Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit jaarverslag 2012
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
1
Inhoudsopgave 01 02 03 04 05 06 07 08 09
Voorwoord Samenstelling van de commissie 2012 gekwantificeerd Een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Langs de Amstel Een wandeling door het Stadshart Hoe kunnen wij u helpen? Amstelveen, Entente Florale Nieuwe versie ‘Welstandsnota Amstelveen’
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
2
01 Voorwoord Kan een jaarverslag zonder voorwoord? Natuurlijk, maar het voorwoord biedt wel de mogelijkheid aandacht te vragen voor wat niet in het verslag komt. In gangen, hallen en kamers van stadhuizen word je meestal vanaf de wanden onderworpen aan de onderzoekende blikken van de op canvas en met olieverf vereeuwigde oud-bestuurders. Ook zij deden ooit naar eer en geweten en met de mores van die tijd hun best voor de aan hen toevertrouwde stad of gemeente. Met hun indringende blik willen ze het huidige bestuur ervan doordringen om, in de korte periode die hun gegund is, gewetensvol en verstandig om te gaan met wat zij hebben nagelaten. Nu zijn de huidige bestuurders aan zet, maar ook zij zullen erflaters zijn voor degenen die na hen komen. Zo waarborgen generaties de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit in sociaal, ruimtelijk en economisch opzicht. Vanzelfsprekend past daarbij geen opportunisme, maar moet het besef van bestuurlijke verantwoordelijkheid leidend zijn. Ruimtelijke kwaliteit ontstaat en wordt bewaard door een zorgvuldige afweging van eigenbelang, collectiviteit en culturele traditie. Een verstoring daarvan door prioritering aan een van deze drie componenten kan desastreuze gevolgen hebben. Het zal een enige tijd duren, maar het opportunistisch kortstondige succes zal in het niet vallen bij de aangerichte schade op langere termijn. Als oefening de volgende imaginaire gruwelen: Een Burgerking in de Jardin Luxembourg, reclame voor de S.N.S.bank op het paleis op de Dam of een drive-in bioscoop op het Piazza Navona. Of dichterbij huis: Een overbodig KPMG-gebouw aan de A9. Jaren geleden namen Nederlandse burgers het initiatief tot waarborging van de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit en ontstonden onder andere welstandsbeleid en monumentenzorg. Ondanks dit instrumentarium staat en valt de ruimtelijk kwaliteit bij het verantwoordelijkheidsbesef van gemeentebesturen. Het besef dat duurzaam besturen tot stand komt in het vinden van de juiste balans tussen het “ik”, “wij” en de culturele traditie. Drs.C.A.Spijkers.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
3
02 Samenstelling van de commissie
De heer drs. C.A. Spijkers Mevrouw ir. H.M.T. de Wijn - Van der Meer Mevrouw ir. G. Bolt – Schellenberg Mevrouw drs. M. Statema De heer drs. J. van der Werf De heer ir. M. Schenk De heer ir. A. Pols
onafhankelijk voorzitter architect restauratie architect architectuurhistoricus architectuurhistoricus architect architect
Ambtelijke ondersteuning: De heer ir. J.R. Grupstra Mevrouw W. Paijmans MA De heer ir. D. Appelman
Jaarverslag 2012
secretaris / adviseur welstand secretaris / adviseur monumenten en archeologie stedenbouwkundig adviseur
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
4
03 2012 gekwantificeerd
adviesaanvragen: commissie
gedelegeerd
ambtelijk
totaal
vooroverleg reguliere aanvraag bijzonder verzoek reclame aanvraag
60 157 2 15
3 35
1 220
4
9
64 407 2 28
totaal
234
42
230
506
65
3
bezoekers
68
beoordelingen: commissie
gedelegeerd
ambtelijk
totaal
geen bezwaar geen bezwaar, mits bezwaar aangehouden
122 49 51 12
19 7 10 6
150 37 43
291 93 104 18
totaal
234
42
230
506
Het deel dat betrekking heeft op monumenten: commissie gemeentelijk monument rijks monument gem. beschermd dorpsgezicht rijks beschermd dorpsgezicht totaal monument geen monument totaal
gedelegeerd
10 4 1 1 16 218 234
ambtelijk 2 2 1
0 42 42
5 225 230
totaal 12 6 2 1 21 185 506
vergelijking met Welstandscommissie in voorgaande jaren: commissie aanbod aanbod aanbod aanbod aanbod
2008 2009 2010 2011 2012
Jaarverslag 2012
gedelegeerd
253 230 234 249 234
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
434 269 228 161 42
ambtelijk 230 197 314 184 230
totaal 917 696 776 594 506
5
04 Een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Op advies van de voormalige Welstandscommissie besloot het gemeentebestuur in 2011 tot het samenvoegen van de Welstands- en de Monumentencommissie. De samenvoeging was een logisch gevolg van eerder ingezette ontwikkelingen, maar had door reductie van het aantal betrokkenen en het achterwege laten van sommige werkzaamheden van de Monumentencommissie ook een aanmerkelijke besparing als gevolg. In 2012 kon de nieuwe Commissie Ruimtelijke Kwaliteit daadwerkelijk haar werkzaamheden beginnen. De voorzitter van de voormalige Welstandscommissie kreeg de integratie van beide commissies en hun werkwijzen als opdracht mee. Door een enthousiaste inzet van commissieleden en secretariaat verliep dit proces uiterst voorspoedig. Commissieleden en secretariaat maakten optimaal gebruik van elkaars deskundigheid en in samenspraak kwamen gefundeerde adviezen tot stand. Ook de voor Amstelveen zo typerende werkwijze, waarbij met de aanvrager gewerkt wordt aan een positief eindadvies kon geconsolideerd worden. De, vaak als arrogant ervaren, toetsende houding blijft hierbij achterwege en de aanvrager wordt begeleid naar een in ruimtelijk opzicht zo goed mogelijk resultaat. In Amstelveen is het voor aanvragers mogelijk wekelijks een der leden van de commissie voor consultatie te raadplegen. Keer op keer blijkt uit reacties, dat deze Amstelveense dienstverlening, maar ook de houding van de commissie als geheel gewaardeerd wordt. In 2013 zullen, onder nieuw voorzitterschap, de werkzaamheden van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit zich ook over het grondgebied van Aalsmeer uitstrekken. Gezien het voorafgaande kunnen de gemeentebesturen en aanvragers erop vertrouwen ook in 2013 voorzien te worden van goede advisering op het gebied van hun ruimtelijke kwaliteit.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
6
05 Langs de Amstel
In 2012 heeft de commissie ruimtelijke kwaliteit geadviseerd over een aantal bouwaanvragen langs de Amstel. De overwegingen en uiteindelijke adviezen hierover hebben de commissie doordrongen van de grote waarde van het gebied langs de Amstel.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
7
Inleiding De Amstel speelt een cruciale ruimtelijke rol in de beleving van de regio. De Amsteldijk biedt een boeiend panorama, met steeds wisselende vergezichten op de bebouwde en onbebouwde bochten langs de dijk.
Enerzijds bestaat er een uniek uitzicht op het aangrenzende open polderlandschap; anderzijds biedt de bebouwing een rijke doorsnede van eeuwen.
Er is meer kleinschalige woningbouw, los of aaneengesloten gebouwd, maar er zijn ook grotere huizen, boerderijcomplexen en buitenplaatsen met monumentale gebouwen op afstand van de dijk.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
8
De Amstel slingert zich door een open polderlandschap, waarin in de afgelopen decennia ook woonwijken, snelwegen en grootschalige kantoren zijn ontstaan. De ligging nabij Amsterdam leidt tot een aangroeiende druk op de schaarse en karakteristieke ruimte. Steeds vaker claimen waterberging, infrastructuur, recreatie, woningbouw en natuurontwikkeling ruimte; de tegendruk van de agrarische sector wordt tegelijkertijd minder, omdat de agrarische bedrijven stoppen of een andere koers gaan varen. Deze ontwikkeling heeft de commissie in toenemende mate ervaren. Ontstaan In het gebied ten westen van de Amstel, Nieuwer-Amstel, is Amstelveen ontstaan, als een dorp in het turfwinningsgebied. Het verkavelingspatroon, de plassen, de aanleg van dijken, bruggen en sluizen, de polders, molens en het hoogteverschil tussen bovenland en benedenland getuigen van vier eeuwen lang droogmalen van het veenmoeras. De polders zijn ingericht met boerderijen en graslanden en langs de Amstel zijn in de 17e en 18e eeuw buitenplaatsen gebouwd door welgestelde Amsterdammers, op zoek naar rust en ruimte. Ouderkerk aan de Amstel en Nes aan de Amstel zijn ontstaan op de kruisingen van de Amstel met hoger gelegen wegen. Hun historische dorpskernen en de lintbebouwing langs de wegen illustreren deze ontwikkeling. Naast de oorspronkelijke agrarische functie biedt het landschap ruimte aan recreatieve voorzieningen, de ecologische hoofdstructuur, de noodzakelijke waterstructuur en aan weidevogels. Behoud en ontwikkeling De ontstaansgeschiedenis van het gebied langs de Amstel heeft het karakteristieke beeld bepaald zoals dat nu zichtbaar is. Amstelveen bestaat uit een samenstel van een aantal bijzondere wijken, gebieden en elementen. In het huidige beeld zijn opeenvolgende ontwikkelingen en visies op stedenbouw en architectuur duidelijk zichtbaar. Juist die diversiteit aan woongebieden en landschappelijke elementen bepaalt het karakter. Welke instrumenten staan de gemeente en de commissie ruimtelijk kwaliteit ter beschikking om dat unieke karakter van het Amstelgebied in stand te houden en te versterken? Daartoe heeft Amstelveen in de afgelopen jaren een aantal planfiguren en beleidsnota’s vastgesteld: diverse bestemmingsplannen, de welstandsnota, de monumentennota, de structuurvisie Amstelveen 2025+ en het ruimtelijk kwaliteitskader. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan bepaalt het gebruik van grond en de bouwenveloppe, en de commissie ruimtelijke kwaliteit adviseert over de invulling. Het komt bij de oudere bestemmingsplannen wel voor, dat de bebouwingsenveloppe veel ruimer is dan de afmetingen, die op basis van de gebiedsgerichte welstandscriteria wenselijk zijn. Bij bouwaanvragen langs de Amstel heeft de commissie een paar keer een discrepantie geconstateerd tussen het bestemmingsplan en de welstandsnota. Karakteristiek daar is het hoogteverschil tussen de Amsteldijk en het begane grondniveau van de bebouwing die los van de dijk ligt. Als het bestemmingsplan toestaat dat de grond, waarop huis en tuin mogen worden aangelegd, mag worden opgehoogd, is de karakteristiek verdwenen. In dergelijke situaties gaat het bestemmingsplan voor de welstandsnota. Het zou daarom goed zijn als bij vernieuwing van bestemmingsplannen de bouwmogelijkheden kritisch zouden worden bezien en meer worden afgestemd op het karakter van het gebied. Onderstaande twee voorbeelden uit voorgaande jaren illustreren dat duidelijk.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
9
In 2012 zijn de welstandscommissie en de monumentencommissie samengevoegd tot de commissie ruimtelijke kwaliteit. In opdracht van het gemeentebestuur beoordeelt de commissie ruimtelijke kwaliteit of een bouwplan voldoet aan ‘redelijke eisen van welstand’ en bij objecten met een monumentale bescherming, aan de monumentenwet of de erfgoedverordening, of het ontwerp qua vormgeving wel past op de plaats waar het bedoeld is. De vraag is natuurlijk, wanneer een bouwplan voldoet aan ‘redelijke eisen van welstand’. De gemeenteraad van Amstelveen heeft de criteria vastgelegd in de welstandsnota van februari 2004 en daarop baseert de welstandscommissie haar advies. Monumentennota De monumentennota verwoordt het gemeentelijk monumentenbeleid en de daaraan gekoppelde verordeningen, bevat de gebiedsbeschrijvingen, waarin beschreven staat welke karakteristieke stedenbouwkundige en architectonische elementen beschermd moeten worden, en biedt het overzicht van de beschermde gezichten, gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten binnen de gemeente. Het totale culturele erfgoed bestaat uit gebouwde monumenten en stedenbouwkundige structuren, maar ook uit bomen, groengebieden en archeologische monumenten. De verbouwplannen of restauraties van monumenten worden getoetst aan de monumentennota, en aan de redengevende omschrijvingen. Van elk rijks- en gemeentelijk monument bestaat een beschrijving waarin de specifieke beschermenswaardige onderdelen zijn benoemd. Uit ervaring blijkt dat vaak de beschrijvingen van de gemeentelijke monumenten niet toereikend zijn voor het beoordelen van bouwplannen. De plannen zijn moeilijk te beoordelen wanneer er geen kennis van de bouwhistorische waarde en de fysieke toestand van de verschillende onderdelen is. In veel gevallen is daarom aanvullende informatie, zoals bouwhistorisch onderzoek, noodzakelijk. Welstandsnota De welstandsnota is opgezet als een gebiedsgericht beoordelingskader, om recht te doen aan cultuurhistorische overwegingen, architectonische, stedenbouwkundige of landschappelijke samenhang of bijzondere bestemmingen of ontwikkelingen. Voor ieder van de zeventien in Amstelveen onderscheiden gebieden zijn gebiedsgerichte criteria opgenomen. De algemene criteria in de nota gaan over het architectonisch vakmanschap; die liggen ten grondslag aan de adviezen en spelen vooral een rol wanneer de gebiedsgerichte criteria niet toereikend zijn. Alle criteria zijn gericht op het beheer van de huidige situatie, maar bieden ook handvatten voor nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen moeten passen in het landschap en tot een versterking van de kwaliteit of het gebruik van het landschap leiden. Voorbeelden daarvan zijn nieuwe landgoederen of buitenplaatsen, en het stimuleren van het opruimen van storende bebouwing door middel van de ‘ ruimte voor ruimte’ regeling.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
10
De gebiedsspecifieke criteria focussen op behoud van het landelijk karakter en van de openheid van het landschap, en op bouwplannen passend bij het karakter van het gebied. De bebouwing is divers; gebouwen staan aan de dijk, los of aaneengesloten, of van de dijk af in de polder, groot, of klein, solitair of in karakteristieke ensembles, en voorzien van afschermend groen. De combinatie van bebouwing langs de Amstel en openheid van de polder is uniek. Twee gebieden zijn onderscheiden, Buitengebied-noord en Buitengebied-zuid. Het Buitengebied-noord bestaat uit het bovenland langs de Amstel, ten noorden van de A9 met de Buurt over Ouderkerk, die door het rijk is aangewezen als beschermd dorpsgezicht, en uit de aangrenzende laaggelegen Middelpolder. Het bovenland ligt, als restant van het oude veenweidegebied, onder het niveau van de Amstel, doch boven polderniveau. Het is een open weidegebied met langs de Amstel agrarisch bedrijven en woningen, zowel vrijstaand als aaneengesloten, twee landgoederen, een volkstuinencomplex en een gemaal. De Middelpolder heeft een rechthoekige verkavelingsstructuur. De polder kent enerzijds een open en nauwelijks bebouwd natuur- en recreatiegebied en anderzijds de oorspronkelijke agrarische percelen met woon- en bedrijfsgebouwen, dijkwoningen en sportcomplexen.
In Buitengebied-zuid liggen langs de Amstel, ten zuiden van de A9, de gebieden Kruitmolen, WesterAmstel zuid met het Amstereiland en Nes aan de Amstel; agrarische bedrijven en lintbebouwing langs de dijken en open lager gelegen weiden, met bomen en bossages rondom woningen en boerderijen, kenmerken dit buitengebied. De agrarische bedrijven vormen hiërarchisch opgezette ensembles van gebouwen, waarbij de woningen gericht zijn op de dijk. De lintbebouwing kent een grote diversiteit en bestaat uit voormalige landarbeidershuisjes, dienstwoningen en (recente) woningen. De oorspronkelijke eenheid en karakteristiek in situering, volume, materialisering en detaillering is in de afgelopen twintig jaar aangetast door afwijkingen hiervan.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
11
Het beste buitenhuis aan de Amstel Twee plannen aan de Amsteldijk Noord zijn in 2012 met veel lof ontvangen en hebben tegelijkertijd voor veel discussie binnen de commissie gezorgd. Ze zijn met recht te zien als twee tegenpolen die beide naast elkaar kunnen bestaan aan dezelfde Amstel: een modernistische interpretatie van landelijk wonen en een klassiek buitenhuis in de letterlijke zin van het woord. Beide plannen werden, met veel discussie en beide na een aanpassingsronde, door de commissie met complimenten bestempeld als “geen bezwaar”. De hierna omschreven plannen zijn tevens een aangename afwisseling op wat eerder de regel is bij grote woonhuizen aan de Amstel: minder gedreven kopieën van klassieke landhuizen. Vaak wordt er voor gekozen, omwille van het uitzicht op de Amstel, het huis op een verhoogd basement of terp te plaatsen en bovendien worden materialen en kleurstellingen ingezet die afwijken van bekende tradities en vooral opvallen: licht metselwerk, glanzend geglazuurde dakpannen en materialen en sierlijsten die verbleken bij het origineel. Kozijnen, profileringen van dakranden en de daken zelf zijn eenvoudig en goedkoop uitgevoerd. Immers het ambacht van eeuwen geleden is, ook al zou het nog voorhanden zijn, niet meer betaalbaar. Er wordt liever gekozen voor het snelle effect: het is van grote afstand te lezen als groot landhuis en bij benaderen van het huis langs de Amstel, biedt het huis geen nieuwe inzichten of verrassingen: “what you see is what you get”.
e
Buitenplaats Oostermeer (18 eeuw) Amsteldijk Noord 36
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
Eigentijds woonhuis Amsteldijk Noord 34
12
Het eerste voorbeeld van een bouwplan voor een dubbel woonhuis aan de Amsteldijk Noord 78, een ontwerp van het bureau Woltjer Berkhout Architecten, is van een heel andere orde en heeft aanvankelijk veel discussie teweeg gebracht vanwege het voornemen het terrein achter de dijk op te hogen. Zoals in het stuk “De Amstel” hiervoor reeds is aangekaart, komt het ophogen van het bouwterrein achter de Amsteldijk sinds een aantal jaren steeds vaker voor. Omdat de keermuren en wallen die zo ontstaan nieuwe grootschalige elementen zijn die met de schaal van de kronkelende Amsteldijk concurreren, brengen deze de landelijke karakteristiek in gevaar. De gebiedsgerichte criteria in de welstandsnota omschrijven het volgende: “Indien woningen nabij de dijk zijn gesitueerd, kan sprake zijn van benutting van het karakteristieke hoogteverschil en/of een geringe verbreding van het dijkniveau; op grotere afstand is het ophogen van gronden, respectievelijk het bouwen op een terp strijdig met de landschappelijke karakteristiek en derhalve niet toegestaan”. Het bezwaar werd in de eerste behandeling in 2011 als volgt geformuleerd: “De getoonde voorbeelden van bestaande, karakteristieke oudere huizen langs de Amstel ondersteunen dit criterium; de huizen staan op maaiveld en de woonlaag op de eerste verdieping is bereikbaar via een trap. In de beoordeling op zijn de architectuur en materialisering van het plan buiten beschouwing gelaten”.
Voorgevel Het bleek dat het bestemmingsplan een dergelijke ophoging van het terrein wel degelijk toestaat en de commissie ging over tot het inhoudelijk behandelen van het ontwerp. Het dubbele woonhuis is zeer minimalistisch en met eigentijdse materialen ontworpen en stootte op veel bezwaar bij omwonenden aan de Amsteldijk. De planvorming werd met veel zorg gevolgd en de directe buren waren toehoorder bij de vergaderingen van de commissie: zij waren van mening dat het ontwerp niet paste in de landelijke karakteristiek van de Amsteldijk Noord. De commissie beoordeelde echter uiteindelijk op 19 december 2012 het plan, na een toelichting van de aanvrager, positief en gaf aan dat “het een sober en zorgvuldig ontworpen plan betreft dat een positieve bijdrage levert aan de, in de gebiedsgerichte criteria aangegeven, variatie in bouwstijlen. De commissie ziet het als een gewenste tegenbeweging voor de vaak uitbundig uitgevoerde nagemaakte buitenhuizen en boerderijen met een minder verfijnde detaillering”.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
13
Minimalistisch detail van de dakrand met verholen dakgoot in aluminium dak
Het ging hier dus om een ontwerp dat op het eerste gezicht om meerdere redenen op bezwaar stootte. Ten eerste de terreinophoging en ten tweede de modernistische architectuur en sobere detaillering. Maar in dat laatste zat juist ook de kracht. Het bleek een goed doordacht ontwerp dat met veel passie was doorontwikkeld en klopte tot in het laatste detail. En met zijn hoofdvolume met twee schuine daken kan het silhouet ook nog eens als landelijk worden gezien, al dachten omwonenden hier anders over. Ook met de materialisering van Zweeds gepotdekseld houten delen en aluminium dak gaan de huizen prima op in het landschap en detoneren niet.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
14
Het tweede voorbeeld is nadrukkelijk wel een uitbundig vormgegeven buitenhuis: landgoed “Tulpenburg”, Amsteldijk Noord 63, ontworpen door het bureau “Harmonische Architectuur Voorstonden”. Het type woonhuis is het best te omschrijven als een landgoed in de letterlijke, klassieke zin van het woord. Het verlangen van de toekomstige bewoners is niet veel anders dan dat van haar welgestelde voorgangers uit de 17e en 18e eeuw die met de bouw van buitenplaatsen het volle Amsterdam ontvluchtten en konden genieten van de unieke rust op een steenworp afstand van de stad.
Voorgevel
Het voorbeeld van Tulpenburg is een uitzondering in een stroming die onder architectuurcritici neerbuigend ook wel “historiserend bouwen” of “traditionalisme” wordt genoemd. De ontwerpers hebben hier namelijk met veel kennis en gevoel voor de kwaliteit van de voorbeelden uit het Hollands Classicisme een eigentijdse interpretatie ontworpen die slechts met veel kennis van de architectuurgeschiedenis van de klassieke voorbeelden is te onderscheiden. Tegelijkertijd wordt het huis met moderne technieken en geïndustrialiseerde productiemethodes gebouwd en herbergt het huis alle moderne gemakken. De strenge regelgeving op het gebied van isolatie, daglicht en ventilatie lijken geen invloed te hebben op de architectuur en het gebouw. Er wordt kosten noch moeite gespaard in de detaillering en materialisering: zowel de verwerking van de Bentheimer zandsteen als de oud Hollandse baksteen in vechtformaat overtuigen in vakmanschap. Bij opdrachtgever en architect bestaat een gedrevenheid hier een huis te maken dat een waardige buur kan worden in plaats van een verwijzing of ironische knipoog. Het plan is in vooroverleg behandeld in de commissie op resp. 2 november 2011 en 27 juni 2012: “Geen bezwaar - De commissie complimenteert de aanvrager met het genomen initiatief en de zorgvuldige en doordachte aanpak ervan. De commissie adviseert de, in een eerdere versie van het plan getekende, bekroning van de zandstenen entreegevel te handhaven…”…” Geen bezwaar, mits de opengewerkte bovenzijde van de zandstenen gevel van het hoofdgebouw op een wijze wordt beëindigd die recht doet aan beeldkwaliteit van de gevel en beter aansluit bij de bouwstijl van de overige gevels”.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
15
Detail houten geprofileerde dakrand met zinken kraal
Met een enkele opmerking is ook dit plan dus goedgekeurd, vooral vanwege het ambitieniveau en de zorgvuldigheid van detaillering. Dit plan zal, vanwege het teruggrijpen op oude tradities, niet de architectuurtijdschriften halen maar is wel degelijk een eigentijds buitenhuis van hoge kwaliteit. De getoonde plannen laten dus zien dat verschillende bouwstijlen mogelijk zijn binnen één gebied met dezelfde welstandscriteria. Als een plan voldoet aan de gebiedsgerichte criteria, dan komt het er vooral op aan of een ontwerp tevens getuigt van architectonisch vakmanschap en bestempeld kan worden met “het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand”. Dit lijkt een subjectief beoordelingscriterium maar een ontwerper of aanvrager kan, soms met enige discussie binnen de deskundige commissie, wel degelijk overtuigen met kennis van zaken en gedrevenheid. Voor een nieuw bouwplan is het daarom altijd aanbevelingswaardig met respect op een locatie aan de slag te gaan en zich goed te informeren bij de keuze van de architect. Het is immers altijd zo dat de keuze op een plek te gaan bouwen, en zeker als het om een historisch beladen en prachtige locatie gaat als de Amsteldijk, gepaard gaat met een fascinatie en liefde voor de plek. En komt met die liefde voor de plek niet ook de plicht de schoonheid te behouden of zelfs te versterken?
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
16
06 Een wandeling door het stadshart Sinds de opening van het Stadshart in 2009 is het plein en de (overdekte) straten daaromheen een geliefd winkelgebied geworden, niet alleen voor de Amstelveners, maar ook voor veel bezoekers uit de regio. Toch laat ook hier de crisis en het veranderend koopgedrag van de burger haar sporen na: winkelruimten wisselen in hoog tempo van huurder, kantoren bieden werkruimtes te huur aan en aan de Rembrandtweg staan enkele winkelruimtes leeg. Op een winterse dag in februari worden de overdekte passages gevuld met grote hoeveelheden winkelende en etende mensen, maar het Stadsplein blijft grotendeels leeg. Het Buitenplein tussen V&D en het Binnenhof in is een drukke, levendige overgangsruimte die ook als doorgangsroute voor fietsers dient. De straten rond het complex ogen vooral als aanvoerstraten voor goederen of voor busvervoer. De gevels aan deze straten zijn gesloten, waardoor het Stadshart overkomt als een introverte stedelijke ruimte. In de winkelhoven en langs de straten en doorsteekroutes doen de winkeleigenaren verwoede pogingen om de aandacht van de passant te trekken. Raamvullende reclames - niet alleen van de bekende winkelketens, maar ook van de eigenaar van het winkelcomplex zelf onttrekken het interieur aan het zicht en bij de toegangen tot de passages wil elke winkel op grote panelen laten zien dat hij binnen te vinden is.
In de tussen de passages liggende straatruimtes vormen stoepborden obstakels op de route en de horecaondernemers aan het plein hebben afscheidingen gemaakt rond hun terras. De extra begrenzing die zo tussen de galerijen en de openbare ruimte van zowel het Stadsplein als die rond de fonteinen is aangebracht, bevordert de gewenste levendigheid van het Stadshart niet. Nu is deze strijd tussen
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
17
individuele toe-eigening van de openbare ruimte en het algemene belang van de ruimtelijke kwaliteit van dit soort ruimtes ook in veel winkelgebieden elders in het land zichtbaar. De gemeente Amstelveen had echter verschillende middelen in stelling gebracht om het Stadshart, waarvan de kwaliteit van de herinrichting in 2006 landelijk de aandacht trok, voor verloedering te behoeden. In het afgelopen jaar kreeg de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit regelmatig plannen onder ogen voor wijzigingen van winkels in het stadshart van Amstelveen. Ze meet deze aanvragen af aan de ambities die de gemeente ten aanzien van de openbare ruimte van het Stadshart in de reclamenota heeft geformuleerd. In de welstandsnota wordt het Stadshart immers als een bijzonder welstandsgebied aangemerkt. De ruggengraat van de transformatie van wat voorheen een typisch op Amerikaanse voorbeelden gestoeld winkelgebied was en waarmee al in 1989 werd begonnen, was een ‘kralensnoer van pleinen, hoven, winkelpassages en routes.’ Door herinrichting en door toevoeging van programma moest het Stadshart een multifunctioneel centrum worden met een museum, bibliotheek, theaters, winkels en horeca. De gemeente werkte hierbij nauw samen met private partijen in het daartoe opgerichte stadshart Amstelveen Ontwikkelingsmaatschappij C.V. Het uiteindelijk stedenbouwkundige plan, gebaseerd op een uitgebreide morfologische studie van het plangebied kwam van Atelier Quadrat; een keur van architecten zorgden voor de invulling daarvan. Kees Rijnboutt werd gevraagd om de supervisie op zich te nemen. Tijdens opeenvolgende ontwerpsessies zocht de supervisor samen met de ontwerpers van de diverse gebouwen naar samenhang tussen de architectuur van de gebouwen onderling en de stedelijke ruimtes daaromheen. De commissie vroeg Rijnboutt, die indertijd optrad als gemandateerd lid van de Welstandscommissie, om de huidige ontwikkelingen eens samen met haar tegen het licht te houden van de oorspronkelijke intenties. We legden foto’s voor van het Stadshart en van uitgevoerde plannen die in het afgelopen jaar aan de commissie zijn voorgelegd. De foto’s laten afwijkingen zien van de door de gemeente geformuleerde criteria zodat bij de vroegere supervisor al gauw de vraag opkomt in hoeverre de gemeente belang hecht aan de handhaving ervan. Neem de wijziging aan de entree van speelgoedwinkel Imaginarium. Op zich had de commissie daar geen bezwaar tegen, omdat de grote en kleine blauwe toegangpoorten een speelse verwijzing zijn naar grote en kleine bezoekers. Wat de commissie echter niet te zien kreeg was de raamvullende decoratie die naast de entreepoorten werd aangebracht en de interactie tussen de winkel en het plein wegneemt.
Speelgoedwinkel Imaginarium
Galerij 159
In de welstandscriteria wordt veel aandacht gevraagd voor transparantie van de winkelpuien, om de levendigheid van de openbare ruimte te vergroten. Om die reden had de commissie bij de herindeling van de winkelruimte aan de Galerij, een toevoerstraat van het Stadshart, geadviseerd om de puien te voorzien van helder glas en bij de inrichting van de winkels met de wisselwerking tussen binnen en buitenruimte rekening te houden. Voor wat de terrasafscheidingen betreft wordt in het document van 1998 gesteld dat afscherming niet tot de mogelijkheden behoort, terwijl deze nu langs de gehele noordelijke wand van het Stadsplein te vinden zijn. Overigens zijn afwijkingen van de oorspronkelijke vormgeving natuurlijk altijd
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
18
mogelijk, voor zover dat geen al te grote impact heeft op de samenhang tussen de architectuur en de openbare ruimte. In het geval van de reclametoevoegingen aan het Buitenplein dat in 2006 ontworpen is door Jeanne Dekkers, vroeg de commissie deze tot een minimum te beperken. Wel stelde zij vraagtekens bij het plaatsen van fel gekleurde speeltoestellen hetgeen volgens haar afbreuk doet aan de door de architect gezochte eenheid in vormgeving.
Buitenplein Meer in overeenstemming met de sfeer van het Stadshart is de aanpassing van het Congrescentrum aan het Sandbergplein voor de vestiging van de voedingswarenwinkel de Marqt. De ontwerpers wilden deze dichter bij het Stadsplein plaatsen zodat de ingang meer in het zicht van het passerend publiek komt te liggen. De commissie vroeg hen deze ingang dan ook wel meer als een hoofdingang vorm te geven en niet als een achterdeur zoals zij aanvankelijk van plan waren. Zij kwamen daarop met een zeer bevredigend ontwerp. De schuine lijn in de gevel die duidelijk verwijst naar de vlucht van de toeschouwerstoelen kon niet worden recht getrokken vanwege de constructie die achter de gevel verborgen ligt. Een belangrijke opgave voor de toekomst zal zijn om het introverte karakter van het winkelgebied open te breken. Een poging daartoe wordt gedaan door de veranderingen aan de toegang bij Binnenhof 15 waartoe een uitbreiding van de gevel behoort en een transformatie van het Japanse restaurant dat nu nog een onlosmakelijk geheel vormt met een transformatorgebouw. De aanvrager probeerde deze aanpassing eerst nog vorm te geven door het aanbrengen van een getrapte gevellijn en het aanleggen van een verhoogd terras op de installatiekelder. Een programma voor het terras ontbrak waardoor het gemakkelijk als hangplek zou kunnen dienen. Het terras verdween daarop uit het ontwerp. Uiteindelijk wordt de gevel ter plaatse van de nooduitgang gelijk getrokken met het vlak van de nooduitgangspui. Voor de gang die vanuit het interieur ontstaat is een lichtopening in het dakvlak opgenomen, zodat een goede overgang van binnen naar buiten ontstaat. Naar aanleiding van de foto’s merkte Rijnboutt op dat bij het dichtplakken van ramen en verrommeling van de openbare ruimte moeilijk te achterhalen is, in hoeverre dat clandestien gebeurt of in overeenstemming met een vergunning. In veel gemeentes, vertelt Rijnboutt, ‘lijkt het er soms op of de gedachte leeft dat als je nou maar Time Square kan worden of een Piccadilly Circus het dan goed met je gaat. Dat levert zoveel visuele herrie op alsof je Mozart, Boccarini en Shostakovich door elkaar hoort en dus eigenlijk niets hoort’. Een stad als Zutphen noemt hij als voorbeeld waar wel een duidelijk handhavingsbeleid wordt gevoerd. Een groot voordeel van zijn langdurige betrokkenheid bij de ontwikkeling van het Stadshart en van de goede samenwerking met de gemeente met weinig personele wisselingen, noemt Rijnboutt dat het dan ook mogelijk is om over een lange periode de kwaliteit van de openbare ruimte in het oog te houden. Zo kon hij onder meer, gesteund door de gemeente, voorkomen dat een belangrijke speler als de McDonalds afzag van het prominent plaatsen van zijn beeldmerk in het Stadshart. De voormalige supervisor begrijpt dat het Stadsplein vaak als te kaal en te leeg ervaren wordt en dat er een verbinding ontbreekt tussen het
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
19
Binnenhof en de Bijenkorf, zoals in de Visie Stadshart Amstelveen 2025 wordt gesteld. Voor dat laatste probleem had het ontwerpteam indertijd wel oplossingen aangereikt. Het als kaal en ongezellig ervaren Stadsplein heeft deels te maken met de aanwezigheid van de markt en de moeilijkheid om, als gevolg van de daaronder liggende parkeergarage, veel bomen op het plein te planten. Al zouden de aanwezige platanen wel minder kort gehouden kunnen worden. Evenals de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, was hij niet op de hoogte van de van november 2012 daterende visie en ook niet van de nota Verlevendiging Stadsplein Amstelveen uit juli 2012. Aan het eind van het gesprek vraagt de commissie Rijnboutt naar aanbevelingen voor een goed beheer van de ruimtelijke kwaliteit van het Stadshart. Hij geeft er drie: 1. Zorg ervoor dat er afspraken zijn voor een langere periode 2. Verlevendiging van het Stadsplein is heel goed denkbaar, maar bedenk goed met welke middelen je dat wil doen. Een goed plan is een belangrijke voorwaarde. 3. Houd vol wat je afspreekt, over de grens van bestuurscolleges heen. Hij acht het goed denkbaar dat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, nu de taak van de supervisor er al heel lang op zit, het juiste orgaan is om het ‘geheugen’ van het Stadshart te beheren. Door de langzame verschuivingen in de zittingsperioden van de commissieleden, blijft de kennis over de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte steeds aanwezig. De voortdurende wijzigingen aan winkelpuien, terrasafscheidingen en pleininrichtingen kunnen dan steeds door een onafhankelijk orgaan tegen de achtergrond van de oorspronkelijke doelstellingen beoordeeld worden. ‘Want als je dit allemaal doet’, en dan wijst Rijnboutt naar de vele schermen die rond de terrassen staan, ‘als het nieuw is dan lijkt het nog wat, maar na vijf jaar is het een verloederde zooi.’ Bron: Interview met Prof. Ir. Kees Rijnboutt, 27 februari 2013
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
20
07 Hoe kunnen wij u helpen? Maak monumenten zichtbaar Twee leden van de voormalige monumentencommissie hebben dit jaar zitting genomen in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Reeds eerder, in het voorgaande jaar, hebben zij een aantal vergaderingen van de voormalige Welstandscommissie bijgewoond om de welstandsvisie en de visie vanuit de monumentencommissie te combineren en te komen tot een integraal advies. In de nieuwe samenstelling beoordelen alle leden van de nieuwe commissie de plannen voor zowel monumenten als nietmonumenten. Dit wordt vooral positief ervaren bij plannen die op het raakvlak liggen van monumenten en niet-monumenten. Zo zijn verschillende aanvragen ter tafel gekomen met betrekking tot de bebouwing langs de Amstel, een van Amstelveens meest bijzondere plekken. De specifieke problemen en kwesties van dit gebied worden elders in dit jaarverslag besproken. Het aantal adviesaanvragen voor monumenten is vele malen kleiner dan het aantal adviesaanvragen voor niet-monumenten. Opvallend is dat het merendeel van de adviesaanvragen voor niet-monumenten in één keer wordt goedgekeurd en dat dit niet het geval is bij adviesaanvragen voor monumenten. Waar ligt dit aan? De regelgeving is complexer Indien de (toekomstige) eigenaar van een niet-monument zijn eigendom wil wijzigen, zijn de welstandscriteria eenvoudig op te zoeken in de Welstandsnota. Deze nota is op de website van de gemeente Amstelveen te vinden. Nog niet iedereen is hiermee bekend, maar velen wel en zeker de architecten. Hiermee is een aanvrager al flink op weg geholpen. Bij een monument, of dit nu een rijks- of een gemeentelijk monument is, of een bouwwerk dat binnen een rijks- of gemeentelijk beschermd dorpsgezicht valt, ligt dit complexer. Er bestaat weliswaar een monumentennota met een gebiedsbeschrijving per buurt en een overzicht van de monumenten, maar in deze nota zijn geen criteria opgenomen van wat mag met een monument en wat niet. Elk monument is immers anders : hiervoor zijn geen algemene regels op te stellen. Elk monument wordt in zijn specifieke context en fysieke toestand bekeken. Ook de welstandsnota en ook het bestemmingsplan geven geen regels aan voor de omgang met een monument. In Buurt over Ouderkerk wordt bijvoorbeeld wel genoemd dat dit een door het Rijk aangewezen beschermd dorpsgezicht is met een groot aantal monumenten, waaronder 15 rijksmonumenten, 1 provinciaal monument en 15 gemeentelijke monumenten, maar nergens wordt een handreiking gedaan hoe om te gaan met deze bijzondere panden.
Buurt over Ouderkerk, een Rijksbeschermd dorpsgezicht
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
21
Bescherming door het Rijk Voor rijksmonumenten geldt een landelijke regeling, die via het internet op te vragen is bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De informatie over wat vergunningsvrij is en voor welke activiteiten aan rijksmonumenten en door het Rijk beschermde stads- of dorpsgezichten wel een vergunning nodig is, is bedoeld voor professionals, maar is heel leesbaar geschreven voor niet-professionals. Bescherming door de Gemeente Voor gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermde dorpsgezichten in Amstelveen bestaat dergelijke schriftelijke informatie niet. In de Monumentennota en de Erfgoedverordening van de gemeente Amstelveen is de regelgeving voor gemeentelijke monumenten opgenomen, maar praktische informatie ontbreekt. Het rek met folders in de bezoekersruimte van het stadskantoor kan worden geraadpleegd, maar ook hier wordt men niet wijzer. Op de voorzijde van de gemeentegids staat een afbeelding van een prachtig Rijksmonument, de buitenplaats Wester-Amstel, maar bij lezing volgt een teleurstelling. Niets over monumenten. Ook de folder Facts & Figures van Amstelveen levert geen informatie op over het Cultureel Erfgoed van de gemeente.
Gemeentegids 2012 Hoe kunnen wij u helpen ? Dit is de centrale vraag op de website van de gemeente. Archeologische monumenten zijn er niet in Amstelveen, maar de term ‘graafwerkzaamheden’ leidt naar de archeologische verwachtingskaart met een toelichting, waarin duidelijk staat wanneer er archeologisch onderzoek wordt verlangd. Onder “Archeologisch Onderzoek” worden de verschillende soorten onderzoek uitgelegd, met verwijzingen naar meer informatie. Helder en duidelijk. Het intikken van de zoektermen ‘monumentenvergunning’ of ‘omgevingsvergunning’ levert echter niet veel informatie op. Dan de zoekterm ‘monument’. Bovenaan verschijnt “Subsidie voor gemeentelijke monumenten”. Er is een subsidiemogelijkheid voor onderhoud en restauratie van beschermingswaardige onderdelen van gemeentelijke monumenten. In 2012 is tien keer subsidie verleend aan monumenteneigenaars. Verder verschijnen lijsten van verschillende soorten monumenten en beschermde gezichten en een bijzonder formulier ten behoeve van het aanvragen van een gedenkteken op Zorgvlied. Termen als ‘Commissie Ruimtelijke Kwaliteit’ en ‘Erfgoedverordening’ leveren op dit gebied weinig meer op. Helder is dat de gemeente de ruimtelijke kwaliteit en ook cultuurhistorie van Amstelveen van belang vindt, maar de te volgen route voor een (toekomstige) monumenteneigenaar met bouwplannen blijft onduidelijk. *
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
22
Zoekresultaten ‘monument’ website Amstelveen Hoe kan het beter ? De (toekomstige) eigenaar van een monument met verbouwingsplannen - met nadruk op plannen - zou zich het best kunnen wenden tot de adviseur monumenten, cultuurlandschap, cultuurhistorie en archeologie, werkzaam op de afdeling Ruimtelijke Ordening en Vergunningen van de gemeente Amstelveen. Dit gebeurt soms, maar niet altijd en het gebeurt dat de aanvrager afgaat op informatie verstrekt door de verkopende makelaar van het betreffende pand. Helaas is deze informatie vaak onvoldoende of soms zelfs tegenstrijdig aan de regels. Dit leidt ertoe dat in de vergadering van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit de aanvragers die zo enthousiast aan hun plan zijn begonnen, moeten worden teleurgesteld. Soms is het moeilijk om de redengevende beschrijving op de juiste wijze te interpreteren. De adviseur die op de hoogte is van de regelgeving, kan hierover praktische informatie verstrekken. Voordat hoge kosten aan het professioneel uitwerken van de (ver)bouwplannen worden gespendeerd, kan bij de commissie een vooroverleg worden aangevraagd. Juist bij monumenten, waar de regelgeving en de beoordeling van bouwplannen minder transparant is dan bij reguliere aanvragen, is dit van belang. In de redengevende beschrijving van het monument die ook bij de adviseur kan worden opgevraagd, worden de beoordelingscriteria aangegeven, evenals de beschermingswaardige onderdelen. De mate waarin beschermde monumenten kunnen worden aangepast is niet altijd even helder. Van belang is dat de juiste informatie op tafel komt. De (restauratie)architect zou zelf archiefonderzoek moeten doen. Daarnaast kan de gemeente vragen om een bouwhistorisch onderzoek. In een bouwhistorisch onderzoek – uit te voeren door een specialist – wordt de monumentale waarde per onderdeel vastgelegd. Voor een uitgebreide restauratie of verbouwing is een dergelijk onderzoek vaak noodzakelijk, evenals een onderzoek naar de bouwtechnische staat van het bouwwerk. De kosten voor een bouwhistorisch onderzoek komen onder bepaalde voorwaarden voor subsidie in aanmerking. Daarnaast zou een folder specifiek gericht op de monumenten in de Gemeente Amstelveen en hoe met deze monumenten om te gaan, een goede oplossing zijn van het probleem. Ook zou de website van de gemeente meer informatie kunnen bieden over de praktische gang van zaken en kunnen verwijzen naar de folder.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
23
Vaak voorkomende vragen Voorbeelden van vaak voorkomende vragen die op de website of in een folder opgenomen zouden kunnen worden: Als ik mijn monument wil aanpassen, heb ik dan altijd een vergunning nodig? Antwoord: In principe is een omgevingsvergunning (voor het onderdeel monument) nodig voor alle werkzaamheden. Voor onderhoudswerkzaamheden waarbij het uiterlijk aanzien niet wijzigt is dit niet nodig. Denk daarbij bijvoorbeeld aan schilderwerkzaamheden in dezelfde kleur, het vervangen van een deel van de dakpannen door dezelfde pan of kleinschalig houtrotherstel. Raadpleeg hiervoor de adviseur monumenten, cultuurlandschap, cultuurhistorie en archeologie, werkzaam op de afdeling Ruimtelijke ordening en Vergunningen van de gemeente. Mijn pand kan toch geen monument meer kan zijn, het is in de loop der tijd verschillende keren aangepast? Antwoord: Aanpassingen en verbouwingen doen niet altijd afbreuk aan een gebouw. Een bouwwerk is een gebruiksvoorwerk en zal een of meerdere keren aan de huidige tijd zijn aangepast. Bovendien zijn wijzigingen onderdeel van de gebruikersgeschiedenis van een pand of stedenbouwkundig geheel en dragen daarmee bij aan de cultuurhistorische waarde. De waardering in de monumentenbeschrijving is tot stand gekomen op basis van de bestaande toestand – niet op basis van de oorspronkelijke toestand.
Heemraadschapslaan 25, gemeentelijk monument: aanvraag uitbreiding De bescherming geldt toch alleen voor het exterieur en niet voor het interieur? Het interieur is immers niet beschreven. Antwoord: Met de aanwijzing als gemeentelijk monument wordt het gehele bouwwerk (hoofd- en aanbouwen, binnen- en buitenkant) een beschermd monument, tenzij expliciet anders is aangegeven in de monumentenbeschrijving. Losstaande bijgebouwen zijn alleen beschermd als ze in de beschrijving worden genoemd. Als mijn pand monument is of wordt, moet ik het dan terugbrengen in de originele staat? Antwoord: Nee, dat hoeft niet. De waardering is tot stand gekomen op basis van de historische elementen die nog aanwezig zijn; niet op basis van de oorspronkelijke toestand.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
24
Mag ik nog wel wat aanpassen als mijn pand monument is? Antwoord: Als een object of complex een beschermd gemeentelijk monument is, dan betekent dat niet dat er niets meer mag veranderen. Monumenten zijn bijna altijd meerdere malen gewijzigd, om ervoor te zorgen dat het pand aan de moderne eisen en wensen voldoet. Om te voorkomen dat er daarbij monumentale waarden verloren gaan, worden bouwplannen voor monumenten extra getoetst.
Boerderij Amsteldijk Zuid 81, gemeentelijk monument: aanvraag renovatie en verbouwing Kan ik subsidie krijgen voor de verbouwing van mijn pand ? Antwoord: Er is een mogelijkheid voor het verkrijgen van subsidie voor de onderhoud- en restauratiewerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten. Voor inlichtingen hierover kunt u contact opnemen met bovengenoemde adviseur van de gemeente. Voor rijksmonumenten kunt u een laagrentende lening aanvragen bij het Restauratiefonds. Voor niet-woonhuizen kunt u subsidie aanvragen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Wat zijn de monumentale waarden van mijn pand en wat zijn de consequenties voor verbouwingen ? Antwoord: Voor elk gemeentelijk en rijksmonument is een zogeheten ‘redengevende beschrijving’ opgesteld. Hierin worden onder andere de beschermingswaardige onderdelen genoemd. Neem hiervoor contact op met bovengenoemde adviseur. Monumenteneigenaren zouden met deze informatie zeker zijn geholpen. Monumenten vertegenwoordigen niet alleen een beperking, maar ook belangrijke waarden in onze omgeving, ze kunnen een verrijking van het stadsbeeld en de landelijke omgeving zijn. Maak naast de regelgeving ook de waarden van monumenten zichtbaar! * Tekst uit Ruimtelijk Kwaliteitskader, p.12: “Amstelveen is trots op haar erfgoed en cultuurhistorie en zet dit in ter verrijking van haar ruimtelijke kwaliteiten het uitdragen van haar identiteit. Monumentale en beeldbepalende panden en straatwanden, historische structuren, parken, bruggen en waterwerken markeren het stadsbeeld en fungeren veelal als oriëntatiepunten. De typerende bouwstijl, constructiewijze en materiaalgebruik, de afleesbaarheid van de (voormalige) functie en afstemming met de (groene) omgeving, zorgen voor een boeiende en prettige leefomgeving waarbij de historie voelbaar en zichtbaar is. Vaak is sprake van een esthetische meerwaarde door de aanwezige bebouwing en hun groepering, hoogte- en straathoekaccenten, de aanwezige zichtlijnen en/of contrastwerking.”
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
25
De aanbevelingen in het jaarverslag 2011 van de Monumentencommissie blijven geldig: 1 De Gemeente Amstelveen wil zoveel mogelijk de ruimtelijke kwaliteit behouden en versterken waar het kan. De aandacht die binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader aan cultuurhistorische waarden wordt gegeven stellen wij zeer op prijs. De commissie zou echter een stap verder willen gaan. Een Cultuurhistorische Waarderingskaart, waar alle bebouwing - niet alleen monumenten - en (groen)structuren worden gewaardeerd op zowel architectonische als stedenbouwkundige kwaliteiten, zal een waardevolle aanvulling zijn op de kaarten binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader. Een koppeling van een dergelijke kaart aan het welstands- en monumentenbeleid leidt tot een eenduidig toetsingskader dat helderheid schept voor de bewoners en gebruikers van Amstelveen. Bovendien kunnen de onderkende waarden niet alleen als een onderlegger dienen, maar zelfs een inspiratiebron zijn voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. 2 Een periode waarin de relatie tussen bebouwing en stedenbouw onmiskenbaar is, is de Wederopbouwperiode. Wij zouden graag zien dat objecten en structuren uit deze periode door de Gemeente worden geïnventariseerd en dat de waardevolle elementen een passende bescherming krijgen. 3 Maak monumenten meer zichtbaar voor de bevolking van Amstelveen. Stel een brochure samen en geef het belang van cultuurhistorie aan. Een soortgelijke brochure bestaat reeds over de heemparken. Leg uit wat het betekent om eigenaar van een gemeentelijk of rijksmonument te zijn en hoe een burger moet handelen bij een eventuele aankoop en verbouwing/restauratie van een monument. Vertel ook iets over de subsidiemogelijkheden. Voeg een overzichtskaartje toe met daarop aangegeven de plaats van de monumenten.
Uitstroomgoot Hollandsedijk, rijksmonument: aanvraag aanpassing ten behoeve van modernisering van het gemaal
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
26
08 Amstelveen, Entente Florale Hoe zie je nou dat je, vanuit Amsterdam komende, in Amstelveen aangekomen bent? Dat was de vraag die in een gesprek tussen wat Amsterdammers en ondergetekende, een Amstelvener, op tafel kwam. Het antwoord, van een Amsterdammer overigens, was scherp: wanneer je door Amsterdam reist wordt de stedelijke ruimte gedefinieerd door gebouwen; in Amstelveen is dat het groen. En dat is waar. Wie regelmatig via de Beneluxbaan van de ene gemeente naar de andere reist, kan die overgang scherp ervaren. Zodra je, vanuit Amsterdam komende, de Kalfjeslaan voorbij bent verdwijnt de stad achter een dikke haag groen.
Groen is Amstelveen's trots. Al vanaf de jaren twintig en dertig is groen de ruimtelijke drager van het ontwerp van de wijken. Deze traditie van ruim bemeten groen in de woonomgeving heeft door de jaren heen stand gehouden en vormt, nu nog, de basis van de meer recentelijk ontwikkelde uitleglocaties. In 2005 won Amstelveen de tweede plek in de Entente Florale, de landelijke verkiezing van de groenste stad 1 van Nederland.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
27
Het structuurplan Groen voor Amstelveen definieert twee schalen voor het groen in de stad. Bovenwijks groen betreft de onderdelen van de groenstructuur die een hoofdrol spelen in de structuur van het stedelijk gebied en beeldbepalend zijn voor de stad Amstelveen. Bovenwijks groen bestaat uit de groene linten die de stad dooraderen en de afzonderlijke wijken met elkaar verbinden, zoals bijvoorbeeld die Beneluxbaan. Het Bovenwijks groen vormt het groene casco voor de stedelijke gebieden in Amstelveen.
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
28
Het tweede schaalniveau is de groenstructuur die beeldbepalend is voor het groene karakter van de wijken, het groen in de woonstraten dat vaak bestaat uit voortuinen of middenbermen van brede singels en straten. Deze twee niveaus spelen een verschillende rol in de beleving en ervaring van de stad. Het bovenwijks groen is de ruimte van de beweging, onderdeel van de reis. De Space of Flows, om met de Castelaanse stadsocioloog Castells te spreken. Het wijkgroen is het groen van de bestemming, de verblijfsomgeving. Space of Place zou Castells deze ruimte noemen. De Space of Flows, de hoofdgroenstructuur, geeft Amstelveen het groene aanzicht, vormt het decor van de reis door de gemeente en is daarmee het visitekaartje van de stad. De groene woonkwaliteit wordt voor een groot deel gevormd door de Space of Place. Amstelveen zou best wel eens de gemeente kunnen zijn met de hoogste dichtheid aan voortuintjes. En wie zich denkt te moeten verdedigen voor de keuze om Amstelveen als woonplaats te kiezen, motiveert die keuze vrijwel altijd met de kwaliteit van het lommerrijke, ontspannen groene karakter. Ik zelf niet anders. En toch wringt het af en toe. In hetzelfde gesprek kwamen we op Uilenstede, de grootste studentencampus van Nederland met ruim 4.500 studenten om een krappe vierkante kilometer. In Amstelveen. Waar dan? Ja, daar bij de Beneluxbaan, halte Uilenstede; zou toch duidelijk moeten zijn. Maar de argeloze reiziger op Metrolijn 51 ervaart de aanwezigheid van de Campus hoogstens in de hoge dichtheid aan studentikoze reizigers die bij deze halte de metro betreden of verlaten. Vanaf de Beneluxbaan is verder weinig aan die campus te beleven. De stad laat zich op de hoofdroute's weinig zien. En zo passeer je wel meer van Amstelveen via die Beneluxbaan zonder er erg in te hebben. De groene zoom voert je comfortabel door de stad, verhoogt je snelheid argeloos tot zo'n 70 kilometer en voor je weet zit je in Aalsmeer. Groen is mooi, groen is fijn, groen is groen. Nog nooit iemand ontmoet die tegen groen is. Maar Amstelveen is wel meer dan wonen in het groen. Met de rug die de stad naar de passant laat zien doet Amstelveen zichzelf te kort. Het groene casco is een onmiskenbare kwaliteit en een krachtige drager van mooie wijken. Maar het zou nog mooier zijn wanneer er iets van de diversiteit van de wijken en gebieden in dat groene casco af zou stralen. Zou zo'n Campus Uilenstede niet een karakteristieke ambassadeur in de groene zoom van de Beneluxbaan moeten hebben, om daarmee net iets meer aanwezig te zijn dan in de naamgeving van de metrohalte? Zou het niet fraai zijn wanneer je bij het passeren van het Stadshart een klein maar krachtig signaal zou krijgen van de stedelijke dynamiek die zo nabij is? Zouden de sportvelden niet een teken moeten geven in de berm van de Beneluxbaan, daar waar de Beneluxbaan de bocht om gaat? In de groennota wordt de Beneluxbaan aangegeven als selectieve transformatiezone. Selectief, aangezien de beoogde veranderingen zullen plaatsvinden met oog voor bestaande groene waarden. Dat schept ruimte voor ambassadeurs in het groen die het verhaal van de stad verrijken en stedelijke variëteit van de gemeente zichtbaar maken. Het groen als drager, met ruimte voor identiteit van wat zich daar achter bevindt. Amstelveen, Entente Florale.
1
Ruimte voor Groen, groen structuurplan Amstelveen 2008 - 2018
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
29
09 Nieuwe versie ‘Welstandsnota Amstelveen’ Met de inwerkingtreding van de Wet algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) in 2010 en met het samenvoegen van de Welstandscommissie en de Monumentencommissie tot de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit in 2012, is de noodzaak ontstaan de bestaande Welstandsnota uit 2004 hierop aan te passen. Het al eerder genomen initiatief tot het publieksvriendelijker maken van de nota heeft hiermee de impuls gekregen die geleid heeft tot de presentatie van de nieuwe versie van de nota in oktober 2012. Naast een tekstuele actualisatie is de vormgeving van de nota opgefrist en afgestemd op de gemeentelijke standaard. De nota is rijkelijk voorzien van speciaal voor dit doel gemaakte foto’s van alle deelgebieden van de gemeente, waardoor de verschillende karakteristieken van Amstelveen eenvoudig te herkennen zijn. Formeel is de inhoud van de nota niet gewijzigd, waardoor het opnieuw vaststellen door de gemeenteraad niet is vereist. De nota bevat een algemeen deel ‘Welstand in Amstelveen’, waarin verschillende aspecten van welstand in Amstelveen uiteen worden gezet. Het deel ‘Deelgebieden’ geeft een korte beschrijving van de 17 verschillende deelgebieden, aangevuld met de ambitie en specifieke criteria voor het betreffende gebied. Het deel ‘Standaardingrepen’ biedt loketcriteria voor negen veel voorkomende kleine bouwplannen. De samenstellers van de nieuwe nota hopen dat deze antwoord geeft op alle vragen op het gebied van het welstandsbeleid in de gemeente en dat de nota de aanvragers zal inspireren en verleiden tot het indienen van bouwplannen die een positieve bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van Amstelveen. De nota is te raadplegen via www.amstelveen.nl
Jaarverslag 2012
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amstelveen
30