J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Jaarverslag 2011 Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Voor u ligt het jaarverslag 2011 van Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Bevolkingsonderzoek Zuid-West voert het bevolkingsonderzoek uit naar borstkanker, baarmoederhalskanker en het proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in Zuid-Holland en Zeeland. Het jaarverslag bevat uitgebreide informatie en een overzicht van de resultaten van de bevolkingsonderzoeken in 2011. Een verkorte versie (jaarbericht) is te downloaden op onze site www.bevolkingsonderzoekzuid-west.nl
1
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
2
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................................ 3 1
ORGANISATIE BEVOLKINGSONDERZOEK ZUID-WEST .............................................................................. 9 1.1 ORGANISATIE EN BELEID .................................................................................................................................. 9 1.1.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 9 1.1.2 Reorganisatie .................................................................................................................................... 9 1.2 ONTWIKKELINGEN, VISIE EN VOORTGANG ......................................................................................................... 10 1.2.1 Algemeen ........................................................................................................................................ 10 1.2.2 Ontwikkelingen borstkankerscreening ............................................................................................ 11 1.2.3 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker ......................................................................... 14 1.2.4 Ontwikkelingen screening darmkanker........................................................................................... 14 1.3 RAAD VAN TOEZICHT, RAAD VAN BESTUUR EN ADVIESRADEN ............................................................................... 16 1.3.1 Adviesraden .................................................................................................................................... 16 1.4 SOCIAAL JAARVERSLAG.................................................................................................................................. 16
2
RESULTATEN 2011 ................................................................................................................................. 19 2.1 RESULTATEN BORSTKANKER ........................................................................................................................... 19 2.1.1 Uitnodigingen.................................................................................................................................. 19 2.1.2 Deelname ........................................................................................................................................ 19 2.1.3 Overzicht screeningsresultaten ....................................................................................................... 22 2.2 RESULTATEN BAARMOEDERHALSKANKER........................................................................................................... 23 2.2.1 Uitnodigingen.................................................................................................................................. 23 2.2.2 Actieve participatie en opkomst...................................................................................................... 23 2.2.3 Passieve participatie ....................................................................................................................... 25 2.2.4 Netto opkomst en beschermingsgraad ........................................................................................... 27 2.2.5 Resultaten uitslagen onderzoeken .................................................................................................. 28 2.2.6 Natraject: de histoscores 2010........................................................................................................ 31 2.3 RESULTATEN COLONSCREENING ...................................................................................................................... 36 2.3.1 Het onderzoek ................................................................................................................................. 36 2.3.2 De resultaten ................................................................................................................................... 37 2.3.3 Publicaties ....................................................................................................................................... 37 2.3.4 COCOS-studie .................................................................................................................................. 37 2.3.5 Communicatie ................................................................................................................................. 38
3
(BELEIDS)RESULTATEN 2011 .................................................................................................................. 39 3.1 BEDRIJFSVOERING ........................................................................................................................................ 39 3.1.1 Financieel jaarverslag ..................................................................................................................... 39 3.1.2 ICT/facilitair .................................................................................................................................... 44 3.1.3 Voorlichting en communicatie ........................................................................................................ 44 3.1.4 Kwaliteit .......................................................................................................................................... 47 3.1.5 Overzicht klachten, complimenten en suggesties ........................................................................... 49 3.1.6 HRM ................................................................................................................................................ 51 3.1.7 Administratieve processen .............................................................................................................. 52 3.1.8 Screening ......................................................................................................................................... 52
BIJLAGE 1
SAMENSTELLING RAAD VAN TOEZICHT, OR-EN EN ADVIESRADEN (31 DECEMBER 2011) ......... 55
BIJLAGE 2
DEELNAME BEVOLKINGSONDERZOEK BORSTKANKER PER GEMEENTE .................................... 57
BIJLAGE 3
DEELNAME EN PASSIEVE PARTICIPATIE BAARMOEDERHALSKANKER PER GEMEENTE ............. 59
BIJLAGE 4
DEFINITIEVE OPKOMST BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER 2010.............. 61
BIJLAGE 5
MEDEWERKERSLIJST ................................................................................................................ 63
BIJLAGE 6
VERKLARENDE WOORDENLIJST EN AFKORTINGEN .................................................................. 69
3
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
4
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Voorwoord Raad van Toezicht In 2009 is na een fusie van de screeningsorganisaties in de regio’s West en Zuidwest de Stichting Bevolkingsonderzoek Zuid-West gevormd. In vervolg op deze samenvoeging lag in 2011 de nadruk op activiteiten gericht op het realiseren van één geïntegreerde organisatie. Een belangrijk hiermee samenhangend besluit is het in 2012 samenbrengen van de bestaande locaties op één centrale locatie. Begin 2011 is het besluit genomen dat de huidige locaties zullen worden ondergebracht op één centrale locatie op de Zorgboulevard in Rotterdam. De volledige verhuizing naar deze nieuwe locatie zal plaatsvinden in mei 2012. Het kantoor dat voorheen gevestigd was in Vlaardingen is vooruitlopend hierop vanwege het aflopen van het huurcontract al in 2011 naar deze nieuwe locatie verhuisd. Voor de financiële bedrijfsvoering is vanuit de Raad van Toezicht een audit-commissie belast met o.a. voorbereiding begroting en vaststelling jaarrekening. De audit-commissie, bestaande uit 2 leden, is daartoe in 2011 meerdere malen bijeen geweest en heeft overleg gevoerd met de Raad van Bestuur en controllers van de Stichtingen. De Raad van Toezicht vult zijn verantwoordelijkheid op verantwoorde wijze in door zich te conformeren aan de zorgbrede governancecode en heeft haar belangrijkste taken, zijnde toezicht en advies, uitgeoefend in lijn met en in de geest van deze code. De Raad van Toezicht heeft eind 2011 afscheid genomen van haar voorzitter, mw. J.R. Reuwer-Verheij. Het voorzitterschap is per 1 januari 2012 overgenomen door de vice-voorzitter, mw. E.M. Timmers-van Klink. Wederom heeft de Raad van Toezicht mogen vaststellen dat Bestuur en medewerkers hun werkzaamheden in 2011 op uitstekende wijze hebben uitgevoerd. De Raad van Toezicht is trots op allen en dankt hen van harte voor hun toewijding en inspanningen om de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker en het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker in de regio Zuidwest op optimale wijze te laten verlopen.
Raad van Toezicht, mei 2012 mw. E.M. Timmers-van Klink, voorzitter B.J.M. Deitmers, lid P.V.U. van Grevenstein, lid F.L. Haverkamp, lid D.B. Zieren, lid
5
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
6
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Inleiding In dit jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker van Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Het jaar 2011 was een succesvol jaar voor de bevolkingsonderzoeken in deze regio en kende veel nieuwe ontwikkelingen. In dit jaarverslag leest u meer over de successen, ontwikkelingen, resultaten, activiteiten en financiële cijfers. Naast dit uitgebreide jaarverslag is ook een verkorte versie van het jaarverslag, een jaarbericht, uitgegeven.
7
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
8
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
1
Organisatie Bevolkingsonderzoek Zuid-West
1.1
Organisatie en beleid
1.1.1
Inleiding
Bevolkingsonderzoek Zuid-West voert het bevolkingsonderzoek borstkanker en baarmoederhalskanker in de regio Zuid-Holland en Zeeland uit. De stichting heeft een vergunning in het kader van de Wet op Bevolkingsonderzoeken en ontving in 2011 subsidie van het RIVM. Daarnaast is in 2006 samen met het Erasmus MC het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker gestart. Per 30 december 2010 zijn de oude stichtingen SBBZWN, SBKZ, BoBWest en SBBW opgeheven en is de Stichting Bevolkingsonderzoek Zuid-West de enige stichting die in deze regio bevolkingsonderzoeken naar baarmoederhals-kanker, borstkanker en darmkanker uitvoert. 1.1.2
Reorganisatie
In 2011 lag de nadruk op activiteiten die gericht zijn op het realiseren van één geïntegreerde organisatie. Een belangrijk, hiermee samenhangend, besluit is het samenbrengen van de bestaande locaties op één centrale locatie in 2012. Ter voorbereiding hierop is een reorganisatietraject gestart. De planning was als volgt: Fase 1: Diagnose Fase 2: Verandervoorstellen Fase 3: Interventieplan opstellen Fase 4: Interventie en implementatie Fase 5: Stabilisatie
1 juni 2010 – 1 november 2010 1 november 2010 – 1 februari 2011 1 februari 2011 – 1 april 2011 1 april 2011 – 1 september 2012 1 september 2012 – 1 juni 2013
Het jaar 2011 heeft in het teken gestaan van organisatieveranderingen en gezamenlijke huisvesting. In januari heeft een groot gemengd gezelschap van laboranten en kantoormedewerkers het strategisch beleid voor de komende jaren voorbereid. De scenario’s uit 2010 zijn omgezet in concrete plannen voor de strategie tot 2016. Ook in januari heeft de Raad van Toezicht het besluit goedgekeurd om per half 2012 de hele organisatie te huisvesten op de Zorgboulevard te Rotterdam. Met dat besluit ontstond er een gemeenschappelijk doel voor de jaren 2011 en 2012. Een belangrijke zorg in 2011 was dat voor de medewerkers uit Leiden de verandering van huisvesting zeer nadelig zou uitpakken en dat daardoor medewerkers zouden vertrekken. In een Sociaal Plan zijn regelingen opgenomen om medewerkers zoveel mogelijk tegemoet te komen en zo goed mogelijk in staat te stellen een keuze te maken om mee te verhuizen of niet. Streven was ook om zoveel mogelijk kennis en kundigheid voor de organisatie te behouden. Begin maart 2011 is het projectplan “Samen! Willen! Doen!” gepresenteerd tijdens een kick offbijeenkomst voor alle medewerkers. De doelstelling was om in de periode tot de verhuizing de verschillende werkprocessen te integreren, het organogram vorm te geven en de personeelsbehoefte te bepalen. Eind 2011 is de organisatiestructuur vastgesteld, het nieuwe MT is gevormd en er is overzicht op de benodigde formatie per werkonderdeel. De voorbereidingen voor de gezamenlijke huisvesting en het ontwikkelen van de gezamenlijke bedrijfswaarden en cultuur staan daarmee voor 2012 in de startblokken. Het hele reorganisatie- en fusieproces is een proces waarbij alle medewerkers betrokken zijn geweest. De Raad van Bestuur heeft met de ondernemingsraad
9
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
stevige gesprekken gevoerd en soms is er hard onderhandeld. Uiteindelijk heeft het geleid tot duidelijkheid voor iedereen over een gezamenlijk overeengekomen organisatievorm, positie en regelingen. Ook de Raad van Toezicht heeft zich in een speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomst [Opmerking RB: anders lijkt het net of dat schering en inslag was]door de ondernemingsraad laten informeren en heeft met hen gediscussieerd over de besluiten en de gevolgen voor de medewerkers. In een reorganisatietraject is goede communicatie belangrijk en daarom heeft de Raad van Bestuur iedere twee weken zowel in Leiden als in Vlaardingen/Rotterdam lunchbijeenkomsten gehouden, waarin de medewerkers op de hoogte werden gesteld van de laatste ontwikkelingen en plannen. Daarnaast is er regelmatig informatie verstrekt via de “Digitale Scoop”, zodat iedereen op exact dezelfde wijze geïnformeerd is over de stand van zaken.
1.2
Ontwikkelingen, visie en voortgang
1.2.1
Algemeen
Verhuizing locatie Vlaardingen naar Zorgboulevard Rotterdam Op 26 en 27 mei 2011 is de locatie Vlaardingen verhuisd naar de Zorgboulevard Rotterdam. Deze verhuizing is vrijwel probleemloos verlopen. Dankzij de uiterst strakke planning vond de oplevering van kantoor, meubilair en ICT uiteindelijk tijdig plaats. De reden van de verhuizing was het aflopende huurcontract van het pand in Vlaardingen. De Zorgboulevard is een prachtige locatie op een goed bereikbare locatie in Rotterdam, midden tussen diverse zorgpartijen. Dit sluit uitstekend aan bij de positie die Bevolkingsonderzoek Zuid-West inneemt in het ketenproces zoals het bevolkingsonderzoek is vormgegeven. Zaterdag 5 november 2011 werd een open dag georganiseerd waarbij belangstellenden het nieuwe pand konden bekijken. Medewerkers, familie, partners, kinderen, oud-medewerkers, radiologen kwamen in grote getale naar het nieuwe kantoor en de SE 52. Verhuizing SE 52 naar Zorgboulevard Rotterdam Vrijwel tegelijkertijd met de verhuizing van het kantoor is de nieuwe behuizing van de screeningseenheid (SE 52) op een vaste locatie op de Zorgboulevard in bedrijf genomen. De SE 52 was oorspronkelijk gevestigd aan het Metroplein in Rotterdam-Zuid, maar deze locatie voldeed om diverse redenen niet meer aan de gestelde eisen. De locatie is eind april stilgelegd en de dagen daarna zijn de mammografen en overige apparatuur overgebracht en geïnstalleerd. De nieuwe vaste screeningseenheid is prachtig geworden en levert veel complimenten op van cliënten en medewerkers. De SE 52 is op 23 juni op feestelijke wijze geopend. Er was veel belangstelling en het koor `Hoge Noot´ zette de opening op uiterst muzikale wijze luister bij. Onderzoek Blauw: opkomstdaling Begin 2010 is geconstateerd dat de opkomst voor zowel het bevolkingsonderzoek borstkanker als baarmoederhalskanker over 2009 in veel gemeenten lager was dan normaal. Dit is ook geconstateerd door het Erasmus MC, wat de landelijke evaluatie voor onze bevolkingsonderzoeken doet (onder andere op opkomst). Naar aanleiding hiervan is voor onze regio aan onderzoeksbureau Blauw gevraagd om de gegevens uit IBOB en CIS te bekijken en te rapporteren welke groepen nu minder deelnemen dan voorheen. In dit onderzoek is dus ingezoomd op de ‘afhakers’; vrouwen die eerst wel deelnamen en nu niet meer, waarbij er uiteraard op een andere manier is gekeken naar de eerste ronde cliënten omdat er bij hen geen sprake is van een eerdere ronde waarin ze wel geweest zijn. Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker blijkt er een aantal punten te zijn die de kans op afhaken vergroot, namelijk: Woonachtig in sterk stedelijke gebieden; Niet geboren in Nederland; Bezit van een niet-westerse nationaliteit; Jonger dan 55 jaar.
10
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Vrouwen in de subgroep woonachtig in sterk stedelijk gebied, niet geboren in Nederland en in het bezit van een niet-westerse nationaliteit responderen het slechtst (20,74% afhakers). Vrouwen in de groep woonachtig in weinig stedelijk gebied en in de leeftijd van 60 tot en met 64 jaar responderen het beste (4,21% afhakers). Invloed van het seizoen Wat interessant is om te zien, is de invloed van het seizoen op de opkomst. We zien een wisselende invloed van het seizoen op responsafname. Vrouwen die in de zomer worden uitgenodigd laten tussen 2007/2008 en 2009/2010 een sterkere responsafname zien dan vrouwen die hun uitnodiging in één van de andere seizoenen ontvingen. Vrouwen woonachtig in sterk stedelijke gebieden, in de leeftijd van 75 jaar en ouder, die worden uitgenodigd in de winter, haken vaker af dan vrouwen uit dezelfde groep die worden uitgenodigd in een van de andere seizoenen. Vrouwen woonachtig in niet stedelijk gebied van jonger dan 55 jaar, en vrouwen woonachtig in matig stedelijk gebied van 70-74 jaar, haken minder vaak af als zij hun uitnodiging in de herfst ontvangen. Wij denken zelf dat dit waarschijnlijk ook te maken heeft met oktober als borstkanker-maand. Vrouwen woonachtig in de weinig stedelijke gebieden en 55-59 jaar oud, haken minder vaak af als zij hun uitnodiging in de zomer hebben ontvangen. Vrouwen woonachtig in sterk stedelijk gebied van 70-74 jaar, zijn minder snel geneigd om af te haken als zij hun uitnodiging in de zomer of winter ontvangen. Bij eerste ronde cliënten geldt, dat in een aantal groepen de deelname lager is dan voorheen. Dit is het geval voor: vrouwen voor wie het geboorteland niet Nederland is en/of die als nationaliteit ‘westers allochtoon’ hebben en/of in zeer sterk stedelijke gebieden wonen. Verder is ook onderzoek gedaan naar vrouwen die in een vorige ronde onterecht verwezen zijn (de vals positieven). De kans dat deze vrouwen niet deelnemen is 4x zo groot als bij de gemiddelde vrouw. Aannemelijk is dat veel van deze vrouwen onder controle blijven in het ziekenhuis. Voor baarmoederhalskanker zijn de resultaten van het onderzoek niet voldoende bevredigend gebleken. Daarom is Blauw gevraagd om met nieuwe (recentere) gegevens opnieuw te kijken. Naar verwachting komen resultaten hiervan begin 2012 binnen. Voor beide bevolkingsonderzoeken wordt door Blauw nader gekeken naar de afmeldredenen. 1.2.2
Ontwikkelingen borstkankerscreening
iBOB 9 naar 5 De negen regio’s voor het bevolkingsonderzoek borstkanker in Nederland bezaten tot 2011 elk een eigen bestand met cliëntgegevens en stamtabellen. In Nederland zijn de 9 regio’s teruggebracht naar vijf, en hebben fusies plaats gevonden. Regio Leiden is gefuseerd met regio Rotterdam. De nieuwe organisatie is gehuisvest in Rotterdam. In het kader van de fusie en het gelijkschakelen van de werkprocessen, is het noodzakelijk om gebruik te gaan maken van één bestand en stambestanden en dezelfde werkprocessen te gaan gebruiken. Om dit alles te bereiken is in 2011 het project iBOB 9 naar 5 gestart dat doorloopt tot 2012. Er is gewerkt met een projectorganisatie waarin de diverse afdelingen vertegenwoordigd waren. De gehele organisatie is erbij betrokken, immers dienen alle werkprocessen van de afdelingen van de twee locaties borstkanker in elkaar geschoven te worden en dient men op dezelfde manier te gaan werken. Het project is volgens planning verlopen. In oktober 2011 zijn de twee cliëntendatabases en de bijbehorende tabellen samengevoegd, en is men al zoveel mogelijk op een uniforme wijze gaan werken. Het is de bedoeling op het moment dat BK Leiden naar Rotterdam zal verhuizen, deze harmonisering van werkprocessen af te ronden. MammoXL Ziekenhuizen vragen regelmatig verslagen en beelden op bij de administratie voor patiënten die zijn doorverwezen in het kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker. Ook worden door het bevolkingsonderzoek beelden en verslagen opgevraagd van vrouwen met klachten die zich buiten het bevolkingsonderzoek om in het ziekenhuis melden. De beelden worden door BOZW in beide gevallen
11
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
binnen twee dagen na de aanvraag van het ziekenhuis toegezonden op een CD ROM. Dit is een bewerkelijke procedure, die tevens tijdverlies oplevert. Er is daarom landelijk een project genaamd ‘MammoXL’ opgezet waarmee een belangrijke kwaliteitsverbetering wordt gerealiseerd in de uitwisseling van digitale röntgenbeelden en gegevens tussen het bevolkingsonderzoek borstkanker en de ziekenhuizen. Met behulp van een nieuwe standaard kunnen op vrij eenvoudige wijze beelden en documenten op veilige en verantwoorde manier online worden opgehaald. Uiteraard is de privacy van de patiënt gewaarborgd door het nemen van diverse maatregelen. Uitgebreide informatie over MammoXL is te vinden op de website http://www.mammoxl.nl. Het is de bedoeling om het toesturen van beelden via een CD ROM in de loop van 2012 om te zetten naar het ophalen van de beelden via internet. In 2012 zullen de ziekenhuizen in de regio van BOZW benaderd worden. Functiedifferentiatie Het bevolkingsonderzoek borstkanker is in grote mate afhankelijk van goede MBB’ers in de screening. Zij maken iedere twee jaar de foto’s die beoordeeld worden van alle vrouwen uit de doelgroep. Op korte termijn zijn echter in het hele land tekorten te voorzien door de uitstroom van pensioengerechtigde MBB’ers. De uitstroomprognoses voorspellen binnen enkele jaren een groot tekort aan laboranten, indien de instroom op hetzelfde niveau blijft als in de huidige situatie. Duidelijk is dat functiedifferentiatie één van de oplossingsrichtingen is waarmee dit probleem tegemoet getreden moet worden. Vanuit de door het RIVM ingestelde werkgroep Capaciteit is het advies gekomen om de functiedifferentiatie in pilotvorm op te gaan zetten om zo de uitvoerbaarheid in de praktijk te kunnen onderzoeken en evalueren op aspecten als kwaliteit, workflow, draagvlak, kosten en haalbaarheid. Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft zich als regio opgeworpen om deze pilot te gaan voorbereiden en uitvoeren. Eerst is er gestart met het opzetten van de opleiding tot assistent MB’er in de screening en medio 2012 zullen de mogelijkheden onderzocht worden tot het creëren van HBO + functie voor de huidige MBB’ers. In 2011 heeft overleg plaats gevonden met het LRCB en de NVMBR en is gezocht naar een geschikt opleidingsinstituut voor het theoretische deel van de opleiding. Er is een opleidingscurriculum opgesteld en de Erasmus Zorgacademie te Rotterdam is geselecteerd als partner t.b.v. de theoretische opleiding tot assistent MB’er in de screening. Het praktische deel van de opleiding wordt door het opleidingsteam van Bevolkingsonderzoek Zuid-West verzorgd op de opleidingslocatie op de SE 52. Tevens is begonnen met de werving van geschikte kandidaten. Een MBO- 4 opleiding met een medische achtergrond werd als voorwaarde vastgesteld om tot de opleiding toegelaten te worden. De voorkeur gaat uit naar verpleegkundigen of doktersassistenten. Er zijn vier kandidaten geselecteerd die volgens planning in maart 2012 aan de opleiding zullen beginnen. De resultaten van de pilot worden niet eerder dan eind 2013 verwacht. Mass trial Het LRCB en de afdeling Epidemiologie van het UMC St Radboud zijn in 2009 een landelijke studie gestart waarin gekeken wordt naar de mogelijkheden van een voorselectie van vrouwen met een Birads 0 uitslag. De meeste vrouwen met een Birads 0 uitslag blijken na een vervolgonderzoek niet positief te zijn. Dit kan met het maken van enkele aanvullende foto’s en een echo geconstateerd worden en er is geen uitgebreid onderzoek nodig op de mammapoli. Deze studie heet de MASS-trial en wordt door ZonMw gefinancierd. Verwachting is dat deze voorselectie zal leiden tot een afname van vervolgonderzoek in het ziekenhuis met 40%. In Leiden is de MASS-trial gestart in 2010 gestart in het Hagaziekenhuis te Den Haag en in Rotterdam (voorheen Vlaardingen) in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht. Verder zijn in 2011 voorbereidingen getroffen om de MASS trial uit te gaan voeren via het Diagnostisch Centrum te Rotterdam (DCR). In Leiden zijn in 2010-2011 circa 15 vrouwen doorverwezen naar het Hagaziekenhuis. Het doorverwijzingsproces bleek zeer arbeidsintensief te zijn en door het vertrek van de MASS-trial medewerker en het ontbreken van vervanging, is besloten de MASS-trial voor Leiden stop te zetten en de inspanning te concentreren op Rotterdam.
12
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Bij het Albert Schweitzer ziekenhuis worden de doorverwezen vrouwen standaard onderzocht bij de afdeling Radiologie. Daarom hoefden de Birads 0 cliënten voor de MASS trial alleen maar vragenlijsten in te vullen. In totaal namen 96 vrouwen deel aan de MASS trial in het Albert Schweitzer ziekenhuis. In 2011 is een gestart gemaakt met de MASS trial bij het Diagnostisch Centrum Rotterdam (DCR). Doordat de fusie activiteiten een grote werkdruk veroorzaakten bij de Verwijseenheid, is besloten de MASS trial via het DCR uit te stellen tot 2012. Klanttevredenheidsonderzoek bevolkingsonderzoek borstkanker Een geweldige opsteker voor de organisatie zijn in 2011 de uitkomsten van het cliënttevredenheidsonderzoek geweest dat door Effectory op alle SE’s gehouden is bij een steekproef van onze cliënten. De resultaten grenzen aan en overschrijden zelfs wat maximaal haalbaar wordt geacht bij dit soort onderzoeken. Op de vraag hoe tevreden men is over de uitvoering van het bevolkingsonderzoek borstkanker geven onze cliënten ons maar liefst een 9,1! Maar ook op specifieke vragen over het onderzoek (bijv. deskundigheid laborante, vriendelijkheid medewerker informatielijn) zijn cijfers gegeven die allemaal in de buurt of soms zelfs boven de 9 liggen. Een enorm compliment aan alle medewerkers die aan deze prachtige resultaten een bijdrage leveren. Onderzoek mobiele units door de Tüv Naar aanleiding van diverse problemen die in de praktijk werden geconstateerd zijn de mobiele units in 2011 onderzocht door een onafhankelijke, externe instantie, namelijk de Tüv. De Tüv heeft vervolgens een onderzoeksrapport afgeleverd waarmee in overleg met de leverancier concrete afspraken zijn gemaakt over verbeteringen. De meest urgente punten, waaronder met name de patiëntenlift, zijn in de loop van het jaar op alle units opgelost. De overige zaken worden achtereenvolgens tijdens het groot onderhoud meegenomen. Audit DNV borstkanker en baarmoederhalskanker Op 26-28 oktober heeft de DNV een certificeringsaudit uitgevoerd op alle 3 locaties. Ondanks de reorganisatie en aanstaande verhuizing is de organisatie heel goed door de audit heen gekomen. Er zijn slechts een 3-tal kleinere punten geconstateerd waardoor de certificaten zonder probleem verlengd konden worden. Afdeling Opleiding BO Zuid-West Omdat het RIVM besloten heeft om de financiering voor de opleiding tot MBB’er in de screening van het LRCB over te hevelen naar de screeningsorganisaties, is Bevolkingsonderzoek Zuid-West sinds 1 januari 2011 begonnen met het opleiden van radiodiagnostisch laboranten tot MBB’er in de screening. Bevolkingsonderzoek Zuid-West is hiermee één van de drie opleidingsregio’s die volgens hetzelfde opleidingsprogramma laboranten uit het hele land opleidt. De opleiding duurt 6 à 7 weken. De tussentijdse- en eindtoets valt onder verantwoording van en wordt uitgevoerd door het LRCB. Het LRCB verzorgt ook het fysisch-technische onderdeel van de opleiding. De opleiding vindt plaats op de SE 52, een SE op vaste locatie die sinds mei 2011 gevestigd is op de Zorgboulevard te Rotterdam. Bij de bouw van de SE is rekening gehouden met de mogelijkheid tot het realiseren van een opleidingscentrum. Naast de twee onderzoekskamers voor het normale werkproces is een derde onderzoekskamer beschikbaar die bedoeld is voor de opleiding. Dit voorkomt verstoring van de workflow en maakt het aanleren van het maken van een mammografie volgens de criteria van het LRCB mogelijk. Er wordt volgens een vooraf vastgesteld stappenplan onder toezicht van een instructielaborante geoefend op cliënten die uitgenodigd zijn voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Aan de deelnemende cliënten wordt in de SE voorafaand aan het onderzoek toestemming gevraagd. Na een positieve afronding van de instructieperiode wordt men toegelaten tot de stageperiode. Onder begeleiding van een stagebegeleider wordt men voorbereid om het onderzoek zo goed en efficiënt mogelijk te verrichten. Daarbij is ook aandacht voor de voor de screening vereiste snelheid in het uitvoeren van een mammografieonderzoek. Immers men moet in staat zijn om gemiddeld 22 onderzoeken per dag te produceren. Daarna volgt er nog een theorieweek die verzorgd en getoetst wordt door het LRCB.
13
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Bij gebleken geschiktheid wordt door het LRCB het certificaat MBB’er in de screening verstrekt en is men toegelaten tot de Screening. In 2011 heeft BO Zuid-West onder haar eigen MBB’ers vacatures uitgezet voor instructielaboranten en stagebegeleiders. Er zijn 3 instructielaboranten en 4 stagebegeleiders opgeleid. Eén van de instructielaboranten is benoemd tot opleidingscoördinator. In 2011 zijn 6 kandidaten opgeleid van wie één kandidaat de opleiding met onvoldoende resultaat heeft afgerond en niet toegelaten is tot de screening. Van de 6 kandidaten zijn 4 voor Bevolkingsonderzoek Zuid-West opgeleid en twee voor collega-screeningsorganisaties. De instructielaboranten en stagebegeleiders nemen twee keer per jaar deel aan een landelijk overleg. Dit is belangrijk om de uniformiteit in de opleiding in stand te houden en ervaringen uit te wisselen. 1.2.3
Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker
Magazine 30-jarigen en publiciteit Op 23 januari 2011 vond de officiële overhandiging plaats van het landelijke magazine “Leven & Lijf” voor 30-jarigen door Angela Schijf aan het ministerie van VWS op de Gezondheidsbeurs. Het persbericht dat tegelijkertijd is uitgegaan zorgde daarnaast voor de nodige media-aandacht. Deze publiciteit sloot mooi aan bij de week van de baarmoederhalskanker. Advies Gezondheidsraad BMHK screening In 2011 is het advies van de Gezondheidsraad uitgebracht met betrekking tot de beoogde herstructurering van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De voorgestelde veranderingen zullen, indien deze worden overgenomen, een behoorlijke impact hebben op het bevolkingsonderzoek. De hoofdlijnen van het advies luiden als volgt: Primaire test op HPV-virus in plaats van de huidige cytologie (beoordeling afwijkende cellen in uitstrijkje) Cytologische beoordeling alleen indien HPV positief (HPV aanwezig in uitstrijkje) Cliënt wordt nog maar 5 in plaats van 7 maal uitgenodigd (30-35-40-50-60 jaar) Opkomstbevorderende maatregelen invoeren, zoals o Grotere rol huisarts bij uitnodiging/rappel o Datum en tijd in uitnodigingsbrief e o Thuistest als 2 herinnering Bewaking follow-up: grotere rol SO Startleeftijd blijft gelijk (30 jaar) De herstructurering zou uiteindelijk moeten leiden tot 18 sterfgevallen per jaar minder en 75 minder nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker. Op basis van het advies van de Gezondheidsraad heeft de minister RIVM opdracht gegeven tot het uitvoeren van een Uitvoeringstest. Deze Uitvoeringstoets moet in 2012 de consequenties en uitvoeringsaspecten in kaart brengen van de adviezen van de Gezondheidsraad. Vervolgens zal de minister een definitief besluit kunnen nemen tot invoering van de wijzigingen. De start van het bevolkingsonderzoek nieuwe stijl zal vermoedelijk niet voor 2014 plaats vinden. 1.2.4
Ontwikkelingen screening darmkanker
Besluit minister bevolkingsonderzoek Darmkanker Op 25 mei 2011 besloot minister Schippers tot de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker in 2013. Dit besluit is gebaseerd op de Uitvoeringstoets die door RIVM is uitgevoerd om uit te zoeken wat er allemaal komt kijken bij de invoering van het screeningsprogramma en of dit ook daadwerkelijk haalbaar en uitvoerbaar is.
14
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Vervolgens schreef de minister in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 1 juni: "Het bevolkingsonderzoek is bedoeld voor mannen en vrouwen tussen de 55 en 75 jaar. Het gaat om een doelgroep van ongeveer 4,4 miljoen mensen. Zij zullen door dezelfde screeningsorganisaties die de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker uitvoeren, uitgenodigd worden om deel te nemen.'' Daarmee is duidelijk dat de opdracht om het bevolkingsonderzoek uit te voeren inderdaad bij de 5 screeningsorganisaties terecht zal komen. Uitvoeringstoets bevolkingsonderzoek darmkanker Het besluit van de minister is genomen op basis van de uitvoeringstoets die gedurende 2010 en begin 2011 onder regie van RIVM met diverse partijen is opgesteld. Een aantal belangrijke conclusies uit de uitvoeringstoets zijn: Bij de inrichting van de organisatie van het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt aangesloten bij de organisatie van de bestaande bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker. Het aankondigen van de screening aan de deelnemer voorafgaand aan de eerste uitnodiging heeft een opkomstverhogend effect (3 à 4%) en is kosteneffectief. De screening wordt uitgevoerd met behulp van een iFOBT. De genodigden krijgen de uitnodiging met het afnamemateriaal thuis toegezonden. Bij de uitnodiging moet tevens een voorlichtingsaanbod zitten dat de genodigde in staat stelt goed geïnformeerd en in vrijheid te bepalen of deze op het screeningsaanbod wil ingaan. Centralisatie en accreditatie van de laboratoriumfunctie is aangewezen i.v.m. een snelle verwerking van de faecesmonsters en de kwaliteitsborging van de iFOBT. Uit oogpunt van kwaliteitsborging moeten coloscopieën worden uitgevoerd door een netwerk van gespecialiseerde centra. Het verwijsbeleid is hierop aangepast in die zin dat verwijzing rechtstreeks plaatsvindt via de screeningsorganisaties. De screeningsorganisaties verwijzen enkel naar coloscopiecentra die voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Na een negatieve coloscopie is de kans op het ontstaan van darmkanker de eerste 10 jaar dusdanig klein dat screening op darmkanker gedurende deze periode niet nodig is. Kwaliteitsborging door de referentiefunctie. Kwaliteitsbewaking van de uitvoering vindt op regionaal niveau plaats door de referentiefunctie. De klinisch chemici, regionaal coördinerend, MDL-artsen, regionaal coördinerend pathologen en het referentielab voeren deze kwaliteitsbewaking uit zodat een onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling kan plaatsvinden. De referentiefuncties worden ingevuld door specialisten afkomstig uit de betreffende beroepsverenigingen (NVKC, NVMDL, NVVP). Informatiehuishouding. Monitoring en evaluatie vragen om een goede informatiehuishouding. De invoering van een bevolkingsonderzoek naar darmkanker dient ondersteund te worden met een adequate informatiehuishouding. Een adequaat ingerichte en professioneel gebruikte informatiehuishouding vormt het fundament van meerdere processen, namelijk: 1. de uitvoering van het primaire proces & de regionale kwaliteitsborging; 2. landelijke monitor; 3. landelijke evaluatie en/ of maatschappelijke verantwoording van het programma; 4. wetenschappelijk onderzoek; 5. een goede indicatoren- en minimale gegevensset voor een adequate informatiehuishouding. Haalbaarheid Wat betreft de haalbaarheid werd in het bijzonder aandacht gevraagd voor mogelijke discrepanties (nationaal en/of regionaal) tussen de beschikbare en benodigde capaciteit binnen de betrokken beroepsgroepen. Niet alleen voor de MDL-artsen werden daarbij door sommige partijen problemen voorzien, ook bij de capaciteit van pathologen, chirurgen en anesthesiologen werden vraagtekens gezet. Op dit punt verschilden de inschattingen van de diverse partijen echter sterk Groot draagvlak Belangrijke voorwaarde voor invoering is draagvlak. Het draagvlak voor de invoering van bevolkingsonderzoek is gepeild in gesprekken met een groot aantal stakeholders. Uit deze
15
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
gesprekken blijkt een groot en breed draagvlak bij beroepsgroepen, screeningsorganisaties, zorgverzekeraars en andere betrokkenen voor invoering van een landelijk bevolkingsonderzoek naar darmkanker. De uitvoerbaarheid voor dit bevolkingsonderzoek is getest in drie pilot bevolkingsonderzoeken; de opkomst was rond de 60%, wat een aanwijzing geeft voor het draagvlak bij de bevolking. Voor de voorbereiding van de invoering wordt een periode van minimaal twee jaar nodig geacht. Deze periode kan niet worden bekort door de inzet van meer personeel. Dit kan doorlooptijden niet bekorten. Kritische activiteiten hierin vormen immers de Europese aanbesteding en inrichting van de laboratoriumdiagnostiek voor iFOBT-test/analyse en ColonIS. Ook dienen activiteiten zoals het opstellen van kwaliteitsinstrumenten en deskundigheidsbevordering volgtijdelijk plaats te vinden.
1.3
Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en adviesraden
De Raad van Toezicht heeft in 2011 in plenaire vorm vier maal met de Raad van Bestuur vergaderd. In alle vergaderingen zijn de voortschrijdende managementrapportages van de Raad van Bestuur besproken. Belangrijke onderwerpen in 2011, naast de nieuwe locatie, reorganisatie, waren verder: Strategisch beleidsplan 2012-2016 Invoering bevolkingsonderzoek dikke darmkanker Onderzoek gebreken mobiele screeningseenheden Landelijke toekomstvisie ICT Begroting 2012 en meerjarenraming 1.3.1
Adviesraden
Via een adviesraad betrekken we de verschillende beroepsgroepen die een rol spelen bij de bevolkingsonderzoeken. Deze adviesraad houdt zich bezig met inhoudelijke vraagstellingen. Vanuit een beroepsinhoudelijke optiek zijn de doelen van de adviesraad de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren om zo de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek te waarborgen en te verbeteren. Daarnaast worden de beroepsgroepen betrokken in het korte- en langetermijnbeleid van de stichting. De Adviesraden zijn in 2011 niet bij elkaar gekomen. Voor de samenstelling van de Raad van Toezicht en Adviesraden, zie bijlage 1.
1.4
Sociaal Jaarverslag
Organisatie Bevolkingsonderzoek Zuid-West had in 2011 drie kantoorlocaties. De locatie in Vlaardingen is per mei 2011 verhuisd naar een nieuw opgeleverd kantoor aan de Zorgboulevard te Rotterdam. De twee andere kantoorlocaties zijn gevestigd in Leiden. Begin 2011 werd door de Raad van Bestuur het besluit genomen om de locaties uit Leiden per mei 2012 te verhuizen naar het nieuwe kantoor te Rotterdam. Ter voorbereiding van deze centralisatie is in het verlengde van het sociaal plan een nieuwe organisatiestructuur en een daarbij behorend formatieplaatsenplan conceptueel uitgewerkt. In december zijn de daarin opgenomen managementposities vervuld en is er een nieuw management team gevormd. Het management is begonnen aan de verdere verfijning en invulling van het formatieplaatsenplan. Gedurende dit proces heeft er structureel overleg plaatsgevonden met de ondernemingsraad. In verschillende fases is de ondernemingsraad om advies of instemming gevraagd.
16
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Personeel Als gevolg van de verhuizing van Vlaardingen naar Rotterdam zijn er weinig personeelsmutaties binnen de betreffende groep medewerkers geweest. Over het algemeen beschouwd is men tevreden over de keuze van de nieuwe kantoorlocatie en –inrichting. De locatiedirecteur van de locatie in Vlaardingen heeft medio 2011 de organisatie verlaten en heeft haar carrière voortgezet bij het Erasmus Medisch Centrum. Het besluit om de locaties in Leiden per 2012 te verhuizen naar Rotterdam is in verband met de reisafstand en –tijd voor medewerkers van de locatie borstkanker uit Leiden aanleiding geweest om actief op zoek te gaan naar een andere baan in de omgeving. Het dienstverband van de locatiemanager werd per januari 2011 in overleg beëindigd. De leidinggevenden van deze locatie zijn vrij snel geslaagd in het vinden van een andere baan en hebben in de loop van het jaar de organisatie verlaten om hun loopbaan elders te vervolgen. Ook een aantal medewerkers heeft deze keuze gemaakt. Een selecte groep is aan het eind van het jaar door de organisatie een outplacementtraject aangeboden. Als gevolg van het vertrek van de leidinggevenden heeft de directeur/bestuurder deze locatie enige tijd operationeel aangestuurd. Na het vertrek van de manager screening is besloten een interim manager voor de aansturing van het primaire proces van de uitvoering van het bevolkingsonderzoek borstkanker te Leiden aan te stellen. Daar waar nodig is het verloop opgevangen met uitzendkrachten.
kengetallen 2011 aantal werknemers (31-122011) fte man / vrouw gemiddelde leeftijd gemiddeld aantal dienstjaren ziekteverzuim in % aantal nieuwe werknemers aantal werknemers uit dienst aantal uitzendkrachten
totaal 213 128,3 14 / 199 51 9,3 5,7 12 23 9
Werkgroepen Naast de dagelijkse werkzaamheden hebben diverse medewerkers deelgenomen aan werkgroepen hoofdzakelijk gericht op het werk van de eigen afdeling. De opdracht aan deze werkgroepen was het inventariseren van de huidige werkprocessen, het in kaart brengen van tussen locaties verschillende werkwijzen en het voorstellen van een nieuwe werkwijze bij centralisatie in 2012. Naast deze werkgroepen zijn er drie werkgroepen gevormd voor de gezamenlijke huisvesting in Rotterdam per
17
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
mei 2012, cultuur en “het nieuwe werken”. In de werkgroep huisvesting wordt de uitbreiding en inrichting van het kantoor te Rotterdam besproken en uitgewerkt. De werkgroep cultuur brengt door middel van onderzoek de verschillende culturen in kaart en doet voorstellen om tot een nieuwe cultuur te komen. De werkgroep “het nieuwe werken” onderzoekt de toepassingsmogelijkheden voor invoering binnen onze organisatie. Cao en bedrijfsregelingen Werkgevers en –werknemersorganisaties zijn begin 2011 tot een akkoord gekomen over een nieuwe Cao Ziekenhuizen. De looptijd is van 1 maart 2011 tot 1 maart 2014. Voorafgaand aan de juridische fusie van de rechtsvoorgangers van Bevolkingsonderzoek Zuid-West zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden in overleg met en met instemming van de ondernemingsraad geharmoniseerd. Gedurende het jaar is naast de Cao Ziekenhuizen het harmonisatie-overzicht gehanteerd bij de toepassing van secundaire arbeidsvoorwaarden of –regelingen. De geharmoniseerde secundaire arbeidsvoorwaarden en –regelingen zijn conceptueel verder uitgewerkt in een handboek bedrijfsregelingen. Ontwikkeling medewerkers Medewerkers zijn in staat gesteld om kennis en vaardigheden uit te breiden. Begin 2011 is een collectieve Microsoft Windows-training aangeboden aan kantoormedewerkers. In maart 2011 hebben MBB'ers in de screening deelgenomen aan een congres georganiseerd door Hologic. In mei 2011 is er een inhouse mini-symposium georganiseerd voor MBB'ers in de screening. In september 2011 organiseerde het LRCB het symposium "Met de juiste instelling". Daarnaast hebben er cursussen en bijscholingen plaatsgevonden van BHV, reanimatie en AED. Op individueel niveau is er ruimte geweest voor ontwikkeling, training en kennisuitbreiding. Werving & selectie Er zijn afspraken gemaakt met Tempo Team als preferred supplier. Tempo Team is ook partner voor het outplacementtraject van medewerkers uit Leiden die ervoor gekozen hebben niet mee te gaan naar de nieuwe locatie Rotterdam. In het kader van arbeidsmarktontwikkeling (waaronder schaarste onder MBB’ers en toenemende vergrijzing) is binnen de vijf screeningsorganisaties het landelijk project “AMOL – arbeidsmarktontwikkeling laboranten” opgestart. Het doel is te komen tot een constructieve oplossing die enerzijds voorziet in de continuïteit van het primaire proces en anderzijds aanzet tot een duurzaam inzetbaarheidsbeleid van medewerkers. Daarnaast is in het werving- en selectieproces aandacht geweest voor verjonging. Sociaal plan In het kader van de verhuizing van Vlaardingen naar Rotterdam en de reorganisatie is er een sociaal plan opgesteld. Het sociaal plan heeft een looptijd van drie jaar en voorziet in een aanvullende afbouwende reiskosten- en reistijdregeling evenals persoonsgebonden afspraken. Het sociaal plan is goedgekeurd door CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV. In verband met de fusie is het personeelssysteem verder ingericht ten behoeve van één rapportage. Arbodienst In 2011 is een contract afgesloten met één gezamenlijke arbodienst: Arboned. Er zijn in 2011 voorbereidingen getroffen om per 1 januari 2012 te komen tot één verzuimportal voor ziek- en hersteldmeldingen. Deze verzuimportal zal gekoppeld zijn aan het personeelssysteem. Automatisering HRM In 2011 beschikte Bevolkingsonderzoek Zuid-West over één systeem waarin de personeelsdata staat opgeslagen. Vanuit dit systeem vindt de salarisuitbetaling plaats en worden rapportages uitgedraaid.
18
J a a r v e r s l a g 2
Resultaten 2011
2.1
Resultaten borstkanker
2.1.1
Uitnodigingen
2 0 1 1
Het aantal uitgenodigde cliënten in 2011 bedroeg 318.071. De organisatie streeft ernaar om de vervolgonderzoeken twee jaar, met een marge van twee maanden, na het vorige onderzoek te laten plaatsvinden. Op deze manier wordt een te lange periode tussen twee onderzoeken, het interval, voorkomen. Overigens mag dit interval ook niet te kort zijn. In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de intervallen verdeeld over de (deel)gemeenten. Bij bijna alle gemeenten ligt de startdatum van de vervolgronden binnen de marges van 22 tot 26 maanden. Bij 5 gemeenten was het interval kleiner dan 22 maanden en bij slechts 1 gemeente was het interval groter dan 26 maanden. Duidelijk waarneembaar is de verschuiving van het interval naar de ondergrens van 22 maanden. Dit was enerzijds het gevolg van de eenmalige herziening van het oproepschema in de regio West in 2010. Deze was nodig door de uitbreiding van de screeningscapaciteit op de vaste unit in Den Haag als gevolg van de ingebruikname van een extra mammograaf. Anderzijds is dit het gevolg van de toename van het aantal fte van MBB’ers in de screening waardoor de screeningscapaciteit toenam. 30 25 20
2011
15
2010 2009
10 5 0 20
2.1.2
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Deelname
Onderzoeken De productienorm voor het jaar 2011 bedroeg 234.000 onderzoeken. Het daadwerkelijke aantal uitgevoerde onderzoeken bedroeg 250.250 (106,9 %). Dit is het gevolg van de reeds eerder genoemde toename van het aantal fte van MBB’ers in de screening waardoor een aanzienlijk hogere productie gerealiseerd kon worden en de productienorm ruimschoots werd overschreden. 250.000 200.000 150.000 R1
100.000 50.000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal onderzoeken periode 2002-2011uitgesplitst in ronde 1 en ronde vervolg
19
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
300.000 250.000 200.000 150.000
Totaal
100.000 50.000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totaal aantal onderzoeken periode 2002-2011
Deelname per gemeente In 2011 werden 318.071 uitnodigingen verstuurd met een oorspronkelijke onderzoeksdatum in 2011. Op basis van deze uitnodigingen zijn er 249.391 onderzoeken uitgevoerd, wat neerkomt op een deelnamepercentage van 78,4% Het bevolkingsonderzoek borstkanker vindt elke twee jaar plaats. Bij vergelijking van het deelnamepercentage van 2011 met de opkomst van 2009 (78,8%) is de opkomst met 0,4 % gedaald. Vergeleken met de opkomst van 2007 (80,4%) is dit zelfs een daling van 1,0%. De daling in de opkomst die zich in 2009 voordeed, doet zich dus ook in 2011 voor, zij het in geringere mate. Onderstaande afbeelding laat de opkomst per gemeente zien. Het betreft de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in 2011 gescreend zijn. Om de opkomstpercentages per gemeente zo compleet mogelijk te krijgen zijn van de gemeenten die rond de jaarwisseling zijn gescreend ook de uitnodigingen en onderzoeken uit het oude resp. nieuwe jaar meegerekend. Uit de tabel in bijlage 2 blijkt dat de opkomst in veel gemeenten in 2011 licht is gedaald t.o.v. 2009. Opvallend is de lagere opkomst van Rijswijk en vooral Voorburg. Dit is het gevolg van een wijziging van standplaats waarbij de cliënten vanwege de herziening van het oproepschema in de vaste standplaats in Den Haag zijn uitgenodigd. Als gevolg van de vele gemeentelijke herindelingen van de afgelopen jaren zijn de deelgemeenten niet afzonderlijk zichtbaar in de tabel in bijlage 2. In twee gevallen zijn niet alle deelgemeenten gescreend in 2011.
20
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Opkomst per gemeente (de witte gebieden zijn in 2011 niet gescreend) Deelname per leeftijdscategorie De onderstaande tabel geeft de deelname per leeftijdscategorie weer. Uitgangspunt is het aantal verstuurde uitnodigingen met een oorspronkelijke onderzoeksdatum in 2011. Op de herinneringsuitnodigingen heeft 16,2% gereageerd, in 2009 was dit 14,9%. Met name de jongere cliënten reageren op herinneringen, naar mate de cliënten ouder zijn, wordt minder goed op de herinneringen gereageerd.
21
J a a r v e r s l a g Totaal aantal Leeftijd <50 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 >74 Totaal
2.1.3
Uitgenodigd
Onderzocht
%
17.797 76.651 68.984 68.350 46.655 38.911 723 ---------318.071
12.955 58.717 55.098 55.128 37.500 29.500 493 ---------249.391
72,79 76,60 79,87 80,66 80,38 75,81 68,19 ------78,41
2 0 1 1 Waarvan aantal herinneringen Uitgenodigd Onderzocht % 4.892 15.495 11.171 10.163 6.856 6.490 161 ---------55.228
1.465 2.926 1.669 1.361 875 641 6 ---------8.943
29,95 18,88 14,94 13,39 12,76 9,88 3,73 ------16,19
Overzicht screeningsresultaten
Detectiecijfer De bijgevoegde tabel laat zien dat 5.331 cliënten na het bevolkingsonderzoek zijn verwezen naar een ziekenhuis. Het verwijzingspercentage is gelijk aan dat van 2010 nadat er in de voorgaande jaren, mede door de invoering van de digitale screening in 2008, een stijging was te zien. Tevens vermeldt de tabel de borstkankers die tijdens het bevolkingsonderzoek zijn gevonden. Het treffergetal (het aantal borstkankers per 1000 gescreende vrouwen) van 2011 bij het eerste onderzoek is met 7,5 ‰ hoger dan in 2010. Het treffergetal bij de vervolgonderzoeken van 2011 is met 5,5 ‰ lager dan in 2010. Op het moment van aanleveren van de gegevens was van 99% van het totaal aantal doorverwijzingen de einddiagnose bekend. Van de gevonden borstkankers in de eerste ronde bevindt 68,3% zich in een relatief gunstig stadium. Bij de vervolgronden betreft dit 70,6%. Voor het verkrijgen van gegevens over intervalcarcinomen is een koppeling met de databank met de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) nodig. De integrale kankercentra zijn in 2007 overgestapt naar een ander registratiesysteem. Halverwege 2011 is een proefkoppeling gerealiseerd op landelijk niveau tussen de bestanden van het bevolkingsonderzoek borstkanker en het IKN over het screeningsjaar 2004 (het eerste jaar wat nog niet eerder gekoppeld is). Deze resultaten zijn positief. Als de koppeling afgerond is zullen achtereenvolgens de jaren 2005 tot en met 2009 gekoppeld worden. In het volgende jaarverslag is dus een uitgebreidere rapportage mogelijk.
22
J a a r v e r s l a g
TOTAAL
Eerste onderzoeken 2011
Onderzoeken
2 0 1 1
2010
26.547 28.531
t/m 2010
Vervolgonderzoeken 2011
2010
t/m 2010
707.047 223.702 211.115 2.595.604
Verwezen 1301
1.391
14.796
4.030
3.893
35.481
4,9%
4,9%
2,1%
1,8%
1,8%
1,4%
198
199
4.504
1236
1.305
13.051
7,5 ‰
7,0 ‰
6,4 ‰
5,5 ‰
6,2 ‰
5,0 ‰
In situ carcinoom
23,1%
31,9%
17,2%
20,9%
21,5%
13,9%
Tumor <2 cm én lymfklieren schoon
45,2%
36,7%
44,9%
49,7%
47,2%
53,0%
Overige stadia
31,6%
31,4%
37,8%
29,4%
31,2%
33,0%
Verwijzingspercentage Borstkanker Treffergetal * Stadiumverdeling gevonden borstkankers **
* Gegevens gebaseerd op 99 % follow-up ** Gegevens gebaseerd op 92 % follow-up compleet
2.2
Resultaten baarmoederhalskanker
2.2.1
Uitnodigingen
Ieder jaar ontvangen alle vrouwen die in dat jaar de leeftijd van 30, 35, 40, 50, 55 of 60 bereiken, een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De uitnodigingen worden verstuurd door bevolkingsonderzoek Zuid-West of door de eigen huisarts van de vrouw indien deze huisarts ‘zelfuitnodigend’ is. Ten opzichte van 2010 is het totaal aantal uitnodigingen iets gedaald van 181.877 naar 181.081. Het daadwerkelijk aantal gerealiseerde uitnodigingen verschilt van het aantal vrouwen in de doelgroep op basis van de CBS-gegevens. Deze verschillen kunnen deels worden verklaard door bijvoorbeeld tussentijdse verhuizingen, overlijden en natuurlijke schommelingen in de populatie. Daarnaast worden vrouwen die zich definitief hebben afgemeld voor het bevolkingsonderzoek niet meer uitgenodigd, terwijl deze wel in de CBS-cijfers zijn meegenomen. 2.2.2
Actieve participatie en opkomst
Tabel 1 geeft een overzicht van de opkomstcijfers per geboortejaar. In de tabellen 2 en 3 worden de opkomstcijfers gepresenteerd per geboortejaar en uitnodigende instantie. Te zien is dat de opkomst van de jongere vrouwen het laagst is. De hoogste opkomst wordt gezien bij vrouwen die door de huisarts een uitnodiging voor een uitstrijkje ontvangen. Het overall-gemiddelde is 60,1%. De bijdrage aan de opkomst loopt overigens nog ver door in het jaar volgend op het feitelijke uitnodigingsjaar. Uitstrijken van de 2011-cohorten die na 1 april 2012 werden ingezonden, zijn niet meer in dit jaarverslag verwerkt. Door dit ‘na-ijleffect’ zal de uiteindelijke deelname aan het bevolkingsonderzoek hoger zijn.
23
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Tabel 1: opkomst naar geboortejaar geboortejaar
uitnodigingen
uitstrijkjes
opkomst %
1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981
20477 24038 27715 28425 29633 24483 26310
12011 15074 17506 18538 18462 13887 13330
58,7 62,7 63,2 65,2 62,3 56,7 50,7
totaal
181081
108808
60,1
Tabel 2: opkomst per geboortejaar en uitnodigende instantie
huisarts geboortejaar
uitn
uitsl
opkomst%
bevolkingsonderzoek zuid-west uitn uitsl opkomst%
1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981
8842 10375 11747 11839 11919 9387 9363
6051 7325 8395 8533 8233 6015 5672
68,4 70,6 71,5 72,1 69,1 64,1 60,6
11635 13663 15968 16586 17714 15096 16947
5960 7749 9111 10005 10229 7872 7658
51,2 56,7 57,1 60,3 57,7 52,1 45,2
totaal
73472
50224
68,4
107609
58584
54,4
In figuur 1 worden de opkomstcijfers gevisualiseerd. In deze grafiek is goed te zien dat de opkomst bij vrouwen die door de huisarts zijn uitgenodigd een stuk hoger is. Ook is duidelijk zichtbaar dat de opkomst van de jongere vrouwen lager is. Figuur 2 laat het trendmatig verloop van de actieve participatie zien over de jaren 2006 t/m 2011. De scherpe daling in de trend in het jaar 2009 wordt veroorzaakt doordat in de voormalige regio West per 1 april wordt geëvalueerd in plaats van per 1 september van het opvolgende jaar. Ook in de jaren 2010 en 2011 is een (lichte) opkomstdaling te zien.
24
J a a r v e r s l a g
2.2.3
2 0 1 1
Passieve participatie
Wanneer een vrouw niet deelneemt, maar wel de antwoordkaart terugstuurt met daarop vermeld de reden van niet-deelname, wordt gesproken van ‘passieve participatie’. De verdeling van opgegeven redenen voor ‘niet-deelname’ is weergegeven in figuur 4.
25
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Opvallend is het hoge percentage zwangerschappen als aanleiding voor passieve participatie (24%). In tabel 3 worden deze percentages nogmaals gegeven, maar dan uitgebreid met een percentage ten opzichte van de uitgenodigde vrouwen. Tabel 3: passieve participatie: antwoordredenen
aantal
% t.o.v. antw. redenen
% t.o.v. uitgenod. vrouwen
baarmoederverwijdering
2004
11,9
1,1
zwangerschap
4853
28,8
2,7
recente uitstrijk
5472
32,5
3,0
definitieve afmelding
1339
8,0
0,7
overig
3171
18,8
1,8
totaal
16839
100,0
9,3
Zoals in de lijn van de verwachting ligt, geven vooral jonge vrouwen aan niet aan het bevolkingsonderzoek deel te nemen wegens zwangerschap, en oudere vrouwen omdat zij een baarmoederverwijdering hebben ondergaan (zie tabel 4). Wanneer een vrouw aangeeft dat haar baarmoederhals verwijderd is, betreft het een ‘definitieve afmelding’. Dit wil zeggen dat een dergelijke afmelding ertoe leidt dat bij de volgende ronde geen uitnodiging meer wordt verzonden naar deze vrouw. In het geval van zwangerschap wordt na zes maanden opnieuw een uitnodiging verstuurd en is, bij deelname, in feite sprake van uitgestelde participatie. In tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de antwoordredenen ‘zwangerschap’ en ‘baarmoederverwijdering’ gestratificeerd naar geboortejaar. Zoals te verwachten is, komt ‘zwangerschap’ vooral voor bij de relatief jonge vrouwen en ‘baarmoederverwijdering’ hoofdzakelijk bij de oudere vrouwen. Bijna alle andere redenen vallen in de categorie ‘tijdelijke afmelding’. Dit wil zeggen dat de afmelding geldt voor één ronde. Bij een volgende ronde wordt wederom een uitnodiging verstuurd. In de evaluatie telt de vrouw één keer. Dit wil zeggen dat als een uitgestelde uitnodiging tot participatie leidde, de vrouw werd meegeteld bij de ‘participatie’ en niet bij de ‘passieve participatie’.
26
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Tabel 4: passieve participatie: zwangerschap en baarmoederverwijdering (bv) gestratificeerd naar geboortejaar
antwoordredenen geboortejaar
2.2.4
totaal
zwanger
1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981
1662 1798 2129 1948 2288 3042 3972
1 6 6 25 468 1740 2607
totaal
16839
4853
%
bv
% 20,0 22,6
65,6
332 406 574 420 217 45 10
28,8
2004
11,9
0,1 0,3 0,3 1,3 20,5 57,2
27,0 21,6 9,5 1,5 0,3
Netto opkomst en beschermingsgraad
Tabel 5 geeft een overzicht van de kengetallen volgens de definities zoals deze in de HKZ kwaliteitsrichtlijnen worden genoemd. Tabel 5: opkomst en beschermingsgraad
2010
2011
Bruto opkomstpercentage
60,4
60,1
Netto opkomstpercentage
66,4
66,2
Beschermingsgraad
64,6
64,2
Opkomstpercentage iMGZ
58,8
54,2
Definities HKZ
Bruto opkomst % (20XX) Nuitstr Nuitn
N uitstr. *100% Nuitn
= aantal uitstrijken in schemajaar 20xx = aantal uitnodigingen in schemajaar 20xx
27
J a a r v e r s l a g
Netto opkomst % (20XX) Nantw. Nuitn
2 0 1 1
N uitstr. *100% N uitn. - N antw.
= aantal antwoordkaarten in schemajaar 20xx = aantal uitnodigingen in schemajaar 20xx
Beschermin gsgraad (20XX)
N uitstr. N antw. UE N antw. RU * 100% N uitn.
Nantw. UE = aantal antwoordkaarten Uterus Extirpatie in schemajaar 20xx Nantw. RU = aantal antwoordkaarten Recent Uitgestreken in schemajaar 20xx Opkomstpercentage iMGZ (aantal uitstrijken t.o.v doelgroep ‘at risk’):
Nuitstr. Opkomst % iMGZ (20XX)
= Nvrouw
Nuitstr Nvrouw Nantw. UE 2.2.5
-
Nantw.UE
= aantal uitstrijken in schemajaar 20xx = aantal vrouwen in doelgroep in schemajaar 20xx = aantal antwoordkaarten Uterus Extirpatie in schemajaar 20xx Resultaten uitslagen onderzoeken
Cytoscores Bevolkingsonderzoek Zuid-West beschikt voor dit jaarverslag over 108.808 cytologische uitslagen van de geboortejaarcohorten 1981, 1976, 1971, 1966, 1961, 1956 en 1951. Van al deze uitstrijkjes zijn zowel Pap-klassen als KOPAC-codes bekend. In dit verslag worden de cytologische resultaten in beide coderingsvormen getoond. In tabel 6 is de vertaling van de Pap-classificatie naar de KOPACcodering weergegeven. Aangezien het grootste deel van de afwijkingen in de KOPAC in de P- en de C-kolom vallen, concentreert de analyse zich geheel op de P en de C en worden de K, de O en de A hier buiten beschouwing gelaten.
Tabel 6: Vertaaltabel Pap-klassen en KOPAC-codering
Pap-klasse
KOPAC P en C
Pap 0
P0, C0
Pap 1
P1, C1
Pap 2
P2, C3
Pap 3A
P4, P5, C4, C5
Pap 3B
P6, C6
Pap 4
P7, C7
Pap 5
P8, P9, C9
28
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
In dit hoofdstuk wordt gesproken van cytoscores en daarbij worden negatieve, grijze en positieve cytoscores onderscheiden. De afgrenzing van deze drie gebieden wordt in tabel 7 gepresenteerd. In de voorgaande verslagen werden de cytoscores altijd uitgedrukt in Pap-klassen en daarom worden in de figuren het verloop van de cytoscores in deze classificatie getoond.
Tabel 7: Afgrenzing van de cytoscores
cytoscore
afgrenzing
negatieve cytoscore
cytologisch negatief (inclusief P2, P3 en C3)
grijze cytoscore
KOPAC-code P4 en P5 (=lichte en matige dysplasie)
positieve cytoscore
KOPAC-code > P6 (> sterke dysplasie)
Onbeoordeelbare uitstrijkjes Pap 0 In een aantal gevallen kan er geen cytologische diagnose op het uitstrijkje worden gegeven: dit zijn de Pap 0-gevallen. Het moge duidelijk zijn dat het belangrijk is dit aantal laag te houden. In 2010 was de score 12,47‰, in 2011 was deze score gestegen tot 13,51‰. In figuur 5 is de Pap 0-groep gestratificeerd naar geboortejaar-cohort. Het is enigszins verbazingwekkend, dat er geen hoge Pap 0-scores bij de oudere vrouwen zijn te zien, want uitstrijkjes van vrouwen in de menopauze (voornamelijk te vinden in de geboortejaren 1951 en 1956) zijn veel moeilijker te beoordelen dan uitstrijkjes van vrouwen in de geslachtsrijpe leeftijd (de overige geboortejaren). Wel is er een piek Pap-0 cytoscores te zien bij de vrouwen die in 1961 zijn geboren.
29
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
De cytoscores (in ‰) zijn berekend voor de 108.808 uitstrijkjes van het screenjaar 2011. Net als in voorgaande jaren worden de hoogste cytoscores voor de positieve cytologie (> Pap 3B) bij de jongste vrouwen gevonden, voor 2011 zijn dit de geboortejaren 1971, 1976 en 1981. Ook bij Pap 3A zien we de hoogste score voor de jongste groepen (zie figuur 6).
Resultaten uitslagen onderzoeken Het uiteindelijke doel van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is het vroegtijdig ontdekken van afwijkingen van de baarmoederhals. Het gemaakte uitstrijkje wordt beoordeeld in een laboratorium. De resultaten hiervan worden onder andere geregistreerd in het CIS. In figuur 3 worden de percentages gegeven van het totaal aantal resultaten.
30
J a a r v e r s l a g 2.2.6
2 0 1 1
Natraject: de histoscores 2010
Inleiding Vrouwen kunnen in het natraject terechtkomen wanneer het advies luidt: ‘verwijzen naar de gynaecoloog’. Wanneer de gynaecoloog, op geleide van een colposcopisch onderzoek, besluit een biopt te nemen, volgt een uitslag van een histologisch onderzoek. Histoscores: definities De histoscores (positieve histologische bevindingen) worden, analoog aan de cytoscores, berekend over 1.000 onderzochte vrouwen, het zijn dus promillages. De histologische onderzoeken worden verslagen in een terminologie waarin zowel de plaveiselcelafwijkingen (in de CIN-terminologie) als de afwijkingen van het cylinderepitheel van de endocervix (de adeno’s) worden uitgedrukt. Incidenteel kan er een adenocarcinoom van het endometrium worden vastgesteld. In totaal zijn er zes verschillende histologische diagnoses van (pre)carcinoom (zie tabel 8).
Histoscores van de direct verwezen vrouwen Dit verslag concentreert zich in de eerste plaats op die vrouwen die op basis van een uitstrijkje in het kader van het bevolkingsonderzoek met een cytologische diagnose KOPAC > P5 en > C5 direct naar de gynaecoloog werden verwezen. In het ziekenhuis wordt een vervolgdiagnose gesteld door de patholoog die het biopt beoordeelt dat door de gynaecoloog is afgenomen op geleide van de colposcopie. In lab 1 en 2 wordt de vervolgdiagnose meestal niet binnen het laboratorium zelf gesteld, omdat het biopt in een ander laboratorium wordt beoordeeld. Daarentegen komen in de andere labs zowel de screeningsuitstrijkjes als de vervolguitstrijkjes en de vervolgbiopten terecht. De kleinere laboratoria zijn onder het hoofdje ‘overig’ samengebracht.
31
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
In totaal zijn 820 vrouwen doorgestuurd naar de tweede lijn, vanwege een KOPAC > P5 en/of > C5. Van 28 van de 820 direct verwezen vrouwen was geen follow-up bekend (3,4%). Van 792 direct verwezen vrouwen werd wel beschikt over vervolgdiagnoses. Er werden 20 (micro)invasieve plaveiselcel-carcinomen gediagnosticeerd. De histoscore > CIN III was in 2010: 5,015. De histoscore voor endocervixcarcinoom was 0,035 en voor adeno-c.i.s. 0,141.
32
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Taartdiagrammen van de direct verwezen vrouwen Van de vrouwen met een cytologische diagnose KOPAC > P5 + > C5, die daarmee direct naar de gynaecoloog zijn verwezen, kunnen de histologische diagnoses worden verdeeld in negatief, CIN I, CIN II, en > CIN III (zie tabel 10). Uit deze gegevens zijn zogenaamde ‘taartdiagrammen’ geconstrueerd. Al met al blijft het diagram van 2010 ongeveer hetzelfde als voor 2009, met voornamelijk CIN III diagnoses voor de direct verwezen vrouwen.
Histoscores van de indirect verwezen vrouwen Ook voor 2010 worden de histoscores van de vrouwen met een P4 (lichte dysplasie) uitstrijk gepresenteerd. Deze vrouwen worden doorverwezen naar de gynaecoloog wanneer de diagnose van de herhalingsuitstrijk wederom > P4 is. Dit is dus via een indirecte route. Niet alle vrouwen met een P4 worden doorgestuurd: wanneer de herhalingsuitstrijk geen afwijkingen vertoont, hoeven deze vrouwen niet nader te worden onderzocht. In 2010 werd aan 792 vrouwen, via de huisarts, het advies gegeven om een colposcopisch biopt te laten verrichten. Van 52 vrouwen is geen follow-up bekend. Bij 485 vrouwen werd in de tweede lijn geen biopt genomen, maar werd alleen een vervolguitstrijk gemaakt. Hieruit kwamen er 258 met negatieve bevindingen en 227 met afwijkende cytologie (zie tabel 12). Van de overige vrouwen heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West de beschikking over de histologische diagnose: er werd bij 43 vrouwen een CIN III gevonden. De histoscores worden in tabel 13 gepresenteerd. De histoscores van de verschillende laboratoria voor de vrouwen van de indirecte route lopen sterk uiteen. Voor de laboratoria was er geen enkele lijn in de P4 data te ontdekken.
33
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Tenslotte worden de histoscores van de vrouwen met een cytologische diagnose P2-3, A3 en C3 (geringe dysplasie) gepresenteerd. Niet alle vrouwen worden doorgestuurd: wanneer de herhalingsuitstrijk geen afwijkingen vertoont, hoeven deze vrouwen niet nader te worden onderzocht. In 2010 werd aan 2541 vrouwen, via de huisarts, het advies gegeven om een colposcopisch biopt te laten verrichten. Van 713 vrouwen is geen follow-up bekend. Bij 1510 vrouwen werd in de tweede lijn geen biopt genomen, maar werd alleen een vervolguitstrijk gemaakt. Hieruit kwamen er 1204 met negatieve bevindingen en 306 met afwijkende cytologie (zie tabel 14). Van de overige vrouwen heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West de beschikking over de histologische diagnose: er werd bij 36 vrouwen een CIN III gevonden. De histoscores worden in tabel 15 gepresenteerd.
34
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Uiteindelijke histoscores De ‘uiteindelijke histoscores’ zijn te berekenen uit de som van de scores die resulteren uit de direct verwezen vrouwen en die van de indirecte route. In figuur 8 zijn de histoscores van respectievelijk CIN I, CIN II en CIN III weergegeven. De histoscore voor CIN III was 5,531. De histoscore > CIN III 5,987. Duidelijk te zien is dat de bijdrage van de indirecte route op de uiteindelijke histoscore sterk afhankelijk is van de ernst van de afwijking: groot voor CIN I, klein voor CIN III.
Tenslotte: betere detectie In 2010 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West wederom profijt gehad van het unieke systeem dat is opgezet waarbij de cytologische en histologische data rechtstreeks gekoppeld zijn. In 2009 werden 484 CIN III laesies gediagnosticeerd. In 2010 zijn dit er 472. In 2010 werden 21
35
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
plaveiselcelcarcinomen gediagnosticeerd. Vanaf 2007 is de detectie van ernstige pathologie aanmerkelijk toegenomen. Wellicht heeft de grootschalige invoering van de dunnelaagcytologie hier een rol gespeeld. Tenslotte kan worden opgemerkt dat er minder pathologie wordt gedetecteerd bij vrouwen vanaf 50 jaar die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek.
2.3
Resultaten colonscreening
Darmkanker is een belangrijk gezondheidsprobleem en is de tweede aan kanker gerelateerde doodsoorzaak in Nederland. Een bevolkingsonderzoek naar darmkanker kan goedaardige voorlopers detecteren en kanker in een vroeg stadium opsporen. Hiermee kan het voorkomen van darmkanker en de sterfte hieraan dalen. Jaarlijks sterven bijna 5.000 mensen aan darmkanker en worden er ruim 12.000 nieuwe gevallen vastgesteld. De prognose van patiënten is afhankelijk van het stadium waarin de ziekte zich bevindt. Op dit moment wordt de ziekte vaak pas laat ontdekt waardoor de behandeling zwaarder is en de kans op overleving kleiner. Darmkanker heeft een langdurig voor- en beginstadium dat goed herkenbaar en goed te behandelen is. Het leent zich dus bij uitstek voor vroege opsporing met behulp van screening. 2.3.1
Het onderzoek
In november 2006 is er in de regio Rijnmond een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker van start gegaan onder mannen en vrouwen van 50 tot en met 74 jaar. Dit onderzoek, dat is gehouden in zeven gemeenten in de regio waaronder de stad Rotterdam, wordt Corero (I) genoemd en is in 2008 afgerond. Tegelijkertijd is besloten om een vervolg te geven aan het onderzoek, Corero-II. Voor deze tweede screeningsronde werden alle mensen uit de eerste studie opnieuw benaderd, uitgezonderd de mensen die ouder waren dan 75 jaar en degenen met een afwijkende testuitslag. Deze laatste groep mensen is voor nader onderzoek naar het ziekenhuis verwezen. Eind 2010 is de tweede screeningsronde afgesloten. Vervolgens is door de onderzoeksgroep besloten de goede samenwerking en opgebouwde logistieke keten in stand te houden en het onderzoek zo lang mogelijk door te laten lopen in aansluiting op het landelijke bevolkingsonderzoek om op die manier aanvullende e onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Vanaf 2011 is de 3 screeningsronde (Corero-III) gestart om nog meer onderzoek te kunnen doen om op verschillende vragen antwoord te kunnen geven. In 2006 was nog niet bekend welke test het meest geschikt zou zijn om te gebruiken voor een landelijk bevolkingsonderzoek. Daarom is in de eerste ronde besloten drie testen te gebruiken. Een deel van de kandidaten kreeg de immunochemische ontlastingtest (iFOBT) aangeboden, een deel de haemoccult (g-FOBT) en een ander deel van de kandidaten werd uitgenodigd voor een darmonderzoek, de sigmoïdoscopie. Tijdens dit onderzoek wordt het eerste deel van de darm endoscopisch onderzocht. Uit de literatuur is bekend dat de meeste tumoren zich in dit deel van de darm ontwikkelen. Tijdens de tweede studie, die liep van 2008 tot en met 2010, is bekeken wat het optimale interval is van een herhaalde screening. Een interval van 1, 2 of 3 jaar kan zowel de opkomst als de opbrengst beïnvloeden. Een andere belangrijke variabele tijdens deze studie was het onderzoek naar het gebruik van één testbuisje en twee. Ook hier is gekeken naar zowel de invloed van het gebruik van 1 of 2 buisjes op de opkomst en de opbrengst. Daarnaast is gekeken naar het effect van een vooraankondigingsbrief op de opkomst. De studie wordt uitgevoerd in samenwerking met de afdelingen Maag- Darm- en Leverziekten en Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC, het Integraal Kankercentrum Rotterdam (tot eind 2010) en de Stichting Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Informatie over de studie is ook te vinden op de website www.dikkedarmkankerpreventie.nl.
36
J a a r v e r s l a g 2.3.2
2 0 1 1
De resultaten
De iFOBT is een kwantitatieve test. Hierdoor is het mogelijk de verwijsdrempel te verschuiven en de afkapwaarde te bepalen, waarbij de testprestaties het meest optimaal zijn. De colonoscopie capaciteit en de gewenste diagnostische opbrengst spelen bij de keuze voor een afkapwaarde een belangrijke rol. In deze studie werd voor de iFOBT een afkapwaarde van 50ng hemoglobine gebruikt. In vergelijking met de gFOBT resulteerde de iFOBT niet alleen in een hogere opkomst (62% vs 50%), maar detecteerde tevens een groter aantal hooggradige neoplasieën. Deze studie toont aan dat de iFOBT de voorkeur verdient boven de gFOBT screening. De opkomst van de sigmoïdoscopie was significant lager dan voor beide FOBTs (32%). Desondanks was de diagnostische opbrengst per uitgenodigde persoon hoger voor de sigmoïdoscopie dan voor de beide feces-tests, doordat deze screening meer hooggradige neoplasieën detecteerde. Het effect van de vooraankondigingsbrief is onderzocht en gebleken is dat het gebruik van een vooraankondigingsbrief de deelname aan de screening significant verhoogt. Dit is een makkelijke en goedkope methode om de opkomst te bevorderen. 2.3.3
Publicaties
Alle resultaten van de eerste studie zijn te lezen in het proefschrift van Lieke Hol, met de titel “Population-based screening for colorectal cancer”. Lieke Hol promoveerde op 16 april 2010 als eerste arts-onderzoeker van het Erasmus MC op het proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker, zoals dat uitgevoerd wordt door het samenwerkingsverband in de regio Rotterdam. Daarnaast is er inmiddels een forse lijst met publicaties in diverse vooraanstaande tijdschriften die met gegevens uit het proefbevolkingsonderzoek zijn gerealiseerd. In 2012 zal naar verwachting Aafke van Roon haar promotieonderzoek afronden en eveneens promoveren op het proef-bevolkingsonderzoek. De conclusies die op basis van de Corero-II en III studie getrokken kunnen worden, zijn: 1. Het versturen van een vooraankondigingsbrief zorgt voor een significant hogere deelnamegraad binnen een eerste 1-sample iFOBT screeningsronde. Dit is een eenvoudige en goedkope methode om de opkomst voor screening naar het colorectaal carcinoom (crc) te verbeteren 2. De deelnamegraad voor een eerste 2-sample iFOBT screeningsronde is vergelijkbaar met 1sample iFOBT screening 3. Screening met twee ontlastingstesten detecteert meer advanced neoplasia. Echter, dit gaat gepaard met hogere percentages positieven en dus zijn er meer colonoscopieën nodig 4. De opkomst in een tweede 1-sample iFOBT screeningsronde is significant hoger bij een langer interval van drie jaar t.o.v. jaarlijkse iFOBT screening 5. De lengte van het screeningsinterval blijkt in onze studie geen invloed te hebben op het percentage positieven en de detectiegraad van advanced neoplasia gevonden in de tweede screeningsronde 6. De opkomst blijft in volgende screeningsronden minimaal gelijk en lijkt zelfs te stijgen. 2.3.4
COCOS-studie
De onderzoeksgroep (Erasmus MC, IKR en Bevolkingsonderzoek Zuid-West) is samen met het AMC in Amsterdam, het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA) en het Bevolkingsonderzoek MiddenWest in de zomer van 2009 gestart met een tweede onderzoek naar dikke darmkanker, waarbij direct beeldvormend onderzoek is gebruikt als screeningsinstrument. Het gaat hier om screening door middel van een primaire Coloscopie en CT-colografie (CoCos).
37
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
In de regio’s Rotterdam en Amsterdam zijn in totaal 7.500 mensen van 50-74 uitgenodigd om deel te nemen aan één van de volgende onderzoeken: 1. een CT-scan van de dikke darm (CT-colografie), óf 2. een inwendig kijkonderzoek van de gehele dikke darm (coloscopie) met een polikliniek bezoek hieraan voorafgaand, óf 3. een inwendig kijkonderzoek van de gehele dikke darm (coloscopie) met een telefonische intake hieraan voorafgaand Per groep zijn 2.500 mensen uitgenodigd. In de regio Rotterdam ging het om mensen uit de gemeenten Ridderkerk, Nieuwerkerk aan den IJssel en Rotterdam. De studie liep tot eind 2010. De 1 resultaten van de Cocos zijn geaccepteerd voor publicatie . Van alle genodigden die uitgenodigd werden voor een colonoscopie nam 22% deel (n=1276). Bij de groep die was uitgenodigd voor een CT-colografie kwam het deelnamepercentage uit op 34% (n=982). Resultaten COCOS-studie:
Deze resultaten tonen aan dat de detectie van advanced adenoma bij een colonoscopie significant beter is. Omdat de opkomst wanneer cliënten worden uitgenodigd voor de coloscopie lager ligt is de uiteindelijke diagnostische opbrengst voor beide testen niet significant verschillend. 2.3.5
Communicatie
De afdeling communicatie van Bevolkingsonderzoek Zuid-West is nauw betrokken geweest bij het maken van de communicatiemiddelen naar cliënten en ketenpartners. Zowel de vooraankondigingsals uitnodigingsbrieven, de informatiefolder en de website voor cliënten als nieuwsbrieven voor ziekenhuizen en huisartsen. Tevens zijn er persberichten verstuurd naar de gemeenten die geselecteerd zijn voor deelname, zodra de cliënten uitgenodigd werden.
1
Stoop et al., Participation and yield of colonoscopy versus non-cathartic CT colonography in population-based screening for colorectal cancer: a randomised controlled trial Participation and yield of colonoscopy versus non-cathartic CT colonography in population-based screening for colorectal cancer: a randomised controlled trial, Lancet Oncology
38
J a a r v e r s l a g 3
2 0 1 1
(Beleids)resultaten 2011
3.1
Bedrijfsvoering
3.1.1
Financieel jaarverslag
Algemeen Het totale resultaat van het jaar 2011 komt uit op € 28.914 negatief en dat is bijna € 170.000 minder negatief dan begroot. Het totale negatieve resultaat is opgebouwd uit een negatief resultaat van € 246.455 voor Borstkanker en een positief resultaat van € 217.541 voor Baarmoederhalskanker. De mutaties in de egalisatiereserves van Borstkanker en Baarmoederhalskanker zijn niet gelijk aan de resultaten omdat bij beide bevolkingsonderzoeken een deel van de kosten ten laste zijn gebracht van de bestemmingsreserve reorganisatie. Totaal is er € 131.442 ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Deze kosten bestaan voornamelijk uit incidentele personele- en overige advieskosten. Het totale eigen vermogen komt hiermee ultimo 2011 uit op € 2.347.481. De liquiditeit, zijnde de verhouding tussen de kortlopende vorderingen en kortlopende schulden is op balansdatum 1,39. Ten opzichte van 2010 (1,56) is dit een lichte daling van 0,17. Deze liquiditeit mag gezond genoemd worden. Hieronder volgt een toelichting van de resultaten per bevolkingsonderzoek. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Het resultaat van het jaar 2011 komt uit op € 246.455 negatief en dat is bijna € 110.000 minder negatief dan begroot. Het negatieve resultaat is opgebouwd uit een positief regulier resultaat van € 318.625, een negatief resultaat van € 14.300 inzake de afrekening van de frictiekosten en een negatief resultaat van € 580.780 inzake de afrekening van de structurele meerkosten. De oorzaak van het totale negatieve resultaat wordt volledig veroorzaakt door het niet begrote negatieve resultaat in de afrekening van de structurele meerkosten DigiBoB. Het negatieve resultaat is voor € 145.059 ten laste van de egalisatiereserve borstkanker gebracht en voor € 104.396 ten laste van de bestemmingsreserve reorganisatie gebracht. De egalisatiereserve Borstkanker komt hiermee ultimo 2011 uit op € 273.780 positief. Productie en opbrengsten: De productie in 2011 is uitgekomen op 233.223 onderzoeken en dat zijn er 14.723 meer dan begroot (218.500). De opbrengsten zijn daarmee € 1.053.535 hoger dan verwacht. Tevens zijn er 1.800 meer onderzoeken gedaan voor de regio Zuid dan begroot (15.500) waardoor deze opbrengsten met € 84.258 hoger zijn uitgevallen. Frictiekosten: In deze jaarrekening is conform de subsidievoorwaarden de afrekening van de frictiekosten over de periode 2008-2011 verantwoord. In de jaren 2008 t/m 2010 is het resultaat inzake de frictiekosten steeds naar de balans gebracht. In het boekjaar 2011 is het resultaat van € 14.300 negatief opgenomen in het totale resultaat van Borstkanker en dus ten laste van de egalisatiereserve Borstkanker gebracht. Op de bijlage resultaat DigiBoB 2008-2011 zijn alle frictiekosten over deze periode verantwoord en ten opzichte van de begrote bedragen. Hieronder volgt een toelichting per begrotingspost. De opleidingskosten zijn lager omdat veel laboranten intern zijn opgeleid door eigen key users. De scankosten zijn hoger doordat er meer uren dan verwacht zijn besteed aan het scannen. De post onvoorzien is hoger door omdat onder deze post de resterende kosten van de huur van de scanapparatuur tot en met medio 2014 zijn verantwoord. Dit is landelijk besloten omdat deze kosten in het nieuwe door RIVM afgegeven tarief over 2012 niet meer worden gefinancierd omdat ze een incidenteel karakter hebben. Het scanproces is in 2011 nagenoeg beëindigd. De kosten toeslag radiologen is lager aangezien de radiologen zich sneller ingewerkt hebben in de nieuwe manier van beoordelen. De reorganisatiekosten zijn lager doordat er geen gedwongen ontslagen zijn gevallen als gevolg van minder werkzaamheden op de administratie. De kosten projectmanagement en advies zijn hoger doordat er meer uren zijn besteed als gevolg van het feit dat Zuid-West de eerste regio was die is uitgerold wat meer extra werk met zich mee bracht. De ICT ondersteuning is hoger uitgevallen ook als gevolg van het oplossen van allerlei kinderziektes in de programmatuur wat veel extra inzet heeft gekost. De vervroegde afschrijvingen zijn lager doordat apparatuur en units nog verkocht konden
39
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
worden aan andere regio’s en derden en als opbrengst zijn verantwoord binnen deze kosten post. Het hogere produktie verlies komt omdat het verlies hoger is gebleken dan de ingeschatte 350 onderzoeken per unit. Er zijn uiteindelijk minder LAN aanpassingen gedaan dan voorzien was. Al met al zijn ondanks alle verschillen per kostenpost de kosten toch nagenoeg conform de subsidiebegroting. Structurele meerkosten: In deze jaarrekening is conform de subsidievoorwaarden de afrekening van de structurele meerkosten over de periode 2008-2011 verantwoord. In de jaren 2008 t/m 2010 is het resultaat inzake de structurele meerkosten steeds naar de balans gebracht. In het boekjaar 2011 is het resultaat van € 550.780 negatief opgenomen in het totale resultaat van Borstkanker en dus ten laste van de egalisatiereserve Borstkanker gebracht. Op de bijlage resultaat DigiBoB 2008-2011 zijn alle structurele meerkosten over deze periode verantwoord en ten opzichte van de begrote bedragen. Hieronder volgt een toelichting per begrotingspost. De afschrijvings- en rentekosten van de mobiele mammografen zijn fors lager doordat de aanschafprijs als gevolg van de openbare aanbesteding veel lager is uitgevallen, we door middel van het schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën leningen zijn aangegaan met veel lagere rentepercentages dan waarmee in de begroting rekening mee was gehouden en door een vertraging in de uitrol van de digitalisering. De onderhoud en servicekosten zijn ook fors lager uitgevallen aangezien deze als percentage van de aanschafwaarde hiermee samenhangen. Daarbij komt nog dat het percentage onderhoudskosten ook nog eens lager is uitgevallen door de aanbesteding. De extra capaciteit automatisering is iets hoger uitgevallen als gevolg van de vele opstartproblematiek. De toename verzekeringen is veel lager dan was begroot aangezien de verzekeringspremie op de mammografen en de overige digitale apparatuur niet veel hoger bleek te zijn. De toename bijdrage aan FSB/IBOB was niet in de begroting opgenomen echter er is landelijk voorgesteld om deze kosten ten laste van de structurele meerkosten te brengen aangezien de toename van de FSB kosten bijna geheel toe te rekenen zijn aan de digitalisering van het bevolkingsonderzoek Borstkanker. De toename in IMS/ASP kosten is veroorzaakt door extra opslagkosten van de digitale beelden. In 2010 werd nog gerekend met de kosten van de opslag van digitale beelden tot en met medio 2014, zijnde het einde van het contract met Philips. Echter na 2014 dienen de beelden ook nog te worden opgeslagen en we zijn landelijk overeengekomen om ook de kosten na medio 2014 te voorzien op basis van het huidige tarief. In 2011 is hiervoor een extra bedrag aan de voorziening toegevoegd van € 271.000. Aangezien de egalisatiereserve Borstkanker het niet toelaat om nog meer kosten te voorzien zal deze voorziening nog jaarlijks tot en met medio 2016 worden aangevuld. De surfnet beheerkosten zijn lager uitgevallen doordat de tarieven lager zijn dan verwacht. De besparing films, chemicaliën en afvoer chemicaliën zijn lager doordat er vertraging in de uitrol is geweest waardoor we in de hele periode 2008-2011 minder digitale onderzoeken hebben gedaan dan werd verwacht. De opbrengst van de reorganisatie was er nog niet in de in de periode 2008-2011 en dit komt door de vertraagde uitrol en doordat de werkelijke besparing van arbeidstijd langer op zich liet wachten. Er was nog veel extra werk om de digitalisering heen. In het jaar 2012 wordt wel een flinke besparing verwacht op het aantal fte’s van de administratie. Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Het resultaat van het jaar 2011 komt uit op € 217.541 positief en dat is bijna € 50.000 positiever dan begroot. Dit resultaat is voor € 244.587 aan de egalisatiereserve baarmoederhalskanker toegevoegd en voor 27.046 aan de bestemmingsreserve reorganisatie onttrokken. De egalisatiereserve baarmoederhalskanker komt ultimo 2011 uit op € 1.758.151. Productie en opbrengsten: De productie in 2011 is uitgekomen op 124.756 onderzoeken en dat zijn er 3.256 meer dan begroot (121.500). De opbrengsten zijn hierdoor € 191.436 hoger dan begroot.
40
J a a r v e r s l a g Balans per 31 december (na resultaatbestemming 2011)
ACTIVA A. VASTE ACTIVA II. Materiële vaste activa 1. Verbouwingen 2. Mobiele units 3. Medische inventaris 4. Computerapparatuur 5. Overige inventaris
2 0 1 1
2011
€ € € € €
2010
1.340.465 3.587.910 2.248.994 274.467 296.366
€ € € € €
412.284 3.975.825 2.602.041 183.410 106.715
€
7.748.202
€ 7.280.275
B. VLOTTENDE ACTIVA I. Voorraden II. Vorderingen III. Overlopende activa IV. Liquide middelen
€ € € €
835 1.362.872 746.598 2.894.278
€ 3.665 € 882.681 € 699.961 € 3.393.826
Totaal vlottende activa
€
5.004.583
€ 4.980.133
Totale Activa
€
12.752.785
€ 12.260.408
€
27.673
€ €
1.758.151 315.550
€ 1.513.564 € 446.992
€
2.101.374
€ 2.376.395
€
81.540
€ € € € € €
277.767 393.186 25.596 342.095 2.319.783 100.454
€ 145.105 € 149.036 € 51.925 € 393.147 € 1.739.654 € 73.821
Totaal voorzieningen
€
3.540.421
€ 2.536.457
E. LANGLOPENDE SCHULDEN I. Ministerie van Financiën
€
3.490.382
€ 4.026.615
€
3.490.382
€ 4.026.615
€ €
920.288 408.277
€ 1.165.598 € 429.443
PASSIVA C. EIGEN VERMOGEN V. Egalisatiereserve Borstkanker V. Egalisatiereserve Baarmoederhalskanker V. Bestemmingsreserve reorganisatie Totaal eigen vermogen D. VOORZIENINGEN I Voorziening dienstjubilea II Voorziening persoonlijk levensfase beleid rechten III Voorziening groot onderhoud units IV Voorziening onderhoud units V Voorziening onderhoud mammografen VI Voorziening IMS kosten VI Voorziening reorganisatiekosten
F. KORTLOPENDE SCHULDEN I.I Crediteuren II. Belastingen, premies sociale verzekeringen en pensioenen
€
€
415.839
104.234
41
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
V. Overlopende passiva
€
2.292.044
€ 1.750.540
Totaal kortlopende schulden
€
3.620.609
€ 3.345.580
Totaal passiva
€
12.752.786
€ 12.260.408
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
A. Baten I RIVM reguliere subsidies I RIVM frictiekostensubsidie I RIVM meerkostensubsidie I Bijdrage regio Zuid V. Overige subsidies
€ 19.600.371 € 261.678 € 629.714 € 809.813 € -
€ 18.355.400 € 55.343 € 1.135.671 € 725.555 € -
€ 18.574.324 € 127.678 € 1.318.064 € 724.914 € -
Totaal
€ 21.301.576
€ 20.271.969
€ 20.744.980
B. Lasten II. Personeelskosten Salarissen incl. vakantietoeslag Sociale lasten Personeel niet in loondienst Overige personele kosten
€ € € €
5.576.765 1.252.801 6.291.547 696.950
€ 5.558.847 € 1.092.682 € 5.911.227 € 716.139
€ € € €
€ 13.818.062
€ 13.278.895
€ 13.404.516
III. Afschrijvingen vaste activa
€
1.004.833
€
914.759
€
854.127
IV. Overige lasten Variabele kosten screening Vaste kosten screening Lokaal gebonden kosten units Huisvestingslasten Organisatiekosten Frictiekosten Structurele meerkosten
€ € € € € € €
1.576.871 974.353 211.470 603.954 645.787 275.978 2.422.941
€ 1.557.121 € 899.998 € 264.115 € 621.925 € 810.459 € 55.343 € 1.938.184
€ € € € € € €
1.491.690 896.418 246.428 601.825 736.269 127.678 2.017.706
IV Totaal Overige lasten
€
6.711.354
€ 6.147.145
€
6.118.014
Overige baten / lasten
€
52.695
€
10.000
€
239.087
Totale bedrijfslasten
€ 21.586.944
€ 20.350.799
€
20.615.744
Resultaat voor financiële baten en lasten
€
€
€
129.236
Staat van baten en lasten
-285.368
-78.830
5.297.584 1.137.442 6.309.400 660.090
C. Financiële baten en lasten
42
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
I. Rentebaten
€
28.817
€
21.000
€
33.984
II. Rentelasten incl bankkosten
€
138.935
€
139.120
€
156.787
€
110.118
€
118.120
€
122.803
Totale lasten
€ 21.697.062
€ 20.468.919
€ 20.738.547
Resultaat na financiele baten en lasten
€
-395.486
€
€
6.433
€
-508.631
€
-471.326
€ € €
244.587 -131.442 -395.486
€ € €
477.759 6.433
Bestemming resultaat Onttrekking/Toevoeging reserve Borstkanker Onttrekking/Toevoeging reserve Baarmoederhalskanker Toevoeging bestemmingsreserve Resultaat
-196.950
Kasstroomoverzicht Kasstroom uit operationele activiteiten
2011
2010
Resultaat voor financiële baten en lasten Afwikkeling subsidie 2009
€ €
€ €
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
€ 1.237.852 € 1.003.964
€ 690.222 € 1.249.693
€ 1.956.448
€ 2.068.152
€ € € € €
€ -726 € -752.236 € -408.581 € -122.031 € -1.283.574
Veranderingen in het werkkapitaal Voorraden Vorderingen Overlopende activa Kortlopende schulden (exclusief aflossingsverplichting)
-285.368 -
2.830 -480.191 -46.637 592.638 68.640
-129.236 -999
Kasstroom uit operationale activiteiten
€ 2.025.088
€
784.578
Kasstroom uit investerings- en financierings activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen Leningen Aflossing leningen Financiële baten en lasten Kasstroom uit investerings en financieringsactiviteiten
€ -1.705.779 € € € -708.738 € -110.118 € -2.524.635
€ € € € € €
-605.203 513.744 451.705 -506.544 -122.803 -269.101
Mutatie geldmiddelen
€
€
515.477
-499.548
43
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Aansluiting met de balans: Liquide middelen per 31-12-2010 en 2009 Liquide middelen per 31-12-2011 en 2010
€ 3.393.826 € 2.894.278
€ 2.998.813 € 3.393.826
Toename liquide middelen
€ -499.548
€
3.1.2
395.013
ICT/facilitair
Bevolkingsonderzoek Zuid-West maakt voor vrijwel al haar activiteiten intensief gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Hieronder vallen niet alleen de automatisering en informatievoorziening, maar ook de telefonie. In het rapport ‘ICT omgeving regio Zuid-West’ d.d. 13 maart 2010 is de doelstelling geformuleerd dat de kantoorautomatisering, het beheer en exploitatie van het datacenter en gebruikersondersteuning door een eigen ICT afdeling zullen worden verzorgd. Dit heeft in eerste instantie geleid tot de inrichting en het in gebruik nemen van een nieuw datacenter in Vlaardingen per 13 december 2010. Op 30 mei en 1 juni 2011 is het datacenter gelijktijdig met de verhuizing van de locatie Vlaardingen naar de Zorgboulevard in Rotterdam verplaatst. Tevens is op dat moment voor de locatie Rotterdam een nieuwe telefooncentrale in gebruik genomen die gebaseerd is op de VOIP technologie. Op 9 september 2011 is BK Leiden aangesloten op de telefooncentrale van Rotterdam. BMHK Leiden zou om een aantal praktische redenen tot aan de verhuizing naar Rotterdam gebruik blijven maken van eigen ICT en telefonie. Met deze technieken is de interne en externe communicatie sterk verbeterd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk geworden om het call center van locatie BK Leiden vanuit Rotterdam over te nemen als daartoe noodzaak was. De ervaringen hebben uitgewezen dat deze mogelijkheid een oplossing biedt aan de werkdruk van de cliënten administratie van BK Leiden.Verder is daarmee de bereikbaarheid van de medewerkers werkplek onafhankelijk geworden. Tot 1 juli 2011 maakte locatie BK Leiden voor de kantoorautomatisering gebruik van de diensten van het Integraal kankercentrum West in Leiden. Per die datum zijn alle BK Leiden data van de servers van het IKW overgezet naar het datacenter van BOZW Rotterdam, en is BK Leiden verbonden met het netwerk van locatie Rotterdam en gebruik gaan maken van de diensten van het datacenter Rotterdam. Leiden is tegelijk gebruik gaan maken van nieuwe PC’s en monitoren, en net als locatie Rotterdam van Windows 7 en Office 2010. Met ingang van 1 augustus 2011 zijn alle ICT-medewerkers van BOZW organisatorisch binnen één afdeling ondergebracht onder Bedrijfsvoering. Een deel van de medewerkers werkte nog in Leiden. Het beheer van de infrastructuur en de ondersteuning van de werkplekken van Rotterdam en BK Leiden zijn vanaf 1 juli 2011 door de afdeling ICT in Rotterdam gevoerd. Daartoe is een ICT helpdesk opgezet. De ICT beheeractiviteiten ten behoeve van BMHK Leiden zouden pas plaats gaan vinden vanaf de verhuizing van deze locatie naar Rotterdam die medio 2012 gepland was. 3.1.3
Voorlichting en communicatie
De communicatie afdeling van Bevolkingsonderzoek Zuid-West is in 2011 verder gegaan met de efficiëntieslag om steeds meer zaken centraal op te pakken. Al het drukwerk is vanaf medio 2011 gecentraliseerd en ook de organisatie beleidsdag, personeelsuitjes t.b.v. de reorganisatie en opkomst bevorderderende projecten verlopen sinds 2011 vanuit één afdeling. Nadat in 2010 een begin gemaakt was met de centralisatie (opmaak van de brieven naar cliënten, communicatie naar ketenpartners en interne communicatiemiddelen als de Screenflits en de digiScoop) is de afdeling in 2011 geheel centraal gaan werken. Interne communicatie In het kader van de reorganisatie zijn diverse communicatiemiddelen vanuit de afdeling ingezet om over de vorderingen te vertellen.
44
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Beleidsdag De beleidsdag 2011 stond in het teken van ‘de toekomst’ de toekomst van Bevolkingsonderzoek ZuidWest. Onder leiding van een extern bureau hebben 60 medewerkers, verdeeld in 7 groepen een gelijk aantall stellingen uitgediept om deze vervolgens te visualiseren op een moodboard. Tijdens het middag gedeelte, waarbij alle deelnemers aanwezig’ waren, zijn de stellingen en de uitwerkingen gepresenteerd. De presentaties werden afgesloten met een show van een illusionist waarna er met zijn allen genoten kon worden van een heerlijk buffet. Speeddaten Nadat bekend werd dat de nieuwe toekomstige locatie op de Zorgboulevard in Rotterdam was, bleek er behoefte te zijn onder de kantoormedewerkers om elkaar op een informele wijze beter te leren kennen. Begin 2011 kwamen daarom Rotterdamse en Leidse kantoorcollega’s in Den Haag bij elkaar om onder leiding van een extern bureau op een ludieke manier, met een speeddate, nader kennis met elkaar te maken. DigiScoop In 2011 zijn zeven DigiScoops uitgebracht, waarin verteld werd over de vorderingen van de reorganisatie. Naast de stukken van de Raad van Bestuur, hebben ook de OR en HRM vaste rubrieken om zo iedereen over behaalde en verwachte resultaten te informeren. Tevens koppelden de verschillende projectgroepen de status terug in dit digitale personeelsblad. Screenflits Naast de DigiScoop heeft de afdeling in 2011 vier keer een Screenflits verstuurd. De Screenflits is het interne informatiebulletin voor medewerkers van Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Ook wordt de Screenflits ter informatie naar collega screeningsorganisaties, de Raad van Toezicht en de Adviesraden gestuurd. Begin 2011 zijn de resultaten van de enquête over de Screenflits gepubliceerd en op basis van de uitkomsten de inhoud en indeling gewijzigd. De belangrijkste uitkomsten zijn dat van de respondenten 76,33% Screenflits helemaal leest en 26,67% globaal. Het beste wordt de rubriek ‘Afdeling/Unit in beeld’ gewaardeerd met een gemiddeld cijfer van 7,7. Een uitgifte van 4 à 5 keer paar jaar vindt men goed.
Verhuizing Voor de verhuizing van locatie Vlaardingen naar Rotterdam werd niet alleen de verzending van de verhuiskaarten gecoördineerd, maar ook de pers ingelicht en een ‘Verhuiswijzer’ gemaakt met hierin alle praktische informatie over het nieuwe pand, de nieuwe werkplekken en de nieuwe werkregels, zoals de ‘clean desk policy’.
45
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Clean desk policy Om elk bureau werkbaar te maken én te houden, is bij de kantoormedewerkers aandacht besteed aan clean desk policy. In de Screenflits en op Intranet is aangegeven hoe we na de verhuizing met de werkplek willen omgaan. Omdat in het nieuwe kantoor in Rotterdam met flexplekken wordt gewerkt, is op ieder bureau een muismat gelegd met daarin de “clean desk” regels.
Opening SE 52 De SE52 is op 23 juni 2012 op feestelijke wijze geopend. Er was veel belangstelling en het koor `Hoge Noot´ zette de opening op muzikale wijze luister bij.
Open Dag De geplande Open Dag van de gehele Zorgboulevard is in september niet doorgegaan vanwege de besmetting van de Klebsiella bacterie in het Maasstad ziekenhuis. Daarom heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West voor de medewerkers, familie, vrienden en overige relaties een Open Dag georganiseerd op 5 november 2011. Iedereen kon een kijkje nemen op de nieuwe of toekomstige werkplek. De opkomst was hoog. Circa 100 bezoekers kregen rondleidingen op ons gloednieuwe kantoor waar diverse collega’s enthousiast over hun werk vertelden en op de unit, waar de onderzoeksruimtes werden bezichtigd en een uitleg werd gegeven over de werking van de röntgenapparatuur. In de grote zaal op kantoor gaf radioloog drs. D. Urich een presentatie over de beoordeling van de gemaakte foto’s. Voor de kinderen was een kinderhoek ingericht. Intranet Via de website hebben medewerkers toegang tot een intranet. Hierop staat onder meer nieuws uit de organisatie, organisatiebeleid, informatie uit diverse afdeling en de ondernemingsraad, arbeidsvoorwaarden, een prikbord voor opmerkingen over de nieuwe huisvestiging, een maandelijkse poll en foto’s van belangrijke gebeurtenissen binnen de organisatie. Externe communicatie Screen Begin april is het relatiemagazine Screen van Bevolkingsonderzoek ZuidWest verstuurd naar alle ketenpartners in de regio. Huisartsen, ziekenhuizen, laboratoria etc, worden op deze manier op de hoogte gehouden van ontwikkelingen binnen het bevolkingsonderzoek en regio Zuid-West specifiek. Website Voor de website www.bevolkingsonderzoekzuid-west.nl is samengewerkt met de andere screeningsorganisaties in Nederland. Landelijke Werkgroep Communicatie Eén van de communicatie adviseurs (jaarlijkse roulatie) neemt deel aan de Landelijke Werkgroep Communicatie (LWC). Ook op landelijk niveau worden taken, in samenwerking met het RIVM, zoveel mogelijk centraal opgepakt. De landelijke communicatie adviseurs nemen deel aan één van de twee onderliggende werkgroepen.
46
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Werkgroep 1: vergroten herkenbaarheid van- en kennis over bevolkingsonderzoeken via diverse media. Werkgroep 2: de communicatie in het primaire proces van uitnodiging t/m uitslag en verder. Bevolkingsonderzoek Zuid-West neemt deel aan werkgroep 1, waar het onderzoek naar de (on)mogelijkheden van Social Media in 2011 een belangrijk thema was. Samen met een extern adviseur is een plan opgesteld om in vijf fases te kijken welke discussies er online over het bevolkingsonderzoek plaatsvinden en door wie en waar ze plaatsvinden. Met deze informatie is gekeken of het bevolkingsonderzoek een zinvolle bijdrage kan leveren aan die discussies en of het vragen kan beantwoorden, onwaarheden kan weerleggen en angst of twijfel kan wegnemen. De uitkomsten hiervan worden in 2012 gepresenteerd en dan zal het besluit vallen of Bevolkingsonderzoek landelijk via Social Media in dialoog gaat met de cliënt. De LWC komt 5 à 6 keer per jaar bijeen. De werkgroepen zoveel als noodzakelijk. Leven & Lijf In 2011 is het magazine “leven & Lijf” voor het eerst LANDELIJK verspreid aan alle dertigjarige-vrouwen in Nederland. Er zijn 105.000 exemplaren gedrukt. Angela Schijf heeft als gasthoofdredacteur een belangrijke bijdrage geleverd aan de inhoud. Er is veel aandacht geweest voor deze eerste landelijke uitgave op de Nationale Gezondheidsbeurs in januari 2011. Op de beurs heeft Angela Schijf het eerste exemplaar overhandigd aan Annemarieke Rendering van VWS. Uit een effectmeting van GFK is duidelijk geworden dat het magazine de houding, kennis en de deelname-intentie verbetert/vergroot en vrouwen zich beter geïnformeerd voelen over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Dit effect leek eind 2011 nog geen zichtbaar effect op de opkomst te hebben gehad. Voorlichtingsbijeenkomsten In oktober 2011 heeft de afdeling communicatie vier voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Eén met een vrouwenvereniging in Roelofarendsveen en drie in Den Haag, in samenwerking met het Medisch Centrum Haaglanden. Er was een bijeenkomst voor Marokkaanse vrouwen, één voor Surinaamse/Hindoestaanse vrouwen en één voor Turkse vrouwen. De bijeenkomsten voor Marokkaanse en Turkse vrouwen werden geheel in de eigen taal verzorgd. Om vrouwen te wijzen op deze voorlichtingsbijeenkomsten zijn 750 flyers verspreid; op de SE65, op de Haagse markt en in hammams/badhuizen, moskeeën, en binnen allerlei netwerken. Alle drie de voorlichtingsbijeenkomsten zijn redelijk goed bezocht. De bijeenkomsten werden als leuk, informatief en nuttig beschouwd. In het verlengde van de voorlichtingsbijeenkomsten, heeft BOZW op 27 en 28 oktober de SE68 bij het MCH laten plaatsen. Opzet was, dat de deelnemers aan de voorlichtingsbijeenkomsten (en vrouwen uit hun omgeving) zich op deze twee dagen konden laten screenen. Uiteraard kon dit alleen bij vrouwen uit de doelgroep gedaan worden, die niet korter dan 6 maanden geleden een mammografie hadden laten maken. In totaal hebben 19 vrouwen de unit bezocht, waarvan 12 konden worden onderzocht. Door dit initiatief zijn veel nieuwe contacten opgedaan binnen de organisaties rondom allochtonen in de regio Den Haag. Omdat de opkomst, met name onder allochtonen in Rotterdam en Den Haag, nog steeds te laag is, is de afdeling communicatie bezig met een verkenning naar mogelijkheden om deze groep te bereiken. 3.1.4
Kwaliteit
2011 stond ook voor de afdeling kwaliteit in het teken van de harmonisatie van werkprocessen tussen Leiden en Rotterdam. In de werkgroep kwaliteit werd aan de hand van een nulmeting van extern
47
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
adviseur Sonja Akkerman bepaald wat de huidige situatie van het kwaliteit management systeem (KMS) op de drie locaties was en werd vervolgens de gewenste situatie bepaald. Gedurende het jaar is volgens planning de gewenste situatie gerealiseerd en is er een nieuw KMS voor alle bevolkingsonderzoeken van de regio Zuid- West opgezet. Kwaliteitshandboek De wens bestond al langer om over te gaan op een digitaal kwaliteitshandboek. Hiervoor is de keuze gevallen op SharePoint. Afdeling kwaliteit heeft de structuur voor het nieuwe handboek opgezet en deze is in september door Aspect ICT in SharePoint opgebouwd en geïnstalleerd. Hierna is begonnen met het vullen van het kwaliteitshandboek met procesbeschrijvingen en werkinstructies, deels is de afdeling kwaliteit hiervoor afhankelijk van de input van de overige werkgroepen die bezig zijn met de harmonisatie van de werkprocessen. Audit Van 26 t/m 28 oktober vond de externe DNV audit plaats, dit betrof een tussentijdse (periodieke) audit voor de BK Leiden en Rotterdam en een hercertificeringsaudit (verlenging certificaat) voor de BMHK Leiden. De eerste dag werd als eerste het management en kantoor Rotterdam geaudit. Op de tweede dag waren de SE 52, 54 ,66 en de CE Leiden aan de beurt. De laatste dag stond de gehele dag in het teken van de BMHK Leiden. Uit de externe audit volgden 3 observaties en 3 verbeterpunten waarvoor een plan van aanpak binnen drie maanden gemaakt moest worden. Dit is gebeurt met behulp van alle betrokkenen en goedgekeurd door DNV. De werkinstructies en procesbeschrijvingen zijn volgens schema gereviewd, zo nodig herzien en opnieuw verspreid. De volgende interne audit’s zijn gehouden door het Auditteam: 3.1 Lijst met veel gestelde vragen 4.4 Geen uitnodiging 4.1 Actualiseren GBA gegevens 4.2 Autorisatie beheer cliënten bestand 4.3 Mutaties cliëntenbestand 7.1 Procedure screeningsonderzoek 7.1.2 Richtlijnen cliëntendossier 7.1.5 Onvolledig onderzoek 11.4 Fotobespreking planning en inhoud 11.5 Rol van radiologen bij beoordeling HKZ norm Arbo HKZ norm P&O Medewerkers digitaal i.v.m. nieuwe digitale procedure Administratie BMHK Leiden; versturen pakketten ZuHa ’s Ziekteverzuimprocedure Planningsysteem SP expert Uit het merendeel van de interne audit’s zijn wijzigingen in de procesbeschrijvingen voortgekomen. Verbeterpunten uit de interne audit met P&O en Arbo zijn opgenomen op de verbeterpuntenlijst. Kwaliteitsmetingen Ook dit jaar is de kwaliteitsmeter “uitlopen wachttijd op de SE” gehouden. Het “uitlopen van de wachttijd” is gemeten op de SE 65, 66, 68 en 69 De norm voor deze kritische factor is: bij 80% van de cliënten is de wachttijd tussen uitnodigingstijdstip en tijdstip dat de cliënt mag gaan, minder dan 20 minuten. Uit de kwaliteitsmeting bleek dat we nog steeds aan de gestelde HKZ norm voldoen.
48
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Ketenpartneronderzoek Eind 2011 is er enquête verstuurd onder de tehuizen van de regio West. In deze enquêtes is gevraagd naar hoe men in het algemeen de samenwerking ervaart met het Bevolkingsonderzoek Zuid- West maar daarnaast is ook inhoudelijk ingegaan op de wijze van uitnodigen van de tehuis cliënten. De uitkomsten zijn in januari 2012 verwerkt. 3.1.5
Overzicht klachten, complimenten en suggesties
Inleiding Per 1 januari 2011 is de regionale klachtencommissie voor het zuidelijke deel van de screeningsregio opgeheven. Per die datum heeft de organisatie zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie. Het westelijke deel van de organisatie had zich al eerder geschaard onder die commissie. De landelijke werkgroep klachten (LWKL), met een linking pin in zowel het OMB als het OMC, kwam in 2011 regelmatig bijeen. Hieruit is een door het BOS goedgekeurde landelijke klachtenregeling voortgekomen. Ook is hard gewerkt aan de opzet van een landelijk klachtenregistratiesysteem. Helaas is het ondanks alle inspanningen in 2011 niet gelukt om dit operationeel te krijgen. Wel registreerde iedere screeningsregio in 2011 al volgens de landelijk vastgestelde categorieën, die in onderstaande tabel genoemd staan. Deze registratie zal het mogelijk maken om landelijk vergelijkingen te trekken. Onderstaand worden de klachten beschreven die binnenkwamen met betrekking tot het bevolkingsonderzoek borstkanker. Met betrekking tot het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker kwam in 2011 één organisatorische klacht binnen. Klachten regiodeel ‘Zuid’ In 2011 kwamen 222 klachten binnen. Het aantal klachten met betrekking tot Bejegening (31) en Pijn (46) was verhoudingsgewijs hoog, maar dit jaar nam ook het aantal klachten met betrekking tot Verwonding (21) een vlucht. De huid onder de borst is vaak dun en teer. De laboranten proberen waar mogelijk te voorkomen dat de huid beschadigt en zij zijn zich bewust van het feit dat een beschadiging langzaam heelt. 36 Klachten betroffen meerdere categorieën. Hierbij is opvallend dat de combinatie Pijn en Bejegening vaak voorkomt. De wijze waarop de cliënt het onderzoek ervaart, lijkt nauw samen te hangen met de manier waarop zij wordt bejegend. In 2011 kwamen 47 complimenten binnen. De meeste cliënten die een klacht indienden over de Standplaats/locatie klaagden over de locatie van de mobiele screeningseenheid in Vlaardingen (109 van de 118). Men schreef dat de locatie van de unit Vlaardingen moeilijk te vinden was. In het verleden stond de screeningseenheid bij het Holy ziekenhuis. Dit ziekenhuis bestaat niet meer, waardoor er naar een andere standplaats in Vlaardingen gezocht moest worden. De samenwerking met de gemeente Vlaardingen verloopt sindsdien moeizaam. In 2009 is al geprobeerd een andere locatie in Vlaardingen te realiseren. De standplaats dient aan een aantal criteria te voldoen op het gebied van stabiliteit, mogelijkheid van zware belasting van het elektriciteitsnet en bereikbaarheid/parkeergelegenheid. Helaas was er twee jaar geleden volgens de gemeente geen locatie binnen de gemeente Vlaardingen die aan deze criteria voldeed. Begin 2011, ruim op tijd voor de start van de onderzoeksronde, heeft de afdeling Planning de gemeente Vlaardingen opnieuw verzocht om een geschikte standplaats te vinden. De duur van de onderzoeksronde, de grootte van de screeningseenheid en bovengenoemde eisen maakten dit moeilijk. Uiteindelijk heeft de gemeente de voor de inwoners van de gemeente Vlaardingen verre van ideale standplaats aan de Industrieweg aangewezen. Na lang aandringen vanuit de organisatie heeft de gemeente een bord neergezet om duidelijk aan te wijzen waar de screeningsunit stond. De hoop was dat de unit daarna beter te vinden zou zijn, maar dat bord bleek helaas niet afdoende. Het bleef tot het eind moeizaam communiceren met de gemeente Vlaardingen, maar van de kant van het bevolkingsonderzoek borstkanker is blijvend getracht de situatie te verbeteren. Voor de laboranten in de screeningseenheid zorgde de aanhoudende stroom klachten voor extra werkdruk. Mocht het vinden van een geschikte standplaats in de volgende onderzoeksronde opnieuw op problemen stuiten, dan zal in de uitnodigingsbrief worden gewezen op de rol die de gemeente Vlaardingen daarin speelt. Ook zal in de screeningseenheid een brief worden opgehangen in de
49
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
wachtruimte waarin duidelijk uitleg wordt gegeven. Dit alles in de hoop een dergelijke stroom klachten te voorkomen. Klachten regiodeel “West” In 2011 kwamen 158 klachten binnen. Behalve klachten kwamen er reacties binnen die bestonden uit complimenten, suggesties en vragen. Het totaal aantal reacties bedroeg 499. De 207 complimenten betroffen de categorieën Bejegening (138), Organisatorisch (53) en Standplaats/locatie (16). De suggesties en vragen staan in onderstaande tabel vermeld onder de categorie Overig. Er kwamen 5 suggesties binnen met betrekking tot de categorie Organisatorisch en 8 m.b.t. de categorie Standplaats/locatie. Ook de meeste vragen waren van organisatorische aard (117) en er kwamen 4 vragen m.b.t. de Leeftijdsgrenzen binnen. Er wordt naar gestreefd om de drempel tot reageren zo laag mogelijk te houden. Er is brede mogelijkheid tot reageren. Reacties kunnen binnenkomen via e-mail, de reactiefolder, telefonisch of schriftelijk. Op de website is een link geplaatst om een reactieformulier in te vullen of hoe contact op te nemen met de klachtenfunctionaris. Elke cliënt die haar reactie voorziet van haar gegevens krijgt antwoord van de klachtenfunctionaris. Verhoudingsgewijs waren er erg veel klachten over de Standplaats/locatie. Dit was vooral te wijten aan de uitbreiding naar twee mammografieën met twee laborantenteams op de vaste locatie in Den Haag. Deze uitbreiding in capaciteit werd opgevuld door het uitnodigen van randgemeenten zoals Voorburg en een gedeelte van Rijswijk. Veel dames klaagden over de toegenomen reistijd. Daarnaast stond er in Rijswijk conform de planning ook nog een verrijdbare unit waardoor een gedeelte van de bewoners van Rijswijk wel in de plaats zelf gescreend werden en anderen naar Den Haag moesten. Er was al wel een extra brief bij de uitnodiging gevoegd om wat uitleg te geven waarom men uitgenodigd werd in Den Haag. Na ontvangst van een aantal klachten is deze brief verduidelijkt en daarnaast is er een verklarende brief op de screeningsunit gehangen. Landelijke klachtencommissie. In 2011 heeft de klachtencommissie één klacht uit de regio Zuid-West behandeld. De klager wilde geen gebruik maken van de mogelijkheid tot hoor-wederhoor. De klacht is daarom geheel schriftelijk afgehandeld. De klacht werd ongegrond verklaard. Tabel In onderstaande tabel worden de klachten en complimenten voor de gehele regio cijfermatig weergegeven. Overzicht Klachten Categorie klacht Bejegening Leeftijdsgrenzen
2011 46 4
Medisch
13
Organisatorisch
65
Pijn
63
Verwonding
25
Standplaats/locatie
198
Overig
136
Totaal
550
Complimenten
254
50
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
HRM Medewerker onderzoek In 2011 heeft onderzoeksbureau Effectory een medewerker onderzoek voor de 5 regionale screeningsorganisaties uitgevoerd. De voorbereiding en coördinatie vond plaats in overleg met de landelijke werkgroep P&O. Deze voorbereiding bestond onder andere uit het samenstellen van de vragenlijsten, waarbij voor iedere regio 10 extra vragen met betrekking tot specifieke thema’s konden worden opgenomen. Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft deze 10 vragen gericht op het lopende traject van fusie, reorganisatie en centralisatie. De rapportages zijn zodanig opgesteld dat het onderscheid tussen de locaties in Rotterdam en Leiden apart en als geheel in kaart is gebracht. In de rapportage zijn de scores qua benchmark afgezet tegen het totaal van de 5 regionale screeningsorganisaties én tegen de landelijke scores van branchegenoten “samen beter”. Effectory heeft naast de uitgebreide rapportage de resultaten, conclusies en aanbevelingen gepresenteerd in een bijeenkomst. De respons van de medewerkers bedroeg 66,2% (benchmark: landelijke screeningsorganisatie 75,1%; samen beter 57,6%). De algemene tevredenheid werd gewaardeerd op 7,3 (benchmark: landelijke screeningsorganisatie 7,5; samen beter 7,2). De voornaamste aandachtspunten – waar door de medewerkers een mindere waardering voor is afgegeven – waren de organisatieveranderingen, het management en de communicatie. Deze onderwerpen krijgen aandacht in de overleggen en uitwerking van de werkgroep cultuur. Met betrekking tot het management moet vermeld worden dat op het moment van meting (nog) geen management team was aangesteld en dat er enig verloop onder leidinggevenden is geweest. Het medewerker onderzoek wordt om de drie jaar uitgevoerd. Arbo In 2011 is er een Arbocommissie voor de nieuwe organisatie samengesteld. De Arbocommissie is samengesteld uit de Arbocoördinator/preventiemedewerker, de stralingsdeskundige en twee ORleden. De Arbocommissie heeft in 2011 driemaal vergaderd. Tijdens deze vergaderingen worden de arbeidsomstandigheden uit meerdere invalshoeken bekeken en besproken. De Arbocommissie heeft bijgedragen aan de opzet van een Arbobeleidsplan voor de periode 2012-2016. De aantrekkelijk geharmoniseerde “fitregeling” heeft er voor gezorgd dat meer medewerkers zijn gaan sporten. In 2011 hebben ongeveer 100 medewerkers gebruik gemaakt van de vergoedingsregeling. De fysiotherapeut heeft in 2011 alle screeningsunits bezocht en de daar werkzame laboranten voorlichting en advies gegeven over de werkhouding. Er heeft in 2011 overleg plaatsgevonden tussen de fysiotherapeut, de bedrijfsarts, de Arbocoördinator/ preventiemedewerker en de managers screening. Eind 2011 zijn de voorbereidingen getroffen voor de reanimatie- en bluscursussen van de laboranten welke in het eerste kwartaal van 2012 worden uitgevoerd. De nieuwe en bestaande BHV medewerkers van de organisatie zijn opgeleid. Met het inrichten van de Zorgboulevard is ook gekeken naar de arbeidsomstandigheden en de veiligheid. Deze staan beschreven in het BHV-plan. Hiermee zijn de voorbereidingen voor de BHV organisatie getroffen.
51
J a a r v e r s l a g 3.1.6
2 0 1 1
Administratieve processen
Digitalisering Met de uitrol van de laatste digitale unit in januari 2010 is de analoge werkwijze verleden tijd. Dit betekende echter niet dat het project afgerond kon worden. Vanaf 2008 is hard gewerkt aan het e inscannen van de analoge beelden (priors) uit de vorige onderzoeksronde. In het 3 kwartaal 2011 is dit grotendeels afgerond. Ten gevolge hiervan zijn de archiefwerkzaamheden in Rotterdam komen te vervallen. In Leiden zullen deze met de verhuizing in mei 2012 komen te vervallen. (In 2012 zullen nog de analoge beelden worden ingescand van cliënten die de afgelopen twee onderzoekronden hebben overgeslagen en nu weer willen deelnemen.) Harmonisatie werkprocessen In maart 2011 zijn de werkgroepen gestart met de harmonisatie van de administratieve werkprocessen. Er zijn 4 werkgroepen, Callcenter, Facilitair, IMS en Medisch secretariaat. In deze werkgroepen moeten keuze worden gemaakt voor de beste werkwijze of een geheel nieuw werkproces worden bedacht. Callcenter In Rotterdam is het callcenter direct ingericht voor zowel de informatielijnen baarmoederhalskanker, borstkanker en dikke darmkanker. In september 2011 is de telefooncentrale locatie borstkanker Leiden aangesloten op de locatie Rotterdam. Hierdoor is het mogelijk om elkaars informatielijn over te nemen of te ondersteunen. Na de verhuizing van beide locaties Leiden zullen zowel de baarmoederhalskanker als de borstkanker informatielijn worden geïntegreerd in Rotterdam. Facilitair De postkamer verzorgd voor zowel de baarmoederhalskanker als voor de borstkanker alle poststukken. Na de verhuizing van beide locaties Leiden zal het aantal poststukken verdubbelen. Eind 2011 is daarom een nieuwe couverteermachine besteld die deze aantallen snel en efficiënt kan verwerken. IMS/Medisch secretariaat Tussen beide werkgroepen is een grote overlap qua werkprocessen. Met deze reden is er een aantal gecombineerde overleggen geweest. Er is een aantal onderwerpen ter besluitvorming aan de Raad van Bestuur en de radiologen voorgelegd. In de tussentijd liep ook het IBOB 9-5 traject (zie ook hoofdstuk 1.2.2.). Hierdoor zijn versneld een aantal werkprocessen op elkaar afgestemd en direct ingevoerd. Voor de overige werkprocessen zijn er stage data voor betrokken medewerkers gepland. Dit zal in 2012 doorlopen. Hierna zullen deze werkprocessen verder worden vorm gegeven. 3.1.7
Screening
Minisymposium SE65 Op dinsdag 17 mei jl., is er op de vaste unit in Den Haag een minisymposium georganiseerd door Petra Bun en Rianne van der Wilden. Laboranten en enkele stafmedewerkers uit de regio Leiden en Rotterdam werden welkom geheten met een rijsttafel en een drankje. In een gevarieerd programma werd aandacht besteed aan de opkomstcijfers landelijk en regionaal, evaluatiecijfers landelijk en regionaal, de birads classificatie, MRI, vacuümbiopt en laboranten codering en aanvullende opnames. Alle sprekers wisten met een professionele en boeiende presentatie het publiek, wat uit ongeveer 50 personen bestond, te boeien. Omdat er tijdens de presentaties diverse vragen door de presentatoren werden gesteld aan het publiek werd iedereen betrokken en werd ieders kennis getest. Er werd bij alle presentaties ruimte geboden voor vragen die uitgebreid en ruim beantwoord werden. De avond was een groot succes waarbij iedereen hoopt dat het een vervolg krijgt. Beloningsbeleid MBB’er in de screening De bestuurders van de landelijke screeningsorganisaties hebben gezamenlijk het initiatief genomen om voor de functie een landelijke eenduidige functienaam, -beschrijving en –waardering vast te stellen. In 2010 is de functie van MBB’er in de screening(medisch beeldvormend en bestralingsdeskundige) beschreven. In januari 2011 is de functie door FWG Advies volgens de FWGmethodiek gewaardeerd. Het door FWG Advies verstrekte indelingsadvies luidt een indeling van de functie van MBB’er in de screening in functiegroep 45.
52
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
De Raad van Bestuur heeft bezwaren ontvangen op de voorlopig vastgestelde indeling. Deze bezwaren zijn ter advies voorgelegd aan het CIBC, de landelijke bezwarencommissie. De uitspraak van het CIBC en de eenduidige besluitvorming van de bestuurders zijn in december aan de laboranten gecommuniceerd. De indeling in functiegroep 45 is in dit besluit gehandhaafd. Bij de stichtingen BoBWest en SBBZWN werd tot 1 januari 2011 onderling een verschillend beloningsbeleid voor de functie van Screeningslaborant toegepast. De functie werd bij beide stichtingen volgens FWG-methodiek gewaardeerd en ingeschaald in functiegroep 45 van de bij de cao Ziekenhuizen behorende salarisschaal. In het kader van de harmonisatie tussen beide regio’s wordt met de ingangsdatum van een januari 2011: de datum van de juridische fusie een tijdelijke regeling gehanteerd. De regeling is van kracht tot 1 januari 2015. In 2014 zal de regeling en de noodzaak daartoe door de Raad van Bestuur worden geëvalueerd. Bestaande en toekomstige medewerkers in deze functie verkrijgen of behouden dit recht met ingang van 1 januari 2011. Als de regeling in 2015 niet zal worden gecontinueerd, behouden de op dat moment in dienst zijnde medewerkers in deze functie het verkregen recht. Uitvoering van de tijdelijke regeling voor de functie van MBB’er in de screening: Medewerkers die op 1 januari 2011 korter dan 1 jaar zijn ingeschaald in functiegroep 45, anciënniteit 10, inpassingsnummer 28 of lager, krijgen het perspectief op een uitloop van 2 extra periodieken (tot inpassings-nummer 30) waarbij de verhogingen jaarlijks worden toegepast op de periodiekdatum. Medewerkers die op 1 januari 2011 langer dan 1 jaar zijn ingeschaald in functiegroep 45, anciënniteit 10, inpassingsnummer 28, krijgen met terugwerkende kracht per 1 januari 2011 een verhoging naar inpassings-nummer 29 en per 1 januari 2012 een verhoging naar inpassingsnummer 30. Harmonisatie werkprocessen. Op 7 maart vond de kick-off bijeenkomst van de werkgroepen die de harmonisatie van alle processen die met de afdeling screening te maken hebben gaan uitvoeren. De werkgroepen hebben een overzicht gemaakt van welke werkzaamheden er zijn en wat de verschillende manieren zijn waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd. De volgende stap was om een keuze te maken uit al die verschillende manieren van werken en dan tot een besluit te komen wat de beste manier van uitvoeren is voor Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Uiteindelijk wordt de nieuwe werkwijze in een stroomschema uitgewerkt. De managers screening hebben de werkprocessen die binnen de afdeling toegepast worden, verdeeld over vijf verschillende (sub-)werkgroepen, te weten: 1. Reguliere werkprocessen 2. IMS-gerelateerde werkprocessen 3. Standplaatsbeheer 4. Planning 5. Managers screening Voor de reguliere en IMS gerelateerde werkprocessen zijn alle werkprocessen geïnventariseerd en wanneer er verschillen geconstateerd zijn, is het gewenst proces ter advisering aan de managers screening aangeboden. De processen werden verdeeld in enerzijds processen die door de kwaliteitsfunctionaris in een format gezet kunnen worden en anderzijds processen waarbij een uniforme werkwijze wenselijk is op het moment van samengaan. Daarnaast zijn er ook processen die aangepast moesten worden n.a.v. landelijk bepaalde richtlijnen. Het streven was om alle primaire processen geharmoniseerd te hebben op het moment van het fysiek samengaan van beide kantoor te Rotterdam in 2012. SP Expert Binnen regio Leiden wordt op de afdeling planning al enige tijd naar tevredenheid gewerkt met het rooster- en urenregistratiesysteem SP Expert. Ook in regio Rotterdam is medio 2011 een start gemaakt op de afdeling planning met SP Expert. Met dit systeem is het mogelijk om één personeelsplanning te maken voor alle screeningseenheden (SE’s). Het systeem verzorgt de (contract)uren-registratie en kan gebruikt worden om prognoses te maken met betrekking tot de personeelsbezetting en te behalen productie. Hierdoor kan binnen de organisatie effectief worden ingespeeld op veranderende situaties en kan het interval beter beheerst worden. Er is door een projectgroep hard gewerkt aan de invoer van SP Expert binnen de hele organisatie. De opleidingen en instructiebijeenkomsten zijn inmiddels voltooid. Het is de bedoeling dat de medewerkers hun verzoeken kunnen indienen via de webterminal vanaf 2012. Als SP-Expert volledig
53
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
in gebruik is genomen, zal de applicatie verder worden ingericht naar de wensen van de gebruikers. Er zijn nog voldoende mogelijkheden die (nog) niet benut worden. Bijvoorbeeld het aanleggen van koppelingen met andere applicaties zoals Beaufort of IBOB.
54
J a a r v e r s l a g Bijlage 1
2 0 1 1
Samenstelling Raad van Toezicht, OR-en en Adviesraden (31 december 2011)
Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Zuid-West per 31 december 2011 mw. J.R. Reuwer-Verheij, wethouder gemeente Papendrecht, voorzitter mw. E. Timmers-van Klink, burgemeester van Oegstgeest, vice-voorzitter B.J.M. Deitmers, arts, MBA, lid Raad van Bestuur Triversum P.V.U. van Grevenstein, voorzitter Raad van Bestuur Bislife F.L. Haverkamp, CIO Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) mr. D.B. Zieren, advocaat Ploum Lodder Princen Adviesraad borstkanker drs. R.A.M. Damhuis, onderzoeker IKNL locatie Rotterdam, voorzitter drs. M.J. van Dijk, huisarts te Hoek van Holland mw. dr. I. Mares-Engelberts, chirurg Vlietlandziekenhuis mw. mr. A.G. Scheele-Mülder, lid namens de doelgroep drs. D. Urich, screeningsradioloog dr. P.J. Westenend, patholoog , Albert Schweitzerziekenhuis Dordrecht dr. O. de Zwart, directeur GGD Rotterdam-Rijnmond Adviesraad SBKZ drs. R.A.M. Damhuis, onderzoeker IKNL locatie Rotterdam, voorzitter drs. M.J. van Dijk, huisarts te Hoek van Holland mw. dr. A.C. van Hof, gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis Rotterdam dr. O. de Zwart, directeur GGD Rotterdam-Rijnmond Centrale ondernemingsraad (COR) Marjolijn Anemaat Hermien Loos Harry Verschuur Jolanda van Leeuwen Hella den Besten Everdien van Seijen Eric Deegenaars Aafke Halma (ambtelijk secretaris) Ondernemingsraad locatie borstkanker Leiden: Hermien Loos (voorzitter) Everdien van Seijen Harry Verschuur Karine de Pooter Simone Kors Personeelsvertegenwoordiging locatie baarmoederhalskanker Leiden Eric Deegenaars Petra Hoek Ondernemingsraad locatie Rotterdam: Marjolijn Anemaat (voorzitter) Jolanda van Leeuwen (secretaris)
Hella den Besten Hanneke Nicolakos
55
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
56
J a a r v e r s l a g Bijlage 2
2 0 1 1
Deelname bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente
Gemeentecode Gemeentenaam 482 Alblasserdam
Uitnod.
Onderz.
Opkomst 2011 (%)
Opkomst 2009 (%)
2.664
2.174
81,6
81,5
10.279
8.452
82,2
83
491 Bergambacht
1.501
1.314
87,5
89
501 Brielle
2.698
2.274
84,3
82,4
502 Capelle aan den IJssel
8.944
6.494
72,6
70,2
503 Rijswijk
7.856
6.025
76,7
79
504 Dirksland
1.166
961
82,4
78,6
484 Alphen aan den Rijn
511 Goedereede
1.733
1.429
82,5
81,5
513 Gouda
10.370
8.322
80,3
82,4
518 's-Gravenhage
32.388
22.427
69,2
67
3.143
2.632
83,7
84
534 Hillegom 537 Katwijk
8.613
7.189
83,5
84,5
546 Leiden
14.854
11.446
77,1
77,7
553 Lisse
3.500
2.998
85,7
86,6
559 Middelharnis
2.695
2.296
85,2
83,5
584 Oud-Beijerland
3.546
3.001
84,6
83
588 Korendijk
1.677
1.390
82,9
82,9
599 Rotterdam
50.837
35.241
69,3
70,1
611 Cromstrijen
2.123
1.844
86,9
80,7
612 Spijkenisse
11.539
9.165
79,4
80,7
614 Westvoorne
2.499
2.078
83,2
83,7
617 Strijen
1.453
1.272
87,5
85,1
11.369
8.837
77,7
79,9
623 Vlist
1.490
1.309
87,9
90
626 Voorschoten
3.829
3.147
82,2
84,6
637 Zoetermeer
18.886
15.037
79,6
81,1
638 Zoeterwoude
1.382
1.140
82,5
84,9
642 Zwijndrecht
7.142
5.726
80,2
80,5
643 Nederlek
2.231
1.934
86,7
88,3
644 Ouderkerk
1.156
1.015
87,8
88,7
664 Goes
5.812
4.744
81,6
80,6
678 Kapelle
1.763
1.526
86,6
83,8
687 Middelburg
7.654
6.052
79,1
78,8
694 Liesveld
1.360
1.178
86,6
85,2
703 Reimerswaal
2.628
2.125
80,9
80,9
707 Zederik
1.892
1.606
84,9
84,3
717 Veere
3.741
3.088
82,5
82,7
718 Vlissingen
6.976
5.473
78,5
77,2
10.825
8.601
79,5
78,9
1525 Teylingen
4.959
4.253
85,8
86
1621 Schoonhoven
1.859
1.607
86,4
88,2
1672 Rijnwoude
3.003
2.570
85,6
85,6
622 Vlaardingen
748 Bergen op Zoom
57
J a a r v e r s l a g Gemeentecode Gemeentenaam
Uitnod.
2 0 1 1 Onderz.
Opkomst 2011 (%)
1674 Roosendaal
11.892
9.797
1783 Westland
14.956
12.791
85,5
86,3
1884 Midden-Delfland
2.554
2.232
87,4
87,6
Zuidplas (alleen Moordrecht en 1892 Nieuwerkerk aan den Ijssel
4.575
3.849
84,1
83,5
Leidschendam-Voorburg (alleen Voorburg)
6.069
4.279
70,5
78,8
6.020
5.020
83,4
85,7
1916
1926 Pijnacker-Nootdorp
82,4
Opkomst 2009 (%)
81,1
58
J a a r v e r s l a g Bijlage 3
2 0 1 1
Deelname en passieve participatie baarmoederhalskanker per gemeente
Gemeente
Alblasserdam Albrandswaard Alphen aan den Rijn Barendrecht Bergambacht Bernisse Binnenmaas Bodegraven-Reeuwijk Borsele Boskoop Brielle Capelle a/d IJssel Cromstrijen Delft Den Haag Dirksland Dordrecht Giessenlanden Goedereede Goes Gorinchem Gouda Graafstroom Hardinxveld-Giessendam Hellevoetsluis Hendrik-Ido-Ambacht Hillegom Hulst Kaag & Braassem Kapelle Katwijk Korendijk Krimpen a/d IJssel Lansingerland Leerdam Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Liesveld Lisse Maassluis Middelburg Middelharnis Midden-Delfland Nederlek
Deelname
Antwoordkaart Non-respons
2011
2010
Uitgen.
aantal
%
%
aantal
%
aantal
%
838 1185 3508 2257 384 582 1299 1435 981 694 739 3249 575 4153 24285 356 5393 627 506 1635 1594 3348 416 694 1884 1242 941 1331 1182 550 2802 477 1244 2727 919 5555 1248 3384 417 1071 1409 2170 775 832 614
523 753 2551 1456 286 399 863 1059 670 479 485 1784 385 2560 11923 226 3136 465 348 1040 977 2353 276 476 1240 715 590 780 894 378 1908 326 916 1861 570 3264 874 1931 273 816 1021 1295 509 622 462
62,4 63,5 72,7 64,5 74,5 68,6 66,4 73,8 68,3 69,0 65,6 54,9 67,0 61,6 49,1 63,5 58,1 74,2 68,8 63,6 61,3 70,3 66,3 68,6 65,8 57,6 62,7 58,6 75,6 68,7 68,1 68,3 73,6 68,2 62,0 58,8 70,0 57,1 65,5 76,2 72,5 59,7 65,7 74,8 75,2
57,8 63,0 73,8 60,0 78,3 71,1 67,6 75,4 64,3 68,4 70,2 55,6 69,3 62,6 50,7 60,4 55,6 69,8 66,4 63,2 60,7 72,5 63,2 71,4 67,6 65,8 71,0 61,7 75,2 71,6 71,1 66,6 72,0 65,4 61,2 63,1 69,5 58,5 60,0 75,2 70,9 60,9 63,9 76,0 75,3
94 124 360 229 53 52 124 177 82 48 71 291 52 468 2228 58 427 56 47 131 145 344 44 77 172 123 121 150 136 56 346 38 134 261 81 514 116 384 33 101 141 180 114 77 62
11,2 10,5 10,3 10,1 13,8 8,9 9,5 12,3 8,4 6,9 9,6 9,0 9,0 11,3 9,2 16,3 7,9 8,9 9,3 8,0 9,1 10,3 10,6 11,1 9,1 9,9 12,9 11,3 11,5 10,2 12,3 8,0 10,8 9,6 8,8 9,3 9,3 11,3 7,9 9,4 10,0 8,3 14,7 9,3 10,1
221 308 597 572 45 131 312 199 229 167 183 1174 138 1125 10134 72 1830 106 111 464 472 651 96 141 472 404 230 401 152 116 548 113 194 605 268 1777 258 1069 111 154 247 695 152 133 90
26,4 26,0 17,0 25,3 11,7 22,5 24,0 13,9 23,3 24,1 24,8 36,1 24,0 27,1 41,7 20,2 33,9 16,9 21,9 28,4 29,6 19,4 23,1 20,3 25,1 32,5 24,4 30,1 12,9 21,1 19,6 23,7 15,6 22,2 29,2 32,0 20,7 31,6 26,6 14,4 17,5 32,0 19,6 16,0 14,7
59
J a a r v e r s l a g Gemeente Nieuwkoop Nieuw-Lekkerland Noord-Beveland Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Oostflakkee Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Pijnacker-Nootdorp Reimerswaal Ridderkerk Rijnwoude Rijswijk Rotterdam Schiedam Schoonhoven Schouwen-Duiveland Sliedrecht Sluis Spijkenisse Strijen Terneuzen Teylingen Tholen Veere Vlaardingen Vlissingen Vlist Voorschoten Waddinxveen Wassenaar Westland Westvoorne Zederik Zoetermeer Zoeterwoude Zuidplas Zwijndrecht Overige gemeenten totaal
1208 403 320 1188 683 1031 465 1105 354 1451 2386 906 1930 842 2177 28525 3564 513 1591 1038 1064 3532 425 2433 1649 1064 952 3292 1953 422 1136 1129 1165 4394 637 578 5829 363 1881 1992 4 181081
2 0 1 1
Deelname 871 72,1 244 60,5 177 55,3 880 74,1 437 64,0 740 71,8 306 65,8 756 68,4 265 74,9 905 62,4 1733 72,6 566 62,5 1193 61,8 608 72,2 1186 54,5 14213 49,8 2040 57,2 360 70,2 934 58,7 637 61,4 553 52,0 2151 60,9 283 66,6 1412 58,0 1264 76,7 703 66,1 596 62,6 2110 64,1 1134 58,1 326 77,3 757 66,6 814 72,1 561 48,2 3346 76,1 474 74,4 394 68,2 3482 59,7 266 73,3 1271 67,6 1141 57,3 1 25,0
75,1 59,1 57,7 73,9 65,6 69,3 68,0 66,7 76,4 63,1 72,8 62,6 61,9 71,0 55,9 48,4 57,2 72,5 57,4 58,8 55,2 59,7 68,2 60,1 77,7 60,5 66,1 63,5 58,8 79,0 71,4 76,2 47,5 77,6 70,0 63,0 61,1 74,1 73,5 58,2 48,7
108808
60,4
60,1
Antwoordkaart Non-respons 116 9,6 221 18,3 50 12,4 109 27,0 44 13,8 99 30,9 121 10,2 187 15,7 51 7,5 195 28,6 80 7,8 211 20,5 56 12,0 103 22,2 91 8,2 258 23,3 43 12,1 46 13,0 129 8,9 417 28,7 237 9,9 416 17,4 101 11,1 239 26,4 185 9,6 552 28,6 83 9,9 151 17,9 208 9,6 783 36,0 2111 7,4 12201 42,8 348 9,8 1176 33,0 73 14,2 80 15,6 128 8,0 529 33,2 127 12,2 274 26,4 107 10,1 404 38,0 324 9,2 1057 29,9 39 9,2 103 24,2 213 8,8 808 33,2 187 11,3 198 12,0 88 8,3 273 25,7 69 7,2 287 30,1 279 8,5 903 27,4 140 7,2 679 34,8 31 7,3 65 15,4 125 11,0 254 22,4 108 9,6 207 18,3 130 11,2 474 40,7 436 9,9 612 13,9 44 6,9 119 18,7 62 10,7 122 21,1 520 8,9 1827 31,3 26 7,2 71 19,6 187 9,9 423 22,5 219 11,0 632 31,7 1 25,0 2 50,0 16839
9,3
55434
30,6
60
J a a r v e r s l a g Bijlage 4
2 0 1 1
Definitieve opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2010
geboortejaar
voorlopige opkomst
definitieve opkomst
jaarverslag 2010
jaarverslag 2011
1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980
62,9% 65,1% 65,3% 65,3% 57,9% 57,4% 49,8%
65,7% 68,2% 68,1% 67,6% 65,3% 62,0% 57,6%
totaal
60,4%
65,0%
61
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
62
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Bijlage 5 Medewerkerslijst Raad van bestuur mevrouw M.L. Bot de heer W.W.J. Spijker
voorzitter Raad van Bestuur directeur/bestuurder Raad van bestuur
Medewerkers mevrouw J. van Aalst-van der Graaf
MBB'er in de screening
mevrouw A.E. van Aardenne-Hurstjes
MBB'er in de screening
mevrouw A. Albers-de Jong
MBB'er in de screening
mevrouw J.G.M. Ammerlaan-van der Geest
medewerker planning
mevrouw M. Anemaat-Ververs
coördinator planning
mevrouw T.A.R. Arendshorst-Minken
MBB'er in de screening
mevrouw M.J.E.M. Baghus
MBB'er in de screening
mevrouw C. Bakker-de Waard
MBB'er in de screening
mevrouw J. Bakker-Dogge
MBB'er in de screening / key-user
mevrouw C.G. Bakker-van Roon
MBB'er in de screening
mevrouw R.C. Bakker mevrouw A.E. van Ballegooie-Kooijman
secretaresse Raad van Bestuur / klachtenfunctionaris MBB'er in de screening
mevrouw J. van Barneveld-Marbus
medisch secretaresse
mevrouw G.I. Barnhoorn
secretaresse Raad van Bestuur
mevrouw M.M. van Basten-Oudshoorn
secretaresse
mevrouw W.H.M. van Beek
administratief medewerker
mevrouw S. v.d. Bent-Haveman
teamleider screeningseenheid
mevrouw H.H. den Besten-van Tuijl
hoofdlaborante
mevrouw R.M.E. de Bliek
MBB'er in de screening
mevrouw C. de Blok-Mastenbroek
medewerker afsprakenbureau
mevrouw E. Boekestijn-Buitelaar
MBB'er in de screening
de heer W.F.J.P. den Boer
controller
de heer A. Bongers
projectleider
mevrouw V.B.D. Bonte-de Vries
MBB'er in de screening
mevrouw E.F. Booij-Oudenes
MBB'er in de screening
mevrouw M.N. Boon-Vat
MBB'er in de screening
mevrouw J. Bosma-Miedema
MBB'er in de screening
mevrouw C.A. Bosma-van Doodewaard
MBB'er in de screening
mevrouw N. Bras
medewerker screeningsadministratie
mevrouw M. van Brenkelen-Smidtman
medewerker verwijzingseenheid
63
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Medewerkers mevrouw A.M. Brinkman-van den Bergh
MBB'er in de screening
mevrouw M.C. Brocken-Rutten
MBB'er in de screening
mevrouw W. Buiten
MBB'er in de screening
mevrouw G.L. Buysrogge
medewerker planning
mevrouw N.A. Cech-vd Berg
MBB'er in de screening
mevrouw M.A.F.J. Chin-A-Fat-Chang
gastvrouw
de heer J.L. Coenders
koerier
mevrouw M. Coevert
personeelsconsulent
mevrouw A.P.A.J. Coremans
MBB'er in de screening
mevrouw S. Dagyaran
salarisadministrateur
mevrouw A. Deege-Bon
MBB'er in de screening
de heer E.W. Deegenaars
systeembeheerder
mevrouw M.M.R. Degener-van Winden
MBB'er in de screening
mevrouw C. Deijl-van Helden
MBB'er in de screening
mevrouw M.L. Dessens-Massar mevrouw K.P.W. van Dijk-Erich
medewerker verwijzingseenheid / screeningsadministratie personeelsconsulent
mevrouw S.J.M. Donker-Hoogelander
medewerker communicatie
mevrouw E.L.M. Eenhuizen-Martin
MBB'er in de screening
de heer A. van der Elst mevrouw W.A.M. Engel-Romijn
applicatiebeheerder / medewerker screeningsadministratie MBB'er in de screening
mevrouw J.J. den Engelsman-Lucasse
MBB'er in de screening
mevrouw S. van Erkel-Pol
medewerker planning / screeningsadministratie
mevrouw B. Fassotte-van Leeuwen
MBB'er in de screening
mevrouw M.A. Fransen-Chaudron
MBB'er in de screening
mevrouw M.A. van der Giessen
MBB'er in de screening
mevrouw W.J.H. Giezekamp
medewerker centrale verzendingen
mevrouw V.A.S. Goddijn
medewerker planning
mevrouw I.M. Goderie-Ridderhof
medewerker screeningsadministratie
mevrouw L.B. van Goeije-Swartelé
medewerker screeningsadministratie
mevrouw B. Groenendijk-Oijevaar
MBB'er in de screening
mevrouw E.A.M. de Groot-Broekman
MBB'er in de screening
mevrouw L. Guijt
administratief medewerker
mevrouw A.C.J. Harper-van Peer
hoofdlaborante
mevrouw C.J. Hart
medewerker screeningsadministratie
mevrouw K. van der Have-Sas
medewerker screeningsadministratie
mevrouw W.M. Heijselaar
MBB'er in de screening
64
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Medewerkers mevrouw J. van den Heuvel-Griffioen
MBB'er in de screening
mevrouw P.C. Hoek
administratief medewerker
mevrouw M.L.J.J. Holland-Bruijnincx
MBB'er in de screening
mevrouw A. van Hoogenhuyze-Schorer
MBB'er in de screening
mevrouw W. Hubers-Mijnster
MBB'er in de screening
mevrouw C.F.A. Huberts-Huizing
MBB'er in de screening
mevrouw L.T. van Huizen-Weeda
MBB'er in de screening
mevrouw E.M.A. Huizing-Ribbens
medewerker screeningsadministratie
mevrouw M.C.C.A. Hurxkens-van Hoof
manager screening
mevrouw M.B. IJsselstijn-Nugteren
hoofdlaborante
mevrouw J.M. IJsselstijn-Tempelman
medewerker verwijzingseenheid
mevrouw J. van Iterson-van Welzen
medisch secretaresse
mevrouw K. Izelaar
manager administratieve organisatie
mevrouw E. Jaarsma
administratief medewerker
mevrouw M. Jaggie-Smit
MBB'er in de screening
mevrouw M.H. Jansen
medewerker planning
mevrouw B.C.P.P.C. Jongbloets-Muis
MBB'er in de screening
mevrouw C.C. Kaljouw-van Weele
medewerker financiële administratie
mevrouw H.J. van Kemenade-Evers
MBB'er in de screening
mevrouw A. Keserci
administratief medewerker
mevrouw M.M. Kimmel-Boonstoppel
MBB'er in de screening
mevrouw M.C. Klok-Sliep
administratief medewerker
mevrouw H.W.A. Kok-den Dunnen
MBB'er in de screening
mevrouw S.M. Kors-Landre
MBB'er in de screening
mevrouw M.M. van der Kraan-Waasdorp
directiesecretaresse
mevrouw C.C.B. Kruuk-van Aert
hoofdlaborante
mevrouw V.H. Kuijvenhoven-Crielaard
teamleider screeningseenheid
mevrouw A.M. van der Kwast
medewerker kwaliteit
mevrouw W.M. de Lange-Stuurstraat
MBB'er in de screening
mevrouw M.L. Langenberg
MBB'er in de screening
mevrouw J. van der Leest
MBB'er in de screening
mevrouw F.M. de Leeuw-van der Meer
medewerker financiële administratie
mevrouw S.E. van der Leeuw
MBB'er in de screening
mevrouw S. van Leeuwen-Kreeft
directiesecretaresse
mevrouw J.G.M. van Leeuwen-Pieterse
MBB'er in de screening
mevrouw S. Leideritz
stagebegeleider/ MBB'er in de screening
mevrouw K.B. Lodder-in 't Veld
MBB'er in de screening
65
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Medewerkers mevrouw P.W.J. Loef-Cranendonk
MBB'er in de screening
mevrouw C.J.G.M. te Loo-van de Laak
MBB'er in de screening
mevrouw H.E.M. Loos-Krosing
MBB'er in de screening
mevrouw M.H.T. Machielse-Leenders
MBB'er in de screening
mevrouw M.M. Manda-Wortman
teamleider screeningseenheid
de heer J. 't Mannetje
senior systeembeheerder
mevrouw H.W.M. Mathot-van Lint
MBB'er in de screening
mevrouw M.A.A. Mattijssen-Sins
MBB'er in de screening
mevrouw A.C. van de Meent-Jansen van Wigmont mevrouw M.M.F. van der Meij
MBB'er in de screening
mevrouw R.M. van der Meijden-Mons
MBB'er in de screening
mevrouw P.W.E. Mink
receptioniste / telefoniste
mevrouw E. Minnaard-Tazelaar
MBB'er in de screening
mevrouw M.A. de Mol-van de Niet
MBB'er in de screening
mevrouw W. Molenaar
MBB'er in de screening
mevrouw G.E.M. de Mooij
MBB'er in de screening
de heer E.R. Mossel-Schram
manager bedrijfsvoering
mevrouw C.A.J. Mul-Hollander
medewerker screeningsadministratie
mevrouw G. Naeije-Heikes
MBB'er in de screening
mevrouw H. Naimi
medisch secretaresse
mevrouw M. Navarro
administratief medewerker
mevrouw J.M. Nicolakos-Strieder
gastvrouw
mevrouw J. Nieuwstraten-Lagendijk
MBB'er in de screening
mevrouw T.J.A.M. Nijpels
MBB'er in de screening
mevrouw L.J. de Nooijer-Lambert
manager screening
mevrouw M. Noordegraaf-Versluis
MBB'er in de screening
de heer W.P. Noordhoek
systeem- en netwerkbeheerder
mevrouw C.A. Noorman-Heeren
MBB'er in de screening
mevrouw E. Nugteren
secretaresse
mevrouw L.N. Obertop-Keijzer
MBB'er in de screening
mevrouw M.E. van Osta
MBB'er in de screening
mevrouw J.C. Oudenaarden
MBB'er in de screening
mevrouw A. Ouwerkerk
MBB'er in de screening / key-user
mevrouw E.C.M. Overtoom
MBB'er in de screening
mevrouw C.J. Padmos
MBB'er in de screening
mevrouw E.J.E. Pama-Ceelie
MBB'er in de screening
MBB'er in de screening
66
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Medewerkers mevrouw M.E. van der Pijl
MBB'er in de screening
mevrouw M.A.W. van der Plas-Fonken
MBB'er in de screening
mevrouw D. Ploeg-van Dijke
MBB'er in de screening
mevrouw J.E. van der Poel-van Belois
medewerker screeningsadministratie
de heer T. Poot
koerier
mevrouw K.M.D. de Pooter
MBB'er in de screening
mevrouw M.M. Post
medewerker kwaliteit
mevrouw G.F. Postma
klachtenfunctionaris
mevrouw A.M. Remmerswaal-Woudsma
teamleider screeningseenheid
mevrouw S. de Reus-Lumpan
medewerker screeningsadministratie
mevrouw E.H. Rietbergen
administratief medewerker
mevrouw J. van Rossen-Galjaard
administratief medewerker
mevrouw M.E. de Ruiter-Knight
MBB'er in de screening
de heer S. Russchenberg
functioneel applicatie beheerder
mevrouw TH.A. Schoenmakers-Jansen
MBB'er in de screening
mevrouw B. Schreurs
MBB'er in de screening
mevrouw E.H.J. van Seijen-Meesters
MBB'er in de screening
mevrouw S. Sijtsma
teamleider screeningseenheid
mevrouw C.M.P.L. de Smit
instructielaborante / MBB'er in de screening
mevrouw A.M. Sobota-Kwaczynska
MBB'er in de screening
mevrouw J.S. Soemodipoero
teamleider screeningseenheid
mevrouw M.J.E. Somers-Jongeneelen
MBB'er in de screening
mevrouw W.M. Sorber
MBB'er in de screening
mevrouw E.A.M. Spierenburg-Omtzigt
receptioniste
mevrouw M. van Staaten-van der Meer
applicatiebeheerder
mevrouw A.C. Stalman-Lispet
assistent screening
mevrouw M.M. van der Steen-Gemarino
receptioniste
mevrouw E.C. van der Steen-van de Laar
gastvrouw
mevrouw A. van der Steen
beleidsadviseur
mevrouw S.T. Stienstra-Sie
administratief medewerker
mevrouw A.M. van Straaten
MBB'er in de screening
mevrouw M.C.A. Strick van Linschoten
medewerker planning
mevrouw C.H.M. Tanesha-Post
MBB'er in de screening
mevrouw M.T. Tauecchio-van Leusden
MBB'er in de screening
mevrouw H. Timmerman
instructielaborante / MBB'er in de screening
mevrouw J. Treurniet-Wassenaar
instructielaborante / hoofdlaborante
mevrouw S. de Troije-Kruithof
MBB'er in de screening
67
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Medewerkers mevrouw P.C. Troy-Koopman
MBB'er in de screening
mevrouw J.W. Veldhuis-van Wezel
directiesecretaresse
mevrouw M.H.C. Veldstra-van den Dool
MBB'er in de screening
mevrouw H.F.M. van Velzen-Piket
MBB'er in de screening
mevrouw K.N. Verhoeff
MBB'er in de screening
mevrouw S. Verlee-Hoevers
MBB'er in de screening
mevrouw J.M. Vermeulen – Pijnenborg
medewerker screeningsadministratie
mevrouw A.A. Vermeulen
medewerker screeningsadministratie
de heer H.D. Verschuur
applicatie- en systeembeheerder
mevrouw I. Ververs-Wessel
registratiemedewerker
mevrouw J.M. Vink-Boogaard
administratief medewerker
de heer R.P. Vink
koerier
mevrouw E.C. van der Vlis-Vester
communicatie adviseur
mevrouw M.O. Vredeling
MBB'er in de screening
mevrouw M.M. van der Waal
MBB'er in de screening
mevrouw M.J.M.Warmerdam
MBB'er in de screening
mevrouw P.W.M.M. van de WassenbergPostelmans mevrouw G.V.M. Weekamp – Scholte
MBB'er in de screening
mevrouw H.M. Weitering-Mostert
medewerker screeningsadministratie
mevrouw A.A.M.Welhuis
MBB'er in de screening
mevrouw G. Wervers-den Exter
MBB'er in de screening
mevrouw C. Wessels – Snoep
MBB'er in de screening
mevrouw M.M. van Westenbrugge-Massar
medewerker trial colonscreening
mevrouw J. Weststrate
MBB'er in de screening
mevrouw B.C. Wijnker
MBB'er in de screening
mevrouw M.A.Wisse-Boone
hoofdlaborante
mevrouw C.E.H.J. Witters-de Jongh
stagebegeleider / MBB'er in de screening
mevrouw K. Witvliet-van der Meijde
communicatie adviseur
mevrouw E.M. de Wolf
MBB'er in de screening
mevrouw M. Wolvekamp
MBB'er in de screening
mevrouw M.A. Yorks – Sedney
MBB'er in de screening
mevrouw M. van Yperen-Uijl
gastvrouw
mevrouw A. Zonneveld
MBB'er in de screening
mevrouw G.C.J. Zuyderwijk-Schalke
controller
de heer J. Zwaan
locatiemanager
MBB'er in de screening
68
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Bijlage 6 Verklarende woordenlijst en Afkortingen Afkortingen AED BoBWest CBS CIS COCOS CORERO CR CVB CVZ DR FH FOBT
FONA GBA FCR GGD g-FOBT GHOR HIS HKZ HPV IBOB i-FOBT IKC IKR IMS LGPB LRCB LVO LVG MOB MKSA MT MTO NHG NVAVG NVVP OR PAGO PGGM RCP RI&E
Automatische Externe Defibrillator Stichting Bevolkingsonderzoek Borstkanker West-Nederland Centraal Bureau voor de Statistiek Cervix Informatie Systeem De pilot colonscreening in Rotterdam gericht op het onderzoeken van de haalbaarheid van een sigmoïdoscopie Computed Radiography Centrum Voor Bevolkingsonderzoek College voor Zorgverzekeringen Digital Radiography Hypercholesterolemie, hoog cholesterol veroorzaakt door erfelijke factoren Fecaal Occult Bloed Test; test die (kleine) hoeveelheden bloed in de ontlasting kan aantonen. Bloed in de ontlasting kan wijzen op de aanwezigheid van darmkanker Fouten, Ongevallen en Near Accidents Gemeentelijke Basis Administratie Fuji Computed Radiography-system Gemeentelijke Gezondheidsdienst Guaiac based faecal occult blood test Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Huisartsen Informatie Systeem Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Human Papillomavirus Landelijk Informatiesysteem Borstkanker Immunological fecal occult blood testing Integraal Kanker Centrum Integraal Kankercentrum Rotterdam Informatie Management Systeem Leeftijdsgericht Personeelsbeleid Landelijk Referentiecentrum voor bevolkingsonderzoek Borstkanker Landelijk Voorlichtersoverleg Landelijke vereniging Georganiseerde eerste lijn Managers Overleg Borstkankerscreening Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Management Team Medewerkerstevredenheidsonderzoek Nederlandse Huisartsen Genootschap De NVAVG (voorheen NVAZ) is de beroepsvereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten Nederlandse Vereniging voor Pathologie Ondernemingsraad Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek Pensioenverzekeraar voor werknemers en werkgevers in de sector zorg en welzijn Regionaal Coördinerend Patholoog Risico Inventarisatie en Evaluatie
69
J a a r v e r s l a g RIVM ROS SBBW SBBZWN SBKZ SBZWN SES VIKS VWS ZonMW Woordenlijst Actieve participatie
2 0 1 1
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Regionale Ondersteuning Structuren eerstelijnszorg Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker West Stichting Bevolkingsonderzoek Borstkanker Zuidwest Nederland Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Zuidwest-Nederland Stichting Bevolkingsonderzoeken Zuidwest Nederland Sociaal Economische Status Versterking Infrastructuur Kankerscreening Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorgonderzoek Nederland
De opkomst gedeeld door het aantal uitnodigingen minus het aantal ingestuurde antwoordformulieren.
Beschermingsgraad
De opkomst plus het aantal vrouwen met een uterus extirpatie plus het aantal vrouwen dat recent is uitgestreken gedeeld door het aantal uitnodigingen.
Colonscreening
Dikke darmkankerscreening.
Guaiac based faecal occult blood test Ontlastingtest met kaartjes (G-FOBT) Intervalcarcinomen
Het aantal borstkankers dat tussen twee onderzoeksronden in - buiten het bevolkingsonderzoek borstkanker - wordt gevonden.
Immunochemische ontlastingtest (i-FOBT)
Een test die onzichtbaar bloed in de ontlasting opspoort.
Netto opkomstpercentage
De opkomst gedeeld door het aantal uitnodigingen minus het aantal antwoordkaarten. Deze maat geeft een beeld van het percentage vrouwen dat reageert op het bevolkingsonderzoek, hetzij via een onderzoek, hetzij via een antwoordkaart.
Passieve participatie
Aan vrouwen dat een antwoordkaart heeft ingestuurd.
Sigmoïdoscopie
Een onderzoek waarbij een maagdarm specialist met behulp van een flexibele ‘kijkslang’ alleen de laatste 60 cm van de dikke darm op de aanwezigheid van kwaadaardige tumoren en poliepen onderzoekt.
Spiegelinformatie
Vergelijkende informatie tussen de laboratoria/huisartsen in de regio.
Verwijzingspercentage
Het percentage van de onderzochte cliënten dat werd geadviseerd voor nader onderzoek naar een ziekenhuis te gaan.
70