Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Kindergeneeskunde. St. Antonius Ziekenhuis

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Kindergeneeskunde St. Antonius Ziekenhuis

Lokaal Opleidingsplan Medische vervolgopleiding Kindergeneeskunde St. Antonius Ziekenhuis

DOCUMENTBEHEER Voor de samenstelling van dit Lokaal Opleidingsplan Kindergeneeskunde is gebruik gemaakt van:  Het nationale opleidingsplan Goed II, versie okt 2010, van de NVK.  et regionaal opleidingsplan kindergeneeskunde cluster Utrecht, versie 2011.  Het regionaal opleidingsplan kindergeneeskunde Meander Medisch Centrum, versie nov. 2011.  Opleidingsdocumenten van de Opleiding van het St. Antonius Ziekenhuis.

Auteurs auteur 1 auteur 2 auteur 3 Auteur 4 Versie 1.0 2.0

Dr. Walter A.F. Balemans, kinderarts-pulmonoloog, Opleider Drs. Frans J. Klomp, onderwijskundige, St. Antonius Academie Drs. Ingrid M.A. Lukkassen, kinderarts, Waarnemend opleider Drs. M. Zijlstra, AIOS kindergeneeskunde Datum 24 febr 2011 Dec 2013

Beheer Inhoudelijk beheer Digitaal beheer

St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, December 2013

Wijzigingen Bijlagen update; Fig III update; stages nader uitgewerkt in III; Fig IV.1 update Nieuw document in bijlage 5B: ‘KBS aftekenen’

Dr. Walter A.F. Balemans I. Verbaan, management assistent Medische Opleidingen St. Antonius Academie

Versie 2.0

2


INHOUDSOPGAVE I

Inleiding

4

II

Taken en verantwoordelijkheden

6

III

Structuur opleiding en stages in het St. Antonius Ziekenhuis

8

IV

Verdeling thema’s over de stages

13

V

Begeleiding en toetsing

14

VI

Onderwijs en cursus

17

VII

Kwaliteitsbeleid opleiding

19

BIJLAGEN

20-42

1. Begrippenlijst

20

2. Introductie kindergeneeskunde afdeling

22

3. Planning Introductie-Onderwijsprogramma Arts-assistenten

27

4. Algemeen dagen weekschema kindergeneeskunde

29

5. A. Verdeling KBS-en over afdelingen uit ROP

30

B. Aftekenen KBS

31

6. Mentoraat

35

7. Themakaart XIV, CanMeds competenties

36

8. Besprekingen en overleggen kinderafdeling

37

9. Onderwerpen jaarlijkse onderwijscyclus

40

10. Verplichte en facultatieve cursus

41

11. Cursorisch onderwijs: onderwijs- en cursusplan cluster Utrecht

42


Versie 2.0

3


I.

Inleiding

Het St. Antonius Ziekenhuis is een topklinisch opleidingsziekenhuis gevestigd in Nieuwegein en Utrecht en lid van de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Bovendien vormt zij samen met 5 andere topklinische opleidingsziekenhuizen een samenwerking op het gebied van kwaliteit van zorg, veiligheid en gastvrijheid binnen Santeon. De klinische afdeling kindergeneeskunde van het St. Antonius ziekenhuis bevindt zich op locatie Nieuwegein. Sinds 1997 heeft het St. Antonius Ziekenhuis MSRC 1 erkenning voor de opleiding Kindergeneeskunde binnen het OOR Utrecht. Het cluster bestaat uit: Ziekenhuis UMCU – Wilhemina KZH St. Antonius ziekenhuis Gelderse Vallei Gelre Ziekenhuizen Meander Medisch Centrum

Plaats Utrecht Nieuwegein / Utrecht Ede Apeldoorn Amersfoort

Opleider Dr. J. Frenkel Dr. W. Balemans Dr. G. van Enk Dr. B. van Maldegem Dr. P. Hogeman

Het St. Antonius Ziekenhuis verzorgt het algemene deel van de opleiding tot kinderarts, voor de duur van 1-3 jaar, doorgaans 1.5 jaar, van de totale opleidingsduur van 5 jaar. In 2010 is het landelijke opleidingsplan voor de kindergeneeskunde, “Generieke Onderwijs en Evaluatie Doelen”* 2 (GOED) herzien, de basis voor de opleiding Kindergeneeskunde in Nederland. Dit raamplan moet op detailniveau binnen de clusters worden vertaald naar een regionaal opleidingsplan voor de individuele Opleidings- en Onderwijs Regio’s (OOR’s) en vandaar uit weer naar lokale opleidingsplannen. Volgens het regionaal opleidingsplan dienen onder andere de volgende zaken te zijn vastgelegd:     

indeling van de stages verdelen van thema’s over stages lokaal cursorisch onderwijs docent professionalisering portfolio beleid

In het regionaal opleidingsplan van dit cluster zijn de kaders voor de opleiding vastgelegd. In dit document wordt een aantal punten van het landelijk en het regionaal opleidingsplan nader gespecificeerd voor het opleidingsdeel binnen het St. Antonius Ziekenhuis. Met behulp van het regionale en het lokale plan kan de individuele AIOS zijn of haar Persoonlijke Opleidings Plan (POP) samenstellen. Regionaal Opleidingsplan OOR Utrecht Landelijk Opleidingsplan GOED II

1 2

Lokaal Opleidingsplan St. Antonius ZH

Individueel Opleidingsplan (POP van AIOS)

Vanaf 1 januari 2013 RGS: Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten. Goed II, oktober 2010; Stuurgroep Herziening Opleiding Kindergeneeskunde


Versie 2.0

4


Het lokale opleidingsplan van de Opleiding Kindergeneeskunde heeft een drieledige functie: 1. Vastleggen van de inhoud en structuur In het plan worden de verschillende opleidingsonderdelen, zoals de te verwerven competenties, klinische settings en stages, thema’s en toetsen, in hun onderlinge samenhang beschreven. 2. Communicatie Het opleidingsplan is een hulpmiddel bij de communicatie tussen de opleiders, de AIOS en het beroepenveld over wat er, hoe en wanneer wordt geleerd. 3. Legitimatie Het lokale opleidingsplan wordt bij interne – en externe visitaties ingezet, om inzicht te geven in de inhoud en structuur van de opleiding. In het lokale opleidingsplan is alleen specifieke informatie opgenomen, die van toepassing is op de opleidingssituatie van het St. Antonius Ziekenhuis. Op deze wijze heeft het plan de functie van ‘onderlegger’ van het regionale en landelijke opleidingsplan gekregen. De kern van dit lokale plan bestaat uit een stageschema, waarin op één pagina de inhoud en de structuur van de opleiding wordt gepresenteerd (fig III.1), en uit een beschrijving van alle klinische settings en stages waarbinnen gewerkt en geleerd wordt (hoofdstuk III en fig IV.1 en IV.2) Dr. Walter A.F. Balemans, kinderarts-pulmonoloog, opleider Drs. Ingrid M.A. Lukkassen, kinderarts, plaatsvervangend opleider Drs. Marieke Zijlstra, AIOS kindergeneeskunde


Versie 2.0

5


II.

Taken en verantwoordelijkheden

De kinderartsen van het St. Antonius Ziekenhuis vormen gezamenlijk de opleidingsgroep. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de opleiding conform het lokaal opleidingsplan. Een aantal kinderartsen is nadrukkelijk betrokken bij de supervisie op afdelingen en polikliniek. Alle kinderartsen hebben een superviserende rol in de diensten. Alle kinderartsen zijn betrokken in het mentorsysteem (zie Bijlage 6). Alle kinderartsen hebben enige vorm van scholing gehad in didactische vaardigheden (“teach the teacher”) De groep heeft een totale formatie van12.4 fte (pijldatum maart 2013)

Fig II.1

Opleidingsgroep

Naam

Functie

Dhr. Dr. W. Balemans Mevr. Drs. M. ten Berge - Kuipers Mevr. Drs. H. Blokland - Loggers Mevr. Drs. M. van Dongen – van Baal Mevr. Drs. D. Fandri Mevr. Drs. J. ten Haaf Mevr. Dr. J. Heidema

kinderarts - pulmonoloog kinderarts kinderarts kinderarts - neonatoloog kinderarts kinderarts kinderarts - infectioloog

Mevr. Drs.J. van Hillegersberg - Schilder Mevr. Drs.G. Hoorweg – Nijman

kinderarts - neonatoloog kinderarts endocrinoloog kinderarts

Mevr. Drs. I. Lukkassen Mevr. Drs.E. Post Dhr. Dr. J. Schipper Dhr. Drs. T. Veen Mevr. Dr. A. Vlieger Mevr. Dr. M. van der Vorst Mevr. Drs. H. van Wieringen

kinderarts kinderarts kinderarts kinderarts kinderarts - farmacoloog kinderarts - erfelijke en aangeboren aandoeningen

Taak Opleider, vakgroepbestuur Lid vakgroepbestuur Coördinator opleiding HAIO Coördinatie afd.neonatologie Coördinatie dagbehandeling Coördinatie co-assistenten Coördinatie afd.grote kinderen en coördinatie co-assistenten Coördinatie afd.neonatologie Waarnemend Opleider en coördinatie afd.grote kinderen Coördinatie SEH Utrecht Coördinatie wetenschap Coördinatie polikliniek en wetenschap Voorzitter vakgroepbestuur

De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: 1. De leden van de opleidingsgroep zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor: a) Opleidingsklimaat op de afdelingen b) Begeleiding van de AIOS en monitoring van het functioneren. c) Tussentijds informeren van de opleider over de voortgang d) Faciliteren van het deelnemen van de AIOS aan de verplichte cursus (zie bijlage11), het cursorisch onderwijs en de verplichte opleidingsmomenten binnen het ziekenhuis e) Ontwikkelen, uitvoeren en monitoren van de algemene stages op afdeling grote kinderen, neonatologie en polikliniek f) Deelname aan het mentorsysteem g) Participatie in docentprofessionalisering h) Deelname als toehoorder en/of docent van onderwijsactiviteiten lokale onderwijsprogramma i) Begeleiden wetenschappelijke activiteiten


Versie 2.0

6


2. De (waarnemend) opleider is, naast de taken zoals in het kaderbesluit besproken, (eind)verantwoordelijk voor de volgende taken, die onderling zijn verdeeld tussen de opleider en de waarnemend opleider a) Opleidingsklimaat binnen de afdeling en het ziekenhuis b) Regulier overleg met de AIOS en de ANIOS in de zogenaamde opleidingsvergadering (overleg tussen AIOS/ANIOS en kinderartsen) c) Informeren van de opleidingsgroep over de voortgang van individuele AIOS en ANIOS d) Indeling van stages van de AIOS e) Onderwijsrooster f) Deelname aan opleidingsvergaderingen in COC-, ASSOC, OKAZ-verband g) Deelname aan selectieprocedure van AIOS 3. De AIOS zijn verantwoordelijk voor a) Participeren aan de verplichte cursus, het cursorisch onderwijs en de verplichte opleidingsmomenten binnen en buiten het ziekenhuis b) Voorbereiden en participeren in de opleidingsvergadering c) Maken van een dienstlijst met de ANIOS d) Coördinatie co-assistentenonderwijs e) Begeleiden co-assistenten op de afdeling


Versie 2.0

7


III.

Structuur opleiding en stages in het St. Antonius Ziekenhuis

Fig III.1

Inhoud en structuur opleiding Kindergeneeskunde St. Antonius Ziekenhuis op hoofdlijnen in onderstaand opleidingsschema Opleidingsjaar 0 – 1,5 Kindergeneeskunde St. Antonius Ziekenhuis

     



 

Klinische setting Afdeling Grote Kinderen, totaal 6 mnd Afdeling Neonatologie/Post IC Neo, totaal 6 mnd Polikliniek, 6 mnd Dienstblokken (± 1x per 3 mnd) Cursorisch onderwijs Landelijk verplichte cursus kindergeneeskunde (volgorde i.o.m. opleider) (Bijlage 10) landelijk themaweekend met alle AIOS per jaargang (4x) (Bijlage 10) Regionaal cursorische onderwijsdagen met alle AIOS cluster Utrecht (5x/j) (Bijlage 10) refereeravond kindergeneeskunde UMC (5x/j) gemeenschappelijke refereeravond perifere OOR klinieken (Ede, Apeldoorn, Amersfoort, Nieuwegein) Lokaal: -discipline overstijgend onderwijs alle AIOS St. Antonius Ziekenhuis (10x/j) -wekelijks lokaal onderwijs kindergeneeskunde jaarcyclus (Bijlage 9) -wekelijkse onderwijsmomenten afd. kindergeneeskunde (bedsite teaching, NLS, APLS, journal club, EBM, co-assistenten referaat) -vaste klinische besprekingen (radiologie, perinatologie, medische microbiologie, grote visite, kindermishandeling, kinderurologie, complicatie, farmacologie, post IC/Neonatologie) Leerinhoud 7 CanMed competenties 13 thema’s Kindergeneeskunde (genummerd I t/m XIII), accent op de thema’s: o o o o o o o o



immunologie / bewegingsapparaat en chirurgie (II) psychosociale problematiek (III) endocrinologie en metabole ziekten (V) gastro-enterologie en voeding (VI) infectiezieken (IX) neonatologie/perinatologie (X) urologie/nefrologie (XI) pulmonologie (XII)

Themakaart XIV, met betrekking tot praktijkvoering, management en professionaliteit (Bijlage 7)

Formatief:  5 x voortgangsgesprek  >15 x KPB  6x KBS (aftekenen themakaarten, bijlage 5A en 5B)  3 x CAT / referaat  6 x Statuscontrole  3x praktijkvoering, management en professionaliteit (themakaart XIV)  1x 360º beoordeling  continue zelfreflectie (POP)


Toetsen Summatief:  2 x kennistoets (landelijk)  geschiktheidsbeoordeling (na 1 jaar)  eindbeoordeling (na 1.5 jaar)

Versie 2.0

8


De doorgaans 1.5 jaar durende opleiding in het St. Antonius Ziekenhuis is meestal de start van de 5 jarige opleiding kindergeneeskunde. Hier kan van worden afgeweken in individuele gevallen. De stages die de AIOS in het St. Antonius Ziekenhuis doorloopt zijn vooral gericht op het creëren van een goede algemene kindergeneeskundige basis. De volgorde van de stages staat niet vast en wordt afhankelijk van eerdere werkervaring, het niveau van de AIOS en beschikbaarheid van plaats op de afdeling vastgesteld. Soms wordt een stage opgesplitst in 2 x 3 maanden, de polikliniekstage is bij voorkeur onafgebroken gedurende tenminste 6 maanden. De opleider maakt bij aanvang van de opleiding in samenspraak met de AIOS een stageschema, dit wordt vastgelegd in het elektronisch Portfolio. De werkzaamheden en logistiek op de verschillende afdelingen worden verder beschreven in de introductieklapper voor arts-assistenten. Ook de dagen weekindeling staat hierin uitgewerkt (zie bijlage 4). In de eerste maand heeft iedere arts-assistent de verplichte introductie van de St. Antonius Academie (2 daags programma) en een 3 daagse cursus acute geneeskunde en BLS (zie bijlage 3). Aan dit programma gaat een algemene ziekenhuisintroductie van één dag vooraf. Tevens heeft de afdeling kindergeneeskunde een eigen inwerkprogramma dat gedurende de eerste weken wordt ingeroosterd. De AIOS maakt op die manier kennis met alle subafdelingen van de kindergeneeskunde. In de introductieklapper wordt beschreven welke onderdelen in de eerste weken aan bod moeten komen (zie bijlage 2). Het opleiden vindt vervolgens met name op de werkplek plaats tijdens de patiëntenzorg. De AIOS neemt tijdens de stages deel aan de relevante opleidingsmomenten. Tijdens deze opleidingsactiviteiten komen verschillende taken aan de orde die door een supervisor beoordeeld kunnen worden. Met behulp van een feedbackinstrument wordt overzichtelijk de ontwikkeling van de AIOS gevolgd. Toetsinstrumenten zijn dagelijkse feedback (niet geformaliseerd in formulieren), Korte Praktijk Beoordelingen (KPB’s) en 360 graden feedback. Voor de ontwikkeling van kennis en wetenschap wordt o.a. gebruik gemaakt van referaten en CAT. Er wordt gebruik gemaakt van 13 inhoudelijke themakaarten, waarvan er 6 in het algemeen ziekenhuis worden afgetekend (zie bijlage 5B), en themakaart XIV. m.b.t. professioneel gedrag uit het landelijk opleidingsplan. (zie Bijlage 7)

De AIOS doen de volgende 3 stages: Afdeling grote kinderen (G2) Setting Stageduur 6 maanden of 2 x 3 maanden. Afdeling grote kinderen heeft 25 bedden. Zowel pediatrische kinderen als kinderen in medebehandeling van andere (veelal chirurgische) specialisten vallen onder de verantwoordelijkheid van de AIOS. Begeleiding vindt plaats onder directe supervisie van de kinderarts. Er wordt een stagebegeleider aangewezen door de opleider. Thema’s Tijdens deze stage komen m.n. de thema’s Psychosociale problematiek (III), Endocrinologie, m.n. diabetes mellitus (V), Gastro-enterologie en voeding (VI), Infectieziekten (IX), Nefrologie/urologie (XI) en Pulmonologie (XII) aan bod.


Versie 2.0

9


Leerdoelen Aan het begin van de stage bespreekt de AIOS met de opleider eigen specifieke leerdoelen door. Deze leerdoelen zijn gericht op de thema’s en kenmerkende beroepssituaties (KBS) die tijdens deze stage op de afdeling pediatrie aan bod komen, maar kunnen ook algemene competenties betreffen. Leermiddelen De medische zorg voor zieke kinderen wordt door de AIOS zelfstandig vormgegeven. De AIOS neemt tijdens deze stage uitgebreid kennis van de gestandaardiseerde aanpak van veel voorkomende problemen (zoals bijv. koorts eci, urineweginfectie, sepsis, bronchiolitis, dehydratie, pneumonie, astma en medebehandeling van chirurgische kinderen voor pijnstilling, vocht- en voedingsbeleid), dit alles onder supervisie van de kinderartsafdelingssupervisor. In deze stage komt niet alleen de medische inhoud over algemeen kindergeneeskundige zorg aan de orde, maar nadrukkelijk ook de competentiegebieden organisatie en management, communicatie en samenwerking. Toetsing vindt plaats door dagelijkse bespreking met de afdelingssupervisor over het medische beleid; KPB’s over oudergesprekken, afdelingsvisite, time management, ontslagbrieven en organisatie. De AIOS speelt een actieve rol in actualiseren en waar nodig ontwikkelen van protocollen. De AIOS bereidt wekelijks de grote visite voor, en bespreekt daar patiënten met complexe problematiek. De AIOS brengt kinderen in bij het wekelijkse afdelings MDO (multidisciplinair overleg met verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers, psychologen, fysiotherapeuten, diëtisten, logopedisten en maatschappelijk werk). De AIOS heeft tijdens deze stage ook een superviserende taak over de co-assistent. Toetsing Toetsing vindt plaats door dagelijkse bespreking van de medische problematiek met de afdelingssupervisor, KPB’s van overdracht, afdelingsvisite, oudergesprekken, onderzoek, verrichtingen, ontslagbrieven, patiëntpresentaties, CAT, planning, time management en organisatie. Statusvoering wordt beoordeeld, ook aan de hand van een KPB. Tijdens deze stage wordt één tot twee keer een CAT gedaan met voordracht. Na 6 weken vindt tussentijdse evaluatie plaats met de afdelingssupervisor over de voortgang en de leerdoelen. Na 3 maanden vindt een evaluatie plaats in het voortgangsgesprek met de opleider. Afdeling neonatologie / post IC Neo (G2zz) Setting Stageduur 6 maanden of 2x 3 maanden. Afdeling neonatologie met 20 ‘bedden’ (8-10 medium care en 10-12 high care), waar neonaten >31 weken zwangerschapsduur en >1000 gram geboortegewicht worden opgenomen en kinderen worden teruggeplaatst vanuit de NICU (post IC functie). Begeleiding vindt plaats onder directe supervisie van de kinderarts/neonatoloog. Er wordt een stagebegeleider aangewezen door de opleider. Thema’s Tijdens deze stage komt m.n. het thema Neonatologie/perinatologie (themakaart X) aan bod. Deze KBS wordt overigens pas na de NICU stage in de academische kliniek afgetekend.


Versie 2.0

10


Leerdoel Aan het begin van de stage bespreekt de AIOS met de opleider eigen specifieke leerdoelen. Deze leerdoelen zijn gericht op de thema’s en kenmerkende beroepssituaties (KBS) die tijdens deze stage op de afdeling neonatologie aan bod komen, maar kunnen ook algemene competenties betreffen. Leermiddel De medische zorg voor pasgeborenen wordt door de AIOS zelfstandig vormgegeven, dit alles onder supervisie van de kinderarts/neonatoloog. Met name algemene thema’s zoals bijvoorbeeld de icterische neonaat, hypoglycaemieën, voeding- en vochtbeleid, prematuriteit, dysmaturiteit, transitieproblematiek en neonatale infecties komen aan de orde. In deze stage komt niet alleen de medische inhoud over pasgeborenen zorg aan de orde, maar nadrukkelijk ook de competentiegebieden organisatie en management, communicatie en samenwerking. De AIOS speelt een actieve rol in actualiseren en waar nodig ontwikkelen van protocollen. De AIOS bereidt wekelijks de grote visite voor, en bespreekt daar patiënten met complexe problematiek. Tijdens de stage gaat de AIOS naar de wekelijkse perinatologie bespreking waarin met de gynaecologen en verloskundigen over op hand zijnde bevallingen van risico zwangerschappen wordt gesproken. De AIOS brengt kinderen in bij het wekelijkse afdelings MDO (multidisciplinair overleg met verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers, psychologen, fysiotherapeuten, diëtisten, logopedisten en maatschappelijk werk). De AIOS heeft tijdens deze stage ook een superviserende taak over de co-assistent. De AIOS doet 1 dagdeel spreekuur per week, in de middag, waarbij overwegend poliklinische controles worden gedaan van neonaten die recent zijn ontslagen. Dit is gericht op het leren van chronische problematiek na opname op een neonatologie afdeling. Toetsing Toetsing vindt plaats door dagelijkse bespreking van de medische problematiek met de afdelingssupervisor, KPB’s van overdracht, afdelingsvisite, oudergesprekken, onderzoek, verrichtingen, ontslagbrieven, patiëntpresentaties, CAT, planning, time management en organisatie. Statusvoering wordt beoordeeld, ook aan de hand van een KPB. Tijdens deze stage wordt een CAT gedaan met voordracht tijdens de perinatologie bespreking. Na 6 weken vindt tussentijdse evaluatie plaats met de afdelingssupervisor over de voortgang en de leerdoelen. Na 3 maanden vindt een evaluatie plaats in het voortgangsgesprek met de opleider. Polikliniek kindergeneeskunde Setting Stageduur 6 maanden (bij voorkeur aaneen gesloten). Tijdens deze stage voert de AIOS grotendeels zelfstandig poliklinische activiteiten uit op de polikliniek kindergeneeskunde, locatie Nieuwegein Begeleiding vindt plaats onder directe supervisie van de kinderarts. Er wordt een stagebegeleider aangewezen door de opleider. Thema’s Tijdens deze stage komen m.n. de thema’s Immunologie / bewegingsapparaat en chirurgie (II), Psychosociale problematiek (III), Gastro-enterologie en voeding (VI), Neurologie/ psychomotorische ontwikkeling (VII), Nefrologie/urologie (XI) en Pulmonologie (XII) aan bod.


Versie 2.0

11


Leerdoelen stage Aan het begin van de stage bespreekt de AIOS met de opleider eigen specifieke leerdoelen. Deze leerdoelen zijn gericht op de thema’s en kenmerkende beroepssituaties (KBS) die tijdens deze stage op de polikliniek aan bod komen, maar betreffen ook algemene competenties. Leermiddelen De AIOS wordt tijdens deze stage in staat gesteld om naast algemene poli’s deel te nemen aan deelspecialistische spreekuren. De AIOS (mits full time) heeft in ieder geval 4 dagdelen polikliniek en 2 dagdelen voor het voorbereiding en uitwerken van de spreekuren. Verder neemt de AIOS deel aan deelspecialistische poliklinieken, zoals mictiepoli, astmapoli, diabetespoli, obesitas poli, klinisch genetisch spreekuur en ontwikkelingsstoornissen, kinderneurologie, Down spreekuur en kinderendocrinologie. (zie ook figuur IV.1; De medische problematiek van de nieuw verwezen patiënten omvat de algemene kindergeneeskunde in brede zin; specifieke problematiek kan in overleg preferentieel aan het AIOS-spreekuur worden toegewezen. Elk poliklinisch spreekuur wordt voorbesproken met de supervisor. De overige dagdelen doet de AIOS kraamvisite, spoedpatiënten en participeert in deelspecialistische polikliniekspreekuren (zie figuur IV.1). Dit laatste is bedoeld om kennis te maken met deelgebieden in de kindergeneeskunde. Tijdens de polistage worden 2 dagdelen op het CB meegelopen en 2 dagdelen sociale pediatrie naar keuze (schoolarts, MKD, revalidatie, AMK, etc) Toetsing Toetsing vindt plaats tijdens voor- en nabespreking over medische beleid en door KPB’s over consultvoering (patiëntgebonden KPB), poliklinische brieven en time management. Statusvoering wordt gecontroleerd, ook aan de hand van een KPB. Tijdens deze stage wordt één keer een CAT gedaan met voordracht. Na 3 maanden vindt een evaluatie plaats in het voortgangsgesprek met de opleider.

Dienstblok Daarnaast heeft iedere AIOS ongeveer ieder kwartaal 1 dienstblok van 3 weken (weekendavond-nacht). De opleider draagt er zorg voor dat de AIOS niet meer dan 30% van de totale werkzaamheden per jaar in de dienst werkt. In de dienst is de AIOS verantwoordelijk voor SEH, acute kamer kinderafdeling, afdeling neonatologie, kraamafdeling en grote kinderen. Dit gebeurt onder directe supervisie van de dienstdoende kinderarts. Tijdens de dienst heeft de AIOS een vooruitgeschoven positie en zal afhankelijk van de individuele ervaring en duur van de opleiding meer verantwoordelijkheid dragen.


Versie 2.0

12


IV.

Verdeling thema’s over de stages

Uitgebreide uitwerking van de thema’s is terug te vinden in het regionale opleidingsplan en themakaarten van het nationaal opleidingsplan GOED. Een aantal thema’s zijn tijdens een stage hoofdthema (vet gedrukt) en worden evt. afgetekend d.m.v. een KBS (kenmerkende beroeps situatie). Een aantal hoofdthema’s komt tijdens meerdere stages in de opleiding terug en wordt uiteindelijk in de laatste stage definitief afgetekend. Verdeling van de KBSen over de stages in het St. Antonius Ziekenhuis is terug te vinden in fig IV.1 en IV.2. Voor de eisen van behalen en aftekenen KBSen in het St. Antonius Ziekenhuis zie bijlage 5B. Voor verdeling van de KBSen over het algemeen ziekenhuis en het academisch ziekenhuis, zie bijlage 5A. Neonatologie en perinatologie (themakaart X) wordt afgetekend tijdens de NICU-stage van de academische kliniek, maar wordt na de Neonatologie stage in het St. Antonius Ziekenhuis voorlopig afgetekend. Fig IV.1

Thema’s en Stages met opleidingsactiviteiten

Thema’s die nadrukkelijk aan bod komen

Opleidings Activiteiten

Toetsing

Thema (via KBS)

Ochtendoverdracht Afdelingvisite Grote visite Rontgenbespreking Voordracht rontgen Microbiologie bespreking Perinatologie bespreking MDO grote kinderen Instructie verrichtingen (infuus, LP, catheterisatie) Zelfreflectie met afdelingssupervisor of stagebegeleider

KPB: min. 5, w.o.: -overdracht -verrichtingen -visite -lich.onderzoek -gesprek/consult -slecht nieuws gesprek -brief -patiënt presentatie -planning-time managem. -sceanrio APLS

III - Psychosociale problematiek V - Endocrinologie VI - Gastro-enterologie en voeding 1 IX - Infectieziekten XI - Uro-nefrologie 1 XII - Pulmonologie

Afd. Neonatologie/post IC (G2zz), 6 mnd

Afd. grote kinderen (G2), 6 mnd

(hoofdthema’s vet gedrukt) I - Acute geneeskunde en IC II - Immunol/bewegingsapp/chirurgie III - Psychosociale problematiek IV - Cardiovasculair systeem V - Endocrinologie / metab. ziekten VI - Gastro-enterologie en voeding VII - Neurologie en psych.mot. ontw. IX - Infectieziekten XI - Nefrologie/urologie XII - Pulmonologie XIII - Huid/KNO/Oogheelkunde

CAT 1x in 6 mnd voordracht 1 x in radiologie overleg Statuscontrole Evaluatie 3 mnd Eindbeoordeling 6mnd

I - Acute Geneeskunde en IC III - Psychosociale problematiek IV - Cardiovasculair systeem V - Endocrinologie en metab. ziekten IX - Infectieziekten X - Neonatologie/perinatologie XII - Pulmonologie


Ochtendoverdracht Afdelingvisite Grote visite 1 dagdeel follow-up poli Röntgenbespreking Microbiologie bespreking Perinatologie bespreking Voordracht perinatologie MDO neonatologie Instructie verrichtingen (infuus, navellijn,LP, catheterisatie, evt.echo cerebrum, opvang neonaat, opvang bij sectio caesaria)

KPB: min. 5, w.o.: -overdracht -verrichtingen -visite -lich.onderzoek -gesprek/consult -slecht nieuws gesprek -brief -patiënt presentatie -planning-time managem. -scenario NLS

Zelfreflexie met afdelings-supervisor of stagebegeleider

Statuscontrole Evaluatie 3 mnd Eindbeoordeling 6mnd

X - Neonatologie / perinatologie

CAT 1x in 6 mnd voordracht, 1x in perinatol.overleg

Versie 2.0

13

Dienstblokken

Polikliniek, 6 mnd


I - Acute Geneeskunde en IC II - Immunologie / bew.app en chirurgie III - Psychosociale problematiek IV - Cardiovasculair systeem V - Endocrinologie en metab.ziekten VI - Gastro-enterologie en voeding VII - Neurologie/ psych.mot. ontw. VIII - Hematologie/ oncologie IX - Infectieziekten X - Neonatologie/perinatologie XI - Nefrologie/ urologie XII - Pulmonologie XIII - Huid-KNO-Oogheelkunde

Ochtendoverdracht Specialistische poli’s zoals: - follow-up neonatologie - kinderneurologie - longpoli/astma poli - endocrinologie/diabetes -urologie/plasklas -Downspreekuur -adoptiespreekuur -obesitasspreekuur

KPB: min. 5, w.o.: -anamnese (video opname evaluatie) -lich.onderzoek -brief -planning-time managem. CAT 1x in 6 mnd Statuscontrole Evaluatie 3 mnd Eindbeoordeling 6mnd

II - Immuno/bew.app en chirurgie1 III - psychosociale problematiek VI - Gastroenterologie en voeding VII - Neurologie/ 1 psych.mot. ontw. XI - Nefrologie/ urologie 1 XII- Pulmonologie

Röntgenbespreking Microbiologiebespreking Evt. dienstsein 612 Consultatieburo Revalidatie Zelfreflexie met stagebegeleider

Ochtendoverdracht Middagoverdracht Dienstsein 612 Opvang ernstig ziek kind Opvang neonaat Verrichtingen (infuus, catheter, LP)

I - Acute geneeskunde III - Psychosociale problematiek IV - Cardiovasculair systeem V- Endocrinologie en metab.ziekten VI - Gastro-enterologie en voeding IX - Infectieziekten X - Neonatologie XII - Pulmonologie

Zelfreflexie met Supervisor in de dienst

NLS scenario examen voorafgaande aan 1e dienstblok

Fig IV.2 Themakaart

KPB: min. 1 per dienstblok, w.o.: -overdracht -planning-time managem. -hoofd- en bijzaken -zelfstandige verrichting -opvang kritisch ziek kind -onderwijs geven aan coassistenten

Schema Klinische settings en thema’s Stage

Grote kind G2

Neonatologie G2zz

Polikliniek

Dienst

X X X X X X X X X X X X

X X X X X X X

X X X X X X X X X X X X X X

X X X X X X X X X

I Acute geneesk/IC II Immun/bew app/chir. III Psychosoc problem. IV Cardiovasculair V Endocri./metab.stoorn. VI Gastro/voeding VII Neuro/psy.mot.ontw. VIII Hematol./oncologie IX Infectieziekten X Neonat./perinatologie XI Nefrologie/urologie XII Pulmonologie XIII Huid/KNO/Oogh. XIV Professioneel gedrag


Versie 2.0

14


V.

Begeleiding en toetsing

Voortgangsgesprekken: - Bij aanvang van de werkzaamheden in het St. Antonius Ziekenhuis heeft de AIOS een uitgebreid kennismaking- en introductiegesprek, de volgende zaken worden besproken: stageschema, verplichte cursus, inwerkschema, elektonisch portfolio, persoonlijk opleidingsplan, toetsingsinstrumenten, mentor, voortgangsgesprekken. - De AIOS heeft ieder kwartaal een voortgangsgesprek met de opleider. Dit gesprek wordt voorbereid door de AIOS (bijwerken POP, zelfreflectie) en door de opleider (navraag opleidingsgroep en supervisor afdeling, voortgang beoordelen, feedback). - Alle stages worden voorafgegaan door een gesprek tussen de opleider en de AIOS, waarin zowel de voorgaande stage wordt geëvalueerd als de komende stage wordt voor besproken. Aan de hand van het POP van de AIOS worden de algemene leerdoelen vertaald in individuele leerdoelen voor de komende periode. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de AIOS deze doelen zoveel mogelijk zelf opstelt. De opleider kan doelen toevoegen en bijsturen. - Een tussenevaluatie vindt binnen 6 weken plaats met een supervisor van de betreffende afdeling. De AIOS maakt hiervoor zelf een afspraak. - Aan het eind van de opleiding in het St. Antonius Ziekenhuis vindt een eindbeoordeling plaats door de opleider. - Indien er problemen zijn in het functioneren die de geschiktheidbeoordeling aan het einde van het eerste jaar kunnen beïnvloeden zal de opleider in het UMCU worden geïnformeerd. In dat geval kan er tussentijds op verzoek van de opleider en/of de AIOS een gesprek plaatsvinden tussen de opleider van het St. Antonius Ziekenhuis, de AIOS en de opleider in het UMCU Toetsingsinstrumenten: - Toetsing vindt plaats met beoordelingsinstrumenten zoals vermeld vanaf blz 25 in GOED II. Tijdens de opleiding wordt het eerste deel uit het Overzicht Toetsing toegepast. Voor een overzicht hiervan wordt verwezen naar de matrix in figuur V.1. - De AIOS is verantwoordelijk voor het plannen van de afspraken met de stagebegeleider (=supervisor afdeling) en het monitoren van de voortgang in de te behalen KBS-en voor de desbetreffende stage. - Aan het einde van de stage volgt een eindbeoordeling, volgens een competentiegericht model en word(en) de KBS(en) afgetekend. In tabel IV.1 is terug te vinden welke KBS in welke stage dient te worden afgetekend en in bijlage 5B de minimale eisen waaraan de AIOS moet voldoen voor aftekenen van een KBS. De KBS wordt beoordeeld en afgetekend op geschiktheidsniveau (1. onder verwacht niveau, 2. verwacht niveau, 3. boven verwacht niveau). De AIOS draagt zorg voor een 360o feedback aan het eind van het 1e, 3e & laatste opleidingsjaar. De AIOS zorgt dat hij/zij iedere stage voldoende KPB’s heeft gedaan, ten minste 5 per 6 mnd. De tabel IV.1 onder kopje ‘toetsing’ geeft hierin houvast. De KPB wordt vastgelegd in het elektronisch portfolio en afgetekend op het verwachte niveau van functioneren (onder niveau, op niveau, boven niveau) en de benodigde supervisie (schaal volgens Miller: zeer veel, veel, matig, weinig, nihil). -

Essentiele basisverrichtingen, namelijk infuus neonaat en niet-neonaat, lumbaal punctie, blaascatheter inbrengen, NLS- en BLS scenario en bij voorkeur navelvenelijn moeten worden afgetekend in het portfolio op Miller niveau 4. In 1.5 jaar wordt de AIOS in ieder geval 3x op de voortgang van professioneel gedrag getoetst middels themakaart XIV. Doorgaans gebeurt dit na iedere stage van 6 maanden. Binnen thema XIV worden zowel de competentie medisch handelen als de overige competenties met betrekking tot management, praktijkvoering en professionaliteit beoordeeld. (zie Bijlage 7).


Versie 2.0

15


Verslaglegging: - Voor het cluster Utrecht is op 1 januari 2011 gestart met het Manchester Maastricht Toetsservice Systeem (MMTSS). Het zal gehanteerd worden voor alle AIOS en opleiders. Het betreft een elektronisch portfolio (Epass Maastricht) dat gedurende de gehele opleiding wordt bijgehouden en alle toetsingsinstrumenten bevat. De AIOS en de opleider zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het bijhouden van het portfolio. - Van de eindbeoordeling wordt een schriftelijke samenvatting gemaakt en deze kan worden ingezien in het elektronisch portfolio door de opleider van het UMCU. In deze eindbeoordeling worden sterke kanten en ook aandachtspunten betreffende de opleiding van de AIOS beschreven.

Fig V.1

Toetsingsmomenten in matrix

POP Voortgangsgesprek

3 mnd

6 mnd

X X

X X X

Toetsing kennis landelijk (thema/voortgangstoetsing/cct) 360 graden beoordeling* CAT / referaat

X

9 mnd

1 jr

X X X X X X X

1 ¼ jr

1 ½ jr

X X

X X X X

Landelijk Cursorisch Onderwijs

Jaarweekend & toetsing

Jaarweekend & toetsing

KPB KBS Praktijkvoering, management& professionaliteit KBS

≥10x per jr

≥10x per jr

X X

Vaardigheidstoetsing** Geschiktheid beoordeling Eindbeoordeling

X X X X

X X

X

*360 graden feedback wordt eenmalig aan het eind van het eerste jaar verricht, waarbij de AIOS ten minste 10 collega’s (artsen, verpleegkundigen, paramedici, ondersteunend personeel) om een beoordeling vraagt (instrument hiervoor in elektronisch portfolio) **de AIOS zorgt dat hij in de loop van 1.5 jaar ten minste alle basisvaardigheden heeft laten aftekenen op vereiste Miller niveau 4: infuus neonaat en niet-neonaat, lumbaalpunctie, blaascatheter inbrengen, NLS en BLS scenario


Versie 2.0

16


VI.

Onderwijs en cursus

Lokaal onderwijs Afdeling De opleider maakt ieder kwartaal een onderwijsrooster. De verschillende onderwijsmomenten worden bijgewoond door de AIOS, ANIOS en kinderartsen. Iedere AIOS wordt 1-2x per 6 maanden, ingedeeld om een onderwijsmoment te verzorgen. De AIOS en ANIOS verzorgen zelf gezamenlijk een cyclus onderwijs voor de co-assistenten. Het onderwijsrooster is uitgebreider uitgewerkt in de introductieklapper voor arts-assistenten (zie Bijlage 9) en omvat onder andere de volgende onderwijsmomenten: Vaste besprekingen: Grote visite Perinatologiebespreking Multidisciplinair overleg Medische microbiologie bespreking Radiologie bespreking Kinderurologie bespreking Kindermishandeling bespreking Complicatiebespreking Farmacologie overleg Post IC / Neonatologie bespreking

1x/week 1x /week 1x/week 1x/2 weken 1x/2 weken 6x/jaar 5x/jaar 4x/jaar 4x/jaar 4x/jaar

Vaste onderwijsmomenten: Evidence based medicine en Journal Club Algemeen onderwijs (vaste jaarcyclus) APLS NLS Bedsite teaching

1x/2 weken 1x/week 1x/2 weken 1x/2 weken 1x/2 weken

Ziekenhuis: discipline overstijgend onderwijs Het St. Antonius Ziekenhuis organiseert 10x per jaar een programma voor alle AIOS in het ziekenhuis. Dit maandelijks discipline overstijgend onderwijsprogramma wordt samengesteld door de COC en vertegenwoordigers van de AIOS. Alle arts-assistenten van het St. Antonius Ziekenhuis hebben via het digitale leerportaal van de St. Antonius Academie toegang tot het E-ducatieprogramma Medisch. Het programma omvat op dit moment de volgende e-modulen en presentaties:  ALS.  BLS.  Fysieke Belasting.  Omgaan met Agressie.  Presentaties Introductie-Onderwijsprogramma: Algemeen  Presentaties Introductie-Onderwijsprogramma: Acute Geneeskunde  Antistollingsbeleid Dit E-ducatieprogramma is op dit moment nog facultatief en wordt nog verder uitgebreid.


Versie 2.0

17


Regionaal onderwijs Cursorisch onderwijs Het cursusprogramma volgt het programma van het regionale opleidingsplan. AIOS krijgen thematisch onderwijs, gedurende een hele dag (5x per jaar in het UMCU, zie bijlage 12). Zij volgen de maandelijkse regionale refereeravonden in het UMCU (5x per jaar). De perifere OOR klinieken (Ede, Amersfoort, Apeldoorn en Nieuwegein) organiseren roulerend 2-4x per jaar een refereeravond voor AIOS en ANIOS waarbij een wisselbeker kan worden gewonnen voor de beste presentatie. Tot slot organiseert het UMCU voor de AIOS en ANIOS kindergeneeskunde jaarlijks een wetenschapsmiddag, waar wetenschappelijk onderzoek wordt gepresenteerd. Cursus In het cluster is afgesproken dat de AIOS het eerste jaar de discipline overstijgende cursus Leren & Werken in balans en 2 dagdelen communicatie doen en in het tweede jaar patiënt veiligheid en EBM. Gepromoveerde AIOS krijgen vrijstelling voor EBM. De meeste AIOS doen in de eerste 1.5 jaar de NLS en APLS cursus.

Landelijk onderwijs Themaweekend De NVK, stuurgroep cursorisch onderwijs, organiseert jaarlijks themaweekenden die voor alle AIOS per jaargang worden gehouden, 1x per jaar, 4x in de opleiding (zie Bijlage 10). Deze onderwijsweekenden zijn verplicht. Juniordag De juniorafdeling van de NVK organiseert een landelijke themadag, deze is facultatief, maar wordt aanbevolen. NVK congres Iedere AIOS mag 1 dag per jaar naar het nationale NVK congres, dit is geen verplichting, maar wordt aanbevolen. Cursus De NVK heeft een lijst van verplichte cursus opgesteld voor de opleiding. Verplichte cursus worden conform de CAO afspraken vergoed en vinden plaats binnen opleidingstijd (zie Bijlage 10). De verdeling van de cursus in de tijd wordt door de AIOS in overleg met de opleider bepaald. De kosten voor verplichte cursus worden vergoed tot een maximum van 2000 euro per jaar (pijldatum juli 2013).


Versie 2.0

18


Kwaliteitsbeleid rondom de opleiding lokaal

VII.

Het kwaliteitsbeleid binnen het cluster Utrecht is gegroepeerd weergegeven volgens de indeling in het rapport Scherpbier 3 . Inhoudelijk zijn alleen die elementen weergegeven die voor dit locale opleidingsplan relevant en van toepassing zijn en in het cluster zijn vastgesteld. Inhoud van de opleiding en organisatie & ontwikkeling van groepsleden van de opleidingsgroep betreft niet alleen de lokale opleidingsgroep, maar ook de groep kinderartsen die de opleiding regiobreed vormgeeft binnen de zogenaamde ASSOC (vergadering van opleiders kindergeneeskunde en vertegenwoordigers AIOS in cluster Utrecht). Domein I: de OOR -

Er is regionaal OOR overleg: hierbij worden discipline-overstijgend tussen het UMCU en de clusterpartners afspraken gemaakt over zaken gerelateerd aan de opleiding, zoals skillslabs en discipline overstijgend onderwijs. Binnen de OOR is er overleg en samenwerking binnen het IN VIVO project Het patiëntenaanbod in het cluster Utrecht is breed en veelzijdig. De clusterpartners bieden in de algemene praktijk de kindergeneeskunde in de volle breedte aan. Patiëntenaantallen zijn hoog en terug te vinden in de jaarverslagen van de afdelingen.

Domein II: de opleidingsinrichting -

Ten aanzien van de aspecten van de centrale opleidingscommissie wordt verwezen naar jaarverslag en notulen van de COC. De opleidingen binnen het St. Antonius ziekenhuis worden ondersteund en gefaciliteerd door de Antonius Academie.

Domein IIIa: organisatie en ontwikkeling van de groep(sleden) -

3

Hierbij wordt in dit kader de opleidingsgroep van het cluster bedoeld, die wordt voorgezeten door de academisch opleider. De opleiders vergaderen ten minste 3x per jaar over zaken gerelateerd aan de opleiding. Binnen deze vergaderingen is implementatie van de herziene opleiding (GOED II) een vast belangrijk agendapunt. Tevens worden op deze vergadering standaard de AIOS besproken. Een deel van de vergadering is gereserveerd voor overleg met de vertegenwoordigers van de AIOS over clusterbrede zaken. Naast deze vergaderingen komen de opleiders en vertegenwoordigers van AIOS 12x/jaar samen om te brainstormen over inrichting en verbetering van de opleiding. Op lokaal niveau wordt ieder kwartaal en minimaal 2x per jaar een opleidingsvergadering belegd die wordt voorgezeten door de AIOS. De opleiders hebben afspraken gemaakt over implementatie en beheer van het digitaal portfolio, inclusief een voorlichtingsplan. Scholing van nieuwe AIOS in portfoliogebruik wordt op lokaal niveau uitgevoerd. De opleiders hebben samen met AIOS een regionaal scholingsprogramma voor AIOS uitgerold om de implementatie van de herziene opleiding te faciliteren. Docentprofessionalisering: samen met het opleidingsinstituut van het UMCU wordt een programma voor docentprofessionalisering (o.a. teach-the-teacher cursussen geformuleerd). De opleiders zien erop toe dat alle leden van de locale

Eindrapportage projectgroep kwaliteitsindicatoren, Prof dr. A.J.J.A. Scherpbier, 2008


Versie 2.0

19


-

-

opleidingsgroepen scholing hebben gehad op het gebied van didactische vaardigheden (teach-the-teacher). Clusterbreed wordt geparticipeerd in meten van de kwaliteit van de opleiding middels de D-rect. Individuele stafleden worden middels de SetQ beoordeeld. De SetQ is ontwikkeld door de afdeling anesthesie van het AMC. De methodologie staat beschreven in NTVG 2007 en Anesthesiology 2009 4 . Het Concilium Pediatricum ontwikkelt op dit moment een voor de kindergeneeskunde aangepaste vorm. Opleiders hebben gemeenschappelijk de eisen aan kandidaten voor de opleiding geformuleerd. Tevens hebben zij zich laten scholen in sollicitatieprocedures.

Domein IIIb: opleider(sgroep): inhoud van de opleiding -

-

Het regionale opleidingsplan is de basis voor de opleiding binnen het cluster. Binnen de ziekenhuizen zijn de stages beschreven en aan leerdoelen gekoppeld. Begeleiding en toetsing van AIOS heeft als basis het gesprek voorafgaande aan de stage waarbij POP en stagedoelen tezamen leiden tot individuele doelen voor de stage. Deze doelen worden getoetst in interim- en eindevaluaties, beide volgens procedures beschreven in het plan GOED. De opleiders hebben, tezamen met de AIOS, een pakket aan cursus- en onderwijs geformuleerd, dat aandacht schenkt aan alle CanMeds competenties. Dit pakket wordt op de clustervergaderingen geëvalueerd en zonodig bijgesteld. De opleidingsgroep en de AIOS houden ieder kwartaal en ten minste 4x /jaar een opleidingsvergadering waarbij implementatie van GOED en verbeterpunten van de opleiding worden besproken. De AIOS bereden deze vergadering voor en hebben de voorzittersrol. Deze vergaderingen worden in beginsel door alle leden van de opleidingsgroep bijgewoond en genotuleerd.

4

Een instrument voor de evaluatie van opleiderskwaliteiten van stafleden. Lombaerts MJMH, Bucx MJL, Keijzers PJ, Kokke SIM, Schlack W. NTVG 2007;151:2004-8 Development of a System for the Evaluation of the Teaching Qualities of Anesthesiology Faculty. Lombarts KM, Bucx MJ, Arah OA. Anesthesiology. 2009 Aug 24.


Versie 2.0

20


Bijlagen Bijlage 1 Begrippenlijst AIOS

Arts(en) In Opleiding tot (medisch) Specialist

ANIOS

Arts(en) Niet In Opleiding tot (medisch) Specialist

Bekwaamheidsniveau

Minimale combinatie van kennis, kunde en gedrag die nodig is om een omschreven vaardigheid op een bepaald niveau te beheersen

CanMeds

Canadian Medical Education Directives for Specialists Het betreft 7 kerncompetenties die naast medische kennis en vaardigheden gaan over management en professioneel gedrag; in themakaart XIV worden deze 7 competenties nader uitgewerkt. Presentatie van een antwoord op een individuele klinische vraag; veelal volgens evidence based medicine principes  Het vermogen om een professionele activiteit in een specifieke context adequaat uit te voeren door geïntegreerde aanwezigheid van kennis, vaardigheden en attitude  Een getoonde bekwaamheid of gedragsrepertoire waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, attitude, eigenschappen en inzichten in het handelen zijn geïntegreerd

CAT (Critical Appraised Topic) Competentie

DOO 360° Feedback

Discipline overstijgend onderwijs Gestructureerde beoordeling van een persoon of groep door staf, assistenten, analisten en andere medewerkers met wie geleerd en/of gewerkt wordt

GOED

Generieke Onderwijs en Evaluatie Doelen. Het betreft het nationaal opleidingsplan Kindergeneeskunde onder leiding van de Stuurgroep Herziening Opleiding Kindergeneeskunde, laatste versie okt 2010. Kinderartsen-Arts-assistenten Overleg. Dit is feitelijk de opleidingsvergadering welke ten minste 2x per jaar, maar bij voorkeur ieder kwartaal wordt belegd. Een van de 7 competentiegebieden volgens CanMeds: Medisch handelen, Samenwerking, Communicatie, Kennis en wetenschap, Maatschappelijk Handelen, Organisatie en Professionaliteit

KA-AS Overleg Kerncompetentie

KPB (Korte PraktijkBeoordeling) KBS

Miller niveau

Instrument om gestructureerde feedback te geven op een geobserveerde taak die door de AIOS in de praktijk wordt uitgevoerd Kernmerkende Beroeps Situatie. Het betreft belangrijke belden of situaties die kenmerkend zijn voor een bepaald vak. Iedere themakaart (zie regionaal opleidingsplan) beschrijft deze KBSen en er wordt aangegeven wanneer ze dienen te worden afgetekend. Niveau van functioneren / mate van benodigde supervisie op 5 puntsschaal, namelijk : 1.mag dit niet zelf uitvoeren, 2.onder strikte supervisie, 3. onder matige supervisie,


Versie 2.0

21


Opleidingsplan

4.zelfstandig, beperkte supervisie, 5.geheel zelfstandig, kan het ander leren  Een opleidingsplan geeft een beschrijving van de opleiding tot specialist  Het omvat het geheel van eindcompetenties, onderwijsmethode, -activiteiten en –materiaal, toetsing en kwaliteitszorg over het opleidingsplan  Dit geheel wordt beeldend samengevat in het ‘BBOVhuisje’

ROP

Regionaal Opleidings plan

POP Portfolio

Persoonlijk Opleidings Plan Een verzameling van documenten, waarin de verplichtingen voortvloeiende uit dit besluit en de specifieke besluiten worden bijgehouden, en waaruit de voortgang van de opleiding en de zelfreflectie van de AIOS blijken. Het bevat ten minste de documenten ten behoeve van de beoordeling van de AIOS, de gehouden voordrachten en referaten, de gepubliceerde artikelen, de gevolgde cursussen en de uitgevoerde verrichtingen.

Reanimatietraining BLS APLS NLS

Reanimatietraining Basic Life Support Advanced Pediatric Life Support Neonatal Life Support

Thema

  



Typische Klinische Situaties

Omschreven gebied van stoornissen, problemen en/of situaties, relevant en/of kenmerkend voor het vakgebied Thema’s geven als het ware een indeling van de opleiding op basis van de werkzaamheden van de specialist Thema’s zijn bundelend en vereenvoudigend, geven overzicht over het specialisme en vormen een leidraad voor het opleidingsplan, en dus ook voor de toetsing Thema’s zijn idealiter een vereenvoudigde weergave van een zo groot mogelijke dekking van het vakgebied.

Uitwerking van specifieke competenties naar patiëntproblemen en/of presentatievormen


Versie 2.0

22


Bijlage 2 Introductie Kindergeneeskunde afdeling (uit introductieklapper arts-assistenten) Hartelijk welkom op de afdeling Kindergeneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis. Sinds 2009 is het ziekenhuis een fusie tussen Mesos Medisch Centrum uit Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. De klinische afdeling kindergeneeskunde en verloskunde zijn volledig op locatie Nieuwegein. Op locatie Utrecht Oudenrijn worden nog wel spoedpatiënten gezien op de SEH en op locatie Utrecht Overvecht is de kinderdagbehandeling. Vanaf 2013 (sept) zullen deze functies naar de nieuwe locatie Utrecht Leidse Rijn verhuizen. Op 5 locaties wordt polikliniek gedaan door de kinderartsen (Nieuwegein, Houten, Utrecht Leidsche Rijn, - Oudenrijn en – Overvecht). Arts-assistenten werken voornamelijk op locatie Nieuwegein. Het kan zijn dat je gevraagd wordt om functies te vervullen in Utrecht. De kinderafdeling op locatie Nieuwegein is op de 2e verdieping. Tussen de blauwe en groene liften is zowel de polikliniek (rec 65) als de afdeling (G2) gelegen. We werken met 16 kinderartsen (12.4 fte) en 8 à 9 arts-assistenten (8-9 fte). Het verpleegkundig team bestaat uit meer dan 70 verpleegkundigen, en verder zijn er nog polimedewerkers/doktersassistenten, administratief medewerkers, secretaressen, afdelingsassistenten, pedagogisch medewerkers, kinderpsychologen, een maatschappelijk werker en diabetesverpleegkundige, mictietherapeute en twee longverpleegkundigen; bovendien is er nauwe samenwerking met de kinderfysiotherapeuten, de kinderlogopedisten en de kinderdiëtisten. Totaal rond de 160 medewerkers. Sedert 1997 heeft de afdeling opleidingsbevoegdheid voor de kindergeneeskunde in samenwerking met het opleidingscluster Wilhelmina Kinderziekenhuis/UMCU. De opleider daar is Dr. Joost Frenkel. Er werken bij ons steeds 2-4 arts-assistenten in opleiding (AIOS) en 5-6 arts-assistenten niet in opleiding (ANIOS) AIOS en ANIOS werken 1 tot 1.5 jaar in het St. Antonius Ziekenhuis. Verder is er periodiek een AIOS van de SEH op onze afdeling en op locatie Oudenrijn een HAIO. Tot slot doen ook de AIOS van de SEH en kinderstage. Je zult merken dat er grote verschillen kunnen bestaan in ervaring en niveau tussen de diverse arts-assistenten in de groep. We streven ernaar dat zowel de ANIOS als de AIOS zoveel als mogelijk opleiding op maat krijgen om zich verder te ontwikkelen. De wijze waarop dat gebeurt is door competentiegericht te leren, feedback te vragen en te krijgen en gestructureerd met de (waarnemend) opleider en je mentor te werken aan verbeterpunten. Het open en veilige opleidingsklimaat van onze afdeling is hiervoor een absolute voorwaarde. Alle kinderartsen en arts-assistenten zijn samen verantwoordelijk voor dat klimaat. Wij streven ernaar dat in de verhouding die er bestaat tussen specialist en ANIOS/AIOS wederkerigheid is. Juist die wederkerigheid, die is gebaseerd op respect en luisteren naar elkaar maakt dat het leerproces is gewaarborgd. In deze vrij compacte klapper krijg je een idee van veel logistieke zaken. Het is niet volledig en soms zijn zaken/processen alweer aan verandering onderhevig. Wij hopen dan ook van iedere arts-assistent input te krijgen om deze klapper te verbeteren en aan te passen waar nodig (zie formulier pag. 5). Met vriendelijke groet, Walter Balemans, opleider Ingrid Lukkassen, waarnemend opleider Arine Vlieger, coördinator wetenschap


Versie 2.0

23


Kennismaking en Introductie Kinderafdeling De eerste weken staan in het teken van kennis maken, afdeling leren kennen, oefenen met aantal praktische zaken zoals EPD, DBC, briefafhandeling, logistiek rond spoedpatiënt, logistiek van de visite en dergelijke. Zorg dat je samen met een collega de eerste week een uitgebreide rondleiding doet over afdeling, kraam/verloskunde en polikliniek en SEH (sommige spoedpatiënten) en het OK complex (vanwege sectio). Het ziekenhuis organiseert een algemene introductie van 2 dagen voor iedere nieuwe medewerker. Daarnaast organiseert het ziekenhuis aanvullend speciaal voor AIOS/ANIOS drie dagen onderwijs in acute problematiek en reanimatie. Deze dagen zijn verplicht. Als het goed is heb je daarvoor een uitnodiging ontvangen met programma en data. Informeer anders bij personeelszaken. Onze planner Gerrie Paternot zal je voor deze dagen vrij roosteren. Voordat je start op onze afdeling heb je een arbeidsvoorwaardengesprek gehad bij P&O. Het AIOS en ANIOS contract is een standaard contract waarin rekening wordt gehouden met het aantal ervaringsjaren (ook wanneer dat wetenschappelijk onderzoek betreft). Mevrouw Turkenburg is aanspreekpunt bij P&O voor de kindergeneeskunde. Verder krijg je op je eerste dag via ons secretariaat een persoonlijk account voor de computer, een formulier waarmee je een pasje, sleutels en kleding kunt krijgen. Witte jas (lang, of kort +broek) is verplicht vanwege de hygiëne; haal dagelijks een schone! Het is gebruikelijk om de eerste weken een dag met de verpleging mee te lopen (op G2 en op neonatologie, je start dan om 7.30 u), doorgaans doen we dat de dag na de algemene introductie. De andere dag(en) die dan overblijven ben je ingedeeld op een afdeling om mee te kijken en een kraamronde mee te lopen. Dit meekijken is erop gericht om de logistiek van de afdeling(en) te leren kennen. Onderstaand tref je een afvinklijst voor de eerste 2 weken en een afvinklijst voor de uitgebreide rondleiding over de afdeling. Indien je niet aan alles toekomt, zorg dan dat je daar de weken erna alsnog tijd voor vrij maakt. Probeer in je eerste 2 weken ook op de G-schijf te neuzen. Dit is de site waarop in het mapje “vrouw-kind”-> “kindergeneeskunde”-> “kinderartsen” allerlei belangrijke info staat: - weekroosters - dienstroosters - onderwijsroosters - protocollen en richtlijnen - arts-assistentklapper, Lokaal opleidingsplan, indeling mentoraat - notulen opleidingsvergadering - etc - Verder kun je via Harmony Web (Start->St. Antonius programma’s-> Harmony Web) het rooster per week bekijken. Inloggen met je personeelsnummer. Onze persoonlijke planner (Gerrie Paternot) kan je laten zien hoe dit werkt.


Versie 2.0

24


Afvinklijst eerste werkweken:

□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □

contract en afspraken P&O (meestal voor 1e werkweek) pasje, logincode computer, sleutels via secretariaat werkkleding (passen en logistiek) algemene introductie ziekenhuis en programma acute opvang: data noteren meeloopdag met verpleging uitgebreide rondleiding afdeling inleiding en oefenen met EPD, statusvoering, briefafhandeling inleiding en oefenen met voorlopig ontslagbericht via edifact inleiding en oefenen met DBC (afspraak DBC consulent) inleiding en oefenen met complicatieregistratie inleiding en oefenen met MIP systeem kennis nemen van medische protocollen (G-schijf: map “vrouw-kind”) kennis nemen intranet en site medische bibliotheek gesprek met teamleiders verpleging ter kennismaking inplannen gesprek met opleider/waarnemend opleider inplannen kennismakingsgesprek met mentor kennis maken met Gerrie Paternot (planner dienstrooster) kennis nemen van dienstrooster en indeling komend kwartaal kennis nemen weekrooster komende weken (Harmony Web) kennis nemen van opleiding/onderwijsrooster logistiek kraamafdeling / kraamronde logistiek visite afdeling G2 (grote kinderen) en G2zz (Neo) logistiek spoedpatiënt op poli en op opvangkamer G2 logistiek (spoedopvang) sectio caesaria logistiek spoedopvang verloskamers, kennis opvangtafels logistiek (spoedopvang) SEH voor AIOS: opstellen POP aanmelden Epass (elektronisch portfolio) i.o.m. opleider plannen van stages i.o.m. opleider opgeven voor verplichte cursus i.o.m. opleider doornemen lokaal opleidingsplan

□


Versie 2.0

25


Afvinklijst rondleiding over afdeling: Polikliniek

□ □ □ □

functiekamer polikliniek, uroflowtoilet, weeg/meet en tensie, kantoor backoffice co-assistentenkamer arts-assistentenkamer en eigen bibliotheek

G2 Grote kinderen:

□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □

boxen en zalen, isolatieboxen overdrachtsruimte kantoor pedagogisch medewerkers administratie verpleegbalie, monitoren cameratoezicht spoedkamer, noodkar functiekamer artsenkamer en spreekkamer apotheek, omkleedruimte personeel, lockers, koffiekamer kantoren verpleegkundig hoofd en teamleiders koffiekamer ouders, voedingskeuken, spoelkeuken

G2 Neonatologie

□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □

toegangssluis: handen wassen! zalen medium care opvangplek open tafel, beademingsapparaat, noodkar high care zaal (Post IC/HC) box isolatie artsenkamer en spreekkamer koffiekamer ouders voedingskeuken kantoren kinderartsen moeder-kindkamer secretariaat kindergeneeskunde

E2 Kraamafdeling en verloskamers

□ □ □

verbindingsbrug G2 en E2 verloskamers en opvangtafels, noodkar kraamsuites, teampost en secretariaat

□ □

SEH, crashroom OK complex, holding en verkleden, transportcouveuse, opvangtafel


Versie 2.0

26


Bijlage 3 Planning Introductie-Onderwijsprogramma Arts-assistenten Deel 1 Algemeen Dag 1 (maandag) 12.30 - 13.00 13.00 - 13.30 13.30 - 14.00 14.00 - 14.20 14.20 - 14.40 14.40 - 15.00 15.00 - 15.15 15.15 - 15.45 15.45 - 16.15 16.15 - 16.45 16.45 - 17.30 17.30 - 20.30

Ontvangst en introductie Antonius Academie Bibliotheek Patiënt- en Marketingcommunicatie Introductie Klinische Chemie Introductie Nucleaire Geneeskunde Introductie Mortuarium Pauze Introductie Pathologie Introductie Medische Microbiologie en Immunologie Introductie Klinische Farmacie Pauze Training Werken met het EPD

Dag 2 (dinsdag) 11.00 - 12.00 12.00 - 12.30 12.30 - 13.00 13.00 - 13.45 13.45 - 14.20 14.20 - 14.30 14.30 - 17.00 17.00 - 17.30 17.30 - 20.30

Pretest Acute Geneeskunde Pauze Weefsel- en orgaandonatie Introductie SEH Omgaan met schokkende gebeurtenissen Pauze Workshop Patiëntveilig handelen Pauze Training Registeren van DBC’s

Planning Deel 2 Acute Geneeskunde Dag 3 AB-Problematiek (woensdag) 08.00 - 08.45 Airway 08.45 - 09.30 Breathing 09.30 - 09.45 Pauze 09.45 - 11.30 Simulatiesessie 11.30 - 12.15 ALS-theorie 12.15 - 12.45 Pauze 12.45 - 13.45 ALS-theorie 13.45 - 14.45 Simulatie sessie ALS/BLS 14.45 - 15.00 Pauze 15.00 - 16.30 Simulatie sessie ALS/BLS


Versie 2.0

27


Dag 4 C-problematiek en Reanimatietraining (donderdag) 08.00 - 09.00 C-problematiek (shock) 09.00 - 10.00 Reanimatieprotocol 10.00 - 10.15 Pauze 10.15 - 12.15 Simulatiesessie Reanimatietraining 12.15 - 12.45 Pauze 12.45 - 14.45 ATLS Light 14.45 - 15.00 Pauze 15.00 - 16.00 Simulatiesessie Opvang traumapatiënt 16.00 - 17.00 Sepsis en SIT-criteria Dag 5 Casuïstiek 5 (vrijdag) 08.00 - 09.00 Patiënt met een acute buik 09.00 - 10.00 Patiënt met pijn op de borst 10.00 - 10.15 Pauze 10.15 - 11.00 De benauwde patiënt 11.00 - 12.00 Simulatiesessie … 12.00 - 12.45 Pauze 12.45 - 13.45 De niet-aanspreekbare patiënt (niet traumatisch) 13.45 - 14.45 Simulatiesessie Opvang patiënt in shock 14.45 - 15.00 Pauze 15.00 - 16.00 Simulatiesessie Opvang niet-aanspreekbare patiënt 16.00 - 17.00

5

Posttest Acute Geneeskunde

Diagnostiek en eerste behandeling, SEH patiënt & afdelingspatiënt


Versie 2.0

28


Bijlage 4 Algemeen dagen weekschema kindergeneeskunde

maandag 8.00 8.30 12.15 13.00 17.00 17.00

Dinsdag 8.00 8.30 8.45 12.30 16.45 17.15

Woensdag 8.00 8.30 8.45 12.30 17.00 17.15

Donderdag 8.00 8.30 10.45 12.30 16.30(-18.00 u) 17.00 17.15

Vrijdag 8.00 8.30 8.45 12.30 17.00

activiteit

locatie

Overdracht Afdelingsvisite Perinatologie (wekelijks) Lunch Radiologie (om de week, overdracht dan 16.45u) Overdracht

G2 bespreekruimte Artsenkamer G2, G2zz en kraamafd. G2 bespreekruimte Restaurant Radiologie bespreekruimte G2 bespreekruimte

Onderwijs (EBM/jourbnal club, NLS, cyclus#) Overdracht Afdelingsvisite Lunch MMI (om de week, overdracht dan 17.15u) Overdracht

G2 bespreekruimte G2 bespreekruimte Artsenkamer G2, G2zz en kraamafd. Restaurant G2 bespreekruimte of op lab MMI G2 bespreekruimte

Onderwijs of copraatje (cyclus#) Overdracht Afdelingsvisite LunchOverdracht Overdracht APLS (om de week)

G2 bespreekruimte G2 bespreekruimte Artsenkamer G2, G2zz en kraamafd. Restaurant G2 bespreekruimte G2 bespreekruimte

Overdracht Afdelingsvisite * Grote visite en/of bespreking Lunch Uro-overleg (6x per jaar) Overdracht Onderwijs (cyclus#, om de week)

G2 bespreekruimte Artsenkamer G2, G2zz en kraamafd. G2 bespreekruimte Restaurant G2 bespreekruimte G2 bespreekruimte G2 bespreekruimte

#

Onderwijs (cyclus , NLS of bedsite teaching) Overdracht Afdelingsvisite Lunch Overdracht met weekafsluiting (hapje en drankje)

G2 bespreekruimte G2 bespreekruimte Artsenkamer G2, G2zz en kraamafd. Restaurant Arts-assistentenkamer

#cyclus: thema’s die jaarlijks aan bod komen, zie ook bijlage 9


Versie 2.0

29


Bijlage 5A Verdeling KBS-en over afdelingen (uit regionaal opleidingsplan Utrecht) Afdeling

Thema met gekoppelde KBS

Kindergeneeskunde algemeen ZHS

Immunologie, bewegingsapparaat, chirurgie (poli)

1

Psychosociale problematiek (poli en KA) Gastro-enterologie en voeding (poli en KA) Neurologie en psychomotore ontwikkeling (poli)

Fout!

Bladwijzer niet gedefinieerd.

Infectieziekten (kinderafdeling

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Nefrologie en urologie (KA en poli) 1

Pulmonologie (poli en KA) IC Kinderen

Acute geneeskunde en Intensive care

IC Neonatologie

Neonatologie/perinatologie

Kindercardiologie (Leeuw)

Cardiovasculair systeem

Kinderhematologie (Giraf)

Immunologie, bewegingsapparaat, chirurgie niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet ; Hematologie/oncologie

2

Fout! Bladwijzer

gedefinieerd.

Fout! Bladwijzer

Kinder Maag-Darm-Leverziekten (Kikker)

Immunologie, bewegingsapparaat, chirurgie niet gedefinieerd. ;

Kindernefrologie en metab. Ziekten (Dolfijn)

Neurologie en psychomotore ontwikkeling Endocrinologie 1 en metabole ziekten

Acute pediatrie (AP)

Acute geneeskunde en Intensive care , Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Infectieziekten , pulmonologie

1

1

Polikliniek (Poli)

Immunologie, bewegingsapparaat, chirurgie

Fout! Bladwijzer niet

gedefinieerd.

Endocrinologie en metabole ziekten

1

Neurologie en psychomotore ontwikkeling

1

1

Uiteindelijk wordt dit thema afgetekend op de laatste afdeling

2

Bij aftekenen moet er bewijs zijn van KPB of scenario uit dagelijkse praktijk


Versie 2.0

30


Bijlage 5B Aftekenen KBS Auteurs: Marieke Zijlstra (AIOS), Walter Balemans (kinderarts, opleider) Autorisatie: Juli 2013 Revisie: voor juli 2015

Deze richtlijn komt als bijlage in het LOP Kindergeneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis en geeft richting aan de kennis die de AIOS moet hebben om een Kenmerkende Beroeps Situatie voldoende te beheersen. De landelijke themakaarten uit het landelijk opleidingsplan GOED II die specifiek in het algemeen deel van de opleiding moeten worden getoetst worden hieronder genoemd met een korte beschrijving van de minimale eisen waaraan de AIOS moet voldoen om het betreffende thema af te kunnen laten tekenen bij de opleider. II - Thema: Immunologie en Bewegingsapparaat, chirurgie –KBS Eczeem en andere veel voorkomende dermatosen kunnen herkennen en adequaat behandelen of verwijzen. Thema behaald indien de AIOS: - Het eczeem onderwijs van Dr Fandri (het cyclusonderwijs) heeft bijgewoond. - De website van het UMC over eczeem heeft gelezen. (http://www.umcutrecht.nl/subsite/Eczeem-kinderen/) - Minimaal 2 patiënten met eczeem gediagnostiseerd en behandeld heeft. - Het protocol ‘Eczeem’ bestudeerd heeft. Themakaart aftekenen: na polistage Thema behaald volgens opleider op:

III - Thema: Psychosociale problematiek (gedrag, adolescentie) – KBS Gedrags- en opvoedingsproblemen kunnen herkennen en de juiste begeleiding of behandeling kunnen starten of daartoe kunnen verwijzen. Thema behaald indien de AIOS: - Een KPB heeft van een oudergesprek waarbij er sprake is van sociale problemen of gedragsproblematiek. - Het MDO heeft voorgezeten en bijgewoond tijdens de G2 en Neo stage. - Tenminste één huilbaby heeft begeleid en behandeld. Het protocol 'Huibaby' bestudeerd heeft en de TNO richtlijn 'preventie, signalering diagnostiek en behandeling van excessief huilen bij baby's' heeft gelezen. Themakaart aftekenen: na poli of afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:

V - Thema: Endocrinologie en Metabole ziekten– KBS Diabetes Mellitus en diabetische ketoacidose kunnen herkennen en behandelen. Thema behaald indien de AIOS: - De diagnostiek en behandeling heeft opgestart van een nieuwe diabeet met of zonder diabetische ketoacidose en betrokken is bij het eerste stuk diabetes educatie. - Minimaal één patiënt met een diabetische ketoacidose heeft opgevangen en behandeld.


Versie 2.0

31


-

Het protocol diabetische ketoacidose bestudeerd heeft en de NVK richtlijn heeft gelezen als achtergrondinformatie.

Themakaart aftekenen: na de diensten Thema behaald volgens opleider op:

Afwijkende groei (inclusief failure to thrive) en geslachtsontwikkeling kunnen herkennen en behandelen of verwijzen. Thema behaald indien de AIOS: - Het ‘Failure to thrive’ protocol heeft bestudeerd. - Bij minimaal één patiënt met failure to thrive diagnostiek heeft ingezet en deze behandeld heeft. - Minimaal bij één patiënt de diagnostiek afbuigende lengte groei heeft ingezet. - Het protocol ‘Beleid bij grote gestalte’ heeft bestudeerd. - De NVK richtlijn kleine lengte bestudeerd heeft. - Kennis heeft genomen van de normale puberteitsontwikkeling. - Het protocol ‘Diagnostiek bij de vroege puberteitskenmerken’ heeft bestudeerd. - Minimaal 1 keer het endocrinologie spreekuur meelopen. Themakaart aftekenen: na de poli of afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:

VI - Thema: Gastro- enterologie en voeding – KBS Chronische en acute buikpijn kunnen analyseren (organisch of chronisch recidiverend-functioneel) behandelen en zo nodig verwijzen. Thema behaald indien de AIOS: - Het protocol ‘Chronische buikpijn’ heeft bestudeerd. - Minimaal twee patiënten heeft gediagnostiseerd, begeleid en behandeld met chronische buikpijn. - Diagnostiek en behandeling heeft ingezet bij acute buikpijn. - De richtlijn voor obstipatie bestudeerd heeft en de behandelstappen van obstipatie toegepast heeft. - De CBO richtlijn Coeliakie heeft bestudeerd. Themakaart aftekenen: na polistage en diensten Thema behaald volgens opleider op:

Dehydratie kunnen herkennen en behandelen. Thema behaald indien de AIOS: - Een kind met dehydratie kan herkennen, diagnosticeren en behandelen. - Het protocol ‘Dehydratie’ heeft bestudeerd en de NVK richtlijn 'dehydratie bij kinderen' Thema aftekenen: na diensten en afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:

Voor ieder kind een adequaat en volwaardig voedings- en vochtbeleid kunnen voorschrijven. Thema behaald indien de AIOS: - Het voedingsprotocol op de neonatologie heeft bestudeerd. - De vochtbehoefte kan uitrekenen voor alle leeftijden. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, December 2013

Versie 2.0

32


-

De calorische behoefte kunnen berekenen. Bekend zijn met de verschillende manieren van voeden: enteraal, parenteraal.

Themakaart aftekenen: na afdelingsstages Thema behaald volgens opleider op:

VII - Thema: Neurologie en psychomotore ontwikkeling – KBS Ontwikkelingsachterstand en/of dysmorfe kenmerken herkennen en een differentiaal diagnose kunnen opstellen bij een patiënt, gericht onderzoek en behandeling starten. Thema behaald indien de AIOS: - Een ontwikkelingsachterstand kan herkennen. - Het Van Wiechen schema bestudeerd heeft en kennis heeft van de mijlpalen op peuter en kleuter leeftijd. - Minimaal 4 keer het van Wiechenschema hebben ingevuld aan de hand van een patiënt. - Tenminste één keer mee doet aan het ontwikkelingsspreekuur of spreekuur met de klinisch geneticus. - Tenminste één keer het Down spreekuur mee doet. - Het protocol 'Ontwikkelingsachterstand richtlijn en diagnostiek' bestudeerd heeft en de NVK richtlijn 'Mentale retardatie' gelezen heeft als achtergrond informatie. Themakaart aftekenen: na poli stage Thema behaald volgens opleider op:

IX - Thema: Infectieziekten – KBS De meest voorkomende bacteriële en virale infecties (waaronder luchtweginfecties) kunnen herkennen en behandelen. Thema behaald indien de AIOS: - De volgende infecties kan diagnosticeren en behandelen: urineweginfecties, bovenste luchtweginfecties, lagere luchtweginfectie, huid en weken delen infecties, gewricht/bot infecties, meningitis en sepsis. - De diagnostiek en behandeling kan inzetten bij een zuigeling onder de 3 maanden met koorts. - Het protocol ‘Koorts zonder focus 0-3 maanden’ bestudeerd heeft. - Kennis heeft van antibiotica voor de belangrijkste verwekkers. - Eén referaat heeft gehouden op de MMI bespreking. Themakaart aftekenen: na de afdelingstage en diensten Thema behaald volgens opleider op:

XI - Thema: Nefrologie en urologie – KBS Adequate diagnostiek en behandeling kunnen inzetten bij enuresis nocturna en bij incontinentie (voor urine en feces). Thema behaald indien de AIOS: - Het protocol ‘Enuresis’ en ‘Diagnostiek, behandeling en verwijzing, kind met mictieklachten’ bestudeerd heeft en de NVK richtlijn 'Incontinentie bij kinderen' gelezen heeft. - Kennis heeft genomen van het protocol uroflowmetrie en uroflow kan beoordelen. - Eenmalig de plasklas heeft bijgewoond. - Minimaal één keer de urologiebespreking heeft voorbereid en voorgezeten. - Minimaal 1x een spreekuur met urotherapeute of aandachtsgebieder meegelopen heeft.


Versie 2.0

33


Themakaart aftekenen: na poli en afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:

Urineweginfecties bij kinderen kunnen herkennen en behandelen: passende diagnostiek naar onderliggende afwijkingen kunnen inzetten. Thema behaald indien de AIOS: - Het protocol ‘Urineweginfecties bij kinderen’ heeft bestudeerd met als achtergrond het NVK protocol 'Urineweginfecties bij kinderen'. - De diagnostiek en behandeling kan inzetten bij een kind met een urineweginfectie met of zonder koorts. - Kennis heeft van de diagnostiek bij kinderen met een recidiverende urineweginfectie. Themakaart aftekenen: na poli of afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:

XII - Thema: Pulmonologie – KBS Recidiverend piepen& hoesten kunnen herkennen, oorzaken onderscheiden, behandelen en begeleiden. Thema behaald indien de AIOS: - De diagnostiek en behandeling kan inzetten bij astmatische klachten < 4 jaar. - Het protocol ‘Astmatische klachten onder leeftijd 4 jaar’ heeft bestudeerd. . - Kennis heeft van de verschillende inhalatietechnieken. - Bij voorkeur de basiscursus ‘Astma’ van het NVK heeft gevolgd (dit mag ook later in de opleiding). Themakaart aftekenen: na poli en afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:

Dyspnoe kunnen herkennen, oorzaken kunnen onderscheiden en behandelen en begeleiden. Thema behaald indien de AIOS: - Minimaal 10 patiënten heeft gediagnosticeerd en behandeld met benauwdheidsklachten, waaronder bronchiolitis, laryngitis subglottica, viral wheeze, astma bij het oudere kind en pneumonie/lagere luchtweginfectie. - De NVK richtlijn 'Acuut astma bij kinderen’ heeft bestudeerd - De NVK richtlijn ‘Laryngitis subglottica’ heeft bestudeerd. - Het protocol ‘RSV bronchiolitis’ heeft bestudeerd. Themakaart aftekenen: na diensten en afdelingsstage Thema behaald volgens opleider op:


Versie 2.0

34


Bijlage 6 Mentoraat Iedere arts-assistent heeft een mentor, zowel de AIOS als de ANIOS. De (waarnemend)opleider maakt de indeling hiervan. Deze wordt direct aan het begin van de werkzaamheden al toegekend. De mentor heeft een informele band met de artsassistent, maar ook een aantal formele taken. Informeel: De mentor heeft de functie om drempelloos bij te kunnen aankloppen om allerlei zaken te kunnen bespreken. Dit kan over het werk gaan, de opleiding of meer persoonlijke zaken. Het besprokene is vertrouwelijk, staat niet genotuleerd en wordt alleen maar met de opleider of de opleidingsgroep gecommuniceerd indien de arts-assistent daarmee instemt. Formeel: De mentor is op de hoogte van het functioneren van de arts-assistent door informatie in te winnen bij de opleidingsgroep. De mentor kan eventueel aanwezig zijn bij een voortgangsgesprek met de opleider of waarnemend opleider. De mentor kan een brug slaan tussen enerzijds de arts-assistent en anderzijds de opleidingsgroep. De mentor kan eventueel een voortgangsgesprek voorbereiden. Bij een ANIOS zal de mentor binnen 2 maanden na start een informeel voortgangsgesprek hebben, bij voorkeur voor start 1e dienstblok. Dit kan tevens dienen als informatie tijdens het eerste formele voortgangsgesprek na 4-6 maanden bij de (waarnemend)opleider. AIOS hebben iedere 3 maanden een voortgangsgesprek.


Versie 2.0

35


X

X

Klachtgerichte anamnese afnemen

X

X

Lichamelijk onderzoek uitvoeren

X

Beleid opstellen van een patiënt

X

Therapeutisch beleid uitvoeren

X

Aanvullend onderzoek aanvragen

X

De resultaten van aanvullend onderzoek interpreteren

X

Uitvoeren van medische verrichtingen

X

Consulten doen bij patiënten met nieuw probleem

X

X

Het afhandelen van patiënten met acute problematiek

X

X

Het superviseren van anderen (co-ass; verpleegkundig personeel)

X

X

Diensten doen

X

De hulpvraag van een patiënt verhelderen

Professionalite it

Communicatie

Algemene anamnese (screening) uitvoeren

Taken met primaire focus op de volgende competenties

Maarschappeli jk Kennis en wetenschap

Medisch handelen

Tabel 2: XIV: Hoofdthema: Competentiespecifieke groei AIOS

Organisatie

Themakaart XIV, CanMeds competenties Samenwerken

Bijlage 7

X X

X

Manier van werken aanpassen aan de patiënt

X

X

Gesprekken voeren met familie of bekenden van patiënt

X

Het voeren van slecht nieuws gesprekken

X

Samenwerken met ondersteunend personeel, verpleegkundigen

X

X

Samenwerken in multidisciplinair team

X

Leiding geven aan een team

X

X

X

Het medisch dossier bijhouden

X

Formulieren invullen en/of ondertekenen

X

Een planning maken van eigen werkzaamheden

X

Brieven schrijven en/of dicteren

X

Voorbereiden patiëntenoverdracht

X

Verwijst zonodig patiënten naar andere organisaties in de gezondheidszorg

X

Betrekt omgeving bij zorg zieke kind

X

Informeert familie op verzoek over het omgaan met patiëntgegevens

X

Houdt rekening met wettelijke bepalingen bij uitvoering taken

X

Het opheffen van geconstateerde lacunes in kennis /vaardigheden

X

Het houden van een referaat

X

Eigen grenzen kennen; raadplegen supervisor indien nodig

X

Omgaan met onverwachte gebeurtenissen

X

Het bewaken van de grenzen van het specialisme

X

Om kunnen gaan met feedback

X

Omgaan met ongewenst gedrag van patiënten

X X

Het scheiden van werk en privé


. In het regionaal opleidingsplan worden de verschillende elementen per competentie nader uitgewerkt. 2 - 3 x in de 1e 1.5 jaar worden de competenties beoordeeld in het voortgangsgesprek met de opleider.

X

Versie 2.0

36


Bijlage 8 Besprekingen en overleggen kinderafdeling (uit introductieklapper arts-assistenten) 

Ochtendoverdracht Om op dinsdag, woensdag en vrijdag 8.30 – 8.45 u, op maandag van 8.00 – 8.30 u en donderdag van 8.00 – 8.15u, locatie: overdrachtsruimte G2, voorzitter wordt aangewezen. Er wordt op di/wo/vrij gestart met 30 minuten onderwijs om 8.00 – 8.30 u, gevolgd door 15 minuten overdracht van de gebeurtenissen in de dienst. Aan het eind van elke overdracht wordt de dagindeling besproken. (Zie voor het overdrachtreglement bijlage pagina 43-44) 



Ochtendonderwijs Van 8.00 – 8.30 u, behalve op maandag en donderdag, locatie: overdrachtsruimte G2. Maandag: Dinsdag: EBM/journalclub of Bedsite teaching of NLS Woensdag: Co-praatje, arts-ass onderwijs (jaarcyclus) Donderdag: Vrijdag: arts-ass onderwijs (jaarcyclus), NLS Afdelingsvisite Vanaf 8.45- 10.45 uur, door de arts-assistent afdeling, supervisie kinderarts.

Op de G2 grote kinderen en op de G2zz neonatologie wordt gescheiden visite gelopen en beide afdelingen hebben een arts-assistent en een superviserende kinderarts. De kraamronde wordt gedaan door de VK (Vliegende Keep) en indien die er niet is door de kinderarts supervisor neonatologie, eventueel bijgestaan door de kinderarts die supervisie poli/612 doet. De semi-arts, keuzeco-assistent mag over een aantal kinderen zelf visite doen, gesuperviseerd door de kinderarts, niet door de arts-assistent. 

Dienstoverdracht Dagelijks om 17.00 – 17.15 u (na het onderwijs of bespreking) korte zakelijke overdracht; locatie: overdrachtsruimte G2. Hierbij behoren de co-assistenten, dienstdoende kinderarts en assistenten aanwezig te zijn. (Zie voor het overdrachtsreglement bijlage op pagina 43) Op maandag dinsdag, woensdag en donderdag zal om de week (de ene week is dat maandag en woensdag en de andere week dinsdag en donderdag) een onderwijsmoment worden ingeroosterd (maandag: Rontgenbespreking, dinsdag: MMI bespreking, woensdag APLS en donderdag praktisch onderwijs uit jaarcyclus). 

Perinatologie-overleg Wekelijks op maandag om 12.15 - 13.00 u locatie: overdrachtsruimte G2, voorzitter: supervisor G2zz of plaatsvervanger.

Tijdens deze bespreking worden de problemen van opgenomen zwangeren en kinderen op de neonatologieafdeling besproken. In het EPD wordt een zogenaamde PPL (=”patiëntenlijst”) bijgehouden van zwangeren die relevant zijn voor de kinderarts; de voortgang, de afspraken of beleidsplan worden hierin opgeschreven. Alternerend wordt er een onderwijs moment/voordracht verzorgd door de de Gynaecologie en kindergeneeskunde of wordt neonatale opvang/reanimatie geoefend onder leiding van een kinderarts. (zie onderwijsrooster)  Röntgenbespreking Maandag om de week om 17.00 – 17.30 u (zie onderwijsrooster) locatie: op de 1e etage Röntgen bespreekruimte, voorzitter: arts-assistent radiologie.


Versie 2.0

37


Iedere interessante foto of foto die extra overleg behoeft wordt op de PPL Röntgen gezet in het EPD met naam van de dokter en korte omschrijving van kliniek en vraagstelling. Deze lijst wordt op maandag aan het einde van de ochtend gemaild naar [email protected] door de G2 assistent. Tevens bellen naar 2238. 2x Per kwartaal wordt aanvullend een kort onderwijsmoment gekoppeld aan de radiologiebespreking, alternerend een AIOS van de Radiologie en de kindergeneeskunde. (zie onderwijsrooster) 

Multi Disciplinair Overleg (MDO) Dinsdagochtend 10.45 – 11.15 u afdeling G2zz Dinsdagochtend 11.15 - 12.00 u afdeling G2 locatie: overdrachtsruimte G2, voorzitter: superviserend kinderarts G2 of AIOS.

Er vindt gestructureerd overleg plaats over de opgenomen kinderen met diëtist, maatschappelijk werker, fysiotherapeut, pedagogisch medewerker(s), psycholoog en verpleegkundige(n). Op maandag wordt besproken welke patiënten de dag erna worden besproken op dit overleg. De patiënt wordt voorgedragen door de verpleegkundige of de arts-assistent. 

Grote visite Donderdagochtend van 10.45- 11.45 u

locatie: overdrachtsruimte G2, voorgezeten door de opleider of plaatsvervanger en bijgewoond door alle aanwezige kinderartsen, supervisoren, assistenten en coassistenten. Bespreking van een geselecteerd aantal opgenomen patiënten. Op dinsdag en woensdag worden door de afdelingsarts-ass. en de supervisor kinderen geselecteerd voor de grote visite. De arts-assistent (liefst niet de co-assistent, wel semi-arts) probeert een goede samenvatting te geven van de patiënt en vooral ook de reden waarom deze wordt besproken, dit kan bijvoorbeeld een klinische vraag zijn. Complexe patiënten komen wekelijks even terug op deze bespreking. Ook een lastige of leerzame poli-patiënt kan worden ingebracht. Aansluitend om 11.45 u is er doorgaans onderwijs of een externe spreker. In plaats van de grote visite (10.45u) is soms een bespreking of vergadering; complicatie -, kindermishandeling bespreking of opleidingsvergadering. 

Kindermishandelingbespreking (KIMI) donderdag van 11.00 u tot 12.00 u, ongeveer 5x per jaar

locatie: conferentiekamer stafgang 1e etage rode zone, tegenover bestuurskamer; voorzitter kinderarts Erica Post of Ingrid Lukkassen. (zie onderwijsrooster) In plaats van de grote visite wordt de KIMI gehouden (medewerkers kinderafdeling, maatschappelijk werk, SEH artsen en verpleegkundigen en vertrouwensarts*. In het EPD wordt een PPL bijgehouden om patiënten aan te melden; zet je naam en een korte beschrijving in de lijst. Op de SEH en voor spoedpatiënten wordt een aantal vragen omtrent kindermishandeling ingevuld in de intake van het dossier. Deze vragen vormen het acroniem “Sputovamo”. Alle positieve sputovamo’s (vooraf gescreend door de werkgroep) of patiënten van de PPL worden besproken. Het doel is niet om het beleid nog aan te gaan passen, maar om van te leren en toetsing achteraf. * Vertrouwensarts: Rob Beukering, vertrouwensarts Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, Nijenoord 2-4, 3552 AS UTRECHT; [email protected]  Complicatiebespreking 4 Keer per jaar tijdens de grote visite een complicatiebespreking gehouden. Deze is van 10.45 u tot 11.45 u, locatie: studieruimte G2, voorzitter: Jeanette ten Haaf of Walter Balemans of vervanger. (zie onderwijsrooster) St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, December 2013

Versie 2.0

38


Het gaat om complicaties of casuïstiek waarbij duidelijke verbeterpunten of leerpunten zijn aan te wijzen. De bespreking is bedoeld om van te leren, niet om verantwoording af te leggen. Patiënten komen automatisch in de lijst als je via het EPD van een patiënt een complicatie hebt geregistreerd (zie bijlage pag 55).  Post IC Neonatologie bespreking Ongeveer 4x per jaar wordt een bespreking georganiseerd over een aantal gecompliceerde kinderen van de afdeling neonatologie samen met een of meer neonatologen van het UMC. De bespreking wordt door ons centrum voorbereid. Doorgaans donderdag 12.15-13.15 u; locatie: overdrachtsruimte G2, voorzitter: Minouche van Dongen, Jacqueline van Hillegersberg of Hans Schipper.  Microbiologie/immunologie overleg (MMI overleg) Op dinsdag om de week vindt om 16.45 uur overleg plaats met de microbiologen en immunologen; locatie: G2 of bespreekruimte van de microbiologie; voorzitter: kinderarts Jojanneke Heidema. Klinisch en poliklinische kinderen met infectieproblematiek worden hier besproken. In het EPD wordt een PPL bijgehouden om patiënten aan te melden voor deze bespreking. Deze patiënten worden in de loop van de ochtend op dinsdag doorgebeld aan de dienstdoende arts-assistent van de microbiologie (sein 858) Tevens wordt er een onderwijsmoment verzorgd, waarbij de kindergeneeskunde en de microbiologen om en om aan de beurt zijn (zie onderwijsrooster)  Nefro-urologie bespreking Volgens tevoren opgesteld schema 1 x per 8 weken op donderdagmiddag van 16.30 – 18.00 uur; locatie overdrachtsruimte G2; voorzitter kinderarts Heleen Blokland of plaatsvervanger en altijd vergezeld door een arts-assistent. Aanwezig zijn de kinderuroloog uit het UMCU, nucleair geneeskundige, kinderartsen, uroloog Antonius ZH, arts-assistenten, co-assistenten mictie-therapeute. Klinische en poliklinische patiënten met urinewegproblemen worden hier besproken. In het EPD wordt een PPL bijgehouden om patiënten aan te melden. Zet naam hoofdbehandelaar erbij, korte samenvatting patiënt en de klinische vragen. Bij twijfel vooraf overleggen met Heleen Blokland.  Onderwijs co-assistenten wekelijks op woensdag van 14.00 - 14.30 u wordt door de arts-assistent van de avond onderwijs gegeven aan de co-assistenten, op nader te bepalen locatie. Een aantal specifieke algemeen pediatrische thema’s wordt onderwezen zoals astma, urineweginfecties, diarree, obstipatie, voeding in het eerste levensjaar etc. De artsassistenten zijn zelf verantwoordelijk voor het rooster. Dit hangt op de co-kamer en de arts-assistentenkamer.


Versie 2.0

39


Bijlage 9 Onderwerpen jaarlijkse onderwijscyclus Diane Fandri

Heleen Blokland Gera Hoorweg

Walter Balemans

Maartje ten Berge Thomas van Veen

Jojanneke Heidema Neonatologie (Hans Schipper, Minouche van Dongen, Jacqueline van Hillegersberg)

Marja van der Vorst

Hester van Wieringen

Jeannette ten Haaf Arine Vlieger

Erica Post Ingrid lukkassen


KMEA Eczeem Allergietesten Incontinentie Urineweginfecties Schildklierproblemen Diabetes Pubertas praecox Grote lengte Kleine lengte Astma Chronisch hoesten Longfunctie RSV Peuterastma Allergische rhinitis Herkennen benauwdheid Hoofdpijn Neurologisch onderzoek Epilepsie I en II Koorts < 3 maanden HSV Asfyxie BPD Prematuriteit Voeding van de neonaat Motorische ontwikkeling 1e jaar Babyseries ADHD Obesitas Farmacologie basaal Down syndroom Diagnostiek bij syndromale afwijkingen Lichamelijk onderzoek bij syndromale afwijkingen ECG Kwaliteit en veiligheid Buikpijn Obstipatie Bloedbeeld Alternatieve geneeswijzen Borstvoeding en medicatie Huilbaby Co-ass KPB/feedback Gastroenteritis/dehydratie

Versie 2.0

40


Bijlage 10 Verplichte en facultatieve cursus Verplichte cursus 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

APLS (advanced pediatric life support) Diabetescursus Epilepsiecursus Basiscursus astma NVK congres (1 dag/jaar) NLS (neonatal life support) Onderwijsweekeinden NVK JuniorAfdeling Themadag cursus/congres gebonden aan stage in differentatiefase cursus EBM/ statistische beginselen (DOO) cursus “Leren werken in balans” (DOO) cursus signalering kindermishandeling (WOKK) overige DOO: patiënt veiligheid en modules gesprektechnieken

Facultatieve cursus:     

cursus Communicatie (DOO) waaronder conflicthantering, reflexie en feedback, slechtnieuwsgesprek, etc) cursus management (DOO) Academische kinderartsweken, jaarlijks georganiseerd in diverse opleidingsclusters: in eigen cluster, eventueel mogelijkheid tot deelname aan academische kinderartsweek in ander cluster cursus gezondheidsrecht tropencursus (AMC)

Cursus

Inschrijfkosten

Reis/verblijfkosten

APLS (advanced pediatric life support)

€ 1450

€ 150

Diabetescursus Epilepsiecursus Basiscursus astma NVK congres (1 dag/jaar) NLS (neonatal life support) Onderwijsweekenden NVK JA Themadag cursus/congres gebonden aan stage in differentatiefase cursus EBM/ statistische beginselen cursus teach the teacher (voor AIOS) cursus kindermishandeling (WOKK) Discilpine overstijgend onderwijs (DOO), 2 dagen per jaar Totale kosten

€ 225 € 350 € 350 € 450 (€ 90 per jaar) € 525 € 375 (€ 75 per jaar) € 375 (€ 75 per jaar) € 1000

€ 35 € 35 € 35 € 250 € 35 € 165 € 165

€ 750 ? € 995 ?

€ 35 € 70 ?

€ 6845

€ 975

budget voor tijdschrift / boeken € 1500 (€ 300 per jaar)  junior lidmaatschap NVK € 1500 (€ 300 per jaar)  vanwege centrale locatie Utrecht zijn reiskosten gemiddeld berekend op €35 i.p.v. €50

Totaal budget (peildatum maart 2013) : € 9845,- (€ 1970,- per jaar) (exclusief DOO cursussen) Jaarlijkse thema weekenden Deze weekenden worden door de NVK geörganiseerd voor alle AIOS per jaargang en zijn verplicht. Kosten worden deels vergoed door het opleidingscentrum waar de AIOS op dat moment werkzaam is, er is een kleine eigen bijdrage door de AIOS zelf te betalen. 1e jaar: water- en zout huishouding 2e jaar: beeldvormende diagnostiek bij kinderen e 3 jaar: infectieziekte, immunologie en reumatologie 4e & 5e jaar: kwaliteit in de kindergeneeskunde


Versie 2.0

41


Bijlage 12 Cursorisch onderwijs: onderwijs- en cursusplan cluster Utrecht Basisblok jaar1 jaar2 landelijk onderwijs: metabolisme radiodiagn/kindermishandeling gastheer en microbe onderwijsweekend jaar 4 regionaal onderwijs: specialisme gebonden discipline overstijgend* buitenlands congres NVK juniordag congressen/symposia**

16 16 16

*discipline overstijgend: (DOO UMCUtrecht) Stuur eigen opleiding , 0,5 dag Communicatie, 0,5 dag per module Veiligheid 4 dagdelen Onderwijsvaardigheid 3 dagdelen EBM, 4 dagdelen Management 1 en 2, elk 4 dagdelen Begeleide intervisie 8x2u


Differentiatie jaar5

jaar4

16

Totaal uur

**congressen/symposia: 12 dagen Verplicht tenminste 1 dag NVK NLS APLS epilepsiecursus - 2 dagen*** diabetescursus - 2 dagen*** astmacursus - 2 dagen*** Teach the teacher (zie DOO) Cursus/congres in differentiatie EBM (zie DOO) kindermishandeling - 2 dagen Facultatief infectieziekten - 2 dagen voedingscursus - 1 dag kinderradiologie - 1 dag time management patientveiligheid KA-week tropencursus

jaar3

40 16

40 16

40 16

40 8

8

8 16

8 16

8 32

16 16 24 8 32

72

96

96

104

96

x x xxxx

xx

xx

x

xxx xxxx x

xxxx x

xxxx (x)

x

x

x

x

x

x x x

x x x x

x x

x x

x

x

x x

x

x

x x

x x x

x

x

x x x x x x x

x

x x x

x x x x

x x x

x

x

x x 24 x

Versie 2.0

42

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Kindergeneeskunde. St. Antonius Ziekenhuis

Recommend Documents