Jaarverslag 2013 GVV Deventer Ziekenhuis
2
Inhoud Voorwoord Medewerkers GVV Gynaecologen van het Deventer Ziekenhuis Profiel Vakgroep Opleiding Research Algemene informatie kliniek en polikliniek Gynaecologie Oncologische gynaecologie Verloskunde Perinatale sterfte Voortplantingsgeneeskunde Complicaties
3
Gynaecologie, Verloskunde en Voortplantingsgeneeskunde Vakgroep GVV Deventer Ziekenhuis Jaarverslag 2013 Geachte lezer,
De afgelopen 25 jaar werd het jaarverslag altijd tot in de details op schrift uitgewerkt door collega van der Leeuw. Een enorme inspanning met een prachtig resultaat. Wij willen collega van der Leeuw danken voor haar onvoorwaardelijke inzet, energie en presentatie van deze jaarverslagen. De vakgroep heeft ervoor gekozen om over te gaan op een beknoptere versie van het jaarverslag in een digitale uitvoering. Een jaarverslag kan niet gemaakt worden zonder betrokken zorgverleners die naast veel inzet in de dagelijkse zorg voor de patiënten, ook diverse bijdragen leveren aan het jaarverslag, in het bijzonder Yvonne en Jolanda van het secretariaat. Veel dank! Wij wensen U veel leesplezier.
4
Medewerkers GVV Vakgroep gynaecologen Mevr. dr. A. (Annechien) Bouman Mevr. M.A. (Monique) Huisman Mevr. L. (Loes) van der Leeuw-Harmsen dr. P.J.Q. (Paul) van der Linden J.M. (Jaap) Schierbeek dr. R.H. (Rob) Stigter Mevr. L.F. (Lucet) van der Voet Mevr. A.E. (Annemarie) Weis-Potters Dr. J.J. (Joost) Zwart Hoofd cluster Man, Vrouw, Kind Mevr. J. (Jeanine) Kamp Operationeel Manager Mevr. H.A.G. (Riki) Brinkerink-Kromdijk Mevr. B. (Bertine) Rotteveel-Mansveld Secretariaat GVV Mevr. E. (Eva) Beltman Mevr. M. (Marian) Jansen-Kutschruiter Mevr. Y (Yvonne) de Roos Mevr. C. (Claudia) Kappert Mevr. J. (Joke) van het Erve Mevr. R. (Ruth) Ismaïl-Tilman Verpleegkundigen Voortplantingsgeneeskunde Mevr. C.J.W. (Chantal) de Croon Mevr. Y. (Yvonne) Heerink Mevr. R. (Rosemarie) Hendriks Bekkenfysiotherapeut Mevr. M.T.F. (Marijke) Tijhuis Verpleegkundige Urogynaecologie Mevr. J. (Jopie) Andrea-Donker Research nurse Mevr. M.J. (Maria) Marang Assistent-geneeskundigen in opleiding Mevr. S.B.M. (Sietske) Gaykema per 15-09-2013 Mevr. E.J. (Eefje) Oude Lohuis per 01-04-2013 Mevr. T.K. (Tineke) Schukken per 01-04-2013 Mevr. A. (Annemarie) van der Steen per 01-01-2013 Mevr. E. (Eva) Stekkinger tot 12-11-2013 Mevr. I.A.M. (Ilse) Kreuwel tot 15-09-2013 Mevr. J.L. Bolt (Jannemieke) Bolt tot 23-02-2013
Arts assistenten niet in opleiding Mevr. L. (Linde) van Genugten tot 01-01-2014 Klinisch verloskundigen Mevr. M. (Merel) Duin Mevr. A.S. (Alice) van Es-van Beek Mevr. E. (Els) Kruit Mevr. C.S. (Carin) Schuite Mevr. M. (Martine) Wagemans Mevr. E. (Esther) Wesselink Polikliniekassistenten Mevr. B. (Brigitte) van Bommel Mevr. M.L. (Margriet) Broekhuijsen-Meenhorst Mevr. L. (Lisa) van Hal Mevr. I. (Ilja) Hofstede Mevr. H.M. (Hanneke) Jansen Mevr. D. (Derry) Melkert Mevr. R. (Rian) Pigge Mevr. G. (Gerda) van Rossum Mevr. A.A.A. (Angelique) Steenbruggen-Petersen (Spec) verpleegkundigen Mevr. M. (Meander) Ansong-van Leeuwen Hr. G.J. (Gerald) Baan Mevr. L. (Leonie) Baas Mevr. H. (Hennie) Blokzijl Mevr. M. (Martine) Blouw Mevr. M. (Martine) Bremer Mevr. W.J. (Willemien) de Croon-Jutten Mevr. S.D.M. (Susanne) Derks Mevr. J. (Judith) van Doleweerd-Boxum Mevr. N.P. (Nel) Eertink-Monster Mevr. L. (Lydia) de Haan Mevr. H.J. (Mirjam) Heijenk-Doornbos Mevr. D. (Daniëlle) Hendriksen Mevr. D. (Dorien) Heuver-Saalmink Mevr. T. (Tessa) Hoppenbrouwer Mevr. M.B. (Marijke) Horstman-Stek Mevr. A. (Anneke) ten Hove Mevr. F. (Fenna) Huisman Mevr. A.T.M. (Antoinette) Jorink-Bartelink Mevr. P. (Petra) ten Katen Mevr. E.F.H. (Erna) Klein Hofmeijer Hr. J.C.O. (Hans) Kleinsman Mevr. P. (Petra) ten Katen Mevr. E.M.A. (Betty) Kokkeler Mevr. M. (Marry) Kroeskop-de Lange Mevr. G.J. (Truus) van de Laan-Zeelenberg
5 Mevr. W. (Wendy) van Lente-Tielbeek Mevr. B. (Bianca) Lubbers Mevr. P.F. (Patricia) Mediati Mevr. M.T.G. (Marjan) Nijboer-Hollegien Mevr. A.J. (Bea) Piel Mevr. L. (Laura) Riphagen Mevr. E. (Esther) Roelofs Mevr. M. (Marjan) Schriemer-v.d. Velden Mevr. A. (Alda) Teerenstra Mevr. G.J. (Hanneke) te Wechel-Frederiks Mevr. G.J. (Gerda) Wessels-Vlieger Mevr. C.P. (Tineke) Wielhouwer Mevr. M. (Ineke) de Wilde-Groothedde Mevr. M. (Marleen) Wösten Kraamverzorgenden Mevr. R. (Roelien) Dijsselhof Mevr. A. (Anita) de Haan Mevr. R.M. (Ragina) de Haan Mevr. G.H. (Heidi) van de Pieterman-Pott Mevr. K. (Karin) ter Maat-Haase Afdelingsassistenten Mevr. P.B.J. (Patricia) van der Kraats Hr. H. (Henk) Oosterbroek Voedingsassistenten/Roomservice Mevr. W. (Wilma) Ganzevles Mevr. I (Ineke) Ham Mevr, M. (Marlies) Henseleit Mevr. M. (Marja) Koning Mevr. Y. (Yvonne) Ohoiner Mevr. A.K. (Bianca) Pelgrim Mevr. I. (Ingeborg) Rozing Mevr. A. (Anne-Marie) Thijssen Mevr. H.T.M. (Ria) Wallink-Kievitsbosch Mevr. H.B. (Hennie) Wijnbergen-Riksten
6
Gynaecologen van het Deventer ziekenhuis In 1926 vestigde dr G.J. Scholten zich als huisarts in Deventer. Na zijn artsexamen heeft Scholten zich aan de Rotterdamse Vroedvrouwenschool verder bekwaamd in de verloskunde bij prof K. De Snoo, later hoogleraar Verloskunde en Gynaecologie in Utrecht. In Deventer heeft Scholten furore gemaakt met zijn kunstverlossingen die hij behalve in de thuissituatie ook in het sint Geertruiden ziekenhuis begeleidde. In 1935 heeft van Essen e e zich gevestigd als eerste officieel erkende gynaecoloog in Deventer. In de jaren na de 2 wereldoorlog is een 2 gynaecoloog (de Bruijn) naar Deventer gekomen en begon al spoedig een vorm van samenwerking tussen de gynaecologen van de beide Deventer ziekenhuizen te ontstaan. dr. W. van Essen†
1935-1972
dr. A.J.J. de Bruijn
1955-1963
dr. S.G. Heeres †
1963-1971
P.D.W. Lamping
1968-1994
W. Snethlage
1969-1971
dr. S. Stapel †
1971-1984
dr. B. Donkers
1973-2002
H. ‘t Hart
1976-1986
Mevr. A. de Bie-Meijerink
1982-2009
dr. F.J.M. Huikeshoven
1985-1989
dr. J.W. Briët
1987-2005
Mevr. dr. J.E. Martens
2001-2007
Mevr. L. van der Leeuw-Harmsen
1983
J.M. Schierbeek
1989
Dr. P.J.Q. van der Linden
1996
Dr. R.H. Stigter
2003
Mevr. A. Weis-Potters
2004
Mevr. Dr. A. Bouman
2007
Mevr. L. F. van der Voet
2008
Mevr. M.A. Huisman
2009
Dr. J.J. Zwart
2012
7
Profiel vakgroep GVV
Dr. A. Bouman in DZ sedert 2007 registratie 15-12-2006 herregistratie 15-12-2011 BIGnr 99048142501 Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie Werkgroep Gynaecologische Endoscopie Werkgroep Oncologische Gynaecologie Werkgroep Cervix Uteri
Na- en bijscholing 24-01-2013 12-04-2013 Deventer 31-05-2013 ’s Hertogenbosch 05-09-2013 16-09-2013 Enschede 16-10-2013 14-11-2013 Papendal - Arnhem
M.A. Huisman in DZ sedert registratie BIGnr
2009 01-03-2009 9047292101
Aandachtsgebied Oncologische gynaecologie Endoscopische gynaecologie Vulvapathologie IVF Commissie/functie DZ Secretaris vakgroep GVV Lid beleidsteam oncologie Bestuurslid IFMS Interne begeleider IFMS Interne auditor Functie extern Bestuurslid ROGOA Lid KIPcommisie MOET providercourse Lokale en regionale perinatale audit e 43 Gynaecongres Transmurale ketentraining in acute verloskunde Refereeravond TGV 22nd Annual Congress 2013 e 44 Gynaecongres
Aandachtsgebied Algemene gynaecologie Oncologische gynaecologie Psychiatrie Obstetrie Pediatrie (POP) Commissie/functie DZ Voorzitter vakgroep GVV Medisch manager Functie extern Organisatie Cobra-dagen Ad Hoc reviewer Human Reproductions
Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie NVOG Ned Vereniging voor Vulvapathologie NVvVP Werkgroep Oncologische Gynaecologie WOG Werkgroep Psychosomatiek WPOG Landelijk Kenniscentrum voor Psychiatrie en Zwangerschap LKPZ
8
Na- en bijscholing 21-01-13 Enschede 12-04-13 Deventer 17-04-13 06-09-13 18-10-13 Deventer 22-10-13
Refereeravond TGV Lokale en regionale perinatale audit e 19 Doelencongres infertiliteit, Gyn en obst Transmurale ketentraining in acute verloskunde Lokale en regionale perinatale audit 18th Internationale Meeting of the European Society of Gynnaecologie Oncology
L. van der Leeuw-Harmsen
Aandachtsgebied in DZ sedert 1983 Fertiliteitsbevorderende chirurgie registratie 13-06-1982 Bekkenbodempathologie herregistratie 19-04-2009 Informatieverwerking BIGnr 49021359601 Lidmaatschap Functie extern Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie Voorzitter st Perinatale Registratie Nederland Int Urogynaecological Association Bestuurslid st VrouwenvoorVrouwen Werkgroep Gynaecologische Endoscopie Werkgroep Bekkenbodem Werkgroep Kindergynaecologie Werkgroep Historie Vereniging Medische en Biologische Informatieverwerking Na- en bijscholing 05-03-2013 12-04-2013 Deventer 17-04-2013 30-05-2013 ’s Hertogenbosch 28-06-2013 16-09-2013 Enschede 15-10-2013 18-10-2013 Deventer
MOET providercourse Lokale en regionale perinatale audit e 19 Doelencongres Infertiliteit, Gyn en obst e 43 Gynaecongres afscheidsymposium prof. Dr M. E. Vierhout Refereeravond TGV Transmurale Ketentraining in acute verloskunde Lokale en regionale perinatale audit
Publicatie Methotrexate or expectant management in women with an ectopic pregnancy or pregnancy of unknown location and low serum hCG concentrations? A randomized comparison . N.M. van Mello; F. Mol; H.R. Verhoeve; M. van Wely; A.H. Adriaanse; E.A. Boss; A.B. Dijkman; N. Bayram; M.H. Emanuel; J. Friederich; L. van der Leeuw-Harmsen; J.P. Lips; M.A. Van Kessel; W.M. Ankum; F. van der Veen; B.W. Mol; P.J. Hajenius. Human Reproduction 2012; doi: 10.1093/humrep/des373
9
Dr. P.J.Q. van der Linden in DZ sedert 1996 registratie 01-01-1992 herregistratie 01-01-2012 BIGnr 29022526601 Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie American Soc for Reproductive Medicine Europ Soc of Hum Reprod and Embryology Werkgroep Gynaecologische Endoscopie World Endometriosis Society Werkgroep jonge zwangerschap Vereniging voor Fertiliteitsstudie Werkgroep IVF Orde van Medisch Specialisten DSRM KNMG Na- en bijscholing 17 januari 20 maart 2 april mei 30-31 mei 20 juni 12 September 25 september 12-17 oktober
Subspecialisatie Voortplantingsgeneeskunde Aandachtsgebied Endometriose Endoscopische chirurgie Commissie/functie DZ Voorzitter centrale opleidingscommissie lid jury Jozefprijs Deventer ziekenhuis Functie extern Med spec onderwijsinstituut RUG Lid raad van commissarissen Eno Verzekeringen Voorzitter Concilium Obst et Gynaecologicum Lid RvT stichting kwaliteitszorg Salland Lid bestuur Hendrik van Deventerstichting ad hoc referee J of Assisted Reprod and Genetics ad hoc referee BJOG ad hoc referee Eur J Med Res
cursus Good Clinical Practice deel 1, Deventer NVOG minisymposium Boeg en kwartaalbijeenkomst BBC Utrecht scholingsdag GVV communicatie, Deventer Nascholing KPMG Governance, Deventer Gynaecongres, Den Bosch cursus Good Clinical Practice deel 2, Deventer Medsim groepstraining op lokatie, Deventer VWD minisymposium schildklier, Deventer IFFS/ASRM, Boston, USA
Publicatie 1. Meijerink AM, van Rijssel RH, van der Linden PJQ. Tissue composition of the vaginal wall in women with pelvic organ prolapse. Gynecol Obstet Invest. 2013;75(1):21-7. doi: 10.1159/000341709. Epub 2012 Oct 25. 2. Aarts JWM, Faber MJ, den Boogert AG, Cohlen BJ, van der Linden PJQ, Kremer JAM, Nelen WLDM. Barriers and facilitators for the implementation of an online health community in addition to usual fertility care practice: a cross-sectional study J Med Internet Res 2013; 15:e 163 3. Klomp HAR, van der Linden PJQ. Postmenopausal bleeding and corticosteroids Gyn Obstet Invest 2013; DOI: 10.1159/000351105 Abstracts Scholten I, Custers IM, Brandes M, Gianotten J, Linden van der PJQ, Hompes PGA, Mol BWJ, Veen van der F. Long term ongoing pregnancy rates in couples with an indication for intrauterine insemination Deelname in multicenter onderzoek Individual patient data meta-analysis on accuracy of Chlamydial antibody titers or hysterosalpingography to diagnose tubal pathology Dr B.W.J. Mol en N. Smidt
10
Landelijke trials Phenotyping and genotyping of women with ovarian dysfunction associated with a hypergonadotropic hypoestrogenic status (WHO III) and their first and second degree relatives (WHO III studie) Coördinator: Dr P.J.Q. van der Linden
J.M. Schierbeek in DZ sedert 1989 registratie 16-01-1987 herregistratie 17-12-2010 BIGnr 99023727001 Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie Werkgroep Menopauze WerkgroepIVF
Aandachtsgebied Verloskunde IVF Endoscopische chirurgie Commissie/functie DZ Investerings Advies Commissie Lid bestuur Hendrik van Deventerstichting Functie extern Lid bestuur Twentse Gynaecologen Vereniging
Na- en bijscholing 07-02-2013 17-04-2013 25-06-2013 13-09-2013 16-09-2013 Enschede 27-09-2013 18-10-2013 Deventer 14-11-2013 Papendal – Arnhem
Endometriose e 19 Doelencongres Infertiliteit gyn en obstetrie Ledenvergadering Landelijke werkgroep IVF vd NVOG Transmurale ketentraining in acute verloskunde Refereeravond TGV Teach the taecher 1 Lokale en regionale perinatale audit e 44 Gynaecongres
Dr. R.H. Stigter in DZ sedert 2003 registratie 17-11-1988 herregistratie 02-12-2009 BIGnr 39024108301 Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie Royal College of Obst and Gynaec Werkgroep Prenatale Diagnostiek Werkgroep Echoscopie
Subspecialisatie Perinatologie Aandachtsgebied Prenatale screening en diagnostiek Echoscopie Commissie/functie DZ waarnemend opleider lid bestuur Verloskundige Werkgroep Deventer Functie extern lid bestuur FETURA
11 North of England Obst and Gynaec Society Int Society Ultrasound Obstetrics and Gynaecology Ver Fietsende Gynaecologen Nederland Na- en bijscholing 13-05-2013 14-05-2013 Utrecht 03-07-2013 16-09-2013 Enschede 10-10-2013 14-10-2013 14-11-2013 Papendal – Arnhem
L. F. van der Voet in DZ sedert registratie herregistratie BIGnr
2008 01-10-05 01-10-10 49048991201
Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie KNMG Werkgroep Gynaecologische Endoscopie ESGE Werkgroep Bekkenbodem Na- en bijscholing 18-01-2013 22-03-2013 12-04-2013 Deventer 24-05-2013 12-09-2013 16-10-2013 14-11-2013 Papendal – Arnhem 19-12-2013
Bijscholing echoscopisten BEN Refereeravond Cluster Utrecht De NVOG komt naar u toe! Regioavond Integrale verl Refereeravond TGV Bijeenkomst WFE-WPDT Transmurale ketentraining in acute verloskunde NVOG e 44 Gynaecongres
Aandachtsgebied Benigne gynaecologie Endoscopische gynaecologie Commissie/functie DZ Lid commissie minimale invasieve chirurgie Functie extern Regiovertegenwoordiger consortium benigne gynaecologie st Antonius zh Nieuwegein promotie-onderzoek
Wetenschapsmiddag Voortgangstoets 2013 Lokale en regionale perinatale audit Voorjaarsvergadering WGE e 4 lustrum & najaarsvergadering WGE 22nd Annual Congress 2013 e 44 Gynaecongres Rational medicine
Publicatie Herman MC, van den Brink MJ, Geomini PM, van Meurs HS, Huirne JA, Eising HP, Timmermans A, Pijnenborg JM, Klinkert ER, Coppus SF, Nieboer TE, Catshoek R, van der Voet LF, van Eijndhoven HW, Graziosi GC, Veersema S, van Kesteren PJ, Langenveld J, Smeets NA, van Vliet HA, van der Steeg JW, Lisman-van Leeuwen Y, Dekker JH, Mol BW, Berger MY, Bongers MY. Levonorgestrel releasing intrauterine system (Mirena) versus endometrial ablation (Novasure) in women with heavy menstrual bleeding: a multicentre randomised controlled trial. BMC Womens Health. 2013 Aug 8;13:32. doi: 10.1186/1472-6874-13-32. PubMed PMID: 23927387; PubMed Central PMCID: PMC3751634. Verschoor MA, Lemmers M, Bossuyt PM, Graziosi GC, Hajenius PJ, Hendriks DJ,
12 van Hooff MA, van Meurs HS, Opmeer BC, van Tulder MW, Bouwma L, Catshoek R, Geomini P, Klinkert ER, Langenveld J, Nieboer TE, van der Ploeg JM, Radder CM, Spinder T, van der Voet LF, Mol BW, Huirne JA, Ankum WM. Surgical versus expectant management in women with an incomplete evacuation of the uterus after treatment with misoprostol for miscarriage: the MisoREST trial. BMC Pregnancy Childbirth. 2013 May 2;13:102. doi: 10.1186/1471-2393-13-102. PubMed PMID: 23638956; PubMed Central PMCID: PMC3648386.
A.E. Weis-Potters
Aandachtsgebied in DZ sedert 2004 Bekkenbodempathologie registratie 01-01-2004 Seksuologie herregistratie 01-01-2009 Commisie/functie DZ BIGnr 79042593601 Bestuurslid VMS Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie Lid commissie Ethiek Int Urogynaecological Association Lid OK-commissie Werkgroep Gynaecologische Endoscopie Interne begeleider IFMS Werkgroep Bekkenbodem Int Continence Society Werkgroep Psychosomatiek Obstetrie en Gynaecologie Na- en bijscholing 21-01-2013 Enschede 01-06-2013 20-06-2013 16-09-2013 Enschede 14-10-2013 17-10-2013 18-10-2013 Deventer 10-12-2013
Dr. J.J. Zwart in DZ sedert 2012 registratie 01-03-2012 BIGnr 9055248901 Lidmaatschap Ned Ver Obstetrie & Gynaecologie Werkgroep Perinatologie en Maternale ziekte
Refereeravond TGV IUGA 38th annual meeting IUGA Annual meeting Refereeravond TGV Transmurale ketentraining in acute verloskunde (NVOG) Symposium “Modernisering Opleidingsactiviteiten” Lokale en regionale perinatale audit VWD symposium
Aandachtsgebied Perinatologie Benigne gynaecologie Functie extern Lid Auditcommissie Maternale sterfte Lid Int Network of Obst Surveillance Systems Lid regioteam perinatale audit
13 Werkgroep Foetale echoscopie Orde van Medisch Specialisten KNMG
Secretaris Verloskundig Samenwerkingsverband ‘Geboortezorg Salland’
Na- en bijscholing 11-01-13 mini-symposium VSV ‘Diabetes en Zwangerschap’, presentatie. 17-01-2013 Deventer cursus Good Clinical Practice, DZ 21-01-2013 Enschede refereeravond TGV 07-03-2013 Obstetric Medicine, Ede: neurologie en zwangerschap 12-04-2013 Deventer perinatale audit DZ 30-05-2013 Den Bosch Gynaecongres 03-06-2013 Hengelo refereeravond TGV 19-06-2013 Nijmegen regiobijeenkomst NVOG Integrale geboortezorg, UMCN Radboud 24-06-2013 München INOSS jaarvergadering 03-07-2013 Utrecht kwartaalbijeenkomst BBC, Utrecht sep-dec 2013 Utrecht stage geavanceerd ultrageluidsonderzoek, Dr. W. Manten 09-09-2013 Deventer casuistiekbespreking structurele afwijkingen, Fetura, Deventer 16-09-2013 Deventer refereeravond TGV, Deventer, Diabetes en zwangerschap 16-10-2013 Deventer Medsim training transmurale acute verloskunde VSV Deventer 12-11-2013 Deventer Zorg in Debat, schouwburg 14-11-2013 Papendal Gynaecongres 22 -11-2013 Bussum jaarcongres CPZ 26-11-2013 Zeist werkconferentie Achmea geboortezorg 29-11-2013 Utrecht mini-symposium psychiatrie en obstetrie ikv 1-jarig bestaan RCU
Publicatie Sepsis. In: Maternal Critical Care, a Multidisciplinary Approach. Editors Van de Velde M, Scholefield H, Plante LA. Cambridge University Press, New York, 2013 (ISBN 978-1-107-01849-5). Moedersterfte in Nederland op de ‘goede’ weg? Schutte JM, van den Akker T, Engel NMAA, de Groot CJM, Kuppens SMI, Schuitemaker NWE, Vermeulen GM, Zwart JJ, van Roosmalen JMM. Ned Tijdschr Obstet Gynaecol 2013; 126. Witteveen T, Zwart JJ, Gast KB, Bloemenkamp KW, van Roosmalen J. Overweight and severe acute maternal morbidity in a low-risk pregnant population in the Netherlands. PLoS One 2013;8:e74494. de Jonge A, Mesman JA, Manniën J, Zwart JJ, van Dillen J, van Roosmalen J. Severe adverse maternal outcomes among low risk women with planned home versus hospital births in the Netherlands: nationwide cohort study. BMJ 2013;346:f3263. Huisman CM, Zwart JJ, Roos-Hesselink JW, Duvekot JJ, van Roosmalen J. Incidence and predictors of maternal cardiovascular mortality and severe morbidity in The Netherlands: a prospective cohort study. PLoS One 2013;8:e56494.
14
Opleiding In 2013 is de structuur en continuïteit van de opleiding goed gehandhaafd met een voldoende aantal aios. De plaats voor de aios voor de tropenopleiding is dit jaar voor het eerst in jaren niet ingevuld, mede vanwege de grote veranderingen in de eindtermen van de tropenopleiding, waarbij die nu wordt opgeleid voor de arts Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde en de voortdurende onduidelijkheid over de betaling van deze aios. Het programma dat voor het bereiken van deze nieuwe eindtermen nodig is, is nog lang niet helemaal uitgekristaliseerd. Wel is er het hele jaar één anios geweest. De meeste besprekingen worden nog steeds meteen aansluitend aan de overdracht gehouden en wel van 8 tot half negen. De aios hebben een duidelijke verantwoordelijke taak om zorg te dragen voor de bewaking van de verschillende opleidingsmomenten en voor een deel van de invulling. Het schema is dit jaar aangepast om een nog betere aanwezigheid en benutting van de onderwijs momenten mogelijk te maken. De DUW bespreking samen met de urologen is gehandhaafd aan het einde van de middag in een maandelijkse frequentie. Ook de perinatologiebespreking met oa bespreking van de casus van perinatale sterfte en met het overleg met de kinderartsen en soms verloskundige eerste lijn is gehandhaafd aan het einde van de middag. Het overleg met de verloskundigen wordt voor een deel vervangen voor de inmiddels geëffectueerde gezamenlijk intake besprekingen met de diverse verloskundige praktijken, telkens aan het einde van het spreekuur met nieuwe zwangeren in de middag. Er wordt nog steeds na één van de ochtendoverdrachten aan de hand van de principes van Evidence Based Medicine een kritische verdieping gezocht in ons handelen. In het ochtendrapport van de maandag wordt getracht telkens een critically appraised topic (CAT) benoemen, dat dan aan de hand van een zogenaamde PICO-structuur verder wordt uitgewerkt en wordt besproken op de daarop volgende woensdagochtend(en). Getracht wordt dit ook wat breder te trekken dan alleen betreffende het handelen in de voorafgaande dienst. Met name de co-assistenten worden hier in goed meegnomen en zijn vaak verantwoordelijk voor prachtige presentaties, die een gewone CAT overstijgen. De maandelijkse Journalclub is goed volgehouden. Er zijn op gestructureerde wijze artikelen besproken en kritisch geanalyseerd en vaak… te licht bevonden. Ook de “vraag van de week”, waarbij drie tot vier vragen geselecteerd uit de voortgangstoets worden besproken, is gebleven op de maandag. Het gestructureerde praktische onderwijs (POGA) op één van de donderdagen van de maand betrof vooral aspecten van het verloskundig handelen, zoals forceps en stuitbevalling aan de hand van het fantoom. De Simendo trainer is naast de aanwezige Tyco trainingsbox een vast onderdeel geworden van het praktische onderwijs. De Simendo opstelling staat in een makkelijk toegankelijke kamer op het OK complex en daar wordt onder leiding volgens rooster en docent onafhankelijk getraind. Daarnaast zijn er enkele trainingen gehouden om het protocol schouderdystocie en het protocol fluxus op een “MOET “achtige manier in teamverband te trainen. Dit gebeurt in een carrousel en is inmiddels ook een aantal malen samen met de andere hulpverleners, zoals verloskundigen, verpleegkundigen, kinderartsen en aios gebeurd. Er wordt dan ook met name getraind op overdracht en communicatie. Bespreking van complicaties krijgt voldoende aandacht in een maandelijkse frequentie. Op het PA laboratorium is onder leiding van een van de pathologen rond een tevoren gekozen thema gezamenlijk de histologie bekeken gebruikmakend van hun meerkops microscoop. De klinisch chemici hebben een aantal capita selecta behandeld, zoals anemie, zuur-base evenwicht en schildklierproblemen in het theoretische onderwijs van de donderdagochtend. Een bijzonder onderwijsonderdeel is dit jaar een gezamenlijke training betreffende communicatie geweest, waarbij alle medewerkers van afdeling A1, de aios, de gynaecologen en de verloskundigen in drie groepen een halve dag hebben besteed aan onderlinge communicatie en groepsdynamiek olv van een interne en een externe trainer. In februari heeft de jaarlijkse opleidingsevaluatie van de Groningse cluster plaatsgevonden. Het samenvattende oordeel van de opleidingsassistenten was opnieuw goed. Dit jaar was het format weer zodanig dat gezamenlijk gerapporteerd werd over de bevindingen en de verbeterpunten. Hierbij treden de AIOS als woordvoerder voor beide aspecten op, hetgeen het gezamenlijke belang van de evaluatie nog eens onderstreept. Als pluspunten zijn genoemd: aandacht voor het verdelen van poli en OK; de mogelijkheid voor een aandachtgebied (binnen en buiten kliniek); ouderejaars hebben vaak superviserende rol en groeien mn in kliniek toe naar
15 zelfstandigheid; jongerejaars: goede begeleiding en laagdrempelig supervisie. Als kluspunten werden genoemd: de operatieve verrichtingen, mn laparoscopisch en abdominaal zijn beperkt (vaginaal in orde; jongerejaars (ook met ervaring) staan vaak op de afdeling. Deze kluspunten zijn voortvarend ter hand genomen en in de PDCA cyclus meegnomen in de reguliere opleidingsvergaderingen . Op 11 oktober 2013 is de afdeling ten behoeve van de opleidingserkenning gevisiteerd. Uiteraard is er veel voorbereiding aan voorafgegaan, maar liep de dag zeer goed in een prettige sfeer. De visitatie van 2008 had geleid tot geen enkele voorwaarde, zwaarwegend advies of aanbeveling, hetgeen nog altijd uniek is. Het lag in de lijn der verwachting dat dat niet meer zou lukken. De afdeling heeft weer erkenning gekregen voor 5 jaar tot 23 januari 2019. Er zijn geen voorwaarden genoemd. Wel zijn er enkele aanbevelingen en adviezen geformuleerd, die allen naar het zich laat aanzien, goed te verwezenlijken zijn en die we dan ook als aansporing voor de toekomst zien. Met name de aanbeveling om de opleidingsplannen volgens BOEG verder uit te rollen in de cluster hebben we -ook in de cluster- goed opgepikt.. Wie kwam er bij, wie ging er weg. Op 1 april is Eefje oude Lohuis gestart met haar opleiding in Deventer. Half september is ook Sietske Gaykema begonnen in haar eerste jaar van de opleiding. Per 1 januari is Annemarie van de Steen begonnen in haar vijfde jaar en op 1 april is ook Tineke Schukken gestart in haar vijfde jaar. Dr Nienke Folkeringa is per mei vanuit Deventer naar Enschede gegaan voor een verdieping in de endoscopische chirurgie aldaar in de laatste fase van haar opleiding. Eva Stekkinger heeft haar opleiding in Deventer beëindigd en is geregistreerd als gynaecoloog. Ze is gaan werken als fellow obstetrie in het academisch medisch centrum Radboud te Nijmegen. Per 1 maart is Jannemieke Bolt vertrokken na het beëindigen van haar eerste jaar. Zij zet de opleiding voort in het UMCG. Per half september is ook Ilse Kreuwel na haar eerste jaar vertrokken naar het UMCG voor het universitaire deel van de opleiding. Rie Klomp heeft haar periode als ANIOS afgesloten per 1 januari 2013 en is in de najaarsronde geselecteerd voor een opleidingplaats in ons cluster. Zij is gestart in Leeuwarden en volgens planning over enkele jaren voor het laatste deel van haar opleiding weer bij ons terugkeren. Ze is opgevolgd door Linda van Genugten als anios, die wij al kenden vanuit haar M3 stage. Inmiddels heeft ook zij een opleidingsplaats binnen het cluster verworven en is begonnen als aios te Leeuwarden Op 1 november werd in een gezellige sfeer weer het jaarlijks opleidingsdiner gehouden met aios, anios, klinisch verloskundigen en gynaecologen; dit keer in het Ijsselhotel. Er is afscheid genomen van de vertrekkende assistenten en er is stil gestaan bij de gezamenlijk inspanning die wordt geleverd ten behoeve van de opleiding. Ten aanzien van de co-assistenten. In 2013 zijn er uiteraard weer co-assistenten geweest vanuit Groningen. Er zijn per tijdvak wisselende aantallen co-assistenten tegelijk werkzaam, maar maximaal 4 tegelijk. Het accent blijft op de polikliniek liggen, waar ook het grootste deel van beoordelingen plaatsvindt met korte momenten op OK en afdeling. Met een duur van het totale co-schap van 4 weken, is slechts een korte kennismaking met de verloskunde voorzien gedurende een week. Dit wordt overigens zeer gewaardeerd. De vakgroep zal zich blijven inspannen voor het verzorgen van een nog steeds zeer gewaardeerd co-schap. In de evaluatie van de co-raad wordt onder meer gesteld dat de verdeling van de weken tussen de poli, OK en verloskamers voldoende gelegenheid biedt om de meeste aspecten van het vak te kunnen zien. Met name het ingestelde vragenuurtje voor de co’s wordt erg gewaardeerd. In 2013 zijn er ook weer M3 co-assistenten geweest die een langerdurend co-schap hebben gelopen van 14-20 weken. Er wordt telkens een apart programma voor deze co-assistenten gemaakt, waarbij één van de gynaecologen, bij toerbeurt, als extra stage begeleider optreedt. Er is mogelijkheid om binnen de 20 weken ook nog een aandachtsgebied te benoemen voor het geheel of voor een deel van de stage. Ook is er ruimte voor twee M3 wetenschapsstages geweest. De vakgroep vindt het overigens niet wenselijk wanneer er meer dan twee M3- co’s tegelijkertijd zijn, om te kunnen blijven garanderen dat er voldoende leermomenten zijn. Het aanbod is echter ruim en inmiddels wordt al voor 2016 ingepland!
16
Vertrokken Arts-assistenten Arts-assistenten Mevr. E. Stekkinger Mevr. I.A.M. Kreuwel Mevr. J.L. Bolt Mevr. J.M. Briët Mevr. dr. H.M. Knol Mevr. W. Engel B. van der Sluis M. Londema Mevr. J.A. Kroese Mevr. L. Héman Mevr. A. Schreuder Mevr. B.A.H. Debruijn Dr. J.J.H. Eijsink Mevr. dr. M.T.M. Franssen Mevr. S. E. Poulino Mevr. M.E.H. Schipper Mevr. N.A. Gorter J.J. Groenewegen Mevr. I. van der Veen Mevr. L.H.M. Gerritzen Mevr. M.A. Huisman Mevr. M.J.C. Blikman Mevr. A. J. van Veen M.A.C. Versluis Mevr. dr. J. Blaauw Mevr. L.E. Engels Mevr. J. Deurman Mevr. dr. E. Nijhuis Mevr. M. Ladenius J. Honigh Mevr. E.J.C. Kools Mevr. H.H. Keizer Mevr. M.H.W. Verhagen Mevr. M.T. Miedema Mevr. M.O. Hüsken Mevr. A.M. Meutstege Mevr. dr. J.G. Neve-Dolfing Mevr. dr. A. Bouman Mevr. E.S. Vollaard Mevr. W.X.N. Rog-Wanner Dr. L.R.C.W. van Lonkhuijzen Mevr. E.C.A.M. van Swieten Mevr. A.C. Venhuizen Mevr. A.F.M. van Os B. Wibbens Mevr. F. Koenders Mevr. J.M.M. Brouwers Mevr. J. Lefrandt Mevr. Ch. van der Hoeven
vertrokken 12-11-2013 15-09-2013 23-02-2013 01-11-0212 01-07-2012 01-07-2012 01-01-2012 01-11-2011 01-10-2011 01-08-2011 01-04-2011 01-03-2011 01-11-2010 01-08-2010 01-07-2010 01-03-2010 01-02-2010 19-01-2010 01-07-2009 01-04-2009 01-03-2009 01-02-2009 25-01-2009 15.10.2008 15.10.2008 01.07.2008 01.02.2008 01-12-2007 01-09-2007 01-04-2007 01-03-2007 01-12-2006 01-11-2006 01-04-2006 01-12-2005 15-11-2005 01-12-2005 01-09-2005 01-05-2005 01-12-2004 31-08-2004 31-07-2004 30-04-2004 31-03-2004 30-11-2003 31-03-2003 31-12-2002 31-12-2002 01-12-2002
werkzaam Fellow Radboud UMC AIOS UMC Groningen AIOS UMC Groningen Fellow Maxima Medisch Centrum Veldhoven AIOS cluster Groningen ANIOS interne geneeskunde AIOS cluster Groningen tropenarts AIOS cluster Groningen tropenarts Zambia AIOS cluster Groningen gynaecoloog Martini ziekenhuis Groningen AIOS cluster Groningen gynaecoloog UMC Groningen arts AIOS cluster Groningen AIOS cluster Groningen ANIOS kindergeneeskunde AIOS cluster Groningen huisarts gynaecoloog Deventer Ziekenhuis tropenarts gynaecoloog st Jansdal Harderwijk AIOS cluster Groningen AIOS cluster Groningen arts Duitsland arts AIOS cluster Groningen AIOS interne geneeskunde huisarts in opleiding gynaecoloog ziekenhuis Rijnstate Arnhem gynaecoloog MC Leeuwarden huisarts gynaecoloog ziekenhuis Bethesda Hoogeveen huisarts huisarts gynaecoloog streekziekenhuis Midden Twente gynaecoloog Deventer ziekenhuis gynaecoloog ziekenhuis Bethesda Hoogeveen huisarts Curaçao fellow oncologie Canada AIOS cluster Rotterdam reumatoloog tropenarts Malawi gynaecoloog ziekenhuis Rivierenland Tiel arts Oslo huisarts gynaecoloog Royal Womens Hospital Melbourne arts
17 M. van der Ploeg T. van Koningsveld F. Vork J. van ‘t Padbosch M.J. Janssen Mevr. dr. J. Wilpshaar Mevr. K.S. Dekker W. van Vliet O.I. Vos Mevr. J.G. van der Stege Mevr. M.A. Brouwer Mevr. S.G. Gols Mevr. B.M.C. Akerboom-Straberger R.M. van Hasselt R.M.H.G. Huits R.P. Albronda M.W. Glas E.A. de Beijl J.J.D. Dirken N.T.J. Schilder mevr. dr. H.J.G Arts mevr. A.E. Weis-Potters J.V. Oosterhoff mevr. M. ten Have-Berg M.A.W. Meuwissen P. Lofvers mevr. L. Schalekamp mevr. L.P. Klinge F.J.P. Höppener mevr. C. Drijkoningen mevr. A. Bouwmeester dr. M.J.N. Weinans mevr. A. Aalbers dr. J.A. Kuit mevr. K.M. Sollie-Szarynska mevr. S. van der Meer mevr. M. Leijsma mevr. M.E. Blankestijn mevr. M. Oosterveld R. van der Sijde A.M. Poelmann A.L. Thurkow dr. J.R. Beekhuis mevr. N.O.M. Troeman mevr. W. van Dijk mevr. A.W.F.L. Thomson-Molenaar mevr. G.M. Prens-Schoenmaker mevr. A. de Bie-Meyerink J.H. Brandts
01-07-2002 01-01-2002 01-01-2002 01-07-2001 01-06-2001 01-05-2001 01-07-2000 01-04-2000 01-12-1999 01-07-1999 01-01-1999 01-10-1998 01-07-1998 01-04-1998 30-09-1997 31-08-1997 30-06-1997 01-10-1996 01-07-1996 01-03-1996 01-10-1995 01-04-1995 01-03-1995 30-09-1994 01-03-1994 01-08-1993 01-03-1193 01-08-1992 01-03-1992 01-11-1991 01-07-1991 01-11-1990 30-06-1990 30-09-1989 01-06-1989 31-05-1988 01-08-1987 01-02-1987 01-06-1987 01-12-1986 01-03-1986 31-10-1985 30-09-1985 01-11-1984 30-03-1984 01-09-1983 01-10-1982 01-10-1981 01-02-1981
gynaecoloog Martini ziekenhuis Groningen tropenarts Jemen gynaecoloog Diaconessenhuis Leiden tropenarts gynaecoloog UMC Nijmegen gynaecoloog ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten gynaecoloog ziekenhuis Twenteborg Almelo gynaecoloog Meander Medisch Centrum Amersfoort huisarts gynaecoloog Meander Medisch Centrum Amersfoort arts maatschappij en gezondheid arts gynaecoloog Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht huisarts internist huisarts gynaecoloog Wilhelminaziekenhuis Assen huisarts gynaecoloog Jeroen Bosch ziekenhuis Den Bosch huisarts Twello gynaecoloog UMC Groningen gynaecoloog Deventer Ziekenhuis docent Opleiding Verloskundigen Groningen arts huisarts huisarts tropenarts Tanzania verpleeghuisarts arts kinderarts de Gelderse Vallei Ede gynaecoloog ziekenhuis Oudenrijn Utrecht gynaecoloog de Gelderse Vallei Ede kinderarts Zevenaar gynaecoloog Hofpoort Ziekenhuis Woerden gynaecoloog UMC Groningen gynaecoloog MC Haaglanden s Gravenhage reumatoloog Groningen fertiliteitsarts Zwolle arts gynaecoloog streekziekenhuis midden Twente gynaecoloog Antonius ziekenhuis Sneek gynaecoloog st Lucas Andreas Ziekenhuis Amsterdam gynaecoloog Isala klinieken Zwolle gynaecoloog Willemstad Curaçao, np huisarts Blokzijl huisarts Apeldoorn huisarts Brielle gynaecoloog Deventer ziekenhuis, np gynaecoloog streekziekenhuis Midden Twente, np
18
Research GVV 2013 Inleiding Ook in 2013 is volop meegewerkt aan studies en zijn er binnen de afdeling onderzoken verricht. Alhoewel 2013 zich niet kenmerkt door hoge inclusie cijfers, dit komt mede doordat goedlopende studies werden gesloten en wij voor nieuw gestarte studies minder potentials zien binnen onze patiënten populatie. Er waren ook e wijzigingen in de organisatie structuur waardoor patiënten voor de RESPECT studie niet meer in de 2 lijn maar e in de 1 lijn geïncludeerd werden. 2013 stond vooral in het teken van veel retrospectief onderzoek, zoals de TeMpOH-1 waarvoor wij 42 casussen aanleverden en de SURVEY studie, waarvoor veel dossier onderzoek moet worden gedaan. We participeren in 15 tot 20 studies waarvan het grootste deel in consortiumverband . Hiernaast zijn er 3 M3 wetenschapsstages op onze afdeling gevolgd. Ook zijn een aantal gynaecologen actief met eigenonderzoek. Onder aan dit hoofdstuk is hier een overzicht van te vinden. e De 1 lijns verloskundigen en de huisartsen zijn bij 2 van onze studies betrokken, zij includeren bijzonder goed, dit is ook terug te zien in de landelijke cijfers. Dit alles was niet te realiseren zonder de grote inzet van onze research verpleegkundige Maria Marang. Consortiumstudies Als we kijken naar de landelijke inclusie cijfers, draait het Deventer ziekenhuis heel behoorlijk mee. In 2012 e eindigde het Deventer Ziekenhuis op de 11 plaats wat betreft de inclusies voor de consortium studies. Ons doel is binnen de nieuwe consortiumstructuur ook volop mee te draaien in de landelijke studies.
Jaaroverzicht studies 2013 waarin de gynaecologen van het DZ participeren Studie
Inclusies in 2012
Life style
Totaal aantal inclusies tot eind 2011 24
Cupido 2 Pompoen
4 10
4 8
Triple P screening
136
Triple P treat
Inclusies 2013
5
Totaal aantal inclusies DZ
Start studie DZ
29
Jan 2010
1 5
9 23
Juli 2010 Juni 2010
97
34
267
Sept 2010
3
6
1
10
Okt 2010
HYPITAT -2
8
5
1
14
April 2011
Antarctica Woman LapOvCa Eurap studie Palm studie Gluco MOMS Niche SURVEY studie
6 4 2 2
6 3 0 1 4 2 1
0 2 0 6 0 3 5
12 9 2 9 4 5 6
Maart 2011 Juni 2011 Nov 2011 Sept 2011 Maart 2012 Aug 2012 Maart 2013
Laatste inclusie
13-06-2012 gesloten 28-03-2013 21-10-2013 gesloten 31-05 -2013 gesloten 31-05-2013 gesloten 21-02-2013 gesloten 21-12-2012 09-04-2013 30-11-2011 18-12-2013 05-12-2013 18-12-2013
19 INDEX Miso REST
6 0
7 1
13 1
Sept 2012 Juli 2012
27-12-2013 15-07-2013
MIRA Sub-MIRA AHA studie RESPECT studie
3
4 7 7 45
7 7 7 45
Okt 2012 Dec 2013 Jan 2013 Jan 2013
30-10-2013
T4-life Highlow NethOSS TeMpOH-1 MASTER Labiumreductie studie
42
42
Juni 2013 Okt 2013 Sept 2013 Juli 2013 Dec 2013
03-01-2014 gesloten
Moet nog starten
In aanvraag
Lifestyle (interventiebegeleiding bij overgewicht ( BMI > dan 29 en < dan 40) en fertiliteitproblematiek, versus standaard behandeling ) De lifestyle-studie werd op 13 juni 2012 gesloten. Voor het Deventer Ziekenhuis zijn er in totaal 29 patiënten geïncludeerd in de lifestylestudie er gingen 4 patiënten drop out. Voor 25 lifestyle patiënten is het CRF inmiddels gesloten en in mei 2014 zal dit het geval zijn voor al onze studiepatiënten. In 2013 werd er 1 lifestyle baby geboren, 1 patiënt kreeg een miskraam, 2 patiënten starten met IVF, 1 patiënt met IUI. Cupido 1 en 2 (Gecombineerde ingreep versus alleen prolapschirurgie bij genitale prolaps en occulte stressincontinentie/ follow up van controle groep ) Op dit moment zitten er landelijk 233 gerandomiseerde patiënten in de cupido 2, 90 in de groep van de gecombineerde ingreep en 143 in de follow up groep, in totaal worden er 320 patiënten geïncludeerd in de Cupido studie Voor het Deventer Ziekenhuis zitten er 9 gerandomiseerde patiënten in de studie. Pompoen (Wat is de toegevoegde waarde van een hysteroscopie en een SIS bij postmenopauzaal bloedverlies en een benigne uitslag? ) De Pompoen studie werd in oktober 2013 gesloten met in totaal 201 inclusies, waarvan het Deventer e ziekenhuis er 23 voor haar rekening nam en daarmee landelijk op de 4 plaats eindigde. Triple p (Screening op een verkorte cervix lengte bij 20 weken zwangerschap en preventie van vroeggeboorte d.m.v. vaginale toediening van progesteron in de zwangerschap, bij eenling zwangerschappen waarbij een verkorte cervix lengte wordt gemeten < 30 mm ) De Triple P studie werd 31-05-2013 gesloten, 267 patiënten lieten zich in het DZ screenen op een verkorte cervixlengte. 10 van onze patiënten namen deel aan de Triple P treat en daarmee eindigden wij landelijk op de e 2 plaats wat betreft inclusies in de treat. HYPITAT-II (het wel of niet inleiden van de baring bij PIH of PE tussen de 34+0 en 37+0 weken zwangerschap) Ook de HYPITAT-II studie werd op 21 februari 2013 gesloten. Met 14 inclusies voor het Deventer Ziekenhuis e eindigde wij op een gedeelde 24 plaats.
20 Inmiddels zijn we begonnen aan het versturen van vragenlijsten voor het Follow-up onderzoek bij 2 jaar, waarin wordt gekeken naar de ontwikkeling van het kind. Antarctica studie (het terugplaatsen van een cryo embryo in een natuurlijke cyclus in vergelijk met de terugplaatsing van een cryo embryo in een artificiële cyclus) Ieder paar kan 1 cyclus deelnemen, via randomisatie wordt de behandeling geloot. Op dit moment nemen er 992 paren deel aan deze studie. In totaal zullen er 1150 paren geincludeerd worden voor deze studie. Het Deventer Ziekenhuis neemt sinds maart 2011 deel aan deze studie, er zijn 12 inclusies, waarvan 1 drop out. In 2013 hebben wij niemand geïncludeerd in de Antarctica! Woman studie( effectiviteit van behandeling van een zwelling van de binnenste schaamlippen met een ballonnetje, of met een kleine chirurgische ingreep) In juni 2011 zijn we gestart met de Woman studie. Er zijn in totaal 160 inclusies nodig voor de Woman studie. De teller staat op dit moment op 151 en daarmee zit de studie bijna vol, het Deventer Ziekenhuis heeft 9 inclusies voor deze studie. 4 patiënten werden behandeld met de Word katheter, bij 5 patiënten werd er een marsupialisatie gedaan. LapOvCa studie ( ‘diagnostische laparoscopie ter predictie van de uitkomst van primaire cytoreductieve chirurgie bij patiënten met een vergevorderd stadium ovariumcarcinoom’) De LapOvCa studie vindt plaats in samenwerkingsverband met het AMC. Aan 200 patiënten wordt gevraagd mee te werken aan deze studie. Op dit moment is de LapOvCa studie de meest complexe studie waaraan wij als vakgroep meedoen. Deze studie vraagt om een nauwkeurig time management en samenwerking met meerdere disciplines binnen het ziekenhuis. Er zitten inmiddels 152 patiënten in deze studie, waarvan 2 patiënten uit het Deventer Ziekenhuis afkomstig zijn. Beide hebben geloot voor de aanvullende laparoscopie en gingen in aansluiting op de laparoscopie direct voor debulking. EURAP studie( Zwangerschapsregistratie bij anti-epilelepticagebruik ) Voor de Eurap studie kunnen patiënten die anti-epileptica gebruiken aangemeld worden bij het UMC Utrecht. Ieder jaar worden er in Nederland ongeveer 700-800 kinderen geboren van wie de moeder epilepsie heeft en anti-epileptica gebruikt. Hoewel verreweg de meeste kinderen gezond geboren worden, kan gebruik van anti-epileptica door de moeder tijdens de zwangerschap gepaard gaan met een verhoogde kans op afwijkingen bij het kind. Om meer zicht te krijgen op het gebruik van anti-epileptica tijdens de zwangerschap is het van belang zoveel mogelijk gegevens te verzamelen, zodat er op termijn een betere afweging gemaakt kan worden voor een optimale behandeling. 9 van onze patiënten werden aangemeld voor de EURAP studie bij het UMC Utrecht. Palm studie: ( Management van leveradenomen gedurende de zwangerschap ) Deze studie wordt aangestuurd door het Erasmus MC en valt onder verantwoording van de MDL/ chirurgie artsen en wordt gecoördineerd door de physician assistant van de chirurgen. Tijdens de zwangerschap worden deze patiënten gezien door Lucet van der Voet . Vrouwen bij wie de leveradenoom kleiner dan 5 cm is, zal niet langer een zwangerschap ontraden worden. In deze studie zullen zwangeren met een leveradenoom nauwlettend gevolgd worden om meer inzicht te krijgen e in het verloop en de behandeling van leveradenomen gedurende de zwangerschap. Vanaf de 14 week van de zwangerschap zal iedere 6 weken een echo van de lever gemaakt worden in het centrum waar zij onder controle zijn, om de groei van het leveradenoom te beoordelen. 4 patiënten werden gevolgd voor de PALM studie. Gluco MOMS: (onderzoek naar het effect van het aanvullend gebruik van de glucose sensor bij vrouwen met diabetes tijdens de zwangerschap)
21 Maart 2012 zijn we gestart met de GlucoMOMS. Deze studie vraagt om samenwerking met de internisten en de diabetesverpleegkundigen. Samenwerking met andere disciplines vraagt om een betere afstemming om de studie succesvol te laten verlopen. Deze landelijke studie is op zoek naar 300 zwangere vrouwen, met zowel diabetes type I als II of zwangerschapsdiabetes. Vrouwen die toestemming geven, krijgen tijdens de zwangerschap maximaal 5 keer 5-7 dagen een glucosesensor geplaatst en houden tijdens de sonsorweek een dagboekje bij. Op dit moment hebben 5 vrouwen toestemming gegeven voor de GlucoMOMS. De GlucoMOMS blijkt in de praktijk een lastige studie om te includeren. Meestal hebben we te maken met zwangeren die net te horen hebben gekregen dat zij insuline moeten gaan gebruiken, dit geeft over het algemeen al veel stress, de vraag om mee te doen aan de studie wordt meestal als een te grote belasting ervaren door patiënten, 2 patiënten gingen drop out vanwege de door hen ervaren te grote belasting van de studie. 8 patiënten gaven geen IC voor de studie. Er zitten landlelijk 153 vrouwen in de GlucoMOMS, nog 147 te gaan. HysNiche: ( Informatie over een onderzoek naar de behandeling van een niche in het keizersnede-litteken bij patiënten met bloedingsklachten ) We hebben voor de HysNiche inmiddels 6 patiënten geïncludeerd, het beleid expectatief werd middels een amendement aangepast naar 6 maand afwachten i.p.v. 3 maand voordat patiënten in aanmerking komen voor behandelen. Landelijk zijn er op dit moment 41 mensen geïncludeerd in de Niche nog 59 te gaan. Over het algemeen is bij patiënten en behandelaars onvoldoende kennis over de klachten die door een niche veroorzaakt kunnen worden. Om meer bekendheid te geven aan dit onderwerp zijn we inmiddels gestart met de SURVEY studie. Voor de SURVEY studie zullen alle patiënten die tussen 1 januari 2007 en 31 december 2012 een keizersnede in het Deventer Ziekenhuis hebben ondergaan een vragenlijst met begeleidende brief ontvangen. Het dossier onderzoek over 2007 en 2008 is klaar, er zijn op dit moment meer dan 400 vragenlijsten verstuurd. INDEX: (Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van inleiden van de bevalling bij een zwangerschapsduur van 41 weken in plaats van bij 42 weken ) Voor de INDEX studie worden 1800 vrouwen gezocht met een fysiologische zwangerschap, dit is e een populatie die we het meest tegen komen in de 1 lijns verloskunde. De INDEX studie wordt dan e ook in samenwerkingsverband met de 1 lijnsverloskundigen uitgevoerd. Verschillende verloskundige praktijken in onze regio doen mee aan deze studie en zij doen het bijzonder goed. e e Baren&zo staat landelijk op de 2 plaats met 27 inclusies, de Kuip op de 5 plaats met 23 inclusies e en Anno met 19 inclusies op de 7 plaats. Het DZ heeft 13 patiënten geïncludeerd sinds de start van de studie. Patiënten kunnen gecounseld worden bij 40 weken en tussen de 41.0 en 41.1 geïncludeerd worden in de studie. Binnen 48 uur na randomisatie moet gestart worden met inleiden, bij beleid afwachten wordt het ziekenhuis protocol aangehouden. Er zijn inmiddels 739 patiënten geïncludeerd in de INDEX, nog 1061 te gaan. MisoREST: (Hoe te handelen bij een miskraamrest in de baarmoeder na behandeling met Misoprostol tabletten) We zijn in jullie 2012 gestart met de MisoREST, voor deze studie is het lastig om te includeren, de meeste vrouwen hebben al een uitgesproken voorkeur voor wel of niet behandelen, dit heeft tot gevolg dat er relatief veel weigeraars zijn voor deze studie, dat is ook terug te zien in de landelijke cijfers. In 2013 werd er in het DZ 1 patiënt geïncludeerd. Inmiddels zijn de vragenlijsten gedigitaliseerd. Er zitten landelijk 42 gerandomiseerde patiënten in de MisoREST studie. MIRA : ( MIRena spiraal versus endometrium Ablatie in de behandeling van hevig menstrueel bloedverlies)
22 De MIRA studie, wordt in samenwerkingsverband met de huisartsen gedaan. Huisartsen die deelnemen aan de MIRA kunnen de studie patiënt aanmelden bij de research verpleegkundige. Indien de huisarts zelf geen Mirena spiraal plaatst, kan deze door de gynaecoloog geplaatst worden, anders plaatst de huisarts de Mirena spiraal zelf. Loot de patiënt voor Ablatie dan wordt de patiënt doorverwezen naar de gynaecoloog. Er werden in 2013 4 patiënten geïncludeerd voor de MIRA studie, 1 heeft geloot voor ablatie endometrium en 3 voor het plaatsen van de Mirena spiraal. De meeste van onze studiepatiënten werden door de huisartsen aangemeld. De huisartsen in onze regio doen het bijzonder goed met inclusies voor de MIRA Er zitten 102 patiënten in de MIRA, nog 164 te gaan. Sub-MIRA: ( aanvullend bloedonderzoek naar stollingsstoornissen bij vrouwen met hevige menstruatie ) In 2013 werd er middels een amendement aanvullend onderzoek ingezet bij de MIRA studie patiënten. Onze studiepatiënten gaven allemaal opnieuw IC voor de Sub-MIRA. Bij het aanvullend onderzoek wordt gekeken naar het voorkomen van stollingsstoornissen bij vrouwen met hevig menstrueel bloedverlies. Aan het eind van de studie wordt er onderzoek gedaan op de aanwezigheid van de ziekte Von Willebrand en stollingsfactor XI. Indien er afwijkingen gevonden worden deze doorgegeven aan de behandelend arts. AHA studie: ( onderzoek naar de werking van assisted hatching) Assisted hatching is een behandelmethode die in Nederland nog niet wordt toegepast. Bij assisted hatching wordt met behulp van een laser een klein gaatje in de zona pellucida gemaakt, men onderzoekt of het embryo zich hierdoor makkelijker kan innestelen en daarmee de kans op zwangerschap kan verhogen. De AHA studie is een geblindeerde RCT waarbij de behandeling geldt voor alle uit die verse behandeling ontstane embryo’s. De AHA studie wordt aangestuurd vanuit Zwolle, waarbij de counselinggesprekken in het Deventer Ziekenhuis plaats vinden. De kans op een eeneiige tweeling is iets verhoogd, er is nog onvoldoende zicht op de eventuele gevolgen voor het kind. 7 van onze patiënten gaven IC voor de AHA studie. Respect studie: ( risico selectie in de vroege zwangerschap: naar zorg op maat en een betere uitkomst voor moeder en kind ) Om de risicoselectie te verbeteren wordt onderzocht of het toevoegen van 2 testen een verbetering geeft op de voorspelling van zwangerschapscomplicaties, met als uiteindelijk doel een verbeterde zwangerschapsuitkomst. Er worden 2 testen onderzocht: e 1. Er wordt een extra buisje bloed afgenomen bij de 1 standaard bepaling ( lab nieuwe zwangere ) 2. Tijdens de 20 weken echo wordt er Biometrie en Doppler onderzoek gedaan Het is een geblindeerd onderzoek, de behandelaar zal niet op de hoogte worden gebracht van de bloeduitslagen. e Door wijzigingen in de organisatie structuur zullen de meeste inclusies voor de RESPECT plaatsvinden in de 1 lijnszorg. Op 03-01-2014 werd de RESPECT studie gesloten met 4000 inclusies. T4-Life studie: ( Levothyroxine of placebo toediening bij vrouwen met herhaalde miskramen en schildklier auto-immuniteit) De T4-life studie is een geblindeerd, placebo gecontroleerd onderzoek. Voor de T4-Life zullen 240 vrouwen gevraagd worden deel te nemen aan deze studie. . De doelgroep voor de T4-Life studie zijn vrouwen met 2 of meer bewezen miskramen in de VG, deze hoeven niet achtereenvolgend te zijn. Verder moet er sprake zijn van positieve Anti TPO antistoffen. Vrouwen starten pre-conceptioneel met de studie medicatie, mocht er tijdens de zwangerschap sprake zijn van afwijkende schildklierfuncties dan wordt gestopt met de studie medicatie en gestart met behandelen.
23 Bij verschillende potentials werden lab bepalingen gedaan, echter geen van deze vrouwen had een verhoogde Anti TPO, dus voor het DZ nog geen inclusie voor de T4- Life. Landelijk zijn er 13 patiënten geïncludeerd. HighLow studie: (laag moleculair gewicht heparine ter preventie van een recidief VTE tijdens de zwangerschap) Voor de HighLow studie kunnen ruim 1200 vrouwen die een VTE in de VG hebben gevraagd worden. De Highlow studie onderzoekt de werkzaamheid en veiligheid van de behandeling met heparine bij zwangere vrouwen met een VTE ( veneuze trombo-embolie ) in de VG. Een RCT naar de effecten van 2 verschillende doseringen, de standaard dosering of een wat hogere gewichtsafhankelijke dosering, welke gebruikt wordt tot 6 weken postpartum, zonder dat de behandeling minder veilig wordt en er niet meer bloedingen optreden rondom de bevalling. Onze potentials zullen vooral opgemerkt moeten worden door de internist. Voor deze studie zullen binnen het DZ niet heel veel patiënten gezien worden. TeMpOH-1 studie: ( Tranfusion in woman during majoor obstetric Haemorrhage ) De TeMpOH-1 studie is een landelijke retrospectieve cohortstudie die niet valt onder de reikwijdte van de WMO. De studie heeft als doel het optimaliseren van het transfusie beleid bij massaal bloedverlies rondom zwangerschap en geboorte. Massaal bloedverlies zoals de LEMMoN-studie heeft laten zien is de belangrijkste oorzaak van ernstige maternale morbiditeit. Jaarlijks zien we meer dan 800 vrouwen in Nederland met Major obstetric haemorrhage. Voor het Deventer Ziekenhuis vielen er 42 casussen over 2011 en 2012 binnen de inclusie criteria. Voor de studie hadden wij medewerking van het laboratorium nodig, zij leverde hiervoor de cijfers aan. NethOSS-studie: ( Netherlands Obstetric Surveillance System ) De NethOSS valt niet onder de reikwijdte van de WMO. Het is een registratie studie van ernstige maternale morbiditeit en is een vervolg op de LEMMoN studie. De NethOSS studie betreft een landelijke prospectieve studie naar vrouwen die gedurende hun zwangerschap of kraambed eclampsie, perimortum sectio caesarea ( PMCS ) en/of een vruchtwater embolie ontwikkelen. Naast het vaststellen van de incidentie van deze aandoeningen zal er worden gekeken naar mogelijke risico indicatoren en verschillen in management strategieën. 1 september 2013 zijn wij gestart met de NethOSS, gedurende 1 jaar zullen er casussen aangemeld worden van deze zeer ernstige complicaties, waarbij de teller gelukkig nog steeds op 1 staat. MASTER studie: ( kosteneffectiviteit van IUI,IVF en ICSI bij mannelijke subfertiliteit. Weten- schappelijk onderzoek naar de effectiviteit van behandelmogelijkheden bij verminderde zaadkwaliteit ) e De MASTER studie is opgedeeld in 3 RCT ’s waarvan wij in 1 instantie gaan deelnemen aan RCT 1, bij de diagnose milde mannelijke subfertiliteit, worden volgens de NVOG zowel beleid 6 maand afwachten als zes cycli IUI wisselend toegepast. Een duidelijk voordeel van de IUI behandeling ten opzichte van een afwachtend beleid is wetenschappelijk niet aangetoond, ook is niet duidelijk of het zinvol is IUI te combineren met milde hormoonstimulatie van de vrouw. Het doel van dit onderzoek is te achterhalen met welke behandeling de kans op zwangerschap groter is. Wij hebben toestemming voor de Master studie, maar moeten nog starten met de uitvoering van de studie. Er wordt aan 490 paren gevraagd deel te nemen aan de RCT 1. Labiumreductie studie: ( Onderzoek naar de mogelijkheid tot het veranderen van het zelfbeeld bij vrouwen met een verzoek tot labiumreductie, d.m.v. een fotoserie van ongewijzigde vulva’s ) Voor deelname aan de Labiumreductie studie ligt de aanvraag bij de METC wij zullen in 2014 starten met deze studie.
24 M3 stages Een wetenschappelijke M3 stage is bedoeld om co-assistenten te leren zelf een onderzoek op te zetten , uit te voeren en daar verslag van te leggen. De stage duurt normaal gesproken 20 weken. De volgende 3 projecten hebben in 2013 plaatsgevonden Manon Roolvink Titel Perinatale sterfte in de voorgeschiedenis; invloed op het interpregnancy interval en op het handelen van de obstetrische zorgverleners. Begeleiders drs van der Leeuw-Harmsen, dr van der Linden Merel Urgert Titel : De waarde van de doppleronderzoek bij de bedreigde zwangerschap Begeleiders dr Stigter, dr van der Linden Eline Biewenga Titel: Is er een relatie tussen de echoscopisch gemeten foetale wangdikte en orale glucose tolerantietest? Begeleiders dr Stigter, dr van der Linden Overige activiteiten Dr. P.J.Q. van der Linden Lopend onderzoek in het DZ: 1. Postmenopauzaal vaginaal bloedverlies na parenterale corticosteroïden toediening met Rie Klomp 2. Systematic review naar het gebruik van antibiotica bij therapeutische hysteroscopie met Jannie Wijma 3. Case report postmenopauzaal vaginaal bloedverlies veroorzaakt door amyloïdosis met Annemarie van der Steen Deelname in multicenter onderzoek Individual patient data meta-analysis on accuracy of Chlamydial antibody titers or hysterosalpingography to diagnose tubal pathology Prof Dr B.W.J. Mol en N. Smidt Phenotyping and genotyping of women with ovarian dysfunction associated with a hypergonadotropic hypoestrogenic status (WHO III) and their first and second degree relatives (WHO III studie) Coördinator DZ: Dr P.J.Q. van der Linden Drs. L. van der Leeuw-Harmsen Lopend onderzoek Verloskundige zorg veiliger dan gedacht, onderzoek naar perinatale sterfte in relatie tot tijdstip van geboorte. Drs. L. van der Voet Lopend onderzoek Promotieonderzoek in samenwerking met het Vumedisch centrum en het sint Antonius ziekenhuis Nieuwegein. Lange termijn gevolgen van een sectio, de niche in de uterus.
25
Algemene Informatie Kliniek 1990
1995
2000
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
bedden verloskunde
21
21
19
21
21
21
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
wiegen
15
16
16
16
16
16
bedden gynaecologie
14
11
11
11
11
11
dagbehandeling
3
3
5
2
2
2
totaal bedden
38
35
35
34
34
34
opnames verloskunde
1086
1085
1273
opnames gynaecologie
528
505
527 2760
2632
2694
2819
3051
3176
3225
2854
2408
opnames gyn en verl opnames dagbehandeling
298
458
429
594
895
801
855
878
840
896
888
1070
opnames totaal
1912
2048
2229
3354
3527
3495
3674
3929
4016
4121
3742
3478
1990 14817
1995 16240
1176 914 7045
1074 1258 7265
1177 1510 9419
1389 1353 9098
1551 1498 8823
1588 1479 9445
1776 1496 8858
554
466
426
362
335
316
387
302
282
296
148
346
557 576 3995
276 852 3381
289 1176 3842
446 1310 3853
462 1344 3884
502 1229 4005
741 1097 3982
733 1103 4228
735 1249 4825
965 991 5257
1084 846 5954
859 863 5665
391
389
431
490
439
444
425
487
493
500
497
439
gynaecologen 1.0 fte gynaecologen 0.9 fte
1990 4 0
1995 4 0
2000 3 0
2005 4 0
2006 4 0
2007 3 0
2008 3 0
2009 3 0
2010 3 0
2011 3 0
2012 3 1
2013 3 1
gynaecologen 0.8 fte gynaecologen 0.7 fte gynaecologen 0.6 fte gynaecologen 0.5 fte
0 0 0 2
0 0 1 1
0 0 1 2
1 1 1 0
1 1 1 0
1 2 0 1
1 3 0 1
2 3 0 0
3
3
3
2 0 0
2 0 0
2 0 0
3 2 0 0
assistentgeneeskundigen waarvan aios
2 1
3 3
4 3
6 3
6 3
6 3
6 3
7 5
7 6
7 5
5 4
6 5
klinisch verloskundigen
0
0
0
2
2
2
2
4
5
6
6
6
Polikliniek Totaal polikliniekbezoek
nieuw gyn/vpg oud/nieuw gyn/vpg herhaling gyn/vpg ca follow-up nieuw verloskunde oud/nieuw verloskunde herhaling verloskunde verwezen dur partu
2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 19740 20213 20232 19560 19185 19300 22464 23366 23401 21791
2172 2097 2521 2033 2358 1504 1515 1438 1162 1176 9858 11285 10613 11108 10870
Staf
26 Polikliniek Bezoeken n/on gynaecologie n/on verloskunde n/on voortplanting n/on gvv totaal patientbezoeken
Verrichtingen echoscopie totaal sec verloskunde seo 1e lijn seo 2e lijn artikel 2, type 1 artikel 2, type 2 doppler nt-meting gynaecologie sis infertiliteit t-IVF amniocentese amnioscopie cardiotocografie uitwendige versie counseling hysterosalpingogram post coïtum test + spm kunstm inseminatie urodyn onderzoek iucd plaatsen hysteroscopie colpo/vulvoscopie cryo/electrocoagulatie electroconisatie microcur/biopsie proefexcisie punctie cyste punctie follikel (IVF) verwijderen tumor zuigcurettage dilapan inbrengen verwijderen hechtingen bb vragenlijst overige verrichtingen
1990 2059 1133 144 3336
1995 2136 1128 196 3460
2000 2267 1465 420 4152
14817
16240
19740
20213 20232 19560 19286 19300 22464 23366 23404 21789
1990 3232 1128
1995 5365 1323 1898
2000 7723 1837 1880
36
39
1072
1630
1036
1967 370
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 10682 11234 10102 10114 11425 12235 12999 13672 12301 2042 1622 550 286 233 291 293 126 43 3062 3484 3500 3717 4000 4387 4974 5607 5092 161 8 4 5 1 1 1 2 95 55 33 18 18 16 11 8 110 122 124 165 200 250 247 349 314 41 75 122 132 171 190 132 141 147 171 268 332 436 469 508 560 477 421 245 251 35 0 0 2 0 1 0 2833 2990 2876 2919 3361 3572 3689 3931 3732 83 89 93 98 121 76 63 66 66 1583 1587 1895 1795 2178 2263 2491 2260 1933 512 490 512 529 669 677 533 702 537
0 64 516
0 1 641
0 0 741
0 0 1246 34
1 0 1262 34
1 1 1245 30
98 205 247 54 69
97 116 453 51 62
118 215 491 33 157
93
162 38 0 76 27
9
125 10 23 90 46 15 123 16 10 60 32
87 184 404 62 257 0 112 35 39 73 34 10 147 16 0 30 7
91
84
123
101 173 333 72 254 0 105 24 43 81 49 11 123 22 0 0 31 92 108
94 218 413 47 292 0 175 20 25 61 52 13 117 18 0 0 29 77 105
178
20 17
2005 2430 1756 312 4498
2006 2720 1806 331 4857
2007 2701 1731 366 4798
2008 2863 1838 409 5110
1 0 1106 39 1 64 168 338 58 314 0 196 33 26 70 82 4 155 14 0 0 10 78 88
2009 3184 1836 490 5510
4 0 1264 47 5 80 210 288 59 345 39 231 24 37 109 184 15 166 35 0 0 23 74 109
2010 3186 1984 430 5600
12 0 1421 28 5 112 189 268 60 399 118 263 13 14 89 197 9 166 38 0 0 13 79 74
2011 3456 1956 502 5914
9 0 1382 29 2 101 213 300 67 428 253 297 19 32 119 218 8 152 14 0 0 19 15 66
2012 3195 1930 445 5570
4 0 1643 29 7 102 233 236 56 375 165 358 6 50 178 327 7 149 19 0 0 21 30 80
2013 3080 1637 452 5169
5 0 1330 19 3 73 160 241 31 371 174 427 69 69 193 361 3 138 27 0 0 17 31 147
27 Klinische Verloskunde 1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 aantal partus waarvan primipara partus 16 - 27.6 wk waarvan primipara partus => 28 wk
918
957 1123 1101 1075 1110 1123 1190 1258 1245 1320 1286
506
511
611
604
584
590
602
656
726
658
697
691
9
17
12
10
14
22
17
15
13
9
14
21
5
7
7
6
6
13
7
8
1
2
5
11
909
940 1111 1091 1061 1088 1105 1175 1245 1236 1306 1265
501
504
604
598
578
577
595
648
725
656
692
680
meerling partus
28
30
32
42
29
30
28
42
21
26
27
35
moeders > 35 jaar
96
132
203
230
232
244
234
245
251
239
255
254
waarvan primipara
30
37
58
83
63
88
81
80
74
57
81
89
patiënten met eclampsie
waarvan primipara
0
1
0
1
1
0
1
1
0
0
1
0
maternale sterfte
0
1
0
2
0
0
0
1
0
0
0
0
77
70
104
108
120
156
141
152
141
168
193
overname tijdens ontsluiting
303
300
330
381
339
359
332
395
397
396
418
362
overname tijdens uitdrijving
88
89
101
109
100
84
93
92
96
104
79
77
109
108
141
93
109
106
111
120
103
94
89
83
stuitextractie
24
34
31
16
7
8
12
18
10
10
10
5
sectio bij stuitligging
38
29
57
48
58
58
71
71
64
55
54
58
sectio caesarea totaal
partus < 3 dg 2e lijns controle
stuitligging (vag en sc)
134
170
242
230
227
277
268
302
283
251
237
274
forcipale extractie
43
23
33
23
16
26
22
24
49
54
37
31
vacuümextractie
138
140
187
171
172
174
190
207
179
145
159
169
1
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
340
367
493
441
422
485
492
552
521
460
443
481
241
258
332
276
287
300
324
372
358
292
293
325
11
versie en extractie kunstverlossingen totaal waarvan primipara
kinderen 16 - 27.6 wk am
18
12
12
14
23
18
18
13
9
14
22
kinderen 28 - 31.6 wk am
13
7
8
4
10
7
2
5
3
5
3
kinderen 32 - 36.6 wk am
114
145
122
111
100
106
141
125
98
105
118
983 1067 1069 1140 1108
kinderen 37 - 41.6 wk am
729
742
888
882
854
910
925
kinderen => 42 wk am
117
100
103
120
121
97
95
kinderen => 28 wk am
936
969 1143 1132 1090 1117 1133 1213 1267 1262 1333 1299
doodgeboren
87
70
92
83
70
15
13
6
12
11
8
4
5
4
5
4
4
8
1
7
4
5
6
1
0
5
3
0
1
totaal PNS => 28 wk
23
14
13
16
16
14
5
5
9
8
4
5
kinderen 500 - 999 gr
11
8
5
5
2
8
5
7
4
3
1
3
kinderen 1000 - 1499 gr
6
14
10
10
1
5
10
3
5
4
2
3
kinderen 1500 - 2499 gr
75
100
123
88
86
82
75
105
85
60
67
93
sterfte 7x24 uur pp
kinderen => 2500 gr
848
851 1009 1029 1001 1031 1049 1103 1177 1198 1262 1202
28
kinderen => 1000 gr doodgeboren
929
965 1142 1127 1088 1118 1134 1211 1267 1262 1331
10
10
4
8
9
7
4
3
4
5
3
3
sterfte 7x24 uur pp
7
1
7
3
5
6
1
0
5
3
0
1
totaal PNS => 1000 gr
17
11
11
11
14
13
5
3
9
8
3
4
Gynaecologische Operaties 'groot' abd uterusextirpatie
1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 100
103
92
89
67
79
81
70
67
65
48
53
abd rad uterusextirpatie
2
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
2
debulking
3
14
9
6
7
7
3
8
4
4
9
1
7
3
2
1
1
1
0
0
0
myoomenucleatie
3
5
6
7
5
9
5
5
4
5
2
8
proeflaparotomie
11
11
11
2
8
4
16
2
12
6
4
3
adnexoperaties
22
41
31
26
37
24
33
50
40
33
38
23
sterilisatie (laparotomie)
2
8
5
0
0
1
5
0
0
0
0
0
extra uteriene graviditeit
18
8
2
0
2
0
0
0
3
1
0
fertiliteitsbevord operaties
17
7
21
2
4
4
1
3
2
3
1
0 1
vag uterusextirpatie
19
17
17
37
25
28
20
45
29
33
36
31
prolapsoperaties
60
82
80
131
103
103
92
121
84
83
87
65
met vag ut ext
55
75
62
83
57
56
52
57
40
43
42
33
3
12
18
15
15
14
19
15
41
34
32
40
7
21
10
5
13
12
7
21
24
20
23
26
32
27
39
35
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13
12
7
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
21
24
20
23
26
32
27
38
35
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
0
0
0
0
5
0
1
1
stageringslaparotomie
(entero)cèle abd/vag met implantaat incontinentie operaties vaginaal abdominaal (Burch) TVT fisteloperaties correctie platzbauch vulvectomie
1
0
1
1
2
2
0
0
3
3
6
3
totaal 'groot'
274
321
300
346
302
297
299
347
334
318
313
271
infertiliteit
43
25
59
32
41
42
38
29
26
23
22
26
diagnostisch
86
48
43
32
35
33
33
33
33
36
32
21
105
laparoscopie
tubaecoag/obstructie
166
103
29
26
25
28
24
8
25
10
10
therapeutisch
3
7
5
9
5
12
0
4
6
8
3
adnexoperatie
11
32
40
51
45
58
55
57
71
62
62
extra uteriene graviditeit
4
8
19
21
21
22
11
10
15
14
18
adhesiolysis/neostomie
9
1
1
0
3
2
5
4
5
1
2
uterusextirpatie
0
0
1
0
0
1
0
4
18
13
25
234
266
253
159
183
174
194
157
146
199
162
167
19
42
20
30
34
40
38
70
43
54
46
76
75
81
65
78
73
63
50
39
23
25
30
therap hysteroscopie
3
54
53
55
57
62
33
33
8
12
transcerv poliepresectie
8
28
13
36
54
46
33
44
47
54
39
118
135
150
166
totaal laparoscopie hysteroscopie diagn hysteroscopie diagn hyst+ curettage
hysteroscopie poliklin ok
29 Essure sterilisatie transcerv endometriumresectie
0
9
29
18
17
4
7
14
19
15
15
16
12
34
9
transcerv endometriumablatie
34
48
54
19
117
126
196
193
219
228
279
309
361
346
416
diagnostische curettage
119
87
22
37
54
32
15
27
30
31
21
39
curettage sp. abortus
127
135
134
109
114
99
98
102
125
82
105
96
1
2
9
7
7
9
2
5
3
1
2
0
30
51
22
14
29
21
28
34
31
30
19
22
totaal hysteroscopie 'overig'
abortus provocatus (electro)conisatie
30
Gynaecologie Verwijsdiagnose Polikliniek Gynaecologie Sinds 1990 worden de verwijsindicaties geregistreerd bij patiënten die met een vraagstelling op gynaecologisch terrein worden gezien. Vanaf 2006 blijkt een toename in het aantal verwijzingen gynaecologie van 20%. verwijsdiagnose
1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
gyn afwijking?
134
212
215
158
159
165
183
202
206
214
152
183
buikpijn
276
220
248
307
386
359
328
455
451
534
446
338
anticonceptie
99
73
123
238
249
277
327
327
347
397
308
320
117
178
120
25
28
32
36
31
26
32
30
26
33
34
34
47
56
37
54
50
45
69
50
24
3
11
3
7
12
13
3
3
5
5
2
4
91
86
53
69
77
75
75
70
85
47
58
64
cyclusstoornis
314
290
329
399
507
518
551
586
567
634
622
579
cyclus klachten
43
48
64
54
46
43
43
41
35
44
62
41
131
150
178
226
219
212
222
256
249
248
225
278
42
49
36
73
77
60
85
83
73
92
103
76
137
161
160
230
228
231
244
276
289
329
332
264
17
26
18
1
1
0
0
0
2
sterilisatiewens seksuologie mammapathologie fluor
postmenop bldverl incont urinae prolaps bb-centrum ca follow up
7
9
2
3
2
2
7
6
2
3
4
2
afw adnex / rip
66
84
74
84
78
73
102
109
120
100
100
86
afw uterus
91
80
95
52
51
55
78
57
58
57
48
64
afw cervix
113
afw cervixcytologie
62
81
63
80
76
94
121
122
115
133
130
122
86
66
74
76
74
80
70
105
96
157
afw vagina
36
47
44
37
38
39
36
53
51
55
54
49
afw vulva
78
92
99
135
132
157
186
231
273
272
272
254
8
6
22
4
10
9
11
6
5
3
5
5
14
18
21
13
21
18
19
22
25
23
12
26
abortus/eug
35
107
56
77
63
51
52
32
18
21
14
climact/ HRT
14
32
19
25
17
19
28
14
20
13
10
11
20
33
34
38
32
40
47
28
des gesprek
hereditaire tumoren totaal verwijzingen
1833 2081 2226 2393 2678 2658 2863 3184 3182 3456 3195 3532
Verrichtingen Polikliniek Gynaecologie Voor het in beeld brengen van de Diagnose Behandel Combinatie is een koppeling van verwijsdiagnose (klacht) en verrichting belangrijk. Vooralsnog worden de verrichtingen alleen in absolute aantallen weergegeven. verrichtingen
1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
echoscopie (abd+vag)
1072 1630 2833 2990 2876 2919 3361 3572 3689 3931 3733
sis urodynamisch onderzoek
54
51
iucd plaatsen
69
62
83
89
93
98
121
76
63
66
66
33
62
72
47
58
59
60
67
56
31
157
257
254
292
314
345
399
428
375
371
0
39
118
253
165
174
358
417
hysteroscopie kolposcopie/vulvoscopie
93
cryo/electrocoagulatie electroconisatie microcur/biopsie proefexcisie
178
162
125
112
105
175
196
231
263
297
38
10
35
24
20
33
24
13
19
6
69
0
23
39
43
25
26
37
14
32
50
69
76
90
73
81
61
70
109
89
119
178
193
27
46
34
49
52
82
184
197
218
327
361
15
10
11
13
4
15
9
8
7
3
16
16
22
18
14
35
38
14
19
27
punctie cyste verwijderen tumor
20
31 zuigcurettage
17
10
0
0
60
30
0
9
32
7
31
29
10
91
84
123
108
105
88
dilapan inbrengen verwijderen hechtingen overige verrichtingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
23
13
19
21
17
109
74
66
80
147
Poliklinische hysteroscopie Het aantal poliklinische hysteroscopieën neemt sinds de introductie in 2009 nog steeds jaarlijks toe, zij het de laatste jaren nog in geringe mate. In 2013 zijn er in totaal 176 hysteroscopieën verricht op de POK, inclusief 14 Essure sterilisaties. Het aantal Essure sterilisaties is stabiel ten opzichte van 2012. De indicatie werd dit jaar wat meer gevormd door spiraalgerelateerde problematiek en abnormaal uterien bloedverlies. De toegangstijd tot de ambulante hysteroscopie bedroeg zo’n 0 tot 4 weken door het jaar heen. Alle ingrepen werden door of onder supervisie van 3 gynaecologen uitgevoerd, te weten van der Linden, van der Voet en Zwart. In 38% werd de ingreep door een aios gynaecologie verricht. Iets minder dan de helft van de ingrepen was diagnostisch (inclusief biopten). Er werden meer intracavitaire poliepen gediagnosticeerd en deze werden ook beduidend vaker direct poliklinisch verwijderd mbv versapoint of schaartje/paktang (73% t.o.v. 51% in 2012). Ook werden er meer myomen aangetroffen dan in 2012, hetgeen al met al suggereert dat de indicatiestelling voor een poliklinische hysteroscopie verder verbetert. Het percentage complicaties is 5,1% (conform 2012) en er waren geen ernstige complicaties. Het aantal niet geslaagde ingrepen was met 1,7% precies gelijk aan vorig jaar (n=3). De beschikbaarheid van de dunnere versascope zal hieraan bijgedragen hebben hoewel die in 1 geval om onduidelijke reden niet is gebruikt. Het gaat om 1 niet geslaagde Essure sterilisatie, en 2 hysteroscopieën waarbij het cavum niet bereikt werd in verband met pijn of stenose. In beide laatste gevallen werd de ingreep in een later stadium probleemloos op OK uitgevoerd, de patiënte met de niet geslaagde Essure zag af van sterilisatie. indicatie postmenopauzaal bloedverlies abnormaal uterien bloedverlies verdenking cervixstenose verdenking uterusanomalie iud plaatsing/opsporing verzoek sterilisatie verdenking placentarest overig
2009 8 17 2 0 9 0
2010 39 39 1 5 16 19
2011 34 50 3 2 28 30 7
2012 54 55 2 3 19 17 6 11
2013 49 68 2 4 29 15 1 8
2
7
bevinding poliep atrofie iucd myoom graad 0 myoom graad 1-2 niche sectiolitteken cervixstenose verdenking carcinoom overige geen afwijkingen
2009 11 1 3 1 3 2 4
2010 28 10 11 2 6 1 3
2011 20 3 21 1 14 4 3 3 19 65
2012 35 8 26 6 9 10 4 6 13 40
2013 45 4 19 1 19 6 5 6 12 58
2 11
7 41
verrichting verwijderen poliep verwijderen/plaatsen iucd biopt opheffen cervixstenose myoomresectie Essure sterilisatie overige geen
2009 14 13 6 4 0 0
2010 19 17 5 3 2 16
2011 13 32 22 1 0 27 5 56
2012 18 27 33 1 3 14 7 63
2013 33 32 36 4 2 14 2 53
4
47
32 Vulvapolikliniek Op 1 september 2009 is in het Deventer Ziekenhuis een vulvapoli geopend. De vulvapoli is een gecombineerd spreekuur van dermatoloog en gynaecoloog met als doel complexe vulvaire pathologie te diagnosticeren en behandelen. Het spreekuur wordt gehouden door Kees van Ginkel (bij afwezigheid door Jur Boer), dermatoloog en Annechien Bouman, gynaecoloog. Iedere eerste dinsdagochtend van de maand is er de mogelijkheid om 810 nieuwe patiënten te zien. Aangezien alle participerende specialisten lid zijn van de NVvVP (Nederlanse Vereniging voor Vulva Pathologie) kan complexe pathologie op een forum geplaatst worden en vindt intercollegiale consultatie plaats. Bekkenbodem De urogynaecologie wordt in het Deventer Ziekenhuis door 2 gynaecologen bemenst: Loes van der Leeuw en Annemarie Weis. Zij voldoen beiden aan de eisen zoals door de beroepsgroep zijn gesteld aan een gynaecoloog met urogynaecologie als aandachtsgebied (GUA). Binnen de prolapschirurgie zien we een trend naar uterussparende ingrepen, waarbij de gemodificeerde Manchester binnen onze kliniek het meest wordt uitgevoerd. De implantaatchirurgie is in Deventer nagenoeg verdwenen na de negatieve berichten in pers en wetenschappelijke literatuur tav complicaties. Derhalve worden de door de Werkgroep Bekkenbodem gestelde volumenormen niet meer gehaald. Voor de behandeling van incontinentie wordt het hele arsenaal aan ingrepen uitgevoerd: de ‘klassieke ‘ TVT, de TVT-O (door de urologen) en de Mini-Arc. Een Burch (hoeveel in 2013 ?? indien 0 dan deze regel weglaten) colposuspensie wordt nog slechts incidenteel verricht, veelal in combinatie met een andere abdominale ingreep. Er wordt multidisciplinair samengewerkt met diverse professionals. De continentie-verpleegkundige participeert in het bekkenbodemspreekuur en begeleidt patiënten met ledigingsstoornissen na urogynaecologische operaties. Er is een bekkenfysiotherapeut werkzaam in ons ziekenhuis die hierdoor laagdrempelig benaderbaar is. Met de urologen is 1x per maand een gecombineerd spreekuur waar veelal complexe pathologie wordt gezien. Bij de DUW-bespreking 1 x per maand zijn alle bovengenoemde disciplines aanwezig. Daar wordt casuïstiek besproken en een presentatie gehouden over een urogynaecologisch onderwerp. Ook wordt een keer per maand een teleconferentie bekkenbodem gehouden met het Apeldoorn, Zutphen, en Zwolle waarbij patiënten casuïstiek wordt besproken en ook meerdere specialismen aanwezig zijn. Sedert 2004 wordt jaarlijks door een van de gynaecologen op meerdere lokaties in Nepal onderwijs en training in de bekkenbodemchirurgie gegeven. Langjarig follow-up onderzoek van zowel pessariumbehandeling als operatieve therapie is opgezet en deels uitgevoerd. Seksuologie De seksuologische hulpverlening in onze regio vindt plaats in samenwerking met Dimence, de GGZ instelling. Na een verwijzing naar de seksuoloog vindt rechtstreeks plaats waarbij patiënten op korte termijn kunnen worden gezien. Er is een multidisciplinair overleg waaraan ook de bekkenfysiotherapeut deelneemt die veel van deze patiënten in medebehandeling heeft. De meerwaarde van deze benadering vanuit ieders expertise komt in deze bespreking mooi tot uiting. Op het gebeid van onderwijs is op verzoek van de huisartsen scholing verzorgd over het onderwerp seksuologie tijdens de zogenaamde ‘Uitkijk” dagen. Het bestond uit een drieluik waarbij gynaecoloog, uroloog en seksuoloog ieder vanuit hun eigen invalshoek seksuologische problematiek benaderde. Deze scholing is positief geëvalueerd. Ook is er binnen het Deventer Ziekenhuis onderzoek gedaan op het gebied van de seksuologie. In het kader van een afstudeerscriptie is door een consulent seksuele gezondheid onderzoek gedaan op het gebied van kanker en seksualiteit. Hiertoe zijn de oncologie verpleegkundigen op gestructureerde wijze geïnterviewd over hun kennis en vaardigheden op dit gebied. De onderzoeksresultaten zijn met deze groep en een van de mammachirurg besproken. Inmiddels was een van deze verpleegkundigen reeds gestart met de opleiding tot seksuologisch consulent en kan aan deze groep patiënten laagdrempelig hulp op dit gebied worden verleend.
33
De laparoscopische ingreep De laparoscopische chirurgie wordt vanaf 1995 bepaald door de ingrepen aan adnexa en incidenteel een uterusextirpatie. Vanaf 2011 wordt de uterusextirpatie uitgevoerd. Dit jaar zijn 29 patiënten gepland voor een TLH . Een toename ten opzichte van 2012. Bij 5 patiënten is geconverteerd, al deze conversies waren strategische conversie, 3 ivm uitgebreide adhesies/endometriose , 1 in verband met anesthesie problemen, en 1 in verband met een uitgebreide liesbreuk waardoor plaatsen van hulptrocars onmogelijk was. Bij 1 patiënte is tijdens OK afgezien van een laparoscopie en een VUE uitgevoerd. Uiteindelijk zijn er 23 patiënten laparoscopische geopereerd. De gemiddelde ligduur (inclusief de conversies) bedroeg 2,0 dagen, exclusief de conversies 1,7 dagen. Bij een patiënte is een restant van de cervix in situ gebleven. Er zijn geen andere complicaties opgetreden. De indicaties voor een TLH waren: endometriumcarcinoom (16) uterus myomatosus (8) adenomyosis (4). Ten opzicht van 2012 zien we een stijging in het aantal TLH. Waarschijnlijk is dit een gevolg van een minder aantal patienten met een endometriumcarcinoom in 2012. Nu de TLH geheel ingebed is in de structuur is de uitdaging voor het komende jaar om de aantallen TLH te vergroten ten koste van de abdominale uterusextirpaties ivm benigne indicaties.
34 Oncologische gynaecologie Overzicht nieuwe patiënten oncologische gynaecologie 1990
1995
2000
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
12
29
33
26
35
34
36
54
49
49
45
48
Stadium 0 (CIS-CIN 3)
6
21
24
23
25
28
29
45
46
43
40
42
Stadium I A
1
2
1
1
2
2
0
2
1
0
1
1
Stadium I B
2
4
4
2
4
2
4
4
2
5
0
3
Stadium II
3
1
2
0
3
1
0
2
0
1
1
1
Stadium III
0
1
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
Stadium IV
0
0
2
0
1
1
1
1
0
0
3
1
ENDOMETRIUM UTERI
17
21
20
26
19
28
17
15
17
33
21
35
Stadium I
13
16
13
18
16
21
11
13
12
26
14
23
Stadium II
2
3
5
2
1
3
2
0
0
1
4
2
Stadium III
1
0
1
5
1
3
2
1
3
5
2
4
Stadium IV
1
2
1
1
1
1
2
1
2
1
1
6
OVARIUM
17
14
13
18
15
15
19
30
29
24
13
13
Stadium I A
6
4
3
8
1
5
3
5
8
4
3
3
Stadium I B
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
Stadium I C
1
2
1
2
0
2
1
2
2
4
1
1
Stadium II
1
1
1
2
2
0
1
3
2
3
3
2
Stadium III
5
5
6
2
11
2
10
16
10
9
3
5
Stadium IV
3
2
1
0
0
1
2
0
2
4
3
1
Stadium V*
1
0
1
4
1
5
2
3
5
0
0
1
TUBA
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
VAGINA
0
0
1
1
1
0
1
2
0
0
0
0
VULVA
2
4
4
3
4
4
11
3
8
4
9
4
GEST TROF NEOPLASIA
0
3
1
3
0
1
0
3
2
0
1
0
Mola
0
3
1
3
0
1
0
3
1
0
1
0
Low risk GTN
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
High risk GTN
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
ANDERE GYN MALIGNITEIT
1
0
1
2
2
2
0
1
1
0
1
1
BUITEN GEN INT/EXT
0
0
5
6
2
6
1
0
4
6
3
0
CERVIX UTERI
Stadium V* Hiermee wordt bedoeld een uitgebreid gemetastaseerd proces, vermoedelijk uitgaande van het ovarium. Van patiënten die buiten de regio zijn (mede-)behandeld zijn de gegevens ook in bovenstaande tabel verwerkt. Organisatie van oncologische zorg Vakgroep Conform de richtlijn van de NVOG zijn er binnen de vakgroep twee gynaecologen met de oncologische gynaecologie als aandachtsgebied werkzaam, Monique Huisman en Annechien Bouman. Over alle patiënten met een oncologisch probleem wordt overlegd of wordt de patiënte indien nodig verwezen naar de consulent van het AMC te Amsterdam. Dankzij deze samenstelling van het team kan in het Deventer Ziekenhuis de gynaecologisch oncologische zorg volgens state of the art worden bedreven. Patiënten met een endometriumcarcinoom worden in eigen kliniek behandeld. Indien mogelijk worden patiënten met een goed
35 tot matig gedifferentieerd endometriumcarcinoom vanaf 2011 geopereerd middels een totale laparoscopische e hysterectomie, wat de behandeling van 1 keus is. Door de normering omtrent hoog risico laag volume worden de patiënten met een ovariumcarcinoom na work up verwezen voor primaire- danwel interval debulking naar het AMC. Patiënten met een vulva- en operabel cervixcarcinoom worden na consult in het Deventer Ziekenhuis voor operatieve behandeling verwezen naar de 3e lijn. Patiënten met een cervixcarcinoom die primair in aanmerking komen voor radiotherapie worden verwezen naar het RISO te Deventer. Deventer Ziekenhuis Er bestaat in het Deventer ziekenhuis een goede samenwerking met de afdeling medische oncologie, chirurgie, radiotherapeutisch instituut (RISO) en het beleidsteam palliatieve zorg. De oncologische ontwikkelingen in het Deventer ziekenhuis worden gecoördineerd en geïnitieerd vanuit het beleidsteam oncologie. Alle vakgroepen en betrokken paramedische diensten hebben een afgevaardigde in dit beleidsteam. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door 2 medisch specialisten (R.H. Bosker, chirurg en dr. A. Imholz, medisch oncoloog), een managementassistente, een verpleegkundig consulent oncologie en de clustermanager oncologie. Oncologische patiënten worden twee wekelijks besproken in de stedendriehoek met de oncologisch consulent van het AMC middels een teleconferentie. Tevens is er de mogelijkheid om de patiënten in de multidisciplinaire oncologiebespreking van het Deventer ziekenhuis te bespreken. Deze bespreking vindt 2-wekelijks plaats door middel van een teleconferentieverbinding met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Sinds 2010 is er een intern consultteam palliatieve zorg. De zorg voor patiënten in de laatste levensfase wordt hiermee verbeterd. Stedendriehoek Binnen de stedendriehoek functioneert het gynaecologisch oncologisch netwerk stedendriehoek, (GOS; Apeldoorn, Deventer en Zutphen). Iedere 2 weken vindt een gynaecologisch oncologische teleconferentie plaats met de oncologisch-gynaecologisch consulent van het AMC en de leden van het GOS, in aanwezigheid van radiotherapeuten van het RISO. Alle oncologische patiënten worden prospectief en retrospectief besproken waardoor behalve het uitvoeren van een achteraf toetsing ook een vooraf behandelplan kan worden opgesteld. Zorgpaden Sedert 2007 zijn binnen de stedendriehoek de zorgpaden voor endometrium-, ovarium- en cervixcarcinoom opgesteld en geïmplementeerd. Aan de hand van regionaal opgestelde prestatie-indicatoren (doorlooptijden, termijn uitslag PA, termijn berichtgeving huisarts, inschakelen van oncologieverpleegkundige en het uitreiken van regionaal ontwikkelde patiëntenvoorlichting) kan de zorg worden geëvalueerd. Binnen deze zorgpaden zijn routes beschreven voor verwijzing naar andere disciplines zoals oncologieverpleegkundige, palliatief team en zorgverleners voor psychosociale en existentiële begeleiding. Aan patiënten met een endometrium-, ovariumof cervixcarcinoom wordt een verpleegkundig consulent aangewezen die naast voorlichtings- en begeleidingstaken ook regietaken op zich neemt. De regietaak houdt in dat de verpleegkundig consulent oncologie het vaste aanspreekpunt voor de patiënte is onafhankelijk van de behandelfase en zij zal het zorgpad e monitoren om structurele proces inefficiënties te kunnen signaleren binnen de zorgketen (een keten tussen 1 , e e 2 en 3 lijn, en ook tussen meerdere disciplines binnen een ziekenhuis). Wetenschappelijke activiteiten Vanaf september 2011 worden patiënten voor de LapOvCa geïncludeerd. In deze studie bij patiënten met ovariumcarcinoom wordt beoordeeld of er middels laparoscopie een inschatting gemaakt kan worden of een complete debulking mogelijk is. De toekomst Ook in de toekomst streven we naar het borgen en verbeteren van de kwaliteit van zorg. Met het stellen van eisen aan volumechirurgie aan oncologische ingrepen, is er voor het ovariumcarcinoom dit jaar al een wijziging doorgevoerd. Vooralsnog blijft de zorg en het consulentschap ongewijzigd. Dit consulentschap en virtuele
36 samenwerking van de stedendriehoek is geformaliseerd binnen de Regionale Organisatie Gynaecologische Oncologie Amsterdam e.o., ROGOA. Dr. Annechien Bouman heeft zitting genomen in het bestuur van de tumorwerkgroep oncologische gynaecologie IKNL regio Amsterdam.
37 Verloskunde Verloskunde In 2013 is er niet veel schokkends gebeurd op het gebied van de verloskunde. Het aantal thuispartus neemt ook in onze regio gestaag af. Het totaal aantal partus in het Deventer Ziekenhuis was in 2013 1529, waarvan 16% poliklinisch. Het project ‘Orkestzorg’, waarin alle betrokken partijen hebben samengewerkt aan een toekomstvisie op de verloskundige zorg in de regio, is afgerond. Het verloskundig samenwerkingsverband loopt goed en heeft als nieuwe naam ‘Geboortezorg Salland’ gekregen. Er worden steeds meer VSV-protocollen ontwikkeld en een nieuwe website is in ontwikkeling. Het VSV heeft zich aangesloten bij het regioconsortium Utrecht, thans e e Geboorteconsortium Midden Nederland (GCMN) geheten. Het gezamenlijke echocentrum van 1 en 2 lijn functioneert goed, hier worden alle SEO’s, NT-metingen, termijn echo’s en overige eerstelijns echo’s verricht, alsmede de uitwendige versie. Het sectiopercentage onder tweedelijns partus is in 2013 21,3%, vergelijkbaar met de jaren ervoor. Het percentage sectio’s bij stuitligging is nog steeds relatief laag maar laat wel een stijgende trend zien met in 2013 69,9% sectio’s (primair en secundair samen). Het percentage vaginale kunstverlossingen is stabiel, met nog steeds in 1 op de 6 gevallen een forcepsverlossing. Het percentage perinatale sterfte vanaf AD 28 weken is met 0,04‰ opnieuw laag-normaal (n=5). Er waren geen maternale sterftes. Enkele van het landelijk gemiddelde afwijkende resultaten worden hier kort besproken. Het percentage overnames uit de eerste lijn is met 77% hoog ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 66%. Dat zal te maken hebben met het hoge percentage zwangeren dat in onze regio van oudsher zorg in de eerste lijn geniet. Deze selectie wordt sinds dit jaar gemaakt tijdens de gezamenlijke intake bespreking, waarbij iedere zwangere in de regio wordt besproken op een wekelijkse bespreking per praktijk met een eerstelijns verloskundige en een gynaecoloog. Het zorgpad wordt hier vastgesteld en een samenvatting van de intake wordt in het tweedelijns dossier vastgelegd. Er wordt steeds expliciet nagedacht of er een toegevoegde waarde van zorg in de tweede lijn is. Het percentage serotiene zwangeren is met 5% hoog vergeleken met het landelijk gemiddelde. Onze regio neemt actief deel aan de INDEX studie en het standaard beleid is nog steeds om zwangeren niet voor 42 weken in te leiden. Het percentage inleidingen is met 35% wel iets bovengemiddeld (landelijk 31%). Dit zou mede te maken kunnen hebben met een relatief streng protocol voor diabetes gravidarum, waarbij iedereen met diabetes gravidarum momenteel bij uiterlijk 40 weken ingeleid wordt. Het percentage primaire sectio’s is daarentegen met 7% duidelijk onder het landelijk gemiddelde van 11%. Het totale sectiopercentage is iets onder het landelijk gemiddelde (21 vs 23%). Het percentage barende vrouwen dat wordt bijgestimuleerd is opvallend veel lager dan het landelijk gemiddelde met 22% versus 46% landelijk. Hier is geen duidelijke verklaring voor aan te wijzen, er zou sprake kunnen zijn van registratiebias. Dit jaar is het VSV-protocol ‘Code rood’ in werking getreden met VSV-brede afspraken over parallelle actie in spoedgevallen. Er zijn in 2013 twee gevallen geweest en die zullen binnen het VSV worden geëvalueerd. Pop poli In 2010 is de multi-disciplinaire Pediatrie -Obstetrie-Psychiatrie (POP) poli opgericht, waarbij de samenstelling opnieuw enige veranderingen heeft laten zien. De huidige bezetting is klinisch verloskundige A. Van Es-Van Beek, gynaecoloog mw MA Huisman, waargenomen door mw L van der Voet, neonatoloog mw dr C Dassel, waargenomen door mw R Wachters, psychiater mw A Stevens, specialistisch psychiatrisch verpleegkundige dhr B Geerling, en medisch maatschappelijk werkster mw A Le Net.
38 Er wordt gewerkt volgens een gezamenlijk opgesteld protocol. Eind 2012 is het nieuwe landelijke protocol voor SSRI-gebruik in de zwangerschap en postpartum ingevoerd, in samenwerking tussen NVOG, KNOV en NVK, opgesteld, welke in 2013 in het DZ is geimplementeerd. Tot nu toe is het advies geweest zwangeren met SSRI gebruik 48 uur postpartum te observeren, het nieuwe multidisciplinaire protocol gaf tenminste 12 uur aan in verband met het risico op persisterende pulmonale hypertensive van de neonaat. Gezien het feit dat er het afgelopen jaar geen incidenten zijn geweest met neonaten waarvan de moeder SSRI gebruikte, hebben we dit advies overgenomen. De poli vindt 1x/ maand plaats waarbij gemiddeld 8 patienten gezien worden. Hierbij wordt in principe een advies gegeven naar de verwijzer, echter indien nodig wordt de zorg overgenomen. De betrokken partijen worden op de hoogte gebracht, en zonodig andere instanties (bijv Bureau Jeugdzorg, Tactus) betrokken. De evaluatie van de zorg behoeft nog nadere uitwerking. Prenatale diagnostiek en screening In 2013 is het totaal aantal verrichtingen prenatale diagnostiek constant gebleven. Het echocentrum FETURA, een samenwerkingsverband van een aantal plaatselijke verloskundige praktijken en het DZ doet naast alle eerstelijns echoverrichtingen (termijnbepaling, groei- en liggingsecho’s) ook de NT metingen als onderdeel voor de eerste trimester screening voor de regio, alle 20 weken echo’s (SEO) inclusief alle verwijzingen van DZ patiënten met een primair medische indicatie. Patiënten met indicatie voor GUO I of II worden vrijwel allemaal doorverwezen naar het DZ. De meeste patiënten waarbij echoscopisch ernstige afwijkingen zijn vastgesteld c.q. bevestigd worden doorverwezen naar het WKZ omdat de verwijsstroom van alle pasgeborenen plaatsvindt naar dat centrum. Enkele verwijzingen vonden plaats naar de Isala Kliniek in Zwolle, en naar het UMC te Groningen, Nijmegen of Leiden. Invasieve diagnostiek wordt verricht in samenwerking met de Isala Kliniek in Zwolle, maar de aantallen verrichtingen nemen sterk af en de verwachting is dat introductie van nieuwe technieken zal resulteren in een nog verdere afname van het aantal vruchtwaterpunctie en vlokkentests. De participatie van een van de stafleden (RS) in de invasieve diagnostiek in Zwolle moet opnieuw worden heroverwogen. Te verwachten is dat ook de counseling voor prenatale screening in de nabije toekomst in zijn geheel door de eerste lijn zal worden verricht, ook voor de populatie zwangeren met een primair medische indicatie. Dit in verband met de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de counselor en de aantallen patiënten die door ieder moeten worden gecounseld.
39 Aantallen GUO (geavanceerd echoscopisch onderzoek) Type 1 a aangeboren afwijking in fam b insuline afhankelijke diabetes c zwangere gebruikt anti-epileptica zwangere gebruikt andere d medicatie e zwangere gebruikt drugs x overige totaal
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 85 81 84 109 124 145 140 123 140 6 9 5 11 8 12 6 11 4 3 4 2 3 4 5 3 6 8
Type 2 vermoeden op 1 of meer struct a afw b negatieve dyscongruentie c positieve dyscongruentie d oligohydramnion e polyhydramnion f foetale hartritmestoornis x overige totaal
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
5 0 7 106
20 13 3 1 8 6 0 51
11 3 17 125
57 10 3 0 2 6 1 79
6 1 6 104
77 16 2 2 5 6 0 108
12 0 9 144
77 14 7 1 4 8 0 111
14 1 18 169
94 13 7 0 14 5 7 140
17 0 24 203
98 18 6 1 11 6 15 155
21 0 43 213
57 14 7 4 14 3 9 108
17 0 96 253
76 5 11 0 8 4 0 104
21 1 60 234
89 1 12 0 8 5 0 115
40
LVR2
JAAROVERZICHT
Praktijk 1005
MOEDER
Herkomst
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Nederlands
1062
89
1105
88
1067
86
1153
87
1114
87
74
Buitenlands
128
11
150
12
179
14
168
13
168
13
23
Totaal partus
1190
Leeftijd
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
17 580 464
1 49 39
19 654 439
2 52 35
24 641 459
2 51 37
15 670 502
1 51 38
20 661 457
2 52 36
1 49 38
37 en ouder
129
11
143
11
122
10
134
10
144
11
12
Totaal partus
1190
Graviditeiten
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1 2
547 331
46 28
591 347
47 28
522 395
42 32
587 387
44 29
556 388
43 30
41 29
3 en meer
312
26
317
25
329
26
347
26
338
26
30
Jonger dan 20 20-30 31-36
1255
1246
1255
1321
1246
1321
1190
Abortus/EUG/mola
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
899 290
76 24
945 310
75 25
930 314
75 25
985 335
75 25
943 337
74 26
41 28
1
0
0
0
2
0
1
0
2
0
31
Overig/onbekend
1246
1282
Totaal partus
0 1 en meer
1255
1282
1255
1321
1246
1282
Totaal partus
1190
Pariteit
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1 2
656 366
55 31
725 361
58 29
658 393
53 32
698 443
53 34
690 416
54 32
51 33
3 en meer
168
14
169
13
195
16
180
14
176
14
16
%
Lnd% 100
1255
1321
Totaal partus
1190
Mortaliteit (mat.)
2009
Nee
1190 100
1255 100
1246 100
1321 100
1282 100
Totaal partus
1190
1255
1246
1321
1282
%
2010
1246
1282
%
2011
1321
%
2012
1282
%
2013
41
ZWANGERSCHAP
Conceptie
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Spontaan (incl KID) Gestimuleerd
1122 64
94 5
1185 63
94 5
1152 75
92 6
1222 83
93 6
1179 85
92 7
92 6
Overig/onbekend Aantal codes (max 2/partus)
4
0
7
1
19
2
16
1
18
1
2
Zwangerschapsduur 25w0 - 31w6 32w0 - 36w6 37w0 - 41w6 42w0 en meer Overig/onbekend
1190
1255
1246
1321
1282
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
2 141 983 87
0 11 80 7
6 125 1064 70
0 10 83 5
3 98 1070 92
0 8 84 7
5 105 1141 83
0 8 85 6
4 118 1106 70
0 9 84 5
2 8 87 2
18
1
12
1
9
1
14
1
19
1
1
Totaal kinderen
1231
Overname
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Geen
390
33
314
25
345
28
267
20
300
23
32
Uit 1e lijn
800
67
941
75
901
72
1054
80
982
77
66
Totaal partus
1190
Begeleiding
1277
1272
1255
1348
1246
1317
1321
1282
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1x of 2x na w20 3x of meer na w20 Tijdens ontsluiting
109 598 392
9 50 33
143 621 395
11 49 31
122 625 395
10 50 32
158 665 419
12 50 32
163 682 360
13 53 28
20 49 22
Tijdens uitdrijving
91
8
96
8
104
8
79
6
77
6
4
Totaal patienten
1190
Eigen zorg
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
0 dagen 1 of 2 dagen 3-10 dagen >10 dagen
2 21 44 1119
0 2 4 94
4 7 30 1209
0 1 2 96
6 16 26 1195
0 1 2 96
4 23 34 1252
0 2 3 95
3 39 37 1203
0 3 3 94
19 12 7 61
4
0
5
0
3
0
8
1
0
0
1
Overig/onbekend Totaal partus
1190
1255
1255
1246
1246
1321
1321
1282
1282
42
BEVALLING Aantal kinderen/partus Eenling Meerling
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1149
93
1234
97
1220
96
1294
96
1247
95
95
82
7
43
3
52
4
54
4
70
5
5
Totaal kinderen
1231
1277
1272
Dag v/d week
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
131 182 189 179 205 192
11 15 15 15 17 16
144 190 202 206 196 170
11 15 16 16 15 13
129 196 216 205 181 213
10 15 17 16 14 17
143 193 222 198 202 228
11 14 16 15 15 17
164 194 198 189 172 208
12 15 15 14 13 16
11 15 16 16 15 16
Zaterdag
153
12
169
13
132
10
162
12
192
15
12
1277
1348
1272
1317
Totaal kinderen
1231
Geboorteuur
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
8 tot 11 11 tot 14 14 tot 17 17 tot 20
195 226 206 156
16 18 17 13
155 224 210 171
12 18 16 13
175 223 244 180
14 18 19 14
185 240 216 186
14 18 16 14
200 251 225 180
15 19 17 14
13 17 18 14
20 tot 8
448
36
517
40
450
35
521
39
461
35
39
1277
1348
1272
1317
Totaal kinderen
1231
Begin baring
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Spontaan begin Inleiding
814 273
68 23
849 314
68 25
824 329
66 26
826 417
63 32
744 452
58 35
56 31
Sectio
103
9
92
7
93
7
78
6
86
7
11
1255
1348
Totaal partus
1190
Indicatie Inl/PS
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Geen indicatie Electief Conditie kind/moeder
799 163
67 14
824 157
66 13
806 181
65 15
796 249
60 19
722 264
56 21
59 15
228
19
274
22
259
21
276
21
296
23
26
Totaal partus
1190
1255
1246
1317
1246
1321
1321
1282
1282
43
Gebroken vliezen
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Minder dan 1 uur 1-12 uur 12-24 uur 1-14 dagen >14 dagen
180 738 164 104 3
15 62 14 9 0
176 757 198 119 4
14 60 16 9 0
162 820 158 106 0
13 66 13 9 0
140 893 179 105 4
11 68 14 8 0
150 856 180 93 2
12 67 14 7 0
15 61 12 9 0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
0
3
Overig/onbekend Totaal partus
1190
Einde baring
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Spontaan einde Kunstverlossing Secundaire sectio
696 233 195
57 19 16
766 229 185
60 18 14
820 200 155
64 16 12
913 198 157
68 15 12
842 201 179
64 15 14
65 12 12
Primaire sectio
107
9
97
8
97
8
80
6
95
7
11
Totaal kinderen
1231
Indicatie KV/SS
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
768 122
62 10
833 126
65 10
888 94
70 7
957 106
71 8
915 101
69 8
74 8
273
22
261
20
229
18
220
16
244
19
12
32
3
33
3
28
2
38
3
28
2
3
36
3
24
2
33
3
27
2
29
2
2
Geen indicatie Foetale nood Niet vorderen baring Nood + niet vorderen Overig/onbekend Totaal kinderen
1231
Uitdrijvingsduur
1255
1246
1277
1321
1272
1277
1282
1348
1272
1317
1348
1317
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
<1 uur 1-2 uur 2-4 uur >4 uur
610 250 113 10
50 20 9 1
636 258 140 9
50 20 11 1
681 265 101 5
54 21 8 0
781 241 58 2
58 18 4 0
714 234 60 1
54 18 5 0
61 12 2 0
Overig/onbekend
248
20
234
18
220
17
266
20
308
23
25
Totaal kinderen
1231
Pijnbestrijding
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
710 2 94
59 0 8
726 1 88
58 0 7
682 1 161
55 0 13
655 1 266
50 0 20
671 2 241
52 0 19
36 3 19
270
23
350
28
309
25
321
24
282
22
23
118
10
92
7
93
7
78
6
86
7
1
Geen Sedativa Analgetica opiaten Epidurale reeds bij ontsluiting Epidurale pas bij sectio
1277
1272
1348
1317
44 Aantal codes (max 2/partus)
Stimulatie Nee Ja
1194
1257
1246
1321
1282
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
0 0
0 0
0 0
0 0
899 347
72 28
0 0
0 0
1006 276
78 22
53 46
0
0
1321 100
0
0
0
Overig/onbekend
1190 100
1255 100
Totaal partus
1190
1255
Perineum/Ruptuur
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Gaaf Ruptuur Subtotaal ruptuur Totaal ruptuur Laterale epi.
469 320 10 6 391
39 27 1 1 33
475 298 17 11 461
37 24 1 1 36
453 334 17 19 426
36 27 1 2 34
460 365 30 19 452
34 27 2 1 34
496 338 8 21 426
38 26 1 2 33
44 26 1 1 27
Mediane epi. Aantal codes (max 2/partus)
2
0
5
0
11
1
9
1
4
0
0
1198
Kind aangepakt
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
190 1 67 606 349
15 0 5 49 28
338 0 37 566 329
26 0 3 44 26
407 0 69 526 262
32 0 5 41 21
444 0 47 570 263
33 0 3 42 20
418 0 59 549 259
32 0 4 42 20
40 0 0 32 22
18
1
7
1
8
1
24
2
32
2
5
Verloskundige Huisarts Co-assistent Assistent Gynaecoloog Overig/onbekend Totaal kinderen
Nageboorte behandeling Nee Ja
1246
1267
1231
1321
1260
1277
1282
1335
1272
1293
1348
1317
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1031
87
1123
89
1092
88
1160
88
1125
88
90
159
13
132
11
154
12
161
12
157
12
10
Totaal partus
1190
Nageboortetijdperk
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1031 92
85 8
1123 82
88 6
1092 95
85 7
1160 105
86 8
1125 109
85 8
88 7
67
6
50
4
70
5
58
4
61
5
4
25
2
19
1
22
2
33
2
29
2
1
Geen complicaties HPP > 1000 ml Manuele placentaverw Overige complicaties
1255
1246
1321
1282
45 Aantal codes (max 2/partus)
Verblijf moeder pp <1 dag 1 dag >1 dag Overig/onbekend Totaal partus
1215
1274
1279
1356
1324
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
337 299 552
28 25 46
325 378 552
26 30 44
360 385 500
29 31 40
352 437 532
27 33 40
323 459 500
25 36 39
23 28 36
2
0
0
0
1
0
0
0
0
0
13
1190
1255
1246
1321
1282
KIND
Ligging
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Hoofdligging Stuiten
1102 120
90 10
1169 103
92 8
1170 94
92 7
1254 89
93 7
1226 83
93 6
92 6
9
1
5
0
8
1
5
0
8
1
1
Bijzonder Totaal kinderen
1231
1277
1272
Geboortegewicht
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
<400g 400-2000g 2001-2500g 2501-3000g 3001-3500g 3501-4000g
9 46 74 165 367 365
1 4 6 13 30 30
6 33 65 176 403 391
0 3 5 14 32 31
4 24 46 204 364 420
0 2 4 16 29 33
12 17 58 208 434 428
1 1 4 15 32 32
12 37 69 194 417 406
1 3 5 15 32 31
1 4 5 16 33 29
>4000g
205
17
203
16
210
17
191
14
182
14
12
1231
Apgarscore
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
30 15
2 1
27 16
2 1
19 24
1 2
24 14
2 1
28 13
2 1
2 1
7-10
1186
96
1234
97
1229
97
1310
97
1276
97
96
Totaal kinderen
1231
Kinderarts
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
Geen Consult
780 318
63 26
792 330
62 26
805 345
63 27
759 449
56 33
697 463
53 35
36 47
Overdracht
133
11
155
12
122
10
140
10
157
12
17
Totaal kinderen
1231
1272
1317
Totaal kinderen
0-4 5-6
1277
1348
1277
1277
1348
1272
1272
1317
1348
1348
1317
1317
46
Kind naar huis Ja Nee Overig/onbekend
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
972 246
79 20
1042 227
82 18
1022 245
80 19
1096 245
81 18
1103 206
84 16
78 11
13
1
8
1
5
0
7
1
8
1
11
Totaal kinderen
1231
Mortaliteit (kind) Niet overleden (7 dagen) Ja: ante partum Ja: durante partu Ja: binnen 24 uur pp
2009
%
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Lnd%
1208 5 14
98 0 1
1256 11 3
98 1 0
1256 8 6
99 1 0
1330 11 4
99 1 0
1293 11 9
98 1 1
98 1 0
4
0
4
0
2
0
3
0
3
0
0
Ja: 2e t/m 7e dag
0
0
3
0
0
0
0
0
1
0
0
Totaal kinderen
1231
1277
1277
1272
1272
1348
1348
1317
1317
47 Perinatale sterfte Perinatale sterfte > 22 weken
13-0096 obstet vg
graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0132 obstet vg
graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0720 graviditeit
partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-1038 obstet vg
graviditeit
Partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G5 P2 amenorroe 23.5 wk overlijden ovv 1ste lijn 1: 2004 spontane partus thuis bij 38 wk, jongen 3370 gram 2: 2006 spontane partus thuis bij 38 wk, meisje 3400 gram 3: abortus provocatus 6 weken 4: spontaan abortus bij 9 weken ste controle 1 lijn inleiding met prostaglandine, spontane partus 475 g geen 210 g, PA: hypercoiling navelstreng amnionpunctie: QF-PCR en aCGH normaal, kweken en TORCH serologie niet afwijkend. sterfte geassocieerd met hypercoiling navelstreng G4 P1 amenorroe 29.2 wk overlijden ovv1e lijn 1: 2010, spontane partus thuis bij 39 wk, meisje 2680 gram 2: spontaan abortus bij 10.6 wk, curettage 3: spontaan abortus bij 6 wken controles eerste lijn, verwezen i.v.m. foetale bradycardie sectio caesarea wegens placenta praevia meisje, 950 gram, Apgar 0/0/0 verricht: afwijkingen placenta; foetus sterk gemacereerd hypercoiling met strictuur navelstreng, 437 gram (>P95) TORCH serologie negatief, kweken negatief IUVD durante partu geassocieerd met hypercoiling navelstreng G1 P0 amenorroe 30.5 wk overlijden ovv2e lijn e controles eerste lijn: verwezen bij 14.6 wk i.v.m. hypertensie. Overname 2 lijn en eerst behandeld met aldomet en wegens onvoldoende response bij 26.1 wk opname en klinisch ingesteld op labetalol waarna poliklinische controles 2e lijn. Bij 30.1 wk IUVD vastgesteld inleiding prostaglandines jongen 1252 gram geen 223 gram (< P10) toegenomen rijping, ischaemische veranderingen, 5-10% geinfarceerd aCGH geen afwijkingen, kweken placenta neus/keel: enterococcus faecalis en E.coli, X babygram sterfte ten gevolge van placentainsufficientie bij hypertensie G7 P4 amenorroe 35.0 wk overlijden ovv1ste lijn 1: 1999 spontane partus thuis bij 39.5 wk zoon 3260 gram 2: 2003 spontane partus thuis bij 38.4 wk zoon 3030 gram 3: sp. abortus 6 wk 4: sp. abortus 6 wk 5: 2006 spontane partus thuis zoon 3350 gram 6: 2007 spontane partus poliklinisch bij 40.1 wk dochter 3140 gram e controles eerste lijn: BMI protocol en consult 2 lijn bij 23.4 wk voor Doppler a. uterina i.v.m. nicotine abusus. Retour eerste lijn. Bij 35 weken buikpijn en verwezen uit eerste lijn met de facto IUVD en aanwijzingen voor al langer bestaand retroplacentair haematoom. Opname en besloten geen sectio te verrichten. DIC ontwikkeld met opname IC. spontane vaginale baring na amniotomie en oxytocine meisje 2365 gram geen 396 gram, geen evidente afwijkingen geen sterfte als gevolg van solutio placentae
48
13-1164 graviditeit partus kind
obductie placenta aanv ond conclusie 13-1417 obstet vg
graviditeit weken partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G1 P0 amenorroe 36.0 wk overlijden ovv1ste lijn ste e controles 1 lijn. Verwijzing naar 2 lijnbij 36.0 wk i.v.m. minder leven voelen. suboptimaal CTG: sectio Caesarea verricht. meisje 2260 gram, Apgar 1/4/5 na 1, 5 en 10”. pHa 7.36 BE -1.8; p|Hv 7.37 BE -2. Overplaatsing WKZ; beademd, gekoeld en wegens uitgebreide cerebrale afwijking geabstineerd WKZ uitgebreide hersenschade, waarschijnlijk op basis van eerdere asfyxie WKZ matig ernstige chronische villitus Kleihauer Betke sterfte t.g.v. ernstige asfyxie antenataal op basis van placentapathologie G4 P1 amenorroe 34.0 wk overlijden ovv2e lijn 1: 2006 sp.abortus 6 wk 2: 2009 sp.abortus 12 wk. 3: 2009 sectio Caesarea wegens niet vorderende ontsluiting, zoon 3310 gram. hypertensie e controles 2 lijn i.v.m preexistente hypertensie; normale groei. IUVD vastgesteld bij 33.5 inleiding prostaglandines jongen 1820 gram (P10-16) geen afwijkingen 290 gram (< P10) ischaemische veranderingen, > 50% geinfarceerd kweken negatief, schildklierfuncties en oGTT normaal sterfte t.g.v. placentapathologie bij pre-existente hypertensie
Perinatale sterfte 16- 22 weken 13-130040 obstet vg graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-130057 Graviditeit
partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0064 graviditeit
partus kind obductie placenta aanv ond
G2 P0 amenorroe 21.4 wk overlijden ovv2e lijn 1: sp. abortus bij 15 weken, curettage e controle 1 lijn, bij SEO multipele congenitale afwijkingen. amnionpunctie: trisomie 13, verzoek tot afbreken zwangerschap inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane partus jongen, 475 gram geen 110 g geen sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking G1 P0 amenorroe 20.5 wk overlijden ovv2e lijn ste controle 1 lijn, bij GUO I (vader partner hartafwijking) multipele congenitale afwijkingen: vroege ernstige IUGR, hydrocefalie. consult derde lijn, amnionpunctie: triploidie, verzoek tot afbreken zwangerschap inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane partus jongen, 195 gram geen niet verricht sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking G1 P0 amenorroe 21.4 wk overlijden ovv2e lijn e controle 1 lijn, bij SEO verdenking skeletdysplasie, GUO II: vermoeden thanatofore dysplasie, e consult 3 lijn: amnionpunctie, letale skelet dysplasie bevestigd. verzoek tot afbreken zwangerschap inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane partus jongen, 308 g osteogenesis imperfecta type IIa 160 g DNA onderzoek beide ouders en overleden kind, X babygram
49 conclusie
sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
13-0069 obstet vg
G3 P2 amenorroe 19.2 wk overlijden ovv2e lijn 1: 2008 sectio caesarea wegens wanverhouding bij 41.4 wk, jongen 4570 gram 2: 2010 sectio caesarea wegens niet vorderende ontsluiting bij 40.4 wk, meisje 3835 gram ste controle 1 lijn, bij termijnecho verdenking megacystis. CVS verricht waaruit normaal chromosomenpatroon; en bij vervolgonderzoek normale blaas en urinewegen gezien maar e ook verdenking mitralis atresie. consult 3 lijn: hypoplastische linker hart syndroom. Verzoek de zwangerschap te termineren. Amnionpunctie verricht: array CGH ingezet. inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane stuit partus jongen, 295 g geen 200 g aCGH geen afwijkingen sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
graviditeit
partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0215 obstet vg
graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G5 P3 amenorroe 17.3 wk overlijden ovv2e lijn 1: 2002 spontane partus bij 37 wk dochter 2270 gram 2: 2004 spontane partus bij 36 wk zoon 2580 gram 3: 2008 IUVD 18weken 4: spontaan abortus bij 7 weken e controles 2 lijn. IUVD bij 17 weken inleiding misoprostol geslacht onbekend, gewicht 75 gram morfologisch en anatomisch geen afwijkingen geen afwijkingen, erg klein voor termijn (40 gram, navelstreng weinig windingen serologie TORCH, VZV, Parvo B19, Listeria allen negatief, kweken negatief sterfte eci
13-0286 graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G1 P0 amenorroe 21.6 wk overlijden ovv2e lijn ste controles 1 lijn. Naar aanleiding van afwijkende SEO GUOII verdenking holoprosencephalie; inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane partus meisje, 470 gram geen 140 gram amniocentesis verricht: trisomie 13 sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
13-0363 graviditeit
G1 P0 amenorroe 17.2 wk overlijden ovv2e lijn e controles 2 lijn i.v.m. hoge BMI, GUO I verricht: verdenking thoracaal NBD, second opinion Zwolle inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane stuitbevalling geslacht onbekend, 95 gram UMCU; thoracolumbaal NBD, gefuseerde bijnieren en a. lusoria: geen syndroom vastgesteld 95 gram, geen afwijkingen X babygram sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0411 graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G1 P0 amenorroe 21.4 wk overlijden ovv2e lijn controles tweede lijn i.v.m. bichoriale biamniotische gemelli graviditeit. spontane vliesscheur, partus immaturus 1: meisje 454 gram 2: jongen 436 gram niet verricht acute choriomnionitis kweken negatief sterfte bij gemelli graviditeit ten gevolge van immature partus bij chorioamnionitis en IROM
13-0501
G3
P2
amenorroe 17.2 wk
overlijden ovv2e lijn
50 obstet vg graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
1: 2004 spontane partus thuis bij 38 wk, jongen 3315 gram 2: 2007 spontane partus DZ bij 38 wk, meisje 3900 gram controles eerste lijn, verwezen i.v.m. BMI > 40 en recidiverend vaginaal bloedverlies na spontaan breken van de vliezen en tekenen van infectie inleiding prostaglandines meisje 250 g niet verricht 150 gram TORCH serologie: geen afwijkingen; kweken negatief sterfte bij partus immaturus als gevolg van infectie en IROM (in volgende zwangerschap afwijkende nuchtere glucose en sterk gestoorde oGTT bij 24 weken)
13-0542 graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G1 P0 amenorroe 22.6 wk overlijden ovv2e lijn controles eerste lijn; verwezen i.v.m. echoafwijking bij SEO inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane partus meisje 490 g niet verricht 113 gram, geen afwijkingen karyogram: QF-PCR normaal sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
13-0556 obstet vg graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G2 P1 amenorroe 21.6 wk overlijden ovv2e lijn 1: 2009 spontane partus DZ bij 40.4 wk, zoon 3505 gram controles eerste lijn, verwezen i.v.m. echoafwijking bij SEO, bij GUO II AVSD en nuchal fold inleiding met mifegyne, prostaglandine, spontane stuitbevalling meisje 430 gram geen
13-0563 graviditeit
G1 P0 amenorroe 21.2 wk overlijden ovv2e lijn controles eerste lijn: vroege TV echo i.v.m. BMI, FL afwijkend, bij herhaling 20 weken aanwijzingen voor letale skeletdysplasie: second opinion UMCU, amniocentesis ISALA kliniek Zwolle inleiding prostaglandines meisje 340 gram, in UMCU verricht: SRP type III
partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0657 graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie 13-0719 obstet vg
graviditeit partus kind
karyotypering: trisomie 21 sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
X babygram, karyotypering en aCGH sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking G1 P0 amenorroe 16.3 wk overlijden ovv2e lijn combinatietest afwijkend en echoscopisch hygroma colli en mogelijk hartafwijking, hydrops. CVS in ISALA kliniek: 45.XO inleiding prostaglandines meisje 110 gram geen QF-PCR sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking G4 P3 amenorroe 19.6 wk overlijden ovv1e lijn 1: 2008 spontane partus thuis bij 40.3 wk zoon 2700 gram 2: 2009 spontane partus thuis bij 41.0 wk dochter 3080 gram 3: 2011 spontane partus thuis bij 40.5 wk dochter 3400 gram ste controles eerste lijn: consult 1 trimester i.v.m. vaginaal bloedverlies; IUVD vastgesteld bij e 19.5 wk en overgedragen 2 lijn inleiding prostaglandines jongen 150 gram
51 obductie placenta aanv ond conclusie
geen uigebreide ijzerdepositie in choriaalplaat passend bij doorgmeaakte bloeding TORCH serologie, Parvo B19 en oppervlakte kweken foetus allen negatief sterfte geassocieerd met bloeding/pacentapathologie
13-1003 graviditeit
G1 P0 amenorroe 22.2 wk overlijden ovv2e lijn controles eerste lijn: verwezen bij 20.6 wk voor GUO II i.v.m. vermoeden afwijkingen: bij GUO multipele congenitale afwijkingen waaronder schizis, pyelectasie en cerebellaire hypoplasie. Voor second opinion naar WKZ inleiding mifegyn/prostaglandines
partus kind obductie
placenta aanv ond conclusie 13-1095 obstet vg
jongen 380 gram verricht in WKZ: bilatrerale cheilognathopalatoschizis, peristerende v. cava sinistra, afwezige linker a. umbilicalis, halsribben,symmetrische groeivertraging en difuse corticale neuronale migratiestoornis.. in WKZ: navelstreng met 2 vaten, overigens geen bijzonderheden QF-PCR (normaal) en aCGH: deletie korte arm chromosoom 4 en terminale duplicatie chromosoom 17 (Wolf-Hirschhorn) sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
placenta aanv ond Conclusie
G3 P1 amenorroe 23.2 wk overlijden ovv2e lijn 1: 2010 sp.abortus 7 wk 2: 2011 spontane partus klinisch bij 40.4 wk dochter 2940 gram ste controles 1 lijn; bij SEO maag niet a vue. Verwezen naar DZ voor GUO II: verdenking cong. hernia diafragmatica. 2nd opinion WKZ: rechtszijdige CHD. AP: QF-PCR en aCGH ingezet en verwijzing naar Leuven ter beoordeling mogelijke intrauterine behandeling: gezien sombere prognose besloten te termineren. inleiding prostaglandines jongen 595 gram verricht in WKZ: bevindingen bevestigd, geen cardiale afwijking, aan CHD gerelateerde longhypoplasie. geen aanwijzingen voor syndromale afwijking; geen schedelobductie verricht. 120 gram (< P10); overigens geen afwijkingen QF-PCR en a CGH niet afwijkend. sterfte tgv p immaturus provocatus bij congenitale afwijking
13-1167 obstet vg graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G2 P1 amenorroe 18.2 wk overlijden ovv1ste lijn 1: 2012 sectio Caesarea bij 41.2 wk i.v.m. foetale nood zoon 4080 gram: pylorushyprtrofie ste controles 1 lijn en verwezen i.v.m. IUVD vastgesteld bij 18.1 wk. inleiding prostaglandines dochter 50 gram foetus als 14 weken degeneratie glad spiercellen vaatwand navelstreng QF-PCR (navelstreng) normaal vrouwelijk, aCGH mislukt sterfte eci
13-1241 obstet vg
partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
G3 P1 amenorroe 19.6 wk overlijden ovv1ste lijn 1: 2007 sp. abortus e 2: 2011 spontane partus 2 lijn bij 41.0 wk i.v.m. meconium, zoon 3925 gram ste controles 1 lijn. Bij routine controle 19.2 wk negatieve cortonen,oligohydramnion en biometrie cf 15 weken spontane weeën, vlot geboren 100 gram geen congenitale afwijkingen gewicht 60 gram en omstrengeling en ware knoop navelstreng TORCH serologie, kweken placenta en introïtus niet bijdragend sterfte eci
13-1467 obstet vg
G7 P3 amenorroe 21.6 wk overlijden ovv2e lijn 1: 2004 spontane partus bij 38 weken zoon 3370 gram
graviditeit
partus kind obductie
graviditeit
52
graviditeit partus kind obductie placenta aanv ond conclusie
2: 2006 spontane partus bij 38 weken dochter 3400 gram 3: 2011 apla 5 wk 4: 2011 sp.abortus 9 wk 5: 2013 partus immaturus bij 23.5 wk dochter 475 gram zie ook 13-0096 6: 2013 sp. abortus 8 wk e controles 2 lijn, bij SEO oligohydramnion, GUO II: oligohydramnion op basis van PPROM. opname i.v.m. antepartum bloedverlies spontane partus tijdens opname meisje 440 gram geen beeld passend bij solutio placentae kweken geringe groei GBS sterfte als gevolg van solutio placentae
53 Voortplantingsgeneeskunde Zwangerschap na subfertiliteit ovulatie inductie
1997
2002
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
38
27
27
21
23
38
36
56
41
clomifeen
29
21
18
metformin
16
16
25
25
38
30
1
gonadotrofine
8
3
4
4
6
12
10
17
10
dopamine antag
1
3
4
1
1
1
0
1
1
1
0
0
leo
intra-ut inseminatie
11
18
26
28
15
22
27
22
24
cervixfactor
1
5
5
9
2
3
6
1
3
immunol factor
4
2
0
0
1
1
2
4
4
onverkl subfert
6
6
10
13
5
8
14
13
4
mannelijke factor
0
5
11
6
7
11
5
4
7
0
0
0
0
0
0
1
seksuol stoornis
spontaan
37
57
71
55
44
70
50
41
55
tijdens OFO
10
7
14
13
10
11
18
11
9
na OFO
26
46
50
41
29
56
28
28
42
1
3
1
0
1
0
1
0
0
6
1
4
3
3
2
5
beh endometriose na iui
IVF/ICSI/TESE
16
51
45
68
59
80
75
67
62
IVF
8
25
13
25
22
31
26
25
24
IVF-ICSI
7
20
14
18
10
16
22
14
17
IVF-TESE/PESA
1
1
0
4
na cryo-ET
4
14
11
15
16
19
19
10
IVF-ICSI elders
1
4
0
9
11
6
8
3
10
3
6
2
4
4
na IVF/wachtlijst
KID
7
6
11
14
8
12
1
3
2
2
0
refertilisatie
2
1
2
1
0
2
0
0
0
overige
1
1
2
0
1
3
1
4
1
116
176
187
185
143
218
191
192
183
totaal
Transport-IVF Reproductieve endocrinologie en fertiliteit De plezierige en goede samenwerking voor transport – IVF is in 2013 weer met het IVF-team van de Isalakliniek te Zwolle uitgevoerd. Het aantal gestarte cycli is wat minder geweest dan in 2012. Er zijn dit jaar ook weer een groot aantal zwangerschappen ontstaan binnen het IVF-traject. In dit jaar zijn er 143 puncties uitgevoerd in 161 gestarte cycli.
54
1997 2002 2007 2008 2009 2010 2011 2012 totaal aantal gestarte behandelingen
53
153
135
gestaakt ivm dreigende OHHS
3
10
9
7
gestaakt ivm onvoldoende reactie
6
9
9
11
2
0
3
gestaakt om andere reden
178
189
185
161
3
5
15
12
4
2013
177
161
5
9
9
4
17
5
3
0
1
2
totaal aantal verrichte puncties
44
132
117
157
167
165
152
150
143
bijz laboratoriumfase (Zwolle)
4
3
12
15
14
9
19
19
12
geen eicellen gevonden
2
0
0
2
1
0
0
0
5
geen bevruchting plaatsgevonden
2
2
12
12
11
9
18
11
5
1
0
1
0
0
1
2
2
2
0
0
0
0
13,2
25,5
14,8
20,8
12,2
20,5
21,1
19,2
16.1
21
45
27
43
32
47
48
39
41
doorgaande zwangerschappen
7
39
20
37
23
38
34
34
26
abortus
3
4
7
6
10
8
13
7
8
2
0
0
0
1
1
0
1
totaal gestarte cryobehandelingen
46
45
62
86
72
87
91
klinische zwangerschappen na cryo
14
11
15
16
19
14
24
12
9
10
13
15
7
16
2
2
2
3
4
7
4
geen zaadcellen gevonden embryo's ingevroren % doorgaande zwangerschappen klinische zwangerschappen
extra-uteriene grav
doorgaande zwangerschappen
1
4
abortus
spontane zwangerschappen
2
7
6
10
3
6
2
4
IVF-ICSI Gent/Düsseldorf/Barcelona
3
1
2
1
3
18
12
10
12
doorgaande zwangerschappen
1
1
2
1
3
7
2
4
5
0
0
0
0
2
6
0
totaal aantal
7
5
7
4
4
1
tweeling
4
5
7
4
4
1
drieling
1
0
0
0
0
0
na cryo
3
0
3
0
0
0
abortus meerlingzwangerschap
In 16 gevallen is de stimulatie gestaakt. Het betrof o.a. gevallen van dreigende overstimulatie in verband met een te sterke reactie waardoor de cyclus is gestaakt en 5 gevallen met onvoldoende ovariële reactie, min of meer even vaak bij paren behandeld in verband met IVF of IVF-ICSI. Zie voor details van de complicaties, de complicatie rapportage verderop in de bijlage van dit jaarverslag. Het aantal gevallen waarin in het laboratorium geen bevruchting is opgetreden, ligt weer lager dan in het jaar 2012 en 2011. In 5 casus is geen bevruchting opgetreden in het laboratorium en het betreft 3 IVF casus en 2 IVF-ICSI casus. Ook werden er 2 keer geen zaadcellen gevonden in het laboratorium. In die situatie zijn de verkregen oöcyten gecryoprserveerd, dankzij het het feit dat vitrificatie nu mogelijk is. De tabellen geven een overzicht van de resultaten van de IVF behandeling. De resultaten voor IVF en IVF-ICSI zijn zowel separaat als gecombineerd gepresenteerd. Ook de cryocycli zijn vermeld. Voor het hele IVF-programma is per gestarte cyclus het percentage klinische zwangerschappen 25,5 %, hetgeen per punctie neerkomt op 28,7 % en per embryotransfer op 31,3 %. De IVF cijfers zijn iets beter dan voor de IVFICSI. Er is slechts één meerlingzwangerschappen te vermelden. Het cryo programma laat een stabilisatie zien van het aantal begeleide cycli. Dit jaar zijn er 63 cycli gestart ten behoeve van het terugplaatsen van ontdooide gecryopreserveerde embryo’s. In het cryoprogramma is één tweeling opgetreden. Het beleid in het
55 laboratorium is er sinds 2010 op gericht niet alleen als goed gekwalificeerde embryo’s in te vriezen maar ook de als redelijk gekwalificeerde embryo’s te cryopreserveren. Embryo’s worden per stuk in één rietje bewaard, waar in het verleden per twee werd ingevroren. De resultaten voor wat betreft het aantal zwangerschappen na cryo waren dit jaar vergelijkbaar met 2012 zo rond 16%, hetgeen lager is dan de jaren daaraan voorafgaand, waarbij rond 25 % doorgaande zwangerschap kon worden bereikt na cryo-et. Het streven en de planning zijn er op gericht in 2014 weer tot ongeveer 150 puncties te komen. Hierbij zal waarschijnlijk een verdere verschuiving optreden in het aantal IVF-ICSI behandelingen ten opzichte van het aantal IVF behandelingen. Mogelijk dat door alle onrust rond vergoeding en overheveling van medicijnen en de bindende afspraken binnen het convenant tussen overheid en de vergunninghoudende klinieken (factor XIII) het aantal behandelingen toch verder zal teruglopen, hetgeen landelijk voor 2013 ook al heeft gegolden. Aan het einde van 2013 is er veel tijd en energie gestoken in het goed inrichten van een systeem van uitgifte van de overgehevelde medicijnen. De onderhandelingen met de verschillende farmaceuten hebben in goede samenwerking door een speciale werkgroep plaatsgevonden, met daarin vertegenwoordigers van de klinische apotheek, de afdeling inkoop en het financieel management en van de vakgroep. Er was met dit systeem al ervaring opgedaan in het kader van de overheveling van de oncolytica in het jaar daarvoor en de werkgroep en de stuurgroep zullen een en ander kritisch blijven monitoren. Nadat voor 2014 de keuze van de medicijnen was bereikt is met de DAS apotheek het zo ingericht dat patiënten voor hun medicijnen daar de klaargezette pakketten kunnen ophalen. Uiteindelijk zou dit wel eens een onbedoelde kwaliteitswinst kunnen opleveren met een verbeterde service voor onze patiënten. Naast de transport-IVF in samenwerking met Zwolle zijn weer een aantal patiënten behandeld in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Gent. Het betreft bijvoorbeeld gevallen waarbij binnen de indicatierichtlijnen in Nederland geen behandeling meer mogelijk is of wordt ontraden, al of niet met ICSI. Deze patiënten kiezen er soms voor een behandeling in het buitenland voort te zetten. Ook zijn er paren die, na enkele teleurstellingen in Nederland, na goede verhalen uit België kiezen voor een behandeling aldaar. Het zijn er dit jaar nog maar enkelen geweest. Van deze cycli is de stimulatiefase begeleid door het IVF-team in Deventer uit het oogpunt van “service”, waarna de follikelpunctie in Gent heeft plaatsgevonden (sateliet-IVF). Het betrof dit jaar 5 cycli waarbij 2 doorgaande zwangerschap zijn opgetreden. Dit jaar zijn ook weer een aantal patiënten verwezen naar Nijmegen voor IVF-ICSI met TESE. Verder werd een aantal paren zeer ten dele begeleid voor eiceldonatie oa in Tjechië en Rusland en embryodonatie in oa Spanje. De bemoeienis vanuit Deventer is om meerdere voor de hand liggende redenen zeer beperkt en bestaat vooral uit enige begeleiding, wanneer nodig. Het beleid wordt volledig door de buitenlandse kliniek bepaald. Het is opvallend dat patiënten zelf dit soort contacten leggen. De behandelingen die worden uitgezocht voldoen vaak niet aan de regelgeving in Nederland. Dit jaar is er zeer beperkt naar Düsseldorf gegaan vanuit Deventer voor IVF aldaar. Ook voor deze paren is de cyclus controle in Deventer verricht en de verdere behandeling in het Duitse centrum. Een bekende reden om daar behandeld te worden is de mogelijkheid van een punctie in narcose, hetgeen wij niet bieden. Al deze casus geven wel aan hoe internationaal voortplantingsgeneeskunde wordt. Met name zaken waarin Nederland een uitgesproken en ook door ons onderschreven standpunt heeft, sluiten kennelijk niet altijd aan bij wat paren beleven en leiden tot zoektochten naar mogelijkheden elders in de wereld. De overige fertiliteitsbehandelingen zijn weer goed verlopen. De tabel geeft een overzicht van de 183 zwangerschappen die zijn geregistreerd na subfertiliteit, ingedeeld naar aard en type van behandeling. Dit aantal is in lijn met 2012. Het betreft patiënten die in 2013 een zwangerschap melden na subfertiliteit. Het kan dus zijn dat hun laatste menstruatie al in 2012 is opgetreden. Ook dit jaar is bij de bij de groep “ na OFO “ waarschijnlijk wederom sprake van enige onderregistratie omdat niet al die paren zich expliciet melden na zwanger te zijn geraakt in de fase van actief afwachten, zonder behandeling. De daling van 55 naar 41, kan eigenlijk niet verklaard worden in het licht van het aanbod en de resultaten van de overige behandelingen. Een deel van deze paren onttrekt zich na beëindiging van de onderzoeksperiode aan onze waarneming en gaat rechtstreeks naar de eerste lijn met echo in het echocentrum Fetura, waar ze in het verleden vaker ook voor een vroege echo in het ziekenhuis langskwamen. Ovulatie inductie met monitoring in het speciale
56 follikelspreekuur is succesvol gebleven met na enige jaren een stabiel aantal zwangerschappen na behandeling zoals ook in 2012 al geconstateerd. Dit jaar zijn er geen zwangerschappen meer te vermelden bij paren waarbij gebruik wordt gemaakt van heteroloog semen (KID). Deze behandeling is niet meer mogelijk in Deventer. Paren die nu met een verzoek voor KID komen, gaan vaak naar Zwolle of Arnhem, met helaas relatief lange wachttijd. Het aantal zwangeren na IUI behandeling is dit jaar stabiel ten opzichte van 2012. Indien er behoefte is aan hyperstimulatie wordt dat sinds 2010 alleen nog met gonadotrofines verricht en niet meer met clomifeencitraat zoals tot en met 2009. Er wordt getracht strikt te kijken naar de prognose volgens hunault, voor het inzetten van een behandeling. Alle stimulatiecycli ten behoeve van inseminaties zijn tijdens de monitoring nog in GVR, het geautomatiseerd registratie systeem vastgelegd. Een weerslag hiervan vindt u terug in de overzichtstabel, dan gerubriceerd in 5. Dit jaar is er geen zwangerschap geregistreerd na refertilisatie. Patiënten voor deze vorm van behandeling komen ook naar Deventer van uit de omringende klinieken en verzorgingsgebieden. Zoals al langer bekend is de registratie van zwangerschappen na deze behandeling daardoor in deze groep niet helemaal sluitend. De samenwerking met het fertiliteitslaboratorium en de betrokken medewerkers is nog steeds zeer goed. De in DMS online aanwezige protocollen van de fertiliteitszorg zijn met die van het laboratorium gekoppeld, zodat voor de liefhebbers er meteen tot in detail gekeken kan worden naar de stappen in het laboratorium en de daar aanwezige informatie kan worden ingezien. Het laboratorium bericht maandelijks de voor hun opvallende analyses zodat die casus in het fertiliteitsoverleg van de dinsdagochtend kunnen worden besproken. Ook worden drie-maandelijks de resultaten gerapporteerd en vergeleken met onze registratie om eventuele opvallende zaken vroegtijdig te signaleren, in het kader van kwaliteitsborging. Een groot deel van de zorg voor en begeleiding van de patiënten die met IUI zijn behandeld, is ook dit jaar weer gedaan door de verpleegkundigen voortplantingsgeneeskunde.
57 IVF + IVF-ICSI cycli 1997-2001
N cycli punctie %
%
ET
2002-2006
N cycli punctie
%
%
%
ET %
cycli
537 100
cycli
803 100
puncties
457 85,1
100
puncties
719 89,5
embryotransfer
400 74,5
87,5 100
embryotransfer
633 78,8
88 100
27,1
31
27 30,6
19,3
22
klinisch zwanger 194 24,2 doorgaand zwanger 147 18,3
N cycli punctie
ET
2012
klinisch zwanger 124 23,1 doorgaand zwanger 88 16,4
2007-2011
% cycli
848 100
puncties
758 89,4
embryotransfer
690 81,4
klinisch zwanger 197 23,2 doorgaand zwanger 152 17,9
2013
%
% puncties
150 84,7
100
91 100
embryotransfer
137 77,4
91,3 100
26 28,6
klinisch zwanger doorgaand zwanger
22
N cycli punctie
ET
%
%
100 91.6 100 31.3 31.3 18.2 19.8
aantal cycli klinisch zwanger doorgaand zwanger 2013 aantal cycli klinisch zwanger doorgaand zwanger
N cycli % 384 100 104 27,1 81 21,1 N cycli % 63 100 10 15.9 6
9.5
%
177 100
Cryo cycli 2005-2011
%
ET
cycli
20,1
cycli 161 puncties 143 embryotransfer 131 klinisch zwanger 41 doorgaand zwanger 26 16.1
20,4 23,2
N cycli punctie
%
100
% 100 88.8 81.4 25.5
100
2012 aantal cycli klinisch zwanger doorgaand zwanger
N cycli % 87 100 14 16,1 7
8
39
22
26 28,5
34 19,2
22,7 24,8
58 Complicaties en patientveiligheid In het Deventer Ziekenhuis functioneert het Veiligheidsmanagment Systeem, er is een digitaal protocollen bestand. Melding en analyse van incidenten worden verricht, alsmede een time out procedure op de OK. Implementatie van de time out procedure op de verloskamer is in 2013 geimplementeerd maar structureel gebruik verdient onze aandacht. Gestructureerde vastlegging van alle complicaties en onbedoelde gebeurtenissen door alle zorgverleners eist veel discipline en oplettendheid naast een toegankelijk registratiesysteem. Vanaf 2009 is binnen het EPD van MCS de mogelijkheid gecreëerd om per patiëntencontact de complicatie of tegenslag vast te leggen. In 2013 is een multidisciplinaire simulatietraining/crew resourcement management training gegeven aan het hele verloskundige samenwerkingsverband. Tevens is de SBAR en communicatietechniek in meerdere bijeenkomsten getraind. Twee keer per jaar is er een interne training met alle verloskundige medewerkers waarin calamiteiten en maternale en neonatale resuscitatie worden getraind. Bij het verzamelen van de complicaties trachten wij te registreren volgens de definitie van Heineman (Complicaties in de gynaecologie/verloskunde, 1993): een verwikkeling, een ongunstige samenloop, een bijkomend verschijnsel, dat de oorspronkelijke aandoening ernstiger maakt of ertoe leidt dat er een nieuwe ziekte of aandoening ontstaat. Voor de samenstelling van de overzichtstabel is de indeling conform de aanbeveling van de NVOG. Maandelijks is er een complicatie bespreking waarin de complicaties nader worden geanalyseerd naar oorzaken van het ontstaan van deze complicaties.
Infecties/ontstekingen Wondabces insteekopening laparocopie Urineweginfectie Endometritis Wondinfecties Adnexitis na HSG
22 1 5 9 6 1
Letsels Fasciedefect Erosie TVT bandje Perforatie bij hysteroscopie
41 1 2 3
Hals huid beschadigd bij afnavelen in vulva en Blaaslaesie Spinal tap Totaal ruptuur 3A 3B Afscheuren navelstreng bij ontwikkelen kind Uitval N. Peroneus na sectio
1 2 1 15 12 1 1 2
Wonddefect Platzbauch Nabloedingen, haematomen Ontlast hematoom vaginatop na VUE
1 2 15 1
59 Paracolpaal hematoom Gynaecologische OK Haematoom na TVT Huidreactie na transfusie na HPP 4 liter Na AUE: 1000 cc Vulva hematoom 3 l fluxus Na misoprostol ruim vloeien en opname Buikwand hematoom na AUE Post patum hysterectomie
1 5 1 1 2 1 1 1 1
Trombose/ embolie
0
Functiestoornis Retentieblaas
10 10
Systemische Transfusiereactie
1 1
Technisch Weefselverwisseling PA op microbiologie gekomen Liquorlekkage waarvoor bloodpatch na VUE Rest na abortuscurettage Gaas blijven zitten na hechten epi
7 1 1 1 1
Conversie laparosopie naar tomie Perforatie bij curettage Essure niet gelukt
1 1 1
Totaal
97