jaarverslag 2011 St ic htin g B ed r i j f s pe n s i o e n f o n ds vo o r d e A g r a r i s c h e e n V o e d s e lv o o r z i e n i n g s h a n d e l
Puzzelen op het nieuwe pensioencontract
avh jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE
Kengetallen en kerncijfers Voorwoord Verslag van het bestuur 1. Algemene informatie - Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds - Doelstelling en uitvoering - Samenwerkingsverbanden en deelnemingen - Aangesloten ondernemingen - Bestuur en uitvoering - Bestuur - Dagelijks Bestuur - Deelnemersraad - Beleggingscommissie - Commissie risicomanagement - Verantwoordingsorgaan - Overige bestuurscommissies - Bestuurscommissie Partikulier Kaaspakhuisbedrijf - Commissie van Beroep en Klachtencommissie - Visitatiecommissie - Uitvoeringsorganisatie - Actuaris en accountant - Vergaderingen 2. Financiële informatie en ontwikkelingen - Beleggingen - Pensioenen - Herstelplannen 3. Risicoparagraaf t.a.v. doelstellingen, beleid en financiële instrumenten - Risico’s en balansmanagement - Financiële sturingsmiddelen 4. Informatie over de verwachte gang van zaken - Pensioenregelingen - Beleggingen - Ontwikkeling dekkingsgraad - Verantwoord beleggen - Ontwikkeling in de uitvoering 5. Bestuursaangelegenheden - Deskundigheidsplan en opleiding - Beleggingsbeleid en risicobeheer - Naleving wet- en regelgeving - Uitbesteding - Toezicht - Gedragscode en compliance - Communicatie 6. Pensioenparagraaf - De pensioenregelingen - Samenvattend overzicht verplichtgestelde basispensioenregeling - Indexatiebeleid en indexatiematrix
Jaarverslag 2011
PAGINA 4 6 7 7 7 7 8 8 9 9 10 10 11 12 12 13 13 14 14 15 15 15 16 16 17 24 27 27 31 33 33 33 33 34 34 35 36 37 37 37 38 38 39 41 41 43 43 11
avh jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE
- Premies en toegekende indexaties 7. Beleggingenparagraaf - Economische ontwikkelingen - Beleggingen van Bpf AVH - Vooruitblik 2012 - Verantwoord beleggen 8. Actuariële paragraaf - Actuariële analyse - Beleid ten aanzien van toeslagverlening - Premie - Uitkomsten van solvabiliteitstoets - Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie 9. Rapportage over Pension Fund Governance - Algemeen - Intern toezicht; visitatiecommissie - Compliance - Verantwoordingsorgaan 10.Toekomst Samenvattend verslag van de visitatiecommissie Verslag van het verantwoordingsorgaan - Verslag - Reactie bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Jaarrekening - Balans per 31 december 2011 - Staat van Baten en Lasten over 2011 - Kasstroomoverzicht over 2011 - Toelichting op balans en staat van baten en lasten 1. Algemene toelichting 2. Grondslagen van waardering Activa en Passiva 3. Grondslagen bepaling resultaat 4. Beleggingen voor risico van pensioenfonds 5. Deelneming 6. Materiële vaste activa 7. Overige vorderingen 8. Stichtingskapitaal en reserves 9. Technische voorzieningen 10. Overige schulden en overlopende passiva 11. Risicobeheer en derivaten 12. Niet in de balans opgenomen activa en verlichtingen 13. Verbonden partijen 14. Premiebijdragen 15. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds 16. Pensioenuitkeringen 17 Overige baten 18. Pensioenuitvoeringskosten 19. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 20. Saldo overdracht van rechten 21. Overige lasten 22
Jaarverslag 2011
44 46 46 46 48 48 50 50 50 50 51 51 52 52 52 52 52 53 54 57 57 60 61 62 64 65 66 66 66 70 72 74 75 75 76 78 79 79 87 87 87 88 88 88 89 89 90 90
avh jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE
22. Aantal personeelsleden Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Controleverklaring Appendix Afkortingen en begrippen Nevenfuncties (plv.) bestuur en management
Jaarverslag 2011
90 91 91 91 92 94 96 98
33
avh jaarverslag 2011 KENGETALLEN EN KERNCIJFERS Bedragen x € 1000 Aantal werkgevers
2011
2010
2009
2008
2007
863
855
846
843
836
Aantal verzekerden Actieve deelnemers - waarvan arbeidsongeschikten Gewezen deelnemers (‘slapers’) Pensioengerechtigden
17.511 269 35.179 8.378
17.540 313 42.691 8.075
17.690 350 42.800 7.789
17.641 388 41.653 6.869
15.019 429 40.405 6.438
Pensioenen Kostendekkende premie Gedempte premie Feitelijke premie Uitvoeringskosten Uitkeringen
56.071 48.985 48.985 2.341 21.309
47.377 45.819 45.819 2.531 14.731
52.620 46.046 46.046 2.052 13.700
39.109 45.420 45.420 1908 12.409
35.332 36.939 36.939 2.014 9.285
Toeslagverlening in %1 Actieve deelnemers Inactieve deelnemers
0 0
1,95 0
0 0
2,2 1,2
2,0 1,0
727.017
634.595
571.289
519.228
429.218
34.889 109.339 763.395 95
29.266 80.806 626.821 101
24.380 76.438 517.477 110
23.672 75.485 502.928 103
17.440 55.846 348.802 123
21,6 26,3 23,0 9,8
20,7 25,7 22,0 9,3
19,5 24,5 21,2 8,9
19,9 24,5 22,0 8,6
17,0 20,8 19,6 8,0
641.969 67.194
589.043 35.213
518.782 21.572
496.947 42.959
432.606 4.937
Vermogen en solvabiliteit Aanwezig vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (PW art. 131) Vereist eigen vermogen (PW art. 132) Pensioenverplichtingen Dekkingsgraad % Gemiddelde duration Actieve deelnemers (+ arb.ongeschikten) Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Beleggingen • Balanswaarde • Beleggingsopbrengsten
1
44
De toeslagen zijn op 1 januari gegeven. Bpf AVH heeft een voorwaardelijk toeslagbeleid.
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 KENGETALLEN EN KERNCIJFERS
Bedragen x € 1000
2011
2010
2009
2008
2007
Beleggingsportefeuille • Vastgoedbeleggingen • Aandelen • Vastrentende waarden • Derivaten • Overige beleggingen
28.492 101.478 466.198 31.697 13.904
28.593 103.310 428.627 14.893 13.630
25.625 63.163 413.704 9.546 6.745
27.913 43.482 366.630 43.574 15.348
28.951 66.563 323.411 84 13.597
11,10 10,21 0,93 - 0,96 0,32
6,52 6,08 0,55 -0,86 0,42
4,59 6,85 -2,15 -1,03 0,25
9,03 10,19 -1,01 -0,17 1,11
1,33 2,20 -0,46 0,58 1,86
6,51 5,32
5,02 4,17
5,25 4,06
5,71 4,20
4,75 3.97
Beleggingsrendement • Totale portefeuille • Benchmarkrendement portefeuille • Z-score • Performancetoets • Performancetoets +1,28 *) Gemiddeld rendement • Afgelopen 5 jaar • Afgelopen 10 jaar
Uitvoeringskosten per deelnemer / pensioengerechtigde Bedragen x € 1000 Kosten pensioenbeheer Aantal verzekerden Actieve deelnemers Actieve deelnemers naar passieve deelnemers / 2 Afkopen / 2 Pensioengerechtigden Totaal Kosten pensioenbeheer per deelnemer*) Kosten vermogensbeheer Belegd vermogen Aantal deelnemers Beheerfee Total Expense Ratio beleggingsfondsen
2011
2011 Totaal 2.341
2011 SSAGH 1.651
84
59
17.511 1.714 489 8.204 27.918
Totaal 705.684 27.918 2.039 222 2.261
Kosten vermogensbeheer: % van belegd vermogen per deelnemer*)
0,32% 81
*) Er is geen rekening gehouden met de kosten voor de gewezen deelnemers en bedragen zijn x € 1,-
Jaarverslag 2011
55
avh jaarverslag 2011 VOORWOORD
Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH) verzorgt al meer dan 40 jaren een verplichtgestelde bedrijfstakpensioenregeling voor de werkgevers en werknemers die werkzaam zijn in de Groothandel Aardappelen, Groenten, Fruit, Kaas en Eieren. In het verslagjaar deden zich veel politieke en sociaal-economische ontwikkelingen voor, zoals de Arabische lente en de politieke onmacht in de VS en EU om de schuldenproblematiek aan te pakken. Ook de natuur liet zich niet onbesproken, zoals de aardbeving en de tsunami in Japan en de droogte in de hoorn van Afrika, waardoor veel leed werd veroorzaakt. Deze ontwikkelingen hebben de pensioensector niet onberoerd gelaten, dusdanig dat er van een crisis gesproken kan worden. De wereldwijd slecht presterende financiële markten en de extreem lage rente zetten de dekkingsgraden van de pensioenfondsen onder neerwaartse en de premie onder opwaartse druk. Hierdoor is het kortetermijn herstel voor 103 pensioenfondsen niet haalbaar gebleken. Dit geldt ook voor Bpf AVH met een dekkingsgraad van 95,0% ultimo 2011. Evenals de andere pensioenfondsen heeft Bpf AVH daarom een korting van 5,25% aangekondigd die eventueel begin 2013 uitgevoerd zal worden. Gelet op de sterk toegenomen kostendekkende premie heeft Bpf AVH tevens besloten, om gebruik te maken van zogenoemde “adempauze” die door DNB is geboden en in 2012 te studeren op een sluitende financiering van de pensioenregeling. De overheid en sociale partners werken nauwgezet samen om deze crisis het hoofd te bieden in de vorm een pensioenakkoord en het zogenoemde wandelgangenakkoord van de Kunduzcoalitie. Het pensioenakkoord geeft echter nog veel technische vragen, maar is richtinggevend voor de pensioenfondsbesturen om tot een toekomstbestendig pensioencontract te komen. Ook bij Bpf AVH wordt op zo’n pensioencontract gestudeerd. Met dit verslag leggen wij verantwoording af aan aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en andere belanghebbenden van Bpf AVH. Rijswijk, 14 juni 2012 Het bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel drs. L.A.M. Welschen, voorzitter Mevr. J.A.M. Bergervoet, vice-voorzitter
6 6
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Overeenkomstig artikel 29 van de statuten van de Stichting brengen wij hiermee verslag uit over het boekjaar 2011, alsmede voor zover van toepassing over de ontwikkelingen in 2012. 1. Algemene informatie Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds Bpf AVH is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds voor ondernemingen in de groothandel in aardappelen, groenten, fruit, eieren en kaas. Bpf AVH is opgericht op 1 januari 1963 en is statutair gevestigd te Rijswijk. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41152268. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 2 maart 2011. De verplichtgestelde pensioenregeling betreft de zogenoemde basispensioenregeling, waarin voor elke deelnemer op basis van middelloon ouderdomspensioen kan worden opgebouwd in maximaal 44 jaar. In deze basispensioenregeling is voor bepaalde werknemers uit de sector groothandel in aardappelen, groenten en fruit en uit het partikulier kaaspakhuisbedrijf een 55-minregeling getroffen. Met deze regeling kunnen werknemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar zijn en aan de voorwaarden voldoen, voorwaardelijk extra pensioen opbouwen over verstreken dienstjaren tot 2006. Voor werknemers uit het partikulier kaaspakhuisbedrijf is vanwege de beëindiging van de prepensioenregeling een zogenoemde 55-plusregeling als overgangsregeling getroffen. Werknemers die in de jaren 1945 tot en met 1949 zijn geboren en aan de overige voorwaarden voldoen kunnen op grond van deze regeling op 63 jaar of later uit het arbeidsproces treden. De regeling voorziet in een uitkering in aanvulling op het vervroegde middelloonpensioen en prepensioen (opgebouwd van 2003 t/m 2005). De 55-plusregeling heeft het karakter van een zogenoemde spaarvutregeling en voorziet in de mogelijkheid om gedeeltelijk uit te treden. Daarnaast kent Bpf AVH een aantal vrijwillige (aanvullende) pensioenregelingen, te weten: - een vaste bedragenregeling, waarbij de deelnemers wekelijks een vast bedrag aan pensioen opbouwen; - een aanvullende middelloon- of eindloonregeling. Daarmee kan een ouderdomspensioen van 70% van de gemiddelde pensioengrondslag of van de laatst vastgestelde pensioengrondslag worden verworven; - een aanvullende middelloon-plusregeling. Daarmee kan in aanvulling op het verplichtgestelde basispensioen een maximum fiscaal toelaatbaar ouderdomspensioen worden opgebouwd en - een regeling tijdelijk nabestaandenpensioen ter dekking van het zogenaamde Anw-hiaat. De inhoud van de pensioenregelingen is het resultaat van het overleg tussen CAO-partijen. Bpf AVH draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de pensioenregelingen voor (gewezen) deelnemers en gepensioneerden in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Doelstelling en uitvoering Bpf AVH stelt zich daarom tot doel het, binnen de grenzen van haar middelen, statuten en reglementen ter beoordeling van het bestuur, verlenen of doen verlenen van (pensioen)aanspraken en (pensioen)rechten aan (gewezen) deelnemers, gepensioneerden alsmede aan hun nabestaanden, die daarvoor in aanmerking komen krachtens de bepalingen van de statuten en reglementen van Bpf AVH. Bpf AVH tracht haar doel te bereiken door het bijeenbrengen en beheren van de daarvoor benodigde middelen. De wijze waarop zij hieraan uitvoering geeft is vastgelegd in een uitvoeringsreglement voor de verplichtgestelde basispensioenregeling en in uitvoeringsovereenkomsten voor de vrijwillige aanvullende pensioenregelingen. Bpf AVH heeft een 7 Jaarverslag 2011
7
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
paritair samengesteld bestuur dat zich terzijde laat staan door een adviserende en certificerende actuaris, een externe accountant, enkele commissies, een deelnemersraad en dat onder toezicht staat van een verantwoordingsorgaan. Op 22 december 2009 hebben Bpf AVH en Servicekantoor AGH een dienstverleningsovereenkomst getekend, op grond waarvan Servicekantoor AGH met ingang van 1 januari 2010 het pensioenbeheer voor Bpf AVH verzorgd. Samenwerkingsverbanden en deelnemingen De sector AGF-groothandel heeft een 55-plusregeling ondergebracht in de Stichting VUGAARD, welke stichting eveneens in beheer is bij Servicekantoor AGH. Bpf AVH betaalt de 55-plusuitkeringen uit in opdracht van de Stichting VUGAARD. Bpf AVH heeft een deelneming van 12,5% in een levensloopfonds en heeft een 75% belang in Servicekantoor AGH. Bpf AVH heeft het recht om samen met Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie de Raad van Toezicht van Servicekantoor AGH te benoemen c.q. te ontslaan en het recht om twee leden voor benoeming voor te dragen in het bestuur van Servicekantoor AGH. Aangesloten ondernemingen Bpf AVH is, met inachtneming van de verplichtstellingsbeschikking, van toepassing op ondernemingen: - waarin wordt uitgeoefend de groothandel, het bedrijf van commissionair, of het bedrijf van tussenpersoon in aardappelen, groenten of fruit; - waarin wordt uitgeoefend de groothandel, respectievelijk het bedrijf van tussenpersoon in eieren in de zin van artikel 2 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Groothandel in Eieren, zoals dit artikel luidt op 1 maart 1965, met dien verstande, dat onder bedoelde groothandel en bedoeld bedrijf van tussenpersoon mede wordt verstaan de eiproductenfabricage; - waaronder niet wordt verstaan coöperatieve ondernemingen en waarin wordt uitgeoefend uitsluitend of in hoofdzaak de groothandel in kaas; - waarvan de werknemers werkzaam zijn in fustcentrales en transportploegen ten behoeve van de groothandel in aardappelen, groenten en fruit.
8
8
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Bestuur en uitvoering Het Bestuur Het bestuur van Bpf AVH bestaat uit twaalf leden. Zes leden worden benoemd door de werkgeversorganisaties en zes leden door de werknemersorganisaties, allen voor een periode van drie jaar met de mogelijkheid van herbenoeming. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van het bestuur als volgt: BESTUUR Leden
Plaatsvervangende leden
Vertegenwoordigend
drs. L.A.M. Welschen
H. Molenaar RA
Frugi Venta
R.C.R.M. Peeters
P.L.M. Zuiderwijk
Frugi Venta
mr. R. van Diepen
mr. L. Eijssen
Nederlandse Aardappel Organisatie
T.J.C. van den Brekel
mr. L. Eijssen
Nederlandse Aardappel Organisatie
Ir. A. Mijs
vacature
Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren
mr. A. Hess
drs. O.F. Boersma
GEMZU
mevr. J.A.M. Bergervoet Mevr. I. Duin-Pennenburg
FNV Bondgenoten
M.R. Klunder
vacature
FNV Bondgenoten
Vacature
Mevr. I. Duin-Pennenburg
FNV Bondgenoten
N. Meijer
Mevr. F. Bugdayci-Karatas
FNV Bondgenoten
C. Lonsain
Mevr.C.M.P. Huntjens
CNV Dienstenbond
Mevr. drs. P. Wilson
Mevr.C.M.P. Huntjens
CNV Dienstenbond
Volgens het door het bestuur vastgestelde rooster van aftreden traden ultimo 2011 af: Vertegenwoordigend
Naam
Nederlandse Aardappel Organisatie
mr. R. van Diepen mr. L. Eijsssen T.J.C. van den Brekel
CNV Dienstenbond
C. Lonsain Mevr.C.M.P. Huntjens
In 2011 zijn teruggetreden de heren G. Mastenbroek, J. Bleeker, A. van Dijk , P.A. Nijhuis en N. Suijker. De ontstane vacatures zijn respectievelijk door CNV Dienstenbond, Frugi Venta en FNV Bondgenoten ingevuld door de benoeming van: mevr. P. Wilson, de heren C. Lonsain, R.C.R.M. Peeters en H. Molenaar. De heer A. Hess en de heer O. Boersma zijn door GEMZU benoemd als bestuurslid resp. plv. bestuurslid. Alle aftredende (plv.) bestuursleden zijn herbenoemd. Het bestuur bedankt de af- en teruggetreden (plv.) bestuursleden voor hun werkzaamheden en inzet ten behoeve van Bpf AVH en wenst de (her)benoemde (plaatsvervangende) bestuursleden veel succes met hun bestuurswerkzaamheden. Het bestuur vertegenwoordigt het pensioenfonds en draagt de (eind)verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pensioenregelingen en het daartoe behorende pensioen- en begeleidingsbeleid. 9
Jaarverslag 2011
9
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Zij uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van Bpf AVH, alsmede overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (‘ABTN’). Het bestuur vergadert minimaal vier keer per jaar. Besluitvorming vereist een volstrekte meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarbij tenminste zeven bestuursleden (minimaal drie werkgevers- en drie werknemersleden) aanwezig zijn. Het Dagelijks Bestuur De voorzitter en vice-voorzitter van het bestuur zijn belast met het dagelijks bestuur van Bpf AVH. Hun bevoegdheden zijn vastgelegd in een bestuursbesluit. De invulling van de functies van voorzitter en vice-voorzitter wisselt elk jaar. Het ene jaar is de voorzitter afkomstig uit de werkgeversorganisaties, het andere jaar uit de werknemersorganisaties. Voor de vice-voorzitter geldt een zelfde wisselschema. Beide functionarissen hebben plaatsvervangers. De voorzitter geeft leiding aan de bestuursvergadering. Het dagelijks bestuur komt minimaal vier keer per jaar bijeen om samen met de directeur van Servicekantoor AGH en de adviserende actuaris de dagelijkse gang van zaken, de realisatie van de begrote uitvoeringskosten en de agenda van de komende bestuursvergadering te bespreken. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van het dagelijks bestuur als volgt: DAGELIJKS BESTUUR Leden
Plaatsvervangende leden
drs. L.A.M. Welschen (voorzitter) mevr. J.A.M. Bergervoet (vice-voorzitter)
vacature N. Meijer
De deelnemersraad Op 14 juni 2012 was de samenstelling van de deelnemersraad als volgt: DEELNEMERSRAAD Leden
Plv. leden
Zetel
Vertegenwoordigend
J.H.M. Voorn
Vacature
Gepensioneerde
CSO/vakbonden
A.J.M. van Leur
Vacature
Gepensioneerde
-
Mevr. A.M. Rijkhoff
Vacature
Deelnemer
-
R. Weststrate (voorzitter)
Vacature
Deelnemer
CNV Dienstenbond -
Mevr. W.C.D. Bogaard
Vacature
Deelnemer
Bpf AVH heeft een deelnemersraad, waarin de deelnemers en de uitkeringsgerechtigden van het pensioenfonds evenredig vertegenwoordigd zijn. De deelnemersraad geeft het bestuur gevraagd en ongevraagd advies bij haar besluitvorming inzake het beheren en uitvoeren van de pensioenregelingen. De heer Blijleven is teruggetreden als lid van de deelnemersraad. In de vacatures ontstaan vanaf het verslagjaar 2010 zijn benoemd: mevr. Rijkhoff, mevr. Bogaard en de heer Van Leur. Deze 10
10
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR benoemingen zijn voortgekomen uit een sollicitatieprocedure bij het bestuur, omdat de benoemende organisaties geen kandidaten heeft voorgedragen. Het bestuur bedankt de heer Blijleven voor zijn werkzaamheden en inzet ten behoeve van Bpf AVH en wenst de benoemde deelnemersraadsleden veel succes met hun werkzaamheden ten behoeve van Bpf AVH. Beleggingscommissie De verantwoordelijkheid van de beleggingscommissie beleggingsaangelegenheden in brede zin.
is
het
bestuur
te
adviseren
over
De beleggingscommissie was op 14 juni 2012 als volgt samengesteld: BELEGGINGSCOMMISSIE mr. A. Hess
Lid
N. Meijer
Voorzitter
H. Molenaar RA
Lid
Mevr. drs. P. Wilson
Lid
drs. P. Baljet
Adviseur
drs. M. de Gelder AAG
Adviseur
Ultimo 2011 zijn de heren drs. ing. A. van Dijk en P.A. Nijhuis teruggetreden als lid van de beleggingscommissie. Het bestuur bedankt hen voor hun werkzaamheden en inzet in de beleggingscommissie ten behoeve van Bpf AVH. De commissie is samengesteld uit leden van het bestuur. De bevoegdheden van deze commissie zijn bij mandaat vastgesteld. De beleggingscommissie heeft de volgende taken: - het adviseren van het bestuur over het (meerjaren) strategisch beleggingsbeleid; - het vastleggen van dit beleid in een beleggingsplan en in een normportefeuille; - het monitoren van de activiteiten van de vermogensbeheerders; - het monitoren van de financiële risico’s; - het voeren van een beleggingsbeleid ten opzichte van de strategische benchmark. De strategische benchmark vertaalt de beleidsuitgangspunten naar concrete beleggingsdoelstellingen en vergelijkingsmaatstaven voor het rendement; -het selecteren van vermogensbeheerders, custodian en beleggingsproducten. Bpf AVH heeft het vermogensbeheer voornamelijk uitbesteed. De asset managers en custodian worden aangetrokken volgens het door het bestuur vastgestelde uitbestedingsbeleid. Het vermogensbeheer wordt door Blackrock (tot 1 februari 2012) (voorheen Barclays Global Investors), Dexia Asset Management, State Street Global Advisors, F&C Netherlands B.V., GE Artesia Nederland, Kempen Capital Management, Akina Partners (voorheen LODH Private Equity) , Partners Group, AXA Private Equity, JP Morgan, Neuberger Bergman, CBRE (voorheen ING Real Estate) en Altera Vastgoed uitgevoerd. De portefeuille onderhandse geldleningen is in eigen beheer. In 2012 is PIMCO aangesteld als manager voor de global credits.
11
Jaarverslag 2011
11
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Kas Bank N.V. te Amsterdam verricht de volgende diensten aan Bpf AVH: - de beleggingsadministratie; - de rapportages DNB; - performance measurement en risico-analyse; - compliance monitoring; - evt. custody en settlement alsmede securities lending; - currency overlay management; - duration overlay management. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor de selectie en timing van de transacties in de door hen beheerde portefeuilles binnen de geldende mandaten. De commissie risicomanagement Het bestuur heeft ultimo 2010 de commissie risicomanagement ingesteld en opgedragen aan de hand van FIRM een analyse van risico’s en beheersingsmaatregelen te maken en de risico’s te monitoren en te managen. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van de commissie risicomanagement als volgt: COMMISSIE RISICOMANAGEMENT Leden C. Lonsain N. Meijer mr. A. Hess drs. M. de Gelder AAG (adviseur) Mevr. E.P.M. van Kalmthout RBA (extern deskundige)
De communicatie commissie Het bestuur heeft in haar vergadering van maart 2011 besloten om een communicatie commissie in te stellen en heeft deze commissie opgedragen zonodig een strategisch communicatie onderzoek te begeleiden, het bestuur te adviseren over een strategisch communicatieplan, uitvoering geven aan dit plan binnen het vastgestelde financiële kader en het ontwikkelen van communicatiemiddelen. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van de communicatie commissie als volgt: COMMUNICATIE COMMISSIE Leden C. Lonsain vacature mr. A. Hess T.J.C. van den Brekel
12
12
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het verantwoordingsorgaan Bpf AVH heeft een verantwoordingsorgaan dat bestaat uit zes leden, te weten twee leden namens werkgevers, twee leden namens werknemers en twee leden namens gepensioneerden. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur gevoerde beleid en de beleidskeuzes die betrekking hebben op lange(re) termijn. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van het verantwoordingsorgaan als volgt: VERANTWOORDINGSORGAAN Leden
Namens
J.J. Horn (voorzitter)
Werkgevers
R. Osinga
Werkgevers
vacature
Werknemers
H. Vugs
Werknemers
H.J.I. Giesendorf
Gepensioneerden
G. Lodewijk
Gepensioneerden
Als lid van het verantwoordingsorgaan is teruggetreden de heer R. Peeters. Het bestuur bedankt hem voor zijn werkzaamheden en inzet in het verantwoordingsorgaan van Bpf AVH. Overige bestuurscommissies De bestuurscommissie (pre)pensioen partikulier kaaspakhuisbedrijf is bij delegatiebesluit d.d. 5 december 2002 vanaf 1 januari 2003 bevoegd om toezicht te houden op en begeleiding te geven bij de uitvoering van de prepensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Deze prepensioenregeling is per 1 januari 2006 voor verdere deelneming beëindigd. Per genoemde datum is er een zogenaamde 55-plusregeling voor het Partikulier Kaaspakhuis ingevoerd. De commissie houdt toezicht op de uitvoering van het voorwaardelijk indexatiebeleid m.b.t. prepensioenaanspraken en –uitkeringen en 55-plusuitkeringen en adviseert het bestuur m.b.t. de uitvoering van de 55plusregeling. De commissie legt periodiek verantwoording voor de uitvoering van haar taken aan het bestuur af. De samenstelling van deze bestuurscommissie op 14 juni 2012 was als volgt: BESTUURSCOMMISSIE (PRE) PENSIOEN PARTIKULIER KAASPAKHUISBEDRIJF Leden
Vertegenwoordigend
J.W. Menkveld
Voorzitter
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
A. van Mill
Lid
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
mr. A. Hess
Lid
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
Lid
FNV Bondgenoten
M.R. Klunder
Vice-voorzitter
FNV Bondgenoten
P. de Ridder
Lid
CNV Vakmensen
Vacature
13
Jaarverslag 2011
13
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
De heer Bons is in 2011 teruggetreden. Het bestuur bedankt de heer Bons voor zijn werkzaamheden en inzet ten behoeve van de bestuurscommissie (pre) pensioen partikulier kaaspakhuisbedrijf. Commissie van Beroep Belanghebbenden die van oordeel zijn dat hun belangen zijn geschonden door een beslissing van het bestuur kunnen, op grond van het reglement inzake de behandeling van geschillen, tegen deze beslissing beroep instellen bij de Commissie van Beroep. Deze commissie bestaat uit een werkgevers- en een werknemersvertegenwoordiger (niet zijnde bestuursleden) en een onafhankelijk voorzitter. De commissie wordt bijgestaan door een griffier. De commissie is in het verslagjaar niet bijeengekomen voor een beroepszaak. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van de commissie als volgt: Met grote verslagenheid heeft het bestuur vernomen dat de heer Rijzinga op 9 april jl. plotseling overleden is. Hij was een gewaardeerd lid van de commissie. De heer Rijzinga is 59 jaar geworden. COMMISSIE VAN BEROEP Leden
Plaatsvervanger
drs. P.J. Poot
J. van de Brink
Onafhankelijk voorzitter
mr. M. van Engelen
vacature
Werkgeverslid
J. Verhey
vacature
Werknemerslid
De klachtencommissie Bpf AVH is in 2008 ingesteld. Deze commissie beoordeelt klachten over de uitvoering van de pensioenregeling. De commissie bestaat uit de voorzitter Bpf AVH, de vice-voorzitter Bpf AVH en de voorzitter Deelnemersraad Bpf AVH. Het bestuur van Bpf AVH heeft een klankbordgroep communicatie ingesteld, met als opdracht de communicatiemiddelen op leesbaarheid en begrijpelijkheid te beoordelen. Het bestuur kan een aantal ad hoc commissies instellen, met de opdracht om een actueel onderwerp te onderzoeken. In het verslagjaar is de studie commissie ingesteld met als opdracht De visitatiecommissie Het bestuur geeft de visitatiecommissie ‘VisitatieOpmaat’ de opdracht om eenmaal per 3 jaar het functioneren van het bestuur kritisch te bezien. De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden en maakt geen onderdeel uit van de bestuurlijke organisatie van Bpf AVH. In 2011 en 2012 heeft de visitatiecommissie weer onderzoek gedaan. Een samenvattend verslag van het visitatierapport is in dit jaarverslag opgenomen. Op 14 juni 2012 was de samenstelling van de visitatiecommissie als volgt: VISITATIECOMMISSIE Leden D. Wenting AAG, RBA H.J.P. Strang RA Drs. J. Groenewoud
14
14
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Uitvoeringsorganisatie Bpf AVH heeft het pensioenbeheer uitbesteed aan Servicekantoor AGH. Adviseurs Het pensioenfonds wordt voor actuariaat en risicobeheersing op lange termijn ondersteund door de externe adviserende actuaris/ALM-adviseur. In samenwerking met Kasbank NV wordt per kwartaal ten behoeve van de beleggingscommissie een IRM-monitor vervaardigd waarin de effecten van balansmanagement inzichtelijk worden gemaakt. Het bestuur ontvangt hiervan per kwartaal een samenvatting (het zogenoemde dashboard). Interest en Currency Consultants te Utrecht verstrekt informatie over mogelijke rente- en valutaontwikkelingen. De Stichting Performance te Amsterdam adviseert over de customized benchmark voor de onderhandse leningen en over de z-score en de performancetoets. Ortec te Rotterdam begeleidt Bpf AVH desgevraagd tijdens brainstormsessies bij het beoordelen van de financiële crisis en de wereldwijde economische ontwikkelingen. De compliance officers worden in hun werk ondersteund door Groenewegen-Haket-Ammerlaan te Den Haag. ACTUARIS EN ACCOUNTANT drs. M. de Gelder AAG
Advisererend Actuaris Aon Consulting cv Amsterdam
Ir. M.J.M. Pernot AAG
Certificerend Actuaris Aon Consulting cv Eindhoven
drs. F.J. van Groenestein RA
Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Rotterdam
Op pagina 98 is een overzicht van de nevenactiviteiten van bestuur opgenomen. Vergaderingen In het onderstaande overzicht is vermeld het aantal vergaderingen per bestuursorgaan. Bestuursorgaan
Aantal vergaderingen 2011
Bestuur
4 (waarvan 2 gezamenlijk met de deelnemersraad en verantwoordingsorgaan) 4 4 (waarvan 2 gezamenlijk met het bestuur) 7
Dagelijks Bestuur Deelnemersraad Beleggingscommissie Bestuurscommissie Prepensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf Communicatie commissie Visitatiecommissie Verantwoordingsorgaan Studiecommissie Klachtencommissie Commissie van Beroep Commissie Risico Management
2 2 4 (waarvan 2 gezamenlijk met het bestuur) 3 9
15
Jaarverslag 2011
15
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Financiële informatie en ontwikkelingen Beleggingen In 2011 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 11,10% (benchmark: 10,21%). Dit beleggingsrendement is goed te noemen in relatie tot het defensieve beleggingsbeleid van Bpf AVH en in vergelijking met het gemiddelde beleggingsrendement waarmee in het herstelplan is gerekend. Door de sterke daling van de rente, is de dekkingsgraad van Bpf AVH in 2011 fors gedaald, waardoor de feitelijke dekkingsgraad per ultimo december 2011 (95,0%), achterblijft bij de geprognosticeerde dekkingsgraad in het herstelplan (110,2%) en het niet realistisch is te verwachten dat de dekkingsgraad ultimo 2013 op het minimaal vereist eigen vermogen uit zal komen. Gelet hierop heeft Bpf AVH een korting op de pensioenen aangekondigd van 5,25% uiterlijk door te voeren begin 2013. Mede onder invloed van deze ontwikkelingen nam de beleggingsportefeuille in het verslagjaar van zo’n € 625 miljoen naar zo’n € 706 miljoen in waarde toe. De z-score 2011 is 0,93. De performancetoets 2007 – 2011 is 0,32. Ontwikkelingen Het bestuur van Bpf AVH volgt de ontwikkelingen in de pensioen- en financiële sector. Een aantal van die ontwikkelingen worden hierna beschreven. Sociaal-economische en financiёle ontwikkelingen De wereldeconomie De wereldeconomie heeft het zwaar en met name veel westerse economieën bevinden zich alweer in een recessie of staan op het punt om daarin te belanden. Nationale en internationale politieke gebeurtenissen en trends hebben de afgelopen jaren de richting van de financiële markten bepaald en dat was in 2011 niet anders. De wereldwijde financiële crisis van 2008 verdiepte zich in de jaren daarna en resulteerde in een landencrisis. In 2011 verbrede deze crisis zich zowel in de VS als in de EU. De VS verloren de triple A status en in de EU doen de sterke landen verwoede pogingen om het faillissement van Griekenland te voorkomen, met als doel het behoud van de euro. De economische groei in de VS valt nog mee en mocht deze weer terug gaan vallen – hetgeen veel economen verwachten – dan zal de Fed de geldkraan nog verder opendraaien. In Europa verkeren overheden en banken in grote problemen en Europa zou al snel instorten indien men de vrije marktkrachten zijn beloop laten. De vraag is of de oprichting van het EFSF en ESM voldoende is om de crisis het hoofd te bieden. Alleen de ECB heeft daar nog de middelen toe. Deze roept weliswaar daar steeds grote bezwaren tegen te hebben, maar in de praktijk creëert de centrale bank er wel genoeg geld bij om het systeem overeind te houden. Voor de sterke landen kan dit op den duur veel te hoge inflatie gaan opleveren, maar dat probleem wordt naar de toekomst toe verschoven. Levensverwachting Het CBS heeft op 23 november 2011 gecommuniceerd dat tussen 2000 en 2010 de levensverwachting van pasgeborenen sterk is toegenomen. De levensverwachting steeg voor mannen van 75,5 tot 78,8 jaar en voor vrouwen van 80,6 tot 82,7 jaar. De resterende levensverwachting op 65jarige leeftijd nam bij mannen toe van 15,3 tot 17,6 jaar en bij vrouwen van 19,2 tot 20,8 jaar. Ook de kans voor een 65-jarige om 80, 90 of zelfs 100 jaar te worden is in het afgelopen decennium sterk gestegen. Deze cijfers onderschrijven de Overlevingstafels 2010-2060 die het CBS in december 2010 heeft gepubliceerd. Het Actuarieel Genootschap (AG) heeft inmiddels gemeld dat de waarneming van het CBS ook in lijn is met de in 2010 gepubliceerde AG-prognosetafel.
16
16
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Dekkingsgraden van de pensioenfondsen De diverse wereldwijde sociaal-economische en financiёle ontwikkelingen zijn van invloed op het tweede pijlerpensioen. In 2011 daalde de lange rente tot een historisch dieptepunt, omdat vele beleggers hun heil zochten in veilige havens en de ECB het staatspapier van zwakke EU-landen is gaan opkopen. Renteontwikkeling Tijdstip/rente
10 jaars
20 jaars
30 jaars
Ultimo 2009 Ultimo. 2010 Ultimo 2011
3,61% 2,95% 2,38%
4,14% 3,53% 2,47%
3,96% 3,43%. 2,53%
Gelet op de uitzonderlijke marktomstandigheden en de gebrekkige liquiditeit in het lange eind van de interbancaire swapmarkt bestaat er te veel onzekerheid over de vraag of op de interbancaire swapmarkt op 30 december 2011 een juiste prijsvorming heeft plaatsgevonden. DNB heeft daarom besloten een correctie toe te passen door de curve voor ultimo december te baseren op een driemaandsgemiddelde, door het gemiddelde te berekenen van de rentetermijnstructuur van alle handelsdagen in de periode 1 oktober tot en met 31 december 2011. De gemiddelde gewogen dekkingsgraad van pensioenfondsen per 31 december 2011 komt na deze correctie naar schatting uit op 98%. De dekkingsgraad van Bpf AVH was eind 2011 95,0%. Pensioenontwikkelingen In het verslagjaar werden meerdere wetsvoorstellen ingediend die van invloed zijn op het pensioenterrein. Het was ook het jaar waarin met gemengde gevoelens werd uitgekeken naar de uitkomst van de onderhandelingen en nadere invulling van het pensioenakkoord uit 2010. De nog definitief vast te stellen wetsvoorstellen en de nadere uitwerking van het pensioencontract zullen van invloed zijn op Bpf AVH. Onderstaand de belangrijkste ontwikkelingen. Pensioenakkoord en het wandelgangenakkoord van de Kunduzcoalitie uit de Tweede Kamer Op 10 juni 2011 lieten het kabinet en sociale partners weten dat zij overeenstemming hadden bereikt over de toekomst van het pensioenstelsel. De afspraken zijn een uitwerking van de AOW- en pensioenafspraken die werkgeversorganisaties en vakbonden op 4 juni 2010 hebben gemaakt. De volgende afspraken zijn gemaakt:
de AOW-leeftijd gaat in 2020 naar 66 jaar en naar verwachting in 2025 naar 67 jaar;
het AOW-pensioen gaat met 0,6% extra omhoog vanaf 2013;
mensen kunnen door een flexibele AOW kiezen wanneer ze stoppen met werken;
de aanvullende pensioenen worden meer schokbestendig gemaakt;
het wordt voor oudere werknemers gemakkelijker gemaakt om door te werken.
Het uiteindelijke resultaat bracht met betrekking tot de aanvullende pensioenen weer nadere onderzoeksvragen met zich mee, zoals bijvoorbeeld het wel of niet mogen invaren van bestaande rechten. Echter het inkt van het pensioenakkoord is nauwelijks droog of de Kunduzcoalitie uit de Tweede Kamer brak in met een nieuw voorstel waarmee de eerder genoemde aanpassing van de AOW-leeftijd uit het pensioenakkoord van tafel lijkt geveegd. Volgends het nieuwe voorstel zal vanaf 2013 de AOW-leeftijd jaarlijks met één maand en vanaf 2016 met 2 maanden omhoog gaan waardoor deze in 2019 66 jaar en in 2024 67 jaar zal zijn. De extra verhoging van 0,6% is in dit voorstel ingetrokken. De vraag is of en in welke mate de beide akkoorden in wetgeving omgezet zullen worden. 17
Jaarverslag 2011
17
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Het bestuur van Bpf AVH heeft de studiecommissie opdracht gegeven omhet nieuwe pensioencontract te ontwerpen. Belangrijke studieonderwerpen daarbij zijn de risicobereidheid en de pensioenambitie van werkgevers en werknemers. Het pensioencontract zal tijdig vormgegeven moeten worden, omdat daarop het vermogensbeheer en de fondsdocumenten aangepast moeten worden en het contract administratief ingeregeld en gecommuniceerd naar betrokkenen zal moeten worden. Verhoging pensioenleeftijd Medio 2011 heeft minister Kamp het wetsvoorstel verhoging pensioenleeftijd naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens het wetsvoorstel zal de AOW-leeftijd vanaf 2020 worden verhoogd naar 66 jaar. Daarnaast wordt het Witteveenkader aangepast. Dit laatste houdt in dat de pensioenrichtleeftijd voor de aanvullende pensioenen per 1 januari 2014 wordt verhoogd naar 67 jaar. De nieuwe pensioenleeftijd wordt niet met terugwerkende kracht ingevoerd. De tot 1 januari 2014 opgebouwde aanspraken blijven daarmee gerespecteerd. Een en ander houdt in dat er gedurende een aantal jaren een verschil zal bestaan tussen de AOWleeftijd en de pensioenrichtleeftijd. Niet alleen administratief een uitdaging, maar vooral ook voor de communicatie richting betrokkenen. e
Ingang AOW op 65 verjaardag Met ingang van 1 april 2012 is een wetswijziging doorgevoerd, waarbij de AOW-leeftijd niet meer op de eerste dag van de maand ingaat waarin iemand 65 jaar wordt, maar pas op de dag waarop die leeftijd ook daadwerkelijk wordt bereikt. Reden voor deze wijziging is dat in het regeerakkoord was afgesproken dat een bijdrage geleverd dient te worden aan de doelstelling van het kabinet om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen. Het verschuiven van de AOW-uitkering naar iemands 65e verjaardag is een bezuiniging die de overheid ongeveer 60 miljoen euro per jaar oplevert. Door de ingreep wordt het recht op AOW-pensioen gemiddeld met een halve maand uitgesteld. Het is aan CAO-partijen om te bezien of zij een eventueel hiaat tussen ingangsdatum AOW en ingangsdatum aanvullend pensioen willen repareren. Versterking bestuur pensioenfondsen en medezeggenschap Op 1 juli 2011 heeft het kabinet een brief aan de Eerste Kamer gestuurd over het initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya/Blok in combinatie met het in december 2010 aangekondigde voorontwerp van wet versterking bestuur pensioenfondsen. Het kabinet is van mening dat de wettelijke regels voor governance en medezeggenschap voor pensioenfondsen integraal herzien moeten worden om te kunnen voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de huidige ontwikkelingen op het pensioenterrein. In het voorontwerp van wet staan drie uitgangspunten centraal die volgens het kabinet gelijktijdig en in onderlinge samenhang moeten worden bezien: 1. Versterking van deskundigheid van beleidsbepalers; 2. Adequate vertegenwoordiging van alle risicodragers binnen het pensioenfonds; 3. Stroomlijning taken en organen binnen het pensioenfonds. Daarnaast merkt het kabinet op dat de herziening van governance en medezeggenschap voldoende recht moet doen aan de verantwoordelijkheid van werkgever(s) en werknemers. Het voorontwerp van wet bevat daarom een keuze uit een aantal bestuursmodellen voor pensioenfondsen. Ondanks deze mening van het kabinet vertaald in het voorontwerp van wet versterking bestuur pensioenfondsen heeft de Eerste Kamer het initiatief-wetsvoorstel Koser Kaya/Blok op 31 januari 2012 aangenomen. 18
18
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Met het wetsvoorstel wordt een evenwichtige samenstelling van de besturen van de pensioenfondsen beoogd door de medezeggenschap van de belanghebbenden in de pensioenfondsbesturen beter te regelen. Vertegenwoordigers van werknemersverenigingen en pensioengerechtigden zullen gezamenlijk ten minste evenveel zetels kunnen hebben in het bestuur als de vertegenwoordigers van de werkgeversverenigingen. De verdeling van zetels tussen vertegenwoordigers van werknemersverenigingen of werknemers en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in besturen van zowel bedrijfstakpensioenfondsen als ondernemingspensioenfondsen zal evenredig plaatsvinden aan de aantallen deelnemers en pensioengerechtigden binnen het fonds. Het wetsvoorstel regelt ook beroepsrecht voor een minderheid uit een deelnemersraad om te kunnen laten toetsen of het bestuur zich wel houdt aan de plicht tot evenwichtige belangenafweging ten opzichte van alle groepen belanghebbenden. Dit wetsvoorstel heeft kracht van wet ingaande 1 januari 2013, waarbij een overgangstermijn van één jaar zal gelden. Minister Kamp heeft op 24 februari 2012 het wetsvoorstel versterking bestuur van pensioenfondsen naar de Tweede Kamer gezonden. Het initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya/Blok richt zich met name op de bestuursparticipatie van pensioengerechtigden. In het voorstel van de minister wordt gekozen voor een integrale aanpak van de governance en medezeggenschap. Het onderhavige wetsvoorstel wijkt op enkele punten af van het voorstel van Koşer Kaya en Blok, juist vanwege de integrale aanpak en de noodzaak de bestuurbaarheid te garanderen. Ook is de raadpleging onder pensioengerechtigden vervangen door een automatische deelname van deze geleding aan het paritaire bestuur. Verder vervallen de adviesrechten van de deelnemersen pensioengerechtigdenraad. Op het moment dat alle geledingen (werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden) zitting hebben in het bestuur, kan overlap van zeggenschap en medezeggenschap worden opgeheven. Hiermee komt stroomlijning van taken en organen tot stand. Het bestuur van Bpf AVH heeft zich hierover tijdens de opleidingsdag en tijdens de bestuursvergaderingen laten informeren. Het is nog niet duidelijk welke Wet zal worden toegepast. In najaar 2012 zal besloten worden of en in welke mate de governance van Bpf AVH zal moeten worden aangepast. Wijziging Burgerlijk Wetboek Boek 2 In juni 2011 heeft de Tweede Kamer ingestemd met wijziging van Boek 2 BW in verband met de aanpassing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen. Deze wijziging behelsde echter ook aanpassing van titel 6, Stichtingen. Hierdoor zou het voor bestuurders onmogelijk worden om tegelijkertijd in meer dan twee besturen zitting te hebben. Hierbij worden wel uitzonderingen gemaakt voor kerkelijke en charitatieve instellingen, maar niet voor pensioen- en sociale fondsen. Vanuit de pensioensector én andere sectoren is aangegeven dat deze bepaling in de praktijk tot grote problemen zal leiden. Er wordt nu gewerkt aan een aanvullend wetsvoorstel waarin hopelijk ook een uitzonderingsregeling getroffen zal worden voor pensioenfondsen. Vanuit de Pensioenfederatie is reeds een voorstel voor een dergelijke regeling gedaan, maar deze werd door het Ministerie van Financiën als te ingewikkeld beoordeeld. Pensioenfederatie en Ministerie proberen nu gezamenlijk tot een nieuwe regeling te komen. Het bestuur van Bpf AVH volgt deze ontwikkeling, omdat het van invloed kan zijn op de bestuurders van Bpf AVH. Herstelplannen Na een tijdelijk herstel in het begin van 2011 kwamen verschillende fondsen medio 2011 wederom in de problemen door de dalende rente en beursontwikkelingen. Voor de fondsen die al een herstelplan hadden zal de evaluatie per 31 december 2011 bepalend zijn. Als daartoe op grond van de evaluatie 19
Jaarverslag 2011
19
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
aanleiding is, moeten fondsen rechtenkortingen aankondigen. Deze kortingen moeten worden doorgevoerd uiterlijk op 1 april 2013, tenzij de ontwikkeling van de dekkingsgraad gedurende 2012 zodanig is dat herstel zonder de korting te implementeren naar verwachting mogelijk is. Uiterlijk per ultimo 2013, voor de meeste fondsen het einde van de hersteltermijn, dient het fonds weer een minimaal vereiste dekkingsgraad van ongeveer 105% te hebben. Begin 2012 heeft DNB de regels enigszins versoepeld door pensioenfondsen de mogelijkheid te geven voorgenomen pensioenkortingen voorlopig te maximeren op 7%. Tevens heeft DNB besloten om een correctie toe te passen op de rentetermijnstructuur per ultimo 2011 en in de eerste helft 2012. Bpf AVH heeft op grond van de evaluatie van haar herstelplan een korting van 5,25% moeten aankondigen, die eventueel per 1 april 2013 uitgevoerd moet worden. De uitvoering van de korting is afhankelijk van de dekkingsgraad ultimo 2012. Daarbij is een verwacht beleggingsrendement van 4,5% gehanteerd. Uitvoeringskosten Op 12 april 2011 heeft de AFM het rapport over uitvoeringskosten uitgebracht. Naar aanleiding van dit rapport heeft minister Kamp, mede namens de minister van Financiën op 20 april 2011 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de uitvoeringskosten van pensioenregelingen. De minister gaf aan van plan te zijn om in overleg met AFM, DNB en de pensioensector de regelgeving zodanig aan te passen dat de uitvoeringskosten voor alle bij het fonds betrokken partijen op toegankelijke en inzichtelijke wijze worden gecommuniceerd. Als een bestuur zou concluderen dat de kosten te hoog zijn, dan moet worden bezien welke besparingen mogelijk zijn. Een van de mogelijkheden om kosten te besparen is schaalvergroting, bijvoorbeeld door middel van het fuseren van fondsen. Minister Kamp heeft beloofd dat hij eventuele belemmeringen om te fuseren nader zal bekijken bij de uitwerking van de algemene pensioeninstelling. De Pensioenfederatie heeft aanbevelingen opgesteld met betrekking tot uitvoeringskosten van pensioenfondsen. De uitvoering brengt kosten met zich mee en deze kosten moeten volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn voor deelnemers. In 2011 heeft Bpf AVH de uitvoeringskosten voor het fonds inzichtelijk gemaakt. Conclusie is dat de kosten pensioenbeheer (€ 84, -- per deelnemer en pensioentrekker) en vermogensbeheer (0,32% van het belegd vermogen) acceptabel zijn. Crisisplan Tijdens de kredietcrisis is gebleken dat veel pensioenfondsen onvoldoende waren voorbereid op een scenario waarin de dekkingsgraad snel verslechtert en de doelstelling van een pensioenfonds in gevaar komt (financiële crisis). DNB is daarom van mening dat alle pensioenfondsen (met uitzondering van volledig verzekerde pensioenfondsen en pensioenfondsen in liquidatie) als onderdeel van de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN), een financieel crisisplan moeten opstellen. Door een financieel crisisplan op te stellen zullen fondsen zich, volgens DNB, beter bewust zijn van de beleidsmogelijkheden indien een financiële crisissituatie zich daadwerkelijk voordoet en zal daardoor slagvaardiger zijn. Het hebben van een crisisplan geeft deelnemers bovendien inzicht in de mogelijke gevolgen van zo’n crisissituatie voor hun pensioen. Bpf AVH heeft het crisisplan voor 1 mei 2012 bij DNB ingediend. Wetsvoorstel Wet Bpf 2000 artikel 5,6 en 7 In 2010 is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Bpf 2000 in verband met wijziging van de markten overheidbepalingen ingediend. De markt- en overheidsbepalingen in de Wet Bpf 2000 moeten voorkomen dat bedrijfstakpensioenfondsen en gelieerde ondernemingen dankzij de verplichtstelling voordelen kunnen behalen, met name ten opzichte van andere (commerciële) aanbieders van derde pijlerproducten. Dit zijn dus bepalingen die voorschrijven hoe een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds moet omgaan met deelnemersgegevens, werkgeversgegevens en het 20
20
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR gebruik van de naam van het Bpf voor commerciële doeleinden. Dit wetsvoorstel kan gevolgen hebben voor de uitvoering van de pensioenregeling van onze opdrachtgevers. Verzamelwet 2012 Eind 2011 is de verzamelwet 2012 aangenomen. De wijzigingen die het wetsvoorstel aanbrengt in de PW en Wvb hebben, naast waardeoverdracht, betrekking op de uitruil van partnerpensioen, (her)verzekerde pensioenfondsen en kapitaalcontracten. Bpf AVH zal hieraan uitvoering geven. Pensioenregister In 2011 is het pensioenregister operationeel geworden. Medio 2011 is de website, www.mijnpensioenoverzicht.nl, waarop mensen het totaalbeeld van hun AOW en via het werk opgebouwde pensioen kunnen bekijken, uitgebreid met een bruto/netto-overzicht. Bpf AVH is aangesloten bij het pensioenregister. Bestuursdialoog; “een voor allen en allen voor een” In 2011 heeft de Pensioenfederatie een bestuursdialoog georganiseerd. Het initiatief werd mede mogelijk gemaakt vanuit de campagne ‘SamenstaJIJsterk’. In totaal hebben meer dan 150 bestuurders – waaronder de voorzitters van Bpf AVH - deelgenomen aan tien bijeenkomsten, waarin werd stilgestaan bij de reputatie van de pensioensector. Een brede variatie aan onderwerpen werd besproken, maar de conclusie was eensluidend: het toverwoord is samen. De bestuursdialoog is een belangrijke impuls geweest om pensioensector meer als sector te laten opereren: proactief, met een heldere boodschap en een goed geregisseerde aanpak. Dat het kan, bleek al uit de gezamenlijke communicatie rond de Q3-cijfers afgelopen najaar. De pensioensector heeft het beste van zichzelf laten zien. Hierbij werd niet gedacht vanuit beleid, maar vanuit beleving. Ook in 2012 staan pensioenfondsen voor de uitdaging om de dialoog aan te gaan met deelnemers, slapers, gepensioneerden, aangesloten werkgevers, beroepsgenoten en de maatschappelijke omgeving. Dat is niet eenvoudig. Er is onrust en ongerustheid over het pensioen. Zowel de kortetermijnmaatregelen (korten) als de langetermijnaanpassingen (een nieuw contract met meer onzekerheid voor de deelnemer) zijn lastig uit te leggen. De economische realiteit is kil, het publiek is kritisch en de materie is uiterst complex. Het is een stevige uitdaging om samen te bouwen aan realistische verwachtingen rond het pensioen in Nederland. De pensioensector wil beter samenwerken om het beste van zichzelf te laten zien. Gezamenlijk optreden is dan ook een belangrijke speerpunt voor 2012, onder de zinspreuk: een voor allen, allen voor een. Thema’s DNB Toezicht 2012 De Nederlandsche Bank let dit jaar in haar toezicht extra op het herstel van financiële buffers en de duurzaamheid van bedrijfsmodellen van financiële instellingen. Dit zijn twee van de speerpunten in de brochure 'Thema’s DNB Toezicht 2012'. De brochure informeert de sector en het publiek over de onderwerpen waaraan DNB dit jaar extra aandacht geeft in haar toezicht. De crisis heeft laten zien dat banken hun kapitaal en liquiditeit moeten versterken. Daartoe wordt vanaf 2013 Basel III gefaseerd ingevoerd. Voor Nederland is met name de Europese implementatie van Basel III van belang. Deze krijgt vorm in de Capital Requirements Directive (CRD) IV. Het komende jaar zal vooral in het teken staan van de migratie van de banken naar de nieuwe en strengere eisen. Daarnaast gaat de voorbereiding op de invoering van Solvency II, de nieuwe kapitaaleisen voor verzekeraars, in 2012 onverminderd door. DNB bewaakt de voortgang van de geplande maatregelen en stuurt zonodig bij om ervoor te zorgen dat Nederlandse financiële instellingen aan de nieuwe eisen voldoen. Deze eisen zijn erop gericht de weerbaarheid van financiële instellingen te vergroten en zo de veiligheid van de financiële aanspraken van het publiek te vergroten. Op het terrein van de pensioenen werkt DNB mee 21
Jaarverslag 2011
21
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
aan het opstellen van een toezichtkader voor het nieuwe pensioencontract. Het bedrijfsmodel van financiële instellingen, de wijze waarop zij hun geld verdienen, blijft een punt van aandacht voor DNB. De huidige marktomstandigheden roepen vragen op over de houdbaarheid van veel bedrijfsmodellen. Bij de banken betreft dit vooral de omvang van hypotheekportefeuilles en de wijze waarop banken zich financieren. Bij verzekeraars gaat evenals in 2011 de aandacht uit naar de winstgevendheid van de levenproductie. Daarnaast gaat DNB in 2012 nader onderzoek doen naar de risico’s van commercieel vastgoed voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen. DNB volgt als toezichthouder een visie, die financiële instellingen niet behandelt als afzonderlijke eilanden maar ze juist in hun onderlinge samenhang beziet, hen onderling vergelijkt, outliers identificeert, best practices signaleert en stimuleert, en de impact van macro-economische ontwikkelingen sectorbreed inschat. DNB zet daarom een aanzienlijk deel van haar capaciteit in op de themagerichte toezichtaanpak, als aanvulling op het instellingspecifieke toezicht. FOCUS de vernieuwde toezichtaanpak van DNB. DNB hanteert voortaan deze nieuwe aanpak van risicoanalyse en risicomitigatie in haar toezicht op financiële instellingen. FOCUS! vloeit voort uit de lessen van de kredietcrisis en bouwt voort op FIRM, de methodiek die de afgelopen jaren bij DNB in gebruik was. Om mogelijke risico’s in kaart te brengen, gaat DNB breder te werk dan voorheen. Ten eerste betrekt DNB de macro-economische en sectorbrede ontwikkelingen meer dan voorheen in de risicoweging van een pensioenfonds. Een tweede verbreding van het risico-onderzoek is de analyse van bedrijfsmodel & strategie: welke specifieke risico’s kleven er aan het bedrijfsmodel van het pensioenfonds zowel nu als voor de langere termijn? Bovendien schenkt DNB meer aandacht aan gedrag en cultuur bij pensioenfondsen; veel aandacht zelfs. Het themaonderzoek ‘bestuurlijke effectiviteit’ dat hierop aansluit, is in volle gang. In de nieuwe toezichtaanpak worden pensioenfondsen vooraf ingedeeld in toezichtklassen, met ieder een eigen intensiteit van risicoanalyse. Er zijn vijf toezichtsklassen. Hoe hoger de toezichtsklasse hoe groter de impact van ernstige problemen of deconfiture bij een instelling op de toezichtdoelstellingen, en hoe intenser de risicoanalyse. DNB heeft onlangs alle pensioenfondsen geïnformeerd over hun indeling. Bpf AVH is voor 2012 ingedeeld in klasseT2. QUINTO-P Pensioenfondsen hebben van DNB het verzoek gekregen om kritisch naar het administratieproces te kijken. Recent onderzoek naar de pensioenfondsadministratie, Quinto-P, laat zien dat op deelnemerniveau een aanmerkelijk aantal aanspraakregistraties niet volledig op orde is, terwijl dat wel het uitgangspunt moet zijn. Er zijn in het bijzonder afwijkingen geconstateerd in de geadministreerde bedragen ten opzichte van de nagerekende feitelijke pensioenaanspraken. Deelnemers moeten zo exact mogelijk kunnen weten waar ze aan toe zijn. Het tweede pijlerpensioen vormt voor de deelnemer een belangrijke bron van toekomstig inkomen en tussentijdse pensioenopgaven zijn relevant voor zijn of haar financiële planning. Ook het Nationaal Pensioenregister steunt op deze informatie (zie www.mijnpensioenoverzicht.nl). Een kwalitatief hoogwaardige pensioenadministratie is niets minder dan een hygiënefactor voor elke pensioenuitvoerder. Het bestuur van Bpf AVH volgt nauwgezet de ontwikkelingen op het gebied van toezicht en geeft gevolg aan het verzoek van DNB.
22
22
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Europa Toenemende invloed Europa Ook de Europese overheid in Brussel bemoeit zich met het pensioendossier. Die bemoeienis is beperkt vanwege het subsidiariteitsbeginsel op grond waarvan de lidstaat souvereiniteit heeft voor wat betreft het te voeren beleid op het pensioendossier. Bij de toenemende Europese integratie wordt die subsidiariteit echter meer en meer afgewogen tegen onderwerpen zoals vrijheid van verkeer, arbeidsparticipatie (waarbij de mobiliteit een rol speelt (waardeoverdracht)) en de kredietwaardigheid van de lidstaten. Herziening IORP Directive In 2003 is de IORP Directive (Directive on the activities and supervision of institutions for occupational retirement provision) in werking getreden. Doel van de richtlijn is het creëren van een Europese interne markt voor de oudedagsvoorziening in de tweede pijler. Werkgevers worden in staat gesteld om de pensioenvoorziening van hun onderneming onder te brengen in een andere lidstaat. Omgekeerd hebben pensioenfondsen de mogelijkheid gekregen om te werken voor werkgevers in één of meer andere lidstaten. De Europese Commissie (EC) wil eind 2012 met het voorstel voor een herziening van deze IORP-richtlijn komen om grensoverschrijdende pensioenvoorzieningen te vereenvoudigen, IORP’s in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van de beschikbare risicoverlagende mechanismen en DC-regelingen onder de Directive te brengen. Het gaat dan om de werkingssfeer, grensoverschrijdende activiteiten, prudentiële wetgeving en governance. In juli 2011 heeft EIOPA, de Europese toezichthouder, op verzoek van de EC een eerste concept-advies uitgebracht waarin een aantal vragen is voorgelegd aan stakeholders. Namens de Nederlandse pensioenfondsen heeft de Pensioenfederatie gepleit voor een verbreding van de werkingssfeer en gevraagd om een heldere definitie van grensoverschrijdende activiteiten met betrekking tot bestaande cross-bordersituaties. Het is daarbij belangrijk, dat er een goede afbakening van prudentiële wetgeving en sociaal- en arbeidsrecht komt. Prudentiële regelgeving mag niet prevaleren boven sociaal- en arbeidsrecht. De manier waarop het FTK in de Pensioenwet is opgenomen, is daarvan een goed voorbeeld. Omdat de governance-regels in Nederland al strenger zijn dan in andere lidstaten, is het juist om deze regels ook in de overige lidstaten toe te passen. Aanpassing van de Directive zou de grensoverschrijdende pensioenvoorzieningen kunnen bevorderen en daarmee gevolgen hebben voor de markt voor pensioenuitvoerders. In reactie op een tweede consultatie van EIOPA, heeft de pensioenfederatie gepleit voor een overkoepelende aanpak voor pensioenfondsen. De Pensioenfederatie is daarnaast van mening dat er geen kwantitatieve regels voor pensioenen in Europa moeten worden vastgesteld; het is aan de lidstaten zelf om voor goede regels te zorgen. Wel moet voor betere communicatie en transparantie gezorgd worden. Financial Transaction Tax De Europese Commissie is in september 2011 met het voorstel gekomen om een belasting te heffen op financiële transacties. De Europese Commissie heeft met Financial Transaction Tax (FTT) twee doelen. Ten eerste heeft de financiële sector een grote rol gespeeld bij het ontstaan van de crisis; via de FTT wordt zij gedwongen bij te dragen aan het herstel. Ten tweede draagt de FTT bij aan versterking van de Europese interne markt; er zal meer concurrentie komen en risicovolle acties op de financiële markten zullen worden vermeden. De pensioenfederatie heeft in een positionpaper aan de Europese Commissie uitgelegd dat FTT voor de Nederlandse pensioensector een bedreiging betekent, omdat de kosten ervan aan de gepensioneerden doorberekend zullen worden. Daarbij bestaat de vrees dat er niet alleen directe kosten ontstaan, maar ook indirecte die door banken of andere financiële instellingen voor transacties aan pensioenfondsen worden doorberekend. 23
Jaarverslag 2011
23
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Het is niet ondenkbaar dat pensioenfondsen, die juist op de lange termijn beleggen, gedwongen worden over te stappen op meer liquide beleggingsvehikels om aan deze belastingverplichtingen op de korte termijn te kunnen voldoen. SEPA (Single Euro Payments Area) SEPA zorgt voor één Europese betaalmarkt. Eén Europese betaalmarkt betekent een efficiënt Europees betalingsverkeer. De gedachte hierachter is dat door het wegnemen van internationale barrières en onderlinge verschillen de Europese economie makkelijker kan uitgroeien tot één van de sterkste economieën ter wereld. Er komt hiermee een einde aan kostenverschillen voor betalingen tussen verschillende Europese landen. Dit alles betekent echter wel dat alle bankrekeningen een ander nummer gaan krijgen. Dit betekent dus voor de uitkeringsadministraties dat alle betalingsrekeningen gemuteerd moeten worden. Eind 2011 is overeenstemming bereikt over de tekst voor de Verordening die de overgang naar SEPA regelt. Het Europees parlement stemt binnenkort over de Verordening, waarbij het niet meer mogelijk is om tekstuele aanpassingen door te voeren. SEPA zou in moeten gaan met ingang van 1 januari 2014. DNB heeft laten weten dat men verwacht dat alle fondsen/uitvoerders hiervoor op 1 oktober 2012 een plan van aanpak gereed hebben. Door Servicekantoor AGH zal ten behoeve van Bpf AVH een plan van aanpak gemaakt worden. Goed Pensioenfondsbestuur Bpf AVH heeft Goed Pensioenfondsbestuur geïmplementeerd, waarbij onder andere een Visitatiecommissie en Verantwoordingsorgaan zijn ingesteld. In 2012 heeft de Visitatiecommissie een rapport uitgebracht over de visitatie die is uitgevoerd in opdracht van Bpf AVH. Tijdens deze visitatie zijn de beleids- en bestuursprocedures beoordeeld, de wijze waarop het bestuur wordt aangestuurd en de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en lange termijn. Het oordeel van de Visitatiecommissie was op alle onderdelen positief. In dit jaarverslag is het samenvattend oordeel van de visitatiecommissie opgenomen (pagina 54 t/m 56). Het Financieel Toetsingskader Om de zekerheid van pensioenen te waarborgen stelt de Pensioenwet solvabiliteitseisen ingevolge het financieel toetsingskader. Het nieuwe financiële toetsingskader voorziet in een solvabiliteitstoets, waarbij de verplichtingen van een pensioenfonds gewaardeerd moeten worden op de variabele marktrente in plaats van de vaste rekenrente van 4%. Daarnaast geldt voor een pensioenfonds met betrekking tot de solvabiliteit een minimumnorm van 97,5% zekerheid bij nominale pensioenaanspraken. Wanneer de dekkingsgraad onder de 105% komt heeft het pensioenfonds in beginsel drie jaar de tijd om van dit dekkingstekort te herstellen (korte termijn herstel). De Nederlandsche Bank (DNB) kan deze hersteltermijn inkorten. Ingeval de vereiste dekkingsgraad nog niet is bereikt geldt een hersteltermijn van 15 jaar. De Nederlandse overheid heeft met sociale partners een sociaal akkoord bereikt, waardoor voor het korte termijn herstel een termijn geldt van vijf jaar. De ontwikkeling van de dekkingsgraad per jaareinde is als volgt: Per jaareinde Dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad
2011
2010
2009
2008
% 95,0 114,3
% 101,1 112,9
% 110,2 114,8
%
2007 %
103,0 115,0
123,1 116,0
Volgens de ABTN van Bpf AVH wordt de beoogde minimale omvang van het eigen vermogen en de solvabiliteitsopslag in de kostendekkende premie vastgesteld op basis van het vereiste eigen vermogen onder het FTK volgens het standaardmodel van DNB.
24
24
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR De ABTN schrijft een dekkingsgraad voor met een vereist vermogen van 114,3%. De dekkingsgraad van Bpf AVH ligt beneden dit vereist vermogen, waardoor er sprake is van reservetekort. Per jaareinde 2008 was er sprake van dekkingstekort (< 105%). Bpf AVH heeft op 31 maart 2009, na een zorgvuldig besluitvormingsproces, een herstelplan ingediend bij DNB, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een termijn van vijf jaar. Het dekkingstekort is ontstaan door de volgende factoren:
Daling van de rentetermijnstructuur, waardoor de marktwaarde van de pensioenverplichtingen fors is toegenomen. Deze toename is uitgekomen op 28% (17% door rentedaling).
Door een gedeeltelijke afdekking van het renterisico is de toename van de waarde van de pensioenverplichtingen gedeeltelijk gecompenseerd. De renteafdekking heeft geresulteerd in een opbrengst ter grootte van afgerond 12% van het belegde vermogen.
Daling van de marktwaarde van de beleggingen, waarbij met name de waarde van de aandelenportefeuille, de commodities en de hedgefunds zijn achteruitgegaan. Het rendement op de belegging, exclusief de opbrengst van de renteafdekking, bedroeg afgerond -3%.
Beleid ten tijde van herstelperiode Beleggingsrendementen In het herstelplan is met een verlaagd gemiddeld rendement gerekend t.w. 4,5% over de periode 2009 tot 2024, waardoor rekening is gehouden met toekomstige economische hoogte- en dieptepunten. (Het gemiddelde rendement over de afgelopen vijf jaren en tien jaren bedroeg 5,25% resp. 4,06%). Toeslagverlening Indien de middelen van Bpf AVH volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de een afgesproken staffel tot leidraad (zie voorwaarden indexatiebeleid in paragraaf 6). Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om het opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. De actieve en gewezen deelnemers mogen over een prognose periode tot 2024 gemiddeld een indexatie van gemiddeld ca 45% van de maatstaf verwachten, startend vanuit de dekkingsgraad van ultimo 2008. In het herstelplan wordt ervan uitgegaan dat er tot 2016 niet dan gering wordt geïndexeerd. Nadien zullen er meerdere jaren zijn waarin wel volledig wordt geïndexeerd. Per 1 januari 2011 zijn de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken niet geïndexeerd. Premie In het herstelplan wordt ervan uitgegaan, dat tot 2015 de premie op het huidige niveau zal worden gehandhaafd. Naar verwachting zal, als gevolg van de vergrijzing, in de periode van 2015 tot en met 2023 de premie in stapjes verhoogd moeten worden. Daardoor zal de premie in 2023 naar verwachting ruim 10% hoger liggen dan het huidige niveau.
25
Jaarverslag 2011
25
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Uitvoering en evaluatie herstelplan In het plan wordt ervan uitgegaan dat Bpf AVH ultimo 2009 geen dekkingstekort meer heeft. Het reservetekort zal vervolgens worden ingelopen in een periode tot 2023. Indien gedurende de uitvoering van het herstelplan blijkt dat herstel in de resterende periode niet meer haalbaar is, dan zal het bestuur moeten besluiten tot andere maatregelen. Er zal dan onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om de pensioenpremie te verhogen. Indien een verhoging van de pensioenpremie niet of slechts beperkt mogelijk is, zal het bestuur moeten besluiten tot een kortingsmaatregel. De omvang van de korting van de pensioenaanspraken van de actieve en gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen van pensioengerechtigden zal zodanig van omvang zijn dat het resterende herstel haalbaar wordt. Eind 2010 bedroeg de dekkingsgraad 101%. Op grond van de evaluatie van het herstelplan van begin 2011 zou Bpf AVH ultimo 2012 uit dekkingstekort en ultimo 2022 uit reservetekort zijn. Echter met name door de sterke daling van de rentetermijnstructuur is de dekkingsgraad ultimo 2011 nog verder gedaald en wel naar het niveau van 95%. Op grond van de evaluatie van het herstelplan, ingediend begin 2012 bij DNB, lijkt het niet realistisch te verwachten dat Bpf AVH ultimo 2013 uit dekkingstekort zal zijn. Gelet hierop heeft het bestuur van Bpf AVH een eventueel begin 2013 door te voeren korting van 5,25% op de pensioenen aangekondigd. Ontwikkeling aantal werkgevers en deelnemers Bpf AVH Het aantal aangesloten werkgevers is in de afgelopen vijf jaren gestegen. Ook het aantal deelnemers inclusief pensioengerechtigden is toegenomen. Het aantal gewezen deelnemers is verminderd als gevolg van de afkoop kleine pensioenen.
26
26
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR 3.
Risicoparagraaf ten aanzien van doelstellingen, beleid en het gebruik van financiële instrumenten
Bpf AVH heeft de overlijdensrisico’s van de regeling tijdelijk nabestaandenpensioen en de aanvullende pensioenregelingen herverzekerd. Het pensioen- en vermogensbeheer is in belangrijke mate uitbesteed evenals de interne actuariële aangelegenheden. Hierna volgt een beschrijving van de risico’s die voortkomen uit de aangegane verplichtingen in eigen beheer, wordt ingegaan op beleid dienaangaande van Bpf AVH en het daarmee samenhangende gebruik van financiële instrumenten. Reflecteren en leren In januari 2011 heeft de beleggingscommissie een brainstormsessie gehouden over monetaire beleid en de kans op structurele economische groei in de VS, Azië en opkomende landen en de EU. Als uitkomsten van deze sessie kunnen genoemd worden: - het is nog onzeker of de economische groei in de VS zelfvoedend is; - de groei in Azië (m.u.v. Japan) en de opkomende landen draagt het risico van inflatie en met name stijging van grondstofprijzen in zich; - de economische groei in de EU zal vooralsnog niet doorzetten, vanwege het grote aantal landen met te grote schuldenposities. De EU en de EURO zal voortbestaan. Daarbij zal een politieke unie meer steun aan kunnen geven; - ondanks de watersnood wordt Australië als een zeer kredietwaardig werelddeel gekwalificeerd; - de verwachting is dat aandelen beter zullen presteren dan obligaties. De laatst genoemde categorie staat sterk onder druk vanwege de begrotingstekorten in vele landen en de stijgende rente. Aandelen in energie, voedsel en opkomende landen bieden een positief perspectief; - de verwachte toename van de lange rente kan het herstel van de dekkingsgraad bevorderen. Risico’s en balansmanagement Vanaf 2007 wordt de beoordeling van de solvabiliteit van Bpf AVH gedaan aan de hand van de richtlijnen van het financieel toetsingskader (FTK). De solvabiliteitstoets wordt verricht volgens het standaardmodel van DNB. Het standaardmodel bepaalt per risicofactor de gewenste solvabiliteit. De solvabiliteit per risicofactor wordt aan de hand van een wortelformule gecombineerd tot een totaal vereiste solvabiliteit. Het standaardmodel onderscheidt de volgende risicocategorieën:
renterisico. het aandelen- en vastgoedrisico; valutarisico; en grondstoffenrisico; en kredietrisico; en verzekeringstechnisch risico; en liquiditeitsrisico; en concentratierisico; en operationeel risico.
In 2011 heeft de Commissie Risicomanagement in een 5-tal bijeenkomsten alle hieronder genoemde (inherente) risico’s doorgenomen en de mate van de aanwezige risicobeheersing. Nagedacht is over de interpretatie van de vragen en de wijze waarop hieraan is voldaan. Eventuele acties ter verbetering zijn geformuleerd. Het eindrapport is in het bestuur besproken.
27
Jaarverslag 2011
27
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Renterisico Het renterisico is het risico dat de dekkingsgraad zal fluctueren als gevolg van rente(curve)bewegingen. AVH is gevoelig voor een wijziging van de rentetermijnstructuur als gevolg van het verschil tussen de marktwaarde en het duration verschil tussen de verplichtingen en de vastrentende waarden 21,6 versus 12,5 (inclusief derivaten), (2010: 20,7 versus 13,4 (inclusief derivaten)). Beheersing van het renterisico Het renterisico wordt beheerst door een consistente toepassing van de ALM-principes (continuïteitstoets). Het bestuur van Bpf AVH heeft besloten om m.b.t. het renterisico de durationmismatch te verkleinen door de duration van de beleggingen te verlengen naar 14 jaar. Op 24 september 2008 is hieraan uitvoering gegeven door 50% van het verschil tussen de beoogde en de bestaande duration van de vastrentende waarden in een keer te implementeren. De overige 50% zal in stappen worden geïmplementeerd. Elke stap is gekoppeld aan een bepaald renteniveau. Wanneer de rente ten opzichte van de Interest Rate Swap (IRS) 30 jaarsrente op 24 september 2008 (4,95%) met 0,25% zal toenemen, dan wordt de duration met een half jaar verlengd. Komt de rente op de genoemde rentestand plus een 0,5%, dan wordt de duration opnieuw met een half jaar verlengd. Door middel van deze aanpak wordt de beoogde durationverlenging volledig gerealiseerd als de rente ten opzichte van de op 24 september 2008 geldende rente met circa 2%-punt is gestegen. Gedurende het verslagjaar is de rente beneden het niveau van 24 september 2008 gebleven. Afhankelijk van de marktomstandigheden zal zonodig het neerwaartsrisico van de dekkingsgraad mede worden afgedekt met behulp van swaptions en/of LDI-pools. Daarnaast wordt het risico beperkt door diversificatie van de beleggingsportefeuille. Per ultimo april 2012 bedroeg de voorlopige dekkingsgraad 91,6%. De daling van de dekkingsgraad wordt met name veroorzaakt door de lagere rente. Het aandelen- en vastgoedrisico Dit is het risico dat samenhangt met het beleggen in aandelen en vastgoed. Het gaat daarbij om wijzigingen (dalingen) in de koersen van deze zakelijke waarden die tot een ongewenste aantasting van de financiële positie van Bpf AVH kunnen leiden. Deze beleggingen, met een op de lange termijn hoger verwacht rendement dan op vastrentende waarden, worden nodig geacht om een zodanig extra rendement te kunnen realiseren dat daarmee onder meer ruimte ontstaat voor toeslagverlening. Voor het aandelen- en vastgoedrisico wordt een buffer, berekend met de volgende bufferpercentages, aangehouden: - aandelen ontwikkelde markets met bufferpercentage van 25; - private equity & hedge funds met bufferpercentage van 30; - aandelen opkomende markten met bufferpercentage van 35; - vastgoed direct met een bufferpercentage van 15; - vastgoed indirect met een bufferpercentage van 25. Het valutarisico Het valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen zullen fluctueren als gevolg van veranderingen in de valutawisselkoersen. Het valutarisico dat Bpf AVH loopt wordt beperkt omdat de koers van het merendeel van de beleggingen in euro genoteerd is. Daarnaast heeft Bpf AVH het valutarisico beperkt door de US Dollar en de Britse Pond strategisch voor 50%. In het verslagjaar was de US Dollar tactisch niet afgedekt. Ten behoeve van het valutarisico moet een buffer worden 28
28
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR aangehouden die 20% waardeveranderingen valuta’s ten opzichte van de euro kan opvangen. De door forwards afgedekte valuta is hiervan vrijgesteld. Het grondstoffenrisico Voor de grondstoffenbeleggingen wordt de buffer bepaald met een bufferpercentage van 30. Het fonds belegt in indexmatige commoditie-producten. Het kredietrisico Kredietrisico is het risico dat voortvloeit uit het feit dat een specifieke tegenpartij tegenover Bpf AVH niet in staat is aan zijn verplichtingen jegens Bpf AVH te voldoen. Bpf AVH beperkt het kredietrisico door voor wat betreft onderhandse leningen zoveel mogelijk contracten aan te gaan met instellingen, waarbij beperkt tot gering tegenpartijrisico is, zoals bijvoorbeeld: Bank Nederlandse Gemeenten, Bouwfonds Nederlandse Gemeenten en diverse Nutsbedrijven. Daarnaast wordt er geparticipeerd in obligatiefondsen waarvan de rating van de obligaties in belangrijke mate AAA is. Investeringen in deposito’s moesten worden aangegaan met een tegenpartij met minimaal een single A status. Vanaf september 2008 moet zo’n tegenpartij minimaal AAA status danwel staatssteun hebben. In 2010 is echter gebleken dat Griekenland een onaanvaardbaar begrotingstekort heeft. Hierdoor is de rating van Griekenland omlaag gegaan en daarmee ook de waarde van de Griekse Staatobligaties. Het bestuur van Bpf AVH heeft in 2010 de participatie in het Staatsobligatiefonds van Black Rock om laten zetten in een discretionair mandaat en onderzocht welke staatsobligaties niet meer gehandhaafd kunnen worden in de beleggingsportefeuille. Naar aanleiding van dit onderzoek is besloten, om de beleggingsrestrictie van dit mandaat in staatsleningen van Eurolanden aan te scherpen met een AAA-rating. Hierdoor is dit mandaat in het verslagjaar beperkt door afscheid te nemen van de staatsobligaties van Ierland, Italië, Portugal en Spanje en de inflation linked bonds van Frankrijk. Begin 2011 zijn de Franse Staatsobligaties van de hand gedaan. In 2011 heeft Bpf AVH een discretionair mandaat in Duitse, Nederlandse en Australische Staatsobligaties. Het verzekeringstechnisch risico Het verzekeringstechnisch risico omvat de risico’s van negatieve resultaten op de actuariële grondslagen die worden gebruikt bij de vaststelling van de hoogte van de premie en de technische voorzieningen. Het belangrijkste risico in dit kader is de ontwikkeling van de levensverwachting. Ouderdoms- en nabestaandenpensioenen worden levenslang uitgekeerd. Daarom houdt Bpf AVH rekening met de levensverwachting van de populatie van deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. De levensverwachting wordt gebaseerd op waarnemingen uit het verleden en verwachte verbeteringen in levensverwachting, de zogeheten langleventrend. De voorziening pensioenverplichtingen wordt gebaseerd op de grondslagen geldend voor Bpf AVH. Deze grondslagen moeten voldoende basis bieden om een prudente voorziening te kunnen vaststellen. Aanpassing van deze grondslagen (bijvoorbeeld het overgaan op nieuwe sterftetafels) is altijd aandachtspunt bij de vaststelling van de voorziening en de analyse van het verloop ervan. Bij de vaststelling van de dekkingsgraad heeft het bestuur rekening gehouden met een toename aan verplichtingen in verband met de AG-prognosetabellen. De risico’s verbonden aan het vaststellen van de pensioenpremie liggen op het vlak van de inschatting van de actuariële lasten en de bronnen van financiering (waaronder ook de beleggingsrendementen), daarbij betrokken de premiesystematiek bekeken over een langere periode. Mocht een aangesloten onderneming de verplichting tot premiebetaling niet meer kunnen nakomen, dan komt daarmee de voortzetting van de 29
Jaarverslag 2011
29
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
pensioenopbouw voor betreffende werknemers in gevaar. Het bestuur van Bpf AVH zal dan moeten bekijken hoe op een dergelijke situatie moet worden ingespeeld. Gesteld kan worden dat de risico’s die voortkomen uit de aangegane verplichtingen in eigen beheer niet onafhankelijk van elkaar zijn. De wisselwerking heeft veelal het effect van communicerende vaten. Vandaar dat een analyse van de risico’s integraal wordt bekeken over alle beleidsgebieden. De daaruit voortvloeiende inzet van sturingsmiddelen wordt beschreven op pagina 28. Het liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat Bpf AVH niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die benodigd zijn om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Het liquiditeitsrisico is beperkt, omdat nagenoeg uitsluitend in liquide effecten is belegd. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen worden het liquiditeitsrisico conform het standaardmodel op 0% gezet. Het concentratierisico Onder het FTK toezicht wordt er vanuit gegaan dat zich in de portefeuille geen concentratierisico bevindt. Voor aanwezigheid van concentratierisico’s moet AVH een passende solvabiliteit aanhouden. Er zijn posities in de portefeuille welke een gewicht hebben van meer dan 5% gemeten in marktwaarde, maar dit zijn posities in beleggingsfondsen, dus die hebben indirecte exposures welke kleiner zullen zijn dan 5%. Er is een aantal posities met een exposure groter dan 5% van de marktwaarde. Hierbij kan gedacht worden aan forwardcontracten ter afdekking valutarisico en rente swaps. Het Operationeel risico Servicekantoor AGH is verantwoordelijk voor het pensioenbeheer van Bpf AVH conform de dienstverleningsovereenkomst. De directie van Servicekantoor AGH wordt ondersteund door een staf van ongeveer 26 personen. Dit team geeft uitvoering aan deze dienstverleningsovereenkomst en aan het door het bestuur vastgestelde uitvoeringsreglement en de vastgestelde uitvoeringsovereenkomsten. Servicekantoor AGH is gehuisvest in het pand van de Pensioengroep ZuidHoorn. Dit pand biedt een gedegen beveiliging van het secretariaat en administratie van Bpf AVH. De administratieve organisatie van Servicekantoor AGH is beschreven in Mavim (softwarepakket). Bij calamiteiten kan uitgeweken worden naar een pand te Den Haag. De uitwijkserver aldaar wordt maandelijks met behulp van backups geactualiseerd en dient voor continuering van de administratie ingeval er calamiteiten zijn op het AGH-kantoor. In 2010 heeft Servicekantoor AGH alle primaire processen laten beoordelen in het kader van SAS 70 (1). In 2011 is er besloten om vooralsnog niet door te gaan met SAS 70 (2), omdat de aangesloten pensioenfondsen dat niet opportuun vonden. Servicekantoor AGH heeft wel in praktijk uitvoering gegeven aan de afspraken zoals is vermeld in SAS 70 (1) (2010). Het vermogensbeheer wordt door Blackrock (voorheen Barclays Global Investors) tot 1 februari 2012, State Street Global Advisors, Dexia Asset Management, F&C Netherlands B.V., GE Artesia Nederland, Kempen Capital Management, Akina Partners (voorheen LODH Private Equity) Partners Group, AXA Private Equity, JP Morgan, Neuberger Bergman, ING Real Estate en Altera Vastgoed uitgevoerd. De portefeuille onderhandse geldleningen is in eigen beheer. Maandelijks en per kwartaal rapporteren de externe managers aan Bpf AVH over de samenstelling van de portefeuille, de performancecijfers en de marktwaarde van het onder beheer zijnde vermogen alsmede de aan de 30
30
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR klant in rekening gebrachte respectievelijk te brengen kosten van beheer en overige kosten. Met ingang van 1 februari 2012 is PIMCO aangesteld als manager voor de global credits. De beleggingsadministratie is ondergebracht bij Kasbank N.V.. Kasbank N.V. rapporteert eveneens maandelijks en per kwartaal over de performance van de genoemde vermogensbeheerders. Daarnaast monitoort Kasbank N.V. de compliance en rapporteert daarover. Verder verzorgt Kasbank N.V. de rapportages aan DNB, het currency overlay management, duration overlay management en voor zover aan de orde custody, settlement en securities lending. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt het operationeel risico conform het standaardmodel op 0% gezet. Aanbevelingenbeleggingsbeleid Pensioenfederatie en de DNB-brief d.d 26 april 2011 Vanuit het bestuur is de behoefte ontstaan om inhoudelijk meer op de beleggingsportefeuille, het beleggingsbeleid en de specifieke risico’s daarbij in te gaan. In een 4-tal bijeenkomsten zijn door de e commissie risicomanagement in de 2 helft van 2011 de “Aanbevelingen beleggingsbeleid” van de Pensioenfederatie doorgenomen. Daarbij is tegelijkertijd de brief van DNB van 26 april 2011 over “aandachtspunten beleggingsbeleid” betrokken. Vanuit de aanbevelingen van de Pensioenfederatie is stil gestaan bij de strategie (beleid, uitvoering, governance en organisatie en bestuurlijke cyclus) en het risicomanagement (w.o. leverage, liquiditeitsrisico- en tegenpartijrisico) van de beleggingen. Hierbij zijn ook aanbevelingen van de commissie Frijns aan de orde gekomen. De 4 aandachtspunten van DNB betreffen: 1. Verhouding tussen risicobeheer en deskundigheid enerzijds en complexiteit beleggingsbeleid anderzijds, 2. Onafhankelijk en adequaat risicobeheer (‘countervailing power’ of wel tegenwicht bieden), 3. Vormgeving beleggingsmandaten, 4. Risicobeheersing en waardering van illiquide en innovatieve beleggingen. Alle vragen uit de brief van DNB zijn doorgenomen. De huidige situatie bij Bpf AVH is besproken, beoordeeld (naar onder meer de mate van het ‘in control’ zijn en de mate van importantie) en vastgelegd. Tekortkomingen zijn gesignaleerd en verbeterpunten en aandachtspunten geformuleerd. Op deze manier is proactief omgegaan met de brief van DNB. Het eindrapport is in het bestuur besproken. De commissie risicomanagement zal zich in 2012 toeleggen op het verder vormgeven van het integraal risicomanagement en op compliance. Financiële sturingsmiddelen Binnen het kader van de financiële opzet heeft Bpf AVH de volgende financiële sturingsmiddelen. - Aanpassing van de premie. - Aanpassing van de beleggingsportefeuille. - Aanpassing van de indexatie. Aanpassen van de premie De financiële positie zou aanleiding kunnen geven om de premie aan te passen. Dit zou een premieverhoging of verlaging kunnen zijn. De verhoging of verlaging van de premie wordt vastgesteld op basis van het premiebeleid. Aanpassen van de beleggingsportefeuille De risicometing en resultaatsevaluatie door het pensioenfonds en de situatie op de financiële markten zouden aanleiding kunnen geven om de beleggingsportefeuille aan te passen.
31
Jaarverslag 2011
31
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Aanpassen van de indexatie Op het moment dat de middelen van Bpf AVH het niet toelaten de wenselijke indexaties toe te passen, kan besloten worden minder te indexeren of niet te indexeren. Eerst wordt bekeken of over de gehele linie (deelnemers, gewezen deelnemers en pensioentrekkenden) nog wel geïndexeerd kan worden conform de maatstaf die daartoe gehanteerd wordt. Indien dat niet mogelijk is, wordt bekeken in hoeverre de belangen van de gewezen deelnemers en pensioentrekkenden zich bij een lagere indexatie verhouden tot die van de deelnemers. Voor laatstgenoemde categorie geldt een vergelijkbare voorwaardelijke bepaling als voor de overige categorieën.
32
32
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR 4.
Informatie over de verwachte gang van zaken
In het verslagjaar en in 2012 hebben zich de onderstaande ontwikkelingen voorgedaan die van invloed (kunnen) zijn op de financiële positie van Bpf AVH. Pensioenregelingen en Statuten In het verslagjaar zijn de statuten van Bpf AVH aangepast, vanwege de nieuwe vestigingsplaats te Rijswijk. Daarnaast heeft het bestuur besloten de statuten aan te passen vanwege een aanpassing van de voorwaarden vrijwillige aansluiting bij de pensioenregeling. Ook deze wijziging is in 2011 doorgevoerd. In maart 2011 is het klachten- en geschillenreglement gewijzigd, waarbij een bezwaar tegen de eerste beoordeling van een klacht of geschil niet aangetekend moet worden bij de directeur Servicekantoor AGH, maar bij het bestuur. Vervolgens kan bezwaar tegen dit bestuursbesluit worden aangetekend bij de klachtencommissie c.q. Commissie van Beroep. In het verslagjaar is de regeling tijdelijk nabestaandenpensioen aangepast. Enkele onjuiste verwijzingen naar artikelen zijn gecorrigeerd en er is een bepaling opgenomen op grond waarvan om gezondheidsredenen deelname aan de verzekering geweigerd kan worden. In maart 2012 is de pensioenregeling aangepast m.b.t. de bepaling geen premie wel pensioenrecht. ABTN In de bestuursvergadering van maart 2012 heeft het bestuur van Bpf AVH een geactualiseerde ABTN vastgesteld. De wijziging heeft betrekking op het crisisplan, nieuwe assetmanagers, de normportefeuille en het toeslagenbeleid. Premie en parameters 2012 Op grond van de rentetermijnstructuur ultimo december 2011 zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank is de dekkingsgraad 95% en de zuivere kostendekkende premie 2012 voor de AGF Groothandel zo’n 25% van de pensioengrondslag (de feitelijke premie in 2011 was gelijk aan 20%) en voor de Groothandel in Kaas en Eieren zo’n 23,5% van de pensioengrondslag (de feitelijke premie in 2011 was 18,75%). Na overleg met partijen betrokken bij het arbeidsvoorwaardenoverleg is gebleken dat zij een dergelijke premiestijging voor de betrokken bedrijfstakken thans niet wenselijk vinden en meer tijd nodig hebben om overeenstemming te bereiken over het niveau van de pensioenpremie en het ambitieniveau van de pensioenregeling. In de vergadering van 17 januari 2012 heeft het bestuur daarom besloten om de premie voor 2012 te handhaven op 20 resp. 18,75% van de pensioengrondslag onder de voorwaarde dat Bpf AVH van DNB toestemming krijgt om van de zogenoemde “adempauze” gebruik te mogen maken. Deze premiestelling 2012 voldoet aan de eisen die artikel 128 van de Pensioenwet stelt. Bpf AVH heeft vorig jaar geen gebruik gemaakt van de toen aangeboden “adempauze” en zal 2012 gebruiken om, in samenspraak met de sociale partners van de aan BPF AVH verbonden bedrijfstakken, te zorgen voor een sluitende financiële opzet. Gelet hierop heeft DNB bij brief d.d. 26 januari 2012 aan Bpf AVH toestemming verleend om van de zogenoemde “adempauze” gebruik te maken. Het bestuur heeft de studiecommissie gevraagd om een sluitende financiële opzet te onderzoeken en hierover in de bestuursvergadering van juni 2012 te rapporteren. Het bestuur heeft op 17 januari 2012 de premie en parameters van de Bpf AVH-regelingen vastgesteld.
33
Jaarverslag 2011
33
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Beleggingen Besloten is om de strategische asset mix 2012 conform 2011 vast te stellen: 12,5% aandelen, 72,5% vastrentende waarden, 7,5% vastgoed, 5% specialties en 2,5% cash. In 2012 heeft de beleggingscommissie een brainstormsessie gehouden over beleggingen in high yield bonds en emerging market debt. Het achterliggende idee is om de vastrentende waardenportefeuille beter te diversifiëren, waardoor de portefeuille minder afhankelijk wordt van de Europese crisis en daarnaast een betere te verwachten yield zal hebben. Daarnaast nogmaals gekeken naar beleggingen in grondstoffen. De onderdelen uit de brainstormsessie zullen nader bekeken worden en nogmaals besproken worden, voordat er conclusies te trokken worden. Gedurende de eerste drie maanden van 2012 had Bpf AVH op de meeste beleggingssoorten een neutrale positie. Het totale portefeuillerendement bedroeg 1,36% versus een benchmarkrendement van 1,43%. Ontwikkeling dekkingsgraad Ultimo april 2012 was de dekkingsgraad ongeveer 91,6%, als gevolg van de beleggingsrendementen, de toename in verplichtingen en de renteontwikkelingen. Risicomanagement In 2012 zal de Commissie Risicomanagement zich toeleggen op de belangrijkste verbeterpunten die vastgesteld zijn naar aanleiding van de onderzoeken in 2011. Daarnaast is afgesproken met de uitvoeringsorganisatie dat deze door middel van een checklist kan aantonen dat de beheersmaatregelen zijn/worden uitgevoerd. Een volledige Firm-analyse zal één keer in de drie jaar worden uitgevoerd en ingeval er bijzondere wijzigingen zich voordoen zoals bijvoorbeeld een nieuw pensioencontract. Verantwoord beleggen Het bestuur van Bpf AVH is van mening dat zij ook bij het beleggen rekening dient te houden met haar maatschappelijke functie, daarom heeft Bpf AVH de Principles for Responsible Investments (PRI) van de Verenigde Naties ondertekend. Bpf AVH zal zich inspannen om ook de bestaande en nieuwe vermogensbeheerders die voor Bpf AVH een deel van het vermogen beheren de PRI te laten ondertekenen. Ontwikkelingen in de uitvoering In 2011 heeft Bpf AVH de uitvoeringskosten voor het fonds inzichtelijk gemaakt. Conclusie is dat de kosten pensioenbeheer (€ 84, -- per deelnemer en pensioentrekker) en vermogensbeheer (0,32% van het belegd vermogen) acceptabel zijn. Hierin zijn geen transitiekosten opgenomen. In 2011 heeft Bpf AVH van 8.051 passieve deelnemers de kleine pensioenen afgekocht. In het verslagjaar en het eerste kwartaal van 2012 is er door Bpf AVH uitvoering gegeven aan de voorschriften van de Pensioenwet. Er zijn startbrieven en stopbrieven verzonden bij aanvang of beëindiging van de deelneming. Daarnaast zijn er activiteiten verricht inzake de actualisering van de gegevens van Bpf AVH in het pensioenregister.
34
34
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR 5.
Bestuursaangelegenheden
In de bestuursvergaderingen zijn volgende onderwerpen besproken: ingekomen stukken waaronder brieven van de toezichthouders, de rapportage vermogensbeheer, rapportage administratie, herstelplan en de ontwikkeling van de dekkingsgraad, overzicht klachten en geschillen en de pensioenactualiteiten. Hieronder wordt nader ingegaan op specifieke onderwerpen behandeld en/of besluiten genomen in deze vergaderingen. Jaarverslag 2010 In de junivergadering heeft het bestuur het jaarverslag 2010 vastgesteld en goedgekeurd. Voorafgaand aan de behandeling van het jaarverslag zijn de bevindingen van de accountant en de certificerende actuaris gehoord. De accountant heeft bij de bespreking zijn verslag onderneer aangegeven dat de interne beheersing van de administrateur redelijk is te noemen. De certificerende actuaris heeft bij de bespreking van zijn rapport onder meer aangegeven of het standaardmodel voor de bepaling van het vereist vermogen nog passend is. In overleg met de actuaris is besloten, om het standaardmodel te handhaven. Profielschets bestuursleden en voorzitters In 2011 heeft het bestuur de profielschets voor bestuursleden en voorzitters vastgesteld. Een bestuurslid dient deskundig en betrouwbaar te zijn. Hieraan kunnen de volgende criteria worden ontleend: het te benoemen bestuurslid voldoet over het in het deskundigheidsplan vermelde minimum niveau aan deskundigheid (niveau 1). Indien er sprake is van leemtes in de collectieve deskundigheid (niveau 2) van het bestuur dient het nieuwe bestuurslid aantoonbaar te beschikken over deskundigheid op niveau 2 op het deskundigheidsgebied waar de leemte zich voordoet; indien niet tenminste twee bestuursleden over meerjarige ervaring in het besturen van een organisatie beschikken dient het te benoemen bestuurslid te beschikken over deze meerjarige ervaring; het te benoemen bestuurlid dient een goede naam en reputatie te hebben; het te benoemen bestuurlid dient affiniteit te hebben met pensioenfondsen; het te benoemen bestuurslid bekleedt een zodanige positie in de bedrijfstak agrarische en voedselvoorzieningshandel dat de belangen van het pensioenfonds draagvlak krijgen bij de achterban; het te benoemen bestuurslid bekleedt geen functies die mogelijk kunnen leiden tot belangenconflicten; het te benoemen bestuurslid beschikt over politiek/strategisch inzicht, kan een evenwichtig oordeel vormen en is communicatief sterk ;
-
-
het te benoemen bestuurslid is gedurende het jaar beschikbaar voor het bijwonen van (bestuurs)vergaderingen. Deze beschikbaarheid is te ramen op zo’n 60 uren per jaar (incl. voorbereidingstijd); en het te benoemen bestuurslid is bereid om jaarlijks zijn functioneren als bestuurder te evalueren met het (dagelijks) bestuur.
35
Jaarverslag 2011
35
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Behalve aan de vorenstaande gestelde eisen dienen de leden van het dagelijks bestuur te voldoen aan de volgende criteria: beschikt over deskundigheid op niveau 2 op tenminste het deskundigheidsgebeid ‘besturen van een pensioenfonds’; is gedurende het jaar beschikbaar voor het bijwonen van vergaderingen van het dagelijks bestuur, overige vormen van overleg en het vertegenwoordigen van het pensioenfonds op bijeenkomsten van toezichthouder en pensioenkoepels; is in staat het beleid van Bpf AVH op interne en externe bijeenkomsten te verantwoorden en toe te lichten; beschikt over grondige kennis van het beleid van Bpf AVH; is goed op de hoogte van de procedures en ontwikkelingen binnen het fonds; heeft de kennis van beleid, procedures en ontwikkelingen bij voorkeur opgebouwd tijdens een meerjarig bestuurslidmaatschap van Bpf AVH; en heeft voldoende draagvlak binnen het bestuur om zijn/haar taken naar behoren te kunnen vervullen. Voor de voorzitters van de beleggingscommissie gelden de volgende criteria: beschikt over deskundigheid op niveau 2 op tenminste het deskundigheidsgebeid ‘financieeltechnische en actuariële aspecten’; - is gedurende het jaar beschikbaar voor het bijwonen van vergaderingen van de beleggingscommissie, overige vormen van overleg en het vertegenwoordigen van het pensioenfonds op bijeenkomsten van toezichthouder en pensioenkoepels; - is in staat het beleid op het gebied van vermogensbeheervan Bpf AVH op interne en externe bijeenkomsten te verantwoorden en toe te lichten; - beschikt over grondige kennis van het beleid inzake vermogensbeheer van Bpf AVH; - is goed op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van vermogensbeheer; - heeft de kennis over het vermogensbeheer bij Bpf AVH bij voorkeur opgebouwd tijdens een meerjarig lidmaatschap van de beleggingscommissie; en - heeft voldoende draagvlak binnen de beleggingscommissie om zijn/haar taken naar behoren te kunnen vervullen. Deskundigheid en opleiding Het deskundigheidsplan is geactualiseerd, waarbij de deskundigheid van het bestuur aan de hand van de driepuntsschaal wordt weergegeven. Besloten is om voor deskundigheidsniveau 2 als vereist te achten dat een bestuurslid: - tenminste twee jaar bestuurslid is (geweest) bij Bpf AVH of een ander pensioenfonds; - vanaf de aanvang van het bestuurslidmaatschap jaarlijks tenminste drie bestuursvergaderingen bijwoont; en - jaarlijks tenminste één opleidingsdag van hetzij Bpf AVH hetzij een ander pensioenfonds bijwoont alsmede andersoortige bijeenkomsten op pensioengebied. Deskundigheidsbevordering Het bestuur heeft op 9 september een opleidingsdag georganiseerd, waarbij ook de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan aanwezig waren. Tijdens deze studiedag werden behandeld: toezicht van DNB, het pensioenakkoord, accountancy en pensioenfondsen, governance en competenties en de financiële economische ontwikkelingen wereldwijd. Uit de evaluatie is gebleken dat deze opleidingsdag met een gemiddeld cijfer 8 is gewaardeerd. 36
36
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Bij behandeling van de competenties is uitgegaan van het onderstaande model van de pensioenfederatie: Regulier lid
Voorzitter
Reflecterend vermogen (D) Multidisciplinair denken (D) Probleemanalyse en oordeelsvorming (D) Organisatie- en omgevingsbewustzijn (V) Samenwerken (V) Integer handelen (V) Onafhankelijkheid (K) Besluitvaardig (K) Kritisch zijn (K)
Strategisch denken (D) Communicatievaardigheden (V) Luisteren (V) Empathie (V) Relatienetwerken (V) Sociabiliteit (V) Stressbestendigheid (K) Voorzittervaardig (K) Resultaatgericht (K)
D = denken V = voelen K = Kracht Het bestuur heeft besloten, om na de zelfevaluatie gehouden begin 2012, de competenties vast te stellen.
Studiecommissie De studiecommissie adviseerde het bestuur voor 2011 de gedempte premie op 20% voor de AGFsector en 18,75% voor de Kaas/Ei-sectoren te handhaven. Het bestuur heeft overeenkomstig het advies besloten en de leden van de studiecommissie (her)benoemt om een financierbare en uitvoerbare pensioenregeling te onderzoeken. Nu aan Bpf AVH toestemming verleend om van de zogenoemde “adempauze” – de premies 2012 zijn ongewijzigd gehandhaafd - gebruik te maken, heeft het bestuur heeft de studiecommissie gevraagd om een sluitende financiële opzet te onderzoeken en hierover in de bestuursvergadering van juni 2012 te rapporteren. Beleggingsbeleid Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instrumenten. Ten behoeve van het beheer van de risico’s is het volgende flankerend beleid vastgesteld. Zie voor uitgebreide informatie hierover paragraaf 7 van dit verslag. Risicobeheer Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instrumenten. Ten behoeve van het beheer van de risico’s is het volgende flankerend beleid vastgesteld. Zie voor uitgebreide informatie hierover paragraaf 3 van dit verslag. Naleving wet- en regelgeving Bpf AVH heeft de afgelopen jaren vanuit de intentie de wet- en regelgeving na te willen haar feitelijke en juridische handelingen daarop afgestemd. Getuige hiervan is onder meer de implementatie van de Pensioenwet en Pension Fund Governance. Uitbesteding In de ABTN is het uitbestedingsbeleid vastgelegd, op grond waarvan processen zoals vermogensbeheer, actuarieel advies en intern actuarieel jaarwerk zijn uitbesteed. Ook het pensioenbeheer is uitbesteed aan Servicekantoor AGH.
37
Jaarverslag 2011
37
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Extra inbreng in Servicekantoor AGH De Inspecteur van de vennootschapsbelasting (VPB) is tot de conclusie gekomen dat Servicekantoor AGH VPB-plichtig is. Zij is bereid om geen VPB in rekening te brengen, wanneer er over boekjaar 2011 een negatief resultaat van € 40.649 wordt behaald en nadien een resultaat van 0 wegens kortingen op de fee van de founding fathers Bpf AVH en Bpf Dranken. Het bestuur van Servicekantoor AGH is bereid om voorlopig het resultaat jaarlijks terug te brengen naar nul als gevolg van teruggave fee aan de founding fathers wanneer deze zich bereid verklaren om nu een inbreng van € 160.000 te doen ten behoeve van eventueel slechtere tijden. Voor 2010 en 2011 betekent dit dat 2011 na teruggave fee op een negatief resultaat van zo’n € 40.000 zal uitkomen. Het voorlopige karakter van dit besluit betekent dat er jaarlijks bezien zal worden of deze resultaatsbestemming voortgezet zal worden. Ingeval het besluit in de periode 2010 tot 2014 wordt aangepast zal de inbreng van de founding fathers naar evenredigheid gerestitueerd moeten worden. Het bestuur heeft besloten om een bedrag van € 120.000 in te brengen. Toezicht Het afgelopen jaar zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Sinds 1 april 2009 is er een herstelplan van toepassing, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een termijn van vijf jaar. In het verslagjaar heeft Bpf AVH aan DNB gerapporteerd via e-line overeenkomstig de instructie van de toezichthouder. Gedragscode en compliance Gedragscode Pensioenfondsen Op bestuursleden, medewerkers en overige aan Bpf AVH verbonden personen was tot voor kort gedragscode A van toepassing. Deze gedragscode sloot aan op de modelgedragscode die de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) had opgesteld voor haar leden. Recente wijzigingen in wetgeving hebben een herziening van de modelgedragscode noodzakelijk gemaakt. De modelgedragscode is in sterke mate geënt op de Wet op het financiële toezicht (Wft), die het toezicht op alle financiële instellingen, waaronder ook pensioenfondsen, omvat. In tegenstelling tot zijn voorganger, de Wet toezicht effectenverkeer, kent de Wft een principle based benadering; Algemene doelstelling van een gedragscode is het beïnvloeden van het gedrag van medewerkers en bestuursleden, door te bepalen welk gedrag wenselijk is en waar de grenzen liggen. Op een ieder die werkzaam is in de financiële sector rust de verplichting om het vertrouwen in de sector niet te beschadigen en om de beschadiging van de reputatie van het fonds te voorkomen. Daarom richten de gedragsregels zich op het vermijden van belangenconflicten. De nadruk ligt op privé-belangen versus maatschappelijke belangen en zakelijke belangen versus klantbelangen anderzijds. Met een gedragscode wordt ook invulling gegeven aan principe A3 van de STAR principes voor goed pensioenfondsbestuur. Daarin is bepaald dat het pensioenfondsbestuur verantwoordelijk is voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving, alsmede het beheersen van risico’s. De gedragscode is van toepassing op verbonden personen en insiders. De categorie ‘betrokkenen’ is daarmee in de modelgedragscode komen te vervallen.
38
38
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Compliance In het verslagjaar is tweemaal overleg over de compliance geweest. Bij dat overleg zijn de compliance officers, het compliancebureau en de externe accountant betrokken geweest. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat de procedures over de gedragscode bij iedereen bekend zijn gemaakt. Op grond van de retour gekomen verklaringen is vastgesteld dat de afspraken ingevolge de gedragscode zijn nagekomen. Ingezonden verklaringen van naleving gedragscode worden strak gemonitoort. Communicatie Goede klantrelatie Bpf AVH acht het van groot belang dat de relatie van Bpf AVH met de aangesloten ondernemingen, de deelnemers, de uitkeringsgerechtigden en andere belanghebbenden goed is. Naast het leveren van goede kwaliteit en dienstverlening voor wat betreft de pensioenen wordt de relatie met deze klantgroepen ook onderhouden door een goede communicatie. Het bestuur van Bpf AVH heeft daarom een communicatiebeleid vastgesteld, op grond waarvan de communicatie vorm wordt gegeven. Daarnaast heeft zij een klachten- en geschillenregeling vastgesteld. De klachtenregeling geeft feedback over de kwaliteit van dienstverlening door Bpf AVH. Klankbordgroep Communicatie In de Pensioenwet is bepaald dat pensioenuitvoerders duidelijk en begrijpelijk dienen te communiceren met belanghebbenden. Dit houdt in dat de communicatie ook op deze aspecten getoetst moet worden. Daarom heeft Bpf AVH een Klankbordgroep Communicatie ingesteld. Deze klankbordgroep bestaat uit deelnemers, werkgevers en gepensioneerden en toetst alle communicatieuitingen van het fonds op duidelijkheid en begrijpelijkheid. Communicatiecommissie In de bestuursvergadering van maart 2011 heeft het bestuur besloten, om een communicatiecommissie in te stellen. De communicatiecommissie is een commissie die daadwerkelijk sturing moet kunnen geven aan het door het bestuur vastgestelde communicatiebeleid. Een zekere mate van beslissingsbevoegdheid is daarbij wenselijk om snel beslissingen te kunnen nemen. Komt de communicatiecommissie niet tot een besluit, dan zal het bestuur moeten worden geconsulteerd. Het mandaat van deze commissie is: - het begeleiden van het strategisch communicatieonderzoek; - het voorbereiden van een strategisch communicatieplan op basis van de uitkomsten van het onderzoek; - het uitvoering geven aan het strategisch communicatieplan na vaststelling door het bestuur binnen de door het bestuur gestelde financiële kaders; - het ontwikkelen van communicatiemiddelen; - afstemming van de inhoud van AVH Magazine; Indexatielabel Minister Kamp heeft besloten, dat pensioenfondsen niet langer verplicht zijn het indexatielabel te gebruiken. Zeker nu de indexatie onder druk staat wekt een label met tenminste één muntje onbegrip en naar de toekomst toe de verwachting dat er altijd geïndexeerd zal worden. Dit is onbegrijpelijk en kan verkeerde verwachtingen wekken. Gelet hierop heeft het bestuur besloten de indexatielabel niet meer te gebruiken.
39
Jaarverslag 2011
39
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Brochures, AVH Magazine en het Uniform Pensioenoverzicht Het AVH Magazine is in het verslagjaar twee keer uitgebracht. In het magazine uitgebracht begin 2011 is onder meer behandeld: het herstelplan en de tegenvallende ontwikkeling van de dekkingsgraad, de onduidelijke spelregels van het pensioenakkoord, einde instroom FVP, de opdracht van de studiecommissie, de voorlopige opschorting van de waardeoverdrachten, het wetsvoorstel medezeggenschap, mijn pensioenoverzicht.nl, samenwonen en partnerpensioen en premies en parameters 2011. Het Magazine uitgebracht medio 2011 daarin is onder meer behandeld: aandacht voor risico’s en risicobeheersing, communicatie, de verzonden UPO, uitvoeringskosten, het getekende pensioenakkoord, uitnodiging voor een pensioencursus, het afschaffen van het indexatielabel en het jaarverslag 2010. In mei 2011 is het uniform pensioenoverzicht (UPO) verzonden naar de deelnemers. Gewezen deelnemers ontvangen hun UPO 1 keer in de vijf jaar. Over het UPO kon men ook gedurende drie dagen in de avonduren per telefoon uitleg vragen aan het AGH-personeel. Het UPO geeft ondermeer de pensioenopbouw t/m 2010 weer. Ook in 2012 is het UPO naar deelnemers en één vijfde deel van de gewezen deelnemers verzonden. Gedurende drie avonden kon men aan het AGH-personeel per telefoon hierover uitleg vragen. Website De website biedt informatie aan belanghebbenden over de regelingen, de financiele positie en de bestuurlijke organisatie van Bpf AVH. Zie hiervoor www.bpfavh.nl. Relatiebeheer Op verzoek van aangesloten ondernemingen worden er informatiebijeenkomsten over de pensioenregelingen van Bpf AVH op locatie verzorgd. Daarnaast is Bpf AVH in het verslagjaar gestart met pensioenopleidingsbijeenkomsten voor medewerkers – bijvoorbeeld HRM-medewerkers – van de aangesloten bedrijven. Eind 2011 is met een groep van zo’n 20 personen een start gemaakt. Klachten- en geschillen. Het bestuur heeft kennisgenomen van een klachtenoverzicht met zeven klachten. Deze klachten zijn administratief afgehandeld. In het verslag jaar zijn er geen geschillen in behandeling geweest bij de commissie van beroep. De klachten- en de geschillencommissie zijn in verslagjaar niet bijeengekomen.
40
40
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR 6.
Pensioenparagraaf
De pensioenregelingen De pensioenregelingen van Bpf AVH zijn als volgt te karakteriseren. Sedert 1963 was de basispensioenregeling van Bpf AVH een verplichtgestelde regeling met een vaste bedragenkarakter. Met ingang van 2006 is de basispensioenregeling een verplichtgestelde regeling met een voorwaardelijk geïndexeerd middelloon karakter, die voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Naar aanleiding van de Wet VUT, Prepensioen en Levensloop is voor de bedrijfstakken groothandel aardappelen groenten fruit en kaas met ingang van 2006 een zogenoemde 55-minregeling ingevoerd. Deze regeling voorziet in een voorwaardelijke aanspraak op extra ouderdomspensioen, dat toegekend wordt op de uittreedleeftijd, doch uiterlijk op 1 januari 2021, door middel van een inkoop van niet benutte fiscale ruimte over de verstreken deelnemingsjaren bij Bpf AVH tot 2006. Als voorwaarde geldt dat de werknemer tot de datum van pensionering in de sector blijft werken. Wanneer de werknemer voor die datum de sector verlaat vervalt zijn aanspraak op dit extra ouderdomspensioen. Voor bepaalde werknemers geldt ook na 2006 de basispensioenregeling met een vaste bedragenkarakter. Dit zijn werknemers die vanaf enig moment voor 1 januari 2006: - een vut- of een prepensioenuitkering ontvangen; - de basispensioenregeling vrijwillig voortzetten; - de basispensioenregeling premievrij voortzetten vanwege arbeidsongeschiktheid; - de basispensioenregeling premievrij voortzetten door middel van een FVP-bijdrage; - via hun werkgevers vrijwillig zijn aangesloten bij de basispensioenregeling. Ook deze basispensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Dit basispensioenreglement biedt de bepalingen voor het voorwaardelijk indexatie beleid dat van toepassing is op de opgebouwde aanspraken en de ingegane uitkeringen. De aanvullende pensioenregeling is een voor de werkgever vrijwillige regeling met een eindloon- of een middelloonkarakter. Wanneer een werkgever besluit om aan één van deze regelingen deel te nemen, geldt de regeling voor alle werknemers die een inkomen hebben dat groter is dan een van jaar tot jaar vast te stellen franchise. De regeling geeft aanspraak op een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65, voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Bij arbeidsongeschiktheid vindt premievrije voortzetting plaats. Voor de groothandel in aardappelen, groenten en fruit alsmede voor de groothandel in eieren is er een verplichtgestelde regeling voor invaliditeitspensioen (ip-regeling). De werkgevers in de groothandel in kaas kunnen op vrijwillige basis aan deze regeling deelnemen. De regeling zorgt voor een tijdelijk pensioen (tot 65) ter compensatie van het zogenaamde WAO-hiaat, waardoor elke deelnemer bij volledige arbeidsongeschiktheid, tezamen met de WAO-uitkering van de overheid, 70% van zijn
41
Jaarverslag 2011
41
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
laatstverdiende loon ontvangt. Deze ip-regeling is beёindigd per 1 januari 2006, vanwege de invoering van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Er is een regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen. Dit is ook een voor de werkgever vrijwillige regeling die een tijdelijk pensioen (tot 65) ter compensatie van het zogenaamde ANW-hiaat verzekert. Premievrije voortzetting van de dekking bij arbeidsongeschiktheid is op initiatief van de deelnemer mee te verzekeren tegen een verhoging van de actuariële premie met 7%. Gedurende de periode 2003 tot 2006 gold er een prepensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Deze prepensioenregeling maakte het mogelijk dat deelnemers zelf prepensioen op kunnen bouwen met als doel om op 62-jarige leeftijd een prepensioen-uitkering te krijgen van ongeveer 75% van het gemiddeld verdiende salaris. Voor die deelnemers die op grond van hun leeftijd geen volledig prepensioen kunnen opbouwen was in de genoemde periode in de CAO een overbruggingsuitkeringsregeling getroffen. Deze overbruggingsuitkeringsregeling is omgezet in een zogenoemde 55-plusregeling met een VUT-spaarkarakter. Tot 1 januari 2006 namen de medewerkers van Bpf AVH deel in de basispensioenregeling en de ipregeling van Bpf AVH. Daarnaast gold voor de medewerkers een aanvullende eindloonregeling. Met ingang van 2006 nemen de medewerkers van Bpf AVH deel in een voorwaardelijk geïndexeerde middelloon pensioenregeling. Deze pensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Daarnaast kunnen deze deelnemers aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidspensioen. De medewerkers van Bpf AVH participeren ook in de eerder genoemde regeling tijdelijk nabestaandenpensioen. De overlijdensrisico’s in de bovengenoemde aanvullende pensioenregelingen en de regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen zijn herverzekerd bij Alhermij. Het niet gefinancierde deel van de reglementair toegezegde (tijdelijk) nabestaandenpensioen wordt door haar afgedekt middels verzekering van kapitalen. Met ingang van 1 januari 2006 geldt er een vrijwillige aanvullende pensioenregeling, genaamd aanvullend pensioenreglement middelloon-plus. Op grond van deze regeling kan de hoogst fiscaal toegestane pensioenopbouw, een hoger nabestaandenpensioen en een verbeterde premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid worden verkregen, dan de basis middelloonregeling. Het bestuur heeft voor de uitvoering van de verplichtgestelde basismiddelloonregeling een uitvoeringsreglement vastgesteld en vrijwillige regelingen een uitkeringsovereenkomst met daarbij horende pensioenovereenkomsten die werkgever met zijn werknemers moet afsluiten.
42
42
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Samenvattende overzicht van de verplichtgestelde basispensioenregeling Basispensioenregeling Karakter Deelname Pensioendatum Pensioenopbouw per jaar over de pensioengrondslag Pensioengrondslag Pensioengevend salaris
Franchise Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Premie
Deelnemersbijdrage Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid Indexatie deelnemers Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden Toekenning indexatie Pensioenuitruil
Van kracht vanaf 1 januari 2006 Voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Verplichtgesteld. Bij indiensttreding mits de leeftijd van 21 jaar (25 jaar tot 2008) is bereikt. Eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt. De ingangsdatum mag vervroegd worden. Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 1,9% Groothandel in Kaas 1,75% Groothandel in Eieren 1,75% (1,6% 2006 - 2008) Pensioengevend salaris minus franchise 12 maal het per 1 januari van dat jaar, dan wel het per het tijdstip van latere indiensttreding geldende vaste maandsalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslagen voor werken buiten het dagvenster (kaassector), de ploegentoeslag (eieren- en agf-sector), uitbetaald overwerk (eieren-sector), uitbetaalde contractueel vastgelegde overuren over het voorgaande kalenderjaar inclusief bijbehorende toeslagen over deze uren (kaassector) en chauffeurstoeslag (voor chauffeurs in agf-sector van vrachtwagens boven de 3.500 kg (deel van) de vaste toeslag); of 13 maal het per 1 januari van dat jaar, dan wel het per het tijdstip van latere indiensttreding geldende vaste vierwekensalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslagen voor werken buiten het dagvenster (kaassector), de ploegentoeslag (eieren- en agf-sector), uitbetaald overwerk (eieren-sector), uitbetaalde contractueel vastgelegde overuren over het voorgaande kalenderjaar inclusief bijbehorende toeslagen over deze uren (kaassector) en chauffeurstoeslag (voor chauffeurs in agf-sector van vrachtwagens boven de 3.500 kg (deel van) de vaste toeslag). Max. pensioengrondslag is € 18.140, -- per jaar (2012). € 15.874, -- (2012). Wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Op basis van het opbouwpercentage van de pensioengrondslag voor elk jaar van deelneming (maximaal 40 jaar en vanaf 2008 maximaal 44 jaar). Parttimers bouwen naar rato van het actuele parttimepercentage op. 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. 10% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen (volledig wees 20%). Per 1 januari 2006 geldt als doorsneepremie van de pensioengrondslag: Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 20,00% Groothandel in Kaas 18,75% Groothandel in Eieren 18,75% (2006 - 2008 17,5%) Bij CAO kan afgesproken zijn dat er een werknemersbijdrage in de premie op het salaris van de werknemers zal worden ingehouden. Op basis van het zogenaamde 2-klassen systeem. Bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) geeft het fonds volledige premievrijstelling. In overige gevallen geeft het fonds geen premievrijstelling. Indexatie op basis van het indexcijfer voor de CAO-lonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Indexatie op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Zie hierna het indexatiebeleid Keuze uit: - Geen uitruil. Er is sprake van ouderdomspensioen met NP. - 50% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP met een verlaagd NP. - 100% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP (geen NP).
Indexatiebeleid en indexatiematrix Er is sprake van een voorwaardelijk indexatie beleid. De indexatietoezegging is gekoppeld aan een tevoren bepaalde indexatiemaatstaf. Deze maatstaf is voor actieve deelnemers de CAO-loonindex en voor gewezen deelnemers en gepensioneerden de CBS consumenten prijsindex laag. Voor de IPuitkeringen wordt gehanteerd de CBS-loonindex en voor de prepensioenen uit de regeling van partikulier kaaspakhuisbedrijf geldt de loonontwikkeling volgens de CAO van deze bedrijfstak. In de premie zit ook een financiële ruimte die onder voorwaarden voor indexatie kan worden aangewend.
43
Jaarverslag 2011
43
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Indien de middelen van het fonds volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de hieronder vermelde staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om uw opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een duidelijke ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. De indexatie wordt onder de navolgende voorwaarden gegeven: - Dekkingsgraad < 105%: geen indexatie. - 105% < Dekkingsgraad < vereiste dekkingsgraad: alleen indexatie voorzover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en deze het evt. plan van aanpak herstel reservetekort niet doorkruist. - Dekkingsgraad hoger of gelijk aan vereiste dekkingsgraad: volledige indexatie. Volgens deze indexatieleidraad geldt voor Bpf AVH de kwalificatie c1 en d1 van de indexatiematrix omdat de indexatie afhankelijk is van de financiële ruimte in de premie en van het overrendement. In 2012 heeft het bestuur een consistentietoets laten uitvoeren. Uit deze toets blijkt dat de verwachte realisatie van de toeslagverlening onder de 70% ligt. Het bestuur heeft aan CAO-partijen gevraagd om een additionele premie voor toeslagverlening of een verlaging van de toeslagambitie, zodat Bpf AVH wel voor de consistentietoets slaagt. Hierdoor kan de kwalificatie van de indexatiematrix wijzigen. Premies en toegekende indexaties Regeling
Premie 2012
Vaste bedragenregeling - weekbijdrage € 26,72 - actieven - slapers en gepensioneerden Basis Pensioen middelloon - % pensioengrondslag agf-groothandel 20% -%pensioengrondslag Part. kaaspakhuisbedrijf 18,75% - % pensioengrondslag groothandel eieren 18,75% - actieven - slapers en gepensioneerden 55-minregeling agf-groothandel en 0,5%*) 55-plus en 55-minregeling 1,5% Part. Kaaspakhuisbedrijf Aanvullend middelloonregelingplus - % pensioengrondslag 27,5% - actieven - slapers en gepensioneerden Aanvullend eindloonregeling - % pensioengrondslag 25,5% - slapers en gepensioneerden Aanvullend middelloonregeling - % pensioengrondslag 22% - actieven - slapers en gepensioneerden RegelingTijdelijk Nabestaandenpensioen *) Prepensioenregeling Part. Kaaspakhuisbedrijf n.v.t. Invaliditeitspensioenregeling n.v.t. *) Dit zijn leeftijdsafhankelijk premies. Zie www.bpfavh.nl.
2010
€ 26,72
€ 26,72
20% 18,75% 18,75%
n.v.t. 1,5%
27,5%
26%
25,5%
22%
*) n.v.t. n.v.t.
Jaarverslag 2011
2012
2011
2010
0% 0%
0% 0%
1,95% 0%
0% 0% n.v.t. 0%
0% 0% n.v.t. 0%
1,95% 0% n.v.t. 0%
0% 0%
0% 0%
1,95% 0%
0%
0%
0%
0% 0% 0% 0% 0%
0% 0% 0% 0% 0%
1,95% 0% 0% 0% 0%
20% 18,75% 18,75%
n.v.t. 1,5%
44
44
Indexatie
2011
25%
22%
*) n.v.t. n.v.t.
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het bestuur van Bpf AVH voert het beleid om het besluit inzake het toekennen van indexatie in de maand januari van het kalenderjaar volgende op het verslagjaar te nemen. Dit vanwege de koppeling tussen de premie en de indexatie en de wens om het indexatiebesluit te baseren op de feitelijk financiële positie ultimo van het verslagjaar. In januari 2011 is besloten om de pensioenen van gewezen deelnemers en gepensioneerden niet te indexeren. Per 1 januari 2012 zijn er geen toeslagen verleend. Bijzonder nabestaandenpensioen bij overlijden van de ex-partner Bij overlijden van de ex-partner wordt het bijzonder Nabestaandenpensioen weer toebedeeld aan de deelnemer. Deze optie is in het voordeel van de deelnemer; hij/zij krijgt weer de beschikking over een deel van het NP. Er wordt ook gehandeld in de geest van de PW. Er is immers sprake van een opgebouwd recht en dat wordt gestand gedaan. Voor het fonds betekent dit dat de verplichtingen ongewijzigd blijven.
45
Jaarverslag 2011
45
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
5.
Beleggingenparagraaf
Economische ontwikkelingen In 2011 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 11,10% (benchmark: 10,21%). Dit beleggingsrendement is goed te noemen in relatie tot het defensieve beleggingsbeleid van Bpf AVH en in vergelijking met het gemiddelde beleggingsrendement waarmee in het herstelplan is gerekend. In het jaar 2011 zijn de landencrisis in de Eurozone en de renteontwikkelingen het meest kenmerkend geweest. In 2009 sloeg de financiële crisis over van de banken naar de Eurolanden. Met name de zwakkere Zuid-Europese landen hadden moeite om de staatschuld te herfinancieren. Dit leidde zelfs tot een reddingsactie van Griekenland. In 2011 kwam wederom Griekenland en nu ook Italië onder druk te staan. In de beleggingsportefeuille van Bpf AVH was al rekening gehouden met de Eurocrisis. Zo werd er in de Eurozone alleen nog belegd in staatsobligaties van Duitsland en Nederland. Deze landen worden gezien als de sterkste landen binnen de Eurozone. Ter diversificatie zijn ook staatsobligaties van Australië toegevoegd. Ook dit is aan te merken als een veilige en defensieve belegging, gezien de AAA-rating en de lage overheidsschuld van Australië. Door toenemende onrust ten aanzien van de houdbaarheid van o.a. de Griekse en Italiaanse staatsschuld en de discussie over het meebetalen van de banken door gedeeltelijke kwijtschelding, heeft Bpf AVH besloten om in juli 2011 alle financials uit de Europese bedrijfsobligatieportefeuille te verkopen. Met ingang van 1 augustus 2011 is hier ook de normportefeuille voor aangepast. De onrust op de financiële markten hebben ook geresulteerd in dalende aandelenkoersen. In de tweede helft van 2011 is de rente steeds verder gaan dalen. In december heeft De Nederlandsche Bank gesloten dat pensioenfondsen de gemiddelde rentevoet over de periode oktober tot en met december 2011 als disconteringsvoet moest gebruiken. In 2011 is de US dollar iets sterker geworden ten opzichte van de EURO. Per ultimo 2011 had de euro een waarde van 1,30 (ultimo 2010: 1,34) US dollar. Beleggingen van Bpf AVH Beleggingsbeleid Het beleggingsdoel van Bpf AVH is om met een acceptabel beleggingsrisico een zo hoog mogelijk rendement op het vermogen te behalen om de continuïteit in de uitvoering van de pensioenregeling zo goed als mogelijk te garanderen. De beleidsinstrumenten die het bestuur kan inzetten om het vermogen van Bpf AVH te beïnvloeden zijn het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid. De reserve dient als buffer om een terugval in de waarde van de beleggingen te kunnen opvangen. Voor wat betreft de performance per assetclass is 2011 een hebben aandelen een negatieve performance (-10,80%) laten zien. De overige assetclasses hebben een positieve performance laten zien. Vastrentende waarden hadden een performance van 9,82%, grondstoffen 3,48%, vastgoed 4,80%, private equity 13,95% en cash 3,11%. Als we kijken naar de bijdrage van de AGF-portefeuille, de valutahedge en de rentehedge (zie onderstaand overzicht), dan kunnen we stellen dat zowel de AGF-portefeuille als de rentehedge positief hebben bijgedragen aan het rendement. De valutahedge heeft een lichte negatieve bijdrage aan het YTD rendement gehad.
46
46
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR Asset-allocatie In het verslagjaar was de asset mix van de normportefeuille Bpf AVH als volgt vastgesteld ca. 12,5% aandelen, ca. 72,5% vastrentende waarden, ca. 7,5% vastgoed en ca. 5% speciale beleggingen. Feitelijke allocatie 2011 %
Ultimo Vastrentende waarden Staatsobligaties Inflationlinked Bedrijfsobligaties Hypotheken en leningen op schuldbekentenis Deposito’s / Cash Zakelijke waarden Aandelen Onroerend goed Private equity Grondstoffen Currency Overige beleggingen Totaal
75,70
2010 % 78,92
Strategische allocatie 2011 %
2009 % 80,75
75,00
37,76 6,75 26,30
24,35 6,42 43,70
46,86
0,81 4,08
1,36 3,09
24,30
21,08
Benchmark 2011 % 75,00
23,22
38,30 7,50 25,25
38,30 7,50 25,25
1,92 8,75
1,45 2,50
1,45 2,50
19,25
25,00
25,00
12,80 5,19 3,79 2,52 -
11,26 5,06 2,45 2,31 -
9,48 5,14 1,81 1,31 1,51
12,50 7,50 2,50 2,50 -
12,50 5,00 5,00 2,50 -
100%
100%
100%
100%
100%
Rendement Mede onder invloed van deze ontwikkelingen nam de beleggingsportefeuille in het verslagjaar van zo’n € 625 miljoen naar zo’n € 706 miljoen in waarde toe. Op de gehele portefeuille is een rendement behaald van 11,10% ten opzichte van de benchmark van 10,21%. Beleggingscategorie
Rendement (%)
Benchmark (%)
13,18 4,86 8,28 5,97 3,11
12,51 5,34 8,51 3,65 1,41
-10,80
-11,08
Onroerend goed
4,80
4,55
Private equity
13,95
2,02
3,48 11,10
-19,07 10,21
Vastrentende waarden Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Inflationlinkedbonds Onderhandse leningen/Hypotheken en leningen op schuldbekentenis Deposito’s / Cash Zakelijke waarden Aandelen
Grondstoffen Totaal rendement inclusief afdekking valuta en renterisico
Z-score en performancetoets De z-score in 2011 is vastgesteld op 0,93% en de performancetoets 2007-2011 bedraagt 0,32%. Jaar z-score
Toets 0,32%
2011 0,93%
2010 0,55%
2009 - 2,15%
2008 - 1,01%
2007 - 0,46%
Met betrekking tot de vaststelling van de normportefeuille 2012, de z-score 2011 en de uitkomst van de performance toets 2007 – 2011 is op 31 maart 2011 een controleverklaring afgegeven.
47
Jaarverslag 2011
47
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Dekkingsgraad Het absoluut rendement is niet los te zien van de dekkingsgraad. Het beleid van Bpf AVH in het verslagjaar was om het duratie van de vastrentende waarden te verlengen naar 14. De afspraak was om de helft tussen de gewenste en de feitelijke duration in één keer te dichten en vervolgens bij elke rentestijging van 0,25% de duratie met 0,5 jaar te verlengen. In september 2008 heeft Bpf AVH de duratie met 3,5 jaar verlengd. Daarna heeft er geen renteverhoging meer plaatsgevonden. De dekkingsgraad van Bpf AVH ligt beneden het (minimaal) vereiste vermogen, waardoor er sprake is van dekkingstekort en reservetekort. Vooruitblik 2012 In de eerste maanden van 2012 is de dekkingsgraad van Bpf AVH gedaald ten gevolge van een verder dalende rente. Door het lage gewicht in aandelen heeft het fonds minder kunnen profiteren van de goede aandelenrendementen. De passieve Europese bedrijfsobligatieportefeuille is gewijzigd in een actief wereldwijd bedrijfsobligatiemandaat. Verantwoord beleggen Het bestuur van Bpf AVH is van mening dat zij ook bij het beleggen rekening dient te houden met haar maatschappelijke functie, daarom heeft Bpf AVH de Principles for Responsible Investments (PRI) van de Verenigde Naties ondertekend. Bpf AVH zal zich inspannen om ook de bestaande en nieuwe vermogensbeheerders die voor Bpf AVH een deel van het vermogen beheren de PRI te laten ondertekenen. Het bestuur van Bpf AVH heeft de volgende onderwerpen geformuleerd waar rekening dient te worden gehouden bij het investeringsproces: - Dierenwelzijn; - Milieu prestaties; - Mensenrechten; - Werknemersverhoudingen; - Wapenindustrie en in het bijzonder, landmijnen en clusterbommen. Bpf AVH is mening dat landmijnen en clusterbommen verwerpelijk wapentuig zijn, en heeft daarom besloten om bedrijven die landmijnen en clusterbommen produceren uit te sluiten van investeringen. De andere onderwerpen (dierenwelzijn, milieu prestaties, mensenrechten, wapenindustrie en werknemersverhoudingen) zullen via dialoog (engagement) met bedrijven aan de orde worden gebracht. Gezien het feit dat Bpf AVH voornamelijk belegd in zogenaamde index beleggingsfondsen, zal de uitsluiting van landmijnen en clusterbommen plaatsvinden door short te gaan. Per kwartaal zal verantwoording worden afgelegd over het toepassen van criteria voor verantwoord beleggen. Bpf AVH heeft de principes in zake maatschappelijk verantwoord beleggen van de Verenigde Naties (UN PRI) ondertekend. Bij het aanstellen van nieuwe managers is één van de voorwaarden dat de managers de UN PRI ondertekend moeten hebben, dan wel dat deze criteria op het te verstrekken mandaat worden toegepast. De volgende, door Bpf AVH aangestelde, vermogensbeheerders (managers) hebben de UN PRI ondertekend:
48
•
F&C Netherlands;
•
Kempen Capital Management;
•
Blackrock;
•
Dexia Asset Management;
•
Partners Group;
• •
AXA Private Equity; JP Morgan.
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Bpf AVH belegt in beleggingsfondsen en kan binnen die fondsen niet bepalen welke bedrijven uitgesloten moeten worden. Daarom is in 2011 de aandelen en bedrijfsobligatie portefeuille gescreend op het beleid van Bpf AVH inzake maatschappelijk verantwoord beleggen. De bedrijven die betrokken zijn bij de productie van clusterbommen en/of landmijnen worden verkocht (short gegaan). Dit betreft de volgende bedrijven:
BAE Systems PLC;
General Electric Co.;
Lockhead Martin Corp.
50 Jaarverslag 2011
49
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR 8.
Actuariële paragraaf
Actuariële analyse In onderstaand overzicht is de actuariële analyse van het saldo van baten en lasten opgenomen: 2011
Actuariële analyse
€
Premiebijdragen werkgevers en werknemers Benodigd voor; Pensioenopbouw in het jaar Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten Premieresultaat Beleggingsresultaten Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen Indexering en overige toeslagen Wijziging marktrente Interestresultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op kosten Resultaat op uitkeringen Resultaat op kanssystemen Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige baten Overige lasten Overig resultaat
€
2010 €
€
48.985
45.819
- 47.195
- 39.256
- 781 - 2.686
- 628 - 2.453 - 1.677
67.194 - 8.143 6.043 - 112.097
3.482 35.213 - 6.881 1.045 -61.048
- 47.003 - 43 627 427 2.186 0 1.155 - 595
Totaal saldo van baten en lasten
-31.671 - 181 190 48 1.609 - 19.430 1.012 - 977
3.757
- 17.729
- 44.923
-45.918
Beleid ten aanzien van toeslagverlening/indexatie Er is bij Bpf AVH sprake van een voorwaardelijke indexatietoezegging, gekoppeld aan een ex ante bepaalde maatstaf. Er wordt geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. Echter in de premie voor de basispensioenregeling zit thans ook een financiële ruimte die eventueel voor indexatie kan worden aangewend. Dat betekent dat in het kader van de indexatiematrix, het indexatiebeleid van Bpf AVH kan worden beschouwd als een combinatie van C1 en D1 en de indexatie is dus afhankelijk van: de financiële ruimte in de betaalde premie (=”beschikbare premie”) en het overrendement. Bpf AVH maakt gebruik van een staffel bij de bepaling van de toeslagen (zie 44 van het verslag van het bestuur). Per 1 januari 2011 en 1 januari 2012 zijn geen toeslagen verleend. Premie De premiebijdragen van werkgever en werknemers bedragen in totaal 20% (2010: 20%) van de pensioengrondslagen. De kostendekkende, gedempte en feitelijke premies zijn als volgt (cf. art. 128 PW):
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
50
2011 €
2010 €
56.071 48.985 48.985
47.377 45.819 45.819
51 Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
De samenstelling van de kostendekkende, feitelijke en gedempte premie zijn als volgt bepaald: Bpf AVH heeft haar premiebeleid bepaald op grond van de ALM-studie gehouden in 2010 en vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Volgens het pensioenreglementen Bpf AVH betalen zowel de werkgevers als de werknemers een bijdrage in de premie. De feitelijke premie is de premie die daadwerkelijk in het verslagjaar is ontvangen. De kostendekkende premie is gebaseerd op de rentetermijnstructuur en gevoelig voor renteveranderingen. Hierdoor ontstaan fluctuaties van deze kostendekkende premie. Om dit effect te voorkomen biedt het raamwerk van de Pensioenwet en Financieel Toetsingskader de mogelijkheid om premiedemping te bewerkstelligen. Het is daarbij toegestaan om af te wijken van de rentetermijnstructuur als rekenrente bij de vaststelling van de feitelijke premie. Bpf AVH heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en hanteert voor de vaststelling van de gedempte premie een disconteringsvoet van 4,0%. De premie 2012 is echter niet kostendekkend. Bpf AVH heeft van DNB toestemming gekregen om van de zogenoemde adempauze gebruik te maken en te onderzoeken om de financiering van de pensioenregeling sluitend te maken. Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Onder het FTK is het ‘vereist eigen vermogen’ het vermogen dat hoort bij de zogeheten evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In die evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Met andere woorden, de kans dat het pensioenfonds zich één jaar later in een situatie van dekkingstekort bevindt, is kleiner dan of gelijk aan 2,5%. De toezichthouder, DNB, heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro’s) op het eigen vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets afhankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. De vereiste solvabiliteit op basis van deze toets bedraagt ultimo 2011 € 34.889. Het feitelijke eigen vermogen van het pensioenfonds ultimo 2011 bedraagt - € 38.017. Dit betekent dat het pensioenfonds ultimo 2011 niet voldoet aan de solvabiliteitstoets. Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie Op grond van aanwijzingen van DNB dient voor het oordeel over de vermogenspositie van Bpf AVH allereerst naar de toetswaarde solvabiliteit te worden gekeken. De aanwezige solvabiliteit is lager dan 104,6%. Bpf AVH bevindt zich in een situatie van dekkingstekort. Daarmee is de financiële positie slecht.
52 Jaarverslag 2011
51
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR 9.
Rapportage over Goedpensioenfondsbestuur
Algemeen Door de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, ‘PFG’) verankerd in het wettelijke kader. De 32 principes hebben betrekking op de volgende componenten: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van Bpf AVH is gericht op een integere bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid hiervoor is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt in ieder geval het volgende in: - het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s; - integriteit; - de soliditeit van het pensioenfonds, waaronder wordt verstaan: het beheersen van financiële risico’s en het beheersen van andere risico’s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten; - het beheersen van de financiële positie op de lange termijn door periodiek een continuïteitsanalyse te maken. Bpf AVH legt verantwoording af m.b.t. medezeggenschap binnen het pensioenfonds door: - het instellen van intern toezicht; - de aanstelling van een compliance officer; en - het instellen van een verantwoordingsorgaan. Intern toezicht Het intern toezicht binnen Bpf AVH wordt vormgegeven door een visitatiecommissie. Compliance officer Het bestuur van het pensioenfonds heeft de leden van het Dagelijks Bestuur benoemd als compliance officer voor bestuur, deelnemersraad en de bestuurscommissies. De voornaamste taken van de compliance officer zijn: - onafhankelijk toezicht op de naleving van de gedragscode; - onafhankelijk toezicht op de naleving van wettelijke regelingen. De taken leiden onder meer tot het toetsen van de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot onder andere koersgevoelige informatie en privé-effectentransacties door het bestuur en de medewerkers van het pensioenfonds. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur ten aanzien van het uitgevoerde beleid en over beleidskeuzes voor de toekomst. De frequentie van het overleg met het bestuur, de beleidsaangelegenheden en de verantwoordingsstructuur van dit orgaan zijn bij de oprichting vastgesteld. Tijdens het overleg tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan, dat elk boekjaar minimaal eenmaal wordt gehouden zijn de volgende onderwerpen behandeld: beleid, financiële en actuariële analyses, visitatierapport, klanttevredenheidsonderzoek, deskundigheidsontwikkeling en vooruitzichten. In 2011 heeft het verantwoordingsorgaan in haar verslag geoordeeld dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd.
52
53 Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET BESTUUR
10.
Toekomst
Ontwikkelingen in de wereldeconomie en van de financiële markten, de spanningen in de EU en over euro, de demografische- en arbeidsmarktontwikkelingen, de voorgenomen wijzigingen in wet- en regelgeving vragen om een alerte en meer dan uiterste inzet van pensioenfondsbestuur. Dit geldt ook voor het bestuur van Bpf AVH. De toenemende complexiteit en de negatieve aandacht van de media zal het besturen van een pensioenfonds er niet eenvoudig op maken. Het bestuur van Bpf AVH werkt aan deskundigheid en aan de vereiste competenties en zal invulling geven aan een passende governance. In overleg met CAO-partijen zal het bestuur het nieuwe pensioencontract vormgeven, waarbij naar een bij de aangesloten sectoren passende ambitie en risicoprofiel zal worden gekeken.
54 Jaarverslag 2011
53
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
In artikel 33 van de pensioenwet wordt gesteld dat een pensioenuitvoerder de organisatie zodanig moet inrichten dat een goed bestuur is gewaarborgd waardoor er in ieder geval: verantwoording wordt afgelegd aan de aanspraak- en pensioengerechtigden en de werkgever; waarvoor bij pensioenfondsen een verantwoordingsorgaan is ingesteld; en intern toezicht is. Voor de inrichting van het verantwoordingsorgaan wordt bij algemene maatregel van bestuur gewezen naar de Principes voor goed pensioenfondsbestuur van de STAR. Conform de Principes heeft Bpf AVH de rechten en plichten van het verantwoordingsorgaan in een reglement vastgelegd. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit 6 leden, waarvan 1/3 afkomstig is uit de geleding van de werknemers, 1/3 uit de geleding van de werkgevers en 1/3 uit de geleding van de gepensioneerden en is bevoegd deskundigen te raadplegen indien het dat voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een oordeel te geven over: het handelen van het bestuur; het door het bestuur gevoerde beleid over het betreffende kalenderjaar; en de beleidskeuzes die betrekking hebben op de lange(re) termijn. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop bekend gemaakt en opgenomen in het jaarverslag. Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur, gevraagd of uit eigen beweging over:
het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden;
het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan; de vorm, inrichting en samenstelling van het intern toezicht; het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid.
In 2011 is het verantwoordingsorgaan vier keer in vergadering bijeengekomen en wel op 17 maart, 26 mei, 6 oktober en 8 december. Een keer is er met het bestuur van bpf AVH vergaderd, te weten op 26 mei. Een keer is er met het dagelijks bestuur vergaderd te weten op 8 december. In alle vergaderingen is het verantwoordingsorgaan uitgebreid geïnformeerd over de financiële stand van zaken van Bpf AVH en over de meest relevante ontwikkelingen op het gebied van pensioenen en wat dit betekent voor Bpf AVH in het bijzonder. Tevens is het verantwoordingorgaan elke vergadering geïnformeerd over de voortgang van de studiecommissie en de commissie risicomanagement. De studiecommissie onderzoekt en adviseert het bestuur over mogelijke veranderingen van de pensioenregeling om aan alle wettelijke bepalingen te blijven voldoen. De commissie risicomanagement geeft adviezen aan het bestuur aangaande het risicomanagement van Bpf AVH. 54
Jaarverslag 2011
57
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
In de vergadering van 17 maart is ingegaan op de invloed van de politiek op pensioenfondsen en de te verwachten wetswijzigingen als gevolg hiervan. De volgende agendapunten zijn behandeld: voorlichtingsproject; strategisch communicatiebeleid;
indexatielabel; pensioenopleiding voor belangstellenden;
convenant bevordering diversiteit pensioenfondsen;
pensioenprioriteiten SZW in 2011; wijzigingen in Pensioenwet.
In de vergadering van 26 mei is het jaarverslag 2010 behandeld. In deze vergadering kwam het verantwoordingsorgaan bij de vaststelling van het jaarverslag 2010 tot het volgende oordeel: Het verantwoordingsorgaan van Bpf AVH is op basis van het jaarverslag, de actuariële rapporten en het accountantsverslag 2010, de evaluatie van het herstelplan, de door het bestuur en de directie van Servicekantoor AGH aangereikte stukken inzake het bestuursbeleid, de vooruitzichten en de gemaakte afspraken inzake de interne beheersing, en met het bestuur en de directie van Servicekantoor AGH gevoerde gesprekken van mening dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd. In de vergadering van 6 oktober is de heer Osinga toegetreden tot het verantwoordingsorgaan. De heer Osinga is benoemd door Frugi Venta. Tijdens de vergadering is stilgestaan bij de economische ontwikkelingen van het eerste en tweede kwartaal van 2011 omdat Bpf AVH als gevolg van deze ontwikkelingen het beleggingsplan heeft aangepast. De volgende agendapunten zijn behandeld: mandaat communicatie commissie;
opdracht aan de visitatie commissie; communicatieplan voor de 55-min-regeling wetsvoorstel verhoging AOW-leeftijd; voorontwerp van wet governance; pensioenakkoord.
Ten aanzien van het communicatieplan voor de 55-min-regeling heeft het verantwoordingsorgaan geadviseerd om het plan uit te voeren conform het voorstel. In de vergadering van 8 december met het dagelijks bestuur is gesproken over de economische crisis en wat dat betekent voor het beleid van Bpf AVH in het algemeen en de deelnemers in het bijzonder. Het verantwoordingsorgaan begrijpt dat het bestuur in overleg moet treden met CAOpartijen, maar wijst nadrukkelijk ook op de eigen verantwoordelijkheid die het bestuur heeft. De volgende agendapunten zijn behandeld: strategisch beleggingsbeleid en de normportefeuille 2012; conference call d.d. 11 november 2011 aangaande de economische crisis; kostendekkende premie en scenario’s berekeningen; premies, indexatie en overige parameters 2012.
58
Jaarverslag 2011
55
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Oordeel Het verantwoordingsorgaan van Bpf AVH is op basis van het jaarverslag, de actuariële rapporten en het accountantsverslag 2011, het rapport van de visitatiecommissie d.d. 16 april 2012, de evaluatie van het herstelplan, de door het bestuur en de directie van Servicekantoor AGH aangereikte stukken inzake het bestuursbeleid, de vooruitzichten en de gemaakte afspraken inzake de interne beheersing, en met het bestuur van Bpf AVH en met de directie van Servicekantoor AGH gevoerde gesprekken van mening dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd. Verantwoordingsorgaan Bpf AVH Rijswijk, 14 juni 2012 De heer J.J. Horn, voorzitter De heer H.J.I. Giesendorf, plv. voorzitter
56
Jaarverslag 2011
59
avh jaarverslag 2011 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Reactie van het bestuur op het verslag verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft met voldoening kennisgenomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Rijswijk, 14 juni 2012 Het bestuur van Bpf AVH De heer drs. L.A.M. Welschen voorzitter Mevrouw J.A.M. Bergervoet, vice voorzitter
60
Jaarverslag 2011
57
avh jaarverslag 2011 Samenvattend verslag van de visitatie 2012 bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Taakopdracht en wettelijk kader De visitatie is ingericht conform het bepaalde in de Pensioenwet en in de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. Het doel van de visitatie is:
het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het fonds;
het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd;
het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en langere termijn.
Deze visitatie heeft een breed karakter en dekt alle relevante beleidsgebieden af. Daarmee is sprake van een volledige visitatie. Deze visitatie is een vervolg op de visitatie uit 2009. Het visitatierapport is gebaseerd op analyse van geleverde documentatie en op interviews met het bestuur, diverse bestuurscommissies, de deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en de directie van de uitvoeringsorganisatie. De waarnemingsperiode is op basis van de bestuursnotulen in de periode december 2008 tot en met december 2011. Overige geraadpleegde notulen en verslagen bestrijken ongeveer dezelfde periode. De uitkomsten zijn besproken met het bestuur. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het visitatierapport. Het volledige rapport is beschikbaar bij het bestuur. Samenvattend oordeel Op basis van de uitgevoerde visitatie zijn wij van oordeel dat:
de beleids- en bestuursprocedures en de checks en balances voldoende zijn ontwikkeld;
dat het fonds adequaat wordt aangestuurd; en
dat het bestuur verantwoord omgaat met de risico’s op zowel korte als langere termijn.
Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het visitatierapport Bestuur, bestuursbeleid en aansturing (goed pensioenfondsbestuur) De samenwerking tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad verloopt goed. Het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad geven aan dat zij goed en tijdig bij besluitvorming worden betrokken. Er vinden constructieve discussies plaats tussen beide organen en het bestuur. In de commissies worden veel bestuursbesluiten verder uitgewerkt en voorbereid. Voorbeelden hiervan is de studiecommissie, die zich bezighoudt met de aanpassing van de (financiering van de) pensioenregeling per 2013. Daarnaast is er een communicatiecommissie, commissie risicomanagement en een beleggingscommissie. In de commissie risicomanagement werkt het bestuur met ondersteuning middels een extern deskundige. Daarnaast is sprake van roulerend deelnemerschap vanuit het bestuur, zodat alle bestuursleden nauw betrokken worden bij het risicomanagement. De beleggingscommissie kent een gevarieerde samenstelling. Naast bestuursleden hebben deskundigen uit de uitvoeringsorganisatie, een externe beleggingsdeskundige en een beleggings- /actuarieel deskundige plaats in de commissie. Deze diverse samenstelling draagt bij aan een evenwichtige besluitvorming. 54 58
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 Samenvattend verslag van de visitatie 2012 bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel 1. Wij bevelen het bestuur aan de jaarlijkse begroting uit te werken tot een jaarlijks beleidsplan, waarbij ook meer strategische onderwerpen aan de orde komen. 2. Het bestuur heeft aandacht voor de evenwichtige belangenafweging. Niettemin bevelen wij aan bij belangrijke besluiten de evenwichtige belangenafweging expliciet te adresseren, door bijvoorbeeld de gevolgen van keuzes voor verschillende groepen belanghebbenden te benoemen. 3. Wij bevelen aan bij belangrijke voorstellen en besluiten een toets te laten plaatsvinden op vooraf vastgestelde doelen, criteria en uitgangspunten, met aandacht voor het geformuleerde kader inzake de risicobeheersing, compliance, uitvoerbaarheid, verantwoording en communicatie. Organisatie, uitvoering en uitbesteding Het bestuur is tevreden over de rol van Servicekantoor AGH. De lijnen met de uitvoeringsorganisatie zijn kort. Servicekantoor AGH stelt zich pro-actief op in het melden van relevante ontwikkelingen. Daarnaast is het servicekantoor goed in staat tijdig duidelijke voorstellen, notities en studies voor te leggen aan het bestuur. Het bestuur is op zoek naar invulling van een oordeel over het ‘in control’ zijn ten aanzien van uitbesteding. In 2011 is er geen nieuwe aanvraag voor SAS 70 type I ingediend en verkregen. De organisatie werkt wel conform de afspraken van SAS 70 type I. Financiële opzet en pensioenbeleid Het verbeteren van de financiële situatie van het pensioenfonds heeft de volle aandacht van het bestuur. Deelnemers zijn adequaat ingelicht over de mogelijke korting van pensioenen in 2013. Momenteel is een studiecommissie ingesteld, met als opdracht om een voorstel voor aanpassing van de pensioenregeling/financiering te komen. 4. Wij bevelen aan bij het onderzoek naar mogelijke wijzigingen in de pensioenregeling de implicaties van gemaakte keuzes voor verschillende groepen belanghebbenden in kaart te brengen en tijdig de aanpassingen aan de deelnemers te communiceren. Beleggingsbeleid en uitvoering De risicohouding is overwegend defensief, maar met oog voor kansen – binnen de vastgestelde marges – om extra rendement te genereren. Dit komt tot uiting in het aandeel vastrentende waarden en de hoeveelheid passieve mandaten. De mate van renteafdekking is daarentegen beperkt: de effectieve hedge-ratio was circa 40% aan het einde van het derde kwartaal 2011. In de meest recente ALM studie is nog uitgegaan van een afdekking van 50%. 5. Er wordt niet gestuurd op een bepaald percentage renteafdekking. Er wordt gestuurd op een beslissing uit september 2008 om de duration te verlengen naar 14 jaar. Wij bevelen aan om de doelstellingen van het renteafdekkingsbeleid nader te formuleren. Hierbij is het wenselijk dat er consistentie is tussen het beleid en hetgeen in de ALM studie als uitgangspunt is gehanteerd.
Jaarverslag 2011
55 59
avh jaarverslag 2011 Samenvattend verslag van de visitatie 2012 bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Communicatie- en informatiebeleid Uit recent onderzoek is naar voren gekomen dat de deelnemers beperkte kennis van de pensioenregeling hebben. De communicatiecommissie heeft uitgangspunten geformuleerd voor het communicatiebeleid. Een vervolgstap is om het communicatiebeleid verder uit te werken mede met het oog op verbetering van het pensioenbewustzijn bij de achterban. 6. Wij bevelen aan om de doelen die het bestuur wil realiseren met het communicatiebeleid SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) te formuleren. Controle, toezicht en beheersing, verantwoording en advisering In de bestuursvisie op compliance ligt de nadruk op integriteit en handhaving van de gedragscode. Het voldoen aan wet- en regelgeving in algemene zin ligt vooral bij de commissie risicomanagement. Verdere uitwerking van het integriteitbeleid is geagendeerd. Risicobeheersing De commissie risicomanagement heeft in brede samenstelling en met brede bestuursparticipatie de risico’s geïnventariseerd en de risico-omvang en kans en impact vastgelegd. Ook zijn de beheersingsmaatregelen vastgelegd. De speerpunten voor de vervolgactiviteiten zullen worden besproken. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan de kernrisico’s die een hoog bruto risico hebben of een hoog resterend risico. Onderdeel van het vervolg zal zijn een verdere uitwerking van de aanbevelingen van de pensioenfederatie, de commissie Frijns en DNB. 7. Wij bevelen aan om het risicomanagement te integreren in de normale besluitvormingsprocedures, door bij besluiten de relevante risico’s in kaart te brengen. VisitatieOpMaat, mei 2012 Drs. J. Groenewoud H.J.P. Strang RA D. Wenting AAG RBA
56 60
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 JAARREKENING
61 Jaarverslag 2011 61
avh jaarverslag 2011 BALANS PER 31 DECEMBER 2011 Na bestemming van het saldo van baten en lasten Activa (x duizend euro) Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Liquide middelen beleggingen
Ref. 4
31 december 2011
28.492 101.478 466.198 31.697 13.904 63.915
31 december 2010
28.593 103.310 428.627 14.893 13.620 36.374
705.684
625.417
Deelnemingen
5
693
573
Materiële vaste activa
6
970
970
Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen
7
2.899
2.625
2.899 Overige activa Liquide middelen
16.771
Totaal activa
62 Jaarverslag 2011 62
2.625 5.010
16.771
5.010
727.017
634.595
avh jaarverslag 2011 BALANS PER 31 DECEMBER 2011
Ref.
31 december 2011
31 december 2010
Passiva (x duizend euro) Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal Overige reserves
8
0 - 38.017
0 6.906
- 38.017 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Overige schulden en overlopende passiva
6.906
9 763.395
10
Totaal passiva
626.821
763.395
626.821
1.639
868
727.017
634.595
63 Jaarverslag 2011 63
avh jaarverslag 2011 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2011
2011
Ref. Baten (x duizend euro) Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Saldo overdrachten van rechten Overige baten
14 15 20 17
48.985 67.194 - 222 364
2010
45.819 35.213 254 758
116.321
82.044
Lasten (x duizend euro) Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten
16 18
21.309 2.341
14.732 2.531
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Overige lasten
19 21
136.574 1.020
109.344 1.355
161.244
127.962
- 44.923
- 45.918
Overige reserves
-44.923
- 45.918
Totaal saldo van baten en lasten
-44.923
- 45.918
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten
64 Jaarverslag 2011 64
avh jaarverslag 2011 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2011
€ Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen uit herverzekering Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten Overige ontvangsten Betaalde pensioenuitkeringen Betaald in verband met overdracht van rechten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Overige uitgaven Betaalde premies herverzekering
€
269 49.281
0 46.507
1.729 0 - 20.538
610 1.904 - 14.852
- 1.951 - 2.461 - 1.165 - 330
- 356 - 2.768 - 977 - 378
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
2011 €
24.834 408.870 24.168 - 444.741 - 1.370
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
2010 €
29.690 619.486 17.733 - 707.971 - 669
- 13.073
- 71.421
Nettokasstroom
11.761
- 41.731
Mutatie liquide middelen
11.761
- 41.731
Stand per 1 januari Mutatie liquide middelen
5.010 11.761
46.741 - 41.731
Stand per 31 december
16.771
5.010
Het verloop van de liquide middelen is als volgt:
65 Jaarverslag 2011 65
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Algemene toelichting 1.1
Activiteiten Het doel van Bpf AVH is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan Pensioengerechtigden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregelingen van de verplicht gestelde aangesloten werkgevers.
1.2
Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd.
2.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. (De jaarrekening is opgesteld in 1.000 euro’s.) Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. Overige activa en passiva worden bij de eerste waardering gewaardeerd op reële waarde plus transactiekosten en de vervolgwaardering is geamortiseerde kostprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
2.2
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
2.3
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening komt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
66 Jaarverslag 2011 66
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2.4
Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Vastgoed beleggingen worden gewaardeerd tegen de marktwaarde (N.A.V.). Voor de participaties in de vastgoedfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Vastrentende waarden Onder de post vastrentende waarde zijn verantwoord: Obligaties; Obligaties zijn gewaardeerd tegen de beurskoers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen obligaties; Participaties zijn gewaardeerd tegen de koers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. Onderhandse geldleningen; Aan de hand van de static data van de onderhandse leningen waarbij diverse gegevens moeten worden aangeleverd wordt de theoretische waarde van de onderhandse lening berekend op basis van een yield curve. De yield curve bestaat uit een aantal yields met verschillende looptijden. Deze waarden worden maandelijks opgehaald uit Bloomberg en opgeslagen in een tabel. Er wordt een contante waarde berekend van toekomstige couponbetalingen en de uiteindelijke lossing. Deposito’s; Deposito’s zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Aandelen Onder de post aandelen zijn verantwoord: Beursgenoteerde aandelen; Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen; Private Equity aandelen. Beursgenoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de beurskoers op balansdatum. Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten die zijn afgeleid van meer traditionele producten als aandelen en obligaties. Het betreft valutatermijncontracten, interest rate swaps en swaptions.Positieve posities uit hoofde van derivatencontracten worden gepresenteerd onder derivaten. Negatieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslagjaar worden gepresenteerd onder verplichtingen uit hoofde van de beleggingen. De waarderingsmethode van de Interest Rate Swaps, swaptions en valutatermijncontracten is: Interest rate swaps: waardering op basis van theoretische bepaling, middels zero coupon yieldcurve op basis van marktrentes. Swaptions: waardering tegen marktwaarde, op basis van slotkoersen (mid price via markit). Valutatermijncontracten: waardering tegen actuele koers inclusief agio/disagio forward punten (tics). Overige beleggingen Commodities worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde, zijnde een benaderde marktwaarde, zoals aangeleverd door de vermogensbeheerders.
67 Jaarverslag 2011 67
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2.5
Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen kostprijs.
2.6
Materiële vaste activa Bedrijfsgebouw is gewaardeerd op actuele waarde op basis van de meest recente taxatie. Overige vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur.
2.7
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de amortiseerde kostprijs.
2.8
Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas, en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel met een looptijd korter dan twaalf maanden.
2.9
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
2.10
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.
68 Jaarverslag 2011 68
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN De VPV is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: De gehanteerde marktrente die gebaseerd is een driemaandsgemiddelde van de rentetermijnstructuur zoals door de DNB gehanteerd wordt. Overlevingstafels, te weten de AG-prognosetafel 2010-2060 met een leeftijdsterugstelling van 1 jaar voor zowel mannen als vrouwen. De starttafel is de tafel 2012, (2010: AG prognosetafel 2010-2060 met een leeftijdsterugstelling van 1 jaar voor zowel mannen als vrouwen, met starttafel 2011). Een vast leeftijdsverschil tussen (gewezen) deelnemer en partner van drie jaar. Aangenomen is dat 90% van de deelnemers en gewezen deelnemers met premievrije aanspraken een partner heeft. Voor personen die op of na 1 januari 2002 actieve deelnemer zijn (geweest) wordt op leeftijd 65 uitgegaan van een percentage van 100 (in verband met uitruil). Voor deelnemers met een ingegaan ouderdomspensioen is rekening gehouden met de werkelijke burgerlijke staat. Ter dekking van het wezenpensioen is de voorziening voor uitgesteld partnerpensioen verhoogd met 1,5% met betrekking tot niet gepensioneerden. Een kostenopslag ter grootte van 2% van de VPV in verband toekomstige administratie- en excassokosten. De toekomstige pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers is meegenomen in de technische voorziening.
69 Jaarverslag 2011 69
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
3.1
Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
3.2
Premiebijdragen Onder premiebijdragen wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.3
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe kosten verstaan. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d.
3.4
Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.5
Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.6
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben.
70 Jaarverslag 2011 70
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Indexering en overige toeslagen Indien de middelen van Bpf AVH volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de een afgesproken staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om de opgebouwde pensioenen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een duidelijke ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De uit te keren pensioenen vallen vrij uit de voorziening pensioenverplichtingen samen met 2% van die uitkeringen ter dekking van excasso- en uitvoeringskosten. Wijziging marktrente Ultimo van het jaar wordt overgegaan naar de per die datum geldende rentetermijnstructuur, hetgeen een mutatie in de voorziening tot gevolg heeft. De bij de voorziening behorende gemiddelde marktrente is gedaald van 3,4% ultimo 2010 naar 2,74 % ultimo 2011. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten De voorziening pensioenverplichtingen wijzigt waardeoverdrachten. 3.7
door
inkomen
en
uitgaande
Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdracht van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
71 Jaarverslag 2011 71
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 4.
Beleggingen voor risico pensioenfonds
Vastgoed Aandelen beleggingen € € Stand per 1 januari 2010 25.625 63.163 Aankopen 2010 7.895 104.923 Verkopen 2010 - 4.850 - 79.268 Overige mutaties 2010 - 104 1.808 Waardeontwikkeling 2010 27 12.684
Vastrentende waarden € 413.704 537.222 - 532.778 6.070 4.409
Deri- Overige Liquide vaten beleg- middelen gingen € € € 9.546 6.745 13.241 15.557 6.000 23.133 -10.365 0 0 0 0 0 155 875 0
Totaal € 532.024 694.730 - 627.261 7.774 18.150
Stand per 31 december 2010 Aankopen 2011 Verkopen 2011 Overige mutaties 2011 Waardeontwikkeling 2011
28.593 0 0 0 -101
103.310 17.032 - 8.263 - 246 - 10.355
428.627 400.168 - 389.818 - 669 27.890
14.893 0 - 9.874 0 26.678
13.620 0 -1 0 285
36.374 27.541 0 0 0
625.417 444.741 - 407.955 - 915 44.396
Stand per 31 december 2011
28.492
101.478
466.198
31.697
13.904
63.915
705.684
Vastgoedbeleggingen
Indirecte vastgoedbeleggingen (participaties in beleggingsinstellingen)
2011 € 28.492
2010 € 28.593
Stand per 31 december
28.492
28.593
2011 € 23.470 - 153 78.161 0
2010 € 17.657 - 180 85.587 246
101.478
103.310
Aandelen
Private equity aandelen Beursgenoteerde aandelen Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingsfondsen Liquide middelen Stand per 31 december
72 Jaarverslag 2011 72
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Vastrentende waarden
Obligaties Leningen op schuldbekentenis Andere waardepapieren met een vaste of variabele rente Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden Overige vorderingen Liquide middelen Stand per 31 december
2011 € 412.326 4.014 2.323
2010 € 383.620 4.497 2.615
38.965 8.570 0
28.655 9.070 170
466.198
428.627
Derivaten
Valutaderivaten Rentederivaten
2011 € - 280 31.977
2010 € 42 14.851
Stand per 31 december
31.697
14.893
Overige beleggingen De overige beleggingen worden hieronder naar aard en omvang toegelicht.
Hedgefondsen Commoditiefonds (grondstoffen, edele metalen)
2011 € 0 13.904
2010 € 73 13.547
Stand per 31 december
13.904
13.620
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de stichting kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van marktnoteringen, met uitzondering van hedge funds, private equity, onderhandse leningen, vastgoed, derivaten en commodities, die op basis van waarderingsmodellen en technieken zijn gewaardeerd (netto vermogenswaarde; zijnde benaderde marktwaarde). Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie.
73 Jaarverslag 2011 73
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). Mededelingen gerenommeerde derde-partijen: banken, brokers, custodians, etc. (transactieprijzen). Due-diligencewaarderingsrapporten. Rentevoeten gehanteerd bij de bepaling van de reële waarde Op balansdatum zijn de volgende rentevoeten gehanteerd:
31 31 december december 2010 2011 % % 2,72 2,96 2,68 3,47
Vastrentende waarden Derivaten Overige toelichtingen
De volgende balansposities en/of toekomstige kasstromen worden door het fonds strategisch (USD – 50%, GBP – 50%) en tactisch (USD – 0%, GBP 50%) door middel van derivaten afgedekt: Beleggingen in Amerikaanse dollars per 31 december 2011 waarbij deze beleggingen een waarde in euro’s vertegenwoordigen van 12.517 (2010: 37.948) Beleggingen in Britse ponden per 31 december 2011 waarbij deze beleggingen een waarde in euro’s vertegenwoordigen van 3.085 (2010: 10.797). 5.
Deelnemingen
Het verloop van de deelnemingen kan als volgt worden gespecificeerd:
Stand per 1 januari Toevoeging Stand per 31 december
Totaal Deelnemingen 2011 € 573 120
Totaal Deelnemingen 2010 € 100 473
693
573
De belangen van de stichting in andere maatschappijen zijn als volgt verdeeld: Aandeel geplaatst in kapitaal % 75,0 12,5
Naam, vestigingsplaats Servicekantoor AGH te Rijswijk LevensloopPlus BV te Utrecht
Voor Bpf AVH geldt, door de bestuurssamenstelling van Servicekantoor AGH, geen consolidatieplicht voor de 75% deelneming in Servicekantoor AGH.
74 Jaarverslag 2011 74
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 6.
Materiële vaste activa
De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven:
Bedrijfsgebouwen
2011 €
2010 €
Stand per 1 januari Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
970
970
Boekwaarden
970
970
0
0
970
970
1.400 - 430 0
1.400 - 430 0
970
970
31-12-2011 € 970 0
31-12-2010 € 970 0
970
970
Vordering op werkgevers Te vorderen claim Te vorderen vugaard Te vorderen beleggingen Rekenig courant SSAGH Waardeoverdrachten Overlopende activa
2011 € 1.229 198 973 0 217 247 35
2010 € 1.525 0 526 196 0 0 378
Stand per 31 december
2.899
2.625
Mutaties Verkopen Saldo Stand per 31 december Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Verkopen Boekwaarden
Bedrijfsgebouw (laatstelijk getaxeerd in 2009) Andere vaste bedrijfsmiddelen
7.
Overige vorderingen
Alle overige vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
75 Jaarverslag 2011 75
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 8.
Stichtingskapitaal en reserves
Stand per 1 januari 2010 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties
Stichtingskapitaal € 0 0 0
Overige reserves € 52.824 - 45.918 0
€ 52.824 - 45.918 0
Stand per 31 december 2010 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties
0 0 0
6.906 - 44.923 0
6.906 - 44.923 0
Stand per 31 december 2011
0
- 38.017
- 38.017
Solvabiliteit en dekkingsgraad Solvabiliteit Aanwezig vermogen Minimaal vereist vermogen Vereist vermogen Dekkingsgraad
Totaal
2011 €
2010 €
725.378 798.283 872.734 95,0
633.727 656.087 707.627 101,1
De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt per 31 december 2011 95,0% (2010: 101,1%) De dekkingsgraad is als volgt berekend: (totale activa-/-overige schulden)/Technische voorzieningen x 100%. De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als dekkingstekort. Voor de berekening van het vereiste vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaard model. Buffers worden door het pensioenfonds berekend met behulp van de standaardmethode. Hierbij wordt voor de samenstelling van de beleggingen uitgegaan van de strategische assetmix in de evenwichtssituatie. Het bestuur heeft in maart 2009 een geïntegreerd herstelplan, hetgeen bestaat uit een korte- en langetermijnplan, opgesteld en vastgesteld. Het herstelplan is door DNB goedgekeurd d.d. 29 juni 2009. Het herstelplan is opgesteld volgens bepaalde uitgangspunten en veronderstellingen dit alles binnen de door de wet gestelde mogelijkheden. De realisatie van het herstelplan zal afwijken van de toegepaste veronderstellingen: Het korte- en langetermijnherstelplan leidt tot herstel binnen de wettelijk gestelde termijnen van 1 – 5 respectievelijk 1 – 15 jaar.
76 Jaarverslag 2011 76
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Het herstelplan is in hoofdlijnen gebaseerd op de volgende realistische uitgangspunten: Er wordt tot 2016 niet dan gering geïndexeerd. Nadien zullen er meerdere jaren zijn waarin wel volledig wordt geïndexeerd. Tot 2015 de premie op het huidige niveau zal worden gehandhaafd. Naar verwachting zal, als gevolg van de vergrijzing, in de periode van 2015 tot en met 2023 de premie in stapjes verhoogd moeten worden. Daardoor zal de premie in 2023 naar verwachting ruim 10% hoger liggen dan het huidige niveau. Op grond van de evaluatie van het herstelplan, ingediend begin 2012 bij DNB, lijkt het niet realistisch te verwachten dat Bpf AVH ultimo 2013 uit dekkingstekort zal zijn. Gelet hierop heeft het bestuur van Bpf AVH een eventueel begin 2013 door te voeren korting van 5,25% op de pensioenen aangekondigd.
77 Jaarverslag 2011 77
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 9.
Technische voorzieningen
In de Pensioenwet en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van de pensioenverplichtingen. De Pensioenwet schrijft waardering van pensioenverplichtingen tegen marktwaarde voor. De marktwaarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige uitgaande kasstromen (i.c. pensioenen) die voortvloeien uit de op balansdatum verworven pensioenverplichtingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur. Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddelde rente behorende bij de pensioenverplichtingen afgerond 2,7% (2010: 3,4%). Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten (i.c. levensverwachting) wordt een door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerd model gehanteerd. De prognosetafels AG 2010-2060 (incl. een leeftijdsterugstelling van 1 jaar) worden toegepast door het pensioenfonds. Door toepassing van deze prognosetafels wordt rekening gehouden met de meest actuele informatie over levensverwachtingen toegepast op onze deelnemerspopulatie. Jaarlijks wordt aan de hand van de actuariële resultaten op lang- en kortleven geëvalueerd of de sterftegrondslagen nog prudent zijn. In de pensioenverplichtingen is een opslag van 2% voor kosten die gepaard gaat met het doen van toekomstige uitkeringen opgenomen. De opslag is een schatting van toekomstige kosten. Opgemerkt wordt dat schattingen en modellen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte marktwaarden van de technische voorzieningen derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waarde oordelen ten aanzien van volatiliteit, levensverwachtingen, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Het mutatieoverzicht van de voorziening pensioenverplichtingen luidt als volgt: 2011 Totaal
2010 Totaal
Stand per 1 januari 2011 – Toevoeging pensioenopbouw – Indexering en overige toeslagen – Rentetoevoeging – Mutaties, waaronder overdrachten van rechten – Resultaat op kanssystemen: - Sterfte - Arbeidsongeschiktheid – Onttrekking voor pensioenuitkeringen – Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten – Wijziging marktrente – Wijziging actuariële grondslagen
€ 626.821 41.620 0 8.143 - 1.334
€ 517.477 33.740 4.788 6.881 181
- 976 - 958 - 21.736 - 282 112.097 0
- 1.255 - 421 - 14.780 - 268 61.048 19.430
Stand per 31 december 2011
763.395
626.821
78 Jaarverslag 2011 78
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:
Actieven en arbeidsongeschikten Pensioengerechtigden Slapers
€ 365.370 228.863 169.162
2011 Aantallen 17.511 8.378 35.179
Stand per 31 december
763.395
61.088
€ 287.428 143.696 195.697
2010 Aantallen 17.540 8.075 42.691
626.821
68.306
Herverzekeringscontracten Door het pensioenfonds zijn herverzekeringscontracten afgesloten met betrekking tot het Tijdelijk Nabestaandenpensioen. 10.
Overige schulden en overlopende passiva
Werkgevers / Deelnemers Kosten vermogensbeheer Kosten accountant Beleggingen Sociale Lasten en belastingen Vooruit ontvangen waardeoverdracht Overige schulden en overlopende passiva
2011 € 412 131 23 67 399 475 132
2010 € 96 0 43 0 357 0 372
Stand per 31 december
1.639
868
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 11.
Risicobeheer en derivaten
Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: ALM-beleid en duration-matching; Dekkingsgraad; Financieringsbeleid; Premiebeleid; Indexatiebeleid; Herverzekeringsbeleid; Risicobeleid alternatieve beleggingen; Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding. Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren, wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses gebruikt men onder andere Asset-Liability Management-studies (ALM). Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. 79 Jaarverslag 2011 79
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur jaarlijks beleggingsrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van derivaten die worden toegelicht in hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds. 1. Marktrisico Marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het marktrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en de beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. 1.1. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. 31 31 december december 2010 2011 Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Duration van de vastrentende waarden (na derivaten) Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
5,90 12,50 21,60
6,00 13,40 20,70
Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde ‘duration-mismatch’. Bij een rentestijging zal de waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Voor het fonds geldt dat bij een rentedaling de waarde van de beleggingen minder snel stijgt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds is gericht op het verkleinen van de duration-mismatch, bijvoorbeeld door meer langlopende obligaties in plaats van aandelen te kopen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), en kortlopende obligaties te vervangen door langlopende obligaties. Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van renteswaps of swaptions. Een renteswap ruilt een te ontvangen vaste lange rente (vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie) tegen een te betalen variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Aan de ene kant verkleint dit de duration-mismatch, maar aan de andere kant wordt het fonds nu afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente. Het risico van een verdere rentedaling is tijdelijk af te dekken door middel van een swaption, waarvoor een premie betaald moet worden. Het afsluiten van een swap of een swaption kan dus mismatchrisico’s afdekken, maar aan dit soort instrumenten zijn ook risico’s verbonden (zoals liquiditeits-, tegenpartij- en juridisch risico).
80 Jaarverslag 2011 80
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN De vastrentende waarden, uitgesplitst naar looptijd, zijn als volgt:
Resterende looptijd ≤ 1 jaar Resterende looptijd > 1 jaar en < 5 jaar Resterende looptijd ≥ 5 jaar
€ 15.920 260.012 190.266
2011 % 3 56 41
€ 23.011 193.926 211.691
2010 % 5 45 50
Totaal
466.198
100
428.628
100
1.2. Valutarisico Eind 2010 wordt voor circa 26% (2010: 10 %) van de beleggingsportefeuille belegd buiten de eurozone, met name in Noord Amerika, Australië en Verenigd Koninkrijk . Hiervan is het US dollar deel per ultimo 2011 voor 0 % (2010: 0%) afgedekt door de euro. Gedurdende het verslagjaar is het valutarisico op de Australische Dollar (AUD) voor 50% afgedekt, middels een proxyhedge op de UDS. Het Britse Pond Sterling (GBP) is voor 50 % afgedekt. Strategisch worden beide valuta’s voor 100 % afgedekt. De waarde van de per het einde van het verslagjaar uitstaande valutatermijncontracten bedraagt € - 280 (2010: € 42). De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: 31 december 31 december 2011 2010 € € 53.265 59.515 112.766 548 487 6.504 - 50.250 - 5.016
Aandelen Vastrentend Overige beleggingen Derivaten Totaal
116.268
61.551
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten (op basis van het ‘look through’ principe) is als volgt weer te geven:
Euro USD GBP Overig Totaal
Voor Valutaafdekking derivaten € € 466.961 49.970 12.517 - 45.856 3.085 - 4.394 150.916 0 633.479
- 280
2011 2010 Nettopositie Nettopositie (na) (na) € € 516.931 518.005 - 33.339 37.948 - 1.309 5.781 150.916 17.823 633.199
579.557
Het bestuur heeft besloten de risico’s met betrekking tot de valuta van opkomende markten en/of de markten die gekoppeld zijn aan de Amerikaanse dollar niet af te dekken. Gedurende het verslagjaar is besloten om het valutarisico ten aanzien van de Australische Dollar (AUD) af te dekken middels een zogenaamde proxy hedge van 50% op de USD. Dit wil zeggen dat het valutarisico op de AUD voor 50% wordt afgedekt, als het ware een USD-belegging. 81 Jaarverslag 2011 81
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1.3. Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) kan het prijsrisico dempen. Het prijsrisico kan ook afgedekt worden door gebruik te maken van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De vastgoedbeleggingen en de aandelen kunnen als volgt naar sectoren en regio’s worden onderverdeeld: Vastgoedbeleggingen (sectoren)
Winkels Woningen Bedrijfsruimten Totaal Vastgoedbeleggingen (regio)
Europa Totaal
Aandelen (regio)
Europa Noord-Amerika Pacific Emerging Markets Liquide middelen Totaal
31 december 2011 € 16.308 9.572 2.612
31 december 2010 € 16.108 9.683 2.802
28.492
28.593
31 december 2011 € 28.492 28.492
31 december 2010 € 28.593 28.593
31 december 2011 € 46.124 20.215 19.920 15.219 0 101.478
31 december 2010 € 52.882 18.691 20.754 10.737 246 103.310
2. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. 82 Jaarverslag 2011 82
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende waarden per sector weergegeven:
Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handels- en industriële bedrijven Serviceorganisaties Andere instellingen
2011 € 276.158 22.897 56.526 101.706 8.911
2010 € 249.029 109.060 5.453 26.421 38.664
Totaal
466.198
428.627
Mature markets Andere opkomende markten
2011 € 463.609 2.589
2010 € 426.260 2.367
Totaal
466.198
428.627
De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: 2011 2010 € € AAA 285.878 252.193 AA 38.611 46.830 A 119.478 102.454 BBB 12.285 9.014
466.198
428.627
* betreft in een aantal gevallen het cashgedeelte van een beleggingsfonds en derivaten. 3. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn 83 Jaarverslag 2011 83
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. De volgende zaken zijn van belang met betrekking tot het liquiditeitsrisico: Tot en met het jaar 2011 hebben de inkomende premies het niveau van de uitkeringen overtroffen. Ultimo 2011 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. 4. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico (het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen). Door toepassing van de AG-prognosetafel 2010-2060, is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit (‘schadereserve’). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het fonds heeft het nabestaandenpensioen voor een deel op risicobasis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De herverzekeringsovereenkomst vervalt in 2012. Met de herverzekeraar is een resultaatdeling overeengekomen. 5. Indexatierisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie en de financiële ruimte in de pensioenpremie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. In 2012 heeft het bestuur een consistentietoets laten uitvoeren. Uit deze toets blijkt dat de verwachte realisatie van de toeslagverlening onder de 70% ligt. Het bestuur heeft aan CAOpartijen gevraagd om een additionele premie voor toeslagverlening of een verlaging van de toeslagambitie, zodat Bpf AVH wel voor de consistentietoets slaagt. Hierdoor kan de kwalificatie van de indexatiematrix wijzigen. 6. Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Dit betreft per 31 december 2011 de volgende posten:
Aandelen:
SSgA Europe Index CTF € 20.328 (2010: € 28.760) SSgA Daily Active GI EM MKT € 13.565 (2010: € 8.656) Kempen Sense Fund € 10.794 (2010: € 12.530)
84 Jaarverslag 2011 84
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Vastrentende waarden
Duitse staatsobligaties € 62.292 (2010: € 80.338) Nederlandse staatsobligaties € 63.668 (2010: € 21.099) Australische staatsobligaties € 93.540 (2010: € 0) Duitse inflation linked bonds € 38.965 (2010: € 35.996)
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overigens beperken concentratierisico’s zich niet uitsluitend tot de beleggingen. Overige niet-financiële risico’s 7. Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. 8. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. 9. Gevoeligheidsanalyse De beleggingsportefeuille van Bpf AVH bestaat voor 72,5% uit vastrentende waarden, voor 12,5% uit aandelen, voor 7,5% uit niet-beursgenoteerd Nederlands vastgoed, voor 2,5% uit cash en voor 5% uit alternatieve beleggingen. De kredietrating van de vastrentende waarden is hoog te noemen (95%) heeft een rating van A of hoger (61% heeft een AAA-rating). De vastrentende portefeuille is vrijwel geheel belegd in Europa (EMU). De aandelenportefeuille (incl. private equity) is voor 45% belegd in Europa. Daarnaast is ook een deel belegd in Noord-Amerika (20%), Pacific (20%) en Emerging Markets (15%). Binnen de Europese aandelenportefeuille is er nog gediversifieerd tussen large en small caps. Het valutarisico ten aanzien van de US Dollar is niet afgedekt. Er is een mismatch tussen de duration van de vastrentende waarde (inclusief derivaten) (12,50) en de nominale verplichtingen (21,6). Periodiek voert het fonds scenario analyses uit op een wijziging van de zakelijke waarden met plus of min 25% en een renteschok van plus of min 100 basispunten. Uit deze analyse blijkt dat de dekkingsgraad met plus of min 4,7 procentpunt wijzigt bij een rendement op aandelen van plus of min 25% (2010: daling van 7,1 procentpunt van de dekkingsgraad, bij een daling van het rendement met 25% op aandelen en een stijging van 6,8 procentpunt van de dekkingsgraad, bij een stijging van de rendementen op aandelen met 25%). Bij een wijziging (parallelle rentewijziging) van de rente met min 100 basispunten daalt de dekkingsgraad met 11,6 procentpunt (2010: 4,8 procentpunt). Bij een parallelle rentewijziging van plus 100 basispunten stijgt de dekkingsgraad met 12,5 procentpunt (2010: 10 procentpunt).
85 Jaarverslag 2011 85
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
10. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor zover dat binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het fonds past maakt het fonds ook gebruik van financiële derivaten, voornamelijk bij het afdekken van het marktrisico. In hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds worden de door het pensioenfonds gebruikte derivaten toegelicht. Derivaten hebben als voornaamste risico het kredietrisico (het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen). Dit risico kan beperkt worden door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen, en zoveel mogelijk te werken met onderpand. De volgende instrumenten zijn gebruikt: Valutatermijncontracten. Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. Swaps. Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Swaptions. Dit is optie op een swap. De definitie van een swap treft u hierboven aan. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2011: Type contract
Expiratiedatum
Valutatermijncontract EUR/GBP Valutatermijncontract EUR/GBP Valutatermijncontract EUR/USD Valutatermijncontract EUR/USD
27-01-2012 27-01-2012 27-01-2012 27-01-2012
Onderliggende contractomvang € 4.408 4.408 -45.569 45.569
Actuele waarde activa € -4.394 4.403 -45.856 45.567
Receiver swaption Receiver swaption
07-06-2013 19-07-2013
35.000 50.000
3.434 8.867
Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption
19-07-2013 13-02-2013 19-07-2013
50.000 25.000 50.000
8.565 4.689 6.423
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2010: Type contract Valutatermijncontract EUR/GBP Valutatermijncontract EUR/GBP Interest rate swap Interest rate swap Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption
Expiratiedatum 24-01-2011 24-01-2011 10-09-2023 10-09-2023 01-03-2011 12-02-2011 12-02-2012 12-02-2012 07-06-2011 07-06-2012 07-06-2013 21-07-2013
86 Jaarverslag 2011 86
Onderliggende contractomvang 5.054 -5.054 -70.000 70.000 50.000 35.000 25.000 25.000 35.000 35.000 35.000 50.000
Actuele waarde activa 5.058 -5.016 -70.029 77.048 156 1.238 1.399 1.500 277 706 958 2.082
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Receiver swaption Receiver swaption Payer swaption Payer swaption Payer swaption Accrued interest
21-07-2013 21-07-2013 21-07-2013 21-07-2013 21-07-2013
50.000 50.000 50.000 50.000 50.000
2.785 3.080 -1.557 -2.272 -2.519 465
In 2011 heeft KASBANK collateral gestort, in de vorm van Nederlandse en Duitse staatsobligaties, als onderpand voor de waarde van de Interest Rate Swaps en de swaptions. Op 31 december 2011 bedroeg de waarde van het collateral € 32.143 (2010 € 13.919). 12.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Gecommitteerde nog niet afgeroepen private equity
2011 € 6.777
2010 € 11.631
Totaal
6.777
11.631
Deze verplichtingen zullen naar verwachting in de volgende twee boekjaren nagenoeg geheel worden afgewikkeld. 13.
Verbonden partijen
Overige transacties met verbonden partijen Bpf AVH heeft een extra belang in Servicekantoor AGH genomen van € 120.000 De stichting heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met de werkgever ten aanzien van de uitvoering van de vrijwillige pensioenregelingen. Hierin zijn die zaken opgenomen die wettelijk zijn vastgelegd in de pensioenwet. 14.
Premiebijdragen
Werkgevers/werknemersdeel Koopsommen FVP bijdragen
2011 € 47.868 826 291
2010 € 45.516 76 227
Totaal
48.985
45.819
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
2011 € 56.071 48.985 48.985
2010 € 47.377 45.819 45.819
Actuarieel benodigd Opslag in stand houden vereist vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening Premies herverzekering
2011 € 41.620 - 1.677 2.686 6.043 313
2010 € 33.740 3.482 2.453 5.833 311
Totaal
48.985
45.819
Bij de bepaling van de aan het boekjaar toe te rekenen premie is rekening gehouden met verleende premiekortingen en/of premieopslagen. In het boekjaar is geen korting verstrekt. 87 Jaarverslag 2011 87
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 15.
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
Type belegging
Directe beleggingsopbrengsten €
Indirecte beleggingsopbrengsten €
Totaal
2011 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Derivaten Kosten vermogensbeheer
1.450 3.644 15.873 1.112 1.620 - 345
- 102 - 10.356 27.890 754 26.679 - 1.025
1.348 - 6.712 43.763 1.866 28.299 1.370
Totaal
23.354
43.840
67.194
2010 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Derivaten Kosten vermogensbeheer
1.322 2.621 11.188 285 2.362 - 294
28 12.684 4.362 876 154 - 375
1.350 15.305 15.550 1.161 2.516 - 669
Totaal
17.484
17.729
35.213
16.
€
Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Afkopen Overige uitkeringen
Totaal
2011 € 8.428 2.593 44 1.105 7.298 1.841
2010 € 7.740 2.524 36 1.160 1.410 1.862
21.309
14.732
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 438,- (2010: 428,-) per jaar (de afkoopgrens). 17.
Overige baten
Baten uit herverzekering Overige baten Totaal 88 Jaarverslag 2011 88
2011 € 269 95
2010 € 0 758
364
758
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
18.
Pensioenuitvoeringskosten
Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding Controle- en advieskosten Contributies en bijdragen Overige
2011 € 270 1.651 240 94 86
2010 € 234 1.682 391 105 119
Totaal
2.341
2.531
Accountantshonoraria Onder de controle- en advieskosten is een bedrag van € 71.104 (2010: € 179.348) opgenomen inzake honoraria van PricewaterhouseCoopers Accountants NV. Bovenstaande honoraria betreffende werkzaamheden die bij de stichting door de externe accountant zijn uitgevoerd terzake de controle van de jaarrekening en diverse andere controles, zoals z-score en FVP.
19.
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van pensioen. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale aanspraken ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 1.296% (2010: 1.303%), zijnde € 8.143 (2010: € 6.881). De rentetoevoeging is gelijk aan de 1-jaarsrente, die afgeleid kan worden uit de rentetermijnstructuur ultimo het voorgaande boekjaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. 89 Jaarverslag 2011 89
avh jaarverslag 2011 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
Resultaat op kanssystemen - Sterfte - Arbeidsongeschiktheid Saldo ontvangen en overgedragen pensioenverplichtingen Mutaties Wijziging actuariële grondslagen Totaal 20.
2011 €
2010 €
- 976 - 958 - 179 - 1.155
- 1.255 - 421 435 - 254
0
19.430
- 3.268
17.935
Saldo overdrachten van rechten
De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. 2011 2010 € € Inkomende waardeoverdrachten kasstroom 1.729 610 Toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen - 1.709 - 864 Actuarieel resultaat inkomende waardeoverdrachten 20 - 254 Uitgaande waardeoverdrachten kasstroom Onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen Actuarieel resultaat uitgaande waardeoverdrachten
- 1.951 1.888 - 63
- 356 429 73
- 43
- 181
Premievrijstellingen i.v.m. arbeidsongeschiktheid Premie herverzekering Andere lasten
2011 € 624 330 66
2010 € 581 378 396
Totaal
1.020
1.355
Totaal 21. Overige lasten
22. Aantal personeelsleden Bpf AVH heeft geen personeel in dienst. Het bestuur van Bpf AVH, Rijswijk, 14 juni 2012 drs. L.A.M. Welschen, voorzitter Mevr. J.A.M. Bergervoet, vice-voorzitter 90 Jaarverslag 2011 90
avh jaarverslag 2011 OVERIGE GEGEVENS Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Overeenkomstig de statuten en de ABTN wordt het negatief resultaat ad € 44.923 toebedeeld aan de overige reserve. Gebeurtenissen na balans datum Door het bestuur is in januari 2012 een besluit genomen, waarbij de pensioenaanspraken per 01-01-2012 niet geïndexeerd worden. De wereldwijd slecht presterende financiële markten en de extreem lage rente heeft de dekkingsgraad sterk onder druk gezet tot het niveau van 95,0% ultimo 2011. Gelet hierop en de inschatting dat herstel niet realistisch is, heeft Bpf AVH een korting van 5,25% aangekondigd die eventueel begin 2013 uitgevoerd zal worden.
Jaarverslag 2011
91 91
avh jaarverslag 2011 ACTUARIELE VERKLARING
Opdracht Door Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel te ‘s -Gravenhage is aan Aon Consulting Nederland cv de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2011.
Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris terzake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financiële beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
92 92
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 ACTUARIELE VERKLARING
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131 (minimaal vereist eigen vermogen), 132 (vereist eigen vermogen) en 133 (dekking door waarden). Het Pensioenfonds heeft het voorgenomen besluit genomen om de pensioenrechten en de pensioenaanspraken per 1 april 2013 te zullen korten. Deze korting is niet in aanmerking genomen bij de vaststelling van de technische voorzieningen. De vermogenspositie van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel is naar mijn mening slecht, vanwege het dekkingstekort. Eindhoven, 14 juni 2012 Ir. M.J.M. Pernot AAG verbonden aan Aon Consulting Nederland cv
Jaarverslag 2011
93 93
avh jaarverslag 2011 CONTROLEVERKLARING
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit rapport op pagina 61 tot en met 90 opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het stichtingskapitaal en de reserves en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden Wij vestigen de aandacht op pagina 19 van het bestuursverslag en pagina 77 van de jaarrekening, waarin het bestuur meldt besloten te hebben dat tenzij de dekkingsgraad op 31 december 2012 voldoende zal zijn verbeterd per 1 april 2013 zal worden overgegaan tot het korten van de opgebouwde aanspraken en rechten. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. 94 94
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011 CONTROLEVERKLARING
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het stichtingskapitaal en de reserves van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel per 31 december 2011 en van het saldo van baten en lasten over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 14 juni 2012 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. F.J. van Groenestein RA
95 Jaarverslag 2011
95
avh jaarverslag 2011
Appendix
Afkortingen en begrippen ABTN Actuariële Bedrijfstechnische Nota ANW-hiaat is een wettelijke voorziening voor mensen die hun partner door overlijden verliezen. Bij overlijden vormt de ANW samen met het partnerpensioen van het pensioenfonds de basis van de financiële zorg voor de partner APP Actuariële Principes Pensioenfondsen FTK Financieel Toetsingskader NP Nabestaandenpensioen OP Ouderdomspensioen StAr Stichting van de Arbeid VPL VUT/Prepensioen en Levensloop VUT Regeling Vervroegd Uittreden WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet) BPF (Wet betreffende verplichte deelneming in) Bedrijfs(tak)pensioenfonds ALM Analyse van de onderlinge samenhang van de ontwikkeling van beleggingen en verplichtingen ter toetsing van het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid Asset Beleggingscategorie Basispunt 0,01 procentpunt Benchmark Norm waarmee kosten en prestaties van instellingen uit dezelfde sector worden vergeleken Commodities Beleggingen in goederen en grondstoffen (verbruiksartikelen) Compliance Handelen in overeenstemming met (in- en externe) wet- en regelgeving en integriteitsbeleid Continuïteitstoets is bedoeld om inzicht te geven in de financiële opzet van een pensioenfonds en een oordeel te geven over de continuïteit van het fonds Corporate governance Goed ondernemingsbestuur, gericht op (het toezien op) integer en transparant handelen en het afleggen van verantwoording daarover Dekkingsgraad De mate waarin de toegezegde-pensioenverplichtingen zijn gedekt door aanwezig vermogen Duration is de gewogen gemiddelde looptijd van cashflows van vastrentende waarden. Durationverlenging is het verlengen van de duration van de portefeuille Duration-mismatch is het verschil in duration tussen de beleggingen en de pensioenverplichtingen Feitelijke premie is de daadwerkelijke premie die betaald wordt door de werkgever en de deelnemers in de pensioenregeling Financiële instrumenten omvatten ‘primaire’ financiële instrumenten zoals vorderingen en schulden, en afgeleide financiële instrumenten zoals opties, termijncontracten en swaps Future Op de beurs verhandeld termijncontract met verplichte levering van de onderliggende waarden in de toekomst tegen een vooraf vastgestelde prijs FVP-bijdrage is een bijdrage aan de beperking van de pensioenbreuk bij werkloosheid Geamortiseerde kostprijs is het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten Gedempte premie is de berekening van de jaarlijkse premie op basis van grondslagen anders dan de kostendekkende premie door rekening te houden met verwachtingen en/of historische rendementen Indexatie Aanpassing van de toegezegde pensioenrechten aan de algemene loonontwikkeling in enig jaar; de indexatie is strikt voorwaardelijk Toeslagenlabel geeft aan hoe groot de kans is dat je pensioen meegroeit met de prijsstijgingen
96 96
Jaarverslag 2011
avh jaarverslag 2011
Appendix
Indexatiematrix vormt een belangrijk instrument bij het vormgeven van het indexatiebeleid van pensioenuitvoerders; de matrix zorgt voor consistentie tussen de indexatieambitie, de financiering, de toekenning en de voorlichting over het indexatiebeleid Inflatie Geldontwaarding J-curve effect bij Private Equity: Naast de verwerving van ondernemingen (niet beursgenoteerd), wordt eerst extra geïnvesteerd (bijvoorbeeld: wijziging management, financiering e.d.). Hierdoor is er in de eerste jaren sprake van aanloop verliezen. Deze verliezen worden na een aantal jaar goed gemaakt door een hogere waarde van de onderneming. Als de waarde van de investering, door de tijd heen, in een grafief (horizontale-as tijd en verticale-as waarde van de onderneming) wordt gezet, dan lijkt de grafiek op een “J”. Kostendekkende premie is de kostendekkende premie die gelijk is aan de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging Nominaal Uitgedrukt in geldwaarde of procenten zonder rekening te houden met toekomstige loon- of prijsinflatie Normportefeuille De vooraf gedefinieerde samenstelling van de beleggingsportefeuille met bijbehorende benchmarks, waaraan de behaalde beleggingsrendementen achteraf worden getoetst One tier board is een bestuursmodel waarin de raad van bestuur en raad van commissarissen samen zijn gevoegd tot één bestuur Private Equity Participatie in het risicodragend vermogen van niet-beursgenoteerde ondernemingen Reële rentetermijnstructuur bedraagt de nominale rentetermijnstructuur gecorrigeerd voor de mogelijke indexatie. Reële dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen rekening houdend met het volledig indexeren daarvan Reëel Uitgedrukt in geldwaarde of procenten, rekening houdend met toekomstige loonof prijsinflatie Rentetermijnstructuur is het verband tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds Slapers Deelnemers van een pensioenfonds die niet langer bij dit fonds pensioenrechten opbouwen Swap is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij wordt afgesproken om gedurende een bepaalde periode bepaalde betalingen met elkaar uit te wisselen, bijvoorbeeld het ruilen van vaste rentebetalingen en variabele rentebetalingen Swaption is een optie op een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen voorafbepaalde voorwaarden af te sluiten op of voor de expiratiedatum van de swaption Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in valutawisselkoersen Vastgoedfondsen Een beleggingsfonds waarvan het kapitaal is belegd in vastgoed Vastrentende waarden Beleggingen met een vaste looptijd en een overeengekomen plan van rente en aflossing, zoals onderhandse leningen, obligaties en hypothecaire leningen Verantwoordingsorgaan is een orgaan waaraan het bestuur van het pensioenfonds verantwoording moet afleggen Visitatiecommissie bestaat ten minste uit drie externe deskundigen; de visitatiecommissie beoordeelt minimaal één keer in de drie jaar het functioneren van het pensioenfonds Zakelijke waarden Aandelen, private equity, commodities en onroerend goed Z-score Een maatstaf die het verschil meet tussen het feitelijk behaald rendement en het rendement van de vooraf gedefinieerde normportefeuille, rekening houdend met kosten. De Z-score is één van de criteria op grond waarvan eventueel kan worden afgezien van de verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 97
Jaarverslag 2011
97
avh jaarverslag 2011 Nevenfuncties van (plv.) bestuur Bestuur
Nevenfunctie
Mevrouw. J.A.M. Bergervoet
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Werknemersvoorzitter VUT-fonds drankenindustrie Werknemersvoorzitter VUGaard Werknemersvoorzitter Co-op Pensioenfonds Werknemersvoorzitter Bpf Groothandel in Levensmiddelen Werknemersvoorzitter Bpf Drankenindustrie Werknemersvoorzitter AGF Groothandelsfonds Vice-voorzitter Wijkoverleg Assendelft (gemeente Zaanstad) Vereffenaar VUT-fonds Slijterijen Vereffenaar VUT-fonds ETD Lid Vaste Commissie VUT/Prepensioenfonds Textielgroothandel Lid communicatiecommissie Bpf Detailhandel Lid commissie Vermogensbeheer Bpf Detailhandel Lid commissie van Advies VUT-fonds Technische Groothandel Lid beleggingscommissie Co-op Pensioenfonds Lid beleggingscommissie Bpf Drankenindustrie Bestuurslid Bpf Detailhandel Bestuurslid (plv.) lid Productschap Wijn Bestuurslid (plv.) Hoofdbedrijfschap Detailhandel Bestuurslid (plv.) Fonds collectieve belangen Handel in Bouwmaterialen Bestuurslid (plv.) commissie Bier
De heer O.F. Boersma
Directeur Gemzu Secretaris NGZO Bestuurslid (plv.) Vupak Bestuurslid (plv.) PZ Bestuurslid (plv.) FKB Bestuurslid (plv.) Eucolait
De heer T.J.C. van den Brekel *)
Administrateur Nederlandse Aardappel Organisatie Lid studiecommissie Bpf AVH Lid communicatie commissie Bpf AVH DGA Timo van den Brekel beheer bv
Mevrouw. F. Bugdayci-Karatas
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Bestuurslid Vut-ei
De heer R. van Diepen
Directeur Nederlandse Aardappel Organisatie Voorzitter beursprijzencommissie Rotterdam Voorzitter Arbeitsgruppe Kartoffeln DAX/Eurex Frankfurt Bestuurslid VUGaard Bestuurslid AGF Groothandelsfonds
De heer A. van Dijk
Directeur Nateland Beheer B.V. Managing Director Nateland Consultancy Innovatiemakelaar van Eggnovation Center Holland Directeur Euro Groep Beheer B.V. Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
98 Jaarverslag 2011 98
avh jaarverslag 2011 Nevenfuncties van (plv.) bestuur Bestuur
Nevenfunctie
Mevrouw. I. Duin-Pennenburg
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Werknemersvoorzitter Bpf Levensmiddelen Werknemersvoorzitter VP-tech Werknemersvoorzitter Bpf voor de Detailhandel Werknemersvoorzitter Bpf Handel in Bouwmaterialen Voorzitter VUT fonds TSH Voorzitter VUT fonds Levensmiddelen Voorzitter VUT fonds Handel in Bouwmaterialen Voorzitter FCG Handel in Bouwmaterialen Voorzitter FCB TSH Bestuurslid VUGaard Bestuurslid O & O fonds ARM Bestuurslid HBD Bestuurslid HBA Bestuurslid FHKN Bestuurslid AGF Groothandelsfonds
De heer L. Eijssen
Secretaris Nederlandse Aardappel Organisatie Bestuurslid (plv.) VUGaard Bestuurslid (plv.) AGF Groothandelsfonds
De heer A.M. Hess **)
Beleidsmedewerker Gemzu Secretaris BeNeluxSmelt Lid studiecommissie Bpf AVH Lid communicatie commissie Bpf AVH Lid commissie risicomanagement Bpf AVH Lid beleggingscommissie Bpf AVH Bestuurslid Vupak Bestuurslid PKP Bestuurslid FKB Secretaris Stichting Nederlandse Zuivelbeurs Secretaris VAK Directeur Stichting kwaliteitszorg Boerenkaas
Mevrouw. C.M.P. Huntjens *)
Vakbondsbestuurder CNV Dienstenbond Lid studiecommissie Bpf AVH Bestuurslid VUGaard Bestuurslid SF/VUT AGF Detailhandel Bestuurslid OFED Bestuurslid CKO Bestuurslid AGF Groothandelsfonds
De heer M.R. Klunder **)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Lid studiecommissie Bpf AVH Bestuurslid Vupak Bestuurslid PKP
99 Jaarverslag 2011 99
avh jaarverslag 2011 Nevenfuncties van (plv.) bestuur Bestuur
Nevenfunctie
De heer C. Lonsain
Financieel adviseur CNV Dienstenbond Lid communicatie commissie Bpf AVH Lid commissie risicomanagement Bpf AVH Bestuurslid Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel. Bestuurslid Bpf voor de Handel in Bouwmaterialen.
De heer N. Meijer ***)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Voorzitter WesB Voorzitter Vut-ei Voorzitter SOG Lid studiecommissie Bpf AVH Lid commissie risicomanagement Bpf AVH Lid beleggingscommissie Bpf AVH Bestuurslid Stimegro Bestuurslid SOH Bestuurslid KC Handel Bestuurslid HBD Bestuurslid (plv.) VUGaard Bestuurslid (plv.) AGF Groothandelsfonds
De heer A. Mijs ***)
Voorzitter Anevei Vice president FEPA Bestuurslid VUT-ei Bestuurslid Stichting Fonds Pluimveebelangen Bestuurslid Sector commissie Eieren Bestuurslid SEC Bestuurslid PPE Bestuurslid IKB Ei (vanaf april 2008) Bestuurslid EUWEP Bestuurslid DB / PPE
De heer R.C.R.M. Peeters
Directeur van PVA Financieel BV Voorzitter van de Vereniging van Eigenaren Greenparc te Bleiswijk Penningmeester van Stichting het Groene Kruis te Maasland Penningmeester van de Katholieke Bijbelstichting te Den Bosch Lid van de Raad van Commissarissen van Adveniat Geloofseducatie BV te Baarn Bestuurslid (plv.) VUGaard Bestuurslid (plv.) AGF Groothandelsfonds
De heer L.A.M. Welschen
Algemeen secretaris Frugi Venta Vice-voorzitter VUGaard Vice-voorzitter AGF-Groothandelsfonds Secretaris HBAG Groenten en Fruit Lid studiecommissie Bpf AVH Lid PT-sectorcommissie Groenten en Fruit Bestuurslid Stichting Fairproduce Bestuurslid S.O.G Bestuurslid Nationale Tuinbouw Raad Bestuurslid HBAG Groenten en Fruit
100 Jaarverslag 2011 100
avh jaarverslag 2011 Nevenfuncties van (plv.) bestuur Bestuur
Nevenfunctie
Mevrouw P.M.B. Wilson
Financieel adviseur CNV Dienstenbond Lid beleggingscommissie Bpf AVH Lid beleggingscommissie Bpf Groothandel in Levensmiddelen Bestuurslid Bpf voor de Groothandel in Bloemen en Planten Bestuurslid Co-op Pensioenfonds Bestuurslid Bpf Groothandel in Levensmiddelen Aspirant bestuurslid Bpf Zorgverzekeraars Aspirant lid Audit & compliance commissie Bpf Zorgverzekeraars
De heer P.L.M. Zuiderwijk
Financieel manager The Greenery Onbezoldigd penningmeester Parochie H. Machutus te Monster
*) Onderhandelaar CAO Groente en Fruit Groothandel **) Onderhandelaar CAO Partikulier Kaaspakhuisbedrijf ***) Onderhandelaar CAO Groothandel in Eieren
101 Jaarverslag 2011 101
avh jaarverslag 2011
102
avh jaarverslag 2011
103
avh jaarverslag 2011
104
Bpf AVH Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postbus 3144 2280 GC Rijswijk Tel.: 070 - 306 11 90 Fax: 08422 - 62369
[email protected] www.bpfavh.nl