2013
2 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
BERICHT RAAD VAN TOEZICHT In vervolg op de fusietrajecten en verhuizing die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, lag in 2013 de nadruk op activiteiten gericht op het de start van het bevolkingsonderzoek darmkanker. Het is als een groot compliment ontvangen dat Bevolkingsonderzoek Zuid-West door het RIVM is gevraagd om de pilot voorafgaand aan het landelijke bevolkingsonderzoek uit te voeren. Het is voor de Raad van Toezicht een aanmoediging geweest dat deze verantwoordelijkheid in vertrouwen bij Bevolkingsonderzoek Zuid-West belegd is. Ondanks het feit dat de startdatum verplaatst is vanwege nadere vragen rondom de test, is de pilot met veel enthousiasme gestart en afgerond. Daarmee is een goede basis gelegd voor de start van dit bevolkingsonderzoek in 2014. Ook voor de lopende bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en borstkanker is met veel inzet gewerkt. De doelstellingen met betrekking tot de aantal te verrichten onderzoeken zijn voor beide bevolkingsonderzoeken ruimschoots behaald, wat een mooie prestatie is. Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker gaven onze cliënten ons het prachtige cijfer van een 9 in het cliënttevredenheidsonderzoek! Belangrijk voor de toekomst was het besluit van de minister met betrekking tot het overgaan op hrHPVscreening in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Na de invoering van darmkankerscreening in 2014 zal dit een volgende grote omslag zijn die de komende tijd voorbereid zal worden. Bevolkingsonderzoek Zuid-West is zeer gemotiveerd om hier weer een belangrijke bijdrage aan te leveren. Daarnaast is zeker vermeldenswaardig dat op 7 maart op feestelijke wijze afscheid is genomen van de voorzitter Raad van Bestuur, mevrouw M.L. Bot. Wederom heeft de Raad van Toezicht mogen vaststellen dat Bestuur en medewerkers hun werkzaamheden in 2013 op uitstekende wijze hebben uitgevoerd. De Raad van Toezicht is hen dankbaar voor hun toewijding en inspanningen om de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker en in het bijzonder de uitvoering van de pilot invoering bevolkingsonderzoek darmkanker in de regio ZuidWest op optimale wijze te laten verlopen. Raad van Toezicht, mw. Mr. A.E. de Groot, voorzitter mw. Drs. S. Doornweerd dhr. F.L. Haverkamp dhr. Drs. J.G. van der Molen mw. Drs. M.E.C. de Ruyter de Wildt
3 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
4 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
INHOUD 1
BEVOLKINGSONDERZOEK ZUID-WEST
1.1
Organisatie en beleid
7
1.2
Algemene ontwikkelingen
8
1.3
Ontwikkelingen screening borstkanker
11
1.4
Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker
15
1.5
Ontwikkelingen screening darmkanker
16
1.6
Raad van Toezicht
21
1.7
Raad van Bestuur
22
2
RESULTATEN 2013
2.1
Resultaten screening borstkanker
23
Uitnodigingen
23
Onderzoeken
24
Opkomst
24
Screeningsresultaten
27
Resultaten screening baarmoederhalskanker
28
Uitnodigingen
28
Opkomst
28
Screeningsresultaten
32
2.2
Natraject: de histoscores 2012
34
2.3
Resultaten proef-bevolkingsonderzoek darmkanker
40
2.4
Resultaten pilot bevolkingsonderzoek darmkanker
41
Uitnodigingen
41
Opkomst
41
iFBOT-uitslagen
43
Intake
45
Coloscopie
47
2.5
Klachten en complimenten
48
3
BEDRIJFSVOERING
3.1
ICT
53
3.2
Communicatie
54
3.3
Kwaliteit
57
3.4
HRM
60
3.5
Financiële- en salarisadministratie
62
3.6
Administratieve organisatie
63
4
FINANCIEEL VERSLAG
4.1
Toelichting financieel jaarverslag
65
4.2
Balans per 31 december 2013
67
4.3
Staat van baten en lasten
68
4.4
Kasstroomoverzicht
69
BIJLAGE 1 | Samenstelling Raad van Toezicht en Ondernemingsraad
71
BIJLAGE 2 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente
73
BIJLAGE 3 | Opkomst en passieve participatie baarmoederhalskanker per gemeente
75
BIJLAGE 4 | Verklarende woordenlijst en afkortingen
77
5 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
6 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
1. ORGANISATIE BEVOLKINGSONDERZOEK ZUID-WEST 1.1 Organisatie en beleid Bevolkingsonderzoek Zuid-West voert het bevolkingsonderzoek borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker in de regio Zuid-Holland en Zeeland uit. De stichting heeft een vergunning in het kader van de Wet op Bevolkingsonderzoeken en ontving in 2013 subsidie van het RIVM. Daarnaast is in 2006 samen met het Erasmus MC het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker gestart. Per 30 december 2010 zijn de oude stichtingen SBBZWN, SBKZ, BoBWest en SBBW opgeheven. Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft als statutaire naam Stichting Bevolkingsonderzoek Zuid-West en heeft als statutaire zetel de gemeente Rotterdam. In 2011 is het besluit is genomen om alle vestigingen op één locatie te centraliseren. De keuze is na uitgebreide afweging gevallen op de Zorgboulevard nabij het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam. De definitieve samenvoeging heeft volgens plan plaatsgevonden in mei 2012. Figuur 1.1 | Organogram Bevolkingsonderzoek Zuid-West Stichting Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Raad van Toezicht Screeningsradiologen
Regionaal Coördinerend Pathologen (RCP)
Raad van Bestuur
Ondernemingsraad
RCMDL/ TCMDL Strategie & Beleid
Manager Administratieve Organisatie
Manager Screening
Secretariaat Raad van Bestuur
Manager Bedrijfsvoering
Manager Screening
Medewerker Kwaliteit & Capaciteit
(Coördinator) Medisch Secretariaat & IMS
(RegioCoördinator) 2 SE’s
(Opleidings- / Regiocoördinator) 1 SE
(Coördinator) Planning
(RegioCoördinator) 3 SE’s
Controlling
ICT Service Center
Praktijkondersteuner
(Coördinator) Administratie BMHK & Colon
(RegioCoördinator) 2 SE’s
(RegioCoördinator) 2 SE’s
(RegioCoördinator) 2 SE’s
(RegioCoördinator) 2 SE’s
Financiële- en salarisadministratie
HRM & Arbo
Communicatie
Kwaliteitszorg
(Coördinator) Callcenter & Facilitaire Dienst
Klachtenbehandeling
Cultuurtraject Het zwaartepunt van de reorganisatie was al in 2012 afgerond met de verhuizing naar de Zorgboulevard. In 2013 heeft vooral het cultuurtraject veel aandacht gehad, dat in 2012 in gang was gezet. Voor het ontwikkelen van een geschikte (nieuwe) cultuur voor de geïntegreerde organisatie is gebruik gemaakt van het Amerikaanse meetinstrument OCAI. OCAI is gebaseerd op het Model van de Concurrerende Waarden en meet niet alleen de huidige, maar ook de gewenste bedrijfscultuur. De uitkomst van de cultuurmeting is gebruikt bij het ontwerpen van de nieuwe cultuur, die zijn beslag krijgt in het cultuurtraject dat in 2013 is uitgevoerd.
7 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
In de periode tot de verhuizing in mei 2012 zijn met enkele speciaal samengestelde groepen workshops Cultuur gehouden. Begin 2013 zijn de laatste workshops Cultuur georganiseerd. Dit traject is dit afgerond met een bijeenkomst voor alle medewerkers op 7 maart 2013. De bijeenkomst had als thema ‘Ziel en zakelijkheid’ en stond deels in het teken van deskundigheidsbevordering en deels in het afronden van de reorganisatie. Vanaf april is elke maand (met uitzondering van de zomerperiode) aandacht besteed aan thema’s die door de medewerkers naar voren waren gebracht in het cultuurtraject. -
Vertrouwen en veiligheid
-
Afspraak is afspraak
-
Betrokkenheid
-
Klantvriendelijkheid
-
Vernieuwing
-
Samenwerking
De werkgroep cultuur heeft rond elk thema concrete activiteiten bedacht. Eind 2013 is het cultuurtraject afgesloten. Daarbij is nagedacht over hoe in 2014 een vervolg kan worden gegeven aan de bedrijfscultuur.
1.2 Algemene ontwikkelingen Uitvoeringstoets bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Op 17 oktober 2013 heeft de minister op basis van de ‘Uitvoeringstoets wijziging bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013’ een besluit genomen over de herziening van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Het besluit komt erop neer dat in Nederland wordt overgestapt van cytologische screening naar hrHPV-screening. Dit maakt het bevolkingsonderzoek effectiever, toekomstbestendiger en goedkoper. En gebruiksvriendelijker, want voor de meerderheid van de vrouwen zal een hrHPV-negatieve uitslag juist leiden tot minder uitstrijkjes. Op termijn is het plan dat alle vrouwen in de doelgroep meteen kunnen kiezen voor een zelfafnameset. Daarvoor is nader onderzoek nodig. In de tussenliggende periode wordt de vrouwen voor wie het uitstrijkje geen geschikte test is de zelfafnameset niet onthouden. Deze vrouwen kunnen op verzoek de zelfafnametest thuis ontvangen. De minister heeft het RIVM opdracht gegeven om deze wijzigingen in het bevolkingsonderzoek voor te bereiden en na twee jaar in te voeren. Dit betekent dat het bevolkingsonderzoek nieuwe stijl per 2016 zal beginnen. De voorbereidingen hiervan worden begin 2014 opgestart. Op p. 15 wordt dieper op het nieuwe bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en de Uitvoeringstoets ingegaan. Proef-bevolkingsonderzoek darmkanker Het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker derde ronde (de zogeheten CORERO 3-studie) is ook in 2013 doorgelopen. Daarnaast is hard gewerkt aan de opstart van een vierde ronde, in samenwerking met het Erasmus MC. De vergunning hiervoor is op 1 november 2013 verstrekt. De vierde ronde zal begin 2014 beginnen. Op p. X wordt nader op het proef-bevolkingsonderzoek ingegaan. Risicoinventarisatie In 2013 is door Aon (adviseur in risicomanagement) een externe risicoanalyse uitgevoerd. De conclusie van Aon luidde dat - ondanks het relatief korte bestaan van Bevolkingsonderzoek Zuid-West in de huidige vorm na centralisatie en reorganisatie - de organisatie zich goed bewust is van de risico's waarmee zij bij haar bedrijfsvoering te maken heeft. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de individuele medewerkers 8 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
zich niet alleen risicobewust zijn binnen hun eigen aandachts- en verantwoordelijkheids-gebied, maar ook daarbuiten. Dit is zeer positief voor het risicomanagement van Bevolkingsonderzoek Zuid-West en het verder optimaliseren ervan. De conclusies en aandachtspunten zijn benoemd in de eindrapportage van Aon. Kwaliteit In oktober 2013 is Bevolkingsonderzoek Zuid-West gevisiteerd door de certificerende instelling DNV. Het betrof een tussentijdse audit aangezien 2012 een uitgebreide audit had plaatsgevonden. De uitkomst was positief. Er werden geen afwijkingen van de norm geconstateerd waarmee het HKZ-certificaat voor de borstkankerscreening en het ISO 9001-certificaat voor de baarmoederhalskankerscreening behouden is gebleven. Pilot Functiedifferentiatie De stuurgroep van de pilot Functiedifferentiatie heeft in 2013 het besluit genomen om het onderzoek naar inzet van mbo-opgeleide ‘Screeningsassistenten MB’er’ binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker uit te breiden. Enerzijds betreft het een verschuiving van taken naar een MBO’er, anderzijds een verschuiving naar HBO+. Het doel hiervan is het arbeidstekort dat voor deze beroepsgroep dreigt, op termijn op te lossen. De pilot heeft een belangrijk landelijk belang in het kader van het AMOL-project (ArbeidsMarkt Ontwikkeling Laboranten). Er is een Adviesgroep geformeerd waarin naast de screeningsorganisaties, het RIVM, de NVMBR, de NvVR en het LRCB zitting hebben. De kosten van de pilot worden grotendeels door de gezamenlijke screeningsorganisaties gedragen. Binnen de eerste pilot (die in maart 2012 was gestart) was al bewezen dat het mogelijk is om mbo’ers op te leiden tot het uitvoeren van een mammografie volgens de criteria van het LRCB. De basis waarop dit resultaat was gebaseerd werd echter als te smal beoordeeld. Daarom wordt er in 2014 een vervolgtraject gestart waarin – door deelname van de andere vier screeningsorganisaties - een groter aantal mbo’ers opgeleid kunnen worden. De HBO+ doestelling binnen de pilot is nog steeds in onderzoek. Wij hopen hier in 2014 resultaat mee te kunnen bereiken. Cliënttevredenheidsonderzoek bevolkingsonderzoek borstkanker De resultaten van het cliënttevredenheidsonderzoek, uitgevoerd door Effectory, zijn begin 2014 bekend geworden. Het algemene beeld is zeer positief: de algemene tevredenheid van de cliënten in Nederland en in onze regio scoort een 9,0! Dit is ruim boven de benchmark Nationale Tevredenheidsindex (7,6) en zelfs boven de top 3 uit deze index (8,7). De cijfers worden nog geanalyseerd waarbij zal worden bekeken waar de verbeterpunten liggen. Project Voorscreenen In 2013 is binnen de organisatie begonnen met het project Voorscreenen. Het doel van het project is te komen tot een uniforme werkwijze van voorscreenen door de MBB’ers. Momenteel worden in onze organisatie twee methoden gehanteerd: de ‘BIRADS-methode (in subregio Zuid) en de ‘ABCD-methode’ (subregio West). Voorscreenen houdt in dat de laborante de gemaakte foto’s bekijkt en bij verdenking op een afwijking een aantekening maakt voor de radioloog. Zij geeft op het mammaschema de locatie aan en noteert eventueel opmerkingen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling door de radioloog. De screeningslaboranten hebben de nodige ervaring opgedaan bij het herkennen van verdachte afwijkingen. Het voorscreenen
9 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
werkt zeer motiverend voor de laboranten, wat een positief effect heeft op de betrokkenheid van de laboranten de kwaliteit ten goede komt. De radioloog blijft eindverantwoordelijk voor de diagnose. De alternatieve methode bestaat uit een codering met een viertal categorieën: A. Ik zie iets:
er is aandacht voor nodig van de radioloog.
B. Ik zie iets
ik maak extra opnamen, de afwijking blijft zichtbaar.
C. Ik zie iets
ik maak extra opnamen, het lijkt een projectiebeeld te zijn, hier dient een aparte registratie voor te komen.
D. Ik zie iets:
wil ik iets over vragen tijdens de fotobespreking.
Vanaf april is een pilot van zes maanden uitgevoerd waarin beide methodes zijn geëvalueerd. Deels betreft dit een kwantitatieve analyse van resultaten en deels zijn radiologen en MBB’ers bevraagd op hun ervaringen met beide methoden. De rapportage van het project zal begin 2014 opgeleverd worden. Datawarehouse kankerscreening In 2013 hebben de screeningsorganisaties, het IKNL, het DICA, stichting Palga en het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM de intentie uitgesproken om een datawarehouse voor de kankerscreeningen te gaan ontwikkelen. Hierbij zal worden aangesloten bij het datawarehouse, dat ontwikkeld wordt door IKNL/DICA. Doel hiervan is het koppelen van behandelgegevens van IKNL, DICA en Palga aan de data van de bevolkingsonderzoeken ten behoeve van de evaluaties van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. Dit als aanvulling op het datawarehouse bevolkingsonderzoeken, voor de monitoring en evaluatie van de drie bevolkingsonderzoeken bij de screeningsorganisaties. Het datawarehouse biedt in de toekomst, naast evaluatie van de bevolkingsonderzoeken, mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek. Volgens planning zal het datawarehouse in 2014 operationeel worden. Informatiebeveiliging Op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP/Artikel 13) is vereist dat screeningsorganisaties passende technische en organisatorische maatregelen nemen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies en tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hieraan is in 2013 met het project informatiebeveiliging dat de gezamenlijke screeningsorganisaties zijn gestart veel aandacht besteed. Uitgangspunt is dat op termijn NEN7510-certificering plaatsvindt. Naar verwachting zal de doorlooptijd van het project circa twee jaar zijn. Er is een plan van aanpak en een notitie Informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld. MammoXL MammoXL voorziet in de digitale uitwisseling (via een webportaal) van mammografiebeelden en verslag tussen de screeningsorganisatie en het ziekenhuis. Ziekenhuizen kunnen met de zogenoemde UZI-pas inloggen waarna zij mammografiebeelden kunnen downloaden en opslaan in hun eigen PACS. Eind 2013 is de implementatie van MammoXL gerealiseerd. Alle 23 ziekenhuizen binnen de regio ZuidWest kunnen de onderzoeksbeelden van de naar hen doorverwezen cliënten digitaal ontvangen. Hierdoor kunnen de onderzoeksbeelden van bevolkingsonderzoek Zuid-West beschikbaar zijn nog voordat de cliënt op haar afspraak in het ziekenhuis komt. Hiermee loopt regio Zuid-West landelijk voorop. Het Reinier de Graaf Gasthuis was het eerste ziekenhuis in onze regio dat gebruik is gaan maken van MammoXL. Dit ziekenhuis ontvangt geen cd’s meer van onze organisatie. Het totaal aantal downloads in 2013 was voor het Reinier de Graaf Gasthuis 15.000, dat is naar schatting 3.000 onderzoeken.
10 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Figuur 1.2 laat zien dat het gebruik van MammoXL in 2013 met grote stappen is toegenomen. De resultaten zijn gegroepeerd per vier (een onderzoek telt gewoonlijk vier foto’s). Ziekenhuizen zijn echter niet verplicht alle vier de mammografieën te downloaden. Het totaal aantal gedownloade foto’s in 2013 is 37.920. Figuur 1.2 | MammoXL: aantal downloads per maand
10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
1.3 Ontwikkelingen screening borstkanker Regicoördinatoren In 2013 zijn er drie vacatures ontstaan voor de functie van regiocoördinator. Deze zijn opgevuld door één interne en twee externe kandidaten. De externe kandidaten hebben naast de regulier aangeboden scholing op maat ook de opleiding tot MBB’er in de screening met succes afgerond. Volgens het ‘Plan van aanpak structuurwijziging’ is - een jaar na implementatie - de functie regiocoördinator geëvalueerd. Hiertoe zijn de medewerkers van de afdeling screening geënquêteerd. De uitkomst van deze enquête heeft ertoe geleid om de structuur binnen de afdeling screening te behouden. Cliënttevredenheid In april 2013 hebben de vijf screeningsorganisaties voor de tweede keer een tevredenheidsonderzoek onder de cliënten van het bevolkingsonderzoek borstkanker uitgevoerd. De cliënten die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker in onze regio zijn zeer tevreden over het onderzoek en geven het bevolkingsonderzoek een 9. Zeker in vergelijking met het landelijk gemiddelde klanttevredenheidscijfer, een 7,6, is dit een resultaat om trots op te zijn! Dense-trial Bevolkingsonderzoek Zuid-West verleent sinds december 2013 zijn medewerking aan de landelijke medisch-wetenschappelijke ‘Dense-studie’. In deze studie worden vrouwen met zeer dicht borstweefsel uitgenodigd om - aanvullend op het borstonderzoek zoals wij dat uitvoeren - een MRI-onderzoek in een ziekenhuis te laten doen. Doel van de studie is na te gaan of met een MRI meer borstkanker in een vroeg stadium kan worden opgespoord. Deze studie wordt gecoördineerd door onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Er zullen ongeveer 5.000 vrouwen aan deelnemen. Cliënten van bevolkingsonderzoek Zuid-West worden sinds december 2013 benaderd om mee te doen met de Dense-
11 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
studie. De organisatie vindt het belangrijk om hieraan mee te werken omdat met de uitkomsten mogelijk het huidige screeningsprogramma kan worden verbeterd. BIRADS 0-werkgroep Het RIVM-CvB heeft op verzoek en op aangeven van de landelijke programmacommissie van het bevolkingsonderzoek borstkanker een ad hoc werkgroep BIRADS 0 ingesteld om een advies voor te bereiden over een sneller en efficiënter aanvullend onderzoek voor vrouwen met een B0-uitslag (onvoldoende informatie om tot een Birads-classificatie te komen). Bij het opstellen van een advies voor een alternatief B0-traject werden als uitgangspunten meegenomen: kernwaarden, principes en kwaliteitsindicatoren voor het bevolkingsonderzoek, het belang van de vrouwen met een B0-uitslag, eindverantwoordelijkheid van de radioloog en het onderzoeken van uitbreiding van loopbaanmogelijkheden van de MBB’ers in de screening. Naast vertegenwoordigers van het RIVM, de NVvR, de NVMBR, de programmacommissie BVO borstkanker en het LRCB, had een van de managers screening van bevolkingsonderzoek Zuid-West namens de screeningsorganisaties zitting in de werkgroep. Afdeling Opleiding De afdeling Opleiding streeft ernaar om de kwaliteit van het onderzoek hoog te houden. Daartoe organiseert zij:
team-, duo- en individuele toetsingen;
fotobesprekingen;
bijscholingen insteltechniek;
opleidingen tot MBB’er in de screening;
de driejaarlijkse verplichte theoretische bijscholingen van de SLS-training en de fysisch- technische trainingen.
De afdeling regelt ook de deelname van de MBB’ers aan symposia en congressen. Opleidingsteam Het opleidingsteam bestond begin van het jaar uit twee stagebegeleiders, drie instructielaboranten, drie intervisielaboranten van subregio West, een stralingsdeskundige, een SE-key-user en de coördinator opleidingen. Eén instructielaborant was gedurende het verslagjaar langdurig ziek. In november heeft een stagebegeleider en een MBB’er de opleiding tot instructielaborant gevolgd. De prioriteit van de stagebegeleider ligt nu bij de instructie. Overleg Elke week overlegt het opleidingsteam op donderdag kort, tijdens de lunch, over de stand van zaken. Regelmatig wordt dit moment ook gebruikt voor intervisie. In 2013 is eenmaal een groot werkoverleg geweest met het opleidingsteam, de intervisielaboranten, de SE-key-user en de stralingsdeskundige. Eenmaal hebben de intervisielaboranten van subregio West onderling overlegd, op hun eigen verzoek. Twee keer is er een deskundigheidsoverleg geweest met het opleidingsteam, de stralingsdeskundige en de SE-key-user. Intervisie Het ‘Instrument kwaliteit mammografieën’ is vanaf september ingevoerd. In dit document staan de verschillende vormen van intercollegiale toetsingen beschreven. Elk jaar dient een van de toetsingsvormen uitgevoerd te worden. De individuele- en duotoetsingen worden voor de units van subregio West uitgevoerd door drie intervisielaboranten en voor de units van subregio Zuid door de stagebegeleiders en/of instructielaboranten. De teamtoetsingen worden uitgevoerd door de coördinator opleidingen. De teamtoetsingen worden geregistreerd met een toetsingsformulier en een verslagformulier. Vanaf september is bij alle 14 onderzoekscentra een teamtoetsing uitgevoerd. De duotoetsingen en 12 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
individuele toetsingen zijn in subregio West voor september wel uitgevoerd, maar zonder officiële registratie van de afdeling Opleiding. Fotobesprekingen Voor elke unit is vier keer per jaar een fotobespreking gepland. Voor de onderzoekscentra van subregio West is per kwartaal een planning gemaakt, inclusief een datum voor een extra fotobespreking om de MBB’er de kans te geven de fotobespreking in te halen wanneer zij niet bij de fotobespreking van haar/zijn eigen unit aanwezig kan zijn. Aan deze vier extra fotobesprekingen hebben 23 MBB’ers deelgenomen. In subregio West wordt (vanaf het eerste kwartaal) elk kwartaal een deelnemerslijst ingevuld. Voor de fotobesprekingen van subregio Zuid is een jaarplanning gemaakt. Wanneer de MBB’er niet bij de bespreking van haar/zijn eigen unit aanwezig kan zijn, dient de MBB’er bij een andere bespreking van dezelfde BE aan te sluiten. In subregio Zuid wordt de deelnemerslijst vanaf het derde kwartaal ingevuld. Zeven MBB’ers zijn bij een van de vier fotobesprekingen niet aanwezig geweest. Twee MBB’ers hebben deelgenomen aan de fotobespreking van een andere onderzoekscentrum. Aan de hand van de deelnemerslijst zorgt het Medisch secretariaat dat de benodigde dossiers aanwezig zijn voor de fotobesprekingen. Theoretische bijscholingen SLS-training en fysische bijscholing Vijf MBB’ers hebben op 22 mei de SLS-training ingehaald. Drie MBB’ers hadden net de opleiding afgerond en hadden deze training nog niet (in de theorieweek van het LRCB) gevolgd. Twee MBB’ers hebben op 10 oktober de SLS-training in de theorieweek ingehaald. De fysische technische bijscholing is op 6 september ingehaald door twee MBB’ers. Theorieweek LRCB In april hebben vier MBB’ers aan de theorieweek van het LRCB deelgenomen en in oktober negen MBB’ers. Na de theorieweek hebben zij het certificaat MBB’er in de screening ontvangen. Instel-technische bijscholing Voor deze bijscholing is een plan van aanpak geschreven. De afdeling Opleiding heeft een inhaalslag uitgevoerd op de driejaarlijkse instel technische bijscholing. Er zijn 99 MBB’ers bijgeschoold op insteltechniek; deze eendaagse scholing vond plaats op de opleidingsunit SE52. ’s Morgens werd er een presentatie gegeven over de insteltechniek en liep een instructielaborant één op één mee om persoonlijke adviezen en tips te geven aan de MBB’er. ’s Middags voerde de MBB’er zelfstandig het onderzoek uit met de tips en adviezen die zij/hij heeft gekregen van de instructielaborant. Tijdens de bijscholing zijn ’s middags voor de instructielaborant en de MBB’er minder cliënten gepland dan gewoonlijk. Zodoende kan de MBB’er rustig de tijd nemen om de adviezen en tips toe te passen op het onderzoek. De instructielaborant is beschikbaar voor onduidelijkheden en/of vragen. Aan het eind van de dag wordt een verslagformulier ingevuld waarin de adviezen zijn opgenomen. Voor de bijscholing zijn geaccrediteerde punten aangevraagd bij het kwaliteitsregister Paramedici. Dit is gehonoreerd: deelname aan de instel technische bijscholing levert vier geaccrediteerde punten op. Het opleidingsteam heeft de punten voor elke MBB’er die de bijscholing heeft gevolgd in het kwaliteitsregister Paramedici geregistreerd. De MBB’ers die de bijscholing hebben gevolgd, hebben een certificaat ontvangen.
13 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Opleiding Het eerste kwartaal zijn er geen MBB’ers opgeleid voor de screening. Door de inhaalslag van de insteltechnische bijscholing was het qua bezetting niet mogelijk om nog een nieuwe MBB’er zelf op te leiden. Een uitzondering hierop werd gevormd door een MBB’er uit Curaçao die, op verzoek van het LRCB, in februari werd opgeleid voor de duur van twee weken. Vanaf 22 april zijn er weer MBB’ers opgeleid voor de screening. Collega-screeningsorganisatie Midden-West heeft vijf van onze MBB’ers opgeleid, onder wie een man. Een MBB’er moest de opleiding verlengen wegens onvoldoende resultaat. Bevolkingsonderzoek ZuidWest heeft zeven MBB’ers opgeleid voor haar eigen organisatie. Een MBB’er moest na twee herkansingen de organisatie verlaten omdat haar portfolio niet voldoende was. Een MBB’er moest haar opleiding verlengen met twee weken; daarna heeft zij haar portfolio met voldoende resultaat behaald. Voor de MBB’ers in opleiding en het eerste (inwerk)jaar is een checklist gemaakt. Hierop staat beschreven wat de MBB’ers in opleiding en het daaropvolgende jaar dienen uit te voeren en dienen te weten. De eerste dag van de opleiding krijgen de MBB’ers de checklist mee. Zij moeten zelf ervoor zorgen dat alle onderwerpen afgetekend worden. Na de eerste drie of vier maanden voert de coördinator Opleiding een individuele toetsing uit. Binnen het eerste jaar wordt ook een gezamenlijke toetsing met alle eerstejaars MBB’ers uitgevoerd. Symposia In totaal hebben 71 MBB’ers een symposium bezocht, wat helaas ook betekent dat 55 MBB’ers dit jaar geen enkel symposium hebben bezocht. Het symposium van het LRCB op 28 september werd door 45 MBB’ers het meest bezocht. Het Mammodag-symposium op 19 maart van Marc Logtenberg werd door 22 MBB’ers bezocht. Vier MBB’ers die deel uitmaken van het opleidingsteam, hebben op 10 oktober deelgenomen aan de ’Opfriscursus stralingshygiëne 4 A/B’. Tomosynthese Binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker vinden ontwikkelingen die tot optimalisatie van de onderzoeksmethode kunnen leiden. Tomosynthese voorziet in de mogelijkheden tot het inzetten van reguliere 2D-mammogrammen in combinatie met Digital Breast Tomosynthesis. Verschillende studies hebben uitgewezen dat toepassing van Tomo leidt tot een significant betere detectie van borstkankers en een vermindering van de noodzaak van aanvullende opnamen (BIRAD 0). Bevolkingsonderzoek ZuidWest heeft geparticipeerd in de oriëntatie naar mogelijkheden tot vervanging van de huidige mammografieapparatuur door mammografen die geschikt zijn voor de uitvoering van Tomosynthese. De managers screening hebben hiervoor het congres van de European Congress of Radiology in Wenen en de door het LRCB georganiseerde bijeenkomsten bezocht. De vijf screeningsorganisaties trekken hierin gezamenlijk op. Harmonisatie voorscreenen In 2013 is er een start gemaakt met het harmoniseren van een aantal complexere procedures. Voor de harmonisatie van het voorscreenen/signaleren door MBB’ers is een werkgroep opgericht. Gedurende zes maanden hebben twee van de vier beoordelingseenheden (BE) ervaring opgedaan met de zogenoemde ABCD-codering in plaats van de BIRADS-codering die zij gewoonlijk gebruiken. In 2014 worden de resultaten van deze proef aan de bestuurder van Bevolkingsonderzoek Zuid-West aangeboden. Aan de hand van dit rapport wordt besloten welke methodiek door de MBB’ers voortaan zullen gebruiken.
14 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
In 2013 heeft een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van beide voormalige locaties, de harmonisatie van de ‘procedure fotobespreking’ voorbereid. In 2014 zal de werkgroep de geharmoniseerde procedure ter besluitvorming aan de regiocoördinatoren en de radiologen aanbieden. Productie Het jaar 2013 is een bijzonder goed productiejaar geweest voor het borstkankeronderzoek. In de loop van het jaar kwam de formatie van de MBB’ers op peil wat uiteindelijk resulteerde in een prachtig eindresultaat van 230.510 onderzoeken. Vooral in het tweede half jaar van 2013 zijn er meer onderzoeken gedaan dan dat we in de target hadden voorzien.
1.4 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker Minister Schippers van VWS heeft in 2013 besloten om hrHPV-screening in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in te voeren. Dit voorkomt jaarlijks ongeveer 75 extra gevallen van baarmoederhalskanker en 18 sterfgevallen. Ze neemt daarmee de belangrijkste aanbevelingen van de Gezondheidsraad en de ‘Uitvoeringstoets wijziging bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013’ over. Ook heeft de minister besloten om een zelfafnameset beschikbaar te stellen aan vrouwen die het moeilijk vinden om een uitstrijkje te laten maken. Bijvoorbeeld door vervelende seksuele ervaringen of doordat het maken van een uitstrijkje moeilijk gaat. Deze vrouwen kunnen bij de herinneringsbrief een zelfafnameset aanvragen. Dit wijkt af van de aanbeveling in de uitvoeringstoets waarbij de zelfafnametest automatisch werd toegestuurd. De minister heeft hiertoe besloten omdat zij veel waarde hecht aan autonomie en de zelfafnameset niet ongevraagd wil toesturen. Uitvoeringstoets bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker De uitvoeringstoets vormt het kader van het nieuwe bevolkingsonderzoek. De belangrijkste aanpassingen ten opzichte van het bestaande bevolkingsonderzoek zijn de volgende:
Vrouwen van 45 en 55 jaar ontvangen alleen een uitnodiging als zij in de voorgaande screenronde hrHPV-positief getest zijn.
Vrouwen ontvangen een uitnodiging van de screeningsorganisatie voor hrHPV-screening. Vrouwen kunnen bij de herinnering een zelfafnameset aanvragen. Het afgenomen materiaal wordt naar een beperkt aantal laboratoria gestuurd. Daar vindt zowel de hrHPV-test als de eventuele cytologische beoordeling plaats.
Vrouwen die hrHPV-positief en cytologie-negatief zijn, ontvangen zes maanden later een uitnodiging voor vervolgonderzoek bij de huisarts. Dit vervolgonderzoek bestaat uit een cytologische beoordeling en is onderdeel van het nieuwe bevolkingsonderzoek.
De huisarts wordt gerichter ingezet bij vrouwen die een verhoogd risico hebben op baarmoederhalskanker. Het gaat om vrouwen die positief getest zijn na een zelfafnameset en niet komen voor een uitstrijkje en vrouwen die niet reageren op een uitnodiging bij vervolgonderzoek na zes maanden. Draagvlak en implementatie De uitvoeringstoets is in samenwerking met de betrokken beroepsgroepen, patiëntenorganisaties, screeningsorganisaties en andere stakeholders tot stand gekomen. Onder hen is voldoende draagvlak om hrHPV-screening en de zelfafnameset in te voeren. Voor de uitvoeringstoets is in kaart gebracht hoe het primaire proces, de organisatie, het kwaliteitsbeleid, de communicatie, de monitoring en evaluatie ingericht moeten worden. De implementatie van het nieuwe
15 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
bevolkingsonderzoek bestaat uit drie fasen: de voorbereidingsfase, de overgangsfase en de definitieve uitvoering van het bevolkingsonderzoek. Voorbereidingsfase In de voorbereidingsfase worden alle processen ingericht en de kwaliteitseisen opgesteld, die nodig zijn voor een kwalitatief goede uitvoering van het nieuwe bevolkingsonderzoek. In verband met de inrichting van de ICT-structuur en de aanbestedingen van in ieder geval de hrHPV-test en de screeningslaboratoria is voor deze fase minimaal twee jaar nodig. Relevante partijen worden net als bij de uitvoeringstoets ook intensief betrokken bij deze fase. Overgangsfase Na de voorbereidingsfase begint de overgangsfase. Bij deze fase gaat het nieuwe bevolkingsonderzoek van start en ontvangen alle vrouwen van 30, 35, 40, 45, 50, 55 en 60 jaar een uitnodiging voor hrHPV-screening (direct volledige invoering). Het aantal vrouwen dat een uitnodiging krijgt, is gelijk aan het huidige bevolkingsonderzoek, namelijk ongeveer 750.000 vrouwen. De kosten van het bevolkingsonderzoek zijn tijdens deze fase hoger dan in het huidige bevolkingsonderzoek. Door het vijfjarige uitnodigingsinterval van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker duurt deze fase totaal vijf jaar. Definitieve uitvoering In het zesde jaar na de start van het nieuwe bevolkingsonderzoek is er sprake van het definitieve bevolkingsonderzoek. Er wordt dan volgens het beoogde uitnodigingsschema gewerkt. Alle vrouwen van 30, 35, 40, 50 en 60 jaar krijgen een uitnodiging voor hrHPV-screening. Alleen de 45-, 55- en 65jarige vrouwen die in de voorgaande ronde hrHPV-positief getest zijn, krijgen een uitnodiging. Het aantal vrouwen dat een uitnodiging krijgt is minder dan het huidige bevolkingsonderzoek, namelijk ongeveer 580.000 vrouwen. De kosten van het bevolkingsonderzoek zijn door de verlaging van het aantal vrouwen lager dan in het huidige bevolkingsonderzoek. In 2014 zal begonnen worden met de voorbereidingsfase. Basisscholing Cervixscreening Vanaf het tweede kwartaal 2013 biedt bevolkingsonderzoek de basisscholing Cervixscreening voor praktijkassistenten aan. Deze scholing is voor doktersassistenten, praktijkondersteuners en praktijkverpleegkundigen die uitstrijkjes willen leren maken of die hun kennis op dit gebied willen ophalen. De ontwikkeling en het beheer ligt bij de landelijke werkgroep deskundigheidsbevordering. In deze werkgroep zijn het RIVM, de screeningsorganisaties, de NVDA, het NHG, de NVVP en de NVOG vertegenwoordigd. De scholing bestaat uit een e-learning, twee bijeenkomsten en een praktijkopdracht. De nascholing is geaccrediteerd voor zes punten voor doktersassistenten geregistreerd in het kwaliteitsregister Kabiz. In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West, in samenwerking met drie laboratoria, vijf scholingen georganiseerd. Hiermee hebben we in totaal 87 doktersassistenten, praktijkondersteuners en praktijkverpleegkundigen bijgeschoold. Op wat praktische problemen na, zoals moeite met het opstarten van de e-learning en een iets te kleine ruimte voor de bijeenkomst, is de scholing zeer goed ontvangen. Alle cursisten, zowel de beginnend als de ervaren uitstrijkers, hebben via de evaluatie aangegeven dat ze deze scholing zouden aanbevelen aan collega’s.
1.5 Ontwikkelingen screening darmkanker De minister van VWS heeft in 2011 besloten tot de landelijke invoering van darmkankerscreening. In september 2011 is het officiële startsein gegeven voor het voorbereidingstraject; evenals in 2012 is hiervoor in 2013 veel werk verzet.
16 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Landelijke ontwikkelingen De screeningsorganisaties zijn binnen hun regio verantwoordelijk voor het vervullen van taken op het gebied van selectie, uitnodiging, uitvoering, verwerking van en communicatie over de uitslag en de verwijzing. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor monitoring en borging van de kwaliteit, conform de landelijk gestelde kwaliteitseisen, van de gehele keten: het bevolkingsonderzoek zelf, maar ook het vervolgonderzoek in coloscopiecentra en pathologielaboratoria. Ook zijn de screeningsorganisaties verantwoordelijk voor het vervullen van taken op het gebied van communicatie (met doelgroep en professionals) en voor gegevensbeheer en -levering ten behoeve van registratie, monitoring en evaluatie. Het proces is in figuur 1.3 verkort weergegeven. Figuur 1.3 | Primair proces bevolkingsonderzoek darmkanker, inclusief de aansluitende zorg
Om dit proces met alle verantwoordelijkheden goed in te richten, is in 2013 een groot aantal zaken landelijk opgepakt. Hieronder volgt een weergave daarvan. Landelijke invoering binnen Bevolkingsonderzoek Zuid-West Vanaf januari 2012 hebben de vijf screeningsorganisaties gezamenlijk een projectleider aangesteld voor de invoering darmkankerscreening binnen de screeningsorganisaties. Deze projectleider maakt deel uit van een overlegstructuur met o.a. RIVM en de screeningsorganisaties. Vanuit Bevolkingsonderzoek ZuidWest wordt invulling gegeven aan de rol van landelijk projectsecretaris voor de screeningsorganisaties. Ook in de Landelijke Commissie Invoering Bevolkingsonderzoek Darmkanker (LCIBD), de Landelijke Werkgroep Communicatie, het team rond de Functionele Ontwerpen voor ColonIS, de financiën/begroting en het opstellen van (landelijk uniforme) werkprocessen is Bevolkingsonderzoek Zuid-West vertegenwoordigd. Daarnaast heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West vanuit het proefbevolkingsonderzoek input geleverd voor de aanbesteding couvertage. Startdatum landelijk bevolkingsonderzoek Rond de startdatum van het landelijk bevolkingsonderzoek en daarmee samenhangend de pilot, is er veel gebeurd in 2013. Eind 2012 is de aanvraag van de WBO-vergunning gedaan voor zowel het landelijk bevolkingsonderzoek en de pilot. Eind april heeft de Gezondheidsraad geadviseerd dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs beschikbaar was dat de gekozen iFOBT-test in het bevolkingsonderzoek goed presteert. Hierop is een expertmeeting georganiseerd, met als doel om met een aanpak te komen die voldoende zekerheid biedt over de kwaliteit van de in het bevolkingsonderzoek in te zetten ontlastingstest. Uiteindelijk heeft de minister op 4 juli in een brief aan de Tweede Kamer bekend gemaakt dat de pilot naar het bevolkingsonderzoek darmkanker kon starten in september, en dat de uitrol van het bevolkingsonderzoek in januari 2014 kan beginnen. Dit betekende wel een wijziging in het uitnodigingsschema; in 2013 zouden alle mensen uit 1938 en 1948 een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek ontvangen. Mensen uit 1938 zullen nu in 2014 een uitnodiging ontvangen. Ook alle mannen en vrouwen die geboren zijn in 1939, 1947, 1949 en 1951 ontvangen in 2014 een uitnodiging.
17 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Mensen die geboren zijn in 1948 ontvangen voor het eerst een uitnodiging begin 2015. In 2014 worden in totaal 875.000 mensen uitgenodigd voor deelname aan het bevolkingsonderzoek. Uiteindelijk heeft minister Schippers van VWS op 19 september de vijf screeningsorganisaties vergunning verleend voor het uitvoeren van het landelijk bevolkingsonderzoek. In de begeleidende brief complimenteert de minister alle betrokken partijen, waaronder de screeningsorganisaties, voor de inzet. Koppelingen coloscopiecentra en ColonIS Een van de uitgangspunten bij de bouw van ColonIS (het landelijk informatiesysteem voor het bevolkingsonderzoek darmkanker) was eenmalige registratie aan de bron. Voor de MDLinformatiesystemen en Palga (pathologie informatiesysteem) betekende dit, dat er elektronische koppelingen zijn gerealiseerd om die gegevens in ColonIS te krijgen. Er is een testfase geweest met een ketentest op 6 februari. Mede op basis hiervan is een stappenplan (blauwdruk) ontwikkeld voor coloscopiecentra die deel willen gaan nemen aan het bevolkingsonderzoek. Centra die met de realisatie van de koppelingen aan de slag wilden, konden zich aanmelden via de websites van de screeningsorganisaties. Voor 25 coloscopiecentra was extra begeleiding beschikbaar. Aanbesteding laboratoria afgerond Medio januari is de aanbesteding van de laboratoriumdiensten afgerond met de definitieve gunning aan drie klinisch-chemische laboratoria. Stichting Isala klinieken, Stichting Orbis Medisch Centrum en StarMedisch Diagnostisch Centrum gaan de analyses van de screeningstest (iFOBT) uitvoeren voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. In ieder geval tot 1 januari 2016, met de optie om twee keer met een jaar te verlengen. Aanbesteding verpakking en verzending afgerond De screeningsorganisaties hebben in januari de aanbesteding afgerond van de heen- en retourverpakking, het samenstellen van de uitnodigingspakketten en de verzending daarvan naar de genodigden. De opdracht is gegund aan Minigrip, met Sandd als onderaannemer voor de verzending naar de genodigden. Deelnemers aan het bevolkingsonderzoek sturen hun ontlastingsmonster gratis terug naar een van de drie laboratoria via een retourenvelop die in de oranje brievenbussen gaat. Deze verzending gaat PostNL verzorgen. Op 30 januari hebben PostNL en de screeningsorganisaties hiervoor een overeenkomst getekend. Kwaliteitseisen coloscopiecentra en endoscopisten en toelatingsproces In mei gaat is de toetsing gestart op toelating van coloscopiecentra die deel willen nemen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker. De toetsing vindt plaats op basis van het 'Protocol Toelating en Auditing van Coloscopiecentra en Endoscopisten'. De toelating van coloscopiecentra wordt uitgevoerd door de Regionaal Coördinerend MDL-functionaris (RCMDL) en een medewerker van een van de screeningsorganisaties. De toelating van endoscopisten wordt getoetst door de TCMDL. Gedurende 2013 is op een aantal momenten een aanpassing doorgevoerd in het protocol. Daarnaast is een werkwijzer intake opgesteld die coloscopiecentra kunnen gebruiken bij het uitvoeren van de intake. Begin 2013 hebben de eerste endoscopisten de eerste module uit het toelatingstraject (registratie 100 coloscopieën) doorlopen. Medio 2013 is ook gestart met de praktijktoets (module 3). Module 2 (e-learning) is uiteindelijk in augustus 2013 beschikbaar gesteld. Een projectgroep bestaande uit twee medewerkers van de vijf screeningsorganisaties, de Toetsing Coördinator Maag-Darm-Leverfunctionaris (TCMDL) en het RIVM heeft de e-learning ontwikkeld. De NVMDL heeft de e-learning geaccrediteerd.
18 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Kwaliteitseisen pathologie In februari 2013 is het protocol 'Toelating en auditing van pathologielaboratoria' bekendgemaakt. In dit protocol zijn de landelijke kwaliteitseisen voor PA-beoordelingen van coloscopieën na verwijzing vanuit het bevolkingsonderzoek darmkanker opgenomen. Geïnteresseerde pathologielaboratoria konden zich na bekendmaking van het protocol via de websites van de screeningsorganisaties in hun regio aanmelden. Coloscopiecentra sturen PA-beoordeling van een coloscopie na verwijzing vanuit bevolkingsonderzoek alleen in naar de toegelaten PA-laboratoria. Half mei is een versie 2 verschenen van het protocol. Landelijk is in een sub-werkgroep van de werkgroep RCP gewerkt aan de e-learning voor de pathologen. Eind 2013 is formeel de vacature van RCP DK gesteld en zijn sollicitatiegesprekken gevoerd. Werkgroep CT-colografie Naar verwachting zal bij circa 2 procent van de deelnemers met een positieve iFOBT-uitslag de coloscopie incompleet zijn of bij uitzondering om medische redenen niet gewenst zijn. Deze patiënten kan een CTcolografie (CTC) aangeboden worden. In mei 2013 is de werkgroep CT-colografie van start gegaan. Taak van de werkgroep is om te adviseren over de wijze waarop CT-colografie na een verwijzing vanuit het bevolkingsonderzoek georganiseerd wordt. Het betreft zowel het doorsturen voor CT, de uitvoering en beoordeling, de gegevensvastlegging en het communiceren van de uitslag van de CTC. Daarnaast adviseert de werkgroep over mogelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering en beoordeling van CTC in het kader van het bevolkingsonderzoek. De werkgroep CT-colografie heeft voor de eerste jaren een model voorgesteld waarin CTC's in de meeste ziekenhuizen uitgevoerd en beoordeeld kunnen worden, mits deze voldoen aan nader vast te stellen instap-kwaliteitseisen. Alle CTC's zullen een tweede beoordeling door een expert radioloog ondergaan door enkele experts om eventuele gemiste afwijkingen op te merken, en om meer inzicht te verkrijgen in de kwaliteit. Uitvraag capaciteit 2014 In oktober 2013 zijn de screeningsorganisaties gestart met het uitvragen van de beschikbare intake- en coloscopiecapaciteit voor 2014. Dit gebeurt volgens het protocol ‘Melding benodigde en beschikbare capaciteit en vastlegging tijdslots intake’. Eind 2013 leek de toegezegde beschikbare coloscopiecapaciteit voldoende. Vanaf december 2013 hebben de coloscopiecentra hun beschikbare tijdslots in ColonIS ingevuld. Mede naar aanleiding van de pilot, is besloten om in februari 2014 een maximum in te stellen op het aantal in te voeren intakeslots om zo een geleidelijke start te borgen. Deskundigheidsbevordering huisartsen Medio november hebben alle huisartsenpraktijken een gratis e-learning ontvangen over Darmkanker. Deze is geaccrediteerd voor 2 uur. Ook verscheen een voorpublicatie van het NHG-Standpunt Bevolkingsonderzoek Darmkanker. Het NHG heeft in samenwerking met RIVM, de screeningsorganisaties, NVDA en LHV verschillende materialen voor de huisartsenpraktijk ontwikkeld. Deze worden begin 2014 verstrekt aan alle praktijken. Eind 2013 hebben de screeningsorganisaties informatiekaarten verzonden aan alle huisartspraktijken. In 2014 zijn door de screeningsorganisaties en NHG regionale scholingsbijeenkomsten georganiseerd voor zowel huisartsen als assistentes en praktijkondersteuners. Test Cliëntenportaal in pilot Vanaf eind november is het Cliëntenportaal van ColonIS live. Genodigden voor het bevolkingsonderzoek darmkanker kunnen in het Cliëntenportaal van ColonIS het antwoordformulier digitaal invullen en versturen. Ook is het mogelijk om de afspraak voor het intakegesprek te verzetten. Indien gewenst kan
19 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
een genodigde zich via het portaal afmelden voor het bevolkingsonderzoek. Om op het portaal in te loggen is een DigiD nodig. Regionale invoering Vanaf eind 2012 is ook begonnen met de voorbereiding van de regionale organisatie op het nieuwe bevolkingsonderzoek. Overlegstructuur Sinds eind 2012 loopt het interne afstemmingsoverleg Colon. In 2013 zijn in dit overleg alle zaken in gereedheid gebracht voor de start van het bevolkingsonderzoek. In de regio Zuid-West werd deze start gevormd door de start van de pilot. Eind 2013 zijn alle activiteiten uit de pilot voorbereid voor een naadloze overgang in het landelijk bevolkingsonderzoek. In de regionale invoering zijn ook de OR en het MT via structureel overleg geïnformeerd. Communicatie Sinds januari 2013 verschijnt ‘DK-nieuws’, een (digitale) nieuwsbrief voor alle medewerkers van de screeningsorganisaties. Via deze landelijke nieuwsbrief worden de medewerkers van de screeningsorganisaties geïnformeerd over de stand van zaken van de landelijke uitrol van het bevolkingsonderzoek darmkanker. Uitgangspunt was om DK-nieuws maandelijks te laten verschijnen; dit is uiteindelijk ongeveer iedere acht weken gebeurd. In totaal is DK-nieuws in 2013 acht keer uitgebracht (in juli tweemaal). In maart (darmkankermaand) 2013 is een Screen Special verschenen met als thema het bevolkingsonderzoek darmkanker. Via de digitale nieuwsbrief ‘Coloscoop’ van de screeningsorganisaties zijn geïnteresseerden in pathologielaboratoria en coloscopiecentra steeds geïnformeerd over de ontwikkelingen rond het landelijk bevolkingsonderzoek. Pilot Zuid-West Om alle processen en werkafspraken die gemaakt zijn rond het bevolkingsonderzoek darmkanker op kleine schaal te testen, is met RIVM en de bestuurders van de screeningsorganisaties afgesproken dat in de regio Zuid-West een pilot zou worden uitgevoerd. Uitgaande van een start van het landelijk bevolkingsonderzoek in september 2013, zou de pilot starten in april 2013. Op dat moment was er echter nog geen WBO-vergunning. Belangrijkste reden hiervoor was onduidelijkheid over de zelfafnamebuis die gebruikt zou gaan worden in het landelijk bevolkingsonderzoek. Het is lang onzeker geweest wanneer de pilot zou starten. Uiteindelijk is dat september 2013 geworden. Op maandag 2 september is de pilot in de regio Zuid-West van start gegaan met het verzenden van de eerste bundel vooraankondigingen. Half september zijn de eerste uitnodigingen verzonden en op maandag 16 september zijn de eerste uitslagen in ColonIS binnengekomen. Hier zijn uitslagbrieven voor verzonden aan cliënten en in geval van ongunstige uitslagen ook aan huisartsen. Vanaf eind september kwamen ook coloscopieverslagen binnen. De pilot levert verschillende verbeterpunten op, precies waar de pilot voor bedoeld is. Waar nodig en mogelijk zijn deze al tijdens de pilotfase doorgevoerd, anders zijn ze meegenomen voor de landelijke start in januari. Meer over deze pilot is te lezen in het tweedelige pilotverslag waarvan het eerste deel in december 2013 is opgeleverd en het tweede in juli 2014. Een aantal zaken is op basis van de pilot verbeterd. Zo is het antwoordformulier opnieuw ontworpen en de communicatie over het verzamelen van ontlasting aangescherpt. Tijdens de pilot bleek dat deelnemers 20 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
vaak teveel ontlasting in het buisje verzamelden. De tijd tussen de uitslagbrief en het intakegesprek is verruimd, omdat deelnemers dit als te snel ervoeren. De gesignaleerde punten leiden tot aanpassingen voor een goed verloop van het landelijk bevolkingsonderzoek vanaf januari. Lijst meest gestelde vragen (belscript) Begin 2013 is de lijst met meest gestelde vragen opgesteld en afgestemd met het RIVM. Met deze landelijk uniforme lijst is geanticipeerd op alle vragen die mogelijk aan de informatielijn van de screeningsorganisaties gesteld zouden kunnen worden. Instructies medewerkers Tijdens de beleidsdag op 7 maart 2013 is voor alle medewerkers van de informatielijn, receptie en postkamer een bijeenkomst georganiseerd waarin ze uitleg hebben gekregen over het bevolkingsonderzoek darmkanker en wat de invoering hiervan betekent voor hun werk. Deze bijeenkomst is erg positief ontvangen en heeft veel inzicht gegeven in wat er van de medewerkers verwacht zou gaan worden en welke vragen er bij de medewerkers leefden. Vlak voor de start van de pilot is een deel van deze bijeenkomst herhaald en aangevuld met nadere informatie. Op deze manier waren alle betrokken medewerkers geïnformeerd voordat de pilot van start ging. Aanstelling RCMDL, TCMDL en RCP In oktober 2012 is de werving gestart voor de referentiefuncties van Maag-, Darm en Leverartsen; de Regionaal Coördinerend MDL-arts en de Toetsing Coördinerend MDL-arts. In de regio Zuid-West is vanaf 1 februari 2013 Manon Spaander vanuit het Erasmus MC aangesteld als RCMDL, Arjun Koch, eveneens uit het Erasmus MC, sinds januari 2013 als TCMDL. Voor wat betreft de referentiefunctie rond pathologie geldt dat in 2013 slechts een deel van de functie van RCP is uitgevoerd. Alleen voor de toelating van pathologielaboratoria is een RCP aangesteld. Bij Bevolkingsonderzoek Zuid-West werd deze gevonden in een van de RCP’s voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker: Henk Beerman vanuit het Maasstad Ziekenhuis. Eind 2013 is de werving gestart voor de volledige functie van RCP. Toelating pathologielaboratoria, coloscopiecentra en endoscopisten De drie coloscopiecentra en twee pathologielaboratoria die in de regio Zuid-West hebben deelgenomen aan de pilot, hebben ook als eerste het toelatingstraject doorlopen. Met de ervaringen uit deze labs en centra zijn alle andere geïnteresseerde labs en centra ook bezocht voor een toelatingsaudit. Naast de drie coloscopiecentra uit de pilot zijn in de regio Zuid-West in 2013 22 locaties bezocht voor een toelatingsaudit. Van de daar werkzame endoscopisten hebben er 37 in 2013 het volledige toelatingstrajecten (3 modules) doorlopen. Ook zijn 12 pathologielaboratoria positief geaudit op de toelatingseisen. De toegelaten pathologielaboratoria zijn terug te vinden in een register op de website van de screeningsorganisatie. De endoscopisten die het toelatingstraject volledig hebben doorlopen, accorderen in ColonIS een kwaliteitsovereenkomst. Met de zorginstellingen waaronder toegelaten coloscopielocaties vallen, zijn samenwerkingsovereenkomsten afgesloten.
1.6 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2013 in plenaire vorm vijf maal met de Raad van Bestuur vergaderd. In alle vergaderingen zijn de voortschrijdende managementrapportages van de bestuurder(s) besproken. Belangrijke onderwerpen in 2013, naast de uitgevoerde risicoanalyse, het afscheid van de voorzitter van de Raad van Bestuur en de invulling van deze vacature, waren verder:
Invoering bevolkingsonderzoek darmkanker; 21
Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Begroting 2014;
Jaarrekening en jaarverslag 2012;
Strategisch beleidsplan 2012-2016;
Risicoanalyse.
De Raad van Toezicht vult zijn verantwoordelijkheid op verantwoorde wijze in door zich te conformeren aan de zorgbrede governance code en heeft zijn belangrijkste taken - toezicht, advies en werkgeverschap - uitgeoefend in lijn en geest met deze code. De Raad van Toezicht heeft per 26 november 2013 afscheid genomen van de heer P.V.U. van Grevenstein. Per 1 oktober 2013 is een nieuw lid benoemd, de heer J.G. van der Molen.
1.7 Raad van Bestuur Per 1 juni is afscheid genomen van de voorzitter Raad van Bestuur, mevrouw M.L. Bot. Op de beleidsdag heeft de organisatie op een mooie manier afscheid van haar genomen. In 2013 is vervolgens de wervingsprocedure gestart om deze vacature in te vullen.
22 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
2. RESULTATEN 2013 2.1 Resultaten screening borstkanker Uitnodigingen In 2013 bedroeg het totaal aantal vrouwen in de leeftijd 49 tot en met 75 jaar (de doelgroep van de borstkankerscreening) in regio Zuid-West 600.885. Dit aantal wordt gedurende twee jaar eenmaal uitgenodigd. Een klein deel van de doelgroep sturen we – op hun eigen verzoek – geen uitnodigingen meer. In 2013 heeft de organisatie 299.277 uitnodigingen verstuurd (fig. 2.1). Wij streven ernaar alle cliënten in de volgende screeningsronde binnen twee jaar (met een marge van twee maanden) opnieuw uit te nodigen. De doelgroep zal de komende jaren blijven groeien. Dit betekent dat wij de komende jaren ook meer vrouwen zullen uitnodigen. Figuur 2.1 | Aantal uitgenodigde vrouwen bevolkingsonderzoek borstkanker 2003-2013
340.000 320.000 300.000 280.000 260.000 240.000 2003
2005
2007
2009
2011
2013
Uitgenodigd Aantal uitgenodigde vrouwen per leeftijd In 2011, toen de vorige screeningsronde voor het grootste gedeelte van deze groep plaatsvond, bedroeg het aantal uitgenodigde vrouwen nog 318.071. De vermindering van het aantal onderzoeken in 2013 is te verklaren door het feit dat we dat jaar ons onderzoekscentrum in westelijk Noord-Brabant definitief hebben overgedragen aan Bevolkingsonderzoek Zuid. In 2011 heeft deze mobiele unit nog 21.181 vrouwen uitgenodigd. Figuur 2.2 | Aantal uitnodigingen bevolkingsonderzoek borstkanker per leeftijd in 2011 en 2013 20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 Aantal 2013
8.000
Aantal 2011 6.000 4.000 2.000 0
23 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
In figuur 2.2 zijn de pieken van de naoorlogse geboortegolf (1946-1955) goed zichtbaar. Onderzoeken In totaal hebben onze MBB’ers 230.510 borstonderzoeken uitgevoerd in 2013 (fig. 2.3). In 2011 (waarin grotendeels dezelfde groep vrouwen is onderzocht) waren dit 250.250 onderzoeken; een daling van 19.740. Deze is - evenals de daling in het aantal uitgenodigde vrouwen - voor een groot deel toe te schrijven aan de overdacht van het mobiele onderzoekscentrum in West-Brabant. Als we het aantal onderzoeken (17.300) van dat onderzoekscentrum buiten beschouwing laten, is het verschil 2.440 onderzoeken; een daling van 1 procent. De productienorm voor 2013 was 223.581 onderzoeken. Het aantal uitgevoerde onderzoeken is 230.510. We hebben dus 6.929 onderzoeken meer uitgevoerd dan de productienorm. Naar aanleiding van de verstuurde uitnodigingen (299.277) hebben 229.099 cliënten een borstonderzoek gehad. Dat het uiteindelijke aantal onderzochte vrouwen hoger is (230.510), komt doordat de organisatie geen strikte kalenderjaren hanteert bij het versturen van de uitnodigingen. Het verschil van 1.411 onderzoeken komt doordat een aantal cliënten dat in 2012 was uitgenodigd, pas in 2013 naar het onderzoekscentrum is gekomen. Het opkomstpercentage berekenen we door het aantal verstuurde uitnodigingen van verslagjaar 2013 te delen door het aantal cliënten dat in kalenderjaar 2013 naar aanleiding van de uitnodiging mammografieën heeft laten maken. Figuur 2.3 | Aantal borstonderzoeken en aantal uitnodigingen 2003-2013
350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 2003
2005
2007
2009
Uitgenodigd
2011
2013
Onderzoeken
In 2013 zijn bijna een miljoen (955.473) foto’s gemaakt. Het gemiddeld aantal foto’s dat per onderzoek wordt gemaakt, stijgt zeer licht met 0,07 foto. Opkomst In 2013 zijn 299.277 vrouwen uitgenodigd (tabel 2.1). Naar aanleiding van deze uitnodigingen zijn er 229.099 onderzoeken uitgevoerd.
24 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.1 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker 2013*, naar leeftijd
Leeftijd
Uitgenodigd
Onderzoeken
Opkomst
<50-51
31.739
22.622
71,3%
Vervolg-
52-54
42.731
32.178
75,3%
ronde
55-59
65.670
50.981
77,7%
60-64
58.963
46.219
78,4%
65-69
55.011
43.483
79,0%
70-74
37.874
28.535
75,2%
7.289
5.081
68,4%
299.277
229.099
76,6%
Eerste ronde
>74 Totaal * Peildatum 1 mei 2014
In 2013 zijn er 4.065 ‘suspect-cliënten’ uitgenodigd. Dit zijn cliënten die in het verleden voor nader onderzoek zijn verwezen naar het ziekenhuis (de ‘terecht-positieven’ en de cliënten bij wie zich een intervalcarcinoom heeft ontwikkeld). Het aantal suspecten is 1,4 procent van het totaal aantal uitnodigingen. Van de 4.065 uitgenodigde suspecten zijn er 397 cliënten voor een onderzoek. Dat is een opkomst van 9,8 procent – zeer laag dus, maar de meeste van hen zijn nog onder behandeling van het ziekenhuis. De daling van het totale opkomstpercentage ten opzichte van 2011 is 1,8 procent; daarvan is 0,9 procent toe te schrijven is aan de lage opkomst van de ‘suspect-cliënten’. Na de eerste uitnodiging zijn er 217.138 onderzoeken uitgevoerd (tabel 2.2). Dat betekent een opkomstpercentage van 72,5 procent in 2013. In 2011 was het opkomstpercentage na de eerste uitnodiging 75,6 procent (240.446 onderzoeken). Naar aanleiding van de 58.456 verstuurde herinneringen in 2013 zijn er 11.961 onderzoeken uitgevoerd. Dat is een opkomstpercentage op van 20,5 procent. In 2012 was dit opkomstpercentage na de herinneringsuitnodiging 16,9 procent, en in 2011 16,2 procent. De verklaring hiervoor ligt mogelijk in het feit dat subregio Zuid in voorgaande jaren na zes weken de herinneringsbrief verstuurde. Sinds mei 2012 gebeurt dit al na twaalf dagen en daardoor vindt een verschuiving plaats: cliënten hebben nu minder tijd om op de eerste uitnodiging te reageren. Tabel 2.2 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker 2013*, naar eerste uitnodigings-/herinneringsuitnodiging
Eerste uitnodiging Leeftijd
Uitgenodigd
Onderzocht
Waarvan aantal herinneringen Opkomst
Uitgenodigd
Onderzocht
% Eerste
Opkomst %
<50-51
31.739
17.880
56,4%
11.980
4.742
39,3%
52-54
42.731
30.493
71,4%
9.228
1.685
18,2%
ronde
55-59
65.670
48.991
74,6%
12.058
1.990
16,5%
Vervolg-
60-64
58.963
44.695
75,8%
9.783
1.524
15,6%
ronde
65-69
55.011
42.334
76,9%
8.043
1.149
14,4%
70-74
37.874
27.776
73,2%
6.058
759
12,5%
7.289
4.969
67,0%
1.306
112
7,2%
299.277
217.138
72,55%
58.456
11.961
20,5%
>74 Totaal * Peildatum 1 mei 2014
25 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.3 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker na eerste uitnodiging 2011-2013
Aantal
Onderzoek na 1e uitnodiging
Totaal onderzoeken
uitnodigingen 2011
318.071
240.446
249.385
2012
296.855
216.248
226.005
2013
299.277
217.138
229.099
* Peildatum 1 mei 2014 Tabel 2.3 laten het totaal aantal uitnodigingen zien (eerste uitnodiging en herinnering), het aantal onderzoeken na de eerste uitnodiging en het aantal totaal onderzoeken na de herinnering. Het totale opkomstpercentage in 2011 was 78,4 procent, 2012 was dit 76,1 procent en in 2013 was het totale opkomstpercentage 76,6 procent. Figuur 2.4 | Opkomstpercentage Zuid-West Nederland
In de stedelijke gebieden zien we nog steeds een achterblijvend opkomstpercentage in vergelijking met de periferie (fig. 2.4; bijlage 2). De gemeenten in de witte gedeelten worden volgend jaar weer uitgenodigd. De gemeente Rijswijk laat voor de tweede achtereenvolgende keer een opkomstdaling zien en is nu - na Rotterdam en Den Haag - de derde gemeente met een opkomst lager dan 70 procent. Vóór 2009 konden cliënten uit Rijswijk voor het borstonderzoek terecht in een mobiele unit hun eigen woonplaats; in 2011 en in 2013 vond het onderzoek voor (een deel van) hen plaats in het onderzoekscentrum in Den Haag. Blijkbaar heeft dit de drempel om mee te doen flink verhoogd.
26 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Screeningsresultaten Het totaal aantal onderzochte vrouwen in 2013 is 230.510 (tabel 2.4). Van hen zijn 5.778 vrouwen verwezen voor nadere diagnostiek. Daarmee is het verwijzingspercentage 2,5 procent in 2013. In 2011 was dit 2,1 procent. Het detectiecijfer is 6,2. Tabel 2.4 | Verwijzingspercentage en detectiecijfer bevolkingsonderzoek borstkanker
Eerste ronde
Vervolgronde
Totaal
2013
2011
2013
2011
2013
25.806
26.547
204.705
223.702
230.510
Verwezen*
1.653
1.301
4.125
4.030
5.778
Verwijzingspercentage
6,4%
4,9%
2,7%
1,8%
2,5%
Diagnose borstkanker**
230
213
1.196
1.264
1.426
Detectiecijfer**
8,9
8,0
5,8
5,7
6,2
Aantal onderzoeken*
Stadiumverdeling gevonden borstkankers** In situ carcinoom
32,0%
23,5%
19,5%
20,1%
21,4%
Tumor <2 cm én lymfklieren schoon
36,0%
44,5%
51,9%
52,2%
49,5%
Overige stadia
32,0%
32,0%
28,6%
27,7%
29,1%
* Peildatum mei 2014 ** Gegevens van 2013 gebaseerd op 95% follow-up
Figuur 2.5 | Aantal verwijzingen per leeftijd 1.800
1.636
1.600 1.400 1.200 955
1.000 800
916
894
732 633
600 400 200 12 0 <50
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
>74
In figuur 2.5 is duidelijk is te zien dat in de leeftijdsgroep 50–54 jarigen het verwijspercentage (6,4 procent) hoog ligt. Bij de opkomst zien we dat juist die leeftijdscategorie een laag opkomstpercentage heeft.
27 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
2.2 Resultaten screening baarmoederhalskanker Uitnodigingen Ieder jaar ontvangen alle vrouwen die in dat jaar de leeftijd van 30, 35, 40, 45, 50, 55 of 60 bereiken een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De uitnodigingen worden verstuurd door bevolkingsonderzoek Zuid-West of door de huisarts van de vrouw. Ten opzichte van 2012 is het totaal aantal uitnodigingen min of meer gelijk gebleven, van 180.569 naar 180.312. Het aantal gerealiseerde uitnodigingen verschilt van het aantal vrouwen in de doelgroep. Deze verschillen kunnen worden verklaard door bijvoorbeeld tussentijdse verhuizingen, overlijden en natuurlijke schommelingen in de populatie. Daarnaast worden vrouwen die zich definitief hebben afgemeld voor het bevolkingsonderzoek niet meer uitgenodigd. Opkomst Tabel 2.5 geeft een overzicht van de opkomstcijfers (deelnamepercentage) per geboortejaar. Te zien is dat de opkomst onder jongere vrouwen het laagst is. In tabel 2.6 en figuur 2.6 worden de opkomstcijfers gepresenteerd per geboortejaar en uitnodigende instantie. De hoogste opkomst wordt gezien bij vrouwen die door de huisarts werden uitgenodigd. Het overall-gemiddelde is 61,3 procent. Tabel 2.5 | Opkomst 2013*, naar geboortejaar
Geboortejaar
Uitnodigingen
Uitstrijkjes
Opkomst %
1953
21.247
13.662
64,3
1958
24.672
16.070
65,1
1963
28.509
18.529
65,0
1968
28.847
18.815
65,2
1973
26.147
16.173
61,9
1978
25.281
14.465
57,2
1983
25.609
12.884
50,3
180.312
110.598
61,3
Totaal * Peildatum 1 april 2014
Tabel 2.6 | Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013*, per geboortejaar en uitnodigende instantie
Geboortejaar 1953 1958 1963 1968 1973 1978 1983 Totaal
Huisarts Bevolkingsonderzoek Zuid-West Aantal Aantal uitnodigingen Uitslag Opkomst % uitnodigingen Uitslag Opkomst % 9.275 6.337 68,3 11.972 7.325 61,2 10.691 7.504 70,2 13.981 8.566 61,3 12.309 8.663 70,4 16.200 9.866 60,9 12.299 8.760 71,2 16.548 10.055 60,8 10.956 7.457 68,1 15.191 8.716 57,4 10.035 6.453 64,3 15.246 8.012 52,6 9.663 5.711 59,1 15.946 7.173 45,0 75.228 50.885 67,6 105.084 59.713 56,8
* Peildatum 1 april 2014
28 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Figuur 2.6 | Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per geboortejaar en uitnodigende instantie
75,0 70,0 65,0
Opkomstpercentage
60,0 55,0 50,0 45,0 40,0
1953
1958
1963
1968
1973
1978
1983
Huisarts
68,3
70,2
70,4
71,2
68,1
64,3
59,1
BVO Zuid-West
61,2
61,3
60,9
60,8
57,4
52,6
45,0
Totaal
64,3
65,1
65,0
65,2
61,9
57,2
50,3
Uitstrijken van de 2013-cohorten die na 1 april 2014 werden ingezonden, zijn niet meer in dit jaarverslag verwerkt. De opkomst loopt overigens nog verder door in het jaar volgend op het feitelijke uitnodigingsjaar. Door dit ‘na-ijleffect’ zal de uiteindelijke deelname aan het bevolkingsonderzoek hoger zijn. Het na-ijleffect van 2012 is in tabel 2.7 verwerkt. Duidelijk is te zien, dat met name de 30-, 35- en 60-jarigen voor het grootste na-ijleffect zorgen. Tabel 2.7 | Definitieve opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2012 en 2011*
2012 Geboortejaar
2011
Voorlopige
Definitieve
opkomst
opkomst
Geboortejaar
Definitieve opkomst
1952
59,6%
66,7%
1951
66,0%
1957
61,9%
68,2%
1956
67,9%
1962
62,6%
68,4%
1961
67,9%
1967
64,1%
67,6%
1966
68,0%
1972
61,0%
65,1%
1971
66,1%
1977
55,7%
62,0%
1976
62,4%
1982
49,4%
56,8%
1981
57,0%
Totaal
59,3%
65,0%
Totaal
65,1%
* Peildatum: uitnodigingsjaar + 15 maanden
29 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Voor de jongste cohorten kan zwangerschap een reden zijn om later deel te nemen (tabel 2.8, tabel 2.9 en fig. 2.7). Tabel 2.8 | Afmeldreden* ‘zwangerschap’ en ‘baarmoederverwijdering’ naar geboortejaar
Antwoordredenen BaarmoederGeboortejaar
Totaal
Zwanger
%
verwijdering
%
1953
1.878
2
0,1
309
16,5
1958
1.886
2
0,1
392
20,8
1963
2.155
7
0,3
510
23,7
1968
1.757
32
1,8
353
20,1
1973
1.930
453
23,5
136
7,0
1978
2.967
1.699
57,3
38
1,3
4.060
2.510
61,8
19
0,5
16.633
4.705
28,3
1.757
10,6
% t.o.v.
% t.o.v.
antwoord
uitgenodigde
redenen
vrouwen
1983 Totaal
* Zoals gemeld door de cliënt
Tabel 2.9 | Afmeldredenen passieve participatie
Aantal Baarmoederverwijdering
1.757
10,6
1,0
Zwangerschap
4.705
28,3
2,6
Recente uitstrijk (< 1 jaar)
4.781
28,7
2,7
Definitieve afmelding
1.009
6,1
0,6
Overig
4.381
26,3
2,4
Totaal
16.633
100,0
9,2
* Zoals gemeld door de cliënt
Figuur 2.7 | Passieve participatie: antwoordredenen 2013
baarmoederverwijdering zwangerschap
28%
recente uitstrijk nooit meer uitnodigen
29%
overig
11% 6% 26%
30 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Zoals in de lijn van de verwachtingen ligt, geven vooral jonge vrouwen aan niet aan het bevolkingsonderzoek deel te nemen wegens zwangerschap, en oudere vrouwen omdat zij een baarmoederverwijdering hebben ondergaan (tabel 2.8). Wanneer een vrouw aangeeft dat haar baarmoederhals is verwijderd, betreft het een ‘definitieve afmelding’. Dit wil zeggen dat er bij de volgende ronde geen uitnodiging meer wordt verzonden naar deze vrouw. In het geval van zwangerschap wordt zes maanden na de vermoedelijke bevallingsdatum opnieuw een uitnodiging verstuurd en is, bij deelname, in feite sprake van uitgestelde participatie. Bijna alle andere afmeldredenen vallen in de categorie ‘tijdelijk’. Dit betekent dat de afmelding geldt voor één ronde. Bij een volgende ronde wordt wederom een uitnodiging verstuurd. In de evaluatie telt de vrouw één keer. Dit wil zeggen dat als een uitgestelde uitnodiging tot participatie leidde, de vrouw werd meegeteld bij de ‘participatie’ en niet bij de ‘passieve participatie’. Wanneer een vrouw niet deelneemt, maar wel de antwoordkaart terugstuurt, wordt gesproken van ‘passieve participatie’. Opvallend is het hoge percentage zwangerschappen als aanleiding voor passieve participatie (28,3 procent). In tabel 2.9 worden deze percentages weergegeven ten opzichte van de uitgenodigde vrouwen. Figuur 2.8 geeft het verloop weer van de actieve participatie over de jaren 2009 t/m 2013. Na een aantal jaren van dalende opkomstcijfers is in 2013 de opkomst gestegen, bijna tot het niveau van 2009. In 2013 hebben we in de eerste helft van het jaar meer cliënten uitgenodigd en ook eerder herinnerd dan afgelopen twee jaar. Dit verklaart waarschijnlijk de hogere opkomst per peildatum ‘uitnodigingsjaar + drie maanden’. Hierdoor verwachten we dat de uiteindelijke opkomst ‘uitnodigingsjaar + 15 maanden’ op ongeveer hetzelfde percentage uit zal komen. Figuur 2.8 | Verloop van de opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2009-2013
66 65 64 63 62 61 60
Percentage
59 58 57 56 2009
2010
2011
2012
Uitnodigingsjaar Opkomst uitnodigingsjaar + 3 maanden Opkomst uitnodigingsjaar + 15 maanden
31 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Verwachte opkomst t/m maart 2015
2013
Figuur 2.9 | Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013 in regio Zuid-West
In figuur 2.9 is de opkomst weergegeven per gemeente. Duidelijk is te zien dat in de sterk stedelijke gebieden de opkomst het laagst is. Screeningsresultaten Het doel van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is uiteraard het vroegtijdig ontdekken van afwijkingen van de baarmoederhals. Het gemaakte uitstrijkje wordt beoordeeld in een laboratorium. De resultaten hiervan worden onder andere geregistreerd in het CIS. In figuur 2.10 worden de percentages gegeven van de adviezen die op basis van de resultaten zijn gegeven. Figuur 2.10 | Resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013
Herhaling na 6 weken Herhaling na 6 maanden Consult gynaecoloog
94,3%
Herhaling na 5 jaar
0,7% 3,9% 1,1%
32 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Cytoscores Bevolkingsonderzoek Zuid-West beschikt voor dit jaarverslag over 110.598 cytologische uitslagen van de geboortejaarcohorten 1953, 1958, 1963, 1968, 1973, 1978 en 1983. Van al deze uitstrijkjes zijn zowel Pap-klassen als KOPAC-codes bekend. In dit verslag worden de cytologische resultaten in beide coderingsvormen getoond. In tabel 2.10 is de vertaling van de Pap-classificatie naar de KOPAC-codering weergegeven. Aangezien het grootste deel van de afwijkingen in de KOPAC in de P- en de C-kolom vallen, concentreert de analyse zich geheel op de P en de C en worden de K, de O en de A hier buiten beschouwing gelaten. In dit hoofdstuk wordt gesproken van cytoscores en daarbij worden negatieve, grijze en positieve cytoscores onderscheiden. De afgrenzing van deze drie gebieden is ook in tabel 2.10 gepresenteerd. In de voorgaande verslagen werden de cytoscores altijd uitgedrukt in Pap-klassen en daarom wordt in de figuren het verloop van de cytoscores in deze classificatie getoond. Tabel 2.10 | Vertaling van Pap-classificering naar KOPAC-codering en afgrenzing cytoscores
Pap-klasse
KOPAC, P en C
Pap 0
P0, C0
Pap 1
P1, C1
Pap 2
P2, P3, C3
Pap 3A
P4, P5, C4, C5
Pap 3B
P6, C6
Pap 4
P7, C7
Pap 5
P8, P9, C9
Cytoscore
Negatieve cytoscore
Cytologisch negatief (inclusief P2, P3 en C3)
Grijze cytoscore
KOPAC-code P4 en P5 (= lichte en matige dysplasie)
Positieve cytoscore
KOPAC-code > P6 (> sterke dysplasie)
Onbeoordeelbare uitstrijkjes Pap 0 Soms kan er geen cytologische diagnose op het uitstrijkje worden gegeven, dit zijn de Pap 0-uitslagen. Een van de redenen hiervoor kan zijn dat er geen of te weinig endocervicale cilindercellen aanwezig zijn in de uitstrijk. Als in dat geval op het laboratoriumformulier bij ‘Aspect cervix’ wordt aangegeven ‘Aspect niet gezien’, ‘abnormale portio’ of niets, dan moet het uitstrijkje opnieuw worden afgenomen In 2010 was de Pap 0-score 12,5‰, in 2011 was deze score gestegen tot 13,5‰, in 2012 weer gedaald tot 12,7‰ en in 2013 verder gedaald naar 11,3‰. Het zal duidelijk zijn dat het belangrijk is het aantal Pap 0 laag te houden. De dalende trend is dus gunstig. In figuur 2.11 zijn de Pap 0-scores gestratificeerd naar geboortecohort weergegeven. Figuur 2.11 | Cytoscores van Pap 0-klasse gestratificeerd naar geboortejaar
16 14 12 Promillages
10 8 6 4 1953 Pap 0
1958
1963
1968
1973
Geboortejaar 33
Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
1978
1983
De cytoscores zijn berekend voor de 110.598 uitstrijkjes van het screeningsjaar 2013. Net als in voorgaande jaren worden de hoogste cytoscores voor de positieve cytologie (> Pap 3B) bij de jongste vrouwen gevonden. Voor 2013 zijn dit de geboortejaren 1973, 1978 en 1983 (zie fig. 2.12). Ook bij Pap 3A zien we de hoogste score bij de jongste groepen.
Promillage t.o.v. het aantal uitslagen
Figuur 2.12 | Cytoscores 2013 gestratificeerd naar geboortejaar
26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1953
1958
1963
1968
1973
1978
1983
Geboortejaar Pap 3A
>=Pap 3B
Natraject: de histoscores 2012 Vanwege de doorlooptijd van het verkrijgen van de follow-up gegevens en de doorlooptijd van het behandel-/surveillancetraject, zijn de follow-up gegevens van het jaar 2013 nog niet volledig. Daarom richten we ons voor het natraject op het voorgaande jaar 2012. Vrouwen kunnen in het natraject terechtkomen wanneer het advies luidt: ‘verwijzen naar de gynaecoloog’. Wanneer de gynaecoloog, op geleide van een colposcopisch onderzoek, besluit een biopt te nemen, volgt een uitslag van een histologisch onderzoek. Histoscores: definities De histoscores (positieve histologische bevindingen) worden, analoog aan de cytoscores, berekend over 1.000 onderzochte vrouwen, het zijn dus promillages. De histologische onderzoeken worden ingedeeld in een terminologie waarin zowel de plaveiselcelafwijkingen (in de CIN-terminologie) als de afwijkingen van het cylinderepitheel van de endocervix (de adeno’s) worden uitgedrukt. Incidenteel kan er een adenocarcinoom van het endometrium worden vastgesteld. In totaal zijn er zes verschillende histologische diagnoses van (pre)carcinoom (tabel 2.11 en 2.12). Tabel 2.11 | Definities (pre)carcinoom van de cervix
Plaveisel CIN I (lichte dysplasie) CIN II (matige dysplasie) CIN III (ernstige dysplasie) (Micro)invasief plaveiselcarcinoom
Tabel 2.12 | Afgrenzing van de histoscores
Cylinder
Histoscore
(endocervix)
Negatieve histoscore histologisch negatief
adenocarcinoma in situ adenocarcinoma
34 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Afgrenzing
Grijze histoscore
CIN I en CIN II
Positieve histoscore
> CIN III
Histologische follow-up van de direct naar de gynaecoloog verwezen vrouwen Dit verslag concentreert zich in de eerste plaats op die vrouwen die op basis van een uitstrijkje in het kader van het bevolkingsonderzoek met een cytologische diagnose KOPAC > P5 en > C5 direct naar de gynaecoloog werden verwezen (Pap 3B of hoger). In het ziekenhuis wordt een vervolgdiagnose gesteld door de patholoog die het biopt beoordeelt dat door de gynaecoloog is afgenomen op geleide van de colposcopie. In tabel 2.13 zijn de histologische uitslagen van de verwezen vrouwen per laboratorium uitgesplitst. De kleinere laboratoria zijn onder het hoofdje ‘overig’ samengebracht. Tabel 2.13 | Histologische diagnoses 2012, vrouwen die naar ziekenhuis zijn verwezen wegens een cytologische diagnose > P5 en > C5 (> matige dysplasie), uitgesplitst naar laboratorium
Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Overig Totaal Geen follow-up bekend
1
9
30
0
3
2
2
1
48
Cytologie negatief
1
6
2
0
1
1
1
0
12
Histologie negatief
4
24
5
2
19
3
1
0
58
Cytologie positief
2
22
5
0
5
0
0
0
34
CIN I
9
35
8
0
16
8
3
4
83
CIN II
21
70
22
3
47
11
11
4
189
> CIN III
58
152
61
21
118
29
44
9
492
57
144
55
21
102
28
42
7
456
Adeno-c.i.s.
0
0
1
0
6
0
1
0
8
(Micro)invasief plaveiselcarcinoom
1
7
5
0
9
1
1
2
26
Endocervixcarcinoom
0
1
0
0
1
0
0
0
2
Endometriumcarcinoom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitslag > P5 en > C5
96
318
133
26
209
54
63
18
917
CIN III
In totaal zijn 917 vrouwen doorgestuurd naar de gynaecoloog, vanwege een KOPAC > P5 en/of > C5. Van 48 van de 917 direct verwezen vrouwen was geen follow-up bekend (5,2 procent). Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals verhuizing buiten de regio of Nederland, comorbiditeit (aanwezigheid van een andere (ernstige) ziekte) of overlijden. In een aantal gevallen in het echter niet duidelijk waarom follow-up gegevens ontbreken. Van 869 direct verwezen vrouwen was vervolgdiagnose wel bekend. Bij 492 van de verwezen vrouwen werd bij het vervolgonderzoek een afwijking van CIN II of hoger (carcinoom) gevonden, hetgeen in principe een vervolgbehandeling noodzakelijk maakt. In 272 gevallen werd na vervolgonderzoek een lichtere afwijking (CIN I/II) geconstateerd. Bij de overige vrouwen gaf de histologie geen afwijking te zien of was er helemaal geen histologie bekend. De histoscore > CIN III was 4,2 in 2012 (tabel 2.14). Dit is iets lager van in 2011 (4,5). De histoscore voor endocervixcarcinoom was 0,017 en voor adenocarcinoma in situ. 0,068. Ook deze scores zijn iets lager dan in 2011, maar hierbij moet worden opgemerkt dat dit om kleine aantallen gaat.
35 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.14 | Histoscores 2012, vrouwen die naar ziekenhuis zijn verwezen wegens een cytologische diagnose > P5 en > C5 (> matige dysplasie) per 1.000, uitgesplitst naar laboratorium
Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Overig Totaal Geen follow-up bekend
0,077 0,268 1,619 0,000 0,114 0,253 0,214
0,320
0,405
Cytologie negatief
0,077 0,178 0,108 0,000 0,038 0,126 0,107
0,000
0,101
Histologie negatief
0,310 0,714 0,270 0,301 0,721 0,379 0,107
0,000
0,490
Cytologie positief
0,155 0,654 0,270 0,000 0,190 0,000 0,000
0,000
0,287
CIN I
0,697 1,041 0,432 0,000 0,607 1,011 0,321
1,278
0,701
CIN II
1,627 2,081 1,187 0,451 1,782 1,390 1,178
1,278
1,595
> CIN III
4,494 4,519 3,292 3,159 4,475 3,664 4,714
2,876
4,153
CIN III
4,417 4,281 2,968 3,159 3,868 3,538 4,500
2,237
3,849
Adeno-c.i.s.
0,000 0,000 0,054 0,000 0,228 0,000 0,107
0,000
0,068
(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0,077 0,208 0,270 0,000 0,341 0,126 0,107
0,639
0,219
Endocervixcarcinoom
0,000 0,030 0,000 0,000 0,038 0,000 0,000
0,000
0,017
Endometriumcarcinoom
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000
0,000
7,438 9,455 7,177 3,911 7,926 6,822 6,750
5,753
7,741
Totaal cytoscore > P5 en > C5
Verdeling van de histoscores van de direct verwezen vrouwen Van de vrouwen met een cytologische diagnose KOPAC > P5 en > C5, die daarmee direct naar de gynaecoloog zijn verwezen, kunnen de histologische diagnoses worden verdeeld in cytologie negatief, cytologie positief, CIN I, CIN II, en > CIN III. Uit deze gegevens is figuur 2.13 gegenereerd. Al met al blijft het diagram van 2012 ongeveer hetzelfde als voor 2011, met voornamelijk > CIN III-diagnoses voor de direct verwezen vrouwen (57 procent). Het percentage follow-up dat niet bekend is, is 5 procent in 2012 – helaas hoger dan in 2011 (2,5 procent). Figuur 2.13 | Verdeling histoscores 2011 en 2012, van vrouwen met ≥ P5 en ≥ C5
2012
2011 60,0%
60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
Histoscores van de indirect verwezen vrouwen Vrouwen met een P4-uitslag (lichte dysplasie, Pap 3A) worden doorverwezen naar de gynaecoloog wanneer de diagnose van de herhalingsuitstrijk wederom P4 is. Dit is dus via een indirecte route. Niet alle vrouwen met een P4 worden doorgestuurd: wanneer de herhalingsuitstrijk geen afwijkingen meer vertoont, hoeven deze vrouwen niet nader te worden onderzocht.
36 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
In 2012 werden 967 vrouwen, via de indirecte route doorverwezen naar de gynaecoloog (tabel 2.15). Van 64 vrouwen (6,6 procent) is geen follow-up bekend. Bij 664 vrouwen werd in de tweede lijn geen biopt genomen, maar werd alleen een vervolguitstrijk gemaakt. Hieruit kwamen 341 met negatieve bevindingen en 323 met afwijkende cytologie. Van de overige vrouwen heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West de beschikking over de histologische diagnose: er werd bij 34 vrouwen een CIN III gevonden en bij 2 vrouwen een carcinoom. De histoscores worden vermeld in tabel 2.16. Tabel 2.15 | Histologische diagnoses 2012, vrouwen met een cytologische diagnose P4 (lichte dysplasie), die na een herhalingsuitstrijk naar het ziekenhuis verwezen zijn
Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Overig Totaal Geen follow-up bekend
15
17
22
1
2
3
3
1
64
Cytologie negatief
13
184
25
10
79
8
17
5
341
Histologie negatief
5
20
6
2
15
4
7
2
61
Cytologie positief
7
167
23
9
82
9
18
8
323
CIN I
7
17
6
6
27
7
18
0
88
CIN II
4
7
10
2
9
10
10
2
54
10
3
7
6
5
3
1
1
36
CIN III
9
3
6
6
5
3
1
1
34
Adeno-c.i.s.
0
0
1
0
0
0
0
0
1
(Micro)invasief plaveiselcarcinoom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Endocervixcarcinoom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Endometriumcarcinoom
1
0
0
0
0
0
0
0
1
61
415
99
36
219
44
74
19
967
> CIN III
Totaal uitslag P4
Tabel 2.16 | Histoscores 2012, vrouwen die naar het ziekenhuis verwezen zijn wegens een cytologische diagnose P4 (lichte dysplasie) per 1.000
Lab1 Lab2
Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Overig Totaal
Geen follow-up bekend
1,162
0,505 1,187 0,150 0,076 0,379 0,321
0,320
0,540
Cytologie negatief
1,007
5,471 1,349 1,504 2,996 1,011 1,821
1,598
2,878
Histologie negatief
0,387
0,595 0,324 0,301 0,569 0,505 0,750
0,639
0,515
Cytologie positief
0,542
4,965 1,241 1,354 3,110 1,137 1,928
2,557
2,727
CIN I
0,542
0,505 0,324 0,903 1,024 0,884 1,928
0,000
0,743
CIN II
0,310
0,208 0,540 0,301 0,341 1,263 1,071
0,639
0,456
> CIN III
0,775
0,089 0,378 0,903 0,190 0,379 0,107
0,320
0,304
CIN III
0,697
0,089 0,324 0,903 0,190 0,379 0,107
0,320
0,287
Adeno-c.i.s.
0,000
0,000 0,054 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000
0,008
(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000
0,000
Endocervixcarcinoom
0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000
0,000
Endometriumcarcinoom
0,077
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000
0,008
4,726 12,339 5,342 5,415 8,306 5,559 7,928
6,072
8,163
Cytoscore P4
37 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tenslotte worden de histoscores van de vrouwen met een cytologische diagnose P2-3, A3 en C3 (Pap 2) gepresenteerd (tabel 2.17). Niet alle vrouwen worden doorgestuurd: wanneer de herhalingsuitstrijk geen afwijkingen vertoont, hoeven deze vrouwen niet nader te worden onderzocht. In 2012 is 3.245 vrouwen geadviseerd een herhalingsuitstrijk te laten verrichten naar aanleiding van een Pap 2-uitslag - 630 vrouwen hebben hieraan geen gehoor gegeven en 2.616 vrouwen hebben wel een herhalingsuitstrijkje gehad. Van deze groep vrouwen ontvingen 818 een positieve cytologische uitslag. 260 vrouwen hebben daarna een colposcopisch biopt laten verrichten. Van hen bleken uiteindelijk 8 vrouwen een carcinoom te hebben. Tabel 2.18 geeft deze histoscores weer. Tabel 2.17 | Histologische diagnoses 2012, vrouwen met een cytologische diagnose P2-3, A3 en C3 (Pap 2), die na een herhalingsuitstrijk naar het ziekenhuis verwezen zijn
Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Overig Totaal Geen follow-up bekend
52
366
104
8
62
1
20
17
630
Cytologie negatief
107
497
215
110
539
64
212
53
1.797
Histologie negatief
12
9
8
4
47
7
4
2
93
Cytologie positief
39
141
72
27
158
28
79
14
558
CIN I
15
3
5
4
30
2
21
2
82
CIN II
10
0
6
8
19
4
2
2
51
> CIN III
7
0
4
5
13
0
3
2
34
CIN III
5
0
4
4
9
0
3
1
26
Adeno-c.i.s.
0
0
0
0
2
0
0
0
2
(Micro)invasief plaveiselcarcinoom
2
0
0
1
1
0
0
0
4
Endocervixcarcinoom
0
0
0
0
1
0
0
1
2
Endometriumcarcinoom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
242 1.016
414
166
868
106
342
92
3.245
Totaal Pap 2 (uitslag P2-3, A3 en C3)
In 2012 zien we een stijging ten opzichte van 2011 in de groep ‘follow-up onbekend’ (19,4 procent vs. 15,5 procent). Hieruit is af te leiden dat bij een Pap 2-uitslag de compliance om gehoor te geven aan het vervolgonderzoek duidelijk lager is. Het aantal gevonden carcinomen is onveranderd; zowel in 2011 als in 2012 is dit aantal 8. Wordt het percentage ‘gevonden carcinomen’ afgezet tegen het aantal ‘follow-up onbekend’, dan valt te verwachten dat dat in die groep nog 1,89 carcinomen gevonden zouden zijn. Door de groei van de groep ‘follow-up onbekend’ is dit getal voor 2012 ten opzichte van 2011 gestegen met 1,48 procent.
38 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.18 | Histoscores 2012, vrouwen die naar het ziekenhuis verwezen zijn wegens een cytologische diagnose P2-3, A3 en C3 (Pap 2) per 1.000
Lab1
Lab2
Lab3
Lab4
Lab5
Lab6
Lab7
Overig Totaal
Geen follow-up bekend
4,029 10,882
Cytologie negatief
8,291 14,777 11,602 16,546 20,441
8,086 22,713 16,938 15,169
Histologie negatief
0,930
0,268
0,432
0,602
1,782
0,884
0,429
0,639
0,785
Cytologie positief
3,022
4,192
3,885
4,061
5,992
3,538
8,464
4,474
4,710
CIN I
1,162
0,089
0,270
0,602
1,138
0,253
2,250
0,639
0,692
CIN II
0,775
0,000
0,324
1,203
0,721
0,505
0,214
0,639
0,431
> CIN III
0,542
0,000
0,216
0,752
0,493
0,000
0,321
0,639
0,287
CIN III
0,387
0,000
0,216
0,602
0,341
0,000
0,321
0,320
0,219
Adeno-c.i.s.
0,000
0,000
0,000
0,000
0,076
0,000
0,000
0,000
0,017
(Micro)invasief plaveiselcarcinoom
0,155
0,000
0,000
0,150
0,038
0,000
0,000
0,000
0,034
Endocervixcarcinoom
0,000
0,000
0,000
0,000
0,038
0,000
0,000
0,320
0,017
Endometriumcarcinoom
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Cytoscore (P2-3, A3 en C3)
5,612
1,203
2,351
0,126
2,143
5,433
5,318
18,751 30,208 22,340 24,970 32,919 13,392 36,640 29,402 27,400
Uiteindelijke histoscores De ‘uiteindelijke histoscores’ zijn te berekenen uit de som van de scores die resulteren uit de direct verwezen vrouwen en die van de indirecte route. In figuur 2.14 zijn de histoscores van respectievelijk CIN I, CIN II en CIN III weergegeven. De histoscore voor CIN III was 4,355. Duidelijk te zien is dat de bijdrage van de indirecte route op de uiteindelijke histoscore sterk afhankelijk is van de ernst van de afwijking: groot voor CIN I, klein voor CIN III. Figuur 2.14 | Indirecte (KOPAC P4) en directe (KOPAC 5) route naar CIN I, CIN II en CIN III in 2012
Tenslotte: betere detectie In 2012 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West wederom profijt gehad van het unieke systeem dat is opgezet waarbij de cytologische en histologische data rechtstreeks gekoppeld zijn. In 2011 werden 621 CIN III-laesies gediagnosticeerd. In 2012 zijn dit er 516. In 2012 werden 30 plaveiselcelcarcinomen 39 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
gediagnosticeerd, 11 adenocarcinomen in situ, 4 endocervixcarcinomen en geen endometriumcarcinomen. Vanaf 2007 is de detectie van ernstige pathologie aanmerkelijk toegenomen. De grootschalige invoering van de dunnelaagcytologie kan hier een rol bij hebben gespeeld. Tenslotte kan worden opgemerkt dat er minder pathologie wordt gedetecteerd bij vrouwen vanaf 50 jaar die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek.
2.3 Resultaten proef-bevolkingsonderzoek darmkanker In 2006 is onder mannen en vrouwen van 50 tot en met 74 jaar in de regio Rijnmond en Amsterdam het proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker van start gegaan. In 2008 is op basis van de voorlopige resultaten besloten een vervolg te geven aan het onderzoek. Voor deze tweede screeningsronde werden alle mensen uit de eerste studie opnieuw benaderd, uitgezonderd diegenen met een afwijkende testuitslag of mensen die 75 jaar of ouder waren. In 2013 is de derde screeningsronde afgerond. Net als bij de voorgaande ronden werden deelnemers met een afwijkende testuitslag in voorgaande ronden en mensen van 75 jaar of ouder niet opnieuw benaderd. Om de omvang van de oorspronkelijke onderzoeksgroep te behouden, zijn nieuwe deelnemers van 50 en 51 jaar uitgenodigd. Tijdens de uitvoering van de derde screeningsronde is besloten om ook een vergunning voor een vierde screeningsronde aan te vragen (CORERO-IV). Om het aantal deelnemers te kunnen vergroten, zal deze vierde ronde een samenwerkingsverband zijn tussen het Erasmus MC, het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam, Bevolkingsonderzoek Midden-West en Bevolkingsonderzoek Zuid-West. In september 2013 heeft de Gezondheidsraad positief geoordeeld over de studieaanvraag, maar oordeelde over twee van de drie onderzoeksvragen dat de populatie van het proef-bevolkingsonderzoek ongeschikt is om die vragen goed te kunnen beantwoorden. Die vragen kunnen beter binnen het landelijke bevolkingsonderzoek een plek krijgen. Het betreft onderzoek naar alternatieve ontlastingtests en onderzoek naar diverse vormen van intake. De commissie Bevolkingsonderzoek van de Gezondheidsraad adviseerde de minister hiervoor geen vergunning te verlenen. De commissie vindt de monitoring van de deelname aan en de uitkomsten van het bevolkingsonderzoek in de tijd (de derde onderzoeksvraag) belangrijk, maar zij vindt een proef-bevolkingsonderzoek specifiek daarvoor niet noodzakelijk is. Als het echter efficiënter is om het proef-bevolkingsonderzoek te handhaven dan om het opnieuw op te bouwen binnen het landelijk bevolkingsonderzoek, dan zijn daar geen inhoudelijke bezwaren tegen. Als de minister besluit hiervoor vergunning te verlenen, stelt de commissie daaraan enkele voorschriften en vereisten. Deze hebben vooral betrekking op verbetering van de informatie aan de deelnemers. Op basis van dit advies heeft de minister van VWS op 1 november 2013 besloten een vergunning te verlenen aan het Erasmus MC en het AMC voor de uitvoering van een studie naar darmkankerscreening. Het betreft de voortzetting van een proef-bevolkingsonderzoek ter voorbereiding van de uitvoering van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker en de vergelijking van twee iFOBT’s binnen het proefbevolkingsonderzoek. Aan de vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: 1.
de deelnemers wordt uitgelegd dat zij primair deelnemen aan een wetenschappelijk onderzoek dat niet gelijk is aan het landelijk bevolkingsonderzoek;
2.
de aanvragers sluiten de uitvoering en de informatiematerialen zo veel mogelijk aan bij het landelijk bevolkingsonderzoek naar darmkanker;
3.
de aanvragers maken in overleg met RIVM-CvB afspraken over de communicatie over het proefbevolkingsonderzoek in Nederland; 40
Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
4.
met het RIVM-CvB worden afspraken gemaakt en word tussentijds gerapporteerd over de samenloop met het bevolkingsonderzoek naar darmkanker;
5.
het onderzoek start uiterlijk 1 januari 2014.
Om binnen dit korte tijdsbestek aan de voorschriften te kunnen voldoen, hebben de betrokken partijen vanaf 1 november zeer intensief samengewerkt. Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft onder andere een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de informatiematerialen voor de deelnemers en aan de implementatie van de CORERO IV-studie in het huidige IColon-systeem. Tabel 2.19 | Resultaten proef-bevolkingsonderzoek darmkanker
Ronde 1
Ronde 2
Ronde 3
P
62,6%
63,2%
68,3%
<0.001
Positieve uitslag
8,4%
6,0%
5,7%
<0.001
Detectiecijfer
3,3%
1,9%
1,3%
<0.001
40,7%
33,2%
24,0%
<0.001
Opkomst
Voorspellende waarde
2.4 Resultaten pilot bevolkingsonderzoek darmkanker De voor de pilot uitgenodigde cliënten waren woonachtig in vijf geselecteerde wijken van Rotterdam en Barendrecht. Er is geprobeerd om op basis van sociaaleconomische status (SES) verschillende soorten wijken mee te nemen in deze pilot, waarbij het voor cliënten uit die wijken ook logisch moest zijn om naar een van de drie intakelocaties uit de pilot (Maasstad Ziekenhuis, Ikazia en Erasmus MC) te reizen (bij ongunstige uitslag). Er is geen rekening gehouden met een representativiteit voor de landelijke bevolking in deze pilot; doel was om de processen en systemen te testen. Uitnodigingen In totaal zijn 3.219 cliënten uitgenodigd om deel te nemen aan de pilot van het bevolkingsonderzoek darmkanker. Dit zijn personen uit de geboortejaren 1938, 1939, 1947, 1949 en 1951. In totaal waren dit 1.662 (51,6 procent) mannen en 1.557 (48,4 procent) vrouwen (zie tabel 2.20). Dit zijn allen mannen en vrouwen die anders in de loop van 2014 een uitnodiging zouden hebben ontvangen voor het landelijk bevolkingsonderzoek. Tabel 2.20 | Aantal uitnodigingen naar geboortejaar
Mannen Geboortejaar
Vrouwen
Totaal aantal
Aantal
%
Aantal
%
1938
220
53,0
195
47,0
415
1939
228
52,7
205
47,3
433
1947
404
50,2
400
49,8
804
1949
403
50,8
390
49,2
793
1951
407
52,6
367
47,4
774
1.662
51,6
1.557
48,4
3.219
Totaal
cliënten
Opkomst Van de 3.219 uitgenodigde cliënten hebben 2.019 cliënten (63,7 procent) deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek; zij stuurden een iFOBT-buis met het bijbehorende formulier terug, 1841 (57,2 procent) cliënten deden dit direct en 178 (5,5 procent) na een herinneringsbrief. De opkomst onder de
41 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
mannen was 59,7 procent (993/1.662) en onder de vrouwen 65,9 procent (1026/1557). Tabel 2.21 geeft een overzicht van de opkomstcijfers (deelnamepercentage) naar leeftijd (geboortejaar) en tabel 2.22 naar geslacht. In totaal hebben 1.200 (37,3 procent) cliënten niet deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek; 169 (5,2 procent) cliënten hadden zich afgemeld (non-participant, waarvan 53 definitief, 110 éénmalig en bij 6 cliënten is het vooralsnog onduidelijk of zij zich tijdelijk of definitief hebben afgemeld. Dit wordt dit nog nader onderzocht; in het overzicht hieronder zijn deze 6 ingedeeld bij eenmalige afmelding). 1.013 (31,5%) cliënten hebben niet gereageerd (non-respondent). Daarnaast is er nog een kleine bijzondere groep van 18 cliënten: 6 daarvan stuurden een antwoordformulier (met afnamedatum) terug zonder iFOBT-buis en 12 cliënten gaven (telefonisch) aan de iFOBT-buis niet meer te kunnen gebruiken. Aan deze cliënten is een nieuwe set toegezonden (conform standaardwerkwijze). Deze groep is bijzonder, omdat zij daarop vervolgens niet meer gereageerd hebben (waar andere cliënten in een vergelijkbare situatie dat wel deden). Deze 18 cliënten worden in de verdere figuren/tabellen niet meegenomen; voor de percentages is wel uitgegaan voor het totaal van 3.219 cliënten. De verdeling tussen non-respondent en non-participanten is weergegeven in figuur 2.15. Een overzicht van de cliënten die zich hebben afgemeld (definitief of eenmalig) naar leeftijd is gegeven in tabel 2.23 en naar geslacht in tabel 2.24. Tabel 2.21 | Opkomst: aantal en percentage deelnemende cliënten totaal en specifiek na een herinnering van het totaal aantal uitgenodigden naar geboortejaar
Geboortejaar
Deelname
Waarvan na
totaal
herinnering
Aantal
%
Aantal
%
1938
243
58,6
18
4,3
1939
243
56,1
13
3,0
1947
549
68,3
41
5,1
1949
518
65,3
55
6,9
466
60,2
51
6,6
2.019
62,7
178
5,5
1951 Totaal
Tabel 2.22 | Opkomst: aantal en percentage deelnemende cliënten totaal en specifiek na een herinnering van het totaal aantal uitgenodigden naar geslacht
Geslacht Man
Deelname
Waarvan na
totaal
herinnering
Aantal
%
Aantal
%
993
59,7
93
5,6
Vrouw
1026
65,9
85
5,5
Totaal
2.019
62,7
178
5,5
42 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Figuur 2.15 | Verdeling van de reactie van cliënten die niet deelnemen (n = 1.182)
Tabel 2.23 | Aantal en percentage niet deelnemende cliënten van het totaal aantal uitgenodigden naar geboortejaar
Geboortejaar
Non-participant,
Non-participant,
Non-participant,
totaal
definitief
eenmalig
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
1938
36
8,7
14
3,4
22
5,3
1939
42
9,7
13
3,0
29
6,7
1947
28
3,5
9
1,1
19
2,4
1949
25
3,2
11
1,4
14
1,8
38
4,9
6
0,8
32
4,1
169
5,3
53
1,6
116
3,6
1951 Totaal
Tabel 2.24 | Aantal en percentage niet deelnemende cliënten van het totaal aantal uitgenodigden naar geslacht
Geslacht
Non-participant,
Non-participant,
Non-participant,
totaal
definitief
eenmalig
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
36
8,7
14
3,4
22
5,3
Vrouw
42
9,7
13
3,0
29
6,7
Totaal
169
5,3
53
1,6
116
3,6
Man
iFOBT-uitslagen iFOBT-uitslagen In het laboratorium is van 2019 cliënten (minimaal) één iFOBT-buis ontvangen. Sommige cliënten hebben meerdere buizen retour gestuurd naar het laboratorium (bijvoorbeeld in het geval van een onbetrouwbare eerste buis). Uiteindelijk hadden 1.773 (87,8 procent) cliënten een gunstige iFOBT-uitslag, 192 (9,5 procent) cliënten een ongunstige testuitslag en bij 54 (2,7 procent) cliënten kon er geen iFOBT-uitslag worden gegeven (fig. 2.16). De status van de laatst ontvangen iFOBT-buis van deze groep cliënten zonder uitslag was: een onbeoordeelbare buis (32x), een buis met een onbetrouwbaar testresultaat (2x), een iFOBT-buis zonder antwoordformulier (14x), een antwoordformulier zonder iFOBT-buis (2x), een iFOBTbuis die als ‘verloren’ moet worden beschouwd (1x), of onbekend (2x). Deze cliënten hebben dus geen (beoordeelbare) buis meer opgestuurd en worden beschouwd als ’afgehaakt’.
43 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Verwijscijfer iFOBT Het verwijscijfer van de iFOBT is het aantal ongunstige iFOBT-uitslagen gedeeld door het aantal beoordeelbare resultaten, deze bedraagt in de pilot gemiddeld 9,8 procent (192/1965). Tabel 2.25 geeft de iFOBT-uitslag en het verwijscijfer van de iFOBT naar geboortejaar en tabel 2.26 naar geslacht. Te zien is dat het verwijscijfer van de iFOBT hoger is bij hogere leeftijd: 13,6 procent bij cliënten uit 1938 (75 jaar) en 8,4 procent bij cliënten uit 1951 (62 jaar). In de studie van McDonald et al. Was bij vergelijkbare iFOBTafkapwaarde het verwijscijfer voor mannen van 70-74 jaar 13,8 procent is en voor vrouwen 10,4 procent, voor mannen tussen de 60 en 64 jaar was dit 8,7 procent en voor vrouwen 6,3 procent (McDonald el al, Clin Chem Lab Med 2012). Figuur 2.16 | (Uiteindelijke) uitslag iFOBT-test (n = 2.019)
Tabel 2.25 | Uitslag iFOBT en verwijscijfer iFOBT naar geboortejaar
Gunstige iFOBT Geboortejaar
Ongunstige iFOBT
Onbeoordeelbaar^
Verwijscijfer*
Aantal
Aantal
Aantal
%
1938
203
32
8
13,6
1939
204
31
8
13,2
1947
486
48
15
9,0
1949
463
43
12
8,5
1951
417
38
11
8,4
1.773
192
54
9,8
Totaal
Tabel 2.26 | Verwijscijfer iFOBT naar geslacht
Gunstige iFOBT Geboortejaar Man
Ongunstige iFOBT
Onbeoordeelbaar^
Verwijscijfer*
Aantal
Aantal
Aantal
%
868
96
29
10,0
Vrouw
905
96
25
9,6
Totaal
1.773
192
54
9,8
* Het verwijscijfer van de iFOBT is het aantal ongunstige IFOBT-uitslagen gedeeld door het aantal beoordeelbare resultaten (ongunstige en gunstige iFOBT-uitslagen).
44 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
^ De status van de laatst ontvangen iFOBT- buis van deze groep cliënten was: een onbeoordeelbare buis (32x), een onbetrouwbare buis (2x), een iFOBT-buis zonder antwoordformulier (14x), een antwoordformulier zonder iFOBT-buis (2x), een verloren iFOBT-buis (1x), of onbekend (2x).
Onbetrouwbare en onbeoordeelbare 1e iFOBT-buizen Bij 23 cliënten was de eerst ontvangen iFOBT-buis onbetrouwbaar. Zij hebben conform het proces een nieuwe uitnodiging inclusief iFOBT-buis ontvangen. Van deze 23 stuurden 20 cliënten vervolgens een beoordeelbare buis op (bij 19 cliënten was dit de 2e buis en bij 1 cliënt de derde buis), 3 cliënten hebben geen iFOBT-buis meer opgestuurd (waarvan 1 cliënt na een tweede niet te beoordelen buis). Bij 132 cliënten was er sprake van een onbeoordeelbare 1e iFOBT-buis; de redenen hiervan zijn weergeven in tabel 2.27. Te zien is dat de meest voorkomende reden ‘geen vloeistof’ (49 procent) is. Dit kan verklaard worden doordat de iFOBT-buizen ten tijde van het eerste deel van de pilot nog aan twee kanten opengedraaid kon worden - zo ook aan de verkeerde kant. Dit probleem is inmiddels opgelost: nu kan de buis alleen nog aan de goede kant worden opengedraaid. Van deze groep hadden (na toezending van een nieuwe uitnodigingsset met zelfafnamebuis) uiteindelijk 101 cliënten een beoordeelbare buis. Van deze 132 cliënten met een onbeoordeelbare eerste iFOBT-buis hadden 19 ook een onbeoordeelbare tweede iFOBT-buis, waarvan bij 7 cliënten de derde iFOBT-buis ook onbeoordeelbaar was. Van deze 7 cliënten hadden uiteindelijk 3 cliënten een beoordeelbare iFOBT-buis opgestuurd en 4 cliënten niet. Uiteindelijk hebben 31 cliënten geen beoordeelbare iFOBT-buis meer opgestuurd. Tabel 2.27 | Onbeoordeelbaarheid eerste iFOBT: aantal deelnemers met een eerste niet te beoordelen iFOBT-buis, naar reden
Reden Barcode onleesbaar
Aantal
%
22
16,7
Buis kapot
5
3,8
Geen monster
1
0,8
Geen vloeistof
65
49,2
Te veel ontlasting
19
14,4
20
15,2
132
100
Technisch onmogelijk Totaal
Intake Tijdsduur ongunstige iFOBT-uitslag en primair geplande intake In totaal hadden 192 cliënten een ongunstige iFOBT-uitslag. Deze cliënten ontvingen een uitslagbrief met daarin een geplande intakedatum. De tijdsduur tussen verzending van de uitslagbrief en de geplande intakedatum was gemiddeld (SD) 7,5 (2,5) kalenderdagen. Bij de helft van de cliënten was de intakeafspraak gepland binnen 7 kalenderdagen, 95 procent van de cliënten had een geplande intakeafspraak binnen 11 kalenderdagen. In figuur 2.17 is aangegeven hoe vaak de verschillende doorlooptijden voor komen. De landelijke norm is binnen 15 werkdagen.
45 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Figuur 2.17 | Tijdsduur (in dagen) tussen de datum van de iFOBT-uitslagbrief en datum van de primair geplande intake
50
46
45
45 40 35 30
Aantal clienten
25
19
20
16
15 8
10 5
12
10
14
13 3
1
2
0
1
0
0
1
1
14
15
16
17
18
19
0 2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Tijdsduur (in dagen) Deelnamegraad intake Non-participanten intake Van de 192 cliënten met een ongunstige uitslag meldden zich in totaal 23 cliënten (12 procent) af voor de intake. No show In totaal kwamen 2 cliënten (1,2 procent) niet naar de intakeafspraak (no show) zonder zich af te melden. Deze cliënten hebben hierover een brief gekregen met het verzoek om een afspraak voor een nieuwe intake te maken. Uitgevoerde intake 166/192 (86,5 procent) cliënten hebben daadwerkelijk een intakegesprek gehad. Eén intake (0,5 procent) staat nog op gepland. Deze wordt niet meegenomen in dit verslag. Een overzicht van de deelnamegraad is weergeven in figuur 2.18. Figuur 2.18 | Deelnamegraad intakegesprek (n = 191)
Intake conclusie In totaal zijn 155 van de 166 cliënten (93,4 procent) die daadwerkelijk een intakegesprek hebben gehad, doorverwezen voor coloscopie. Bij 1 cliënt werd de coloscopie uitgesteld en 2 cliënten kregen een afspraak voor een CT-colografie. In totaal zijn 8 (4,8 procent) cliënten geëxcludeerd. Een overzicht van de intakeconclusies is weergeven in tabel 2.28. De redenen voor exclusie zijn gegeven in tabel 2.29.
46 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.29 | Redenen voor exclusie na het intake Tabel 2.28 | Conclusie intakegesprek
Conclusie intakegesprek
gesprek
Aantal cliënten (%)
Coloscopie
Reden geen onderzoek
155 (93,4)
Aantal cliënten
Surveillance
4
CT- colografie
2 (1,2)
Patiënt wil niet
1
Coloscopie uitgesteld
1 (0,6)
Terminaal ziek
2
8 (4,8)
Onder behandeling
1
Totaal
8
Exclusie Totaal
166 (100)
Coloscopie Non-participanten coloscopie Met 155 cliënten is na de intake een afspraak gemaakt voor coloscopie. Er zijn 118 coloscopieverslagen in ColonIS geregistreerd, de verslagen van de andere 37 cliënten (23,9 procent) ontbreken. Het is echter momenteel onzeker of dit non-participanten zijn (no show), of dat een aantal coloscopieverslagen nog niet zijn geregistreerd in ColonIS. Dat laatste lijkt het meest aannemelijk. De deelnamegraad coloscopie is het aandeel patiënten met een ongunstige iFOBT dat uiteindelijk een coloscopie ondergaat. In de pilot is dit tot nu toe 61,5 procent (118/192). Hierbij moet bovengenoemde opmerking met betrekking tot de volledigheid van de aanwezige verslagen in acht genomen worden. Als we uitgaan van het aantal geplande coloscopieën na intake ligt dit percentage, met de nu aanwezige verslagen, op 76,1 procent (118/155) in de pilot. Tijdsduur tussen de uitgevoerde intake en de primair geplande coloscopiedatum De tijdsduur tussen de uitgevoerde intakedatum en de tijdens de intake afgesproken datum voor coloscopie varieerde van 3 tot 48 dagen. Bij de helft van de cliënten was de coloscopie gepland binnen acht kalenderdagen na de intake, bij 95 procent van de cliënten was de coloscopie binnen 21 kalenderdagen na de uitgevoerde intake gepland. De landelijke norm is 10 werkdagen, dat komt neer op maximaal 14 kalenderdagen. Bij 85,6 procent van de cliënten was de coloscopie binnen 14 kalenderdagen na de uitgevoerde intake gepland. In figuur 2.19 is aangegeven hoe vaak de verschillende doorlooptijden voorkwamen. Figuur 2.19 | Tijdsduur (in dagen) tussen de datum van de uitgevoerde intake en de tijdens de intake geplande datum van de coloscopie
40
37
35 30 25 19
20 15 Aantal cliënten
15 10 5
8
6 3
1
3
3
4
2
4
2
4
2
2
2
1
0 3
4
6
7
8
9
10 11 12 13 14 16 17 18 21 25 32 48 Tijdsduur (in dagen)
47 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Opbrengst coloscopie op basis van het MDL-rapport Van de 118 cliënten met een coloscopieverslag werd bij 1 (0,85 procent) cliënt darmkanker geconstateerd en bij 45 (38,1 procent) cliënten een advanced adenoom (zie tabel 2.30). In totaal werden er bij 79 (66,9 procent) cliënten adenomen gevonden (advanced, non-advanced of geserreerde adenomen). Bij 38 (32,2 procent) cliënten werden geen adenomen of darmkanker gevonden. Opmerking toevoegen over geserreerd adenoom: deze categorie bevat nu deels adenomen die we advanced zouden noemen en deels een aantal benigne afwijkingen (hyperplasten). Het detectiecijfer voor darmkanker of een advanced adenoom is het aantal cliënten bij wie darmkanker of een advanced adenoom is vastgesteld gedeeld door het totaal aantal deelnemers met een beoordeelbare iFOBT (ongunstig en gunstig), deze bedraagt 2,3 procent (46/1965; tabel 2.31). Tabel 2.30 | Opbrengst coloscopie
Opbrengst coloscopie Advanced adenoom (AAD)
Aantal
% (95% betrouwbaarheidsinterval)
45
38,1 (29,4 – 46,9)
1
0,8 (-0,8 – 2,5)
Geen afwijkingen
38
32,2 (23,8 – 40,6)
Non-advanced adenoom
27
22,9 (15,3 – 30,5)
7
5,9 (1,7 – 10,2)
118
100
Colorectaal carcinoom (CRC)
Geserreerde poliepen (hyperplastische poliep, traditioneel geserreerde poliep, sessiel geserreerde poliep/adenoom) Totaal
Tabel 2.31 | Deelnamegraad, verwijscijfer en detectiecijfer
Percentage in de pilot Deelnamegraad
62,7%
Ongunstige iFOBT-uitslag (verwijscijfer)
9,8%
Detectiecijfer (AAD, CRC)
2,3%
2.5 Klachten en complimenten In de jaarverslagen van de afgelopen jaren is vooral inhoudelijk ingegaan op de behandeling van de klachten rond de meest voorkomende onderwerpen pijn, bejegening, verwonding en locatie/standplaats en de daaruit voortvloeiende verbetersuggesties. Ook werd een aantal voorbeelden genoemd van complimenten. Dit jaar geven we de binnengekomen reacties meer cijfermatig weer. Voor registratie van de reacties maken we gebruik van een landelijk klachtenregistratiesysteem. Reacties van de cliënten In 2013 kwamen bij Bevolkingsonderzoek Zuid-West in totaal 795 reacties binnen (tabel 2.20 en fig. 2.15). Een aantal cliënten reageerde over meer dan één onderwerp. Daardoor is het aantal reacties (795) groter dan het aantal cliënten dat gereageerd heeft (548).
48 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.31 en figuur 2.20 | Reacties per kwartaal 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Totaal
Aantal reacties
247
191
154
203
795
Aantal cliënten
178
125
104
141
548
compliment klacht suggestie vraag
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
In het derde kwartaal is een duidelijke afname te zien, als gevolg van de vakantieperiode. Het overgrote deel (94,7 procent) betreft klachten over het bevolkingsonderzoek borstkanker (tabel 2.21 en fig. 2.16). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat het borstonderzoek door de organisatie zelf wordt uitgevoerd, terwijl de uitvoering van het onderzoek bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en bevolkingsonderzoek darmkanker extern is belegd. Tabel 2.32 en figuur 2.21 | Klachten per bevolkingsonderzoek Percentage 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Totaal
van totaal
240
185
152
197
774
97,4%
Baarmoederhalskanker
7
6
2
4
19
2,4%
Darmkanker
0
0
0
2
2
0,3%
247
191
154
203
795
Borstkanker
Totaal
2,4%
0,3%
BK BMHK DK 97,4%
Van de reacties die binnenkomen, bestaat het overgrote deel uit klachten (55 procent); 32 procent van de reacties bestaat uit complimenten (tabel 2.22, fig. 2.17 en 2.18).
49 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Tabel 2.33 | Soort reactie 2013, per kwartaal Percentage e
e
1 kwartaal Compliment
2 kwartaal
e
e
3 kwartaal
4 kwartaal
Totaal
van totaal
66
56
61
71
254
32%
Klacht
165
103
68
104
440
55%
Vraag
12
25
17
24
78
10%
4
7
8
4
23
3%
Suggestie
Figuren 2.22 en 2.23 | Verdeling soort reactie
compliment
32%
klacht suggestie
55%
31,9%
Klacht Vraag
3%
Suggestie vraag
2,9%
9,8% Compliment
55,3%
10%
De meeste reacties komen binnen via het reactieformulier (411), per e-mail (208) en telefoon (84) (tabel 2.23 en fig. 2.19). Het valt in de praktijk op dat de complimenten in de regel via een reactieformulier binnenkomen. Tabel 2.34 en figuur 2.24 | Wijze van ontvangst van de klacht
Percentage
Afmeldformulier Brief Contactformulier website E-mail
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Totaal
van totaal
9
5
1
4
19
2,4%
14
9
3
3
29
3,6%
4
7
12
15
38
4,8%
71
45
36
56
208
26,2%
Via medewerker
4
0
1
1
6
0,8%
Reactieformulier
122
99
82
108
411
51,7%
23
26
19
16
84
10,6%
247
191
154
203
795
Telefoon Totaal
50 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Het aantal reacties (248) in de categorie ‘Bejegening’ is het grootst (tabel 2.24 en fig. 2.20 op de volgende pagina). Daarbij moet in acht worden genomen dat hieronder zowel positieve als negatieve bejegening valt. In acht gevallen is de klacht over pijn gecombineerd met een compliment over de bejegening. Tabel 2.35 en figuur 2.25 | Onderwerp van de klacht 1e
2e
kwartaal
kwartaal
Totaal
van totaal
59
52
46
53
210
26%
7
5
1
4
17
2%
Bejegening Leeftijdsgrenzen Medisch
3e
4e
kwartaal kwartaal
Percentage
6
9
5
2
22
3%
17
13
6
6
42
5%
Organisatie buisje (DK)
0
0
0
0
0
0%
Organisatie kosten bij doorverwijzen
2
2
3
0
7
1%
Organisatie afspraak
Organisatie openingstijden Organisatie standplaats - bereikbaarheid Organisatie standplaats - faciliteiten Organisatie uitnodiging
0
0
0
1
1
0%
59
23
13
41
136
17%
9
5
11
9
34
4%
12
5
6
12
35
4%
Organisatie uitslag
7
7
7
2
23
3%
Organisatie voorlichting
4
3
2
2
11
1%
Organisatie wachttijd
3
8
2
1
14
2%
Pijn
10
5
7
16
38
5%
Pijn en positieve bejegening
2
4
2
0
8
1%
Pijn en negatieve bejegening
12
10
5
3
30
4%
Verwonding
11
7
9
13
40
5%
Overig
27
33
29
38
127
16%
Totaal
247
191
154
203
795
51 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
0%
5% 10% 15% 20% 25% 30%
Bejegening Leeftijdsgrenzen Medisch Org. afspraak Org. buisje (DK) Org. kosten bij doorverwijzen Org. openingstijden Org. standplaats - bereikbaarheid Org. standplaats - faciliteiten Org. uitnodiging Org. uitslag Org. voorlichting Org. wachttijd Pijn Pijn en positieve bejegening Pijn en negatieve bejegening Verwonding Overig
Landelijke werkgroep Klachtenfunctionarissen De klachtenfunctionarissen van de vijf screeningsregio’s zijn verenigd in de Landelijke Werkgroep Klachtenfunctionarissen (LWKL). De werkgroep kwam in 2013 vijf keer bijeen en heeft eenmaal vergaderd via de VTC. De werkgroep heeft een ‘linking pin’ met het OMB/OMC; deze woont de LWKL-vergaderingen bij voor die punten die voor OMB/OMC van belang zijn en vice versa. In 2013 was de voortgang van de landelijke klachtenregistratie opnieuw een hoofdonderwerp op de agenda. Mede door de gezamenlijke bespreking zijn we gekomen tot een ‘landelijke rapportage cliëntreacties 2013’. Deze geeft een duidelijk overzicht van de cijfers en de diverse onderwerpen waarop cliënten reageren. Ook regionale overeenkomsten en verschillen worden inzichtelijk. Verder is de implementatie van het bevolkingsonderzoek darmkanker een terugkomend agendapunt geweest. In het begin van het jaar heeft een jurist-adviseur gezondheidsrecht een presentatie gegeven over de actuele ontwikkelingen in het gezondheidsrecht. Dit jaar is het besluit genomen dat alle leden van de werkgroep lid zullen worden van de Vereniging Klachtenfunctionarissen in de Gezondheidszorg (VKIG) voor zover zij dat nog niet waren. Ook daardoor blijven de werkgroepleden op de hoogte van de nieuwste kennis op hun vakgebied.
52 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
3. BEDRIJFSVOERING De afdeling Bedrijfsvoering bestaat uit de onderdelen: ICT Service Center, Controlling, Financiële en Salarisadministratie, HRM & Arbo, Communicatie, Kwaliteitszorg en Klachtenbehandeling.
3.1 ICT Migratie glasvezel Voor de informatiesystemen IBOB en IMS maakt de organisatie gebruik van een landelijk glasvezelnetwerk. Nadat was besloten om het contract met provider Surfnet niet te verlengen, is een aantal landelijke werkgroepen opgericht om de keuze van en overstap naar een nieuwe provider voor te bereiden. Onze senior-systeembeheerder heeft namens Bevolkingsonderzoek Zuid-West in de technische werkgroep zitting genomen, als regionaal projectleider. In 2013 heeft de migratie van Surfnet naar UNET, de nieuwe provider, centraal gestaan. Na een korte onderbreking in de service is het glasvezelnetwerk in samenwerking met Surfnet, UNET, Philips en de lokale regiobeheerders de migratie succesvol uitgevoerd. Omdat we konden gebruikmaken van de al aanwezige glasvezelkabels, hoefde geen nieuwe kabel aangelegd te worden. Hierdoor kon de aansluiting snel en relatief eenvoudig geschieden. Door de nieuwe verbinding is het gehele netwerk sneller geworden. Een bijkomend voordeel van het nieuwe netwerk is dat deze ook voor de kantoorautomatisering gebruikt kan worden. De locaties die gebruikmaken van glasvezel zijn het hoofdkantoor en de beoordelingseenheden in Goes, Dordrecht en Leiden. In 2013 verliep het huurcontract van de BE in Leiden, en in gezamenlijkheid met de radiologen van deze beoordelingseenheid is gezocht naar een alternatieve locatie in de omgeving Leiden. In overleg is besloten om de BE Leiden te huisvesten in het onderzoekscentrum in Den Haag, de SE65, waar nog een ruimte niet in gebruik was. Voor de werkzaamheden van de radiologen in de beoordelingseenheid is aansluiting met het glasvezelnetwerk nodig. Deze moest op de nieuwe BE-locatie nog worden aangelegd. In augustus vonden hiertoe over een paar honderd meter graafwerkzaamheden plaats. De glasvezel is nu technisch gereed voor gebruik. Verbouwing en verhuizing De SE65 moest geschikt worden gemaakt voor de komst van de beoordelingseenheid. Zo moest de beoordelingsruimte worden geblindeerd en beschikken over een airco om de apparatuur op temperatuur te houden. Ook moest een extra kamer beschikbaar komen voor de coördinerend radioloog. Een werkgroep heeft de verbouwing voorbereid en begeleid. In samenspraak met de MBB’ers van de SE65 heeft een aantal ruimten een (nieuwe) bestemming gekregen. Het geheel is eind november 2013 opgeleverd. De firma Tromp heeft op 6 december de BE-ruimten getest, wat eveneens probleemloos verliep. Op 9 december hebben de radiologen hun nieuwe beoordelingseenheid in gebruik nemen. Stagiair Begin 2013 heeft de afdeling gekeken of een stagiair op de afdeling geplaatst zou kunnen worden. Na alle voor- en nadelen gewogen te hebben, een stagiair is immers ook een investering in tijd, is besloten om hiertoe over te gaan. Reeds in het vierde kwartaal kon het Albeda College – gevestigd nabij het hoofdkantoor – een geschikte stagiair aanbieden, die direct aan de slag kon. De stage loopt tot april 2014; daarna zal een nieuwe stagiair geworden worden geworven. Video Conference System In het laatste kwartaal van 2012 heeft het BOS besloten dat alle screeningsorgansiaties een video conference system moeten krijgen. Hiermee wordt bespaard op zowel reiskosten als reistijd. In juni 2013 53 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West het systeem geïmplementeerd. We maken gebruik van mobiele schermen, zodat we het systeem kunnen gebruiken in elke ruimte waar een stroom- en netwerkkabel aangesloten kan worden. Alle medewerkers kunnen nu vergaderen per video; reserveren gaat eenvoudig via het agendabeheer van Outlook. ISC draagt zorg voor het (ver)plaatsen en aansluiten van het systeem. Helpdesk In 2013 heeft de afdeling ISC niet minder dan 1.807 ‘tickets’ afgehandeld die via de Helpsdesk van medewerkers waren binnengekomen. CIS In 2013 zijn voor het CIS vier nieuwe releases uitgekomen. Hierin zijn onder andere aanpassingen gemaakt voor de nieuwe landelijke autorisatie van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en de RFC’s (Request for Change – documenten die tot stand komen naar aanleiding van een discussie van gebruikers). In april 2013 is door de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker een landelijke autorisatie van de GBA gekomen. Hierdoor zijn alle persoonsgegevens geactualiseerd van de doelgroep voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Verder is een aantal herstelwerkzaamheden op de databases van CIS uitgevoerd, nog als gevolg van de landelijke samenvoeging van de vijf screeningorganisaties in 2010. Zo zijn onder andere gegevens van cliënten ‘ontdubbeld’, de ingevoerde antwoordredenen hersteld en cliënten met een leeg BSN-nummer geblokkeerd. Ten slotte zijn is in het verslagjaar de betalingen aan de laboratoria aangepast, naar aanleiding van een aantal tariefwijzigingen door het RIVM. Het ontstane verschil is aan de betreffende laboratoria uitbetaald.
3.2 Communicatie Interne communicatie Interne nieuwsbrief In 2013 is een digitale nieuwsbrief ontwikkeld: Zuid-West Nieuws. Sinds september ontvangen alle medewerkers een e-mail met korte inleidingen van nieuwsartikelen waarop vervolgens kan worden doorgeklikt naar het hele artikel, dat op intranet staat. Zuid-West Nieuws is in het leven geroepen als antwoord op de vraag van de organisatie om minder versnipperd nieuwsberichten te versturen, actueler in de berichtgeving te zijn en beter gebruik te maken van digitale communicatiemiddelen. De digitale nieuwsbrief verschijnt maandelijks, op een vast tijdstip. In een redactieformule zijn zaken als doel, doelgroep, inhoud, redactiesamenstelling, frequentie en productie nader vastgelegd. Scoop Scoop, de nieuwsbrief die alle medewerkers op de hoogte hield van de ontwikkelingen rondom de fusie en reorganisatie, verscheen in maart 2013 voor het laatst. Dit laatste nummer stond in het teken van het afscheid van Mieke Bot als voorzitter van de Raad van Bestuur. Later in het jaar kreeg Scoop een doorstart en kwam in de uitgave de bedrijfscultuur centraal te staan. Zodoende werd de ‘Scoop-cultuur’ het communicatiemiddel van de Werkgroep Cultuur. Deze werkgroep heeft gedurende 2013 aandacht gevraagd voor cultuuraspecten die door medewerkers zijn aangedragen tijdens de beleidsdag 2013 en de in 2012 georganiseerde workshops Cultuur. In 2013 zijn vijf nummers van Scoop-cultuur uitgebracht. 54 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Laborantendagen In mei en juni heeft de afdeling Communicatie twee laborantendagen georganiseerd. Op deze dagen worden laboranten op het hoofdkantoor uitgenodigd om persoonlijk kennis te komen maken met de kantoormedewerkers, die zij vaak alleen kennen via telefoon of mailverkeer. De laboranten bezoeken in kleine groepjes alle afdelingen, en op de opleidingsunit (SE 52) werd een presentatie gegeven over de opleiding ‘MB’er in de screening’. Naast de rondleidingen werd een presentatie gegeven over het bevolkingsonderzoek darmkanker en was er een vragenuurtje over SPX. Het laatste deel van de dag bestond uit een gezamenlijke gedachtewisseling over diversen onderwerpen, zoals kwaliteit, communicatie, OR en de afdeling ISC. Zowel de kantoorcollega’s als de laboranten waren enthousiast over de dag en hebben gezegd het een nuttige en aangename dag te hebben gevonden. Intranet In het verslagjaar heeft een projectgroep ‘SharePoint’ de verdere voorbereidingen getroffen om de overstap naar SharePoint als intranetplatform te maken. De afdeling communicatie maakt deel uit van de projectgroep SharePoint. Een belangrijk voordeel van SharePoint is dat medewerkers snel en eenvoudig toegang hebben tot intranet, zonder dat zij apart hoeven in te loggen. Ook wordt het documentbeheer, informatie-uitwisseling en online samenwerking binnen een groep eenvoudig mogelijk gemaakt met SharePoint. Verbondenheid
Om de verbondenheid met ons vakgebied te stimuleren, is kort stilgestaan bij de Borstkankermaand (oktober) en de Dag van de Stralende beroepen (november). Bij deze gelegenheden heeft de afdeling communicatie voor een kleine attentie voor alle medewerkers gezorgd.
De VIP-dag is in 2013 weer in ere hersteld. Deze Very Important Production Day is bedoeld om de productie een boost te geven én de MBB’ers in het zonnetje te zetten. In vijf units heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West op zaterdag 2 november 365 cliënten verwelkomd, en hebben kantoormedewerkers zich op de units nuttig gemaakt als gastvrouw of lunchverzorger.
Bij de viering van de start van de pilot van het bevolkingsonderzoek darmkanker op 2 september werd de gehele organisatie betrokken en getrakteerd op een lekkernij.
Om de verbondenheid met onze organisatie of eigen afdeling te stimuleren, werd aan alle organisatieonderdelen een (bescheiden) budget beschikbaar gesteld voor een gezamenlijk uitje of etentje.
In maart werd de beleidsdag 2013 gehouden waarin deze keer veel aandacht was voor de (gewenste) bedrijfscultuur.
In november werd het Smoelenboek nieuw leven ingeblazen, eveneens met de bedoeling om de betrokkenheid met elkaar en elkaars werkzaamheden te vergroten.
In december werden de collegiale banden aangetrokken, onder andere door de Sinterklaasviering en een gezamenlijk kerstlunch.
Externe communicatie Uitnodigingsmaterialen Elk jaar actualiseren de screeningsorganisaties in samenwerking met het RIVM de uitnodigingsmaterialen voor de bevolkingsonderzoeken. In 2013 is de invoering van AVI in alle uitnodigingsmaterialen verwerkt. Screen Screen is het magazine dat de screeningsorganisaties naar de ketenpartners versturen. In maart, juni en november zijn er drie specials over het bevolkingsonderzoek darmkanker uitgegeven. In deze Screen Specials werden de ketenpartners op de hoogte gehouden van de vorderingen in de opzet van het bevolkingsonderzoek darmkanker.
55 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
ColoScoop In 2014 zijn acht edities van ColoScoop, de informatiebrief voor coloscopiecentra en pathologielaboratoria verschenen. Leven & Lijf De screeningsorganisaties hebben in 2013 opnieuw het magazine Leven & Lijf naar alle vrouwen gestuurd die voor het eerst worden uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Net als in de voorgaande jaren was actrice Angela Schijf gasthoofdredacteur en covermodel. Regio Zuid-West voert gezamenlijk met screeningsorganisatie Oost de hoofdredactie van het magazine. In onze regio zijn 115.000 exemplaren gedrukt en verspreid onder de 30-jarige vrouwen en ketenpartners. Dag van de Zorg Op 16 maart vond de landelijke Dag van de Zorg plaats. De communicatieadviseurs hebben die dag in het Maasstad Ziekenhuis aan de Zorgboulevard te Rotterdam een stand bemand met informatie over de drie bevolkingsonderzoeken. De dag heeft honderden bezoekers getrokken. Pers
In 2013 zijn ruim 55 persberichten verstuurd naar (regionale) dagbladen, huis-aan-huisbladen, GGD’en en gemeenten, naar aanleiding van de start van een nieuwe onderzoeksronde van het bevolkingsonderzoek borstkanker.
In april werd in een live-uitzending van radio Vlaardingen aandacht besteed aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalkanker; communicatieadviseur Elma van der Vlis voerde hier het woord.
Op 13 september besteedde RTV Rijnmond in haar radio- en tv-uitzendingen uitgebreid aandacht aan de start van de pilot van het bevolkingsonderzoek darmkanker. In de ochtend was bestuurder Wolfert Spijker te horen op de radio en in de middag werd op het hoofdkantoor gefilmd voor het RTVtelevisiejournaal.
Deskundigheidsbevordering In november hebben twee communicatieadviseurs deelgenomen aan een landelijk vakcongres. Verder hebben in 2013 twee communicatieadviseurs de tweedaagse, interne training ‘Het schrijven van beleidsnotities’ gevolgd. Een adviseur volgende de interne tweedaagse training ‘Projectmatig werken.’ Landelijke communicatie Regio-overschrijdende zaken worden, indien mogelijk, landelijk aangepakt. In 2013 waren dat de volgende zaken. Huisartspakketten baarmoederhalskanker De informatie die huisartsen ontvangen van de screeningsorganisaties zijn in 2013 geüniformeerd. Er is een draaiboek voor alle huisartsen en informatiekaarten gemaakt. Ook voor darmkanker is deze informatiekaarten toegevoegd aan de pakketten. Beurs voor doktersassistenten In november werd in Bussum bij het landelijk congres voor doktersassistenten een informatiemarkt georganiseerd. Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft samen met de collega-screeningsorganisaties hieraan deelgenomen. Cliënttevredenheidsonderzoek Na het behalen van een rapportcijfer 9 voor het cliënttevredenheidsonderzoek, zijn hierover landelijke persberichten verstuurd.
56 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
3.3 Kwaliteit Kwaliteitshandboek De afdeling Kwaliteit heeft in 2013 het digitale kwaliteitshandboek in SharePoint naar wens en gebruiksvriendelijkheid aangepast. In verband met verdere harmonisatie van een aantal afdelingen is een aantal processen opnieuw herzien. Nieuw in 2013 was de procedure incidentenregistratie met incidentendraaiboek; deze is na het vaststellen ervan, ingevoerd. In 2014 zal worden onderzocht welk softwarepakket het meest geschikt is om de incidentenregistratie te beheren. Externe audit Van 28 tot en met 30 oktober vond de externe DNV-audit plaats; dit betrof een tussentijdse audit voor bevolkingsonderzoek borstkanker (HKZ) en bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (ISO). De drie dagen zijn goed verlopen en er heerste een goede sfeer op het kantoor en de units. De eerste en laatste dag werd het MT en kantoor geaudit. Op de tweede dag waren de SE70 en de SE56 aan de beurt. Uit de externe audit volgden twee observaties (lichte afwijkingen). Deze zullen tijdens de externe audit van 2014 opnieuw worden bekeken. De audit is positief afgerond en beide certificaten zijn verlengd. De verbeterpunten uit 2012 zijn opgelost. Interne audits Op basis van de meerjarenplanning heeft de afdeling Kwaliteit de interne auditplanning voor 2013 opgesteld. Alle interne audits zijn volgens planning uitgevoerd. De uitkomsten van de interne audits behelzen veelal verbeteracties gericht op het aanpassen of ontwikkelen van procesbeschrijvingen en werkinstructies. De overige verbeterpunten worden overgenomen op de verbeterlijst. De verslagen van de interne audits zijn te vinden in het online Kwaliteitshandboek. Prestatie-indicatoren In het kader van de HKZ- en ISO-certificering is de organisatie verplicht een aantal prestatie-indicatoren te monitoren. Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker is gemeten of er voldaan wordt aan de normen voor de volgende prestatie-indicatoren: -
Uitlopen wachttijd op de SE: voldaan aan de norm;
-
Uitnodigingen op tijd verstuurd: voldaan aan de norm;
-
Tijdig herinneren: voldaan aan de norm;
-
Uitslag op tijd naar de cliënt en de huisarts: voldaan aan de norm.
De overige indicatoren voor de borstkankerscreening worden in de kwartaalrapportages gemonitord. De senior applicatiebeheerder levert hiervoor de cijfers aan. Voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is per kwartaal gemeten of voldaan wordt aan de norm voor de prestatie-indicatoren uit de landelijke indicatorenset: 1.
Juiste selectie vrouwen: voldaan aan norm
2.
Juist uitgenodigde vrouwen: voldaan aan norm
3.
Verzenden juiste informatie bij (her)uitnodiging: voldaan aan norm
4.
Tijdig herinneren: niet voldaan aan norm; zie toelichting hieronder
5.
Tijdig versturen nieuwe uitnodiging na bevalling: voldaan aan norm
6.
Bereikbaarheid: voldaan aan norm
7.
Aanbieden alternatieven uitstrijklocaties: voldaan aan norm 57
Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
8.
Goede kwaliteit uitstrijkjes Pap 0 en B2j: niet meetbaar; zie toelichting hieronder
9.
Lab voldoet aan de gestelde eisen: wordt gemonitord tijdens de visitatie van het laboratorium
10. Tijdig versturen uitslagbrief door de screeningsorganisatie; zie toelichting hieronder 11. Opkomst: komt terug in de kwartaalrapportages Ad 4. Tijdig herinneren In het eerste kwartaal van 2013 bleek dat dit onder de norm was. Als gevolg hiervan is het uitnodigingsschema van de afdeling Baarmoederhalskanker, waardoor we in het tweede en derde kwartaal wel aan de norm voldeden. In het vierde kwartaal zaten we wederom onder de norm, als gevolg van het herinneren van de ‘slepers’ van 2012. Deze termijn stond op > 16 weken. Is nu bijgesteld naar 14 weken. Ad 8. Goede kwaliteit uitstrijkjes Pap 0 en B2j Niet meetbaar. Dit wordt veroorzaakt door de berekening en het feit dat CIS deze informatie zoals gesteld in de indicatorenset, niet kan aanleveren. Besloten is om deze indicator in 2014 alleen nog bij de visitatie aan het laboratorium te monitoren. Ad 10. Tijdig versturen uitslagbrief door screeningsorganisatie In het eerste kwartaal voldeden we niet aan de norm. Dit werd vermoedelijk veroorzaakt door het niet halen van de doorlooptijden bij één van de laboratoria. Hierop is vanuit de visitatie van het betreffende laboratorium actie ondernomen en afspraken voor verbeteringen gemaakt. Tijdens de visitatie van het laboratorium wordt dit gemonitord. In het tweede, derde en vierde kwartaal voldeden we wel aan de norm. Ketenpartneronderzoeken De afdeling Kwaliteit heeft de ketenpartneronderzoeken volgens planning uitgevoerd. Hieronder staat per ketenpartneronderzoek kort weergegeven wat de bevindingen zijn. Ketenpartneronderzoek Laboratorium (baarmoederhalskankerscreening) Dit jaar zijn gevisiteerd:
Leids Cytologisch en Pathologisch Laboratorium te Leiden;
Laboratorium Groene Hart Ziekenhuis te Gouda;
PAL, laboratorium voor pathologie in Dordrecht;
PA-lab Middelburg;
PA-lab Rotterdam Maasstad Ziekenhuis;
PA-lab Terneuzen;
PA-lab Westeinde Ziekenhuis te Den Haag (Wielenga);
Medisch Laboratorium van de St. Samenwerkende Delftse Ziekenhuizen te Delft.
Tijdens de visitatie aan de laboratoria wordt gevraagd naar de samenwerking met het onder organisatie. Daarbij komen mogelijke verbeterpunten aan de orde, zoals de planning en het verwerken van de uitslagen aan de orde. De visitaties zijn volgens planning uitgevoerd door de regionaal coördinerend patholoog (RCP) en de bestuurder en/of manager Administratieve organisatie. De verbeteracties worden overgenomen op de verbeterlijst. De visitatieverslagen zijn te vinden in het online Kwaliteitshandboek. Ketenpartneronderzoek Huisartsen (baarmoederhalskankerscreening) Het landelijk Overleg Managers Cervix (OMC) heeft verzocht om een landelijk uniforme vragenlijst te gebruiken. Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft deze in april naar 599 huisartsen gestuurd. De landelijke resultaten zijn besproken door het OMC; de analyse van de regionale resultaten is nog niet afgerond.
58 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Ketenpartneronderzoek Gemeenten (borstkankerscreening) Het ketenpartneronderzoek is in september 2013 uitgevoerd. In totaal zijn 71 gemeenten in onze regio benaderd via Questback. Hiervan hebben 32 gemeenten gereageerd. Na het verwerken van de resultaten en het formuleren van verbeteracties, hebben we deze teruggekoppeld aan de gemeenten. De gemeenten ervaren de samenwerking betreffende communicatie met en ondersteuning van onze organisatie en de firma Systolé als positief. De gemeenten zijn goed bekend met de eisen waaraan een standplaats van een mobiel onderzoekscentrum moet voldoen. Alle gemeenten zien het belang van het bevolkingsonderzoek borstkanker. Vragen en klachten worden correct afgehandeld. Ter verbetering zijn de volgende afspraken gemaakt. 1.
De assistent manager Screening plant de komende twee jaar een afspraak met alle gemeenten in het werkgebied om de knelpunten te bespreken.
2.
De termijnen voor het versturen van de vooraankondiging en van de vergunningsaanvraag zijn beide met een maand verkort, d.w.z. dat de vooraankondiging vijf maanden van tevoren wordt verstuurd en de vergunning vier maanden van tevoren aangevraagd wordt.
3.
Zes weken van tevoren is de definitieve vergunningsperiode bekend.
De laatste twee afspraken zijn gemaakt omdat de gemeenten aangaven behoefte te hebben aan tijdige en exacte informatie over de periode van de onderzoeksronde. Ketenpartneronderzoek Ziekenhuizen (borstkankerscreening) De afdeling Kwaliteit heeft - in overleg met de manager Administratieve organisatie en coördinator Medisch secretariaat - in juli 2013 de vragenlijst voor de ziekenhuizen opgesteld. In september is de enquête via Questback uitgezet onder 29 ziekenhuizen in onze regio. Negen ziekenhuizen hebben gereageerd. De coördinator Medisch secretariaat zal de resultaten uit de vragenlijst gebruiken als zij het betreffende ziekenhuis gaat bezoeken. De vragenlijst zal ook (nogmaals) besproken worden met de ziekenhuizen die niet gereageerd hebben. De coördinator bezocht in 2013 al een aantal ziekenhuizen; in 2014 bezoekt zij de rest van de ziekenhuizen. Ketenpartneronderzoek GGD’en Het MT heeft besloten om geen ketenpartneronderzoek uit te voeren onder de GGD’en, omdat deze geen werkzaamheden meer verrichten voor het bevolkingsonderzoek. Cliënttevredenheidsonderzoek (borstkankerscreening) In april 2103 heeft de organisatie het landelijk cliënttevredenheidsonderzoek bevolkingsonderzoek borstkanker uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door het onafhankelijk onderzoeksbureau Effectory, in samenwerking met de screeningsorganisaties. Het bevolkingsonderzoek Zuid-West scoorde een 9 op algemene tevredenheid. De cliënten waarderen alle onderdelen met goede scores. Onze cliënten onderschrijven dat zij het borstonderzoek belangrijk vinden door de stelling “Ik vind het bevolkingsonderzoek borstkanker belangrijk” te beoordelen met een 9,5. Het vertrouwen in het onderzoek scoort een 9,1. Onze medewerkers (MBB’ers en receptionisten) worden zeer hoog beoordeeld en scoren met name goed op vriendelijkheid (9,0) en behulpzaamheid (9,0). Ook het gemak waarmee een afspraak kan worden verzet wordt positief ervaren. Bijna 100 procent geeft aan het onderzoek aan te raden bij vrienden en/of kennissen. De resultaten waren erg goed. Om deze reden zijn geen verbeterpunten geformuleerd.
59 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Processen darmkankerscreening De werkgroep DK-processen heeft in 2013 hard gewerkt om de landelijke procesbeschrijvingen op te stellen voor het primaire proces van het bevolkingsonderzoek darmkanker. De werkgroep bestaat uit vier leden van de landelijke werkgroep Kwaliteit, onder wie de twee kwaliteitsmedewerkers van onze organisatie. Tijdens de pilot van het bevolkingsonderzoek darmkanker zijn de procesbeschrijvingen geëvalueerd en waar nodig aangepast. Inmiddels werken alle regio’s volgens de landelijke procesbeschrijvingen. De werkgroep DK-processen heeft zich ook gebogen over hoe de procesbeschrijvingen van de ondersteunde afdelingen kunnen worden aangepakt (zoals documentbeheer en leveranciersbeoordeling). Hieraan zal in 2014 vervolg worden gegeven. Landelijke werkgroep Kwaliteit Dit jaar kwam de landelijke werkgroep Kwaliteit - waarin ook Bevolkingsonderzoek Zuid-West vertegenwoordigd is - viermaal bijeen. In oktober vond een extra bijeenkomst plaats, voor een training in het kader van de overstap naar de NEN 15224 (ISO voor de Zorg). Onderwerpen die in de reguliere bijeenkomsten aan de orde kwamen, waren: -
de processen van het bevolkingsonderzoek darmkanker;
-
landelijke regels en richtlijnen (landelijk);
-
de landelijke indicatorenset van borstkanker en baarmoederhalskanker;
-
de overstap naar ISO voor de zorg.
3.4 HRM Samenstelling personeel Tabel 3.2 | Leeftijdsopbouw d.d. 31 december 2013 Tabel 3.1 | Samenstelling personeel
Leeftijdscategorie Aantal Kengetallen Aantal werknemers (31-12-2012) Fte Man / vrouw Gemiddelde leeftijd Gemiddeld aantal dienstjaren Ziekteverzuim
Totaal
tot 24 jaar
Man
Vrouw
5
1
4
209
25-29 jaar
9
2
7
134
30-34 jaar
10
1
9
18 / 191
35-39 jaar
16
3
13
50
40-44 jaar
15
3
12
45-49 jaar
34
3
31
50-54 jaar
34
0
34
9,31 5%
55-59 jaar
50
3
47
Aantal nieuwe werknemers
31
60-64 jaar
33
0
33
Aantal werknemers uit dienst
25
65-69 jaar
2
1
1
vanaf 70 jaar
1
1
0
Aantal uitzendkrachten
9
Werving en selectie In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West de samenwerking met Allure Uitzendbureau gecontinueerd. Tijdens de opleiding MBB'er in de screening wordt gewerkt op basis van een payroll-overeenkomst. Na positieve afronding van de opleiding wordt de MBB'er in de screening een contract aangeboden. Het uitgangspunt blijft dat werving en selectie van personeel zoveel mogelijk in eigen beheer wordt gedaan. Gedurende het jaar 2013 is vier keer gebruik gemaakt van payroll services.
60 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Automatisering HRM De afdeling HRM is in 2013 begonnen met de inrichting van digitale HR-processen door middel van Youforce, een online portal. In 2014 wordt dit uitgerold met onder andere ‘Personeelsdossier online’ en ‘Self Service voor medewerkers en leidinggevenden’. Cao en bedrijfsregelingen Bevolkingsonderzoek Zuid-West volgt de Cao Ziekenhuizen en heeft ter aanvulling hierop bedrijfsregelingen uitgewerkt in een handboek. In 2013 hebben we een start gemaakt met het actualiseren van het handboek. Ontwikkeling medewerkers Medewerkers zijn ook in 2013 weer in staat gesteld om kennis en vaardigheden uit te breiden. In het verslagjaar hebben MBB'ers in de screening deelgenomen aan verschillende symposia. Het opleidingsplan MBB'er in de screening ligt in concept klaar voor implementatie. Dit wordt in 2014 verder uitgewerkt voor landelijke implementatie. Daarnaast hebben er groepsgewijs cursussen en bijscholingen plaatsgevonden op het gebied van BHV, reanimatie en AED. Voor de staffuncties zijn er diverse trainingen georganiseerd, evenals voor het midden en hoger management. Op individueel niveau is er ruimte geweest voor ontwikkeling, training en kennisuitbreiding, afhankelijk van behoefte en noodzaak. Om te anticiperen op het dreigend tekort aan MBB’ers in de screening is in samenwerking met Erasmus MC Zorgacademie in 2012 een pilotproject van start gegaan voor het MBO-opleiden van screeningsassistenten. Deze pilot liep af in september 2013. De uitkomst was aanleiding om een tweede pilot op te zetten. Hiermee wordt begin 2014 gestart. In 2013 heeft het management development programma voor het MT en middenmanagement vervolg gekregen. Het management development programma bevat zowel collectieve als individuele trainingen die bijdragen aan de ontwikkeling van de kennis en vaardigheden van leidinggevenden. Arbodienst Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft een samenwerkingsovereenkomst met ArboNed tot 1 januari 2015. Periodiek vindt met de bedrijfsarts sociaal medisch teamoverleg (SMT)) plaats en een tussentijdse evaluatie met de accountmanager. Medewerkersonderzoek De afdeling HRM heeft in 2013 het medewerkersonderzoek voorbereid. Dit onderzoek wordt elke drie jaar uitgevoerd, door een extern bureau. De resultaten van het medewerkersonderzoek geven inzicht in de werkbeleving van de medewerkers en geven de organisatie handvaten tot verbetering. Het medewerkersonderzoek wordt gehouden in maart 2014. Arbeidsmarktontwikkeling laboranten Het landelijke projectplan ‘Arbeidsmarktontwikkeling laboranten’ (AMOL) is opgesteld om de inzetbaarheid van MBB’ers op langere termijn te vergroten en de bijdrage die de arbeidsmarktcommunicatie hieraan kan bijdragen. In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor een landelijke ‘werkbij’-website van Bevolkingsonderzoek. Deze website maakt het voor werkzoekenden eenvoudig om vacatures van Bevolkingsonderzoek te vinden. Het gehele sollicitatieproces kan via de website efficiënt en effectief plaatsvinden.
61 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Leerbedrijf In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West zich bij ECABO aangemeld om als erkend leerbedrijf te worden opgenomen. ECABO heeft dit verzoek in behandeling genomen en de erkenning afgegeven. Arbo De Arbocommissie heeft in 2013 periodiek vergaderd. Tijdens deze vergaderingen zijn de arbeidsomstandigheden uit meerdere invalshoeken bekeken en besproken. In 2013 stonden de volgende onderwerpen op de agenda:
Arbobeleid;
BHV-organisatie;
Risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E).
In 2013 is door ArboNed een risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E) uitgevoerd voor zowel het hoofdkantoor als de vaste en mobiele screeningsunits.
De screeningsunits zijn in 2013 bezocht door fysiotherapeuten, die voorlichting en advies gaven over de werkhouding.
In 2012 hebben 86 medewerkers gebruik gemaakt van de fitregeling en zeven medewerkers van de vergoedingsregeling voor een beeldschermbril.
In het vierde kwartaal van 2013 hebben alle MBB’ers in de screening deelgenomen aan de training reanimatie/AED.
Om het risico op een besmetting met het legionellavirus te verkleinen, is er in 2013 voor alle mobiele screeningsunits een risicoanalyse uitgevoerd en zijn er periodiek watermonsters genomen. Naar aanleiding van die analyse is er een legionella beheersplan opgesteld en zijn de voorgestelde maatregelen voortkomend uit dat plan in het werkproces opgenomen.
De arbeidsomstandigheden, veiligheid en wat te doen bij calamiteiten staat beschreven in BHVplannen en liggen ter inzage op alle locaties. De nieuwe en bestaande BHV-medewerkers van de organisatie zijn opgeleid.
Landelijke werkgroep HRM De landelijke werkgroep HRM is in 2013 zesmaal bijeen gekomen voor onder andere de volgende zaken:
Arbeidsmarktontwikkeling laboranten;
Opleidingsplan MBB'er in de screening;
Medewerkersonderzoek;
Subsidiemogelijkheden;
Intercollegiaal overleg.
3.5 Financiële- en salarisadministratie In 2013 heeft de afdeling Financiële- en salarisadministratie SEPA (Single Europe Payments Area) ingevoerd. De omzetting van de banknummers in Beaufort (voor de salarisadministratie) en in Afas (voor de financiële administratie) naar de IBAN-nummers dit diende voor 1 februari 2014 gerealiseerd te zijn, wat is bewerkstelligd. Verder is de afdeling Salarisadministratie begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor HRsysteem ‘Beaufort-Online’. De tariefherijking waarmee in 2013 was begonnen, is in 2014 afgerond. De tariefherijking is begeleid door een externe partij, Berenschot. Dit heeft geleid tot een lichte stijging van het tarief voor het borstkankeronderzoek en een kleine daling in het organisatiekostenonderdeel voor de
62 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
baarmoederhalskankerscreening. De gewijzigde tarieven voor de baarmoederhalskankerscreening zijn aangepast, met terugwerkende kracht voor de jaren 2010, 2011 en 2012. De afdeling presenteert elk kwartaal - naast financiële cijfers - ook andere prestatie-indicatoren (zoals fte’s, ziekteverzuim, aantal uitnodigingen, aantal onderzoeken, et cetera) aan het Managementteam. Landelijke werkgroep Financiën De Landelijke Werkgroep Financiën (LWF) is een overlegorgaan waarin de controllers van de vijf regio’s en één bestuurder plaats hebben. Deze werkgroep heeft in 2013 tien keer vergaderd, veelal via videoconferencing. Wegens het vertrek van de controller van Bevolkingsonderzoek Midden-West en FSB als voorzitter van de LWF, is deze rol in 2013 overgenomen door Rolf van Munster (controller regio’s Noord en Oost). De volgende onderwerpen zijn besproken in de LWF.
Het inkopen van Microsoft Licenties via RIVM
Voorstel voor één landelijke accountant voor alle regio’s
Indicatoren bepalen voor benchmarking
BTW-problematiek FSB
screeningsorganisaties
Exploitatiecijfers en prognoses 2013
Voorziening IMS kosten Philips
Tariefherijking borstkanker- en baarmoederhalskankerscreening
Vorming landelijke bestemmingsreserves
Harmonisatie voorzieningen
Begrotingen 2014
Invoering SEPA-betalingen
Bepalen kasschuif 2013 inzake darmkankerscreening
Financieringsmodel Darmkanker uitgesplitst per regio
Begroting 2014 darmkankerscreening
Centrale inkoop
Exploitatie 2013 en begroting 2014 FSB
Aanbesteding regulier en groot onderhoud
Facturatiestroom contracten darmkankerscreening
borstonderzoekscentra
Verdeling overhead kosten over borstkanker-, baarmoederhalskanker en darmkankerscreening
3.6 Administratieve organisatie Borstkanker In augustus 2013 is de AVI-module (Afspraak Verzetten Internet) geïmplementeerd. Met deze module kunnen cliënten van het bevolkingsonderzoek borstkanker hun afspraak maken of verzetten via onze website. De medewerkers van de informatielijn zijn opgeleid om cliënten bij eventuele vragen door de module heen te helpen. Het Medisch secretariaat heeft in het eerste kwartaal 2013 veel follow-up gegevens opgevraagd bij de diverse ziekenhuizen. De aanlevering van deze gegevens verliep in sommige gevallen moeizaam. Naar aanleiding hiervan is besloten om dit onderwerp toe te voegen aan het ketenpartneronderzoek met de ziekenhuizen. Hierbij is geprobeerd te achterhalen welke wijze van samenwerking voor de partners in de ziekenhuizen het best werkbaar is. Ook zijn er bezoeken aan enkele ziekenhuizen gebracht om dit onderwerp te bespreken. Baarmoederhalskanker In oktober 2013 is besloten om opnieuw de zogenoemde ‘enquête non-respons cliënten huisarts’ uit te voeren. Alle cliënten waarvan we weten dat zij uitgenodigd zouden moeten zijn door een zelfuitnodigende huisarts maar waarvan nog geen enkele terugkoppeling in CIS staat, krijgen een brief met de vraag of zij wel een uitnodiging hebben ontvangen en of zij alsnog willen deelnemen aan dit bevolkingsonderzoek.
63 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
De ‘Uitvoeringstoets wijziging bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013’ beschrijft verbeterpunten voor de optimalisatie van het huidig bevolkingsonderzoek. Eén aanbeveling is een landelijk uniform uitnodigingsschema; dit is in 2013 vastgesteld voor 2014. Een andere aanbeveling betreft de ondersteuning van de huisarts en -assistente bij de informatievoorziening; zij spelen een belangrijke rol in het begeleiden van de vrouw bij haar keuze om mee te doen. In nauwe samenwerking met de vijf screeningsorganisaties, het RIVM en het NHG is een informatiemap samengesteld, met de NHGpraktijkwijzer, de informatiekaart ‘Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in vier stappen’, informatie over de basisscholing Cervixscreening en de Screen Cervix-special. De medewerkers van de afdeling BMHK hebben ruim 1.800 van deze informatiepakketten samengesteld en verstuurd. Darmkanker Begin 2013 is aan de hand van taken en rollen gekeken welke functies er benodigd zijn voor de uitvoering van de darmkankerscreening bij bevolkingsonderzoek Zuid-West. Hierbij is geprobeerd zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande structuur en functies. Zo is onder andere besloten dat de beantwoording van eerstelijnsvragen over de darmkankerscreening door de al bestaande informatielijn te laten doen, het versturen brieven bij de postkamer onder te brengen en communicatietaken bij de communicatieadviseurs te beleggen. Om dit te realiseren is het aantal fte’s per afdeling uitgebreid. Enkele werkzaamheden konden niet in een bestaande functie worden vervat; daarvoor is een medewerker Kwaliteit en Capaciteit aangetrokken. Dit betreft een nieuwe functie. In april en september hebben alle medewerkers van de informatielijn scholing over de darmkankerscreening gehad, in het kader van de invoering van dit nieuwe bevolkingsonderzoek. In de scholing werd onder andere aandacht gegeven aan het gebruik van ColonIS en het ontstaan en de behandeling van darmkanker. Een MDL-arts heeft via beelden laten zien hoe een coloscopie wordt uitgevoerd; ook bezochten de medewerkers van de informatielijn een MDL-afdeling van een ziekenhuis in de regio.
64 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
4. FINANCIEEL VERSLAG 4.1 Toelichting financieel jaarverslag In 2013 heeft het RIVM voor het eerst een aparte subsidie verstrekt voor het bevolkingsonderzoek darmkanker op basis van een landelijk financieringsmodel, waarin vooralsnog in de eerste twee jaar wordt uitgegaan van een ‘lump sum’ financiering. De reden hiervoor was, dat door de vele eenmalige opstartkosten van het bevolkingsonderzoek er nog geen reële kostprijs per onderzoek te bepalen is. Het totale resultaat van het jaar 2013 komt uit op € 480.681 positief. Dit resultaat is opgebouwd uit een positief resultaat van € 46.607 voor de borstkankerscreening, een positief resultaat van € 366.499 voor de baarmoederhalskankerscreening en een positief resultaat van € 67.575 voor de darmkankerscreening. Het totale resultaat is ten gunste van de egalisatiereserve gebracht. Het totale eigen vermogen komt hiermee ultimo 2013 uit op € 1.954.004 en bedraagt 9 procent van de aangevraagde subsidie van € 22.240.663. Het blijft hiermee onder de maximaal toegestane grens van 10 procent. De liquiditeit, de verhouding tussen de kortlopende vorderingen en kortlopende schulden, is op de balansdatum 1,93. Ten opzichte van 2012 (1,38) is dit fors toegenomen. Deze liquiditeit mag zeer gezond genoemd worden. Baten De baten komen totaal uit op € 22.757.471 en zijn hoger dan begroot. Hieronder volgt een toelichting op de baten per bevolkingsonderzoek. Productie en subsidiebaten borstkankerscreening De totale productie, inclusief de onderzoeken in de ziekenhuizen (9) in 2013 is uitgekomen op 230.510 onderzoeken; dat zijn 6.928 meer dan begroot (223.582). Het tarief per onderzoek is uitgekomen op € 62,15,wat een stijging is van € 1,13 ten opzichte van het begrote tarief van € 61,02. De subsidiebaten zijn totaal € 14.326.756 en zijn hiermee € 683.798 hoger dan begroot. Productie en subsidiebaten baarmoederhalskankerscreening De productie in 2013 is uitgekomen op 127.042 onderzoeken; 4.542 meer dan begroot (122.500). De subsidiebaten zijn totaal € 7.118.986 en zijn hiermee € 405.309 hoger dan begroot. Dit is enerzijds veroorzaakt door de hogere productie en anderzijds omdat het tarief per onderzoek € 1,28 hoger is uitgekomen dan begroot. Productie en subsidiebaten darmkankerscreening Door de uitstel van de start van het bevolkingsonderzoek, heeft er in september 2013 overleg plaatsgevonden met het RIVM inzake de verwachte lagere kosten van darmkankerscreening voor 2013 als gevolg van het uitstel. Op basis van de uitkomsten van dit overleg is voor onze organisatie een zogenoemde ‘kasschuif’ berekend van € 782.511, zijnde de lagere kosten ten opzicht van de verleende subsidie van € 2.094.240, waarvan € 169.369 betrekking had op de aanvraag van de subsidie voor het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker en € 40.843 betrekking had op het starten van de pilot van het reguliere bevolkingsonderzoek darmkanker. Op basis van de kasschuif heeft het RIVM een herziene subsidieverlening 2013 opgesteld en is de kasschuif terugbetaald aan het RIVM, met als doel om deze middelen te gaan gebruiken voor de financiering van de kosten in 2014. Veel van de begrote kosten zijn dan ook verschoven naar 2014 als gevolg van het uitstel.
65 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Lasten De lasten komen totaal uit op € 22.276.790 en zijn lager dan begroot. Hieronder volgt een toelichting op de kosten per rubriek. Personeelskosten De totale personeelskosten zijn hoger dan begroot. De post salarissen is lager uitgevallen doordat in 2013 minder medewerkers in loondienst waren. De sociale lasten zijn iets hoger uitgevallen dan begroot als gevolg van hogere premies. De post personeel niet in loondienst is gestegen door de stijging van de tarieven van de huisartsen en de laboratoria en door meer verrichte beoordelingen. De overige personele kosten zijn binnen budget gebleven. Afschrijvingskosten De afschrijvingskosten zijn binnen budget gebleven. Overige lasten De hogere uitvoeringskosten screening worden veroorzaakt door enerzijds een hogere bijdrage aan de stichting Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken (FSB) als gevolg van meer landelijke gemeenschappelijke kosten en het opnemen van een voorziening voor de opslagkosten van de analoge foto’s tot het jaar 2025. Anderzijds zijn er minder kosten van gemaakt voor de uitvoering van de darmkankerscreening, aangezien de start van het bevolkingsonderzoek niet in september 2013 is begonnen maar in januari 2014. De huisvestingslasten en de organisatiekosten zijn lager nog als gevolg van besparingen vanuit de reorganisatie in 2011 en 2012. Overige baten/lasten Onder deze post zijn de kosten voor het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker begroot. Deze bedroegen in 2013 totaal € 19.457. De overige kosten zullen grotendeels pas in 2014 gemaakt gaan worden. Verder is ook een bate van € 30.000 gerealiseerd door de creditering van de contributie aan de Federatie voor Preventie van de Gezondheidszorg over de jaren 2011 en 2012. Financiële baten en lasten Deze zijn hoger uitgevallen dan begroot door tegenvallende rente-inkomsten. Voorzieningen Onder de post voorzieningen is een bedrag van € 3.223.810 opgenomen voor de opslag van de mammografische beelden in het IMS (Image Management Systeem). Deze voorziening is opgenomen omdat de beelden op het moment van opslag drie onderzoeksronden (minimaal zes jaar) bewaard moeten worden. Om aan deze toekomstige verplichting te kunnen voldoen, is deze voorziening gevormd. Een verdere specificatie van de cijfers en toelichtingen staan in de Jaarrekening 2013.
66 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
4.2 Balans per 31 december (na resultaatbestemming 2013) 2013 €
2012 €
ACTIVA A. VASTE ACTIVA II. Materiële vaste activa 1. Verbouwingen 2. Vaste units 3. Mobiele units 4. Medische inventaris 5. Computerapparatuur 6. Overige inventaris Totaal Materiële vaste activa
634.436 792.065 2.783.378 1.223.359 190.980 284.526
671.823 857.134 3.067.403 1.736.544 254.095 356.705 5.908.744
6.943.704
136.262
136.262
Totaal Vaste activa
6.045.006
7.079.966
B. VLOTTENDE ACTIVA I. Voorraden II. Vorderingen III. Overlopende activa IV. Liquide middelen
1.362 1.150.898 781.158 4.755.264
577 23.333 773.497 5.101.012
Totaal Vlottende activa
6.688.682
5.898.419
12.733.688
12.978.385
C. EIGEN VERMOGEN V. Egalisatiereserve
1.954.004
1.473.322
B. VOORZIENINGEN I. Voorziening dienstjubilea II. Voorziening Persoonlijk Levensfase Beleid III. Voorziening groot onderhoud units IV. Voorziening onderhoud units V. Voorziening onderhoud mammografen VI. Voorziening IMS-kosten VII. Voorziening reorganisatiekosten
61.242 626.077 516.379 0 222.460 3.223.810 0
63.832 429.110 475.312 7.029 275.729 2.959.670 62.445
III. Financiële vaste activa
Totaal Activa PASSIVA
VIII. Voorziening opslagkosten analoge foto’s
440.000
Totaal Voorzieningen
5.089.968
4.273.127
E. LANGLOPENDE SCHULDEN I. Ministerie van Financiën
2.417.914
2.954.148
244.424
375.865
433.858 2.593.520 3.271.802
437.116 3.464.807 4.277.788
12.733.688
12.978.385
F. KORTLOPENDE SCHULDEN I. Crediteuren II. Belastingen, premies sociale verzekeringen en pensioenen V. Overlopende passiva Totaal Kortlopende schulden Totaal Passiva
4.3 Staat van baten en lasten Realisatie 2013 €
Begroting 2013 €
Realisatie 2012 €
A. BATEN I. RIVM reguliere subsidies I. Bijdrage regio Zuid Totaal Baten
22.757.471
22.450.875
22.757.471
22.450.875
20.071.922 158.906 20.230.828
B. LASTEN II. Personeelskosten Salarissen incl. vakantietoeslag Sociale lasten Personeel niet in loondienst Overige personele kosten Totaal Personeelskosten
5.874.916 1.399.382 6.640.956 785.567 14.700.821
5.926.214 1.248.570 6.570.450 795.700 14.540.934
5.507.850 1.188.822 6.324.952 860.236 13.881.860
III. Afschrijvingen Vaste activa
1.113.906
1.144.000
1.253.473
IV. Overige lasten Uitvoeringskosten screening Huisvestingslasten Organisatiekosten Totaal Overige lasten
5.434.739 396.024 527.608 6.358.371
5.333.580 431.755 684.869 6.450.204
4.473.937 552.048 543.390 5.569.375
-10.843
210.212
-178.605
22.162.255
22.345.350
20.526.103
Resultaat voor financiële baten en lasten
595.216
105.525
-295.275
C. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN I. Rentebaten II. Rentelasten incl. bankkosten Totaal Financiële baten en lasten
5.917 120.452 114.535
15.000 120.525 105.525
8.163 135.765 127.602
22.276.790
22.450.875
20.653.705
Resultaat na financiële baten en lasten
480.681
0
-422.877
Bestemming resultaat Toevoeging resultaat Borstkanker Toevoeging resultaat Baarmoederhalskanker Toevoeging resultaat Darmkanker Vrijval / onttrekking bestemmingsreserves Storting egalisatiereserve Resultaat Toevoeging / onttrekking egalisatiereserve
46.607 366.499 67.575 0 0 0 480.681
Overige baten / lasten Totaal Bedrijfslasten
Totaal lasten
68 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
177.501 -1.758.151 0 -315.550 1.896.200 -422.878 --422.877
4.4 Kasstroomoverzicht (volgens indirecte methode) 2013 € Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat voor financiële baten en lasten
2012 €
595.216
-295.275
1.113.905 816.841 1.546.043
1.313.786 527.532 1.546.043
-784 -1.127.565 -7.661 -1.005.986 -2.141.996
257 1.339.539 -26.899 657.180 1.970.077
Kasstroom uit operationele activiteiten
383.966
3.516.120
Investeringen Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen
-78.945 0
-509.288 0
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-78.945
-509.288
Financieringen Leningen Aflossing leningen Financiële baten en lasten
0 -536.234 -114.535
0 -536.234 -127.602
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-650.769
-663.836
Mutatie geldmiddelen
-345.748
2.342.996
5.237.274 4.891.526
2.894.278 5.237.274
-345.748
2.342.996
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Totaal Veranderingen in het werkkapitaal Voorraden Vorderingen Overlopende activa Kortlopende schulden (exclusief aflossingsverplichting) Totaal
Aansluiting met de balans: Liquide middelen per 31-12-2012 en per 31-12-2011 Liquide middelen per 31-12-2013 en per 31-12-2012 Mutatie liquide middelen
69 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
70 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
BIJLAGE 1 Samenstelling Raad van Toezicht en Ondernemingsraad Raad van Toezicht per 31 december 2013 Mevrouw Mr. A.E. de Groot, Voorzitter Raad van Toezicht Managing Partner Laergo B.V., Den Haag Lid Raad van Commissarissen Vestia Groep, Rotterdam Vice-voorzitter Raad van Toezicht Woonzorg Unie Veluwe, Elburg Adviseur Nationaal Register, Den Haag Mevrouw S. Doornweerd, Arts, Lid Raad van Toezicht Head Corporate Communications GlaxoSmithKline B.V., Zeist De heer Mr. P.V.U. van Grevenstein, Lid Raad van Toezicht (tot 26 november 2013) - Voorzitter Raad van Bestuur/CEO BISLIFE, Leiden - Lid Wetenschappelijke Advies Commissie (WAC) Longfonds, Amersfoort De heer F.L. Haverkamp, Lid Raad van Toezicht Gepensioneerd CIO Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Amsterdam Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Bureau Gateway, review overheidsprogramma’s, Ministerie Binnenlandse Zaken, Den Haag Drs. J.G. van der Molen, Lid Raad van Toezicht (vanaf 1 oktober 2013) Directeur ad interim van de divisie Autisme bij Yulius, Dordrecht Lid Raad van Toezicht Amerpoort, Baarn Lid Raad van Toezicht KMNKind&Co, Nieuwegein Voorzitter Slow Food Nederland Mevrouw Drs. M.E.C. de Ruyter de Wildt, Lid Raad van Toezicht Directeur Buro Yousten Lid Raad van Toezicht Hersenstichting Nederland, Den Haag Lid Raad van Advies Stichting Michiel de Ruyter, Den Haag Drs. W.W.J. Spijker, Lid Raad van Bestuur Lid Raad van Toezicht Stichting voor Protestants Christelijk onderwijs Spectrum, Lansingerland Ondernemingsraad per 31 december 2013
Hermien Loos, voorzitter regiocoördinator Eric Deegenaars, vicevoorzitter senior applicatiebeheerder Saadet Dagyaran, lid Dagelijks Bestuur salarisadministrateur Jolanda van Leeuwen, lid MBB’er in de screening Mia Molenaar, lid MBB’er in de screening
71 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Linda Obertop, lid MBB’er in de screening Dorien Schoenmakers, lid MBB’er in de screening Harry Verschuur, lid applicatiebeheerder Lenie Weitering, lid medewerker IMS Ard Weeda ambtelijk secretaris OR (vanaf maart 2013)
72 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
BIJLAGE 2 Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente (peildatum 1 mei 2014)
Gemeentecode
Gemeente
482
Alblasserdam
484
Alphen aan den Rijn
489
Uitnodigingen
Onderzoeken
Opkomst 2013 (%)
Opkomst 2011 (%)
2.783
2.282
82,0
81,6
11.555
9.510
82,3
82,2
Barendrecht
6.525
5.108
78,3
81,3
491
Bergambacht
1.576
1.369
86,9
87,5
501
Brielle
2.890
2.362
81,7
84,3
502
Capelle aan den IJssel
11.141
7.968
71,5
72,6
513
Gouda
9.231
7.353
79,7
80,3
518
's-Gravenhage
27.308
18.612
68,2
69,2
523
Hardinxveld-Giessendam
2.591
2.177
84,0
86,7
534
Hillegom
3.260
2.712
83,2
83,7
537
Katwijk
9.011
7.390
82,0
83,5
545
Leerdam
3.164
2.458
77,7
80,1
546
Leiden
15.576
11.623
74,6
77,1
553
Lisse
3.645
3.116
85,5
85,7
584
Oud-Beijerland
3.778
3.063
81,1
84,6
588
Korendijk
1.715
1.395
81,3
82,9
599
Rotterdam
55.174
37.497
68,0
69,3
603
Rijswijk
7.683
5.356
69,7
76,8
608
Schoonhoven
1.900
1.592
83,8
86,4
611
Cromstrijen
2.185
1.849
84,6
86,9
612
Spijkenisse
12.288
9.606
78,2
79,4
614
Westvoorne
2.577
2.122
82,3
83,2
617
Strijen
1.464
1.234
84,3
87,5
622
Vlaardingen
11.553
8.887
76,9
77,7
623
Vlist
1.555
1.365
87,8
87,9
626
Voorschoten
4.014
3.277
81,6
82,2
637
Zoetermeer
19.898
15.491
77,9
79,6
642
Zwijndrecht
7.510
5.893
78,5
80,2
643
Nederlek
2.287
1.978
86,5
86,7
644
Ouderkerk
1.224
1.052
86,0
87,8
664
Goes
6.313
5.054
80,1
81,6
678
Kapelle
1.896
1.621
85,5
86,6
687
Middelburg
7.694
5.996
77,9
79,1
689
Giessenlanden
2.283
1.946
85,2
83,8
703
Reimerswaal
2.691
2.181
81,1
80,9
707
Zederik
2.022
1.702
84,2
84,9
717
Veere
3.896
3.141
80,6
82,5
718
Vlissingen
7.170
5.549
77,4
78,5
1783
Westland
15.703
13.292
84,7
85,5
73 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
1842
Midden-Delfland
2.660
2.256
84,8
87,4
1884
Kaag en Braassem (alleen
2.339
2.042
87,3
86,7
4.760
3.929
82,5
84,1
Roelofsarendsveen) 1892
Zuidplas (alleen Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel)
1916
Leidschendam-Voorburg (alleen Voorburg)
6.266
4.395
70,1
70,5
1924
Goeree-Overflakkee
7.545
6.179
81,9
82,8
1926
Pijnacker-Nootdorp
6.563
5.415
82,5
83,4
1927
Molenwaard
4.016
3.371
83,9
84,3
74 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
BIJLAGE 3 Opkomst en passieve participatie baarmoederhalskanker per gemeente in 2013
Gemeente
Opkomst 2013 Uitgen.
Alblasserdam
801
2012
2011
Aantal
%
%
513
64,0
57,9
62,4
Antwoordkaart
Non-respons*
2013
2013
% Aantal 88
%
Aantal
%
11,0
200
25,0
Albrandswaard
1.197
783
65,4
61,7
63,5
99
8,3
315
26,3
Alphen aan den Rijn
3.421
2.413
70,5
73,3
72,7
365
10,7
643
18,8
Barendrecht
2.342
1.527
65,2
62,1
64,5
226
9,6
589
25,1
426
323
75,8
74,3
74,5
41
9,6
62
14,6
Bergambacht Bernisse
550
393
71,5
69,0
68,6
49
8,9
108
19,6
Binnenmaas
1.269
880
69,3
68,9
66,4
104
8,2
285
22,5
Bodegraven-Reeuwijk
1.384
1.006
72,7
75,4
73,8
150
10,8
228
16,5
Borsele
1.018
684
67,2
65,2
68,3
91
8,9
243
23,9
666
477
71,6
67,1
69,0
54
8,1
135
20,3
736
509
69,2
64,8
65,6
68
9,2
159
21,6
3.180
1.838
57,8
55,1
54,9
331
10,4
1.011
31,8
Boskoop Brielle Capelle a/d IJssel Cromstrijen
561
380
67,7
71,7
67,0
52
9,3
129
23,0
4.104
2.551
62,2
62,0
61,6
363
8,8
1.190
29,0
Den Haag
24.539
12.293
50,1
48,5
49,1
2.252
9,2
9.994
40,7
Dordrecht
5.343
3.152
59,0
55,9
58,1
467
8,7
1.724
32,3
607
440
72,5
70,2
74,2
67
11,0
100
16,5
Goeree-Overflakkee
1.995
1.278
64,1
62,9
66,1
240
12,0
477
23,9
Goes
1.736
1.243
71,6
66,0
63,6
139
8,0
354
20,4
Gorinchem
1.638
1.032
63,0
58,6
61,3
141
8,6
465
28,4
Gouda
3.285
2.280
69,4
70,7
70,3
361
11,0
644
19,6
Delft
Giessenlanden
Hardinxveld-Giessendam
740
523
70,7
63,9
68,6
80
10,8
137
18,5
Hellevoetsluis
1.861
1.189
63,9
66,3
65,8
177
9,5
495
26,6
Hendrik-Ido-Ambacht
1.258
813
64,6
63,7
57,6
154
12,2
291
23,1
Hillegom
986
683
69,3
62,1
62,7
107
10,9
196
19,9
Hulst
1.258
789
62,7
58,5
58,6
130
10,3
339
26,9
Kaag & Braassem
1.191
887
74,5
74,2
75,6
125
10,5
179
15,0
Kapelle
558
393
70,4
68,9
68,7
60
10,8
105
18,8
Katwijk
2.673
1.870
70,0
71,0
68,1
273
10,2
530
19,8
472
304
64,4
67,5
68,3
49
10,4
119
25,2
Krimpen a/d IJssel
1.257
929
73,9
69,0
73,6
116
9,2
212
16,9
Lansingerland
2.711
1.906
70,3
67,9
68,2
283
10,4
522
19,3
899
573
63,7
62,3
62,0
80
8,9
246
27,4
Leiden
5.498
3.341
60,8
59,3
58,8
504
9,2
1.653
30,1
Leiderdorp
1.268
842
66,4
68,9
70,0
129
10,2
297
23,4
Leidschendam-Voorburg
3.374
2.006
59,5
55,5
57,1
359
10,6
1.009
29,9
Lisse
1.003
742
74,0
72,9
76,2
96
9,6
165
16,5
Maassluis
1.439
991
68,9
73,2
72,5
138
9,6
310
21,5
Middelburg
2.111
1.327
62,9
59,0
59,7
219
10,4
565
26,8
801
597
74,5
74,0
74,8
77
9,6
127
15,9
Korendijk
Leerdam
Midden-Delfland
75 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Gemeente
Opkomst
Antwoordkaart
2013
2012
Uitgenod.
Aantal
%
%
1.145
743
64,9
60,3
64,2
599
414
69,1
72,5
75,2
1.202
875
72,8
68,9
352
228
64,8
57,2
1.135
804
70,8
706
511
72,4
Oegstgeest
1.036
716
Oud-Beijerland
1.080 324
Molenwaard Nederlek Nieuwkoop Noord-Beveland Noordwijk Noordwijkerhout
Ouderkerk
2011
Non-respons
2013
% Aantal
2013
%
Aantal
%
110
9,6
292
25,5
54
9,0
131
21,9
72,1
109
9,1
218
18,1
60,5
30
8,5
94
26,7
72,2
74,1
90
7,9
241
21,2
65,1
64,0
63
8,9
132
18,7
69,1
70,5
71,8
104
10,0
216
20,8
723
66,9
65,8
68,4
96
8,9
261
24,2
233
71,9
66,9
74,9
35
10,8
56
17,3
Papendrecht
1.420
867
61,1
60,8
62,4
136
9,6
417
29,4
Pijnacker-Nootdorp
2.363
1.732
73,3
72,7
72,6
213
9,0
418
17,7
Reimerswaal
900
548
60,9
59,0
62,5
85
9,4
267
29,7
Ridderkerk
1.939
1.246
64,3
61,4
61,8
182
9,4
511
26,4
Rijnwoude
734
560
76,3
70,9
72,2
64
8,7
110
15,0
Rijswijk
2201
1.311
59,6
54,9
54,5
244
11,1
646
29,4
Rotterdam
28.884
15.114
52,3
49,2
49,8
2.186
7,6
11.584
40,1
Schiedam
3.624
2.123
58,6
54,8
57,2
320
8,8
1.181
32,6
539
367
68,1
70,2
70,2
62
11,5
110
20,4
Schouwen-Duiveland
1.340
813
60,7
58,0
58,7
106
7,9
421
31,4
Sliedrecht
1.033
632
61,2
56,8
61,4
123
11,9
278
26,9
Sluis
1.042
544
52,2
53,3
52,0
114
10,9
384
36,9
Spijkenisse
3.544
2.266
63,9
60,5
60,9
258
7,3
1.020
28,8
364
240
65,9
66,2
66,6
36
9,9
88
24,2
Terneuzen
2.452
1.534
62,6
57,7
58,0
198
8,1
720
29,4
Teylingen
1.634
1.220
74,7
77,6
76,7
167
10,2
247
15,1
Tholen
1.085
684
63,0
63,8
66,1
97
8,9
304
28,0
948
617
65,1
62,8
62,6
84
8,9
247
26,1
Vlaardingen
3.176
2.068
65,1
61,2
64,1
289
9,1
819
25,8
Vlissingen
2.067
1.205
58,3
56,9
58,1
171
8,3
691
33,4
409
274
67,0
77,8
77,3
37
9,0
98
24,0
Voorschoten
1.106
753
68,1
70,3
66,6
131
11,8
222
20,1
Waddinxveen
1.044
753
72,1
71,3
72,1
122
11,7
169
16,2
Wassenaar
1.144
612
53,5
47,1
48,2
125
10,9
407
35,6
Westland
4.525
3.404
75,2
74,8
76,1
478
10,6
643
14,2
Westvoorne
614
437
71,2
67,5
74,4
37
6,0
140
22,8
Zederik
557
381
68,4
65,8
68,2
55
9,9
121
21,7
5.783
3.614
62,5
59,1
59,7
545
9,4
1.624
28,1
Schoonhoven
Strijen
Veere
Vlist
Zoetermeer Zoeterwoude
368
271
73,6
73,0
73,3
31
8,4
66
17,9
Zuidplas
1.836
1.317
71,7
70,4
67,6
180
9,8
339
18,5
Zwijndrecht
1.900
1.144
60,2
57,1
57,3
162
8,5
594
31,3
2
0
0,0
33,3
25,0
0
0,0
2
100,0
180.312
110.598
61,3
59,3
60,1 16.633
9,2
53.081
29,4
Overige gemeenten Totaal
* Het non-respondentenpercentage is iets hoger dan in deze tabel weergegeven. Dit komt doordat cliënten die zich tijdelijk afmelden met als (meest genoemde) reden zwangerschap in het lopende jaar weer deelnemen aan het bevolkingsonderzoek.
76 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
BIJLAGE 4 Verklarende woordenlijst en afkortingen AED
Automatische Externe Defibrillator
AMC
Amsterdams Medisch Centrum
AMOL
Arbeidsmarktontwikkeling laboranten
AVI
Afspraak via internet
BE
Beoordelingseenheid
BHV
Bedrijfshulpverlening
BIRADS
Breast Imaging-Reporting and Data System
BK
Borstkanker
BMHK
Baarmoederhalskanker
BOS
Bestuurdersoverleg screeningsorganisaties
BVO
Bevolkingsonderzoek(en)
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CIN
Cervicale Intra-epithale Neoplasie
CIS
Cervix Informatie Systeem
CORERO
Colorectaal Carcinoom Rotterdam
crc
colorectaal carcinoom
DCR
Diagnostisch Centrum Rotterdam
DICA
Dutch Institute for Clinical Auditing
DK
Darmkanker
DNV
Det Norske Veritas, onafhankelijke stichting op het gebied van het beheersen van risico's
ECABO
Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de economisch/administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen
EDI
Electronic Data Interchange (digitaal geautomatiseerd gestandaardiseerde berichten uitwisselen tussen computersystemen)
FSB
Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken
GBA
Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
gFOBT
Guaiac fecaal occult bloedtest
HKZ
Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector
HRM
Human Resources Management
IBOB
Landelijk informatiesysteem borstkanker
IKNL
Integraal Kankercentrum Nederland
iFOBT
Immunologische faeces occult bloedtest
iMGZ
Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC
IMS
Image Management Systeem
ISO
Internationale Organisatie voor Standaardisatie
ISC
ICT Service Center
KOPAC
Codering voor beoordeling van uitstrijkje: Kwaliteit (of Kompositie), Ontsteking, Plaveiselcelepitheel, Andere afwijkingen en endocervicale afwijkingen van het Cilinderepitheel
LCIBD
Landelijke Commissie Invoering Bevolkingsonderzoek Darmkanker
LETB
Landelijk Evaluatie Team Borstkanker
LRCB
Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek
LWC
Landelijke Werkgroep Communicatie
LWKL
Landelijke Werkgroep Klachtenfunctionarissen
MASS
Modified Assessment of Referred Women in Service Screening
MBB’er
Medisch Beeldvormend- en Bestralingsdeskundige 77
Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
MBO
Middelbaar beroepsonderwijs
MDL
Maag Lever Darm
MT
Managementteam
NVKC
Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde
NVMBR
Nederlandse Vereniging Medische Beeldvorming en Radiotherapie
NVMDL
Nederlandse Vereniging van Maag-darm-leverartsen
NVVP
Nederlandse Vereniging voor Pathologie
NvVR
Nederlandse Vereniging voor Radiologie
OCAI
Organizational Culture Assessment Instrument
OMB/OMC
Overleg Managers Borstkanker / Overleg Managers Cervix
OR
Ondernemingsraad
RCMDL
Regionaal coördinerend MDL-arts
RCP
Regionaal Coördinerend Patholoog
RI&E
Risico-inventarisatie en -evaluatie
RIVM/CvB
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu / Centrum voor Bevolkingsonderzoeken
ROS
Regionale Ondersteuning Structuren eerstelijnszorg
RvT
Raad van Toezicht
SE
Screeningseenheid (screeningsunit)
SES
Sociaaleconomische status
SLS
Score Laboranten Screening
SPX
SP-Expert, software voor personeelsplanning en tijdsbeheer
TCMDL
Toetsing Coördinerend MDL-arts
VIKS
Versterking Infrastructuur Kankerscreening
VTC
Video-teleconferencing
WBO
Wet op het Bevolkingsonderzoek
WAI
WerkAbilityIndex
WVM
WerkVermogensMonitor
ZUHA
Zelfuitnodigende huisarts; huisarts die zelf de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker verstuurt
78 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
79 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West
Bevolkingsonderzoek Zuid-West Maasstadweg 124 | 3079 DZ Rotterdam Postbus 91163 | 3007 MD Rotterdam t 088 248 21 00
[email protected] www.bevolkingsonderzoekzuid-west.nl
80 Jaarverslag 2013 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West