Lokaal Opleidingsplan Cardiologie Deventer Ziekenhuis 2010
J. van Wijngaarden, cardioloog Oktober 2010, Deventer
I. Inleiding en inhoudsopgave: De vakgroep cardiologie van het Deventer Ziekenhuis heeft een gedeeltelijke erkenning voor de opleiding cardiologie. Er is een samenwerkingsovereenkomst met de Isala Klinieken te Zwolle en het Medisch Spectrum Twente te Enschede. Zowel het opleidingscluster met Zwolle, als het opleidingscluster met Enschede behoren tot het OOR Noordoost (Groningen). Dit document is het locale opleidingsplan waarin de afspraken tussen het Deventer Ziekenhuis en bovengenoemde klinieken wordt beschreven. Dit plan is een vertaling van het landelijke opleidingsplan cardiologie, zoals vastgesteld door de CCMS (http://knmg.artsennet.nl/Opleiding-en-Registratie/Artikel-Opleiding-enRegistratie/Cardiologie-5.htm). Het beschrijft de locale structuur van de opleiding (de opleidingsmodules), de daaraan verbonden thema’s (de inhoud) en de toetsing van deze thema’s. Tevens worden een aantal ijkpunten gedefinieerd (voortgangs- en beoordelinggesprekken). Voor specifieke afspraken die het functioneren van de AIOS op de afdeling cardiologie in het Deventer Ziekenhuis betreffen, wordt verwezen naar de introductiebrochure van het Deventer Ziekenhuis. Inhoudsopgave: Inleiding, blz. De afdeling en vakgroep cardiologie Afdeling Vakgroep Opbouw van het locale opleidingsplan Doel/thema´s Middel c.q. werkplekken Toetsing Ijkpunten Opleidingsplan Deventer/Zwolle/Enschede Regionale structuur Verdeling thema´s Weekschema en onderwijsschema Modulebeschrijvingen Deventer Ziekenhuis Verpleegafdeling Hartbewaking/EHH Hartcattherisatie Pacemakerimplantatie en follow-up Polikliniek Aandachtsgebied algemene cardiologie
II. De afdeling en vakgroep cardiologie:
A. De afdeling: De afdeling cardiologie wordt gevormd door de verpleegafdeling, de hartbewaking met de Eerste Hart Hulp (EHH) en de polikliniek met de hartfunctieafdeling. De verpleegafdeling (G2) heeft in totaal 38 bedden met mogelijkheid tot telemetrie. Ook de hartrevalidatie vindt deels op deze afdeling plaats. Het is een gecombineerde afdeling met de afdeling longziekten. De hartbewaking heeft de beschikking over 8 bedden met alle mogelijkheden voor intensieve haemodynamische bewaking; beademing vindt plaats op de intensive care (IC). Direct naast de hartbewaking bevindt zich de EHH die over 6 bedden beschikt. Alle patiënten die aangeboden worden voor de cardiologie worden eerst op deze afdeling gezien. Er bestaat de mogelijkheid om patiënten 24 uur te observeren op de EHH; tevens kan op deze afdeling eenvoudige diagnostiek plaatsvinden, zoals echocardiografie en fietsergometrie (7 dagen per week). Reanimaties vinden plaats op de ‘crash room’ van de SpoedEisende Hulp (SEH) die direct naast de EHH gelegen is. Patiënten met een STEMI worden in principe door de ambulance gediagnostiseerd en direct naar Zwolle getransporteerd voor een primaire PTCA. De polikliniek cardiologie wordt gevormd door het secretariaat en de hartfunctieafdeling. De hartfunctieafdeling beschikt over een kamer met twee fietsen voor inspanningstesten, een kamer voor het controleren van pacemakers, een hartcatheterisatiekamer en drie echokamers. Tevens is er een aparte kamer voor het uitvoeren van kanteltafeltesten en inspanningsechocardiografie. De poliklinische hartrevalidatie vindt op de afdeling fysiotherapie plaats. Cardiale MRI-scans, cardiale CT-scans en nucleair cardiologisch onderzoek vinden op de afdeling radiologie plaats. Last but not least, beschikt de afdeling cardiologie over een grote afdeling research voor het uitvoeren van ‘clinical trials’ in opdracht van de farmaceutische industrie. Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met de WCN. B. De vakgroep cardiologie: De vakgroep cardiologie bestaat uit 8 (algemeen) cardiologen. Samen vormen zij de opleidingsgroep. J. van Wijngaarden is de opleider en D.J.A. Lok is de plaatsvervangend opleider. Elke cardioloog heeft naast de algemene taken een aantal aandachtsgebieden: -
Dr. W.A. Agema: non-invasieve beeldvorming, aangeboren hartafwijkingen H. Groeneveld: preventie, verpleegafdeling D.J.A. Lok: hartfalen, hartcatheterisatie, research, verpleegafdeling. Dr. F.M.C. Martens: preventie, non-invasieve beeldvorming. A. van der Sluis: hartcatheterisatie/interventiecardiologie, hartbewaking. Dr. Y.S. Tuininga: pacemakers/ICD’s, cardiogenetica Dr. M. Torn: pacemakers/ICD’s Dr. J. van Wijngaarden: hartfalen, preventie, non-invasieve beeldvorming, cardiogenetica, aangeboren hartafwijkingen.
III. Opbouw van het locale opleidingsplan: Tezamen met het individuele opleidingsplan verschaft het locale opleidingsplan de AIOS inzicht in de opbouw van zijn/haar opleiding. Het opleidingsplan is opgebouwd uit 4 stappen. Stap I: Doel en thema’s De competenties die door de AIOS in de opleiding moeten worden ontwikkeld, zijn in het landelijke opleidingsplan verdeeld over 7 themagroepen, die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in 27 thema’s. Samen met het cursorisch onderwijs vormen deze thema’s de inhoud van de opleiding. Thema’s worden gekoppeld aan modules (stages). Veel thema’s komen tijdens meerdere stages en in verschillende fasen van de opleiding aan de orde. Stap II: Middel c.q.werkplekken Thema’s worden op de werkplek geleerd. De werkplekken vormen het middel om te leren. In de cardiologie kent men de volgende ´werkplekken´: - de hartbewaking - de Eerste Hart Hulp, - de verpleegafdeling - de polikliniek - de beeldvormende afdelingen: echokamer, afdeling radiologie (MRI/CT), afdeling nucleaire geneeskunde - de catheterisatiekamer: hartcatheterisaties, pacemakerimplantaties en elektrofysiologisch onderzoek - consulten - besprekingen: overdracht, hartteam, klepteam, elektrofysiologie en PA. - diensten. Men dient dus te bepalen welke werkplekken het meest geschikt zijn om bepaalde thema´s te leren. Stap III: Toetsing Thema’s worden gekoppeld aan modules (stages). Sommige thema’s zullen in meerdere modules aan bod komen. Het niveau waarop een thema c.q. de competenties uit het thema worden afgesloten, verschilt per module. Daarom worden per module zogenaamde bekwaamheidniveaus geformuleerd. Ieder half jaar wordt op basis van de in het portfolio verzamelde gegevens en op grond van de mening van de opleidersgroep gesproken over bekwaamheidniveaus. Het globale bekwaamheidsniveau wordt voor een bepaalde module per thema weergegeven. De specifieke bekwaamheidsniveaus van de verschillende onderdelen binnen een thema zijn te vinden in het landelijke opleidingsplan Cardiologie. Bekwaamheids niveau 1 t/m 3
1
2S
2B
Heeft kennis van
Handelt onder Strenge
Handelt met Beperkte
2Z
3
Handelt Superviseert Zonder en supervisie onderwijst
supervisie
supervisie
bij de handeling
Er dient dus vastgelegd te worden op welk moment waar getoetst wordt. Dit levert een lokale toetstabel op. Per AIOS kan dit vertaald worden naar een individuele toetstabel. De toetsgegevens uit deze tabel worden opgenomen in het portfolio tezamen met: - de resultaten van de landelijke jaarlijkse kennistoets. - de in het logboek verzamelde ervaringen (ziektebeelden, ingrepen, complicaties met reflectie etc.) - bijzondere projecten of opdrachten die de algemene competenties vormen - gevolgd (cursorisch) onderwijs - wetenschappelijke activiteiten - andere relevante zaken De toetsing vindt zoveel mogelijk plaats op de werkplek, direct na het geobserveerde gedrag en gekoppeld aan het opleidingsmoment (bv. KPB, OSATS). Per module/jaar kunnen vaste opleidingsmomenten benoemd worden. Per module/jaar zijn er voor alle AIOS vaste “feed-back weken”, waarin voor alle stages synchroon begin-, midden en eindgesprekken worden gepland volgens een jaarschema. Deze feed-back weken vinden plaats naast de KPB’s. Stap IV: Ijkpunten Van belang is om gedurende de opleiding de AIOS feedback te kunnen geven in hoeverre hij/zij voldoet aan het verwachte niveau. Om hierover iets te kunnen zeggen worden er een aantal ijkpunten in de opleiding vastgelegd. Het betreft hier de volgende dimensies: 1. De groei in zelfstandigheid, uitgedrukt in bekwaamheidsniveaus van verrichtingen en/of thema’s. 2. De ontwikkeling c.q. groei in de algemene competenties. In de jaarlijkse voortgangsgesprekken, gedurende de stagegesprekken en tijdens de KPB’s wordt dit met de AIOS besproken.
IV. Opleidingsplan Deventer/Zwolle/Enschede. A. Regionale structuur: Het regionale opleidingsplan is opgebouwd uit 3 periodes (jaar 1 t/m 3) bestaande uit 12 stages van 3 maanden verdeeld over het Deventer Ziekenhuis en de ziekenhuizen te Zwolle en Enschede. Deze periodes worden gevolgd door een verdiepingsjaar, het zogenaamde aandachtsjaar (jaar 4) waarvan de inhoud afhankelijk is van het gekozen aandachtsgebied. Individuele verschillen zij in overleg met de opleider mogelijk.
Jaar 1 Deventer
Jaar 2 Zwolle/Enschede
Jaar 3 Zwolle/Enschede
Jaar 4 Aandacht
Verpleegafdeling I
Verpleegafdeling II
Cardiothoracale chirurgie
Hartbewaking/EHH Hartbewaking/EHH I II
Consulten
Hartcatheterisatie I
Hartcatheterisatie II
Congenitale cardiologie
Beeldvorming I
Beeldvorming II
Elektrofysiologie
Een van de 6 aandachtsgebieden*
Lijnpoli (1 dagdeel per week) * Het laatste jaar is een aandachtsjaar en wordt in overleg tussen AIOS en opleidersgroep ingevuld. De 6 aandachtsgebieden zijn: 1. Algemene cardiologie 2. Invasieve cardiologie 3. Elektrofysiologie 4. Niet-invasieve Beeldvormende Cardiologie (Echocardiografie, CMRI, CCT, Nucleaire Cardiologie) 5. Congenitale Cardiologie 6. Intensive Cardiac Care Cardiologie B. Verdeling van de thema's In onderstaande tabel staan de (onderdelen van) thema’s en het te bereiken bekwaamheidsniveau (BN) over de verschillende modules.Tijdens de modules wordt ook dienst gedaan. De tijd die aan dienst besteed wordt, is minimaal 15% en maximaal 25% van de arbeidstijd. JAAR 1
Hart-bewaking / EHH ( 3 maanden)
Stage
Algemeen
Thema Coronairlijden (I-1,2,3) Hartfalen (II-1) Ritme (III-1,2,3) Overige (VII-5)
BN 2S
Opleidingsactiviteit Ochtendrapport Avondoverdracht Afdelingsvisite Slecht nieuwsgesprek Electrocardioversie Reanimatie Uitwendige PM draad Swann-Ganz catheter
Toetsing KPB KPB KPB KPB OSATS OSATS OSATS OSATS
2S
Dienst
KPB
Verpleegafdeling ( 3 maanden)
Coronairlijden (I-2,3) Hartfalen (II-1,2) Ritme (III-1,2,3) Klepziekten (VII-1) Endocarditis (VII-2) Peri(myo)cardziekten (VII-8) Klin. Farmacologie (VII-12) Hartrevalidatie (VII-13)
Beeldvorming ( 3 maanden)
Algemeen Echocardiografie (IV-1) CMRI (IV-2) CCT (IV-3) Nucleaire Cardiologie (IV-4)
Hartcatheterisatie, pacemakerimplantatie en pacemakerpoli ( 3 maanden)
Algemeen Coronairangiografie, LV-angio, aortografie, Drukmetingen (V-1)
2S
KPB KPB KPB KPB
Referaat
2S 2S
MultiDisciplinairOverleg
KPB
Dienst Echo verrichten Echo verslag maken Echobespreking Echo-onderwijs CMRI en CCT onderzoek en bespreking bijwonen
KPB OSATS KPB KPB KPB
KPB 2S 2S
Pacemakerimplantatie, Pacemakerpoli (III-1)
Algemeen
Ochtendrapport Avondoverdracht Afdelingsvisite Slecht nieuwsgesprek
2S
Dienst Indicatiestelling cath. Cath. verrichten Cath. verslag maken Hartteambespreking Cath. onderwijs
KPB KPB OSATS KPB KPB KPB
Indicatiestelling PM Pacemakercontrole Pacemakerimplantatie
KPB KPB OSATS
Dienst
KPB
JAAR 2
Hart-bewaking / EHH ( 3 maanden)
Stage
Thema Coronairlijden (I, 1-3) Hartfalen (II, 1) Ritme (III, 1-3)
BN 2B
Opleidingsactiviteit Ochtendrapport Overdracht Afdelingsvisite Grote visite Hartteambespreking Klepteambespreking Elektrofysiol. bespr. Cardioversie Reanimatie Uitwendige PM draad Swann-Ganz
Toetsing KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB OSATS OSATS OSATS OSATS
Verpleegafdeling ( 3 maanden)
Algemeen Coronairlijden (I, 2-3) Hartfalen (II, 1-2) Ritme (III, 1-3) Klepziekten (VII,1) Endocarditis (VII, 2) Peri(myo)cardziekten (VII, 8) Klin. Farmacologie (VII, 12)
Beeldvorming ( 3 maanden)
Algemeen Echo (IV, 1) MRI (IV, 2) CT (IV, 3)
Catheterisatie ( 3 maanden)
Algemeen
Algemeen
Coronairangio CineAngio LV en Ao Drukmeting (V, 1) Coronairlijden (I, 1-2) Gel eidingst. (III, 1)
2B 2B
Dienst Ochtendrapport Overdracht Afdelingsvisite Grote visite Hartteambespreking Klepteambespreking Elektrofysiologie bespr.
2B 2B
Dienst Echo verrichten Echo verslag maken Echobespreking Echo tonen op ochtendrapport MRI en CT onderzoek bijwonen/verslaan
2B 2B
2B
KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB Referaat KPB KPB KPB KPB KPB KPB
Dienst Cath. verrichten Cath. verslag maken Hartteambespreking Cath. toelichten op ochtendrapport Permanente PM (indicatie, inbrengen, follow-up)
KPB KPB KPB KPB
Dienst
KPB
KPB KPB
JAAR 3
Cardiothoracale chirurgie ( 3 maanden)
Stage
Thema Coronairlijden (I, 1-2) Hartfalen (II, 1) Ritme (III, 1) Klepziekten (VII, 1) Endocarditis (VII, 2) Aortaziekten/trauma (VII, 5)
Consulten ( 3 maanden)
Algemeen Coronairlijden (I, 2-3) Hartfalen (II, 1-2) Ritme & geleiding (III, 1-2) Klepziekten (VII,1) Endocarditis (VII, 2) Preop. consult (VII, 3) Zwangerschap (VII, 4) Perifere arteriële vaat-ziekte (VII, 6) Peri(myo)cardziekten (VII, 8) Klin. Farmacologie (VII, 12)
Congenitale cardiologie ( 3 maanden)
Algemeen Aangeboren hart- afwijkingen (VI) Zwangerschap (VII, 4) Echocardiografie (IV, 1) MRI (IV, 2)
Elektrofysiologie ( 3 maanden)
Algemeen
Algemeen
Ritme & geleidingst. (III, 1) Syncope (III, 2) Plotse hartdood (III, 3)
BN 2B
Opleidingsactiviteit Ochtendrapport Overdracht Afdelingsvisite Grote visite Hartteambespreking Klepteambespreking Elektrofysiol. bespr.
Toetsing KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB
2B 2B
Dienst Patiëntbespreking Verslaglegging Communicatie met aanvrager Overdracht
KPB KPB KPB KPB KPB
Referaat 2B 2B
Dienst Polikliniek doen Hartteambespreking Echo verrichten Echoverslag maken MRI en CT onderzoek bijwonen/verslaan
KPB KPB KPB KPB KPB KPB
2B 2B
Dienst Permanente PM (indicatie, inbrengen, follow-up) ICD (indicatie, follow-up)
KPB KPB / OSATS
Dienst
KPB
2B
KPB
C. Het weekschema en onderwijsschema. Weekschema Hartbewaking/EHH I 8.30 – 9.00 uur: 9.00 uur:: 13.00 – 13.30 uur: 17.00 uur: Verpleegafdeling I 8.30 – 9.00 uur: 9.00 uur: 12.30-13.00 uur: 13.00 – 13.30 uur: 17.00 uur: Beeldvorming I 8.30 – 9.00 uur: 9.00 uur: 13.00 – 13.30 uur: 16.00 – 17.00 uur: 17.00 uur: Cath./PM I 8.30 – 9.00 uur: 9.00 uur: 13.00 – 13.30 uur: 16.00 – 17.00 uur: Hartbewaking/EHH II
Verpleegafdeling II
Beeldvorming II
Cath. II
Cardiochirurgie
Consulten
Congenitale Cardiologie
Elektrofysiologie
Lijnpoli
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
ochtendrapport visite onderwijs overdracht
ochtendrapport visite onderwijs overdracht
ochtendrapport visite onderwijs overdracht
ochtendrapport visite onderwijs overdracht
ochtendrapport visite onderwijs overdracht
ochtendrapport visite
ochtendrapport visite
ochtendrapport visite
ochtendrapport visite
onderwijs overdracht
ochtendrapport visite MDO onderwijs overdracht
onderwijs overdracht
onderwijs overdracht
onderwijs overdracht
ochtendrapport TTE/TEE onderwijs echobespreking
ochtendrapport nucleaire card. onderwijs echobespreking
ochtendrapport CMRI, CCT onderwijs MR/CT Nucleaire
ochtendrapport TTE onderwijs echobespreking
ochtendrapport TTE onderwijs echobespreking
ochtendrapport cath/PM onderwijs
ochtendrapport cath/PM onderwijs hartteam (Zwolle) Ochtendrap. Visite (S/O) Hartteam Opnames Overdracht Ochtendrap. Visite (O) Hartteam Opnames (S) Overdracht Ochtendrap. TEE’s maken
ochtendrapport cath/PM onderwijs
ochtendrapport cath/PM onderwijs
ochtendrapport cath/PM onderwijs
Ochtendrap. Visite (S/O) Hartteam Opnames Overdracht Ochtendrap. Visite (O) Hartteam Opnames (S) Overdracht Ochtendrap. TTE’s maken
Ochtendrap. Visite (S/O) Hartteam Opnames Overdracht Ochtendrap. Visite (Z) Hartteam Opnames (S) Overdracht Ochtendrap. TTE’s maken
Ochtendrap. Visite (S/O) Hartteam Opnames Overdracht Ochtendrap. Visite (S/O) Hartteam Opnames (S) Overdracht Ochtendrap. TTE’s maken
TTE’s Echobespr. Ochtendrap. Cath. Hartteam Ochtendrap. Afd.& MC of OK Hartteam Ochtendrap. Consulten Overdracht Ochtendrap. Poli kinder Cardiochir. bespreking Ochtendrap. PM/ICD impl. EFO bespreking
MRI Echobespr. Ochtendrap. Cath. Hartteam Ochtendrap. Afd.& MC of OK Hartteam
TTE’s Echobespr. Ochtendrap. Cath. Hartteam Ochtendrap. Afd.& MC of OK Hartteam Ochtendrap. Consulten Overdracht Ochtendrap. Poli kinder Echo kinder
Card. CT Echobespr. Ochtendrap. Cath. Hartteam Ochtendrap. Afd.& MC of OK Hartteam Ochtendrap. Consulten Overdracht Ochtendrap. Poli cong. volw. Echo cong. volw.
Ochtendrap. PM poli
Ochtendrap. PM/ICD impl.
Ochtendrap. Visite (S/O) Hartteam Opnames Overdracht Ochtendrap. Visite (Z) Hartteam Opnames (S) Overdracht Ochtendrap. TTE’s maken Klepteam MRI Echobespr. Ochtendrap. Cath. Hartteam Ochtendrap. Afd.& MC of OK Hartteam Ochtendrap. Consulten Overdracht Ochtendrap. Poli cong.volw Echo cong.volw Ochtendrap. EFO
Ochtendrap. Consulten Overdracht Ochtendrap. Poli cong.volw. Echo cong.volw Ochtendrap. EFO PM poli 1 dagdeel
V. Opleidingsmodules in het Deventer ziekenhuis. In de volgende paragrafen zullen de 6 modules beschreven worden die in het Deventer Ziekenhuis worden aangeboden, te weten: 1) Verpleegafdeling (3 maanden). 2) Hartbewaking/EHH (3 maanden). 3) Hartcatheterisatie/pacemakerimplantatie (3 maanden). 4) Non-invasieve beeldvorming (3 maanden). 5) Polikliniek (lijnstage). 6) Aandachtsjaar algemene cardiologie (4 maanden). Per module zullen het leerdoel, de thema’s en de beheersingniveau’s beschreven worden, evenals de toetsing en beoordelingsgesprekken. Tenminste 80% van de (opleidings)tijd dient besteed te worden aan deze modules.
V.1. Module Verpleegafdeling Modulecordinator: ? Duur van de module: 3 maanden Leerdoelen: 1. Ten aanzien van medisch handelen. De aios a) kent de pathofysiologie en presentatie van niet-acute cardiale ziektebeelden, zoals o.a. chronisch hartfalen, kleplijden, boezemfibrilleren en niet-acute vormen van coronairlijden. b) kan een adequate anamnese afnemen, een lichamelijk onderzoek uitvoeren en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling. c) kan efficiënt en doelmatig nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan ook aangeven wat de risico’s zijn die verbonden aan deze onderzoeken (bijvoorbeeld ten aanzien van coronairangiografie). d) kan de diagnostische, therapeutische en de prognostische waarde van de diverse onderzoeken benoemen en kan dit ook toepassen op een individuele casus. e) kan op grond van verkregen gegevens een adequaat behandelplan opstellen en kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling. symptoomverlichting zal geven danwel de prognose zal verbeteren. f) is in staat aanvullend onderzoek, zoals het ECG, inspanningstesten en echocardiogafie, te interpreteren binnen de klinische context van een gegeven casus. g) kent de mogelijkheden van hartrevalidatie en andere vormen van poliklinische en extramurale begeleiding van patiënten met (chronische) cardiale aandoeningen. 2. Ten aanzien van communicatie. De aios a) toont op adequate wijze respect voor en betrokkenheid bij de patiënt. b) is in staat om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de (werk)diagnose uit te leggen en tevens aan te geven wat het aanvullende
3.
4.
5.
6.
7.
onderzoek inhoudt (inclusief de daaraan verbonden risico’s), wat de behandelopties zijn (inclusief de daaraan verbonden risico’s), en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de aios ten overstaan van de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht geven van de klinische gebeurtenissen rondom de patiënt. c) kan de medische gegevens op adequate wijze, zowel schriftelijk als mondeling, rapporteren aan andere zorgverleners en legt deze gegevens vast in de medische status. Ten aanzien van samenwerking. De aios a) is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn (ondersteunend personeel), weet de diverse taken onderling goed te communiceren en kan op adequate wijze instructies te verschaffen. b) zorgt, tezamen met de verpleegkundige, voor een efficiënt verlopende visite. c) is op de hoogte van de op de afdeling voor verpleegkundig en paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften. Ten aanzien van kennis en wetenschap. De aios a) geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus. b) kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom niet-acute cardiale ziektebeelden, zoals discussies met betrekking tot het invasief ingrijpen bij coronairlijden en hartklepaandoeningen en de behandeling van ritme- en geleidingsstoornissen (ablaties, ICD-implantatie, pacemakers). Ten aanzien van maatschappelijk handelen. De aios a) is bekend met de epidemiologie van chronische cardiale aandoeningen, waaronder coronairlijden, hartkleplijden, hartfalen en hartritmestoornissen. b) toont aan nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiënten met chronische niet-behandelbare cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid). c) kan ongeveer aangeven wat de kosten zijn van de diverse diagnostische en therapeutische benaderingen. Ten aanzien van organisatie. De aios a) overziet het patiëntenaanbod en –bestand op de verpleegafdeling en kan op efficiënte wijze de bezetting van de bedden organiseren, weet adequaat prioriteiten te stellen en weet tijdig hulp in te roepen indien hij/zij geconfronteerd wordt met het gelijktijdig optreden van problemen bij meerdere patiënten. b) is punctueel met betrekking tot afspraken, o.a. betreffende gesprekken met familie. Ten aanzien van professionaliteit. De aios a) vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. b) kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
Leertraject: • Er is een dagelijks overleg met de supervisor over de nieuw opgenomen patiënten en de (acute) problemen op de verpleegafdeling.
•
• • • • • •
Tweemaal per week is er een ‘grote’ visite met de supervisor en de verpleging. Tijdens deze visite wordt voor alle patiënten op basis van het beschikbare onderzoek een behandelplan opgesteld, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Het voeren van familie- en/of slechts nieuwsgesprekken. Het verschaffen van medische informatie tijdens het multidisciplinair overleg (MDO). Het adequaat bijhouden van een medische status. Het schrijven van (ontslag)brieven. Het geven en bijwonen van onderwijs volgens een vooropgesteld rooster. Het doen van niet spoedeisende consulten op andere verpleegafdelingen.
Taken en verantwoordelijkheden van de AIOS: • De AIOS is verplicht aanwezig op het ochtendrapport waar alle tijdens de dienst opgenomen patiënten besproken worden, evenals eventuele problemen met reeds opgenomen patiënten. • Er wordt dagelijks visite gelopen met de verantwoordelijke verpleegkundige. • De AIOS zorgt ervoor dat alle relevante patiënteninformatie, inclusief de uitslagen van de onderzoeken, tijdens de grote visite aanwezig is, zodat de AIOS samen de supervisor en de verpleging een adequaat behandelplan kan opstellen en/of bijstellen. • De AIOS draagt zorg voor een gedegen medische statusvoering en verschaft op een adequate en snelle wijze de rapportage (ontslagbrief) naar de 1e lijn en andere hulpverleners, zoals bijvoorbeeld de thrombosedienst. • De AIOS is aanwezig bij het MDO en verschaft de noodzakelijke medische informatie. • Op verzoek van de supervisor doet de AIOS ook consulten op andere verpleegafdelingen met uitzondering van de SEH en IC. Deze consulten worden vervolgens met de supervisor besproken. • De AIOS begeleidt samen met de supervisor de co-assistent. • In overleg met de supervisor houdt de AIOS slecht nieuwsgesprekken en familiegesprekken. Afhankelijk van de bekwaamheid en ervaring van de AIOS worden deze gesprekken samen met de superviserend cardioloog of zelfstandig uitgevoerd. • Voor de dienst relevante problemen op de verpleegafdeling worden gemeld tijdens de avondoverdracht. • De AIOS volgt alle onderwijsmomenten en verzorgt volgens wisselrooster patiëntenbesprekingen en referaten.
Toetsing en beoordeling: • Aan het begin van de module vindt een introductiegesprek plaats door de modulecoördinator. Halverwege de module wordt kort de voortgang geëvalueerd. Aan het einde van de module vindt een eindbeoordeling plaats in aanwezigheid van de modulecoördinator en (plv.) opleider. • Tijdens deze stage dienen tenminste 4 KPB’s afgenomen te worden, bijvoorbeeld tijdens het ochtendrapport, de (grote) visite of tijdens een slecht
nieuwsgesprek. Ook tijdens het onderwijs kan een KPB plaatsvinden, bijvoorbeeld over een klinisch farmacologisch onderwerp. Literatuur: • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm. • ESC Guidelines
V.2. Module Hartbewaking/Eerste HartHulp (EHH) Modulecoòrdinator:? Duur van de module: 3 maanden Leerdoelen: 1. Ten aanzien van medisch handelen. De aios a) kent de pathofysiologie en presentatievorm van de verschillende (potentiële) acute cardiale ziektebeelden, zoals acute coronairsyndromen, acuut hartfalen, acute c.q. nieuw opgetreden ritmestoornissen (bijvoorbeeld boezemfibrilleren). b) kan op adequate wijze een anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling. c) kan efficiënt en doelmatig nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan aangeven wat de risico’s zijn verbonden aan deze onderzoeken (bijvoorbeeld ten aanzien van coronairangiografie bij de patiënt met een acuut coronairsyndroom). d) kan van de diverse onderzoeken aangeven wat de diagnostische, de therapeutische en de prognostische informatie is die kan worden verkregen en kan dit ook toepassen op een individuele casus. e) kan op grond van de verkregen gegevens een adequaat behandelplan opstellen en kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling symptoomverlichting zal geven, danwel de prognose zal verbeteren (bijvoorbeeld in het geval van reperfusietherapie). f) is in staat ECG’s en haemodynamische gegevens te interpreteren binnen de klinische context van een gegeven casus, bijvoorbeeld bij patiënten opgenomen met een acuut myocardinfarct of acuut hartfalen.. g) is in staat tot Advanced Cardiac Life Support. h) beschikt over een aantal vaardigheden die noodzakelijk zijn voor de behandeling en/of monitoring van de acute cardiale patiënt, zoals het inbrengen van lange lijnen, arterielijnen en Swan-Ganz catheters, het inbrengen van tijdelijke pacemakerdraden, het uitvoeren van (electieve) electrocardioversies en defibrilleren. i) leert prioriteiten te stellen tussen de verschillende patiënten op de hartbewaking/EHH. 2. Ten aanzien van communicatie. De aios a) toont op adequate wijze respect voor en betrokkenheid bij de patiënt.
b) is in staat om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de (werk)diagnose uit te leggen en tevens aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de daaraan verbonden risico’s), wat de behandelopties zijn (inclusief de daaraan verbonden risico’s), en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de aios ten overstaan van de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht geven van de klinische gebeurtenissen rondom de patiënt. c) is in staat uitleg te geven over het vervolgtraject bij overplaatsing naar een ander ziekenhuis, na opname op de hartbewaking of na ontslag naar huis op de EHH. d) kan de medische gegevens op adequate wijze, zowel schriftelijk als mondeling, rapporteren aan andere zorgverleners en legt deze gegevens vast in de medische status. 3. Ten aanzien van samenwerking. De aios a) is in staat een goede relatie te onderhouden onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren en adequate instructies te verschaffen aan het ondersteunend personeel. b) zorgt, tezamen met de verpleegkundige, voor een efficiënt verlopende visite. c) is op de hoogte van de op de afdeling voor verpleegkundig en paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften. 4. Ten aanzien van kennis en wetenschap. De aios a) geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus. b) kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom acute cardiale ziektebeelden, inclusief discussies met betrekking tot reperfusietherapie bij coronairlijden, acuut opgetreden ritmestoornissen en acuut hartfalen.. 5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen. De aios a) is bekend met de epidemiologie van acute cardiale aandoeningen, waaronder coronairlijden, hartfalen en hartritmestoornissen. b) toont aan nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiënten met acute cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid). c) kan ongeveer aangeven wat de kosten-effectiviteit is van de diverse diagnostische en therapeutische benaderingen. 6. Ten aanzien van organisatie. De aios a) overziet het patiëntenaanbod en –bestand op de afdeling en kan op efficiënte wijze de bezetting van de bedden organiseren, weet adequaat prioriteiten te stellen en weet tijdig hulp in te roepen indien hij/zij geconfronteerd wordt met het gelijktijdig optreden van problemen bij meerdere patiënten. b) is punctueel met betrekking tot afspraken, o.a. betreffende gesprekken met familie. 7. Ten aanzien van professionaliteit. De aios a) vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. b) kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen
Leertraject: • Tijdens het ochtendrapport worden alle nieuw opgenomen patiënten en alle (acute) problemen bij reeds opgenomen patiënten besproken. • Er is dagelijks overleg met de supervisor over zowel de nieuwe patiënten, als de reeds opgenomen patiënten. • Het voeren van slecht nieuws- en familiegesprekken. • Het adequaat bijhouden van een medische status. • Het schrijven van (ontslag)brieven. • Het geven van onderwijs volgens een vooropgesteld rooster. • Het doen van de spoedeisende consulten op andere verpleegafdelingen, de SEH en de IC (in overleg met de supervisor). • Het inbrengen van lange lijnen, arterielijnen en Swan-Ganz catheters. • Het inbrengen van tijdelijke pacemakerdraden. • Het uitvoeren van (electieve) electrocardioversies en defibrilleren • Het verrichten van Advanced Cardiac Life Support (reanimatie). Taken en verantwoordelijkheden van de AIOS: • De AIOS is verplicht aanwezig op het ochtendrapport en bij de avondoverdracht aan de dienstdoende cardioloog. • De AIOS is betrokken bij alle reanimaties in het ziekenhuis en kent zijn rol in het reanimatieteam (bijvoorbeeld het maken van een echocardiogram). • De AIOS doet alle electrocardioversies op de EHH. • De AIOS volgt alle onderwijsmomenten en verzorgt volgens wisselrooster patiëntenbesprekingen en referaten. • Er wordt dagelijks visite gelopen met de verpleging en de supervisor. Aan de hand van de beschikbare onderzoeken wordt een behandelplan opgesteld. • De AIOS draagt zorg voor een gedegen medische statusvoering en rapporteert op een adequate en snelle wijze de rapportage aan de 1e lijn (ontslagbrief) en andere hulpverleners, zoals de artsen op de verpleegafdeling. • Op verzoek van de supervisor doet de AIOS ook de spoedeisende consulten op de verpleegafdelingen, SEH en IC. Deze consulten worden met de supervisor besproken. • De AIOS begeleidt samen met de supervisor de co-assistent. • De AIOS brengt lange lijnen, Swan-Ganz catheters, arterielijnen en tijdelijke pacemakerdraden in. Afhankelijk van de bekwaamheid en ervaring van de AIOS worden deze vaardigheden samen met de superviserend cardioloog of zelfstandig uitgevoerd. • In overleg met de supervisor houdt de AIOS slecht nieuwsgesprekken en/of familiegesprekken. Afhankelijk van de bekwaamheid en ervaring van de AIOS worden deze gesprekken samen met de superviserend cardioloog of zelfstandig uitgevoerd. Toetsing en beoordeling: • Aan het begin van de module vindt een introductiegesprek plaats met de modulecoördinator, halverwege wordt kort de voortgang geëvalueerd en aan het einde van de module vindt een eindbeoordeling plaats in aanwezigheid van de modulecoördinator en de (plv.) opleider.
•
•
Tijdens deze stage dienen tenminste 4 KPB’s afgenomen te worden, bijvoorbeeld tijdens het ochtendrapport, de avondoverdracht, de visite en/of een slecht nieuwsgesprek. Vaardigheden, zoals reanimaties, het inbrengen van Swan-Ganz catheters en electrocardioversies, worden beoordeeld d.m.v. een OSATS.
Literatuur: • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm. • ESC Guidelines
V.3. Module Hartcatheterisatie/pacemakerimplantatie en -poli. In het Deventer Ziekenhuis volgt de AIOS cardiologie gedurende een onafgebroken periode van 3 maanden de module hartcatheterisatie. Gedurende deze periode wordt minstens 80% van de tijd besteed aan het verrichten van hartcatheterisaties en pacemakerimplantaties, inclusief de controle van pacemakers op de pacemakerpoli. De resterende 3 maanden van deze module zullen plaatsvinden in de opleidingsinrichting met een volledige erkenning.
V.3.A. Module Hartcatheterisatie. Modulecoördinator • Drs. A. van der Sluis • Drs. D.J.A. Lok Duur van de Module: 3 maanden Leerdoelen: 1. Ten aanzien van medisch handelen. De AIOS • kent de indicaties voor hartcatheterisatieprocedures en is op de hoogte van de aan de procedure gerelateerde risico’s. De AIOS is in staat bij de individuele patiënt hieromtrent een afgewogen oordeel te vormen. • is in staat om voorafgaande aan de procedure de risico’s te minimaliseren en gedurende de procedure eventuele complicaties op te vangen en te behandelen. • heeft voldoende theoretische kennis van anatomie, fysiologie en de diverse technieken voor de uitvoering van de procedure. De AIOS heeft ook voldoende kennis omtrent de verschillende beschikbare materialen en de overwegingen bij materiaalkeuze. • is in staat tot het zelfstandig uitvoeren van coronairangiografie, hemodynamisch onderzoek en cineangiografie van de aorta en de linker ventrikel. • kan zelfstandig coronairangiografische en hemodynamisch onderzoeken interpreteren en is in staat op basis hiervan een behandelplan op te stellen.
•
presenteert en beargumenteert het behandelplan in het hartteam.
2. Ten aanzien van communicatie. De AIOS • kan op begrijpelijke wijze de catheterisatieprocedure en de uitkomsten hiervan aan de patiënt uitleggen. • geeft blijk van een adequate rapportage over het verloop van en de bevindingen bij de procedure, zowel schriftelijk, als mondeling. 3. Ten aanzien van samenwerking. De AIOS • geeft blijk van het onderhouden van goede contacten met de vakgroepleden en het ondersteunend personeel die betrokken zijn bij de hartcatheterisatieprocedure. • is in staat tot goede communicatie en het verschaffen van adequate instructies aan het ondersteunend personeel. • heeft kennis van de bestaande lokale protocollen en voorschriften, inclusief die van het ondersteunend personeel. 4. Ten aanzien van kennis en wetenschap. De AIOS • geeft blijk van een kritische beschouwing van medische informatie betreffende individuele patiënten. • geeft blijk van het verwerven van kennis omtrent nieuwe ontwikkelingen en discussies in de literatuur rondom invasieve coronaire procedures. 5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen. De AIOS • heeft kennis ten aanzien van wettelijke bepalingen met betrekking tot het werken met röntgenapparatuur. Heeft hiervoor de cursus stralingshygiëne 4A/M gevolgd. • is op de hoogte van de kosten van de verschillende hartcatheterisatieprocedures en de daarbij gebruikte materialen. 6. Ten aanzien van organisatie. De AIOS • leert de planning van hartcatheterisatieprocedures te overzien en zo nodig doelmatig bij te sturen. 7. Ten aanzien van professionaliteit. De AIOS • ontwikkelt inzicht in de grenzen van de eigen competentie en geeft blijk daarbinnen te handelen. • toont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. Leertraject: • week 1: zelfstandig leren opbouwen van het systeem, assisteren bij de procedure die verricht wordt door de superviserende cardioloog, leren aanprikken • week 2: zelfstandig aanprikken en sheath inbrengen. Onder begeleiding de voerdraad opvoeren, aandacht voor ritme-, druk,- en tensiecontrole. Onder begeleiding aanhaken van het ostium in de RCA en LCA (met de supervisor aan tafel).
•
•
•
•
week 3-4: zelfstandig aanprikken, sheath inbrengen, opvoeren van de voerdraad en het sonderen van de ostia. Onder supervisie aan tafel bedienen van de tafel en röntgenbuis volgens vaste standen. Week 5 en nadien: het volledig zelfstandig uitvoeren van de gehele procedure met de supervisor ‘’achter glas’’. Zelfstandig leren kiezen van de benodigde opnames en projectierichtingen. Iedere week is er onderwijs gereserveerd waar de AIOS een coronairangiografisch onderzoek bespreekt of een presentatie geeft betreffende theoretische achtergronden van hartcatheterisatie. De AIOS neemt dit onderwijs op zich onder supervisie van één van de cardiologen. De AIOS volgt de verplichte cursus stralingshygiëne 4 A/M.
Taken en verantwoordelijkheden van de AIOS: • Het leren opbouwen van het systeem. • Het zelfstandig leren verrichten van coronairangiografisch en hemodynamisch onderzoek, en cineangiografie van de aorta en de linker ventrikel. • Het verwijderen van de sheath en afdrukken van de punctieplaats, het aanleggen drukverband. • Het maken van een verslag over de uitvoering van de procedure, inclusief het vermelden van complicaties, en de resultaten van het onderzoek. • Het formuleren van een beleidsvoorstel en dit bespreken met de aanvragende cardioloog. • Het voorbereiden van de hartteambespreking in de Isala klinieken te Zwolle, inclusief het verzamelen van andere onderzoeken noodzakelijk voor het opstellen van een beleidsplan, en deze bespreking uitvoeren samen met modulecoördinator. • Het verkrijgen van kennis over de anatomie en fysiologie van het hart door zelfstudie. • Het volgen van de cursus stralingshygiëne 4 A/M. • Het verkrijgen van kennis over de diverse technieken voor de uitvoering van de procedure met de daarvoor de beschikbare materialen en de hierbij behorende overwegingen over de materiaalkeuze. • Het verzorgen van onderwijs, patiëntenbesprekingen en referaten volgens het rooster. Werkwijze rond een hartcatheterisatieprocedure: • De AIOS stelt zich voorafgaande aan de procedure op de hoogte van de indicatie aan de hand van de beschikbare medische gegevens, inclusief beeldvormend onderzoek. Tevens beoordeelt de AIOS de potentiële risico’s, bijvoorbeeld door het vaststellen van de nierfunctie, het gebruik van antistolling en de aanwezighied van perifeer vaatlijden, en controleert in hoeverre risicoreducerende maatregelen zijn genomen. • De AIOS stelt zich aan de patiënt voor en maakt zijn/haar positie duidelijk. • De AIOS verifieert of de patiënt adequaat is voorgelicht en legt de procedure uit.
•
• •
• • • • •
• •
De AIOS voert de ingreep samen met de superviserende cardioloog uit, waarin de mate van zelfstandig functioneren wordt aangegeven door de betreffende supervisor. Na de ingreep geeft de AIOS de patiënt een beknopt verslag van de bevindingen. De AIOS verwijdert de sheath, drukt de wond af en legt samen met het ondersteunend personeel een drukverband aan. De AIOS geeft de patiënt instructies met betrekking tot de aandachtspunten voor de wond. De AIOS maakt een verslag van de bevindingen van de ingreep en bespreekt deze met de supervisor. De AIOS bespreekt de uitvoering van de procedure met de supervisor en zoekt naar mogelijke verbeterpunten. De AIOS controleert de wond op de afdeling na het verwijderen van het drukverband en geeft aan of de patiënt mag mobiliseren. De AIOS ontwikkelt aan de hand van de medische gegevens en de uitkomsten van de procedure een beleidsvoorstel en bespreekt dit met de aanvrager. De AIOS maakt een verwijsbrief voor de hartteambespreking en bespreekt deze brief en het beleidsvoorstel aan de hand van alle beschikbare medische informatie met de modulecoördinator. De AIOS presenteert het beleidsvoorstel in het hartteam. De AIOS koppelt de hartteam beslissing terug naar de aanvrager en het secretariaat.
Toetsing en beoordelingsgesprekken: • Aan het begin van de module vindt een introductiegesprek plaats met de modulecoördinator, halverwege wordt kort de voortgang geëvalueerd en aan het einde van de module vindt een eindbeoordeling plaats in aanwezigheid van de modulecoördinator en de (plv.) opleider. • Directe beoordeling van de procedure door de superviserende cardioloog aan de hand van een OSATS. • Beoordeling door de opleider/opleidingsgroep van onderwijspresentaties aan de hand van een KPB. • Beoordeling van de verslaglegging, hartteampresentatie en beleidsterugkoppeling door de modulecoördinator aan de hand van een KPB. • Bespreking van de feedback van ondersteunend personeel en verpleging aangaande het functioneren van de AIOS in een voortgangs- en eindgesprek.
Literatuur • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Lusche en Serruys. Hoofdstuk 6, 2006 • ESC guidelines: www.escardio.org/knowledge/guidelines • Donald S.Baim: Grossmann’s Cardiac Catheterization, Angiography and Intervention • Morton Kern: The Cardiac Catheterization Handbook • Hubert W. Vliegen, J. Wouter Jukema en Alber. V.G. Bruschke: Congenital Coronary Artery Anomalies
.
V.3.B. Module Pacemakerimplantatie en follow-up Modulecoördinatoren: • Dr Y.S. Tuininga • Dr M. Torn Duur van de module: 3 maanden Leerdoelen: 1. Ten aanzien van medisch handelen. De AIOS a. kent de indicaties voor het implanteren of vervangen van een pacemaker en is op de hoogte van de aan de procedure gerelateerde risico’s. De AIOS is in staat bij de individuele patiënt hieromtrent een afgewogen oordeel te vormen. b. is in staat om voorafgaande aan de procedure de risico’s te minimaliseren en gedurende de procedure eventuele complicaties op te vangen en te behandelen. c. heeft voldoende theoretische kennis van de anatomie en de fysiologie van het hart, en is op de hoogte van de diverse implantatietechnieken. d. heeft kennis van de verschillende beschikbare pacemakers en leads en is op basis hiervan in staat een juiste keuze te maken voor het type pacemaker en de leads. e. kan zelfstandig een pacemaker implanteren volgens diverse technieken, zoals het vrijprepareren van de v.cephalica en punctie van de v.subclavia. f. kan zelfstandig een pacemaker vervangen. g. is in staat tot (eenvoudige) controles van geïmplanteerde pacemakersystemen, zoals het meten van drempels en impedanties, en het uitlezen van diagnostische functies. Hierbij herkent en heeft de AIOS kennis van ‘’end-of-life’’, abnormale sensing, capture, upperrate/Wenckebach fenomenen, ‘’farfield sensing’’ en PVARP-instellingen. Tevens ontwikkelt hij/zij kennis van sensorinstellingen. 2. Ten aanzien van communicatie. De AIOS a. kan op begrijpelijke wijze de implantatieprocedure aan de patiënt uitleggen. b. geeft blijk van een adequate schriftelijke en mondelinge rapportage, zowel over het beloop van de implantatieprocedure, als over de controle van het pacemakersysteem. 3. Ten aanzien van samenwerking. De AIOS a. geeft blijk van het onderhouden van goede contacten met de vakgroepleden en het ondersteunend personeel die betrokken zijn bij de implantatieprocedure en het controleren van pacemakersystemen.
b. is in staat tot goede communicatie en het verschaffen van adequate instructies aan het ondersteunend personeel. c. heeft kennis van de bestaande lokale protocollen en voorschriften, inclusief die van het ondersteunend personeel. 4. Ten aanzien van kennis en wetenschap. De AIOS a. geeft blijk van een kritische beschouwing van medische informatie betreffende individuele patiënten met geleidingsstoornissen. b. geeft blijk van het verwerven van kennis omtrent nieuwe ontwikkelingen en discussies in de literatuur rondom pacemakerindicaties en implantatieprocedures. 5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen. De AIOS a. heeft kennis ten aanzien van wettelijke bepalingen met betrekking tot het implanteren van pacemakers. b. is op de hoogte van de kosten van de verschillende pacemakersystemen en de daarbij behorende leads. 6. Ten aanzien van organisatie. De AIOS a. leert de planning van implantatieprocedures te overzien en zo nodig doelmatig bij te sturen. 7. Ten aanzien van professionaliteit. De AIOS a. ontwikkelt inzicht in de grenzen van de eigen competentie en geeft blijk daarbinnen te handelen. b. toont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. Leertraject: • De AIOS leert zelfstandig pacemakers te implanteren en te vervangen. Dit proces vindt plaats onder supervisie van één van de twee modulecoördinatoren waarbij de AIOS afhankelijk van zijn/haar vaardigheden stapsgewijs meer zelfstandigheid krijgt. • Tenminste 1 dagdeel per week leert de AIOS zelfstandig eenvoudige technische controles te verrichten op de pacemakerpoli. • De AOIS verdiept zich tijdens de gehele module in de theoretische achtergronden van de pacemakertechnologie. Na zelfstudie wordt theoretische kennis op het niveau van het boek van Ellenbogen aan het begin van de stage bekend verondersteld. • De AIOS verzorgt onderwijs over een pacemaker gerelateerd onderwerp. Taken en verantwoordelijkheden van de AIOS: • Voorafgaande aan de implantatie dient de AIOS zich op de hoogte te stellen van de indicatie en de keuze van het type pacemaker en lead(s). Dit dient besproken te worden met de supervisor. • Voorafgaande aan de implantatie dient de AIOS zich op de hoogte te stellen van de INR en de premedicatie (1 uur voor de ingreep 5 mg diazepam p.o en 2 g kefzol i.v.). Bij pacemakervervangingen dient de AIOS zich op ook op de
• • • •
hoogte te stellen van het (eventuele) eigen ritme, de ligging van de pacemaker en de plaats van de leads. De AIOS leert het steriel opbouwen van de tafel, alvorens gestart wordt met het implanteren. De AIOS legt de implantatieprocedure en eventuele complicaties schriftelijk vast in het medisch dossier. Elke procedure wordt nabesproken met de supervisor en vervolgens vastgelegd in het portfolio. De AOIS verzorgt tijdens de module tenminste eenmaal een voordracht tijdens een onderwijssessie over een pacemaker-gerelateerd onderwerp.
Vaardigheden: A. Implantatie van een pacemaker: 1. Steriel afdekken van de patiënt. 2. Geven van locaal anesthesie middels lidocaine. 3. Vrijprepareren van de vena cephalica en/of punctie van de v.subclavia. 4. Plaatsen van de lead(s). 5. Kennis en interpretatie van het doormeten van de acute lead. 6. Fixeren van de lead(s) 7. Aansluiten van de PM box aan de leads en het plaatsen van het geheel in een subcutane pocket. 8. Sluiten van de wond. B. Technische controle en follow-up: 1. Standaard controlemetingen: drempelmeting, impedantiemeting, uitlezen van diagnostische functies. 2. Het herkennen van vaak voorkomende pacemakerproblemen, zoals end-oflife, abnormale sensing, capture, upperrate/Wenckebach fenomeen, farfield sensing, PVARP instelling. 3. Kennis van sensorinstellingen.
Wijze en moment van toetsing: • Aan het begin van de module vindt een introductiegesprek plaats met de modulecoördinator, halverwege wordt kort de voortgang geëvalueerd en aan het einde van de module vindt een eindbeoordeling plaats in aanwezigheid van de modulecoördinator en de (plv.) opleider. • Beoordeling van de implantatieprocedure aan de hand van een OSATS. • Beoordeling van de onderwijspresentaties aan de hand van een KPB. • Beoordeling van de indicatiestelling en pacemakercontroles aan de hand van een KPB. • Bespreking van de feedback van ondersteunend personeel en verpleging aangaande het functioneren van de AIOS in een voortgangs- en eindgesprek.
Literatuur: • Cardiac Pacing and ICDs. Kenneth A. Ellenbogen, Mark A. Wood. • Cardiac pacing, defibrillation and resynchronization. Hayes en Friedman. • Guidelines for cardiac pacing and cardiac resynchronization therapy. Eur Heart J 2007; 28:2256-2295.
V.4 Module Non-invasieve Cardiale Beeldvorming • • • •
Echocardiografie Nucleaire cardiologie Cardiale MRI Cardiale CT
Modulecoördinator • Dr W.R.P. Agema • Dr J. van Wijngaarden • Dr F.M.A.C. Martens Duur van de module: 3 maanden Leerdoelen: 1. Ten aanzien van medisch handelen. De AIOS a. heeft voldoende theoretische kennis van de anatomie en fysiologie van het hart om de noninvasieve beeldvormende onderzoeken, zoals echocardiografie, cardiale MRI, cardiale CT en nucleaire technieken, te kunnen interpreteren. b. heeft kennis omtrent de diagnostiek van hart- en vaatziekten met behulp van noninvasieve beeldvormende technieken. De AIOS kent de sterke en zwakke punten van deze technieken en weet deze op een juiste manier toe te passen en te integreren. c. leert zelfstandig echocardiografisch onderzoek te verrichten. d. leert zelfstandig noninvasieve beeldvormende onderzoeken te interpreteren en is in staat op basis van zijn/haar bevindingen een behandelplan op te stellen. e. leert de bevindingen bij noninavsieve beeldvormende onderzoeken te presenteren en op basis hiervan een behandelplan voor te stellen c.q. te beargumenteren. 2. Ten aanzien van communicatie. De AIOS a. dient de uitvoering en resultaten van noninvasieve beeldvormende technieken op een begrijpelijke wijze met de patient te communiceren. b. dient de aanvragen (indicatie) voor cardiale MRI/CT en nucleaire technieken op een adequate wijze te communiceren met radiologen en nucleair geneeskundigen. c. dient adequaat te rapporteren over het verloop en de bevindingen van de uitgevoerde beeldvormende technieken.
3. Ten aanzien van samenwerking. De AIOS a. dient blijk te geven van het onderhouden van goede contacten met het ondersteunend personeel, de vakgroepleden en de leden van andere vakgroepen die betrokken zijn bij de cardiale beeldvorming, zoals de radiologen en nucleair geneeskundigen. b. dient kennis te nemen van de bestaande lokale protocollen en voorschriften. 4. Ten aanzien van kennis en wetenschap. De AIOS a. dient blijk te geven van het kritische beschouwen van medische informatie betreffende individuele patiënten. b. dient blijk te geven van het verwerven van kennis omtrent nieuwe ontwikkelingen en discussies in de literatuur rondom noninvasieve cardiale beeldvormende technieken. 5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen. De AIOS a. dient kennis te verwerven ten aanzien van wettelijke bepalingen met betrekking tot het werken met straling (CT en nucleaire technieken). b. dient op de hoogte te zijn van de kosten-effectiviteit van de verschillende noninvasieve beeldvormende technieken. 6. Ten aanzien van organisatie. De AIOS a. leert inzicht te krijgen in het plannen van de diverse beeldvormend onderzoeken en leert zo nodig doelmatig bij te sturen. 7. Ten aanzien van professionaliteit. De AIOS a. dient inzicht te ontwikkelen in de grenzen van de eigen competentie en blijk geven daar binnen te handelen. b. toont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. Het leertraject: Echocardiografie • De AIOS is 2-3 dagen per week aanwezig op de echokamer. Gedurende de eerste weken verricht de AIOS echocardiografische onderzoeken samen met een van de echolaboranten. Per week wordt de progressie van de AIOS beoordeeld door de superviserend cardioloog in samenspraak met de laboranten. Als de AIOS in staat is een volledig onderzoek te verrichten mag hij/zij zelfstandig onderzoeken verrichten, die daarna direct op kwaliteit en volledigheid worden beoordeeld door een van de laboranten. • Alle door de AIOS verrichte onderzoeken worden aan het eind van de dag besproken met de superviserend cardioloog. • Eenmaal per week wordt samen met de laboranten en de superviserend cardioloog een interessante casus besproken. Nucleaire cardiologie • Eén dag in de week is de AIOS aanwezig op de afdeling nucleaire geneeskunde. Hij/zij is zowel betrokken bij het uitvoeren van het onderzoek, zoals het verrichten van fietstesten en het toedienen van de tracer, als bij het uitwerken en beoordelen van de nucleaire scans. Cardiale MRI en CT
Eén dag in de week is de AIOS aanwezig op de afdeling radiologie bij het maken, uitwerken en beoordelen van cardiale MRI en CT-scans. Onderwijs/besprekingen • Eenmaal per week geeft de AIOS onderwijs over beeldvormende technieken. Dit onderwijs kan zowel een leerzame casus betreffen, als de theoretische achtergrond van de echocardiografie of één van de andere noninvasieve beeldvormende technieken. • Eenmaal per 2 weken is er een gezamenlijke bespreking met de afdeling radiologie over cardiale MRI en CT. •
De taken en verantwoordelijkheden van de AIOS: Echocardiografie • De AIOS verricht in eerste instantie samen met en later onder supervisie van de laboranten transthoracale echocardiografische onderzoeken conform de DZ-protocollen. • Eventueel wordt ook gestart met het uitvoeren van transoesophageaal onderzoek. • De supervisor bepaalt het moment waarop de AIOS zelfstandig onderzoeken mag uitvoeren die door de laborant gesuperviseerd worden. • De AIOS maakt een voorlopig verslag van alle door hem/haar uitgevoerde echocardiografische onderzoeken. • De AIOS bespreekt alle door hem/haar gemaakte echocardiografische onderzoeken met de superviserend cardioloog die dan vervolgens door de superviserend cardioloog geautoriseerd worden. • Eenmaal per week bespreekt de AIOS een interessante casus of de theoretische achtergrond van het echocardiografisch onderzoek. Nucleaire cardiologie • De AIOS verricht de inspanningstesten op de afdeling nucleaire geneeskunde. • De AIOS bewerkt en analyseert de scintigrafische onderzoeken samen met de nucleair geneeskundige (J. Manders, F. Celik). • De AIOS bespreekt eenmaal per week een selectie van de nucleair cardiologische onderzoeken in het multidisciplinair overleg waarbij ook de superviserend cardioloog aanwezig is. Cardiale MRI/CT • De AIOS is op woensdag aanwezig bij de cardiale MRI en CT onderzoeken. • Indien noodzakelijk kan de AIOS gevraagd worden extra medicatie toe te dienen, bijvoorbeeld selokeen i.v. bij CTA. • De AIOS analyseert en beoordeelt de onderzoeken samen met de AIOS radiologie en de radioloog (K. Koster, S. de Bie, R. Jaspers). • Op woensdag worden alle MRI en CT onderzoeken besproken in het multidisciplinair overleg waarbij ook de superviserend cardioloog aanwezig is. • Eenmaal per 2 weken is er een gezamenlijke bespreking cardiologie/radiologie. In overleg met de superviserend cardioloog selecteert
en presenteert de AIOS cardiologie de te bespreken casus. De AIOS radiologie presenteert de scans. Onderwijs • De AIOS verzorgt eenmaal per week het onderwijs non-invasieve beeldvormende technieken volgens het daarvoor op gestelde rooster.
Vaardigheden: Kwantitatief aspect echocardiografie± • Basisblok (3 jaar): 250 TTE’s ; 40 TEE’s • Differentiatie tot algemeen cardioloog: 100 TTE’s en 20 TEE’s extra De algemeen klinisch cardioloog dient aan het eind van de opleiding bekwaamheidsniveau 2b te hebben t.a.v. medisch handelen (met uitzondering van congenitale hartafwijkingen). Vaardigheden MRI Gebaseerd op Task Force 12: Training in advanced cardiovascular imaging (cardiovascular magnetic resonance [CMR]). Pohost ea, J Am Coll Cardiol 2008;51(3):404-408. Kwalitatief en kwantitatief aspect • Basis blok ( 3 jaar): 50 verrichtingen en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts. Doel: als cardioloog zinnig kunnen verwijzen voor CMR • Differentiatie tot algemeen cardioloog: 50 extra verrichtingen en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, waarvan minimaal 40 eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen. Doel: CMR studies zelfstandig kunnen interpreteren en verslaan De algemeen klinisch cardioloog dient aan het eind van zijn opleiding bekwaamheidsniveau 2A te hebben t.a.v. medisch handelen Toetsing van vaardigheid: KPB en portfolio Vaardigheden CT Gebaseerd op Task Force 13: Training in advanced cardiac imaging (computed tomography). Budoff M et al. J Am Coll Cardiol 2008;51:409-14. Kwalitatief en kwantitatief aspect: • Basis blok ( 3 jaar): 50 MSCT angiografie verrichtingen, reconstructies en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts. Doel: als cardioloog zinnig kunnen verwijzen voor MSCT angiografie. • Differentiatie tot algemeen cardioloog: 50 extra MSCT angiografie verrichtingen, reconstructies en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, waarvan minimaal 40 eerst zelfstandig worden gereconstrueerd, geïnterpreteerd en verslagen. Indien beschikbaar relatie
MSCT met invasieve angiografie evalueren. Doel: MSCT angiografie studies zelfstandig kunnen reconstrueren, interpreteren en verslaan. De algemeen klinisch cardioloog dient aan het eind van zijn opleiding bekwaamheidsniveau 2A te hebben t.a.v. medisch handelen. Toetsing van vaardigheid: KPB en portfolio Vaardigheden Cardiale Nucleaire Beeldvorming Gebaseerd op Task Force 5: Training in nuclear cardiology. Cerqueira M et al. J Am Coll Cardiol 2008;51:368-74. Kwalitatief en kwantitatief aspect • Basis blok ( 3 jaar): minimaal 30 verrichtingen en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts • Differentiatie tot algemeen cardioloog: minimaal 30 verrichtingen en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, waarvan 20 eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen De algemeen klinisch cardioloog dient aan het eind van zijn opleiding bekwaamheidsniveau 2B te hebben t.a.v. medisch handelen Toetsing van vaardigheid: KPB en portfolio.
Wijze en moment van toetsing: • Aan het begin van de module vindt een introductiegesprek plaats met de modulecoördinator, halverwege wordt kort de voortgang geëvalueerd en aan het einde van de module vindt een eindbeoordeling plaats in aanwezigheid van de modulecoördinator en de (plv.) opleider. • Beoordeling van de onderwijspresentaties aan de hand van een KPB. • Bespreking van de feedback van ondersteunend personeel en verpleging aangaande het functioneren van de AIOS in een voortgangs- en eindgesprek.
Echocardiografische evaluatie van een hemodynamisch instabiele patient OSATS TTE en TEE bij patient met mitralisklepinsufficientie
KPB
Beoordeling LV-functie (MRI)
KPB
Calciumscore (CT)
KPB
Coronaire anatomie (CT)
KPB
LV-functie en perfusie (nucleair)
OSCE
Viability (nucleair)
KPB
Leermiddelen/literatuur. Literatuur echocardiografie: 1) The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. Hoofdstuk 2. 2006 ISBN -13:978-1-4051-2695-3 2) Echocardiografie naslagwerk (Feigenbaum/Otto/Hamer) 3) Websites: ACC guidelines www.acc.org/qualityandscience/clinical/guidelines/echo/ Literatuur MRI: 1) The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. Hoofdstuk 3. 2006 ISBN - 13:978-1-4051-2695-3 2) Pennell et al. Clinical indications for CMR: consensus panel report. Eur Heart J 2004;25:1940-1965 3) Leerboek Cardiologie, eds vd Wall, vd Werf, Zijlstra, 2007. Hoofdstuk 15, ISBN9789031348299 4) Websites: www.mrisafety.com , en www.scmr.org (CMR Atlas) Literatuur Cardiale CT 1) The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. 2006 ISBN -13:978-1-4051-2695-3 2) ESC guidelines: www.escardio.org/knowledge/guidelines 3) Leerboek Cardiologie. Van der Wall, van der Werf, Zijlstra, 2007 ISBN9789031348299. 4) Cardiovascular imaging. A handbook for clinical practice. Bax, Kramer, Marwick, Wijns. 2005. ISBN -10:1-4051-3131-4. 5) ETP course ESC nuclear cardiology and CT: http://www.escardio.org/congresses/courses/EducationalProgramme/060603NuclearCardiology 6) CVOI imaging course: http://www.cvoi.org/ Literatuur Cardiale Nucleaire Beeldvorming: 1) The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. Hoofdstuk 5. 2006 ISBN 13:978-1-4051-2695-3 2) Cardiovascular imaging. A handbook for clinical practice. Bax, Kramer, Marwick, Wijns. 2005. ISBN -10:1 4051-3131-4. 3) Clinical nuclear cardiology. State of the art and future directions. 3rd edition. Zaret, Beller. 2005. ISBN 0 323-02494-7. 4) Brindis RG et al. ACCF/ASNC appropriateness criteria for single-photon emission computed tomography myocardial perfusion imaging (SPECT MPI). J Am Coll Cardiol 2005;18:46(8):1587-1605. 5) ETP course ESC nuclear cardiology and CT: http://www.escardio.org/congresses/courses/EducationalProgramme/060603NuclearCardiology 7) CVOI imaging course: http://www.cvoi.org/
V.5 Aandachtsjaar Algemene Cardiologie Modulecoordinator: J. van Wijngaarden Duur van de module: 4 maanden. Leerdoelen: In het laatste jaar van de opleiding cardiologie wordt gekozen voor één van de 6 aandachtsgebieden. Het Deventer Ziekenhuis verzorgt in samenwerking met het Medisch Spectrum Twente een deel (4 maanden) van het aandachtsjaar ´algemene cardiologie´. Dit deel is vooral gericht op het ontwikkelen van een aantal specifieke vaardigheden (competenties) die de AIOS moet bezitten om zijn toekomstige rol van ´algemeen´ cardioloog in een perifeer ziekenhuis te kunnen vervullen. Het accent ligt hierbij op het aansturen van een cardiologische afdeling. Verder kent en beheerst de 6e jaars AIOS de competenties, zoals beschreven voor de basismodules, maar leert nu te handelen zonder supervisie en leert te onderwijzen. Het grote verschil tussen dit aandachtsjaar en de basismodules is dus het te bereiken bekwaamheidsniveau. Tenslotte dienen in dit jaar ook nog een aantal extra verrichtingen gedaan te worden op het gebied van beeldvorming en hartcatheterisatie (zie opleidingsplan cardiologie). 1. Ten aanzien van medisch handelen. De AIOS • assisteert en superviseert de A(N)IOS cardiologie op de afdeling en tijdens de dienst (achterwacht) bij het (doelmatig) aanvragen van diagnostisch onderzoek en het opstellen van een behandelplan. • leert de co-assistent op een adequate wijze anamnese en lichamelijk onderzoek uit te voeren en een behandelplan op te stellen. • doet de consulten en poli onder (zeer) beperkte supervisie. 2. Ten aanzien van communicatie: • De AIOS toont respect voor alle bij de medische behandeling betrokken partijen, zoals de patient en zijn familie, de verpleging, de A(N)IOS en eventuele medebehandelaars. • De AIOS is in staat om het voorgestelde beleid op begrijpelijke wijze te communiceren met alle betrokken partijen. De AIOS is in staat om de betrokken partijen ieder op hun niveau aan te spreken. • De AIOS controleert de verslaglegging, zoals de medische status en de ontslagbrieven, en rapporteert hierover aan de A(N)IOS cardiologie op de afdeling. • De AIOS is in staat adequate instructies te geven aan het ondersteunend personeel, zoals de verpleging, het secretariaat en het paramedisch personeel. • De AIOS draagt zorg voor een goede communicatie met de huisarts. 3. Ten aanzien van samenwerking: • De AIOS onderhoudt goede contacten met alle vakgroepleden en het ondersteunend personeel.
• •
De AIOS zorgt samen met de verpleging voor een efficiente visite. De AIOS heeft kennis van de bestaande lokale protocollen en voorschriften.
4. Ten aanzien van kennis en wetenschap: • De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van medische informatie betreffende individuele patiënten. • De AIOS is op de hoogte van de discussiepunten rondom ziektebeelden en geeft blijk op de hoogte te zijn van nieuwe ontwikkelingen. 5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen: • De AIOS dient kennis te verwerven ten aanzien van wettelijke bepalingen met betrekking tot de patientenzorg. • De AIOS dient zich op de hoogte stellen van de kosten van de verschillende diagnostische onderzoekstechnieken en behandelingen. 6. Ten aanzien van organisatie: • De AIOS overziet het patientenaanbod en –bestand en kan zo nodig bijsturen. • De AIOS komt afspraken met de patient, verpleging en AIOS (visite) na en is op tijd. • De AIOS roept op tijd de hulp van de supervisor indien hij/zij geconfronteerd wordt met organisatorische problemen die hij/zij niet in staat is zelf op te lossen. 7. Ten aanzien van professionaliteit: • De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en geeft blijk daar binnen te handelen. Wanneer de grenzen van de eigen competentie overschreden (dreigen te) worden dient tijdig de hulp van de supervisor ingeroepen te worden. • De AIOS toont adequaat professioneel gedrag en is in staat tot zelfreflectie. Leertraject: • De eerste 2 maanden van de module vinden plaats op de verpleegafdeling. • De laatste 2 maanden maanden van de module vinden plaats op de hartbewaking/EHH. • Tijdens de eerste 2 maanden worden de consulten op de andere verpleegafdelingen verricht. Tijdens de laatste 2 maanden worden de consulten op de SEH en IC verricht. • Gedurende de hele periode van 4 maanden worden 1-2 dagdelen besteed aan poli. • Het doen van extra beeldvorming. Taken en verantwoordelijkheden van de AIOS • Visite lopen en superviseren van de A(N)IOS cardiologie, zowel op de afdeling, als de hartbewaking/EHH. • Superviseren en controleren van de medische verslaglegging (medische status en brieven). • Tezamen met de verpleging en de A(N)IOS zorg dragen voor een efficiente visite en doorstroming op de afdeling.
• • • • • •
Tijdig inroepen van de hulp van de supervisor indien de grenzen van de eigen competentie overschreden (dreigen te) worden. Het zelfstandig uitvoeren en afhandelen van consulten. Het zelfstandig doen en afhandelen van de poli. Het doen van achterwacht tijdens de diensten met de supervisor als back-up voor problemen, vragen etc. Het geven van onderwijs aan verpleging en A(N)IOS. Indien het opleidingsschema van de andere A(N)IOS dat toelaat, kunnen bij eigen patienten echo´s gemaakt worden en kunnen eigen patiènten gecatheteriseerd worden.
Toetsing en beoordeling • Aan het begin van de stage vindt er een introductiegesprek plaats waarbij de leerdoelen besproken worden, na 2 maanden is er een tussentijdse evaluatie en na 4 maanden vindt het eindgesprek plaats met een eindbeoordeling. • Een 360° beoordeling door het onderteunend personeel is een belangrijk onderdeel van deze module. • De supervisor komt aan het einde van elke dag langs om eventuele problemen op de afdeling en tijdens de consulten te bespreken (tezamen met de ANIOS). • Tweemaal per week is de supervisor aanwezig bij de grote visite. • Er wordt eenmaal per twee weken onderwijs gegeven. • Na een dienst (achterwacht) is men voorzitter op het ochtendrapport. Er zullen tijdens deze periode tenminste 4 KPB´s afgenomen worden, te weten tijdens de visite (2x), na het onderwijs en na het ochtendrapport.