Lokaal Opleidingsplan Anesthesiologie
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Inleiding
Dit document betreft het Lokale OpleidingsPlan van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) afdeling anesthesiologie. Het plan bestaat uit drie delen. In deel A wordt de afdeling anesthesiologie geïntroduceerd en een toelichting gegeven op de opleiding tot anesthesioloog. De verschillende onderdelen daarvan zoals competenties, modules, leermiddelen, vaardigheden en toetsen worden daarin uitgelegd. Deel B geeft een toelichting op het portfolio, een belangrijk instrument voor een goede opleiding. Daarnaast bevat dit deel een beschrijving van de diverse leermiddelen. Tot slot deel C, een bijlage met de nodige formulieren zoals die gebruikt worden tijdens de opleiding in het JBZ.
Dit opleidingsplan vormt samen met het opleidingsplan anesthesiologie St Antoniusziekenhuis te Nieuwegein het regionale plan.
Paul Cornelissen, opleider Frank van Dorsten, plaatsvervangend opleider Corry den Rooyen, onderwijskundige ’s-Hertogenbosch, november 2013 © anesthesiologie JBZ
2 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Inhoudsopgave DEEL A ...................................................................................................................................................... 4 OPLEIDINGSPLAN ANESTHESIOLOGIE........................................................................................................................... 4 1. Inleiding .................................................................................................................................................... 5 1.1 De afdeling anesthesiologie van het JBZ .....................................................................................................................5 1.2 De opleidingsgroep .......................................................................................................................................................5 1.3 Organisatie, taken en verantwoordelijkheden ...........................................................................................................7 1.4 Communicatie ...............................................................................................................................................................7 1.5 Kwaliteitsbeleid ............................................................................................................................................................8
2 De opleiding ............................................................................................................................................... 9 2.1 De functie van het specialisme Anesthesiologie en de opleiding anesthesiologie in het JBZ ................................9 2.2 Opbouw van de opleiding ............................................................................................................................................9 2.3 Competenties, modules en stages ........................................................................................................................... 11 2.4 Voortgang en beoordelen ......................................................................................................................................... 12 2.5 Wetenschap ............................................................................................................................................................... 12 2.6 Cursorisch onderwijs ................................................................................................................................................. 14
3. Concrete invulling tweede leerjaar in JBZ ............................................................................................... 16 3.1 Beschrijving tweede leerjaar JBZ .............................................................................................................................. 16 3.3 Leerrmiddelen, competenties en toetsing .............................................................................................................. 20 3.4 Stage indeling en werkzaamheden .......................................................................................................................... 20 3.5 De werkwijze en begeleiding: ................................................................................................................................... 21 3. 6 Toelichting op pre-operatieve screening en Post Anesthesia Care Unit (PACU) JBZ ........................................... 22 3.7 PACU , 24-uurs verkoever ......................................................................................................................................... 23 3.8 Weekschema .............................................................................................................................................................. 25 3.9 Toetsmatrix ................................................................................................................................................................ 26 3.10 Toelichting verschillende besprekingen ................................................................................................................ 27
DEEL B .................................................................................................................................................... 28 PORTFOLIO ......................................................................................................................................................... 28 1. Portfolio .................................................................................................................................................. 29 1.1 Inleiding portfolio ...................................................................................................................................................... 29 1.2 Introductiegesprek .................................................................................................................................................... 32 1.3 Voortgangsgesprekken .............................................................................................................................................. 33 1.4 Toetsinstrumenten .................................................................................................................................................... 34 1.5 Critically Appraised Topic (en critical appraisal of literature) ................................................................................ 35 1.6 Het beoordelen van het portfolio ............................................................................................................................ 38
DEEL C .................................................................................................................................................... 40 BIJLAGE FORMULIEREN.......................................................................................................................................... 40
3 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Deel A Opleidingsplan anesthesiologie
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1. Inleiding 1.1 De afdeling anesthesiologie van het JBZ JBZ is een groot STZ ziekenhuis waar vrijwel alle medisch specialismen zijn vertegenwoordigd en voor 18 andere medisch specialismen aios worden opgeleid. Patiëntvriendelijkheid, patiëntgerichtheid en patiëntveiligheid staan bij ons (en dus ook in de vakgroep)hoog in het vaandel. Het adherentiegebied voor de vakgroep anesthesiologie is ongeveer 350.000 mensen. Dit waarborgt dat het vakgebied in de volle breedte en in al zijn aspecten uitgeoefend kan worden. 1.2 De opleidingsgroep De vakgroep bestaat 16 anesthesiologen. Naast de anesthesiemedewerkers in opleiding worden door de anesthesiologen ook ICU en SEH assistenten opgeleid die op het OK complex een deel van de opleiding volgen. Als vakgroep zijn wij breed op ons vakgebied georiënteerd. De pijnpoli is hiervan een voorbeeld. Daarnaast zijn de verschillende anesthesiologen lid van relevantie commissies zowel binnen als buiten het JBZ. Hoewel hier tijdens de stage niet de nadruk op zal liggen kan een aios, indien geïnteresseerd, hierbij betrokken worden. Voorbeelden zijn commissie oncologische pijn, palliatief advies team, geneesmiddelencommissie, reanimatiecommissie, commissie kwaliteitsoverleg, etc. Overzicht vakgroep Anesthesioloog Drs. M. Di Biase
Aandachtsgebied - Kinderanesthesiologie - pre-operatieve screening
Drs. H. Cornelissen
- opleider
Drs. F. van Dorsten
Drs. M. Drost
Drs. T. Jongenelis
Drs. G. Lambrou
-
Waarnemend opleider ziekenhuisarts Lid Concillium SOZG Pijnbestrijding Lid palliatief advies team Lid commissie oncologische pijn Lid antistollings commissie JBZ Acute geneeskunde en intensieve zorg Voorzitter maatschap anesthesiologie JBZ Waarnemend opleider medisch manager anesthesiologie medisch manager operatiecentrum Lid dagelijks bestuur OK Lid reanimatiecommissie JBZ Lid geneesmiddelencommissie JBZ Pijnbestrijding Lid commissie acute pijn JBZ Lid commissie oncologische pijn Lid palliatief advies team Lid commissie procedurale sedatie JBZ Echografie Lid kern-commissie ICT Lid commissie ICT Pijnbestrijding Voorzitter centrale commissie pijn JBZ 5
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Drs. P. Kempen
Dr. C. Langenberg Dr.. T. Lechner
Dr. J. Van Niekerk Drs. D. Pattyn
Drs. R. Schoonderwoerd Drs. L. Teunissen Drs. G. Wagteveld
Drs. B. Westermann Drs. M. Van Wijk
-
Lid commissie oncologische pijn Lid palliatief advies team Acute geneeskunde en intensieve zorg Echografie Bestuurslid vereniging medische staf Acute geneeskunde en intensieve zorg Automatisering en verslaglegging Locoregionale technieken APAD Commissie kwaliteitsoverleg medisch specialisten JBZ Appraissor in appraissal & assesment traject specialisten JBZ - kinderanesthesioloog -
Acute geneeskunde en intensieve zorg PACU Secretaris maatschap anesthesiologie JBZ Stagebegeleider SEH-aios Materiaal commissie Kinderanesthesiologie Pijnbestrjding kinderanesthesiologie Materiaal commissie Obstetrische anesthesiologie Obstetrische anesthesie Locoregionale technieken APAD Voorzitter stafmaatschap JBZ Lid bloedtransfusiecommissie Lid onderhandelingsteam zorgverzekeraars Appraissor in appraissal & assesment specialisten JBZ
traject
medisch
medisch
De opleidingsgroep is verantwoordelijk voor de kwaliteit, inhoud en vormgeving van de opleiding tot anesthesioloog in het JBZ. Alle specialisten werken actief samen voor de gewenste kwalitatief hoogstaande opleiding. Hierin hebben een aantal specialisten extra taken en verantwoordelijkheden. De opleidersgroep Anesthesiologie heeft (cf St Antoniusziekenhuis) de volgende statement onderschreven: - Zij dragen naar hun beste kunnen bij aan de opleiding. - Zij committeren zich aan de verplichtingen, zoals vastgesteld in artikel C1 van het kaderbesluit CCMS en het landelijk opleidingsplan. - Zij ondersteunen de competentiegerichte opleiding volgens de algemene competenties - Zij zijn geschoold volgens de “teach the teacher” principes - Zij committeren zich aan het competentieprofiel opleider/supervisor medisch specialist, waarin de 4 kerntaken worden beschreven te weten het rolmodel, onderwijzen van de leerdoelen, bewaken van voortgang en zorgdragen voor een effectieve opleidingssituatie (zie http://knmg.artsennet.nl/Opleiding-en-Registratie/Modernisering.htm, competentieprofiel opleider/supervisor)
6 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1.3 Organisatie, taken en verantwoordelijkheden H. Cornelissen is de opleider. Hij is primair verantwoordelijk voor alle zaken die de opleiding betreffen: - Introductie/eindgesprek tijdens de stage; - stagerooster c.q. individueel opleidingsplan AIOS; - eerstverantwoordelijke en aanspreekpunt bij problemen van AIOS betreffende de opleiding; - stuurt de opleidingsgroep aan en bewaakt het nakomen van afspraken gemaakt in het lokaal opleidingsplan; - onderhoudt de contacten met regionale en landelijke gremia betreffende de opleiding; - lid centrale opleidingscommissie JBZ; - voorzitter opleidingsvergaderingen van de vakgroep; - opstellen en implementeren van het nieuwe opleidingscurriculum; - ontwikkelen en implementeren van nieuwe kwaliteitsinstrumenten ter verdere verbetering opleiding; - samenstelling onderwijsrooster; - monitoren en bijhouden van de voortgang van de opleiding van de individuele AIOS door: o controle portfolio’s AIOS o houden van gesprekken en toetsingsmomenten conform regelgeving CCMS/MSRC; - aanvragen en voorbereiden van de opleidingsvisitatie. Drs. F van Dorsten is de beoogde plaatsvervangend opleider. Hij neemt de verantwoordelijkheid van de opleider over waar deze niet in staat is deze in te vullen door afwezigheid of ziekte. Daarnaast is hij medeverantwoordelijk voor de voortgangsgesprekken. Daarnaast is hij als specialist-manager verantwoordelijk voor de aansturing van het cluster en borging kwaliteit van de geleverde zorg. Alle anesthesiologen superviseren de AIOS bij de klinische en poliklinische activiteiten en nemen actief deel aan besprekingen en onderwijsmomenten. Hiertoe volgen of hebben zij de Teach the Teachers nascholingsprogramma’s gevolgd. De opleidingsgroep bewaakt de (individuele) medisch-inhoudelijke en professionele voortgang van de AIOS en begeleiden hem/haar tijdens de opleiding. De supervisoren worden door de opleider gehoord en betrokken bij de beoordelingen en toetsmomenten van de AIOS. Tijdens de stage zal de aios, naast de chirurg en superviserende anesthesioloog, nauw samenwerken met de anesthesiemedewerkers en verkoevermedewerkers (verpleegkundigen met een aparte aantekening verkoeverkamer). De opleidingsgroep is verantwoordelijk voor het implementeren en bewaken van het lokale opleidingsplan. Dit opleidingsplan is afgeleid van het landelijk opleidingsplan van de opleiding tot anesthesioloog. Het vormt samen met het opleidingsplan van de opleiding in het St Antonuisziekenhuis en UMCU (voor het onderdeel neurochirurgie) het regionale opleidingsplan. Het voldoet aan de landelijk gestelde eisen en aan de regelgeving met betrekking tot het specialisme anesthesiologie (kaderbesluit en specifiek besluit CCMS, KNMG, 2010). 1.4 Communicatie Om de organisatie, de uitvoering en de kwaliteit van de opleiding vorm te geven is het noodzakelijk om met verschillende partijen op bepaalde momenten te overleggen en af te stemmen. Hieronder staan de verschillende overlegmomenten genoemd, inclusief doel, aanwezigen, frequentie, deelnemers en plaats waar notulen zijn te vinden. Een aantal overlegmomenten zullen met de start van de opleiding worden geeffectueerd. In de aanloop naar de opleiding zal het opleiden een vast onderdeel uitmaken van de agenda van de maatschap. Regionaal Opleidersoverleg Doelen: - Volgen ontwikkeling AIOS over regionale instellingen heen - Toetsing en afstemming opleidingsschema’s regionale opleidingsinstellingen 7 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
-
Toetsing en afstemming lokale opleidingsplannen aan regionaal opleidingsplan Toetsing en aanscherping regionaal opleidingsplan aan landelijke kaders Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in regionaal verband
Centrale Opleidings Commissie (COC) van het JBZ Doel: Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in JBZ-verband met als doel om met elkaar de kwaliteit van de opleiding tot medisch specialist vorm te geven, te bewaken en te bevorderen conform de regelgeving CCMS (Kaderbesluit 2010). Frequentie: 5x per jaar op maandag van 17.00 – 18.30 uur. Tweemaal per jaar vindt de zogenaamde ZIN-bijeenkomst plaats. Deze avond is van 1700-2200 en is bedoeld om met elkaar verdiepend inhoudelijke thema’s cq onderwerpen te bespreken en te delen. Deelnemers: Opleiders JBZ of plaatsvervangend opleiders JBZ, afgevaardigde AIOS, afvaardiging Raad van Bestuur, manager Leerhuis en afhankelijk van de agenda inhoudsdeskundigen (op uitnodiging). Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgedragen (o.a. lokaal generiek opleidingsplan, discipline overstijgend onderwijs). Notulen: door secretaresse Jeroen Bosch Academie, die ook zorgt voor de archivering. Opleidingsvergadering (nog effectueren) Doel: Lopende opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) worden besproken. Frequentie: 4 x per half jaar Deelnemers: aios, (plv-)opleider en voor zover mogelijk alle supervisoren Notulen: worden gestuurd naar de aios en supervisoren. Maatschapvergadering Doel: Alle relevante zaken betreffende de organisatie van de maatschap worden besproken, inclusief opleidingszaken als vast agendapunt. Frequentie: 2 x per maand. Deelnemers: alle maatschapsleden. Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgewerkt Notulen: zie maatschapsvergaderingsnotulen. In te zien via P. Cornelissen.
1.5 Kwaliteitsbeleid Naast dat de kwaliteit van patiëntenzorg van belang is, vinden wij het ook van belang dat we de kwaliteit van de opleiding goed borgen. In het JBZ is hiervoor instellingbreed een beleid uitgezet (zie hiervoor het generiek opleidingsplan JBZ ) waaraan wij als groep zullen participeren. Dit bestaat o.a. uit het doen van zelfevaluaties aan de hand van kwaliteitsindicatoren, meten van opleidingsklimaat met de D-rect en het evalueren van de individuele supervisoren mbv de Effect. Daarnaast wordtmet iedere aios een exit-interview gehouden.
8 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
2 De opleiding 2.1 De functie van het specialisme Anesthesiologie en de opleiding anesthesiologie in het JBZ De anesthesioloog houdt zich bezig met het geven van aneshesie aan patienten die een operatie of een pijnlijk, belastend onderzoek moeten ondergaan en bij vitaal bedreigde patienten die spoedeisende hulp nodig hebben. De anesthesioloog houdt zich bezig met de vitale functies, de ademhaling, de circulatie, het bewustzijn, de temperatuursregulatie en/of ernstige pijn. De functies worden gecontroleerd, bewaakt , ondersteund en zonodig overgenomen. Het veilig stellen van de luchtweg en ademhaling, het monitoren en het sturen van de circulatie, het bewaken van de lichaamstemperatuur en het geven van adequate pijnstilling behoren tot de belangrijkste taak van de anesthesioloog. In overleg met de patient zoekt de anesthesioloog naar de methode van voorkeur. Algehele anesthesie en/of locoregionale anesthesie. Hiervoor wordt de patient pre-operatief beoordeeld tijdens het pre-operatief spreekuur (POS) door de anesthesioloog om zo de veiligste en adequate manier van anesthesie te kunnen toepassen. De anesthesioloog werkt direct of indirect samen met chirurgen, anesthesieverpleegkundigen, verpleegkundigen, administratief medewerkers, alle in het ziekenhuis aanwezige specialisten en huisartsen. Continuïteit en coördinatie van medische zorg zijn sleutelbegrippen als het om de rol en positie van de anesthesioloog gaat. De anesthesioloog handelt volgens de in het JBZ vastgestelde medische kaders en houdt rekening met de specifieke omstandigheden van de patiënt en zijn begeleiders. De anesthesioloog ziet erop toe dat hij zich bekwaamt en blijft bekwamen in kennis en vaardigheden die van hem in de uitoefening van zijn functie worden verwacht. De anesthesioloog participeert in de voor zijn relevante overlegstructuren. Voorts zorgt hij voor onderlinge afstemming en overleg met collega anesthesiologen en draagt bij aan de ontwikkeling van het vakgebied. 2.2 Opbouw van de opleiding De totale opleiding tot anesthesiollog duurt 5 jaar, waarvan de aios maximaal 12 maanden stage loopt in het JBZ. In de opleiding krijgen de aios de gelegenheid zich de competenties van de anesthesioloog eigen te maken, in samenwerking met de opleidingsregio Utrecht. Het onderdeel neurochirurgie wordt in een deel van het tweede jaar in het UMCU gevolgd. Afspraken hierover zijn gemaakt binnen de OOR Utrecht tussen de opleiders prof. R.G. Hoff en Dr. P. Broere. De plaats van het tweede jaar in samenhang met de gehele opleiding tot anesthesioloog is in onderstaand schema gevisulaiseerd.
9 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Samenhang met de opleiding St Antoniuszieken Opleidingsjaar 1 Opleidingsjaar 2 JBZ Klinische settings Klinische settings Anesthesiologisch Praktijkdomein Antonius: Anesthesiologisch Praktijkdomein JBZ Preoperatieve polikliniek Preoperatieve polikliniek Operatiekamer Operatiekamer Holding Holding Dagbehandeling Dagbehandeling PACU & Verkoever PACU Cursorisch onderwijs Cursorisch onderwijs BLS ALS CCA cursus B ALS ATLS simulatie training ieder jaar simulatietraining ECG-cursus Leerinhoud Leerinhoud 7 CanMed competenties 7 CanMed competenties Perioperatieve zorg algemeen Module I en II Perioperatieve zorg specieel Module III Urgentiegeneeskunde Urgentiegeneeskunde Wetenschap Wetenschap Anesthesioloog in het ziekenhuis Anesthesioloog in het ziekenhuis Formatieve toetsen Summatieve toetsen Formatieve toetsen Summatieve toetsen 4x voortgangsgesprek 1 x geschiktheidsbeoordeling 2x voortgangsgesprek 1 x 1x 360º beoordeling 1 x kennistoets A 1x 360º beoordeling geschiktheidsbeoordeling continue zelfreflectie continue zelfreflectie 2x CAT 1 x kennistoets B 1x CAT 12x KPB 1x CBD 12x KPB (3 moduleI en 9 module II) min 20x OSATS 1 x Voordracht wetenschappelijke vereniging (of vergelijkbaar podium) in 5 jaar 1e Auteur peer-reviewed artikel in 5 jaar Opleidingsjaar 3 Opleidingsjaar 4 Klinische settings Klinische settings Anesthesiologisch WKZ kinderanesthesiologie 2mnd Anesthesiologisch Pijngeneeskunde 3 mnd Praktijkdomen ICU 6 mnd Praktijkdomein Antonius ICU 6 mnd Antonius Cursorisch onderwijs Cursorisch onderwijs CCA Cursus C CCA cursus D ALS ALS C/D onderwijs C/D onderwijs Simulatietraining simulatietraining Leerinhoud Leerinhoud 7 CanMed competenties 7 CanMed competenties Intensive Care Perioperatieve zorg specieel module IV (9 maanden), Urgentiegeneeskunde pijngeneeskunde en palliatieve zorg (3 maanden) Wetenschap Urgentiegeneeskunde Anesthesioloog in het ziekenhuis Wetenschap Anesthesioloog in het ziekenhuis Formatieve toetsen Summatieve toetsen Formatieve toetsen Summatieve toetsen 2x voortgansgesprek 1 x 2x voortgangsgesprek 1 x 1x 360º beoordeling geschiktheidsbeoordeling 1x 360º beoordeling geschiktheidsbeoordeling continue zelfreflectie 1 x kennistoets C continue zelfreflectie 1 x kennistoets D 1x CAT 1x CAT 1x CBD 1x CBD 12x KPB 12x KPB Min 20 x OSATS min 20 x OSATS 1 x Voordracht wetenschappelijke vereniging (of vergelijkbaar podium) in 5 jaar 1e Auteur peer-reviewed artikel in 5 jaar
10 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
2.3 Competenties, modules en stages De 5-jarige opleiding anesthesiologie is ingedeeld in modules en stages, die voor de AIOS logisch gekozen zijn en die aansluiten op de opleidingseisen (eindtermen, omvang) en de praktijksituatie. Deze eenheden vormen gedeelten van het vakgebied, die op basis van een portfolio beoordeelbaar zijn en op basis van de beoordelingen een groei in competentieniveau kunnen aantonen. Uiteindelijk dient de AIOS de inhoud uit de modules zelfstandig te kunnen verrichten. De doelen en de te toetsen competentiegebieden van de thema’s en modules worden hieronder globaal uitgewerkt. De thema’s 1, 2, 3 en 8 hebben een vaste plaats in het opleidingsschema en de thema’s 4, 6 en 7 komen steeds terug in alle vijf de opleidingsjaren. Thema 5 dient in het 3e of 4e opleidingsjaar plaats te vinden en mag ook gevolgd worden in een ziekenhuis met een gedeeltelijke erkenning (dus alleen voor het 2e opleidingsjaar) van de opleiding tot anesthesioloog. De thema’s worden beoordeeld aan de hand van diverse toetsvormen. De gedetailleerde inhoud van de verschillende thema’s staat in bijlage II van het landelijke opleidingsplan beschreven. In dit opleidingsplan wordt alleen ingegaan op de thema’s en inhoud die in het 2e jaar van de opleiding aan bod komen. Tijdschema thema’s jaar 1
jaar 2
jaar 3
jaar 4
jaar 5
1. perioperatieve zorg algemeen module I module II module III 2. perioperatieve zorg specieel module IV module V 3. intensive care 4. urgentiegeneeskunde 5. pijngeneeskunde en palliatieve zorg 6. wetenschap 7. de anesthesioloog i/h ziekenhuis 8. verdiepingsstage (keuze)
Het opleiden vindt met name op de werkplek plaats, tijdens de patiëntenzorg. Op elk moment kan er dan ook geleerd worden. De AIOS neemt tijdens de stages deel aan de relevante opleidingsmomenten. Sommige activiteiten zullen specifiek aandacht aan het leren besteden, dit zijn m.n. de onderwijsmomenten. Tijdens deze opleidingsactiviteiten komen verschillende zaken aan de orde die door een supervisor beoordeeld kunnen worden. Voor de ontwikkeling van kennis en wetenschap wordt onder andere gebruik gemaakt van referaten, patiënten besprekingen en CAT. In Deel B worden de verschillende instrumenten toegelicht. Door de groeicurve van de AIOS gedurende de gehele opleiding wordt het niveau van een medisch specialist bereikt voor alle competenties. Deze groei wordt bewaakt in de voortgangsgesprekken tussen opleider en AIOS. Verslaglegging en documentatie ten aanzien van deze groei zijn terug te vinden in het portfolio van de AIOS en zijn in bezit van de perifere opleider. De AIOS bespreekt de voor hem geldende leerdoelen met de opleider/supervisor in een introductiegesprek. Bijzondere aandacht dient hierbij uit te gaan naar het individuele leerdoel (IOP = Individueel Opleidings Plan). Deze individuele leerdoelen worden vastgesteld tijdens het 11 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
voortgangsgesprek met de opleider. Zo wordt niet nodeloos veel energie gestoken in competenties die al op het nodige niveau blijken te zijn ontwikkeld en slechts ‘periodiek onderhoud’ behoeven. Tevens wordt extra aandacht besteed aan achterblijvende competenties, zodat een evenwichtig competentieprofiel ontstaat tijdens de opleiding. Van de AIOS wordt verwacht dat er een toename plaatsvindt in het zelfstandig functioneren (afname supervisie) in steeds complexere situaties. Het kennen van eigen grenzen (en daarmee tijdig inschakelen van hulp) zijn belangrijke competenties die gedurende de opleiding ontwikkeld worden. De anesthesiemedewerkers van het JBZ zijn een grote mate van zelfstandigheid gewend. Daarom zijn er heldere afspraken gemaakt over de onderlinge verhoudingen. Tijdens de OK-werkzaamheden verzorgt de aios zoveel mogelijk zelfstandig de anesthesie (onder supervisie) volgens opleidingsplan. De aios maakt een anesthesieplan en bespreekt dit met zijn supervisor en de anesthesiemedewerker. Gezien de opleidingstaken en “bovenformatieve” aanstelling van de aios kan er niet vanuit worden gegaan dat als een aios op een bepaalde OK staat ingedeeld, deze aios in staat is de anesthesiemedewerker af te lossen voor koffie, sigaret, lunch en thee. Vanuit bezettingtechnisch oogpunt is het uitgangspunt dat de anesthesie-medewerkers door hun collegae anesthesie-medewerkers worden afgelost. Uiteraard is de aios altijd bereid om, daar waar mogelijk, in te springen bij onverwachte bezettingsproblemen en mee te helpen bij het aflossen. In elk geval dient te allen tijde te worden voorkomen dat, door een aflosmoment, er geen anesthesiemedewerker op de OK aanwezig is (en dus de aios eventueel alleen op OK staat) tijdens de in- en uitleiding. Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van een opleider en zijn opleidingsgroep is het creëren van een veilig opleidingsklimaat. In dit kader is het belangrijk dat de aios zich ten allen tijden gesteund voelen tijdens de klinische werkzaamheden en geen bezwaren c.q. remmingen voelen om de hulp van de supervisor in te roepen. Daarom dient de aios altijd te bellen als begonnen wordt met een medische handeling op de Holding of een inleiding op de OK en dient ook altijd gebeld te worden als begonnen wordt met een uitleiding op de OK. In gezamenlijk overleg kan dan besloten worden of de fysieke aanwezigheid van de supervisor op de Holding/OK noodzakelijk (directe supervisie) is of dat supervisie op afstand (indirecte supervisie) voldoende is. 2.4 Voortgang en beoordelen Middels zelfreflectie op basis van de ervaringen van de afgelopen periode en het portfolio vindt het gesprek plaats met de opleider of plaatsvervangend opleider. Om de ontwikkeling en voortgang van de AIOS tijdens de stages te monitoren en bij te stellen zullen regelmatig gesprekken worden gevoerd. Deze gesprekken hebben als doel de totale vorderingen van de AIOS te bespreken. Op basis van het portfolio (en de directe beoordeling van supervisoren middels KPB´s) wordt de voortgang besproken. Het einde van het opleidingsjaar wordt afgesloten met een beoordelingsgesprek en vind de overdracht naar de A-opleider plaats. 2.5 Wetenschap In de opleiding tot medisch specialist maakt de ontwikkeling van de algemene competenties, naast medisch handelen, een essentieel onderdeel uit. Het JBZ is een STZ waarin naast opleiden wetenschap een belangrijke rol speelt in het verzorgen van topklinische zorg. In deze paragraaf lichten wij toe hoe we aan de competentie Kennis en Wetenschap invulling geven. We “beperken” ons in deze notitie tot de volgende twee competenties: -
de specialist beschouwt medische informatie kritisch, heeft kennis van basale onderzoeksmethodiek, en bedrijft de geneeskunde waar mogelijk volgens evidence-based richtlijnen; de specialist bevordert de verbreding van en ontwikkelt de wetenschappelijke vakkennis;
We maken hierin onderscheid in: 12 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1. op wetenschappelijke wijze geneeskunde kunnen bedrijven; 2. het creëren van de mogelijkheid om wetenschap te doen. Werkwijze Als groep geven wij op de volgende wijze inhoud aan de competenties zodat de aios deze kan ontwikkelen. De precieze invulling kan op onderdelen per aios verschillen afhankelijk van de voorgeschiedenis van de aios. Dit heeft alleen betrekking op het doen van wetenschap. Het op wetenschappelijke wijze geneeskunde bedrijven is een continu leerproces, ook voor de medisch specialisten. Bij de uitwerking maken wij hierin gebruik van het competentieprofiel van de opleider/supervisor waarin onderscheidt gemaakt wordt in vier rollen: 1. rolmodel 2. onderwijzen 3. toetsen en beoordelen 4. zorgdragen voor effectieve opleidingssituatie Ad 1 1.
2.
− − −
Ten aanzien van rolmodel voldoet onze groep aan de volgende indicatoren: wij bevorderen de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis doordat wij zelf actief zijn in de verschillende onderwijsmomenten die hierop betrekking hebben (zie overzicht opleidingsactiviteiten) en wij de aios kritisch vragen stellen zowel tijdens deze activiteiten als ook tijdens de dagelijkse werkzaamheden. Wij zijn wetenschappelijk actief en hebben wetenschappelijke interesse; a. Onderzoekslijnen vakgroep b. Publicaties Wij publiceren in nationaal en internationaal erkende vakliteratuur; zie publicatie wetenschap JBZ We houden zelf voordrachten; Wij passen uitkomsten van onderzoek en richtlijnen en protocollen toe bij het opleiden, regelmatig worden richtlijnen tijdens ons onderwijs besproken (bijlage met onderwijsoverzicht).
Ad 2.
Ten aanzien van onderwijzen zorgen wij er als groep voor dat op vaste momenten onderwijs plaats vindt waarin het wetenschappelijk denken van aios (en groepsleden) wordt gestimuleerd. Vanuit de JBA kan de aios gebruik maken van de ondersteuning van het wetenschapsbureau en de daaraan verbonden epidemioloog.
Ad3.
Toetsen en beoordelen vindt gericht plaats met behulp van KPB’s waarvoor wij aangepaste formulieren gebruiken (KPB CAT/referaat/probleempatiëntbespreking en richtlijnen voor CAT/referaat). Tijdens de voortgangsgesprekken met de aios is wetenschap een vast gespreksonderwerp. De uitkomsten hiervan worden door de aios vastgelegd in het portfolio.
Ad 4.
Als groep dragen wij zorg voor een effectieve opleidingssituatie m.b.t. het wetenschappelijke klimaat doordat aios: − Tijdens de onderwijsmomenten en het dagelijks werk profiteren van de kennis van de supervisoren o.a. door de wijze van vragen stellen, overdragen van kennis, stimuleren van opzoeken, etc.; − De mogelijkheden die we creëren voor het doen van onderzoek en volgen van onderwijs, zowel in tijd en geld; − Faciliteren van het bijwonen van congressen; 13
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
− −
Actueel houden van onze protocollen en richtlijnen; Als JBZ lidmaatschap van relevante tijdschriften (in toenemende mate digitaal), beschikbaarheid internet.
2.6 Cursorisch onderwijs Cursorisch onderwijs is onderwijs dat zich buiten de patiëntenzorg afspeelt, maar wel een duidelijk verband heeft met de patiëntenzorg. Het gaat hierbij om onderwijs op het gebied van algemene kennis, vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en gedrag (waar mogelijk te realiseren deels met behulp van e-learning). Tijdens de stage wordt naar aanleiding van casuïstiek cursorisch onderwijs gegeven. Daarnaast zijn er de landelijke cursusdagen die volgens planning worden gevolgd. Het discipline overstijgend onderwijs (DOO, JBZ-breed, georganiseerd door het Leerhuis, Brabant Medical School en PAOG Nijmegen) is toegankelijk voor de AIOS (zie hiervoor generiek opleidingplan JBZ). Deelnamecertificaten en behaalde resultaten worden opgenomen in het portfolio. Als ondersteuning bij het leren op de werkplek wordt het cursorisch onderwijs georganiseerd. (lokaal aanpassen) • Probleem georiënteerd onderwijs (PGO) in het Sint Antonius ziekenhuis. Op donderdagm iddag gaan de aios naar het Sint Antonius Ziekenhuis voor het volgen van het PGO. • Onderwijs voor anesthesioogen en AIOS Dit vindt elke laatste maandag van de maand (behoudens de maanden juli ,augustus en december) plaats. Deze avonden starten om 17.00 uur en de avond verloopt dan als volgt: o 17.00 - 17.30 uur: Bespreking van artikel o 17.30 - 18.00 uur: Patiëntencasus o 18.00 - 18.30 uur: Onderwijsitem De sessies beslaan steeds 20 minuten spreektijd gevolgd door 10 minuten discussie. Om 18:30 uur gaan de aios naar huis. De lokatie is wisselend en wordt steeds bijtijds kenbaar gemaakt Spelregels: De leden van de maatschap en de aios worden bij toerbeurt ingedeeld om een bijdrage te leveren aan de onderwijsavond. Een ieder dient op 2 tot 3 avonden per jaar een bijdrage te leveren. Gebruik mag (en moet) worden gemaakt van elkaars sterke kanten/hobby’s; de een vindt het leuk om met name een onderwijsitem te brengen terwijl de ander juist graag een artikel/studie wil bespreken. Er wordt vanuit gegaan dat een ieder in staat is een patiëntencasus/complicatie te bespreken. De aios worden in de voorbereiding en op de avond zelf begeleid door H. Cornelissen of F. van Dorsten. Definities: o Bespreking van een artikel; bij voorkeur betreft het hier een bespreking van een studie waarvan de resultaten mogelijk ook onze praktijkvoering kan gaan veranderen. o casuïstiekbespreking; o Onderwijsitem. Dit dient “ruim” te worden opgevat. Naast een specifiek onderwijsitem kunnen b.v. ook nieuwe protocollen worden gepresenteerd of verslag worden gedaan van een recent congresbezoek. • Bijscholings- / refereeravond voor alle medewerkers twee keer per jaar wordt er een onderwijsavond georganiseerd voor de anesthesie-medewerkers, verkoeverkamer-medewerkers, arts-assistenten en anesthesiologen. De coördinatie van deze avonden is in handen van Chris Langenberg en Paul Cornelissen. De aios kunnen gevraagd worden hier een bijdrage aan te leveren door het geven van een presentatie over een bepaald onderwerp. • Refereeravond met afdeling heelkunde Eén keer per jaar wordt er een refreeravond georganiseerd met de afdeling heelkunde. De coordinatie van deze avond is in handen van Paul Cornelissen en Koop Bosscha (opleider heelkunde) 14 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Discipline Overstijgend Onderwijs (DOO) Iedere woensdag van 1700-1800 (afhankelijk thema uitloop tot 2000) is er volgens planning DOO. Het discipline overstijgend onderwijs (DOO, JBZ-breed, georganiseerd door de JBA) is toegankelijk voor de aios. •
Iedere AIOS is verplicht tijdens ieder jaar minimaal 20 punten door het volgen van het woensdagmiddagonderwijs te behalen. Iedere bijeenkomst levert minimaal 1 punt op. De JBA biedt in anderhalf jaar verschilende thema’s aan die veelal op twee niveaus worden verzorgd (beginnende, deel 1 en oudere jaars aios, deel 2). De thema’s zijn: 1. Kennis en wetenschap deel 1 en 2 2. Patiëntveiligheid deel 1 en 2 3. Patientgerichtheid 4. Zorg en leven in balans (alle aios) 5. Juridische en ethische dilemma’s (alle aios) 6. Teaching skills voor aios (mn beginnende aios) 7. Leiding geven, Bestuur en organisatie deel 1 en 2 8. Capita selecta medisch handelen (alle aios) Daarnaast 1 x per jaar wetenschapsmiddag, 2 x per jaar KNMG symposium en journal club (alle aios) In overleg met de opleider wordt bepaald welke thema’s door de AIOS in een bepaalde periode wordt gevolgd. Eventuele voorbereidingsopdrachten worden gekoppeld aan werkzaamheden gedaan. Op het Leerplein is meer informatie over inhoud, werkwijze na te lezen. Daar is tevens de meest recente informatie beschikbaar. Deelname certificaten en behaalde resultaten worden opgenomen in het portfolio.
•
•
Refereeravonden in het Sint Antoniusziekenhuis De aios wordt in staat gesteld om de refereeravonden in het Sint Antoniusziekenhuis te blijven volgen De aios volgen een jaarlijkse simulatortraining via het St Antoniusziekenhuis.
15 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
3. Concrete invulling tweede leerjaar in JBZ 3.1 Beschrijving tweede leerjaar JBZ Duur 12 maanden waarvan twee maanden plaats vinden op de neurochirurgie in het UMCU. MODULE PERIOPERATIEVE ZORG III Doel: de aios leert perioperatieve zorg te verlenen voor de meest voorkomende operaties, bij volwassen ASA I-III patiënten onder indirecte supervisie; bij grotere ingrepen, spoedingrepen en bij kinderen: ASA klasse I-III onder directe supervisie. COMPETENTIES Medisch handelen 1. Bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied. a. past de belangrijkste cardiovasculaire en pulmonale pathofysiologie toe in de dagelijkse praktijk (bv. vena cava compressie, hypovolemie, longembolie, coronarialijden, klepgebreken, depressie van het myocard, cardiomyopathieën, ritmestoornissen, contractiliteit, spanningspneumothorax); b. past de kennis van de anatomie van plexus cervicalis, plexus brachialis, en de plexus lumbosacralis, de grote perifere zenuwen en de verschillende technieken van de daarbij toepasbare regionale blokkades; c. kent de anatomie van de regio colli (noodzakelijk om een spoedconiotomie goed te kunnen uitvoeren); d. weegt bij de preoperatieve beoordeling de implicaties van de belangrijkste chirurgische, anesthesiologische en patiëntgebonden risicofactoren; e. reageert adequaat op de belangrijkste patiënt- en operatiegebonden problematiek voor anesthesie bij deelgebieden in de heelkunde zoals de vaatchirurgie (bijv. de veranderingen door het afklemmen van de aorta), de orthopedie (bijv. vetembolie) en mondheelkunde (zoals moeilijke intubatietechnieken); f. kent de principes van anesthesie in de obstetrie (de fysiologie van de zwangerschap, anesthesie technieken bij sectio caesarea, speciale voorzorgen) en past die toe in de praktijk; g. kent de keuzecriteria c.q. indicaties voor algehele anesthesie versus regionale anesthesie en past dit toe in de praktijk; h. kent de criteria, indicaties en contra-indicaties voor selectieve invasieve monitoring; i. kent de (patho)fysiologie van acute pijn; j. kent de indicatie van endocarditisprofylaxe, antistolling en de consequenties voor het perioperatief beleid; k. kent de indicatie van perioperatieve aanpassing van medicatie (bv. insuline, betablokkade, l. steroïdsuppletie); m. kent de verschillen tussen het kind en de volwassene en van de relevante veranderingen tijdens de groei in anatomie, fysiologie en psychologie; n. kent de fysiologische veranderingen rondom de geboorte en de consequenties voor de reanimatie van de pasgeborene; o. kent de meest voorkomende specifieke pediatrische aandoeningen voor zover relevant voor het anesthesiologisch beleid; p. kent de farmacologie en dosering van de middelen die bij reanimatie en anesthesie bij kinderen worden gebruikt; q. kent de apparatuur en materiaal specifiek voor kinderanesthesie; r. kent doelen en technieken van preoperatieve zorg, nuchterbeleid, premedicatie en Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
preoperatieve voorlichting van ouders en kind; kent pre-, per- en postoperatief vocht- en transfusiebeleid bij gezonde en zieke kinderen; kent de beademingstechnieken bij kinderen; kent de thermoregulatie bij kinderen; heeft een reanimatiecursus gevolgd op niveau van Advanced Trauma Life Support (ATLS) en heeft de daarvoor vereiste parate kennis beschikbaar; w. kent de meest voorkomende problemen, die zich op de verkoeverkamer/PACU kunnen voordoen: - Vitale functies en monitoring - Acute pijnbestrijding - Misselijkheid/braken - Ontslagcriteria - Ventilatie* - Circulatie* - Voeding* - Infectie* - Stolling* - Endocrinologie* - Beeldvormend onderzoek - Laboratoriumonderzoek s. t. u. v.
*specifiek voor PACU 2. Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence based toe. a. stelt een adequaat beleid vast bij patiënten met een moeilijke luchtweg en beheerst alternatieve (intubatie)technieken. 3. Levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. a. voert in de meeste gevallen epidurale, spinale, axillaire en perifere zenuwblokkades onder indirecte supervisie juist uit; b. voert IVRA en oogblokkades onder indirecte supervisie uit; c. geeft onder directe supervisie anesthesie aan patiënten met een moeilijke luchtweg; d. voert, zowel in de operatiekamer als op de IC/SEH, een spoedintubatie bij een nietnuchtere patiënt uit; e. voert anesthesie bij ASA I-III patiënten uit voor een electieve ingreep met een laag risico op complicaties, zonder directe aanwijzingen van de supervisor; f. voert de anesthesie voor spoedingrepen en bij grotere chirurgie onder directe supervisie uit; g. bepaalt het beleid op het gebied van de circulatie: - Vochtbeleid (cristalloïden, colloïden) - Bloedmanagement (incl. cell saver), stolling - Perfusieverandering en weefselprotectie o embolie, bloedleegte, arteriële klem, cement, sepsis, HELLP h. bepaalt het beleid op het gebied van de ventilatie bij: - Luchtweg delen: o Scopie-ingrepen - Thoracotomie - Laparoscopie - Laparotomie Buitengewone omstandigheden i. Anesthesie en sedatie bij bijv. MRI, IORT (intra-operatieve radiotherapie), SEH; j. voert onder directe supervisie, een regionale of algehele anesthesie bij een sectio caesarea uit; 17 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
k. l. m. n.
voert onder indirecte supervisie epidurale analgesie uit bij de bevalling; geeft anesthesie bij kleine ingrepen bij kinderen, ASA I-III onder directe supervisie; kan perioperatieve myocardischemie adequaat diagnosticeren en behandelen; stelt onder indirecte supervisie een adequaat verkoeverbeleid bij ASA I-III patiënten vast en voert dat uit. o. Herkent en behandelt complicaties bij patiënten in de verkoeverkamer op juiste wijze en beoordeelt een patiënten aan de hand van ontslagcriteria; p. beheerst de cardiopulmonale resuscitatie (CPR) op Advanced Life Support (ALS) niveau. Communicatie 1. Neemt zorgvuldig een gerichte anamnese af. 2. Formuleert een juiste vraagstelling voor consulenten. 3. Licht de patiënt – in de voor hem/haar begrijpelijke taal – tijdig in over het anesthesiologische beleid. 4. Verkrijgt informed consent over het te voeren beleid conform WGBO. 5. zorgt voor adequate verslaglegging en communicatie hierover met de patiënt. Samenwerking Overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners. 1. kan risicopatiënten kritisch voordragen aan consulenten van andere medische 2. specialismen en aan de operateur; 3. draagt bij aan interdisciplinair overleg; 4. bespreekt het verhoogde risico adequaat met patiënten. 5. Stemt met overige behandelaars het beleid af. Kennis en wetenschap 1. Bevordert de verbreding van de wetenschappelijke vakkennis. 2. Oriënteert zich door middel van een voordracht, literatuuroverzicht of referaat op deelname aan – op de afdeling lopend – wetenschappelijk onderzoek. 3. Past protocollaire geneeskunde kritisch toe. 4. Handelt volgens Evidence Based Medicine (EBM). 5. Past de technieken toe met de juiste indicatiestelling. 6. Bevordert de deskundigheid van studenten en van collega-artsen, andere betrokkenen bij de gezondheidszorg en patiënten. 7. Draagt verworven kennis en vaardigheden actief uit, door deelname aan onderwijsactiviteiten aan collegae, paramedici, verpleegkundigen en studenten. Maatschappelijk handelen 1. Adviseert over gezondheidsgedrag van de patiënt. 2. Kent de aspecten van patiëntveiligheid: preventie en anticipatie. 3. Kan standaarden in de dagelijkse praktijk toepassen. 4. Kan (met supervisie) een behandelprotocol opstellen. 5. Gaat adequaat om met complicaties (melden) en klachten. 6. Kent het kwaliteitsbeleid van het ziekenhuis en de afdeling en levert daaraan een bijdrage 7. Draagt bij aan een adequaat risicomanagement bij patiënten(groepen). Organisatie 1. Draagt bij aan efficiënte inrichting van het spreekuur en een passende taakverdeling van de verschillende medewerkers. 2. Geeft adequate invulling aan de noodzakelijke supervisie van het preoperatieve traject. 3. Is verantwoordelijkheid voor het op te stellen behandelplan. 4. Zorgt voor tijdige beschikbaarheid van de juiste monitoring en veiligheidsvoorwaarden op de OK. 18 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
5. Draagt vanuit zijn/haar professie adequaat bij aan het OK-management. 6. Is verantwoordelijk voor adequate ontslagbestemming van de patiënt. 7. Doet een voorstel voor postoperatieve pijnbestrijding en misselijkheid en draagt in geval van speciële technieken daarvoor verantwoordelijkheid. Professionaliteit 1. Kent eigen competentiegrenzen en vraagt tijdig second opinion. 2. Streeft een optimaal veiligheidsniveau na voor patiënt, medewerkers en zichzelf. 3. Gaat adequaat om met complicaties. 4. reflecteert (gedrag en emoties) op eigen functioneren op de OK. 3.2 Veel gebruikte technieken anesthesielogische technieken in het Jeroen Bosch Ziekenhuis APAD De akoestisch geleide epidurale punctie. Dit is de techniek van eerste keus in het JBZ Balanced Anesthesie Wordt zeer veelvuldig gebruikt waarbij de basis bestaat uit zuurstof/lucht en Sevofluraan. TIVA Met deze techniek wordt vaak gewerkt. Meestal gaat het dan om Propofol in combinatie met Ultiva (remifentanil).). Spinaal anesthesie Er zijn meerdere type naalden aanwezig. Vaak wordt met een 25 G whittacre naald geprikt Epiduraal met catheter De single shot epiduraal wordt in ons ziekenhuis gebruikt bij liesbreukoperaties. De epidurale catheter bij laparotomieen, thoracotomieen ,vaatoperaties en orthopedische ingerepen. Dat is eigenlijk de standaardtechniek in combinatie met een algehele anesthesie bij grote buik- en longchirurgie. Postoperatief gaan deze patiënten vaak naar de PACU indien nodig naar de IC. Caudaal blok Wordt regelmatig toegepast bij kinderanesthesie in combinatie met een algehele anesthesie. Plexus anesthesie Meest voorkomende plexus anesthesien zijn, VIB (verticaal infraclaviculair blok), axillair, interscalenus blok. Op de locatie hebben we de beschikking over een echoapparaat waarbij we tevens nog gebruik maken van een neurostimulator. Het meest gebruikte lokaal anestheticum is mepivacaine 1,5% en naropin 0,375%. Intraveneus regionaal blok vlgs Biers Dit wordt in onze kliniek sporadisch toegepast .Soms bij kortdurende onderarms- en handchirurgie. Het lokaal anestheticum is prilocaine (Citanest) 0,5 % . Oogblokkades In ons ziekenhuis worden de meeste cataract operaties onder druppelanesthesie uitgevoerd. Indien noodzakelijk wordt een oogblok gezet. Het gaat hierbij om een retrobulbairblok. Epidurale pijnbestrijding bij verloskunde De gynaecologen doen frequent een beroep op ons voor een epiduraal ten behoeve van de bevallende vrouw in baringsnood . De epiduraal wordt geplaatst op de PACU. Per jaar worden er ongeveer 1200 epiduralen voor de Verloskunde gezet. Voor deze techniek: zie protocollen bijlage.
19 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
3.3 Leermiddelen, competenties en toetsing MeH
Com
Sam
X X X X X X
X X X X X X
X X X X
Preoperatieve polikliniek Preop poli ASA III-IV Preop poli alochtone pt
X X
X X X
X
Verkoeverkamer/PACU Verkoeverkamerbeleid
X X
X X
X
Operatiekamer Alg+ep anesthesie bij abd chir (2x) Plexusanesthesie Anesthesie bij oogheelkunde Anesthesie bij scopie luchtwegen Epid. Analgesie bij partus Infuusbeleid bij grote operaties
-
MaH
X X X X
Pro
X
X
X X
X X
X X
Org
X
Introductie leerhuis CAT / referaat Dagelijks rapport Voordracht patiënten casus Simulatorsessie Lokaal cursorisch onderwijs* Landelijk cursorisch onderwijs Trauma-cursus Onderwijs geven
K&W
X X X X
X X
X
X
X X
VG KPB KPB
X X
VG KPB aanwezig KPB CAT
X X
X X
X
X X X
X
Toets MSF* KPB KPB KPB KPB KPB KPB
X
KPB KPB KPB VG B-exam Exam feedback
in rood: als opleidingsgroep willen wij deze onderdelen gaan toetsen middels een MSF/360 graden feedback en in de voortgangsgesprekken. Dit als toevoeging op wat verplicht is. Competenties in lokaal onderwijs afhankelijk welke cursus is gevolgd
3.4 Stage indeling en werkzaamheden De aios zullen ingedeeld worden bij de volgende specialismen: 1. Chirurgie: - algemene chirurgie - vaatchirurgie - thoraxchirurgie (longchirurgie) 2. Orthopedie 3. Gynaecologie: - algemene gynaecologie - verloskunde, waaronder epiduralen durante partu 4. Plastische chirurgie 5. KNO 6. Urologie 7. Kaakchirurgie 8. Oogheelkunde 9. Neurochirurgie (m.u.v. craniotomieen) 20 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
10. Spoedingrepen Daarnaast: 11. anesthesie bij diagnostische ingrepen bij kinderen 12. ingrepen waarvoor postoperatief een langduriger IC opname verwacht wordt. In de eerste 3 maanden zal de aios vooral op OK met snelle patiënten wisseling en/of ruim aanbod locoregionale technieken gepland worden. Vanaf de 3de maand zal de aios ook bij grote ingrepen ingedeeld worden. Als de aios na het eerste half jaar voldoende capaciteiten heeft getoond is het mogelijk dat de opleider besluit dat aios ASA I patiënten na overleg zelfstandig in- en uitleidt. Ook het zelfstandig prikken van spinalen , epiduralen, regionale blokkades , arterielijnen behoort dan tot de mogelijkheden na overleg Na 6 maanden is het redelijk te veronderstellen dat de aios dan goed vertrouwd is geraakt met onze kliniek en een redelijk ervaring heeft kunnen opbouwen in de door ons toegepaste technieken. Daarom heeft de aios in de tweede periode meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid dan in de eerste periode. In beide perioden werkt de aios echter altijd onder de verantwoordelijkheid van een van de anesthesiologen van de vakgroep. In de laatste 3 maanden zal de AIO 2 keer per maand een dienst meelopen.
3.5 De werkwijze en begeleiding: Gedurende een stage werkt de aios iedere dag gekoppeld aan een van de anesthesiologen die op die desbetreffende dag op het OK-complex van uw stage werkt. In de Jeroen Bosch Ziekenhuis werken de anesthesiologen via het twee tafel systeem. Een anesthesioloog is dus verantwoordelijk voor twee operatiekamers. Een van de twee kamers waar de superviserende anesthesioloog voor verantwoordelijk is, wordt in overleg met de aios aan de aios toebedeeld. De aios heeft zo dus een eigen OK en is als eerste het aanspreekpunt voor de anesthesiemedewerker. De aios is als arts natuurlijk verantwoordelijk voor het eigen handelen, maar de eindverantwoordelijkheid voor de desbetreffende kamer blijft liggen bij de supervisor. Om dit alles in goede banen te leiden, hebben de supervisor en de AIOS aan het eind van de voorafgaande dag overleg, zodat de patiënten op de OK van de AIOS worden doorgenomen en de te gebruiken anesthesiologische technieken en medicatie besproken. Gedurende de eerste periode (eerste 6 maanden) is de supervisor bij alle in- en uitleidingen aanwezig. In de tweede periode (als de opleider voldoende capaciteit heeft vastgesteld) wordt tijdens het ochtendoverleg bepaald welke patiënten de AIOS zelfstandig mag in- en uitleiden en bij welke patiënten voor in- en/of uitleiding de supervisor gewaarschuwd moet worden. Het prikken van locoregionale technieken wordt als inleiding beschouwd en geschiedt volgens de bovenstaande regels m.b.t. “supervisor wel of niet aanwezig bij inleiding”. Supervisie Alle anesthesiologen zullen als supervisor fungeren en geven de aios tijdens en na de werkzaamheden feedback. In desbetreffende situaties zullen de KPB formulieren worden ingevuld. De groep kenmerkt zich door een open en laagdrempelige sfeer waarin op een betrokken wijze met elkaar wordt samengewerkt. Dit geldt ook voor de samenwerking met de diverse specialisten en medewerkers van OK en PACU. Epidurale bij zwangere In de stage periode zal de AIOS samen met de supervisor op de verkoever de “kraamepiduralen” inbrengen.
21 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Afhankelijk van de ervaring en de beheersing van de techniek die een AIOS gedurende de stages laat blijken, is het mogelijk dat de AIOS zelfstandig epiduralen op de verkoever kan prikken. Dit is echter geen recht, slechts een mogelijkheid bij gebleken geschiktheid. Cardiologie Gedurende de eerste periode (eerste 6 maanden) gaat de AIOS samen met de supervisor naar de afdeling cardiologie voor anesthesie bij cardioversies. Gedurende de tweede periode bestaat de mogelijkheid dat de AIOS, afhankelijk van de gebleken kundigheid, de cardioversies zelfstandig uitvoert Prikken van lijnen: Het prikken van subclavia catheters, jugularis catheters en SwannGanz-catheters geschiedt altijd onder directe supervisie van een anesthesioloog. Het prikken van een arterielijn mag de aios zonder directe supervisie uitvoeren, nadat de aios toestemming van de supervisor heeft om van deze monitoring gebruik te maken. Indien een punctie na redelijke tijd niet slaagt (gemiddeld 3 pogingen of 5 minuten), wordt de supervisor gewaarschuwd. Epidurale pijnbestrijding postoperatief De AIOS is medeverantwoordelijk voor de zorg van de epidurale pijnbestrijding van eigen patiënten post-operatief. Hij/zij is het eerste aanspreekpunt voor de medewerkers van het Pijnteam. Eventuele problemen kan de AIOS bespreken met de dienstdoende anesthesioloog. Indien de aios het OK-complex verlaat om visite te lopen bij de acute pijnpatiënten draagt de aios de eigen OK over aan de supervisor. Deze overdracht is de verantwoordelijkheid van de aios. Patiëntveiligheid en professionaliteit aios Bij iedere ingreep of situatie waarbij de AIOS zich niet prettig of competent voelt, moet de AIOS een beroep doen op zijn/haar supervisor. De AIOS heeft altijd recht op begeleiding of directe supervisie en kan hier ten alle tijden om verzoeken. Bij conflicten met snijdend specialisten moet de AIOS direct de zijn/haar supervisor inroepen. Iedere complicatie, ook heel kleine, moeten door de AIOS aan de supervisor worden gemeld. De supervisor is, indien nodig, verantwoordelijk voor het afhandelen van de complicatie binnen het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Complicaties die belangrijk of leerzaam zijn moeten door de AIOS worden gedocumenteerd en worden ingeleverd bij de voorzitter van de complicatiebespreking. De voorzitter van de complicatiebespreking bepaalt of een complicatie besproken moet worden op de maandelijkse complicatiebespreking. Indien dit zo is, wordt de complicatie door de AIOS op de bespreking gepresenteerd. Op deze bespreking worden ook de complicaties van de andere anesthesiologen besproken.
3. 6 Toelichting op pre-operatieve screening en Post Anesthesia Care Unit (PACU) JBZ Pre-Operatieve Screening In iedere kliniek zijn bepaalde zaken anders geregeld. Een goed voorbeeld is vaak het premediceren. Hieronder leggen wij uit hoe het premediceren bij ons geschiedt: Uitgangspunt: - van alle patiënten moeten preoperatief gegevens beschikbaar zijn - van alle patiënten worden de gegevens preoperatief beoordeeld - zo veel mogelijk worden alle patiënten voor de OK door de anesthesioloog gezien - De preoperatieve sreenings poli voldoet aan de eisen van de WGBO (wet geneeskundige behandel overeenkomst) en standpunten van de NVA. 22 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Omdat het vroeger vaak onmogelijk was voor de anesthesioloog deze patiënten preoperatief te zien (ze komen immers pas op dag van ingreep in het ziekenhuis) is de vakgroep Anesthesiologie & Pijnbestrijding JBZ in 2008 gestart met een preoperatieve screeningspoli (POS). Alle patiënten die worden geopereerd, moeten worden gezien op de Preoperatieve screeningspoli. De indicatie voor de operatie van de patiënt wordt door de snijdend specialist gesteld. Alle patiënten krijgen vervolgens een afspraak op de polikliniek van de anesthesiologie. Op de pre-operatieve screening wordt eerst een verpleegkundige intake verricht , de patiënt wordt voorgelicht over de verpleegafdeling. Daarna volgt de intake door een POS- verpleegkundige en vervolgens worden alle patiënten gezien door de anesthesioloog. De verkregen informatie wordt opgeslagen in het electronisch patiënten dossier. Op de poli doen wij het volgende: - anamnese met speciaal anesthesiologische aandacht - gericht lichamelijk onderzoek - op strikte indicatie lab, ECG en X-thorax - indien noodzakelijk optimaliseren van patiënt - afspreken van preoperatieve maatregelen (denk aan SBE, diabetes protocollen, etc) De anesthesioloog bepaalt of er verder nog consultatie van andere specialisten noodzakelijk is. De poli is in het Jeroen Bosch Ziekenhuis succesvol. Het aantal onnodige onderzoeken en bepalingen wordt op deze manier vrijwel tot nul gereduceerd evenals het aantal onnodige consulten. Het gevolg is dat er een zeer korte wachttijd voor veel ingrepen bestaat en een goede doorstroom van patiënten richting OK. 1 dag per 2 weken doet de aios preoperatieve polikliniek met supervisor als achterwacht. Hij handelt daarbij patienten zelf af. Bij twijfel overlegt hij met de supervisor. De supervisor wordt altijd betrokken bij beoordeling van patienten met ASA-klasse > 2, bij doorverwijzing naar een consulent, bij IC-indicatie en bij afwijzing van een patient. Het is daarnaast de bedoeling dat de aios alle patiënten, die opgenomen zijn en de dag daarna op de OK van de aios geopereerd worden, preoperatief bezoekt en indien noodzakelijk aanvullend premediceert. Om het effect van de handelingen verder te evalueren is een postoperatief bezoek aan de patiënten raadzaam en leerzaam. Dit kan aan het eind van de middag gepland worden of in de loop van de volgende dag. 3.7 PACU , 24-uurs verkoever Adequate verkoevertijd, 24 uur per dag, is van essentieel belang voor het post-op beloop van geopereerde patiënten. De verkoeverperiode is de periode in directe aansluiting op een ingreep en/of een anesthesiologische procedure. Tijdens die periode wordt de patiënt door deskundig personeel continue bewaakt. Eventueel optredende complicaties van de anesthesie en/of het perioperatief ingrijpen kunnen zo snel worden ontdekt en behandeld. De verkoeverperiode wordt in principe doorgebracht op de verkoeverafdeling. Verkoevertijden kunnen sterk variëren (1) . Ontslag naar de verpleegafdeling vindt niet eerder plaats dan nadat de vitale functies van de patiënt zijn gestabiliseerd en de pijnbestrijding adequaat is. Patiënten die niet voldoen aan de vooraf vastgestelde ontslagcriteria, of die om andere redenen intensieve zorg behoeven, worden overgedragen aan de intensive care of coronary care unit. Sinds Jan 2010 is in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een 24 uurs verkoever operationeel. Er is een continue bezetting van verplegend personeel en in het weekend is er een bereikbaarheids dienst. Buiten kantooruren bied de verkoever plaats aan 4 patiënten. Op de verkoever is alleen plaats voor patiënten die postoperatief bewaakt worden. Het streven is dat patiënten de dag na opname in de ochtend naar de afdeling gaan of overgedragen worden aan een intensieve zorg afdeling zodat de verkoever weer optimaal benut kan worden voor reguliere operatie patiënten. Patiënten van wie te 23 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
verwachten is dat ze meer dan 24 uur kritische zorg behoeven worden direct post-operatief aan de ICU overgedragen (zie Tabel 1, uitgangspunten 24-uurs verkoever)
Tabel 1 uitgangspunten van de 24-uurs verkoever: 1. De 24-uurs recovery is voor postoperatieve patiënten. Patiënten die geen chirurgische interventie hebben ondergaan komen niet op de recovery. De recovery kan niet gebruikt worden als step-down afdeling (medium-care) voor de IC. 2. De dienstdoende anesthesist bepaalt opname- en ontslagbeleid op de recovery en is verantwoordelijk voor de supervisie. 3. Voor de acuut geopereerde patiënt is er altijd een bed beschikbaar op de recovery, hetgeen gecontroleerd dient te worden door de dienstdoende anesthesist. 4. Patiënten die overnachten moeten voor 9:00 uur de volgende morgen overgeplaatst zijn, vanwege de doorstroming van reguliere OK-patiënten. 5. Er wordt uitgegaan van één verpleegkundige per twee bedden. 6. Tussen 20:00 en 09:00 uur kunnen maximaal drie patiënten overnachten. Eén bed blijft beschikbaar voor acute patiënten. 7. Indien er een patiënt preoperatief geoptimaliseerd dient te worden voor het operatieprogramma van de daaropvolgende dag kunnen maximaal twee postoperatieve patiënten overnachten en één bed blijft beschikbaar voor acute patiënten. De opgelijnde patiënt dient eveneens vóór 09:00 uur de recovery te hebben verlaten. 8. Overnachting is voornamelijk aan de orde in geval van een thoracotomie, grote abdominale chirurgie en ASA 3 patiënten die een grote orthopedische of traumatologische ingreep hebben ondergaan. ASA 4 patiënten die kleine chirurgie hebben ondergaan komen eveneens in aanmerking. 9. Pneumectomie- en AAA-patiënten komen niet in aanmerking voor overnachting op de recovery. Dit zijn duidelijke IC patiënten. Patiënten die langdurig moeten worden beademd zullen eveneens niet overnachten op de 24-uurs recovery. 10. De voorkeur gaat uit naar gedetubeerde patiënten. Patiënten kunnen slechts kortdurend nabeademd worden. Zoniet, dan moet de patiënt overgeplaatst worden naar de IC. 11. Indien een overnachtende patiënt tijdens de ochtendronde, alsnog IC-behoeftig blijkt, heeft deze patiënt voorrang voor overplaatsing naar de IC op patiënten van het OK- programma van die dag. Bij een eventueel beddentekort op de IC valt een geplande OK af. 12. De anesthesist is en blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor de patiënten en het gevoerde beleid op de 24-uurs recovery. 1) standpunt over de verkoerverperiode en de inrichting en de organisatie van de verkoeverafdeling. NVA verenigingsstandpunt mei 2004
24 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
3.8 Weekschema
Maandag
Ochtend
Middag
Eind middag/begin avond
08.00: start OK-programma
16.30 overdracht en bespreking patiënten OK-programma volgende dag
Literatuurbespreking/casuïstiekbespreking
Evt. patiënten op afdeling bezoeken
/onderwijs (1 x per maand)
17.00 afronding werkzaamheden, einde werkdag Dinsdag
08.00: start OK-programma
16.30 overdracht en bespreking patiënten OK-programma volgende dag
vakgroepvergadering (1x 2 weken)
Evt. patiënten op afdeling bezoeken 17.00 afronding werkzaamheden, einde werkdag Woensdag
08.00: start OK-programma
16.00-18.30 woensdagmiddag onderwijsprogramma JBZ
(zie bijlage
opzet woensdagmiddag onderwijs voor arts-assistenten) Donderdag
08.00: start OK-programma
16.30 overdracht en bespreking patiënten OK-programma volgende dag
Onderwijsmiddag
Evt. patiënten op afdeling bezoeken
Ziekenhuis
17.00 afronding werkzaamheden, einde werkdag Vrijdag
08.00 start OK-programma
16.30 overdracht en bespreking patiënten OK-programma volgende dag Evt. patiënten op afdeling bezoeken 17.00 afronding werkzaamheden, einde werkdag
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
in
Sint
Antonius
3.9 Toetsmatrix
Toetsing Voortgangsgesprek sterkte zwakte analyse (1x) Alle competenties Geschiktheidsbeoordeling* Alle competenties
Jaar 2 3x 1x
B-examen Medisch handelen. Kennis en wetenschap
1x
360 graden beoordeling Communicatie, samenwerking, organisatie en professionaliteit
1x
Bespreking patiëntencasus en CAT (Critical Appraised Topic) Communicatie, Kennis en wetenschap, organisatie
2x
Referaat/journalclub Kennis en wetenschap, organisatie
1x
KPB Alle competenties
12 per jaar
Complicatiebespreking Medisch handelen en professionaliteit
3x
Protocolbespreking Kennis en wetenschap
x
Simulatorensessie Medisch handelen, communicatie, samenwerking en organisatie Trauma-cursus Medisch handelen, communicatie, samenwerking en organisatie Lesgeven (klinische les verzorgen) Kennis en wetenschap Cursorisch onderwijs (lokaal en landelijk) (10 dagen per jaar) Alle competenties * rood = summatief
aanwezigheid
Examen
2x Landelijk Bijeenkomst wetenschappelijk vereniging DOO
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
26
3.10 Toelichting verschillende besprekingen In de volgende paragrafen worden de verschillende overlegmomenten/besprekingen besproken hoe deze optimaal gehanteerd kunnen worden voor het leerproces van de AIOS. Het betreft de volgende activiteiten: 1. Casuïstiek bespreking/CAT 2. Dagelijkse Patientenbespreking Ad 1 casuïstiek bespreking/CAT Eenmaal per maand is er op maandagmiddag een casuïstiek bespreking. De bedoeling is dat de AIOS of een anesthesioloog de casus presenteert. Eenmaal per half jaar wordt er een CAT besproken. Voor uitleg over de inhoud en het maken van een CAT: zie deel B Toetsinstrumenten Ad 2 Dagelijkse patientenbespreking • Dagelijks vindt om 16.30 uur de patiëntenbespreking plaats op de kamer van de anesthesiologen. • Hierbij zijn aanwezig; alle anesthesiologen die de dag ingedeeld waren op het OK-complex, alle arts-assistenten en eventuele co-assistenten. • De volgorde van de te bespreken items is als volgt; o Casuistiek van OK programma van vandaag o Overdracht van PACU-patiënten o –doornemen OK programma van aios van de volgende dag o Bijzonderheden van de pre-operatieve poli o Pijnconsulten (bespreken van) • Als voorzitter van de patiëntenbespreking treedt op de dienstdoende anesthesioloog. Indien deze niet aanwezig kan zijn (i.v.m. klinische activiteiten) neemt de “uitloop”anesthesioloog de leiding van de patiëntenbespreking op zich. Als beiden niet aanwezig kunnen zijn dan neemt de opleider of de plaatsvervangend opleider de leiding op zich. • De taak van de voorzitter is te zorgen voor een ordentelijk verloop van de patiëntenbespreking; o Zorg dragen dat de onder punt 2 genoemde personen aanwezig zijn. o Bewaking van het hanteren van de juiste volgorde van de te bespreken items (zie boven) o Zorg dragen voor een centrale bespreking; een spreker tegelijkertijd heeft het woord! o Als de telefoon gaat van een van de op de bespreking aanwezige artsen, verlaat hij/zij de kamer om het telefoongesprek te voeren.
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
27
Deel B Portfolio
28 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1. Portfolio 1.1 Inleiding portfolio Overeenkomstig de richtlijnen is de AIOS verplicht een verzameling bij te houden van documenten waarin op systematische wijze de voortgang in de opleiding wordt gedocumenteerd. Het portfolio en het voortgangsgesprek hangen nauw met elkaar samen. Het portfolio levert de informatie op basis waarvan het voortgangsgesprek wordt gevoerd. Daarmee vormen zij een leidraad in de opleiding. Het portfolio is een verzameling van informatiebronnen en beoordelingsgegevens op basis waarvan leerdoelen geformuleerd kunnen worden en reflectie op het functioneren van de AIOS door zichzelf en anderen kan plaatsvinden. Tevens worden verplichte onderdelen hierin afgetekend en toetsuitslagen verzameld. Aan het eind is een schema opgenomen dat laat zien wat er op welk moment in de opleiding minimaal in het portfolio opgenomen moet zijn. Daarin is tevens een overzicht opgenomen met de minimale toetsing gedurende de opleiding. Het portfolio van de AIOS omvat ten minste de volgende onderdelen: - een individueel opleidingsplan (IOP) inclusief opleidingsschema - reflectieverslagen - de documenten ten behoeve van de toetsing/beoordeling van de AIOS (KPB, CAT, verslagen voortgangs- en beoordelingsgesprekken etc.) - stagebeoordelingen - de gehouden voordrachten en/of referaten - de gepubliceerde artikelen - de gevolgde cursussen, inclusief certificaten - deelname certificaten lokale, regionale en landelijke onderwijsdagen
Individueel opleidingsplan vs opleidingsschema Bij aanvang van de opleiding stelt de AIOS in samenspraak met de opleider een individueel opleidingsplan (IOP) op. In een begeleidend opleidingsschema worden de verschillende stages aangegeven. Daarnaast zijn in het IOP de individuele leerdoelen van de AIOS opgenomen. De inbreng van de AIOS in het individueel opleidingsplan (IOP). De AIOS dient over zijn ontwikkeling te reflecteren. Dit kan enerzijds aan de hand van de gekregen feedback (KPB, CAT), maar daarnaast is het noodzakelijk dat de AIOS bijhoudt welke ervaringen aan de ontwikkeling van de competenties gedurende de stages hebben bijgedragen. De doorgemaakte ontwikkelingen dienen in een IOP bijgehouden te worden. Hierin dient de AIOS per stage aan te tekenen hoe er aan is gewerkt: bijvoorbeeld welk soort patiënten of pathologie er is gezien, wat er is geleerd en hoe dit is ervaren. Naast de toetsingsverslagen (KPB, CAT etc.) reflecteert de AIOS middels het IOP over de vorderingen in de opleiding en bespreekt dit met de opleider tijdens de voortgangsgesprekken. De AIOS is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn eigen portfolio. Zoals eerder gezegd is het portfolio een middel om tot een gefundeerd oordeel te komen, het is geen doel op zich. Daarom
29 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
zijn slechts minimumeisen opgesteld waaraan de inhoud van het portfolio moet voldoen Naar eigen wens en noodzaak kan de opleider dit (laten) uitbreiden. Tijdens de stage zal met de aios meerdere gesprekken gevoerd worden om verwachtingen af te stemmen, voortgang te bespreken en aan het eind de stage af te ronden. Conform het landelijke plan zullen de volgende gesprekken gevoerd worden: In het kader van continuïteit in opleiden zal aan het einde van het opleidingsjaar met gebruik van een overdrachtsformulier de voortgang en ontwikkeling van de aios aan de A-opleider worden overgedragen. Gesprekken 1. planningsgesprek
Tijdstip Eerste week opleidingsstage
2.
voortgangsgesprek
Per kwartaal
3.
beoordelingsgesprek
Eind stage
van
de
Doelen - kennismaking - bespreken te realiseren leerdoelen - instructie gang van zaken - maken van afspraken - volgen - knelpunten signaleren en bespreken - begeleiding - feedback - bijstellen leerdoelen/afspraken - beoordeling
30 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Overzicht begeleiding individuele AIOS tijdens zijn opleiding Onderstaande figuur geeft de globale structuur weer van de begeleiding van de individuele AIOS gedurende zijn opleiding.
Introductiegesprek met de opleider
IOP
Evaluatiegesprekken - Module - Activiteiten - Toetsing b. Overzicht van het - Begeleiding
Te verrichten activiteiten: - KPB’s, OSATS - CAT / referaten - Uitvoering taken - Onderwijs - Referaat etc.
Bespreken: - Kennismaking - Bijzonderheden - Lokaal plan - Opleidingsactiviteiten - Samenwerking - Toetsing (KPB, OSATS, CAT, etc.) - Reflectie - Leerdoelen voor de komende periode (IOP) - Modelinstructie
Bespreken: - Feedback - KPB/CAT/OSATS - Verrichtingen - Activiteiten - Leerklimaat - Onderwijs/cursus - Afspreken: - Leerdoelen - IOP – bijstelling - Eind: overdracht naar A-opleider
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
31
1.2 Introductiegesprek Zie introductiegespreksformulier in deel C Doel Afspraken te maken tussen de AIOS en opleider over wederzijdse verwachtingen ten aanzien van het functioneren op de afdeling. Wanneer Bij de start van de stage Werkwijze Afgesproken wordt, afhankelijk van de voorgeschiedenis van de AIOS, welke (onderdelen van) leerdoelen in de komende periode aan bod zullen komen en getoetst zullen gaan worden. Zowel leerjaarspecifiek (zie stageomschrijving) en leerjaar onafhankelijke leerdoelen. Ook het aantal Korte Praktijk Beoordelingen en brief beoordelingen wordt afgesproken. Richtlijn is dat per AIOS per maand één KPB wordt afgenomen tot een totaal van 12 KPB’s per AIOS/ jaar. De AIOS en opleider bewaken beide of er tijdens de komende periode ook nog andere beoordelingen dienen te worden gegeven (360o feedback, CAT, vaardigheidstoetsen etc.). Aandachtspunten introductiegesprek - Wat waren de sterke en zwakke punten van de AIOS in de voorafgaande periode. - Wat zijn de leerdoelen van de AIOS in deze periode. - Wat kan de AIOS leren in komende periode. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan medisch handelen, maar ook aan andere competenties als communicatie, samenwerking en organisatie. - Afspraken over welke leerdoelen worden getoetst. - Afspraken over hoeveel KPB’s worden afgenomen. Ook worden afspraken gemaakt over het inhoudelijk domein waar de KPB’s over gaan. - Afspraken over hoeveel briefbeoordelingen zullen worden afgenomen. - Afspraken over het eventueel gebruik van andere beoordelingsinstrumenten tijdens de stage. Tijdstip van eerstkomend voortgangsgesprek. - Alle gebruikte formulieren van de introductiegesprekken dienen te worden opgenomen in het portfolio.
32 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1.3 Voortgangsgesprekken Zie voortgangsformulier in deel C Doel De AIOS en opleider bespreken het functioneren van de AIOS van de afgelopen periode en meer specifiek: de voortgang en het niveau van de verschillende competenties die de AIOS ontwikkelt. Het gesprek kan beschouwd worden als een tussentijdse evaluatie gericht op specifieke leermomenten voor de komende periode. Wanneer In totaal vier keer in het tweede leerjaar. De aios krijgt op basis van de voortgang (met input van supervisoren, afdelingsmedewerkers, verpleegkundigen, etc) een terugkoppeling op de groei als medisch specialist. De uitkomst wordt door de opleider en aios vastgelegd op de daartoe ontwikkelde formulieren en het portfolio. Werkwijze De AIOS en opleider bereiden beiden het gesprek voor. De opleider stelt de agenda samen, mede op basis van de punten die door de AIOS worden aangedragen. Vraagt na bij leden opleidingsteam en andere medewerkers hoe de betreffende AIOS functioneert. De AIOS levert uiterlijk 1 week van tevoren de volgende stukken bij de opleider in: 1 Agendapunten gesprek 2 Portfolio waaronder: a Zelfbeoordeling competenties (algemeen en specifiek); b Individueel Ontwikkelings Plan; c Leerdoel periode; d Beoordeling KPB’s; e Andere beoordelingen; f informatie met betrekking tot relevante activiteiten op één of meerdere competentiegebieden; g reflectie op eigen functioneren op basis van voorafgaande informatie. 3 Leerklimaat 4 Positieve en verbeterpunten afdeling Aandachtspunten - Identificeren sterke en zwakke punten. - Vastleggen op welke wijze zwakke punten kunnen worden verbeterd. - Bespreken van zelfreflectie en mate van overeenkomst en eventuele discrepanties met het oordeel van de opleidingsgroep - Bespreken leerklimaat voor de AIOS - Alle verslagen dienen te worden opgenomen in het portfolio - De opleider ziet erop toe dat er van het gesprek een schriftelijke verslag gemaakt wordt dat zowel door de opleider als door de AIOS ondertekend wordt. Dit verslag wordt aan het portfolio toegevoegd. - De academische opleider krijgt van het eindverslag een kopie (voortgangsrapportage).
33 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1.4 Toetsinstrumenten Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) Zie diverse KPB formulieren. Afhankelijk formulieren in digitaal portfolio zal daarvan gebruik kunnen worden gemaakt. Doel Het vastleggen en het nabespreken van het functioneren van AIOS op onderdelen van competenties door middel van observatie m.b.v. een gestructureerd beoordelingsformulier. Wanneer Op ieder moment tijdens de opleiding kan een AIOS geobserveerd worden op onderdelen van het functioneren. Dat betekent dat de observatiemomenten primair worden bepaald door de mogelijkheden die de bedrijfsvoering biedt. Binnen deze conditie verdient het aanbeveling de observatiemomenten zoveel mogelijk te spreiden. Zwakkere onderdelen kunnen dan vaker geobserveerd worden om te beoordelen of er verbetering is opgetreden. Werkwijze Het initiatief tot het afnemen van een KPB kan zowel door de AIOS als door de opleider/supervisor genomen worden. Als regel geldt dat bij elke AIOS eenmaal per maand een KPB wordt afgenomen minimaal 6 per half jaar. Waarover de KPB gaat wordt deels bepaald door wat de AIOS wil leren en deels door de klinische presentaties en de voor de opleiding relevante activiteiten van de betreffende stageplek. De inhoud van een KPB beperkt zich tot het beoordelen van een beperkt aantal competenties. Mogelijkheden voor KPB - poli/afdeling consult (KPB algemeen) - overdracht (KPB overdracht) - plexusanesthesie - epiduraal anesthesie voor verloskunde - IC patient - anesthesie bij abdominale ingrepen (alg + epi) - probleempatienbespreking/voordracht/referaat/CAT (KPBCat/referaat/probleempatientbespreking) - vaardigheden Aandachtspunten bij de beoordeling van de KPB - Bepaal welke activiteiten waardevol zijn om AIOS te observeren en feedback te geven. - Houdt bij de observatiemomenten rekening met de leerdoelen van de AIOS genoemd in het introductie- en voortgangsgesprek. - Spreek tijdens introductie- of voortgangsgesprek al af wanneer en over welke taken in ieder geval een KPB wordt afgenomen. - Beoordeel AIOS op een beperkt aantal competenties. - Bespreek de observatie direct na met de AIOS. - Alle gebruikte formulieren dienen te worden opgenomen in het portfolio. - Neem tijd voor de toetsing en de aansluitende bespreking van de resultaten. - Een onvoldoende oordeel dient in het dossier dat de opleider van de AIOS heeft opgenomen te worden.
34 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1.5 Critically Appraised Topic (en critical appraisal of literature) Doel De Critical Appraisal of Literature en Critically Appraised Topic (CAL/CAT) zijn vormen om de algemene competentie “kennis en wetenschap” te ontwikkelen. De principes van evidence based medicine met het kritisch beschouwen van de verschillende onderdelen van wetenschappelijke publicaties wordt hiermee beoordeeld. Daarnaast is het een instrument om de vakkennis te verbreden en de deskundigheid van collega en andere professionals in de gezondheidszorg te bevorderen. Uitwerking De aanleiding voor een CAT is een patiëntencontact, naar aanleiding waarvan een vraag gerezen is met betrekking tot de directe medische zorg aan die patiënt. Een CAT bestaat uit zeven onderdelen, zoals hieronder weergegeven. Een CAT bestaat uit zeven vaste onderdelen zoals weergegeven in figuur 1.2 Patiënt (Praktijk)
Vertaalslag (expert)
Wetenschap (literatuur)
Trefwoorden 1 Klinisch scenario
2 Klinische vraag
3 Literatuur search
4 Kritisch beoordelen artikel
5 Evidence table 7 Bottom line
6 Commentaar: besluitvormings proces EBM
1. Klinisch scenario Voor het beschrijven van een goed scenario is het noodzakelijk dat de patiënt helder en bondig wordt gepresenteerd en dat duidelijk wordt waarom het probleem relevant is. Het beschrijven van zo’n patiëntenpresentatie kan goed ondersteund worden met behulp van een lijst met noodzakelijke onderdelen: - naam - geslacht - leeftijd - anamnese - lichamelijk onderzoek - uitslag diagnostische tests - aandoening (of verdenking daarop) - specialisatie arts en setting - belangrijke aspecten uit medische voorgeschiedenis (o.a co-morbiditeit en medicatie - relevante leefstijlfactoren (roken, bewegen, alcohol, voeding etc) 35 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
- verwachting patiënt - voorkeur patiënt en arts - klinisch dilemma/spanningsveld waaraan klinische vraag zijn relevantie ontleent. 2. Klinische vraag De vragen kunnen betrekking hebben op de diagnose, prognose, therapie en evaluatie van het gevoerde beleid betreffende een specifieke patiënt. Voor het vinden van het juiste antwoord is het van belang dat de vraag is opgebouwd uit concrete meetbare elementen, waardoor voor aanvang van de search duidelijk is wat belangrijk is bij de selectie van een artikel. 3. Literatuur search Het bewijs dat men zoekt moet verkregen zijn binnen een kwalitatief goed wetenschappelijk onderzoek (best evidence), om met voldoende zekerheid het antwoord op de klinische vraag te kunnen onderbouwen. 4. Kritisch beoordelen artikel In welke mate is een gevonden resultaat (een schatting van de werkelijkheid) reproduceerbaar als dat onderzoek opnieuw wordt uitgevoerd en binnen welke marges bevindt zich, met een bepaalde mate van zekerheid, werkelijke waarde van die uitkomstmaat (zie beoordelingsformulieren). 5. Evidence table Samenvatten en interpreteren van relevante cijfers uit een wetenschappelijke publicatie. Methodologische kwaliteit hoog of laag; geldigheid voor de patiëntencasus hoog of laag. 6. Commentaar De weging van alle componenten is een complex proces, evenals het goed verwoorden hiervan het leggen van de juiste accenten daarbij. 7. Bottom line Terugvertalen van conclusies uit het besluitvormingsproces naar de patiënt uit de klinische vraag. Wanneer Eenmaal in de stage wordt een onderwerp uitgekozen dat door een AIOS wordt uitgewerkt en op een maandagmiddag gepresenteerd. Praktische aanpak in het kort: CAT’s zijn bedoeld als oefening in het wetenschappelijk denken over het klinisch handelen (aanvraaggedrag, therapiekeuze). Een CAT omvat de volgende stappen. - Beschrijving van een klinisch scenario. - Formuleren van een relevante klinische vraag naar aanleiding van dit scenario. - Beschrijven van het zoekproces met databronnen, sleutelworden en inclusiecriteria voor de gevonden artikelen. - Beschrijven van opzet en uitvoering van een wetenschappelijk onderzoek en beoordeling van de kwaliteit ervan. - Weergeven van de mate van ‘evidence’. - De CAT voorzien van commentaar en conclusie over het toepassen van de bevindingen voor het geschetste scenario. - Middels een PowerPointpresentatie van maximaal 15 minuten wordt het resultaat gepresenteerd. De presentatie wordt bewaard en verspreid onder alle a(n)ios en leden opleidingsteam. 36 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
De CAT’s hebben betrekking op vier klinisch relevante domeinen: - Diagnostiek - Prognose - Therapie en (contra)indicaties - Evaluatie van het gevolgde beleid Toets Supervisor en overige aanwezigen vullen naar aanleiding van de presentatie het KPB-formulier CAT in. De AIOS neemt dit op in zijn portfolio. Literatuur: Training critical appraisal of a topic. Een onmisbare handleiding in het tijdperk van Evidence Based Medicine. CPM de Brouwer, IJ Kant, LJM Smits, AC Voogd. Mediview BV, Maastricht augustus 2009. ISBN 978-90-77201-31-2.
37 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1.6
Het evalueren van het functioneren d.m.v. multisource feedback
Voor artsen in opleiding tot specialist (aios) is het belangrijk dat zij kennis van het specialisme verwerven, specialistische vaardigheden aanleren en zich ontwikkelen in professioneel functioneren. Om dit laatste te bevorderen is Multi Source Feedback (MSF) of 360 graden beoordeling een uitstekende methode. Het functioneren van een aios op de werkplek kan het best beoordeeld worden door mensen met wie hij of zij samenwerkt: collega-artsen, andere collegae in de zorg en patiënten. Bij de MSF methode wordt vanuit deze verschillende perspectieven feedback gegeven op onder meer communiceren, samenwerken en professionele houding in de afgelopen maanden. MSF past in de vernieuwde medische vervolgopleidingen. Hierbij worden artsen, collega’s uit de zorg en patiënten eenmaal per jaar gevraagd feedback aan de aios te geven door vragen over het functioneren te beantwoorden en tips te geven om nog beter te functioneren. De resultaten met de opleider besproken tijdens een voortgangsgesprek, in samenhang met andere beoordelingen. Doel Het verkrijgen van informatie over eigen functioneren door professionals die veel met de aios te maken hebben aan de hand van een gestructureerde vragenlijst. Wanneer In principe na 5 maanden opleiding in jaar 2.. Werkwijze De aios overlegt met de opleider welke 10 personen gevraagd dienen te worden om een oordeel te geven over het functioneren. De waarde van de beoordeling zit in het aantal en de diversiteit van de personen die gevraagd worden. Als richtlijn wordt voorgesteld om minimaal twee oordelen te verzamelen van 1 aios en van drie stafleden (in ieder geval inclusief opleider en/of plv opleider), van 1 chirurg, van een medewerker van de polikliniek en van de verkoeverkamer en van iemand uit de groep anesthesiemedewerkers. Via www.multisourcefeedback.nl bestaat een goede digitale mogelijkheid voor het afnemen van een 360° feedback waarvan gebruik gemaakt wordt. De uitkomst van de 360 graden feedback wordt met de opleider besproken. Aandachtspunten bij de beoordeling 360° feedback formulier - Tussen aios en opleider wordt afgesproken welke personen bijdragen aan de 360° feedback. - De aios nodigt (met een cc aan de opleider) de personen uit om digitaal de formulieren in te vullen (inlogcode); - De evaluaties worden in principe gegeven door personen die niet wezenlijk bijdragen aan het beoordelingsproces van de aios. - De uitkomst van de MSF wordt aan de opleider doorgegeven - De aios is verantwoordelijk voor het verkrijgen van de informatie en de analyse ervan. - De opleider bepaalt welke weging wordt gegeven aan de verzamelde evaluaties. - Een onvoldoende oordeel dient in het dossier dat de opleider van de aios heeft opgenomen te worden.
38 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
1.7 Het beoordelen van het portfolio Doel Inzicht krijgen in en zicht krijgen op alle competenties van de AIOS Anesthesiologie. Werkwijze Het portfolio is het verzamelpunt van alle informatie die over de AIOS beschikbaar is. De AIOS is verantwoordelijk voor deze informatie. Het portfolio wordt gebruikt als onderliggend document bij het voortgangsgesprek. De hieronder vermelde aandachtspunten vormen voor een belangrijk deel de agenda van het voortgangsgesprek. Aandachtspunten - Is het portfolio op tijd met de benodigde informatie beschikbaar? (Zegt iets over de competenties organisatie en timemanagement.) - Bevat het portfolio minimaal de volgende informatie: o Zelfbeoordeling algemene competenties; o Individueel Ontwikkelings Plan; o Beoordelingen KPB; o Andere beoordelingen; o Informatie met betrekking tot relevante activiteiten op één of meerdere competentiegebieden; o Reflectie op eigen functioneren op basis van voorafgaande informatie. - Het bespreken van discrepanties in de beoordeling van de opleider/supervisor o De kwaliteit van de reflectie wordt beoordeeld: o Goede aansluiting met sterke en zwakke punten; o Juiste conclusies uit reflectie; o Er worden toetsbare voornemens gemaakt. o Identificeren sterke en zwakke punten. o Vastleggen op welke wijze zwakke punten kunnen worden verbeterd. o Vastleggen hoe deze verbetering getoetst wordt. - Wat is de kwaliteit van het totale portfolio. De opleider dient de informatie ten opzichte van elkaar te wegen. Is er twijfel over de kwaliteit van het portfolio dan is het wenselijk leden van de opleidingsgroep in het oordeel te betrekken. - Hoe ervaart de AIOS het “leerklimaat” op de afdeling? - Komen de afspraken gemaakt bij het introductiegesprek overeen met de werkelijk verrichte activiteiten? - Wat dient voor de volgende keer te worden afgesproken? En hoe kan dit getoetst worden? - Neem tijd voor de bespreking van de resultaten (minimaal 30 minuten). - Alle verslagen dienen te worden opgenomen in het portfolio. - Een onvoldoende oordeel dient in het dossier dat de opleider van de AIOS heeft opgenomen te worden.
39 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Deel C Bijlage Formulieren
40 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Introductiegesprek Introductiegesprek Naam AIOS
Naam supervisor
Stage
Datum gesprek
Periode/jaar Samenvatting gesprek Leerdoelen/competenties uit vorige stages
Leerdoelen/competenties bij komende stage
Te toetsen leerdoelen/competenties binnen deze stage, inclusief hoe
Opmerkingen
41 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Toelichting Introductiegesprek AIOS/Opleider
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
9.
10.
IOP bespreken CV ingeleverd, gedateerd en gesigneerd? Arbeidscontract geregeld? JBZ batch, garderobe kastje en klompen geregeld? Toewijzen persoonlijk emailaccount en geven van aanwijzingen tot gebruik: wens om eigen JBZ emailadres te gebruiken voor correspondentie. Werktijden en reeds geplande vakanties. Wat te doen bij ziekte. Verwachtingen mbt : a. dagindeling b. overleg met dagsupervisor. c. volgen JBZ -onderwijs woensdagmiddag Wat te doen bij: a. Problemen b. Een klacht c. Prikaccidenten d. Agressieve patiënten Uitreiken a. Lokaal opleidingsplan b. Toetsinstrumenten bespreken : zie LOP Voortgangsgesprekken: melding van voorbereiding hierop middels invullen zelfbeoordelingformulier en formulier tav beoordeling opleiding.
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
42
Eindgesprek Competentiekaart ingevuld door AIOS Naam AIOS:
Handtekening AIOS:
datum:
…………………………………………………………………………….
Toelichting bij de beoordeelde competenties Medisch handelen
Communicatie
Samenwerking
Organisatie
Maatschappelijk handelen
Kennis en wetenschap
Professionaliteit
-
bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed toe levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op luistert goed en verkrijgt efficiënt relevante patiënteninformatie bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners verwijst adequaat levert effectief intercollegiaal consult draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg verdeelt uw energie goed tussen patiëntenzorg, opleiding en andere activiteiten besteedt de beperkt beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorgorganisatie gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces kent en herkent de belangrijkste determinanten van ziekte draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen treedt adequaat op bij incidenten in de zorg beschouwt medische informatie kritisch bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan bevordert de deskundigheid van studenten, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze vertoont adequaat persoonlijke en interpersoonlijk professioneel gedrag kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen oefent de geneeskunde ethisch uit naar de normen van het beroep
43 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Toelichting De competentiekaart ingevuld door AIOS Naam AIOS: Naam opleider(s): Datum:
Competentie Medisch handelen/Zelfreflectie AIOS
Competentie Communicatie/Zelfreflectie AIOS
Competentie Samenwerking/Zelfreflectie AIOS
Competentie Organisatie/Zelfreflectie AIOS
Competentie Maatschappelijk handelen/Zelfreflectie AIOS
Competentie Kennis en wetenschap/Zelfreflectie AIOS
Competentie Professionaliteit/Zelfreflectie AIOS
Handtekening AIOS:
Handtekening opleider: 44
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Eindgesprek Competentiekaart ingevuld door opleider Naam opleider:
datum:
Naam AIOS:
Handtekening AIOS:
…………………………………………………………………………….
Handtekening opleider:
…………………………………………………………………………….
Toelichting bij de beoordeelde competenties Medisch handelen
Communicatie
Samenwerking
Organisatie
Maatschappelijk handelen
Kennis en wetenschap
Professionaliteit
-
bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed toe levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op luistert goed en verkrijgt efficiënt relevante patiënteninformatie bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners verwijst adequaat levert effectief intercollegiaal consult draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg verdeelt uw energie goed tussen patiëntenzorg, opleiding en andere activiteiten besteedt de beperkt beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorgorganisatie gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces kent en herkent de belangrijkste determinanten van ziekte draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen treedt adequaat op bij incidenten in de zorg beschouwt medische informatie kritisch bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan bevordert de deskundigheid van studenten, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze vertoont adequaat persoonlijke en interpersoonlijk professioneel gedrag kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen oefent de geneeskunde ethisch uit naar de normen van het beroep
45 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Toelichting De competentiekaart ingevuld door opleider Naam AIOS: Naam opleider(s): Datum:
Competentie Medisch handelen
Competentie Communicatie
Competentie Samenwerking
Competentie Organisatie
Competentie Maatschappelijk handelen
Competentie Kennis en wetenschap
Competentie Professionaliteit
Handtekening AIOS: ………………………………………………………………………… Handtekening opleider: …………………………………………………………… 46 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
Eindgesprek Gezamenlijke evaluatie van competenties Naam AIOS: Naam opleider(s): Datum:
Belangrijke discrepanties
Aandachtspunten
Afspraken
Handtekening AIOS: ………………………………………………………………………… Handtekening opleider: …………………………………………………………………….. 47 Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
KPB Algemeen of Vaardigheid
Naam AIOS:
Supervisor:
Datum:
Type Patiënt: Focus van het contact:
Wat is er goed?
Wat kan er beter?
Wat is er goed?
Wat kan er beter?
Handtekening gezien AIOS:
Handtekening
gezien
supervisor
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2013
48
Korte Praktijk Beoordeling Algemeen Deelcompetentie 1: Bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied De AIOS is in staat op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden Deelcompetentie 2: Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidencebased toe. De AIOS verwerft specialistische kennis, en past deze adequaat toe, op het terrein van: Diagnostiek: Anamnese: de AIOS beheerst de vaardigheid van de anamnese tot in de details. Lichamelijk onderzoek: de AIOS is deskundig op het gebied van lichamelijk/fysisch-diagnostisch onderzoek. Laboratoriumdiagnostiek: de AIOS leert gegevens uit het laboratoriumonderzoek te interpreteren en heeft kennis van afwijkende laboratoriumbevindingen behorend bij de specifieke interne ziektebeelden. Beeldvormende diagnostiek: de AIOS leert gegevens uit beeldvormende diagnostiek (radiologie, CT, MRI, echografie, isotopenonderzoek) te interpreteren en adequaat toe te passen. Functieonderzoek: de AIOS leert gegevens uit functieonderzoek te interpreteren en adequaat toe te passen Probleemoplossend vermogen: De AIOS beheerst het efficiënt opstellen van een probleemlijst met bijbehorende werkhypothesen in de vorm van een differentiaaldiagnose, daarbij gebruikmakend van de informatie direct bij de patiënt verkregen, alsmede integratie van overige diagnostische gegevens in combinatie met kennis en ervaring. Essentieel hierbij is de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Het bepalen van een effectief en doelmatig diagnostisch beleid behoort tot de specifieke deskundigheden van de anesthesioloog Therapeutisch beleid: De AIOS is in staat om, op grond van de diagnostiek en context van de medische problemen, advies te formuleren over de behandeling. Speciale aandacht dient de AIOS te geven aan bijwerkingen op korte en lange termijn van het ingestelde therapeutisch beleid. Deskundigheid wordt vereist de evaluatie van het therapeutisch beleid. Farmacotherapie: De AIOS verkrijgt specifieke deskundigheid op het gebied van de farmacotherapie, stoelend op kennis van de farmacokinetiek en farmacodynamiek, mogelijkheden en beperkingen van de farmacotherapie, interacties en bijwerkingen van geneesmiddelen en het effect van polyfarmacie. Met name wordt deskundigheid vereist op het gebied van individualiseren van farmacotherapie. Deelcompetentie M3: Levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. De AIOS: herkent en incorporeert ethische aspecten die bij medische beslissingen in het geding zijn, en is in staat morele vragen die in het medisch handelen ontstaan te analyseren. is in staat om de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidswerkers te verantwoorden. neemt kennis van het binnen de afdeling geldende medische beleid en de regels, afspraken en protocollen, en past deze adequaat toe nover patiënten en collegae gezondheidswerkers te verantwoorden Deelcompetentie 4: vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe De AIOS verzamelt op een adequate wijze informatie rondom de zorg van een patiënt waarvoor hij de verantwoordelijkheid heeft aanvaard; hiertoe weet hij op gepaste wijze gebruik te maken van raadpleging van andere betrokkenen in het zorgproces resp. medische en niet-medische deskundigen ( huisarts, specialisten, thuiszorg, GGZ, etc Communicatie deelcompetentie 1 Is in staat om een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Communicatie deelcompetentie 2 -
Is in staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. Is in staat adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld.
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011
49
Korte Praktijk Beoordeling Vaardigheid
Medisch Handelen De AIOS is deskundig op het gebied van de vaardigheden uit het Opleidingsplan anesthesiologie genoemde procedures. Deskundigheid blijkt uit: - Voert de handeling conform richtlijn/protocol c.q.werkinstructie uit - Neemt alle noodzakelijke maatregelen in verband met hygiëne en persoonlijke veiligheid - Hanteert vloeiende bewegingen, kundig Communicatie deelcompetentie 1 - Is in staat om een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie - Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Communicatie deelcompetentie 2 - Is in staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. - Is in staat adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld.
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011
50
KPB CAT/probleempatiëntbespreking
Naam AIOS:
supervisor:
Datum:
Wat is er goed?
Wat kan er beter?
Wat is er goed?
Wat kan er beter?
Wat is er goed?
Wat kan er beter?
Wat is er goed?
Wat kan er beter?
Handtekening gezien AIOS:
Handtekening gezien supervisor:
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011
51
Leerdoelen CAT/probleempatiëntbespreking Communicatie Deelcompetentie 3 Bespreekt medische informatie goed De AIOS is in staat op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden Aandachtspunten - Technische aspecten: lay-out dia’s, bewaken tijd, heldere agenda, afgebakend onderwerp, - Vermijdt afdwalen, gebruik pointer, digitale presentatieanimaties - Verbale communicatie: contact met zaal, intonatie, tempo, dia’s ter ondersteuning dwz niet - voorlezen van..., woordkeus - Houdt rekening met kennisniveau publiek - Houding en uitstraling - Het adequaat samenvatten Kennis en Wetenschap Deelcompetentie 1 Beschouwt medische informatie kritisch. Kennis en Wetenschap Deelcompetentie 2 Bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Kennis en Wetenschap Deelcompetentie 4 Bevordert de deskundigheid van studenten, AIOS, collegae, patiënten, verpleegkundigen en andere betrokkenen in de gezondheidszorg.
anesthesiemedewerkers,
Organisatie Deelcompetentie 4 Gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces (incl. bij- en nascholing). Aandachtspunten - Focus, afbakenen onderwerp - Relevantie - Samenhang - Niveau van detaillering - Wetenschappelijk niveau (kritische waardering (appraisal): beoordelen van de wetenschappelijke kwaliteit van de literatuur, inclusief design, methode en analyse; dit gaat over interne en externe validiteit en vormen van vertekening (bias en confounding) CAT: - Formuleert PICO, licht zoekstrategie toe - Is in staat elektronische databestanden te ontsluiten - Begripsverduidelijking (uitleggen methodologische of fysiologische begrippen bv ROCcurve, kappawaarde, LH ratios etc.) Professionaliteit Deelcompetentie 2 Kan reflecteren met zichzelf. Professionaliteit Deelcompetentie 4 Reflecteren met een professional. Aandachtspunten - Wetenschappelijke reflectie: - Wat is de betekenis van deze kennis, wat zijn de implicaties, wat voegt het toe aan de praktijkvoering, zowel persoonlijk als in het algemeen. Eigen visie, onderkent onzekerheden. - ‘reflection-on-action’: terugkijkend op handelingen uit het verleden, de ‘evidence’ plaatsen in de context van een individuele klinische gebeurtenis; dat kan ook betekenen gemotiveerd afwijken van deze “evidence” . - Geeft onzekerheden of onduidelijkheden aan - Kan omgaan met feedback en vragen uit gehoor. - Volgt eerder gegeven adviezen ter verbetering op, zoekt wanneer aangewezen hulp bij derden - Nodigt inhoudsdeskundigen actief uit om aanwezig te zijn
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011
52
Begrippenlijst AIOS Bekwaamheidsniveau BBOV-huisje
CAT Competentie
360° Feedback
Kerncompetentie
KPB (Korte PraktijkBeoordeling) Opleidingsplan IOP
OSATS Portfolio
Reanimatietraining BLS Thema
Typische Klinische Situaties
Arts(en) In Opleiding tot (medisch) Specialist Minimale combinatie van kennis, kunde en gedrag die nodig is om een omschreven vaardigheid op een bepaald niveau te beheersen Een afbeelding van een huisje waarin verschillende onderdelen van het opleidingsplan zijn ondergebracht En welke een samenvatting geeft van het opleidingsplan als geheel (Critical Appraised Topic) Presentatie van een antwoord op een individuele klinische vraag Het vermogen om een professionele activiteit in een specifieke context adequaat uit te voeren door geïntegreerde aanwezigheid van kennis, vaardigheden en attitude Een getoonde bekwaamheid of gedragsrepertoire waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, attitude, eigenschappen en inzichten in het handelen zijn geïntegreerd Gestructureerde beoordeling van een persoon of groep door staf, assistenten, analisten en andere medewerkers met wie geleerd en/of gewerkt wordt Een van de 7 competentiegebieden volgens CanMeds: Medisch handelen, Samenwerking, Communicatie, Kennis en wetenschap, Maatschappelijk Handelen, Organisatie en Professionaliteit Instrument om gestructureerde feedback te geven op een geobserveerde taak die door de AIOS in de praktijk wordt uitgevoerd Een opleidingsplan geeft een beschrijving van de opleiding tot specialist Het omvat het geheel van eindcompetenties, onderwijsmethode, activiteiten en –materiaal, toetsing en kwaliteitszorg over het opleidingsplan Dit geheel wordt beeldend samengevat in het ‘BBOV-huisje’ Samenhang: Landelijk opleidingsplan-> Lokaal opleidingsplan -> Individueel opleidingsplan Objective structured assessment of technical Skills: “beoordeling van technische vaardigheden” Een verzameling van documenten, waarin de verplichtingen voortvloeiende uit dit besluit en de specifieke besluiten worden bijgehouden, en waaruit de voortgang van de opleiding en de zelfreflectie van de AIOS blijken. Het bevat ten minste de documenten ten behoeve van de beoordeling van de AIOS, de gehouden voordrachten en referaten, de gepubliceerde artikelen, de gevolgde cursussen en de uitgevoerde verrichtingen. Reanimatietraining Basic Life Support Omschreven gebied van stoornissen, problemen en/of situaties, relevant en/of kenmerkend voor het vakgebied Thema’s geven als het ware een indeling van de Uitwerking van specifieke competenties naar patiëntproblemen en/of presentatievormen
Lokaal Opleidingsplan anesthesiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011
53