisering Monumentenzorg: het voorontwerp-bestemmingsplan Binnenstad Zuid-Oost. Wij spraken onze grote waardering uit voor het opnemen van de cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan, onder meer middels het opnemen van nadere eisen inzake sloop van als karakteristiek aangewezen panden. Naast deze bescherming van specifieke objecten deed de commissie de aanbeveling om om ook de cultuurhistorisch waardevolle structuren te benoemen. Hoewel de afzonderlijke gebouwen in sommige woonstraatjes soms niet allemaal een even grote waarde en uitstraling hebben, kan het kleinschalige karakter van de gehele straat immers wel een cultuurhistorische waarde hebben.
Stedenbouwkundig plan Aardhuisweg Uddel
Stedenbouwkundige ontwikkelingen Tijdens het verslagjaar zijn ook meerdere stedenbouwkundige plannen op uitgangspunten– niveau met de commissie besproken. Vaak werden de stedenbouwkundige plannen direct gecombineerd met beeldkwaliteitsrichtlijnen en/of welstandsrichtlijnen voor de bebouwing, waardoor op integrale wijze op kwaliteitsbewaking kan worden ingezet. Een belangrijk plan voor de leefbaarheid van het dorp Uddel vormt de dorpsuitbreiding aan de Aardhuisweg, zoals vastgelegd in de Uddelse structuurvisie. Een concept-stedenbouwkundig plan is ons ter advisering voorgelegd, waarbij wij onze waardering uitten voor het open houden van een groot deel van de hier gelegen enk. Het plan baseerde zich op vier stedenbouwkundige dragers: een versterking van het landschappelijk frame; een forse open weide met verbindingen naar de open enk; vier zelfstandige buurtjes en een dorpse, ‘zachte’ ontsluitingslus. In de uitwerking van het plan kwamen deze dragers echter maar zeer beperkt tot uitdrukking, waardoor het geheel wat rommelig overkwam. De commissie adviseerde om de dragers sterker in het plan tot uitdrukking te brengen.
23
Eerste versie stedenbouwkundige opzet Orden (bron: Bureau Noordzuiden)
Een andere, voor Apeldoorn belangrijke ontwikkeling betrof de herstructurering van het winkelcentrum Orden. Het omvangrijke plan ging uit van woningbouw op de Caretex- en Hobbemalokatie, het wijzigen van het bestaande winkelcentrum tot gezondheidscentrum en de bouw van een nieuw winkelcentrum met supermarkt ten zuiden hiervan. De commissie besprak eind 2011 het concept-stedenbouwkundig plan en gaf aan zeer blij te zijn dat het huidige winkelcentrum wordt aangepakt, waarmee Orden een belangrijke ruimtelijke impuls kan krijgen. Wel wezen wij op enkele stedenbouwkundige knelpunten die de daadwerkelijke realisatie van de neergelegde hoogwaardige ruimtelijke ambities in de weg staan, onder meer bij de supermarkt en de centrale open ruimte. In samenspraak met de gemeentelijke afdeling Stedenbouw zijn vervolgens begin 2012 enkele wijzigingen in het plan aangebracht, die vervolgens door de commissie werden onderschreven.
Aangepaste versie met diverse verbeteringen
24
Oorspronkelijke opzet ‘De Baar’, hoek Arnhemseweg - Ring
Vermeldenswaard is verder de herontwikkeling van de lokatie ‘De Baar’ die de oostelijke begrenzing vormt van het beschermde stadsgezicht Metaalbuurt aan de zijde van de Arnhemseweg nabij de kruising met de Ring. Enige jaren geleden zijn voor deze lokatie plannen ontwikkeld voor een appartementengebouw en –toren, die nu wegens markttechnische redenen worden herontwikkeld in de vorm van grondgebonden woningbouw. Door ons werd onder meer aandacht gevraagd voor de wat onduidelijke hoekoplossing in het plan en de overgang naar het appartementengebouw aan de Aluminiumweg. Ook adviseerden wij om het plan een sterkere architectonische ‘eigenheid’ mee te geven, die kenmerkend is voor de Metaalbuurt en het aangrenzende appartementengebouw.
Door marktomstandigheden gewijzigde opzet (bron: LKSVDD Architecten)
25
CRK en CHAC op werkbezoek in park Berg en Bos, hier bij De St@art
Een van de eerste plannen voor het entreegebied van park Berg en Bos
Beeldblok 2: Landschap/ openbare ruimte De wijk en het park Berg en Bos vormen een waardevol gebied aan de westzijde van Apeldoorn op de overgang van de stad naar de bossen van de Veluwe. Sinds enkele jaren wordt er hard gewerkt aan de restauratie en herontwikkeling van het parkbos Berg en Bos dat bestaat uit verschillende gebieden met belangrijke attracties zoals de Apenheul en het nieuwe Natuurhuis. In 2010 sprak de commissie zich al uit over de uitgangspunten van de restauratie en de herontwikkeling. Daarbij ging het vooral om het gebied rond de Bosvijver en de ingang van het parkcomplex. Tijdens een wandeling door het park in het vroege voorjaar kon de commissie kennis nemen van de flinke vorderingen die gemaakt zijn bij het herstel van het park. Hiervoor werd veel waardering uitgesproken. Zodra de nu nog jonge begroeiing wat voller is geworden, zal het romantische karakter van het park weer sterker naar voren komen. De commissie adviseerde om het parkbos een zwaar welstandsniveau te geven vanwege de aanwezige cultuurhistorische waarden. Nieuwe ontwikkelingen in het park betroffen de toekomst van de opstallen rond de entree en aan de Jubileumlaan (theehuis, restaurant, ingangspartij). Wat betreft de ingangspartij vroeg de commissie bijzondere aandacht voor de historische as die licht gekromd in een grote beweging vanuit de wijk via de Jubileumlaan het parkbos ingaat. De entreepartij vormt hierin een belangrijke schakeling. Geadviseerd is om de entree zodanig vorm te geven dat deze as zichtbaar blijft, waarbij tegelijkertijd voor bezoekers helder is dat de nieuwe route naar de Apenheul via het Natuurhuis loopt. Een belangrijke ontwikkeling nabij de ingang is het nieuwe restaurant dat ontworpen is door dhr. Vijftigschild van Maas Architecten uit Lochem. Na een pittige discussie over een eerste schetsplan, kon de commissie zeer veel waardering uitspreken voor een tweede versie van het plan dat voorziet in een horizontaal geleed, naar de omgeving open gebouw dat zich door zijn alzijdigheid zowel richt op de vijver, als op de Jubileumlaan en het nabijgelegen monumentale theehuis.
Fotomontage restaurant Berg en Bos (bron: website Maas Architecten, Lochem)
26
Analyse knelpunten in huidige openbare ruimte van de binnenstad
Verbetervoorstellen in Masterplan
Een van de speerpunten in het Apeldoornse ruimtelijk beleid vormt de opwaardering van de binnenstad, zoals onder meer is vastgelegd in het Regieplan Binnenstad. Tijdens het verslagjaar zijn voor de openbare ruimte van de binnenstad meerdere uitwerkingsplannen de revue gepasseerd, zoals het Masterplan Openbare Ruimte Binnenstad en het ontwerp Openbare Ruimte Caterplein. In het Masterplan Openbare Ruimte Binnenstad wordt onder meer uitgegaan van samenhangende inrichtingsprincipes ten aanzien van verharding, verlichting, groenstructuur, meubilair, sport & spel en fietsvoorzieningen. De nadruk ligt daarbij op een koerswijziging ten aanzien van de bestaande gele kleurstelling van de bestrating in de binnenstad, naar een rode Novoton-klinker. De commissie uitte haar grote waardering over het document, dat op logische wijze volgt op eerdere beleidsstukken en zeer veel kwaliteitsverhogende ingrepen in zich heeft die de binnenstad nodig heeft, op weg naar de beleidsmatig nagestreefde ‘8’. Dit masterplan vormde tevens de basis voor een van de eerste uitwerkingsplannen, te weten de Openbare Ruimte Caterplein. In dit functioneel zeer eenzijdige en ruimtelijk wat versleten gebied is een dergelijke opgave bijzonder complex, maar de ontwerpers Openbare Ruimte van de gemeente zijn er zeer goed in geslaagd om het gebied door een nieuwe inrichting op te waarderen. De commissie had grote waardering voor de wijze waarop deze bijzondere opgave werd aangevlogen en sprak haar vertrouwen uit voor de getoonde aanpak. Uitgebreid is daarbij stilgestaan bij de hoofdkeuzes die gemaakt werden om het plein een echt plein te maken. De suggestie werd voorts gedaan dat het mogelijk afsluiten van nieuwe contracten met de horecaondernemers een mooie aanleiding zou kunnen bieden om een stimulerend beleid te voeren om de bestaande serres aan te pakken. Deze serres hebben nu meestal een middelmatige uitstraling waarbij een opwaardering gewenst is om het plein de nagestreefde ruimtelijke kwaliteit te geven.
27
‘... de ontwerpers Openbare Ruimte van de gemeente zijn er zeer goed in geslaagd om het gebied door een nieuwe inrichting op te waarderen.’
Verbetervoorstel in ontwerp openbare ruimte Caterplein
28
Huidige situatie
Beeldblok 3: Cultuurhistorie/herbestemming Een aantal grote herbestemmings- en restauratieprojecten kwam in 2011 opnieuw in de commissie aan de orde. Steeds weer kon geconstateerd worden hoe spannend het is als waardevolle oude gebouwen nieuw leven ingeblazen wordt. Het vraagt om een open houding van opdrachtgever en architect, maar ook van de commissie. Inzet is elke keer om een resultaat te bereiken dat functioneel, economisch, cultuurhistorisch en (tegenwoordig ook) ecologisch duurzaam is. Daarbij kunnen cultuurhistorie en ecologie elkaar soms in de weg zitten, maar elkaar ook versterken. Het hergebruik van een oud gebouw is immers op zich een zeer duurzame actie. De ecologische belasting van nieuwbouw is immers veel groter. Zelfs het realiseren van dubbel glas is lang niet altijd duurzaam, hoe gek dat ook moge klinken. Als daarvoor oud glas wordt weggedaan dat nu nog functioneel is, is dat een flink verlies dat pas na decennia gecompenseerd wordt in energieverbruik, of soms helemaal niet. Bijzondere grote projecten die in 2011 opnieuw aan de orde kwamen waren Radio Kootwijk en de Willem III-kazerne. In 2011 werd er een belangrijke stap gezet in de herontwikkeling van Radio Kootwijk. Het door de gemeente zelf opgestelde Beeldkwaliteitsplan voor Radio Kootwijk werd vastgesteld door de Apeldoornse gemeenteraad. Eerder in het jaar hadden de Cultuurhistorische Adviescommissie en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit gezamenlijk over het beeldkwaliteitsplan Radio Kootwijk geadviseerd.
Streefbeeld in het beeldkwaliteitplan, met meer openheid in de groenstructuur
29
Doorsnede over gebouw 55, met hoogteverschillen (bron: Dienst Vastgoed Defensie)
De commissies waren zeer positief over het gerealiseerde product en prezen het geleverde maatwerk dat voor Radio Kootwijk zo belangrijk is. Vooral dankzij de inzet van gemeentelijke afdeling Stedenbouw en Cultuurhistorie is nu een goed document beschikbaar voor de verdere herontwikkeling van Radio Kootwijk, een uniek project in Nederland dat in de komende decennia veel voor Apeldoorn kan betekenen. Ook waren de commissies zeer positief over de samenwerking met Staatsbosbeheer. Een ander groot, meerjarig project waarvan een nieuw onderdeel ter tafel kwam, was de Willem III-kazerne. Deze wordt herbestemd als opleidingscentrum voor de marechaussee. Nadat eerder al de restauratie en herbestemming van de ingangspartij waren besproken, kwam nu gebouw 55 aan de orde samen met een belangrijke uitbreiding aan de zuidkant van het complex, waar onder andere een ondergrondse schietbaan komt. Het halfronde gebouw 55 neemt een bijzondere plaats in in de historische aanleg, omdat de overgang van het lage naar het hogere deel van het terrein in dit gebouw is opgenomen: de begane grond aan de zuidkant is de eerste verdieping aan de noordkant. Zo lopen er ook op twee plaatsen buitentrappen door het gebouw. Gebouw 55 werd vooral gebruikt als garagegebouw. De commissie adviseerde om de karakteristiek van het garagegebouw zoveel mogelijk te behouden en ook tenminste een van de twee trappen te behouden.
30
Eerste, door de buurt afgewezen voorstel met lage tussenbouw
Herzien plan dat zich minder naar achteren ontwikkelt maar wel de ruimte tussen de villa´s dichtzet
De Parken, Hotel Astra De Parken is een van de fraaiste gebieden in Apeldoorn. De 19de-eeuwse villawijk behoort ook landelijk tot de fraaiste gebieden uit deze periode. Het is daarom de moeite waard om zorgvuldig om te gaan met de wijk en zijn bebouwing. Ook veel bewoners zijn hier erg betrokken bij hun buurt. Dat bleek wel toen er in de commissie plannen voor het voormalige Hotel Astra (Bas Backerlaan 12-14) aan de orde kwamen. Het plan is om in de twee villa’s die door een tussenlid met elkaar verbonden zijn, zorgappartementen te realiseren. Hiervoor is uitbreiding van het complex nodig. Lastig punt was dat het bestemmingsplan de mogelijkheid biedt om de villa’s over de volledige hoogte met elkaar te verbinden, hetgeen op gespannen voet staat met het streefbeeld van de wijk vanuit het oogpunt van cultuurhistorie. Essentieel voor de hoofdopzet van de parken is immers dat het vooral gaat om zelfstandige villa’s in vaak ruime tuinen en een groene openbare ruimte. Aanvankelijk konden wij ons vinden in een voorstel waarbij bebouwing tussen de villa’s werd beperkt ten faveure van een uitbreiding van een van de villa’s aan de achterzijde. Deze opzet stuitte echter op grote bezwaren vanuit de buurt, waardoor uiteindelijk gekozen is voor een opzet met drielaagse bebouwing tussen de villa’s. De commissie kon zich ook hierin uiteindelijk vinden maar pleitte er wel voor om de twee villa’s hun zelfstandigheid te laten behouden door het tussenlid in architectonische zin terughoudend vorm te geven. De commissie benadrukte verder dat de nieuwe ontwikkeling de kans biedt om de oorspronkelijke villa’s op te knappen en hun historische kwaliteit terug te geven. Verder werd aandacht gevraagd voor het parkeren rondom het gebouw.
31
Oorspronkelijke situatie Witteveen Men’s Shop aan de Hoofdstraat
Cultuurhistorisch waardevolle vitrines
De historische binnenstad: Witteveen en Leienhuis De Gemeente Apeldoorn is al een aantal jaren druk doende om de kwaliteit van het centrum te verhogen. De historische bebouwing speelt daarin een belangrijke rol. Nadat eind 2010 al het plan voor het opknappen van de pui en verwijderen van de luifel bij de Albert Heijn (aan het begin van de Deventerstraat) was behandeld, kreeg de commissie in 2011 verschillende plannen aangeboden die zullen bijdragen tot belangrijke verbeteringen voor de kwaliteit van het centrum. Twee opvallende plannen waren de restauratie van het Leienhuis en de reconstructie van de winkel van Witteveen Mode. Witteveen Mode zit op een in het oog springende plaats in het winkelgebied: de hoek van de Kapelstraat en de Hoofdstraat. Het huidige pand heeft een tweeslachtig karakter: de bovenverdiepingen zijn uit het begin van de vorige eeuw, terwijl op de begane grond een grote naoorlogse inloopetalage uit 1965 domineert. Deze etalage kent vier vitrines, waarop bijzondere mozaïeken zijn aangebracht. Vanwege de vitrines met mozaïeken was het pand door de gemeente enkele jaren geleden dan ook aangemerkt als potentieel gemeentelijk monument. Witteveen Mode wilde echter af van de inloopetalage, omdat deze niet functioneerde en er overlast werd veroorzaakt. De eigenaar stelde voor om het pand weer terug te brengen in de toestand rond 1900, zodat de bovenzijde en onderzijde van het pand weer een eenheid zouden vormen. Het verdwijnen van de vitrines zou echter het verlies van een bijzonder stuk erfgoed uit de wederopbouwperiode betekenen. In overleg werd het idee opgevat om een nieuwe plaats te zoeken voor de vitrines. Het is de bedoeling dat deze in de Mariastraat zullen komen te staan bij de ingang van winkelcentrum De Oranjerie. Dankzij publiciteit over de vitrines kon ook achterhaald worden wie de kunstenaar was die ze heeft gemaakt: het gaat om Jo Pessink uit Deventer. Pessink (1928-1998) was een landelijk bekend beeldend kunstenaar die vooral in het oosten van het land werkte.
Nieuwe gevel aan de zijde van de Hoofdstraat (architectenbureau Koos van Lith, Nijmegen)
32
Het Leienhuis op de hoek van de Korenstraat en de Nieuwstraat is een bijzonder woonwinkelpand uit 1896 van de Apeldoornse architect Chris Wegerif (1859-1920). Wegerif, die de nieuwe Mariakerk bouwde, trok het Leienhuis op met sloopmateriaal van de oude Mariakerk, een mooi voorbeeld van duurzaamheid. Het Bureau voor Harmonische Architectuur maakte een plan voor aanpassing en restauratie van het pand. Daarbij werd grondig onderzocht hoe het pand in de loop der tijd veranderd is. Zo bleek dat de woonwinkelportiek in de Korenstraat van later datum is en niet tot de oorspronkelijke opzet van het pand behoort. De woningen op de verdieping die in het verleden al veranderd waren, worden gemo– derniseerd. Op de begane grond wordt een winkelruimte geschapen, op zo’n wijze dat de oude gevelindeling en het hoge plafond weer terugkomen. Bijzonder is dat tussen de balken die uitsteken over de begane grond weer glazen raampjes komen, die er vroeger ook zaten.
Het monumentale Leienhuis
33
Oorspronkelijk in 2007 vergund ontwerp
Eerste ontwerp herontwikkeling
Beeldblok 4: Bouwplannen Gedurende het verslagjaar zijn meerdere plannen voor gebouwen besproken, die sterk bepalend zijn voor het stadsbeeld. Zo is ruim aandacht besteed aan de herontwikkeling van een van de appartementengebouwen op de ROC-locatie aan de Loolaan. Ten opzichte van het enkele jaren geleden vergunde, modern vormgegeven plan is nu uit markttechnische redenen besloten om in te zetten op een meer traditionele vormgeving bij gelijkblijvende plattegronden en hoogte (7 bouwlagen). In beginsel konden wij hierin meegaan, hoewel wel kanttekeningen werden geplaatst bij de getoonde gevelcompositie. Een aangepast plan ging hierop in maar accentueerde vanwege zijn bombastische, neoclassicistische uitstraling het contrast tussen dit grootschalige gebouw en de overige panden aan de Loolaan te sterk. Na informeel afstemmingsoverleg is uiteindelijk een plan ontstaan op basis van een veranderde plattegrondopzet en met een overtuigend architectuurbeeld dat geïnspireerd is op de (asymmetrisch opgezette, gemetselde en fijnmazige) villa-architectuur van rond
Uiteindelijk goedgekeurd nieuw plan (Friso Woudstra Architecten)
34
1900 zoals deze in Apeldoorn vaak voorkomt. Wel vond de commissie het jammer dat er uiteindelijk niet voor gekozen is om het gebouw met enkele verdiepingen te verlagen, waardoor het ontwerp zich beter zou voegen in het fraaie beeld van de Loolaan. Een vanzelfsprekender in de straat passend gebouw zou immers mogelijk van positieve invloed kunnen zijn op de verkoopbaarheid van de appartementen. Een ander vermeldenswaardig plan betrof de nieuwbouw van grootschalige detailhandel aan De Voorwaarts, naast het Omnisportgebouw. Aangegeven is dat de architectonische kwaliteit van de nieuwe bebouwing het voornamelijk moet hebben van de slingerbeweging van de voorgevel. De commissie was van mening dat daarvan in de besproken plannen nog onvoldoende sprake was, waarmee het plan nog niet in overeenstemming was met de ontwerpuitgangspunten in het beeldkwaliteitsplan. Daarnaast werd geadviseerd om voor het gehele complex een totaalopzet voor de reclames te ontwerpen, waarin de reclame van de Media Markt geïntegreerd wordt.
Een halfdoorzichtige gevel met reclames bepaalt het beeld naast het Omnisportgebouw bron: FaulknerBrowns Architects, Newcastle)
35
Laatste planversie uit 2008
Verder uitgewerkt plan in 2011. Nieuw gemeentelijk beleid zet in op een sterkere scheiding tussen de bouwdelen
In 2008 adviseerden wij meermalen over een appartementengebouw op de hoek Paslaan/ Kerklaan, ter plaatse van het te slopen CWI-gebouw. Onze advisering resulteerde destijds in een ontwerp dat qua parcellering en korrelgrootte redelijk paste in het omgevingsbeeld van het rijksbeschermde stadsgezicht De Parken. Wel was er in de architectuur nog een verbeterslag nodig. Na een radiostilte van enkele jaren is in 2011 het planproces weer op– gepakt op basis van een gewijzigd programma. In de tussentijd was er voor de binnenstad (inclusief de betreffende locatie) echter nieuw ruimtelijk beleid ontwikkeld, in de vorm van het Regieplan Binnenstad, dat hoge ambities koestert ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad. De commissie moest in haar formele toetsingsrol dit nieuwe beleid meewegen en adviseerde op grond hiervan om het plan in zijn opzet geheel te heroverwegen en sterker af te stemmen op de de stedenbouwkundige structuur en karakteristiek van de fraaie, monumentale panden in deze omgeving. Tijdens het verslagjaar mochten wij tevens adviseren over de woningen in het project Ravenweg fase 2. Het betrof het plangebied aan de zuidzijde van de Ring, nadat enige tijd geleden de noordzijde was gerealiseerd in een door velen als hoogwaardig en fraai omschreven architectuur. De zuidzijde dreigde door zijn sobere verschijningsvorm onder te sneeuwen onder de uitstraling van de noordelijke bebouwingswand. Na overleg met de architect is uiteindelijk een plan ontstaan dat zijn architectonische waarde vindt in een zeer verfijnde en subtiele uitvoering en detaillering.
Ravenweg fase 2
36
‘De commissie adviseerde aanvankelijk om veel sterker aan te sluiten bij de agrarische karakteristiek.’
Beeldblok 5: Dorpen/buitengebied Nieuwbouw in het buitengebied van Klarenbeek In juni kreeg de commissie plannen voorgelegd voor het bouwen van woningen aan de Leigraaf in Klarenbeek. Op de plaats waar nu nog twee grote boerderijen staan, moeten 18 woningen komen. De bouwplannen zijn opgesteld door landschapsarchitecte Lara de Graaf van Agroplan (De Bilt) in het kader van de regeling Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). Volgens deze regeling mag maximaal de helft van de oppervlakte aan gesloopte schuren als woning worden teruggebouwd. Meestal gaat het om enkele woningen. Niet eerder was er een plan met zoveel woningen. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt bestond er groot bezwaar tegen de wijze waarop deze woningen gerealiseerd werden. Überhaupt zijn 18 woningen in het buitengebied erg veel, maar indien er wordt besloten dat een dergelijk aantal mogelijk is, dan is de wijze waarop dit in het landschap wordt ingepast van het grootste belang. Het voor dit plan uitgebracht advies door de ervenconsulente van het Gelders Genootschap bood hiervoor een goede aanzet. De uitwerking van het ontwerpprincipe werd wel meermalen in de commissie besproken. De commissie adviseerde aanvankelijk om veel sterker aan te sluiten bij de agrarische karakteristiek en te zoeken naar een manier om het niet twee standaardwoonwijkjes te laten worden. Gedacht zou kunnen worden om de woongebouwen minder strak op de erven te plaatsen en uit te gaan van grote gebouwen met een agrarische karakteristiek, waarin meerdere woningen worden ondergebracht. Tevens werd geadviseerd om het landschap tot aan de gebouwen door te laten lopen en gebruik te maken van het Apeldoorns Kookboek voor het landschap. In de uiteindelijke verkavelingsopzet werd (binnen de mogelijkheden die het forse programma bood) op een goede wijze hieraan vorm gegeven.
37
Oorspronkelijke, informele opzet in het advies van de ervenconsulente (bron: Gelders Genootschap)
Eerste, te formele uitwerking
Uiteindelijke, lossere verkaveling (bron: Agroplan)
38
‘Herbestemming van kerken is niet eenvoudig. Het zijn gebouwen die gebouwd zijn voor samenkomsten en het beste zou zijn als er een nieuwe collectieve bestemming wordt gevonden.’
Herbestemming religieuze architectuur Door een algemene afname van kerkbezoek met name bij de traditionele kerkgenoot– schappen komen er ook in de dorpen steeds meer kerken leeg te staan. Veel van deze gebouwen zijn echter bijzonder erfgoed van hoge kwaliteit. Vaak dragen ze bij aan de kwaliteit en eigenheid van het betreffende dorp. Herbestemming van kerken is niet eenvoudig. Het zijn gebouwen die gebouwd zijn voor samenkomsten en het beste zou zijn als er een nieuwe collectieve bestemming wordt gevonden. Dat is echter niet altijd mogelijk, vooral financieel is het vaak lastig. Het verbouwen van een kerk tot woningen is namelijk niet eenvoudig en betekent altijd verlies van cultuurhistorische waarden, zeker in het interieur (de grote kerkruimte verdwijnt), maar ook vaak in het exterieur (er moeten allerlei ramen en deuren bijkomen). In 2011 kreeg de commissie plannen voorgelegd voor een kerk die al geruime tijd leeg– staat: de voormalige Pniëlkerk aan de Zwolseweg in Wenum Wiesel. Kerk en kosters– woning uit 1958 van de Amersfoortse architecten vader en zoon Pothoven staan beide op de gemeentelijke monumentenlijst. In 2003 waren er al plannen voor herbestemming, maar onderzoek naar een maatschappelijke bestemming of kantoren voor de kerk bleef zonder concreet perspectief, zodat uiteindelijk toch wordt voorgesteld om woningen te realiseren. De commissie was verheugd dat er nu een plan ligt om dit complex een nieuwe toekomst te geven. Het plan is van architect Huub Thomas van het Bureau voor Harmonische Architectuur uit Brummen. Om de herbestemming mogelijk te maken worden zes extra woningen gebouwd bij de kerk. In de kerk komen zes appartementen. Samen met woningen in de bijgebouwen en de kosterswoning komen er in totaal 17 woningen op het complex. De commissie had nog wel enkele suggesties voor de uitwerking van de plannen, maar was zeer te spreken over de aanpak van de eigenaar en de architect.
Herbestemmingsplan monumentale Pniëlkerk (Bureau voor Harmonische Architectuur)
39
Het monumentale schoolgebouw aan de Loolaan
Beeldblok 6: Kleine bouwwerken Een gaashek langs de Loolaan? Tegen het eind van het jaar kreeg de commissie een adviesaanvraag voor verbouwing van de Heliconschool aan de Loolaan. Naast het realiseren van een uitbouw tegen de gang die het voorgebouw en het achtergebouw met elkaar verbindt, vroeg de school een manshoog hek aan langs de Loolaan. De commissie heeft zeker begrip voor de wens van de school om wat te doen tegen overlast en criminaliteit, maar vond het voorstel om een manshoog gazen hek te plaatsen langs de Loolaan geen goed idee. De mooiste laan van Apeldoorn heeft over het algemeen een zeer vriendelijke en open beeld met erven die met een laag hekje, haagje of soms zelfs volledig open overgaan op het openbaar groen. De commissie adviseerde negatief over de vraag of er in afwijking van het bestemmingsplan een hoog hek zou moeten kunnen komen.
40
‘... cultuurhistorie, landschap en de gebouwde omgeving bepalend voor de onderscheidende identiteit van Apeldoorn... ’
Aanbevelingen aan de raad De commissie heeft in 2011 met veel voldoening geadviseerd over plannen en ruimtelijke ontwikkelingen. Ook kijkt de commissie terug op een prettige samenwerking met de verschillende ambtelijke afdelingen, de verantwoordelijk wethouder en de gemeenteraad. De CRK wordt binnen het bestuurlijk en ambtelijk apparaat op een zeer zelfbewuste wijze ingezet als een instrument om de ruimtelijke kwaliteit in Apeldoorn te bevorderen, en wij danken u voor het in ons gestelde vertrouwen.
Wilt u meer weten? Contactpersoon: ir. G.J. Jonkhout, senior adviseur ruimtelijke kwaliteit Telefoon: 026-4421742 E-mail:
[email protected] Colofon Dit is een uitgave van het Gelders Genootschap, adviesbureau voor ruimtelijke kwaliteit
Gezien de economisch moeilijke tijden beseft de commissie dat de gemeente soms voor lastige keuzes staat, die ook hun weerslag kunnen hebben op de ruimtelijke kwaliteit. Niettemin willen we wijzen op het belang van ruimtelijke kwaliteit voor de leefbaarheid op lange termijn. Verder zijn cultuurhistorie, landschap en de gebouwde omgeving bepalend voor de onderscheidende identiteit van Apeldoorn, hetgeen onder meer zal worden vastgelegd in de nieuwe structuurvisie voor Apeldoorn. Ruimtelijke kwaliteit is daarmee op strategisch niveau een essentiële drager van de economie en een hoogwaardige leefomgeving. Daarnaast zijn er in Apeldoorn nieuwe en succesvolle stappen gezet om veel meer vanuit een inspirerende houding de burgers te verleiden om hun bijdrage te leveren aan het vormgeven van de ruimtelijke ambities die de gemeente heeft. De commissie beveelt aan om door te gaan op de ingeslagen weg door deze beleidsmatig ingezette koers te vervolgen en verder uit te bouwen.
41
Bijlage: overzicht van de in 2011 in voor– overleg besproken plannen / ontwikkelingen - BKP en BP Radio Kootwijk - Zuiderpark stedenbouwkundig en beeldkwaliteitplan - Masterplan openbare ruimte binnenstad - BKP Barnewinkel - BKP van Kampenlocatie Ugchelen - BKP Barnewinkel en gebouw Agrifirm - BKP Berg en Bos en restaurant - SO openbare ruimte Caterplein - Implementatie MoMo - Zoekrichting samengaan CRK en CHAC - Koersdocument structuurvisie - BKP en BP Beekbergen Lieren - BKP VAB Leigraaf 14-16 - BKP Berg en Bos, 2e overleg - VO voorplein Berg en Bos - Biezematen Ecofactorij II - BKP VAB Jonas 19 - BKP VAB Leigraaf 14-16 2e overleg - A1 A50 knooppunt Beekbergen - BKP van Zeistlokatie - Herontwikkeling Miggelenbergweg 20 Hoenderloo - Stedenbouwkundig plan Aardhuisweg Uddel - BKP de Voorwaarts en het Rietveld - Herontwikkeling ROC lokatie Loolaan - Herontwikkeling `t Podium - BKP Visionpark - BKP en BP Ecofactorij - Stedenbouwkundig plan Winkelcentrum Orden - Stedenbouwkundige opzet De Baar - Bekenvisies Kerschoten en Grift - Bestemmingsplan binnenstad zuid-oost - Stand van zaken binnenstad
42