Informatieklapper co-assistenten afdeling Kindergeneeskunde St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Ingrid Lukkassen, kinderarts Jeanette ten Haaf, kinderarts Jojanneke Heidema, kinderarts
Versie januari 2014
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Praktische zaken Dag- en weekindeling Afdelingswerk Polikliniek werkzaamheden Bijlagen Checklist introductie Schema dag- en weekindeling Adviezen voor het schrijven van brieven Statusvoering en opstellen differentiaal diagnose Belangrijke telefoonnummers
3 4 6 8 10 13 15 16 17 18
1. Inleiding Hartelijk welkom op de afdeling Kindergeneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis. Een stageperiode waarin je actief betrokken zult zijn bij de zorg voor het zieke kind. We hopen dat je enthousiasme voor het vak Kindergeneeskunde door deze stage in de algemene praktijk groeit. Waarschijnlijk zal je ervaren dat er grote verschillen bestaan met andere coschappen en is het ongetwijfeld opnieuw wennen aan andere manieren en gewoontes. We streven er naar dat je op de afdeling alle ruimte krijgt om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het gezonde en zieke kind. Centraal in de leerdoelen staat het leren omgaan met ouders en kinderen. Hoe vraag je een anamnese aan, hoe verricht je een lichamelijk onderzoek en hoe stel je uiteindelijk je differentiaal diagnose en beleid vast? Hierbij gaat het vooral om algemeen pediatrische problemen waar we in de praktijk het meest frequent mee in aanraking komen. We rekenen op een actieve houding; stel vragen, zoek dingen op en geef aan als je te veel of te weinig te doen hebt. We hopen dat dit werkschema een bijdrage kan zijn voor een fijne en leerzame stage kindergeneeskunde.
Kennismaking en begeleiding De eerste dag wordt gebruikt om kennis te maken op de verschillende afdelingen. Je krijgt een rondleiding door één van de kinderartsen of arts-assistenten, waarna je naar de afdeling wordt gebracht. Op het secretariaat kun je je pasje ophalen, het verzoek is deze goed leesbaar te dragen op je kleding. Ook krijg je een formulier voor het ophalen van een witte jas (deze moet verplicht gedragen worden) en een brief met je persoonlijk account. Zie ook bijlage 1 checklist introductie. Deze checklist kun je gebruiken om snel wegwijs te worden op de kinderafdeling. Stel je de eerste dagen voor aan kinderartsen, arts-assistenten, de verpleging, secretaresses en polidames. Dit wordt erg op prijs gesteld. Liever een keer teveel dan te weinig. Het kan natuurlijk voorkomen dat je tijdens je coschap tegen problemen aanloopt. Schroom niet dit te bespreken met je directe begeleider/zaalassistent of een andere assistent naar voorkeur. Dit is met name handig bij logistieke vragen en kleinere problemen/frustraties. Er zijn 1 of 2 arts-assistenten die aanspreekpunt zijn voor de co-assistenten. Wie dat zijn staat vermeld in de welkomstbrief die je ontvangen hebt. Twee kinderartsen (Dr. Heidema en Dr. ten Haaf) zijn vast aanspreekpunt voor de co-assistenten en zij doen ook de tussen- en eindbeoordeling. Bij hen kunnen jullie ook terecht, mochten er grotere problemen zijn tijdens jullie co-schap.
Dr.Heidema
Drs. ten Haaf
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
3
Indeling co-assistentschap Het co-assistentschap kindergeneeskunde omvat 2 delen: - Afdelingsstage: Gedurende 2 of 3 weken werk je mee op de verpleegafdeling (de Kinder- en Jeugdafdeling en de Neonatologieafdeling). Je gaat in de eerste week naar de neonatologie of de Kinder- en Jeugdafdeling, in de tweede week wissel je. Mogelijk heb je later in je coschap nog een derde week afdeling. - Polistage : De overige 3 of 4 weken zit je op de polikliniek en kun je ook meelopen met de kraamvisite en de spoedpoli. Sommigen zullen 2 weken op onze afdeling in Leidsche Rijn zitten, waar ze nieuwe patiënten zien, en meelopen met de semi-spoedpoli. Indien er door ziekte of vakantie minder co-assistenten zijn, zorg er dan altijd voor dat de poli's door jullie gedekt zijn, en eventuele afdelingsco-assistenten dus bijspringen. Bedenk dat er dus altijd genoeg co-assistenten moeten zijn om de nieuwe patiënten op de poli te zien. Co-assistent 1 2 3 4 5
Week 1 neo G2 neo neo G2
Week 2 G2 neo G2 G2 Neo
Week 3 LR G2 LR Poli LR
Week 4 LR Poli LR Poli LR
Week 5 Poli Poli Poli Poli Poli
Week 6 Poli Poli Poli Neo Poli
2. Praktische zaken Afwezigheid Bij ziekte zo spoedig mogelijk (voor 9.00 uur!) melden aan secretariaat Kindergeneeskunde tel 030-6092071. Geplande afwezigheid dient vooraf overlegd te worden met een van de kinderartsen (bij voorkeur met Dr. Heidema of Dr. ten Haaf). Bij langere afwezigheid wordt nadien overlegd of de verloren dagen moeten worden ingehaald.
Beoordeling Na elke (poli of spoed) patiënt wordt een beoordelingsformulier ingevuld door de supervisor van die patiënt en dit formulier dien je, inclusief bijbehorende patiëntenbrief toe te voegen aan je portfolio. Daarnaast dien je tijdens de afdelingsstages de zaalartsen een korte klinische beoordeling te vragen, bijvoorbeeld tijdens het nakijken van een zuigeling op de kraamafdeling, het verrichten van een lichamelijk onderzoek bij een ouder kind op afdeling G2 of na het meelopen van een dienst. Na 3 weken krijg je een tussenbeoordeling en na 6 weken volgt de eindbeoordeling. Dit gebeurt aan de hand van het ingevulde portfolio, de attitude, de voordracht, en de overall indruk van het kindergeneeskundige team. De beoordelingen worden in principe donderdagochtend gegeven voor de grote visite coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
4
door Dr. Heidema of Dr. ten Haaf. Maak met hen afspraken hierover. Mocht het voorkomen dat beide kinderartsen niet aanwezig zijn dan even overleggen met Dr. Balemans.
KPB anamnese In de vierde (of evt. vijfde) week krijg je feedback op je anamnese d.m.v. een Korte Klinische Praktijkbeoordeling (KPB-anamnese). Deze KPB zal gedaan worden door of dr. Heidema, of dr. ten Haaf. Geef zelf actief aan wanneer je een KPB moet doen.
Referaat In de vierde of vijfde week van je coschap wordt er van je verwacht dat je op woensdag om 08.00 uur (voor de overdracht) een presentatie houdt over een door jou gekozen onderwerp. Een rooster hiervoor vind je op de co-assistenten kamer. Vul deze met elkaar in. Er kunnen geen 2 co-assistenten op 1 dag een presentatie houden. Mochten er problemen zijn met deze indeling, bespreek dit dan met een van de kinderartsen. Het is de bedoeling om in overleg met een van de (kinder)artsen na de eerste weken van je coschap, dus op tijd, een onderwerp ter hand te nemen, met een specifieke vraagstelling. Het is dus niet de bedoeling dat je ‘iets’ gaat vertellen over een bepaald ziektebeeld. Bedenk dat je gehoor al op de hoogte is van algemene kennis over ziektebeelden en behandelingen. De duur van het praatje is 20 minuten met daarna nog 10 minuten bespreking. Zie alle fantastische voorbeelden van jullie voorgangers op de computer op de co-kamer (op de G-schijf). Ervaring leert dat coassistenten het lastig vinden een onderwerp te kiezen, dus begin hier al vroeg over na te denken!! Vind je het zelf moeilijk een onderwerp te kiezen, dan hangt er een lijst met onderwerpen op de co-kamer. Het wordt aangeraden het praatje, ook weer ruim op tijd, voor te bespreken met een van de artsen. Op de co-kamer hangen lijsten met de aandachtsgebieden van de verschillende kinderartsen. Kies een kinderarts die aansluit bij jouw vraagstelling. Na afloop van je voordracht, dien je de presentatie op te slaan op de G-schijf onder het mapje vrouw en kind/ kindergeneeskunde/powerpoint presentaties/onderwerp/coassistenten. Dit dient te worden opgeslagen met als naam de titel van je verhaal en de datum dat je het verhaal hebt gehouden. Voorbeeld: inbakeren huilbabies_04_08_2010. Mocht dat door omstandigheden niet gelukt zijn tijdens je coschap, mail je presentatie dan alsnog naar één van jullie aanspreekpunten van de arts-assistenten.
Literatuur/naslagwerken Op de arts-assistentenkamer achter de poli zijn vele tekstboeken aanwezig en ook op jullie eigen kamer staan er enkele. Daarnaast kun je op de computer op de G schijf veel informatie vinden in de protocollen en de NVK werkboeken. De serie praktische kindergeneeskunde (kleine gekleurde boekjes) zijn ook een aanrader en te vinden op de arts-assistenten kamer. Probeer in de loop van de dag n.a.v. patiënten die je gezien hebt, nog eens de theorie op een rij te zetten. Je zult merken dat je op deze wijze veel meer van de kindergeneeskunde gaat onthouden. Bij vragen bestaat er altijd de mogelijkheid om deze met de coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
5
kinderartsen te bespreken. Er bestaat geen drempel… Dus probeer zoveel mogelijk inzicht te krijgen tijdens deze stage in de veelheid van algemeen pediatrische problemen.
Diensten Tijdens het coschap wordt er van je verwacht dat je 2 avonden met een dienst mee loopt tot (minimaal) 21.00 uur. Spreek met je collega’s af wanneer je de dienst doet (max. 1 coassistent per avond), bij voorkeur vanaf de 4e week van je co-schap. Spreek met de arts-assistent af welke patiënt jij eventueel de volgende dag over kan overdragen.
EPD Sinds begin 2007 is de afdeling overgestapt naar EPD. Dat wil zeggen dat er geen klinische of poliklinische statussen meer zijn. Als coassistent ben je geautoriseerd om in het EPD te werken. Dit brengt wel een verantwoordelijkheid met zich mee. De afspraak is dat je alles voorlopig opslaat en pas na overleg en toestemming van de arts-assistent of kinderarts definitief maakt. Zorg dat je op je eerste dag leert werken met het EPD, het is tamelijk gebruiksvriendelijk, maar vast weer anders dan in andere klinieken. Ook de groeicurve kan en moet in het EPD worden bijgewerkt.
Introductie poli Voor je polistage wordt door één van de polidames, Dike of Irma, een introductie gegeven over het reilen en zeilen van de poli. Zorg dat je in de week voor je poliperiode met een van hen een afspraak maakt.
Dike
Irma
3. Dag- en weekindeling Dagindeling;
Ochtendoverdracht: 8.00 uur in de overdrachtsruimte op de kinderafdeling G2. Dit is een korte overdracht waarin belangrijke gebeurtenissen tijdens de dienst worden besproken. De coassistenten worden actief betrokken bij de overdrachtsmomenten. Aan het eind van elke overdracht wordt de dagindeling besproken.
Zaalvisite's: in principe vanaf 8.30-8.45 uur, door een van de arts-assistenten onder supervisie van een kinderarts. Samen met arts-assistent en kinderarts worden kinderen voor de visite of erna nagekeken.
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
6
Kraam afdeling: Een arts-assistent (VK) gaat op de kraamafdeling de pasgeborenen nakijken, waarbij de kinderarts in consult is gevraagd. De coassistent die in zijn polistage zit (en geen spreekuur heeft die ochtend) kan participeren in dit kraamrondje en zelf vele pasgeborenen nakijken.
Polikliniekspreekuren. Elke dag zijn er meerdere spreekuren van kinderartsen en arts-assistenten (zie ook onder kopje polikliniek werkzaamheden).
Dienstoverdracht. Korte zakelijke overdracht om 17.00 uur in de overdrachtsruimte op G2. Hierbij horen de coassistenten, dienstdoende kinderarts en assistenten aanwezig te zijn.
Wekelijkse besprekingen:
Perinatologie-overleg: maandag 12.15 uur: wekelijks perinatologie overleg (locatie: overdrachtsruimte G2). Tijdens deze bespreking worden de problemen van opgenomen zwangeren en kinderen op de neonatologieafdeling besproken. Alternerend wordt er een onderwijs moment/voordracht verzorgd door de arts-assistenten en coassistenten van de verloskunde en kindergeneeskunde.
“Ochtend bespreking” : op dinsdag en woensdag wordt er van 08.00 – 08.30 uur wisselend onderwijs gegeven. Op de dinsdagen is Evidence Based Medicine, journal club of neonatal life support (door arts-assistent of kinderarts), op woensdag een voordracht door de coassistent, op donderdag na de grote visite een vrij onderwerp of een externe spreker.
Cyclus: Dit onderwijs valt onder een programma dat een jaar duurt, waarbij de kinderartsen onderwijs geven op hun aandachtsgebied. De bedoeling is dat in de voorafgaande week een artikel of hoofdstuk wordt doorgegeven, die je op die dag gelezen hoort te hebben.
Röntgenbespreking: om de week op maandag om 17.00 uur: röntgenbespreking (op de röntgenafdeling). Zie hiervoor onderwijsschema; Maandag onderwijs. De overdracht vindt dan plaats om 16.45 uur.
Multidisciplinair overleg: dinsdagochtend is er voor beide afdelingen multidisciplinair overleg, 10.45 uur voor de neonatologie afdeling en 11.15 uur voor de kinder- en jeugdafdeling (G2). Er vindt overleg plaats over de opgenomen kinderen met diëtiste, maatschappelijk werker, fysiotherapeut, spelleidster, orthopedagoge en verpleegkundigen.
Grote visite: donderdagochtend van 10.30/10.45- 12.15 uur grote visite in overdrachtsruimte G2. Bespreking van een geselecteerd aantal opgenomen patiënten in aanwezigheid van supervisors, assistenten en coassistenten. Op dinsdag/woensdag wordt altijd al overleg gevoerd welke kinderen de volgende dag worden voorgedragen in de grote visite. Overleg met de arts-assistenten
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
7
welke kinderen zo nodig door jullie voorgesteld kunnen worden. Probeer een goede samenvatting te geven waarin het onderstaande verwerkt is: naam (initialen), leeftijd, reden van opname, alvast een vraagstelling, anamnese, lichamelijk onderzoek, conclusie, aanvullend onderzoek, differentiaal diagnose, beleid en beloop (probleemgeoriënteerde) en eventueel terugkomen op de vraagstelling/leerpunten voor de groep. Microbiologie/immunologie overleg. Op dinsdag om de week vindt om 16.45 uur overleg plaats met de microbiologen en immunologen (locatie: onze overdrachtsruimte en af en toe bespreekruimte van de microbiologie). Klinisch en poliklinische kinderen met infectieproblematiek worden hier besproken. Overleg met de arts-assistenten welke patiënt(-en) je eventueel kan voordragen. Onderwijs coassistenten. In principe op de woensdag om 14.00 uur door 1 van de arts-assistenten (meestal de dienst doende). Als er geen onderwijs wordt gegeven, meld dit dan aan een van de arts-assistenten aanspreekpunten (zie in de welkomstbrief wie dat op dit moment zijn). Tijdens dit uur worden een aantal specifieke algemeen pediatrische problemen met jullie besproken, zoals astma, urineweginfecties, obstipatie, voeding in het eerste levensjaar etc. Het onderwijsrooster en de betreffende assistenten van die week, vinden jullie in de co-kamer. Help de verantwoordelijke arts-assistenten dit even herinneren. Om de 6 weken komt er iemand van Nutricia iets vertellen over voeding (datum en tijdstip wisselt wel eens, zie bord opkamer). Zie voor schematische weergave van de dag- en weekindeling ook bijlage 2.
4. Afdelingswerk Kinder- en Jeugdafdeling (G2) Na de overdracht wordt door de arts-assistent en verpleging bekeken welke kinderen eventueel naar huis kunnen. Deze kinderen worden voor de visite al nagekeken. Daarna volgt de visite (papieren). Tijdens en na deze visite wordt met de arts-assistent de werkzaamheden van die dag besproken. Overleg met de artsassistent wat jij kunt doen. Kijk of het mogelijk is een om meerdere ‘eigen patiënten’ te volgen. Je hebt er vaak meer aan een paar patiënten goed te volgen dan allemaal een beetje. Dagelijks worden de verschillende problemen van de patiënten (probleemgeoriënteerde) in de status vermeld. Laat dit controleren door de arts-assistent voordat je definitief opslaat en schrijf er altijd bij met wie iets overlegd is. In overleg met de arts-assistent worden na de visite de verdere werkzaamheden van die dag verdeeld. De meeste kinderen worden dagelijks nagekeken. De langer opgenomen kinderen worden minstens eenmaal per week volledig nagekeken. Let op de hygiëne bij het nakijken van de kinderen. Handen moeten gewassen/met alcohol ingesmeerd worden voor en na elk patiëntcontact. Kinderen met een infectieuze ziekte liggen in isolatie. Op de deur van de kamer hangt een bordje met coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
8
de maatregelen die genomen moeten worden voor het betreden van de kamer (bijv. schort en handschoenen dragen). Is er iets onduidelijk t.a.v. de isolatie maatregelen vraag het dan aan de verpleging of de arts-assistent. Bij de pas opgenomen patiënt is het goed om even na te lopen of alle informatie volledig in het EDP staat; zoals anamnese, voorgeschiedenis, medicatie etc. Zo niet, dan moet dit in de loop van de dag verzorgd worden. Soms wordt bij een acuut opgenomen patiënt namelijk alleen de belangrijkste dingen van de anamnese en lichamelijk onderzoek opgeschreven en moet dit de volgende dag nog aangevuld worden. De groei is een belangrijke parameter in de kindergeneeskunde. Het is belangrijk dat de groeicurve bij alle kinderen in het elektronisch patiënten dossier ingevuld is.
Neonatologie afdeling (G2zz) Op deze afdeling is het helemaal belangrijk zeer hygiënisch te werk te gaan i.v.m. infectiegevaar. Vraag bij het begin van je co-schap aan de verpleging wat de standaardregels zijn bij werkzaamheden op de afdeling. In ieder geval ook hier de handen wassen telkens wanneer een ander kind nagekeken wordt, dus voor elk kind opnieuw. Het dragen van ringen, horloges en andere sieraden is op deze afdeling verboden. Wanneer men zelf verkouden of grieperig is, of zich niet lekker voelt, kom dan niet op de neonatologie afdeling. Ook hier wordt na de overdracht visite (papieren) gelopen. Tijdens en na deze visite wordt met de arts-assistent de werkzaamheden van die dag besproken. Overleg met de arts-assistent wat jij kunt doen. Kijk of het mogelijk is een om meerdere ‘eigen patiënten’ te volgen. Je hebt er vaak meer aan een paar patiënten goed te volgen dan allemaal een beetje. Dagelijks worden de verschillende problemen van de patiënten (probleemgeoriënteerde) in de status vermeld. Laat dit controleren door de arts-assistent voordat je definitief opslaat en schrijf er altijd bij met wie iets overlegd is. In overleg met de arts-assistent worden na de visite de verdere werkzaamheden voor die dag verdeeld. Regelmatig (minstens 1x per week) worden alle langer opgenomen baby's volledig lichamelijk nagekeken. Op deze wijze worden bijv. ruisjes over het hart tijdig gediagnosticeerd. Overleg ook hier met de arts-assistent welke kinderen nagekeken kunnen worden. Bij de zuigeling is de groeicurve essentieel voor de beoordeling. De groeicurve moet altijd bijgewerkt zijn. Overleg met de arts-assistent of er geplande sectio's of baby's geboren gaan worden, waar de kinderarts bij betrokken is. Kijk welke rol je bij de opvang kunt spelen. Als het rustig is op de afdeling, kun je ook kijken of je meer mee kan doen met de consulten op de kraamafdeling. Het is erg leuk en leerzaam een keer een flesvoeding te geven. Overleg met de verpleging om op rustige momenten te assisteren bij een voeding. Men zal dan ervaren dat het niet altijd een even gemakkelijke procedure is.
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
9
Opnames Terwijl de verpleegkundige de opnameprocedure verricht (wegen, meten, temperaturen, ademhaling, pols etc.) wordt de anamnese door arts-assistent of coassistent opgenomen. Bij een acute verwijzing dient dit kort en krachtig te zijn, we vragen enkel wat van belang is voor de evaluatie van het huidige ziektebeeld, ook wat betreft de voorgeschiedenis. Later op een rustiger moment, kan men uitvoerig alles nog eens opnieuw doornemen, hiaten aanvullen etc. Na de anamnese wordt het kind nagekeken, soms al tijdens de snelle anamnese. Indien je twijfelt over de mate van ziek zijn van het kind, licht dan altijd direct de arts-assistent in. Het EPD dient volledig ingevuld te worden, inclusief eigen naam, naam supervisor etc. Laat het altijd controleren voordat je definitief opslaat. In samenwerking met de arts-assistent wordt bepaald welk aanvullend onderzoek van belang is. Als er bloed een infuus geprikt moet worden, kun je assisteren met het aanreiken van bijvoorbeeld de buizen. Probeer snel inzicht te krijgen welke buizen noodzakelijk zijn voor bepaald onderzoek. Gezien de ervaring die nodig is bij het prikken van kinderen worden de patiënten in principe alleen door arts-assistenten of kinderartsen geprikt.
Ontslag Daags voor ontslag wordt elk kind nog eens nagekeken, in het kort worden enkele bevindingen genoteerd, zeker wat betreft de tractus waarvoor het kind werd opgenomen. Men controleert voor het laatst of de status volledig is, inclusief groeicurve, controles etc. Vindt men toch een afwijkende bevinding bij dit ontslag zoals bijvoorbeeld een luierdermatitis, een hartgeruis wat niet eerder gehoord werd: verwittig de arts-assistent voor het kind van de afdeling verdwijnt, er kan dan zo nodig nog actie worden ondernomen. Wanneer het kind ontslagen is, wordt door de arts-assistent een voorlopig ontslagbericht ingevuld, meestal elektronisch via Edifact. Dit kan ook door de coassistent worden gedaan, maar dan dient de arts-assistent dit na te kijken. De bedoeling van dit briefje is dat de huisarts in het kort geïnformeerd is over: diagnose, bijzondere complicaties, toegepaste therapie en medicatie bij ontslag. Er worden geen afkortingen in gebruikt. Bij een simpele opname volstaat dit edifact bericht, bij wat uitgebreidere opnames moet er daarna een ontslagbrief gemaakt worden.
5. Polikliniek werkzaamheden Elke dag zijn er meerdere spreekuren van kinderartsen. Welke spreekuren er zijn, is na te vragen bij de polikliniek assistenten en is ook te zien op het weekrooster (ligt op de overdrachtskamer). Op de polikamer ligt een klapper met een overzicht bij welke spreekuren er nieuwe patiënten voor jullie zijn ingedeeld. Bij deze patiënten zien jullie de patiënt eerst. Informeer steeds de dag van tevoren hoe laat en hoeveel nieuwe patiënten verwacht worden. Overleg met mede coassistent hoe de verdeling van de taken zal zijn. coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1
Voor een nieuwe patiënt op de poli heb je 45 minuten, dit is inclusief uitwerken en elektronisch patiënten dossier (EPD) invullen. Hierin moet je een anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen en een differentiaal diagnose opstellen en een voorstel voor beleid. Daarna is er in het schema precies 30 minuten om het met de kinderarts na te bespreken en met de patiënt het beleid door te spreken. Begin echt op tijd en loop niet uit, want dat verstoort het spreekuur van de betreffende kinderarts. Indien je klaar bent, geef je dat door aan de poli-assistent en werk je verder in de kamer waar je de patiënt gezien hebt. Zodra de kinderarts toe is aan de nabespreking dan zal hij/zij naar je toe komen. Voordat je de patiënt gaat zien, lees je kort de brief van de huisarts. Realiseer je bij het afnemen van de anamnese steeds wat de primaire vraagstelling is. Laat de ouders eerst kort aan het woord om zelf uit te leggen wat de reden van komst is. Vervolgens worden de aanvullende vragen gesteld. Eerst de hoofdklacht, vervolgens kort ingaan op eventuele andere punten. Een korte tractus anamnese, familie anamnese, medicijngebruik en gegevens van de geboorte horen bij iedere nieuwe patiënt ingevuld te worden. Nadien wordt het lichamelijk onderzoek verricht. Bij elk onderzoek hoort lengte en gewicht, zo nodig schedelomtrek (in ieder geval bij kinderen<1 jaar, overig op indicatie), zo nodig bloeddruk of temperatuursmeting. De groeicurve moet altijd ingevuld worden. Leg de ouders uit dat je nu met de kinderarts zal overleggen en met hem of haar terugkomt om het beleid te bespreken. Leg ook uit dat dit ongeveer 15-20 minuten kan duren. Maak een korte differentiaal diagnose en bedenk welk aanvullend onderzoek eventueel noodzakelijk is. Vervolgens wordt de casus besproken met de kinderarts. Probeer kort en zakelijk de problemen de revue te laten passeren. Ook hier geldt: de patiënt dient zo weinig mogelijk hinder te ondervinden van onze leerprocedure, zeker niet nodeloos wachten. Zorg dat je het beoordelingsformulier al bij je hebt. De kinderarts kan dan het eerste deel meteen invullen als wat je hebt gedaan nog fris in het geheugen zit. Voeg dit beoordelingsformulier daarna bij je brief zodat later de rest aangevuld kan worden. Let erop dat je het beoordelingsformulier op korte termijn terugkrijgt om zo op tijd je portfolio gegevens te verzamelen. NB. Nimmer verricht een coassistent een rectaal toucher of vaginaal toucher! Indien er op een dagdeel geen nieuwe patiënten op de poli voor je ingedeeld zijn, kun je met een spreekuur meelopen of met de arts-assistent (VK) spoedpoli meedoen en/of in de ochtend de kraamkinderen helpen nakijken. Geef het aan de arts-assistent die VK heeft door als je hiervoor beschikbaar bent. Het is makkelijk dan een pieper bij je te dragen, opdat de assistent je dan kan bereiken (vraag na welke pieper je die dag kan gebruiken). Uitwerking polibrief Elke dag maak je van één van de patiënten die je op de poli hebt gezien, een conceptbrief voor de huisarts. Zie ook bijlage 2 voor tips t.a.v. veel voorkomende onvolkomenheden in brieven. Voorbeelden over de opzet van de brieven gericht coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1
aan de huisarts zijn op de computer in de coassistenten kamer aanwezig. Voor instructie vraag even na bij een van je collega coassistenten. Maak de brief in het EPD en sla deze tijdelijk op (dus nooit definitief opslaan). Print hem uit en laat deze correctie brief aan de betreffende kinderarts zien, of leg het in zijn/haar postvak. De kinderarts corrigeert deze brief, de eventuele correcties passen jullie zelf aan en sla deze weer tijdelijk op. Na correctie stuur je de brief elektronisch naar het secretariaat met de opmerking erbij dat de brief reeds door de supervisor is gezien. (Dus alleen naar secretariaatslijst sturen na correctie van de supervisor en correcties door jullie verwerkt). Het secretariaat kan deze brief met juiste adresseringen en kopieën definitief maken en versturen. Hierbij is de briefverwerking voor jullie afgerond. Let wel ! In principe dienen de brieven binnen enige dagen met je supervisor besproken te worden. Indien niet, dan kun je de kinderarts hierop aanspreken!
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1
6. Bijlagen Bijlage 1: Checklist introductie Afvinklijst eerste werkdag(en): □ pasje, logincode computer, sleutels via secretariaat □ werkkleding □ rondleiding afdeling □ oefenen met EPD, statusvoering, briefafhandeling □ kennis nemen van medische protocollen (G-schijf: map “vrouw-kind”) en NVK werkboeken □ kennis nemen intranet en site medische bibliotheek
Afvinklijst rondleiding over de afdeling G2 Grote kinderen: □ boxen en zalen, isolatieboxen kennis nemen van de hygiëne maatregelen (sieraden, handen wassen, alcohol etc.) □ overdrachtsruimte □ kantoor pedagogisch medewerkers □ administratie □ verpleegbalie, monitor- en cameratoezicht □ spoedkamer, noodkar □ functiekamer □ artsenkamer en spreekkamer □ WC omkleedruimte personeel, koffiekamer □ Secretariaat kindergeneeskunde G2 Neonatologie □ kennis nemen van de hygiëne maatregelen (sieraden, handen wassen, alcohol, etc.) □ zalen medium care, high care zaal (Post IC/HC), box isolatie □ opvangplek open tafel, □ artsenkamer en spreekkamer □ koffiekamer ouders □ kantoren kinderartsen □ Moeder-kindkamer E2 Kraamafdeling en verloskamers □ verloskamers □ kraamsuites en teampost Polikliniek □ spreekkamers, behandelkamer, uroflowtoilet, weeg/meet en tensie ruimte □ backoffice □ Coassistentenkamer □ Arts-assistentenkamer (met de verschillende boeken)
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1
Bijlage 2: schema dag- en weekindeling Schema dagindeling 08.00 – 08.30 u
G2
08.30 – 08.45 u
G2
08.45 – 10.30 u
E2
08.45 – 11.00 u 08.45 – 11.00 u 11.15 – 12.15 u
G2 Neo
12.30 – 13.00 u 13.00 – 13.30 u 13.30 – 17.00 u 17.00 – 17.20 u
G2 NB poli’s starten 13.15 u G2
17.20 – 18.00 u
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
Ma en Do: overdracht di-wo-vr: onderwijs Korte overdracht dienstdoende assistent en/of kinderarts aan artsassistenten/supervisor afdeling/coassistenten Nakijken van zuigelingen op kraamafdeling Langslopen met supervisor en visite Langslopen met supervisor en visite Activiteiten op de afdeling/ zo nodig voorbereiden polikliniek Onderwijs volgens rooster Lunchpauze Activiteiten afdeling/polikliniek Overdracht assistenten – dienstdoende KA/artsassistent/coassistenten Onderwijs volgens rooster
1
Schema wekelijkse besprekingen Maandag tussen middag
bespreking
Bestemd voor
Plaats
Tijd
Perinatologie
KA/gynaecol. Arts-assistenten KG, GYN, Coassisten Verpleegkundigen Arts-assistenten Verpleegkundigen
Overdrachtsruimte G2
12.15 -13.00u
G2zz
12.45 -13.05u
Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten Radiologen Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten Verpleegkundigen Maatschappelijk werk Orthopedagoge Arts-ass./coass. Supervisor KA Fysiotherapeut Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten Microbiologen Immunologen Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten. Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten Extern genodigden Kinderartsen Arts-assistenten coassistenten Nucleair-geneesk. Urologen Kinderartsen Arts-assistenten Coassistenten. Kinderartsen Arts-ass, Coass MMW, VP kinder en SEH, vertrouwensarts, psychologen, ped med. chirurg
Bespreekruimte e radiologie 1 etage
17.00 -17.30u
Overdrachtsruimte G2
08.00-08.30u
Overdrachtsruimte G2
10.45-11.15u
Overdrachtsruimte G2
11.15-12.00u
Overdrachtsruimte G2/MMI
erna overdracht
Overdrachtsruimte G2
08.00-08.30u
Overdrachtsruimte G2
17.15-18.00u
Overdrachtsruimte G2
12.30–13.00u
Overdrachtsruimte G2
16.00–17.30u
Overdrachtsruimte G2
10.30/10.4512.00u
Conferentiekamer
11.00-12.00u
Maandag tussen Reanimatie, na middag 1x /mnd perinatologie bespreking Maandag Röntgenbespreking e e 2 en 4 week Dinsdag
Ochtendonderwijs
Dinsdag
Multidisciplinair overleg G2zz Multidisciplinair overleg G2
Dinsdag om de week
Microbiologie/ Immunologie overleg
Woensdag
Ochtendonderwijs
Woensdag 1x per 2 weken
APLS
Donderdag tussen middag
Referaat/literatuur/ gastsprekers
Donderdag 1x per 4-6 weken
Uro-nefrologie bespreking
Donderdag ochtend
Grote visite
Donderdag ochtend 1 x per 2 maanden
Casuïstiekbespreking (kindermishandeling)
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
16.45-17.15 u
1
Bijlage 3. Adviezen voor het schrijven van brieven Adviezen t.a.v. veel voorkomende onvolkomenheden in brieven: Check eerst zelf spelling, zinsbouw etc., alvorens je om correctie vraagt. Neem niet klakkeloos in brief de tekst uit EPD over, zonder dat deze kritisch wordt overgelezen of het nog klopt. In anamnese en decursus: Gisteren, eergisteren, vanavond…. Terwijl brief pas na enkele dagen of weken de deur uitgaat. Liever: de dag van bezoek aan de poli of na 3 dagen werd hij ontslagen… Tegenwoordige tijd en verleden tijd niet door elkaar gebruiken. Opsomming van zelfde woorden (werd, werd werd, of hij, hij hij) in zelfde of opeenvolgende zinnen, wees creatief. Geen telegramstijl! in anamnese en decursus. Vermijd onlogische afkortingen (st =status, Brus, iig = in ieder geval) die zo uit EPD overgenomen worden. Gebruik hoofdletters voor eigen namen, medicatie en schrijf woorden volledig uit (Amoxicilline ipv Amoxi). Als in EPD staat, uitslagen ` volgt`, grote kans dat bij het maken van de brief deze er inmiddels zijn. Check en vul ze in. Indien de patiënt 2x kort achtereen wordt opgenomen ( Bronchiale hyperreactiviteit, of te vroeg ontslag na gastro-enteritis), spreek dan af met elkaar wie er 1 brief van maakt. Leest voor huisarts prettiger, voorkomt extra werk voor jullie. Herhaal in de samenvatting niet de hele anamnese en gegevens van lichamelijk onderzoek; houdt de samenvatting beknopt en bondig.
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1
Bijlage 4. Statusvoering en opstellen differentiaal diagnose. Nieuwe poliklinische en klinische patiënten: - Reden van Opname/Verwijzing: - Anamnese: - Lichamelijk onderzoek: - Epicrise:
- 4 zinnen weergeven de essentie, bv. 4 jarig meisje/ blanco VG/ 1 dag acute buikpijn/ L/O: geprikkelde buik - Probleemlijst
- DD gemaakt op vanuit de probleemlijst de epicrise (bv acute buikpijn) - voorkeur DD opstellen naar etiologie (infectieus, congenitaal, cardiaal etc.). - van eenvoudig naar gecompliceerd, meest waarschijnlijke bovenaan. - rekening houden met frequentie van voorkomen en implicatie voor de patiënt. - eventueel meerderde DD indien het probleem gecompliceerd is. - Plan/Programma:
Diagnostisch: observatie, lab, kweken etc. Therapeutisch: antibiotica etc.
- Conclusie met werkdiagnose - Her evaluatie werkdiagnose o.b.v. diagnostische (temp beloop, kweekuitslagen) en therapeutische maatregelen. Bij patiënten die opgenomen liggen: - Korte samenvatting (opnameduur, reden van opname/werkdiagnose, ingestelde therapie). - Lichamelijk onderzoek. - Weergave highlights tracti per patiënt. - Epicrise:
bv. opnieuw koorts gekregen of nieuwe bevindingen L/O weergeven. Conclusie: heroverweging/toetsing werkdiagnose. Onverwachtse bevindingen/complicatie etc. Klinische toestand patiënt.
- Z.n. opstellen nieuwe DD bij een nieuw probleem. - Plan, evt. diagnostisch of therapeutisch.
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1
Bijlage 5. Belangrijke telefoonnummers: Polikliniek Nieuwegein Polikliniek Utrecht Secretariaat Arts-ass.kamer Arts-ass G2 Arts-ass Neo Arts-ass Vliegende Keep / poli Afdeling G2 Opname sein (verpleegkundige) Afdeling Neo Spoedlab Dr. J.A. Schipper Dr. W.A.F. Balemans Mw. Dr M. van der Vorst Mw. Drs. M. ten Berge-Kuipers Mw. Dr. A.M. Vlieger Mw. Drs. I.M.A. Lukkassen Mw. Drs. J.L.A.M. van Hillegersberg Mw. Drs. M. van Dongen Mw. Drs. D. Fandri Mw. Dr. J. Heidema Mw. Drs. E. Post Mw. Drs. J. ten Haaf Mw. Drs. H. Blokland Dhr. Drs. T. van Veen Mw. Drs. G. Hoorweg Mw. Drs. H. van Wieringen
smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone smartphone
3933/3935/3001 088-3206300 2071 3755 56311 56312 56313/56314 2764 841 2788/2577 2532 56343 56332 56346 56333 56345 56341 56339 56335 56336 56338 56342 56337 56334 56344 56340 56347
Dienstsein kindergeneeskunde
zoemer
612
smartphone smartphone smartphone zoemer
coassistenten informatie kindergeneeskunde januari 2014
1