Jaarverslag 2014
Teaching Hospital Deventer
Deventer Ziekenhuis, een dynamisch opleidingsziekenhuis
Inhoudsopgave Voorwoord
5
1. Teaching Hospital Deventer
6
1.2. Missie en Visie
6
1.2. Interne en externe samenwerkingsverbanden
7
1.3. PR-activiteiten
8 9
2. Strategisch Opleidingsplan 2014 - 2017
10
3. Parels - nieuwe ontwikkelingen 3.1. Carrièrecoaching voor medisch studenten
10
3.2. HBO Verpleegkundigen - herinrichting verpleegkundige zorg
10
3.3. Nieuwe vormen van leren
11
3.4. Beleid deskundigheidsbevordering
11
3.5. Verpleegkundig onderzoek
12 13
4. Opleidingen voor (toekomstige) artsen 4.1. Basisopleiding
13
4.2. Medische vervolgopleidingen
13
5. Opleidingen voor zorgprofessionals
15
5.1. Verpleegkundige opleidingen
15
5.2. HBO Operatie Kamer Complex
15
5.3. Erkenningen Ziekenhuisopleidingen
15
5.4. Verpleegkundig Specialist en Physician Assistant
16
5.5. Stages
16
5.6. Leerwerkplaats
17 18
6. Bij- en nascholing 6.1. Deskundigheidsbevordering
18
6.2. Leertrajecten, teamcoaching en intervisie op maat
19
6.3. Leerklimaat
19 20
7. Wetenschap 7.1. Beleid en resultaten 2014
20
7.2. Wetenschapscommissie /Lokale Toetsingscommissie
21
8. Mediatheek
23
Bijlagen
25
3
Voorwoord In dit jaarverslag blikken we terug op 2014. Een mooi
• Er is gekozen voor een nieuw Leermanagement Systeem.
jaar waar het belang van Deventer Ziekenhuis (DZ) als
• De visie op leren en opleiden is aangevuld met visie
STZ opleidingsziekenhuis, ook in de strategie 2014 –
op online leren. Online platformen worden ingezet bij
2017, bevestigd is en waar vele en mooie initiatieven
face2face leertrajecten, o.a. casemanager.
door Teaching Hospital Deventer (THD) samen met
• Er waren 138 stageplekken voor diverse beroeps-
andere professionals zijn opgepakt. Slim, snel en
groepen. Het aantal leerwerkplaatsen voor verpleeg-
samen is ons motto!
kunde studenten is uitgebreid. • Er is een beleidsplan Klinisch Wetenschappelijk
Enkele hoogtepunten, die ook in dit verslag worden
Onderzoek in DZ 2014-2015 opgesteld, wat breed
toegelicht:
wordt gedragen in het ziekenhuis en een aanzet heeft gegeven tot het verder professionaliseren van weten-
• Er zijn in totaal 17 medische vervolgopleidingen en er
schappelijk onderzoek in DZ.
worden jaarlijks ruim 50 specialisten en 50 coassis-
• De infrastructuur voor verpleegkundig onderzoek in
tenten voor hun M2 en 35 voor M3 stage, structureel
DZ is verbeterd en het aantal verpleegkundige onder-
opgeleid in het DZ. Ruim 70 medewerkers volgen een
zoeken is gestegen.
initiële- of specialistische vervolgopleiding. • Het kwaliteitsbeleid medische vervolgopleidingen is
We zijn en mogen trots zijn op behaalde resultaten.
in samenwerking met de Centrale Opleidingscom-
Er is veel inspiratie en energie om de ambitie om het
missie (COD) gereed en wordt uitgevoerd.
beste (STZ) opleidingsziekenhuis van Nederland te zijn
• Er is een meerjarig Strategisch Opleidingsplan tot
de komende jaren waar te gaan maken!
stand gekomen met betrokkenheid van velen, hetzelfde geldt voor de Operationele Opleidingsplannen 2015. • De mbo/hbo verpleegkundige in het kader van herin-
Henk Sluiter, opleidingscoördinator medische vervolgopleidingen
richting verpleegkundige zorg krijgt steeds verder vorm. Ruim 40% van de verpleegkundigen is hbo
Dreas Karthaus,
opgeleid. DZ is één van de proeftuinen van de Neder-
affiliatiecoördinator (tot 1 april ’15)
landse Vereniging van Ziekenhuizen. • Samen met Saxion Hogescholen is in regionaal verband gewerkt aan een variant van de hbov stu-
Jan Hein Cobben, affiliatiecoördinator
dieroute Gezondheid &Techniek (G&T) specifiek voor de OK en de variant Algemene Gezondheidszorg
José Geerdink,
(AGZ).
manager Teaching Hospital Deventer
• Het beleid deskundigheidsbevordering wordt verder geïmplementeerd. Er zijn voor diverse functies profielen beschreven.
5
1. Teaching Hospital Deventer Het Deventer ziekenhuis is, als lid van de Samenwer-
leren is iets wat de meeste professionals nagenoeg
kende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ), een
dagelijks doen en daarmee is voor grote groepen
ziekenhuis waar een grote focus ligt op opleiding, ont-
medewerkers informeel leren de meest gebruikte en
wikkeling en onderzoek. Het DZ beschikt dan ook over
vaak ook de meest belangrijke en effectiefste manier
een groot aantal specialistische opleidingen. Jaarlijks
van leren. Er zijn diverse leervormen zoals bijvoorbeeld
worden 20.000 patiënten opgenomen en bezoeken
een reguliere training of cursus, een praktijk- en/of the-
300.000 patiënten de poliklinieken. Het ziekenhuis
orietoets, een e-learning module, supervisie, intervisie,
heeft ruim 2150 medewerkers, 155 medisch specia-
individuele coaching en feedback.
listen en 80 vrijwilligers, die in een sfeer van collegia-
Leren is een verantwoordelijkheid van zowel de orga-
liteit en vertrouwen aan kwaliteit en service werken.
nisatie als de medewerker. De organisatie draagt zorg
Het Deventer Ziekenhuis is financieel gezond en heeft
voor de omgeving waarin geleerd kan worden. De
landelijk zeer hoge scores op het gebied van patiëntte-
medewerker draagt zorg voor zijn professionele en
vredenheid en gastvrijheid. Met een medewerkertevre-
persoonlijke ontwikkeling.
denheid van een 7,8 scoren we in de top 3 van de STZ ziekenhuizen. Opleiden en onderwijs is een van de kerntaken van het DZ en opgenomen in de strategische koers van DZ 2014-2017. Het DZ beschikt als STZ ziekenhuis over een goede ondersteuning van onderwijs-, opleidings- en onderzoeksfuncties door een centrale staf afdeling, het Teaching Hospital Deventer (THD). 1.2. Missie en Visie Het THD bestaat uit: • Management • Opleiding tot basisarts en medisch specialist • Overige beroepsopleidingen • Bedrijfsopleidingen • Wetenschapsbureau • Mediatheek • Secretariaat Zie bijlage 2; Organigram en personele bezetting
Het THD draagt de missie van het DZ uit door het kenniscentrum te zijn waar elke medewerker terecht kan
Visie DZ op bijdrage Teaching Hospital Deventer
voor ondersteuning bij leer- en opleidingsvragen. Ook
• Het stimuleren van een leven lang leren gericht op
relevante samenwerkings-partners zoals o.a. de huis-
duurzame inzetbaarheid in het DZ of eventueel
artsen (post) kunnen voor ondersteuning bij het THD
elders bij alle medewerkers.
terecht.
• Het (mede) zorg dragen voor een inspirerende en krachtige leeromgeving.
Visie op leren
• Het richten op kwaliteit van onderwijs, opleiding en
Opleiden is het bewust en gericht op gang brengen van leerprocessen die leiden tot een verandering in het gedrag van de medewerker, team of organisatie, gericht op organisatie-, afdelings- en persoonlijke doelen.
onderzoek om de positie van het DZ, als STZ ziekenhuis, blijvend te profileren en te versterken. • Het in een sfeer van kwaliteit, veiligheid en vertrouwen werken, met volop ruimte voor persoonlijke aandacht.
Opleiden en leren zijn brede begrippen, dat wil zeggen dat er vele mogelijkheden en vormen zijn. Informeel
6
• Het profileren van het THD binnen in- en externe netwerken.
Strategie Teaching Hospital Deventer
optimaal onderwijs- en leerklimaat. Dit is een belang-
• Er wordt proactief aangesloten bij ontwikkelingen.
rijk uitgangspunt en deze attitude vormt de basis van
Dat wil zeggen dat we inspelen op zowel in- als
elke carrière in een moderne professionele organisatie.
externe ontwikkelingen.
Dit betekent dan ook dat iedere professional zijn/haar
• Leertrajecten zijn vernieuwend en voldoen aan actuele normen.
kennis up-to-date houdt, zich verder ontwikkelt en hier samen met het DZ in investeert.
• Een leertraject wordt systematisch en projectmatig ontwikkeld, in nauwe samenwerking met de direct
1.2. Interne en externe samenwerkingsverbanden
betrokkenen. • Leerprocessen sluiten aan bij de competenties die
Intern
nodig zijn voor de (ontwikkeling van de) functie van
De manager THD heeft eens per twee weken overleg
de medewerkers. En sluiten aan bij drijfveren, talen-
met de voorzitter Raad van Bestuur en het voltallige
ten, kwaliteiten en ontwikkelbehoeftes van de mede-
bestuur van het THD (manager, onderwijs- en affiliatie-
werkers.
coördinator) eens per maand. Ook heeft het bestuur
• Leervormen zijn op maat en divers. Daarbij gaat het
THD maandelijks overleg met het Stafbestuur. Drie keer per jaar legt het management van het THD verantwoording af aan Raad van Bestuur over behaalde doelstellingen en resultaten en de PlanDoCheckAct (PDCA)-cyclus. De manager THD maakt deel uit van het Managementteam en is als zodanig betrokken bij de strategie en alle beleidsthema’s. Aangezien opleiden en onderzoek een van de kerntaken van het DZ is en ook onderdeel van de strategische koers, staat het regelmatig op de agenda van het Strategisch Team (Raad van Bestuur en Stafbestuur) en vindt borging plaats middels de PDCA-cyclus. Elk kwartaal heeft het bestuur Commissie Opleidingen Deventer (COD) en bestuur THD overleg met Raad van Bestuur en (vertegenwoordiging van) het Stafbestuur. De medewerkers van THD participeren in diverse relevante overleggen, op zorggroep- en afdelingsniveau, in commissies en werkgroepen. Extern • Het THD werkt samen met de volgende onderwijsinstellingen: • Voor de medische opleidingen: Universitair Medisch
niet alleen om opleidingen, cursussen en trainingen,
Centrum Groningen en Affiliatie met Rijksuniversiteit
maar om alle doelgerichte leer- en ontwikkeltra-
Groningen (sinds 1966), Erasmus Medisch Centrum
jecten; individueel en groepsgebonden, digitaal en
Rotterdam, Academisch Medisch Centrum Amster-
face-to-face, schriftelijk en mondeling. Belangrijke
dam, Radboud Medisch Centrum Nijmegen en Uni-
elementen zijn: kennis en ervaring delen, samenwerken, verbinden en ontwikkelen. • De werkplek wordt benut als krachtige leeromgeving.
versitair Medisch Centrum Utrecht. • Stichting SBOH (voor aios huisartsengeneeskunde) en Gerion (aios ouderengeneeskunde).
De leeromgeving valt voor een groot deel samen met
• Overige opleidingen, de volgende instituten; Saxion
de werkomgeving. Medewerkers gaan zo dicht moge-
Hogescholen en ROC Aventus te Deventer, het Cen-
lijk bij hun dagelijks werk aan de slag. Het geleerde is
traal Instituut voor Verpleegkundig Vervolgonderwijs,
direct toepasbaar in de praktijk.
• Wenckebach Instituut te Groningen, Antoni van Leeuwenhoek te Amsterdam, Radboud MC te Nijmegen en
In het DZ verwachten we van alle professionals een
de Universiteit Twente.
(vanzelfsprekende) bijdrage aan opleiden en aan een
7
• Voor onderzoek: Universitair Medisch Centrum Groningen, Saxion Hogescholen, de Universiteit Twente en andere STZ ziekenhuizen. In de onderwijs- en opleidingsregio Noord- en OostNederland (OOR N&O) zorgen ziekenhuizen en opleidingsinstellingen samen voor goed opgeleide medisch specialisten,
sociaal
geneeskundigen
en
klinisch
technologische specialisten. De OOR N&O investeert al jaren in verdere ontwikkeling van de opleiding tot medisch specialist. Er is een regionaal ontwikkel- en
Zicht op de bekwaamheid van collega’s
innovatiefonds. Het DZ participeert volop in de diverse OOR overleggen, zoals Leerhuizenoverleg, netwerkon-
Diana Tonkes is operationeel manager van een
derwijskundigen en contactpersonenoverleg.
verpleegafdeling. Ze vind het belangrijk dat haar teamleden zich bekwamen, en dat die kwaliteit
We zijn lid van de Samenwerkende Topklinische Oplei-
voor zowel de medewerkers zelf als de leidingge-
dingsziekenhuizen (STZ). Vertegenwoordigers van het
vende inzichtelijk is.
DZ nemen standaard en actief deel aan verschillende netwerkbijeenkomsten en adviescommissie van de
Daarom deed Diana’s afdeling graag mee aan
STZ. Het biedt ons een waardevol netwerk om kennis
een pilot waarin de opvolger van een nieuw
te delen, te ontwikkelen en te vergroten.
leerplein werd ontwikkeld. ‘’Die deelname ver-
De onderwijscoördinator van THD is voorzitter van de
grootte bij de medewerkers al het bewustzijn dat
projectgroep RIO (Realisatie Individualisering Oplei-
je als professional bekwaam moet blijven. Ik zag
dingsduur) van de medische vervolgopleidingen en
dat het onderwerp van gesprek op de afdeling
daarbij op landelijk niveau betrokken bij de moderni-
werd en het gaf een positieve boost dat we zelf
sering van het project en de manager participeert in de
invloed konden hebben op hoe het eruit komt
klankbordgroep en de denktank kwaliteitsimpuls van
te zien. Uiteindelijk is er een systeem waarmee
de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.
je goed en snel overzicht kan krijgen hoe het er voor staat op je afdeling.”
1.3. PR-activiteiten Het Deventer Ziekenhuis wil haar status van STZ opleidingsziekenhuis waarmaken en deze actief uit dragen door middel van het initiëren, faciliteren en ondersteu-
Het gaf een positieve boost dat we zelf invloed konden hebben op hoe het eruit komt te
nen van activiteiten in het kader van het profileren van opleiding en onderzoek. Dit doet het THD bijvoorbeeld door het organiseren van de opleidingsmarkt, de tweejaarlijkse Week van het Leren, de Wetenschapsdag, de uitreiking van de jaarlijkse onderwijsprijzen voor beste opleider, beste opleidende vakgroep, open dagen e.d.
zien
Ook extern is zichtbaarheid toenemend van belang. In 2014 is onder andere een animatiefilm over het Strategisch Opleidingsplan 2014 – 2017 gemaakt (en geplaatst op de NVZ site) (www.youtube.com/watch?v=nRpP9eOR6Wk) en een blog geschreven voor Skipr over investeren in strategisch opleiden (http://www.skipr.nl/ blogs/id2152-investeren-in-strategisch-opleiden.html).
8
2. Strategisch Opleidingsplan 2014 - 2017 In 2014 is het strategisch opleidingsplan 2014 - 2017 DZ
is gericht op het realiseren van deze toekomstvisie.
tot stand gekomen in samenwerking met het (hoger)
Door de ontvlechting van zorg in de 5 zorgthema’s zal
management, de themagroepen in het kader van de
meer diversiteit ontstaan en een grotere noodzaak van
strategie, P&O, de Verpleegkundig Adviesraad en de
samenwerking over afdelingen heen. De uitwerking
Ondernemingsraad. Er is een gezamenlijke bijeenkomst
van de strategie is een meerjaren ontwikkeling waar-
geweest met Raad van Bestuur en Managementteam,
door, nog meer dan voorheen, een focus ontstaat op
een bijeenkomst met managers en er zijn gesprekken
o.a. innovatie, resultaatgerichtheid, flexibiliteit, samen-
geweest met alle vermelde ‘partijen’. De verkregen
werken en een lerende houding.
input is verwerkt in dit plan en teruggekoppeld. Over
Het strategische personeels- en het opleidingsbeleid
het plan is positief geadviseerd door de Medische Staf
(zie schematische weergave pagina 5) zijn er op gericht
en de OR heeft instemming gegeven.
om de DZ strategie te ondersteunen, waarbij ook
Het Strategisch Opleidingsplan is geschreven voor het
relevante maatschappelijke ontwikkelingen proactief
DZ en voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
worden vertaald. Het DZ streeft naar een hoog niveau
en Sport in het kader van de subsidieregeling ‘Kwaliteit-
en grote inzet van de in het DZ werkzame professionals,
simpuls Personeel Ziekenhuiszorg’.
en van de organisatie waarin zij functioneren. Een
De subsidie op basis van dit plan is door VWS toege-
actieve rol in het leren, opleiden en bijscholen is geen
kend. In 2014 bedroeg de subsidie € 546.000, -.
luxe, en absoluut noodzakelijk om de DZ positie in het Nederlands zorglandschap te consolideren. Het
Het DZ wil zelfstandig en vanuit eigen kracht de toe-
overdragen van kennis en vaardigheden is een krachtige
komst in gaan. Belangrijk is dat het DZ zich richt op twee-
stimulans voor een dynamische ziekenhuisorganisatie.
delijnszorg aan patiëntengroepen binnen het eigen
De bijdrage van medewerkers is gericht op het realiseren
verzorgingsgebied, waarbij de zorg in goede samen-
van de organisatiedoelen en het DZ ondersteunt haar
werking met de 1e en 3e lijn duurzaam verleend kan
medewerkers om optimaal te kunnen functioneren en
worden. De medisch specialistische zorg is ontvlochten
zich te ontwikkelen. De medewerker heeft daarin als
in een aantal specifieke relevante thema’s: acute zorg,
professional ook een eigen verantwoordelijkheid.
chronische zorg, resultaatzorg, oncologische zorg en vasculaire zorg. Voor elk van deze zorgthema’s is een
Er zijn vijf strategische (opleidings) thema’s, die van
onderscheidend concept ontwikkeld, specifieke en pas-
belang zijn voor de strategie en voor de ontwikkeling
send bij de behoefte van patiënten qua organisatie en
van (potentiële) medewerkers: patiënt, professiona-
aanbod. Het strategisch belang van het behoud van het
liteit en leiderschap, samenwerken, technologie en
STZ lidmaatschap en het zijn van een opleidingszieken-
veiligheid. Deze thema’s zijn uitgewerkt in leeractivitei-
huis voor DZ is groot.
ten (alle opleidingsinspanningen) om de gewenste ontwikkelingen te realiseren. Dit meerjaren strategische
De strategie DZ ‘vertrouwd, anders en beter’ 2014 - 2017
opleidingsplan wordt jaarlijks geactualiseerd en ook
is het fundament van het strategisch opleidingsplan
vertaald in een (operationeel) opleidingsjaarplan. Er is
van DZ. De bijdrage van (toekomstige) medewerkers
een start gemaakt met het jaarplan 2015.
9
3. Parels - nieuwe ontwikkelingen 3.1. Carrièrecoaching voor medisch studenten
verpleegkundigen). Elk kernteam heeft een seniorverpleegkundige. Deze seniorverpleegkundige richt zich
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat coassistenten
vooral op de kwaliteit en deskundigheidsbevordering
veel werkdruk en keuzestress ervaren. In een recent
van het kernteam en het betrokken specialisme. De
onderzoek onder Nederlandse geneeskundestudenten
seniorverpleegkundige is hbo opgeleid. Het betreft
bleek dat 17,8 procent van de coassistenten voldoet
een solistische functie. De seniorverpleegkundige is
aan de criteria van burn-out (Ned Tijdschr Geneeskd
kartrekker van het kernteam in de huidige vormgeving.
2015;159:A8255P). 63,7% voldeed aan het uitputtings-
In de nabije toekomst gaat een kernteam bestaan uit
criterium. Deze cijfers zijn verontrustend. Het is niet
een multi-specialistisch team van hbo-verpleegkundi-
goed te voorspellen wat de gevolgen (mentaal, fysiek
gen. Dit team zal verantwoordelijk zijn voor de verdie-
en sociaal) zullen zijn wanneer we hier geen aandacht
ping van de zorgvraag, de samenwerking in de keten.
aan besteden. Binnen het DZ speelt het project NowWhat in op deze actuele problematiek. Thema’s zoals keuzes maken, zelfinzicht en zelfontwikkeling, balans en zelfvertrouwen komen hierin terug. Het NowWhat project verhoogt op deze manier het zelfsturend vermogen van de coassistenten. Optimisme, eigenwaarde, sociale steun en feedback zijn belangrijke factoren in NowWhat die bijdragen aan bevlogenheid (vitaliteit, absorptie en toewijding) om zo burn-out symptomen tegen gaan. Door middel van groepsessies, workshops en individuele begeleiding wordt de coassistent ondersteuning aangeboden in hun persoonlijk ontwikkelingsproces. Er wordt o.a. gebruik gemaakt van schrijfopdrachten, discussies en reflectieoefeningen. Ruim 60 coassistenten namen in 2014 deel. Meer informatie kunt u vinden op website: https:// www.academycoaching.nl/nowwhat/ Carrièrecoaching wordt in 2015 ook aangeboden aan a(n)ios (project Whats Next). Daarbij richt het zich op kwaliteit en deskundigheids3.2. HBO Verpleegkundigen - herinrichting verpleeg-
bevordering, waar ook alle relevante verpleegkundige
kundige zorg
specialisaties aanwezig zijn, o.a. oncologie, geriatrie, wondzorg en diabetes. Dit houdt in dat er een verschui-
In het DZ is de herinrichting van de verpleegkundige
ving plaatsvindt van de soloprofessional (zoals de seni-
zorg, mede op basis van ontwikkelingen sinds 2011,
orfunctie nu is) naar de netwerkprofessional, waarin
een belangrijk thema. De manager van het THD heeft
het kernteam gezamenlijk de kar trekt.
geparticipeerd in de werkgroep die zich in STZ verband heeft bezig gehouden met deze visie. Het DZ is een van
In 2012 is besloten om het accent te leggen op de
de vier landelijke proeftuinen van de NVZ.
hbo-opgeleide verpleegkundige gezien de toenemende complexiteit van de tweedelijnszorg. Het DZ streeft
Het DZ kent op de basisverpleegafdelingen een werk-
naar een geleidelijke toename van het percentage hbo
organisatie met kernteams gericht op een specialisme
verpleegkundigen waarbij vastgesteld is dat in 2015 er
(en een flexibele schil met mbo- en hbo-opgeleide
minimaal 40% van het totale aantal verpleegkundigen
10
hbo-opgegeleid is en in 2018 50%. In 2014 waren er
deskundigen zelf ook e-learning ontwikkeld.
ruim 40% hbo-opgeleide verpleegkundigen.
In 2014
Er blijft ook behoefte aan mbo-opgeleide verpleeg-
mentsysteem (LMS) wat in 2015 wordt geïmplemen-
kundigen. Om die reden worden de leerwerkplaatsen
teerd. Dit LMS geeft medewerkers beter inzicht in hun
gecontinueerd, voor zowel de mbo als de hbo-stagiai-
eigen deskundigheidsprofiel en de voortgang hierin,
res. Het DZ is in 2014 gestopt met bbl-opleiding ver-
waardoor de medewerker in staat wordt gesteld zelf
pleegkundige.
regie te voeren over zijn deskundigheid. Uitgebreide
is gekozen voor een nieuw Leermanage-
rapportages bieden managers en de organisatie goed Het THD heeft in 2013 het initiatief genomen om samen
inzicht in de vakbekwaamheid van medewerkers. Mede
met Saxion Hogescholen en de ziekenhuizen in Twente,
door middel van dit nieuwe systeem wil het THD een
Stedendriehoek en Achterhoek een specifieke zieken-
verschuiving teweeg brengen van het controleren en
huisvariant te ontwikkelen met in acht neming van
sturen van leren, naar het meer stimuleren van leren
Bachelor 2020 en het te ontwikkelen opleidingsprofiel
en het delen van kennis en ervaringen. De werkplek
(LOOV).
staat hierbij centraal. Om dit te realiseren ziet het THD mogelijkheden in online en mobiele toepassingen. In 2014 is er in verschillende trajecten geëxperimenteerd met nieuwe vormen van online leren. Zo is er een community gecreëerd waar een team kennis deelt, maar worden er ook online platformen ingezet ter verrijking van een face-to-face, bijvoorbeeld bij het leertraject casemanager. Dit lijkt het leerrendement en de continuïteit van leertrajecten te verhogen, omdat deelnemers worden gestimuleerd om tussen de bijeenkomsten door kennis en ervaringen uit te wisselen. 3.4. Beleid deskundigheidsbevordering Het DZ kent een eigen kwaliteitsysteem, het zogenaamde deskundigheidspaspoort. Een medewerker werkzaam binnen DZ moet de best mogelijke zorg geven aan patiënten en om die reden de deskundigheid op peil houden. Om inzichtelijk te krijgen of een medewerker voldoende het vak bijhoudt en zo kwaliteit van zorg kan leveren, worden er eisen gesteld in de vorm van een (minimale) norm aan bij- en nascholing gebaseerd op een generiek (en eventueel specifiek) profiel.
Het DZ gaat een helder onderscheid maken in de func-
Deze profielen worden jaarlijks geactualiseerd.
ties van hbo- en mbo opgeleide verpleegkundigen.
Het DZ werkt met een digitaal portfolio voor iedere
In 2015 wordt gestart met de implementatie van het
medewerker waarin de (verplichte) scholingsactivitei-
bovenvermelde beleid.
ten worden bijgehouden. De zorgprofessional is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van het zoge-
3.3. Nieuwe vormen van leren
naamde deskundigheidspaspoort.
E-learning, leermanagementsysteem en online leren
Het beleid deskundigheidsbevordering omvat samen-
Voor een digitaal en lerend ziekenhuis als het DZ is
gevat de volgende doelen:
e-learning een belangrijke, effectieve en efficiënte leer-
• Waarborgen deskundigheid individuele medewerker
vorm gebleken. Sinds 2010 hebben alle medewerkers
• Behouden en verbeteren van de kwaliteit van zorg
toegang tot het DZ leerplein en er wordt een ruim aan-
• Versterken positie, desgevraagd inzichtelijk voor
bod digitale trainingen en toetsen geboden (155 - 160 e-learning trainingen). Tevens wordt er door inhouds-
Inspectie en patiënten(platforms) • Stimuleren van leer- en ontwikkelingsmogelijkheden.
11
Er zijn generieke (en specifieke) profielen voor diverse functies. In alle profielen wordt beschreven wat een specifieke professional moet doen aan deskundigheidsbevordering en binnen welke termijnen (zie ook hoofdstuk 6). 3.5. Verpleegkundig onderzoek Al een aantal jaar is het DZ vooruitstrevend voor wat betreft het opzetten en uitvoeren van onderzoek door verpleegkundigen en paramedici. In 2014 zijn hier ver-
Handvatten bij het maken van de juist keuzes
dere professionaliseringsstappen in gezet, door de infrastructuur rondom verpleegkundig onderzoek te verbeteren. Vraagstukken uit de dagelijkse praktijk van
Co-assistent Paul Schoonbeek voltooit in decem-
de verpleegkundige- en paramedische beroepsuitoefe-
ber zijn studie geneeskunde en wil daarna een
ning zijn hierbij veelal het uitgangspunt. Twee maal per
traject volgen dat bij zijn interesses past. ”Ener-
jaar worden tijdens een overleg met een verpleegkun-
zijds is er veel vrijheid en zijn er volop moge-
dige afvaardiging, opleidingsadviseur, leidinggevende
lijkheden’’, zegt hij. ‘’Maar de concurrentie met
klinische zorg, en verplegingswetenschapper, de vraag-
mede-afgestudeerden is groot, en het aantal
stukken besproken en prioritering gegeven aan de aan-
opleidingsplekken en banen voor basisartsen
gedragen onderwerpen.
beperkt. Het kiezen van een goed vervolgtraject
Vervolgens bespreekt de verplegingswetenschapper
kan hierdoor worden bemoeilijkt.’’
de onderzoeksvragen een aantal keren per jaar met de hogeschool en worden eventuele eisen en wensen voor
Paul hoorde van het Now What traject, dacht dat
een student kenbaar gemaakt.
het hem handvatten kon bieden bij het maken Tijdens de onderzoeksperiode worden de studenten
van de juiste keuzes.
intensief begeleid door een team bestaande uit: opleiTerugkijkend op zijn deelname is Paul tevreden.”-
dingsadviseur DZ, docent Hogeschool, opdrachtgever
Dankzij de workshops en groepssessies werd ik
DZ en verplegingswetenschapper. Ieder heeft hierin
me bewuster van hoe we in het algemeen keuzes
een eigen taak. Deze taken zijn vastgesteld in een pro-
maken en welke factoren hierbij een rol spe-
cedure. Vooral van belang is dat nadrukkelijk aandacht
len. Bovendien leerde ik dankzij de individuele
wordt besteed aan de methodologische kwaliteit van
gesprekken hoe ik zelf keuzes maak en welke
het onderzoek. Met betrokken docenten en onder-
invloed mijn persoonlijkheid hierop heeft. Ik
zoeksbegeleiders van de hogeschool worden initiatie-
denk dat deze informatie erg nuttig is en dat ik in
ven ontplooid waarin we onderzoeken waar we met
de toekomst bewuster keuzes zal maken.”
elkaar zaken sneller, slimmer en samen kunnen doen. Tevens worden in samenwerking met de Hogeschool ook onderzoekslijnen uitgezet. Een lopende onderzoekslijn vanaf medio 2013 is de implementatie van de
Ik denk dat deze informatie erg nuttig is en dat ik in de toekomst bewuster keuzes zal
VMS thema’s. Daarnaast zijn we bezig om een onderzoekslijn op te zetten op het gebied van de chronischeen oncologische zorg. Deze intensieve samenwerking tussen de klinische praktijk, medewerkers van het wetenschapsbureau en opleidende instelling heeft geleid tot een goede infra-
maken
structuur voor onderzoek door verpleegkundigen en paramedici. Hierdoor is het mogelijk dat verpleegkundigen en paramedici acht tot tien onderzoekenprojecten uitvoeren. Zie ook hoofdstuk 7.
12
4. Opleidingen voor (toekomstige) artsen Er zijn 17 medische vervolgopleidingen en er worden
stage in DZ.
jaarlijks ruim 50 arts-assistenten structureel opgeleid
In Deventer wordt sinds jaar en dag de huisvesting voor
in het Deventer Ziekenhuis, zo ook in 2014.
de coassistenten door de Stichting Studenten Huisves-
Er is een advies uitgebracht rondom de (nadere) imple-
ting (SSH) geregeld. Het dagelijks bestuur van de SSH
mentatie van de modernisering van de medische ver-
bestaat uit coassistenten en een vertegenwoordiging
volgopleidingen. Een belangrijk onderdeel hierbinnen
van de affiliatie.
is het kwaliteitsbeleid. Er is draagvlak voor de beschreven kwaliteitscyclus; Commissie Opleidingen Deventer (COD) en THD pakken actiepunten gezamenlijk op (bij-
4.2. Medische vervolgopleidingen
voorbeeld het opleidingsbeleidsplan, inzet van kwaliteits-meetinstrumenten, etc.).
Kwaliteit, visitaties, opleidingsklimaat en opleidersprofessionalisering
4.1. Basisopleiding
In 2014 werd het Kaderbesluit College Geneeskundige Specialismen aangepast. De cyclus rondom visitaties
In 2014 kwamen er 50 coassistenten in Deventer voor
heeft zijn beslag gekregen in het Kwaliteitshandboek
hun M2 jaar. Dit M2 jaar bestaat uit 8 intramurale
van de COD. De COD heeft een kwaliteitsdocument
coschappen in het DZ, verder een coschap sociale
vastgesteld waarin de kwaliteitscyclus per opleidings-
geneeskunde en huisartsgeneeskunde. Ongeveer een
groep staat beschreven. De COD fungeert, samen met
derde van de coassistenten doet het coschap sociale
het THD, als orgaan voor het handhaven en bevorderen
geneeskunde in het buitenland, veelal buiten Europa.
van een goed en veilig opleidingsklimaat. De COD heeft
Deventer is een populaire affiliatie en coassistenten
bij het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de
komen graag naar Deventer, omdat ze van elkaar horen
opleidingen een belangrijke functie als regisseur.
dat er een goed en veilig opleidingsklimaat heerst, er
Hierbij worden diverse kwaliteitsinstrumenten benut.
een uitgebreid sociaal leven is, de huisvesting goed
Deze sluiten dusdanig op elkaar aan dat het geheel
geregeld is en de laagdrempeligheid en persoonlijke
functioneert als interne kwaliteitscyclus.
benadering van het affiliatiebureau. Zoals in curriculum 2010 is gedefinieerd vindt er elke
De activiteiten rondom de aanvraag van een visitatie
woensdagmiddag gezamenlijk onderwijs plaats voor
worden door het COD en THD gecoördineerd. De COD
alle M2 studenten. In het Deventer onderwijs model zijn
heeft in samenwerking met het THD een procedure
de studenten voor een groot deel zelf verantwoordelijk
opgesteld “Procedure tijdspad rondom visitatie” met
voor hun opleiding en ook medeverantwoordelijk voor
hierin een tijdsschema welke acties op welk moment
de inhoud van het programma. Dit programma wordt
dienen plaats te vinden. De COD en THD ondersteunen
met woord en daad enthousiast ondersteund door de
de opleidingsgroep, zodat ze goed voorbereid zijn tij-
leden van de medische staf.
dens de visitatie.
Om de 14 dagen komen de coassistenten bij elkaar in
In 2014 zijn de vakgroepen urologie, oogheelkunde,
coachgroep voor intervisie en themabesprekingen. De
interne geneeskunde, radiologie en klinische chemie
nadruk ligt hierbij op de professionele ontwikkeling.
gevisiteerd. Helaas heeft de opleiding urologie geen hernieuwde erkenning gekregen. De andere opleidin-
Elk jaar vinden er evaluatiegesprekken plaats met de
gen hebben een erkenning voor 5 jaar gekregen.
vakgroepen. Deze gesprekken worden door de coassistenten zelf gevoerd. Deze evaluaties worden gebundeld
De opleidende vakgroepen ontvangen ondersteu-
in een boekje dat aan de stafleden wordt uitgereikt.
ning van het THD bij het meten van het eigen oplei-
Iedere vakgroep krijgt een afspraak om met de coas-
dingsklimaat. Er wordt gebruik gemaakt van diverse
sistenten de evaluatie te bespreken en te kijken wat er
kwaliteitsinstrumenten. De resultaten van metingen
verbeterd kan worden. Sommige vakgroepen scoren
worden besproken tijdens de tweejaarsgesprekken
zo goed dat er alleen nog maar gekeken hoeft te wor-
met vakgroep en COD/THD. Voor het opstellen van een
den hoe het coschap nog leuker gemaakt kan worden.
verbeterplan is een format ontwikkeld dat in 2014 is
Naast de M2 studenten, waren er in 2014 35 M3 studen-
geïntroduceerd.
ten voor hun semi-artsstage en/of wetenschappelijke
13
Het THD organiseert al enkele jaren didactische
van het inwerkprogramma voor medisch specialisten.
nascholing voor opleiders en overige leden van oplei-
Er hebben het afgelopen jaar 43 a(n)ios deelgenomen
dingsgroepen. Het DZ vindt het belangrijk dat naast
aan het introductieprogramma en 5 medisch specialis-
het volgen van het landelijke en regionale beleid op het
ten.
gebied van professionalisering ook lokale initiatieven worden ontplooid. Opleiders willen graag ‘dichtbij huis’
Discipline overstijgend onderwijs
en aansluitend aan werktijd op een effectieve manier
Mede op verzoek van de assistenten heeft het Disci-
kennis en vaardigheden opfrissen.
pline Overstijgend Onderwijs (DOO) een verandering ondergaan met een aantal korte bijeenkomsten in
Het Teaching On The Run Programma, verzorgd vanuit de
2014, waarbij een thema c.q. onderwerp nader wordt
Isala Academie in samenwerking met het Wenckebach
belicht. Er is een jaarplanning opgesteld en in de COD
Instituut, sluit daarbij aan. Er is ervaring opgedaan en
is besloten dat het bijwonen van DOO verplicht is voor
nu wordt deze vorm structureel aangeboden. Ook met
alle a(n)ios in het DZ.
docenten uit eigen huis. In 2014 zijn drie Teaching on the Run workshops verzorgd voor totaal 27 opleiders.
Artsen (niet) in opleiding tot specialist Introductie In 2013 is het introductieprogramma voor a(n)ios op basis van diverse evaluaties herzien. In 2014 werd de nieuwe werkwijze ingevoerd. Belangrijke wijzigingen ten opzichte van het “oude” programma waren onder andere invoering van e-learning modules, welkomstwoord Raad van Bestuur en Veilig Werken. Assistenten zijn over het algemeen zeer tevreden over het geboden programma en voelen zich welkom in het DZ. In 2014 is tevens het programma een vast onderdeel geworden
14
5. Opleidingen voor zorgprofessionals 5.1. Verpleegkundige opleidingen
5.2. HBO Operatie Kamer Complex
Het leren in de beroepspraktijk heeft een vanzelfspre-
De mbo opleidingen tot Operatieassistent (OA) en Anes-
kend een prominente plaats binnen de verpleegkun-
thesie Medewerker (AM) voldoen voor de toekomst niet
dige opleidingen in het DZ en zijn erkend (hbo, mbo,
meer aan de eisen en wensen. Er is vanuit de opera-
CZO en Calibris). Er zijn meerdere varianten om de
tieafdelingen behoefte aan hbo geschoold personeel
initiële opleiding tot verpleegkundige te volgen. Na
en vanuit de studenten behoefte aan een hbo erkende
het afronden van deze initiële opleiding is het mogelijk
opleiding, waarbij de scholingsinhoud voortdurend
(mits voldaan aan eisen) in te stromen in een vervolg-
aangepast wordt aan de snel veranderende omstan-
opleiding.
digheden. Het DZ neemt deel aan één van de drie landelijke pilots
We vinden het belangrijk om het vermogen tot veran-
inzake het ontwikkelen van ‘Leerlandschap OKC’ mede
deren en leren te bevorderen. Daarbij is dus niet alleen
gesubsidieerd door VWS. Een belangrijk onderdeel is
belangrijk wát de lerende leert, maar vooral ook hoe.
het ontwikkelen van een HBO opleiding met Saxion
De toekomst vraagt om beroepsbeoefenaren die zich
Hogescholen voor OK- en anesthesie medewerkers.
blijven ontwikkelen en blijven leren, dus ligt de nadruk
Er is in 2014 in regionaal verband (ziekenhuizen Steden-
tijdens de opleiding op het leren zelfstandig te leren. De
driehoek en Twente) gewerkt aan een opleidingsvariant
docent en de begeleiders in de beroepspraktijk nemen
van de HBOV, studieroute Gezondheid &Techniek (G&T)
een coachende rol aan. Een lerende is zelf verantwoor-
specifiek voor de OA en de AM. Het THD is vanaf het
delijk voor het eigen leerproces.
begin betrokken bij het opzetten van deze variant. Op dit moment volgen nog AM en OA studenten de mbo
In 2014 zijn geen nieuwe mbo BBL leerlingen aange-
opleiding bij ROC van Twente. Deze opleiding stopt,
nomen omdat het DZ de focus legt op de BOL variant
zodra de huidige studenten afstuderen. Ter overbrug-
(mbo en hbo), waarbij stagiaires boventallig worden
ging gaan in 2015 studenten starten bij het Universitair
ingezet om het leereffect optimaal te kunnen benutten.
Medisch Centrum Utrecht totdat uiteindelijk vanaf sep-
Het leren vindt plaats op drie leerwerkplaatsen (mbo
tember 2017 de eerste duale hbo studenten bij Saxion
en hbo) op chirurgische en beschouwende afdelingen
Hogescholen worden opgeleid.
en daarnaast wordt ook de mogelijkheid geboden om een individuele stage te volgen.
5.3. Erkenningen Ziekenhuisopleidingen
Het THD heeft ook in 2014 veel aandacht gehad voor
Het College Ziekenhuisopleidingen (CZO) is het landelijk
curriculumontwikkeling. Samen met Saxion Hogescho-
orgaan voor het accrediteren van zorgopleidingen. Het
len en regionale ziekenhuizen is het THD kartrekker
CZO beoordeelt het opleidingsprogramma en verleent
geweest van de ontwikkeling van een HBOV variant
hiervoor erkenning aan de zorginstelling. Een erkende
die nauw aansluit bij de wensen van de ziekenhuizen
zorginstelling heeft dan, samen met het opleidingsin-
met betrekking tot het uitstroomniveau van HBO
stituut, het recht zijn studenten een nationaal erkend
verpleegkundigen. Een specifieke ziekenhuisvariant
diploma te verstrekken. Bij de invoering van de her-
van de HBOV waarin onderwijs en werkveld meer zijn
nieuwde erkenning krijgen zorginstelling en opleidings-
geïntegreerd en de beroepspraktijk betrokken is bij de
instituut onafhankelijk van elkaar de erkenning.
totstandkoming van het binnen schoolse deel van de
Het DZ heeft een CZO-erkenning voor de volgende
opleiding en de docenten bij het buitenschools curricu-
opleidingen:
lum. Het DZ start september 2015 met dit aangepaste
verpleegkundige, deskundige infectiepreventie, dia-
curriculum waarbij stages zullen worden gebundeld in
lyseverpleegkundige, intensive care verpleegkundige,
een tweejaarlijkse stageroute en onderwijs structureel
kinderverpleegkundige, MBRT duaal radiodiagnostisch
zal plaatsvinden in het werkveld.
laborant,
anesthesiemedewerker,
obstetrieverpleegkundige,
cardiac
care
oncologiever-
pleegkundige, operatieassistent en spoedeisende hulp verpleegkundige.
15
In 2014 is er door het CZO hard gewerkt de aanvraag tot erkenning drastisch te vereenvoudigen en de nu nog vaste termijnen van erkenning los te laten en te vervan-
deze professional in het zorgproces? Helpt het DZ in de strategie? • De vakgroep/afdeling geeft in een bedrijfsplan weer
gen door een doorlopende erkenning met visitatie.
op welke wijze de VS/PA ingezet wordt ten dienste van
Hiervoor werd een beroep gedaan op de zorginstel-
de afdelingsdoelstellingen in lijn met het DZ beleid
lingen om mee te denken en feedback te geven op de
• Logisch gevolg van het voorgaande punt is dat een
voorstellen ten aanzien van de nieuwe structuur en
functie niet gecreëerd moet worden rondom een
relevantie/haalbaarheid van de gestelde criteria. Oplei-
individu, maar dat de functie aantoonbaar iets moet
dingsadviseurs hebben samen met de inhoudsdeskun-
toevoegen aan het zorgproces. Hiermee krijgt de
digen van de betreffende afdelingen uitgebreide feed-
functie een structureel karakter.
back gegeven op de opleidingen waar het DZ de praktijk leerplaatsen voor heeft.
In 2014 zijn de eerste stappen genomen deze beroeps-
Oncologie is een van de speerpunten en DZ wil de kwa-
beoefenaren een duidelijker plek te geven binnen de
liteit van de oncologische zorg verbreden.
organisatie en hebben de Raad van Bestuur en Staf-
In 2014 heeft het DZ een aanvulling op de erkenning voor de vervolgopleiding tot Oncologie verpleegkundige verkregen in samenwerking met NKI-AVL. Hiermee is de uitbreiding van het aantal basisafdelingen om meer verpleegkundigen de opleiding te kunnen laten volgen gerealiseerd. Naast A2 en C2 zijn ook G2 en B2 erkende opleidingsafdelingen. De aanvraag van de erkenning opleiding tot gipsverbandmeester is in voorbereiding. In overleg met het CZO afgesproken begin 2015 de aanvraag nog volgens de oude systematiek in te dienen.
5.4. Verpleegkundig Specialist en Physician Assistant bestuur een werkgroep opdracht gegeven een advies In het DZ speelt ook regelmatig de vraag of en zo ja, op
te formuleren over de strategische waarde van PA’s en
welke wijze en onder welke voorwaarden een Physician
VS’en voor het DZ. In het DZ zijn zowel PA’s als VS’en in
Assistant (PA) of Verpleegkundig Specialist (VS), beiden
dienst. De Raad van Bestuur en het Stafbestuur zullen
hbo master opgeleid, kan worden opgeleid, ingezet en
op basis van dit advies (april 2015) het beleid ten aan-
bekostigd.
zien van VS’en en PA’s bepalen.
Een VS (Master in Advanced Nursing Practice) wordt ingezet voor een omschreven groep patiënten waar-
5.5. Stages
mee zij individuele behandelrelaties aan gaan. Er kan worden gekozen voor de PA, een medische zorgprofes-
Het aantal stage aanvragen neemt steeds meer toe.
sional werkzaam binnen een deelgebied van de genees-
Veel studenten van zowel zorggerelateerde als de niet
kunde. Functionele argumenten zijn uitgangspunt en
zorggerelateerde opleidingen doen een beroep op DZ.
zijn passend bij het strategische beleid DZ 2014 – 2017.
Door als STZ-ziekenhuis stageplaatsen te bieden voor
Bijvoorbeeld de ketenzorg zowel in- en extern, de VS als
een diversiteit van studenten, opdrachten en onder-
casemanager, opleiden VS ten behoeve van specifieke
zoeken laat DZ het belang van opleiden en onderzoek
patiëntenstromen, zoals o.a. vasculair.
zien en is daarmee aantrekkelijk voor de (potentiële) medewerker. Daarnaast komt dit ook direct de patiën-
Het DZ hanteert op dit moment de volgende uitgangs-
tenzorg ten goede!
punten:
Het stagebeleid zorgt zowel intern als extern voor eenduidigheid en duidelijkheid; de definitie van een stage;
• De inzet van een VS/PA moet vooral beredeneerd
de criteria waar zowel de stagiaire als de stageplaats
plaats vinden: wat is de toegevoegde waarde van
aan dient te voldoen en de verantwoordelijkheden
16
van betrokkenen. Met de onderwijsinstellingen ROC Aventus (mbo) en Saxion Hogescholen (hbo) heeft het DZ een goede samenwerking. De stageplaatsen worden dan ook grotendeels ingenomen door de studenten van deze scholen om de regionale opleidingsmogelijkheden optimaal te benutten. De procedures voor toewijzen van stageplekken zijn in 2014 aangescherpt, zodat vraag en aanbod op de juiste manier kan worden gecombineerd. Zo wordt bijvoorbeeld bij enkele stageplaatsen verwacht dat een student een motivatiebrief schrijft om aanbod en vraag
Onderzoek is leuk
evenredig te verdelen. Er zijn 138 stageplekken voor verschillende beroepsgroepen.
Orthopeed Rinco Koorevaar is benieuwd wat de relatie is tussen preoperatieve en postoperatieve psychologische stoornissen en het succes van een schouderoperatie. Samen met de collega’s van het VUmc en UMCG doet hij daar promotieonderzoek naar. Daarnaast was er een multicenter RCT studie naar de behandeling van degeneratieve rotator cuff rupturen met een publicatie in de Journal of Shoulder and Elbow Surgery. ‘’Onderzoek doen is leuk’’, zegt de orthopeed als we hem vragen naar het hoe en waarom. “Ik loop dagelijks tegen zaken aan die nog niet zijn uitgezocht. Dit zijn vaak klinische dilemma’s die heel relevant zijn voor de behandeling van patiënten
5.6. Leerwerkplaats
met schouderklachten.’’
De werkplek is de beste leerplek. Daarom heeft het DZ
In een regionaal ziekenhuis zijn natuurlijk veel
meerdere jaren afdelingen ingericht als leerwerkplaats.
patiënten voorhanden waarmee goed praktijk-
Mbo- en hbo-v studenten runnen er - onder toezicht
onderzoek kan worden gedaan. Koorevaar vindt
van ervaren collega’s - zelfstandig een unit van de ver-
dat onderzoek hem met kennis verrijkt zodat hij
pleegafdeling en maken zo kennis met de praktijk van
beter onderbouwd beslissingen kan nemen in
alledag. In 2014 waren er in het DZ drie leerwerkplaat-
de behandeling. Dat komt uiteindelijk de patiën-
sen, twee voor hbo en een voor mbo. Dit geeft op jaar-
tenzorg ten goede. ‘’En ik krijg er energie van’’ zo
basis 66 stageplaatsen voor studenten verpleegkunde,
besluit hij. ‘’Ondanks dat het veel vrije tijd kost”.
22 meer dan in 2013. Door de toenemende instroom in de verpleegkundige opleidingen binnen Saxion Hogescholen en ROC Aventus is in 2014 de vraag naar stageplaatsen toegenomen. Ook de veranderingen in het beroep en de keuze niet meer op te leiden via de bbl-route zijn aanleiding geweest om te besluiten tot uitbreiding van de leerwerkplaatsen. Er is in 2014 veel aandacht geweest voor het begeleiden van stagiaires specifiek op de leerwerkplaats gericht en specifiek op hbo-niveau door mbo-verpleegkundigen.
17
6. Bij- en nascholing Voor het DZ is investeren in het bijhouden en ontwikke-
sing, klinische lessen, coaching, intervisie, e-learning,
len van de deskundigheid van al zijn medewerkers van
face-to-face, specifieke scholingsdagen, lezen van rele-
groot belang. Van de medewerkers van het DZ wordt
vante artikelen, etc. Elke medewerker houdt zelf, in zijn
verwacht dat zij de best mogelijke en veilige zorg bie-
of haar digitale portfolio, de gevolgde en/of afgeronde
den aan de patiënten. De kwaliteit en veiligheid van
(verplichte) scholingsactiviteiten bij. De leidinggeven-
zorg wordt in belangrijke mate bepaald door het des-
den krijgen inzage in de gevolgde scholingsactiviteiten.
kundig handelen van deze professionals. De zorg verandert en wordt steeds complexer. Nieuwe inzichten
Voorbehouden en risicovolle handelingen
in behandelmethoden, technologische ontwikkelingen
Voor de zorgprofessionals is scholing van de voorbe-
en nieuwe wetgeving vragen specifieke competenties
houden en risicovolle handelingen een vast onderdeel
van de zorgprofessional. Dit vraagt, ook na het behalen
van het generieke profiel. Het cyclisch scholen en toet-
van de initiële en vervolgopleiding, permanente bij- en
sen van de voorbehouden handelingen was in het DZ
nascholing in een continue lerende omgeving.
al gemeengoed voor de komst van de generieke pro-
Het DZ verwacht van de zorgprofessionals dat zij zich
fielen. Nieuw in 2014 is echter wel dat een groot deel
bewust zijn van de veranderende zorg en dat zij verant-
van de voorbehouden handelingen wordt geschoold
woordelijkheid nemen voor hun eigen ontwikkeling. Dit
en getoetst door middel van een e-learning module
betekent een (vanzelfsprekende) bijdrage aan deskun-
en een digitale kennistoets. In 2014 is ook gestart met
digheidsbevordering en aan een optimaal onderwijs-
het ontwikkelen van e-learning voor de risicovolle han-
en leerklimaat door alle professionals.
delingen, zodat ook de theorie van deze handelingen voortaan online geschoold en getoetst kan worden.
6.1. Deskundigheidsbevordering
Medische apparatuur Om kwalitatieve en veilige zorg te bieden is aantoon-
Een (vanzelfsprekende) bijdrage leveren aan deskun-
bare bekwaamheid bij het gebruik van medische
digheidsbevordering betekent dat iedere professional
apparatuur van essentieel belang. Daarom is voor een
zijn/haar kennis up-to-date houdt, zich verder ontwik-
groot aantal zorgprofessionals de scholing voor medi-
kelt en hier samen met het DZ in investeert.
sche apparatuur een vast onderdeel van de verplichte
Om inzichtelijk te krijgen of een medewerker aantoon-
scholing geworden. In 2014 zijn medewerkers in alle
baar bekwaam is en zo dus kwaliteit van zorg kan leve-
medische apparaten, die een hoog risico met zich mee-
ren, is het belangrijk hier eisen aan te koppelen. Het
brengen, geschoold en getoetst.
DZ heeft voor (een groeiend aantal) functies in een generiek profiel vastgelegd wat de minimale norm aan
Agressie
bij- en nascholingsactiviteiten zijn. Deze norm is cruci-
In 2013 is een e-learningmodule “Omgaan met kritiek
aal om de functie te kunnen blijven uitoefenen. Afhan-
en agressie” ontwikkeld voor alle DZ-medewerkers.
kelijk van de werkplek is dit generieke profiel aangevuld
Voor medewerkers met patiëntencontact is het door-
met een specifiek profiel. De profielen worden jaarlijks
lopen hiervan verplicht gesteld. In het afgelopen jaar
geactualiseerd.
hebben 906 medewerkers de diagnostische toets (10 vragen) gemaakt en 326 personen hebben de eindtoets
Al voor 2014 zijn voor de (poli)verpleegkundige, dok-
(30 vragen) met bijbehorende theoriemodule doorlo-
tersassistente, medisch secretaresse en roomservice
pen. Op afdelingsniveau wordt gekeken welke vormen
medewerker zijn de generieke profielen vastgesteld. In
van vervolg (training, teambesprekingen, etc.) gewenst
2014 zijn de profielen van beveiligingsmedewerker, de
zijn.
radiologielaborant en analist laboratorium ontwikkeld. Gastvrijheid In de profielen staat beschreven wat verplicht is aan
Het afgelopen jaar stond in het teken van heroriënta-
deskundigheidsbevordering, in welk tijdsbestek (varië-
tie van de activiteiten op het gebied van gastvrijheid.
rend van eens in de 1 tot 5 jaar) en op welke wijze. De
In een bijeenkomst met de operationeel managers als
verplichte deskundigheid wordt op diverse wijzen ver-
ambassadeurs is verkend hoe gastvrijheid vorm moet
worven, zoals learning on the job, intercollegiale toet-
krijgen in relatie tot de vernieuwde DZ koers. De stuur-
18
groep gastvrijheid heeft dit uitgewerkt in een visiedo-
• Begeleide intervisie als onderdeel van een leertraject
cument waarin gastvrijheid verruimd wordt naar ser-
(seniorfunctie) en voor specifieke groepen op afde-
vicegerichtheid met de daarbij behorende activiteiten.
lingsniveau.
Hoewel een pas op de plaats, hebben op afdelingsniveau verschillende leeractiviteiten plaatsgevonden om gastvrijheid te stimuleren of te onderhouden. Bijvoorbeeld een project ‘kindvriendelijk bloed afnemen’ op het laboratorium, een training klantvriendelijk communiceren bij de Technische dienst en doelgroepgerichte gastvrijheidsdagen.
6.2. Leertrajecten, teamcoaching en intervisie op maat Gerichte ondersteuning van (groepen) medewerkers in de organisatie zorgt ervoor dat veranderingen in de zorgvraag en nieuwe ontwikkelingen en adequaat vorm worden gegeven. Het THD ontwikkelt hiervoor leertrajecten op maat en verzorgt de benodigde vorm van begeleiding hierin. Diverse trajecten zijn in 2014 op maat ontwikkeld en uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn:
6.3. Leerklimaat
• Het senior leertraject, bestaande uit 6 dagdelen, 3
Het leren vindt plaats onder begeleiding van profes-
intervisiebijeenkomsten en werkplekopdrachten ten
sionals die hiervoor minimaal een basiscursus ‘werk-
behoeve van leren op de werkplek. Daarnaast is een
begeleiding geven’ hebben gehad. Het competentie-
persoonlijk ontwikkelingstraject onderdeel van dit
profiel voor de werkbegeleider is uitgangspunt voor
leertraject. Thema’s die in de bijeenkomsten aan bod
de begeleiding in de praktijk. Onafhankelijkheid en
komen, hebben te maken met de specifieke coördine-
continuïteit in begeleiding wordt vormgegeven middels
rende taken die de senioren op hun afdeling uitvoe-
een werkbegeleidersoverleg, opleidingsoverleg en het
ren, zoals coaching van medewerkers, implementatie
toewijzen van een opleidingsadviseur aan elke lerende.
van en omgaan met veranderingen. 9 senioren van
Het leerklimaat heeft de afgelopen jaren op verschil-
diverse afdelingen hebben in 2014 aan dit leertraject
lende wijze de aandacht gehad. Voor de klinische basis-
deelgenomen.
en specialistische afdelingen (en poliklinieken) zijn
• Het ontwikkeltraject ‘praktisch leiding geven’ voor
leerplaatsprofielen vastgesteld. Er vinden structurele
coördinatoren roomservice. Deze wordt gecombi-
evaluaties van het leerklimaat plaats door middel van
neerd met een pilot rondom online leren. In decem-
vragenlijsten die worden ingevuld door de lerenden en
ber 2014 is het ontwikkeltraject afgerond.
begeleiders. Vervolgens worden de resultaten bespro-
• Leertraject voor verpleegkundig casemanagers onco-
ken met leidinggevenden en vervolgacties afgesproken.
logie. Casemanagers worden toegerust om de rol van
Ook tijdens de cursus ‘werkbegeleiding geven’ wordt
casemanager in het DZ te positioneren en te vervul-
uitgebreid aandacht geschonken aan het leerklimaat.
len waardoor de eigen regie van de patiënt binnen
De focus lag gedurende de afgelopen jaren op het
het behandeltraject wordt gestimuleerd. Leerinter-
leerklimaat voor de medewerker in opleiding en/of de
venties zijn o.a.: themabijeenkomsten, intervisie en
stagiaire. In de komende jaren zal het leerklimaat, in de
online kennisdelen.
meest brede zin van het woord, onder de loep worden
• Procesbegeleiding en teambegeleiding voor teams
genomen. Er wordt een meetinstrument ingezet dat
vanuit diverse vraagstellingen zoals verbeteren van
ziekenhuisbreed gebruikt kan worden om het leerk-
onderlinge samenwerking en communicatie (oog-
limaat in kaart te brengen. De meetresultaten zullen
heelkunde, MDL, OCD), het optimaliseren van dienst-
gebruikt worden om een goed leerklimaat binnen het
verlening (ICT).
DZ te bevorderen.
19
7. Wetenschap De afgelopen jaren is er binnen DZ geïnvesteerd in het
kers en het vertalen van wet- en regelgeving alsmede
bevorderen van onderzoek. Er is een wetenschapsbu-
STZ criteria naar beleid en strategie op het gebied van
reau geformeerd, verschillende afdelingen beschikken
klinisch wetenschappelijk onderzoek in DZ.
over onderzoeksverpleegkundigen, het blad DZ research wordt twee maal per jaar uitgegeven, DZ beschikt over
7.1. Beleid en resultaten 2014
een Lokale Toetsingcommissie onderzoek en er is een wetenschapscommissie opgericht. Dit heeft ertoe bijge-
Beleid
dragen dat er in DZ een goede basis ligt voor het verrich-
• Opstellen beleidsplan
ten van klinisch wetenschappelijk onderzoek.
Begin 2014 heeft het wetenschapsbureau het ‘Beleidsplan klinisch wetenschappelijk onderzoek
De organisatie van het klinisch wetenschappelijk onder-
in DZ 2014-2015’ opgesteld. Het plan beschrijft de
zoek in DZ kan onderverdeeld worden in verschillende
koers van het DZ op het gebied van wetenschappelijk
interne infrastructuren:
onderzoek en wordt onderschreven door de medi-
1. Centrale infrastructuur: het Wetenschapsbureau, de Wetenschapscommissie, de Lokale Toetsingscommissie (LTC)
sche staf en Raad van Bestuur. • Schrijven van richtlijnen In 2014 zijn onder andere de richtlijn ‘gebruik stan-
2. Decentrale infrastructuur: research bureaus op afde-
daard CTA’ en ‘Verantwoordelijkheden en taakverde-
lingsniveau, researchverpleegkundigen/onderzoeks-
ling researchmedewerkers’ opgesteld. Tevens zijn de
medewerkers en (multidisciplinaire) onderzoeksacti-
vanuit STZ opgestelde Standard Operation Procedu-
viteiten op afdelingen en/of binnen specialismen.
res voor wetenschappelijk onderzoek vertaald naar de DZ-situatie en op intranet bekend gemaakt als
Om het wetenschappelijk onderzoek een verdere impuls te geven, is in november 2012 door de Raad van
‘Kwaliteitshandboek onderzoek’. • Verpleegkundig onderzoek
Bestuur DZ een beleidsnota ‘Investeren in Wetenschap-
In samenwerking met de kliniek en externe onderwijs-
pelijk onderzoek’ opgesteld. Hierin werden 4 doelstel-
instellingen, heeft de verplegingswetenschapper van
lingen op het gebied van wetenschappelijk onderzoek
het wetenschapsbureau, de infrastructuur rondom
voor de komende jaren geformuleerd:
verpleegkundig onderzoek verder vorm gegeven. Er
• Het opstellen van onderzoekslijnen/-programma’s
zijn onderzoekslijnen uitgezet en er vindt op regelma-
voor DZ met een duidelijk multidisciplinair karakter
tige basis afstemming plaats met alle betrokkenen.
• Het verder investeren in kwaliteit van onderzoek, zowel in de vorm van kennis/kunde als in het opstel-
Cursussen en bijeenkomsten
len/verbeteren van interne procedures
• GCP cursus
• Het verwerven van financiën en het oprichten/verbeteren van de organisatiestructuur financiën • Het samenwerken met externe partijen.
Jaarlijks wordt in DZ een GCP cursus verzorgd voor medewerkers die betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek. In 2014 zijn 10 medewerkers geschoold en is de cursus voor het eerst afgesloten met een lan-
In het voorliggende jaarplan wordt besproken hoe de verschillende centrale organen op het gebied van
delijk geldend examen. • Maandelijkse introductie op de wetenschap
klinisch wetenschappelijk onderzoek in DZ (het weten-
Maandelijks verzorgd het wetenschapsbureau een
schapsbureau, de wetenschapscommissie, de LTC) in
korte introductie op de wetenschap in DZ tijdens de
2014 naar deze doelstellingen toe hebben gewerkt.
introductiebijeenkomsten van A(N)IOS. • Introductie op Formdesk
Het centrale punt in de onderzoeksinfrastructuur van
In 2014 heeft de verplegingswetenschapper driemaal
DZ is het Wetenschapsbureau, onderdeel van het THD.
uitleg gegeven over het programma Formdesk aan
De belangrijkste taken van het wetenschapsbureau zijn:
geïnteresseerden
het ondersteunen van (aspirant-) onderzoekers in de
• Jozefprijs en Wetenschapsavond
opzet en uitvoer van klinisch wetenschappelijk onder-
Op 20 maart 2014 heeft de jaarlijkse wetenschapsdag
zoek, het verhogen van kennis en kunde over klinisch
plaatsgevonden. Voor het eerst bestond de dag
wetenschappelijk onderzoek bij (aspirant-)onderzoe-
uit een middagprogramma geheel gewijd aan
20
verpleegkundig onderzoek. Het avondprogramma
Research tweemaal verschenen.
werd verzorgd door 8 DZ-onderzoekers die hun wetenschappelijke werk presenteerden, aangevuld
In samenwerking met de mediatheek, is in 2014 het
met een tiental posters. De Jozefprijs voor het beste
boek ‘Wetenschappelijk overzicht Deventer Ziekenhuis en
onderzoek, ging die dag naar de heer C.T. Koorevaar,
RISO, 2012 en 2013’ opgesteld. Het boek laat zien dat
orthopeed in DZ. Met een opkomst van rond de
van de ongeveer 30 specialismen, er 22 specialismen
80 personen, was de wetenschapsdag een druk
wetenschappelijk actief waren in 2012 en/of 2013,
bezochte en geslaagde dag.
waarbij de top 4 werd gevormd door heelkunde, gynae-
• State of the Art Lecture
cologie, ziekenhuisfarmacie en cardiologie.
In deze tweemaandelijkse lezingen cyclus worden vakgroepen uitgenodigd de State of The Art van
Financiële onderzoeksstructuur
een bepaald onderwerp binnen hun vakgebied te
In augustus 2014 is de Stichting Fonds Wetenschappe-
belichten. Voor deze lezingen worden specialisten,
lijk Onderzoek DZ TOP opgericht. De Stichting heeft een
assistenten, huisartsen en verpleeghuisartsen uitge-
eenmalige donatie van de Raad van Bestuur ontvangen
nodigd. Verder worden via de DZ- website alle andere
en heeft als doel om (een deel van het) wetenschappe-
belangstellenden uitgenodigd
lijk onderzoek geïnitieerd vanuit- en uitgevoerd in het
• Netwerken
DZ te bekostigen door het verwerven en beheren van
In 2014 is tweemaal een bijeenkomst geweest met de
private middelen.
wetenschapsbureaus van Isala Zwolle, Rijnstate Arnhem en Gelre Apeldoorn. Daarnaast hebben de leden
7.2. Wetenschapscommissie /Lokale Toetsingscommis-
van het wetenschapsbureau in 2014 actief deelgeno-
sie
men aan landelijke overleggen vanuit STZ. In 2009 is de Wetenschapscommissie opgericht. De Overzicht State of the Art Lectures en Wetenschapsdag 2014
Wetenschapscommissie is een ziekenhuiscommissie
09-01-2014
A-team, antibiotica stewardship
medische staf.
20-03-2014
Wetenschapsdag 2014
deren van kwalitatief hoogwaardig en klinisch relevant
03-04-2014
Het falende hart
08-05-2014
Kinder- en ouderenmishandeling
Resultaten wetenschapscommissie 2014
05-06-2014
Nieuwe behandelingen longcarcinoom
schapsbureau geadviseerd over – en ondersteund bij
30-10-2014
Darmkanker screening
die in 2009 is ingesteld door de Raad van Bestuur en Het doel van de Wetenschapscommissie is het bevormedisch- en paramedisch onderzoek in DZ, waarbij minimaal een niveau zoals men dat van een STZ-ziekenhuis mag verwachten wordt nagestreefd.
In 2014 heeft de wetenschapscommissie het wetende volgende activiteiten en besluiten: • Het opstellen van het Beleidsplan Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek in DZ 2014-2015. • Het aanschaffen van een datamanagementsysteem
DZResearch en Wetenschappelijk overzicht Halfjaarlijks
wordt
het
ter ondersteuning van onderzoekers
wetenschapsmagazine
DZResearch uitgegeven. Het blad wordt zowel intern als extern (andere STZ ziekenhuizen) verspreid. Het
• Het invullen van de State of the Art lezingen • Het beoordelen van 2 onderzoeksprotocollen van eigen geïnitieerd onderzoek
blad geeft een weergave van onderzoeksactiviteiten
• Het toekennen van 3 vergoedingen van kosten van
en bevat standaard rubrieken als ‘Promotie’ (een
wetenschappelijke publicaties of congresbezoek van
promovendus vertelt over zijn of haar werk), ‘Nieuws’
A(n)ios.
(cursusdata, wet- en regelgeving, gewonnen prijzen, etc.),
‘Uitgelicht’
(een
afdeling
vertelt
over
het
De Lokale Toetsingscommissie
wetenschappelijke werk op die afdeling) en ‘Research’
De huidige lokale toetsingscommissie (LTC) is in 2004
(beschrijving van een onderzoeksproject). In 2014 is DZ
door de Raad van Bestuur ingesteld met als doel haar
21
te adviseren over de lokale uitvoerbaarheid van reeds goedgekeurd mensgebonden onderzoek in DZ. Hierbij is met nadruk verzocht om bij de beoordeling voor de lokale uitvoerbaarheid rekening te houden met het beginsel van kostenneutraliteit voor het ziekenhuis. Bij het ontbreken van middelen, beleid of regelgeving op dit gebeid binnen DZ moet de LTC dit beginsel van neutraliteit toepassen op elk ingediend onderzoek afzonderlijk.
Meters maken, dat kan hier heel goed
Resultaten LTC 2014 De LTC komt 12 maal per jaar samen om alle WMO-plichtige onderzoeken te bespreken (27 projecten in 2014).
Ashvin Boeddha heeft eerst anios in DZ gewerkt
Niet WMO-plichtige onderzoeken worden in kleine
en nu als aios in vooropleiding orthopedie.
commissie per email afgehandeld (16 projecten in 2014). De LTC brengt na beoordeling een advies uit aan
”ik heb een doe vak en ik heb onwijs veel geope-
de Raad van Bestuur, waarna de Raad van Bestuur de
reerd. Je moet ‘meters maken’ en dat kan hier
studie al dan niet goedgekeurd.
heel goed. Ik ben heel tevreden over DZ, de prettige communicatie en samenwerking met iedereen.” Ook geeft Ashvin aan lof te hebben voor het ‘opleidingskarakter’ van het DZ, “iedereen weet dit ook”. Daarnaast is de schaal groot genoeg om veel te kunnen leren, ook wetenschap wordt gestimuleerd.” Ahsvin gaat nu naar het UMCG en komt graag nog weer terug naar DZ voor een deel van zijn opleiding. Hij beveelt het DZ aan bij a(n)ios en ook anderen, “Ik houd van de sfeer in DZ, jong, dynamisch, het opleidingsklimaat en dat spreekt me heel erg aan”.
Ik houd van de sfeer in DZ, jong, dynamisch, het opleidingsklimaat en dat spreekt me heel erg aan
22
8. Mediatheek De mediatheek is onderdeel van het THD en is toegan-
De mediatheek heeft toegang tot onderstaande data-
kelijk voor alle medewerkers van DZ, 24/7.
bases:
De collectie is voornamelijk gericht op specialisten,
• X-Ref catalogus
arts-assistenten, coassistenten en verpleegkundigen.
• WinIBW
Om het beschikbare boekenbudget te verdelen over de
• Picarta
verschillende disciplines, is een bibliotheekcommissie
• Up-to-Date
geformeerd.
• Invert • NAZ
De dienstverlening van de mediatheek bestaat uit:
• Primal Pictures • Pubmed
• Het ontsluiten van medische en verpleegkundige informatiebronnen, zowel elektronisch als op papier.
• Harrison’s Principles of Internal Medicine Online • Red Book
• Het ondersteunen van (aspirant-)onderzoekers bij het zoeken en verkrijgen van wetenschappelijke
De tijdschriftencollectie bestaat uit 110 abonnementen
literatuur. In 2014 werd minstens 1 verzoek per dag
waarvan het overgrote deel online (via intranet) toe-
ontvangen.
gankelijk is.
• Het fungeren als vraagbaak voor medische, paramedische en verpleegkundige beroepsgroepen op het
De mediatheek heeft toegang tot de collectie van de
gebied van wetenschappelijke informatiebronnen.
RUG.
De hulp van de informatiespecialist bij onderzoeken en publicaties, heeft in 2014 geleid tot meerdere vermeldingen in de ‘Acknowledgements’ van wetenschappelijke publicaties. • Het verzamelen van wetenschappelijk activiteiten van medewerkers van DZ en deze, in samenwerking met het wetenschapsbureau, omzetten in boekvorm, resulterend in het boek ‘Wetenschappelijk overzicht Deventer Ziekenhuis en RISO, 2012 en 2013’. • Het verzorgen van 10 werkplekken met computers voor vooral coassistenten, waarop programma’s benodigd voor wetenschappelijke activiteiten (SPSS, RefWorks, E-books, Catalogus, Picarta, etc.) kunnen worden gebruikt. • Het op verzoek toesturen van inhoudsopgaven van wetenschappelijke tijdschriften in de vorm van e-alerts. • Het verzorgen van de workshop ‘Zoeken, lezen en beoordelen van medische/verpleegkundige literatuur’. • Het informeren van nieuwe arts-assistenten over de mogelijkheden die de mediatheek hen te bieden heeft. • De aanschaf van boeken. Een groot aantal naslagwerken werd vervangen door nieuwe edities. • Het omzetten van een aantal tijdschriftabonnementen van print naar online.
23
Bijlagen 26
Bijlage 1
26
Organogram Teaching Hospital Deventer
27
Bijlage 2 Personele bezetting THD per 31 december 2014
27
Relevante commissie en werkgroepen
27 28
Bijlage 3
28
Overzicht Stages 2014
30
Bijlage 4
30
Overzicht Medische Vervolgopleidingen Deventer Ziekenhuis
31
Bijlage 5
31
Bij- en nascholing
33
Bijlage 6
33
E-learning catalogus DZ
36
Bijlage 7
36
Opleidingen voor zorgprofessionals 2014
37
Bijlage 8
37
Publicaties Deventer Ziekenhuis 2014
25
Bijlage 1 Organogram Teaching Hospital Deventer
26
Bijlage 2 Personele bezetting THD per 31 december 2014
• De heer dr. F.G.A. Jansman, ziekenhuisapotheker • De heer dr. J.P. van Jonbergen, orthopeed
Bestuur Teaching Hospital Deventer
• De heer dr. M.S.L. Liem, chirurg
• Mevrouw J. Geerdink MCN, manager
• Mevrouw dr. E. van ’t Riet, wetenschapscoördinator
• De heer dr. A.J.M. Karthaus, affiliatiecoördinator affiliatie/chirurg
(voorzitter) • De heer W.C. van der Zwet, microbioloog
• De heer dr. H.E. Sluiter, opleidingscoördinator medische vervolgopleidingen
Lokale Toetsingscommissie • Mevrouw dr. E. van ’t Riet, wetenschapscoördinator
Opleidingsadviseurs
• De heer dr. F.G.A. Jansman, ziekenhuisapotheker
• Mevrouw H.D. Arends
• De heer dr. K. Koster,radioloog
• Mevrouw M.J. Boudewijnse
• De heer dr. D. Lok, cardioloog
• Mevrouw M.W.H.J. Gebbinck
• De heer dr. H. Salden, klinisch chemicus
• Mevrouw C.G.M. Hekkert
• Mevrouw M. Schippers, assistent Controller FC&I
• Mevrouw S.C. Hoftekoesveld
• De heer dr. J.J. Wegman, internist-hematoloog
• Mevrouw Y. Paalman MSc • Mevrouw M.A.J. Strijdveen
Bibliotheekcommissie
• Mevrouw J. Veenstra
• Mevrouw J.M. Boerstoel, informatiespecialist
• Mevrouw J.M. van Weringh
• De heer dr. B.H.P. Elsman, chirurg
• Mevrouw E.M. Wever
• Mevrouw J.H.J. Geerdink, manager opleidingsinstituut
Wetenschapsbureau • Mevrouw drs. M.G.M. van den Elsen, verplegingswetenschapper • Mevrouw dr. E. van ’t Riet, wetenschapscoordinator/ epidemioloog
• De heer J. Geurink, operationeel manager intensive care • De heer dr. A.J.M. Karthaus, onderwijscoördinator/ chirurg • Mevrouw drs. H.H. Nuver-Zwart, reumatoloog • De heer dr. J.J. Wegman, internist-hematoloog
Bureau coassistenten • De heer dr. A.J.M. Karthaus, affiliatiecoördinator affiliatie/chirurg
Commissie Scholing • Mevrouw M. Berends, manager Klinische Zorg
• Mevrouw G. Severs, stafmedewerker
• Mevrouw J. Geerdink MCM, manager Opleidingsinsti-
Mediatheek
• Mevrouw D. Hendriks, operationeel manager Ver-
tuut • Mevrouw J.M. Boerstoel, informatiespecialist
pleegafdeling D2/CVM • De heer J. van Bloemendaal, zorgmanager Acute en
Secretariaat • Mevrouw I. Ebenau, managementassistent • Mevrouw S. Heinneman, managementassistent
Intensieve Zorg • De heer drs. H. Klaasboer MA, secretaris Raad van Bestuur/Manager HRM
Relevante commissie en werkgroepen Wetenschapscommissie • De heer dr. E. Badings, arts-onderzoeker cardiologie • Mevrouw E. ten Berge, researchcoördinator oncologie • Mevrouw drs. M.G.M. van den Elsen, verplegingswetenschapper • Mevrouw dr. M. Gerritsen, klinisch psycholoog
27
Bijlage 3 Overzicht Stages 2014 Opleiding
Functie
Aantal stagiaires
HBO
Kliniek
70
HBO
FC&I
2
HBO
Arbo
1
HBO
Dietetiek
1
HBO
Maatschappelijk werk
1
HBO
Hoteldienst
1
HBO
OK
2
HBO
SEH
1
HBO
MBRT
3
HBO
Fysiotherapie
1
HBO
KCL
2
HBO
Klinische Pathologie
1
HBO
Nucleaire Geneeskunde
1
HBO
Cardiologie
1
HBO
Oogheelkunde
1
HBO
A2
1
HBO
Kind- en jeugdafdeling
2
HBO
Neonatologie
1
HBO
Medische Psychologie
1
MBO-2
Hotelfunctie
1
MBO-3
ICT
2
MBO-3
Polikliniek
4
28
Opleiding
Functie
Aantal stagiaires
MBO-4
Beleidsteam oncologie
1
MBO-4
Paramedische dienst
1
MBO-4
ICT
2
MBO-4
SEH
1
MBO-4
KCL
1
MBO-4
Klinische Pathologie
1
MBO-4
Longziekten
1
MBO-4
KNO
1
MBO-4
Kindergeneeskunde
2
MBO-4
Neurologie
1
MBO-4
Oogheelkunde
1
MBO-4
Reumatologie
2
MBO-4
ICT
1
MBO-4
Facilitair
1
MBO-4
Kliniek
11
Niet bekend
Administratie
4
Niet bekend
Kliniek
1
Universitair
THD
1
Universitair
Bedrijfsbureau Farmacie
3
Totaal
138
29
Bijlage 4 Overzicht Medische Vervolgopleidingen Deventer Ziekenhuis Opleidingsgroep
1. Opleider 2. Plaatsvervangend opleider
Aios Aantal
Fte
Anesthesiologie
1. Dhr. J.M.G. Cobben 2. Dhr. W.E.A.M. Rutten
3
3,00
UMCG
Cardiologie
1. Dr. J. van Wijngaarden 2. Dr. D.J.A. Lok
3
3,00
UMCG
Gynaecologie
1. Dr. P.J.O. van der Linden 2. Dr. R.H. Stighter
4
3,80
UMCG
Heelkunde
1. Dr. B.H.P. Elsman 2. Dr. M. Liem
6
5,70
UMCG
Interne Geneeskunde
1. Dr. C.G. Vermeij 2. Dr. M.N. Gerding
14
13,16
UMCG
Kindergeneeskunde
1. Dhr. J. van der Deure 2. Mw. dr. A.C.M. Dassel
4
3,45
UMCG
Klinische Chemie
1. Dr. J. Hessels 2. Dr. J.B. de Kok
1
0,84
UMCG
Klinische Farmacie
1. Dr. F.G.A. Jansman 2.Mw. dr. I.R.F. van Berlo
1
1,00
UMCN
Klinische Fysica
1. Dr.ir. A. Minken 2. Ir. H. Westendorp
1
1,00
AMC
Klinische Pathologie
1. Mw. M. Hage 2. Mw. H.T. Shirango
1
1,00
AMC
Klinische Psychologie
1. Mw. H.A. Mol 2. Mw. Y. Krol
2
1,50
UMCG
KNO
1. Dr. J. Buwalda 2. Dr. S.J.H. Bom
1
1,00
UMCU
MDL
1. Dr. F. ter Borg 2.Mw. dr. M.A. van Herwaarden
2
1,70
Erasmus MC
Orthopedie
1. Dr. J.P.W. van Jonbergen 2. Mw. D.D. Langeloo
2
2,00
UMCG
Oogheelkunde
1. Mw. dr. M.C. Bartels 2. Dr. F.C.A.P. Dijkman
1
1,00
UMCG
Radiologie
1. Dhr. J.C.N.M. Aarts 2. Dr. R.A.J.M. van Dijk
9
8,95
UMCG
Radiotherapie
1. Dhr. E.J.A. Vonk 2. Dhr. C.J.M. Hoekstra
2
2,00
UMCU
Urologie
1. Dhr. P.L.M. van den Tillaar 2. Mw. G.T. van der Meer
Totaal
UMCN 57
Stand van Zaken d.d. 31 december 2014
30
UMC
54,01
Bijlage 5 Bij- en nascholing Trainingen ten behoeve van generieke deskundigheidsnormen Training
Doelgroep
Aantal deelnemers
Scholingsdagen Kliniek Communicatie en bejegening Vrijheidsbeperkende maatregelen Hygiëne en postoperatieve wondinfecties Ontruiming PICC Lijnen Trombosedienst
Algemeen programma voor alle verpleegkundigen Kliniek. Vanuit deskundig-heidsprofiel is voor de Kliniek voor een aantal algemene onderwerpen gekozen. Daarnaast zijn er afdelingsspecifieke scholingsthema’s aan de orde geweest.
268
Reanimatie (BLS)
850
Cursussen voor specifieke doelgroepen Training
Doelgroep
Aantal deelnemers
Werkbegeleiderscursus Algemene cursus Specifiek, begeleiden hbo-studenten
Medewerkers DZ Werkbegeleiders leerafdeling
08 26
Leertraject seniorfunctie
Verpleegkundigen, laboratorium medewerkers
09
Leertraject Casemanagement in DZ
Casemanagers
12
Klantvriendelijk communiceren
Technische dienst
15
Begeleiding kinderen tijdens bloedafname
KCL Trombosedienst
25
Interne audit
Auditoren LMMI
06
Palliatieve Zorg
Arts assistenten, verpleegkundig consulenten
15
Gastvrijheid
Medewerkers backoffice voeding
12
Leertraject praktisch leidinggeven
Coördinatoren roomservice
12
31
Coachtrajecten en overige trajecten Training
Doelgroep
Aantal deelnemers
Intervisie
Arts-assistenten interne
09
Teambegeleiding
Medisch codeurs
06
Teambegeleiding
Medewerkers PSA
10
Teambegeleiding
Medewerkers oogheelkunde
35
Training
Doelgroep
Aantal deelnemers
Voorbehouden handelingen
Verpleegkundigen
Volgens deskundigheidsprofiel
VMS thema’s
Verpleegkundigen
Volgens deskundigheidsprofiel
Medische apparatuur
Verpleegkundigen
Volgens deskundigheidsprofiel
Omgaan met kritiek en agressie
Medewerkers met patiëntencontact
2.526
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Medewerkers met patiëntencontact
1.552
E-learning
32
Bijlage 6 E-learning catalogus DZ Categorie
Module
Voorbehouden- en risicovolle handelingen
Blaaskatheterisatie Bloedproducten toedienen Centraal Veneuze Katheter Injecteren IV toediening van geneesmiddelen Verpleegkundig rekenen Neusmaagsonde inbrengen Perifeer infuus inbrengen Thoraxdrainage Vrijheidsbeperkende interventies Zuurstoftoediening Bronchiaal Toilet Pre- en postoperatieve zorg voor operatiepatiënten, eerste 24 uur
Medische apparatuur
Accuvein Apgartimer Avance Babytherm Biliblanket Bispectral index Bladderscan Bloedleegte Endomed Botboor Cerebrale Functie Monitor Couveuse Caleo CPAP en SIPAP CPAP met venturimask Couveuse Caleo Datascope Accutorr Plus Bloeddrukmeter Defibrilator Devilbiss Echografie van de vaattoegang Externe pacemaker Fluido Fototherapiespot
33
Categorie
Module Glidescope HemoCue Glucose 201 Hemocue Glucose Analyser Hemocue Hb Analyser Homechoice Infusomat fmS Infusomat P INRatio2 Mengbox Molift Nellcor Symphony N-3000 Nonin Perfusor compact Perfusor fm Perfusor fm OK Prismaflex Sahara Savino Servo i Space perfusor Thopaz Voedingspomp Voetpomp Warmair WILAmed
VMS thema’s en veiligheid
Ernstige sepsis, behandeling van High Risk Medicatie Kwetsbare ouderen Lijnsepsis, voorkomen van Medicatieverificatie bij opname en ontslag Nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen, Voorkomen van Pijn, Vroege herkenning en behandeling van Verwisseling van en bij patiënten Wondinfecties na operatie, voorkomen van Acute coronaire syndromen, optimale zorg bij Veilige zorg voor zieke kinderen Kleine blusmiddelen Ontruiming
34
Categorie
Module
Overig verpleegkundig
Delier Medicatieveiligheid Pijn Wondzorg Multimorbiditeit Diabetes Obesitas Obesitas bij kinderen Compressietherapie Anorexia bij kinderen Anticonceptiezorg voor verpleegkundigen Bodycooling Vrouwelijke genitale verminking Dementie Diabetes Geriatrie Hartfalen Verpleegkundig rekenen Kinderverpleegkundig rekenen
Ziekenhuisbreed
BLS SIT (spoed interventie team) Medische gassen Omgaan met kritiek en agressie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
ICT
MS-Office trainingen
35
Bijlage 7 Opleidingen voor zorgprofessionals 2014 Verpleegkundige Opleidingen Opleiding
Instituut
Gestart
Totaal in opleiding
BBL4 Opleiding
ROC Aventus
0
15
HBO-V deeltijd
Saxion Hogeschool
11
14
Dialyse verpleegkundige
Wenckebach UMCG
2
2
Intensive Care Verpleegkundige
CIVO
2
4
Kinderverpleegkundige
CIVO
1
2
Obstetrie Verpleegkundige
CIVO
1
2
Oncologie Verpleegkundige
Stichting NKI – Antonie van Leeuwenhoek
1
2
Spoedeisende hulp Verpleegkundige
CIVO
1
3
Cardiac Care Verpleegkundige
CIVO
1
1
Neonatologie Opleiding (niet CZO erkend)
UMCU
1
1
Anesthesiemedewerker
ROC van Twente
0
5
Operatiemedewerker
ROC van Twente
0
6
Duale MBRT Radiodiagnostisch laborant
Hanzehogeschool Groningen
2
3
Hart-/vaatlaborant basis
LOI
1
2
Specialisatie echolaborant
LOI
1
2
Longfunctielaborant
LOI
0
1
Endoscopie MDL Verpleegkundige
Sint Antonius Nieuwegein
2
2
Verpleegkundige Vervolgopleidingen
Medisch ondersteunende opleidingen
Verpleegkundig specialist en Physician Assistant Verpleegkundig Specialist
Saxion Hogescholen
3
4
Physician Assistant
Hogeschool In Holland
0
1
36
Bijlage 8 Publicaties Deventer Ziekenhuis 2014
Swart LE, Tuininga YS. A rare case of narrow QRS complex tachycardia. Neth Heart J. 2014;22(12):569-570.
Cardiologie Shaffer JA, Thompson JL, Cheng B, Ye S, Lip GY, Mann
Bom MJ, Manders JM, Uijlings R, Badings EA, Martens
DL, Sacco RL, Pullicino PM, Freudenberger RS, Graham
FM. Negative predictive value of SPECT for the occur-
S, Mohr JP, Labovitz AJ, Estol CJ, Lok DJ, Ponikowski
rence of MACE in a medium-sized clinic in the Nether-
P, Anker SD, Di Tullio MR, Homma S; for the WARCEF
lands. Neth Heart J. 2014;22(4):151-7.
Investigators. See comment in PubMed Commons below Association of quality of life with anticoagulant control in patients with heart failure: The Warfarin and
Dermatologie
Aspirin in Reduced Cardiac Ejection Fraction (WARCEF)
HouwingRH, Koopman ES. See comment in PubMed
trial. Int J Cardiol. 2014;177(2):715-717.
Commons below Decubitus or incontinence-associated dermatitis? Neth J Med. 2014;158:A7450.
Graham S, Ye S, Qian M, Sanford AR, Di Tullio MR, Sacco RL4, Mann DL5, Levin B3, Pullicino PM6, Freudenberger
van Hal TW, Sluiter HE, van de Scheur MR, van Ginkel CJ.
RS7, Teerlink JR8, Mohr JP9, Labovitz AJ10, Lip GY11, Estol
A case of acute generalised pustulosis due to amoxicil-
CJ12, Lok DJ13, Ponikowski P14, Anker SD15, Thompson
lin/clavulanic acid. Neth J Med. 2014;72(4):245-6.
JL3, Homma S3; WARCEF Investigators.Cognitive Function in Ambulatory Patients with Systolic Heart Failure:
Schrader AM, Deckers IE, van der Zee HH, Boer J, Prens
Insights from the Warfarin versus Aspirin in Reduced
EP. Hidradenitis suppurativa: a retrospective study of 846
Cardiac Ejection Fraction (WARCEF) Trial. PLoS One.
Dutch patients to identify factors associated with disease
2014;9(11):e113447.
severity. J Am Acad Dermatol. 2014; 71(3): 460-7.
Luttik ML, Jaarsma T, van Geel PP, Brons M, Hillege HL,
Kromann CB, Deckers IE, Esmann S, Boer J, Prens EP,
Hoes AW, de Jong R, Linssen G, Lok DJ, Berge M, van
Jemec GB. Risk factors, clinical course and long-term
Veldhuisen DJ. Long-term follow-up in optimally treated
prognosis in hidradenitis suppurativa: a cross-sectional
and stable heart failure patients: primary care vs. heart
study. Br J Dermatol. 2014;171(4):819-24.
failure clinic. Results of the COACH-2 study. Eur J Heart Fail. 2014;16(11):1241-8.
Houwing R, Gorissen DMW. Dermatologie in de kindergeneeskunde. Praktische Pediatrie 2014(3):15
Pullicino PM, Qian M, Sacco RL, Freudenberger R, Graham S, Teerlink JR, Mann D, Di Tullio MR, Ponikowski
H. Menke, J. van Everdingen, W. Faber, J. Toonstra, W.
P, Lok DJ, Anker SD, Lip GY, Estol CJ, Levin B, Mohr JP,
van Vloten; Dutch contributions tot dermatology. Bel-
Thompson JL, Homma S. Recurrent Stroke in the Warfa-
védère Publishers, Overveen, 2014
rin versus Aspirin in Reduced Cardiac Ejection Fraction (WARCEF) Trial. Cerebrovasc Dis. 2014;38(3):176-81.
Hoofdstuk: Research on hidradenitis suppurativa (J. Boer)
Lok SI, Lok DJ, van der Weide P, Winkens B, Bruggink-André de la Porte PW, Doevendans PA, de Weger
Hoofdstuk: Pressure Ulcer or Decubitus (Ronald H.
RA, van der Meer P, de Jonge N. Plasma levels of alp-
Houwing)
ha-1-antichymotrypsin are elevated in patients with chronic heart failure, but are of limited prognostic value. Neth Heart J. 2014;22(9):391-5.
Diëtetiek van den Berg GH, Lindeboom R, van der Zwet WC. The
Lok DJ, Klip IT, Voors AA, Lok SI, Bruggink-André de la
effects of the administration of oral nutritional supple-
Porte PW, Hillege HL, Jaarsma T, van Veldhuisen DJ, van
mentation with medication rounds on the achievement
der Meer P. Prognostic value of N-terminal pro C-type
of nutritional goals: A randomized controlled trial. Clin
natriuretic peptide in heart failure patients with pre-
Nutr. 2014;pii: S0261-5614(14)00119-8.
served and reduced ejection fraction. Eur J Heart Fail. 2014;16(9):958-66.
37
Gynaecologie
Mesman JAJM, de Jonge A, Mannien J, Zwart JJ, van
Bij de Vaate AJ, van der Voet LF, Naji O, Witmer M, Veer-
Dillen J, van Roosmalen J. Ernstige maternale mor-
sema S, Brölmann HA, Bourne T, Huirne JA. Prevalence,
biditeit vergeleken. Ned Tijdschr Obstet Gynaecol.
potential risk factors for development and symptoms
2014;127(4):166-71.
related to the presence of uterine niches following Cesarean
section:
systematic
review.
Ultrasound
Obstet Gynecol. 2014;43(4):372-82.
Héman LM, van der Linden PJ, Stigter RH. Attitude of Maternity Staff Regarding Episiotomies in an African Rural Hospital with High HIV Prevalence: A Descriptive
Kortekaas JC, Bruinsma A, Keulen JK, van Dillen J, Oudijk
Qualitative Study. Am J Trop Med Hyg. 2014;90(5):976-9.
MA, Zwart JJ, Bakker JJ, de Bont D, Nieuwenhuijze M, Offerhaus PM, van Kaam AH, Vandenbussche F, Mol
van der Voet L, Vervoort A, Veersema S, Bijdevaate
BW, de Miranda E. Effects of induction of labour ver-
A, Brölmann H, Huirne J. Minimally invasive therapy
sus expectant management in women with impending
for gynaecological symptoms related to a niche in
post-term pregnancies: the 41 week - 42 week dilemma.
the caesarean scar: a systematic review. BJOG. 2014
BMC Pregnancy Childbirth. 2014;14:350.
;121(2):145-56.
Prick BW, Jansen AJ, Steegers EA, Hop WC, Essink-Bot
van der Voet L, Bij de Vaate A, Veersema S, Brölmann
ML, Uyl-de Groot CA, Akerboom BM, van Alphen M,
H, Huirne J. Long-term complications of caesarean sec-
Bloemenkamp KW, Boers KE, Bremer HA, Kwee A,
tion. The niche in the scar: a prospective cohort study
van Loon AJ, Metz GC, Papatsonis DN, van der Post
on niche prevalence and its relation to abnormal ute-
JA, Porath MM, Rijnders RJ, Roumen FJ, Scheepers HC,
rine bleeding. BJOG. 2014;121(2):236-44.
Schippers DH, Schuitemaker NW, Stigter RH, Woiski MD, Mol BW, van Rhenen DJ, Duvekot JJ. Transfusion policy after severe postpartum haemorrhage: a randomised
Heelkunde
non-inferiority trial. BJOG. 2014;121(8):1005-14.
Hillen MA, de Haes HC, Stalpers LJ, Klinkenbijl JH, Eddes EH, Butow PN, van der Vloodt J, van Laarhoven HW,
Bij de Vaate AJ, van der Voet LF, Naji O, Witmer M,
Smets EM. How can communication by oncologists
Veersema S, Brölmann HA, Bourne T, Huirne JA. Reply:
enhance patients’ trust? An experimental study. Ann
Niche risk factor for uterine rupture? Ultrasound Obstet
Oncol. 2014;25(4):896-901.
Gynecol. 2014;44(3):371-2. van Leersum NJ, Aalbers AG, Snijders HS, Henneman Brölmann HA, BijdeVaate M, van der Voet L, Naji O,
D, Wouters MW, Tollenaar RA, Eddes EH. Synchronous
Hehenkamp W, Bourne T, Huirne JA. See comment in
colorectal carcinoma: a risk factor in colorectal cancer
PubMed Commons below Letter to the Editor JMIG on
surgery. Dis Colon Rectum. 2014;57(4):460-6.
the Article “Cesarean scar defects: an underrecognized cause of abnormal uterine bleeding and other gyneco-
Kolfschoten NE, Marang-van de Mheen PJ, Wouters
logic complications” (2013;20; 562-572). J Minim Inva-
MW, Eddes EH, Tollenaar RA, Stijnen T, Kievit J; Dutch
sive Gynecol. 2014;21(3):498-9.
Surgical Colorectal Audit Group.A combined measure of procedural volume and outcome to assess hospital
van Genugten LT, van der Linden PJQ. The influence of
quality of colorectal cancer surgery, a secondary ana-
prolapse surgery on sexual activity of women. OJOG
lysis of clinical audit data. PLoS One. 2014;9(2):e88737.
2014;4:158-64. Hillen MA, de Haes HC, Stalpers LJ, Klinkenbijl JH, Eddes Schaap T, Knight M, Zwart J, Kurinczuk J, Brock-
EH, Verdam MG, Smets EM. How attachment style and
lehurst
locus of control influence patients’ trust in their oncolo-
P,
Eclampsia,
van a
Roosmalen
comparison
J,
Bloemenkamp
within
the
K.
Internatio-
gist. J Psychosom Res. 2014;76(3):221-6.
nal Network of Obstetric Survey Systems. BJOG. 2014;121(12):1521-8.
Lamprou DA, van der Hem LG. A painless swelling of the abdominal wall. J Surg Case Rep. 2014;2014(3).
38
Mahabier KC, Van Lieshout EM, Bolhuis HW, Bos PK,
Wolf I, Bergervoet PW, Sebens FW, van den Oever HL,
Bronkhorst MW, Bruijninckx MM, De Haan J, Deenik AR,
Savelkoul PH, van der Zwet WC. The sink as a correc-
Dwars BJ, Eversdijk MG, Goslings JC, Haverlag R, Heet-
table source of extended-spectrum β-lactamase conta-
veld MJ, Kerver AJ, Kolkman KA, Leenhouts PA, Meylae-
mination for patients in the intensive care unit. J Hosp
rts SA, Onstenk R, Poeze M, Poolman RW, Punt BJ, Roer-
Infect. 2014 Jun;87(2):126-30.
dink WH, Roukema GR, Sintenie JB, Soesman NM, Tanka AK, Ten Holder EJ, Van der Elst M, Van der Heijden FH,
Bles C, van der Hoeven JG, Hoedemaekers C. Aceto-
Van der Linden FM, Van der Zwaal P, Van Dijk JP, Van
zolamide induced hyperammonaemia: a case report
Jonbergen HP, Verleisdonk EJ, Vroemen JP, Waleboer M,
and review of the literature. NJCC; Neth J Crit Care
Wittich P, Zuidema WP, Polinder S, Verhofstad MH, Den
2014;18(1):25-27.
Hartog D. HUMeral shaft fractures: measuring recovery after operative versus non-operative treatment (HUMMER): a multicenter comparative observational study.
Interne geneeskunde
BMC Musculoskelet Disord. 2014;15:39.
Scheele F, Van Luijk S, Mulder H, Baane C, Rooyen CD, De Hoog M, Fokkema J, Heineman E, Sluiter H. Is the
Musters GD, Bemelman WA, Bosker RJ, Burger JW, van
modernisation of postgraduate medical training in the
Duijvendijk P, van Etten B, van Geloven AA, de Graaf EJ,
Netherlands successful? Views of the NVMO Special
Hoff C, de Korte N, Leijtens JW, Rutten HJ, Singh B, van
Interest Group on Postgraduate Medical Education.
de Ven A, Vuylsteke RJ, de Wilt JH, Dijkgraaf MG, Tanis PJ.
Med Teach. 2014;36(2):116-20.
Randomized controlled multicentre study comparing biological mesh closure of the pelvic floor with primary
Peeters MJ, van Zuilen AD, van den Brand JA, Bots ML,
perineal wound closure after extralevator abdomino-
van Buren M, Ten Dam MA, Kaasjager KA, Ligtenberg
perineal resection for rectal cancer (BIOPEX-study).
G, Sijpkens YW, Sluiter HE, van de Ven PJ, Vervoort G,
BMC Surg. 2014;14:58.
Vleming LJ, Blankestijn PJ, Wetzels JF. Nurse Practitioner Care Improves Renal Outcome in Patients with CKD.
van den Berg MW, Sloothaak DA, Dijkgraaf MG, van der
J Am Soc Nephrol. 2014;25(2):390-8.
Zaag ES, Bemelman WA, Tanis PJ, Bosker RJ, Fockens P, ter Borg F, van Hooft JE. Bridge-to-surgery stent place-
van Hal TW, Sluiter HE, van de Scheur MR, van Ginkel CJ.
ment versus emergency surgery for acute malignant
A case of acute generalised pustulosis due to amoxicil-
colonic obstruction. Br J Surg. 2014;101(7):867-73.
lin/clavulanic acid. Neth J Med. 2014;72(4):245-6.
Flikweert ER, Izaks GJ, Knobben BA, Stevens M, Wendt
Charehbili A, van de Ven S, Smit VT, Meershoek-Klein
K. The development of a comprehensive multidisci-
Kranenbarg E, Hamdy NA, Putter H, Heijns JB, van War-
plinary care pathway for patients with a hip fracture:
merdam LJ, Kessels L, Dercksen M, Pepels MJ, Maar-
design and results of a clinical trial. BMC Musculoskelet
tense E, van Laarhoven HW, Vriens B, Wasser MN, van
Disord. 2014;15:188.
Leeuwen-Stok AE, Liefers GJ, van de Velde CJ, Nortier JW, Kroep JR; Dutch Breast Cancer Research Group (BOOG). Addition of zoledronic acid to neoadjuvant chemothe-
Intensieve geneeskunde
rapy does not enhance tumor response in patients with
Oostdijk EA, Kesecioglu J, Schultz MJ, Visser CE, de Jonge
HER2-negative stage II/III breast cancer: the NEOZOTAC
E, van Essen EH, Bernards AT, Purmer I, Brimicombe
trial (BOOG 2010-01). Ann Oncol. 2014;25(5):998-1004.
R, Bergmans D, van Tiel F, Bosch FH, Mascini E, van Griethuysen A, Bindels A, Jansz A, van Steveninck FA,
Haring CM1, Cools BM, van der Meer JW, Postma CT.
van der Zwet WC, Fijen JW, Thijsen S, de Jong R, Oud-
Student performance of the general physical examina-
bier J, Raben A, van der Vorm E, Koeman M, Rothbarth
tion in internal medicine: an observational study. BMC
P, Rijkeboer A, Gruteke P, Hart-Sweet H, Peerbooms
Med Educ. 2014;14:73.
P, Winsser LJ, van Elsacker-Niele AM, Demmendaal K, Brandenburg A, de Smet AM, Bonten MJ. Effects of
de Boer SE, Hoogenberg K, de Boer NK. Mast cell leu-
decontamination of the oropharynx and intestinal tract
kaemia presenting with multiple osteoporotic fractures
on antibiotic resistance in ICUs: a randomized clinical
in an elderly woman. Neth J Med. 2014;72(6):326-9.
trial. JAMA. 2014;312(14):1429-37.
39
Kaakchirurgie
Longgeneeskunde
Jaspers GW, Schepers RH, Pijpe J, Jansma J. Wrinkle
van Dam van Isselt EF, Groenewegen-Sipkema KH,
fillers in cosmetic facial procedures. Ned Tijdschr Tand-
Spruit-van Eijk M, Chavannes NH, de Waal MW, Jans-
heelkd. 2014;121(5):269-74.
sen DJ, Achterberg WP. Pain in patients with COPD: a systematic review and meta-analysis. BMJ Open.
Jansma J, Schepers RH, Jaspers GW, Vissink A. Facial
2014;4(9):e005898.
ageing and cosmetic facial surgery. Ned Tijdschr Tandheelkd. 2014;121(3):155-61.
van Dam van Isselt EF, Spruit M, Groenewegen-Sipkema KH, Chavannes NH, Achterberg WP.
Kindergeneeskunde
Health status measured by the Clinical COPD Question-
Kappers WE, van der Deure H, Wiersma HW, Wester-
naire (CCQ) improves following post-acute pulmonary
beek RE. Een bijzondere patiënt: koorts na kopje duike-
rehabilitation in patients with advanced COPD: a pros-
len. Praktische Pediatrie. 2014;(2):109-12.
pective observational study. NPJ Prim Care Respir Med. 2014;24:14007.
Gorissen DM, Rutten NB, Oostermeijer CM, Niers LE, Hoekstra MO, Rijkers GT, van der Ent CK. Preventive
van Dam van Isselt EF, Spruit M, Groenewegen-Sipkema
effects of selected probiotic strains on the develop-
KH, Chavannes NH, Achterberg WP.
ment of asthma and allergic rhinitis in childhood. The Panda study. Clin Exp Allergy. 2014;44(11):1431-3.
Geriatric rehabilitation for patients with advanced chronic obstructive pulmonary disease: a naturalistic
Sijtsma A, Bocca G, L’abée C, Liem ET, Sauer PJ, Corpe-
prospective cohort study on feasibility and course of
leijn E. Waist-to-height ratio, waist circumference and
health status. Chron Respir Dis. 2014;11(2):111-9.
BMI as indicators of percentage fat mass and cardiometabolic risk factors in children aged 3-7 years. Clin Nutr. 2014;33(2):311-5.
Maag-, darm-, leverziekten van den Berg MW, Sloothaak DA, Dijkgraaf MG, van der
Houwing R, Gorissen DMW. Dermatologie in de kinder-
Zaag ES, Bemelman WA, Tanis PJ, Bosker RJ, Fockens P,
geneeskunde. Praktische Pediatrie 2014(3):15.
ter Borg F, van Hooft JE. Bridge-to-surgery stent placement versus emergency surgery for acute malignant colonic obstruction. Br J Surg. 2014;101(7):867-73.
Klinische pathologie van Putten PG, van Lier MG, Hage M, Biermann K, van Rijssel RH, Westenend PJ, Morreau H, Steyerberg EW,
Microbiologie
Dinjens WN, Kuipers EJ, van Leerdam ME, van Krieken
Wolf I, Bergervoet PW, Sebens FW, van den Oever HL,
JH. Limited diagnostic value of microsatellite instability
Savelkoul PH, van der Zwet WC. The sink as a correc-
associated pathology features in colorectal cancer. Fam
table source of extended-spectrum β-lactamase conta-
Cancer. 2014;13(3):351-9.
mination for patients in the intensive care unit. J Hosp Infect. 2014;87(2):126-30.
Klinische psychologie
Oostdijk EA, Kesecioglu J, Schultz MJ, Visser CE, de Jonge
Marchal JP, Maurice-Stam H, Ikelaar NA, Klouwer FC,
E, van Essen EH, Bernards AT, Purmer I, Brimicombe
Verhorstert KW, Witteveen ME, Houtzager BA, Grooten-
R, Bergmans D, van Tiel F, Bosch FH, Mascini E, van
huis MA, van Trotsenburg AS. Effects of Early Thyroxine
Griethuysen A, Bindels A, Jansz A, van Steveninck FA,
Treatment on Development and Growth at Age 10.7
van der Zwet WC, Fijen JW, Thijsen S, de Jong R, Oud-
Years: Follow-Up of a Randomized Placebo-Controlled
bier J, Raben A, van der Vorm E, Koeman M, Rothbarth
Trial in Children With Down’s Syndrome. J Clin Endocri-
P, Rijkeboer A, Gruteke P, Hart-Sweet H, Peerbooms
nol Metab. 2014;99(12):E2722-9.
P, Winsser LJ, van Elsacker-Niele AM, Demmendaal K, Brandenburg A, de Smet AM, Bonten MJ. Effects of decontamination of the oropharynx and intestinal tract on antibiotic resistance in ICUs: a randomized clinical trial. JAMA. 2014;312(14):1429-37.
40
Nucleaire geneeskunde
MV. Magnetic resonance direct thrombus imaging diffe-
Bom MJ, Manders JM, Uijlings R, Badings EA, Martens
rentiates acute recurrent ipsilateral deep vein thrombo-
FM. Negative predictive value of SPECT for the occur-
sis from residual thrombosis. Blood. 2014;124(4):623-7.
rence of MACE in a medium-sized clinic in the Netherlands. Neth Heart J. 2014;22(4):151-7.
Kappers WE, van der Deure H, Wiersma HW, Westerbeek RE. Een bijzondere patiënt: koorts na kopje duikelen. Praktische Pediatrie. 2014;(2):109-12.
Orthopedie van Jonbergen HP, Reuver JM, Mutsaerts EL, Poolman
Aktolun C, Goldsmith S. Nuclear Oncology. Wolters Klu-
RW. Determinants of anterior knee pain following total
wer, 2014 ISBN 9781451186857
knee replacement: a systematic review. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2014;22(3):478-99.
Chapter 27: Assesment of lymph nodes in oncology (A.S. Fortuin, T.C. Kwee, S. Basu, D.A. Torigian, B. Saboury,
van Jonbergen HP, Scholtes VA, Poolman RW. A rando-
W.M. Deserno, J.O. Barentsz, A. Alavi)
mised, controlled trial of circumpatellar electrocautery in total knee replacement without patellar resurfacing: a concise follow-up at a mean of 3.7 years. Bone Joint J.
Radiotherapeutisch instituut stedendriehoek en om-
2014;96-B(4):473-8.
streken (RISO) Honing J, Smit JK, Muijs CT, Burgerhof M, de Groot JW,
Mahabier KC, Van Lieshout EM1, Bolhuis HW, Bos PK,
Paardekooper G, Muller K, Woutersen D, Legdeur MJC,
Bronkhorst MW, Bruijninckx MM, De Haan J, Deenik AR,
Fiets WE, Slot A, Beukema JC, Plukker JThM, Hospers
Dwars BJ, Eversdijk MG, Goslings JC, Haverlag R, Heet-
GAP. A comparison of carboplatin and paclitaxel with
veld MJ, Kerver AJ, Kolkman KA, Leenhouts PA, Meylae-
cisplatinum and 5-fluorouracil in definitive chemora-
rts SA, Onstenk R, Poeze M, Poolman RW, Punt BJ, Roer-
diation in esophageal cancer patients. Annals of Onco-
dink WH, Roukema GR, Sintenie JB, Soesman NM, Tanka
logy. 2014;25(3): 638-43
AK, Ten Holder EJ, Van der Elst M, Van der Heijden FH, Van der Linden FM, Van der Zwaal P, Van Dijk JP, Van Jonbergen HP, Verleisdonk EJ, Vroemen JP, Waleboer M,
Hilgers G, Nuver T, Minken A. The CT number accuracy
Wittich P, Zuidema WP, Polinder S, Verhofstad MH, Den
of a novel commercial metal artifact reduction algo-
Hartog D. HUMeral shaft fractures: measuring recovery
rithm for large orthopedic implants. J Appl Clin Med
after operative versus non-operative treatment (HUM-
Phys. 2014;15(1):4597.
MER): a multicenter comparative observational study. BMC Musculoskelet Disord. 2014;15:39.
Even AJ, Nuver TT, Westendorp H, Hoekstra CJ, Slump CH, Minken AW. High-dose-rate prostate brachy-
Lambers Heerspink FO, Dorrestijn O, van Raay JJ, Dier-
therapy based on registered transrectal ultrasound
cks RL. Specific patient-related prognostic factors for
and in-room cone-beam CT images. Brachytherapy.
rotator cuff repair: a systematic review. J Shoulder
2014;13(2):128-36.
Elbow Surg. 2014;23(7):1073-80. Henneman D,ten Berge M,Verhoef C,Ploegmakers M,Bussink J,Tissing Tan C,Vonk E,van der Wel A,Verheij Plastische chirurgie
M,Dekker A,Belderbos J. De Dutch Lung Radiotherapy
Ooms LS, Beets MR, Grosfeld EC, Beems EM, Krekels
Audit (DLRA): resultaten van een landelijke pilot. Neder-
GA, Smit JM, Hoogbergen MM. Reconstruction of the
lands Tijdschrift voor oncologie. 2014;11:231-8.
lower eyelid using Hughes’ tarsoconjunctival flap: follow up of 28 cases. J Plast Reconstr Aesthet Surg. 2014;67(7):e177-9.
Teaching hospital Deventer van den Berg GH, Lindeboom R, van der Zwet WC. The effects of the administration of oral nutritional supple-
Radiologie
mentation with medication rounds on the achievement
Tan M, Mol GC, van Rooden CJ, Klok FA, Westerbeek RE,
of nutritional goals: A randomized controlled trial. Clin
Iglesias Del Sol A, van de Ree MA, de Roos A, Huisman
Nutr. 2014;pii: S0261-5614(14)00119-8.
41
Scheele F, Van Luijk S, Mulder H, Baane C, Rooyen CD,
van Leeuwen RW, van Gelder T, Mathijssen RH, Jans-
De Hoog M, Fokkema J, Heineman E, Sluiter H. Is the
man FG. Drug-drug interactions with tyrosine-ki-
modernisation of postgraduate medical training in the
nase inhibitors: a clinical perspective. Lancet Oncol.
Netherlands successful? Views of the NVMO Special
2014;15(8):e315-26.
Interest Group on Postgraduate Medical Education. Med Teach. 2014;36(2):116-20.
de Man FM, Piran F, Brundel DHS, Neef C, van Gelder T, Mathijssen RHJ, Burger DM, Jansman FGA, van Leeu-
Walraven I, van den Hurk K, van ‘t Riet E, Kamp O,
wen RWF. Prevalentie van potentiële geneesmiddelen-
Schalkwijk CG, Stehouwer CD, Paulus WJ, Moll AC, Dek-
interacties bij patiënten met kanker, behandeld met
ker JM, Polak BC, Nijpels G. Low-grade inflammation
orale antikankermiddelen. Nederlands Tijdschrift voor
and endothelial dysfunction explain the association
Oncologie 2014;11(4):133-40.
between retinopathy and left ventricular ejection fraction in men: an 8-year follow-up of the Hoorn Study. J
Van Leeuwen RWF, Van Gelder T, Mathijssen RHJ,
Diabetes Complications. 2014;28(6):819-23.
Jansman FGA. Klinische relevantie van geneesmiddeleninteracties met tyrosinekinaseremmers. MFM
van der Heijden AA, Walraven I, van ‘t Riet E, Aspelund
2014;(4):21-6.
T, Lund SH, Elders P, Polak BC, Moll AC, Keunen JE, Dekker JM, Nijpels G. Validation of a model to estimate
Jansman FGA, Meulenbelt J, Kramers C, De Paepe P. Ver-
personalised screening frequency to monitor diabetic
nieuwde website biedt houvast bij intoxicaties. Pharm
retinopathy. Diabetologia. 2014;57(7):1332-8.
Weekbl. 2014;149(38):20.
Guigas B, de Leeuw van Weenen JE, van Leeuwen N, Simonis-Bik AM, van Haeften TW, Nijpels G, Hou-
Ziekenhuishygiëne
wing-Duistermaat JJ, Beekman M, Deelen J, Havekes
Wolf I, Bergervoet PW, Sebens FW, van den Oever HL,
LM, Penninx BW, Vogelzangs N, van ‘t Riet E, Dehghan
Savelkoul PH, van der Zwet WC.
A, Hofman A, Witteman JC, Uitterlinden AG, Grarup N,
The sink as a correctable source of extended-spectrum
Jørgensen T, Witte DR, Lauritzen T, Hansen T, Pedersen
β-lactamase contamination for patients in the intensive
O, Hottenga J, Romijn JA, Diamant M, Kramer MH, Heine
care unit. J Hosp Infect. 2014 Jun;87(2):126-30.
RJ, Willemsen G, Dekker JM, Eekhoff EM, Pijl H, de Geus EJ, Slagboom PE, ‘t Hart LM. Sex-specific effects of naturally occurring variants in the dopamine receptor D2 locus on insulin secretion and Type 2 diabetes susceptibility. Diabet Med. 2014 Aug;31(8):1001-8. de Vries L, van der Heijden AA, van ‘t Riet E, Baan CA, Kostense PJ, Rijken M, Rutten GE, Nijpels G. Peer support to decrease diabetes-related distress in patients with type 2 diabetes mellitus: design of a randomised controlled trial. BMC Endocr Disord. 2014;14:21.
Ziekenhuisfarmacie Arbouw ME, Hoge HL, Meulenbelt J, Jansman FG. Increase of baclofen intoxications: risks involved and management. Neth J Med. 2014;72(9):497-9. van Leeuwen RW, van Gelder T, Mathijssen RH, Jansman FG. Drug interactions between tyrosine-kinase inhibitors and acid suppressive agents: more than meets the eye-Authors’ reply. Lancet Oncol. 2014;15(11):e470-1.
42
43