Jaarstukken (jaarverslag & jaarrekening) 2013
Versie voor consultatie bij deelnemende gemeenten
2
Inhoudsopgave jaarverslag 2013 Pag. 1.
Jaarverslag 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
2.
3.
4.
3
Voorwoord 5 Beslispunten en proces besluitvorming 6 Directiejaarverslag 7 Wettelijke ontwikkelingen 7 Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding 8 Brandweer 9 Publieke Gezondheid 11 Regionaal Ambulancevervoer 19 Inspectie van het Rijk 20 Analyse financiële positie en resultaat 2013 21 Investeringsoverzicht 2013 22 Risicoparagraaf / weerstandsvermogen 24 Treasuryparagraaf 25 Onderhoud kapitaalgoederen 27 Verbonden partijen 27 Melding integriteitschendingen 27
Jaarrekening
29
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13
31 31 33 36 38 39 42 50 50 51 55 55 57
Financiële resultaten Voorstel resultaatbestemming/inwonersbijdrage Waarderingsgrondslagen en bepaling resultaat Balans Programmarekening Toelichting van de activa op de balans Toelichting van de passiva op de balans Investeringsoverzicht Niet uit de balans blijkende verplichtingen Toelichting op de programmarekening Normering topinkomens SISA en specifieke verantwoordingen Controleverklaring
Specifieke Verslagen
59
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
61 62 71 72 73
Bedrijfsvoering paragraaf Sociaal jaarverslag Kwaliteitsbeleid Klachtenjaarverslag Van de ondernemingsraad
Bijlagen
77
4.1 4.2 4.3 4.4 4.6
79 81 82 83 89
Bestuurssamenstelling Artikel 31/32/35 Gemeenschappelijke Regeling Regionale inwonersbijdrage 2013 Specificaties ten bate van de nacalculaties NZA Afkortingenlijst
3
4
1. Jaarverslag 2013 1.1
Voorwoord
De beleidsvelden van VGGM zijn volop in beweging Dat betekent dat VGGM veel energie steekt in de vertaling van het gewijzigde rijksbeleid naar de uitvoering en anderzijds de aandacht uit gaat naar het verder versterken van de uitvoering. Wij gaan er vanuit dat alleen een sterke uitvoeringsorganisatie adequaat op de beleidsmatige dynamiek kan reageren. Wij stippen een aantal zaken aan: - De regionalisering van de brandweer is succesvol afgerond en het projectbudget is niet volledig uitgenut; - Uit de IOOV rapportage “De staat van de rampenbestrijding” is naar voren gekomen dat de regio Gelderland-Midden tot de koploperregio’s behoort; - De gemeenschappelijke meldkamer voor politie, brandweer en ambulancezorg wordt ondergebracht in Apeldoorn. De technische samenwerking met de meldkamer Oost Nederland is gerealiseerd. Daarnaast is de uitval van de meldkamer beoefend met de meldkamer van Gelderland-Zuid in Nijmegen; - Het nieuwe crisisplan is in de oefencyclus van 2013 ingezet. Hiermee is de nieuwe werkwijze onder andere beoefend in de beleidsteamoefeningen; - Het in regio Gelderland-Midden ontwikkelde project Geen Nood Bij Brand wordt met steun van de ministeries van VWS, BZK en V&J landelijke uitgerold; - In 2013 zijn de contouren van het nieuwe basistakenpakket JGZ duidelijk geworden. Aan de basis hiervan ligt het advies van de Commissie De Winter. Deze commissie is in 2012 door het rijk ingesteld met de opdracht het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg te evalueren; - Het GGD Rampenopvangplan (GROP) is geëvalueerd en de expertise en het netwerk van de GGD blijkt van grote toegevoegde waarde; - De toetsing op grensoverschrijdend gedrag in de kinderopvang is in Arnhem uitgebreid met peuterspeelzalen; - Sinds eind mei 2013 komt in de regio mazelen voor en dit is een meldingsplichtige ziekte; - TBC bestrijding heeft veel aandacht gevraagd; - Het gericht oproepen van de risicogroep Chinezen heeft tot meer meldingen van hepatitis B geleid; - In de arrestantenzorg valt het toenemend gebruik van de harddrug GHB op. In de regio zijn speciale bedden beschikbaar om arrestanten op te nemen en gecontroleerd af te laten kicken terwijl ze onder verantwoording van de politie ingesloten blijven; - Samen met zes andere ambulancediensten is een nieuw elektronisch registratiesysteem ontwikkeld en dat is begin 2013 geïmplementeerd, Doordat patiëntgegevens sneller beschikbaar komen kan effectievere zorg worden geleverd; - Met de zorgverzekeraars is overeenstemming bereikt over de financiering van de nieuwbouw voor de hoofdvestiging van de Ambulancedienst op IJsseloord II aan het Velperbroekcircuit. De overeenkomst met de bouwcombinatie is getekend.
5
1.2
Beslispunten en proces besluitvorming
Beslispunten In het kader van de vaststelling van de jaarrekening in het Algemeen Bestuur worden de volgende beslispunten voorgelegd: a. b. c. d.
De resultaatbestemming (paragraaf 2.2) De inwonerbijdrage (paragraaf 2.2) Het jaarverslag 2013 De jaarrekening 2013 en de toelichting daarop.
Het verloop van het bestuurlijke besluitvormingsproces Wanneer
Wat
Datum
Week 9
Verzending aan Financiële Commissie
28 februari 2014
Week 10 Week 10 Week 13 Week 13 Week 14 t/m 20 Week 20 Week 21 Week 24 Week 26 Week 26
Financiële Commissie (advisering) Verzending aan DB Dagelijks Bestuur Verzending aan gemeenten Reactietijd B&W gemeenten Financiële Commissie (bespreken reacties gemeenten) Verzending nota van bemerkingen/wijzigingen Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Aanbieding aan Gedeputeerde Staten
5 maart 2014 7 maart 2014 26 maart 2014 28 maart 2014 16 mei 2014 20 mei 2014 20 mei 2014 11 juni 2014 25 juni 2014 27 juni 2014
6
1.3
Directiejaarverslag
In deze inleiding geven wij u een korte terugblik op de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen in 2013 die van invloed zijn geweest op onze producten en dienstverlening. De productspecifieke ontwikkelingen zijn in de factsheets van de productenclusters opgenomen evenals de kwalitatieve prestaties.
1.3.1 Wettelijke ontwikkelingen Wet veiligheidsregio’s Per 1 januari 2013 is de aanpassing van de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden waardoor gemeenten verplicht werden om uiterlijk per 1 januari 2014 de uitvoering van brandweertaken te beleggen bij VGGM. Jeugdwet Het kabinet wil de effectiviteit van de jeugdzorg verbeteren door middel van een stelselherziening, die wettelijk verankerd wordt in de Jeugdwet. In juli 2013 is het voorstel voor de Jeugdwet aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel behelst het onderbrengen van alle jeugdhulp bij gemeenten. De planning is dat deze in werking treedt per 1 januari 2015. Wet Publieke Gezondheid (Basis Aanbod Preventie) In 2013 zijn de contouren van het nieuwe basistakenpakket JGZ duidelijk geworden. Aan de basis hiervan ligt het advies van de Commissie De Winter. Deze commissie is in 2012 door het rijk ingesteld met de opdracht het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg te evalueren. De herziening van het jeugdstelsel was de aanleiding hiervoor. Het advies is van belang voor de keuze welke onderdelen in het basisaanbod blijven en daarom in de Wet Publieke Gezondheid geborgd zullen worden. De Commissie De Winter bracht in maart 2013 haar advies uit. Hierin beschrijft de commissie een preventief basispakket met activiteiten, die uit volksgezondheidsbelang aangeboden moeten worden aan alle kinderen in Nederland. De commissie hanteert als uitgangspunt dat gekeken moet worden naar wat kinderen nodig hebben om gezond op te groeien, zich aan te passen, zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan de maatschappij en wat ouders nodig hebben om hun kind gezond op te voeden. De JGZ vormt een belangrijk onderdeel van de publieke gezondheidszorg. De staatssecretaris heeft het advies eind juni nagenoeg ongewijzigd overgenomen. Hoewel de formalisering van het nieuwe Basis Aanbod Preventie nog zijn weerslag moet krijgen in de aanpassing van de Wet Publieke Gezondheid en het Besluit Publieke Gezondheid per 1 januari 2015, zijn de contouren duidelijk. Nieuw in het Basis Aanbod Preventie is het extra contactmoment met adolescenten, aandacht voor schoolziekteverzuim en de risico’s van het gebruik van social media en beleidsadvisering. AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen Het Ministerie van VenJ is druk bezig de AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen op te stellen; dit ter invulling van artikel 3 van de Wet Veiligheidsregio’s (“Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover daarin niet bij of krachtens enige andere wet is voorzien”). Bedoeld besluit gaat landelijk regels geven voor mensen toegankelijke plaatsen, zoals tijdelijke tribunes, festivalterreinen en partytenten. Het wordt daarmee de tegenhanger van het Bouwbesluit 2012 dat regels geeft voor bouwwerken. De verwachting was dat in de loop van 2013 het besluit in werking kon treden; dit is bijgesteld naar 1 januari 2015. Bij inwerkingtreding zal deze AMvB in de plaats treden van de lokaal vastgestelde brandbeveiligingsverordeningen. Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz) De tijdelijke Wet Ambulancezorg is per 1 januari 2013 in werking getreden. De wet vervangt de Wet ambulancevervoer. De Twaz geldt voor een periode van vijf jaar. In die periode zal worden gewerkt aan een definitieve wettelijke regeling. VGGM is in het kader van de TWAZ door de minister aangewezen als de enige rechtmatige uitvoerder van ambulancezorg in het verzorgingsgebied Gelderland-Midden.
7
1.3.2. Multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing Multidisciplinaire samenwerking De lijn die is ingezet voor de multidisciplinaire oefeningen is doorgezet met kwaliteitsverbetering. De evaluatiepunten van voorgaande jaren zijn opgenomen en gerealiseerd. De introductie van LCMS is een belangrijk onderdeel geweest van de oefeningen. De nieuwe landelijke GRIP fasering is ingevoerd en onder meer de sleutelfunctionarissen van het team bevolkingszorg zijn daarvoor opgeleid. Het regionaal actiecentrum voorlichting in Arnhem is operationeel geworden. In het najaar is de wettelijke verplichte “systeemoefening” gehouden. Het evaluatierapport van deze oefening komt in 2014. Programma risicobeheersing natuurbrand In het risicoprofiel van Gelderland-Midden komt natuurbrand naar voren als één van de grootste risico’s binnen de regio en krijgt dit thema om die reden extra prioriteit. VGGM voert in de periode 2013-2016 5 doelgroepgerichte pilotprojecten uit met als hoofddoel: “De kans op en het effect door natuurbranden verminderen". De doelgroepen zijn: Gezondheidszorg, Vitale infrastructuur, Pretparken en musea, Campings & Bungalowparken en Wonen. Het 1e project “Gezondheidszorg” is in 2013 afgerond. Het project betrof een zorgcentrum (’s Heeren Loo) met bewoners met een verstandelijke beperking in Ede. Dit project is samen met het zorgcentrum, de brandweer, natuurbeheerders, de GHOR, de gemeente Ede, Defensie, Politie, het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV) en de Provincie Gelderland uitgevoerd. Dit project is op 11 september 2013 succesvol afgerond met een bestuurlijke slotbijeenkomst, waarbij ook een intentieverklaring zal worden getekend door de belanghebbenden partijen, waarmee ze zich committeren aan het plan (o.a. ook directeur IFV). In 2013 is tevens een start gemaakt met de doelgroep “Vitale infrastructuur”. Dit project wordt in 2014 afgerond. Programma Multidisciplinaire Risicobeheersing Naast het rampenscenario Natuurbranden wil de veiligheidsregio ook voor andere risico’s uit het Regionaal Risicoprofiel inzetten, om de veiligheid te verhogen door te investeren in risicobeheersing en crisisbeheersing. Aangezien de veiligheidsregio maar beperkte verantwoordelijkheden heeft bij risicobeheersing is samenwerking met andere veiligheidspartners een voorwaarde voor succes. VGGM heeft daarbij een regisserende en coördinerende rol. Vanuit deze rol initieert de veiligheidsregio projecten / pilots waarin we samen met partners stappen zetten richting structurele samenwerking in het beheersen van risico’s in de regio Gelderland-Midden. Selectie en prioritering van de risico’s die in het programma zijn opgenomen, heeft plaatsgevonden in een interactief proces met de projectdeelnemers op basis van twee criteria: - Urgentie in de regio Gelderland-Midden gebaseerd op relevantie in het regionaal risicoprofiel en de capaciteitenanalyse. - Voorziene mogelijkheden met betrekking tot multidisciplinaire risicobeheersing en de ‘windows of opportunity’ (actuele ontwikkelingen waarin een onderwerp eenvoudig opgepakt kan worden). Op basis van de genoemde criteria zijn de volgende rampscenario’s geselecteerd en geprioriteerd: Overstroming, Verstoring nutsvoorzieningen, Extreme weersomstandigheden en Dierziekten. In navolging van het programma natuurbranden is gekozen voor een soortgelijk werkwijze met een doelgroepgerichte benadering. Als start van de pilots zal in 2014 de afstemming van de huidige advisering, waardoor vanuit een integrale blik wordt geadviseerd, beter geborgd worden. De nieuwe thema’s kunnen vervolgens bij deze werkwijze aansluiten. Meldkamer In 2012 werd in het kader van de nationalisering van de politie besloten tot de inrichting van 10 gemeenschappelijke meldkamers onder beheer van één meldkamerorganisatie, binnen de politie. Dit heeft in september 2013 geleid tot een transitieakkoord voor inrichting van deze landelijke meldkamerorganisatie (LMO). In 2014 moet duidelijk worden wat dit betekent voor de huidige meldkamer ambulancezorg. De activiteiten voor de meldkamer zijn in 2013 gecontinueerd met de wetenschap dat er een opmaat is naar een meldkamer op schaal van Oost 5. De activiteiten zijn in lijn met de eerdere uitkomsten van IOOV onderzoeken, daarin zitten weinig aandachtspunten. Het multidisciplinair functioneren staat voorop in het investeren van tijd en energie. Wat belangrijk is, is de harmonisatie en communicatie naar medewerkers, daar is op geïnvesteerd.
8
Risicocommunicatie In 2012 is de krant “Veilig gevoel” voor het eerst verspreid in Gelderland-Midden. De krant was en is bedoeld voor alle inwoners van onze regio. De krant is opgesteld met de Brandweer, Volksgezondheid, Politie en gemeenten. De krant maakt inwoners alert op risico's die ze kunnen lopen in hun woon-en leefomgeving en hoe te handelen bij een calamiteit. Een uitgebreide digitale enquête gaf aan dat de krant zeer goed is ontvangen door de bevolking en dat er een wens is voor een jaarlijkse uitgave. Afgelopen jaar is dan ook de 2e uitgave van de huis aan huis krant in de hele regio verspreid. In 2014 zal een volgende uitgave worden verspreid. Verder zijn in 2012 en 2013 filmpjes gemaakt voor de burgers om de zelfredzaamheid te bevorderen. De thema’s waren: natuurbranden, Pandemie/Epidemie, explosiegevaar en uitval stroom. De filmpjes zijn geplaatst op de VGGM website.
1.3.3. Brandweer Regionalisering Voor de brandweer is het jaar 2013 grotendeels gericht geweest op de regionalisering van de brandweer. Hier is enorm veel werk mee gemoeid geweest. De kaders van de organisatie stonden, maar veel invulling en detaillering moest in 2013 gestalte krijgen. Enkele highlights: • Met de vakbonden is overeenstemming bereikt over een sociaal plan dat begin 2013 officieel door alle gemeenten is bekrachtigd. Dit is een belangrijke basis voor de plaatsing van het personeel geweest. • In een zorgvuldig proces met betrokkenheid van bestuur en de Bijzondere Ondernemingsraad is het management geselecteerd (drie afdelingshoofden en een hoofd stafbureau) en daarna de daaronder fungerende managementlaag van teammanagers en clustercommandanten. • Al het personeel is in een plaatsingscommissie door een externe plaatsingscommissie geplaatst op een functie. Grotendeels op “mens volgt functie”, een aantal heeft via belangstellingsregistratie aan kunnen geven waar interesse en geschiktheid lag. Net voor de zomer was het merendeel van het personeel geplaatst. Na de zomer was de gehele plaatsing afgerond. • Via de plaatsing is de in het organisatieplan voorziene efficiencyoperatie (vermindering van 11 fte’s) feitelijk ingevuld. De boventalligheid blijft beperkt en in dekking is voorzien en dus er volgt geen aanvullende claim richting gemeenten. • In september zijn de teams begonnen met een eerste kennismaking en met het inrichten van werkzaamheden en processen om het werk vanaf 1 januari samen uit te gaan voeren. • De afdeling P&O heeft met twee controlerondes richting medewerkers alle personeelsgegevens ingevoerd in het VGGM systeem en gezorgd dat alle medewerkers half december 2013 hun aanstellingsbrief bij VGGM hebben ontvangen. • Met de gemeenten in intensief contact geweest om overdrachtsovereenkomsten op te stellen per gemeente. Deze zijn in oktober 2013 bekrachtigd door alle colleges van B&W en ondertekend in de AB vergadering van oktober. • In samenspraak met gemeenten zijn de begrotings- en balansposten van de gemeentelijke korpsen in beeld gebracht. Vervolgens heeft een overdracht van het budget, de bezittingen en het vermogen plaatsgehad conform de in de overdrachtsovereenkomsten vastgelegde uitgangspunten. In dat kader zijn met toestemming van de belastinginspecteur ook zes kazernes overgedragen en daarmee is een fiscaal probleem voor gemeenten vermeden van € 650.000. Doorontwikkeling repressieve organisatie In het proces tot regionalisering van de brandweer is gesproken over een efficiënte verdeling van specialistisch materieel in Gelderland-Midden. Door de overgang van verschillende kleinschalige organisaties naar één nieuwe brandweerorganisatie is het noodzakelijk om verder te kijken naar de huidige wijze waarop de repressieve organisatie is vormgegeven binnen Gelderland-Midden. Het projectplan is in maart vastgesteld door het Algemeen Bestuur en moet medio 2014 uitmonden in een voorstel voor doorontwikkeling van de repressieve organisatie waarbij op basis van het brandrisicoprofiel, wettelijke uitgangspunten, slagkracht en de belasting voor het personeel verschillende scenario's gepresenteerd worden voor een verantwoorde en efficiënte brandweerorganisatie in Gelderland-Midden, waarbij ook recht gedaan wordt aan de maatschappelijke betrokkenheid en lokale binding. Jan Slakhorst, plaatsvervangend directeur brandweer, is projectleider. De doorontwikkeling van de repressieve organisatie wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Het plan komt tot stand met draagvlak van medewerkers en vrijwilligers. • Vrijwillige inzet geborgd.
9
• •
Behoud huidige brandweerposten uitgangspunt. Een goede prijs - kwaliteit verhouding.
Proactie In 2013 is de samenwerking tussen de veiligheidsregio’s in het landsdeel Oost voor uniforme kwaliteit van BRZO advisering geformaliseerd door het aangaan van een Samenwerkings- en dienstverleningsovereenkomst Brzo regio Oost. Dit ter voorbereiding op de komst van één BRZO Omgevingsdienst voor dit gebied. Gelderland-Midden vervult de coördinerende rol voor de brandweer hierin. Op grond van artikel 31 Wet veiligheidsregio’s is het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bevoegd om Brzo inrichtingen aan te wijzen als bedrijfsbrandweerplichtig en zodoende te verplichten tot het hebben van een bedrijfsbrandweer en daaraan nadere voorschriften te verbinden. Er zijn vanuit 14 bedrijven beoordelingsaanvragen in behandeling, waarvan bij 7 bedrijven de voorbereidingen van besluitvorming zijn afgerond. Ruimtelijke veiligheid In mei 2013 heeft VGGM een reactie gegeven op de MER 1e fase Programma Hoogfrequent Spoor Goederenvervoer Oost-Nederland (PHS GON). Gevraagd is om een brede en transparante afweging te maken door de kans op een ongeval, de mogelijke effecten (gelet op de dichtbebouwde omgeving), de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid in relatie tot elkaar te beschouwen en het besluit niet alleen te baseren op basis van geldende wet- en regelgeving, maar ook maatschappelijke normen. In de loop van 2014 neemt de staatssecretaris haar besluit over het traject en aantal goederenpaden. In aansluiting daarop gaat ook technische uitwerking plaatsvinden, waarbij VGGM en de andere veiligheidsregio’s langs het traject betrokken worden. In samenwerking met de partners is VGGM door het projectbureau ViA15 betrokken bij het project ViA15: doortrekken A15, aanpassingen A12 en onderhoud A15. Afgelopen jaar is een start gemaakt met het opstellen van de Klant Eisen Specificatie (KES) voor de aanbestedingsprocedure van het project. Specifiek gaan wij via deze KES onze wensen/eisen borgen ten aanzien van o.a. de gevolgen van het plan voor de huidige voorzieningen langs de Betuweroute, de uitwerking van de tunnelbak tegen de achtergrond van bestrijdbaarheid en veiligheid eigen personeel bij incidenten als ook, vanwege onze bereikbaarheid, het verwijderen van de bestaande afrit 29 (Grietsche Poort) en verplaatsing daarvan richting Hengelder. Uit de PlanMER studie Overnachtinghaven Lobith zijn drie voorkeurslocaties voor de overnachtinghaven gekomen. In het vervolg daarop, de Project MER, gaan deze drie locaties verder beoordeeld worden op mogelijke inrichtingsalternatieven. VGGM (brandweer en GGD) is betrokken bij het beoordelen van de mogelijkheden voor brand- en rampenbestrijding als ook voor de gezondheidseffecten bij de uitwerking van deze inrichtingsalternatieven. Preventie Geen Nood Bij Brand (GNBB) is doorontwikkeld tot een methode waarbij het effect van kennisoverdracht op de werkvloer meer wordt geborgd in een instelling. Instellingen worden ook gestimuleerd om meer verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van veiligheid. Deze verschuiving in verantwoordelijkheidstoedeling is een landelijk thema. Gelderland-Midden heeft dan ook het landelijk projectleiderschap voor GNBB 2.0 op zich genomen. In ruim de helft van alle regio’s is 2013 een start gemaakt met deze methode. In Gelderland-Midden is eveneens voortvarend doorgegaan met GNBB 2.0; zo zijn er ook dit jaar weer convenanten afgesloten met drie zorginstellingen (Vilente, Opella en Siza Zorg groep). Omgevingsdiensten In aanloop naar de regionalisering zijn kennismakingsgesprekken gevoerd met de drie voor onze regio meest relevante Gelderse omgevingsdiensten (Regio Arnhem, De Vallei en Regio Nijmegen; deze laatste vanwege de BRZO-bedrijven). Via Omgevingsdienst De Vallei was de brandweer ook in 2013 betrokken bij de stroomlijning van de werkprocessen met de Gelderse omgevingsdiensten. Beheer en inkoop In 2013 is VGGM met succes in beroep gegaan tegen het in 2012 door de rechtbank in Arnhem uitgesproken vonnis. In dit vonnis legde de rechtbank VGGM het verbod op om de opdracht tot
10
leveren van combi-Tankautospuiten definitief te gunnen aan de door VGGM geselecteerde partij. In het door VGGM gevoerde (spoed) appèl heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden VGGM in haar gelijk gesteld en het eerdere vonnis vernietigd. Inmiddels hebben drie brandweerkorpsen in totaal zeven voertuigen met een gezamenlijke waarde van ruim € 2.500.000,- uit bedoelde raamovereenkomst besteld. Oefenen De lijn die is ingezet voor de ROBO oefeningen en het realistisch oefenen is doorgezet met kwaliteitsverbetering. De evaluatiepunten van voorgaande jaren zijn opgenomen en gerealiseerd. Er is in het oefenen ook geanticipeerd op de regionalisering en nieuwe functionarissen op operationele functies. Zij zijn daarop voorbereid. Natuurbrandbestrijding is getest in vier grote oefeningen. Tevens hebben vier grote peletonsoefeningen plaatsgevonden op het centraal station van Arnhem. Deze zijn heel goed verlopen, ondanks de complexiteit van de omgeving (drukke verkeersbewegingen en aanwezigheid van burgers op dit centrale punt). Natuurbrand Samen met het IFV en de VNOG is een belangrijke stap gezet door het verspreidingsmodel voor natuurbrand te introduceren.
1.3.4. Publieke gezondheid Voor 2013 zijn drie belangrijke speerpunten geformuleerd1 die de focus bepaalden van de werkzaamheden op het gebied van de volksgezondheid. De speerpunten voor 2013 waren: - Bijdragen aan het versterken van de informatiepositie van gemeenten; - Ondersteunen en adviseren in de zorg voor jeugd en kwetsbaren; - Verbinden publieke gezondheid en publieke veiligheid. 1.Publieke Gezondheid en Veiligheid verbonden Sinds 2012 is de Wet Publieke Gezondheid definitief in werking getreden, de verbinding met de Wet Veiligheidsregio’s was een feit. 2013 heeft dan ook in het teken gestaan van de verbinding tussen publieke gezondheid en veiligheid. Zo is het GGD Rampen Opvang Plan verder vormgegeven en uitgevoerd. In 2013 waren 75 GROP incidenten. Daarnaast is binnen Volksgezondheid gewerkt aan het leggen van de verbinding tussen verschillende beleidsterreinen, zoals infectieziekten- en rampenbestrijding. Ook is door de Directeur Publieke Gezondheid op verschillende wijzen met bestuurders gesproken over de verbinding tussen gezondheid en veiligheid. 2. Zorg voor jeugd en kwetsbaren en de verbinding met de publieke gezondheid Vanaf 2015 staan gemeenten voor een aantal grote beleidsdecentralisaties binnen AWBZ/WMO, Jeugdzorg, Participatie en Passen onderwijs. In 2013 heeft de sector Volksgezondheid vanuit haar kernactiviteiten een bijdrage geleverd aan de voorbereiding hierop. Hierbij ligt de aandacht niet alleen op het signaleren van knelpunten maar ook in het adviseren over hoe deze knelpunten voorkomen kunnen worden, hoe mensen zo lang mogelijk gezond en zelfredzaam kunnen blijven. 3. Informatie positie gemeenten versterken Monitoring Volksgezondheid Monitor Volwassenen en Ouderen 2012/2013 In 2012 /2013 hebben alle GGD’en in Nederland voor het eerst op hetzelfde moment en in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het RijksInstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de monitor Volwassenen en Ouderen uitgevoerd. Met deze samenwerking werd het mogelijk om de resultaten te verrijken met gegevens en landelijke vergelijkingen te maken. VGGM heeft daarnaast de resultaten verrijkt en aangevuld met gegevens uit interne bronnen. Dit resulteerde in een uitgebreide regionale rapportage en zestien gemeenterapporten voorzien van een lokaal advies. Kindermonitor 2013/2014 In het najaar van 2013 is de kindermonitor uitgevoerd. De vragenlijsten zijn voor het eerst alleen 1
Ontwikkelingenbrief 2012-2014 (in 2012 met de gemeenten besproken)
11
digitaal uitgezet waardoor het mogelijk werd om de steekproef op te hogen (1500 per gemeente, indien mogelijk). De resultaten worden medio 2014 verwacht en zullen een beeld geven van de gezondheid, het welbevinden en de veiligheid van kinderen. Ook zullen wederom gegevens uit andere relevante bronnen worden gebruikt om de resultaten te verrijken en zo gemeenten nog beter in staat te stellen beleid te ontwikkelen. Met de vragenlijst is voorgesorteerd op de decentralisatie jeugdzorg. De rapportage wordt in het voorjaar van 2014 verwacht. Academische werkplaatsen Academische Werkplaatsen zijn samenwerkingsverbanden tussen GGD’en en universiteiten waarin gemeentelijke beleidsvragen op een wetenschappelijke wijze worden beantwoord. VGGM participeert in de Academische Werkplaats Amphi (zowel in het onderdeel Infectieziektenbestrijding als in het onderdeel Integraal Gezondheidsbeleid) en coördineert de Academische Werkplaats Milieu en Gezondheid. De activiteiten die binnen de werkplaats Milieu en Gezondheid en binnen het Amphi onderdeel Infectieziektenbestrijding zijn uitgevoerd staan beschreven bij de afdeling Maatschappelijke Zorg. Binnen het Amphi onderdeel ‘Integraal Gezondheidsbeleid’ is in 2013 gewerkt aan een kortdurend onderzoek mbt obesitas bij kinderen in Arnhem. Dit onderzoek wordt in 2014 verbreed naar een evaluatieonderzoek naar effectiviteit en efficiëncy van gecombineerde leefstijlinterventies bij kinderen. Regionale en lokale gezondheidsnota's Iedere gemeenteraad moet volgens artikel 13 van de Wet Publieke Gezondheid een nota Gezondheidsbeleid vaststellen waarin ze uitvoering geeft aan de gemeentelijke taken op het terrein van de publieke gezondheid. De gemeente stelt prioriteiten naar aanleiding van het op epidemiologische wijze verkregen inzicht in de gezondheidstoestand van de bevolking en neemt de landelijke speerpunten in acht. Vrijwel alle gemeenten hebben inmiddels hun nota lokaal gezondheidsbeleid door de Raden laten vaststellen. De plannen zijn volop in uitvoering. Er wordt vooral inzet gepleegd op de bestrijding van overgewicht bij de jeugd, het bevorderen van de psychische gezondheid bij jeugd en volwassenen en, in deel van de gemeenten, het bevorderen van de seksuele gezondheid. Thema’s waar ook VGGM in 2013 binnen de kernactiviteiten de focus op heeft gelegd. Daarnaast heeft het merendeel van de gemeenten de ambitie uitgesproken om de samenwerking met de eerstelijnsgezondheidszorg vorm te geven en het overleg met de zorgverzekeraar te zoeken. Ook dit zijn terreinen waarop VGGM in 2013 activiteiten heeft ontplooid, dan wel is aangesloten bij gemeentelijke initiatieven. In oktober 2013 is het Nationaal Programma Preventie aangeboden aan de Tweede Kamer onder de naam ‘Alles is gezondheid….’ . Hierin geeft de Minister aan welke doelen zij samen met de gemeenten en belangrijke partners wil bereiken ten aanzien van een duurzame bescherming van de volksgezondheid. In het NPP krijgt preventie overal in de gezondheidszorg een belangrijke plek, evenals de bescherming tegen gezondheidsbedreigingen van buitenaf. Het NPP legt ook nadrukkelijk de relatie tussen de (volks)gezondheid en de transities in het sociaal domein en geeft drie pijlers aan waar gewerkt moet worden aan de verbetering van de gezondheid: in de wijk, op school en op het werk. Er is expliciet aandacht voor het terugdringen van gezondheidsachterstanden. Na het verschijnen van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 zal het programma voorzien worden van concrete doelen. Zorg en Veiligheid De afdeling Zorg en Veiligheid bestaat uit de onderdelen Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), Centrum voor jeugd en gezin (CJG) en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Landelijke en organisatorische ontwikkelingen met betrekking tot de veiligheidsregio vragen om een sterke vertegenwoordiging van de witte kolom. De samenhang tussen de Wet Veiligheidsregio’s (WVR) en de Wet Publieke Gezondheid (WPG) pleit sterk voor een verbinding tussen zorg en veiligheid. GHOR De GHOR is wettelijk (WVR, art.1) verantwoordelijk voor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied. De GHOR heeft in 2013 veel energie gezet op haar ketenpartners verzorg- en verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en de instellingen in het domein van de geestelijke gezondheidszorg. Deze partijen hebben een grote verantwoordelijkheid in het kunnen waarborgen van zorgcontinuïteit bij opgeschaalde situaties. Daarnaast heeft er een doorontwikkeling plaatsgevonden van het digitaal koppelen van informatie van zorginstellingen aan applicaties als het landelijke crisis management systeem (LCMS), zodat bij opgeschaalde incidenten adequate en gepaste acties genomen kunnen worden. Ook is er weer veel gedaan aan opleidingen, trainingen en oefeningen (OTO) binnen de
12
GHOR keten (instellingen geneeskundige hulpverlening) en met de multidisciplinaire partners (brandweer, politie, gemeenten en derden) van de veiligheidsregio. Ook wordt er zoveel mogelijk met de GHOR-bureaus van de veiligheidsregio’s Noord Oost Gelderland en Gelderland Zuid samengewerkt ten aanzien van OTO-trajecten. Daarnaast is het evalueren van het optreden van de gehele geneeskundige keten bij een GRIP-incident, opgenomen als vast onderdeel van de werkprocedure. CJG Binnen het CJG in de lokale gemeenten is de doorontwikkeling van het vindplaatsgericht werken en het outreachend werken (vanuit de vindplaatsen actief contact zoeken met ouders/opvoeders) te zien. In 2012 hebben diverse gemeenten besloten hun fysieke CJG locatie (de Frontoffice) te sluiten en de werkwijze van het vindplaatsgericht werken te implementeren. De Backoffice probeert deze ontwikkelingen maximaal te ondersteunen, vanuit haar verantwoordelijkheden binnen de virtuele dienstverlening. Door deze ontwikkeling verandert de rol van de coördinator van het CJG, er is een intern traject gestart, om met het perspectief van de transitie jeugdzorg in het achterhoofd, de coördinatoren te trainen voor deze nieuwe positie van regisseur in het lokale veld. Binnen de Backoffice is gewerkt aan het verder onder de aandacht brengen van het model zorgcoördinatie. Tevens is intern gewerkt aan het ontsluiten van beschikbare informatie over opvoeding vanuit diverse bronnen. In de gemeenten in de Valleiregio maken sommige gemeenten ook gebruik van de telefonische dienstverlening van de Backoffice CJG. OGGZ / CT In 2012 is in zowel centrumgemeente Ede als Arnhem aandacht besteed aan de implementatie van trajectfinanciering. De cliënten worden op basis van de zelfredzaamheidsmatrix geplaatst in het voor hen geschikte traject. De veldregie richt zich op het ondersteunen van de organisaties bij de uitvoering van deze trajecten, en op de monitoring van de trajecten. De invulling van de monitoring vanuit de zorgmonitor heeft een andere invulling gekregen. De eerdere zorgmonitor voldeed niet aan de nieuwe werkwijze rondom trajectfinanciering, hier voor is het Cliëntvolgsysteem (CVS) Arnhem in de plaats gekomen. In de Valleiregio is ook een aansluiting van de lokale netwerken, om een sluitende keten van preventieopvang en nazorg te creëren een aandachtspunt. De positie van de zwerfjongeren binnen de keten van de Centrale Toegang is in beide centrumgemeenten een aandachtspunt wat in 2013 explicieter geborgd wordt. GROP De GGD kan geconfronteerd worden met een incident, een ramp en een crisis, waarbij tengevolge van een gebeurtenis in de regio (of in geheel Nederland) een ernstige verstoring van de openbare orde of veiligheid ontstaat of zou kunnen ontstaan. De gezondheid of het leven van (grote groepen) bewoners kan in die situatie worden bedreigd of geschaad. Tevens geldt dat de GGD met regelmaat wordt geconfronteerd met incidenten, die op het eerste gezicht kleinschalig lijken en ogenschijnlijk geen risico met zich mee brengen. Echter door de complexheid in combinatie met het optreden in een openbare omgeving is het van belang dat informatie op een juiste manier intern wordt afgestemd. Daartoe is het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) opgesteld. Het GROP regelt de (opgeschaalde) werkwijze van de GGD in het geval van een incident, ramp of crisis. In het GROP is vastgelegd hoe de GGD in deze gevallen georganiseerd is en wie welke verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden heeft. In 2013 zijn er diverse oefeningen geweest in het kader van het GROP. Er is geoefend op afdelingsniveau en oefening van het crisisteam van de GGD heeft plaatsgevonden. Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van VGGM anticipeert op de ontwikkelingen in het sociaal domein; het nieuwe Basisaanbod Preventie (BAP) binnen de Wet Publieke Gezondheid, de nieuwe Jeugdwet en Passend Onderwijs Basis Aanbod Preventie (Wet Publieke Gezondheid) In 2013 zijn de contouren van het nieuwe basistakenpakket JGZ duidelijk geworden. Aan de basis hiervan ligt het advies van de Commissie De Winter. Deze commissie is in 2012 door het rijk ingesteld met de opdracht het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg te evalueren. De herziening van het jeugdstelsel was de aanleiding hiervoor. Het advies is van belang voor de keuze welke onderdelen in het basisaanbod blijven en daarom in de Wet Publieke Gezondheid geborgd zullen worden.
13
De Commissie De Winter bracht in maart 2013 haar uit. Hierin beschrijft de commissie een preventief basispakket met activiteiten, die uit volksgezondheidsbelang aangeboden moeten worden aan alle kinderen in Nederland. De commissie hanteert als uitgangspunt dat gekeken moet worden naar wat kinderen nodig hebben om gezond op te groeien, zich aan te passen, zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan de maatschappij en wat ouders nodig hebben om hun kind gezond op te voeden. De JGZ vormt een belangrijk onderdeel van de publieke gezondheidszorg. De staatssecretaris heeft het advies eind juni nagenoeg ongewijzigd overgenomen. Hoewel de formalisering van het nieuwe Basis Aanbod Preventie nog zijn weerslag moet krijgen in de aanpassing van de Wet Publieke Gezondheid en het Besluit Publieke Gezondheid per 1 januari 2015, zijn de contouren duidelijk. Nieuw in het Basis Aanbod Preventie is het extra contactmoment met adolescenten, aandacht voor schoolziekteverzuim en de risico’s van het gebruik van social media en beleidsadvisering. Jeugdwet Het kabinet wil de effectiviteit van de jeugdzorg verbeteren door middel van een stelselherziening, die wettelijk verankerd wordt in de Jeugdwet. In juli 2013 is het voorstel voor de Jeugdwet aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel behelst het onderbrengen van alle jeugdhulp bij gemeenten. De planning is dat deze in werking treedt per 1 januari 2015. In 2013 hebben de gemeenten visies ontwikkeld op zorg voor jeugd om daarmee tot een nieuw (en beter) stelsel te komen waarin jeugdigen, wanneer nodig, die zorg krijgen die het beste bij hen en hun gezin past. Bij deze transitie en transformatie van de jeugdzorg leggen gemeenten de nadruk op normaliseren, ontmedicaliseren en empowerment van ouders en jongeren ter voorkoming van inzet van zwaardere zorg. Passend onderwijs De Wet Passend Onderwijs is in 2012 goedgekeurd door de Tweede Kamer en aangenomen door de Eerste Kamer. Deze wet houdt in dat elk kind recht heeft op passend onderwijs, ook de leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Scholen krijgen de verantwoordelijkheid om voor elk kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te vinden, ongeacht de extra zorgbehoeften (zorgplicht). Ten behoeve hiervan gaan scholen samenwerken in (nieuwe) regionaal ingedeelde verbanden. Het samenwerkingsverband moet een dekkend aanbod voor alle kinderen realiseren en moet in dit kader een ondersteuningsplan opstellen. Onderdeel hiervan is samenwerking tussen onderwijs en zorgvoorzieningen met aandacht voor het sociaal-medische en psychosociale gebied. Belangrijkste thema’s Jeugdgezondheidszorg VGGM in 2013 Ter anticipatie op de hierboven geschetste ontwikkelingen in het sociaal domein heeft de JGZ in 2013 ingezet op de volgende thema’s: 1. Doorontwikkeling CJG / vindplaatsgericht werken Alle gemeenten treffen voorbereidingen voor de transformatie en de transitie van de jeugdzorg. In dat kader zijn onder andere pilots en proeftuinen ingericht op het gebied van vindplaatsgericht werken en ambulante jeugdzorg zonder indicatie. Hierbij wordt gekeken naar de rol van de jeugdverpleegkundige als generalist van het gezonde, normale kind in het voorliggende veld en de jeugdarts als sociaal-medisch specialist. 2. Doorontwikkeling zorgstructuur primair onderwijs In het kader van de ontwikkelingen van Passend Onderwijs en het vindplaatsgericht werken is de zorgstructuur in het primair onderwijs doorontwikkeld naar schoolgebonden zorgteams in relatie tot bovenschoolse netwerken. 3. Inhoudelijke doorontwikkeling triage en risicozorg De inhoudelijke en bedrijfsmatige doorontwikkeling is een continu aandachtspunt. Hoofdthema’s in 2013 waren: a. Triage: de eindrapportage van de effect- en kostenstudie naar de triagemethodiek is opgeleverd. Tevens zijn de ervaringen van ouders en leerkrachten met de triage onderzocht. Dit is aanleiding geweest om een projectaanvraag bij Zonmw in te dienen voor verspreiding en implementatie van de resultaten. b. Les(s) and more: de effectstudie naar deze interventie voor de doelgroep niveau 1 en 2 MBO is afgerond. N.a.v. de resultaten is voor deze interventie ook een projectaanvraag voor verspreiding en implementatie ingediend bij Zonmw. c. Aanpak schoolziekteverzuim in het voortgezet onderwijs: Gericht op het eerder en beter bereiken van risicojongeren is in schooljaar 2012/2013 op 2 scholen een pilot uitgevoerd van een vernieuwde aanpak van schoolziekteverzuim. De aanpak betreft een niet vrijblijvende samenwerking tussen school, JGZ en leerplicht. Hierbij is de jeugdarts gepositioneerd als een
14
soort ‘bedrijfsarts’ om school te adviseren over de consequenties van de ziekte/gezondheidsklachten voor het volgen van de lessen en de begeleiding van de leerling, gericht op reïntegratie op school. Uit de evaluatie blijkt dat de aanpak succesvol is. Op beide scholen daalde de omvang van schoolziekteverzuim, zowel in aantal leerlingen als in aantal ziektedagen. d. Social media: In 2013 is in samenwerking met de Hogeschool van Leeuwarden een signaleringsinstrument ‘cybersafety’ ontwikkeld. Na training van alle medewerkers is m.i.v. schooljaar 2013/2014 op een aantal scholen gestart met het testen van dit screeningsinstrument. Het gebruik van social media (twitter en facebook) voor de contacten met jongeren is gecontinueerd. 4. Extra contact met adolescenten De impuls van VWS voor extra contact van de JGZ met adolescenten is in 2013 projectmatig aangepakt onder coördinatie van VGGM en met betrokkenheid van gemeenten, jongeren, onderwijs en de resultaten van het landelijke project. In maart 2013 hebben de portefeuillehouders de uitgangspunten vastgesteld en is besloten een groeimodel te volgen, gericht op maatschappelijke inbedding in het sociaal domein. De focus lag dit jaar op de ontwikkeling en praktische voorbereiding van een contact met 15/16 jarigen in het voortgezet onderwijs. De inhoudelijke uitgangspunten van dit contactmoment, op basis waarvan de structurele begroting verder wordt uitgewerkt, zijn eind oktober vastgesteld door de portefeuillehouders. In hetzelfde portefeuillehoudersoverleg is ingestemd met het advies van de ambtelijke werkgroep om de mogelijkheden voor extra toegankelijkheid van de JGZ voor jongeren verder uit te werken en als pilot vorm te geven in 2014. 5. Genereren van (beleids)informatie Het genereren van informatie t.b.v. monitoring, (bij)sturing, beleid en verantwoording is in 2013 continu doorontwikkeld. Een belangrijk aandachtspunt hierbij was het toespitsen van de informatie op de vragen van gemeenten. Er zijn in 2013 duidelijke vorderingen gemaakt. Een belangrijke mijlpaal (voorjaar 2013 gerealiseerd) is het kunnen genereren van betrouwbare gegevens bestanden uit de digitale dossiers in KD+. Maatschappelijke zaken Infectieziekten algemeen In 2013 speelde de mazelenepidemie nadrukkelijk ook in onze regio. Mazelen is zeer besmettelijk: één ziek kind kan meer dan tien andere personen die niet tegen mazelen zijn ingeënt of geen mazelen hebben doorgemaakt besmetten. Mazelen gaat gepaard met koorts en rode huiduitslag. Complicaties komen vaak voor. Bij de huidige mazelenuitbraak lijkt bij zo’n 10% van de mensen met mazelen complicaties op te treden. Meestal betreft dit een long- of oorontsteking, zelden is dit een zeer ernstige hersenvliesontsteking. De ziekte is extra gevaarlijk voor jonge kinderen onder 1 jaar, ouderen, nietgevaccineerde zwangeren en personen met een verminderde immuniteit. Iedereen die niet gevaccineerd is en nooit eerder mazelen heeft gehad, kan mazelen krijgen. In onze regio zijn met name mensen met een antroposofische of bevindelijk gereformeerde levensbeschouwing en mensen met een kritische houding ten opzichte van vaccinatie, niet gevaccineerd. De huidige epidemie heeft zich vooral verspreid onder de reformatorische gezindte. Verder zijn alle kinderen tussen de 6 en 14 maanden onbeschermd tegen mazelen omdat het rijksvaccinatieprogramma de vaccinatie pas aanbiedt als een kind 14 maanden oud is. Kinderen onder de 6 maanden zijn beschermd via de antistoffen van hun moeder die ze na geboorte nog enige tijd bij zich hebben. Momenteel is de mazelenepidemie op zijn retour en zijn er nauwelijks nog meldingen of vragen. Genomen maatregelen om verspreiding te voorkomen: 6. Extra vaccinaties en inhaalvaccinaties zijn aangeboden via het consultatiebureau (0-4 jaar) en de jeugdgezondheidszorg van de GGD (4-19 jaar). De GGD organiseerde hiervoor extra inhaalspreekuren. Vanaf de start van de epidemie zijn dit ongeveer 3 extra spreekuren per week. De vaccinaties zijn aangeboden zolang de epidemie duurde en inmiddels gestopt. 7. Huisartsen en relevante ziekenhuisprofessionals in de regio Gelderland-Midden zijn geïnformeerd over het aangepaste vaccinatiebeleid. 8. Scholen en kindercentra in de gemeenten met (kernen van) lage vaccinatiegraad zijn geïnformeerd en opgeroepen om mogelijke gevallen van mazelen te melden: Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen. Daarnaast houden hierover zowel de infectieziektenartsen als de JGZ verpleegkundigen contact met de scholen.
15
9. De GGD biedt ongevaccineerde kinderen en volwassenen die contact hebben gehad met een mazelenpatiënt binnen 72 uur vrijblijvend een BMR vaccinatie aan. Hierbij wordt ook het desbetreffende JGZ-schoolteam betrokken. Maatschappelijke onrust Er zijn geen tekenen van maatschappelijke onrust geweest. Binnen de betrokken gemeenschap van reformatorische gezindte is het rustig en accepteert men de ziekte. Personele inzet Er is extra personele inzet nodig geweest in verband met het aanbieden van de 3 extra vaccinatiespreekuren per week. Daarnaast was extra personele inzet nodig in het team infectieziektenverpleegkundigen. TBC-bestrijding Landelijk is er al jaren sprake van een afnemende TBC incidentie. Tegelijkertijd is er ook sprake van een toenemende complexiteit van de overgebleven TBC besmettingen i.v.m. antibioticaresistentie. Afnemende incidentie LTBI (Latente tuberculose infecties, mensen zijn besmet maar niet ziek) In 2011 waren er landelijk 1291 gevallen van LTBI, waarbij 63% gevonden werd n.a.v. een contactonderzoek. Sinds 2005 is het aantal LTBI’s met 40% afgenomen. De afname onder autochtone Nederlanders was 70%, maar het aantal LTBI’s verdubbelde onder allochtonen. GGD Gelderland Midden vond afgelopen jaar 82 LTBI’s, een verdubbeling t.o.v. het vorige jaar. Naast de stijging van het aantal LTBI’s laten ook het aantal thorax/longfoto’s, het aantal bloedonderzoeken (igra) en het aantal verpleegkundige consulten een zeer duidelijke stijging zien. De verklaring hiervoor zijn de 2 grote contactonderzoeken die in 2013 zijn uitgevoerd. Open TBC In 2014 is bij een persoon open tbc vastgesteld. De GGD heeft bron- en contactonderzoek gedaan. In combinatie met een ander geval van open tbc in 2012 heeft de GGD bij ongeveer 40 personen een tbc-infectie (een zogenoemde LTBI) gevonden. Deze personen zijn wel besmet maar niet ziek en ook niet besmettelijk. Deze personen worden behandeld met preventieve medicijnen om te voorkomen dat zij actieve tuberculose ontwikkelen. Overigens is in januari 2014 opnieuw bij een persoon open tbc geconstateerd. De 3e patiënt heeft open tbc en is dus potentieel besmettelijk. Opnieuw is een bronen contact onderzoek gestart. In deze bron- en contactonderzoeken krijgen grote groepen mensen een mantoux (huidtest). Wanneer deze positief is volgt een bloedonderzoek (daarmee kunnen we zien of mensen echt besmet zijn met TBC). Ook wordt een longfoto genomen om te zien of mensen actieve/open TBC hebben. We zien dan ook dat het aantal bloedonderzoeken en longfoto’s in 2013 is gestegen. Mensen met een LTBI worden behandeld met medicijnen om te zorgen dat zij geen actieve open TBC krijgen. Deze behandeling geeft veel bijwerkingen. De kans op therapieontrouw is daardoor groot. Daarom worden de patiënten intensief en langdurig begeleid door een verpleegkundige. Tijdens de behandeling, die een half jaar of langer duurt, worden de patiënten meermaals thuis bezocht. Ook het aantal verpleegkundige consulten is in 2013 gestegen. Risicogroepen Bij risicogroepen willen we actieve TBC opsporen in een zo vroeg mogelijk stadium. Bij TBC verstaan we onder een risicogroep een bevolkingsgroep met een tbc-incidentie van 50 of meer per 100.000 (dus 10 keer zo veel als de autochtone Nederlanders: ongeveer 5 per 100.000). De belangrijkste risicogroepen zijn: 1. contacten van infectieuze patiënten (contactonderzoek), 2. asielzoekers en migranten uit hoogprevalente landen < 2 jaar in Nederland, 3. gedetineerden, 4. drugsverslaafden, 5. dak- en thuislozen, 6. (allochtone) zeevarenden. GGD Gelderland-Midden vindt vooral TBC bij groep 2, en dan niet zo zeer bij asielzoekers maar meer bij migranten uit Afrika en Azië die voor studie, werk (of au-pair) naar onze regio komen. Seksuele gezondheid Het vindpercentage soa diagnoses is met 16% hoog, maar voor het eerst veel lager dan de afgelopen
16
jaren. Komend jaar zal blijken of er sprake is van een trend. Door verzameling van gegevens en epidemiologisch onderzoek zijn de belangrijkste risicogroepen in onze regio in kaart gebracht: jongeren, personen afkomstig uit soa/hiv endemisch gebied en mannen die seks hebben met mannen. Om de doelgroep beter te bereiken wordt een deel van de soa-consulten uitgevoerd door het MildredRutgershuis. Dit jaar waren dat 213 consulten. Bij het Mildred-Rutgershuis was het vindpercentage 24,9%, wat aantoont dat hier daadwerkelijk risicogroepen bereikt worden. Jongeren Jongeren zijn een belangrijke hoogrisicogroep. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat laagopgeleide jongeren en allochtone jongeren meer dan gemiddeld ongezond gedrag vertonen. Jongeren hebben o.a. meer psychosociale problemen, gebruiken overmatig genotsmiddelen en vertonen riskant seksueel gedrag. Op ROC-scholen blijkt dat er naast aandacht voor het onderwijs ook steeds meer aandacht nodig is voor zorg. Vanuit de GGD proberen we jongeren met soa- en seksualiteitsvragen en/of -problemen te bereiken om ze laagdrempelige hulpverlening (consulten) te kunnen bieden, via o.a. de Soa-Sense poli, via Jeugdgezondheidszorg, via outreach-activiteiten en via het MildredRutgershuis Arnhem. Internet & Social media De eerste stappen zijn gezet om via internet en sociale media risicogroepen, waaronder jongeren, (jonge) MSM en de escort, voor te lichten en te adviseren. Via profielen van GGD Gelderland Midden geven verpleegkundigen op de websites Gay Romeo en Bullchat voorlichting aan - veelal jonge MSM. Ook beantwoorden zij vragen en verwijzen zij door naar de GGD poli voor SOA testen en vaccinatie. Onderzocht wordt waar en hoe jongeren en escorts het effectiefst te bereiken zijn en wat de rol en de verantwoordelijkheid van de GGD is ten opzichte van landelijke initiatieven. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek is alvast aansluiting gezocht bij de JGZ social media werkgroep zodat ook via twitter en facebook jongeren geattendeerd kunnen worden op verschillende aspecten van seksuele gezondheid Prostitutie De trend is dat steeds meer vrouwen die in de prostitutie werken, dit niet meer doen vanuit bekende locaties als clubs en privéhuizen (en ramen, maar die zijn er niet meer in onze regio). Zij bieden hun diensten aan via escortbureaus en websites en doen steeds vaker hun werk in eigen huis of in hotelkamers. Dat maakt ze moeilijk vindbaar voor hulpverlening en om bijvoorbeeld voorlichting te geven of te screenen op SOA. Het team Seksuele gezondheid wil in 2014 via escortbureaus en internet actief vrouwen benaderen. Met o.a. de politie zijn er contacten om te achterhalen waar zich deze activiteiten afspelen, omdat de indruk bestaat dat juist in dat grijze circuit veel sprake is van mensenhandel. Kinderopvang In 2013 heeft bij alle bestaande locaties het toezicht plaatsgevonden conform de eerder opgestelde risicoprofielen. Voor nieuwe locaties zijn risicoprofielen opgesteld en vanaf 2014 zal ook bij de peuterspeelzalen het risicogestuurde toezicht geïmplementeerd worden. Onder het motto ‘meer waar het moet, minder waar het kan’ betekent: - een hoog-risico profiel frequenter en diepgaander toezicht - een laag-risico profiel veel minder toezicht Hiermee wordt de toezichtlast voor goed presterende organisaties minder. Door bovenstaande methode van risicogestuurd toezicht wordt de kans ingeschat of een kinderopvangorganisatie op verantwoorde wijze kinderopvang biedt en blijft bieden. Evenals vorig jaar was er binnen de kinderopvang sprake van veel sluitingen ten gevolge van faillissementen en overnames. Een groot deel van deze locaties werd overgenomen door, veelal grote landelijk opererende, koepels. Tevens zagen wij dat er veel nieuwe gastouders zijn gestart. Wellicht kan dit deels verklaard worden door de vele sluitingen van bestaande kinderopvanglocaties. In 2013 zijn 80 herinspecties uitgevoerd. De toename van het aantal herinspecties kan verklaard worden door het goed geïmplementeerde risicogestuurde toezicht, door het project "achterblijvende gemeenten" van de VNG, door het gebruik van de GIR Handhaven door de gemeenten en door ook een betere toepassing van het handhavingsbeleid van de gemeenten.
17
Forensische geneeskunde De stijging in het aantal euthanasieschouwen van de afgelopen jaren lijkt zich dit jaar te stabiliseren. Nog steeds is euthanasie, hulp bij zelfdoding en vrijwillige levensbeëindiging een belangrijk onderwerp van discussie. Dit geldt voor alle lagen van de samenleving alsook de professionals. Behoefte aan antwoorden op levenseindevragen blijkt onder ander uit de vele verzoeken die er binnenkomen bij de levenseindekliniek. Daarnaast is er op professioneel vlak veel discussie over de grenzen van de euthanasie en hulp bij zelfdoding. De forensisch arts speelt een rol in de toetsing van deze grenzen. Wanneer deze grenzen overschreden worden, wordt er een onderzoek ingesteld door het OM, in samenwerking met politie. ‘Hulp bij zelfdoding’ Hulp bij zelfdoding is een vast omschreven handeling die door een behandelend arts uitgevoerd kan worden wanneer aan meerdere zorgvuldigheidscriteria is voldaan. In deze gevallen neemt de patiënt zelf een voorgeschreven middel waaraan hij/zij zal overlijden, onder toeziend oog van de behandelend arts. De handeling wordt getoetst door een toetsingscommissie waarin een arts, een ethicus en een jurist zitting hebben. Het aantal niet-natuurlijk overlijdens is ten opzichte van 2012 licht gedaald, maar blijft fors hoger in vergelijking met de voorafgaande jaren. Wederom zijn de categorieën ‘ongeval in de privésfeer’ en de categorie ‘suïcide’ oververtegenwoordigd. Recent onderzoek laat zien dat mensen met een uitkering een risicogroep zijn voor overlijden door suïcide. Suïcide komt vijf tot acht keer vaker voor in deze groep. Waarbij het onduidelijk is wat oorzaak en gevolg is in de relatie tussen het hebben van een uitkering en depressieve gevoelens of aanleg tot suïcide. Ook onder ongetrouwde en gescheiden mensen en mensen zonder partner komt suïcide vaker voor dan onder getrouwde stellen. Deze risicofactoren samen met het toenemend aantal suïcides sinds het begin van de economische crisis geven de noodzaak aan om gericht in te zetten op preventie van suïcide. Oplossingen in de sfeer van trainen van ‘poortwachters’ in het herkennen en bespreekbaar maken van suïcidale neigingen, bijvoorbeeld medewerkers van uitkeringsinstanties, politie, huisartsen etc. Daarnaast kan er wijkgericht ingezet worden op begeleiden naar (vrijwilligers)werk, aanpak van eenzaamheid en sociale isolatie om uiteindelijk depressiviteit en suïcide te voorkomen. Natuurlijk overlijden Het aantal natuurlijk overlijdens is stabiel gebleven. Uiteindelijk zijn er in 2013 379 schouwen verricht door GGD Gelderland-Midden, waarvan 69 natuurlijk overlijden betrof, 131 een euthanasie en 179 een niet-natuurlijk overlijden. NODO De NODO-procedure (Nader Onderzoek DoodsOorzaak) is bedoeld om de doodsoorzaak te achterhalen bij onverklaard overlijden van minderjarigen. De toekomst omtrent de NODO (=Nader Onderzoek Doodsprocedure is onzeker. 2013 was het eerste jaar dat de NODO procedure in volle omvang is uitgevoerd. Een van de doelen van deze procedure is het identificeren van overlijdens ten gevolge van kindermishandeling of misdrijven anderszins die anders niet aan het licht zouden zijn gekomen. Landelijke evaluatie van de beschikbare NODO casuïstiek laat zien dat de justitiële meerwaarde van de NODO procedure nihil is. Met andere woorden: er worden vrijwel geen extra overlijdens door kindermishandeling gevonden door de NODO procedure. Het ministerie van Justitie heeft om die reden geen financiën toegewezen aan de NODO procedure voor 2014. Voortgang van de NODO procedure, in welke vorm dan ook, lijkt meer gebaat bij een insteek vanuit (volks)gezondheidsperspectief. In dat geval levert het nader onderzoek bij overlijdens van minderjarigen waardevolle klinische informatie op voor zowel individuen (zoals nabestaanden) als de volksgezondheid. Het vervolgtraject van de NODO in 2014 is nog niet duidelijk. Vooralsnog is de NODO procedure in de vorm waarin het in 2013 functioneerde per 1 januari 2014 stopgezet. Milieu en gezondheid Koersen op gemeenten| Burgers en overheid zijn zich steeds sterker bewust dat een meer op gezondheid en beleving gerichte benadering van de kwaliteit van de leefomgeving van toegevoegde waarde is. Uitnodigend groen, scholen op afstand van drukke wegen, rust in de drukke stad, lokale aanpak van veehouderij, een goed klimaat in scholen, nuchter omgaan met asbest, verstandig stoken van houtkachels, geurhinder van horeca, het zijn allemaal thema’s die de kwaliteit van leven van veel mensen beïnvloedt en waarop gemeenten kunnen sturen. Op deze wijze geven gemeenten invulling aan de verplichting in de
18
Wet Publieke Gezondheid om te waken over gezondheidsaspecten bij bestuurlijke beslissingen. Tevens wordt recht gedaan aan het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’ zoals in de wet Ruimtelijke Ordening is opgenomen. Om gemeenten te ondersteunen in de afweging en om oplossingsgericht van dienst te zijn zet het team in op de realisatie van een koersverandering die gericht is op betere en vroegtijdige advisering bij processen op het gebied van milieu, veiligheid en ruimte. Met een focus op extra kwaliteit en draagvlak worden nieuwe knelpunten voorkomen en wordt duurzame, collectieve gezondheidswinst behaald. Asbest Sinds 2012 is er een forse toename in het aantal meldingen van asbest. De oorzaak ligt gedeeltelijk bij de intensievere aanpak van asbestverwijdering uit gebouwen en de grotere maatschappelijke onrust hierover na een aantal incidenten in 2012. Zowel vanuit gemeenten, corporaties, scholen als individuele burgers wordt een beroep op ons gedaan voor risicobeoordeling en adviezen over communicatie. Regionaal en landelijk is afstemming over de aanpak van asbestincidenten en samenwerking tussen partners. Anticiperend op de behoefte aan informatie en verbetering van samenwerking organiseerde het Team M&G in mei een bijeenkomst voor corporaties en gemeenten, met nadruk gericht op preventie van incidenten. Bij twee corporaties geven we advies over hun asbestbeleid voor wat betreft de aanpak van asbestinventarisaties Academisch werkplaats Milieu en Gezondheid De AW MMK heeft tot doel de samenwerking tussen beleid, onderzoek (universiteiten) en praktijk op het gebied van milieu en gezondheid blijvend te versterken. De AW MMK werkt aan maatschappelijk, wetenschappelijke en praktisch relevante problemen uit de lokale praktijk met een milieucomponent uit de publieke gezondheidszorg. Dit geschiedt via kwalitatief hoogwaardig onderzoek en scholingsprogramma’s, waardoor het evidence-based handelen in het milieu-gezondheidsveld binnen de publieke gezondheidszorg wordt versterkt. De werkplaats wordt tot eind 2014 gefinancierd door ZonMw. In 2013 is een onderzoeksproject uitgevoerd naar hitte-overlast in zorginstellingen. In vijf zorginstellingen in de regio zijn metingen verricht en is de beleving van hitte van bewoners en personeel onderzocht. Met name tijdens de hittegolf van 2013 bleek de temperatuur in enkele zorginstellingen hoog op te lopen. Het rapport is in oktober 2013 verschenen. Na afronding van het lopende project over binnenmilieu in zorginstellingen in de winter worden gerichte adviezen gegeven aan de zorginstellingen (voorjaar 2014).
1.3.5 Regionaal Ambulancevervoer Prestaties 2013 De Regionale Ambulancevoorziening Gelderland-Midden heeft in 2013 de prestaties weten te consolideren. Regiobreed werden vooralsnog 94,9% van de A1 spoedritten op tijd uitgevoerd. Deze uitkomst moet nog gecorrigeerd worden de zogenaamde “meerinzetten” waardoor het resultaat enkele percentielen hoger zal uitkomen. De productie komt 2% hoger uit dan in 2012. Als gevolg van de sluiting van de acute afdelingen van Rijnstate locatie Zevenaar moeten patiënten over een grotere afstand worden vervoerd, waardoor de bezettingstijden van de ambulances toenemen. Dit vertaalt zich met name in verslechtering van de prestaties in de gemeente Rijnwaarden en Doesburg. Om de prestaties te kunnen verbeteren is besloten tot de inrichting van de standplaats Zevenaar als opkomstplaats, waardoor ambulanceteams direct inzetbaar zijn vanaf de standplaats Zevenaar. Dit is per 7 januari 2013 het geval. Per 6 oktober 2013 is de paraatheid in het oostelijk deel van de regio verhoogd met een extra late dienst gedurende 7 dagen in de week. Dit heeft weliswaar tot een prestatieverbetering geleid in het oostelijk deel van de regio, maar de cijfers voor Rijnwaarden blijven nog ruim achter bij de doelstelling. Voor de gemeente Doesburg is wel een verbetering opgetreden. Kwaliteitseisen Uit de externe audit van het KIWA, die in november 2013 werd uitgevoerd, is gebleken dat de RAV Gelderland-Midden opnieuw voldoet aan de kwaliteitseisen in het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Omdat de invoering van patiëntveiligheidsmanagement pas in het derde kwartaal plaatsvond waren er op dit punt enkele kritische tekortkomingen die in maart 2014 opnieuw worden beoordeeld.
19
Gevolgen nieuwbouw Als gevolg van de nieuwbouw voor de Brandweer in Arnhem zal de huidige hoofdstandplaats van de RAV aan de Eusebiusbuitensingel moeten wijken. Met de zorgverzekeraars werd een ophoging van het budget overeengekomen voor de financiering van de nieuwbouw die op industrieterrein IJsseloord II aan het Velperbroekcircuit zal worden gerealiseerd. De zorgverzekeraars en bestuur hebben zich akkoord verklaard met deze locatie. Gebleken is dat de in 2011 gerealiseerde uitrukplek op deze locatie tot verbetering van de prestaties heeft geleid. Landelijk Referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2013 (S&B 2013) In 2013 werd door het RIVM een nieuw S&B ontwikkeld op basis van de ritdata van 2012. Dit referentiekader toont aan de RAV Gelderland-Midden met name in de avond- en nachturen haar paraatheid zal moeten verhogen. In oktober 2013 werd de paraatheid al opgevoerd met 7 x 8 uur in de avonduren. In 2014 zal, afhankelijk van het definitief vast te stellen budget door de Nederlandse Zorgautoriteit, de paraatheid op de meest kritische momenten van de dag en de week verder worden verhoogd. Nieuwe financieringssystematiek Door de Nederlandse Zorgautoriteit werd in opdracht van de minister van VWS een nieuwe financieringssystematiek ontwikkeld. Ultimo 2013 is met de zorgverzekeraars overleg gestart over de concrete betekenis voor de RAV G-M voor de jaren t/m 2017.
1.3.6. Inspectie van het Rijk Inspectie Veiligheid en Justitie De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft in 2013 het eindrapport uitgebracht over de tweede onderzoek naar staat van de rampenbestrijding. Het eerste onderzoek vond plaats in 2010. De inspectie oordeelt in het algemeen zeer positief. Gelderland-Midden behoort tot de tot zes in Nederland. De inspectie Veiligheid en Justitie heeft in het najaar ook een onderzoek afgerond naar de opkomsttijden van de brandweer. Aanleiding hiervoor was het onderzoek van de Inspectie VenJ over 2010/2011 naar opkomsttijden en dekkingsplannen met als titel Ter Plaatse!' en toezeggingen die de minister van Veiligheid en Justitie daaromtrent in de Tweede Kamer heeft gedaan. De belangrijkste conclusie uit het vervolgonderzoek is dat alle veiligheidsregio's momenteel stappen zetten in het beter op orde brengen van hun dekkingsplannen. Die stappen hebben echter maar deels betrekking op daadwerkelijke verbeteringen (optimaliseren) van de repressieve organisaties. De meeste regio's zetten vooral stappen in het gemotiveerd afwijken op de tijdnormen uit het Besluit veiligheidsregio's (Bvr). De belangrijkste aanbeveling uit het onderzoek is gericht aan de minister van VenJ, het Veiligheidsberaad en de veiligheidsregio's om gezamenlijk en voortvarend concrete stappen te zetten in het moderniseren van de brandweerzorg. Hierin moet een evenwichtige balans tussen de preventieve en repressieve brandveiligheid het uitgangspunt zijn. Daarmee wordt dan ook invulling gegeven aan de daarop gerichte aanbeveling van de Inspectie VenJ uit het eerdere onderzoek. In een reactie heeft de Minister van V&J ook aangegeven deze aanbeveling over te nemen. Het overleg tussen diverse partijen over de toekomstige benaderingswijze loopt voorspoedig.
20
1.4
Analyse financiële positie en resultaat 2013
Voor een analyse van de financiële positie van de organisatie richten wij ons op drie zaken; de solvabiliteit, de liquiditeit en de bedrijfseconomische kwaliteit van het resultaat. Solvabiliteit Ten aanzien van de solvabiliteit van de organisatie is een nadere analyse opgenomen op pagina 24 in de paragraaf met betrekking tot het weerstandsvermogen van de organisatie en een opsomming van de kwantificeerbare risico’s. Ten aanzien van de niet kwantificeerbare risico’s is er een opsomming opgenomen in de risicoparagraaf op pagina 24. Vanuit bedrijfsvoeringoogpunt is het streven het weerstandsvermogen te consolideren op het niveau van € 1.453.000. Liquiditeit Ten aanzien van de liquiditeitspositie kan kortheidshalve worden verwezen naar de treasuryparagraaf en het opgenomen kasstroomoverzicht. De liquiditeitspositie van VGGM werd de afgelopen jaren positief beïnvloed door het saldo ”nog in tarieven te verrekenen ambulancevervoer”, de reservering voor de dekking van de regionaliseringskosten en de in afzonderlijke financieringsstromen gereserveerde middelen voor nieuwbouw van de brandweerkazerne in Arnhem Noord en de hoofdstandplaats voor de ambulancedienst. Aan het eind van 2013 zijn zes brandweerkazernes over gedragen om herziening van door gemeente gecompenseerde btw te voorkomen. Daarvoor zijn langlopende leningen afgesloten. Daarnaast is materieel en materiaal van de gemeentelijke brandweerkorpsen overgenomen en dat is eveneens met vreemd vermogen gefinancierd. Externe financiering brengt rentekosten met zich mee. VGGM zal de komende jaren als gevolg van de rentekosten en door het schatkistbankieren geen of een beperkte positief renteresultaat realiseren. Bedrijfseconomische kwaliteit van het resultaat Na verwerking van de reeds besloten reservemutaties sluiten wij het jaar af met een nog te bestemmen resultaat van € 211.546 positief. Door de reguliere exploitatie lopen incidentele geldstromen. Dat is het gevolg van het gevoerde financiële beleid. Incidenteel beschikbaar geld wordt gereserveerd en later ingezet voor de dekking van specifieke kosten. De specifieke middelen zijn niet afkomstig uit de inwonerbijdragen van gemeenten. In 2013 is de reserve versterken regionale brandweer ingezet voor dekking van de regionaliseringskosten. De loonkosten stijgen door premiestijgingen. Ter illustratie een overzicht van de ontwikkeling van de pensioenpremie: Periode Afdracht Inhouding Kosten werkgever 2012 (jan- maart) 22,2% 6,795% 15,41% 2012 (april-dec) 24,4% 7,455% 16,95% 2013 25,7% 7,845% 17,86% De inzet van flexibel personeel vraagt aandacht. Het was in 2013 noodzakelijk flexibel extern personeel in te zetten en dat bracht hogere overige personeelskosten met zich mee. Voor een deel is het inzetten van extern personeel een bewuste keuze. De inzet van externe ICT deskundigheid is van tijdelijke aard en was in 2013 met name gericht op de regionalisering van de brandweer. Ook de inhuur van expertise bij het bedrijfsbureau Volksgezondheid is een bewuste keuze. De formatie mag daar niet structureel uitbreiden. De inhuur van ambulanceverpleegkundigen is het gevolg van het wervings- en opleidingsproces. Het is niet mogelijk snel eigen personeel in te zetten. Gelukkig worden deze hogere kosten gedekt door de zorgverzekeraars. De indirecte kosten, met name ICT-kosten, proberen wij in meerjarig perspectief te stabiliseren. Dat is een uitdaging want zowel in de veiligheidssector als in de publieke gezondheidssector neemt de druk van de noodzakelijke informatisering van operationele en beleidsprocessen toe.
21
In de financiële baten en lasten zijn de renteopbrengsten opgenomen en daar staan rentekosten (toegerekende rente en betaalde rente) tegenover. Het resultaat na resultaatsbestemming wordt in 2013 positief beïnvloedt door de rente-inkomsten.
1.5
Investeringsoverzicht 2013
Onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen weer (in €). Omschrijving
Boekwaarde 01-01-2013
Investering (+/+)
Afschrijving (-/-)
Cumm.afschr. en incid.lst. (-/-)
Boekwaarde 31-12-2013
Gebouwen
2.082.032
6.317.358
532.695
208.113
7.658.582
Vervoermiddelen
5.099.003
19.195.621
982.619
7.525.639
15.786.366
Machines/Apparaten en Installaties
3.158.179
6.072.871
1.256.541
1.974.158
6.000.351
2.095
7.858
2.773.950
9.715.768
Overige Materiële Vaste Activa
9.953 10.349.167
31.585.850
29.445.299
In december 2013 is de overgang van Regionale brandweeractiva gerealiseerd. Alle brandweervoertuigen en materiaal en materieel zijn voor 31-12-2013 overgenomen van de gemeentelijke brandweerkorpsen. Daarnaast zijn ook 6 kazernes overgenomen. Met de gehele operatie is ruim € 18.000.000 gemoeid. VGGM wil in beginsel geen panden in eigen beheer hebben. Voor de panden Eusebiusbuitensingel 44, Rietgrachtstraat 74, Groningensingel 149 en Gorinchemstraat 70 heeft de gemeente Arnhem het juridisch eigendom terwijl het economische eigendom bij VGGM berust. Het pand Gorinchemstraat 70 is gecorrigeerd naar een reële economische waarde. De kazernes Bemmel, Dieren, Harskamp, Pannerden en Valburg zijn eind 2013 van gemeenten overgenomen door VGGM en worden conform afspraak binnen de periode van maximaal 10 jaar teruggeleverd, hiermee is een bedrag gemoeid van € 6.043.807. Naast de investeringen samenhangend met de Regionalisering brandweer zijn de belangrijkste investeringen in het boekjaar 2013 de aanschaf van diverse brandweervoertuigen (€ 1.506.359), nieuwe apparatuur en oefensoftware bij de RAV (€ 947.319), ICT-middelen vooruitlopend op de regionalisering (€ 408.958), nieuwe ICT-middelen € 145.900, overige brandweerinvesteringen € 537.757. Afwijkingen op investeringsprogramma De afwijkingen van de planning zijn in te delen in een aantal categorieën: Afwijkingen in investeringsbedragen bij vervangingsinvesteringen Het grootste deel van de reguliere investeringen betreft vervangingsinvesteringen waar de geplande investeringsbedragen en daaraan gekoppelde jaarlasten zijn afgeleid van historische kostprijzen. Zeker bij langlopende afschrijvingstermijnen, maar ook bij de aanschaf van voertuigen blijken deze bedragen relatief vaak lager dan de werkelijke kosten. Deze verschillen worden ook veroorzaakt door nieuwe en extra wettelijke eisen die bijvoorbeeld aan striping en signalering bij voertuigen gesteld worden. Voor een deel worden deze meerkosten gecompenseerd door de betere aanbestedingsprocedures. Niet geplande investeringen In 2013 zijn diverse investeringen uitgevoerd welke niet in de reguliere investeringsraming zijn opgenomen. Dit zijn dan voornamelijk investeringen die in het loop van het jaar vanuit diverse projecten of subsidies waar dekking tegenover staat zijn geïnitieerd. Hieronder valt onder andere de
22
investering in ICT (€ 410.000) ten behoeve van de regionalisering in de regio. Daarnaast is er extra geïnvesteerd in schijfruimte (€ 146.000). Vervroegde vervangingen Er zijn in 2013 geen investeringen naar voren gehaald. Vervallen investeringen Er zijn in 2013 geen geplande investeringen vervallen. Uitgestelde investeringen In het meerjareninvesteringsprogramma wordt op basis van vastgestelde afschrijvingstermijnen de vervanging van bedrijfsmiddelen opgenomen. In praktijk blijkt dat enerzijds door gebrek aan voldoende capaciteit (veelal bij de vervanging van brandweermaterieel met specifieke eisen) anderzijds door de goede staat van de bedrijfsmiddelen gekozen wordt voor uitstel van de investering. De investeringen in het kader van het registratiesystemen personeelszaken en infectieziekten en C2000 zijn onder andere in 2013 uitgesteld.
23
1.6
Risicoparagraaf / weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen Aan de hand van de zogenaamde “kans x effect “ methode wordt jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke risico’s en een kwantificering daarvan. Bij deze benadering wordt er een indicatie gegeven van het voor de organisatie benodigde weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen wordt gevormd door de totale impact van de gekwantificeerde risico's te relateren aan de weerstandscapaciteit (zijnde het beschikbare eigen vermogen en de eventueel aanwezige stille reserves). Eind 2013 is vastgesteld dat een weerstandsvermogen van € 1.453.000 toereikend is.
Risico’s Bezuinigingen door het rijk De Minister van Veiligheid & Justitie heeft een doelmatigheidskorting in de brede doeluitkering rampenbestrijding en crisisbeheersing opgenomen oplopend tot structureel 6% in 2015. Op deze verlaging heeft VGGM geanticipeerd middels herschikking van de bestemming van de doeluitkering. Er bestaat onzekerheid over de ontwikkeling van de BDUR op middellange termijn omdat de Minister de Veiligheidsregio's verantwoordelijk stelt voor de uitvoering en de financiering van een aantal voormalige rijkstaken. De gedachte daarachter is dat dit de Veiligheidsregio's in hun regierol versterkt. In 2014 vindt een herijking van de uitgangspunten van de verdeling van de BDUR en de BTW compensatie plaats. Het is bij het opmaken van de begroting 2015 is nog niet bekend of dat er toe leidt dat de regio Gelderland-Midden meer of minder van het Rijk krijgt. Bezuinigingen door gemeenten In de begroting 2011 is door bezuinigingen geanticipeerd op een korting op het Gemeentefonds in 2012. De verwachting dat het maatwerk in 2012 zou gaan dalen is niet uitgekomen. De financiële positie van gemeenten noopt tot terughoudendheid en er zijn dan ook geen claims voor nieuw beleid in de begroting 2015 opgenomen. Bij daling van de omzet is afgesproken dat de spelregels van de gemeenschappelijke regeling voor afbouw in vier jaar gelden. Het risico van hoge frictiekosten neemt daarmee af omdat de directie van VGGM middels herschikking van capaciteit het probleem van boventalligheid van personeel weg kan nemen. Voor de collegeperiode 2014-2018 is het financieel perspectief ongewis. Bezuinigingen op de ambulancedienst Vanaf 1 januari 2014 is de nieuwe financierings- en bekostigingssystematiek voor het ambulancevervoer ingevoerd. Er is nog geen overeenstemming bereikt met de zorgverzekeraars over het budget voor 2014 en 2015. De discussie spitst zich toe op de vertaling van het landelijk macro budgettair kader naar het kader voor de regio’s. Daarnaast is het nog niet duidelijk hoe het niet volledig halen van de productiestijging van 2,5 % door werkt in het budget. Uitplaatsen meldkamer Er komt één zelfstandige meldkamerorganisatie met maximaal 10 locaties. De meldkamer van de toekomst moet in 2017 operationeel zijn. De bestuurlijke, juridische en financiële randvoorwaarden zijn vastgelegd in een transitieakkoord tussen het rijk, de besturen van de Veiligheidsregio’s en de ambulancesector. Er bestaat nog onduidelijkheid over de feitelijk invulling van de meldkamer in Oost Nederland. Om die reden zijn de financiële risico’s voor VGGM nog niet volledig in te schatten. Nieuwbouw brandweerkazerne Arnhem Noord en hoofdstandplaats ambulancedienst De gemeente Arnhem bouwt een nieuwe kazerne. Het financierings- en bouwrisico ligt bij de gemeente omdat voorafgaand aan de bouw met VGGM de hoogte van de kostprijsdekkende vergoeding is vastgesteld. De vrijval in het budget voor flo-kosten wordt aangewend voor de dekking van hogere huisvestingslasten. Voor de ambulancedienst zal een nieuwe hoofdstandplaats worden gebouwd. Met de zorgverzekeraars zijn afspraken gemaakt over het beperken van het financierings- en bouwrisico.
24
Projecten Medische Milieukunde VGGM participeert in de Europese projecten en de projecten in de Academische Werkplaats. Voor deze projecten vindt afrekening aan het einde van de looptijd plaats. Dat betekent dat tussentijds geen financieel resultaat in de exploitatie zichtbaar wordt. Tussentijds wordt binnen VGGM vastgesteld of kosten die zijn gemaakt ook subsidiabel zijn. Dat is een toets op de rechtmatigheid. Bij afronding van een project kan het wel zo zijn dat VGGM hogere kosten heeft moeten maken door in het bijzonder meer capaciteit voor een project in te zetten. Dat is een vraagstuk van doelmatigheid. Decentralisaties Sociaal Domein Er vinden drie grote decentralisaties naar gemeenten plaats op basis van de Jeugdwet, de WMO 2015 en de Participatiewet. Dat biedt kansen voor gemeenten maar brengt ook risico’s met zich mee. Voor VGGM zijn de gevolgen afhankelijk van de rol die gemeenten VGGM toe dichten Nacalculatie ambulancehulpverlening De formele afwikkeling van de nacalculaties van het ambulancevervoer en CPA over 2013 moet nog plaatsvinden.
1.7
Treasuryparagraaf
Het Algemeen Bestuur heeft op 15 december 2010 een aangepast treasury-statuut vastgesteld. Het treasury-statuut voldoet nu aan de Wet RUDDO.
Renterisicobeheer In onderstaand overzicht wordt de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van Wet fido.
Omvang begroting 2013 (=grondslag)
Bedragen in euro's per kwartaal * € 1.000 kwr 1 kwr 2 kwr 3 kwr 4 52.907 52.907 52.907 52.907
Toegestane kasgeldlimiet In procenten In bedrag
8,20% 4.338
8,20% 4.338
8,20% 4.338
8,20% 4.338
Omvang vlottende korte schuld
11.523
5.969
10.301
19.465
Omvang vlottende middelen
11.499
5.965
10.366
20.445
24 4.338
4 4.338
-65 4.338
-980 4.338
4.314
4.334
4.403
5.318
Toets kasgeldlimiet Omvang vlottende korte schuld -/omvang vlottende middelen Toegestane kasgeldlimiet Ruimte ten opzichte van overschrijding
Indien de werkelijke netto vlottende schuld lager is dan het kasgeldlimiet is er sprake van ruimte. Anderzijds is er sprake van een overschrijding. Ten aanzien van de financiering van de kapitaalbehoefte van VGGM wordt gebruik gemaakt van de faciliteiten van de BNG. VGGM heeft een kortgeld en lange termijn portefeuille afgesloten op grond
25
van de kapitaalbehoefte. De lange termijn invulling kent een gespreide looptijd welke aansluit bij de zes brandweerkazernes welke zijn overgenomen in het kader van de regionalisering.
Liquiditeitenbeheer Onderstaand kasstroomoverzicht geeft inzicht in de in- en uitgaande kasstromen, de financiering en de liquiditeit van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden. Daar waar een positief bedrag wordt weergegeven spreekt men van een herkomst (positieve kasstroom), daarentegen is er sprake van een besteding (nadelige kasstroom) waar een negatief bedrag wordt weergegeven.
Kasstroomoverzicht Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de "indirecte methode".
Bedragen x € 1.000 Kasstroom uit operationele activiteiten
Realisatie 2012
Realisatie 2013
194
212
Aanpassen voor: Afschrijvingen materiële vaste activa Mutatie reserves Mutatie voorzieningen Mutatie vaste passiva
5.142 -218 865 0
2.774 673 -82 22.163
Bruto kasstroom uit operationele activiteiten
5.983
25.740
Mutatie in voorraden Mutatie in vorderingen Mutatie in vlottende activa Mutatie in vlottende passiva
-9 398 -203 -1.734
8 -1.617 -368 13.612
Netto kasstroom uit operationele activiteiten
4.435
37.375
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa
3.349 0 0 0
31.586 -9.716 1 0
Kasstroom uit investeringactiviteiten
3.349
21.871
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossing uit langlopende schulden
0 0
0 0
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
0
0
Mutatie liquide middelen
1.086
15.504
Liquide middelen op 01-01 Liquide middelen op 31-12
113 1.199
1.199 16.703
Mutatie liquide middelen
1.086
15.504
Exploitatiesaldo
26
27
1.8
Onderhoud kapitaalgoederen
De belangrijkste kapitaalgoederen zijn de gebouwen. Eind 2013 zijn de kazernes Bemmel, Dieren, Harskamp, Doorwerth, Pannerden en Valburg van gemeenten overgenomen door VGGM. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt over onderhoud. Daarnaast heeft VGGM ook gebouwen waarvan het juridisch eigendom niet bij VGGM berust. Voor de panden Eusebiusbuitensingel 44, Rietgrachtstraat 74, Groningensingel 149 en Gorinchemstraat 70 heeft de gemeente Arnhem het juridisch eigendom terwijl het economische eigendom bij VGGM berust. In september 2013 is onder aansturing van de gemeente Arnhem begonnen met de sloop en nieuwbouw van de brandweerkazerne aan de Rietgrachtstraat in Arnhem. Aan genoemde panden zijn in 2013 kleine onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Daarnaast is het pand aan de Gorinchemstraat 70 afgewaardeerd. Beleid is dat het onderhoud ten behoeve van het rijdend brandweermaterieel in belangrijke mate in eigen beheer wordt uitgevoerd. Daarnaast is het onderhoud van de ambulances uitbesteed middels langdurige contracten. Dit geschiedt conform eigen onderhoudsplanning.
1.9
Verbonden partijen
Conform het BBV dient bij een verbonden partij sprake te zijn van een bestuurlijk én financieel belang. VGGM kent geen verbonden partijen.
1.10 Melding integriteitschendingen Op grond van de Ambtenarenwet artikel 125quater, onderdeel d legt de directie van VGGM verantwoording af over het gevoerde integriteitbeleid en de naleving van de gedragscode. In 2013 hebben zich geen incidenten voorgedaan.
28
29
2.
JAARREKENING
30
31
2.1
Financiële resultaten
Het saldo van baten en lasten is € 1.509.412 positief. Het saldo van incidentele baten & lasten en financiële baten & lasten is € - 625.243. Er ontstaat als gevolg daarvan een resultaat voor bestemming van € 884.169 positief. Na verwerking van de reeds besloten reservemutaties sluiten wij het jaar af met een nog te bestemmen resultaat van € 211.546 positief. De verwerking van het resultaat en de effecten daarvan op de financiële huishouding zijn weergegeven in de navolgende paragrafen. Beslispunten hierbij zijn de definitieve vaststelling van de inwonersbijdrage en het voorstel ten aanzien van de bestemming van het resultaat 2013.
2.2
Voorstel resultaatbestemming / inwonersbijdrage
Definitieve vaststelling inwonersbijdrage 2013 Op 15 oktober 2013 heeft het Algemeen Bestuur de Halfjaarrapportage 2013 met daarin opgenomen de gewijzigde Begroting 2013 vastgesteld. De hierin opgenomen inwonersbijdrage is € 17,04 per inwoner, deze is conform de oorspronkelijke Begroting 2013 en het Jaarverslag 2013. Voorgesteld wordt de bijdrage conform vast te stellen.
Voorstel resultaatbestemming Het resultaat met inachtneming van de incidentele baten & lasten en financiële baten & lasten bedraagt € 884.169 negatief. Voorgesteld wordt dit resultaat conform onderstaande beslispunten te bestemmen. Samenvattend ziet de resultaatbestemming 2013 er als volgt uit: Resultaat 2013 voor resultaatbestemming
€
884.169
Reeds besloten reservemutaties: BIJ: Reserve versterking regionale brandweer AF: RAK-Ambulancevervoer BIJ: RAK-CPA AF: Bestemmingsreserve vaste activa
€ € € €
418.851 202.618 40.959 929.816
Saldo nog te bestemmen resultaat
€
211.546
€ €
211.546 0
Voorstel bestemming resultaat 2013 -resultaat toevoegen aan weerstandsvermogen + verdelen
Toelichting besloten reservemutaties Reserve versterking regionale brandweer De reserve versterking regionale brandweer gecreëerd vanuit inkomsten van het Rijk ter dekking van projectkosten Regionalisering is in 2013 volledig aangewend. RAK ambulancevervoer/CPA De RAK Ambulancevervoer en de RAK CPA muteren respectievelijk met + € 202.618 en - € 40.959 zijnde de gecalculeerde resultaten 2013. De RAK wordt conform de richtlijnen voor de jaarverslaggeving onder het eigen vermogen gepresenteerd. Reserve activa brandweer De € 887.116 welke conform overdrachtsdocument in december 2013 is verkregen van de gemeente Ede bij de overdracht van het brandweer-activa ter egalisatie van schommelingen in de kapitaalslasten wordt toegevoegd aan een nieuw te creëren bestemmingsreserve Activa Brandweer ter egalisatie van toekomstige kapitaallasten van de brandweer Ede. Tevens wordt de van de
32
gemeente Ede specifiek voor de aanpassing aan een kazerne verkregen € 42.700 toegevoegd aan deze reserve.
Samengevat luidt het beslispunt als volgt: 1. € 113.589 toevoegen aan het weerstandsvermogen en € 97.957 verdelen over de deelnemende gemeenten.
33
2.3 Waarderingsgrondslagen en bepaling resultaat De jaarrekening is samengesteld op basis van het "Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten“ (BBV). In de jaarrekening zijn tevens overzichten opgenomen welke aansluiten bij de ingevoerde systematiek van de toedeling van kosten en opbrengsten in financieringsstromen. Als vergelijkende cijfers zijn de begroting over 2013 en de rekeningcijfers 2012 opgenomen.
Grondslagen voor waardering Algemene grondslagen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zijn betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsonkosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt.
Vaste activa Algemeen Binnen de vaste activa worden de rubrieken financiële vaste activa en materiële vaste activa onderkend. Tenzij anders vermeld worden de vaste activa gewaardeerd tegen historische kostprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen die gebaseerd zijn op de verwachte economische levensduur. Bij de waardering is rekening gehouden met een vermindering van hun waarde indien deze vermindering naar verwachting duurzaam is. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn onderverdeeld in de categorieën: Gebouwen, Verbouwingen, Vervoermiddelen en Duurzame bedrijfsmiddelen. Waardering vindt plaats tegen historische kostprijs. Voor de verschillende categorieën van materiële vaste activa gelden verschillende afschrijvingstermijnen. Deze zijn afhankelijk van de te verwachten economische levensduur of externe voorschriften. De eventuele restwaarden worden conform BBV verwerkt. De zes kazernes die aan het einde van 2013 van gemeenten door VGGM zijn overgenomen zijn gewaardeerd tegen de overnameprijs en de kapitaallasten zijn afgeleid van de financieringsafspraak met de bank. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt over onderhoud. Financiële vaste activa De financiële vaste activa betreffen waarborgsommen in verband met aangegane verplichtingen en zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
34
Vlottende activa Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een noodzakelijke geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De voorziening per ultimo is dynamisch bepaald aan de hand van een percentage van het openstaande saldo ouder dan negentig dagen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Passiva Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en gebaseerd op de algemeen geldende opvattingen ter zake en het bepaalde in het BBV. De aard van de voorzieningen is toegelicht. Voorziening wachtgelden - de voorziening is bepaald door inschatting van de totaal toekomstig te verwachten kosten op gebied van wachtgeld en ww-uitkeringen. Voorziening boventalligheid brandweer - de voorziening is bepaald door inschatting van de totaal toekomstig te verwachten boventalligheid bij de Brandweer na de regionalisering voor de jaren 2014 en 2015. Voorziening onderhoud huisvesting - de voorziening is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan en gezien de nieuwbouw van de kazerne in Arnhem Noord vinden gen dotaties meer plaats.
Schulden met een rentetypische looptijd van één jaar en langer De onderhandse leningen zijn opgenomen tegen nominale waarden verminderd met de eventueel gedane aflossingen.
Vlottende passiva De vlottende passiva bestaan uit kortlopende schulden, vooruit ontvangen bedragen en overlopende passiva met een resterende looptijd van minder dan een jaar en zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Grondslagen voor resultaatbepaling Boekjaar Het boekjaar loopt parallel aan het begrotingsjaar en beslaat de periode van 1 januari tot en met 31 december. Toerekeningbeginsel Bij het opstellen van de resultatenrekening is het toerekeningbeginsel gehanteerd: • De baten en lasten, worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. • Op grond van het voorzichtigheidsbeginsel worden verliezen genomen zodra zij voorzienbaar zijn. • Op grond van het realisatiebeginsel worden (positieve) resultaten pas verantwoord indien deze gerealiseerd zijn. • Op grond van het matchingbeginsel worden de kosten van een bepaalde activiteit genomen in de periode waarin de opbrengsten van deze activiteit worden verantwoord. Kosten gemaakt voor een opbrengst die pas in een volgende periode wordt gerealiseerd, zijn per balansdatum geactiveerd. Afschrijving op vaste activa Op investeringen wordt, in het jaar van gereedmelding afgeschreven. De 1e afschrijvingstermijn is afhankelijk van het moment van gereedmelding 100%, 75%, 50%, 25% of 0%.
35
Kostentoerekening Evenals in de begroting is in de overzichten per geldstroom een kostentoerekening aan de diverse producten toegepast. De grondslagen voor de verdeling van de indirecte kosten zijn gebaseerd op feitelijk gebruik. Op basis van de nacalculatie van de werkelijke indirecte kosten vindt herrekening plaats.
36
2.4 Balans (na verwerking resultaatbestemming) ACTIVA
Ultimo 2013 €
Ultimo 2012 €
€
€
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen Vervoermiddelen Machines/Apparaten en Installaties Overige Materiële Vaste Activa Financiële vaste activa Waarborgsommen
29.445.299 7.658.582 15.786.366 6.000.351 -
10.349.167 2.082.032 5.099.003 3.158.179 9.953
10.685 10.685
Totaal vaste activa
10.135 10.135
29.455.984
10.359.302
31.138
39.419
Vlottende activa Voorraden Voorraden reizigersvaccins Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen openbaar lichaam Uitzettingen in 's Rijks schatkist Overige vorderingen
Liquide middelen Banksaldi Kassaldi
Overlopende activa Vooruitbetaalde posten Overige transitoria
31.138
39.419
21.171.853 1.979.922 16.300.000 2.891.931
3.254.409 1.039.248 2.215.161
403.191 397.585 5.606
1.199.148 1.194.655 4.493
1.021.239 684.652 336.587
652.981 282.433 370.548
Totaal vlottende activa
22.627.421
5.145.957
TOTAAL
52.083.405
15.505.259
37
PASSIVA
Ultimo 2013 €
Ultimo 2012 €
€
€
Vaste passiva 3.371.426
Eigen vermogen Algemene reserves Bestemde reserves Nog te bestemmen resultaat
1.339.411 1.820.469 211.546
Voorzieningen Voorzieningen
1.514.465
Schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen Overige langlopende transitoria
2.487.257 1.145.000 1.147.846 194.411
1.514.465
1.596.032 1.596.032
24.688.536 21.040.810 3.647.726
Totaal vaste passiva
2.525.213 2.525.213
29.574.427
6.608.502
18.117.958
4.408.966
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Kasgeldleningen Kasgeldlening Kortlopende schulden Kortlopende schulden overheid Kortlopende schulden privaat Nog in tarieven te verr. RAV/CPA Rekening-courant PGA Overlopende passiva Overige transitoria
3.000.000
12.118.814 2.069.008 861.464 68.672
2.169.064 1.566.019 605.211 68.672 4.391.020
4.391.020
4.487.791 4.487.791
Totaal vlottende passiva
22.508.978
8.896.757
TOTAAL
52.083.405
15.505.259
38
2.5 Programmarekening Programmarekening VGGM
Jaarrekening 2013
Begroting 2013
Jaarrekening 2012
Baten Opbrengsten gemeenten regionaal Opbrengsten gemeenten individueel Opbrengsten van het Rijk Directe opbrengsten inclusief NZA Overige opbrengsten Totaal baten
11.279.645 16.126.699 5.548.011 23.249.257 30.720 56.234.332
11.279.645 16.216.093 5.019.193 22.264.094 36.900 54.815.925
10.938.356 15.909.479 5.823.599 22.878.577 39.463 55.589.474
Lasten Salariskosten Overige personeelskosten Totaal personeelslasten
37.351.538 3.988.930 41.340.468
38.057.648 2.402.653 40.460.301
36.660.740 3.807.309 40.468.049
Huisvestingskosten Overige organisatielasten Totaal organisatiekosten
2.137.044 0 2.137.044
2.136.893 0 2.136.893
2.162.762 0 2.162.762
Directe kosten m.b.t. output Overige indirecte kosten Afschrijvingen Totaal materiële lasten
4.122.224 4.351.234 2.773.950 11.247.408
4.023.220 3.645.994 2.898.981 10.568.195
4.386.532 3.630.726 2.729.711 10.746.969
Totaal lasten
54.724.920
53.165.389
53.377.780
1.509.412
1.650.536
2.211.694
Saldo incidentele baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat voor bestemming
-596.019 -29.224 884.169
-1.413.268 -237.268 0
-1.954.504 4.477 261.667
Reeds besloten resultaatmutaties Reserve versterking regionale brandweer Reserve Aanvaardbare Kosten AHV Reserve Aanvaardbare Kosten CPA Reserve activa brandweer Reserve loonkostenontwikkeling
418.851 -202.618 40.959 -929.816 0
0 0 0
0 -176.431 9.175
0
100.000
Resultaat na resultaatbestemming
211.546
0
194.411
-211.546 0
0 0
-194.411 0
Saldo van baten en lasten
Nog te besluiten resultaatmutaties Nog te besluiten
39
2.6 Toelichting van de activa op de balans Vaste activa Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt:
Boekwaarde per 1 januari Investeringen AF: Totaal afschrijvingen AF: Cumm. afschr. en Incidentele lasten Boekwaarde per 31 december
31-12-2013
31-12-2012
10.349.167 31.585.850 41.935.017 2.773.950 9.715.768 29.445.299
12.187.630 3.349.915 15.537.545 5.141.941 46.437 10.349.167
Voor een nadere specificatie van materiële vaste activa wordt verwezen naar het investeringsoverzicht (blz. 22 en 47). De overgenomen gemeentelijke brandweeractiva is conform afspraken voor 31-12-2013 opgenomen tegen de oorspronkelijke verkrijgingprijs gecorrigeerd met de cumulatieve afschrijvingen uit de boeken van de gemeenten. Een beperkt aantal gebouwen zijn in eigendom van VGGM. Voor de panden Eusebiusbuitensingel 44, Rietgrachtstraat 74, Groningensingel 149 en Gorinchemstraat 70 heeft de gemeente Arnhem het juridisch eigendom, terwijl het economisch eigendom bij VGGM berust. Het pand Gorinchemstraat 70 is gecorrigeerd naar een reële economische waarde. De kazernes Bemmel, Dieren, Harskamp, Doorwerth, Pannerden en Valburg zijn eind 2013 van gemeenten overgenomen door VGGM en worden conform de in het Algemeen Bestuur vastgelegde afspraak binnen de periode van maximaal 10 jaar teruggeleverd, hiermee is een bedrag gemoeid van € 6.043.807.
Vlottende activa Voorraden De totale vaccinvoorraad voor de reizigersspreekuren bedraagt € 31.138 (jaar 2012: € 39.419).
Vorderingen
Uitzettingen in 's Rijks schatkist Debiteuren RAV Debiteuren overig Nog in tarieven te verrekenen RAV/CPA AF: voorziening dubieuze debiteuren
31-12-2013
31-12-2012
16.300.000 2.463.070 2.468.106 0 59.323 21.171.853
1.877.978 1.433.219 0 56.788 3.254.409
Per december is VGGM verplicht te schatkistbankieren bij het Rijk. Van de openstaande debiteuren is € 151.503 ouder dan 60 dagen (jaar 2012: € 49.802). Van de openstaande vorderingen staat voor € 1.979.922 uit bij openbare lichamen. Per 31 januari 2014 staat van de openstaande posten nog € 3.018.520 open.
40
Liquide middelen Betreffen de saldi van de bank en kas per balansdatum. De banksaldi zijn direct opeisbaar. De afzonderlijke debet- en creditposities zijn hierbij in de balans gehandhaafd.
Overlopende activa (vooruitbetaalde posten)
31-12-2013 Diverse aanbieders, verzekeringen Diverse automatiserings- en onderhoudscontracten Diverse verhuurders, huur dependances Diverse aanbieders, abonnementen Raet, salarisverwerking Diverse gerelateerde kosten panden Diverse overige kosten
31-12-2012
50.257 257.221 129.545 1.268 546 139.394 106.421 684.652
5.230 251.424 7.832 12.204 533 0 5.210 282.433
Overige transitoria
31-12-2013 Nog te ontvangen bedragen (zie specificatie) Nog te factureren bedragen (zie specificatie) Diverse personeelsleden VGGM - Saldo Fietsplan Nog te verrekenen salarissen
31-12-2012
212.618 79.997 45.263 (1.291) 336.587
335.514 0 33.427 1.607 370.548
Conform de BBV-regeling wordt er hieronder een verloopoverzicht opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen bedragen: Specificatie Nog te ontvangen bedragen EU, project Synphonie Ministerie van VWS, FLO Overgangsregeling Provincie Gelderland, afrekening subsidies
01-01
Toevoeging
Ontvangen
31-12
13.337
0
13.337
0
132.722
797.459
910.399
19.782
67.889
5.722
67.889
5.722
Diverse gemeenten, maatwerk 2012
9.732
0
9.732
0
Diverse gemeenten, maatwerk 2013
0
12.849
0
12.849
ZonMw, project Climate Trap
24.297
0
24.297
0
NHC, saldo project Hepatitis B, China GGD Gelre Ijssel, Hygiënestatus op zorgboerderijen
4.167 15.543
0 1.198
4.167 16.741
0 0
Politie Gelderland-Midden, apparatuur
67.827
0
67.827
0
Vodafone, Kosten calamiteitenknop Belastingdienst, Teruggaaf WAO/WIA
0 0
14.476 150.306
0 0
14.476 150.306
GGD Midden-Nederland, NODO 2013
0
9.483
0
9.483
335.514
991.493
1.114.389
212.618
41
Specificatie Nog te factureren
01-01
Toevoeging
Besteed
31-12
Eindafstemming RAV
0
73.458
0
73.458
Eindafstemming MKA
0
6.539
0
6.539
0
79.997
0
79.997
42
2.7 Toelichting van de passiva op de balans Vaste passiva Eigen Vermogen 01-01-2013
Mutaties
31-12-2013
Algemene Bedrijfsreserve
1.145.000
194.411
1.339.411
Reserve versterking regionale Brandweer Reserve aanvaardbare kosten RAV Reserve aanvaardbare kosten CPA Reserve Activa Diverse bestemde reserves Bestemde reserves
418.851 567.454 72.237 0 89.304 1.147.846
-418.851 202.618 -40.959 929.816 0 672.623
0 770.072 31.278 929.816 89.304 1.820.469
194.411 0
-194.411 211.546
0 211.546
2.487.257
884.169
3.371.426
Nog te bestemmen resultaat 2012 Nog te bestemmen resultaat 2013 Totaal reserves en fondsen
Specificatie reserves Algemene bedrijfsreserve De algemene bedrijfsreserve wordt gebruikt om exploitatieverschotten en verliezen te compenseren en de risicoparagraaf af te dekken. 2013 2012 Stand per 1 januari 1.145.000 1.145.000 Resultaatbestemming 2012 194.411 0 Stand per 31 december 1.339.411 1.145.000 Conform het besluit van het Algemeen Bestuur van 11 december 2013 is het resultaat uit 2012 van € 194.411 toegevoegd aan de algemene bedrijfsreserve.
Reserve versterking regionale brandweer Deze reserve bestemd ter dekking van de projectkosten van de regionalisering van de brandweer is in 2013 volledig aangesproken. 2013 418.851 -418.851 0
Stand per 1 januari Resultaatbestemming Stand per 31 december
2012 367.761 51.090 418.851
Reserve Aanvaardbare Kosten RAV/CPA De financiering van het ambulancevervoer en de CPA geschiedt op basis van aanvaardbare kosten. Overschrijdingen en onderscheidingen in enig jaar dienen te worden afgewikkeld via deze reserve.
Stand per 1 januari Resultaatbestemming Stand per 31 december
CPA 72.237 -40.959 31.278
RAV 567.454 202.618 770.072
Totaal 639.691 161.659 801.350
43
De RAK RAV en RAK CPA zijn respectievelijk met € -40.959 en € 202.618 gemuteerd zijnde de gecalculeerde resultaten.
Reserve activa brandweer Gelijktijdig met de overname van activa in december 2013 van de gemeente Ede is de bestemmingsreserve activa meegekomen. 2013 Stand per 1 januari 0 Resultaatbestemming 929.816 Resultaatbestemming 929.816
2012 0 0 0
Diverse bestemde reserves Voor diverse doelen zijn bestemde reserves aanwezig.
Reserve informatietechnologie rampenbestrijding Stand per 31 december
01-01-2013 89.304 89.304
Mutaties 0 0
31-12-2013 89.304 89.304
Reserve informatietechnologie rampenbestrijding In 2006 is € 89.304 vrijgevallen vanuit de voorziening project colocatie. Het budget is bestemd voor het crisis managementsysteem. Dit systeem kon in de afgelopen jaren met specifieke budgetten worden ontwikkeld.
Voorzieningen De organisatie beschikt over de navolgende voorzieningen. 01-01-2013 Voorziening ww-verplichting 531.302 Voorziening boventalligheid brandweer 862.613 Voorziening onderhoud gebouwen 99.001 Voorziening Kring Oostelijke Directeuren 103.116 Totaal voorzieningen VGGM 1.596.032
Mutaties -87.825 20.603 0 -14.345 -81.567
31-12-2013 443.477 883.216 99.001 88.771 1.514.465
Voorziening ww verplichting Deze voorziening is gevormd om verwachte personeelsaangelegenheden in de komende jaren te kunnen opvangen. Denk hierbij aan outplacementafspraken en ww-verplichtingen.
Stand per 1 januari AF: Onttrekking AF: Vrijval BIJ: Dotatie Stand per 31 december
2013 531.302 154.278 342.787 409.240 443.477
2012 503.120 84.227 133.203 245.612 531.302
Voorziening boventalligheid brandweer Er is in 2012 een voorziening voor de te verwachtte boventalligheid in het kader van de regionalisering van de brandweer gevormd. De voorziening moet het mogelijk maken in de jaren 2014 en 2015 de kosten op te vangen van plaatsingsproblematiek (minder functies en anders gekwalificeerde functies).
Stand per 1 januari AF: Onttrekking BIJ: Dotatie Stand per 31 december
2013 862.613 0 20.603 883.216
2012 0 0 862.613 862.613
44
Voorziening gebouwen Deze voorziening is gevormd om het geplande onderhoud van de dienstgebouwen te kunnen uitvoeren. In afwachting van nieuwbouw van de brandweerkazerne in Arnhemwordt de voorziening niet gevoed.
Stand per 1 januari AF: Onttrekking BIJ: Dotatie Stand per 31 december
2013 99.001 0 0 99.001
2012 99.001 0 0 99.001
Voorziening Kring Oostelijke Directeuren/MOA In 2009 heeft de Kring oostelijke directeuren het beheer van KOD-gelden overgedragen aan VGGM. Conform afspraken zijn de gelden afgewikkeld met de betreffende GGD-en en wordt het restant gebruikt als frictiekosten bij het opheffen van MOA en PGA en benut in de afwikkeling van de implementatiekosten van de PGA. De voorziening is gemuteerd voor frictiekosten € 14.345.
Stand per 1 januari AF: Onttrekking BIJ: Dotatie Stand per 31 december
2013 103.116 14.345 0 88.771
2012 129.256 26.140 0 103.116
Schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen Per december 2013 zijn diverse leningen aangetrokken bij de BNG met verschillende looptijden ter financiering van de overgenomen activa. 31-12-2013 31-12-2012 Stand per 1 januari 0 0 Aangegane leningen 21.040.810 0 Aflossingen 0 0 Stand per 31 december 21.040.810 0 Per 31-12-2013 rust hier nog een rentelast op van € 28.125.
Overige langlopende transitoria Overige langlopende transitoria Totaal langlopende transitoria
2013 3.647.726 3.647.726
2012 2.525.213 2.525.213
45
Specificatie Nog te besteden langlopend
01-01
Toevoeging
Besteed
31-12
Eigen bijdrage BZK Haakarmvoertuig (tbv afschrijvingen)
153.668
0
9.040
144.628
Ministerie van BZK, verv.brand.comp (tbv afschrijvingen)
49.000
51.000
0
100.000
Provincie Gelderland, standplaatsen (tbv afschrijvingen)
208.125
0
11.250
196.875
55.443
0
18.481
36.962
Provincie Gelderland, Implem. KAR systeem (tbv afschr.) Gemeente Arnhem, (vh voorz. huisvestingskosten)
103.875
0
35.700
68.175
Gemeente Arnhem, (tbv huisvesting / toekomstige FLO) Gemeente Renkum, afschrijvingen, BTW-deel
762.487 72.547
1.277.742 21.294
80.294 6.641
1.959.935 87.200
Schelmseweg, dekking modernisering (tbv afschr.)
242.550
0
26.950
215.600
RAV, verplaatsen hoofdstandplaats Acutezorg, OTO-gelden meldkamergame
877.518 0
99 36.443
75.709 0
801.908 36.443
2.525.213
1.386.578
264.065
3.647.726
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar 31-12-2013 3.000.000 0 15.117.958 18.117.958
Kasgeldleningen Liquide middelen Kortlopende schulden Totaal kortlopende schulden
31-12-2012 0 0 4.408.966 4.408.966
Voor de overname van de brandweer-activa is naast de langlopende leningen ook een kasgeldlening aangetrokken.
Specificatie kortlopende schulden Per balansdatum zijn de volgende kortlopende schulden opgenomen: 31-12-2013 12.021.847 96.967 2.069.008 861.464 68.672 15.117.958
Kortlopende schulden overheid Kortlopende schulden overheid (afdracht BTW) Kortlopende schulden privaat Nog in tarieven te verrekenen RAV / CPA Rekening-courant PGA Totaal kortlopende schulden
31-12-2012 2.064.145 104.919 1.566.019 605.211 68.672 4.408.966
De kortlopende schulden overheid en privaat betreffen de reguliere crediteuren per balansdatum. Specificatie nog in tarieven te verrekenen De vaststelling van de definitieve tarieven van het ambulancevervoer en de CPA geschiedt op nacalculatiebasis. Teneinde de jaarlijkse exploitatie te egaliseren wordt met betrekking tot nog te verrekenen tariefopbrengsten een voorziening gecreëerd. Ultimo 2013 is per saldo € 865.998 te betalen hetgeen in toekomstige tarieven wordt verrekend.
Stand per 1 januari Voorlopige nacalculatie Stand per 31 december
CPA 3.778 55.172 58.950
RAV 601.433 201.081 802.514
Totaal 605.211 256.253 861.464
Overlopende passiva
46
Per balansdatum zijn onder de overlopende passiva de volgende overige transitoria opgenomen:
Nog te besteden middelen (zie specificatie) Nog te betalen kosten (zie specificatie) Totaal overlopende passiva
31-12-2013 3.560.193 830.827 4.391.020
31-12-2012 3.948.618 539.173 4.487.791
Conform de BBV-regeling wordt hieronder een verloopoverzicht weergegeven van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen vooruit ontvangen bedragen:
Specificatie Nog te besteden middelen (zie overzicht op volgende pagina)
47
Ministerie van BZK, Regionalisering *) Ministerie van BZK, Eagle mobiel
01-01
Toevoeging
Besteed
31-12
1.650.207 242.740
597.420 0
1.159.817 212.739
1.087.810 30.001
Ministerie van BZK (vh voorziening PGHOR)
38.772
0
32.075
6.697
Min.van BZK, bijdr. VR, infovoorz.bevelvoerders Ministerie van BZK Bijdr VR (BTW)
66.144 0
103.856 206.927
0 0
170.000 206.927
Ministerie van VWS, Zorgopleidingen 2e tranche
195.649
421.705
579.108
38.246
0
6.182
0
6.182
Provincie Gelderland,bijdrage Risicokaarten Provincie Gelderland, Planmodule openbaar vervoer
5.936 66.240
0 0
182 12.227
5.754 54.013
Gemeente Arnhem, 2e loopbaan brandweer Gemeente Arnhem, FO CJG
50.000 10.110
0 24.274
0 0
50.000 34.384
Gemeente Arnhem, CJG incidenteel
35.160
0
8.349
26.811
Gemeente Arnhem, CT Arnhem Gemeente Ede, subsidie 2011/2012/2013
44.596 14.165
0 26.260
0 0
44.596 40.425
Diverse gemeenten, CT 2012 Diverse gemeenten, BO-CJG 2013
20.298 0
0 24.621
0 0
20.298 24.621
Ministerie van VWS 25K middelen
Diverse gemeenten, saldo EKD 2012
7.442
0
7.442
0
Diverse gemeenten, saldo CJG 2012 Gemeente Barneveld, onderhoud
18.280 0
0 21.931
18.280 0
0 21.931
Div.gemeenten, beschikbaarheidskaarten
0
78.308
0
78.308
Gemeenten, extra contactmomenten JGZ
0
0
0
0
ZonMw, Project Academische werkplaats, coördinatie ZonMw, Project Academische werkplaats Kortlopend
938 44.300
3.089 8.000
0 0
4.027 52.300
ZonMw, Project Academische werkplaats, MMK Klimaat
39.718
13.507
0
53.225
0 2.411
64.211 0
0 2.411
64.211 0
18.373 0
0 10.000
18.373 0
0 10.000
0
33.103
0
33.103
22.712
0
22.712
0
Acute Zorgregio Oost, OTO gelden, Stim.middelen./NTS KOD, afloop MOA
20.000 390.348
0 0
20.000 0
0 390.348
KOD, risicodeel PGA-werkzaamheden KOD, afloop frictiekosten MOA
53.372 157.131
19.755 0
46.713 85.903
26.414 71.228
ZonMw, AW kortlopend extr ZonMW, project Less More ZonMw, project AW, Dieseltreinen ZonMw - Voucher ZonMw - Vimp ESF-subsidie, brandweer
Curatieve poli
0
23.139
0
23.139
175.517 0
0 200.000
140.517 66.667
35.000 133.333
Afbouw BMI
28.783
93.513
25.184
97.112
Nulmeting overgewicht Planning JGZ
6.520 64.500
0 46.997
6.520 0
0 111.497
Logopedie Project MMK-Koersontwikkeling
82.429 38.599
97.718 29.695
43.982 38.599
136.165 29.695
MMK-Acquisitie
15.299
0
0
15.299
MMK-Projecten MMK - Helix
75.597 0
21.900 59.245
0 0
97.497 59.245
180.000
0
62.270
117.730
0 66.332
16.898 0
0 30.609
16.898 35.723
3.948.618
2.252.254
2.640.679
3.560.193
Onderhanden werk JGZ RAV project Liemers
Migratie meldkamer naar MON GGD Noord en Oost-Gelderland, Vlekjes op een KDV MZ, project Phenotype
48
BDUR Gem. processen BDUR GHOR
01-01
Toevoeging
Besteed
31-12
76.474 66.832
120.500 0
89.387 33.353
107.587 33.479
Regionalisering, implementatie ICT
457.239
0
57.239
400.000
BDUR omzetting Eagle-LCMS Regionalisering, project DRO
100.000 50.000
75.176 0
175.176 0
0 50.000
Regionalisering, projectplan
120.816
0
120.816
0
Regionalisering, dekking comm./strat.adv./onderst BOR Regionalisering, kosten implementatiefase
201.536 160.000
0 0
181.536 85.000
20.000 75.000
Regionalisering versterking FacZa BDUR inr.kosten region.
140.000 177.310
0 0
140.000 177.310
0 0
Incidentele versterking Oranje kolom
100.000
0
100.000
0
0 0
101.744 300.000
0 0
101.744 300.000
1.650.207
597.420
1.159.817
1.087.810
BDUR versterking GROP BDUR watervoorziening Veluwe
Uit de rijksmiddelen worden in overleg met het Rijk uitgaven gedaan in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het betreft de investering in de watervoorziening op de Veluwe en de versterking van het GDD Rampen Opvang Plan in relatie tot veldregie op het gebied van openbare geestelijke gezondheidszorg. Ten aanzien van de regionalisering van de brandweer loopt het project implementatie ICT door in 2014. De standaardisatie van de informatievoorziening moet nog plaatsvinden en er wordt extra inzet gepleegd om het systeem te stabiliseren. Afrekening regionalisering van de brandweer
Begroot
Realisatie
Externe kosten plan- en ontwerpfase 01-09-2011 t/m 31-12-2012
335.000
251.318
Externe kosten implementatiefase 01-01-2013 t/m 30-06-2014
160.000
246.960
Kosten migratie ICT
825.000
411.832
Aanwenden restant reserve versterking regionale brandweer
150.000 1.470.000
Begroot
910.111
Projectonderdeel
Onderwerp
Projectgroep
Advieskosten
50.000
Realisatie 47.371
1710-154
Communicatie uitingen
15.000
26.916
Projectplan
0
Organisatieplan op hoofdlijnen
0
Organisatieplan in detail
0 65.000
74.287
10.000
11.780
5.000
0
Medezeggenschap BOR
40.000
41.034
Opstellen formatieplan
10.000
0
Opstellen functieboek
25.000
32.830
90.000
85.644
Deelproject P&O
Inventarisatie rechtsposities arbeidsvoorwaarden
1710-154
Planning wettelijke formele termijnen WOR
Deelproject bedrijfsvoering
Verificatie raamwerk nulmeting financiën
5.000
1710-154
0
Uitvoeren financiële nulmeting
30.000
21.528
Verificatie uitkomsten nulmeting
30.000
26.250
Onderzoek huisvesting
15.000
0
80.000
47.778
Deelproject organisatie
Onderzoek naar managementmodel
1710-154
Verkennen organisatiemodellen
30.000
0 0
49
30.000
0
Deelproject kwaliteit
Opstellen indicatoren inhoudelijke nulmeting
10.000
43.610
1710-154
Opstellen van een maatlat
10.000
0
Uitvoering nulmeting
50.000
0
70.000
43.610
Implementatiefase
Advieskosten
30.000
18.389
1710-162
Uitvoeren assessments 20x
40.000
35.865
Medezeggenschap BOR
30.000
0
Begeleiding inpassing/plaatsingsproces
60.000
97.706
160.000
246.960
Inrichtingskosten 2014
95.000
Specificatie Nog te betalen kosten
Diverse gemeenten, Maatwerk 2011 Diverse gemeenten, Maatwerk 2012 Diverse gemeenten, Maatwerk 2013
01-01
Toevoeging
Besteed
31-12
27.222 18.902
0 0
0 5.041
27.222 13.861
0
10.498
0
10.498
89.639 42.305
0 0
14.639 42.305
75.000 0
0
200.000
0
200.000
113.884
113.483
113.884
113.483
0
24.066
0
24.066
ProActie, Brandweer
41.884
0
26.285
15.599
KON, bijdrage 2012 Ontwikkeling planmodule
4.500 38.391
0 0
4.500 38.391
0 0
Gemeente Arnhem, afrekening energiekosten Gemeente Renkum, DVO-inhaalslag oef/afschr. Gemeenten, compensatie achterlatingskosten Personeel VGGM, ort 2013 Personeel VGGM, reservering ILB 2013
BNG, rentekosten leningen
0
28.125
0
28.125
ICT, afwikkeling investeringen-ICTA Investering software
93.000 0
0 98.010
70.340 0
22.660 98.010
Vereveningskosten Deloitte, accountantskosten
0 20.121
88.577 11.345
0 0
88.577 31.466
GGD Regio Twente, kosten TBC
5.473
0
5.473
0
Diverse facturen VGZ Capra, advieskosten 2012
20.078 23.774
70.688 0
20.078 23.774
70.688 0
Scholing multi waarnemers
0 539.173
11.572 656.364
0 364.710
11.572 830.827
50
2.8
Investeringsoverzicht
Onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen weer (in €).
Omschrijving
Boekwaarde 01-01-2013
Investering (+/+)
Afschrijving (-/-)
Cumm.afschr. en incid.lst. (-/-)
Boekwaarde 31-12-2013
Gebouwen
2.082.032
6.317.358
532.695
208.113
7.658.582
Vervoermiddelen
5.099.003
19.195.621
982.619
7.525.639
15.786.366
Machines/Apparaten en Installaties
3.158.179
6.072.871
1.256.541
1.974.158
6.000.351
2.095
7.858
2.773.950
9.715.768
Overige Materiële Vaste Activa
9.953
10.349.167
-
31.585.850
-
29.445.299
Afschrijftermijnen - Gebouwen worden in 40 jaar afgeschreven, renovaties in 25 jaar, semipermanente nieuwbouw in 15 jaar en de inrichtingkosten in 10 jaar. Afhankelijk van het soort vervoermiddel bedraagt de afschrijvingstermijn 15, 7, 6 of 5 jaar. Inventaris wordt afhankelijk van betreffende item afgeschreven tussen de 3 (bijvoorbeeld deel-ICT) en 10 jaar (bijvoorbeeld ademlucht apparatuur).
2.9
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
VGGM breed Ten aanzien van de opgebouwde vakantie-uitkeringsrechten en verlofuren is, met uitzondering van de verlofuren ambulancedienst ontstaan door het niet kunnen opnemen van vrije tijd, in de balans is hiervoor geen post opgenomen. Ten behoeve van de verlofuren kan maximaal 80 uur per persoon worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar. Ook de verlofaanspraken van de medewerkers van de voormalige gemeentelijke brandweerkorpsen zijn voor VGGM een verplichting. In totaal is hier een bedrag mee gemoeid van maximaal € 1.400.000.
Specifiek Ten behoeve van de bedrijfsvoering zijn circa 100 meerjarige overeenkomsten gesloten ten behoeve van de ondersteuning van de verschillende activiteiten welke de dienst uitoefent. Dit betreffen contracten op het gebied van inhuur personeel, huur gebouwen, onderhoud gebouwen en materiaal. De grote contracten zijn: 1. Huur deel brandweercomplex ten behoeve van de uitrukpost Ede met de Brandweer Ede. Deze overeenkomst loopt tot 1 januari 2014 en de omvang bedraagt circa € 29.500 per jaar. 2. Huurovereenkomst dependance ten behoeve van GHOR. Deze overeenkomst heeft een onbepaalde looptijd en de omvang bedraagt circa € 68.000 per jaar. 3. De verplichtingen voortvloeiend uit de exploitatie van de gemeenschappelijke meldkamer met de politie tot een bedrag van circa € 650.000 per jaar. 4. Huurovereenkomst met de gemeente Arnhem ten behoeve van het GGD pand Eusebiusbuitensingel 43 met een looptijd tot 30 juni 2017 tot een bedrag van circa € 460.000 per jaar.
51
2.10 Toelichting op de programmarekening Algemeen Het financiële beeld van VGGM wordt al een aantal jaar gekleurd door incidentele geldstromen die ontstaan omdat volgens planning in specifieke financieringsstromen wordt gespaard voor toekomstige grote uitgaven. In 2013 werd het uit rijksgeld gevulde spaarpotje voor de regionalisering aangesproken en in 2014 worden kosten gemaakt voor de nieuwbouw van de kazerne in Arnhem Noord en de nieuwbouw van de hoofdstandplaats van de ambulancedienst. Ook daarvoor is dekking aanwezig uit in overleg met de gemeente Arnhem en de zorgverzekeraars in het verleden gereserveerde middelen. De ontwikkeling van de loonkosten vraagt aandacht omdat een 'verborgen' stijging van loonkosten door met name premiestijgingen optreedt. Daarnaast is het noodzakelijk flexibel extern personeel in te zetten en dat brengt hogere overige personeelskosten met zich mee. Het gaat met name om de inhuur van ambulance-verpleegkundigen waarvan de kosten worden gedekt door de zorgverzekeraars en de inzet van externe ICT deskundigheid waar voor dekking is gevonden in het regionaliseringsbudget en in vacatureruimte.
Baten Opbrengsten gemeenten regionaal Begroting Jaarrekening Verschil
11.279.645 11.279.645 0
De ontvangen inwonerbijdrage 2013 is conform begroting 2013.
Opbrengsten gemeenten individueel Begroting Jaarrekening Verschil
16.216.093 16.126.699 89.394 N
Het saldo Opbrengsten gemeenten individueel is als volgt te verklaren: • 62k V, Inspectie hygiënezorg, meer opbrengsten en hogere kosten; • 29k N, Jeugdgezondheidszorg, minder inkomsten extra contactmoment conform projectbegroting; • 28k N, saldo CJG activiteiten, back-office JGZ en front-office uitvoeringstaken; • 12k N , minder opbrengsten lijkschouwingen en euthanasie; • 5k N, minder maatwerk JGZ; • 73k N, Logopedie, reservering t.b.v. beperken frictiekosten; • 9k N, saldo diverse meer/minder opbrengsten.
Opbrengsten van het Rijk Begroting Jaarrekening Verschil
5.019.193 5.548.011 528.818 V
Het saldo Opbrengsten van het Rijk ontstaat door mutaties in de rijksbijdrage en is met name het gevolg van onttrekkingen dan wel toevoegingen aan balansposten. Het verschil t.o.v. de begroting is als volgt te verklaren: • 314k V, ontvangen in het kader van 25 kV voorziening bij de Betuweroute welke conform subsidiebestemming direct is doorgesluisd aan de betrokken korpsen; • 190k N, vanuit BDUR nog niet besteed, conform eerder besluitvorming gereserveerd voor decentralisatie rijksmaterieel;
52
• • • • • •
207k N, btw-compensatie, gereserveerd voor toekomstige btw-compensatie; 89k V, gemeentelijke processen; 140k V, project Eagle (landelijke crisismanagement programma, voor natuurbrandbestrijding) vanuit extra subsidiegelden; 117k N, incidentele aanpassing programma opleiding & oefenen rampenbestrijding & crisisbeheersing; 470k V, vrijval van regionaliseringsbudgetten en in 2013 gebruikt ter dekking van regionaliseringskosten; 30k V, overgang Meldkamer Oost-Nederland.
Directe opbrengsten inclusief zorgverzekeraars Begroting Jaarrekening Verschil
22.264.094 23.249.257 985.163 V
Op de directe opbrengsten is een positief resultaat ontstaan van 983k, dit is als volgt te verklaren: • 670k V, mutatie in de diverse RAV-budgetten en reserve aanvaardbare kosten; • 47k V,meer opbrengsten inclusief declaraties eigen bijdragen vanuit MMK-projecten, eveneens meer projectkosten; • 92k V, extra project opbrengsten infectieziekten, eveneens meer projectkosten; • 53k V incidentele inzet ten behoeve van bereikbaarheidskaarten; • 123k V, overige diversen kleine meer/minderopbrengsten.
Overige opbrengsten Begroting Jaarrekening Verschil
36.900 30.720 6.180 N
In deze categorie worden voornamelijk verhuuropbrengsten verantwoord. Deze zijn iets lager dan begroot.
Lasten Salariskosten Begroting Jaarrekening Verschil
38.057.648 37.351.538 706.110 V
In de verantwoording van de salariskosten wordt een voordeel zichtbaar van 706k. Dit is grotendeels het gevolg van vacatureruimte welke wordt ingezet voor externe inhuur (zie overige personeelskosten). Daarbij moet worden aangetekend dat de extra inzet voor het ambulancepersoneel wordt gecompenseerd binnen het door de zorgverzekeraar beschikbaar gestelde budget. Het verschil wordt verklaard door de navolgende posten: • 325k V,lagere flo kosten brandweer, budget conform afspraak aangewend voor nieuwbouw kazerne; • 207k V, incidentele meevallers omdat ww-claims lager uitpakken; • 319k V, saldo vacatureruimte door later of niet invullen van diverse vacatures aangewend voor de inzet door ingehuurd personeel (o.a.: ICT, planning, epidemiologie); • 340k N extra inhuur ambulancepersoneel, dekking uit budget ambulancedienst; • 260k V FLO-kosten ambulancepersoneel;
53
•
65k N, extra inzet technische hygiëne zorg, vervanging ziekte, en forensische activiteiten extra inzet om het rooster rond te krijgen.
Overige personeelskosten Begroting Jaarrekening Verschil
2.402.653 3.988.930 1.586.277 N
De afwijking op overige personeelskosten is groot 1.586k. Dat is voor een belangrijk deel het gevolg van de inhuur van extern personeel waar specifieke dekking voor gevonden is. De mutatie bestaat voornamelijk uit de navolgende posten: • 445k N, extra inhuur ICT-personeel onder andere ten behoeve van uitrol ICT in de regio, dekking vanuit vacatureruimte en projectbegroting regionalisering; • 140k N, dekking personeelskosten systeembeheer vooruitlopend op definitieve inbedding; • 114k N, ondersteuning bij project inkoop en aanbestedingstrajecten; • 145k N, extra opleidingskosten binnen het brandweerdomein, onder andere extra inhaalslag duikersopleiding; • 115k N, extra inzet vergunningverlening en controles Preventie brandweer, deels ook extra inkomsten voor; • 40k N, kosten in het kader van de regionalisering, onder andere assessments, dekking vanuit projectgelden; • 50k N, colokatie meldkamer, inzet gemeenschappelijk personeel, extra dekking uit bestaand budget; • 314k N, uitbetaling aan korpsen voor inzet personeel in het kader van de 25kilovolt vergoeding (zie rijksbijdragen); • 155k N, opleidingskosten ambulancedienst, dekking vanuit extra inkomsten ambulancedienst; • 40k N, extra inzet communicatiemedewerker Zorg & Veiligheid; • 28k N, diverse meer/minder kosten.
Afschrijvingen Begroting Jaarrekening Verschil
2.898.981 2.773.950 125.031 V
De afschrijvingen laten een voordeel zien van 125k, dit wordt veroorzaakt uit de volgende posten: • 77k V, lagere afschrijvingskosten ambulancedienst, door het doorschuiven van diverse investeringen, onder andere het uitstel van de aanbesteding van de hartbewakingsapparatuur; • 41k V, uitstel aanschaf voertuigen; • 7k N, saldo diverse meer/minder afschrijvingen.
Huisvestingskosten Begroting Jaarrekening Verschil
2.136.893 2.137.044 151 N
De afwijking op kostensoortniveau ten opzichte van de begroting is miniem. De kazerne aan de Rietgrachtstraat kent in 2013 een goedkopere exploitatie omdat er vooruitlopend op de nieuwbouw minder aan onderhoud is gepleegd. Andere panden kennen door de aanstaande nieuwbouw meerkosten door het bijvoorbeeld diverse interne verhuizingen en de huur van een tijdelijke locatie voor de jeugdgezondheidszorg.
54
Directe kosten m.b.t. output Begroting Jaarrekening Verschil
4.023.220 4.122.224 99.004 N
De afwijking op de directe uitvoeringskosten is 99k, laat zich als volgt verklaren: • 177k N, ambulancedienst, meer verbruik medicamenten, instrumenten en entonox RAV; • 55k V, incidentele vergoeding mobiele telefoonkosten; • 23k V, diverse meer/minder uitgaven.
Overige indirecte kosten Begroting Jaarrekening Verschil
3.645.994 4.351.234 705.240 N
De afwijking op de indirecte kosten bedraagt 705k. De mutatie bestaat uit de navolgende posten: • 295k N, meerkosten ICT door onder andere de uitrol regionalisering, dekking vanuit regionaliseringsproject; • 81k N, implementatie van onder andere documentbeheerssysteem, dekking van projectbudget; • 287k N, diverse kosten regionalisering, dekking van projectbudget; • 276k N, ambulancedienst, onder andere aanschaf en implementatie nieuwe ict-systeem (registratie, planningsmodule, kwaliteitssysteem), dekking vanuit vrije marge gelden en provinciale subsidies; • 76k V, infectieziekten, uitgaven gerealiseerd binnen de overige personeelskosten; • 90k V, brandweer, diverse onderhoud software crisisbeheersing- en rampenbestrijding, nog niet gerealiseerd; • 68k V, diverse overige meer/minderkosten.
Incidentele baten en lasten Begroting Jaarrekening Verschil • • • • • • • • •
-1.413.268 596.029 817.249 V
887k V, verkregen reserve activa van de gemeente ten behoeve van nieuw te vormen bestemmingsreserve vaste activa conform overdrachtsovereenkomst; 43k V, ontvangen gelden gemeente Ede ten behoeve dekking aanpassing kazerne Ede 434k V, voordeel diverse BDUR-posten doordat vastgelegde bestemmingen nog niet tot besteding komen, voordeel conform eerdere besluitvorming gereserveerd , zie ook opbrengsten Rijk; 162k N, vertraging project Eagle natuurbrand; 293k N, aanvulling voorziening FLO brandweer Arnhem uit gerealiseerd voordeel; 87k V, ambulancedienst, herrubricering diverse kosten; 62k N, extra storting ten gunste van voorziening toekomstige ww-verplichtingen; 82k N, geplande aanspraak uit voorziening niet noodzakelijk omdat medewerker gedetacheerd is; 35k N, diverse meer/minder mutaties.
Financiële baten en lasten Begroting Jaarrekening Verschil
-237.268 -29.224 208.044 V
De gehanteerde rekenrente en de in 2013 beschikbare liquiditeiten leiden tot een rentevoordeel van 208k.
55
2.11 Normering topinkomens Het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (16 burgemeesters en 16 wethouders) krijgt geen bezoldiging voor de werkzaamheden. De directie van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden wordt op de navolgende wijze bezoldigd: Directeur Publieke Gezondheid Salaris
€ 96.876,00
Vergoeding bestuur VPGN
€ 6.000,00
Directeur Brandweer € 96.876,00
Beschikbaarheid
€ 9.733,32
€ 7.585,92
Vakantietoeslag
€ 9.008,76
€ 8.356,92
Levensloopbijdrage
€ 1.453,20
€ 5.797,04
Eindejaarsuitkering
€ 5.812,56
€ 5.812,56
€ 128.883,84
€ 124.428,44
2.12 SISA en specifieke verantwoordingen SISA Met ingang van 2006 dient de jaarrekening een SISA-bijlage te bevatten (single information single audit). Met deze door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde bijlage worden specifieke uitkeringen verantwoord aan de verstrekkers. De van het Rijk ontvangen bijdrage Besluit DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR) komt hiervoor in aanmerking.
56
GUEV - Gelderse Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Met ingang van 2011 dient de jaarrekening een specificatie te bevatten ter verantwoording van de door de Provincie Gelderland beschikbaar gestelde subsidie in het kader het Gelderse Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014.
57
2.13 Controleverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Wordt nagezonden
58
Wordt nagezonden.
59
3. Specifieke Verslagen
60
61
3.1
Bedrijfsvoering paragraaf
In het Besluit Begroting & Verantwoording is opgenomen dat in de jaarrekening verantwoording moet worden afgelegd over de stand van zaken in de bedrijfsvoering. Wij verwijzen naar de navolgende onderdelen van het jaarverslag: -de uitkomsten van het toezicht door het Rijk zie paragraaf 1.3.6 -het financieel beleid zie paragraaf 1.4 -het onderhoud van kapitaalgoederen zie paragraaf 1.8 -het personeelsbeleid zie paragraaf 3.2 -het kwaliteitsbeleid zie paragraaf 3.3 -de verantwoording over de afhandeling van klachten zie paragraaf 3.4 -de stand van zaken met betrekking tot de medezeggenschap zie paragraaf 3.5 Met betrekking tot onderzoeken ten aanzien de doelmatigheid en de doeltreffendheid springt de TNOstudie naar de effectiviteit van de triagemethodiek JGZ het meest in het oog. In het voorjaar van 2014 zal deze studie worden afgerond.
62
3.2
Sociaal jaarverslag 2013
Het sociaal jaarverslag geeft een weergave van de belangrijkste personele en organisatorische ontwikkelingen in het afgelopen jaar en de gevolgen die deze ontwikkelingen hebben gehad. Ken- en stuurgetallen in combinatie met de organisatorische ontwikkelingen geven een beeld van de verrichte prestaties van VGGM. Er wordt een vergelijking gezocht met de ken- en stuurgetallen uit de afgelopen jaren om patronen in ontwikkelingen te herkennen en inzichtelijk te maken. Daarom is het verslag ook een middel dat trends en signalen weergeeft die gebruikt kunnen worden om het personeelsbeleid te verbeteren én om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid op dat gebied. Kenmerken van het personeelsbestand in een oogopslag Eind 2011 578 3,8% 492,75 3,5% 41 58,5% 41,5%
Eind 2012 596 3,1% 507,78 3,1% 38 57,9% 42,1%
Eind 2013 603 1,2% 510,20 0,5% 50 57,7% 42,3%
1 t/m 6 7 t/m 9 10 t/m 12 13 en hoger
20,4% 53,6% 22,3% 3,7%
18,5% 54,8% 23,3% 3,4%
17,5% 56,4% 22,6% 3,5%
Percentage FTE dat door mannen wordt bezet Percentage FTE dat door vrouwen wordt bezet Percentage personeelsleden dat fulltime (36 uur) werkt Percentage personeelsleden dat parttime (<36 uur) werkt Percentage mannen dat fulltime werkt Percentage mannen dat parttime werkt Percentage vrouwen dat fulltime werkt Percentage vrouwen dat parttime werkt Gemiddelde leeftijd mannen Gemiddelde leeftijd vrouwen Gemiddelde leeftijd alle personeelsleden Percentage personeelsleden jonger dan 35 jaar Percentage personeelsleden 55 jaar en ouder (excl. FLO) Ziekteverzuimpercentage (excl. zwangerschap)
60,20% 39,80% 56,40% 43,60% 84,10% 15,90% 23,10% 76,90% 44 42 43 23,20% 13,70% 4,35%
60,00% 40,00% 55,87% 44,13% 82,41% 17,59% 24,26% 75,74% 43 43 43 24,10% 15,20% 4,88%
59,20% 40,80% 55,56% 44,44% 82,15% 17,85% 24,46% 75,54% 44 44 44 22,42% 17,97% 3,83%
Wat 1 Totaal aantal personeelsleden (vast en tijdelijk dienstverband) 2 Toename / afname personeelsleden t.o.v. voorgaand jaar 3 Totaal aantal FTE (vast en tijdelijk dienstverband) 4 Toename / afname FTE t.o.v. voorgaand jaar 5 Aantal personeelsleden dat is uitgestroomd 6 Percentage mannen van het totaal aantal personeelsleden 7 Percentage vrouwen van het totaal aantal personeelsleden Verdeling aantal personeelsleden over de salarisschalen in percentage 8 totaal
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Personele ontwikkelingen De organisatie is met 0,5% fte gestegen ten opzichte van het jaar 2012. Binnen VGZ en Facza is een lichte groei zichtbaar, binnen de Brandweer is een lichte daling zichtbaar. De daling binnen de sector Brandweer heeft te maken met de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014. Een aantal vacatures worden (tijdelijk) niet ingevuld in afwachting van de nieuwe brandweerorganisatie na regionalisering. De groei binnen de sector Facilitaire Zaken, specifiek de afdeling Advies & Service, is in het kader van de voorbereiding op de regionalisering. Omvang en kenmerken van het personeelsbestand Aan het einde van 2013 waren er 603 medewerkers in vaste en tijdelijke dienst bij VGGM. Een stijging van het aantal medewerkers ten opzichte van 2012 van 1,2% (596 medewerkers). Naast de medewerkers in vaste en tijdelijke dienst, werken er eind 2013, 132 medewerkers als uitzendkracht, vrijwilliger of stagiaire.
63
Aantal medewerkers in actieve dienst op 31-12-2013 Arbeidsrelatie Man Vrouw Totaal 538 Vaste aanstelling 299 239 65 Tijdelijke aanstelling 26 39 79 Vrijwilligers 73 6 2 Duikers 2 0 45 Externen 19 26 6 Stagiaires 5 1 Totaal in actieve dienst 424 311 735 Aantal medewerkers in niet-actieve dienst op 31-12-2013 Arbeidsrelatie Man Vrouw Totaal 18 FLO 18 0 0 Wachtgelders/ww 0 0 Totaal in actieve dienst 18 0 18
Totaal medewerkers
442
311
753
Aantal medewerkers per sector op 31 december 2012 Directie
Volksgezondheid
Brandweer
Facilitaire Zaken
Actieve dienst
M
V
Tot.
M
V
Tot.
M
V
Tot.
M
V
Tot.
VGGM
Vaste aanstelling
4
2
6
137
186
323
134
27
161
24
24
48
538
Tijdelijke aanstelling
0
0
0
16
31
47
6
1
7
4
7
11
65
0
0
1
5
69
5
74
0
0
0
79
Vrijwilligers
0
4
Duikers
0
0
0
0
0
0
2
0
2
0
0
0
2
Externen
0
0
0
13
19
32
0
3
3
6
4
10
45
Stagiaires
0
0
0
2
0
2
2
1
3
1
0
1
6
Totaal actieve dienst
4
2
6
172
237
409
213
37
250
35
35
70
735
Niet actieve dienst
Man
Vrouw Totaal
Man Vrouw Totaal
Man Vrouw Totaal
Man Vrouw Totaal
FLO
0
0
0
7
0
7
11
0
11
0
0
0
18
Wachtgelders
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal niet actieve dienst
0
0
0
7
0
7
11
0
11
0
0
0
18
Binnen de sector Brandweer blijft het aantal vrouwen ver in de minderheid. Het is nog steeds lastig om vrouwen te motiveren voor een repressieve brandweerfunctie. Het aantal vaste en tijdelijke aanstellingen binnen VGGM is in het afgelopen jaar licht toegenomen. Het aantal vaste aanstellingen is gestegen van 534 eind 2012 naar een totaal van 538 eind 2013, dit is een toename van 0,75%. Het aantal tijdelijke aanstellingen is gestegen van 62 eind 2012, naar 65 eind 2013, een stijging van 4,8%. Instroom en uitstroom o.b.v. aantallen personeelsleden Jaar
Aantal 31-12
Instroom
Uitstroom
FLO
Stijging / Daling
2004
504
42
37
6
5
2005
451
29
82
5
-53
2006
446
36
41
6
-5
2007
467
72
51
8
21
2008
482
68
53
10
15
2009
538
93
37
0
56
2010
557
66
45
1
21
2011
578
62
41
2
21
2012
596
56
38
2013
603
57
50
18 5
7
64
Instroom en uitstroom o.b.v. FTE's Jaar
FTE 31-12
Instroom
Uitstroom
FLO
Stijging / Daling
2004
409,47
31,90
14,15
6,00
17,75
2005
382,87
24,44
51,04
5,00
-26,60
2006
383,65
26,24
23,08
6,00
0,78
2007
396,70
57,93
36,03
8,00
13,05
2008
411,57
51,90
37,86
10,00
14,87
2009
448,98
61,26
21,70
0,00
39,55
2010
476,10
53,25
28,75
1,00
24,50
2011
492,75
46,14
29,21
2,00
16,93
2012
507,79
42,70
25,19
2013
510,20
38,51
31,98
17,51 5,00
6,53
In het afgelopen jaar is de instroom en uitstroom hoger dan het voorgaande jaar. Dienstverbandgegevens door de jaren heen
65
Bovenstaande grafieken laten zien dat de er binnen de sector Brandweer en de sector Facza een stijging is van het aantal parttimers, terwijl er in de sector Volksgezondheid een stijging is van het aantal fulltimers. Hierdoor wordt het verschil in alle sectoren tussen het aantal parttimers en fulltimers kleiner.
66
Verhouding fulltime – parttime per sector
Fulltime Parttime Sector Man Vrouw Man Vrouw Totaal 6 Directie 2 1 2 1 59 Facilitaire zaken 22 10 6 21 370 Volksgezondheid 115 45 38 172 168 Brandweer 128 12 12 16 VGGM 267 68 58 210 603 Bovenstaand overzicht laat zien dat 82,15% van de mannelijke medewerkers binnen VGGM fulltime werkt, dit ten opzichte van 24,46% van de vrouwelijke medewerkers. Bij de mannen is ten opzichte van vorig jaar een lichte daling aanwezig. Terwijl er bij de vrouwen een lichte stijging is. Als we de sectoren individueel bekijken valt met name op dat er een lage arbeidsparticipatie van vrouwelijke collega’s is binnen de sector Brandweer. Binnen deze sector is 16,67% van de medewerkers vrouw, binnen de sector Volksgezondheid is dit 58,65% en binnen de sector Facilitaire Zaken 52,54%. In 2013 blijft het aantal parttime werkende mannen nog erg laag. Dit komt mede doordat een groot aantal mannen werkzaam is binnen de 24 uursdienst bij de brandweer. Men werkt hier voornamelijk fulltime om de geoefendheid goed te kunnen waarborgen. Leeftijdsopbouw
Leeftijdsopbouw
BRW FACZ A VGZ
25,00%
Percentage
20,00%
15,00%
10,00%
5,00%
0,00% 20-24 jr 25-29 jr 30-34 jr 35-39 jr 40-44 jr 45-49 jr 50-54 jr 55-59 jr 60 jr e.o. Leeftijdscategorie
De leeftijdsopbouw binnen de verschillende sectoren wijkt behoorlijk van elkaar af. Met name de sectoren Brandweer en Facilitaire Zaken zijn voor een deel tegenover gesteld. Waar binnen de Brandweer het grootste deel van het personeel in de leeftijdscategorie 40-44 jaar valt, zit de piek bij Facilitaire Zaken bij 55-59 jaar. Door het afschaffen van het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) en door de vergrijzing zal de komende jaren een verschuiving te zien zijn in de leeftijdscategorieën.
67
Leidinggevenden
Sector Volksgezondheid Afdelingshoofden 6 6 6 6 0
2010 2011 2012 2013 Verschil t.o.v. 2012
Bureauhoofden 9 10 8 8 0
Totaal 15 16 14 14 0
Sector Brandweer
2010 2011 2012 2013 Verschil t.o.v. 2012
Bureauhoofden Afdelingshoofden Ploegcommandant 4 7 4 8 4 8 3 8 -1 0
Totaal 11 12 12 11 -1
Afdelingshoofden 2 2 2 2 0
Totaal 5 5 5 5 0
Sector Facilitaire Zaken
2010 2011 2012 2013 Verschil t.o.v. 2012
Bureauhoofden 3 3 3 3 0
Het aantal leidinggevenden in de organisatie is ten opzichte van 2012 met 1 afdelingshoofd afgenomen, dit betreft het afdelingshoofd PPP.
Schaalniveaus Man
2011
2012
2013
Schaal 1 t/m 6
16,08% 14,51% 12,07%
Schaal 7 t/m 9
61,74% 64,67% 67,80%
Schaal 10 t/m 12
18,01% 17,03% 16,41%
Schaal 13 en hoger
4,18%
3,79%
3,72%
2011
2012
2013
Vrouw Schaal 1 t/m 6
25,57% 23,25% 23,74%
Schaal 7 t/m 9
43,89% 43,17% 43,17%
Schaal 10 t/m 12
27,48% 30,63% 29,86%
Schaal 13 en hoger
3,05%
2,95%
3,24%
68
De verdeling van personeel in de verschillende salarisschalen blijft door de jaren heen tamelijk stabiel. Schaal
Man
Vrouw
Totaal 0
Schaal 1
0
Schaal 2
1
Schaal 3
1
Schaal 4
3
2
5
Schaal 5
20
18
38
Schaal 6
15
46
61
Schaal 7
111
32
143
Schaal 8
26
50
76
Schaal 9
82
38
120
Schaal 10
17
17
34
Schaal 11
27
49
76
Schaal 11A
1
1
2
Schaal 12
8
16
24
Schaal 13
7
6
13
Schaal 14
2
2
4
Schaal 15
1
1
2
0
Schaal 10A
0
Schaal 16 Schaal 17
2
2
Totaal
323
278
601
Werving en selectie Aantal vacatures in de afgelopen jaren
Jaar Aantal
2010 40
2011 37
2012 65
2013 57
Het aantal vacatures is in 2013 gedaald ten opzichte van het jaar 2012. Dit heeft ondermeer te maken met het aanhouden van vacatures in verband met de naderende regionalisering van de brandweer. Het gevolg van de regionalisering is dat een nieuw organisatieplan voor de brandweersector is opgesteld met een nieuw functie- en formatieplan. De regionalisering en dus het nieuwe functie- en formatieplan gaat in op 1 januari 2014. Vacatures worden aangehouden tot meer zicht is op de definitieve plaatsing van het brandweerpersoneel uit de regio. De vacatures zijn zowel intern als extern opengesteld. Voor de werving van nieuwe medewerkers is gebruik gemaakt van diverse media, landelijke en regionale dagbladen, verschillende websites zoals brandweer.nl, ambulanceplein.nl, GGD kennisnet, HAN employment, werkeningelderland.nl, linkedin.nl en op onze eigen internetsite; www.vggm.nl. En eind 2013 zijn een aantal vacature alleen in de regio opengesteld met de regionalisering in het vooruitzicht.
Ziekteverzuim en arbozaken Het ziekteverzuim is in 2013 behoorlijk gedaald ten opzichte van 2012 met 1,05% naar 3,83%. Hierdoor blijft VGGM voor het 3e opeenvolgende jaar onder het streefpercentage van 5%. Het streven is om het ziekteverzuimpercentage in de toekomst structureel terug te brengen naar 3%. Hiertoe is eind 2013 het 'eigen regie model' binnen het ziekteverzuimbeleid aangescherpt. Het 'eigen regie model' houdt in dat de regie met betrekking tot voorkomen en verbeteren van ziekteverzuim bij de leidinggevenden ligt en dat een beroep gedaan wordt op de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker met betrekking tot gezond en fit leven en werken. In 2013 is externe ondersteuning in de persoon van een verzuimconsulent aangetrokken om de leidinggevenden in dit proces te ondersteunen. De bedrijfsarts is op afroep beschikbaar als het gaat om medische trajecten en advies rondom belastbaarheid.
69
Verzuimpercentages uitgesplitst
VGGM Totaal VGGM Toename / Afname
2010 6,10%
2011 4,35% -1,75%
2012 4,88% 0,53%
2013 3,83% -1,05%
2010 5,40%
2011 3,74% -1,66%
2012 6,97% 3,23%
2013 4,59% -2,38%
2010 7,96%
2011 4,93% -3,03%
2012 4,17% -0,76%
2013 2,93% -1,24%
2010 5,15%
2011 4,16% -0,99%
2012 5,04% 0,88%
2013 4,44% -0,60%
Facilitaire Zaken
Totaal Facilitaire Zaken Toename / Afname Brandweer
Totaal Brandweer Toename / Afname Volksgezondheid
Totaal Volksgezondheid Toename / Afname
Bedrijfsarts. De bedrijfsarts is voor VGGM werkzaam vanuit de organisatie ‘Arts in Bedrijf’. De bedrijfsarts houdt één dagdeel per week spreekuur op locatie in Arnhem. In het afgelopen jaar heeft de bedrijfsarts 165 spreekuren gehouden voor medewerkers van VGGM. Een daling van het aantal spreekuren ten opzichte van 2012 met 4. Vanaf eind 2013 is de bedrijfsarts op afroep beschikbaar en houdt niet meer structureel één dagdeel per week spreekuur. Arbocommissie De arbocommissie is in 2013, 7 keer bijeen geweest. De arbocommissie heeft een coördinerende en controlerende functie op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers. De arbocommissie heeft zich in het afgelopen jaar o.a. met de volgende zaken bezig gehouden. • Huisvesting Binnen de organisatie zijn verschillende huisvestingstrajecten gestart. Nieuwbouw voor de brandweer aan de Rietgrachtstraat in Arnhem, nieuwbouw voor RAV op Ijsseloord in Arnhem en een nieuwe werkplekinrichting van de 3 verdiepingen op de Eusebiusbuitensingel 43 in Arnhem. In deze trajecten adviseert de arbocommissie gevraagd en ongevraagd over vraagstukken rondom arbeidsomstandigheden. Leden van de arbocommissie participeren in de verschillende werkgroepen. • Keuringen In 2013 zijn de voorbereidingen gestart voor de regionale invoering van de Preventief Periodiek Medisch Onderzoek (PPMO) bij de brandweer. Samen met de Preventief Arbeidskundige Monitor (PAM) voor de ambulancezorg en het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) voor het overig personeel, is er met leden van de arbocommissie en collega’s uit de organisatie gewerkt aan de aanbesteding van de keuringen. In 2014 zal dit geïmplementeerd worden in de geregionaliseerde organisatie. • Rookbeleid Afgelopen jaar is er aandacht geweest voor het rookbeleid binnen de organisatie. Mede naar aanleiding van een advies van de arbocommissie is het beleid rondom het roken op de locatie Eusebiusbuitensingel 43 aangepast. Personeelsbeheer en –regelingen Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van voorbereiding op de regionalisering van de brandweer waardoor de organisatie groter wordt en werklocaties over de hele regio verspreid zijn. • Het declaratiesysteem is gedigitaliseerd waardoor toestroom tot de salarisverwerking sneller en eenvoudiger plaatsvindt.
70
• •
•
Alle personeelsdossiers zijn gedigitaliseerd waardoor op termijn alle leidinggevenden digitaal beschikking krijgen over de gegevens van de medewerkers van hun afdeling. Er is een nieuw postregistratiesysteem waardoor de toegankelijkheid van gearchiveerde stukken wordt geoptimaliseerd en op termijn zaaksgericht-werken een optie is. Hetzelfde systeem biedt ook mogelijkheden om dossiers met elkaar te delen waardoor kennisdeling en projectmatig werken bevorderd wordt. Binnen Faciltaire Zaken is een service-management-tool geïmplementeerd waardoor enerzijds registratie en opvolging van meldingen ondersteund wordt en anderzijds voorraadbeheer en contractbeheer vorm krijgt. Dit geeft voor zowel I&A als voor huisvesting en inkoop inzicht in de aard van de meldingen en knelpunten en de wijze waarop de dienstverlening plaatsvindt. Daarnaast ondersteunt dit systeem het proces van centrale inkoop en geeft inzicht in de rechtmatigheid van de bestelprocessen in de organisatie.
Georganiseerd overleg In 2013 is het GO één keer bij elkaar geweest. Er is twee keer technisch overleg geweest. Er is met name gesproken over het vormgeven van eigen arbeidsvoorwaarden. Dit betekent dat VGGM wel de CAR/UWO blijft volgen maar niet de arbeidsvoorwaarden van de gemeente Arnhem. Hierdoor krijgt VGGM meer ruimte om in eigen overleg met de vakorganisaties specifieke arbeidsvoorwaardelijke regelingen voor VGGM op te stellen. De voorbereidingen zijn hiervoor getroffen in het technisch overleg. Naar verwachting zal dit in 2014 verder vorm krijgen. Daarnaast is afgesproken dat VGGM bij aanstelling van nieuw personeel de Verklaring omtrent gedrag (VOG) invoert. De VOG wordt ingevoerd voor nieuw personeel en voor zittend personeel alleen voor zover dit wettelijk verplicht is. Het individueel loopbaanbudget (ILB) is ingevoerd. Dit betekent dat voor de jaren 2013, 2014 en 2015 medewerkers de mogelijkheid krijgen € 500,- te besteden aan loopbaanbevorderende activiteiten. Overige onderwerpen Vertrouwenspersonen VGGM kende twee vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersonen zijn eerste aanspreekpunt voor medewerkers die geconfronteerd zijn met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld (met inbegrip van pesten) of andere misstanden en hen ondersteunt en begeleidt. De vertrouwenspersoon probeert, al dan niet door bemiddeling (mediation) tot een oplossing te komen. In 2013 hebben beide vertrouwenspersonen hun taak neergelegd. In overleg met de OR is eind 2013 een nieuw vertrouwenspersoon aangesteld. In 2013 is de vertrouwenspersoon één keer benaderd. In 2012 was dit 2 keer. In 2011 was dit ook 2 keer. Bezwaar en beroep Medewerkers kunnen een bezwaarschrift indienen tegen besluiten waar zij het niet mee eens zijn. Na het advies van de externe en onafhankelijke adviescommissie (bezwarencommissie), neemt het dagelijks bestuur een beslissing op het bezwaarschrift. De betrokken medewerker kan tegen die beslissing een beroepschrift indienen bij de rechtbank. Tegen de beslissing van de rechtbank kan zowel de medewerker als het dagelijks bestuur in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep. In 2013 is één maal een bezwaar ingediend over een rechtspositioneel besluit. Dit bezwaar wordt naar verwachting in 2014 afgerond.
71
3.3
Kwaliteitsbeleid
Binnen VGGM wordt kwaliteitszorg integraal geïmplementeerd. De directie en afdelingen borgen kwaliteit vanuit de integrale managementverantwoordelijkheid. Het INK-managementmodel vormt de kapstok voor de kwaliteitsactiviteiten binnen zowel Brandweer als Volksgezondheid. In 2013 zijn de volgende kwaliteitsactiviteiten ontplooid:
Kwaliteit binnen regionalisering brandweer Ter voorbereiding van de regionalisering per 1 januari 2013 zijn door het brandweermanagement de brandweerproducten van de nieuwe organisatie vastgesteld. Vervolgens zijn deze vertaald naar processen: hoe wordt er vanaf 2013 gewerkt om een eenduidig kwaliteitsniveau te realiseren? De verantwoordelijkheid is hierbij laag in de organisatie weggezet, namelijk bij proceseigenaren. Zij zijn samen met het lijnmanagement verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het werk. De uitwerking van de processen heeft met een grote betrokkenheid van medewerkers uit de regio plaatsgevonden. In 2014 zal ook de sturing met prestatie-indicatoren aan de hand van de processen worden vormgegeven. Doorontwikkeling kwaliteitsmanagementsysteem VGZ In 2012 is gestart met de voorbereiding van het project "Integraal Managementsysteem". Doel van dit project is om te komen tot een integraal en HKZ-gecertificeerd managementsysteem (MAN.S) voor VGGM. In 2013 heeft de projectorganisatie het A3-model MAN.S ontwikkeld, aansluitend bij het A3meerjarenplan van VGZ en Facza. Daarnaast is de werkwijze en het format voor de klantgerichte risico-inventarisatie uitgewerkt. Dit zal begin 2014 leiden tot diverse risicokaarten op de primaire en secundaire processen. Daarnaast heeft een oriëntatie plaatsgevonden op kwaliteitssoftware die in 2014 zal worden geïmplementeerd ten behoeve van het MAN.S. HKZ-certificering binnen VGZ Certificerende instelling KIWA heeft de jaarlijkse toetsingen uitgevoerd. De volgende taakvelden zijn HKZ-gecertificeerd: • Binnen afdeling MZ: o FG o MMK o IZB o Inspectie Kinderopvang • Binnen stafbureau VGZ: o Epidemiologie en beleidsadvisering • Binnen afdeling ZenV: o GHOR o OGGZ • Binnen afdeling RAV: o Ambulancezorg, begin 2014 zal ook de certificering incl. de module patiëntveiligheid worden gerealiseerd. • Binnen afdeling JGZ o JGZ Interne kwaliteitsaudits Er hebben interne kwaliteitsaudits plaatsgevonden binnen alle afdelingen van VGZ, waarbij het toetsen van de primaire en secundaire processen centraal stond. Het betrof procesgerichte en thematische audits. MIK’s en klachten In 2013 zijn er 24 klachten voor VGGM binnengekomen. Dit waren 23 klachten voor VGZ en 1 voor de Barndweer. Het overgrote deel van de klachten heeft betrekking op de inhoud van het product. Daarnaast zijn er ook een aantal bejegeningsklachten ingediend. Bij de onafhankelijke klachtencommissie zijn geen klachten behandeld. Er zijn 37 MIK’s (meldingen incident klant) geweest in 2013. Dit is een groei ten opzichte van eerdere jaren waarbij het aantal rond de 25 lag. De meeste incidenten hebben te maken met protocollair
72
handelen, zijn praktische uitvoeringsfouten of hebben een organisatorische oorsprong. Met name de laatste categorie kende een sterke groei. De doorontwikkeling van het MIK-proces zal in 2014 verder gestalte krijgen.
3.4
Klachtenjaarverslag
2013 laat een forse daling van het aantal klachten zien ten opzichte van 2012. Het aantal klachten dat VGGM in 2013 heeft ontvangen is 24. Eind 2013 zijn er 21 klachten afgehandeld en stonden er per 1 januari 2014 nog 3 klachten open. De klachten hadden betrekking op de dienstverlening van de volgende organisatieonderdelen Ontvangen Klachten per afdeling RAV-MKA RAV-AHV GHOR MZ JGZ STAF VGZ BBV STAF BRW PPP REP RGO F&C A&S DIR Totaal
2011 VGGM
2012 VGGM
2013
2 11 0 8 8 0 4 0 0 1 0 0 0 0 34
6 15 0 6 2 0 2 0 0 0 0 0 1 0 32
7 10 0 4 2 0 0 0 0 1 0 0 0 0 24
Aard ontvangen klachten
2011 VGGM 17 4 13 34
2012 VGGM 9 10 13 32
2013 VGGM
Product Bejegening Product/bejegening Totaal
12 7 5 24
De gemiddelde afhandelingstermijn van klachten is het afgelopen jaar gestegen tot 40 dagen (mediaan 31 dagen). De gemiddelde afhandelingsduur is daarmee met 6 dagen gestegen ten op zichtte van 2012. Afhandeltermijnen van de afgehandelde klachten Gemiddelde termijn (dagen) afgeh. klachten Mediaan (dagen) afgeh. klachten
2011 VGGM
2012 VGGM
2013 VGGM
24
34
40
16
34
31
In 2013 zijn 13 klachten van de 21 afgehandelde klachten ongegrond verklaard. Er zijn 4 klachten gegrond verklaard en 4 klachten gedeeltelijk gegrond. Er is sprake van een sterke groei van het aantal ongegronde klachten. Gegrondheid afgehandelde klacht Gegrond Gedeeltelijk gegrond Ongegrond % ongegrond tov totaal Totaal
2011 VGGM
2012 VGGM
2013 VGGM
16 12 5 13% 33
9 11 9 31% 29
4 4 13 62% 21
Klachtenjaarverslag 2013 onafhankelijke Klachtencommissie De leden van de Klachtencommissie zijn: De heer mr. A.C. van der Haar (voorzitter); Mevrouw mr. G.J. van der Schaaf;
73
De heer G.J.H. van den Brink. De heer mr. E.H.M. Schaakxs Er zijn door de klachtencommissie geen klachten behandeld in 2013.
3.5
Van de ondernemingsraad
Algemeen In 2013 vergaderde de ondernemingsraad [OR] van de Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden elfmaal intern en vonden er tien zogeheten overlegvergaderingen met de bestuurder / de directie plaats. Daarnaast kwam de raad op 10 en 11 april met een trainer / opleider bijeen voor het jaarlijkse tweedaagse overleg. Op één van de dagdelen vindt dan ook overleg plaats met de directie. Er is dan wat meer tijd om bepaalde onderwerpen uitvoeriger de revue te laten passeren. Dit jaar kwamen o.a. aan de orde de regionalisering van de brandweer, de ontwikkelingen binnen de Regionale Ambulancevoorziening [RAV], de beleidsvoornemens ten aanzien van de meldkamers, de automatisering en de medezeggenschapstructuur voor de periode na 1 januari 2014, de datum waarop de brandweer geregionaliseerd is. Ook werd kort teruggekeken op het functioneren van de medezeggenschap in 2012. Samen met de trainer sprak de raad nog over de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de medezeggenschap en de verdeling van werkzaamheden binnen deze ondernemingsraad . Ook werd zoals gebruikelijk het verloop van de overlegvergadering geëvalueerd. In het verslagjaar nam de raad afscheid van de heren Heutz en Rotteveel die aangaven de werkzaamheden voor de ondernemingsraad niet langer te kunnen uitoefenen. Medezeggenschap / verkiezingen In 2013 is in overleg met de Bijzondere Ondernemingsraad [voor de regionalisering van de brandweer] een start gemaakt met het zoeken naar de meest gewenste medezeggenschapstructuur voor de periode na de regionalisering van de brandweer. In het op te stellen Reglement ondernemingsraad VGGM zal dienen te worden aangegeven hoe de verkiezingen worden. Handhaven we één ondernemingsraad of komen er meer? Worden er onderdeelcommissies ingesteld? Wordt er gewerkt met kiesgroepen en eventuele sub-kiesgroepen? Volgen we het zogeheten personen- of het lijstenstelsel? Wordt aangesloten op de landelijke verkiezingsdatum van 26 maart? Een werkgroep van de BOR en de OR kreeg opdracht om het Reglement ondernemingsraad en eventuele instellingsbesluiten voor andere commissies voor te bereiden. Eind 2013 was het advies van de werkgroep op hoofdlijnen gereed en dit werd begin 2014 aan de OR en de BOR aangeboden. De OR zal uiterlijk eind januari 2014 een beslissing nemen. Doordat alles toch wat meer tijd vroeg zullen de verkiezingen naar verwachting eerst begin mei 2014 kunnen worden gehouden. Vertrouwenspersoon In het verslagjaar gaf de heer T. de Zwart aan zijn functie als vertrouwenspersoon te willen neerleggen. Samen met de directie werd besloten om niet langer met twee maar met één vertrouwenspersoon namens zowel de zeggenschap en de medezeggenschap verder te gaan. Het werd mevrouw Elly Jansen. Zij is werkzaam bij de gemeente Arnhem en heeft naar onze overtuiging alles in huis voor deze belangrijke functie. Begin 2014 zal de vervanging van mevrouw Jansen geregeld worden. Landelijke thema’s Regionalisering van de brandweer In maart 2011 besloot het Algemeen Bestuur van VGGM om vooruitlopend op de wettelijke verplichting met de voorbereidingen van de regionalisering van de brandweer te beginnen. Inmiddels is die wetgeving er en op 1 januari 2014 moet de nieuwe geregionaliseerde brandweer er staan. Belangrijke ontwikkelingen binnen deze regio in het verslagjaar vormden o.a. de selectie m.b.t. het management, de consistentie van het formatieplan in functiehuis, de was/wordt-lijst; de uitvoering van alle onderdelen uit het implementatieplan voor 2013; het projectplan doorontwikkeling repressieve organisatie [DRO]; de [regionale] uitrol ICT. In 2013 werd maandelijks een projectjournaal uitgegeven. Vanuit de OR VGGM werden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd.
74
Bijzondere Ondernemingsraad [BOR] Om de medezeggenschap en de belangen van het personeel zo goed mogelijk te behartigen werd de BOR opgericht. Hierin zijn alle gemeentelijke ondernemingsraden en de OR van VGGM vertegenwoordigd. De taken en bevoegdheden werden vastgelegd in de in november 2011 door de ondernemingsraden van 12 gemeenten en VGGM en de bestuurders van die medezeggenschapsorganen afgesloten convenant Bijzonder Ondernemingsraad Regionalisering Brandweer GelderlandMidden. De ondernemingsraad van VGGM is vertegenwoordigd door drie van zijn leden. In 2013 hebben Ondernemingsraad en BOR veelal in werkgroepverband samengewerkt om te komen tot een goede medezeggenschapstructuur voor de periode na 1 januari 2014 waarna de regionale brandweer Gelderland-Midden deel uitmaakt van VGGM. In de eerste plaats werd door BOR, OR en directie in een convenant vastgelegd hoe de medezeggenschap wordt geregeld voor de periode van 1 januari 2014 tot de datum van installatie van de nieuwe ondernemingsraad. Belangrijkste punt is dat voor die periode vier leden van de BOR worden toegevoegd aan de OR. Daarnaast werd in het verslagjaar van start gegaan met de advisering over de opstelling van: - het Reglement ondernemingsraad VGGM - het Instellingsbesluit onderdeelcommissie Brandweer. Beide stukken kunnen in januari worden vastgesteld. Het personeel van de brandweer gaf aan voorstander te zijn van een eigen onderdeelcommissie. Daarin kunnen met de directeur brandweer alle brandweeraangelegenheden worden besproken welke niet sectoroverschrijdend zijn. Desgevraagd gaf het personeel van de sectoren VGZ en FacZa aan geen behoefte te hebben aan een eigen onderdeelcommissie. Georganiseerd Overleg [GO en BGO] De OR werd van de besprekingen en besluiten binnen zowel het Georganiseerd Overleg als het Bijzonder Georganiseerd Overleg op de hoogte gehouden. meldkamer In het verslagjaar werd de ondernemingsraad door de directie op de hoogte gehouden van alle landelijke en regionale ontwikkelingen rond de meldkamer. In 2017 zal de bestaande meldkamerorganisatie zijn opgeschaald naar 10 locaties. In het verslagjaar verscheen het zogeheten Transitieakkoord Meldkamer van de Toekomst. In dit akkoord zijn de afspraken tussen de minister van V&J, VWS en Defensie, de besturen van de veiligheidsregio’s, de besturen van de Regionale Ambulancevoorzieningen en de korpschef politie vastgelegd. Het bestuur van Gelderland-Midden besloot in te stemmen met het ontwerptransitieakkoord. Het personeel werd zoveel mogelijk over de ontwikkelingen geïnformeerd. Op 9 september ging de meldkamertechniek van Gelderland-Midden reeds over naar Apeldoorn, de gekozen locatie voor de meldkamer Oost-Nederland. Gekeken wordt of het mogelijk is om alle regionale medezeggenschapskrachten te bundelen en te komen tot één landelijke medezeggenschapsorgaan. De OR VGGM is aangesloten op dit traject.
Overlegvormen Landelijk De ondernemingsraad is vertegenwoordigd binnen het Landelijk Platform Ondernemingsraden Ambulancezorg en het Landelijk Overlegorgaan Veiligheidsregio’s. Interne organisatie huisvesting In 2012 werd besloten tot nieuwbouw t.b.v. de brandweer [Rietgrachtstraat] en de RAV [IJsseloord 2]. De ondernemingsraad werd tijdens de overlegvergaderingen door de directie bijgepraat en de raad kreeg zitting in de gevormde werkgroepen. In antwoord op de adviesaanvraag van de directie stelde de OR zowel ten aanzien van de nieuwbouw brandweer als ten aanzien van de nieuwbouw Regionale Ambulancevoorziening positief te adviseren. In het verslagjaar werd de aanbesteding van de nieuwbouw brandweerkazerne afgerond en het kantoorgebouw zal begin 2015 worden opgeleverd. Tijdens de sloop- en bouwperiode worden ook kantoorfuncties gehuisvest aan de Broerenstraat in Arnhem. Ook werd besloten om het RAV-onderkomen te verplaatsen en zelf te ontwikkelen. De ondernemingsraad adviseerde positief ten aanzien van de financiële paragraaf van dat besluit. Men verwacht in april 2014 met de bouw van start te kunnen gaan.
75
Als gevolg van de eind 2013 ingezette sloopwerkzaamheden ontstonden parkeerproblemen voor met name het personeel van de piketten van de brandweer en de RAV. In goed overleg werden hiervoor oplossingen gevonden. Doorontwikkeling Advies en Services [FacZa] De directie vroeg om van advies te dienen met betrekking tot de voorgenomen doorontwikkeling welke nodig zou zijn als gevolg van de formatie-uitbreiding door de regionalisering van de brandweer en de algemene doorontwikkeling van de organisatie welke zijn weerslag heeft op de facilitaire ondersteuning. De nieuwe organisatiestructuur is opgebouwd vanuit de te behalen resultaten en is gebaseerd op samenwerking, processturing en een meer resultaatgerichte aansturing. Voor het personeel was het meest belangrijk dat de aansturing van de medewerkers op een andere manier wordt vormgegeven en dat wordt verwacht dat zij meer autonoom met het team hun werk doen. Een werkgroep van de ondernemingsraad heeft dit hele proces gevolgd en bij herhaling gesproken met het personeel en het management. Ook werd de Bijzondere Ondernemingsraad bij de advisering vanuit de medezeggenschap betrokken. Eind 2013 werd besloten om een positief advies te geven. Toegezegd is dat eind 2014 een evaluatie plaatsvindt. ICT In februari ontving de ondernemingsraad een afrondende notitie/rapport waarin werd aangegeven dat heel sec genomen de nagestreefde doelen waren gerealiseerd maar dat de eindgebruiker niet helemaal tevreden was over het eindresultaat. Die laatste constatering was volledig terecht. Nog steeds bestonden er veel praktische problemen en bij velen bestond zelfs de indruk dat het aantal problemen weer steeg. Later bleek uit een doorgevoerde quickscan dat een onderzoek naar de stabiliteit van de lijnen diende te worden uitgevoerd en in april trad een interim-manager aan. Na de zomerperiode ontving de OR van zowel de medewerkers als de directie positieve signalen. Ook werd ondanks het bestaan van nog wat aanleverproblemen met de apparatuur succesvol van start gegaan met de uitrol ICT binnen het regiogebied ten behoeve van regionale brandweer vanaf 1 januari 2014. Ziekteverzuimbeleid In het verslagjaar werd door een extern bureau voor de OR een presentatie verzorgd voor een visieontwikkeling met betrekking tot het ziekteverzuimbeleid. De OR zag deze presentatie en de door de directie geschreven memo uitsluitend informatief voor mogelijk toekomstige ontwikkelingen en nam beide voor kennisgeving aan. Kort daarna bleek dat een verzuimconsulent was aangesteld en waren er ontwikkelingen die naar het oordeel van de raad niet langer pasten binnen de eerder met de directie afgesproken maatwerkregeling. De directie vond de ontwikkelingen wel passend. Inmiddels bleek dat de doorontwikkeling en werkwijze met een verzuimconsulent al geleid hadden tot het opzetten van een pilot binnen de sectoren Volksgezondheid en FacZa en dat deze vanaf 1 januari 2014 ook zou gaan gelden voor de sector Brandweer. Op 1 april 2014 zullen de resultaten van de pilot bekend zijn en mogelijk leiden tot wijzigingen binnen het raamwerk. In dat geval zal om instemming van de ondernemingsraad voor het doorvoeren van die wijzigingen worden gevraagd. Vanuit de OR werd aangegeven dat de in deze door de directie gevolgde procedure waarbinnen de regel om m.b.t. zulke beleidsvoornemens in het voortraject met de medezeggenschap te overleggen niet werd gevolgd hetgeen door de OR werd betreurd. Naar zijn oordeel legde dit druk op het binnen VGGM gehanteerde harmoniemodel zeggenschap - medezeggenschap. Van de zijde van de directie werd aangegeven dat dit zeker niet de bedoeling was geweest. Individueel loopbaanbudget [ILB] op landelijk niveau werd de CAR aangepast met betrekking tot het ILB. Het budget dient om de inzetbaarheid en mobiliteit van het personeel te vergroten. Ingaande 2013 kregen de ambtenaren recht op dit budget. Voor het ILB geldt dat het gaat om een recht voor de werknemer waar men wel expliciet om moet vragen. Men kan op voorhand geld laten reserveren voor de komende 3 jaren mits men de toekomstige bestemming duidelijk aangeeft. Binnen VGGM werd gekeken of de bestaande regelingen op het gebied van POP en studiefaciliteiten voldoende op de nieuwe regeling waren toegerust. Het ILB wordt bekostigd uit het reeds bestaande opleidingsbudget en budget voor cursussen en trainingen; het opleidingsbudget van 2% van de loonsom bleek daarvoor organisatiebreed ruim voldoende. Privacyreglement De OR ontving een verzoek om instemming te verlenen aan de door de directie aangegeven beleidsvoornemens welke waren vastgelegd in een soort kapstoknotitie voor alle regelingen die daaronder vallen. Gelet op de gecompliceerde regelgeving op dit gebied won de OR juridisch advies in en zond de ontvangen voorstellen tot aanpassing en de vanuit de organisatie ontvangen reacties
76
door aan de directie. Na enkele overlegronden besloot de ondernemingsraad met het dan voorliggende voorstel in te stemmen. Nog enkele punten in vogelvlucht Rookbeleid Er was een ongewenste gedoogsituatie ontstaan met betrekking tot het roken op de brandtrap van WVG-State. Na het horen van het personeel werd besloten om het roken op de trap te verbieden en uitsluitend nog op de daarvoor ingerichte plaatsen toe te staan. Opkomstplaats Zevenaar de OR ontving het verzoek om positief te adviseren over het beleidsvoornemen om in Zevenaar een opkomstplaats RAV te vestigen; na diverse besprekingen werd het gevraagde advies verstrekt. Verklaring omtrent het gedrag vanaf 1 januari wordt een zodanige verklaring bij aanstelling bij VGGM verplicht gesteld. Voor de functies waarvoor de centrale overheid een verklaring verplicht stelde geldt dit ook voor het zittende personeel. Arbodienst De ondernemingsraad participeerde vanaf juni 2013 in het komende aanbestedingsproces wijziging Arbodienst. Werktijdenregeling Eind 2013 heeft de directie aangekondigd om begin 2014 binnen VGGM van start te gaan met de implementatie van de voorstellen van de VNG. Men hoopt dat deze dan in de eerste helft van 2014 in overleg met de OR kan worden uitgerold. Doorontwikkeling Repressieve Organisatie [DRO] De OR werd door de directie geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van dit project binnen de regionale brandweerorganisatie. De raad is vertegenwoordigd in de klankbordgroep.
77
4. Bijlagen
78
79
4.1
Bestuurssamenstelling
Bestuurssamenstelling per 31 december 2013 Samenstelling algemeen bestuur Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Voorzitter: de heer H.J. Kaiser
burgemeester van Arnhem
Vice-voorzitter: de heer C. van der Knaap
burgemeester van Ede
Leden: de heer J.W.A. van Dijk mevrouw M.H.F. Schuurmans mevrouw P.M. van Wingerden-Boers de heer C.J.G. Luesink de heer R. de Lange de heer T. van Asseldonk de heer G.D. Renkema de heer J.P.Gebben de heer J. H. Klein Molekamp de heer B. Visser de heer M. Slinkman de heer G.J.M. van Rumund de heer A.J. van Hout de heer J.A. de Ruiter
burgemeester van Barneveld burgemeester van Lingewaard burgemeester van Rheden burgemeester van Doesburg burgemeester van Duiven burgemeester van Overbetuwe burgemeester van Nijkerk burgemeester van Renkum burgemeester van Rozendaal de heer burgemeester van Scherpenzeel burgemeester van Rijnwaarden burgemeester van Wageningen burgemeester van Westervoort burgemeester van Zevenaar
Adviseurs: de heer P.P.A. Joosten de heer Y. Schat
directeur brandweer directeur publieke gezondheid
Samenstelling bestuurscommissie veiligheid en gezondheid Voorzitter: de heer H.J. Kaiser burgemeester van Arnhem Vice-voorzitter: de heer C. van der Knaap
burgemeester van Ede
Leden: de heer H. Kok de heer J.W.A. van Dijk de heer P.J.T van Daalen mevrouw M.H.F. Schuurmans de heer B. van Eeten mevrouw P.M. van Wingerden-Boers de heer T. Vugts de heer C.J.G. Luesink de heer P.J. Bollen de heer R. de Lange de heer J.J.A..M. van Groningen mevrouw G. Ligtelijn de heer T. van Asseldonk mevrouw G.C. Koopmans-Jacobs de heer G.D. Renkema de heer G.S. de Graaf de heer J.P.Gebben mevrouw R. Weeda
wethouder van Arnhem burgemeester van Barneveld wethouder van Barneveld burgemeester van Lingewaard wethouder van Lingewaard burgemeester van Rheden wethouder van Rheden burgemeester van Doesburg wethouder van Doesburg burgemeester van Duiven wethouder van Duiven wethouder van Ede burgemeester van Overbetuwe wethouder van Overbetuwe burgemeester van Nijkerk wethouder van Nijkerk burgemeester van Renkum wethouder van Renkum
80
de heer J. H. Klein Molekamp B. Visser de heer H.J.C. Vreeswijk de heer M. Slinkman de heer G.J.M. van Rumund mevrouw E.P. Theune de heer A.J. van Hout de heer J.P. Breunissen de heer J.A. de Ruiter de heer H.F.G.M. Staring
burgemeester van Rozendaal de heer burgemeester van Scherpenzeel wethouder van Scherpenzeel burgemeester van Rijnwaarden burgemeester van Wageningen wethouder van Wageningen burgemeester van Westervoort wethouder van Westervoort burgemeester van Zevenaar wethouder van Zevenaar
Adviseurs: de heer P.P.A. Joosten directeur brandweer de heer Y. Schat directeur publieke gezondheid
Samenstelling Dagelijks bestuur Voorzitter: De heer H.J. Kaiser
burgemeester van Arnhem
Vice-voorzitter de heer C. van der Knaap
burgemeester van Ede
Leden: de heer H. Kok namens de Liemers de heer A.J. van Hout namens de Veluwezoom mevrouw P. van Wingerden namens de West-Veluwe/Vallei de heer P.J.T. van Daalen namens Over-Betuwe mevrouw M.H.F. Schuurmans
wethouder van Arnhem burgemeester van Westervoort burgemeester van Rheden wethouder van Barneveld burgemeester van Lingewaard
Financiële commissie Voorzitter: de heer A.J. van Hout
burgemeester van Westervoort
Leden: de heer G.S. de Graaf de heer J.P. Gebben de heer J.H. Klein Molekamp
wethouder van Nijkerk burgemeester van Renkum burgemeester van Rozendaal
81
4.2
Artikel 31/32/35 Gemeenschappelijke Regeling VGGM
Begroting Artikel 31 Met inachtneming van de artikelen 34 en 35 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen en – voor zover van toepassing – het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten zendt het dagelijks bestuur jaarlijks vóór 1 april de ontwerpbegroting en de ontwerp-meerjarenraming van de Veiligheids- en volksgezondheidsregio Gelderland-Midden voor het komende kalenderjaar, vergezeld van een behoorlijke toelichting, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. a. geeft het dagelijks bestuur de raden van de deelnemende gemeenten zes weken na toezending gelegenheid om bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting en meerjarenraming naar voren te brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijzen zijn vervat, en eventueel een nota van wijzigingen, bij de ontwerpbegroting en de meerjarenraming, zoals deze aan het algemeen bestuur worden aangeboden. b. stelt het algemeen bestuur de begroting en de meerjarenraming vast vóór 1 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting moet dienen. c. stuurt het algemeen bestuur de vastgestelde begroting en de meerjarenraming toe aan de raden van de deelnemende gemeenten, die de in deze begroting voor de gemeente als bijdrage in de kosten van de Veiligheids- en volksgezondheidsregio Gelderland-Midden geraamde bedragen in de gemeentebegroting voor het betreffende jaar opnemen; d. zendt het dagelijks bestuur de vastgestelde begroting en de meerjarenraming binnen twee weken na de vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli aan gedeputeerde staten. In het geval de begroting niet in evenwicht is en het niet aannemelijk is dat in de eerstvolgende jaren een evenwicht wordt bereikt, verzoekt het dagelijks bestuur daarbij om goedkeuring van gedeputeerde staten. Van de goedkeuring doet het dagelijks bestuur mededeling aan het algemeen bestuur en de deelnemende gemeenten. 1. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Artikel 32 1. In de begroting wordt aangegeven welke bijdrage elke deelnemende gemeente verschuldigd is voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. De berekening van deze bijdragen vindt plaats op basis van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is, vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. 2. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 16 januari en 16 juli telkens de helft van de verschuldigde bijdrage, genoemd in lid 1. Bij niet tijdige betaling is de wettelijke interest verschuldigd. 3. De deelnemende gemeenten betalen de bijdragen, bedoeld in lid 1, op basis van facturen, die de Veiligheids- en volksgezondheidsregio Gelderland-Midden hen daartoe zal toezenden. 4. De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat de Veiligheids- en volksgezondheidsregio Gelderland-Midden te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Uittreding Artikel 35 1. Toetreding en uittreding van gemeenten is mogelijk na wijziging van de indeling van gemeenten in regio’s volgens de bijlage bij artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s. 2. Het algemeen bestuur regelt de procedure en alle gevolgen van de toetreding of de uittreding en kan voorwaarden verbinden aan de toetreding of uittreding. Bij uittreding geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente de kosten draagt die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding en dat de overige gemeenten geen financieel nadeel van de uittreding ondervinden.
82
4.3 Regionale inwonersbijdrage 2013 2013 Deelnemende gemeenten Inwoners Arnhem
Per inwoner
Bijdrage
149.226 €
17,04
€
2.542.696
Barneveld
53.530 €
17,04
€
912.110
Doesburg Duiven
11.596 € 25.528 €
17,04 17,04
€ €
197.587 434.977
Ede
108.726 €
17,04
€
1.852.607
Lingewaard Nijkerk
45.737 € 40.125 €
17,04 17,04
€ €
779.323 683.699
Overbetuwe
46.256 €
17,04
€
788.166
Renkum Rheden
31.626 € 43.612 €
17,04 17,04
€ €
538.883 743.115
Rozendaal
1.514 €
17,04
€
25.797
Rijnwaarden Scherpenzeel
11.008 € 9.352 €
17,04 17,04
€ €
187.568 159.351
Wageningen
36.420 €
17,04
€
620.569
Westervoort Zevenaar
15.293 € 32.432 € 661.981
17,04 17,04
€ € €
260.581 552.616 11.279.645
83
4.4
Specificaties ten bate van de nacalculaties NZA
Rekenstaat CPA
In bovenstaand overzicht is de laatst ontvangen rekenstaat (nummer 3) ten bate van de CPA opgenomen. Rekenstaat Nacalc geeft de mutaties die zijn opgenomen in deze jaarrekening.
84
Rekenstaat Ambulancevervoer
85
In bovenstaand overzicht is de laatst ontvangen rekenstaat (nummer 4) ten bate van het ambulancevervoer opgenomen. Rekenstaat Nacalc geeft de mutaties die zijn opgenomen in deze jaarrekening.
Specificatie nog in tarieven te verrekenen CPA
Specificatie nog in tarieven te verrekenen Ambulancevervoer
86
Exploitatie Ambulancevervoer Cluster RAV
Opbrengsten Opbrengsten gemeenten regionaal (uniform) Opbrengsten gemeenten individueel (maatwerk) Opbrengsten van het rijk Directe opbrengsten van derden m.b.t. output Overige opbrengsten Totaal opbrengsten Kosten Personele kosten Salarissen (incl. sociale lasten etc.) Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Materiele kosten Directe kosten m.b.t. output Overige indirecte kosten Afschrijvingen Totaal overige kosten Organisatiekosten Huisvestingskosten direct Huisvestingskosten doorbelast Informatie- en automatiseringskosten Overige organisatiekosten Totaal organisatiekosten Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Incidentele baten en lasten
Doorbelast kosten Financiële baten en lasten Resultaat
Realisatie 2013 (A)
Begroting 2013 (B)
Realisatie 2012 (C)
0 0 0 15.924.472 0 15.924.472
0 0 0 15.318.079 0 15.318.079
0 0 0 15.700.205 0 15.700.205
10.453.579 489.692 10.943.271
10.347.756 372.447 10.720.204
10.488.820 334.165 10.822.985
1.337.479 734.618 841.547 2.913.645
1.218.525 502.289 907.220 2.628.034
1.371.300 716.406 1.249.324 3.337.031
218.214 66.770 201.618 139.267 625.869
202.750 66.770 201.618 139.267 610.405
211.350 65.778 174.733 116.807 568.668
14.482.784 1.441.688
13.958.643 1.359.436
14.728.684 971.521
50.000
137.637
-348.980
1.124.903
1.124.903
1.088.746
64.167
64.132
55.324
202.618 V
32.764 V
176.431 V
87
Exploitatie CPA Cluster MKA Realisatie 2013 (A)
Opbrengsten Opbrengsten gemeenten regionaal (uniform) Opbrengsten gemeenten individueel (maatwerk) Opbrengsten van het rijk Directe opbrengsten van derden m.b.t. output Overige opbrengsten Totaal opbrengsten Kosten Personele kosten Salarissen (incl. sociale lasten etc.) Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Materiele kosten Directe kosten m.b.t. output Overige indirecte kosten Afschrijvingen Totaal overige kosten Organisatiekosten Huisvestingskosten direct Huisvestingskosten doorbelast Informatie- en automatiseringskosten Overige organisatiekosten Totaal organisatiekosten Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Incidentele baten en lasten
Doorbelast kosten Financiële baten en lasten Resultaat
Begroting 2013 (B)
Realisatie 2012 (C)
133.538 0 139.700 1.836.360 0 2.109.599
133.538 0 111.250 1.775.181 0 2.019.969
132.060 0 111.250 1.768.363 0 2.011.673
1.351.642 159.162 1.510.803
1.380.652 122.291 1.502.943
1.352.516 133.411 1.485.927
145.167 103.372 8.323 256.862
86.852 59.000 19.573 165.425
106.846 63.251 11.815 181.912
70.020 0 31.524 82.182 183.726
70.000 0 31.524 82.182 183.706
70.020 0 28.116 67.101 165.237
1.951.391 158.207
1.852.074 167.895
1.833.076 178.596
0
0
-9.175
199.620
199.620
183.908
684
1.038
895
42.097 N
32.763 N
2.969 V
88
Productieoverzicht Ambulancevervoer 2013
35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 Jan
Feb
Decl 12
Mrt
Apr
Mei
Decl 13
Jun
Jul
Aug Sep
EHBO 12
Okt
Nov Dec
EHBO 13
89
4.6
Afkortingenlijst
ABP ABW ACIR ADR AeO AGS AGZ AHV AIDS AK AMW ANS AO Arbi ARBO AVLS/GIS AWBZ AZN ABR B&W BaO BBV BDUR BCG BEVI BHV BIG BK BMHK BMR BO BOGO BRI Brw BRZO BuCo BZK
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Algemene Bijstandswet Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding algemene doorlichting rampenbestrijding Arnhem en omstreken Adviseur gevaarlijke stoffen Algemene Gezondheidszorg Ambulance Hulpverlening Acquired Immune Deficiency Syndrome Acellulair Kinkhoest Algemeen Maatschappelijk Werk Ambulance Nieuwe Stijl Arbeidsongeschiktheid Verzamelpunt waar allerlei telefoonlijnen op binnen komen zoals bijvoorbeeld de 1-1-2 lijnen Arbeidsomstandigheden Automatisch voertuig locatie systeem/gemeenschappelijk informatiesysteem Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Ambulance Zorg Nederland Algemene Bedrijfsreserve Burgemeester en Wethouders Basisonderwijs Besluit Begroting en Verantwoording gemeente en politie Brede Doeluitkering Rampenbestrijding Bacille Calmette Guerin Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Bedrijfshulpverlening Beroepen in de Gezondheidszorg Borstkanker Baarmoederhalskanker Bof, Mazelen, Rode Hond Buitengewone Omstandigheden Brandweer Opleiding Gelderland Overijssel Besluit Rampbestrijdingsplan Inrichtingen Brandweer Besluit Risico Zware Ongevallen Bureau Communicatie en PR Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
C2000 CAO CAR/UWO CBS CC CJG CIE CITA COA COBA COBA/CORI COPI CORI CoRT CPA Crib
Communicatie 2000 Collectieve Arbeidsovereenkomst CAO voor gemeentelijk personeel Centraal Bureau voor de Statistiek Compagniescommandant Centra voor Jeugd en Gezin Compagnie Centrale Informatie Technologie Afdeling Centraal Orgaan Asielzoekers Coördinatieplan ongevalbestrijding autosnelwegen Plan voor incidenten op snelwegen (COBA) en spoorwegen (CORI) commandoterrein plaats incident Coördinatieplan (complexe) railincidenten Commando Rampterrein Centrale Post Ambulancevervoer Centraal registratie en informatie bureau
90
CTG CTPI CvD CVI
College Tarieven Gezondheidszorg Coördinatie Team Plaats Incident Commandant van Dienst Centrale Commissie Voor Indicatiestelling SO
DB Decocontainer DOT DTP
Dagelijks Bestuur Decontaminatiecontainer Direct Observed Therapy Difteri Tetanus Polio
EHBO EKD EPD Emovo EU
Eerste Hulp bij Ongelukken Elektronisch Kind Dossier Elektronisch Patiënten Dossier Electronische Monitor Voortgezet Onderwijs Europese Unie
FIDO FLO fpu fte Fuwa
Wet Financiële Informatievoorziening Decentrale Overheden Functioneel Leeftijd Ontslag Flexibele pensioen uitkering Formatieve eenheid Functiewaardering
GAGS GBA GBT GCC GCV GGD GGZ GHOR GIS GMS GMT GO GOT GRIP GSO GVO GZ GZB
Geneeskundig adviseur gevaarlijke stoffen Gemeentelijke basisadministratie Gemeentelijk beleidsteam Gemeentelijk Coördinatie Centrum Gelders Centrum voor Verslavingszorg Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Geografisch Informatie Systeem Gemeenschappelijk Meldkamer Systeem Gemeentelijk management team Georganiseerd Overleg Gemeentelijk operationeel team Gecoördineerde regionale inzetbestrijdingsprocedure Grootschalig Optreden Gezondheidsvoorlichting en Opvoeding Gehandicaptenzorg Gezondheidsbevordering
HACCP HBO VGGM HIB HIV HKZ HOC HS HTT
Hazard Analysis Critical Control Points Hoger Beroeps Onderwijs Hulpverlening Gelderland Midden Haemophylis Influenza B Human Immune Deficiency Virus Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Hulpverlening bij Ongevallen en Calamiteiten Hoofd sectie Helicopter traumateam
IBS ICT IGZ I&D IKO IMS IND INK IO
In Bewaring Stelling Informatie- en Communicatie Technologie Inspectie gezondheidszorg In- en Doorstroom (banen) Integraal Kankercentrum Oost Automatiseringssysteem materieel brandweer Immigratie en Naturalisatie Dienst Instituut Nederlandse Kwaliteit Indicatieorgaan
91
IOOV IPO ISO IVMBO IZ IZA IZM
Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Interprovinciaal Overleg International Standard of Organisation Individueel Voortgezet middelbaar beroepsonderwijs (unit) Infectieziektebestrijding Ziektekostenverzekeringsmaatschappij IZA Infectieziektebestrijding en Medische milieukunde
JGZ JIP
(unit) Jeugdgezondheidszorg Jongeren Informatie Punt
KIVPA KON KWV
Korte Indicatieve Vragenlijst Psychosociale problematiek Adolescenten Kring Oost Nederland, samenwerking van GGD-en Kruiswerk West-Veluwe
LCI LCIG LCR LFAZ LHV LPG LvGGD LVIO LVT
Landelijk coördinatiecentrum infectieziekten Landelijk Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering Landelijke Federatie Ambulancezorg Landelijke Huisartsenvereniging Gas/ brandstof Landelijke Vereniging van GGD’en Landelijke Vereniging Indicatieorganen Landelijke Vereniging Thuiszorg
MBO MDO MEV MKA MMK MMT MO MOB
Middelbaar Beroepsonderwijs Multidisciplinair overleg Macro Economische Verkenning Meldkamer ambulancevervoer Medische milieukunde Medisch Mobiel Team Maatschappelijke Ontwikkeling Medische Ondersteuning Brandweer
NAI NBC NIBRA NIFV NIGZ NVBR NZA
Nederlands Ambulance Instituut Nucleair, biologisch, chemisch (dreigingen) Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding Nederlands Instituut voor fysieke veiligheid (vm NIBRA) Nederlands Instituut voor Gezondheidszorg en Welzijn Nederlandse Vereniging Brandweer Nederlandse Zorgautoriteit (vm CTG)
O.T. OGGZ OGS OGS/WVD OGZ OMS OSP OT OTO OvD OvD-G OvD HBM OvD P OVG
Operationeel team Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen Officier Gevaarlijke Stoffen/Waarschuwings- en Verkenningsdienst Openbare gezondheidszorg Openbaar Meldsysteem Ondersteuningspeloton Operationeel Team Opleiden, trainen, oefenen Officier van Dienst Officier van Dienst Geneeskundig Officier van Dienst Hoofdbrandmeester Officier van Dienst Politie Onderwijs voorrangsgebied
P2000 PBZO PC
Paging 2000 Preventiebeleid Zware Ongevallen Pelotonscommandant
92
PCL PGO PINCHE POG Pop PPP PR PSHOR
Permanente Commissie leerlingzorg Preventief Gezondheidsonderzoek Policy Interpretation Network on Children’s Health and Environment Preventieve Openbare Gezondheidszorg Persoonlijk ontwikkelingsplan Preventie, Preparatie en Proactie Public Relations Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
RAW RAC RAK RAP RAV RBP BRZO RBP LPG RBP NH3 RBR RBS RCC RCH REA REC Regio GZ Regio NOG REP REVI RGF RGO RHV RI&E RIBW RIO RIVM RJZ RO ROBO ROGS ROT Rvp RZ
Repressie Arnhem Westervoort Regionale (brandweer) Alarm Centrale reserve aanvaardbare kosten Regionaal Ambulance Plan Regionale Ambulance Voorziening Rampbestrijdingsplan besluit rampen en zware ongevallen Rampbestrijdingsplan LPG Rampbestrijdingsplan NH3 (=ammoniak) Regionaal Beleidsplan Rampenbeheersing Radio bediensysteem Regionaal Coördinatie Centrum Regionaal College Hulpverlening Reïntegratie Arbeidsgehandicapten Regionale Expertisecentra Regio Gelderland Zuid Regio Noord Oost Gelderland Repressie Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen Regionaal Geneeskundig Functionaris Rampenbestrijding en Grootschalig Optreden Regionale Huisartsen Vereniging Risico Inventarisatie en Evaluaties Regionaal Instituut Beschermd Wonen Regionaal Indicatie Orgaan Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu Regeling Jaarverslaglegging Zorginstellingen Ruimtelijke Ordening Regionaal opleiden van bevelvoerders en officieren Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen Regionaal operationeel team Rijksvaccinatieprogramma Risicozorg
SARS SB SbaO SEC SenO Sherpa SVGGM SIGMA SIMAP SMA SO SO SOA STMG SVO SVOKON SWOA SWOT
Severe Accute Respiratory Syndrome Dienst Stadsbeheer gemeente Arnhem speciaal basisonderwijs Secretariaat VGZ Samenwerking en Opschaling Project om multidisciplinaire informatievoorziening op elkaar af te stemmen Samenwerking hulpverlening Gelderland Midden Snel inzetbare groepen ter medische assistentie Spaanse vakbond voor artsen Sociaal Medische Advisering Speciaal onderwijs Dienst Stadsontwikkeling gemeente Arnhem Seksueel Overdraagbare Aandoeningen Stichting Thuiszorg Midden Gelderland Stuurgroep Vermindering (drugs)Overlast Stichting Vroege Opsporing Kanker Oost-Nederland Stichting Welzijn Ouderen Arnhem Strenghts Weaknesses Opportunities Threats
93
TBC TRV TS TZ
Tuberculose Tijdelijke Regeling Vroegsignalering Tankautospuit Thuiszorg
UWV
Uitvoering werknemersverzekeringen
VGZ VMBO Vnet VNG VO VROM VSO VV VWS
(sector) Volksgezondheid Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Veiligheidsnet, systeem om geografische en administratieve informatie uit te wisselen tbv rampenbestrijding Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu Voortgezet Speciaal Onderwijs Verzorging en verpleging Volksgezondheid Welzijn en Sport
WAV WBK WCPV WetVG WHO Wkr WSNS WVD WVG WVP WVV
Wet Ambulancevervoer Wet Basisvoorziening Kinderopvang Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Voorzieningen Gehandicapten World Health Organization Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding Weer samen naar school Waarschuwing- en Verkenningsdiensten Wet Voorzieningen Gehandicapten Wet Verbetering Poortwachter West-Veluwe/Vallei
ZFW
Ziekenfondswet
94