jaarverslag 2009 Sticht i n g B e d r i j fsp e nsi o e n f o n ds v o o r d e A g ra r i s c h e e n V o e d s e lv o o r z i e n i n gs h a n d e l
De jeugd heeft de toekomst…
…samen met pensioenfondsen
avh jaarverslag 2009 INHOUDSOPGAVE
Kengetallen en kerncijfers Voorwoord Verslag van het bestuur 1. Algemene informatie - Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds - Doelstelling en uitvoering - Samenwerkingsverbanden en deelnemingen - Aangesloten ondernemingen - Bestuur en uitvoering - Bestuur - Dagelijks Bestuur - Deelnemersraad - Beleggingscommissie - Verantwoordingsorgaan - Bestuurscommissie Partikulier Kaaspakhuisbedrijf - Commissie van Beroep en Klachtencommissie - Overige bestuurscommissies - Visitatiecommissie - Uitvoeringsorganisatie - Managementteam - Actuaris en accountant - Vergaderingen 2. Financiële informatie en ontwikkelingen - Beleggingen - Pensioenen - Herstelplan 3. Risicoparagraaf t.a.v. doelstellingen, beleid en financiële instrumenten - Risico‟s en balansmanagement - Financiële sturingsmiddelen 4. Informatie over de verwachte gang van zaken - Pensioenregelingen - Beleggingen - Ontwikkeling dekkingsgraad - Verantwoord beleggen - Ontwikkeling in de uitvoering 5. Bestuursaangelegenheden - Deskundigheidsplan en opleiding - Zelfevaluatie - Beleggingsbeleid en risicobeheer - Naleving wet- en regelgeving - Uitbesteding - Toezicht - Gedragscode en compliance - Commissie van Beroep - Communicatie
PAGINA 4 6 7 7 7 8 8 9 9 9 10 11 12 13 13 14 14 14 15 15 15 16 17 17 18 24 27 27 32 33 33 33 33 33 34 36 36 36 37 37 37 37 38 38 38 1
1
avh jaarverslag 2009 INHOUDSOPGAVE 6. Pensioenparagraaf - De pensioenregelingen - Samenvattend overzicht verplichtgestelde basispensioenregeling - Indexatiebeleid en indexatiematrix - Premies en toegekende indexaties 7. Beleggingenparagraaf - Economische ontwikkelingen - Beleggingen van Bpf AVH - Vooruitblik 2010 - Verantwoord beleggen 8. Actuariële paragraaf - Actuariële analyse - Beleid ten aanzien van toeslagverlening - Premie - Uitkomsten van solvabiliteitstoets - Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie 9. Rapportage over Pension Fund Governance - Algemeen - Intern toezicht; visitatiecommissie - Compliance - Verantwoordingsorgaan Verslag van het verantwoordingsorgaan - Verslag - Reactie bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Jaarrekening - Balans per 31 december 2009 - Staat van Baten en Lasten over 2009 - Kasstroomoverzicht over 2009 - Toelichting op balans en staat van baten en lasten 1. Algemene toelichting 2. Grondslagen van waardering Activa en Passiva 3. Grondslagen bepaling resultaat 4. Beleggingen voor risico van pensioenfonds 5. Deelneming 6. Immateriële vaste activa 7. Materiële vaste activa 8. Overige vorderingen 9. Stichtingskapitaal en reserves 10. Technische voorzieningen 11. Overige schulden en overlopende passiva 12. Risicobeheer en derivaten 13. Niet in de balans opgenomen activa en verlichtingen 14. Verbonden partijen
40 40 42 43 44 45 45 45 47 47 49 49 49 49 50 50 51 51 51 51 51 53 53 54 55 56 58 59 60 60 60 63 66 68 69 70 71 71 73 74 74 83 83
2
2
avh jaarverslag 2009 INHOUDSOPGAVE
15. Premiebijdragen 16. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds 17. Pensioenuitkeringen 18 Overige baten 19. Pensioenuitvoeringskosten 20. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 21. Saldo overdracht van rechten 22. Overige lasten 23. Aantal personeelsleden Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Accountantsverklaring Appendix Afkortingen en begrippen Nevenfuncties (plv.) bestuur en management
83 84 84 85 85 85 86 87 87 88 88 88 89 90 91 95
3
3
avh jaarverslag 2009 KENGETALLEN EN KERNCIJFERS Bedragen x € 1000 Aantal werkgevers
2009
2008
2007
2006
2005
846
843
836
837
804
Aantal verzekerden Actieve deelnemers Arbeidsongeschikten Gewezen deelnemers („slapers‟) Pensioentrekkenden
17.690 350 42.800 7.789
17.641 388 41.653 6.869
15.019 429 40.405 6.438
14.672 462 38.659 5.999
14.517 459 37.364 5.373
Pensioenen Kostendekkende premie Gedempte premie Feitelijke premie Uitvoeringskosten Uitkeringen
52.620 46.046 46.046 2.052 13.700
39.109 45.420 45.420 1908 12.409
35.332 36.939 36.939 2.014 9.285
33.442 33.422 33.422 1.682 8.870
0 1.543 8.051
Toeslagverlening in %1 Actieve deelnemers Inactieve deelnemers
0 0
2,2 1,2
2,0 1,0
0,9 0,9
1,08 1,00
571.289
519.228
429.218
364.721
332.779
24.380 76.438 517.477 110
23.672 75.485 502.928 103
17.440 55.846 348.802 123
16.454 59.234 329.075 111
0 0 309.013 108
19,5 24,5 21,2 8,9
19,9 24,5 22,0 8,6
17,0 20,8 19,6 8,0
17,8 21,7 21,1 8,3
-
518.782 21.572
496.947 42.959
432.606 4.937
356.549 10.738
328.996 23.971
Vermogen en solvabiliteit Aanwezig vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (PW art. 131) Vereist eigen vermogen (PW art. 132) Pensioenverplichtingen Dekkingsgraad % Gemiddelde duration Actieve deelnemers (+ arb.ongeschikten) Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Rentetermijnstructuur (RTS) Beleggingen Balanswaarde Beleggingsopbrengsten
1
4
De toeslagen zijn op 1 januari gegeven. Bpf AVH heeft een voorwaardelijk toeslagbeleid.
4
avh jaarverslag 2009 KENGETALLEN EN KERNCIJFERS Bedragen x € 1000
2009
2008
2007
2006
2005
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
25.625 63.163 413.703 9.546 6.745
27.913 43.482 366.630 43.574 15.348
28.951 66.563 323.411 84 13.597
22.146 55.061 258.481 57 20.611
18.319 77.191 236.100 -15 0
4,59 6,85 -2,15 -1,03 0,25
9,03 10,19 -1,01 -0,17 1,11
1,33 2,20 -0,46 0,58 1,86
3,63 2,39 1,14 -0,38 0,90
7,65 7,95 0,19 -1,89 -0,61
5,25 4,06
5,71 4,20
4,75 3.97
4,12 0
3,33 0
Beleggingsrendement Totale portefeuille Benchmarkrendement portefeuille Z-score Performancetoets Performancetoets +1,28 *) Gemiddeld rendement Afgelopen 5 jaar Afgelopen 10 jaar
*) De performancetoets (5 jaars gemiddelde z-score) dient bij een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds hoger uit te komen dan -1,28. Omdat het communicatietechnisch duidelijker is dat de uitkomst van de performancetoets nul of hoger moet zijn, is in 2007 besloten om bij de uitkomst van de performancetoets 1,28 op te tellen. Voor de vergelijkbaarheid hebben wij in het vijfjaarsoverzicht zowel de perfomancetoets opgenomen, zoals deze in het verleden berekend werd, als op de nieuwe methode (performancetoets + 1,28).
5
5
avh jaarverslag 2009 VOORWOORD Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH) verzorgt al meer dan 40 jaren een verplichtgestelde collectieve bedrijfstakpensioenregeling voor de werkgevers en werknemers die werkzaam zijn in de Groothandel Aardappelen, Groenten, Fruit, Kaas en Eieren. De pensioensector staat, als onderdeel van de financiёle sector, sterk onder druk als gevolg van de wereldwijde financiёle crisis. Kabinet Balkenende heeft drie commissies een onderzoek naar de sector laten doen. De commissie Don heeft onderzocht vanuit welke parameters pensioenfondsen hun financiёle beleid vorm zouden moeten geven. De commissie Frijns heeft een beeld gevormd over het beleggingsbeleid en het risicomanagement van pensioenfondsen. De commissie Goudswaard heeft een advies gegeven over de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel. Daarnaast heeft het Kabinet het plan om de AOW-leeftijd op termijn te verhogen naar 67 jaar. Kabinet Balkenende is demissionair en zal niet meer met de commissieadviezen en het AOWplan aan de slag kunnen. Het is evenwel denkbaar dat een nieuwe regering deze pensioendossiers hoog op de politieke agenda zal plaatsen, om tot een verdere verbetering van de pensioensector te komen. Uit de evaluatie van het herstelplan blijkt dat de financiële positie van Bpf AVH in het verslagjaar is verbeterd. Het dekkingstekort is eind 2009 ingelopen. Er is dan nog wel een reservetekort. U kunt een en ander nalezen op pagina 26. Met dit verslag leggen wij verantwoording af aan aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en andere belanghebbenden van Bpf AVH. Rijswijk, 17 juni 2010 Het bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel drs. L.A.M. Welschen, voorzitter Mevr. J.A.M. Bergervoet, vice-voorzitter
6
6
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Overeenkomstig artikel 29 van de statuten van de Stichting brengen wij hiermee verslag uit over het boekjaar 2009, alsmede voor zover van toepassing over de ontwikkelingen in 2010. 1. Algemene informatie Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds Bpf AVH is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds voor ondernemingen in de groothandel in aardappelen, groenten, fruit, eieren en kaas. Bpf AVH is opgericht op 1 januari 1963 en is statutair gevestigd te „s-Gravenhage. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41152268. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 31 december 2009. De verplichtgestelde pensioenregeling betreft de zogenoemde basispensioenregeling, waarin voor elke deelnemer op basis van middelloon ouderdomspensioen kan worden opgebouwd in maximaal 44 jaar. In deze basispensioenregeling is voor bepaalde werknemers uit de sector groothandel in aardappelen, groenten en fruit en uit het partikulier kaaspakhuisbedrijf een 55-minregeling getroffen. Met deze regeling kunnen werknemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar zijn en aan de voorwaarden voldoen, voorwaardelijk extra pensioen opbouwen over verstreken dienstjaren tot 2006. Voor werknemers uit het partikulier kaaspakhuisbedrijf is vanwege de beëindiging van de prepensioenregeling een zogenoemde 55-plusregeling als overgangsregeling getroffen. Werknemers die in de jaren 1945 tot en met 1949 zijn geboren en aan de overige voorwaarden voldoen kunnen op grond van deze regeling op 63 jaar of later uit het arbeidsproces treden. De regeling voorziet in een uitkering in aanvulling op het vervroegde middelloonpensioen en prepensioen (opgebouwd van 2003 t/m 2005). De 55plusregeling heeft het karakter van een zogenoemde spaarvutregeling en voorziet in de mogelijkheid om gedeeltelijk uit te treden. Daarnaast kent Bpf AVH een aantal vrijwillige (aanvullende) pensioenregelingen, te weten: - een vaste bedragenregeling, waarbij de deelnemers wekelijks een vast bedrag aan pensioen opbouwen; - een aanvullende middelloon- of eindloonregeling. Daarmee kan een ouderdomspensioen van 70% van de gemiddelde pensioengrondslag of van de laatst vastgestelde pensioengrondslag worden verworven; - een aanvullende middelloon-plusregeling. Daarmee kan in aanvulling op het verplichtgestelde basispensioen een maximum fiscaal toelaatbaar ouderdomspensioen worden opgebouwd en - een regeling tijdelijk nabestaandenpensioen ter dekking van het zogenaamde Anwhiaat. De inhoud van de pensioenregelingen is het resultaat van het overleg tussen CAOpartijen. Bpf AVH draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de pensioenregelingen voor (gewezen) deelnemers en gepensioneerden in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. 7
7
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Doelstelling en uitvoering Bpf AVH stelt zich daarom tot doel het, binnen de grenzen van haar middelen, statuten en reglementen ter beoordeling van het bestuur, verlenen of doen verlenen van (pensioen)aanspraken en (pensioen)rechten aan (gewezen) deelnemers, gepensioneerden alsmede aan hun nabestaanden, die daarvoor in aanmerking komen krachtens de bepalingen van de statuten en reglementen van Bpf AVH. Bpf AVH tracht haar doel te bereiken door het bijeenbrengen en beheren van de daarvoor benodigde middelen. De wijze waarop zij hieraan uitvoering geeft is vastgelegd in een uitvoeringsreglement voor de verplichtgestelde basispensioenregeling en in uitvoeringsovereenkomsten voor de vrijwillige aanvullende pensioenregelingen. Bpf AVH heeft een paritair samengesteld bestuur dat zich terzijde laat staan door een adviserende en certificerende actuaris, een externe accountant, enkele commissies, een deelnemersraad en datonder toezicht staat van een verantwoordingsorgaan. Voor de beleidsvoorbereiding, de secretariële ondersteuning, de advisering, het monitoren van het vermogensbeheer, dat in belangrijke mate is uitbesteed, en de uitvoering van de pensioenregelingen heeft Bpf AVH in het verslagjaar ca. 20 medewerkers in dienst, waaronder de statutair benoemde directeur-secretaris en administrateur. Bpf AVH heeft in het verslagjaar besloten, om met het Bedrijfspensioenfonds voor de drankindustrie (Bpf Dranken) een samenwerking in Stichting Servicekantoor voor de Agrarische Groothandel (Servicekantoor AGH) aan te gaan. Om deze samenwerking aan te kunnen gaan heeft Bpf AVH bij overeenkomst d.d. 10 december 2009 haar materieel en personeel met ingang van 1 januari 2010 overgedragen aan Servicekantoor AGH en daarmee haar status als zelfadministeerder per laatstgenoemde datum beёindigd. Op 22 december 2009 hebben Bpf AVH en Servicekantoor AGH een dienstverleningsovereenkomst getekend, op grond waarvan Servicekantoor AGH met ingang van 1 januari 2010 het pensioenbeheer voor Bpf AVH zal verzorgen. Op 10 december 2009 zijn Servicekantoor AGH en Bpf AVH overeengekomen om alle activa en personeel van Bpf AVH aan Servicekantoor AGH per 1 januari 2010 in eigendom respectievelijk qua dienstverbanden over te dragen. De koopsom bedroeg € 472.885,-en is volledig verrekend met de kapitaalstorting die Bpf AVH in het stichtingkapitaal van Servicekantoor AGH moest doen. Samenwerkingsverbanden en deelnemingen De sector AGF-groothandel heeft een 55-plusregeling ondergebracht in de Stichting VUGAARD, welke stichting in administratie is bij Syntrus Achmea. Bpf AVH betaalt de 55-plusuitkeringen uit in opdracht van de Stichting VUGAARD en in samenwerking met Syntrus Achmea. Een deel van het personeel van Bpf AVH verricht werkzaamheden voor Servicekantoor AGH, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zogenoemde 55-plusregeling van de Stichting VUT Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Eieren en Eiprodukten en de Eiproduktenindustrie en voor de uitvoering van de WGA-hiaatverzekering en WGAhiaataanvullingsverzekering van CAO-partijen uit de AGF Groothandel. Bpf AVH heeft een deelneming van 12,5% in een levensloopfonds.
8
8
avh jaarverslag 2009
AG VAN HET BESTUUR VERSLAG VAN HET BESTUUR VERSLAG VAN HET BESTUUR
VH verricht dan Bpf ook AVHmet verricht ingang dan Bpf vanook AVH 2010 met verricht geen ingang activiteiten danvanook2010 met meer geen ingang voor activiteiten van 2010 meer geenvoor activiteiten meer voor kantoor AGH Servicekantoor m.b.t. de bovengenoemde AGH Servicekantoor m.b.t. de55-plusregeling bovengenoemde AGH m.b.t.en de55-plusregeling de bovengenoemde WGAen 55-plusregeling de WGAen de WGAzekeringen. Bpf hiaatverzekeringen. AVH heeft het recht Bpf hiaatverzekeringen. om AVH samen heeft met het Bpf recht Bpf Dranken om AVH samen heeft de Raad met het Bpf recht vanDranken om samen de Raad met Bpf vanDranken de Raad van t van Servicekantoor ToezichtAGH van te Servicekantoor benoemen Toezicht c.q. AGH van te ontslaan te Servicekantoor benoemen en hetc.q. recht AGH te ontslaan te ombenoemen tweeen hetc.q. recht te ontslaan om tweeen het recht om twee oor benoemingleden voor te voor dragen benoeming in het bestuur leden voor te voor van dragen benoeming Servicekantoor in het bestuur voor AGH. te van dragen Servicekantoor in het bestuur AGH. van Servicekantoor AGH.
oten ondernemingen Aangesloten ondernemingen Aangesloten ondernemingen H is, met inachtneming Bpf AVH is, vanmet de inachtneming verplichtstellingsbeschikking, Bpf AVH is, vanmet de inachtneming verplichtstellingsbeschikking, van toepassing van de verplichtstellingsbeschikking, op van toepassing op van toepassing op emingen: ondernemingen: ondernemingen: wordt uitgeoefend - waarin de groothandel, wordt uitgeoefend het - waarin bedrijf de groothandel, wordt van commissionair, uitgeoefend het bedrijf deofgroothandel, van het bedrijf commissionair, het bedrijf of van het bedrijf commissionair, of het bedrijf ssenpersoon in aardappelen, van tussenpersoon groenten in aardappelen, van of fruit; tussenpersoon groenten in aardappelen, of fruit; groenten of fruit; wordt uitgeoefend - waarin de groothandel, wordt uitgeoefend respectievelijk - waarin de groothandel, wordthet uitgeoefend bedrijf respectievelijk vande tussenpersoon groothandel, het bedrijf respectievelijk van tussenpersoon het bedrijf van tussenpersoon en in de zin van in artikel eieren 2 van in de het zinInstellingsbesluit van in artikel eieren 2 van in Bedrijfschap de het zinInstellingsbesluit van artikel Groothandel 2 vanBedrijfschap hetinInstellingsbesluit Groothandel Bedrijfschap in Groothandel in , zoals dit artikelEieren, luidt opzoals 1 maart dit artikel 1965,Eieren, luidt met dien opzoals 1 verstande, maart dit artikel 1965, dat luidt met onder dien op 1bedoelde verstande, maart 1965, dat met onder dienbedoelde verstande, dat onder bedoelde andel en bedoeld groothandel bedrijf van en tussenpersoon bedoeld groothandel bedrijf mede vanwordt en tussenpersoon bedoeld verstaan bedrijf de mede eiproductenvanwordt tussenpersoon verstaan de mede eiproductenwordt verstaan de eiproductenge; fabricage; fabricage; nder niet wordt-verstaan waaronder coöperatieve niet wordt-verstaan ondernemingen waaronder coöperatieve niet wordt en waarin verstaan ondernemingen wordt coöperatieve en waarin ondernemingen wordt en waarin wordt efend uitsluitenduitgeoefend of in hoofdzaak uitsluitend de groothandel uitgeoefend of in hoofdzaak in uitsluitend kaas;de groothandel of in hoofdzaak in kaas;de groothandel in kaas; an de werknemers - waarvan werkzaam de werknemers zijn in fustcentrales - waarvan werkzaam deen werknemers zijn transportploegen in fustcentrales werkzaam ten en zijn transportploegen in fustcentralesten en transportploegen ten ve van de groothandel behoeve in aardappelen, van de groothandel behoeve groenten in aardappelen, van en fruit. de groothandel groenten in aardappelen, en fruit. groenten en fruit.
en uitvoering Bestuur en uitvoering Bestuur en uitvoering tuur Het Bestuur Het Bestuur tuur van Bpf AVH Het bestuur bestaat van uit twaalf Bpf AVH Het leden. bestuur bestaat Zes leden van uit twaalf Bpf worden AVH leden. benoemd bestaat Zes leden uitdoor twaalf worden de leden. benoemd Zes leden doorworden de benoemd door de versorganisaties werkgeversorganisaties en zes leden door werkgeversorganisaties deenwerknemersorganisaties, zes leden door deen werknemersorganisaties, zes allen leden voordoor een de werknemersorganisaties, allen voor een allen voor een van drie jaar met periode de mogelijkheid van drie jaar van met periode herbenoeming. de mogelijkheid van drie jaar Op van met 17herbenoeming. de junimogelijkheid 2010 was Op devan 17herbenoeming. juni 2010 was Op de 17 juni 2010 was de telling van het samenstelling bestuur als volgt: van het samenstelling bestuur als volgt: van het bestuur als volgt:
UR
BESTUUR
BESTUUR
Plaatsvervangende Leden leden Plaatsvervangende Leden Vertegenwoordigend leden Plaatsvervangende Vertegenwoordigend leden Vertegenwoordigend
M. Welschen
M.C.P.M. drs. L.A.M.van Welschen der Smissen M.C.P.M. drs. L.A.M. Frugi van Venta Welschen der Smissen M.C.P.M. Frugi van Venta der Smissen
Frugi Venta
uis
P.L.M. P.A. Nijhuis Zuiderwijk
P.L.M. P.A. Frugi Nijhuis Zuiderwijk Venta
Frugi Venta
n Diepen
vacature mr. R. van Diepen
mr. R. Nederlandse van DiepenAardappel vacature Organisatie Nederlandse Aardappel Organisatie vacature Nederlandse Aardappel Organisatie
n den Brekel
vacature T.J.C. van den Brekel
T.J.C. Nederlandse van den Brekel Aardappel vacature Organisatie Nederlandse Aardappel Organisatie vacature Nederlandse Aardappel Organisatie
A. van Dijk
ir. A.ing. MijsA. van Dijk drs.
drs. Dijk ir. A. Mijs ir. A.ing. MijsA. van Nederlandse Algemene Vereniging van Algemenevan Nederlandse Vereniging van Algemene Nederlandse Vereniging Eierhandelaren Eierhandelaren Eierhandelaren
Boersma
mr. A. Hess drs. O.F. Boersma
drs. O.F. Vereniging Boersma Nederlandse mr.Kaasgroothandelaren A. Hess Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren mr. A. Hess Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
P.L.M. Frugi Zuiderwijk Venta
.M. Bergervoet vacature mevr.FNV J.A.M. Bergervoet vacature mevr. J.A.M. Bergervoet vacature Bondgenoten FNV Bondgenoten
r
FNV Bondgenoten
M.R. Klunder vacature
vacature FNV Bondgenoten M.R. Klunder
M.R.FNV Klunder Bondgenoten
FNV Bondgenoten
vacature N. Suijker
N. Suijker FNV Bondgenoten vacature
vacature FNV Bondgenoten
FNV Bondgenoten
Mevr. F. Bugdayci-KaratasMevr. N. Meijer FNV Bondgenoten Mevr.FNV F. Bugdayci-Karatas N. Meijer F. Bugdayci-Karatas Bondgenoten
FNV Bondgenoten
r
Mevr.C.M.P. J. Bleeker Huntjens
J. Bleeker CNV Dienstenbond Mevr.C.M.P. Huntjens
Mevr.C.M.P. Huntjens CNV Dienstenbond
CNV Dienstenbond
nbroek
Mevr.C.M.P. Huntjens G. Mastenbroek
G. Mastenbroek CNV Dienstenbond Mevr.C.M.P. Huntjens
Mevr.C.M.P. Huntjens CNV Dienstenbond
CNV Dienstenbond
9
9
9
9
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Volgens het door het bestuur vastgestelde rooster van aftreden traden ultimo 2009 af: Vertegenwoordigend
Naam
Frugi Venta
Drs. L.A.M. Welschen M.C.P.M. van der Smissen
Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren
drs. ing. A. van Dijk ir. A. Mijs
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
drs. O.F. Boersma mr. A. Hess
FNV Bondgenoten
J.A.M. Bergervoet A. Sioua N. Meijer J. Martens
CNV Dienstenbond
G. Mastenbroek C.M.P. Huntjens
De heren A. Sioua en A. In ‟t Veld zijn als bestuursleden en Mevr. M. Hesper en de heer J. Martens zijn als plv. bestuursleden teruggetreden. In een deel van de daardoor ontstane vacatures zijn benoemd door FNV Bondgenoten de heer N.Suijker als bestuurslid en Mevr. F. Bugdayci-Karatas als plv. bestuurslid. Alle overige aftredende (plv.) bestuursleden zijn herbenoemd. Het bestuur bedankt de af- en teruggetreden (plv.) bestuursleden voor hun werkzaamheden en inzet ten behoeve van Bpf AVH en wenst de benoemde (plaatsvervangende) bestuursleden veel succes met hun bestuurswerkzaamheden. Het bestuur vertegenwoordigt het pensioenfonds en draagt de (eind)verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pensioenregelingen en het daartoe behorende pensioen- en begeleidingsbeleid. Zij heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van Bpf AVH, alsmede overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota („ABTN‟). Het bestuur vergadert minimaal twee keer per jaar. Besluitvorming vereist een volstrekte meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarbij tenminste zeven bestuursleden (minimaal drie werkgevers- en drie werknemersleden) aanwezig zijn. Het Dagelijks Bestuur De voorzitter en vice-voorzitter van het bestuur zijn belast met het dagelijks bestuur van Bpf AVH. Hun bevoegdheden zijn vastgelegd in een bestuursbesluit. De invulling van de functies van voorzitter en vice-voorzitter wisselt elk jaar. Het ene jaar is de voorzitter afkomstig uit de werkgeversorganisaties, het andere jaar uit de werknemersorganisaties. Voor de vice-voorzitter geldt een zelfde wisselschema. Beide functionarissen hebben plaatsvervangers. De voorzitter geeft leiding aan de bestuursvergadering. Het dagelijks bestuur komt minimaal vier keer per jaar bijeen om samen met de directeur-secretaris de dagelijkse gang van zaken, de realisatie van de begrote uitvoeringskosten en de agenda van de komende bestuursvergadering te bespreken. 10
10
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Op 17 juni 2010 was de samenstelling van het dagelijks bestuur als volgt: DAGELIJKS BESTUUR Leden
Plaatsvervangende leden
mevr. J.A.M. Bergervoet (vice-voorzitter)
N. Meijer
drs. L.A.M. Welschen (voorzitter)
drs. ing. A. van Dijk
De deelnemersraad Op 17 juni 2010 was de samenstelling van de deelnemersraad als volgt: DEELNEMERSRAAD Leden
Plv. leden
Zetel
Vertegenwoordigend
J.H.C.Janssen
Vacature
Gepensioneerde
CSO
J.H.M. Voorn
Vacature
Deelnemer
FNV Bondgenoten
vacature
Vacature
Deelnemer
FNV Bondgenoten
R. Weststrate (vice-voorzitter)
Vacature
Deelnemer
CNV Dienstenbond
D.W. Blijleven
Vacature
Deelnemer
CNV Dienstenbond
(voorzitter)
Bpf AVH heeft een deelnemersraad, waarin de deelnemers en de uitkeringsgerechtigden van het pensioenfonds evenredig vertegenwoordigd zijn. De deelnemersraad geeft het bestuur gevraagd en ongevraagd advies bij haar besluitvorming inzake het beheren en uitvoeren van de pensioenregelingen. Volgens het rooster van aftreden traden de heren J.H.C. Janssen en J.H.M. Voorn ultimo 2009 af. De beide heren zijn herbenoemd. De heer F. van Erp is teruggetreden als lid van de deelnemersraad Het bestuur wenst de herbenoemde deelnemersraadsleden veel succes met hun werkzaamheden ten behoeve van Bpf AVH. Beleggingscommissie De verantwoordelijkheid van de beleggingscommissie is het bestuur te adviseren over beleggingsaangelegenheden in brede zin. Dit betreft zowel advies over het algemene beleggingsbeleid als over meer specifieke zaken, waaronder de vermogensbeheerstructuur, de afweging tussen actief en passief beleggen, de selectie van asset managers, de valuta- en de rentehedge.
11
11
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR De beleggingscommissie was op 17 juni 2010 als volgt samengesteld: BELEGGINGSCOMMISSIE drs. ing. A. van Dijk
Vice-voorzitter
N. Meijer
Voorzitter
drs. O.F. Boersma
Lid
P.A. Nijhuis
Lid
drs. M. de Gelder AAG
Adviseur
De commissie is samengesteld uit leden van het bestuur. De bevoegdheden van deze commissie zijn bij mandaat vastgesteld. De beleggingscommissie heeft de volgende taken: - het opstellen van het beleggingsplan; - het monitoren van de activiteiten van de vermogensbeheerders; - het voeren van een beleggingsbeleid ten opzichte van de strategische benchmark. De strategische benchmark vertaalt de beleidsuitgangspunten naar concrete beleggingsdoelstellingen en vergelijkingsmaatstaven voor het rendement. Bpf AVH heeft het vermogensbeheer voornamelijk uitbesteed. De asset managers en custodian worden aangetrokken volgens het door het bestuur vastgestelde uitbestedingsbeleid. Het vermogensbeheer wordt door Blackrock (voorheen Barclays Global Investors), State Street Global Advisors, F&C Netherlands B.V., Kempen Capital Management, Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (Nederland) N.V., K2 Advisors, Man Group (tot 1 juli 2009), Partners Group, AXA, JP Morgan, Neuberger Bergman, ING Real Estate en Altera Vastgoed uitgevoerd. De portefeuille onderhandse geldleningen is in eigen beheer. In 2010 is Dexia Assetmanagement aangesteld als de manager voor de bedrijfsobligaties (tot 1 februari 2010 was Blackrock de manager voor de bedrijfsobligaties) en in april 2010 is F&C Netherlands aangesteld als manager voor de inflation linked bonds (alleen Franse en Duitse inflation linked bonds). Het is de bedoeling dat de portefeuille „onderhandse geldleningen‟ geleidelijk aan wordt verminderd door (vervroegde) aflossingen. Kas Bank N.V. te Amsterdam verricht de volgende diensten aan Bpf AVH: - de beleggingsadministratie; - de rapportages DNB; - performance measurement en risico-analyse; - compliance monitoring; - evt. custody en settlement alsmede securities lending; - currency overlay management; - duration overlay management. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor de selectie en timing van de transacties in de door hen beheerde portefeuilles binnen de geldende mandaten. 12
12
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het verantwoordingsorgaan Bpf AVH heeft een verantwoordingsorgaan dat bestaat uit zes leden, te weten twee leden namens werkgevers, twee leden namens werknemers en twee leden namens gepensioneerden. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur gevoerde beleid en de beleidskeuzes die betrekking hebben op lange(re) termijn, Op 17 juni 2010 was de samenstelling van het verantwoordingsorgaan als volgt: VERANTWOORDINGSORGAAN Leden
Namens
J.J. Horn (voorzitter)
Werkgevers
R. Peeters
Werkgevers
F.G.L. Hagens
Werknemers
H. Vugs
Werknemers
H.J.I. Giesendorf
Gepensioneerden
G. Lodewijk
Gepensioneerden
Overige bestuurscommissies De bestuurscommissie (pre)pensioen partikulier kaaspakhuisbedrijf is bij delegatiebesluit d.d. 5 december 2002 vanaf 1 januari 2003 bevoegd om toezicht te houden op en begeleiding te geven bij de uitvoering van de prepensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Deze prepensioenregeling is per 1 januari 2006 voor verdere deelneming beëindigd. Per genoemde datum is er een zogenaamde 55-plusregeling voor het Partikulier Kaaspakhuis ingevoerd. De commissie houdt toezicht op de uitvoering van het voorwaardelijk indexatiebeleid m.b.t. prepensioenaanspraken en –uitkeringen en 55plusuitkeringen en adviseert het bestuur m.b.t. de uitvoering van de 55-plusregeling. De commissie legt periodiek verantwoording voor uitvoering van haar taken aan het bestuur af. De samenstelling van deze bestuurscommissie op 17 juni 2010 was als volgt: BESTUURSCOMMISSIE PARTIKULIER KAASPAKHUISBEDRIJF Leden
Vertegenwoordigend
M. Modderman
Voorzitter
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
A. van Mill
Lid
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
mr. A. Hess
Lid
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
Vice-voorzitter
FNV Bondgenoten
M.R. Klunder
Lid
FNV Bondgenoten
L. Bons
Lid
CNV Bedrijvenbond
Vacature
13
13
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Commissie van Beroep Belanghebbenden die van oordeel zijn dat hun belangen zijn geschonden door een beslissing van het bestuur kunnen, op grond van het reglement inzake de behandeling van geschillen, tegen deze beslissing beroep instellen bij de Commissie van Beroep. Deze commissie bestaat uit een werkgevers- en een werknemersvertegenwoordiger (niet zijnde bestuursleden) en een onafhankelijk voorzitter. De commissie wordt bijgestaan door een griffier. De commissie is in het verslagjaar niet bijeengekomen voor een beroepszaak. Op 17 juni 2010 was de samenstelling van de commissie als volgt: COMMISSIE VAN BEROEP Leden
Plaatsvervanger
drs. P.J. Poot
J. van de Brink
Onafhankelijk voorzitter
mr. M. van Engelen
vacature
Werkgeverslid
J. Verhey
G.B. Rijzinga
Werknemerslid
De klachtencommissie Bpf AVH is in 2008 ingesteld. Deze commissie beoordeelt klachten over de uitvoering van de pensioenregeling. De commissie bestaat uit de voorzitter Bpf AVH, de vice-voorzitter Bpf AVH en de voorzitter Deelnemersraad Bpf AVH. Het bestuur van Bpf AVH heeft een klankbordgroep communicatie ingesteld, met als opdracht de communicatiemiddelen op leesbaarheid en begrijpelijkheid te beoordelen. Het bestuur kan een aantal ad hoc commissies instellen, met de opdracht om een actueel onderwerp te onderzoeken. De visitatiecommissie Het bestuur geeft de visitatiecommissie „VisitatieOpmaat‟ de opdracht om eenmaal per 3 jaar het functioneren van het bestuur kritisch te bezien. De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden en maakt geen onderdeel uit van de bestuurlijke organisatie van Bpf AVH. Het laatste onderzoek van de visitatiecommissie was in 2008. Op 17 juni 2010 was de samenstelling van de visitatiecommissie als volgt: VISITATIECOMMISSIE Leden D. Wenting AAG, RBA H.J.P. Strang RA Drs. J. Groenewoud
14
14
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Uitvoeringsorganisatie Bpf AVH is tot 1 januari 2010 een zelfadministrerend bedrijfstakpensioenfonds. Het eigen personeel draagt zorg voor de beleidsvoorbereiding, de secretariële ondersteuning, de advisering, het monitoren van het vermogensbeheer, dat in belangrijke mate is uitbesteed, en de uitvoering van de pensioenregelingen MANAGEMENTTEAM mr. E.W. Martens
Directeur-secretaris
R.G.M. van Bergen
Administrateur
E. Mateman
Manager Vermogensbeheer
Met ingang van 1 januari 2010 heeft Bpf AVH het pensioenbeheer uitbesteed aan Servicekantoor AGH. Voor het pensioenbeheer zijn afspraken gemaakt in de op 10 december 2009 afgesloten dienstverleningsovereenkomst. Adviseurs Het pensioenfonds wordt voor actuariaat en risicobeheersing op lange termijn ondersteund door de externe adviserende actuaris/ALM-adviseur. In samenwerking met Kasbank NV wordt per kwartaal ten behoeve van de beleggingscommissie een IRMmonitor vervaardigd waarin de effecten van balansmanagement inzichtelijk worden gemaakt. Het bestuur ontvangt hiervan per kwartaal een samenvatting (het zogenoemde dashboard). Interest en Currency Consultants te Utrecht verstrekt informatie over mogelijke rente- en valutaontwikkelingen. De Stichting Performance te Amsterdam adviseert over de customized benchmark voor de onderhandse leningen en over de zscore en de performancetoets. Ortec te Rotterdam begeleidt Bpf AVH door middel van brainstormsessies bij het beoordelen van de financiële crisis en de wereldwijde economische ontwikkelingen. De compliance officers worden in hun werk ondersteund door Groenewegen-HaketAmmerlaan te Den Haag. ACTUARIS EN ACCOUNTANT Drs. M. de Gelder AAG Advisererend Actuaris Hewitt Associates B.V. Amsterdam Ir. M.J.M. Pernot AAG Certificerend Actuaris Hewitt Associates B.V. Eindhoven M. van Ginkel RA
Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Rotterdam
Op pagina 95 is een overzicht van de nevenactiviteiten van bestuur en management opgenomen.
15
15
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Vergaderingen In het onderstaande overzicht is vermeld het aantal vergaderingen per bestuursorgaan. Bestuursorgaan
Aantal vergaderingen 2009
Bestuur
Vijf (waarvan 2 gezamenlijk met de deelnemersraad en verantwoordingsorgaan) vier vier (waarvan 2 gezamenlijk met het bestuur) acht twee
Dagelijks Bestuur Deelnemersraad Beleggingscommissie Bestuurscommissie Prepensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf Bestuurscommissie AGF Groothandel Verantwoordingsorgaan Studiecommissie Modernisering Verplichtstellingsbeschikking Klachtencommissie Commissie van Beroep
twee vier (waarvan 2 gezamenlijk met het bestuur) -
16
16
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 2.
Financiële informatie en ontwikkelingen
Beleggingen In 2009 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 4,59% (benchmark: 6,85%). Dit beleggingsrendement is goed te noemen in relatie tot het defensieve beleggingsbeleid van Bpf AVH en in vergelijking met het gemiddelde beleggingsrendement waarmee in het herstelplan is gerekend. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat Bpf AVH besloten heeft om aandelen te onderwegen en cash te overwegen. Hierdoor heeft Bpf AVH minder marktrisico gelopen dan was toegestaan op basis van de normportefeuille. Dit is ook één van de voornaamste redenen voor de underperformance ten opzichte van het benchmarkrendement (op basis van de normportefeuille). Mede onder invloed van deze ontwikkelingen nam de beleggingsportefeuille in het verslagjaar van zo‟n € 497 miljoen naar zo‟n € 519 miljoen in waarde toe. De z-score 2009 is - 2,15. De performancetoets 2005 – 2009 is 0,25. Ontwikkelingen Het bestuur van Bpf AVH volgt de ontwikkelingen in de pensioen- en financiёle sector. Een aantal van die ontwikkelingen worden hierna beschreven. Onderzoek DNB naar beleggingsbeleid van pensioenfondsen DNB heeft een onderzoek gedaan, waaruit blijkt dat een aantal pensioenfondsen de risico‟s onderschat waaraan zij in hun beleggingsbeleid blootstaan. Volgens DNB zijn de beleggingsverliezen in 2008 een gevolg van de financiёle crisis en de uitvoering van gevoerde strategische beleid. Het DNB-rapport is geanonimiseerd en doorgestuurd aan de commissie Frijns. Deze commissie heeft in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid een onderzoek gedaan naar het beleggingsbeleid van pensioenfondsen en in het bijzonder het risicobeheer. Uit het rapport dat deze commissie begin 2010 heeft uitgebracht blijkt als belangrijkste conclusies: - Pensioenfondsen hebben te weinig aandacht voor het risicobeheer en voor de uitvoering van het beleggingsbeleid. - Pensioenfondsen hebben niet voldoende grip op de (externe) vermogensbeheerders. - Specifieke kenmerken van pensioenfondsen zoals de pensioenregeling en het risicoprofiel komen onvoldoende tot uitdrukking in het beleggingsbeleid. - Besturen beschikken over te weinig deskundigheid op het gebied van het vermogens- en risicobeheer. - Pensioenfondsen moeten zich meer richten op het reële kader (dus inclusief toeslagen). - De organisatie en governance van pensioenfondsen schieten op deze onderwerpen tekort. De commissie Frijns doet de volgende gedane aanbevelingen: - Risicomanagement Besturen accepteren uitsluitend pensioencontracten die evenwichtig zijn wat betreft financiering en risicodeling besturen dienen een strategisch risicokader vast te stellen met een afgewogen balans tussen rendement en risico mede gezien de gehanteerde 17
17
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR uitgangspunten over duurzaamheid. -
-
-
Beleggingsbeleid Dit beleid moet gericht zijn op een juiste balans tussen doelstellingen/ ambitie en risico‟s en in samenhang worden vastgesteld. Dit beleid moet gebaseerd zijn op realistische rendement/risicoverwachtingen waarbij kritische grenzen niet mogen worden onderschreden. Het bestuur moet keuzes maken over de invulling van het beleggingsbeleid en voert een monitoringkader in om de resultaten continu te kunnen beoordelen ten opzichte van de doelstellingen. Uitvoering risico beheer/ beleggingsbeleid Het bestuur dient in control te zijn wat betreft het risicobeheer (strategisch en operationeel). Een verantwoorde inrichting van informatieprocessen om risico‟s van asymmetrische informatie te beheersen; dit vereist een selectie van uitvoerders die hierbij kunnen aansluiten. Het bestuur heeft voldoende counterveiling power ten opzichte van de professionele uitvoerders. Governance en organisatie Het bestuur dient voldoende expertise/ deskundigheid te bezitten op het gebied van vermogensbeheer en risicobeheer. Complexiteit beleggings- en risicobeleid moet zijn afgestemd op het pensioencontract en risicohouding van het bestuur.Besturen van kleine pensioenfondsen dienen zich periodiek te buigen over de vraag of de omvang van het fonds niet te klein wordt voor een optimale bemensing van het bestuur en de inrichting van het fonds. Het bestuur ontwikkelt, hanteert en bewaakt een monitoringkader waaruit blijkt in welke mate het bestuur adequaat reageert over het risicobeleid, beleggingsbeleid en maatschappelijk verantwoord handelen.
Ook de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) heeft onderzoek gedaan naar de beleggingen van bedrijfstakpensioenfondsen. Op 18 november bracht VB haar rapport uit „Bedrijfstakpensioenfondsen en de kredietcrisis: aanbevelingen voor het beleggingsbeleid‟. De kernboodschap in dit rapport is de oproep aan ieder bestuur van een bedrijfstakpensioenfonds om stil te staan bij de wijze waarop het zijn verantwoordelijkheid voor het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan draagt. Zijn de mandaten helder en dusdanig dat het bestuur nog „in control‟ kan zijn? Wordt er voldoende gerapporteerd door de vermogensbeheerder en is het bestuur in staat om te sturen naar aanleiding van die rapportages? De beheersing van de beleggingsrisico‟s en het riskmanagement behoren bij ieder bedrijfstakpensioenfonds prominent op de agenda te staan. Er staan aanbevelingen in voor beleggingsbeleid. Zo pleit de VB voor overheidsobligaties, waarbij de rente is gekoppeld aan de inflatie. In het rapport worden ook antwoorden gegeven op veelgestelde vragen die bij het publiek leven over beleggingen van pensioenfondsen. Pensioenen Demissionaire Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Als gevolg van de financiële crisis die ook de pensioenfondsen heeft geteisterd heeft minister Donner een aantal commissies geïnstalleerd voor de diverse pensioendossiers om de toekomstbestendigheid van pensioenfondsen te verbeteren. Dit zijn de commissies Don, Frijns (zie hierboven) en Goudswaard. Alle drie commissie hebben 18
18
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR gerapporteerd. Echter de Tweede kamer heeft zowel het dossier de AOW als de verdere behandeling van deze rapporten als controversieel aangemerkt. Hieronder treft u een samenvatting aan van het AOW-dossier en de bevindingen van de Commissie Don en Goudswaard. Voorstel aanpassing AOW Op 15 oktober jl. hebben coalitiepartijen CDA, PvdA en Christenunie een akkoord bereikt over de verhoging van de AOW-leeftijd. Volgens dit akkoord zou de AOW-leeftijd In 2020 eerst worden verhoogd naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar. Het demissionaire kabinet heeft hierover in het verslagjaar een drietal voorontwerpen van wet gepresenteerd. Het voorontwerp van wet voor duurzame inzetbaarheid regelt onder meer via de Arbowet dat werkgevers én werknemers de wettelijke plicht krijgen om te zorgen voor duurzame inzetbaarheid van werknemers. Werknemers die dertig jaar een zwaar beroep uitoefenen, moeten van hun werkgevers een aanbod krijgen voor minder belastend werk of begeleiding naar werk bij een ander bedrijf. Doet de werkgever dat niet dan moet hij mogelijk maken dat de werknemer toch op zijn 65e kan stoppen door hem financieel te compenseren met 140 procent van het jaarsalaris. Werkgevers- en werknemersorganisatie in een sector kunnen beroepen voordragen als een zwaar beroep mits deze vallen binnen de in de wet vastgelegde criteria. Een tweede voorontwerp van wet regelt via de Algemene Ouderdomswet (AOW) dat werkenden èn zelfstandigen die 42 jaar substantieel (1225 uur per jaar) hebben gewerkt op hun 65e kunnen stoppen. Mensen die hiervan gebruikmaken krijgen wel een navenant lagere AOW-uitkering. De minister van SZW zou periodiek de hoogte van de korting op de AOW-uitkering bepalen en daarbij ook rekening houden met de kortingspercentages die pensioenfondsen hanteren. Voorwaarde voor het eerder stoppen is wel dat mensen niet in de situatie komen dat ze een beroep moeten doen op de bijstand. Het derde voorontwerp van wet biedt een vangnet voor mensen bij wie de WW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering na hun 65e afloopt en die in de bijstand dreigen te komen. In aansluiting op de verhoging van de AOW-leeftijd wilde het demissionaire kabinet de fiscale faciliëring van de pensioenopbouw (het zogeheten Witteveenkader) aanpassen aan de nieuwe AOW-leeftijd in de toekomst. Uitgangspunt daarbij was dat voor de nieuwe pensioenleeftijd van 67 jaar een aanvullend pensioen kan worden opgebouwd dat even hoog is als het aanvullend pensioen nu bij 65 jaar. Hierdoor wordt twee jaar extra aanvullend pensioen opgebouwd. Dit zou betekenen dat het jaarlijkse maximale opbouwpercentage van aanvullende pensioenen zou worden aangepast. Deze aanpassing zou in één keer worden doorgevoerd met ingang van 1 januari 2020, het moment waarop de AOW-gerechtigde leeftijd van 65 naar 66 jaar gaat. Het kabinet had voor ogen dat werkgevers- en werknemersorganisaties het extra geld van de langere aanvullende pensioenopbouw zouden gebruiken om het stelsel van aanvullende pensioenen steviger te maken, door bijvoorbeeld de dekkingsgraden te verbeteren. Eind mei 2010 maakten VNO NCW en FNV bekend dat zij overeenstemming hebben over de AOW- en de pensioenleeftijd. In hun voorstel blijft het voor werknemers mogelijk 19
19
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR om met hun 65ste te stoppen met werken, maar dan moeten ze wel 6,5 procent van hun AOW en pensioen inleveren. Wie een jaar langer doorwerkt, krijgt juist 6,5 procent extra. De AOW- en pensioenleeftijd worden aan elkaar gekoppeld. In 2020 gaan ze allebei omhoog naar 66 jaar. In 2025 moet dit 67 jaar worden. De leeftijd waarop werknemers mogen stoppen, loopt mee met de levensverwachting. Elke vijf jaar bekijken de sociale partners of de pensioenleeftijd moet worden verhoogd. Ook moet een verhoging minimaal tien jaar van te voren worden aangekondigd. VNO NCW en FNV hopen dat een nieuwe regering hun voorstellen overnemen. Dit zal afhankelijk zijn van de uitslag van de verkiezingen en de te vormen coalitieregering. Commissie Don De parameters waarmee fondsen mogen rekenen bij het opstellen van continuïteitsanalyses, herstelplannen en kostendekkende premies zijn vastgelegd in de ministeriële Regeling parameters pensioenfondsen. Deze regeling is vervallen per 31 december 2009. Minister Donner heeft daarom vorig jaar de Commissie Parameters beter bekend als de Commissie Don - opdracht gegeven te bezien of op grond van financieel-economische ontwikkelingen in het verleden en realistische verwachtingen ten aanzien van de toekomst de huidige parameters aanpassing behoeven en zo ja, welke parameters de Commissie voor de periode na 31 december 2009 adviseert. De Commissie Don heeft op 25 september 2009 een verdeeld advies uitgebracht. Hierop heeft minister Donner besloten de parameters voor 2010 ongewijzigd te laten. Commissie Goudswaard Begin 2010 heeft de commissie Goudswaard zijn rapport “Een sterke tweede pijler”, met als ondertitel ”Naar en toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen” uitgebracht. Het rapport bestaat uit twee delen. Deel één “Is het pensioenstelsel voldoende toekomst en schokbestendig?”, geef een analyse van ons pensioenstelsel, de ontwikkelingen en trends binnen Nederland op demografisch, financieel gebied en het vlak van de arbeidsmarkt. Deel twee “Naar een toekomstbestendig stelsel” geeft aan dat het pensioenstelsel de moeite waard is om intact te houden en geeft aanbevelingen die er voor moeten zorgen dat het stelsel ook voor de langere termijn houdbaar blijft. Het Nederlandse stelsel met aanvullende pensioenen naast de AOW kent het voordeel van lage uitvoeringskosten en gedeelde risico's over verschillende generaties heen. Zeker Europees gezien is Nederland redelijk tot goed voorbereid op de vergrijzing. Helaas is door de hoge kapitaaldekking van de tweede pijler dit gedeelte van het inkomen van de gepensioneerde gevoelig voor schokken op de financiële markten. Met de recentelijk financiële en economische crisis lijkt het pensioenstelsel kwetsbaar dan ooit. Door het dalen van de aandelenkoersen is er veel vermogen verdampt en door de lage rente termijnstructuur moeten pensioenfondsen meer geld reserveren om in de toekomst aan de verplichtingen te voldoen. Het gevolg is dat er een gat ontstaan tussen 20
20
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR de verwachtingen en de werkelijke zekerheid die geboden kan worden. Door de vergrijzing en de ontgroening in Nederland is het gat tussen de verwachtingen en de zekerheid van pensioenen steeds minder goed op te vangen door stijging van de pensioenpremie. Minder actieven ten opzichte van meer uitkeringsgerechtigden maakt het effect van premieverhoging steeds kleiner. Dit betekent dat het gat steeds meer opgevuld moet worden uit rendementen op de financiële markten. Deze manier van financieren is meer risicovol zodat de zekerheid van de hoogte van het pensioen kleiner wordt. Als de deelnemer ook nog eens uitgaat van een reële pensioenverwachting (pensioen inclusief alle indexaties) in plaats van de nominale pensioenverwachting (pensioen zonder indexaties) dan wordt de zekerheid van het te verwachten pensioen nog kleiner. Aldus de commissie. Bedrijven willen steeds minder pensioenrisico‟s dragen. De toenemende internationale concurrentie en de veranderingen in accountancyregels dwingen ondernemingen om pensioenrisico‟s drastisch te verminderen. De werkgevers en werknemers zijn de afgelopen jaren flink meer premie gaan betalen. De commissie heeft dan ook geconcludeerd dat de premie-rek eruit is. De commissie vindt dat het Nederlandse pensioenstelsel aangepast moet worden om goed opgewassen te zijn tegen de gevolgen van de vergrijzing, ontgroening en de financiële onzekerheden. Daarom zijn keuzes noodzakelijk. De commissie geeft twee oplossingsrichtingen. Ten eerste kan er gekozen worden voor een lagere ambitie Mensen kunnen dan met e pensioen op hun 65 met een uitkering die 65% is van het gemiddeld verdiende loon of e doorwerken tot hun 67 om toch op een uitkering van 70% van het gemiddelde loon te komen. De commissie is van mening dat een verlaging van de ambitie niet desastreus is voor de gepensioneerden omdat het niveau nu van ons pensioen al hoog is. Een tweede mogelijkheid is het handhaven van de huidige ambitie, maar dan wel de hogere risico‟s die daarbij horen accepteren en beter toedelen. Pensioengerechtigden krijgen dan minder garanties omtrent hun pensioen. Het pensioen wordt voor een groter deel flexibel. Zo zou de pensioenleeftijd automatisch kunnen meestijgen met de levensverwachting. Het moet gepensioneerden en premiebetalers dan wel duidelijk zijn welke risico‟s zij lopen. De commissie is in principe een voorstander van het behoud van de doorsneepremie. Wijzigingen richting een leeftijdsafhankelijke opbouw vindt zij het onderzoeken waard maar moeten goed onderzocht worden op de overgangsproblematiek. De commissie concludeert dat het stelsel van aanvullende pensioenen (de tweede pijler) met de juiste keuzes goed aan te passen is aan de veranderende omstandigheden en dat het stelsel dus versterkt kan worden. Medezeggenschap gepensioneerden Op 2 september 2009 debatteerde de Tweede Kamer over het wetsvoorstel van Koşer Kaya (D66) en Blok (VVD), die meer medezeggenschap voor gepensioneerden in 21
21
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR besturen van bedrijfstakpensioenfondsen wensen. De Kamer bleef verdeeld over een zetelverdeling in het bestuur van bedrijfstakpensioenfondsen. Vervolgens is op 8 september ingestemd met de motie Omtzigt en aan sociale partners gevraagd om binnen 10 weken te komen met een breed gedragen voorstel waarin de medezeggenschap van alle betrokkenen verankerd is en de diversiteit van bestuurders gewaarborgd wordt. Om hieraan invulling te geven heeft de Stichting van de Arbeid (STAR) een breed overleg geïnitïeerd met ouderen-, maar ook jongeren- en vrouwenorganisaties alsmede een tweetal kenniscentra op het gebied van diversiteit en multiculturele ontwikkeling (EQuality en Forum) en het AVV (Alternatief Voor Vakbond). Het is deze organisaties niet gelukt overeenstemming te bereiken over de verankering van medezeggenschap. De STAR heeft op 27 november 2009 samen met enkele andere organisaties de Tweede Kamer opgeroepen op de verdere behandeling van het initiatief wetsvoorstel Koşer-Kaya / Blok te heroverwegen; dit om ruimte te maken voor de behandeling van een breder wetsvoorstel. De STAR zou samen met alle betrokken partijen de uitwerking ter hand willen nemen. Vooruitlopend daarop is de Stichting van de Arbeid, daarbij gesteund door enkele andere organisaties, bereid om via een convenant met afspraken en aanbevelingen met kracht in te zetten op een op korte termijn te starten beleid gericht op de vergroting van de diversiteit (o.a. meer jongeren, vrouwen, allochtonen) in de samenstelling van de besturen van pensioenfondsen, alsmede van de deelnemersraden en de verantwoordingsorganen. Minister Donner heeft in zijn brief van 4 december gereageerd op de evaluaties van het medezeggenschapsconvenant - en het daaruit voortvloeiende wetsvoorstel en STARoverleg - en de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Ten aanzien van medezeggenschap geeft de minister aan oog te hebben voor mogelijke belangentegenstellingen binnen pensioenfondsbesturen in geval van bestuursdeelname van gepensioneerden en de gevolgen daarvan voor de bestuurbaarheid van het fonds en de bereidheid van sociale partners om te voorzien in een pensioenregeling. Het kabinet wilde tegen deze achtergrond bekijken hoe de positie van pensioengerechtigden het best kan worden vormgegeven. Het kabinet achtte het niet verantwoord om met voorbijgaan aan andere aspecten alleen de discussie over medezeggenschap te voeren; medezeggenschap, pension fund governance en de fundamentele vragen die samenhangen met de gevolgen van de crisis moeten in samenhang worden doordacht en uitmonden in een nieuwe bestuursstructuur. Het kabinet heeft een aantal denkrichtingen gepresenteerd ten aanzien van de vormgeving van deze bestuursstructuur waaronder ook de medezeggenschap wordt begrepen. Bij het ontwikkelen van een concrete structuur zullen de volgende aspecten aan de orde komen: ▪Stroomlijning van de governance structuur
22
22
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR De overlap van taken tussen de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan, en tussen het verantwoordingsorgaan en het intern toezicht zal worden weggenomen. Het kabinet streeft ernaar het aantal organen terug te brengen. ▪Adequate vertegenwoordiging in de checks and balances door de verschillende partijen die risico‟s dragen In de vormgeving wordt het niet nodig geacht dat alle belanghebbenden bij alle functies betrokken zijn. Als er sprake is van bestuursdeelname (zeggenschap) ligt het voor de hand om de medezeggenschap te beperken. ▪Continuïteit en intern toezicht Het kabinet zal in het licht van het rapport van de commissie Frijns bezien hoe het intern toezicht kan worden versterkt. ▪Waarborgen van professionaliteit Het kabinet zal bezien welke mogelijkheden er zijn om professionals te betrekken bij het bestuur nu veel besturen moeite blijken te hebben met het aantrekken van deskundige leden. Ook de optie van een volledig professioneel bestuur zal daarbij worden overwogen. In dit laatste geval zullen de belangen van werkgevers, werknemers en gepensioneerden op een andere plek in de governance terug moeten komen. Pensioenregister In de Pensioenwet is vastgelegd dat Nederland in 2011 moet beschikken over een Nationaal Pensioenregister. Het pensioenregister moet het voor alle inwoners in Nederland mogelijk maken om op één centraal punt een eenvoudig en volledig overzicht te krijgen van alle door hem of haar opgebouwde pensioenaanspraken en de AOWuitkering. Bpf AVH is sedert 1 april 2010 aangesloten op het register en is in 2010 in voorbereiding op de verdere invulling ervan. Toeslagenlabel In artikel 48 lid 2 van de Pensioenwet is vastgelegd dat informatie over toeslagverlening dient te worden uitgedrukt in een kwalitatieve en beeldende maatstaf. Hiervoor is het toeslagenlabel met de muntjes ontwikkeld. In 2009 is het toeslagenlabel niet door Bpf AVH gepubliceerd. Bpf AVH heeft de deelnemers en gepensioneerden door middel van een brief geїnformeerd over de financiële situatie van het fonds. In 2010 heeft Bpf AVH het toeslagenlabel vastgesteld op grond van de dekkingsgraad ultimo 2009 en het label in haar communicatieuitingen in 2010 opgenomen. Goed Pensioenfondsbestuur Bpf AVH heeft Goed Pensioenfondsbestuur geïmplementeerd, waarbij onder andere een Visitatiecommissie en Verantwoordingsorgaan zijn ingesteld. In het verslagjaar heeft de Visitatiecommissie een rapport uitgebracht over de visitatie die is uitgevoerd in opdracht van Bpf AVH. Tijdens deze visitatie zijn de beleids- en bestuursprocedures beoordeeld, de wijze waarop het bestuur wordt aangestuurd en de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico‟s op de korte en lange termijn. Het oordeel van de Visitatiecommissie was op alle onderdelen positief. In het jaarverslag 2008 is het samenvattend oordeel van de visitatiecommissie opgenomen. 23
23
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het Financiële Toetsingskader Om de zekerheid van pensioenen te waarborgen stelt de Pensioenwet solvabiliteitseisen ingevolge het financieel toetsingskader. Het nieuwe financiële toetsingskader voorziet in een solvabiliteitstoets, waarbij de verplichtingen van een pensioenfonds gewaardeerd moeten worden op de variabele marktrente in plaats van de vaste rekenrente van 4%. Daarnaast geldt voor een pensioenfonds met betrekking tot de solvabiliteit een minimumnorm van 97,5% zekerheid bij nominale pensioenaanspraken. Wanneer de dekkingsgraad onder de 105% komt heeft het pensioenfonds in beginsel drie jaar de tijd om van dit dekkingstekort te herstellen (korte termijn herstel). De Nederlandsche Bank (DNB) kan deze hersteltermijn inkorten. Ingeval de vereiste dekkingsgraad nog niet is bereikt geldt een hersteltermijn van 15 jaar. De Nederlandse overheid heeft met sociale partners een sociaal akkoord bereikt, waardoor voor het korte termijn herstel een termijn geldt van vijf jaar. Pensioenfondsen moeten ingeval van dekkingstekort voor 1 april 2009 een herstelplan bij DNB hebben ingediend. De ontwikkeling van de dekkingsgraad per jaareinde is als volgt: Per jaareinde Dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad
2009
2008
2007
% 110,2 114,8
%
%
2006 %
103,0 115,0
123,1 116,0
110,8 118,0
Volgens de ABTN van Bpf AVH wordt de beoogde minimale omvang van het eigen vermogen en de solvabiliteitsopslag in de kostendekkende premie vastgesteld op basis van het vereiste eigen vermogen onder het FTK volgens het standaardmodel van DNB. De ABTN schrijft een dekkingsgraad voor met een vereist vermogen van 115%. De dekkingsgraad van Bpf AVH ligt beneden dit vereist vermogen, waardoor er sprake is van reservetekort. Per jaareinde 2008 was er sprake van dekkingstekort (< 105%). e e Gedurende het 2 t/m 4 kwartaal 2009 was de dekkingsgraad ≥ 105%, waardoor er per jaareinde 2009 geen sprake meer is van dekkingstekort. Gelet op de uitkomst van de solvabiliteitstoets oordeelt de actuaris dat de financiële positie van Bpf AVH niet voldoende te noemen is. Bpf AVH heeft op 31 maart 2009, na een zorgvuldig besluitvormingsproces, een herstelplan ingediend bij DNB, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een termijn van vijf jaar. Het dekkingstekort is ontstaan door de volgende factoren: Daling van de rentetermijnstructuur, waardoor de marktwaarde van de pensioen verplichtingen fors is toegenomen. Deze toename is uitgekomen op 28%. Door een gedeeltelijke afdekking van het renterisico is de toename van de waarde van de pensioenverplichtingen gedeeltelijk gecompenseerd. De renteafdekking heeft geresulteerd in een opbrengst ter grootte van afgerond 12% van het belegde vermogen. Daling van de marktwaarde van de beleggingen, waarbij met name de waarde van de aandelenportefeuille, de commodities en de hedgefunds zijn achteruitgegaan. Het rendement op de belegging, exclusief de opbrengst van de renteafdekking, bedroeg afgerond -3%. 24
24
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Beleid ten tijde van herstelperiode Beleggingsrendementen In het herstelplan is met een verlaagd gemiddeld rendement gerekend t.w. 4,5% over de periode 2009 tot 2024, waardoor rekening is gehouden met toekomstige economische hoogte- en dieptepunten. (Het gemiddelde rendement over de afgelopen vijf jaren en tien jaren bedroeg 5,25% resp. 4,06%). Toeslagverlening Indien de middelen van Bpf AVH volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de een afgesproken staffel tot leidraad (zie voorwaarden indexatiebeleid in paragraaf 6). Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om het opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. De actieve en gewezen deelnemers mogen over een prognose periode tot 2024 gemiddeld een indexatie van gemiddeld ca 45% van de maatstaf verwachten, startend vanuit de dekkingsgraad van ultimo 2008. Per 1 januari 2010 zijn de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken niet geïndexeerd. Er zou namelijk sprake zijn van een indexatie van 0,06%. Gezien het zeer beperkte effect hiervan op de pensioenuitkeringen is besloten om deze indexatie in 2010 te voorzien en toe te voegen aan een eventuele indexatie per 1 januari 2011. De opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers zijn per 1 januari 2010 verhoogd met een indexatie van 1,95%. In het herstelplan wordt ervan uitgegaan dat er tot 2016 niet dan gering wordt geïndexeerd. Nadien zullen er meerdere jaren zijn waarin wel volledig wordt geïndexeerd. Premie In het herstelplan wordt ervan uitgegaan, dat tot 2015 de premie op het huidige niveau zal worden gehandhaafd. Naar verwachting zal, als gevolg van de vergrijzing, in de periode van 2015 tot en met 2023 de premie in stapjes verhoogd moeten worden. Daardoor zal de premie in 2023 naar verwachting ruim 10% hoger liggen dan het huidige niveau. Uitvoering herstelplan In het plan wordt ervan uitgegaan dat Bpf AVH ultimo 2009 geen dekkingstekort meer heeft. Het reservetekort zal vervolgens worden ingelopen in een periode tot 2023. Indien gedurende de uitvoering van het herstelplan blijkt dat herstel in de resterende periode niet meer haalbaar is, dan zal het bestuur moeten besluiten tot andere maatregelen. 25
25
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Er zal dan onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om de pensioenpremie te verhogen. Indien een verhoging van de pensioenpremie niet of slechts beperkt mogelijk is, zal het bestuur moeten besluiten tot een kortingsmaatregel. De omvang van de korting van de pensioenaanspraken van de actieve en gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen van pensioengerechtigden zal zodanig van omvang zijn dat het resterende herstel haalbaar wordt. De kortingsmaatregel zal een voorwaardelijk karakter hebben en niet eerder worden uitgevoerd dan 1 januari 2012. Evaluatie herstelplan In 2010 heeft Bpf AVH een evaluatie van het herstelplan ingediend bij DNB. Uit dit plan blijkt dat herstel van het pensioenfonds gedurende het verslagjaar voorspoediger verloopt. Het behaalde rendement in 2009 ligt in lijn met het gemiddelde rendement waarmee is gerekend in het herstelplan over de jaren 2009 tot 2024. De dekkingsgraad is ultimo 2009 volgens het herstelplan berekend op 107%, terwijl de feitelijke dekkingsgraad uitgekomen is op 110,2% einde verslagjaar. In deze dekkingsgraad is tevens rekening gehouden met de nieuwe sterftetrend (CBS). Ontwikkeling aantal werkgevers en deelnemers Bpf AVH Het aantal aangesloten werkgevers is in de afgelopen vijf jaren toegenomen. Ook het aantal deelnemers is toegenomen. Deze stijging is in lijn met de ontwikkelingen in de bedrijftak.
26
26
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 3.
Risicoparagraaf ten aanzien van doelstellingen, beleid en het gebruik van financiële instrumenten
Bpf AVH is een vrijwel volledig „eigen beheer‟ bedrijfstakpensioenfonds; alleen enkele overlijdensrisico‟s worden herverzekerd. Het vermogensbeheer is in belangrijke mate uitbesteed evenals de interne actuariële aangelegenheden. Hierna volgt een beschrijving van de risico‟s die voortkomen uit de aangegane verplichtingen in eigen beheer, wordt ingegaan op beleid dienaangaande van Bpf AVH en het daarmee samenhangende gebruik van financiële instrumenten. Geleerde lessen uit de financiёle crisis Eind 2008 is de beleggingsportefeuille op hoofdlijnen tegen het “licht” gehouden. Belangrijkste vraag die gesteld is, is welke lessen er geleerd kunnen worden uit de financiële crisis. Naar aanleiding hiervan is besloten om d.m.v. brainstormsessies inzicht te verkrijgen of de vermogensbeheerstructuur en het beleggingsbeleid van Bpf AVH dient te worden aangepast. Hieronder wordt een samenvatting van de brainstormsessies januari, juni en oktober 2009 gegeven. Uit de brainstormsessie is naar voren gekomen, dat de visie is dat de crisis nog niet voorbij is en dat er weldegelijk nog risico‟s kunnen optreden. Daarom is de portefeuille bekeken op tegenpartijrisico en waar dit aanwezig was (deposito‟s en collateral) zijn nadere stappen genomen om het tegenpartijrisico te beperken. Uit hoofde van transparantie – wie is de tegenpartij - is de wens uitgesproken om meer discretionair te beleggen en dus zelf de assets te bezitten. Dit is een wijziging van de huidige situatie, waarin er vrijwel uitsluitend belegd wordt via beleggingsfondsen. Een ander geconstateerd risico is het faillissementsrisico (defaults). Daarom is gekeken naar de huidige beleggingsstrategie en of deze wel voldoet in een periode waarin het faillissementsrisico toeneemt. De conclusie is dat het bestuur naar een meer fundamentele benadering wil voor bedrijfsobligaties en aandelen. Bij een fundamentele benadering wordt veel meer gekeken naar de kasstromen en de financiële gezondheid van een bedrijf. Dit zou het faillissementsrisico in de portefeuille moeten verkleinen. Op termijn ziet Bpf AVH een inflatierisico en daarom heeft het bestuur besloten om te starten met het opbouwen van een bescherming van inflatie middels Duitse en Franse inflation linked bonds. De Griekse en Italiaanse inflation linked bonds worden een te groot risico geacht. Deze landen hebben hun financiële huishouding niet op orde, waardoor het risico bestaat dat deze landen uit de EMU stappen of worden gezet. In de jaren 2010 t/m 2012 zal het voorgaande vormgegeven worden in het beleggingsbeleid en de vermogensbeheerstructuur. Risico’s en balansmanagement Vanaf 2007 wordt de beoordeling van de solvabiliteit van AVH gedaan aan de hand van de richtlijnen van het financieel toetsingskader (FTK). De solvabiliteitstoets wordt verricht volgens het standaardmodel van DNB.
27
27
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het standaardmodel bepaalt per risicofactor de gewenste solvabiliteit. De solvabiliteit per risicofactor wordt aan de hand van een wortelformule gecombineerd tot een totaal vereiste solvabiliteit. Het standaardmodel onderscheidt de volgende risicocategorieën: Renterisico Het aandelen- en vastgoedrisico Het valutarisico Het grondstoffenrisico Het kredietrisico Het verzekeringstechnisch risico Het liquiditeitsrisico Het concentratierisico Het operationeel risico. Renterisico Het renterisico is het risico dat de dekkingsgraad zal fluctueren als gevolg van rente(curve)bewegingen. AVH is gevoelig voor een wijziging van de rentetermijnstructuur als gevolg van het verschil tussen de marktwaarde en het duration verschil tussen de verplichtingen en de vastrentende waarden (19,5 versus 9,3 (inclusief derivaten) ultimo 2009) Beheersing van het renterisico Het renterisico wordt beheerst door een consistente toepassing van de ALM-principes (continuïteitstoets). Het bestuur van Bpf AVH heeft besloten om m.b.t. het renterisico de durationmismatch te verkleinen door de duration van de beleggingen te verlengen naar 14 jaar. Op 24 september 2008 is hieraan uitvoering gegeven door 50% van het verschil tussen de beoogde en de bestaande duration van de vastrentende waarden in een keer te implementeren. De overige 50% zal in stappen worden geïmplementeerd. Elke stap is gekoppeld aan een bepaald renteniveau. Wanneer de rente ten opzichte van de Interest Rate Swap (IRS) 30 jaarsrente op 24 september 2008 (4,95%) met 0,25% zal toenemen, dan wordt de duration met een half jaar verlengd. Komt de rente op de genoemde rentestand plus een 0,5%, dan wordt de duration opnieuw met een half jaar verlengd. Door middel van deze aanpak wordt de beoogde durationverlenging volledig gerealiseerd als de rente ten opzichte van de op 24 september 2008 geldende rente met circa 2%-punt is gestegen. Gedurende het verslagjaar is de rente beneden het niveau van 24 september 2008 gebleven. Afhankelijk van de marktomstandigheden zal zonodig het neerwaartsrisico van de dekkingsgraad mede worden afgedekt met behulp van swaptions en/of LDI-pools. Daarnaast wordt het risico beperkt door diversificatie van de beleggingsportefeuille.Per ultimo april 2010 bedroeg de voorlopige dekkingsgraad 102,5%. De daling van de dekkingsgraad wordt met name veroorzaakt door de dalende rente.
28
28
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het aandelen- en vastgoedrisico Dit is het risico dat samenhangt met het beleggen in aandelen en vastgoed. Het gaat daarbij om wijzigingen (dalingen) in de koersen van deze zakelijke waarden die tot een ongewenste aantasting van de financiële positie van Bpf AVH kunnen leiden. Deze beleggingen, met een op de lange termijn hoger verwacht rendement dan op vastrentende waarden, worden nodig geacht om een zodanig extra rendement te kunnen realiseren dat daarmee onder meer ruimte ontstaat voor toeslagverlening. Voor het aandelen- en vastgoedrisico wordt een buffer, berekend met de volgende bufferpercentages, aangehouden: - aandelen ontwikkelde markets met buffer percentage van 25 - private equity & hedge funds met buffer percentage van 30 - aandelen opkomende markten met buffer percentage van 35 - vastgoed direct met een bufferpercentage van 15. Het valutarisico Het valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen zullen fluctueren als gevolg van veranderingen in de valutawisselkoersen. Het valutarisico dat Bpf AVH loopt wordt beperkt omdat de koers van het merendeel van de beleggingen in euro genoteerd is. Daarnaast heeft Bpf AVH het valutarisico beperkt door de US Dollar en de Britse Pond strategisch voor 100%. In het verslagjaar zijn beide valuta‟s tactisch voor 75% afgedekt. Ten behoeve van het valutarisico moet een buffer worden aangehouden die 20% waardeveranderingen valuta‟s ten opzichte van de euro kan opvangen. De door forwards afgedekte valuta is hiervan vrijgesteld. Het grondstoffenrisico Voor de grondstoffenbeleggingen wordt de buffer bepaald met een bufferpercentage van 30. Het kredietrisico Kredietrisico is het risico dat voortvloeit uit het feit dat een specifieke tegenpartij tegenover Bpf AVH niet in staat is aan zijn verplichtingen jegens Bpf AVH te voldoen. Bpf AVH beperkt het kredietrisico door voor wat betreft onderhandse leningen zoveel mogelijk contracten aan te gaan met instellingen, waarbij beperkt tot gering tegenpartijrisico is, zoals bijvoorbeeld: Bank Nederlandse Gemeenten, Bouwfonds Nederlandse Gemeenten en diverse Nutsbedrijven. Daarnaast wordt er geparticipeerd in obligatiefondsen waarvan de rating van de obligaties in belangrijke mate AAA is. Investeringen in deposito‟s moesten worden aangegaan met een tegenpartij met minimaal een single A status. Vanaf september 2008 moet zo‟n tegenpartij minimaal AAA status danwel staatssteun hebben. In 2010 is echter gebleken dat Griekenland een onaanvaardbaar begrotingstekort heeft. Hierdoor is de rating van Griekenland omlaag gegaan en daarmee ook de waarde van de Griekse Staatobligaties. Het bestuur van Bpf AVH heeft in 2010 de participatie in het Staatsobligatiefonds van Black Rock om laten zetten in een discretionair mandaat en onderzoekt welke staatsobligaties niet meer gehandhaafd kunnen worden in de beleggingsportefeuille. 29
29
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het verzekeringstechnisch risico Het verzekeringstechnisch risico omvat de risico‟s van negatieve resultaten op de actuariële grondslagen die worden gebruikt bij de vaststelling van de hoogte van de premie en de technische voorzieningen. Het belangrijkste risico in dit kader is de ontwikkeling van de levensverwachting. Ouderdoms- en nabestaandenpensioenen worden levenslang uitgekeerd. Daarom houdt Bpf AVH rekening met de levensverwachting van de populatie van deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. De levensverwachting wordt gebaseerd op waarnemingen uit het verleden en verwachte verbeteringen in levensverwachting, de zogeheten langleventrend. De voorziening pensioenverplichtingen wordt gebaseerd op de grondslagen geldend voor Bpf AVH. Deze grondslagen moeten voldoende basis bieden om een prudente voorziening te kunnen vaststellen. Aanpassing van deze grondslagen (bijvoorbeeld het overgaan op nieuwe sterftetafels) is altijd aandachtspunt bij de vaststelling van de voorziening en de analyse van het verloop ervan. Bij de vaststelling van de dekkingsgraad ultimo 2009 heeft het bestuur rekening gehouden met een toename van 4% punt aan verplichtingen in verband met de CBS-prognose inzake de levensverwachting. De risico‟s verbonden aan het vaststellen van de pensioenpremie liggen op het vlak van de inschatting van de actuariële lasten en de bronnen van financiering (waaronder ook de beleggingsrendementen), daarbij betrokken de premiesystematiek bekeken over een langere periode. Mocht een aangesloten onderneming de verplichting tot premiebetaling niet meer kunnen nakomen, dan komt daarmee de voortzetting van de pensioenopbouw voor betreffende werknemers in gevaar. Het bestuur van Bpf AVH zal dan moeten bekijken hoe op een dergelijke situatie moet worden ingespeeld. Gesteld kan worden dat de risico‟s die voortkomen uit de aangegane verplichtingen in eigen beheer niet onafhankelijk van elkaar zijn. De wisselwerking heeft veelal het effect van communicerende vaten. Vandaar dat een analyse van de risico‟s integraal wordt bekeken over alle beleidsgebieden. De daaruit voortvloeiende inzet van sturingsmiddelen wordt beschreven op pagina 28. Het liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat Bpf AVH niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die benodigd zijn om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Het liquiditeitsrisico is beperkt, omdat nagenoeg uitsluitend in liquide effecten is belegd. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen worden het liquiditeitsrisico conform het standaardmodel op 0% gezet. Het concentratierisico Onder het FTK toezicht wordt er vanuit gegaan dat zich in de portefeuille geen concentratierisico bevindt. Voor aanwezigheid van concentratierisico‟s moet AVH een passende solvabiliteit aanhouden.
30
30
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Er zijn posities in de portefeuille welke een gewicht hebben van meer dan 5% gemeten in marktwaarde, maar dit zijn posities in beleggingsfondsen, dus die hebben indirecte exposures welke kleiner zullen zijn dan 5%. Er is een aantal posities met een exposure groter dan 5% van de marktwaarde. Hierbij kan gedacht worden aan forwardcontracten ter afdekking valutarisico en rente swaps. Het Operationeel risico De directeur van Servicekantoor AGH is verantwoordelijk voor het pensioenbeheer van Bpf AVH. Hij werkt conform een een dienstverleningsovereenkomst. De directie worden ondersteund door een staf van ongeveer 18 personen. Dit team geeft uitvoering aan deze dienstverleningsovereenkomst en aan het door het bestuur vastgestelde uitvoeringsreglement en de vastgestelde uitvoeringsovereenkomsten. Servicekantoor AGH is gehuisvest in het pand van de Pensioengroep ZuidHoorn. Dit pand biedt een gedegen beveiliging van het secretariaat en administratie van Bpf AVH. De administratieve organisatie van Servicekantoor AGH is beschreven in Mavim (softwarepakket). Gedurende het verslagjaar was bij het Pensioenfonds Coöp te Utrecht een uitwijkserver geplaatst. In 2010 is de uitwijk tijdelijk georganiseerd in het pand van Bpf AVH aan de Prins Mauritsplein 29 te Den Haag. Deze uitwijkserver wordt maandelijks met behulp van back-ups geactualiseerd en dient voor continuering van de administratie ingeval er calamiteiten zijn op het AGH-kantoor. In 2010 zal Servicekantoor AGH alle primaire processen laten beoordelen in het kader van SAS 70 (1). Het vermogensbeheer wordt door Blackrock (voorheen Barclays Global Investors), State Street Global Advisors, F&C Netherlands B.V., Kempen Capital Management, Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (Nederland) N.V., K2 Advisors, Man Group (tot 1 juli 2009), Partners Group, AXA, JP Morgan, Neuberger Bergman, ING Real Estate en Altera Vastgoed uitgevoerd. De portefeuille onderhandse geldleningen is in eigen beheer. Maandelijks en per kwartaal rapporteren de externe managers aan Bpf AVH over de samenstelling van de portefeuille, de performancecijfers en de marktwaarde van het onder beheer zijnde vermogen alsmede de aan de klant in rekening gebrachte respectievelijk te brengen kosten van beheer en overige kosten. In 2010 is Dexia Assetmanagement aangesteld als de manager voor de bedrijfsobligaties (tot 1 februari 2010 was Blackrock de manager voor de bedrijfsobligaties) en in april 2010 is F&C Netherlands aangesteld als manager voor de inflation linked bonds (alleen Franse en Duitse inflation linked bonds). De beleggingsadministratie is ondergebracht bij Kasbank N.V.. Kasbank N.V. rapporteert eveneens maandelijks en per kwartaal over de performance van de genoemde vermogensbeheerders. Daarnaast monitoort Kasbank N.V. de compliance en rapporteert daarover. Verder verzorgt Kasbank N.V. de rapportages aan DNB, het currency overlay management, duration overlay management en voor zover aan de orde custody, settlement en securities lending. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen worden het operationeel risico conform het standaardmodel op 0% gezet.
31
31
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Financiële sturingsmiddelen Binnen het kader van de financiële opzet heeft Bpf AVH de volgende financiële sturingsmiddelen. - Aanpassing van de premie. - Aanpassing van de beleggingsportefeuille. - Aanpassing van de indexatie. Aanpassen van de premie De financiële positie zou aanleiding kunnen geven om de premie aan te passen. Dit zou een premieverhoging of verlaging kunnen zijn. De verhoging of verlaging van de premie wordt vastgesteld op basis van het premiebeleid. Aanpassen van de beleggingsportefeuille De risicometing en resultaatsevaluatie door het pensioenfonds en de situatie op de financiële markten zouden aanleiding kunnen geven om de beleggingsportefeuille aan te passen. Aanpassen van de indexatie Op het moment dat de middelen van Bpf AVH het niet toelaten de wenselijke indexaties toe te passen, kan besloten worden minder te indexeren of niet te indexeren. Eerst wordt bekeken of over de gehele linie (deelnemers, gewezen deelnemers en pensioentrekkenden) nog wel geïndexeerd kan worden conform de maatstaf die daartoe gehanteerd wordt. Indien dat niet mogelijk is, wordt bekeken in hoeverre de belangen van de gewezen deelnemers en pensioentrekkenden zich bij een lagere indexatie verhouden tot die van de deelnemers. Voor laatstgenoemde categorie geldt een vergelijkbare voorwaardelijke bepaling als voor de overige categorieën.
32
32
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 4.
Informatie over de verwachte gang van zaken
In de tweede helft van 2009 en in 2010 hebben zich de onderstaande ontwikkelingen voorgedaan die van invloed (kunnen) zijn op de financiële positie van Bpf AVH. Pensioenregelingen en Statuten Het bestuur van Bpf AVH heeft besloten om de prepensioenaanspraken van het eigen personeel om te zetten in ouderdomspensioen aanspraken. Daarnaast is besloten om de uitruilfactoren in de basispensioenregeling te actualiseren. Het bestuur heeft in het verslagjaar de statuten aangepast, vanwege: de uittreding van vakbond de Unie als benoemende organisatie en de uitbreiding van de werkingssfeer om de deelneming van personeel van Servicekantoor AGH in de pensioenregeling aanvullend middelloonPlus per 1 januari 2010 mogelijk te maken. Beleggingen Gelet op de eventuele nasleep wereldwijde financiële crisis en de mogelijke impact ervan op de beleggingsmarkten is besloten om de strategische asset mix 2009 (2010) als volgt vast te stellen: 12,5% (10%) aandelen, 70% (75%) vastrentende waarden, 5% (7.5%) vastgoed, 10% (5%) alternatives en 2,5% (2,5%) cash. In maart 2010 heeft de beleggingscommissie een brainstormsessie gehouden over het rapport van de commissie Frijns. Gedurende de eerste drie maanden van 2010 had Bpf AVH op de meeste beleggingssoorten een onderwogen positie. Het totale portefeuillerendement bedroeg 3,33% versus een benchmarkrendement van 3,39%. Ontwikkeling dekkingsgraad Ultimo april 2010 was de dekkingsgraad ongeveer 102,5%, als gevolg van de beleggingsrendementen, de toename in verplichtingen en de renteontwikkelingen. Op het gebied van de beheersing van het renterisico zijn geen nieuwe maatregelen getroffen. Verantwoord beleggen Het bestuur van Bpf AVH is van mening dat zij ook bij het beleggen rekening dient te houden met haar maatschappelijke functie, daarom heeft Bpf AVH de Principles for Responsible Investments (PRI) van de Verenigde Naties ondertekend. Bpf AVH zal zich inspannen om ook de bestaande en nieuwe vermogensbeheerders die voor Bpf AVH een deel van het vermogen beheren de PRI te laten ondertekenen. Mede met het oog op verantwoord beleggen is in februari 2010 een nieuwe manager aangesteld op het corporate bond mandaat. De nieuwe manager (Dexia Asset Management) heeft de UN PRI ondertekend. Deze beginselen worden ook toegepast op het corporate bond mandaat.
33
33
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het bestuur van Bpf AVH heeft de volgende onderwerpen geformuleerd waar rekening dient te worden gehouden bij het investeringsproces: - Dierenwelzijn; - Milieu prestaties; - Mensenrechten; - Werknemersverhoudingen; - Wapenindustrie en in het bijzonder, Landmijnen en clusterbommen. Bpf AVH is van mening dat landmijnen en clusterbommen verwerpelijk wapentuig zijn, en heeft daarom besloten om bedrijven die landmijnen en clusterbommen produceren uit te sluiten van investeringen. De andere onderwerpen (dierenwelzijn, milieu prestaties, mensenrechten, wapenindustrie en werknemersverhoudingen) zullen via dialoog (engagement) met bedrijven aan de orde worden gebracht. Gezien het feit dat Bpf AVH voornamelijk belegd in zogenaamde index beleggingsfondsen, zal de uitsluiting van landmijnen en clusterbommen plaatsvinden door short te gaan. Per kwartaal zal verantwoording worden afgelegd over het toepassen van criteria voor verantwoord beleggen. Deze rapportage zal geplaatst worden op de website (www.bpfavh.nl). In de tweede helft van 2009 is dit beleid daadwerkelijk doorgevoerd. Bpf AVH heeft de principes in zake maatschappelijk verantwoord beleggen van de Verenigde Naties (UN PRI) ondertekend. Bij het aanstellen van nieuwe managers is één van de voorwaarden dat de managers de UN PRI ondertekend moeten hebben, dan wel dat deze criteria op het te verstrekken mandaat worden toegepast. De volgende, door Bpf AVH aangestelde, vermogensbeheerders (managers) hebben de UN PRI ondertekend: F&C Netherlands; Kempen Capital Management; Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (LODH); Partners Group; AXA Private Equity; JP Morgan; Ontwikkelingen in de uitvoering In 2010 is er uitvoering gegeven aan de voorschriften van de Pensioenwet. Er zijn in de eerste helft van 2010 startbrieven en stopbrieven verzonden bij aanvang of beëindiging van de deelneming met daarin opgenomen het toeslagenlabel. Bpf AVH is in voorbereiding om in 2011 op het pensioenregister te zijn aangesloten. Daarnaast wordt er gewerkt aan een webportal voor werkgevers, waarmee zij electronisch de gegevens aan Bpf AVH kunnen aanleveren. Deze werkgeversportal geldt als een alternatief voor het electronische loket ABZend. Sedert 1963 is Bpf AVH een zelfadministrerend bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Aardappelen, Groenten, Fruit, Kaas en Eieren. Bpf AVH heeft in het verslagjaar besloten, om met Bpf Dranken en de overige bovengenoemde
34
34
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR opdrachtgevers een samenwerking in Servicekantoor AGH aan te gaan. Om deze samenwerking aan te kunnen gaan heeft Bpf AVH bij overeenkomst d.d. 10 december 2009 haar materieel en personeel met ingang van 1 januari 2010 overgedragen aan Servicekantoor AGH en daarmee haar status als zelfadministeerder per laatstgenoemde datum beёindigd. Op 22 december 2009 hebben Servicekantoor AGH en Bpf AVH een dienstverleningsovereenkomst getekend, op grond waarvan Servicekantoor AGH met ingang van 1 januari 2010 het pensioenbeheer voor Bpf AVH zal verzorgen. De koopsom voor het overgedragen materieel bedroeg € 472.885,-- en is volledig verrekend met de kapitaalstorting die Bpf AVH in het stichtingkapitaal van Servicekantoor AGH moest doen. Bpf AVH heeft het recht om twee kandidaten voor te dragen voor benoeming in het bestuur van Servicekantoor AGH (drie leden) en heeft het recht om samen met Bpf Dranken de leden van Raad van Toezicht van Servicekantoor AGH te benoemen.
35
35
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 5.
Bestuursaangelegenheden
Deskundigheidsplan en opleiding Op basis van bepalingen in de Pensioen- en Spaarfondsenwet zijn op 30 december 2000 de “Beleidsregels beleidsbepaling en toetsing pensioenfondsen” (beleidsregels) in werking getreden. Concreet betekent dit dat met name de bestuurders van pensioenfondsen voor hun benoeming moeten worden getoetst op integriteit en deskundigheid. In een deskundigheidsplan moet worden vastgelegd in hoeverre wordt voldaan aan de eis dat de personen die het beleid van het fonds (mede) bepalen voldoende deskundig zijn. In de bestuursvergadering van 28 oktober 2001 is een deskundigheidsplan vastgesteld, dat laatstelijk in de bestuursvergadering van 11 december 2008 is geactualiseerd. De toetsing van de deskundigheid geschiedt op zeven deskundigheidsgebieden aan de hand van de door de pensioenkoepels opgestelde deskundigheidseisen. Dit houdt in dat ieder bestuurslid tenminste kennis op deskundigheidsniveau 1 dient te bezitten. Daarnaast dienen binnen het bestuur op ieder deskundigheidsgebied tenminste twee bestuursleden over deskundigheidsniveau 2 te beschikken. Om de deskundigheid van de bestuursleden op objectieve wijze vast te stellen heeft het bestuur eind 2008 een deskundigheidstoets afgelegd. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het deskundigheidsplan. In navolging op de toets zal een opleidingstraject worden gestart voor de bestuursleden en leden van deelnemersraad en verantwoordingsorgaan die hieraan behoefte hebben. Op 29 oktober 2009 is door het merendeel van de (plaatsvervangende) leden van het bestuur, de deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en de overige bestuurlijke commissies een opleiding gevolgd. In deze opleiding is aandacht besteed aan ontwikkelingen op pensioengebied, de resultaten van de zelfevaluatie van het bestuur, actuariële aspecten. structuurproducten en renteontwikkeling en -beheersing. Daarnaast er een op het deskundigheidsplan gerichte opleiding gestart in 2010, om alle bestuursleden minimaal deskundigheidsniveau 1 te kunnen laten behalen. Zelfevaluatie Tijdens de bijeenkomst in januari 2010 is zowel in groepsverband als plenair gediscussieerd over de uitkomsten van de Board Functioning Index en het bestuurlijk overleg in 2009. Daarbij zijn een aantal zaken aan de orde gekomen: begeleiding nieuwe bestuursleden, deskundigheidsontwikkeling, begrip van complexe zaken, evaluatie van vergaderingen, teamgevoel, professionaliteit, onderlinge communicatie, doelstellingen en onafhankelijkheid. Met betrekking tot de deelnemersraad is gesproken over: ▪ deskundigheid ▪ samenwerking bestuur en deelnemersraad
36
36
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Beleggingsbeleid Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instrumenten. Ten behoeve van het beheer van de risico‟s is het volgende flankerend beleid vastgesteld. Zie voor uitgebreide informatie hierover hoofdstuk 3 van dit verslag. Risicobeheer Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instrumenten. Ten behoeve van het beheer van de risico‟s is het volgende flankerend beleid vastgesteld. Zie voor uitgebreide informatie hierover hoofdstuk 3 van dit verslag. Naleving wet- en regelgeving Bpf AVH heeft de afgelopen jaren vanuit de intentie de wet- en regelgeving na te willen haar feitelijke en juridische handelingen daarop afgestemd. Getuige hiervan is onder meer de implementatie van de Pensioenwet en Pension Fund Governance. Uitbesteding In de ABTN is het uitbestedingsbeleid vastgelegd, op grond waarvan processen zoals vermogensbeheer, actuarieel advies en intern actuarieel jaarwerk zijn uitbesteed. Toezicht Het afgelopen jaar zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Per 1 april 2009 is er een herstelplan van toepassing, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een termijn van vijf jaar. In het verslagjaar heeft Bpf AVH DNB geїnformeerd over de ingestelde projectorganisatie met als opdracht om het pensioenbeheer van Bpf AVH uit te besteden aan Servicekantoor AGH. De projectorganisatie zag tevens op de samenwerking met Bpf Dranken. Projectorganisatie De besturen van Bpf AVH, Bpf Dranken en Servicekantoor AGH hebben een stuurgroep en projectgroep ingesteld, teneinde de volgende deelprojecten te realiseren. 1. Goedkeuring plannen van aanpak, zoals hieronder beschreven. 2. Het tot standbrengen van de dienstverleningsovereenkomsten (inclusief het informeren van De Nederlandsche Bank over de genoemde samenwerking en het verkrijgen van een BTW-vrijstelling). 3. Het operationaliseren van Servicekantoor AGH (actualiseren administratieve en bestuurlijke organisatie en de overdracht van materieel en personeel van Bpf AVH naar Servicekantoor AGH). 4. De transitie van de administratie van Bpf AVH naar Servicekantoor AGH. 5. Het transitieplan van Bpf Dranken (gezamenlijk plan met Syntrus Achmea). 6. De communicatie over de samenwerking naar alle stakeholders. Alle deelprojecten zijn inmiddels goed afgerond. 37
37
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR
Gedragscode en compliance Gedragscode Pensioenfondsen Op bestuursleden, medewerkers en overige aan Bpf AVH verbonden personen was tot voor kort gedragscode A van toepassing. Deze gedragscode sloot aan op de modelgedragscode die de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) had opgesteld voor haar leden. Recente wijzigingen in wetgeving hebben een herziening van de modelgedragscode noodzakelijk gemaakt De modelgedragscode is in sterke mate geënt op de Wet op het financiële toezicht (Wft), die het toezicht op alle financiële instellingen, waaronder ook pensioenfondsen, omvat. In tegenstelling tot zijn voorganger, de Wet toezicht effectenverkeer, kent de Wft een principle based benadering; Algemene doelstelling van een gedragscode is het beïnvloeden van het gedrag van medewerkers en bestuursleden, door te bepalen welk gedrag wenselijk is en waar de grenzen liggen. Op een ieder die werkzaam is in de financiële sector rust de verplichting om het vertrouwen in de sector niet te beschadigen en om de beschadiging van de reputatie van het fonds te voorkomen. Daarom richten de gedragsregels zich op het vermijden van belangenconflicten. De nadruk ligt op privébelangen versus maatschappelijke belangen en zakelijke belangen versus klantbelangen anderzijds. Met een gedragscode wordt ook invulling gegeven aan principe A3 van de STAR principes voor goed pensioenfondsbestuur. Daarin is bepaald dat het pensioenfondsbestuur verantwoordelijk is voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving, alsmede het beheersen van risico‟s. De gedragscode is van toepassing op verbonden personen en insiders. De categorie „betrokkenen‟ is daarmee in de modelgedragscode komen te vervallen. In het verslagjaar was het management van Bpf AVH als insider aan te merken. Compliance In het verslagjaar is tweemaal overleg over de compliance geweest. Bij dat overleg zijn de compliance officers, het compliancebureau en de externe accountant betrokken geweest. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat de procedures over de gedragscode bij iedereen bekend zijn gemaakt, Op grond van de retourgekomen verklaringen is vastgesteld dat de afspraken ingevolge de gedragscode zijn nagekomen. ingezonden verklaringen van naleving gedragscode worden strak gemonitored. Commissie van Beroep In het verslag jaar zijn er geen geschillen in behandeling geweest bij de commissie van beroep. Communicatie Goede klantrelatie Bpf AVH acht het van groot belang dat de relatie van Bpf AVH met de aangesloten ondernemingen, de deelnemers, de uitkeringsgerechtigden en andere belanghebbenden goed is.
38
38
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Naast het leveren van goede kwaliteit en dienstverlening voor wat betreft de pensioenen wordt de relatie met deze klantgroepen ook onderhouden door een goede communicatie. Het bestuur van Bpf AVH heeft daarom een communicatiebeleid vastgesteld, op grond waarvan de communicatie vorm wordt gegeven. Daarnaast heeft zij een klachten- en geschillenregeling vastgesteld. De klachtenregeling geeft feedback over de kwaliteit van dienstverlening door Bpf AVH. Klankbordgroep Communicatie In de Pensioenwet is bepaald dat pensioenuitvoerders duidelijk en begrijpelijk dienen te communiceren met belanghebbenden. Dit houdt in dat de communicatie ook op deze aspecten getoetst moet worden. Daarom heeft Bpf AVH een Klankbordgroep Communicatie ingesteld. Deze klankbordgroep bestaat uit deelnemers, werkgevers en gepensioneerden en toetst alle communicatieuitingen van het fonds op duidelijkheid en begrijpelijkheid. Brochures, AVH Magazine en het Uniform Pensioenoverzicht Het AVH Magazine is in het verslagjaar een keer uitgebracht. In dit magazine is onder meer behandeld: uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek, de verhuizing van Bpf AVH, het jaarverslag 2008, het herstelplan, financiele crisis en waardeoverdracht en het toeslagenlabel. In april 2009 het uniform pensioenoverzicht (UPO) verzonden naar de deelnemers. Gewezen deelnemers ontvangen hun UPO 1 keer in de vijf jaar. Over het UPO kon men ook gedurende drie dagen in de avonduren per telefoon uitleg vragen aan het AVHpersoneel. Het UPO geeft ondermeer de pensioenopbouw t/m 2008 weer. Alle pensioenuitvoerders hanteren de UPO zodat de deelnemers die bij meerdere pensioenuitvoerders pensioen hebben opgebouwd op een overzichtelijke wijze het totaal aan opgebouwd pensioen kan vaststellen. Ook in 2010 is het UPO naar deelnemers en één vijfde deel van de gewezen deelnemers verzonden. Gedurende drie avonden kon men aan het AGH-personeel hierover uitleg vragen. Website In het verslagjaar is de website van Bpf AVH gemoderniseerd. Zie hiervoor www.bpfavh.nl. De website biedt informatie aan belanghebbenden over de regelingen, de financiele positie en de bestuurlijke organisatie van Bpf AVH. Relatiebeheer Op verzoek van aangesloten ondernemingen worden er informatiebijeenkomsten over de pensioenregelingen van Bpf AVH op locatie verzorgd. In september 2009 was Bpf AVH vertegenwoordigd in de paraplustand van Frugi Venta op de internationale vakbeurs InnoFresh in Ahoy‟ Rotterdam en in de NAO-stand op de aardappelmanifestatie te Emmeloord. Werkgevers en werknemers konden daar terecht voor advies over de AVH-pensioenregelingen.
39
39
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 6.
Pensioenparagraaf
De pensioenregelingen De pensioenregelingen van Bpf AVH zijn als volgt te karakteriseren. Sedert 1963 was de basispensioenregeling van Bpf AVH een verplichtgestelde regeling met een vaste bedragenkarakter. Met ingang van 2006 is de basispensioenregeling een verplichtgestelde regeling met een voorwaardelijk geïndexeerd middelloon karakter, die voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Naar aanleiding van de Wet VUT, Prepensioen en Levensloop is voor de bedrijfstakken groothandel aardappelen groenten fruit en kaas met ingang van 2006 een zogenoemde 55-minregeling ingevoerd. Deze regeling voorziet in een voorwaardelijke aanspraak op extra ouderdomspensioen, dat toegekend wordt op de uittreedleeftijd, doch uiterlijk op 1 januari 2021, door middel van een inkoop van niet benutte fiscale ruimte over de verstreken deelnemingsjaren bij Bpf AVH tot 2006. Als voorwaarde geldt dat de werknemer tot de datum van pensionering in de sector blijft werken. Wanneer de werknemer voor die datum de sector verlaat vervalt zijn aanspraak op dit extra ouderdomspensioen. Voor bepaalde werknemers geldt ook na 2006 de basispensioenregeling met een vaste bedragenkarakter. Dit zijn werknemers die vanaf enig moment voor 1 januari 2006: - een vut- of een prepensioenuitkering ontvangen; - de basispensioenregeling vrijwillig voortzetten; - de basispensioenregeling premievrij voortzetten vanwege arbeidsongeschiktheid; - de basispensioenregeling premievrij voortzetten door middel van een FVP-bijdrage; - via hun werkgevers vrijwillig zijn aangesloten bij de basispensioenregeling. Ook deze basispensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Dit basispensioenreglement biedt de bepalingen voor het voorwaardelijk indexatie beleid dat van toepassing is op de opgebouwde aanspraken en de ingegane uitkeringen. De aanvullende pensioenregeling is een voor de werkgever vrijwillige regeling met een eindloon- of een middelloonkarakter. Wanneer een werkgever besluit om aan één van deze regelingen deel te nemen, geldt de regeling voor alle werknemers die een inkomen hebben dat groter is dan een van jaar tot jaar vast te stellen franchise. De regeling geeft aanspraak op een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65, voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Bij arbeidsongeschiktheid vindt premievrije voortzetting plaats. 40
40
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Voor de groothandel in aardappelen, groenten en fruit alsmede voor de groothandel in eieren is er een verplichtgestelde regeling voor invaliditeitspensioen (ip-regeling). De werkgevers in de groothandel in kaas kunnen op vrijwillige basis aan deze regeling deelnemen. De regeling zorgt voor een tijdelijk pensioen (tot 65) ter compensatie van het zogenaamde WAO-hiaat, waardoor elke deelnemer bij volledige arbeidsongeschiktheid, tezamen met de WAO-uitkering van de overheid, 70% van zijn laatstverdiende loon ontvangt. Deze ip-regeling is beёindigd per 1 januari 2006, vanwege de invoering van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Er is een regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen. Dit is ook een voor de werkgever vrijwillige regeling die een tijdelijk pensioen (tot 65) ter compensatie van het zogenaamde ANW-hiaat verzekert. Premievrije voortzetting van de dekking bij arbeidsongeschiktheid is op initiatief van de deelnemer mee te verzekeren tegen een verhoging van de actuariële premie met 7%. Gedurende de periode 2003 tot 2006 gold er een prepensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Deze prepensioenregeling maakte het mogelijk dat deelnemers zelf prepensioen op kunnen bouwen met als doel om op 62-jarige leeftijd een prepensioenuitkering te krijgen van ongeveer 75% van het gemiddeld verdiende salaris. Voor die deelnemers die op grond van hun leeftijd geen volledig prepensioen kunnen opbouwen was in de genoemde periode in de CAO een overbruggingsuitkeringsregeling getroffen. Deze overbruggingsuitkeringsregeling is omgezet in een zogenoemde 55-plusregeling met een VUT-spaarkarakter. Tot 1 januari 2006 namen de medewerkers van Bpf AVH deel in de basispensioenregeling en de ip-regeling van Bpf AVH. Daarnaast gold voor de medewerkers een aanvullende eindloonregeling. Met ingang van 2006 nemen de medewerkers van Bpf AVH deel in een voorwaardelijk geïndexeerde middelloon pensioenregeling. Deze pensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Daarnaast kunnen deze deelnemers aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidspensioen. De medewerkers van Bpf AVH participeren ook in de eerder genoemde regeling tijdelijk nabestaandenpensioen. De overlijdensrisico‟s in de bovengenoemde aanvullende pensioenregelingen en de regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen zijn herverzekerd bij Alhermij. Het niet gefinancierde deel van de reglementair toegezegde (tijdelijk) nabestaandenpensioen wordt door haar afgedekt middels verzekering van kapitalen. De overlijdensrisico‟s in de bovengenoemde aanvullende pensioenregelingen en de regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen zijn herverzekerd bij Alhermij. Het niet gefinancierde deel van de reglementair toegezegde (tijdelijk) nabestaandenpensioen wordt door haar afgedekt middels verzekering van kapitalen.
41
41
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Met ingang van 1 januari 2006 geldt er een vrijwillige aanvullende pensioenregeling, genaamd aanvullend pensioenreglement middelloon-plus. Op grond van deze regeling kan de hoogst fiscaal toegestane pensioenopbouw, een hoger nabestaandenpensioen en een verbeterde premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid worden verkregen, dan de basis middelloonregeling. Samenvattende overzicht van de verplichtgestelde basispensioenregeling Basispensioenregeling Karakter Deelname Pensioendatum Pensioenopbouw per jaar over de pensioengrondslag Pensioengrondslag Pensioengevend salaris
Franchise Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Premie
Deelnemersbijdrage Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid Indexatie deelnemers Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden Toekenning indexatie Pensioenuitruil
Van kracht vanaf 1 januari 2006 Voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Verplichtgesteld. Bij indiensttreding mits de leeftijd van 21 jaar (25 jaar tot 2008) is bereikt. Eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt. De ingangsdatum mag vervroegd worden. Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 1,9% Groothandel in Kaas 1,75% Groothandel in Eieren 1,75% (1,6% voor 2008) Pensioengevend salaris minus franchise 12 maal het per 1 januari van dat jaar, dan wel het per het tijdstip van latere indiensttreding geldende vaste maandsalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslagen voor werken buiten het dagvenster (kaassector), de ploegentoeslag (eieren- en agf-sector), uitbetaald overwerk (eieren-sector), uitbetaalde contractueel vastgelegde overuren over het voorgaande kalenderjaar inclusief bijbehorende toeslagen over deze uren (kaassector) en chauffeurstoeslag (voor chauffeurs in agf-sector van vrachtwagens boven de 3.500 kg (deel van) de vaste toeslag); of 13 maal het per 1 januari van dat jaar, dan wel het per het tijdstip van latere indiensttreding geldende vaste vierwekensalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslagen voor werken buiten het dagvenster (kaassector), de ploegentoeslag (eieren- en agf-sector), uitbetaald overwerk (eieren-sector), uitbetaalde contractueel vastgelegde overuren over het voorgaande kalenderjaar inclusief bijbehorende toeslagen over deze uren (kaassector) en chauffeurstoeslag (voor chauffeurs in agf-sector van vrachtwagens boven de 3.500 kg (deel van) de vaste toeslag). Max. pensioengrondslag is € 17.323, -- per jaar (2009). € 15.158, -- (2009). Wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Op basis van het opbouwpercentage van de pensioengrondslag voor elk jaar van deelneming (maximaal 40 jaar en vanaf 2008 maximaal 44 jaar). Parttimers bouwen naar rato van het actuele parttimepercentage op. 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. 10% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen (volledig wees 20%). Per 1 januari 2006 geldt als doorsneepremie van de pensioengrondslag: Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 20,00% Groothandel in Kaas 18,75% Groothandel in Eieren 18,75% (tot 2008 17,5%) Bij CAO kan afgesproken zijn dat er een werknemersbijdrage in de premie op het salaris van de werknemers zal worden ingehouden. Op basis van het zogenaamde 2-klassen systeem. Bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) geeft het fonds volledige premievrijstelling. In overige gevallen geeft het fonds geen premievrijstelling. Indexatie op basis van het indexcijfer voor de CAO-lonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Indexatie op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Zie hierna het indexatiebeleid Keuze uit: - Geen uitruil. Er is sprake van ouderdomspensioen met NP. - 50% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP met een verlaagd NP. - 100% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP (geen NP).
42
42
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Het bestuur heeft voor de uitvoering van de verplichtgestelde basismiddelloonregeling een uitvoeringsreglement vastgesteld en vrijwillige regelingen een uitkeringsovereenkomst met daarbij horende pensioenovereenkomsten die werkgever met zijn werknemers moet afsluiten. Indexatiebeleid en indexatiematrix Er is sprake van een voorwaardelijk indexatie beleid. De indexatietoezegging is gekoppeld aan een tevoren bepaalde indexatiemaatstaf. Deze maatstaf is voor actieve deelnemers de CAO-loonindex en voor gewezen deelnemers en gepensioneerden de CBS consumenten prijsindex laag. Voor de IP-uitkeringen wordt gehanteerd de CBSloonindex en voor de prepensioenen uit de regeling van partikulier kaaspakhuisbedrijf geldt de loonontwikkeling volgens de CAO van deze bedrijfstak. In de premie zit ook een financiële ruimte die onder voorwaarden voor indexatie kan worden aangewend. Indien de middelen van het fonds volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de hieronder vermelde staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om uw opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een duidelijke ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2009 is het volgende gebleken. De actieve deelnemers en gewezen deelnemers resp. gepensioneerden mogen over een periode van 15 jaar aan indexatie verwachten ca. 45% van de maatstaf (loonindex resp. prijsindex). De indexatie wordt onder de navolgende voorwaarden gegeven: - Dekkingsgraad < 105%: geen indexatie. - 105% < Dekkingsgraad < vereiste dekkingsgraad: alleen indexatie voorzover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en deze het evt. plan van aanpak herstel reservetekort niet doorkruist. - Dekkingsgraad hoger of gelijk aan vereiste dekkingsgraad: volledige indexatie. Volgens deze indexatieleidraad geldt voor Bpf AVH de kwalificatie c1 en d1 van de indexatiematrix omdat de indexatie afhankelijk is van de financiële ruimte in de premie en van het overrendement. Bpf AVH bereidt zich voor op invoering van het toeslagenlabel. Met dit label beoogt de overheid de deelnemer meer inzicht in de indexatie van zijn pensioen te geven. Dit inzicht kan ondermeer van belang zijn bij de beslissing om bij wijziging van dienstverband de waarde van het pensioen naar de nieuwe pensioenuitvoerder over te dragen.
43
43
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Premies en toegekende indexaties Regeling 2010 Vaste bedragenregeling - weekbijdrage € 26,72 - actieven - slapers en gepensioneerden Basis Pensioen middelloon - % pensioengrondslag agf-groothandel 20% -%pensioengrondslag Part. kaaspakhuisbedrijf 18,75% - % pensioengrondslag groothandel eieren 18,75% - actieven - slapers en gepensioneerden 55-minregeling agf-groothandel en n.v.t. Part. Kaaspakhuisbedrijf 55-plusregeling Part. Kaaspakhuisbedrijf 1,5% Aanvullend middelloonregelingplus - % pensioengrondslag 26% - actieven - slapers en gepensioneerden Aanvullend eindloonregeling - % pensioengrondslag 25% - slapers en gepensioneerden Aanvullend middelloonregeling - % pensioengrondslag 22% - actieven - slapers en gepensioneerden RegelingTijdelijk Nabestaandenpensioen *) Prepensioenregeling Part. Kaaspakhuisbedrijf n.v.t. Invaliditeitspensioenregeling n.v.t. *) Dit zijn leeftijdsafhankelijk premies. Zie www.bpfavh.nl.
Premie 2009
2008
€ 26,21
€ 26,21
20% 18,75% 18,75%
2010
Indexatie 2009 2008
1,95% 0%
0% 0%
2,2% 1,2%
0% 0% n.v.t.
2,2% 1,2% n.v.t.
20% 18,75% 18,75%
n.v.t.
n.v.t.
1,95% 0% n.v.t.
1,5%
1,5%
0%
1,2%
1,2%
26%
26% 1,95% 0%
0% 0%
-
0%
0%
1,2%
1,95% 0% 0% 0% 0%
0% 0% 0% 0% 0%
2,2% 1,2% 1,2% 3,5% 1,2%
25%
22%
*) n.v.t. n.v.t.
25%
22%
*) n.v.t. n.v.t.
Het bestuur van Bpf AVH voert het beleid om het besluit inzake het toekennen van indexatie in de maand januari van het kalenderjaar volgende op het verslagjaar te nemen. Dit vanwege de koppeling tussen de premie en de indexatie en de wens om het indexatiebesluit te baseren op de feitelijk financiële positie ultimo van het verslagjaar. In januari 2010 is besloten om de pensioenen van gewezen deelnemers en gepensioneerden niet te indexeren, vanwege de lage toeslag van 0,06%. Besloten is om deze toeslag te voorzien en zo mogelijk toe te voegen aan een eventuele toeslag per 1 januari 2011. Aan de actieve deelnemers is een toeslag verleend van 1,95%.
44
44
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 7.
Beleggingenparagraaf
Economische ontwikkelingen In 2009 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 4,59% (6,85% benchmark). Dit beleggingsrendement is goed te noemen in relatie met de turbulente ontwikkelingen op de financiële markten. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat Bpf AVH besloten heeft om aandelen onder te wegen en cash over te wegen. Hierdoor heeft Bpf AVH minder risico gelopen dan was toegestaan op basis van de normportefeuille. Dit is ook één van de voornaamste redenen voor de underperformance ten opzichte van het benchmarkrendement (op basis van de normportefeuille). Het jaar 2009 stond net als 2008 in het teken van de kredietcrisis. De economische groei bereikte dieptepunten die vergelijkbaar zijn te noemen met die in de depressiejaren van de dertigerjaren. Vooral de instortende export raakte de groei heel hard. Consumptie van duurzame consumptiegoederen ging eveneens fors onderuit. Vanaf maart 2009 hebben met name de aandelenmarkten een krachtig herstel laten zien. Bpf AVH was van mening dat het herstel van de aandelenmarkten niet in lijn lag met het herstel van de onderliggende economieën. Daarom werd verwacht dat er een correctie op de aandelenprijzen zou plaatsvinden. Vanuit deze visie is besloten om aandelen onder te wegen en cash over te wegen. De correctie op de aandelenprijzen is in 2009 uitgebleven. Dit verklaart voor een groot deel de underperformance ten opzichte van het benchmarkrendement op basis van de normportefeuille. In 2009 is de US dollar iets zwakker geworden ten opzichte van de EURO. Per ultimo 2009 had de euro een waarde van 1,44 (ultimo 2008: 1,41) US dollar. Beleggingen van Bpf AVH Beleggingsbeleid Het beleggingsdoel van Bpf AVH is om met een acceptabel beleggingsrisico een zo hoog mogelijk rendement op het vermogen te behalen om de continuïteit in de uitvoering van de pensioenregeling zo goed als mogelijk te garanderen. De beleidsinstrumenten die het bestuur kan inzetten om het vermogen van Bpf AVH te beïnvloeden zijn het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid. De reserve dient als buffer om een terugval in de waarde van de beleggingen te kunnen opvangen. In het verslagjaar heeft Bpf AVH in de feitelijke portefeuille minder risico genomen dan was toegestaan op basis van de normportefeuille.
45
45
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Asset-allocatie In het verslagjaar was de asset mix van de normportefeuille Bpf AVH als volgt vastgesteld ca. 12,5% aandelen, ca. 72,5% vastrentende waarden, ca. 5% vastgoed en ca. 7,5% speciale beleggingen. Feitelijke allocatie Ultimo Vastrentende waarden Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Hypotheken en leningen op schuldbekentenis Deposito‟s / Cash Zakelijke waarden Aandelen Onroerend goed Private equity Grondstoffen Currency Overige beleggingen Hedgefondsen Totaal
2009 %
2008 %
80,75
83,10
2007 % 74,72
Strategische allocatie 2009 % 72,5
Benchmark 2009 % 72,50
46,86 23,22
46,98 18,79
40,30 23,42
45,50 21,00
45,50 21,00
1,92 8,75
2,66 14,67
5,23 5,77
3,50 2,50
3,50 2,50
19,25
15,35
25,28
27,50
27,50
9,48 5,14 1,81 1,31 1,51
8,45 5,43 0,84 1,47
15,43 6,77 0,18 0,00
12,50 5,00 5,00 2,50 2,50
12,50 5,00 5,00 2,50 2,50
0
1,52
2,90
0
0,0
100%
100%
100%
100%
100%
Rendement Mede onder invloed van de genoemde economische ontwikkelingen nam de beleggingsportefeuille in het verslagjaar van zo‟n € 497 miljoen naar zo‟n € 520 miljoen in waarde toe. Op de gehele portefeuille is een rendement behaald van 4,59% ten opzichte van de benchmark van 6,85%. Beleggingscategorie
Rendemen t (%)
Benchmark (%)
4,38 9,67 2,48 1,38
4,35 9,71 3,55 0,58
Aandelen
33.37
36,35
Onroerend goed
-2,01
-0,14
Vastrentende waarden Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Onderhandse leningen/Hypotheken en leningen op schuldbekentenis Deposito‟s / Cash
Zakelijke waarden
Private equity
34,68
1,55
Grondstoffen
-15,54
15,20
Currency
-1,46
8,62
Overige beleggingen Hedgefondsen
1,08
9,33
Totaal rendement inclusief afdekking valuta en renterisico
4,59
6,85
N.B. Per 31 december 2009 is Bpf AVH gestopt met investeren in currency. 46
46
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Z-score en performancetoets De z-score in 2009 is vastgesteld op -2,15% en de performancetoets 2005-2009 bedraagt 0,25%. Jaar z-score
2005 0,19%
2006 1,14%
2007 - 0,46%
2008 -1,01%
2009 -2,15%
Toets 0,25%
Met betrekking tot de vaststelling van de normportefeuille 2009, de z-score 2009 en de uitkomst van de performance toets 2005 – 2009 is op 31 maart 2010 een accountantsverklaring afgegeven. Dekkingsgraad Het absoluut rendement is niet los te zien van de dekkingsgraad. Het beleid van Bpf AVH in het verslagjaar was om het duratie van de vastrentende waarden te verlengen naar 14. De afspraak was om de helft tussen de gewenste en de feitelijke duration in één keer te dichten en vervolgens bij elke rentestijging van 0,25% de duratie met 0,5 jaar te verlengen. In september 2008 heeft Bpf AVH de duratie met 3,5 jaar verlengd. Daarna heeft er geen renteverhoging meer plaatsgevonden. De dekkingsgraad van Bpf AVH ligt beneden het vereiste vermogen, waardoor er sprake is van reservetekort. Per jaareinde e e 2008 was er sprake van dekkingstekort (< 105%). Gedurende het 2 t/m 4 kwartaal 2009 was de dekkingsgraad ≥ 105%, waardoor er per jaareinde 2009 geen sprake meer is van dekkingstekort. Vooruitblik 2010 In de eerste maanden van 2010 heeft de dekkingsgraad van Bpf AVH te lijden onder een dalende swaprente. Het normgewicht van aandelen in de portefeuille van 2010 is verlaagd van 12,5% naar 10%. De reden hiervoor is dat Bpf AVH niet zeker is dat het krachtige herstel van de aandelenmarkten vanaf maart 2009 structureel is. Daarnaast is besloten om, rekeninghoudend met de visie dat over een aantal jaren de inflatie zal gaan toenemen, besloten om alvast te beginnen met het beleggen in inflation linked bonds. Ook hier heeft Bpf AVH gekozen voor zekerheid, door alleen te beleggen in Duitse en Franse inflation linked bonds. Verantwoord beleggen Het bestuur van Bpf AVH is van mening dat zij ook bij het beleggen rekening dient te houden met haar maatschappelijke functie, daarom heeft Bpf AVH de Principles for Responsible Investments (PRI) van de Verenigde Naties ondertekend. Bpf AVH zal zich inspannen om ook de bestaande en nieuwe vermogensbeheerders die voor Bpf AVH een deel van het vermogen beheren de PRI te laten ondertekenen. Het bestuur van Bpf AVH heeft de volgende onderwerpen geformuleerd waar rekening dient te worden gehouden bij het investeringsproces: - Dierenwelzijn; - Milieu prestaties; - Mensenrechten; - Werknemersverhoudingen; - Wapenindustrie en in het bijzonder, Landmijnen en clusterbommen. 47
47
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Bpf AVH is mening dat landmijnen en clusterbommen verwerpelijk wapentuig zijn, en heeft daarom besloten om bedrijven die landmijnen en clusterbommen produceren uit te sluiten van investeringen. De andere onderwerpen (dierenwelzijn, milieu prestaties, mensenrechten, wapenindustrie en werknemersverhoudingen) zullen via dialoog (engagement) met bedrijven aan de orde worden gebracht. Gezien het feit dat Bpf AVH voornamelijk belegd in zogenaamde index beleggingsfondsen, zal de uitsluiting van landmijnen en clusterbommen plaatsvinden door short te gaan. Per kwartaal zal verantwoording worden afgelegd over het toepassen van criteria voor verantwoord beleggen. Bpf AVH heeft de principes in zake maatschappelijk verantwoord beleggen van de Verenigde Naties (UN PRI) ondertekend. Bij het aanstellen van nieuwe managers is één van de voorwaarden dat de managers de UN PRI ondertekend moeten hebben, dan wel dat deze criteria op het te verstrekken mandaat worden toegepast. De volgende, door Bpf AVH aangestelde, vermogensbeheerders (managers) hebben de UN PRI ondertekend: F&C Netherlands; Kempen Capital Management; Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (LODH); Parners Group; AXA Private Equity; JP Morgan; Met ingang van 1 februari 2010 is Dexia Assetmanagement aangesteld als de beheerder van het bedrijfsobligatiemandaat. Ook deze manager heeft de UN PRI ondertekend. Bpf AVH belegt in beleggingsfondsen en kan binnen die fondsen niet bepalen welke bedrijven uitgesloten moeten worden. Daarom is in 2009 de aandelen en bedrijfsobligatie portefeuille gescreend op het beleid van Bpf AVH inzake maatschappelijk verantwoord beleggen. De bedrijven die betrokken zijn bij de productie van clusterbommen en/of landmijnen worden verkocht (short gegaan). Dit betreft de volgende bedrijven: BAE Systems PLC; European Aeronautic Defence and Space Co NV; Finmeccanica SpA; Group 4 Securico PLC; Lockhead Martin Corp; Raytheon Co.; Safran SA.
48
48
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 8.
Actuariële paragraaf
Actuariële analyse In onderstaand overzicht is de actuariële analyse van het saldo van baten en lasten opgenomen: Actuariële analyse
2009 €
2008 €
Premieresultaat Premiebijdragen werkgevers en werknemers Benodigd voor; Pensioenopbouw in het jaar Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten
- 1.175 46.046
10.289 45.420
- 44.288
-32.525
- 667 - 2.266
- 420 -2.186
Interestresultaat Beleggingsresultaten Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen Indexering en overige toeslagen Wijziging marktrente
52.877 21.572 - 12.917 8.959 35.263
-82.403 42.959 -17.474 2.984 -110.872
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op kosten Resultaat op uitkeringen Resultaat op kanssystemen Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige baten Overige lasten
- 13.801 - 371 464 - 22 - 529 - 16.911 4.340 - 772
6.757 3.278 518 702 -54 2.120 896 -703
37.901
-65.357
Totaal saldo van baten en lasten
Beleid ten aanzien van toeslagverlening/indexatie Er is bij Bpf AVH sprake van een voorwaardelijke indexatietoezegging, gekoppeld aan een ex ante bepaalde maatstaf. Er wordt geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. Echter in de premie voor de basispensioenregeling zit thans ook een financiële ruimte die eventueel voor indexatie kan worden aangewend. Dat betekent dat in het kader van de indexatiematrix, het indexatiebeleid van Bpf AVH kan worden beschouwd als een combinatie van C1 en D1 en de indexatie is dus afhankelijk van: de financiële ruimte in de betaalde premie (=”beschikbare premie”) en het overrendement. Bpf AVH maakt gebruik van een staffel bij de bepaling van de toeslagen (zie pagina 38 van het verslag van het bestuur). De per 1 januari 2010 toegepaste verhoging voor de actieven bedraagt 1,95%. De verhoging van 0,06% voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers is niet toegekend maar gereserveerd om toe te voegen aan een toekomstige verhoging van het pensioen. Premie De premiebijdragen van werkgever en werknemers bedragen in totaal 20% (2008: 20%) van de pensioengrondslagen.
49
49
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR De kostendekkende, gedempte en feitelijke premies zijn als volgt (cf. art. 130 PW):
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
2009 €
2008 €
52.620 46.046 46.046
39.109 45.420 45.420
De samenstelling van de kostendekkende, feitelijke en gedempte premie zijn als volgt bepaald: Bpf AVH heeft haar premiebeleid bepaald op grond van de continuïtsanalyse gehouden in 2009 en vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Volgens het pensioenreglementen Bpf AVH betalen zowel de werkgevers als de werknemers een bijdrage in de premie. De feitelijke premie is de premie die daadwerkelijk in het verslagjaar is ontvangen. De kostendekkende premie is gebaseerd op de rentetermijnstructuur en gevoelig voor renteveranderingen. Hierdoor ontstaan fluctuaties van deze kostendekkende premie. Om dit effect te voorkomen biedt het raamwerk van de Pensioenwet en Financieel Toetsingskader de mogelijkheid om premiedemping te bewerkstelligen. Het is daarbij toegestaan om af te wijken van de rentetermijnstructuur als rekenrente bij de vaststelling van de feitelijke premie. Bpf AVH heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en hanteert voor de vaststelling van de gedempte premie een disconteringsvoet van 4,0%. Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Onder het FTK is het „vereist eigen vermogen‟ het vermogen dat hoort bij de zogeheten evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In die evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Met andere woorden, de kans dat het pensioenfonds zich één jaar later in een situatie van onderdekking bevindt, is kleiner dan of gelijk aan 2,5%. De toezichthouder, DNB, heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro‟s) op het eigen vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets afhankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. De vereiste solvabiliteit op basis van deze toets bedraagt ultimo 2009 € 24.380. Het feitelijke eigen vermogen van het pensioenfonds ultimo 2009 bedraagt € 52.589. Dit betekent dat het pensioenfonds ultimo 2009 voldoet aan de solvabiliteitstoets. Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie Op grond van aanwijzingen van DNB dient voor het oordeel over de vermogenspositie van Bpf AVH allereerst naar de toetswaarde solvabiliteit te worden gekeken. De aanwezige solvabiliteit is hoger dan 105%. Bpf AVH bevindt zich in een situatie van reservetekort. 50
50
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR 9.
Rapportage over Pension Fund Governance
Algemeen Door de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, „PFG‟) verankerd in het wettelijke kader. De 32 principes hebben betrekking op de volgende componenten: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van Bpf AVH is gericht op een integere bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid hiervoor is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt in ieder geval het volgende in: - het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico‟s; - integriteit; - de soliditeit van het pensioenfonds, waaronder wordt verstaan: het beheersen van financiële risico‟s en het beheersen van andere risico‟s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten; - het beheersen van de financiële positie op de lange termijn door periodiek een continuïteitsanalyse te maken. Bpf AVH legt verantwoording af m.b.t. medezeggenschap binnen het pensioenfonds door: - het instellen van intern toezicht - de aanstelling van een compliance officer - het instellen van een verantwoordingsorgaan. Intern toezicht Het intern toezicht binnen Bpf AVH wordt vormgegeven door een visitatiecommissie. Compliance officer Het bestuur van het pensioenfonds heeft de leden van het Dagelijks Bestuur benoemd als compliance officer voor bestuur, deelnemersraad, bestuurscommissies en directie. De directeur-secretaris is benoemd als compliance officer voor het personeel. De voornaamste taken van de compliance officer omvatten: - onafhankelijk toezicht op de naleving van de gedragscode. - onafhankelijk toezicht op de naleving van wettelijke regelingen. De taken leiden onder meer tot het toetsen van de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot onder andere koersgevoelige informatie en privé-effectentransacties door het bestuur en de medewerkers van het pensioenfonds. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur ten aanzien van het uitgevoerde beleid en over beleidskeuzes voor de toekomst. De frequentie van het overleg met het bestuur, de beleidsaangelegenheden en de verantwoordingsstructuur van dit orgaan zijn bij de oprichting vastgesteld. 51
51
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET BESTUUR Tijdens het overleg tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan, dat elk boekjaar minimaal eenmaal wordt gehouden zijn de volgende onderwerpen behandeld: - Beleid - Financiële en actuariële analyses - Visitatierapport - Klanttevredenheidsonderzoek - Deskundigheidsontwikkeling - Vooruitzichten. In 2009 heeft het verantwoordingsorgaan in haar verslag geoordeeld dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd.
52
52
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN Het verantwoordingsorgaan is in 2009 vier keer in vergadering bijeengekomen en wel op 9 april, 18 juni, 5 november en 10 december, waarvan twee keer met het bestuur van bpf AVH, te weten op 18 juni en 10 december In de junivergadering kwam het verantwoordingsorgaan bij de vaststelling van het jaarverslag 2008 tot het volgende oordeel: Het verantwoordingsorgaan van Bpf AVH is op basis van: het jaarverslag, de actuariële rapporten en het accountantsverslag 2008, het rapport van de visitatiecommissie, het rapport klanttevredenheidsonderzoek, het herstelplan, de door het bestuur en de directie aangereikte stukken inzake het bestuursbeleid, de vooruitzichten en de gemaakte afspraken inzake de interne beheersing, en met het bestuur en de directie gevoerde gesprekken van mening dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd In de vergadering van 5 november 2009 heeft het verantwoordingsorgaan zich laten informeren over: de uitkomsten van de brainstormsessie‟s over de financiёle crisis en het vermogensbeheer, de ontwikkeling van de dekkingsgraad in relatie met het kortetermijnherstelplan, de ophanden zijnde samenwerking met Bpf Dranken in Servicekantoor AGH, de verbeterpunten naar aanleiding van het klanttevredenheidsonderzoek, het visitatierapport en het verslag van de accountant en de bevordering van de deskundigheid van bestuur en overige bestuurlijke gremia. In de gezamenlijke vergadering van het verantwoordingsorgaan en het bestuur op 10 december 2009 heeft het verantwoordingsorgaan zich laten informeren over: de premie en mogelijke indexatie 2010, het meerjarenbeleggingsplan en de normportefeuille 2010, de ontwikkeling van de dekkingsgraad in relatie met het kortetermijnherstelplan, de overgang van het personeel en materieel van Bpf AVH naar Servicekantoor AGH, de dienstverleningsovereenkomst van Servicekantoor AGH met Bpf AVH en de bestuurlijke participatie in Servicekantoor AGH. In die vergadering is tevens afgesproken de vergaderstructuur voor de bespreking van de jaarstukken in de juni vergadering. Op 25 maart 2010 heeft het verantwoordingsorgaan met het dagelijks bestuur gesproken over: het pensioenbeleid, het uitbestedingsbeleid, het beleggingsbeleid, het communicatiebeleid en de governance van Bpf AVH. Bij de bespreking van het pensioen- en beleggingsbeleid zijn ontwikkelingen aan de orde gekomen zoals het voorzien van de nieuwe sterftetrend en de pensioenactualiteiten omtrent de commissies Don, Frijns en Goudswaard en de plannen om de AOW-leeftijd naar 67 jaar te verhogen.
53
53
avh jaarverslag 2009 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN Oordeel. Het verantwoordingsorgaan van de Bpf AVH is op basis van het jaarverslag, de actuariële rapporten en het accountantsverslag 2009, de evaluatie van het herstelplan, de door het bestuur en directie aangereikte stukken inzake het bestuursbeleid, de vooruitzichten en de gemaakte afspraken inzake de interne beheersing, en met het bestuur en directie gevoerde gesprekken van mening dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd. Verantwoordingsorgaan Bpf AVH Rijswijk, 17 juni 2010 De heer J.J. Horn, voorzitter De heer H.J.I. Giesendorf, plv. voorzitter
Reactie van het bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft met voldoening kennisgenomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Rijswijk, 17 juni 2010 Het bestuur van Bpf AVH De heer drs. L.A.M. Welschen voorzitter Mevrouw J.A.M. Bergervoet, vice voorzitter
54
54
avh jaarverslag 2009 JAARREKENING
55
55
avh jaarverslag 2009 BALANS PER 31 DECEMBER 2009 Na bestemming van het saldo van baten en lasten Activa (x duizend euro) Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Ref. 4
31 december 2009
25.625 63.163 413.704 9.546 6.745
31 december 2008
27.913 43.482 366.630 43.574 15.348
518.783
496.947
Deelnemingen
5
100
100
Immateriële vaste activa
6
37
18
Materiële vaste activa
7
1.169
1.478
Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen
8
4.459
7.008
4.459 Overige activa Liquide middelen
Totaal activa
46.741
7.008 13.677
46.741
13.677
571.289
519.228
56
56
avh jaarverslag 2009 BALANS PER 31 DECEMBER 2009
Ref.
31 december 2009
31 december 2008
Passiva (x duizend euro) Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal Overige reserves
9
0 52.824
0 14.924
52.824 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Overige schulden en overlopende passiva
Totaal passiva
14.924
10 517.477
11
502.928
517.477
502.928
988
1.376
571.289
519.228
57
57
avh jaarverslag 2009 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2009
2009
Ref. Baten (x duizend euro) Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Saldo overdrachten van rechten Overige baten
15 16 21 18
46.046 21.572 1.340 292
2008
45.420 42.959 14.832 829
69.250
104.040
Lasten (x duizend euro) Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten
17 19
13.700 2.052
12.409 1.908
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Overige lasten
20 22
14.549 1.048
154.126 954
31.349
169.397
Saldo van baten en lasten
37.901
- 65.357
Bestemming van het saldo van baten en lasten Bestemmingsreserves Overige reserves
0 37.901
136 - 65.493
Totaal saldo van baten en lasten
37.901
- 65.357
58
58
avh jaarverslag 2009 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2009
Ref. Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten Overige ontvangsten Betaalde pensioenuitkeringen Betaald in verband met overdracht van rechten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Overige uitgaven Betaalde premies herverzekering
€
€
46.721
45.756
2.083 1.477 - 14.088
16.244 - 15.466 - 12.909
- 744 - 1.725 1.049 - 276
- 1.412 - 1.862
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
2009 €
2008 €
- 251 34.497
321.550 5.062 - 327.574 - 471
30.100 258.281 7.132 -286.064 -6 32
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
- 1.433
- 21.283
Nettokasstroom
33.064
8.817
Mutatie liquide middelen
33.064
8.817
Stand per 1 januari Mutatie liquide middelen
13.677 33.064
4.860 8.817
Stand per 31 december
46.741
13.677
Het verloop van de liquide middelen is als volgt:
59
59
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1. Algemene toelichting 1.1
Activiteiten Het doel van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregelingen van de verplicht gestelde aangesloten werkgevers.
1.2
Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd.
2.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving, met inachtneming van artikel 146 van de pensioenwet. De jaarrekening is opgesteld in 1.000 euro‟s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
2.2
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
2.3
Schattingswijziging Bij het vaststellen van de technische voorzieningen per 31 december 2009 is rekening gehouden met een opslag voor actuele sterftetrendontwikkelingen van 3,7%. Het effect van de opslag van de technische voorzieningen per 31 december 2009 bedraagt € 18.371. Dit bedrag is als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Het toepassen van deze opslag wordt aangemerkt als schattingswijziging. In het boekjaar 2009 is de methodiek voor het vaststellen van de voorziening voor niet-gedane uitkeringen in verband met onvindbare gepensioneerden gewijzigd. De voorziening is per 31 december 2009 vastgesteld rekening houdend met een leeftijdsafhankelijke aanmeldingskans . Het effect van deze wijziging op de technische voorziening bedraagt EUR 1.460. Dit bedrag is als last in de staat van baten en lasten verantwoord. De wijziging van deze methodiek wordt aangemerkt als een schattingswijziging. 60
60
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2.4
Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen De indirecte vastgoedbeleggingen betreffende participaties in vastgoedmaatschappijen of vastgoedbeleggingsinstellingen en worden gewaardeerd tegen reële waarde, zijnde de marktwaarde onder aftrek van verkoopkosten. De gehele portefeuille wordt gedurende het jaar getaxeerd door externe taxateurs. Taxaties vinden plaats volgens de richtlijnen van de ROZ/IPD. Vastrentende waarden Onder de post vastrentende waarde zijn verantwoord: Obligaties; Obligaties zijn gewaardeerd tegen de beurskoers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen obligaties; Participaties zijn gewaardeerd tegen de koers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. Onderhandse geldleningen; Aan de hand van de static data van de Onderhandse Leningen waarbij diverse gegevens moeten worden aangeleverd wordt de theoretische waarde van de Onderhandse Lening berekend op basis van een yield curve. De yield curve bestaat uit een aantal yields met verschillende looptijden. Deze waarden worden maandelijks opgehaald uit Bloomberg en opgeslagen in een tabel. Er wordt een contante waarde berekend van toekomstige couponbetalingen en de uiteindelijke lossing. Deposito‟s; Deposito‟s zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Aandelen Onder de post aandelen zijn verantwoord: Beursgenoteerde aandelen; Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen. Beursgenoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de beurskoers op balansdatum. Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten die zijn afgeleid van meer traditionele producten als aandelen en obligaties. Het betreft valutatermijncontracten, interest rate swaps en swaptions.Positieve posities uit hoofde van derivatencontracten worden gepresenteerd onder derivaten. Negatieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslagjaar worden gepresenteerd onder verplichtingen uit hoofde van de beleggingen. De waarderingsmethode van de Interest Rate Swaps, swaptions en valutatermijncontracten is: Interest rate swaps: waardering op basis van theoretische bepaling, middels zero coupon yieldcurve op basis van marktrentes. Swaptions: waardering tegen marktwaarde, op basis van slotkoersen (mid price via markit). Valutatermijncontracten: waardering tegen actuele koers inclusief agio/disagio forward punten (tics). Overige beleggingen Hedgefunds en commodities worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde, zijnde een benaderde marktwaarde. 61
61
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2.5
Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen kostprijs.
2.6
Immateriële vaste activa Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden geactiveerd tegen de verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte economische levensduur.
2.7
Materiële vaste activa Bedrijfsgebouw is gewaardeerd op actuele waarde op basis van de meest recente taxatie. Overige vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur.
2.8
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde.
2.9
Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas, banktegoeden en deposito‟s die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel met een looptijd korter dan twaalf maanden.
2.10
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
2.11
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. 62
62
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De VPV is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: De gehanteerde marktrente die gebaseerd is op de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB, rekening houdend met een gewogen gemiddelde looptijd van de uitkeringen (duration) van 19,5 jaar in huidig boekjaar en 19,9 jaar in vorig boekjaar. Overlevingstafels, te weten de AG-prognosetafel 2005-2050 met een leeftijdsterugstelling van 1 jaar voor zowel mannen als vrouwen. De starttafel is de tafel 2007 – 2012. In verband met de verwachte stijging van de levensverwachting is op de VPV een opslag van 3,71% gelegd. Deze opslag is gebaseerd op de CBS-prognosetafels. Een vast leeftijdsverschil tussen (gewezen) deelnemer en partner van drie jaar. Aangenomen is dat 90% van de deelnemers en gewezen deelnemers met premievrije aanspraken gehuwd is. Voor personen die op of na 1 januari 2002 actieve deelnemer zijn (geweest) wordt op leeftijd 65 uitgegaan van een percentage van 100 (in verband met uitruil). Voor deelnemers met een ingegaan ouderdomspensioen is rekening gehouden met de werkelijke burgerlijke staat. Ter dekking van het wezenpensioen is de voorziening voor partnerpensioen verhoogd met 1,5%. Een kostenopslag ter grootte van 2% van de VPV in verband toekomstige administratie- en excassokosten. De toekomstige pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers is meegenomen in de technische voorziening. 3.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1
Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
3.2
Premiebijdragen Onder premiebijdragen wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.3
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. 63
63
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe kosten verstaan. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d. 3.4
Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.5
Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.6
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Indexering en overige toeslagen Indien de middelen van Bpf AVH volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de een afgesproken staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om uw opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een duidelijke ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2009 is het volgende gebleken. De actieve deelnemers mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 2,25% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het indexcijfer voor de CAOlonen. De actieve deelnemer ontvangt bijna altijd 0,75% (dit wil zeggen dat 64
64
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het opgebouwde pensioen gemiddeld met 0,75% wordt verhoogd). Gewezen deelnemers en gepensioneerden mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 1,5% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het consumentenprijsindexcijfer. De gewezen deelnemer en de gepensioneerde ontvangen bijna altijd 0,50% (dit wil zeggen dat men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het premievrije pensioen en de pensioenuitkeringen gemiddeld met 0,50% worden verhoogd). Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De uit te keren pensioenen vallen vrij uit de voorziening pensioenverplichtingen samen met 2% van die uitkeringen ter dekking van excasso- en uitvoeringskosten. Wijziging marktrente Ultimo van het jaar wordt overgegaan naar de per die datum geldende rentetermijnstructuur, hetgeen een mutatie in de voorziening tot gevolg heeft. De bij de voorziening behorende gemiddelde marktrente is gestegen van 3,6% ultimo 2008 naar 3,9 % ultimo 2009. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten De voorziening pensioenverplichtingen wijzigt door inkomen en uitgaande waardeoverdrachten. 3.7
Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdracht van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
65
65
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 4.
Beleggingen voor risico pensioenfonds
Stand per 1 januari 2008 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardeontwikkeling
Vastgoed- Aandelen Vast- Derivaten Overige beleggingen rentende beleggi waarden ngen € € € € € 28.951 66.543 323.431 84 13.597 180 14.805 259.532 920 10.627 -90 -1.712 -232.032 -13.321 -5.300 -10 -1.260 -1.340 -1.972 -1.244 -1.118 -34.894 17.039 57.863 -2.332
Totaal € 432.606 286.064 -252.455 -5.826 36.558
Stand per 31 december 2008 Aankopen Verkopen Overige mutaties
27.913 1.850 - 2.375 22
43.482 366.630 11.975 299.489 - 4.996 - 271.589 - 31 846
43.574 15.348 496.947 260 14.000 327.574 - 24.176 - 20.849 - 323.985 0 0 837
Waardeontwikkeling
- 1.785
12.733
18.328
- 10.112
- 1.754
17.410
Stand per 31 december 2009
25.625
63.163
413.704
9.546
6.745
518.783
Vastgoedbeleggingen
Indirecte vastgoedbeleggingen (participaties in beleggingsinstellingen) Overige vorderingen
2009 € 25.521 104
2008 € 27.831 82
Stand per 31 december
25.625
27.913
Private equity aandelen Beursgenoteerde aandelen Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingsfondsen Liquide middelen
2009 € 8.687 -322 54.653 145
2008 € 4.284 0 39.022 176
Stand per 31 december
63.163
43.482
Aandelen
66
66
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Vastrentende waarden
Obligaties Leningen op schuldbekentenis Andere waardepapieren met een vaste of variabele rente Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden Deposito‟s en dergelijke Overige vorderingen Liquide middelen
2009 € 10.028 9.305 10.002
2008 € 0 13.626 7.854
352.906 30.000 1.391 72
286.614 58.066 449 21
Stand per 31 december
413.704
366.630
Valutaderivaten Overige rentederivaten
2009 € 7 9.539
2008 € 1.231 42.343
Stand per 31 december
9.546
43.574
Derivaten
Overige beleggingen De overige beleggingen worden hieronder naar aard en omvang toegelicht.
Hedgefondsen Commoditiefonds (grondstoffen, edele metalen)
2009 € 228 6.517
2008 € 7.796 7.552
Stand per 31 december
6.745
15.348
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de stichting kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van marktnoteringen, met uitzondering van hedge funds, private equity, onderhandse leningen en vastgoed, die op basis van waarderingsmodellen en technieken zijn gewaardeerd (netto vermogenswaarde; zijnde benaderde marktwaarde). Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. 67
67
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). Mededelingen gerenommeerde derde-partijen: banken, brokers, custodians, etc. (transactieprijzen). Due-diligencewaarderingsrapporten. Rentevoeten gehanteerd bij de bepaling van de reële waarde Op balansdatum zijn de volgende rentevoeten gehanteerd:
31 31 december december 2008 2009 % % 3,35 3,88 3,77 3,92
Vastrentende waarden Derivaten Overige toelichtingen
De volgende balansposities en/of toekomstige kasstromen worden door het fonds door middel van derivaten afgedekt: Beleggingen in Amerikaanse dollars per 31 december 2009 waarbij deze beleggingen een waarde in euro‟s vertegenwoordigen van 4.852. Beleggingen in Britse ponden per 31 december 2009 waarbij deze beleggingen een waarde in euro‟s vertegenwoordigen van 8.249 5. Deelnemingen Het verloop van de deelnemingen kan als volgt worden gespecificeerd:
Stand per 1 januari 2009
Deelnemingen € 100
Totaal € 100
100
100
Stand per 31 december 2009
De belangen van de stichting in andere maatschappijen zijn als volgt verdeeld:
Aandeel in geplaatst kapitaal in % 12,5
Naam, vestigingsplaats LevensloopPlus BV te Utrecht
68
68
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 6. Immateriële vaste activa Computersoftware €
Totaal
47 - 29
47 - 29
Boekwaarden
18
18
Mutaties Investeringen Afschrijvingen
35 -16
35 - 16
19
19
82 - 45
82 - 45
37
37
Stand per 1 januari 2009 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
Saldo Stand per 31 december 2009 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden Afschrijvingspercentages
l
€
33,3
69
69
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 7. Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven: BedrijfsAndere vaste gebouwen bedrijfsmiddelen € € Stand per 1 januari 2009 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
Totaal €
1.400
332
1.732
0
- 254
- 254
Boekwaarden
1.400
78
1.478
Mutaties Investeringen Verkopen Afschrijvingen Waardeverminderingen
0 0 0 - 430
185 - 13 - 51 0
185 - 13 - 51 - 430
Saldo
- 430
121
- 309
1.400
517
1.917
- 430
- 318
- 748
970
199
1.169
Stand per 31 december 2009 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden Afschrijvingspercentages
Bedrijfsgebouw Andere vaste bedrijfsmiddelen
20
31-12-2009 31-12-2008 € € 970 1.400 199 78 1.169
70
70
1.478
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 8. Overige vorderingen
Vordering op werkgevers Vordering vpgaard Waardeoverdrachten Overlopende activa
2009 € 2.213 0 574 1.672
2008 € 3.577 3.041 0 390
Stand per 31 december
4.459
7.008
Alle overige vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 9. Stichtingskapitaal en reserves
Stand per 1 januari 2008 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties
Bestemmings reserves € 136 0 -136
Overige reserves € 80.281 - 65.357 0
Totaal € 80.417 -65.357 -136
Stand per 31 december 2008 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties
0 0 0
14.924 37.901 0
14.924 37.901 0
Stand per 31 december 2009
0
52.825
52.825
Herwaarderingsreserve Ondernemingen die hun jaarrekening opmaken volgens de bepalingen van Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek moeten uit oogpunt van kapitaalbescherming een herwaarderingsreserve aanhouden ter grootte van de niet gerealiseerde waardevermeerderingen van activa waarvoor geen frequente marktnoteringen bestaan. Hierdoor wordt het vereiste inzicht in het vermogen gegeven, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat crediteuren kunnen worden benadeeld door dividend uitkeringen uit nietuitkeerbare reserves. In 2009 is de ”verzamelwet SZW-wetgeving 2009” aangenomen,waarin is opgenomen dat pensioenfondsen geen herwaarderingsreserve behoeven op te nemen indien de activa tegen marktwaarde wordt gewaardeerd. De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van bepaalde in artikel 146 pensioenwet.
71
71
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Bestemmingsreserves De bestemmingsreserve heeft betrekking op waardeoverdracht: In 2009 is er geen bestemmingsreserve waardeoverdracht
Stand per 1 januari Afname bestemmingsreserve waarde overdracht Stand per 31 december
2009 € 0 0
2008 € 136 -136
0
0
Buffers worden door het pensioenfonds berekend met behulp van de standaardmethode. Hierbij wordt voor de samenstelling van de beleggingen uitgegaan van de feitelijke assetmix in de evenwichtssituatie. De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt per 31 december 2009 110 % (2008: 103 %) en is daarmee in vergelijking met vorig jaar toegenomen. De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als reservetekort. Het (minimaal) vereist eigen vermogen wordt berekend met gebruikmaking van het standaard model. Per 31 december 2009 bevindt het pensioenfonds zich in een situatie waarbij sprake is van een reservetekort. Het bestuur heeft in maart 2009 een geïntegreerd herstelplan, hetgeen bestaat uit een korte- en langetermijnplan, opgesteld en vastgesteld. Het geïntegreerd herstelplan is voor goedkeuring ingediend bij DNB. Het herstelplan is opgesteld volgens bepaalde uitgangspunten en veronderstellingen dit alles binnen de door de wet gestelde mogelijkheden. De realisatie van het herstelplan zal waarschijnlijk afwijken van de toegepaste veronderstellingen: Het korte- en langetermijnherstelplan leidt tot herstel binenn de wettelijk gestelde termijnen van 1 – 5 respectievelijk 1 – 15 jaar. Het herstelplan is in hoofdlijnen gebaseerd op de volgende realistische uitgangspunten: Er tot 2016 niet dan gering wordt geïndexeerd. Nadien zullen er meerdere jaren zijn waarin wel volledig wordt geïndexeerd. Tot 2015 de premie op het huidige niveau zal worden gehandhaafd. Naar verwachting zal, als gevolg van de vergrijzing, in de periode van 2015 tot en met 2023 de premie in stapjes verhoogd moeten worden. Daardoor zal de premie in 2023 naar verwachting ruim 10% hoger liggen dan het huidige niveau.
72
72
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 10. Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Het mutatieoverzicht van de voorziening pensioenverplichtingen luidt als volgt:
2009 Totaal
2008 Totaal
€ 502.928 35.663 0 12.917
€ 348.802 24.574 5.096 17.474
Stand per 1 januari 2009 – Toevoeging pensioenopbouw – Indexering en overige toeslagen *) – Rentetoevoeging – Mutatie, waaronder overdrachten van rechten – Overige mutaties – Resultaat op kanssystemen: – - Sterfte – - Arbeidsongeschiktheid – Onttrekking voor pensioenuitkeringen – Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten – Wijziging marktrente – Wijziging actuariële grondslagen
- 2.504 0
11.215 0
918 -165 - 13.678 - 250 - 35.263 16.911
940 -574 - 13.111 - 240 110.872 - 2.120
Stand per 31 december 2009
517.477
502.928
Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:
Actieven en arbeidsongeschikten Gepensioneerden Slapers Overige
€ 214.874 127.458 175.145 0
2009 Aantallen 17.690 7.789 41.780 0
€ 210.006 114.402 178.520 0
2008 Aantallen 17.641 6.869 41.653 0
Stand per 31 december
517.477
67.259
502.928
66.163
Herverzekeringscontracten Door het pensioenfonds zijn herverzekeringscontracten afgesloten met betrekking tot het Tijdelijk Nabestaandenpensioen.
73
73
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 11. Overige schulden en overlopende passiva
Werkgevers / Deelnemers Kosten vermogensbeheer Sociale Lasten en belastingen Vooruit ontvangen waardeoverdracht Overige schulden overlopende passiva Stand per 31 december
2009 € 4 53 411 0 520
2008 € 139 0 386 0 851
988
1.376
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 12. Risicobeheer en derivaten Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: ALM-beleid en duration-matching Dekkingsgraad Financieringsbeleid Premiebeleid Indexatiebeleid Herverzekeringsbeleid Risicobeleid alternatieve beleggingen Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding. Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses gebruikt men onder andere Asset-Liability Management-studies (ALM). Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario‟s. Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur jaarlijks beleggingsrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico‟s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van derivaten die worden toegelicht in hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds. 1. Marktrisico Marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het marktrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en de beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
74
74
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1.1. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. 31 31 december december 2009 2008 Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Duration van de vastrentende waarden (na derivaten) Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
5.58 9.30 19.50
5.40 16.40 19.90
Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde „duration-mismatch‟. Bij een rentestijging zal de waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Voor het fonds geldt dat bij een rentedaling de waarde van de beleggingen minder snel stijgt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds is gericht op het verkleinen van de duration-mismatch, bijvoorbeeld door meer langlopende obligaties in plaats van aandelen te kopen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), en kortlopende obligaties te vervangen door langlopende obligaties. Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van renteswaps of swaptions. Een renteswap ruilt een te ontvangen vaste lange rente (vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie) tegen een te betalen variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Aan de ene kant verkleint dit de duration-mismatch, maar aan de andere kant wordt het fonds nu afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente. Het risico van een verdere rentedaling is tijdelijk af te dekken door middel van een swaption, waarvoor een premie betaald moet worden. Het afsluiten van een swap of een swaption kan dus mismatchrisico‟s afdekken, maar aan dit soort instrumenten zijn ook risico‟s verbonden (zoals liquiditeits-, tegenpartij- en juridisch risico). De vastrentende waarden, uitgesplitst naar looptijd, zijn als volgt:
Resterende looptijd ≤ 1 jaar Resterende looptijd > 1 jaar en < 5 jaar Resterende looptijd ≥ 5 jaar
€ 51.368 170.067 192.269
2009 % 12 41 47
€ 65.460 140.321 160.849
2008 % 18 38 44
Totaal
413.704
100
366.630
100
75
75
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1.2. Valutarisico Eind 2009 wordt voor circa 6 % (2008: 4 %) van de beleggingsportefeuille belegd buiten de eurozone, met name in Noord Amerika en Verenigd Koninkrijk . Hiervan is het US dollar deel voor 75 % (2008: 100 %) afgedekt door de euro. Daarnaast is het Britse Pond Sterling (GBP) ook voor 75 % afgedekt. De afdekking van het Britse Pond Sterling en de US dollar voor 75 % is een tactische beslissing. Strategisch worden beide valuta‟s voor 100 % afgedekt. De waarde van de per het einde van het verslagjaar uitstaande valutatermijncontracten bedraagt € 8.(2008: € 1.234). De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: 31 december 31 december 2009 2008 € € 32.787 22.181
Aandelen Totaal
32.787
22.181
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven:
Euro USD GBP Overig Totaal
2009 2008 Voor Valuta- Nettopositie Nettopositie afdekking derivaten (na) (na) € € € € 529.462 0 529.462 505.260 4.852 3.554 1.298 - 51 8.249 6.005 2.244 1.599 19.686 0 19.686 12.414 562.249
9.559
552.690
519.222
Het bestuur heeft besloten de risico‟s met betrekking tot de valuta van opkomende markten en/of de markten die gekoppeld zijn aan de Amerikaanse dollar niet af te dekken. 1.3. Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) kan het prijsrisico dempen. Het prijsrisico kan ook afgedekt worden door gebruik te maken van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De vastgoedbeleggingen en de aandelen kunnen als volgt naar sectoren en regio‟s worden onderverdeeld:
76
76
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Vastgoedbeleggingen (sectoren)
Winkels Woningen Bedrijfsruimten Participaties in vastgoedmaatschappijen Overige vorderingen Totaal Vastgoedbeleggingen (regio)
Europa Verenigde Staten Pacific Overige vorderingen Totaal
Aandelen (regio)
Europa Verenigde Staten Pacific Em. Markets Liquide middelen Totaal
31 december 2009 € 13.944 9.791 1.786 0 104
31 december 2008 € 16.424 10.946 0 461 82
25.625
27.913
31 december 2009 € 25.521 0 0 104 25.625
31 december 2008 € 27.481 272 72 82 27.913
31 december 2009 € 37.379 10.766 8.803 6.070 145 63.163
31 december 2008 € 26.382 6.813 6.817 3.294 176 43.482
2. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito‟s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt.
77
77
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de beleggingen naar sector weergegeven:
Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handels- en industriële bedrijven Serviceorganisaties Andere instellingen
2009 € 251.925 90.227 26.917 8.066 36.569
2008 € 205.325 99.437 18.300 2.831 40.737
Totaal
413.704
366.630
Mature markets Andere opkomende markten
2009 € 411.949 1.755
2008 € 365.340 1.290
Totaal
413.704
366.630
De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven:
AAA AA A BBB
2009 € 169.183 94.538 109.686 27.634 5.066 7.597
2008 € 180.151 53.969 117.809 10.195 2.900 1.606
Totaal
413.704
366.630
* betreft in een aantal gevallen het cashgedeelte van een beleggingsfonds en derivaten. 78
78
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
3. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. De volgende zaken zijn van belang met betrekking tot het liquiditeitsrisico: Tot en met het jaar 2009 zullen de inkomende premies het niveau van de uitkeringen overtreffen. Ultimo 2009 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. 4. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico‟s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico (het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen). Door toepassing van de AG-prognosetafel 2005-2050 met adequate correcties voor ervaringssterfte en daarnaast een opslag voor de verwachte stijging van de levensverwachting (deze opslag is gebaseerd op de CBS-prognosetafels), is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit („schadereserve‟). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het fonds heeft het nabestaanden- en wezenpensioen voor een deel op risicobasis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De herverzekeringsovereenkomst vervalt in 2009. Met de herverzekeraar is een resultaatdeling overeengekomen. 5. Indexatierisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie en de financiële ruimte in de pensioenpremie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is.
79
79
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2009 is het volgende gebleken. De actieve deelnemers mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 2,25% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het indexcijfer voor de CAO-lonen. De actieve deelnemer ontvangt bijna altijd 0,75% (dit wil zeggen dat men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het opgebouwde pensioen gemiddeld met 0,75% wordt verhoogd). Gewezen deelnemers en gepensioneerden mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 1,5% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het consumentenprijsindexcijfer. De gewezen deelnemer en de gepensioneerde ontvangen bijna altijd 0,50% (dit wil zeggen dat men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het premievrije pensioen en de pensioenuitkeringen gemiddeld met 0,50% worden verhoogd). 6. Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Dit betreft per 31 december 2009 de volgende posten: Aandelen: Vastrentende waarden
Europe Index Plus € 24.077 Blackrock Euro Government Bond index € 221.473 Blackrock Euro Corporate Bond index €103.727 ABN AMRO Deposito‟s € 20.000
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico‟s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio‟s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overigens beperken concentratierisico‟s zich niet uitsluitend tot de beleggingen.
80
80
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Overige niet-financiële risico’s 7. Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico‟s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. 8. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. 9. Gevoeligheidsanalyse De beleggingsportefeuille van Bpf AVH bestaat voor 72,5% uit vastrentende waarden, voor 12,5% uit aandelen, voor 5% uit niet-beursgenoteerd Nederlands vastgoed en voor 10% uit alternatieve beleggingen. De kredietrating van de vastrentende waarden is hoog te noemen (90% heeft een rating van A of hoger (40% heeft een AAA-rating). De vastrentende portefeuille is vrijwel geheel belegd in Europa (EMU). De aandelenportefeuille is voor 59% belegd in Europa. Daarnaast is ook een deel belegd in Noord-Amerika(17%), Pacific(14%) en Emerging Markets(10%). Binnen de Europese aandelenportefeuille is er nog gediversifieerd tussen large en small caps. Het valutarisico ten aanzien van de US Dollar is volledig afgedekt, middels valutatermijncontracten. Er is een mismatch tussen de duration van de vastrentende waarde (9,3) en de nominale verplichtingen (19,5). 10. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor zover dat binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het fonds past maakt het fonds ook gebruik van financiële derivaten, voornamelijk bij het afdekken van het marktrisico. De economische effecten van de derivaten dienen meegenomen te worden in de berekening. In hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds worden de door het pensioenfonds gebruikte derivaten toegelicht. Derivaten hebben als voornaamste risico het kredietrisico (het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen). Dit risico kan beperkt worden door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen, en zoveel mogelijk te werken met onderpand. De volgende instrumenten kunnen gebruikt worden: Valutatermijncontracten. Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico‟s afgedekt. Swaps. Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. 81
81
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2009: Type contract
Valutatermijncontract eur/gpd Valutatermijncontract eur/gpd Valutatermijncontract eur/usd Valutatermijncontract eur/usd Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Payer swaption Receiver swaption Receiver swaption Accued interest
Expiratiedatum
25-01-2010 25-01-2010 25-01-2010 25-01-2010 10-09-2023 10-09-2023 26-09-2038 26-09-2038 01-03-2011 01-03-2011 26-06-2010
Onderliggende contractomvang € 6.000 - 6.000 3.555 - 3.555 -70.000 70.000 -30.000 30.000 - 50.000 50.000 70.000
Actuele waarde activa € 5.998 - 5.992 3.554 - 3.354 - 70.081 74.316 - 30.044 34.668 - 926 682 925 797
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008: Type contract
Valutatermijncontracten eur/gpd Valutatermijncontracten eur/gpd Valutatermijncontracten eur/gpd Valutatermijncontracten eur/usd Valutatermijncontracten eur/usd Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Receiverswaptions Receiverswaptions Receiverswaptions Receiverswaptions Receiverswaptions Accured interest
Expiratiedatum
22-01-2009 22-01-2009 22-01-2009 22-01-2009 22-01-2009 10-09-2023 10-09-2023 05-02-2047 05-02-2047 05-02-2037 05-02-2037 13-12-2047 13-12-2047 13.12.2037 13-12-2037 26-09-2038 26-09-2038 24-04-2009 24-04-2009 24-04-2009 24-04-2009 24-04-2009
Onderliggende contractomvang € 5.583 580 315 3.862 116 - 70.000 70.000 15.000 - 15.000 15.000 - 15.000 -17.000 17.000 -18.000 18.000 - 30.000 30.000 8.000 14.000 16.000 29.000 53.000
Actuele waarde activa € 1.166 - 90 5 139 11 - 71.342 74.367 18.595 - 15.107 17.577 -15 107 - 17.087 21.993 - 18.093 21.973 - 30.546 36.583 422 1.051 1.774 4.301 10.589 - 299
De verplichtingen van Bpf AVH in het kader van derivaten vallen onder de algemene bankvoorwaarden van KASBANK. Hierdoor dienen de aanwezige tegoeden als onderpand voor het bedrag dat Bpf AVH verschuldigd is aan KASBANK. De tegoeden van Bpf AVH bij KASBANK waren voldoende, zodat Bpf AVH zowel in 2007 als in 2006 geen aanvullende zekerheden heeft moeten stellen.
82
82
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN In 2008 heeft KASBANK collateral gestort in de vorm van cash. In 2009 heeft KASBANK collateral gestort, in de vorm van Nederlandse en Duitse staatsobligaties, als onderpand voor de waarde van de Interest Rate Swaps en de swaptions. Op 31 december 2009 bedroeg de waarde van het collateral € 11.528. 13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Gecommiteerde nog niet afgeroepen private equity
2009 € 17.836
2008 € 9.744
Totaal
17.836
9.744
Deze verplichtingen zullen naar verwachting in de volgende twee boekjaren nagenoeg geheel worden afgewikkeld. 14. Verbonden partijen Overige transacties met verbonden partijen De stichting heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met de werkgever ten aanzien van de uitvoering van de vrijwillige pensioenregelingen. Hierin zijn die zaken opgenomen die wettelijk zijn vastgelegd in de pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2010 heeft Bpf AVH het pensioenbeheer uitbesteed aan Servicekantoor AGH. Voor het pensioenbeheer zijn afspraken gemaakt in de op 10 december 2009 afgesloten dienstverleningsovereenkomst. 15. Premiebijdragen Werkgevers/werknemersdeel
2009 € 46.046
2008 € 45.420
Totaal
46.046
45.420
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
2009 € 52.620 46.046 46.046
2008 € 39.109 45.420 45.420
Actuarieel benodigd Opslag in stand houden vereist vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening Premies herverzekering
2009 € 35.663 - 1.175 2.266 8.959 333
2008 € 24.574 10.289 2.186 8.080 291
Totaal
46.046
45.420
Bij de bepaling van de aan het boekjaar toe te rekenen premie is rekening gehouden met verleende premiekortingen en/of premieopslagen. In het boekjaar is geen korting verstrekt . 83
83
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 16. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Type belegging
Directe beleggingsopbrengsten €
Indirecte beleggingsopbrengsten €
Totaal
2009 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Derivaten Kosten vermogensbeheer
1.319 1.112 2.139 504 - 12 - 230
- 2.215 12.733 18.328 - 1.754 - 10.111 - 241
- 896 13.845 20.467 - 1.250 - 10.123 - 471
Totaal
4.832
16.740
21.572
2008 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Derivaten Kosten vermogensbeheer
1.304 1.728 2.606 1.874 - 380 - 52
- 1.118 - 34.894 17.039 - 2.431 57.863 - 580
186 - 33.166 19.645 - 557 57.483 - 632
Totaal
7.080
35.879
42.959
€
17. Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Afkopen Overige uitkeringen
Totaal
2009 € 7.084 2.460 30 1.146 1.357 1.623
2008 € 6.358 2.202 30 1.168 1.125 1.526
13.700
12.409
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 418,- (2008: 406-) per jaar (de afkoopgrens).
84
84
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 18. Overige baten 2009 € 0 167 126
2008 € 136 272 421
293
829
Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding Controle- en advieskosten Contributies en bijdragen Overige
2009 € 165 1.669 159 47 12
2008 € 144 1.468 102 66 128
Totaal
2.052
1.908
Mutatie bestemmingsreserve WO Baten uit herverzekering Overige baten Totaal
19. Pensioenuitvoeringskosten
Accountantshonoraria Onder de controle- en advieskosten is een bedrag van € 106.011 (2008: € 66.451) opgenomen inzake honoraria van PricewaterhouseCoopers Accountants NV. Bovenstaande honoraria betreffende werkzaamheden die bij de stichting door de externe accountant zijn uitgevoerd terzake de controle van de jaarrekening en diverse andere controles, zoals z-score en FVP.
20. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van pensioen. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale aanspraken ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. 85
85
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 2,544% (2008: 4,696%), zijnde € 12.917 (2008: € 17.474). De rentetoevoeging is gelijk aan de 1-jaarsrente, die afgeleid kan worden uit de rentetermijnstructuur ultimo het voorgaande boekjaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen 2009 €
2008 €
Resultaat op kanssystemen - Sterfte - Arbeidsongeschiktheid Saldo ontvangen en overgedragen pensioenverplichtingen Mutaties
918 - 165 1.711 - 4.215
940 - 574 11.554 - 339
Wijziging actuariële grondslagen
16.911
-2.120
Totaal
15.160
9.461
In verband met de verwachte stijging van de levensverwachting is de technische voorziening verhoogd met 3,7%. Voorts is de waarderingssystematiek aangepast voor de pensioenrechten van de gepensioneerden die zich niet hebben gemeld en die ook niet door het pensioenfonds zijn gevonden. 21. Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. 2009 € Inkomende waardeoverdrachten kasstroom 2.084 Toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen 3.296 Actuarieel resultaat inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten kasstroom Onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen Actuarieel resultaat uitgaande waardeoverdrachten Totaal
- 1.212 - 744 1.585 841
3.304 - 1.412 1.386 - 26
- 371
3.278
86
86
2008 € 16.244 - 12.940
avh jaarverslag 2009 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 22. Overige lasten
Andere lasten
2009 € 1.049
2008 € 954
Totaal
1.049
954
23. Aantal personeelsleden Bij het fonds zijn 21 werknemers in dienst. De hieraan verbonden kosten bedragen € 931.357 inclusief sociale lasten € 102.084 (2008: € 889.000) en zijn voor rekening van de stichting.
Het bestuur van Bpf AVH, Den Haag, 17 juni 2010 drs. L.A.M. Welschen, voorzitter Mevr. J.A.M. Bergervoet, vice-voorzitter
87
87
avh jaarverslag 2009 OVERIGE GEGEVENS Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Overeenkomstig de statuten en de ABTN wordt het positief resultaat ad € 37.901 toebedeeld aan de overige reserve. Gebeurtenissen na balansdatum Door het bestuur is op januari 2010 een indexatiebesluit genomen, waarbij de pensioenaanspraken per 01-01-2010 voor de actieven met 1,95% en de passieven niet te indexeren. Op 10 december 2009 zijn Servicekantoor AGH en Bpf AVH overeengekomen om alle activa en personeel van Bpf AVH aan Servicekantoor AGH per 1 januari 2010 in eigendom respectievelijk qua dienstverbanden over te dragen. De koopsom bedroeg € 472.885,-- en is volledig verrekend met de kapitaalstorting die Bpf AVH in het stichtingkapitaal van Servicekantoor AGH moest doen.
88
88
avh jaarverslag 2009 ACTUARIELE VERKLARING Opdracht Door Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel te „s-Gravenhage is aan Hewitt Associates B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2009. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: ■ heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en ■ heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort.
89
89
avh jaarverslag 2009 ACTUARIELE VERKLARING Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de Opdracht artikelen 126 tot en met 140 van devoor Pensioenwet, metenuitzondering van artikel 132 Door Stichting Bedrijfspensioenfonds de Agrarische Voedselvoorzieningshandel (vereist eigen vermogen). te „s-Gravenhage is aan Hewitt Associates B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een verklaringvan als bedoeld Pensioenwet over hetvoor boekjaar 2009. De actuariële vermogenspositie Stichtingin de Bedrijfspensioenfonds de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel is naar mijn mening niet voldoende, vanwege een Gegevens reservetekort. De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Eindhoven, 17 juni 2010 Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de Ir. M.J.M. Pernot AAG jaarrekening. verbonden aan Hewittmet Associates B.V.“Samenwerking tussen accountant en actuaris ter In overeenstemming de richtlijn zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: ■ heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en ■ heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort.
89 90
90
avh jaarverslag 2009 ACCOUNTANTSVERKLARING Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport op pagina 55 tot en met 87 opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel te ‟s-Gravenhage bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van het bepaalde in artikel 146 Pensioenwet. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en het saldo van baten en lasten, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico‟s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en het saldo van baten en lasten relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
91
91
avh jaarverslag 2009 ACCOUNTANTSVERKLARING
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel per 31 december 2009 en van het saldo van baten en lasten over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW met inachtneming van het bepaalde in artikel 146 Pensioenwet. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Rotterdam, 17 juni 2010 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
M. van Ginkel RA
92
92
avh jaarverslag 2009 Appendix Afkortingen en begrippen ABTN Actuariële Bedrijfstechnische Nota ANW-hiaat is een wettelijke voorziening voor mensen die hun partner door overlijden verliezen. Bij overlijden vormt de ANW samen met het partnerpensioen van het pensioenfonds de basis van de financiële zorg voor de partner APP Actuariële Principes Pensioenfondsen FTK Financieel Toetsingskader NP Nabestaandenpensioen OP Ouderdomspensioen StAr Stichting van de Arbeid VPL VUT/Prepensioen en Levensloop VUT Regeling Vervroegd Uittreden WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet) BPF (Wet betreffende verplichte deelneming in) Bedrijfs(tak)pensioenfonds ALM Analyse van de onderlinge samenhang van de ontwikkeling van beleggingen en verplichtingen ter toetsing van het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid Asset Beleggingscategorie Basispunt 0,01 procentpunt Benchmark Norm waarmee kosten en prestaties van instellingen uit dezelfde sector worden vergeleken Commodities Beleggingen in goederen en grondstoffen (verbruiksartikelen) Compliance Handelen in overeenstemming met (in- en externe) wet- en regelgeving en integriteitsbeleid Continuïteitstoets is bedoeld om inzicht te geven in de financiële opzet van een pensioenfonds en een oordeel te geven over de continuïteit van het fonds Corporate governance Goed ondernemingsbestuur, gericht op (het toezien op) integer en transparant handelen en het afleggen van verantwoording daarover Dekkingsgraad De mate waarin de toegezegde-pensioenverplichtingen zijn gedekt door aanwezig vermogen Duration is de gewogen gemiddelde looptijd van cashflows van vastrentende waarden. Durationverlenging is het verlengen van de duration van de portefeuille Duration-mismatch is het verschil in duration tussen de beleggingen en de pensioenverplichtingen Feitelijke premie is de daadwerkelijke premie die betaald wordt door de werkgever en de deelnemers in de pensioenregeling Financiële instrumenten omvatten „primaire‟ financiële instrumenten zoals vorderingen en schulden, en afgeleide financiële instrumenten zoals opties, termijncontracten en swaps Future Op de beurs verhandeld termijncontract met verplichte levering van de onderliggende waarden in de toekomst tegen een vooraf vastgestelde prijs FVP-bijdrage is een bijdrage aan de beperking van de pensioenbreuk bij werkloosheid Geamortiseerde kostprijs is het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten 93
93
avh jaarverslag 2009 Appendix
Gedempte premie is de berekening van de jaarlijkse premie op basis van grondslagen anders dan de kostendekkende premie door rekening te houden met verwachtingen en/of historische rendementen Indexatie Aanpassing van de toegezegde pensioenrechten aan de algemene loonontwikkeling in enig jaar; de indexatie is strikt voorwaardelijk Toeslagenlabel geeft aan hoe groot de kans is dat je pensioen meegroeit met de prijsstijgingen Indexatiematrix vormt een belangrijk instrument bij het vormgeven van het indexatiebeleid van pensioenuitvoerders; de matrix zorgt voor consistentie tussen de indexatieambitie, de financiering, de toekenning en de voorlichting over het indexatiebeleid Inflatie Geldontwaarding J-curve effect bij Private Equity: Naast de verwerving van ondernemingen (niet beursgenoteerd), wordt eerst extra geïnvesteerd (bijvoorbeeld: wijziging management, financiering e.d.). Hierdoor is er in de eerste jaren sprake van aanloop verliezen. Deze verliezen worden na een aantal jaar goed gemaakt door een hogere waarde van de onderneming. Als de waarde van de investering, door de tijd heen, in een grafief (horizontale-as tijd en verticale-as waarde van de onderneming) wordt gezet, dan lijkt de grafiek op een “J”. Kostendekkende premie is de kostendekkende premie die gelijk is aan de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging Nominaal Uitgedrukt in geldwaarde of procenten zonder rekening te houden met toekomstige loon- of prijsinflatie Normportefeuille De vooraf gedefinieerde samenstelling van de beleggingsportefeuille met bijbehorende benchmarks, waaraan de behaalde beleggingsrendementen achteraf worden getoetst One tier board is een bestuursmodel waarin de raad van bestuur en raad van commissarissen samen zijn gevoegd tot één bestuur Private Equity Participatie in het risicodragend vermogen van nietbeursgenoteerde ondernemingen Reële rentetermijnstructuur bedraagt de nominale rentetermijnstructuur gecorrigeerd voor de mogelijke indexatie. Reële dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen rekening houdend met het volledig indexeren daarvan Reëel Uitgedrukt in geldwaarde of procenten, rekening houdend met toekomstige loon- of prijsinflatie Rentetermijnstructuur is het verband tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds Slapers Deelnemers van een pensioenfonds die niet langer bij dit fonds pensioenrechten opbouwen Swap is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij wordt afgesproken om gedurende een bepaalde periode bepaalde betalingen met elkaar uit te wisselen, bijvoorbeeld het ruilen van vaste rentebetalingen en variabele rentebetalingen Swaption is een optie op een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen voorafbepaalde voorwaarden af te sluiten op of voor de expiratiedatum van de swaption
94
94
avh jaarverslag 2009 Appendix
Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in valutawisselkoersen Vastgoedfondsen Een beleggingsfonds waarvan het kapitaal is belegd in vastgoed Vastrentende waarden Beleggingen met een vaste looptijd en een overeengekomen plan van rente en aflossing, zoals onderhandse leningen, obligaties en hypothecaire leningen Verantwoordingsorgaan is een orgaan waaraan het bestuur van het pensioenfonds verantwoording moet afleggen Visitatiecommissie bestaat ten minste uit drie externe deskundigen; de visitatiecommissie beoordeelt minimaal één keer in de drie jaar het functioneren van het pensioenfonds Zakelijke waarden Aandelen, private equity, commodities en onroerend goed Z-score Een maatstaf die het verschil meet tussen het feitelijk behaald rendement en het rendement van de vooraf gedefinieerde normportefeuille, rekening houdend met kosten. De Z-score is één van de criteria op grond waarvan eventueel kan worden afgezien van de verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
95
95
avh jaarverslag 2009 Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management Bestuur
Nevenfunctie
Mw. J.A.M. Bergervoet
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Werknemersvoorzitter Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Werknemersvoorzitter AGF Groothandelsfonds Werknemersvoorzitter VUT-fonds AGF-groothandel Lid Vaste Commissie VUT/Prepensioenfonds Textielgroothandel Werknemersvoorzitter Bpf Handel in Bouwmaterialen (tot 2009) Werknemersvoorzitter Bpf Drankenindustrie Werknemersvoorzitter VUT-fonds Drankenindustrie Lid beleggingscommissie Bpf Drankenindustrie Werknemersvoorzitter Opf Co-op Lid beleggingscommissie Opf Co-op Bestuurslid Bpf Detailhandel Lid commissie Vermogensbeheer Bpf Detailhandel Lid communicatiecommissie Bpf Detailhandel Vereffenaar VUT-fonds Slijterijen Lid Commissie van Advies VUT-fonds Technische Groothandel Vereffenaar VUT-fonds ETD Werknemersvoorzitter Bpf Groothandel in Levensmiddelen (per 1 januari 2009) Plv. lid Fonds collectieve belangen Handel in Bouwmaterialen (per 1 maart 2009) Plv. lid Hoofdbedrijfschap Detailhandel Plv. lid Productschap Wijn Plv. lid commissie Bier Vice-voorzitter Wijkoverleg Assendelft (gemeente Zaanstad)
J. Bleeker
Bestuurslid Bpf Optiek Bestuurslid Bpf Banden en Wielen Bestuurslid Bpf Groothandel Bestuurslid Opf Co-op (vanaf 1 december 2008) Bestuurslid Bpf Handel in Bouwmaterialen Bestuurslid Bpf Textiel Bestuurslid VUT-fonds Uitgeverijen Lid Raad van Toezicht Media College Amsterdam Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
O.F. Boersma
Directeur Gemzu Secretaris VNK/VGM/VGB/NNKC Plv. bestuurslid PZ Plv. bestuurslid Eucolait Plv. bestuurslid FKB Plv. bestuurslid Vupak Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
T.J.C. van den Brekel *)
Administrateur Nederlandse Aardappel Organisatie Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
96
96
avh jaarverslag 2009 Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management Bestuur R. van Diepen
Nevenfunctie Directeur Nederlandse Aardappel Organisatie Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. van Dijk
President EUWEP (European Union of the Wholesale in Eggs, Egg Products, Poultry and Game) (tot 1 juni 2008) Directeur Nateland Beheer B.V. Innovatiemakelaar van Eggnovation Center Holland Directeur Euro Groep Beheer B.V. Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Managing Director Nateland Consultancy
Mw. M. Hesper-de Haas
Voorzitter VW Maasdelta Bestuurslid Bpf Levensmiddelen Bestuurslid Opf Co-op Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. Hess **)
Beleidsmedewerker Gemzu Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
Mw. C.M.P. Huntjens *)
Vakbondsbestuurder CNV Dienstenbond Bestuurder CKO Bestuurder AGF Groothandelsfonds Bestuurder VUGaard Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
M.R. Klunder **)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
J. Martens
Bestuurslid HBD (tot 2009) Bestuurslid Productschap Vis (tot 2009) Bestuurslid HBAG commissie bloemen, aardappelen (tot 2009) Plv. bestuurslid Bpf Detailhandel in Levensmiddelen Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
G. Mastenbroek
Bestuurslid Opf Co-op Bestuurslid Bpf Groothandel in Levensmiddelen Bestuurslid Bpf Groothandel in Bloemen en Planten Bestuurslid HBAG Bloemen en Planten (+ enkele commissies) Bestuurslid HBAG Groente en Fruit (+ enkele commissies) Bestuurslid Hoofdbedrijfschap Ambachten Bestuurslid PVE en commissie pluimvee vlees en eieren Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Bestuurslid OOCC (opleidingsfonds callcenters) Plv. bestuurslid HBAG in Aardappelen
97
97
avh jaarverslag 2009 Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management Bestuur N. Meijer ***)
Nevenfunctie Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Bestuurslid FNV Dienstenbond Bestuurslid Bpf Groothandel in Levensmiddelen Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. Mijs ***)
Bestuurslid PPE Bestuurslid DB / PPE Bestuurslid Sector commissie Eieren Bestuurslid Stichting Fonds Pluimveebelangen Bestuurslid IKB Ei (vanaf april 2008) Voorzitter Anevei Vice president FEPA Bestuurslid EUWEP Bestuurslid SEC Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
P.A. Nijhuis
Penningmeester Verenigingprofessionals Nederland Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. Sioua *)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Bestuurslid van het Sociaal fonds en Vutfonds van AGF Groothandel Bestuurslid CKO Bestuurslid AGF Groothandelsfonds (en scholingscommissie) Bestuurslid Vugaard Bestuurslid HBAG commissie pootaardappelen en consumptieaardappelen Commissielid AGF van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel Bestuurslid HBAG commissie Groente/ Fruit
A. in ‟t Veld **)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Lid Raad van Advies Syntrus Achmea Bestuurslid Pensioenfonds Campina Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
M.C.P.M. van der Smissen
Financieel directeur Scherpenhuizen BV (2008) Penningmeester Businessclub Etten-Leur (2008) Bestuurslid STAK Scherpenhuizen Holding BV (2008) Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
L.A.M. Welschen
Algemeen secretaris Frugi Venta Vice-voorzitter VUGaard Vice-voorzitter AGF-groothandelsfonds Commissielid PT-sectorcommissie Groenten en Fruit Commissielid HBAG Groenten en Fruit Stichting Opleidingsfonds Groothandel Plv. bestuurslid KCB Vice-voorzitter Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
P.L.M. Zuiderwijk
Financieel manager The Greenery Onbezoldigd penningmeester Parochie H. Machutus te Monster Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
98
98
avh jaarverslag 2009 Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management Managementteam E.W. Martens
Nevenfuncties Bestuurslid Stichting Performance tot 1 maart 2010 Lid examencommissie SPO per 1 januari 2010 Lid directeurenoverleg VB Lid directeurenoverleg Kring Willemse Lid Customer Board Kasbank Lid Participantenoverleg Levensloop Plus BV Directeur Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Lid Raad van advies euroforum
R.G.M. van Bergen
Plv. directeur Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
E. Mateman
Geen
*) Onderhandelaar CAO AGF Groothandel **) Onderhandelaar CAO Partikulier Kaaspakhuisbedrijf ***) Onderhandelaar CAO Groothandel in Eieren
99
99
Bpf AVH Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postbus 3144 2280 GC Rijswijk Tel.: 070 - 306 11 90 Fax: 08422 - 62369
[email protected] www.bpfavh.nl