Jaarstukken 2010 Versie: 5.0.0.0
Inhoudsopgave 1 Voorwoord 1.1 Leeswijzer 2 Algemeen 2.1 Samenstelling stadsbestuur 2.2 Uitvoeringsprogramma Binnenstad 2.3 Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid 2.4 Grotestedenbeleid (GSB) 2.5 Kerngegevens
3 6 9 10 11 14 15 17
3 Jaarverslag 3.1 Rekeningresultaat 3.2 Programmaverantwoording 3.2.1 Bestuur en dienstverlening 3.2.2 Veiligheid 3.2.3 Economie en toerisme 3.2.4 Bereikbaarheid 3.2.5 Omgevingskwaliteit 3.2.6 Stedelijke ontwikkeling 3.2.7 Jeugd en onderwijs 3.2.8 Cultuur, sport en recreatie 3.2.9 Welzijn en zorg 3.2.10 Werk en Inkomen 3.2.11 Overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 3.3 Paragrafen 3.3.1 Financiering 3.3.2 Grondbeleid 3.3.3 Lokale heffingen 3.3.4 Bedrijfsvoering 3.3.5 Verbonden partijen 3.3.6 Onderhoud kapitaalgoederen 3.3.7 Weerstandsvermogen
19 19 24 26 38 50 60 68 84 98 112 124 132 145 151 151 154 156 160 170 179 191
4 Jaarrekening 4.1 Balans 4.2 Programmarekening 4.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 4.4 Toelichting op de balans 4.5 Toelichting op de programmarekening 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid programma's 4.5.2 Gerealiseerde dekkingsmiddelen 4.5.3 Toelichting op het resultaat voor en na bestemming 4.5.4 Overzicht aanwending onvoorzien 4.5.5 Overzicht incidentele baten en lasten 4.5.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) 4.6 SISA verantwoording 4.6.1 SISA-tabel
203 204 206 207 209 221 221 246 247 251 252
5 Overigen 5.1 Gebeurtenissen na balansdatum 5.2 Subsidies 5.3 Investeringen 5.4 Controleverklaring
267 267 268 272 280
6 Bijlagen 6.1 Conversietabel programma, beleidsterrein, product
283 283
254 256 257
| 1
6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Staat investeringskredieten incl. af te sluiten Toelichting voortgang investeringskredieten Staat kredieten grondbedrijf incl. af te sluiten Toelichting reserves en voorzieningen Project control top 20 6.6.1 Projecten 6.7 Sociaal jaarverslag 6.8 Begrippenlijst
2 |
288 299 301 303 341 341 359 360
Hoofdstuk 1
1 Voorwoord Op woensdag 3 maart 2010 waren er gemeenteraadsverkiezingen. Acht weken daarna, op donderdagavond 29 april, tekenden alle raadsfracties het bestuursakkoord; de fracties van D66, VVD, CDA en SP het beleidsakkoord en werden vijf wethouders geïnstalleerd. Voor drie van hen een nieuwe ervaring, de andere twee hadden dit al eerder of zelfs meerdere keren meegemaakt. De jaarrekening 2009 was eind april 2010 feitelijk al afgerond en gecontroleerd door de extern accountant. Eigenlijk is deze jaarrekening dus de eerste echte van het nu één jaar oude college. Hoewel ook hier de invloed van het vorige stadsbestuur nog zichtbaar en voelbaar is. Dit doordat de begroting voor 2010 nog werd vastgesteld in de vorige raadsperiode, maar ook omdat het vorige college de eerste 119 dagen van het jaar nog het dagelijks gemeentebestuur vormde. Het jaar 2010 sluit met een negatief saldo van € 6,4 miljoen. Dit negatieve saldo wordt voor het grootste deel veroorzaakt door noodzakelijke afwaarderingen van een aantal oude, maar ook lopende vastgoedontwikkelingen. Over alle andere programma’s is een vrijwel positief of zeer ruim positief saldo bereikt. Dat is enerzijds het resultaat van voorzichtig beleid maar anderzijds ook van achterblijvende realisaties. Voor het merendeel van de afwijkingen zijn goede en aanvaardbare verklaringen gegeven. We zijn echter niet in staat gebleken om al helemaal ‘in control’ te komen. Hoewel in 2010 belangrijke stappen zijn gezet om te komen tot een volwaardige “in control” situatie, zijn die verbeteringen nog niet voldoende uitgekristalliseerd om te voldoen aan de norm voor het afgeven van een volledige “in-control-verklaring”. Niet alleen in de uitvoering van de verbijzonderde interne controles dienen we verbeterslagen te maken, ook het bewaken van de verbeterpunten naar aanleiding van de interne controles is nog niet adequaat genoeg. Uit de interne controles blijkt, dat we bij een groot aantal processen nog belangrijke verbeteringen moeten aanbrengen. Dit geldt met name bij het proces “inkoop en aanbesteding”. Het gaat nog niet goed met de naleving van de Europese aanbestedingsregels. De geconstateerde fout bij het proces inkoop en aanbesteding is zo groot dat we voor het jaar 2010 geen goedkeurende controleverklaring voor rechtmatigheid ontvangen, maar een verklaring ‘met een beperking’ zoals dat heet. De gebrekkige naleving van de Europese aanbestedingsregels heeft het college er toe gebracht direct maatregelen te treffen. Het beheer van het inkopen en aanbesteden, maar ook het daarmee samenhangende contract- en archiefbeheer, centraliseren we veel meer dan tot nu toe. Ook zullen we voor de afdelingen waar veelvuldig onrechtmatigheden zijn geconstateerd aanvullende interne beheersmaatregelen treffen en het toezicht verhogen. Dit resulteert onder meer in het (al dan niet tijdelijk) aanpassen van een aantal mandaten, het verplicht betrekken van inkoop- en aanbestedingadviseurs bij inkoop- en aanbestedingsprocessen en het stopzetten dan wel openbreken van onrechtmatige contracten. Maar om “in control” te komen, zijn we ook voor het jaar 2010 al een eind op de goede weg. Dit wordt gelukkig ook onderkend door onze externe accountant. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het proces rondom de grondexploitaties. De waardering van grondexploitaties is dit jaar bij veel gemeenten een belangrijk thema. Tientallen Nederlandse gemeenten dreigen onder curatele te worden gesteld. Uit een extra en specifiek onderzoek door een extern bureau naar de waardering van de grondexploitaties blijkt de gemeente Leiden het goed te doen. Ze waardeert op een conservatieve en zorgvuldige wijze haar gronden en loopt, zeker in vergelijking tot veel andere gemeenten en voor zover nu te overzien, op dit moment geen grote financiële risico’s. Ook de solvabiliteit van Leiden is rooskleurig, met een eigen vermogenspositie die 62 % van het balanstotaal bedraagt. Zelfs als we rekening houden met het feit dat bij de jaarrekening 2012 enkele bestemmingsreserves voor onderhoud worden overgeheveld naar de voorzieningen blijft de vermogenspositie van Leiden zeer solvabel. Korte analyse van het resultaat De jaarrekening van de Gemeente Leiden is opgesteld met inachtneming van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). Dit verplicht ons sommige mee- of tegenvallers te presenteren
Voorwoord | 3
in de programmarekening voordat zij (eventueel en indien mogelijk) verrekend worden met een respectievelijke toevoeging of onttrekking van een bestemmingsreserve. Saldo verschil baten en lasten per programma tussen rekening 2010 en begroting 2011 (V=Saldo van baten en lasten valt positief uit t.o.v. begroot saldo, N=Saldo van baten en lasten pakt negatief uit t.o.v. begroot saldo) Programma
Volgens regels BBV
Na verrekening met de reserves
Bedrag
V/N
Bedrag
V/N
1
Bestuur en dienstverlening
2,0
V
0,4
V
2
Veiligheid
0,7
V
0,7
V
3
Economie en toerisme
0,3
V
0,3
V
4
Bereikbaarheid
1,5
V
0,9
V
5
Omgevingskwaliteit
8,3
V
8,3
V
6
Stedelijke ontwikkeling
-17,7
N
-25,3
N
7
Jeugd en onderwijs
2,1
V
1,7
V
8
Sport, cultuur en recreatie
0,9
V
1,4
V
9
Welzijn en zorg
2,1
V
2,1
V
10
Werk en inkomen
-0,4
N
-0,4
N
AD
Algemene middelen I en II
9.0
V
3,6
V
Resultaat voor bestemming
8,8
V
-6,4
N
Saldo dotaties & onttrekkingen reserves
-15.2
Resultaat na bestemming
-6.4
N
-6,4
N
Bedragen * € 1.000.000
De rechterkolom geeft het snelst inzicht in de verschillen tussen de begroting en gerealiseerde saldi van baten en lasten per programma. Met name ‘programma 6 Stedelijke ontwikkeling’ valt op met een tegenvaller van € 25,3 miljoen. In 2010 is de grond van de Oostvlietpolder afgewaardeerd tot agrarische grondprijzen. Dit verlies is geboekt in 2010 en verrekenen we conform het raadsbesluit pas in 2011 met de vereveningsreserve. Zou deze verrekening ook al in 2010 zijn geboekt, dan zou het resultaat na bestemming zelfs een kleine plus hebben gehad van 3 miljoen euro en bedroeg de totale tegenvaller op programma 6 na verrekening met de reserve ‘slechts’ € 15,9 miljoen. (Overigens nog steeds een forse afboeking.) Bij de toelichting op de programmarekening lichten we de tegenvallers uitgebreid toe. De grootste tegenvallers zijn de afboekingen van de historische kosten van het vastgoedcomplex (€ 4,1 miljoen), terugdraaien van een te vroeg gefactureerde bijdrage van Oegstgeest aan de Brug Trekvaartplein (€ 2,4 miljoen), risicoreservering voor een mogelijke terugbetalingsverplichting voor de VINEX subsidie Roomburg (€ 4,0 miljoen) en het afboeken van de geactiveerde plankosten met de naam Mozaïek Zuid West (€ 2,3 miljoen). Teleurstellend is het te moeten constateren, dat de bestuursrapportage per 30 juni 2010 dit beeld van ‘meeen tegenvallers’ nog niet gaf. Eind juni 2010 hebben we het realisatievermogen van nog uit te voeren en gebudgetteerde activiteiten blijkbaar te hoog ingeschat. Doordat we die activiteiten uiteindelijk toch niet allemaal konden realiseren, zijn de lagere programmalasten in deze jaarrekening enigszins verrassend. Door scherper te gaan sturen op budgetoverheveling en ‘harde afsluitingen’ bij het opstellen van de komende bestuursrapportages, moet de voorspellende kracht van tussentijdse rapportages in de komende jaren echt beter worden. Daarnaast draagt de frequentieverhoging bij aan het algemene streven om beter te beheersen. Zo zullen we in 2012 op basis van de rapportage na (afsluiting na) vier maanden al vóór de zomer bijsturen, gevolgd door een tweede rapportage en bijsturing na acht maanden.
4 | Voorwoord
Op zich is de conservatieve doorrekening van het halfjaarcijfer logisch te verklaren. Men houdt de eventuele meevallers liever nog even bij zich om te kunnen compenseren met eventuele tegenvallers in het tweede halfjaar. Dit ook vanuit de wetenschap dat de aandacht vooral zal uitgaan naar budgetoverschrijdingen. Ook de wil om meer te realiseren dan achteraf feitelijk haalbaar bleek, is op zich lovenswaardig. Toch moet het streven zijn tussentijdse rapportages op te leveren die een beter beeld geven van de werkelijkheid op dat moment. Ook al is dat nieuws niet altijd prettig. De jaarrekening van de Gemeente Leiden kent eind 2010 een balanstotaal van ruim € 811 miljoen euro. Met een eigen vermogen van bijna € 503 miljoen kent Leiden een bijzonder hoge solvabiliteit van 62 %. Dit is in vergelijking met andere steden bijzonder hoog. Bij steden van gelijke omvang is een percentage tussen de 30 % en 40 % meer gangbaar. Het lijkt raadzaam om het komend jaar meer inzicht te krijgen in deze verschillen met andere steden. Terugkijkend op het afgelopen jaar zijn heldere conclusies te trekken. De basis van de organisatie is nog steeds niet op orde en de sturing door management en bestuur is daardoor gebrekkig; het stuur zwabbert. De komende twee jaar zullen we zowel de basis op orde krijgen, als volledig in control komen door onder andere dit en volgend jaar (eindelijk) alle meerjarenonderhoudsplannen vast te gaan stellen en de financiële gevolgen te verwerken in de begroting van 2013. We gaan gefaseerd over het jaar de interne controles uitvoeren, waarbij we strak sturen op het invoeren van de aanbevelingen. We gaan met ingang van volgend jaar al voor de zomer bijsturen op basis van een realistischer inzicht in de toestand na de vier eerste maanden. Deze en andere maatregelen vormen echter niet een doel in zichzelf. Laten we vooral niet vergeten, dat het doel ligt in de stad en haar inwoners! En op basis van de resultaten van vorig jaar mogen we voorzichtig optimistisch zijn. Geholpen door een soort economisch zeeklimaat (zachte winter, niet te warme zomers) gaat het, ook vergelijkenderwijs, niet slecht met Leiden. Maar daar waar elders het voorjaar al bijna is aangebroken en het snel zomer zal zijn, is de verwachting dat het in Leiden langer ‘fris’ zal blijven, door het meer dan elders in Leiden neerslaan van de enorme bezuinigingen bij het Rijk. Uiteindelijk ligt daar dan ook de uitdaging voor de komende periode: zo snel mogelijk intern de boel op orde brengen om met nog meer kracht en precisie te kunnen doen wat goed is voor Leiden. Samen Leiden. Die mooie, oude, sociale en bereikbare stad van ontdekkingen! Namens het College van Burgemeester en Wethouders Robert Strijk Wethouder Financiën, Economie en Bereikbaarheid
Voorwoord | 5
1.1 Leeswijzer Ten opzichte van de 'Jaarstukken 2009' zijn in de 'Jaarstukken 2010' de volgende verbeteringen doorgevoerd. Jaarverslag - Programmaverantwoording Toelichtingen financiele afwijkingen per programma In de Jaarstukken 2009 was aan het einde van iedere afzonderlijke programmaverantwoording een paragraaf opgenomen met een toelichting over de financiële afwijkingingen van dat programma. Dezelfde informatie werd echter ook opgenomen in het hoofstuk 'Jaarrekening' onder paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid programma's. Omdat het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bepaalt dat deze informatie in ieder geval in de jaarrekening opgenomen moet worden, wordt deze informatie niet meer opgenomen in de afzonderlijke programmaverantwoordingen. Toelichtingen over investeringskredieten In een afzonderlijke paragraaf per programma werd in 2009 een toelichting gegeven over investeringskredieten die per balansdatum ouder waren dan drie jaar en nog niet afgesloten werden. Tevens werd een toelichting opgenomen over investeringskredieten die per balansdatum waren overschreden. De informatie over investeringen was hierdoor nogal versnipperd. Daarom worden deze toelichtingen in 2010 niet meer opgenomen in de afzonderlijke programma's, maar in het hoofdstuk 'Overigen' paragraaf 'Investeringen'. Zelfevaluatie In de jaarrekening 2009 heeft het college per programma een aparte paragraaf opgenomen, waarin het college het gevoerde beleid in relatie tot de programmabegroting evalueert. Wettelijk legt het college verantwoording af over de programmarealisatie in het jaarverslag. De toegevoegde waarde van een zelfevaluatie werd als minimaal ervaren. Daarom vervalt de zelfevaluatie. Productenrealisatie De Productenrealisatie als apart boekwerk is bij de jaarrekening 2010 vervallen. De financiële afwijkingen per product met een toelichting daarop zijn net als voorheen per programma opgenomen in het hoofdstuk 'Jaarrekening' onder paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid programma's. Burgerjaarverslag Er is geen burgerjaarverslag meer in de jaarrekening 2010 opgenomen. Bijlagen Het Bijlagenboek is vervallen. De bijlagen zijn binnen bestaande hoofdstukken in de Jaarstukken 2010 opgenomen, vervallen of opgenomen in een nieuw hoofdstuk Bijlagen in de Jaarstukken 2010. Conversietabel programma-beleidsterrein-product Deze tabel is opgenomen in het hoofdstuk Bijlagen in de Jaarstukken 2010. Risicoinventarisatie In de Jaarstukken 2009 was in de paragraaf Weerstandsvermogen een tabel met risico's opgenomen. Deze risico's werden vervolgens in het Bijlagenboek toegelicht. De toelichting is in de Jaarstukken 2010 opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Onderhoud kapitaalgoederen In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen wordt aangegeven hoe kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom worden beheerd. Onderdeel van deze paragraaf was een tabel die in het bijlagenboek verder werd toegelicht. De uitgebreide tabellen uit het bijlagenboek zijn in de Jaarstukken 2010 opgenomen in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. Staat van voortgang investeringen inclusief af te sluiten kredieten Deze staat is opgenomen in hoofdstuk Bijlagen in de Jaarstukken 2010. Toelichtingen op afgesloten investeringskredieten zijn opgenomen in hoofdstuk Overigen, paragraaf Investeringen. Overzicht subsidies Dit overzicht stond in 2009 in het Bijlagenboek en in het hoofdstuk Overigen, paragraaf Subsidies. In 2010 is het overzicht alleen opgenomen in het hoofdstuk Overigen, paragraaf Subsidies.
6 | Voorwoord
Reserves en voorzieningen De tabellen zoals die in het Bijlagenboek 2009 opgenomen waren stonden ook in de Toelichting op de balans. In de Jaarstukken 2010 zijn deze tabellen alleen in de Toelichting op de balans opgenomen. De toelichtingen per reserve/voorziening zijn terug te vinden in het hoofdstuk Bijlagen. Personele sterkte en loonsom Deze tabel maakt in de Jaarstukken 2010 onderdeel uit van de paragraaf Bedrijfsvoering. Rapportage Ruimte voor nieuw Beleid Deze rapportage is vervallen. Overzicht acties Leiden, stad van ambities Dit overzicht is vervallen. Resultaten post- en telefoonbeantwoording Deze rapportage is opgenomen in de verantwoording van programma 1 Bestuur en dienstverlening. TOP 20 projectcontrol De TOP 20 projectcontrol is opgenomen in het hoofdstuk Bijlagen in de Jaarstukken 2010.
Voorwoord | 7
8 | Voorwoord
Hoofdstuk 2
2 Algemeen
Algemeen | 9
2.1 Samenstelling stadsbestuur Gemeenteraad De zetelverdeling in de gemeenteraad op 31 december 2010 is als volgt: Partij Democraten 66 (D66)
Aantal zetels 10
Partij van de Arbeid (PvdA)
6
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)
6
Socialistische Partij (SP)
4
Christen Democratisch Appèl (CDA)
4
GroenLinks (GL)
4
Stadspartij Leiden Ontzet (SLO)
2
Leefbaar Leiden (LL)
1
Christen Unie (CU)
1
Partij voor de Dieren (PvdD)
1
E.H.T. (Noor) van der Vlist, griffier College van Burgemeester en Wethouders Op 28 april 2010 is een nieuw college geïnstalleerd met de volgende samenstelling: Drs. H.J.J. (Henri) Lenferink burgemeester Bestuur, veiligheid en handhaving R. (Robert) Strijk (D66) wethouder bereikbaarheid, financiën en economie Mr. P.T. (Pieter) van Woensel (VVD) wethouder Ruimtelijke Ordening, Binnenstad en Publiekszaken R. (Roos) van Gelderen (SP) wethouder jeugd, zorg en welzijn Drs. J.J. (Jan-Jaap) de Haan (CDA) wethouder Cultuur, Werk en Inkomen F. (Frank) de Wit (D66) wethouder onderwijs, sport en milieu Mr. drs. P.I.M. (Paul) van den Wijngaart, gemeentesecretaris / algemeen directeur In 2010 is Han Bekkers als interim gemeentesecretaris/algemeen directeur aangesteld.
10 | Algemeen
2.2 Uitvoeringsprogramma Binnenstad De uitvoeringsstrategie Met raadsbesluit RV09.0050 is het programma vastgesteld en richt het college van B en W zich op de uitvoering van het programma via twee hoofdstrategieën: ■ Op de 8 ambities worden jaarlijks vele inspanningen (projecten, (lijn-)activiteiten en maatregelen) uitgevoerd. ■ Op de 18 ontwikkellocaties worden fysieke ontwikkelingen voorzien. De beide strategieën zijn in 2010 praktisch gemaakt door uitvoering van 78 inspanningen (projecten, activiteiten en maatregelen) die alle zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Binnenstad 2010. In totaal 66 van de 78 inspanningen hebben tot resultaten geleiden of zullen nog leiden tot resultaat. Daarmee levert de gemeente en de stadspartners een bijdrage aan de doelen van het programma Binnenstad. Van een derde deel van de inspanningen was vooraf niet verwacht dat deze pas in 2011 tot resultaat zouden leiden. De redenen zijn gelegen in planningsoptimisme, onvoldoende capaciteit, afhankelijkheid van derden, onvoldoende of geen beschikbare middelen en verandering in sturing. Deze analyse zal aanleiding geven tot het maken van nadere afspraken over de sturing en beheersing van inspanningen. De Juni-monitor van 2010 heeft een goede voorspellende waarde over het uiteindelijk bereiken van de resultaten. De bijsturing door de ambtelijke opdrachtgevers is in zoverre adequaat dat de resultaten alsnog worden behaald, maar vrijwel alle pas in 2011. Dit geeft aanleiding tot het overwegen van het eerder uitvoeren van monitor activiteiten, opdat eerdere bijsturing zal leiden tot het behalen van de resultaten in het lopende jaar. De resultaten op hoofdlijn Alle inspanningen van het programma Binnenstad zijn verdeeld in 5 aandachtsgebieden. In dit overzicht worden enkele behaalde resultaten weergegeven. Aandachtsgebied
Resultaten op hoofdlijn
Openbare Ruimte:
De kwaliteit van de openbare ruimte is op een aantal aspecten verbeterd, zoals het water, de Leidse Loper, bloemen in de stad en bomen. Op gebied van handhaving is, naast het boeken van beleidsresultaten, ook de concrete aanpak in de openbare en gebouwde ruimte zichtbaar. Er is een start gemaakt met de aanpak van wees- en zwerffietsen, uitstallingen en stoepborden. Een aantal beleidsproducten zijn in voorbereiding en worden in 2011 afgerond: het kader voor inrichting en beheer van de openbare ruimte en het handboek. Voor de aanpak van bedrijfsafval in het kernwinkelgebied is in 2010 een aanpak opgesteld die in 2011 zal worden toegepast.
Gebouwde Ruimte
De monumentale waarden van de binnenstad van Leiden worden goed benut en versterkt door de succesvolle verruiming en toepassing van de subsidieregeling Historisch Stadsbeeld. Met de aanpak van de gevelreclame is de Steenstraat goed opgeknapt. De restauratie van de Burcht is met succes afgerond. Met het opstellen van een restauratie en beheerplan voor alle monumentale objecten in de openbare ruimte is de basis gelegd voor verdere kwaliteitverbetering.
Cultuur, Evenementen en Promotie
Een aanzienlijk deel van de met succes afgeronde inspanningen vallen onder de prestatie-afspraken met Leiden Marketing, het Leids Filmfestival, de Leidse Schouwburg en de Museumgroep Leiden. Er is voortgang op de projecten de Lakenhal (restauratie, nieuwbouw en collectie) en Muziekcentrum de Nobel, alhoewel de complexiteit van beide projecten een vertragend effect heeft op de eerdere geplande voortgang. Op basis van een haalbaarheidstudie naar mogelijke centrale huisvesting van BplusC in het Rijnlandblok op de Breestraat is de conclusie getrokken dat dit niet realistisch is.
Algemeen | 11
Aandachtsgebied
Resultaten op hoofdlijn
Cluster Bereikbaarheid & Parkeren
Op gebied van fietsgebruik is in het Aalmarktproject ruimte gevonden om een fietsenstalling in het kernwinkelgebied te maken en zijn 150 van de beoogde 600 fietsklemmen in de binnenstad toegevoegd. De inspanning 'exploitatie van het Stadsparkeerplan' heeft geleid tot het besluit om vooralsnog de huidige regeling voort te zetten. Dit vooral onder invloed van de aangekondigde bezuiniging en op de landelijke participatiebudget. De instelling van de commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer en het daarop volgende besluit van de gemeenteraad om onder andere een MERprocedure te voeren heeft tot vertraging van een aantal resultaten geleid. Dat betreft de activiteiten ter voorbereiding van de RGL zelf, het verkeerscirculatieplan, de openbaar vervoer visie Leiden – regio en de inspanning met betrekking tot de nieuwe busroutes en haltes.
18 Ontwikkellocaties
Het grootste deel van de inspanningen van 2010 is gericht geweest op gebied- en vastgoedontwikkeling: Stationsgebied, de Garenmarkt, de Kaasmarkt, de Lammermarkt, de Aalmarkt, de Meelfabriek, de ontwikkeling van de singelroute. Zonder uitzondering betreft dit projecten met een langere looptijd dan 2010. Deze zullen dan ook allen terugkomen in het Uitvoeringsprogramma 2011. Op al deze projecten zijn de inspanningen geleverd, ten dele met de beoogde resultaten. Zo is voor de Garenmarkt, de Lammermarkt en de Kaasmarkt besloten om deze ontwikkelingen via een aanbesteding in de markt te gaan zetten. Daarmee vertraagt weliswaar het proces, maar stijgt de kans op realisatie omdat reeds vele marktpartijen interesse hebben getoond. Voor het Aalmarktproject zijn de resultaten behaald door het in procedure brengen van het beeldkwaliteitplan en het bestemmingsplan. In het Leiden Centraal Project en de ontwikkeling van het Stationsgebied worden de inhoudelijke resultaten behaald, al zal besluitvorming over de Stedenbouwkundige visie en grondexploitatie in eerste helft 2011 plaatsvinden. Positief is dat de aanpak en de resultaten worden gedragen door de stakeholders in dat gebied. Het masterplan singelroute is eveneens afgerond en zal naar verwachting in eerste kwartaal 2011 in het college worden vastgesteld, inclusief financiële middelen voor de realisatie.
CUP middelen Alle in 2010 beschikbare middelen van het College Uitvoering Programma 2008-2014 (CUP) zijn in 2010 ingezet. Alleen voor het project Entree van de Stad geldt dat een deel van de middelen wordt doorgeschoven naar 2011. Voor dit project heeft het college besloten (BW10.1275) om het project voort te zetten als onderdeel van het uitvoeringsprogramma Binnenstad en de Stationsweg onder te brengen bij het Leiden Centraal Project. Monitoring van het programma In de diverse begrotingsprogramma’s zijn de inspanningen van het programma Binnenstad opgenomen. Monitoring op de doelen van het programma Binnenstad wordt uitgevoerd aan de hand van de in de programmabegroting opgenomen indicatoren. In overzicht: Doel
Indicator
Nummer in PB2010
Meer bezoekers
■
Aantal dagbezoeken aan Leiden door Nederlanders Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden
e3.3c e3.3d
■ Meer bestedingen
■
Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon
e3.3e
Hogere waardering
■
Rapportcijfer Leidenaren voor historische binnenstad Leiden Beoordeling door Leidenaren van Leidse binnenstad op 7 aspecten
e3.3f e3.3g
■
Doorontwikkeling van het programma Juist om meerjarige structuur en samenhang te geven aan de resultaten en inspanningen van het programma is een Meerjaren Uitvoeringsprogramma 2010-2014 (MUP) door B&W vastgesteld (BW 10.1311). Ook wordt dit
12 | Algemeen
MUP benut ter vergroting van het commitment van stadspartners en ontwikkelaars en beleggers. Met het MUP geeft de gemeente een perspectief voor de komende jaren. Met de stadspartners vindt regelmatig overleg plaats. Op verzoek van hen is het formele, gezamenlijke overleg veranderd naar 2 keer per jaar in de vorm van een voorjaarsoverleg – met als doel een vinger aan de pols houden van de inspanningen – en een najaarsoverleg – met als doel een terugblik en een vooruitblik op het volgende jaar. In 2010 is gebleken dat stadspartners een grote mate van betrokkenheid hebben bij de inspanningen van het programma Binnenstad. Toch is door een aantal stadspartners de oproep gedaan om meer in de voorbereidende fase van een inspanning betrokken te zijn dan te worden geconsulteerd wanneer de eerste resultaten zijn behaald. Het programma Binnenstad zal er voor zorgen dit in 2011 te verbeteren. Stadspartners en gemeenteraad hebben in 2010 een inspiratie werkbezoek afgelegd aan Breda, verkozen tot beste binnenstad van Nederland in 2010.
Algemeen | 13
2.3 Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid In het uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid wordt uitvoering, coördinatie en sturing gegeven aan de doelstellingen en uitgangspunten zoals deze in 2009 zijn vastgesteld in de Kadernota Bereikbaarheid. De zaken die in het uitvoeringsprogramma worden aangepakt krijgen ook hun beslag in begrotingsprogramma Bereikbaarheid. Hiermee worden de doelen en uitgangspunten van het uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid doorvertaald naar het gemeentelijke beleid. De komende jaren wordt er in Leiden hard gewerkt om ervoor te zorgen dat de bereikbaarheid van de stad verbeterd wordt, en niet alleen voor het jaar 2020 maar ook voor volgende generaties. Daarbij moet deze verbetering een positieve bijdrage leveren aan de leefkwaliteit van de stad Leiden. Centraal binnen het beleid staat daarom ‘het stimuleren van duurzame mobiliteit’. Dit beleid moet op termijn enerzijds een bijdrage leveren aan een kwalitatief goede leefomgeving (afname verkeersonveiligheid, geluidhinder en milieubelasting) en moet anderzijds zorgen voor de noodzakelijke bereikbaarheid van voorzieningen met fiets, ov, auto en te voet. Naast een aantal maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement (het beïnvloeden van de vervoersvraag) en dynamisch verkeersmanagement (o.a. betere afstelling verkeerslichten) is een belangrijk onderdeel van de duurzame toekomstvisie een duidelijke structuur van het wegen en OV-net rond Leiden. De ringstructuur leidt doorgaand autoverkeer over verschillende ringwegen langs en door de agglomeratie en ontsluit de binnenstad met meer en beter openbaar vervoer dat de ringwegen kruist. De structuur is ontworpen met oog op de toekomst: hij kan in elk geval de komende decennia de verwachte groei van het verkeer aan. Resultaten 2010 Voor de Ringweg Oost is in januari het kaderbesluit vastgesteld waarna de voorbereidingen voor de realisatiefase zijn gestart. Het uitblijven van bestuurlijke overeenstemming met Leiderdorp levert vertraging op waardoor grondverwerving en bestemmingsplanprocedures nog niet gestart konden worden. Voor het project is een projectbeheersplan opgesteld volgens de richtlijnen uit het rapport ‘Leiden stad van ambities’ en volgens de richtlijn ‘informatievoorziening grote projecten’ zoals deze ook in gebruik is bij de tweede kamer. Dit projectbeheersplan zal ook als uitgangspunt dienen bij de projectbeheersing en opzet van de projecten RijnGouweLijn; Ontsluiting Bio Sciencepark; en de Parkeergarages Lammermarkt en Garenmarkt. Het project RijnGouwelijn heeft enige vertraging opgelopen door besluiten rond de MER en het afwegingskader. Deze besluiten zijn genomen naar aanleiding van het advies van de commissie o.l.v dhr Boele Staal. Tegelijkertijd zijn de werkzaamheden aan het definitief ontwerp voor het tracé Hooigracht-Langegracht doorgegaan en is het bestemmingsplan daarvoor gereed gemaakt. In het najaar is het kaderbesluit voor de ontsluiting van het BioSciencepark genomen. Daarmee is het startsein gegeven voor het voorbereiden van de concurrentiegerichte dialoog die moet leiden tot de keuze voor een geschikte partij voor contractering die zal plaats vinden volgens de methode design & construct. De voorbereidingen voor de realisatie in de periode 2013-2015 verlopen darmee volgens plan. Met de kamer van koophandel en ondernemersverenigingen is in het afgelopen jaar maandelijks naar tevredenheid overleg geweest in het Platform bereikbaarheid Leidse Agglomeratie. Gezamenlijk zijn initiatieven gestart voor de verbetering van de communicatie over wegwerkzaamheden en over alternatieve oplossingen voor de bereikbaarheidproblematiek (bijvoorbeeld mobiliteitsmanagement of verbetering stadsdistributie). De eerste resultaten zijn bereikt in de verbeterde webpagina www.leiden.nl/bereikbaarheid. Daarnaast zijn via de stadskrant meerder themapagina’s gewijd aan de bereikbaarheid van Leiden. Belangrijke stappen zijn gezet op de verbetering van de coördinatie en onderlinge samenhang van de kleinschalige herinrichtingen. Op termijn moeten deze verbeteringen zichtbaar worden in een transparantere begroting en bijbehorend uitvoeringsprogramma.
14 | Algemeen
2.4 Grotestedenbeleid (GSB) Verantwoording GSB III 2005-2009 In de Jaarstukken 2009 hebben wij de derde tranche van het Grotestedenbeleid, de periode 2005 t/m 2009, verantwoord. De verantwoording maakte deel uit van de SISA-bijlage en hebben we nader toegelicht in een paragraaf. Hiermee hebben we een totaalbedrag van ruim 90 miljoen euro aan het Rijk verantwoord, dat de gemeente eerder in voorschotten ontving via drie brede doeluitkeringen: de Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV), de Brede Doeluitkering Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (BDU ISV 2) en de Brede Doeluitkering Economie (BDU Economie). Beoordeling door het Rijk Economische pijler In 2010 is de BDU Economie geheel vastgesteld. Dat betekent dat het Rijk het totaalbedrag voor de economische pijler van € 2.418.400 definitief heeft toegekend aan de gemeente. Het Rijk heeft bij de definitieve toekenning geen nadere verplichtingen meer opgelegd. De gemeente dient nog een aantal prestaties af te ronden, waarvoor we een reservering in de Programmabegroting 2010 en 2011 hebben opgenomen. Fysieke pijler Ook heeft het Rijk in 2010 het totaalbedrag van € 17.753.254 voor de fysieke pijler, de BDU ISV 2, definitief aan de gemeente toegekend. Ook van dit bedrag is nog een deel gereserveerd in de Programmabegroting om prestaties te realiseren. Voor de fysieke pijler heeft het Rijk bij de definitieve toekenning de volgende nadere verplichtingen opgelegd, die voortkomen uit de afspraken van 2005 t/m 2009: ■ Het in de ISV 3 periode (2010 t/m 2014) alsnog realiseren van de bouw van 1.818 woningen ten behoeve van de uitbreidingsbehoefte binnenstedelijk gebied; ■ Het in de ISV 3 periode alsnog realiseren van de aanleg van 10 hectare groen; ■ Het in de ISV 3 periode alsnog realiseren van de geluidsanering van 128 A-woningen. De verantwoording voor deze verplichtingen gebeurt met ingang van 2010 niet meer via SISA aan het Rijk, maar maakt onderdeel uit van de gemeentelijke planning en controlcyclus, omdat ISV 3 een Decentralisatie-uitkering is. Sociale pijler In 2010 heeft de gemeente een concept van het voorgenomen besluit over de definitieve vaststelling van de BDU SIV ontvangen. In dit concept heeft het Rijk voorgesteld een bedrag van € 51.483.296 toe te kennen aan de gemeente. De gemeente is het daarmee eens. Een bedrag van € 2.597.227, zijnde een deel van de bijdrage voor Inburgering, vordert het Rijk terug op grond van de gerealiseerde prestaties in 2005 t/m 2009. De gemeente meent dat het Rijk dit bedrag correct heeft berekend volgens de daarvoor geldende regels. We hebben in de risicovoorziening GSB voldoende middelen gereserveerd om deze terugbetaling te kunnen voldoen. Over een bedrag van € 15.089.560 in het voorstel heeft de gemeente aanvullende informatie aan het Rijk geleverd, die naar verwachting zal leiden tot definitieve toekenning van ook verreweg het grootste deel van dit bedrag. Voor het overige deel van € 3.773.921 zal de gemeente wellicht een zogenoemde herstelafspraak met het Rijk moeten maken, waardoor dit bedrag pas in 2012 definitief toegekend kan worden. Dit betreft een in de periode 2005 t/m 2009 onvoldoende mate gerealiseerde prestatie van gemiddelde verblijfsduur in crisisopvang. Samenvattend is de stand op basis van de concept beschikking en aanvullende informatie voor de BDU SIV 2005-2009 als volgt: Definitief toegekend
€ 51.483.296
Zeer waarschijnlijk toegekend
€ 11.315.639
Toekenning afhankelijk van beoordeling aanvullende informatie of realisatie herstelafspraak
€ 3.773.921
Toekenning afhankelijk van realisatie Inburgering 2010 en 2011
€ 3.215.392
Algemeen | 15
Intrekking deel van resultaat Inburgering Totaal verleend in voorschotten
€ 2.597.227 € 72.385.476
Gevolgen voor de risicovoorziening Grotestedenbeleid De BDU’s ISV2 en Economie (2005-2009) zijn eind 2010 definitief afgerekend. Uit deze definitieve beschikkingen zijn geen financiële consequenties voortgevloeid. De BDU Economie is niet gecontinueerd. Voor ISV is een nieuwe periode ingegaan (ISV 3, 2010-2014). Op basis van de nu bekende informatie uit de concept beschikking BDU SIV en de resterende terugbetalingrisico’s is in de jaarrekening een risicovoorziening opgenomen voor resterende terugbetalingsverplichtingen van € 1.455.000.
16 | Algemeen
2.5 Kerngegevens De ramingen in deze Programmabegroting zijn gebaseerd op onderstaande kerngegevens en uitgangspunten. Kerngegevens van Leiden Realisatie 2009
Begroting 2010
Realisatie 2010
116.787
116.567
117.123
van 0 - 19 jaar
24.399
24.357
24.474
van 20 - 64 jaar
78.247
77.717
78.267
van 65 jaar en ouder
14.141
14.493
14.382
2.908
3.141
2.661
Wet Werk en Bijstand (WWB) < 65 jaar
2.525
2.800
2.390
Wet Werk en Bijstand (WWB) > 65 jaar
339
0
0
300
219
43
40
51
1
1
1
290
425
401
1.034
1.111
1.034
2.315 ha
2.184 ha
2.315 ha
Binnenwater
131 ha
131 ha
131 ha
Historische stads- of dorpskern
125 ha
125 ha
125 ha
57.742
58.261
58.317
51.353
51.815
51.931
Bijzondere woongebouwen
1.495
1.508
1.495
Wooneenheden
4.894
4.938
4.891
Aantal woonschepen*):
203
205
203
Aantal woonwagens*):
95
96
124
304 km
379 km
304 km
Hoofdontsluitingswegen
37 km
57 km
37 km
Verzamelwegen/industrie
47 km
56 km
47 km
220 km
266 km
220 km
A. Sociale structuur Aantal inwoners *): waarvan:
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden: waarvan:
Wet investeering in jongeren < 27 jaar Werknemers en Zelfstandigen (IOAW/IOAZ) Regeling Opvang Asielzoekers (ROA) Bijzondere bijstand: Aantal tewerkgestelde inwoners in de sociale werkgemeenschappen: B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente: waarvan:
Aantal woonruimten*): waarvan: Zelfstandige woningen
Lengte van de wegen: waarvan:
Woonstraten/winkelstraten
Algemeen | 17
Realisatie 2009
Begroting 2010
Realisatie 2010
Lengte van vrijliggende fiets- en wandelwegen
22 km
64 km
22 km
Lengte van de waterwegen
32 km
32 km
32 km
Aantal m2 openbaar groen
3.440.315
3.439.000
3.339.330
38.377
38.025
38.265
Aantal bomen
*) De peildatum voor de realisatie in 2010 van deze kerngegevens is 1 januari. Voor de overige kerngegevens is de peildatum 31 december.
18 | Algemeen
Hoofdstuk 3
3 Jaarverslag 3.1 Rekeningresultaat Resultaatbepaling en resultaatbestemming volgens het BBV Volgens de bepalingen van het Besluit begroten en verantwoorden (BBV) presenteren wij u het rekeningresultaat 2010. Het BBV schrijft voor dat inzicht wordt geboden in het resultaat van de jaarrekening zonder verrekeningen met reserves. Dat is het resultaat vóór bestemming. Op deze wijze wordt onderscheid gemaakt in de bepaling en de bestemming van het rekeningresultaat. De bestemming van het resultaat presenteren we in twee stappen: 1. Rekeningresultaat ná bestemming In het resultaat ná bestemming is rekening gehouden met de verrekeningen met de reserves. De raad heeft immers bij de vaststelling van de begroting 2010 en bij begrotingswijziging al een aantal besluiten genomen over stortingen en onttrekkingen aan reserves. Die bestemming van het resultaat wordt in de jaarrekening verwerkt. Het resultaat dat ontstaat na deze mutaties aan de reserves wordt het rekeningresultaat ná bestemming genoemd. De mutaties in de reserves kunnen overigens afwijken van de begroting omdat bijvoorbeeld minder uitgaven zijn gedaan en daardoor volstaan kan worden met minder onttrekkingen aan reserves. 2. Rekeningresultaat voor het uitvoeren van activiteiten in 2011 Het komt voor dat activiteiten aan het eind van het boekjaar nog niet zijn opgestart of afgerond. Het is dan noodzakelijk dat het nog resterende budget beschikbaar blijft om de activiteit uit te voeren of verder af te ronden. De onderbesteding heeft in voordelige zin het rekeningresultaat beïnvloed. Het niet besteedde budget wordt, indien wordt voldaan aan een aantal spelregels, naar 2011 overgeheveld. Deze spelregels voor budgetoverheveling hebben wij bij besluit nr. 10.0320 van 16-03-2010 vastgesteld, waarover wij de commissie voor de rekeningen vooraf om advies hebben gevraagd. Daarnaast wordt de raad voorgesteld een deel van het resultaat te storten in diverse reserves voor de besteding in 2011 of later. Het rekeningresultaat ná resultaatbestemming wordt dan ingezet voor budgetoverheveling of voor mutaties in reserves. Daarvoor ontvangt de raad een separaat raadsvoorstel. Indien na deze tweede stap in de bestemming van het resultaat 2010 nog een vrij besteedbare ruimte in de concernreserve overblijft, dan wordt die ruimte betrokken bij de samenstelling van de Perspectiefnota. Rekeningresultaat 2010 vóór en ná bestemming We sluiten 2010 af met een nadelig resultaat vóór bestemming van € 23,7 miljoen. Het resultaat vóór bestemming is het resultaat van de verschillende programma’s en de algemene middelen. Ter compensatie van dit resultaat is in de jaarrekening een bedrag van per saldo € 17,3 miljoen onttrokken aan de reserves in overeenstemming met besluiten die eerder door uw raad genomen zijn. Na deze resultaatbestemming resteert een nadelig saldo van € 6,4 miljoen. Tabel 1 rekeningresultaat 2010 bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
521.588
540.859
500.773
40.086
Baten
-759.769
-508.302
-477.062
-31.240
Saldo vóór resultaatbestemming
-238.181
32.557
23.711
8.846
Mutaties in reserves:
Jaarverslag | 19
bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
- toevoegingen
285.784
102.935
100.446
2.488
- onttrekkingen
-73.375
-135.491
-117.805
-17.687
Saldo ná resultaatbestemming
-25.772
0
6.353
-6.353
Rekeningresultaat voor het uitvoeren van activiteiten in 2011 Hoewel de resultaten per jaar voor een deel worden bepaald door incidentele mee- en tegenvallers is het algemene beeld over de jaren heen dat steeds een voordelig resultaat wordt gerealiseerd. De omvang van die voordelen bedraagt gemiddeld ruim € 10 miljoen per jaar. Oorzaak is dat de voorgenomen uitvoering is vertraagd of simpelweg een langere doorlooptijd kent waardoor budgetten in het begrotingsjaar onbenut blijven. Om de uitvoering door te kunnen schuiven worden die budgetten bij bestemming van het resultaat overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar. Voor een specificatie van de voorstellen inzake de bestemming van het resultaat 2010 wordt verwezen naar het bestemmingsvoorstel dat separaat wordt aangeboden. Gelet op de omvang van het resultaat zal de vrije ruimte in de concernreserve gering zijn. Dat beperkt de mogelijkheden om budgetoverheveling ook te effectueren. Samenstelling van het resultaat 2010 In tabel 2 is het resultaat na bestemming uitgesplitst naar programma. In de programmarekening is afzonderlijk per programma aangegeven hoe het resultaat en de afwijking ten opzichte van de begroting is opgebouwd. Voor die toelichting op de programmarekening sluiten wij aan bij de door uw raad vastgestelde rapportagetolerantie van € 250.000 in het controleprotocol 2010. Tabel 2 resultaat 2010 per programma Programma bedragen x € 1.000,-
Saldo begroting 2010
Saldo werkelijk 2010
Verschil 2010
Voordeel/ Nadeel
PRGE01 BESTUUR EN DIENSTVERLENING
30.150
28.142
2.008
V
PRGE02 VEILIGHEID
10.519
9.846
673
V
PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME
4.630
4.369
261
V
PRGE04 BEREIKBAARHEID
8.230
6.727
1.502
V
PRGE05 OMGEVINGSKWALITEIT
45.100
36.809
8.291
V
PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING
28.268
45.925
17.657
N
PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS
22.549
20.416
2.133
V
PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
31.712
30.830
883
V
PRGE09 WELZIJN EN ZORG
39.363
37.253
2.110
V
PRGE10 WERK EN INKOMEN
27.890
28.300
410
N
PRGEAD0 ALGEMENE MIDDELEN
-215.855
-224.906
9.051
V
Saldo vóór resultaatbestemming
32.557
23.711
8.846
V
-32.557
-17.358
15.198
N
0
6.353
6.353
N
Mutaties in reserves Saldo ná resultaatbestemming
In dit hoofdstuk beperken wij ons tot het benoemen een aantal majeure afwijkingen om inzicht te geven in de samenstelling van het resultaat ten opzichte van de begroting. De toelichting zelf is opgenomen in de programmarekening onder hoofdstuk 4.5 Programma 1 bestuur en dienstverlening Grootste meevaller in dit programma van € 1,3 miljoen is gerealiseerd op centrale personeelsbudgetten zoals opleidingen, ambtelijke kwaliteitsverbetering, intern opdrachtgeverschap en het eigen risicodragerschap WAO.
20 | Jaarverslag
Deze meevaller compenseert overigens diverse personele lasten die via de kostenverdeelstaat op de producten tot uitdrukking komen. Programma 4 bereikbaarheid Op parkeren is een voordeel van € 0,8 miljoen gerealiseerd. Hoofdoorzaak van die meevaller is dat in de begroting 2010 de exploitatie van de Morspoortgarage was opgenomen. Door een beroepsprocedure is de realisatie vertraagd waardoor de netto exploitatielast zich ook niet voordeed. Programma 5 omgevingskwaliteit In dit programma doen zich diverse mee- en tegenvallers voor. Uitschieter is het voordeel op huishoudelijk afval van € 1,3 miljoen. Oorzaken zijn o.a. het lager aanbod van huisvuil, een hogere opbrengst voor oud papier en een niet voorziene opbrengst van de Stichting Afvalfonds. Verder zijn op aanwijzing van de accountant een drietal voorzieningen bij gebrek aan een adequaat beheerplan vrijgevallen, te weten: - Voorziening onderhoud walmuren van € 1,5 miljoen - Voorziening onderhoud wegen van € 1,7 miljoen - Voorziening asbestsanering van € 2,3 miljoen Programma 6 stedelijke ontwikkeling Het programma 6 Stedelijke ontwikkeling valt op met een tegenvaller van € 17,6 mln. Na verrekening met de reserves van programma 6 is dit 25,3 mln negatief. Hiervoor zijn diverse redenen die te maken hebben met boekhoudkundige afwaarderingen en correcties op grond van BBV. Zo is bijvoorbeeld in 2010 is de grond van de Oostvlietpolder afgewaardeerd tot agrarische grondprijzen. Dit verlies is geboekt in 2010 en wordt conform het raadsbesluit pas in 2011 verrekend met de vereveningsreserve. Zou deze verrekening ook al in 2010 zijn geboekt, dan zou het totaalresultaat na bestemming een plus hebben gehad van 3 miljoen euro en bedroeg de totale tegenvaller op programma 6 na verrekening met de reserve ‘slechts’ € 15,9 miljoen. Overigens nog steeds een forse afboeking. De grootste tegenvallers zijn de afboekingen van de historische kosten van het vastgoedcomplex (€ 4,1 miljoen), terugdraaien van een te vroeg gefactureerde bijdrage van Oegstgeest aan de Brug Trekvaartplein (€ 2,4 miljoen), risicoreservering voor een mogelijke terugbetalingsverplichting voor de VINEX subsidie Roomburg (€ 4,0 miljoen) en het afboeken van de geactiveerde plankosten met de naam Mozaïek Zuid West (€ 2,3 miljoen). De belangrijkste posten worden hieronder nader toegelicht: -Afboeken historische kosten Vastgoedcomplex (€ 4,4 mln. N) Het gaat om historische kosten zoals OZB, plankosten, groenonderhoud, inhuur externen en rente die geen directe relatie hebben met objecten. Sinds het begin van deze eeuw zijn vele kosten ondergebracht in het Vastgoedcomplex. Dit wordt nu opgeschoond en het vastgoedcomplex wordt afgesloten. Derhalve moet nu het verlies van € 4,4 mln worden genomen. - Afwaardering Oostvlietpolder als gevolg van de gewijzigde structuurvisie (€ 9,4 mln. N); In de bestuursovereenkomst 2010 – 2014 is in beleidsakkoord nummer 7 het volgende beleid neergelegd: ‘Het bedrijventerrein Oostvlietpolder komt er niet. Het college komt hiertoe met een voorstel naar de raad tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ter wijziging van het bestemmingsplan Oostvlietpolder. Dit geeft de raad de gelegenheid een besluit te nemen over de toekomst van de Oostvlietpolder.’; Ter realisatie hiervan heeft de raad via raadsvoorstel 10.0080 de opdracht gegeven om de structuurvisie aan te passen aan het nieuwe beleid. Als gevolg hiervan worden de gronden in de Oostvlietpolder gewaardeerd voor de bestemming groen ad. € 7 per m2. Dit betekent dat de gronden in totaliteit worden afgewaard voor een bedrag van € 9,4 mln. Conform de regels van de BBV vindt deze afwaardering plaats in 2010, immers in 2010 is door de raad de intentie uitgesproken om de structuurvisie aan te passen aan het nieuwe beleid. Bij raadsvoorstel 10.0149 wordt voorgesteld om deze afwaardering te dekken uit de vereveningsreserve. Echter omdat raadsvoorstel 10.0149 pas in februari 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad, betekent dit dat de verrekening met de vereveningsreserve in het jaar 2011 plaatsvindt. - Onrendabele top Rijnsburgerblok (€ 10,0 mln. N); In 2010 is het perceel Stationsplein/hoek Schuttersveld aankocht (rv 10.0027). Met deze verwerving hebben we een grote stap gezet voor de herontwikkeling van een zeer belangrijk stukje Leiden. Inmiddels is de planvoorbereiding tot herontwikkeling van deze locatie, genoemd Rijnsburgerblok, in volle gang.
Jaarverslag | 21
In 2010 is besloten om € 10 miljoen Nuon-middelen in te zetten voor de onrendabele top voor de ontwikkeling van het Rijnsburgerblok. NB het Rijnsburgerblok omvat naast het Gat van van der Putte en kantoorpand aan het Schuttersveld, ook de locatie van de Rabobank en de kamer van koophandel. - Uitvoeringsbesluit Kooiplein RV 10.0003 (€ 8,4 mln. V); Dit betreft de uitvoering van de financiële transacties conform de exploitatieovereenkomst met Proper Stok inzake de ontwikkeling Kooiplein. In het PRIL is een nadere toelichting opgenomen. - Uitvoeringsbesluit Trekvaartplein RV 09.0070 (€ 4,9 mln. V); In de grondexploitatie Trekvaartplein was de Reserve Trekvaartplein (RB 03.0044) als opbrengst zijnde opgenomen. Volgens de regelgeving van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) is het vermengen van grondexploitaties en reserves niet toegestaan. Om rede hiervan wordt de reserve uit de grondexploitatie Trekvaartplein genomen en wordt dit via de Vereveningsreserve Grondexploitaties gelabeld opgenomen in de Voorziening Negatieve Grondexploitaties. Er vindt door bovengenoemde correctie geen wijziging plaats in het beschikbare budget dat voor het project Trekvaartplein beschikbaar is gesteld. - Afrekening BLS-subsidie Holland Rijnland 2005-2009 (€ 3,2 mln. V); Betreft de afrekening bij de regio Holland Rijnland inzake de in de periode 2005-2009 gecreëerde woningvoorraad. - Correctie voortijdige winstneming grondexploitatie Haagwegkwartier (€ 2,0 mln. N); In 2003 is ten onrechte de toekomstige winst van de nog te openen grondexploitatie Haagwegkwartier ingezet als dekking voor de realisering van een aantal kunstgrasvelden in Leiden. Deze onterechte winstneming is in strijd met de regels van BBV. De dekking voor de realisering van een aantal kunstgrasvelden was dan in 2003 ook niet correct en wordt hiermee gecorrigeerd. - Afboeking plankosten Mozaiek Zuid-West (€ 2,3 mln. N); Mozaïek Zuid West betreft de ontwikkelingsvisie van Zuid West uit 2005. Het betreffen plankosten die niet leiden tot activeerbare uitgaven en zijn overeenkomstig het BBV in 2010 afgeboekt. - Creditering bijdrage gemeente Oegstgeest inzake brug Poelgeest (€ 2,4 mln. N); In 2008 is de opbrengst inzake de bijdrage van de gemeente Oegstgeest onterecht als inkomst verantwoord. In 2010 is deze opbrengst gecorrigeerd aangezien de prestatie nog niet is geleverd. De opbrengst wordt opgeschort tot het moment dat de prestatie is geleverd. - Terugbetalingsverplichting VINEX-subsidie Roomburg (€ 4,0 mln. N); Er is grote kans dat niet wordt voldaan aan alle voorwaarden zoals deze door de provincie Zuid-Holland in 2004 zijn gesteld in de beschikking VINEX subsidie Roomburg. Hierdoor ontstaat naar alle waarschijnlijkheid een terugbetalingsverplichting. Hoewel op bestuurlijk niveau nog met de provincie wordt gesproken over de mogelijkheden die er zijn om de subsidie voor Leiden te behouden, wordt voorzichtigheidshalve in de jaarrekening het mogelijk nadelig resultaat al opgenomen. Naar onze opvatting, moet deze VINEX subsidie ook kunnen worden ingezet voor andere, wel verlieslijdende, woningbouwprojecten in onze stad. Tot slot nog het volgende. De waardering van grondexploitaties is dit jaar bij veel gemeenten een belangrijk thema. Tientallen Nederlandse gemeenten kreunen onder die last. Om die reden is naast de reguliere controle door onze accountant een aanvullend onderzoek verricht naar het grondbedrijf. Uit dit extra en specifiek onderzoek door de extern accountant naar de waardering van de grondexploitaties blijkt de gemeente Leiden het goed te doen. Ze waardeert op een conservatieve en zorgvuldige wijze haar gronden en loopt, zeker in vergelijking tot veel andere gemeenten en voor zover nu te overzien, op dit moment geen grote financiële risico’s. Programma 7 jeugd en onderwijs Het voordeel betreft voor € 1,5 miljoen onderwijshuisvesting waarvan weer € 1 miljoen wordt veroorzaakt door het vrijvallen van de onderhoudsvoorziening die moet worden toegevoegd aan de reserve onderwijshuisvesting. Programma 9 welzijn en zorg Het voordeel op dit programma komt voor de helft voor rekening van de onderbesteding op de Slaaghwijkgelden. Het geoormerkte deel van deze middelen zal in overeenstemming met het actieplan Slaaghwijk in 2011 moeten worden besteed.
22 | Jaarverslag
Programma 10 werk en inkomen De extra lasten op participatie uitstroom en activering en op inburgering worden vrijwel geheel gecompenseerd door hogere baten uit het participatiebudget. Op grond van de meeneemregeling is daarvoor o.a. € 1,7 miljoen onttrokken aan het participatiebudget 2011. Algemene middelen Het voordeel wordt veroorzaakt door de vervroegde vrijval van € 4,5 miljoen van de voorziening escrowregeling. Hoewel deze vrijval oorspronkelijk in 2015 was voorzien is op dit punt de richtlijn van de Cie. BBV gevolgd. Verder is de risicovoorziening GSB voor € 1,3 miljoen vrijgevallen in verband met de opschorting van de prestatieverplichting in het kader van de brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid. Verder is door uiteenlopende redenen een voordeel van € 2,5 miljoen gerealiseerd op saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering. Van dat bedrag is ca € 1,4 miljoen het gevolg van tussentijdse begrotingswijzigingen met consequenties voor de hulp- of afdelingskostenplaatsen. Het totaal van die wijzigingen is niet via een hernieuwde verdeling via de KVS over de programma’s verdeeld maar achtergebleven op de rekening saldi kostenplaatsen. De daarmee samenhangende lasten zijn in de rekening wel verdeeld over de producten waardoor op saldi kostenplaatsen een resultaat ontstaat. Mutaties in reserves Aan de reserves is minder onttrokken en meer gestort dan volgens de begroting was verwacht. Het betreft o.a. de storting in de reserve verkoop aandelen van € 4,6 miljoen wegens vrijval van de garantievoorziening voor hetzelfde bedrag. Verder zijn een aantal onttrekkingen aan reserves voor ca. € 5,2 miljoen niet gerealiseerd omdat ook de daarmee samenhangende uitgaven zijn vertraagd. Aan de vereveningsreserve is tenslotte € 5,5 miljoen minder onttrokken dan geraamd.
Jaarverslag | 23
3.2 Programmaverantwoording Inleiding Naar de besluitvorming in de raad van 2008 over de transparantie van de jaarrekening beantwoordt de Programmaverantwoording aan de volgende vragen: ■ wat is bereikt? ■ wat is ervoor gedaan? ■ wat heeft het gekost? Per programma hanteren we daarvoor de volgende structuur: ■ ■ ■ ■ ■
Doelenboom Inleiding: ontwikkelingen in 2010 Effecten en prestaties Nieuwe kaderstellende beleidsstukken Programmakosten
Doorontwikkeling programmabegroting De resultaten van de doorontwikkeling in 2009 van de programma's 4 (Bereikbaarheid) en 5 (Omgevingskwaliteit) namen we op in de Programmabegroting 2010. De verantwoording hierover vindt u terug in deze programma's. In 2010 heeft de organisatie prioriteit gegeven aan de voorbereiding van de bezuinigingsvoorstellen voor 2011 en verder, verzameld in Palet 2010, ambtelijke verkenningen naar keuzen in beleid. Ook is in 2010 uw nieuwe raad geinstalleerd en hebben we een nieuw college gevormd. Om deze redenen hebben we in 2010 niet verder gewerkt aan de doorontwikkeling van de programmabegroting. In 2011 doen we dat wel weer. Totaalbeeld indicatoren In de programmaverantwoording 2010 leggen we over 216 indicatoren, verdeeld over 10 programma’s, verantwoording af over de behaalde resultaten; 112 effectindicatoren en 104 prestatie-indicatoren. In verband met de hoeveelheid aan programma’s en indicatoren is het interessant om een korte cijfermatige analyse te geven van hoe het is gegaan. Het gaat dan om vragen als: konden de doelstellingen worden gemeten en vervolgens, zijn de streefwaarden gehaald? Het totaalbeeld van indicatoren laat zien dat in 88% van alle indicatoren vastgesteld kan worden of de streefwaarde is behaald. Bij de prestatie-indicatoren is het percentage 96% en bij de effectindicatoren 79%. Ten opzichte van 2009 en voorgaande jaren is dat een behoorlijk stijgende lijn. De kwaliteit van de indicatoren is dit jaar dus wederom gestegen. De percentages stegen vanaf 2006 tot en met 2010 van respectievelijk 60%, 68%, 73%, 78% tot 88% nu. Van 58% van de gemeten indicatoren is de streefwaarde minimaal gehaald, van 42% niet. De reden(en) waarom een indicator niet gehaald is, zijn divers. Hiervoor verwijzen we naar de verantwoording per programma. Ten opzichte van 2009 is het percentage gehaalde indicatoren gestegen. De corresponderende percentages in 2006, 2007, 2008 en 2009 waren respectievelijk 56%, 55%, 62% en 56%. Over 27 indicatoren kunnen, op basis van de beschikbare gegevens (peildatum april 2011), geen meetbare conclusies worden getrokken. Er zijn verschillende redenen waarom dit niet mogelijk is. Sommige indicatoren worden niet elk jaar gemeten. Voor andere indicatoren is geen streefwaarde vastgesteld bij de begroting omdat er op dat moment geen nulmeting beschikbaar was. Van weer een aantal andere indicatoren komt de realisatiewaarde pas later in het jaar beschikbaar.
24 | Jaarverslag
Jaarverslag | 25
1
Bestuur en dienstverlening
26 | Jaarverslag
Bestuur en dienstverlening Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
1 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid & Handhaving Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken Bereikbaarheid, Financiën & Economie Jeugd, Welzijn & Zorg Cultuur, Werk & Inkomen
De missie van het programma Bestuur en dienstverlening luidt: "De gemeente Leiden staat voor een betrouwbaar bestuur: open en transparant en in samenwerking met en voor partners en burgers in de stad en regio. De gemeente Leiden staat voor een klantgerichte dienstverlening, waarbij de klanten betrouwbaar, duidelijk, snel en op maat worden bediend."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Gemeenteraad ■ Raadscommissie: minimaal vier vergaderingen/hoorzittingen op locatie ■ Raadscommissie: minimaal vier werkbezoeken ■ Versterken positie Rekenkamercommissie College ■ Burgers raadplegen via digitaal burgerpanel ■ Promotie van stad met stadspartners ■ Accepteren 80% uitnodigingen ■ Informeren inwoners over besluiten ■ Wekelijks spreekuur ■ Opstellen burgerjaarverslag
1.1 Voor burgers, bedrijven en instellingen een betrouwbaar bestuur zijn
Bestuur
■
Besluitvorming regionaal SSC
1.2 Regionale vraagstukken regionaal opppakken
■ ■
Evalueren effectiviteit verbreding thema's districtraden Realisatie projecten burgerinitiatieven
1.3 Lokale vraagstukken oppakken in samenwerking met inwoners en lokale partners
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
1.4 Verbeteren van de algemene dienstverlening
■ ■
Dwangsomregeling Verbetering registratie en afhandeling van in- en uitgaande post Doorontwikkeling kwaliteitshandvest inclusief servicenormen Normenkader voor bedrijven Toewerken naar een KlantContactCentrum Verbeteren telefoonbeantwoording Verruiming en harmonisatie openingstijden Invoering basisregistraties personen (GBA) en adressen en gebouwen (BAG) Inrichten beheersysteem basisregistraties Invoering basisregistratie grootschalige topografie
■ ■ ■ ■
Uitbreiding van het aantal vergunningen Doorontwikkelen van de website Bekendmaken van digitale dienstverlening Vervanging zakelijke e-mail adressen door webformulieren
1.5 Betere elektronische dienstverlening
■
Uitvoering Minder & Beter en invoering nieuwe best practices
1.6 Minder administratieve lasten
Lokale en regionale samenwerking
Dienstverlening
Jaarverslag | 27
Ontwikkelingen in 2010 Eind april 2010 is een nieuw college van B en W aangetreden. Het nieuwe college heeft (naast de burgemeester) de volgende samenstelling: D66 (2 wethouders), SP (1 wethouder), CDA (1 wethouder), VVD (1 wethouder). Het nieuwe college heeft er voor gekozen om geen uitgebreid collegeprogramma op te stellen. Op slechts 16 punten zijn bindende afspraken gemaakt. Voor de overige onderwerpen wordt een werkwijze gehanteerd, waarbij niet meer wordt uitgegaan van vaststaande meerderheden. Elk voorstel wordt op zijn eigen merites beoordeeld. Op 20 april is de bestuursovereenkomst 2010-2014 'Samen Leiden' gepresenteerd. Hierin is in het beleidsakkoord het volgende opgenomen: 'Leiden wordt de meest klantvriendelijke gemeente van Nederland met minder bureaucratie; minder regels; meer en betere dienstverlening en een transparant, vernieuwend voorlichtingsbeleid. Te denken valt hierbij aan ruimere openingstijden van het Stadhuis, een alles-in-éénvergunning, automatische vergunningverlening en afschaffing van parkeerzônering.' Deze onderdelen zijn nader uitgewerkt in de programmabegrotig 2011.
Effecten en prestaties Doel 1.1 Voor burgers, bedrijven en instellingen een betrouwbaar bestuur zijn Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e1.1a
% van de burgers dat het functioneren van de gemeenteraad als goed of redelijk beoordeelt
74%
62%
69%
71%
70%
Stadsenquête
e1.1b
% van de burgers dat de naam kent van een raadslid
7%
12%
10%
9%
25%
Stadsenquête
e1.1c
% van de burgers dat bekend is met de taken van de gemeenteraad
57%
61%
61%
52%
75%
Stadsenquête
e1.1b
% van de burgers dat het functioneren van het college van b en w als goed of redelijk beoordeelt
74%
70%
81%
80%
80%
Stadsenquête
NB: de metingen voor de stadsenquete 2010 zijn verricht in de periode april - juli 2010. College Ten aanzien van het betrekken van burgers bij beleid is afgesproken dat een raadswerkgroep een gezamenlijke visie op burgerparticipatie zal formuleren. Het reguliere spreekuur van wethouders op vaststaande tijdsstippen is afgeschaft. In plaats hiervan worden maatwerk afspraken gemaakt wanneer een burger een wethouder wil spreken. Met ingang van 2010 wordt geen burgerjaarverslag meer opgesteld. De informatie die in het burgerjaarverslag was opgenomen, staat ook in de jaarstukken. LeidenPanel In 2010 heeft de gemeente twee keer gebruik gemaakt van het LeidenPanel (het digitale burgerpanel voor raadpleging van burgers). In de tweede helft van het jaar zijn er onderzoeken geweest over de veiligheid tijdens Leidens Ontzet en over de regionale afvalstoffencampagne. Daarnaast zijn inwoners via de Stadsenquête geïnterviewd over uiteenlopende onderwerpen. Gemeenteraad In het kader van de gemeenteraadsverkiezingen is op zaterdag 27 februari door het Leidsch Dagblad in samenwerking met de griffie een lijsttrekkersdebat georganiseerd. De twaalf lijsttrekkers zijn met elkaar in debat gegaan en bezoekers kregen de gelegenheid om vragen te stellen. Op woensdagavond 3 maart heeft in de Pieterskerk de uitslagenavond plaatsgevonden waar de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen in Leiden bekend zijn gemaakt. Eigen site en live uitzendingen van de raadsvergaderingen De gemeenteraad heeft binnen de website van de gemeente een eigen subwebsite binnen het hoofdmenu gemaakt. Daar staat alle informatie van en over de raad overzichtelijk bijeen. De informatie over de gemeenteraad stond voorheen verspreid door de gemeentesite. Daarnaast worden sinds kort alle vergaderingen van de gemeenteraad live uitgezonden op de nieuwe site. De vergaderingen zijn dus direct via video en audio te volgen op internet.
28 | Jaarverslag
Naamsbekendheid raadsleden Het is onduidelijk waarom de naamsbekendheid van raadsleden in 2010 niet gestegen is ten opzichte van 2009. Tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn de raadsleden veelvuldig in de media gekomen. De hoop is dat door het live uitzenden van de raadsvergaderingen op internet de naamsbekendheid zal toenemen. Raadscommissie In 2010 zijn er zeven werkbezoeken georganiseerd voor de raadscommissies en is er één maal op locatie vergaderd.
Doel 1.2 Regionale vraagstukken regionaal oppakken Holland Rijnland De drie meest in het oog springende ontwikkelingen in de regio Holland Rijnland in 2010 zijn: 1. De toetreding van drie Rijnstreekgemeenten tot Holland Rijnland. Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude maken sinds 1 april 2010 formeel onderdeel uit van het samenwerkingsverband. De organisatorische en inhoudelijke integratie van de strategische agenda vergt meer tijd. Deze integratieslag zal in de loop van 2011 geheel kunnen worden afgerond. 2. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 leidden tot grote wijzigingen in de samenstelling van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. 3. De RijnlandRoute is nog steeds het meest prominente regiodossier. Dit is nogmaals benadrukt doordat de regiogemeenten gezamenlijk hun reeds toegezegde bijdrage in het Regionale Investeringsfonds hebben verdubbeld. Leiden heeft het leeuwendeel van deze bijdrage voor haar rekening genomen, naast een forse bijdrage van Katwijk. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland brengt in de loop van 2011 haar eigen jaarverslag uit met daarin een verantwoording van alle prestaties. Naast deze drie belangrijkste ontwikkelingen kan het plan 'Boeien en binden' genoemd worden, dat in 2010 in alle gemeenten is besproken. Dit plan heeft ten doel gemeenteraden en colleges meer en beter te betrekken bij het sturen van regionale samenwerking. Vermeldenswaardig is verder nog dat de Leidse aanpak van regiovraagstukken (samen met die van Leiderdorp) wordt gezien als best practice in de regio. Om die reden is deze aanpak gepresenteerd tijdens het regiocongres en zijn in vier gemeenten van de regio in 2010 workshops gehouden over de implementatie hiervan in de praktijk. Servicepunt 71 Hoewel de daadwerkelijke realisatie van Servicepunt 71 in 2011 plaatsvindt, heeft in 2010 de belangrijkste besluitvorming hierover plaatsgevonden. Servicepunt71 is een samenwerkingsverband van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. Dit samenwerkingsverband zal vanaf 2011 gefaseerd alle bedrijfsvoeringstaken van deze gemeenten overnemen in een shared service concept.
Doel 1.3 Lokale vraagstukken oppakken in samenwerking met inwoners en lokale partners Het overleg in Districtsraden had een moeizaam karakter, omdat de gemeente de raden niet (tijdig) betrekt bij ontwikkelingen in de wijk of rondom het beheer van de wijk. Onduidelijkheid over de wijze waarop de gemeente de participatie van de stad wil vormgeven is daar mede debet aan. Enkele districtsraden hebben om die reden hun activiteiten beëindigd. Wel is het overleg met vervangende wijkvertegenwoordigingen zoveel mogelijk in stand gebleven. Naar aanleiding van de bestuursovereenkomst is een werkgroep ingesteld die als taak heeft een discussie in de raad voor te bereiden over de invulling van participatie van de stad in brede zin. Het overleg op stadsdeelniveau met de politie, corporaties en welzijnsinstellingen is in enkele stadsdelen systematischer opgezet en heeft resultaten opgeleverd, ook in samenwerking met bewonersvertegenwoordigingen. Dat werd onder meer zichtbaar bij de activiteiten rond de Oud- en Nieuwviering. Rond winkelcentra vindt steeds vaker overleg plaats tussen winkeliersverenigingen en bewonersorganisaties ten aanzien van de ontwikkeling en het beheer van de winkelcentra. Het overleg met ondernemingsverenigingen op bedrijventerreinen is geïntensiveerd wat o.a. geleid heeft tot certificering van bedrijventerreinen in het kader van 'Schoon, heel en veilig'. Evalueren effectiviteit verbreding thema’s districten Er heeft in het voorjaar 2010 een evaluatie van de districtsraden plaatsgevonden, waaruit blijkt dat de beoogde verbreding van de participatie niet of nauwelijks tot stand is gekomen. Uitgangspunt is dat deze
Jaarverslag | 29
rapportage betrokken wordt bij het proces van de raadswerkgroep die een discussie in de raad voorbereidt over betrokkenheid van de stad bij de activiteiten van de gemeente. Dit proces moet in 2011 afgerond worden. Realisatie projecten burgerinitiatieven Via verschillende subsidievormen worden bewoners(groepen) uitgenodigd om initiatieven te nemen ter verhoging van de leefbaarheid van de stad. Deze mogelijkheden worden in ruime mate benut. In 2010 zijn onder andere ongeveer 70 buurtcheques toegekend, die geleid hebben tot een groot aantal aanpassingen van de openbare ruimte dan wel sociale activiteiten, die alle bijdragen aan de leefbaarheid van de wijken.
Doel 1.4 Verbeteren van de algemene dienstverlening Leiden heeft in 2010 meegedaan aan de benchmark publiekszaken met als onderdelen klanttevredenheidsonderzoeken aan de balie, telefoon en een onderzoek op het gebied van de digitale dienstverlening. Het totaaloordeel van klanten die de balie bezochten is met een 7,8 gelijk gebleven ten opzichte van 2009. Deze score is wel 0,2 hoger dan alle deelnemende gemeenten van vergelijkbare grootte (2009: 0,1). De totale afhandeling van een digitale aanvraag wordt in Leiden met een 7,6 beoordeeld (2009: 7,8), dit is hoger dan het gemiddelde van de deelnemende gemeenten met een 7,1 (2009: 7,4). Leiden scoort op alle aspecten van digitale dienstverlening ruim boven het gemiddelde. Voor de telefonische dienstverlening scoort Leiden met een totaalbeoordeling van 6,9 tegen 7,1 minder goed dan vergelijkbare gemeenten, maar beter dan vorig jaar (6,7). Verbetering registratie en afhandeling van in- en uitgaande post Een percentage van 82% van de binnengekomen post is afgehandeld binnen de norm van vijf weken.De score is daarmee hoger dan de gestelde streefwaarde van 80% en bovendien hoger dan de score van 2009 ( 75%). In 2010 zijn de eerder genomen maatregelen voor verbetering van de postafhandeling gecontinueerd. Zo is accountmanagement (met als doel om postafhandeling op afdelingsniveau te ondersteunen en bewaken) verder ontwikkeld. Naast monitoring zijn communicatie over de resultaten en rappellering belangrijke onderdelen van dit accountmanagement. De stijgende lijn die in 2009 is ingezet, heeft zich gezien het resultaat doorgezet in 2010. In het kader van het door de raad vastgestelde verbeterplan postafhandeling is onderzoek gedaan naar het digitaliseren van de inkomende poststroom door middel van het scannen van schriftelijke poststukken. Er is gekozen voor een eigen scanvoorziening binnen de gemeente. Dit omdat blijkt dat kennis van de organisatie en kennis van de werkprocessen van groot belang is bij het efficiënt digitaliseren en registreren van post. In 2011 start de inrichting van de centrale scanvoorziening gelijktijdig met de ingebruikname van het zaaksysteem. In 2010 is de Europese aanbesteding van het nieuwe document management systeem (DMS) en zaaksysteem uitgevoerd. Het systeem biedt transparantie over de afhandeling van klantvragen en maakt het mogelijk om veel efficiënter te sturen op afhandeling volgens de eigen gemeentelijke servicenormen en wettelijke termijnen. In 2011 start de initiële implementatie met vier pilots op het gebied van dienstverlening en een pilot bij het projectmanagementbureau. Na succesvolle afronding van deze pilots wordt het systeem verder ingevoerd met prioriteit voor de dienstverleningsprocessen. Verwachting is dat daarmee gestart wordt in het vierde kwartaal van 2011. Bij de afdeling Service en Informatie, waar een groot deel van de dienstverlening plaatsvindt, is een start gemaakt met de verbetering van de (inhoudelijke) kwaliteit van brieven. Enkele standaardbrieven zijn doorgelicht en herschreven. Daarnaast is een brievenwijzer opgesteld met eisen waaraan goede en leesbare brieven moeten voldoen. In 2011 zullen deze acties worden voortgezet en verder worden uitgerold naar de andere afdelingen. Doorontwikkeling kwaliteitshandvest inclusief servicenormen De resultaten van de meting op de servicenormen uit het kwaliteitshandvest publieksdienstverlening zijn in 2010 in het 4e kwartaal gepubliceerd. Het handvest is nog niet uitgebreid met nieuwe servicenormen op basis van voortschrijdend inzicht. Reden hiervoor is dat servicenormen voor burgers en bedrijven naar verwachting in één handvest gecombineerd worden. Daarnaast is het raadzaam om na implementatie van het zaaksysteem en de beoogde bijbehorende verbetering van werkprocessen de servicenormen te actualiseren in 2011. Normenkader voor bedrijven In 2010 is een normenkader voor bedrijven uitgevoerd. Het normenkader is een instrument om de dienstverlening aan bedrijven te meten en verbeteren. Voor een tiental gemeentelijke producten is aan de hand van een tiental normen gemeten hoe de gemeente scoort op o.a. betrouwbaarheid, professionaliteit, ondernemergerichtheid en (aanvraag)termijnen. Op basis van de resultaten die zowel door interne metingen als door klantenquêtes zijn verkregen is een verbeterplan opgesteld. De uitvoering van het normenkader heeft geresulteerd in een “Bewijs van Goede Dienst”. Dit is een certificaat waarin de resultaten en verbeteracties voor bedrijven inzichtelijk worden gemaakt en waarmee de gemeente tegelijkertijd wordt gestimuleerd bij het verder verbeteren van haar dienstverlening aan ondernemers.
30 | Jaarverslag
Toewerken naar een Klant Contact Centrum Het Klant Contact Centrum (KCC) is een belangrijk instrument om de dienstverlening te verbeteren. In 2010 is voornamelijk ingezet op acties die de start van het KCC in april 2011 mogelijk moeten maken, zoals de vulling van de kennisbank, de aanbesteding voor het zaaksysteem en een beschrijving van de werkwijze bij de start. Tevens is een programma van eisen opgesteld voor de inrichting van alle frontoffice werkplekken op de nieuwe locatie en is de verbouwing van het Stadsbouwhuis gestart. Het gaat om alle frontoffices, met uitzondering van Burgerzaken en Belastingen. De locatie wordt ingericht in samenwerking met ketenpartner UWV-Werkbedrijf. Verbeteren telefoonbeantwoording Begin 2011 heeft wederom een onderzoek naar de kwaliteit van de telefonische dienstverlening bij de servicepunten en de telefooncentrale plaatsgevonden. Van de zeven servicepunten halen vier de gestelde norm van 80% volledige/juiste antwoorden. Voor de andere servicepunten geldt dat bij twee sprake is van een vooruitgang ten opzichte van het voorgaande jaar, waaronder bij het servicepunt minimabeleid. Een nadere toelichting hierop en op het onderzoek naar de bereikbaarheid per afdeling is opgenomen in de paragraaf met resultaten telefoon- en postbeantwoording per afdeling. Verruiming en harmonisatie openingstijden In 2010 is doorgewerkt aan het harmoniseren van de openingstijden van alle balies en (telefonische) servicepunten in de frontoffice. De planning van verdere harmonisatie loopt gelijk met de opleverdatum van locatie Stadsbouwhuis en de daarmee samenhangende startdatum voor het KCC. Doordat deze opleverdatum is uitgesteld naar 2011 zal ook de harmonisatie pas in april of mei 2011 plaatsvinden. Daarna wordt onderzocht of dit kan worden uitgebreid met een openstelling op zaterdagmiddag. Invoering basisregistratie personen (GBA) en adressen en gebouwen (BAG) In 2010 heeft de gemeente Leiden deelgenomen aan de voorbereiding op de invoering van de Basisregistratie Personen. In deze registratie zal het huidige GBA en de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) uiteindelijk opgenomen worden. Met een dienstverleningsovereenkomst RNI zal deze voorziening worden ingericht in 18 gemeenten, waaronder de gemeente Leiden. De aansluiting van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) heeft meer tijd in beslag genomen dan verwacht. Het resultaat van de audit van het ministerie van VROM (nu Infrastructuur) was succesvol, de feitelijke aansluiting op de landelijke voorziening BAG is op 3 december 2010 gerealiseerd. Inrichten beheersysteem basisregistraties In 2010 is het beheer van persoons- en objectgegevens niet volledig uit de verf gekomen. De beoogde aansluiting Werk & Inkomen (SZWnet) is niet gerealiseerd omdat gekozen werd voor aansluiting op de Landelijke Voorziening GBA. De verwachte aansluiting van het nieuwe parkeersysteem kon niet plaatsvinden, omdat deze applicatie nog niet was uitgerold. Het plan is dat deze aansluiting alsnog in 2011 zijn beslag zal krijgen. Team Belastingen heeft geen gebruik gemaakt van de datadistributie, vanwege de overgang naar de Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland. Invoering basisregistratie grootschalige topografie In 2010 is de basis gelegd voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie. Eerst heeft een aanbesteding plaatsgevonden voor de keuze van een database-leverancier. De huidige Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) is opgewerkt tot een objectgerichte vlakkenkaart. Daarmee is voldaan aan de cruciale vereiste om in 2011 te kunnen starten met de Europese aanbesteding van een integraal beheerpakket voor de openbare ruimte van Leiden. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p1.4a
% van de e-mail aan een officieel postadres dat binnen drie werkdagen beantwoord is, dan wel informatie over de verdere afhandeling is verstrekt
-
-
-
-
100%
Afdeling Kwaliteit, Documenten en Gegevens
p1.4b
Aantal uitbetaalde dwangsommen
-
0
0
2
10
Afdeling Kwaliteit, Documenten en Gegevens
p1.4c
% van de brieven binnen vijf weken beantwoord
61%
74%
75%
82%
80%
Afdeling Kwaliteit, Documenten en Gegevens
Jaarverslag | 31
Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p1.4d
% telefonische vragen dat door de servicepunten volledig/goed wordt beantwoord
78%
79%
77%
68-97%
80%
Externe meting telefonische bereikbaarheid
p1.4e
Gemiddeld rapportcijfer door de burger voor vriendelijkheid van de medewerker (balie stadhuis)
8,3
8,1
8,4
8,2
8,0
Benchmarking Publiekszaken
Er is geen realisatiewaarde ingevuld bij indicator p1.4a. De mogelijkheden om met het huidige registratiesysteem de afhandeling van e-mails te monitoren, zijn beperkt. Bekend is dat via het officiële algemene e-mailadres van de gemeente 1510 mails zijn binnengekomen, waarvan de ontvangst voor alle e-mails binnen drie dagen is bevestigd. Omdat er geen informatie beschikbaar is over het vervolg van de afhandeling, is het niet mogelijk de realisatiewaarde te noemen. Bij indicator p1.4b luidde de omschrijving voorheen 'Aantal verbeurd verklaarde dwangsommen'. Gebleken is dat deze term niet de juiste is om aan te geven hoeveel dwangsommen de gemeente heeft uitbetaald. Derhalve is de omschrijving in bovenstaande tabel gewijzigd. Bij indicator p1.4d is het bereik van de scores voor alle servicepunten ingevuld.
Doel 1.5 Betere elektronische dienstverlening Effectindicatoren Nr.
e1.5a
Omschrijving
Plaats gemeentelijke website op lijst AdviesOverheid.nl
Realisatie 2007
2008
2009
2010
21
46
26
9
Streefwaarde 2010
Bron
Top 25
Adviesoverheid.nl
Streefwaarde 2010
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p1.5a
% producten op website (eerste niveau)
100%
100%
100%
100%
100%
Team Beheer en Ontwikkeling
p1.5b
Aantal downloadbare publieksformulieren (tweede niveau)
60
60
60
45
50
Team Beheer en Ontwikkeling
p1.5c
Aantal transacties (formulieren en producten) via internet (derde en vierde niveau)
42
48
66
80
75
Team Beheer en Ontwikkeling
p1.5d
% van de burgers met internet dat zegt bekend te zijn met de gemeentelijke website
76%
71%
79%
80%
82%
Stadsenquête
Uitbreiding van het aantal vergunningen Bijna alle in de programmabegroting 2010 genoemde vergunningen voor burgers en bedrijven zijn aan het digitale loket toegevoegd. De enige uitzondering hierop is de omgevingsvergunning (WABO), omdat de landelijke website OmgevingsLoket Online (OLO) is uitgesteld. Daarom komt deze pas in 2011 in het digitaal loket. In totaal zijn daarmee 9 vergunningen aan het digitale loket toegevoegd. Doorontwikkelen van de website In 2010 is de in 2009 vernieuwde website doorontwikkeld. Dit is in samenwerking gebeurd met gemeenten die eenzelfde systeem hebben. Hiermee stond Leiden met de website eind 2010 op ranglijst “Overheid.nl Monitor” van de 430 gemeenten op de zesde plaats. De in 2009 geïntroduceerde producten- en dienstencatalogus is verder doorontwikkeld, waarbij veel aandacht is om informatiebronnen te koppelen. Zo zijn aan de productenen dienstencatalogus informatie van Postbus 51 en de landelijke thema’s gekoppeld. Hierdoor wordt niet alleen gemeentelijke informatie gepresenteerd, maar krijgt de klant als antwoord op zijn vraag ook informatie uit deze (landelijke) bronnen. Verder is begonnen met het ontsluiten van informatie via kaarten (geografische informatie via de website). Hierdoor wordt informatie aan de burger overzichtelijk gepresenteerd met behulp van plattegronden.
32 | Jaarverslag
Bekendmaken van digitale dienstverlening Om de digitale dienstverlening onder de aandacht te brengen, is in 2010 op de homepage van de gemeentesite extra aandacht voor seizoengevoelige producten, zoals afspraak grof vuil in de lente, afspraak reisdocumenten in de zomer en de omgevingsvergunning in november. Bedrijven hebben een eigen digitaal loket gekregen, waardoor zij een aparte communicatiedoelgroep zijn geworden en het aantal aangemelde bedrijven op het loket steeg van 60 tot ruim 230. Ook is het aantal beschikbare digitale producten voor bedrijven verdubbeld, en het aantal aanvragen gestegen van 50 in 2009 tot 250 in 2010. Vervanging van zakelijke e-mail adressen door webformulieren Er zijn zeer veel zakelijke e-mailadressen in omloop in de gemeente Leiden. Dit bemoeilijkt een goed zicht op de kwaliteit van de afhandeling van de mails die hier binnenkomen. Aangezien veel mailadressen op de website worden gecommuniceerd, wordt gestart met de vervanging van deze adressen door gestandaardiseerde webformulieren. De webformulieren komen op een centraal punt binnen en worden van daaruit verder gedistribueerd. Zo kunnen we het aantal verschillende adressen terugbrengen én kunnen we sturen op de afhandeling van de e-mails. Er is in 2010 een overzicht gerealiseerd van 200 op te heffen e-mailadressen. Aan de hand van dit overzicht zullen de e-mailadressen in 2011 stapsgewijs worden opgeheven.
Doel 1.6 Minder administratieve lasten Prestatie-indicatoren Nr.
p1.6a
Omschrijving
Aantal ingevoerde best practices waarbij de administratieve lasten voor klanten (burgers, bedrijven, instellingen) verminderen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
-
58
6
Streefwaarde 2010
Bron
5
Gemeente Leiden
De zes producten die zijn verbeterd zijn: * melding gebruik openbare ruimte * digitaal bezwaar maken (fiets fout/fiets weg) * aanvraag rioolaansluiting * wijziging kenteken parkervergunning * WABO (voorheen: omgevingsvergunning) * procesoptimalisatie bezwaarschriften In februari 2010 heeft het college de Eindrapportage Minder & Beter vastgesteld. Deze eindrapportage beschrijft de resultaten van de opdracht die de Raad op 27 mei 2008 neerlegde in de notitie ‘Minder administratieve lastendruk voor burgers, bedrijven en instellingen’. Uit de eindrapportage blijkt dat voor vrijwel alle 58 producten waar een dereguleringsadvies voor was opgesteld, dit is doorgevoerd. Dit heeft geresulteerd in: * 27% minder aanvragen door burgers en bedrijven * 58% minder aanvraagtijd door burgers en bedrijven * 60% vermindering in administratieve lasten in uren voor burgers * 15% vermindering in administratieve lasten in euro’s voor bedrijven De eindrapportage is via diverse sites beschikbaar gesteld, zodat andere gemeenten weer van deze ervaringen kunnen profiteren. Dat het traject en de opvolging ervan door andere gemeenten succesvol is geweest blijkt uit het feit dat de gemeente Leiden (samen met de gemeente Landgraaf) de KING (Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten) Award “Best Gejat Prijs 2010” heeft gekregen. Ook zijn er spelregels vastgesteld voor het opstellen van (nieuwe) regelgeving die opgenomen zullen worden in het handboek bestuurlijke besluitvorming. Voorstellen voor het bestuur worden vooraf getoetst op regelgeving. Met deze spelregels wordt onnodige nieuwe lastendruk voorkomen. Er is extra aandacht aan bedrijven gegeven door middel van het project ‘Normenkader voor bedrijven’. Diverse producten zijn verbeterd en/of vereenvoudigd, veelal door digitalisering. Een aantal voorbeelden hiervan is de melding gebruik openbare ruimte, aanvraag rioolaansluiting, wijziging kenteken parkeervergunning. Bijzondere vermelding verdient de procesoptimalisatie bezwaarschriften waarin een aantal verbeteringen zijn aangebracht. Veel meer bezwaarschriften dan voorheen kunnen digitaal worden ingediend. Ook wordt iedereen die een bezwaarschrift heeft ingediend gebeld om te kijken of het geschil opgelost kan worden alvorens het bezwaarschrift formeel in behandeling wordt genomen. Wil de indiener toch een formele afhandeling dan zal hij ambtelijk gehoord worden. Met deze aanpassingen worden de klantgerichtheid en de doorlooptijd verbeterd.
Jaarverslag | 33
Resultaten telefoon- en postbeantwoording per afdeling Postbeantwoording Toelichting op de score De prestatie-indicator die wordt gebruikt in begrotingen en jaarstukken is gebaseerd op de registratie in het postregistratiesysteem. De score die op basis van de huidige mogelijkheden in het systeem kan worden gegenereerd geeft een indicatie over de afhandeling van het totaal van geregistreerde poststukken. De servicenorm die daarbij wordt gehanteerd is beantwoording binnen vijf weken, als er geen wettelijke termijn geldt. In de programmabegroting 2010 is een streefwaarde van 80% opgenomen. Uit onderstaande gegevens blijkt dat veertien afdelingen de norm van 80% ruim halen. Eén afdeling scoort tussen de 70% en 80%. Drie afdelingen scoren lager dan 70%. Reden hiervoor is onder andere dat de geregistreerde poststukken bestaan uit meer soorten documenten dan alleen schriftelijk binnengekomen vragen van burgers en instellingen, waarvoor de gehanteerde servicenorm geldt. Daarnaast zijn er grote verschillen in het aantal brieven dat een afdeling ontvangt. De afdelingen Service en Informatie en Backoffice Dienstverlening hebben een primaire dienstverlenende taak en scoren beiden boven de gestelde norm voor 2010. Voor de afdelingen HRM en Communicatie en Huisvesting Services en ICT geldt dat zij hoofdzakelijk post behandelen met een bedrijfsmatig karakter, waarvoor niet de servicenorm van beantwoording binnen vijf weken geldt. Voor de afdeling Juridische en Financiële Dienstverlening geldt dat de afhandeling van bezwaar- en beroepsschriften, die er duurt dan vijf weken, ook van invloed is op het afhandelpercentage. Voor deze afdelingen geldt ook dat bekend is dat de registratie van de afhandeling van brieven achterloopt: de mate waarin aan het team documenten wordt teruggemeld dat post is afgehandeld, beïnvloedt de score. Als niet wordt teruggemeld, blijft de brief in het systeem als niet afgegaan geregistreerd, terwijl dat feitelijk wel is gebeurd. Het percentage geeft dus de ondergrens aan van wat daadwerkelijk aan afhandeling is gedaan. Postbeantwoording Afdeling
Geregistreerd in postregistratiesysteem
Afhandelpercentage 2009
Afhandelpercentage 2010
Service en Informatie
7507
89%
91%
Backoffice Dienstverlening
20368
86%
82%
Kwaliteit Documenten en Gegegevens
220
71%
88%
Archief
320
86%
95%
Strategie en Onderzoek
41
88%
100%
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
2529
74%
82%
Projectmanagementbureau
600
60%
81%
Ruimte- en milieubeleid
235
67%
87%
Sociaal- en Economisch beleid
159
82%
81%
Realisatie
5410
76%
84%
Stedelijk beheer
784
70%
74%
Werkvoorbereiding Openbare Ruimte
965
88%
79%
Handhaving
1319
55%
85%
HRM en Communicatie
794
78%
64%
Huisvesting en Services en ICT
211
80%
49%
Juridische en Financiele Dienstverlening
3002
68%
62%
Concernstaf
216
81%
86%
Griffie
623
99%
100%
Acties voor verbetering In 2010 is accountmanagement door het Team Documenten geïntroduceerd om postafhandeling op afdelingsniveau te ondersteunen en bewaken. Het gaat daarbij vooral om het verder terugdringen van het aantal niet tijdig afgehandelde poststukken. Deze activiteit wordt ook in 2011 uitgevoerd. In 2011 worden met de ingebruikname van het zaaksysteem en de digitalisering van inkomende post (centrale scanvoorziening) belangrijke stappen gezet om de postafhandeling verder te verbeteren. Tevens wordt daarmee basis gelegd voor het waarborgen van een goede postafhandeling overeenstemmend met de gemeentelijke ambities voor
34 | Jaarverslag
de lange termijn. Naast bovengenoemde acties, zijn de verantwoordelijk managers van de afdelingen die onder norm scoren aangesproken en aangezet tot verbetering van de resultaten. Telefoonbeantwoording Eind 2010/begin 2011 is een onderzoek uitgevoerd naar de telefonische dienstverlening. Eén deel van het onderzoek had betrekking op de bereikbaarheid en de snelheid van opnemen en doorverbinden. Het andere deel van het onderzoek had betrekking op de inhoudelijke beantwoording van vragen aan de servicepunten. In de tabellen staan de resultaten van het meest recente onderzoek vermeld onder het jaartal 2011 (de resultaten van het onderzoek eind 2009/begin 2010 staan vermeld onder het jaartal 2010). Gelet op de datum waarop deze gegevens beschikbaar kwamen en het productieproces van de jaarrekening was het niet meer mogelijk een analyse hierop te verrichten, maatregelen te treffen en deze te benoemen in de jaarrekening. Daarom zal separaat bij de behandeling in de commissie hierover worden gerapporteerd. Telefoonbeantwoording - Bereikbaarheid Afdeling
Persoonlijke bereikbaarheid
Directe bereikbaarheid
Indirecte bereikbaarheid
2010
2011
2010
2011
2010
2011
Service en Informatie
27%
44%
60%
63%
67%
64%
Backoffice Dienstverlening
35%
35%
63%
53%
70%
53%
Kwaliteit Documenten en Gegevens
49%
50%
65%
74%
75%
74%
Archief
33%
54%
49%
83%
82%
87%
Strategie en Onderzoek
40%
48%
60%
52%
63%
52%
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
31%
53%
49%
71%
71%
71%
Projectmanagementbureau
25%
35%
43%
54%
64%
54%
Ruimte- en Milieubeleid
23%
62%
40%
65%
63%
69%
Sociaal en Economisch Beleid
31%
40%
58%
56%
67%
56%
Realisatie
30%
40%
47%
65%
68%
66%
Stedelijk Beheer
39%
40%
69%
56%
74%
56%
Werkvoorbereiding Openbare Ruimte
38%
44%
49%
76%
74%
76%
Handhaving
34%
32%
58%
55%
71%
57%
HRM en Communicatie
30%
40%
53%
67%
79%
70%
Huisvesting en Services en ICT
30%
51%
62%
69%
83%
70%
Juridische en Financiele Dienstverlening
34%
35%
61%
67%
77%
67%
Gemiddelde
33%
41%
55%
63%
72%
64%
- Persoonlijke bereikbaarheid: het percentage van de gesprekken waarin contact is verkregen met de gevraagde medewerker. - Directe bereikbaarheid team/unit: het percentage van de gesprekken waarin contact is verkregen met de gevraagde medewerker of met een collega van de gevraagde medewerker van hetzelfde team/dezelfde unit. Hierin zit het percentage van de persoonlijke bereikbaarheid verdisconteerd (het percentage is dus cumulatief). - Indirecte bereikbaarheid team/unit: het percentage van de gesprekken waarin contact is verkregen met de gevraagde medewerker of met een collega van de gevraagde medewerker van een willekeurig team/ willekeurige unit, niet zijnde de telefooncentrale. Hierin zit het percentage van de directe bereikbaarheid verdisconteerd (het percentage is dus cumulatief). Telefoonbeantwoording - Snelheid van beantwoording Afdeling
Gemiddelde doorverbindtijd/ doorlooptijd in seconden
Gemiddelde wachttijd in seconden
2010
2011
2010
2011
Service en Informatie
27
17
28
37
Backoffice Dienstverlening
28
24
23
35
Jaarverslag | 35
Afdeling
Gemiddelde doorverbindtijd/ doorlooptijd in seconden
Gemiddelde wachttijd in seconden
2010
2011
2010
2011
Kwaliteit Documenten en Gegevens
14
15
17
15
Archief
27
13
5
nvt
Strategie en Onderzoek
8
17
6
nvt
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
9
33
4
48
Projectmanagementbureau
16
21
21
39
Ruimte- en Milieubeleid
26
15
25
nvt
Sociaal- en Economisch beleid
11
20
16
30
Realisatie
24
17
10
36
Stedelijk Beheer
27
19
31
34
Werkvoorbereiding Openbare Ruimte
20
27
20
4
Handhaving
24
24
23
33
HRM en Communicatie
24
24
14
27
Huisvesting en Services en ICT
29
29
13
28
Juridische en Financiele Dienstverlening
18
18
16
2
Gemiddelde
21
19
18
36
- Gemiddelde doorverbindtijd/doorlooptijd: de tijd tussen telefoonbeantwoording door de centrale en eerste melding na doorverbinding door een medewerker van het gewenste team/de gewenste unit. - Gemiddelde wachttijd: de tijd tussen telefoonbeantwoording en melding dat het gewenste team/de gewenste unit niet bereikbaar is op het moment van benaderen. Daar waar 'nvt' is ingevuld, betekent dit dat er geen sprake was van wachttijd. Telefoonbeantwoording - Inhoudelijke beantwoording van servicepunten Afdeling
Antwoord komt totaal niet overeen 2010
Antwoord komt gedeeltelijk overeen
Antwoord komt volledig overeen
2011
2010
2011
2010
2011
Telefooncentrale12%
7%
18%
18%
70%
75%
Burgerzaken
12%
29%
28%
68%
60%
Woonomgeving 0%
3%
12%
0%
88%
97%
Parkeren
10%
0%
5%
20%
85%
80%
Bouwen en Wonen
15%
0%
9%
11%
76%
89%
Zorg
2%
0%
4%
16%
94%
84%
Minimabeleid
40%
10%
16%
22%
44%
68%
3%
Door de organisatie zijn voorafgaand aan het onderzoek de meest gestelde vragen en bijbehorende standaard antwoorden aangeleverd aan het onderzoeksbureau. Deze vragen zijn vervolgens aan de verschillende servicepunten gesteld. De verkregen antwoorden zijn beoordeeld aan de hand van dezelfde regels als voorgaande jaren.
36 | Jaarverslag
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Bestuur en dienstverlening de volgende kaderstellende beleidsstukken vastgesteld: ■ Beleidskader onderhoud kapitaalgoederen (RV 10.037)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
BESTUUR
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
27.086
-7.488
19.596
21.081
1.484
LOKALE EN REGIONALE SAMENWERKING
3.436
-372
3.063
3.592
529
DIENSTVERLENING
7.908
-2.424
5.483
5.478
-4
38.430
-10.286
28.142
30.150
2.008
Totaal
BESTUUR EN DIENSTVERLENING bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
41.423
38.994
3.065
42.058
38.430
3.629
Baten
-14.293
-11.573
-335
-11.908
-10.287
-1.620
27.130
27.420
2.730
30.150
28.142
2.008
Toevoeging
2.474
500
1.414
1.914
1.507
407
Onttrekking
-2.549
-1.823
-4.988
-6.811
-4.796
-2.015
-75
-1.323
-3.574
-4.897
-3.289
-1.608
27.055
26.097
-844
25.253
24.853
400
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
MUTATIES RESERVES Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 37
2
Veiligheid
38 | Jaarverslag
Veiligheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
2 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving
De missie van het programma Veiligheid luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad die veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners
Doelenboom Prestaties
Doel
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Gebruiksvergunningen verlenen Controle op verleende gebruiksvergunningen Bouwplantoetsingen Controles gebruiksvergunningen en evenementen Verbeteren kwaliteit hulpverlening Huisvesting kazerne Gooimeerlaan en kazerne Rooseveltstraat Regionalisering lokale brandweerzorg
2.1 Veiliger gebruik van gebouwen
■ ■
Opzetten rampenorganisatie om adequaat op te treden bij rampen en calamiteiten Beschikbaarheid en bereikbaarheid van functionarissen verbeteren
2.2 Optimale rampenvoorbereiding
■
Woningen voorzien van het Keurmerk Veilig Wonen
2.3 Minder inbraken in woningen
-
Beleidsterrein
Fysieke veiligheid
2.4 Verhogen van de objectieve en subjectieve veiligheid
■
Persoonsgerichte aanpak veelplegers
■ ■
Aanpak hulpverleningstrajecten (verslaafde) daklozen Aanpak jeugdoverlast via Jeugd Interventie Team en Jeugd Veiligheidsoverleg
2.6 Minder overlast door (verslaafde) dak- en thuislozen en jongeren
■ ■
Gerichte inzet politie Bevorderen veiligheid bij ontwikkeling 'entree van de stad'
2.7 Groter gevoel van sociale veiligheid binnen risicogebieden
■ ■
Samenwerking in kernwinkelgebied Samenwerking op bedrijventerreinen
2.8 Minder criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers
■ ■
Agressieprotocol geweld tegen publieke taak Actieve toeleiding naar zorg bij huiselijk geweld
2.9 Minder (huiselijk) geweld
2.5 Minder criminaliteit door veelplegers
Sociale veiligheid
Jaarverslag | 39
Ontwikkelingen in 2010 Crowdcontrol bij 3 oktoberviering Onder meer naar aanleiding van recente tragische gebeurtenissen bij grote evenementen in Hoek van Holland en Duisburg is besloten om crowdmanagement toe te passen bij grote evenementen binnen de gemeente Leiden. Onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn voor toepassing van crowdmanagement en de daaruit voortvloeiende maatregelen, eventuele alternatieven en kosten. Daarbij wordt ook gekeken naar de momenten van inzet en mogelijke samenwerking binnen de regio Hollands Midden om deze investering gezamenlijk te doen. Bij de 3 oktoberviering in 2010 zijn de eerste ervaringen opgedaan, te weten het gebruik van camera’s en matrixborden. De ervaringen waren positief. Wet Veiligheidsregio-Regionalisering brandweer Sinds 1 oktober 2010 geldt de nieuwe Wet Veiligheidsregio's. De wet vervangt enkele oude wetten en regelt dat de (voorbereiding op) rampenbestrijding en crisisbeheersing grotendeels een regionale zaak wordt. De veiligheidsregio’s hebben tot doel de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. Daarmee wordt de gewenste vergroting van de bestuurlijke en operationele slagkracht gerealiseerd. Een belangrijke noviteit in de wet is dat bij gemeentegrensoverschrijdende incidenten (GRIP 4) de voorzitter van de veiligheidsregio doorzettingsmacht krijgt om te beslissen over wat noodzakelijk wordt geacht. Bij een GRIP 4 wordt een regionaal beleidsteam geformeerd. De burgermeester van Leiden in zijn rol als voorzitter van de veiligheidsregio is voorzitter van het regionaal beleidsteam. De staf die hem hierbij ondersteunt zijn altijd de leden van het Leidse beleidsteam. De commissaris van de Koning kan, in geval van een ramp of crisis van meer dan regionale betekenis, of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de voorzitter van de veiligheidsregio, zo mogelijk na overleg met hem, aanwijzingen geven over het inzake de rampenbestrijding of crisisbeheersing te voeren beleid. In de loop van 2010 is de gemeentelijke brandweer stap voor stap overgegaan naar de regionale brandweer Hollands Midden. Per 1 januari 2011 is de gemeentelijke brandweer volledig ontvlochten en wordt het onderdeel van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden. De activiteiten die naar aanleiding van de Wet op de Veiligheidsregio’s in 2010 zijn opgepakt zijn: Scan gemeentelijke processen De rapportage “Resultaten scan gemeentelijke processen 2010, 11 november 2010”, geeft een eerste indruk van de huidige stand van zaken op de voorbereiding op crisissituaties binnen de gemeente Leiden. In de rapportage wordt een vergelijking gemaakt tussen de feitelijke stand van zaken en de gewenste situatie volgens het concept normenkader. Team Bevolkingszorg Het Team Bevolkingszorg (TBZ) is het team dat op operationeel niveau de gemeentelijke actiecentra aanstuurt en op tactisch niveau het Regionaal Operationeel Team (ROT) adviseert. De benaming TBZ is nieuw, maar feitelijk komt het erop neer dat dit het ‘oude’ managementteam is. Er is een start gemaakt met de invoering van het Team Bevolkingszorg ter vervanging van het managementteam en hiervoor zijn een aantal specifieke opleidingen en oefeningen georganiseerd. Informatiemanagement In Hollands Midden is de netcentrische werkwijze geïmplementeerd, wat inhoudt dat de informatie niet meer via de hiërarchische lijn wordt verspreid, maar middels een ‘netwerk’. Ter ondersteuning van de netcentrische werkwijze is een landelijk crisismanagement systeem ontwikkeld. Deze nieuwe computerapplicatie zal ook in Hollands Midden in gebruik worden genomen.
Effecten en prestaties Doel 2.1 Veiliger gebruik van gebouwen Effectindicatoren Nr.
e2.1a
Omschrijving
% inspecties op brandveiligheid waarbij hercontrole nodig is
40 | Jaarverslag
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
25,0%
27,8%
26,04%
Streefwaarde 2010
Bron
25%
Brandweer / Preventie
Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e2.1b
% inspecties op brandveiligheid waarbij handhaving nodig is
-
4,2%
3,1%
1,9%(13 12,5% van 672*)
Brandweer / Preventie
e2.1c
Aantal gebouwen dat een gebruiksvergunning heeft als percentage van de vermoedelijk gebruiksvergunningplichtige bouwwerken
-
100%
100%
100%
Brandweer / Preventie
100%
*De effectindicator e2.1b geeft aan dat de streefwaarde van 2010 12,5% inspecties op brandveiligheid is waarbij handhaving nodig is. De realisatie is echter in 2009 (en 2007 en 2008) veel lager. Dit komt omdat het aantal verwachte handhavingzaken is overgenomen vanuit het project fysieke veiligheid. Daar was het aantal handhavingzaken geraamd op 20%. Vanuit de brandweer is gemerkt dat 20% niet reëel is en is dit percentage in 2008 naar 12,5% bijgesteld. Gelet op de cijfers van 2008 en 2009 is een percentage van 4% realistischer. Het gaat hier om die gevallen waarbij men na hercontrole nog geen gevolg heeft gegeven aan de aanwijzingen van de brandweer. De verlaging van dit cijfer hangt samen met de inspanningen van toezicht brandveiligheid en de bewustwording van ondernemers. Het streefcijfer is inmiddels aangepast naar 4% voor de jaren 2011 en verder. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p2.1a
Percentage opkomsttijden van de brandweer binnen de grens zoals in de zorgnorm is vastgelegd (bij brand per objectsoort maximaal 6, 8 of 10 minuten, bij hulpverlening maximaal 15 minuten)
-
97%
97%
97%*
95%
Brandweer / Repressie
p2.1b
Percentage in behandeling genomen panden voor een gebruiksvergunning
-
100%
100%
100%
100%
Brandweer / Preventie
p2.1c
Percentage uitgevoerde controles op gebruiksvergunningen (en meldingen conform gebruiksbesluit)
-
100%
100%
!00%
100%
Brandweer / Preventie
p2.1d
Aantal uitgevoerde inspecties op brandveiligheid
-
200
575
672**
200
Brandweer / Preventie
p2.1e
Percentage toetsingen bouwplannen op brandveiligheid
-
100%
100%
100%
100%
Brandweer / Preventie
p2.1f
Aantal verleende ontheffingen voor transport gevaarlijke stoffen
-
15
10
9
6
Brandweer / Preventie
*Dit percentage komt voort uit een meetmethode zoals die door de brandweer de afgelopen jaren is gehanteerd. Op dit moment wordt een landelijke methodiek ontwikkeld, waarbij de tijd van de meldkamer onderdeel uitmaakt van de opkomsttijd. Voor de komende jaren zal het gerealiseerde percentage hierdoor tussen de 10 en 15% lager liggen. **De streefwaarde zal naar boven worden bijgesteld. Het aantal inspecties ligt hoger doordat er minder gebreken worden geconstateerd tijdens de controle. Prestaties bij doel 2.1 Gebruiksvergunningen verlenen Door de invoering van het Gebruiksbesluit zijn in 2010 circa 40 nieuwe aanvragen ingediend met het verzoek om een gebruiksvergunning. Het aantal te verlenen vergunningen is mede afhankelijk van de invoering van de 2e fase van het Gebruiksbesluit. Controle op verleende gebruiksvergunningen Het aantal in te trekken vergunningen zal in de toekomst gelijk zijn of lager uitvallen dan het aantal te verlenen vergunningen. Ook het aantal controles op gebruiksvergunningen en meldingen in het kader van de 2e fase van het Gebruiksbesluit zal aan wijzigingen onderhevig zijn. Bouwplantoetsingen Sinds het jaar 2002 is er een grote toename van het aantal bouwplantoetsingen op brandveiligheid. Vanaf 2008 is dit aantal gestabiliseerd. Controles gebruiksvergunningen en evenementen
Jaarverslag | 41
In 2010 zijn naast de gebruiksvergunningen ook de gebruiksmeldingen gecontroleerd. Er is in 2010 op basis van risico’s geïnspecteerd. Verbeteren kwaliteit hulpverlening In 2010 is aan een betere koppeling van gebouwgegevens en zorgnormtijden gewerkt, waardoor het mogelijk is specifiek op adresniveau de juiste slagkracht te leveren. Daarnaast hebben recent doorgevoerde wijzigingen in het oefenbeleid geleid tot veiliger, effectiever en efficiënter repressief optreden. Preventie en Repressie hebben verder gewerkt aan de structurele informatie-uitwisseling tussen deze twee ketens waardoor tekortkomingen sneller gesignaleerd en opgeheven worden. Huisvesting kazerne Gooimeerlaan en kazerne Rooseveltstraat In 2010 is onderzoek gedaan om te kunnen komen tot een verbeterde positie van de kazernes. De resultaten van het haalbaarheidsondezoek worden meegenomen wanneer er mogelijk een herschikking van kazernes aan de orde is. De onderhoudstoestand van de huidige locaties speelt hierbij ook een rol. Regionalisering lokale brandweerzorg Op 18 februari 2010 heeft de Gemeenteraad van Leiden ingestemd met het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 10.0014 van 2010) om de lokale brandweerzorg te regionaliseren, een gemeentelijke startbijdrage te geven en het brandweerpersoneel, materiaal, materieel en werkvoorraad over de te dragen aan de nieuwe Brandweer Hollands Midden. Per 1 januari 2011 is de gemeentelijke brandweer volledig ontvlochten en wordt het onderdeel van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden.
Doel 2.2 Optimale rampenvoorbereiding Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e2.2a
% van de relevante functionarissen dat getraind/ opgeleid is
39%
56%
84%
91%
75%
Handhaving / Rampenbestrijding
e2.2b
% van de relevante functionarissen dat geoefend heeft
16%
28%
21%
43%
75%
Handhaving / Rampenbestrijding
Streefwaarde 2010
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p2.2a
Goede planvorming (actueel houden etc.): aantal plannen
13
12
15
15
15
Handhaving / Rampenbestrijding
p2.2b
Borging bereikbaarheid / snelle opkomst van functionarissen: aantal functionarissen
1
8
12
12
12
Handhaving / Rampenbestrijding
p2.2c
Aantal functionarissen dat is opgeleid
143
176
232
262
184
Handhaving / Rampenbestrijding
p2.2d
Aantal functionarissen dat is geoefend
57
89
89
125
184
Handhaving / Rampenbestrijding
Rampenvoorbereiding Het aantal relevante functionarissen dat is getraind/opgeleid is 91%, dit zit boven het streefwaarde van 75%. In 2010 is het nog niet gelukt om het aantal geoefende functionarissen op de streefwaarde te krijgen. De streefwaarde voor het aantal beoefende functionarissen staat beschreven in het meerjarenbeleidsplan OTO 2009-2012. Om uitvoering te geven aan het meerjarenbeleidsplan is in de tweede helft van 2010 een jaarplan OTO opgesteld. Hiervoor is input geleverd door procesverantwoordelijke. In gesprekken met procesverantwoordelijke is naar voren gekomen dat het kennis niveau niet als voldoende werd geacht. Om goed te kunnen oefenen is het noodzakelijk om eerst een training/opleiding te hebben gevolgd.Daarom is er in 2010 met nadruk geïnvesteerd in opleidingen en trainingen waardoor het kennis niveau is verhoogt. Hierdoor kan de komende jaren verder op voor geborduurd worden waarbij de nadruk op oefenen komt te liggen. De planvorming is ook in 2010 op de gewenste streefwaarde gebleven evenals de borging van de bereikbaarheid van de functionarissen.
42 | Jaarverslag
Veiligheidsregio De implementatie van de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s is een ontwikkeling die niet in de programmabegroting is meegenomen. Echter de implementatie van de Wet Veiligheidsregio’s heeft veel energie gekost. Ook voor 2011 zullen er stappen gemaakt moeten worden om de volledige implementatie te bewerkstelligen.
Doel 2.3 Minder inbraken in woningen Effectindicatoren Nr.
e2.3a
Omschrijving
Aantal incidenten woninginbraak
Realisatie 2007
2008
2009
2010
525
519
584
582
Streefwaarde 2010
Bron
560
Politie Hollands Midden
Streefwaarde 2010
Bron
500
Team Stadsleven
Prestatie-indicatoren Nr.
p2.3a
Omschrijving
Aantal woningen voorzien van het Politiekeurmerk Veilig Wonen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
767
577
584
455*
* In Leiden zijn in 2010 totaal 455 woningen met een Politiekeurmerk Veilig Wonen afgeleverd. We gaan nog wel naar de 500 toe. Nog niet alle administratieve handelingen bij het vaststellen van de afgegeven certificaten waren afgerond. Er ligt nog wat bij projectpartners die nog niet hebben ingeleverd voor 2010. In totaal zijn er nu in Leiden 5828 PKVW-woningen. Verder een groot onbekend aantal woningen waar wel iets is aangepast volgens Politiekeurmerk Veilig Wonen (enquête 2008 was 60%). In 2010 hebben in het kader van de projecten “Wessie” en “Leiden buitengewoon Veilig” allerlei activiteiten plaatsgevonden op het gebied van inbraakpreventie, van schouwen tot advisering en van voorlichting en training tot concrete fysieke maatregelen. Om enige voobeelden te noemen: ■ In samenwerking met woningbouwcorporaties Ons Doel en Portaal zijn 55 brandpoorten volgens de richtlijnen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen geschouwd en op grond daarvan advies opgesteld met betrekking tot het plaatsen van hekken en verlichting. Door Ons Doel zijn de voorgestelde maatregelen ook in 2010 uitgevoerd. Portaal heeft dit in 2011 gepland. ■ Er zijn flyers over inbraakpreventie in het algemeen ontwikkeld en uitgedeeld aan bewoners in 12 gebieden van de Leidse woningbouwcorporaties en er zijn 3 campagnes geweest tegen flipperinbraken. ■ In de El Cid week is een speciale campagne geweest om insluiping en diefstal in studentenwoningen te voorkomen ook in samenwerking met selecta DNA en daarnaast hebben 60 studentenbeheerders een training brand- en inbraakpreventie gekregen
Doel 2.4 Verhogen van de objectieve en subjectieve veiligheid Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e2.4a
% burgers in Leiden dat zich wel eens onveilig voelt
-
25%
30%
27%
22%
Veiligheidsmonitor
e2.4b
% burgers in Leiden dat slachtoffer is geweest van enig delict
-
34%
35%
32%
22%
Veiligheidsmonitor
Er zijn geen algemene prestaties geformuleerd bij dit hoofddoel die direct gekoppeld zijn aan deze twee centrale effectindicatoren. Alle prestaties genoemd onder de andere doelen van het veiligheidsbeleid in dit programma veiligheid slaan terug op deze twee effectindicatoren. De overgang van Politiemonitor naar Veiligheidsmonitor in 2008 leidde tot een trendbreuk. Een extra complicatie was het feit dat bij de uitkomsten van 2009 door het CBS werd geconstateerd dat de cijfers over 2008 moesten worden aangepast. De streefwaarden zijn opgesteld in 2005 bij de vaststelling van het veiligheidsprogramma 2005 -2009 en bij de overgang van Politiemonitor naar Veiligheidsmonitor is dit streefcijfer niet aangepast. De cijfers over 2009 waren relatief hoog met name m.b.t. de onveiligheidsgevoelens. Het jaar 2010 laat ten opzichte van 2009 een
Jaarverslag | 43
daling zien van 3% zowel wat betreft onveiligheidgevoelens als slachtofferschap. Hoewel dit positief is, is het te vroeg om te spreken van een dalende trend laat staan om dit resultaat te kunnen toeschrijven aan het gevoerde veiligheidsbeleid.
Doel 2.5 Minder criminaliteit door veelplegers De persoongerichte aanpak van veelplegers kenmerkt zich doordat het informatiegestuurd is, decentraal wordt uitgevoerd en daarbij een belangrijke rol is weggelegd voor ketensamenwerking. Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e2.5a
Totaal aantal veelplegers
106
226
120
122
90
Politie Hollands Midden
e2.5b
Aantal volwassen veelplegers
90
209
98
79
80
Politie Hollands Midden
e2.5c
Aantal jeugdige veelplegers
16
17
22
43
10
Politie Hollands Midden
Uit de Effectindicatoren is te zien dat het totaal aantal veelplegers is toegenomen. De definities zijn aan verandering onderhevig. De cijfers 2010 zijn aan de hand van de huidige definities. Het aantal jeugdige veelplegers is nu gebaseerd op het aantal doorstomers (inclusief toppers). Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
20078
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p2.5a
Aanbod nazorg/resocialisatietraject jeugdige veelplegers op veelplegerslijst
30%
33%
42%
80%
40%
Politie Hollands Midden
p2.5b
Aanbod nazord/resocialisatietraject volwassen veelplegers op veelplegerslijst
30%
33%
45%
50%
40%
Politie Hollands Midden
Het Veiligheidshuis is pas in oktober 2010 in volle omvang gestart (Nazorg overleg). In januari 2011 is gestart met een wekelijkse briefing waardoor er urgentere zaken op de veelplegers overleggen worden besproken. De overleggen voor volwassen- en jeugdige veelplegers zijn vanaf oktober 2010, naar aanleiding van een procesanalyse, effectiever en strakker ingezet. In de loop van 2011 zal het effect hiervan zichtbaar moeten zijn. In het volwassen veelplegers overleg (LCO - Lokaal Casus Overleg) zijn in 2010 totaal 88 personen besproken. Gemiddeld genomen zijn deze personen 3,3 keer besproken. Tijdens het bespreken zijn resocialisatietrajecten afgesproken door de diverse aanwezige disciplines. Daarnaast worden de kandidaten en trajecten vanuit dit overleg gemonitord en worden procesfouten gesignaleerd. In het jongeren veelplegers overleg (JVO) zijn voor totaal 105 personen resocialisatietrajecten besproken. Daarvan zijn er 30 maandelijks besproken. De overige kandidaten zijn gemiddeld 1,6 keer besproken in 2010. Bij de risico jongeren (12-18) staat zorg centraal, waarbij het gezin in de zorgvraag werd meegenomen. Bij de groep 18-23 is met name gefocust op begeleiding en dagbesteding. In het overleg 'Nazorg ex-gedetineerde' zijn in 2010 80 personen besproken. Er zijn 325 personen uitgestroomd vanuit een Penitaire Inrichting(PI). Daar waar (nog) geen resocialisatietraject aanwezig was, is dit met alle aanwezige partners opgezet. Voor meerderjarige veelplegers worden binnen het arrondissement Den Haag de landelijke definities gehanteerd, met uitzondering van de definitie van Meerpleger. De definities zijn als volgt vastgesteld: Landelijke definities meerderjarige veelplegers ■ Meerpleger: een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden 2 tot en met 10 processenverbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar. ■ Veelpleger: een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden meer dan 10 processenverbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar
44 | Jaarverslag
■ Zeer actieve veelpleger: een persoon van 18 jaar of ouder die in een periode van 5 jaar (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt) meer dan 10 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar. ■ Stelselmatige dader: een zeer actieve veelpleger die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, die in de 5 jaren voorafgaand aan het gepleegde feit tenminste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende straf of maatregel dan wel een taakstraf, die ook ten uitvoer zijn gelegd. Landelijke definities minderjarige veelplegers ■ Minderjarige veelpleger: jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie meer dan 5 processenverbaal zijn opgemaakt, waarvan de laatste in het peiljaar. ■ Meerpleger: jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie in totaal tussen de 2 en de 5 processen-verbaal zijn opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar (Ministerie van Justitie en GSB III) ■ Werkdefinitie meerpleger: jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie in de laatste 3 jaar tenminste 2 processen-verbaal zijn opgemaakt, waarop een inhoudelijke justitiële afdoening is gevolgd (2 parketnummers) èn die opnieuw een actueel strafbaar feit (misdrijf) pleegt (Bron: Richtlijn voor Strafverordening jeugd) Definities arrondissementsparket Den Haag minderjarige veelplegers (geldende definities vanaf 1 februari 2007) ■ Doorstromer: jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die tenminste 2 parketnummers heeft (niet zijnde een sepot of overdracht) waarvan 1 in het laatste peiljaar. ■ Topper: een Topper is een Doorstromer, die geselecteerd is voor de ‘Toplijst - Jeugd’. De Topper komt in aanmerking voor een specifieke aanpak, dat wil zeggen adoptie door een politieadoptant, bespreking in het JCO en ketengerichte en persoonsgebonden plan van aanpak.
Doel 2.6 Minder overlast door (verslaafde) dak- en thuislozen en jongeren Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
35
Politie HollandsMidden
e2.6a
Aantal overlastgevende personen bekend bij politie
27
30
16
e2.6b
% inwoners dat aangeeft dat drugsoverlast in de buurt vaak voorkomt
-
6%
6%
5%
5%
Veiligheidsmonitor
e2.6c
% inwoners dat aangeeft dat overlast door groepen jongeren in de buurt vaak voorkomt
-
14%
15%
14%
11%
Veiligheidsmonitor
De indicator met betrekking tot drugsoverlast is gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar en is gelijk aan de streefwaarde. De indicator met betrekking tot jongerenoverlast is ook gedaald maar ligt nog wel boven de streefwaarde Aanpak hulpverleningstrajecten (verslaafde) daklozen In 2010 zijn 98 cliënten voorgedragen voor een trajectplan. Voor bijna 40 cliënten is het trajectplan opgesteld en in uitvoering. Voor de overige cliënten is het trajectplan in opbouw. Eind 2010 heeft een tussentijdse inventarisatie geleid tot een aanscherping van de werkwijze, waarbij is afgesproken dat cliënten door de gemeente worden voorgedragen voor een traject. De lijst wordt samengesteld in nauwe samenwerking met de partners van het Veiligheidshuis. Aanvullend op deze werkwijze is een persoonsgerichte aanpak voor therapieresistente heroïnegebruikers gestart. ‘Project’ Persoonsgerichte Aanpak Therapieresistente Heroïnegebruikers Regio Zuid-Holland Noord: In het kader van het Regionaal Kompas en de ‘Persoonsgerichte Aanpak’ is vanaf eind 2009 een maatwerk aanpak ontwikkeld voor de groep therapieresistentie heroïnegebruikers in Zuid-Holland Noord. Het betreft een groep heroïnegebruikers die participeren binnen de Medisch Sociale Opiaatbehandeling (ofwel methadonprogramma) in de gemeente Leiden. Met deze Persoonsgerichte Aanpak worden twee belangrijke doelstellingen beoogd: ■ de kwaliteit van leven van een zeer kwetsbare groep patiënten/burgers wordt verbeterd ■ de overlast als gevolg van ernstige verslavingsproblematiek wordt substantieel verminderd
Jaarverslag | 45
Deze doelstellingen worden bereikt door een intensieve medisch/psychiatrische behandeling, gecombineerd met begeleiding bij het beter structureren van het leven van deze patiënten. De begeleiding wordt verzorgd door de inzet van een maatschappelijk werker, een sociaal verpleegkundige en een (verslavings)arts. Op basis van enkele in- en exclusiecriteria is door de verslavingsarts, verpleegkundige en MSO medewerkers een selectie gemaakt van 45 personen, die voor de Persoonsgerichte Aanpak in aanmerking zijn gekomen. Vanaf januari 2010 is een start gemaakt met het intensiveren van de medische zorg voor alle 45 geselecteerde personen. Aanpak jeugdoverlast via Jeugd Interventie Team en Jeugd Veiligheidsoverleg Met het oog op problematische jeugd(groepen) is besloten dat politie, OM en gemeente werken volgens de shortlistmethodiek van Beke. De aanpak hiervan is in 2010 geïmplementeerd. Politie en jongerenwerk vullen gezamenlijk per groep de vragenlijst van Beke in en vervolgens stelt een analist van de politie een rapportage op van alle jeugdgroepen binnen de gemeente Leiden. De groepen worden onderscheiden in de categorieën hinderlijk, overlastgevend en crimineel. Bij de aanpak van de hinderlijke en overlastgevende groepen heeft de gemeente de regie in handen, bij de aanpak van criminele jeugdgroepen wordt de regie gevormd door het OM en de gemeente. Binnen het Veiligheidshuis wordt gezamenlijk met onder andere politie (coördinatoren jeugd en de betreffende wijkagent) en jongerenwerk achterhaald welke jongeren onderdeel uitmaken van een groep en welke vervolgstappen op individuele basis voor een jongere genomen moeten worden. Op wijkniveau worden maatregelen voor de omgeving en de groep als geheel bepaald, dit geschiedt in het Jeugd interventieteam (JIT). Deelnemers van het JIT zijn de wijkagenten, jongerenwerk, de streetcoach (afhankelijk van de wijk) en eventueel de wijkmanager. Voorzitter van het JIT is de coördinator groepsaanpak die tevens voorzitter is van het overleg van de groepsaanpak in het Veiligheidshuis. Vanuit de rapportage zijn vier problematische groepen aangewezen om mee aan de slag te gaan. Op het moment dat de aanpak in de loop van 2010 redelijk geïmplementeerd was binnen de gemeente bleken twee van de vier groepen niet meer te bestaan. De andere twee groepen zijn in het veiligheidshuis besproken en op individueel niveau is bepaald welke maatregelen genomen worden. De besprekingen omtrent deze groepen lopen nog, inmiddels is van bijna alle jongeren in kaart gebracht hoe de dagbesteding en het inkomen van de jongeren eruit ziet. Sommige jongeren hebben een coach toegewezen gekregen en sommige jongeren zijn al toe geleid naar project JA!, een project van de gemeente om de jeugdwerkloosheid terug te dringen In het Veiligheidshuis vindt tevens het Jeugd Veiligheidsoverleg (JVO) plaats. Het bestaat uit drie onderdelen: ■ risicojongeren tot 18 jaar ■ toppers tot 18 jaar ■ ex-toppers en probleemjongeren tot 23 jaar Afhankelijk van het onderdeel schuiven HALT, het JPT, Bureau Jeugdzorg, Kwadraat, de politie, het OM, jongerenwerk, leerplicht, reclassering Nederland, jeugdreclassering en de Raad voor de kinderbescherming aan. Individuen worden besproken en door de samenkomst van de informatie van alle deelnemende partijen wordt afgestemd wat het optimale traject is voor de persoon. De input is divers, deze is afkomstig van onder andere het overleg van de groepaanpak, de partners en het wekelijkse briefingsoverleg van het veiligheidshuis. In het jongeren veelplegers overleg (JVO) zijn voor totaal 105 personen resocialisatietrajecten besproken. 30 hiervan zijn maandelijks besproken. De overige kandidaten zijn gemiddeld 1,6 keer besproken in 2010. Bij de risicojongeren (12-18) is met name gericht op zorg, waarbij het gezin in de zorgvraag werd meegenomen. Bij de groep 18-23 is met name gefocust op begeleiding en dagbesteding.
Doel 2.7 Groter gevoel van sociale veiligheid binnen risicogebieden Effectindicatoren Nr.
e2.7a
Omschrijving
Aantal geweldsincidenten in (uitgaans) risicogebied
Realisatie 2007
2008
2009
2010
319
292
310
421
Streefwaarde 2010
Bron
320
Politie Hollands Midden
Qua beleid is er met betrekking tot het Leidse uitgaansgebied niet veel veranderd in 2010. De specifieke inzet van de politie (horecateam) met name op vrijdag- en zaterdagavond behoort inmiddels tot de gestandaardiseerde vormen van inzet. Wel is er in 2010 op een aantal hotspots in het uitgaansgebied (o.a. Breestraat / Harmonie) intensief en strikt gehandhaafd. De stijging van het aantal geregistreerde incidenten in 2010 door de politie kan hieruit verklaard worden.
46 | Jaarverslag
Doel 2.8 Minder criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e2.8a
Aantal winkeldiefstallen
406
434
668
627
385
Politie LeidenVoorschoten
e2.8b
Aantal bedrijfsinbraken
306
359
418
407
290
Politie LeidenVoorschoten
De streefcijfers zijn na 2008 opgesteld en zijn gezien de resultaten van 2009 en 2010 niet realistisch en zullen worden aangepast. Positief is dat t.o.v. van 2009 de cijfers over 2010 zijn gedaald. Prestatie-indicatoren Nr.
p2.8a
Omschrijving
Aantal bedrijventerreinen met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)
Realisatie 2007
2008
2009
1
1
1
2010
Streefwaarde 2010
Bron
8
Team Stadsdelen
Samenwerking in winkelgebieden Het samenwerkingsverband van ondernemers, Centrummanagement, Kamer van Koophandel, politie en gemeente ter bestrijding van winkelcriminaliteit is in 2010 voortgezet. In de lente van 2011 zal naar verwachting de 3e ster van het Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra worden gehaald. In Winkelcentrum de Kopermolen in de Merenwijk is in 2010 de aftrap gedaan voor het Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra. Naar verwachting zal de 1e ster in 2011 kunnen worden gehaald. De Politie Hollands Midden heeft in oktober 2010 een aantal goed bezochte avonden georganiseerd voor ondernemers van bedrijventerreinen en winkelcentra uit Leiden en omgeving in het kader van overvalpreventie. Zeker 70 Leidse ondernemers hebben deze avonden bezocht. Samenwerking op bedrijventerreinen De gemeente heeft in 2010 samen met de Politie en Brandweer met de besturen van de ondernemersverenigingen Merenwijk, Lammenschansweg-Kanaalpark, Roomburg, Rooseveltstraat-Trekvliet, Tussen Rijn en Rail, De Veiling Vooruit en de Stevenshof een convenant voor het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) op bedrijventerreinen ondertekend. Of het daadwerkelijk tot het halen van certificaten voor het Keurmerk zal komen is nog de vraag, maar wel zal men de acties gaan doen: schouwen, actieplannen maken en uitvoeren, die zouden kunnen leiden tot het certificaat Veilig Ondernemen op bedrijventerreinen. De streefwaarde van 2010 is niet gehaald, maar vanaf 2011 zijn al wel afspraken gemaakt voor de acties die nodig zijn voor de keurmerken.
Doel 2.9 Minder (huiselijk) geweld Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010 2439
Streefwaarde 2010
Bron
1.500
Politie HollandsMidden
-
SSC
e2.9a
Totaal aantal geweldsincidenten
1.586
1.511
2.289
e2.9b
Aantal geweldsincidenten tegen publieke taak
-
-
-
e2.9c
Aantal incidenten huiselijk geweld (Leiden)
551
608
810
674
642
Politie Hollands Midden
e2.9d
Aangiftepercentage huiselijk geweld (Leiden)
40%
34%
27%
26%
45%
Politie Hollands Midden
e2.9e
Aantal verdachten huiselijk geweld als percentage van het aantal aangiften (Leiden)
82%
77%
74%
72%
65%
Politie Hollands Midden
Jaarverslag | 47
Nr.
e2.9f
Omschrijving
Aantal meldingen bij steunpunten waarbij huiselijk geweld (mede) een probleem is (regio ZHN)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
323
355
355
205
Streefwaarde 2010
Bron
430
Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld + Meldpunt Zorg en Overlast
Het gestegen totaal aantal gewelsdincidenten is vooral het gevolg van de stijging van het aantal incidenten in het uitgaansgebied (zie 2.7) en dat lijkt voort te vloeien uit strikte handhavingsaanpak van de politie op verschillende hotspots waardoor niets door de vingers wordt gezien. Het aantal incidenten huiselijk geweld is gedaald t.o.v. 2009 maar ligt nog wel boven de streefwaarde. Prestaties De inspanningen zijn gericht op voorlichting, preventie en erger voorkomen. Doel is om zaken van huiselijk geweld zo snel mogelijk op het spoor te komen en adequate hulp te bieden. Het geweld moet achter de voordeur vandaan en worden gestopt. Er wordt intensief ingezet op de aanpak van huiselijk geweld voor de verschillende doelgroepen onder andere door middel van voorlichting en deskundigheidsbevordering aan professionals. Daarnaast zijn er publiekscampagnes met het doel geweld zo snel mogelijk te signaleren en te zorgen dat het stopt. In 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht geworden. Na een voorzichtige start in 2009 (ZHN 38 en in Leiden 10 huisverboden) is het aantal huisverboden in 2010 sterk gestegen (ZHN 66 en Leiden 16). De cijfers van huiselijk geweld zaken vertonen desondanks een grillig beeld. Deels wordt dit veroorzaakt door nieuwe registratie systemen bij politie en GGD. Beide organisaties zijn eind 2009 overgegaan op nieuwe systemen, waardoor vergelijking met voorgaande jaren lastig is. De sterke daling van het aantal meldingen bij steunpunten is te wijten aan het feit dat in 2010 alleen zaken meegeteld zijn die als huiselijk geweldszaak gemeld werden bij de Meldpunten. Zaken die aanvankelijk als overlast of vervuiling binnenkwamen, maar een relatie hadden met huiselijk geweld zijn daarbij niet meegeteld. In 2011 is het systeem zodanig aangepast vanaf dat jaar weer een volledig beeld gegeven kan worden. Hoewel er over de hele linie sprake lijkt te zijn van een daling van het aantal huiselijk geweldszaken is er een stijging van het aantal meldingen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), zowel in het aantal gemelde zaken als het aantal betrokken kinderen en vertoont ook het aantal zaken eergerelateerd geweld een stijging.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Veiligheid de volgende beleidsstukken vastgesteld · Ondertekening convenant Integrale Hennepaanpak (B&W.nr. 10.1000, d.d. 28-9- 2010) · Aanpak inbraakpreventie politie keurmerk veilig wonen (B&W.nr. 10.1032, d.d. 5 oktober 2010)
48 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
FYSIEKE VEILIGHEID
9.464
-700
8.763
9.057
294
SOCIALE VEILIGHEID
2.162
-1.077
1.083
1.462
379
11.625
-1.779
9.846
10.519
673
Totaal
VEILIGHEID bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
13.147
10.928
1.328
12.257
11.625
631
Baten
-2.709
0
-1.738
-1.738
-1.780
42
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
10.438
10.928
-410
10.519
9.846
673
Toevoeging
40
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
40
0
0
0
0
0
10.478
10.928
-410
10.519
9.846
673
MUTATIES RESERVES Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 49
3
Economie en toerisme
50 | Jaarverslag
Economie en toerisme Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
3 Werk en financiën Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Economie en toerisme luidt: "De gemeente Leiden staat voor een vitale en duurzame economische structuur in samenwerking met haar stadspartners en de regio."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
■ ■ ■ ■ ■
Opstellen uitwerkingsplan bedrijventerrein Oostvlietpolder Opstellen een á twee uitvoeringsprogramma's voor bedrijventerreinen Uitvoering revitaliseringsprogramma Schoon, Heel & Veilig Participatie in samenwerkingsverband Oude Rijnzone Ontwikkeling en uitvoering regionale bedrijventerreinenstrategie
3.1 Betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag door bedrijven en instellingen
Ruimte voor bedrijvigheid
Life Sciences ■ Uitvoering actieprogramma Life meets science ■ Monitoren en faciliteren voortgang ontwikkeling Leiden Bio Science Park ■ Vergroten instroom life sciences richtingen (door)Starters ■ Steunen van (door)starters in de life sciences ■ Bijstelling convenant Kamer van Koophandel, Stichting Werk en Onderneming en gemeente Leiden ■ Doorstart Stichting Nieuwe bedrijvigheid Haaglanden/Rijnland ■ Onderzoek bedrijfsverzamelgebouw Groenoordhallen terrein Onderwijs en arbeidsmarkt ■ Voortzetting stimulering technisch onderwijs ■ Uitvoeren stimuleringsprogramma ondernemerschap in beroepsonderwijs Creatieve economie ■ Stimulering van werkgelegenheid in creatieve klasse ■ Stimuleren en faciliteren vergroten aantal bedrijfsruimtes en werkplekken in creatieve economie Marketing ■ Continueren samenwerking met Westholland Foreign Investment Agency ■ Versterken en stimuleren communicatiesector door betere profilering
3.2 Groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen
Nieuwe economie
■ ■ ■ ■ ■ ■
Participatie Leiden Marketing Faciliteren initiatieven vergroten aantal hotelkamers Stimulering watertoerisme Realisatie van fietsknooppuntennetwerk Financieren Stichting Centrummanagement In stand houden en waar mogelijk uitbreiden van warenmarkten
3.3 Meer zakelijk en recratief bezoek aan Leiden
Bezoekerseconomie
■
Uitvoering acties Verbeteringsplan Gemeentelijk Ondernemersklimaat
3.4 Hogere waardering van de gemeentelijke dienstverlening door bedrijven en instellingen
Dienstverlening aan ondernemers
Jaarverslag | 51
Ontwikkelingen in 2010 De brede doeluitkering (BDU) economie stopte per 1 januari 2010. In 2010 is hierover verantwoording afgelegd aan het Rijk. Vanuit de BDU economie heeft onder meer het startersbeleid een extra impuls gekregen en is bijgedragen aan het programma Minder en Beter voor de vermindering van administratieve lasten. Voor de Leidse bedrijventerreinen heeft de BDU opgeleverd dat er uiteindelijk 44 hectares binnenstedelijke bedrijventerreinen zijn gerevitaliseerd en er is inmiddels 8 hectare geherstructureerd op de Leeuwenhoek. De effecten van de crisis in Leiden zijn minder groot (geweest) dan op landelijk niveau. De economische structuur van Leiden wordt voor een groot gedeelte bepaald door de collectieve sectoren zoals onderwijs, zorg en welzijn. Deze sectoren zijn minder conjunctuurgevoelig en worden meestal pas in een latere fase geraakt door een economische crisis. De effecten als gevolg van de (Rijks)bezuinigingen zijn op dit moment nog niet bekend. Bouwnijverheid en industrie zijn in de huidige recessie als eerste getroffen. De effecten van de huidige crisis zijn echter moeilijk zichtbaar in de gebruikte cijfers over aantallen bedrijven, in 2010 was het saldo van startende en vertrekkende/opgehouden bedrijven positief. Zo’n 90% van de gestarte bedrijven is inmiddels een ZZP’er, deze hebben weliswaar mogelijk als gevolg van de crisis tijdelijk minder werk maar zullen hun bedrijf niet snel stopzetten.
Effecten en prestaties Doel 3.1 Betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag voor bedrijven en instellingen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e3.1a
Aantal arbeidsplaatsen in Leiden per 31 dec
58.883
58.318
58.460
*
59.600
Bedrijvenregister Zuid-Holland
e3.1b
Aantal bedrijfsvestigingen in Leiden per 31 dec
4.324
4.715
4.836
**
4.560
Bedrijvenregister Zuid-Holland
Streefwaarde 2010
Bron
* Cijfers over 2010 zullen in het derde kwartaal 2011 gereedkomen ** Cijfers over 2010 zullen in het derde kwartaal 2011 gereedkomen Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p3.1a
Aantal netto hectare nieuw uitgegeven bedrijventerreinen in de Oostvlietpolder (cumulatief)
0
0
0
0
0
Rijk: Ibis
p3.1b
Aantal bruto hectare gerevitaliseerde bedrijventerrein (cumulatief)
0
0
6,5
35,5
44
Gemeente Leiden
Opstellen uitwerkingsplan Oostvlietpolder Begin 2010 heeft het college de raad geïnformeerd over de uitkomsten van de marktverkenning en duurzaamheidonderzoek. In het nieuwe collegeprogramma van april 2010 is er voor gekozen het bedrijventerrein in de Oostvlietpolder niet te ontwikkelen. Als uitwerking hiervan heeft de raad besloten de grondexploitatie voor de Oostvlietpolder af te sluiten. Opstellen 1 à 2 uitvoeringsprogramma's voor bedrijventerreinen Er is een start gemaakt met een gebiedsvisie voor De Waard, waarbij een herstructureringsplan voor bedrijventerrein De Waard - als gevolg van de Ringweg Oost over De Waard - meegenomen wordt. De financiering van de uitvoering zal mede afhangen van de uitvoering van de Ringweg Oost. Uitvoering revitaliseringsprogramma Schoon, Heel en Veilig Voor de revitalisering van bedrijventerreinen loopt het meerjarig project Schoon, Heel en Veilig. De werkzaamheden die vanuit dit project zijn uitgevoerd zijn verbeteringen van het beheer en kleinschalige fysieke veranderingen in samenwerking met de ondernemersverenigingen. Middels projectplannen per bedrijventerrein zijn de te verbeteren punten vastgesteld. Zo is op de Rooseveltstraat aan de oostzijde een looproute gemaakt, is het parkeren daar beter geregeld, zijn de uitritten veiliger gemaakt en is de nummering van de panden duidelijker aangegeven. Een ander voorbeeld is dat op alle bedrijventerreinen een plattegrond is geplaatst. In
52 | Jaarverslag
2010 is ook het convenant t.b.v. het keurmerk veilig ondernemen ondertekend. Dit is tevens een voorwaarde om de certificering voor het keurmerk veilig ondernemen op bedrijventerreinen te kunnen aanvragen. Naar verwachting zal een aantal terreinen in 2011 de certificering aanvragen. Het project liep in principe tot 2009. Echter in 2009 is nog een aantal werkzaamheden aanbesteed die in 2010 zijn uitgevoerd. De geplande revitalisering van de Rooseveltstraat (20 hectare), de Stevenshof (0,5 hectare) en de Waard (15 hectare) zijn inmiddels allen gerealiseerd. De geplande activiteiten aan de Lammenschansweg (6.1 hectare) zullen volgens planning in 2011 zijn afgerond. Participatie in samenwerkingsverband Oude Rijnzone In 2010 is door de samenwerkende gemeenten gewerkt aan de verdere invulling van de Gemeenschappelijke Regeling alsmede aan het bijbehorende ontwikkelingsstrategiekader. Deze moet in 2011 door de samenwerkende gemeenten worden vastgesteld. De gemeente Leiden maakt overigens geen deel uit van het samenwerkingsverband, maar heeft een adviserende rol. De ontwikkeling van een regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland heeft, conform het uitvoeringsprogramma van de Regionale bedrijventerreinenstrategie, een procesmanager Bedrijventerreinen aangesteld. Deze procesmanager zal onder meer in regionaal verband de herstructureringsplannen op elkaar afstemmen, maar zal ook trachten de markt nauwer bij de plannen te betrekken.
Doel 3.2 Groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen Effectindicatoren Nr.
e3.2a
Omschrijving
Aantal startende ondernemingen in Leiden
Realisatie 2007
2008
2009
2010
649
747
786
832
Streefwaarde 2010
Bron
500
Kamer van Koophandel
Streefwaarde 2010
Bron
5%
Gemeente / SWO
Prestatie-indicatoren Nr.
p3.2a
Omschrijving
Percentage leegstand in bedrijfsverzamelgebouwen (excl. kennisintensieve sector)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
7,8%
2%
2%
4,63%
Uitvoering actieprogramma Life meets science De uitvoering van het actieprogramma is versneld omdat Leiden Bio Science Park foundation na honorering van het POWERHOUSE project in staat is om met meer menskracht nieuwe projecten te entameren. Er is gewerkt aan het in januari 2010 geopende ExpatCenter, de Life Science Flexpool, de plannen voor een Bio Simulation Factory met bijbehorend onderwijsprogramma, een onderzoek naar de behoefte aan laboratoriumruimte in de Randstad, de uitbreiding van het Junior Science Lab, een Center for evidence-based evaluation of plant medicines en plannen voor versterking van de Leidse Instrumentmakers School. Voortgang ontwikkeling van Leiden Bio Science Park monitoren en faciliteren Zoals gehoopt en verwacht is de impact van de kredietcrisis op de verdere groei van Leiden Bio Science Park niet groot geweest. De gemeente is vanuit de zorg over het traag van de grond komen van commerciële bedrijfsverzamelgebouwen met de initiatiefnemers daarvan in overleg getreden. Inmiddels is er een onderzoek gestart naar de behoefte aan labruimte in de Randstad met als uiteindelijk doel om commerciële beleggers te overtuigen om tot de bouw van dergelijke ruimtes over te gaan. De Leiden Bio Science Park foundation is in 2010 begonnen met het opstellen van een document “de Groeiversneller”. Deze “Groeiversneller” wordt een visie en een uitvoeringsprogramma gericht op de verdere uitbouw van Leiden Bio Science Park. De komst van het bedrijf iSOFT met ruim 200 medewerkers naar Leiden Bio Science Park en het initiatief vanuit de markt voor een Data Center duiden op mogelijkheden om ook aan de biotechnologie en gezondheidszorg gerelateerde ICT bedrijven op Leiden Bio Science Park aan te trekken. De komst van het Nederlands Centrum voor Nano-elektronenmicroscopie NeCEN naar Leiden Bio Science park biedt nieuwe kansen. Daarom werkt de Leiden Bio Science Park foundation nu ook aan het aantrekken van aan “imaging” gerelateerde bedrijven. Vergroten instroom life science richtingen
Jaarverslag | 53
De in 2010 geopende uitbreiding van de Leidse Hogeschool biedt daar ook het Laboratoriumonderwijs meer ruimte. De groei van het leerlingenaantal zet door. Ook de leerlingaantallen van de Leidse Instrumentmakers School stijgen. Leiden Bio Science Park foundation draagt ook bij aan acties om meer leerlingen te trekken. Voorbeeld daarvan is deelname aan de manifestatie Skills in Rotterdam. Het plan voor de farmaceutische proeffabriek dat gereedgekomen is mede bedoeld om de aantrekkelijkheid van de opleidingen in de life science richtingen te vergroten. (door)Starters Steunen van (door)starters in de life sciences De Stichting Bio Partner Leiden is gesteund in haar ambitieuze plannen voor hoogwaardige huisvesting en faciliteiten voor (door)startende bedrijven in de life sciences. De Accelerator is in 2010 nagenoeg voltooid. In vervolg daarop is gewerkt aan de plannen voor de BioPartner Incubator III met daarin het Business Center voor Good Manufacturing Practices. Bijstelling convenant Kamer van Koophandel, Stichting Werk en Onderneming en gemeente Leiden In 2010 startten 832 ondernemers in Leiden een eigen bedrijf, zo’n 90% daarvan is een Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP’er). In 2010 hebben 63 ondernemers gebruik gemaakt van het starterstraject en maakten 23 ondernemers gebruik van de coachpool die in 2009 in samenwerking met de Kamer van Koophandel is opgezet. Door middel van startersondersteuning en coaching en het actief inzetten op microfinanciering wordt meer mensen de mogelijkheid geboden een eigen onderneming te starten. Omdat het van belang is dat ondernemers elkaar opzoeken om elkaar te versterken is actief ingezet op het bevorderen van netwerken voor starters en ZZP-ers en is de gemeente sponsor van LEF: de wedstrijd voor startende ondernemers. Ook is de gemeente aanwezig op de landelijke startersdag en de regionale informatiebijeenkomsten om haar aanbod onder de aandacht (startende) ondernemers te brengen. Door de samenwerking met Werk en Onderneming kunnen betaalbare bedrijfsruimten worden aangeboden met flexibele huurcontracten. Omdat de leegstand in de panden van Werk en Onderneming voor het eerst sinds jaren in 2010 opliep naar 6% zijn stimuleringsmaatregelen getroffen, waardoor de leegstand daalde naar 4,63%. Doorstart Stichting Nieuwe Bedrijvigheid Haaglanden/Rijnland De doorstart van de SNBHR is niet van de grond gekomen, mede vanwege het afhaken van een aantal participanten en subsidieverstrekkers waaronder de Provincie Zuid Holland. De SNBHR voorzag in een Leidse behoefte, zo zijn 16 Leidse initiatieven gehonoreerd, met 50 nieuwe arbeidsplaatsen. Om deze reden is in 2010 gezocht naar een andere mogelijk om Leidse initiatieven te blijven ondersteunen. Dit leidde tot een opdracht aan “Design Business” (DEB), die zich richt op innovatieve en creatieve ideeën. DEB zal in 2011 een pilot uitvoeren in Leiden, de zogenaamde “Open Design Aanpak”. Door middel van deze aanpak worden vernieuwende productconcepten omgezet in een businesscase om de kans op een succesvolle marktintroductie te vergroten. Onderzoek bedrijfsverzamelgebouw Groenoordhallen terrein In opdracht van de gemeente Leiden heeft onderzoeksbureau Decisio onderzoek gedaan naar de huisvestingsbehoefte van startende ondernemers. Hierin is ook de behoefte naar een nieuw bedrijfsverzamelgebouw op het terrein van de Groenoordhallen meegenomen. Op basis van de ruimtebehoeften van startende ondernemers, de vrije en vrijkomende units in de huidige voorraad en de toekomstige plannen verdient een behoedzame en gefaseerde ontwikkeling van een kleinschalig bedrijfsverzamelgebouw de voorkeur. De ontwikkeling van zo’n kleinschalig bedrijfsverzamelgebouw op het terrein van de Groenoordhallen voor 15 tot 20 bedrijven met op de begane grond enkele zelfstandige bedrijfsruimten voor de ambachtelijke bedrijvigheid zou op langere termijn in een behoefte kunnen voorzien. Onderwijs en arbeidsmarkt Voortzetting stimulering technisch onderwijs De kenniseconomie biedt aan daarvoor opgeleide werknemers veel kansen. De leerlingen, studenten en hun ouders worden daar door een veelheid aan initiatieven op gewezen. Voorbeelden hiervan zijn het Technolab, de Bèta Mavo, het Junior Science Lab, de Willie Wortelwedstrijd, het nieuwe Wetenschapsknooppunt van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en initiatieven vanuit de musea. De gemeente heeft bijgedragen aan twee netwerkbijeenkomsten om de verschillende initiatieven met elkaar te verbinden. Zie ook programma 7 doel 7.9 Afstemmen van de regionale Arbeidsmarkt en het aanbod van het (beroeps)onderwijs.
54 | Jaarverslag
Hier ligt verder een verband met de activiteiten die ondernomen zijn in het kader van het vergroten van de instroom naar life science richtingen (zoals hierboven omschreven). Uitvoering stimuleringsprogramma ondernemerschap in het beroepsonderwijs De pilot, die samen met het ROC, de Kamer van Koophandel en de Stichting Werk en Onderneming is uitgevoerd, had als doelstelling om het stimuleren van het ondernemerschap in het reguliere lesprogramma op te nemen. In het vervolg hierop is de gemeente betrokken geweest bij de “Week van Ondernemerschap”, die door het ROC is georganiseerd en zijn studenten van het ROC gekoppeld aan bedrijven die binnen de panden van de Stichting Werk en Ondernemen zijn gehuisvest. Creatieve economie Stimulering van de werkgelegenheid in de creatieve klasse en het versterken en stimuleren van de communicatiesector door betere profilering In 2010 heeft Leiden Communicatiestad zich de volgende strategische punten ten doel gesteld: Zichtbaar maken (wat er allemaal is en kan in Leiden), Ontmoeten (stimuleren van ontmoetingen van communicatieprofessionals, studenten en docenten met als doel innovatie en ondernemerschap) en Ontwikkelen (van de communicatiesector). Langs deze lijnen hebben de activiteiten in 2010 ook plaatsgevonden. Concrete resultaten in 2010 zijn het communicatiefestival, de communicatiecafés en de internetsite www.leidencommunicatiestad.nl. Stimuleren en zo mogelijk faciliteren van het vergroten van het aantal bedrijfsruimtes en werkplekken in de creatieve economie In 2010 is de gemeente met de Stichting Werk en Onderneming overeengekomen dat deze de exploitatie van het Haagweg 4 voor haar rekening neemt. De bedrijfsruimtes voor creatieve bedrijfjes in de Haagweg 4 zullen in 2011 worden opgeleverd. De ontwikkeling van het 50KV-station door Portaal is nog in de planfase. Overigens draait Nieuwe Energie inmiddels op eigen kracht als resultaat van eerdere stimuleringsinspanningen door de gemeente ten behoeve van het vergroten van het aantal werkplekken in de creatieve economie. Marketing Continueren samenwerking met de Westholland Foreign Investment Agency. De samenwerking met de West Holland Foreign Investment Agency heeft in 2010 bijgedragen aan de komst naar Leiden van drie life science bedrijven en een bedrijf in de sector distributie en logistiek naar Leiden.
Doel 3.3 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e3.3a
Aantal arbeidsplaatsen in de bezoekerseconomie per 31 dec.
5.810
5.800
5.833
*
6.166
Bedrijvenregister Zuid-Holland
e3.3b
Gemiddeld aantal uitgevoerde activiteiten per bezoek aan Leiden
1,7
1,8
1,7
1,6
2,0
Continu Vakantie Onderzoek
e3.3c
Aantal afgelegde bezoeken (*1.000) aan Leiden door inwoners van Nederland
2.100
2.222
2.174
2.383
2.250
Continu Vakantie Onderzoek
e3.3d
Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden
186.697
187.553
190.173
**
e3.3e
Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon
€ 40
€ 40
€ 33
€ 35
€ 46
Continu Vakantie Onderzoek
e3.3f
Rapportcijfer van Leidenaren voor historische binnenstad
7,9
7,7
7,8
7,8
7,9
Stadsenquête
e3.3g
Beoordeling door Leidenaren van Leidse binnenstad als winkelcentrum op 7 aspecten
-
6,7
-
6,7
6,8
Stadsenquête
Team Belastingen
* Cijfers over 2010 zullen in het derde kwartaal 2011 gereedkomen ** Cijfers zullen medio 2010 gereedkomen Participatie Leiden Marketing
Jaarverslag | 55
Leiden Marketing is de centrale organisatie voor de citymarketing en stadspromotie van Leiden. In 2010 is het Visitor Centre Leiden (VCL) verder ontwikkeld als front-office. In het VCL is het Expat Center Leiden geopend, in samenwerking met de kennisgerelateerde bedrijven en instellingen. Voor de toeristische promotie en de promotie van evenementen en activiteiten in de stad, zijn brochures ontwikkeld en is de website verder doorontwikkeld. Naast de realisatie van de twee Sleutelfestivals (Cultuurfestival in de zomer en het Kennisfestival Key of Life in oktober), heeft Leiden Marketing deelgenomen aan de wedstrijd voor het binnenhalen van Het Glazen Huis. December 2011 staat Het Glazen Huis op de Beestenmarkt. Voorjaar 2010 is de Stichting Leiden Congresstad (samenwerking tussen de gemeente en de universiteit voor stimulering van congressen) formeel opgegaan in Leiden Marketing. Door de bundeling van krachten van de Stadspartners is er nu een effectievere marketing van congressen. De subsidieregeling voor stimulering van evenementen van Stichting Leiden Congresstad wordt nu uitgevoerd door Leiden Marketing. Leiden Marketing heeft voor de acquisitie van congressen een specifieke wervingsbrochure ontwikkeld. Via beursbezoeken en presentatiedagen in Leiden zijn de diverse doelgroepen (onder meer faculteiten universiteit) benaderd. Positief resultaat is ook dat in samenwerking met de Museumgroep Leiden het Landelijke Museumcongres 2011 is binnengehaald (ca. 700 deelnemers). Faciliteren initiatieven vergroten aantal hotelkamers In 2010 is een bestaand hotel uitgebreid met ruim 40 hotelkamers voor de short-stay markt. In 2010 is verder een bouwvergunning verleend voor de realisatie van een hotel op het Stationsplein (2/3 sterren; 100 kamers). Stimulering watertoerisme In 2010 is het Ligplaatsenplan Pleziervaart vastgesteld, gericht op de verbetering van de handhaving van regels voor de pleziervaart op de Leidse wateren. In het kader van het Programma Binnenstad is op diverse fronten gewerkt aan de kwaliteitsverbetering van de voorzieningen in het gebied van de passantenhaven en charterhaven. In mei 2010 is het onderzoek ‘Gastheerschap Leiden Havengebied’ afgerond. Aanleiding was de grote drukte op het water in het vaarseizoen en de ligging van de passantenhaven in een woongebied. Het onderzoek heeft geleid tot uitvoering van diverse deelprojecten voor een gastvrijere ontvangst van de watertoeristen, routing en beheer van de passantenhaven. Voorbeelden hiervan zijn de totstandkoming van een promotiepakket voor watertoeristen en een brochure over de routing van de passantenhaven. Enkele aanbevelingen, gericht op de verbetering van de technische faciliteiten, zijn aanbesteed en worden uitgevoerd in 2011. Voor de verkoop en realisatie van horeca in de voormalige Jonkpanden is opdracht verstrekt aan een adviesbureau voor het horecaconcept en het bepalen van de selectiecriteria. De gemeenten en watertoerismebedrijven in het vaargebied van de Hollandse Plassen werken samen aan de uitbreiding van het watertoerisme en rondvaart in en rondom Leiden. Voor de uitbreiding van vaarroutes voor sloepen, is het Sloepenknooppunten netwerk ontwikkeld en uitgevoerd. Er is opdracht verstrekt om de binnenstad van Leiden op dit vaarnetwerk aan te sluiten. Zomer 2010 is de Sloepengids Hollandse Plassen. Deze gids bevat een waterkaart van de Hollandse Plassen, met op de achterzijde een vaarkaart voor de Leidse binnenstad. Voor de gezamenlijke promotie van het Hollandse Plassengebied is door betroffen gemeenten een nieuw en landelijk zeilevenement ontwikkeld, met zeilwedstrijden op alle Hollandse Plassen. In juni 2011 vindt de eerste editie plaats. Leidse Loper Voor een beter beheer en onderhoud van de wandelroute/bewegwijzering Leidse Loper is een beheers- en onderhoudscontract gesloten. Wekelijks wordt in het stadscentrum de Leidse Loper gecontroleerd op staat en uiterlijk; bij geconstateerde beschadigingen wordt direct actie ondernomen voor herstel. Verbetering toeleiding toeristen naar de binnenstad van Leiden November 2010 is opdracht verleend voor uitvoering van een onderzoek naar verbetering van de toeleiding van bezoekers naar de binnenstad van Leiden. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de ANWB en moet leiden tot uitvoeringsvoorstellen. Realisatie van een fietsknooppuntennetwerk Aansluitend op het Fietsknooppunten netwerk Groene hart (waarin Leiden is opgenomen), is nu ook de tweede fase van het Fietsknooppunten netwerk geopend. Het netwerk voert door de kustgebieden van Katwijk en Noordwijk) en de Duin- en Bollenstreek. In Holland Rijnland-verband wordt periodiek afgestemd over de versterking van toerisme en recreatie. Financieren van de Stichting Centrummanagement
56 | Jaarverslag
Voor het Centrummanagement was 2010 een bewogen jaar. Het jaar 2009 werd afgesloten met een financieel tekort. Hier werden raadsvragen over gesteld en ook bij het functioneren van het instituut werden vraagtekens gezet. Er is om deze redenen dan ook een aantal maatregelen getroffen. Ten aanzien van het financiële tekort zijn maatregelen genomen, zowel in de administratieve sfeer als in een dekkingsvoorstel en een bijgestelde begroting 2010 en 2011. Ook is ingezet op verbetering van de samenwerking met de ondernemersverenigingen. Het nieuwe bestuur heeft zich geheroriënteerd op de taken: het Centrummanagement positioneert zich als schakelfunctie tussen binnenstedelijke commerciële bedrijfsleven en de gemeente, naast de andere stadspartners zoals Leiden Marketing, Het Visitors Centre, de Museumgroep Leiden, en het Cultuurfonds. Bij de heroriëntering speelt de concretisering van de Uitvoeringsovereenkomst tussen Leiden en het Centrummanagement een grote rol. Daar zal ook in 2011 en latere jaren de nadruk op liggen. In stand houden en waar mogelijk uitbreiden van de warenmarkten Standplaatsen In 2010 is gewerkt aan een nieuw standplaatsenbeleid dat eind 2010 door het college voor inspraak is vastgesteld. Het standplaatsenplan zal leiden tot: transparantie voor de aanvrager met betrekking tot de beschikbare standplaatsen en de locaties hiervan; korte doorlooptijden omdat de beoordeling van de standplaatsen (opgenomen in het standplaatsenplan) al in een eerder stadium heeft plaatsgevonden en helderheid voor de ondernemer met betrekking tot de eisen waaraan hij of zij dient te voldoen. Biologische markt In 2010 is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid van uitbreiding van de zaterdagmarkt met een biologische markt. Dit onderzoek heeft voorlopig geen aanleiding gegeven om de huidige zaterdagmarkt in het centrum met een biologische markt uit te breiden. In 2010 is een motie aangenomen omtrent de uitbreiding van de zaterdagmarkt naar de Aalmarkt. Gezien de huidige verbouwing van de Aalmarkt is aan deze motie in dit jaar geen uitvoering gegeven.
Doel 3.4 Hogere waardering van de gemeentelijke dienstverlening door bedrijven en instellingen Uitvoering acties Verbeteringsplan Gemeentelijk Ondernemersklimaat Het Verbeteringsplan Ondernemersklimaat is opgenomen in het Actieplan Stedelijke Economie en Arbeidsmarkt. De meeste acties die zijn opgenomen in het Verbeteringsplan Gemeentelijk Ondernemersklimaat zijn in 2010 met succes afgerond. Een aantal acties heeft een doorloop tijd tot in 2011 en worden daarom nog afgerond. Het resultaat is gemeten in de eindmeting van de Benchmark Gemeentelijk Ondernemersklimaat (BGO) begin 2010: Doelstelling / Behaald / Landelijk gemiddelde Algemeen ondernemingsklimaat: 6,9 / 6,6 / 6.8 Gemeentelijke dienstverlening 6,3 / 6,2 / 6.2 Hoewel de afgesproken eindcijfers niet gehaald zijn, blijkt uit de rapportage dat de ondernemers het ondernemingsklimaat van de gemeente Leiden significant hoger waarderen dan tijdens de nulmeting in 2005. Tijdens de nulmeting werd op het onderdeel Algemeen ondernemingsklimaat een 6,4 gescoord en op gemeentelijke dienstverlening 5,6. Ook ten opzichte van de tussenmeting is een stijging zichtbaar. Tijdens de tussenmeting werd een 6,4 voor Algemeen ondernemersklimaat en 5,7 voor Gemeentelijke dienstverlening gescoord. Het oordeel van de Leidse ondernemers is tussen de tussen- en eindmeting sterker gestegen dan het gemiddelde van de G27 en G31. De gemeente Leiden scoort op het algemeen oordeel ondernemingsklimaat bij alle drie de metingen wel minder dan het gemiddelde van de G27 en G31, maar het verschil is kleiner geworden. Het ministerie heeft de prestaties van de gemeente Leiden in de GSB afrekening op dit onderdeel ook als voldoende beoordeeld.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Economie en toerisme geen nieuwe beleidsstukken vastgesteld.
Jaarverslag | 57
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
RUIMTE VOOR BEDRIJVIGHEID
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
2.644
-15
2.628
2.745
117
352
0
352
404
51
BEZOEKERSECONOMIE
1.796
-407
1.388
1.481
93
Totaal
4.793
-423
4.369
4.630
261
NIEUWE ECONOMIE
ECONOMIE EN TOERISME bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
4.850
4.631
393
5.024
4.793
231
Baten
-1.171
-394
0
-394
-424
30
3.679
4.237
393
4.630
4.369
261
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
MUTATIES RESERVES
0
0
0
0
0
0
3.679
4.237
393
4.630
4.369
261
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
58 | Jaarverslag
Jaarverslag | 59
4
Bereikbaarheid
60 | Jaarverslag
Bereikbaarheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
4 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bereikbaarheid, Financiën en Economie Ruimtelijke Ordening, Binnenstad & Publiekszaken
De missie van het programma Bereikbaarheid luidt: “De gemeente Leiden draagt zorg voor blijvende bereikbaarheid van de stad als voorwaarde voor duurzame leefbaarheid voor de inwoners van de stad.”
Doelenboom Prestaties ■
Doel
4.1 Meer fietsgebruik
■ ■ ■
Planvorming Route Breestraat – Kort Rapenburg – Nieuwe Beestenmarkt – Centraal Station Asfalteren van tegelfietspaden Kruispunten van vrij liggende fietspaden met zijstraten voorzien van rood asfalt Plaatsen van circa 600 extra fietsenrekken in de binnenstad Realisatie van een tijdelijke fietsenstalling in Breestraat 78/80 Locatiestudie voor extra fietsparkeervoorziening van 1.000 plaatsen van exploiteerbare omvang in hart van stad Toekomstvisie op fietsparkeren stationsgebied met partners Aanleg rotonde Dellaertweg-Schuttersveld Planvorming ongelijkvloerse kruising 5-Meilaan-Churchillaan
■ ■ ■ ■ ■
Aanpak verkeersonveiligheid in vier schoolomgevingen per jaar Aanpak kruispunten Stevenshof Reconstructie Maresingel/Rijnsburgersingel Reconstructie Brahmslaan-Debussystraat-Sweelincklaan-C. Schuytlaan Aanpassing rotonde Rijnsburgerweg-Wassenaarseweg
4.2 Verbeteren verkeersveiligheid (rondom scholen)
■ ■ ■ ■ ■
RijnGouwelijn Uitvoering van doorstromings-, regelmaat- en stiptheidsmaatregelen (DRS) Uitwerking regionale openbaar vervoervisie Verbeteren toegankelijkheid van haltes Invoering Dynamisch ReisInformatie Systeem
4.3 Bevorderen van gebruik van Openbaar Vervoer
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Verkeerscirculatieplan binnenstad Uitvoering transformatie Willem de Zwijgerlaan Rijnlandroute Ringweg-Oost Lammenschansplein Onderzoek naar knelpunten/oplossingen invalswegen ringstructuur Aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen
4.4 Betere doorstroming op Leids wegennet
■ ■
Schoon en milieuvriendelijk wagenpark Invoeren milieuzone voor vrachtwagens
4.5 Duurzame bevoorrading van de stad
■ ■ ■ ■
Uitwerking ten behoeve van realisatie parkeergarages Uitwerking medegebruik parkeergarages van derden In overleg met wijken invoeren van parkeerregulering Korte termijnmaatregelen parkeerbeleid
4.6 Vergroten van parkeercapaciteit en kwaliteit
■ ■ ■ ■ ■
Beleidsterrein
Fietsverkeer
Openbaar vervoer
Autoverkeer
Parkeren
Jaarverslag | 61
Ontwikkelingen in 2010 Beleidsakkoord In 2010 is een nieuwe raadsperiode begonnen en is een nieuw college aangetreden. Voor het college is het basisdocument: “Samen Leiden”, bestuursovereenkomst 2010-2014 leidend. In het Beleidsakkoord dat daarvan deel uitmaakt staan diverse punten opgenomen die betrekking hebben op dit programma. Het akkoord doet uitspraak over de ambities ten aanzien van hoogwaardig openbaar vervoer en de Rijngouwelijn (punt 1), duurzame mobiliteit (punt 5), autoverbindingen (punt 8), parkeren (punt 9) en de Morspoortgarage (punt 11). Hoogwaardig Openbaar Vervoer Om uitvoering te geven aan het eerste punt van het coalitieakkoord “Samen Leiden” is in juni 2010 de onafhankelijke commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden (HOVL) ingesteld, met als opdracht om te onderzoeken wat de juridische positie en financiële gevolgen voor de gemeente Leiden zijn, als zij niet meewerkt aan een RijnGouwelijn door Leiden. De commissie HOVL heeft op woensdag 22 september 2010 haar advies gepresenteerd met daarin drie aanbevelingen. Naar aanleiding van deze aanbevelingen is er gestart met het maken van een MER voor drie mogelijke RGL tracés. Daarnaast is er voor het gedeelte van de RGL dat door Leiden gaat, gestart met het maken van een afwegingskader. Dit heeft ten gevolg dat een aantal van de producten in het kader van de RijnGouwelijn conform BO II in 2010 niet gerealiseerd is. Autoverbindingen Naast de gemeenteraadsverkiezingen stond 2010 in het teken van de voorbereidingen om te komen tot de realisatie van de grote infrastructurele ingrepen die Leiden nodig heeft om als gemeente bereikbaar en aantrekkelijk te zijn en te blijven. Zo is in 2010 de eerste fase van het MER onderzoek uitgevoerd voor de Rijnlandroute, is er gewerkt aan de inrichting van de projectorganisatie voor de Ringweg-Oost en is er op hoofdlijnen overeenstemming bereikt met de Universiteit Leiden over de uitgangspunten voor de ruimtelijke inpassing van de ongelijkvloerse kruising op de Plesmanaan. Parkeren Naast de grote infrastructuur is ook parkeren een belangrijke bouwsteen voor de toekomst van Leiden. In 2010 is na overleg met de wijk, door de gemeenteraad besloten om over te gaan tot de realisatie van de Morspoortgarage. Daarnaast is in 2010 begonnen met de werkzaamheden om te komen tot de realisatie van parkeervoorzieningen bij de Lammermarkt en de Garenmarkt.
Effecten en prestaties Doel 4.1 Meer fietsgebruik Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
e4.1a
Aandeel fiets in modal split
32,8%
44,7%
e4.1b
% Leidenaars dat wekelijks fietst
81%
-
2009
77%
2010
Streefwaarde 2010
Bron
34,7%
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
-
Stadsenquête
Planvorming fietsroute Breestraat – Kort Rapenburg – Nieuwe Beestenmarkt – Centraal Station Hier is niet aan gewerkt, de route van deze fietsverbinding is afhankelijk van het definitieve tracé van de RijnGouwelijn. Wanneer de besluitvorming hierover gereed is kan aan de route gewerkt worden. Asfalteren van tegelfietspaden Dit programma is afgerond. Op diverse plaatsen in Leiden zijn tegelfietspaden geasfalteerd, in totaal meer dan 3 km. Onder andere aan de Vijf Meilaan, de Apollolaan, in de Merenwijk en in de Stevenshof. Hierdoor is het gebruikscomfort verbeterd en is het een stimulans voor meer fietsgebruik. Kruispunten van vrij liggende fietspaden met zijstraten voorzien van rood asfalt Dit programma is afgerond. Op een aantal vrijliggende fietspaden is rood asfalt aangebracht (1500 m2). Dit is gedaan waar het fietspad in de voorrang een zijstraat kruist om de voorrang voor de fietser te benadrukken. Zoals aan de Kooilaan, Kanaalweg, Wassenaarseweg. Plaatsen van circa 600 extra fietsenrekken in de binnenstad
62 | Jaarverslag
Het plaatsen van fietsenrekken in de binnenstad heeft vertraging opgelopen in de aanbestedingsprocedure. In maart 2011 is besloten tot gunning van een bepaald model. De verwachting is dat na afsluiten van een contract in de eerste helft van 2011 de eerste 225 rekken (per saldo 175) kunnen worden besteld en geplaatst. Er worden in elk geval rekken bijgeplaatst op de Lange Mare. Daarnaast worden de mogelijkheden bezien tot het plaatsen van extra klemmen in de Breestraat. Zie ook programma 5 doel 15. Realisatie van een tijdelijke fietsenstalling in Breestraat 78/80 Deze is niet gerealiseerd, er heeft een wijziging in de functie van het pand plaatsgevonden, hierdoor is de realisatie van een tijdelijke fietsenstalling niet meer mogelijk, de plaatsen worden mee genomen in de locatiestudie voor de stalling in het centrum. Locatiestudie voor een extra fietsparkeervoorziening van circa 1000 plaatsen van exploiteerbare omvang in het hart van de stad In 2010 is de locatiestudie uitgevoerd. Uit deze studie is de voormalige supermarktkelder onder V&D naar voren gekomen als goede locatie voor een inpandige stalling; in samenhang met de verbouwing van V&D kan hier een stalling van rond de 950 plekken gerealiseerd worden. Toekomstvisie op fietsparkeren stationsgebied met partners In 2010 heeft bureau Berenschot een onderzoek gedaan naar fietsparkeren in de stationsomgeving. In 2011 krijgt dit een vervolg. In de uitgangspunten die zijn opgesteld voor het Stationsgebied, zijn ook uitgangspunten opgenomen met betrekking tot het fietsparkeren in dit gebied. Aanleg rotonde Dellaertweg-Schuttersveld Niet gerealiseerd. De definitieve vormgeving hangt af van de verkeerscirculatie in het stationsgebied, deze is nog niet volledig bekend en mede afhankelijk van het uiteindelijke tracé van de RGL.
Doel 4.2 Verbeteren verkeersveiligheid (rondom scholen) Effectindicatoren Nr.
e4.2a
Omschrijving
Aantal ziekenhuisongevallen
Realisatie 2007
2008
2009
83
71
40
2010
Streefwaarde 2010
Bron
<75
Min. V&W (viastat)
Aanpak verkeersonveiligheid in vier schoolomgevingen per jaar In het kader van het project verkeersveilige scholen zijn verschillende activiteiten uitgevoerd. Op zestien scholen zijn door middel van enquêtes de gevaarlijke punten geïnventariseerd. Bij drie schoolomgevingen (Pacellischool, Teldersschool/Sleutelbloem) zijn maatregelen voorbereid en deels uitgevoerd. Aanpassingen van schoolomgevingen bij de Pacellischool in de Damlaan en de Teldersschool op de Boshuizerkade zijn nog niet uitgevoerd omdat er andere grote civieltechnische werken in dezelfde straat moeten plaatsvinden. Aanpak kruispunten Stevenshof Het werk is voorbereid en aanbesteed in 2010. De uitvoering start begin 2011. Reconstructie Maresingel/Rijnsburgersingel Van de Rijnsburgersingel vanaf het Schuttersveld richting Maresingel en de Maresingel is nog niet bekend of het 30 km gebied kan worden. Dit heeft te maken met de wegen categorisering en de daarbij behorende inrichting. Het gedeelte tussen Stationsweg en Schuttersveld wordt wel uitgevoerd. Reconstructie Brahmslaan-Debussystraat-Sweelincklaan-C. Schuytlaan Blijft 50 km/uur gebied omdat het een busroute en een hoofdroute brandweer is. De straat wordt in 2011 opnieuw geasfalteerd. Aanpassing rotonde Rijnsburgerweg-Wassenaarseweg. Deze aanpassing is nog niet uitgevoerd, wegens samenhang met andere kwesties die in de omgeving spelen. In 2011 wordt een verkeersplan gemaakt voor het Houtkwartier, de rotonde wordt hierin meegenomen.
Jaarverslag | 63
Doel 4.3 Bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010 98
e4.3a
Aantal openbaar vervoerkilometers (index)
-
-
100
e4.3b
Aantal in- en uitstappers treinstations Leiden
66.226
66.046
66.135
Streefwaarde 2010
Bron
101
Connexxion / Provincie
> 66.046
NS
RijnGouwelijn Om uitvoering te geven aan het eerste punt van het coalitieakkoord “Samen Leiden” is in juni 2010 de onafhankelijke commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden (HOVL) ingesteld, met als opdracht om te onderzoeken wat de juridische positie en financiële gevolgen voor de gemeente Leiden zijn, als zij niet meewerkt aan een RijnGouwelijn door Leiden. De commissie HOVL heeft op woensdag 22 september 2010 haar advies gepresenteerd met daarin drie aanbevelingen. Naar aanleiding van deze aanbevelingen is er gestart met het maken van een MER voor drie mogelijke RGL tracés. Daarnaast is er voor het gedeelte van de RGL dat door Leiden gaat, gestart met het maken van een afwegingskader. Dit heeft ten gevolg dat een aantal van de producten in het kader van de RijnGouwelijn conform BO II in 2010 niet gerealiseerd is. Uitvoering van doorstromings-, regelmaat- en stiptheidsmaatregelen (DRS) Voorbeelden van DRS maatregelen zoals in 2010 genomen zijn: Binnen het ontwerp van de Willem de Zwijgerlaan is rekening gehouden met de mogelijke komst van een busbaan. Ter verbetering van de doorstroming zijn onder andere de VRI’s op de kruising Dr. Lelylaan/Damlaan aangepast. Uitwerking van de regionale openbaar vervoer-visie In 2010 is in samenwerking met Holland Rijnland gezocht naar quick wins. Geconstateerd is dat de uitwerking van de visie binnen Leiden nauw samen hangt met de besluitvorming rond de RGL. Verbeteren toegankelijkheid van haltes Verspreid over de stad zijn haltes toegankelijk gemaakt, zoals op de Witte Singel, Steenstraat en Nieuwe Beestenmarkt. Invoering Dynamisch ReisInformatie Systeem en aansluiting bij Leiden CS. De uitvoering hiervan ligt bij de provincie Zuid-Holland. De impasse over de plaatsing en vormgeving van panelen, tussen de provincie en de ARK is doorbroken.
Doel 4.4 Betere doorstroming op het Leids wegennet Verkeerscirculatieplan binnenstad In 2010 is gestart met de werkzaamheden in het kader van de verkeerscirculatie binnenstad. Problematiek en knelpunten zijn geïnventariseerd, evenals oplossingsrichtingen. Ook is de samenhang tussen de verschillende infrastructurele opgaven in en rondom de binnenstad in beeld gebracht. Deze studie krijgt in 2011 een vervolg. De resultaten worden gebruikt om de binnenstad en de ontwikkelprojecten in de binnenstad zoals de nieuwe parkeergarages zo optimaal mogelijk te ontsluiten. Uitvoering Transformatie Willem de Zwijgerlaan Fase 2, de bouw van de twee tunnels is in volle gang. Werk wordt uitgevoerd door Ballast Nedam. Directie en toezicht worden verzorgd door bureau Wagemaker, onder leiding van het gemeentelijk Ingenieursbureau. Bouwlocaties zijn voorbereid. Verkeer is omgeleid. De werkzaamheden zijn naar verwachting in de zomer van 2011 afgerond. Vanaf begin 2011 start fase 3: de resterende wegvakken. Naar verwachting is het gehele werk eind 2011 / begin 2012 afgerond. Rijnlandroute In 2010 is wel de eerste fase van het MER onderzoek uitgevoerd en is de bijbehorende rapportage aan GS opgeleverd. Het Merrapport is nog niet opgeleverd, omdat door de discussie over onvoldoende financiering er extra varianten zijn toegevoegd, de faseringsvarianten. Ook de Churchill Avenue is door GS als variant geaccepteerd en toegevoegd aan de MER, inclusief een faseringsvariant.
64 | Jaarverslag
2010 stond in het teken van het beschikbaar houden van middelen bij het rijk, en het zorgen voor extra middelen vanuit Holland Rijnland, met een forse Leidse bijdrage. Ringweg Oost Voor de Ringweg Oost is in januari het kaderbesluit vastgesteld waarna de voorbereidingen voor de realisatiefase zijn gestart. Het uitblijven van bestuurlijke overeenstemming met Leiderdorp levert vertraging op waardoor grondverwerving en bestemmingsplanprocedures nog niet gestart konden worden. Voor het project is een projectbeheersplan opgesteld volgens de richtlijnen uit het rapport ‘Leiden stad van ambities’ en volgens de richtlijn ‘informatievoorziening grote projecten’ zoals deze ook in gebruik is bij de tweede kamer. Dit projectbeheersplan zal ook als uitgangspunt dienen bij de projectbeheersing en opzet van de projecten RijnGouweLijn; Ontsluiting Bio Sciencepark; en de Parkeergarages Lammermarkt en Garenmarkt. Lammenschansplein In oktober 2010 heeft het college besloten tot de verbetering van de verkeersafwikkeling op het Lammenschansplein op de korte termijn (B&W 10.1104), conform voorstel van de provincie Zuid-Holland. Hierdoor kan het Lammenschansplein in de ochtend- en avondspits 5 tot 6 procent meer verkeer verwerken dan in de huidige situatie. Uitvoering zal in 2011 gebeuren. Ontsluiting Leiden BioSciencePark Begin derde kwartaal is met de Universiteit Leiden op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over de uitgangspunten voor de ruimtelijke inpassing van de ongelijkvloerse kruising op Plesmanlaan, waarbij er rekening is gehouden met de tracévoering van de RGL door het gebied. In het najaar zijn er besprekingen met de universiteit gestart om te komen tot een overeenkomst waarin afspraken, die betrekking hebben op de raakvlakken tussen het Project Ontsluiting BioSciencePark en de (plannen voor) de gebiedsontwikkeling van het LBSP, dienen te worden vastgelegd. Parallel hieraan is het kader ontsluiting Bio Science Park - deelproject 1 aanleg ongelijkvloerse kruising voorbereid en op 2 december 2010 vastgesteld door de gemeenteraad. Voorts zijn de eerste stappen gezet om het plan van aanpak voor de vervolgfase (voorbereiding van de aanbesteding) tot uitvoering te brengen. Onderzoek naar knelpunten/oplossingen invalswegen ringstructuur Dit onderzoek hangt nauw samen met de discussie rond de Rijnlandroute. Wanneer er meer duidelijkheid is of en zo ja in welke variant er een Rijnlandroute komt is het mogelijk om te bepalen wat de invloed hiervan is op de invalswegen en om voor knelpunten naar duurzame oplossingen te zoeken. Aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen In 2010 is begonnen met het operationeel overleg bereikbaarheids platform Leidse agglomeratie, een overleg waarin bedrijfsleven en overheden overleggen over de ingrepen die op de infrastructuurplaatsvinden. Ook is in 2010 voor de eerste keer het strategisch overleg bereikbaarheids platform Leidse agglomeratie bijeen geweest, in dit platform worden meer strategische zaken als duurzame bevoorrading besproken. In 2010 is er een slag gemaakt om de communicatie rond infrastructurele projecten nog beter te laten verlopen. Dit heeft geleid tot het opzetten van het bereikbaarheidspotal op internet en een regelmatig terugkerende bereikbaarheidsbijlage in de stadskrant.
Doel 4.5 Duurzame bevoorrading van de stad Schoon en milieuvriendelijk gemeentelijk wagenpark De gemeentelijke vrachtwagens hebben in 2010 allemaal een euro 4 motor (ook euro 3 met roetfilter) status gekregen. De streefwaarde van 80% voor gemeentelijke lichtere bedrijfswagens is eveneens gehaald. Van de 37 dieselauto’s heeft meer dan 90% minimaal een euro 4 motor. De streefwaarde van 70% in 2010 is daarmee ruim gehaald. Er rijden momenteel nog 8 lichtere bedrijfswagens op aardgas. Aan de Willem de Zwijgerlaan is een aardgasvulpunt gerealiseerd waar de gemeente een vaste gebruiker van is. Op basis van de doelstellingen voor duurzame inkoop zal bij vervanging van wagens de milieuvriendelijke variant als optie worden overwogen. Zie ook programma 5 doel 5.8 Invoeren milieuzone voor vrachtwagens De milieuzone in de binnenstad van Leiden is vanaf 1 januari 2010 in werking getreden. Na een gewenperiode van drie maanden waarin waarschuwingen aan overtreders zijn uitgedeeld, is overgegaan op beboeten van overtreden. Ondernemers zijn via de landelijke organen of via gericht toezenden van flyers geïnformeerd. Ook omdat milieuzones in enkele andere steden als Utrecht, Amsterdam en Den Haag al in werking getreden waren, is de invoering van de milieuzone Leiden soepel verlopen. Zie ook programma 5 doel 5.8
Jaarverslag | 65
Doel 4.6 Vergroten van de parkeercapaciteit en kwaliteit Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e4.6a
% inwoners dat vaak parkeeroverlast ondervindt
-
33%
31%
29%
22%
Veiligheidsmonitor
e4.6b
% van de autobezitters dat parkeermogelijkheden in openbare ruimte nabij huis met 'goed' of 'voldoende' beoordeelt
70%
-
72%
-
-
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p4.6a
Aantal parkeerplaatsen op straat voor bewoners/ bezoekers in parkeerrestrictiegebied*
5.805
5.805
5.791
5.791
5.800
Gemeente Leiden
p4.6b
Aantal parkeerplaatsen in garages voor bewoners/ bezoekers
930
930
930
930**
1.200
Gemeente Leiden
p4.6c
Aantal parkeerplaatsen op/in P+R terreinen/garages
800
800
450
450
450
Gemeente Leiden
* het aantal parkeerplaatsen op straat voor bewoners/bezoekers in parkeerrestrictiegebied wordt driejaarlijks geteld. Dit is in 2003, 2006 en voor het laatst in september 2009 gebeurd. ** De streefwaarde in 2010 ging uit van de openstelling van de Morspoortgarage. Uitwerking ten behoeve van realisatie parkeergarages In 2010 is begonnen met de werkzaamheden om te komen tot de realisatie van parkeervoorzieningen bij de Lammermarkt en Garenmarkt. Hiertoe heeft het college een eerste besluit genomen. Met daarin de volgende uitgangspunten: de toevoeging van 1000 parkeerplaatsen dient volledig ondergronds te zijn; de Lammermarkt wordt vrij van maaiveldparkeren; op beide locaties moeten evenementen mogelijk blijven en op beide locaties wordt hoofdzakelijk verblijfsruimte gerealiseerd, zonder toevoeging van vastgoed. Morspoortgarage In de bestuursovereenkomst 2010 -2014 is onder beleidsakkoord nummer 11 opgenomen dat in samenwerking met de wijk Transvaal het plan voor realisatie van de Morspoortgarage wordt aangepast, waarbij minimaal 65% van de geplande capaciteit wordt gerealiseerd. In de afgelopen periode zijn diverse gesprekken gevoerd met het bestuur van wijkvereniging Transvaal. Daarnaast is op 28 september 2010 een bewonersavond georganiseerd. Op aangeven van wijkverenging Transvaal is een alternatief scenario voor het toevoegen van parkeerplaatsen in de wijk Transvaal verkend. Naast de realisatie van de Morspoortgarage is het scenario van realisatie van Parkeerterrein Transvaal opgesteld. Aan de raad is de keuze tussen beide scenario’s voorgelegd. Op 2 december 2010 heeft de raad besloten tot realisatie van de Morspoortgarage, waarbij het ontwerp één stramien minder wordt. Dit betekent dat de minimumeis voor het aantal te realiseren parkeerplaatsen in de Morspoortgarage van 450 parkeerplaatsen naar beneden wordt bijgesteld tot 390 parkeerplaatsen. Daarmee worden netto 370 parkeerplaatsen in de wijk Transvaal toegevoegd. Daarnaast heeft de raad besloten dat op aangeven van wijkvereniging Transvaal 70 parkeerplaatsen in de wijk worden geschrapt. De parkeerplaatsen krijgen een groene invulling. De Morspoortgarage wordt toegankelijk voor 70 vergunninghouders. Uitwerking medegebruik parkeergarages van derden In 2010 is in overleg met eigenaren van parkeergarages gekeken in hoeverre deze op piekmomenten ook voor bezoekers aan de binnenstad gebruikt kunnen worden, dit heeft geleid tot een proef, die in 2011 geëvalueerd word. Na deze evaluatie wordt besloten of deze proef een vervolg krijgt. (deze prestatie draagt ook bij aan de doelen van het Programma Binnenstad) In overleg met wijken invoeren van parkeerregulering In 2010 is gewerkt aan de voorbereidingen voor de benodigde verkeersbesluiten, ontwerpen en het ontheffingsreglement. Korte termijnmaatregelen parkeerbeleid
66 | Jaarverslag
In 2010 is uitvoering gegeven aan de motie die het mogelijk maakt om twee kentekens op één parkeervergunning te zetten. Ook is in 2010 is er gewerkt aan de totstandkoming van een Leidse parkeernormennota.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Bereikbaarheid geen kaderstellende beleidsstukken vastgesteld.
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
FIETS- EN AUTOVERKEER OPENBAAR VERVOER PARKEREN Totaal
BEREIKBAARHEID bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
9.549
-492
9.055
9.695
640
690
-149
540
645
106
4.921
-7.787
-2.866
-2.109
757
15.159
-8.431
6.727
8.230
1.502
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
12.858
12.495
4.523
17.017
15.159
1.858
Baten
-9.266
-8.609
-178
-8.787
-8.432
-356
3.592
3.885
4.345
8.230
6.727
1.502
Toevoeging
313
973
28.167
29.140
29.149
-10
Onttrekking
-1.777
-907
-3.247
-4.154
-3.518
-635
MUTATIES RESERVES
-1.464
66
24.920
24.986
25.631
-645
2.129
3.951
29.265
33.216
32.358
857
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 67
5
Omgevingskwaliteit
68 | Jaarverslag
Omgevingskwaliteit Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
5 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt: "De gemeente Leiden staat voor een stad met een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, waar mensen graag vertoeven en die uitnodigt tot verantwoordelijk gedrag. Zij doet dit samen met alle gebruikers."
Doelenboom Prestaties
Doel
■
Korte termijn maatregelen en beleidsontwikkeling ter voorkoming van wateroverlast
5.1 Vermindering wateroverlast
■ ■
Realiseren van een BergingsRekeningCourant Baggerbeheerplan
5.2 Verbetering waterkwaliteit
■ ■ ■
Opengraven historische gracht De groene singelrand Aanleg van natuurvriendelijke oevers
5.3 Versterking van de belevingswaarde en recreatieve waarde van water en oevers
■
Investeringen in groenstructuren in de regio
■ ■ ■ ■ ■
Renovatie en beheerplannen parken Bloembakken en hanging baskets Aanleg archeologisch park Matilo Groene daken Stadsnatuurmeetnet
5.5 Behoud van het groenareaal en verbetering van de kwaliteit van grootschalig groen
■ ■
Maatregelen gemeente Bewustwording bewoners
5.6 Vermindering meeuwenoverlast
■ ■ ■ ■
Adequate afhandeling meldingen Servicepunt Woonomgeving Basiskaart Grootschalige Topografie Wet informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten Beleid voor de ondergrond
5.7 Vermindering van hinder van mankementen aan objecten in de openbare ruimte
■ ■ ■
Communicatie rondom luchtkwaliteit Schoon en milieuvriendelijk gemeentelijk wagenpark Invoeren milieuzone voor vrachtwagens
5.8 Verbetering luchtkwaliteit
■
Saneren woningen A-lijst
5.9 Vermindering geluidsoverlast
■
Bodemsanering
5.10 Bodemsanering
■
Uitvoeren Klimaatprogramma
5.11 Voeren van een effectief klimaatbeleid
■
Realiseren beeldkwaliteit objecten
5.12 Vermindering zwerfvuil in openbare ruimte
5.4 Verbetering van de ecologische en recreatieve verbindingen van de stad met de regio
Beleidsterrein
Water, groen en natuur
Infrastructuur openbare ruimte
Milieu
Afval
Jaarverslag | 69
Prestaties
Doel
■
Verbetering milieuprestaties afvalinzameling
5.13 Verbetering milieuprestaties afvalinzameling
■
Vervanging wijkcontainers
5.14 Vervanging wijkcontainers
■
Sturen op de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte Beheervisie Handboek openbare ruimte Reclamebeleid Herinrichting Stadhuisplein Herinrichting Kaiserstraat en Rapenburg-west Herinrichting Volmolengracht Herinrichting Beestenmarkt Entree stationsgebied Herinrichting Breestraat Openbare toiletten Realiseren extra fietsparkeervoorzieningen
5.15 Verbetering van de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte
Handhavingsprogramma Handhavingsgrondslag Regulering gebruik openbare ruimte, invoering omgevingsvergunning Gevelreclame Ligplaatsenbeleid Brug Poelgeest
5.16 Verbetering van het gebruik van de openbare ruimte
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidsterrein
Overig
Ontwikkelingen in 2010 Kwaliteit Openbare Ruimte In 2010 is de ambitie opgepakt om tot een betere inrichting, beheer en waardering van de openbare ruimte te komen. De Kadernota kwaliteit Openbare Ruimte en het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte zijn in concept gereed (de bespreking in het college was in maart 2011). Hiermee wordt duidelijk gemaakt hoe wij als kennisstad op een duurzame manier met onze openbare ruimte willen omgaan. Daarnaast is het proces van Ontwikkelen Inrichten en Beheren op een haar na gereed. Hierin staat stapsgewijs uitgewerkt hoe te komen tot de gewenste ontwikkeling, inrichting en beheer van de openbare ruimte. En hieraan gekoppeld is het Beheerproces en beheersysteem openbare ruimte (ook wel BPS) verder ontwikkeld. Tot slot is begonnen met een Toets- en Adviescommissie Kwaliteit Openbare Ruimte. De commissie toetst intern aan Kadernota en Handboek en zorgt voor verbreding van kennis bij de betrokken afdelingen en externe partners. Andere producten waaraan in 2010 is gewerkt en die bijdragen aan het versterken van de kwaliteit van de openbare ruimte zijn het waterplan, het groenactieplan, het luchtkwaliteitplan en de ligplaatsenplannen. Natuur- en Milieueducatie De vertaling van beleidsdoelen naar praktijk gebeurt steeds vaker via natuur- en milieueducatie (NME). In 2010 is een belangrijke stap in deze ontwikkeling gezet. Hieronder staan de belangrijkste doelen die in 2010 zijn gehaald. ■ In het voorjaar is de nieuwbouw op de kinderboerderij in gebruik genomen. Hiermee zijn een leslokaal, publieksruimte (Weidezicht) en onderkomens voor medewerkers en dieren gerealiseerd. ■ In totaal werden 32 verschillende activiteiten aan het primair onderwijs aangeboden.Ruim 22.500 leerlingen van het primair onderwijs kwamen in 2010 in aanraking met natuur- en milieueducatie. Bij veldwerkprojecten voor het voortgezet onderwijs deden ruim 700 leerlingen mee. De activiteiten voor het onderwijs worden voor het overgrote deel ook ‘vertaald’ voor recreatief gebruik. Zo kunnen bijvoorbeeld bezoekers van het Koetshuis of het Reigersbos de natuurpaden zelf lopen en zijn de tentoonstellingen in deze centra toegankelijk voor het brede publiek. ■ In 2010 is op het gebied van communicatie richting doelgroepen een enorme slag gemaakt. De resultaten hiervan: een eigen huisstijl, modernisering van communicatiemiddelen, informatieborden over de dieren op de kinderboerderij. Er zijn wandelroutes gemaakt met behulp van routepalen in de parken rondom de bezoekerscentra en de kinderboerderij. De mogelijkheden voor bezoekers om rondom de locaties de natuur dichtbij te ontdekken zijn uitgebreid, o.a. door de rugzakjestochten in de seizoenen. ■ Digitalisering van het aanbod en de afname van activiteiten voor het primair onderwijs hebben geleid tot minder papiergebruik en lagere kosten van postverzendingen. ■ In 2010 is gestart met versterking van de samenwerking met partners. Contacten in Holland Rijnland zijn aangehaald en worden in 2011 uitgewerkt tot een subsidieaanvraag, samen met Centrum Jeugd en Gezin wordt een Peuterweide aangelegd (gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) en er is subsidie verkregen voor realisatie van Groene Schoolpleinen inclusief een vernieuwend NME-aanbod.
70 | Jaarverslag
Zo is natuur- en milieueducatie steeds meer een instrument om duurzaam denken en handelen te bevorderen; als verbindende schakel tussen gemeentelijke beleidsdoelen (water, energie, klimaat, biodiversiteit en groen) en de burger. Verzelfstandiging Stedelijk Beheer De overgang van taken en medewerkers van Stedelijk Beheer naar een regionaal beheerbedrijf (NV Contrei) heeft in 2010 niet plaatsgevonden. In het beleidsakkoord Samen Leiden is impliciet de opdracht aan de organisatie vastgelegd om aan te tonen dat de besparingen die voorzien waren bij de verzelfstandiging van Stedelijk Beheer ook gerealiseerd kunnen worden binnen de gemeentelijke context, alvorens definitief te besluiten om wel of niet over te gaan tot overdracht van taken en personeel aan de NV Contrei (voorheen NV BOR). Besluitvorming hierover zal in 2011 plaatsvinden. Om de gewenste verzakelijking te realiseren is begonnen met het vormgeven van het opdrachtgeverschap. Daarnaast is alles in het werk gesteld om de bedrijfsvoering van Stedelijk Beheer te verbeteren. Grip op kwaliteit In 2010 heeft een ontwikkeling plaatsgevonden met betrekking tot de schouw van de openbare ruimte. Daar waar tot nu toe geschouwd werd op basis van Grip op Kwaliteit is in 2010 een begin gemaakt met het omzetten van de GRIP normen naar CROW normen (dit zijn landelijk erkende en gebruikte normen, die het ook mogelijk maken om te benchmarken). Deze omzetting is de opmaat naar een nieuw kwaliteitmonitoringsysteem (op basis van CROW normen). Dit leidt tot een andere aanpak en toepassing van de schouw. De consequentie hiervan is dat er in 2010 geen schouw heeft plaatsgevonden. Er zal in 2011 twee keer een schouw worden gehouden. De resultaten van die schouw worden gebruikt als input voor de verdere ontwikkeling van het kwaliteit monitoring systeem op basis van de CROW normen.
Effecten en prestaties Doel 5.1 Vermindering van wateroverlast Prestatie-indicatoren Nr.
p5.1a
Omschrijving
Afkoppelen riolering
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
7,0 ha
9,3 ha
9,4 ha
Streefwaarde 2010
Bron
7,0 ha (2008) 14,3 ha (2009) 8,1 ha (2010) totaal 2008-2010 29,4 ha
Afdeling Stedelijk Beheer
Afkoppelen riolering Afkoppelen is het loskoppelen van waterafvoer van verharde oppervlakken (zoals daken, straten en sommige parkeerterreinen) van de riolering. In 2008, 2009 en 2010 is in totaal 25,7 hectare afgekoppeld. In uitvoering is 5 ha. in de Fruitbuurt. Het afkoppelprogramma Willem de Zwijgerlaan e.o. ( ca. 6,5 ha) is uitgesteld tot 2012 in verband met reconstructiewerkzaamheden. Op de volgende locaties zijn voorzieningen getroffen ter voorkoming van wateroverlast: Langegracht 135 – 145; Schelpenkade; Herenstraat. Aan een ingenieursbureau is opdracht verstrekt om te adviseren en mogelijke oplossingen aan te dragen voor de problemen met wateroverlast op locaties aan de Boerhaavelaan en aan het Plantsoen.
Doel 5.2 Verbetering van de waterkwaliteit Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p5.2a
Percentage gerealiseerd oppervlak open water t.o.v. extra verhard oppervlak (per jaar)
15%
15%
15%
15%
15%
Team Stadsruimte
p5.2b
m3 baggerslib conform baggerbeheerplan
14.335
7.900
11.406
4.300
7.500
Afdeling Stedelijk Beheer
Realiseren van een BergingsRekeningCourant (BRC) Bij toename van verharding van het oppervlak door aanleg van wegen, paden en pleinen is 15% extra open water vereist. De gemeente is in 2008 samen met het hoogheemraadschap van Rijnland begonnen met het bijhouden van een waterbalans, de BergingsRekeningCourant (BRC). Van iedere ruimtelijke ontwikkeling wordt
Jaarverslag | 71
bijgehouden wat de effecten op het watersysteem zijn. Hierdoor ontstaat een waterbalans per watersysteem, met als grootste systeem het boezemwatersysteem, naast de vele kleinere aparte polders. Door de BRC ontstaat er een beperkte mate van flexibiliteit doordat compensatie van verhardingen elders in het watersysteem op beperkte schaal mogelijk wordt. Een neutrale of positieve waterbalans is het uitgangspunt. Baggerbeheerplan In Leiden wordt jaarlijks in meerdere waterwegen gebaggerd zodat ze voor langere tijd op doorvaarbare diepte blijven. Hiervoor wordt een planning gebruikt, die gebaseerd is op het baggerbeheerplan 2000-2004. In 2010 is ca. 4.300 m3 bagger verwijderd. De streefwaarden voor het baggeren zijn niet gehaald doordat de voorbereiding van het werk (het maken van het bestek) meer tijd heeft gekost en een groot deel van de verwijderde bagger was vervuild. De kosten voor afvoeren en storten van vervuilde bagger zijn een stuk hoger ten opzichte van niet vervuilde bagger, waardoor er binnen het beschikbare budget minder baggerwerkzaamheden zijn uitgevoerd dan oorspronkelijk was gepland. De overdracht van stedelijk water aan het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft (nog) niet plaatsgevonden. Sinds eind 2010 vindt ambtelijk overleg plaats in verband met de voorbereiding op de overdracht van stedelijk water. In 2010 is bestuurlijk overeenstemming bereikt over de wijze waarop deze overdracht wordt gerealiseerd. Dit is ambtelijk opgepakt en uitgewerkt in een definitief voorstel in de eerste helft van 2011.
Doel 5.3 Versterking van de belevingswaarde en recreatieve waarde van water en oevers Effectindicatoren Nr.
e5.3a
Omschrijving
Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van water in Leiden
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
7,1
-
7,0
Streefwaarde 2010
Bron
7,0
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
500
Team Stadsruimte
Prestatie-indicatoren Nr.
p5.3a
Omschrijving
Aanleg natuurvriendelijke oevers per jaar in meters
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
2.000
1.500
1.500
Opengraven historische gracht In 2010 is een technisch haalbaarheidsonderzoek verschenen naar de mogelijkheden tot het heropenen van grachten in Leiden, specifiek de Lange en Stille Mare. Hiervan zijn tevens de kosten in beeld gebracht. De planning is dat in 2011 vervolgonderzoek plaatsvindt naar het draagvlak en de financiële dekking van het opengraven van een gedempte historische gracht, zoals ook opgenomen in het Waterplan. De groene Singelrand In 2010 is er een visie verschenen op de Singels. Het doel is de singelrand als recreatieve, wandel-, vaar- en recreatieroute te benutten. Daarnaast is, conform het programma Binnenstad, gewerkt aan een ruimtelijk structuurplan inclusief raming voor de singels. De structuurvisie: ‘De Leidse Singels; het langste park van Nederland’ verschijnt in februari 2011. In 2011 wordt aan de Raad een besluit voorgelegd middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het plan. Aanleg van natuurvriendelijke oevers De aanleg van minimaal 500 strekkende meter natuurvriendelijke oever per jaar geschiedt conform het Waterplan en verhoogt de belevingswaarde van water en groen. Natuurvriendelijke oevers hebben meerdere positieve effecten op de omgeving. De hellinghoek van de oevers wordt minder steil gemaakt, waardoor hier riet en andere planten kunnen groeien. De planten hebben een zuiverende werking op het water en zorgen zo voor een betere waterkwaliteit. In de begroeiing kunnen allerlei dieren leven, hetgeen weer een positief effect heeft op de biodiversiteit. Het Waterplan geeft reeds een richting aan, maar de uiteindelijke locatiekeus doet de gemeente in samenspraak met bewoners. In 2010 zijn onder andere de oevers van de wateren bij de Coebel en de Nicolaas Beetslaan natuurvriendelijk ingericht (ruim 1, 5 km tezamen) Daarnaast zijn de plannen gemaakt voor de oevers in Leiden Noord en bij de Toussaintkade. Sinds 2008 zijn de meest voorname locaties voor natuurvriendelijke oevers aangepakt. Vanaf 2012 betaalt het hoogheemraadschap van Rijnland niet meer mee aan de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Daarom wordt de ambitie vanaf 2012 verlaagd naar 250 meter.
72 | Jaarverslag
Doel 5.4 Verbetering van de ecologische en recreatieve verbindingen van de stad met de regio Effectindicatoren Nr.
e5.4a
Omschrijving
Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen in de omgeving van Leiden
Realisatie
Streefwaarde 2010
Bron
7,4
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
1,9
1,9
Team Stadsontwerp en Stadsruimte
14,5
11,5
Team Stadsontwerp en Stadsruimte
2007
2008
2009
2010
-
7,3
-
7,3
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
p5.4a
Oppervlak in hectare met kwaliteitsimpuls groen in grootschalige projecten in de stad (per jaar)
p5.4b
Oppervlak in hectare met kwaliteitsimpuls groen in grootschalige projecten in de regio (per jaar)*
Realisatie 2007
2008
-
2,2
2009
2010
*) In de Boterhuispolder is een kwaliteitsimpuls voor 10 hectare weidegrond en 4,5 hectare wateropgave in gang gezet. Het betreft 7000 meter paden, 5500 kubieke meter watergang en circa 30 objecten. Investeringen in groenstructuren in de regio In 2010 heeft de regionale samenwerking goed vorm gekregen. Samen met een vijftal buurgemeenten en het hoogheemraadschap van Rijnland is er een concept uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin de ambitie voor de komende jaren is neergelegd. Dit uitvoeringsprogramma mondt uit in een samenwerkingsovereenkomst, die begin 2011 wordt vastgesteld. De eerste regionale projecten op het gebied van versterken van groenstructuren en het aanleggen van groen-recreatieve routes zijn in 2010 in de uitvoeringsfase gebracht en ook is een aantal nieuwe projecten opgestart. Het draagvlak bij alle betrokkenen is groot, de collegewisselingen hebben hier geen wijziging in gebracht. De Leidse rol als trekker wordt in de regio zeer gewaardeerd. De stichting Land van Wijk en Wouden heeft eveneens een aantal projecten in uitvoering weten te brengen. De stichting heeft haar plek in de Leidse organisatie gevonden en de samenwerking verloopt goed.
Jaarverslag | 73
Doel 5.5 Behoud van het groenareaal en verbetering van de kwaliteit van grootschalig groen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e5.5a
Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen in Leiden
-
7,1
-
7,0
7,0
Stadsenquête
e5.5b
Beeldkwaliteit bomen, beplanting, gras*
2
2
2
-
2
Schouw openbare ruimte
* in 2010 is geen schouw uitgevoerd, zie de alinea over Grip op kwaliteit aan het begin van dit hoofdstuk. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p5.5a
Aantal gerenoveerde parken en bijbehorend oppervlak (per jaar)
1 7,1 ha
1 2,2 ha
5 10 ha
1 1,6 ha
1 1,6 ha
Team Stadsontwerp
p5.5b
Aantal beheerplannen parken gericht op variatie en kwaliteit van stadsnatuur (cumulatief)
7
7
10
12
12
Team Stadsontwerp
p5.5c
Aantal metingen en analyses Stadsnatuurmeetnet (gemeten soortgroepen van planten en dieren, eens per twee jaar)
-
1 meting
-
1 meting
-
Team Stadsruimte
Renovatie en beheerplannen parken In 2010 is de renovatie van park de Bult gestart. Het ontwerp is gemaakt met de betrokkenheid van omwonenden, bedrijventerrein Roomburg en gebruikers van het park (zoals wielervereniging Swift). Bij de vaststelling van de begroting 2011 is een amendement ingediend waarbij het krediet wordt vastgehouden. Er komt een inhoudelijk raadsvoorstel met daarin opgenomen het ontwerp en een rapportage van een milieukundig onderzoek dat wordt uitgevoerd in 2011. De planning van de uitvoering van de renovatie is afhankelijk van het raadsbesluit. De parken Merenwijk, Oud-Hortuszicht en Entree Blekerspark zijn afgerond. Het Stevenspark in de Stevenshof is grotendeels uitgevoerd in 2010, in 2011 wordt het afgerond. De werkzaamheden voor de herinrichting van de Tuin van Noord gaan in 2011 door. Bloembakken en hanging baskets Passend in het Programma Binnenstad hebben in 2010 op 13 locaties de zomerbloeiers in bloembakken en hanging baskets extra kleur gegeven aan de binnenstad. Mede op basis van de evaluatie heeft de raad besloten dit project tot 2014 voort te zetten en heeft daartoe tot een begrotingswijziging besloten. Aanleg archeologisch park Matilo De ontwikkeling van het park zal in vier fasen verlopen en vindt tussen 2009 tot en met 2012 zijn beslag. In 2010 is de eerste fase aangelegd. Verder zijn in dit jaar uitvoeringsbesluiten voor fase 2 en 3 door de gemeenteraad goedgekeurd. In Perspectiefnota 2010-2013 is voor fase 1 t/m 3 een reservering gemaakt voor de beheerkosten van het park. Eind 2010 is door Holland Rijnland € 950.000 beschikbaar gesteld om in 2011 de vierde fase uit te werken, zodat een aansluiting met de Van der Madeweg wordt gerealiseerd en het park een entree krijgt. Hiermee krijgt het park een regionale functie. Er komt voor fase 4 een uitvoeringsbesluit waarin de aanvullende beheerkosten worden opgenomen. Groene daken In 2010 zijn groene daksystemen op gemeentelijke schoolgebouwen gerealiseerd, in totaal ruim 1200 m2 groene dakbedekking. De pilot op de balkons van het Stadsbouwhuis is niet doorgegaan vanwege de verbouwing van het Stadsbouwhuis. Werkzaamheden voor de verbouwing zouden via de balkons uitgevoerd moeten worden. Op basis van een onderzoek van de Vrije Universiteit naar stimuleringsmaatregelen voor groene daken is afgezien van een subsidiebudget voor groene daken. Stadsnatuurmeetnet Het Stadsnatuurmeetnet is naar aanleiding van de evaluatie in 2009 efficiënter gemaakt. In 2010 is met de aangepaste methode een nieuwe meetronde gehouden. De gegevens van deze meetronde worden in 2011 geanalyseerd. De gegevens worden gebruikt om conflicten met Flora- en Faunawet te voorkomen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Ook worden veranderingen in de natuurwaarden en de effecten van
74 | Jaarverslag
beheer gemonitord en wordt de informatie gecommuniceerd naar de bewoners. Dit laatste gebeurt onder meer door de gegevens op de voor bewoners toegankelijke website te zetten.
Doel 5.6 Vermindering meeuwenoverlast Effectindicatoren Nr.
e5.6a
Omschrijving
% bewoners dat veel last ondervindt van meeuwen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
29%
26%
28%
34%
Streefwaarde 2010
Bron
23%
Stadsenquête
Maatregelen gemeente In 2010 is de bestaande aanpak met betrekking tot de bestrijding van meeuwenoverlast geëvalueerd. Op grond van deze evaluatie is een nieuw Plan van Aanpak bestrijding meeuwenoverlast opgesteld. Dit plan is de basis voor een doorstart van de aanpak van de meeuwenoverlast voor de periode 2011-2014. Er is gestreefd naar een integrale en brede aanpak van de meeuwenoverlast. Integraal omdat meerdere interventies tegelijk uitgevoerd worden. Eén simpele oplossing is er namelijk niet. Breed omdat zo diverse aspecten van de overlast worden aangepakt. In januari 2011 heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden over dit integrale plan van aanpak. Bewustwording bewoners Uit de stadenquête 2010 blijkt dat het percentage mensen dat aangeeft last te ondervinden van meeuwen is gestegen naar 58%, tegenover bijna de helft van de Leidenaren in voorgaande jaren. Het percentage van het aantal mensen dat aangeeft veel overlast te hebben van meeuwen is in 2010 34%. In 2009 was dit 28%. Dit betekent een stijging. Het nieuwe Plan van Aanpak is gericht op het beperken van deze door bewoners ervaren overlast.
Doel 5.7 Vermindering van hinder van mankementen aan objecten in de openbare ruimte Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e5.7a
Beeldkwaliteit diverse objecten*
2
2
2
-
2
Schouw openbare ruimte
e5.7b
Beoordeling onderhoud van straten en wegen in eigen wijk
6,5
6,6
6,5
6,7
6,8
Stadsenquête
* in 2010 is geen schouw uitgevoerd, zie de alinea over Grip op kwaliteit aan het begin van dit hoofdstuk. Prestatie-indicatoren Nr.
p5.7a
Omschrijving
Percentage klachten m.b.t. openbare ruimte die binnen de gestelde tijd zijn afgehandeld
Realisatie 2007
2008
2009
2010
88%
89%
79%
82%
Streefwaarde 2010
Bron
90%
Servicepunt woonomgeving
Adequate afhandeling meldingen Servicepunt Woonomgeving Helaas is de doelstelling voor de afhandeltermijn voor klachten over de openbare ruimte, die is gesteld op 90%, niet gehaald. Dit percentage is blijven steken op 82%. Ook in 2009 is de norm niet gehaald. Uit een eerste analyse blijkt dat het niet behalen van de norm is te wijten aan de volgende omstandigheden bij de afdeling Stedelijk Beheer: ■ intensieve en langdurige inzet in de gladheidbestrijding; ■ aanzienlijk ziekteverzuim; ■ piekhoeveelheden in meldingen (zoals van wateroverlast) die administratief niet tijdig konden worden verwerkt; ■ onrust onder het uitvoerend personeel vanwege de verzakelijking in de bedrijfsvoering en een mogelijke overgang naar een regionaal beheerbedrijf.
Jaarverslag | 75
Er wordt een nadere analyse gemaakt naar het niet behalen van de streefwaarden in 2009 en 2010. Hierin evalueert de gemeente ook of de gestelde afhandeltermijnen in alle gevallen realistisch zijn. Basiskaart Grootschalige Topografie In 2010 is de basis gelegd voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie. Eerst heeft een aanbesteding plaatsgevonden voor de keuze van een database-leverancier. Met Nedgraphics zijn wij begonnen met de inrichting van de database-structuur. De huidige grootschalige basiskaart is opgewerkt, zodat er een koppeling kan worden gemaakt met administratieve bestanden. Dit was een cruciale vereiste om in 2011 te starten met de Europese aanbesteding van een integraal beheerpakket voor de openbare ruimte van Leiden. Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) In 2010 is het grootste en belangrijkste deel van alle kabels en leidingen in beheer van de gemeente Leiden in kaart gebracht en gedigitaliseerd conform de WION-eisen. Er is een automatische ontsluiting op het kadaster van ondergrondse netwerken in beheer van de gemeente Leiden. Beleid voor de ondergrond Met het vaststellen van de capaciteitsplanning voor 2010 heeft het college op voorstel van de concerndirectie de keuze gemaakt om het ontwikkelen van (kaderstellend) beleid met betrekking tot de ondergrond uit te stellen. Er is in 2010 dus geen beleid met betrekking tot de ondergrond ontwikkeld.
Doel 5.8 Verbetering luchtkwaliteit Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
e5.8a
Aantal bewoners dat is blootgesteld aan NO2 boven de grenswaarde (40 μgr/m3 jaargemiddelde) langs hoofdwegen*
2008
2009
430 570 bewoners bewoners (11 (9 (10 wegen) wegen) wegen)
2010 -
Streefwaarde 2010
Bron
400 bewoners
Milieudienst West-Holland
*) Het ministerie stelt de rekenresultaten van de luchtkwaliteit jaarlijks beschikbaar. De wijze waarop de resultaten worden berekend is veranderd ten opzicht van de voorgaande jaren. De aangeleverde gegevens worden gebundeld in de rapportageluchtkwaliteit. In de rapportageluchtkwaliteit 2009 zijn de resultaten niet meer per wegvak maar per rekenpunt weergegeven. Hierdoor is het niet langer mogelijk om het aantal blootgestelden vast te stellen. Wel is bekend op welke hoofdwegen de grenswaarden voor luchtverontreiniging door stikstofdioxide (NO2, grenswaarde 40 µg/m3) wordt overschreden. In 2009 waren dit 3 provinciale wegen (Europaweg, Lammenschansplein, Voorschoterweg) en 11 gemeentelijke hoofdwegen (Willem van der Madeweg, Hoge Rijndijk, Levendaal, Churchilllaan, Oranjeboomstraat, Plesmanlaan, Hooigracht, Haagweg, Schipholweg (tunnelmonden), Pelikaanstraat, Noordeinde). Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p5.8a
Percentage gemeentelijke vracht-auto's met motoren minimaal Euro-4
10%
-
78%
100%
70%
Afdeling Stedelijk Beheer
p5.8b
Percentage gemeentelijke lichtere bedrijfswagens uitgerust met roetfilter
-
-
50%
90%
80%
Afdeling Stedelijk Beheer
Communicatie rondom luchtkwaliteit Via de communicatiecampagne Leidse Luchtwerken vraagt de gemeente jaarlijks aandacht aan haar inwoners over de noodzaak en de inspanningen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Het doel van deze campagne is de Leidse bevolking bewuster te maken van de luchtproblematiek in de stad. Verder wil de campagne bereiken dat Leidse inwoners positief staan tegenover de initiatieven en maatregelen die de gemeente treft rondom de verbetering van luchtkwaliteit in de stad. In het kader van de campagne zijn in de afgelopen jaren verschillende Luchtwerken gelanceerd, zoals de Uitlatenboom in de Hortus en theatervoorstellingen van Fields of Wonder in de Hooglandse Kerk. Eind 2009 gaf Brass en Marchingband K & G een goed bezocht blazersconcert in de Pieterskerk. In 2010 vond een ‘Leidse Luchten’ fotowedstrijd plaats, een ‘Luchtig en Transparant’ textielexpositie en sloot het jaar af met twee nieuwe ‘Luchtfiets’routes door de Leidse stadsnatuur. In het eerste kwartaal van 2011 volgt het afsluitende Leidse Luchtwerk, getiteld ‘Luchtpost’.
76 | Jaarverslag
Schoon en milieuvriendelijk gemeentelijk wagenpark De gemeentelijke vrachtwagens moeten voldoen aan de Europese emissienorm voor voertuigen. De vrachtwagens hebben in 2010 allemaal een euro 4 motor (ook euro 3 met roetfilter) status gekregen. De streefwaarde van 80% voor gemeentelijke lichtere bedrijfswagens is eveneens gehaald. Van de 37 dieselauto’s heeft meer dan 90 % minimaal een euro 4 motor. De streefwaarde van 70% in 2010 is daarmee ruim gehaald. Er rijden momenteel nog 8 lichtere bedrijfswagens op aardgas. Aan de Willem de Zwijgerlaan is een aardgasvulpunt gerealiseerd waar de gemeente een vaste gebruiker van is. Op basis van de doelstellingen voor duurzame inkoop wordt bij vervanging van wagens de milieuvriendelijke variant als optie overwogen. Invoeren milieuzone voor vrachtwagens De milieuzone in de binnenstad van Leiden is vanaf 1 januari 2010 in werking getreden. Na een gewenperiode van drie maanden waarin waarschuwingen aan overtreders zijn uitgedeeld, is overgegaan op beboeten van overtreden. Ondernemers zijn via de landelijke organen of via gericht toezenden van flyers geïnformeerd. Ook omdat milieuzones in enkele andere steden als Utrecht, Amsterdam en Den Haag al in werking waren, is de invoering van de milieuzone Leiden soepel verlopen.
Doel 5.9 Vermindering geluidsoverlast Effectindicatoren Nr.
e5.9a
Omschrijving
% Leidenaren dat vindt dat geluidsoverlast door verkeer vaak voorkomt
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
15%
17%
14%
2007
2008
2009
2010
-
80
95
45
Streefwaarde 2010
Bron
10%
Veiligheidsmonitor
Streefwaarde 2010
Bron
40
Milieudienst West-Holland
Prestatie-indicatoren Nr.
p5.9a
Omschrijving
Aantal gesaneerde woningen op de A-lijst
Realisatie
Saneren woningen A-lijst In Leiden staan 760 woningen op de A-lijst die een te hoge hinder van verkeerslawaai hebben en waar geluidssanering plaats moet vinden. Het doel van het rijk is om al deze woningen in 2020 gesaneerd te hebben. In het meerjaren ontwikkelings programma is het doel geformuleerd om 210 woningen gesaneerd te hebben per 1-1-2010. Dit doel is niet volledig gehaald. Het restant te saneren woningen is verwoord binnen de afspraken van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3). De realisatie van deze ambitie is afhankelijk van de volgende tranche van rijksgelden (ISV3). In 2010 is door gemeente Leiden een raamcontract gesloten met een aantal aannemers (via openbare aanbesteding) voor een periode van drie jaar met uitloopmogelijkheid tot vijf jaar. Hierdoor waren de aannemers in staat om een aantrekkelijk aanbod te kunnen doen en wordt tijd en geld bespaard door niet steeds aparte aanbestedingstrajecten per project te hoeven doorlopen. In 2010 zijn in totaal 45 woningen afgeschreven van de A-lijst, hetgeen betekent dat de gevel van deze woningen daadwerkelijk gesaneerd is of dat de eigenaren geen gebruik wilden maken van de regeling (en zij ook formeel van hun recht daartoe afstand hebben gedaan).
Doel 5.10 Bodemsanering In 2009 is het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties ondertekend door VROM, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen. In lijn met de afspraken uit het convenant diende de gemeente Leiden eind 2010 een opgave te doen van de humane spoedlocaties, zijnde die locaties waar mogelijk sprake is van gezondheidsrisico’s. Uiteindelijk doel is de locaties met risico’s uiterlijk in 2015 te hebben gesaneerd dan wel de risico’s van bodemverontreiniging te hebben beheerst. Namens de gemeente Leiden heeft de Milieudienst deze inventarisatie uitgevoerd. Eind 2010 bleek sprake te zijn van 7 humane spoedlocaties. In voorkomende gevallen zijn al de nodige tijdelijke beveiligingsmaatregelen genomen of worden deze op korte termijn genomen. Daarnaast is bij 7 locaties nog onduidelijk of sprake is van humane spoed. Bij deze locaties wordt nog (nader) onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of sprake is van humane spoed. Los van deze historische bedrijfslocaties blijkt de bodem door eeuwenoud gebruik door de mens ook diffuus verontreinigd. De diffuse verontreinigingen in combinatie met een gevoelig bodemgebruik zou kunnen leiden tot humane risico’s. In dat kader heeft de Milieudienst in 2010 onderzoek laten uitvoeren op de volkstuincomplexen en kinderspeelplaatsen in Leiden. Bij geen van de volkstuincomplexen zijn in de bovengrond gehaltes aangetroffen boven de interventiewaarde.
Jaarverslag | 77
Bij het onderzoek op de kinderspeelplaatsen heeft een selectie plaatsgevonden van de in totaal ruim 300 speelplaatsen in Leiden. Uitkomst van het onderzoek is dat bij geen van de onderzochte speelplaatsen gehaltes in de contactzone zijn aangetroffen op grond waarvan humane risico’s te verwachten zijn. Daarmee is vervolgonderzoek op de overige speelplaatsen niet nodig.
Doel 5.11 Voeren van effectief klimaatbeleid Uitvoering klimaatprogramma In 2010 zijn op verschillende thema's uit het klimaatprogramma resultaten behaald: Thema duurzame overheid: Gemeentelijke gebouwen: Besparingspotentieel gemeentelijke gebouwen is onderzocht. Er is een overzicht van energieregistratiesystemen en handvatten voor instructies voor implementatie bij gemeenten Duurzaam inkopen: Duurzaam inkopen staat op de gemeentelijke agenda. De inkoop van elektriciteit is 100% groen en de gemeente hanteerd de criteria van duurzaam inkopen. Er is inzicht in het besparingspotentieel bij ICT, uit onderzoek blijkt dat hier flinke besparingen (tot 40% op werkplekken en 17% in ICT ruimten) mogelijk zijn. Openbare verlichting: Er is een regionale notitie Licht in 't Zicht opgesteld. Deze nota bevat concrete maatregelen die de gemeente kan opnemen in het beleidsplan openbare verlichting. Thema bestaande woningbouw: In de Lage Mors is een pilot gehouden over wijkgerichte aanpak van energiebesparing. In de wijkgerichte aanpak wordt een campagne opgezet om eigenaren/bewoners aan te zetten en te verleiden tot het daadwerkelijk nemen van energiebesparende maatregelen. De evaluatie van deze en andere wijkgerichte aanpakmethoden volgt binnenkort (voorjaar 2011). Er zijn diverse campagnes gehouden om het energieservicepunt te promoten (www.energievoordetoekomst.nl). Zo is er een kortingsactie voor spouwmuurisolatie geweest. Tijdens de looptijd van de actie, maar ook in de wijkgerichte pilot is een duidelijke toename zichtbaar van het aantal bezoekers en offerte aanvragen. Thema nieuwbouw: Energie is standaard onderdeel in ruimtelijke plannen via het regionale beleidskader duurzame stedenbouw en de DuBoplus (duurzaam bouwen) richtlijn. Tevens zijn trainingen gehouden onder (bouw)toezichthouders met betrekking tot controle van de energieprestatie (EPC). Thema bedrijven: Er vindt branchegericht toezicht plaats; er is een convenant met supermarkten afgesloten over dagafdekking van de koeling. Tevens is er regionaal een koploperproject MKB uitgevoerd in samenwerking met de Kamer van Koophandel en de Rabobank: 25 bedrijven hebben een energiescan uit laten voeren en diverse bedrijven voeren nu op basis van de onderzoeksresultaten energiebesparende maatregelen uit. Thema duurzame energie: Het energiebesparingspotentieel van gemeentelijk groenafval is onderzocht. Dit groenafval wordt benut voor productie van duurzame energie (biogas). In het kader van het stroomversnellerproject heeft de provincie een afspraak met gemeente Leiden om de mogelijkheden nader te onderzoeken. Een ander project in het kader van de stroomversneller is het versnellen van de plaatsing van windturbines binnen de gemeente. Dit project loopt nog. Thema duurzame mobiliteit: Marktpartijen en maatschappelijke organisaties hebben gezamenlijk een concept ontwikkeld om hun bedrage aan de CO2-reductie doelstelling te leveren. Dit heeft geresulteerd in het Clean Mobility Center Leiden (CMC). Het CMC is gevestigd op het parkeerterrein aan de Haagweg. De ondernemers en gemeente bieden bezoekers duurzame vervoermiddelen aan om zich in de stad te verplaatsen (elektrische fietsen en brommers, elektrische stadsbus). Ook kunnen bezoekers informatie krijgen over duurzame mobiliteit. De pompstationhouder aan de Willem de Zwijgerlaan heeft een aardgasvulpunt gerealiseerd, dit is eind 2010 geopend.
78 | Jaarverslag
Doel 5.12 Vermindering zwerfvuil in openbare ruimte Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e5.12a
Beoordeling onderhoud eigen wijk: rapportcijfer vegen straten en wegen
6,6
6,6
6,6
6,7
6,7
Stadsenquête
e5.12b
% burgers dat 'geen' tot 'een beetje' overlast heeft van zwerfvuil
68%
72%
72%
68%
70%
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
2
Schouw openbare ruimte
Prestatie-indicatoren Nr.
p5.12a
Omschrijving
Beeldkwaliteit diverse objecten t.a.v. zwerfvuil*
Realisatie 2007
2008
2009
2010
2
2
2
-
* in 2010 is geen schouw uitgevoerd, zie de alinea over Grip op kwaliteit aan het begin van dit hoofdstuk. Zwerfvuil in de stad bepaalt in grote mate hoe burgers en bezoekers de schoonheid en leefbaarheid van de stad ervaren. Om het zwerfvuil in de stad zoveel mogelijk te beperken is begin 2010 gestart met de methodiek “beeldgestuurd vegen”. Deze aanpak sluit nauw aan bij het meer op beeldkwaliteit sturen en resultaatgericht werken. Om de kwaliteit van de nieuwe werkmethodiek goed te kunnen beoordelen wordt deze sinds begin 2010 volgens de systematiek van het CROW getoetst en niet meer via GRIP op Kwaliteit. De CROW systematiek is verfijnder, objectiever en de uitkomsten ervan zijn beter vergelijkbaar met die van andere gemeenten. Het gehanteerde beeldkwaliteitniveau 2 van GRIP komt overeen met schoonheidsgraad A en B van CROW. Op dit moment wordt het centrum van Leiden op A-niveau onderhouden en de andere gebieden op B-niveau.
Doel 5.13 Verbetering milieuprestaties afvalinzameling Jaarlijks wordt in Gevulei-verband een aantal beleidsmatige projecten uitgevoerd die betrekking hebben op het verbeteren en intensiveren van de gescheiden afvalstromen. Eén van deze projecten is de afvalstoffencampagne. Het plan omvat een campagne voor 2009 en 2010 waarin de afvalfracties (o.a. papier, glas, kunststof en textiel) op verschillende momenten worden uitgelicht. De communicatiecampagne volgt een twee-sporen beleid: een gezamenlijke en een individuele aanpak voor de Gevulei deelnemers. In 2010 is een evaluatie van de campagne gestart. Op basis van deze evaluatie zal in 2011 de campagne mogelijk worden bijgestuurd. In 2010 heeft de gemeente Leiden deelgenomen aan de landelijke compostdagactie. Deze actie wordt jaarlijks georganiseerd door de Vereniging Afvalbedrijven, in samenwerking met de composteerbedrijven, in dit geval de composteerder van Gevulei, Delta Milieu Composteren. De actie is bedoeld om inwoners te bedanken voor het scheiden van GFT van het restafval, zodat het bewerkt wordt tot compost. Op twee locaties in de gemeente is compost uitgedeeld aan bewoners. In 2009 is in Gevulei verband gewerkt aan een nieuw contract voor afvoer en verwerking van Klein Gevaarlijk Afval, voor de periode vanaf 1 januari 2010. Het huidige contract met AVR/ Van Gansewinkel liep af op 1 januari 2010. Op basis van de gestelde gunningscriteria heeft Van Vliet Groep - Milieudienstverleners de opdracht gekregen. Van Vliet Groep is onderdeel van de Shanks Groep. Van Vliet Groep vraagt voor 2010 en 2011 € 0,24 all in per kilogram voor klein gevaarlijk afval. Voor 2012 en 2013 heeft zij een prijs afgegeven van € 0,25 all in per kilogram. Gevulei betaalde aan de bestaande verwerker in 2009 een all- in prijs van € 0,63 per kilogram. Dit betekent dus een forse prijsverlaging. Sinds 1 maart staan in Leiden in de directe omgeving van de winkelcentra en bij containerverzamelplaatsen containers voor de inzameling van plastic afval. De mogelijkheden tot gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval zijn bewust beperkt gehouden. Onderzoek wijst namelijk uit dat het positieve milieu-effect van kunststoffen scheiden in grote gemeenten tegenvalt. Er zijn in de nabije toekomst alternatieven die (veel) beter voor het milieu zijn. De gemeente Leiden onderzoekt momenteel de mogelijkheden daartoe.
Doel 5.14 Vervanging wijkcontainers In 2010 is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor terugdringing en vervanging van het aantal wijkcontainers in Leiden op basis van een door het college vastgestelde voorkeursvolgorde van inzamelmiddelen van maart 2010:
Jaarverslag | 79
■ individuele inzamelmiddelen (minicontainers) hebben de voorkeur; ■ bij collectieve voorzieningen hebben inpandige oplossingen de voorkeur; ■ alleen indien inpandige oplossingen niet mogelijk zijn, vormen de collectieve voorzieningen een optie. Daarbij gaat vanwege de kwaliteit van de openbare ruimte de voorkeur uit naar ondergrondse systemen in plaats van bovengrondse systemen. Het onderzoek heeft geresulteerd in een drietal scenario’s voor het vervangen en terugdringen van de wijkcontainers. In 2011 wordt onderzocht wat hiervan de effecten zijn op de bedrijfsvoering bij de inzamelaar van het huishoudelijk afval. Hoeveel wijkcontainers uit het straatbeeld verdwijnen en hoeveel vervangen zullen moeten worden is nog niet bekend.
Doel 5.15 Verbetering van de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte Effectindicatoren Nr.
e5.15a
Omschrijving
Rapportcijfer woonomgeving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
7,3
7,3
7,3
Streefwaarde 2010
Bron
7,4
Veiligheidsmonitor
Streefwaarde 2010
Bron
450
Team Stadsontwerp
Prestatie-indicatoren Nr.
p5.15a
Omschrijving
Realiseren van fietsparkeervoorziening via 700 plaatsen op straat in het centrum
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
-
0
172
Sturen op de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte / Beheervisie In 2010 is gestart met het vastleggen van de kaders voor het ontwerp en beheer van de openbare ruimte in de zogenaamde Kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025. Deze kadernota is in nauwe samenwerking met het Handboek kwaliteit openbare ruimte 2025 ontwikkeld. De Kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025 wordt in het voorjaar 2011 aan de Raad aangeboden. Handboek openbare ruimte In 2010 is onder leiding van het team Stadsruimte integraal gestart met het maken van een Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte. Hierin worden de kaders voor het ontwerp en beheer van de openbare ruimte verder uitgewerkt en aangevuld met een modellenboek voor de inrichting en een materialenlijst voor ondermeer het materiaalgebruik en het straatmeubilair. Het Handboek wordt in het voorjaar van 2011 opgeleverd. Reclamebeleid In 2010 is een nieuw kaderstellend reclamebeleid ontwikkeld. Dit richt zich uitsluitend op beleid voor de reclame die geen gevelreclame is. De hoofddoelstellingen bieden handvatten voor toepassing, toetsing en handhaving van buitenreclame en ondersteunen de kwaliteit van de openbare ruimte. De financiële mogelijkheden van het reclamebeleid worden in beeld gebracht. Onderzocht wordt hoe met de aanbesteding en implementatie van reclameuitingen de beeldkwaliteit van nieuwe evenementen (driehoeks)borden, van mupi's, banieren en doeken kan worden verbeterd. Er wordt onderzocht op welke manier de reclame opbrengsten ingezet kunnen worden voor de opwaardering van de openbare ruimte. In 2011 zal dit nieuwe beleid aan het college ter vaststelling worden aangeboden. Herinrichting Stadhuisplein De werkzaamheden zijn in 2010 afgerond. De kastanje op de Vismarkt bleek enigszins instabiel te zijn. Hierom is er een tijdelijke constructie gemaakt voor de ondersteuning, in afwachting van de definitieve constructie. Deze wordt begin 2011 ontworpen en gerealiseerd. Herinrichting Kaiserstraat en Rapenburg-west De Kaiserstraat en het Rapenburg-west worden heringericht om het verblijfsklimaat te verbeteren. Omdat er enkele parkeerplaatsen verdwijnen, o.a. omdat de huidige plaatsen niet aan de norm voldoen, is een parkeerbesluit nodig. Deze procedure loopt begin 2011. Hierna wordt met de werkvoorbereiding begonnen en worden de werkzaamheden naar verwachting in de tweede helft van 2011 uitgevoerd. Herinrichting Volmolengracht De Volmolengracht wordt heringericht om de doorstroming van het verkeer en het verblijfsklimaat te verbeteren. De bomenstructuur krijgt een kwaliteitsimpuls. Het verkeersbesluit wat voor de herinrichting
80 | Jaarverslag
moet worden genomen is nog in procedure. Als deze is afgerond kan de voorbereiding en uitvoering in 2011 plaatsvinden. Herinrichting Breestraat Dit betreft de uitvoering van eenvoudige herinrichtingsingrepen om op korte termijn het verblijfklimaat te verbeteren en daarmee de Breestraat als vestigingslocatie te verbeteren. In 2010 zijn de verkeerslichten ter hoogte van de Maarsmansteeg vervangen door een kleiner model. Er is extra gehandhaafd op het inrijverbod. Besloten is dat de boombakken blijven staan, ze vormen geen probleem voor de veiligheid. De beplanting is op orde gemaakt. Schadeplekken aan de verharding zijn hersteld. En er zijn snelheidsmetingen uitgevoerd waarbij is geconstateerd dat er niet stelselmatig te hard wordt gereden. Een deel van het budget is nog beschikbaar zodat er in 2011 een vervolg komt. Entree stationsgebied en herinrichting Beestenmarkt De kwaliteit van het gebied is verbeterd door verscheidene ingrepen in de openbare ruimte (inrichting Beestenmarkt, klassieke verlichting op diverse locaties) en door de gerichte handhavingactie op gevelreclame. Ook zijn historische winkelpuien weer zichtbaar gemaakt. De uitstraling van de Stationsweg is ook verbeterd door het verwijderen van de fietsstalplaatsen en de handhaving daarop. Het project is geëvalueerd en de conclusie is dat voor een grotere verbetering van het gebied lange termijn ingrepen nodig zijn. Het project wordt voortgezet als onderdeel van het uitvoeringsprogramma Binnenstad. De Stationsweg is ondergebracht bij het Leiden Centraal project. Openbare toiletten In 2010 zijn mogelijke locaties voor het plaatsen van een openbaar toilet onderzocht. De procedure om tot plaatsing te komen is in januari 2011 gestart. Realiseren extra fietsparkeervoorzieningen In 2010 is aan het Stationsplein een tijdelijke fietsenstalling gerealiseerd. De stalling biedt plek aan ongeveer 1000 fietsen, waaronder ook bromfietsen en bakfietsen. In 2010 zijn er succesvolle opschoonacties geweest waarbij weesfietsen en fietswrakken zijn verwijderd. In de planvorming van het Aalmarktproject is opgenomen dat er medio 2013 een inpandige fietsenstalling van ongeveer 1000 plekken wordt gerealiseerd onder de vestiging van V&D. De plaatsing van extra klemmen in de Binnenstad heeft vertraging opgelopen. Per saldo zijn er 172 plekken bijgekomen: er zijn 256 nieuwe rekken geplaatst op het Steenschuur, Lege Werfsteeg, Korevaarstraat ter vervanging van 124 oude rekken en met de herinrichting van Stadhuisplein en Vismarkt zijn er 40 plekken bijgekomen. Het plaatsen van fietsenrekken in de binnenstad heeft vertraging opgelopen in de aanbestedingsprocedure. In maart 2011 is besloten tot gunning van een bepaald model. De verwachting is dat na afsluiten van een contract in de eerste helft van 2011 de eerste 225 rekken (per saldo 175) kunnen worden besteld en geplaatst. Er worden in elk geval rekken bijgeplaatst op de Lange Mare. Daarnaast worden de mogelijkheden bezien tot het plaatsen van extra klemmen in de Breestraat.
Doel 5.16 Verbetering van het gebruik van de openbare ruimte Handhavingsprogramma Op 30 september 2010 heeft de raad het handhavingsprogramma Samen Werken Aan Samenwerken vastgesteld (RV 10.0044). In dit programma staat overzichtelijk aangegeven welke onderwerpen prioriteit hebben en hoe de bestaande capaciteit over deze onderwerpen wordt verdeeld. In het kader van de integrale handhaving is in november en december een aanvang gemaakt met de eerste (op kleine schaal) georganiseerde interne samenwerking tussen de GOA (gemeentelijk opsporingsambtenaar) en een toezichthouder. Bij deze zogenaamde “flitsactie” werden de pandeigenaren van de Breestraat en Haarlemmerstraat, met de daarbij behorende stegen, door 2 ambtenaren aangesproken over 1 pand (met het daarvoor gelegen stukje van de openbare ruimte). De GOA sprak de eigenaar aan voor wat betreft de stoepborden en de uitstallingen die geplaatst zijn in de en de toezichthouder maakte melding over het feit dat in 2011 gehandhaafd zal worden op illegale gevelreclame en illegale gevelwijzigingen. Met deze flitsactie wordt de pandeigenaar slechts één keer, in plaats van 2 afzonderlijke keren benaderd. Dit sluit aan bij de doelstellingen van Minder en Beter voor wat betreft de verbetering van de serviceverlening. Handhavingsgrondslag (aanpak kleine ergernissen in de openbare ruimte) Op 22 juni 2010 heeft B&W - op advies van de politie en het Dagelijks Bestuur van de veiligheidsregio -, besloten (B&W 100663) per 1 oktober 2010, net als alle andere gemeenten in Hollands Midden, over te gaan tot invoering van de bestuurlijke strafbeschikking voor de aanpak van kleine ergernissen in de openbare ruimte. Regulering gebruik openbare ruimte, invoering Omgevingsvergunning De Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Hiermee zijn 26 vergunningen, ontheffingen en meldingen samengevoegd in één omgevingsvergunning. Het werken met de Wabo heeft een grote impact op de bedrijfsvoering. Alle vergunningaanvragen worden
Jaarverslag | 81
nu digitaal behandeld en de vergunningverlening is nu aan (strakkere) termijnen gebonden, terwijl de behandeling van een afzonderlijke vergunning meer capaciteit vraagt van de vergunningverstrekker en ketenpartners. De invoering van de Wabo is niet helemaal vlekkeloos verlopen. De landelijke invoering van het Omgevingsloket online (OLO) heeft later plaats gevonden dan gepland, waardoor de applicatie en de koppeling op ons bouwaanvragen registratiesysteem (BARS) onvoldoende kon worden getest. Bovendien werkte het omgevingsloket (OLO) nog niet naar behoren. Het grootste deel van de problemen is thans opgelost. De verwachting is dat er in het voorjaar van 2011 naar tevredenheid met BARS en OLO kan worden gewerkt. Gevelreclame In oktober 2010 heeft het College het voornemen uitgesproken om een verbod op vlaggen en banieren in het Modellenboek Gevelreclame in de inspraak te brengen. In december 2010 heeft hierover overleg plaatsgevonden met de ondernemers. Dit leidt in 2011 tot een nieuwe overweging. Ligplaatsenbeleid Met het vaststellen van het ligplaatsenplan voor bedrijfsvaartuigen in 2009 is in 2010 gewerkt aan de implementatie van dit plan. Zo zijn in 2010 de ligplaatsvergunningen en exploitatievergunningen voor de bedrijfsvaartuigen verleend. Verder is in 2010 het ligplaatsenplan pleziervaartuigen vastgesteld. Dit ligplaatsenplan leidt tot een systeem dat zowel transparant en klantvriendelijk is, als beheers- en handhaafbaar. Brug Poelgeest In een convenant met Oegstgeest is afgesproken dat er, om de bereikbaarheid van de wijk Poelgeest te vergroten en de veiligheid van de bewoners te verbeteren, een brug aangelegd zal worden op het Leidse en Oegstgeester grondgebied. Hier is in de Perspectiefnota geld voor opgenomen. De Raad van State heeft echter geen goedkeuring verleend aan de in het bestemmingsplan Poelgeest opgenomen brug. De gemeente Leiden is in samenwerking met de gemeente Oegstgeest gestart met het maken van een deelbestemmingsplan voor de aanleg van een rotonde in de Oegstgeesterweg, het maken van op- en afritten, de aanleg van een brug en de aansluiting op het Trekvaartplein. Dit bestemmingsplan overschrijdt de gemeentelijke grenzen van Leiden en Oegstgeest en zal gelijktijdig in beide gemeenten behandeld worden. De verwachting is dat de gehele bestemmingsplanprocedure tot minimaal eind 2011 zal duren, waarna de voorbereiding en de bouw van de brug kan plaatsvinden.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Omgevingskwaliteit de volgende beleidsstukken vastgesteld: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Gewijzigde begroting 2011 Milieudienst West-Holland (RV 10.0150) Wijziging gemeenschappelijke regeling Milieudienst West-Holland (RV 10.0104) Beschikbaar stellen krediet uitvoering Handhavingsprogramma 2010 (RV 10.0044) Bloembakken binnenstad 2010-2014 (RV 10.0084) Wijziging Bomenverordening als gevolg van de inwerkingtreding van de Wabo (RV 10.0087) Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2009 als gevolg van de inwerkingtreding van de Wabo (RV 10.0091) Aankoop percelen water Oude Rijn Nieuwe Rijn en Rijn (RV 10.0047) Wijziging Algemene plaatselijke verordening 2009 (RV 10.0053) Concept begroting Gevulei 2011 (RV 10.0057) Jaarrekening 2009 Milieudienst West Holland (RV 10.0060) Begroting 2011 Milieudienst West-Holland (RV 10.0061) Vaststellen ligplaatsen pleziervaartuigen 2010 inspraak verwerkt (RV 10.0046) Aanvraag krediet t.b.v. sloop, oprichting scheidingswand sanering Garenmarkt 36-44 (RV 10.0049) Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan 2009 -2013 (RV 09.0102) Aanvullend krediet aanleg geluidsscherm achter school voor praktijkonderwijs Boerhaavelaan (RV 09.0146) Uitvoeringsbesluit 2e en 3e fase Archeologischpark Matilo (RV 10.0006) Krediet uitbreiding herinrichting Rhijnhof (RV 10.0008) Wijziging APV ivm implementatie dienstenrichtlijn en uitkomsten Minder en Beter (RV 10.0013) Vaststellen verordening woonschepen (RV 10.0016) Vaststellen verordening op de bedrijfsvaartuigen (RV 10.0017) Uitvoeringsbesluit "Tuin van Noord, het groene hart van Leiden" (RV 09.0121) Uitvoeringsbesluit 1e fase aanleg groen en recreatieve voorzieningen Oostvlietpolder (RV 09.0162) Storting aandelenkapitaal N.V. Beheer Openbare Ruimte (RV 09.0165)
82 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
WATER, GROEN EN NATUUR
11.608
-1.077
10.530
10.518
-11
INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE
28.188
-11.237
16.950
21.866
4.916
MILIEU
4.755
-2.392
2.362
4.801
2.439
AFVAL
20.249
-13.281
6.967
7.915
948
Totaal
64.800
-27.990
36.809
45.100
8.291
OMGEVINGSKWALITEIT bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
65.902
62.982
2.736
65.717
64.800
918
Baten
-22.547
-18.972
-1.646
-20.617
-27.991
7.374
43.355
44.010
1.090
45.100
36.809
8.291
Toevoeging
0
0
920
920
920
0
Onttrekking
-82
-82
0
-82
-82
0
MUTATIES RESERVES
-82
-82
920
838
838
0
43.273
43.928
2.010
45.938
37.647
8.291
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 83
6
Stedelijke ontwikkeling
84 | Jaarverslag
Stedelijke ontwikkeling Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
6 Ruimte en regio Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken
De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt: "De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en verblijfomgeving en op duurzaam herstel van aandachtswijken. We houden hierbij rekening met de schaarse ruimte in de stad en de regio en hebben aandacht voor de behoefte van ruimtevragende belangen, het milieu en de rechten en plichten van alle ruimtegebruikers."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
■ ■ ■
Actualiseren van bestemmingsplannen Consequenties van de nieuwe Wro Digitalisering
6.1 Ontwikkelen van een actueel ruimtelijk beleid
Ruimtelijke ordening
■ ■
Optimaliseren uitvoeringsbeleid Sneller afhandelen bouwvergunningen
6.2 Beter en sneller afhandelen bouwvergunningen
■ ■ ■
Naleving regelgeving d.m.v. het uitvoeren van door de raad vastgestelde prioriteiten Toezicht op sloop van asbest Toezicht op monumenten
6.3 Gerichter toezicht houden en handhaven
■ ■
Erfpachtconversie Verkoop van gemeentelijk vastgoed
6.4 Verbeteren van de financiele spankracht van de gemeente
Leiden Zuidwest ■ Algemeen: vervolgaanpak na 2010 ■ Haagwegkwartier-West ■ Sloop en nieuwbouw ■ Sportstad ■ Sociale programma's Leiden Noord ■ Nieuw Leyden ■ Kooiplein en omgeving ■ Brede school ■ Groenoordhallen ■ Bedrijventerrein Groenoord ■ Transformatie Willem de Zwijgerlaan ■ Tuin van Noord ■ Van Voorthuysenlocatie ■ Sociaal programma
6.5 Beter leefklimaat in Leiden Noord en Leiden Zuidwest
■ ■ ■
6.6 Meer woningvoorraad door nieuwbouw
Belangrijke woningbouwprojecten in 2010 Nieuwbouwmonitor Task Force Studentenhuisvesting
Bouwregelgeving
Grondzaken
Wonen
Jaarverslag | 85
Prestaties
Doel
■
Levensloopbestendige woningen
6.7 Meer kwaliteit in de bestaande woningvoorraad
■
Prestatie-afspraken met corporaties
6.8 Voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen
86 | Jaarverslag
Beleidsterrein
Ontwikkelingen in 2010 Beleidsakkoord In 2010 is een nieuwe raadsperiode begonnen en is een nieuw college aangetreden. Voor het college is het basisdocument: “Samen Leiden”, bestuursovereenkomst 2010-2014. In het Beleidsakkoord dat daarvan deel uitmaakt staan diverse punten opgenomen die (mede) betrekking hebben op dit programma. Het akkoord doet een uitspraak over de toekomst van de Oostvlietpolder (punt 7), over de uitvoering van het Programma Binnenstad (punt 9) en over het onderzoek naar 'scheefwonen' in relatie tot de gewenste omvang van de sociale woningvoorraad (punt 10). Op elk van deze punten wordt hierna ingegaan. Oostvlietpolder In het Beleidsakkoord is opgenomen dat het bedrijventerrein Oostvlietpolder niet tot stand zal komen. Daarop is het project Afbouw Oostvlietpolder gestart, gericht op raadsbesluiten tot het wijzigen van het planologisch beleid ten aanzien van de Oostvlietpolder en het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder binnen het kaderstellend tekort, zoals opgenomen in het PRIL 2009. Op 9 september 2010 heeft de raad besloten (RV 10.0080) om aan het college op te dragen met een voorstel te komen tot het wijzigen van de Structuurvisie Leiden 2025 ten aanzien van de Oostvlietpolder. Deze opdracht is momenteel in uitvoering. Genoemd raadsbesluit is aanleiding geweest om in 2010 de verworven percelen grond af te waarderen op basis van de huidige waarderingsgrondslag, zijnde de agrarische waarde. Hiermee is gehandeld in lijn met het BBV, de wettelijke regels over begroting en verantwoording, welke voorschrijven dat percelen grond op basis van de huidige waarderingsgrondslag moeten worden verantwoord. Tevens is de afsluiting van de grondexploitatie opgenomen in de jaarrekening 2010, omdat vóór het sluiten van de boeken van 2010 reeds duidelijk was dat het bedrijventerrein er niet zou komen. Dat leidt tot een nadeel in de jaarrekening 2010. Programma Binnenstad Het Beleidsakkoord stelt, dat het College voortvarend uitvoering geeft aan het vastgestelde Programma Binnenstad en daarbij indien noodzakelijk de extra benodigde middelen zoekt. Het College realiseert mede daartoe 1.000 extra parkeerplaatsen in ondergrondse parkeergarages in de binnenstad, te beginnen op de Garenmarkt en de Lammermarkt. Ontwikkellocaties (Programma Binnenstad) Een onderdeel van de ontwikkeling van 18 specifieke binnenstadlocaties is het collegebesluit in 2010 over parkeerlocaties. Hierin is een gezamenlijke ontwikkelstrategie voor Kaasmarkt, Lammermarkt en Garenmarkt voorgesteld, hetgeen een integrale weging van de diverse belangen (parkeren, bereikbaarheid, evenementen) mogelijk maakt. Stationsgebied (Programma Binnenstad) Met het oog op de gewenste kwaliteitsverbetering van dit belangrijke gebied heeft de raad in 2010 een Nota van Uitgangspunten vastgesteld, waarin een concept-beeldkwaliteitsplan is opgenomen. De grondexploitatie zal worden vastgesteld met het kaderbesluit dat in 2011 wordt genomen. Eveneens in 2010 hebben gemeente, eigenaren en marktpartijen in het gebied op basis van deze, door partijen gedeelde, uitgangspunten een overeenkomst gesloten om een studie te verrichten, die zal leiden tot een gezamenlijke vaststelling van kaderbesluit en grondexploitatie. Aalmarkt (Programma Binnenstad) In 2010 heeft het college een voorontwerp-bestemmingsplan en een beeldkwaliteitsplan voor inspraak in procedure gebracht. In het vervolg hierop zullen in 2011 het ontwerp-bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan ter vaststelling worden aangeboden. Voor het Waagblok is met de ontwikkelaar en met de eigenaar overeenstemming bereikt over een grondruil en een fietsenstalling onder V&D. V&D wordt herontwikkeld en krijgt een expeditie aan de Breestraat. Het zgn. Gat van Van Nelle komt vrij voor herontwikkeling van het Stadsgehoorzaalblok. Voor het Stadsgehoorzaalblok en het Haarlemmerstraatblok is overeenstemming bereikt met een ontwikkelaar over een samenwerkingsovereenkomst. Garenmarkt (Programma Binnenstad) De samenwerking met de projectontwikkelaar, vastgelegd in een intentieovereenkomst, is in 2010 beëindigd. Dit was de consequentie van het feit dat na een tussentijdse integrale weging van de diverse belangen ervoor is gekozen om de Garenmarkt niet te bebouwen en de locatie op te nemen in een gezamenlijke ontwikkelstrategie met Kaasmarkt en Lammermarkt. Wonen boven winkels (Programma Binnenstad) Het college heeft op 10 februari 2010 besloten om de locaties Haarlemmerstraat 5, 7 en 9, Haarlemmerstraat 222-224 en Breestraat 117 aan te wijzen als mogelijke voorbeeldprojecten voor wonen boven winkels en te
Jaarverslag | 87
onderzoeken in welke mate deze projecten in aanmerking komen voor subsidie, onder voorbehoud dat de raad een krediet ter beschikking zou stellen voor subsidieverlening. Door het niet beschikbaar komen van middelen stagneerde de besluitvorming over het stimuleringsbeleid en de drie voorbeeldprojecten. In november heeft de raad via een amendement op de begroting voor 2011 een bedrag van € 285.000 uit de reserve NUON-middelen beschikbaar gesteld voor het oprichten van een Stimuleringsfonds Wonen boven Winkels. Hiermee kunnen de drie genoemde voorbeeldprojecten worden gefinancierd. Naar verwachting zal met alle drie in 2011 een aanvang worden gemaakt. De Singelroute (Programma Binnenstad) In 2010 is een visie opgesteld die als basis zal dienen voor de ruimtelijke visie "De Leidse Singels: het langste park van Nederland". De besluitvorming over de benodigde financiële middelen heeft vertraging opgelopen, maar zal naar verwachting in maart 2011 plaatsvinden, waarna de visie in de eerste helft van 2011 ter besluitvorming zal worden voorgelegd. Onderzoek op het beleidsterrein Wonen Het Beleidsakkoord kondigt een onderzoek aan naar de oorzaken van en mogelijke oplossingen voor scheefwonen. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden en is ter kennisneming aangeboden. Bovendien zijn in 2010 nog vijf onderzoeken gestart op het terrein van wonen, welke in december 2010 zijn afgerond: � het Woonbehoefteonderzoek (WoON 2009); � de woonwensen van mensen met een beperking; � de particuliere huurwoningvoorraad; � de behoefte aan appartementen en eengezinswoningen; � verhuisketens. De uitkomsten van deze zes onderzoeken en de actuele ontwikkelingen zijn voor het college reden om aan de raad voor te stellen de Woonvisie bij te stellen middels een nota Wonen. Invoering van de Wabo Na diverse malen uitstel in de afgelopen jaren is eindelijk op 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn 26 voorheen afzonderlijke stelsels van vergunningen, ontheffingen en meldingen samengevoegd in één stelsel met één type vergunning: de omgevingsvergunning. Het nieuwe wettelijke regime brengt nieuwe werkprocessen, rollen en wettelijke termijnen met zich mee, alsmede één digitaal loket. Voor de implicaties van de invoering van de Wabo wordt verder verwezen naar doelen 6.1 en 6.2. Oplevering nieuwbouw In de begroting 2010 werd op basis van de Nieuwbouwmonitor (tweede kwartaal 2009) de verwachting uitgesproken, dat in de periode 2010 tot en met 2014 1.835 woningen aan de voorraad zouden worden toegevoegd. In het jaar 2010 werden in Leiden 550 woningen opgeleverd, waarvan 386 huur- en 164 koopwoningen. Hiervoor wordt verwezen naar doel 6.6 en de daarbij behorende prestaties. Rekening houdend met 174 onttrekkingen van woningen (waarvan het merendeel door sloop) komt de netto toevoeging aan de voorraad in 2010 neer op 376 woningen, waarvan 245 in de huur- en 131 in de koopsector. Economische crisis De situatie waarin de economie zich bevindt is duidelijk voelbaar op de vastgoedmarkt. Dit heeft, voor wat betreft dit programma, zijn weerslag op de verkoop van gemeentelijk vastgoed en op het van de grond krijgen van diverse woningbouwprojecten. Bij de Bestuursrapportage 2010 werd hierop reeds gewezen. Hierop wordt nader ingegaan bij de behandeling van doelen 6.4, 6.5 en 6.6.
Effecten en prestaties Doel 6.1 Ontwikkelen van een actueel ruimtelijk beleid (Beleidsterrein: Ruimtelijke Ordening) Prestatie-indicatoren Nr.
p6.1a
Omschrijving
Vastgestelde bestemmingsplannen ten behoeve van inhaalslag (cumulatief)
Actualisatie bestemmingsplannen
88 | Jaarverslag
Realisatie 2007
2008
2009
2010
11
12
14
15
Streefwaarde 2010
Bron
25
Afdeling Realisatie
Op 1 juli 2013 moet het gehele grondgebied van Leiden 'belegd' zijn met bestemmingsplannen die niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Vanaf die datum zullen de bestemmingsplannen ook actueel dienen te blijven, dat wil zeggen dat de maximale leeftijd van 10 jaar vanaf dan steeds blijft gelden. De gemeente werkt nu nog aan de zogenaamde inhaalslag. Daarbij is het grondgebied van Leiden opgedeeld in 32 plangebieden. Deze indeling is, min of meer toevallig, historisch bepaald. In totaal zijn er in dit kader tot en met december 2010 15 plannen vastgesteld door de raad, terwijl 12 plannen in procedure zijn en in de eerste helft van 2011 nog 5 procedures zullen worden opgestart. De ‘tussenstand’ per 31 december 2010 wijkt af van de streefwaarde voor 2010 die in de begroting was opgenomen. De conclusie is dan ook dat bij het vaststellen van die streefwaarde de doorlooptijden van de plannen die nu nog in procedure zijn te optimistisch zijn ingeschat. Er is echter een groot aantal plannen, deel uitmakend van de ‘inhaalslag’, dat al vergevorderd in procedure is. Het halen van het einddoel, het afronden van de actualisatie vóór 1 juli 2013, komt daardoor niet in gevaar. Uiteindelijk zullen op de beoogde einddatum alle plannen zijn geactualiseerd en door de raad zijn vastgesteld. Naast de ‘inhaalslag’ is en wordt uiteraard ook gewerkt aan een groot aantal bestemmingsplannen die betrekking hebben op actuele ruimtelijke ontwikkelingen, zoals Aalmarkt, Kooiplein en Ringweg Oost. Consequenties van wetswijziging Eén van de consequenties van de op 1 juli 2008 in werking getreden nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) was, dat de vertrouwde ‘artikel 19 lid 1 vrijstelling’ uit de oude wet, voor afwijking van het vigerende bestemmingsplan, vervangen werd door het projectbesluit. Nadeel van het projectbesluit was, dat het in de regel binnen één jaar moest worden opgevolgd door een herziening van het bestemmingsplan. Indien aan deze voorwaarde niet werd voldaan, gold als sanctie, dat de gemeente geen leges kon innen voor de betreffende procedure. Het betekende dubbel werk om een projectbesluit te laten volgen door een herziening van het bestemmingsplan. Om die reden was het efficiënter om het projectbesluit over te slaan en direct het bestemmingsplan partieel te herzien. Per 31 maart 2010 werd de genoemde sanctie weer ingetrokken, zodat sindsdien het projectbesluit als volwaardig opvolger kon dienen van de oude artikel 19 lid 1 Wro-vrijstelling. Op 1 oktober 2010 is vervolgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden, waardoor ook de nieuwe Wro andermaal is aangepast. Zo is het projectbesluit in de Wro komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is de omgevingsvergunning krachtens de Wabo ingevoerd. Een omgevingsvergunning is een gecombineerde vergunning voor een activiteit waarvoor voorheen soms meerdere verschillende vergunningen nodig waren krachtens verschillende wetten. Zie hierna onder 6.2. De Wabo kent twee soorten omgevingsvergunningen: een vergunning waarvoor een reguliere procedure en een vergunning waarvoor een uitgebreide procedure doorlopen moet worden. In de omgevingsvergunning is ook de afwijking van het bestemmingsplan opgenomen. Voor activiteiten waarvoor voorheen een artikel 19 lid 1 WRO-vrijstelling en later een projectbesluit nodig was, is onder de Wabo een omgevingsvergunning nodig, die de uitgebreide procedure moet doorlopen. Deze uitgebreide procedure is vergelijkbaar met de procedure voor een artikel 19 lid 1 WRO-vrijstelling of een projectbesluit. De uitgebreide omgevingsvergunning wordt zowel voor particuliere ontwikkelingen ingezet, als voor ontwikkelingen waarvan de gemeente initiatiefnemer is. Daarnaast blijft de gemeente de mogelijkheid houden om toch strategisch te kiezen voor een partiële herziening van het bestemmingsplan in plaats van afwijking van het bestemmingsplan via een uitgebreide omgevingsvergunning. Indien een gemeente niet tijdig een besluit neemt over een verzoek tot medewerking aan een uitgebreide omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan dan wel aan herziening van een bestemmingsplan, gelden er financiële sancties voor de gemeente krachtens de Algemene wet bestuursrecht. Digitalisering Sinds 1 januari 2010 worden alle Wro-plannen en -besluiten digitaal gemaakt en vastgesteld. De eerste digitale procedures zijn nu afgerond. Bestemmingsplan Haarlemmerstraat 135 is 11 november 2010 door de raad vastgesteld (RV 10.0110); ook is het voorbereidingsbesluit Vlietlijn (RV 10.0111 van 14 oktober 2010) digitaal in werking getreden. Daarnaast zijn er momenteel 15 plannen en besluiten (zowel actualisatie van bestemmingsplannen als postzegelbestemmingsplannen, maar ook voorbereidings- en projectbesluiten) digitaal beschikbaar, in verschillende stadia van de procedure. Door de uitgebreide voorbereiding en de extra investeringen in software is de overgang goed verlopen. De digitale verplichtingen zijn een vast onderdeel geworden in het werkproces van de plannenmakers.
Jaarverslag | 89
Doel 6.2 Beter en sneller afhandelen bouwvergunningen (Beleidsterrein: Bouwregelgeving) Prestatie-indicatoren Nr.
p6.2a
Omschrijving
% aanvragen voor lichte bouwvergunningen, die voldoen aan criteria voor flitsvergunning, waarbij vergunning binnen 1 week
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
-
100%
100%
Streefwaarde 2010
Bron
95%
Afdeling Backoffice Dienstverlening
Lichte bouwvergunningen Met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (zie hierna) kan na 1 oktober 2010 niet meer worden gesproken van flitsvergunningen en de daaraan verbonden prestatie. Dit laat onverlet dat ook onder het nieuwe wettelijke regime het streven blijft bestaan om een zeer snelle beslissing te nemen op eenvoudige vergunningaanvragen.
Werken met de Wabo Het werken binnen het nieuwe wettelijke regime heeft een grote impact op de bedrijfsvoering. Alle vergunningaanvragen worden nu digitaal behandeld en de vergunningverlening is nu aan strakkere termijnen gebonden, terwijl de behandeling van een afzonderlijke vergunning meer capaciteit vraagt van de vergunningverstrekker en ketenpartners. De invoering van de Wabo is niet helemaal vlekkeloos verlopen. De landelijke invoering van het Omgevingsloket online (OLO) heeft later dan gepland plaats gevonden, waardoor de applicatie en de koppeling op het Leidse bouwaanvragen-registratiesysteem (BARS) onvoldoende kon worden getest. Bovendien werkte het omgevingsloket (OLO) nog niet naar behoren. Inmiddels is echter het grootste deel van de problemen opgelost. De verwachting is dat er in het voorjaar van 2011 naar tevredenheid met BARS en de OLO kan worden gewerkt. Optimaliseren uitvoeringsbeleid Het college heeft in 2010 besloten om het zgn. 'Heerenveens model' niet in te voeren. Dit model behelst een werkwijze die voorziet in een vereenvoudigde toetsing van (uitsluitend) reguliere bouwaanvragen. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt alleen gekeken of het bouwplan voldoet aan de eisen die het Bouwbesluit stelt ten aanzien van brandveiligheid, constructieve veiligheid en ventilatie. Het collegebesluit is gebaseerd op de overweging dat het model zich buiten de wettelijke kaders begeeft en dat het niet meer toetsen aan de aspecten energiezuinigheid, bruikbaarheid en gezondheid niet aansluit bij de Leidse kaders. In april 2009 heeft de raad via een motie gevraagd te onderzoeken waar in Leiden nieuwe ligplaatsen kunnen worden gecreëerd. Het hiernaar gestarte onderzoek heeft in 2010 nog niet geleid tot een voorstel tot uitbreiding van het aantal ligplaatsen. Een voorstel wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2011.
Doel 6.3 Gerichter toezicht houden en handhaven (Beleidsterrein: Bouwregelgeving) Prestatie-indicatoren Nr.
p6.3a
Omschrijving
Aantal procedures gestart met betrekking tot onrechtmatige bewoning
Realisatie 2007
2008
2009
2010
86
80
72
73
Streefwaarde 2010
Bron
85
Afdeling Handhaving
Procedures onrechtmatige bewoning Onrechtmatige bewoning is een ongewenst verschijnsel dat door gemeente en corporaties gezamenlijk wordt bestreden. De uitvoering van deze aanpak berust bij de afzonderlijke partijen, maar het initiatief kan per geval verschillen, afhankelijk van waar het zwaartepunt van de problematiek zich bevindt. In 2010 hebben 148 meldingen van (mogelijke) onrechtmatige bewoning geleid tot 73 gestarte procedures. Naleving regelgeving d.m.v. het uitvoeren van door de raad vastgestelde prioriteiten De Uitgangspuntennotitie Handhaving is vastgesteld in de raad. Op basis van deze Uitgangspuntennotitie worden de kadernota en het handhavingprogramma ontwikkeld. Daarin zal worden vastgelegd aan welke handhavingsresultaten de komende vier jaar wordt gewerkt om bij te dragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen van de stad.
90 | Jaarverslag
In het handhavingsprogramma voor 2011 zullen de handhavingaspecten van het Programma Binnenstad, waaronder de gevelreclame, een meer prominente plaats innemen. Na het project Entree van de stad, dat zich concentreerde op Stationsweg en Steenstraat, wordt de aandacht verlegd naar het kernwinkelgebied. Toezicht op sloop van asbest In voorgaande jaren heeft de Inspectie VROM haar tevredenheid uitgesproken over de wijze van toezicht en handhaving bij asbestsloop in de gemeente Leiden. Dit kwaliteitsniveau wordt vastgehouden met behulp van het in 2009 door VROM goedgekeurde Plan van Aanpak. De daarvoor benodigde kennis wordt bijgehouden door periodieke herhalingscursussen die via de Milieudienst worden aangereikt. Toezicht op monumenten Er wordt gericht toezicht gehouden op de uitvoering van de verleende monumentenvergunning, maar ook op het voorkomen van verdere aantasting van monumenten. Toezicht op het voorkomen van verdere aantasting van monumenten heeft naast veiligheid de hoogste prioriteit. Dit gebeurt in nauwe afstemming met Monumentenzorg. Medio 2010 is begonnen met de uitbreiding van het toezicht op monumenten in de Binnenstad. In 2011 zal dit toezicht zowel kwalitatief als kwantitatief worden geïntensiveerd.
Doel 6.4 Verbeteren van de financiële spankracht van de gemeente (Beleidsterrein: Grondzaken) Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p6.4a
Aantal conversies van erfpachtcontracten
230
59
23
12
10
Afdeling Vastgoed en Grondzaken
p6.4b
Aantal afgestoten panden in het kader van het project verkoop gemeentelijk vastgoed
10
6
9
16
18
Afdeling Vastgoed en Grondzaken
Erfpachtconversie Sinds 1 januari 2007 zijn erfpachters op woningpercelen door de gemeente in de gelegenheid gesteld om hun erfpachtcontracten om te zetten in volle eigendom. Vooral in de jaren 2007 en 2008 is in ruime mate van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Vanaf 2009 is de conversie gestagneerd, hetgeen heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van de streefwaarde voor 2010. In 2010 hebben 12 conversies plaatsgevonden, waarmee de bescheiden streefwaarde uit de begroting is gehaald. Verkoop van gemeentelijk vastgoed In 2010 werden 16 gemeentelijke panden verkocht en geleverd. Daarmee is het in de begroting genoemde streefgetal van 18 nagenoeg gehaald. Hierbij moet worden opgemerkt dat van nog eens 11 verkochte panden de eigendomsoverdracht pas in 2011 zal plaatsvinden. De markt is nog steeds zeer bewerkelijk voor de verkoop van vastgoed. Dit is merkbaar in het capaciteitsbeslag van deze prestatie. In de begroting 2010 werd de verkoop van molens in het vooruitzicht gesteld. Deze heeft niet plaatsgevonden. De gemeente wil met deze objecten zorgvuldig omgaan en heeft daarom nog geen einddatum in beeld gebracht voor verkoop. Beleidskader Vastgoed In februari 2010 heeft de raad het Beleidskader Vastgoed vastgesteld (RV 09.0108). Dit kader geeft richting aan de omvang van de gemeentelijke vastgoedportefeuille, hoe deze moet worden beheerd en geëxploiteerd en binnen welke kaders het gemeentelijk vastgoedbeleid moet worden uitgevoerd. Dit kader bevat onder meer het uitgangspunt dat alle vastgoed dat niet onder de definitie van de gemeentelijke vastgoedportefeuille valt tegen marktprijs zal worden verkocht.
Doel 6.5 Beter leefklimaat in Leiden Noord en Leiden Zuidwest (Beleidsterrein: Wonen)
Jaarverslag | 91
Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e6.5a
Rapportcijfer woonomgeving Leiden Noord
-
-
6,7
-
6,9
Veiligheidsmonitor
e6.5b
Rapportcijfer woonomgeving Leiden Zuidwest
-
-
7,2
-
7,1
Veiligheidsmonitor
NB: Tot en met 2007 werd deze indicator gemeten middels de Leefbaarheidsmonitor. Vanaf 2008 is deze opgevolgd door de Veiligheidsmonitor. Deze overgang betekent een trendbreuk; de resultaten kunnen dan ook niet met elkaar worden vergeleken. Daarom zijn de scores van 2007 niet meer in deze tabel opgenomen. Cijfers op districtsniveau zijn alleen in de oneven jaren beschikbaar, dus niet voor het jaar 2010. Leiden Zuidwest Algemeen: vervolgaanpak na 2010 In 2010 is de termijn (5 jaar na vaststelling) en het krediet dat door de raad ter beschikking is gesteld voor het wijkontwikkelingsplan Zuidwest in principe afgelopen. In de eerste helft van 2011 zal het WOP worden afgesloten. De nog lopende projecten worden los van het WOP afzonderlijk voortgezet. Haagwegkwartier-West ROC-locatie en noordelijke sportvelden: De overeenkomsten met de ontwikkelende partijen voor het Haagwegkwartier (ROC-locatie en Noordelijke sportvelden) zijn nog niet afgerond. Dit als gevolg van de onzekerheden die voor de ontwikkelaars voortvloeien uit het huidig economisch klimaat. De verwachting is dat dit in de eerste helft van 2011 wel zal kunnen plaatsvinden. Het bestuur van het ROC heeft haar opleverschema en verhuisplan gewijzigd. Dit heeft nadrukkelijk invloed op de gemeentelijke plannen. Door dit eenzijdige besluit van het ROC is de gemeente wellicht genoodzaakt, gezien het contract uit 2006, om de gronden van het Lammenschanspark eerder af te nemen en daardoor de rentelasten eerder op zich te nemen, hetgeen een aanzienlijk financieel nadeel betekent. Voor het project Haagwegkwartier heeft een en ander tot gevolg dat de locatie pas vanaf oktober 2013 aan de gemeente zal worden overgedragen. Hierdoor zal een vertraging in het project optreden van zeker een jaar ten opzichte van de planning zoals in het Kaderbesluit aangegeven (ontwikkeling vanaf 2012). Op dit moment ziet het er niet naar uit dat voor het project Haagwegkwartier nadelige financiële gevolgen uit deze vertraging voortvloeien. Er vindt momenteel bestuurlijk overleg plaats tussen ROC en de gemeente. De verwachting is uitgesproken dat dit overleg in de zomer van 2011 de gewenste duidelijkheid biedt met betrekking tot de oplevering van de ROClocatie aan de Ter Haarkade. In de tweede helft van 2010 is de bestemmingsplanprocedure voor het Haagwegkwartier Noordwest weer opgepakt. De planning is om het bestemmingsplan in het eerste kwartaal van 2011 door het college vrij te laten geven voor inspraak en in de tweede helft van 2011 te laten vaststellen door de raad. Sportpark Boshuizerkade: In januari 2010 is het bestemmingsplan vastgesteld en in september 2010 is het uitvoeringsbesluit genomen. In november 2010 is gestart met de sloopwerkzaamheden op het terrein, waarna in februari 2011 zal worden begonnen met de bouw van de clubgebouwen. De verwachting is dat in april-mei 2011 de velden zullen worden aangelegd, waarna eind 2011 de verenigingen hun intrek kunnen nemen in de nieuwe clubgebouwen. Sloop en nieuwbouw In 2010 zijn in de De Genestetstraat e.o. (De Sleutels) de laatste nieuwbouwwoningen opgeleverd. Voor Nicolaas Beetsstraat e.o. (Portaal) is in januari 2010 het bestemmingsplan vastgesteld. In 2010 is Portaal gestart met de sloopwerkzaamheden en de nieuwbouw. De eerste woningen zullen in de eerste helft van 2011 worden opgeleverd. Aansluitend aan de sloop en nieuwbouw wordt vooral veel aandacht gegeven aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit heeft geleid tot de start van het project Herinrichting Openbare Ruimte Haagweg Noord. Dit project staat los van het WOP. Ons Doel gaat in 2011 een begin maken met de sloop en nieuwbouw van twee portiekflats aan de Boshuizerkade en de sloop van een aantal seniorenwoningen. Sport- en Zorgplein (voorheen Sportstad) In juni 2009 werd een ruimtelijke haalbaarheidsstudie afgerond, waarin twee stedenbouwkundige modellen zijn uitgewerkt die uitgaan van behoud resp. sloop en herontwikkeling van de huidige sporthal, sauna en zwembad. Echter, eind 2009 is tot op heden de planvorming van Sport- en zorgplein opnieuw stil gelegd, wederom in verband met programmatische overlappingen met en onzekerheden in relatie tot het project Huis van de Sport. Eind 2010 is het project Huis van de Sport gestopt en is er weer een overleg opgestart om te bepalen of en hoe verder te gaan met Sport- en Zorgplein.
92 | Jaarverslag
Sociaal programma Het Sociaal Programma in het WOP Zuidwest is onderverdeeld in vier thema's: Opgroeien in Zuidwest, Voorzieningen in Zuidwest, Zorgeloos wonen in Zuidwest en Samenleven in Zuidwest. Deze thema's zijn vertaald in projecten die in onderlinge samenhang worden uitgevoerd. Een groot aantal projecten loopt voorspoedig, een aantal is afgerond en enkele zijn in de lijn ondergebracht. In Haagweg Noord ligt de nadruk op bevordering van sociale cohesie, leefbaarheid en sociale veiligheid. Wanneer in 2011 het WOP wordt afgesloten, komt daarmee ook een einde aan het Sociaal Programma. Tijdens de WOP-periode zijn de contacten tussen gemeente, organisaties en bewoners uitgegroeid tot een actief netwerk op sociaal terrein. Dit netwerk zal verder worden ingezet in het reguliere beleid. Leiden Noord Nieuw Leyden De afzet van kavels voor particulier opdrachtgeverschap is duidelijk vertraagd. Nieuw Leyden werkt nieuwe formules uit om de resterende 79 kavels van de 204 te kunnen verkopen. Het hoogbouwproject blokken 3 en 4 is voorlopig stopgezet. Daarentegen vond het ontwerp- en aanbestedingsproces van de hoogbouwblokken 1 en 2 verdere voortgang. Deze blokken zullen in 2011 in uitvoering komen. De grond voor de blokken 1, 2, 3 en 4 is verkocht. Besloten is om blok 7 (42 woningen) voor 100% uit te voeren in sociale woningbouw. De voormalige directeurswoning van het slachthuis is gerenoveerd, evenals het historische hekwerk lang de singel. Deze woning zal samen met het informatiecentrum in verkoop worden gebracht. In de eerste fase van het project is de buitenruimte definitief ingericht. Ondanks intensieve pogingen daartoe is Nieuw Leyden er niet in geslaagd de KPN-locatie te verwerven. Kooiplein en omgeving Hoogtepunt in de Kooiplein-ontwikkeling was in 2010 het uitvoeringsbesluit voor de realisatie van het Kooiplein door derden. Op basis van dit besluit wordt gewerkt aan het bestemmingsplan. Met instellingen, winkeliers en bewoners is overlegd over de consequenties van het uitvoeringsbesluit. Met de projectontwikkelaar zijn verdere uitvoeringsafspraken gemaakt. De projectontwikkelaar heeft een aantal vastgoed-afnamecontracten gesloten die waarborgen dat in 2012 daadwerkelijk met de uitvoering kan worden gestart. Het uitvoeringsbesluit over de verplaatsing van het Marecollege naar de Sumatrastraat waarborgt dat de huidige locatie van deze school tijdig beschikbaar is voor de Kooiplein-realisatie. Inmiddels zijn voorontwerpen gereed voor het nieuwe Marecollege aan de Sumatrastraat. Brede School Leiden Noord De teleurstelling over de mislukte eerste aanbesteding van de Brede School kon in 2010 gelukkig plaatsmaken voor het welslagen van de tweede aanbesteding. In december kon de feitelijke start van de bouw plaatsvinden, op tijd om de toegekende rijksstimuleringssubsidie zeker te kunnen stellen. Groenoordhallenterrein 2010 is het jaar van de echte start van de woningbouw op het Groenoordhallenterrein geworden. In de lopende procedure tegen de bouwvergunning heeft de rechter besloten in het voordeel van de ontwikkelaar, zodat de bouwvergunning in stand is gebleven. Ook voor de bouw van blokken 3 en 4 zijn vergunningen verleend. Door de financiële crisis en het instorten van de woningmarkt is de verkoop van de woningen in blok 2 moeizaam verlopen. De verkoop van blok 3 en blok 4 verloopt beter; daarvan is reeds 70% verkocht. Om het project gaande te houden is bij het ministerie van VROM subsidie aangevraagd in het kader van de woningbouwstimulatie. Hiervoor is vier ton subsidie ontvangen, waaraan de voorwaarde is verbonden dat de bouwzal starten voor 1 januari 2011. Op 13 december 2010 is de eerste paal geslagen van de blokken 2, 3 en 4. Hierdoor is aan de subsidievoorwaarde voldaan en is een aanvang gemaakt met de bouw van de eerste woningen op het Groenoordhallenterrein. De verwachting voor 2011 is een bouwvergunning voor blokken 5, 8 en 1 en verkoop van deze woningen, waarna ook daar de bouw zal starten. Bedrijventerrein Groenoord De nieuwe Hallenweg werd in 2010 voor aanbesteding gereedgemaakt. De aanleg hiervan zal in de eerste helft van 2011 plaatsvinden. Zo wordt gewaarborgd dat de aansluiting van de Floris Versterlaan op de Willem de Zwijgerlaan tijdig kan vervallen, waardoor geen vertraging optreedt van de reconstructie van deze weg. Een aantal opstallen op het Groenoordhallenterrein is gesloopt. Er vinden onderhandelingen plaats over uitgifte van het terrein. Het stedenbouwkundig plan voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein herbergt vele ambities die, gecombineerd met een hoge boekwaarde door verwervingen, een negatief financieel resultaat na ontwikkeling opleveren. Hierdoor is de uitvoering van dit plan voorlopig vier jaar uitgesteld. Vanuit de wens om op kortere termijn toch ontwikkeling op deze locatie te laten plaatsvinden, is contact gezocht met een geïnteresseerde marktpartij met het oog op aankoop van alle grond en het herontwikkelen van het terrein.
Jaarverslag | 93
Hiertoe wordt op dit moment overleg gevoerd. Onderdeel van de uitgifte is de voorwaarde twee watergangen aan te leggen, alsmede een ecologische zone. Transformatie Willem de Zwijgerlaan In 2010 is de bouw van de tweede fase, de overkluizingen, gestart. Hoewel de bouw van de overkluizing bij Nieuw Leyden vanwege technische omstandigheden later wordt opgeleverd dan die bij het Kooiplein, blijft het verwachte tijdstip van de oplevering van de gehele Willem de Zwijgerlaan ongewijzigd. Tuin van Noord In maart 2010 is het uitvoeringsbesluit voor de Tuin van Noord door de raad vastgesteld. Met de uitvoering is in 2010 begonnen. Van Voorthuijsenlocatie In verband met de vertraagde levering van materialen en de slechte weersomstandigheden is de bouw van de moskee vertraagd. Naar verwachting zal in 2011 de moskee worden afgebouwd en in gebruik worden genomen. Als gevolg van de economische crisis en nog voortgaande onderhandelingen tussen corporatie De Sleutels en ontwikkelaar Groenoord CV is in 2010 de ontwikkeling van de bouw van de 167 woningen en 6000 m2 kantoorruimte nog niet verder gekomen. Naar verwachting zal de verkoop van de woningen eind 2011 starten. Wanneer partijen tot een overeenkomst zijn gekomen en er een akkoord is over het Definitief Ontwerp, wordt ook de procedure gestart voor de uitwerkingsbevoegdheid Bestemmingsplan voor dit deelgebied. Sociaal Programma Er is in 2010 een Meerjaren uitvoeringsprogramma Wijkontwikkeling Leiden Noord in concept opgesteld met het voorzittersoverleg Leiden Noord (voorzitters van alle wijkverenigingen), corporaties en ontwikkelaars. Het sociaal programma maakt hiervan deel uit. Dit programma zal in maart 2011 worden vastgesteld.
Doel 6.6 Meer woningaanbod door nieuwbouw (Beleidsterrein: Wonen) Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p6.6a
Aantal huurwoningen nieuwbouw vanaf 1-1-2005 (1)
202
674
1.022
1.408
1.033
CBS
p6.6b
Aantal koopwoningen nieuwbouw vanaf 1-1-2005 (1)
559
931
1.212
1.376
1.160
CBS
p6.6c
Aantal vernietigde woningen vanaf 1-1-2005 (2)
402
916
956
1.130
1.005
CBS
p6.6d
Toename studentenhuisvesting vanaf 1-1-2004 (3)
1.306
1.311
1.561
1.868
1.384
TFS
Alle getallen in deze tabel zijn cumulatieve getallen. CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek. TFS = Task Force Studentenhuisvesting.
(1) Inclusief toevoeging aan de woningvoorraad door verbouw van bestaande niet-woongebouwen tot woningen. (2) Vernietiging door sloop dan wel andersoortige onttrekking aan de woningvoorraad. (3) Inclusief studentenwooneenheden in Oegstgeest en Leiderdorp en inclusief tijdelijke studentenwooneenheden.
Belangrijke woningbouwprojecten in 2010 Voor de locatie Dieperhout is nog geen uitvoeringsbesluit genomen of projectovereenkomst gesloten. Er zal een nieuw plan worden gemaakt, zodra er een nieuwe partner is gevonden. Het aantal woningen is dan ook nog onzeker. Met de bouw van wooneenheden voor studenten in het Bio Science Park (Wassenaarseweg) is in 2010 een begin gemaakt. Van het deelplan In de Hoven (Haagwegterrein) zijn in 2010 de eerste 18 woningen nagenoeg opgeleverd. Met de tweede fase is in 2010 begonnen en de derde fase zal in 2011 in productie worden genomen. De eerste fase van het project Groenoordhallen is in december 2010 gestart. Met fase 2 is in 2010 nog geen aanvang gemaakt in verband met de tegenvallende verkoop van de woningen; in 2011 inmiddels wel.
94 | Jaarverslag
Het probleem met de ontsluiting van de Big Boss locatie werd in 2010 nog niet opgelost. Met de bouw op deze locatie is dan ook nog niet gestart. Aan de Nicolaas Beetsstraat is Portaal in 2010 begonnen met sloop en nieuwbouw. Ook de nieuwbouwprojecten van de woonwagenlocaties Trekvaartplein en Roomburg zijn in 2010 van start gegaan. Nieuwbouwmonitor In 2006 is een start gemaakt met de Nieuwbouwmonitor en in 2010 is deze geëvalueerd. Op dit moment wordt gewerkt aan verdere verbetering en vereenvoudiging van de monitor. Task Force Studentenhuisvesting In 2010 is volgens plan verder gewerkt aan de voorbereidingen voor de grote locatie voor studentenwooneenheden op het Lammenschanspark. De voorbereidende onderzoeken voor het voorontwerp bestemmingsplan Lammenschanspark zullen beginnen in mei 2011. Naar verwachting zal de aanbestedingsprocedure in september 2011 tot gunning leiden. In 2010 is Ravenhorst fase 1 (19 wooneenheden) gereed gekomen voor bewoning. Fase 2 zal in de zomer van 2011 worden opgeleverd. In 2010 is DUWO begonnen met de bouw van circa 500 eenheden op het terrein aan de Wassenaarseweg gelegen achter de Hogeschool Leiden. Eveneens in 2010 is een aanvang gemaakt met de tijdelijke verhuur van 288 eenheden in het gebouw Nieuweroord aan de Rijnsburgerweg. De raad heeft in een motie (M100113/7) gevraagd om in gesprek te gaan met de buurgemeenten om aldaar oplossingen te vinden voor het huisvesten van in Leiden studerenden. Helaas beoogt de gemeente Zoeterwoude geen studentenhuisvesting meer naast de A4 in de Meerburgerpolder. De contacten over dit onderwerp met andere buurgemeenten blijven in stand, zolang er sprake is van een tekort aan studentenhuisvesting in en rondom Leiden. In het bijzonder als de voorbereiding van een bouwplan vastloopt, zal bij de betreffende gemeente onder de aandacht worden gebracht, dat studentenhuisvesting een mogelijke oplossing kan zijn. Met SLS Wonen zijn afspraken gemaakt over het verkrijgen van gegevens uit het onderzoek dat op initiatief van SLS Wonen regelmatig plaatsvindt. Hierdoor kan ook de gemeente de reële behoefte aan studentenhuisvesting goed blijven monitoren. In oktober 2010 kwamen wethouders, bestuurders van onderwijsinstellingen, studentenhuisvesters en Kamerleden in Delft bijeen om met elkaar te spreken over studentenhuisvesting. Daar werd mede op initiatief van Leiden de intentie uitgesproken om te komen tot een Nationaal Akkoord Studentenhuisvesting. Het streven is gericht dit akkoord in het voorjaar van 2011 te sluiten.
Doel 6.7 Meer kwaliteit in de bestaande woningvoorraad (Beleidsterrein: Wonen) Prestatie-indicatoren Nr.
p6.7a
Omschrijving
Toename aantal volledig toegankelijke woningen: Leidse ambitie vanaf 1-1-2005
Realisatie 2007
2008
2009
2010
204
488
718
1.204
Streefwaarde 2010
Bron
612
Gemeente
NB: De getallen in deze tabel zijn cumulatief.
De doelstelling van de toevoeging aan de voorraad van in totaal 3.500 levensloopbestendige woningen (*) is in 2010 geëvalueerd. Nieuwe inzichten leiden tot de conclusie dat het streven naar een toevoeging van deze omvang tot en met 2010 niet noodzakelijk lijkt. Dit is de conclusie uit onderzoek van de woningcorporaties en het onderzoek dat de gemeente in 2010 heeft uitgevoerd naar de vraag en het aanbod van levensloopbestendige woningen. De verwachting is dat met de huidige nieuwbouwontwikkeling voldoende levensloopbestendige woningen zullen worden gerealiseerd. Daarnaast wordt momenteel een aantal bestaande complexen opgeplust, waaronder het complex De Molens van corporatie De Sleutels (ca. 260 woningen). (*) Een levensloopbestendige woning is tenminste rolstoeltoegankelijk en rollatordoorgankelijk (in de klassificatie van de Woonvisie: 3 sterren). Gezien de door het Bouwbesluit gestelde eisen kan worden aangenomen dat elk nieuwbouwappartement aan deze criteria voldoet.
Doel 6.8 Voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen (Beleidsterrein: Wonen)
Jaarverslag | 95
Effectindicatoren Nr.
e6.8a
Omschrijving
Aantal betaalbare woningen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
25.418
25.500
23.873
24.046
Streefwaarde 2010
Bron
25.800
BAG WoON 2009
BAG = Basisregistratie voor Adressen en Gebouwen WoON 2009 = Woononderzoek Nederland 2009 De aantallen vanaf 2009 zijn lager dan in de jaren daarvoor. Dit komt door een verandering van de gegevensbron vanaf het jaar 2009. Tot en met 2008 was de bron van deze indicator de gemeentelijke Onroerend Goed Kartotheek (OGK), een bestand van woningen, waarin het gegeven huur of koop niet goed werd bijgehouden. De OGK bestaat sinds 2009 niet meer. Als alternatief daarvoor is de BAG gekomen, waaruit ook de gegevens voor de CBS-registratie worden geleverd. De rubriek 'huur of koop' bestaat in de BAG alleen voor nieuwbouwwoningen. Daarom wordt van de procentuele verhouding tussen huur en koop met behulp van de uitkomsten van het WoON 2009 een betrouwbare inschatting gemaakt. Het percentage huurwoningen in de voorraad, en daarmee ook het aandeel van de betaalbare woningen in het geheel van de voorraad, blijkt hiermee lager uit te komen dan voorheen op basis van de OGK werd aangenomen. In de Prestatieafspraken 2009-2015 met de corporaties is overeengekomen dat de Leidse corporaties gedurende de looptijd van de afspraken garanderen dat het aantal betaalbare woningen in de sociale woningvoorraad tenminste 1,5 maal het aantal huishoudens van de 'doelgroep van beleid' (d.i. de lage-inkomensgroepen) zal zijn. In het kader van het landelijke onderzoek WoON 2009 zijn in Leiden circa 1.350 enquêtes afgenomen. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek komt de geschatte verhouding tussen de omvang van de bereikbare voorraad en die van de doelgroep (exclusief studenten) uit boven de norm die in de Prestatieafspraken is opgenomen. Per 1 januari 2011 geldt, op grond van een Europese richtlijn ter zake, een jaarinkomen van € 33.614,00 als bovengrens om voor een sociale huurwoning in aanmerking te kunnen komen. Voor die datum was de grens van de doelgroep van beleid gebaseerd op de - aanzienlijk lagere - inkomensgrenzen voor de huurtoeslag. Met deze verruiming van de inkomensbovengrens zal de doelgroep van beleid een stuk groter worden. Hierdoor is het noodzakelijk de hierboven genoemde norm van 1,5 technisch te herijken.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op de beleidsterreinen van Stedelijke ontwikkeling de volgende kaderstellende beleidsstukken vastgesteld: ■ Nota Winkelen, Wonen, Welzijn en Zorg (RV 09.0053) Deze nota bevat een nadere uitwerking van de gemeentelijke opgaven rond wonen, zorg en welzijn, zoals eerder neergelegd in de nota Wonen, Zorg en Welzijn (2004) en de Woonvisie (2005). ■ Structuurvisie Leiden 2015 (RV 09.0130) Dit is de ruimtelijke uitwerking van de Ontwikkelingsvisie Leiden, Stad van Ontdekkingen uit 2004. ■ Welstandsnota 2010 (RV 09.0122) Deze nota is de opvolger van de Welstandstoets bij het behandelen van aanvragen van bouwvergunningen. Hierin zijn ook de sneltoetscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen opgenomen. ■ Handhavingsprogramma 2010 ‘Samenwerken aan Samenwerken' (RV 10.0044) In dit programma zijn de prioriteiten voor handhaving opgenomen, alsmede de verdeling van de capaciteit. ■ Bestemmingsplan Transvaal (RV 09.0127) ■ Uitvoeringsbesluit 'Tuin van Noord: het groene hart van Leiden' (RV 09.0121) ■ Bestemmingsplan Sportpark Boshuizerkade (RV 09.0159) ■ Bestemmingsplan Nicolaas Beetsstraat e.o. (RV 10.0002) ■ Nota van uitgangspunten voor de herontwikkeling van de locatie Lammenschanspark (RV 09.0164) ■ Stedenbouwkundige uitgangspunten Oude Kooi (RV 09.0153) ■ Welstandsnota (RV 09.0122) ■ Bestemmingsplan Trekvaartplein (RV 09.0129) ■ Bestemmingsplan Boerhaave-Sylvius (RV 09.0160) ■ Uitvoeringsbesluit Kooiplein e.o. (RV 10.0003) ■ Herziening van het bestemmingsplan Binnenstad II (RV 10.0007) ■ Oostvlietpolder, wijziging planologisch beleid (RV 10.0080) Besluit tot wijzigen van de Structuurvisie, als uitvloeisel van punt 7 van het beleidsakkoord.
96 | Jaarverslag
■ Uitvoeringsbesluit Sportpark Boshuizerkade (Zuidelijke Sportvelden) (RV 10.0076) ■ Wijziging van de Bouwverordening (RV 10.0086) De gemeentelijke bouwverordening is in overeenstemming gebracht met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ■ Voorbereidingsbesluit Aalmarkt – Mandenmakerssteeg e.o. (RV 10.0096) ■ PRIL 2010, Het Perspectief 2010-2013 (RV 10.0114) ■ Bestemmingsplan Archeologie (RV 10.0128) Een paraplu-bestemmingsplan, waarmee in één besluit de archeologische regels voor alle bestaande bestemmingsplannen zijn gelijkgetrokken. ■ Uitgangspunten voor medewerking aan aanpak corporatiewoningen in de Tuinstadwijk volgens gebiedsvisie van De Sleutels (RV 10.0121) ■ Ontwerp bestemmingsplan Haagwegterrein Oost (BW 10.0739) Dit plan betreft het gebied, begrensd door de Haagweg, de Rijn en Schiekade, de Telderskade en de spoorverbinding Leiden-Utrecht. ■ Bestemmingsplan Haagwegterrein West (BW 10.1280) ■ Voorontwerp bestemmingsplan De Waard (BW 10.0899) ■ Voorontwerp bestemmingsplan Leiden Noordwest (BW 10.1056) ■ Het formaliseren van RO-beleid inhoudende dat kamerbewoning planologisch wordt toegestaan en in bestemmingsplannen wordt opgenomen (BW 10.1072) ■ Wijziging van de Huisvestingsverordening 2007 (BW 10.1073) Hiermee worden de artikelen betreffende de onttrekkingsvergunning geschrapt. ■ Nota van uitgangspunten voor de Gebiedsontwikkeling Stationsgebied Leiden (BW 10.1112) ■ Aalmarkt, vaststellen stedenbouwkundig plan en vrijgeven voorontwerp bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan voor inspraak (BW 10.1148) ■ Uitgangspunten voor het opstellen van een Handhavingsnota 2011-2014 (BW 10.1293) ■ Kaderbesluit herontwikkeling Ananasweg-Lammenschans (BW 10.1304)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
3.508
-16
3.492
3.788
297
BOUWREGELING
4.821
-3.425
1.395
1.826
432
92.280
-54.263
38.016
19.030
-18.985
4.626
-1.603
3.022
3.623
601
105.235
-59.309
45.925
28.268
-17.656
GRONDZAKEN WONEN Totaal
STEDELIJKE ONTWIKKELING bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
69.544
132.754
4.287
137.040
105.235
31.805
Baten
-58.012
-119.981
11.208
-108.773
-59.310
-49.462
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
11.532
12.773
15.495
28.268
45.925
-17.657
Toevoeging
31.596
13.484
36.559
50.043
44.301
5.742
Onttrekking
-45.565
-12.672
-38.565
-51.237
-37.856
-13.381
MUTATIES RESERVES
-13.969
812
-2.006
-1.194
6.445
-7.639
-2.437
13.585
13.489
27.074
52.370
-25.296
Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 97
7
Jeugd en onderwijs
98 | Jaarverslag
Jeugd en onderwijs Programmanummer
7
Commissie
Onderwijs en samenleving
Portefeuille(s)
Jeugd, Welzijn & Zorg Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: 'In Leiden krijgen kinderen en jongeren de kans gezond en veilig op te groeien in een stimulerende omgeving, zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen en later volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.'
Doelenboom Prestaties ■
Doel
CJG Stevenshof aansluiten op telefonische helpdesk en virtueel CJG Openen CJG Leiden Zuidwest Opstellen plan van aanpak voor CJG Leiden Noord Zoeken naar een locatie voor een vierde CJG Activeren moeilijk bereikbare groepen ouders Aandacht voor opvoedingsondersteuning binnen het Jeugd Preventie Team en HALT
7.1 Meer en betere opvoedingsondersteuning
Invoering Elektronisch Kinddossier Uitbreiding Verwijsindex Implementeren en breder verspreiden van methodiek 1Gezin1plan / zorgcoördinatie Uitvoering werkplan aanpak kindermishandeling
7.2 Sterkere ketenaanpak van de hulpverlening met het kind centraal
■
Verder ontwikkelen beleid en aanpak alcoholpreventie onder jongeren in regionaal samenwerkingsverband
7.3 Minder problematisch alcohol- en drugsgebruik bij de jeugd
■
Continueren van de speciale projecten rond overgewicht op scholen
7.4 Vermindering overgewicht bij jeugd
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
zie doel 7.7
7.5 Groter bereik doelgroep in het kader van VVE
■ ■ ■ ■ ■
Evaluatie beheer Brede School Roomburg Evaluatie inhoudelijke thema's Brede School Leiden Noord Ontwikkeling Merenwijk school tot brede school Vervolg convenant Veilige School Invoering combinatiefuncties
7.6 Meer samenwerking in en rond het onderwijs, waarbij de leerling centraal staat
■
Uitvoering beleidsplan Onderwijsachterstandenbeleid 2010-2013
7.7 Minder onderwijsachterstanden
■
Toezien op uitvoering beleidsplan Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten Uitvoering decentralisatie uitkering Voortijdig Schoolverlaten
7.8 Minder leerlingen zonder startkwalificatie
■
Beleidsterrein
Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd (gezondheids)zorg
Peuterspeelzalen en kinderopvang
Onderwijsbeleid
Jaarverslag | 99
Prestaties
Doel
■ ■ ■ ■
Stimuleren toptalent Aandacht beta en techniek opleidingen Bevorderen van ICT in het onderwijs Doorontwikkeling Jongerenloket
7.9 Afstemmen van de regionale arbeidsmarkt en het aanbod van het (beroeps)onderwijs
■
Implementatie verzelfstandiging van openbare scholen
■ ■ ■ ■
Uitvoering Integraal Huisvestingsplan Planvorming en uitvoering onderwijskundige vernieuwingen die mogelijk zijn na het Integraal Huisvestingsplan Huisvesting combinatie speciaal onderwijs en zorg Stimuleringsregeling binnenmilieu en energiegebruik
7.11 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting
■ ■
Ruimere openstelling speeltuinen Uitbreiding Thuis op Straat
7.12 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van speelruimte voor kinderen
■ ■ ■
Huisvesting jongerenwerk Uitbreiden activiteiten jongeren Slaaghwijk Activiteiten jongerenplatform
7.13 Voldoende voorzieningen die aansluiten op de behoeften van jongeren
■ ■
Uitbreiding aanpak Veilig Opgroeien Ontwikkelen procesafspraken rondom jeugdoverlast
7.14 Minder overlast door jongeren
100 | Jaarverslag
Beleidsterrein
7.10 Verzelfstandiging van het openbaar onderwijs
Onderwijshuisvesting
Spelen en opgroeien in de wijk
Ontwikkelingen in 2010 Wet OKE Per 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) van kracht geworden. Het doel van de wet is te komen tot meer inhoudelijke en financiële harmonisatie in de voorschoolse voorzieningen voor kinderen van 0-4 jaar. In november 2010 heeft de minister een onderdeel van de wet ingetrokken, te weten een gelijke ouderbijdrage voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. De lokale voorbereidingen hiervoor zijn daarom uitgesteld. Daarnaast zijn als gevolg van deze wet de wettelijke taken van de gemeente ten aanzien van aanbod en bereik van voorschoolse educatie (VVE) voor doelgroepkinderen verscherpt. De gemeente dient voldoende kwalitatief hoogwaardig aanbod VVE voor alle doelgroepkinderen te realiseren en heeft de inspanningsverplichting om 100% van de doelgroep naar dit aanbod toe te leiden. Regionale ketenaanpak jeugd en toekomst jeugdzorg Niet alleen in Leiden, maar ook landelijk staat het onderwerp ‘jeugd’ volop in de aandacht. Eén van de plannen uit het regeerakkoord betreft het overhevelen van jeugdzorg naar gemeenten. Het is goed te kunnen constateren dat de manier waarop de afgelopen jaren binnen Holland Rijnland is gewerkt aan het verbeteren van de aansluiting tussen jeugdbeleid en jeugdzorg in de regionale ketenaanpak jeugd een goede voedingsbodem biedt om op voort te bouwen. Onze regio loopt voorop met datgene wat in gezamenlijkheid is ontwikkeld en wordt uitgevoerd: een basisvisie CJG, een pedagogische visie, een website en telefonie, een aanbod opvoedingsondersteuning, een verwijsindex, een model voor de coördinatie van zorg en bestuurlijke doorzettingsmacht en de methodiek 1gezin1plan. Ook zijn in 2010 nieuwe stappen gezet op weg naar een vraaggestuurde zorg voor de jeugd. Hulp moet beschikbaar zijn in de directe omgeving van jeugdigen en gezinnen en gericht zijn op het versterken van de eigen kracht om problemen zelf aan te pakken, zo nodig met ondersteuning vanuit het sociale netwerk. De transitie van de jeugdzorg biedt hopelijk de kans deze omslag echt te maken. Voortijdig schoolverlaten In 2010 is in nauwe samenwerking met Holland Rijnland gewerkt aan twee beleidsnota’s: De visie Voortijdig Schoolverlaten met daaraan gekoppeld een meerjaren uitvoeringsprogramma en ten tweede een RMC Beleidsplan. Beide stukken liggen gereed om begin 2011 regionaal te worden vastgesteld. De beleidsplannen zijn tot stand gekomen in nauw overleg tussen gemeente, Voortgezet Onderwijs en ROC’s.
Effecten en prestaties Doel 7.1 Meer en betere opvoedingsondersteuning Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p7.1a
Aantal opvoedcursussen (aanbod)
26
28
30
26
35
GGD, Opvoedbureau Activite
p7.1b
Aantal deelnemers aan opvoedcursussen
300
277
383
352
400
GGD, Opvoedbureau Activite
p7.1c
Aantal gerealiseerde Centra voor Jeugd en Gezin (cumulatief)
0
0
1
2
2
Gemeente Leiden
Sneller dan oorspronkelijk was bedacht is er in 2010 toegewerkt naar een samengaan van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar (AcitVite en Valent) met die van 4-19 jaar (GGD-HM). Per 1 januari vallen beide onder de sector Publieke Zorg voor de Jeugd van de RDOG. Omdat een dergelijke transitie veel van betrokkenen vroeg is er voor gekozen de ontwikkeling van de inhoudelijke vernieuwing die past bij een integrale jeugdgezondheidszorg uit te stellen tot 2011. Ten aanzien van opvoedcursussen, is de landelijke trend dat er steeds meer individuele gesprekken plaatsvinden, minder groepsgewijs gaat en vragen gesteld worden via de website CJG. Dit zien we ook wanneer we naar de leidse cijfers kijken. Verder zijn in 2010 de virtuele centra voor jeugd en gezin, zowel voor opvoeders als voor jeugd, gelanceerd. Daarnaast is het tweede Leidse CJG geopend, in Leiden Zuid-West.
Jaarverslag | 101
CJG Stevenshof aansluiten op telefonische helpdesk en virtueel CJG In 2010 is regionaal de website Centrum voor Jeugd en Gezin in de lucht gegaan. Iedere regio gemeente maakt gebruik van de regionale site aangevuld met plaatselijke informatie, voor Leiden is dit www.cjgleiden.nl. Ook is de regionale jongerensite, www.hoezitdat.info, operationeel en deze vervangt de site overenuit. Eind 2010 is ook het regionale telefoonnummer CJG, 088-2452384 (088-CJGADVIES) geactiveerd en worden telefoontjes op basis van een postcoderoutering vanuit een KlantContactCentrum, gedurende openingstijden van een CJG rechtstreeks doorgeschakeld. Openen CJG Leiden Zuidwest In 2010 is de tweede locatie CJG geopend in ZuidWest aan de Vijfmeilaan. Bij de opening is in nauwe samenwerking met team stadsruimte, NME, en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) een speciale uitgave CJG gepresenteerd over Gezond opgroeien in jouw buurt. Deze folder geeft ouders van 0 – 4 jarigen tips over positieve effecten van groene ruimten op je kind. Opstellen plan van aanpak voor CJG Leiden Noord De bouw van de Brede School is vertraagd en daarmee ook het plan van aanpak voor het CJG. Overeenkomstig het masterplan CJG komt op deze locatie wel een CJG XL (zie ook rapportage doel 7.6). Zoeken naar een locatie voor een vierde CJG De vierde locatie CJG wordt gesitueerd aan de Burggravenlaan. Ook hier geldt dat de WMO functies worden geclusterd op de plek waar ouders nu al komen voor het consultatiebureau. Activeren moeilijk bereikbare groepen ouders In 2010 is er veel gecommuniceerd over het CJG, o.a. rondom de opening in Zuid-West, maar ook voor het virtuele CJG en het telefoonnummer. Door de laagdrempeligheid van de CJG’s worden ouders beter bereikt en geattendeerd op de mogelijkheden tot deelname aan een cursus. Daarnaast wordt het cursusaanbod steeds meer vraaggericht aangeboden en komen er meer themabijeenkomsten over één bepaald onderwerp in plaats van een cursusaanbod van meerdere dagdelen. Aandacht voor opvoedingsondersteuning binnen het Jeugd Preventie Team en HALT Aandacht voor opvoedingsondersteuning binnen het Jeugd Preventie Team en HALT geschiedt op basis van vrijwillige deelname van ouders. Dit zorgt voor een lage opkomst. Er hebben ondanks dat het een groep betreft die moeilijk te motiveren is, twee bijeenkomsten plaatsgevonden.
Doel 7.2 Sterkere ketenaanpak van de hulpverlening met het kind centraal Invoering Elektronisch Kinddossier Het elektronisch kinddossier is per 1-1-2010 van naam veranderd in Digitaal Dossier JeugdGezondheidsZorg (DD JGZ). De consultatiebureaus zijn in mei 2010 met de invoering gestart. De GGD is eind 2010 gestart met een nieuw automatiseringssysteem en zal per 1-1-2011 met de invoering starten voor de groep 4-19 jarigen. Uitbreiding Verwijsindex Er doen steeds meer instellingen mee aan de verwijsindex JeugdMATCH. Totaal doen er nu 14 (onderdelen van) instellingen mee. In regionaal verband zijn er in 2010 2886 signalen binnengekomen, gemeld door 12 (onderdelen van) instellingen. In 866 situaties was er een match, deels al bekend omdat Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming altijd met elkaar matchen buiten de verwijsindex om. In Leiden zijn er 621 signalen gemeld, die tot 220 matches hebben geleid. Implementeren en breder verspreiden van methodiek 1Gezin1plan / zorgcoördinatie Bij 1gezin1plan betrokken instellingen hebben in 2010 de werkwijze steeds meer geïmplementeerd, maar nog niet alle partijen zijn voldoende aangehaakt (bijvoorbeeld de GGZ). Op twee momenten heeft er een monitor plaatsgevonden, die naast cijfers ook veel kwalitatieve informatie levert. Op basis van de ervaringen van de instellingen die in de eerste tranche betrokken waren is de handleiding gezinsplan bijgesteld. Voorlichting heeft (binnen de regio) plaatsgevonden aan medewerkers schuldhulpverlening, WMO, Sociale Zaken en binnen Leiden ook van de Raad en Daadwinkels. Uitvoering werkplan aanpak kindermishandeling Leiden heeft als centrumgemeente tot en met 2010 rijksgelden ontvangen voor de opstart en implementatie van de regionale aanpak actieplan kindermishandeling (RAAK). Hiertoe is een regionale coördinator aangesteld en ondergebracht bij de RDOG. Het bijbehorende werkplan is in uitvoering en loopt deels door in 2011. Bestuurlijk wordt RAAK in 2011 ingebed binnen Steunpunt Huiselijk Geweld. Het rijk heeft inmiddels aangegeven ook in 2011 nog één jaar extra middelen voor de regio beschikbaar te stellen om de continuïteit te waarborgen.
102 | Jaarverslag
Doel 7.3 Minder problematisch alcohol- en drugsgebruik bij de jeugd In 2010 zijn in het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging een visie en opdracht vastgesteld. Hierin staan een 8-tal prioritaire thema’s genoemd, die het Bestuurlijk Overleg in 2011 zal gaan oppakken. Deze zijn in een ‘Projectwerkplan’ uitgewerkt. Handhaving en Regelgeving zijn hier een onderdeel van in de vorm van 2 projecten. Voorlichtingsactiviteiten vanuit de GGD verlopen primair via de programma’s ‘De Gezonde School’ en ‘Genotmiddelen’ voor het primair- en voortgezet onderwijs. In de programma’s is aandacht voor educatie voor leerlingen, scholing van docenten, voorlichting aan ouders en regelgeving en handhaving op scholen. Zowel aan de middelen tabak, alcohol als (soft)drugs wordt aandacht besteed. Afgelopen jaren is, overeenkomstig de cijfers en het landelijke beleid, extra nadruk gelegd op alcohol. Brijder Verslavingszorg heeft als werkgebied o.a. het jongerenwerk en buurt- en clubhuizen. Brijder zorgt voor deskundigheidsbevordering en richt zich op het trainen van het signaleren van gebruik door intermediairs. Een ander belangrijk onderdeel van Brijder Verslavingszorg is de samenwerking met bureau Halt. Wanneer jongeren een HALT-waardig delict plegen (vaak in relatie tot alcohol) en jongeren en ouders de keuze maken dat traject af te lopen, is een leerweg bij Brijder Verslavingszorg onderdeel van de taakstraf. Verder ontwikkelen beleid en aanpak alcoholpreventie onder jongeren in regionaal samenwerkingsverband In 2010 is een regionale structuur (Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging) opgezet, waarin verschillende partijen, waaronder gemeenten, Holland Rijnland, GGD en Politie het uit te voeren alcoholpreventiebeleid bespreken en voorbereiden.
Doel 7.4 Minder overgewicht bij de jeugd Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e7.4a
% 2-4 jarigen met overgewicht
10%
10,2%
11,0%
11,7%
7%
Activite en GGD
e7.4b
% 5-14 jarigen met overgewicht
14%
13,2%
15,3%
16,3%
14%
Activite en GGD
De streefwaarden voor 2010 zijn niet gehaald. In veel gemeenten zien we een stijging. Deze trend is zowel in de regio, als landelijk zichtbaar. Per 2011 gaat Leiden deelnemen aan het landelijke programma Jongeren Op Gezond Gewicht, een nieuwe aanpak om een gezond gewicht bij kinderen en jongeren te stimuleren. Dit moet resulteren in een lager percentage overgewicht bij jongeren. Het continueren van de speciale projecten rond overgewicht op scholen In 2010 is op basis van een evaluatie van het preventieproject Okido, besloten te stoppen met Okido en dit programma te vervangen door Lekker Fit!. Vanaf september 2010 is gestart met dit lespakket. Het bestaat uit acht lessen per schooljaar per groep, gedurende de gehele basisschooltijd. Lekker fit! maakt kinderen in de basisschoolleeftijd bewust van en vergroot hun kennis over het belang van een gezond eet- en beweegpatroon en leert hen hierin keuzes te maken. Het pakket wordt aangeboden aan acht scholen, dit zijn 64 groepen in totaal. Er is mede gekozen voor dit pakket, omdat het in andere steden waar het al langer gebruikt wordt, goed werkt.
Doel 7.5 Groter bereik doelgroep in het kader van VVE De kwaliteit van de peuterspeelzalen en het aanbod voorschoolse educatie in Leiden is hoog. De gemeente heeft nog wel een taak daar waar het gaat om het verhogen van het bereik van de doelgroepkinderen. Dit punt komt terug bij doel 7.7 Minder onderwijsachterstanden.
Jaarverslag | 103
Doel 7.6 Meer samenwerking in en rond het onderwijs, waarbij de leerling centraal staat Effectindicatoren Nr.
e7.6a
Omschrijving
Aantal leerlingen 4-12 jaar dat ingebracht is op een ZorgAdviesTeam (ZAT)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
34
68
61
151
Streefwaarde 2010
Bron
100
WSNS
In het schooljaar 2009- 2010 is op acht scholen de pilot zorgteams op schoolniveau gestart. De overige 24 scholen hebben een zorgadviesteam op wijkniveau. De pilot heeft geleid tot een toename van de casuïstiek, meer kinderen in beeld, doordat de drempel van inbrengen is verlaagd. Een en ander heeft wel geleid tot een hogere capaciteitsvraag bij de zorgpartners. Onderzocht moet worden of alle casuïstiek ook zorg gerelateerd is of dat het alleen leerachterstand betreft. In het schooljaar 2010 - 2011 wordt de pilot verder uitgewerkt in relatie met mogelijke inzet vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. Evaluatie beheer Brede School De Arcade (Roomburg) In 2010 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het beheer en de exploitatie bij Brede School De Arcade. Op basis van de uitkomsten is de gemeente in overleg getreden met de Stuurgroep Brede School De Arcade en de betrokken afdelingen binnen de gemeente om tot heldere afspraken te komen. Deze afspraken hebben betrekking op de taken en verantwoordelijkheden bij het beheer en de exploitatie van Multifunctionele accommodaties. In het eerste kwartaal 2011 zullen deze afspraken concreet vorm krijgen en worden vastgelegd. Evaluatie inhoudelijke thema’s Brede School Het Gebouw (Leiden Noord) In 2010 is het inhoudelijk programma geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie en het wegvallen van enkele deelprogramma’s bij sommige instellingen vanwege de bezuinigingen, is De Brede School Stuurgroep Het Gebouw eind 2010 een traject gestart om activiteiten van het inhoudelijk programma in gezamenlijkheid vorm te geven. Het gaat hierbij om activiteiten als 1) afstemmen centrum Jeugd & Gezin en Schoolgebonden Zorgadviesdienst 2) gezinsmanagement 3) signalen in wijk en buurt beter afstemmen en 4) inrichten van een taalrijke omgeving in en om Het Gebouw. Met de werving van een Coördinator Brede School wordt ongeveer een jaar voordat de nieuwbouw van Het Gebouw opengaat gestart. Aangezien in december 2010 de eerste paal is geslagen en de bouwtijd twee jaar duurt, is het contract met de huidige projectleider met een jaar verlengd. Ontwikkeling Merenwijk school tot brede school Op basis van het Protocol Brede School ontwikkeling in het Primair Onderwijs (B&W 08.2006) heeft Brede School De Merenwijk een subsidie ontvangen voor de onderzoeksfase en de uitwerkingsfase om te komen tot een Brede School.Brede School De Merenwijk voert inmiddels met verschillende partners een aantal trajecten uit, zoals het aanbieden van naschoolse activiteiten, het bevorderen van ouderbetrokkenheid en het intensiveren van opvoedingsondersteuning. Dit is mede gefinancierd vanuit de rijkssubsidie Slaaghwijk. Vervolg convenant Veilige School In 2010 is besloten het convenant Schoolveiligheid niet voort te zetten, maar de opgebouwde werkwijze wel te laten bestaan. Dit betekent dat de werkgroep schoolveiligheid waarin zitting hebben de politie Hollands Midden, het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs onder voorzitterschap van de gemeente Leiden, heeft gewerkt aan protocollen en richtlijnen ter verbetering van de veiligheid in en rond school. Mede ten gevolge van de conferentie die eind 2009 gehouden is zijn de contacten tussen wijkagenten en scholen in 2010 verstevigd. Invoering combinatiefuncties In 2010 zijn het kader invoering combinatiefuncties en de deelverordening combinatiefuncties vastgesteld. Leiden komt voor de rijksregeling op basis van haar inwonertal in aanmerking voor 14,2 fte. Eind 2010 zijn er in totaal 22 aanvragen binnengekomen, voor bijna 20 fte. De aanvragen variëren van sporten in de wijk tot het verzorgen van culturele activiteiten na schooltijd en zijn verdeeld over de hele stad. Het grote aantal aanvragen is een positief signaal en kan worden gezien als een goede start van de invoering van de Combinatiefuncties in Leiden.
104 | Jaarverslag
Doel 7.7 Minder onderwijsachterstanden Effectindicatoren Nr.
e7.7a
Omschrijving
Gemiddelde CITO-score van de onderwijsachterstandenscholen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
533,0
533,9
531,5
533,5
Streefwaarde 2010
Bron
532,0
PLATO
Streefwaarde 2010
Bron
100%
PLATO
Prestatie-indicatoren Nr.
p7.7a
Omschrijving
% gewichtenpeuters dat deelneemt aan VVE voorzieningen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
42%
52%*
72%*
44%
* De percentages voor de jaren 2008 en 2009 zijn geen zuivere weergave van de gestelde indicator. In deze cijfers zijn namelijk ook de zogeheten ‘sterretjes’kinderen opgenomen. Waar het gaat om gewichtenpeuters is in 2008 en 2009 respectievelijk 42% en 42,6% bereikt met VVE. Sinds 2008 heeft de gemeente Leiden de doelgroep voor VVE uitgebreid met kinderen die geen formeel gewicht hebben, maar wel een risico lopen op (taal)achterstand, de zogeheten ‘sterretjes’kinderen. Hiervan worden steeds meer kinderen bereikt (resp. 44, 141 en 126 in 2008, 2009 en 2010). In de programmabegroting 2012 zal voorgesteld worden deze prestatie-indicator nauwkeuriger te formuleren om zo het onderscheid tussen gewichten- en ‘sterretjes’kinderen conform de verantwoordingsafspraken met het Rijk weer te geven. Per 1 januari 2010 is de nieuwe beleidperiode voor onderwijsachterstandenbestrijding van start gegaan. De doelstellingen en prestaties voor deze periode zijn opgenomen in het beleidsplan OnderwijsKansen ‘Het beste uit ieder kind’ 2010-2013. Uitvoering beleidsplan OnderwijsKansen 2010-2013 De belangrijkste speerpunten uit het beleidsplan OnderwijsKansen zijn uitgevoerd: ■ VVE: in Leiden wordt op 21 peuterspeelzalen, vier kindercentra en negen basisscholen gewerkt met een programma Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Hiermee is er voldoende aanbod voor het geschatte aantal kinderen dat in aanmerking komt voor VVE. In het basisonderwijs is het bereik van deze doelgroep hoog, elk kind gaat tenslotte naar school. Toeleiding van doelgroepkinderen naar voorschoolse VVE voorzieningen blijft een punt van aandacht. In 2010 zijn hiervoor diverse activiteiten uitgevoerd, maar met name niet-werkende ouders zijn moeilijk te motiveren hun kind aan te melden bij een voorschoolse voorziening. In 2011 zal daarom in twee wijken een pilot starten met een felicitatiedienst: alle ouders waarvan het kind één jaar is, worden persoonlijk bezocht en voorgelicht over de voorzieningen voor peuters. Verder wordt de samenwerking met de consultatiebureaus in het kader van toeleiding VVE in een protocol vastgelegd. ■ Taal: scholen die willen werken aan verbetering van hun taalonderwijs hebben op maat gesneden trajecten gevolgd. Daarnaast is het voorleesprogramma 'Ik Lees Voor Jou' een groot succes: ruim 55 vrijwilligers lezen wekelijks voor in gezinnen waar lezen (nog) niet een onderdeel van de opvoeding vormt. ■ Schakelklassen: in Leiden kennen we vier soorten schakelklassen: drie reguliere klassen (naschools en deeltijd onder schooltijd), twee internationale klassen (voor neveninstromers uit het buitenland), één kopklas (een extra jaar na de basisschool) en 2 BAT/BOAT klassen (voor neveninstromers in het voortgezet onderwijs). Deze klassen zijn ook dit jaar weer goed gevuld geweest en worden door het onderwijs als zinvol en succesvol ervaren. De schakelklassen primair onderwijs komen jaarlijks meermalen bij elkaar om kennis en ervaring te delen.
Jaarverslag | 105
Doel 7.8 Minder leerlingen zonder startkwalificatie Effectindicatoren Nr.
e7.8a
Omschrijving
Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters woonachtig in Leiden
Realisatie 2007
2008
2009
2010
351
393*
327
318**
Streefwaarde 2010
Bron
10% reductie t.o.v. 08/09
CFI
*Oorspronkelijke cijfer 386 was voorlopig cijfer, definitieve cijfer is 393. ** Dit is het voorlopige cijfer. Uitvoering decentralisatie uitkering Voortijdig Schoolverlaten In het voortgezet onderwijs in Leiden zien de vsv-cijfers er doorgaans gunstig uit, ook al zijn er locaties die extra aandacht vragen. Uitval heeft vooral plaatsgevonden in het MBO, op 18 en 19-jarige leeftijd. Om uitgeschreven leerlingen zo snel mogelijk te benaderen is medio 2010 het overleg ‘Sluitende aanpak vsv’ gestart en zijn er belacties gehouden, met als doel te checken of de uitschrijvingen kloppen en zo ja om de jongeren zo snel mogelijk weer ingeschreven te krijgen. Er zijn meerdere initiatieven van start gegaan om jongeren op school te houden of ze meteen terug te plaatsen als ze uitgevallen zijn. Zo is op de ROC’s een opvangklas gestart voor jongeren die gedurende het schooljaar uitvallen en soms niet weten welke richting ze willen kiezen of niet direct plaatsbaar zijn omdat in hun studierichting het jaar al is gestart. Met middelen van het Rijk is het project ‘Pluscoach’ gestart voor overbelaste leerlingen van 12 tot 23 jaar die dreigen uit te vallen. De gemeente Leiden heeft de regierol ten aanzien van deze doelgroep. De gemeente Leiden ontvangt als centrumgemeente van Holland Rijnland van het Rijk middelen voor het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, dit zijn middelen voor RMC en kwalificatieplicht. Deze worden ingezet bij het Regionaal Bureau Leerplicht en het jongerenloket. Daarnaast ontvangt de gemeente als vervolg op GSB een decentralisatie-uitkering Jeugd ten behoeve van overbelaste leerlingen. Projecten die zijn uitgevoerd in 2010 zijn onder meer: ■ project NU (preventief project van jeugdzorg en ROC gericht op jongeren die vsv-er dreigen te worden); ■ ARBO-project (samenwerking twee VO-scholen, ROC en GGD, gericht op jongeren die zich ziek melden); ■ MKB-netwerkproject (gericht op niet-leerplichtige jongeren zonder startkwalificatie). Daarnaast zijn middelen ingezet op trajecten voor jongeren die ingeschreven staan bij het Jongerenloket. Ook vanuit de programmagelden VSV (convenantafspraken) die we als regio van het Rijk ontvangen werden er diverse projecten, zowel preventief als curatief, ingezet. Toezien op uitvoering beleidsplan Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten In 2010 is het beleidsplan RMC opgesteld, waardoor de gemeente nu een betere basis heeft om toe te zien op de uitvoering van de RMC-functie. Tevens gaan we als centrumgemeente per 2011 werken met een samenwerkingsovereenkomst, jaarplan en indicatoren.
Doel 7.9 Afstemmen van de regionale arbeidsmarkt en het aanbod van het (beroeps) onderwijs Prestatie-indicatoren Nr.
p7.9a
Omschrijving
Aantal aangemelde jongeren in het jongerenloket (regio Holland Rijnland)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
564
792
934
1000
Streefwaarde 2010
Bron
800
Jongerenloket
Doorontwikkeling Jongerenloket In de samenwerkingsovereenkomst 2010 is afgesproken dat het Jongerenloket in 2010 wordt geëvalueerd en er vervolgens besloten wordt over voortzetting van de overeenkomst. De evaluatie is afgerond en met de ondertekenaars is eind 2010 gestart met de voorbereiding voor het vervolg. Daarin worden de ontwikkelingen van het werkplein meegenomen. ROC Leiden en ROC ID hebben aangegeven hun formatie terug te trekken uit het Jongerenloket (m.i.v. 1-4-2011) maar ROC Leiden wil wel met een eigen loket op het werkplein. In 2010 waren er 1000 aanmeldingen in het loket en er werden 883 trajecten gestart. Daarbij ging het om 883 aanmeldingen van leidse jongeren en 550 trajecten die voor leidse jongeren werden gestart. Stimuleren toptalent hoogbegaafde kinderen
106 | Jaarverslag
In het schooljaar 2009/2010 hebben 23 kinderen uit Leiden deelgenomen aan het Leids Onderwijs Project van Bright Kids. Het aanbod bestaat uit lessen, excursies, projecten en een schoolkamp. Er stonden vijf kinderen op de wachtlijst. Aandacht bèta en techniek opleidingen Door JES Rijnland is voor de 10e en laatste maal het techniekevenement voor de groepen zes van de Leidse basisscholen gehouden. Het thema was Leidse bruggen. 940 leerlingen en hun leerkrachten kregen een rondvaart door de Leidse grachten en konden een dagdeel zelf bruggen bouwen. Hierin werden zij begeleid door Onderwijsassistenten in opleiding van het ROC Leiden. JES Rijnland zal op verzoek van de gemeente een nieuwe activiteit ontwikkelen in samenwerking met het Technolab: samen bouwen aan Techniek. Het betreft een lessenserie waarbij ouders betrokken worden en er opleiding- en beroepsoriëntatie plaatsvindt. De Stichting Technolab Leiden is als opvolger van de Technotheek in februari 2010 operationeel geworden in het gebouw van het ROC aan de Lammenschansweg. Klassen van het basisonderwijs en van de onderbouw van het voortgezet onderwijs kunnen er een dagdeel kennismaken met techniek en science. In 2010 kregen 6.180 leerlingen een workshop. De Willie Wortelwedstrijd voor leerlingen van de onderbouw van de scholen voor voortgezet onderwijs is voor de derde maal gehouden: ca. 1000 leerlingen van vier verschillende scholen bedachten 150 uitvindingen. Van de 12 beste uitvindingen werden samen met bedrijven prototypes gemaakt. Bevorderen van ICT in het onderwijs De stichting De Digitale Sleutel heeft in 2010 10 projecten aangeboden en ondersteund. Een voorbeeld hiervan is ‘Its’s Learning’ over het werken met een Elektronische Leeromgeving waar in dit eerste jaar acht scholen aan deelnamen met ruim 270 leerlingen. In de elektronische leeromgeving is onder andere een koppeling gemaakt met de activiteiten van het Technolab. De stichting is met een extra subsidie in staat gesteld de mogelijkheden van mobiel internet voor projecten buiten de schoolmuren te benutten.
Doel 7.10 Verzelfstandiging van het openbaar onderwijs Implementatie verzelfstandiging openbare scholen Sinds 1 januari 2010 ressorteren alle Leidse openbare scholen onder drie stichtingen. De Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden; de Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci Leiden en de Stichting Stedelijk Gymnasium Leiden. Tevens is per 1 januari 2010 het Bureau Openbaar Onderwijs opgeheven en als stafbureau van de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden voorgezet onder de naam Bureau PROO. De implementatie van het verzelfstandigingsproces is probleemloos verlopen.
Doel 7.11 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e7.11a
Het oordeel over de hoeveelheid schoolgebouwen
-
7,5
-
7,5
7,6
Stadsenquête
e7.11b
Het oordeel over de kwaliteit van de schoolgebouwen
-
6,9
-
7,1
7,0
Stadsenquête
Onderwijshuisvesting is een wezenlijke randvoorwaarde voor het geven van kwalitatief voldoende en op de (lokale) situatie afgestemd onderwijs. Samen met de Leidse schoolbesturen wordt realisering van de volgende meer concrete doelen en effecten nagestreefd: - een evenwichtig en levensvatbaar aanbod van basis-, speciaal- en voortgezet onderwijsvoorzieningen, dat aansluit bij de feitelijke en verwachte behoefte c.q. vraag en toekomstige ontwikkelingen in de stad; - een geïntegreerd huisvestingsbeleid afgestemd op de mogelijkheden in de specifieke lokale situatie; - optimaal gebruik van de aanwezige onderwijsgebouwen. Uitvoering Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2008 - 2020 Voor 2010 zijn de volgende concrete resultaten zichtbaar geworden: - De uitbreiding van de basisschool Woutertje Pieterse is gereed, het gebouw is op 18 november 2010 officieel geopend. - De uitbreiding van het Orthopedagogisch Didactisch Centrum, De Delta, is opgeleverd en op 13 oktober 2010 in gebruik genomen. - In de zomer van 2010 is de uitbreiding van de basisschool Roomburg afgerond en per augustus 2010 door de school in gebruik genomen.
Jaarverslag | 107
- De oude gebouwen van de basisschool St. Joseph aan de Oppenheimstraat zijn gesloopt en de nieuwbouw van de school, inclusief buitenschoolse opvang, een gymnastieklokaal en schoolwoningen wordt naar verwachting in het voorjaar van 2011 opgeleverd. - De bouw van de Brede school in Leiden Noord, 'Het Gebouw', is in het najaar van 2010 begonnen. De officiële start van de bouw vond op 9 december 2010 plaats. - In 2010 is een begin gemaakt met de bouwplanontwikkeling voor de Leo Kannerschool. In juni heeft het college een besluit genomen over de nieuwbouwlocatie aan de César Franckstraat 9. In december van 2010 heeft het college aan de raad kredieten gevraagd om de nieuwbouw mogelijk te maken. - De uitvoering van de onderwijskundige vernieuwingen aan schoolgebouwen zijn grotendeels afgerond. - Uitwerken modellenstudie en bestemmingsplan nieuwbouw Driestar: Er is nog niet begonnen met de nieuwbouw voor Het Driestar College, omdat op de geplande bouwlocatie voor het lesgebouw, de gymnastieklokalen/sporthal en de verplichte hoeveelheid parkeerruimte een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk maakt en de inpassing van de elementen nauwkeurig moet geschieden. De noodzakelijke uitwerking van de modellenstudie en het bestemmingsplan ten behoeve van het Driestarcollege zijn nog niet klaar. Daarnaast is het volgende extra gebeurd: - De basisschool De Viersprong is tijdelijk uitgebreid met één groepsruimte. Deze school is gehuisvest in een tijdelijk schoolgebouw aan de Driftstraat en groeit sterk. Een negende groepsruimte was noodzakelijk. Deze school verhuist in 2013 naar het gebouw Brede School Leiden Noord; - Om de groei van het aantal leerlingen op te vangen, heeft het Visser ’t Hooft Lyceum het bestaande schoolgebouw aan de Faljerilstraat in gebruik genomen. Huisvesting combinatie speciaal onderwijs en zorg De uitwerking van een bouwplan voor Orion (de voormalige César Franckschool) en Cardea Jeugdzorg is door andere planvorming gewijzigd. Er wordt nu gekeken of nieuwbouw in de gemeente Leiderdorp een optie is. Stimuleringsregeling binnenmilieu en energiegebruik In 2010 is gestart met de stimuleringsregeling van de regering om schoolgebouwen te verbeteren qua binnenmilieu en energiegebruik. Daarbij ligt de nadruk op aanpak van de slechte gebouwen. De regering heeft de uitvoering van de regeling verlengd tot in 2011. Zorgdragen voor voldoende gymnastiekvoorzieningen voor alle leerlingen Alle leerlingen kunnen op basis van de verordening voldoende gymnastiek krijgen. Door sloop en nieuwbouw van gymnastieklokalen is het daarbij wel zo dat in sommige districten wisselingen in de te gebruiken gymnastieklokalen optreden. Zo wordt binnenkort het nieuwe gymnastieklokaal, onderdeel van de nieuwbouw St. Josephschool, aan de Oppenheimstraat in gebruik genomen. Als gevolg hiervan wordt de gymnastiekzaal aan de Du Rieustraat gesloopt om plaats te maken voor een viertal eensgezinswoningen. Ook is er het voornemen om nog een extra gymnastiekzaal in de Oppenheimstraat te bouwen ter vervanging van het gymnastieklokaal van de voormalige Praktijkschool aan de Lammenschansweg. Deze zaal is oud en moet in verband met het nieuwbouwproject voor de Lorentzshof worden gesloopt.
Doel 7.12 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van speelruimte voor kinderen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e7.12a
Totaal aantal speeltoestellen
1.168
1.175
1.188
1226
1.178
Team Stadsleven
e7.12b
Aantal leden speeltuinverenigingen
5.744
5.750
5.812
5958
6.400
Team Stadsleven
e7.12c
Speeltuinen waar ook zonder toezicht gespeeld kan worden
-
-
-
5
5
Team Stadsleven
Totaal aantal speeltoestellen: per 31-12-2010 staan er in Leiden 1226 speeltoestellen op 314 speelplekken. Er zijn zes speelplekken opgeheven het gaat hier om speelplekken waar slechts één toestel stond. De overige speelplekken zijn uitgebreid met 56 nieuwe speeltoestellen (mede mogelijk gemaakt door de voucher regeling). Ruimere openstelling speeltuinen Het is in 2010 mogelijk om bij vijf van de zestien speeltuinen te spelen zonder toezicht. Uitbreiding Thuis op Straat in Stevenshof
108 | Jaarverslag
Het aanbod van TOS in de Stevenshof is in 2010 volgens afspraak uitgebreid, waardoor er nu een volledig aanbod is.
Doel 7.13 Voldoende voorzieningen die aansluiten op de behoeften van jongeren Huisvesting jongerenwerk In de Stevenshof is begin oktober een nieuwe jongerenontmoetingsruimte in gebruik genomen. De ruimte is gesitueerd in een voormalig schoolgebouw aan de Mary Zeldenrustweg. Deze situatie is tijdelijk. Het is de bedoeling dat er binnen drie jaar een permanente voorziening wordt gerealiseerd. In de Slaaghwijk is ook een nieuwe locatie betrokken. Door de ligging aan het Eksterpad is er nu minder kans op overlast voor voorbijgangers of omwonenden. De locatie biedt bovendien meer mogelijkheden voor activiteiten, omdat het groter is dan de vorige ruimte. In Leiden Zuidwest wordt het jongerenwerk nog uitgevoerd in een oude voetbalkantine aan de Boshuizerkade. Er is inmiddels gestart met de realisatie van nieuwe sportvelden aldaar. Het jongerenwerk zal te zijner tijd (naar schatting eind 2012) samen met een voetbalvereniging een kantinegebouw gaan gebruiken. In de Mors is destijds wegens gebrek aan middelen besloten om geen jongerenruimte te verwezenlijken. Door subsidie van het Rijk was het wel mogelijk om voor de Mors een straatcoach in te zetten. Uitbreiden activiteiten jongeren Slaaghwijk In de Slaaghwijk zijn de openingstijden van de soos (het jongerencentrum) verruimd. Door de nieuwe locatie is het mogelijk geworden om activiteiten voor verschillende leeftijdsgroepen aan te bieden. Naast de activiteiten in de soos, zijn er sportactiviteiten in de wijk aangeboden door de sportjongerenwerkers. Naast de verhuizing van het jongerencentrum en de inzet van een beheerder, is in 2010 met behulp van het Slaaghwijkbudget een jongerencoach aangesteld voor 20 uur die rond de 15 jongeren met multi-problematiek, waaronder gedragsproblemen, geholpen heeft bij het op orde krijgen van hun leven. Het betreft hier de jongeren die veel overlast veroorzaken in de buurt. Daarnaast heeft deze coach andere jongeren, die dreigen af te glijden, maar vrij snel te helpen waren met de inzet van de reguliere voorzieningen, in kortdurende contacten op het rechte spoor gezet. Activiteiten jongerenplatform Het jongerenplatform King for a Day organiseerde meer activiteiten door en voor jongeren dan afgesproken. In 2010 is gebleken dat de grootste meerwaarde van King for a Day ligt in de begeleiding van jongeren bij de uitvoering van een activiteit (op basis van microkredieten) en in de ontwikkeling van adviezen van jongeren aan de gemeente. Deze onderdelen zijn in 2010 verder uitgewerkt. Het vroegtijdig betrekken van jongeren bij de beleidsvorming heeft in 2010 ook meer aandacht gekregen binnen de gemeente. Jongeren hebben de gemeente geadviseerd over het virtueel CJG voor jongeren en het winkelaanbod in de binnenstad. Ook landelijk heeft King for a Day waardering gekregen: Leiden was in 2010 1 van de 12 genomineerde gemeenten voor de Jong Lokaal Bokaal, een prijs op het gebied van lokale jeugdparticipatie.
Doel 7.14 Minder overlast door jongeren (zie ook doel 2.6) Effectindicatoren Nr.
e7.14a
Omschrijving
% inwoners dat aangeeft dat overlast door jongeren in de buurt vaak voorkomt
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
14%
15%
14%
Streefwaarde 2010
Bron
11%
Veiligheidsmonitor
Uitbreiding aanpak Veilig Opgroeien Stevenshof: in 2010 is het preventieplan voor de Stevenshof geactualiseerd op basis van de cijfers uit de jeugdmonitor. In de Stevenshof heeft Veilig Opgroeien geleid tot een versteviging van de samenwerking tussen partners in de wijk op alle drie de domeinen van jeugdbeleid, in het gezin, op school en in de wijk met vrienden. Het probleemgedrag, gemeten op 29 factoren in de jeugdmonitor in 2005 en in 2008, is gedaald en op 16 onderdelen laat het een gunstigere score zien dan het Leidse gemiddelde. Jaarlijks wordt er één gezamenlijke actie ingezet voor bewoners. Tevens heeft het CJG in de Stevenshof mede door deze aanpak korte lijnen met alle professionals in de wijk die ouders en kinderen spreken. Slaaghwijk en Leiden Noord: zowel in Slaaghwijk als in Leiden Noord scoren een aantal factoren op het gebied van probleemgedrag aanzienlijk hoger dan het Leidse gemiddelde, alhoewel er wel een verbetering wordt geconstateerd ten opzichte van 2005. In 2010 is een start gemaakt met de preventieplannen voor Leiden Noord en Slaaghwijk. Voor Slaaghwijk geldt dat de reeds ingezette doelen en programma’s van het project Slaaghwijk gekoppeld worden aan de cijfers uit de jeugdmonitor. De preventieplannen worden ontwikkeld
Jaarverslag | 109
binnen bestaande overlegstructuren, zoals het platform leefbaarheid managers, wereldkinderenoverleg en brede school overleg. Ontwikkelenprocesafsprakenrondomjeugdoverlast In 2010 is het JeugdVeiligheidsOverleg (JVO) ondergebracht in het Veiligheidshuis en is ook de groepsaanpak van overlastgevende jongeren hieraan toegevoegd. Onder regie van de gemeente en volgens de methodiek van Beke worden groepen jongeren door de wijkagent, in samenspraak met jongerenwerk en streetcoach, in kaart gebracht en gevolgd. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in hinderlijke, overlastgevende en criminele groepen.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Jeugd en onderwijs de volgende kaderstellende stukken vastgesteld: ■ Kader invoering combinatiefuncties onderwijs, sport en cultuur voor de periode mei 2010 – april 2014 (RV09.0120) ■ Deelverordening tijdelijke subsidieregeling combinatiefuncties (RV10.0103) ■ Actualisatie van het Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2008 - 2020 (BW10.1334)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG
4.300
-2.395
1.904
1.747
-157
PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
1.586
0
1.586
1.688
102
ONDERWIJSBELEID
7.417
-852
6.564
7.228
664
ONDERWIJSHUISVESTING
12.047
-1.684
10.362
11.887
1.525
Totaal
25.350
-4.933
20.416
22.549
2.133
JEUGD EN ONDERWIJS bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
82.697
42.613
-15.702
26.911
25.350
1.560
Baten
-63.344
-21.582
17.221
-4.361
-4.934
573
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
19.353
21.031
1.519
22.549
20.416
2.133
Toevoeging
13.717
28
1.320
1.348
1.320
28
Onttrekking
-19
-88
-335
-423
0
-423
MUTATIES RESERVES
13.698
-60
985
925
1.320
-395
Saldo na bestemming
33.051
20.970
2.504
23.474
21.736
1.738
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
110 | Jaarverslag
Jaarverslag | 111
8
Cultuur, sport en recreatie
112 | Jaarverslag
Cultuur, sport en recreatie Programmanummer
8
Commissie
Onderwijs en Samenleving
Portefeuille(s)
Cultuur, Werk en Inkomen Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Cultuur, sport en recreatie luidt: "Cultuur, cultuurhistorie, sport en evenementen zijn van grote waarde voor de versterking van de positie van Leiden in de regio Randstad. Bovendien zijn sport, recreatie, evenementen en cultuur, belangrijk voor de sociale structuur van de stad. Het aanbod van voorzieningen zal toegankelijk zijn om de ontwikkeling en ontspanning van inwoners te verzekeren en onderscheidend om de centrumfunctie voor bezoekers te benutten."
Doelenboom Prestaties
Doel
■ ■ ■
Integraal cursusaanbod BplusC Nieuwe huisvesting BplusC Voortzetten programma's Museum & School en Cultuur & School
8.1 Meer cultuuureducatie
■ ■ ■ ■ ■
Uitvoeringsbesluit Muziekcentrum de Nobel Onderzoek in kader van podiumvisie Leiden Afronding renovatie Haagweg 4 Onderzoek en kaderbesluit LAK Onderzoeken mogelijkheden verzelfstandiging Leidse Schouwburg Waarborgen programmering Leidse Schouwburg Oplevering gerenoveerde Stadsgehoorzaal en Aalmarktzaal van het Stedelijk Concertgebouw Leiden Waarborgen programmering Stedelijk Concertgebouw leiden Waarborgen activiteiten Muziekhuis Waarborgen programmering LVC Invoeren Deelverordening Amateurkunst Subsidies Promotie van de website 'Gids Beeldende Kunst in de Openbare ruimte Leiden' Subsidieren en monitoren van prestatieafspraken Scheltema en Veenfabriek Upgrading museum de Lakenhal Afstemming Cultuurfonds en Deelverordeningen Subsidieverlening Onderzoeken mogelijkheden doorontwikkeling Leids Filmfestival Doorstart Holland Centraal
8.2 Versterking van het cultureel product en bevordering van het culturele experiment en innovatie
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidsterrein
Cultuur
Jaarverslag | 113
Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Restauratie van de Burcht Monitoren prestatieafspraken Pieterskerk Vervolg aanleg archeologisch park Matilo Digitalisering regionaal archief Het uitbreiden van de depotruimte regionaal archief Tussenevaluatie beleidsvoornemens nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005-2015 Evaluatie Subsidie Op Termijn Nadere implementatie vande bouwhistorische waardenkaart Nadere analyse en eventuele uitwerking van gebiedsgerichts kaarten met cultuurhistorische waarden Gebruik van een cultuurhistorische onderlegger in ruimtelijke ontwikkelingen en bestemmingsplannen Aanwijzing beschermd stadsgezicht Zuidelijke Schil Uitvoering Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld Archeologisch toetsen van bouwplannen Inzetten en actualiseren bouwhistorsiche waardenkaart Publieksparticipatie / expositie Archeologisch Centrum Monumentenselectiecommissie werkt gebiedsgericht, integraal en actueel Digitaliseren en toegankelijk maken van erfgoedinformatie middels een database en internet Onderzoeken wenselijkheid en haalbaarheid NV Stadsherstel Leiden
8.3 Het cultureel erfgoed materieel en immaterieel in betere staat overdragen aan toekomstige generaties
Cultureel erfgoed
■ ■ ■ ■ ■
Uitvoeren uitvoeringsprogrammma Kadernota Leids Sportbeleid Vervolg Huis van de Sport Implementatie integraal sportaccommodatieplan Voortzetting Sportstad Leiden Zuidwest Herinrichting en opwaardering sportvelden
8.4 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen
■
8.5 Voldoende kwantitatieve en kwalitatieve ondersteuning sportverenigingen
■
Ondersteunen sportverenigingen in het werven en begeleiden van vrijwilligers Organisatie van een aantal cursussen en scholingen voor sportverenigingen Verdere uitbouw van het Sportbedrijf als sportservicepunt
■ ■ ■
Het (laten) oprichten van een Stichting Topsport Leiden Subsidiering van sport (stimulerings) activiteiten Evaluatie BOS projecten
8.6 Meer sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren
■ ■ ■
Continuering beheer en exploitatie van Jeugddorp Zuidwest Beheer en exploitatie van volkstuinen Continuering subsidiering amateurtuinders
8.7 Voldoende recreatieve mogelijkheden voor inwoners en bezoekers van Leiden
■ ■ ■ ■ ■
Ondersteuning drie grootschalige evenementen Subsidiering (kleinere) evenementen Onderzoek Huigpark als evenementenlocatie Monitoren (in)directe kosten bij evenementen Verbeteren dienstverlening evenementen
8.8 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■
114 | Jaarverslag
Sport
Recreatie
Ontwikkelingen in 2010 In 2010 zijn door het rijk omvangrijke bezuinigingen in de cultuursector aangekondigd. Deze hadden nog geen effect op lokale cultuursector. Verdere specifieke ontwikkelingen zijn beschreven bij de verschillende doelen.
Effecten en prestaties Doel 8.1 Meer cultuureducatie Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p8.1a
Cultuur & School: - aantal activiteiten in uren van op scholen verzorgde projecten (alleen projecten)
-
-*
388
406
50
BplusC
p8.1b
- aantal deelnemende basisscholen (voorstellingen en projecten)
56
45
45
45
45
BplusC
p8.1c
- aantal deelnemende leerlingen (voorstellingen en projecten)
18.243
15.825
12.850
14.766
9.000
BplusC
p8.1d
Museum & School: - aantal deelnemende scholen (excl. regio)
55
38
41
43
38
Museumgroep Leiden
p8.1f
- aantal deelnemende leerlingen (excl. regio)
6.709
6.503
5.340
5.624
6.500
Museumgroep Leiden
Integraal cursusaanbod BplusC Prestaties: De overeengekomen prestaties zijn in 2009 door BplusC verricht. In 2010 is de verwachting dat er geen grote afwijkingen plaatsvinden. In 2009 werd duidelijk dat BplusC financiële problemen kende door de recessie en de door de gemeente opgelegde bezuinigingstaakstelling. Na een aantal directe ingrepen (waaronder een vacaturestop) heeft BplusC in 2009 een verbeterplan opgesteld inclusief een meerjarenplan met een sluitend perspectief. Er is een aantal maatregelen door BplusC genomen, die van invloed zijn op de overeengekomen prestaties waardoor de uitvoeringsovereenkomst is aangepast (B&W 09.1209). De 1e halfjaarlijkse rapportage 2010 over de bezuinigingsmaatregelen laat het beeld zien dat de genomen maatregelen effect hebben en naar verwachting 2010 budgettair neutraal uit zal komen. Nieuwe huisvesting BplusC Geconstateerd is dat de ontwikkeling van nieuwe huisvesting in het Rijnlandblok financieel niet haalbaar is. De intentieovereenkomst tussen de gemeente Leiden en BplusC is dan ook ingetrokken (B&W 10.007). Voortzetten programma’s Museum & School en Cultuur & School In 2010 zijn de programma’s Museum en School en Cultuur en School voortgezet. Museum en School is daarnaast uitgebreid met een aanbod voor VMBO-leerlingen (programma Bemused). Voor het project Cultuur en School heeft BplusC een multidisciplinair programma met projecten ontwikkeld, waaraan leerlingen van het basisonderwijs en voortgezet onderwijs actief aan kunnen deelnemen. Fonds voor Cultuurparticipatie Het project Wijken voor Kunst is een samenwerkingsproject met Fonds 1818 en het W.L. Druckerfonds. Kunstenaars zijn ingezet als creatieve verkenners voor zeven districten in de stad. Tijdens een matchbeurs zijn de projecten gepresenteerd en afspraken gemaakt over samenwerking aan de uitvoering van de projecten. Bij Open doek amateurs werkten amateurs samen met de cultuurprofessionals in de stad. Het betrof onder meer Muziek in het Museum, waarbij amateur muziekverenigingen in de musea in de binnenstad van Leiden optraden. Jeugdtheaterscholen Beide scholen hebben de beschikbare subsidie ontvangen waardoor een groeiend aantal leerlingen jeugdtheaterlessen ontving. Ook in 2010 zijn er aan de beide scholen vanuit het Fonds Cultuurparticipatie bijdrages verstrekt voor projecten in wijken, scholen en samenwerkingsverbanden.
Jaarverslag | 115
Doel 8.2 Versterking van het cultureel product en bevordering van het culturele experiment en innovatie Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e8.2a
Beoordeling gebouwen culturele voorzieningen naar kwantiteit
-
7,7
-
7,7
7,7
Stadsenquête
e8.2b
Beoordeling gebouwen culturele voorzieningen naar kwaliteit
-
7,6
-
7,7
7,6
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
Prestatieindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p8.2a
Aantal bezoekers Leidse Schouwburg
86.730
90.159
96.496
84.500
75.000
Leidse Schouwburg
p8.2b
Aantal voorstellingen Leidse Schouwburg
228
247
245
220
210
Leidse Schouwburg
Afstemming Cultuurfonds en Deelverordeningen Subsidieverlening Door een strikter subsidiebeleid vanuit het Cultuurfonds, welke primair is gericht op de financiële ondersteuning van projecten welke bijdragen aan de sectorvorming en structuurversterking binnen het culturele veld, is de samenloop in beleid met de regeling Bijzondere Projecten nog slechts in beperkte mate aanwezig. Van een aanpassing van de Deelverordening Kunst- en Cultuursubsidies is derhalve afgezien. Uitvoeringsbesluit Muziekcentrum De Nobel Vanwege een nader onderzoek naar de toekomstige exploitatiemogelijkheden is enige vertraging ontstaan en is het niet haalbaar gebleken het uitvoeringsbesluit in 2010 vast te stellen. Het streven is het uitvoeringsbesluit in de loop van 2011 aan de raad aan te bieden. Subsidiëren en monitoren van prestatieafspraken Scheltema en Veenfabriek Ook in 2010 hebben Scheltema en Veenfabriek het culturele aanbod in Leiden verrijkt en versterkt door de programmering en samenwerkingen met andere cultuurinstellingen en amateurs. Wat betreft Scheltema is gemeld dat voortzetting van de activiteiten in 2012 afhankelijk is van de mogelijkheden om de exploitatie te verbeteren. In 2011 wordt een verbeterplan opgesteld. De Lakenhal op orde 1. Basisconservering, registratie en digitalisering van de collectie vond plaats tussen 11 maart en 31 december 2010. In de periode van 1 maart tot 1 december 2010 zijn 12.048 objecten in behandeling genomen waarmee achterstanden werden weggewerkt. 2. Restauratie en nieuwbouw. In 2010 is gestart met het opstellen van een update van de navolgende - reeds eerder gemaakte - rapporten: - programma van eisen ruimtegebruik; - programma van eisen; - financiële doorrekening. Na vaststelling van het kaderbesluit in 2011 zal de ontwerpfase starten waarin onder andere de architectenkeuze zal plaatsvinden. 3. Verzelfstandiging. Voordat de eerste stappen in het verzelfstandigingsproces worden gezet is het van belang de huidige organisatie van De Lakenhal eerst beter te positioneren. Het voornemen bestaat om het verzelfstandigingsproces te starten op het moment dat het reorganisatieproces binnen De Lakenhal is afgerond en de renovatie is gerealiseerd. 4. Verbetering bedrijfsvoering. Een herijking van taken, functies en formatie is het afgelopen jaar uitgevoerd. De directeur van De Lakenhal heeft eind 2010 een bedrijfsplan opgesteld. Uit bedrijfsplan blijkt, dat het structurele jaarlijkse tekort voor een deel (60%) door een aanpassing in de bedrijfsvoering structureel kan worden gedekt. Voor het resterend bedrag van € 130.000 moet nog een oplossing worden gevonden. 5. Verbetering financiële positie. a. Financiële situatie 2010 / 2011. Met de 4 x € 200.000 expositiebudget, waartoe de raad in het kader van de Perspectiefnota in 2009 heeft besloten en het uitstekende culturele ondernemerschap van de Lakenhal, is de financiële positie van het museum in 2010 aanzienlijk verbeterd. b. Financiële situatie lange termijn. Zoals in het raadsvoorstel “De Lakenhal op orde” van 3 december 2009 is
116 | Jaarverslag
aangegeven, kampt het museum met structurele financiële tekorten, welke tot op heden steeds incidenteel zijn gedekt. SieboldHuis De nieuwe bestuursstructuur is geïmplementeerd. Op voordracht van de Gemeente Leiden is mevrouw Prof. Mr. C.P.M. Cleiren benoemd in de Raad van Toezicht van de Stichting SieboldHuis Leiden. Na het vertrek van Hans Kuijpers is mevrouw Kris Schiermeierals directeur-bestuurder van het SieboldHuis benoemd. Onderzoeken van de mogelijkheden verzelfstandiging Leidse Schouwburg Het hoofdlijnenbesluit tot verzelfstandiging is genomen (RV 10.0094 9/09/2010). Over het sociaal plan heeft het college besloten op 30 november 2010. Per 1 januari 2011 is de BV formeel gestart en is daarmee de verzelfstandiging een feit. Door landelijke bezuinigingen (hoger BTW-tarief) en de herstart van de Stadsgehoorzaal - waardoor deels een nieuwe band het publiek moet worden opgebouwd - is in de exploitatie in de laatste maanden van 2010 een dalende trend waarneembaar. Rekening moet worden gehouden met voortzetting van die trend in 2011. Onderzoek en kaderbesluit LAK-theater In het rapport “Toekomstscenario’s LAK-theater ten behoeve van Collegevorming Leiden 2010” zijn twee scenario’s uitgewerkt waarin zaken als kosten, mogelijke ombuigingen, risico’s en randvoorwaarden aan de orde komen. Bij de vaststelling van de begroting 2011 is besloten om uit te gaan van de verzelfstandigingsoptie. Het onderzoeksrapport raamt in dit scenario de extra benodigde bijdrage van de gemeente op € 356.000 (naast de huidige subsidie). Hiermee is het voortbestaan van het LAK-theater gewaarborgd. In 2011 zal het proces tot verzelfstandiging van het theater worden uitgevoerd. Afronding renovatie Haagweg 4 In 2010 is de renovatie van de Haagweg 4 bijna afgerond. De laatste ateliers en bedrijfsruimtes worden in het voorjaar 2011 opgeleverd. De SWO verhuurt de ruimtes en beheert de wachtlijst, en er is een huurdersvereniging opgericht. De nieuwe huurders zijn getoetst en met het Kunstgebouw is afgesproken dat zij in 2011 de toetsing van de kunstenaars tegen kostprijs zullen verzorgen. Muziekhuis De exploitatie van het Muziekhuis is verbeterd en er is een nieuwe coördinator aangesteld. Naast het beschikbaar stellen van oefenruimtes en leslokalen is de programmering uitgebreid en verbeterd. In de convenantgroep is ook in 2010 door middel van onder andere overleg gewerkt aan het voorkomen en verminderen van overlast voor omwonenden. LVC De planning van het nieuwe Nobel Muziekcentrum is nog onzeker en ook de planning van de Aalmarktplannen staat nog niet vast. Voorkeur heeft het om zo lang mogelijk gebruik te maken van de Breestraat 66. Hiertoe is een overeenkomst getekend die in ieder geval de waarborg biedt dat dit pand tot en met 31-12-2012 beschikbaar is voor het LVC. Invoeren Deelverordening Amateurkunst Subsidies Met ingang van 1 januari 2010 vormt de Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2010-2011 de basis voor het subsidiebeleid van de amateurkunstsector in Leiden. Promotie van de website ‘Gids Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte Leiden’ Ten einde het bereik van de site en de effectiviteit met betrekking tot de informatieoverdracht te optimaliseren, is er voor gekozen de site “aan te haken” bij de site van Leiden Marketing en niet als stand alone site te lanceren. Onderzoeken mogelijkheden doorontwikkeling Leids Filmfestival (LFF) In 2010 maakte de organisatie een bijzondere ontwikkeling door dankzij een toezegging van Cultuurfonds Leiden om specifiek in de organisatie van het festival te investeren. Meerjarige zekerheid over de tot nu toe incidenteel verkregen gemeentelijke subsidie biedt een sterkere basis voor het aangaan van sponsorcontracten (Ziggo en NRC-Next) en relaties met derden. Het multipliereffect van het festival kan hierdoor voor de stad veilig worden gesteld. Derhalve heeft het College in 2010 besloten het LFF drie jaar lang financieel te ondersteunen met jaarlijks € 30.000. Doorstart Holland Centraal In 2010 heeft Holland Centraal zich doorontwikkeld als lokale (en regionale) radio- en tv-omroep. De rtvactiviteiten worden uitgevoerd door Unity TV, in opdracht van Holland Centraal. Oktober 2010 zijn de tvuitzendingen gestart met een wekelijks tv-journaal; een wekelijkse sportuitzending vanaf november 2010.
Jaarverslag | 117
Doel 8.3 Het cultureel erfgoed materieel en immaterieel in betere staat overdragen aan toekomstige generaties Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e8.3a
Aantal gemeentelijke monumenten op de monumentenlijst
1.413
1.446
1.449
1.538
1.550
Gemeente Leiden
e8.3b
Score in Kwaliteitsmonitor dienstverlening archieven
7,7
-
7,9
-*
-*
Kwaliteitsmonitor
Streefwaarde 2010
Bron
* Onderzoek wordt om het jaar gehouden. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p8.3a
% van ruimtelijke ontwikkelingen waarin een cultuurhistorische paragraaf is opgenomen
55%
60%
25 tot 100%
25 tot 100%*
60%
Gemeente Leiden
p8.3b
% van de bestemmingsplannen waarin een cultuurhistorische paragraaf is opgenomen
65%
70%
25 tot 100%
25 tot 100%*
75%
Gemeente Leiden
p8.3c
Aantal bouwhistorische opnames bij gebieds- en objectgerichte ontwikkelingen
100
88
41
93
90
Gemeente Leiden
p8.3d
Aantal bezoekers Archeologisch Centrum
1.605
p8.3e
Aantal bezoeken website Regionaal Archief Leiden (*1.000)
108
180
235
180
Archief
p8.4f
Beschikbare planklengte archiefdepot in meters
7.500
8.000
9.500
14.600
Archief
5.524**
Gemeente Leiden
* 100% voor archeologie en beschermde stadsgezichten (inl. bestemmingsplan zuidelijke schil), ca. 25% cultuurhistorie in overige gebieden. tentoonstellingsruimte. ** Vanaf de opening 1 juni 2010. Restauratie van de Burcht De restauratie van de Burcht is voltooid in 2010. Op 18 december 2010 werd de Burcht feestelijk heropend voor het publiek. Monitoren prestatieafspraken Pieterskerk In 2010 is er een nieuwe directeur aangesteld die een nieuw bedrijfsplan heeft gemaakt dat inzicht geeft in de strategische keuzes, het organisatorisch kader, de huidige situatie, de meerjarenbegroting en risicobeheersing. Daarnaast heeft de restproblematiek van de restauratie geleid tot het voorstel om de proveniershuisjes te verkopen waardoor de Pieterskerk een doorstartpositie heeft in 2011 (RV 11.0001). Vervolg aanleg archeologisch park Matilo In 2010 is de eerste fase aangelegd. Verder zijn in dit jaar uitvoeringsbesluiten voor fase 2 en 3 door de gemeenteraad goedgekeurd. Eind 2010 is door Holland Rijnland € 950.000,- beschikbaar gesteld voor de vierde fase, waarin een aansluiting met de van der Madeweg moet worden gerealiseerd. In de loop van 2011 zal een uitvoeringsbesluit hiervoor aan de raad worden aangeboden. Digitalisering regionaal archief (RAL) Er is een DAM (Digital Asset Management) systeem ingericht waarin de digitale archiefstukken zijn opgeslagen. Deze voorziening is geen digitaal depot volgens de eisen die door Rijk en als afgeleide daarvan de provincie gesteld worden, maar de opslag is wel veilig (twee locaties, glasvezelverbinding, etc.). De collectie Le Francq van Berkheij wordt gedigitaliseerd, het project loopt af in 2011. De Beeldbank van de Tweede Wereldoorlog Leiden e.o. omvat 6373 digitale documenten is sinds voorjaar 2010 toegankelijk via de site van het RAL. De digitalisering van de kranten is afgerond. De nieuwe website van het RAL is op 14 oktober door de wethouder geopend. Het uitbreiden van de depotruimte regionaal archief
118 | Jaarverslag
De bouw van het depot in Alphen door WAD zal niet in 2010, maar in 2012 afgerond worden. Daarom zal de uitbreiding van depotruimte niet 7,1 kilometer bedragen (van 7.5 naar 14,6 km), maar 2 km (van 7,5 naar 9,5 km). De interne verbouwing is wel gerealiseerd. Tussenevaluatie beleidsvoornemens nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005-2015 De evaluatie (2005-2010) en vooruitblik (2011-2015) is in concept gereed maar gaat pas richting College en Raad in het eerste kwartaal 2011, zodat ook de laatste besluiten over inzet NUON middelen en het uitvoeringsprogramma Binnenstad hierin kunnen worden verwerkt. Ook wordt het nog besproken met de erfgoedkoepel. Evaluatie Subsidie Op Termijn De Subsidie Op Termijn regeling maakt deel uit van de bezuinigingen vanaf 2014. Het College heeft eind 2010 besloten reeds vanaf 2011 geen uitvoering meer te geven aan de regeling. Nadere implementatie van de bouwhistorische waardenkaart De kaart wordt reeds ingezet bij ontwikkelingen zoals Vrouwenkerkhof en Aalmarkt, programma Binnenstad en wordt tevens ingezet ten behoeve van de rij gebiedsgerichte, cultuurhistorische waardenkaarten. Nadere analyse en eventuele uitwerking van gebiedsgerichte kaarten met cultuurhistorische waarden In 2010 is een plan van aanpak gemaakt voor een cultuurhistorische atlas. Vanaf 2011 worden de individuele kaartlagen ingevuld. Tevens zal in overleg met het team Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bekeken worden wat de beste manier is om de cultuurhistorische waarden te verankeren in het bestemmingsplan. Gebruik van een cultuurhistorische onderlegger in ruimtelijke ontwikkelingen en bestemmingsplannen Ook in 2010 zijn actuele, relevante bestemmingsplannen voorzien van een cultuurhistorische paragraaf. Bovendien zijn belangrijke stappen gezet om alle bestemmingsplannen in Leiden archeologieproof te maken door middel van een paraplubestemmingsplan archeologie. Cultuurhistorische adviezen zijn verder betrokken bij ruimtelijke ontwikkelingen en vraagstukken zoals Aalmarkt, Muziekcentrum / de Nobel, Lakenhal, Groene singelrand, handboek openbare ruimte, Garenmarkt, Archeologisch Park Matilo, de Van der Klaauwtoren aan de Kaiserstraat, Rijn Gouwe lijn, Rijnlandroute, de Waard, Vrouwenkerkhof en Verkoop vastgoed gemeentelijk eigendom. Aanwijzing beschermd stadsgezicht Zuidelijke Schil In 2010 is de Zuidelijke Schil nog niet aangewezen door het Rijk als beschermd stadsgezicht. Naar verwachting gebeurt dit begin 2011. Inmiddels is het bestemmingsplan voor de Zuidelijke Schil grotendeels van kracht dus er zijn geen belemmeringen. Uitvoering Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld De Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld is ook in 2010 actief en succesvol uitgevoerd en maakte onderdeel uit van het programma Binnenstad. In de reeks Bodemschatten en Bouwgeheimen verscheen 'Leiden in de etalage' (historische winkelpuien), evenals een onderzoek naar het Leidse historische straatbeeld 'De leegte ontleed' ten behoeve van het handboek openbare ruimte. Archeologisch toetsen van bouwplannen In 2010 is uitvoering gegeven aan de wettelijke taken ten aanzien van het bodemarchief. Alle bouwplannen werden voorzien van een archeologische toets. Er werden 27 archeologische acties uitgevoerd, van proefsleuf tot opgraving. In totaal zijn 138 archeologische adviezen vertrekt naar aanleiding van een bouwplantoets. Daarbij bleek 46 keer een aanlegvergunning nodig. Inzetten en actualiseren bouwhistorische waardenkaart In 2010 is actief bouwhistorisch onderzoek verricht. In 2010 zijn 93 bouwhistorische opnames uitgevoerd in relatie tot objectgerichte ontwikkelingen. Publieksparticipatie / expositie Archeologisch Centrum In 2010 is het Archeologisch Centrum heropend in het gerestaureerde weeshuis aan de Hooglandse Kerkgracht. Sinds de openstelling vanaf 1 juni 2010 kwamen er 5524 bezoekers. De open monumentendagen waren succesvol. De Leidse canon werd door middel van informatieborden en mobiele media toegankelijk in het straatbeeld. In 2010 verscheen qua publicaties onder meer het eerste jaarverslag van Monumenten en Archeologie. Monumentenselectiecommissie werkt gebiedsgericht, integraal en actueel In 2010 heeft de Monumentenselectiecommissie geadviseerd over het thema’s Scholengebouwen in Leiden. Eind 2010 nam de voorzitter van de Monumentenselectiecommissie (de heer W. Eggenkamp) afscheid middels
Jaarverslag | 119
een themabijeenkomst over wederopbouw. De fusie van RAL en Monumentenselectiecommissie werd in 2010 voorbereid en zal in 2011 worden gerealiseerd. Eind 2010 heeft Leiden 1538 gemeentelijke en 1261 rijksmonumenten. Eind 2009 was dat respectievelijk 1449 en 1258. Leiden is hiermee de derde monumentenstad van Nederland. Het digitaliseren en toegankelijk maken van erfgoedinformatie middels een database en internet De website www.erfgoedleiden.nlis in 2010 gelanceerd, de database nog niet. Het onderzoeken van de wenselijkheid en haalbaarheid van een NV Stadsherstel Leiden In 2010 is de voorbereiding voor een kaderbesluit NV Stadsherstel gestart, onder andere door informatie bij andere gemeenten en organisaties voor stadsherstel in te winnen. Tevens is in 2010 een oriëntatie geweest op mogelijke andere participanten in een organisatie voor stadsherstel. In 2011 wordt dit voorgezet.
Doel 8.4 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e8.5a
Beoordeling sportvoorzieningen naar kwantiteit (accommodaties)
-
7,4
7,2
7,1
7,4
Stadsenquête
e8.5b
Beoordeling sportvoorzieningen naar kwaliteit (accommodaties)
-
7,1
7,1
6,9
7,1
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
81
Sportbedrijf
Prestatie-indicatoren Nr.
p8.4a
Omschrijving
Aantal beschikbare sportvelden en banen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
84
84
84
81
Uitvoeren uitvoeringsprogramma Kadernota Leids Sportbeleid De sportnota 2006-2010 is op 15 december 2009 geëvalueerd. In het najaar van 2010 is begonnen met de voorbereiding van de nieuwe sportnota. Het is de bedoeling dat de nieuwe sportnota in 2011 wordt vastgesteld. Vervolg Huis van de sport Het College heeft op 26 oktober 2010 besloten de Europese aanbestedingsprocedure van Huis van de Sport stop te zetten. Implementatie integraal sportaccommodatieplan Op basis van de rapportage van de Motie van Sandick (sportaccommodaties) en informatieavonden met raadsleden en sportverenigingen wordt een integraal sportaccommodatieplan opgesteld. Het is de bedoeling dat hierover tegelijkertijd met de nieuwe Sportnota besluitvorming plaatsvindt. Voortzetting Sportstad Leiden Zuidwest Nu besluitvorming over het stopzetten van het Huis van de Sport definitief is, wordt bekeken of en hoe Sportstad kan worden voortgezet. Herinrichting en opwaardering sportvelden - De herinrichting van de sportvelden aan de Boshuizerkade is gestart. - De Raad heeft in november 2010 een kaderbesluit genomen over de herinrichting van de Montgomerystraat.
120 | Jaarverslag
Doel 8.5 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve ondersteuning van sportverenigingen Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p8.5a
Aantal kenningsmakingscursussen sportondersteuning
72
61
61
70
75
Sportbedrijf
p8.5b
Kenningsmakingscursussen schoolsport
60
63
71
60
60
Sportbedrijf
p8.5c
Aantal scholingen bestuurskader
1
1
1
2
2
Sportbedrijf
p8.5d
Totaal cursussen en scholing sportondersteuning
133
111
133
147
140
Sportbedrijf
Alle prestaties zijn in grote lijnen overeenkomstig de begroting 2010 gerealiseerd.
Doel 8.6 Meer sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren Effectindicatoren Nr.
e8.6a
Omschrijving
% Leidenaren dat sport
Realisatie 2007
2008
2009
2010
64%
-
64%
-*
Streefwaarde 2010
Bron
-*
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
* Onderzoek wordt om het jaar gehouden Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p8.6a
Aantal gesubsidieerde jeugdsportactiviteiten
59
72
70
77
70
Gemeente
p8.6b
Aantal gesubsidieerde verenigingen met jeugdsportaanbod
21
26
26
25
25
Gemeente
p8.6c
Aantal gesubsidieerde sportevenementen
20
20
32
27
22
Gemeente
p8.6d
Aantal waarderingssubsidies jeugdsport
45
46
45
48
50
Gemeente
Het (laten) oprichten van een Stichting Topsport Leiden De Stichting Topsport Leiden is opgericht en ontvangt vanaf 1-9-2010 voor een periode van twee jaar subsidie. Hiervoor is onder meer een topsportcoördinator aangesteld. Evaluatie BOS projecten De BOS-projecten zijn geëvalueerd en verantwoord aan het ministerie. De definitieve vaststelling van de subsidie door het ministerie heeft inmiddels plaatsgevonden.
Doel 8.7 Voldoende recreatieve mogelijkheden voor inwoners en bezoekers van Leiden Effectindicatoren Nr.
e8.7a
Omschrijving
Waardering door Leidse burgers van de recreatieve voorzieningen
Realisatie 2007
2008
2009
2010
6,8
6,8
6,8
6,7
Streefwaarde 2010
Bron
6,8
Stadsenquete en Veiligheidsmonitor
Jaarverslag | 121
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p8.7a
Aantal verenigingen op Jeugddorp Zuidwest
11
12
12
12
12
Gemeente Leiden
p8.7b
Aantal volkstuincomplexen
7
6
6
6
6
Gemeente Leiden
p8.7c
Oppervlakte volkstuinen in hectare
53
50
50
50
50
Gemeente Leiden
Alle prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2010 gerealiseerd.
Doel 8.8 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie Effectindicatoren Nr.
e8.8a
Omschrijving
Rapportcijfer levendigheid door Leidenaren
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
7,1
7,4
7,5
Streefwaarde 2010
Bron
7,3
Stadsenquête
Ondersteuning drie grootschalige evenementen De twee Sleutelfestivals die in opdracht van Leiden Marketing in 2010 zijn georganiseerd, zijn nog niet voldoende uit de verf gekomen. Een echt cultureel zomerfestival is er niet. De ‘Zomer in Leiden’ is een promotionele clustering van bestaande onderdelen. Het ‘Key of Life’ festival, dat dit jaar voor de tweede maal gehouden is, bood in aanzet een fascinerend programmatische mix tussen wetenschap en cultuur maar sprak nog te weinig het grote bovenregionale publiek aan dat beoogd was. Het zal in een andere opzet worden voortgezet. Verder hebben Leiden Marketing en de aangesloten Stadspartners deelgenomen aan de campagne voor het binnenhalen van Het Glazen Huis. Dit is succesvol verlopen. Subsidiering (kleinere) evenementen Het beschikbare bedrag van 95.000 euro is ingezet voor de subsidiering van 14 evenementen. De aanvragen zijn beoordeeld op basis van de genoemde criteria. Onderzoek Huigpark als evenementenlocatie In 2010 is de sanering en renovatie van het Huigpark afgerond. Het onderzoek naar de mogelijkheid van het Huigpark als evenementlocatie heeft nog niet plaatsgevonden. Monitoren (in)directe kosten bij evenementen De indirecte kosten bij evenementen zijn in kaart gebracht. Er is een voorstel naar het college gegaan hoe hier mee om te gaan en de raad is hier per brief over geïnformeerd. Er is besloten de gemiste parkeerinkomsten op evenemententerrein die normaal dienst doen als parkeerterrein niet meer in rekening te brengen bij evenementenorganisatoren en organisatoren zullen voortaan bij het verlenen van de evenementenvergunning geïnformeerd worden over de indirecte kosten die de gemeente maakt voor het betreffende evenement. Verbeteren dienstverlening evenementen De evenementenaansluitingen op de beestenmarkt zijn nog niet vernieuwd omdat er discussie ontstond over de inzet van de Beestenmarkt als evenementenplein. Die discussie zal begin 2011 worden afgerond met besluitvorming rond de 'Rapportage Evenementennota 2008'. Vanuit klantgerichtheid hebben evenementenorganisatoren in 2010 de mogelijkheid gehad hun aanvraag schriftelijk of digitaal via DigiD in te dienen. Van beide mogelijkheden is door organisatoren gebruik gemaakt (80% van de organisatoren deed de aanvraag op papier en 20% digitaal).
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Cultuur, sport en recreatie geen brede, kaderstellende beleidsstukken vastgesteld.
122 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
CULTUUR
12.407
-1.829
10.577
10.541
-35
CULTUREEL ERFGOED
11.017
-962
10.054
10.375
320
SPORT
10.068
-2.965
7.102
7.564
462
3.321
-223
3.097
3.232
136
36.812
-5.981
30.830
31.712
883
RECREATIE Totaal
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
38.086
36.113
1.633
37.746
36.812
934
Baten
-9.746
-5.406
-627
-6.034
-5.982
-51
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
28.339
30.706
1.006
31.712
30.830
883
Toevoeging
4.569
1.250
3.519
4.769
4.334
434
Onttrekking
-2.598
-228
-769
-997
-1.121
124
1.971
1.022
2.750
3.771
3.213
558
30.310
31.728
3.756
35.484
34.043
1.440
MUTATIES RESERVES Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 123
9
Welzijn en zorg
124 | Jaarverslag
Welzijn en zorg Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
9 Onderwijs en Samenleving Jeugd, Welzijn & Zorg
De missie van het programma Welzijn en Zorg luidt: 'De gemeente Leiden wil een stad zijn waarin alle mensen, inclusief die met een zorgbehoefte, actief kunnen participeren en zelf de regie in handen hebben bij de wijze waarop hun zorgbehoefte wordt vervuld. Het gemeentelijke beleid is gericht op het activeren van mensen om hen in staat te stellen zelf deel te nemen aan de samenleving. Daarnaast organiseren we een vangnet voor de ondersteuning van zeer kwetsbare burgers die onvoldoende in staat zijn om voor zichzelf te zorgen.'
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
■ ■
Regie op invoering maatschappelijke stages Oplevering en uitvoering van acties in uitvoeringsplan vrijwilligerswerk / mantelzorg
9.1 Meer mensen actief in vrijwilligerswerk
■
Bevorderen sociale cohesie door regeling participatie, ontmoeting en voucher regeling Uitvoeren van acties in uitvoeringsplan welzijn
9.2 Meer mensen voelen zich thuis in de buurt
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
■ -
-
■
■ ■ ■
Bevorderen bemiddeling vraag en aanbod vrijwilligerswerk voor allochtonen IVerbeteren dienstverlening inburgeraars via Servicepunt inburgering Wijkgerichte inburgering (Leiden Noord en Slaaghwijk) Uitvoering inzet taalcoaches
-
9.3 Meer allochtonen werken, doen aan vrijwilligerswerk en hebben een hoger opleidingsniveau 9.4 Meer inburgeringsplichtigen werken, doen aan vrijwilligerswerk en hebben een hoger opleidingsniveau -
■ ■ ■
Uitvoering nota Winkelen, wonen, welzijn en zorg Integreren advies over ouderen en mensen met een beperking Nieuw contract collectief vraagafhankelijk vervoer en woningaanpssingen
9.5 Meer mensen met een beperking wonen zelfstandig
■
Deelname traject Holland Rijnland 'Op weg naar een regionaal CVV systeem' Voortzetting en evaluatie dynamisch selectiemodel
9.6 Meer mensen met een beperking zijn in staat om zelfstandig te participeren aan een sociaal en maatschappelijk leven
■
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
Participatie, ontmoeting, integratie en emancipatie
Collectieve preventieve zorg
Individuele zorgvoorzieningen
Jaarverslag | 125
Prestaties ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Doel
Beleidsterrein
Hanteren sluitend protocol rond voorkomen huisuitzettingen Verder ondersteunen en bewaken van ketenaanpak door centraal registratie systeem Opzetten en ondersteunen van een maatschappelijk steunsysteem Handhaven mogelijkheden voor werk en dagbesteding
9.7 Versterken terugleiding daklozen naar de maatschappij
Behoeftebepaling en genereren overzicht in souterrain van woningmarkt Realisatie verschillende woonvormvoorzieningen Concretiseren herhuisvesting regionaal pension
9.8 Bevordering doorstroming naar reguliere huisvesting van kwetsbare groepen
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
Ontwikkelingen in 2010 Er hebben zich in 2010 geen algemene, brede beleidsontwikkelingen op het gebied van zorg en welzijn voorgedaan. Specifieke ontwikkelingen zijn vermeld bij de verschillende doelen.
Effecten en prestaties Doel 9.1 Meer mensen actief in vrijwilligerswerk Effectindicatoren Nr.
e9.1a
Omschrijving
% Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
29%
-
39%
Streefwaarde 2010
Bron
29%
Stadsenquête
Streefwaarde 2010
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
p9.1a
Aantal contacten met vrijwilligers door Steunpunt Vrijwilligers gericht op bemiddeling
553
575
552
589
500
Steunpunt Vrijwilligers
p9.1b
Aantal contacten met vrijwilligers door Steunpunt Vrijwilligers gericht op ondersteuning
-
755
873
869
800
Steunpunt Vrijwilligers
Regie op invoering maatschappelijke stages In 2010 heeft de stagemakelaar - in samenwerking met de gemeente – naast voorlichting/coaching en bemiddeling tevens ingezet op het creëren van voldoende stageplaatsen. Binnen het platform Maatschappelijke Stages treffen scholen, vrijwilligersorganisaties, gemeente en het vrijwilligerssteunpunt elkaar. Oplevering en uitvoering van de acties in het uitvoeringsplan vrijwilligerswerk / mantelzorg Tijdens de begrotingsbehandeling 2010 is besloten de subsidie voor het vrijwilligersbeleid structureel te verlagen met € 30.000,-. Dit heeft effect op het uitvoeringsplan. Na de begrotingsbehandeling is een concept uitvoeringsplan vrijwilligerswerk gemaakt. Het concept uitvoeringsplan is op 13 december 2010 besproken met de adviesraad Wmo. De Adviesraad kon zich vinden in opzet en aanpak van het uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan is in januari 2011 vastgesteld door het college van B&W.
Doel 9.2 Meer mensen voelen zich thuis in de buurt Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e9.2a
% Leidenaren dat actief is in de buurt
-
13%
16%
16%
20%
Veiligheidsmonitor
e9.2b
Sociale cohesie in de buurt
-
5,9
5,8
5,9
6,2
Veiligheidsmonitor
Bevorderen sociale cohesie door regeling participatie ontmoeting en voucher regeling Gedurende dit jaar is de werking van de regeling “participatie en ontmoeting” geëvalueerd. De conclusie is dat de regeling in grote trekken voldoet aan het brede doel dat ooit is gesteld namelijk het stimuleren dat bewoners en organisaties in de stad met elkaar initiatief nemen en meer in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan de samenleving. Naar aanleiding van deze evaluatie zijn in de regeling op 2 punten kleine
126 | Jaarverslag
wijzigingen aangebracht. De verwachting is dat voor 2011 meer gebruik wordt gemaakt van de regeling. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat een groot aantal organisaties sterk afhankelijk geworden is van activiteitensubsidies – door het wegvallen van de structurele subsidie met ingang van 2011 Uitvoeren van de acties in het uitvoeringsplan welzijn Het uitvoeringsplan is in volle uitvoering. Medio 2010 is met Libertas het volgende bereikt: - wijkanalyses geformuleerd - wijkanalyses voorgelegd aan focusgroepen (bewoners en organisaties) in de wijk - speerpunten (wijkgericht) voor beleid geformuleerd obv wijkanalyses (waar gaan we ons op richten in de wijk, waar liggen de maatschappelijke vraagstukken waar wij als gemeente ons op moeten gaan richten) - Nieuwe UVOK voor Libertas met nieuwe randvoorwaarden (gebaseerd op uitvoeringsprogramma wijkgerichte welzijn en Welzijn nieuwe Stijl) en waar de hierboven genoemde speerpunten (als ze van toepassing zijn op libertas) in terugkomen. Intensieve samenwerking met Libertas: zij schrijven deels de wijkanalyse, ontwikkelen de methode voor de focusgroepen en er zijn projectgroepen ingericht waar betrokkenen in de wijk vanuit libertas en de gemeente met elkaar om tafel zitten.
Doel 9.3 Meer allochtonen werken, doen aan vrijwilligerswerk en hebben een hoger opleidingsniveau Effectindicatoren Nr.
e9.3a
Omschrijving
Bruto arbeidsparticipatie allochtonen
Realisatie 2007
2008
69,9%
67,2%
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
68,2%
CBS
Bevorderen bemiddeling vraag en aanbod vrijwilligerswerk voor allochtonen Door het vrijwilligerssteunpunt iDoe is conform de prestatieafspraak ingezet op meer vrijwilligerswerk door allochtonen. Uit contacten met allochtone organisatie blijkt dat er binnen eigen kring door allochtonen veel aan vrijwilligerswerk wordt gedaan.
Doel 9.4 Meer inburgeringsplichtigen werken, doen aan vrijwilligerswerk en hebben een hoger opleidingsniveau Effectindicatoren Nr.
e9.4a
Omschrijving
Opleidingsniveau inburgeraars: % inburgeraars dat het examen haalt
Realisatie 2007
2008
2009
-
-
79%
2010
Streefwaarde 2010
Bron
70%
ISI (informatiesysteem inburgering)
Verbeteren dienstverlening inburgeraars via servicepunt Inburgering en Wijkgerichte inburgering (Leiden Noord en Slaaghwijk) Sinds de start van het project is er een aanpak ontwikkeld die langzaam maar zeker in Leiden Noord haar vruchten begint af te werpen. In 2011 is het daarom van belang om met het project verder te gaan maar tegelijk is het zaak om te anticiperen op de situatie dat de gesubsidieerde inburgering bijna of helemaal zal zijn afgebouwd. De Leidse aanpak bestaat uit de volgende zes onderdelen, die samen moeten leiden tot meer participatie van de (vrijwillige) inburgeraar in de samenleving: werving, informatiepunt in de wijk, toeleiding, kinderoppas, wijkgerichte inburgeringprogramma’s en een productenboek, meedoen in de wijk. De onderdelen wijkgerichte inburgeringprogramma’s en het productenboek zijn afgerond en kunnen blijvend worden ingezet, ook in de situatie dat het inburgeringbeleid drastisch is gewijzigd. Kwantitatieve resultaten: 46 % (144 personen) van het BPI Leiden Noord is ingestroomd in de inburgeringtrajecten per 31 december 2010. 10 % (78 personen) van de genaturaliseerden in Leiden Noord is ingestroomd in de inburgeringtrajecten per 31 december 2010er is geen uitval geweest in 2010 In 2010 is in de Slaaghwijk een voortraject gestart dat de deelnemers toeleidt naar een (wijkgericht) inburgeringstraject. In 2009 was het slagingspercentage 79% en in 2010 76,32%, een verklaring hiervoor is: In 2009 waren in verhouding meer inburgeraars inburgeringsplichtig. Voor hen heeft het slagen voor het examen gevolgen voor
Jaarverslag | 127
hun verblijfsvergunning. In 2010 waren er verhoudingsgewijs meer vrijwillige inburgeraars. Zij zijn vaak al in het bezit van een Nederlands paspoort, waardoor de noodzaak om het examen te halen minder groot is. Uitvoering inzet taalcoaches In 2009 is het project taalcoaches in Leiden van start gegaan. Dit project is niet aanbesteed, Stichting Vluchtelingenwerk Leiden ontvangt subsidie voor de uitvoering van dit project. In 2009 en 2010 zijn in Leiden 132 taalkoppels gerealiseerd. Het project loopt tot 31 december 2011.
Doel 9.5 Meer mensen met een beperking wonen zelfstandig Effectindicatoren Nr.
e9.5a
Omschrijving
% 75plussers dat thuiswonend is
Realisatie 2007
2008
2009
2010
90%
88%
88%
88%
Streefwaarde 2010
Bron
90%
GBA
Uitvoering nota winkelen, wonen, welzijn en zorg 1) In de prestatieafspraken met de woningcorporaties zijn de (inmiddels zeven) woonservicezones mee genomen. De corporaties hebben aangegeven welke projecten zij in de periode tot 2015 van plan zijn te realiseren. Voor wat betreft projecten in de woonservicezones gaat het om de volgende locaties: - Diamantlaan/ De Robijn: nieuwbouw Diamantlaan (in uitvoering), Robijnhof; - Boshuizen /Luifelbaan: ROC Ter Haarkade, voetbalvelden Zuid-West, nieuwbouw Zuidhoven; - Merenwijk Centrum: de Molens, gebiedsvisie Slaaghwijk; - Kooiplein: gebiedsvisie De Kooi, Brede school Leiden Noord, Kooiplein en de Oude Kooi. 2) Er is met name geïnvesteerd in de interne informatievoorziening zodat een integrale aanpak van het ‘levensloopgeschikt’ maken van de woonservicezones beter realiseerbaar is. Ook wordt in de Kadernota Openbare ruimte verwezen naar de nota Winkelen, wonen, welzijn en zorg. 3) De nota wordt standaard opgenomen in het overzicht van het geldende beleid in elk afzonderlijk bestemmingsplan. Bij elke nieuwe ontwikkeling is daardoor toetsing aan de nota winkelen, wonen, welzijn en zorg geborgd en wordt het percentage levensloopgeschikte woningen gescreend. Er is onderzoek gedaan naar de woonwensen van mensen met een beperking. Begin 2011 is dit (en ander) woononderzoek in het kader van WoON 2009 (Woningbehoefte Onderzoek Nederland) naar de gemeenteraad gestuurd. Mogelijk kan op basis van deze nieuwste informatie het woningaanbod (nog) beter aansluiten bij de vraag. De corporaties, huurdersorganisaties en organisaties van belanghebbenden zijn nauw betrokken bij het onderzoek. 4) De Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie en het welzijnsbeleid zijn nog in ontwikkeling. Men is voornemens de nota hierin te integreren. Integreren advies over ouderen en mensen met een beperking De aanbevelingen van de Adviesraad Wmo zijn getoetst aan bestaand beleid. Daardoor zijn de meer algemene aandachtspunten die door de Adviesraad zijn aangereikt beter uit te voeren in Leiden. Volgens planning zal de werkwijze in 2011 geïmplementeerd worden. Nieuw contract collectief vraagafhankelijk vervoer en woningaanpassingen De aanbesteding van collectief vervoer heeft plaatsgevonden in Holland Rijnlandverband. Dit heeft geleid tot een contract met een nieuwe vervoerder voor de komende zes jaar.De aanbesteding van diverse soorten woningaanpassingen heeft plaatsgevonden samen met de Leidse regio en Katwijk. Nieuwe contracten voor de komende drie jaar zijn gesloten.
Doel 9.6 Meer mensen met een beperking zijn in staat om zelfstandig te participeren aan sociaal en maatschappelijk leven Deelname traject Holland Rijnland ‘Op weg naar een regionaal CVV systeem’ Dit is conform geschied. De Regiotaxi Leidse regio is per 1 januari 2011 veranderd in Regiotaxi Holland Rijnland. Voortzetting en evaluatie dynamisch selectiemodel In het collegeprogramma is opgenomen dat het College met voorstellen zal komen om de huidige zorgveiling (DSM) te vervangen door een ander systeem. Hiertoe is een tweesporenbeleid ingezet. Voor 2011 is het DSM aangepast. Voor 2012 en verder vindt er onderzoek en een open oriëntatie op de toewijzingssystematiek voor Hulp bij het Huishouden plaats in de 2de helft van 2010 en de 1ste helft van 2011.
128 | Jaarverslag
Doel 9.7 Versterken terugleiding daklozen naar de maatschappij Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
-
313
e9.7a
Aantal feitelijke daklozen (onder voorwaarde dat saldo instroom en uitstroom van daklozen in de regio constant blijft)
-
e9.7b
Aantal huisuitzettingen regio
113
2010
Streefwaarde 2010
Bron
425
GGD
75
GGD
Hanteren sluitend protocol rond voorkomen huisuitzettingen In 2010 is het ‘Convenant Voorkomen Huisuitzetting bij Huurschuld’, dat dateert uit 2008, geëvalueerd en op onderdelen herzien. De belangrijkste wijzigingen in het herzien convenant zijn: ■ ■ ■ ■
toevoeging van een eenduidige doelgroepomschrijving; toevoeging van een heldere omschrijving van de rollen en verantwoordelijkheden van de convenantpartners; de Stuurgroep voert regie op het strategisch beleid, het Bestuur van de convenantpartners monitort dit; de gemeente Leiden – Afdeling Realisatie – Team Stadsleven voert regie op procesniveau;
De GGD – Meldpunt Zorg en Overlast voert regie op casusniveau. Verder ondersteunen en bewaken van de ketenaanpak door centraal registratie systeem Eind 2009 is de GGD overgestapt op een netwerkversie van het registratiesysteem. Dit biedt meer mogelijkheden voor registratie. In 2010 was tijd nodig om het nieuwe systeem in te regelen. (In 2011 is ontwikkeling van een gezamenlijke module voor de ketenaanpak aan de orde.) Opzetten en ondersteunen van een Maatschappelijk Steunsysteem Ontwikkelen van een Maatschappelijk Steunsysteem is een doorlopend proces van drempels slechten. In 2009 en 2010 zijn de volgende successen behaald: Oplevering van het rapport ‘Doorbreek mijn isolement’ onderzoek onder mensen met ernstige psychiatrische problematiek naar hun zorgbehoeften, Oplevering van de website Jekuntmeer.nl waarin activiteiten voor mensen met beperkingen zijn opgenomen en die ook een matchingmodule kent waarmee op persoonskenmerken naar geschikte activiteiten gezocht kan worden. Inzet van het VIPP project waarin GGZ Leiden en Libertas samen werken om mensen te begeleiden naar activiteiten buiten de GGZ. Handhaven mogelijkheden voor werk en dagbesteding In 2010 is het overzicht van het aanbod aan activering geupdate en gevisualiseerd in de piramide ‘van opvang naar werk’. Voorts is onderzoek gedaan naar een stimulerende en samenhangende beloningsstructuur voor dak- en thuislozen in de regio Zuid-Holland Noord. De uitkomsten hiervan geven aanleiding tot bijstelling van de huidige wijze van belonen. Daarnaast biedt het onderzoek handvaten om tot een sluitende aanpak te komen.
Doel 9.8 Bevordering doorstroming naar reguliere huisvesting van kwetsbare groepen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e9.8a
Gemiddelde verblijfsduur in het sociaal pension
10 21 16 26,5 max.20 maanden maanden maanden maanden*maanden
Binnenvest
e9.8b
Gemiddelde verblijfsduur in de crisisopvang
3 3 3 5,8 max. 3 maanden maanden maanden maanden maanden
Binnenvest
e9.8c
Gemiddelde verblijfsduur in de vrouwenopvang
7 7 6 6 max. 6 maanden maanden maanden maanden maanden
Rosa Manus
* De forse toename van de gemiddelde verblijfduur in de crisisopvang en het sociaal pension wordt verklaard door het beperkte aantal woningen dat de Binnenvest op jaarbasis beschikbaar heeft voor het huisvesten van kwetsbare groepen en de hoge eisen die worden gesteld aan de uitstroom.
Jaarverslag | 129
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p9.8a
Aantal plaatsen in de 24-uurs crisisopvang
25
25
25
25
25
Binnenvest
p9.8b
Aantal plaatsen in het sociaal pension
26
26
26
26
26
Binnenvest
p9.8c
Aantal plaatsen in de vrouwenopvang
66
66
66
66
66
Rosa Manus
Behoeftebepaling en genereren overzicht in het souterrain van de woningmarkt In 2010 was het contingent woningen niet voldoende om goede doorstroom naar reguliere huisvesting te realiseren. Bij een evaluatie is aangedrongen dat het aantal naar boven wordt bijgesteld. Het blijkt in de praktijk moeilijk om een overzicht te hebben van de totale vraag. De persoonsgebonden aanpak wordt in toenemende mate richtinggevend voor de woonvraag van individuele cliënten. De Binnenvest en de woningcorporaties proberen gezamenlijk per geval een goede woonvorm te vinden. Realisatie verschillende woonvormvoorziening In de plannen van de verhuizing van het huidige Sociaal Pension wordt een aantal uitbreidingsmogelijkheden meegenomen. Met De Binnenvest en Portaal worden andere alternatieve woonvormen onderzocht. In 2010 zijn drie locaties voor Scheve Huisjes aangewezen. De zoektocht naar locaties is een moeilijke opgave, Leiden is zeer dichtbebouwd. Er volgen gesprekken met diverse grootgrondbezitters in de stad en er is een plan in ontwikkeling om scheve huisjesbewoners een taak als bewaker van (bouw)terreinen te geven. Met deze nieuwe elementen is de verwachting dat er in 2011 nog een aantal passende locaties gevonden worden. Concretiseren herhuisvesting regionaal pension De Binnenvest heeft voor de herhuisvesting van het SP een programma van eisen gemaakt. Momenteel zoekt Portaal samen met de Binnenvest naar de mogelijkheden van bestaande panden in Leiden waar dit programma van eisen in past.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van welzijn en zorg geen brede, kaderstellende beleidsstukken vastgestel
130 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
COLLECTIEVE ONDERST.DEELNAME SAMENLEVING
9.199
-121
9.077
10.232
1.155
INDIV.ONDERST. VOOR DEELNAME SAMENLEVING
2.343
-1
2.341
2.365
24
836
0
836
741
-94
COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG
3.141
0
3.141
3.501
360
INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING
17.161
-1.579
15.581
15.569
-11
MAATSCHAPP OPVANG KWETSBARE GROEPEN
11.505
-5.226
6.278
6.955
678
Totaal
44.185
-6.931
37.253
39.363
2.110
PARTICIPATIE, ONTMOET, INTEGR & EMANCIP
WELZIJN EN ZORG bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
46.858
43.035
2.325
45.359
44.185
1.174
Baten
-2.572
-6.031
35
-5.996
-6.932
935
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
44.286
37.004
2.360
39.363
37.253
2.110
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-1.017
-69
0
-69
-69
0
MUTATIES RESERVES
-1.017
-69
0
-69
-69
0
Saldo na bestemming
43.268
36.935
2.360
39.294
37.185
2.110
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
Jaarverslag | 131
10
Werk en Inkomen
132 | Jaarverslag
Werk en Inkomen Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
10 Werk en financiën Cultuur, werk en inkomen
De missie van het programma Werk en Inkomen luidt: "De gemeente Leiden helpt haar inwoners bij het verkrijgen of behouden van economische zelfstandigheid door werk, biedt mogelijkheden tot sociale participatie en waar nodig een financieel vangnet."
Doelenboom Prestaties
Doel
■
Uitstroombevorderende maatregelen
10.1 Meer duurzame uitstroom naar werk
■ ■ ■ ■ ■
Inzet van instrumenten op de 'participatieladder' Participatiebudget benutten Meer maatwerk toepassen Projecten Het Werkatelier
10.2 Meer trajecten op maat
■ ■
Verhogen klanttevredenheid Ontwikkelen beoordelingssysteem inzake re-integratie
10.3 Meer aandacht voor de kwaliteit van reintegratiebedrijven
■
Meer klanten werkzaam in een nieuwe vorm van gesubsidieerde arbeid Doorstroom realiseren
10.4 Meer gesubsidieerd werk
■ ■
Activeren van mensen op wachtlijst Voorschakeltrajecten voor wachtlijstkandidaten met WAO, WIA, Wajong of WWB uitkering
10.5 Mensen op de wachtlijst Wsw eerder aan werk helpen
■
Aangaan samenwerkingsverbanden
■
Implementeren nieuwe aanvraagprocessen door projectteam Keigoed Realiseren gezamenlijke huisvesting gemeente Leiden en UWV/ Werkbedrijf
■
■
Beleidsterrein
Arbeidstoeleiding
10.6 Meer Wsw-ers op begeleid werken of detacheringsplaats 10.7 Sneller afhandelen van aanvragen financiële voorzieningen
zie doel 10.1-10.4
10.8 Aantal mensen in de bijstand zo laag mogelijk houden
zie doel 10.1-10.4
10.9 Minder lange uitkeringsduur
■
Verhogen inkomsten uit terugvordering
10.10 Meer inkomsten uit terugvordering van onterecht verstrekte bijstand
■
Terugdringen niet-gebruik
10.11 Meer mensen uit de doelgroep bereiken door betere voorlichting
■ ■
Ambtshalve beschikking declaratieregeling Realiseren snelloket bijzondere bijstand
10.12 Sneller afhandelen van aanvragen minimabeleid
Financiele voorzieningen
Minimabeleid
Jaarverslag | 133
Prestaties
Doel
■
Voorkomen van problematische schulden
10.13 Meer inzet op preventie
■ ■
Verhogen succesvolle schuldhulpverlening Meer duale trajecten schulphulpverlening/ re-integragtie
10.14 Meer met succes afgeronde schuldhulpverleningstrajecten
134 | Jaarverslag
Beleidsterrein
Schuldhulpverlening
Ontwikkelingen in 2010 Participatiebudget De meest ingrijpende gebeurtenis in 2010 binnen het programma Werk en Inkomen was het collegebesluit in augustus om tot het eind van het jaar geen nieuwe re-integratietrajecten meer te starten. Meer klanten dan ooit namen op dat moment deel aan een traject. Daaronder waren veel dure verloningstrajecten (trajecten waarbij de deelnemer een salaris ontvangt in plaats van een uitkering). De uitstroom uit de verloningstrajecten naar regulier werk was echter bijna nihil waardoor veel te veel trajecten werden verlengd en de kosten bij ongewijzigd beleid uit de hand dreigden te lopen. Toen daar bovenop ook nog door het Rijk het uitkeringenbudget naar beneden werd bijgesteld en daarmee de mogelijkheid om een tekort op het participatiebudget binnen het programma op te vangen wegviel, is besloten om pas op de plaats te maken. De uitkomst van de naar aanleiding van dit besluit gevoerde discussie met de commissie werk en financiën en de voltallige gemeenteraad was dat van het in de bestuursrapportage aangekondigde voordeel op de jaarrekening € 250.000 beschikbaar werd gesteld voor de voortzetting van trajecten die bewezen succesvol waren. Bij het opstellen van deze jaarrekening is de noodzaak van de maatregel om per direct met verloningstrajecten te stoppen bevestigd. Het volledige participatiebudget 2010, inclusief de meeneemregeling, totaal meer dan € 21 miljoen is uitgegeven. Het trappen op de rem heeft het beoogde effect gehad. Aantal mensen in de bijstand / Aantal niet werkende werkzoekende Ondanks de economische crisis is het aantal uitkeringen ((Wet Werk en Bijstand(WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ) tezamen) minder toegenomen dan geraamd, van 2525 naar 2608. Op de CBS-lijst van 33 grotere gemeenten waarvan de ontwikkeling van het bijstandsbestand wordt gemeten heeft Leiden voor het tweede achtereenvolgende jaar de laagste bestandsstijging. Hierbij geldt wel de kanttekening dat met 215 nog niet besliste aanvragen de werkvoorraad eind 2010 hoog was. Begin 2010 was de werkvoorraad 157. Het aantal WIJuitkeringen steeg van 25 naar 269 in juli. Per 1 juli 2010 was er een spectaculaire stijging omdat op grond van het overgangsrecht op die datum alle jongeren die nog een WWB-uitkering hadden overgingen naar de WIJ. Vanaf juli is het aantal jongeren met een uitkering niet meer toegenomen. Eind december stond de teller op 219 met een werkvoorraad van 63 aanvragen. Er was rekening gehouden met 300 jongeren in de WIJ. Het aantal niet werkende werkzoekenden (=werkloos en als werkzoekend ingeschreven bij het UWVwerkbedrijf) is in 2010 gedaald van 4001 in januari naar 3632 in december. In alle leeftijdscategorieën onder de vijftig jaar is het aantal gedaald. De geregistreerde werkloosheid onder jongeren (tot 30 jaar) bereikte in mei een hoogtepunt met 852, maar is daarna gestaag afgenomen tot 607 in december. Uit bovenstaande cijfers blijkt opnieuw dat Leiden goed bestand is tegen conjuncturele ontwikkelingen. DZB In 2010 is het aantal personen uit Leiden met een indicatie voor de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), waar DZB formatie voor kreeg, afgenomen. Deze toegestane WSW-formatie wordt bepaald door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Door de afname is het aantal personen op de wachtlijst toegenomen van 43 eind december 2009 tot 155 eind december 2010. Het aantal WSW-standaardeenheden (SE) dat DZB voor Leiden aan het werk heeft is 774. De bijdrage per SE bij DZB is in 2010 uitgekomen op €1.259. Dit bedrag is lager dan de streefwaarde van € 1.412. Het aantal door RE-integratie Leiden, onderdeel van DZB uitgevoerde WWB-reintegratietrajecten is gestegen tot 700. In 2010 is 35% van deze trajecten met succes afgerond. Voor de trajecten naar werk betekent dit dat de cliënt dan langer dan 6 maanden en een dag in een baan (regulier of gesubsidieerd) aan de slag is. DZB heeft een visie voor de jaren 2010-2014 geschreven. Deze visie is in november in het college vastgesteld en inmiddels in maart 2011 vastgesteld in de gemeenteraad. Een belangrijk onderdeel van de visie is het stimuleren van de WSW-medewerkers van DZB om in een zo regulier mogelijke omgeving te werken. Dat moet leiden tot een situatie waarin 45% van de WSW-populatie in 2014 aan het werk is in een reguliere organisatie (gedetacheerd of in dienst). In 2010 is dat percentage op 36% uitgekomen (32% in 2009). Actieplan Jeugdwerkloosheid (Regionaal) In het Actieplan Jeugdwerkloosheid is er veel geïnvesteerd in een effectieve samenwerking met alle betrokken partijen (gemeenten, UWV, ROC en de werkgevers). Dit heeft geleid tot stijging van beschikbare stageplekken, werkleerbanen en banen in de regio. Het resultaat is dat in 2010 ruim 1200 jongeren zonder startkwalificatie geplaatst zijn op een baan. Het aantal jongeren met een startkwalificatie geplaatst op een baan is ook ongeveer 1200.
Jaarverslag | 135
Het specifiek voor Leiden en Leiderdorp opgezette project JA voor jongeren met een WIJ uitkering is in september 2010 gestart. Van de 151 aangemelde jongeren is 75% uitgestroomd. De intensieve en persoonlijke benadering van de jongeren blijkt succesvol en is daarom verlengd tot 1 januari 2012. Naast de financiering van het Rijk van ruim € 2.000.000 kon ook nog € 690.000 ESF-geld worden ingezet. Sociale winst In december is de pilot Sociale Winst op aanbestedingen geëvalueerd. De conclusie was dat sociale winst op aanbesteding een goed instrument is om uitkeringsgerechtigden werkervaring te laten opdoen. In 2011 wordt sociale winst toegepast bij de daarvoor meest geschikte aanbestedingen. Minimabeleid Op 16 maart 2010 heeft de Rekenkamercommissie Leiden het onderzoeksrapport 'Minimabeleid de maat genomen, onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van het gemeentelijk minimabeleid', gepresenteerd. Het rapport bood aanknopingspunten voor heroverweging van het minimabeleid. In het beleidsakkoord is echter vastgelegd dat op het minimabeleid alleen bezuinigd wordt voor zover er sprake is van ondoelmatigheid in de uitvoering. Het minimabeleid is in 2010 daarom niet gewijzigd. Bij de begrotingsbehandeling in november is de voorgestelde bezuiniging op het minimableid beperkt gebleven tot de structurele onderuitputting van €400.000. De raad heeft tevens een motie van de SP aangenomen waarin het college wordt opgeroepen financiële meevallers in de eerste plaats in te zetten om bezuinigingen op het minimabeleid terug te draaien. Naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van de Partij van de Arbeid heeft de raad op 16 december 2010 het college opgedragen het Jeugdsportfonds Leiden op te richten. Het Jeugdsportfonds neemt voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens de financiële drempel om te gaan sporten weg. Op 10 maart 2011 is de samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en Jeugdsportfonds ondertekend. Eveneens op 16 december heeft de raad een motie aangenomen waarin het college wordt opgedragen een onderzoek te doen naar de voordelen voor de minima van collectieve inkoop van duurzame energie. Gemeente en Zorg en Zekerheid hebben een nieuw contract inzake de Collectieve Ziektekostenverzekering voor Minima (AV-gemeente) afgesloten. Met ingang van 2010 krijgt de gemeente een korting van twee procent op de premie voor de aanvullende verzekering. Deze korting komt bovenop de korting van tien procent op de premie voor de basisverzekering, die ook al in het oude contract zat. Schuldhulpverlening Bij de vaststelling van de programmabegroting 2010 was voorzien dat in 2010 de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking zou treden. Door de val van het kabinet Balkenende IV is de behandeling in de Tweede Kamer opgeschort. Invoering is doorgeschoven naar 2011. Het aantal aanvragen is ten opzichte van 2009 gestegen met 26% tot 894. Ondanks deze stijging is er geen wachtlijst. De doorlooptijd van de dossiers is gedaald naar acht maanden (inclusief de stabilisatieperiode). Met extra geld van het ministerie konden extra mensen ingezet worden en het werkproces is herzien. Hierdoor kunnen klanten elke dag terecht met hun hulpvraag en zij kunnen direct aan de slag met het verzamelen van de noodzakelijk informatie. De snellere doorlooptijd en de meer gerichte sturing op resultaat heeft er in 2010 ook voor gezorgd dat het aantal geslaagde trajecten in de vorm van saneringskredieten of schuldbemiddeling bijna verdubbeld is ten opzichte van 2009. Met de woningcorporaties, de GGD en de stichting Kwadraad is de herziening van het convenant Voorkomen Huiszuitzetting bij Huurschuld voorbereid. Het convenant is op 25 januari 2011 ondertekend.
Effecten en prestaties Doel 10.1 Meer duurzame uitstroom naar werk Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.1a
% van de mensen dat na drie jaar niet opnieuw is ingestroomd in de bijstand
81%
84%
85%
85%
75%
WIZ
e10.1b
% van mensen dat na zes maanden en een dag niet opnieuw is ingestroomd in de bijstand
95%
89%
95%
95%
95%
WIZ
De streefwaarden worden al jaren ruim gehaald. Dit duidt erop dat verreweg de meeste klanten, die uitstromen na uitstroom niet terugkeren. Overigens is uitstroom naar werk niet de enige oorzaak. Men kan ook uitsromen door verhuizing of wijziging in persoonlijke omstandigheden, woonsituatie etc.
136 | Jaarverslag
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p10.1a
Uitstroom naar werk binnen een jaar na toekenning van de bijstand (als % van het aantal instromers)
19%
22%
24%
24%
22%
WIZ
p10.1b
Gestarte trajecten Werkatelier
-
389
265
92
800
WIZ
p10.1c
Niet op traject door vrijstelling of medische belemmering
1.094
1.020
1.157
1159
1.000
WIZ
Uitstroom naar werk binnen een jaar na toekenning bijstand Streefwaarde is gehaald, maar uit het feit dat dit percentage niet hoger is dan 24% blijkt wel dat het altijd moeilijk is om vanuit een bijstandssituatie aan het werk te komen. Gestarte trajecten werkatelier Het werkatelier is per november 2010 opgeheven wegens gebrek aan financiële middelen. De instroom is in de periode, waarin verloningstrajecten werden ingezet steeds laag geweest omdat waar dat mogelijk was verloning de voorkeur kreeg. In plaats hiervan is op de locatie van het werkatelier in september het project JA (Jongeren op de Arbeidsmarkt) gestart. JA is bedoeld voor jongeren die een beroep doen op de WIJ en wordt nu deels bekostigd vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Jongeren krijgen gedurende een aantal weken intensieve begeleiding en training en worden tijdens of na die periode indien mogelijk geplaatst op een reguliere vacature, een BBL(Beroepsbegeleidende leerweg)-plek of een opstapbaan. Medio 2011 zal het project JA onderdeel worden van het nieuw op te richten Participatiecentrum dat het werkatelier gaat vervangen. Niet op traject door vrijstelling of medische belemmering Uitgangspunt is dat iedereen is tot iets in staat is en kan deelnemen aan passende trajecten. Medische belemmeringen bestaan, maar hoeven geen grond te vormen voor vrijstelling. Door gebrek aan middelen is een project met Winnock, een organistatie die zich richt op het activeren van mensen met medische belemmeringen in 2010 niet gestart. Dat gaat wel gebeuren in 2011. Inmiddels is deze organisatie erkend als zorgverlener waardoor sociale activering ten laste kan worden gebracht van de zorgverzekeraar.
Doel 10.2 Meer trajecten op maat Effectindicatoren Nr.
e10.2a
Omschrijving
% daling WWB- en WIJ-uitkeringen ultimo jaar, met 2006 als basisjaar
Realisatie 2007
2008
2009
2010
6,1% daling
7,1% daling
1,1% stijging
3.3% stijging
Streefwaarde 2010
Bron
9,2% stijging
WIZ
De verwachte stijging van het aantal WWB/WIJ-uitkeringen ten gevolge van de economische crisis is beperkt gebleven. Omdat dit een landelijke trend was is het Rijksbudget in augustus 2010 aangepast. Gevolg voor Leiden was dat een verwacht overschot op het uitkeringenbudget wijzigde in een onverwacht tekort van €1 miljoen. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p10.2a
% gestarte trajecten na Werkatelier-fase t.o.v. aantal deelnemers
-
41%
36%
24% (juni 2010)
80%
WIZ
p10.2b
Aantal lopende persoonsgebonden reintegratiebudgetten
12
2
62
70
25
WIZ
p10.2c
% uitkeringsgerechtigden met een traject ultimo jaar
28%
37%
51%
49%
50%
WIZ
In het werkatelier zijn in de tweede helft van 2010 geen trajecten meer gestart. De ruimte is vervolgens benut in het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid (Project JA). Persoonsgebonden re-integratiebudgetten zijn bijna allemaal ingezet in projecten met het doel om allochtone vrouwen aan het werk te helpen in de
Jaarverslag | 137
zorgsector. Het percentage uitkeringsgerechtigden met een traject is in 2010 iets lager dan in 2009. Het absolute aantal was wat hoger. Inzet van instrumenten op de participatieladder In 2010 is nog het hele scala van instrumenten op de participatieladder ingezet. Iedereen die niet was vrijgesteld van de arbeidsverplichting nam deel aan een traject. Vanaf augustus is de inzet van instrumenten beperkt omdat de kosten uit de hand dreigden te lopen (zie ook 'ontwikkelingen in 2010'). Naar aanleiding van de aangenomen motie van de SP waarin het college werd opgeroepen nog wel nieuwe re-integratietrajecten te starten in de categorie, die daadwerkelijk leidt tot een stijging op de participatieladder en de meerkosten tot een bedrag van €250.000 te dekken uit het bij de bestuursrapportage gemelde verwachte positieve saldo op de totale gemeentebegroting zijn toch nog nieuwe trajecten gestart. Participatiebudget benutten Het participatiebudget is in 2010 meer dan volledig benut. Dit was mede het gevolg van de extra inspanningen die in 2009 zijn geleverd om te voorkomen dat re-integratiegelden ten gevolge van wijziging van de regelgeving zouden terugvloeien naar het Rijk. De effecten van deze inzet werkten door in 2010. Dit heeft ertoe geleid dat de volledige meeneemregeling* uit 2009 (i.c. €3.8 miljoen) in 2010 is besteed. Er is zelfs een voorschot van € 1,8 miljoen genomen op het budget van 2011. *meeneemregeling: het is vanuit de wet zowel toegestaan om 25% van het Rijksbudget via de balans te reserveren voor latere jaren als om 25% van het Rijksbudget van het jaar t te besteden in het jaar t-1.
Doel 10.3 Meer aandacht voor de kwaliteit van re-integratiebedrijven In de rapportage 2010 werd gemeld dat de participatieladder als meetinstrument voor de kwaliteit van reintegratiebedrijven nog in 2010 zou zijn ingevoerd. Omdat de applicatiebeheerders al hun tijd en energie nodig hadden om de invoering van SZW-net goed te doen verlopen, was het niet mogelijk de module 'participatieladder'te introduceren en te beheren. In 2011 wordt de ladder ge-integreerd in SZW-net. De contractbeheerder heeft in 2010 hard en met succes gewerkt aan het bewaken van de kwaliteit van de re-integratiebedrijven. De resultaten werden gemonitord en bedrijven die minder presteerden zijn daarop aangesproken.
Doel 10.4 Meer gesubsidieerd werk Effectindicatoren Nr.
e10.4a
Omschrijving
Volume gesubsidieerde arbeid ultimo jaar
Realisatie 2007
2008
2009
2010
256
258
457
394
Streefwaarde 2010
Bron
450
WIZ
Bovenstaande effectindicator geeft het totaalvolume gesubsidieerde arbeid weer: ID-banen, WIW-banen, Opstap- en Sleutelbanen en verloningstrajecten. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p10.4a
Volume nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid ultimo jaar
111
138
361
304
335
WIZ
p10.4b
Volume ID- en WIW-banen ultimo jaar
145
120
96
90
115
WIZ
Het volume 'nieuwe vormen' was halverwege het jaar 439 en daarmee ruim boven de streefwaarde. Na beperking van de nieuwe instroom was het aantal aan het eind van het jaar gedaald naar 304. De daling is voor het grootste deel toe te schrijven aan het aflopen van de verloningstrajecten. Ultimo 2010 waren er 83 sleutelbanen en 19 opstapbanen (samen 85fte). Het volume ID-banen (67) en WIW-banen (23) is verder gedaald tot ruim onder de streefwaarde (wat in dit geval ook de bedoeling is).
138 | Jaarverslag
Doel 10.5 Mensen op de wachtlijst WSW eerder aan werk helpen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.5a
Realisatie taakstelling
100.25
98.5
97%
100.25% 100%
DZB
e10.5b
Voortrajecten: realisatie% van streefaantal
*
-
-
68% 100% (t/m augustus)
DZB
e10.5c
Voortrajecten: realisatie% t.a.v. wachtlijst
*
-
-
68% (t/m augustus)
DZB
*De voortrajecten WSW werden in de jaren vóór 2009 gerekend tot de 'nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid'. Het door het Rijk beschikbaar gestelde aantal SE's (=Sociale eenheden, één SE = 1 fte) is meer dan volledig benut. Vanaf augustus 2010 zijn in verband met de hoge uitgaven ten laste van het participatiebudget geen middelen voor WSW-voortrajecten voor WWB-gerechtigden meer beschikbaar gesteld. Tot dat moment is 68% van het aantal toen beschikbare WWB-ers in een voortraject geplaatst. Een deel heeft, in de loop van het jaar met terugwerkende kracht een WSW-contract gekregen. Het totaal aantal WWB-gerechtigden op de wachtlijst ten tijde van beschikbaar budget voor voortrajecten, bedroeg maximaal 38. Van hen zijn er 26 op enig moment in een voortraject geplaatst. Zes personen bleken op het moment dat plaatsing nog mogelijk was niet beschikbaar. Op het moment dat het budget niet meer beschikbaar werd gesteld, waren er nog 6 mensen in ‘behandeling’ om geplaatst te worden op een voortraject. De score had dus hoger kunnen uitvallen. Het aantal personen op de wachtlijst tijdens de periode waarin financiering beschikbaar was is niet boven de 40 geweest. Eind december was de wachtlijst opgelopen tot 155. Met het UWV konden geen afspraken gemaakt worden over financiering van voortrajecten. Prestatie-indicatoren Nr.
p10.5a
Omschrijving
Gemeentelijke aanvullende subsidie per SE in € *
Realisatie 2007
2008
2009
2010
€1.715
€ 1.621
€1.300
€1.259
Streefwaarde 2010
Bron
€ 1.412
DZB
*De gemeente heeft in totaal €1.259 miljoen bijgedragen. Omgerekend naar SE is de gemeentelijke bijdrage €1.259. Dit gemiddelde is berekend op basis van alle bij DZB ingevulde SE's. Dat zijn er ca. 1000 inclusief de 225 SE van de regiogemeenten, voor wie DZB de WSW uitvoert. De regiogemeenten dragen overigens ook zelf bij in de kosten.
Doel 10.6 Meer WSW-ers op begeleid werken of detacheringsplaats Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.6a
% begeleid werken/detachering
29%
32%
32%
36%
35%
DZB
e10.6b
% buitenproject
26%
27%
32%
32%
30%
DZB
10.6a De ‘beweging van binnen naar buiten’, waarbij personen in de WSW zoveel mogelijk in een reguliere werkomgeving aan de slag zijn, is doorgezet. 36% van de WSW-ers werkt nu gedetacheerd of via een Begeleid Werken-constructie. 32% werkt bij een bedrijfsonderdeel van DZB dat zich op de markt begeeft zoals hoveniers, onderhoud, catering en post. Nog maar 32% werkt in een beschutte omgeving.
Jaarverslag | 139
Prestatie-indicatoren Nr.
p10.6a
Omschrijving
% WSW-ers ultimo jaar met potentieelanalyse
Realisatie 2007
2008
2009
2010
-
-
10%
20%
Streefwaarde 2010
Bron
20%
DZB
Het streefpercentage om van 20% van de WSW-populatie het potentieel goed in beeld te hebben, is gerealiseerd.
Doel 10.7 Sneller afhandelen van aanvragen financiële voorzieningen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.7a
% binnen vier weken afgehandelde aanvragen van financiële voorzieningen
49%
50%
35%
28%
80%
WIZ
e10.7b
% binnen 1 week afgehandelde aanvragen van financiële voorzieningen
-
-
-
6%
60%
WIZ
Implementeren van nieuwe aanvraagprocessen KEI-goed Het herontworpen werkproces werkintake waarbij de casemanager de intake doet op de locatie van het UWV (Verbeekstraat 2) is door huisvestingsperikelen pas per september 2010 ingevoerd. Inmiddels is gebleken dat dit proces geen tijdwinst oplevert. Ook de afhandeling van de uitkeringsaanvraag na intake verloopt niet sneller. Daarom worden beide processen opnieuw onder de loep genomen. Klanten waarvan men wist dat ze binnen een maand na aanvraag zouden instromen in een verloningstraject zouden alleen een marginale inkomenstoets krijgen waardoor aanvragen binnen enkele dagen konden worden afgehandeld. Door het wegvallen van verloningstrajecten als middel om snel uit te stromen naar werk is dit onderdeel nauwelijks uit de verf gekomen. Er was geen positieve invloed op de snelheid van afhandeling van de aanvragen. Omdat in het nieuwe werkproces aanvragen eerder als aanvraag worden geregistreerd, is de doorlooptijd zelfs langer geworden. Door verdere procesverbetering bij de aanvragen bijzondere bijstand wordt gestreefd het percentage van afhandelingen binnen vier weken te verhogen.
Doel 10.8 Aantal mensen in de bijstand zo laag mogelijk houden Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.8a
% Leidenaren met een WWB-uitkering (18 t/m 64 jaar)
3,8%
3,6%
3,4%
3.6%
4,2%
WIZ en GBA
e10.8b
% van de Leidenaren van niet-westerse herkomst die een WWB-uitkering hebben
11,2%
10,5%
10,7%
10.9%
10,0%
WIZ en GBA
Bij het vaststellen van de streefwaarde bij e10.8a is rekening gehouden met een behoorlijke toename ten gevolge van de economische crisis. Het percentage Leidenaren met een bijstandsuitkering is ondanks de crisis ruim onder de streefwaarde gebleven en op gelijk niveau als in 2008. Bij het vaststellen van de streefwaarde bij 10.8b is kennelijk aan de gevolgen van de crisis voorbijgegaan. De bij de begrotingsbehandeling van 2010 aangenomen motie, waarin om een Actieplan Allochtonen in de bijstand werd gevraagd is in 2010 nog niet afgehandeld. Er is wel een analyse van het bestand gemaakt. Inmiddels heeft het college in april 2011 een brief over dit onderwerp aan de Raad gezonden.
140 | Jaarverslag
Doel 10.9 Minder lange uitkeringsduur Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.9a
% Leidenaren met een WWB-uitkering (18 t/m 64 jaar) langer dan 1 jaar
3,0%
2,9%
2,8%
2.4%
3,0%
WIZ
e10.9b
% van de Leidenaren van niet-westerse herkomst met een WWB-uitkering langer dan 1 jaar
8,3%
8,4%
8,3%
7.9%
8,5%
WIZ
Opmerkelijk is dat ondanks de crisis de trend dat het percentage Leidenaren dat langer dan een jaar een uitkering heeft, daalt zich heeft voortgezet. De streefwaarden zijn gehaald. Dat geldt dus ook voor Leidenaren van niet-westerse afkomst.
Doel 10.10 Meer inkomsten uit terugvordering van onterecht verstrekte bijstand Effectindicator Nr.
e10.10a
Omschrijving
Incassoquote (% ontvangsten ten opzichte van totaalsaldo vorderingen)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
17,5%
17,4%
16,4%
15.4%
Streefwaarde 2010
Bron
19%
WIZ
Als gevolg van de nieuwe beleidsregels terugvordering wordt er minder kwijtgescholden. Daardoor is een veel lager bedrag afgeboekt dan in 2010. Deze afboekingen gaan ten laste van de voorziening oninbaar (onderdeel van het programma algemene dekkingsmiddelen) en raakt dus niet het exploitatieresultaat op dit programma. Door de veranderde kwijtscheldingsregels is eind 2009 besloten om de storting in de voorziening oninbaar te verlagen. Voor 2009 werd circa 65%-70% van de vordering gestort in de voorziening oninbaar. Vanaf 2009 wordt nog maar 60% gestort in de voorziening oninbaar. De lagere storting zorgt voor een structureel beter resultaat, hiermee was al rekening gehouden in de begroting 2010. Van elke bijstandsvordering 60% storten in de voorziening oninbaar lijkt veel, maar Leiden scoort hiermee relatief erg goed. Het grootste deel van de terugvordering bestaat uit het aflossen van leenbijstand. De keerzijde van een beter resultaat voor de gemeente is dat de schuldenaren langer moeten terugbetalen. In de dagelijkse uitvoering wordt gestuurd op de daadwerkelijke ontvangsten c.q. datgene wat gestort wordt op de bankrekening van Leiden. Op de lange termijn leidt minder kwijtschelden tot een hoger bedrag aan daadwerkelijk ontvangsten maar dat effect is nog niet direct merkbaar in 2010. Op een totaalsaldo van €11.900.000 aan openstaande vorderingen is in 2010 €220.000 minder geïncasseerd dan in 2009. Prestatie-indicator Nr.
p10.10a
Omschrijving
% schuld waarop geen aflossing plaatsvindt inclusief fraude*
Realisatie 2007
2008
2009
2010
17,4%
22,7%
22,3%
18%
Streefwaarde 2010
Bron
15%
WIZ
*De prestatie-indicator is gebaseerd op het aantal vorderingen, niet op het openstaande bedrag. De unit Terugvordering bij Werk en Inkomen had in 2010 bezettingsproblemen. Om de effectiviteit te verhogen zal Terugvordering de werkmethodes aanpassen. Daarbij wordt gebruik gemaakt met de opgedane ervaringen in 2009 en 2010 met het landelijke project Terugvordering op Maat, waarin Leiden de trekkende gemeente was. Klanten worden meer telefonisch benaderd. In het bijzonder bij klanten die geen uitkering meer hebben is dit een bewezen effectieve methode om meer en sneller te incasseren.
Jaarverslag | 141
Doel 10.11 Meer mensen uit de doelgroep bereiken door betere voorlichting Effectindicatoren Nr.
e10.11a
Omschrijving
% bereikte minima t.o.v. totaal aantal minima (gesteld op 6.625 huishoudens)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
85%
81%
84%
79.3%
Streefwaarde 2010
Bron
88%
WIZ
Gemeten is het aantal huishoudens dat gebruik maakt van minstens één van de verstrekkingen uit het minimabeleid. Dat betekent niet dat door iedereen alle mogelijkheden volledig worden benut. In 2010 zijn langdurigheidtoeslag en de woonlastenregeling ambtshalve (dat wil zeggen zonder aanvraag op basis van bij de gemeente bekende gegevens) verstrekt. Aan mensen die aan wie in 2009 de tegemoetkoming 'chronisch zieken, gehandicapten en ouderen'was toegekend is in 2010 gevraagd deze opnieuw aan te vragen. Prestaties bij doel 10.11 terugdringen niet-gebruik In 2010 is breed ingezet op een promotiecampagne om bekendheid en bereik te vergroten. Net als in 2009 is het effect achtergebleven bij de verwachting. Hoewel mensen persoonlijk (door koppeling met interne gemeentelijke bestanden) zijn aangeschreven heeft dit niet geleid tot een noemenswaardige groei van het aantal nieuwe klanten. De regelingen voor minima zijn daarnaast onder de aandacht gebracht via de klantenkrant en publicaties in Stadskrant en de wegwijzer voor de gemeente Leiden. De formulierenbrigade heeft tot en met november 2010 een belangrijke rol gespeeld in het behandelen van hulpvragen en daarmee een bijdrage geleverd aan het vergroten van bekendheid met en bereik van inkomensondersteunende maatregelen. De formulierenbrigade was vormgegeven als verloningstraject (waarbij de deelnemers een salaris op minimumniveau ontvingen). Na afloop van de eerste contractperiode is in verband met de afname van de middelen in het participatiebudget geen nieuwe groep gestart. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
p10.11a
Bekendheid declaratieregeling onder doelgroep
45%
56%
65%
62%
57%
Stadsenquête
p10.11b
Bekendheid langdurigheidstoeslag onder doelgroep
24%
24%
45%
38%
25%
Stadsenquête
p10.11c
Bekendheid collectieve ziektenkostenverzekering onder doelgroep
37%
37%
59%
47%
50%
Stadsenquête
Uit de stadsenquête blijkt wel een groei van de bekendheid met de declaratieregeling en de langdurigheidtoeslag. Tevens blijkt dat de bekendheid van de AV-gemeente licht te zijn gedaald. Het gebruik van deze regeling is echter toegenomen met 5% (van 4478 naar 4708)
Doel 10.12 Sneller afhandelen van aanvragen minimabeleid Effectindicatoren Nr.
e10.12a
Omschrijving
% binnen twee weken afgehandelde aanvragen van minimabeleid
Realisatie 2007
2008
2009
2010
72%
86%
87%
85%
Streefwaarde 2010
Bron
87%
WIZ
Ook in 2010 zijn veel verstrekkingen ambtshalve (zonder aanvraag) toegekend. Deze toekenningen worden meegeteld in het totaal van de aanvragen. Aanvragen van nieuwe klanten, waarvoor de ambtshale procedure nog niet kan worden toegepast worden in het algemeen nog niet binnen de termijn van twee weken afgehandeld. Dit is mede het gevolg van de knip frontoffice-backoffice en vacatures die hierdoor zijn ontstaan. Bovendien heeft de campagne, ondanks het tegenvallende resultaat wel meer werk opgeleverd. Prestaties bij doel 10.12 ■ Ambtshalve beschikking declaratieregeling
142 | Jaarverslag
De ambtshalve beschikking declaratieregeling is gerealiseerd. ■ Realiseren snelloket bijzondere bijstand Vanaf maart 2010 is ook het fysieke snelloket bijzondere bijstand gerealiseerd. Aanvragen worden ter plekke aan het loket behandeld en beslist. Een klant weet meteen waar hij aan toe is. Van deze voorziening is nog maar weinig gebruik gemaakt. De bekendheid moet nog groeien. ■ Formulierenbrigade De formulierenbrigade heeft tot en met november 2010 een belangrijke rol gespeeld in het behandelen van hulpvragen en hierbij een bijdrage geleverd aan het vergroten van bekendheid met en bereik van inkomensondersteunende maatregelen. Het grootste gedeelte van de hulpvragen heeft betrekking gehad op gemeentelijke formulieren. De formulierenbrigade was opgezet als een verloningstraject. Deelnemers hadden moeten uitstromen naar regulier werk. Helaas was de formulierenbrigade als re-integratietraject geen succes. Wegens gebrek aan middelen in het participatiebudget is de formulierenbrigade na afloop van de eerste contractperiode in november 2010 niet voortgezet.
Doel 10.13 Meer inzet op preventie Effectindicatoren Nr.
e10.13a
Omschrijving
Aantal deelnemers aan preventieve trajecten (budgettraining, budgetbeheer, stabilisatietraject)
Realisatie 2007
2008
2009
2010
79*
NB
65*
479
Streefwaarde 2010
Bron
350
WIZ
*De indicator is in 2010 voor het eerst gemeten. Vóór 2010 werd alleen het aantal deelnemers aan budgettrainingen gemeten. Door de toename van het aantal aanvragen is er ook een toename van het aantal deelnemers aan preventieve trajecten. Aan deze trajecten is veel aandacht besteed. Klanten die niet kwamen werden gebeld en gestimuleerd om de volgende keer weer aanwezig te zijn. Verder zijn de ketenpartners (woningcorporaties, energiebedrijven, meldpunt GGZ, maatschappelijk werk) ook betrokken bij de preventie door hen te stimuleren om klanten eerder aan te melden. In het kader van het voorkomen van escalatie is in 2010 een applicatie aangeschaft waarmee ook aan klanten in niet problematische schuldsituaties betalingsregelingen kunnen worden aangeboden.
Doel 10.14 Meer met succes afgeronde schuldhulpverleningstrajecten Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2007
2008
2009
2010
Streefwaarde 2010
Bron
e10.14a
Aantal schuldregelingen (saneringskrediet of schuldbemiddeling)
127
132
146
268
175
WIZ
e10.14b
-waarvan geslaagd
40
75
61
121
70
WIZ
De doorlooptijden zijn verkort en het aantal trajecten is bijna verdubbeld. Het slagingspercentage is toegenomen van 42 naar 45 procent. Het aantal aanvragen is toegenomen van 702 in 2009 naar 894 in 2010. Desondanks heeft de Stadsbank wachtlijst in zijn geheel weggewerkt. Eind 2009 was er nog een wachttijd van twee maanden. De doorlooptijd voor een volledige schuldregeling is teruggebracht van negen maanden naar acht maanden. Er zijn 536 schuldhulpverleningstrajecten gestart tegenover 339 in 2009. Het aantal toegekende budgetbeheerrekeningen steeg van 184 naar 194; Het aantal gestarte schuldenstabilisaties steeg van 103 in 2009 naar 117 in 2010. Van de 894 klanten van de Stadsbank ontvingen 424 klanten een WWB-uitkering.
Jaarverslag | 143
De Stadsbank heeft de toegenomen aanloop kunnen verwerken dankzij tijdelijke extra middelen van het Rijk. Er werd rekening gehouden met toename van de omvang van de schuldenproblematiek als gevolg van de economische crisis. Per 1 januari 2012 vervalt dit extra budget.
Kaderstellende beleidsstukken In 2010 zijn op het terrein van Werk en inkomen de volgende beleidsstukken vastgesteld: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidsplan ‘Ambitie. Haal het beste uit jezelf, Visie voor DZB voor de jaren 2010 -2014’ (B&W nr 10.1141) Verordening Plaatsingsvolgorde Wachtlijst Wet Sociale Werkvoorziening (RV 10.0112) ‘Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2010’ (RV 10.0106) Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 (RV 10.0105) Wijziging van de Maatregelenverordening WWB 2008 (RV 10.0066) Wijziging Toeslagenverordening WWB 2008 (RV 10.0065) Wijziging Re-integratieverordening 2008 (RV 10.0064) Discussienota Participatie (B&W nr 10.0176)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2010
Baten 2010
Saldo 2010
Begroting 2010
Verschil 2010
PARTICIPATIE
81.746
-72.013
9.732
9.222
-510
FINANCIELE VOORZIENINGEN
45.405
-37.882
7.522
7.289
-232
MINIMABELEID
9.656
-274
9.381
9.520
139
SCHULDHULPVERLENING
3.076
-1.410
1.665
1.859
194
139.884
-111.582
28.300
27.890
-409
Totaal
WERK EN INKOMEN bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
124.700
123.453
10.396
133.849
139.884
-6.034
Baten
-103.143
-100.245
-5.715
-105.960
-111.583
5.624
21.557
23.208
4.681
27.890
28.300
-410
Toevoeging
899
45
775
820
820
0
Onttrekking
-70
-14
5
-9
-9
0
MUTATIES RESERVES
829
31
780
811
811
0
22.386
23.239
5.461
28.700
29.111
-410
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
Saldo na bestemming
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
144 | Jaarverslag
3.2.11 Overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Inleiding Binnen de rekening bestaat er onderscheid tussen specifieke dekkingsmiddelen en algemene dekkingsmiddelen deel I en deel II. Specifieke dekkingsmiddelen hangen samen met een concreet beleidsveld en staan opgenomen in de betreffende programma’s. Dat kunnen specifieke inkomsten zijn uit de opbrengst van de verkoop van gronden, betalingen voor concrete gemeentelijke diensten (ophalen afval, verstrekken van vergunningen, onderhouden van het riool, reisdocumenten etc.) of uitkeringen in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Deze dekkingsmiddelen staan tegenover de uitgaven op de betreffende programma’s in de rekening. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van andere dekkingsmiddelen, doordat zij vrij aan te wenden zijn. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. De algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de bestedingen van de programma’s 1 tot en met 10. Algemene dekkingsmiddelen deel I bestaan vooral uit de Algemene Uitkering en inkomsten uit belastingen, heffingen en beleggingen. De algemene dekkingsmiddelen deel II zijn de overige niet bij programma’s of algemene dekkingsmiddelen deel I onder te brengen producten zoals de saldi van kostenplaatsen en de stelposten. De saldi op kostenplaatsen ontstaan doordat bij de doorberekeningen naar programma’s cq producten gerekend wordt met voorcalculatorische tarieven. Daardoor kunnen aan het eind van het begrotingsjaar overschotten of tekorten ontstaan. Dit zijn in 2010 dus eigenlijk tekorten of overschotten die niet aan een programma toegerekend kunnen worden. De algemene dekkingsmiddelen deel I De algemene dekkingsmiddelen beslaan bijna de helft van de totale baten van de gemeente. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn: ■ Rijksmiddelen (Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds en GSB) ■ Belastingen (onroerende zaak-, toeristen- en precariobelasting) ■ Inkomsten uit de financiële functie (dividend, beleggingen en geldleningen) Het merendeel van deze dekkingsmiddelen is structureel (jaarlijks terugkerend). Een deel is incidenteel. In de toelichtingen wordt hierop ingegaan. De totale omvang van de algemene dekkingsmiddelen bedraagt in 2010 € 231.000.000. Hieronder treft u aan het overzicht van algemene dekkingsmiddelen conform het besluit Begroting en Verantwoording. Bedragen x € 1.000
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo 2010
147.672
154.278
153.675
-603
16.688
1.020
2.306
1.286
164.360
155.298
155.981
683
Onroerend zaakbelasting gebruikers
10.220
10.485
10.300
-185
Onroerend zaakbelasting eigenaren
30.905
30.595
30.965
370
337
424
346
-78
7.915
7.461
7.442
-19
49.377
48.965
49.053
88
Algemene uitkering gemeentefonds GSB middelen Totaal Rijksmiddelen
Toeristenbelasting Precariobelasting Totaal Belastingen
Jaarverslag | 145
Bedragen x € 1.000 Dividend Resultaat verkoop aandelen NUON Beleggingen Geldleningen Totaal Financiële functie Onvoorzien Totaal algemene dekkingsmiddelen I
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo 2010
2.457
-1.815
2.959
4.774
224.014
0
0
0
5.976
21.960
21.963
3
482
700
896
196
232.926
20.845
25.818
4.973
0
-264
0
264
446.663
224.844
230.852
6.008
Rijksmiddelen Algemene uitkering Jaarlijks ontvangt elke gemeente volgens een bepaald verdeelstelsel een uitkering uit het Gemeentefonds. De uitkering is bestemd voor de bekostiging van autonome taken van de gemeente, taken die veelal dicht bij de burger liggen. Het verdeelstelsel is opgenomen in de Financiële-verhoudingswet en is gebaseerd op twee uitgangspunten. Het moet rekening houden met onderlinge verschillen in de kosten waar de gemeenten voor staan en met de draagkracht van de gemeenten (de belastingcapaciteit). Karakteristiek voor de algemene uitkering is dat elke gemeente in principe vrij is in het besteden van haar aandeel. De omvang van de algemene uitkering is voor de gemeenten een gegeven, maar de gemeente kan zelf bepalen aan welke voorzieningen zij haar geld bij voorkeur besteedt (eigen prioriteitenstelling). De groei van het Gemeentefonds was tot en met 2008 gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (de netto gecorrigeerde rijksuitgaven). Eenvoudig gezegd: als het Rijk meer uitgeeft, profiteert het Gemeentefonds daarvan en andersom. In het bestuursakkoord 2009 is deze afspraak onder druk van de economische recessie t/m 2011 buiten werking gezet. De algemene uitkering heeft zich in 2010 als volgt ontwikkeld: Omschrijving Verschil
Aantal
Bedrag -603
V/N N
Analyse Verrekeningen 2009
447
Verrekeningen 2008
503
Totaal oude jaren
950
N
Bruto verschil begroting jaarrekening 2010
347
V
Belangrijkste verschillen: Nieuwe of gewijzigde Decentralisatie uitkeringen 102 Maatschappelijke opvang en OGGz (DU) 106 Vrouwenopvang (DU) 112 Jeugdwerkloosheid (DU) 126 Instapcursussen inburgering (DU) Totaal Decentralisatie uitkeringen
146 | Jaarverslag
234 73 1.200 100 1.607
V
Omschrijving
Aantal
Bedrag
V/N
Taakmutaties wijziging financiering mGBA/ ORRA 90.000
90
taakwijziging financiering inburgering -97.000
-97
Totaal taakwijzigingen Hoeveelheidsverschillen
-7 aantal
Inwoners
557
102
Bijstandsontvangers
-89
-202
WWB schaalvoordeel
-28
-161
Minderheden
-104
-48
Klantenpotentieel lokaal
-673
-54
Extra groei leerlingen VO
-300
-104
Leerlingen VO
-107
-74
Woonruimten
326
90
1.490
146
575
102
Omgevingsadressendichtheid Bedrijfsvestigingen Overige verschillen Totaal hoeveelheidsverschillen Ontwikkeling uitkeringsbasis, daling uitkeringspercentage
N
-40 -243
N
-1.010
N
GSB-middelen Tot de algemene inkomsten werden tot en met 2009 ook de brede doeluitkeringen (BDU) GroteStedenbeleid gerekend. De BDU's ISVII en Economie (2005-2009) zijn eind 2010 definitief afgerekend. Uit deze definitieve beschikkingen zijn geen financiële consequenties voortgevloeid. De BDU Economie is niet gecontinueerd. Voor ISV is een nieuwe periode ingegaan (ISVIII, 2010-2014). Voor het verslagjaar 2010 betreft dat een een brede doeluitkering, die niet hoeft te worden verantwoord. Vanaf 2011 wordt ISVIII gefinancierd via een decentralisatie-uitkering. De BDU Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU/SIV) wordt grotendeels afgerekend voor de periode 2005-2009. De beschikking hierover ontvangen we in de eerste helft van 2011. Een deel van de prestatieverplichting wordt opgeschort naar 2010 en 2011, hierover wordt via de Single Information Single Audit-systematiek verantwoording afgelegd in 2010 en 2011. Ten aanzien van deze opschorting bestaan terugbetalingsrisico's die zijn voorzien in de Voorziening risico GSB. Op basis van concept-beschikking BDU/SIV kon in 2010 een deel van de risicovoorziening vrijvallen, hetgeen een voordeel in de jaarrekening oplevert van circa € 1.300.000. Belastingen In de paragraaf lokale heffingen is een verdere toelichting gegeven op de opbrengst belastingen en aangegeven welk beleid ten aanzien van de verschillende belastingen wordt gevoerd. De kosten van invordering van Belastingen en de waardebepaling van de onroerende zaken zijn verantwoord bij programma 1 Bestuur en dienstverlening. Financiële functie Dividend In de vergelijkende cijfers 2009 is de verkoop van een deel van de aandelen NUON Energy NV aan het Zweedse Vattenfall opgenomen.
Jaarverslag | 147
Onderdeel van de verkoopovereenkomst is dat een deel van de verkoopopbrengst in een escrowvoorziening moet worden gestort om eventuele aanspraken van Vattenfall te kunnen afdekken. Leiden heeft 9,1 miljoen in de voorziening gestort. Op 25 januari 2011 heeft de commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) een nadere richtlijn afgegeven over hoe om te gaan met de vrijval van de Escrow rekening verkoop aandelen Nuon. De commissie BBV had aanvankelijk begin 2010 aangegeven dat de voorziening pas kon vrijvallen per 1 juli 2015. De risico’s die kunnen leiden tot een aansprakelijkstelling van Vattenfall jegens de verkopende aandeelhouders zijn inmiddels aanzienlijk lager. Vattenfall heeft geen claim ingediend voor de algemene aansprakelijkheid. Dit risico vervalt dus. Het tweede risico, de belastingverplichtingen zijn inmiddels ook fors lager. Nuon heeft de fiscale zaken met de Belastingdienst t/m 2008 afgerond. Door vermindering van de risico’s heeft de commissie BBV aangegeven dat de eerste tranche van de vrijval van de Escrow (van € 4.542.429,--) als opbrengst in de jaarrekening 2010 geboekt mag worden. Dunea Duinwater keert overeenkomstig de statuten geen dividend uit. Het dividend van de BNG over het jaar 2009 bedroeg € 856.000. De raming is bij de Rapportage 2010 verhoogd omdat de BNG in 2009 een hogere winst heeft gerealiseerd dan verwacht door betere marktomstandigheden. Het resultaat op Dividend ontstaat door een vrijval van de Voorziening garantieregeling Verkoop aandelen NUON voor 50%. Beleggingen Grondslag voor de bespaarde rente volgt uit de eindbalans van het voorgaande jaar. Voor zover de eigen vermogensbestanddelen worden ingezet als algemeen financieringsmiddel wordt de rente tegen omslagpercentage (4,5%) berekend en geboekt. De rente over de onderwijsreserves is aangemerkt als algemeen dekkingsmiddel. Als specifiek financieringsmiddel zijn de reserves van de DZB en de reserves inzake het vermogensbeheer inzake de ruimtelijke opgave aangemerkt. In de rekening 2010 is de bespaarde rente overeenkomstig de begroting bepaald en verantwoord Geldleningen In de paragraaf financiering wordt ingegaan op aspecten betreffende de financiering van de gemeente respectievelijk de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Op deze plaats verwijzen wij naar die paragraaf voor een uitgebreide toelichting. Onvoorzien Ontwikkeling post onvoorzien 2010 Omschrijving Beschikbaar op begrotingsbasis
Bedrag 344
Wijzigingen op begroting Giro d'Italia
-20
Viering 5 mei
-60
Saldo op onvoorzien
264
Bedragen * € 1.000
Giro d'Italia Bij BW09.1369 heeft het college besloten mee te werken aan Leiden doorkomstplaats in de Giro d'Italia 2010. Van de totale bijdrage ad € 50.000 is € 20.000 gedekt uit de post Onvoorzien. Viering 5 mei Bij BW 10.0222 heeft het college ingestemd met het programma voor de 5 mei-viering 2010. De kosten hiervan bedroegen € 60.000 en zijn gedekt uit de post Onvoorzien. De algemene dekkingsmiddelen deel II Hieronder treft u aan het overzicht van algemene dekkingsmiddelen deel II.
148 | Jaarverslag
Bedragen x € 1.000
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo 2010
Stelposten concern
-98
-38
0
-38
Oninbare vorderingen
6.436
3.749
2.557
1.192
Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
1.832
5.279
2.740
2.539
Totaal algemene dekkingsmiddelen II
8.170
8.989
5.297
3.693
Stelposten concern Indien nodig wordt in de begroting gebruik gemaakt van stelposten. Deze posten worden zoveel mogelijk direct geplaatst bij de relevante programma- of bedrijfsvoeringbudgetten. Wanneer dat niet direct mogelijk is, worden stelposten tijdelijk geparkeerd op het product Stelposten concern. Het saldo op dit product wordt verrekend met de bedrijfsvoeringreserve concern. Oninbare vorderingen Op het product oninbare vorderingen wordt uitsluitend de mutatie op de voorziening dubieuze debiteuren geboekt. Deze mutatie wordt bepaald met een risicoanalyse per ultimo boekjaar over de openstaande vorderingen op debiteuren. De voorziening dubieuze debiteuren op de balans fungeert derhalve als dekking voor de methodisch berekende omvang van niet inbare vorderingen op debiteuren, en niet als dekking voor specifieke oninbaar verklaarde posten. Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering Op dit product worden de lasten en baten verantwoord die niet rechtstreeks ten gunste of ten laste van andere producten kunnen worden gebracht. In 2009 is conform de financiële verordening een nieuwe kostenverdeelsystematiek voor de gemeentelijke organisatie geïntroduceerd, zodat lasten en baten door kostentoerekening worden doorverdeeld aan de producten binnen de begrotingsprogramma’s. Als uitgangspunt voor de doorverdeling is gekozen deze zo eenvoudig mogelijk te houden, dat wil zeggen transparant, niet tijdrovend en niet foutgevoelig. Dit uitgangspunt wordt alleen verlaten als een complexere methode wettelijk verplicht is. Via de kostenverdeelmethodiek worden eerst de kosten van de ondersteunende afdelingen conform begroting met een tarief per werkplek of fte over de lijnafdelingen verdeeld. Het saldo tussen begroting en realisatie van deze afdelingen wordt op dit product verantwoord. De kosten van de lijnafdelingen worden vervolgens doorverdeeld naar producten of kredieten. Deze doorverdeling gebeurt op basis van realisatie voornamelijk met vooraf bepaalde percentages, maar in een aantal situaties met tijdregistratie. Het BBV staat niet toe om organisatiekosten door te verdelen naar de producten 001.01 Bestuursorganen en 001.03 Raad en Commissies.
Programmabudget ALGEMENE MIDDELEN bedragen x € 1.000,-
Lasten
Rekening 2009
Begroting 2010
Begr.wijzigingTotaal 2010 begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
21.523
9.122
8.758
17.880
14.500
3.380
Baten
-472.966
-219.736
-13.999
-233.735
-239.406
5.672
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
-451.443
-210.614
-5.241
-215.855
-224.906
9.051
Toevoeging
232.176
1.212
12.770
13.982
18.094
-4.112
Onttrekking
-19.698
-6.197
-65.513
-71.709
-70.353
-1.357
MUTATIES RESERVES
212.478
-4.984
-52.743
-57.728
-52.258
-5.469
-238.964
-215.598
-57.984
-273.582
-277.165
3.582
Saldo na bestemming
Jaarverslag | 149
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid.
150 | Jaarverslag
3.3 Paragrafen 3.3.1 Financiering Inleiding Het treasurystatuut van de gemeente Leiden is op 13 november 2001 vastgesteld (RV 01.0111). Dit statuut bevat de doelstellingen van het treasurybeleid evenals de kaders waarbinnen de treasuryfunctie zich mag bewegen. Dit statuut is in 2010 geactualiseerd (vaststelling voorzien in 2011). De door uw Raad vast te stellen kaders voor de treasury zijn als onderdeel van de financiële verordening uitgewerkt. Het college stelt vervolgens is de nota beleidskader treasury vast. Voor beide kaders zijn de volgende aspecten betrokken: ■ ■ ■ ■ ■
Wijzigingen bij de opzet van de kaderstelling als gevolg van de dualisering Wijzigingen in wet- en regelgeving Uitkomsten van het overleg over schatkistbankieren Ervaringen en ontwikkelingen op treasurygebied Komst van Servicepunt71
Algemene ontwikkelingen SEPA implementatie De ontwikkelingen in het betalingsverkeer wordt in hoofdzaak bepaald door ‘Europa’. De migratie naar het “Single European Payment Area” (SEPA) is inmiddels in volle gang. Doel van deze migratie is voor het betalingsverkeer binnen Europa standaarden te ontwikkelen. Gelijktijdig worden de rekeningnummers op Europese schaal uniek worden gemaakt door een uitbreiding met een aantal posities. Dat betekent vervolgens weer aanpassing van veel software om de veldlengte voor het banknummer aan te passen. Binnen de gemeente Leiden zijn de eerste aanpassingen reeds doorgevoerd en getest. In 2010 is de werkgroep SEPA geformeerd die de ontwikkelingen op dit punt bewaakt. Overigens is de standaardisatie van de verschillende betaalinstrumenten nog niet afgerond. Het migratieplan beslaat in ieder geval een periode tot en met 2014. Renteontwikkelingen De gemiddelde kapitaalmarktrente voor rentevaste en lineaire leningen met een looptijd van 20 jaar is in 2010 uitgekomen op 3,82% (2009 was 4,89%). De rente is in 2010 geleidelijk gedaald tot een niveau tussen de 3,5% en 4,0%. Tegen het jaareinde loopt de rente weer op tot boven 4,0%. In maart 2011 is de rente voor dergelijke leningen op een niveau van rond 4,5% uitgekomen. De rente op de geldmarkt is door de lage herfinancieringrente van de ECB in 2010 onder 1,0% gebleven. De door de gemeente betaalde rente op kortlopende middelen is in 2010 gemiddeld uitgekomen op ca. 0,86% mede onder invloed van een tijdelijke opslag van de BNG van 0,30% op dergelijke middelen. Hoewel de ECB haar rente niet heeft aangepast zien we in 2011 wat meer opwaartse bewegingen met uitschieters boven de 1,0%. Op dit moment is onduidelijk of en zo ja, wanneer de ECB haar rente zal verhogen. Wij verwachten dat deze rente in 2011 wel iets zal oplopen overeenkomstig het perspectief dat wij in de begroting hebben opgenomen. Beleidsvoornemens treasury Risicobeheer Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen t.w. de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet Het toezichtregime m.b.t. de kasgeldlimiet is m.i.v. 2009 in het reguliere toezicht geplaatst. De kwartaalrapportages aan de provincie zijn vervallen. Informatie over de kasgeldlimiet wordt opgenomen in de financieringsparagraaf bij de begroting en het jaarverslag. Als in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden dan wordt de toezichthouder daarover geïnformeerd. Bij een dergelijke melding moet een plan van aanpak worden aangeboden om die overschrijdingen op te lossen. De gemiddelde netto vlottende schuld, over drie maanden gezien, mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Onder de gemiddelde netto vlottende schuld wordt verstaan het saldo van de opgenomen leningen met een looptijd korter dan één jaar, de schulden en tegoeden in rekening-courant en contante gelden. Per kwartaal wordt de liquiditeitspositie opgemaakt om te beoordelen of aan de kasgeldlimiet wordt voldaan.
Jaarverslag | 151
De kasgeldlimiet wordt bepaald door het begrotingstotaal vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van 8,5. Het beleid is erop gericht om binnen de kasgeldlimiet een schuldpositie aan te houden omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen lager is dan de rente op langlopende middelen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling in 2010 gegeven. Tabel 1 Omschrijving
Netto vlottende schuld bij aanvang maand
Gemiddelde netto vlottende schuld
Kasgeldlimiet
Ruimte (=+) of Overschrijding
eerste kwartaal 2010
8.562 17.920 22.802
16.428
48.796
32.368
tweede kwartaal 2010
62.548 44.908 40.137
49.198
48.796
-402
derde kwartaal 2010
28.654 32.409 36.549
32.537
48.796
16.259
vierde kwartaal 2010
34.316 44.577 44.933
41.275
48.796
7.521
Bedragen x € 1.000
De gemiddelde netto vlottende schuld bij aanvang van de maand over het jaar 2010 komt uit op € 34,9 miljoen (2009 = € 12,1; 2008 = € 17,2). De omvang van de kortlopende schuld is in 2010 fors hoger dan in 2009. In dat jaar is de eerste tranche van de verkoop opbrengst aandelen Nuon ontvangen. In 2010 is goed gebruik gemaakt van de ruimte binnen de kasgeldlimiet om een deel van de financieringsbehoefte in te vullen. De rente over de kortlopende middelen was in 2010 extreem laag. In 2010 is de kasgeldlimiet éénmalig overschreden. De Wet Fido staat een dergelijke overschrijding toe mits uitzicht bestaat op resp. maatregelen zijn getroffen die de korte schuld weer binnen de limiet brengen. Renterisiconorm De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Daarmee wordt een kader gesteld voor de spreiding van de looptijden van langlopende geldleningen. Het doel hiervan is te komen tot een spreiding van de (mogelijke) fluctuaties in de renterisico’s over langlopende geldleningen c.q. de vaste schuld. Het totaal van financieringsbehoefte (maximaal tot het bedrag van herfinanciering voor de te betalen aflossingen in het jaar) plus het bestanddeel van de vaste schuld waarvoor een renteherziening is overeengekomen mag de renterisiconorm niet overschrijden. Het bedrag aan langlopende leningen waarover de gemeente volgens de definitie van de Wet fido een renterisico liep bedroeg in 2010 € 21,1 miljoen. Dat bedrag blijft dus ruimschoots binnen de wettelijke norm, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Tabel 2 Cat.
Omschrijving
2009
2010
1
Renteherzieningen
0
0
2
Aflossingen
58.572
21.078
3
Renterisico (1+2)
58.572
21.078
4a
Begrotingstotaal 01-01
579.830
574.071
4b
Vastgesteld percentage
20%
20%
4
Renterisiconorm (4ax4b)
115.966
114.814
5
Ruimte onder renterisiconorm (4-3)
57.394
93.736
Bedragen x € 1.000
Gemeentefinanciering Financiering
152 | Jaarverslag
De ontwikkeling van de leningenportefeuille onder beheer van de afdeling Juridische en Financiële Dienstverlening is in onderstaande tabel gegeven. Tabel 3 Ontwikkeling leningenportefeuille
Bedrag
Stand per 1 januari 2010
128.827
Nieuwe leningen
+ 30.000
Reguliere aflossingen
- 11.986
Vervroegde aflossingen
- 9.092
Stand per 31 december 2010
137.749
Bedragen x € 1.000
In 2010 zijn twee langlopende geldleningen. Eén lening van € 20 mln. tegen 2,625%, stortingsdatum 09-04-2010 met een looptijd van 5 jaar en een aflossing ineens in 2015 en één lening van € 10 mln. tegen 3,224%, stortingsdatum 30-12-2010 met een looptijd van 10 jaar en een lineaire aflossing. Het aantrekken van deze geldleningen was niet verwacht maar de financieringsbehoefte is ontstaan door resp. de niet voorziene verwerving van grond tegenover het NS-station en de afbouw van het spaarfonds ultimo 2010. Uitzetting Leiden kent geen uitzettingen d.w.z. beleggingen en verstrekte geldleningen in het kader van de treasuryfunctie. Leiden kent wel enkele deelnemingen en leningen aan woningbouwcorporaties en enkele derden uit hoofde van de publieke taak. De risico's op deze kapitaalverstrekkingen zijn bijzonder gering. Relatiebeheer Met de BNG en de ING wordt periodiek contact onderhouden. In 2009 zijn in de bijeenkomst van de 100.000+ gemeenten bij de BNG zijn de nieuwe algemene voorwaarden aan de orde gesteld. Die voorwaarden hielden naar het oordeel van de deelnemers onvoldoende rekening met de eigenheid van de lokale overheden. In 2010 is over deze kwestie een voor alle partijen bevredigende oplossing gevonden. Met een aantal geldmakelaars, die voldoen aan de criteria van de Nederlandse Bank is er periodiek telefonisch contact. Aansluitend ontvangt de gemeente via de email regelmatig informatie over tarieven e.d. Kasbeheer Geldstromenbeheer De betalingen van de gemeente worden zoveel mogelijk via de BNG geleid omdat via die bank de kortlopende financieringsbehoefte voor de gemeente Leiden wordt afgedekt. Met de BNG is daartoe een ruime kredietfaciliteit van € 75 miljoen overeengekomen. In 2009 is besloten om de betaling van de salarissen volledig via de BNG af te wikkelen. Via de ING worden een aantal (bulk) mutaties, zoals bijvoorbeeld belastingen en parkeervergunningen afgehandeld. De kredietfaciliteit met de ING is maximaal € 5 miljoen en daarmee voldoende voor de afhandeling van het dagelijks betalingsverkeer bij deze bank. Saldobeheer Het saldobeheer wordt dagelijks uitgevoerd door het team back-office van de afdeling JFD. Het saldobeheer van de ING-rekeningen gezamenlijk wordt in één keer uitgevoerd omdat die rekeningen als één geheel worden beschouwd. Het saldo bij de ING wordt dagelijks afgeroomd/aangevuld tot nul. Administratieve organisatie In overeenstemming met de kaders van het treasurystatuut is de administratieve organisatie ten aanzien van de treasury vastgelegd. Informatievoorziening Via de aanbieding van de financieringsparagraaf bij de jaarrekening resp. de begroting wordt halfjaarlijkse gerapporteerd in aansluiting op de planning- en controlcyclus. Deze frequentie van rapporteren zal in de nieuwe kaders voor de treasury worden gekoppeld aan de instelling van een treasurycomittee. Deze werkwijze wordt in de loop van 2011 geïntroduceerd met het oog op vorming van Servicepunt71 en is bedoeld om de uitvoering door het servicepunt periodiek te toetsen aan de vastgestelde kaders. Via deelname aan het ‘Treasuryoverleg’ van de 100.000+ gemeente wordt informatie over lopende ontwikkelingen verkregen en wordt kennis en ervaring gedeeld.
Jaarverslag | 153
3.3.2 Grondbeleid Algemeen Onder gemeentelijk grondbeleid kan worden verstaan: “het inzetten van het daarvoor beschikbare instrumentarium met als doel een gewenst ruimtegebruik te bevorderen met inbegrip van een bevordering van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten”. Het grondbeleid vormt daarmee geen einddoel van beleid, maar staat als instrument mede ten dienste aan andere gemeentelijke beleidsvelden zoals: ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische ontwikkelingen en milieu. Een algemene kenschets van het grondbeleid anno 2010 Vanaf 2007 is de rapporteringsystematiek naar het zogenaamde Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) verbreed. Hierbij is aan de hand van de regels aangaande het bouwwerk van het vermogensbeheer het aanwezige vermogen en de vermogensbehoefte geïnventariseerd. Dit nieuwe vermogensbeheer bevordert de transparantie en overzichtelijkheid van de inzet van de gemeentelijke gelden voor de ruimtelijke projecten. Daardoor wordt ook de centrale sturing van het bedoelde vermogen verbeterd. Verder kan worden gemeld dat de lijn van het ‘opschalen’ van het grondprijsbeleid wordt voortgezet: op grond van nader onderzoek en steeds meer gedegen inzichten zijn adequate grondprijzen bepaald. Nadat de Raad in 2005 had besloten tot afschaffing van erfpacht, heeft zij in 2006 het beleid voor de berekening van de suppletievergoeding bij conversie van de bestaande ca. 5.000 erfpachtcontracten vastgesteld (RB 06.0031). In 2007 is gestart met de omzettingsoperatie bij woningen. In 2007 werd er door bijna 300 erfpachters gebruik van gemaakt; in 2010 zijn het er 12 tegenover 21 in 2009 en 59 in 2008. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die waren opgenomen in de begroting Het grondbeleid wordt ingezet ter realisering van de doelstellingen van het ruimtelijk-economisch programma. In het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden zijn de projecten aangegeven die binnen de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente prioritair zijn. Per project wordt de passende vorm van grondbeleid ingezet. Van de grotere projecten worden genoemd: Roomburg, Leeuwenhoek, LCP, Aalmarkt en de WOP’s Zuid-West (Haagwegkwartier) en Leiden Noord (Groenoordhallen, Kooiplein, Nieuw Leyden en Willem de Zwijgerlaan). Aanduiding van de wijze waarop de gemeente grondbeleid uitvoert Conform het gestelde in de Nota Strategisch grondbeleid (RB 05. 0051) initieert de gemeente zelf nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen door risicodragend gronden aan te kopen, te herontwikkelen en uit te geven (een actief grondbeleid). Daarbij worden de kosten van het in exploitatie nemen van een gebied verhaald via de gronduitgifte. Het voorkeursrecht ingevolge de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en de onteigening worden toegepast en zijn ook daadwerkelijk toegepast in 2010. Nu bij Leiden de ontwikkeling van uitbreidingslocaties op z’n eind is gelopen, komt de verdere ontwikkeling steeds meer in de sfeer van herstructurering. Daarbij kunnen ook goede ruimtelijke ontwikkelingen gerealiseerd worden indien de ontwikkelingen in samenwerking met vastgoedpartijen tot stand komen, òf doordat de gemeente eerste stuurman is òf dat de marktpartij de herontwikkeling entameert; met name met de woningcorporaties wordt aldus samengewerkt, bij WOP-Noord en - Zuid-West. Bij bepaalde projecten vormt de inbreng van de specifieke kennis van de marktpartij een waardevolle meerwaarde en wordt deze er door de gemeente in de initiatieffase bijgehaald (b.v. Haagwegkwartier). De mogelijkheden voor gemeentelijke regie en dus ook de beheersing van de tijdsplanning bij private ontwikkeling zijn sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet inzake Grondexploitatie (per 1 juli 2008) verbeterd. De wet voorziet in publiekrechtelijk kostenverhaal dat vooral zal spelen als de gemeente een grotere gebiedsontwikkeling met meerdere eigenaren entameert. Een dergelijke toepassing is in 2010 nog niet aan de orde geweest. Een andere toepassing, de ‘kort door de bocht’-weg via privaatrechtelijk kostenverhaal als een private partij een ontwikkeling entameert, heeft in 2010 wel gespeeld. Bij grotere herstructureringsprojecten is er vaak een diffuus onderscheid tussen een zogenaamde samenwerkingsovereenkomst en overeenkomsten van aan- en verkoop van grond. In zo’n samenwerkingsovereenkomst worden de gemeentelijke randvoorwaarden vastgelegd om aldus de gemeentelijke regie te optimaliseren, maar daarvoor helpt het als de gemeente ook grondeigendom heeft. Al met al raakt het actieve grondbeleid waarbij de gemeente voor eigen risico actief grond aankoopt steeds meer uit beeld, niet in het minst vanwege de zwakke vermogenspositie binnen de grondexploitaties. Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie De ‘projecten met een uitvoeringsbesluit’ tonen in totaliteit een tekort van € 25 mln. Dit is fiks hoger dan een jaar geleden wat in hoofdzaak het gevolg is van administratieve handelingen. Zo is bij Trekvaartplein
154 | Jaarverslag
de bijdrage uit de reserve Trekvaartplein uit de grondexploitatie gehaald (€ 4,7 mln.) en zijn de benodigde middelen dus verplaatst van een reserve Trekvaartplein naar de Voorziening Negatieve Grondexploitaties. Daarnaast wordt voorgesteld om de grondexploitatie Leeuwenhoek af te sluiten. Aangezien deze vorig jaar nog in het saldo meetelde voor bijna € 9 mln. heeft dat een fors effect op het totaalresultaat. De nog te verwachten opbrengsten uit grondverkoop (ruim € 9 mln.) vallen direct vrij in de Vereveningsreserve Grondexploitaties. Daarnaast zijn er nog wat mutaties in projecten, zowel positief als negatief die uiteindelijk resulteren in een mutatie van bijna € 12 mln. ten opzichte van vorig jaar. Voor de verwachte negatieve grondexploitaties worden voorzieningen getroffen in de vorm van een dotatie vanuit de Vereveningsreserve Grondexploitaties aan de Voorziening Negatieve Grondexploitaties. In het PRIL rekening 2010 wordt de stand van de Voorziening negatieve grondexploitaties per 31-12-2010 gepresenteerd ten bedrage van € 27,9 mln. waar de stand per 31-12-2009 op € 26,2 mln. uitkwam. Het saldo van de ‘projecten met een kaderbesluit’ -GEO-bedrijventerrein, de Josephschool, De Nobel grondexploitatie en Haagwegkwartier (WOP Zuid-West)-, bedraagt op NCW € -5,6 mln. De Josephschool (Oppenheimstraat fase II) en Haagwegkwartier hebben allebei een positief saldo. Voor het tekort op de grondexploitatie De Nobel is reeds in dekking voorzien vanuit de Nuonmiddelen (besluit bij PRIL 2010). Voor Groenoordhallen – bedrijventerrein en Hallenweg is bij PRIL 2010 een eenmalige bijdrage gedaan in de eerste aanleg van de Hallenweg. Het resultaat van de grondexploitatie is hierdoor verbeterd ten opzichte van PRIL 2010. Voor het resterende tekort van € 5,8 mln. op NCW per 1-1-2011 is nog geen dekking. Op de ‘projecten vòòr kaderbesluit in de definitiefase’ (anno 2011 alleen nog Dieperhout) rust op basis van de aanwezige haalbaarheidsanalyse een ‘positief saldo’ van € 2,3 mln. (NCW-waarde). Het betreffende project zal in 2011 naar verwachting leiden tot een kaderbesluit en in 2012 tot een uitvoeringsbesluit, waarbij gestuurd zal worden op optimalisatie van het resultaat en voorkomen van risico’s en benutten van kansen. Er wordt in het kader van de verdere uitwerking van de plannen gekeken waar er kosten kunnen worden bespaard en / of het te realiseren programma kan worden geoptimaliseerd. Met betrekking tot de ‘projecten vòòr een kaderbesluit in de initiatieffase -Lusthoflaan, Springplank/ Sumatrastraat, De Wissel en Stationsgebied e.o. (Rijnsburgerblok, Morssingelblok, Morspoortblok en Trafolocatie)-, kan worden gesteld dat deze projecten in 2011 en verder worden uitgewerkt, danwel op de markt gezet. Naar huidige inzichten verwachten we in deze groep een negatief saldo van circa € -14,3 mln. Bij de vastgoedportefeuille wordt verwacht dat revenuen kunnen worden gegenereerd door de overheveling van panden en gronden uit de planmatige verwervingen naar projecten met een kader- of uitvoeringsbesluit en door de verkoop van panden uit deze vastgoedportefeuille waarvan is vastgesteld dat de gemeente hiervoor geen plannen heeft. De revenuen komen, als gevolg van de wereldwijde recessie, langzamer binnen dan verwacht. Het is op dit moment een slechte verkopersmarkt. Maar de verwachting is dat in de loop van 2011 toch weer een noemenswaardige verlaging van de boekwaarde kan worden bereikt door aantrekkende verkoopresultaten. Ten aanzien van de Oostvlietpolder wordt nog het volgende opgemerkt. Afgelopen jaren is er veel discussie geweest over het bedrijventerrein Oostvlietpolder. Het vorige college heeft besloten om het bedrijventerrein met 6 ha netto uitgeefbaar terrein te verkleinen. Het huidige college heeft in haar bestuursovereenkomst aangegeven dat het bedrijventerrein er niet komt. Inmiddels is door de raad besloten om de grondexploitatie af te sluiten, de gronden af te waarderen naar agrarische waarde en deze over te dragen aan de afdeling beheer. Wel zal de eerste fase aanleg volkstuinen worden uitgevoerd. Hiervoor is dekking geregeld in de Vereveningsreserve Grondexploitaties. Ook de eerste fase groenaanleg zal plaatsvinden. Dit wordt middels subsidies gedekt. De kapitaallasten van de te activeren agrarische gronden worden eveneens vanuit de Vereveningsreserve Grondexploitaties gedekt (waarschijnlijk middels reserve kapitaallasten gronden Oostvlietpolder). Een onderbouwing van de geraamde winstneming In de Nota Vermogensbeheer Grondzaken (RB nr. 05.0052 van 8 juni 2005) is in paragraaf 5.6. gesteld: Winst is het positieve resultaat dat vrijkomt bij het afsluiten van de grondexploitatie. Deze wordt pas ingeboekt als de investeringen en opbrengsten zijn gerealiseerd. In een raadsvoorstel zal worden gevraagd de winst over te boeken naar de Vereveningsreserve Grondexploitaties, waarna dit vervolgens kan worden overgeboekt naar één of meerdere bestemmingsreserves en voorzieningen binnen het Vermogensbeheer. Bij RB 08.0027 is besloten de tussentijdse winstneming te structureren en op te rekken. In 2010 is er geen tussentijdse winst genomen. Bij afsluiten van de grondexploitatie Leeuwenhoek valt de positieve boekwaarde van € 0,6 mln. vrij in de Vereveningsreserve Grondexploitaties. Twee nog resterende maar
Jaarverslag | 155
reeds bouwrijp gemaakte kavels zullen naar verwachting de komende jaren leiden tot een opbrengst ten gunste van de Vereveningsreserve van ca. € 8,5 mln. De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondexploitatie In de vastgestelde Nota Vermogensbeheer Grondzaken (RB nr. 05.0052 van 8 juni 2005) wordt beschreven hoe het vermogensbeheer is ingericht in aansluiting op de ruimtelijke en stedenbouwkundige projecten. Beschreven wordt hoe de werking en de samenhang is tussen grondexploitaties, voorzieningen en bestemmingsreserves. Het geheel wordt voorzien van definities en regels, gericht op een voor iedereen begrijpelijke werking. Dit stelsel wordt gecomplementeerd en uitgebouwd met de Nota Implementatie Vermogensbeheer Grondzaken (RB nr. 06.0122 van 7 december 2006) Over het inspelen op risico’s is bij het PRIL 2008 een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het bedoelde bouwwerk van het vermogensbeheer. Er zijn voor de risico’s reserves ingesteld, namelijk: ■ de Reserve project- en algemene risico’s grondexploitatieprojecten in uitvoering en ■ de Reserve project- en algemene risico’s grondexploitatieprojecten vòòr uitvoering ■ de Reserve renterisico’s erfpacht Onderzoek waardering grondexploitaties en de risico’s daaromtrent Ernst & Young Real Estate Advisory Services (REAS) heeft een toetsing uitgevoerd op de waardering van 4 materiële grondexploitaties: Aalmarkt, LPC, Dieperhout en Brede School Leiden Noord. Tevens hebben ze een beoordeling van het risicomanagement en de doorvertaling naar het weerstandsvermogen gemaakt. Bij het onderzoek naar de waardering van de grondexploitatie zijn in vergelijking met andere grote gemeenten geen significante bevindingen naar voren gekomen. Vanuit de beoordeling van het risicomanagement zijn echter wel tekortkomingen/ risico’s gesignaleerd: ■ vindt geen controle plaats op de inhoud of het proces van risicomanagement. De financieel adviseurs en risicomanagers hebben een adviserende rol; ■ taken en bevoegdheden en verantwoordelijkheden rondom risicomanagement zijn niet vastgelegd binnen de organisatie; ■ het risicomanagement proces en duidelijke escalatienormen rondom ruimtelijke projecten zijn niet eenduidig vastgelegd; ■ algemene projecten zouden met een risicoscore van 15 of hoger zouden we aan de raad moeten melden. Dit heeft geen betrekking op de ruimtelijke projecten. De aandachtspunten met betrekking tot het risicomanagement zullen we gemeentebreed moeten oppakken.
3.3.3 Lokale heffingen 1. Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de opbrengsten en het beleid ten aanzien van de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen in 2010. Eerst zullen de heffingen worden behandeld die deel uitmaken van de zogenaamde woonlasten, te weten de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de lokale lastendruk. Vervolgens wordt ingegaan op de toeristenbelasting, de precariobelasting, de parkeerbelasting, rechten en het kwijtscheldingsbeleid. Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2010 (x 1.000)
Werkelijk 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Verschil
OZB-eigenaren
30.904
30.595
30.965
370
OZB-gebruikers
10.219
10.485
10.300
-185
Rioolheffing
5.377
5.317
5.314
-3
Afvalstoffenheffing
7.985
8.511
8.505
-6
336
424
345
-79
7.915
7.461
7.443
-18
62.793
62.872
79
Toeristenbelasting Precariobelasting Totaal
156 | Jaarverslag
62.736
Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2010 (x 1.000)
Werkelijk 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Verschil
Kwijtschelding
-808
-977
-977
0
2. Heffingen die deel uitmaken van de woonlasten 2.1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Onroerende-zaakbelastingen worden op grond van de verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2009, zoals gewijzigd op 17 december 2009, geheven van gebruikers van nietwoningen en van eigenaren van woningen en niet-woningen binnen de gemeente Leiden. Belastingplichtig is de gebruiker/eigenaar op 1 januari van 2010. Grondslag voor de heffing in 2010 is de waarde van de onroerende zaak naar de prijspeildatum van 1 januari 2009. Deze waarde wordt vastgesteld middels een WOZbeschikking. Met de heffing van OZB worden algemene inkomsten verkregen. De OZB-tarieven in Leiden zijn hoger dan gemiddeld. De kosten van het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval en de rioleringskosten worden gedeeltelijk bestreden uit de OZB-opbrengsten. In Leiden zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing niet kostendekkend. Bovendien is in de tarieven voor niet-woningen de in 2005 ingevoerde opslag ten behoeve van het Ondernemersfonds begrepen. De OZB niet-woningen (exclusief areaalontwikkelingen) is ten opzichte van 2009 verhoogd met de index van 1,25%. In het kader van de vergroening (het principe ‘de vervuiler betaalt’) is de opbrengst OZB woningen niet geïndexeerd en heeft daartegenover een extra verhoging van de afvalstoffenheffing plaatsgevonden. De totale opbrengst OZB over het belastingjaar 2010 was begroot op € 41.080.000. De realisatie over het belastingjaar 2010 plus de oude belastingjaren is € 41.265.000 en daarmee in totaal € 185.000 hoger dan de begrote opbrengst. Wel is dit een saldo van positief OZB eigenaren en negatief OZB gebruikers. Dat kan worden verklaard uit enerzijds een onjuiste verdeling van oninbaar in de begroting (een te groot deel is toegerekend aan de OZB eigenaren en een te klein deel aan de OZB gebruikers waardoor de begrote opbrengst te hoog was bij OZB gebruikers en te laag bij OZB eigenaren) en anderzijds een ophoging van de OZB gebruikers bij de halfjaarrapportage welke niet bij deze categorie is gerealiseerd. Van de meeropbrengst voor de OZB eigenaren en OZB gebruikers tezamen heeft € 127.000 betrekking op de realisatie over het belastingjaar zelf en € 58.000 op oude belastingjaren. De gesaldeerde meeropbrengst over 2010 wordt veroorzaakt door hogere positieve areaalontwikkelingen bij de niet-woningen dan opgenomen in de begroting. Meeropbrengsten over oude belastingjaren worden veroorzaakt door areaal waarmee eerder geen rekening was gehouden, door meevallers in de realisatie van de geraamde nog op te leggen aanslagen en meevallers in de realisatie van de geraamde nog te verlenen verminderingen op bezwaar. 2.2. Rioolheffing Op grond van de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010 wordt de rioolheffing bij woningen geheven naar huishoudengrootte en bij niet-woningen naar waterverbruik met een vast bedrag voor gebruik van maximaal 250 m3. Met de heffing worden de kosten van het riool deels gedekt (60%). De geraamde opbrengst 2010 was ten opzichte van die van 2009 met 1,25% trendmatig verhoogd. De opbrengst rioolheffing over het belastingjaar zelf is in totaal € 5.329.000 en daarmee € 12.000 hoger dan geraamd. Daarnaast is een lagere opbrengst oude belastingjaren van € 15.000 gerealiseerd. Dat de opbrengst oude belastingjaren negatief is wordt veroorzaakt door een vermindering over 2009 ten gevolge van een oorspronkelijk foutieve koppeling van een waterverbruikgegeven. 2.3. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing wordt geheven op grond van de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2009, zoals gewijzigd op 17 december 2009, naar de grondslag huishoudenomvang. Er worden drie verschillende tarieven gehanteerd, namelijk een éénpersoons-, een tweepersoons- en een drie-of meerpersoonstarief. De tarieven 2010 zijn ten opzichte van die van 2009 verhoogd met 6,5%. Deze verhoging bestaat uit enerzijds de trendverhoging van 1,25% en anderzijds een extra verhoging die samenhangt met het gemis aan
Jaarverslag | 157
opbrengsten in verband met het ‘bevriezen’ van het OZB-tarief voor eigenaren van woningen en daarnaast met extra kosten afvalverwerking en hogere kwijtschelding. Met de heffing worden de kosten van ophalen en verwerken van huishoudelijk afval deels gedekt (50%). De opbrengst afvalstoffenheffing over het belastingjaar zelf was € 5.000 lager dan begroot. Daarnaast is een minderopbrengst oude belastingjaren van € 1.000 gerealiseerd. Overigens was wel al bij de halfjaarrapportage de verwachte opbrengst afvalstoffenheffing in totaal verhoogd met € 100.000 omdat op dat moment reeds werd verwacht dat een dergelijke meeropbrengst over 2010 en de voorgaande jaren zou worden gerealiseerd. 2.4. Aanduiding van de lokale lastendruk Onderstaand is de lokale lastendruk in de jaren 2009 en 2010 aangegeven. Uitgangspunten zijn een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en de gemiddeld door een huishouden verschuldigde afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemiddelde WOZ-waarde van een woning in Leiden was voor het belastingjaar 2009 € 242.000 en voor het belastingjaar 2010 € 242.385. De gemiddelde woonlasten bij zowel een huurwoning als een koopwoning zijn aangegeven. Bij een huurwoning betrof dat rioolheffing (RIO) en afvalstoffenheffing (ASH). Bij een koopwoning betrof dat naast de genoemde gebruikerslasten ook de door eigenaren verschuldigde onroerende-zaakbelastingen (OZB). De cijfers zijn ontleend aan het Belastingoverzicht grote gemeenten 2010 van het COELO. Woningsoort
Belastingsoort
2009
2010
Huurwoning
OZB
-
-
RIO
79
80
ASH
144
153
totaal
223
233
Koopwoning
OZB
378
377
RIO
79
80
ASH
144
153
totaal
601
610
Leiden heeft in 2010 in vergelijking met de andere 36 in het overzicht opgenomen grote gemeenten een gemiddelde lokale lastendruk. Leiden stond voor de woonlasten bij koopwoningen op de 23e plaats van de 37 (plaats 1 heeft de hoogste lasten). Voor huurders (gebruikers/niet-eigenaren) zijn de woonlasten in Leiden relatief laag. Volgens cijfers ontleend aan genoemd COELO-overzicht stond Leiden in 2010 voor gebruikerswoonlasten op de 35e plaats van de 37 grote gemeenten. 3. Heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten 3.1. Toeristenbelasting Toeristenbelasting wordt op grond van de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010 geheven ter zake van overnachtingen in hotels, pensions of andere vakantieonderkomens binnen de gemeente Leiden door niet-ingezetenen. De belasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot overnachting biedt (de hotelier, pensionhouder, e.d.), deze mag de belasting doorberekenen aan degene die overnacht. Op verzoek van de belastingplichtigen wordt de toeristenbelasting niet jaarlijks verhoogd in verband met de door hen te maken aanpassingen. Aanpassing geschiedt in principe eens in de drie jaar. De definitieve aanslagen 2010 worden achteraf, als het totaal aantal overnachtingen vaststaat, opgelegd. Naar verwachting zal de voor het belastingjaar 2010 geraamde opbrengst niet worden gerealiseerd. Dat de opbrengst 2010 € 79.000 achterblijft bij de begroting wordt veroorzaakt door de verwachting dat het geraamde aantal overnachtingen niet gerealiseerd zal zijn. 3.2. Precariobelasting Precariobelasting wordt op grond van de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2009, zoals gewijzigd op 17 december 2009, geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De belasting is verschuldigd door degene die de voorwerpen daar heeft of ten behoeve van wie ze daar zijn.
158 | Jaarverslag
Met de heffing van precariobelasting worden algemene inkomsten verkregen. De tarieven zijn in 2010 trendmatig verhoogd (verhoging van 1,25%). De aanslagen worden grotendeels na afloop van het belastingjaar opgelegd. De naar verwachting over 2010 te realiseren opbrengst precariobelasting is gelijk aan de begrote opbrengst over 2010. 3.3. Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen worden op grond van de verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2009, zoals gewijzigd op 17 december 2009, geheven ter zake van het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip of ter zake van verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelastingen worden algemene inkomsten verkregen. Zie voor een toelichting op de realisatie de tekst bij het programma bereikbaarheid. 3.4. Rechten Op grond van verschillende verordeningen worden rechten geheven ter bestrijding van de kosten van gebruik van gemeentevoorzieningen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn leges voor vergunningen en andere producten, binnenhavengeld en markt- en staangelden. De tarieven voor 2010 zijn doorgaans verhoogd met de trend van 1,25%. Enkele afwijkingen daarvan zijn: de marktgeldtarieven voor vaste standplaatsen zijn met 5% verhoogd, de tarieven voor de weekmarkten zijn extra verhoogd met 10% in verband met electrische installatie. Bij sommige legestarieven wordt aangesloten bij wettelijke maxima of aan het rijk af te dragen bedragen. Ook zijn bij de leges enkele nieuwe tarieven opgenomen (o.a. voor het aanvragen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats en voor het wijzigen van een parkeervergunning). 4. Kwijtscheldingsbeleid In Leiden komen in beginsel de volgende heffingen in aanmerking voor kwijtschelding: ■ ■ ■ ■
onroerende-zaakbelastingen; rioolheffing; afvalstoffenheffing; precariobelasting ter zake van woonboten als de aanslag wordt opgelegd aan een belastingplichtige die de woonboot als permanente woning gebruikt; ■ binnenhavengeld ter zake van woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt. De mogelijkheden tot kwijtschelding zijn wettelijk geregeld. Het is gemeenten niet toegestaan een ruimer kwijtscheldingsbeleid te hanteren. Wel is toegestaan om in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen. Kwijtschelding wordt alleen verleend aan natuurlijke personen die geen bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen. Kwijtschelding kan worden verleend als een belastingplichtige de aanslag slechts met buitengewoon bezwaar kan voldoen. Om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt gekeken naar de hoogte van zijn vermogen en naar zijn betalingscapaciteit. Is er voldoende vermogen dan wordt geen kwijtschelding verleend. De betalingscapaciteit wordt berekend door het netto besteedbaar inkomen (het inkomen na (gedeeltelijke) aftrek van m.n. huur en ziektekosten) te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. Deze genormeerde kosten van bestaan betreffen een percentage van de uitkering die de belastingschuldige naar de normen van de bijstandsregelgeving zou kunnen krijgen. Wettelijk is geregeld dat 90% van de genormeerde kosten als kosten van bestaan worden aangemerkt. Het is echter toegestaan om dit percentage te verhogen tot 100%. Leiden kent in het kader van het kwijtscheldingsbeleid die 100%-norm zodat hierin voor het ruimst mogelijke kwijtscheldingsbeleid is gekozen. Is de vastgestelde betalingscapaciteit positief, dan moet 80% daarvan worden aangewend voor de betaling van de belastingschuld. Is er geen betalingscapaciteit en geen vermogen dan wordt het aanslagbedrag kwijtgescholden. Ook gedeeltelijke kwijtscheldingen komen voor, namelijk indien het vermogen en/of 80% van de betalingscapaciteit er wel toe leiden dat iets kan worden betaald maar dat het niet toereikend is om de volledige belastingschuld te voldoen. De kwijtscheldingen in 2010 zijn op basis van dit beleid verleend. Uiteindelijk zal naar verwachting over 2010 het volledige geraamde bedrag worden kwijtgescholden. Het verschil van € 169.000 met de realisatie 2009 is ontstaan door enerzijds meer kwijtschelding in 2010 in verband met de economische situatie en de overheveling van OZB naar afvalstoffenheffing (met beide was ook in de begroting rekening gehouden) en anderzijds een
Jaarverslag | 159
onderschrijding over het belastingjaar 2008 hetgeen in de jaarrekening 2009 is verantwoord (de kwijtschelding over 2009 zelf was € 868.000).
3.3.4 Bedrijfsvoering DOORLICHTINGSONDERZOEKEN Inleiding Volgens artikel 213a van de Gemeentewet is het college verplicht doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken te (laten) verrichten. Met deze onderzoeken kan het college de effectiviteit en efficiency van de organisatie optimaliseren. Aan deze taak is invulling gegeven met de oprichting van de Auditpool in 2006. De Auditpool bestaat uit medewerkers van de gemeente Leiden die in aanvulling op hun reguliere functie in opdracht van het college jaarlijks een aantal onderzoeken uitvoeren. De Auditpool werkt volgens de verordening doorlichtingsonderzoeken die met RV 07.066 in 2007 is vastgesteld. Jaarlijks inventariseren we mogelijke onderwerpen. Het College, de concerndirectie of de auditpool kunnen zelf de onderwerpen aandragen. Ontwikkelingen in 2010 In 2010 zijn de volgende auditpool onderzoeken bestuurlijk afgerond: ■ ■ ■ ■
Verkoop gemeentelijk vastgoed (2008) Tarieven DZB (2009) Financiële aspecten van informatiebeleid (2009) Samenwerking gemeenschappelijke regelingen (2009)
Met de het inlopen van de achterstand in de bestuurlijke besluitvorming en de aanvulling van de auditpool met nieuwe leden heeft de auditpool weer nieuw elan gekregen. In 2011 zal de auditpool de volgende onderzoeken van 2010 afronden: ■ Kwaliteit van ramingen; ■ Plankosten ■ Inhuur externen. INFORMATIEBELEID EN AUTOMATISERING In 2010 is de implementatie van een zaaksgewijs documentbeheersysteem opgestart. De ontwikkeling van het KCC wordt verantwoord onder programmabesturing dienstverlening. De op open source gebaseerde internet site van Leiden is zeer succesvol geïmplementeerd en heeft Leiden in de TOP 10 van gemeentelijke internet sites gelanceerd. De nieuwe telefooncentrale op basis van Voip is gerealiseerd. De samenwerking met GovUnited is ondertussen opgezegd per medio 2011. De reden van de opzegging was het ontbreken van de keuzevrijheid om alleen een document management systeem (dms) af te nemen ,ondanks dat eerder werd voorgesteld dat die mogelijkheid er wel was. JURIDISCHE CONTROL In de programmabegroting 2010 zijn ten aanzien van het onderwerp juridisch control een aantal voorgenomen acties opgenomen. Dit zijn achtereenvolgens het op orde brengen van het beheer en de toegankelijkheid van de gemeentelijke contracten (inclusief het doorlichten van het proces van inkoop en aanbesteding en het indien nodig doorvoeren van verbeteringen), het vereenvoudigen en meer toegankelijk maken van het mandaatregister, het vergroten van het juridisch bewustzijn en tot slot de oprichting van het SSC waar Juridische Dienstverlening naar over gaat. Ten aanzien van de contracten heeft er in 2010 een inventarisatie plaatsgevonden van de binnen de gemeentelijke organisatie aanwezige contracten. Inmiddels zijn vrijwel alle contracten verzameld en opgenomen in een contractenregister. Verder is er in het kader van het programma Proces In Uitvoering! een apart project uitgevoerd op basis waarvan het inkoopproces geoptimaliseerd is. In de loop van 2010 is er binnen de afdeling JFD een projectleider aangesteld die verantwoordelijk is voor de implementatie van het nieuwe inkoopproces alsmede het contractenbeheer en het contractmanagement. Met betrekking tot het mandaatregister is besloten om een project op te starten dat breder is dan alleen het mandaatregister. Ook het mandaatbesluit zelf en het Organisatiebesluit zijn namelijk in dit project betrokken. Het project is aan het einde van 2010 opgestart en loopt in 2011 door. Het resultaat zal zijn een herzien organisatiebesluit, een herzien mandaatbesluit en een herzien mandaatregister. Aan het vergroten van het juridisch bewustzijn is op meerdere manieren vorm gegeven. Zo wordt juridische basiskennis meegenomen in de Leerkring en wordt er regelmatig over diverse juridische onderwerpen
160 | Jaarverslag
gecommuniceerd op intranet. Daarnaast wordt er actief gecontroleerd op de naleving van reeds doorgevoerde verbeteringen. Door een toetsteam regelgeving, waarin onder meer de juridisch controller participeert, wordt bijvoorbeeld gevraagd en ongevraagd nieuwe regelgeving getoetst op basis van de spelregels regelgeving. Als het gaat om de oprichting van het SSC, is uitdrukkelijk rekening gehouden met de juridische aspecten die hierbij betrokken zijn. De overgang van Juridische Dienstverlening naar het SSC is in 2010 in gang gezet, maar is op dit moment nog niet afgerond. Tot slot verdient nog vermelding het proces van bezwaarschriftenbehandeling. Als onderdeel van het programma Proces In Uitvoering! is dit proces in 2010 geoptimaliseerd. Het nieuwe proces is in november 2010 door de Concerndirectie geaccordeerd en zal in 2011 worden geïmplementeerd binnen de organisatie. PERSONEEL EN ORGANISATIE 2010 stond in het teken van het ontwikkelen van de organisatie volgens de principes van Anders Werken en Regie op Maat. In het kader van de regievoering is invulling gegeven aan de voorbereiding van de opdrachtgeverrol van de gemeente; op verschillende afdelingen is in 2010 vooruitlopend op de verzelfstandigingen, gewerkt met het verstrekken van goede opdrachten, het op een andere manier samenwerken en het maken van resultaatafspraken. In verschillende workshops is aandacht besteed aan wat dit betekent voor onze organisatie en onze taken. Vanuit het programma Proces in Uitvoering, heeft bijvoorbeeld het proces van Beleid naar Uitvoering aandacht gekregen. Er is hiervoor een proces opgesteld dat helder maakt welke onderdelen van het werkproces bij de opdrachtgever en welke bij de opdrachtnemer horen te liggen. Dit helpt ons bij het vormgeven van de nieuwe rollen in 2011. Daarnaast is geïnvesteerd in het werken met programma’s en projecten. het Projectmanagement bureau heeft hiervoor breed in de organisatie opleidingen verzorgd via de Leidse Academie, het concernbrede opleidingenpunt bij de afdeling HRM. De Leidse Academie is in 2010 verder ontwikkeld en biedt ondersteuning bij het trainen van medewerkers en leidinggevenden op die kennis, vaardigheden en competenties die aansluiten bij onze organisatievisie. De opleidingen leveren een bijdrage aan de gewenste cultuurverandering. In 2010 is veel aandacht geweest voor het trainen van alle leidinggevenden in het Management Development Traject. Dit geslaagde traject heeft gezorgd voor betere samenwerking en afstemming tussen de leidinggevenden zelf en daarmee ook tussen de afdelingen. Het ziekteverzuim is in 2010 teruggebracht van 7,3% in 2009 naar 6,8 %. Dit is nog steeds aan de hoge kant, in 2011 wordt sterk ingezet op verlagen van dit percentage naar 6%. Wat betreft het loopbaanbeleid is in 2010 gestart met het inzetten van een traject voor High Potentials; vijf talenten zijn vanuit de organisatie geworven en hebben deel mogen nemen aan het Management Development traject; de meesten van hen zijn nu ingezet op leidinggevende functies in de organisatie. Tevens is eind 2010 het kader Inhuur Externen opgesteld, waarbinnen onze visie op loopbaanbeleid een rode draad is. Deze visie is dat we meer gebruik willen maken van de interne capaciteiten en kwaliteiten van onze medewerkers voordat we externen inhuren. De resultaten hiervan zullen pas merkbaar zijn in 2011. Van Anders Werken naar Organisatieontwikkeling In de maanden april tot en met juni 2010 zijn het MedewerkerTevredenheidsOnderzoek (MTO) en de evaluatie Anders Werken uitgevoerd. De resultaten van beide onderzoeken liggen in elkaars verlengde en de aanbevelingen geven vergelijkbare richting aan de ontwikkeling van de organisatie. Het beeld dat uit beide onderzoeken spreekt is redelijk positief. Er is de afgelopen jaren veel in gang gezet, en tegelijkertijd moet er nog het nodige gebeuren. In vervolg op beide onderzoeken is eind 2010 een plan van aanpak gereed gekomen, dat begin 2011 tot bestuurlijke besluitvorming heeft geleid. Het plan van aanpak beoogt vorm te geven aan de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Er zijn twee hoofddoelstellingen benoemd: ■ Een verbetering in de sturing op het bereiken van resultaten voor de stad; ■ Een verbetering van de samenwerking die nodig is om die resultaten te bereiken. Het plan is getiteld “Naar een toonaangevende organisatie, Organisatieontwikkelingsplan 2011-2014”.
Jaarverslag | 161
REGIE OP MAAT Proces in Uitvoering 2010 was het tweede jaar van het programma ‘Proces in Uitvoering!’. Dat is een programma dat de concerndirectie heeft ingesteld met als doel de organisatie procesmatig te laten werken. Dat heeft veel voordelen. In procesmatig werken staat de klant centraal. In het proces wordt ten behoeve van de klant eendrachtig samengewerkt aan het bereiken van het gemeentelijke doel. Omdat proces,matig werken ook efficiënt werken is, heeft de gemeenteraad aan Proces in Uitvoering in 2009 een taakstelling verbonden van € 3 miljoen (€ 1 miljoen in 2010, € 2 miljoen in 2011 en € 3 miljoen in 2012). Halverwege het vorig jaar heeft het college op voorstel van de concerndirectie besloten om de taakstelling te verdelen over de afdelingen. Zij is toegevoegd aan het geheel van de financiële taakstellingen die de organisatie op het gebied van bedrijfsvoering te realiseren heeft. Het programma ‘Proces in Uitvoering!’ is in 2009 gestart met zes pilots. Als eerste werden de werkprocessen op het gebied van HRM, beleid-uitvoering, opdracht geven aan derden, complexe ruimtelijke klantvragen en beheer en onderhoud vastgoed beschreven en verbeterd. Nog lopende deze pilots werd het aantal verbeterprojecten sterk uitgebreid. Verbeterd zijn onder meer de processen rond heet Veiligheidshuis, Bezwaar, Inkoop, Bestemmingsplannen, Parkeerhandhaving, Financiële administratie, Ontwikkelen, inrichten en beheren van de openbare ruimte, etcetera. Ook buiten het programma liepen al procesoptimalisaties: het WABOproces, KEI-goed (ter verbetering van het proces van re-integratie van mensen met een uitkering). Nog elke dag worden procesverbeteringen gestart. Dat is mede mogelijk omdat de gemeenteraad voor de inhuur van externe procesexpertise een budget had vrijgemaakt. Daarvan ging veel stimulans uit. Veel processen zijn verbeterd. Maar het programma liep in 2009 en 2010 ook tegen grenzen aan. De programmavorm leidde ertoe dat afdelingen zich niet zelf eigenaar voelden van de verbeteringen. Weliswaar waren zij zelf opdrachtnemer van de verbetering, maar het bleef toch iets van het programma. Verder gaat de implementatie van procesverbeteringen niet vanzelf. Daar is veel enthousiasme , gedrevenheid en dus verandermanagement voor nodig. Ook vraagt het aansluiting van de processen op de organisatorische context, te weten de sturing, de systemen en niet te vergeten de budgetten van de organisatie. Daar wordt in 2011 verder aan gewerkt. 2011 is het laatste jaar van het programma Proces in Uitvoering. Eind 2010 heeft de concerndirectie opdracht gegeven om het programma te ‘scannen’ op effectiviteit en resultaat. De scan wordt in het voorjaar afgerond en besproken. Afhankelijk van de uitkomst wordt bepaald hoe de ontwikkeling richting procesmatig werken wordt voortgezet. Eén ding is zeker, de aandacht voor processen blijft. Zonder goede processen geen resultaten voor de stad en haar burgers. Ook een tweede conclusie staat buiten kijf. Processen zijn eigendom van het management. Zij zijn dus ook zelf verantwoordelijk voor hun verbetering. Bezuinigingen op bedrijfsvoering Onder de titel ‘bezuinigingen op de bedrijfsvoering’ zijn alle bestaande en nieuwe taakstellingen die op de organisatie rusten bij elkaar gebracht. De concerndirectie heeft op zich genomen om deze bezuinigingen in vier jaar tijd te realiseren. Het is een forse en veelvorming opgave die de komende jaren veel ambtelijke aandacht vergt. In 2010 heeft de concerndirectie de taakstellingen, in nauw overleg met de afdelingsmanagers, over de afdelingen verdeeld. De afdelingen hebben opdracht gekregen om in hun afdelingplannen voor 2011 een meerjarig plan op te nemen om de taakstellingen te realiseren. De plannen zijn ingediend en beoordeeld. Ongeveer de helft van de plannen is goedgekeurd,de andere helft wordt nog verder uitgewerkt. Bijzondere aandacht van de concerndirectie vragen de concernbrede taakstellingen (onder meer inkoop, huisvesting, formatiereductie en vermindering overhead in verband met regie op maat). De realisatie daarvan is bijzonder ingewikkeld. De meeste daarvan staan meer op termijn. Voor deze taakstellingen wordt een bijzonder traject uitgezet. PERSONELE LASTEN EN INHUUR PERSONEEL 0. Inleiding Deze rapportage biedt een gemeentebrede dwarsdoorsnede van de personele lasten en baten, waarbij ook inzicht wordt geboden in de lasten van externe inhuur. Bij de jaarrekening 2008 heeft de commissie van de rekeningen hierover de volgende aanbeveling opgesteld: De commissie van de rekeningen adviseert….’ vanaf de jaarrekening 2009 bij de paragraaf bedrijfsvoering een analyse te geven over de uitgaven voor eigen medewerkers, uitzendkrachten, gedetacheerd personeel, inhuur en advieskosten’.
162 | Jaarverslag
Voor u ligt nu de rapportage salarislasten en externe inhuur 2010. Inhoud van de rapportage: Tabel Resultaat gemeentebreed met een gemeentebrede dwarsdoorsnede van de personele lasten en baten en externe inhuur, uitgesplitst naar de verschillende kostensoorten. ■ Toelichting resultaat gemeentebreed ■ Toelichting betreffende de salarisbegroting en de verschillende in het overzicht opgenomen rubrieken. 1. Resultaat gemeentebreed In het volgende overzicht zijn, uitgesplitst naar de verschillende kostensoorten, alle uitgaven en inkomsten op het terrein van personele lasten, inkomsten en externe inhuur opgenomen. Vervolgens worden deze nader toegelicht. Gemeentebrede afdelingen en instellingen Personeel
Begroot
Uitgaven
Vrije ruimte
salarislasten
89.764.980
86.722.480
3.042.500
stelpost salarisbudgetten
-2.644.476
0
-2.644.476
toe te voegen agv formatiewijzigingen
308.618
308.618
bijdrage 1% salarisverhoging
514.800
514.800
87.943.922
86.722.480
1.221.442
-23.022
-23.022
74.006
74.006
taakstelling formatie
-654.859
0
-654.859
voormalig personeel
1.203.808
1.105.172
98.636
gedetacheerd personeel
157.855
409.455
-251.600
cao-regeling
201.280
201.280
eigen risicodragerschap WAO
404.464
404.464
1.363.532
1.514.627
-151.095
89.307.453
88.237.106
1.070.347
Externe inhuur
uitzendkrachten
2.014.775
3.614.380
-1.599.605
inhuur personeel
6.734.012
9.889.301
-3.155.289
Tussentelling lasten externe inhuur
8.748.787
13.503.681
-4.754.894
1.584.304
1.584.304
Begroot
Werkelijk
Vrije ruimte
10.333.091
13.503.681
-3.170.590
Inkomsten tbv personeel en externe inhuur
Tussentelling begroting salarislasten cafetariamodel decentrale loonruimte 0,1%
totaal Totaal begroot/uitgaven/vrije ruimte personeel
dekking op vaste budgetten binnen begroting
Totaal begroot/uitgaven/vrije ruimte externe inhuur
Jaarverslag | 163
Begroot
Werkelijk
Vrije ruimte
vergoeding voor personeel uit interne budgetten
-13.668.184
-16.566.485
2.898.301
vergoeding voor personeel uit extern budgetten
-1.061.050
-1.116.398
55.348
-18.559
-668.308
649.749
-14.747.793
-18.351.191
3.603.399
Advieskosten
totale kosten
1.809.711
4.085.447
-2.275.737
dekking op vaste budgetten binnen de begroting
2.275.737
0
Totaal resultaat salarislasten en externe inhuur
1.503.156
Percentage inhuur
percentage externe inhuur t.o.v. begrote salarislasten en inhuurbudgetten
14,0%
Overige gemeentelijke instellingen
Brandweer
salarislasten
6.943.391
6.362.185
581.206
voormalig personeel
1.030.914
542.511
488.403
105.251
890.288
-785.037
-472.770
-350.852
-121.918
7.606.786
7.444.131
162.655
DZB
7.121.089
6.887.814
233.275
29.147.690
29.087.680
60.010
voormalig personeel
145.000
96.370
48.630
gedetacheerd personeel
110.000
166.883
-56.883
uitzendkrachten
522.124
972.644
-450.520
37.045.903
37.211.391
-165.488
ontvangen uitkeringen ziektewet Totaal inkomsten voor personeel
inhuur personeel vergoeding voor personeel
salarislasten salarislasten wsw wiw
2. Toelichting resultaat gemeentebreed Resultaat gemeentebreed Het totaal van de gemeentebrede personele lasten en baten, inclusief de externe inhuur laat een positief resultaat zien van € 1.503.156.
164 | Jaarverslag
Externe inhuur en advieskosten Inhuur gebeurt op verschillende fronten om verschillende redenen. Voor het voeren van een goede bedrijfsvoering is externe inhuur onvermijdelijk. Denk hierbij aan het opvangen van verzuim en seizoensinvloeden, tijdelijke extra impulsen, het inhuren van (extra)expertise om innovaties te bereiken en dergelijke. Wordt er ingehuurd bij vacatureruimte dan is het budget van die vacature beschikbaar als dekking van de inhuur. Bij sommige taken moet echter een permanente bezetting worden gegarandeerd. Die afdelingen die dit betreft moeten dan niet alleen bij vacatures maar ook bij ziektevervanging inhuren terwijl er voor ziektevervanging geen direct budget beschikbaar is. Bij afdelingen waar dit vaker voorkomt, ook gezien de kwantiteit van de formatie, wordt hiermee deels rekening gehouden door het uitzendkrachtenbudget ook hiervoor te reserveren. Daarnaast wordt er ingehuurd als het in het kader van de tijdelijkheid van een project efficiënter is om in te huren dan om personeel aan te nemen. Of er wordt ingehuurd als voor een bepaald project speciale expertise nodig is die niet binnen de organisatie is te vinden. Hiervoor is dan altijd wel budget beschikbaar uit projectbudgetten of doeluitkeringen rijksgelden. Het totaal geeft een positief resultaat maar je kan zien dat de uitgaven voor externe inhuur en advieskosten hoger zijn da geraamd. De analyse van de advieskosten en de kosten van externe inhuur laat wel zien dat uitgaven alleen gedaan worden als daarvoor een budget beschikbaar is. Het is echter van te voren moeilijk in te schatten hoeveel van het beschikbare budget aan externe inhuur of inhuur advies wordt uitgegeven daarom wordt meestal begroot op overige kosten (grootboeknummer 4094) of nog in te delen uitgaven (grootboeknummer 4000). Percentage inhuur Bij de vaststelling van de begroting 2011 is besloten om vanaf 2011 de zogenaamde Roemernorm te gaan hanteren. Volgens deze norm mag het percentage inhuur, niet zijnde inhuur van andere overheden, maximaal 10% van het totale salarisbudget zijn. Ook in deze rapportage is al gekeken naar het percentage. Voor de externe inhuur hebben we nog geen onderscheid gemaakt tussen inhuur van derden en inhuur van andere overheden zodat het percentage hoger zal uitkomen dan zonder de inhuur andere overheden.Bij het berekenen werd geconstateerd dat de voorwaarden voor berekening niet helemaal duidelijk zijn en ook landelijk nog niet helemaal zijn uitgewerkt. Daardoor komen we nog niet tot cijfers die de gewenste informatie geven. Bijvoorbeeld: 1 instelling heeft in verband met de benodigde flexibele inzet een kleinere vaste formatie en een ruim uitzendkrachten budget. Het resultaat van beide budgetten afzonderlijk blijft netjes binnen de begroting maar als je bij deze instelling de inhuur afzet tegen de salarisbegroting kom je op een percentage van 50%. In de loop van 2011 zal aan de Raad een notitie worden voorgelegd waarin de Roemernorm is uitgewerkt en waarin wordt vastgesteld welke informatie de Raad met die norm wenst te ontvangen. Nu gehanteerde berekening: Totale externe inhuur (uitzendkrachten en inhuur personeel inclusief inhuur van andere overheden) in verhouding tot het beschikbare budget salarislasten en externe inhuur. Percentage is dan nu 14% 3. Toelichting salarisbegroting en opgenomen rubrieken Salarisbegroting en Stelpost salarisbudgetten De salarisbegroting is zo opgesteld dat per afdeling een budget wordt begroot op basis van de vastgestelde formatie in eindschaal en eindperiodiek. Omdat het gemeentebreed beschikbare salarisbudget ontoereikend is om deze kosten helemaal te dekken heeft elke afdeling naar rato van de salarislasten een stelpost in de begroting gekregen. Deze stelpost is in 2010 2,8% van het begrote salarisbudget. De afdelingen die een volledige bezetting hebben waarbij iedereen in eindschaal en eindperiodiek wordt uitbetaald zullen voor deze 2,8% elders in hun begroting dekking moeten vinden. Toe te voegen agv formatiewijziging In 2010 zijn de afdelingen bezig geweest om hun formatie geheel op orde te brengen. Dit heeft geleid tot 82 formatiewijzigingsbesluiten, waarvan enkele uitbreidingsbesluiten. Deze uitbreidingsbesluiten konden niet allemaal meer in de begroting 2010 worden verwerkt. Een bedrag van € 308.618 had aan de begroting moeten worden toegevoegd. Deze wijzigingen worden nu bij de salarisbegroting 2011 verwerkt.
Jaarverslag | 165
Bijdrage 1% salarisverhoging De ambtenaren hebben in het kader van de CAO eenmalig een extra bijdrage van 1% gehad. Deze bijdrage was nog op een centrale plaats begroot en hoort te worden gebruikt ter dekking van de salarislasten. Dekking op vaste budgetten binnen de begroting Het resultaat 2010 op de budgetten verband houdend met salarislasten en externe inhuur geeft een tekort. In de begroting zijn echter budgetten expliciet geoormerkt voor taken en projecten en daarbij behorende inhuur personeel zonder dat daarvoor een aan personeelslasten gerelateerd grootboeknummer wordt gebruikt. Deze budgetten zijn direct aan te wijzen als dekking voor de salarislasten en worden in deze rapportage vaste budgetten genoemd. Bij het resultaat per afdeling zijn deze budgetten ook specifiek aangegeven. Taakstelling formatie In het kader van Ruimte voor nieuw beleid zijn er taakstellingen op de formatie ingeboekt. Door de reorganisatie Anders werken is het hier en daar niet direct mogelijk geweest om de taakstellingen te realiseren ook omdat niet altijd duidelijk was voor welk team de taakstelling was bedoeld. In 2011 zal aan deze taakstellingen invulling worden gegeven. Gemeentebrede budgetten ter dekking Bij de afdeling HRM staan verschillende budgetten bestemd voor gemeentebrede uitgaven. Decentrale loonruimte 0,1% Het budget 'decentrale loonruimte 0,1%' is geoormerkt voor door het Georganiseerd overleg vastgestelde uitgaven. Hieronder valt de jaarlijkse tegemoetkoming in de ziektekosten. Daarnaast zijn er extra verlofdagen vastgesteld om ten laste van dit budget te brengen. Omdat de administratie van de uitvoer van het budget voor verlofdagen de baten overtreft wordt het hele budget als dekking voor de gemeentebrede salarislasten beschouwd. Arbeidsvoorwaarden/Cafetariamodel Ook deze budgetten zijn bestemd voor gemeentebrede uitgaven ten behoeve van het personeel. Uit het arbeidsvoorwaardenbudget wordt o.a. de personeelsvereniging gesubsidieerd. Het voordelig saldo kan benut worden voor de gemeentebrede personeelslasten. Cao-regeling Dit budget is bestemd voor extra kosten in het kader van de CAO bijvoorbeeld voor voormalig personeel in fpu waarvoor nog sociale lasten betaald worden. Eigen risicodragerschapWAO De gemeente heeft besloten om het risico op kosten WAO zelf te dragen, daartoe is een percentage op de salarislasten gelegd. De wetgeving is in de afgelopen jaren echter veranderd waarbij nu blijkt dat het percentage hoger is dan het behoort te zijn. Omdat het benodigde salarisbudget een communicerend vat is met de stelpost op de salarisbudgetten kan worden gesteld dat het voordeel als gevolg van een te hoog percentage ten gunste van de stelpost kan worden gebracht. IN CONTROL Financieel beheer en rechtmatigheid Ontwikkelingen richting ‘in control’ zijn In het controlejaar 2010 hebben we stappen voorwaarts gemaakt ten opzichte van het controlejaar 2009. De interne controle is in opzet verder ontwikkeld. Er zijn controleprogramma’s en werkprogramma’s opgesteld voor elk proces en een afsluitend controlememo bij de procesdossiers. Echter is met het oog op de “in control” statement de norm aangescherpt en zijn de procesdossiers van onvoldoende kwaliteit om aan de norm te voldoen. Doordat de interne procesdossiers niet tijdig zijn afgerond hebben zowel de interne accountant als de externe accountant bij een aantal dossiers geen of geen afdoende dossierreview kunnen uitvoeren voor de interim-controle. De dossierreview bij een aantal dossiers heeft plaatsgevonden tijdens de jaarrekeningcontrole. Tevens zijn verbeteringen waarneembaar in het kader van de controledossiers van de balans- en programmarekening. Echter omdat dit proces bij verscheidene medewerkers binnen de organisatie is belegd wisselt de kwaliteit van de balansdossiers per balanspost en verloopt het proces voor het oplossen van vragen bij balansposten voor de interne en externe accountant niet in voldoende mate efficiënt en effectief. Vooral bij de posten voorzieningen en reserves is geen verbetering ten opzichte van 2009 in de inzichtelijkheid en de diepgang van de dossiers waarneembaar.
166 | Jaarverslag
Zowel bij de interne en de externe controles 2009 zijn bevindingen geconstateerd. Onderdeel van de controle van 2010 is het evalueren van de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding de uitkomsten van de controle van 2009. De bevindingen en de adviezen naar aanleiding van de controle zijn naar de afdelingsmanagers gestuurd om een follow up te geven aan de bevindingen. Uit de reacties van de afdelingsmanagers kwam naar voren dat veel adviezen nog niet zijn opgevolgd. In 2010 is een start gemaakt met het uitvoeren van een tussentijdse afsluiting. Er zijn werkzaamheden uitgevoerd in het kader van de tussentijdse afsluiting, echter is van een volledige tussentijdse afsluiting in 2010 nog geen sprake geweest. Naar aanleiding van de bovenstaande ontwikkelingen is middels een brief van 1 december 2010 bij de gemeenteraad al aangegeven dat het behalen van een “in control” statement waarschijnlijk niet haalbaar is. In 2011 streven we naar het behalen van een “in control” situatie. Dit vereist ook een fors aantal verbeteracties. Om “in control” te komen zullen we de volgende verbeteracties oppakken voor het controlejaar 2011: ■ vanaf 1 januari jl. is een apart team binnen JFD samengesteld met medewerkers onder leiding van een register accountant. Voorheen voerde diverse financieel adviseurs van de JFD de interne controles naast hun reguliere werkzaamheden uit waardoor de kwaliteit van de interne controles sterk wisselde. ■ de interne controles zullen we verspreid over het jaar uitvoeren. Hierdoor zullen we bevindingen uit de controle tijdig zichtbaar kunnen maken en kunnen we ze tijdig oppakken en tevens kunnen we interne kwaliteitstoetsing beter inpassen; ■ periodieke terugkoppeling over de planning en de kwaliteit van de interne controles vindt plaats door middel van voortgangsrapportages. ■ periodieke besprekingen van de actiepunten naar aanleiding van interne controles vinden plaats met de afdelingsmanagers en hun financieel adviseur; ■ een betere aansluiting van begroting op het jaarrekeningresultaat door het periodiek (tenminste één maal) volledig tussentijds afsluiten van de financiële administratie Decade en het opstellen van een tussentijdse rapportages in 2011. Voor zowel het rechtmatigheids als het getrouwheidsoordeel zijn de volgende toleranties vanuit het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) overgenomen in het controleprotocol:
Strekking accountantsverklaring
Tolerantie
Goedkeurend
Beperking
Oordeel-onthouding
Afkeurend
Fouten (% lasten)
= 1%
>1%<3%
-
= 3%
Onzekerheden (% lasten)
= 3%
>3%<10%
= 10%
-
In 2010 heeft dat geleid tot verbijzonderde interne controles van de volgende processen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Uitkering gemeentefonds Parkeren Belastingen (OZB, toeristen belasting, precario, e.d.) Bedrijfsafval Huishoudelijk afval Bouwvergunningen en Bouwleges Grondexploitatie Vastgoedverhuur Erfpacht Aankoop en verkoop onroerend goed Inkopen en aanbesteden Personele kosten ambtelijk personeel Personele kosten niet- ambtelijk personeel (DZB) WMO verstrekkingen Subsidies WIW verstrekkingen WWB verstrekkingen WSW- baten Secretariële leges
Uit deze controles zijn diverse bevindingen naar voren gekomen. Deze bevindingen zijn afkomstig uit de controles op de processen en uit de in sommige gevallen aanvullende detail controles op gegevens. Niet
Jaarverslag | 167
alle bevindingen hebben geleid tot kwantitatieve onjuistheden; een groot deel van de bevindingen heeft betrekking op verbetermogelijkheden in de procesgang en de beheersing van het proces. Bij het proces parkeren bestaat het risico met betrekking tot onzekerheid over de volledigheid van de opbrengstverantwoording met name bij de chipknip-opbrengsten en de GSM opbrengsten. De juistheid en volledigheid van de opbrengsten van GSM parkeren stellen we onder andere vast aan de hand van controleverklaringen. Deze hebben we over het controlejaar 2010 nog niet ontvangen. Wij gaan afspraken maken met GSM parkeren over de tijdigheid van de aanlevering van de controleverklaringen. Daarnaast dient het normenkader voor de controle van de parkeeropbrengsten bij GSM parkeren te zijn afgestemd met de normen die de gemeente Leiden hanteert. De aansluiting tussen de chipknip en de bankontvangsten laat verschillen zien waardoor onzekerheid ontstaat over de opbrengstverantwoording. De interne controle op het proces Belastingen geeft geen aanleiding voor fouten en onzekerheden in de verantwoording over de belastingen. Per 1 januari jl. is het team Belastingen overgegaan naar het samenwerkingsverband BSGR. Omdat de opbrengsten van belastingen onderdeel zijn van de gemeentelijke begroting en jaarrekening zullen we afspraken moeten maken met de BSGR met betrekking tot het oordeel over de financiële rechtmatigheid en de getrouwheid van de volledigheid en de juistheid van de belastingopbrengsten en belastingdebiteuren. We hebben geconstateerd bij het proces bedrijfsafval dat onzekerheid bestaat over de juistheid en de volledigheid van de facturatie van de lediging van bedrijfsafval van de subadministratie Aris. Vanaf 1 november 2010 zijn alle taken en verantwoordelijkheden in het kader van bedrijfsafval overgeheveld van Stadsdelen naar Stedelijk beheer. Er is een start gemaakt om de processen en activiteiten rond bedrijfsafval beter in kaart te brengen, en de registratie van belangrijke parameters te versterken. Bij het proces van huishoudelijk afval zijn binnen de gemeente Leiden geen adequate beheersmaatregelen aanwezig om de juistheid en de volledigheid van de opbrengsten te waarborgen. Per 1 september 2010 is een kwartiermaker Bedrijfsbureau gestart bij de afdeling Stedelijk Beheer die de beschikbare informatie over 2010 zal analyseren en hierover zal rapporteren. Volgens de aanbevelingen van het bedrijfskundig onderzoek zal in 2011 een bedrijfsbureau worden opgericht, dat naast het verbeteren van de bedrijfsprocessen, tevens een sluitende registratie en rapportage van bedrijfsinformatie zal verzorgen. Bij het proces van bouwleges en bouwvergunning zijn geen tekortkomingen geconstateerd die aanleiding geven voor fouten en/of onzekerheden in de verantwoording over de bouwleges en bouwvergunningen. Vanaf 1 oktober 2010 is de WABO ingevoerd. Omdat sprake is van een nieuw proces dient toetsing plaats te vinden op de naleving van de eisen die gesteld worden aan de AO/IB en de geautomatiseerde omgeving rondom het proces WABO. Eén van de aandachtspunten bij het proces grondexploitatie is de waardering van de grondexploitaties. Uit de interne controle kwam naar voren dat er geen onafhankelijke interne toetsing plaatsvindt op de waardering of de prognoses van de grondexploitatie. Naar aanleiding van bevindingen heeft een onafhankelijke specialist van Ernst & Young Real Estate Advisory Services (REAS), de beoordeling van de grondexploitatie uitgevoerd. Ze hebben een inhoudelijke toetsing gedaan op vier materiële grondexploitaties: Aalmarkt, Leiden Centraal Project (LCP), Dieperhout en Brede School Leiden Noord. Tevens hebben ze een beoordeling van het risicomanagement en de doorvertaling naar het weerstandsvermogen gemaakt. Met betrekking tot de waardering van de grondexploitatie zijn geen significante tekortkomingen naar voren gekomen. Vanuit de beoordeling van het risicomanagement zijn echter wel hogere risico’s geconstateerd als dat taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden rondom risicomanagement niet zijn vastgelegd binnen de organisatie, het risicomanagement proces rondom ruimtelijke projecten niet eenduidig zijn vastgelegd en geen duidelijke escalatienormen vastgelegd. Voor algemene projecten zouden projecten met een risicoscore van 15 of hoger aan de Raad gemeld moeten worden. Dit heeft echter geen betrekking op de ruimtelijke projecten. Bij het proces verhuur onroerend goed hebben we voornamelijk onjuistheden in het niet naleven van wet en regelgeving omtrent de omzetbelasting geconstateerd. De risico’s die zijn ontstaan zijn ook omschreven onder het fiscale risico bij de paragraaf weerstandsvermogen. Momenteel maakt een tijdelijke fiscalist een inhaalslag om dit te verbeteren. Tevens zijn medio 2011 fiscalisten aangesteld om de risico’s die zich voordoen in het kader van belastingen te mitigeren. Bij het proces rondom aankoop en verkoop onroerend goed zijn nog de nodige verbeterslagen te maken. Uit de verbijzonderde interne controle kwam naar voren dat het aan de dossiervorming en met name de onderbouwing van de relevante dossierstukken als taxatierapporten nog schort. Door te werken met checklisten met de relevante items kunnen we op een eenvoudige wijze stappen tot verbetering maken. De inkoop en aanbestedingsregels zijn in 2010 niet in voldoende mate nageleefd wat tot gevolg heeft dat we voor het controlejaar 2010 een controleverklaring met beperking krijgen. Bij de verbijzonderde interne controle
168 | Jaarverslag
van het proces inkoop en aanbesteding hebben we bij 22 leveranciers voor een totaal bedrag van € 11.020.471 onterecht niet Europees aanbesteed en hebben we een onzekerheid geconstateerd van € 469.898. De werkelijke onrechtmatigheid ligt hoger, maar niet iedere fout telt mee voor het oordeel van de accountant. Dit is een ernstige tekortkoming waarvoor adequate actie geboden is om herhaling in de toekomst te voorkomen. De aanbestedingsprocedures zullen we nog verder aanscherpen door verdergaand gecentraliseerd inkoop-, aanbestedings-, contract- en archiefbeheer te voeren. Met een verdere doorvoering van de gedigitaliseerde ‘workflow verplichtingen’ (waarbij meldcodes van Bureau Inkoop & Aanbesteding worden ingevoerd), lijkt hiertoe in 2011 een eerste belangrijke stap gezet te zijn. Door de invoer van het gemeentebreed project Flexpunt personeel zal de procesgang rond de inhuur van externen via één centraal punt gaan verlopen en wordt een aanbesteding voorbereid van een mantel (op basis van Marktplaatsprincipe) waarmee een groot deel van de categorie II-inhuur wordt afgedekt. Tevens zullen we voor de afdelingen waar veelvuldig onrechtmatigheden zijn geconstateerd extra beheersmaatregelen treffen en het toezicht verhogen, door onder meer mandaten aan te passen, het verplicht betrekken van inkoopadviseurs en het stopzetten/openbreken van onrechtmatige contracten. Net als bij het proces rondom aankoop en verkoop onroerend goed zijn verbeteringen noodzakelijk met betrekking tot de vastlegging van de noodzakelijke documenten bij het proces subsidies. Bij de interne controle hebben we geconstateerd dat de afdeling het systeem Flower niet effectief gebruikt om de audittrail zichtbaar te maken. Vanuit de interne controle omtrent het proces personele kosten hebben we geen noemenswaardige bevindingen geconstateerd. Echter vanuit de checklist loonheffing is naar voren gekomen dat we het proces rondom Ketenaansprakelijkheid bij inhuur derden niet voldoende in de greep hebben. Wij zullen dit proces onder brengen bij het gemeentebrede project Flexpunt, zodat we het centraal binnen de organisatie beleggen. Het kasbeheer bij het proces secretariële leges is een groot punt van zorg, waar het gaat om het integriteitaspect. De kwetsbare functie van kassier is slechts belegd bij één medewerker en de leidinggevende vervult geen actieve rol bij het kasbeheer. Het afstorten van kasgeld vindt niet frequent plaats en is niet verbonden aan een maximum. Met het vaststellen van het Treasurystatuut zal het College tevens een herziene kasinstructie vaststellen waar de afdeling zich aan moet confirmeren. Bij de processen uitkering gemeentefonds, erfpacht, WMO, WIW, WWB, WSW-baten zijn geen significante bevindingen naar voren gekomen die leiden tot een verhoogd risico voor de interne beheersing. Rechtmatigheidoordeel Uit de controle zijn de volgende onrechtmatigheden gebleken: Uit de interne controle blijkt dat inkopen bij 22 leveranciers ten onrechte niet Europees zijn aanbesteed. Het totaal van deze inkopen betreft een bedrag van € 11.020.471. Uit de interne controle komt naar voren dat sprake is van een onzekerheid bij inkopen van € 469.898. Getrouwheidsoordeel De controle op getrouwheid hebben we uitgevoerd door de interne controle en de review van de balans en programmarekening. De interne controle heeft diverse fouten en onduidelijkheden aan het licht gebracht. Echter na de review en met de start van de externe controle stonden nog veel vraagpunten open die de organisatie moest oplossen. Bij het opmaken van de jaarrekening zijn vanuit de organisatie voorstellen gedaan voor het afboeken/ afwaarderen van een aantal complexen in verband met het kunnen voldoen aan wet en regelgeving. We kunnen daarbij de vraag stellen waarom we dit op zo’n laat tijdstip hebben moeten constateren. In het kader van het “in control” geraken is dit een aandachtspunt. Het totaal van intern geconstateerde getrouwheid- en rechtmatigheidfouten komt op € 11.020.471. Dit betreffen de fouten in het kader van het niet naleven van de Europese inkoop en aanbestedingsregels. Uit de accountantscontrole zijn vervolgens nog aanvullende onjuistheden gebleken. Dit heeft geleid tot een bedrag van ruim € 5,1 mln. aan correcties. Een groot deel van de correcties heeft betrekking op de voorzieningen. Aan de gecorrigeerde voorzieningen liggen geen beheersplannen en/of onderbouwing aan ten grondslag. De beheersplannen voor het beheer en onderhoud zullen 2012 op orde moeten zijn. Dit is tevens met de provincie afgesproken. We gaan hier extra effort in steken. Verklaring over de beheersing van de bedrijfsvoering
Jaarverslag | 169
Wij als College zijn verantwoordelijk voor de interne aansturing en beheersing van de gemeente Leiden. In 2010 zijn stappen gezet om te komen tot een volwaardige “in control” situatie. Echter waren de verbeteringen niet voldoende om te voldoen aan de norm voor het afgeven van een volledige “in control” statement. Niet alleen in de uitvoering van de verbijzonderde controles dienen we verbeterslagen te maken, maar ook de opvolging van de actiepunten naar aanleiding van de interne controles is niet adequaat genoeg. Uit de interne controles blijkt dat wij in de processen parkeren, bedrijfsafval, huishoudelijk afval, verhuur onroerende zaken, subsidies, secretariële leges en vooral bij het proces inkoop en aanbesteding nog belangrijke verbeteringen moeten aanbrengen. Vanaf 2007 hebben we al geconstateerd dat de naleving van de Europese inkoop en aanbestedingregels een punt van zorg is en dat we maatregelen moeten nemen om ernstige tekortkomingen te voorkomen. Deze maatregelen zijn niet afdoende geweest, want de gebrekkige naleving van de Europese inkoop en aanbestedingsregels heeft geleid tot een totale onrechtmatigheidfout van € 11 mln. in de jaarrekening, met als resultaat dat we een controleverklaring met beperking ontvangen. De werkelijke onrechtmatigheid ligt hoger, maar niet iedere fout telt mee voor het oordeel van de externe accountant. Om herhaling te voorkomen gaan we de procedures en het toezicht op het proces van inkoop en aanbesteding nog verder aanscherpen. Te denken valt aan het aanpassen van de mandaten voor de afdelingen die veelvuldig de regels niet hebben nageleefd, het centraal coördineren van de procesgang rond inhuur van extern personeel aan de hand van een marktplaatsprincipe en een verdere doorvoering van de gedigitaliseerde ‘workflow verplichtingen’, waarbij boven een bepaald bedrag verplicht het advies van bureau Inkoop & Aanbesteding noodzakelijk is. Ook zal kritisch naar de lopende contracten worden gekeken en zullen waar nodig contracten worden stopgezet en opengebroken. Vanuit de balansreview is naar voren gekomen dat de voorzieningen en reserves de nodige aandacht behoeven. Tevens het tijdig signaleren en communiceren van correcties zoals bij de afboekingen van vastgoedcomplexen is een punt van zorg. Een volledige tussentijdse afsluiting, verbijzonderde interne controles gefaseerd over het jaar plaats te laten vinden, project control en een goede interne communicatie kunnen daarbij handvaten tot verbetering zijn. Ook met het opnieuw aanstellen van een concerndirecteur Bedrijfsvoering onderschrijven we het belang van onze ambitie om meer in control te komen. Om te streven naar een “in control” statement over het controlejaar 2011 zijn we al belangrijke stappen aan het zetten door de verbijzonderde interne controles en externe controles gefaseerd over het jaar te laten plaatsvinden, periodieke voortgangrapportages over de kwaliteit van de uitvoering van de verbijzonderde interne controles en periodieke besprekingen en terugkoppeling van de opvolging van de actiepunten met de lijnmanagers en hun financieel adviseur. Tevens willen we streven naar een volledige tussentijdse afsluiting voor een betere aansluiting van de begroting met het rekeningresultaat.
3.3.5 Verbonden partijen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Leiden een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien Leiden risico loopt met aan deze partijen beschikbaar gestelde middelen of als Leiden aangesproken kan worden als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van bestuurlijk belang is sprake als Leiden zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. De Raad heeft bij besluit van 29 november 2005 het beleidskader verbonden partijen vastgesteld (05.0107). In de onderliggende nota is ingegaan op het wettelijke kader, de visie op verbonden partijen en de kaders voor deelname, aansturing, beheer en toezicht verbonden partijen. Op basis van dit kader is het overzicht van verbonden partijen voor deze jaarrekening geactualiseerd. Teneinde de doelstellingen opgenomen in de gemeentebegroting te realiseren kunnen samenwerkingsverbanden worden aangegaan als dat meerwaarde heeft voor het publieke belang. De grondhouding ten aanzien van de publiekrechtelijke samenwerkingsvormen is positief mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. De grondhouding voor private samenwerkingsvormen is die van “nee, tenzij” er bijzondere redenen zijn om van de regel af te wijken. Voor het participeren in een verbonden partij is altijd een risicoanalyse vereist. De risicoanalyse vormt een deel van de input bij de opstelling van het toezichtregime per verbonden partij. Afwijkingen t.o.v. begroting 2010 In het kader van de operatie Ruimte voor Nieuw Beleid is door ons college ingezet op een meer ‘regisserende’ gemeente. Als uitvloeisel van deze beleidslijn zal vaker dan nu het geval is worden gekozen voor samenwerking tussen gemeenten of het op andere wijze op afstand plaatsen van activiteiten in een verbonden partij. Eind
170 | Jaarverslag
2010 is besloten om het programma Regie op Maat te beëindigen en de werkzaamheden te intergreren in de reguliere taken. Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland en de veiligheidsregio Hollands- Midden zijn per 1 januari 2011 formeel gestart. Voor Servicepunt71 is 2011 een overgangsjaar. Taken van het shared service center zullen in 2011 gefaseerd naar het Servicepunt71 overgaan. Holland Rijnland Vestigingsplaats
Leiden
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
1. Bestuur en Dienstverlening
Openbaar Belang
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van een regionale evenwichtige ontwikkeling van de deelnemende gemeenten. Deze gemeenten zijn: Alkemade, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten, Zoeterwoude.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2009 401 56.243 538 56.105
31-12-2010 388 41.041 945 40.583
Bestuurlijk Belang
Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland is op 1 oktober 2004 opgericht. Daarmee is de steeds nauwere samenwerking tussen de samenwerkingsorganen in de Leidse regio geformaliseerd. In het Algemeen Bestuur is de gemeente vertegenwoordigd met 5 raadsleden, 1 wethouder en de burgemeester. De burgemeester heeft zitting in het DB en is voorzitter van AB/DB.
Financieel Belang
Risico
Het nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling wordt volledig gedekt door de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Het nadelig saldo wordt gedeeld door het aantal inwoners van de regio, waarmee de bijdrage per inwoner is bepaald. De bijdrage per gemeente is dan het aantal inwoners van die gemeente vermenigvuldigd met het bedrag per inwoner.
Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat is € 574,- positief. Het Leidse aandeel hierin is € 175
Beleidsrealisatie 2010
De drie meest in het oog springende ontwikkelingen in de regio Holland Rijnland in 2010 zijn: 1. De toetreding van drie Rijnstreekgemeenten tot Holland Rijnland. Alphen aan den Rijn, NIeuwkoop en Rijnwoude maken sinds 1 april 2010 formeel onderdeel uit van het samenwerkingsverband. De organisatorische en inhoudelijke integratie van de strategische agenda vergt meer tijd. Deze integratieslag zal pas in de loop van 2011 geheel kunnen worden afgerond. 2. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 leidden tot grote wijzigingen in de samenstelling van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. Het spreekt voor zich dat deze personele wijzigingen de nodige inwerktijd vereisen voordat alle dossiers weer op "stoom" liggen. 3. De RijnlandRoute is nog steeds het meest prominente regiodossier. Dit is nogmaals benadrukt doordat de regiogemeenten gezamenlijk hun reeds toegezegde bijdrage in het Regionale Investeringsfonds hebben verdubbeld. Zeker voor Leiden, die het leeuwendeel van deze bijdrage voor haar rekening heeft genomen, naast een forse bijdrage van Katwijk. Naast deze drie belangrijkste ontwikkelingen kan het plan "Boeien en binden" genoemd worden, dat in 2010 in alle gemeenten is besproken. Dit plan heeft ten doel gemeenteraden en colleges meer en beter te betrekken bij het sturen van regionale samenwerking. Vermeldenswaard is verder nog dat de Leidse aanpak van regiovraagstukken (samen met die van Leiderdorp) wordt gezien als best-practice in de regio. Om die reden is deze aanpak gepresenteerd tijdens het regiocongres en zijn in vier gemeenten van de regio in 2010 workshops gehouden over de implementatie hiervan in de praktijk. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland brengt in de loop van 2011 haar eigen jaarverslag 2010 uit met daarin een verantwoording van alle prestaties.
Ontwikkelingen Bedragen * € 1.000
Regionale brandweer en GHOR Hollands Midden Vestigingsplaats
Leiden
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
2. Veiligheid
Openbaar belang
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van verbindingen, de regionale alarmcentrale, de voorbereiding van de coördinatie van de rampenbestrijding en het optreden in buitengewone omstandigheden.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2009 7.956 15.328 3.187 20.097
31-12-2010 8.191 29.524 4.069 33.646
Jaarverslag | 171
Bestuurlijk Belang
Het belang is gelegen in een verplichte deelname aan de gemeenschappelijke regeling. De gemeente Leiden is in de persoon van de burgemeester lid van het Algemeen Bestuur.
Financieel Belang
De gemeentelijke bijdrage bedroeg voor 2010 circa € 1.052. Als gevolg van de regionalisering van de gemeentelijke brandweertaken zal het financieel belang in 2011 wijzigen. De totale inwonerbijdrage voor de onderdelen van de Veiligheidsregio Hollands Midden bedraagt voor 2011 € 9.596.
Risico
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijden over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Exploitatieresultaat
Het jaar 2010 is afgesloten met een positief resultaat van € 883.000,- voor bestemming.
Beleidsrealisatie 2010
In het voorjaar van 2010 is aan alle gemeenten i.v.m. het van kracht worden van de Wet op de Veiligheidregio's verzocht in te stemmen met de wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer en GHOR HOllands Midden. Ook de voorgenomen regionalisering van de lokale brandweertaken, met uitzondering van de gemeente Katwijk, nooopte tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling. De gelegenheid is direct gebruikt om de regeling redactioneel aan te passen op leesbaarheid en verbetering van de samenhang. Per 1 oktober 2010 is de Wet op de Veiligheidregio's van kracht geworden.
Ontwikkelingen
Regionalisering: Het Algemeen Bestuur heeft op 29 januari 2009 een positief besluit genomen omtrent de regionalisering van de brandweer Hollands-Midden. De deelnemende gemeenten (op de gemeente Katwijk na) hebben besloten hun brandweertaak in te brengen in een nieuwe regionale brandweerorganisatie. In de loop van 2009 is het onderzoek van de ontvlechting van alle brandweer gerelateerde personele en materiële zaken uitgevoerd. Mede vanwege het grote aantal gemeenten, waarbij deze operatie moest worden uitgevoerd en de diversiteit van de administratie van gegevens heeft deze operatie langer geduurd dan voorzien en is de beoogde startdatum van 1 januari 2010 niet haalbaar gebleken. De voorgenomen startdatum moest daarom verschoven worden naar 1 januari 2011.
Bedragen * € 1.000
Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG) Hollands Midden Vestigingsplaats
Leiden
Juridische vorm
Gemeenschappelijke Regeling
Programma
9. Welzijn en zorg
Openbaar Belang
De RDOG bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid en het welbevinden van de burgers in de regio Hollands Midden in zowel reguliere als crisisomstandigheden. Daarnaast probeert de RDOG de effecten van gezondheidsbedreigingen te beperken.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Binnen het Algemeen Bestuur van de RDOG heeft de gemeente Leiden 6 van de 53 stemmen.
Financieel Belang
In 2010 is voor € 1.922 bijgedragen aan het programma Openbare Gezondheidszorg (basistaken) van de RDOG HM.
Risico
De kosten van de overgangsregeling FLO (functioneel leeftijdsontslag) voor de ambulancediensten worden waarschijnlijk 100% vergoed door de NZA (Nederlandse Zorgautoriteit), maar dat is nog niet definitief. De NZA heeft tot nu toe 60% van de kosten gereserveerd.
31-12-2009 4.864 21.922
31-12-2010 4.922 20.738
Exploitatieresultaat Beleidsrealisatie 2010
Het jaar 2010 heeft voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de infectiebestrijdingscampagne.
Ontwikkelingen
In 2010 is besloten om per 1 januari 2011 de taken in het kader van JGZ 0-4 jarigen onder te brengen bij de RDOG. In 2010 heeft het AB van de RDOG besloten om een gefaseerde taakstelling van 5% door te voeren op de basistaken.
Bedragen * € 1.000
Stedelijk Concertgebouw Leiden Vestigingsplaats
Leiden
Juridische vorm
Besloten Vennootschap
Programma
8 Sport, Cultuur en Recreatie
Openbaar Belang
Bij de verzelfstandiging in 1999 hebben onder andere fiscale overwegingen een rol gespeeld om als gemeente enig aandeelhouder te zijn in de nieuw gevormde BV.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
De gemeente Leiden bezit 100% van de aandelen in de BV (400 aandelen à € 45,- nominaal plus wettelijke reserve € 151)
Financieel Belang
172 | Jaarverslag
31-07-2009 782 1.054
31-07-2010 432 2.239
Risico
Realisatie meerjarenraming i.v.m. herstart programmering/ verhuur.
Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat 31 juli 2009-31 juli 2010 is € 357 negatief
Beleidsrealisatie 2010
Op 15 februari 2010 vond, na de verbouwing, de officiële opening plaats en is de naam Stadsgehoorzaal weer in gebruik genomen. In 2010 is besloten dat Stadsgehorzaal gaat fuseren met een verzelfstandigde Leidse Schouwburg (RV10.0094). Na de fusie zal een besloten vennootschap ontstaan onder de naam Stadspodia Leiden.
Ontwikkelingen
In 2010 is besloten dat de Stadsgehoorzaal gaat fuseren met de verzelfstandigde Leidse Schouwburg (RV10.0094). Na de fusie zal een besloten vennootschap ontstaan onder de naam Stadspodia Leiden.
Bedragen * € 1.000
Gemeenschappelijke Vuilverwerking Leiden en omgeving Vestigingsplaats
Leiden
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
5. Omgevingskwaliteit
Openbaar Belang
Voordeel behalen uit het gezamenlijk laten verwerken van het ingezamelde huisvuil en bevorderen van hergebruik van goederen en recycling via het Kringloopbedrijf.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Ongeveer 50%
Financieel Belang
De gemeente betaalt kosten voor verwerking van vuil tegen een vooraf begroot tarief. Een eventueel positief resultaat wordt in principe uitgekeerd aan de deelnemende gemeente. Door deelname aan Kringloop wordt bespaard op de inzamel- en verwerkingskosten. Hier staat een vergoeding van de gemeente aan het Kringloopbedrijf tegenover.
Risico
Risico’s zijn beperkt daar de kosten voornamelijk uit de kosten vuilverwerking bestaan (€ 9,6 miljoen op een totaal van € 9,9 miljoen)
Exploitatieresultaat
Positief bedrijfsresultaat in 2010 van totaal € 319 (Gevulei: 256 en Kringloopbedrijf 63) In 2009 was dit totaal 184 (Gevulei:152 en Kringloopbedrijf: 32)
31-12-2009 706 3.528 847 3.387
31-12-2010 572 2.586 961 2.197
Beleidsrealisatie 2010 Ontwikkelingen Bedragen * € 1.000
Milieudienst West Holland Vestigingsplaats
Leiden
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
5 Omgevingskwaliteit
Openbaar Belang
Voordeel behalen uit het gezamenlijk: uitoefenen van milieutaken zoals luchtkwaliteit, milieucommunicatie en veiligheid.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende act. Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Ongeveer 45%
Financieel Belang
Ongeveer 44%
Risico
Exploitatieresultaat
Negatief resultaat van € 55.908,-
Beleidsrealisatie 2010
Hillegom en Kaag en Braassem zijn in 2010 toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling Milieudienst West Holland (B en W nr. 10.0999 dd 28-09-2010.
Ontwikkelingen
Toetreding van de provincie Zuid-Holland tot de gemeenschappelijke regeling Milieudienst West-Holland per 1 januari 2012 en de omvorming van de Milieudienst tot de Omgevingsdienst West-Holland (RV nr. 11.00022)
31-12-2009 1.117 427 304 1.495
31-12-2010 943 364 189 1.799
Bedragen * € 1.000
DZB Partycatering BV Leiden Vestigingsplaats
Leiden
Jaarverslag | 173
Juridische vorm
Besloten Vennootschap
Programma
10 Werk en Inkomen
Openbaar Belang
Het behartigen van het publieke belang op het gebied van de gesubsidieerde arbeid.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Gemeente is 100% eigenaar van de organisatie.
Financieel Belang
Geplaatst en gestort aandelenkapitaal ad € 18.
Risico
Beperkt tot het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal.
Exploitatieresultaat
2010 Voordelig € 11.
31-12-2009 25 353 221 157
31-12-2010 30 380 232 178
Beleidsrealisatie 2010 Ontwikkelingen Bedragen * € 1.000
Coöperatieve Zakelijke Post Nederland U.A. Vestigingsplaats
Alkmaar
Juridische vorm
Coöperatieve vereniging U.A.
Programma
10 Werk en inkomen
Openbaar belang
Voordeel gebruik kunnen maken van kennis die nodig is voor de exploitatie van post activiteiten door DZB.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Door haar lidmaatschap kan de gemeente haar stem uitbrengen tijdens een ledenvergadering.
Financieel Belang
Belang: inleggeld € 20, dat beschouwd wordt als achtergestelde lening.
Risico
Beperkt tot de achtergestelde lening.
Exploitatieresultaat
2009 Voordelig € 37
Beleidsrealisatie 2010
Ontwikkelingen
31-12-2008 nihil 272 269 3
31-12-2009 nihil 341 306 35
Bedragen * € 1.000
Alliander NV Vestigingsplaats
Arnhem
Juridische vorm
Naamloze Vennootschap
Programma
Algemene dekkingsmiddelen 1
Openbaar Belang
Transport van energie, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen;
Eigen en Vreemd vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Aandeelhouder en vertegenwoordiger in het Grootaandeelhoudersoverleg namens de ex-EWR+ gemeenten
Financieel Belang
Leiden bezit 3.106.811 aandelen Alliander. Dit is 2,271% van het totaal aantal geplaatste aandelen.
Risico
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Exploitatieresultaat Beleidsrealisatie 2010
174 | Jaarverslag
31-12-2009 5.631.000 1.125.000 2.245.000 4.511.000
31-12-2010 5.402.000 952.000 2.906.000 4.594.000
Ontwikkelingen
Alliander heeft begin 2010 Netbeheerder Endinet overgenomen
Bedragen * € 1.000
Nuon Energy NV Vestigingsplaats
Amsterdam
Juridische vorm
Naamloze Vennootschap
Programma
Algemene dekkingsmiddelen 1
Openbaar Belang
De productie en levering van (zo veel mogelijk schone) energie, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen;
Eigen en Vreemd vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Aandeelhouder en vertegenwoordiger in het Grootaandeelhoudersoverleg namens de ex-EWR+ gemeenten
Financieel Belang
Leiden bezit 1.584.473 aandelen Nuon Energy NV. Dit is 1,158% van de aandelen Nuon Energy NV per 1 januari bedroeg het aandeel 2,271% van het totaal aantal geplaatste aandelen.
Risico
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
31-12-2009 4.316.000 2.451.000 3.400.000 4.587.000
31-12-2010 nnb nnb 4.134.000 nnb
Exploitatieresultaat Beleidsrealisatie 2010
Met de publicatie in het Staatsblad 614 van 7 december 2006 van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) is een langjarig en bewogen wetgevingstraject rondom de splitsing van Nederlandse energiebedrijven afgerond. Eveneens na het nodige politieke debat in zowel de Tweede als Eerste Kamer is de inwerkingtreding van het zgn. groepsverbod gepubliceerd in het Staatsblad 273 van 3 augustus 2007. Het groepsverbod impliceert dat de geïntegreerde Nederlandse energiebedrijven zich moeten splitsen in een NWB en een PLB (hieronder valt ook de handelsdivisie) omdat het wettelijk niet is toegestaan dat het NWB en het PLB onder dezelfde holding vallen. In het afgelopen jaar heeft Nuon in overleg met de (groot)aandeelhouders de strategische koers voor de toekomst bepaald voor het productie- en leveringsbedrijf. In deze koers staan leveringszekerheid en investeringen in duurzame energieproductie centraal. Voor het financieren van deze koers heeft Nuon kapitaal nodig. De publieke aandeelhouders konden of wilden deze (risicovolle) financiering niet leveren. Nuon is daarom op zoek gegaan naar een partner die wel kan bijdragen aan het verbeteren van de leveringszekerheid en die ook het investeringsplan van Nuon kan financieren. Het Zweedse Vattenfall heeft Op 22 februari 2009 een bod van € 72,10 per aandeel uitgebracht. De aandeelhoudersvergadering heeft op 17 juni 2009 het bod geaccepteerd. Op 29 juni 2009 is het Productie- en leveringsbedrijf van Nuon NV afgesplitst in een nieuwe NV, Nuon Energy NV. De naam van het achterblijvende Netwerkbedrijf: Nuon NV is vervolgens gewijzigd in Alliander NV. Sinds 1 juli 2009 is Nuon onderdeel van de Vattenfall Group. Nuon vormt binnen Vattenfall de Business Group Benelux. Nuon en het Zweedse Vattenfall maakten in februari 2009 bekend dat zij hun krachten bundelen om een toonaangevend Europees energiebedrijf te vormen. De combinatie geeft door gezamenlijke investeringsprogramma’s een impuls aan de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Gefaseerde overdracht aandelen Op 1 juli 2009 verwierf Vattenfall de eerste 49% van de aandelen en operationele zeggenschap over Nuon. De overige 51% worden de komende zes jaar verworven. De gefaseerde overdracht van aandelen onderstreept het gezamenlijke commitment van Nuons aandeelhouders en Vattenfall om de publieke belangen en de Nederlandse identiteit van Nuon te waarborgen. Er is een stichting opgezet om de door Nuon behartigde publieke belangen te bewaken en te waarborgen. De ondernemingsraad van Nuon heeft een positief advies afgegeven voor het partnership.
Ontwikkelingen
De gemeente heeft na de splitsing een verkoopovereenkomst gesloten met het Zweedse Vattenfall over de gefaseerde verkoop (2009 - 2015) van de gemeentelijke aandelen in Nuon Energy NV.
Bedragen * € 1.000
Dunea Vestigingsplaats
Leidschendam-Voorburg
Juridische Vorm
Naamloze Vennootschap
Programma
Algemene dekkingsmiddelen 1
Openbaar Belang
De productie en levering van goed en betrouwbaar drinkwater, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen;
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste Activa Vlottende Activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2009 471 16 159 328
31-12-2010 nnb nnb nnb nnb
Jaarverslag | 175
Bestuurlijk Belang
Aandeelhouder
Financieel Belang
Het belang DZH is op grond van afspraken uit het verleden aangepast naar rato van het inwoneraantal per 1 januari 2007 en is verlaagd van 10,12% (peildatum 01-01-2002) naar 9,75% (peildatum 01-01-2007). De nieuwe drinkwaterwet (2008) geeft ruimte voor het uitbetalen van een (beperkt) dividend aan de aandeelhouders. De aandeelhouders vinden echter dat het uitbetalen van dividend niet past bij een drinkwaterbedrijf en hebben daarom besloten om de blokkade op het uitkeren van dividend in stand te houden. Hierdoor kan de volledige winst worden gebruikt voor het aflossen van leningen. Dit leidt tot lagere rentekosten en dus tot lagere tarieven op termijn.
Risico
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Exploitiatieresultaat Beleidsrealisatie 2010
Duinwaterbedrijf Zuid-Holland is verantwoordelijk voor: – de productie en levering van goed en betrouwbaar drinkwater, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen; – een goed natuurbeheer in de duingebieden Solleveld, Meijendel en Berkheide; – de zuivering van afvalwater en de uitvoering van het rioolbeheer. De nadruk in het bedrijf ligt op de eerste twee taken: drinkwater en natuur.
Ontwikkelingen
De afvalwaterzuivering en het rioolbeheer bevinden zich nog in een pilotfase en behoren nog niet tot de dagelijkse activiteiten
Bedragen * € 1.000
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats
Den Haag
Juridische Vorm
Naamloze Vennootschap
Programma
Algemene dekkingsmiddelen 1
Openbaar Belang
Het behartigen van het publieke belang op het gebied van de financiering lokale overheid.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
Geen wijzigingen, belang is 0,6242%
Financieel Belang
Dividendopbrengst, de dividenduitkering over 2009 in 2010 bedroeg € 856.639.
Risico
De resultaten van deze deelneming fluctueren en daarmee ook de dividenduitkering.
Exploitatieresultaat
In 2009 bedroegen de baten € 411 miljoen en de lasten € 61 miljoen. Het exploitatieresultaat voor belastingen was € 350 miljoen, na belastingen € 278 miljoen.
Beleidsrealisatie 2010
De bank dient geen direct publiek belang maar richt zich breed op de financiering van overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De kernklantengroepen zijn: decentrale overheden, woningcorporaties en zorg- en onderwijsinstellingen.
Ontwikkelingen
Ondanks de turbulentie op de financiële markten is er geen aanleiding om pessimistisch te zijn over de winstverwachting in 2010.
31-12-2009 2.253 102.243
31-12-2010 nnb nnb
Bedragen * € 1.000
Nieuw Leyden Beheer B.V. Vestigingsplaats
Leiden
Juridische Vorm
Beherend Vennoot van de Commanditaire vennootschap Nieuw Leyden C.V.
Programma
6. Stedelijke Ontwikkeling.
Openbaar Belang
De stedelijke vernieuwing in Leiden Noord stimuleren via samenwerking met Stichting Portaal in de vorm van een commanditaire vennootschap (CV-BV-model). Vanwege het risico van dubbele overdrachtsbelasting is voor de CV/BV de status van wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) aangevraagd.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
In de raadsvergadering van 8 maart 2005 is bij raadsbesluit 05.0035 besloten om deel te nemen in Nieuw Leyden Beheer BV. De BV is beherend vennoot in Nieuw Leyden C.V. De gemeente Leiden neemt voor 50% deel in Nieuw Leyden Beheer BV.
Financieel Belang
50%
Risico
Het risicoprofiel van Nieuw Leyden CV is het afgelopen jaar verder verbeterd. Het paradoxale van de huidige malaise op de woningmarkt is dat de lange doorlooptijd van blok 5/6 wellicht gunstig uitpakt. Waarschijnlijk zijn de marktverhoudingen over een aantal jaren verbeterd en is Nieuw Leyden tegen die tijd een gevestigd woonmilieu met de nieuwe Willem de Zwijgerlaan en de begroeide overkluizing. Er is derhalve geen noodzaak om de geraamde opbrengsten op middellange termijn (2018) in de grondexploitatie 2011 te herzien. Het risico aan de kostenkant was al niet groot en is verder afgenomen.
176 | Jaarverslag
31-12-2009 18 647
31-12-2010 18 569
Exploitatieresultaat
nihil
Beleidsrealisatie 2010
In 2009 zijn opgeleverd 137 woningen. In 2010 zijn 32 woningen worden opgeleverd.
Ontwikkelingen
Naar verwachting zullen er in 2011 de laatste 32 grondgebonden kavels worden uitgegeven en kan begonnen worden met de uitgifte van de experimentele kavels 43 en 44 (16). Aansluitend op de in 2010 gerealiseerde woningen worden in 2011 de fases 2 en 3 van het woonrijp maken uitgevoerd. Na de zomer van 2011 wordt begonnen met de bouw van de appartementen in de blokken 1 & 2 langs de Willem de Zwijgerlaan. Dit zal een belangrijk gegeven zijn voor Portaal om te kijken of de start van blok 3 & 4 een haalbare kaart is. In de loop van 2011 moet ook duidelijkheid komen over de projectorganisatie van de Nieuw Leyden C.V. Ook met de bouw van 42 sociale huurappartementen in blok 7 zal worden gestart in 2011. Blok 5 en 6 kan pas worden gerealiseerd als de KPN medio 2018 dat pand verlaat en dan kunnen deze laatste blokken optimistisch gezien pas medio 2020 gereed zijn.
Bedragen * € 1.000
Leiden naar Nieuw Leyden B.V. Vestigingsplaats
Leiden
Juridsche Vorm
Wijkontwikkelingsmaatschappij
Programma
6. Stedelijke Ontwikkeling
Openbaar Belang
De stedelijke vernieuwing in Leiden Noord stimuleren via samenwerking met Stichting Portaal in de vorm van een commanditaire vennootschap (CV-BV-model). Vanwege het risico van dubbele overdrachtsbelasting is voor de CV/BV de status van wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) aangevraagd.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
In de raadsvergadering van 8 maart 2005 is bij raadsbesluit 05.0035 besloten om deel te nemen in Leiden naar Nieuw Leyden BV. Deze B.V. is één van de twee commanditaire of stille vennoten. De andere is Portaal Nieuw Leyden B.V. Nieuw Leyden Beheer B.V. is de beherend vennoot. Deze drie partijen vormen gezamenlijk de commanditaire vennootschap Nieuw Leyden C.V. Gemeente Leiden is 100% aandeelhouder van Leiden naar Nieuw Leyden B.V.
Financieel Belang
100%
Risico
geen
Exploitatieresultaat
De jaarrekening 2010 is op het moment van gegevensverzameling nog niet beschikbaar. Daarom kunnen de balansgegevens per ultimo 2010 nog niet worden ingevuld.
Beleidsrealisatie 2010
Toezicht gehouden op de CV/BV
Ontwikkelingen
geen
Toelichting
geen
31-12-2009 15 228
31-12-2010 nnb nnb
Bedragen * € 1.000
Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats
Hoevelaken
Juridische Vorm
Stichting
Programma Openbaar Belang
Het stimuleren van kwaliteitsverbetering in de volkshuisvesting door het verstrekken van laagrentende leningen via het SVN aan door de gemeente Leiden aangewezen instellingen.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans ( x € 1 miljoen) Vaste activa Vlottende activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
In de raadsvergadering van 23 mei 2000 is bij raadsbesluit 00.0052 besloten om deel te nemen aan de Stimuleringsregeling Volkhuisvesting Nederlandse Gemeenten. De deelname is mede ingegeven doordat in het kader van de verkoop van het Bouwfonds is afgesproken dat ABN/AMRO een renteloze lening aan het SVN zou verstrekken van maximaal € 159 mln. Bij storting door de gemeente wordt het bedrag verdubbeld in de vorm van aanwijzingsrechten op Bouwfonds stimuleringsleningen. Leiden beslist zelf aan wie de leningen via het SVN worden verstrekt. In het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid is besloten om de deelname aan dit fonds af te bouwen.
Financieel Belang
Deelnemer met zeer beperkt risico.
Risico
Het beleid is gericht op een voortdurende zorgvuldige bewaking en beheersing van risico’s die de activiteiten van SVN met zich meebrengen. de risico’s zoveel mogelijk te beheersen.
Exploitatieresultaat
Het resultaat 2009 bedroeg € 3.264 voordelig (2007 € 1.896 voordelig;2008:€ 4.209 voordelig). Het jaarverslag 2010 is nog niet beschikbaar.
Beleidsrealisatie 2010
31-12-2008 387.639 141.023 27.870 500.792
31-12-2009 402.271 166.426 30.799 537.898
Jaarverslag | 177
Ontwikkelingen
In de gemeenteraadsvergadering van 10 juli 2007 is besloten, in het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid, de deelname aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te beëindigen (RV 07.0081).
Bedragen * € 1.000
Stichting Pieterskerk Leiden Vestigingsplaats
Leiden
Juridische Vorm
Stichting
Programma Openbaar belang
Bij raadsbesluit 03.0073, 04.0054 en 05.0069 is besloten de stichting via een garantstelling te ondersteunen bij de restauratieopgave teneinde de Pieterskerk als cultureel-historisch monument in stand te houden.
Eigen en Vreemd Vermogen
Balans Vaste activa Vlottende activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bestuurlijk Belang
De gemeente staat garant voor een lening van maximaal € 5.523.000,-
Financieel Belang
In 2008 heeft de gemeenteraad (RV 08.0085) ingestemd met een structurele verbetering van de financiële positie van de Stichting door het verstrekken van een subsidie: voor 2008 van € 175.000,- ; voor 2009 van € 248.000,- en van af 2010 van jaarlijks maximaal € 339.000,-. Bij een positief exploitatieresultaat wordt de subisidie verlaagd tot minimaal € 200.000,-.
31-12-2008 5.050 274 6 5.509
31-12-2009 6.037 490 114 6.669
Risico Exploitatieresultaat
Het exploitiatieresultaat 2009 was € 107.985
Beleidsrealisatie 2010 Ontwikkelingen
Op 10 maart 2011 heeft de gemeenteraad onder voorwaarden ingestemd met de verkoop van de proveniershuisjes (RV11.0001). Met de opbrengst kan de Pieterskerk de restproblematiek van de restauraitie oplossen en de negatieve exploitatietekorten in verband met de economische recessie dekken.
Bedragen * € 1.000
Beheer Openbare Ruimte Vestigingsplaats
Leiden
Juridische Vorm
Overheids NV
Programma Openbaar belang
NV Beheer Openbare Ruimte is per 1 januari 2010 met de vaststelling van de statuten opgericht (BW09.0821).
Financieel belang
20% van het maatschappelijk kapitaal van € 500.00,- zijnde € 100.000,- tw worden geplaatst en volgestort. De gemeenten Oegstgeest en Zoeterwoude hebben een aandeel ter grootte van 15 %resp. 6%. Aandeel gemeente Leiden is 79%.
Ontwikkelingen Bedragen * € 1.000
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Vestigingsplaats
Leiden
Juridische Vorm
gemeenschappelijk regeling
Programma
1 Bestuur en Dienstverlening
Openbaar belang
Samenwerking tussen gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het Hoogheemraadschap van Rijnland op het gebied van heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, alsmede op gebied van de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Per 1 januari 2011 worden de taken gezamenlijk uitgevoerd. De constituerende vergadering van het algemeen bestuur heeft op vrijdag 24 juli 2009 plaatsgevonden.
Eigen en Vreemd vermogen
Geen eigen vermogen ingebracht. Geen vreemd vermogen in BSGR.
Bestuurlijk Belang
Het Algemeen Bestuur bestaat uit leden van het Hoogheemraadschap (2 leden met elk 36 satemmen), leden van gemeenten Gouda en Leiden (met elk 22 stemmen) en leden van de overige gemeenten (met elk 11 stemmen).
Financieel Belang
De bijdrage van de gemeente Leiden bedraagt over 2011 € 2.738.000, conform begroting op de betreffende beleidsproducten.
178 | Jaarverslag
Risico
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijden over voldoende middelen beschikt om aan de verplichtingen te voldoen.
Exploitatieresulataat
Nog niet van toepassing, start organisatie per 1 januari 2011.
Beleidsrealisatie 2010
De ontwerpbegroting 2011 is, met positief advies van de raad (RV 10.0068) op 29 juni 2010 vastgesteld.
Ontwikkelingen
De Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland is per 1 januari 2011 van start gegaan.
Bedragen * € 1.000
Servicepunt71 Vestigingsplaats
Leiden
Juridische Vorm
Gemeenschappelijk regeling
Programma
Bestuur en dienstverlening
Openbaar belang
Samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering tussen de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. De bedrijfsvoering betreft de dienstverlening op de gebieden financiën, human resource management, inkoop, informatie en communicatietechnologie, juridische zaken en, voor Leiden en Leiderdorp, facilitaire zaken.
Eigen en Vreemd Vermogen
Nvt
Bestuurlijk belang
De gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 is op 1 januari 2011 formeel in werking getreden. De gemeente Leiden is in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd met 1 wethouder. Deze wethouder heeft tevens zitting in het Dagelijks Bestuur.
Financieel belang
Nvt
Risico
Een eventueel nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling wordt volledig gedekt door de bijdragen van de deelnemende gemeenten op basis van de in het bedrijfsplan opgenomen verdeelsleutel.
Exploitatieresultaat
Nvt
Beleidsrealisatie 2010
Nvt
Ontwikkelingen
Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de inrichting van de organisatie. Volgens planning gaan in de tweede helft van 2011 de eerste bedrijfsvoeringonderdelen van de gemeenten over naar het Servicepunt71.
Bedragen * € 1.000
3.3.6 Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt aangegeven hoe kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom worden beheerd. Dit betreft o.a. openbaar groen, wegen, riolering, gebouwen,bruggen en walmuren. In de Financiële Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, die de Raad op 7 oktober 2003 bij raadsbesluitnummer 03.0101 heeft vastgesteld, staat in artikel 19 dat periodiek, maar tenminste eens in de acht jaar, een (geactualiseerde) nota Beleidskader onderhoud kapitaalgoederen door het college aan de raad ter vaststelling wordt aangeboden. Deze nota behandelt: ■ de indeling, de opzet en het onderhouden van de beheerplannen kapitaalgoederen; ■ systematiek beoordeling van de werkelijke en gewenste onderhoudsniveau’s; ■ systematiek vertaling en beheer financiële consequenties in begroting en meerjarenbeeld. De commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) heeft een “Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen” in mei 2007 geschreven, waarin stellige uitspraken zijn geformuleerd. In deze notitie staat onder andere het volgende beschreven: “Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Dit beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd.” De hierboven genoemde notitie is voorgeschreven met ingang van het jaar 2008. Dit houdt in dat de beheerplannen / meerjarige onderhoudsplannen aanwezig dienen te zijn. Het ontbreken van onderhoudsplannen heeft als gevolg dat de voorziening onrechtmatig is en dient te vervallen. Wet- en regelgeving rondom de voorzieningen is opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Daarin is bepaald voor welke zaken voorzieningen gevormd moeten (en mogen) worden. Voor specifiek de onderhoudsvoorzieningen zijn door de commissie BBV nadere richtlijnen uitgevaardigd. Hierin is bepaald hoe de hoogte van een onderhoudsvoorziening bepaald wordt (door middel van meerjarenonderhoudsplannen). Als deze berekening gemaakt is, dan dient de voorziening ook op deze hoogte
Jaarverslag | 179
gebracht te worden. Op grond van verslaggevingsprincipes in de wetgeving moeten voorzieningen juist en volledig zijn. Juist wil zeggen, niet onnodig hoog (potjes); volledig wil zeggen, hoog genoeg (geen tekorten verbergen/doorschuiven naar andere jaren). Breng je de voorzieningen niet op de benodigde hoogte, dan is er sprake van zowel getrouwheidsfouten (de jaarrekening geeft geen goed beeld) als rechtmatigheidsfouten (BBV wordt niet nageleefd). Beide zaken tellen mee voor de accountant in de oordeelsvorming voor de accountantsverklaring. Als gevolg van wetgeving bieden voorzieningen dus feitelijk geen beleidsruimte. Dit overigens in tegenstelling tot de reserves, waar wel beleidskeuzes over gemaakt kunnen worden. De hoogte van reserves is niet gebonden aan verslaggevingregels. De nota Beleidskader Onderhoud Kapitaalgoederen van januari 2010 ( RV 10.0037 ), geeft een vernieuwde opzet aan over de omgang met het beleidskader. In hoofdstuk 3.3 van deze nota beleidskader wordt een ideaalscenario gegeven waarin aanbevolen wordt om op basis van een periodieke technische beoordeling c.q. schouw, per type kapitaalgoed uit twee of meer scenario's, door de raad het door haar gewenste onderhoudsniveau vast te laten stellen. De organisatie zal op basis daarvan de beheerplannen met financiële consequenties in een meerjarenraming opstellen. Dit houdt in dat alle kapitaalgoederen geïnventariseerd moeten worden en de benodigde onderhoudswerken in scenario's moet worden beschreven. Binnen dit onderhoud wordt dan duidelijk of de onderhoudsbudgetten toereikend of onvoldoende zijn. Een helder en volledig overzicht is van belang voor een goed inzicht in de financiële positie. In bijlage 1 van deze nota Beleidskader wordt een tijdspad aangegeven waarbij de beleidskaders eind 2010 zijn opgesteld en de beheerplannen / meerjarige onderhoudsplannen eind 2011 / begin 2012 zijn voltooid. In een aantal beheerplannen / meerjarige onderhoudsplannen wordt al op basis van de financiële doorberekening van de bestaande plannen vastgesteld dat er onvoldoende budget aanwezig is en aanvulling noodzakelijk is. Hiermee wordt dan bereikt dat het groot onderhoud voor de middellange termijn financieel wordt veilig gesteld. Hieronder treft u een tabel met uitsplitsing van de soort kapitaalgoederen aan, met de vermelding of er een actueel beheerplan en een voorziening aanwezig is. Een toelichting per beheerplan wordt gegeven. Tabel Onderhoud kapitaalgoederen Progr.
Beleids-product
Soort Kapitaalgoed
Actualisatie
Beheerplan
Saldo Voorziening 31-12-2010
Storting in voorziening onderhoud
1
913.02
Beheer en onderhoud vastgoed
2010-2012
ja
5.143
272
2
120.01
Brandweer gebouwen
2012
ja
735
261
2
120.01
Brandweer voertuigen
n.v.t.
ja
n.v.t.
0
4
214.02
Parkeergarage Haarlemmerstraat
2010
ja
n.v.t.
0
4
210.01
Verkeersregel installaties
2010
ja
n.v.t.
0
5
560.05
Bomen
2014
ja
1.268
229
5
722.03/722.06
Riolen
2010
ja
2.581
1.088
5
210.09
Wegen herbestrating
2011
ja
1.700
1.150
5
210.05
Bruggen
2012
nee
0
0
5
221.02
Baggeren
2011
nee
0
0
5
541.05
Walmuren en beschoeiingen
2012
ja
1.504
110
5
210.02
Openbare verlichting
2011
nee
n.v.t.
0
5
560.05
Groen
2012
nee
0
0
5
960.05
Gebouwen en objecten (Stedelijk beheer)
2010
nee
0
0
180 | Jaarverslag
Progr.
Beleids-product
Soort Kapitaalgoed
Actualisatie
Beheerplan
Saldo Voorziening 31-12-2010
Storting in voorziening onderhoud
7
913.02
Beheer en onderhoud monumenten, accommodaties
2010-2012
ja
5.503
1.153
7
440.02
Da Vinci college
n.v.t.
n.v.t.
0
0
7
421.01 t/m 443.01
Onderwijs huisvesting
jaarlijks
ja
0
1.037
8
540.01
Leidse Schouwburg
2010-2012
ja
113
0
8
540.01
Molen De Valk
2010-2012
ja
33
0
8
541.02
Museum de Lakenhal
2010
ja
233
0
8
531.01
Sportaccommodaties2011
nee
0
0
10
611.05
DZB gebouwen
2011
ja
580
109
10
960.03
Pand Langebrug 60
n.v.t.
nee
n.v.t.
0
Bedragen * € 1.000
Toelichting diverse beheerplannen per programma. Programma 1 Bestuur en dienstverlening (Algemene Middelen) Naam beheerplan
Onderhoud gebouwen (2003-2043)
Jaar van raadsvaststelling
2003
Naam voorziening
Voorziening groot onderhoud gebouwen
Actualisatie voorzien in
2010-2012
Te onderhouden kapitaalgoederen
Monumenten, publieke panden en verhuurde panden
Doel
Het technisch en functioneel in stand houden van monumenten, verhuurde panden en publieke panden
Beleidskader
Met het onderhoud wordt bedoeld het groot onderhoud aan de gebouwen in beheer van het Team Beheer en Onderhoud Vastgoed (BOV).
Financiële consequenties beleidsdoel
In 2003 is op basis van de zgn. Brinkrapportage een nieuwe onderhoudsplanning voor het onderhoud van gebouwen 2003-2043 opgesteld. Deze onderhoudsplanning is in het jaar 2008 geactualiseerd, d.m.v. een start met het opnieuw opstellen van het Meerjarig Onderhoudsplan (MOP) 2008-2017.
Bestedingen 2010
In het jaar 2010 is er een bedrag van € 272.710 gestort in de voorziening. Aan de voorziening is een bedrag van € 160.741 vanwege groot onderhoud panden onttrokken. Het eindsaldo van de voorziening is momenteel € 5.143.805
Stand van zaken planuitvoering
De onderhoudsactiviteiten worden conform planning uitgevoerd. In het kader van de huidige takenen efficiencyronde wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van de verkoop van gemeentelijke gebouwen. Gemeentebreed komen ongeveer 60 objecten in beeld voor verkoop of mogelijke belegging. Afgesproken is dat de onderhoudsbudgetten van de af te stoten budgetten wel beschikbaar blijven voor onderhoud van de resterende panden, waarmee het budget voor het onderhoud dus verruimd wordt.
Uitvoering van het programma in 2010
De actualisatie van de beheerplannen van het onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen is een meerjarig traject die nog niet is afgerond.
Programma 2 Veiligheid Naam beheerplan
Onderhoud kazernes
Jaar van raadsvaststelling
1982
Naam voorziening
Voorziening onderhoud kazernes
Actualisatie voorzien in
2012
Te onderhouden kapitaalgoederen
Gebouwen inclusief technische voorzieningen en inrichting.
Doel
Het duurzaam beheren en in stand houden van de kazernes inclusief de technische installaties, door middel van een jaarlijkse storting in de voorziening. Hierdoor worden de lasten voor groot onderhoud gelijkmatig over de jaren gespreid.
Jaarverslag | 181
Beleidskader
Uitgangspunt van het beleid is dat de onderhouds- en renovatie werkzaamheden aan de gebouwen uitgevoerd worden zoals opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan (MOP). Echter voor de kazerne Gooimeerlaan is het beleid erop gericht om alleen hoogst noodzakelijke uitgaven te doen, zonder dat er achterstallig onderhoud ontstaat. De reden hiervoor is dat men onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor herhuisvesting van deze brandweerkazerne.
Financiële consequenties beleidsdoel
Het onderhoudsplan, dat is geactualiseerd in 2007, geeft aan dat voor de twee kazernes tezamen een jaarlijkse storting in de voorziening nodig is van € 134.000. In de begroting is voor de storting een bedrag opgenomen van ca € 81.400. In 2010 heeft een extra storting plaatsgevonden van € 180.000 opdat de komende tien jaar de voorziening overeenkomstig het beheerplan op het gewenste niveau is. Deze storting heeft plaatsgevonden op basis van de ontvlechting van de gemeentelijke brandweer. De twee kazernes worden begin 2011 overgedragen aan het Team Beheer en Onderhoud Vastgoed, die het beheer van de kazernes dan overneemt.
Bestedingen 2010
In 2010 is aan de kazerne Gooimeerlaan € 25.000 uitgegeven aan inbraakwerende voorzieningen en toegangscontrole. Tevens nog € 16.000 aan schilderwerk. Aan de kazerne Rooseveltstraat is de riolering vervangen voor een totaal bedrag van € 95.000.
Stand van zaken planuitvoering
De voor 2010 geplande werkzaamheden aan de Gooimeerlaan van vervanging buitenkozijnen en gevelbeplating zijn uitgesteld. Alleen het buitenschilderwerk is uitgevoerd. Voor de kazerne Rooseveltstraat geldt dat de werkzaamheden om de riolering te vervangen extra zijn uitgevoerd vanwege de slechte staat hiervan.
Uitvoering van het programma in 2010
Onderhoud aan de kazernes Gooimeerlaan en Rooseveltstraat. Deze voorziening wordt in 2011 meegenomen in de vaststelling van één voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen.
Naam beheerplan
Onderhoud en vervanging van voertuigen
Jaar van raadsvaststelling
1982
Naam voorziening
N.v.t.
Actualisatie voorzien in
n.v.t.
Te onderhouden kapitaalgoederen
Materieel en voertuigenpark. Het betreft hier in hoofdzaak het materieel van de uitrukdienst, zoals o.a. voertuigen (inclusief bepakking), adembescherming, duikapparatuur en verbindingsmiddelen.
Doel
Het duurzaam beheren, in stand houden en inzetten van het materieel en van het voertuigenpark.
Beleidskader
Het beleidskader ligt met name verankerd in de wettelijke verplichtingen.
Financiële consequenties beleidsdoel
Afhankelijk van de uitkomsten van het onderhoudsplan en de te plegen vervangingsinvesteringen, rekening houdend met strengere regelgeving met o.a. verplichte keuringen door gecertificeerde instituten.
Bestedingen 2010
In 2010 is een hulpverleningsvoertuig en een persluchtvoertuig vervangen voor € 53.000 resp. € 34.000.
Stand van zaken planuitvoering
Een nieuw onderhoudsplan voor materieel en voertuigenpark is in ontwikkeling, in verband met de regionalisering van de brandweer en de daarbij gepaard gaande strategische keuzes. Alle voertuigen en materieel zijn per 31 december 2010 tegen boekwaarde overgedragen aan de Regionale brandweer Hollands Midden.
Uitvoering van het programma in 2010
Overeenkomstig de reguliere vervanging van voertuigen.
Programma 4 Bereikbaarheid Naam beheerplan
Meerjarenonderhoudsplanning parkeergarage
Jaar van raadsvaststelling
Naam voorziening
Reserve parkeren
Actualisatie voorzien in
2011
Te onderhouden kapitaalgoederen
Parkeergarage Haarlemmerstraat
Doel
Het onderhouden van de ‘Haarlemmerstraat’ parkeergarage, met als doel het waarborgen van parkeergelegenheid voor bezoekers van de binnenstad, mede ter compensatie van het verdwijnen van parkeerplaatsen op straat.
Beleidskader
Een doelstelling in het programma Bereikbaarheid is het optimaal benutten van bestaande en nieuwe parkeervoorzieningen. De parkeergarage Haarlemmerstraat is een bestaande voorziening. De garage dient zodanig onderhouden te worden dat geen achteruitgang optreedt van de technische staat van de garage.
Financiële consequenties beleidsdoel
Jaarlijks worden de kosten uit het onderhouds- en kapitaallasten budget betaald. (€ 415.000) Eventuele overschotten of tekorten worden met het parkeerfonds verrekend.
Bestedingen 2010 Stand van zaken planuitvoering
182 | Jaarverslag
Het planmatig onderhoud ligt op schema. In 2011 zal de onderhoudsplanning worden geactualiseerd. Kosten van onderhoud zijn voorzien binnen de parkeerexploitatie.
Uitvoering van het programma in 2010
In samenwerking met de vereniging van eigenaren is de gevelreiniging in 2010 voltooid. Tevens zijn er schilderwerkzaamheden aan de betonelementen aan de buitenzijde uitgevoerd. Er is een begin gemaakt met groot onderhoud aan de technische voorzieningen zoals de slagboominstallatie en de automatische roldeuren. Inpandig zijn diverse betonherstelwerkzaamheden uitgevoerd en is onderhoud uitgevoerd aan de deuren en kozijnen in het trappenhuis.
Naam beheerplan
Onderhoud verkeersregelinstallaties in ontwikkeling
Jaar van raadsvaststelling
Naam voorziening
Niet van toepassing
Actualisatie voorziening in
Te onderhouden kapitaalgoederen
Verkeersregelinstallaties
Doel
Het hebben van een kwalitatief en kwantitatief adequaat niveau van verkeersregelinstallaties. Dit wordt bereikt door het beheren, onderhouden, aanpassen vervangen en eventueel verwijderen van verkeersregelinstallaties.
Beleidskader
Dagelijks beheer, onderhoud en aanpassing van verkeersregelinstallaties in Leiden. Onderhoud en aanpassing zijn deels in eigen beheer en deels uitbesteed.
Financiële consequenties beleidsdoel
Jaarlijks is een bedrag benodigd om de noodzakelijke werkzaamheden aan verkeersregelinstallaties te kunnen uitvoeren.
Bestedingen 2010
Voor Verkeerslichten verbetering 610066 zijn te weinig verbeteringen uitgevoerd dan zou moeten. Capaciteitsgebrek en de grote invloed van projecten hebben geleid tot verminderde uitgaven. De vacature voor de functie verkeersregeltechnisch ontwerper heeft 14 maanden opengestaan waardoor het eerste functiejaar een jaar is geweest met opschonen van veel achterstallig werk. Ook is daarom voorzichtigheid in acht genomen wat betreft bestedingen. Bij Verkeerslichten exploitatie 610065 waren de bestedingen voornamelijk het regulaire onderhoud aan de verkeersregelinstallaties.
Stand van zaken planuitvoering
Momenteel zijn er veel verkeersregelinstallaties afgeschreven en aan vervanging toe. De verkeersregelinstallatie op het kruispunt Ommedijkseweg met de Haagse Schouwweg wordt maart 2011 verwijderd en vervangen door een rotonde. De verkeersregelautomaat in de Breestraat zal vervangen worden. De complete verkeersregelinstalltie op de Haagweg – Da Costastraat zal in 2011 vervangen worden. In samenwerking met de gemeente Oegstgeest zal het kruispunt Rijnsburgerweg – Warmonderweg met de verkeersregelinstallatie aangepast en vervangen worden. Op de W. van de Madeweg vindt onderzoek plaats om een nieuwe verkeersregelinstallatie te plaatsen ter hoogte van De Heyderweg. Het onderhoudscontract voor de buiteninstallatie van de verkeersregelinstallaties wordt in 2011aanbesteedt.
Uitvoering van het programma 2010
De verkeersregelautomaat op het kruispunt Kanaalweg met de spoorwegovergang is vervangen. Aan weerzijde van de Schipholtunnel zijn de verkeersregelinstallaties vervangen. Het betreft het kruispunt Schipholweg met de Plesmanlaan en Schipholweg met de Parmentierweg. Bedienpost voor de verkeerscentrale is vervangen. In de verkeersregelautomaat op het kruispunt Stationsplein – Schuttersveld is KAR geïmplementeerd t.b.v. het openbaar vervoer.
Programma 5 Omgevingskwaliteit Naam beheerplan
Onderhoudsplannen gebouwen 2003-2010
Vastgesteld door B&W in:
1999 (99.0434)
Naam voorziening
Voorziening onderhoud gebouwen.
Actualisatie voorzien in
2010-2012
Te onderhouden kapitaalgoederen
Bedrijfsgebouwen en terreinen, inclusief technische voorzieningen(afdeling Stedelijk Beheer).
Doel
Het technisch en functioneel instandhouden van de bedrijfsgebouwen en terreinen.
Beleidskader
Met het onderhoudsplan wordt bedoeld het reguliere onderhoud (binnen en buiten) aan de gebouwen en terreinen van de afdeling Stedelijk Beheer. Het ambitieniveau is sober. Wat nodig is om achteruitgang van de technische staat van de gebouwen te voorkomen wordt gedaan. Speerpunt van het jaarlijks onderhoud is het onderhoud dat nodig is om te voldoen aan alle veiligheids- en milieueisen, die vanuit de diverse wettelijke kaders worden gesteld.
Financiële consequenties beleidsdoel
Met regelmaat wordt het gehele bestand gebouwen en terreinen onderzocht op benodigd onderhoud. Deze zgn. Brinkrapportage vormt de basis voor het onderhoudsplan van de gebouwen en terreinen. In 2004 zijn alle gebouwen en terreinen geschouwd, en op basis daarvan is in 2005 een geactualiseerd onderhoudsplan opgesteld, maar nu met een planperiode van 40 jaar in plaats van de 10 jaar van het oorspronkelijke plan. Jaarlijks worden de onderhoudskosten uit het onderhoudsbudget van € 465.000 betaald. Eventuele overschotten of tekorten worden met de gemeentebrede voorziening onderhoud gebouwen verrekend.
Bestedingen 2010
N.v.t. de voorziening is nihil.
Jaarverslag | 183
Stand van zaken planuitvoering
Door de toename van veiligheid- en milieueisen is het regulier onderhoud steeds meer onder druk komen te staan. Het gaat hierbij om zowel toegenomen onderhoudskosten als om de toename van inzet van personeel, om aan alle vereisten te voldoen. Vanwege de reorganisatie en herhuisvesting is de aandacht de laatste jaren vooral uitgegaan naar de gebouwen en terreinen, die aan het gewijzigde gebruik moesten worden aangepast. Bij gebouwen, die afgestoten gaan worden, wordt alleen dat onderhoud verricht dat noodzakelijk is om het gebouw in goede staat te houden. Het doen van investeringen in deze gebouwen wordt zoveel mogelijk vermeden.
Uitvoering van het programma 2010
De actualisatie van de beheerplannen van het onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen is een meerjarig traject die nog niet is afgerond.
Naam beheerplan
Beleidsplan Openbare Verlichting
Jaar van raadsvaststelling
2004
Naam voorziening
Nvt
Actualisatie voorziening in
Te onderhouden kapitaalgoederen
Openbare verlichting.
Doel
Het hebben van een kwalitatief en kwantitatief adequaat niveau van openbare verlichting. Dit wordt bereikt door het beheren, onderhouden en aanpassen van de openbare verlichting.
Beleidskader
Dagelijks beheer, onderhoud en aanpassing van de openbare verlichting in Leiden. Het feitelijke onderhoud wordt uitgevoerd door derden (Ziut).
Financiële consequenties beleidsdoel
Jaarlijks is een bedrag nodig om de noodzakelijke werkzaamheden aan openbare verlichting te kunnen uitvoeren. Het beschikbare budget in 2010 bedroeg € 2.101.000 (waarvan € 1.030.000 kapitaallasten)
Bestedingen 2010
De uitgaven in 2010 bedroegen € 1.865.000
Stand van zaken planuitvoering
Conform vastgesteld beleidsplan.
Uitvoering van het programma in 2010
Uitvoering heeft plaatsgevonden van reguliere werkzaamheden
Naam beheerplan
Meerjarenonderhoudsprogramma Jaar van raadsvaststelling wegen 2006-2009
2005 (05.0146)
Naam voorziening
Voorziening herbestrating 04041
2010
Te onderhouden kapitaalgoederen
Wegen
Doel
Onderhoud van wegen
Beleidskader
Op basis van de 2004 vastgestelde nota Wikken over Wegen (Raadsbesluit 04.0011; BW 04.0061) is een nieuw Beheerplan Wegen 2010-2014 vastgesteld (BW10.1025)
Financiële consequenties beleidsdoel
Jaarlijks worden de onderhoudskosten uit het onderhoudsbudget betaald. (€ 3.153.000 incl.overhead)
Bestedingen 2010
In 2010 bedroegen de uitgaven € 2.003.000 (incl. overhead)
Stand van zaken planuitvoering
In 2010 is op basis van dit plan voornamelijk onderhoud verricht aan klinkerbestrating
Uitvoering van het programma in 2010
In 2010 heeft er een aanbesteding plaatsgevonden voor het asfalt. Door de snelle inval van de winter zijn er slechts een beperkt aantal onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd op het asfalt. De voorbereiding is doorgegaan en in 2011 zal het werk worden uitgevoerd.
Naam beheerplan
Bruggenbeheerprogramma
Vastgesteld door B&W in:
1999 (99.0434)
Naam voorziening
N.v.t.: vanwege het ontbreken van een actueel beheerplan is overeenkomstig richtlijnen BBV geen voorziening mogelijk. Eind 2010 is er een meerjarenonderhoudsplan opgeleverd. De consequenties van dit MOP wordt in het eerste kwartaal 2011 gekoppeld aan beschikbare budgetten en uitgewerkt naar opdrachten.
Actualisatie voorzien in
2010
Te onderhouden kapitaalgoederen
Bruggen, viaducten en tunnels
Doel
Het duurzaam in stand houden en onderhouden van bruggen, viaducten en tunnels.
184 | Jaarverslag
Actualisatie voorzien in
Beleidskader
Het dagelijks onderhoud van de ca. 400 bruggen en 30 viaducten en tunnels gebeurt aan de hand van het vastgestelde bruggen beheerprogramma. De input voor het beheerprogramma wordt verkregen aan de hand van inspecties (bouwkundig, mechanisch en elektrisch). Het preventieve onderhoud van de objecten vindt plaats op basis van het beheersysteem (bv. van tevoren bepaalde frequenties inzake schilderwerk). Correctief onderhoud wordt uitgevoerd nadat een storing of schade is opgetreden. De eerste lijn beheer- en onderhoudswerkzaamheden worden voornamelijk door de afdeling zelf gedaan. Het renoveren c.q. vervangen van grote onderdelen wordt uitbesteed evenals de schilderwerkzaamheden aan bruggen.
Financiële consequenties beleidsdoel
In het verleden zijn bezuinigingen op het schoonmaken van bruggen, viaducten en tunnels doorgevoerd. Bij de actualisatie van het beheerplan zijn de financiële consequenties opnieuw worden bezien.
Bestedingen 2010
Zie uitvoering programma
Stand van zaken planuitvoering
In 2011 zal op basis van het MOP kunstwerken een aanbesteding en uitvoering worden gegeven aan groot onderhoud.
Uitvoering van het programma in 2010
In 2010 zijn alle kunstwerken geïnspecteerd en is een nieuw MOP kunstwerken gemaakt. Daarnaast is in 2010 uitgesteld onderhoud uit 2009 (en deels uit 2008) uitgevoerd op basis van het oude onderhoudsplan. Met ingang van het jaar 2011 fungeert het nieuwe MOP kunstwerken als basis. In 2011 wordt tevens het onderhoud over 2010 uitgevoerd waarbij volgens het nieuwe MOP de kosten op ca. € 1.250.000,--. De gemiddelde kostenraming in het nieuwe MOP is voor de eerste vijf jaar op jaarbasis ca. € 810.000,--.
Naam beheerplan
Baggerbeheerplan 2000-2004
Jaar van raadsvaststelling
2000 (RV000042)
Naam voorziening
N.v.t.: vanwege het ontbreken van een actueel beheerplan is overeenkomstig richtlijnen BBV geen voorziening mogelijk.
Actualisatie voorzien in
2010
Te onderhouden kapitaalgoederen
Sloten en watergangen
Doel
Het op (legger) diepte brengen/houden van de stadswateren.
Beleidskader
Het uitvoeren van baggerwerkzaamheden inzake de watergangen waarvan de gemeente Leiden (kwantiteits)beheerder is, overeenkomstig de planning opgenomen in het Baggerbeheerprogramma (RV00.0042) en de bijstelling behorende bij de subsidie aanvraag baggeren (SUBBIED).
Financiële consequenties beleidsdoel
De kosten van het baggeren zijn toegenomen doordat meer bagger moet worden afgevoerd, i.p.v. op de kant gezet. Consequentie hiervan is dat het aantal m3 te verwijderen bagger conform de planning niet zal worden gehaald. Vanwege eerdere bezuinigingen is al 800 m3 minder baggeren mogelijk (+/- 15% van het totaal).
Bestedingen 2010
De uitgaven in 2010 bedroegen € 237.000 (budget € 444.000)
Stand van zaken planuitvoering
Project Subbied is afgerond. Totale omzet baggeren ca € 13 miljoen, waarvan € 12 miljoen in opdracht van Rijnland en € 1 miljoen in opdracht van de gemeente Leiden. Subsidie aanvraag (eindafrekening) is voor 1 maart 2011 aangeboden.
Uitvoering van het programma in 2010
Subbied-werkzaamheden: In 2010 zijn de laatste werkzaamheden uitgevoerd in het kader van der SUBBIED-regeling waarin Rijnland en de gemeente samenwerken. De definitieve gegevens ten behoeve van de vaststellingsaanvraag SUBBIED is voor 1 maart 2011 ingediend bij Senter Novem. Overdracht beheertaken naar Rijnland: Formeel hadden de taken in 2009 en 2010 al door Rijnland ingevuld moeten worden. Dat heeft niet plaats gevonden. Zowel exploitatie (regulier onderhoud) als groot onderhoud (w.o. baggeren) zijn door de gemeente in overleg met Rijnland uitgevoerd. Voor de exploitatie is er een bestuurlijke claim ingediend van € 250.000,-- per jaar. Voor het plan 2009-2010 zijn de volgende projecten uitgevoerd: Endegeesterwetering, Groenemaredijk, Poelwetering, Bleekerspark, polderpark Cronestein en Stadsmolensloot (zuidelijk deel). In 2010 zijn tevens baggerprojecten voorbereid (plan 2010-2011) die een directe relatie hadden met klachten of projecten binnen de gemeente Leiden (w.o. Ons Buiten)
Naam beheerplan
Walmurenbeheerprogramma
Vastgesteld door B&W in:
1999 (99.0434)
Naam voorziening
Voorziening walmuren- en beschoeiingen 04042
Actualisatie voorzien in
2013
Te onderhouden kapitaalgoederen
Walmuren en beschoeiingen.
Doel
Het duurzaam in goede staat van onderhoud houden van walmuren en beschoeiingen. Dit onderhoud vindt planmatig plaats aan de hand van inspecties.
Beleidskader
Onderhouden van de walmuren, d.m.v. reinigen, herstellen voegwerk en rollagen; verticale en horizontale beschoeiingen d.m.v. vervanging conform beheerprogramma zoals besloten door B&W in 1999, besluitnummer 99.0434.
Financiële consequenties beleidsdoel
Uitvoering kan plaatsvinden binnen het beschikbare budget. De grote onderhoudsprojecten zijn in een MOP 2009-2013 geactualiseerd.
Bestedingen 2010
Bestedingen via de exploitatie.
Jaarverslag | 185
Stand van zaken planuitvoering
De ophoging van de Groene Maredijk is aanbesteed en opgedragen. Na de opdracht heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland de vergunning “ingetrokken”. Onenigheid is ontstaan over de berekening van het stalen damwand. Het materiaal was al aangeschaft door de opdrachtnemer en is door de gemeente reeds betaald. Het aanbrengen van de damwand moet nog worden uitgevoerd.
Uitvoering van het programma in 2010
Walmuren: In 2010 zijn de onderhoudsmaatregelen uitgevoerd op basis van de inspectie die in 2009 door Westenberg is uitgevoerd. Beschoeiingen: In 2010 is in voorbereiding genomen de vervanging van damwanden aan: Gerbrandylaan, Vaartkade, Dobbedreef en Rijnsburgersingel (tussen Valkbrug en Trekvaartbrug). Het werk zal in 2011 voltooid worden.
Naam beheerplan
Rioleringsplan 2009 – 2030
Jaar van raadsvaststelling
2010 (RV09.0102)
Naam voorziening
Voorziening riolering 04035
Actualisatie voorzien in
2014
Te onderhouden kapitaalgoederen
Riolering
Doel
Het vervangen of renoveren van de openbare riolering en het in goede onderhoudstoestand brengen en / of houden van alle openbare rioleringen. In 2010 is het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) voor de periode 2009 tot en met 2030 vastgesteld. Het algemene doel van de riolering wordt in het kader van dit VGRP vertaald in de onderstaande zes doelen: ■ Inzameling binnen gemeentelijk gebied geproduceerd verontreinigd water ■ Inzameling hemelwater niet bedoelt voor de lokale waterhuishouding ■ Transport ingezameld water naar een geschikte lozingsput ■ Ongewenste emissies naar bijv. grondwater zoveel mogelijk te voorkomen ■ Zo min mogelijk overlast voor omgeving te veroorzaken ■ Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering De uitvoering van de projecten wordt, wat betreft prioritering, bijgesteld als gevolg van gebreken die worden geconstateerd tijdens de uitvoering van inspectiewerkzaamheden. De te verrichten werkzaamheden kunnen als volgt ingedeeld worden: - vervangen /renoveren openbare riolering - onderhoud van en reparatie aan openbare rioleringen, inclusief rioolschuiven - reinigen en inspecteren van de openbare riolering - onderhoud, reparatie en schoonmaken van kolken, kolklozingen en drainageleidingen - onderhoud, reparatie en schoonmaken van regenwater afvoergoten. Onderhoud houdt in: het uitvoeren van reparaties aan het rioleringssysteem op basis van video-inspecties en naar aanleiding van rioolbreuken en wortel-ingroei, het uitvoeren van ontstoppingswerkzaamheden en het reinigen en repareren van kolken.
Beleidskader
In 2010 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 vastgesteld.
Financiële consequenties beleidsdoel
Er is de laatste jaren een structureel tekort betreffende het reguliere onderhoud aan de riolering. De raad heeft besloten dat dit structureel tekort ten laste kan worden gebracht van het budget vervangen/ renoveren openbare riolering. Dit houdt in dat er minder meters riolering vervangen worden. Door de raad is tevens besloten dat werkzaamheden in verband met monitoring grondwaterpeil en het treffen van maatregelen ter voorkoming van grondwateroverlast ten laste moeten worden gebracht van het budget vervangen/renoveren openbare riolering. In beheerplan is een jaarlijks budget opgenomen van € 4.336.543.
Bestedingen 2010
De uitgaven in 2010 bedragen € 376.473.
Stand van zaken planuitvoering
In 2010 is het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) 2009 - 2013 vastgesteld door de gemeenteraad. De uit te voeren maatregelen zoals omschreven In het nieuwe VGRP 2009 – 2013 zijn erop gericht dat in 2013 het rioleringsstelsel van Leiden voldoet aan de basisinspanning. riolering en aan de eisen die zijn vermeld in de WVO-vergunning.
Uitvoering van het programma in 2010
Gestart is in 2010 met: - de voorbereiding van Fruitbuurt (rioolvervanging): het werk zal in 2011 voltooid worden; dit project (plan 2012) is eerder aangepakt a.g.v. de veranderde planning Willem de Zwijgerlaan - de voorbereiding van Merenwijk (rioolvernieuwing en –relining): het werk zal in 2011 voltooid worden - realisatie Genestetstraat 2e fase (vervroegd naar 2010) Ook de rioolvervanging (afkoppeling) Lage Mors had een vervolgstart in 2010, in 2011 zal het project qua uitvoering voltooid worden.
Naam beheerplan
Kader stelling Bomenbeleid 2004-2014
Vastgesteld door B&W in:
2003 (03.0363)
Naam voorziening
Voorziening boomregeling 04034 (96.0075)
Actualisatie voorzien in
2014
Te onderhouden kapitaalgoederen
Bomenbestand
Doel
Het technisch en functioneel in stand houden van het bomenbestand, met aandacht voor ruimtelijke visie, beheer en juridisch kader. Op dit moment worden ca. 38.150 bomen beheerd, die zijn onder te verdelen in de hoofdstructuur, wijkstructuur, parkbomen en bomen in de woonomgeving.
186 | Jaarverslag
Beleidskader
In de periode 2004-2014 zal de kwaliteit van het bomenbestand prevaleren boven kwantiteit, waarbij het huidige bomenbestand en de daarbij behorende boomnorm, 0,9 boom per woning, leidraad is bij nieuwe ontwikkelingen en herstructureringsgebieden.
Financiële consequenties beleidsdoel
Begin 2004 is het gehele bomenbestand opnieuw beoordeeld en is de actuele stand van zaken ingevoerd in het nieuwe geautomatiseerde boombeheersysteem. Het beschikbaar budget voor 2010 bedroeg € 435.000.
Bestedingen 2010
De uitgaven in 2010 bedroegen € 227.000
Stand van zaken planuitvoering
Zowel de cyclus boomcontrole/inspectie (VTA), als wel het snoeiprogramma verlopen conform planning. Hiermee wordt voldaan aan de juridische zorgplichten (algemene-, verhoogde- en onderzoeksplicht) die de gemeente draagt voor haar bomen areaal. Voor 2011 is het bomenonderhoudsbestek conform aanbesteding 2009-2013 gegund aan Zelkova. Met VTA controles wordt voldaan aan de algemene zorgplicht. De aandachtsbomen uit deze VTA controle worden in 2011 onderzocht door arbori arnhem (verhoogde zorgplicht). Incidenteel worden er onderzoeken uitgezet bij diverse boomadviesbureaus indien gevaarlijke situaties geconstateerd worden door de beheerders/opzichters. (onderzoeksplicht).
Uitvoering van het programma in 2010
Overeenkomstig planuitvoering.
Naam beheerplan
Meerjaren Onderhoudsprogramma Groen
Vastgesteld door B&W in:
2006 (06.0260 06.0038)
Naam voorziening
-
Actualisatie voorzien in
Te onderhouden kapitaalgoederen
Plantsoenen, bermen, parken, bospercelen
Doel
Planmatig, decentraal en integraal het beheer van de woon- en leefomgeving in samenspraak met bewoners vorm te geven. Het groenbheerd wordt op basis van het Meerjaren Onderhoudsprogramma Groen ontwikkeld en uitgevoerd. Tevens vormt het beleid het groene kader voor alle gemeentelijke en regionale ontwikkelingen
Beleidskader
Het MOP groen is geijkt op de vastgestelde beleidsstukken op het vlak van groen (bomenbeleid 2004-2014, grip op groen, enz.). Het totale areaal groen wordt afhankelijk van het gebruik en het gewenste beeld op 4 niveaus onderhouden. Niveau 1 is de meest intensieve vorm gevolgd door niveau 2, niveau 3 en tot slot niveau 4 wat de minst intensieve vorm is. Voor wat betreft het groen in de stad Leiden is gekozen voor niveau 2 (bron programmabegroting 2011).Parken vormen hierop een uitzondering; de parken Burcht, Plantsoen en het Van der Werfpark hebben een hoger ambitieniveau gekregen. Voor deze parken is niveau 1 vastgesteld. De overige parken worden conform ambitieniveau 2 beheerd. In 2011 wordt het MOP groen opgesteld en ter vaststelling aangeboden bij het college van B&W. In het MOP zal aandacht worden besteed aan het in beeld brengen en structureren van de meerjarige bestekkencyclus. Het in beeld brengen en structureren van; groot onderhoud, regulier onderhoud en incidenteel onderhoud. Ook zal er aandacht besteed worden aan de relatie tussen vastgesteld beleid (ambitie) en de groenonderhoudswerkzaamheden. Zo zal onder andere een praktisch handboek grip op groen geschreven (aan de hand van CROW beeldkwaliteit meetlatten) worden aan de hand waarvan de renovatiebehoefte geïnventariseerd wordt. Tenslotte worden de budgetten voor groenbeheer heringedeeld en worden budgetten voor terugkerende zaken gelabeld. Het MOP zal voor een periode van 2 jaar worden opgesteld. In deze periode staan veel veranderingen te gebeuren (o.a. de totstandkoming van het BPS en de implementatie hiervan en een mogelijke overstap van frequentie gestuurde bestekken naar beeldbestekken). In deze periode kan men leren werken met deze nieuwe ontwikkelingen. Na deze periode kan een beter MOP opgesteld worden voor meerder jaren( 4 – 5 jaar). In de zomer van 2002 is het Uitvoeringsprogramma Ecologisch beleidsplan gemeente Leiden 2002 – 2005 vastgesteld. In dit programma is het ecologisch beleid van de stad geconcretiseerd.
Financiële consequenties beleidsdoel
Volgens het format van de kadernotitie "Beheer Openbare Ruimte", is de nota “Grip op Groen” opgesteld. In deze nota zijn voorstellen gedaan om het dagelijks groenonderhoud af te stemmen op de beschikbare middelen. Voor vervanging van groen is een vervangingscyclus van 25 jaar vastgesteld, waardoor jaarlijks gemiddeld 2,2 ha (hoofd, -wijkstructuur groen, parken) via IP gelden gerealiseerd moeten worden en 3,9 ha (wijkgroen) via de exploitatie begroting.
Bestedingen 2010
Bestedingen via de exploitatie.
Stand van zaken planuitvoering
In 2004 is het project aanpak achterstallig groenonderhoud afgerond en werd in 5 jaar tijd gemiddeld 3 ha aangepakt. Vooruitlopend op het nieuwe groenbeheerbeleid grip op groen 2005 – 2015 is begin 2005 een start gemaakt met het vervangen van wijkgroen. Op basis van de inventarisatie op beeldkwaliteit wordt de renovatiebehoefte in beeld gebracht en in 2011 uitgevoerd. In 2011 moet er een nieuw bermenbestek op de markt gezet worden. Dit bestek zal ten opzichte van het huidige bestek aangepast worden op het beheerplan natuurvriendelijke oevers.
Uitvoering van het programma in 2010
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Jaarverslag | 187
Naam beheerplan
Meerjarenonderhoudsplannen Primair Onderwijs (onderdeel van Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs (IHP) 2006-2018)
Jaar van raadsvast-stelling
2007 (RV07.0010)
Naam voorziening
Voorziening groot onderhoud primair onderwijs (miv 2008)-(04026)
Actualisatie voorzien in
n.v.t.
Te onderhouden kapitaalgoederen
Schoolgebouwen in het primair onderwijs
Doel
Instandhouding van de (buitenzijde) van de schoolgebouwen in het primair onderwijs
Beleidskader
Het onderhoud van schoolgebouwen in het primair onderwijs is de primaire verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, bij wie ook het juridische eigendom ligt (de gemeente heeft het economisch claimrecht). Voor het dagelijks en cyclisch onderhoud ontvangen de schoolbesturen een – genormeerde – vergoeding van het Ministerie van OCW. Voor het ingrijpend onderhoud aan de buitenzijde kunnen de scholen voor primair onderwijs, op grond van de VVHO (Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs), een beroep doen op de gemeente. De Voorziening groot onderhoud primair onderwijs heeft als doel om de jaarlijkse schommelingen in de uitgaven voor (groot) onderhoud aan schoolgebouwen in het Primair Onderwijs op te vangen. Aangezien de onderhoudsplannen niet in bezit zijn bij de gemeente en om de middelen ook voor andere doelen binnen onderwijshuisvesting in te kunnen zetten, bijv. bekostiging tijdelijke huur, is in 2010 de voorziening leegegmaakt met als doel de middelen in een reserve te storten.
Financiële consequenties beleidsdoel
Voor het IHP, welke in 2007 door de Raad is besloten (RV 07.0010) is de onderhoudstoestand van de 38 schoolgebouwen in het primair onderwijs geïnventariseerd. De conclusie van het onderzoek door een externe partij was dat de meerjarenonderhoudsplannen een goed beeld geven van het noodzakelijk onderhoud. De structurele kosten voor onderhoud zijn ingeschat op € 1,2 miljoen per jaar.
Bestedingen 2010
onttrekking van totaalbedrag van € 1.036.000, waarna voorziening wordt opgeheven en de middelen in een reserve worden gestort
Stand van zaken planuitvoering
Conform aanvragen van de schoolbesturen.
Uitvoering van het programma in 2010
N.v.t.
Naam beheerplan
Meerjarenonderhoudsplannen Openbaar primair en voortgezet Onderwijs en Da Vinci
Jaar van raadsvast-stelling
Naam voorziening
Voorziening onderhoud Da Vinci (04022) Voorziening preventief onderhoud openbaar primair onderwijs (04025) Voorziening onderhoud voortgezet onderwijs (04027)
Actualisatie voorzien in
n.v.t.
Te onderhouden kapitaalgoederen
Schoolgebouwen in het openbaar primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Doel
Instandhouding van de (buitenzijde) van de schoolgebouwen in het primair onderwijs
Beleidskader
Het onderhoud van schoolgebouwen in het primair onderwijs is de primaire verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, bij wie ook het juridische eigendom ligt (de gemeente heeft het economisch claimrecht). Voor het dagelijks en cyclisch onderhoud ontvangen de schoolbesturen een – genormeerde – vergoeding van het Ministerie van OCW. Voor het ingrijpend onderhoud aan de buitenzijde kunnen de scholen voor primair onderwijs, op grond van de VVHO (Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs), een beroep doen op de gemeente. Het onderhoud van schoolgebouwen in het voortgezet onderwijs valt geheel onder verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. De genoemde voorzieningen hebben als doel om de jaarlijkse schommelingen in de uitgaven voor (groot) onderhoud aan schoolgebouwen in het Openbaar Onderwijs op te vangen.
Financiële consequenties beleidsdoel
De financiele consequenties worden binnen de exploitaties van de schoolbesturen opgevangen.
Bestedingen 2010
N.v.t.
Stand van zaken planuitvoering
Begin 2010 zijn deze voorzieningen overgedragen aan de drie nieuwe verzelfstandigde stichtingen in het openbaar onderwijs
itvoering van het programma in 2010
N.v.t.
Programma 8 Sport, cultuur en recreatie Naam beheerplan
188 | Jaarverslag
Onderhoud Schouwburg en Voorziening Molen de Valk
Jaar van raadsvaststelling
1994, ingesteld bij dienstvorming
Naam voorziening
■
04017 Voorziening onderhoud schouwburg
■
04019 Voorziening onderhoud Molen de Valk
Geactualiseerd in 2004 Actualisatie voorzien in: Geactualiseerd in 2004 Actualisatie voorzien in:
2010/ 2012 2010/ 2012
Te onderhouden kapitaalgoederen
Onderhoud Schouwburg en Molen de Valk.
Doel
Het duurzaam beheren en in stand houden van deze gemeentelijke panden
Beleidskader
Met het onderhoud wordt bedoeld het groot onderhoud aan deze gebouwen in beheer bij het Team Beheer en Onderhoud Vastgoed (team BOV).
Financiële consequenties beleidsdoel
Ten behoeve van bovengenoemd doel worden middelen ter beschikking gesteld.
Bestedingen 2010
De vervanging van de dakbedekking van de Leidse Schouwburg, voor een bedrag van € 17.500 is via de Voorziening onderhoud gebouwen gedaan.
Stand van zaken planuitvoering
Op basis van prioriteitsstelling worden werkzaamheden voortvloeiend uit onderhoudsplannen uitgevoerd.
Uitvoering van het programma in 2010
De actualisatie van de beheerplannen van het onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen is een meerjarig traject die nog niet afgerond is.
Naam beheerplan
Onderhoud gebouwen (voorheen accommodaties)
Jaar van raadsvaststelling
1994, ingesteld bij dienstvorming
Naam voorziening
Voorziening onderhoud accommodaties
Actualisatie voorzien in:
2010/ 2012
Te onderhouden kapitaalgoederen
Diverse panden die in gemeentelijk bezit zijn. ( voorheen accommodaties )
Doel
Het technisch en fuctioneel in stand houden van diverse gemeentelijke panden ( voorheen accommodaties)
Beleidskader
Het ter beschikking stellen van panden/verhuurbare ruimten met een redelijke staat van onderhoud aan doelgroepen om het gemeentelijk beleid hiermede vorm te geven.
Financiële consequenties beleidsdoel
Ten behoeve van bovengenoemde panden worden middelen ter beschikking gesteld. De verschillen tussen beschikbare budgetten en benodigde budgetten op basis van de beheerplannen zijn in het jaar 2008 geactualiseerd d.m.v. een start met het opnieuw opstellen van een Meerjarig Onderhoudsplan (MOP) voor deze gebouwen.
Bestedingen 2010
In het jaar 2010 is er een bedrag van € 1.153.240 gestort in de voorziening. Aan de voorziening is een bedrag van € 497.045 vanwege groot onderhoud panden onttrokken. Het eindsaldo van de voorziening is momenteel € 5.502.977.
Stand van zaken planuitvoering
Op basis van prioriteitsstelling worden werkzaamheden voortvloeiend uit de meerjaren onderhoudsplannen uitgevoerd.
Uitvoering van het programma in 2010
De actualisatie van de beheerplannen van het onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen is een meerjarig traject die nog niet afgerond is.
Naam beheerplan
Voorziening onderhoud Lakenhal
Jaar van raadsvaststelling
1994, ingesteld bij dienstvorming
Naam voorziening
■
Geactualiseerd in 2004 Actualisatie voorzien in:
2012
Te onderhouden kapitaalgoederen
Onderhoud aan de Lakenhal en diverse overige gebouwen die door de Lakenhal beheert worden.
Doel
Het duurzaam beheren en in stand houden van de gemeentelijke panden
Beleidskader
Het ter beschikking stellen van panden/verhuurbare ruimten met een redelijke staat van onderhoud aan doelgroepen om het gemeentelijk beleid hiermede vorm te geven.
Financiële consequenties beleidsdoel
Ten behoeve van bovengenoemd doel worden middelen beschikbaar gesteld. Het verschil tussen de beschikbare budgetten en de benodigde budgetten worden met bovengenoemde voorziening verrekend.
Bestedingen 2010
Ten behoeve van de vervanging van de koelunits is € 50.284 onttrokken aan de voorziening.
Stand van zaken planuitvoering
Op basis van prioriteitsstelling worden werkzaamheden voortvloeiend uit onderhoudsplannen uitgevoerd.
Voorziening onderhoud Lakenhal
Jaarverslag | 189
Uitvoering van het programma in 2010
Uitvoering (groot) onderhoud, waaronder de vervanging van koelunits.
Naam beheerplan
Onderhoud sportaccommodaties
Jaar van raadsvaststelling
1994, ingesteld bij dienstvorming
Naam voorziening
■
In 2008 opgeheven wegens ontbreken actueel beheerplan. Actualisatie voorzien in:
2011
Te onderhouden kapitaalgoederen
Diverse Sportvelden, zwembaden en bijbehorende gebouwen die bij het sportbedrijf in beheer zijn.
Doel
Het duurzaam beheren en in stand houden van de gemeentelijke panden
Beleidskader
Het ter beschikking stellen van panden/verhuurbare ruimten met een redelijke staat van onderhoud aan doelgroepen om het gemeentelijk beleid hiermede vorm te geven.
Financiële consequenties beleidsdoel
N.v.t.
Bestedingen 2010
Uit regulier onderhoud.
Stand van zaken planuitvoering
Bij de jaarrekening 2008 is de “voorziening Onderhoud Sportaccommodatie” opgeheven i.v.m. het ontbreken van een actueelbeheerplan .Naar verwachting wordt het opstellen van het beheerplan in het voorjaar 2011 afgerond , waarna de voorziening weer ingesteld kan worden.
Uitvoering van het programma in 2010
N.v.t.
Voorziening onderhoud sport-accommodaties
Programma 10 Werk en inkomen Naam beheerplan
Onderhoudsplannen gebouwen
Jaar van raadsvaststelling
Naam voorziening
Groot onderhoud gebouwen
Actualisatie voorzien in
Te onderhouden kapitaalgoederen
Bedrijfsgebouwen en terreinen
Doel
Het technisch en functioneel in stand houden van de bedrijfsgebouwen en terreinen
Beleidskader
Met het onderhoudsplan wordt bedoeld het reguliere onderhoud (binnen en buiten) aan de gebouwen en terreinen gelegen aan Le Pooleweg 11 (hoofdgebouw) en 6 van DZB.
Financiële consequenties beleidsdoel
In het kader van de geplande overdracht van de gebouwen van DZB naar de afdeling VAG (vastgoedontwikkeling en grondzaken) per 1 januari 2011 is het voornemen nieuwe onderhoudsplannen op te stellen. Uitvoering van deze onderhoudsplannen zal ingepast worden binnen de beschikbare middelen.
Bestedingen 2010
Er zijn diverse onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd voor een bedrag van € 135.000.
Stand van zaken planuitvoering
I.v.m. de geplande overdracht van de gebouwen van DZB naar de afdeling VAG per 1 januari 2011 is het voornemen nieuwe onderhoudsplannen op te stellen.
Uitvoering van het programma in 2010
N.v.t.
Naam beheerplan
Pand Langebrug 60 Sociale Zaken
Vastgesteld door B&W in:
n.v.t.
Naam voorziening
N.v.t.
Actualisatie voorzien in
n.v.t.
Te onderhouden kapitaalgoederen
Pand Langebrug 60
Doel
Het correctief onderhouden van het pand.
Beleidskader
Het pand Langebrug is al verkocht maar is nog in gebruik bij de gemeente Leiden. De verhuizing van de sociale dienst naar het Stadsbouwhuis zal medio 2011 plaatsvinden.
Financiële consequenties beleidsdoel
Er is een onderhoudsbudget voor dagelijks onderhoud.
Bestedingen 2010
Dagelijks onderhoud.
Stand van zaken planuitvoering
N.v.t.
Uitvoering van het programma in 2010
N.v.t.
190 | Jaarverslag
3.3.7 Weerstandsvermogen In juni 2005 heeft de raad het beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen (RV 11.0007) vastgesteld. In dit beleidskader wordt ingezet op het geleidelijk ontwikkelen van een integraal en strategisch risicomanagement. Risicomanagement staat daarbij in het teken van het verbeteren van de bedrijfsvoering en de effectiviteit van het beleid. Tevens is in het beleidskader een aantal uitgangspunten voor het vaststellen van de weerstandscapaciteit bepaald, namelijk incidentele weerstandscapaciteit als uitgangspunt te nemen, met de concernreserve als enige relevante component daarvan. Op basis van de risico-inventarisatie is in het beleidskader de benodigde weerstandscapaciteit vastgesteld op minimaal 10 miljoen of 2% van de omzet (exclusief verrekening reserves). Onderdeel van het beleidskader is de verordening risicomanagement. Hierin is opgenomen dat de noodzakelijke hoogte van het weerstandsvermogen in relatie tot de risico's ieder jaar in de begroting voor het jaar daarop door de raad wordt vastgesteld. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. De weerstandscapaciteit bestaat uit die middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Voor de beoordeling van de vraag of de gemeente beschikt over een adequaat weerstandsvermogen moet een relatie worden gelegd tussen de weerstandscapaciteit en de daarmee af te dekken risico’s. Het gaat dan vooral om de grotere risico’s waarvoor niet op een andere wijze al een voorziening is getroffen. Weerstandscapaciteit Zoals hiervoor al is aangegeven is in het beleidskader Risicomanagement en weerstandsvermogen de concernreserve als enige relevante component van de weerstandscapaciteit genoemd. De weerstandscapaciteit van de gemeente Leiden bestaat uit de component harde ondergrens van de concernreserve met een minimale omvang van € 10 miljoen of 2% van de omzet aan programmalasten indien dit hoger uitvalt dan € 10 mln. Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit, doet het college in de paragraaf weerstandsvermogen een voorstel over de wijze hoe het hiermee om wil gaan. Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan 2% van de begrotingslasten, kan het college in zijn voorstel overwegen ook bestemmingsreserves en stille reserves mee te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Voor het bereiken van de benodigde weerstandcapaciteit wordt ook de reserve bodemsanering geoormerkt. Risico's De risico-inventarisatie die heeft plaatsgevonden bij de samenstelling van de begroting 2011 is nu geactualiseerd. De totale risicoscore is van € 9,3 miljoen met € 2,2 miljoen gestegen naar € 11,5 miljoen. Deze stijging wordt in het bijzonder veroorzaakt door de risico's binnen programma 5 (omgevingskwaliteit) en programma 10 (Werk en inkomen) Programma
Omschrijving
Kans
Impact
Status
Risico
Programmaspecifieke risico's
1
Verzekeringen
61%
175.000
Gelijk
106.750
4
Risico Ringweg Oost
41%
1.500.000
Gelijk
615.000
Risico RijnGouweLijn
61%
1.500.000
Gewijzigd
915.000
Ontsluiting Bio Sciencepark (Plesmanlaan)
41%
375.000
Gelijk
153.750
5
Bodemsanering voormalig galvanisch bedrijf
81%
375.000
Gewijzigd
303.750
Gevolgen Kaderrichtlijn Water voor onkruidbestrijding op verhardingen
81%
175.000
Gelijk
141.750
Derving inkomsten bedrijfsafval
61%
175.000
Gewijzigd
106.750
Jaarverslag | 191
Programma
Omschrijving
Kans
Impact
Status
Risico
7
Ontoereikende SiSaverantwoording Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (nieuw)
50%
375.000
Nieuw
187.500
9
Eigen bijdragen van het Centraal administratiekantoor (CAK)
41%
175.000
Gewijzigd
71.750
10
Ondernemersrisico DZB Leiden, ontwikkeling Netto Toegevoegde Waarde
81%
175.000
Gewijzigd
141.750
Verlaging taakstelling DZB Leiden
81%
175.000
Gewijzigd
141.750
Indexering WSW rijkssubsidie DZB Leiden
81%
175.000
Gewijzigd
141.750
Herijking Inkomensdeel
61%
1.500.000
Gelijk
915.000
Participatiebudget
61%
1.500.000
Gelijk
915.000
Invoering SZW-net
81%
175.000
Gewijzigd
141.750
Nieuw kabinetsbeleid Wet werken naar vermogen
81%
1.500.000
Nieuw
1.215.000
Minimabeleid
61%
375.000
Nieuw
228.750
Samenwerking UWV
41%
375.000
Nieuw
153.750
Niet programmaspecifieke risico's
AD1
Renterisico
61%
375.000
Gewijzigd
228.750
Afschaffing precariobelasting
41%
1.500.000
Gelijk
615.000
AD2
Sanering grond onder loswal en Olga-gebouw
5%
750.000
Gewijzigd
37.500
Gemeentegaranties
41%
1.500.000
Gewijzigd
615.000
Onvoorziene claims
51%
775.000
Gewijzigd
397.750
Taakstellingen op de bedrijfsvoering
15%
17.000.000
Gewijzigd
2.500.000
Wegvallen WSW subsidie
61%
50.000
Nieuw
30.500
Totaal
11.021.500
Programma specifieke risico’s Programma 1 Bestuur en dienstverlening Verzekeringen (gelijk) Bij de afdeling juridische zaken wordt de verzekeringsportefeuille van de gemeente beheerd. De te betalen premie wordt op enig moment vastgesteld op basis van de verzekerde waarde en de situatie op de verzekeringsmarkt. Binnen de verzekeringsportefeuille wordt een risico gelopen. Dit risico is afhankelijk van het schadebeeld en gewijzigde verzekerde waarde en fluctuaties op de verzekeringsmarkt. Risicoscore: € 106.750.
192 | Jaarverslag
Programma 2 Veiligheid Geen specifieke risico’s voor dit programma. Programma 3 Economie en toerisme Geen specifieke risico’s voor dit programma. Programma 4 Bereikbaarheid Risico Ringweg Oost (gelijk) In het kader van de TOP-20 projecten heeft voor deze jaarrekening een actualisatie van de risicoanalyse plaats gevonden. In het risicodossier zijn de nu bekende kansen, risico’s en beheersmaatregelen opgenomen. De belangrijkste aspecten betreffen:, bestemmingsplan, verwervingen, onteigeningen, archeologie, verkeersbesluiten, bouwvergunningen, kapvergunningen, aanpassing bomenplan door kabels en leidingen en financiële kansen/risico’s. Daaraan is bij de vorige rapportage toegevoegd: wegvallen van bestuurlijk draagvlak in Leiderdorp en het vervallen van bijdragen door derden. Er is inmiddels een projectplan opgesteld waarin de projectstrategie en de projectorganisatie is beschreven. Tevens is een handboek Financiële Projectbeheersing opgesteld. Via overleg met de projectpartners provincie Zuid Holland en Leiderdorp wordt gestreefd het bestuurlijk draagvlak in Leiderdorp te verkrijgen en de financiële bijdragen te garanderen. Risicoscore: € 615.000. Risico Willem de Zwijgerlaan (gelijk) Het project is in volle uitvoering. Recentelijk heeft met alle betrokkenen bij het project een risicoanalyse plaatsgevonden. Gestuurd wordt op buitensporige uitvoeringsoverlast, verkeersveiligheid, uitvoeringsplanning en bouwschade. Voor een gedetailleerde risicoanalyse wordt verwezen naar de stand van zaken per 27 januari 2011. Risico RijnGouweLijn (gewijzigd) In de bestuursovereenkomst 2010-2014 is als leidend principe voor de RijnGouweLijn opgenomen, dat er geen (medewerking aan een) RijnGouweLijn door Leiden zal worden verleend. Er is vervolgens een adviescommissie Hoogwaardig Openbaar Verkeer ingesteld, die het college inzake de RijnGouweLijn heeft geadviseerd door middel van het rapport “Sleutel tot een stap voorwaarts”. Het college heeft de adviezen overgenomen en de raad heeft hiermee ingestemd. De gemeente heeft het verzet tegen de komst van de RijnGouweLijn gestaakt. Tevens heeft het college ervoor gezorgd dat de provincie een milieueffectrapportage is gestart en heeft het college een afwegingskader vastgesteld, waarmee een keuze voor een goede inpassing van de RijnGouweLijn kan worden gemaakt. De kosten voor de gemeente van de commissie Hoogwaardig Openbaar Verkeer en de geprognosticeerde kosten van het vervolg erop zijn nog niet gedekt. Dit betreft een post van ca. € 1,8 miljoen. Risicoscore: € 915.000. Ontsluiting Plesmanlaan (gelijk) In december 2010 is het kaderbesluit genomen. Sindsdien hebben zich geen relevante mutaties voorgedaan op basis waarvan het risicoprofiel van dit project is gewijzigd. In het risicodossier zijn de nu bekende kansen, risico’s en beheersmaatregelen opgenomen. Het financiële risico is in de huidige fase van het project OBSP beperkt, omdat dit project zich in de fase bevindt waarin de aanbesteding van de te realiseren werken inhoudelijk, juridisch en procedureel wordt voorbereid. Risicoscore: € 153.750. Programma 5 Omgevingskwaliteit Derving inkomsten bedrijfsafval (gewijzigd) Hoewel de reguliere facturatie van het product Bedrijfsafval in de regel tijdig plaatsvindt, doen zich incidenteel technische complicaties voor die tot een zeker, niet te bepalen, risico leiden. Hierin zijn maatregelen genomen die het risico hebben gereduceerd. Een ander risico dat in 2010 is ontstaan is de reductie van het aantal klanten vanwege toenemende concurrentie uit de private sector en hun prijsstelling in dit product. Het gehele product wordt doorgelicht en kostenbesparende maatregelen moeten doorgevoerd worden. Daarnaast zijn organisatorische maatregelen nodig ter behoud en versteviging van de marktpositie van gemeente Leiden op dit product. Risicoscore: € 106.750. Ophoging kade Groene Maredijk (gelijk)
Jaarverslag | 193
In 2004 heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland de gemeente door een aanschrijving verplicht om de Groene Maredijk op boezemkerende hoogte te brengen. De geraamde kosten hiervan bedragen € 350.000. Hiervoor zijn in 2004 extra financiële middelen vrijgemaakt. Een deel van de werkzaamheden, te weten het aanbrengen van een verticale damwand bij het laag gelegen gedeelte van de Groene Maredijk, is al in 2004 uitgevoerd om het risico van het onderlopen van de Kikkerpolder te verkleinen. Voor de resterende werkzaamheden, te weten de totale ophoging van de Groene Maredijk, is gebleken dat verhoging niet zonder meer kan worden uitgevoerd zonder gevolgen voor de stabiliteit van de dijk. Mogelijk zijn extra voorzieningen nodig die extra kosten met zich mee kunnen brengen. Op basis van een eerdere raming van het werk zou de bovengenoemde maatregel voor een bedrag van € 348.000 exclusief voorbereidingskosten kunnen worden uitgevoerd. Nadien heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland nieuwe zwaardere eisen gesteld aan de uit te voeren ophoging van de dijk. Het Hoogheemraadschap van Rijnland houdt in een eigen berekening rekening met maximale eisen, zoals een belasting van de dijk van 500 kg per m2. In dat geval moet rekening worden gehouden met meerkosten ten opzichte van de eerdere berekeningen van ca. € 125.000. Overleg met Rijnland over deze kwestie is nog niet afgerond. Het financiële risico bedraagt derhalve ca. € 125.000,-. Bodemsanering voormalig galvanisch bedrijf (gewijzigd) Stokkermans is een voormalig galvanisch bedrijf aan de Rooseveltstraat 8-10. In augustus 2004 is het bedrijf failliet gegaan met achterlating van gevaarlijk afval. Bovendien is ter plaatse de bodem verontreinigd. Omdat de provincie (bevoegd gezag) vond dat de nog aanwezige chemicaliën een gevaar voor de gezondheid opleverde zijn deze kort na het faillissement voor rekening en risico van de gemeente verwijderd. Met behulp van de Bedrijvenreling Bodemsanering is in 2008 en 2009 de bodem gesaneerd en daarmee geschikt gemaakt voor herontwikkeling. De gemeente Leiden heeft veiligheidsmaatregelen genomen en de monitoring van de bodemvervuiling op zich genomen. Van 2004 tot het moment dat de bodemsanering begon heeft dat flinke kosten met zich meegebracht. De toenmalige wethouder heeft destijds ingestemd om deze kosten voorlopig voor te schieten uit het budget monitoring bodemsanering, dat is ondergebracht in de Voorziening Bodemsanering. Deze kosten probeert de gemeente, via de curator (als preferente schuldeiser) terug te vorderen op de nieuwe eigenaar. Totaal zijn die kosten opgelopen tot een bedrag van € 351.613. Voor dat bedrag loopt de gemeente nog steeds een financieel risico. De kans is klein dat de vordering kan worden geïnd. Risicoscore: € 303.750 Gevolgen Kaderrichtlijn Water voor onkruidbestrijding op verhardingen (gelijk) In Europees verband is de Kaderrichtlijn Water (KRW) vastgesteld met onder andere de eis om chemische (onkruidbestrijdings-) middelen in het watersysteem terug te dringen. De KRW geeft lidstaten een resultaatverplichting voor duurzame bescherming van watersystemen. In 2015 moet de situatie op orde zijn en al vanaf 2009 moeten verbeteringsmaatregelen worden gerealiseerd. De gemeente Leiden bestrijdt het onkruid op verhardingen door middel van de DOB-methode (Duurzaam Onkruid Beheer), waarbij gebruik wordt gemaakt van Round Up-evoltion (glysofaathoudend bestrijdingsmiddel). Deze methode heeft als doel de emissie van bestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk te voorkómen, waardoor de belasting van het milieu door onkruidbestrijding zoveel mogelijk wordt beperkt. In mei 2009 heeft Leiden voor de wijze van onkruidbestrijding op verharding niveau Brons Barometer Duurzaam Terreinbeheer verkregen. Naar de huidige inzichten mag glyfosaat waarschijnlijk na 2012 niet meer op verhardingen worden gebruikt. De gemeente Leiden zal zich moeten beraden hoe om te gaan met onkruidbestrijding na 2012. Omdat alle andere wijzen van bestrijden duurder zijn dan chemische bestrijding moet er rekening worden gehouden met een structurele kostenstijging van € 100.000 of meer. Risicoscore: € 141.750. Gevolgen vertrek medewerkers in dienst volgens de ID regeling (gelijk) Bij de afdeling Stedelijk Beheer is een aantal ID-ers werkzaam. Daarnaast zijn er ook zogenaamde 'gewitte IDers' (= in dienst bij de gemeente Leiden in schaal 1) werkzaam. Bij vertrek van medewerkers uit één van deze groepen is er geen vervanging meer vanuit dezelfde (doel) groep en voor dezelfde lage kosten mogelijk. Programma 6 Stedelijke ontwikkeling Risico’s PRIL Voor de projecten die in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) zijn opgenomen, vindt jaarlijks een risico-inventarisatie plaats. Naast de projectrisico’s zijn er risico’s die buiten de invloedssfeer van het project of zelfs de gemeente liggen, bijvoorbeeld rente- en inflatie. Beide risico’s zijn in het PRIL per projectfase berekend. Afhankelijk van deze projectfase geldt een risicoregime. Voor projecten in uitvoering geldt dat de risico’s volledig zijn afgedekt via de reserve Project- en algemene risico’s grondexploitatieprojecten in uitvoering. Voor projecten voor uitvoering zijn de risico’s meerjarig in kaart gebracht en geldt dat de risico's zijn afgedekt via de reserve Project- en algemene risico’s grondexploitatieprojecten vóór uitvoering, voor die projecten die naar verwachting in 2011 in uitvoering gaan. Voor projecten die in 2011 naar verwachting nog
194 | Jaarverslag
niet in uitvoering worden genomen is immers nog sturing op risico’s en kansen mogelijk met als doel het grondexploitatieresultaat te verbeteren. Doordat de risico’s uit PRIL binnen het vermogensbeheer van het grondbedrijf zijn afgedekt spelen deze geen rol in de bepaling van de omvang van het weerstandsvermogen. Programma 7 Onderwijs en jeugd Ontoereikende SiSa-verantwoording Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (nieuw) Jaarlijks moeten de uitgegeven RMC-middelen worden verantwoord bij de jaarrekening zodat deze definitief kunnen worden vastgesteld. Gemeente Leiden is opdrachtgever en Holland Rijnland de uitvoerder. Op dit moment staat er € 1.244.562 aan nog te verantwoorden gelden open uit de jaren vóór 2010. De verdeling is als volgt: ■ 2006: € 74.040 ■ 2007: € 405.661 ■ 2009: € 764.861 Hierbij worden vooral de jaren 2006 en 2007 aangemerkt als risicovol. Holland Rijnland is gevraagd om controleverklaringen op te leveren tot en met 2010 voor een bedrag van € 2.008.080 en hebben hiervoor Deloitte ingeschakeld. Er is intensief contact tussen gemeente, de accountant van de gemeente, Ernst & Young en Deloitte. Vanaf 2011 wordt jaarlijks om een controleverklaring gevraagd. Risicoscore: € 187.500 Programma 8 Sport, cultuur en recreatie Muziekcentrum de Nobel (PM) (gelijk) Wat betreft de randvoorwaarden ten aanzien van het stallen van fietsen en duurzaamheid en het feit dat er sprake is van een monumentale omgeving op locatie De Nobel, zal op basis van het ontwerpproces voor Muziekcentrum De Nobel en een geactualiseerde kostenraming bekeken worden of de financiële ruimte in het kaderbesluit toereikend is. De investeringskosten voor het gebouw, die volgen uit het ontwerpproces, zullen in combinatie met het te verwachten exploitatieresultaat voor het nieuwe podium uitsluitsel moeten geven over de vraag of de financiële mogelijkheden, die door middel van het kaderbesluit zijn vastgesteld, voldoende ruimte bieden. Gezien de landelijke en locale ontwikkelingen rondom de exploitatie van culturele instellingen zal hier extra aandacht aan besteed worden. Programma 9 Welzijn en zorg Eigen bijdragen van het Centraal administratiekantoor (CAK) (gelijk) Een aanvrager van een voorziening hulp in de huishouding, een financiële tegemoetkoming (pgb) of een scootmobiel is op grond van de WMO een eigen bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. Het CAK verstrekt aan de gemeenten een totaal overzicht waarbij maandelijkse afstorting plaatsvindt van de geïncasseerde bijdragen. Gemeenten kunnen op deze overzichten niet de juistheid en volledigheid vaststellen van de eigen bijdragen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en de volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. Hierdoor bestaat het risico dat Gemeente Leiden te weinig aan eigen bijdragen ontvangt. Risicoscore: € 71.750 Programma 10 Werk en inkomen Minimabeleid (nieuw) Per 2011 is € 400.000 bezuinigd op het minimabeleid als gevolg van een structurele onderschrijding onder voorwaarde dat er geen promotiecampagne wordt gevoerd en dat de formulierenbrigade wordt opgeheven. In 2010 heeft zich geen onderschrijding van € 400.000 voorgedaan o.a. omdat er wel een promotiecampagne is gevoerd en de formulierenbrigade nog wel actief was. De koopkracht van de minima neemt af in 2011 door inflatie-ontwikkelingen en rijksbeleid. Wanneer de doelgroep toeneemt en de minima op eigen kracht de regelingen beter weet te benutten, dan zal het huidige budget niet toereikend zijn als het verstrekkingenbeleid ongewijzigd blijft. Risicoscore: € 228.750
Jaarverslag | 195
Herijking Inkomensdeel (gelijk) Uit het inkomensdeelbudget, een budget van circa € 34 miljoen, worden de uitkeringen in het kader van WWB, WIJ, Ioaw, Ioaz en Bbz gefinancierd. Het huidige rijksbudget vindt zijn basis in het bestuursakkoord dat VNG en het Rijk sloten in 2007. Dit akkoord loopt eind 2011 af. Het CPB heeft berekend dat de wijze waarop het budget wordt berekend een aanpassing nodig heeft. Het rijksbudget wordt bepaald op basis van een bepaalde werkloosheidsontwikkeling. Uit onderzoek is gebleken dat deze werkloosheidsontwikkeling te weinig rekening houdt met tweeverdieners. Immers wanneer één van de tweeverdieners zijn/haar baan verliest dan kan er geen beroep worden gedaan op een bijstandsuitkering omdat de partner een inkomen uit arbeid heeft. De afgelopen 20 jaar is het aantal tweeverdieners relatief sterk gestegen waardoor een stijging van de werkloosheid een beperktere invloed heeft op de bijstand dan voorheen. De herijking, niet eerder dan in 2012 verwacht, betreft macro een bedrag van € 150 miljoen. Voor Leiden zou het een nadeel betekenen van € 1,3 miljoen. Risicoscore: € 915.000 Participatiebudget (gelijk) De komende jaren zal het Participatiebudget fors dalen. Dit geoormerkte budget wordt ingezet voor inburgering (15%), volwasseneducatie (5%) en re-integratie van bijstandsgerechtigden (80%) om de uitstroom uit de bijstand (op termijn) te bevorderen. Het kabinet heeft meerjarig forse bezuinigingen ingeboekt. Leiden zal met het Participatiebudget, dat conform de plannen in 2015 80% lager zal zijn dan de Participatieuitgaven 2010, een groter uitstroomresultaat moeten behalen. In het meerjarenbeeld heeft Leiden er immers voor gekozen om de geraamde bijstandsuitkeringslasten te laten dalen, structureel met ruim € 2 miljoen. Wanneer het re-integratiedeel van het Participatiebudget zo fors gekort gaat worden en er geen andere middelen beschikbaar komen dan moet het re-integratiebeleid en het schuldhulpverleningsbeleid fors worden bijgesteld. Dat heeft een negatieve invloed op de uitstroom naar werk en verhoogt de kans op een groter aantal bijstandsuitkeringen. Dan kan een nadeel ontstaan van vele miljoenen. Risicoscore: € 915.000 Samenwerking UWV (nieuw) Door stapeling van allerlei taakstellingen wordt het zeer lastig om de ketentaakstelling te realiseren bij de afdeling BOD. De taakstelling komt voort uit rijksbeleid en kan volgens het Rijk worden gerealiseerd door efficiencyvoordelen te behalen in de samenwerking met het UWV. Naast een voordeel in facilitaire zaken (o.a. huisvesting) kunnen de werkprocessen beter worden ingericht worden gemaakt. Het UWV heeft echter begin 2011 bekendgemaakt dat ze de dienstverlening zoveel mogelijk wil beperken vanwege een door het Rijk opgelegde taakstelling en waar mogelijk zal kiezen voor digitale dienstverlening. Het idee van een gezamenlijk Werkplein komt daarmee onder druk te staan. Het is in dat geval uiterst onzeker of de ketentaakstelling gerealiseerd gaat worden. In 2011 bedraagt de ketentaakstelling voor BOD € 167.000, in 2012 € 336.000 en vanaf 2013 structureel € 504.000. Risicoscore: € 153.750 Invoering SZW-net (gewijzigd) Per 1-1-2011 heeft Leiden de huidige geautomatiseerde uitkeringsadministratie Soleil vervangen door SZWnet. De invoering en conversie zijn niet geheel zonder strubbelingen verlopen. Het management kan medio februari 2011 nog niet beschikken over stuurinformatie uit SZW-net. Wanneer deze situatie langer aanhoudt dan kunnen er operationele en financiële ongewenste situaties ontstaan. Met de leverancier wordt frequent overlegd om dit probleem op te lossen. Risicoscore: € 141.750 Uitvoeringskosten Inburgering (vervallen) De huidige inburgeringsmiddelen zijn dekking voor zowel uitvoeringskosten als kosten van inburgeringstrajecten. De inburgeringsmiddelen worden vanaf 2010 toegevoegd aan het Participatiebudget. In het Participatiebudget worden geen uitvoeringskosten ondergebracht. Het is nog niet bekend of de subsidie van circa € 385.000 aan de stichting Vluchtelingenwerk, die in 2009 betaald is vanuit de inburgerings-middelen, gezien dient te worden als uitvoeringskosten of als participatiekosten. Ondernemersrisico DZB Leiden, ontwikkeling opbrengsten (gelijk) Een deel van de netto toegevoegde waarde (opbrengsten) wordt verkregen via externe opdrachtgevers. De verwachting is dat de economische situatie zich ten opzichte van 2008 nog niet helemaal heeft hersteld. In dat geval kan het voorkomen dat opdrachten onder minder gunstige condities voor DZB worden uitgevoerd. Hierdoor vallen de inkomsten lager uit en dit legt een extra druk op de lopende begroting. Er bestaat er een ondernemingsrisico in algemene zin, die via een risicomanagement wordt beheerst. Hier kunnen zich toch omstandigheden voordoen die niet voorzienbaar zijn, waardoor DZB geconfronteerd wordt met kosten en of tegenvallende opbrengsten die niet opgevangen kunnen worden binnen de lopende begroting. Voor beide risico’s geldt als deze niet opgevangen kunnen worden binnen de lopende begroting een beroep gedaan wordt op de DZB bedrijfsreserve.
196 | Jaarverslag
Risicoscore: € 141.750 Verlaging taakstelling DZB Leiden (gelijk) Het is mogelijk dat het ministerie van SZW de taakstelling uitgedrukt in arbeidsjaren (fte’s) waar de WSW rijkssubsidie op is gebaseerd voor Leiden verlaagt ten opzichte van voorgaand jaar. Het aantal WSW medewerkers uitgedrukt in fte’s zal op dat moment navenant dalen. Door dit zal er minder productie en of diensten geleverd worden aan opdrachtgevers, waardoor de netto toegevoegde waarde (opbrengsten) eveneens daalt. De verwachte vermindering leidt tot een verslechtering van de begrotingspositie van DZB. DZB kent verschillende werksoorten, de netto toegevoegde waarde hiervan verschilt per WSW medewerker. Voor zover mogelijk worden de werksoorten met een lage NTW ingekrompen, waardoor de verwachte verslechtering van de begrotingspositie voor een deel wordt gecompenseerd. Voor het deel dat niet gecompenseerd wordt, zullen aanvullende maatregelen doorgevoerd worden dan wel zal als laatste mogelijkheid een beroep gedaan worden op de bedrijfsreserve DZB. Risicoscore: € 141.750 Indexering WSW rijkssubsidie DZB Leiden (gelijk) In de begroting zijn de ramingen voor de WSW loonkosten en WSW rijkssubsidie geïndexeerd met hetzelfde percentage. Het ministerie heeft aangegeven dat over 2010 geen indexering gegeven wordt. Het is vrijwel zeker dat er over 2011 geen indexering gegeven wordt, of een lagere indexering ten opzichte van de loonkostenontwikkeling. In beide gevallen kan dit leiden tot een verslechtering van de begrotingspositie DZB. Als een ondercompensatie zich voordoet dan zal dit gedurende het lopende begrotingsjaar afgedekt worden vanuit de concernreserve. Risicoscore: € 141.750 Nieuw kabinetsbeleid Wet werken naar vermogen (nieuw) Op het terrein van werk en inkomen komt het kabinet met een behoorlijk aantal wetswijzigingen/ wetsvoorstellen. Meest ingrijpend is de voorgenomen invoering van de Wet werken naar vermogen, gericht op de doelgroepen van WWB, WSW, Wajong en de Wij tezamen. Dit zal er ondermeer toe leiden dat alleen wie aangewezen is op ‘beschut werk’ in aanmerking komt voor een WSW plaatsing. Daarmee wordt de doelgroep van de WSW veel kleiner, wat weer gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van DZB. Het nadelig budgettaire effect van het nieuwe kabinetsbeleid voor de gemeente Leiden is nog niet bekend. Het kabinet wil met deze wet een landelijke bezuiniging van structureel €1 tot 1,5 miljard realiseren. Voor Leiden zou dit een korting van €10 miljoen kunnen betekenen op een budget ongeveer €100 miljoen voor de regelingen tezamen. Risicoscore: € 1.215.000 Frictiekosten reorganisatie DZB (PM) (nieuw) Om de structurele financiële gevolgen van zowel de bezuinigingen op de WSW rijkssubsidie als de bezuinigingen van de gemeente op te vangen, zal DZB in de periode 2011-2013 in totaal oplopend € 3,2 miljoen moeten ombuigen in haar begroting. Dit zal mogelijk leiden tot veranderingen binnen de DZB organisatie waar frictiekosten mee gemoeid zullen zijn. De omvang van deze frictiekosten is vooralsnog niet bekend. Niet programma specifieke risico’s Algemene dekkingsmiddelen 1 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds (PM)(gelijk) Voor wat betreft de risico’s geldt dat de omvang van het gemeentefonds tot en met 2011 bevroren is. Vanaf 2012 wordt de normeringsystematiek heringevoerd. Dit betekent dat de algemene uitkering in gelijke mate groeit of krimpt met de rijksuitgaven. De hoogte van de algemene uitkering is daarmee pas definitief bekend na afloop van het dienstjaar. De ervaring leert dat door de normeringsystematiek de algemene uitkering sterk kan fluctueren. Ander belangrijk risico dat zich nu nog voordoet in de algemene uitkering zijn de gevolgen van een tegenvallende woningbouwproductie en daaraan gekoppeld een negatieve ontwikkeling van het aantal inwoners. Verder is de landelijke ontwikkeling van de uitkeringsbasis een risico. Door bijvoorbeeld de landelijke stijging van het aantal bijstandcliënten daalt het uitkeringspercentage. Aangezien in Leiden het aantal bijstandcliënten minder hard groeit dan in andere gemeenten, ontvangt Leiden per saldo minder algemene uitkering. Bezwaarschriften precariobelasting (gelijk) Een aantal nutsbedrijven en netbeheerders heeft rechtsmiddelen ingezet tegen de jaarlijkse aanslagen Precarioheffing op ondergrondse en bovengrondse infrastructuur. Tot nu toe is de gemeente in alle gevallen in het gelijk gesteld. Er is echter nog geen uitspraak van de hoogste rechter. De gemeente heeft vertrouwen in de uitkomst van deze rechtszaken, maar tot aan de laatste uitspraak geen zekerheid. De bestaande beleidslijn is om de raming uit 2003 geïndexeerd en aangepast op areaalontwikkelingen als volledige opbrengst op te nemen. Daar waar boven deze raming opbrengsten verwacht worden, en waar ook
Jaarverslag | 197
bezwaar gemaakt is tegen de aanslag, worden deze opbrengsten voorzichtigheidshalve ook als oninbaar in de begroting verwerkt. Dit is gebaseerd op de mogelijke afschaffing van Precario door de Rijksoverheid en op het risico dat de gemeente loopt bij oninbaarheid van de vorderingen. Afschaffing precariobelasting (gelijk) Het vorige kabinet (Balkenende IV) heeft een besluit over de vrijstelling voor nutsbedrijven en netbeheerders van Precarioheffing op ondergrondse en bovengrondse infrastructuur ingetrokken. Het huidige kabinet heeft nog geen standpunt bepaald. Het voornaamste knelpunt is de compensatie voor de te derven inkomsten. In een eerder voorstel was deze compensatie in de baten op OZB gevonden. Dit zou tot een verzwaring van de directe lasten van (een deel van) de burgers en bedrijven leiden. Totdat duidelijk is wat de intentie van het kabinet is, en hier een besluit over genomen is, blijft er onzekerheid over de toekomst van de Precariobelasting en de hoogte van de OZB. De Precario blijft bestaan voor onder andere terrassen en andere objecten boven en onder de grond. Volledige compensatie via de OZB heeft een sterke stijging (15% boven de jaarlijkse indexering) van de OZB tot gevolg en een verschuiving van de lasten tussen de doelgroepen. Het risico ligt in de wenselijkheid en mogelijkheid om een (volledige) compensatie te verwezenlijken voor het met ingang van 2012 mogelijk wegvallende bedrag van € 6,6 miljoen. Risicoscore: € 615.000 Renterisico (gewijzigd) De gemeente heeft voor haar dienstverlening behoefte aan vreemd vermogen. De behoefte aan vreemd vermogen bestaat uit een dagelijks fluctuerende component en een langlopende behoefte. De dagelijkse liquiditeitsbehoefte wordt afgedekt via de rekening-courant met financiële instellingen of het aantrekken van dag- of kasgeld met een looptijd tot één jaar. De kasstromen als gevolg van een aantal grote infrastructurele werken en de verkoop van aandelen Nuon zijn substantieel en veroorzaken een sterk wisselende vraag naar geldmiddelen voor de korte termijn. Het beroep op de geldmarkt is over het geheel gezien groter dan gebruikelijk en beweegt zich gemiddeld rond de kasgeldlimiet. De beweeglijkheid van de korte rente is groter waardoor de gemeente ook iets meer renterisico loopt dan normaal. De vraag naar langlopende middelen blijft ook op niveau. Het renterisico op de kortlopende en langlopende financieringsbehoefte neemt mede door de ontwikkelingen van de rente in het laatste half jaar toe. De lange rente benaderd de renteverwachting voor 2011 van 4,5% (20 jaar/RV/GD). Ook de korte rente loopt iets op. Vooralsnog blijft die binnen de renteverwachting van 2,0% voor de geldmarkt van 2011. Gelet op de trend van de laatste maanden en de toegenomen omvang van de financieringsvraag hebben wij de inschatting dat van het renterisico voor de gemeente verhoogd. Risicoscore: € 228.750 Algemene dekkingsmiddelen 2 Gemeentegaranties (gewijzigd) Het verstrekken van gemeentegarantie op door instellingen aangegane leningen houdt op zich in dat de gemeente risico loopt. Niet nakomen van verplichtingen kan leiden tot een situatie waarbij de gemeente wordt aangesproken op de garantstelling. Het is daarom van belang om risico’s te kwantificeren en beheersbaar te maken. Momenteel staat de gemeente Leiden voor het volle restantbedrag van € 167 miljoen garant. Hiervan betreft € 139 miljoen leningen aan woningbouwcorporaties. De gemeente baseert zich op het jaarlijks rapport van Centraal Fonds Volkshuisvesting. Hierin wordt géén verslechtering van de situatie voor woningbouwcorporaties voorzien. Uit oogpunt van beheersbaarheid wordt als voorwaarde bij garantstelling bedongen, dat de gemeente tijdig en adequaat door de geldverstrekker wordt geïnformeerd indien een instelling verplichtingen niet nakomt. In die zin heeft de bankinstelling een signaalfunctie op basis waarvan de gemeente verder actie onderneemt om risico’s te verkleinen. Een en ander is in procedures vastgelegd. Risicoscore: € 615.000 Taakstellingen op de bedrijfsvoering (gewijzigd) In het verleden is een groot aantal taakstellingen gelegd op het ambtelijk apparaat en overige bedrijfsvoeringkosten. Het gaat dan om de taakstelling op de huisvesting uit Regie op Maat, nieuwe en onderhanden taakstellingen op de bedrijfsvoering, taakstellingen voortvloeiend uit het traject Regie op Maat en de taakstelling gekoppeld aan Proces in Uitvoering. Aan de invulling van deze taakstellingen wordt hard gewerkt. In totaal gaat het om een bedrag van € 17 miljoen aan taakstellingen. Hoewel er vanuit gegaan wordt dat dit niet aan de orde zal zijn, wordt voorzichtigheidshalve de kans dat taakstellingen uiteindelijk niet ingevuld kunnen worden geschat op 10-15%. Het beleidskader risicomanagement schrijft voor dat een risico maximaal € 1,5 miljoen kan bedragen. Omdat het niet wenselijk is de risico’s op de diverse bedrijfsvoeringkosten afzonderlijk te presenteren, wordt voor dit risico van het beleidskader afgeweken.
198 | Jaarverslag
Risicoscore: € 2.500.000 Gebouwenbeheer - Asbest (gelijk) De kosten voor asbestsanering zijn incidenteel per pand, maar over het totaal van alle gemeentelijke gebouwen zal de gemeente er nog vele jaren mee geconfronteerd worden. De kosten van de asbestsaneringen zijn echter niet vooraf bekend. Een deel van de kosten wordt gedekt door onttrekking uit de voorziening asbestsanering op grond van raadsbesluit 02.0023. Het resterende deel van de kosten komt ten laste van de uitvoerende dienst. Gebouwenbeheer - Gebruiksvergunningen (gelijk) Ieder pand in beheer van de gemeente moet beschikken over een door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning. Als gevolg van strengere veiligheidseisen moeten er: ■ bouwkundige aanpassingen worden uitgevoerd ■ tekeningen gemaakt worden ■ ontruimingsplannen worden opgesteld Wettelijk is bepaald dat elke twee jaar een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd. In overleg met de Brandweer is gestart met de inventarisatie van de te nemen maatregelen en moet duidelijk worden welke extra gelden er nodig zijn om volledig te kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten. Gebouwenbeheer - Legionella (gelijk) Het risico op een legionella-uitbraak in een gemeentelijk pand is aanwezig. Hierbij kan persoonlijke schade ontstaan en bestaan juridische aansprakelijkheids- en financiële risico’s. Sanering grond onder loswal en Olga-gebouw (gewijzigd) Een deel van de grond onder het terrein aan de Admiraal Banckertweg is verontreinigd met diesel en gasolie. Deze verontreiniging is waarschijnlijk ontstaan in de vijftiger jaren, toen op deze locatie een werf gevestigd was voor het onderhoud aan aken en woonboten. Toen in de tachtiger jaren de gebouwen van Milieu en Beheer daar werden neergezet was de verontreiniging al aanwezig, maar werd dit niet als een probleem gezien omdat het verontreinigde gedeelte volledig werd afgedekt met zogenaamde stelconplaten (10 cm dikke betonnen platen). Wat in de tachtiger jaren acceptabel werd geacht wordt onder de huidige wetgeving niet meer geaccepteerd. Omdat de gemeente vergunningplichtig is op basis van milieuwetgeving (Wbb) door de aard van de werkzaamheden die hier worden uitgevoerd, wordt de stand van zaken rond de vervuiling vanaf 1997 regelmatig gecontroleerd via peilbuizen die op het terrein zijn geplaatst. In 2001 is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd door een extern bureau voor het aanvragen van een nieuwe vergunning in het kader van de Wbb. Hieruit bleek dat de bodemverontreiniging volgens de huidige inzichten moet worden beschouwd als een ernstige bodemverontreiniging, die “gemeld zou moeten worden bij het bevoegd gezag”. Door de Regionale Milieudienst West Holland is thans aangegeven dat zolang er geen sprake is van werkzaamheden in de verontreinigde grond en er geen nieuwe verontreinigingen kunnen optreden de sanering moet worden uitgevoerd als er grondwerkzaamheden in het vervuilde gebied gaan plaatsvinden. Voorwaarde is en blijft dat de geconstateerde vervuiling periodiek wordt onderzocht en de resultaten uit dit onderzoek bij de betreffende instanties wordt gemeld. Wanneer echter onderhoudswerkzaamheden in de bodem rond of onder de objecten die op de verontreinigde grond staan moeten worden uitgevoerd zal de sanering uitgevoerd moeten worden. Het gaat hierbij om de loswal, het Olga-gebouw maar ook om werkzaamheden aan kabels en leidingen in genoemd gebied. Risicoscore: € 37.500 Garantie Pieterskerk (PM)(gelijk) De restauratie van de Pieterskerk is in september 2009 afgerond. Het stichtingsbestuur heeft vele inspanningen verricht om middelen te verwerven ter dekking van de restauratiesom van circa 24 miljoen euro. Naast een rijkssubsidie van circa 11 miljoen euro zijn middelen verkregen uit acties, sponsoring en bijdragen van particulieren. De gemeente levert een bijdrage in de vorm van een jaarlijks subsidie van minimaal € 200.000 tot maximaal € 339.000, afhankelijk van het exploitatieresultaat van de gerestaureerde kerk. Daarmee kunnen de kapitaallasten van een investering van ruim 5,5 miljoen euro worden opgevangen (waarvoor de gemeente garant stond). Er zijn twee opties ter sprake geweest. A. De gemeente neemt een investering van € 5,5 miljoen in de eigen begroting (‘investering in het eigendom van een derde’) met een kapitaallast van € 339.000 op. De instelling lost de lening af en de garantstelling vervalt. De gemeente heeft de jaarlijkse kapitaallast in de boeken en er is geen sprake van subsidieverstrekking. B. De instelling handhaaft de investering op de eigen balans, zo ook de lening onder gemeentegarantie en de gemeente verstrekt een subsidie van maximaal € 339.000 per jaar. In die zin blijft het risico dat uit de garantstelling voor de gemeente voorvloeit in stand. De risico-ontwikkeling is jaarlijks bij de subsidieverstrekking punt van aandacht.
Jaarverslag | 199
Inmiddels heeft de Raad besloten tot het faciliteren van de Pieterskerk bij de verkoop van de proveniershuisjes waardoor de restproblematiek van de restauratie kan worden afgerond (RV 11.0001). Er is een nieuwe directeur aangesteld en een bedrijfsplan opgesteld. Dwangsommen bij niet tijdig beslissen (gelijk) Vanaf 2008 kunnen aanvragers van beschikkingen en bezwaarmakers de gemeente een dwangsom opleggen als de gemeente de termijnen overschrijdt. Dit op basis van een door de raad in april 2007 vastgestelde verordening (RV 07.0039). Per 1 januari 2008 valt tweederde van de soorten beschikkingen onder deze verordening. In totaal gaat het om 23.500 beschikkingen per jaar. Per 1 juli 2008 vallen vier extra beschikkingen onder de dwangsomverordening. Tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2010 wordt landelijk de wet ‘Dwangsom bij niet tijdig beslissen ingevoerd’. Uit een landelijke schouw naar de wettelijke termijnen is gebleken dat de huidige wettelijke termijnen voor het afwikkelen van bezwaarschriften die onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vallen en voor aanvragen op basis van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) te krap zijn. Deze zullen worden aangepast voordat de Dwangsomwet landelijk wordt ingevoerd. Voor Leiden betekent dit dat de implementatie van de dwangsomverordening wordt voortgezet per 1 januari 2009, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor de bezwaarschriften Awb en aanvragen WOB. In het eerste half jaar van 2008 zijn vier dwangsomaanvragen ingediend. Eén hiervan was gegrond. De beschikking is echter binnen twee weken alsnog verstuurd waardoor niet tot betaling van een dwangsom is overgegaan. Onvoorziene claims (gewijzigd) Leiden probeert haar besluitvorming altijd zorgvuldig te plegen. Toch is niet uit te sluiten dat in sommige gevallen tegen de gemeente claims worden ingediend, door partijen die menen dat ze door gemeentelijke besluitvorming worden benadeeld. Niet te voorzien is in welke gevallen en voor welke bedragen eventuele claims - waaronder begrepen planschade - worden toegewezen. Vandaar dat deze post wordt opgenomen in deze risicoparagraaf. Risicoscore: € 397.750 Fuwamodel (nieuw) De gemeente Leiden heeft een betrekkelijk verouderd functiewaarderingssysteem dat niet optimaal past bij de huidige organisatie en de moderne visie op functiewaardering. De VNG ontwikkelt op dit moment een nieuw, modern functiewaarderingssysteem dat in april 2011 gereed zal zijn. Verwacht mag worden dat gemeente Leiden ook de komende jaren over zal gaan op dit systeem. Bij de overgang naar een nieuw functiewaarderingssysteem zullen er frictiekosten ontstaan als gevolg van herwaardering van functies en inpasbaarheid van oude functies in nieuwe functies. De hoogte van het risico is op dit moment onmogelijk te schatten. De VNG heeft ooit ingeschat dat er gemiddeld 2% frictiekosten zouden ontstaan. Uitgaande van de jaarlijks ca. 100 miljoen euro aan salariskosten zouden we dan frictiekosten van 2% al neerkomen op een structurele financieel risico van € 2.000.000. Aan de andere kant zullen deze structurele frictiekosten op termijn afnemen als de werknemers uit dienst treden. Al met al nog veel onzekerheid over hoogte van het risicobedrag. Het is ook nog onduidelijk per wanneer het in zal gaan. De verwachting is dat dit niet voor 2013 zal zijn. Taakstelling ambtelijke huisvesting (nieuw) In ruimte voor nieuw beleid is een taakstelling op huisvesting opgelegd van € 300.000 in 2012, oplopend naar €900.000 in 2014, welke binnen diverse afdelingen gerealiseerd zal moeten worden. Basis voor deze stelpost is het Strategisch Huisvestingsplan 2007 - 2012. Een eerste inventarisatie laat zien dat deze taakstelling naar verwachting niet volledig gerealiseerd zal kunnen worden. ■ Voor wat betreft de servicekosten voor de gemeentelijke huisvesting is het wegvallen van locaties als de Langebrug, Breestraat 24 en Zonneveldstraat reeds in de begroting verwerkt. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het niveau van de services zoals kantinevoorzieningen te verlagen respectievelijk de prijzen te verhogen in relatie tot haalbaarheid van de taakstelling. Daarnaast kan een beperkt deel van de taakstelling worden ingevuld door bijvoorbeeld de aanstaande komst van een externe huurder (het Veiligheidshuis) naar een gemeentelijk pand. ■ Er kunnen naar verwachting geen besparingen worden gerealiseerd op de onderhoudskosten van de panden zelf, omdat de vrijval van onderhoudsbudgetten door het afstoten van een aantal gemeentelijke panden, waarin nu nog ambtenaren zijn gehuisvest, zal moeten worden aangewend om de tekorten op de onderhoudsbudgetten voor de overige panden aan te vullen. Hierover kunnen pas definitieve uitspraken worden gedaan wanneer de meerjaren onderhoudsplannen klaar zijn. Dit zal in 2011 het geval zijn. Subsidies gemeentelijke participatiebudgetten (nieuw) Bij de afdeling HSI is een viertal kantinemedewerkers in dienst met een aanstelling op basis van de voormalige regeling In- en Doorstroombanen. De loonkosten voor deze medewerkers werden bijna volledig gedekt door subsidies uit de gemeentelijke participatiebudgetten.
200 | Jaarverslag
Deze subsidies voor de inzet van de kantinemedewerkers van 113.000 euro wordt de komende jaren afgebouwd vanwege de korting op de participatiebudgetten. Risicoscore: € 30.500 Fiscale risico's (nieuw) De gemeente treedt in het dagelijks economsche verkeer op als overheid en soms als ondernemer. In beide vormen heeft de gemeente recht op verrekening van btw. Het zij door declaratie van BTW bij het btwcompensatiefonds of op de btw aangifte als ondernemer. Er zijn echter ook uitzonderingen waarin geen verrekening van BTW plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld bij het onderwijs of het verhuren van onroerende-zaken. De controle van de belastingdienst over de periode 2003 - 2008 heeft geleerd dat de btw administratie van de gemeente niet geheel op orde was. Dit heeft in 2009 geleid tot een terugbetaling van 2,85 mln aan te veel gedeclareerde BTW over die periode. Uit de controle van de belastingdienst kwam ook naar voren dat op bepaalde onderdelen de gemeente ten onrechte de BTW niet heeft gedeclareerd. Met de belastingdienst is afgesproken dat Leiden die BTW alsnog mag declareren. Bij de programmabegroting 2011 is dit bedrag op 1 mln ingeschat. In de jaarrekening 2010 is uiteindelijk een nog te declareren bedrag opgenomen van 1,7 mln. Dit bedrag zal alsnog gedeclareerd worden bij het BTW-compensatiefonds. Er bestaat een risico dat de belastingdienst niet volledig akkoord gaat met deze suppletieaangifte. Ter beoordeling van de risico’s omtrent loonheffing hebben we een checklist ingevuld. Hieruit kwam naar voren dat de gemeente Leiden risico’s loopt ten aanzien van de Wet Ketenaansprakelijkheid bij inhuur van derden. Op dit moment is de toetsing van de Wet Ketenaansprakelijkheid niet centraal belegd bij de gemeente, maar ligt de verantwoordelijkheid bij de verschillende afdelingen. Gemeentebrede risico-inventarisatie voor projecten In 2009 is de rapportage van de onderzoekscommissie Van Egdom verschenen over de Overschrijding bij Grote Projecten. De aanbevelingen van de commissie zijn verwerkt in het in september vastgestelde beleidskader Investeringen. Verder informeert het college de raad jaarlijks, vertrouwelijk, met een nota 'Projectcontrol en risicobeheer' over de risico’s en voortgang van complexe en/of risicovolle projecten, de zogenaamde top 20. De rapportage is gepubliceerd bij de programmarapportage 2009. Voor de ruimtelijke projecten met grote investeringen en risico’s is een adequaat financieel administratief stelsel van reserves en voorzieningen gecreëerd, met als doel het kunnen voeren van een solide financieel vermogensbeheer. Daarmee wordt het inzicht vergroot en worden de financiële risico’s voor de gemeente beheersbaar gemaakt. Voor toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. De komende tijd zullen wij de risicoanalysemethoden van voor grote projecten en grondexploitaties verder op elkaar afstemmen. Ook zullen wij de methodiek zo veel mogelijk toepassen op de overige beleidsterreinen.
Jaarverslag | 201
202 | Jaarverslag
Hoofdstuk 4
4 Jaarrekening
Jaarrekening | 203
4.1 Balans ACTIVA
2010
2009
( x € 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa
574.187
525.979
Investeringen met economisch nut - In erfpacht uitgegeven
177.759
178.027
- Niet in erfpacht uitgegeven
281.681
232.745
114.747
115.207
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut - Niet in erfpacht uitgegeven Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Overige verbonden partijen Leningen aan woningbouwcorporaties Leningen aan deelnemingen Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom van derden
186.239
196.957
9.223
9.223
20
20
29.517
40.104
279
299
9.747
9.809
119.810
124.290
17.643
13.212
Totaal vaste activa
760.426
722.936
-6.460
24.899
Vlottende activa Voorraden Grond- en hulpstoffen Onderhanden werk inclusief bouwgronden in exploitatie Vooruitbetalingen
121
13.965
-7.360
9.939
779
995
Uitzettingen met een rentetypische looptijd<1 jaar Vorderingen op openbare lichamen
56.999
87.160
24.465
28.816
44
170
Overige vorderingen
32.490
46.174
Overige uitzettingen
0
12.000
Rekening-courant verhoudingen met niet - financiële instellingen
Liquide middelen
70
4.517
265
1.924
50.874
118.500
811.300
841.436
Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal activa
204 | Jaarrekening
PASSIVA
2010
2009
Vaste passiva Eigen vermogen
502.893
526.605
Reserves - Algemene reserve - Bestemmingsreserves Saldo van de rekening van baten en lasten
88.488
123.735
420.758
377.098
-6.353
25.772
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ één jaar
48.002
84.186
137.887
138.710
Onderhandse leningen van: -Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen -Binnenlandse banken en overige financiële instellingen -Binnenlandse bedrijven Door derden belegde gelden Waarborgsommen
325
552
137.422
128.273
3
3
103
9.723
34
159
Totaal vaste passiva
689.782
749.501
106.749
75.385
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Bank
59.399
24.929
Overige schulden
47.350
50.455
Overlopende passiva
15.769
16.551
122.518
91.936
811.300
841.436
Totaal vlottende passiva Totaal passiva
175.157
Borg- en garantstellingen
166.781
Jaarrekening | 205
4.2 Programmarekening Programma bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Saldo voor wijziging
Rekening 2010
Wijzigingen
Saldo na wijziging
Lasten
Begroting 2010 Rekening 2010
Baten
Saldo
PRGE01 BESTUUR EN DIENSTVERLENING
27.420
2.730
30.150
38.430
-10.287
28.142
2.008
PRGE02 VEILIGHEID
10.928
-410
10.519
11.625
-1.780
9.846
673
PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME
4.237
393
4.630
4.793
-424
4.369
261
PRGE04 BEREIKBAARHEID
3.885
4.345
8.230
15.159
-8.432
6.727
1.502
PRGE05 OMGEVINGSKWALITEIT
44.010
1.090
45.100
64.800
-27.991
36.809
8.291
PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING
12.773
15.495
28.268
105.235
-59.310
45.925
-17.657
PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS
21.031
1.519
22.549
25.350
-4.934
20.416
2.133
PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
30.706
1.006
31.712
36.812
-5.982
30.830
883
PRGE09 WELZIJN EN ZORG
37.004
2.360
39.363
44.185
-6.932
37.253
2.110
PRGE10 WERK EN INKOMEN
23.208
4.681
27.890
139.884
-111.583
28.300
-410
PRGEAD1 ALGEMENE MIDDELEN DEEL I
-211.425
-13.420
-224.844
7.704
-238.557
-230.853
6.009
PRGEAD2 ALGEMENE MIDDELEN DEEL II
811
8.179
8.989
6.796
-849
5.947
3.042
4.589
27.968
32.557
500.773
-477.062
23.711
8.846
-4.589
-27.968
-32.557
100.446
-117.805
-17.358
-15.198
-0
0
0
601.219
-594.867
6.353
-6.353
RESULTAAT VOOR BESTEMMING PRGE12 TOTAAL RESERVES RESULTAAT NA BESTEMMING
206 | Jaarrekening
4.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarden. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten. Alle bedragen in de jaarrekening staan weergegeven in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. Grondslagen voor waardering ACTIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Materiële vaste activa wordt geactiveerd bij een aanschafwaarde groter dan € 25.000 en een minimale gebruiksduur van drie jaar. Uitzondering hierop zijn Gronden en terreinen, deze worden altijd geactiveerd. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. De afschrijving van een activum start op de eerste dag van het jaar volgend op het jaar waarin het object bedrijfsvaardig is opgeleverd. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Aankoop en vervaardiging van activa in de openbare ruimte met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen uitgifteprijs van eerste uitgifte. De in eeuwigdurende erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen registratiewaarde. De afschrijvingsmethode is vastgelegd in de door de raad vastgestelde financiële verordening en is in principe lineair. De materiële vaste activa worden afgeschreven in maximaal: ■ 60 jaar: aanleg rioleringen; ■ 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen; aanleg wegen, bruggen en walmuren, sportvelden, volkstuinen en zwembaden; ■ 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen; reconstructie wegen, bruggen, rioleringen en walmuren; ■ 20 jaar: stenen bergplaatsen en loodsen; openbare verlichting; ■ 15 jaar: centrale verwarming; bijzondere voertuigen als brandweerauto’s; ■ 10 jaar: houten bergplaatsen en loodsen; technische- en veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair; verkeerslichteninstallaties, motorvoertuigen en machines; ■ 5 jaar: zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto’s; lichte motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur; ■ niet: gronden en terreinen. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele aflossingen. Deelnemingen worden in afwijking hiervan gewaardeerd tegen marktwaarde indien deze waarde lager is dan de verkrijgingprijs. De bijdrage in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met afschrijvingen. Onder uitzettingen worden aandelen, obligaties, maar ook leningen en vorderingen verstaan. Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen. Voorzieningen wegens oninbaarheid van leningen worden met de nominale waarde van leningen verrekend. Voorraden
Jaarrekening | 207
De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Er wordt rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden. De gronden bij complexen in exploitatie zijn opgenomen tegen de daaraan bestede kosten, inclusief de bijgeschreven rente en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde grondverkopen. Winstneming vindt plaats op het moment dat de exploitatie van een complex wordt beëindigd of wanneer tussentijds met redelijke zekerheid vast te stellen is, dat er winst gerealiseerd wordt. De voorwaarden daarvoor liggen vast in het besluit van de raad van 22 april 2008 (RB 08.0027). Voor de complexen met een uitvoeringsbesluit en een geprognosticeerd negatief eindresultaat wordt een voorziening getroffen die in mindering wordt gebracht op de post Bouwgrond in exploitatie. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van de vorderingen verrekend. PASSIVA Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die als vreemd vermogen aan te merken zijn, omdat deze gelden niet vrij beschikbaar zijn. Er staat namelijk altijd een verplichting tegenover. Er is sprake van een verplichting als het doel, het tijdstip en de omvang van de uitgave vaststaan. Hierdoor is er voor de raad inhoudelijk geen expliciete keuzemogelijkheid. Bij onderhoudsvoorzieningen kan de raad echter wel invloed uitoefenen op de hoogte van de voorziening doordat de raad het gewenste onderhoudsniveau vaststelt. In het BBV worden vier mogelijkheden aangereikt waarvoor voorzieningen gecreëerd kunnen worden: 1. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten. 2. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. 3. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren 4. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Een uitzondering hierop zijn de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Conform Artikel 49 BBV worden deze sinds 2008 onder de overlopende passiva opgenomen. Het betreft dus min of meer onzekere verplichtingen (passiefposten op de balans), die te zijner tijd schulden kunnen worden of in de tijd onregelmatig gespreid zijn. Een voorbeeld van dit laatste is groot onderhoud. Ook voor risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering kunnen voorzieningen worden gevormd. Ter dekking van het risico voor verwachte negatieve resultaten uit de grondexploitatie is een voorziening ingesteld. Deze voorziening wordt gepresenteerd als een waardecorrectie op de post Bouwgrond in exploitatie onder de ‘Voorraden’. Deze wijze van verantwoording is naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren. Voorzieningen die worden gevormd om de onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Posten als schulden en transitoria vallen niet onder het begrip voorzieningen. Voorzieningen worden gerekend tot het vreemd vermogen van de gemeente. Grondslagen voor resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Onder baten worden verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment van besluitvorming door de AvA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders)van de betreffende deelneming. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hieronder vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
208 | Jaarrekening
4.4 Toelichting op de balans VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt: MVA met een economisch nut
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
194.752
767
171.231
8.408
7.722
16.165
11.727
410.772
21.963
8.220
32.783
210
121
2814
2688
68.798
-71
-545
-1.132
0
-465
-390
0
-2.603
Afschrijvingen
0
-30
-7.038
-1.021
-1.406
-3.258
-2.929
-15.682
Extra afschrijvingen
0
0
0
0
0
0
0
0
-62
0
-1.782
0
0
0
0
-1.844
216.582
8.411
194.062
7.597
5.972
15.331
11.486
459.441
MVA in openbare ruimte met maatschappelijk nut
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Machines, apparaten en installaties
Totaal
Boekwaarde 1-1-2010
106.682
8.525
115.207
Investeringen
9.538
1.110
7.280
Desinvesteringen / buitengebruikstellingen
0
0
0
Afschrijvingen
-3.450
-674
-4.124
Extra afschrijvingen
-2.268
0
-2.268
Bijdragen van derden
-191
0
-26
Bijdrage uit reserve
Boekwaarde 31-12-2010
216.582
8.411
194.062
113.383
5.972
24.292
11.486
574.188
Boekwaarde 1-1-2010 Investeringen Desinvesteringen / buitengebruikstellingen
Bijdragen van derden Boekwaarde 31-12-2010
Totaal materiële vaste activa
-4.525
105.786
0
8.961
-1.322 114.747
Ten opzichte van 2009 zijn er een aantal presentatie - en rubriceringswijzigingen doorgevoerd : ■ Object 'Aan en verkoop Hoge Morsweg 160' stond opgenomen onder categorie Bedrijfsgebouwen. De aankoop blijkt grond, deze wijziging is in de beginbalans gecorrigeerd voor een bedrag van € 1.402.000. ■ Tot 2009 werd aangenomen dat alle investeringen met maatschappelijk nut konden worden verantwoord onder de categorie Grond-, weg- en waterbouwkundig werken. Deze werkwijze stond ook als zodanig in de financiële verordening opgenomen. In de nieuwe financiële verordening is de passage hierover verwijderd. Er heeft in 2010 een nadere analyse plaatsgevonden naar de investeringen met maatschappelijk nut. Het gevolg hiervan is dat de weergave in het verloopoverzicht van de investeringen met economisch nut en de investeringen met maatschappelijk nut getrouwer kan worden gepresenteerd. ■ Nieuw in het verloopoverzicht is de bijdrage uit reserves bij de investeringen met maatschappelijk nut. Conform artikel 63 lid 3 van de BBV dient melding te worden gemaakt van investeringen waaraan rente wordt toegevoegd. Deze situatie doet zich voor bij de investering Renovatie Haagweg 4 (710532). Tevens zijn in 2010 een aantal grondcomplexen afgesloten, zie RB10.0054. De betreffende gronden zijn vermeerderd met rente geactiveerd. De investering in Gronden en Terreinen in 2010 bestaat voor ruim 20 miljoen uit de activering van de gronden uit de grondexploitatie.
Jaarrekening | 209
FINANCIËLE VASTE ACTIVA Specificatie van de kapitaalverstrekkingen door de gemeente Kapitaalverstrekkingen Deelnemingen
2010
2009
18
18
9
9
18
18
DZB Partycatering BV Leiden
135
135
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
789
789
8.175
8.175
79
79
9.223
9.223
20
20
9.243
9.243
B.V. Exploitatie en Beheer Stadsgehoorzaal/de Waag Nieuw Leyden Beheer B.V. Leiden naar Nieuw Leyden B.V.
Alliander N.V. (voorheen N.V. Nuon) N.V. Beheer Openbare Ruimte i.o. Totaal deelnemingen Overige verbonden partijen Coöperatieve Zakelijke Post Nederland U.A. Totaal kapitaalverstrekkingen
Alliander N.V. De verkoop van de Nuon-aandelen betreft alleen het productie - en leveringsbedrijf van Nuon, thans Nuon Energy NV. Het netwerkbedrijf Alliander blijft in handen van de publieke aandeelhouders. Volgens de waarderingsgrondslagen van de gemeente worden de aandelen gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Omdat Alliander in de plaats treedt van Nuon, kan de historische verkrijgingsprijs van Nuon aandelen (€ 8.175.062) beschouwd worden als verkrijgingsprijs van de aandelen Alliander. Qua hoogte van het bedrag wijzigt de post ‘Deelnemingen’ hierdoor niet. N.V. Beheer Openbare Ruimte In 2009 is besloten tot de oprichting van de NV BOR waarvan de gemeente Leiden voor 79% aandeelhouder is. De overige aandeelhouders zijn de gemeente Oegstgeest (15%) en Zoeterwoude (6%). Op grond van de wettelijke bepalingen is bij de oprichting 20% van het maatschappelijk kapitaal van € 500.000 door de aandeelhouders geplaatst en volgestort. Specificatie van het verloop van verstrekte geldleningen Boekwaarde 1-1-2010 Leningen aan woningbouwcorporaties Leningen aan deelnemingen
Verstrekte leningen
Aflossingen
Boekwaarde 31-12-2010
40.104
10.587
29.517
299
20
279
Overige langlopende leningen
9.809
517
256
10.070
Totaal verstrekte geldleningen
50.212
517
10.863
39.866
Woningbouwcorporaties: Een groot deel van de verstrekte geldleningen is bestemd voor woningbouwverenigingen en instellingen of bedrijven met een bepaald gemeentelijk belang. Het actief (door)verstrekken van leningen woningbouw is bij raadsbesluit 04.0018 beëindigd. De nu nog lopende leningen betreffen “gemeentelijke voorschotten” met looptijden van 50 tot 75 jaar uit de jaren 1948 tot 1969 en financiering sociale woningen (leningen zijn onder dezelfde condities doorverstrekt aan de corporaties in de jaren 1982 tot en met 1992). Als gevolg van reguliere of vervroegde aflossing door de woningbouwcorporaties neemt de omvang van de opgenomen en doorverstrekte geldleningen af. Specificatie leningen aan woningbouwcorporaties 2007
2008
2009
2010
Doorverstrekte leningen 31-12
56.866
52.067
37.519
27.063
Verstrekte voorschotten 31-12
3.473
3.115
2.585
2.454
60.339
55.182
40.104
29.517
TOTAAL
210 | Jaarrekening
Specificatie leningen aan deelnemingen 2010
2009
79
99
Leiden naar Nieuw Leyden BV
200
200
TOTAAL
279
299
2010
2009
Verstrekte geldlening SVN
1.969
2.221
Verstrekte geldleningen via NRF
2.684
2.500
Rekening-courant SVN-lening
3.440
3.173
Verstrekte leningen kwaaitaal
48
48
1.036
991
Doorlopend krediet
34
38
Krediethypotheek
22
23
Rabobank commerciële kredieten
-28
-32
Lening u/g TV Stevenshof
542
542
0
305
9.747
9.809
2010
2009
1.001
958
114.247
114.247
4.562
9.085
119.810
124.290
Stadsgehoorzaal
Specificatie overige langlopende leningen
Persoonlijke leningen
Lening Stichting Scheltema TOTAAL
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar Winstrecht Kabelmaatschappij Rijnland Langlopende vordering Vattenfall Escrowrekening garantieregeling verkoop aandelen NUON Energy TOTAAL
Langlopende vordering Vattenfall De langlopende vordering Vattenfall betreft de nog te ontvangen bedragen voor de verkoop aandelen NUON. Deze aandelen worden in vier tranches geleverd. De 1e tranche van 49% heeft in 2009 plaatsgevonden. De 2e tranche (15%) wordt geleverd in 2011, de 3e (15%) in 2013 en de 4e (21%) in 2015. Escrowrekening Ter dekking van de gelimiteerde aansprakelijkheid van de verkopende partijen is een bedrag (4% van de verkoopopbrengst) op een escrow-rekening bij de BNG gestort. 50% van deze escrowrekening is in 2010 vrijgevallen, restant valt vrij in 2015. Specificatie bijdragen aan activa in eigendom derden Bijdrage Provincie aan Rijngouwelijn (RGL) Inrichting en signalering Visitors Centre Leiden TOTAAL
2010
2009
17.487
13.008
156
204
17.643
13.212
2010
2009
18
13.894
103
71
VLOTTENDE ACTIVA Specificatie van de voorraden Grond- en hulpstoffen -Niet in exploitatie genomen bouwgronden voor projectbesluit -Overige grond- en hulpstoffen
Jaarrekening | 211
Totaal
2010
2009
121
13.965
147
71
-7.507
-10.106
0
19.974
-7.360
9.939
779
995
-6.460
24.899
Onderhanden werken -DZB onderhanden werk -Bouwgronden in exploitatie incl.voorziening negatieve grondexploitaties * -Overige onderhanden werken (bijzondere projecten) Totaal Vooruitbetalingen TOTAAL
De boekwaarde per 31-12-2009 van de niet in exploitatie genomen bouwgronden voor projectbesluit betrof de boekwaarde van het project Oostvlietpolder. Op 10-2-2011 heeft de raad besloten om dit project af te sluiten. (RB10.0149) De boekwaarden van de verworven gronden zijn voor € 6.500.000 geactiveerd op de balanspost Gronden en terreinen. Het restant van de boekwaarde per 31-12-2010 ad € 9.425.000 is ten laste van de vereveningsreserve grondexploitaties gebracht. * Specificatie bouwgronden in exploitatie 2010
2009
3.760
3.206
Projecten met een uitvoeringsbesluit
16.670
12.928
Totaal projecten met besluit
20.430
16.134
-27.937
-26.240
-7.507
-10.106
Projecten met een kaderbesluit
Af: Voorziening negatieve grondexploitaties Totaal bouwgronden in exploitatie
De boekwaarde van de overige onderhanden werken (bijzondere projecten) per 31-12-2009 bestond uit de boekwaarden van de projecten Nieuweroord (€ 4.858.000) en het vastgoedcomplex (€ 15.116.000). Beide projecten zijn per 31-12-2010 afgesloten. De boekwaarde per 31-12-2010 van Nieuweroord ad € 5.253.000 is geactiveerd onder de balanspost Woonruimten. Voor de afsluiting van het vastgoedcomplex is een bedrag ad € 3.364.000 geactiveerd onder de balanspost Gronden en terreinen, een bedrag ad € 4.185.000 is geactiveerd onder de balanspost Bedrijfsgebouwen en een bedrag ad € 1.997.000 is geactiveerd onder de balanspost Woonruimten. Het restant van de boekwaarde per 31-12-2010 ad € 6.119.000 is ten laste van het rekeningsaldo 2010 gebracht. Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar 2010
2009
24.465
28.816
44
170
Overige vorderingen
32.490
46.174
Overige uitzettingen
0
12.000
56.999
87.160
Vorderingen op openbare lichamen Rekening - courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
Totaal
Onder de vorderingen op openbare lichamen is in 2009 € 16,9 mln en in 2010 € 21,5 opgenomen als vordering op het BTW compensatiefonds. Onder de overige vorderingen was ultimo 2009 nog € 12,3 mln opgenomen voor belastingdebiteuren ultimo 2010 is dit, mede doordat N.V. Liander alle openstaande precario nota's betaald heeft, gereduceerd tot € 2,4 mln. De bijstandsdebiteuren bedragen ultimo 2010 € 9 mln. Een deposito van € 12 mln welke was opgenomen onder de overige uitzettingen is in 2010 terugbetaald. Liquide middelen Kas
212 | Jaarrekening
2010
2009
70
76
2010
2009
0
4.441
70
4.517
Bank Totaal
Het banksaldo vertoonde op 31-12-2010 een schuldpositie en is derhalve opgenomen onder de kortlopende schulden. Overlopende activa 2010
2009
265
1.924
Vooruitbetaalde bedragen
Onder de vooruitbetaalde bedragen zijn bedragen opgenomen die reeds in 2010 betaald zijn maar waarvan de last betrekking heeft op 2011. VASTE PASSIVA Eigen vermogen Stortingen
Algemene reserve Bestemmingsreserves
Onttrekkingen
Stand per 1-1-2010
via resultaatbestemming bij de programmarekening
via resultaatbestemming voorgaand jaar
via resultaatbestemming bij de programmarekening
123.735 *
33.212
25.772
94.231
377.098
93.534
via resultaatbestemming voorgaand jaar
88.488
49.874
Totaal reserves Resultaat 2009
420.758 509.246
25.772
-25.772
0
Resultaat 2010 TOTAAL RESERVES
Stand per 31-12-2010
-6.353 526.605
126.746
0
144.105
0
502.893
*Na toevoeging van het resultaat over 2009 van € 25,7 miljoen bedraagt de algemene reserve per 1-1-2010 € 149,5 miljoen Toelichting Het totale eigen vermogen is gelijk aan het eigen vermogen van voorgaand jaar vermeerderd of verminderd met het resultaat na bestemming. Voor zover de raad gedurende het jaar al besluiten over bestemmingsreserves heeft genomen, zijn de effecten van deze besluiten in de stand van de reserves per jaareinde verwerkt. Uit het resultaat voor bestemming en de effecten van de raadsbesluiten volgt een resultaat na bestemming, dat als een apart onderdeel van het eigen vermogen is gepresenteerd. De reserves van het eigen vermogen worden onderscheiden in een algemene reserve en bestemmingsreserves. Algemene reserve De algemene reserve is in principe vrij besteedbaar met inachtneming van het weerstandsvermogen, dit betreft een harde ondergrens die dient als buffer voor de afdekking van niet - kwantificeerbare risico's. De risicopositie van de gemeente bepaalt de omvang van deze reserve. De minimale omvang van de concernreserve is vastgesteld op € 10 mln of 2% van de begrote programmalasten indien dit hoger uitvalt dan € 10 mln. De algemene reserve wordt in de toelichting bij de jaarrekening onderverdeeld in de concernreserve harde ondergrens, de concernreserve geoormerkt en de concernreserve vrije ruimte. Als het resultaat na bestemming een positief saldo laat zien dan wordt dit saldo in eerste instantie gestort in de concernreserve. Bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven (art. 43 BBV). Essentieel is dat de bestemming nog veranderd kan worden. Overzicht van mutaties in reserves
Stand per 1/1/ 2010
Storting
Onttrekking
Stand per 31/12/2010
Algemene reserve
Jaarrekening | 213
Stand per 1/1/ 2010
Storting
Onttrekking
Stand per 31/12/2010
02000 concernreserve *
51.003
27.603
58.870
19.735
02003 reserve opbrengst verkoop aandelen NUON
98.504
5.609
35.360
68.753
149.507
33.212
94.231
88.488
Bestemmingsreserves
02101 reserve egalisatie inkomsten bouwleges
3.376
874
894
3.356
02102 reserve flankerend beleid
5.736
93
2.612
3.217
02103 reserve leegstandsbestrijding
184
0
18
166
02104 reserve financ.bijdr.woningonttrek.
153
0
0
153
19.446
24.457
26.400
17.503
649
29
61
617
4.877
219
4.877
219
602
527
0
1.129
9.170
4.247
382
13.035
444
20
464
0
02116 reserve bedrijfsvoering concern
2.207
0
991
1.216
02117 reserve herstr.woongebieden portaal
3.752
169
95
3.826
61
3
0
64
02119 reserve t.b.v. bedrijfsverzamelgebouw
239
0
0
239
02120 reserve publicaties gemeente-archief
101
246
0
347
0
10.266
1.506
8.760
02129 bedrijfsreserve schouwburg
298
0
23
275
02130 bedrijfsreserve de lakenhal
214
447
0
661
02131 reserve actuele kunst
362
0
12
351
1.180
0
69
1.112
02134 reserve brede school
285
0
0
285
02138 reserve amateurkunst
37
0
0
37
378
0
136
243
1.664
2.020
2.528
1.156
02147 reserve herhuisvesting MB
904
0
62
842
02153 reserve bedrijfsvoering brandweer
204
0
0
204
3.452
818
7
4.263
303
0
0
303
77
0
0
77
119.725
20
693
119.052
02159 reserve afkoop adm.kstn.erfpachtsbedrijf
223
0
3
220
02162 reserve sociale huurwoningen
798
0
34
764
1.057
0
198
859
12.177
548
0
12.725
7.854
353
17
8.190
02166 reserve investering Molen de Valk
413
0
17
396
02169 reserve vastgoedexpl. stadsgehoorzaal
910
0
23
887
02170 reserve onrend.inv. onderwijsgebouwen
242
11
0
253
Totaal algemene reserves
02105 vereveningsreserve grondexploitaties 02108 reserve bovenwijkse voorz. grondbedr. 02110 reserve trekvaartplein 02112 reserve strategische aankopen 02113 reserve bodemsanering 02114 reserve extra plankosten
02118 reserve herstructurering woongeb. SVZ&V
02123 reserve GSB-middelen ISV en EZ
02132 reserve gemeentelijk deel gsb oggz
02142 reserve investering Muziekhuis 02143 reserve parkeren
02154 bedrijfsreserve dzb-leiden 02156 reserve bedrijfsvoering griffie 02157 reserve onderzoeken rekenkamer 02158 reserve afkoopsommen erfpacht
02163 reserve stadsvernieuwing 02164 reserve w4 bijdrage 02165 reserve herstr.woongebieden Ons Doel
214 | Jaarrekening
Stand per 1/1/ 2010
Storting
Onttrekking
Stand per 31/12/2010
15.522
0
1.194
14.329
02174 reserve fietsenafhandelcentrale
38
0
0
38
02175 reserve bestrijding overlast meeuwen
60
0
20
40
137
0
55
82
13.206
6.764
1.755
18.215
02178 reserve vastgoedexpl.Brede School Noord
2.173
0
0
2.173
02179 reserve proj.+alg.ris.grex-proj.in uitv.
6.202
6.759
0
12.961
02180 res. proj.+alg.ris.grex-proj.voor uitv.
4.857
219
2.860
2.215
489
1.272
880
881
1.616
0
0
1.616
11.544
0
0
11.544
117.500
0
0
117.500
02186 reserve combinatiefunties
0
1.120
0
1.120
02187 reserve Ringweg Oost
0
25.500
0
25.500
02189 reserve brandschadefonds
0
1.168
0
1.168
02190 reserve bereikbaarheid
0
1.629
990
639
02191 reserve baggeren
0
303
0
303
02192 reserve onderhoud bruggen
0
617
0
617
02193 reserve centra voor jeugd en gezin
0
200
0
200
02194 reserve herontwikkeling sportvelden
0
2.615
0
2.615
Totaal bestemmingsreserves
377.098
93.534
49.874
420.758
Totaal reserves
526.605
126.746
144.105
509.246
02173 reserve Holland Rijnland
02176 reserve Leids Fonds voor de kunsten 02177 reserve voorziene investeringen
02182 reserve archeologisch park Matilo 02183 reserve Haagweg 4 02184 reserve kap.lasten Da Vinci 02185 reserve compensatie dividend nuon
*Beginbalans concernreserve is inclusief resultaat 2009 van € 25,7 mln Voorzieningen Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die als vreemd vermogen aan te merken zijn, omdat deze gelden niet vrij beschikbaar zijn. Er staat namelijk altijd een verplichting tegenover. Er is sprake van een verplichting als het doel, het tijdstip en de omvang van de uitgave vaststaan. Hierdoor is er voor de raad inhoudelijk geen expliciete keuzemogelijkheid. Bij onderhoudsvoorzieningen kan de raad echter wel invloed uitoefenen op de hoogte van de voorziening doordat de raad het gewenste onderhoudsniveau vaststelt. Voor de indeling van de voorzieningen is aansluiting gezocht bij de indeling BBV. Verloopoverzicht voorzieningen
Stand 1-1-2010
Storting
Onttrekking
Stand 31-12-2010
Egalisatievoorzieningen
30.980
5.035
19.386
16.629
Voorzieningen van derden verkregen middelen met spec. besteding
14.938
0
13.886
1.052
Voorzieningen voor toekomstige verplichtingen
12.775
1.083
7.164
6.692
Risicovoorzieningen
25.494
7.586
9.453
23.628
Totaal
84.186
13.704
49.888
48.002
De omvang de voorzieningen is in 2010 afgenomen met bijna € 31 miljoen. Die afname wordt grotendeels veroorzaakt door de overdracht van voorzieningen voor ruim € 26,1 miljoen in het kader van de verzelfstandiging per 01-01-2010 van het openbaar onderwijs. De netto afname van € 5 miljoen wordt verklaard door vrijval van de risicovoorziening garantieregeling verkoop aandelen Nuon van € 4,5 miljoen, de besteding/ vrijval van de risicovoorziening GSB voor € 4,6 miljoen, de besteding van de voorziening overgangsregeling BCF voor 2,8 miljoen en de storting in de risicovoorziening precario van € 7,5 miljoen. De overige mutaties houden elkaar vrijwel in evenwicht.
Jaarrekening | 215
Overzicht mutaties in voorzieningen Categorie
Omschrijving voorziening
EGALISATIEVOORZIENINGEN04010 voorziening groot onderhoud gebouwen
Stand per 1/1/ 2010
Storting
Onttrekking
Stand per 31/12/2010
5.638
382
296
5.723
04013 voorziening groot onderhoud archief
367
45
129
283
04017 voorziening groot onderhoud schouwburg
113
0
0
113
04018 voorziening groot onderhoud lakenhal
283
0
50
233
04019 voorziening groot onderhoud de Valk
33
0
0
33
04021 voorziening onderhoud accommodaties
4.847
1.153
497
5.503
04022 voorziening onderhoud da vinci
1.163
0
1.163
0
04025 voorz. prev.onderh.openb.prim.onderw.
2.767
0
2.767
0
04026 voorziening onderhoud schoolaccommodatie
850
187
1.037
0
04027 voorziening onderhoud voortg. onderwijs
1.074
0
1.074
0
04028 voorziening da vinci
5.753
0
5.753
0
04034 voorziening boomregeling wijk
1.618
385
578
1.424
04035 voorziening riolering
1.870
1.088
376
2.581
04037 voorziening asbestsanering MB
2.053
274
2.326
0
04041 voorziening groot onderhoud wegen
550
1.150
1.700
0
04042 voorziening walmuren en beschoeiingen
1.394
110
1.504
0
04043 voorziening onderhoud gebouwen Brandweer
610
261
136
735
30.980
5.035
19.386
16.629
VOORZIENING VAN DERDEN VERKREGEN MIDD. MET SPECIFIEKE BESTEMMING
04029 voorziening formatierekeneenheden
12.596
0
12.596
0
04110 voorziening oggz/regionaal kompas
1.926
0
875
1.051
04120 voorziening bijdragen derden (CE)
416
0
415
1
14.938
0
13.886
1.052
VOORZIENINGEN TOEKOMSTIGE VERPLICHTINGEN
04001 voorziening herinrichting trekvaartplein
2.345
0
442
1.903
04002 voorziening inhaalslag gebruikersvergunn
4
0
4
0
04023 voorziening leermiddelen voortg. Onderw.
80
0
80
0
04024 voorziening leermidd.openb.prim.onderw.
1.668
0
1.668
0
04030 voorziening BKOR
43
0
43
0
04033 voorziening loga-gelden MB
384
0
0
384
04047 overgangsregeling invoering bcf
2.850
1.083
3.933
0
04048 voorziening pensioenen wethouders
3.687
0
177
3.510
04053 voorziening loga-gelden DZB
90
0
0
90
04060 voorziening nabetaling cao-gelden
515
0
515
0
04061 voorziening groen Oostvlietpolder
0
0
0
0
04100 voorz. Afwikkeling voc-gelden
877
0
180
697
04118 voorziening Jeugdbeleid/CtC
230
0
122
108
12.774
1.083
7.164
6.692
RISICOVOORZIENINGEN
04016 voorziening risico stadsbank
442
55
299
198
04058 voorziening risico precario
9.901
7.531
0
17.432
04059 voorz Garantiereg. verkoop aandelen Nuon
9.085
0
4.542
4.542
216 | Jaarrekening
Categorie
Omschrijving voorziening
Stand per 1/1/ 2010
Storting
Onttrekking
Stand per 31/12/2010
04121 voorziening risico GSB
6.067
0
4.611
1.456
25.494
7.586
9.453
23.628
TOTAAL VOORZIENINGEN
84.186
13.704
49.888
48.002
Overzicht langlopende schulden
2010
2009
schuld
rentelast
schuld
325
12
552
137.422
5.798
128.273
Onderhandse leningen van: Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Binnenlandse bedrijven
3
3
Door derden belegde gelden: Spaarfonds Riemersmafonds Brugfonds Waarborgsommen TOTAAL
0
433
9.620
97
2
95
6
8
34
159
137.887
6.245
138.710
Toelichting In 2010 zijn twee langlopende geldleningen afgesloten voor een totaal bedrag van € 30 mln. Daarnaast is voor € 9 mln vervroegd afgelost. Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar de financieringsparagraaf. In 2010 is het spaarfonds opgeheven. Aan alle spaarfondsdeelnemers zijn de ingelegde gelden terugbetaald. Vlottende passiva Specificatie vlottende passiva
2010
Netto vlottende schulden < 1 jaar Bank
59.399
Overige schulden Schulden aan publiekrechtelijke lichamen Betalingen onderweg Overige schulden Totaal netto vlottende schulden < 1 jaar
2009
24.929
2.185
2.324
399
11
44.766
48.120
106.749
75.385
Overlopende passiva
Vooruit ontvangen bedragen
2.840
3.958
De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren
9.875
6.406
Overige overlopende posten
3.054
6.188
Totaal overlopende passiva
15.769
16.551
Totaal vlottende passiva
122.518
91.936
Jaarrekening | 217
Netto vlottende schulden < 1 jaar Bank Het beleid is erop gericht om via de rekening-courant met de BNG een schuldpositie aan te houden omdat de rente op de kortlopende middelen (daggeldleningen) vooralsnog lager is dan de rente op langlopende leningen. Op deze manier kan de financieringsbehoefte kortlopend afgedekt worden. Overige schulden De overige schulden bestaan voornamelijk uit nog te betalen kosten ad € 11 mln ontstaan uit reeds aangegane verplichtingen, voorziening nrf leningen € 2,7 mln, nog te betalen rente leningen o/g € 3,5 mln en nog af te dragen loonheffing € 5,1 mln. Overlopende passiva Vooruit ontvangen bedragen De vooruit ontvangen bedragen t.b.v. volgend boekjaar bestaan voornamelijk uit vooruit gefactureerde canons ad € 1,5 mln, vooruit gefactureerde parkeervergunningen 1e kw. 2011 ad € 0,2 mln en vooruit ontvangen bijdragen van derden inzake diverse projecten waarvan de uitvoering in het volgende begrotingsjaar ligt. Specificatie van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Saldo 1-1-2010 Vooruitontvangen werkdeel
Toevoegingen
Saldo 31-12-2010
3.884
0
3.884
Vooruitontvangen tbv tijdelijke stimulering regeling suwi-bvg
310
310
Vooruitontvangen subsidies provincie Z-H
1.841
170
Vooruitontvangen bedragen GSB III Fysiek
0
2.770
371
2.597
0
2.552
6.406
8.089
Vooruitontvangen bedragen GSB III SIV Vooruitontvangen van diverse ministeries Totaal
Vrijgevallen bedragen
397
1.613 2.770
338
2.630 2.552
4.619
9.875
Overige overlopende posten De overige overlopende posten bestaan voornamelijk uit nog af te dragen wettelijke premies en loonheffing. Daarnaast zijn hier bedragen gestald die overlopend zijn naar het volgende jaar. Overzicht gewaarborgde geldleningen (bedragen x € 1.000) Progr Instelling
Lening dient ter financiering van:
Restant lening per 31-12-2009
Restant lening per 31-12-2010
4
Stichting Werk en Onderneming
Nieuwbouw van bedrijvencentrum
100%
2.405
1.988
1.945
8
St. Katholiek Onderwijs Leiden
uitbreiding Alvernacollege
100%
1.134
909
882
9
Diversen
Verstrekte leningen NRF
100%
5.005
3.324
3.324
9
Stichting "Het Hofje van Samuel de Zee"
Consolidatie rekening-courantkrediet
100%
476
73
54
9
Stichting Bachkoor Holland
Aankoop van het pand Pieterskerkhof 4B
100%
45
11
0
9
Stichting Diogenes
Restauratie Mierennesthofje en Rapenburg 53
100%
410
202
180
9
Stichting Het Eva van Hoogeveenhofje
Restauratie van het Hof Eva van Hoogeveen
100%
454
37
0
9
Stichting Het Groot Sionshofje (Hervormde Diaconie)
Conversie gegarandeerde geldlen. rest.
100%
115
33
26
9
Jan Pesijnshof, Leiden
Gedeeltelijke consolidatie rck
100%
170
47
33
9
P.C. Speckhof
restauratie hofjeswoningen
100%
124
72
66
9
Stichting Pieterskerk, Leiden
Restauratie van 12 woningen rondom de Pieterskerk
100%
499
217
205
218 | Jaarrekening
Waarvan Oorspronkeborging lijke lening gemeente in %
Progr Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan Oorspronkeborging lijke lening gemeente in %
Restant lening per 31-12-2009
Restant lening per 31-12-2010
9
Stichting Pieterskerk
Restauratie Pieterskerk
100%
5.523
5.523
5.523
9
Stichting St Anna Aalmoeshuis
Gedeeltelijke consolidatie rck
100%
230
114
99
9
St Janshof, Leiden
Ged. cons. van het rck in de restauratie v.h. hofje
100%
380
140
116
9
Portaal Woonstichting
Diversen
100%
43.545
40.268
39.938
9
Stichting Schouwenhove
Ten behoeve van exploitatie van woongebouw
100%
10.210
7.858
7.632
9
WBV De Sleutels van Zijl & Vliet
Diversen
100%
42.587
42.587
42.587
9
Ws Ons Doel
Diversen
100%
21.532
11.255
9.006
9
Stichting Leidse Studentenhuisvesting
Diversen
100%
55.329
41.898
38.552
9
TV Unicum
renovatie/inrichting kantine
100%
182
93
88
9
Leidse Ren- en Tourvereniging Swift
Bouw clubaccommodatie
100%
91
14
11
9
St. Accommodatie Leidse Atletiek Gemeenschap
Verbouwing kantine
100%
73
24
4
9
Denksportcentrum Leiden
aankoop Robijnstraat 4
100%
427
212
198
9
Leidse Christelijke Kampeer Vereniging
bouw nieuw verenigingsgebouw
100%
45
1
0
9
Voetbalvereniging Leiden
'Conversie van 1 lening d.d. 14-07-87
100%
92
47
45
9
HC Roomburg
uitbreiding en verbouwing clubhuis
100%
454
304
286
9
RKSV Docos
Nieuwbouw twee kleedkamers plus tribune
100%
60
21
19
9
Honkbal en Softbalvereniging Keytown Hitters
Opslagruimte en 4 dug-outs
100%
75
36
35
9
Tennisvereniging Zuid-West Leiden
renovatie/inrichting Vereniging
100%
113
0
113
10
Stichting Rosenburch
Diversen
100%
5.307
0
0
10
Stichting Bejaardencentrum Lorentzhof
100%
1.223
332
256
10
Stichting tot Exploitatie van Bejaardencentra
Diversen
100%
18.660
9.764
8.388
10
St. Radius
Diversen
100%
137
28
25
10
Zorgcentrum Lorentzhof
Bouw "Lorentzhof"
100%
1.407
332
256
10
Stichting Elisabeth- van Wijckerslooth
conversie 3 oude leningen '(nrs.70.20/71.108/72.295)
100%
795
183
100
10
Stichting Groenhoven zorgcentrum voor ouderen
Conversie lening Rb 93 d.d. 21-03-83
100%
3.009
1.003
821
10
Woon- en Zorgcentrum 't Huis op de Waard
Conversie gegarandeerde geldlening ad fl 6 milj. Rb 18-02-74 nr. 39
100%
1.664
1.288
1.240
10
St. RK Zorgcentrum Roomburgh
Conversie leningen Rb 7 d.d. 28-1-85
100%
6.580
4.737
4.606
10
Wijkvereniging Aktief
Koop van clubgebouw de Klinker
100%
25
0
0
10
Topaz (voorheen Stichting Zorgcentra Vlietlanden)
Financiering liquiditeitsbehoefte
100%
454
182
122
Totaal
231.046
175.157
166.781
Waarborgfonds sociale woningbouw
0%
649.896
485.031
602.739
Waarborgfonds voor de Sport
50%
38
36
32
Jaarrekening | 219
Progr Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan Oorspronkeborging lijke lening gemeente in %
880.980
Restant lening per 31-12-2009
Restant lening per 31-12-2010
660.224
769.552
Uit het overzicht blijkt: a. waarvoor de lening is aangegaan (alleen daarvoor kan lening worden ingezet). b. oorspronkelijk door waarborgfonds en/of gemeente gegarandeerde lening en het restant van deze lening per 31-12-2010 c. de mate waarin de gemeente voor deze lening garant staat (= % borging gemeente x restant lening) d. soort lening (alleen mogelijk: lineair, annuitair, fix-leningen of bij corporaties in een beperkt aantal gevallen nog klimgeldleningen)(Eventueel rek.courant zoals bij Pieterskerk: korte termijn financiering tot het eind van de restauratie, daarna besluit over evt. nieuwe lening) e. vermelding van bijzondere maatregelen: bijv. akkoord met 2 jaar uitstel van betaling aflossing, overnemen van de lening door de gemeente, extra toezicht etc. De gemeente staat ultimo 2010 voor € 166,7 miljoen garant voor juiste betaling van aflossing en rente door verschillende instellingen. In 2010 zijn door de gemeente geen bedragen betaald uit hoofde van garantstellingen. Daarnaast zijn er door het waarborgfonds sociale woningbouw voor € 603 miljoen aan garantstellingen afgegeven. Het risico voor de afgifte van deze garantstellingen is beperkt. Aan de hand van het vastgestelde beleidskader is gestart met het aantrekken van de beheerstaken. De dossiers en de verschillende bestanden zijn samengebracht. De afstemming met geldgevers en geldnemers is in kaart gebracht. In 2010 worden de geldgevers aangeschreven en met verwijzing naar het beleidskader gewezen op de eigen verantwoordelijkheden en noodzakelijke acties die nodig zijn om een aanspraak op de garanties te kunnen doen. Niet uit de balans blijkende verplichtingen In aanvulling op de balans wordt een overzicht van niet uit de balans blijkende belangrijke financiële verplichtingen opgemaakt om inzicht te verschaffen in de meerjarige verplichtingen waaraan de gemeente gebonden is. Een gedetailleerd overzicht is hieronder opgenomen. Het totaal van deze verplichtingen bedraagt € 21,8 miljoen. Het betreft financiële toekomstige verplichtingen die niet uit de balans te herleiden zijn, de einddatum van de verplichting is hieronder weergegeven. De gemeente heeft een meerjarige verplichting die vergelijkbaar is met de meerjarige last in het geval de gemeente de investering zelf had gedaan. De lasten die betrekking hebben op het verslagjaar zijn overigens wel in de rekening verwerkt. Anderzijds worden hier de verplichtingen opgenomen m.b.t. de opgebouwde vakantierechten over de periode juni tot en met december van het boekjaar waarvoor de bedragen zijn ontleend aan de salarisadministratie. De lasten die op deze vakantierechten rusten worden in het komende boekjaar als loonkosten in de rekening van baten en lasten verwerkt. Omschrijving van de verplichtingen
Laatste jaar van de verplichting
Jaarlijkse verplichting
Opgebouwde vakantierechten juni - december 2010
2011
3.724
Uitstaande FPU-gelden per 31/12/2010
2015
628
Uitstaande wachtgeld-verplichtingen per 31/12/10
2021
268
Uitstaande WW-verplichtingen per 31/12/10
2021
413
Leasecontracten
2013
413
Investeringsfonds Holland Rijnland
2022
3.077
Bijdrage aan Rijkswaterstaat "ondertunneling A4"
2011
13.297
TOTAAL
21.820
220 | Jaarrekening
4.5 Toelichting op de programmarekening 4.5.1 Begrotingsrechtmatigheid programma's Inleiding Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en de lasten binnen de begroting blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig worden gemeld aan de gemeenteraad. Essentieel is dat de raad nadere regels heeft gesteld in het kader van begrotingsrechtmatigheid. Wanneer kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten valt dit binnen de kaders van rechtmatigheid. Voorwaarde is wel dat deze kostenoverschrijdingen goed herkenbaar in de jaarrekening zijn opgenomen. Extra kosten die worden gemaakt omdat extra opbrengsten daarvoor de ruimte bieden, zijn onrechtmatig wanneer deze lasten niet direct zijn gerelateerd aan de extra opbrengsten of de raad over de aanwending van deze opbrengsten nog geen besluit heeft genomen. Daarnaast is het zo dat in de rekening alleen toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Verder kunnen er raadsbesluiten zijn die inhouden dat specifiek benoemde resultaatafhankelijke saldi, bijvoorbeeld een overschot op de uitvoering van de WMO of parkeerfonds ook nog in het lopende begrotingsjaar ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve mogen worden gebracht. Voor wat betreft mutaties in reserves zijn er geen onrechtmatigheden te melden. In het hierna opgenomen overzicht wordt aangegeven wat de consequentie van de betreffende overschrijding is op de rechtmatigheid. Categorie
In de financiële verordening artikel 8 lid 5 en 6 is door de Raad aangegeven dat tenminste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend:
Rechtmatig
Onrechtmatig
1
Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden
X
Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met meer dan 5% overschrijden onder te verdelen in:
2
Kostenoverschrijdingen > 5% die niet worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten
X
3
Kostenoverschrijdingen > 5% die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten die nadrukkelijk passen binnen het door de Raad geformuleerde beleid
X
Rechtmatigheid De uitvoering van de programmabegroting heeft zich als geheel binnen de vastgestelde financiële kaders voltrokken. Binnen dit totaalkader was bij geen enkel begrotingsprogramma sprake van overschrijding van het programmabudget van meer dan 5%. De inzet van de extra middelen had realisatie van het door u vastgesteld beleid tot doel en past binnen de in dat verband door u vastgestelde inhoudelijke beleidskaders. Daarnaast worden deze extra kosten gecompenseerd door extra inkomsten. Hieronder wordt een analyse gegeven op de rechtmatigheid van de uitgaven op de afzonderlijke programmaresultaten verdeeld naar beleidsterreinen en producten. Op productniveau wordt bij afwijkingen tussen begroting en rekening > € 250.000 een toelichting gegeven . PRGE01 BESTUUR EN DIENSTVERLENING bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
42.058
38.430
3.629
8,63 %
Baten
-11.908
-10.287
-1.620
13,61 %
Saldo
30.150
28.142
2.008
6,66 %
Programma 1 valt in categorie 1 : Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden
Jaarrekening | 221
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
BESTUUR TFE00101 BESTUURSORGANEN
129
2
131
TFE00103 RAAD EN COMMISSIES
-107
-1
-107
TFE00201 STRATEGIE EN BELEID
-133
0
-133
TFE00202 CONCERNBELEID FINANCIEN EN CONTROL
126
15
140
TFE00203 BESTUURSONDERSTEUNING
180
0
180
68
0
68
124
0
124
TFE00207 BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN
7
25
33
TFE00208 GO/OR
8
0
8
71
11
81
TFE00211 CONCERNBELEID P EN O
916
-17
900
TFE00212 GRAFISCH VASTGOED
378
-24
354
-129
0
-129
-26
0
-26
-2
0
-2
-28
0
-28
-132
-449
-581
0
404
404
TFE93001 UITVOERING WET WOZ
237
-418
-181
TFE94001 LASTEN HEFFING EN INVORDERING GEM. BEL.
207
42
250
1.894
-409
1.484
1.787
-1.251
536
73
-80
-7
1.860
-1.332
529
-4
-3
-7
TFE00216 ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
-47
0
-47
TFE00301 BEVOLKING EN BURGERLIJKE STAND
37
-9
28
TFE00303 AFGIFTE REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN
14
12
26
TFE00401 LASTEN EN BATEN SECR.LEGES BURGERZAKEN
-125
120
-5
Totaal DIENSTVERLENING
-125
120
-5
3.629
-1.620
2.008
TFE00204 PROJECTBUREAU GSB TFE00205 CONCERNINFORMATIEBELEID
TFE00210 CONCERNBELEID COMMUNICATIE
TFE00217 CONCERNDIRECTIE TFE00302 VERKIEZINGEN TFE00601 GRIFFIE TFE00602 REKENKAMERFUNCTIE TFE91302 BEHEER PANDEN (NIET OPENBARE DIENST) TFE92202 VOORMALIG PERSONEEL
Totaal BESTUUR LOKALE EN REGIONALE SAMENWERKING TFE00501 INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING TFE51102 MONDIALE BEWUSTWORDING Totaal LOKALE EN REGIONALE SAMENWERKING DIENSTVERLENING TFE00215 PUBLIEKSINFORMATIE
Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000,Product 00211 CONCERNBELEID P EN O Het resterende budget HRM-trainingen Anders Werken uit 2009 ad € 612.000 is via bestemming van het resultaat 2009 overgeheveld naar 2010. In 2010 is op het budget vorming en opleiding een onderschrijding gerealiseerd van € 339.000. In totaal is aan het project in de periode 2007 t/m 2010 € 1.461.000 besteed. Het budget voor ambtelijke kwaliteitsverbetering van € 104.000 is niet belast in 2010. Hetzelfde geldt voor het budget cao-regeling van € 201.000, het budget decentrale loonruimte van € 74.000 en het budget arbeidsvoorwaarden van € 90.000. Deze budgetten zijn ingezet ter dekking van diverse gemeentebrede lasten
222 | Jaarrekening
die niet op dit product tot uiting komen, maar via de zogenaamde kostenverdeelstaat doorbelast worden naar alle producten. Het gaat om kosten van inzet van medewerkers voor diverse HRM-projecten, bovenformatieven, voormalig personeel, extra verlofdagen ingesteld door het Georganiseerde Overleg en gemeentebrede salarislasten. Bij de bestuursrapportage 2010 is een budget beschikbaar gesteld van € 307.000 ten laste van de bedrijfsvoeringsreserve Concern voor de verbetering van de interne organisatie van Stedelijk Beheer en het te ontwikkelen intern opdrachtgeverschap inzake de NV BOR. Op dit budget is een onderschrijding gerealiseerd van € 128.000. Product 00212 GRAFISCH VASTGOED Er is een incidenteel voordeel gerealiseerd van € 280.000 op de kosten van formatie/interne inhuur voor het beheer/implementatie van de gemeentebrede basissystemen. Eind 2010 zijn er medewerkers aangetrokken. Daarnaast is een voordeel van € 74.000 gerealiseerd op de bedrijfsvoeringskosten. Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Product 00501 INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING De te realiseren baten zijn verrekend met de lasten waardoor er een nadeel is ontstaan van € 1.251.000 op de baten en een voordeel op de lasten van € 1.251.000. Daarnaast is er een incidenteel voordeel gerealiseerd van € 618.000 als gevolg van te vorderen btw-compensatie over de periode 2005 t/m 2009. Product 91302 BEHEER PANDEN (NIET OPENBARE DIENST) Een deel van de geraamde huuropbrengsten kon niet worden gerealiseerd omdat de betrokken panden niet meer in gemeentelijk eigendom zijn. Product 92202 VOORMALIG PERSONEEL De gemeente is eigen risicodrager inzake de WAO. In 2010 heeft dit een voordeel opgeleverd van € 404.000. In 2009 bedroeg het voordeel € 1.226.000, in 2008 € 1.110.000 en in 2007 € 542.000. Het voordeel is ontstaan omdat de opslag voor het eigen risico hoger dan nodig was en omdat de kosten van de WAO-ers niet op de goede plaats zijn verantwoord. Het voordeel wordt gebruikt ter dekking van overschrijdingen op de kosten voormalig personeel en de salarisbudgettten van andere producten Product 930.01 UITVOERING WET WOZ De herwaardering gebeurt jaarlijks, niet vier-jaarlijks. Daardoor is de voorziening opgeheven en had de onttrekking van € 413.000 niet meer geraamd moeten te worden. De formatie is terughoudend ingevuld in 2010 in afwachting van de regionale belastingsamenwerking. Daardoor is een incidenteel voordeel ontstaan van € 237.000 op de lasten. Product 94001 LASTEN HEFFING EN INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN De voorbereidingskosten inzake de regionale belastingsamenwerking zijn lager uitgevallen dan geraamd. Tezamen met andere kleinere voordelen op porti en betalingsverkeer is een voordeel gerealiseerd van € 137.000. Tevens is een voordeel gerealiseerd van € 70.000 op bedrijfsvoeringskosten (toegerekende overhead). Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Daarnaast is de bijdrage van Zoeterwoude € 42.000 hoger uitgevallen. PROGRAMMA 2 VEILIGHEID PRGE02 VEILIGHEID bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
12.257
11.625
631
5,15 %
Baten
-1.738
-1.780
42
-2,39 %
Saldo
10.519
9.846
673
6,40 %
Programma 2 valt in categorie 1 : Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
FYSIEKE VEILIGHEID TFE12001 GEMEENTELIJKE BRANDWEER
-273
441
168
Jaarrekening | 223
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
TFE12002 RAMPENBESTRIJDING EN CIVIELE VERDEDIGING
Baten
Saldo
15
0
15
112
0
112
-147
441
294
TFE14001 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
778
-400
379
Totaal SOCIALE VEILIGHEID
778
-400
379
Totaal
631
42
673
TFE12003 REGIONALE BRANDWEER Totaal FYSIEKE VEILIGHEID SOCIALE VEILIGHEID
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 (zowel onder- als overschrijding) Product 12001 GEMEENTELIJKE BRANDWEER Afwijkingen op baten en lasten ontstaan voor € 260.000 doordat de bijdrage van de regiogemeente, zoals gemeld in de bestuursrapportage, administratief direct in de baten is verwerkt in plaats van op de kostenplaatsen. Daarnaast doet zich een incidenteel voordeel van € 90.000 voor, als gevolg van de overdracht van activa aan de Regionale Brandweer. Product 14001 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID De afwijkingen op baten en lasten ontstaan voor circa € 500.000 doordat er minder is uitgegeven aan de investeringen Cameratoezicht. Er zijn hiervoor ook minder opbrengsten ontvangen omdat de uitgaven worden gedeclareerd bij Prorail. Daarnaast is er een voordeel ontstaan op overheadkosten ad € 300.000. Dit komt doordat de organisatorische wijziging rondom de instelling van het Veiligheidshuis veel langer in beslag heeft genomen dan gedacht. In 2010 is een Rijksbijdrage ontvangen voor de Regionale aanpak nazorg ex-gedetineerden. Deze activiteit komt echter pas in 2011 tot uitvoering (voordeel € 124.000). PROGRAMMA 3 ECONOMIE EN TOERISME PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
5.024
4.793
231
4,60 %
Baten
-394
-424
30
-7,64 %
Saldo
4.630
4.369
261
5,64 %
Programma 3 valt in categorie 1 : Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
RUIMTE VOOR BEDRIJVIGHEID TFE31002 ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
100
16
117
Totaal RUIMTE VOOR BEDRIJVIGHEID
100
16
117
TFE61103 STARTERSBELEID
51
0
51
Totaal NIEUWE ECONOMIE
51
0
51
45
-0
44
0
14
14
34
0
34
NIEUWE ECONOMIE
BEZOEKERSECONOMIE TFE31001 WARENMARKTEN TFE31101 BATEN MARKTGELDEN TFE56002 BEVORDERING TOERISME
224 | Jaarrekening
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Totaal BEZOEKERSECONOMIE Totaal
Baten
Saldo
79
14
93
231
30
261
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 (zowel onder- als overschrijding) Er zijn op dit programma geen afwijkingen > € 250.000 PROGRAMMA 4 BEREIKBAARHEID PRGE04 BEREIKBAARHEID bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
17.017
15.159
1.858
10,92 %
Baten
-8.787
-8.432
-356
4,05 %
Saldo
8.230
6.727
1.502
18,26 %
Programma 4 valt in categorie 1 Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
FIETS- EN AUTOVERKEER TFE21001 VERKEER EN VERVOER
219
-5
213
TFE21008 INVESTERINGEN WEGEN
480
0
480
-436
383
-54
263
377
640
TFE21201 OPENBAAR VERVOER
-15
121
106
Totaal OPENBAAR VERVOER
-15
121
106
TFE21401 STRAATPARKEREN
584
59
643
TFE21402 PARKEERGARAGES
1.027
-513
514
0
-400
-400
Totaal PARKEREN
1.611
-854
757
Totaal
1.858
-356
1.502
TFE21101 VERKEERSMAATREGELEN Totaal FIETS- EN AUTOVERKEER OPENBAAR VERVOER
PARKEREN
TFE21501 BATEN PARKEERBELASTING
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 Product 210.08 INVESTERINGEN WEGEN Binnen het product investering wegen was een bedrag begroot van € 221.000 als zijnde een bijdrage vanuit de reserve bodemsanering ten gunste van de Hallenweg fase I. In 2010 is slechts voor een bedrag van ruim € 21.000 daadwerkelijk uitgegeven in dit kader. Dit resulteert in 2010 tot een voordelig saldo van € 200.000. De overige kosten zullen naar alle waarschijnlijkheid worden gemaakt in 2011. Daarnaast was er voor een bedrag van € 317.000 aan uren begroot die het Team Stadsontwerp op dit product zou gaan maken, bij de realisatie is gebleken dat er relatief weinig op dit product is geschreven. Product 211.01 VERKEERSMAATREGELEN Door vermissing en schade zijn in 2010 voor ca. € 70.000 extra uitgaven gedaan ten behoeve van verkeersborden, flespalen, beugels, kokers, verzinkbare palen en wellingpalen (zgn. Leienaartjes).
Jaarrekening | 225
Voor verleende diensten met betrekking tot werkorders verkeersmaatregelen (o.a. wegafzettingen) zijn extra kosten gemaakt (€ 278.000) waar eveneens een verhoogde opbrengst tegenover staat (€ 325.000). Het verschil ontstaat onder andere door de doorberekende inzet van uren eigen personeel. Door het niet invullen van een tweetal vacatures bij het team wegbebakening zijn extra kosten gemaakt voor inhuur (€ 30.000) Product 214.01 STRAATPARKEREN Er was begroot € 230.000 voor invoering parkeermanagement. Hiervan is nog niet uitgevoerd de bouw en inrichting van een parkeermonitoringsysteem. Dit zal volgens planning plaatsvinden in 2011. Hierdoor is er in 2010 een voordelig saldo van € 95.000. Door nog niet uitgevoerde investeringen ter vervanging van parkeerapparatuur is er een voordelig resultaat op de kapitaallasten van € 150.000. In 2011 wordt een inhaalslag voor vervanging parkeerapparatuur uitgevoerd. Op de doorbelasting van de afdeling Handhaving is een voordelig resultaat van € 286.000 gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door met name lagere kosten bedrijfsvoering. Product 214.02 PARKEERGARAGES In 2010 was de exploitatie van de Morspoortgarage al in de begroting opgenomen. Dit was conform het uitvoeringsbesluit Morspoortgarage dat besloten was in januari 2010 (RV 09.0128).Door beroep bij de Raad van State en uitwerking van alternatieve varianten heeft de realisatie vertraging opgelopen. Dit heeft geleid tot een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting op de exploitatie van € 948.000 en tot een nadelig resultaat ten opzichte van de begroting van € 460.000 op de parkeerinkomsten. Product 215.01 BATEN PARKEERBELASTING Op de inkomsten uit parkeren is een nadelig resultaat gerealiseerd van € 220.000. Dit is 2,85% van de begroting en valt binnen een aanvaardbare afwijking die het gevolg is van ongewisse omstandigheden die samenhangen met het feit dat parkeerinkomsten grotendeels worden bepaald door consumentengedrag. in 2010 zijn voor € 180.000 aan parkeerboetes uit voorgaande jaren oninbaar verklaard. Dit heeft geleid tot een nadelig resultaat op dit product. Dit heeft echter geen invloed op het rekeningresultaat. Dit komt omdat jaarlijks rekening wordt gehouden met oninbare vorderingen, door dotaties aan de voorziening dubieuze debiteuren. Voor oninbare vorderingen aan parkeerboetes is in deze voorziening € 197.000 opgenomen. Hieruit kunnen de voorgestelde oninbaar vorderingen worden gedekt. PROGRAMMA 5 OMGEVINGSKWALITEIT PRGE05 OMGEVINGSKWALITEIT bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
65.717
64.800
918
1,40 %
Baten
-20.617
-27.991
7.374
-35,76 %
Saldo
45.100
36.809
8.291
18,38 %
Programma 5 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
WATER, GROEN EN NATUUR TFE22102 GRACHTEN EN WATERGANGEN
8
0
8
-85
342
257
TFE56006 NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE
-193
57
-135
TFE56007 INVESTERINGEN STADSNATUUR, WATER, GROEN
-130
0
-130
-11
0
-11
-411
400
-12
TFE56005 GROENBEHEER
TFE72402 BEGRAAFPLAATS RHIJNHOF Totaal WATER, GROEN EN NATUUR INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE
226 | Jaarrekening
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
TFE21002 OPENBARE VERLICHTING
Baten
Saldo
305
27
332
TFE21003 BUITENRECLAME
-1
109
108
TFE21004 BINNENSTE BETER
-11
0
-11
-284
121
-162
-12
-45
-57
TFE21007 EXPLOITATIE WEGEN
-349
334
-15
TFE21009 HERBESTRATINGPROGRAMMA
-388
2.089
1.700
110
-43
67
-5
1.504
1.499
TFE54106 INVESTERINGEN WALMUREN
-11
0
-11
TFE56008 WIJKMANAGEMENT
458
-19
439
-267
35
-232
TFE72205 INVESTERINGEN RIOLERING
665
0
665
TFE72206 ONDERHOUD RIOLERING EN GEMALEN
501
95
597
0
-4
-4
712
4.203
4.916
43
-21
23
218
49
267
-188
2.338
2.150
74
2.366
2.439
0
123
124
TFE72102 HUISHOUDELIJK AFVAL
345
950
1.295
TFE72103 BEDRIJFSAFVAL
235
-633
-398
TFE72104 HUISHOUDELIJK AFVAL REGIOGEMEENTEN
-37
-30
-67
TFE72501 BATEN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIG.
0
-6
-6
Totaal AFVAL
543
405
948
Totaal
918
7.374
8.291
TFE21005 EXPLOITATIE BRUGGEN EN VIADUCTEN TFE21006 INVESTERINGEN BRUGGEN
TFE22101 EXPLOITATIE HAVENS EN WATERWEGEN TFE54105 ONDERHOUD WALMUREN EN MONUMENTEN
TFE72203 VERVANGING RIOLERING
TFE72601 BATEN RIOOLHEFFING Totaal INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE MILIEU TFE72301 ONTSMETTINGSDIENST TFE72305 GR MILIEUDIENST WEST-HOLLAND TFE72306 MILIEUBEHEER ALGEMEEN Totaal MILIEU AFVAL TFE21010 STRAATREINIGING/GRAFFITIBESTRIJDING
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 Product 210.02 OPENBARE VERLICHTING Vanwege een capaciteitsgebrek bij de gemeentelijke organisatie is een deel van de beheersmatige taken door de onderhoudsaannemer uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn nog niet volledig afgerekend. Voor 2011 zal het overschot worden omgezet in formatie zodat de gemeente de taken in het vervolg zelf zal kunnen uitvoeren. Product 21005 EXPLOITATIE BRUGGEN EN VIADUCTEN Voor verleende diensten met betrekking tot werkorders waterbeheer zijn extra kosten gemaakt (€ 44.000) waar eveneens een verhoogde opbrengst tegenover staat (€ 121.000). Het verschil ontstaat onder andere door de doorberekende inzet van uren eigen personeel. Een nadeel van € 575.000 is ontstaan doordat in 2009 een aantal verplichtingen zijn aangegaan, zoals de renovatie van de Visbrug, het vervangen van het brugdek Marebrug en het conserveren (schilderen) van bruggen. Omdat deze werkzaamheden niet meer in 2009 uitgevoerd konden worden is bij de jaarrekening 2009
Jaarrekening | 227
budget gereserveerd, waardoor het in 2010 veroorzaakte nadeel ten laste van dit gereserveerde budget (reserve bruggen) kan worden gebracht. Een voordeel van € 128.000 is ontstaan op het onderhoudsbudget voor de taxi- en fietsvoorziening Stationsplein. In juni 2009 zijn voor de uiteindelijke oplevering alle gebreken door de aannemer hersteld. Deze grote opknapbeurt heeft er toe geleid dat er in 2010 minder onderhoud nodig was. Een voordeel van € 137.000 op het onderhoudsbudget voor de Stationstunnel is ontstaan door een lagere inschrijving op het onderhoudsbestek. De werkzaamheden aan de wanden van de op- en afritten van de tunnel zijn (nog) niet uitgevoerd. Er loopt nog een juridische procedure met de aannemer hierover. In maart 2011 wordt besloten welke oplossing wordt gekozen in de nu aangebrachte proefvakken. De verwachting is dat de gemeente in een deel van de herstelkosten zal moeten bijdragen. Door diverse incidentele kleine voordelen is er een niet gespecificeerd voordeel van € 70.000. Product 210.07 EXPLOITATIE WEGEN Door de hoge kosten op de gladheidsbestrijding is een nadeel ontstaan van € 137.000. Ook in 2010 is er meer inzet nodig geweest dan in een gemiddeld jaar. Zowel januari en februari, alsmede eind november, december vergden extra inspanning. Voor verleende diensten met betrekking tot werkorders bestratingen zijn extra kosten gemaakt (€ 275.000) die zijn gefactureerd aan kabelbedrijven waardoor er eveneens een verhoogde opbrengst tegenover staat (€ 290.000). Omdat er weinig calamiteiten hebben plaatsgevonden en veel werkzaamheden zijn uitgevoerd door eigen personeel is een voordeel ontstaan van € 140.000 op het budget voor afzetting/calamiteiten. Dit verschil bestaat uit € 100.000 minder kosten, € 15.000 opbrengst door facturatie aan derden en eenmalig € 25.000 door vrijval van waarborgsommen uit het verleden. Voor het Programma Binnenstad is het budget met € 36.000 overschreden. Product 210.09 HERBESTRATINGPROGRAMMA Omdat er in 2010 geen actueel beheerplan voor het groot onderhoud van de wegen beschikbaar was, heeft er een vrijval uit de voorziening groot onderhoud wegen plaatsgevonden van € 1.700.000. De kosten zijn € 388.000 hoger dan begroot, maar hiertegenover staat een verhoogde opbrengst van hetzelfde bedrag. Het betreft hier namelijk kosten die zijn doorbelast aan diverse andere projecten vanwege een gezamenlijke uitvoering van bestratingswerkzaamheden. Product 221.01 EXPLOITATIE HAVENS EN WATERWEGEN In 2010 zijn er verplichtingen aangegaan ten bedrage van € 36.000 voor werkzaamheden die pas in 2011 worden uitgevoerd, afgerond en gefactureerd. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform B&W besluit 10.1053 d.d. 26 oktober 2010 waarin besloten is om CUP-middelen vanuit het Programma Binnenstad beschikbaar te stellen om afmeervoorzieningen voor bedrijfsvaartuigen (duwboten) in de Trekvliet te realiseren. Product 221.02 GRACHTEN EN WATERGANGEN Met het Hoogheemraadschap van Rijnland vindt overleg plaats om het onderhoud en beheer van het stedelijk water over te dragen. Omdat er nog geen overeenstemming is, is de besparing ad € 250.000 nog niet gerealiseerd In verband met het uitblijven van het besluit betreffende de aanleg van de Tuin van Noord zijn de voorbereidingen van het baggerbestek eind 2010 gestart. Uitvoering ad € 207.000 zal plaatsvinden in 2011. Product541.05ONDERHOUDWALMUREN EN MONUMENTEN Omdat er geen actueel beheerplan voor het groot onderhoud van de walmuren beschikbaar is, heeft er een vrijval uit de voorziening walmuren en beschoeiingen plaatsgevonden van € 1.504.000. Product 560.05 GROENBEHEER Bomenfonds: (kstn N 349, baten V 193) In 2010 zijn inkomsten ontvangen voor het verplaatsen en/of verwijderen van bomen, waarvoor een verplichting tot herplanting geldt. Er zijn herplantingen uitgevoerd en/of er hebben terugbetalingen plaatsgevonden ten gevolge van nakoming van verplichtingen. Het verschil hiertussen (€ 178.000) is aan de hiervoor bestemde voorziening onttrokken. Per 31 december 2010 waren de verplichtingen op het bomenfonds € 156.000 hoger dan het beschikbare saldo. Hierdoor is per 31 december
228 | Jaarrekening
2010 een aanvullende storting in de voorziening boomregeling wijk gedaan van € 156.000. Dit verklaart het per saldo negatieve resultaat op het bomenfonds bij de jaarrekening 2010 van kostennadeel 156 (kostennadeel 349 -/- batenvoordeel 193). Groenpromotie: (kst V 104, baten V 102) Van het voormalige Ministerie van Landbouw, natuur en Visserij (LNV) is voor het project Leiden Lekker Wild € 200.000. Per ultimo 2010 stond hiervan nog € 94.100 beschikbaar. In 2011 zal de afronding van werkzaamheden verband houdende met deze subsidie ter hand worden genomen. In 2010 zijn bijdragen ontvangen van € 97.000 ter dekking van gedeclareerde kosten voor het Project Leidse Ommelanden. Bomen: (kst. N 155, baten N 42) De overschrijding wordt veroorzaakt door het wegwerken van achterstallig onderhoud en het uitvoeren van meerwerk. Aangezien de aanbesteding voor het reguliere onderhoud voor 2010 begin van het jaar nog niet afgerond was, is de eerste maanden van het jaar het werk op regiebasis uitgevoerd, extra kosten € 80.000. Door een zware winter 2009 – 2010 is er in de loop van 2010 extra werk verricht om de achterstanden in te lopen. Tevens heeft dit geleid tot extra clickmeldingen. Bij werk aan de bomen in de binnenstad zijn extra kosten ontstaan door o.a. noodzakelijke verkeersregelaars. Deze extra kosten bedragen ongeveer € 70.000. Het nadeel in de opbrengsten is ontstaan omdat er een onverhaalbare vordering uit 2007 is afgeboekt (€ 42.000) Groen: (€ 191.000 V) Vanwege sneeuw en vorst in de maanden januari, februari en december 2010 heeft het reconstructiewerk stilgelegen. Bovendien missen wij in het kader van reconstructie nog steeds een “Meerjaren onderhoudsplan Groen” waarin nauwkeurig is gepland wanneer het afgeschreven groen in de komende jaren vervangen gaat worden. Overhead: De doorbelaste overhead is aanzienlijk lager (€ 307.000) dan begroot vanwege een aantal vacatures binnen het team groen die niet zijn ingevuld. Overig: Het structurele nadeel van € 80.000 door een administratieve fout uit het verleden is omgezet in een te realiseren taakstelling op groen, die uitgewerkt wordt in 2011. Product 560.08 WIJKMANAGEMENT Bewonersparticipatie De voucherregeling betreft toegekende vouchers aan bewoners om te investeren in de leefbaarheid van de wijk. Eind 2010 was het gehele budget toegekend maar voor een bedrag van ongeveer € 170.000 nog niet uitgekeerd omdat de regeling een doorlooptijd van ongeveer acht maanden heeft. Districtsraden In 2008 is na de jaarlijkse evaluatie een B en W besluit genomen met betrekking tot de budgetten voor de districtsraden. Om de bestedingen meer planmatig te laten plaatsvinden kunnen budgetten in het volgend begrotingsjaar opgenomen worden om duurdere projecten te kunnen realiseren. Eind 2010 gaat het om een onderschrijding van ongeveer € 205.000. Openbare toiletten Er is een budget van € 100.000 beschikbaar gesteld middels amendement AO90068/3 "openbare toiletten" bij bestemming van het jaarrekeningresultaat 2008. Vanwege diverse omstandigheden is de realisatie vertraagd. In 2010 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van openbare toiletten in de binnenstad. In het onderzoek is gekeken naar voorzieningen in bestaande bouw en nieuwbouw en naar plaatsing van een vrijstaand openbaar toilet in de openbare ruimte van de binnenstad. Product 721.02 HUISHOUDELIJK AFVAL Er is een voordeel van € 300.000 gerealiseerd op het budget voor vuilverwerkingskosten, wat bestaat uit een voordeel ad € 728.000 door een lagere vuilhoeveelheid en € 428.000 nadeel door een hogere eenheidsprijs. Een voordeel van € 136.000 betreft lagere kosten dan in de begroting zijn opgenomen voor de plustaak van de Gevulei, zijnde de inzameling van grof vuil, inclusief bruin- en witgoed. Een eindafrekening van de Gevulei is echter nog niet ontvangen, zodat er nog een afwijking kan optreden tengevolge gemaakte afspraken over het hanteren van andere verdeelsleutels over de deelnemende gemeenten. Het positieve jaarresultaat van de Gevulei over 2009 is in 2010 ontvangen en bedroeg € 101.000
Jaarrekening | 229
De kosten van de inzameling van het oud papier waren € 161.000 hoger dan begroot vanwege een toename in het volume, hiertegenover staat dat ook de opbrengst € 401.000 hoger is. Er is een niet gebudgetteerde opbrengst van € 316.000 gerealiseerd door inkomsten van de Stichting Afvalfonds, die voor met name ingezameld glas een garantievergoeding per ingezamelde hoeveelheid aan de gemeente uitkeert. Door noodzakelijke aankoop van inzamelmiddelen (vervanging, vernieling, vermissing) is een overschrijding van € 102.000 ontstaan. In 2010 is er een eenmalige opstartvergoeding ontvangen voor het inzamelen van kunststofverpakkingen. Dit betekent zowel aan de lastenkant een overschrijding met € 40.000 die gedekt is met een voordeel aan de batenkant van € 40.000. Het exploitatiebudget voor de milieustraat is berekend op wat de gemiddelde kosten zijn. Omdat er weinig onderhoudswerkzaamheden in 2010 nodig waren is er een voordeel ontstaan van € 62.000 Een voordelig resultaat van € 71.000 is ontstaan bij de inzameling van KCA. Daar daartegenover staat dat ook de inkomsten lager zijn (€ 43.000), doordat geen facturering meer plaatsvindt aan de regiogemeenten tengevolge van de gestopte dienstverlening op de inzameling van KCA. Op de transportwerkzaamheden die wij uitvoeren voor vuilverwerker is een voordeel ontstaan van € 125.000. Dit komt omdat de afstortlocatie, waar de transporten naar plaatsvinden zich op grotere afstand van Leiden bevinden dan daar waar in de begroting mee is rekening gehouden. De tarieven zijn hiervoor hoger vanwege de langere reistijd. Product 721.03 BEDRIJFSAFVAL De kosten voor inzameling en verwerking zijn € 228.000 lager dan begroot omdat er minder afval ter verwerking is aangeboden. Door de voortdurende recessie is in 2010 voor ongeveer € 634.000 minder afval ingezameld. Product 722.03 VERVANGING RIOLERING Doordat de administratieve verschuivingen veroorzaakt door het nieuw vastgestelde Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan nog niet zijn uitgevoerd, moeten de producten 722.03 en 722.06 gezamenlijk verklaard worden. Op dit product is een nadelig verschil ontstaan van € 232.000. Verklaring op 722.06 Product 722.05 INVESTERINGEN RIOLERING Binnen het product is een investering riolering is een bedrag van € 700.000 begroot als een bijdrage uit de reserve herstructurering woongebieden Ons Doel ten behoeve van het verplaatsen van het Rioolgemaal Lammenschansweg. Binnen het project zijn we nog in de voorbereidingsfase waardoor slechts een bedrag van € 17.000 aan voorbereidingskosten is gemaakt. Het restant budget zal in de komende jaren worden benut. Product 722.06 ONDERHOUD RIOLERING EN GEMALEN Doordat de administratieve verschuivingen veroorzaakt door het nieuw vastgestelde Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan nog niet zijn uitgevoerd, moeten de producten 722.03 en 722.06 gezamenlijk verklaard worden. Op het product 722.03 is een nadelig verschil ontstaan van € 23.000. Op product 722.06 een voordelig verschil van € 597.000. Per saldo een voordeel van € 364.000. Dit voordelig verschil is onder andere ontstaan doordat in 2010 de werkzaamheden tot vervanging van de riolering in de Lage Mors fase 4 zijn stilgevallen, omdat de aannemer te kennen heeft gegeven dit werk in onvoltooide staat te beëindigen. Dit werk moet alsnog worden uitgevoerd door een andere aannemer, hierover is overeenstemming. De zaak is aanhangig gemaakt bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Product 723.06 MILIEUBEHEER ALGEMEEN Omdat er geen actueel beheerplan voor de asbestsanering beschikbaar is, heeft er een vrijval uit de voorziening asbestsanering plaatsgevonden van € 2.315.000 PROGRAMMA 6 STEDELIJKE ONTWIKKELING PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING bedragen x € 1.000,Lasten
230 | Jaarrekening
Begroting 2010 137.040
Rekening 2010 105.235
Saldo 31.805
Afwijking % 23,21 %
PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Baten
-108.773
-59.310
-49.462
45,47 %
Saldo
28.268
45.925
-17.657
-62,46 %
Programma 6 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING TFE81001 BOVENLOKAAL RO-BELEID
102
0
102
TFE81002 LOKAAL RO-BELEID
248
-198
50
TFE82205 STEDENBOUWKUNDIG BELEID
144
0
144
Totaal RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
495
-198
297
TFE82201 BOUW- EN WONINGTOEZICHT
-479
36
-443
TFE82301 LEGES BOUWVERGUNNINGEN
0
874
874
-479
911
432
31.389
-51.459
-20.070
-107
1.191
1.084
31.281
-50.267
-18.986
636
155
791
-118
-62
-179
TFE82204 WOONRUIMTEVERDELING
-10
-1
-11
Totaal WONEN
508
93
601
31.805
-49.462
-17.657
BOUWREGELING
Totaal BOUWREGELING GRONDZAKEN TFE83001 GRONDEXPLOITATIE TFE83002 ERFPACHT Totaal GRONDZAKEN WONEN TFE82101 VERNIEUWING BINNENSTAD TFE82202 VOLKSHUISVESTING
Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 Product 822.01 BOUW- EN WONINGTOEZICHT Het nadeel van € 446.000 is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - de verwerking van de kostenverdeelstaat. De interne verrekening voor adviezen brandveiligheid is abusievelijk niet begroot (€ 418.000). Dit is in de begroting 2011 hersteld. Op de lasten in de kostenverdeelstaat is een nadeel van € 164.000. Dit wordt deels verklaard door de lagere lasten op het onderdeel handhaving bouwregelgeving (€ 115.000) die via de kostenverdeelstaat verwerkt zijn. - nadeel op de lasten voor de welstandscommissie (€ 91.000). Deze lasten zijn tot en met 2010 structureel hoger dan begroot. In 2011 zal een andere werkwijze gevonden worden, en zullen de lasten in de nieuwe opstelling van de kostendekkendheid verwerkt worden. - voordeel op de invoering van de Wabo (€ 110.000). Doordat de Wabo niet per 1 juli, maar per 1 oktober 2010 ingevoerd is, is een aantal werkzaamheden begin 2011 afgerond, en drukken niet op de rekening van 2010. Product 823.01 LEGES BOUWVERGUNNINGEN Met name eind 2010 zijn er meer omgevingsvergunningen aangevraagd dan voorzien. Een deel van de aanvragen zal ook in 2011 behandeld worden. Dit geldt met name voor de grotere aanvragen die een groot deel van de leges opbrengen, maar ook een groot deel van de capaciteit vergen. Het voordeel (€ 874.000) wordt niet als structureel aangemerkt, de bouwmarkt is hiervoor nog niet voldoende hersteld. Conform beleid zal het voordeel aan de egalisatiereserve inkomsten bouwleges worden toegevoegd. In 2011 zal naar aanleiding van een nieuwe analyse van de baten en lasten verder inzicht gegeven worden in de verwachte lange termijn ontwikkeling.
Jaarrekening | 231
Product 830.01 GRONDEXPLOITATIE Product 830.01 valt op met een tegenvaller van € 20,1 mln. Hiervoor zijn diverse redenen die te maken hebben met boekhoudkundige afwaarderingen en correcties op grond van BBV. Zo is bijvoorbeeld in 2010 is de grond van de Oostvlietpolder afgewaardeerd tot agrarische grondprijzen. Dit verlies is geboekt in 2010 en wordt conform het raadsbesluit pas in 2011 verrekend met de vereveningsreserve. Zou deze verrekening ook al in 2010 zijn geboekt, dan zou het totaal na verrekening met de reserves ‘slechts’ € 11,9 miljoen. Overigens nog steeds een forse afboeking. De grootste tegenvallers zijn de afboekingen van de historische kosten van het vastgoedcomplex (€ 4,1 miljoen), terugdraaien van een te vroeg gefactureerde bijdrage van Oegstgeest aan de Brug Trekvaartplein (€ 2,4 miljoen), risicoreservering voor een mogelijke terugbetalingsverplichting voor de VINEX subsidie Roomburg (€ 4,0 miljoen) en het afboeken van de geactiveerde plankosten met de naam Mozaïek Zuid West (€ 2,3 miljoen). Hieronder worden de belangrijkste posten nader toegelicht. -Afboeken historische kosten Vastgoedcomplex (€ 4,4 mln. N) Het gaat om historische kosten zoals OZB, plankosten, groenonderhoud, inhuur externen en rente die geen directe relatie hebben met objecten. Sinds het begin van deze eeuw zijn vele kosten ondergebracht in het Vastgoedcomplex. Dit wordt nu opgeschoond en het vastgoedcomplex wordt afgesloten. Derhalve moet nu het verlies van € 4,4 mln worden genomen. - Afwaardering Oostvlietpolder als gevolg van de gewijzigde structuurvisie (€ 9,4 mln. N); In de bestuursovereenkomst 2010 – 2014 is in beleidsakkoord nummer 7 het volgende beleid neergelegd: ‘Het bedrijventerrein Oostvlietpolder komt er niet. Het college komt hiertoe met een voorstel naar de raad tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ter wijziging van het bestemmingsplan Oostvlietpolder. Dit geeft de raad de gelegenheid een besluit te nemen over de toekomst van de Oostvlietpolder.’; Ter realisatie hiervan heeft de raad via raadsvoorstel 10.0080 de opdracht gegeven om de structuurvisie aan te passen aan het nieuwe beleid. Als gevolg hiervan worden de gronden in de Oostvlietpolder gewaardeerd voor de bestemming groen ad. € 7 per m2. Dit betekent dat de gronden in totaliteit worden afgewaard voor een bedrag van € 9,4 mln. Conform de regels van de BBV vindt deze afwaardering plaats in 2010, immers in 2010 is door de raad de intentie uitgesproken om de structuurvisie aan te passen aan het nieuwe beleid. Bij raadsvoorstel 10.0149 wordt voorgesteld om deze afwaardering te dekken uit de vereveningsreserve. Echter omdat raadsvoorstel 10.0149 pas in februari 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad, betekent dit dat de verrekening met de vereveningsreserve in het jaar 2011 plaatsvindt. - Onrendabele top Rijnsburgerblok (€ 10,0 mln. N); In 2010 is het perceel Stationsplein/hoek Schuttersveld aankocht (rv 10.0027). Met deze verwerving hebben we een grote stap gezet voor de herontwikkeling van een zeer belangrijk stukje Leiden. Inmiddels is de planvoorbereiding tot herontwikkeling van deze locatie, genoemd Rijnsburgerblok, in volle gang. In 2010 is besloten om € 10 miljoen Nuon-middelen in te zetten voor de onrendabele top voor de ontwikkeling van het Rijnsburgerblok. NB het Rijnsburgerblok omvat naast het Gat van van der Putte en kantoorpand aan het Schuttersveld, ook de locatie van de Rabobank en de kamer van koophandel. - Uitvoeringsbesluit Kooiplein RV 10.0003 (€ 8,4 mln. V); Dit betreft de uitvoering van de financiële transacties conform de exploitatieovereenkomst met Proper Stok inzake de ontwikkeling Kooiplein. In het PRIL is een nadere toelichting opgenomen. - Uitvoeringsbesluit Trekvaartplein RV 09.0070 (€ 4,9 mln. V); In de grondexploitatie Trekvaartplein was de Reserve Trekvaartplein (RB 03.0044) als opbrengst zijnde opgenomen. Volgens de regelgeving van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) is het vermengen van grondexploitaties en reserves niet toegestaan. Om rede hiervan wordt de reserve uit de grondexploitatie Trekvaartplein genomen en wordt dit via de Vereveningsreserve Grondexploitaties gelabeld opgenomen in de Voorziening Negatieve Grondexploitaties. Er vindt door bovengenoemde correctie geen wijziging plaats in het beschikbare budget dat voor het project Trekvaartplein beschikbaar is gesteld. - Afrekening BLS-subsidie Holland Rijnland 2005-2009 (€ 3,2 mln. V); Betreft de afrekening bij de regio Holland Rijnland inzake de in de periode 2005-2009 gecreëerde woningvoorraad. - Correctie voortijdige winstneming grondexploitatie Haagwegkwartier (€ 2,0 mln. N); In 2003 is ten onrechte de toekomstige winst van de nog te openen grondexploitatie Haagwegkwartier ingezet als dekking voor de realisering van een aantal kunstgrasvelden in Leiden. Deze onterechte winstneming is in
232 | Jaarrekening
strijd met de regels van BBV. De dekking voor de realisering van een aantal kunstgrasvelden was dan in 2003 ook niet correct en wordt hiermee gecorrigeerd. - Afboeking plankosten Mozaiek Zuid-West (€ 2,3 mln. N); Mozaïek Zuid West betreft de ontwikkelingsvisie van Zuid West uit 2005. Het betreffen plankosten die niet leiden tot activeerbare uitgaven en zijn overeenkomstig het BBV in 2010 afgeboekt. - Creditering bijdrage gemeente Oegstgeest inzake brug Poelgeest (€ 2,4 mln. N); In 2008 is de opbrengst inzake de bijdrage van de gemeente Oegstgeest onterecht als inkomst verantwoord. In 2010 is deze opbrengst gecorrigeerd aangezien de prestatie nog niet is geleverd. De opbrengst wordt opgeschort tot het moment dat de prestatie is geleverd. - Terugbetalingsverplichting VINEX-subsidie Roomburg (€ 4,0 mln. N); Er is grote kans dat niet wordt voldaan aan alle voorwaarden zoals deze door de provincie Zuid-Holland in 2004 zijn gesteld in de beschikking VINEX subsidie Roomburg. Hierdoor ontstaat naar alle waarschijnlijkheid een terugbetalingsverplichting. Hoewel op bestuurlijk niveau nog met de provincie wordt gesproken over de mogelijkheden die er zijn om de subsidie voor Leiden te behouden, wordt voorzichtigheidshalve in de jaarrekening het mogelijk nadelig resultaat al opgenomen. Naar onze opvatting, moet deze VINEX subsidie ook kunnen worden ingezet voor andere, wel verlieslijdende, woningbouwprojecten in onze stad. Tot slot nog het volgende. De waardering van grondexploitaties is dit jaar bij veel gemeenten een belangrijk thema. Tientallen Nederlandse gemeenten kreunen onder die last. Om die reden is naast de reguliere controle door onze accountant een aanvullend onderzoek verricht naar het grondbedrijf. Uit dit extra en specifiek onderzoek door de extern accountant naar de waardering van de grondexploitaties blijkt de gemeente Leiden het goed te doen. Ze waardeert op een conservatieve en zorgvuldige wijze haar gronden en loopt, zeker in vergelijking tot veel andere gemeenten en voor zover nu te overzien, op dit moment geen grote financiële risico’s. Product 830.02 ERFPACHT Het voordelig resultaat op het product 830.02 wordt voornamelijk veroorzaakt door de eerste uitgifte van erfpachtgronden en de ontvangen suppletievergoedingen van woningcorporaties in 2010. De saldi op het product erfpacht worden verrekend met de reserves en leidden dus tot tegengestelde saldi op product 980.06 Verrekening reserves programma 6. Product 821.01 VERNIEUWING BINNENSTAD Bij de begroting 2010 is er voor kwaliteitsimpuls Programma Binnenstad € 575.000 extra budget geregeld vanuit de reserve bovenwijkse voorzieningen. Projecten zijn nog niet afgerond in 2010, maar staan in uitvoeringsprogramma Entrée van de Stad opgenomen voor 2011. PROGRAMMA 7 JEUGD EN ONDERWIJS PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
26.911
25.350
1.560
5,80 %
Baten
-4.361
-4.934
573
-13,14 %
Saldo
22.549
20.416
2.133
9,46 %
Programma 7 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG TFE63004 JEUGDBELEID
-133
1
-132
108
-128
-19
TFE71601 JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (MAATWERK DEEL)
-174
167
-7
Totaal OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG
-198
40
-158
TFE71501 JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (UNIFORM DEEL)
PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
Jaarrekening | 233
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
TFE65001 KINDEROPVANG
102
0
102
Totaal PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
102
0
102
TFE42001 OBO ALGEMEEN
-8
0
-8
TFE43001 OSO ALGEMEEN
-8
0
-8
TFE44001 OVO ALGEMEEN
-8
0
-8
TFE44002 OSG ALGEMEEN
-0
0
-0
-68
-39
-108
15
40
55
TFE48004 LOKAAL ONDERWIJSBELEID
754
-13
741
Totaal ONDERWIJSBELEID
675
-12
664
TFE42101 OBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-135
-267
-402
TFE42301 BBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-22
-79
-101
TFE43101 OSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-35
0
-35
TFE43301 BSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
489
-67
422
TFE44101 OVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
54
0
54
TFE44102 OSG VOORZIENINGEN/HUISVESTING
77
0
77
TFE44301 BVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
466
-70
396
88
1.027
1.115
981
544
1.525
1.560
573
2.133
ONDERWIJSBELEID
TFE48002 FACILITAIRE TAKEN ONDERWIJS TFE48003 LEERPLICHT
ONDERWIJSHUISVESTING
TFE48001 GEMEENSCH. BATEN EN LASTEN OWHV Totaal ONDERWIJSHUISVESTING Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 Product 48004 LOKAAL ONDERWIJSBELEID Het voordeel van € 741.000 wordt als volgt verklaard. Een bedrag van € 426.000 is overgebleven bij de combinatiefuncties als gevolg van een latere start van deze functies. Dit voordeel zal in de reserve combinatiefuncties worden gestort om aan het eind van het traject te dienen als dekking voor de langere doorlooptijd van het traject. Overige voordelen betreffen gemengde scholen (€ 126.000), onderwijsachterstandenbeleid (€ 38.000), Brede schoolbeleid (€ 68.000) en minder VSO/ZMOK bijdrage aan de regio over voorgaande jaren (€ 51.000) Product 42101 t/m 48001 GEMEENSCHAPPELIJKE BATEN EN LASTEN OWHV De onderwijshuisvestingsproducten (421.01 t/m 480.01) vertonen een voordeel van € 1.525.000. Dit voordeel is voor een bedrag van € 1.036.000 het gevolg van de omzetting van de huidige onderhoudsvoorziening in een reserve. Omvormen tot een reserve heeft als voordelen dat we niet als gemeente alle onderhoudsplannen in bezit moeten hebben en up-to-date moeten houden. Tweede voordeel van een reserve is dat de middelen ook eenvoudiger voor andere onderwijshuisvestingsdoelen, bijv. bekostigen van tijdelijke huur, ingezet kunnen worden. Tot slot is bij de programmabegroting 2011 de volgende motie aangenomen: M9. Middelen die bestemd zijn voor onderwijshuisvesting enkel en alleen inzetten voor onderwijshuisvesting. Een reserve leent zich beter om aan deze motie te voldoen, dan een voorziening die in dit geval één op één gekoppeld moet zijn met onderhoudsplannen.
234 | Jaarrekening
Van het resterende voordeel wordt een bedrag van € 566.000 verklaard door een niet gerealiseerde bijdrage aan de nieuwbouw van het Marecollege aan de Sumatrastraat 120. Deze bijdrage was wel begroot, maar nog niet verstrekt door vertraagde planvorming. Per saldo vertonen de onderwijshuisvestingsproducten een tekort van € 77.000, dat voor € 63.000 wordt verklaard door een hogere overhead-doorbelasting aan deze producten. Toelichtende tabel Voordeel onderwijshuisvesting
1.525.000
Correctie resultaat na bestemming: Storting uitname uit onderhoudsvoorziening in reserve onderwijshuisvesting
-1.036.000
Geen onttrekking uit vereveningsreserve agv vertraagde nieuwbouw Marecollege
-566.000
Gecorrigeerd resultaat onderwijshuisvesting
-77.000
PROGRAMMA 8 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
37.746
36.812
934
2,47 %
Baten
-6.034
-5.982
-51
0,85 %
Saldo
31.712
30.830
883
2,78 %
Programma 8 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
CULTUUR TFE51001 OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK
-12
0
-12
TFE54001 THEATER
13
-63
-51
TFE54002 MUZIEK
-2
0
-2
TFE54003 BEELDENDE KUNST
0
-1
-1
TFE54004 CULTUUREDUCATIE
30
0
30
TFE54005 AMATEURKUNST
-0
0
-0
1
0
1
29
-64
-36
-388
138
-250
TFE54101 MONUMENTENZORG
286
0
286
TFE54102 OUDHEIDKUNDE EN MUSEA
478
-239
239
-116
162
45
260
61
320
91
-9
82
TFE53002 SPORTZALEN EN SPORTHALLEN
-40
125
85
TFE53003 ZWEMBADEN
244
-183
61
TFE53004 SPORTONDERSTEUNING
242
-30
212
17
-24
-7
TFE58001 LOKALE RADIO-OMROEP Totaal CULTUUR CULTUREEL ERFGOED TFE00213 ARCHIEF EN INFORMATIE
TFE54103 ARCHEOLOGIE Totaal CULTUREEL ERFGOED SPORT TFE53001 RODE SPORTPARKEN
TFE53005 SPORTSTIMULERING
Jaarrekening | 235
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
TFE53101 GROENE SPORTPARKEN
-67
95
28
Totaal SPORT
488
-26
462
9
6
16
125
-28
96
24
0
24
Totaal RECREATIE
158
-22
136
Totaal
934
-51
883
RECREATIE TFE56001 RECREATIE TFE56003 COORDINATIE EVENEMENTEN TFE56004 FACILITEREN EVENEMENTEN
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 Product 00213 ARCHIEF EN INFORMATIE Publicatiefonds (€ 267.000) De inkomsten en uitgaven van het publicatiefonds worden niet geraamd en zijn jaarlijks sterk wisselend. Het verschil tussen de inkomsten en uitgaven wordt jaarlijks onttrokken aan of gestort in de reserve publicaties gemeentearchief. De inkomsten bestaan uit: ■ subsidies. Het RAL (Regionaal Archief Leiden) verwerft regelmatig subsidies voor bepaalde, vaak meerjarige projecten. ■ legaten ■ schenkingen. Schenkers van archief geven soms een schenking in geld als ze tevreden zijn over de geleverde dienst t.a.v. hun erfgoed. Soms geven zij ook geld om hun archief te inventariseren. ■ projectgelden van andere gemeenten. De bij het RAL aangesloten gemeenten betalen een vaste bijdrage gebaseerd op het aantal meters archief in beheer en het te leveren aantal uren inspectie. Soms wordt echter een eenmalige bijdrage verstrekt om een project (door die gemeente te bepalen) uit te voeren. Dat kan bijvoorbeeld een restauratieproject zijn, of een digitaliseringsproject. De uitgaven bestaan uit: ■ inventarissen en indexen waardoor een archief goed doorzoekbaar is ■ digitalisering van archieven en beeldmateriaal ■ etc., al naar gelang het doel van de ingediende subsidieaanvraag. De duur van een project is zelden gelijk aan die van een boekjaar. Bij subsidies, projectgelden van gemeenten en sommige schenkingen is het doel van de gelden (globaal) vastgelegd; bij schenkingen wordt ook vaak in overleg met de schenker een passend doel gezocht. Bij legaten vindt eventueel overleg met de nabestaanden plaats. Overhead (€ 97.000) Er is een nadeel gerealiseerd op de bedrijfsvoeringskosten. Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Product 54101 MONUMENTENZORG Het voordeel op de lasten kan worden verklaard door verschillende oorzaken: Financieel technisch: ■ voordeel € 394.000 door financieel-technische oorzaak: een aantal kredieten (710427, 710669, 710670, 710671, 700190 en 700191) worden gedekt door een bijdrage uit de reserve gsb-middelen ISZ/EZ. Financieeltechnisch betekent dit dat er in 2010 een last van € 394.000 op het product monumentenzorg stond begroot als investeringsbijdrage en een bate op product 980.11 wegens de onttrekking uit de reserve. Dit is conform de regelgeving van de BBV. Abusievelijk zijn de volledige investeringsbijdragen ad €394.000 in 2010 in begroot. De uitgaven lopen echter over meerdere jaren door en zijn slechts deels in 2010 gedaan. Het gaat om uitgaven voor restauraties die nog gedaan zullen worden (€ 125.000), uitgaven aan het historisch
236 | Jaarrekening
stadsbeeld (waardekaart, cultuur historische informatie, historisch stadsbeeld, samen € 254.000 voorzien voor 2011 en 2012) en uitgaven van de op de investering beschikbare gelden in 2010 uit de exploitatie gefinancierd zijn (historisch stadsbeeld winkelpuien, kleuren op gevels, onderdelen openbare ruimte, €15.000). Resumerend betekent dit een voordeel van € 394.000 op het product monumentenzorg in 2010 en een nadeel op product 980.11. Per saldo is er voor de gemeente dus geen voor- of nadeel. Beleidsinhoudelijk: ■ voordeel € 87.000 door lagere uitvoeringkosten monumenten, met name doordat de uitgaven op het uitvoeringsprogramma historische binnenstad lager waren dan beschikbaar in 2010 (in combinatie met het overgehevelde budget uit 2009). Kern van het budget beschikbaar voor het uitvoeringsprogramma is het verbeteren van het historisch stadsbeeld in de Donkersteeg (proeftuin), de beide winkelassen Haarlemmerstraat, Breestraat en Entree van de Stad gebied. De concentratie van de werkzaamheden liggen in 2011. Hierdoor is een deel van het budget in 2010 niet aangewend. ■ hogere uitgaven aan momumentensubsidies (nadeel € 197.000). De raad heeft eind 2010 besloten het onderdeel woonhuismonumenten van de reserve stadsvernieuwing niet meer aan te wenden voor subsidiëring van woonhuisrestauratie (RV 10.0144). Het wegvallen van deze dekking leidt tot een nadeel van € 149.000. Daarnaast heeft het college eind 2010 besloten om -in afwachting van besluitvorming in de raadvanaf 2011 geen uitvoering meer te geven aan de Subsidie op Termijn regeling (B&W 10.1301). Hierdoor zijn er op de valreep meer aanvragen ontvangen. Dit leidt tot een nadeel van € 30.000. Daarnaast zijn er iets meer subsidies Historisch Stadsbeeld (voorlopig) beschikt dan voorzien. Dit leidt tot een nadeel van € 18.000. Product 54102 OUDHEIDKUNDE EN MUSEA Het verschil in oudheidkunde en musea wordt veroorzaakt door de Lakenhal. De verschillen in de baten en lasten worden voornamelijk veroorzaakt doordat het museum De Lakenhal werkt met budgetten voor tentoonstellingen en projecten die over meerdere jaren lopen. Aan het begin van een project wordt de begroting opgesteld. De ontvangen gelden dienen echter gedurende meerdere jaren aangewend te worden. Uit jaar 2009 zijn baten voor meerjarige projecten (€ 426.000) via een voorziening overgegaan naar 2010 ter dekking van de lasten in 2010. De bijbehorende budgetten waren in 2009 opgenomen in de begroting. In 2010 konden de budgetten niet nogmaals opgevoerd worden, aangezien het meerjarenbeeld anders dubbel (2009 plus 2010) opgesteld zou worden. Hierdoor ontstaat voor 2010 afzonderlijk het beeld dat er een groot overschot is. In werkelijkheid is er een voordeel op de lasten van € 61.000 en op de baten van € 193.000. Het uiteindelijke, positieve, resultaat van het museum wordt veroorzaakt door dat er negen projecten/tentoonstellingen met een voordelig resultaat zijn afgesloten (€ 64.000) en doordat de bedrijfsvoering binnen budget bleef (€ 91.000). Daarnaast is voor twee meerjarige projecten nog € 100.000 budget uit 2010 dat op de bedrijfsvoeringsreserve van 2011 zal drukken. Met de versterking van de organisatie vanaf 2011, wordt het bedrijfsvoeringsbudget gerichter ingezet om de processen, de taken en het werkaanbod beter te beheersen. De reserve bedrijfsvoering is hiermee beschikbaar voor kosten van twee meerjarige projecten, risico’s van lopende projecten in 2011 en lange termijn risico’s. De hoogte van de reserve voor deze lange termijnrisico’s ten opzichte van de totale begroting van de Lakenhal blijft gelijk aan 2009 namelijk 11%. Product 53003 ZWEMBADEN De begrote opbrengsten (o.a. doelgroepen) binnen de zwembaden zijn structureel lager dan begroot. Gemiddeld is er in de jaren 2007 t/m 2010 € 1,2 mln. aan baten gerealiseerd (t.o.v. begroot € 1,4 mln.). Daartegenover staat dat de lasten ook lager zijn dan geraamd. Zo waren de energiekosten ten opzichte van de begroting € 135.000 lager. Het resterend voordeel bestond uit diverse kleinere posten zoals uitzendkrachten (€ 32.000) en telefoonkosten (€ 21.000). Momenteel zijn er eerste stappen gezet om de begrote lasten en baten meer in overeenstemming te brengen met de realisatie. Per saldo zijn de aanpassing budgettair neutraal. Product 53005 SPORTONDERSTEUNING Dit verschil wordt voornamelijk verklaard door één technisch verschil van € 200.000. Bij het raadsvoorstel RV 10.0035 “Uitvoeringsbesluit nieuwbouw tafeltennishal Scylla” is besloten dat voor de bouw van de nieuwe tafeltennishal een directe bijdrage vanuit de vereveningsreserve ontvangen zal worden van € 200.000. Omdat dit een investering met een economisch nut betreft, is een directe bijdrage vanuit een reserve op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) niet toegestaan. Wel mogen de kapitaallasten in de toekomst
Jaarrekening | 237
gedekt worden door een jaarlijkse vrijval vanuit deze reserve. Financieel-technisch betekent dit dat er in 2010 een last op product sportondersteuning stond begroot en een bate op product 980.06. Deze bedragen hadden eigenlijk niet in 2010 begroot moeten staan maar in de toekomst. Het gevolg is dat er bij de jaarrekening een overschot op product sportondersteuning en een tekort op product 980.06 is ontstaan. Per saldo is er geen voorof nadeel. PROGRAMMA 9 WELZIJN EN ZORG PRGE09 WELZIJN EN ZORG bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
45.359
44.185
1.174
2,59 %
Baten
-5.996
-6.932
935
-15,60 %
Saldo
39.363
37.253
2.110
5,36 %
Programma 9 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
COLLECTIEVE ONDERST.DEELNAME SAMENLEVING TFE62003 OUDEREN-/GEHANDICAPTEN BELEID
63
-33
30
TFE63001 SAMENLEVINGSOPBOUW
1.159
-35
1.124
Totaal COLLECTIEVE ONDERST.DEELNAME SAMENLEVING
1.223
-68
1.155
54
2
56
0
0
0
-32
0
-32
22
2
24
-5
0
-5
1
0
1
58
-150
-91
0
0
0
54
-150
-95
TFE71401 BASISGEZONDHEIDSZORG
390
-4
386
TFE71402 CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
-25
0
-25
Totaal COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG
365
-4
360
TFE62002 ZORGCOORDINATIE EN BEMIDDELING
-132
0
-132
TFE62201 WMO; HUISHOUDELIJKE VERZORGING
-438
170
-269
433
-43
390
-138
127
-12
TFE62005 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
-223
933
710
TFE71403 AMBULANTE VERSLAVINGSZORG
-129
96
-33
Totaal MAATSCHAPP OPVANG KWETSBARE GROEPEN
-351
1.029
678
INDIV.ONDERST. VOOR DEELNAME SAMENLEVING TFE00214 RAAD- EN DAADWINKELS TFE48201 VOLWASSENENEDUCATIE/VERVALLEN TFE62004 MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Totaal INDIV.ONDERST. VOOR DEELNAME SAMENLEVING PARTICIPATIE, ONTMOET, INTEGR & EMANCIP TFE51101 EMANCIPATIE TFE62008 ANTI-DISCRIMINATIE TFE62101 OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN TFE62104 INBURGERING/VERVALLEN Totaal PARTICIPATIE, ONTMOET, INTEGR & EMANCIP COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG
INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING
TFE65201 WMO; VOORZIENINGEN EN HULPMIDDELEN Totaal INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING MAATSCHAPP OPVANG KWETSBARE GROEPEN
238 | Jaarrekening
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Totaal
Baten
1.174
Saldo 935
2.110
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 (deze bedragen zijn vetgedrukt in de tabel) Product 62005 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG Er zijn extra lasten gerealiseerd voor de zorglocatie Nieuwe Energie voor inhuur beveiliging, een slagboominstallatie en draaihekken. De lasten van € 275.400 zijn conform beleid gedekt door middel van een onttrekking aan de voorziening OGGZ. De onttrekking zorgt voor extra baten van € 275.400. Er is een hogere rijksbijdrage Vrouwenopvang ontvangen van € 158.500. Daarnaast is een niet-begrote onttrekking gedaan aan de voorziening OGGZ van € 100.000 ten behoeve van de Binnenvest. Hier tegenover stonden geen extra lasten. In de bestuursrapportage 2010 was geen afwijking opgenomen inzake maatschappelijke opvang. Product 62201 WMO; HUISHOUDELIJKE VERZORGING De kosten inzake het persoonsgebonden budget zijn € 124.000 hoger dan geraamd. Het is niet zeker dat dit een structureel nadeel is. De kosten van de pgb's in 2007 bedroegen € 894.000, in 2008 € 1.009.000, in 2009 € 950.000 en in 2010 € 1.117.000. De kosten van de verstrekkingen van huishoudelijke hulp via het dynamisch selectiemodel zijn € 127.000 hoger uitgevallen dan geraamd. In de rapportage was een zeer voorzichtig incidenteel voordeel geprognotiseerd van € 100.000. Besloten is vervolgens om de raming alleen voor 2010 te verlagen met € 100.000. Het nadeel is dus incidenteel. De kosten bedrijfsvoering zijn € 110.000 hoger dan geraamd. Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Product 63001 SAMENLEVINGSOPBOUW Het voordeel van € 1.159.000 is ontstaan door een onderbesteding op de Slaaghwijkgelden. Het totale budget voor het actieplan Slaaghwijk bedraagt € 4,1 miljoen voor de periode 2009-2011. Daarvan is € 2 miljoen afkomstig van het ministerie van Wonen, werken en integratie, € 1,1 miljoen van de corporaties en € 1 miljoen van de gemeente. Het deel van de onderschrijding dat betrekking heeft op de geoormerkte middelen zal uiterlijk in 2011 moeten worden besteed. In de bestuursrapportage 2010 was deze afwijking niet opgenomen. Product 65201 WMO; VOORZIENINGEN EN HULPMIDDELEN Inzake de lease-voorzieningen (rolstoelen, scootermobielen en overige voorzieningen) is een onderschrijding gerealiseerd van € 356.000. De kosten zijn lager dan in 2009 door zowel voordelige volume- als prijsontwikkelingen. Op het budget voor woningaanpassingen is een voordeel gerealiseerd van € 243.000. De kosten van woningaanpassingen zijn over de jaren bezien grillig van karakter. De beide voordelen dienen nauwkeuriger te worden geanalyseerd. Een structureel voordeel op de prijs kan ten gunste komen van de gemeentebrede inkooptaakstelling. In de bestuursrapportage 2010 was een voordeel gemeld van € 100.000. Op de bedrijfsvoeringskosten is een nadeel ontstaan van € 156.000. Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Product 71401 BASISGEZONDHEIDSZORG De reguliere kosten m.b.t. de gemeenschappelijke regeling RDOG zijn € 257.000 lager uitgevallen dan geraamd. Hiervan heeft € 171.000 betrekking op nog te vorderen btw-compensatie over de periode 2006 t/m 2009. Het voordeel is in de 2e helft van het jaar geboekt waardoor het niet opgenomen was in de bestuursrapportage 2010. Op de preventiegelden is een onderschrijding gerealiseerd van € 121.000. PROGRAMMA 10 WERK EN INKOMEN PRGE10 WERK EN INKOMEN bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Lasten
133.849
139.884
-6.034
-4,51 %
Baten
-105.960
-111.583
5.624
-5,31 %
Saldo
27.890
28.300
-410
-1,47 %
Programma 10 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden
Jaarrekening | 239
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
PARTICIPATIE TFE61101 WIW DIENSTBETREKKINGEN/VERVALLEN
0
0
0
-72
-345
-417
-888
1.007
119
0
0
0
-453
453
-0
0
0
0
-2.106
-530
-2.636
217
0
217
-1.955
35
-1.919
0
4.127
4.127
-5.257
4.746
-511
-770
575
-195
0
0
0
-50
13
-37
-820
587
-233
124
15
139
-0
0
-0
124
15
139
TFE61403 SCHULDHULPVERL. /BUDGETBEGELEIDING
-81
275
194
Totaal SCHULDHULPVERLENING
-81
275
194
-6.034
5.624
-410
TFE61102 UITSTROOM EN ACTIVERING TFE61105 WSW TFE61106 IN- EN DOORSTROOMBANEN/VERVALLEN TFE61107 REINTEGRATIEACTIVITEITEN ARB.ONTW.DZB TFE61108 ONRENDABELE TOP HUISVESTING DZB TFE62301 PARTICIPATIE UITSTROOM EN ACTIVERING TFE62302 VOLWASSENENEDUCATIE TFE62303 INBURGERING TFE62310 BATEN PARTICIPATIEBUDGET Totaal PARTICIPATIE FINANCIELE VOORZIENINGEN TFE61001 INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND TFE61002 INKOMENSVOORZ.IOAW/IOAZ (miv 2011) TFE61201 IOAW/IOAZ Totaal FINANCIELE VOORZIENINGEN MINIMABELEID TFE61401 BIJZONDERE BIJSTAND TFE61404 KWIJTSCHELDINGEN GEMEENTELIJKE BELASTIN Totaal MINIMABELEID SCHULDHULPVERLENING
Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 Product 61102 UITSTROOM EN ACTIVERING In de begroting 2010 was een besparing opgenomen inzake kosten sociaal medische indicatie. De bedoeling was om deze kosten voortaan onder het Participatiebudget te brengen waardoor het oorspronkelijke budget gedekt vanuit de algemene middelen kon vrijvallen. De kosten kinderopvang sociaal medische indicatie (smi) zijn in 2010 € 316.000 hoger dan verwacht uitgevallen. In de bestuursrapportage was een bijsturing aangekondigd. De bijsturing heeft niet het gewenste effect gehad. Het leek erop dat het oorspronkelijke plan om de kosten smi te koppelen aan een zorgtraject waardoor de kosten onder het Participatiebudget konden worden gebracht niet goed was uitgevoerd. In de tweede helft van het jaar kon maar een beperkt aantal smitrajecten omgeklapt worden naar het Participatiebudget. Eind 2010 zijn andere maatregelen genomen om de kosten smi structureel terug te dringen. De afwijking in 2010 is daarom incidenteel. De geoormerkte ESF-subsidie jeugdwerkloosheid is in 2010 niet aangewend omdat er voldoende rijksmiddelen waren vanuit het actieplan Jeugdwerkloosheid. Op de lasten en de baten is daardoor een eenmalig voordeel ontstaan van € 345.000. De geoormerkte ESF-subsidie, die aangevraagd is voor de periode 201 t/m medio 2011 voor de regio Holland-Rijnland en de Rijnstreek, zal in 2011 worden besteed. Product 61105 WSW Door een hoger activiteitenniveau is een hogere omzet gerealiseerd (€ 853.000 voordeel), die hogere kosten (o.a. extra kosten uitzendkrachten) met zich meebracht (€ 815.000 nadeel). Daarnaast zijn de exploitatiekosten € 160.000 lager dan begroot, is er een voordeel gerealiseerd van € 377.000 door het vrijvallen van een
240 | Jaarrekening
eenmalige verplichting en is er een nadeel gerealiseerd van € 200.000 op de loonkosten WSW als gevolg van gestegen werkgeverslasten, ORT-toeslagen en de bruto-uitkering van de nieuwe reiskostenregeling. Product 61107 REINTEGRATIEACTIVITEITEN ARBEIDSONTWIKKELING DZB Re-integratie Leiden heeft meer reintegratiediensten tegen kostprijs afgeleverd dan begroot. Tegenover de extra lasten staan extra baten van gelijke omvang. Product 62301 PARTICIPATIE UITSTROOM EN ACTIVERING Er zijn meer re-integratiekosten gerealiseerd dan begroot. Met name de kosten van de tijdelijke verloningstrajecten zijn hoger uitgevallen. De kosten van de verloningstrajecten zijn inclusief begeleiding/ nazorg uitgekomen op € 6,2 miljoen. Dat is € 1,7 miljoen meer dan geraamd. Daarnaast is uiteindelijk € 450.000 meer intern besteed bij Re-integratie Leiden. Dit leek te kunnen worden opgevangen door een voordeel op het uitkeringenbudget. Doordat het Rijk het uitkeringenbudget in de zomer fors verlaagde verviel deze dekkingsmogelijkheid. Er was in de bestuursrapportage reeds melding gedaan van de hogere re-integratieuitgaven. Vanaf de zomer zijn kostenbeperkende maatregelen genomen zodat de hogere lasten incidenteel zullen zijn. Tegenover de hogere lasten op dit product staan grotendeels ook hogere participatiebaten op product 62310. De lasten en baten van WIW-dienstbetrekkingen zijn € 330.000 lager uitgevallen door een lager volume. De lasten en baten van de gesubsidieerde arbeid van regio-gemeenten zijn € 240.000 lager uitgevallen door een lager volume. Product 62303 INBURGERING Er zijn meer re-integratiekosten inburgering gerealiseerd dan begroot doordat Leiden meer trajecten kon realiseren. Tegenover de hogere lasten op dit product staan grotendeels ook hogere participatiebaten op product 62310. Product 62310 BATENPARTICIPATIEBUDGET De hogere lasten re-integratie en inburgering zijn grotendeels gedekt door hogere baten uit het Participatiebudget. Dit is mogelijk gemaakt door het inzetten van de middelen uit de zogenaamde Meeneemregeling. De Meeneemregeling bevat overschotten uit het verleden of toekomstige middelen en is wettelijk gemaximeerd op 25% van het Participatiejaarbudget. In 2010 is € 1,76 miljoen onttrokken aan het Participatiebudget 2011. In 2011 zal nog ten onrechte in rekening gebrachte btw (circa € 600.000) over 2010 worden teruggevorderd bij een aantal re-integratiebedrijven. De SISA-regelgeving schrijft voor dat deze baten in 2011 moeten worden verantwoord. Product 61001 INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND De uitkeringslasten Bbz (besluit zelfstandigen) zijn € 162.000 hoger uitgevallen als gevolg van een hoger volume aan uitkeringen. De extra lasten zijn grotendeels declarabel waardoor extra baten (€ 118.000) zijn gerealiseerd. De begroting 2011 is hierop reeds aangepast, waardoor de afwijking incidenteel is. Het uitkeringensysteem Soleil zou per 1-1-2010 worden vervangen door SZW-net. Eerder was al gerapporteerd dat de vervanging een jaar uitgesteld zou worden. In 2010 zijn daardoor eenmalig extra lasten ontstaan van € 375.000 omdat zowel het oude als het nieuwe systeem kosten met zich meebrengen. Eind 2010 is het nieuwe systeem SZW-net operationeel geworden. De toegerekende bedrijfsvoeringskosten zijn € 290.000 hoger uitgevallen dan begroot. De hogere kosten konden extern worden doorbelast waardoor niet-geraamde baten zijn ontstaan van € 290.000. Het definitieve rijksbudget waaruit de uitkeringen (WWB/Ioaw/Ioaz/Bbz) worden bekostigd is € 178.000 hoger vastgesteld dan begroot. Het voorlopige rijksbudget 2011 ligt een stuk lager dan het definitieve rijksbudget 2010. De afwijking is daarom incidenteel. Product 61403 SCHULDHULPVERLENING / BUDGETBEGELEIDING Het voordeel op schuldhulpverlening is ontstaan doordat de voorziening oninbaar anders wordt bepaald dan vorig jaar. De hoogte van de voorziening is nu afgestemd op de hoogte van de achterstand in leningen zonder borgstelling. De eenmalige vrijval uit de voorziening bedraagt € 279.000. ALGEMENE MIDDELEN DEEL 1 en 2 PRGEAD0 ALGEMENE MIDDELEN bedragen x € 1.000,Lasten
Begroting 2010 17.880
Rekening 2010 14.500
Saldo
Afwijking % 3.380
18,90 %
Jaarrekening | 241
PRGEAD0 ALGEMENE MIDDELEN bedragen x € 1.000,-
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Afwijking %
Baten
-233.735
-239.406
5.672
-2,43 %
Saldo
-215.855
-224.906
9.051
-4,19 %
AD 1 en AD 2 valt in categorie 1: Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 1 TFE33001 DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN
-0
4.765
4.765
TFE91301 DEELNEMINGEN
0
9
9
TFE91401 GELDLENINGEN
881
-685
196
0
3
3
-259
-343
-602
TFE92105 GSB CONCERN
-15
1.301
1.286
TFE92201 ONVOORZIEN
276
-13
264
TFE93101 BATEN OZB - GEBRUIKERS
0
-184
-184
TFE93201 BATEN OZB - EIGENAREN
0
370
370
TFE93301 BATEN ROERENDE RUIMTEBELASTING
0
0
0
TFE93601 BATEN TOERISTENBELASTING
0
-79
-79
TFE93901 BATEN PRECARIOBELASTING
0
-18
-18
883
5.126
6.009
84
-122
-38
542
0
542
TFE96009 SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING
1.871
668
2.539
Totaal ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 2
2.496
546
3.042
Totaal
3.380
5.672
9.051
TFE91402 BELEGGINGEN TFE92101 ALGEMENE UITKERING
Totaal ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 1 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 2 TFE92205 STELPOSTEN CONCERN TFE92220 ONINBARE VORDERINGEN
Toelichting op producten met afwijkingen (op de lasten e/o baten) > € 250.000 ALGEMENE MIDDELEN DEEL 1 Product 33001 DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN Op 1 juli 2009 heeft de gemeenten Leiden haar aandelen in Nuon Energy verkocht aan het Zweedse Vattenfall. Onderdeel van de verkoopovereenkomst is dat een deel van de verkoopopbrengst in een escrowvoorziening moet worden gestort om eventuele aanspraken van Vattenfall te kunnen afdekken. Leiden heeft 9,1 miljoen in de voorziening gestort. Op 25 januari 2011 heeft de commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) een nadere richtlijn afgegeven over hoe om te gaan met de vrijval van de Escrow rekening verkoop aandelen Nuon. De commissie BBV had aanvankelijk begin 2010 aangegeven dat de voorziening pas kon vrijvallen per 1 juli 2015. De risico’s die kunnen leiden tot een aansprakelijkstelling van Vattenfall jegens de verkopende aandeelhouders zijn inmiddels aanzienlijk lager. Vattenfall heeft geen claim ingediend voor de algemene aansprakelijkheid. Dit risico vervalt dus. Het tweede risico, de belastingverplichtingen zijn inmiddels ook fors lager. Nuon heeft de fiscale zaken met de Belastingdienst t/m 2008 afgerond.
242 | Jaarrekening
Door vermindering van de risico’s heeft de commissie BBV aangegeven dat de eerste tranche van de vrijval van de Escrow (van € 4.542.429) als opbrengst in de jaarrekening 2010 geboekt mag worden. Product 91401 GELDLENINGEN Zowel in de baten als lasten is een afwijking van € 880.000 ontstaan als gevolg van de vervroegde aflossingen op de doorverstrekte geldleningen in 2009 en 2010. De raming was daarop nog niet aangepast aangezien deze budgettair neutraal is. Het resultaat op dit product wordt veroorzaakt door de meevaller op de kortlopende rente. Die rentemeevaller wordt voor de helft veroorzaakt doordat over de gemeentelijke belastingen meer rente is doorberekend resp. minder rente is vergoed dan vooraf verwacht. Verder is de rente op kortlopende middelen lager uitgevallen. Het betreft een incidentele rentebate. Product 92101 ALGEMENE UITKERING Het saldo wordt verklaard doordat er verrekeningen uit voorgaande jaren hebben plaatsgevonden (nadeel € 950.000), er sprake is van nieuwe of gewijzigde decentralisatie-uitkeringen (voordeel € 1.607.000), door hoeveelheidsverschillen op de uitkeringsparameters (nadeel € 243.000) en door de daling van het uitkeringspercentage (nadeel € 1.010.000). Product 92105 GSB CONCERN De BDU Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU/SIV) wordt grotendeels afgerekend voor de periode 2005-2009. De beschikking hierover ontvangen we in de eerste helft van 2011. Een deel van de prestatieverplichting wordt opgeschort naar 2010 en 2011, hierover wordt via de Single Information Single Audit-systematiek verantwoording afgelegd in 2010 en 2011. Ten aanzien van deze opschorting bestaan terugbetalingsrisico's die zijn voorzien in de Voorziening risico GSB. Op basis van concept-beschikking BDU/SIV kon in 2010 een deel van de risicovoorziening vrijvallen, hetgeen een voordeel in de jaarrekening oplevert van circa € 1.300.000. Product 92201 ONVOORZIEN Op de post Onvoorzien is op begrotingsbasis € 344.000 beschikbaar. Hiervan is € 80.000 benut voor Giro d' Italia en de 5 meiviering. Er resteert een saldo van € 264.000. Product 93201 BATEN OZB - EIGENAREN De totale opbrengst OZB over het belastingjaar 2010 was begroot op € 41.080.000. De realisatie over het belastingjaar 2010 plus de oude belastingjaren is € 41.265.000 en daarmee in totaal € 185.000 hoger dan de begrote opbrengst. Wel is dit een saldo van positief OZB eigenaren (€ 370.000) en negatief OZB gebruikers (€ 184.000). Dat kan worden verklaard uit enerzijds een onjuiste verdeling van oninbaar in de begroting (een te groot deel is toegerekend aan de OZB eigenaren en een te klein deel aan de OZB gebruikers waardoor de begrote opbrengst te hoog was bij OZB gebruikers en te laag bij OZB eigenaren) en anderzijds een ophoging van de OZB gebruikers bij de halfjaarrapportage die niet bij deze categorie is gerealiseerd. Van de meeropbrengst voor de OZB eigenaren en OZB gebruikers samen heeft € 127.000 betrekking op de realisatie over het belastingjaar zelf en € 58.000 op oude belastingjaren. De gesaldeerde meeropbrengst over 2010 wordt veroorzaakt door hogere positieve areaalontwikkelingen bij de niet-woningen dan opgenomen in de begroting. Meeropbrengsten over oude belastingjaren worden veroorzaakt door areaal waarmee eerder geen rekening was gehouden, door meevallers in de realisatie van de geraamde nog op te leggen aanslagen en meevallers in de realisatie van de geraamde nog te verlenen verminderingen op bezwaar. ALGEMENE MIDDELEN DEEL 2 Product 92220 ONINBARE VORDERINGEN Op het product oninbare vorderingen wordt uitsluitend de mutatie op de voorziening dubieuze debiteuren geboekt. Deze mutatie wordt bepaald met een risicoanalyse per ultimo boekjaar over de openstaande vorderingen op debiteuren. De voorziening dubieuze debiteuren op de balans fungeert derhalve als dekking voor de methodisch berekende omvang van niet inbare vorderingen op debiteuren, en niet als dekking voor specifieke oninbaar verklaarde posten. Het saldo van € 542.000 is ontstaan door enerzijds een vrijval van afgerond € 5.600.000 uit de voorziening dubieuze debiteuren als gevolg van de jaarlijkse volumeberekening, en anderzijds door een toevoeging van afgerond € 7.500.000 aan de voorziening risico precario. Het afgelopen jaar is een stringenter invorderings-beleid toegepast dat nu vruchten begint af te werpen. Er wordt sneller herinnerd, aangemaand en gebruik gemaakt van de deurwaarder. Vorderingen uit het verleden die niet ‘hard’ zijn, worden afgeboekt of dienen nader onderbouwd te worden. Dientengevolge heeft opschoning plaats gevonden m.b.t. vele oude openstaande vorderingen. Hierdoor heeft men minder hoeven te doteren aan de voorziening oninbaar.
Jaarrekening | 243
Product 96009 SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING Op het product saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering is over 2010 een positief resultaat behaald van € 2.539.000. Dit resultaat bestaat uit de volgende componenten. Resultaat kostenplaats Bedrijfskosten accommodaties In 2009 is de kostenplaats Bedrijfskosten accommodaties geanalyseerd. Bij de werkbegroting 2010 is de kostenplaats opgeschoond. Abusievelijk is een opbrengstenbudget van € 77.000 blijven staan waarop geen opbrengst is gerealiseerd. Afwikkeling oude jaren Door afwikkeling van salaristussenrekeningen is een incidenteel voordeel ontstaan van € 1.076.000. Het betreft met name de afwikkeling van de tussenrekeningen voor reiskostenvergoedingen en de cafetariaregeling. Ook is er een arbitrage-uitspraak gedaan op facturen over 2008 en 2009 van de afdeling HSI aan DZB. Op dit product levert dit een nadeel op van € 189.000. Voorts zijn er kleinere verschillen van in totaal €173.000 nadelig. Per saldo is er een incidenteel voordeel ontstaan van € 714.000. Kostenverdeelstaat Met een eenduidige en integrale kostenverdeelsystematiek worden lasten en baten van afdelingen toegewezen aan de producten en daarmee dus aan de programma's. De ondersteunende afdelingen worden in de realisatie op basis van een voorcalculatorisch tarief per werkplek of FTE doorbelast naar de afdelingen. De afdelingen worden op deze manier niet geconfronteerd met afwijkingen waar ze geen invloed op uit kunnen oefenen. Het resultaat (verschil tussen realisatie en begroting) van de ondersteunende afdelingen wordt op dit product verantwoord: Verzamelkostenplaats werkplek De resultaten van de afdelingen en de hulpkostenplaatsen die naar deze kostenplaats worden verdeeld bedraagt € 101.000 negatief. Dit saldo wordt als volgt verklaard: Huisvesting & Services en ICT Het voordeel op de kostenplaatsen van de afdeling Huisvesting & Services en ICT is in 2010 € 295.000. Dit bedrag kan worden gesplitst in een voordeel van € 427.000 op Huisvesting & Services en een nadeel van € 132.000 op ICT. Voor 2010 en daarop volgende jaren zijn de exploitatiebudgetten van Huisvesting & Services opgehoogd om de structurele lasten voor ambtenarenhuisvesting te kunnen dekken. Op deze structurele exploitatie is per saldo een voordeel behaald van € 28.000. Aan Huisvesting & Services zijn voor 2010 en 2011 ook incidentele budgetten toegekend. Het gaat enerzijds om een budget voor interne verhuizingen van medewerkers en om een budget voor tijdelijk huur van de Morspoortkazerne gedurende de verbouwing van het Stadsbouwhuis. Omdat een deel van de budgetten bestemd is voor zowel kosten in 2010 als in 2011, zal bij de bestemming van het resultaat van de jaarrekening worden verzocht om respectievelijk een bedrag van € 351.000 en € 45.000 over te hevelen naar 2011. Het nadeel op de ICT budgetten is voor een bedrag van € 60.000 op personeel en externe inhuur ontstaan doordat in de eerste helft van 2010 de afdelingsmanager extern is ingehuurd. Daarnaast is een nadeel ontstaan doordat voormalige medewerkers voor de applicatie Soleil zijn overgegaan naar het team ICT. De daaruit voortvloeiende taakstelling van € 222.000 kon in 2010 nog deels worden ingevuld met een vergoeding van € 150.000 omdat de applicatie in 2010 nog door het team ICT is ondersteund. Beheer en Onderhoud Vastgoed; (meerjaren-)onderhoud ambtenarenpanden Het nadeel op de kostenplaatsen van het team Beheer en Onderhoud Vastgoed waar de kosten worden geregistreerd van het (meerjaren-)onderhoud van panden waarin ambtenaren zijn gehuisvest en die naar het product 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering worden doorbelast, bedraagt € 555.000. Voor het (meerjaren-)onderhoud van de panden waarin ambtenaren gehuisvest zijn blijkt structureel een tekort van € 474.000. Het college heeft in 2010 de raad geïnformeerd dat het noodzakelijk is de meerjarenonderhoudsplannen van alle gemeentelijke panden te actualiseren ten einde de structurele tekorten in beeld te krijgen en de onderhoudsvoorzieningen op een adequaat niveau te kunnen brengen. Het nu gebleken tekort bestaat uit een tekort van € 333.000 op onderhoudscontracten en dagelijks onderhoud, een niet gerealiseerde huuropbrengst van € 133.000 en een te laag geraamd budget voor OZB van € 39.000. Op de overige budgetten is er per saldo nog een nadeel van € 55.000. Panden Stedelijk Beheer
244 | Jaarrekening
Het resultaat op de exploitatie en het (meerjaren-)onderhoud van de panden die in beheer zijn van de afdeling Stedelijk Beheer, waaronder de Admiraal Banckertweg en de Kenauweg, bedraagt € 159.000 positief. Verzamelkostenplaats fte Het resultaat van de afdelingen en hulpkostenplaatsen die naar deze kostenplaats worden doorverdeeld, bedraagt € 271.000 positief. Dit saldo wordt als volgt verklaard: HRM en Communicatie Het voordeel op de kostenplaatsen van de afdeling HRM en Communicatie is in 2010 € 334.000. Dit voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de besteding van het budget voor opleidingskosten is achter gebleven bij het in de begroting opgenomen bedrag. De opleidingsplannen van de afdelingen blijken niet allemaal volledig uitgevoerd. Juridische en Financiële Dienstverlening Het voordeel op de kostenplaatsen van de afdeling Juridische en Financiële Dienstverlening bedraagt in 2010 € 181.000. Dit bedrag bestaat uit een nadeel op personeel en externe inhuur van € 99.000, dat meer dan gecompenseerd is met € 143.000 meer opbrengsten dan begroot. Daarnaast is op de overige budgetten een voordeel behaald van € 137.000. Gemeentebreed is er nog de kostenplaats resterende uitzoekposten met een nadeel van € 196.000. Team Documenten Het team Documenten van de afdeling Kwaliteit, Documenten en Gegevens heeft in 2010 een overschrijding op de budgetten van per saldo € 48.000. Resultaten afdelingen die naar projecten doorbelasten De doorverdeling naar projecten gaat voornamelijk op basis van vooraf bepaalde percentages, maar in een aantal gevallen op basis van tijdregistratie. De bedragen die de zogenaamde tijdschrijvende afdelingen meer of minder aan projectn doorbelasten worden hier verantwoord. Voor 2010 is er per saldo € 86.000 minder aan projecten doorbelast dan begroot. Overige resultaten De kostenverdeelstaat wordt conform besluit twee keer per jaar in de begroting verwerkt, namelijk bij de primitieve begroting en bij de werkbegroting. Het is bewerkelijk om de kostenverdeelstaat na elke begrotingswijziging aan te passen tot en met het niveau van doorverdeling naar producten. Daarom worden de effecten die deze wijzigingen op de doorverdeling naar producten zouden hebben apart bijgehouden. In 2010 blijkt voor een bedrag aan € 1.819.000 apart geregistreerd. Per saldo heeft dit geen effect op het resultaat van Leiden over 2010.
Jaarrekening | 245
4.5.2 Gerealiseerde dekkingsmiddelen Hieronder treft u aan het overzicht van algemene dekkingsmiddelen conform het Besluit Begroting en Verantwoording. Dekkingsmiddel Algemene uitkering gemeentefonds GSB middelen
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo 2010
147.672
154.278
153.675
-603
16.688
1.020
2.306
1.286
164.360
155.298
155.981
683
Onroerend zaakbelasting gebruikers
10.220
10.485
10.300
-185
Onroerend zaakbelasting eigenaren
30.905
30.595
30.965
370
337
424
346
-78
7.915
7.461
7.442
-19
49.377
48.965
49.053
88
2.457
-1.815
2.959
4.774
224.014
0
0
0
5.976
21.960
21.963
3
482
700
896
196
232.926
20.845
25.818
4.973
0
-264
0
264
446.663
224.844
230.852
6.008
Totaal Rijksmiddelen
Toeristenbelasting Precariobelasting Totaal Belastingen Dividend Resultaat verkoop aandelen NUON Beleggingen Geldleningen Totaal Financiële functie Onvoorzien Totaal algemene dekkingsmiddelen I Bedragen * € 1.000
246 | Jaarrekening
4.5.3 Toelichting op het resultaat voor en na bestemming Het resultaat 2010 na bestemming bedraagt € 6,4 miljoen negatief. In de jaren 2008 en 2009 waren de resultaten resp. € 6 en € 25,8 miljoen voordelig. bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
521.588
540.859
500.773
40.086
Baten
-759.769
-508.302
-477.062
-31.240
Saldo vóór resultaatbestemming
-238.181
32.557
23.711
8.846
- toevoegingen
285.784
102.935
100.446
2.488
- onttrekkingen
-73.375
-135.491
-117.805
-17.687
Saldo ná resultaatbestemming
-25.772
0
6.353
-6.353
Mutaties in reserves:
Het aanwenden van een reserve (m.u.v. reserves bedrijfsvoering) vereist een raadsbesluit waarin de reden van aanwending wordt aangegeven, die correspondeert met het doel van de reserve. In de rekening zijn alleen toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Verder kunnen er raadsbesluiten zijn die inhouden dat specifiek benoemde resultaatafhankelijke saldi, bijvoorbeeld een overschot op de uitvoering van de WMO of parkeerfonds ook nog in het lopende begrotingsjaar ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve mogen worden gebracht. Hieronder worden alle afwijkingen voor wat betreft de mutaties in reserves toegelicht. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat er geen onrechtmatigheden te melden zijn. Afwijkingen reserves Reserve
Soort mutatie
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Toelichting afwijking
246
246
0
-320
0
-320
500
0
500
Realisatie is gesaldeerd
-1.694
-1.194
-500
Realisatie is gesaldeerd
0
93
-93
-2.857
-2.612
-245
0
0
0
-1.941
-991
-950
1.168
1.168
0
-4.897
-3.289
-1.608
2.011
2.020
-10
-3.204
-2.528
-675
1.629
1.629
0
PROGRAMMA 1 628001 reserve publicaties gemeente-archief
Storting
680560 reserve beleid Taken en Efficiency
Onttrekking
680565 reserve Holland Rijnland
Storting
Onttrekking
680566 reserve flankerend beleid
Storting
Onttrekking
680567 Bedrijfsvoeringsreserve concern
Storting
Onttrekking
680573 reserve brandschadefonds
Storting
TFE98001 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1
nvt Realisatie op kostenplaats 680566 flankerend beleid
Begroting op kostenplaats 680560 (zie boven) Verbetering Postbehandeling minder dan begroot Onderuitputting Optimalisatie bedrijfsprocessen,gemeentebreed oplieidngsbudget nvt
PROGRAMMA 4 650450 reserve parkeren
Storting
Onttrekking
650452 reserve bereikbaarheid
Storting
Vertraging subsidie SSL en Morspoortgarage nvt
Jaarrekening | 247
Reserve
Soort mutatie
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Onttrekking
-950
-990
40
650453 reserve Ringweg Oost
Storting
25.500
25.500
0
TFE98004 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 4
24.986
25.912
-645
Toelichting afwijking Krediet Bereikbaarheid meer uitgegeven dan begroot in jaarlaag 2010 nvt
PROGRAMMA 5 650491 reserve overlast meeuwen
Onttrekking
-20
-20
0
nvt
650492 reserve herhuisvesting MB
Onttrekking
-62
-62
0
nvt
650493 reserve baggeren
Storting
303
303
0
nvt
650494 reserve onderhoud bruggen
Storting
617
617
0
nvt
TFE98005 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 5
838
838
0
610549 reserve leegstandbestrijding
Onttrekking
-96
-18
-78
Begrote dotaties niet correct in begroting
610552 vereveningsreserve grondexploitatie
Storting
24.435
23.539
897
- Vrijval Reserve Trekvaartplein € 4,8 mln. Rente Nieuw Leyden € 1,0 mln. Resultaat Erfpachtbedrijf hoger dan begroot ca € 1,5 mln.
Onttrekking
-30.045
-25.481
-4.563
Verliesneming LCP Gat van der Putte € 10 mln. - Dotatie aan Voorziening negatieve grondexploitaties € 1,7 mln. Afsluiten grex Luifelbaan € 1 mln
610557 reserve bovenwijkse voorz. grondbedrijf
Storting
1.029
29
1.000
Onttrekking
-575
-61
-514
610559 reserve afkoopsommen erfpacht
Storting
20
20
0
Onttrekking
-492
-693
201
610561 reserve afkoop adm.kst. Erfpacht
Storting
20
0
20
Afronding. Vermenging dotaties/ onttrekkingen
Onttrekking
-23
-3
-20
Afronding. Vermenging dotaties/ onttrekkingen
610562 reserve reconstructie trekvaartplein
Storting
219
219
0
nvt
Onttrekking
-4.877
-4.877
0
nvt
610567 egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Storting
0
874
-874
Resultaat produkt Bouwleges beter dan begroot
Onttrekking
-1.114
-894
-219
Vertraging uitgaven Handhavingsprogramma
610568 reserve sociale huurwoningen
Onttrekking
-36
-34
-2
nvt
610569 reserve stadsvernieuwing
Onttrekking
-198
-198
0
nvt
610573 reserve extra plankosten
Storting
20
20
0
nvt
Onttrekking
-464
-464
0
nvt
610576 reserve strategische aankopen
Storting
527
527
0
nvt
Onttrekking
-194
0
-194
610579 reserve bodemsanering
Storting
4.247
4.247
0
PROGRAMMA 6
248 | Jaarrekening
Vergoeding bovenwijkse voorzieningen Haagwegterrein niet ontvangen in 2010 (naar 2011) Kwaliteitsimpuls Entree van de Stad vertraagd Afronding Afboeking inbreng Groenoord niet begroot
Kapitaallasten Morsweg 1 vanaf 2011 nvt
Reserve
Soort mutatie
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
Toelichting afwijking
Onttrekking
-1.420
-382
-1.038
Vertraging uitgaven Maresingel en Hallenweg.
610581 reserve vastgoedexpl. Stadsgehoorzaal
Onttrekking
-49
-23
-27
610583 reserve herstruct.woongebieden SvZ&V
Storting
4.103
3
4.100
Vermenging dotaties / onttrekkingen; Uitgaven Kooiplien vertraagd
Onttrekking
-4.494
0
-4.494
Vermenging dotaties / onttrekkingen; Uitgaven Kooiplien vertraagd
610584 reserve herstruct.woongebieden Ons Doel
Storting
353
353
0
Onttrekking
-1.881
-17
-1.864
610586 reserve onrend.inv. op onderwijsgeb.
Storting
11
11
0
Onttrekking
230
0
230
610587 reserve W4-bijdrage
Storting
548
548
0
610588 reserve duurz. ruimtelijke investeringen
Storting
510
0
510
Vermenging dotaties / onttrekkingen
Onttrekking
-510
0
-510
Vermenging dotaties / onttrekkingen
610589 reserve renterisico erfpachtsbedrijf
Storting
250
0
250
610591 reserve proj.+alg.ris.grexproj.in uitv.
Storting
6.759
6.759
0
Onttrekking
-272
0
-272
610592 res. proj.+alg.ris.grexproj.voor uitv.
Storting
219
219
0
nvt
Onttrekking
-2.860
-2.860
0
nvt
615035 reserve herstruct. Woongebieden Portaal
Storting
169
169
0
nvt
Onttrekking
-95
-95
0
nvt
680568 reserve voorziene investeringen
Storting
6.604
6.764
-160
Onttrekking
-1.772
-1.755
-17
TFE98006 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 6
-1.194
6.445
-7.639
28
0
28
Nog geen kapitaallasten BSLN
-88
0
-88
Nog geen kapitaallasten BSLN
1.120
1.120
0
-335
0
-335
nvt
nvt
Uitgaven grex Lorentzhof vertraagd nvt Correctie de Wissel nvt
Niet verwerkt ivm ontbreken risico nvt Geluidsscherm Boerhaave geannuleerd
Vermenging dotaties / onttrekkingen Vertraging uitgaven Ringweg-Oost ten opzichte van begroting
PROGRAMMA 7 648113 Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Storting
Onttrekking
648131 reserve combinatiefuncties
Storting
Onttrekking
648132 reserve centra voor jeugd en gezin
Storting
200
200
0
0
TFE98007 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 7
925
1.320
-395
648103 reserve Schouwburg
Onttrekking
-23
-23
0
648104 reserve De Lakenhal
Storting
192
447
-255
648105 reserve actuele kunst
Storting
0
-12
12
nvt Vertraging uitgaven Combinatiefuncties
PROGRAMMA 8 nvt Bedrijfsresultaat 2010 niet begroot
Jaarrekening | 249
Reserve
Soort mutatie
Begroting 2010
Rekening 2010
Saldo
648123 Reserve investering Muziekhuis
Toelichting afwijking
Onttrekking
-136
-136
0
nvt
648124 Reserve investering Molen de Valk
Onttrekking
-17
-17
0
nvt
648128 Reserve Leids Fonds voor de Kunsten
Onttrekking
-95
-55
-40
Begroting aan te passen in werkbegroting 2011
648129 Reserve Haagweg 4
Onttrekking
-36
0
-36
Nog geen kapitaallasten Haagweg 4
648130 Reserve Archeologischpark Matilo
Storting
1.272
1.272
0
Onttrekking
-2
-880
877
Vertraging uitgaven Park Matilo
648133 reserve herontwikkeling sportvelden
Storting
3.304
2.615
689
Vermenging dotaties / onttrekkingen
Onttrekking
-689
0
-689
Vermenging dotaties / onttrekkingen
TFE98008 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 8
3.771
3.213
558
nvt
PROGRAMMA 9 648106 reserve gemeentelijk deel GSB OGGZ
Onttrekking
-69
-69
0
nvt
TFE98009 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 9
-69
-69
0
670400 bedrijfsreserve dzbLeiden wsw
Storting
820
820
0
nvt
Onttrekking
-9
-9
0
nvt
TFE98010 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 10
811
811
0
2.599
2.219
380
Vermenging dotaties / onttrekkingen
-33.867
-33.487
-380
Vermenging dotaties / onttrekkingen
976
5.609
-4.632
-35.837
-35.360
-476
PROGRAMMA 10
ALGEMENE DEKKING 680562 concernreserve
Storting
Onttrekking
680571 reserve opbrengst verkoop aandelen NUON
Storting
Onttrekking
680572 reserve gsb-middelen ISZ/ EZ
Storting
10.266
10.266
0
Onttrekking
-1.866
-1.506
-360
TFE98011 VERREKENING RESERVES AD
-57.728
-52.258
-5.469
TOTAAL RESERVES
-32.557
-17.358
-15.198
250 | Jaarrekening
Ter dekking van de gelimiteerde aansprakelijkheid van de verkopende partijen is een bedrag (4% van de verkoopopbrengst) op een escrowrekening bij de BNG gestort. 50% van deze escrowrekening is in 2010 en gestort in de reserve NUON Vertraging project Marecollege tov begroting nvt Vertraging uitgaven projecten
4.5.4 Overzicht aanwending onvoorzien Overzicht aanwending onvoorzien Omschrijving Beschikbaar op begrotingsbasis
Bedrag 344
Wijzigingen op begroting Giro d'Italia
-20
Viering 5 mei
-60
Saldo op onvoorzien
264
Bedragen * € 1.000
Giro d'Italia Bij BW09.1369 heeft het college besloten mee te werken aan Leiden doorkomstplaats in de Giro d'Italia 2010. Van de totale bijdrage ad € 50.000 is € 20.000 gedekt uit de post Onvoorzien. Viering 5 mei Bij BW 10.0222 heeft het college ingestemd met het programma voor de 5 mei-viering 2010. De kosten hiervan bedroegen € 60.000 en zijn gedekt uit de post Onvoorzien.
Jaarrekening | 251
4.5.5 Overzicht incidentele baten en lasten Het overzicht van incidentele baten en lasten is van belang om een goed inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. Het jaarrekening resultaat wordt beïnvloed door incidentele baten en lasten. Het jaar 2010 hebben we afgesloten met een negatief resultaat van € 6,4 miljoen. Het saldo van baten en lasten voor beïnvloeding door stortingen en onttrekkingen reserves bedraagt: bedragen x € 1.000,-
Rekening 2009
Begroting 2010
Rekening 2010
Verschil 2010
Lasten
521.588
540.859
500.773
40.086
Baten
-759.769
-508.302
-477.062
-31.240
Saldo vóór resultaatbestemming
-238.181
32.557
23.711
8.846
- toevoegingen
285.784
102.935
100.446
2.488
- onttrekkingen
-73.375
-135.491
-117.805
-17.687
Saldo ná resultaatbestemming
-25.772
0
6.353
-6.353
Mutaties in reserves:
Sommige incidentele bedragen komen zowel in de lasten als de baten terug. Deze bedragen worden dan wel aangemerkt als incidenteel maar beïnvloeden het uiteindelijke rekeningresultaat niet. Het resultaat over 2010 is voor € 6,449 mln negatief beïnvloed door de volgende incidentele lasten en baten: INCIDENTELE BATEN
Werkelijk (-/- is voordeel)
Omschrijving
Geraamd
Programma 5 Vrijval voorziening asbest
-2.314.723
Vrijval voorziening wegen
-1.700.000
Vrijval voorziening walmuren
-1.504.128
Programma 6 Incidentele opbrengst leges bouwvergunningen
-874.000
0
-3.168.000
-2.500.000 (in 2011)
Terugdraaien voortijdige winstneming grex Haagwegkwartier
1.972.000
0
Creditnota Convenant Oegstgeest inzake brug Poelgeest
2.350.000
0
Terugbetalingsverplichting VINEX-subsidie Roomburg
3.600.000
Afrekening BLS-gelden Holland Rijnland
Vrijvla voorziening groen Oostvlietpolder
-400.000
Programma 9
Eigen bijdragen geïnd door CAK inzake huishoudelijke hulp (afwikkelingsverschil voorgaande jaren)
-414.000
Vrijval voorziening OGGZ (deel maatschappelijke opvang)
-500.000
Correcte eigen bijdrage HH 2007-2010
244.808
Programma 10 Extra middelen gebundelde budget (rijksbudget ter bekostiging bijstandsuitgaven) Aandeel Leiderdorp in kosten vervanging Soleil 2008 t/m 2010
0
-178.000
0
-60.000
0
Algemene dekkingsmiddelen
Vrijval 1e tranche (50%) van de voorziening garantieregeling verkoop aandelen Nuon
-4.542.429
Vrijval risicovoorziening GSB
-1.300.000
252 | Jaarrekening
INCIDENTELE BATEN Decentralisatieuitkering bestrijding jeugdwerkloosheid
Werkelijk (-/- is voordeel)
Geraamd
-1.199.630
Mutaties reserves Incidentele onttrekking uit de concernreserve inzake diverse bedrijfsvoeringszaken (deze activiteiten zijn niet uitgevoerd) TOTAAL INCIDENTELE BATEN INCIDENTELE LASTEN
-872.659
-10.860.761
-2.500.000
Werkelijk
Geraamd
Omschrijving
Programma 1
Voordeel als gevolg van te vorderen btw-compensatie over de periode 2005 t/m 2009 ihkv samenwerkingsverband Holland Rijnland
-618.000
0
Er is een incidenteel voordeel gerealiseerd van € 280.000 op de kosten van formatie/interne inhuur voor het beheer/implementatie van de gemeentebrede basissystemen. Daarnaast is een voordeel van € 74.000 gerealiseerd op de bedrijfsvoeringskosten.
-354.000
De gemeente is eigen risicodrager inzake de WAO. In 2010 heeft dit een voordeel opgeleverd van € 404.000. In 2009 bedroeg het voordeel € 1.226.000, in 2008 € 1.110.000 en in 2007 € 542.000. Het voordeel wordt gebruikt ter dekking van overschrijdingen op de salarisbudgettten van andere producten.
-404.000
Programma 6 Afboeken geactiveerde plankosten Mozaiek Zuid-West
2.268.000
Verlies vastgoedcomplex (historische kosten)
4.147.000
Afwaardering grond Oostvlietpolder
9.424.655
VINEX extra kosten Roomburg
400.000
400.000
-1.036.704
1.036.704
-427.000
427.000
Programma 7 Minder uitgegeven aan onderwijshuisvesting Incidenteel minder uitgegeven aan combinatiefuncties lokaal onderwijs (bij bestemming te storten in reserve) Programma 9 Het voordeel van € 1.159.000 is ontstaan door een onderbesteding op de Slaaghwijkgelden. Het totale budget voor het actieplan Slaaghwijk bedraagt € 4,1 miljoen voor de periode 2009-2011. Daarvan is € 2 miljoen afkomstig van het ministerie van Wonen, werken en integratie, € 1,1 miljoen van de corporaties en € 1 miljoen van de gemeente. Het deel van de onderschrijding dat betrekking heeft op de geoormerkte middelen zal uiterlijk in 2011 moeten worden besteed.
-1.159.000
Programma 10
Project Terugvordering op maat
199.000
210.000
Project vervanging uitkeringensysteem Soleil
530.000
155.000
Algemene dekkingsmiddelen Afwikkeling salaris tussenrekeningen voor reiskostenvergoedingen en cafetariaregeling
-1.076.000
Mutaties reserves Storting in reserve vrijval Nuon van vrijval 50% van de voorziening garantieregeling verkoop aandelen Storting in egalisatiereserve bouwleges
4.542.429
0
874.000
Jaarrekening | 253
INCIDENTELE BATEN TOTAAL INCIDENTELE LASTEN SALDO INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Werkelijk (-/- is voordeel)
Geraamd
17.310.380
2.228.704
6.449.619
-271.296
4.5.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) Op grond van de Wet Openbaarmaking Publiek gefinancierde Topinkomens (WOPT) moeten organisaties in de publieke sector salarissen die hoger zijn dan het gemiddelde ministerssalaris openbaar maken. Het gemiddelde ministerssalaris bedraagt voor 2010 € 187.340. In 2010 zijn geen inkomens verstrekt die uitgaan boven deze norm.
254 | Jaarrekening
Jaarrekening | 255
4.6 SISA verantwoording
256 | Jaarrekening
4.6.1 SISA-tabel
Jaarrekening | 257
258 | Jaarrekening
Jaarrekening | 259
260 | Jaarrekening
Jaarrekening | 261
262 | Jaarrekening
Jaarrekening | 263
264 | Jaarrekening
Jaarrekening | 265
266 | Jaarrekening
Hoofdstuk 5
5 Overigen 5.1 Gebeurtenissen na balansdatum Hoofdlijnenakkoord GS Zuid-Holland RijnGouweLijn Het nieuwe college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, die per 27 april 2011 is aangetreden, streeft voor het oostelijk deel van het traject kiezen naar een verbeterde verbinding via bestaand spoor. Vooralsnog heeft dit voornemen tot een andere inpassing in Leiden geen financiële gevolgen voor de uitvoering van de bestuursovereenkomsten I en II.
Overigen | 267
5.2 Subsidies Subsidiëring is één van de middelen die de gemeente ten dienste staat bij het verwezenlijken van de gestelde doelen. In 2005 is de Algemene Subsidie Verordening (ASV) inclusief het beleidskader Subsidies, door de raad vastgesteld (RV 05.0048 en RV 05.0778). Van het totaal aan subsidies wordt een aanzienlijk deel gefinancierd door inkomsten vanuit het rijk of de provincie. In 2010 is voor een totaalbedrag van € 48,3 miljoen aan subsidies verstrekt. Dat is € 44.000 minder dan het subsidieplafond inclusief begrotingswijzigingen. Zie de onderstaande tabel. De belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000 per product) worden onder de tabel verklaard. Programma
Product
Subsidie?
Som van Totaal budget
Som van Geboekt
Som van Vrije ruimte
PRGE01 BESTUUR EN DIENSTVERLENING
TFE00207 BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN
ja
6.914
6.949
35-
TFE00210 CONCERNBELEID COMMUNICATIE
ja
22.643
28.819
6.176-
Totaal PRGE01 BESTUUR EN DIENSTVERLENING
29.557
35.768
6.211-
PRGE02 VEILIGHEID
TFE14001 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
ja
43.177
104.783
61.606-
Totaal PRGE02 VEILIGHEID
43.177
104.783
61.606-
PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME
TFE31002 ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
ja
1.540.910
1.534.966
5.944
TFE56002 BEVORDERING TOERISME
ja
875.547
775.630
99.917
TFE61103 STARTERSBELEID
ja
158.792
174.264
15.472-
Totaal PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME
2.575.249
2.484.860
90.389
PRGE04 BEREIKBAARHEID
TFE21401 STRAATPARKEREN
ja
317.585
316.724
861
Totaal PRGE04 BEREIKBAARHEID
317.585
316.724
861
PRGE05 TFE21002 OPENBARE OMGEVINGSKWALITEIT VERLICHTING
ja
-
-
-
TFE56005 GROENBEHEER
ja
251.400
202.419
48.981
TFE56006 NATUUREN MILIEUEDUCATIE
ja
26.423
26.210
213
TFE72102 HUISHOUDELIJK AFVAL
ja
51.448
48.324
3.124
TFE72402 BEGRAAFPLAATS RHIJNHOF
ja
36.353
36.670
317-
Totaal PRGE05 OMGEVINGSKWALITEIT
365.624
313.623
52.001
PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING
TFE82201 BOUW- EN WONINGTOEZICHT
ja
1.046
-
1.046
TFE82202 VOLKSHUISVESTING
ja
471.620
407.124
64.496
268 | Overigen
Programma
Product
Subsidie?
Som van Totaal budget
Som van Geboekt
Som van Vrije ruimte
TFE82205 ja STEDENBOUWKUNDIG BELEID
13.576
11.345
2.231
Totaal PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING
486.242
418.469
67.773
PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS
TFE48003 LEERPLICHT
ja
1.351.234
1.408.193
56.959-
TFE48004 LOKAAL ONDERWIJSBELEID
ja
3.567.836
3.764.158
196.322-
TFE63004 JEUGDBELEID
ja
164.972
229.834
64.862-
TFE65001 KINDEROPVANG
ja
1.513.828
1.379.196
134.632
TFE71501 ja JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (UNIFORM DEEL)
1.618.196
1.509.807
108.389
TFE71601 ja JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (MAATWERK DEEL)
1.082.252
1.059.884
22.368
Totaal PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS
9.298.318
9.351.071
52.753-
PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
TFE51001 OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK
ja
3.825.877
3.825.877
-
TFE53003 ZWEMBADEN
ja
-
577
577-
TFE53005 SPORTSTIMULERING
ja
349.729
324.261
25.468
TFE54001 THEATER
ja
614.481
618.316
3.835-
TFE54002 MUZIEK
ja
1.356.400
1.347.330
9.070
TFE54003 BEELDENDE KUNST
ja
277.321
116.919
160.402
TFE54004 CULTUUREDUCATIE
ja
1.796.491
1.755.257
41.234
TFE54005 AMATEURKUNST
ja
162.236
150.788
11.448
TFE54101 MONUMENTENZORG
ja
653.804
850.379
196.575-
TFE54102 OUDHEIDKUNDE EN MUSEA
ja
69.020
69.020
-
TFE56001 RECREATIE
ja
28.898
28.664
234
TFE56003 COORDINATIE EVENEMENTEN
ja
95.000
88.000
7.000
TFE58001 LOKALE RADIO-OMROEP
ja
75.693
75.000
693
9.304.950
9.250.389
54.561
Totaal PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
PRGE09 WELZIJN EN ZORG
TFE51101 EMANCIPATIE
ja
58.950
58.330
620
TFE62002 ZORGCOORDINATIE EN BEMIDDELING
ja
255.064
412.318
157.254-
Overigen | 269
Programma
Product
Subsidie?
Som van Totaal budget
Som van Geboekt
Som van Vrije ruimte
TFE62003 OUDEREN-/ GEHANDICAPTEN BELEID
ja
2.632.740
2.573.121
59.619
TFE62004 MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
ja
1.815.964
1.812.899
3.065
TFE62005 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
ja
6.388.507
6.344.147
44.360
TFE62008 ANTIDISCRIMINATIE
ja
77.940
77.069
871
TFE62101 OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN
ja
115.330
99.881
15.449
TFE63001 ja SAMENLEVINGSOPBOUW
5.263.447
5.324.923
61.477-
TFE71401 ja BASISGEZONDHEIDSZORG
2.351.290
2.069.736
281.554
TFE71402 CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
ja
824.700
826.227
1.527-
TFE71403 AMBULANTE VERSLAVINGSZORG
ja
3.912.355
4.004.852
92.497-
Totaal PRGE09 WELZIJN EN ZORG
23.696.287
23.603.504
92.782
PRGE10 WERK EN INKOMEN
TFE61001 ja INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND
11.575
11.725
150-
TFE61401 BIJZONDERE BIJSTAND
ja
25.350
104.893
79.543-
TFE62302 ja VOLWASSENENEDUCATIE
1.902.874
1.753.846
149.028
TFE62303 INBURGERING
ja
173.570
514.255
340.685-
Totaal PRGE10 WERK EN INKOMEN
2.113.369
2.384.719
271.350-
TKPG TOTAAL KOSTENPLAATSEN GEMEENTE
HKP73 HKPL FONDSEN DERDEN
ja
-
1.400
1.400-
HKP78 WERKEN VOOR DERDEN
ja
-
10.000
10.000-
KP61 REALISATIE
ja
65.436
64.210
1.226
Totaal TKPG TOTAAL KOSTENPLAATSEN GEMEENTE
65.436
75.610
10.174-
Eindtotaal
48.295.794
48.339.519
43.725-
Programma 3 economie en toerisme Product 560.02 bevordering toerisme overschot € 100.000 In de begroting staat een ondermeer een subsidie van € 855.000 voor Citymarketing, hieronder vallen de uitgaven in het kader van de subsidie Stichting Stadspartners. De subsidies vallen lager uit daar sommige uitgaven als bijdrage aan een actitviteit zijn verstrekt en niet als een subsidie, zoals aan Leiden glazenhuis sms actie en aan een zeilevenement van Kaag en Braassem. Programma 7 jeugd en onderwijs
270 | Overigen
Product 480.04 lokaal onderwijsbeleid tekort € 196.000 Binnen product 480.04 worden verschillende kleine en grote subsidies verstrekt, maar het verschil van € 196.000 negatief is voornamelijk te verklaren doordat het budget voor de nieuwe combinatiefuncties niet is begroot als subsidie, terwijl wel in 2010 voor € 246.000 aan subsidie is verstrekt. Product 650.01 kinderopvang overschot € 135.000 In 2010 stond € 135.000 begroot voor de afbouw van het personeel van Pippeloentje (€ 120.000) en een compensatie voor de ouderbijdrage (€ 15.000). In 2010 is de afbouw van Pippeloentje echter niet tot uitvoering gekomen. Product 715.01 jeugdgezondheidszorg (uniform deel) overschot € 108.000 Op dit product stond tevens een inkomende (rijks)-subsidie begroot die € 127.000 lager is uitgevallen. Er was dus minder rijksgeld om aan Activite te subsidiëren. Per saldo is het verschil € 20.000. Programma 8 sport cultuur en recreatie Product 540.03 beeldende kunst overschot € 160.000 In de begroting staat een subsidie van € 150.000 begroot voor beeldende kunst en vormgeving. Deze subsidie wordt uitgekeerd aan de Lakenhal, die hiervoor een aantal projecten uitvoert (BKV-projecten Kunstroute 2010, Kunst in de stad, Utopisch Nest, Utopisch Nest-Jonge makers en Kunstenaarsopdrachten Werk in Uitvoering ). Omdat de Lakenhal een gemeentelijke instelling is, is door administratieve reden deze uitgave niet als subsidie geadministreerd. Product 541.01 monumentenzorg tekort € 197.000 Er zijn twee belangrijke oorzaken voor de overschrijding. De eerste is het besluit van de raad eind 2010 om het onderdeel woonhuismonumenten van de reserve stadsvernieuwing niet meer aan te wenden voor subsidiëring van woonhuisrestauratie (RV 10.0144, nadeel € 149.000), waardoor deze lasten niet op de reserve maar op de exploitatie drukken. Het tweede is het besluit van het college eind 2010 om in afwachting van besluitvorming in de raad vanaf 2011 geen uitvoering meer te geven aan de Subsidie op Termijn regeling (BW10.1301, nadeel € 30.000). Hierdoor zijn op de valreep meer aanvragen ontvangen. Daarnaast zijn er iets meer subsidies Historisch Stadsbeeld (voorlopig) beschikt dan voorzien (nadeel € 18.000). Programma 9 welzijn en zorg Product 620.02 zorgcoördinatie en bemiddeling tekort € 157.000 Het tekort ontstaat op de activiteiten vanuit het AWBZ pakketmaatregel budget. In de begroting is het vanuit het Rijk ontvangen bedrag niet volledig verwerkt. De projecten met betrekking tot activiteiten voor mensen met een beperking zijn in 2010 volop van start gegaan. Tegenover dit nadeel staat een voordeel op het product algemene uitkering. Product 714.01 basisgezondheidszorg overschot € 282.000 Onderschrijding voor dit product wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de teruggave voor het BCF vanuit de gemeenschappelijke regeling ad € 171.500. Programma 10 werk en inkomen Product 623.02 volwasseneducatie overschot € 149.000 De begroting is tussentijds aangepast omdat alfabetiseringscursussen van het ROC niet langer onder het product inburgering vallen maar onder het product volwasseneducatie. Er is een overschot op het subsidiebudget omdat er minder alfabetiseringstrajecten zijn gestart dan geoffreerd door het ROC. De tussentijdse budgetverhoging was alleen voor het jaar 2010. Product 623.03 inburgering tekort € 341.000 De raming voor de subsidie aan de stichting Vluchtelingenwerk van € 385.000 was opgenomen in de primitieve begroting 2010 op de kostensoort subsidies. Bij een begrotingswijziging is de raming binnen het product inburgering ten onrechte op een andere kostensoort geplaatst. Binnen het product inburgering is er daardoor ook geen tekort ontstaan. In de begroting 2011 is de fout inmiddels hersteld.
Overigen | 271
5.3 Investeringen De gemeente investeert jaarlijks vele miljoenen euro’s in onder andere fysieke infrastructuur, groenvoorzieningen, onderwijshuisvesting, ICT en overige bedrijfsmiddelen. Het kenmerk van een investering is dat zij hun nut over meerdere jaren afwerpen. Daarom mogen de (kapitaal)lasten van een investering (rente en afschrijving) over meerdere jaren verdeeld worden. Hierin verschilt een investeringskrediet van een regulier budget in de exploitatiebegroting. In deze paragraaf wordt ingegaan op de af te sluiten investeringen in 2009. Specifiek zal worden ingegaan op de af te sluiten investeringen ouder dan drie jaar. Vervolgens wordt ingegaan op de onderhanden zijnde investeringen. Afgesloten wordt met de overschrijdingen op investeringen per 31-12. Af te sluiten investeringen Bij de jaarrekening worden er in totaal 115 investeringen afgesloten. Deze afgesloten investeringen vertegenwoordigen een totaal aan gevoteerd krediet van € 71,0 miljoen. De werkelijke uitgaven bedragen € 65,9 miljoen. Een nadere specificatie van de afgesloten investeringen is opgenomen in de bijlagen (onder bijlage 6.2: staat van voortgang investeringen). In de nota beleidskader investeringen is aangegeven dat een door de raad beschikbaar gestelde investering 3 jaar open mag staan. Als na drie jaar niet gemotiveerd wordt aangegeven waarom de investering nog niet is afgerond wordt de investering met het vaststellen van de jaarrekening afgesloten. Het aantal investeringen ouder dan 3 jaar die bij deze jaarrekening worden afgesloten bedraagt 33. Van 81 investeringen ouder dan 3 jaar is gemotiveerd aangegeven waarom deze niet kunnen worden afgesloten. Overschrijdingen op investeringen per 31-12 Op balansdatum 31-12–2010 is sprake van een bedrag van € 22.000 aan overschrijdingen op investeringen hoger dan 10% en met een minimum van € 50.000. Investeringen die op balansdatum wel zijn overschreden maar passen binnen het door de raad geformuleerde beleid worden gecompenseerd door inkomsten. Conform financiële verordening worden deze overschrijdingen als rechtmatig aangemerkt. Onderhanden investeringen Per 31 december 2009 zijn er 242 investeringen onderhanden. Het gevoteerde krediet bedraagt in totaal € 332,7 miljoen. Hiervan is € 101,4 miljoen uitgegeven. Dat is 30,5 % van het totaal gevoteerde krediet. Van deze investeringen zijn 81 investeringen per 31-12-2010 ouder dan 3 jaar. De reden dat deze investeringen nog niet kunnen worden afgesloten wordt hieronder per programma vermeld. Programma 1 710004 basisregistratie vastgoed De afronding van het project is voorzien in 2011. Naar aanleiding van de oplevering en controle erop vinden nog aanpassingen plaats. 780011 electronische overheid De aanbesteding vond plaats eind 2010, waardoor het grootste deel van de lasten (implementatie, aanschaf, enz) in 2011 zullen vallen. Programma 2 Niet van toepassing. Programma 3 710399 MAP-watertoerisme In 2010 zijn de middelen van het krediet MAP-Watertoerisme ingezet voor de realisatie van een groot aantal projecten. Het betreft o.m. de uitbreiding van de afmeervoorzieningen in de passantenhaven, bewegwijzering naar de diverse voorzieningen voor het watertoerisme, betere gastvrijheid voor de watertoeristen (Gastheerschap Havengebied: onderzoek en plan van aanpak, effectmeting, routing passantenhaven, promotiepakket binnenstad voor watertoeristen), realisatie Vaarkaart Leiden voor de regionale sloepenmarkt, aansluiting van de binnenstad van Leiden op het Sloepenknooppunten netwerk van de Hollandse Plassen.
272 | Overigen
In 2010 is verder nog opdracht verstrekt voor twee projecten, die een directe bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering van de voorzieningen voor de diverse doelgroepen watertoeristen, te weten: verbetering van de afmeerfaciliteiten voor de charterschepen in de Charterhaven aan de Zijlsingel en uitbreiding voorzieningen in het Passantenhavengebied voor elektrisch varen (locatie Oude Herengracht). De totale investeringskosten bedragen € 30.861 (excl. BTW). Beide projecten zijn in uitvoering en zijn, met het oog op de start van het nieuwe vaarseizoen, april 2011 gereed. In het voortraject voor realisatie van de projecten is helaas een vertraging opgelopen bij de technische uitvoeringsorganisatie. Hierdoor zijn de projecten in tegenstelling tot de planning niet in 2010 afgerond. Programma 4 700067 reconstructie+asfalt W de Zwijgerlaan (dekking) / 710005 overkluizing W. de Zwijgerlaan (dekking) Werkzaamheden van het project transformatie Willem de Zwijgerlaan zijn in uitvoering. Derhalve deze beide kredieten beschikbaar houden. 700003 verkeersvoorzieningen Het krediet verkeervoorzieningen is een krediet waaraan elk jaar een bedrag wordt toegevoegd. Dit krediet bestaat uit diverse jaarlagen. Een van de projecten die uit dit krediet gefinancieerd worden is de verkeerskundige aanpassing aan de Lage Morsweg. Hier wordt samengewerkt met de vervanging van de riolering. Door vertragingen bij aanbesteding van dit werk staat er nog een relatief hoog bedrag open. De verwachting is dat het binnenkort uitgevoerd zal worden. 710038 vervanging verkeerslichtinstallaties Het krediet vervanging verkeersregelinstallaties (VRI) is een krediet waaraan elk jaar een investeringsbedrag van ruim € 100.000 wordt toegevoegd. Dit krediet bestaat daarom uit diverse jaarlagen: alleen de bedragen jaar 2006 en 2007 zijn ouder dan drie jaar. Dit krediet moet blijven bestaan omdat er nog een groot aantal VRI’s vervangen moeten worden en dit geldt tot in lengte van jaren. Er zijn immers ieder jaar investeringen nodig in de VRI’s. 710051 voorrang bestuurders van rechts Er zijn nog diverse plaatsen in Leiden waar de voorrang voor bestuurders van rechts nog niet goed geregeld is. Concreet voorbeeld daarvan is een aantal knelpunten op fietspaden in de Stevenshof waar de voorrang tussen fietsers en autoverkeer nog niet goed geregeld is. Tevens vindt een verkeersstudie plaats in het Houtkwartier en de Raadsliedenbuurt waarbij nieuwe knelpunten boven kunnen drijven. Het krediet Voorrang bestuurders van rechts dient daarom nog niet te worden afgesloten. 710516 Hooigracht-route (kruispunten) Het project RGL voorziet voornamelijk in de inrichting van het tracé. Dit krediet zal worden gebruikt om de inrichting van de openbare ruimte naast het tracé uit te voeren. Als de RGL niet over de Hooigracht zal gaan, wordt dit krediet gebruikt voor verbetering van de kruispunten. 710560 reconstructie kruispunt Lammenschweg-Tomatenstraat In dit gebied spelen meerdere zaken. Het Lammenschanspark (studentencampus), ontsluiting Ananasweg in verband met het bouwplan De Raad, verbetering plint Lammenschansweg en RijnGouweLijn. De verkeerssituatie zal hier aangepast moeten worden. Dit krediet zal hiervoor ingezet worden. 710534 herinrichting Volmolengracht Door de procedure m.b.t. het verkeersbesluit is vertraging opgelopen. Verwachte uitvoering is in het vierde kwartaal 2011. 710578 wijkactieplannen en parkeren Het krediet ‘wijkactieplannen en parkeren’ is een krediet waaraan elk jaar een bedrag wordt toegevoegd. Dit krediet bestaat daarom uit diverse jaarlagen. Dit krediet moet blijven bestaan omdat het gebruikt wordt voor een wijkactieplan parkeren in de Merenwijk. Eind 2010 is aangevangen met de voorbereidingen voor dit plan. In de Kadernota Bereikbaarheid is opgenomen dat dit plan in 2009 opgestart zou worden. Echter, is het wijkactieplan voor de Merenwijk in 2009 op de ‘niet-lijst’ van het college terecht gekomen. 710580 Rooseveltstraat (Vijfmeilaan-Telderskade) In 2010 is overleg gestart met de ondernemers om de verkeersafwikkeling van het bedrijventerrein Rooseveltstraat te verbeteren. Voorbereiding en uitvoering vindt plaats in 2011. 710603 W4 - aquaduct met tunnelbak
Overigen | 273
Het krediet is voor het toetsen van de bouwvergunning (inclusief sterkteberekeningen en detailtekeningen) en het houden van toezicht op de werkzaamheden aan de A4. Deze werkzaamheden zijn in augustus 2008 gestart en zullen nog tot in 2014 doorlopen. 750234 Aalmarktgarage Vanuit het project verwachten wij 2011 een uitvoeringsbesluit te laten nemen door de raad om tot realisatie van het muziekcentrum te komen op locatie De Nobel. Het genoemde krediet vormt de dekking voor activiteiten die noodzakelijk zijn om tot een uitvoeringsbesluit te komen. 710616 herinrichting Kaarsemakersplein De kredieten 710616 herinrichting Kaarsemakersplein, 710605 Plankosten Oranjegracht-Waardgracht en 710606 bijdrage in parkeervoorzieningen Lakenplein betreffen de herontwikkeling van het Lakenplein. Hiervoor is Portaal, eigenaar van de woningen, de trekker. Gemeente Leiden en Portaal hebben een overeenkomst uit 2004 waarin afspraken zijn gemaakt over de kosten en bijdragen. Deze kredieten zijn het gevolg van deze overeenkomst met Portaal. Er zijn in het verleden diverse pogingen gedaan dit gebeid tot ontwikkeling te brengen. Dit is tot op heden echter niet gelukt omdat er wijziging van inzichten was. Portaal is nu bezig een nieuw plan op te stellen. Naar verwachting zal er in 2011 overeenstemming worden bereikt over dit plan, waarna de uitvoering kan starten. Programma 5 700008 Vervanging rioolgemaal Lammerschansweg Rioolgemaal Lammenschansweg is in (besteks)voorbereiding. Door uitstel van ondertekening met de ontwikkelaar van dit gebied is veel later gestart met deze voorbereiding. De uitvoering zal waarschijnlijk pas in 2011 beginnen. 700017 integraal waterplan Het uitvoeringsprogramma (RV 07.0150) dat hieraan ten grondslag ligt loopt tot en met 2015. 710059 lekkages kelders Hoogstraat Dit krediet kan niet worden afgesloten, in 2009 is het krediet zelfs aangevuld met een bedrag van € 80.000 ten behoeve van nog te verwachten werkzaamheden op het moment dat de oorzaak van de lekkages is vastgesteld. Verder dienen er luchtroosters te worden aangebracht waarbij een constante luchtstroom tussen wegdek en kelders kan worden bewerkstelligd. 710072 algemene kosten Rhijnhof 2001 Dit krediet kan niet worden afgesloten, dit krediet wordt gebruikt voor archeologisch onderzoek op Veldheim, de werkzaamheden op Veldheim zijn nog niet afgerond en bij nog te verrichten graafwerkzaamheden kan het nodig zijn nog nader archeologisch onderzoek te verrichten. 710074 begraafplaats Rhijnhof 2002 Dit krediet kan niet worden afgesloten, de werkzaamheden die binnen dit krediet vallen worden nu uitgevoerd gelijktijdig met het realiseren van fase 3. 710075 sloop Veldheim 2002 Dit krediet kan niet worden afgesloten, werkzaamheden vallend onder dit krediet worden nu uitgevoerd gelijktijdig met het realiseren van fase 3 waarbij het voormalige Veldheim verder is ontmanteld. 710076 algemene kosten Rhijnhof 2002 Dit krediet kan niet worden afgesloten, dit krediet betreft ambtelijke begeleiding van het project uitbreiding en herinrichting begraafplaats Rhijnhof, het betreft een langlopend project dat zich uitstrekt tot 2018 710383 entree Rhijnhof Dit krediet kan niet worden afgesloten, er moet nog een geringe aanpassing worden gerealiseerd aan het trottoir van de Haagse Schouwweg ter plaatse van de ingang naar de begraafplaats. 710511 aanleg en verbetering speelvoorzieningen Dit krediet kan niet worden afgesloten. In 2011 zullen de werkzaamheden worden afgerond. 710513 grootonderhoud bruggen 2003 + 2005 tot en met 2010 Dit krediet is opgebouwd in de volgende jaren: 2010 € 206.000; 2009 € 200.000; 2008 € 194.000; 2007 € 150.000. Op basis van prioriteitenstelling wordt vastgesteld welke bruggen als eerste voor vervanging in aanmerking komen. Op dit krediet is in 2010 niets uitgegeven omdat er door Stedelijk Beheer eerst veel energie is gestoken in een Meerjaren Onderhoudsprogramma Bruggen (dat er voorheen niet was). Nu dat gereed is zal in 2011
274 | Overigen
versneld worden over gegaan tot uitvoering en daarmee uitputting van dit budget. Het krediet kan hierdoor niet afgesloten worden. 710536 anker- / katoenpark Dit krediet kan niet worden afgesloten. In 2011 zullen nog een aantal facturen ontvangen gaan worden voor lopende werkzaamheden. 710540 Huigpark De sanering van het Huigpark is in 2009 uitgevoerd en in 2010 is het park ingericht met paden, groen, bomen en speelwerktuigen. De inrichting is nagenoeg afgerond, in 2011 worden er nog enkele bomen gepland en zal de nazorg van het werk worden afgerond. 710581 Kippenbrug In 2010 zou de vernieuwing van de brug worden afgerond. De werkzaamheden hebben echter vertraging opgelopen als gevolg van de aanwezigheid van niet verwijderde kabels. In verband met de afstemming met het vaarseizoen zijn de werkzaamheden verder uitgesteld naar oktober 2010. Het werk wordt naar verwachting in juni 2011 afgerond. 710611 park Merenwijk Dit krediet is bijna afgerond. In 2011 zal dit worden afgesloten. 710664 park Stevenshof De laatste fase van de uitvoering (plantwerk) zal in maart 2011 plaatsvinden. 700147 Rehabilitatie wegen Waardeiland De werkzaamheden hebben geen doorgang kunnen vinden in 2010, er was sprake van een impasse tussen de gemeente Leiden en het bestuur van het Waardeiland. Sinds eind 2010 is er een gedragen uitvoeringsvariant en zijn de voorbereidingen gestart om het groot onderhoud voor te bereiden. Dit gaat plaatsvinden aan de ontsluitingsweg Laan der Verenigde Naties. Deze wordt voorzien van een asfalt toplaag. Het overige groot en klein onderhoud zal bestaan uit het vervangen van asfalt door klinkers en waar klinkers zijn wordt klein onderhoud verricht. Het werk wordt nu doorgerekend en de start van het werk wordt verwacht in mei 2011. Oplevering project eind 2011. Programma 6 710552 mozaïek Zuidwest Dit krediet betreft een krediet om het grote aantal projecten dat in het Mozaïek Zuidwest is opgenomen ten uitvoer te kunnen brengen. Het krediet was beschikbaar gesteld voor 5 jaar en liep hiermee in juni 2010 af. Hieronder de motivatie waarom het krediet niet afgesloten wordt. ■ In de Mozaïek Zuidwest (vastgesteld in de gemeenteraad van 28 juni 2005) is aangegeven dat de water en groenstructuur versterkt en beter zichtbaar gemaakt kan worden in Zuidwest. Een mogelijkheid is het opnieuw inrichten van het Toussaintkadepark. ■ Tevens is aangegeven dat er een buurtspeelplan voor Haagwegkwartier Noord wordt opgesteld. Dit is reeds gebeurd, maar nog niet uitgevoerd met het oog op de herinrichtingsplannen openbare ruimte Haagwegkwartier Noord (beschikbaar bedrag € 180.000) ■ In de Voortgangsrapportage 2007/2008 is opgenomen dat het voornemen bestaat, mede als gevolg van de sloop en nieuwbouw van De Sleutels en Portaal wat een enorme wissel trekt op de openbare ruimte, deze ruimte en daarmee ook het parkje aan de Toussaintkade te herinrichten. ■ Er is een aantal verplichtingen aangegaan dat doorloopt na 1 januari 2011. Dit zijn: Bijdrage aan de Buurtontmoetingsplek (BOP) (€ 20.000 van 1/1/11 tot 1/1/12), Bijdrage Buitengewoon veilig (€ 20.000 van 1/1/11 tot 1/1 2012), Bijdrage Thuis op Straat (TOS) ( € 5.000 van 1/1/11 tot 1/5/11), Extra opbouwwerk ( € 7.100 van 1/1/11 tot 1/6/11) ■ De Raad heeft in november 2010 besloten een bedrag van een miljoen dat beschikbaar is in het meerjareninvesteringsplan voor de Herinrichting openbare ruimte Haagwegkwartier Noord te vervangen door een even hoge bijdrage uit de concernreserve. Hiermee geeft zowel het College als de Raad aan dat ze het belangrijk vinden dat de herinrichtingsplannen ten uitvoer worden gebracht. ■ In 2010 is gestart met het opstellen van een herinrichtingsplan voor de openbare ruimte in Haagwegkwartier Noord. Hieronder valt dus het Toussaintkadeparkje en het wijkje waarin zowel de Sleutels als Portaal hun woningen hebben gesloopt en nieuwbouw hebben neergezet. Omdat het ontwerpproces, dat tezamen met de Belangenvereniging Haagwegkwartier wordt uitgevoerd, tijd in beslag neemt zal de uitvoering van het herinrichtingsplan pas eind 2011 kunnen gaan plaatsvinden. Daarnaast is gebleken dat het beschikbare budget in het meerjareninvesteringsplan voor het wijkontwikkelingsplan (1 miljoen) waarschijnlijk niet voldoende zal zijn om het herinrichtingsplan uit te voeren.
Overigen | 275
■ Het nog beschikbare budget in het krediet wijkontwikkelingsplan Zuidwest is dus deels geoormerkt door verplichtingen (zie 4), deels door het nog niet uitgevoerde buurtspeelplan dat is opgesteld (zie 2) en deels nodig is als extra inzet voor de uitvoering van de herinrichtingsplannen (zie 5 en 6). Bij het opstellen van het Uitvoeringsbesluit zal voorgesteld worden het resterende bedrag van het wijkontwikkelingsplan Zuidwest in te zetten voor de Herinrichtingsplannen. 710598 bodemsanering gasfabriek De bodemsanering van de deelgebieden B, C en D is uitgevoerd en verantwoord. In deelgebied D moet echter nog een restant van de vervuiling (bij de dam naar Eon-centrale) worden verwijderd. In 2010 heeft gemeente Leiden uitstel aangevraagde en gekregen van de provincie Zuid Holland. Daarmee is de deadline in verband met de subsidieverstrekking bodemsaneringen gewijzigd naar 2015. Het raadsvoorstel voor het krediet voor deelgebied A zal in 2011 in procedure worden gebracht. Aangezien vooruitlopend hierop nog kosten zullen worden gemaakt, zal het voorbereidingskrediet beschikbaar moeten blijven. 710602 bijdrage overheadkosten wijkontwikkelingsplan noord van Kooiplein / 710620 Groenoordhallen en omstrekene: bijdrage aan overheadkosten bureau WOP noord Voor de programmasturing 2011 tot en met 2014 dienen deze kredieten beschikbaar te blijven. Dit ter uitvoering van het meerjaren uitvoeringsprogramma 2011 t/m 2018 WOP Noord. 710619 Groenoordhallen en omstreken: bijdrage aan sociaal programma Wijkontwikkelingsplan noord Voor de uitvoering van het sociaal programma WOP Noord 2011 t/m 2018 dient dit krediet beschikbaar te blijven. Met deze middelen zal een hele reeks inspanningen worden uitgevoerd. 710656 bijdrage aan Kooiplein (GSB 2007-2008) Uitvoeringsbesluit Kooiplein (RV 10.0003) is genomen in 2010. Werkzaamheden lopen nog door volgens planning tot en met 2015. 700011 vervanging BARS (Bouwaanvragenregistratiesysteem) Door de invoering van de Wabo is de aandacht gericht geweest op het converteren en conformeren naar de nieuwe wetgeving. Wel is een start gemaakt voor het opstellen van een Programma van Eisen. De aanbesteding voor een nieuw aanvragenregistratiesysteem voor de omgevingsvergunning wordt vanaf eind 2011 verwacht. 710486 bijdrage aan Aalmarktproject Het krediet heeft betrekking op een bijdrage aan het project Aalmarkt voor activeerbare investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (bijvoorbeeld bruggen en wegen). In 2010 zijn er geen uitgaven geweest op dergelijke werken. De verwachting is dat dit vanaf 2012 wel het geval zal zijn en het beschikbare krediet daarvoor toereikend is. 710618 Groenoordhallen en omstreken: uitvoering sociaal statuut Een van de bewoners van de dienstwoningen die in de zomer van 2008 gedwongen is verhuisd (kosten krediet sociaal statuut), heeft theoretisch nog recht op de vergoeding voor een traplift in het nieuwe huis. De traplift is nog niet aangebracht. Uitgezocht wordt momenteel of de WMO intussen (na 2,5 jaar bewoning) recht geeft op vergoeding van een traplift. In dat geval zou het krediet afgesloten kunnen worden. Het ziet er echter naar uit dat de WMO niet vergoedt, maar de bewoner verplicht naar een andere woning te verhuizen, terwijl ze eerder al door de gemeente werden gedwongen om te verhuizen. In dit geval zou het restantkrediete aangesproken kunnen worden. 710612 plankosten woningen Van Vollenhovekade, Du Rieustraat De procedure van de bouwvergunningverlening heeft voor een deel van het project vertraging opgelopen. De Raad is hier reeds over geïnformeerd (RV09.0023, 7-12-2009). Door de vaststelling van het Bestemmingsplan Zuidelijke Schil in december 2010, zal medio 2011 een besluit genomen kunnen worden op bezwaar tegen de bouwvergunning. De verwachting is dat de start van de verkoop van de appartementengebouwen in de tweede helft van 2011 plaats vindt. Een van de opschortende voorwaarden voor de start van de bouw is het bereiken van 70% voorverkoop. Indien de verkoop voorspoedig verloopt kan in de eerste helft van 2012 de bouw starten. 710605 plankosten Oranjegracht-Waardgracht /710606 bijdrage aan parkeervoorzieningen Lakenplein De kredieten 710616 herinrichting Kaarsemakersplein, 710605 Plankosten Oranjegracht-Waardgracht en 710606 bijdrage aan parkeervoorzieningen Lakenplein betreffen de herontwikkeling van het Lakenplein. Hiervoor is Portaal, eigenaar van de woningen, de trekker. Gemeente Leiden en Portaal hebben een overeenkomst uit 2004 waarin afspraken zijn gemaakt over de kosten en bijdragen. Deze kredieten zijn het gevolg van deze overeenkomst met Portaal.
276 | Overigen
Er zijn in het verleden diverse pogingen gedaan dit gebeid tot ontwikkeling te brengen. Dit is tot op heden echter niet gelukt omdat er wijziging van inzichten was. Portaal is nu bezig een nieuw plan op te stellen. Naar verwachting zal er in 2011 overeenstemming worden bereikt over dit plan, waarna de uitvoering kan starten. 710633 notariskosten en overdrachtsbelasting SVZ&V/710634 vergoeding boekwaarde erfpacht SVZ&V Deze kredieten kunnen nog niet worden afgesloten omdat een deel van de bestemmingsreserve herstructurering woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet zijn neerslag vindt. 710650 bodemsanering Zijlsingel 36 De kosten voor monitoring van de bodemsanering aan de Zijlsingel zijn nog niet verwerkt. Programma 7 740930 Brede School Leiden noord (kapitaallasten ten laste van exploitatie) en 740988 kosten verhuisplan Brede School Leiden noord De aanvang van de bouw van de brede school was vertraagd o.a. door mislukte eerste aanbesteding. Inmiddels is de bouw eind 2010 gestart. Voor de uitvoering van de bouw is ruim twee jaar geprognosticeerd. De ingebruikname is nu gepland begin 2013. 740721 Woutertje Pieterse Houtlaan 60, permanente uitbreiding acht groepen De oplevering was oktober 2010. De opening was november 2010. De definitieve eindafrekening moet echter nog plaatsvinden. Zal naar verwachting de openstaande € 657.747 bedragen. 740985 2008.128 Rijnsburgerweg 124b Leo Kanner aanpassingen De afrekening voor de laatste aanpassingen (ingebruikneming verbindingsvleugel tussen schoolgebouw en zusterflat) vindt in 2011 plaats. 740955 2007.056 St. Joseph Oppenheimstraat Nieuwbouw Met de werkelijke aanvang van de nieuwbouw is medio 2009 begonnen. De bouw nadert haar voltooing. Van het budget van 8,7 miljoen dient het restant van 3,2 miljoen overgeheveld te worden naar 2011. De binnenwerkzaamheden en installaties dienen nog uitgevoerd en aangebracht te worden.Daarnaast wordt het terrein nog aangepakt. De oplevering is gepland op begin juni en dan zal de school en buitenschoolse opvang gebruik gaan maken van het nieuwe gebouw. Aan het einde van het jaar zal de afronding van het terreinplan plaatsvinden. De verwachting is dat het krediet begin 2012 kan worden afgesloten. 740956 nieuwbouw Driestar Kagerstraat 2007.070 Er is nog niet begonnen met de nieuwbouw voor de reformatorische school voor voortgezet onderwijs Het Driestar College, omdat op de geplande bouwlocatie de inpassing van het lesgebouw, de sportvoorziening met gecombineerde gymnastiekzalen en de verplichte hoeveelheid parkeerruimte nauwkeurig moet geschieden. Volgens huidige planning zal het voorontwerp bestemmingsplan eind mei 2011 in procedure worden gebracht. Programma 8 700022 VVI08 twee kleedkamers Keytown Hitters In eerste instantie is begonnen met het renoveren van de bestaande kleedkamers. In 2011 zal de nieuwbouw plaatsvinden. De kosten zullen ten lasten van dit krediet gebracht gaan worden. Na het faillisement van Keytown Hitters wordt Biënto de nieuwe gebruiker van de kleedkamers. Daarmee blijft de investering in de kleedkamers noodzakelijk. 700042 Nieuwbouw Scylla tafeltennis In 2010 heeft de raad ingestemd met de nieuwbouw voor Scylla. In 2010 zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart. De daadwerkelijke uitvoering van het project vindt echter in 2011 gaan plaatsvinden. Gevolg is dat ook de uitputting van het krediet pas in 2011 met wellicht een uitloop naar 2012 zal plaatsvinden. Pas na de afronding van dit project kan het krediet afgesloten worden 700030 VVI08 Schilderwerk Drie Octoberhal De voorbereidingen voor de "Drie Octoberhal" zijn in volle gang. In 2011 zullen de werkzaamheden plaats vinden en worden afgerond. 740916 VVI05 Leidse Schouwburg Kaartverkoop exterieur Wegens overige werkzaamheden (verzelfstandiging, Stadsgehoorzaal) nog niet in uitvoering genomen. Wel noodzakelijk. 740935 VVI06 Accommodaties/Leidse Schouwburg Deelvervanging dakbedekking
Overigen | 277
Wegens overige werkzaamheden (verzelfstandiging, Stadsgehoorzaal) nog niet in uitvoering genomen. Wel noodzakelijk. 740936 VVI06 2 Accommodaties/Leidse Schouwburg toegankelijkheid/veiligheid dak Wegens overige werkzaamheden (verzelfstandiging, Stadsgehoorzaal) nog niet in uitvoering genomen. Wel noodzakelijk. 710427 gemeentelijke monumentenzorg Noodzakelijk voor de nog openstaande verplichtingen conform bestedingsdoel. Af te ronden in 2011. 710455 erfgoednota Bestedingsdoel conform erfgoednota voor een klein deel nog te realiseren in 2011. De digitale ontsluiting van erfgoed wordt verbeterd. 710669 historische waardenkaart Laatste projecten lopen door begin 2011. 710670 historische winkelpuien Laatste projecten lopen door begin 2011. 710671 historische kleuren op gevels Project wordt begin 2011 afgerond. 710064 herstel metsel- en voegwerk de burcht De restauratie is medio december 2010 afgerond. Herstelwerkzaamheden rondom de bouwplaats vinden begin 2011 nog plaats, waarna de laatste lasten geboekt worden. 740937 VVI Accommodaties/Renovatie Molen de Valk Renovatie niet volledig afgerond. Voorname onderdelen volgen in 2011. 710624 Muziekcentrum De Nobel Het is noodzakelijk om dit krediet aan te houden. Conform planning wordt in 2011 een uitvoeringsbesluit genomen. Bij dat voorstel wordt dan het totale krediet beschikbaar gesteld. 700043 LVC (Autonoom) De oorspronkelijke planning van het Aalmarktplan was gebaseerd op het gegeven dat het LVC op termijn nieuwbouw realiseerde binnen het Aalmarktgebied. Deze nieuwbouw was planologisch mogelijk in het zogenaamde Rijnlandblok. In de planning van het Aalmarktplan d.d. 17 januari 2007 werd ervan uitgegaan dat het LVC eind 2010 zou zijn verplaatst. Vanaf dat moment kon de Breestraat 66 verder ontwikkeld worden. Op 28 februari 2006 heeft de Raad een initiatiefvoorstel van de raadsfracties van PvdA en CDA aangenomen. Hierin wordt voorgesteld te komen tot een concentratie van muziekinstellingen in een nieuw podium voor (pop)muziek (het nobel plan groot). In 2006 tot en met 2008 hebben er onderzoeken plaatsgevonden naar de haalbaarheid van een muziekcentrum voor het door de raad ter beschikking gestelde bedrag ad € 600.000. In 2007 werd duidelijk dat de realisatie van een nieuw poppodium nog op zich zou laten wachten. Tegelijkertijd werd constateerd dat al langere tijd sprake was van achterstallig onderhoud. Handhaving door de milieudienst zou leiden tot sluiting van het LVC (indien er klachten zouden komen). Om te zorgen dat de culturele programmering niet in gevaar zou lopen werd in kaart gebracht welke risico’s er waren en is een krediet aangevraagd voor de noodzakelijke aanpassingen. Uitgangspunt was dat het LVC nog tot 2014 op Breestraat 66 zou blijven zitten. Bij de begroting 2008 is daarop krediet 700043 LVC autonoom € 555.000 beschikbaar gesteld. Dit krediet komt voort uit het IP 2007 en is bedoeld voor achterstallig onderhoud op de tijdelijke huisvesting. De opdracht was zo terughoudend mogelijk om te gaan met de besteding van dit krediet omdat het tijdelijke huisvesting betrof. Hierdoor is een groot deel nog niet besteed, het risico blijft echter onverminderd. Inmiddels is de huur opgezegd bij het LVC en is er een overeenkomst dat zij tot eind 2012 hun werkzaamheden kunnen voortzetten op de huidige locatie Breestraat 66, verlenging is afhankelijk van de planning van het aalmarktproject. Mocht de nieuwbouw nog niet gereed zijn en het LVC al wel het pand Breestraat 66 moet verlaten dan is er een bijzondere situatie die is onderzocht onder de noemer ‘Onderzoek tijdelijk locatie LVC’. Bij dit onderzoek zijn destijds de gelden die zouden overblijven van het krediet als mogelijke dekking voorgesteld. Achtergrond hiervan is dat het gaat om voortzetting van de programmering in tijdelijke huisvesting. Door het risico dat nog steeds wordt gelopen, de onzekerheid over de planning van de nieuwbouw en gezien de wens vanuit de raad de programmering van het LVC voort te zetten tot aan de nieuwbouw is het krediet nog steeds nodig. 710532 renovatie Haagweg 4
278 | Overigen
Dit krediet bestaat voor een klein deel uit een voorbereidingskrediet ouder dan drie jaar, maar grotendeels uit een investeringskrediet dat in 2009 beschikbaar is gesteld. De voorbereidingsfase is afgerond en de feitelijke renovatie is in volle gang. Programma 9 Niet van toepsassing. Programma 10 Niet van toepassing. Programma AD 720002 representatieve ruimten Stadhuis Dit krediet is benodigd voor het restaureren van de tweede verdieping van het stadhuis. Het nog openstaande bedrag van € 229.733,- zal in 2011 gebruikt worden voor de volgende werkzaamheden: - koffiekamer - bodeloge - schilderswand trouwzaal - publiekstribune - resterende meubelrestauratie 720039 Huisvestingsgeschikt maken Stationsplein 107 Dit krediet kan nog niet worden afgesloten aangezien er nog € 150.000 moet worden uitgegeven om het pand aan de benodigde gebruikersvergunning te helpen 750282 t/m 750284 Kenauweg Deze kredieten blijven noodzakelijk voor de aanpassingen aan het complex Kenauweg en worden ingezet wanneer alle vergunningen zijn verleend. 750287 Herhuisvesting M&B Nadat alle vergunningen zijn verleend kunnen pas diverse werkzaamheden gedaan worden. Deze werkzaamheden komen ten laste van het restant krediet. 750293 Kinderboerderij De nieuwe kinderboerderij is in het voorjaar 2010 in gebruik genomen. Het restant krediet is bedoeld voor de bouw van een quarantaine stal, waarvoor het traject van vergunningaanvraag nog niet is afgesloten. 750296 vervanging investeringen in parkeerapparatuur 2007-2011 In de afgelopen jaren is parkeerapparatuur niet vervangen. Een Europese aanbesteding heeft plaatsgevonden en nieuwe apparatuur is aangeschaft. Op dit moment is gestart met het plaatsen van de apparaten. 750302 werkkolom hefbruggen Dit krediet blijft noodzakelijk en is onderdeel van het totaalplan herhuisvesting. 750301 mobilofoonnetwerk 2007 en 750307 uitbreiding telecommunicatie 2007 Inmiddels is tot vervanging van de apparatuur overgegaan. De afronding vindt plaats in 2011. 750299 Wissellocatie pa-containers kenauweg Dit krediet blijft noodzakelijk en is onderdeel van het totaalplan herhuisvesting.
Overigen | 279
5.4 Controleverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarstukken 2010 opgenomen jaarrekening 2010 van de gemeente Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de programmarekening over 2010 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en het Sisaoverzicht. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden . Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte criteria voor financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is door de gemeenteraad bij raadsbesluit van 14 oktober 2010 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Onderbouwing van ons oordeel met beperking inzake de rechtmatigheid In 2010 heeft voor een bedrag van € 11,0 miljoen ten onrechte geen Europese aanbesteding plaatsgevonden. Deze bestedingen merken wij in het kader van onze controle aan als onrechtmatig. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Leiden een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2010 als van de activa en passiva per 31 december 2010 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2010, met uitzondering van de bevinding die wij hebben opgenomen in de paragraaf
280 | Overigen
‘onderbouwing van ons oordeel’, in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 17 mei 2011 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. M.E. Westerhout-van Kimmenade RA MGA
Overigen | 281
282 | Overigen
Hoofdstuk 6
6 Bijlagen 6.1 Conversietabel programma, beleidsterrein, product Programma
Beleidsterrein
Productnummer
Productomschrijving
1
Bestuur
001.01
BESTUURSORGANEN
1
Bestuur
001.03
RAAD EN COMMISSIES
1
Bestuur
002.01
STRATEGISCHE UNIT
1
Bestuur
002.02
CONCERNBELEID FINANCIEN EN CONTROL
1
Bestuur
002.03
BESTUURSONDERSTEUNING
1
Bestuur
002.04
PROJECTBUREAU GSB
1
Bestuur
002.05
CONCERNINFORMATIEBELEID
1
Bestuur
002.07
BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN
1
Bestuur
002.08
GO/OR/OC
1
Bestuur
002.10
CONCERNBELEID COMMUNICATIE
1
Bestuur
002.11
CONCERNBELEID P EN O
1
Bestuur
002.12
GRAFISCH VASTGOED
1
Bestuur
002.17
CONCERNDIRECTIE
1
Bestuur
003.02
VERKIEZINGEN
1
Bestuur
006.01
GRIFFIE
1
Bestuur
006.02
REKENKAMERFUNCTIE
1
Bestuur
913.02
BEHEER PANDEN (NIET OPENBARE DIENST)
1
Bestuur
922.02
VOORMALIG PERSONEEL
1
Bestuur
930.01
UITVOERING WET WOZ
1
Bestuur
940.01
LASTEN HEFFING EN INVORDERING GEM. BELASTINGEN
1
Lokale & regionale samenwerking
005.01
HOLLAND RIJNLAND
1
Lokale & regionale samenwerking
511.02
MONDIALE BEWUSTWORDING
1
Dienstverlening
002.15
PUBLIEKSINFORMATIE
1
Dienstverlening
002.16
ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
1
Dienstverlening
003.01
BEVOLKING EN BURGERLIJKE STAND
1
Dienstverlening
003.03
AFGIFTE REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN
1
Dienstverlening
004.01
LEGES
2
Fysieke Veiligheid
120.01
GEMEENTELIJKE BRANDWEER
2
Fysieke Veiligheid
120.02
RAMPENBESTRIJDING EN CIVIELE VERDEDIGING
2
Fysieke Veiligheid
120.03
REGIONALE BRANDWEER
2
Sociale Veiligheid
140.01
INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
3
Ruimte voor Bedrijvigheid
310.02
ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
3
Nieuwe economie
611.03
STARTERSBELEID
3
Bezoekerseconomie
310.01
WARENMARKTEN
Bijlagen | 283
Programma
Beleidsterrein
Productnummer
Productomschrijving
3
Bezoekerseconomie
311.01
BATEN MARKTGELDEN
3
Bezoekerseconomie
560.02
BEVORDERING TOERISME
4
Fiets - en autoverkeer
210.01
VERKEER EN VERVOER
4
Fiets - en autoverkeer
210.08
INVESTERINGEN WEGEN
4
Fiets - en autoverkeer
211.01
VERKEERSMAATREGELEN
4
Openbaar Vervoer
212.01
OPENBAAR VERVOER
4
Parkeren
214.01
STRAATPARKEREN
4
Parkeren
214.02
PARKEERGARAGES
4
Parkeren
215.01
BATEN PARKEERBELASTING
5
Water, Groen & Natuur
221.02
GRACHTEN EN WATERGANGEN
5
Water, Groen & Natuur
560.05
GROENBEHEER
5
Water, Groen & Natuur
560.06
NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE
5
Water, Groen & Natuur
560.07
INVESTERINGEN GROENVOORZIENINGEN
5
Water, Groen & Natuur
724.02
BEGRAAFPLAATS RHIJNHOF
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.02
OPENBARE VERLICHTING
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.03
BUITENRECLAME
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.04
BINNENSTE BETER
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.05
EXPLOITATIE BRUGGEN EN VIADUCTEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.06
INVESTERINGEN BRUGGEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.07
EXPLOITATIE WEGEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.09
HERBESTRATINGPROGRAMMA
5
Infrastructuur openbare ruimte
221.01
EXPLOITATIE HAVENS EN WATERWEGEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
541.05
ONDERHOUD WALMUREN EN MONUMENTEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
541.06
INVESTERINGEN WALMUREN
5
Infrastructuur openbare ruimte
560.08
WIJKMANAGEMENT
5
Infrastructuur openbare ruimte
722.03
VERVANGING RIOLERING
5
Infrastructuur openbare ruimte
722.05
INVESTERINGEN RIOLERING
5
Infrastructuur openbare ruimte
722.06
ONDERHOUD RIOLERING EN GEMALEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
726.01
BATEN RIOOLRECHTEN
5
Milieu
723.01
ONTSMETTINGSDIENST
5
Milieu
723.05
GR MILIEUDIENST WEST-HOLLAND
5
Milieu
723.06
MILIEUBEHEER ALGEMEEN
5
Afval
210.10
STRAATREINIGING EN GRAFFITIBESTRIJDING
5
Afval
721.02
HUISHOUDELIJK AFVAL
5
Afval
721.03
BEDRIJFSAFVAL
5
Afval
721.04
HUISHOUDELIJK AFVAL REGIOGEMEENTEN
5
Afval
725.01
BATEN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGING
6
Ruimtelijke Ontwikkeling
810.01
BOVENLOKAAL RO-BELEID
6
Ruimtelijke Ontwikkeling
810.02
LOKAAL RO-BELEID
6
Ruimtelijke Ontwikkeling
822.05
STEDENBOUWKUNDIG BELEID
6
Bouwregelgeving
822.01
BOUW- EN WONINGTOEZICHT
6
Bouwregelgeving
823.01
LEGES BOUWVERGUNNINGEN
6
Grondzaken
830.01
GRONDEXPLOITATIE
284 | Bijlagen
Programma
Beleidsterrein
Productnummer
Productomschrijving
6
Grondzaken
830.02
ERFPACHT
6
Wonen
821.01
VERNIEUWING BINNENSTAD
6
Wonen
822.02
VOLKSHUISVESTING
6
Wonen
822.04
WOONRUIMTEVERDELING
7
Opvoedingsondersteuning & preventieve jeugd (gezondheids)zorg
630.04
JEUGDBELEID
7
Opvoedingsondersteuning & preventieve jeugd (gezondheids)zorg
715.01
JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (UNIFORM DEEL)
7
Opvoedingsondersteuning & preventieve jeugd (gezondheids)zorg
716.01
JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (MAATWERK DEEL)
7
Peuterspeelzalen & kinderopvang
650.01
GESUBSIDIEERDE KINDEROPVANG
7
Onderwijsbeleid
480.02
FACILITAIRE TAKEN ONDERWIJS
7
Onderwijsbeleid
480.03
LEERPLICHT
7
Onderwijsbeleid
480.04
LOKAAL ONDERWIJSBELEID
7
Onderwijshuisvesting
421.01
OBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
423.01
BBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
431.01
OSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
433.01
BSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
441.01
OVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
441.02
OSG VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
443.01
BVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
480.01
GEMEENSCH. BATEN EN LASTEN ONDERWIJSHUISVESTING
8
Cultuur
510.01
OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK
8
Cultuur
540.01
THEATER
8
Cultuur
540.02
MUZIEK
8
Cultuur
540.03
BEELDENDE KUNST
8
Cultuur
540.04
KUNSTEDUCATIE
8
Cultuur
540.05
AMATEURKUNST
8
Cultuur
580.01
LOKALE RADIO-OMROEP
8
Cultureel Erfgoed
002.13
ARCHIEF EN INFORMATIE
8
Cultureel Erfgoed
541.01
MONUMENTENZORG
8
Cultureel Erfgoed
541.02
OUDHEIDKUNDE EN MUSEA
8
Cultureel Erfgoed
541.03
ARCHEOLOGIE
8
Sport
530.01
RODE SPORTPARKEN
8
Sport
530.02
SPORTZALEN EN SPORTHALLEN
8
Sport
530.03
ZWEMBADEN
8
Sport
530.04
SPORTONDERSTEUNING
8
Sport
530.05
SPORTSTIMULERING
8
Sport
531.01
GROENE SPORTPARKEN
8
Recreatie
560.01
RECREATIE
8
Recreatie
560.03
COÖRDINATIE VOLKSFEESTEN
8
Recreatie
560.04
EVENEMENTEN
9
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
620.03
OUDEREN- EN GEHANDICAPTEN BELEID
Bijlagen | 285
Programma
Beleidsterrein
Productnummer
Productomschrijving
9
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
630.01
SAMENLEVINGSOPBOUW
9
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
002.14
RAAD- EN DAADWINKELS
9
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
620.04
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
9
Participatie, ontmoeting, integratie & emancipatie
511.01
EMANCIPATIE
9
Participatie, ontmoeting, integratie & emancipatie
620.08
ANTI-DISCRIMINATIE
9
Participatie, ontmoeting, integratie & emancipatie
621.01
OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN
9
Collectieve preventieve zorg
714.01
BASISGEZONDHEIDSZORG
9
Collectieve preventieve zorg
714.02
CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
9
Individuele zorgvoorzieningen
620.02
ZORGCOÖRDINATIE EN BEMIDDELING
9
Individuele zorgvoorzieningen
622.01
WMO; HUISHOUDELIJKE VERZORGING
9
Individuele zorgvoorzieningen
652.01
WMO; VOORZIENINGEN EN HULPMIDDELEN
9
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
620.05
MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
9
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
714.03
AMBULANTE VERSLAVINGSZORG
10
Participatie
611.02
UITSTROOM EN ACTIVERING
10
Participatie
611.05
WSW
10
Participatie
611.07
REÏNTEGRATIEACTIVITEITEN ARB.ONTW.DZB
10
Participatie
611.08
ONRENDABELE TOP HUISVESTING DZB
10
Participatie
623.01
PARTICIPATIE UITSTROOM EN ACTIVERING
10
Participatie
623.02
VOLWASSENENEDUCATIE
10
Participatie
623.03
INBURGERING
10
Participatie
623.10
BATEN PARTICIPATIEBUDGET
10
Financiële voorzieningen
610.01
INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND
10
Financiële voorzieningen
612.01
IOAW/IOAZ
10
Minimabeleid
614.01
BIJZONDERE BIJSTAND
10
Minimabeleid
614.04
KWIJTSCHELDINGEN GEMEENTELIJKE BELASTING
10
Schuldhulpverlening
614.03
ACTIVITEITEN STADSBANK
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
330.01
DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
913.01
DEELNEMINGEN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
914.01
GELDLENINGEN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
914.02
BELEGGINGEN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
921.01
ALGEMENE UITKERING
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
921.05
GSB CONCERN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
922.01
ONVOORZIEN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
931.01
BATEN OZB - GEBRUIKERS
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
932.01
BATEN OZB - EIGENAREN
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
936.01
BATEN TOERISTENBELASTING
AD1
Algemeen dekkingsmiddel
939.01
BATEN PRECARIOBELASTING
AD2
Algemeen dekkingsmiddel
922.05
STELPOSTEN CONCERN
AD2
Algemeen dekkingsmiddel
922.20
ONINBARE VORDERINGEN
AD2
Algemeen dekkingsmiddel
960.09
SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING
286 | Bijlagen
Programma
Beleidsterrein
Productnummer
Productomschrijving
AD
Algemeen dekkingsmiddel
970.01
SALDO VAN DE REKENING VOOR BESTEMMING
RES
Algemeen dekkingsmiddel
980.01-10
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1 t/m 10
Bijlagen | 287
6.2 Staat investeringskredieten incl. af te sluiten
288 | Bijlagen
Bijlagen | 289
290 | Bijlagen
Bijlagen | 291
292 | Bijlagen
Bijlagen | 293
294 | Bijlagen
Bijlagen | 295
296 | Bijlagen
Bijlagen | 297
298 | Bijlagen
6.3 Toelichting voortgang investeringskredieten 740705 2de Fase Stadsgehoorzaal Voor de schade als gevolg van het faillissement van de hoofdaannemer van €3,5 mln. is een vordering naar de curator gestuurd. Deze vordering is echter oninbaar gebleken en daardoor is de schade volledig voorzien. Dit krediet kan nu afgesloten worden met een voordeel van afgerond € 494.000. Het voordeel wordt veroorzaakt doordat verdere onvoorziene zaken achterwege zijn gebleven. Vanaf 2011 heeft dit voordeel lagere kapitaallasten ter hoogte van afgerond € 34.500 tot gevolg. 76.... Investeringen brandweer In verband met de regionalisering van de brandweer zijn alle kredieten van de brandweer per 31-12-2010 afgesloten. 710387 Kruispunt Kagerstraat-Zweilandlaan Dit krediet was bedoeld om het kruispunt aan te passen, zodra de school bij de Boerhaavelaan (met het bijbehorende parkeerterrein en geluidsscherm) klaar was. Die ontwikkeling is vertraagd. Inmiddels wordt nagedacht over een nieuwe inrichting van de gehele omgeving van de Kagerstraat, omdat in dit gebied nog meer scholen gaan verhuizen. 710524 en 710572 Fietspaden rondweg Merenwijk en 700298 Herinrichting rondweg Merenwijk Bij het vaststellen van de programmabegroting 2011 is besloten om deze kredieten zonder realisatie af te sluiten. (RB10.0113) 700230 Valkbrug Dit betreffen voorbereidingskosten (vooronderzoeken etc.). In het investeringsplan staat een bedrag van 3 miljoen euro voor deze brug gereserveerd, wat beschikbaar kan worden gesteld zodra meer duidelijkheid is over het tracé van de Rijn-Gouwelijn. 710083 Langegracht 147-149/155/159-161 Dit betreft de afronding van een leerwerkproject. In 2004 is besloten om, als uitvloeisel van de besluitvorming over de taken- en efficiëntiediscussie, de leerwerkprojecten te beëindigen. De onderhanden zijnde leerwerkprojecten mochten nog afgerond worden. (RB04.0153) 710104 Bouwplan Hansenstraat/Musschenbroekstraat Het plan is niet volgens het oorspronkelijk plan uitgevoerd. De in 2008 verworven panden zijn in 2010 verkocht. 700284 herinrichting Haagwegkwartier Dit betreffen voorbereidingskosten voor de herinrichting Haagwegkwartier wat voortvloeient uit het WOP Zuidwest. In juli 2009 heeft de gemeenteraad twee moties aangenomen waarin toegezegd is dat er meer aandacht voor de bewoners en de openbare ruimte van de wijk zal zijn. Dit is vervolgens vastgelegd in een convenant dat ondertekend is op 28 januari 2010 door het Bestuur van de Belangenvereniging Haagwegkwartier en wethouder Pieter van Woensel. In 2010 is een projectteam Herinrichting openbare ruimte Haagwegkwartier Noord opgericht dat zich buigt over de herinrichting van de openbare ruimte in overleg met, in eerste instantie het bestuur van de Belangenvereniging, en daarna met de bewoners. Het project bevindt zich nog in de ontwerpfase. 710668 Aan- en verkoop Hoge Morsweg 160 Dit pand maakte onderdeel uit van de plannen voor het Huis van de Sport. In 2007 is besloten om dit pand te verwerven. (RB07.0157) Dekking van deze aankoop is de opbrengst uit de doorverkoop/inbreng in een ontwikkelingsplan van deze locatie. Omdat de plannen inmiddels gewijzigd zijn en er geen sprake meer is van inbreng in het Huis van de Sport is dit krediet afgesloten. De boekwaarde van dit pand staat op de balans. Als deze locatie wordt verkocht of wordt ingebracht in een (nieuw) plan, wordt de boekwaarde alsnog afgeboekt. 700041 Nieuwbouw Docos tafeltennis 700163 Die Leythe botenloods 700165 Montgomerystraat korfbal kunstgras 700313 Herinrichting sportvelden Montgomerystraat Op 2-12-2010 is bij de behandeling van het kaderbesluit herinrichting sportterrein Montgomerystraat besloten om deze kredieten zonder realisatie af te sluiten. (RB10.0117) 700328 Opstartkosten NV BOR Dit krediet was bedoeld om de opstartkosten van de N.V. Beheer Openbare Ruimte (NV BOR) voor te financieren. De kosten zouden uiterlijk 1-1-2012 terug betaald worden door de NV BOR. Omdat dit niet voldoet
Bijlagen | 299
aan het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) wordt dit krediet zonder realisatie afgesloten. 700037 Belastingsysteem in het kader van waarderingsinstructie 700038 GH+ Als gevolg van de belastingsamenwerking zijn deze kredieten zonder realisatie afgesloten. 700352 Microsoft licenties 2011 Bij de behandeling van het meerjareninvesteringsplan 2011-2014 is voor deze licenties een krediet van € 477.000 beschikbaar gesteld. (BW10.0979) Dit krediet is in de jaarschijf 2011 opgevoerd. In 2010 zijn al enkele kosten gemaakt. 750300 Handterminals stadstoezicht 2011 Bij de programmabegroting 2011 is voor de handterminals van stadstoezicht een krediet van € 200.000 beschikbaar gesteld. (RB10.0113) Dit krediet is in de jaarschijf 2011 opgevoerd. In 2010 zijn al enkele kosten gemaakt. 710471 Gehandicaptenvoorzieningen openbare ruimte Het betreft een krediet uit 2004. Het krediet was bedoeld om te worden ingezet voor aanpassingen zoals gedefinieerd in het zogenaamde WVG+beleid. Aangezien het krediet ouder is dan drie jaar en er tot op heden geen uitgaven ten laste van het krediet hebben plaatsgevonden, wordt het krediet afgesloten. Bijzonder afwikkelingsverschillen De mutaties op bijzondere afwikkelingsverschillen zijn als volgt: Omschrijving
Bedrag
Activering grond Oostvlietpolder
6.500
Activering grond percelen Stationsplein/Schuttersveld
7.900
Activering panden Aalmarkt en Vastgoedcomplex
8.753
Activering Nieuweroord
5.253
Activering grond Kenauweg
3.364
Afboeking boekwaarden ivm sloop Afboeking boekwaarden ivm verkoop
-285 -1.020
Overname activa brandweer ivm regionalisering
-856
Afwaardering Lange Scheistraat 5b
-332
Inbreng activa in grondexploitatie Lorentzschool
-405
TOTAAL Bedragen * € 1.000
300 | Bijlagen
28.872
6.4 Staat kredieten grondbedrijf incl. af te sluiten
Bijlagen | 301
302 | Bijlagen
6.5 Toelichting reserves en voorzieningen Algemene reserves Naam
Concernreserve
Nummer/Afd.
02000
Raadsbesluit
05.0055
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 980.01 Mutaties in reserves Op grond van bestaand beleid wordt het saldo van baten en lasten bij bestemming verrekend met de concernreserve. Bij begroting of tussentijdse besluitvorming worden specifieke aanwendingsrichtingen vastgesteld.
Doel
De concernreserve dient als buffer voor de afdekking van niet-kwalificeerbare risico’s en de egalisatie van exploitatieresultaten. De minimale omvang van de concernreserve is vastgesteld op € 10 miljoen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding/besteding
De concernreserve is in principe vrij besteedbaar met inachtneming van het weerstandsvermogen van € 10 miljoen; dit is een harde ondergrens. In 2010 is een bedrag onttrokken van € 26,3 mln. voor de overheveling van budgetten 2009 en de bestemming van het resultaat 2009. Conform de begroting 2010 is netto € 4,9 mln. onttrokken uit de concernreserve.
Omvang per 1-1-2011
€ 19.735.317
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
€ 10 miljoen
Concern
Bijzonderheden
Naam
Reserve Verkoop aandelen Nuon
Nummer/Afd.
02003
Raadsbesluit
09.0038
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 980.01 Mutaties in reserves
Doel
Het reserveren van de verkoopopbrengst aandelen Nuon in afwachting van nadere besluitvorming door de gemeenteraad.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon. In 2010 is het eerste deel van de gelden van de Escrow-rekening ontvangen en toegevoegd een deze reserve (€ 4,5 miljoen).
Besteding
Het vrij beschikbare bedrag wordt na besluitvorming door de raad over de bestemming van de verkoopopbrengst onttrokken of geoormerkt. In 2010 is een dotatie gedaan aan de reserve Ringweg-Oost (€ 25,5 miljoen) en aan de vereveningsreserve grondexploitaties (PRIL 2010 € 9,7 miljoen).
Omvang per 1-1-2011
€ 68.752.783
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern
Bijzonderheden
Bestemmingsreserves Naam
Egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Nummer/Afd.
02101
Raadsbesluit
06.0063
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 980.01 Mutaties in reserves
Doel
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de bouwvergunningverlening en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
Backoffice Dienstverlening/Vergunningen en subsidies
Bijlagen | 303
Naam
Egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Datum realisatie
31/12/2004
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Wanneer in enig jaar de inkomsten uit bouwleges, na aftrek van de hogere uitgaven t.o.v. de begrote uitgaven bouwleges, hoger zijn dan de begrote inkomsten in dat jaar, vindt toevoeging aan de reserve plaats. Omgekeerd wanneer in enig jaar de inkomsten uit bouwleges, na aftrek van de hogere uitgaven t.o.v. de begrote uitgaven bouwleges, lager zijn dan de begrote inkomsten in dat jaar, vindt onttrekking uit de reserve plaats.
Besteding
Jaarlijks en afhankelijk van de hoogte van de meerinkomsten middelen beschikbaar stellen om de bouwvergunningverlening te optimaliseren. In 2010 is een bedrag van € 0,8 mln. toegevoegd aan de reserve als gevolg van een hoger resultaat op het product Bouwleges dan begroot.
Omvang per 1-1-2011
€ 3.355.646
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve flankerend beleid
Nummer/Afd.
02102
Raadsbesluit
95.0168 / 04.0051
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 002.11 Concernbeleid P en O
Doel
Middelen in deze reserve zijn bestemd voor het flankerend beleid bij de taken- en efficiency discussie.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Voeding
Het totaal beschikbare bedrag voor het flankerend beleid T&E is indertijd geraamd op € 7,9 miljoen. Dat bedrag is in fasen ook in deze reserve gestort. In het kader van ‘Ruimte voor Nieuw Beleid’ is in 2007 een bedrag voor flankerend beleid gereserveerd van € 5 miljoen, dat ook bij deze reserve is gevoegd. Voor het flankerend beleid bij Anders Werken is een bedrag van € 1,068 miljoen gereserveerd en gestort in deze reserve.
Besteding
Vanaf 2005 worden uit deze reserve kosten betaald die gemaakt worden in het kader van het flankerend beleid bij de taken en efficiency discussie, Ruimte voor nieuw Beleid en Anders Werken. In 2010 is ruim € 2,5 miljoen onttrokken aan deze reserve voor o.a. de vorming van het SSC, de realisatiefase BOR NV, Gemeenschappelijk Belastingsamenwerking en de verhuizing van ambtenaren.
Omvang per 1-1-2011
€ 3.216.942
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern
Bijzonderheden
Naam
Reserve leegstandsbestrijding
Nummer/Afd.
02103
Raadsbesluit
Ingesteld bij B en W-besluit van 12 mei 1987
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.01 Bouw- en woningtoezicht
Doel
De reserve is bedoeld om personele en andere uitgaven te dekken die verband houden met vordering en leegstandsbestrijding, inclusief de kosten van maatregelen en voorzieningen voor groot onderhoud en verbetering van betrokken woningen om deze voor de woningvoorraad te behouden. In de B en W vergadering van 11 juli 1995 is besloten deze reserve ook aan te wenden voor het project kamerverhuur en de niet-inbare kosten van aanschrijvingen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Bij collegebesluit van 11 juli 1995 is besloten deze reserve voorlopig te handhaven voor de aanwending van het project kamerverhuur en niet inbare kosten van aanschrijvingen.
Voeding
Het verschil tussen gerealiseerde kosten leegstandsbestrijding en gerealiseerde inkomsten door het opleggen van dwangsommen in het kader van handhaving wetgeving, wordt gemuteerd in deze reserve.
Besteding
In 2010 zijn er geen bestedingen geweest.
304 | Bijlagen
Backoffice Dienstverlening/ Vergunningen en subsidies
Naam
Reserve leegstandsbestrijding
Omvang per 1-1-2011
€ 165.563
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve financiële bijdrage woningonttrekking
Nummer/Afd.
02104
Raadsbesluit
Ingesteld in 1977
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.04 Woonruimteverdeling
Doel
Het scheppen van vervangende woongelegenheid en het afdekken van risico’s die het gevolg zijn van daling van de woningvoorraad.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
n.v.t.
Besteding
Dekking van kosten ten gevolge van het sociale statuut woningverbetering. Op 8 juli 2008 heeft de Raad besloten het krediet “sociaal statuut woningverbetering” af te sluiten. In 2010 hebben geen mutaties plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2011
€ 153.196
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Service en informatie
Bijzonderheden
Naam
Vereveningsreserve grondexploitaties
Nummer/Afd.
02105
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
In de Vereveningsreserve grondexploitaties worden alle winsten die kunnen worden genomen ondergebracht. De vereveningsreserve is de overkoepelende reserve van het Grondbedrijf waaruit de onderliggende voorzieningen en bestemmingsreserves gevoed kunnen worden. Tevens worden vrijvallende gelden uit de onderliggende voorzieningen en reserves terug gestort in de vereveningsreserve om herbestemd te worden. De vereveningsreserve vormt het onbelegde vermogen van het Grondbedrijf.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Besteding
In 2010 zijn de volgende onttrekkingen gedaan aan de vereveningsreserve: - Afwaardering aankoop Gat van der Putte € 10 mln. - Afsluiten grondexploitatie Luifelbaan € 0,9 mln. - Overheveling naar reserve Park Matilo € 1,25 mln. - Mutatie voorziening negatieve grondexploitaties € 1,7 mln. - Aanvulling reserve bodemsanering € 1,1 mln. - Voorfinanciering noordelijke sportvelden € 1,5 mln. - Mutatie reserve risico projecten voor uitvoeringsbesluit € 6,5 mln. In 2010 zijn de volgende dotaties gedaan aan de vereveningsreserve: - Overheveling van de reserve verkoop aandelen Nuon € 9,7 mln. - Rentebijschrijving € 1,8 mln. - Mutatie reserve risico projecten na uitvoeringsbesluit € 2,9 mln. - Resultaat Erfpacht € 2,3 mln.
Voeding
De vereveningsreserve wordt gevoed door de positieve resultaten van grondexploitaties, de verkoop van panden en het resultaat op erfpacht.
Omvang per 1-1-2011
€ 17.503.249
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijlagen | 305
Naam
Vereveningsreserve grondexploitaties
Bijzonderheden
Naam
Reserve bovenwijkse voorzieningen grondbedrijf
Nummer/Afd.
02108
Raadsbesluit
n.v.t.
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Leiden zit aan de grenzen van zijn ruimtelijke mogelijkheden. Daarmee komt ook de klassieke werking bij de aanleg van voorzieningen waarvan het nut een enkel exploitatiegebied overschrijdt, te vervallen. In verband daarmee wordt het doel van de reserve omgebogen naar het bekostigen van het realiseren van een extra kwaliteitsimpuls aan de openbare ruimte, aangepast aan het monumentale karakter van de stad. Te denken valt aan kunstobjecten, een fontein, illuminatie, een en ander van een orde van grootte qua kosten die past bij de over het algemeen bescheiden inkomstenbronnen van deze reserve. Jaarlijks wordt bij het PRIL een voorstel meegenomen voor de te honoreren objecten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve wordt met name gevoed doorde uit exploitatieovereenkomsten voortvloeiende bijdrage in plankosten en bovenwijkse voorzieningen.
Besteding
In 2010 is een klein bedrag onttrokken voor de Kwaliteitsimpuls entree van de stad.
Omvang per 1-1-2011
€ 616.869
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Reserve reconstructie Trekvaartplein
Nummer/Afd.
02110
Raadsbesluit
03.0044 Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2003
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
In de reserve grondbedrijf was tot 1-1-2003 een geoormerkt geldbedrag opgenomen ten behoeve van de reconstructie van het Trekvaartplein. In raadsvoorstel 03.0044 is besloten dit bedrag apart als rentedragende bestemmingsreserve op te nemen.
Datum realisatie
1-1-2003
Datum opheffing
2011
Voeding
-
Besteding
In 2010 is de reserve reconstructie Trekvaartplein toegevoegd aan de vereveningsreserve. De reservemutatie is als mutatie verwijderd uit de berekening van het plansaldo van de grondexploitatie ten einde een zuiver plansaldo weer te geven. In 2011 wordt de rentebijschrijving over 2010 van € 219.000 als bezuiniging ingezet.
Omvang per 1-1-2011
€ 219.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve strategische aankopen
Nummer/Afd.
02112
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Verwerven en beheren van strategische aankopen conform de Nota Strategisch Grondbeleid (RB 05.0051 van 08-06-2005)
306 | Bijlagen
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Naam
Bestemmingsreserve strategische aankopen
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In PRIL 2010 is besloten om jaarlijks een bedrag van € 0,1 mln. over te hevelen uit de vereveningsreserve. In 2010 is een bedrag van € 0,4 mln. overgeheveld uit de parkeerreserve ten behoeve van de aankoop van Morsweg 1.
Besteding
Er hebben geen gestedingenm en plaatsgevonden in 2010.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.129.064
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve bodemsanering
Nummer/Afd.
02113
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het ondersteunen van projecten waarbij bodemverontreiniging wordt aangetroffen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijks wordt de reserve bodemsanering gevoed uit de vereveningsreserve. In 2010 is het restant van de ISV-1 gelden inclusief rente ad € 2,7 mln. toegevoegd aan de reserve bodemsanering.
Besteding
In 2010 hebben er bestedingen plaatsgevonden voor de sanering van Huigpark, Maresingel en de Hallenweg.
Omvang per 1-1-2011
€ 13.034.549
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve extra plankosten
Nummer/Afd.
02114
Raadsbesluit
06.0122
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het financieren van plankosten te maken voor projecten vanaf een projectbesluit, waarbij de plankosten het standaardpercentage van nu 26% in de voorbereiding en de realisatie overschrijden.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is de reserve extra plankosten opgeheven; het saldo is toegevoegd aan de vereveningsreserve.
Omvang per 1-1-2011
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en Ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsvoeringreserve concern
Nummer/Afd.
02116
Raadsbesluit
08.0051
Bijlagen | 307
Naam
Bedrijfsvoeringreserve concern
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 960.01 Saldo van baten en lasten Op 25 juni 2002 (RV 02.0081) zijn de richtlijnen ‘Concernreserve en bedrijfsreserves’ vastgesteld. In het verlengde van de organisatiewijziging per 1 januari 2008 zijn de bedrijfsreserves van de voormalige diensten samengevoegd tot een reserve bedrijfsvoering concern.
Doel
De doelstelling van de bedrijfsreserve is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
-
Besteding
In 2010 zijn bedragen onttrokken voor de bedrijfsvoering zoals de tijdelijke huisvesting Morsweg, implementatie TIM en de verzelfstandiging van BOR NV.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.215.809
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve herstructurering woongebieden Portaal
Nummer/Afd.
02117
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het verrekenen van de hogere grondprijs met Portaal indien Portaal bij bepaalde woninglocaties meer dan 20% sociale huurwoningen realiseert. Het geld wordt dan uitgekeerd aan de gemeente (zie verder raadsvoorstel/besluit betreffende de uitwerking van de Raamovereenkomst Stedelijke herstructurering Portaal, m.n. het deel dat de overeenkomst vaststelling Herstructureringsprojecten beslaat).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve is gevoed door in het verleden ontvangen vergoedingen voor de conversie van erfpacht.
Besteding
In 2010 is nagenoeg niets uitgegeven.
Omvang per 1-1-2011
€ 3.825.545
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en Ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Reserve herstructurering woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet
Nummer/Afd.
02118
Raadsbesluit
06.0883
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het verrekenen van tekorten op de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van DSvZeV, met De Sleutels van Zijl en Vliet waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert, conform de Raamovereenkomst met DSvZeV (zie verder raadsvoorstel/ besluit betreffende de Raamovereenkomst Stedelijke Herstructurering Ons Doel, RB 07.0023).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In 2010 heeft alleen een rentebijschrijving plaatsgevonden.
Besteding
In 2010 hebben geen bestedingen plaatsgevonden.
308 | Bijlagen
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Naam
Reserve herstructurering woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet
Omvang per 1-1-2011
€ 64.206
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve bedrijfsverzamelgebouwen
Nummer/Afd.
02119
Raadsbesluit
05.0058
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.03 Startersbeleid
Doel
De reserve wordt aangewend voor een bijdrage in de voorbereidingskosten, dan wel een bijdrage in de onrendabele top voor een in de toekomst nieuw te stichten bedrijfsverzamelgebouw.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2011
Voeding
Geen
Besteding
In 2011 wordt deze reserve opgeheven; het saldo wordt ingezet als bezuiniging in 2011.
Omvang per 1-1-2011
€ 239.186
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve publicaties gemeentearchief
Nummer/Afd.
02120
Raadsbesluit
1987
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 002.13 Archief en Informatie
Doel
De opbrengsten van publicaties e.d. worden ingezet voor nieuwe initiatieven.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Inkomsten uit publicaties en subsidies, schenkingen, legaten e.d. Bij bestemming van het resultaat 2009 is voorgesteld om een storting in deze reserve te doen ad € 246.000.
Besteding
In 2010 hebben geen bestedingen plaats gevonden.
Omvang per 1-1-2011
€ 346.975
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Archief
Bijzonderheden
Naam
Reserve Schouwburg
Nummer/Afd.
02129
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.01 Theater
Doel
De reserve fungeert als bedrijfsreserve voor de Leidse Schouwburg. Doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijlagen | 309
Naam
Reserve Schouwburg
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Op basis van het bedrijfsresultaat wordt jaarlijks de dotatie /onttrekking bepaald.
Besteding
In 2010 heeft via de resultaatbestemming een onttrekking plaatsgevonden van € 22.500. Dit bedrag wordt aangewend ter dekking van bedrijfsvoerings- en programmeringsrisico’s.
Omvang per 1-1-2011
€ 275.285
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve de Lakenhal
Nummer/Afd.
02130
Raadsbesluit
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidkunde en musea
Doel
De reserve fungeert als bedrijfsreserve voor Stedelijk Museum de Lakenhal. Doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Op basis van het bedrijfsresultaat wordt jaarlijks de dotatie /onttrekking bepaald. In 2010 is het overschot van de Lakenhal van 2010 € 246.000 gedoteerd.
Besteding
Concrete bestedingsdoelen zijn: • Minimum omvang 10% van de omzet algemene bedrijfsrisico’s € 230.000 • Afdekken risico’s organisatie tentoonstellingen € 100.000. • Afdekken risico’s restauratie en conservering
Omvang per 1-1-2011
€ 661.380
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve Actuele Kunst /Aankopen Lakenhal
Nummer/Afd.
02131
Raadsbesluit
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.03 Beeldende kunst
Doel
Egalisatie van aankoopbijdragen en aankopen van kunstwerken
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
-
Besteding
De reserve is bedoeld voor aankopen kunstwerken ten behoeve van Stedelijk Museum de Lakenhal. De reserve zal worden hernoemd als Reserve aankopen Lakenhal en heeft hetzelfde bestedingsdoel als de Voorziening aankopen Lakenhal. In 2010 is een bedrag van € 11.824 onttrokken.
Omvang per 1-1-2011
€ 350.630
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
310 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Naam
Reserve Actuele Kunst /Aankopen Lakenhal
Bijzonderheden
Naam
Reserve Openbare Geestelijk GezondheidsZorg (OGGZ)
Nummer/Afd.
02132
Raadsbesluit
00.0124
Programma/ Beleidsproduct
Programma 9 Welzijn en zorg Beleidsproduct 620.05 Maatschappelijke opvang en 714.03 Ambulante verslavingszorg
Doel
Het opheffen van knelpunten bij de uitvoering van de (regionale) plannen voor Maatschappelijke opvang en Verslavingszorg
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In het verleden is een aantal maal besloten om het niet bestede deel van de OGGZ-middelen in deze bestemmingsreserve te storten.
Besteding
In 2010 heeft alleen de financiering tijdelijke beleidscapaciteit op zorglocaties ad € 69.000 plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.111.642
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadsleven
Bijzonderheden
Naam
Reserve GSB-middelen ISV en EZ
Nummer/Afd.
02123
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
921.05
Doel
Middelen om projecten te dekken voor de realisatie van prestatieafspraken in het kader van GSB met het Rijk.
Datum realisatie
2010
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Eind 2009 is een bedrag een bedrag van € 9.627.481 als balanspost vrijgevallen als gevolg van de afrekening ISV I, ISV II en de BDU EZ met het Rijk. Het zijn de resterende middelen van GSB. Deze middelen zijn vrijgevallen ten gunste van de exploitatie 2009. Vraag is nu of deze middelen daadwerkelijk kunnen vrijvallen of in een reserve gestort moeten worden. Dit laatste is aan de orde. In 2010 is een bedrag van € 457.000 van het Rijk ontvangen en toegevoegd aan deze reserve.
Besteding
In 2010 is een bedrag van € 1,5 mln. besteed aan diverse projecten zoals Kooiplein, Tuin van Noord, Herinrichting binnenstad, Schoon en Heel etc.
Omvang per 1-1-2011
€ 8.760.069
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
RMB
Bijzonderheden
Naam
Reserve gemeentelijk deel GSB Brede School
Nummer/Afd.
02134
Raadsbesluit
O.b.v. aanvullende richtlijn GSB bij jaarrekening 2001
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.04 Lokaal onderwijsbeleid
Doel
Egalisatie van bestedingen voor de projecten Brede School ten opzichte van de begroting.
Datum realisatie
2005
Datum opheffing
2010
Voeding
Onderbestedingen op de brede school budgetten.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijlagen | 311
Naam
Reserve gemeentelijk deel GSB Brede School
Besteding
In 2011 wordt deze reserve ingezet voor de bezuinigingen 2011.
Omvang per 1-1-2011
€ 284.766
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve egalisatie amateurkunst
Nummer/Afd.
02138
Raadsbesluit
RV 07.0049
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.05 Amateurkunst
Doel
Opvangen van schommeling in de besteding van het budget voor amateurkunstsubsidies conform de deelverordening amateurkunstsubsidies 2007-2009 (RV 07.0049).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Overschotten op het jaarlijks beschikbaar budget voor aanvragen amateurkunstsubsidies.
Besteding
In 2011 wordt deze reserve ingezet voor de bezuinigingen 2011.
Omvang per 1-1-2011
€ 36.969
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Stadsleven/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve investering Muziekhuis
Nummer/Afd.
02142
Raadsbesluit
06.0074
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.02 Muziek
Doel
Dekking van afschrijvingen
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
In verband met de vertraging van het afsluiten van de investering 'muziekhuis aanpassing' zal er tot en met 2012 worden afgeschreven op de investering in plaats van tot 2011. Daarom wordt de reserve opgeheven in 2012 in plaats van 2011.
Voeding
Eenmalig bij RV 06.0074.
Besteding
Dekking van de afschrijvingslasten van de investering in het Muziekhuis.
Omvang per 1-1-2011
€ 242.827
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve parkeren
Nummer/Afd.
02143
Raadsbesluit
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 214.01 Straatparkeren, 214.02 Parkeergarages en 215.01 Baten parkeerbelasting.
Doel
Egalisatie van de exploitatieresultaten parkeervoorzieningen over meerdere jaren.
312 | Bijlagen
Realisatie
Naam
Reserve parkeren
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De vermeerderingen en verminderingen hangen samen met het resultaat op de beleidsproducten 214.01 (Straatparkeren) en 214.02 (Parkeergarages) en 215.01 (Baten parkeerbelasting). De bestedingen hangen samen met de plannen van het college tot het creëren van meer parkeermogelijkheden en verbetering van het imago van Leiden als parkeerstad. Hierbij valt te denken aan de maatregelen die genoemd worden in het parkeerbeleidsplan, zoals optimaliseren van de parkeerroute en verbetering van het PRIS, het voorbereiden van parkeeractieplannen per wijk en de daaruit voortvloeiende uitvoering van parkeerfaciliteiten, het financieren van de imagocampagne, het realiseren van stallinggarages voor bewoners buiten het restrictiegebied, het realiseren van bezoekersgarages en/of Park and Ride voorzieningen, etc. Potentiële locaties hiervoor zijn het Haagwegterrein, Lammermarkt, Boommarkt, Groenoordterrein, afslag bij A4 richting Lammenschansweg. In de toekomst zal het college komen met een bestedingsvoorstel gerelateerd aan de bestaande beleidsvoornemens.
Besteding
In 2010 hebben onttrekkingen plaatsgevonden ten behoeve van de Nobel, Subsidie SSL en Morsweg 1.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.156.230
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve herhuisvesting MB
Nummer/Afd.
02147
Raadsbesluit
06.0068
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
De bestemmingsreserve wordt ingesteld voor (her)inrichting huisvesting van de voormalige dienst Milieu en Beheer.
Datum realisatie
2006
Datum opheffing
2047
Voeding
De bestemmingsreserve is in 2006 gevoed vanuit dotaties uit vereveningsreserve grondexploitaties. (€ 2.874.000)
Besteding
Ter dekking van de kapitaallasten van het herhuisvestingsplan voormalig Milieu en Beheer (nu Stedelijk Beheer) wordt een jaarlijkse onttrekking aan de reserve gedaan gedurende 40 jaar.
Omvang per 1-1-2011
€ 842.190
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
SSC JFD
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsreserve Brandweer
Nummer/Afd.
02153
Raadsbesluit
02.0081
Programma/ Beleidsproduct
Programma 2 Veiligheid Beleidsproduct 960 Saldo van baten en lasten
Doel
De doelstelling van de bedrijfsreserve Brandweer is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in bedrijfsvoering op te lossen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2011
Voeding
-
Besteding
In 2011 zal deze reserve gezien de regionalisering van de Brandweer worden opgeheven.
Omvang per 1-1-2011
€ 204.076
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Brandweer
Bijlagen | 313
Naam
Bedrijfsreserve Brandweer
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsreserve DZB
Nummer/Afd.
02154
Raadsbesluit
09.0034
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.05 WSW
Doel
Het opvangen van jaarlijkse schommelingen in de bedrijfsvoeringkosten en om knelpunten in de exploitatie op te lossen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bestemming rekeningsresultaat 2009 ad € 775.093 en terugstorting ad € 44.979 van eerdere onttrekkingen in het verleden op basis van raadsbesluit.
Besteding
Ad € 9.349 op basis van raadsbesluit ter dekking van kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen m.b.t. nieuwbouw kas kwekerij.
Omvang per 1-1-2011
€ 4.263.072
Maximale omvang
10% exploitatielasten 2010 zijn deze circa € 44.443.000
Minimale omvang
1% exploitatielasten 2010 zijn deze circa € 4.444.300
DZB
Bijzonderheden
2010Naam
Bedrijfsreserve griffie
Nummer/Afd.
02156
Raadsbesluit
02.0081
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 006.01 Griffie
Doel
De doelstelling van de bedrijfsreserve is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De bedrijfsreserve dient te worden aangevuld tot het minimaal gewenste niveau.
Besteding
In 2010 hebben geen mutaties plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2011
€ 302.831
Maximale omvang
3% van de begrote personele lasten.
Minimale omvang
n.v.t.
Griffie
Bijzonderheden
Naam
Reserve onderzoekkosten rekenkamercommissie
Nummer/Afd.
02157
Raadsbesluit
03.0078
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 006.02 Rekenkamerfunctie
Doel
Waarborgen dat de eerste jaren voldoende budget aanwezig is om onderzoek te verrichten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2011
Voeding
Door niet bestede bedragen op de onderdelen onderzoekskosten, presentiegelden en overige kosten aan het eind van het boekjaar.
Besteding
In 2011 wordt deze reserve opgeheven; het saldo wordt ingezet als bezuiniging.
314 | Bijlagen
Griffie
Naam
Reserve onderzoekkosten rekenkamercommissie
Omvang per 1-1-2011
€ 77.160
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve afkoopsommen erfpacht
Nummer/Afd.
02158
Raadsbesluit
Op aanbeveling van de accountant in de rekening 1996 opgenomen
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.02 Erfpacht
Doel
De reserve is opgenomen om het inzicht in bezittingen en schulden van de gemeente te verbeteren. In 1996 is besloten de verantwoording van de afkoopsommen zodanig aan te passen dat over de contractperiode jaarlijks een deel van de afkoopsom vrijvalt ten gunste van de exploitatie om de rentelasten over de grondwaarde te dekken.
Datum realisatie
Gedurende de periode waarover de canon is afgekocht.
Datum opheffing
75 jaar na laatst ontvangen afkoopsom
Voeding
De ontvangen afkoopsommen erfpachtcanon worden aan de reserve toegevoegd.
Besteding
Op grond van een annuitaire berekening vindt de vrijval plaats.
Omvang per 1-1-2011
€ 119.051.941
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve afkoop administratiekosten erfpachtbedrijf
Nummer/Afd.
02159
Raadsbesluit
90.0024
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.02 Erfpacht
Doel
Voor erfpachters die gebruik maken van de afkoop van de canon is met ingang van 1990 de mogelijkheid geboden de jaarlijkse vergoeding voor administratiekosten eveneens af te kopen voor een periode van 75 jaar. Deze afkoopsom wordt bepaald door de jaarlijks te betalen vergoeding contant te maken tegen het bij uitgifte geldende canonpercentage. Vanuit de reserve vindt jaarlijks een bijdrage plaats ten gunste van de exploitatie erfpachtgronden om de gemaakte administratiekosten te dekken.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Termijn is afhankelijk van de nog af te kopen canons. Bovendien zal (bij voorkeur jaarlijks) toetsing plaats moeten vinden van aanwezige gelden en benodigde dekking. Daarbij zal een calculatie moeten worden gemaakt van de nog af te kopen canons.
Voeding
De ontvangen afkoopsommen administratiekosten worden aan de reserve toegevoegd.
Besteding
Jaarlijks valt een evenredig deel van de reserve vrij.
Omvang per 1-1-2011
€ 220.022
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve sociale huurwoningen
Nummer/Afd.
02162
Raadsbesluit
06.0063
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.02 Volkshuisvesting
Backoffice Dienstverlening/Vergunningen en Subsidies
Bijlagen | 315
Naam
Reserve sociale huurwoningen
Doel
Voor een aantal met name genoemde bestemmingen was in het kader van de volkshuisvesting een voorziening ingesteld. De op 31 december 2003 daarvoor ingestelde voorziening is op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 31 december 2005 opgeheven.
Datum realisatie
1 januari 2006
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
n.v.t.
Voeding
Volgens besluitvorming over de besteding van de vrij beschikbare ruimte concernreserve na storting van het resultaat van de jaarrekening 2005 (RV 06.0063) zijn de nog beschikbare middelen per 1 januari 2006 ad. € 1.196.575, conform BBV, in deze bestemmingsreserve ingebracht. Dit betreft het restantsaldo van het onder het doel genoemde opgeheven voorziening. Dit betreft bijdrage particuliere woningen (€289.015) en bijdrage Van de Willigenhof (€ 907.560). Tevens is in deze reserve gestort de ontvangen locatiegebondensubsidie subsidies van de Provincie Zuid Holland voor de projecten van den Wilgenhof (€ 381.192) en Aaltje Noorde-wierlaan (€ 217.824. Omdat nog niet geheel duidelijk is wat en hoe de besteding hiervan zal plaatsvinden worden deze ontvangsten bij de bestemming van het resultaat gestort in de bestemmingsreserve sociale huurwoningen.
Besteding
In 2010 zijn de uitbetaalde subsidies voor particuliere woningen onttrokken.
Omvang per 1-1-2011
€ 764.403
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Stadsvernieuwing
Nummer/Afd.
02163
Raadsbesluit
06.0063
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 821.01 Vernieuwing binnenstad
Doel
De financieringsstroom op grond van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (WSDV) is met ingang van 2002 opgenomen in het regiem van de Wet Stedelijke Vernieuwing. Met het opheffen van de financieringsstroom op grond van de WSDV is besloten om de bijdragen over de jaren 2000/2001 geheel en een deel van 1999, toe te voegen aan de vrij besteedbare gelden in het Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP). Ook is het opheffen van de WSDV aanleiding geweest om te komen tot een definitieve verdeling van de restantgelden. Vanwege het éénmalige karakter van de gelden ligt het accent van de restbesteding bij stadsvernieuwingsprojecten. De op 1 januari 2003 daarvoor ingestelde voorziening is op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 31 december 2005 opgeheven.
Datum realisatie
1 januari 2006
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De financieringsstroom op grond van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (WSDV) is met ingang van 2002 opgenomen in het regiem van de Wet Stedelijke Vernieuwing. Met het opheffen van de financieringsstroom op grond van de WSDV is besloten om de bijdragen over de jaren 2000/2001 geheel en een deel van 1999, toe te voegen aan de vrij besteedbare gelden in het Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP). Ook is het opheffen van de WSDV aanleiding geweest om te komen tot een definitieve verdeling van de restantgelden. Vanwege het éénmalige karakter van de gelden ligt het accent van de restbesteding bij stadsvernieuwingsprojecten. De op 1 januari 2003 daarvoor ingestelde voorziening is op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 31 december 2005 opgeheven.
Besteding
In 2010 zijn gelden onttrokken ten behoeve van Woonhuismonumenten en Erfgoednota.
Omvang per 1-1-2011
€ 859.341
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve A4/W4 bijdrage RWS
Nummer/Afd.
02164
Raadsbesluit
06.0062
316 | Bijlagen
Concern
Naam
Bestemmingsreserve A4/W4 bijdrage RWS
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitatie
Doel
Het financieren van de bijdrage aan Rijkswaterstaat voor de aanleg van de ondertunneling van de rijksweg A4
Datum realisatie
01-12-2008
Datum opheffing
31-12-2011
Voeding
De reserve wordt gevoed met het voordelige saldo van het afgesloten project 14 W4/bijdrage. Daarnaast zal jaarlijks een rente gerelateerde dotatie plaats vinden. Indien op 1 december 2008 deze reserve ontoereikend is voor de totale betaling zal vanuit de algemene middelen het restant worden aangevuld. Jaarlijks wordt rente toegevoegd aan de reserve.
Besteding
Betalen van afgesproken bijdrage aan Rijkswaterstaat betreffende het project “de ondertunneling van de Rijksweg A4” van € 13.297.467.
Omvang per 1-1-2011
€ 12.724.849
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Herstructurering Woongebieden Ons Doel
Nummer/Afd.
02165
Raadsbesluit
RV 07.0023
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitatie
Doel
Het verrekenen met Ons Doel van tekorten op de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van Ons Doel, waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert. Conform de Raamovereenkomst met Ons Doel (zie verder raadsvoorstel/besluit betreffende de Raamovereenkomst Stedelijke Herstructurering Ons Doel).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Uit gelden die afkomstig zijn uit de conversie van de geëxpireerde erfpachtcontracten naar volledig eigendom van Ons Doel. Jaarlijkse rentedotatie.
Besteding
Het dekken van de tekorten die ontstaan in de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van Ons Doel, waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert. Ten behoeve van de ontwikkellocatie Lorentzhof is in 2010 €17.000 onttrokken.
Omvang per 1-1-2011
€ 8.190.148
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve Investering Molen de Valk
Nummer/Afd.
02166
Raadsbesluit
07.0012
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Monumentenzorg
Doel
Dekking van afschrijvingen.
Datum realisatie
Bij afsluiten investering Molen de Valk
Datum opheffing
Bij afsluiten investering Molen de Valk
Voeding
Eenmalig bij RV 07.0012 ad € 412.500.
Besteding
Dekking van afschrijvingslasten herstel en restauratiewerkzaamheden aan Molen de Valk (krediet 740937).
Omvang per 1-1-2011
€ 396.000
Maximale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijlagen | 317
Naam
Reserve Investering Molen de Valk
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve vastgoedexploitatie Stadsgehoorzaal
Nummer/Afd.
02169
Raadsbesluit
n.v.t.
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.02 Muziek
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van een nog in te stellen krediet voor investeringen in de Stadsgehoorzaal.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bestemmen van specifieke gelden t.b.v. dekking nog in te stellen krediet voor investeringen in de Stadsgehoorzaal
Besteding
Dekking kapitaallasten.
Omvang per 1-1-2011
€ 887.250
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve onrendabele investeringen op onderwijsgebouwen
Nummer/Afd.
02170
Raadsbesluit
07.0099
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitatie
Doel
Dekking van de kapitaallasten onderwijsgebouw de Wissel.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve wordt gevoed door het verwachte resultaat op de ontwikkeling van het Bizetpad.
Besteding
De dekking van kapitaallasten vindt plaats vanaf 2011.
Omvang per 1-1-2011
€ 252.744
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve Holland Rijnland
Nummer/Afd.
02173
Raadsbesluit
06.0117
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 005.01 Intergemeentelijke samenwerking
Doel
De reserve is ingesteld bij de vaststelling van de begroting 2007 met het doel de gemeentelijke bijdrage aan de regionale investeringsbehoefte in infrastructuur en groen te kunnen opvangen. Met RV 06.0173 (06-02-2007) is besloten tot de instelling van een regionaal investeringsfonds binnen Holland Rijnland. Leiden draagt van 2008-2022 jaarlijks € 3.076.652 bij. De bijdragen worden gedekt uit deze reserve en voor zover deze (nog) niet toereikend is uit de stelpost ‘investeringsbijdrage’. In dit besluit is bepaald dat de opbrengsten hoger dan in het meerjaren kader geraamd van de Nuon en BNG worden gestort in deze reserve.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2022
318 | Bijlagen
Concernstaf
Naam
Reserve Holland Rijnland
Voeding
Voeding in 2009 is gebaseerd op het meerdere dividend BNG/Nuon tov van de begroting.
Besteding
De bijdrage aan het regionale investeringsfonds is eerst gedekt door de verlaging van de stelpost investeringsbijdrage. De besteding van deze reserve dient ter dekking van die bijdrage en betekent effectief dat de stelpost investeringsbijdrage t.b.v. het college uitvoeringsprogramma weer wordt verhoogd.
Omvang per 1-1-2011
€ 14.328.869
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve fietsenafhandelcentrale
Nummer/Dienst
02174
Raadsbesluit
07.0059
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 211.01 Verkeersmaatregelen
Doel
Dekking van de kapitaallasten van de nieuwe fietsafhandelcentrale aan de Willem Barentszstraat 22 in het kader van het project “fiets fout = fiets weg”.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2011
Voeding
-
Besteding
In 2011 zal deze reserve worden ingezet als bezuinging.
Omvang per 1-1-2011
€ 37.500
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Handhaving/Openbare Ruimte
Bijzonderheden
Naam
Reserve bestrijding overlast door meeuwen
Nummer/Afd.
02175
Raadsbesluit
07.0059
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 723.01 Ontsmettingsdienst
Doel
Dekking van uitgaven in het kader van de bestrijding van de overlast door meeuwen waaronder communicatiekosten en maatregelen om de overlast te bestrijden.
Datum realisatie
8-5-2007
Datum opheffing
2012
Voeding
-
Besteding
Vrijval € 20.000 per jaar.
Omvang per 1-1-2011
€ 40.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Reserve Leids Fonds voor de Kunsten
Nummer/Afd.
02176
Raadsbesluit
07.0119
Programma/ Beleidsproduct
Prorgamma 8 Cultuur, recreatie en sport Beleidsproduct 540.01 Theather
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijlagen | 319
Naam
Reserve Leids Fonds voor de Kunsten
Doel
Het geven van een impuls aan het Leidse kunst- en cultuuraanbod.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2011
Voeding
Het jaarlijkse saldo van baten en lasten van het Leids Fonds voor de Kunsten (product 540.01). In 2008 is er een positief saldo op Leids Fonds voor de Kunsten gerealiseerd maar dit is middels raadsbesluiten aan andere doeleinden besteed. Voor meer informatie wordt verwezen naar het productblad van product 540.01. Het restant van € 4.000 wordt voorgesteld bij resultaatsbestemming toe te voegen aan de reserve.
Besteding
In 2010 zijn bedrag ontrokken ten behoeve van jeugdcultuureducatie en knelpunt stampod.
Omvang per 1-1-2011
€ 82.070
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve voorziene investeringen
Nummer/Afd.
02177
Raadsbesluit
08.0091 (vaststelling begroting 2009)
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene dekkingsmiddelen Beleidsproduct 980.01 Verrekening reserves
Doel
De reserve is ingesteld bij samenstelling van de begroting 2009. Via deze reserve wordt een voordelige ontwikkeling in het meerjarenbeeld als gevolg van een herberekening van de kapitaallasten beschikbaar gehouden voor de dekking van voorziene grote investeringsopgaven.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Ontwikkeling in de kapitaallasten resp. de afroming van de stelpost grote investeringen. In 2009 is een bedrag van € 6.764.000 in de reserve gestort.
Besteding
In 2001 is een bedrag van € 1.755.000 onttrokken met name voor Ringweg Oost.
Omvang per 1-1-2011
€ 18.215.215
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concernstaf
Bijzonderheden
Naam
Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Nummer/Afd.
02178
Raadsbesluit
08.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 421.01 Openbaar basisonderwijs huisvesting
Doel
De reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord dient om de kapitaallasten die voortvloeien uit het vastgoedkrediet voor investeringen van de Brede School Leiden Noord te dekken.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt gevoed uit de vereveningsreserve: a. de verwachte eindwaarde van de grondexploitatie Brede School Leiden Noord ad € 4.146.789 wordt in 2011 gestort in de reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord; b. de bijdrage uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties ter dekking van het vastgoedkrediet BSLN van € 1.500.000 (RV 08.0050, PRIL 2008) is in 2009 gestort in de reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord; c. de opbrengsten tijdelijke huisvesting van € 247.000 (restwaarden gebouw Viersprong / portocabin HOED en huuropbrengsten) worden gestort in de reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord;
Besteding
Een deel van de kapitaallasten van de Brede School Leiden Noord worden gedekt uit de reserve (zie RV 08.0047).
Omvang per 1-1-2011
€ 2.173.000
320 | Bijlagen
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Naam
Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve project en algemene risico’s projecten in uitvoering
Nummer/Afd.
02179
Raadsbesluit
RV 08.0050
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van de project en algemene risico’s in de grondexploitatieprojecten in uitvoering.
Datum realisatie
N.v.t.
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Dotaties uit vereveningsreserve. In 2010 is € 6.480.000 gedoteerd voor diverse projecten.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico’s in het PRIL 2010 van de projecten in uitvoering door middel van besluitvorming bij het PRIL.
Omvang per 1-1-2011
€ 12.961.200
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve project en algemene risico’s projecten voor uitvoering
Nummer/Afd.
02180
Raadsbesluit
RV 08.0050
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van de project en algemene risico’s in de grondexploitatieprojecten voor uitvoering.
Datum realisatie
N.v.t.
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Dotaties uit vereveningsreserve.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico’s in het PRIL 2010 van de projecten voor uitvoering door middel van besluitvorming bij het PRIL. In 2010 is een bedrag van € 2.860.000 vrijgevallen uit deze reserve.
Omvang per 1-1-2011
€ 2.215.155
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve Archeologisch park Matilo
Nummer/Afd.
02182
Raadsbesluit
08.0073
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.03 Archeologie
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van het project inrichting Park Matilo.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijlagen | 321
Naam
Reserve Archeologisch park Matilo
Voeding
Dotatie uit vereveningsreserve vanaf 2009 van drie gelijke jaarschijven voor totaal een bedrag van € 3,75 mln.
Besteding
In te zetten voor de realisatie van het wijkpark Matilo in de ruimste zin van het woord. In 2010 is € 879.685 uitgegeven op het project en ten laste van deze reserve gebracht.
Omvang per 1-1-2011
€ 880.872
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Haagweg 4
Nummer/Afd.
02183
Raadsbesluit
09.0004
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.03 Beeldende kunst
Doel
Dekking van de kapitaallasten van de renovatie Haagweg 4.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Reserveringen binnen het PRIL, uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties ad. € 1.350.000; Reserve Atelierbeleid (product 540.04 Reserve Atelierbeleid) ad. € 91.000; Beschikbare middelen 2008 ten behoeve van het Cultuurfonds 2008 (product 540.01 Theater) ad. € 100.000,- bij resultaatbestemming jaarrekening 2008; Beschikbare middelen 2008 ten behoeve van de kunst in de openbare ruimte (product 540.03 Beeldende Kunst) ad € 75.000,- bij resultaatbestemming jaarrekening 2008;
Besteding
Kapitaallasten herinrichting en het brandveilig maken van het Haagweg 4 complex.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.615.756
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten nieuwbouw Da Vinci
Nummer/Afd.
02184
Raadsbesluit
09.0073
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.01 Facilitaire taken huisvesting
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de nieuwbouw van de VMBO-school Da Vinci College nabij station Lammenschans.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Dotatie uit Vereveningsreserve per 01-07-2009 van € 5.244.000 Opbrengst grondverkoop aan CCL april 2009 € 2.000.000 Dekking vrijval behoedzaamheidsreserve 2007 (RB 07. 0016) € 2.300.000 Reservering Vereveningsres. Grondexploitaties (RB 06.0137) € 2.000.000
Besteding
In te zetten voor de nieuwbouw en rentebetalingen van het Da Vinci College, gerealiseerd binnen de nieuwbouw van het ROC-complex nabij het station Lammenschans.
Omvang per 1-1-2011
€ 11.544.000
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Bijzonderheden
322 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en cultuur
Naam
Reserve compensatie dividend Nuon
Nummer/Afd.
02185
Raadsbesluit
09.0111
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 914.02 Beleggingen
Doel
Het reserveren van een deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon Energy voor compensatie van het wegvallende dividend in de begroting.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon.
Besteding
Jaarlijks wordt aan de reserve een bedrag onttrokken gelijk aan het bedrag dat aan dividend wegvalt door verkoop van de aandelen.
Omvang per 1-1-2011
€ 117.500.000
Maximale omvang
€ 117.500.000
Minimale omvang
€ 117.500.000
Concern
Bijzonderheden
Naam
Reserve combinatiefuncties
Nummer/Afd.
02186
Raadsbesluit
09.0120
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.04 Lokaal onderwijsbeleid
Doel
Vanaf 2008 is de rijksregeling Impuls Brede Scholen Sport en Cultuur in werking getreden. Via deze regeling ontvangt de gemeente een bijdrage voor het realiseren van combinatiefuncties in enerzijds het onderwijs en anderzijds in de sectoren sport en cultuur. De belangrijkste doelstellingen van het Rijk bij deze regeling zijn: ■ de uitbreiding van het aantal brede scholen met een sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs; ■ de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sport voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; ■ het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen; ■ het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Deze reserve wordt gevoed met de rijksbijdragen 2008 en 2009 ad € 465.000, de onderuitputting BOS-projecten ad € 50.000 en een onttrekking uit de voorziening risico GSB ad € 563.000.
Besteding
Op de combinatiefuncties zit in de jaren 2010 t/m 2014 een begroot tekort. Met deze reserve wordt dit tekort jaarlijks aangevuld. Het is evenwel ook mogelijk dat een overschot in enig jaar aan de reserve wordt toegevoegd.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.120.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis
Bijzonderheden
Naam
Reserve Ringweg Oost
Nummer/Afd.
02187
Raadsbesluit
09.0118
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 210.01 Verkeer en vervoer
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de aanleg van de Ringweg Oost.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijlagen | 323
Naam
Reserve Ringweg Oost
Voeding
Additionele bijdrage Leiden en Leiderdorp, bijdrage van de provincie, bijdrage vanuit de vereveningsreserve en de decentralisatie-uitkering Spoorse doorsnijdingen. Jaarlijks wordt rente in de reserve gestort. In 2010 is € 25.500.000 gestort uit de reserve verkoop aandelen Nuon.
Besteding
Dekking van de aanleg Ringweg Oost.
Omvang per 1-1-2011
€ 25.500.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten parkeergarage Kooiplein
Nummer/Afd.
02188
Raadsbesluit
10.0003
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 214.02 Parkeergarages
Doel
Dekking van de kapitaallasten voortvloeiende uit het vastgoedkrediet ten behoeve van de genoemde parkeergarage.
Datum realisatie
2013/2014
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt gevoed uit het uitvoeringsbesluit Kooiplein waarin is opgenomen dat er een krediet beschikbaar komt van € 9,85 mln. Een deel van de investering wordt gedekt uit het investeringsprogramma; een deel van de afschrijvingslasten worden gedekt uit deze reserve.
Besteding
Dekking van de kapitaallasten verband houdende met de investering in de parkeergarage Kooiplein.
Omvang per 1-1-2011
€0
Maximale omvang
€ 2.956.000
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve brandschadefonds
Nummer/Afd.
02189
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 002.07 Bestuurlijke en juridische zaken
Doel
Egalisatie van de afwijkingen tussen de werkelijke en de gebudgetteerde kosten voor de verzekering tegen brand- en stormschade over meerdere jaren, taxatiekosten en kosten voor preventieve maatregelen.
Datum realisatie
2010
Datum opheffing
-
Voeding
Bij de resultaatbestemming 2009 is de voorziening brandschadefonds vrijgevallen en in plaats ervan is een reserve gevormd.
Besteding
Zie doelstelling.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.168.149
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
SSC JFD
Bijzonderheden
Naam
Reserve bereikbaarheid
Nummer/Afd.
02190
Raadsbesluit
10.0056
324 | Bijlagen
Programmamanager Bereikbaarheid
Naam
Reserve bereikbaarheid
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 210.01 Verkeer en vervoer
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de realisatie van de doelen gerelateerd aan de programmasturing programma Bereikbaarheid.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
2011/2012
Voeding
In RV 09.0029 is besloten een voorbereidingskrediet van € 1.880.000 beschikbaar te stellen voor het programma Bereikbaarheid en dit te dekken uit de onderuitputting kapitaallasten 2009. Als gevolg hiervan stond een last (exploitatiebijdrage aan investeringen) van €1.880.000 opgenomen in de begroting 2009 op het product verkeer en vervoer. Omdat het een jaaroverschrijdend project betreft (krediet) is dit bedrag nog niet volledig uitgegeven in 2009, maar slechts € 251.350. Er blijft dus € 1.628.650 over ter dekking in 2010 of later.
Besteding
Ter afdekking van de resterende budgetruimte op de kredieten: Projectmanagement programma Bereikbaarheid € 958.978 Herinrichting Plesmanlaan € 280.577 Verkeerscirculatieplan € 389.095
Omvang per 1-1-2011
€ 638.808
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve baggeren
Nummer/Afd.
02191
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 221.02 Grachten en watergangen
Doel
Egalisatie van de kosten voor het baggeren.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Omdat er geen geactualiseerd bagger beheerplan beschikbaar is, heeft er eind 2009 vrijval plaatsgevonden van de voorziening Baggeren. Het vrijgekomen bedrag blijft nodig voor de benodigde baggerwerkzaamheden, die over de jaren heen niet van gelijke financiële hoogte zijn. Het te reserveren bedrag is € 302.893.
Besteding
Het baggerbeheersplan is leidend voor de bestedingen.
Omvang per 1-1-2011
€ 302.893
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Reserve onderhoud grote bruggen
Nummer/Afd.
02192
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.05 Exploitatie bruggen en viaducten
Doel
Egaliseren onderhoudskosten van grote bruggen, gebaseerd op het in de gemeente Leiden vastgestelde beheerplan onderhoud grote bruggen.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Omdat er geen geactualiseerd bruggen beheerplan beschikbaar is, heeft er eind 2009 vrijval plaatsgevonden van de voorziening grote bruggen. Het vrijgekomen bedrag blijft nodig voor de benodigde geplande werkzaamheden, die om verschillende redenen niet eerder konden worden uitgevoerd. Het te reserveren bedrag is € 617.367.
Besteding
Gerealiseerde onderhoudskosten in het betreffende jaar voor onderhoud conform het beheerplan onderhoud grote bruggen.
Stedelijk beheer
Bijlagen | 325
Naam
Reserve onderhoud grote bruggen
Omvang per 1-1-2011
€ 617.367
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve centra voor jeugd en gezin
Nummer/Afd.
02193
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 716.01 Jeugdgezondheidszorg
Doel
Het egaliseren van de jaarlijkse kosten die betrekking hebben op het realiseren van vier nieuwe centra voor jeugd en gezin.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Tot en met 2011 worden vanuit het rijk middelen tbv het realiseren van centra voor jeugd en gezin als brede doeluitkering verstrekt. Hierna is de verwachting dat deze middelen via de algemene uitkering als decentralisatieuitkering zullen worden vertrekt. Bij de jaarrekening 2009 is voorgesteld om een bedrag van € 200.000 in de reserve te storten. Tot en met 2012 wordt de reserve als egalisatiereserve ingezet. Volgens de begroting 2010 vinden er in 2010 en 2012 onttrekkingen plaats en in 2011 een storting. De fluctuerende uitgaven hebben te maken met de eenmalige inrichtingskosten die met het openen van een nieuw centrum gepaard gaan.
Besteding
Tot en met 2012 wordt de reserve ingezet als egalisatiereserve. Vanaf 2013 komt de begrootte hoogte van structurele uitgaven weer met elkaar overeen.
Omvang per 1-1-2011
€ 200.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis
Bijzonderheden
Naam
Reserve herontwikkeling sportvelden
Nummer/Afd.
02194
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 530.01/531.01 Rode en groene sportvelden
Doel
Deze reserve heeft tot doel de middelen te reserveren die zijn toegekend voor de ontwikkeling van de Zuidelijke sportvelden en Montgomery terrein.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt voornamelijk gevoed door een voortijdige winstneming op de ontwikkeling van het Haagwegkwartier.
Besteding
(Her)ontwikkeling van Sportvelden.
Omvang per 1-1-2011
€ 2.615.335
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Sportbedrijf
Bijzonderheden
Naam
Reserve aanloop GR Servicepunt 71
Nummer/Afd.
02195
Raadsbesluit
10.0082
326 | Bijlagen
Concern
Naam
Reserve aanloop GR Servicepunt 71
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene dekkingsmiddelen Beleidsporoduct 960.01 Saldo van baten en lasten
Doel
T.b.v. vorming Gemeenschappelijke Regeling Servicepunt 71 € 2.338.000 ter financiering van de aanloopkosten beschikbaar te stellen en deze middelen tijdelijk te dekken uit de concernreserve.
Datum realisatie
2011/2012
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalig uit concernreserve van € 2.338.000 in 2011.
Besteding
Overeenkomstig de doelstelling.
Omvang per 1-1-2011
€0
Maximale omvang Minimale omvang Bijzonderheden
Voorzieningen Naam
Voorziening herinrichting Trekvaartplein
Nummer/Afd.
04001
Raadsbesluit
98.0129
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.02 Volkshuisvesting
Doel
De herinrichting van het Trekvaartplein inclusief de bodemsanering van het gebiedsdeel, waarop in het verleden een autosloperij was gevestigd. Het Leidse aandeel in het gemeenschappelijke fonds dat binnen de GR Regionaal Woonwagen Centrum wordt opgebouwd wordt geraamd op € 1.089. Aangezien het gemeenschappelijke fonds nog niet operationeel is, worden de geraamde bijdragen voorlopig in deze voorziening gestort.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
De voorziening moet in stand worden gehouden tot na voltooiing van de sanering. Naarmate de tijd verder verstrijkt wordt de noodzaak tot hercalculatie van de saneringskosten groter.
Onderhoudsplan
n.v.t.
Voeding
ISV Woonwagens.
Besteding
Financieren van de plannen t.b.v. de bodemsanering in het kader van de herinrichting van het Trekvaartplein. Het uitvoeringsbesluit voor de herinrichting van het Trekvaartplein is genomen in juni 2009 (RV 09.0070). Naar verwachting zal een groot deel van de voorziening in 2011 worden besteed. In 2010 zijn twee bedragen gedekt uit de voorziening: € 85.000 Planvorming Haarlemmerweg en € 357.000 voor het Trekvaartplein.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.902.932
Realisatie/Stadsleven
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen
Nummer/Afd.
04010
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van panden (voorheen ID-dienst).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
De meerjarige onderhoudsplanningen zijn in 2008 geactualiseerd.
Voeding
In 2010 is een bedrag van € 272.710 gedoteerd.
Besteding
In 2010 is € 160.741 besteed.
Omvang per 1-1-2011
€ 5.143.805
Beheer en Onderhoud Vastgoed
Bijlagen | 327
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen (DZB)
Nummer/Afd.
04010
Raadsbesluit
00.0025
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen 611.05 WSW
Doel
Egalisatie van de kosten voor groot onderhoud van de bedrijfspanden aan Le Pooleweg 6 en 11.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Een meerjarig onderhoudsplan is beschikbaar. Het voornemen is om nieuwe onderhoudsplannen op te stellen in 2011.
Voeding
Vaste dotatie van € 109.000 per jaar.
Besteding
Ìn 2010 is € 135.000 besteed aan groot onderhoud.
Omvang per 1-1-2011
€ 579.685
DZB-Leiden
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud archief
Nummer/Afd.
04013
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening 002.13 – via kostenplaats huisvesting
Doel
Egalisatie van de kosten voor onderhoud van de gebouwen archief.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Een meerjarig onderhoudsplan is beschikbaar.
Voeding
Vaste dotatie.
Besteding
In 2010 is een bedrag van € 128.658 besteed.
Omvang per 1-1-2011
€ 282.774
Archief
Bijzonderheden
Naam
Voorziening risico stadsbank
Nummer/Afd.
04016
Raadsbesluit
1991
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 614.03 Schuldhulpverlening en budgetbegeleiding
Doel
Het egaliseren van de verliezen op verstrekte kredieten.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In de begroting is een jaarlijkse storting geraamd van € 45.773.
Besteding
In 2010 is voor € 10.000 afgeboekt aan lening; er is een bedrag van € 279.000 vrijgevallen in verband met de vereiste hoogte van de voorziening.
Omvang per 1-1-2011
€ 197.795
Bijzonderheden
328 | Bijlagen
Backoffice Dienstverlening/WIZ
Naam
Voorziening groot onderhoud schouwburg
Nummer/Afd.
04017
Raadsbesluit
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 540.01 Theater
Doel
Egalisatie van de kosten voor onderhoud van de Schouwburg.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
-
Voeding
Jaarlijks begroot bedrag voor de storting in de voorziening onderhoud.
Besteding
In 2010 zijn geen onderhoudskosten gemaakt.
Omvang per 1-1-2011
€ 112.697
Realisatie/Stadskennis en Cultuur/ Beheer & Onderhoud Vastgoed
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud Lakenhal
Nummer/Afd.
04018
Raadsbesluit
1986
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidkunde en musea
Doel
Egalisatie van de kosten voor onderhoud van de Lakenhal.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
-
Voeding
Jaarlijks begroot bedrag voor de storting in de voorziening onderhoud.
Besteding
In 2010 is € 50.000 besteed ten laste van de voorziening.
Omvang per 1-1-2011
€ 232.729
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud Molen de Valk
Nummer/Afd.
04019
Raadsbesluit
1986
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidkunde en musea
Doel
Egalisatie van de kosten voor onderhoud van Molen de Valk.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
-
Voeding
Jaarlijks begroot bedrag voor de storting in de voorziening onderhoud.
Besteding
Geen mutaties in 2010.
Omvang per 1-1-2011
€ 33.377
Realisatie/Stadskennis en Cultuur / Beheer & Onderhoud Vastgoed
Bijzonderheden
Naam
Voorziening onderhoud accommodaties
Nummer/Afd.
04021
Beheer en Onderhoud Vastgoed
Bijlagen | 329
Naam
Voorziening onderhoud accommodaties
Raadsbesluit
1994
Programma/ Beleidsproduct
Diversen
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van panden. (voorheen accommodaties C&E)
Datum realisatie
Doorlopend
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Voor panden die langdurig in beheer zijn bestaan meerjaren onderhoudsplannen, aan de hand waarvan groot onderhoud wordt uitgevoerd. Bij de overige panden van de lijst te verkopen panden wordt onderhoud geminimaliseerd.
Voeding
In 2010 is een bedrag van € 1.153.000 gedoteerd.
Besteding
In 2010 zijn de ouderhoudskosten ad € 497.000 ten laste van de voorziening gebracht.
Omvang per 1-1-2011
€ 5.502.977
Bijzonderheden
Naam
Voorziening onderhoud Da Vinci
Nummer/Afd.
04022
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 441.02 OSG Voorzieningen/huisvesting
Doel
Opvangen van pieken in het onderhoud en gelijkmatige spreiding van de lasten over de jaren.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Onderhoudsplan
-
Voeding
n.v.t.
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van Da Vinci College.
Omvang per 1-1-2011
€0
Da Vinci College
Bijzonderheden
Naam
Voorziening leermiddelen voorgezet onderwijs
Nummer/Afd.
04023
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 440.01 OVO Voorzieningen/huisvesting
Doel
Egalisatie van de jaarlijkse kosten van leermiddelen voor het Stedelijk Gymnasium.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van BOO.
Omvang per 1-1-2011
€0
Bureau Openbaar Onderwijs
Bijzonderheden
Naam
Voorziening leermiddelen openbaar primair onderwijs
Nummer/Afd.
04024
Raadsbesluit
-
330 | Bijlagen
Bureau Openbaar Onderwijs
Naam
Voorziening leermiddelen openbaar primair onderwijs
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 420.01/430.01 OBO Algemeen/OSO Algemeen
Doel
Scholen krijgen elk jaar een budget voor aanschaf leermiddelen toegekend. Niet alle scholen gebruiken dit budget volledig. Soms wordt er 'gespaard' voor de aanschaf van lespakketten die over een langere periode gebruikt worden. De nietverbruikte budgetten vormen op rekeningbasis de storting in de voorziening leermiddelen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van BOO.
Omvang per 1-1-2011
€0
Bijzonderheden
Naam
Voorziening preventief onderhoud openbaar primair onderwijs
Nummer/Afd.
04025
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 420.01/430.01 OBO Algemeen/OSO Algemeen
Doel
Egalisatie van de kosten van preventief onderhoud over meerdere jaren.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Bureau Openbaar Onderwijs
Onderhoudsplan Voeding Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van BOO.
Omvang per 1-1-2011
€0
Bijzonderheden
Naam
Voorziening onderhoud schoolaccommodaties
Nummer/Afd.
04026
Raadsbesluit
RV 07.0010
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Onderwijshuisvestingsproducten 421.01 t/m 480.01
Doel
Egalisatie van de fluctuerende onderhoudskosten van gebouwen met onderwijsbestemming die bij de schoolbesturen in juridisch eigendom zijn en waarop het economische claimrecht vanuit de gemeente rust.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
31-12-2010
Onderhoudsplan
-
Voeding
-
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van BOO.
Omvang per 1-1-2011
€0
Realisatie
Bijzonderheden
Naam
Voorziening onderhoud voortgezet onderwijs
Nummer/Afd.
04027
Raadsbesluit
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 440.01 OVO Algemeen
Bureau Openbaar Onderwijs
Bijlagen | 331
Naam
Voorziening onderhoud voortgezet onderwijs
Doel
Egalisatie van de kosten van preventief onderhoud over meerdere jaren.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Onderhoudsplan
-
Voeding
-
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van BOO.
Omvang per 1-1-2011
€0
Bijzonderheden
Naam
Voorziening exploitatie Da Vinci
Nummer/Afd.
04028
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 441.02 OSG Algemeen
Doel
Opvangen van de jaarlijkse schommelingen in de exploitatie van het Da Vinci College.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van Da Vinci College.
Omvang per 1-1-2011
€0
Da Vinci College
Bijzonderheden
Naam
Voorziening formatierekeneenheden
Nummer/Afd.
04029
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Prorgamma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 420.01/430.01/440.01 OBO/OVO/OSG Algemeen
Doel
Tegenover de gemeentelijke voorziening 'formatierekeneenheden' staan diverse reserves bij BOO met elk eigen bestedingsdoeleinden, te weten: ■ Reserve onderwijs leerpakket scholen + inrichting gymzalen ■ Reserve ICT ■ Reserve O&O (Opleiding en Ontwikkeling) ■ Reserve Verzilvering personeel ■ Reserve personeel concern ■ Reserve Onderhoud schoolgebouwen/gymzalen algemeen ■ Reserve werving personeel De reserves hebben onder anderen tot doel om de besteding van de betreffende doeluitkering te reguleren. Bestedingen bestaan onder andere uit: ■ Nascholing: de verzilvering van de doeluitkering die afhankelijk is van de grootte van de school wordt uitgekeerd in formatierekeneenheden. Na storting in deze reserve kunnen scholen een beroep op deze middelen doen voor nascholingsactiviteiten waarbij het belang van de school voorop staat; ■ Schoolprofielbudget: dit budget is enerzijds bedoeld voor profilering van de school (kleine attenties voor de leerkrachten, toelage voor coördinatoren, grote projecten) en anderzijds een reserve voor werkgelegenheidsgarantie; ■ Verzilvering: mits scholen hebben voldaan aan de verplichtingen voor wat de inzet van formatie betreft, kan het restant worden gereserveerd en in de toekomst worden ingezet (20% materieel, 80% personeel).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
1-1-2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is deze voorziening opgeheven als gevolg van de verzelfstandiging van BOO.
Omvang per 1-1-2011
€0
332 | Bijlagen
Bureau Openbaar Onderwijs
Naam
Voorziening formatierekeneenheden
Bijzonderheden
Naam
Voorziening BKOR (Beeldende Kunst in Openbare Ruimte)
Nummer/Afd.
04030
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit 541.02
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van bestaande of realisatie van nieuwe beeldende kunstobjecten in de openbare ruimte
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
31-12-2010
Voeding
Jaarlijks begroot bedrag voor de storting in de voorziening onderhoud. Ontvangen bijdragen ten behoeve van de realisatie van nieuwe objecten.
Besteding
Eind 2010 is de voorziening opgeheven.
Omvang per 1-1-2011
€0
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Voorziening loga-gelden
Nummer/Afd.
04033
Raadsbesluit
97.0130
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
Egalisatie van de kosten die voortvloeien uit spaarcontracten met personeel voor verlofrecht en dergelijke (voorheen M&B).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Door het afschaffen van de loga-regeling zal er geen voeding meer zijn.
Besteding
De opgebouwde voorziening wordt aangewend voor de bekostiging van de vervanging in die jaren dat de in het verleden opgebouwde verlofrechten worden opgenomen. In het kader van de mogelijkheid om voor de levensloopregeling te sparen moet deze voorziening worden afgebouwd. Deze herberekening heeft nog niet plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2011
€ 384.081
SSC JFD
Bijzonderheden
Naam
Voorziening boomregeling
Nummer/Afd.
04034
Raadsbesluit
96.0075
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 560.05 Groenbeheer
Doel
Egalisatie van de kosten voor het duurzaam in stand houden van bepaalde monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstand en dergelijke.
Datum realisatie
9-7-1996
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Bomenverordening en Meerjaren Onderhoudsprogramma Groen.
Voeding
Egalisatie van de kosten voor het duurzaam instandhouden van bepaalde monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstand e.d.
Besteding
Herplantbijdrage en vergoedingen wegens toegebrachte schade. In 2010 is € 400.000 overgeheveld naar een voorziening groen Oostvlietpolder.
Stedelijk beheer
Bijlagen | 333
Naam
Voorziening boomregeling
Omvang per 1-1-2011
€ 1.424.443
Bijzonderheden
Naam
Voorziening riolering
Nummer/Afd.
04035
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 722.03 Vervanging riolering en 722.06 Onderhoud riolering en gemalen
Doel
Egalisatie van de kosten voor het onderhoud rioleringen.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan
Het rioleringsplan is de basis voor de vervanging van rioleringen en maatregelen om emissie te beperken. De werkelijke vervanging per jaar is deels afhankelijk van verbetering- en reconstructiewerk, waardoor de omvang van het onderhoudswerk per jaar kan verschillen.
Voeding
In 2010 is een begrote dotatie gedaan van € 1 mln.
Besteding
In 2010 is voor € 376.000 aan groot onderhoud riolering besteed.
Omvang per 1-1-2011
€ 2.581.335
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Voorziening asbestsanering
Nummer/Afd.
04037
Raadsbesluit
01.0053
Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 723.06 Milieubeheer algemeen
Doel
Bijdrage in de kosten van asbestsanering van gemeentelijke gebouwen die bij de inventarisatie in 2002 in bezit waren van de gemeente.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan
De planning voor asbestsanering is afhankelijk van voorgenomen groot onderhoud en verbeterplannen. Daarnaast moet, in situaties waarin er een direct risico voor de gebruikers van objecten bestaat, direct worden ingegrepen.
Voeding
In 2010 is een begrote dotatie van € 273.000 gedaan.
Besteding
In 2010 is slechts een bedrag van € 11.000 besteed aan asbestsanering. Wegens strijdigheid met BBV is de voorziening in 2010 opgeheven.
Omvang per 1-1-2011
€0
Ruimte- en milieubeleid
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud wegen
Nummer/Afd.
04041
Raadsbesluit
BW 05.0146
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.09 Herbestratingsprogramma
Doel
Het opvangen van onvoorziene verschuivingen binnen het Meerjaren onderhoudsprogramma Wegen als gevolg van externe invloeden op de planning
Datum realisatie
20-12-2005
Datum opheffing
n.v.t.
334 | Bijlagen
Stedelijk beheer
Naam
Voorziening groot onderhoud wegen
Onderhoudsplan
Basis voor herbestrating vormt het Meerjaren onderhoudsprogramma Wegen. Dit meerjaren onderhoudsprogramma verschaft inzicht in de hoogte van de kosten die gemoeid zijn met wegonderhoud en maakt het mogelijk onderhoud zodanig te plannen, dat achterstallig onderhoud niet voorkomt. Daarmee wordt kapitaalvernietiging van asfaltverhardingen voorkomen.
Voeding
In 2010 is het verschil tussen de begrote dotatie en de bestedingen (€ 1.150.000) gedoteerd aan de voorziening. Wegens strijdigheid met BBV is de voorziening in 2010 opgeheven.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2011
€0
Bijzonderheden
Naam
Voorziening walmuren en beschoeiingen
Nummer/Afd.
04042
Raadsbesluit
06.0104
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 541.05 Onderhoud walmuren en monumenten
Doel
Het in goede staat van onderhoud houden van walmuren en beschoeiingen.
Datum realisatie
31-12-2006
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Walmuren beheerprogramma (vastgesteld in B en W 990434)
Voeding
Jaarlijkse dotatie van € 110.000.
Besteding
Wegens strijdigheid met BBV is de voorziening in 2010 opgeheven.
Omvang per 1-1-2011
€0
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Voorziening onderhoud gebouwen Brandweer
Nummer/Afd.
04043
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 2 Veiligheid Beleidsproduct 120.01 Gemeentelijke Brandweer
Doel
Egalisatie van de kosten voor groot onderhoud aan de brandweerkazernes.
Datum realisatie
1982
Datum opheffing
2011
Onderhoudsplan
Een meerjarig (40 jaar) onderhoudsplan is in het jaar 2007 opgesteld.
Voeding
Jaarlijkse dotatie.
Besteding
In 2011 wordt het beheer van de gebouwen van de Brandweer overgeheveld naar VAG; de voorziening wordt toegevoegd aan de voorziening accommodaties.
Omvang per 1-1-2011
€ 735.372
Brandweer
Bijzonderheden
Naam
Voorziening overgangsregeling invoering BCF
Nummer/Afd.
04047
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Diverse
Doel
Egalisatie van de afwijkingen tussen de werkelijke en de begrote uitname van de compensabele BTW (bij het BTW compensatie fonds) uit de algemene uitkering.
Datum realisatie
01-01-2003
Concernstaf
Bijlagen | 335
Naam
Voorziening overgangsregeling invoering BCF
Datum opheffing
31-12-2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is de naheffingsaanslag voor het BTW-compensatiefonds ad € 2,85 mln. ten laste van de voorziening betaald.
Omvang per 1-1-2011
€0
Bijzonderheden
Naam
Voorziening pensioenen wethouders
Nummer/Afd.
04048
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Prorgamma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 001.01 Bestuursorganen
Doel
Voorziening om de jaarlijkse aanvulling op de pensioenuitkering van oud-wethouders aan te vullen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Naar aanleiding van de herberekening van de pensioenen van de (oud)wethouders is een bedrag van € 177.000 gedoteerd.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2011
€ 3.509.789
Concernstaf
Bijzonderheden
Naam
Voorziening loga-gelden DZB
Nummer/Afd.
04053
Raadsbesluit
00.0025
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.05 WSW
Doel
Egalisatie van kosten die voortvloeien uit spaarcontracten met personeel voor verlofrecht en dergelijke.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
-
Besteding
-
Omvang per 1-1-2011
€ 89.676
DZB-Leiden
Bijzonderheden
Naam
Voorziening garantieregeling verkoop aandelen Nuon
Nummer/Afd.
04059
Raadsbesluit
09.0111
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemen Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 914.02 Beleggingen
Doel
Het afzonderen van een deel van de opbrengst uit de verkoop van aandelen Nuon vanwege afgegeven garanties zoals vastgelegd in de verkoopovereenkomst met Vattenfall.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
31-12-2016
Voeding
-
Besteding
In 2010 is 50% van de garantie vrijgevallen ten gunste van de reserve verkoop aandelen Nuon (€ 4,5 mln.)
336 | Bijlagen
Concern
Naam
Voorziening garantieregeling verkoop aandelen Nuon
Omvang per 1-1-2011
€ 4.542.429
Bijzonderheden
Naam
Voorziening nabetaling CAO-gelden
Nummer/Afd.
04060
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
Treffen van een voorziening om de nabetaling van de cao-gelden te dekken die uit de cao-onderhandelingen in 2010 over het jaar 2009 nog zal volgen. Er is een voorziening van 1% over de bruto jaarlasten getroffen, voor een bedrag van € 514.800.
Datum realisatie
In het jaar 2010
Datum opheffing
01-01-2010
Voeding
-
Besteding
In 2010 is dez voorziening vrijgevallen.
Omvang per 1-1-2011
€0
Concern
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Afwikkeling VOC-gelden
Nummer/Afd.
04100
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 212.01 Openbaar vervoer
Doel
Afwikkeling van nog lopende zaken in de overdracht van de vervoersautoriteit van Leiden naar de provincie ZuidHolland en de afwikkeling van nog lopende zaken in de door Leiden verleende en inmiddels verlopen openbaar vervoersconcessie.
Datum realisatie
01/01/2006
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De voeding is eenmalig en bestaat uit de saldi van de hernoemde ‘Voorziening VOC-gelden toegankelijkheidsfonds’ (0814101/BoWo) en de opgeheven voorzieningen ‘Voorziening VOC-gelden infrastructuurfonds’ (0814102/BoWo), ‘Voorziening VOC-gelden productiefonds’ (0814103/BoWo) en ‘Voorziening VOCgelden innovatiefonds (experimenten)’ (0814104/BoWo).
Besteding
Voor de diverse kosten voor bushaltes is € 180.000 besteed.
Omvang per 1-1-2011
€ 697.290
Realisatie/Stadsontwerp
Bijzonderheden
Naam
Voorziening MO/VB/OGGZ
Nummer/Afd.
04110
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 9 Welzijn en zorg Beleidsproduct 620.05 en 714.03 Maatschappelijke opvang/Ambulante verslavingszorg
Doel
Dekking van specifieke verplichtingen en risico’s waarvan de omvang onzeker is, op het terrein van Maatschappelijke Opvang, Verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2012
Voeding
De voorziening wordt gevoed vanuit de producten Maatschappelijke Opvang en Ambulante Verslavingszorg.
Besteding
Specifieke verplichtingen en risico’s doen zich voor op het onderdelen: Verdeelmodel maatschappelijke opvang, Project Nieuwe Energie, afwikkeling medische heroïne, cameratoezicht, tussentijdse evaluatie veiligheidsprogramma en verhuisbijdragen.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijlagen | 337
Naam
Voorziening MO/VB/OGGZ
Omvang per 1-1-2011
€ 1.050.651
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Jeugdbeleid/CtC
Nummer/Afd.
04118
Raadsbesluit
05.0160
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en onderwijs Beleidsproduct 630.04 Jeugdbeleid
Doel
Inzet voor de invoering van de systematiek volgens Communities that Care.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Naar verwachting kan de voorziening eind 2011 worden opgeheven.
Voeding
Uit het jaarbudget voor jeugdbeleid en de beschikbaar gestelde provinciale subsidie. In 2007 zijn daarnaast bijdragen vanuit het Jeugdfonds ten behoeve van een Cruyff Court (€ 50.000), Delltaplan Speeltuinen (€ 40.000) en Jongerenlocaties (€ 75.000) in de voorziening gestort.
Besteding
De voorziening zal naar verwachting in 2011 uitgeput worden. In 2010 is € 122.000 onttrokken voor de ontwikkeling van de sportvelden aan de Boshuizerkade.
Omvang per 1-1-2011
€ 108.379
Realisatie/Stadskennis en cultuur
Bijzonderheden
Naam
Voorziening bijdragen van derden
Nummer/Afd.
04120
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidskunde en Musea
Doel
Beschikbaar houden van door de Lakenhal ontvangen bijdragen voor specifieke doelen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bijdragen van derden met een specifiek benoemd doel (Papefonds en provincie Zuid Holland).
Besteding
Specifiek benoemde doelen door de verstrekkers van bijdragen (Restauratie Papenvleugel en Beeldende Kunstprojecten).
Omvang per 1-1-2011
€ 1.491
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Voorziening risico GSB
Nummer/Afd.
04121
Raadsbesluit
01.0053
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 921.05 GSB Concern
Doel
Voorziening van terugbetalingrisico’s van ingezette GSB-middelen waarbij de prestatieafspraken niet worden gehaald en daardoor een terugbetalingrisico dreigt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemene en specifieke risico’s.
Datum realisatie
2000
Datum opheffing
2011
Voeding
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen algemene en specifieke risico’s. Het specifieke risico betreft het prestatieafhankelijke deel van het onderdeel inburgering. Hiervoor wordt 2,273 mln. voorzien. De algemene risico’s zijn voorzien door een percentage te nemen van het totale GSB III budget voor de periode 2005 tot en met 2009 met uitzondering van het deel Inburgering (6 mln.). Het gaat in totaal (excl. Inburgering) om 84 mln.
338 | Bijlagen
Concernstaf
Naam
Voorziening risico GSB
Besteding
In 2010 heeft een vrijval van € 150.000 in verband met GSB-subsidie werkhotel. Er is een bedrag van € 563.000 onttreokken ten behoeve van combinatiefuncties. Er is een concrete terugbetalingsverplichting voor Inburgering ad € 2,5 mln. verwerkt in 2010. Als gevolg van een berekening van de risico's met onzekerheidspercentages is vastgsteld dat de stand van de voorziening € 1,46 mln. dient te zijn; hierdoor kan een bedrag van € 1,3 mln. vrijvallen.
Omvang per 1-1-2011
€ 1.455.865
Bijzonderheden
Naam
Voorziening risico precario
Nummer/Afd.
04058
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 922.20 Oninbare vorderingen
Doel
Voorziening ter dekking van het risico op de heffing van precario op leidingen als gevolg van de lopende rechtsprocedure in hoger beroep.
Datum realisatie
Dit wordt bepaald door de procedure in hoger beroep.
Datum opheffing
Opheffing zal plaatsvinden na de uitspraak in hoger beroep.
Voeding
De voeding van deze voorziening verloopt jaarlijks via de post oninbare vorderingen voor de ingestelde en nog openstaande vorderingen per balansdatum. De voorziening wordt in dat geval in mindering gebracht op de waardering van de post debiteuren. Voor zover de inning van deze vorderingen heeft plaatsgevonden schuift de voorziening door van de activazijde naar de passivazijde van de balans. In 2010 is een bedrag van € 7,5 mln. toegevoegd aan de voorziening.
Besteding
De voorziening zal, zo het betreffende risico zich op basis van de uitspraak in hoger beroep zou voltrekken, worden aangewend voor de afdekking van het risico waarvoor deze is gevormd.
Omvang per 1-1-2011
€ 17.432.000
Backoffice dienstverlening
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groen Oostvlietpolder
Nummer/Afd.
04061
Raadsbesluit
09.0162
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 560.05 Groenbeheer
Doel
In te zetten als secundaire dekking voor een deel van de kosten van het project Oostvlietpolder indien na herijking van de grondexploitatie blijkt dat deze de bijdrage aan de 1e fase van de groen- en recreatieve voorzieningen niet kan dragen.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Voeding
De voeding van de voorziening Groen Oostvlietpolder ad € 400.000 vindt plaats uit de voorziening boomregeling.
Besteding
Bijdrage aan de 1e fase van de groen- en recreatieve voorzieningen. In 2010 hebben nog geen bestedingen plaatsgevonden. Wegens strijdigheid met BBV is de voorziening in 2010 opgeheven.
Omvang per 1-1-2011
€0
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Onderstaande voorziening is opgenomen onder de vlottende activa Naam
Voorziening Negatieve Grondexploitaties
Nummer/Afd.
04004
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
830.01
Vastgoedontwikkeling en grondzaken
Bijlagen | 339
Naam
Voorziening Negatieve Grondexploitaties
Doel
Dekken van de Netto Contante Waarde van grondexploitaties met geprognoticeerde tekorten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De mutatie in de voorziening negatieve grondexploitaties wordt gevoed uit de vereveningsreserve. In 2010 is een bedrag van € 1,7 mln. toegevoegd aan de voorziening. Voor een nadere specificatie per project wordt verwezen naar PRIL- de rekening 2010.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2011
€ 27.937.358
Bijzonderheden
340 | Bijlagen
6.6 Project control top 20 Inleiding Binnen deze jaarrekening wordt apart gerapporteerd over de top 20 grote projecten. Het betreft de top 20 van de meest risicovolle en politiek relevante projecten voor de gemeente Leiden. De lijst met top 20 projecten is als volgt vastgesteld: 1. Aalmarkt 2. Leiden Bio Science Park 3. Brede School Leiden Noord 4. Groenoordhallenterrein 5. Haagweg 4 6. Lammenschanspark 7. Kooiplein 8. Leiden Centraal Project 9. Lorentzhof 10. Muziekcentrum De Nobel 11. Oostvlietpolder 12. RijnGouwelijn 13. Ringweg Oost 14. ROC Lammenschans 15. Trekvaartplein 16. Woningbouw Van Vollenhovenkade en Du Rieustraat 17. Van Voorthuijsenlocatie 18. Verbouwing Stadsbouwhuis 19. Willem de Zwijgerlaan 20. Huis van de Sport
6.6.1 Projecten Project 1: Aalmarkt Project:
Aalmarkt
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Peter Stokkermans
Stand van zaken per:
31-12-2010
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Er is een actueel risicodossier aanwezig.
Risicodossier wordt gemonitord en actueel gehouden.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Grex is in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) 2011 opgenomen.
Grex wordt jaarlijks geactualiseerd.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Risico’s worden in Periodiek Overleg met Ambtelijk Opdrachtgever en Bestuurlijk Opdrachtgever besproken.
N.v.t.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Randvoorwaarden zijn bestuurlijk vastgesteld.
Stedenbouwkundigplan door Raad vastgesteld waarna ontwerp bestemmingsplan in procedure gaat.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’?
Bijlagen | 341
Ja.
Project 2: Leiden Bio Science Park Project:
Leiden Bio Science Park
Bestuurlijk opdrachtgever:
Robert Strijk
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Henri van Middelaar
Stand van zaken per:
04-02-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja. De belangrijkste risico’s zijn: 1. hogere kosten voor gemeente door verdienverlies universiteit en goede inpassing van de RijnGouwelijn; 2. latere ontwikkeling van het Entreegebied door stagnatie in realisatie van de RijnGouwelijn en Ontsluiting Bio Science Park.
1. studie naar wijziging stedenbouwkundig masterplan om deze risico’s te voorkomen. 2. tijdige bestuurlijke besluitvorming over projecten RijnGouwelijn en Ontsluiting Bio Science Park.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Belangrijkste risico’s en kansen zijn verwoord in B en W aanbiedingsbrief over stedenbouwkundig masterplan (09.0588) en exploitatieovereenkomst (09.0780). Naar huidige inzichten is de inschatting dat de risico’s en kansen elkaar in evenwicht houden.
Geen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja. Er is overeenstemming tussen Bestuurlijk Opdrachtgever, Ambtelijk Opdrachtgever en Ambtelijk Opdrachtnemer over gewenste beheersmaatregelen en acties.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja. Kaderstellend zijn: - overeenkomst Knoop Leiden West (februari 2007) - stedenbouwkundig masterplan Bio Science Park-de Leeuwenhoek (november 2009) - exploitatieovereenkomst met de Leidse Universiteit (juli 2009) - bestemmingsplan Boerhaave-Sylvius (februari 2010) en bestemmingsplan Leeuwenhoek (1992)
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Middelen voor minimale uitvoering van € 3,45 miljoen zijn gereserveerd in de vereveningsreserve van het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2010-2013. Extra middelen voor de uitvoering van het totale masterplan van € 4,25 miljoen zijn nog niet voorhanden. De ambitie wordt om die reden door college van B en W vooralsnog beperkt tot het minimum noodzakelijke niveau.
Onderzoek naar mogelijke extra financiering van totale masterplan. Bij provincie Zuid Holland is een subsidieaanvraag ingediend voor een deel van deze werkzaamheden.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja.
Project 3: Brede School Leiden Noord Project:
Brede School Leiden Noord
Bestuurlijk opdrachtgever:
Frank de Wit
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Ambtelijke opdrachtnemer:
Eveline Botter
Stand van zaken per:
01-02-2011
342 | Bijlagen
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
1. Subsidie: er is een subsidie door VROM ter beschikking gesteld voor de derde tranche voor 68 woningen, totaal bedrag € 476.000 als stimulering van de economie. De besteding van deze gelden is gebonden aan diverse voorwaarden, waaronder start bouw voor 1 januari 2011. 2. Meerwerk uitvoering: door de onderhandelingen over de inschrijvingen, is er kans op veel en fors meerwerk en veel discussie gedurende de uitvoering. Snel na de start van de uitvoering zal duidelijk worden wat ons de komende twee jaar te wachten staat. 3. Overlast bouwactiviteiten: de wijk gaat de komende jaren fors overlast ondervinden van de verschillende bouwactiviteiten. Dat start met de BSLN en de reconstructie van de Willem de Zwijgerlaan. Dit is met name een politiek gevoelig risico. Goede afstemming onderling van de verschillende projecten en communicatie naar de buurt is nodig.
1. De subsidievoorwaarden moeten aantoonbaar ingevuld zijn, dit wordt door Ons Doel ingevuld. 2. De hoeveelheid voorbereidend tekenwerk moet in overeenstemming zijn met de tijd die daarvoor nodig is om goede kwaliteit te leveren. Extra inzet directievoering is, middels een gespecialiseerd bureau, aangetrokken. 3. De verschillende projectgroepen zijn met elkaar in contact over de communicatiemomenten naar de wijk en buurtbewoners. Het verkeerscirculatieplan voor het gebouw maakt wel dat de boom die op het terrein als te behouden werd gezien zal moeten wijken om de doorstroming op de Surinamestraat voldoende te houden. De acceptatie van de aangevraagde kapvergunning zal worden ondersteund door op het nieuwe plein hoogwaardig groen terug te plaatsen.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Huidige aanbieding: de aannemersbegroting van de vier percelen is binnen budget.
De financiering van het aandeel van mede-opdrachtgever WBV Ons Doel is door maatregelen van de centrale overheid wel veel moeilijker geworden. Door inzet van de subsidie van het Ministerie van Milieu en Infrastructuur is het inmiddels wel mogelijk het project te financieren. De twee blokjes starters woningen (totaal achttien woningen) moeten nog aanbesteed worden.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
In de stuurgroep zijn de te nemen stappen besproken en is richting gegeven.
De stuurgroep is in aanloop naar de aanbesteding vaker bijeen geweest in deze belangrijke fase. Dit behoeft tijdens de uitvoering minder frequent te zijn.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Budget en tijd zijn helder.
De planning kent nog een onduidelijkheid te weten de aanbesteding van de twee blokjes van negen starterwoningen, rechtstreeks door Ons Doel te regelen. De bouwplaatsindeling is hiervoor leidend. De budgettering hiervoor is in het totaal wel meegenomen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Beheerfase.
Er ontbreekt een opdrachtgevend organisatieonderdeel voor de exploitatie fase. Nu de aanbestedingen een gunstig resultaat kennen, is het van groot belang alle partners weer aan tafel te krijgen en met vereende kracht de beheerorganisatie op te zetten. Vertrouwen in de start ontbrak na de eerste mislukte aanbesteding. Er is nu weer ruimte voor een sprong voorwaarts met alle aspecten van samenwerken en beheer. De huidige bezuinigingen maken dat het bespreken van inzet in de exploitatiefase ernstig gefrustreerd is.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja: er is richting gegeven aan de gewenste uitkomst.
Project 4: Groenoordhallenterrein Project:
Groenoordhallenterrein
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Bijlagen | 343
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Ambtelijke opdrachtnemer:
Sandra Minnesma
Stand van zaken per:
26-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja. De risico-analyse is begin 2011 geactualiseerd. Door start bouw in december 2010 is het project in beweging gekomen. Een nieuw risico is het niet herontwikkelen van het naastgelegen bedrijventerrein. De ontwikkeling hiervan is buiten het vierjarig perspectief is geplaatst. De uitstraling van het huidige terrein heeft invloed op de verkoop van de woningen.
Inzetten op herontwikkeling van het (bedrijven)terrein op de aanpalende locatie.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Er zijn met Groenoord CV aanvullende afspraken gemaakt over betaling van de conversievergoeding (fasering en data). Bezwaren op de bouwvergunning kunnen leiden tot vertraging in de start van de bouw. Dit is van invloed op het moment dat de conversievergoeding wordt voldaan.
Grondexploitatie/Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden geactualiseerd.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja. Bij het Uitvoeringsbesluit zijn alle randvoorwaarden helder geformuleerd.
Projectscope bewaken.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja. Gezien bezwaar- en beroepsmogelijkheden op de bouwvergunning moet rekening gehouden worden met een vertraging in de planrealisatie. Doordat de grex voor de ontwikkeling bij de ontwikkelaar ligt, is ‘in control’ alleen van toepassing op gemeentelijke exploitatie. Hierin zijn weinig middelen om te sturen op inkomsten.
Project 5: Haagweg 4 Project:
Haagweg 4
Bestuurlijk opdrachtgever:
Jan-Jaap de Haan
Ambtelijke opdrachtgever
Ad Jansen
Ambtelijke opdrachtnemer:
Walter van den Bergh
Stand van zaken per:
1-2-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja.
Geen.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Investeringsbedrag is inzichtelijk en de uitvoering van de renovatie zal naar verwachting binnen de budgettaire kaders blijven.
Monitoring op meerwerk en kosten.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
De meeste maatregelen om het project te beheersen, zijn meegenomen in het uitvoeringsbesluit Renovatie Haagweg 4 van januari 2009.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Alle randvoorwaarden zijn helder geformuleerd en vastgesteld in het uitvoeringsbesluit en worden momenteel uitgevoerd in het werk en de op te zetten organisatie.
Geen.
344 | Bijlagen
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Bij de afsluiting van het projectkrediet zullen de investeringen worden verantwoord.
Oplevering voor maart 2011. Starten met volledige exploitatie per 1-maart 2011. Afsluiten van het project voor zomer 2011.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja. Voorgesteld wordt om het project uit de top 20 van risicovolle projecten te halen aangezien het project bijna afgerond is en er geen grote risico’s meer zijn te verwachten op dit project.
Project 6: Lammenschanspark Project:
Lammenschanspark
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim Mulder
Ambtelijke opdrachtnemer:
Chantal Sevink
Stand van zaken per:
27-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja.
Er wordt actief gewerkt met en gestuurd op het risicodossier. Risicomanagement heeft zeer nadrukkelijk de aandacht in dit project, mede gezien de omvang en invloed van risico’s en het belang van het project voor de gemeente.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Globaal.
Het is duidelijk dat de gemeente minder opbrengsten zal genereren dan zij kosten maakt. De exacte omvang is niet duidelijk, dit zal namelijk moeten blijken uit de aanbesteding. Wel worden waar mogelijk maatregelen genomen om het tekort zo gering mogelijk te laten zijn. Zoals in het risicodossier nadrukkelijk wordt aangegeven, bestaat er dus ook het risico dat de opbrengst (de bieding van de uiteindelijk te gunnen partij) zal kunnen tegenvallen. In het meerjarenperspectief is € 14,3 miljoen opgenomen. In haar advies aan het college, zal de beoordelingscommissie aangeven welk resultaat de aanbesteding heeft opgeleverd. In dat advies zal ook worden opgenomen of en op welke wijze de gemeente mogelijkheden heeft het eventueel tegenvallende financiële resultaat te dekken. Om te voorkomen dat de gemeente met de aanbesteding voor een voldongen feit wordt geplaatst, terwijl het financieel resultaat niet gedragen kan worden, is in de bindende aanbestedingsdocumenten opgenomen dat het college van B en W en/of de gemeenteraad kunnen besluiten niet tot gunning over te gaan. Daarmee zal de aanbesteding ten einde komen, zij het zonder resultaat.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja.
Binnen de sturingsdriehoek vindt regelmatig afstemming plaats over zowel de risico’s als de beheersmaatregelen. Uiteraard vindt er eveneens regelmatig afstemming plaats met de betrokken deskundigen vanuit de lijnafdelingen en extern ingehuurde deskundigen.
Bijlagen | 345
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja.
Sturen op randvoorwaarden en i.h.k.v. risicobeheersing, adviseren aan Bestuurlijk Opdrachtgever over eventueel noodzakelijke aanpassing ervan met de daarbij horende gevolgen en acties.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Bestuurlijk uitdrukkelijke wens om zo snel mogelijk de studentenhuisvesting te realiseren. Daarom is een zeer ambitieuze planning opgesteld die enkele kritieke paden kent: a) succesvol doorlopen van de aanbesteding (partijen en inschrijvingen die voldoen aan gestelde criteria met een voor de gemeente acceptabel financieel resultaat). b) tijdig gereedkomen en benodigde kwaliteitsniveau van de voor de aanbesteding benodigde producten. c) tijdige ontsluiting Lammenschanspark via Lammenschansweg. Dit is afhankelijk van tijdige verwerving van de hiervoor bestemde locatie. d) voldoende beschikbare verkeerscapaciteit Lammenschansgebied (ook met oog op overige ontwikkelingen in het gebied). De kans bestaat dat met name het Lammenschansplein de extra verkeersbewegingen niet kan verwerken en daarmee de bereikbaarheid van Lammenschanspark belemmert. Wanneer dit het geval blijkt te zijn en er wordt besloten tot verkeerskundige ingrepen, zal de uitvoering van het project mogelijk komen te vertragen. Overige, algemene kritieke paden: -besluitvormingstraject -bestemmingsplanprocedure -vergunningprocedures
Ad a) Vooralsnog verloopt de aanbestedingsprocedure naar wens. Of het daadwerkelijk tot een succesvolle afronding komt, moet uiteraard nog worden bezien. In eerste instantie zal het gaan om de kwaliteit van de biedingen (financieel bod en plandocumenten), vervolgens komt het neer op de gemeente: wordt de inschrijving (dus inclusief financieel bod) geaccepteerd door het college en door de raad? Duidelijk is wel dat de wens tot een zo snel mogelijke realisatie mogelijk een negatieve invloed heeft op de biedingen. Dit i.v.m. de hierdoor mogelijk grotere risico’s voor de ontwikkelaars. Om dit risico zoveel mogelijk te beperken, heeft de gemeente de gunningfase met twee maanden verlengd. Hiermee heeft zij gehoor gegeven aan het nadrukkelijk verzoek hiertoe van enkele deelnemende partijen. Deze extra tijd kunnen zij o.a. gebruiken om zich meer zekerheden te verschaffen m.b.t. de afzetbaarheid van hun programma. Dit zal de bieding en de kwaliteit van de plannen ten goede komen. Ad b) Hierop wordt vanuit projectmanagement zeer strak gestuurd. Het ambitieniveau is m.b.t. tijd en kwaliteit hoog maar realistisch. Ad c) Minnelijke verwerving loopt en lijkt met gewenst resultaat (o.g.v. tijd en geld) afgerond te kunnen worden. Ad d) Er is een quickscan gemaakt om in beeld te brengen of (en indien nodig hoe) het Lammenschansgebied de extra verkeersbewegingen als gevolg van de verschillende projecten ter plaatse kan verwerken. Vooralsnog lijkt de bestaande infrastructuur de extra verkeersstromen die ontstaan als gevolg van de herontwikkeling aan te kunnen. Het wordt nadrukkelijk onder de aandacht gehouden en waar mogelijk wordt op eventueel noodzakelijke wijzigingen geanticipeerd.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, voor zover op dit moment mogelijk. De risico’s zijn in beeld gebracht, worden met grote regelmaat integraal beoordeeld en bijgesteld naar laatste inzichten. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van de inzichten die de deelnemende partijen bieden. Het opstellen/bijstellen van de benodigde beheersmaatregelen is eveneens een zeer regelmatig terugkerend onderdeel van het proces. Op een aantal onderdelen kan vooralsnog/geen invloed worden uitgeoefend (buiten projectscope, economische situatie). - kwaliteit inschrijvingen en omvang financiële bod. - beschikbaarheid van voldoende verkeerscapaciteit Lammenschansgebied en dus bereikbaarheid van plangebied.
Project 7: Kooiplein Project:
Kooiplein
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
346 | Bijlagen
Ambtelijke opdrachtnemer:
Robert Bergenhenegouwen
Stand van zaken per:
13-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, het project Kooiplein is ten behoeve van het uitvoeringsbesluit (juni 2010) meerdere keren geaudit. Het risicodossier wordt periodiek herzien. Tijdens de retraite van het college op 9 juni 2010 is besloten om de risico’s die verband houden met de parkeergarage Kooiplein, mee te nemen in de parkeerreserve. Het gewogen risico m.b.t. de gebouwde openbare parkeerplaatsen bedraagt € 3,6 miljoen en de overige risico’s Kooiplein € 1,1 miljoen. De € 1,1 miljoen is opgenomen in het vierjarig perspectief van de Vereveningsreserve en de € 3,6 miljoen is meegenomen in de Parkeerreserve. Met betrekking tot alle risico’s zijn reserveringen opgenomen.
In overleg met de afdeling Vastgoed en Grondzaken een Programma van Eisen opstellen voor de openbare parkeergarages. De aankoop van de 419 openbare parkeerplaatsen is als belangrijkste risico gedefinieerd.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, middels de uitgevoerde risicoanalyses zijn de financiële effecten berekend en de mate van optreden is reëel geschat.
Geen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, het risicodossier is meerdere malen besproken met de Ambtelijk Opdrachtgever en Bestuurlijk Opdrachtgever.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, er is een raamovereenkomst overeengekomen tussen partijen, die na het definitief vaststellen van het uitvoeringsbesluit door de gemeenteraad in juni 2010, door partijen is ondertekend.
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Nee.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, met het ondertekenen van de raamovereenkomst in juli 2010, hebben de marktpartijen Proper-Stok en De Sleutels (verenigd in een CV/ BV) voor eigen rekening en risico de realisatie van het plan ter hand (vastgoed- en grondexploitatie) genomen. De gemeente beperkt zich tot haar publiekrechtelijke taken en neemt uiteindelijk, conform de afspraken zoals in de raamovereenkomst zijn vastgelegd, de openbare ruimte en voorzieningen (waaronder 419 openbare parkeerplaatsen) over.
Project 8: Leiden Centraal Project Project:
Leiden Centraal Project
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Wim Bos, Piet Prudhomme en Robert Bergenhenegouwe
Stand van zaken per
31-12-2010
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Bijlagen | 347
Kansen en risico’s voldoende in beeld
Ja, huidig LCP ■ Risico’s zijn dat er claims van ontwikkelaars rond Ubocht en Trafolocatie worden gehonoreerd. ■ Uitblijven van de definitieve tracékeuze voor de Rijn Gouwelijn heeft consequenties voor de definitieve aansluiting van de Dellaertweg op Rijnsbugerweg en Schuttersveld en de definitieve reconstructie van de Bargelaan. ■ Onduidelijk is of en in hoeverre de meerkosten van tijdelijke verlegging van de Bargelaan voor rekening komen van de ontwikkelaar. ■ Tot medio mei 2011 is financiering van het toezicht fietsenstalling Bargelaan geregeld via GREX LCP. Het is onduidelijk hoe financiering erna wordt. Is een financieel en politiek risico. Visie ■ Kans is dat het stationsgebied in samenwerking met marktpartijen in samenhang wordt ontwikkeld en de beoogde kwaliteitslag wordt gerealiseerd. ■ Risico’s zijn dat de grondopbrengsten niet worden gehaald en er extra kosten komen door juridische en planologische procedures i.v.m. complexe gebiedsontwikkeling. Rijnsburgerblok Uitblijven van de definitieve tracékeuze voor de Rijn Gouwelijn heeft consequenties voor de definitieve ontsluiting van het Rijnsbugerblok. Bij uitblijven van de ontwikkeling van het Rijnsburgerblok nemen de rentelasten snel toe.
■ ■
■
■
■
De dossiers zijn opgebouwd met advies van de stadsadvocaat en extern juridisch advies. Snelle afronding van de MERprocedure en zo snel mogelijke besluitvorming over het tracé van de RijnGouwelijn. Nog voor het zomerreces van 2011 beleid formuleren voor het bewaken van fietsenstallingen in het algemeen en die bij station in het bijzonder. Het opgestelde stedenbouwkundig programma van eisen voor het stationsgebied, inclusief een beeldkwaliteitplan zo snel mogelijk opwerken naar een kaderbesluit, zodat er heldere kaders komen om met markpartijen tot overeenstemming te komen. In die volgende fase een stedenbouwkundig plan maken met globale grondexploitatie. Zo snel mogelijk overeenstemming zien te bereiken met de commerciële partijen, die zich inmiddels hebben gemeld en ook posities hebben verworven. Niet schromen om het onteigeningsinstrument in te zetten
De stedenbouwkundige visie zo snel als mogelijk vastleggen in een uitvoeringsbesluit, zodat er snel begonnen kan worden met de bouw op het Rijnsburgerblok. Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, zie het PRIL 2011 met de jaarrekening 2010.
Geactualiseerde grex laten vaststellen door de Raad.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, B en W hebben op 2 november 2010 de nota van uitgangspunten voor de ontwikkeling van het Stationsgebied Leiden Centraal – met onder meer een stedenbouwkundig plan, beeldkwaliteitplan – vastgesteld. De raad heeft het marginaal gewijzigd op 10 februari 2011 (RB 10.0129) de NvU voor het stationsgebied vastgesteld. In het beleidsakkoord van het college van B en W is aangegeven dat de gemeente Leiden de komende bestuursperiode in samenwerking met betrokkenen alternatieven en aanvullingen op het gebied van openbaar vervoer wil ontwikkelen. Ter ondersteuning van de definitieve standpuntbepaling heeft B&W de commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden benoemd, die in september 2010 heeft geadviseerd een MER procedure te volgen. Het college (B en W nr. 10.1178)heeft op 16 november 2010 besloten in te stemmen met het enkelvoudig onderhands aanbesteden van de werkzaamheden om te komen tot een afwegingskader in het kader van de MER RGL. De raad is hierover geïnformeerd.
Geen, de raad zal, zoals eerder afgesproken, op de hoogte gehouden worden van de voortgang.
348 | Bijlagen
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Zoals vermeld bij de halfjaarrapportage 2010 was voor plankosten LCP in het PRIL 2009 een bedrag opgenomen van € 2,4 miljoen. Eind 2010 resteert in de huidige GREX een bedrag van bijna € 0,7 miljoen, waarvan bijna € 200.000 is verplicht. Deze vrijgemaakte plankosten waren bestemd voor de verdere ontwikkeling van het “oude” LCP tot het einde. In juli 2009 is echter, zoals vermeld onder meer bij de halfjaarrapportage 2010, de opdracht verstrekt om een nieuwe stedenbouwkundige visie voor het Stationsgebied e.o. te maken en dit te dekken uit het budget plankosten van het LCP. Naast bovenstaande kosten worden er inmiddels kosten gemaakt voor een studie van een nadere uitwerking van het Rijnsburgerblok. In 2009 is afgerond € 92.000 besteed aan de visie en € 448.000 aan het huidige LCP. In 2010 is afgerond € 664.000 duizend besteed aan de visie en afgerond € 431.000 duizend aan het huidige LCP. Het project bevindt zich een cruciale fase en daarbij is het onontkoombaar om extern adviezen in te winnen. Dat betekent dat om een kaderbesluit voor het Stationsgebied en omgeving te kunnen nemen er vanaf januari 2011 tot juni 2011 totaal ± € 0,4 miljoen aan kosten zijn begroot.
Per 1 januari 2011 het huidige Leiden Centraal Project omvormen naar een nieuw project voor het stationsplein en omgeving. Daartoe worden een aantal deelexploitaties binnen de grex LCP afgesloten (het Stationsplein en Historie, de Trafolocatie en de vastgoedopbrengsten). De deelexploitaties voor de Zeezijde, de U-bocht en de Plankosten blijven in stand en worden verantwoord in het PRIL onder de projecten met een uitvoeringsbesluit.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Nee.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, binnen de grondexploitatie LCP zijn voldoende middelen beschikbaar om de gemaakte en nog te maken extra plankosten te dekken. Het voornemen is om een aantal deelexploitaties binnen de actieve grondexploitatie LCP af te sluiten. Op het moment dat er een nieuw kaderbesluit wordt genomen voor het Stationsplein en omgeving zullen de nieuw vast te stellen deelexploitaties van een globale grondexploitatie worden voorzien en worden meegenomen in het PRIL 2011. In de bij kaderbesluit nieuw vast te stellen grondexploitatie worden de nieuwe financiële kaders vastgelegd en aan de raad ter goedkeuring voorgelegd.
Project 9: Lorentzhof Project:
Lorentzhof
Bestuurlijk opdrachtgever:
Roos van Gelderen
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Ambtelijke opdrachtnemer:
Wim Griffioen
Stand van zaken per:
31-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Met de vaststelling van bestemmingsplan Zuidelijke Schil is realisatie van het stedenbouwkundig plan voor de locatie uitvoerbaar mits tekorten op de grondexploitatie en gebouwd parkeren voor het sociale huur segment afgedekt worden.
Besluit tot instemmen met onttrekking herstructureringsfonds Ons Doel is op 27 mei 2010 door de raad genomen.
Financiële effecten en % kans in beeld?
De financiële effecten voor de gemeente zijn beperkt tot die welke samenhangen met de verplaatsing van het gemaal.
Op basis van het raadsbesluit is krediet beschikbaar voor de verplaatsing van het gemaal.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
De verplichtingen die de betrokken partijen, Ons Doel, Ipse De Bruggen, Libertas Leiden (Lorentzhof) en de gemeente, over en weer met elkaar aangaan vinden hun neerslag in de samenwerkingsovereenkomst. Met Ons Doel gaat de gemeente een projectovereenkomst aan waarin de condities voor de onttrekking aan het Herstructureringsfonds zijn vastgelegd.
De projectovereenkomst krijgt status niet dan na ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Deze werd door alle partijen ondertekend op 6 oktober 2010, waarna aansluitend ook de projectovereenkomst door Ons Doel en gemeente werd getekend.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Het college heeft met het vaststellen van de uitwerkingsregels in de eerdere stadia van de bestemmingsplanprocedure duidelijke randvoorwaarden aangereikt.
Geen.
Bijlagen | 349
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Uitvoering van het project is aanstaande, met de goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het bestemmingsplan Zuidelijk Schil zijn de planologische kaders vastgesteld en kan Ons Doel de bouwaanvraag voorbereiden. Er dient nog een aantal beroepen bij RvS tegen de goedkeuring plandeel ontwikkelingslocatie Lorentzhof. Het project kan als afgerond worden beschouwd.
Conclusie: is het project ‘in control’? Op grond van het interne risicodossier is de conclusie dat de risico’s gemanaged worden.
Project 10: Muziekcentrum De Nobel Project:
Muziekcentrum De Nobel
Bestuurlijk opdrachtgever:
Jan-Jaap de Haan
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Freddy van Rosmalen
Stand van zaken per:
24-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, er zijn behoorlijke risico’s die in beeld zijn. Het risico is groot dat de ambitie niet binnen de financiële kaders haalbaar is.
Goed monitoren van de risico’s.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, er is een risico-inventarisatie gemaakt, waarbij de risico’s gekwalificeerd zijn op basis van een inschatting van de gevolgen op het gebied van financiën, kwaliteit, tijd en een inschatting van de kans dat het risico zal optreden.
Geen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Wordt besproken met Ambtelijk Opdrachtgever en Bestuurlijk Opdrachtgever.
Bespreken van het risicodossier in de sturingsdriehoek.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden zijn met het kaderbesluit en programma van eisen vastgesteld.
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, de risico’s zijn middels het risicodossier inzichtelijk gemaakt en besproken binnen de sturingsdriehoek.
Project 11: Oostvlietpolder Project:
Oostvlietpolder
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim Mulder
Ambtelijke opdrachtnemer:
Nicolet van Schoonhoven
Stand van zaken per:
01-02-2011
Onderwerp
350 | Bijlagen
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
In de bestuursovereenkomst 2010 – 2014 is onder beleidsakkoord nummer 7 opgenomen dat het bedrijventerrein Oostvlietpolder niet tot uitvoering komt. Daarop is het project Afbouw Oostvlietpolder gestart met als doel de raad te laten besluiten tot het wijzigen van het planologisch beleid ten aanzien van de Oostvlietpolder en het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder binnen het kaderstellend tekort zoals opgenomen in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2009. Op 9 september 2010 heeft de raad besloten om het college opdracht te geven met een voorstel te komen tot het wijzigen van de structuurvisie ten aanzien van de Oostvlietpolder. Op 11 januari 2011 heeft het college kennisgenomen van de projectopdracht: Actualisatie Structuurvisie op het onderdeel Oostvlietpolder. Ten aanzien van het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder heeft het college op 23 november 2010 besloten het volgende aan de raad voor te leggen: ■ De reeds verworven percelen grond afwaarderen op basis van de huidige waarderingsgrondslag, zijnde de agrarische waarde. ■ De agrarische waarde hanteren als financieel kader voor de nieuw te verwerven percelen grond die zijn aangeboden in het kader van de Wvg. ■ De dekking voor de kredieten voor de aanleg van fase 1 volkstuinencomplex en fase 1 groenen recreatieve voorzieningen wijzigen. Voor fase 2 volkstuinencomplex en fase 2 en 3 groenen recreatieve voorzieningen geen alternatieve dekkingsvoorstellen doen. De kansen en risico’s en de financiële effecten van het wijzigen van het planologisch beleid ten aanzien van de Oostvlietpolder en het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder zijn in de voornoemde raadsbesluiten opgenomen.
Het besluit van de raad over het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder wordt in het eerste kwartaal 2011 verwacht.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Zie vraag “kansen en risico’s voldoende in beeld?”.
-
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Na het besluit van de raad over het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder wordt in overleg met de AOG een eindrapportage opgesteld.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Zie vraag “kansen en risico’s voldoende in beeld”.
-
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, na het besluit van de raad over het afsluiten van de grondexploitatie Oostvlietpolder kan het project Oostvlietpolder uit de top 20 worden verwijderd.
Project 12: RijnGouwelijn Project:
RijnGouwelijn
Bestuurlijk opdrachtgever:
Robert Strijk
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Erik Kiers
Stand van zaken per:
04-02-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, waar het de uitwerking van de Bestuursovereenkomst II betreft. Niet voor de Breestraat en bestaand spoor.
Opstellen stakeholderanalyses en risicoinventarisaties voor Breestraatvariant en bestaande spoorvariant.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, voor bestaande scope. Kosten nieuwe ontwikkelingen in beeld gebracht.
Besluitvorming over dekking kosten nieuwe ontwikkelingen.
Bijlagen | 351
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja.
1. Nader overleg met de Ambtelijk Opdrachtgever van project Regionaal Opleidingscentrum Lammenschans over de verwerving/ onteigening van Heemskerk 2. Nader overleg met Ambtelijk Opdrachtgever van Visie Stationsplein en/of Leiden Centraal Project over de Zeezijde-variant
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, Bestuursovereenkomst II is nu nog de randvoorwaarde.
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
De scope van de RijnGouwelijn staat onder druk. Indien gekozen wordt voor een ander tracé dan zal er een nieuw kaderbesluit moeten worden vastgesteld.
Monitoren.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja.
Project 13: Ringweg Oost Project:
Ringweg Oost
Bestuurlijk opdrachtgever:
Robert Strijk
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Harry Devilee
Stand van zaken per:
24-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart jl. is een nieuwe politieke werkelijkheid ontstaan waardoor nieuwe risico’s zijn ontstaan. - Subsidie vanuit Bestuursovereenkomst II is onzeker; - Politiek draagvlak in Leiderdorp is onzeker; - Financiële bijdrage Leiderdorp is onzeker.
Sturen op risico’s: - bestuurlijk draagvlak in Leiderdorp nader onderzoeken; - onderhandelen met provincie na tracékeuze RijnGouwelijn. NB: Afhankelijk van de keuze van het tracé RijnGouwelijn en van de heroverwegingen van ons College zal de provinciale Bestuursovereenkomst II subsidie al dan niet toegekend worden.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja.
Geen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja. Afstemming vindt plaats met Ambtelijk Opdrachtgever, Bestuurlijk Opdrachtgever en Stuurgroep Leiden / Leiderdorp.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja. Het Voorlopig Ontwerp is gereed; voor het Voorlopig Ontwerp zijn de randvoorwaarden helder en bij het Kaderbesluit vastgelegd.
Op sommige onderdelen van het tracé worden optimalisatiemogelijkheden gezien, die nader bekeken zullen worden in de Definitief Ontwerpfase. Indien nodig zal de projectscope dan nog bijgesteld worden. Over de afwijkingen wordt apart gerapporteerd.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Inmiddels is een Projectplan opgesteld, waarin projectstrategie en projectorganisatie nader beschreven zijn. Voorgesteld wordt om fase 1 conform Kaderbesluit nader uit te werken. Daarnaast wordt ingezet op overleg met Leiderdorp.
Conclusie: is het project ‘in control’? Voor het Leidse deel / Fase 1: Ja. Voor het Leiderdorpse deel / Fase 2: nee.
352 | Bijlagen
Project 14: ROC Lammenschans Project:
ROC Lammenschans
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Wim Griffioen
Stand van zaken per:
31-12-2010
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld
De risico’s betreffen de inpassing en aansluiting van de nieuwbouw op de bestaande stedelijke infrastructuur, inclusief inpassing van het RijnGouwelijn-tracé. Verwerving van onroerend goed in het RijnGouwelijntracé hoort daar ook toe. Het risico bestaat dat de onteigening meer kost dan begroot. Daarnaast is over de aard en omvang van de levering van het vastgoed het Da Vinci College in discussie met het Regionaal Opleidingscentrum.
Met de actoren wordt overleg gevoerd om tot een goede inpassing en afstemming te komen. De mogelijkheden van verwerving/ onteigening worden daarbij betrokken en een onteigeningsspecialist adviseert hierover. Tegelijkertijd worden, totdat de eindsituatie kan worden gerealiseerd, vanaf september 2009 tijdelijke oplossingen voor de aansluiting op de stedelijke infrastructuur voorbereid. Er zijn met het Regionaal Opleidingscentrum afspraken gemaakt om de levering van de nieuwbouw medio 2011 zeker te stellen en deze afspraken moeten nagekomen worden.
Financiële effecten en % kans in beeld?
De realisatie van de aansluitingen en inpassing komt grotendeels voor rekening van de gemeente, evenals de verwerving van het benodigde onroerend goed. Slechts een gedeelte van die verwervingen kunnen ten laste worden gebracht van het project RijnGouwelijn.
Zodra er een door alle partijen geaccepteerd omgevingsontwerp is, zal een kredietvoorstel worden voorbereid, dekking ten laste van de vereveningsreserve grondexploitaties. Vooralsnog is in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2010-2013 rekening gehouden met uitgaven tot een bedrag van € 2 miljoen. Bij de verwerving zal apart krediet worden aangevraagd en daarbij zal aangegeven worden waar de dekking vandaan dient te komen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
De kaders waarbinnen aan de oplossingen wordt gewerkt zijn door college en raad (RB 06.0137) vastgesteld in de krediettoekenning voor de aankoop van de vier Regionaal Opleidingscentrum-locaties augustus 2006 en vervolgens verder aangescherpt bij de kredietverlening voor de nieuwbouw van het Da Vinci College Lammenschans (RB 09.0073).
Aanbesteding Lammenschanspark. Vaststelling tracé en aanleg van de Rijn Gouwelijn.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden volgens de krediettoekenning en –verlening zijn voldoende richtinggevend om tot een haalbaar voorstel te komen.
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Er heeft voor het project een risico-inventarisatie plaatsgevonden en regelmatig worden de risico’s geactualiseerd. In het risico dossier zijn de geïnventariseerde risico’s opgenomen. Hierop wordt actief gemonitord en indien nodig worden er maatregelen genomen om de risico’s te beperken.
Project 15: Trekvaartplein Project:
Trekvaartplein
Bestuurlijk opdrachtgever:
Henri Lenferink
Bijlagen | 353
Ambtelijke opdrachtgever
Jan Schreurs
Ambtelijke opdrachtnemer:
Chris de Mol
Stand van zaken per:
31-01-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja: 1. door economische crisis heeft er wel een heroverweging plaatsgevonden. In de loop van februari/maart 2011 wordt een besluit verwacht van de Raad van Bestuur van Portaal ten aanzien van het bereikte onderhandelingsresultaat tussen de gemeente en Portaal. 2. door een aantal aspecten zijn de plankosten hoger dan eerder aangenomen. Naast de extra tijd en juridische kosten vanwege de onderhandelingstrajecten met bewoners en met Portaal en langer inhuren van externe deskundigheid, zijn de werkzaamheden voor handhaving en beheer en voor het Programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning het afgelopen jaar ten laste gebracht van de grondexploitatie (voor de exacte cijfers wordt verwezen naar het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden). 3. de fasering van de herstructurering blijft een complex traject. Rekening moet worden gehouden met onder andere juridische civiele procedures waardoor vertraging kan optreden. 4. met de gemeente Oegstgeest zal het traject met betrekking tot de realisatie van 10 standplaatsen worden geïntensiveerd. 5. tenslotte gelden ook voor het Trekvaartplein de reguliere grondexploitatierisico’s (zie ook het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden). 6. de extra kosten kunnen worden opgevangen binnen de huidige grondexploitatie ten gevolge van neerwaartse bijstellingen van de civieltechnische kostenraming.
Ad 1. zoveel mogelijk grotere bouwstromen meenemen in fasering en conceptgronduitgifteovereenkomst opstellen. Ad 2. plankosten opschonen en toeschrijving plankosten met name vanuit het Programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning, beheer en handhaving wijzigen. Ad 3. risico’s met betrekking tot fasering minimaliseren door onder andere keuze aanbestedingscontract \vorm Ad 4. bestuurlijk overleg met gemeente Oegstgeest Ad 5. zie ook risico’s Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden Ad 6. grondexploitatie actualiseren
Financiële effecten en % kans in beeld?
Grondexploitatie wordt jaarlijks doorgelicht waarbij de wijzigingen worden gemeld. De bijdragen en subsidies worden gemonitord. Momenteel wordt bezien of een versnelde afwikkeling van de Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwingbijdrage, op verzoek van het rijk, wellicht tot de mogelijkheden behoort. (zie voor de cijfers het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2011).
Aansturen op versnelde afwikkeling van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing-bijdrage en risicoparagraaf actualiseren (zie ook Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden).
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, wijzigingen ten gevolge van de eerder genoemde risico’s worden meegenomen in actualisatie bij Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2011. Vooralsnog is de verwachting dat er per saldo geen extra middelen benodigd zijn.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, gedetailleerde grondexploitatie in combinatie met risicomanagement.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Er is sprake van enige vertraging door de onderhandelingen met Portaal en met de bewoners. Zodra de gesprekken met alle bewoners zijn gevoerd, kan de balans over de verdere voortgang worden opgemaakt.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, kaders vastgesteld voor verdere uitvoering (uitvoeringsbesluit, beleidsregels vergoedingen en bestemmingsplan) en daar waar nodig worden specifieke maatregelen getroffen.
Project 16: Woningbouw Van Vollenhovenkade en Du Rieustraat Project:
Woningbouw Van Vollenhovenkade en Du Rieustraat
Bestuurlijk opdrachtgever:
Frank de Wit
354 | Bijlagen
Ambtelijke opdrachtgever
Roel Bergijk
Ambtelijke opdrachtnemer:
Freek Edeling/Petra Tempelaars
Stand van zaken per:
03-02-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, zowel bij voorbereidingsbesluit 03-12-2009 als bij Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2010. Voorbereidingsbesluit: Het bestemmingsplan Zuidelijke Schil is december 2010 in werking getreden. Tegen dit onderdeel van het bestemmingsplan loopt geen beroepprocedure. Hiermee is de artikel 19 lid 1 Wet Ruimtelijke Ordening procedure ingehaald. Het oorspronkelijke bouwplan wordt gehandhaafd. B en W kan het besluit op bezwaar nemen waarna de bouwvergunning opnieuw van kracht wordt. Amendement + Motie: Op 12-11-2009 is het Bestemmingsplan Zuidelijke Schil vastgesteld. Daarnaast is het amendement buitenschoolse opvang aanvaard. Dit betekent dat voor betreffende perceel aan de Van Vollenhovenkade het publiekrechtelijk toegestane oppervlak maatschappelijke doeleinden vergroot is tot 1.000m2. De Raad heeft op 3-12-09 een motie aangenomen waarin gesteld wordt dat met Niersman in overleg getreden moet worden voor de realisatie van buitenschoolse opvang op de locatie Van Vollenhovenkade indien blijkt dat minimaal negen maanden nadat de bouwvergunning weer van kracht is er niet conform de in het grondcontract gestelde voorwaarden invulling is gegeven aan de bouwvergunning. B4Kids heeft bij de Gemeente Leiden / Afdeling vergunningen een aanvraag ingediend voor het wijzigen van de woonfunctie van 2 appartementen naast de peuterspeelzaaltot buitenschoolse opvang. Deze wordt behandeld zodra de bouwvergunning opnieuw van kracht is. 3 opties rondom de motie: - Plan wordt in verkoop genomen en verkoopt goed. Geen buitenschoolse opvang. - Niersman bereikt overeenstemming met B4Kids over huisvesting van buitenschoolse opvang in twee appartementen voordat verkoop start. - Gemeente onderzoekt bouwplan op basis van motie.
1. Vergunning en bezwaarprocedure op basis van oude bouwvergunning en nieuwe bestemmingsplan afhandelen. 2. De overeenkomsten met Niersman updaten op basis van de hernieuwde bouwvergunning en verwachte start verkoopdatum. 3. Aannemer neemt woningen Van Vollenhovenkade en Du Rieustraat in verkoop.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, zie Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2010 de Rekening van 2010 en voorbereidingsbesluit.
Grondexploitatie jaarlijks in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden actualiseren en kosten monitoren. Regulier bespreken met ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, zowel B en W als raad hebben ingestemd met uitvoeringsbesluit inclusief genoemde risicofactoren.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden zijn benoemd in uitvoeringsbesluit en voorbereidingsbesluit.
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Nee.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, kaders zijn vastgesteld ten behoeve van verdere uitvoering.
Project 17: Van Voorthuijsenlokatie Project:
Van Voorthuijsenlokatie
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Bijlagen | 355
Ambtelijke opdrachtnemer:
Aline ter Harmsel
Stand van zaken per:
31-12-2010
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, er is een risicoanalyse gemaakt voor alle onderdelen van de van Voorthuijsenlocatie (school, moskee, woningen, kantoren en park).
Geen.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja. Eén onderdeel vraagt extra aandacht. Het betreft de ontwikkeling van woningen en kantoren. Als gevolg van de financiële crisis is vertraging in besluitvorming bij ontwikkelaar en corporatie opgetreden. Dit betekent dat opbrengsten uit verkoop grond later dan gepland binnen zullen komen. Dit heeft een negatief rente-effect op de grex. - In het grondcontract met de ontwikkelaar is een bepaling opgenomen dat indien geen ontheffing wordt verleend voor een hogere grenswaarde geluid, dat onder voorwaarden een verrekening met de grondprijs plaatsvindt. De verrekening is gemaximeerd. - Als gevolg van forse vertraging in de voortgang is meer overleg en afstemming tussen partijen nodig. Dit brengt hogere plankosten met zich mee. Alle effecten zijn in beeld, gewogen en meegenomen in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden.
- Onderhandelingen tussen gemeente, corporatie en ontwikkelaar duren nog voort. - Tussenrapportages aan wethouder. - Na akkoord, uitname herstructureringsfonds aan raad voorleggen. - Nauwe afstemming tussen ontwikkelaar, milieudienst en gemeente over ontwerp, hogere grenswaarde geluid en beperkende maatregelen. - Voorziene risico is opgenomen als risico in de vereveningsreserve.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, in de overleggen met Ambtelijk Opdrachtgever en Bestuurlijk Opdrachtgever afgestemd.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, plan blijft binnen vastgestelde financiële en bestemmingsplankaders. Passend binnen de gemeentelijke kaders zijn enkele planwijzigingen opgetreden (minder kantoor, meer woningen, ook parkeren op maaiveld langs Gooimeerlaan, woningen gemiddeld 90 m2 in plaats van 100 m2).
Programma aanpassingen worden te zijner tijd voorgelegd aan raad.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Conform het uitvoeringsbesluit Van Voorthuijsenlocatie en de raamovereenkomst corporaties werd in 2006 door de raad besloten dat de onrendabele top op de nieuw te realiseren sociale huurwoningen op de Van Voorthuijsenlocatie betaald zou worden uit het herstructureringsfonds. De bijdrage uit het fonds drukt niet op de grex Van Voorthuijsenlocatie en dus niet op het projectresultaat. Als gevolg van hogere ontwikkelkosten voor bouw sociale woningen, zal de onrendabele top en daarmee dus de uitname uit het herstructureringsfonds hoger zijn dan in 2005 voorzien werd.
Met ontwikkelaar en corporatie wordt het plan zodanig geoptimaliseerd, dat de ontwikkelkosten van de sociale huurwoningen zo laag mogelijk blijven, zodat de onrendabele top op deze woningen ook zo laag mogelijk blijft en daarmee ook de uitname uit het herstructureringsfonds beperkt blijft. De uitname uit het fonds wordt voor besluitvorming voorgelegd aan de raad. De hogere uitname valt binnen het budget van het fonds.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, het project als zodanig is in control.
Project 18: Verbouwing Stadsbouwhuis Project:
Verbouwing Stadsbouwhuis
Bestuurlijk opdrachtgever:
Roos van Gelderen
Ambtelijke opdrachtgever
Han Bekkers
Ambtelijke opdrachtnemer:
Frans Pot
Stand van zaken per:
14-02-2011
Onderwerp
356 | Bijlagen
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja.
Instemming van de OR op het Vlekkenplan is ontvangen. Onderhoudswerken door VAG deels niet uitvoeren van vervangen gevelpuien zodat geen uitloop op planning ontstaat.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja.
Strak blijven sturen op projectkaders.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja.
Geen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, het overleg over vlekkenplan met OR heeft geleid tot instemming.
Project 19: Willem de Zwijgerlaan Project:
Willem de Zwijgerlaan
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Ambtelijke opdrachtnemer:
Harry Devilee
Stand van zaken per:
27-01-2010
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja. In januari 2011 is het risicodossier geactualiseerd. Extra subsidie Brede Doel Uitkering (BDU) 2011 ontvangen ten opzichte van het uitvoeringsbesluit.
Geen.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja. Op financieel gebied zijn meer kansen dan risico’s aanwezig met tussentijdse winstneming voor het Kooiplein zoals is besloten door de raad.
Het project onder permanente aandacht van subsidiegevers houden.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja.
Constant blijven monitoren en zo nodig bijsturen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja. Bij het uitvoeringsbesluit zijn alle randvoorwaarden helder geformuleerd.
Projectscope bewaken.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Verkeersregie blijft punt van aandacht / zorg.
Rol en bevoegdheden van gemeentelijke verkeersregisseur nader uitwerken.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja. Fase 2 (overkluizing en tunnel) is onder gunstige voorwaarden aanbesteed en gegund. Bouwlocaties zijn voorbereid. Verkeer is omgeleid. Op dit moment is het werk dat de nodige omgevingsoverlast met zich meebrengt, voor ruim 50% gereed. Er hebben zich tot op heden geen noemenswaardige klachten of incidenten voorgedaan. Fase 3 (wegvakken) is in december 2010 aanbesteed met een gunstig resultaat.
Project 20: Huis van de Sport Project:
Huis van de Sport
Bestuurlijk opdrachtgever:
Frank de Wit
Ambtelijke opdrachtgever
Ad Jansen
Ambtelijke opdrachtnemer:
Freddy van Rosmalen
Bijlagen | 357
Stand van zaken per:
14-02-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Financiële effecten en % kans in beeld?
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Conclusie: is het project ‘in control’? Het project Huis van de Sport is op 26 oktober 2010 stopgezet door het College.
358 | Bijlagen
6.7 Sociaal jaarverslag Gemeente Leiden
2010
Totale bezetting per 31-12
1672
Instroom medewerkers
123
Uitstroom medewerkers
261
Ontwikkeling bezetting tov vorig jaar
-138
Aantal deeltijders
812
Aantal voltijders
860
Aantal vrouwen
784
Aantal mannen
888
Gemiddelde leeftijd
46,9
Ziekteverzuimpercentage
7,0
Bijlagen | 359
6.8 Begrippenlijst Areaalbudgetten Dit zijn de noodzakelijke extra bedragen die samenhangen met de groei van de stad, zoals het onderhoud van het toegenomen openbare gebied. Beleidsintensiveringen Relatief kleine verhogingen van uitgaven en/of verlagingen van ontvangsten ten opzichte van de begroting en/ of de meerjarencijfers. Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Het BBV is het kader waaraan de jaarverslaggeving van de gemeente dient te voldoen. Met het BBV wordt beoogd de raad doeltreffender in haar kaderstellende en controlerende taak te ondersteunen en de financiële functie te versterken. BTW-CompensatieFonds (BCF) Als gemeenten en provincies diensten of goederen extern inkopen, betalen zij daarover btw. In tegenstelling tot bedrijven kunnen zij die btw niet terugvorderen van de Belastingdienst. Extern ingekochte diensten zijn daarom al snel duurder dan intern uitgevoerde activiteiten. Sinds 2003 kunnen gemeenten en provincies met het btw-compensatiefonds toch de btw terugvragen die ze hebben betaald over uitbesteed werk. Grondexploitaties (Grex) Een grondexploitatie is een berekening van de kosten en opbrengsten van alle grond in een bouwplan. Meejareninvesteringsplan (MIP) In het meerjareninvesteringsplan wordt de planning van de vervangingsinvesteringen voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt. Kapitaallasten Investeringen in activa (zoals de aanschaf van een gebouw) leiden tot afschrijvingen en rentekosten. Samen vormen de afschrijvingen en de rentekosten de kapitaallasten. De afschrijvingen betreffen de jaarlijkse waardevermindering van de investering. Door middel van de afschrijving worden lasten van de investering uitgespreid over de jaren dat er van de investering gebruik wordt gemaakt. De rente betreft het eigen of geleende geld dat bestemd wordt om de investering te financieren. Kasstroomverwachtingen De planning van toekomstige betalingen en ontvangsten. Vereveningsreserve grondexploitaties Binnen de vereveningsreserve grondexploitaties worden postitieve en negatieve resultaten van projecten met een grondexploitatie met elkaar verrekend. Hierdoor worden schommelingen in het resultaat van de gemeente niet beïnvloed door het resultaat van projecten. Vervangingsinvesteringen Vervangingsinvesteringen dienen ter vervanging van bestaande voorzieningen die technisch en/of economisch aan vervanging toe zijn. Vervanging vindt plaats uit het oogpunt van instandhouding van het bestaande voorzieningenniveau binnen de gemeente. Het doen van vervangingsinvesteringen behoort daarmee tot de reguliere bedrijfs- en taakuitvoering van de gemeente.
360 | Bijlagen