Jaarstukken 2012 Versie: 6.0.0.0.0.0
Inhoudsopgave 1 Voorwoord 2 Algemeen 2.1 Samenstelling stadsbestuur 2.2 Samen Leiden 2.3 Uitvoeringsprogramma Binnenstad 2.4 Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid 2.5 Kerngegevens
3 7 8 9 11 14 15
3 Jaarverslag 3.1 Financieel resultaat 2012 3.2 Programmaverantwoording 3.2.1 Bestuur en dienstverlening 3.2.2 Veiligheid 3.2.3 Economie en toerisme 3.2.4 Bereikbaarheid 3.2.5 Omgevingskwaliteit 3.2.6 Stedelijke ontwikkeling 3.2.7 Jeugd en onderwijs 3.2.8 Cultuur, sport en recreatie 3.2.9 Welzijn en zorg 3.2.10 Werk en Inkomen 3.2.11 Overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 3.3 Paragrafen 3.3.1 Financiering 3.3.2 Grondbeleid 3.3.3 Lokale heffingen 3.3.4 Bedrijfsvoering 3.3.5 Verbonden partijen 3.3.6 Onderhoud kapitaalgoederen 3.3.7 Weerstandsvermogen
17 18 24 26 38 52 64 76 98 116 132 150 160 171 179 179 183 186 189 199 208 216
4 Jaarrekening 4.1 Balans per 31 december 4.2 Programmarekening 4.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 4.4 Toelichting op de balans 4.5 Toelichting op de programmarekening 4.5.1 Toelichting financiële afwijkingen programma's 4.5.2 Gerealiseerde dekkingsmiddelen 4.5.3 Toelichting op het resultaat voor en na bestemming 4.5.4 Overzicht aanwending onvoorzien 4.5.5 Overzicht incidentele baten en lasten 4.5.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) 4.6 SISA-verantwoording 4.6.1 SISA-tabel
223 225 228 229 232 247 247 269 270 278 279
5 Overigen 5.1 Gebeurtenissen na balansdatum 5.2 Subsidies 5.3 Investeringen 5.4 In control 5.5 Controleverklaring
287 287 288 293 306 322
6 Bijlagen 6.1 Conversietabel programma, beleidsterrein, product
325 325
281 282 283
| 1
6.2 6.3 6.4 6.5
Staat investeringskredieten incl. af te sluiten Staat kredieten grondbedrijf incl. af te sluiten Toelichting reserves en voorzieningen Begrippenlijst
7 Colofon
2 |
330 338 341 383 385
Hoofdstuk 1
1 Voorwoord Inleiding Voor u liggen de jaarstukken over 2012. Deze bestaan uit het verslag van de realisatie van beleids- en financiële doelstellingen en de jaarrekening over 2012 volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De externe accountant heeft de jaarrekening voorzien van een goedkeurende controleverklaring. 2012 was een in financieel en administratief opzicht een turbulent jaar. Bij het opstellen van het bestemmingsvoorstel bij de jaarrekening 2011 zijn storende fouten gemaakt met dientengevolge een te optimistisch beeld bij de Perspectiefnota 2013-2016. Bij de actualisatie van de begroting 2012 en de Programmabegroting 2013-2016 zijn de fouten gecorrigeerd en werden aanvullende ombuigingsvoorstellen gedaan met als resultaat een sluitende begroting voor 2013 en een concernreserve die op niveau was. De gemeenteraad is in 2013 een onderzoek gestart om vast te stellen hoe de gemaakte fouten hebben kunnen ontstaan, in de eigen interne controle niet ontdekt zijn en wat de oplossing voor de toekomst is. Ten tijde van de presentatie van de jaarstukken 2012 is het resultaat van dit onderzoek nog niet bekend. Rekeningresultaat 2012 Het rekeningresultaat valt in deze jaarrekening ten opzichte van eerdere jaren minder gunstig uit. Het jaar 2012 sluit af met een negatief saldo van baten en lasten van afgerond € 1 mln. De gemeenteraad heeft besloten om in dit jaar een tweetal forse incidentele posten op te nemen, zoals een afboeking van de voorbereidingskosten van de RijnGouweLijn van € 4,6 mln. en een extra inhaaldotatie in onderhoudsvoorzieningen voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte en sport van € 6,9 mln. Dit zijn forse bedragen die derhalve in plaats van een mogelijk positief resultaat nu leidt tot rode cijfers. De jaarstukken van 2012 tonen naast substantiële tegenvallers ook meevallers, beide met een grote verscheidenheid aan oorzaken. Leiden ontving bijvoorbeeld een hogere algemene uitkering en rentevoordelen zorgden voor lagere kosten. Door vertraging en/of fasering van projecten als de Ringweg Oost of "Wonen boven winkels" is er minder uitgegeven. Ook zijn er voordelen met een zeer administratief karakter. Zo hebben er in 2012 nog geen uitgaven plaatsgevonden uit het “Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen”, wat leidt tot een positief resultaat van € 1 mln. met anderzijds wel een voorgestelde budgetoverheveling van hetzelfde bedrag voor 2013. Een echte tegenvaller is een noodzakelijke grotere voorziening voor niet betalende debiteuren, maar ook de administratieve keuze om de extra storting in de voorziening onderhoud sportvoorzieningen op advies van de accountant nog in 2012 te laten plaatsvinden. Die last valt in 2012, terwijl de dekking al eerder in 2013 bij raadsbesluit geregeld is. Dit wordt afgewikkeld via het bestemmingsvoorstel. Een uitgebreide toelichting op het rekeningresultaat staat in paragraaf 3.1. Verschillen tussen jaarrekening en 2e bestuursrapportage Bij de 2e bestuursrapportage prognosticeerden wij een negatief resultaat van € 2,5 mln. Met een uiteindelijk resultaat van € 1 mln. negatief, leek de voorspelling aan de goede kant. Toch past hier nuancering. In het voorwoord van de 2e bestuursrapportage werd al aangekondigd dat de dotatie aan de voorziening onderhoudskosten en de afboeking van de RijnGouweLijn het rekeningsresultaat zeer waarschijnlijk in nadelige zin zouden beïnvloeden. De besluitvorming over het beleidskader onderhoud kapitaalgoederen was door de gemeenteraad nog niet vastgesteld en ook over de RijnGouweLijn was er nog geen definitief akkoord. De bestuursovereenkomsten over beide zijn pas recent in mei 2013 getekend. Door deze ontwikkelingen hebben de programma's Bereikbaarheid, Omgevingskwaliteit en Sport, Cultuur en Recreatie een nadelig rekeningresultaat. Dat ondanks deze bij de 2e bestuursrapportage voorziene tegenvallers het uiteindelijk resultaat beperkt blijft tot € 1 mln. negatief komt door meevallers, die op dat moment niet waren voorzien, zoals bijvoorbeeld de uitbetaling van het winstrecht van Ziggo, maar ook door onderuitputting van budget door vertraagde werkzaamheden die al wel voorzienbaar waren. Daarmee is aangetoond dat de voorspellende kracht van de bestuursrapportage nog te beperkt is. In zijn algemeenheid geven de rekeningresultaten per programma aan dat het nieuwe instrument van de 2e bestuursrapportage nog onvoldoende heeft gefunctioneerd. De
Voorwoord | 3
verschillen per programma in de jaarrekening zijn (te) groot ten opzichte van de resultaten in de rapportage. Zo is er bij de rapportage voor sommige beleidsterreinen extra budget beschikbaar gesteld, maar blijkt bij de jaarrekening dat die beleidsterreinen de extra middelen niet nodig hebben gehad. Concluderend: de twee stollingsmomenten in de vorm van de huidige bestuursrapportages, waarvan de samenstelling enkele maanden in beslag neemt, zijn voor de sturing nog niet toereikend. De resultaten van periodieke, adequate managementinformatie worden steeds belangrijker om significante afwijkingen van de begroting gedurende het jaar eerder aan te bieden. In die opzet wordt de bestuursrapportage niet meer vanuit ‘nihil’ opgebouwd, maar is het meer het resultaat van allerlei bevindingen, financiële mutaties, beheersmaatregelen van de interne accountant, etc., die eerder in managementteams en bij grote afwijkingen al met ons college is besproken. Servicepunt 71 De overgang naar Servicepunt71 en de taakstellingen op de eigen organisatie hebben effect gehad op het management en medewerkers. De werkdruk werd als zeer hoog ervaren. Na een zeer intensieve aanloopperiode wordt er in nauwe samenwerking met het servicepunt hard gewerkt om de routines in de processen terug te brengen, waardoor de beoogde efficiency wordt bewerkstelligd en de motivatie van management en medewerkers weer een stevige impuls krijgt. Geleidelijk streven we naar een budgetcyclus waarvan de producten beter op elkaar aansluiten en basis bieden voor een tijdige en goede besluitvorming op management- en bestuurlijk niveau. Balans De financiële positie van Leiden is onverminderd goed te noemen. Met een solvabiliteit ultimo 2011 van 62% scoort Leiden fors hoger dan veel andere gemeenten. In 2012 is de solvabiliteit iets afgenomen naar 58%. Dat lag in de lijn der verwachtingen, omdat door de nieuwe onderhoudsplannen nu voorzieningen zijn gecreëerd (behorend tot het vreemd vermogen), die eind 2011 nog deels en geschat via de reserves werden gedekt. Dit betreft niet alleen de inhaaldotatie van € 6,9 mln., maar ook de begrote storting in deze onderhoudspotten van € 8,2 mln. Daar waar een solvabiliteitsratio van 30% minimaal wordt aanbevolen zit Leiden ver boven deze streep. Ook het eigen vermogen als percentage van de jaarlijkse exploitatie ligt op een goed niveau. Leiden had eind 2012 zeventig reserves, met een totale omvang van € 478 mln. Ten opzichte van 2011 een daling met dertien reserves en, zoals aangegeven, ca. € 40 mln. minder eigen vermogen. Bij de Perspectiefnota 2013-2016 heeft een eerste tranche balansverkorting plaatsgevonden. Dit heeft consequenties voor de balans ultimo 2013. De huidige reservepositie, voor wat betreft de economische reserves, ten opzichte van de activa, voor wat betreft de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut, geven aanleiding een voorstel voor een tweede tranche balansverkorting nader te onderzoeken. Dit zal de complexiteit in de administratie verlichten, de doorzichtigheid van de begroting en de jaarrekening vergroten en helpen fouten te voorkomen. Het verminderen van het aantal reserves stemt overeen met het verzoek van de raad hiervoor binnenkort een voorstel aan te bieden. Goedkeurende controleverklaring en “in control”-verklaring In 2012 is voor de gehele organisatie een "in control"-verklaring afgegeven. Over het controlejaar 2012 is een dergelijke verklaring voor het eerst per directie afgegeven. De organisatorische maatregelen illustreren dat Leiden hard werkt om beter “in control” te komen. Een “in control”-verklaring betekent niet dat er geen fouten meer worden gemaakt of dat de administratieve organisatie op sommige punten geen verbetering behoeft. Het betekent dat Leiden interne controles heeft uitgevoerd om die fouten of verbeterpunten zelf te constateren, op te pakken en dat te bewaken. De externe accountant onderschrijft deze aanpak en de eigenstandige bevindingen in het accountantsverslag bij deze jaarrekening en spreekt waardering uit voor de transparantie. Leiden is op dit punt op de goede weg. Bij de “in control”-verklaring worden de verbeterpunten beschreven in het Verslag van bevindingen Gemeente Leiden 2012 en verbeteracties in gang gezet. Het opvolgen van verbeteracties door de organisatie is nog een belangrijk aandachtspunt. De accountant heeft een gegevensgerichte controle op de naleving van de Europese aanbestedingsregels uitgevoerd en heeft een rechtmatigheidsfout van € 4,9 mln. geconstateerd. Er zijn veel fout- en onzekerheidsscores bij leveranciers waarbij dit vorig jaar (en soms al langer) ook het geval was. Een groot deel van de fouten vindt nog steeds zijn oorzaak in een meerjarencontract uit 2009. Ten opzichte van 2011 (rechtmatigheidsfout van € 3,8 mln.) heeft geen verbetering plaatsgevonden. In 2013 moet daar dan ook extra aandacht aan worden gegeven. Volgens de bepalingen van de gemeenteraad is het uit oogpunt van begrotingsrechtmatigheid niet toegestaan dat een programmabudget wordt overschreden. Op twee programma’s heeft een overschrijding plaatsgevonden die niet als onrechtmatig is bestempeld.
4 | Voorwoord
Totaal oordeel beoordeling getrouwheid en rechtmatigheid: Omschrijving
Fouten
Onzekerheden
€ 4,9 mln.
Ca. € 1 mln.
Totaal
€ 4,9 mln.
Ca. € 1 mln.
Goedkeuringsgrens
€ 6,2 mln.
Goedkeurende controleverklaring
Goedkeurende controleverklaring
Niet naleven voorwaarden Europese aanbesteding Onzekerheid t.a.v. btw-afdrachten en verrekeningen
Conclusie
Samenvattend Het negatieve saldo van baten en lasten van afgerond € 1 mln. is in belangrijke mate toe te schrijven aan de twee grote incidentele posten, te weten de afboeking voorbereidingskosten RijnGouweLijn en de extra dotatie aan de voorzieningen voor onderhoudskosten. De financiële positie van de gemeente Leiden is door de hoge solvabiliteit nog altijd goed. De voorgenomen bezuinigingen zijn voor het overgrote deel gerealiseerd en de accountant heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Het jaar 2012 was in financieel en administratief opzicht een turbulent jaar. De organisatie trekt lering uit de fouten die zijn gemaakt. Bij het opstellen van deze jaarrekening is de uitkomst van het raadsonderzoek nog niet bekend, maar welke voorstellen daar ook uit mogen komen, deze zijn niet van vandaag op morgen ingevoerd. Processen moeten worden aangepast en routines moeten worden opgebouwd. De verwachting is dat in 2015 veel zaken beter geregeld zijn dan bij het aantreden van dit college en de ontstane situatie door samengaan van indirecte afdelingen in het Servicepunt71. Het college van Burgemeester en Wethouders
Voorwoord | 5
6 | Voorwoord
Hoofdstuk 2
2 Algemeen
Algemeen | 7
2.1 Samenstelling stadsbestuur Gemeenteraad De zetelverdeling in de gemeenteraad op 31 december 2012 is als volgt: Partij Democraten 66 (D66)
Aantal zetels 10
Partij van de Arbeid (PvdA)
6
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)
6
Socialistische Partij (SP)
4
Christen Democratisch Appèl (CDA)
4
GroenLinks (GL)
4
Stadspartij Leiden Ontzet (SLO)
2
Leefbaar Leiden (LL)
1
ChristenUnie (CU)
1
Partij voor de Dieren (PvdD)
1
E.H.T. (Noor) van der Vlist, griffier College van burgemeester en wethouders In 2012 bestond het college uit volgende samenstelling: Drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Burgemeester Bestuur, Veiligheid en Handhaving R. (Robert) Strijk (D66) Wethouder Bereikbaarheid, Financiën en Economie Mr. P.T. (Pieter) van Woensel (VVD) Wethouder Ruimtelijke Ordening, Binnenstad en Publiekszaken R. (Roos) van Gelderen (SP) Wethouder Jeugd, Zorg en Welzijn, Personeel en Organisatie Drs. J.J. (Jan-Jaap) de Haan (CDA) Wethouder Cultuur, Werk en Inkomen F. (Frank) de Wit (D66) Wethouder Onderwijs, Sport en Milieu Drs. J. (Jan) D. Nauta, Gemeentesecretaris / Algemeen directeur
8 | Algemeen
2.2 Samen Leiden Leiden, Stad van Ontdekkingen: Ontwikkelingsvisie 2030 herzien In het voorlaatste jaar van de looptijd van ons bestuursakkoord Samen Leiden hebben we samen met u de waan van de dag even kunnen laten rusten en ons gebogen over de toekomst van onze stad. In de herijkte Ontwikkelingsvisie 2030 hebben we samen met onze partners, net als in de visie van 2004, de kwaliteiten van onze stad en regio wederom als uitgangspunt genomen. Hoewel de economische omstandigheden in de tussentijd enorm zijn veranderd, mogen die kwaliteiten er zijn en gekend worden. Internationale Kennis en Historische Cultuur zijn de pijlers van deze toekomstbestendige ontwikkelingsvisie. In de herijkte visie stelden we tegelijkertijd de optimistische prognoses voor economie en bevolking uit een tijd waarin de bomen nog tot in de hemel reikten, bij aan de getemperde verwachtingen van vandaag de dag. Ook betrokken we de veranderende samenwerkingsrelaties tussen overheden in de herziene visie. Bestuurskrachtonderzoek In juni 2012 ontving u de bestuurskrachtmeting voor de gemeente Leiden. In de meting lazen we de nodige positieve signalen over onze bestuurskracht, maar ook kritiek. We hebben ons die aangetrokken en zijn aan de slag gegaan met de vele verbeterpunten. Dat betekent: intensiever met onze regio samenwerken, meer resultaten boeken en werken aan meer strategisch-visionair vermogen. Leiden is een centrumstad en mag dat laten zien. Regionale samenwerking Samen met onze partners in Holland Rijnland dachten we na over een grondige herziening van het takenpakket en over de toekomst van deze gemeenschappelijke regeling. De samenwerking binnen de Leidse Regio kreeg een flinke impuls met onder meer de start van Economie71 en met de oprichting van het regionaal Servicepunt71. De aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt koppelden we zoveel mogelijk aan de regionale economische agenda. Leiden bepaalde een standpunt ten aanzien van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en zette de samenwerking in kennis in Medical Delta voort. Leiden Kennisstad De raad heeft in 2012 het Programma Kennisstad ontvangen en positief gereageerd op de opbouw via de zes programmalijnen: kennisvalorisatie, ondernemingsklimaat en acquisitie; aantrekkelijke studentenhuisvesting en woonmilieus; kennis en cultuur; zorg- en gezondheidsinnovatie/ sociale innovatie; internationale branding en marketing en ten slotte voortreffelijk onderwijs en aansluiting arbeidsmarkt. Stad in beweging In de binnenstad hebben we flinke vooruitgang geboekt in de omgeving van de Aalmarkt, het Stationsgebied en de oplevering van de parkeergarage Morspoort. Voor de Rijnlandroute stemde de raad in met het tracé 'Zoeken naar balans' en we werkten samen met de provincie aan een nieuw plan voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer, ter vervanging van dat voor de RijnGouweLijn Voortdurend werken we aan de verbetering van onze dienstverlening aan de inwoners van Leiden. In 2012 bereidden we de introductie van het algemene toegangsnummer 14 071 voor en het Klant Contact Centrum. We verrichtten veel inspanningen ten behoeve van meer veiligheid voor onze inwoners, zoals het gericht terugdringen van overlast. Het beleid en beheer van de openbare ruimte kreeg in 2012 veel aandacht. Ook verlengden we de milieuzone. In Nieuw Leyden zetten we volgende stappen in de realisatie van nieuwe koop- en huurwoningen. Ook op andere locaties in Leiden Noord zetten we we bouwactiviteiten voort. Een mijlpaal voor de bereikbaarheid van de stad is de in november voltooide reconstructie van de Willem de Zwijgerlaan die naast de woningbouw en Kooiplein dé drager van de wijkontwikkeling in Noord vormt. De enorme fysieke transformatie werd vergezeld van een sociaal programma voor de wijk met veel activiteiten en aanpakken, zoals het Tam Tamfestival en de inzet van toezichthouders. Goede studentenhuisvesting is essentieel voor heden en toekomst van Leiden Kennisstad. De voorbereiding van de prestigieuze campus Leidse Schans springt daarbij het meest in het oog. Ten goede van de cultuursector van Leiden konden we een jarenlange discussie over de bouw van een nieuw muziekcentrum beslechten met de voorbereiding van de feitelijke oprichting van De Nobel. Ook namen we het kaderbesluit voor de restauratie en uitbreiding van een van de parels van onze stad: Museum De Lakenhal. Landelijke en Europese ontwikkelingen Realisten voorspelden het al bij de kredietcrisis in 2008: deze crisis is niet in een jaar voorbij en sombere wolken zullen ook de meest zonnige economieën gaan bedreigen.
Algemeen | 9
In 2012 hadden we één zekerheid: de economisch slechte omstandigheden hielden aan. De gevolgen van de aanhoudende economische crisis in Europa verrasten ons steeds minder. De moeizame financiële situatie van de rijksoverheid leidde tot de val van het eerste kabinet Rutte. Na de verkiezingen vormde een nieuwe coalitie het kabinet Rutte II. Het regeerakkoord Bruggen bouwen bevatte zoals verwacht financiële onheilstijdingen voor gemeenten. Economische ontwikkeling in de stad beter dan financiële situatie gemeente De gevolgen van de landelijke en internationale ontwikkelingen voor onze gemeente waren groot het afgelopen jaar. De leegstand van kantoren is groot. In het regeerakkoord werden nieuwe bezuinigingen op het gemeentefonds en op decentralisatiebudgetten voor toekomstige taken van de gemeente (jeugdzorg, huishoudelijke hulp en andere taken vanuit de AWBZ) aangekondigd. In de ambtelijke organisatie kregen steeds meer medewerkers hun ontslag aangekondigd. Kortom: in alle delen van onze gemeente, van politiek tot werkvloer, zijn de gevolgen van deze externe ontwikkelingen merkbaar. Toch zijn er ook lichtpuntjes. Het Bio Science Park groeide in arbeidsplaatsen en de Leidse bevolking is nog altijd hoger opgeleid, meer welvarend en minder werkloos dan gemiddeld. Dat maakt onze stad in zekere mate crisisbestendig. Decentralisaties Door de kabinetscrisis moesten we de voorbereiding van drie grote decentralisaties uitstellen, namelijk de transformatie van WSW, Wajong en WWB naar de Participatiewet (door het vorige kabinet Wet Werken naar Vermogen genoemd), de jeugdzorg en de overheveling van zorgtaken uit de landelijke AWBZ-voorziening naar de gemeentelijke Wmo. In het najaar werd duidelijk dat we deze konden voortzetten, zij het met wederom aanvullende efficiencytaakstellingen en dus minder budget dat nu voor dezelfde taken beschikbaar is. De drie decentralisaties zorgen met ingang van 2014 en 2015 voor de grootste taakverschuiving sinds de oprichting van gemeenten in 1807 en zijn dus historisch te noemen. Naar verwachting zal de omvang van het gemeentelijk budget evenredig toenemen met 40%. Bedrijfsvoering en Doorontwikkeling programmabegroting Met de komst van Sevicepunt71 voor vier regionale gemeenten is er ook voor Leiden veel veranderd in de bedrijfsvoering. Daarnaast waren er ontwikkelingen in het HRM-beleid, de gemeentelijke huisvesting, de realisatie van taakstellingen op de gemeentelijke bedrijfsvoering en de verbetering van het instrumentarium voor planning en control. Voor het laatste realiseerden we het afgelopen jaar een proef voor de doorontwikkeling van de Programmabegroting. Samen met de klankbordgroep uit de raad presenteerden we drie vernieuwde doorontwikkelde begrotingsprogramma’s: 4 Bereikbaarheid, 5 Omgevingskwaliteit en 10 Werk en inkomen. In de doorontwikkelde programma’s brachten we voor het eerst alle prestaties binnen de beleidsterreinen in beeld, waardoor dat volledig dekkend werd. Ook legden we een rechtstreekse link vanuit de Programmabegroting via het Concernwerkplan naar de afdelingsplannen, waardoor we de uitvoering van de prestaties beter kunnen bewaken. De proef is zo succesvol geweest, dat de raad besloten heeft de werkwijze voor de gehele begroting van 2013 in te voeren.
10 | Algemeen
2.3 Uitvoeringsprogramma Binnenstad Integraal beeld Het programma Binnenstad heeft tot doel meer bezoekers naar de binnenstad van Leiden te trekken en daar een groter economisch rendement uit te halen. Het programma heeft een meerjarenaanpak, gericht op de verbetering van de kwaliteit en op promotie van de binnenstad. De prestaties die daarvoor worden geleverd, zijn opgenomen in de verschillende begrotingsprogramma’s. Dit hoofdstuk heeft tot doel een integraal beeld van het programma Binnenstad weer te geven. Verder met de Binnenstad vastgesteld en toegepast! Als verdieping op de in 2009 vastgestelde visie op de ontwikkeling van de binnenstad van Leiden is de ruimtelijk-economische structuurvisie 'Verder met de Binnenstad, Gebruikshandleiding voor ontwikkelingen in de binnenstad van Leiden' opgesteld. Hiermee zijn ontwikkelaars beter in staat om goede ontwikkelplannen op te stellen en uit te voeren. 'Verder met de Binnenstad' beschrijft de stedelijke kwaliteit in termen van functies en programma, van openbare ruimte, gebieden, plekken en lijnen, en in termen van verschijningsvorm. Daarmee is de gehele binnenstad goed gedefinieerd en zijn dus de gewenste ontwikkelingen ook goed vast te stellen. Voor externe ontwikkelaars schept dit duidelijkheid. Deze structuurvisie is door de gemeenteraad in oktober 2012 vastgesteld (RV 12.0040). Het gewaagde doel: in 2017 wint Leiden de verkiezing “Beste Binnenstad van Nederland” Om in 2017 de verkiezing te winnen moeten meerdere ‘kerninspanningen’ van het programma Binnenstad daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Onder andere de parkeergarages, de kwaliteitsverbetering van de winkelstraten, de Aalmarkt en de Entree van de Stad. In 2012 is samen met de stadspartners Leiden Marketing, Centrummanagement, Cultuurmakelaar, Horeca-verbond, Kamer van Koophandel, de studentenvertegenwoordiging en de bewonersvertegenwoordiging het Beste Binnenstad Team opgericht. Dit team richt zich op het thema ‘welkom’ in de binnenstad rond de uitvoering van de kerninspanningen. Zoals het aantrekkelijk en bereikbaar maken en houden van de binnenstad tijdens de verbouwing. Als eerste voorbeeld de bouwafscheidingen op de Breestraat met cultuuruitingen en de 'kunstzinnige buis' bij het te ontwikkelen muziekcentrum De Nobel. De gewenste samenwerking en synergie tussen stadspartners wordt hier direct mee bereikt. Uitvoeringsstrategie De voorgenomen veranderingen in de uitvoeringsstrategie (meerjaren resultatenprogramma, intensieve samenwerking met stadspartners, betrokkenheid van ondernemers en bewoners bij inspanningen en de bezoeker centraal) zijn alle gerealiseerd. Effecten van programmasturing Het programma Binnenstad operationaliseert de stadsvisie Leiden Stad van Ontdekkingen in het onderdeel historische cultuur. Een zeer belangrijk effect van het programma Binnenstad is dat de geconcentreerde gemeentelijke sturing zichtbaar is voor stakeholders. Het programma Binnenstad zet de mogelijkheden van en in de Leidse binnenstad op de kaart bij beleggers, bij retailers, bij ontwikkelaars, bij lokale stadspartners en stakeholders. Vaak zijn de effecten direct zichtbaar – gevels, openbare ruimte, aankleding tijdens bouw, verrassende winkelweekenden, etc. - maar ook vaak leiden ze tot investeringsbeslissingen bij die partijen. De programmasturing brengt interne samenwerking beter tot stand en zorgt voor scherpe focus in de uitvoering. Die uitvoering wordt gedaan vanuit de doelen van het programma. Omdat de inspanningen zicht altijd richten op een aangenaam resultaat voor bezoekers, is het programma Binnenstad ook goed voor bewoners: immers de bewoners van de binnenstad – en daarna de bewoners van Leiden – zijn de eerste bezoekers in de binnenstad! Resultaten in 2012 Prestatie
Toelichting
Citymarketing (CUP)
Gerealiseerd Zie doel 3.3 ‘Subsidiëren en participeren Leiden Marketing’.
Entree van de Stad (CUP)
In de economische omstandigheden van 2012 is het niet mogelijk gebleken een Wijk Ontwikkeling Maatschappij op te richten. De verbetering van de Entree van de Stad zal onder meer worden gerealiseerd door een te vormen Terrassenplein Beestenmarkt/ Turfmarkt. Samen met het bestuur van de ondernemersvereniging is in 2012 een voorstel voor ontwikkeling opgesteld. Het vervolg op deze prestatie is opgenomen in de programmabegroting 2013.
Historische Gevels en Monumenten (CUP)
Gerealiseerd. Zie doel 8.3 ‘Uitvoeren programma Binnenstad’
Proeftuin Donkersteeg (CUP)
Gerealiseerd. Zie programma 6 ‘Ontwikkelingen in 2012, proeftuin Donkersteeg’
Algemeen | 11
Prestatie
Toelichting
Gevelaanpak (CUP)
Gerealiseerd. Zie doel 8.3 ‘Uitvoeren programma Binnenstad’
Culturele Promotie (CUP)
Gerealiseerd. Zie doel 8.1 ‘Doorontwikkeling Leids Film Festival’
Ontwikkellocatie Singelpark
Deels gerealiseerd. Zie doel 5.5 ‘Masterplan Singelpark’
Ontwikkellocatie Aalmarkt
Grotendeels gerealiseerd. Zie programma 6 ‘Ontwikkelingen in 2012, Aalmarkt’
Ontwikkellocatie Stationsgebied
Grotendeels gerealiseerd. Zie programma 6 ‘Ontwikkelingen in 2012, Stationsgebied’
Ontwikkellocaties Parkeergagares (Lammermarkt en Garenmarkt)
Gerealiseerd. Zie programma 6 ‘Ontwikkelingen in 2012, Bouw van parkeergarages’
Ontwikkellocatie Kaasmarkt
Project uitgesteld. Zie programma 6 ‘Ontwikkelingen in 2012, Ontwikkellocaties’
Monitoring van het programma Binnenstad In de diverse begrotingsprogramma’s zijn de inspanningen van het programma Binnenstad opgenomen. Monitoring op de doelen van het programma Binnenstad wordt uitgevoerd aan de hand van de in de programmabegroting opgenomen indicatoren. In overzicht: Doel
Indicator
Nummer in PB2012
Meer bezoekers
■ ■
Aantal dagbezoeken aan Leiden door Nederlanders Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden
e3.3c e3.3d
Meer bestedingen
■
Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon
e3.3e
Hogere waardering
■ ■
Rapportcijfer Leidenaren voor historische binnenstad Leiden Beoordeling door Leidenaren van Leidse binnenstad op 7 aspecten
e3.3f e3.3g
Het merendeel van de inspanningen wordt uitgevoerd met middelen die zijn opgenomen in de diverse begrotingsprogramma’s. Voor de periode 2008-2014 zijn extra middelen uit het College Uitvoering Programma (CUP) beschikbaar gesteld (RV 08.0091). In de financiële doorvertaling van de bestuursovereenkomst Samen Leiden 2010-2014, onderdeel beleidsakkoord, zijn voor de periode 2011 t/m 2014 toevoegingen gedaan ten behoeve van het programma Binnenstad, structureel jaarlijks € 500.000. Daarnaast zijn middelen uit de reguliere begroting beschikbaar. En ook zijn Nuon-middelen gekoppeld aan inspanningen van het programma Binnenstad. De tabel biedt een overzicht van de in 2012 beschikbare middelen en bestedingen exclusief de Nuonmiddelen. De beschikbaarheid is opgebouwd uit een mix van structurele en incidentele middelen, uit middelen beschikbaar gesteld bij amendement en uit resultaat van een eerdere jaarrekening. Begroting 2012 Bedragen x €1.000,Omschrijving
Besluit
Structureel
Incidenteel meerjarig (t/m 2014)
Incidenteel eenmalig
CUP coalitie-akkoord 2007
RV 08.0091
900
Accent coalitie-akkoord 2010
RV 10.0113
500
Amendementen:
■
A090068/3 Openbare toiletten
RV 09.0076
100
■
A090096/2 Aanpassing Rijnsburgersingel, Stationsweg, Steenstraat en historische verlichting
RV 09.0096
300
Overigen, bestaande uit:
■
Onderzoek en communicatie (Perspectiefnota 2010)
RV 09.0068
135
■
Dekking programmabureau (Perspectiefnota 2010)
RV 09.0068
225
■
Resultaat rekening 2011
RV 12.0059
413
■
82101 Vernieuwing Binnenstad
RV 12.0059
350
12 | Algemeen
Omschrijving
Besluit
■
Bestuur rapportage 2011 Stationsgebied
RV 11.0116
■
Budget Stadsvernieuwing
BW 12.0045
Structureel
Incidenteel meerjarig (t/m 2014)
Incidenteel eenmalig
200
350
Subtotalen
1.210
900
1.363
Verwerking inkooptaakstellingen
-89
Totaal Dekkingen
3.384
Begroot
Besteed
Saldo
Programmabureau
474
390
24
Entree van de Stad
665
435
230
Citymarketing
526
352
174
Historische gevels en monumenten
415
408
7
1.128
701
368
176
137
39
3.384
2.423
842
Kwaliteit openbare ruimte Winkelbeleving Totalen
Van het batig saldo van € 842.000 is € 213.000 reeds bij de 2e bestuursrappportage 2012 (RV12.0120) overgeheveld naar 2013: openbaar toilet, openbare ruimte Waterplein en Breestraat inrichtingsplan. Deze vallen onder kwaliteit openbare ruimte. Voor het overgrote deel van de overige middelen (€ 629.000) zijn reeds inspanningen opgenomen in het uitvoeringsprogramma Binnenstad 2013: Verbetering Leidse Haven, Terrassenplein Beestenmarkt/ Turfmarkt, etc. Op het gebied van de openbare ruimte blijkt planvorming tot en met realisatie niet binnen één jaarschijf uitvoerbaar te zijn. Ook daar wordt voorgesteld middelen door te schuiven naar 2013. Op voorstel van het college van B en W zijn de voorgenomen inspanningen reeds opgenomen als prestaties in de programmabegroting 2013 (RV 12.0098). Dit uiteraard onder conditie van het besluit van de raad over de bestemmingsvoorstellen bij de jaarstukken 2012. Besteding Nuon-middelen programma Binnenstad In 2012 is bij het besluit over de parkeergarages RV 12.0047 besloten € 5 miljoen in de parkeerreserve te storten uit de reserve bereikbaarheidsprojecten. Deze middelen zijn nog niet besteed en zijn bedoeld voor de realisatiefase. Ook is voor het project Singelpark in RV 11.0129 besloten ter dekking van de plankosten en voor het opstellen van het uitwerkingsplan een voorbereidingskrediet ter grootte van € 500.000 beschikbaar te stellen en dit te dekken vanuit de bestemmingsreserve Groene Singelrand. In 2012 is daarvan € 100.000 besteed.
Algemeen | 13
2.4 Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid Het Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid heeft tot doel de bereikbaarheid van Leiden structureel en duurzaam te verbeteren en daarmee de randvoorwaarden te creëren voor de ambities van Leiden als Kennisstad, Centrumstad en Historische stad zoals opgenomen in de Structuurvisie. Uitgangspunt vormen de bereikbaarheiddoelstellingen zoals opgenomen in de Kadernota Bereikbaarheid uit 2009 en het collegeakkoord 'Samen Leiden' uit 2010. De verbeteringen uit de kadernota moeten een positieve bijdrage leveren aan de leefkwaliteit van de stad Leiden. Centraal binnen het beleid staat daarom "het stimuleren van duurzame mobiliteit". Dit beleid moet op termijn enerzijds een bijdrage leveren aan een kwalitatief goede leefomgeving (afname verkeersonveiligheid, geluidhinder en milieubelasting) en moet anderzijds zorgen voor de noodzakelijke bereikbaarheid van voorzieningen met fiets, openbaar vervoer, auto en te voet. Naast een aantal maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement (het beïnvloeden van de vervoersvraag) en dynamisch verkeersmanagement (o.a. betere afstelling verkeerslichten) wordt er gewerkt aan het opzetten en ondersteunen van een Duurzaam Mobiliteits Centrum in Leiden. Daarnaast is een belangrijk onderdeel van de duurzame toekomstvisie een duidelijke structuur van het wegen en OV-net rond Leiden. De ringstructuur leidt doorgaand autoverkeer over verschillende ringwegen langs en door de agglomeratie en ontsluit de binnenstad met meer en beter openbaar vervoer dat de ringwegen kruist. De structuur is ontworpen met oog op de toekomst: hij kan in elk geval de komende decennia de verwachte groei van het verkeer aan. Belangrijk speerpunt in 2012 was het verder uitwerken van de doelen uit de Kadernota Bereikbaarheid en het verbeteren van de sturing daarop. Dat heeft o.a. geleid tot een raadsvoorstel betreffende een Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar, waarin door middel van een 16-tal productbladen de verbeterdoelen voor de bereikbaarheid in de komende tien jaar zijn uitgewerkt. Parallel daaraan zijn de prestaties in het begrotingsprogramma Bereikbaarheid gesynchroniseerd met deze doelen. In 2012 is een tweede kaderbesluit voor de RWO voorbereid. Hoewel het plan technisch en financieel haalbaar leek, bleek er onvoldoende draagvlak in de raad voor deze forse ingreep in vooral de Sumatrastraat. Er is besloten om gezamenlijk met Leiderdorp en andere agglomeratiegemeenten alternatieven uit te werken die minimaal hetzelfde oplossend vermogen moeten hebben voor de ambities in de binnenstad en de doorstroming op het lokaal wegennet. Dit initiatief vindt plaats onder de titel Leidse Agglomeratie Bereikbaar (LAB071). De provincie Zuid-Holland heeft in 2012 plannen voor de ontwikkeling van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer gepresenteerd. Dit was noodzakelijk nadat in 2011 was besloten om niet door te gaan met de realisatie van de RGL. De provinciale plannen zijn in nauwe samenwerking met de gemeente Leiden tot stand gekomen. Het plan bestaat uit een netwerk van HOV-busverbindingen (waarvan de eerste een HOV-busverbinding met Katwijk zal zijn) en maatregelen om de frequentie van treinverbindingen met Utrecht te verhogen tot vier treinen per uur. Ook werd in 2012 met de provincie Zuid-Holland onderhandeld over een nieuwe bestuursovereenkomst ter vervanging van de eerdere overeenkomsten (BOI en BOII) over de RGL. Voor Leiden werden hierin een paar belangrijke voordelen behaald. Zo werd de bijdrage aan de Ringweg Oost, of een vergelijkbaar alternatief, en de Ontsluiting Bio Science Park gehandhaafd en werd het risico van een eventueel lagere bijdrage van de universiteit Leiden overgenomen door de provincie. Op het dossier Rijnlandroute werd grote voorgang geboekt. In mei stemde de raad in met het tracé ‘Zoeken naar balans’ en werd bij de provincie Zuid-Holland in Provinciale Staten ingesproken om een aantal voor Leiden relevante inpassingsverbeteringen te bevorderen. In het daaropvolgende proces van samenwerken en onderhandelen zijn goede resultaten behaald die in maart 2013 door de provincie gepresenteerd zullen worden. Het project Ontsluiting Bio Science Park heeft in 2012 de realisatie voorbereid. Vier marktpartijen werden geselecteerd om de aanbestedingsprocedure mee te gaan voortzetten. In 2013 volgt het uitvoeringsbesluit en eind 2013 zullen de voorbereidende werkzaamheden starten. In 2012 stemde de raad in met het kaderbesluit voor de realisatie van twee ondergrondse parkeergarages (Lammermarkt en Garenmarkt).
14 | Algemeen
2.5 Kerngegevens De ramingen in deze jaarstukken zijn gebaseerd op onderstaande kerngegevens en uitgangspunten. Kerngegevens van Leiden Realisatie 2011
Begroting 2012
Realisatie 2012
117.915
118.250
118.748
van 0 - 19 jaar
24.384
24.044
24.370
van 20 - 64 jaar
78.988
78.606
79.072
van 65 jaar en ouder
14.543
15.600
15.306
2.867
2.730
2.895
2.806
2.670
2.824
60
60
70
1
0
1
475
400
583
1.016
1.034
1.014
2.195 ha
2.195 ha
2.195 ha
Binnenwater
131 ha
131 ha
131 ha
Historische stads- of dorpskern
125 ha
125 ha
125 ha
Aantal woonruimten*):
58.756
58.605
59.158
52.269
52.219
52.684
Bijzondere woongebouwen
1.596
1.495
1.596
Wooneenheden
4.891
4.891
4.878
Aantal woonschepen*):
203
222
203
Aantal woonwagens*):
126
119
124
304 km
304 km
304 km
Hoofdontsluitingswegen
37 km
37 km
37 km
Verzamelwegen/industrie
47 km
47 km
47 km
220 km
220 km
220 km
Lengte van vrijliggende fiets- en wandelwegen**)
22 km
22 km
22 km
Lengte van de waterwegen**)
32 km
32 km
32 km
A. Sociale structuur Aantal inwoners *): waarvan:
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden: waarvan: Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet investering in jongeren (WIJ) Werknemers en Zelfstandigen (IOAW/IOAZ) Regeling Opvang Asielzoekers (ROA) Bijzondere bijstand: Aantal tewerkgestelde inwoners in de sociale werkgemeenschappen: B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente: waarvan:
waarvan: Zelfstandige woningen
Lengte van de wegen:**) waarvan:
Woonstraten/winkelstraten
Algemeen | 15
Aantal m2 openbaar groen**) Aantal bomen**)
Realisatie 2011
Begroting 2012
Realisatie 2012
3.339.330 m2
3.358.809 m2
3.339.330 m2
38.265
38.307
38.265
*) De peildatum voor de realisatie in 2012 van deze kerngegevens is 1 januari. Voor de overige kerngegevens is de peildatum 31 december. **) In 2012 zijn geen wijzigingen bijgehouden. De realisatie 2012 is daarom identiek aan 2011.
16 | Algemeen
Hoofdstuk 3
3 Jaarverslag
Jaarverslag | 17
3.1 Financieel resultaat 2012 De economische en financiële malaise heeft al een aantal jaren geleid tot oplopende bezuinigingsmaatregelen. Met deze maatregelen heeft uw raad sluitende begrotingen vastgesteld. Met de bestuursrapportages delen wij mee of de bezuinigingen worden gerealiseerd en de begroting beleidsmatig en financieel in de pas loopt. Zo nodig worden bijsturingsmaatregelen doorgevoerd. Voor 2012 heeft uw raad tussen de twee rapportages tevens ‘de actualisatie van de begroting 2012’ (RV12.0097) vastgesteld om de begroting weer in evenwicht te brengen als gevolg van de doorwerking van de fouten in de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2011. Nu dus de jaarrekening 2012. Het boekjaar sluit met een tekort van € 1.037.000 (zie tabel 1). Het verschil tussen de baten en de lasten levert een voordeel op van € 24,4 miljoen. Daarnaast is er per saldo € 25,4 miljoen minder onttrokken aan de reserves, deels verklaard door de lagere lasten. Al met al een sluitend geheel maar de afwijkingen per programma lopen zeer uiteen (zie tabel 2). Tabel 1 rekeningresultaat 2012 bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
441.460
518.968
480.175
38.794
Baten
-459.191
-452.034
-437.597
-14.437
-17.730
66.935
42.578
24.356
- toevoegingen
127.998
143.025
140.067
2.958
- onttrekkingen
-119.932
-209.960
-181.608
-28.351
-9.665
0
1.037
-1.037
Saldo vóór resultaatbestemming Mutaties in reserves:
Saldo ná resultaatbestemming
In tabel 1 bieden wij de werkelijke baten en lasten over 2011 en 2012. Voor 2012 zijn daar tevens de baten en de lasten op begrotingsbasis bij vermeld, vervolgens de mutaties op de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves waartoe uw raad besloten heeft. Het rekeningresultaat van € 1.037.000 nadelig wordt bestemd bij afzonderlijk raadsvoorstel, dat uw raad samen met de jaarrekening 2012 wordt aangeboden. In zijn algemeenheid kunnen we meedelen dat de bij de begroting doorgevoerde bezuinigingen grosso modo zijn doorgevoerd en volgens de jaarrekening gerealiseerd. We geven eerst stapsgewijs de ontwikkelingen van het begrotingsresultaat 2012. Daarna gaan we in op de financiële resultaten van de jaarrekening per programma. De majeure afwijkingen ten opzichte van de begroting worden in beeld gebracht. 2. Ontwikkeling van de begroting 2012 Bij de programmabegroting 2012 heeft uw raad een sluitend meerjarenperspectief vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de doorwerking van de jaarrekening 2011, zoals door de raad vastgesteld. Gedurende het jaar 2012 heeft uw raad de begroting geactualiseerd in de volgende drie stappen: a. 1e Bestuursrapportage 2012 In deze rapportage heeft u kennis genomen van de ontwikkeling van het begrotingssaldo van € 1.008.000 negatief. Dit bedrag is in afwachting van de 2e bestuursrapportage voorlopig geparkeerd op de post ‘saldo rekening voor bestemming’, waarmee de begroting weer een sluitend beeld gaf. b. Actualisatie begroting 2012-2015 (Rv12.0097) Door diverse ontwikkelingen en fouten in het bestemmingsvoorstel van de jaarrekening 2011 liep de begroting 2012 uit de pas met een nadelig begrotingsresultaat van € 13.267.000. In dit bedrag is tevens opgenomen het negatieve saldo van de 1e bestuursrapportage van € 1.008.000. Nog voor de behandeling van de begroting 2013 heeft uw raad een begrotingswijziging vastgesteld, waarmee de begroting 2012 weer in evenwicht werd
18 | Jaarverslag
gebracht. Structurele consequenties van de negatieve ontwikkelingen zijn verwerkt in de meerjarenbegroting 2013. Als dekkingsmaatregelen voor 2012 heeft uw raad vooral reserves en voorzieningen ingezet. Het resterende nadeel van de bij dit raadsbesluit behorende begrotingswijziging van € 2.305.000 is verrekend met de concernreserve. Dit bedrag wordt ‘terugverdiend’ in de periode 2013-2016. Voor deze jaren voorspelt de Programmabegroting 2013 (par. 5.2.1, Financiële positie, tabel Financieel meerjarenbeeld blz. 187) positieve begrotingsresultaten, waarmee terugstorting in de concernreserve gewaarborgd is. Dit nadeel komt daarmee niet terug in het rekeningresultaat 2012. c. 2e Bestuursrapportage In de 2e bestuursrapportage van november 2012 hebben wij uw raad geïnformeerd over de prognose van het rekeningresultaat 2012 van € 2,5 miljoen tekort. Het nadelige rekeningresultaat van € 1.037.000 is iets teruggedrongen ten opzichte van de bestuursrapportage, maar per programma, zoals aangegeven in tabel 2, is sprake van grote voor- en nadelige verschillen. Een aantal nadelige ontwikkelingen is al aangekondigd in het voorwoord van de 2e bestuursrapportage. In de 2e bestuursrapportage onder ‘1.1 Enkele conclusies uit de Tweede Bestuursrapportage’ is aangegeven dat ‘de laatste maanden van 2012 mogelijk nog diverse besluiten genomen worden, die materieel van invloed zijn op het uiteindelijke jaarrekeningresultaat en naar verwachting een verslechtering met zich meebrengen’. Deze in de rekeningcijfers doorgevoerde besluiten zijn de dotaties aan voorzieningen voor onderhoud van kapitaalgoederen en de consequenties van de nieuwe bestuursovereenkomsten voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer. 3. Rekeningresultaat 2012 per programma De dekking van de dotatie aan de onderhoudsvoorzieningen wordt, zoals besloten door uw raad in december 2012, betrokken bij de Perspectiefnota 2014-2017 en levert dus voor deze jaarrekening een nadeel op van € 6,8 miljoen op het programma Omgevingskwaliteit. Een ander nadeel is de afboeking van de aanloopkosten RijnGouweLijn op programma Bereikbaarheid van ca. € 4,6 mln als gevolg van de besluitvorming over het Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Dit bedrag wordt bij bestemming van het resultaat met de reserve bereikbaarheidsprojecten verrekend. Inclusief voordelige ontwikkelingen is er sprake van een nadeel van per saldo € 7,3 miljoen op deze twee programma’s (zie tabel 2). Daaraan toegevoegd het nadeel op het programma Sport, cultuur en recreatie van € 2,7 miljoen (deels administartief dat bij resultaatbestemming wordt wordt rechtgezet) en de 2e bestuursrapportage met een nadeel van € 2,5 miljoen loopt de teller op tot ruim € 12,5 miljoen nadeel. Dit nadeel wordt grotendeels gecompenseerd door voordelen op de programma’s Veiligheid (€ 1 mln), Economie en toerisme (€ 1,5 mln), Stedelijke ontwikkeling (€ 1,3 mln), Jeugd en onderwijs (€ 0,5 mln), Welzijn en zorg (€ 1,4 mln), Werk en inkomen (€ 1,4 mln) en Algemene dekkingsmiddelen (€ 8,5 mln) en op dit programma een mindere onttrekking aan de reserve GSB (€ 4,1 mln nadeel) vanwege projecten op diverse programma's, die niet of nog niet volledig zijn uitgevoerd). Vanuit deze invalshoeken en tabel 2 geven wij een nadere specificatie en toelichting op het rekeningresultaat 2012 per programma. In tabel 2 is het resultaat per programma vermeld, inclusief de afwijkingen op de stortingen en onttrekkingen per reserves waartoe uw raad besloten heeft. Tabel 2 Rekeningresultaat vóór en na bestemming 2012 per programma Programma
Saldo verschil begroting/ rekening
Mutaties verrekening met reserves [1]
Saldo inclusief verrekening reserves
340 V
380 N
40 N
2 Veiligheid
1.004 V
1.004 V
3 Economie en toerisme
1.459 V
1.459 V
4 Bereikbaarheid
2.690 N
426 N
3.116 N
5 Omgevingskwaliteit
4.407 N
186 V
4.221 N
20.253 V
18.985 N
1.268 V
1 Bestuur en dienstverlening
6 Stedelijke ontwikkeling
Jaarverslag | 19
Programma
Saldo verschil begroting/ rekening
Mutaties verrekening met reserves [1]
Saldo inclusief verrekening reserves
7 Jeugd en onderwijs
1.318 V
800 N
518 V
8 Sport, cultuur en recreatie
2.220 N
474 N
2.694 N
9 Welzijn en zorg
1.990 V
594 N
1.396 V
10 Werk en inkomen
1.421 V
1.421 V
Algemene dekkingsmiddelen
8.352 V
185 V
8.536 V
4.105 N
4.105 N
2.462 N
2.462 N
24.356 V
25.393 N
1.037 N
Div. programma’s reserve GSB Resultaat 2e bestuursrapportage Saldo voor resultaatbestemming Saldo na resultaatbestemming
[1] Een Nadeel betekent hier per saldo minder onttrekkingen aan of meer stortingen in reserves waartoe de raad heeft besloten. Een Voordeel per saldo meer onttrekkingen of minder stortingen in reserves. 4. Grote afwijkingen ten opzichte van de begroting 2012 In dit hoofdstuk beperken wij ons tot het benoemen van een aantal majeure afwijkingen om inzicht te geven in de samenstelling van het jaarrekeningresultaat ten opzichte van de begroting. De toelichting zelf is per programma opgenomen in hoofdstukken 3.2 Programmaverantwoording en 4.5 Toelichting op de programmarekening. Nog even een signaal waarmee we aangeven dat tabel 2 (nog) complexer is dan op het eerste oog blijkt. Op Omgevingskwaliteit bijvoorbeeld wordt een voordeel geboekt op milieu van € 1 miljoen. Dit wordt deels verklaard door het niet uitgeven van het budget voor gevelsanering van € 325.000. Dit betekent dat er geen onttrekking plaatsvindt van € 325.000 uit de reserve ISV/EZ. Deze mutatie staat in het overzicht in de kolom verrekening reserve GSB bij ‘Diverse programma’s’, namelijk per saldo minder onttrekkingen aan deze reserve voor € 4,1 mln. Er zijn 15 lopende investeringen met dekking vanuit deze reserve nog niet (volledig) uitgevoerd. Dat leidt tot lagere lasten op diverse programma’s met als tegenhanger deze lagere onttrekking op algemene dekkingsmiddelen. Programma 1 Bestuur Op het beleidsterrein bestuur is een voordeel geboekt van ruim € 0,6 miljoen als gevolg van minder ID-ers in dienst van de gemeente en het dit jaar nog niet volledig uitvoeren van het Verbetertraject stedelijk beheer. Programma 2 Veiligheid Rampenbestrijding en integraal veiligheidsbeleid vallen per saldo € 1 mln voordeliger uit dan geraamd. Belangrijke componenten zijn de niet begrote inkomsten van verzekeringen op levensloopregelingen, voordelige BTW-correcties Veiligheidsregio, correctie FLO overgangsrecht, extra rijksbijdrage voor het Veiligheidshuis en minder salarislasten door vacatures. Programma 3 Economie Er hebben geen uitgaven plaatsgevonden op het budget Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen, waardoor er een voordeel ontstaat van € 1 mln. Programma 4 Bereikbaarheid Fiets en autoverkeer (€ 2,3 mln nadeel): In de begroting is rekening gehouden met bijdragen aan grote infrastructurele investeringen (bijvoorbeeld Ringwest Oost en Plesmanlaan) van € 6,1 mln. De gerealiseerde bijdrage in 2012 bedraagt € 3,8 miljoen. Voor de jaarrekening levert dat een voordeel op van € 2,3 mln. Met het raadsbesluit RV.0019 ‘Bereikbaarheid + afsluiting Rijn Gouwelijn en initiatief nieuw OV-project Zuid Holland noord’ is besloten om de boekwaarde op de balans van de voorbereidingskosten van € 4,6 miljoen af te boeken in deze jaarrekening.
20 | Jaarverslag
Reserves: Er is minder onttrokken aan de reserves bereikbaarheidsprojecten (€ 262.000 N) en ontsluiting Bio Science Park (€ 145.000 N) dan begroot Programma 5 Omgevingskwaliteit Afval (€ 0,6 mln V): Er is sprake van minder lasten (€ 1,1 mln V) op vuilverwerking bedrijfsafval, inzamelen huishoudelijk afval, straatreiniging en graffiti) en minder inkomsten ( € 0,5 mln N) op bedrijfsafval, waardoor per saldo een voordeel ontstaat van € 0,6 mln. Infrastructuur openbare ruimte (€ 2,7 mln N): Dit nadeel wordt vooral verklaard door extra dotaties aan de voorzieningen voor groot onderhoud van kunstwerken van € 1,2 mln, van wegen € 1,5 mln en van openbare verlichting € 0,3 mln. Water, groen en natuur (€ 3,4 mln N): Op dit beleidsterrein is een nadeel gerealiseerd van € 3,4 mln als gevolg van extra dotaties aan de voorzieningen voor groot onderhoud van waterkwaliteit van € 3,1 miljoen en van spelen van € 0,9 mln. Milieu (€ 1 mln V): Er is rekening gehouden met een storting van € 278.000 in de reserve asbestsanering. Dit vindt plaats bij resultaatbestemming en levert in de jaarrekening een voordeel op. Op gevelsanering is € 325.000 niet uitgegeven. Verder minder lasten voor milieubeheer en een nog niet besteed budget voor kaderstellend afvalbeleid. Programma 6 Stedelijke ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling en Bouwregeling: Het voordeel op het beleidsterrein Ruimtelijke ontwikkeling van € 0,6 mln (doorbelasting van salarislasten aan projecten) valt grotendeels weg tegen het nadeel op het beleidsterrein Bouwregeling van € 0,5 mln (extra kosten als gevolg van de verzelfstandiging van de brandweer (€ 0,4 mln). Gemeentelijk eigendom panden en gronden: Het beleidsterrein Gemeentelijk eigendom panden en gronden levert een voordeel op van ruim € 17 mln, als volgt uit te splitsen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beheer panden € 1,3 mln N Subsidie Roomburg € 5,3 mln V Grondopbrengst Wagnerplein € 0,4 V Verkoop gemeentelijk vastgoed € 1,8 mln V Vrijval voorziening negatieve grondexploitaties € 3,8 mln V Afwaardering grex na kaderbesluit Groenoordhallen € 2.7 mln N Bijdragen aan investeringen € 15,8 mln V Grondopbrengst Da Vinci € 5,5 mln N
Wonen: ■ Lagere kosten op het programma Binnenstad van € 0,7 mln V ■ Lagere bijdrage woningbouwcorporatie De Sleutels € 0,9 mln V ter dekking van de onrendabele top op woningen ■ Winkels boven woningen € 1,2 mln V Reserves: Tegenover de voordelen op de beleidsterreinen staan de volgende nadelen: ■ een lagere onttrekking aan de vereveningsreserve (€ 8,0 mln N) ■ een lagere onttrekking aan de reserve bouwleges (€ 0,6 mln N) ■ een lagere onttrekking aan de reserve bodemsanering als gevolg van het niet uitvoeren van investeringen (per saldo € 2,3 mln N), ■ een lagere onttrekking aan de reserve herstructurering woongebieden SvZ&V (per saldo € 4,3 mln N) ■ een lagere onttrekking aan de reserve herstructurering woongebieden Ons Doel (€ 0,4 mln N) ■ een lagere onttrekking aan de reserve Lammenschans (€ 1,3 mln N) ■ een lagere onttrekking aan de reserve voorziene investering (€ 1,6 mln N). Programma 7 Jeugd en onderwijs Onderwijsbeleid: Op onderwijsbeleid is € 0,8 mln minder uitgegeven dan begroot.
Jaarverslag | 21
Reserves: Aan de reserve vastgoedexploitatie BSLN, de reserve kapitaallasten Da Vinci, de reserve combinatiefuncties en de reserve onderhoud onderwijshuisvesting is per saldo € 0,8 mln minder onttrokken dan begroot. Programma 8 Cultuur, Sport en Recreatie Cultuur en Cultureel erfgoed (€ 0,5 mln N): Er hebben diverse verrekeningen met Stadspodia plaatsgevonden over oude jaren voor de voormalige Leidse Schouwburg. Verder is er meer uitgegeven voor het beheer, onderhoud en bedrijfsvoering. Sport (€ 2 mln N): Er is sprake van een dotatie in de voorziening sport, die niet is begroot en waarvoor pas dekking is in de begroting 2013. Dit levert voor de jaarrekening een nadeel op van € 2,2 mln. Bij resultaatbestemming wordt dit gecorrigeerd en verrekend met 2013. Reserves (€ 0,5 mln N): Er is in totaal € 0,4 miljoen minder onttrokken aan de reserves herontwikkeling sportvelden en sportaccommodaties Programma 9 Welzijn en zorg Op de volgende beleidsterreinen is minder uitgegeven dan begroot: ■ Deelname samenleving € 0,5 mln V: De realisatie van de wijkontwikkeling is nog niet geheel voltooid in 2012. ■ Individuele zorgverlening € 0,5 mln V: Meer subsidie en onderbestedingen op vrouwenopvang/huishoudelijk geweld. ■ Maatschappelijke opvang € 0,6 mln V: het nog niet realiseren van de zogenaamde Scheve Huisjes (bijzondere woonvoorzieningen). Reserves: Volgens de begroting zou € 0,6 mln onttrokken worden aan de reserve gemeentelijk deel OGGZ. Dit heeft niet plaatsgevonden en betekent een nadeel van € 0,6 mln. Programma 10 Werk en Inkomen Participatie (€ 348.000 V): Voordelen werden behaald op Kinderopvang, afbouw ID-banen en een hogere NTW (netto toegevoegde waarde)-opbrengsten. Financiële voorzieningen € 1 mln V): De bestandsontwikkeling van de WWB-uitkeringen is, anders dan in de 2e bestuursrapportage werd verwacht, redelijk stabiel gebleven. Hierdoor ontstaat er een voordeel van € 0,5 mln. Verder is het aantal fraudevorderingen verhoogd dat een voordeel oplevert van € 0,5 mln. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering De Algemene uitkering valt € 1,1 mln hoger uit dan geraamd. Debet hieraan is de stijging van het aantal bijstandontvangers en inwoners met een laag inkomen (€ 0,4 mln V), daling van het uitkeringspercentage (€ 0,4 mln N), reserveringen voor taakmutaties, niet besteed (0,5 mln V) en afrekeningen voorgaande jaren (€ 0,4 mln V), lichte stijging aantal inwoners, woonruimten en bedrijven € 0,2 mln V). Het resultaat op de deelnemingen, beleggingen en geldleningen is € 3,3 mln voordeliger dan begroot. Hierin is begrepen de definitieve afrekening met Ziggo voor wat betreft het winstrecht (€ 1,7 mln V). Er is sprake van een nadeel op oninbare vorderingen van € 2,3 mln als gevolg van een andere weging van het bestand van debiteuren. Op het totaal van de kostenplaatsen bedrijfsvoering is een voordeel ontstaan van € 6,5 mln. De extra uitzetting van salarislasten bij de 2e bestuursrapportage is als stelpost op algemene dekkingsmiddelen geraamd. De werkelijke stijging is verantwoord op de programma’s. Per saldo loopt dat min of meer tegen elkaar weg, maar leidt wel tot een fors voordeel van € 3,1 miljoen op algemene dekkingsmiddelen. Dan resteert er nog een voordeel van € 3,4 miljoen als volgt te verklaren: ■ De stelpost investeringen bedrijfsvoering is voor een bedrag van € 1,4 mln niet uitgegeven. ■ Diverse voordelen op Servicepunt71 (€ 265.000 V), op gemeentebrede HRM-budgetten en -projecten (€ 0,9 mln V) en op het Grafisch productiecentrum (€ 0,5 mln V).
22 | Jaarverslag
Diverse programma’s reserve GSB Reserves (€ 4,1 mln N): Geraamd was een onttrekking van € 4,2 mln aan de reserve GSB-middelen ISZ/EZ. Als gevolg van het niet (volledig) uitvoeren van projecten / investeringen is € 4,1 mln niet onttrokken. Dit heeft geleid tot minder lasten op de diverse programma's. 5. Bestemming van het rekeningresultaat De bestemming van het rekeningresultaat treft u aan bij afzonderlijk raadsvoorstel.
Jaarverslag | 23
3.2 Programmaverantwoording Inleiding De indeling van het Programmaplan 2012 was iets gewijzigd ten opzichte van 2011. Er zijn nu elf begrotingsprogramma’s. Binnen de begrotingsprogramma’s hebben we wel veel gewijzigd vanwege de doorontwikkeling van de programmabegroting. In de programma’s 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9 stond de bekende onderverdeling naar beleidsterreinen. De beleidsterreinen dekken tezamen de gemeentelijke begroting. Binnen de beleidsterreinen zijn vervolgens keuzes gemaakt voor speerpunten: de politiek relevante doelen. Doorontwikkeling Programmabegroting Samen met u hebben we in een klankbordgroep de aansluiting tussen de Programmabegroting (strategisch), Concernwerkplan (tactisch) en afdelingsplannen (operationeel) verbeterd. We ontwikkelden drie proefprogramma’s voor een start van de gewenste doorontwikkeling. Dit betreft de volgende begrotingsprogramma’s: Programma 4 Bereikbaarheid, Programma 5 Omgevingskwaliteit en Programma 10 Werk & Inkomen. Deze programmaverantwoording volgt de opbouw van de Programmabegroting 2012. De drie proefprogramma’s hebben een opzet die afwijkt van de overige programma’s. De belangrijkste verschillen zijn als volgt: ■ de informatie over doelen, prestaties en streefwaarden is geordend per beleidsterrein; ■ de proefprogramma's zijn volledig dekkend. Ze bevatten alle prestaties die in 2012 onderdeel uitmaakten van de begroting; ■ bij elk beleidsterrein staat een tabel met alle prestaties. Zo is iedere prestatie aan een doel, een beoogd maatschappelijk effect, gekoppeld; ■ in programma 5 en programma 10 hebben we geprobeerd aan te geven welke prestaties voortvloeien uit een wettelijke taak. In programma 4 hebben we geprobeerd aan te geven in hoeverre de uitgaven die gemoeid zijn met het leveren van de prestaties uit 2012, door de gemeente kunnen worden beïnvloed. Uitvoeringsprogramma’s Bereikbaarheid en Binnenstad Informatie over deze uitvoeringsprogramma's vindt u elders in deze Jaarrekening 2012. Leeswijzer In het Programmaplan is de standaard opbouw voor de nog niet doorontwikkelde programma’s 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9 als volgt: ■ ■ ■ ■ ■
de missie; de doelenboom: een schematische weergave van missie, politiek relevante doelen en prestaties; een inleiding: ontwikkelingen in 2012 en beschrijving beleidsterreinen; daarna volgen de doelen en prestaties; per politiek relevant doel een toelichting op het doel. Vervolgens meestal een tabel met één of meer effectindicatoren. De effectindicatoren maken het doel meetbaar. Per indicator is een aantal gerealiseerde waarden vermeld en een aantal streefwaarden. Als in een cel een streepje staat betekent het dat in dat jaar geen cijfer beschikbaar is of komt. Als het vakje leeg is betekent het dat het cijfer nog niet beschikbaar is, maar nog wel komt. Ook is de bron vermeld; ■ vervolgens worden de prestaties beschreven: wat gaan we doen om het doel te bereiken? Deze worden puntsgewijs weergegeven. Na de prestaties volgt doorgaans een aantal prestatie-indicatoren, die de prestaties meetbaar maken. Voor deze tabel geldt hetzelfde als voor de effectindicatoren; ■ de kaderstellende beleidsnota’s; ■ de financiën van het programma. In de Programmaverantwoording staat niet alles over de begrotingsprogramma’s. De informatie over de verbonden partijen, weerstandsvermogen, risico’s en dergelijke is bijvoorbeeld apart samengebracht, mede vanwege wettelijke bepalingen voor de begroting en het jaarverslag. Over de resultaten in de Uitvoeringsprogramma's Binnenstad en Bereikbaarheid zijn elders aparte paragrafen in deze Jaarstukken 2012 opgenomen.
24 | Jaarverslag
Jaarverslag | 25
1
Bestuur en dienstverlening
26 | Jaarverslag
Bestuur en dienstverlening Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
1 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid & Handhaving Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken Bereikbaarheid, Financiën & Economie Jeugd, Welzijn & Zorg Cultuur, Werk & Inkomen
De missie van het programma Bestuur en dienstverlening luidt: "De gemeente Leiden staat voor een betrouwbaar bestuur: open en transparant en in samenwerking met en voor partners en burgers in de stad en regio. De gemeente Leiden staat voor een klantgerichte dienstverlening, waarbij de klanten betrouwbaar, duidelijk, snel en op maat worden bediend."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Gemeenteraad ■ Raadscommissies vergaderen minimaal één keer per jaar op locatie ■ Raadscommissies houden hoorzittingen in de wijk over belangrijke thema's ■ Burgers actief informeren ■ Versterking van burgerparticipatie College ■ Promotie van stad met stadspartners ■ Informeren inwoners over besluiten ■ Besluitvorming baseren op relevante statistische en onderzoeksinformatie ■ Burgers raadplegen via digitaal burgerpanel ■ Versobering communicatieuitingen
1.1 Voor burgers, bedrijven en instellingen een betrouwbaar bestuur zijn
Bestuur
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Operationele samenwerking Leidse regio en strategische samenwerking in Holland Rijnland ondersteunen en stimuleren Blijvend versterken van de relatie met de Universiteit Leiden en van het netwerk van universiteitssteden
1.2 Leiden opereert slagvaardig als centrumgemeente en als kennisstad
Verdere implementatie van het proces van publieksparticipatie in de ambtelijke organisatie en werkwijzen Realisatie van diverse projecten in de stad op basis van burgerinitiatieven
1.3 Lokale vraagstukken oppakken in samenwerking met inwoners en lokale partner
Verbetering telefonische dienstverlening en bereikbaarheid Verbeteren postbeantwoording Doorontwikkeling kwaliteitshandvest inclusief servicenormen en Normenkader voor bedrijven Verbeteren dienstverlening door zaakgewijs werken Toewerken naar een Klant Contact Centrum Invoering nieuwe geo-viewer Verbetering eletronsche dienstverlening Doorontwikkeling van de website Uitbreiding van aantal digitaal aan te vragen vergunningen Aansluiten E-herkenning
1.4 Verbeteren van de algemene dienstverlening
Lokale en regionale samenwerking
Dienstverlening
Jaarverslag | 27
Prestaties
Doel
Beleidsterrein
■ ■
1.5 Minder administratieve lasten
Dienstverlening
Automatische vergunningverlening Nieuwe best practices
28 | Jaarverslag
Ontwikkelingen in 2012 Effecten en prestaties Doel 1.1 Voor burgers, bedrijven en instellingen een betrouwbaar bestuur zijn Beleidsterrein: Bestuur Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e1.1a
% van de burgers dat het functioneren van de gemeenteraad als goed of redelijk beoordeelt
69%
71%
-
-
-
Stadsenquête
e1.1b
% van de burgers dat het functioneren van het college van b en w als goed of redelijk beoordeelt
81%
80%
-
-
-
Stadsenquête
*De indicatoren in bovenstaande tabel zijn in 2011 en 2012 niet gemeten. Gemeenteraad Burgers actief via de gemeentelijke website en de stadskrant informeren De gemeenteraad zet de volgende middelen in om de burgers actief te informeren over de vergaderingen en de besluiten van de raad: ■ De eigen subsite www.leiden.nl/raad met daarop o.a. nieuwsberichten en het (nieuwe) raadsinformatiesysteem waarin alle documenten te vinden zijn die bij de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissies horen, zoals agenda's, raadsvoorstellen incl. bijlagen, raadsbesluiten, moties en amendementen, schriftelijke vragen etc. ■ De eigen raadspagina in de Stadskrant die na elke raadsvergadering verschijnt. ■ De publieksagenda die voor elke raadsvergadering verschijnt, waarin alle agendapunten nader worden toegelicht. ■ Informatie over de griffie en de raad staat opgenomen in de gemeentegids (Wegwijzer). De raad heeft een eigen Twitteraccount @RaadLeiden waarop de vergaderingen worden aangekondigd en de besluiten worden toegelicht. Versterking van burgerparticipatie Inwoners van Leiden kunnen de gemeenteraad benaderen om aandacht te vragen voor een probleem of onderwerp. Dit kan op de volgende manieren: ■ Direct contact; hiertoe zijn alle contactgegevens van de raadsleden en de griffie op de website en in de Wegwijzer te vinden. ■ Bij een raadscommissie inspreken (burger aan het woord) ■ Raadsleden uitnodigen voor een werkbezoek ■ Zelf een plan indienen (burgerinitiatief) ■ Referendum aanvragen ■ Mensen informeren hoe ze invloed kunnen uitoefenen door te gaan stemmen raadslid worden Bovenstaande staat ook beschreven op de website van de raad. Ter versterking van de jongerenparticipatie worden jongerendebatten georganiseerd in samenwerking met verschillende Leidse middelbare scholen College Besluitvorming baseren op relevante statistische onderzoeksinformatie Leiden heeft twee digitale burgerpanels: het LeidenPanel voor volwassenen en het JongerenPanel voor 12 t/ m 22 jarigen. Beide panels hebben ca. 800 deelnemers. Het LeidenPanel heeft in 2012 drie peilingen gedaan (Parkeergarages, Waterplan, Huisvesting ambtenaren). Ook het JongerenPanel is drie keer geraadpleegd: over
Jaarverslag | 29
evenementen, over de website www.hoezitdat.nl en over de oriëntatie in de Randstad. In de oneven jaren vindt de Stadsenquete plaats. De organisatie die besluitvorming beargumenteerd voorbereidt, uitvoert en evalueert, maakt gebruik van statistische en onderzoeksinformatie, zoals te vinden op de website (www.leiden.nl/statistiek), in de vouwfolder en poster, de Feitenbladen, de Staat van Leiden (deze kwam in deze vorm voor de eerste keer uit in 2012) , de Panelonderzoeken, de Veiligheidsmonitor etc. Nieuws hierover komt o.a. via de BOA-berichten naar de gebruikers. Daarnaast geeft BOA advies op het gebied van onderzoek en beleidsinformatie. BOA is benaderd voor tientallen kleinere en een aantal grote onderzoeken. De acht Leidse Feitenbladen die in 2012 verschenen gingen over Werkgelegenheid, Inkomens, Minimuminkomens, de ontwikkeling van Leidse bevolking in 2000 - 2012, Toeristisch bezoek- CVO, Atlas voor Gemeenten, Gemeentepersoneel en de Leidse uitslagen Tweede Kamerverkiezingen. BOA levert voor een aantal beleidsnota's input voor de evaluatie door de indicatoren gedurende de looptijd van het beleid te monitoren (in de beleidsmonitor) . Ook voor de Leidse regio en Holland Rijnland heeft BOA informatie geleverd. Versoberen communicatieuitingen Vorig jaar is door de gemeenteraad besloten dat het gemeentelijk drukwerk verder moet worden versoberd. De te realiseren besparing van € 100.000 wordt verrekend met plankosten. De versobering is in lijn met de al in gang gezette communicatie-inspanningen. Bij alle communicatiemiddelen geldt het adagium ‘digitaal als het kan en papier als het moet’, waarbij nadrukkelijk gekeken wordt naar de doelgroep(en). De informatie moet toegankelijk, actueel en makkelijk verkrijgbaar zijn. Een paar voorbeelden. De kosten van de Stadskrant zijn aanzienlijk verlaagd. In 2011 door nieuwe aanbesteding en efficiencyslag. En in 2012 door al het werk in eigen beheer te doen. Hiermee is ten opzichte van drie jaar geleden een besparing gerealiseerd van 65% . De oplage van de Stadsgids Leiden is verlaagd van 62.000 naar 10.000. Geen directe kostenbesparing (reclamemedium) maar wel een bijdrage aan bijvoorbeeld het milieu. Bij bewonersinformatie wordt meer gebruik gemaakt van sleutelfiguren en digitale infodragers als twitter en FaceBook. Uitnodigingen worden zoveel mogelijk digitaal verstuurd. Hetzelfde geldt voor nieuwsbrieven, flyers en brochures. De papieren versies worden veelal vervangen door specials in de Stadskrant (oplage ruim 92.000). Nieuw dit jaar en onder meer gebruikt voor de begroting, is de infografic (het hele verhaal op 1 A3) . Het totaal aan besparing laat zich lastig meten. Maar alleen al voor de stadskrant is in drie jaar tijd een structurele besparing van €145.000 gerealiseerd.
Doel 1.2 Leiden opereert slagvaardig als centrumgemeente en als kennisstad Beleidsterrein: Lokale en regionale samenwerking In woord en daad uitdragen van Ontwikkelingsvisie 2030 'Leiden, Stad van ontdekkingen' De Ontwikkelingsvisie 2030 'Leiden, Stad van Ontdekkingen' is ook in 2012 weer een leidraad bij ons handelen geweest. Samen met partners in de stad en regio hebben we ook dit jaar weer voortvarend gewerkt aan het verder uitbouwen van de kwaliteiten van Leiden. Maar 2012 was ook het jaar waarin we besloten de ontwikkelingsvisie nog meer toekomstbestendig te maken. We hebben als stad immers te maken met een veranderde omgeving, onder meer als gevolg van de economische crisis, veranderde samenwerkingsrelaties tussen overheden en met bijstellingen van bevolkingsprognoses. Deze laatste laten minder groei zien dan wat in 2004 geprognosticeerd werd. In september 2012 heeft de gemeenteraad de herijkte ontwikkelingsvisie 2030 vastgesteld, waarbij de pijlers onder 'Leiden, Stad van Ontdekkingen' herbevestigd en nader gepreciseerd zijn in: Internationale Kennis en Historische Cultuur. In dat licht past ook het in 2012 door ons college vastgestelde Programma Kennisstad, de Eerste Ronde, dat het vertrekpunt vormt van een gecoördineerd overleg met kennisinstituten en -bedrijven om ten eerste te kunnen bepalen wat zij nodig hebben om optimaal te kunnen floreren en ten tweede wat Leiden (de gemeente en haar inwoners) voor maximaal voordeel kan halen uit deze kennisinstellingen. Blijvend versterken van de relatie met de Universiteit Leiden en van het netwerk van universiteitssteden In lijn met de gemeentelijke activiteiten rondom het 'Programma Kennisstad, de Eerste Ronde' is in 2012 extra inzet gepleegd op de samenwerking tussen de Universiteit Leiden, het LUMC en de gemeente. In cocreatie is met deze partners een onderzoek gestart naar de economische valorisatiekansen van nieuwe kennisbiotopen, naast die van de Bio Science. De resultaten van dit onderzoek worden in het begin van 2013 verwacht. Via het Netwerk Kennissteden Nederland (samenwerkende universiteitssteden in Nederland, de VSNU en de HBO-raad) wordt blijvend aandacht van het Rijk gevraagd voor het grote belang van de kenniseconomie. Vanuit dat perspectief zijn wij in verschillende verbanden op het niveau van de (metropool)regio, nationaal en Europa actief om in samenspraak met onze kennispartners nader invulling te geven aan onder andere het Topsectorenbeleid. De strategische samenwerking tussen de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit past daarin. De Topsector Life Sciences is voor Leiden in 2012 wederom de belangrijkste gebleken.
30 | Jaarverslag
Operationele samenwerking Leidse regio en strategische samenwerking in Holland Rijnland ondersteunen en stimuleren Positionering van de stad Leiden in de regio Dit onderwerp heeft tot veel acties geleid. Zo zijn in bestuurlijke en ambtelijke bijeenkomsten in de regio Holland Rijnland presentaties gegeven over de Leidse kenniseonomie, het BioSciencepark, relevantie van Topsectorenbeleid. In 2012 is ook gestart met het betrekken van de regiogemeenten bij een Europese agenda t.b.v. subsidieverwerving. De uitkomsten van het bestuurskrachtonderzoek in 2012 heeft een extra stimulans gegeven aan samenwerking in de Leidse regio (Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude). Zo is gestart met het gezamenlijk opstellen van een Economische Agenda waar kenniseconomie en kennisgerelateerde economie dominante onderdelen van zijn. Samenwerking Holland Rijnland In Holland Rijnland is in 2012 gestart met een grondige herziening van takenpakket en toekomst van dit samenwerkingsverband. De afronding van de grootste opgaven van de afgelopen jaren, nieuwe vraagstukken van economie, de economische crisis en wensen tot herprioritering en bezuiniging zijn aanleiding tot een fundamentele herziening van de samenwerking. In de loop van 2013 zal dit leiden tot een resultaat. Voor meer informatie over de verbonden partij Holland Rijnland verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen. Samenwerking Leidse regio bij uitvoerende taken De samenwerking in de Leidse regio heeft een nieuwe impuls gekregen. Uit het bestuurskrachtonderzoek bleek dat in deze regio meer behoefte was aan een gezamenlijke agenda, meer gezamenlijk optrekken en (vooral op operationeel gebied) meer samen doen. In 2012 is gestart met het opstellen van een gezamenlijke Economische Agenda, waarbij ook de georganiseerde ondernemers uit deze gemeenten, de Universiteit Leiden en de Hogeschool Leiden betrokken zijn. Daarnaast is als vervolg op het Ringweg-Oost-vraagstuk een nieuwe samenwerking op infrastructuur gestart tussen de gemeenten in de Leidse regio. Metropoolregio Rotterdam-Den Haag Begin 2012 heeft het college van B en W het standpunt ingenomen dat wanneer de wording van de Metropoolregio Rotterdam- Den Haag leidt tot een serieuze krachtige regio Leiden in elk geval betrokken wil zijn bij de inrichting van de pijlers Kennis en Innovatie (IVa) en Cultuur (VIIa). Als reactie hierop hebben de partners in de metropoolregio een samenwerkingsstructuur ontwikkeld die het mogelijk maakt aan te haken bij deze samenwerking. Begin 2013 is echter nog onduidelijk óf de metropoolregio er komt en zo ja, hoe deze eruit gaat zien. Het nieuwe regeerakkoord rept niet over dit construct, terwijl het draagvlak in de regio niet optimaal is. De samenwerking van de Universiteiten in Zuid-Holland is een regelmatig overlegthema binnen één van de pijlers van de metropoolsamenwerking. Het succesvolle samenwerkingsverband Medical Delta heeft onze onverminderde aandacht gehad in 2012. Zie hiervoor ook het programma Economie. Bestuurskrachtmeting In juni 2012 is de eindrapportage van het bestuurskrachtonderzoek 2012 opgeleverd. Deze is breed in de regio verspreid en besproken. Het rapport is kritisch over de vermogens van Leiden op met name relationeelinteractief vlak (samenwerking) en strategisch-visionair vlak. Meer aandacht voor resultaten en regio is kortgezegd de opdracht. Verwezen wordt naar het rapport zelf en de correspondentie hierover door het college voor meer inzicht en duiding. Het bestuurskrachtonderzoek heeft inmiddels tot een groot aantal vervolgacties geleid.
Doel 1.3 Lokale vraagstukken oppakken in samenwerking met inwoners en lokale partners Beleidsterrein: Lokale en regionale samenwerking De raad heeft in april 2012 een tweede raadsinitiatiefvoorstel Publieksparticipatie vastgesteld en daarmee het college gevraagd om beleid en een verordening op te stellen, en de organisatie voor te bereiden op de implementatie daarvan. De raad heeft ook gevraagd om de stad te betrekken bij het opstellen van het beleid. In december 2012 heeft de raad de Participatie- en inspraakverordening 2012 aangenomen en het beleidsdocument “Publieksparticipatie in Leiden”, beiden na inspraak, vastgesteld. Wijkmanagement onderhoudt, naast de vakcollega’s, de reguliere contacten met onder meer wijk- en buurtorganisaties en ondersteunt daarmee de publieksparticipatie. Bij de begrotingsbehandeling in november 2012 heeft de raad besloten tot het instandhouden van wijkmanagement en het college opdracht gegeven scenario’s voor te bereiden voor de invulling van het wijkmanagement. Daarnaast heeft de raad besloten om
Jaarverslag | 31
de middelen, die eerder vrijgemaakt waren om de publieksparticipatie te implementeren, weg te bezuinigen omdat de publieksparticipatie organisatiebreed moet worden opgepakt. Een motie om een deel van dit budget te bestemmen voor een nieuwe buurtvoucherregeling, kon daarmee niet worden uitgevoerd. Verdere implementatie van het proces van publieksparticipatie in de ambtelijke organisatie en werkwijzen In de tweede helft van 2012 is aangevangen met het voorbereiden van de organisatie op het te nemen raadsbesluit over de publieksparticipatie. De belangrijkste organisatieonderdelen waar publieksparticipatie een regulier onderdeel van het proces vormt, zijn betrokken in de voorbereiding en projectorganisatie. Waar relevant is de organisatie geïnformeerd over de nieuwe werkwijze en praktisch ondersteund om deze na raadsbesluit te kunnen oppakken. Het wijkmanagement als onderdeel van de publieksparticipatie heeft zich in 2012 gericht op het duidelijk krijgen van de positionering in de organisatie en interne werkprocessen. Aangezien de districtsraden zijn opgeheven, is het overleg met wijk- en buurtverenigingen meer op ad hoc- en projectbasis gevoerd. Realisatie van diverse projecten in de stad op basis van burgerinitiatieven Vanaf 2012 zijn er geen afgebakende financiële middelen meer beschikbaar om burgerinitiatieven te ondersteunen. De betrokkenheid van partners, burgers, ondernemers en anderen bij de stad is groot. Zij zoeken daarbij meer onderlinge samenwerking, waarbij de gemeente een adviserende en verwijzende rol op zich neemt.
Doel 1.4 Verbeteren van de algemene dienstverlening Beleidsterrein: Dienstverlening Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e1.4a
Beoordeling telefonisch contact
6,7
7,1
7,5
7,2
7,5
Benchmark Publiekszaken
e1.4b
% burgers dat de verschillende aspecten bij contact met de gemeente als uitstekend / goed beoordeelt
84%
84%
85%
-*
-
Stadsenquête
e1.4c
Beoordeling digitale dienstverlening
-
7,6
7,6
6,7
8,0
Benchmark Publiekszaken
e1.4d
% van de burgers met internet (minimaal wekelijks gebruik) dat zegt bekend te zijn met de gemeentelijke website
79%
80%
79%
-*
-
Stadsenquête
* Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Voor 2012 is daarom geen realisatiewaarde beschikbaar.
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p1.4a
% inhoudelijke telefonische vragen dat goed/ volledig wordt beantwoord
77%
79%
80%
80%
81%
Afdeling Kwaliteit, Documenten en Gegevens
p1.4b
% telefonische bereikbaarheid (directe bereikbaarheid van de individuele medewerker)
72%
64%
60%
60%
70%
Afdeling KDG
p1.4c
% van de brieven beantwoord binnen de daarvoor gestelde servicenorm
75%
82%
86%
90%
85%
Afdeling KDG
p1.4d
Aantal downloadbare publieksformulieren
50
45
40
39
40
Afdeling KDG
p1.4e
Aantal producten dat digitaal kan worden aangevraagd
65
80
89
100
85
Afdeling KDG
Toewerken naar een KlantContactCentrum Het toewerken naar een Klant Contact Centrum (KCC) is een belangrijk instrument om de dienstverlening te verbeteren. In 2012 hebben we alle voorbereidingen getroffen voor een succesvolle implementatie van het nieuwe telefoonnummer 14 071. Eén telefoonnummer voor alle vragen aan de gemeente. De medewerkers Telefonie zijn getraind om integraal vragen te beantwoorden over Burgerzaken, Woonomgeving, Parkeren en algemene vragen. De medewerkers Telefonie raadplegen hiervoor de Kennisbank die in 2012 geheel gevuld c.q.
32 | Jaarverslag
geactualiseerd is. Daarbij zijn er allerlei acties ondernomen om de interne telefonische bereikbaarheid te optimaliseren. In 2012 is ook de visie op kanaalsturing vastgesteld. De klant kan via vier kanalen terecht bij het KCC: internet, telefonie, balie en post. Met kanaalsturing kunnen klanten worden gestimuleerd het, voor bij hun klantvraag of hun situatie, best passende kanaal te kiezen. Leiden wil een optimale dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten. De visie geeft een beeld van de gewenste situatie. Het is het kader waaraan nieuwe activiteiten worden afgemeten. Verbeteren telefonische dienstverlening en bereikbaarheid In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen voor de invoering van één telefoonnummer voor de hele gemeente. Belangrijke randvoorwaarde is de interne telefonische bereikbaarheid in de organisatie. In 2012 is daarom voor het verbeteren van de bereikbaarheid een aantal maatregelen genomen. Er is een nieuw telefoonprotocol vastgesteld. Er zijn bij alle afdelingen key users aangesteld. Deze medewerkers sturen er binnen de afdelingen op dat in ieder geval de voicemail (na 4 x overgaan) per medewerker is ingesteld. De technische instellingen zijn aangepast zodat de telefoon van een collega gemakkelijk kan worden opgenomen. De terugval telefonie wordt binnen de afdeling opgevangen zodat betrouwbaarheid is gegarandeerd. (De facto is het telefoonnummer 14071 per 1 februari 2013 definitief in gebruik genomen). Uit onderzoek blijkt dat de directe telefonische bereikbaarheid structureel niet boven de zestig procent komt. Medewerkers zijn voor hun werk elders of werken in deeltijd. De bereikbaarheid inclusief voicemail en telefoniste is inmiddels gestegen naar 96%. Verbeteren Postbeantwoording In 2012 is 90% van de binnengekomen post afgehandeld binnen de servicenorm van 5 weken. Daarmee wordt meer dan voldaan aan het gestelde programmadoel. De maatregelen die sinds 2009 zijn genomen om de registratie en afhandeling van post te verbeteren werpen hun vruchten af. Doorontwikkeling kwaliteitshandvest inclusief servicenormenen normenkader bedrijven Het kwaliteitshandvest is in 2012 aangepast en uitgebreid met meerdere servicenormen. In het eerste kwartaal 2013 wordt het vernieuwde kwaliteitshandvest gedrukt en via de balie verspreid onder de klanten. Verbetering dienstverlening door zaakgewijs werken In 2012 hebben we het systeem ingericht en uitgebreid getest. We hebben een aantal koppelingen met andere systemen gerealiseerd en we hebben een aantal pilots gedraaid. In juli 2012 was de definitieve acceptatie van het systeem (onder een aantal voorwaarden). In de tweede helft van 2012 is er een implementatiestrategie opgesteld (waarna in 2013 daadwerkelijk met de implementatie van de eerste 60 processen is begonnen). Invoering nieuwe geo-viewer De aanschaf van een nieuwe geo-viewer is afhankelijk van goede randvoorwaarden, namelijk de inrichting van een centraal gegevensmagazijn (data-opslag) en de aanschaf van een elektronische servicebus (digitale postbezorger). De vulling van een centraal gegevensmagazijn is in 2012 nog niet goed gelukt. De koppeling van databases via standaard-uitwisselingsformaat (StUF) blijkt nog een lastige opgave voor de leveranciers. De gemeente heeft in 2012 wel de aanbesteding hiervoor afgerond en het personeel heeft de nodige cursussen gevolgd. De vervanging van de geo-viewer is derhalve doorgeschoven naar 2013. Verbeteren elektronische dienstverlening/Uitbreiden van digitaal aan te vragen vergunningen Het zwaartepunt lag in 2012 op de uitbreiding van het aantal digitaal aan te vragen vergunningen, waarbij in 2012 zes nieuwe vergunningen zijn opgeleverd. De landelijke voorziening evenementen (EvenementAssistent) is in 2012 nog niet ingevoerd. Dit systeem voor het aanvragen van evenementenvergunningen wordt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ontwikkeld en dit heeft hier vertraging opgelopen. Verder werkt Leiden mee aan een andere landelijke ontwikkeling, het Ondernemersdossier. Dit systeem beoogt de administratieve lasten van de horecaondernemer terug te dringen en verkeert momenteel in de testfase. Inmiddels kunnen 100 producten digitaal aangevraagd worden. Onderhoud en wijzigingen van de reeds bestaande formulieren vragen dan ook steeds meer capaciteit. Deze capaciteit is in 2012 deels ook aangewend voor zaken die resulteren in een betere vindbaarheid van de digitale producten en bijdragen aan de implementatie van zaakgewijs werken binnen de gemeente Leiden. De Leidse score voor het aantal klantcontacten via het digitale kanaal is goed. De klanttevredenheid blijft echter achter, een 6,7 (zie tabel onder e 1.4c) tegen landelijk een 7,0. Leiden scoort zeer hoog op de beschikbare producten (97%) , de gepersonaliseerde dienstverlening (86,2%), op technische aspecten (100% op webrichtlijnen, waarmerk drempelvrij) en het gebruik van sociale media. Deze hoge scores zijn (nog) niet terug te vinden bij de klantwaardering: Veel klanten geven aan dat zij het digitaal loket niet goed kunnen vinden. Ook scoort de ‘bejegening’ in het digitaal loket beneden gemiddeld. Concluderend: Het digitaal kanaal scoort goed op inhoud en technische aspecten. De vindbaarheid van het digitale loket en de wijze waarop de klant zich bejegend en geholpen voelt in het digitaal loket zijn voor
Jaarverslag | 33
verbetering vatbaar. Ondermeer om die verbetering te bewerkstelligen is inmiddels een redactieraad voor de website gestart. Doorontwikkelen van de website In 2012 is Leiden de eerste 100.000-plusgemeente geworden die voldeed aan de strengste webrichtlijnen van het i-NUP. Hierdoor is de website optimaal te gebruiken door bezoekers met een visuele beperking. De site is nu ook optimaal te bekijken op mobile devices, en beter doorzoekbaar via Google. Verder zijn we in 2012 actiever geweest op social media zoals Facebook en Twitter. Op Facebook is Leiden zelfs de gemeente met de meeste"vrienden"geworden. Ook is een mobile-versie van de site in ontwikkeling genomen, en hebben we in samenwerking met Centrummanagement Leiden en Leiden Marketing een parkeer-app gelanceerd, waarmee bezoekers van de binnenstad onder andere live-informatie over parkeerlocaties en hun capaciteit kunnen krijgen. Aansluiten E-herkenning In 2012 is een contract afgesloten met een leverancier om e-herkenning (voorheen Digi-D voor bedrijven) voor de gemeente Leiden mogelijk te maken. Gezien de grote startproblemen bij de gemeenten die hiermee reeds zijn begonnen, heeft de gemeente Leiden besloten hierin geen koploper te zijn. Wel worden de ontwikkelingen bij andere gemeenten nauwlettend gevolgd om te zo te bezien wanneer en met welke producten het beste kan worden gestart met e-herkenning.
Doel 1.5 Minder administratieve lasten Beleidsterrein: Dienstverlening Automatische vergunningverlening Automatische vergunningverlening is onderdeel van het vigerende coalitieakkoord 2010. In 2012 zijn diverse dienstverleningsprocessen doorgelicht en geoptimaliseerd. Vergunningverlening is hierdoor vereenvoudigd. Ook is 2012 het eerste gehele jaar waarin voor een enkele vergunningen de Lex Silencio Positivo (LSP) gold. Dit houdt in dat als de gemeente niet op tijd beschikt automatisch (van rechtswege) een vergunning verleend is. Nieuwe best practices Gerealiseerde Verbeteringen 2012
Effect voor klant
Kosten voor een gehandicaptenparkeerplaats of kaart worden bij de unit WMO i.p.v. bij de klant in rekening gebracht
Scheelt onnodig voorschieten en declareren door de klant
Verhuizing vanuit een andere gemeente naar Leiden kan ook digitaal
Scheelt de klant een verplicht bezoek aan de balie
Proef geen huurcontract meesturen bij digitale verhuizing
Scheelt de klant meesturen extra bijlage
Wachttijd aanvraag voor een reisdocument van 5 naar 3 werkdagen
Scheelt de klant 2 werkdagen wachten
Wachttijd spoedprocedure voor een reisdocument van 2 naar 1 dag
Scheelt de klant 1 werkdag wachten
Afschaffen kapvergunning voor particuliere bomen die niet op groene kaart staan
Scheelt voor veel klanten het doen van een vergunningaanvraag
Kraskaart kopen bij balie kan zonder aanvraagformulier (aanvraag via DigiD ook mogelijk en heeft nog steeds de voorkeur)
Scheelt de klant invullen formulier, medewerker checkt zaken ter plaatse
Ontheffing RVV worden automatisch verlengd i.p.v. jaarlijks een nieuwe aanvraag
Scheelt de klant jaarlijks dezelfde aanvraag doen
34 | Jaarverslag
Kaderstellende beleidsstukken Initiatiefvoorstel Publieksparticipatie (RV 12.0012) Raadsbesluit wijziging deelverordeningen naar aanleiding van vaststelling van de Algemene Subsidieverordening 2012 (RV 12.0021) Vaststellen gemoderniseerde uitgave ontwikkelingsvisie 2030 “Leiden, Stad van Ontdekkingen (RV12.0044) Digitalisering bouwarchief en cliëntenarchief (RV 12.0070) Publieksparticipatie in Leiden inspraak en Participatie- en inspraakverordening 2012 (RV 12.0105) Wijziging Reglement van orde voor de gemeenteraad 2012 (RV 12.0135)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
BESTUUR
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
14.911
-234
14.677
15.236
559
LOKALE EN REGIONALE SAMENWERKING
4.510
-171
4.339
4.436
97
DIENSTVERLENING
8.740
-2.636
6.104
5.787
-316
28.161
-3.041
25.119
25.459
340
Totaal
BESTUUR EN DIENSTVERLENING bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
29.854
26.510
1.764
28.274
28.161
114
Baten
-6.563
-2.628
-187
-2.815
-3.041
226
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
23.290
23.882
1.577
25.459
25.119
340
Toevoeging
3.990
1.500
1.562
3.062
2.223
840
Onttrekking
-5.712
-2.358
-3.022
-5.380
-4.160
-1.220
MUTATIES RESERVES
-1.722
-858
-1.460
-2.318
-1.937
-380
Saldo
21.568
23.024
117
23.141
23.182
-41
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Bestuur Het aantal ID-ers in dienst van de gemeente daalt geleidelijk als gevolg van pensionering. Daarmee is in de meerjarenbegroting 2013-2016 rekening gehouden. Voor 2012 levert dat nog een incidenteel voordeel op van € 132.000. Het Verbetertraject stedelijk beheer is nog niet geheel uitgevoerd. Dit levert voor 2012 een voordeel op van € 321.000. Het budget decentrale loonruimte wordt wel begroot maar er wordt niet op geboekt. De kosten worden verspreid op alle programma's geboekt. Dit heeft geleid tot een voordeel van € 65.000. Het overige voordeel wordt veroorzaakt door diverse kleinere verschillen. Dienstverlening De digitalisering van het bouw- en cliëntenarchief is door vertraging van het zaaksysteem opgeschoven naar 2013 waardoor het budget van € 160.000 niet is besteed. Voor de inschrijfvoorziening Registratie nietingezetenen is een rijksbijdrage ontvangen. Doordat de start van de nieuwe taak door het Rijk uitgesteld is naar 2013 zijn er geen uitgaven geweest waardoor een voordeel is ontstaan van € 164.000. Op gevonden en verloren voorwerpen is een nadeel ontstaan van € 23.000 doordat er meer voorwerpen zijn ontvangen dan begroot. De investering in verbetering van de postafhandeling heeft vertraging opgelopen waardoor er € 448.000 minder is uitgegeven. Een nadeel van € 190.000 is ontstaan doordat er minder aan grondexploitaties kon worden doorbelast omdat er minder geometrische kaarten zijn verstrekt. Er is een nadeel ontstaan van € 966.000 op het
Jaarverslag | 35
beleidsterrein Dienstverlening door een per saldo hogere doorbelasting van personele kosten en overhead die niet was begroot. Dit betreft een technische exercitie die gemeentebreed budgettair neutraal is. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100003 Elektronische overheid De oplevering van een aantal onderdelen van het Zaaksysteem is verschoven naar 2013. Verwachting is dat aan het eind van 2013 het krediet is uitgeput en dus kan worden afgesloten. 7100004 Applicatie basisregistraties Eind 2013 hopen wij de nieuwe geo-viewer in gebruik te nemen ter ontsluiting van de basisregistraties. 7100005 van GBKN naar basisregistratie Er zijn nog een aantal lopende verplichtingen die in 2013 worden afgewikkeld. Eind 2013 zal het krediet dan worden afgesloten.
36 | Jaarverslag
Jaarverslag | 37
2
Veiligheid
38 | Jaarverslag
Veiligheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
2 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving
De missie van het programma Veiligheid luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad die veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners
Doelenboom Prestaties ■ ■ ■ ■
Goede begeleiding en actieve toeleiding naar zorg bij huiselijk geweld en kindermishandeling door het Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling Aantal opgezette Burgernetacties Opsporingspercentage overvallen Aantal persoonsgerichte aanpakken van bekende daders van overvallen in het Veiligheidshuis
Doel
2.1 Terugdringen geweld a) Huiselijk geweld b) Overvallen
■
Aantal woningen jaarlijks voorzien van het Keurmerk Veilig Wonen
■ ■ ■
Aanbod nazorg/resocialisatietrajecten jeugdige veelplegers Het aantal jeugdgroepen voorzien van een plan van aanpak Aantal hulpverleningstrajecten/pga’s/actieve doorverwijzingen verslaafde dak- en thuislozen (conform Regionaal Kompas) Aantal scheve huisjes Aantal meldingen bij het Meldpunt Zorg en Overlast over daklozen Aantal opgelegde gebiedsverboden aan overlastgevende daklozen en drugsdealers Aantal bestuurlijke maatregelen opgelegd aan overlastgevende horecainrichtingen voor horeca-overlast Aanbod nazorg/resocialisatietrajecten jeugdige veelplegers
2.3 Verminderen overlast a) Jeugdoverlast b) Overlast zwervers en daklozen c) Horecaoverlast
Aantal analyses evenementen aan de hand van risicoanalysemodel Aantal veiligheidsplannen bij categorie C-evenementen (indeling volgens risicoanalysemodel) Percentage van positieve evaluaties grote evenementen is 75% of hoger
2.4 Veilige evenementen
■
Het nemen van bestuurlijke maatregelen (als uitkomst onderzoek RIEC – Wet Bibob)
2.5 Aanpak georganiseerde misdaad
■ ■ ■ ■
90% van oefenjaarplan daadwerkelijk geoefend Goede planvorming Percentage van de relevante functionarissen dat getraind/opgeleid is Percentage van de relevante functionarissen dat geoefend heeft
2.6 Optimale rampenvoorbereiding
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidsterrein
2.2 Vermogenscriminaliteit: minder woninginbraken
Integraal veiligheidsbeleid
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
Jaarverslag | 39
Prestaties
Doel
■ ■ ■ ■
2.7 Veiligheidsregio Hollans Midden: veiliger gebruik van gebouwen
Percentage opkomsttijden Brandweer Aantal uitgevoerde inspecties op brandveiligheid Percentage toetsingen bouwplannen op brandveiligheid Aantal verleende ontheffingen voor transport gevaarlijke stoffen
40 | Jaarverslag
Beleidsterrein
Ontwikkelingen in 2012 Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e2.0a
% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt
30%
27%
33%
43%*
27%
Veiligheidsmonitor
e2.0b
% inwoners dat slachtoffer is geweest van enig persoonsgebonden delict
35%
32%
34%
27%*
32%
Veiligheidsmonitor
*Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor starten we in 2012 met een nieuwe reeks. Op deze twee indicatoren is hierdoor namelijk een trendbreuk opgetreden. Landelijk is een trendbreukanalyse uitgevoerd. Op lager niveau is dat niet mogelijk. Als we de landelijke omrekenfactor toch projecteren op de Leidse cijfers komen de onveiligheidsgevoelens op ca. 29% en het slachtofferschap op ca. 33%. Regionale Brandweer Na de regionalisering zijn de taken en verplichtingen van de regionale brandweer belegd bij het bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden. Regeerakkoord Bruggen bouwen Het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II van september 2012 moet leiden tot een bezuiniging van €16 miljard. De bezuinigingen worden vooral ingevuld op de terreinen Openbaar Bestuur, Sociale Zekerheid en Zorg. Veiligheid en Justitie blijft als enige op de nullijn (alleen aan Energie en Onderwijs wordt extra budget toegekend). De belangrijkste maatregelen uit het regeerakkoord op het gebied van veiligheid: ■ De nationale politie krijgt structureel €105 miljoen per jaar extra. Dat maakt meer blauw op straat en meer capaciteit voor opsporing mogelijk. Deze 105 miljoen komt deels uit bezuiniging op de AIVD (545 miljoen) en deels door het doelmatiger maken van de strafrechtketen (€60 miljoen). ■ De Wietpas vervalt. ■ De minimumleeftijd voor de verstrekking van alcohol gaat naar 18 jaar. Reorganisatie politie Met de totstandkoming van de nationale politie in januari 2013 zijn de oude politieregio's opgeheven. De nationale politie is ingedeeld in 10 eenheden en Leiden valt in de eenheid Den Haag. Deze eenheid kent 7 districten en 29 basisteams. Leiden valt onder het district Leiden-Bollenstreek met de volgende basisteams: Bollenstreek Noord, Katwijk, Noordwijk, Leiden Noord, Leiden Zuid, Leiden Midden. Belangrijke principes van nieuwe organisatie zijn: ■ Aan het hoofd van de landelijke politie-organisatie staat de korpschef. Hij is ondergeschikt aan de minister van Veiligheid en Justitie en legt ook verantwoording aan hem af. ■ Het lokale gezag wijzigt niet en berust onverminderd bij de burgemeester voor de handhaving van de openbare orde en de officier van justitie voor de strafrechtelijke handhaving. De basis van het politiewerk ligt in de wijk. Daarom is een stevige lokale verankering cruciaal. De politie bevordert en organiseert burgerparticipatie, onder regie van het lokale gezag. ■ Aan het hoofd van de elke van de 10 regionale eenheden staan een regiochef die samenwerkt met de regioburgemeester (de burgemeester van de grootste gemeente) als het bijvoorbeeld gaat om openbare orde. Voor de regionale eenheid Den Haag is dat burgemeester van Den Haag. ■ Het Bestuurlijk Overleg van de eenheid Den Haag bestaat uit alle burgemeesters uit de de regio van de eenheid Den Haag. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitters van de districtscolleges, de burgemeester van Den Haag tevens regioburgemeester, de politiechef en de hoofdofficier van justitie. De burgemeester van Leiden neemt samen met de burgemeester van Katwijk namens het district Leiden-Bollenstreek deel aan het dagelijks bestuur. ■ Aan de basis van de sturing op regionaal niveau staat het beleidsplan van de regionale eenheid. Dit beleidsplan wordt tenminste eens in de vier jaar vastgesteld door alle burgemeesters en de hoofdofficier van justitie. Via het regionale beleidsplan wordt gestuurd op de prioriteiten en doelstellingen voor de regionale eenheid. Het regionale beleidsplan gaat in op bovenlokale veiligheidsvraagstukken, zoals de aanpak van criminaliteit, problematiek op het gebied van jeugd en de aanpak van drugs. De gevraagde prestaties van de politie staan centraal. De prioritering en aanpak van deze veiligheidsvraagstukken wordt gebaseerd op de integrale veiligheidsplannen van de verschillende gemeenten en het beleidsplan van het OM. De totstandkoming van het regionale beleidsplan kent dus een ‘bottom-up’-karakter. Hiernaast worden de doelstellingen die door de minister van Veiligheid en Justitie aan de eenheden zijn toebedeeld als aandeel in de landelijke doelstellingen opgenomen.
Jaarverslag | 41
Burgernet Burgernet is in juli 2012 na een jaar proefdraaien geëvalueerd en op basis van de positieve resultaten is tot structurele voorzetting besloten. Het unieke van Burgernet is dat het ingezet wordt in de (woon)omgeving waar een incident plaatsvindt. Daardoor worden burgers echt betrokken. Dat is anders dan bv. Amber Alert, dat landelijk en alleen voor vermissingen in te zetten is. De berichten hebben vooral betrekking op vermissingen van personen (vaak kinderen), en overvallen of berovingen. Dankzij Burgernet zijn in 2012 verschillende verdachten woninginbraak en overval aangehouden en zijn verschillende vermiste personen (kinderen, demente ouderen) snel opgespoord. Doorontwikkeling programmambegroting In 2012 is de doelenboom van het programma veiligheid in het kader van de doorontwikkeling van de programmabegroting vernieuwd. Niet alleen de speerpunten van beleid zijn in de nieuwe doelenboom opgenomen, ook het overige reguliere veiligheidsbeleid is meegenomen in de vorm van effect- en prestatieindicatoren.
Effecten en prestaties Doel 2.1 Terugdringen geweld Beleidsterrein: Integraal veiligheidsbeleid Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e2.1a
Totaal aantal geweldsincidenten
2.289
2.511
2.167
*
2.300
Politie Hollands Midden
e2.1b
Aantal geregistreerde incidenten huiselijk geweld
797
790
652
700
830
Politie Hollands Midden
e2.1c
Aantal wegingen huisverboden
16
19
-
24
29
Politie Hollands Midden
e2.1d
Aantal overvallen
26
37
23
17
17
Politie Hollands Midden
* Dit cijfer is niet meer beschikbaar in de cijferoverzichten van de politie en komt te vervallen vanaf de begroting 2013. Wel beschikbaar is het cijfer totaal geweld High Impact Crime namelijk 1.017. Er is een dalende trend want over 2011 werd hierop 1.133 keer geregistreerd en in 2010 1.292 keer. a) Huiselijk geweld een halt toeroepen In 2012 is een geheel nieuwe groep Hulpofficieren van justitie (Hovj's) bij de politie regio Den Haag benoemd. Hierdoor zijn in 2012 vooral in Zuid-Holland Noord minder huisverboden opgelegd en liep ook het aantal wegingen van huisverboden terug (2011: 79 huisverboden en 102 wegingen en 2012: 61 huisverboden en 86 wegingen). De verwachting is dat de nieuwe Hovj’s inmiddels geheel ingewerkt zijn. Staatssecretaris Veldhuizen van Zanten heeft in december 2011 laten weten dat gemeenten elke vier jaar een regiovisie geweld in huiselijke kring moeten ontwikkelen. In 2012 is deze regio gestart met de ontwikkeling van een regiovisie. Dit traject loopt parallel aan het project onder leiding van de VNG om te komen tot een format voor een regiovisie. b) Minder overvallen De aanpak van High Impact Crimes, te weten overvallen, straatroof, woninginbraken en geweld heeft hoge prioriteit. Het aantal overvallen is landelijk met 13% gedaald in 2012. In Leiden is het aantal overvallen nog sterker gedaald (26%). Daarnaast is er ook een hoog oplossingspercentage. De aanpak van overvallen is een speerpunt in het integraal veiligheidsbeleid en vindt plaats via een intensieve geïntegreerde aanpak, waarbij tal van partners van gemeente, politie én bedrijfsleven zijn betrokken. Deze intensieve aanpak heeft gezien de sterke daling van overvallen in 2012 zijn vruchten afgeworpen. Deze aanpak wordt voortgezet want elke overval is er één teveel.
42 | Jaarverslag
Doel 2.2 Vermogenscriminaliteit - minder woninginbraken Beleidsterrein: Integraal veiligheidsbeleid Effectindicatoren Nr.
e2.2a
Omschrijving
Woninginbraakrisicocijfer (aantal aangiften woninginbraak per 1.000 woningen)
Realisatie 2009
2010
2011
2012
9,6
9,1
12,0
10,5
Streefwaarde 2012
Bron
9,5
Politie Hollands Midden
Streefwaarde 2012
Bron
200
Team Stadsleven
Prestatie-indicatoren Nr.
p2.2a
Omschrijving
Aantal woningen jaarlijks voorzien van het Politiekeurmerk Veilig Wonen
Realisatie 2009
2010
2011
2012
584
455
196
401
In 2012 is het woninginbraakrisicocijfer gedaald van 12,0 naar 10,5, de streefwaarde is echter niet gehaald. Woninginbraak valt onder de zogenaamde High Impact Crimes. Ook in 2013 heeft de aanpak van woninginbraken extra prioriteit. Op het gebied van woninginbraakpreventie hebben in 2012 de volgende activiteiten plaatsgevonden: Verspreiding informatie na inbraak in kader wijkveiligheidsaanpak 'Leiden buitengewoon Veilig' Bij meerdere inbraken in één wijk of buurt zijn de bewoners geinformeerd door zogenaamde besmettingsbrieven, flyers en posters met tips. De adviezen betreffen te nemen maatregelen volgens het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) op het gebied van een veilige woning, maar ook op het gebied van een veilige omgeving. Concreet gaat het bij dat laatste bijvoorbeeld om aanpassingen in brandpoorten (hekwerken, verlichting), terugsnoeien van te hoog groen en het maken van burenafspraken (sociale ogen) De adviezen met betrekking tot te nemen maatregelen zijn schriftelijk, dan wel mondeling medegedeeld aan de betrokkenen Verenigingen Van Eigenaren (VVE’s), studenten, verhuurders, bewoners etc. Burgernet Bij woninginbraken zonder duidelijk signalement zijn mails verstuurd aan Burgernetdeelnemers die binnen een straal van 100 meter wonen. Op deze manier worden mensen niet acuut opgeroepen in actie te komen, maar worden ze wel gewaarschuwd en opgeroepen om verdachte situaties aan de politie door te geven. Aanpak stelselmatige daders Stelselmatige daders zijn in het Veiligheidshuis door middel van samenwerking tussen diverse straf-, zorg- en welzijnsorganisaties aangepakt. Studentenvoorlichting Er is goed samengewerkt tussen politie, woningbouwcorporaties en en het project Leiden Buitengewoon Veilig tijdens de voorlichtingscampagne van de EL-CID betreffende woninginbraken. Buurtpreventie In Leiden Zuid (Burgemeesters- en Professorenwijk) hebben bewoners uit eigen initiatief, in samenwerking met de wijkagent en de projectleider van Leiden Buitengewoon Veilig, buurtpreventie opgezet.
Doel 2.3 Verminderen overlast Beleidsterrein: Integraal veiligheidsbeleid Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e2.3a
% inwoners dat aangeeft dat overlast door groepen jongeren in de buurt vaak voorkomt
15%
14%
15%
8%*
14%
Veiligheidsmonitor
e2.3b
% inwoners dat aangeeft dat overlast door zwervers/ daklozen in de buurt vaak voorkomt
5%
5%
6%
**
4%
Veiligheidsmonitor
Jaarverslag | 43
Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e2.3c
% inwoners dat aangeeft dat drugsoverlast in de buurt vaak voorkomt
6%
5%
6%
3%*
4%
Veiligheidsmonitor
e2.3d
% inwoners van Leiden-Midden dat aangeeft dat horecaoverlast in de buurt vaak voorkomt
13%
14%
10%
8%*
13%
Veiligheidsmonitor
e2.3e
Aantal incidenten uitgaansgeweld centrum Leiden
203
217
195
132
201
Politie Hollands Midden
* Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 starten we in 2012 met een nieuwe reeks en is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet meer mogelijk. ** Deze vraag komt in de herziene vragenlijst niet meer voor.
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p2.3a
Aanbod nazorg/ resocialisatietrajecten jeugdige veelplegers op veelplegerslijst
30%
30%
57%
100%*
50%
Politie Hollands Midden
p2.3b
Aanbod nazorg/ resocialisatietrajecten exgedetineerden
-
-
60%
72%
50%
Politie Hollands Midden
* In 2012 zijn op de gemeente Leiden 44 ‘Doorstomers’ gemeld (jongeren met minimaal 2 processen verbaal). Daarvan zijn er 15 (= 34%) gekwalificeerd als ‘Topper’, ook wel jeugdige veelpleger genoemd. Voor die 15 Leidse jongeren zijn plannen van aanpak gemaakt en uitgevoerd. (=100%) Als gevolg van de doorontwikkeling van de programmabegroting in 2012 zal voortaan op een aangepaste wijze worden gerapporteerd over de activiteiten van het Veiligheidshuis. a) Jeugdoverlast beperken Groepsaanpak In 2012 is de groepsaanpak door de gemeente en de partners uit het Veiligheidshuis verder ontwikkeld. De basis van de groepsaanpak is de zogenaamde shortlist-methodiek van Beke. Inmiddels levert de politie vier keer per jaar een actueel beeld van het aantal groepen. Vanaf het in kaart brengen van jeugdgroepen volgen deze methode (sinds 2009) is er een sterke teruggang in het aantal jeugdgroepen in Leiden. Waren er nog acttien jeugdgroepen in 2009, waarvan één criminele groep, in 2010 was het aantal gedaald naar 12 groepen en in 2011 daalden het aantal verder naar acht groepen. Deze laatste twee jaar waren er geen criminele jeugdgroepen meer in Leiden. In 2012 is het aantal jeugdgroepen zelfs nog verder gedaald naar slechts één (niet criminele) groep. Leden van de groepen worden onder regie van de gemeente in het Veiligheidshuis in kaart gebracht en waar nodig wordt een hulptraject opgestart. In 2012 hebben voor het eerst zogenaamde oudergesprekken plaatsgevonden. De politie en de gemeente zijn met een aantal jongeren en hun ouders in gesprek gegaan over het zorgelijke gedrag van de jeugdige. Dit blijkt voor een aantal jongeren een geschikte aanpak. Bovendien worden ouders in kennis gesteld over het gedrag van hun kind, zodat zij ook binnenshuis regels kunnen opstellen. Daarnaast zijn openingstijden van jongerencentra aangepast en burgemeestersbrieven door een agent uitgereikt als reprimande aan jongeren die bepaalde regels hebben overtreden. Ten slotte is gewerkt met een samenscholingsverbod en een tijdelijke geslotenverklaring. Onderzocht is of de indicator 'aantal interventies Beke aanpak' een zinvolle indicator is. Niet voor elke groep wordt ook daadwerkelijk een plan van aanpak geschreven. De samenwerking is heel intensief en concreet op basis van werkafspraken en niet op basis van tijdrovende sessies gericht op het maken van plannen van aanpak. Er is zo regelmatig overleg dat onderling controle plaatsvindt op de afspraken en nieuwe acties snel en accuraat bepaald kunnen worden. De interventies zijn zeer divers in omvang en gevolg, en het adminstratief bijhouden van het aantal interventies wordt niet als zinvol gezien. JVO Het Jeugd Veiligheidsoverleg (JVO) heeft plaatsgevonden zoals in de programmabegroting 2012 beschreven. Voor alle jeugdige verplegers is een inventarisatie en analyse gemaakt over het eventuele risico op recidive. Als hieruit blijkt dat een jongere behoefte heeft aan een resocialisatietraject, is dit uitgezet. Dit kan ook in een vrijwillig kader. Samenwerking is hierbij het sleutelwoord, zowel tussen partners uit de zorgketen als de strafketen. Een aparte subgroep is de groep van de zogenaamde ‘toppers‘. Deze jongeren krijgen te allen tijde een resocialisatietraject. In 2012 heeft geen suboverleg plaatsgevonden voor risicojongeren onder de 18 jaar. Overleg heeft enkel op incidentele basis plaatsgevonden wanneer een partner een concrete casus had. In 2013
44 | Jaarverslag
wordt gezocht naar een juiste indicatie om risicojongeren onder de 18 jaar, die nog niet in aanraking gekomen zijn met het strafrecht, in beeld te brengen en te bespreken. b) Minder overlast door zwervers en daklozen Opvang (verslaafde) dak- en thuislozen Nu het einde van de looptijd van het Regionaal Kompas in zicht komt (2014) is in 2012 versterkt ingezet op het behalen van de doelstellingen. De PGA (persoonsgerichte aanpak) als onderdeel van het reguliere werkproces en mogelijke verbetering van de ketensamenwerking stond hierbij centraal. Er is onder andere gestart met een project ter intensivering van de ketensamenwerking met als doel om samen met de daklozen een passend traject te starten en hen op weg te helpen bij terugkeer naar de samenleving. De werkprocessen van de verschillende partners worden hiervoor nog beter op elkaar afgestemd. De overlast op de aanlooproute Papegaaisbolwerk naar de dag- en nacht opvang in Nieuwe Energie is in 2012 verder teruggedrongen. De groep overlastplegers op deze locatie wordt kleiner. Door de aanwezigheid van camera's grijpt de politie sneller in bij incidenten. Afspraken rond beheer en schoonmaken van de locatie zijn aangescherpt en worden goed uitgevoerd. Toch blijft een kleine groep overlast veroorzaken op deze aanlooproute. Dit zijn over het algemeen drugsverslaafde daklozen. Begin 2012 is in de raad het besluit genomen over de komst van een harddrugsgebruikersruimte binnen Nieuwe Energie. Het eerste kwartaal van 2013 wordt deze in gebruik genomen. Met de komst van deze ruimte volgen ook nog strictere handhavingskaders op het Papegaaisbolwerk, die worden voorbereid in de Beheergroep Veilige Openbare Ruimte (BVOR) en voorafgaand aan de opening van de gebruikersruimte vastgesteld in de veiligheidsdriehoek. Nazorg ex-gedetineerden In 2012 zijn in in het Veiligheidshuis 267 mensen aangemeld voor het nazorg overleg ex-gedetineerden daarvan zijn er 75 niet besproken, omdat ze te kort gedetineerd zaten (minder dan vier weken). Voor alle overige is een plan van aanpak gemaakt (= 72%). Daarvan zijn er 94 afgesloten in 2012, 98 trajecten lopen nog. Van de 94 afgesloten trajecten is ongeveer 55% positief afgesloten (geen knelpunten op leefgebieden meer, stabiel in de zorg e.d.) 41% neutraal (verhuisd en/of overgedragen) en 4% negatief (gestopt, buiten beeld geraakt). c) Horecaoverlast terugdringen Eind 2012 is een project opgestart om de processen rond overlastklachten horeca te optimaliseren en sluitende afspraken te maken tussen alle betrokken partijen. Alcoholverslavingspreventie De gemeente Leiden heeft met de gemeenten in de regio beleid opgesteld om gezamenlijk te werken aan een integraler en daarmee beter beleid dat leidt tot het verminderen van gezondheidsschade door (overmatig) alcoholgebruik bij jongeren. Omdat alcoholmatiging niet een specifiek Leidse aangelegenheid is en bijvoorbeeld veel jongeren uit andere gemeenten in Leiden uitgaan (en andersom) is het van belang ook met de andere regiogemeenten overeenstemming te hebben over het te voeren beleid. De overeenstemming is verwoord in de Regionale Beleidsvisie Verslavingspreventie Zuid-Holland Noord, die de gemeenteraad in 2012 heeft vastgesteld. Daarnaast is het ook van belang binnen Leiden actief, lokaal, alcoholmatigingsbeleid te voeren. Hier is in 2012 al aan gewerkt en in 2013 zal hier verder uitvoering aan gegeven worden. De beleidsvisie wordt hiervoor als kader gebruikt. De pijlers in het beleid zijn: ■ ■ ■ ■
voorlichting, bewustwording en educatie (bijvoorbeeld voorlichting op scholen aan leerlingen en hun ouders) inrichting van de omgeving (bijvoorbeeld verkrijgbaarheid van alcohol) regelgeving & handhaving (bijvoorbeeld invoering gewijzigde Drank- en Horecawet) signalering, advies en ondersteuning (bijvoorbeeld het op tijd herkennen van een alcoholverslaving door een hulpverlener)
Coffeeshops Naar aanleiding van de door de minister van Veiligheid en Justitie eind 2011 voorgestelde invoering van een in strafrechtelijke context aangescherpt landelijk coffeeshopbeleid, heeft de burgemeester in 2012 de zienswijze van de gemeenteraad ingewonnen. De raad kon haar wensen en bedenkingen uiten ten aanzien van: ■ het voornemen van de burgemeester om het ingezetenencriterium (I-criterium) niet op te nemen in het Sanctiebesluit Coffeeshops 2009.
Jaarverslag | 45
■ het voornemen van de burgemeester om een voorstel te doen het afstandscriterium te schrappen uit art. 19 van de Drank- en Horecaverordening 2009. ■ het voornemen van de burgemeester een voorstel te doen om de openings- en sluitingstijden van coffeeshops te wijzigen. Dit betekent een wijziging van de APV. De gemeenteraad heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om wensen en bedenkingen te uiten op deze voornemens van de burgemeester. Wijziging Drank- en Horecawet In 2012 hebben de gemeentelijke voorbereidingen plaatsgevonden voor de gewijzigde landelijke Drank- en Horeca-wetgeving (DHW) die vanaf 1 januari 2013 van kracht is. Het vergunningstelsel is aangepast zodat er minder vaak een nieuwe drank- en horecavergunning aangevraagd hoeft te worden. Dit zorgt voor minder administratieve lasten. Verder zijn beleidsregels opgesteld over verantwoorde alcoholverstrekking en de dagen en tijdstippen waarop paracommerciële instellingen alcohol mogen schenken. De bedoeling hiervan is het alcoholgebruik bij paracommerciële instellingen te reguleren en oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
Doel 2.4 Veilige evenementen Beleidsterrein: Integraal veiligheidsbeleid In 2012 zijn verschillende stappen gezet om de veiligheid bij evenementen te verhogen. Zo is voor elk evenement een analyse uitgevoerd aan de hand van het risico-analysemodel. In 2012 is er ook gestart met het opstellen van veiligheidsplannen voor risicovolle B en voor alle C-evenementen. Behalve voor Koninginnedag is dat voor alle evenementen in deze categorieën gebeurd. Alle grote evenementen zijn achteraf geëvalueerd samen met alle betrokkenen (gemeente, organisator en hulpdiensten). In deze overleggen zijn verbeterpunten opgesteld voor het komend jaar. In 2012 is het nieuwe evenementenbeleid opgesteld. Hierin is opgenomen dat er beleidsregels komen voor meerdaagse evenementen. Leiden heeft een intentieverklaring ondertekend om aan te geven dat ze graag De Landelijke Voorziening Evenementenvergunning wil invoeren. Het Rijk heeft de proef uitgevoerd en draagt het product over aan de markt. Er is echter nog geen marktpartij die het product levert aan gemeenten. Om toch te zorgen dat organisatoren niet jaarlijks een hele nieuwe aanvraag in hoeven te leveren werden de organisatoren gevraagd op de oude aanvraag alleen aan te geven wat de veranderingen zijn. De Wet politiekosten evenementen is niet ingevoerd in 2012. De regionale evenementenkalender is wel gerealiseerd en de gemeente heeft geparticipeerd in de overleggen hierover. Effectindicator Er is in 2011 een nulmeting gehouden over 'overlast van inwoners van Leiden door evenementen'. Het bleek dat 3% van de inwoners overlast ervaart van evenementen. Prestatie-indicatoren ■ Aantal analyses aan de hand van het risico-analysemodel: 100% ■ Aantal veiligheidsplannen: voor alle risicovolle B en alle C-evenementen, behalve voor Koninginnedag ■ Percentage positieve evaluaties: 100%
Doel 2.5 Aanpak georganiseerde misdaad Beleidsterrein: Integraal veiligheidsbeleid RIEC (Regionaal Informatie en Experise Centrum) - o.a. vastgoedfraude De doelstelling minder georganiseerde misdaad is niet goed te meten omdat er enerzijds onvoldoende bekend is over de aard en mate van georganiseerde misdaad en anderzijds dat wat er wel bekend is lang niet altijd geschikt is om openbaar te maken. Bovendien kunnen resultaten niet altijd naar een specifieke overheidpartner worden toegeschreven omdat de samenwerking tot resultaat heeft geleid. Het gaat er ook om dat de overheid criminelen niet faciliteert door bijvoorbeeld een vergunning te weigeren of een vergunning in te trekken. Wel kunnen we aangeven dat de gemeente actief vorm heeft gegeven aan het lokaal casus overleg waarin de gemeente intensief overleg voert met andere overheidspartners zoals politie, belastingdienst en openbaar ministerie. Onder het RIEC-convenant kon hierdoor rechtmatig informatie worden uitgewisseld in ruim tien casussen. Dit heeft onder andere geleid tot gezamenlijke aanpak van een vastgoedfraude, en een geval van aanzienlijk belastingontduiking door een vastgoedhandelaar. In het kader van invloeden van criminelen in de horecabranche zijn er een tweetal cafés aan een integrale controle onderworpen, waarna de Belastingdienst de ondernemers verder nauwlettend zal volgen. Ook is er in het kader van het niet faciliteren van criminele motorclubs door de overheid informatie tussen partners gedeeld. In het kader van de bestuurlijke aanpak zijn er na ontvangst van negen bestuurlijke rapportages van de politie over onvergunde prostitutie en in één geval van gedwongen prostitutie bestuurlijke maatregelen genomen. Die maatregelen varieerden van waarschuwingen,
46 | Jaarverslag
een preventieve last onder dwangsom en een sluiting van een pand. Verder heeft er een quickscan coffeeshops plaatsgevonden om na te gaan of er aanleiding was om een fromeel BIBOB traject te starten. Illegale hennepteelt In januari 2012 is het beleid van het Openbaar Ministerie gewijzigd. Het ontruimen van hennepkwekerijen wordt landelijk eenduidig geregeld onder verantwoordelijkheid van het OM. Bestuurlijke ontruiming is daarmee geen wenselijke optie meer in het geval van een aangetroffen hennepkwekerij. In totaal zijn in Leiden in 2012 24 hennepplantages ontruimd.
Doel 2.6 Optimale rampenvoorbereiding Beleidsterrein: Rampenbestrijding en crisisbeheersing Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p2.6a
Goede planvorming (actueel houden etc.): aantal plannen
15
15
16
11
(13) 10
Rampenbestrijding
p2.6b
Borging bereikbaarheid / snelle opkomst van functionarissen: aantal functionarissen
12
12
12
9
9
Rampenbestrijding
p2.6c
% van de relevante functionarissen dat getraind/ opgeleid is
84%
91%
88%
91%
90%
Rampenbestrijding
p2.6d
% van de relevante functionarissen dat geoefend heeft
21%
43%
72%
76%
90%
Rampenbestrijding
Het doel van optimale rampenbestrijding en crisisbeheersing is om zo effectief en efficiënt mogelijk op te kunnen treden tijdens rampen en crisis. Planvorming Feitelijk beschouwd is de streefwaarde 13 gerealiseerd maar in een andere vorm. Door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en crisisbeheersing kunnen plannen worden aangepast. Het rampbestrijdingsplan Bio Science Park is geactualiseerd en omgevormd van een plan van circa 100 pagina’s naar één operationele informatiekaart. Het gemeentelijke Rampenplan (met tien procesdeelplannen) is als gevolg van de nieuwe wet op de Veiligheidsregio, vervangen door het Regionaal Crisisplan. Doordat het Regionaal Crisisplan een aantal processen samenvoegt komt het totaal uit op vijf deelprocesplannen. Het generiek calamiteitenplan evenementen, dat is opgesteld voor betere borging van een uniforme aanpak en advisering van risicovolle evenementen, is vastgesteld. De vier calamiteitenplannen waarin de aanvullende maatregelen staan beschreven voor de risicovolle C-evenementen van 2012, nl. Koninginnedag, Lakenfeesten, Werfpop en Leids Ontzet, zijn geactualiseerd en vastgesteld. Samenwerking met buurgemeenten Leiden werkt steeds meer samen met de buurgemeenten als het gaat om rampenbestrijding en crisisbeheersing. Alle werkprocessen worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd, zodat tijdens een ramp of crisis de gemeenten elkaar kunnen helpen. Opleiden en oefenen Ook in 2012 is er veel geïnvesteerd in opleiden en oefenen van de crisisorganisatie. Deze investering heeft voor oefenen nog niet geleid tot de gewenste 90% dit kwam o.a. door de wijzigingen in de hoofdstructuur.
Jaarverslag | 47
Doel 2.7 Veiligheidsregio Hollands Midden - Veiliger gebruik van gebouwen Beleidsterrein: Rampenbestrijding en crisisbeheersing Effectindicatoren* Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e2.7a
% inspecties op brandveiligheid waarbij hercontrole nodig is
28%
26%
-
40%
25%
Brandweer/ Preventie
e2.7b
% inspecties op brandveiligheid waarbij handhaving nodig is
3,1%
1,9%
-
6%
4,0%
Brandweer/ Preventie
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
p2.7a
Percentage opkomsttijden van de brandweer binnen de grens zoals in de zorgnorm is vastgelegd
97%
97%
-
76%*
95%
Brandweer/ Preventie
p2.7b
Aantal uitgevoerde inspecties op brandveiligheid
575
672
-
736
700
Brandweer/ Preventie
p2.7c
Percentage toetsingen bouwplannen op brandveiligheid
100%
100%
-
100%
100%
Brandweer/ Preventie
p2.7d
Aantal verleende ontheffingen voor transport gevaarlijke stoffen
10
9
-
6
6
Brandweer/ Preventie
* De verklaring voor het lagere opkomstpercentage is gelegen in het in gebruik nemen van een andere applicatie voor de meting van dit percentage. Op grond van de nieuwe wet Veiligheidsregio’s dient de veiligheidsregio eens per vier jaar een beleidsplan vast te stellen. Dit beleidsplan moet mede gebaseerd zijn op het regionaal risicoprofiel. Dit beleidsplan en risicoprofiel zijn in 2012 door de Veiligheidsregio Hollands Midden vastgesteld. De focus van het beleidsplan ligt op het versterken van de generieke crisisorganisatie. De reactiekracht op alle soorten incidenten wordt verbeterd. Om dit te bereiken zijn de volgende vier prioriteiten vastgesteld: 1. versterking gemeentekolom 2. samenwerking met partners 3. informatiemanagement 4. crisiscommunicatie Het regionaal risicoprofiel is een belangrijke input voor het beleidsplan, bij de uitwerking van de bovengenoemde prioriteiten wordt zoveel mogelijk een relatie gelegd met die risico’s. Voor meer informatie over de verbonden partij Veiligheidsregio Hollands-Midden verwijzen we u naar de paragraaf Verbonden partijen.
Kaderstellende beleidsstukken 2011 ■ Beleidsregels 3 oktoberviering (BW 11.0221) ■ Handhavingsnota gemeente Leiden 2012-2015 (RV 11.0079) ■ Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 (RV 11.0081) 2012 ■ Nota en beleidsregels Paracommercie in Leiden (BW 11.0392) ■ Beleidsregels paracommerciële instellingen 2013 en Sanctiebesluit paracommerciële instellingen 2013 (BW 12.1117)
48 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING
9.771
-357
9.414
9.868
454
INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
1.552
-279
1.273
1.824
551
11.323
-636
10.687
11.691
1.004
Totaal
VEILIGHEID bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
12.110
12.109
171
12.280
11.323
957
Baten
-1.362
-535
-54
-589
-636
47
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
10.749
11.574
117
11.691
10.687
1.004
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-37
0
-167
-167
-167
0
MUTATIES RESERVES
-37
0
-167
-167
-167
0
10.712
11.574
-50
11.524
10.520
1.004
Saldo
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Rampenbestrijding en crisisbeheersing; Regionale brandweer en Gemeentelijke brandweer: Door de invoering van de Wet veiligheidsregio’s is het BTW regime gewijzigd. Compensatie van BTW is nu alleen nog op het programma Brandweer van toepassing. Niet Brandweertaken worden niet meer gecompenseerd. De VRHM ontvangt vanaf 1 oktober 2010 een compensatie voor het verlies van de compensabele BTW. Effecten van het verlies van compensabele BTW in de andere programma’s is in de begroting 2012 al in de inwonersbijdragen verdisconteerd. De compensatie 2010 is reeds verrekend in de jaarrekening 2011. Resteert een afwikkeling voor het dienstjaar 2011. Op basis van de circulaire van het ministerie van Veiligheid en Justitie is de compensatie € 687.822. Deze is in 2012 naar rato van het aantal inwoners uitgekeerd aan deelnemende gemeenten aan de VRHM. Voor de gemeente Leiden heeft dit geresulteerd in een eenmalige bijdrage van € 106.000. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden en resulteert derhalve in een incidenteel voordeel in de jaarrekening 2012. In de bijdrage van de gemeente Leiden aan de Veiligheidsregio Holland Midden is rekening gehouden met een post voor kosten FLO overgangsrecht van € 716.914,-. De totale kosten over 2012 zijn € 525.657,-. Het verschil van € 191.257 wordt verrekend met de gemeente Leiden. Deze teruggave resulteert in een incidenteel voordeel in de jaarrekening 2012. In 2012 is betaald aan voormalig personeel € 300.000 in het kader van de FLO-regeling en levensloopregelingen. Voor de levensloopregelingen ontvangen wij van Loyalis leven een bijdrage van € 142.000. Deze bijdrage is niet begroot en resulteert in een incidenteel voordeel van € 142.000. Jaarlijks kan dit voordeel sterk verschillen. Dit vanwege de vrijheid in het keuzemoment van medewerkers om een beroep te doen op deze regeling. De besparingen op de FLO voor de jaren 2013 en verder zijn reeds verwerkt in de perspectiefnota 2013 - 2016. Hierboven is een verklaring gegeven voor in totaal voordelig verschil van € 439.000. Het resterende verschil van € 15.000 wordt verklaard door een aantal kleine oorzaken die hier niet worden benoemd.
Integraal veiligheidsbeleid Het verschil op Integraal Veiligheidsbeleid is in hoofdlijnen ontstaan doordat in de bedrijfsvoering voordelen zijn ontstaan van incidentele aard m.b.t. personeelsformatie ad € 192.000 en een niet begrote bijdrage ad € 100.000 aan rijksbijdrage voor het Veiligheidshuis en vergoeding inzet personeel € 31.000. De andere onderdelen van Integraal Veiligheidsbeleid die resulteren in een voordeel zijn: ■ streetcoaches (incidenteel voordeel € 20.000);
Jaarverslag | 49
■ ■ ■ ■ ■
crowdmanagement ( incidenteel voordeel € 40.000); wijkveiligheid (incidenteel voordeel € 33.000); Veiligheidshuis algemeen ( incidenteel voordeel € 67.000); nazorg volwassen (ex-)gedetineerden (incidenteel voordeel € 47.000); stadsparkwacht (incidenteel voordeel € 17.000).
De besparingen op een deel van deze budgetten zijn reeds verwerkt vanaf 2013 bij de perspectiefnota 2013 2016 onder de titel "combinatie van maatregelen besparingen veiligheid". De rijksmiddelen ten behoeve van de aanpak volwassen (ex-)gedetineerden zijn regionale middelen die verspreid worden over meerdere jaren, maar toegekend zijn in 2011/2012. Deze budgetten worden geraamd aan de hand van een inschatting op basis van voorgaande jaren/ervaring. De werkelijke inzet van beschikbare middelen kan hiervan per jaar afwijken. Op voorhand is niet tot op detail in te schatten hoeveel inzet van (begeleidings-) trajecten nodig is of hoeveel middelen er gereserveerd dienen te worden ten behoeve van extra inzet bij evenementen. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 Binnen dit programma zijn geen investeringskredieten ouder dan drie jaar.
50 | Jaarverslag
Jaarverslag | 51
3
Economie en toerisme
52 | Jaarverslag
Economie en toerisme Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
3 Werk en financiën Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Economie en toerisme luidt: "De gemeente Leiden staat voor een vitale en duurzame economische structuur in samenwerking met haar stadspartners en de regio."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
■ ■ ■ ■ ■ ■
Uitvoeren van een regionale bedrijventerreinenstrategie Actualiseren Strategisch Kader Bedrijventerreinen Opstellen duurzaam regionaal kantorenbeleid Opstellen en uitvoeren van uitvoeringsplan revitalisering Participeren in het samenwerkingsverband Oude Rijnzone Deelnemen aan onderzoek wijkeconomie
3.1 Betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag door bedrijven en instellingen
Ruimte voor bedrijvigheid
■
■ ■ ■ ■ ■
Bijdragen aan uitvoering acties uit document Leiden Bio Science Park 2025 Financieren Stichting Leiden Bio Science Park Regionaal en internationaal samenwerken Subsidieren van en samenwerken met West Holland Foreign Investment Agency Verwerven van externe subsidies ten behoeve van Leiden als kennisstad Faciliteren en stimuleren activiteiten Stichting Leiden Communicatiestad Evalueren deelname Stichting Leiden Communicatiestad Versterken van de aansluiting van onderwijs op arbeidsmarkt Stimulering van innovatieve en creatieve initiatieven
3.2 Groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen
Nieuwe economie
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Subsidieren en participeren Leiden Marketing Faciliteren initiatieven vergroten aantal hotelkamers Stimulering watertoerisme en regionale samenwerking Bewegwijzering voor bezoekers optimaliseren In stand houden van warenmarkten Cofinancieren en stimuleren van het Centrummanagement Leiden Uitvoeren acties uit beleidskader Winkelvoorzieningen Binnenstad Uitwerken programma onderdeel horeca uit 'Verder met de Binnenstad'
3.3 Meer zakelijk en recratief bezoek aan Leiden
Bezoekerseconomie
■ ■ ■
Ontwikkelingen in 2012 Kantoren De economie in Nederland stagneert. Dalend consumentenvertrouwen leidt tot minder consumptieve uitgaven en investeringen. Een ontwikkeling die vanzelfsprekend ook het Leidse bedrijfsleven raakt. Maar naast de conjuncturele dip zijn er ook structuurveranderingen in de economie. Door de opkomst van internet, stijgt het aandeel van internetverkopen in de detailhandel, met effecten op het winkelbestand van Leiden. De mogelijkheid van flex- en thuiswerken leidt tot andere vraag naar kantoorruimte, die zich ook nog eens op
Jaarverslag | 53
andere plaatsen manifesteert. Dit vraagt om nieuwe, meer duurzame gebouwen. Dit leidt tot een oplopende leegstand van kantoorruimte. Hadden we tot 2008 alleen maar een frictieleegstand van maximaal 5 à 6% in kantoorgebouwen, inmiddels is dat percentage flink opgelopen. Dit is aanleiding geweest om een 'kantorenloods' aan te stellen die tot taak heeft om grootschalige structurele leegstand van kantoren aan te pakken. De cijfers tussen 2010 en 2013 laten het volgende beeld voor Leiden zien. (Bron Kantorenmonitor Holland Rijnland) Datum
Voorraad m2
Leegstand m2
Leegstand %
1-1-2010
582.600
88.555
15,2%
1-1-2011
587.900
85.833
14,6%
1-1-2012
609.500
87.159
14,3%
1-1-2013
633.900*
91.916*
14,5%*
* voorlopige cijfers
In een ander onderzoek, dat van DTZ Zadelhof, komt Leiden op 1 januari 2013 uit op een leegstandspercentage van 13%, bij een landelijk gemiddelde van 15%. Leiden neemt in dit onderzoek de 40e plaats in op een lijst van 54 gemeenten. Naar verwachting zal met name op het Kanaalpark de leegstand in de nabije toekomst toenemen. Maar er worden inmiddels ook plannen gemaakt voor transformatie en of hernieuwd kantoorgebruik op basis van de visie die voor dit gebied is vastgesteld, Starters Startende ondernemingen worden – terecht – beschouwd als een vitaal element in de vernieuwing van de economie. Starten is één, blijven bestaan in een economie in crisis is twee. Toch wordt er beperkt gebruik gemaakt van de startersfaciliteiten die de gemeente in samenwerking met de Kamer van de Koophandel en de Stichting Werk en Onderneming aanbiedt. Uit verschillende waarnemingen valt op te maken dat de eigen organisatiekracht groter is. Dit kan gevolgen hebben voor de manier waarop de gemeente het startersbeleid moet vormgeven. Programma Kennisstad In 2012 is gestart met het opstellen van een bredere versie van het programma kennisstad. In het 'Programma Kennisstad, de Eerste Ronde' geeft de gemeente Leiden aan de partners aan dat er met hen gewerkt gaat worden aan zes pijlers: ■ ■ ■ ■ ■ ■
Kennisvalorisatie, ondernemersklimaat en acquisitie; Aantrekkelijke studentenhuisvesting en woonmilieus; Kennis en cultuur; Zorg- en gezondheidsinnovatie/ sociale innovatie; Internationale branding en marketing; Voortreffelijk onderwijs en aansluiting op de arbeidsmarkt.
Om bij pijler 1 tot een onderbouwde keuze te komen in welke kennissectoren Leiden nog meer zou kunnen excelleren is door Universiteit en gemeente een onderzoeksopdracht opdracht gegeven aan bureau Blaauwberg. Een aantal partners is al aan de slag gegaan om gezamenlijk een bijdrage aan het programma Kennisstad te leveren. Getrokken door Holland Rijnland en gesteund door de gemeente Leiden is op de terreinen Space en BioBased Economy de vorming van economische kennisclusters gestart. Ook is op initiatief van de gemeente Leiden de vorming van een proeftuin voor zorginnovatie gestart. Economische Agenda Om de stedelijke (071) agglomoratie goed te betrekken bij de economische agenda van de toekomst is vanaf oktober 2012 een aftrap gegeven aan een verdere intensivering van de samenwerking met de gemeente Voorschoten, Leiderdorp, Oegsgeest en Zoeterwoude. Doel; het maken van een economische agenda voor de toekomst en het structureren van de zogenaamde 'triple helix' samenwerking.
54 | Jaarverslag
Ruimte voor bedrijvigheid Ondernemersfonds Leiden De Stichting Ondernemersfonds Leiden is in 2005 in het leven geroepen. Doel van de oprichting was en is stimuleren van actieve ondernemersverenigingen op bedrijfslocaties, het bevorderen van parkmanagement en het tegengaan van free riders op de bedrijventerreinen en in de winkelcentra bij het organiseren van collectieve ondernemersactiviteiten. De Adviesraad van het Fonds bestaat uit twaalf ondernemersverenigingen op bedrijventerreinen en kantoorlocaties en uit negen ondernemersverenigingen in winkelcentra (waaronder het Centrummanagement). Een groot deel van deze verenigingen is actief en besteedt het beschikbare budget aan coöperatieve acties, zoals aanleg van een glasvezelnetwerk, parkmanagement, shuttlebus, marketingactiviteiten, lezingen, raamovereenkomsten voor onderhoud, feestverlichting, beveiliging (keurmerk veilig ondernemen), braderieën, maar ook beleidsinbreng bij gemeentelijke projecten en organisatie van netwerkbijeenkomsten. Belangrijke ontwikkelingen in 2012: ■ het Ondernemersfonds Leiden is een voortrekker en organiseerde een symposium voor Ondernemersfondsen in Nederland; ■ de verdeling van trekkingsrechten is aangepast; ■ Collectief parkmanagement wordt op steeds meer bedrijventerreinen ingevoerd; ■ er is een voorstel ontwikkeld om het Ondernemersfonds extra te voeden met de opbrengst van de toeristenbelasting.
Effecten en prestaties Doel 3.1 Betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag voor bedrijven en instellingen Beleidsterrein: Ruimte voor bedrijvigheid Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e3.1a
Aantal arbeidsplaatsen in Leiden per 31 dec
58.460
59.037
59.985
*
61.000
Bedrijvenregister Zuid-Holland
e3.1b
Aantal bedrijfsvestigingen in Leiden per 31 dec
4.836
5.432
5.316
*
4.760
Bedrijvenregister Zuid-Holland
* Cijfers over 2012 zullen in het derde kwartaal 2013 gereedkomen.
Uitvoeren van een regionale bedrijventerreinenstrategie Leiden heeft uitvoering gegeven aan de regionale bedrijventerreinenstrategie door de volgende acties: ■ In 2012 heeft Holland Rijnland samen met Leiden de behoefteraming voor bedrijfshuisvesting vastgesteld. Doel hiervan is om de vraag naar bedrijfsruimte en het aanbod aan bestaande en nieuwe bedrijventerreinen inzichtelijk te krijgen. Dit als opmaat naar een aanpassing van de regionale bedrijventerreinenstrategie; ■ Leiden heeft in 2012 voor de bedrijventerreinen De Waard en Lammenschansdriehoek de bestemmingplannen geactualiseerd en vastgesteld. Voor bedrijventerrein Roomburg is de bestemmingsplanprocedure in 2012 opgestart; ■ Leiden heeft samen met Holland Rijnland en een aantal regiogemeenten de pilot EVA (Experiment Vraag en Aanbod) opgesteld. In deze pilot worden vraag en aanbod van bedrijven en gemeenten met elkaar verbonden en ondernemers kunnen bij één loket terecht; ■ Voor het verbeteren van de bereikbaarheid van bedrijventerrein De Waard heeft Leiden een bedrag van € 1,3 mln. subsidie 'Uitvoering Herstructurering Bedrijventerreinen' van de provincie binnengehaald; ■ Voor de Lammenschansdriehoek, waaronder de Lammenschansweg, heeft de raad in december de ontwikkelstrategie vastgesteld (RV 12.0133); ■ De herontwikkeling van De Hallen is voorlopig stopgezet. Actualisatie strategisch kader bedrijventerreinen Zoals al in de tweede bestuursrapportage gemeld, heeft het opstellen van het strategisch kader bedrijventerreinen vertraging opgelopen. Eind november 2012 heeft het college het beleidskader ‘Van bedrijventerreinen naar werklandschappen’ vastgesteld voor inspraak. Voor de bespreking van deze
Jaarverslag | 55
inspraakversie heeft een informatieavond voor ondernemers plaatsgevonden en is er overleg geweest met regiogemeenten. Participeren in samenwerkingsverband Oude Rijnzone In 2012 heeft Leiden haar adviserende rol aan de Gemeenschappelijke Regeling Oude Rijnzone uitgeoefend. Er zijn geen verdere bijzonderheden te melden. Opstellen en uitvoeren van uitvoeringsplan revitalisering In dit kader zijn de volgende winkelcentra gerevitaliseerd: ■ de revitalisering van buurtwinkelcentrum Wagnerplein is in 2012 afgerond. Het openbare gebied rond het winkelcentrum is opgeknapt, er is een andere supermarkt gekomen en er is een zogenaamde zorgstraat met o.a. een apotheek en een fysiotherapeut gekomen; ■ voor winkelcentrum De Stevensbloem zijn de voorbereidingen voor een revitalisatie gestart. Inmiddels ligt er een principeovereenkomst voor de revitalisatie met de eigenaar van het winkelcentrum; ■ we hebben bereikt dat met de herinrichting van de Diamantlaan ook de openbare ruimte rond winkelcentrum Diamantplein heringericht wordt. In 2012 is gestart met de uitvoering van de herinrichting van Diamantlaan, het Diamantplein volgt begin 2013. Deelnemen onderzoek wijkeconomie Half december 2012 vond in Slaaghwijk de laatste van een serie van vijf bijeenkomsten in het kader van het onderzoek naar de wijkeconomie plaats. Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten van het onderzoek naar de wijkeconomie in de steden Dordrecht, Amsterdam, Zoetermeer, Utrecht en Leiden gepresenteerd. Het onderzoek heeft inmiddels geresulteerd in een rapport met conclusies over: ■ de kenmerken van ondernemers in stedelijke woonwijken en hun economische betekenis voor buurt en stad; ■ de betekenis van de buurt voor de ondernemer; ■ de locatiekenmerken die een rol spelen bij de vestigingskeuze van ondernemers in stedelijke woonwijken. Deze conclusies zijn gebaseerd op de bevindingen in de bovengenoemde vijf deelnemende steden. Opstellen duurzaam regionaal kantorenbeleid Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 31 oktober de Regionale Kantorenstrategie vastgesteld. Daarnaast heeft de raad op 26 april het beleidskader ‘Lokale aanpak leegstand kantoren 2012 – 2014, Kantorenloods Leiden’ vastgesteld (RV12.0024). In dat kader heeft Leiden een kantorenloods aangesteld die tot taak heeft om de structurele leegstand van kantoren aan te pakken. In november heeft de wethouder Financiën, Economie en Bereikbaarheid via een brief de raadscommissie Werk en Financiën geïnformeerd over de voortgang aanpak leegstaande kantoren en de kantorenloods. In deze brief worden een zevental initiatieven toegelicht en wordt ingegaan op de gebiedsgerichte benadering voor Schipholweg en Kanaalpark.
Doel 3.2 Groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen Beleidsterrein: Nieuwe economie Effectindicatoren Nr.
e3.2a
Omschrijving
Aantal startende ondernemingen in Leiden
Realisatie 2009
2010
2011
2012
786
832
1.042
979
2009
2010
2011
2012
2%
4,63%
5,5%
10%
Streefwaarde 2012
Bron
840
Kamer van Koophandel
Streefwaarde 2012
Bron
5%
Gemeente / SWO
Prestatie-indicatoren Nr.
p3.2a
Omschrijving
Percentage leegstand in bedrijfsverzamelgebouwen (excl. kennisintensieve sector)
Realisatie
Continueren samenwerking Kamer van Koophandel, Stichting Werk en Onderneming en gemeente Leiden De gemeente Leiden ondersteunt startende ondernemingen via een convenant met de Kamer van Koophandel en de Stichting Werk en Onderneming. Er zijn in totaal 25 nieuwe starterstrajecten aangeboden en er hebben 16 ondernemers van de coachingspool gebruik gemaakt. Behalve uit de statistieken van de Kamer van
56 | Jaarverslag
Koophandel is de verhuur van bedrijfshuisvesting aan startende ondernemingen door de Stichting Werk en Onderneming een goede indicatie voor het startersklimaat in Leiden. In 2011 werd in de jaarrekening voor het eerst melding gemaakt van meer leegstand. De streefwaarde leegstand is vaak 5%. Dat geeft een optimale marktwerking. Zoals bekend is door de aanhoudende crisis en de transitie van bedrijvigheid in bijna alle bedrijfsgebouwen (regulier, kantoor, winkels) de leegstand veel hoger. In 2012 had SWO nog steeds te kampen met te hoge leegstand (10%), maar de toename van de leegstand is in de loop van 2012 tot stilstand gebracht. Bedrijfsverzamelgebouw de Framboos is nu volledig verhuurd. Dat was mogelijk door de aansluiting van de SWO op initiatieven van onderop, zoals de waarmaakdag, de gangmakerij en het broodfonds. Eind 2012 is een onderzoek naar starters in Leiden en de geboden begeleiding in de steigers gezet. De gemeente Leiden leverde verder bijdragen aan: ■ de startersdag van de Kamer van Koophandel Haaglanden in november in het Provinciehuis te Den Haag; ■ de jaarlijkse regionale starterswedstrijd voor ondernemers, LEF; ■ voorheen de stichting Nieuwe Bedrijvigheid in Haaglanden/Rijnland. De aanpak ‘Open Design’ leek een goede opvolger, maar de deelname van de gemeente is na 2011 gestopt. Realisatie van de projecten 2012 in Bio Science Park Ook in 2012 is de groei van Leiden Bio Science Park voortgezet. Mijlpaal was de opening van het nieuwe gebouw van Astellas voor 700 medewerkers centraal in Leiden Bio Science Park. Gereed kwamen ook de nieuwbouw van Rivierduinen, het nieuwe bedrijfsverzamelgebouw voor starters BioPartner 2 en op het Oegstgeester deel van Leiden Bio Science Park het Hilton hotel. Er werd doorgebouwd aan het ROC gebouw bij het station en het gebouw van het Center for Human Drugs Research (CHDR). De voorbereidingen voor de nieuwbouw van de Bètafaculteit zijn in een vergevorderd stadium. De sportvelden langs de Plesmanlaan zijn door de Universiteit verplaatst waardoor ruimte vrijkomt voor bedrijfsbebouwing. Met Oegstgeest, de provincie en de universiteit is overleg gestart om het al dan niet toelaten van nieuwe bedrijven op het gehele Bio Science Park samen te regelen en vast te leggen in bestemmingsplannen. Bijdragen aan uitvoering acties uit document Leiden Bio Science Park 2025 In 2012 heeft de Leiden Bio Science Park Foundation gewerkt aan voorstellen voor extra activiteiten op het terrein van Acquisitie, startende innovatieve bedrijven en Onderwijs en Arbeidsmarkt. Financieren Stichting Leiden Bio Science Park De Leiden Bio Science Park Foundation heeft in 2012 de projecten Powerhouse, Onderwijs en Arbeidsmarkt en Expatcenter afgerond. Daarmee is ook een eind gekomen aan extra financiering van de Foundation uit projectgelden. De positie van de Foundation is wat versterkt doordat zij in 2012 de backoffice taken van de ondernemersvereniging op zich genomen heeft. Regionaal en internationaal samenwerken 2012 is een jaar van grote dynamiek op het terrein van de economie van de Zuidvleugel geworden. De provincie stelde het uitvoeringsprogramma van de economische agenda van de Zuidvleugel vast. Daarin zijn onder meer middelen voorzien voor het door het LUMC getrokken Medical Delta programma Population Imaging, voor de versterking van de organisatie van Medical Delta en voor het BioNL project van het Kenniscentrum Plantenstoffen. De gemeente Leiden draagt aan deze drie programma onderdelen bij. In 2012 startte ook een proces dat moet leiden tot een regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) voor de Zuidvleugel. De ROM zou uit een participatiefonds en een uitvoeringsorganisatie moeten bestaan. Vanuit Leiden zijn naast de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden, het LUMC en de Leiden Bio Science Park Foundation bij het overleg over de ROM Zuidvleugel betrokken. Subsidiëren van en samenwerken met West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) De samenwerking met de WFIA is in 2012 naar tevredenheid voortgezet. Vier buitenlandse bedrijven zijn met hulp van de WFIA naar Leiden gekomen. Daarbij is een belangrijk Life Sciences bedrijf Envivio. Naar het ook voor Leiden belangrijke Space Business Park in Noordwijk kwamen twee buitenlandse bedrijven met behulp van de WFIA. Omdat bij de vorming van de ROM Zuidvleugel de positie van de WIFA in het geding is heeft de gemeente Leiden in 2012 de samenwerking met de WFIA vooralsnog per 1-1-2014 opgezegd. Verwerven van externe subsidies ten behoeve van Leiden als kennisstad Mede ter voorbereiding op onder andere de nieuwe subsidiestromen van de EU is, in samenwerking met de Universiteit Leiden en het LUMC, in 2012 onderzoek verricht naar de valorisatiekansen van een aantal (nieuwe) kennisbiotopen. Dit onderzoek zal in 2013 opgeleverd worden. De uitkomsten van dit onderzoek zullen mede de basis vormen voor toekomstige subsidieaanvragen.
Jaarverslag | 57
Faciliteren en stimuleren activiteiten Stichting Leiden Communicatiestad De Stichting Leiden Communicatiestad heeft in 2012 haar werkzaamheden met succes voortgezet. Voorbeelden zijn het organiseren en naar Leiden toehalen van aansprekende congressen en het onderwijs en arbeidsmarkt project ComOn met Hogeschool Leiden. Evalueren deelname Stichting Leiden Communicatiestad Naast de hiervoor genoemde activiteiten heeft de stichting in 2012 een eigen evaluatie gemaakt en zich beraden op de toekomst. De toekomst wordt nadrukkelijk in het Programma Leiden Kennisstad gezocht. De subsidiënten van Leiden Communicatiestad, Universiteit, Hogeschool, Kamer van Koophandel, het bedrijfsleven en de gemeente Leiden hebben in 2012 gezamenlijk besloten de subsidiëring van de stichting nog maximaal een jaar voort te zetten om de stichting de kans te geven een voorstel te doen voor een herpositionering binnen het programma Kennisstad. Versterken van de aansluiting van onderwijs op arbeidsmarkt In 2012 zijn de Hogeschool Leiden, het ROC Leiden samen met de technische vmbo’s en de Leidse Instrumentmakersschool (LiS) succesvol geweest bij het indienen van plannen betrekking tot de versterking van het beroepsonderwijs in de negen Nederlandse Topsectoren. De drie afzonderlijke aanvragen waren allen gericht op de topsector Life Sciences en Health. De Hogeschool kan starten met een Center of Excellence for Genomics, de Leidse Instrumentmakersschool met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap en het ROC met zijn vmbo partners aan het doorstoomproject. De gemeente heeft hierbij financiële, bestuurlijke en ambtelijke steun geboden. Hiermee is Leiden (Bio Science Park) definitief de opleidingsplek voor de Topsector Life Sciences en Health. In 2012 heeft de Leiden Bio Science Park Foundation gewerkt aan het verder voorbereiden van het realiseren van de opleidingsfaciliteit Bio Simulation Factory. De financiering kwam rond, maar in het bestuur werd een second opinion nodig geacht voor daadwerkelijk financiële verplichtingen werden aangegaan. De gemeente Leiden heeft de second opinion betaald. De second opinion wees duidelijk in de richting van doorgaan met de Bio Simulation Factory. Definitieve besluitvorming heeft in 2012 niet meer plaatsgevonden. Op Leiden Bio Science Park functioneren de flexpool en inleenservice naar behoren maar de schaarste aan geschikt personeel beperkt de omvang van deze instrumenten. De noodzaak van uitbreiding van de LiS werd in een rapport aangetoond, maar in het zelfde rapport werd ook duidelijk dat die uitbreiding nooit door de LiS alleen kan worden gefinancierd. De gemeente en LiS spraken af gezamenlijk een fondsenwerving traject in te zetten.
Doel 3.3 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden Beleidsterrein: Bezoekerseconomie Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e3.3a
Aantal arbeidsplaatsen in de bezoekerseconomie per 31 dec. (> 12 uur per week)
5.833
5.881
5.816
*
6.415
Bedrijvenregister ZuidHolland
e3.3b
Gemiddeld aantal uitgevoerde activiteiten per bezoek aan Leiden
1,7
1,6
1,6
1,8
2,1
Continu Vakantie Onderzoek
e3.3c
Aantal afgelegde bezoeken (*1.000) aan Leiden door inwoners van Nederland
2.174
2.383
1.869
1.827
2.387
Continu Vakantie Onderzoek
e3.3d
Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden
190.173
191.746
219.458
*
206.129
BSGR
e3.3e
Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon
€ 33
€ 35
€ 34
€ 38
€ 39
Continu Vakantie Onderzoek
e3.3f
Rapportcijfer van Leidenaren voor historische binnenstad
7,7
7,8
7,7
-**
8,1
Stadsenquête
e3.3g
Beoordeling door Leidenaren van Leidse binnenstad als winkelcentrum op 7 aspecten
-
6,7
-
-**
7,0
Stadsenquête
e3.3h
Aantal unieke bezoekers aan de website www.leiden.nl
-
372.190
383.636
328.410
380.000
Leiden Marketing
e3.3i
Aantal bezoekers Visitors Centre Leiden
-
119.895
133.716
132.237
-
Leiden Marketing
58 | Jaarverslag
Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e3.3j
Klassering Leiden op ranglijst Meest Gastvrije Stad, oordeel winkelgebieden
10e plaats
5e plaats
8e plaats
14e plaats
5e plaats
Van Spronsen en Partners
e3.3k
% Leidenaren dat niet-dagelijkse boodschappen in binnenstad Leiden koopt
-
64%
-
-**
66%
Stadsenquête
* Cijfers over 2012 worden verwacht in het derde kwartaal van 2013. ** De Stadsenquête wordt vanaf 2011 alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom zijn voor 2012 geen realisatiewaarden beschikbaar. Toelichting op effectindicator e3.3j Op basis van het rapport Meest gastvrije stad (Van Spronsen & partners, 2012) zou geconcludeerd kunnen worden, dat Leiden niet heel erg goed scoort met zijn binnenstad. Echter de marges zijn zeer klein vergeleken met benchmark gemeenten. De score van Leiden betekent nog altijd dat men ‘tevreden’ is. De best scorende stad op deze indicator is Den Bosch met het cijfer 4,27 op een schaal van 5. Leiden scoort een 4,0. Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p3.3a
Aantal winkels in ruimten > 1.000 m2
5
5
4
4
8
Locatus
p3.3b
Aantal winkels in zwerfmilieu
106
103
99
94
107
Locatus
Toelichting op prestatie-indicator p3.3a Het ontbreekt in de Leidse binnenstad aan grote winkeleenheden. In het Aalmarkt-project zullen deze eenheden worden gerealiseerd. In de cijfers zijn de resultaten van dit project nog niet zichtbaar. Subsidiëren en participeren Leiden Marketing Voor een effectievere samenwerking in de citymarketing, is aan Leiden Marketing en de relevante overige partners gevraagd te komen tot een gezamenlijk citymarketingplan. Dit heeft geresulteerd in het rapport ‘Ontdek! Citymarketing, Centrummanagement Leiden en Leiden Marketing in een nieuwe fase’ (Bureau Blaauwberg). De beide organisaties hebben het rapport vastgesteld, gericht op intensievere samenwerking en doorontwikkeling van de citymarketing van onze stad. Belangrijke uitgangspunten van het rapport zijn: Leiden Marketing fungeert als de centrale regisseur voor de citymarketing en richt zich hierbij op de regionale en landelijke marketing van Leiden; de citymarketing van Leiden moet meer door en voor ondernemers worden gedragen; de bestuursstructuur van Leiden Marketing wordt gewijzigd en er wordt een meerjaren plan voor de citymarketing van Leiden opgesteld. In 2012 is de UVOK Leiden Marketing 2009-2012 geëvalueerd. Daarnaast is de beleidsvoorbereiding verricht voor de continuering van de citymarketing voor de periode 2013-2016. Dit is vastgesteld in het raadsvoorstel ‘Structuur Citymarketing Leiden 2013-2016’ (RV. 12.0132), waarin een andere verdeling wordt voorgesteld van de gemeentelijke bijdrage aan Leiden Marketing (toewijzing van de totale opbrengst van de toeristenbelasting via het Ondernemersfonds Leiden enerzijds en een rechtstreekse gemeentelijke subsidie anderzijds). Ook is in het raadsvoorstel een gedeeltelijke overdracht van de aansturing van de citymarketing vastgesteld. Hierbij krijgt het Hoteloverleg Leiden (koepel van de Leidse hotels) een rol, omdat zij in het Ondernemersfonds Leiden de zogenaamde ‘trekkingsrechten voor de citymarketing’ beheren. De middelen moeten de eerste jaren verplicht worden besteed bij Leiden Marketing, maar onderbouwd door een meerjarig citymarketingplan, dat weer moet worden goedgekeurd door het Leids Hoteloverleg. Tegelijk met de beleidsvoorbereiding voor het raadsvoorstel en de citymarketing voor de periode 2013-2016, heeft de Rekenkamercommissie Leiden een onderzoek verricht naar de effectiviteit van de citymarketing van onze stad. Als onderdeel van haar taken opereert Leiden Marketing actief in de werving van congressen. Leiden Marketing werkt hiervoor samen met de congresgerelateerde bedrijven en instellingen uit de stad. Dit heeft geleid tot de komst van diverse middelgrote, meerdaagse congressen en zakelijke evenementen in Leiden. Bewegwijzering voor bezoekers optimaliseren Leiden Marketing heeft in samenwerking met relevante Stadspartners een app ontwikkeld, voor gerichte, digitale informatieverstrekking aan de bezoekers van de stad. Faciliteren initiatieven vergroten aantal hotelkamers Een belangrijke ontwikkeling in deze tijd van economische recessie was de opening van hotel Ibis Leiden Centre aan het Stationsplein in mei 2012. Het 2-sterren hotel heeft een capaciteit van 118 kamers.
Jaarverslag | 59
Stimulering watertoerisme en regionale samenwerking Beleidskader In 2012 is begonnen met het ontwikkelen van een Beleidskader over gebruik van het water. Dat beleidskader moet onder andere een plaats geven aan en het mogelijk wijzigen van het vergunningenbeleid (exploitatie van bedrijfsvaartuigen en ligplaatsen) en de handhaving daarvan. De aanleiding voor het opstellen van dit beleidskader is de motie voor uitbreiding aantal ligplaatsen voor woonboten (M090003/1 ‘Meer woonboten’ van 21 april 2009) en de afloop van het Ligplaatsenplan voor bedrijfsvaartuigen. Parallel hieraan vragen waterondernemers voortdurend aandacht voor concurrentie op het water. De gemeente hoopt met het nieuwe beleidskader het speelveld in kaart te brengen en discussies in de toekomst te voorkomen. Samenwerkingverband Hollands-Utrechts Plassengebied De gemeente Leiden participeert in het samenwerkingsverband van gemeenten en bedrijven van het HollandsUtrechts Plassengebied. Naast de verdere ontwikkeling en beheer van het routenetwerk voor sloepen en de kwaliteitsverbetering van de voorzieningen van het watertoerisme, betreft het onder meer de organisatie van het Nationaal Regenboog zeilevenement. Verblijfsklimaat Havengebied Als onderdeel van het Uitvoerings Programma (UP) 2012 van het Programma Binnenstad is gestart met de planvorming voor het Verblijfsklimaat Havengebied. Het Havengebied heeft een sterk gemengd karakter: het is zowel woongebied, ‘verblijfshaven’ (voor de bezoekers per boot) en, door de horecavoorzieningen, verblijfsgebied voor bezoekers uit Leiden en daarbuiten. De aanleiding voor het UP Verblijfsklimaat Havengebied is meerledig. Het betreft enerzijds het actieplan 'Wat wil Leiden met haar Haven?' van de CDAfractie, dat is gericht op herwaardering van de voorzieningen van de Haven voor bewoners en bezoekers, en anderzijds de uitkomsten van een onder de bezoekers van de passanten- en charterhaven uitgevoerde enquête, als onderdeel van het gemeentelijke stimuleringsbeleid voor het watertoerisme. De planvorming voor het Verblijfsklimaat Havengebied wordt begin 2013 afgerond, waarna met de uitvoering wordt begonnen. In 2012 is een bouwvergunning verleend voor de herontwikkeling en restauratie van de voormalige Jonkpanden tot een restaurant en appartementen. Na realisatie hiervan zal een belangrijke bijdrage worden geleverd aan verbetering van het verblijfsklimaat in het Havengebied. In stand houden van warenmarkten In 2012 heeft de gemeente zich weer ingezet om de warenmarkten in stand te houden. Op woensdag en zaterdag is er een levendige markt in het centrum. Op dinsdag, donderdag en vrijdag zijn er kleinere wijkmarkten. Vrijkomende plekken op de markten worden zo snel mogelijk weer ingevuld met ondernemers die op de wachtlijst staan. Voor de wijkmarkten is er niet voor alle branches een wachtlijst en wordt er actief geadverteerd om lege plekken in te vullen. Al een aantal jaar blijkt dat het moeilijk is de wijkmarkten continu volledig bezet te houden en een gevarieerd aanbod te bieden. De centrummarkten zijn goed bezet en er is veel vraag naar plekken op deze markten. Om de markt aantrekkelijk te houden is er dit jaar opgetreden tegen ondernemers die de regels op de markt overtreden. Zo zijn ondernemers die te grote uitstallingen voor hun kraam hadden staan verzocht deze weg te halen. Verder vindt er net als voorgaande jaren frequent overleg plaats met de commissie ambulante handel, waarin een vertegenwoordiging van de marktkooplui deelneemt. Ook zijn er onder aanvoering van de gemeente afspraken gemaakt tussen evenementenorganisatoren en markten over hoe beide belangen het best tot hun recht komen en te voorkomen dat de centrummarkt te vaak moet wijken voor evenementen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot afspraken waar beide partijen zich goed in kunnen vinden. Met het opstellen van nieuw beleid voor bijzondere markten en braderieën is het vierde kwartaal van 2012 gestart. Cofinancieren en stimuleren van het Centrummanagement Leiden (CML) Belangrijke doelen van het CML zijn het stimuleren van het meervoudige bezoekmotief, de verbreding van het draagvlak voor promotie en het creëren van een voedingsbodem voor nieuwe initiatieven In het najaar van 2011 heeft de gemeenteraad €100.000 extra beschikbaar gesteld voor activiteiten van het Centrummanagement. In 2012 heeft dat geleid tot de volgende extra inspanningen: Verbinding maken met de achterban Het Centrummanagement zorgde voor participatie van winkeliersverenigingen en andere stadspartners bij het opstellen van gemeentelijk beleid (herinrichting van de Breestraat, de Beestenmarkt, het stationsgebied, Evenementennota). Organisatie van kennis en kunde bijeenkomsten Het doel is een bijdrage leveren aan het beter ondernemen in de binnenstad. Er zijn vijf bijeenkomsten georganiseerd, waaraan in totaal 200 ondernemers hebben deelgenomen.
60 | Jaarverslag
Doorontwikkelen van het winkelbeleid Voor de aanpak van de leegstand is een winkelboek ontwikkeld, met bijbehorende website en een database voor het matchen van vraag en aanbod van winkels. Een convenant met vele stadspartners waarborgt het gebruik van dit winkelboek (operationeel voorjaar 2013). (Professionaliseren van de) evenementen Eigen activiteiten van het CML zijn de kerstmarkt, de ijsbaan, de lichtjesroute, het huis van Sinterklaas en de verrassende winkelweekenden; vaak in samenwerking met vele stadspartners. Daarnaast draagt het CML bij aan de professionalisering van bestaande evenementen. Onderlinge samenwerking met stadspartners Drie activiteiten staan centraal in de samenwerking: het cultuurfestival, de verrassende winkelweekenden en de aankleding van bouwprojecten in de binnenstad. Deze aanpak heeft een vliegwieleffect. Monitoring van de effecten van de inspanning Het Continu Vakantie onderzoek monitort het bezoek aan Leiden. Uitvoeren acties uit beleidskader Winkelvoorzieningen Binnenstad In dit kader vinden de volgende activiteiten plaats: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
De bestemmingsplannen binnenstad 1 en 2 zijn aangepast, Er is een app gemaakt voor parkeren in Leiden, Een promotiecampagne voor de verrassende winkelweekenden, de kerstmarkt en het Sinterklaashuis, Er wordt intensief samengewerkt tussen het Centrummanagement en andere stadspartners, waaronder Leiden Marketing en het Cultuurfonds, Een actie om fietsers uit voetgangersgebieden te weren, Een actie om flyeren tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, Winkelpanden met historische gevels zijn opgeknapt met inzet van subsidies, Leegstand in winkels wordt met acquisitie (winkelboek), verheling of alternatief gebruik bestreden, Gemeentelijk vastgoed op strategische locaties is ingezet om het gebied aantrekkelijk te maken, Naast het project wonen boven winkels is een project gestart met het realiseren van winkelruimte boven winkels.
Leegstand winkels Op basis van motie M120098/8, indicatoren winkelleegstand, is toegezegd dat in de programmabegroting en in de jaarrekening inzichtelijk zal worden gemaakt hoeveel winkels en hoeveel winkeloppervlakte er leeg staan in Leiden, zowel buiten als binnen de Singels en op A-locaties. In dit verband kan de volgende informatie worden gegeven. In totaal zijn er per 1 oktober 2012 in Leiden 1.753 bedrijfspanden in winkelgebieden, waarvan er 101 leeg staan. Daarvan zijn 821 winkels, waarvan 554 in de binnenstad. Daarnaast zijn er in de Leidse winkelgebieden nog 831 vestigingen van ondersteunende diensten zoals horeca, kappers en bankfilialen, waarvan 535 in de binnenstad. In percentages bedraagt de leegstand per 1 oktober 2012 5,8% voor Leiden geheel en 5,9% voor de binnenstad. Vergelijkbare cijfers op landelijk niveau zijn 6,3% voor alle winkelgebieden en ook 6,3% voor binnensteden. Uitwerken programma onderdeel horeca uit 'Verder met de Binnenstad' De notitie 'horecasferen in de binnenstad: wat is onze ambitie?' is in 2012 opgesteld en in januari 2013 voor inspraak vastgesteld. Met de notitie 'horecasferen in de binnenstad: wat is onze ambitie?' komt er een kader op basis waarvan horeca-aanvragen in de binnenstad kunnen worden beoordeeld. Als uitwerking van ‘Verder met de Binnenstad’, geeft deze notitie aan hoe het bestuur de sfeergebieden in de binnenstad qua horeca verder wil inrichten. In de nota wordt concreet aangegeven in welke sfeergebieden er nog plaats is voor welke nieuwe horecavestigingen.
Jaarverslag | 61
Kaderstellende beleidsstukken In 2012 zijn de volgende kaderstellende beleidsstukken vastgesteld: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
(RV 12.0122) Verordening op heffing en invordering van markt- staangeld 2013 (RV 12.0077) Cofinancieringfonds Leiden Stad van Ontdekkingen (RV 12.0076) Beleidskader cofinanciering Leiden Stad van Ontwikkelingen Leiden Bio Science (RV 12.0024) Aanpak leegstand kantoren 2012-2014 Kantorenloods Leiden (RV 12.0015) Periodieke vaststelling tarieven toeristenbelasting periode 2013-2015 (RV 12.0010) College advies concept kantorenstrategie Holland Rijnland (RV 12.0001) Verordening winkeltijden Leiden 2012
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
RUIMTE VOOR BEDRIJVIGHEID
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
2.685
-65
2.620
3.822
1.202
219
0
219
362
143
BEZOEKERSECONOMIE
1.720
-418
1.301
1.415
114
Totaal
4.625
-483
4.141
5.600
1.459
NIEUWE ECONOMIE
ECONOMIE EN TOERISME bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
4.933
4.926
1.099
6.025
4.625
1.401
Baten
-415
-425
0
-425
-483
58
4.519
4.500
1.099
5.600
4.141
1.459
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
MUTATIES RESERVES
0
0
0
0
0
0
4.519
4.500
1.099
5.600
4.141
1.459
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
Saldo
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Beleidsterrein Ruimte voor bedrijvigheid Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen (V € 1.000.000). In de begroting 2012 is voor cofinanciering een stelpost opgenomen van € 1.000.000. Deze post wordt aangewend voor cofinanciering volgens het beleidskader cofinanciering Leiden Stad van Ontdekkingen en Leiden Bio Science Park en de deelverordening Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen van de Algemene Subsidieverordening. De raad heeft besloten (RB 12.0077) dat wanneer aan het eind van het kalenderjaar nog geld over is dit wordt overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. In 2012 hebben er geen uitgaven op plaatsgevonden waardoor dit resulteert in een positief resultaat voor 2012 van € 1.000.000. Inmiddels zijn diverse plannen binnengekomen van partners uit de stad. Naar verwachting leidt dit in 2013 tot concrete uitvoering. Herstructurering/ revitalisering bedrijventerreinen (V € 43.950). Bij de begroting 2012 is een incidenteel budget binnen het product Economische Activiteiten toegekend van jaarlijks € 150.000 voor de periode 2012-2015. De extra bijdrage heeft als doel revitalisering van bedrijventerreinen, kantorenlocaties en winkelcentra om te komen tot een verbetering van de uitstraling van de betreffende gebieden. Voordat deze herstructurering volledig ingezet kan worden is het noodzakelijk om daarvoor een beleid op te stellen waarna de uitvoeringsplannen volgen. Eind november 2012 is het concept beleidskader bedrijventerreinenbeleid: van bedrijventerreinen naar werklandschappen voor inspraak vastgesteld. Het concept beleidskader lag van december tot februari ter inzage. Ondanks dat bij de tweede bestuursrapportage een bedrag van € 20.000 reeds is overgeheveld naar 2013 blijkt dat het restant bedrag van het uitvoeringsbudget nog niet geheel benut is. Dit levert voor 2012 een positief resultaat op van € 43.950. Naar verwachting zullen de kosten in 2013 en 2014 wel gemaakt gaan worden.
62 | Jaarverslag
Kennisintensieve bedrijvigheid (V € 100.000) Het college heeft met besluit 12.01031 besloten om een gemeentelijke cofinanciering van € 200.000 (2012 € 100.000 en 2013 € 100.000) toe te zeggen aan het project “population imaging” waarvoor het LUMC een aanvraag bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen heeft ingediend. Deze gemeentelijke cofinanciering wordt gedekt uit de cofinancieringsmiddelen Leiden Bio Science Park. De voorwaarde is dat het bedrag overgemaakt wordt na ontvangst van de EFRO beschikking en het daadwerkelijk starten van het project. Doordat de goedkeuringsprocedure voor de Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) bijdrage veel trager loopt dan verwacht is het bedrag in 2012 niet uitgegeven. Dit leidt tot een positief resultaat van € 100.000. De kosten zullen naar alle waarschijnlijkheid worden gemaakt in 2013. Beleidsterrein Nieuwe economie Startersbeleid (V € 142.845). Dit voordelig resultaat is voor een bedrag van circa € 79.000 het gevolg van de begrote bijdrage van het krediet 7100010 Gemeentelijk ondernemersklimaat; zie ook de informatie bij afgesloten kredieten met een voordelig saldo. Verder is het voordelig saldo met name het gevolg van minder uitgaven bij de Kamer van Koophandel projecten zoals de coachpool en het starterstraject. Beleidsterrein Bezoekerseconomie Bezoekerseconomie (V € 114.090). Binnen het product van de markten zijn minder overheadkosten doorbelast, wat resulteert in een voordelig saldo van circa € 72.000. De lasten van de afdeling die zich met markten bezighoudt zijn in 2012 verlaagd door het invullen van bezuinigingstaakstellingen waardoor de gerealiseerde kosten lager zijn dan begroot. Daarnaast is het voordelig saldo een gevolg van de garantstelling voor het Haring en Corewijngala. Door deze garantstelling kan het garantiebedrag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Omdat pas aan het eind van het jaar bekend werd dat de garantstelling niet gebruikt werd kon maar een deel van het bedrag besteed worden aan andere activiteiten. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Afgesloten kredieten met een voordelig saldo 7100010 Gemeentelijk ondernemersklimaat Bij de PPN 2013-2016 is het nog resterende bedrag van dit krediet van circa € 79.000 ingezet als dekking voor het Beleidskader winkelvoorzieningen binnenstad (BKWK). Als gevolg van deze keuze wordt dit krediet in deze jaarrekening voortijdig afgesloten. De dekking van dit krediet bestond uit een bijdrage uit de reserve GSB/ISV EZ. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100008 Investeringen centrummarkt Omdat de constructie nog niet geheel voldoet aan de wensen, dient er nog een modificatie plaats te vinden. De kosten hiervoor zijn nog niet bekend, maar passen zeker binnen het resterende krediet.
Jaarverslag | 63
4
Bereikbaarheid
64 | Jaarverslag
Bereikbaarheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
4 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bereikbaarheid, Financiën en Economie Ruimtelijke Ordening, Binnenstad & Publiekszaken
De missie van het programma Bereikbaarheid luidt: De gemeente Leiden draagt zorg voor blijvende bereikbaarheid van de stad als voorwaarde voor duurzame leefbaarheid voor de inwoners van de stad.
Doelenboom Prestaties
Doel
4.1.1.1 Opstellen uitvoeringsplan fietsparkeren 4.1.1.2 Opstellen uitvoeringsplan fietsroutes
4.1.1 Meer fietsgebruik
4.1.2.1 Aanpak verkeersveiligheid vier schoolomgevingen per jaar 4.1.2.2 Actualisatie Verkeersveiligheidsactieplan
4.1.2 Verkeersveiligheid (rondom scholen)
4.2.1.1 Plan van aanpak (Hoogwaardig) Openbaar Vervoer 4.2.1.2 Frequentieverhoging / dubbelspoor Leiden Utrecht 4.2.1.3 Uitvoering van Doorstromings, regelmaat en stiptheidsmaatregelen 4.2.1.4 Verbeteren toegankelijkheid van halten 4.2.1.5 Invoering van een Dynamisch Reisinformatie Systeem
4.2.1 Meer gebruik Openbaar Vervoer
4.3.1.1 Rijnlandroute 4.3.1.2 Ringweg Oost 4.3.1.3 Ontsluiting Leiden Bio Science Park - Plesmanlaan 4.3.1.4 Aanvullende maatregelen tijdens realisatie infra projecten 4.3.1.5 Vervanging verkeerslichten 4.3.1.6 Uitvoeringsplan Bereikbare Binnenstad 4.3.1.7 Brug Poelgeest 4.3.1.8 Reconstructie Lammenschansweg - Tomatenstraat en omgeving 4.3.1.9 Opstellen bewegwijzeringsplan 4.3.1.10 Verkeersmaatregelen Morsweg
4.3.1 Betere doorstroming op Leids wegennet
4.3.2.1 Schoon en milieuvriendelijk wagenpark 4.3.2.2 Milieuzone 4.3.2.3 Ontwikkelen van maatregelen op het gebied van duurzame mobiliteit
4.3.2 Duurzame bevoorrading van de stad
4.4.1.1 Parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt 4.4.1.2 Morspoortlocatie 4.4.1.3 In overleg met wijken invoeren van parkeerregulering 4.4.1.4 Wijkactieplan parkeren
4.4.1 Vergroten van parkeercapaciteit en kwaliteit
Beleidsterrein
4.1 Fietsverkeer
4.2 Openbaar vervoer
4.3 Autoverkeer
4.4 Parkeren
Jaarverslag | 65
Ontwikkelingen in 2012 Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar Belangrijk speerpunt in 2012 was het verder uitwerken van de doelen uit de kadernota bereikbaarheid en het verbeteren van de sturing daarop. Dat heeft o.a. geleid tot het raadsvoorstel 'Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar', waarin middels een 16-tal productbladen de verbeterdoelen voor de bereikbaar in de komende tien jaar zijn uitgewerkt. Daarnaast zijn de prestaties in het begrotingsprogramma Bereikbaarheid gesynchroniseerd met deze doelen. Ringweg Oost In 2012 is een tweede kaderbesluit voor de Ringweg Oost voorbereid. Hoewel het plan technisch en financieel haalbaar leek, bleek er onvoldoende draagvlak in de raad voor deze forse ingreep in vooral de Sumatrastraat. Er is besloten om gezamenlijk met Leiderdorp en andere agglomeratiegemeenten alternatieven uit te werken die minimaal hetzelfde oplossend vermogen moeten hebben voor de ambities in de binnenstad en de doorstroming op het lokaal wegennet. Dit initiatief vindt plaats onder de titel Leidse Agglomeratie Bereikbaar (LAB071) Hoogwaardig Openbaar Vervoer De provincie Zuid Holland heeft in 2012 plannen voor de ontwikkeling van het hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) gepresenteerd. Dit was noodzakelijk nadat in 2011 was besloten om niet door te gaan met de realisatie van de RijnGouweLijn (RGL). De provinciale plannen zijn in nauwe samenwerking met de gemeente Leiden tot stand gekomen. Het plan bestaat uit een netwerk van HOV busverbindingen (waarvan de eerste een HOV busverbinding met Katwijk zal zijn) en maatregelen om de frequentie van treinverbindingen met Utrecht te verhogen tot 4 treinen per uur. Ook wordt de kennislijn geïntroduceerd: een buslijn die de kennis- en onderwijsinstellingen verbindt. In 2012 werd met de provincie onderhandeld over een nieuwe bestuursovereenkomst ter vervanging van de eerdere overeenkomsten over de RGL. Voor Leiden werden hierin een paar belangrijke voordelen behaald. Zo werd de bijdrage aan de Ringweg Oost (of een vergelijkbaar alternatief) en ontsluiting Bio Science Park gehandhaafd en werd het risico van een eventueel lagere bijdrage van de Universiteit overgenomen door de Provincie. Rijnlandroute Op het dossier Rijnlandroute werd grote voorgang geboekt. In mei stemde de raad in met het tracé 'Zoeken naar Balans Optimaal' en werd bij de provincie Zuid-Holland in PS ingesproken om een aantal voor Leiden relevante inpassingsverbeteringen te bevorderen. In het daaropvolgende proces van samenwerken en onderhandelen zijn goede resultaten behaald die in maart 2013 door de provincie zijn gepresenteerd. Ontsluiting Bio Science Park Het project ontsluiting Bio Science Park heeft in 2012 de uitvoering voorbereid. Vijf marktpartijen werden geselecteerd om de aanbestedingsprocedure mee te gaan voortzetten. In 2013 volgt het uitvoeringsbesluit en eind 2013 zullen de voorbereidende werkzaamheden starten. Parkeergarages In 2012 stemde de raad in met het kaderbesluit voor de realisatie van twee ondergrondse parkeergarages (Lammermarkt en Garenmarkt). De parkeergarage Centrum Morspoort is in september 2012 opgeleverd en in gebruik genomen.
66 | Jaarverslag
Effecten en prestaties Beleidsterrein 4.1 Fietsverkeer Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
4.1.1
Aandeel fiets in modal split
41,8%
36,0%
37,4%
*
35,7%
CBS
4.1.1
% Leidenaars dat wekelijks fietst
77%
-
-
**
83%
Stadsenquête
4.1.2
Aantal ziekenhuisongevallen
40
27
***
75
Viastat
* Gegeven over 2012 is vanaf augustus 2013 beschikbaar. ** Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom is voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar. *** Gegeven over 2012 is vanaf mei beschikbaar. 4.1.1.1 Opstellen uitvoeringsplan fietsparkeren In december 2012 is het masterplan fietsparkeren door de raad vastgesteld. Hiermee zijn de beleidskaders vastgelegd voor fietsparkeren in de Leidse binnenstad en het stationsgebied. De ambitie is om met name voor de omgeving van het Centraal Station, waar de (fietsparkeer)druk op de openbare ruimte het grootst is, langzaam toe te groeien naar een situatie waarbij betaald inpandig fietsparkeren voor de korte afstand tot het station de norm wordt. Hierdoor wordt de fietser bediend in zijn wensen om de fiets te parkeren en wordt ook de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte gerealiseerd. Gratis fietsparkeren zal mogelijk blijven, maar tegen een laag serviceniveau en op wat grotere loopafstand van het station. 4.1.1.2 Opstellen uitvoeringsplan fietsroutes In 2012 is de kaart met fietsroutes zoals deze is opgenomen in het GVVP uit 2006 en de Kadernota Bereikbaarheid uit 2009 geactualiseerd en is een inventarisatie gemaakt van de knelpunten die opgelost moeten worden om dit fietsnetwerk te kunnen realiseren. Besluitvorming over fietsroutes volgt in 2013. De gemeenteraad heeft in december 2012 de kaders en ambities hiervoor vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma Bereikbaar Leiden (RV 12.0084). Aan de ambitie '10% meer regionaal fietsgebruik' is volop gewerkt samen met de gemeenten van de Leidse regio, Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland. 4.1.2.1 Aanpak verkeersveiligheid schoolomgevingen Doelstelling is om per jaar de verkeersveiligheid aan te pakken bij vier schoolomgevingen. In het kader van dit in 2009 begonnen project met verkeersveilige schoolomgevingen zijn inmiddels bij 24 scholen door middel van enquêtes de aandachtspunten geïnventariseerd. In 2012 is dat gebeurd bij de Roomburgschool, de Lorentzschool en de Sint Josephschool. De schoolomgevingen aan en bij de Damlaan zijn samen met de aanleg van nieuwe riolering in de Damlaan - Vondellaan aangepakt en in 2012 afgerond. Voor de schoolomgevingen Maresingel en Zwartemeerlaan zijn herinrichtingsplannen ontworpen, de uitvoering staat gepland in 2013. Bij verschillende andere schoolomgevingen zijn kleinere maatregelen uitgevoerd die de verkeersveiligheid in de omgeving van de school vergroten zoals het aanbrengen van verlaagde stoepbanden, de aanleg van fietsvoorzieningen en het (ver)plaatsen van paaltjes. 4.1.2.2 Verkeersveiligheidactieplan In 2012 zijn maatregelen uitgevoerd om 'black spots' (wegvakken waar veel verkeersongelukken gebeuren) op te lossen, waaronder het opstellen van een plan voor de Posthof rotonde. De herinrichting van deze rotonde start in de zomer van 2013.
Jaarverslag | 67
Beleidsterrein 4.2 Openbaar Vervoer Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
4.2.1
Aantal openbaar vervoerkilometers (index)
100
98
96
-*
103
Connexxion/ Provincie
4.2.1
Aantal in- en uitstappers treinstations Leiden
66.135
63.598
69.442
**
> 66.135
NS
4.2.1
Aandeel bus in de modal split
4,6%
3,0%
0,8%
**
4,0%
CBS
* De realisatiewaarde voor 2012 is niet beschikbaar vanwege de overgang van Connexxion naar Arriva. ** Gegevens 2012 zijn beschikbaar in augustus 2013. 4.2.1.1 Plan van aanpak HOV In 2012 is in gezamenlijkheid met de provincie intensief gewerkt aan plannen voor een beter OV. Dit heeft geleid tot het plan HOV-NET Zuid-Holland noord en het voornemen tot het 'Leids OV-programma'. Onderdeel hiervan is een tracékeuze voor HOV bussen over de Hooigracht-Langegracht zodra dit verkeerskundig kan en een nieuwe bestuursovereenkomst. Het bijbehorende raadsvoorstel is door het college vastgesteld en ligt maart 2013 voor ter raadsbehandeling. In 2013 is verdere uitwerking richting inframaatregelen voorzien. Voor het genoemde uitvoeringsprogramma zijn de contouren dus vastgesteld. Bij een positief raadsbesluit voorjaar 2013 kan de uitwerking inhoud krijgen. 4.2.1.2 Frequentieverhoging - dubbelspoor Leiden Utrecht In de eerste helft van 2012 zijn besluiten genomen voor een aantal van de belangrijkste bereikbaarheidsopgaven. Voor het OV in en om Leiden is een integraal pakket aan maatregelen opgesteld en samengebracht in het Hoogwaardig Openbaar Vervoer plan Zuid-Holland Noord. Frequentieverhoging op het spoor Leiden Utrecht is één van de dragers van dit plan. Hiervoor zijn investeringen aan het spoor nodig. De extra treinen rijden vanaf 2018. 4.2.1.3 Uitvoering van doorstromings-, regelmaat en stiptheidsmaatregelen Maatregelen waarvoor subsidie is ontvangen van de provincie zijn uitgevoerd. Het gaat om optimalisering van verkeersregelinstallaties en maatregelen die zijn meegenomen bij onderhoudswerkzaamheden. Zo zijn er vrije busstroken op de Willem de Zwijgerlaan aangelegd. Op de Dr. Lelylaan zijn filelussen aangebracht, zodat het verkeer blijft doorstromen en is voor lijnbussen een nieuwe verkeersregelautomaat geïnstalleerd, zodat ze voorrang krijgen bij verkeerslichten. 4.2.1.4 Verbeteren van de toegankelijkheid van haltes Op diverse plaatsen zijn bushalten aangepast om passagiers, waaronder minder validen en mensen met kinderwagens, gemakkelijker in en uit te kunnen laten stappen. 4.2.1.5 Invoering van een dynamisch reisinformatie systeem (DRIS) In 2012 is gewerkt aan het regelen van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, vergunning grondgebruik en de ondertekening van de overeenkomst gebruik en beheer DRIS) van de grotere DRIS-palen. Aan de haltepalen bij kleinere halten zijn al eerder displays bevestigd. Eind 2012 zijn knooppuntdisplays op het Centraal Station geplaatst. Het betreft de uitvoering van een provinciaal project.
Beleidsterrein 4.3 Autoverkeer 4.3.1.1 Rijnlandroute In juni 2012 is door Provinciale Staten het voorkeurstracé vastgesteld. Gekozen is voor de variant 'Zoeken naar Balans Optimaal'. De gemeenteraad van Leiden volgde GS in de afweging van argumenten om tot deze keuze te komen en heeft aanvullend hierop een zevental inpassingambities geformuleerd. Het college heeft zich na dit raadsbesluit hard gemaakt voor deze ambities en daarmee een betere inpassing van de Rijnlandroute. Besluitvorming hierover zal naar verwachting in de eerste helft van 2013 plaatsvinden. Onderdeel hiervan is dat de gemeente zelf ook actief onderzoek heeft uitgevoerd naar inpassingvarianten en die bij de provincie onder de aandacht heeft gebracht. Om de noodzakelijke plankosten te kunnen dekken heeft de gemeenteraad een krediet van € 400.000 ter beschikking gesteld. 4.3.1.2 Ringweg Oost In december 2011 werd door de gemeenteraad opdracht gegeven een tracé via de ondertunnelde Sumatrastraat uit te werken en het kaderbesluit te herzien. Tijdens de georganiseerde participatiebijeenkomsten en tijdens
68 | Jaarverslag
de besluitvormingsperiode voor de herziening van het kaderbesluit bleek dat het maatschappelijk draagvlak voor dit alternatieve tracé zeer gering was. Door het college werd op 27 september 2012 aan de gemeenteraad een brief gestuurd waarin het aangaf het raadsvoorstel voor de herziening van het kaderbesluit terug te nemen en een procesvoorstel te doen voor het vervolg van het dossier Ringweg Oost en de buurgemeente Leiderdorp hierin te betrekken. Op 27 november 2012 werd door de gezamenlijke colleges van Leiden en Leiderdorp een bestuursopdracht geformuleerd voor een verkenning van de bereikbaarheid van de Leidse agglomeratie. Op basis van de bestuursopdracht werd gezamenlijk een plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak geeft inzicht in de inrichting van de verkenning van de bereikbaarheidsopgave van de Leidse agglomeratie. Gedurende de uitvoering van de verkenning wordt de voorbereiding voortgezet van de reconstructie van de Kanaalweg vanaf het Lammenschansplein tot aan de aansluiting van de Lorentzkade en de bouw van een onderdoorgang onder het spoor in de Kanaalweg. Deze onderdelen worden ondergebracht in een nieuw te benoemen project 'Reconstructie Kanaalweg'. 4.3.1.3 Ontsluiting Bio Science Park - Plesmanlaan (OBSP) De eerste fase van de aanbesteding (selectie marktpartijen) is reeds doorlopen en in het vierde kwartaal van 2012 afgerond. De start van de tweede fase van de aanbesteding (dialoogfase) wordt in 2013 verwacht. Deze fase kan worden gestart zodra de nieuwe bestuursovereenkomst is vastgesteld en eenduidigheid bestaat over de ruimtelijke inpassing van Rijnlandroute in de Knoop Leiden West (inclusief inpassing van HOV-tracé en regionale fietsverbinding). Dit is mede van invloed op het raakvlak tussen OBSP met Leiden Bio Science Park en de nader te maken afspraken tussen de gemeente en de Universiteit over de ruimtelijke inpassing van OBSP. 4.3.1.4 Uitvoeren aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen In 2012 zijn de nodige communicatie uitingen in de Stadskrant verschenen over bereikbaarheid. Daarnaast heeft het derde kwartaal van 2012 een bereikbaarheidsmarkt plaatsgevonden in de Waag, waar inwoners van Leiden zich konden laten informeren over de stand van zaken met betrekking tot de grote infrastructurele projecten. 4.3.1.5 Vervanging verkeerslichten Op de volgende locaties zijn in 2012 verkeersregelinstallaties (VRI’s) vervangen: - Willem v.d. Madeweg - De Heyderweg - Churchillbrug - Haagweg - Rijnsburgerweg - Warmonderweg - Willem de Zwijgerlaan - Marnixstraat 4.3.1.6 Uitvoeringsplan Bereikbare Binnenstad In 2012 zijn de bereikbaarheidsmaatregelen uit het dossier ‘Bereikbare Binnenstad' in combinatie met de grote infrastructurele projecten van Leiden opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Bereikbaar Leiden. Dit uitvoeringsprogramma vormt een samenhangend pakket van infrastructurele maatregelen geprogrammeerd in de tijd, waarmee in 2020 de bereikbaarheidsambitie van betrouwbare reistijden van Leiden kan worden bereikt. Dit Uitvoeringsprogramma Bereikbaar Leiden is in de gemeenteraad van 18 december 2012 aangenomen en vormt de basis voor de uitvoering van verschillende bereikbaarheidsmaatregelen in de binnenstad van Leiden in de periode 2013 - 2020. 4.3.1.7 Brug Poelgeest Het voorontwerp bestemmingsplan ‘Brug Poelgeest’ is afgerond en is voor inspraak ter inzage gelegd. Naar aanleiding van de ontvangen reacties zijn diverse aanvullende onderzoeken uitgevoerd en heeft de noodzakelijke bestuurlijke afstemming plaatsgevonden. De concept inspraaknota en het concept ontwerp bestemmingsplan zijn opgesteld. Naar verwachting wordt het ontwerp bestemmingsplan in het voorjaar van 2013 in procedure gebracht. 4.3.1.8 Reconstructie Lammenschansweg - Tomatenstraat en omgeving Door bouwontwikkelingen in de omgeving (Lammenschanspark - ROC) is er een ambitie om het functioneren van het Lammenschansplein en de Lammenschansweg te bekijken en zo nodig te verbeteren. De planvorming van de reconstructie voor het kruispunt Lammenschansweg - Tomatenstraat is echter afhankelijk van de ontwikkelingen in de Lammenschansdriehoek (i.c. studentenwoningen) en de ontwikkelingen van het ‘De Raadcomplex). Hierover was eind 2012 nog geen duidelijkheid. 4.3.1.9 Opstellen bewegwijzeringplan In 2012 is er een startopdracht vastgesteld voor het bewegwijzeringplan. Bovendien is in december een eerste overleg geweest met stadspartners zoals die vertegenwoordigd zijn in de werkgroep voor de beste binnenstad. Er is een scan gedaan naar de staat van de 'Leidse Loper'. De resultaten hiervan zullen worden verwerkt in het bewegwijzeringplan. 4.3.1.10 Verkeersmaatregelen Morsweg De raad heeft middels motie M100126/1/GL het college verzocht eenrichtingsverkeer op de Morsweg te onderzoeken. De motie werd op februari 2012 afgedaan na de presentatie van het onderzoek in de Commissie
Jaarverslag | 69
Ruimte en Regio. Uit het onderzoek bleek dat het verkeer met name op de Hooigracht zou toenemen (10%). De Omgevingsdienst heeft berekend dat dit zou leiden tot grensoverschrijdingen van stikstof en dat deze verkeersmaatregel daardoor juridisch niet haalbaar is. Er is toen geconstateerd dat het oplossen van de verkeersproblematiek op de Morsweg in samenhang met de bereikbaarheidsvragen voor de gehele binnenstad moet worden aangepakt. 4.3.2.1 Schoon en milieuvriendelijk wagenpark Om een schoon en milieuvriendelijk gemeentelijk wagenpark te krijgen worden voertuigen aangepast of vervangen. Het werken aan een schoon en milieuvriendelijk wagenpark is gevolg van de ambitie om van Leiden in 2015 een klimaatneutrale gemeente te maken. De stand van zaken wordt gemonitord in het nieuwe maatregelenplan luchtkwaliteit 2012-2014. 4.3.2.2 Milieuzone In 2012 is besloten de milieuzone voor vrachtwagens in de Binnenstad te verlengen tot en met 2014. 4.3.2.3 Ontwikkelen van maatregelen op het gebied van duurzame mobiliteit Voorjaar 2012 heeft de gemeente Leiden, in navolging van de VNG, een overeenkomst gesloten met Stichting E-laad voor de realisatie van laadpalen in Leiden. De stichting zorgde voor de plaatsing van de laadpalen en tot en met 2014 is de stichting verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en registratie. In 2012 heeft de raad een extra krediet beschikbaar gesteld voor de herinrichting van het parkeerterrein aan de Haagweg. Hier komt een duurzaam mobiliteitscentrum, waar duurzame manieren van vervoer en brandstoffen gedemonstreerd en afgenomen kunnen worden. In het herinrichtingsplan zijn ook twee units opgenomen waar informatie gegeven kan worden over het P+R terrein en over vormen van duurzame mobiliteit. Het mobiliteitsplatform ‘Schoon op weg’, bestaande uit diverse private partijen in Leiden e.o., heeft in 2012 een aanzet voor een informatiecentrum gegeven in een bedrijfsplan dat nu nader uitgewerkt wordt. In 2012 is ook de afspraak gemaakt dat in 2013 in overleg met de gemeente besproken wordt of en in welke mate het platform een beroep doet op een beperkte financiële bijdrage van de gemeente bij de opstart van zo’n informatiecentrum.
Beleidsterrein 4.4 Parkeren Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
4.4.1
% inwoners dat vaak parkeeroverlast ondervindt
31%
29%
32%
*
20%
Veiligheidsmonitor
4.4.1
% van de autobezitters dat parkeermogelijkheden in openbare ruimte nabij huis met 'goed' of 'voldoende' beoordeelt
72%
-
67%
-
-
Stadsenquête
* Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet zonder meer mogelijk. Om deze reden zijn in deze Jaarrekening geen gegevens over 2012 opgenomen.
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
4.4.1??
Aantal parkeerplaatsen op straat voor bewoners/ bezoekers in parkeerrestrictiegebieden
5.800
5.800
5.880
6.187
6.340
Gemeente Leiden
4.4.1??
Aantal parkeerplaatsen in garages voor bewoners/ bezoekers
1.200
1.200
1.200
1.330
1.590
Gemeente Leiden
4.4.1??
Aantal parkeerplaatsen op/in P+R terreinen/ garages
450
450
450
750
800
Gemeente Leiden
4.4.1.1 Parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt Via het Kaderbesluit Garenmarkt en Lammermarkt (31 mei 2012, RV 12.0047) heeft de raad het college opgedragen uitvoering te geven aan de realisatie van 1000 extra parkeerplaatsen. De 1000 extra parkeerplaatsen worden gerealiseerd in twee ondergrondse parkeergarages. Op de Garenmarkt komen in een ondergrondse, meerlaagse parkeergarage met een inrit in de Korevaarstraat circa 400 parkeerplaatsen. Op maaiveldniveau wordt het gebied opnieuw ingericht voor (betaald) parkeren en is het bereikbaar via het Levendaal. Op de Lammermarkt komen circa 600 plaatsen in een ondergrondse, drielaagse, parkeergarage. Voor de ontsluiting van de Lammermarktgarage bestaan 3 volwaardige oplossingen. Twee met een tunnel onder de Rijnsburgersingel en een met de ontsluiting op de Lammermarkt zelf. Op maaiveldniveau wordt de groene openbare ruimte herontworpen en wordt geïntegreerd met het garageontwerp. De extra dekking voor de
70 | Jaarverslag
kwaliteitsimpuls van de openbare ruimte ligt niet binnen de pakeerexploitatie. Hiervoor is inmiddels €2,2 miljoen extra ter beschikking gesteld. Als ontwikkelstrategie heeft de gemeenteraad in het Kaderbesluit gekozen voor: 1. Een model waarin de gemeente zelf de garages exploiteert en financiert. Verkoop of een langdurige concessie zal leiden tot verlies aan gewenste sturing op parkeren in de binnenstad en is financieel ongunstig vanwege onzekerheden rond de exploitatie; 2. De realisatie van de garages aan de markt, in principe aan te bieden met een DBM contract waarvoor de gemeente zelf een referentieontwerp maakt op het niveau van een Voorlopig Ontwerp, om onzekerheden weg te nemen en te sturen op risicobeheersing; 3. Dit contract aan te besteden middels een niet-openbare procedure vanwege het specialistische (ondergronds, aan de rand van een historische binnenstad) karakter van het werk; 4. Beide garages tegelijkertijd aan de markt aan te bieden in één aanbesteding zodat uitstraling en kwaliteit gewaarborgd blijven en er aanbestedingsvoordeel kan ontstaan en; 5. De garages worden direct op elkaar volgend gerealiseerd waarbij in het uitvoeringsbesluit de keuze voor de eerst te bouwen garages wordt gemaakt. Voor beide garages is het afgelopen jaar gewerkt aan de opzet van de organisatie. Het opstellen van de inhoud en de juridische voorwaarden van het DBM-contract wordt aan een ingenieursbureau gegund; hiervoor wordt een Europese aanbestedingsprocedure voorbereid. De verwachting is in Q2 een ingenieursbureau geselecteerd te hebben die het referentieontwerp en het DBM-contract gaat opstellen. Voor de Garenmarkt zijn diverse onderzoeken opgestart en uitgevoerd. Het bestemmingsplan is in voorbereiding en de verwachting is dat dit in Q2 door het college kan worden vrijgegeven voor inspraak. 4.4.1.2 Morspoortlocatie De parkeergarage Centrum Morspoort is in september 2012 opgeleverd en in gebruik genomen. Daarmee zijn 290 parkeerplaatsen toegevoegd aan de parkeervoorraad in Leiden. De exploitatie is ter hand genomen door het de afdeling VAG, onderdeel Parkeermanagement. Na afronding van de opleverpunten, naar verwachting in medio 2013, zal het project afgesloten worden. De bezettingsgraad in de eerste maanden is conform prognoses. Maar door het later opleveren van de parkeergarage zijn de totale opbrengsten wel lager dan werd verwacht. 4.4.1.3 In overleg met wijken invoeren van parkeerregulering In 2012 is gestart met een proef voor blauwe zones in zes gebieden. Dit heeft bij bewoners veel losgemaakt. In de straten waar de blauwe zone is ingevoerd, is de parkeeroverlast inderdaad (en tot tevredenheid van bewoners) verdwenen. Maar meer dan gedacht ontstond er overlast in de wijken direct naast de blauwe zone. Dit geschiedde ondanks flankerende maatregelen als de werknemersvergunning (met korting parkeren in de binnenstad voor mensen die daar werken) of extra vergunningen voor medewerkers van bedrijven gevestigd in de blauwe zone. Door de vele signalen over overlast in buurten net buiten de blauwe zone is in december 2012 besloten de proef eerder te evalueren, en de resultaten voor de zomer te delen met de raad. 4.4.1.4 Wijkactieplan parkeren De voorgenomen maatregelen om de parkeercapaciteit te vergroten in de Merenwijk zijn op 10 oktober 2012 tijdens een inloopmiddag en –avond voorgelegd aan de bewoners. Er is nu een goed beeld van het draagvlak in de wijk. Daarnaast zijn nieuwe ideeën aangeleverd die momenteel uitgewerkt worden. Vervolgens zullen de ontwerpen intern worden afgestemd waarna de plannen gefaseerd in uitvoering komen.
Kaderstellende beleidsstukken In 2012 zijn op het terrein van Bereikbaarheid de volgende beleidsstukken vastgesteld: ■ Wijziging Parkeerverordening 2006 vanwege introductie parkeervergunning Klussenbus, Wijziging verordening Parkeerbelasting 2009. (RV 11.0112) ■ Wijziging Verordening Parkeerbelasting 2009 (RV 11.0131) ■ Meerjarige overeenkomst met Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) (RV 11.0137) ■ Wijziging Parkeerverordening 2006, wijziging verordening Parkeerbelasting 2009 Introductie werknemersvergunning, (RV 11.0133) ■ Herinrichting Haagwegterrein (RV 12.0007) ■ Afdoen motie winkelcentrum Meerburg/bussluis (RV 12.0026) ■ Parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt (RV 12.0047) ■ Tracékeuze Rijnlandroute (RV 12.0052) ■ Afsluiting project RGL en initiatief nieuw OV-project Zuid-Holland noord (RV 12.0053) ■ Beschikbaar stellen voorbereidingskrediet Rijnlandroute (RV 12.0092) ■ Wensen en bedenkingen met betrekking tot een brief aan Gedeputeerde Staten over de keuze van een HOV tracé door de Leidse binnenstad (RV 12.0138) ■ Ruimtelijke Investerings Agenda (RV 12.0051) ■ Uitvoeringsprogramma bereikbaarheid Leiden (RV 12.0084)
Jaarverslag | 71
■ Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 (RV 12.0127) ■ Masterplan fietsparkeren Leiden centrum (RV 12.0103)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
FIETS- EN AUTOVERKEER OPENBAAR VERVOER PARKEREN Totaal
BEREIKBAARHEID bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
16.850
-389
16.462
14.114
-2.347
78
0
78
100
22
6.478
-8.875
-2.397
-2.762
-365
23.407
-9.264
14.143
11.452
-2.690
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
14.869
15.995
4.910
20.905
23.407
-2.502
Baten
-8.515
-10.692
1.240
-9.452
-9.264
-189
6.354
5.303
6.149
11.452
14.143
-2.690
Toevoeging
17.218
3.651
13.422
17.073
19.002
-1.929
Onttrekking
-2.789
-847
-3.238
-4.085
-5.588
1.503
MUTATIES RESERVES
14.430
2.805
10.184
12.988
13.415
-426
Saldo
20.783
8.108
16.333
24.441
27.557
-3.117
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Op programma 4 Bereikbaarheid is een overschrijding van 2,5 miljoen op de lasten ontstaan, doordat de raad op 5 februari jl. heeft besloten in verband met het beëindigen van het project Rijn Gouwelijn (RV 13.0019) tot het afboeken van de voorbereidingskosten van de Rijn Gouwelijn voor een bedrag van € 4,6 miljoen. De voorbereidingskosten brengt de gemeente bij de bestemming van het resultaat ten laste van de reserve Bereikbaarheidsprojecten. Omdat de oorzaak van de overschrijding na 2012 ligt merken we de overschrijding niet aan als onrechtmatig. Fiets- en autoverkeer Binnen het beleidsterrein fiets- en autoverkeer wordt het nadeel van € 2,3 miljoen veroorzaakt door: Niet gerealiseerde bijdragen (gedekt uit reserves) aan grote infrastructurele investeringen (bijvoorbeeld de investeringen Ringweg Oost en Plesmanlaan). In de begroting was rekening gehouden met een bijdrage van € 6,1 miljoen. De gerealiseerde bijdrage in 2012 bedraagt € 3,8 miljoen. Het voordeel van € 2,3 miljoen blijft beschikbaar in 2013 en later. Met het Raadsbesluit RV 13.0019: "Bereikbaarheid + afsluiting project Rijn Gouwelijn en initiatief nieuw OVproject Zuid-Holland noord" is besloten tot het afboeken van de boekwaarde van de voorbereidingskosten van de Rijn Gouwelijn voor een bedrag van € 4.558.204 (ten laste van de reserve Bereikbaarheidsprojecten). In dat voorstel is rekening gehouden met een laatste afschrijving in 2013. Deze "Gebeurtenis na balansdatum" heeft geleid tot het eerder afboeken van de voorbereidingskosten in 2012 voor een bedrag van € 4.633.665. Parkeren De baten parkeerbelasting zijn in 2012 juist en volledig verantwoord. Van de begrote inkomsten van € 9,3 miljoen is € 8,8 miljoen gerealiseerd. Het nadeel van € 0,5 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de begroting 2012 de ingebruikname van de Morspoortgarage was begroot voor het gehele jaar 2012. Hiervoor waren parkeerinkomsten opgenomen van circa € 0,8 miljoen. Door de ingebruikstelling vanaf half oktober 2012 is € 0,1 miljoen gerealiseerd.
72 | Jaarverslag
De lasten van het beleidsterrein parkeren zijn begroot op totaal € 6,5 miljoen. Vanwege de latere ingebruikname van de Morsportgarage, per half oktober, bedragen de werkelijke lasten € 6,2 miljoen. Het voordeel in de lasten bedraagt € 0,3 miljoen. Per saldo is op het beleidsterrein parkeren sprake van een nadeel van afgerond € 0,3 miljoen. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Afgesloten kredieten met een voordelig saldo 7100076 Herinrichting Vrouwenweg Het krediet van € 690.000 is afgesloten zonder dat er gebruik van is gemaakt. De Vrouwenweg ligt in de Oostvlietpolder en de gedachte was om langs die weg studentenwoningen te bouwen. Nu de Oostvlietpolder geen bedrijventerrein wordt is ook de herinrichting van de Vrouwenweg van de baan. 7100025 Bijkomende kosten aanleg RGL Dit krediet is beschikbaar gesteld voor kosten ten laste van de gemeente Leiden bij de aanleg van de RGL. In 2013 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de voorliggende bestuursovereenkomst ter beëindiging van de RGL en voor de realisatie van HOV-NET Zuid-Holland Noord. Deze gebeurtenis na balansdatum heeft tot gevolg dat de op dit krediet verantwoorde plankosten al in 2012 voor € 2.412.678 moeten worden afgeboekt. Ook het al afgesloten voorbereidingskrediet 7196606 Ontwikkeling RGL wordt in 2012 geheel afgeboekt voor een bedrag van € 2.220.987. In totaal wordt er in 2012 voor € 4.633.665 afgeboekt ten laste van het resultaat 2012. Derhalve wordt ook het krediet 7100025 bij de jaarrekening 2012 afgesloten en zullen de resterende middelen worden herbestemd conform het besluit (RV 13.0019) Bereikbaarheid + afsluiting Rijn Gouwelijn initiatief nieuw OV Zuid-Holland. Bij de bestemming van het resultaat wordt voorgesteld om € 4.633.665 uit de reserve bereikbaarheidsprojecten te onttrekken ter dekking van de afgeboekte plankosten. Een en ander is conform het besluit RV13.0019. 100081 Herinrichting Vijf Meilaan Dit krediet is afgesloten met een voordeel van € 726.000. Overgens zal er nog een aanpassing worden uitgevoerd in 2013, de linksaf-strook wordt verlengd vanaf de Churchilllaan. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100012 - 7100013 Aalmarkt - fietsenstalling V&D Het Aalmarktproject is in uitvoering en zal in 2015 afgerond worden. 7100029 - 7100471 Ringweg - Oost In § 4.3.1.2. van programma bereikbaarheid wordt de status van de Ringweg - Oost toegelicht. In 2013 wordt de voorbereiding voortgezet van: - de reconstructie van de Kanaalweg vanaf het Lammenschansplein tot aan de aansluiting van de Lorentzkade, - de bouw van een onderdoorgang onder het spoor in de Kanaalweg. Deze onderdelen worden ondergebracht in een nieuw te benomen project Reconstructie Kanaalweg, waarvoor naar verwachting in het komend najaar een raadsvoorstel voor het Uitvoeringsbesluit tegemoet kan worden gezien. 7100015 - 7100019 Ontsluiting Bio Science Park In december 2010 heeft de gemeenteraad het kaderbesluit Ontsluiting Bio Science Park genomen. Sindsdien is er gewerkt aan een nadere uitwerking van een referentieontwerp voor de aanbestedingsfase. Medio 2012 heeft B&W een besluit genomen waarmee de aanbestedingsfase is gestart. De projectorganisatie staat nu in de steigers om te starten met de dialoogfase. In 2014 wordt verwacht dat er een gunningsbesluit wordt genomen. 7100020 Verkeerscirculatieplan Het budget is in 2012 gebruikt voor het opstellen en voorbereiden van 'uitvoeringsprogramma bereikbaarheid'. Deze werkzaamheden lopen door tot in 2013. 7100023 - 7100024 Rijn Gouwelijn Bij het besluit over de 2e bestuursovereenkomst met de Provincie Zuid-Holland heeft de gemeenteraad 3 kredieten beschikbaar gesteld voor:
Jaarverslag | 73
- de bijdrage van de gemeente Leiden aan de RGL in het kader van de 1e bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland; - de bijdrage van de gemeente Leiden aan de RGL in het kader van de 2e bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland; De bijdrage in het kader van de 1e bestuursovereenkomst is geheel betaald aan de provincie Zuid-Holland. De bijdrage vanuit de 2e bestuursovereenkomst is nog niet voldaan. In het laatste kwartaal van 2012 zijn voorbereidingen getroffen voor het opstellen van een nieuwe overeenkomst met de provincie Zuid-Holland in het kader van HOV-NET Zuid-Holland Noord. Dit voorstel zal in 2013 aangeboden worden aan de raad. Bij dit voorstel zullen er ook besluiten voorgelegd worden over de afwikkeling van de resterende beschikbare middelen van de RGL. De bijdrage aan de priovincie Zuid-Holland in het kader van de RGL zal worden omgezet in een bijdrage in het kader van HOV-NET Zuid-Holland Noord met daaraan gekoppeld een prestatielvering door de provincie van een frequentieverhoging op het spoor tussen Leiden-Utrecht. 7100062 Uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid scholen Bij de projecten rond verkeersveilige schoolomgevingen wordt veel overleg gepleegd met de scholen en ouders. Voor het tot uiteindelijke uitvoering komt duurt enkele jaren. In 2013 zullen enkele grote werken worden uitgevoerd. 7100063 Busroute Churchilllaan in het kader van Boshuizerkade 30km/uur De herinrichting tot 30km is vertraagd door bouwwerkzaamheden bij de sportvelden. Nu deze werkzaamheden gereed zijn kan een gedeelte van de Boshuizerkade worden heringericht. 7100064 Verkeersregelinstallatie kwaliteitscentrale De kwaliteitscentrale is reeds aangeschaft, de laatste kosten worden in 2013 gemaakt en daarna kan het project worden afgerond. 7100065 Reconstructie Brahmslaan-Debussystraat-Sweelincklaan De Brahmslaan e.a. zijn hergeasfalteerd door Stedelijk Beheer. Het krediet is niet nodig voor reconstructie, maar er is een voorstel in de maak om het krediet in te zetten voor herinrichting Maresingel. 7100068 Hooigracht-route (kruispunten) Het krediet kan niet worden afgesloten. Het werk is niet eerder uitgevoerd door de mogelijk komst van de Rijngouwelijn. Nu dit niet doorgaat wordt het krediet in 2013 gebruikt voor de herinrichting van de kruispunten/VRI van de Hooigracht. 7100069 Herinrichting Volmolengracht Het krediet kan niet worden afgesloten. Het werk is grotendeels uitgevoerd. Een aantal bomen is echter niet goed aangeslagen en moet worden vervangen en er moet een boomspiegel worden aangebracht. Het project wordt in 2013 afgerond. 7100070 Rooseveltstraat (Vijfmeilaan-Telderskade) Er loopt nog een onderzoek naar verbetering ontsluiting, in combinatie met mogelijke komst McDonalds. 7100072 A4 - aquaduct met tunnelbak In 2012 is de eerste tunnelbak opgeleverd, daarna is de tweede fase opgestart. Fase 2 bestaat uit de sloop van de huidige A4, de brug over de Oude Rijn en de start van de 2e helft van de bouw van de nieuwe, verbrede A4. Het werk wordt in 2015 afgerond en pas dan kan het krediet worden afgesloten. 7100074 Reconstructie Maresingel Het werk is vertraagd door ontwikkelingen zoals het Singelpark. In 2013 wordt gestart met de uitvoering. 7100077 Oude Rijn Oostelijk deel Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Het werk bevindt zich in de afrondende fase en zal begin 2013 worden afgerond. 7100080 Herinrichting Kaarsemakersplein Deze kredieten zijn beschikbaar gesteld in de Samenwerkingsovereenkomst Waardgracht-Oranjegracht (BW060386). Deze overeenkomst is op dit moment nog steeds van kracht. De kredieten zijn door middel van de overeenkomst aan elkaar verbonden. In de overeenkomst staat dat de gemeente het Kaarsemakersplein gaat herinrichten, aansluitend op de ontwikkeling van het Lakenplein door Portaal. En de gemeente levert een bijdrage van 1,66 mln aan de realisatie van de parkeervoorziening door Portaal op het Lakenplein. Door allerlei
74 | Jaarverslag
omstandigheden (vanuit Portaal en vanuit gemeente) hebben eerdere plannen van Portaal geen doorgang kunnen vinden. Portaal onderzoekt momenteel in welke vorm zij de ontwikkelingen op en om het Lakenplein wel kunnen realiseren (al dan niet met een derde risicodragende partij). Uit dat onderzoek zal blijken of overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst ontwikkeld kan worden of dat de overeenkomst ontbonden dient te worden. In de overeenkomst zijn financiele consequenties opgenomen wanneer één van de partijen wil ontbinden. Vooralsnog is de samenwerkingsovereenkomst nog steeds van kracht en zijn de ontwikkelplannen door Portaal op deze lokatie nog niet gestaakt. 7100082 Vervanging verkeerslichtinstallaties Dit is een krediet waaraan elk jaar een investeringsbedrag wordt toegevoegd. Ieder jaar zijn er investeringen nodig in de VRI's. 7100084 Reconstructie kruispunten Lammenschweg-Tomatenstraat Er zijn diverse ontwikkelingen in dit gebied die nog niet uitgewerkt zijn (Campus, plint, ROC) daarna kan de herinrichting pas plaatsvinden. 7100085 Wijkactieplannen en parkeren Doorlopend project per wijk uitgevoerd. Vorig jaar is gestart met de inventarisatie in de Merenwijk. De resultaten hiervan worden in 2013 uitgevoerd. 7100090 Morspoortgarage Kan nog niet worden afgesloten wegens afronding van het project in 2013. 7100066 Overkluizing W. de Zwijgerlaan (dekking) Kan niet worden afgesloten wegens afronding van het project in 2013. Bij PRIL 2013 (RV12.0058) is besloten de vrijgevallen middelen herinvesteren in WOP-Noord voor o.a. de extra kosten die gemoeid zijn met de vervroegde aanleg van de Kooilaan.
Jaarverslag | 75
5
Omgevingskwaliteit
76 | Jaarverslag
Omgevingskwaliteit Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
5 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad met een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, waar mensen graag vertoeven en die uitnodigt tot verantwoordelijk gedrag. Zij doet dit samen met alle gebruikers.
Doelenboom Prestaties
Doel
5.1.1.1 Organisatie beheer openbare ruimte 5.1.1.2 Openbare verlichting 5.1.1.3 Exploitatie bruggen en viaducten 5.1.1.4 Exploitatie wegen en herbestratingsprogramma 5.1.1.5 Straatreiniging en graffitibestrijding 5.1.1.6 Huishoudelijk afval 5.1.1.7 Onderhoud walmuren en monumenten
5.1.1 Civiel beheer en onderhoud openbare ruimte
5.1.2.1 Handhaving openbare ruimte 5.1.2.2 Kwaliteitscriteria terrassen 5.1.2.3 Adequate afhandeling meldingen openbare ruimte 5.1.2.4 Vermindering meeuwenoverlast 5.1.2.5 Gebruik eco-glazen bij evenementen 5.1.2.6 Verbetering afvalinzamelsystemen
5.1.2 Verbetering van het gebruik van de openbare ruimte
5.2.1.1 Implementatie kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte 5.2.1.2 Openbareruimteprojecten programma Binnenstad
5.2.1 Verbeteren kwaliteit openbare ruimte
5.2.2.1 Basiskaart Grootschalige Topografie 5.2.2.2 Beleidsontwikkeling voor de ondergrond
5.2.2 In beeld brengen ondergrond
5.3.1.1 Kortetermijnmaatregelen ter voorkoming van wateroverlast 5.3.1.2 Monitoring maatregelen ter voorkoming van wateroverlast
5.3.1 Vermindering wateroverlast
5.3.2.1 Baggerbeheerplan
5.3.2 Verbetering waterkwaliteit
5.4.1.1 Groenbeheer algemeen 5.4.1.2 Renovatie en beheerplannen parken 5.4.1.3 Kwaliteit bomenbestand 5.4.1.4 Uitbreiding en herinrichting begraafplaats Rhijnhof
5.4.1 Behoud van het groenareaal
5.5.1.1 Ligplaatsenplannen bedrijfsvaartuigen, pleziervaartuigen en terrasboten 5.5.1.2 Masterplan Singelpark 5.5.1.3 Aanleg van natuurvriendelijke oevers
5.5.1 Recreatieve waarde van water en groen
5.5.2.1 Investeren in recreatieve ontsluiting en ontwikkeling regionaal groen
5.5.2 Verbetering recreatieve verbindingen met de regio
Beleidsterrein
5.1 Schoon, heel en veilig
5.2 Kwaliteit openbare ruimte
5.3 Waterbeheer
5.4 Groenbeheer
5.5 Water- en groenbeleving
Jaarverslag | 77
Prestaties
Doel
5.5.3.1 Groenplan Oostvlietpolder zuid 5.5.3.2 Groene schoolpleinen 5.5.3.3 Aanleg archeologisch park Matilo 5.5.3.4 Biodiversiteit 5.5.3.5 Stadsnatuurmeetnet 5.5.3.6 Spelen in de openbare ruimte
5.5.3 Verbetering kwaliteit (grootschalig) groen
5.5.4.1 Aanbieden natuur- en milieueducatie
5.5.4 Bevorderen duurzaam denken en handelen
5.6.1.1 Uitvoeren luchtkwaliteitsplan 5.6.1.2 Schoon en milieuvriendelijk wagenpark 5.6.1.3 Milieuzone voor vrachtwagens 5.6.1.4 Autovrije zondag
5.6.1 Verbetering luchtkwaliteit
5.6.2.1 Geluidsanering woningen A-lijst
5.6.2 Vermindering geluidsoverlast
5.6.3.1 Aanpak bodemsaneringslocaties
5.6.3 Bodemsanering
5.6.4.1 Uitvoeren Klimaatprogramma
5.6.4 Voeren van een effectief Klimaatprogramma
78 | Jaarverslag
Beleidsterrein
5.6 Milieu
Ontwikkelingen in 2012 Beheer openbare ruimte In 2012 is verder gewerkt aan het Verbeterplan Stedelijk Beheer. Diverse beheerbeleidskaders en beheerplannen zijn vastgesteld. Met het opstellen van een uitvoeringsplan ondergrondse containers binnenstad en een implementatieplan vervangen en terugdringen van wijkcontainers is het realiseren van ondergrondse containers in de binnenstad en de wijken een stuk dichterbij gekomen. Voor bedrijfsafval is een businesscase uitgevoerd. Het proces van afhandelen meldingen openbare ruimte dient nog te worden verbeterd. Op sommige terreinen is er behoefte aan herijking van het beleid. Het gebruik van eco-glazen kon niet op draagvlak rekenen van de horeca. De maatregelen voor bestrijden van meeuwenoverlast heeft nog niet het gewenste effect bereikt. Kwaliteit openbare ruimte Kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte zijn vastgesteld. Verschillende openbareruimteprojecten van Programma Binnenstad zijn met succes uitgevoerd. Er zijn kwaliteitscriteria voor terrassen opgesteld. Voorts is de Handhavingsnota vastgesteld. Waterbeheer Het Beheerplan Water is in 2012 vastgesteld. De grondwaterproblematiek in De Kooi is verder in een ontwerpwaterhuishoudingsplan voorbereid. Groenbeheer De Bomenverordening is in 2012 vastgesteld. In het Plantsoen is de langgekoesterde vijver gerealiseerd. Er zijn veel nieuwe bomen aangeplant, voor een deel ter vervanging van zieke bomen. Water- en groenbeleving De Nota Watergebruik is in ontwikkeling. Voor het realiseren van het Singelpark is de ‘Visie Leidse Singels: het langste park van Nederland! Sinds 1659’ vastgesteld en zijn diverse activiteiten uitgevoerd. In de Oostvlietpolder is natuurterrein ’t Vogelhoff opgeleverd. Er is in de Boterhuispolder geïnvesteerd in de recreatieve ontsluiting en ontwikkeling regionaal groen. Vijf scholen hebben een groen schoolplein gekregen. De aanleg van archeologisch park Matilo is grotendeels afgerond. De kinderboerderij in de Merenwijk is getransformeerd naar een ‘Duurzaam Leidse netwerkorganisatie’ voor natuur- en milieueducatie. Milieu Er is een vervolgprogramma opgesteld voor het actieplan luchtkwaliteit. De Milieuzone in de binnenstad wordt verlengd tot en met 2014. Projecten voor gevelsanering zijn afgerond en er is gewerkt aan bodemsaneringslocaties. Het programma Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven is afgerond.
Effecten en prestaties Beleidsterrein 5.1 Schoon, heel en veilig Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.1.1a
Beoordeling onderhoud eigen wijk: rapportcijfer vegen straten en wegen
-
-
6,4
-
-
Stadsenquête
5.1.1b
% burgers dat 'geen' tot 'een beetje' overlast heeft van zwerfvuil
-
-
57%
-
-
Stadsenquête
5.1.1c
Beeldkwaliteit onderhoud verhardingen
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.1.1d
Beeldkwaliteit onderhoud verkeersvoorzieningen
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.1.1e
Beeldkwaliteit onderhoud meubilair
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.1.1f
Beeldkwaliteit onderhoud afvalbakken en containers
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.1.1g
Beeldkwaliteit onderhoud bruggen en walmuren
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.1.1h
Beeldkwaliteit onderhoud tunnels
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
Jaarverslag | 79
Doel
5.1.1i
Omschrijving
Technische staat integraal beheer openbare ruimte
Realisatie 2009
2010
2011
2012
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
Streefwaarde 2012
Bron
klasse B*
Schouw IBOR
* Om het beheer van de openbare ruimte te monitoren wordt sinds 2011 geschouwd volgens de systematiek van CROW (het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) en niet meer via Grip op Kwaliteit. De CROW-systematiek is verfijnder, objectiever en de uitkomsten ervan zijn beter vergelijkbaar met die van andere gemeenten. In september en oktober 2012 is in de gemeente een schouw van de openbare ruimte uitgevoerd. De resultaten van beide schouwen laten zien dat de gemeente gemiddeld voldoet aan de beeldkwaliteit klasse B voldoet, dit komt overeen met niveau 2 van Grip op Kwaliteit. Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.1.1.1
Uitvoeren acties verbeterplan Stedelijk Beheer
-
-
-
100%
100%
STB
5.1.1.2
Opstellen beheerplan openbare verlichting
-
-
-
1
1
STB
5.1.1.2
Opstellen beleidskader openbare verlichting
-
-
-
1
1
REASR
5.1.1.3
Uitvoeren beheerplan bruggen en walmuren
-
-
-
100%
100%
STB
5.1.1.3
Opstellen beleidskader bruggen en walmuren
-
-
-
1
1
REASR
5.1.1.4
Uitvoeren beheerplan groot onderhoud wegen
-
-
-
100%
100%
STB
5.1.1.4
Opstellen beleidskader wegen
-
-
-
1
1
REASR
5.1.1.4
Opstellen beheerplan wegen: vervanging/ rehabilitatie
-
-
-
0*
1
STB
5.1.2.1
Realisatie van handhavingsactiviteiten conform Handhavingsnota 2011-2014
-
-
-
100%
100%
HHA
5.1.2.2
Opstellen beleidsnota kwaliteitscriteria terrassen
-
-
-
1
1
REASR
5.1.2.3
Percentage meldingen openbare ruimte dat binnen de gestelde tijd is afgehandeld
79%
82%
71%
70%**
90%
Servicepunt Woonomgeving
5.1.3.1
Percentage bewoners dat veel last ondervindt van meeuwen
-
34%
36%
-
20%
Stadsenquête
5.1.4.1
Aantal evenementen waar gebruik eco-glazen verplicht is
-
-
-
0
40
REASR
5.1.5.1
Opstellen implementatieplan voor het vervangen en terugdringen van de wijkcontainers voor huishoudelijk afval
-
-
-
1
1
REASR
5.1.5.1
Opstellen uitvoeringsplan realisatie ondergrondse containers binnenstad
-
-
-
1
1
REASR
* Er is een beheerplan klein en groot onderhoud opgesteld, het vervanging/rehabilitatieplan voor wegen wordt aangeboden bij de Perspectiefnota 2014-2017. ** In 2012 is het m.n. vanwege personeelsmutaties van de afdeling Stedelijk Beheer niet gelukt om de doelstelling te bereiken. 5.1.1.1 Organisatie beheer openbare ruimte De uitvoering van het in 2011 vastgestelde Verbeterplan Stedelijk Beheer verliep volgens planning. Eind 2012 is het organisatieplan opgesteld. 5.1.1.2 Openbare verlichting Het Beheerplan Openbare Verlichting 2012-2016 is vastgesteld. De investeringen voor vervanging van armaturen en lichtmasten zijn volledig aanbesteed en in opdracht gegeven. De uitvoering hiervan is voor 85% gereed en het laatste deel zal begin 2013 worden afgerond. Zo zijn onder andere alle armaturen aan de Willem van der Madeweg vervangen en zijn op de Waardgracht, Kort Rapenburg, Prinsessekade en de omgeving van de Waardgracht standaard lichtmasten vervangen voor de klassieke Leidse lantaarns. Led-verlichting is aangebracht op de Snelliusplaats en Archimedesweg, Leeuwenhoek. Het beleidskader voor het kapitaalgoed Openbare verlichting is opgesteld en vastgesteld.
80 | Jaarverslag
5.1.1.3 Exploitatie bruggen en viaducten Er is een nieuw Beheerplan Kunstwerken vastgesteld en er zijn binnen de budgettaire kaders ook al projecten uitgevoerd. In 2012 zijn o.a. de volgende bruggen vervangen: Looiersbrug, Vlinderbrug, Joseph Haydnbrug, Appelbesbrug, Oxfordbrug. Verder zijn de Rembrandtbrug en de Admiraalsbrug geschilderd, terwijl bij de laatste ook het dek is vervangen. Van de Sumatrabrug zijn de slagbomen vervangen. Ook is het beleidskader bruggen en walmuren vastgesteld. 5.1.1.4 Exploitatie wegen en herbestratingprogramma Er is een nieuw beheerplan voor het groot onderhoud wegen vastgesteld en er zijn binnen de budgettaire kaders ook al projecten uitgevoerd. Groot onderhoud aan de asfaltverhardingen is onder andere uitgevoerd op de Hadewijchlaan, Gooimeerlaan, IJsselmeerlaan, Vlietweg en de fietspaden Churchilllaan / Dr. Lelylaan / Plesmanlaan. Groot onderhoud aan de elementenverhardingen is onder andere uitgevoerd op de Wasstraat, Ina Boudier Bakkerplein, Rijn en Schiekade, Hogewoerd en Sara Trooststraat. Voorts is het beleidskader wegen vastgesteld. Het investeringsplan wegen met betrekking tot vervanging en rehabilitatie is nog niet opgesteld. Over de noodzakelijke investeringen van de rehabilitatie wordt bij het samenstellen van de perspectiefnota een voorstel gedaan. Het Beleidskader en Beheerplan Straatmeubilair zijn opgesteld. Naar aanleiding van vragen van de raad is in de tweede helft van 2012 een actualisatie van het beheerplan gemaakt op basis van actuele gegevens van areaal en technische staat. 5.1.1.5 Straatreiniging en graffitibestrijding Sinds juli 2012 is het materieel van het team Vegen en Legen bij wijze van proef uitgebreid met twee handzuigmachines (“gluttons”) om zo gedurende de dag in het kernwinkelgebied meer maatwerk te kunnen leveren in de straatreiniging. Uit een evaluatie blijkt dat de machines efficiënt ingezet kunnen worden voor met name de moeilijk bereikbare plaatsen. Bijkomend voordeel is dat de medewerkers zichtbaarder aanwezig zijn wat leidt tot positieve reacties vanuit het winkelende publiek. Besloten is de proef in 2013 uit te breiden met een derde machine die met een aanhanger ook flexibel ingezet kan worden op locaties buiten het kernwinkelgebied. In 2012 zijn er in de binnenstad 433 meldingen van illegale aanplak en graffiti geregistreerd. In totaal is hierbij 2.500 vierkante meter wand en wegdek schoongemaakt. 5.1.1.6 Huishoudelijk afval* Er is een uitvoeringsplan opgesteld voor het realiseren van ondergrondse containers in de binnenstad. Er is een onderzoek uitgevoerd naar de inzameling van bedrijfsafval. Hierbij is de huidige situatie in kaart gebracht en vervolgens uitgewerkt in een businesscase voor de komende jaren met een aantal praktische adviezen gericht op de verbetering van de bedrijfsvoering, dit wordt in 2013 verder uitgevoerd. *) In 2012 viel onder de prestatie "huishoudelijk afval" ook de inzameling van bedrijfsafval. 5.1.1.7 Onderhoud walmuren en monumenten Er is een nieuw Beheerplan walmuren en beschoeiingen vastgesteld en in 2012 zijn binnen de budgettaire kaders ook de projecten Lakenplein, Waardgracht, Oranjegracht, Zuidsingel, Binnenoostsingel uitgevoerd. 5.1.2.1 Handhaving openbare ruimte De Handhavingsnota 2012-2015 is vastgesteld in de raad. Hier wordt de komende jaren uitvoering aan gegeven. 5.1.2.2 Kwaliteitscriteria terrassen In 2012 is een voorstel opgesteld waarin de nadere regels voor terrassen worden gesteld. 5.1.2.3 Adequate afhandeling meldingen openbare ruimte Het proces van meldingen openbare ruimte en het proces van afhandelen is nader onder de loep genomen. Het proces van afhandelen maar ook de systematiek is nog niet volledig onder de knie maar hieraan zal in 2013 hard gewerkt worden. De doelstelling dat 90% van de klachten binnen de daarvoor geldende termijn moet zijn afgehandeld, zal naar verwachting niet worden bereikt omdat als gevolg van de reorganisatie de resultaten niet inzichtelijk zijn. 5.1.2.4 Vermindering meeuwenoverlast In het kader van het Plan van Aanpak ‘Beperken meeuwenoverlast Gemeente Leiden – 2011 t/m 2014’ heeft de gemeente in 2012 het gebruik van de gele, meeuwwerende vuilniszak gestimuleerd. Er was een communicatiecampagne en het Centrummanagement heeft door middel van een gemeentelijke subsidie de verkoopprijs van de gele zak weten te drukken. De gele zakken waren in 6 Leidse supermarkten verkrijgbaar. De afspraken hierover zijn vastgelegd in een convenant. Inwoners kunnen een gemeentelijke subsidie van 350 euro krijgen om hun daken meeuwwerend te maken. Tot slot zijn er op daken meeuweneieren verwisseld voor nepeieren.
Jaarverslag | 81
5.1.2.5 Gebruik van eco-glazen bij evenementen Er was bij de Leidse horeca geen draagvlak voor het gebruik van eco-glazen, er is ruimte gegeven aan een alternatief plan waarbij de horeca zelf zorgde voor het tegengaan van zwerfvuil. Bij Koninginnedag en de Lakenfeesten is de nieuwe werkwijze met succes in praktijk gebracht. Op basis van deze resultaten wordt nieuw beleid opgesteld. 5.1.2.6 Verbetering afvalinzamelsystemen Ten behoeve van de verbetering van afvalinzamelsystemen is een implementatieplan opgesteld voor het vervangen en terugdringen van de wijkcontainers voor huishoudelijk restafval. Het college heeft halverwege 2012 besloten over te gaan tot vervanging van de wijkcontainers. In 2012 is ook het haalbaarheidsonderzoek naar ondergrondse containers in de binnenstad afgesloten. Tevens is de pilot met ondergrondse containers in de binnenstad geëvalueerd. Op basis van het haalbaarheidsonderzoek en de resultaten van de pilot heeft het college besloten over te gaan tot plaatsing van ondergrondse containers in de binnenstad. Met beide besluiten is een belangrijke stap gezet in het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Beleidsterrein 5.2 Kwaliteit openbare ruimte Effectindicatoren Doel
5.2.1
Omschrijving
Rapportcijfer woonomgeving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
7,3
7,3
7,3
*
Streefwaarde 2012
Bron
7,4
Veiligheidsmonitor
* Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet zonder meer mogelijk. Om deze reden zijn in deze Jaarrekening geen gegevens over 2012 opgenomen.
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.2.1.1a
Percentage plannen openbare ruimte dat is aangeboden aan de Tacor
-
-
-
80%
95%*
RMB
5.2.1.1b
Percentage plannen dat door de Tacor is goedgekeurd
-
-
-
60%*
-
RMB
5.2.1.2a
Programma Binnenstad: voortzetting project bloembakken en hanging baskets
-
-
-
1
1
REASR
5.2.1.2b
Programma Binnenstad: oplevering openbaar toilet in de binnenstad
-
-
0
0**
1
REASR
5.2.1.2c
Programma Binnenstad: oplevering herinrichting Kaiserstraat
-
-
-
1
1
REASO
5.2.1.2d
Programma Binnenstad: oplevering herinrichting Rapenburg (oneven)
-
-
-
1
1
REASO
5.2.1.2e
Programma Binnenstad: oplevering herinrichting Steenschuur (even)
-
-
-
1
1
REASO
5.2.1.2f
Programma Binnenstad: oplevering herinrichting Volmolengracht
-
-
-
0**
1
REASO
5.2.2.1g
Oplevering Basiskaart Grootschalige Topografie
-
-
-
0
1
KDGGE
5.2.2.2h
Vastgestelde kadernota gebruik van de ondergrond
-
-
0
0
1
RMB
* Streefpercentage was 95% i.p.v. 100% omdat het aanbieden van plannen aan de toets- en adviescommissie openbare ruimte (Tacor) een nieuwe werkwijze betrof, de werkelijkheid bleek iets weerbarstiger te zijn. 60% van alle ingediende plannen is door de Tacor in één keer goedgekeurd. Van de 40% van de plannen die niet in eerste instantie zijn goedgekeurd, is het overgrote deel na aanpassing wel door de Tacor goedgekeurd. ** Zie paragraaf 5.2.1.2.
82 | Jaarverslag
5.2.1.1 Implementatie kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte De Kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025 is in januari 2012 vastgesteld. In mei 2012 is het Handboek kwaliteit openbare ruimte door het college vastgesteld. In het handboek staan de uitgangspunten voor de openbare ruimte, concrete inrichtingsprincipes en de details, zoals bestrating, groen en water. Het Handboek is de uitwerking van de Kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025. Om de kwaliteitsimpuls van kadernota en handboek zichtbaar te maken zijn er eenmalig middelen beschikbaar gesteld. Deze zijn ingezet in de Wasstraat en er zijn voorbereidingen getroffen om straten aan te pakken in het Noorderkwartier. Op de route van de Leidse Loper is nieuw straatmeubilair geplaatst conform het Handboek kwaliteit openbare Ruimte. 5.2.1.2 Openbare ruimte projecten programma Binnenstad Het afgelopen jaar zijn er hanging baskets met zomer- en winterplanten aan bruggen en lantarenpalen geplaatst. Het onderhoud hiervan is naar volle tevredenheid uitbesteed aan een externe partij. In de binnenstad zijn op diverse plaatsen fietsparkeervoorzieningen geplaatst. In het gebied rond het centraal station heeft een opruimactie van de fietsenstallingen plaatsgevonden. In december zijn nieuwe dubbellaagse stallingen geplaatst op de tijdelijke stalling op de locatie van het toekomstige Rijnsburgerblok. De fietsenstalling onder de taxistandplaats is integraal schoongemaakt en opgeknapt. Voor de vestigingen van de Aldi en het Kruidvat zijn de rommelige stallingen verwijderd en fietsvakken aangebracht. Ten slotte zijn er drie bomen geplant voor de Jumbo supermarkt, ter aanvulling op de reeds geplande bomen in de vernieuwde Stationsweg. In 2012 is het ontwerp van het openbaar toilet aan de Kapelstraat afgestemd met de Welstandscriteria en is de bouwvergunningsprocedure afgerond. Daarnaast zijn de benodigde werkzaamheden voor het toilet afgestemd met de werkzaamheden die waren gepland rond het opknappen van de daarnaast gelegen fietsenstalling. Dit scheelt kosten en leidt tot een mooiere oplossing. Tevens is het bestek voor de aanbesteding afgerond. De afronding is voorzien in juni 2013. De herinrichtingen van de Kaiserstraat, het Rapenburg en Steenschuur zijn afgerond. De Volmolengracht is ook heringericht maar door een vertraging bij de verplaatsing van kabels kan hier de afronding pas begin 2013 plaatsvinden. 5.2.2.1 Basiskaart Grootschalige Topografie In 2012 heeft de gemeente Leiden een aanbesteding gedaan voor (software van) een nieuwe basisregistratie grootschalige topografie (de digitale kaart van Leiden). De vorige leverancier kon de gewenste kwaliteit van de kaart en ook de vereiste koppeling naar het nieuwe Integraal beheersysteem niet leveren. Na de aanbesteding en implementatie van de software is gewerkt aan de conversie van de aanwezige (kaart-)data. De geplande koppeling tussen kaart en administratie is in de planning verschoven naar het eerste halfjaar van 2013. 5.2.2.2 Beleidsontwikkeling voor de ondergrond Er is een probleemverkenning opgesteld met betrekking tot de Leidse ondergrond met als doel te bepalen waar integraal duurzaamheidbeleid urgent is. In het begin van 2013 zal de verkenning aan B en W worden aangeboden.
Jaarverslag | 83
Beleidsterrein 5.3 Waterbeheer Effectindicatoren Doel
5.3.1a
Omschrijving
Beeldkwaliteit onderhoud water en groen
Realisatie 2009
2010
2011
2012
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
Streefwaarde 2012
Bron
-
Schouw IBOR
* In september en oktober 2012 is in de gemeente een schouw van de openbare ruimte uitgevoerd. De resultaten van beide schouwen laten zien dat de gemeente gemiddeld voldoet aan de beeldkwaliteit klasse B voldoet, dit komt overeen met niveau 2 van Grip op Kwaliteit. Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.3.1.1
Uitvoeren beheerplan water inclusief baggeren
-
-
-
75%*
100%
STB
5.3.1.1
Opstellen beleidskader water en baggeren
-
-
-
0**
1
REASR
5.3.1.1
Afkoppelen riolering
-
9,4 ha
15,7 ha
7,5** ha
35 ha
STB
5.3.1.2
Uitvoeren maatregelen VGRP 2009 - 2013
-
-
-
60%
100%
STB
5.3.2.1
m3 baggerslib conform baggerbeheerplan
-
4.300
-
8.760
5.000
STB
* In tegenstelling tot wat oorspronkelijk was gepland, bleek er geen noodzaak te zijn een nieuw kader water en baggeren op te stellen. Leiden heeft met het Waterplan Leiden en de Keur-regels van het hoogheemraadschap van Rijnland reeds een goed beleidskader water en baggeren. ** Vanwege een beleidswijziging van het Hoogheemraadschap konden de streefwaarden voor het af te koppelen riool een stuk worden verlaagd. 5.3.1.1 Kortetermijnmaatregelen ter voorkoming van wateroverlast Om waterproblemen in de toekomst te voorkomen worden ruimtelijke projecten waterneutraal aangelegd. Dat wil zeggen dat zo veel mogelijk een gescheiden riool stelsel wordt aangelegd en dat verharding van de ondergrond wordt gecompenseerd met ofwel meer oppervlaktewater ofwel door alternatieve bergingsmethoden. Het traject ‘samenwerking in de Afvalwaterketen’ is in 2012 gestart. Hierover zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen Leiden, buurgemeenten en het hoogheemraadschap van Rijnland. Dit heeft tot doel om samen efficiënter in de afvalwaterketen te werken. Afronding dan wel herprioritering van de maatregelen van het Waterplan Leiden vindt in 2013 plaats. 5.3.1.2 Monitoring maatregelen ter voorkoming van wateroverlast In 2012 is het uitvoeren van de rioolprojecten uit het VGRP 2009-2013 gecontinueerd. Uitgevoerd zijn de projecten Merenwijk en Haagwegkwartier fase 2 en de rioolprojecten Lage Mors fase 4a, Geregracht en Volmolengracht. Het project Herensingel/Maresingel is voorbereid. De gemeente heeft samengewerkt met het hoogheemraadschap van Rijnland in het kader van de optimalisering van het systeem van de afvalwaterzuivering (OAS). Niet alle (afkoppel)rioolprojecten in het huidige VGRP zullen in de planperiode worden uitgevoerd. Dit heeft o.a. te maken met de beleidswijziging bij het hoogheemraadschap ten aanzien van de gestelde overstorteisen – deze zijn minder streng geworden - en vloeit tevens voort uit de resultaten van de samenwerking in OAS-verband. Er is gestart met het opstellen van een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. De technische onderhoudsstaat van de riolen is in dit plan het uitgangspunt. Om een totaalbeeld van de riolering te krijgen zijn de oude rioolgegevens in 2012 geconverteerd. Ook zijn alvast inspecties uitgevoerd van de gebieden met gedateerde gegevens. Het registreren van het grondwaterpeil is gecontinueerd. De grondwaterproblematiek in De Kooi is verder in een ontwerp waterhuishoudingsplan voorbereid. In het Bos- en Gasthuisdistrict is het riool gereinigd en geïnspecteerd en opgeleverd. Het project Binnenstad Zuid, Morsdistrict, Stationsdistrict, Kooidistrict is in 2012 voorbereid en wordt in 2013 uitgevoerd. 5.3.2.1 Baggerbeheerplan Het Beheerplan Water is in 2012 vastgesteld. Het nieuwe uitvoeringsprogramma baggeren is hiervan een onderdeel. In dit kader is van de watergangen het slib zowel kwalitatief als kwantitatief bepaald. In 2012 zijn de watergangen in de Kikkerpolder gebaggerd en is in samenwerking met het hoogheemraadschap van Rijnland gebaggerd in het Landje van Bremmer en de Knotterpolder. De resterende watergangen zijn
84 | Jaarverslag
geclusterd tot één groot baggerproject dat in 2013 wordt aangepakt. Tevens is in 2012 het project Beveiligd Baggeren voorbereid met ondersteuning van het hoogheemraadschap van Rijnland.
Beleidsterrein 5.4 Groenbeheer Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.4.1a
Beeldkwaliteit onderhoud bomen
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.4.1b
Beeldkwaliteit onderhoud beplanting
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
5.4.1c
Beeldkwaliteit onderhoud gras
niveau 2*
-
niveau 2*
klasse B*
klasse B*
Schouw IBOR
* In september en oktober 2012 is in de gemeente een schouw van de openbare ruimte uitgevoerd. De resultaten van beide schouwen laten zien dat de gemeente gemiddeld voldoet aan de beeldkwaliteit klasse B voldoet, dit komt overeen met niveau 2 van Grip op Kwaliteit. Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.4.1.1
Opstellen beleidskader groen
-
-
-
0*
1
REASR
5.4.1.2
Aantal beheerplannen parken
-
12
14
15
16
REASR
5.4.1.3
Aantal projecten verbetering kwaliteit bomenbestand
-
-
-
4
4
REASR
5.4.2.1
Oplevering uitbreiding en herinrichting begraafplaats Rhijnhof
-
-
-
1
1
WOR
* Zoals in de 2e bestuursrapportage 2012 is aangegeven wordt het kaderstellend groenbeleid niet in 2012 afgerond maar in 2013. 5.4.1.1 Groenbeheer algemeen Er is het afgelopen jaar met name aandacht besteed om zo veel mogelijk het beheer van het openbaar groen op het één na hoogste beheerniveau te krijgen (niveau 2 Grip op Kwaliteit = klasse B CROW). Voor de parken Van der Werf en het Plantsoen geldt het hoogste ambitieniveau (klasse 1 Grip op kwaliteit, overeenkomend met klasse A/B CROW). In het Plantsoen is de langgekoesterde vijver gerealiseerd. Er is een raambestek Groeiplaatsverbeteringen opgesteld. Hiermee kunnen weer duurzame standplaatsen worden gerealiseerd. Afgelopen jaar zijn er weer de nodige evenementen georganiseerd in de Leidse Hout. Doordat de evenementen onder natte omstandigheden zijn gehouden is er aanzienlijke schade in het park opgetreden. De totale kosten voor het herstellen van deze schade bedroegen circa € 65.000,-. Hierdoor is de uitvoering van reconstructiewerkzaamheden in de Stevenshof opgeschoven naar 2013. In 2012 is het opstellen van het beleidskader groen gestart. Naar verwachting zal in mei 2013 dit beleidskader bestuurlijk kunnen worden vastgesteld. 5.4.1.2 Renovatie en beheerplannen parken Het beheerplan groen is vastgesteld. Met dit beheerplan is de eerste stap gezet in het duurzaam in stand houden van het Leidse groen geborgd. Er is gestart met de herinrichting van park De Bult. Voor de herinrichting van het Kooipark is de planvorming en inspraak in 2012 afgerond. Van de beheerplannen voor de parken is in 2012 aan het deelplan park Matilo Stadstuinen gewerkt. Het beheerplan is nog niet opgeleverd omdat afgelopen jaar nog niet duidelijk was wie het park in beheer zou gaan nemen (gemeente of een particuliere exploitant). Het opstellen van een beheerplan Bos van Bosman is in samenspraak met omwonenden en belangengroeperingen opgestart. In samenwerking met de Vrienden van de Leidse Hout is van het beheerplan Leidse Hout een publieksvriendelijke versie gemaakt. 5.4.1.3 Kwaliteit bomenbestand Er is een raambestek Groeiplaatsverbeteringen opgesteld. Met behulp van dit raambestek kunnen in 2013 diverse locaties met wortelopdruk aangepakt worden met behoud van de bomen. Op deze manier kan er voor de boom weer een duurzame standplaats gerealiseerd worden. De Bomenverordening is in 2012 vastgesteld. Deze verordening regelt de bescherming van de bomen die op de Groene Kaart staan en de procedure van
Jaarverslag | 85
de overige vergunningplichtige bomen in de openbare ruimte. De Bomenverordening regelt eveneens de juridische procedure van het Bomenfonds (Voorziening Boomregeling Wijk), inclusief de mogelijkheid om nieuwe bomen daar te planten waar ze de kwaliteit van de groenstructuren het beste aanvullen en versterken. In 2011 en 2012 zijn op verschillende kleinere locaties 425 extra bomen geplant. Ten behoeve van grotere projecten zijn/worden 860 bomen geplant: Willem de Zwijgerlaan, Park de Bult, Stevenspark, Mareparkje,Tuin van Noord, Oostvlietpolder, Nieuw Leyden, Wasstraat, Diamantlaan. Daarnaast is in polderpark Cronesteyn ruim 2 ha bosplantsoen aangeplant ter compensatie van de gekapte bomen ten behoeve van de verbreding van de A4. De aanplant met de meeste bomen is in het park Matilo: circa 1265 nieuwe bomen staan er na het plantseizoen 2012-2013. Ter compensatie van de gekapte bomen van de Diamantlaan en Nicolaas Beetsstraat zijn 70 en 40 bomen geplant. Aan de Stevenshofdreef en Dobbedreef zijn 182 kastanjes gekapt in verband met kastanjeziekte en zijn 196 nieuwe bomen aangeplant. Dat brengt het saldo extra bomenaanplant aan het eind van het plantseizoen 2012/2013 op 1844 bomen. 5.4.1.4 Uitbreiding en herinrichting begraafplaats Rhijnhof Van de voor 2012 geplande werkzaamheden ten aanzien van de herinrichting van de begraafplaats zijn nagenoeg alle onderdelen gerealiseerd. Alleen de aanleg van de gedenkplek en het aanbrengen van de banken zullen in het voorjaar van 2013 worden uitgevoerd.
Beleidsterrein 5.5 Water- en groenbeleving Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.5.1a
Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van water in Leiden
-
-
-
-
-
Stadsenquête
5.5.1b
Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in Leiden
-
7,0
-
-
-
Stadsenquête
5.5.1c
Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen in de omgeving van Leiden
-
7,3
-
-
-
Stadsenquête
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
5.5.1.1
Actualiseren ligplaatsenplan bedrijfsvaartuigen
-
-
-
1
1
REASR
5.5.1.1
Invoering nieuwe tarieven bedrijfsvaartuigen, pleziervaartuigen en terrasboten
-
-
-
1
1
REASR
5.5.1.2
Oplevering masterplan Singelpark
-
-
-
1
1
REASR
5.5.1.3
Aanleg van natuurvriendelijke oevers in strekkende meters per jaar
-
1.500
-
500
500
REASR
5.5.2.1
Opstellen uitvoeringsplan regionaal groenprogramma
-
-
-
1
1
RMB
5.5.3.1
Uitvoeren werkzaamheden conform uitvoeringsprogramma Groenplan Oostvlietpolder zuid
-
-
-
100%
100%
REASR
5.5.3.2
Oplevering groene schoolpleinen
-
-
-
5
5
REASR
5.5.3.3
Uitvoeren 2e en 3e fase aanleg archeologisch park Matilo
-
-
-
1
1
PMB
5.5.3.3
Uitwerken 4e fase aanleg archeologisch park Matilo
-
-
-
1
1
PMB
5.5.3.4
Aantal communicatietrajecten over biodiversiteit
-
-
-
4*
5
REASR
5.5.3.5
Aantal metingen Stadsnatuurmeetnet
1
0
1
0
0
REASR
5.5.3.6
Percentage inwoners dat vindt dat er goede speelplekken zijn
49%
53%
54%
**
57%
Veiligheidsmonitor
5.5.3.6
Opstellen uitvoeringsplan realiseren informele speelplekken in de openbare ruimte
-
-
-
1
1
86 | Jaarverslag
Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
5.5.4.1
Aantal leerlingen primair onderwijs dat natuuren milieueducatie krijgt of aan NME-activiteiten deelneemt
25.000
22.500
19.600
13.600
25.000
REASR
5.5.4.1
Aantal leerlingen voortgezet onderwijs dat deelneemt aan veldwerkprojecten
700
700
700
700
700
REASR
5.5.4.1
Aantal bezoekers publieksactiviteiten
11.000
-
12.000
6.000
12.000
REASR
5.5.4.1
Aantal bezoekers kinderboerderij
88.000
-
88.000
88.000
88.000
REASR
* In 2013 is door beperkte capaciteit een communicatietraject minder uitgevoerd dan gepland. De 4 verschillende communicatietrajecten over biodiversiteit/ groen die zijn gerealiseerd waren: Vlinderroute naar de Burcht, Gierzwaluwonderzoek, Stadsnatuurmeetnet, Vleermuisexcursie. ** Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet zonder meer mogelijk. Om deze reden zijn in deze Jaarrekening geen gegevens over 2012 opgenomen. 5.5.1.1 Ligplaatsenplannen bedrijfsvaartuigen, pleziervaartuigen en terrasboten Er is een eerste concept van de Nota Watergebruik opgesteld. Deze nota zal het beleidskader worden voor het gebruik dat wordt gemaakt van het openbare water in Leiden. In deze nota worden de door het bestuur gewenste veranderingen geformuleerd voor de lange termijn en een aantal concrete, gemakkelijk uitvoerbare acties en uitvoeringsregels voor de korte termijn c.q. voor 2013 en 2014. Actualisatie van diverse ligplaatsenplannen valt binnen de uitvoeringsacties van deze nota. De nieuwe tarieven voor bedrijfsvaartuigen zijn in 2012 vastgesteld en de aanslagen binnenhavengeld zijn aan de ondernemers verzonden. De actualisatie van het ligplaatsenplan pleziervaartuigen is vastgesteld. Er zijn convenanten ondertekend over de historische havens. Een stimuleringsregeling van steigers voor pleziervaartuigen is vastgesteld. Voor het aangekochte water aan de Rijnen zijn waar mogelijk vergunningen verleend en als de vergunning is verleend is ook een aanslag binnenhavengeld opgelegd. Omdat de vergunningen pas aan het eind van het jaar konden worden verleend kon de heffing alleen over de laatste maanden van 2012 worden opgelegd. Voor een deel van de vaartuigen in het nieuw aangekochte water kunnen geen vergunningen worden verleend omdat het beleidskader hiervoor ontbreekt. Hier wordt aan gewerkt met de nota integraal watergebruik. 5.5.1.2 Masterplan Singelpark In januari 2012 is de ‘Visie Leidse Singels: het langste park van Nederland! Sinds 1659’ vastgesteld door de gemeenteraad. De raad gaf daarbij opdracht de visie uit te werken tot een kaderbesluit en stelde een voorbereidingskrediet beschikbaar. Ter voorbereiding op het kaderbesluit werd de visie in 2012 uitgewerkt in schetsen, werden verschillende onderzoeken gedaan, werden investeringsramingen en beheer- en onderhoudsramingen opgesteld, werden aanvullende financiële middelen gezocht en gevonden, werd gesproken met diverse belanghebbenden en werd gestart met een samenwerkingsverband met de Stichting Vrienden van het Singelpark. In het voorjaar van 2012 is een Ideeënwedstrijd voor samenhang en identiteit van het Singelpark georganiseerd in samenwerking met Stadslab/Vrienden van het Singelpark. In de zomer van 2012 heeft de tentoonstelling hierover, die door Stadslab en Vrienden werd georganiseerd in samenwerking met gemeente en RAP, veel belangstelling opgeleverd. Als vervolg op de ideeënwedstrijd wordt nu door de twee winnende bureaus een beeldkwaliteitplan opgesteld voor het Singelpark, dat als leidraad dient voor de toekomstige ontwerpen in het Singelpark. 5.5.1.3 Aanleg van natuurvriendelijke oevers In 2012 zijn met medefinanciering van het hoogheemraadschap van Rijnland in de Oostvlietpolder in het kader van de ontwikkeling van ’t Vogelhoff, de oevers van onder andere de middenwetering natuurlijker ingericht. 5.5.2.1 Investeren in recreatieve ontsluiting en ontwikkeling regionaal groen Leiden werkt samen met omliggende gemeentes aan recreatieve stad-land-verbindingen. In 2012 zijn diverse projecten (onder andere in het kader van Leidse Ommelanden) voorbereid en uitvoeringsgereed gemaakt. Hiermee zijn ook belangrijke subsidies veiliggesteld die nodig zijn om ook daadwerkelijk tot uitvoering te komen. Er is de basis gelegd voor de realisatie van vele projecten in 2013 en 2014. Onlangs zijn er recreatieve routes en natuurontwikkeling in de Boterhuispolder aangelegd. Samen met Leiderdorp, Kaag en Braassem en provincie is een start gemaakt met een gebiedsgerichte aanpak die zich richt op bijzondere plekken in het landschap. Samen met ondernemers wordt gezocht naar duurzame groene opgaven die het routenetwerk rondom Leiden aantrekkelijker maken.
Jaarverslag | 87
5.5.3.1 Groenplan Oostvlietpolder zuid Het Groenplan Oostvlietpolder Zuid is eind 2012 opgeleverd en in januari 2013 geopend onder de naam ’t Vogelhoff. Hierdoor is dit deel van de Oostvlietpolder recreatief beter toegankelijk en beleefbaar gemaakt. De verwachting is dat de gevarieerde ecologische inrichting en een goed beheer de natuurwaarde van het gebied zal vergroten. Er is een overeenkomst met het Zuid-Hollands Landschap gesloten voor het beheer van het gebied. 5.5.3.2 Groene schoolpleinen Bij de scholen Morskring, Dukdalf, Zijlwijk en Tweemaster en kinderdagverblijf (voorheen school) De Dolfijn zijn groene schoolpleinen gerealiseerd en opgeleverd. Tevens is ervoor het gebruik van deze schoolomgeving lesmateriaal ontwikkeld en beheertips gegeven. Het project, dat in 2012 is afgerond, opgeleverd en geopend, was een pilot in samenwerking met Fonds 1818 en het programmabureau Natuur- en Milieueducatie, gekoppeld aan een verkeersveilige schoolomgeving. 5.5.3.3 Aanleg archeologisch park Matilo De aanleg van archeologisch Park Matilo is grotendeels afgerond. Aan de kant van Roomburg is het educatieve eiland opgeleverd waar de schooltuinen, de chillplekken, de Romeinse wijnen, de speelplekken en de picknickplaatsen zijn gerealiseerd. Aan de kant van Meerburg wordt al volop getuinierd in de Stadstuinen. In het Castellum is de archeologische geschiedenis van het park zichtbaar gemaakt door middel van een aarden wal. Het eerste deel van het nieuwe park is inmiddels voor beheer overgedragen aan de afdeling stedelijk beheer. 5.5.3.4 Biodiversiteit In 2009 is het BiodiversiteitActiePlan opgesteld voor en door burgers. De gemeente Leiden vindt biodiversiteit in de stad belangrijk voor het leefklimaat. Er is onderzoek gedaan naar de uitvoerbaarheid van een pilot groene gevels in de binnenstad. Benaderde eigenaren van onroerend goed gaven aan bezwaren te zien, met name de (financiële) beheerbaarheid ervan. Daarnaast zijn diverse prijswinnende projecten van de biodiversiteitswedstrijd “Wilde weelde” in 2012 geïmplementeerd. Ook is in juni 2012 onder grote belangstelling een vleermuizenexcursie voor bewoners georganiseerd onder leiding van de tellers van het stadsnatuurmeetnet. 5.5.3.5 Stadsnatuurmeetnet Gemeente Leiden heeft sinds 2004 een Stadsnatuurmeetnet waarmee veranderingen in de natuurwaarden worden gemonitord en waarover wordt gecommuniceerd. De resultaten hiervan worden onder meer ingezet om conflicten met de Flora- en Faunawet te voorkomen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Iedere twee jaar worden tellingen uitgevoerd. In 2012 heeft de vijfde telronde plaatsgevonden van het Stadsnatuurmeetnet. De resultaten zijn bekendgemaakt op de gemeentelijke website. 5.5.3.6 Spelen in de openbare ruimte Voor het beleidsveld Spelen is in 2012 het beleidskader en het beheerplan vastgesteld. Er zijn verschillende werkzaamheden uitgevoerd, waaronder de aanleg van een voetbalkooi in de Buizerdhorst en de aanleg van een kunstgrasvoetbalveld bij basisschool de Dukdalf. 5.5.4.1 Aanbieden natuur- en milieueducatie In 2012 is op basis van het door de raad gekozen scenario 'Duurzaamheidcentrum' het onderdeel Natuuren milieueducatie op de locatie van de kinderboerderij in de Merenwijk getransformeerd naar ‘Duurzaam Leidse netwerkorganisatie’. Deze organisatie zet zich in om samen met inwoners, bedrijven, instellingen en beheerders te investeren in duurzaamheid. Ondersteunt, biedt kennis, verbindt en stimuleert om van Leiden een duurzame stad te maken en bij te dragen aan het realiseren van de gemeentelijke milieudoelen. Aan de opgelegde taakstelling per 2013 is voldaan, daarbij zijn de dierenweides in de stad behouden gebleven. In 2012 zijn met drie externe partners verhuurcontracten afgesloten voor de locaties Koetshuis, Reigersbos, en een gebouw op het terrein van de kinderboerderij. Het aantal deelnemende groepen en leerlingen aan het NMEjaarprogramma is in 2012 duidelijk afgenomen.
88 | Jaarverslag
Beleidsterrein 5.6 Milieu Effectindicatoren Doel
5.6.1a
Omschrijving
Uitvoeren maatregelen conform uitvoeringsprogramma van de duurzaamheidsagenda gemeente Leiden
Realisatie 2009
2010
2011
2012
-
-
-
100%
Streefwaarde 2012
Bron
100%
RMB
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
5.6.1.1
Aantal gemeentelijke hoofdwegen waarvan de normen vor luchtkwaliteit worden overschreden (meer dan 40 ug/m3 aan NO2 gemiddeld per jaar)
11
-
-
*
5
ODWH
5.6.1.2
Gemeentelijke lichtere bedrijfswagens met minimaal euro 4 motot status
-
90%
-
100%
100%
STB
5.6.1.3
Evaluatie milieuzone voor vrachtwagens
-
-
-
0
1
REASR
5.6.1.4
Autovrije zondag
-
1
-
1
1
REASR
5.6.2.1
Saneren woningen A-lijst
-
45
-
23(+159) 70
OMDWH
5.6.3.1
Aanpak bodemsaneringslocaties
-
7
-
19
26
ODWH
5.6.4.1
Uitvoeren maatregelen Klimaatprogramma
-
-
-
100%
100%
ODWH
* De cijfers over 2012 (van ministerie I & M) zijn nog niet bekend 5.6.1a Uitvoeringsprogramma duurzaamheidsagenda De volgende maatregelen luchtkwaliteit zijn uitgevoerd: - de milieuzone voor vrachtverkeer, waardoor vervuilend vrachtverkeer alleen met een ontheffing de binnenstad in mag; - bij vervanging van voertuigen van het gemeentelijk wagenpark zijn deze vervangen door schonere voertuigen. Deze maatregelen zijn geëvalueerd in de Evaluatie van het Luchtkwaliteitsplan 2008-2010. De maatregel milieuzone loopt door in het Luchtkwaliteitsplan 2012-2014. Het luchtkwaliteitsplan 2012-2014 is geïntegreerd in de duurzaamheidsagenda. 5.6.1.1 Uitvoeren luchtkwaliteitsplan Er is een vervolgprogramma opgesteld voor het actieplan luchtkwaliteit. De laatste rapportage die door het Ministerie van I&M beschikbaar is gesteld is de rapportage 2011. Hier waren nog enkele overschrijdingen van de luchtkwaliteit. Over 2012 zijn nog geen gegevens beschikbaar. 5.6.1.2 Schoon en milieuvriendelijk gemeentelijk wagenpark In 2012 zijn bedrijfswagens met de meest haalbare schone motoren aangeschaft. Het ging daarbij om 4 multifunctionele bedrijfswagens met dieselmotoren euro 5 die onder andere worden ingezet voor de gladheidbestrijding op fietspaden. Verder heeft er een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor diverse grote bedrijfswagens zoals een kraankieper en twee kolkenzuigers. De levering hiervan vindt plaats in 2013. Bij de aanschaf van nieuwe bedrijfswagens wordt naast schone motoren tevens rekening gehouden met ARBO uitgangspunten zoals geluidbeperking, reductie van trillingen en comfort in het voertuig. 5.6.1.3 Milieuzone voor vrachtwagens In 2012 heeft het college besloten om ter stimulering van het gebruik van schone vrachtwagens de milieuzone voor vrachtwagens te verlengen tot en met 2014. Voor het instellen van de milieuzone is tevens een wijziging in een convenant en Verkeersbesluit vastgesteld. 5.6.1.4 Autovrije zondag Sinds 2010 wordt organisatie van de Autovrije Zondag geregeld door de Stichting Autovrije Zondag. De gemeente subsidieert de Autovrije Zondag met een bedrag van € 40.000. De Autovrije Zondag wordt geregeld door middel van een Verkeersbesluit. Het Verkeersbesluit geldt tot en met 2014. Het College heeft besloten gezien de bezuinigingen het Verkeersbesluit daarna niet meer te verlengen.
Jaarverslag | 89
5.6.2.1 Geluidsanering woningen A-lijst In 2012 zijn diverse projecten voor gevelsanering afgerond. In de Herenstraat fase 1, Morsweg en Morstraat zijn 23 woningen gesaneerd. Door het instellen van een 30 km-zone op de Breestraat en Hogewoerd was het voor 159 woningen niet meer nodig om voor geluid gesaneerd te worden (oftewel: ze konden worden afgeschreven van de A-lijst). Langs wegen waar een 30 km-zone geldt, hoeft geen gevelsanering in het kader van de Wet geluidhinder plaats te vinden omdat door de lagere snelheid de geluidhinder van het wegverkeer wordt beperkt. 5.6.3.1 Aanpak bodemsaneringlocaties Op de volgende locaties is gewerkt aan (voorbereidingen voor) bodemsanering: Gasfabriekterrein (er is vooronderzoek gedaan voor de sanering die zal starten in 2014); Roomburg, de Bult, in verband met herinrichting park De Bult; Trekvaartplein, uitvoering en begeleiding 12-tal deelsaneringen voor herinrichting; Herinrichting Tuin van Noord; De Nobel; Onderzoek naar spoedlocaties. Voorts is de bodemfunctieklassenkaart opgesteld. 5.6.4.1 Uitvoeren Klimaatprogramma In het kader van het klimaatprogramma is in 2012 het programma Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven afgerond. Een vervolg hierop is voorbereid.
Kaderstellende beleidsstukken In 2012 zijn op het terrein van Omgevingskwaliteit de volgende beleidsstukken vastgesteld: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025 (inspraak verwerkt) (RV 11.0117) Visie Leidse singels: het langste park van Nederland! Sinds 1659 / Singelpark (RV 11.0129) Aanvraag rijksbijdrage beveiligd baggeren 7 watergangen in Leiden (RV 12.0004) Vaststellen Plan van Aanpak NME 2011-2014, inspraak verwerkt (RV 11.0139) Actualisatie Plankaart C Ligplaatsen pleziervaartuigen (techn. wijziging) (RV 12.0009) Vaststellen concept Duurzaamheidsagenda 2011-2014 antwoord Leidse Milieuraad (RV 11.0136) Besteding middelen afbouw ID- en WIW-banen afdoen motie 2 RV 07.0058 (RV 12.0020) Wijziging APV 2009 growshops aanvalswapens bedrijfsvaartuigen precario en binnenhaven (RV 12.0016) Milieueffectrapportage-beoordeling De Leidse Schans (RV 12.0030) Gewijzigde begroting Gevulei 2012 (RV 12.0034) Uitvoeringsbesluit saneren deelgebied A voormalig gasfabriekterrein (RV 12.0041) Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012 (RV 12.0050) Begroting Gevulei 2013 (RV.12.0064) Jaarverslag 2011 Milieudienst West-Holland (RV 12.0066) Begroting 2013 Omgevingsdienst West-Holland (RV 12.0067) Uitvoeringsbesluit herinrichting openbare ruimte Haagwegkwartier (RV 12.0036) Ondergrondse Containers voor de inzameling van huishoudelijk restafval in de Binnenstad (RV 12.0090) Vaststelling Bomenverordening 2012 (RV 12.0085) Omgevingsvergunning en aanpassing ligplaatsenplan woonschepen Andries Schotkade (RV 12.0108) Verzoek ontheffing Verordening Ruimte met betrekking tot de molenbiotoop in het kader van het bestemmingsplan Brug Poelgeest (RV 12.0112) Begroting 2013 van de Omgevingsdienst West-Holland (RV 12.0113) Ruimtelijke Investerings Agenda (RV 12.0051) Beschikbaar stellen krediet voor onderzoek geothermie (RV 12.0109) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013 (RV 12.0123) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013 (RV 12.0124) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2013 (RV 12.0125) Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2013 (RV 12.0131) Beleidskader kapitaalgoederen openbare ruimte (RV 12.0142) Beheerplannen kapitaalgoederen (RV 12.0141) Nota Dierenwelzijn (RV 12.0094)
90 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
WATER, GROEN EN NATUUR
17.776
-2.174
15.602
12.232
-3.370
INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE
40.120
-10.575
29.546
26.848
-2.697
MILIEU
4.371
-107
4.264
5.297
1.033
AFVAL
20.367
-12.923
7.443
8.071
628
Totaal
82.634
-25.780
56.854
52.448
-4.407
OMGEVINGSKWALITEIT bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
66.176
66.610
7.079
73.690
82.634
-8.945
Baten
-22.977
-21.270
28
-21.242
-25.780
4.538
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
43.199
45.340
7.107
52.448
56.854
-4.407
Toevoeging
27.703
0
762
762
651
111
Onttrekking
-82
-82
-4.867
-4.950
-5.024
75
MUTATIES RESERVES
27.620
-82
-4.105
-4.188
-4.374
186
Saldo
70.820
45.258
3.002
48.260
52.481
-4.221
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 De raad heeft op 20 december 2012 (RV 12.0141) besloten om het beheer van de openbare ruimte op orde te brengen, maar heeft het dekkingsvoorstel doorgeschoven bij de vaststelling van de perspectiefnota. Op basis van de op 20 december 2012 door de raad vastgestelde beheerplannen heeft dit geleid tot het instellen van diverse voorzieningen openbare ruimte. Conform de BBV dient voor het achterstallig onderhoud een voorziening getroffen te worden, zodat de storting in de voorziening bij de jaarrekening van 2012 noodzakelijk is. Hierdoor ontstaat een overschrijding op programma 5, Omgevingskwaliteit. Doordat de raad expliciet heeft ingestemd met de beheerplannen is de overschrijding op programma 5 niet als onrechtmatig te bestempelen. Omdat het programma Omgevingskwaliteit een relatief groot programma is met een diversiteit aan onderliggende producten zijn onderstaand per beleidsterrein de verschillen aangegeven, onderverdeeld in inhoudelijke verschillen (1), verschillen door de dotaties aan de achterstalligheids-/grootonderhoudsvoorzieningen (2), de financieel-technische verschillen (3) (lasten en baten gelijk, of bijdragen aan de investeringen uit reserves die eerst na bepaling van het rekeningresultaat verwerkt mogen worden) en de verschillen uit de kostenverdeelstaat (4). Het inhoudelijk te verklaren verschil aan de lastenkant bedraagt 1,8 % van de begroting en aan de batenkant 0,9 %.
Totaal verschil 2012
2.Dotatie 4. aan Kostendoorvoorzieninbelasting gen
3. Financieel technische verschillen LASTEN
3. 1. 1. Financieel Inhoudelijke Inhoudelijke technische verschillen verschillen verschillen LASTEN BATEN BATEN
WATER, GROEN en NATUUR
-3.370.000
-4.010.000
-211.000
-1.314.000
1.691.000
259.000
215.000
INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE
-2.697.000
-3.126.000
98.000
-1.061.000
1.061.000
-193.000
524.000
MILIEU
1.033.000
246.000
601.000
102.000
232.000
-148.000
AFVAL
628.000
11.000
1.024.000
-407.000
-4.406.000
-7.136.000
144.000
-1.774.000
2.854.000
1.322.000
184.000
0
111.000
75.000
144.000
-1.663.000
2.929.000
1.322.000
184.000
Subtotaal VERREKENING RESERVES TOTAAL
186.000 -4.220.000
-7.136.000
Negatief is een nadeel, positief is een voordeel
Jaarverslag | 91
1. Verklaring verschillen programma Omgevingskwaliteit: Beleidsterrein afval: Inzamelen bedrijfsafval: Lasten € 516.000V, Baten € 498.000N De lagere kosten van vuilverwerking vallen weg tegen de lagere gerealiseerde omzet. Inzamelen huishoudelijk afval: Lasten € 299.000V, Baten € 117.000V Door ontvangen afrekeningen van het afvalfonds over eerdere jaren is een incidenteel voordeel ontstaan aan de batenkant. In 2012 is minder huishoudelijk afval en grofvuil aangeleverd dan begroot met als consequentie lagere verwerkingskosten (€ 441.000). Ook is voordeel ontstaan door de lagere inzameltarieven van glas en papier (€ 77.000). Daarentegen heeft het onderhoud aan de eigen voertuigen qua omvang en qua tijdsplanning ervoor gezorgd dat er meer voertuigen moesten worden ingehuurd (€ 47.000) en zijn er meer ‘witte’ containers vervangen dan begroot (€ 172.000). Straatreiniging/Graffitibestrijding: Lasten € 209.000V Doordat de bladeren in 2012 in een betrekkelijk korte periode van de bomen zijn gevallen, kon het bladafval efficiënt worden opgeruimd. Daarnaast heeft de pilot met de gluttons (handvegers) ervoor gezorgd dat er extra capaciteit beschikbaar kwam voor andere werkzaamheden waardoor er minder inzet door derden nodig was. Ook was er een incidenteel voordeel op het bestrijden van onkruid op verhardingen. Beleidsterrein infrastructuur openbare ruimte: Riolering (vervanging en onderhoud): Lasten € 403.000N, Baten € 354.000V Het voordeel aan de batenkant is ontstaan doordat de kosten die al in 2011 en eerder waren gemaakt voor het project Vondellaan in 2012 verrekend zijn. Bij de tweede bestuursrapportage is besloten dat een deel (€ 283.000) van de tegenvaller op de arbitragezaak met de failliete aannemer bij rioleringswerkzaamheden ten laste van de onderhoudsbudgetten gebracht zou worden. Verder is door niet geplande, maar zeer noodzakelijke, rioleringswerkzaamheden in de Lage Mors (€ 790.000) een nadeel ontstaan wat ondanks bijsturing bij andere rioleringswerkzaamheden per saldo tot een negatief resultaat heeft geleid van € 120.000. Deze rioleringswerkzaamheden zijn in 2007 gestart en in 2012 afgerond. Onderhoud wegen: Lasten € 171.000V Doordat niet alle in het beheerplan geplande werkzaamheden in 2012 konden worden uitgevoerd of niet konden worden afgerond is er een tijdelijk resultaat op onderhoud wegen. De werkzaamheden zijn geheel of gedeeltelijk naar 2013 verschoven. Het betreft bijvoorbeeld projecten voor de ventweg Willem de Zwijgerlaan, fietspad Churchilllaan, Suze Robertsonstraat, Rijn en Schiekade, Leliestraat, Oppenheimstraat, Burggravenlaan, Wasstraat en een paar kleine werkzaamheden. Calamiteiten/afzettingen wegen: Lasten € 164.000V Er hebben zich weinig calamiteiten bij bestrating voorgedaan die door externe partijen uitgevoerd worden waardoor een voordeel is ontstaan. Gladheidsbestrijding: Lasten € 47.000N Vanwege de weersomstandigheden is er € 47.000 meer uitgegeven ter bestrijding van de gladheid, voornamelijk vanwege de aanschaf van strooimiddelen en extra inzet van extern personeel. Schoon, Heel en Veilig: Lasten € 40.000V Voor het project Ondergrondse containers voor de inzameling van huishoudelijk afval in de binnenstad is in het besluit (RV 12.0090 d.d. 3 juli 2012) opgenomen dat de kosten voor het project zoals bewonersavonden, communicatie en projectleiding voor 3 jaar gedekt worden uit het budget Schoon, Heel en Veilig. Voor 2012 was hier € 60.000 voor gereserveerd. In de opstartfase van het project zijn geen communicatiekosten gemaakt maar wel projectbegeleidingskosten tot een bedrag van € 20.000. Het zwaartepunt qua communicatie ligt in 2013 en 2014. Werkzaamheden kabels en leidingen: Lasten € 424.000N, Baten € 81.000V Omdat er achterstand is bij het factureren van de herstelwerkzaamheden van sleuven in het wegdek die het gevolg zijn van het leggen van kabels en leidingen zijn nog niet alle gemaakte kosten 2012 in rekening gebracht. Kadernota Kwaliteit Openbare Ruimte: Lasten € 65.000V Bij de perspectiefnota 2012 is er € 600.000 incidenteel voor de komende jaren beschikbaar gesteld om het beleid conform de vastgestelde Kadernota Openbare Ruimte te kunnen realiseren. Bij de tweede bestuursrapportage 2012 is er een inschatting gemaakt van de te realiseren projecten in 2012 voor wat betreft rioolwerkzaamheden
92 | Jaarverslag
dan wel herbestratingswerkzaamheden en welk deel vanaf 2013 beschikbaar moet blijven. Deze inschatting blijkt achteraf voor € 65.000 te hoog. Openbare Verlichting: Lasten € 293.000V, Baten € 40.000V Door een aanbestedingsvoordeel op het onderhoudscontract is er over 2012 een incidenteel inkoopvoordeel van ongeveer € 126.000 ontstaan. In 2013 volgt een nieuwe aanbesteding en na gunning kan bepaald worden of er een structureel voordeel is. Verder wordt door de onduidelijke verrekening van energie, transport, en jaarafrekeningen alsnog een nadere analyse uitgevoerd om te kunnen bepalen of er een structureel voordeel op energie is (in 2012 € 136.000 voordelig resultaat). In 2013 wordt de energielevering opnieuw aanbesteed. Ook is er een gering verschil bij het aanlichten van monumenten van € 19.000. Het voordeel aan de batenkant is ontstaan door een verrekening met de exploitant van de buitenreclame voor energielevering over de periode 2009 t/m 2012 wat heeft geleid tot incidenteel hogere opbrengsten. Beleidsterrein milieu: Milieubeheer: Lasten € 63.000 V Kaderstellend afvalbeleid (V € 62.915) In 2012 is een incidenteel budget van een € 100.000 beschikbaar gesteld voor het maken van het nieuwe kaderstellende afvalbeleid met daarnaast de opdracht voor het doorlopen van een Europese aanbestedingsprocedure voor grote afvalcontracten. Deze opdrachten lopen door tot in 2013. Beleidsterrein Water, groen en natuur: Groenbeheer: Lasten € 94.000V Vanwege de (tijds)investering in bewonersparticipatie zijn de reconstructiewerkzaamheden van het Catharina van Tussenbroekpad (€ 15.000) en het Sara de Bronovoplein (€ 50.000 ) doorgeschoven naar 2013. De Stevenshofdreef en de Dobbendreef zijn vorig jaar vanuit het Bomenfonds opgeknapt. Het betreft het kappen van bomen Stevenshofdreef en Dobbedreef (€15.000) en bijbehorend grondwerk (€ 20.000). Ook zijn de laatste bomen die besteld zijn vanwege de beheerkap niet afgeroepen in verband met strenge vorst en niet plantbaar weer. De nalevering bomen vanwege de beheerkap bedraagt €10.000. Spelen: Lasten € 48.000N, Baten € 15.000V Het uiteindelijk nadelig resultaat van € 33.000 op het budget spelen is ontstaan door de bij de tweede bestuursrapportage gemelde overschrijding voor de voetbalkooi Buizerdhorst ( € 55.000). Er is geprobeerd om bijsturing te laten plaatsvinden, maar aangezien het uitvoeringsjaar op dat moment al ver gevorderd was is, bijsturing uiteindelijk maar deels gelukt binnen het product spelen. Oostvlietpolder: Lasten € 60.000V Voor het beheer van de Oostvlietpolder is € 100.000 beschikbaar gesteld. De werkzaamheden worden door middel van een contract uitbesteed aan het Zuid-Hollands Landschap en er dient gereserveerd te worden voor groot onderhoud. Doordat het project pas in de loop van 2012 is opgeleverd is er een incidenteel voordeel ontstaan van € 60.000. Natuur en Milieu Educatie: Lasten € 54.000V, Baten € 152.000V, Overhead 70.000V De resultaten op het gebied van NME worden sterk positief beinvloed door een tweetal projecten die niet tot de reguliere NME-taken behoren, maar wel onder dit beleidsproduct zijn geschaard vanwege de inhoudelijke samenhang. Het eerste betreft het project Groene Schoolpleinen. Het voordeel van € 54.000,- aan de lastenkant is ontstaan doordat de ureninzet voor dit project weliswaar is gepleegd, maar niet op dit product zichtbaar is gemaakt. Er zijn maatregelen genomen om dit in de toekomst niet meer voor te laten komen. Daar komt een voordeel aan de batenkant van € 36.000,- bij door de afspraken over de eindafrekening van dit meerjarige project, die in 2012 is afgerekend. Het tweede betreft het project 'Samen duurzaam Holland Rijnland', waar de gemeente Leiden ook aan heeft deelgenomen. Hiervoor kregen we een vergoeding van € 81.000,- in 2012, terwijl de kosten voor dit project in 2013 worden verantwoord. Dit leidt tot een voordeel in 2012, maar in 2013 tot een nadeel. Daarnaast is er een voordeel op de begrote overhead van € 70.000,- die voortvloeit uit een andere verdeling van de saldi kostenplaatsen. Aan de batenkant hebben we een voordeel gerealiseerd van € 40.000,-. Dit voordeel is een optelsom van diverse opbrengsten. 2. Dotatie voorzieningen beheerplannen: Conform besluitvorming (RV12.0141) d.d. 20 december 2012 heeft er een storting in de diverse beheervoorzieningen plaatsgevonden. Het betrof een bedrag van € 6,792 mln, waarop een aanvullende correctie is gedaan voor kunstwerken ad € 0,617 mln, toegevoegd is de ontvangen subsidie voor beveiligd baggeren € 1,226 mln, verlaagd met € 1,5 mln voor de correctie op de in de Perspectiefnota beschikbaar gestelde € 4.5 mln. Hierdoor is per saldo € 7.1 mln verwerkt in het programma Omgevingskwaliteit. Onder het beleidsterrein infrastructuur openbare ruimte betreft het de dotatie voor kunstwerken (inclusief een correctie) ad € 1.249.000, voor wegen € 1.534.000 en voor openbare verlichting € 343.000.
Jaarverslag | 93
Onder het beleidsterrein water, groen en natuur is er € 3.109.000 gedoteerd voor waterkwaliteit en € 900.000 voor spelen. 3. Financieel-technische verschillen zijn te verklaren door: Beleidsterrein Infrastructuur openbare ruimte: Wegen € 900.000 V/N en € 161.000 V/N De werkzaamheden voor groot onderhoud die in 2012 gepland waren conform het beheerplan wegen waren begroot op € 3.600.000 en zijn grotendeels uitgevoerd en verrekend met de hiervoor ingestelde voorziening. Tegelijkertijd is er in 2012 conform beheerplan € 2.700.000 gestort in de voorziening. Per saldo dus € 900.000 geboekt als uitgaven aan de lastenkant en € 900.000 inkomsten vanuit de voorziening. Ook zijn er ten laste van het budget wegen werkzaamheden verricht waarvan de kosten aan de lastenkant verwerkt zijn ad € 161.000 terwijl er voor eenzelfde bedrag een doorbelasting heeft plaatsgevonden naar de projecten Vondellaan en Kadernota Openbare Ruimte alsmede facturering aan een externe partij. Beleidsterrein Milieu: Milieubeheer: Lasten € 601.000V, Baten € 102.000V Reserve asbest ( V € 277.873). Via RV 11.0044 is de voorziening asbest omgevormd tot een reserve asbest in afwachting van een bestedingsverplichting. In afwachting daarop vindt de dotatie en onttrekking via de reserve plaats. Op het moment dat de bestedingsverplichting bekend is, kan worden bepaald of de hoogte van de reserve toereikend is. Er was rekening gehouden met een dotatie van € 277.873. Deze dotatie vindt door regelgeving pas plaats via de bestemming van het resultaat nadat de jaarrekening is goedgekeurd. Gevelsanering (V € 325.000). In de begroting 2012 is bedrag begroot van € 325.000 als zijnde een exploitatiebijdrage vanuit de reserve ISV/EZ middelen aan het krediet gevelsanering. In 2012 zijn er binnen het krediet nog geen uitgaven gedaan voor de gevelsanering. Naar verwachting zullen de eerste uitgaven in 2013 gedaan worden. Geothermie (V € 100.000). Via het raadsbesluit 12.0109 is een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld voor het onderzoek Geothermie regio Leiden. Aangezien het beschikbaar stellen van het krediet pas halverwege december heeft plaatsgevonden zijn er in 2012 nog geen uitgaven gedaan. De uitgaven worden naar alle waarschijnlijkheid gedaan in 2013. Luchtkwaliteitsplan (Lasten € 102.000N, Baten € 102.000V) Via het budget Luchtkwaliteit lopen ook de gelden van het luchtkwaliteitsplan 2012-2014. Dit luchtkwaliteitsplan is gemaakt omdat nog niet overal in de gemeente aan de grenswaarde voor luchtkwaliteit wordt voldaan. De extra lasten zijn kosten die in 2012 zijn gemaakt voor de handhaving van de milieuzone binnen Gemeente Leiden. De extra baten betreft een deel van de derde tranche inzake FES-gelden. De overige FES-gelden zijn als vooruitontvangen bedrag op de balans gezet aangezien de rest van de kosten in de komende jaren verwacht worden. Deze extra baten en lasten leveren geen voor- of nadeel op bij de jaarrekening 2012. Beleidsterrein Water, Groen en Natuur: Groenbeheer: Lasten € 73.000N, Baten € 73.000V De meerkosten die gemaakt zijn konden aan projecten worden toegerekend of in rekening gebracht worden aan externen, hierdoor zijn zowel de lasten als de baten voor een zelfde bedrag overschreden. Groenpromotie: Lasten € 658.000N, Baten € 658.000V Dit betreft vooruit ontvangen subsidies van Holland Rijnland, die gestort zijn in de voorziening regionale groenprojecten, die hiervoor ingesteld is. Investeringen stadsnatuur, water en groen, groenvoorziening: Lasten € 377.000V In 2012 is een bedrag begroot van € 626.000 voor een exploitatiebijdrage vanuit de reserve aan de kredieten voor Tuin van Noord en voor de aanleg groenrecreatie. Tot een bedrag van € 249.000 zijn in 2012 uitgaven gedaan voor deze kredieten. De verdere uitgaven zullen in 2013 gedaan worden. Investeringen stadsnatuur, water en groen. Regionaal groen: Lasten € 960.000N, Baten € 960.000V. Dit is het gevolg van het project Boterhuispolder omdat voor de uitvoering van het project Boterhuispolder een bijdrage is ontvangen van de provincie, die vervolgens is doorgestort naar de gemeente Leiderdorp. Het betreft een regionaal project ter bevordering van de toeristische activiteiten. In de Boterhuispolder worden recreatieve verbindingen gerealiseerd zoals fiets-, vaar- en wandelroutes voor de bewoners van de omliggende dorpen en steden. De aanvraag bij de provincie is door de regiogemeente Leiden gedaan terwijl de uitvoering via Gemeente Leiderdorp loopt. 4. Het resultaat door de kostenverdeelstaat bedraagt op het totaal van programma Omgevingskwaliteit een voordeel van € 144.000: Dit betreft het beleidsterrein Afval voor € 11.000 voordelig, Infrastructuur openbare ruimte € 98.000 voordelig, Milieu € 246.000 voordelig en Water, groen en natuur voor € 211.000 nadelig.
94 | Jaarverslag
INVESTERINGEN Afgesloten kredieten met een voordelig saldo 7100102 Aanplakborden LRO De 15 aanplakborden zien er nog goed uit en zijn onbeschadigd. De praktijk toont aan dat de vervanging waarmee rekening is gehouden niet meer aan de orde is. 7100100 Kippenbrug In de oorspronkelijk planning zou de vernieuwing van de brug in 2010 zijn afgerond. Vertraging als gevolg van niet verwijderde kabels en de afstemming met het vaarseizoen was het werk pas in 2011 afgerond. De financiële afwikkeling vond pas plaats in 2012 als gevolg van laat ontvangen facturen. Ondanks de vertraging is in totaal ongeveer € 100.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit is vooral het gevolg van een goedkopere aanbesteding en minder onvoorziene kosten dan begroot. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100075 Rehabilitatie wegen Waardeiland De werkzaamheden op het Waardeiland zijn deels in 2012 gerealiseerd. Deze betreffen de Aletta Jacobslaan en het gebied Laan van de Verenigde Naties en de Oxfordlaan. De resterende werkzaamheden worden in 2013 uitgevoerd, het nog resterende krediet moet derhalve beschikbaar blijven. 7100096 Herinrichting binnenstad Stadhuisplein en omgeving, Kaiserstraat en Rapenburg zijn in 2012 heringericht. In 2013 wordt het krediet afgesloten. 7100097 Ontsluiting weg & brug Poelgeest-Trekvaartplein Dit krediet kan niet worden afgesloten. Na het wijzigingen van het bestemmingsplan in Oegstgeest kan pas worden begonnen met de daadwerkelijke uitvoering. De bouw begint pas in 2013 en zal naar verwachting doorlopen tot eind 2014. 7100095 Vervanging openbare verlichting 2009 e.v. Het krediet inzake de vervanging van de openbare verlichting is een doorlopend krediet waar jaarlijks het investeringsbedrag aan wordt toegevoegd. Aan het einde van elk kalenderjaar wordt normaal gesproken het krediet van het oudste jaar dat volledig is benut afgesloten. Momenteel is er een lichte achterstand in het werk waardoor het budget 2010 nog niet volledig is uitgegeven. Wel zijn er reeds meerdere verplichtingen aangegaan om werk uit te voeren en loopt er een nieuwe aanbesteding voor meerdere jaren inzake onderhoud en vervanging. De verwachting is dat in 2013 de achterstand volledig wordt ingelopen. 7100098 Valkbrug Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Het krediet is nog nauwelijk aangeroerd aangezien er onduidelijkheid is over de plaats waar de Valkburg moet komen en wanneer de brug gebouwd zou moeten worden. Dit is het gevolg van verschillende plannen voor dat gebied in het kader van het Hoogwaardig openbaar vervoer, de parkeergarage Lammermarkt en ten slotte het Singelpark. 7100103 Lekkages kelder Hoogstraat Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Ondanks de vele onderzoeken is de oorzaak van de lekkages nog niet gevonden en kunnen geen definitieve conclusies worden getrokken. Momenteel lopen er nog twee schadegevallen bij de verzekering. 700118 Vervanging installatie op inzamelvoertuig Dit krediet blijft noodzakelijk omdat de installatie die aanwezig is op het betreffende inzamelvoertuig die de inzameling in Zoeterwoude verzorgt, niet is opgenomen in de vervangingsinvesteringen voor het wagenpark, maar apart. Vervanging van de installatie is nodig voor het jaar 2014. 7100121 Vervanging rioolgemaal Lammenschansweg Het krediet kan nog niet worden afgesloten. De werkzaamheden inzake het vervangen van het rioolgemaal Lammenschansweg zijn inmiddels afgerond. Echter, ultimo 2012 zijn nog niet alle facturen binnen waardoor de financiële afwikkeling op zich laat wachten.
Jaarverslag | 95
7100099 Grootonderhoud bruggen 2003+2005 tot en met 2012 Dit krediet is opgebouwd sinds het jaar 2007, waarvan € 428.000 ouder dan 3 jaar. Dit krediet zal conform het beheerplan kunstwerken worden ingezet voor de vervanging van het dek van de Churchillbrug in 2013/2014. 7100107 integraal waterplan Het uitvoeringsprogramma (RV07.0150) dat hieraan ten grondslag ligt loopt tot en met 2015. 7100109 vijver en fontein Plantsoen Project zit in de afrondende fase en zal halverwege 2013 worden afgesloten. 7100110 park De Bult Project is nog in uitvoering en zal mogelijk halverwege 2013 worden afgesloten. 7100111 aanleg groenrecreatieve onderdoorgang A4 Het project Onderdoorgang A4 is na een studie onhaalbaar gebleken. Momenteel is men bezig om dit anders in te zetten, namelijk voor de realisatie van een recreatieve verbinding/ brug over het Rijn en Schiekanaal. Hiervoor is een besluit in voorbereiding. Dit is hetzelfde besluit om 1 miljoen NUON middelen toe te wijzen aan een aantal groen-recreatieve verbindingen. Het ISV-2 geld moet daarvoor anders gelabeld worden. Daarna kan dit krediet worden afgesloten. 7100112 park Kweeklust en Kooipark Kooipark is volop in beweging, het definitieve ontwerp is klaar en project staat klaar voor de werkvoorbereidingsfase. Dit project kan dus niet afgesloten worden. 2013 wordt een uitvoeringsjaar met uitloop voorjaar 2014. Park Kweeklust is verschoven omdat de noodzaak tot renovatie nog niet erg groot is. Het Van der Werf park is vooruitgetrokken in verband met geplande asfalteringswerken waardoor beheer en ontwerp samen optrekken in deze. Naast het Van der Werfpark staat ook het Heempark op de rol dit jaar. 7100120 Milieustraat In de komende jaren zijn er aanpassingen nodig aan de loswal op de milieustraat in verband met het inzamelen van asbest en er moet een semipermanente oplossing komen voor KGA-afval.
96 | Jaarverslag
Jaarverslag | 97
6
Stedelijke ontwikkeling
98 | Jaarverslag
Stedelijke ontwikkeling Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
6 Ruimte en regio Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken
De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt: "De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en verblijfomgeving en op duurzaam herstel van aandachtswijken. We houden hierbij rekening met de schaarse ruimte in de stad en de regio en hebben aandacht voor de behoefte van ruimtevragende belangen, het milieu en de rechten en plichten van alle ruimtegebruikers."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
■
Actualiseren van bestemmingsplannen
6.1 Ontwikkelen van een actueel ruimtelijk beleid
Ruimtelijke ordening
■ ■ ■
Verbetering van de procedure Verbetering van de omgang met de klant Optimaliseren van het uitvoeringsbeleid
6.2 Beter en sneller afhandelen bouwvergunningen
■ ■ ■
Naleving regelgeving d.m.v. het uitvoeren van door de raad vastgestelde prioriteiten Toezicht op sloop van asbest Toezicht op monumenten
6.3 Gerichter toezicht houden en handhaven
■ ■
Erfpachtconversie Verkoop van gemeentelijk vastgoed
6.4 (1) Verbeteren van de financiële spankracht van de gemeente
■
Onderhoud van gemeentelijke panden conform meerjarenonderhoudsplannen Markconforme verhuur van gemeentelijke panden
6.4 (2) Doelmatige en financieel verantwoorde exploitatie van gemeentelijk vastgoed
■
Leiden Zuidwest ■ Algemeen: vervolgaanpak na 2011 ■ Haagwegkwartier-West ■ Sloop en nieuwbouw ■ Sportstad ■ Sociale programma's Leiden Noord ■ Nieuw Leyden ■ Kooiplein en omgeving ■ Brede school ■ Groenoordhallen ■ Bedrijventerrein Groenoord ■ Transformatie Willem de Zwijgerlaan ■ Tuin van Noord ■ Van Voorthuysenlocatie ■ Sociaal programma
Bouwregelgeving
6.5 Beter leefklimaat in Leiden Noord en Leiden Zuidwest
Gemeentelijk eigendom van panden en gronden
Wonen
Jaarverslag | 99
Prestaties
Doel
■ ■ ■
Belangrijke woningbouwprojecten in 2012 Nieuwbouwmonitor Task Force Studentenhuisvesting
6.6 Meer woningvoorraad door nieuwbouw
■
Levensloopbestendige woningen
6.7 Meer kwaliteit in de bestaande woningvoorraad
■
Prestatie-afspraken met corporaties
6.8 Voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen
100 | Jaarverslag
Beleidsterrein
Ontwikkelingen in 2012 Algemeen De doelen en prestaties van het programma Stedelijke Ontwikkeling zijn nauw verbonden met de uitvoeringsprogramma’s Binnenstad en Bereikbaarheid. Verbetering van de bereikbaarheid en de leefbaarheid en het streven naar “Beste Binnenstad” zijn zichtbaar in de resultaten die bij de verschillende prestaties hierna worden beschreven. De ontwikkeling van de parkeergarages en de Aalmarkt zijn hiervan voorbeelden. Nota Wonen Voor de nota Wonen zijn in 2012 diverse workshops georganiseerd in samenwerking met het Regionaal Architectuurplatform, corporaties, huurdersverenigingen en een belegger. Daarnaast is voor deze partijen een excursie naar Leidschendam/Voorburg en Rotterdam georganiseerd. Deze ervaringen zijn verwerkt in de conceptnota Wonen 2020 "Leiden kijkt vooruit en pakt door". Het college heeft deze nota op 30 oktober 2012 met de inspraak verwerkt vastgesteld. De gemeenteraad heeft dit document vastgesteld op 14 februari 2013. Wonen is een belangrijk onderdeel van het programma stedelijke ontwikkeling. Leiden is een aantrekkelijke woonstad. De meeste Leidenaren zijn erg tevreden over hun woning en woonomgeving. Dit willen we graag zo houden! Om Leiden aantrekkelijk te houden als woonstad hebben wij extra woningen nodig. Dat is in deze tijd best lastig te realiseren. Een flink aantal mensen durft in deze onzekere tijd niet te verhuizen. Onzekerheid vanwege hun baan of gebrek aan financiering. Het huidig economisch klimaat heeft op onderdelen geleid tot bijstelling van de projecten om beter in te spelen op veranderingen in de vraag. We zien dat een aantal projecten wel doorgaat vanwege de goede locatie en prijs-kwaliteit-verhouding. Ook merken we aan de belangstelling van diverse grote investeerders dat Leiden volop kansen heeft. We pakken deze kansen dan ook met beide handen aan en kijken naar wat wel mogelijk is. Ook voor de lopende projecten. We blijven doorgaan op de ingeslagen weg: streven naar meer en betere woningen die passen bij de aantrekkelijke stad die Leiden wil blijven. Kortom, Leiden kijkt vooruit en pakt door. Ontwikkellocaties programma Binnenstad De doelen van het programma Binnenstad worden mede gerealiseerd door de ontwikkeling van 18 specifieke locaties in de binnenstad. Een aantal belangrijke ontwikkelingen komen hierna afzonderlijk aan de orde. De parkeergarage Centrum Morspoort met 400 parkeerplaatsen is in september 2012 opgeleverd. Over ontwikkellocatie Kaasmarkt is, na bestudering van de door de gemeenteraad vastgestelde kaders en na toetsing van de huidige uitgangspunten en marktsituatie, door het college in oktober 2012 besloten tot uitstel van het project. Op 23 oktober heeft het college de raad hier schriftelijk over geïnformeerd. De tot dan betrokken marktpartijen zijn hier ook over geïnformeerd. Stationsgebied / programma Binnenstad In oktober 2012 heeft de raad door het vaststellen van het kaderbesluit de stedenbouwkundige, de programmatische en de financiële ontwikkelkaders voor het Stationsgebied bepaald. In algemene termen is het doel om het Stationsgebied nu stapsgewijs te gaan ontwikkelen om zodoende het gebied tussen het station Leiden CS en de historische binnenstad op zodanige wijze te vernieuwen dat het qua beleving en functie duidelijk gaat toebehoren tot de binnenstad van Leiden. Deze vernieuwing geldt zowel voor de gebouwen als de inrichting van de openbare ruimte. In totaal wordt er in de komende 15 jaar aan nieuwe functies toegevoegd: 100.000 tot 120.000 m2 bvo wonen, 40.000 tot 60.000 m2 bvo kantoren, 16.000 m2 bvo detailhandel en 15.000 m2 bvo vrijetijdsvoorzieningen. Het Rijnsburgerblok is in de planning de eerste ontwikkellocatie. In maart is na een selectieprocedure aan de ontwikkelaars OVG en Syntrus Achmea exclusiviteit verleend. Deze ontwikkelcombinatie heeft vervolgens in het derde en vierde kwartaal gewerkt aan een schetsontwerp en definitief grondbod. De gemeente heeft in december de voorbereidingen voor de start van de bestemmingsplanprocedure afgerond. In oktober is overeenstemming bereikt met Ymere en NS Stations over de tijdelijke herontwikkeling van het YNS-pand met 90 studentenwoningen. Aalmarkt / programma Binnenstad De herontwikkeling van de Aalmarkt en omgeving zorgt voor de noodzakelijke versterking en uitbreiding van het winkelgebied. Het Aalmarktproject bestaat uit verschillende onderdelen: het Waagblok, het Stadsgehoorzaalblok, het Haarlemmerstraatblok en de herinrichting van de openbare ruimte. In totaal gaat het om de herontwikkeling van 24.000m2 winkeloppervlak, waarvan 8.000m2 uitbreiding en 16.000m2 renovatie. In 2012 is er veel vooruitgang geboekt binnen het Aalmarktproject. De bestemmingsplannen zijn voor alle blokken vastgesteld. De gemeente is eigenaar geworden van het Gat van Van Nelle en heeft de voormalige Vögele panden verkocht ten behoeve van de herontwikkeling van het Waagblok. Het Waagblok is in uitvoering genomen. De gemeente heeft de panden achter de Waag aangekocht ten behoeve van het deelproject de Levendige Waag. Voor de Levendige Waag is een horecaondernemer gekozen en het uitvoeringbesluit is door het college aan de raad aangeboden. De omgevingsvergunning voor het Haarlemmerstraatblok is aangevraagd. De bouwplannen voor het Stadsgehoorzaalblok en de nieuwe brug zijn in een afrondende fase gebracht.
Jaarverslag | 101
Proeftuin Donkersteeg / programma Binnenstad In september 2012 is de Donkersteeg heringericht. In december 2012 is daar de historische verlichting in de vorm van wandarmaturen aan de gevels aan toegevoegd. Daarmee zijn de werkzaamheden aan de openbare ruimte in de Donkersteeg afgerond. Verzoeken tot aanpassing van de winkelpuien worden ondergebracht bij het historisch winkelpuienproject. Wonen boven winkels/ programma Binnenstad Wonen boven winkels zorgt ervoor dat winkelgebieden buiten de openingstijden aantrekkelijker zijn en dat het woningtekort wordt verkleind. Sociale cohesie wordt versterkt en de levendigheid neemt toe. In 2010 is er een externe inventarisatie uitgevoerd waarbij bleek dat in de binnenstad (Haarlemmerstraat, Donkersteeg, Breestraat en Steenstraat) circa 250 verdiepingen leeg staan. Ontwikkeling van deze verdiepingen naar woningen zou circa 250 à 400 wooneenheden op kunnen leveren. In 2010 is een bedrag beschikbaar gesteld van € 285.000,- voor het subsidiëren van 3 pilotprojecten (Breestraat 117, Haarlemmerstraat 5-7-9 en Haarlemmerstraat 222-224-226). De bouw is eind 2011 gestart en de oplevering van de circa 20 woningen wordt in 2013 verwacht. Eind 2011 heeft de gemeenteraad besloten om nog eens € 1 miljoen te reserveren voor het project wonen boven winkels. Dit geld is afkomstig van het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV). Het project bestaat enerzijds uit een stimuleringsregeling (subsidie) en anderzijds uit ambtelijke ondersteuning en een proactieve benadering van vastgoedeigenaren om zodoende woningprojecten in leegstaande verdiepingen te realiseren. De verwachting is dat met dit budget 50 tot 70 eenheden ontwikkeld kunnen worden in de binnenstad van Leiden. Op 13 september 2012 (RV 12.0045 ) heeft de gemeenteraad de stimuleringsmaatregel met subsidieverordening vastgesteld. Bouw van parkeergarages / programma Binnenstad Via het Kaderbesluit Garenmarkt en Lammermarkt (31 mei 2012, RV 12.0047) heeft de raad het college opgedragen uitvoering te geven aan de realisatie van 1000 extra parkeerplaatsen. De 1000 extra parkeerplaatsen worden gerealiseerd in twee ondergrondse parkeergarages. Op de Garenmarkt komen in een ondergrondse, tweelaagse, parkeergarage met een inrit in de Korevaarstraat maximaal 400 parkeerplaatsen. Op de Lammermarkt komen ten minste 600 en maximaal 700 plaatsen in een ondergrondse, drielaagse, parkeergarage. De hoofdtoerit is voorzien aan de noordzijde vanaf de Marislaan via een tunnel onder de Rijnsburgersingel door. Voor de kwaliteitsimpuls van de openbare ruimte is 2,2 miljoen euro extra ter beschikking gesteld. Voor beide garages is het afgelopen jaar gewerkt aan de opzet van de organisatie. Het opstellen van de inhoud en de juridische voorwaarden van het DBM-contract wordt aan een ingenieursbureau gegund; hiervoor wordt een Europese aanbestedingsprocedure voorbereid. Voor de Garenmarkt zijn diverse onderzoeken opgestart en uitgevoerd. Het bestemmingsplan is in voorbereiding. Transformatie van kantoren In programma 3 Economie en Toerisme wordt dit onder de prestatie “Opstellen duurzaam regionaal kantorenbeleid“ toegelicht. Woonruimteverdeling Holland Rijnland Op basis van de eind 2011 vastgestelde Nota van Beleidsuitgangspunten heeft het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland in november 2012 een ontwerp regionale Huisvestingsverordening vastgesteld voor inspraak. De ontwerp-Huisvestingsverordening bouwt voort op de vigerende regionale Huisvestingsverordening. Belangrijkste wijzigingen daarin zijn (zonder volledig te zijn) het opnemen van 30% lokaal maatwerk, het toewijzen van woonruimte aan particuliere verhuurders met 10 of meer sociale huurwoningen en wijzigingen in de urgentieverlening. Holland Rijnland heeft op 21 november een informatieavond in Leiden gehouden om het ontwerp van de Huisvestingsverordening toe te lichten en gelegenheid te bieden voor het stellen van vragen. De gemeente heeft in het LPW (Leids Platform Wonen) afstemming gezocht over een te formuleren inspraakreactie met Leidse Huurdersorganisaties en corporaties. Het college heeft in december een voorstel voor zienswijze verstuurd aan uw raad.
102 | Jaarverslag
Effecten en prestaties Doel 6.1 Ontwikkelen van een actueel ruimtelijk beleid Beleidsterrein: Ruimtelijke Ordening Prestatie-indicatoren Nr.
p6.1a
Omschrijving
Aantal vastgestelde bestemmingsplannen ten behoeve van inhaalslag (cumulatief)
Realisatie 2009
2010
2011
2012
14
15
17
22
Streefwaarde 2012
Bron
21
Afdeling Realisatie
Actualiseren van bestemmingsplannen De actualisering van bestemmingsplannen verloopt voorspoedig. Het doel om op 1 juli 2013 het gehele grondgebied van Leiden belegd te hebben met actuele bestemmingsplannen die niet ouder zijn dan 10 jaar ligt op schema. Bij de prestatie-indicator voor de actualisatie van bestemmingsplannen is voor 2012 een aantal van 21 bestemmingsplannen vermeld. Door de gemeenteraad is één plan extra vastgesteld. Het cumulatieve aantal in 2012 vastgestelde bestemmingsplannen bedraagt daarmee 22.
Doel 6.2 Beter en sneller afhandelen bouwvergunningen Beleidsterrein: Bouwregelgeving Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p6.2b
Percentage aanvragen voor omgevingsvergunningen die volgens de reguliere procedure binnen 8 weken worden behandeld
-
-
-
75%
75%
Afdeling Backoffice Dienstverlening
p6.2c
Percentage aanvragen voor omgevingsvergunningen die volgens de reguliere procedure binnen 14 weken worden behandeld
-
-
-
25%
25%
Afdeling Backoffice Dienstverlening
p6.2d
Percentage aanvragen voor omgevingsvergunningen die volgens de uitgebreide procedure binnen 26 weken worden behandeld
-
-
-
58%
85%
Afdeling Backoffice Dienstverlening
p6.2e
Percentage aanvragen voor omgevingsvergunningen die volgens de uitgebreide procedure binnen 32 weken worden behandeld
-
-
-
15%
15%
Afdeling Backoffice Dienstverlening
Verbetering van de procedure Belangrijk is dat er in 2012 geen vergunningen “van rechtswege” zijn verleend. Voor de omgevingsvergunning die volgens de uitgebreide Wabo-procedure binnen 26 weken moet worden behandeld, wordt de streefwaarde van 85% in 2012 niet gehaald. Een percentage van 58% bleek haalbaar. Uit de cijfers van 2012 blijkt dat de termijn van 26 weken slechts haalbaar is bij een uitgekristalliseerd plan met een goede ruimtelijke onderbouwing en voortvarende (bestuurlijke) besluitvorming. Dit staat geregeld op gespannen voet met de praktijk en met de wens te komen tot een klantvriendelijke benadering (het gedachtegoed uit “Leiden Gunt”). Specifiek in 2012 heeft meegespeeld, dat per 1 april 2012 het Bouwbesluit strengere eisen stelt, waardoor aanvragers nog snel vóór die datum – vanwege de haast vaak onvolledige - aanvragen deden, om nog onder werking van de oude normen te kunnen vallen. Een min of meer vergelijkbare situatie geldt voor de bouwplanadvisering. De cijfers van 2012 zijn aanleiding om de procedure van afhandeling opnieuw kritisch te bezien. Het digitaal werken is afgelopen jaar verder toegenomen. Meer dan 90% wordt digitaal ingediend en kan hierdoor sneller verwerkt worden. De overige aanvragen worden gescand en na toestemming van de klant ook digitaal verwerkt. Een klein aantal aanvragers stelt nog steeds prijs op een “papieren” vergunning. Verbetering van de omgang met de klant Het verbetertraject Leiden Gunt is eind 2012 afgerond. Gedurende twee jaar hebben medewerkers verschillende vaardigheidstrainingen gevolgd waardoor ze nu beter omgaan met de grote verscheidenheid aan aanvragers van omgevingsvergunningen. Sinds het voorjaar van 2011 krijgen alle aanvragers van een omgevingsvergunning na afgifte van de beschikking per mail het verzoek om mee te werken aan een klanttevredenheidsonderzoek. Uit analyse van de cijfers van 2011 en 2012 blijkt dat de respondenten onze dienstverlening steeds beter
Jaarverslag | 103
beoordelen. 83% van de respondenten is tevreden over de behandeling van de aanvraag en waarderen ons met een gemiddeld rapportcijfer van 7,0. De totale uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt om het vergunningenproces te monitoren en waar nodig bij te sturen. Optimaliseren uitvoeringsbeleid Op 11 oktober heeft de gemeenteraad (RV 12.0071) de bouwverordening vastgesteld. In deze bouwverordening is onder andere het parkeerartikel gewijzigd. Dit was noodzakelijk om de bouwverordening te laten aansluiten bij de op 28 februari 2012 door het college vastgestelde nota Beleidsregels Parkeernormen Leiden. Deze Leidse parkeernormen reguleren het ruimtebeslag van de geparkeerde auto en bieden vergunningaanvragers en belanghebbenden inzicht in het gemeentelijk beleid.
Doel 6.3 Gerichter toezicht houden en handhaven Beleidsterrein: Bouwregelgeving Effectindicatoren Nr.
e6.3a
Omschrijving
Aantal opnieuw beschikbaar gekomen woningen na opheffen van illegale woonsituatie
Realisatie 2009
2010
2011
2012
48
52
55
57
Streefwaarde 2012
Bron
50
Afdeling Handhaving
Naleving regelgeving d.m.v. het uitvoeren van door de raad vastgestelde prioriteiten De Handhavingnota 2012-2015 is vastgesteld in de Gemeenteraad. Hierin staat aan welke handhavingresultaten de komende vier jaar wordt gewerkt. Toezicht op sloop van asbest In voorgaande jaren heeft de Inspectie VROM (nu Ministerie van Infrastructuur en Milieu) haar tevredenheid uitgesproken over de wijze van toezicht en handhaving bij asbestsloop in de gemeente Leiden. Het huidige Plan van Aanpak dateert van 2009 en is goedgekeurd door VROM. De daarbij benodigde kennis wordt periodiek bijgehouden. Met ingang van medio 2012 zijn als gevolg van landelijk beleid asbestmeldingen ingevoerd ter vervanging van de sloopvergunning asbest. Alle asbestverwijderingen moeten nu worden gemeld wat een toename van de administratieve lasten voor de gemeente betekent. Toezicht op monumenten Er wordt gericht toezicht gehouden op de uitvoering van de verleende monumentenvergunningen, maar ook op het voorkomen van verdere aantasting van monumenten. Toezicht op monumenten heeft naast veiligheid de hoogste prioriteit. Dit gebeurt in samenwerking met Monumentenzorg.
Doel 6.4 (1) Verbeteren van de financiële spankracht van de gemeente Beleidsterrein: Gemeentelijk eigendom van panden en gronden Prestatie-indicatoren Nr.
p6.4(1)a
Omschrijving
Aantal conversies van erfpachtcontracten
Realisatie 2009
2010
2011
2012
23
12
9
10
Streefwaarde 2012
Bron
10
Afdeling Vastgoed en Grondzaken
Erfpachtconversie De begroting voor 2012 heeft als streefwaarde 10 conversies. Bij de halfjaarrapportage waren 5 conversies gerealiseerd. De planning voor heel 2012 is gehaald. Het resultaat bedraagt 10 conversies. Dat is 1 meer dan in 2011. Het betreft 9 conversies waarbij de canonbetaling is afgekocht en 1 canonbetalende koper. Financieel is de begroting ook ruimschoots gerealiseerd. Het resultaat bedraagt € 116.500,--. Verkoop van gemeentelijk vastgoed De verwachtingen die zijn geformuleerd in de PRIL-rapportage Perspectief 2012-2016 zijn nagenoeg gehaald. In de prognose is rekening gehouden met zeven te verkopen panden. Hiervan zijn er drie daadwerkelijk verkocht in 2012. Daarnaast zijn er echter drie panden verkocht die na 2012 gepland stonden. De vier niet gerealiseerde
104 | Jaarverslag
verkopen bevestigen deels ook de moeilijke marktomstandigheden waarin verkoop van vastgoed nog steeds lastig is. Voor een financieel inzicht van het resultaat wordt verwezen naar PRIL De rekening.
Doel 6.4 (2) Doelmatige en financieel verantwoorde exploitatie van gemeentelijk vastgoed Beleidsterrein: Gemeentelijk eigendom van panden en gronden Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p6.4(2)a
Percentage van de meerjarige onderhoudsplannen dat is geactualiseerd
-
-
-
100%
100%
Afdeling Vastgoed en Grondzaken
p6.4(2)b
Percentage van de panden die gemeentelijk eigendom blijven dat up-to-date onderhouden is
-
-
-
-
-
Afdeling Vastgoed en Grondzaken
p6.4(2)c
Procentuele afname van niet-marktconforme huurcontracten voor gemeentelijke panden (cumulatief vanaf 2011)
-
-
-
-9 %
-10%
Afdeling Vastgoed en Grondzaken
Onderhoud van panden conform meerjarenonderhoudsplannen In 2012 zijn meerjarenonderhoudsplannen opgesteld voor het volledige bestand vastgoed dat structureel in gemeentelijk bezit is. Het betreft het maatschappelijk en ambtelijk vastgoed. Hiervoor zijn alle panden geïnventariseerd en geïnspecteerd. Op basis van de meerjarenonderhoudsplannen zullen jaarplannen worden opgesteld met een doorkijk naar de onderhoudsactiviteiten voor de navolgende jaren. Het in een jaarcyclus planmatig uit te voeren onderhoud dient vervolgens geclusterd te worden naar soort onderhoudsactiviteit teneinde onderhoudswerkzaamheden op de meest efficiënte wijze te kunnen aanbesteden en uitvoeren. Uitgangspunt is de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden op ‘instandhoudingniveau’. Marktconforme verhuur van gemeentelijke panden In 2012 zijn maatschappelijke functies aangewezen die geen gemeentelijke financiële ondersteuning behoeven in het kader van de uitvoering van het Beleidskader vastgoed. Hierbij zullen in de toekomst marktconforme huurprijzen worden gehanteerd. In 2012 zijn bij ca. twintig contracten marktconforme huurprijzen gerealiseerd. De streefwaarde voor 2012 om te komen tot 10 % minder niet-marktconforme huurcontracten voor gemeentelijke panden is net niet gehaald omdat de omzetting en het openbreken van contracten een langlopend proces is.Voor het commercieel maatschappelijk vastgoed kan op basis van de besluitvorming over het beleidskader vastgoed een marktconforme huur worden heronderhandeld. Dit proces zal worden ingericht. Voor het beleidsondersteunend maatschappelijk vastgoed moet de besluitvorming om over te gaan tot marktconforme huren nog plaatsvinden.
Doel 6.5 Beter leefklimaat in Leiden Zuidwest en Leiden Noord Beleidsterrein: Wonen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e6.5a
Rapportcijfer woonomgeving Leiden Noord
6,7
-
6,9
-*
-*
Veiligheidsmonitor
e6.5b
Rapportcijfer woonomgeving Leiden Zuidwest
7,2
-
7,2
-*
-*
Veiligheidsmonitor
* De Veiligheidsmonitor wordt alleen in de oneven jaren op districtsniveau afgenomen.
Leiden Zuidwest Algemeen: vervolgaanpak na 2010 In september 2012 is de Eindrapportage door de raad vastgesteld. Daarmee is het Wijkontwikkelingsplan Zuidwest afgesloten.
Jaarverslag | 105
Haagwegkwartier-West Haagwegkwartier bestaat uit twee deellocaties : de ROC-locatie en de noordelijke sportvelden. Op de ROClocatie is de ontwikkeling van een islamitisch centrum en ca. 90 woningen voorzien. Op de noordelijke sportvelden zijn ca. 200 woningen en ca. 70 zorgeenheden voorzien. De raad heeft in januari 2012 het bestemmingsplan vastgesteld. Er zijn twee bezwaarschriften ingediend bij de Raad van State. Begin 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Eind 2012 heeft de gemeente de finale grondbieding van de combinatie Ons Doel en Ymere voor de realisatie van de woningen op de noordelijke sportvelden als financieel onvoldoende beoordeeld. Met Topaz is de afstemming m.b.t. de realisatie van de zorgeenheden op de noordelijke sportvelden medio 2012 herstart. De planvorming voor het islamitisch centrum loopt. In 2012 heeft het moskeebestuur het VO afgerond. Portaal heeft medio 2012 aangegeven de 38 eengezinswoningen op de ROC-locatie niet te zullen ontwikkelen. De gemeente zal deze woningen op een nader te bepalen moment in de markt zetten en gaan aanbesteden. In december 2012 heeft de gemeente ingestemd met de bieding van Portaal van november voor de realisatie van 52 sociale huurwoningen. In januari 2013 heeft Portaal aangeven deze ontwikkeling op hold te zetten. Voor de gehele locatie Haagwegkwartier is eind 2012 gestart met het opstellen van een aanbestedingsstrategie. Gezien bovenstaande ontwikkelingen wordt een tekort op de grondexploitatie voorzien waarover in april 2013 in het PRIL wordt gerapporteerd. Sport- en Zorgplein (voorheen: Sportstad) Eind 2012 is de sportnota door de raad vastgesteld. Bij de behandeling van de nota heeft de raad een amendement aangenomen om de mogelijkheid te onderzoeken om een combibad te realiseren bij buitenzwembad De Vliet ter vervanging van het huidige Vijfmeibad. Na dit onderzoek ontstaat duidelijkheid over de ontwikkeling van het sport- en zorgplein. Sociale programma’s Met de afsluiting van het Wijkontwikkelingsplan Zuidwest is ook een einde gekomen aan het Sociaal Programma. Leiden Noord Nieuw Leyden Tussen de gemeente en Portaal is in 2012 overleg geweest over de beëindiging van de formele samenwerking in deze ontwikkeling en de verdeling van risico’s. De gemaakte afspraken worden in een overeenkomst vastgelegd. De bouw van 11 woningen binnen kaders van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) is gestart. Ook de bouw van het project “Bouwjeeigenwoning” is van start gegaan. Een koper / bouwer van 18 kavels in de vrije sector moest afhaken omdat er binnen gestelde termijn niet is voldaan aan 70% verkoop. Een nieuwe koper is eind 2012 met de verkoop van de 18 kavels onder CPO begonnen. 9 van de 20 resterende vrije kavels zijn in 2012 verkocht. De hoogbouw langs de Willem de Zwijgerlaan, de blokken 1 & 2 zijn vrijwel gereed. Medio 2013 kunnen de eerste bewoners daar hun intrek nemen. Het is Portaal gelukt om in december de eerste paal voor de bouw van 40 sociale huurappartementen te slaan. Het verkopen in 2012 van een tweetal bouwblokken, in samenhang met het leegstaande 50KV-station, en de directeurswoning van het voormalig slachthuis is niet gelukt. Er is in 2012 wel overeenstemming bereikt over de verkoop van het Infocentrum aan de Slachthuislaan 31. Dit centrum zal worden verbouwd tot een horecavestiging. Voor meer informatie over de verbonden partij Nieuw Leyden verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen. Kooiplein en omgeving (KEO) In 2012 zijn de inhoudelijke werkzaamheden voor het bestemmingsplan afgerond. In december is het plan vastgesteld door de gemeenteraad. Tevens is de ontwikkelaar gestart met de voorbereidingen voor het verleggen van de kabels en leidingen in het gebied en heeft deze verder invulling gegeven aan de planvorming voor de verschillende bouwblokken en het ontwerp voor de openbare ruimte. Eind 2012 is de gemeente gestart met het ontwerp voor de tijdelijke volledige aansluiting van de Kooilaan op de Willem de Zwijgerlaan. Brede School / Mare College De bouw van de Brede School is iets uitgelopen, de oplevering was 7 januari 2013. De Brede School bestaat uit ca 10.000 m2 maatschappelijke functies ( welzijn, centrum voor jeugd en gezin, peuterspeelzalen, jongerenwerk en basisscholen) en 10.000 m2 wonen en vormt het nieuwe hart van de wijk. De verhuur van 50 woningen met markthuur is gerealiseerd en er is gestart met de ingebruikname van 34 zorgwoningen. Er is een vereniging van gebruikers opgericht. De start van het woonrijp maken is vanaf half november voortvarend aangepakt. De opdracht voor de bouw van de twee blokjes met starterswoningen en schoolwoningen is gegeven. De verbouw en uitbreiding van het gebouw Sumatrastraat 120 ten behoeve van de herhuisvesting van het Marecollege is in 2012 van start gegaan.
106 | Jaarverslag
Groenoordhallenterrein De eerste 107 woningen zijn in 2012 opgeleverd en de oplevering loopt gestaag door. Daarnaast zijn er blokken in de verkoop en in aanbouw gegaan. De helft van de woningen van de 1e fase is momenteel in aanbouw of al opgeleverd. Voor de 2e (en laatste) fase is in 2012 de omgevingsvergunning aangevraagd. Bedrijventerrein Groenoord Vanwege problemen met de grondverwerving ten behoeve van de revitalisering van het bedrijventerrein is bij behandeling van het PRIL 2010 door de raad besloten de ontwikkeling te stoppen. Hiermee zijn de werkzaamheden om het terrein zelf te ontwikkelen als gemeente gestaakt. De voorbereidingen van de aanleg van twee watergangen, die de nieuwe wijk Groenoord verbindt met de Slaaghsloot, zijn opgestart. Transformatie W de Zwijgerlaan In 2012 werden de laatste grote reconstructiewerkzaamheden uitgevoerd, zoals de bouw van het Zwartepadviaduct en de aansluitende wegvakken. Sinds november werd de weg volledig voor autoverkeer opengesteld. Ondanks dat nog enkele werkzaamheden resteren, zoals het verder groen inrichten, zal het project worden afgesloten. Tuin van Noord De uitvoering van de Tuin van Noord heeft vertraging opgelopen. Door het nieuwe bestuur van Ons Buiten wordt het convenant dat is gesloten over het uitvoeringsplan niet gedragen. Als gevolg hiervan zijn twee nieuwe WABO-vergunningen voor fietspad en aanleg park aangevraagd. Voor beide vergunningen zijn ontwerpbesluiten gepubliceerd. Ten behoeve van de realisatie van een horecavoorziening is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Fonds 1818 is een onderzoek gestart naar de mogelijkheid van een nog op te richten wijkonderneming. Van Voorthuysenlocatie Begin 2012 is het woningbouwplan aangepast, waarbij het deel kantoren is omgezet in woningen. De aanvraag omgevingsvergunning is ingediend. Het terrein is inmiddels bouwrijp. De start bouw is gepland medio 2013. De onderhandelingen tussen Groenoord CV en De Sleutels over de afname van fase I (72 sociale huurwoningen en 46 vrije sector huur) bevindt zich in de eindfase. De moskee is medio 2012 in gebruik genomen. Het Stedelijk Gymnasium is begonnen met een inpandige uitbreiding. De plannen voor een uitbreiding van de recente nieuwbouw van de school zijn opgestart. Het schetsontwerp is inmiddels afgerond. De aanleg van de openbare ruimte is nagenoeg afgerond: de skatebaan en watereducatietuin, de vijver, het resterende deel van de Nieuwe Marnixtraat inclusief de brug, het plein bij de moskee, de verbinding naar de overkluizing over de Willem de Zwijgerlaan en het fietspad richting de Merenwijk zijn gerealiseerd. Sociaal programma In 2012 zijn de volgende sociale inspanningen uitgevoerd: het Tam-tam-festival, de drie huiskamers Meet en Greet (Groenoord Zuid), 't Trefpunt (de Hoven) en Sue en Ann (de Kooi). Hier ontmoeten buurtbewoners elkaar en worden diverse activiteiten georganiseerd. De toezichthouders zijn weer in de wijk geweest en er zijn extra sport- en spelactiviteiten uitgevoerd op de diverse pleinen. Ook is door Libertas gestart met het project Buurttalent, een project om vrijwilligers te werven voor de diverse sport- en speeltuinverenigingen. De bus voor het project buurtterras is aangeschaft. Verder heeft de veiligheidscoördinator zich onder meer bezig gehouden met het beheer in de Tuin van Noord, het inteugelen van jongerenoverlast, de veilige verkeersroutes naar de Brede School en de vuurwerkacties. De wijkverenigingen zijn ook dit jaar ondersteund en hebben hun website vernieuwd waardoor de buurtverenigingen beter hun achterban kunnen betrekken bij activiteiten en draagvlakpeilingen.
Doel 6.6 Meer woningaanbod door nieuwbouw Beleidsterrein: Wonen Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p6.6a
Aantal huurwoningen nieuwbouw vanaf 1-1-2005
1.022
1.408
1.518
*
2.080
CBS
p6.6b
Aantal koopwoningen nieuwbouw vanaf 1-1-2005
1.212
1.376
1.452
*
2.105
CBS
p6.6c
Aantal vernietigde woningen vanaf 1-1-2005
956
1.130
1.147
*
1.401
CBS
p6.6d
Toename studentenhuisvesting vanaf 1-1-2004
1.561
1.848
2.122
2.217
1.870
TFS
Jaarverslag | 107
* Als gevolg van wijzigingen in de registratiesystemen zijn deze gegevens niet tijdig beschikbaar voor de jaarrekening. Belangrijke woningbouwprojecten 2012 Zoals eerder gemeld bij de 2e bestuursrapportage wordt deze prestatie beïnvloed door de economische crisis. Uitzonderingen hierop zijn de oplevering van de woningen aan de Diamantlaan en de Brede School Leiden Noord. Ook de projecten Trekvaartplein en Groenoordhallen lopen qua verkoop en/of bouw volgens planning. De verwachting in de begroting 2012 dat zou worden gekomen tot een uitvoeringsbesluit of een intentie- of projectovereenkomst voor de projecten Ananasweg, Haagwegkwartier-West en Oude Kooi is echter niet uitgekomen. De noordelijke blokken van de Oude Kooi zijn vertraagd in afwachting van de keuze over sloop, nieuwbouw of renovatie. Ook de geplande verkoop / start bouw van Big Boss (106 appartementen), Haagwegterrein De Verleyding (40 appartementen in deelgebied 2) en Bio Science Park (2e fase Gorlaeus met 100 appartementen voor studenten) is vertraagd. Nieuwbouwmonitor De gegevens uit de nieuwbouwmonitor zijn opgenomen in de conceptnota Wonen 2020 Leiden kijkt vooruit en pakt door. Task Force Studentenhuisvesting Onderzoek aantallen studentenhuisvesting In 2012 is het rapport Sleutels gezocht in Leiden uitgebracht, dat goed inzicht geeft in de vraagontwikkeling naar studentenhuisvesting in Leiden. De hoofdconclusie is dat er een aanzienlijk tekort bestaat van rond de 3000 eenheden. Aan het onderzoek zijn beleidsconclusies verbonden in de Nota Wonen 2020, Leiden kijkt vooruit en pakt door. Daarin staat dat Leiden een aantrekkelijke kennisstad wil blijven en dat er extra aandacht voor huisvesting van studenten moet blijven. Knelpunten regelgeving In de begroting 2012 meldden wij dat de rijksregelgeving in relatie tot studentenhuisvesting zou worden verbeterd. Dit is deels tot stand gekomen. Zo is het Bouwbesluit gewijzigd, waardoor de minimale verblijfsoppervlakte van een woning is verlaagd van 24 m2 naar 18 m2. Hierdoor kan studentenhuisvesting goedkoper worden ontwikkeld. Lammenschanspark/ Leidse Schans In 2012 is een oud schoolgebouw op het Lammenschanspark voor tijdelijke studentenhuisvesting in gebruik genomen. Verder zijn de planologische procedures voortgezet om de bouw van de meest duurzame campus van Europa, de Leidse Schans, mogelijk te maken. Het plan van het Kabinet om een ander huurbeleid in te voeren bij studentenwoningen leidt in 2012 tot onzekerheid over de financiering van de campus. De aanleg van een bouwontsluitingsweg en een toegangsweg vanaf de Lammenschansweg naar de parkeergarage van het ROC is gerealiseerd. Planontwikkeling leegstaande kantoren In 2012 is een kantorenloods aangesteld die moet bemiddelen in het ingewikkelde vraagstuk van omvorming van langdurig leegstaande kantoorpanden. De eerste resultaten dienen zich nu aan, in het bijzonder op de locatie Plesmanlaan/Verbeekstraat en aan het Stationsplein (YNS-pand). DUWO-complex Wassenaarsweg/ Hildebrandpad In 2012 is het complex van DUWO aan het Hildebrandpad met 504 zelfstandige eenheden voltooid. In het jaar daarvoor was het eerste deel al voor bewoning gereedgekomen. Fusie SLS Wonen met DUWO In 2012 hebben wij u via brief div-2012-12162 uitvoerig geïnformeerd over de fusie tussen SLS Wonen en DUWO. De fusie is door de minister per 1 januari 2013 goedgekeurd, waarmee de grootste studentenhuisvester van Nederland een feit is. Nieuweroord In de voormalige zusterflat Nieuweroord aan de Rijnsburgerweg verhuurt DUWO tijdelijke woonruimte aan 264 studenten. De planvorming duurt langer dan eerder voorzien. De flat kan daarom tot 2016 in gebruik blijven voor studentenhuisvesting.
108 | Jaarverslag
Langebrug/Steenschuur Met de verbouw tot 35 studio’s van het pand Langebrug / Steenschuur is in 2012 gestart aan de zijde van het monument aan de Steenschuur. De bestemmingsplanprocedure voor de Langebrug bevindt zich in de afrondende fase (verwerking zienswijzen).
Doel 6.7 Meer kwaliteit in de bestaande woningvoorraad Beleidsterrein: Wonen Prestatie-indicatoren Nr.
p6.7a
Omschrijving
Toename aantal volledig toegankelijke woningen: (cumulatief vanaf 1-1-2005)
Realisatie 2009
2010
2011
2012
718
1.204
1.567
nvt
Streefwaarde 2012
Bron
>1.204
Gemeente en corporaties
Levensloopbestendige woningen Zoals in de begroting 2012 is aangegeven, blijkt uit onderzoek van december 2010 (Woonwensen van mensen met een beperking) dat er geen kwantitatief tekort is aan levensloopgeschikte woningen. Ook niet voor de komende jaren. Gezien de toepassing van de minimale eisen uit het Bouwbesluit kan worden aangenomen dat elk nieuwbouwappartement aan dit criterium voldoet. In de begroting van 2012 is hiervoor dan ook geen (nieuwe) prestatie-indicator meer aangegeven. Vandaar dat voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar is.
Doel 6.8 Voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen Beleidsterrein: Wonen Effectindicatoren Nr.
e6.8a
Omschrijving
Aantal betaalbare woningen
Realisatie 2009
2010
2011
2012
23.873
24.046
24.106
24.575
Streefwaarde 2012
Bron
25.800
BAG en WoON 2009
Prestatieafspraken met corporaties In 2009 zijn de prestatieafspraken met de corporaties gemaakt. De afspraken gelden tot 2015. In 2012 zijn deze afspraken geëvalueerd. Hieruit is gebleken dat de afspraken grotendeels zijn nageleefd en hebben geleid tot betere samenwerking. Onderwerpen waren wijkaanpak, kwaliteitsverbetering en omvang van de sociale voorraad, nieuwbouw, samenwerking en informatie-uitwisseling tussen gemeenten en corporaties, het aanbod voor mensen met een fysieke of psychische beperking en de taakstelling statushouders. Nieuwe ontwikkelingen, zoals de veranderingen op de woningmarkt, teruglopende middelen en het regeerakkoord Rutte 2 maken het noodzakelijk de prestatieafspraken bij te stellen. De conceptnota Wonen 2020 en de uitwerking van het regeerakkoord Rutte 2 vormen hiervoor het beleidskader.
Kaderstellende beleidsstukken In 2012 zijn op de beleidsterreinen van Stedelijke ontwikkeling de volgende kaderstellende beleidsstukken vastgesteld: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
(RV 12.0128) Vaststelling bestemmingsplan Lammenschansdriehoek (RV 12.0133) Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek (RV 12.0117) Vaststelling bestemmingsplan Kooiplein (RV 12.0114) Financiële bijdrage herontwikkeling YNS-pand met studentenwoningen (RV 12.0051) Ruimtelijke Agenda 2025 (RV 12.0093) Vaststelling best.plan Aalmarkt-Mandenmakerssteeg dl 3 stadsgehoorzaal (RV 12.0099) Vaststelling bestemmingsplan De Leidse Schans (RV 12.0083) Beantw.inspr.reacties Beeldkwaliteitplan Houtkwartier Leiden (RV 12.0040) Verder met de Binnenstad gebruikshandleiding (RV 12.0049) Vaststelling bestemmingsprogramma Leiden Noordwest (RV 12.0063) Kaderbesluit herontwikkeling Stationsgebied Leiden Centraal(STEO) (RV 12.0071) Besluit vaststelling wijziging bouwverordening Gem. Leiden
Jaarverslag | 109
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
(RV 12.0091) Eindrapportage Wijkontwikkelingsplan Leiden Zuid West (RV 12.0036) Uitv.besluit Haagwegkwartier Noord afdoen motie 1 RV 09.0071 (RV 12.0045) Stimuleringsregeling wonen boven winkels (RV 12.0058) Programma Ruimt.Investeringen Leiden (PRIL) - Het Perspectief 2012-2016 (RV 12.0057) programma Ruimt.Investeringen Leiden (PRIL) 2012 - de Rekening 2011 (RV 12.0047) Parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt (RV 12.0035) Kwaliteitsimpuls Stationsgebied met subsidieregeling historisch stadsbeeld (RV 12.0028) Knellende kaders in geval van planvorming gebiedsontwikkelingsprojecten (RV 12.0031) Bestemmingsplan Hogewoerd e.o. (RV 12.0032) Gewijz.vastst.bestem.plan Aalmarkt Mandenmakerssteeg dl 2 Haarlemmerstraatblok) (RV 12.0033) Vaststelling bestemmingsplan Leiden De Waard (RV 12.0030) Voorontw. bestem.plan en mer beoordelingsbesluit De Leidse Schans (RV 12.0014) Vaststelling 1e partiele herziening bestemmingsplan Stationsgebied Stadszijde deel 1 (RV 12.0013 Afronding projectovereenkomst inzake nieuwbouw ROC/Davinci Lammenschans (RV 11.0092) Bestemmingplan Haagwegkwartier Noordwest (RV 11.0126) Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Aalmarkt mandenmakerssteeg waagblok
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING BOUWREGELING GEMEENTELIJK EIGENDOM PANDEN EN GRONDEN WONEN Totaal
STEDELIJKE ONTWIKKELING bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
15.543
-229
15.313
15.906
593
4.272
-2.907
1.365
884
-481
62.533
-46.520
16.014
33.270
17.256
5.110
-62
5.048
7.934
2.886
87.458
-49.718
37.740
57.994
20.254
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
63.665
91.285
36.468
127.753
87.458
40.295
Baten
-46.114
-87.363
17.604
-69.759
-49.718
-20.041
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
17.551
3.922
54.072
57.994
37.740
20.254
Toevoeging
29.008
11.280
63.477
74.757
70.054
4.703
Onttrekking
-38.146
-5.340
-114.053
-119.393
-95.704
-23.688
-9.138
5.940
-50.576
-44.636
-25.651
-18.985
8.413
9.862
3.496
13.358
12.089
1.269
Omschrijving
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
Grondbedrijf
17.980
-14.751
3.229
0
-3.229
Overige onderdelen
44.553
-31.769
12.785
33.270
20.485
Totaal
62.533
-46.520
16.014
33.270
17.256
MUTATIES RESERVES Saldo
Algemene toelichting Uitsplitsing gemeentelijk eigendom panden en gronden
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Ruimtelijke ontwikkeling Het voordeel op dit beleidsterrein wordt veroorzaakt door een per saldo lagere doorbelasting van personele kosten inclusief overhead dan was begroot. Voor het product lokaal RO beleid was ten onrechte rekening gehouden met een doorbelasting van projectondersteuning terwijl deze werkelijk heeft plaatsgevonden op diverse projecten/investeringen. Het voordeel bedraagt € 798.000. Daarentegen zijn er meer (beleids)uren
110 | Jaarverslag
doorbelast die betrekking hebben op de werkzaamheden voor de ruimtelijke (investerings)agenda, analyses op structuurvisie (vooral in relatie tot de Rijnlandroute) en stedenbouwkundige werkzaamheden welke niet naar projectbudgetten worden doorbelast. Het nadeel bedraagt € 145.000. Bouwregeling Bij de tweede bestuursrapportage 2012 werd verwacht dat de bouwleges met € 500.000 achter zouden blijven. De begroting is naar aanleiding van het besluit RV12.0120; tweede bestuursrapportage gewijzigd. Ten opzichte van deze gewijzigde begroting is een voordeel behaald van € 307.000. Daartegenover staan nadelen op de advieskosten als gevolg van de overgang van de Leidse Welstandscommissie naar de externe welstandscommissie Dorp, Stad en Land (€ 152.000). Ook is sprake van het niet innen van verbeurd verklaarde dwangsommen als gevolg van (deels) kwijtschelden en/of herstellen van de oorzaak van de bestuursdwang. Deze niet gerealiseerde inkomsten geven een nadeel van € 180.000. Ook is sprake van een nadeel van € 452.000 als gevolg van het niet opnemen in het legestarief van werkzaamheden ten aanzien van brandveiligheidsaspecten bij omgevingsvergunningen. Met deze bijdrage was in de begroting geen rekening gehouden. In de Perspectiefnota 2013-2016 is reeds toegelicht dat het nadeel vanaf 2014 zal worden gedekt door het kostendekkend maken van de leges. Gemeentelijke eigendom panden en gronden Het nadeel op het onderdeel grondexploitaties wordt veroorzaakt door de kosten die in 2012 zijn gemaakt voor het park Matillo en de grondexploitatie Groenoordhallen. De kosten voor park Matilo worden, conform besluitvorming, ten laste gebracht van de reserve archeologisch park Matillo. Omdat deze onttrekking niet is begroot wordt dit betrokken bij de bestemming van het resultaat 2012 (€ 519.000). Binnen de grondexploitatie Groenoordhallen e.o. na kaderbesluit (RB 06.0143) worden de verwervingen op het bedrijventerrein Groenoord (o.a. Pernixlocatie en Gevulei terrein) en de historische plankosten afgewaardeerd met een bedrag van € 2,7 mln. Conform het BBV (art. 65 lid 1 en 2) is afwaardering noodzakelijk indien de boekwaarde boven de marktwaarde komt. Tegenover deze afwaardering staat binnen het project WOP Noord een positief resultaat van de aanleg van de Willem de Zwijgerlaan, verantwoord in PRIL, waardoor het saldo budgettair neutraal is na resultaatbestemming. Het voordeel op de overige onderdelen kan als volgt worden verklaard: Te verklaren overige onderdelen Beheer panden
€ 20,4 (voordeel) € 1,3 (nadeel)
Subsidie Roomburg
€ 5,3 (voordeel)
Grondopbrengst Wagnerplein
€ 0,4 (voordeel)
Verkoop gemeentelijk vastgoed
€ 1,8 (voordeel)
Vrijval voorziening negatieve grondexploitaties
€ 3,8 (voordeel)
Bijdragen aan investeringen Grondopbrengst Da Vinci Overige verschillen
€ 15,8 (voordeel) € 5,5 (nadeel) € 0,1 (voordeel)
Binnen het product beheer panden wordt een nadeel van € 1,3 miljoen grotendeels veroorzaakt door onderstaande posten: ■ maatschappelijk vastgoed, € 102.000 nadeel als gevolg van hogere OZB-lasten; ■ maatschappelijk vastgoed, € 570.000 lagere externe huuropbrengsten als gevolg van leegstand en aangepaste contracten (o.a. Haagweg 4, Brede School Leiden Noord, Morsweg 1, W. Barentzstraat); ■ maatschappelijk vastgoed, € 296.000 lagere opbrengsten als gevolg van niet gecorrigeerde interne verrekeningen door administratieve omissies; ■ maatschappelijk vastgoed, € 150.000 nadeel als gevolg van gestegen energieprijzen die niet altijd kunnen worden doorbelast. In 2013 zal een inhaalslag plaatsvinden om met terugwerkende kracht de niet doorbelaste energielasten waar mogelijk alsnog bij de gebruikers van de panden neer te leggen. Voor het project Roomburg woningbouw heeft de provincie Zuid-Holland in 2004 een locatiegebonden subsidie verleend van € 5,9 miljoen. Eind maart heeft de gemeente bericht ontvangen van het feit dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de Vinex-subsidie voor Roomburg heeft vastgesteld op € 5,3 miljoen.
Jaarverslag | 111
Deze gebeurtenis na balansdatum heeft geleid tot het terugboeken van de reservering (destijds ten laste van de vereveningsreserve) van het mogelijk terug betalen van de subsidie. . De in 2012 niet begrote maar wel gerealiseerde grondopbrengst van het Wagnerplein van € 410.000 wordt conform RV 11.0066; bestemming grondopbrengst en kredietaanvraag bouw- en woonrijp maken winkelcentrum Wagnerplein, gestort in de Vereveningsreserve. De verkoop van gemeentelijk vastgoed, na aftrek van de kosten voor overhead, heeft geleid tot een opbrengst van € 2,3 miljoen. Na correctie van de beheerkosten die op deze verkochte panden betrekking hebben, is sprake van een niet begroot voordeel in 2012 van € 1,8 miljoen. Bij het opmaken van het PRIL 2012 blijkt dat het resultaat van de grondexploitaties met een negatieve Netto Contante Waarde na uitvoeringsbesluit € 3,8 miljoen is verbeterd. Dit leidt tot een (niet begrote) vrijval uit de voorziening negatieve grondexploitaties van dit bedrag die in de vereveningsreserve is gestort. In de begroting is sprake van een voordeel op bijdragen aan investeringen van in totaal € 15,8 miljoen. Deze bijdragen worden voor het grootste deel gedekt door onttrekkingen aan reserves. Het voordeel blijft in 2013 en latere jaren beschikbaar. In 2012 is een nadeel ontstaan omdat in de begroting rekening was gehouden met de grondopbrengsten Da Vinci van € 5,5 miljoen (en deze te storten in de vereveningsreserve). Deze grondopbrengst is in 2012 niet gerealiseerd en wordt meegenomen naar het volgend jaar. Wonen Ten aanzien van het programma Binnenstad is sprake van een voordeel van € 655.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door lagere kosten dan begroot op de onderdelen entree van de stad en terrassenplein Beestenmarkt en een voordeel op het onderdeel kwaliteit openbare ruimteprogramma. Het voordeel blijft in 2013 en latere jaren beschikbaar. De bijdrage aan Woningbouwcorporatie De Sleutels ter dekking van de investeringen van de onrendabele top voor de bouw van woningen van € 880.000 heeft in 2012 niet plaatsgevonden. De bijdrage wordt onttrokken aan de reserve herstructurering Woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet. Het voordeel op het budget Wonen boven Winkels bedraagt € 1,2 miljoen. Het project loopt voor op de planning. Echter de duur van de regeling is ongeveer 2,5 jaar. Het betreft een subsidieregeling die niet meteen wordt beschikt, maar voor eind 2014 wordt uitgegeven op subsidieerbare projecten die nu worden geworven. Het budget blijft beschikbaar in 2013. Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op afgesloten kredieten met een voordelig saldo 7100142 Lammenschansweg 134 - 134A Op de aankoop is een voordeel van afgerond € 63.000 gerealiseerd. Dit is het gevolg van het onderhandelingsresultaat op de aankoop waardoor het opstal goedkoper aangekocht is. 7100178 Groot onderhoud kinderopvang (Broekplein 4-12) Dit krediet kan worden afgesloten omdat de beoogde kosten zijn meegenomen in de onderhoudsvoorziening. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100124 Kwaliteitsimpuls Steenstraat - Stationsweg Krediet Stationsweg kan niet worden afgesloten vanwege de voltooing van de geleidelijn. De uitvoering staat gepland medio maart 2013. 7100127 Vervanging BARS De vervanging van BARS, het bouwaanvragenregistratiesysteem, is gestart in 2010 en zal afgerond worden in 2014/2015. De verwachting is dat de aanbesteding eind 2013/begin 2014 zal plaatsvinden.
112 | Jaarverslag
7100134 & 7100172 Oranjegracht-Waardgracht & parkeervoorzieningen Lakenplein Deze kredieten zijn beschikbaar gesteld in de Samenwerkingsovereenkomst Waardgracht-Oranjegracht (BW060386). Deze overeenkomst is op dit moment nog steeds van kracht. Portaal onderzoekt momenteel in welke vorm zij de ontwikkelingen op en om het Lakenplein wel kunnen realiseren (al dan niet met een derde risicodragende partij). Uit dat onderzoek zal blijken of overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst ontwikkeld kan worden of dat de overeenkomst ontbonden dient te worden. In de overeenkomst zijn financiele consequenties opgenomen wanneer één van de partijen wil ontbinden. 7100152 Gevelsanering Woningen Dit krediet is herbestemd geld vanuit de ISV2-gelden en bedoeld voor geluidsanering van woningen. Deze sanering is niet alleen van belang om de afspraken met het Rijk hierover in 2020 te behalen maar levert vooral een bijdrage aan het verminderen van de geluidsbelasting die nog te hoog is voor bepaalde woningen in de stad. Deze woningen maken deel uit van de zogenoemde A- en Raillijst. Momenteel lopen er nog verschillende projecten waardoor het krediet nog niet afgesloten kan worden. 7100155 Bodemsanering Breestraat-Botermarkt Het krediet voor de bodemsanering van de Breestraat-Botermarkt moet mininaal tot 2015 open blijven in verband met nazorg op dit project. 7100167 & 7100329 Aalmarkt - bijdrage aan project & Levendige Waag Het Aalmarktproject is in uitvoering en zal in 2015 afgerond worden. 7100169 Bodemsanering Zijlsingel 36 Het krediet voor de bodemsanering van de Zijlsingel 36 moet minimaal tot 2015 open blijven staan in verband met nazorg op dit project. 7100179 Renovatie De Waag Dit krediet is noodzakelijk voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden van De Waag. 7100173 Bodemsanering Gasfabriek De bodemsanering van de deelgebieden B, C en D van het Gasfabriekterrein is afgerond. Aan de verantwoording richting provincie wordt gewerkt en hopen we medio 2013 af te ronden. De sanering van deelgebied A bevindt zich na jaren voorbereiding in de aanbestedingsfase. Na 3 oktober 2013 zal het werk volop in uitvoering worden genomen. Eerst zullen de spots met vervuilde grond worden ontgraven en afgevoerd. Medio 2014 zal dit zijn afgerond daarna start de insitu (grondwatersanering), die nog een aantal jaren nazorg zal vergen." 7100163 Bijdrage aan kooiplein (GBS 2007 - 2008) Uitvoeringsbesluit Kooiplein (RV 10.0003) is genomen in 2010. De periode 2010-2012 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de planontwikkeling en voorbereiding. In 2013 wordt gestart met de gefaseerde realisatie van de vastgoedontwikkeling en de voorbereiding voor de realisatie van de openbare ruimte. De beoogde afronding van het project is voorzien in 2019. Krediet moet daarom beschikbaar blijven. 7100171 Bijdrage overheadkosten WOP Noord van Kooiplein In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100151 Planvorming gebiedsontwikkeling Lammenschanspark Dit betreft een krediet dat tot einde project (naar verwachting 2018) beschikbaar moet blijven. 7100158 Brede School Leiden Noord (kapitaallasten ten laste van de reserve) De kredieten met betrekking tot Brede School Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100468 Grond Brede School Leiden Noord (Het Gebouw) Zie hiervoor bij 7100158. 7100135 exploitatieovereenkomst Haagwegterrein (La Linea) Ten gevolge van de stagnatie op de woningmarkt loopt dit project langer door dan verwacht. 7100148 aanpassingen parkeerterrein Haagweg In 2009 is dit werk in uitvoering genomen. Naar verwachting wordt het in 2013 afgerond.
Jaarverslag | 113
7100126 plankosten woningen Van Vollenhovenkade + Du Rieustraat. Het krediet plankosten Van Vollenhovekade + du Rieustraat ad € 1.825.000 kan niet afgesloten worden. Er worden en moeten nog werkzaamheden voor verricht worden. Door beroep- en bezwaarprocedures heeft het project vertraging opgelopen. 7100164 GEO - uitvoering sociaal statuut In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100165 GEO - bijdrage aan overhead bureau WOP Noord In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100166 GEO - bijdrage aan sociaal programma WOP Noord In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100156 Tuin van Noord In verband met vertraging moet dit krediet beschikbaar blijven. Het project loopt naar verwachting door tot 2014. 7100128 Vervanging handhavingsinformatiesysteem (HIS) De vervanging van HIS, het informatiesysteem voor bouwhandhaving, is gestart in 2010 en zal afgerond worden in 2014/2015. De verwachting is dat de aanbesteding eind 2013/begin 2014 zal plaatsvinden. Dit systeem kent een directe koppeling met BARS, het bouwaanvragenregistratiesysteem. 7100129 Planvoorberbereiding reconstructie Haarlemmerweg/-dijk Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Er moeten nog diverse werkzaamheden worden verricht. Momenteel word gewerkt aan een ontwerp bestemmingsplan en uitvoeringsbesluit. 7100130 Herstructurering Trekvaartplein (voorziening) Het krediet kan nog niet worden afgesloten, er worden en moeten nog werkzaamheden voor verricht worden. Inmiddels is met 88 van de 90 bewoners een vaststellingsovereenkomst gesloten.
114 | Jaarverslag
Jaarverslag | 115
7
Jeugd en onderwijs
116 | Jaarverslag
Jeugd en onderwijs Programmanummer
7
Commissie
Onderwijs en samenleving
Portefeuille(s)
Jeugd, Welzijn & Zorg Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: In Leiden krijgen kinderen en jongeren de kans gezond en veilig op te groeien in een stimulerende omgeving, zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen en volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.
Doelenboom Prestaties
Doel
■ ■
Ontwikkelen zorgstructuur Centra voor Jeugd en Gezin, onderwijs en veiligheid Deels in regioverband de transitie van de jeugdzorg voorbereiden
7.1 Versterken van een samenhangende zorgstructuur, waarin het kind centraal staat
■ ■ ■
Doorontwikkelen Centra voor Jeugd en Gezin en vergroten bekendheid Initiëren zorginnovatie in takenpakket GGD-HM Opvoed- en opgroeiondersteuning meer aan laten sluiten op de vraag
7.2 Meer vraaggerichte opvoedingsondersteuning
■ ■ ■
Actualiseren van de nota gezondheidsbeleid Mede opstellen regionaal beleid op het gebied van verslavingspreventie Uitrollen JOGG-aanpak
7.3 Een betere gezondheid van de jeug
■ ■ ■ ■ ■
Waarborgen kwaliteit kindercentra Implementeren digitale gemeenschappelijke Inspectie Ruimte Registreren peuterspeelzalen Zorgdragen voor voldoende aanbod peuterspeelzaalwerk Opstellen verordening subsidiëring voorschoolse voorzieningen
7.4 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra
■
Verbeteren toeleiding doelgroepkinderen naar voorschoolse voorzieningen Stimuleren hoogwaardig taalaanbod op OnderwijsKansenscholen Bevorderen van ouderbetrokkenheid Vaststellen resultaatafspraken VVE tussen gemeente en schoolbesturen Doorontwikkelen visie voorschoolse voorzieningen
7.5 Minder onderwijsachterstanden
7.6 Goede samenwerking in en rond het onderwijsaanbod
■
Werken met de Leidse Educatieve Agenda In beeld brengen consequenties Passend Onderwijs Stimuleren talentontwikkeling in het onderwijs Onderzoeken aansluiting regulier onderwijs op pijlers Leiden Kennisstad Evalueren pilot segregatie in het onderwijs Faciliteren samenwerking en samenhang inhoudelijke programma Brede Scholen Aansturen en evalueren van de combinatiefuncties
■ ■ ■ ■
Sturing geven met de RMC-overeenkomst 2012 Meer acties richten op verzuimmeldingen van 18- en 19-jarigen Bevorderen concrete en snelle acties bij uitval Meer zicht krijgen op effectiviteit van trajecten
7.7 Minder leerlingen zonder startkwalificatie
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidsterrein
Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd (gezondheids)zorg
Peuterspeelzalen en kinderopvang
Onderwijsbeleid
Jaarverslag | 117
Prestaties
Doel
■ ■ ■ ■ ■
Bevorderen keuze voor techniek Aansluiting VMBO op doorlopende leerlijn zorg bepleiten Deelnemen aan commissie onderwijs-arbeidsmarkt Formuleren uitvoeringsagenda’s zorg en techniek Overleg met scholen rondom problematiek lerarentekort
7.8 Verbeteren aansluiting onderwijs arbeidsmarkt
■ ■ ■ ■
Verruimen openstelling speeltuinen Gelijk houden aantal speeltuinen Oplossing vinden voor beheer speeltuinen Opstellen CTC-plan voor de Mors
7.9 Verbeteren opgroeiklimaat in de wijk
■ ■
Realiseren van huisvesting jongerenwerk Stevenshof Regie voeren op onderzoek mogelijkheden stedelijke jongerenvoorziening Betrekken van de jeugd via projecten jeugdparticipatie
7.10 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van voorzieningen voor jongeren
Onderhoud en aanpassing aan schoolgebouwen Uitvoeren onderhoud en aanpassing schoolgebouwen Terugbrengen leegstand in schoolgebouwen Speciaal basisonderwijs Bouwen Brede School Leiden-Noord (Het Gebouw) Uitbreiden Vrije School Mareland Opstellen uitvoeringsbesluit nieuwbouw Driestar inclusief voldoende gymnastiekcapaciteit Vergroten gymnastiekcapaciteit in het Roodenburgerdistrict en de binnenstad Verplaatsen Marecollege Uitbreiden van de Weerklank Voorbereiden nieuwbouw/renovatie Pacellischool Bouwen Leo Kannerschool Uitbreiden Bonaventuracollege Voorbereiding vervanging basisscholencomplex Broekplein
7.11 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidsterrein
Spelen en opgroeien in de wijk
Onderwijshuisvesting
Effecten en prestaties Doel 7.1 Versterken van een samenhangende zorgstructuur, waarin het kind centraal staat Beleidsterrein: Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Effectindicatoren Nr.
e7.1a
Omschrijving
Aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg per 100 0-17 - jarigen
Realisatie 2009
2010
2011
2,4
2,1
1,9
2012
Streefwaarde 2012
Bron
2,0
Bureau Jeugdzorg
Ontwikkelen zorgstructuur Centra voor Jeugd en Gezin, onderwijs en veiligheid Deels in regioverband de transitie van jeugdzorg voorbereiden De val van het eerste kabinet-Rutte heeft weliswaar gevolgen gehad voor zowel inhoud als fasering van de drie decentralisaties (3D, naast jeugd ook WMO en werk), maar ook Rutte 2 gaat uit van een transitie van de gehele zorg voor jeugd per 2015. Belangrijkste verschil in het nieuwe regeerakkoord is dat gemeenten het met nog minder geld moeten doen. Op het landelijke macrobudget van ca. 3 miljard wordt 15% gekort (300 miljoen uit Rutte 1 en nog eens 150 miljoen uit Rutte 2). De overdracht van begeleiding jeugd als onderdeel van de decentralisatieafspraken AWBZ is uitgesteld naar 2015. Ten behoeve van de overheveling van taken van rijk en provincie naar gemeenten is in regionaal verband een bedrijfsplan CJG opgesteld, met kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden opdat alle gemeenten in Holland Rijnland op het gebied van preventief jeugdbeleid met dezelfde basis werken. Het toepassen van de principes van 1gezin1plan blijkt een goede manier om de ouders zo veel mogelijk de regisseur van het eigen gezinsleven te laten zijn, en om betrokken instanties samen met het gezin en het sociale netwerk samen te laten werken aan de gezinsdoelen. In de monitor 1gezin1plan worden wel kritische verbeterfactoren genoemd, waar instellingen mee aan de slag zijn, en waar bij de vormgeving van het nieuwe stelsel rekening moet worden gehouden.
118 | Jaarverslag
Met ingang van het schooljaar 2012-2013 heeft ieder PO-school een ondersteuningsteam (voormalig ZAT, zorgadviesteam). Onder voorzitterschap van de schooldirecteur wordt samen met ouders en CJG-partners een plan opgesteld om het kind en gezin te ondersteunen bij het behalen van de schoolprestaties. In Leiden Noord loopt de pilot "van indiceren naar arrangeren”. Het ondersteuningsteam op deze school heeft met ondersteuning vanuit de regio de mogelijkheid om zonder indicatie een compleet zorgplan te initiëren. Niet ongenoemd moet blijven het fenomeen ‘jeugdcafé’, waar Leidse professionals uit het brede jeugdveld elkaar op een informele wijze ontmoeten, met aandacht voor inhoud. Na een tweetal bijeenkomsten waarbij de gemeente ‘gastvrouw’ was, vonden vervolgens ontmoetingen plaats bij partners (een school en het jongerenwerk). Inmiddels zijn inhoudelijke thema’s op het gebied van zorg, onderwijs en welzijn aan bod geweest. In 2012 is de visie jeugdhulp Holland Rijnland Iedereen doet mee opgesteld. Omdat binnen het nieuwe stelsel indicaties komen te vervallen worden er nieuwe manieren uitgeprobeerd om ondersteuning te organiseren en te regelen. In een drietal pilots, waaronder de eerder genoemde pilot in Leiden Noord (bij het Gebouw, en ook met betrokkenheid van huisartsen), zijn pilots gestart waarin professionals vanuit het CJG, de zorg en het onderwijs dit doen op basis van een gezinsplan. Deze pilots maken deel uit van de voorloperaanpak Passend Onderwijs.
Doel 7.2 Meer vraaggerichte opvoedingsondersteuning Beleidsterrein: Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p7.2a
Aantal deelnemers aan opvoedcursussen / themabijeenkomsten
350
352
466
420
400
GGD-HM
p7.2b
Positief Opvoeden (aantal deelnemers individueel aanbod)
845
1.063
1.064
1.326
1.100
JSO
Doorontwikkelen Centra voor Jeugd en Gezin en vergroten bekendheid CJG Naast de regionale kwaliteitsslag die onder 7.1 wordt besproken zijn in Leiden de volgende CJG-locaties operationeel: CJG West: Theda Mansholtstraat; CJG Zuid-West: Vijfmeilaan; CJG Midden en Zuid: Burggravenlaan. Deze locatie verhuist m.i.v. februari 2013 naar de Oosterkerkstraat als onderdeel van een gezondheidscentrum CJG Noord: Surinamestraat, onderdeel van het Gebouw. (ingebruikneming voorjaar 2013). Daarnaast is het jongereninlooppunt ExposeYour geopend (een initiatief van jongerenwerk en Cardea). Initiëren zorginnovatie in takenpakket GGD-HM In 2012 zijn er op het gebied van flexibilisering diverse pilots gestart in de regio, bijvoorbeeld door het inzetten van groepsconsulten in plaats van individuele consulten. Evaluatie vindt medio 2013 plaats. Opvoed- en opgroeiondersteuning meer aan laten sluiten op de vraag Het groepsaanbod is met ingang van 2012 door het CJG georganiseerd, waarbij het aanbod in de hele regio gelijk is getrokken. Er vindt een toename plaats van individuele ondersteuning. In het najaar van 2012 is bij de GGD het KCC (klantcontactcentrum) van start gegaan, waarbij de CJG telefonie plus e-consulten door hetzelfde team worden opgepakt en gekoppeld aan het afsprakenbureau van de GGD.
Jaarverslag | 119
Doel 7.3 Een betere gezondheid van de jeugd Beleidsterrein: Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e7.3a
Gemiddeld aantal glazen alcohol per week 12-16 jarigen
-
-
-
-
-*
GGD Jeugdmonitor
e7.3b
Gemiddeld aantal glazen alcohol per week 16-18 jarigen
-
-
-
-
-*
GGD Jeugdmonitor
* De Jeugdmonitor wordt gehouden in 2008 en 2013, daarom staan er in deze tabel geen realisatie- en streefwaarden vermeld.
Actualiseren van de nota gezondheidsbeleid In 2012 is gewerkt aan het formuleren van kaders en uitgangspunten, die medio 2013 ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Centrale uitgangspunten hierbij zijn: 1) Hoever reikt de eigen verantwoordelijkheid van Leidenaren om zelf gezond te blijven? 2) Wat is dan de rol van de gemeente (en haar instellingen)? Gelijktijdig met de ontwikkeling van de uitgangspuntennotitie wordt ook verder gewerkt aan een uitwerking van deze uitgangspunten in een concrete nota. Mede opstellen regionaal beleid op het gebied van verslavingspreventie De gemeente Leiden heeft met de gemeenten in de regio beleid opgesteld om gezamenlijk te werken aan een integraler en daarmee beter beleid dat leidt tot het verminderen van gezondheidsschade door (overmatig) alcohol- en (soft)drugsgebruik bij jongeren. Omdat alcoholmatiging en het verminderen van (soft)drugsgebruik niet een specifiek Leidse aangelegenheid is en bijvoorbeeld veel jongeren uit andere gemeenten in Leiden uitgaan (en andersom) is het van belang ook met de andere regiogemeenten overeenstemming te hebben over het te voeren beleid. De overeenstemming is verwoord in de Regionale Beleidsvisie Verslavingspreventie ZuidHolland Noord, die de Gemeenteraad in 2012 heeft vastgesteld. Daarnaast is het ook van belang binnen Leiden actief, lokaal, alcoholmatigings- en (soft)drugsbeleid te voeren. Hier is in 2012 al aan gewerkt en in 2013 zal hier verder uitvoering aan gegeven worden. De beleidsvisie wordt hiervoor als kader gebruikt. Uitrollen JOGG-aanpak Met ingang van 1 januari 2012 is een Programmaleider JOGG Leiden voor de periode van 5 jaar aangesteld, die de rol heeft van aanjager en verbinder ten aanzien van het uitrollen en implementeren van de JOGG-aanpak. Echter, gebleken is dat meerdere trekkers nodig zijn om de ambities waar te kunnen maken en de JOGG-aanpak duurzaam te bestendigen. Daarom heeft de programmaleider in eerste instantie geïnventariseerd wat er al in de stad gebeurt op het gebied van sport & bewegen en gezonde voeding in combinatie met het creëren van draagvlak. Immers, het is de stad die de JOGG-aanpak uiteindelijk moet omarmen en op eigen kracht en met eigen middelen moet continueren.
Doel 7.4 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra Beleidsterrein: Peuterspeelzalen en kinderopvang In 2012 is naast toezicht op kinderdagopvang, BSO en gastouderbureaus ook het structureel toezicht op gastouders en peuterspeelzalen geïmplementeerd. Dit toezicht wordt vanaf 2012 risico-gestuurd uitgevoerd: meer toezicht waar nodig, minder waar mogelijk. De kwaliteit en het aanbod van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk in Leiden zijn in 2012 op orde, evenals de financiële toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk. De financiële toegankelijkheid van de kinderopvang gaat vanwege het rijksbeleid achteruit. Dit heeft een negatief effect op de bezettingscijfers van de Leidse kinderopvang. Waarborgen kwaliteit Circa 80% van de Leidse kinderopvang heeft bij eerste inspectie door de GGD de kwaliteit op orde. Daarmee scoort Leiden goed afgezet tegen het landelijk gemiddelde: daar is op 52% van de locaties bij eerste inspectie de kwaliteit op orde (peildatum 2011). Bij de 20% kindercentra waar overtredingen geconstateerd zijn wordt handhaving ingezet om de kwaliteit op peil te brengen. In het jaarverslag Wet kinderopvang Leiden 2012, dat rond juni 2013 aan uw raad zal worden aangeboden, wordt u hier uitgebreider over geïnformeerd.
120 | Jaarverslag
Implementeren digitale Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte (GIR) In 2012 is de digitale werkomgeving Gemeenschappelijke Inspectieruimte kinderopvang ingevoerd in Leiden. Dit heeft geleid tot betere afstemming met GGD en betere werkprocessen binnen de gemeente. Registreren peuterspeelzalen Alle Leidse peuterspeelzalen voldeden in 2012 aan de kwaliteitsnormen. Zij zijn allemaal opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Zorg dragen voor voldoende aanbod peuterspeelzaalwerk In 2012 is gestart met de pilot om een deel van de peuterspeelzalen onder financiering van de wet kinderopvang te brengen. Het totale aanbod aan gesubsidieerde plaatsen peuterspeelzaalwerk en ongesubsidieerde peuteropvang is hiermee licht gestegen. Opstellen verordening subsidiëring voorschoolse voorzieningen Eind 2012 heeft de raad de beleidsuitgangspunten voorschoolse voorzieningen en de relatie met het basisonderwijs vastgesteld. De deelverordening subsidie peuterspeelzaalwerk wordt na vaststelling van de nieuwe beleidsnota Onderwijskansenbeleid uitgebreid met een paragraaf over subsidie voor voorschoolse educatie en in 2013 aan de raad aangeboden.
Doel 7.5 Minder onderwijsachterstanden Beleidsterrein: Onderwijsbeleid Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e7.5a
Gemiddelde CITO-score van de Onderwijskansenscholen
531,5
533,5
533,5
533,0
534,0
PLATO
e7.5b
Percentage gewichtenpeuters dat deelneemt aan VVE-vooorzieningen
43%
60%
70%
-*
51%
PLATO
* 'Gewichten' is een maat op basis van het opleidingsniveau van ouders om achterstand te voorspellen. De gemeente heeft de wettelijke taak om een inspanningsverplichting van 100% doelgroepbereik. Sinds 2008 heeft de gemeente de doelgroep voor VVE lokaal uitgebreid met zogeheten 'sterretjes'-kinderen: kinderen die geen formeel gewicht hebben, maar wel een risico lopen op (taal)achterstand. In de afgelopen jaren hebben 141 (2009), 126 (2010), 125 (2011) en 106 (2012) 'sterretjes'-kinderen deelgenomen aan een VVE-voorziening, deze zijn niet meegerekend in de bovenstaande indicator zoals door het Rijk gesteld. De realisatiewaarde voor indicator 2012 is het moment van schrijven van deze tekst nog niet bekend. De verwachting is dat die waarde stijgt en op ongeveer 80% uitkomt.
Verbeteren toeleiding doelgroepkinderen naar voorschoolse voorzieningen Om te komen tot een sluitende vroegsignalering van doelgroepkinderen heeft de gemeente met GGD, onderwijsadviesdienst en JES Rijnland afspraken gemaakt. Deze zijn opgesteld in de vorm van een protocol Taaldiagnostiek zoals dat ook in andere gemeenten gebruikt wordt. Definitief vaststellen van de afspraken vindt begin 2013 plaats. Daarnaast voert JES Rijnland de Wijkfelicitatiedienst uit: alle kinderen van 1 jaar in Zuid-West en Slaaghwijk worden thuis bezocht om te inventariseren of ondersteuning bij spelen en leren nodig is. Deze vorm van werken zorgt ervoor dat anders onbereikbare doelgroepkinderen toch naar een voorziening toegeleid worden. Stimuleren hoogwaardig taalaanbod op onderwijskansenscholen De onderwijskansenscholen hebben in 2012 een TaalAPK gehouden: onder begeleiding van bureau Sardes hebben de scholen hun taalbeleid geëvalueerd en aangepast. Ook de schakelklassen hebben een dergelijke APK gedaan. Hiermee wordt de kwaliteit op peil gehouden. De Weekendklas van JES Rijnland heeft een extra component gekregen, de taalimpuls. Dit is een investering die afgesproken is in de Bestuursafspraken VVE / verlengde leertijd. Bevorderen van ouderbetrokkenheid In 2012 zijn een aantal nieuwe activiteiten gestart ter bevordering van de ouderbetrokkenheid. Onderwijskansenscholen hebben een training gevolgd van Hogeschool Zuyd m.b.t. tot ouderbetrokkenheid, en aansluitend is per school een traject op maat gestart. Ook de voorschoolse voorzieningen hebben op maat gesneden activiteiten ontwikkeld om de communicatie met en participatie van ouders te bevorderen. Om het rendement van VVE te verhogen is het belangrijk dat ouders thuis ook met hun kinderen ‘aan VVE doen’. Door het programma Jong geleerd, Thuis gedaan van JES Rijnland worden ouders hierin begeleid. Dit programma is afgestemd en werkt samen met de scholen en voorscholen.
Jaarverslag | 121
Vaststellen resultaatafspraken VVE tussen gemeente en schoolbesturen In samenwerking met het veld (scholen en voorschoolse voorzieningen) zijn resultaatafspraken geformuleerd. Deze zijn begin 2013 vastgesteld door de Regiegroep Onderwijskansen. De resultaatafspraken gaan over prestaties op het gebied van taal en rekenen en de vaardigheidsgroei op deze gebieden van alle kinderen op onderwijskansenscholen. Doorontwikkelen visie voorschoolse voorzieningen De beleidsuitgangspunten voorschoolse voorzieningen zijn in 2012 vastgesteld door de raad. Hierin is opgenomen dat gemeente en partners in de toekomst waar mogelijk scholen en voorscholen willen koppelen. Hierop vooruitlopend start begin 2013 de pilot Overdracht. In 2012 is een protocol opgesteld voor de overdracht van voorschoolse naar schoolse voorzieningen, met de nadruk op kinderen in de doelgroep VVE en zorg. Hierbij is nauw samengewerkt met het werkveld jeugd. Ook de beleidsregels tijdelijke regeling pilot startgroep peuters 2013-2015 zijn vastgesteld; deze regeling maakt het mogelijk om pilots te starten waarbij onderwijs en voorschoolse voorzieningen kunnen experimenteren met intensievere samenwerking via een “startgroep peuters”. Nadere uitwerking van de beleidsuitgangspunten vindt plaats in de nieuwe nota onderwijskansen die in 2013 wordt opgesteld.
Doel 7.6 Goede samenwerking in en rond het onderwijsaanbod Beleidsterrein: Onderwijsbeleid Werken met de Leidse Educatieve agenda De Leidse Educatieve Agenda blijft leidraad voor het overleg tussen gemeente en schoolbesturen op gebied van onderwijsbeleid en onderwijshuisvesting. Wel is er op verzoek van het voortgezet onderwijs geen apart overleg gecreëerd tussen gemeente en schoolbesturen, maar sluit de gemeente aan daar waar het voortgezet onderwijs reeds met elkaar thema’s bespreekt. Voor het primair onderwijs zijn de bestaande overlegstructuren ingevuld met de actuele thema’s en waar nodig is incidenteel extra overleg gepland. Dat laatste bijvoorbeeld op gebied van Passend Onderwijs. In beeld brengen consequenties Passend Onderwijs De invoering van Passend Onderwijs is met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2014. Daarmee is ook de planning een jaar opgeschoven. In 2012 is overleg gestart met de huidige samenwerkingsverbanden 'Weer Samen Naar school’ en ‘Voortgezet Onderwijs’. Dit overleg wordt in 2013 met de nieuwe samenwerkingsverbanden die nog in oprichting zijn voortgezet. De verbinding onderwijs-jeugdzorg is inhoudelijk het meest prominente agendapunt. Leiden neemt samen met de andere Holland Rijnlandgemeenten deel aan de voorlopersaanpak. In de pilot ‘vaststellen ondersteuningsbehoefte’ wordt een andere wijze van indiceren uitgeprobeerd. De pilot loopt nog door in 2013. Stimuleren talentontwikkeling in het onderwijs Met steun van de gemeente Leiden is een pilot onder de naam Leiden Excellent aangeboden voor hoogbegaafde onderpresterende leerlingen. Het Bonaventura College heeft daaraan deelgenomen. Ook het Technolab speelt een rol bij talentherkenning maar dan voor techniek- en bètatalenten. In het kader van deze prestatie wordt ook ICT gestimuleerd in het basisonderwijs door het verstrekken van subsidie aan de Stichting de Digitale Sleutel. Onderzoeken aansluiting regulier onderwijs op pijlers Leiden Kennisstad In het programma Leiden Kennisstad is nu een pijler Voortreffelijk onderwijs en aansluiting op de arbeidsmarkt opgenomen waarbij Internationaal onderwijs een speerpunt is. Evalueren pilot segregatie in het onderwijs In 2012 is de Evaluatie tegengaan van segregatie in het basisonderwijs uitgevoerd. De evaluatie laat zien dat de geteste instrumenten goed gebruikt kunnen worden bij schoolkeuzevoorlichting en het bieden van gelijke kansen. Landelijk verschuift de aandacht meer naar kwaliteitsverbetering van scholen waarbij veel nadruk wordt gelegd op het onderwijskansenbeleid. De gemeente wil vrijwel alle uitgeteste instrumenten voortzetten en zal het budget dat beschikbaar is vanaf 2013 inzetten voor de schoolkeuzevoorlichting. De gemeente en schoolbesturen blijven structureel overleg voeren en gebruiken 2013 om tot concrete afspraken te komen, onder andere voor het invoeren van een aanmeldleeftijd. Faciliteren samenwerking en samenhang inhoudelijke programma Brede Scholen, coördinatie van het inhoudelijk programma In 2012 zijn de kwartiermakers beheer en inhoudelijk programma gestart om de Vereniging van Gebruikers (VvG) te ondersteunen bij de oprichting en de uitwerking van taken op het gebied van beheer, verhuur horeca en het inhoudelijke programma. Op basis van deze uitwerking is er een Uitvoeringsovereenkomst (UVOK)
122 | Jaarverslag
gesloten tussen de gemeente en de VvG Het Gebouw. In de UVOK zijn de coördinerende taken beschreven waarvoor de gemeente jaarlijks een subsidie verstrekt. 2013 wordt gebruikt om het inhoudelijke programma en de samenwerking tussen de verschillende partners nog verder vorm te geven. Aansturen en evalueren van de combinatiefuncties In 2012 is de Tussentijdse evaluatie Project Combinatiefuncties uitgevoerd. De belangrijkste conclusie is dat het eerste jaar van het project combinatiefuncties een succesvol jaar was. Er is door de combinatiefunctionarissen hard gewerkt aan het opzetten en vormgeven van de projecten en het activiteitenaanbod. In samenwerking met de scholen, sport- en cultuurverenigingen en andere samenwerkingspartners zijn netwerken opgebouwd en de projecten uitgerold. De combinatiefunctionarissen hebben een groot aantal doelstellingen die aan het project zijn gekoppeld in het eerste jaar bereikt en werken hard om de projecten en resultaten nog succesvoller te maken.
Doel 7.7 Minder leerlingen zonder startkwalificatie Beleidsterrein: Onderwijsbeleid Effectindicatoren Nr.
e7.7a
Omschrijving
Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters woonachtig in Leiden
Realisatie 2009
2010
2011
2012
327
323
263
252
Streefwaarde 2012
Bron
286
DUO
Streefwaarde 2012
Bron
900
Jongerenloket
Prestatie-indicatoren Nr.
p7.7a
Omschrijving
Aantal aangemelde jongeren bij het Jongerenloket (regio Holland Rijnland)
Realisatie 2009
2010
2011
2012
846
1.000
995
1.389
Uitval en verzuim in 2012 De ‘voorlopig definitieve’ vsv-cijfers over het schooljaar 2011-2012 laten zien dat van de 39 RMC-regio’s in het land onze regio op een gedeelde 10e plaats staat inzake het uitvalpercentage (2,7%). Er is een reductie van het aantal vsv'ers ten opzichte van het peiljaar 2005-2006 behaald van -31,7%. Dit zijn 857 nieuwe voortijdig schoolverlaters. Daarmee staat onze regio op de 12e plaats. Het landelijke streefcijfer van -40% is dus nog niet gerealiseerd. Leiden is contactgemeente voor de RMC-regio en draagt daardoor verantwoordelijkheid voor de regio. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters in Leiden is 252, dit is een reductie van 31,5% ten opzichte van 2005-2006. De twee grote ROC’s in Leiden – ROC Leiden en ROC ID College – hebben een reductie gerealiseerd van respectievelijk -19,3% en -18,9% ten opzichte van 2005/2006. De schooluitval is hier 9,3 en 8,0% (dit is inclusief jongeren van buiten de regio). Definitieve cijfers van DUO over deze periode verschijnen in oktober 2013. Bevorderen concrete snelle acties bij uitval/Meer acties richten op verzuimmeldingen van 18- en 19-jarigen Eind 2012 is het nieuwe beleidsplan Leerplicht in Holland Rijnland 2013-2014 vastgesteld. Naar aanleiding van het advies van gezamenlijke rekenkamers zijn voor het eerst prestatie- en effectindicatoren opgenomen. In 2012 zijn de vsv-maatregelen uitgevoerd die binnen het convenant met het ministerie waren afgesproken. In 2012 werd duidelijk dat er voor de periode 2012-2015 een nieuw convenant komt. Onder de titel ‘Dat houdt je bij de les’ worden in onze regio vijf maatregelen uitgevoerd ter voorkoming van schooluitval. De aanvraag vanuit onze RMC-regio is inmiddels door het ministerie van OCW goedgekeurd (ROC Leiden is contactschool en ontvangt de middelen hiervoor ten behoeve van de regio) In de Perspectiefnota is voor 2012 eenmalig een bedrag gereserveerd van € 330.000,- voor Pluscoaching. De Pluscoach is een van de maatregelen die in onze regio worden ingezet om de vsv-doelstelling te realiseren. De Pluscoach begeleidt overbelaste jongeren in het VO en MBO die in beginsel in staat zijn een startkwalificatie te halen maar die door meervoudige problemen voortijdig dreigen uit te vallen. De Pluscoaches worden geleverd door een zestal organisaties op het gebied van jongeren en hulpverlening. De middelen uit de Perspectiefnota waren bestemd ter overbrugging van de rijksfinanciering. Het project Pluscoach is in 2010 opgestart met convenantsmiddelen van het Rijk. Deze financiering liep ten einde terwijl het nieuwe convenant nog niet afgesloten was. Het project kwam daardoor in gevaar, bovendien wilden we de kans op nieuwe financiering door het Rijk zo groot mogelijk maken door het belang en het succes duidelijk te etaleren. De eenmalige gemeentelijke middelen zijn in 2012 geheel besteed en het Rijk heeft in oktober 2012 op basis van de resultaten
Jaarverslag | 123
besloten tot voortzetting van de financiering. In 2012 zijn 118 jongeren een pluscoachingstraject gestart, het grootste deel op basis van deze gemeentelijke financiering. Het Jongerenloket registreert sinds 2012 niet meer het aantal aangemelde jongeren maar het aantal trajecten. In 2012 waren er 470 RMC-trajecten en 1.389 poortwachterstrajecten. Van de 470 zijn 109 preventief begeleid; dit betreft dreigende uitvallers. Van de poortwachterstrajecten (aanvraag uitkering) heeft bijna de helft niet geleid tot een uiteindelijke aanvraag. De warme overdracht van uitvallers van school naar jongerenloket verdient nog aandacht. De maatregel ‘Instroomloket’ (een van de maatregelen van het convenant met het Rijk) moet hieraan bijdragen. Sturing geven met de RMC-overeenkomst 2012 Ter uitvoering van het werk door RMC bleek een overeenkomst vanwege juridische bezwaren niet mogelijk (Leiden is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling). Daarom wordt er nu gewerkt met een werkplan, waarin alle acties van RMC zijn opgenomen. Het werkplan wordt jaarlijks door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland vastgesteld. Meer zicht krijgen op effectiviteit van projecten In de subsidiebeschikkingen voor vsv-projecten is opgenomen dat Leiden effectiviteit van de uitstroom gaat meten. Dit houdt in dat de uitstroom door RMC gecheckt wordt op het deelnemen aan een kwalificerende opleiding of het behalen van een startkwalificatie. Deze check geeft dus informatie over de jongeren na uitstroom. Een onderlinge vergelijking tussen de projecten blijkt niet zinvol omdat de instroom uiteenloopt (van lichte problematiek van jongeren die nog op school zitten tot meervoudige en zware problematiek zoals verslaving en detentie-verleden van jongeren die op school al zijn uitgevallen).
Doel 7.8 Verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Beleidsterrein: Onderwijsbeleid Een goede aansluiting tussen vraag naar en aanbod van arbeid is van groot belang voor de concurrentiekracht en economisch ontwikkeling van Leiden en de regio. Om die reden is dit onderwerp in 2012 zo veel mogelijk gekoppeld aan de Economische Agenda van de Leidse regio . Het thema 'Onderwijs en Arbeidsmarkt' is als één van de vijf thema's binnen deze agenda geformuleerd In het programma Leiden Kennisstad is in 2012 de pijler Voortreffelijk onderwijs en aansluiting op de arbeidsmarkt opgenomen waarbij Internationaal onderwijs een speerpunt is. Ook wordt gekeken naar de thema’s talentontwikkeling en ondernemerschap. Bevorderen keuze voor techniek Op het terrein van de versterking + aantrekkelijkheid van het techniek-/lifescienceonderwijs zijn door de samenwerkende scholen, met steun van de gemeente Leiden, flinke stappen gezet. De Hogeschool Leiden, ROC Leiden met de samenwerkende VMBO’s en de Leidse Instrumentmakersschool (LIS) hebben succesvol plannen ingediend met betrekking tot de versterking van het beroepsonderwijs in de Topsector Life Sciences & Health. De Hogeschool kan starten met een Center of Excellence for Genomics, de LIS met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap en het ROC met zijn VMBO-partners met het doorstroomproject VMBO/MBO in de techniek. Technolab Sinds Technolab is gehuisvest in Museum Boerhaave heeft het een flinke groei doorgemaakt. In 2012 waren 26 scholen actief betrokken bij Technolab, werden er 376 workshops gegeven en deden ruim 12.000 leerlingen mee aan workshops en projecten van Technolab. Ook werden enkele aansprekende activiteiten georganiseerd in de stad: de jaarlijkse Willie Wortel Wedstrijd, Rondje van Leiden (een levende stroomkring met 660 kinderen) en Nano in Leiden. Technolab biedt in toenemende mate ook workshops in de sector Life Sciences & Health. Ook wordt steeds vaker samengewerkt met Leidse en regionale bedrijven. Aansluiting VMBO op doorlopende leerlijn zorg bepleiten De Zorgacademie is in 2012 niet erg uit de verf gekomen. Bij ROC en Hogeschool traden nieuwe enthousiaste leidinggevenden aan bij de zorgopleidingen. De gemeente heeft aan het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie gevraagd om een aanpak uit te proberen waarmee de keus voor zorgopleidingen in het VMBO kan worden bevorderd. Deelnemen aan commissie onderwijs - arbeidsmarkt De commissie Onderwijs & Arbeidsmarkt van BV Leiden heeft in 2011 o.l.v. een nieuwe voorzitter en enkele nieuwe commissieleden een doorstart gemaakt. Dit heeft ten eerste geleid tot een ‘position paper’, met daarin
124 | Jaarverslag
als centrale doelstelling van de commissie om bij te dragen aan de noodzaak voor voldoende gekwalificeerd arbeidspotentieel (de juiste mens op de juiste plaats) voor nu en in de toekomst. Formuleren uitvoeringsagenda’s zorg en techniek De formulering van een afzonderlijke uitvoeringsagenda Zorg en Techniek is opgegaan in een bredere aanpak van de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, namelijk via de Economische Agenda van de Leidse regio. Naast deze bredere aanpak zijn veel concrete resultaten behaald (Technolab, initiatieven Lis en Hogeschool Leiden). Daarnaast is in 2012 de ‘Week van het Ambacht’ opgestart die vmbo-leerlingen bekend moet maken met de mogelijkheden in de ambachtseconomie. De brede aanpak betekende concreet dat in 2012 zo veel als mogelijk de aansluiting heeft plaatsgevonden met de Economische Agenda van de Leidse regio. Het thema ‘Onderwijs en Arbeidsmarkt’ is eind 2012 door zowel ondernemers, onderwijsinstellingen als de gemeenten van de Leidse regio als één van de speerpunten van deze economische agenda gedefinieerd met als doel om dit in 2013 invulling te geven met concrete activiteiten.
Doel 7.9 Verbeteren opgroeiklimaat in de wijk Beleidsterrein: Spelen en opgroeien in de wijk Effectindicatoren Nr.
e7.9a
Omschrijving
Percentage inwoners dat vindt dat er goede speelplekken zijn
Realisatie 2009
2010
2011
2012
49%
53%
54%
*
Streefwaarde 2012
Bron
57%
Veiligheidsmonitor
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
p7.9a
Totaal aantal speeltoestellen
1.188
1.226
1.265
1.255
1.288
Team Stadsleven
p7.9b
Aantal speelplekken
318
311
307
300
304
Team Stadsleven
* Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet zonder meer mogelijk. Om deze reden zijn in deze Jaarrekening geen gegevens over 2012 opgenomen. Verruimen openstelling speeltuinen In 2012 zijn er meerdere actiepunten uit het project Beter Spelen gerealiseerd die bijdragen aan het verruimen van de openstelling van de speeltuinen: ■ Vanaf januari 2012 is het waarborgen van de veiligheid en het onderhoud van de speeltoestellen ondergebracht bij Stedelijk Beheer. Daarmee is ook de inspectie en het onderhoud (beheer) gescheiden. ■ Alle speeltuinverenigingen beschikken over logboeken en de taken omtrent veiligheid en onderhoud zijn duidelijk belegd. Er wordt gewerkt aan het digitaal toegankelijk maken van de logboeken voor zowel de speeltuinverenigingen als de gemeente. ■ Eind 2012 is er overeenstemming bereikt om een ondersteuningsfunctie in te richten voor de speeltuinverenigingen voor de komende 3 jaar. Deze functie (consulent speeltuinwerk) zal voornamelijk gericht zijn op het ondersteunen en versterken van de speeltuinverenigingen zodat specifieke ondersteuning over 3 jaar niet meer noodzakelijk is, of gehaald kan worden bij de reguliere welzijnsinstellingen. De projectleider zal de nieuwe consulent begin 2013 inwerken en het eerste jaar nog beperkt begeleiden. De Leidse Bond van Speeltuinverenigingen (LBS) zal de inhoudelijke aansturing van de consulent op zich nemen. ■ Eind 2012 heeft de LBS met iDOE (Libertas) afspraken gemaakt omtrent de ondersteuning van speeltuinverenigingen bij het schrijven van een vrijwilligersbeleidsplan. Het is nu mogelijk om bij 7 speeltuinen zonder toezicht te spelen en 6 speeltuinen hebben een weekendopenstelling gerealiseerd. De bovengenoemde actiepunten zullen in 2013 verder bijdragen aan het verruimen van de openstelling van de speeltuinen. Gelijk houden aantal speelplekken Er zijn een aantal kwalitatief slechtere speelplekken ontmanteld in de stad (4 x solo speeltoestel en 26 n.a.v. klachten). Het aantal kwalitatief goede speelplekken is in 2012 beperkt toegenomen i.v.m. een tekort aan middelen voor de vervanging van speeltoestellen. In 2012 is het Beheerplan Spelen (onderdeel
Jaarverslag | 125
Beheerplan Kapitaalgoederen) vastgesteld waarin vanaf 2013 middelen worden vrijgemaakt ten behoeve van de verbetering van de openbare speelplekken. Oplossing vinden voor beheer speeltuinen Het is gelukt om op 6 speeltuinen het beheer te continueren in samenspraak met de DZB. De overige speeltuinen lossen het beheer op met vrijwilligers, sleuteladressen of openstelling zonder toezicht. Opstellen CTC-plan voor de Mors In 2012 is gestart met het opstellen van het CTC (Communities that Care)-plan voor de Mors. Als snel bleek dat onbekendheid met de methodiek en het draagvlak voor deze aanpak extra tijd zou vergen. Daarop heeft een student van de Hogeschool draagvlakonderzoek gedaan en dit heeft geresulteerd in het aansluiten van de 4 scholen bij deze aanpak. De inventarisatie voor het plan is gereed en in 2013 vindt de analyse en het gezamenlijk bepalen van de doelen plaats.
Doel 7.10 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van voorzieningen voor jongeren Beleidsterrein: Spelen en opgroeien in de wijk Effectindicatoren Nr.
e7.10a
Omschrijving
Percentage inwoners dat vindt dat er voldoende voorzieningen voor jongeren zijn
Realisatie 2009
2010
2011
2012
17%
18%
18%
*
Streefwaarde 2012
Bron
20%
Veiligheidsmonitor
* Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet zonder meer mogelijk. Om deze reden zijn in deze Jaarrekening geen gegevens over 2012 opgenomen Realiseren van huisvesting jongerenwerk Stevenshof Het project is eind december 2011 gestart. In 2012 is locatieonderzoek gedaan en overleg gevoerd met betrokkenen. Resultaat van het overleg is dat er inmiddels een schetsontwerp ligt. In 2013 worden een kaderbesluit en een uitvoeringsbesluit aan de raad voorgelegd. De verwachting is dat de voorziening in de eerste helft van 2014 gereed zal zijn. Regie voeren op onderzoek mogelijkheden stedelijke jongerenvoorziening Door enkele instellingen is een concept inhoudelijke beschrijving gemaakt. Mede op basis daarvan zijn en worden er oriënterende gesprekken gevoerd met diverse partijen. Betrekken van de jeugd via projecten jeugdparticipatie King for a day heeft de graadmeter onder 250 VO-scholieren uitgevoerd en dit heeft heeft geleid tot een debat met de gemeenteraad en 80 scholieren van mbo, havo en vwo. Het debat ging over de social media, omgaan met geld en het slechte imago van het vmbo. Via de battleleidstalent tijdens zomerjam 2012 hebben 35 jongeren hun talenten laten zien. De winnaars hebben hun talent d.m.v. een microsubsidie omgezet in een workshop voor leeftijdsgenoten. In 2012 is het jongerenpanel driemaal geraadpleegd., over evenementen, Hoezitdat.nl en de oriëntatie in de Randstad. In 2012 zijn ruim 10.000 vakantiepassen aan kinderen op de basisschool uitgereikt, waarna er ruim 6.000 actief zijn gebruikt. Naast activiteiten is er ook aandacht besteed aan een ideëel doel. In 2012 betrof dit het zwerfboek. Op vrijdag 23 november 2012 kregen acht jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 17 jaar jeugdlintjes uit vanwege hun inzet voor de Leidse samenleving. Ook twee groepen jongeren werden gehuldigd met een groepsaward. De lintjes werden voor de tweede keer uitgereikt.
126 | Jaarverslag
Doel 7.11 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting Beleidsterrein: Onderwijshuisvesting Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e7.11a
Het oordeel over de hoeveelheid schoolgebouwen
-
7,5
-
-*
7,7
Stadsenquête
e7.11b
Het oordeel over de kwaliteit van schoolgebouwen
-
7,1
-
-*
7,2
Stadsenquête
* De Stadsenquête wordt vanaf 2011 alleen in de oneven jaren gehouden, in 2012 heeft er geen enquête plaatsgevonden. Opstellen en aanbieden van het IHP 2012-2027 Het Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 is door de raad op 24 mei 2012 vastgesteld. Uitvoeren onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen Er is in 2012 voor ruim 7 ton euro aan onderhoud en aanpassing van schoolgebouwen uitgegeven. Het gaat hierbij met name om zaken als het vervangen van dakbedekking, het vervangen van bestrating en riolering van het schoolplein, brandwerende voorzieningen en legionellapreventie. Terugbrengen leegstand in schoolgebouwen Speciaal Basisonderwijs De drie scholen voor speciaal basisonderwijs De Marke, De Vuurvogel en De Wissel zijn in 2012 gefuseerd. De fusieschool heet De Vlieger en is gehuisvest aan de Boerhaavelaan 298 (Het gebouw van de voormalige De Wissel). Het pand aan het Kyljanpad 2 is hierdoor verlaten. Deze locatie is door het college herbestemd voor de basisscholen Telders en De Sleutelbloem. Bouwen Brede School Leiden Noord (Het Gebouw) De bouw van de Brede School Leiden Noord (Het Gebouw) is in 2012 vrijwel afgerond. Uitbreiding Vrije School Mareland De uitbreiding van de vrije school Mareland is in het voorjaar van 2012 in gebruik genomen. Daardoor heeft de school het pand aan de César Franckstraat 9 verlaten Dit gebouw is vervolgens door de Leo Kannerschool in gebruik genomen. Voorbereiding nieuwbouw Driestar inclusief voldoende gymnastiekcapaciteit Voor de nieuwbouw van het Driestarcollege en de gecombineerde gymnastiekzalen in het Houtkwartier en Kikkerpolder is in 2012 één kadernota in voorbereiding. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het ontwerp bestemmingsplan. Er is een ontwerp in voorbereiding voor de twee gecombineerde gymnastiekzalen in de Kikkerpolder. Vergroten gymnastiekcapaciteit in het Roodenburgerdistrict en de binnenstad De bouw van een gymnastieklokaal aan de Oppenheimstaat is vertraagd. De oorzaak hiervan is gelegen in de woningbouw die deel uitmaakt van het plan. De ontwikkeling van een gymnastieklokaal in de binnenstad gaat voorspoedig. Inmiddels is voor de locatie Ursulasteeg van de basisschool Lucas van Leijden het bouwplan ontworpen en de omgevingsvergunning aangevraagd. Verplaatsing Marecollege Door de gemeentelijke ontwikkelingen rondom het Kooiplein moet de school voor voortgezet onderwijs worden verplaatst. De locatie voor de nieuwbouw ligt in het zelfde bouwblok op de hoek van de Surinamestraat en de Sumatrastraat. De bouw is in uitvoering. De bouwactiviteiten liggen op schema. Het gebouw wordt per nieuw schooljaar 2013-2014 in gebruik genomen. Er is met Ons Doel afgesproken dat negen nog te bouwen appartementen, die aan het toekomstige schoolplein van het Marecollege grenzen, zullen worden ingericht als schoolwoningen. Dit is nodig om een tijdelijke piek in het aantal leerlingen op te vangen. Uitbreiden van de Weerklank Het voorlopig ontwerp dat het schoolbestuur (bouwheer) heeft laten ontwikkelen kost meer dan het beschikbare budget. Het schoolbestuur is gevraagd het ontwerp aan te passen. Voorbereiding nieuwbouw/renovatie Pacelli Het uitgangspunt is de nieuwbouw van de basisschool Pacelli en de uitbreiding van de Morskring te realiseren op het terrein van de voormalige Maranathakerk (locatie Damlaan naast de Morskring). Dit terrein is eigendom
Jaarverslag | 127
van een projectontwikkelaar. Deze ontwikkelaar was voornemens het stuk grond aan een corporatie (De Sleutels en later Ymere) te verkopen. De corporatie zou dan samen met de gemeente de scholen en woningen ontwikkelen. Echter, door het Regeerakkoord hebben de corporaties ontwikkelingen in de wacht gezet. Er wordt nu nagedacht over alternatieve mogelijkheden. Voor de bouwvoorbereiding is onlangs door de gemeenteraad een krediet van 3 ton euro verstrekt. Bouwen Leo Kannerschool In augustus 2012 heeft de school een extra gebouw in gebruik genomen als gevolg van de aanhoudende leerlingengroei. Tevens zijn eind 2012 de exacte kavelgrenzen vastgesteld. Uitbreiding Bonaventuracollege De uitbreiding met 3 leslokalen van het Bonaventuracollege aan de Burggravenlaan is in gebruik genomen. Vervanging basscholencomplex Broekplein In het vastgestelde IHP 2012-2027 is deze vervanging naar een later tijdstip verschoven. Dit als gevolg van noodzakelijke uitbreidingen van andere schoolgebouwen door leerlingengroei versus een beperkt budget. Overige wettelijke taken Onderwijshuisvesting Naast nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen, vallen onder andere (renovatie-) onderhoud, aanpassingen in het kader van wet- en regelgeving, gymnastiekvoorzieningen, verzekeringen en (vandalisme-)schade onder de taken van onderwijshuisvesting. Schoolbesturen dienen hiertoe aanvragen in bij de gemeente. Alle door de schoolbesturen ingediende aanvragen zijn in 2012 tijdig met hen besproken en behandeld. Het overleg met de besturen is op de verschillende niveaus gevoerd en goed verlopen.
Kaderstellende beleidsstukken In 2012 zijn op het terrein van Jeugd en onderwijs de volgende kaderstellende stukken vastgesteld: ■ ■ ■ ■
Vaststelling Programma en Overzicht onderwijshuisvesting 2012 (RV.11.0135) Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012 - 2027 (inspraak verwerkt). (RV. 12.0018) Fusie Leidse scholen voor speciaal basisonderwijs. (RV 12.0038) Beleidsuitgangspunten voorschoolse voorzieningen en de relatie met het basisonderwijs (RV.12.0095)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG
4.460
-58
4.402
4.609
207
PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
1.802
0
1.802
2.025
222
ONDERWIJSBELEID
8.268
-3.344
4.924
5.693
769
ONDERWIJSHUISVESTING
14.072
-141
13.931
14.050
119
Totaal
28.602
-3.543
25.059
26.377
1.318
JEUGD EN ONDERWIJS bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
27.214
30.375
122
30.497
28.602
1.895
Baten
-5.376
-6.120
2.000
-4.120
-3.543
-577
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
21.838
24.254
2.123
26.377
25.059
1.318
Toevoeging
16.447
19
3.059
3.078
3.881
-803
Onttrekking
-899
-649
-1.364
-2.012
-2.015
3
MUTATIES RESERVES
15.549
-630
1.695
1.066
1.865
-800
Saldo
37.386
23.625
3.818
27.442
26.924
518
128 | Jaarverslag
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Peuterspeelzalen en kinderopvang Er is in 2012 een structurele onderbesteding op het budget peuterspeelzaalwerk van € 150.000 geconstateerd. Deze wordt vanaf 2016 wegbezuinigd. Voor 2012 t/m 2015 is er een bestedingsplan voor deze middelen in de vorm van de pilot startgroep Peuters (RV 12.0095). Schoolbesturen, voorschoolse voorzieningen en gemeente hebben eind 2012 de kaders voor de pilot startgroep gezamenlijk uitgewerkt. Dit heeft ertoe geleid dat er pas vanaf 2013 subsidie wordt aangevraagd voor deze pilot. Er is in 2012 geen beroep gedaan op de hiervoor gereserveerde gelden. In de 2e bestuursrapportage 2012 is besloten € 100.000 hiervan te bestemmen voor het krediet Oppenheimstraat 2e fase. Bij bestemming van het resultaat dient dit overgeheveld te worden naar 2013. Het laatste deel dat gereserveerd was voor de compensatie ouderbijdrage van peuterspeelzaal Pippeloentje (ruim € 20.000) is niet uitgegeven, omdat Pippeloentje in 2012 vooral hard gewerkt heeft aan het bereiken van de landelijke kwaliteitseisen en het opzetten van een nieuwe organisatie. Er zijn nog geen wijzigingen in het ouderbijdragebeleid op deze peuterspeelzaal doorgevoerd, zodat de ouders niet gecompenseerd hoefden te worden. Onderwijsbeleid Er is een voordeel van € 769.000. Hiervan is slechts € 100.000 structureel te noemen. Dit budget wordt vanaf 2014 al (deels) wegbezuinigd en in 2016 volledig (zie ook punt 3.). 1. Ter dekking van de kosten in 2012 was een onttrekking begroot aan de reserve combinatiefunctionarissen van € 210.000. Deze onttrekking is niet nodig gebleken. Omdat het project uiteindelijk pas in de loop van 2011 is gestart, zijn hierdoor in 2011 niet alle subsidies volledig besteed. Bij de vaststelling van de subsidie over 2011 is het niet uitgegeven deel teruggevorderd (conform de algemene subsidieverordening). In totaal gaat dit om € 150.000. Dit budget blijft in de reserve combinatiefunctionarissen beschikbaar voor de projecten die nu langer doorlopen. 2. Er is voorzichtig omgegaan met het aangaan van financiële verplichtingen bij het budget voortijdig schoolverlaten, vanwege een tweetal redenen. Ten eerste: begin 2011 is door het rijk het actieplan ‘Focus op Vakmanschap’ vastgesteld. Dit actieplan zal naar verwachting een stijging in de voortijdige schooluitval tot gevolg hebben. Maar omdat de uitvoering in het onderwijs van het actieplan pas later van de grond komt, bleek het te vroeg om maatregelen vanuit vsv te treffen. Ten tweede: een aanvraag aan het rijk (mede ondertekend door contactgemeente Leiden) voor het inrichten van het ‘Instroomloket 16+’ op de ROC’s is gehonoreerd. Het instroomloket is bedoeld voor jongeren die niet via de reguliere kanalen een opleidingsplaats op het ROC weten te verwerven; een deel van deze te signaleren jongeren is (nog) niet schoolbaar en zal zonder extra ondersteuning geen startkwalificatie behalen. Er zal een beroep op gemeenten gedaan worden om deze ondersteuning te realiseren (uiteraard voor zover dit niet een taak van de school is), zodat zij alsnog de kwalificatie halen. De inrichting van het ‘Instroomloket 16+’ is in volle gang maar eind 2012 nog niet ver genoeg om in kaart te brengen om welke jongeren het gaat en daarmee om het noodzakelijke ondersteuningsaanbod vanuit de vsv-middelen te realiseren en een daartoe strekkende aanvraag in te dienen. Om een integrale aanpak voor beide ontwikkelingen te realiseren, zullen vsv-middelen hierop toegespitst worden. De verwachting was dat eind 2012 concrete bestedingsvoorstellen zouden zijn gehonoreerd. Dit is echter vertraagd, mede als gevolg van gesprekken eind 2012 met ROC Leiden (als één van de 15 landelijk geselecteerde ‘kansrijke ROC’s) en het ministerie van Onderwijs over concretisering van mogelijkheden voor verbetering van de VSV-resultaten. Daarom is er nu een voordeel ontstaan van een kleine € 2 ton incidenteel. In de Perspectiefnota is voor 2012 eenmalig een bedrag gereserveerd van € 330.000,- voor Pluscoaching. De Pluscoach is een van de maatregelen die in onze regio word ingezet om de vsv-doelstelling te realiseren. De middelen uit de Perspectiefnota waren bestemd ter overbrugging van de rijksfinanciering. Deze middelen zijn in 2012 geheel besteed en het rijk heeft in oktober 2012 op basis van de resultaten besloten tot voortzetting van de financiering. In 2012 zijn 118 jongeren een pluscoachingstraject gestart op basis van deze gemeentelijke financiering. 3. De rijksmiddelen voor onderwijskansenbeleid zijn niet volledig besteed. Dit komt doordat nog niet alle plannen bij schoolbesturen en partners voldoende gereed zijn om omgezet te worden in concrete aanvragen. Het voordeel blijft echter gereserveerd voor de uitvoering van het beleid in de resterende planperiode (deze reservering is bij de baten opgenomen). In 2015 moeten de reguliere rijksmiddelen verantwoord worden en in 2016 de aanvullende middelen. Het gemeentelijk structurele aandeel van € 100.000 valt vrij. Dit budget wordt vanaf 2014 al (deels) wegbezuinigd en in 2016 volledig.
Jaarverslag | 129
4. Er is sprake van een onderbesteding op het budget van de brede school Leiden Noord van incidenteel € 120.000, doordat het budget voor de huurkosten niet volledig is benut. Het pand is later betrokken in 2012 dan vooraf verwacht. Conform de raadsbrief met betrekking tot de beheerexploitatie van de brede school Noord Het Gebouw (B&Wnr. 13.0074), wordt voorgesteld het incidentele voordeel van € 120.000, in te zetten ter dekking van het exploitatierisico van de Brede school in 2013. 5. Er is een voordeel op VSO-ZMOK van € 103.000. Het betreft financiering van de Leo Kannerschool op basis van een vijfjarige overeenkomst. De looptijd van de overeenkomst is nu ten einde en het budget is vanaf 2014 afgeraamd. Er is steeds achteraf gefinancierd. De hoogte wordt bepaald op basis van het aantal Leidse leerlingen dat in het voorgaande schooljaar gebruik heeft gemaakt van de voorziening. Er moet nog een laatste factuur betaald worden over de periode januari-augustus 2012. Het bedrag is in februari 2013 in Holland Rijnland vastgesteld op € 50.641. Het resterende bedrag is niet meer benodigd voor deze voorziening. MUTATIE RESERVES In totaal is op de reserves € 8 ton minder onttrokken dan begroot. De volgende reserves zijn daar in grote lijnen debet aan: * reserve kapitaallasten Da Vinci: De onttrekking van € 288.000 t.b.v de kapitaallasten heeft niet plaatsgevonden. Over de afronding van het project is nog verschil van mening met de verkopende partij. Naar verwachting zal de afronding in de loop van 2013 gerealiseerd worden. * reserve combinatiefunctionarissen: € 205.000 minder onttrokken dan begroot, zie bij onderwijsbeleid. * reserve vastgoedexploitatie BSLN: € 142.000 minder onttrokken dan begroot, als gevolg van de later geplande oplevering dan waarmee ten tijde van het beschikbaar stellen van de middelen rekeningen was gehouden INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100188 nieuwbouw/uitbreiding Weerklank+Korte Vliet De uitbreiding van de Weerklank is vertraagd. Het schoolbestuur had een ontwerp laten maken dat bij de aanbesteding veel te duur bleek. Het ontwerp moet worden aangepast. Verwacht wordt dat eind 2013 een nieuwe aanbesteding kan plaatsvinden. Voor de bouw wordt circa 2 jaar uitgetrokken. 7100195 nieuwbouw Driestar Kagerstr.nnb 2007.070 Het kaderbesluit voor de bouw van 4 sportzalen wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. 7100196 gymnastiekzalen Driestar-Houtkwartier Het kaderbesluit voor de bouw van 4 sportzalen wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. 7100197 1e inrichting diverse schoolgebouwen Het kader- en uitvoeringsbesluit wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. Wordt gebruikt als dekking voor gymnastiekzalen Kikkerpolder. Start gepland 1e kwartaal 2013. 7100198 2011.095 Stadhouderslaan 1b 1e inrichting gymzalen De renovatie is gestart – verwachting eind 2013 gereed. 7100199 specifiek locatiegebonden kosten Het kader- en uitvoeringsbesluit wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. Wordt gebruikt als dekking voor gymnastiekzalen Kikkerpolder. Start gepland 1e kwartaal 2013. 7100186 St Joseph Oppenheimstraat nieuwbouw Het gebouw is gereed en in gebruik genomen. Het project wordt, binnen het door de raad gestelde budget, financieel afgerond. 7100200 2007.056 St Joseph Oppenheimstr. BSO Het gebouw is gereed en in gebruik genomen. Het project wordt, binnen het door de raad gestelde budget, financieel afgerond.
130 | Jaarverslag
7100190 aankoop nieuwbouw Da Vinci Lammenschans Over de afronding van het project is nog verschil van mening met de verkopende partij. Naar verwachting zal de afronding in de loop van 2013 gerealiseerd worden. 7100191 sloop / brm voorm. Da Vinci Lammenschans Over de afronding van het project is nog verschil van mening met de verkopende partij. Naar verwachting zal de afronding in de loop van 2013 gerealiseerd worden. 7100180 Brede School LN (kap.last naar 641111) De kredieten m.b.t. Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100182 Brede School LN (kap.last tlv expl.) De kredieten m.b.t. Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100183 Kosten verhuisplan Brede School LN De kredieten m.b.t. Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden.
Jaarverslag | 131
8
Cultuur, sport en recreatie
132 | Jaarverslag
Cultuur, sport en recreatie Programmanummer
8
Commissie
Onderwijs en Samenleving
Portefeuille(s)
Cultuur, Werk en Inkomen Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Cultuur, sport en recreatie luidt: "Cultuur, cultuurhistorie, sport en evenementen zijn van grote waarde voor de versterking van de positie van Leiden in de regio Randstad. Bovendien zijn sport, recreatie, evenementen en cultuur, belangrijk voor de sociale structuur van de stad. Het aanbod van voorzieningen zal toegankelijk zijn om de ontwikkeling en ontspanning van inwoners te verzekeren en onderscheidend om de centrumfunctie voor bezoekers te benutten."
Doelenboom Prestaties ■ ■ ■ ■
Ondersteuning integraal les- en cursusaanbod en openbare bibliotheek BplusC Ondersteuning programma's Museum & School en Cultuur & School Regie uitvoering Fonds voor Cultuurparticipatie Ondersteuning activiteiten Jeugdtheaterscholen
ontwikkeling ■ Start Uitvoering nieuwbouw Muziekcentrum De Nobel ■ Upgrading museum de Lakenhal ■ Toekomstige programmering en exploitatie LAK-theater ■ Ondersteuning exploitatie BV Stadspodia Leiden ■ Deelname Cultuurfonds ■ Ondersteuning exploitatie Scheltema-complex en programma Scheltema en Veenfabriek consolidatie ■ Ondersteuning exploitatie en programma Pieterskerk ■ Uitvoeringsplan atelierbeleid "Ruimte voor kunst" ■ Ondersteunen activiteiten Muziekhuis ■ Ondersteunen Omroep Holland Centraal ■ Doorontwikkeling Leids Filmfestival ■ Uitvoeren deelverordening Amateurkunst Subsidies ■ Promotie van de website 'Gids Beeldende Kunst in Openbare Ruimte Leiden" ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Digitalisering regionaal archief Het uitbreiden van de depotruimte en Archeologie Ontwikkeling Kennis- en adviescentrum Monumenten en Archeologie Uitvoeren Programma binnenstad Ontwikkelen Cultuurhistorische atlas, ontwikkelingen en bestemmingsplannen In stand houden en raadplegen Monumentenselectiecommissie Actualisatie en inzet Bouwhistorische verwachtingskaart Inzet Archeologische waardenkaart Vervolg aanleg archeologisch park Matilo Doorontwikkeling publieksparticipatie / expositie Archeologisch Centrum Onderzoeken van wenselijkheid en haalbaarheid van een NV Stadsherstel Leiden
Doel
Beleidsterrein
8.1 Cultuuureducatie
Cultuur 8.2 Versterking van de culturele infrastructuur, aanbod van het cultureel product en bevordering van het culturele experiment en innovatie
8.3 Het cultureel erfgoed materieel en immaterieel in betere staat overdragen aan toekomstige generaties
Cultureel erfgoed
Jaarverslag | 133
Prestaties
Doel
■ ■ ■
Uitvoeren uitvoeringsprogramma Kadernota Leids Sportbeleid 2012-2017 Voortzetting planvorming Sportstad Leiden Zuidwest Herinrichting en opwaardering sportvelden en sporthallen
8.4 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen
■
Ondersteunen sportverenigingen in het werven en begeleiden van vrijwilligers Organisatie van een aantal cursussen en scholingen voor sportverenigingen
8.5 Voldoende kwantitatieve en kwalitatieve ondersteuning sportverenigingen
■ ■ ■
Ondersteunen van de Stichting Topsport Leiden Ondersteunen van sport(stimulerings)activiteiten Monitoring combinatiefuncties
8.6 Voldoende sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren
■ ■ ■
Continuering beheer en exploitatie van Jeugddorp Beheer en exploitatie van volkstuinen Continuering subsidiering amateurtuinders
8.7 Voldoende recreatieve mogelijkheden voor inwoners en bezoekers van Leiden
■ ■ ■
Ondersteuning drie grootschalige evenementen Uitvoeren Deelverordening Evenementen Subsidies Verbeteren dienstverlening evenementen
8.8 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie
■
134 | Jaarverslag
Beleidsterrein
Sport
Recreatie
Ontwikkelingen in 2012 Effecten en prestaties Doel 8.1 Meer cultuureducatie Beleidsterrein: Cultuur Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p8.1a
Cultuur & School: - aantal deelnemende basisscholen (voorstellingen en projecten)
45
45
45
45
BplusC
p8.1b
- aantal deelnemende leerlingen (voorstellingen en projecten)
12.850
14.766
16.325
10.000
BplusC
p8.1c
Museum & School: - aantal deelnemende scholen (excl. regio)
41
43
45
39
38
Museumgroep Leiden
p8.1d
- aantal deelnemende leerlingen (excl. regio)
5.340
5.624
5.905
5.609
6.500
Museumgroep Leiden
Jeugdcultuurfonds Begin 2012 is het Jeugdcultuurfonds opgericht. Het Jeugdcultuurfonds is bestemd voor kinderen van 4-18 jaar die om financiële reden geen lid kunnen worden van een toneelclub, of lessen kunnen volgen aan een muziekschool of andere instelling voor actieve kunstbeoefening. Een intermediair (een persoon die professioneel betrokken is bij de opvoeding, begeleiding of scholing van het kind) die de thuissituatie van het kind kent doet de aanvraag bij het Jeugdcultuurfonds. Het geld gaat rechtstreeks naar de clubs, instellingen of personen die de kunsteducatie verzorgen. Cursusaanbod en openbare bibliotheek BplusC Inhoudelijk heeft BplusC een succesvol jaar achter de rug. De combinatie van bibliotheek en cultuureducatie krijgt steeds meer vorm. Door BplusC is in 2012 een toegankelijk, kwalitatief hoogstaand les- en cursusaanbod geleverd en een toegankelijke, gecertificeerde bibliotheek geëxploiteerd. BplusC ondersteunt Leidse inwoners bij hun ontwikkeling, de digitalisering in de maatschappij en richt zich op leesbevordering in samenwerking met diverse maatschappelijke organisaties (onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang). BplusC is een voorloper op het gebied van digitalisering en bibliotheek op school. Het in 2011 door BplusC, de Werkgroep amateurkunst, Cultuurfonds Leiden en Libertas opgestarte Centrum voor Amateurkunst Leiden (CAL) is in 2012 verder doorontwikkeld met een website en een frontoffice. Financieel was het een zwaar jaar door achterblijvende inkomsten uit lesgelden. De organisatie heeft flink moeten bijsturen om in de pas te blijven met het meerjarenbeeld. Het jaar 2012 verwacht BplusC toch met een positief resultaat en een positief eigen vermogen af te sluiten. Met BplusC is eind 2012 een eenjarige uitvoeringsovereenkomst voor 2013 afgesloten. Ondersteunen programma’s Museum & School en Cultuur & School BplusC heeft in 2012 (schooljaar 2012/2013) een cultuureducatief aanbod aan het primair onderwijs aangeboden (voorheen programma Cultuur en School). Een groot deel van de scholen maakt hiervan gebruik. De Museumgroep heeft in 2012 het cultuureducatieve programma Museum en School gratis aan de Leidse scholen in het primair onderwijs aangeboden. Ook hiervan heeft een groot deel van de scholen gebruikgemaakt. De enigszins tegenvallende aantallen deelnemers (t.o.v. 2011) is te wijten aan de vroege resp. late plaatsing van de activiteiten over de schooljaren 2011/2012 en 2012/2013. De Museumgroep en BplusC hebben daarnaast gezamenlijk vorm gegeven aan het regionale cultuurnetwerk primair onderwijs. Hierin wordt kennis en informatie gedeeld en worden verbindingen tussen docenten primair onderwijs en culturele instellingen gelegd. Ook hebben zij wederom gezorgd voor een cursus voor docenten om zich te scholen als interne cultuurcoördinator (ICC'er). Regie uitvoering Fonds voor Cultuurparticipatie Het jaar 2012 was het laatste jaar van de Regeling cultuurparticipatie provincies en gemeenten 2009-2012. Met de middelen van het Fonds voor Cultuurparticipatie zijn bijdragen verstrekt ter uitvoering van de hiervoor genoemde onderdelen van het Leidse plan voor cultuurparticipatie. Het jaar 2012 is verder vooral benut met de voorbereiding van de deelname van de culturele instellingen en het primair onderwijs van Leiden aan een nieuwe regeling. Hiervoor heeft de Museumgroep in samenwerking met
Jaarverslag | 135
het Kunstgebouw Zuid-Holland en BplusC een projectplan voor de doorontwikkeling van het cultuureducatieve aanbod in de regio Holland Rijnland voor de komende vier jaar opgesteld. Er is subsidie aangevraagd bij het Fonds Cultuurparticipatie (zie collegebrief B en W. nr. 12.1215). In het plan worden de huidige programma’s voor Leiden Museum en School gecontinueerd. Ondersteunen activiteiten Jeugdtheaterscholen In 2012 heeft Leiden een breed aanbod aan jeugdtheatereducatie gekend, georganiseerd door de Jeugdtheaterschool Leiden en het Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland. Hiervan is ook door regio-inwoners gebruikgemaakt. Naast de diverse lessen hebben de beide scholen ook een bijdrage geleverd aan cultuureducatieve projecten in de stad. Vanaf 2013 valt een deel van de subsidie weg door wijziging van provinciaal beleid maar blijft het mogelijk beide scholen te subsidiëren voor hun lesactiviteiten (JTS met € 33.000 en JTH met € 55.000, zie B en W. nr. 12.1215).
Doel 8.2 Versterking van het cultureel product en bevordering van het culturele experiment en innovatie Beleidsterrein: Cultuur Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e8.2a
Beoordeling gebouwen culturele voorzieningen naar kwantiteit
-
7,7
-
-*
7,7
Stadsenquête
e8.2b
Beoordeling gebouwen culturele voorzieningen naar kwaliteit
-
7,7
-
-*
7,6
Stadsenquête
* Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom is voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar.
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p8.2a
Aantal bezoekers Leidse Schouwburg
96.496
84.500
74.985
65.097
95.000
Leidse Schouwburg
p8.2b
Aantal voorstellingen Leidse Schouwburg
245
220
223
188
245
Leidse Schouwburg
Start uitvoering nieuwbouw Muziekcentrum De Nobel Nadat de gemeenteraad op 1 december 2011 met een grote meerderheid ingestemd heeft met het uitvoeringsbesluit voor muziekcentrum de Nobel heeft 2012 in het teken gestaan van de start van de bouw van het muziekcentrum. In de eerste helft van 2012 is gewerkt aan de voorbereiding van de bouw, twee omgevingsvergunningen zijn aangevraagd en verkregen en de bouw van het muziekcentrum is Europees aanbesteed. Na de zomer is aannemer Du Prie gestart met de bouwwerkzaamheden, in de eerste periode wordt de grond onder het muziekcentrum bouwrijp gemaakt. Hiervoor is een aantal panden gesloopt, wordt de bodem schoongemaakt en wordt archeologisch onderzoek uitgevoerd. Vervolgens kan in 2013 gestart worden met de bouw van het muziekcentrum dat naar verwachting rond de zomer van 2014 open kan gaan. In 2012 is het LVC verder gegaan met de voorbereidingen van de organisatie op de nieuwbouw. De organisatie stelt zich tot doel voor de opening van De Nobel optimaal toegerust te zijn op haar nieuwe rol waarbij veel aandacht besteed wordt aan de positie in de stad, de verbreding van de programmering en het professionaliseren van de organisatie. De gemeente laat de organisatieontwikkeling in de periode tot de nieuwbouw periodiek toetsen en rapporteert halfjaarlijks aan de gemeenteraad over de bouw van het muziekcentrum en de organisatieontwikkeling van het LVC. Upgrading museum De Lakenhal In mei 2012 heeft de gemeenteraad het kaderbesluit Restauratie en Uitbreiding Museum De Lakenhal genomen. Daaropvolgend is de aanbesteding voor een architect voorbereid, de publicatie hiervan vond plaats in december 2012. Naar verwachting wordt de opdracht rond de zomer 2013 gegund. Het project Restauratie en Uitbreiding van Museum De Lakenhal maakt deel uit van het ‘Actieplan De Lakenhal op orde’. Aan dit plan is ook in 2012 verder uitvoering gegeven. Op het gebied van Collectiemanagement is voortgang geboekt zodat de achterstanden in de loop van 2013 conform de afspraken zullen zijn ingelopen.
136 | Jaarverslag
Ten aanzien van programmering en personeelsmanagement zijn door de inzet van tijdelijke middelen in 2012 de problemen tot 31-12-2013 respectievelijk 31-12-2014 opgelost. Toekomstige programmering en exploitatie LAK-theater Het voortbestaan van het LAK-theater als zelfstandige organisatie bleek, evenals een constructie waarbij het LAK deel zou uitmaken van Stadspodia Leiden, uiteindelijk niet mogelijk. Het laatste voorstel door Stadspodia is door de Universiteit Leiden als onvoldoende afgewezen. De raad heeft bij de besprekingen rond het bedreigde voortbestaan van het LAK-theater bij herhaling aangegeven dat bij opheffing van het LAK bekeken diende te worden of een deel van de vlakkevloerproducties voor Leiden behouden zou kunnen blijven. Om het wegvallen van het LAK-theater per ultimo juni 2012 enigszins te compenseren is aan Stadspodia Leiden gevraagd een programma samen te stellen en daarbij prioriteit te geven aan het veiligstellen van met name de schoolvoorstellingen (i.s.m. BplusC). Als gevolg van het feit dat in september 2012 het nieuwe Theater Ins Blau in Leiden werd geopend, deden zich heel goede mogelijkheden voor om op een andere locatie dan het LAKtheater diverse vlakkevloervoorstellingen te accommoderen. De basis voor de - door Stadspodia opgestelde - programmering vormde het oorspronkelijke conceptLAK-theaterseizoen 2012/2013, dat ruim 150 voorstellingen telde. Behoudens enkele uitzonderingen in de Leidse Schouwburg en de Aalmarktzaal werd/wordt een vrij groot aantal voorstellingen in Theater Ins Blau gepresenteerd. Over de hiervoor benodigde, aanvullende financiering van Ins Blau is de raad per brief geinformeerd, zie B&W 12.0897. De taken programmering, marketing, ticketing (behalve de kaartverkoop aan de avondkassa op de locatie), contractafhandeling, administratie enz. worden uitgevoerd door Stadspodia. De taken techniek (inclusief werkvoorbereiding en roostering), horeca, gastheerschap en voorstellingsbegeleiding worden uitgevoerd door Theater Ins Blau. In seizoen 2012/2013 omvat het Leidse vlakkevloertheateraanbod in Theater Ins Blau 68 voorstellingen, negen schoolvoorstellingen, één Kunstshotdag en zijn zeven voorstellingen doorgeplaatst naar de Leidse Schouwburg. Komend jaar zal bezien worden of de huidige samenwerking tussen Stadspodia en Theater Ins Blau kan worden gecontinueerd. Ondersteunen exploitatie BV Stadspodia Leiden De oprichting van Stadspodia Leiden heeft tot een beter ‘product’ geleid. Betere afstemming van de programmering; betere mogelijkheden ten aanzien van PR; uitbreiding van de marketingtools; etc. Financieel gezien zijn de resultaten minder positief. Vlak voor de zomer werd duidelijk dat Stadspodia Leiden het theaterseizoen 2011/2012 - evenals eerder het theaterseizoen 2010/2011 - met een substantieel negatief financieel resultaat zou gaan afsluiten. Bij de behandeling van de eerste Bestuursrapportage is de raad al bericht over de moeizame financiële ontwikkelingen. Verder heeft het college bij brief van 30 oktober jl. (DIV-2012-10830) de raad geïnformeerd over de financiële ontwikkelingen bij Stadspodia Leiden. Het negatieve resultaat kon nog binnen de bedrijfsreserves worden opgevangen, maar heeft tot gevolg dat het eigen vermogen van Stadspodia vrijwel volledig is uitgeput en vervangingsinvesteringen niet meer konden worden gedaan. Het negatief resultaat over 2012 vindt zijn oorzaak hoofdzakelijk in een sterk teruggelopen kaartverkoop en een forse vermindering van het aantal verhuringen, de daarmee samenhangende sterk verlaagde horecaomzet, de beperkte(re) sponsoropbrengsten en een technische fout in de begroting van de BV (onjuist begrote auteursrechten), waardoor te laat bijsturingmaatregelen mogelijk waren. Op verzoek van de gemeente heeft Stadspodia een ingrijpend verbeterplan voorgesteld om de kosten substantieel te reduceren. Het verbeterplan gaat onder andere uit van een beperking van de omvang van de programmering, een reductie van de personele bezetting en diverse maatregelen om het inverdienvermogen te vergroten. In het seizoen 2013/2014 zullen ook binnen de formatie van directie en managementteam hervormingen noodzakelijk zijn, passend bij de dan inmiddels kleinere organisatie. Om dit verbeterplan te kunnen realiseren, is een incidentele aanvullende financiële bijdrage van de gemeente noodzakelijk, ten behoeve van de frictiekosten (kosten van outplacement, ontslagvergoedingen, juridische kosten, etc.). Derhalve is besloten de BV Stadspodia Leiden voor het seizoen 2012/2013 een eenmalige aanvullende financiële bijdrage toe te kennen van € 100.000. Ook heeft de gemeente aangegeven zorg te hebben over de eigenvermogenspositie van de BV. Deze bedroeg eind 2012 minder dan € 100.000, wat als risicovol dient te worden beschouwd. Het college wil daarom de komende twee theaterseizoenen eveneens € 100.000 per jaar ter beschikking stellen ten behoeve van de vermogenspositie. Deze bijdragen kunnen - evenals de hierboven genoemde subsidie voor de realisering van het verbeterplan - binnen het product ‘Theater’ uit de vrijval van de LAK-middelen gevonden worden. In 2012 zijn de eerste verkenningen uitgevoerd naar de mogelijkheden om de publieks- en horecafaciliteiten bij de Leidse Schouwburg te verbeteren door middel van de realisering van een nieuwe foyer in het naastliggende pand. Voor meer informatie over de verbonden partij BV Stadspodia Leiden verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen.
Jaarverslag | 137
Deelname Cultuurfonds Overeenkomstig de uitgangspunten van de Cultuurnota en het besluit van Fonds 1818 om de cofinanciering voor het Cultuurfonds Leiden ook na 2012 te continueren, zal het fonds blijven voortbestaan. Het Cultuurfonds heeft in 2012 de samenwerking van de culturele instellingen met andere sectoren dan de cultuursector (detailhandel; horeca; bedrijfsleven; toerisme; zorg- en welzijn; onderwijs; etc.), versterkt, onder andere door het organiseren van de ‘Verrassende Winkelweekenden’ in samenwerking met het Centrummanagement en de culturele aankleding van bouwlocaties. Het Cultuurfonds Leiden fungeert voorts als aanjager en verbindingspunt voor de concretisering en verwezenlijking van de stadsvisie ‘Leiden, Stad van Ontdekkingen’, met als pijler ‘kennis en cultuur’. Ondersteunen exploitatie Scheltema-complex en programma Scheltema en Veenfabriek In 2012 is duidelijk geworden dat de Veenfabriek voor vier jaar wordt gesubsidieerd door het landelijke Fonds Podiumkunsten. De gemeente Leiden verzorgt een beperkte, maar noodzakelijke cofinanciering. Voor het Scheltema-complex is in 2012 de nodige ervaring opgedaan met een nieuwe exploitatiestructuur. Dit heeft geleid tot voldoende vertrouwen in de toekomst en exploitatie van Scheltema vanaf 2013 (collegebrief, B&W12.0997). De nieuwe exploitatie is gerealiseerd binnen de bestaande financiële kaders voor het Scheltemacomplex. Het is de bedoeling dat de onderste twee verdiepingen van het Scheltemacomplex zowel commercieel als cultureel geëxploiteerd worden. Ruimtes worden aan externe partijen verhuurd. De aanwezige horeca is daarbij ondersteunend. Scheltema Cultuur draagt zelf zorg voor een culturele programmering die aanvullend is op wat er reeds in Leiden op cultureel gebied plaatsvindt. Op de bovenste twee verdiepingen werken en ontmoeten de producerende instellingen Tafel 9, PStheater, TIME, Utopisch Nest en alle overige ‘incidentele’ (gespreks)partners van de Veenfabriek elkaar. Onderdeel daarvan is Domino die zelfstandig een ruimte huurt maar inhoudelijk goede aansluiting vindt bij het broedplaats-karakter van Scheltema. Ondersteunen exploitatie en programma Pieterskerk Onder meer met behulp van gemeentelijke programmasubsidie heeft de Pieterskerk een divers cultureel programma verzorgd en is beschikbaar geweest voor diverse activiteiten en gezamenlijke vieringen van de stad Leiden. Door zo veel mogelijk de kerk open te stellen hebben duizenden mensen de kerk gedurende het jaar spontaan of tijdens een monumentendag kunnen bezoeken. De omzet van het congresbedrijf is tot op heden nog niet op het niveau dat er sprake is van een sluitende exploitatie. Voor een sluitende exploitatie op de langere termijn is de Pieterskerk in gesprek met de gemeente. De Pieterskerk zoekt nog naar verdere mogelijkheden haar exploitatie te verbeteren. Voor meer informatie over de Stichting Pieterskerk verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen. Uitvoeringsplan Atelierbeleid ‘Ruimte voor Kunst’ Haagweg 4 heeft zich in 2012 verder ontwikkeld. Inmiddels weten kunstenaars en bedrijven elkaar te vinden en samen te werken. Er is een gezamenlijk cursusaanbod opgesteld dat via brochure en website beschikbaar is voor belangstellenden. De deelname aan de kunstroute was groots verzorgd. De zoektocht naar tijdelijke ateliers is niet doorgezet daar er nog steeds enkele atelierruimtes in de Haagweg 4 (kelder) beschikbaar zijn. Vermoedelijk door de veranderingen in het gebouw (hogere huur) en de dalende economie lijkt er minder behoefte te zijn aan atelierruimte. Ondersteunen activiteiten Muziekhuis Veel muziekliefhebbers, amateurmusici en artiesten bezochten in 2012 het Muziekhuis, voor les, concerten of optredens. De X heeft in 2012 een vaste plek gekregen op het kantoor en in de programmering en is daarmee naast BplusC een vaste gebruiker geworden van het Muziekhuis. Het Muziekhuis heeft in 2012 gewerkt aan het verbeteren van de exploitatie en was in staat een sluitende meerjarenbegroting op te stellen. Hierdoor kon voor de jaren 2013 en 2014 een uitvoeringsovereenkomst worden aangegaan. De overlast voor de buurt werd ook in 2012 zo goed mogelijk bestreden, samenwerking in de convenantgroep is daarbij een belangrijke factor gebleken. Ondersteunen Omroep Holland Centraal In 2012 liep de huidige periode van de lokale omroep voor Leiden af. Het jaar is vooral benut voor de procedure voor de adviesverstrekking door de gemeenteraad inzake de representativiteit van de lokale omroep voor Leiden voor 2013-2017. Conform de Mediawet heeft het Commissariaat voor de Media (CvdM) de Leidse gemeenteraad hierom gevraagd. Voor Leiden waren er 2 kandidaten, te weten: de huidige omroep Holland Centraal-Unity en aspirant-omroep Lorelei (initiatiefnemers rondom Sleutelstad). Omdat ditzelfde proces ook in enkele gemeenten van Holland Rijnland speelde, is er afstemming geweest met de betrokken gemeenten. Voor een zorgvuldige doorloop van de activiteiten is het CvdM om uitstel gevraagd tot 1-1-2013, dat het verzoek heeft gehonoreerd. De beide Leidse kandidaten zijn op grond van de criteria van de Mediawet voor de representativiteit van het programmabeleidsbepalende orgaan getoetst.
138 | Jaarverslag
Dit heeft geresulteerd in het Raadsvoorstel ‘Advies gemeenteraad aan CvdM inzake representativiteit lokale omroep Leiden 2013-2017’ (RVnr. 12.0115). Op 18-12-2012 heeft de gemeenteraad het RV vastgesteld, en daarmee beide kandidaten representatief verklaard. De raad heeft ervoor gekozen om af te zien van het uitspreken van een voorkeur voor een van de kandidaten. Het CvdM zal in 2013 de lokale omroep voor Leiden voor de nieuwe 5-jaars periode aanwijzen. Doorontwikkeling Leids Filmfestival Het Leids Film Festival (LFF) gaat inmiddels zijn achtste jaar in. Het festival neemt een steeds prominentere plek binnen het Leids evenementenaanbod in. 2012 stond voor het Leids Film Festival wederom in het teken van verdere groei. Zowel in bezoekersaantallen als in de kwaliteit van het programma, organisatie, publiciteit, etc. De afgelopen periode maakte de organisatie een bijzondere ontwikkeling door. Dankzij een financiële bijdrage vanuit het Programma Binnenstad, alsmede van het Cultuurfonds Leiden, kon verder in de organisatie van het festival worden geïnvesteerd. Daarmee is bijgedragen aan de professionalisering van het LFF. Uitvoeren Deelverordening Amateurkunst Subsidies (DAS) Overeenkomstig de uitgangspunten van de Cultuurnota is de financiële ondersteuning van de Leidse amateurkunst gecontinueerd. Daartoe werd de aanpassing van de DAS actueel, daar deze - na verlenging - eind 2012 expireerde. Eenmaal in de drie jaar vindt, in overleg met de Werkgroep AmateurKunst (WAK), de overkoepelende belangenbehartiger van de Leidse amateurkunstsector, een herijking van de DAS plaats. De deelverordening functioneerde volgens de betrokkenen naar tevredenheid. Daarom is, ook omwille van de continuïteit en rechtszekerheid van het beleidsveld en de doelgroepen, de opzet van de deelverordening in stand gehouden. Promotie van de website ‘Gids Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte Leiden ’Binnen de vernieuwde site van Leiden Marketing (www.leiden.nl) heeft de gids beeldende kunst in de openbare ruimte een prominente plek gekregen.
Doel 8.3 Het cultureel erfgoed materieel en immaterieel in betere staat overdragen aan toekomstige generaties Beleidsterrein: Cultureel erfgoed Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e8.3a
Aantal gemeentelijke monumenten op de monumentenlijst
1.448
1.538
1.563
1.569
1.540
Gemeente Leiden
e8.3b
Score in Kwaliteitsmonitor dienstverlening archieven
7,9
-
7,4
-
-
Kwaliteitsmonitor
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
p8.3a
% van ruimtelijke ontwikkelingen waarin een cultuurhistorische paragraaf is opgenomen
25 tot 100%
25 tot 100%
-
-
30 tot 100%
Gemeente Leiden
p8.3b
% van de bestemmingsplannen waarin een cultuurhistorische paragraaf is opgenomen
25 tot 100%
25 tot 100%
-
-
30 tot 100%
Gemeente Leiden
p8.3c
Aantal bouwhistorische opnames bij gebieds- en objectgerichte ontwikkelingen
41
93
-
86
90
Gemeente Leiden
p8.3d
Aantal bezoekers Archeologisch Centrum
-
5.524
7.205
7.800
3.000
Gemeente Leiden
p8.3e
Aantal bezoeken website Regionaal Archief Leiden (*1.000)
-
235
370
370*
280
Archief
p8.3f
Beschikbare planklengte archiefdepot in meters
-
9.500
9.600
10.600
9.600
Archief
Jaarverslag | 139
* In september 2012 is de cookiewet in werking getreden. Aan de rapportage is exact te zien op welke dag (19 september). Vanaf dat moment is een significante daling van bezoekersaantallen te zien, omdat alleen bezoekers die cookies accepteren meegeteld kunnen worden. Voor de jaarrekening zijn derhalve de cijfers van de drie eerdere kwartalen weergegeven. Ontwikkelingen 2012 2012 heeft grotendeels in het teken gestaan van onderzoek naar en de voorbereiding op de nieuwe organisatie. De concerndirectie heeft ingestemd met de interne verzelfstandiging van de afdeling Archief. De OR zal nog advies uitbrengen over de voorgestelde koers. De verwachting is dat in 2013 Erfgoed Leiden en Omstreken duidelijk zichtbaar zal worden. Dit zichtbaar worden moet onder andere blijken uit de integratie van de websites www.archiefleiden.nl en www.erfgoed.leiden.nl waarvoor in 2012 de voorbereidingen in gang zijn gezet met het uniformeren van de data. De nieuwe huisstijl zal in 2013 worden onthuld. Landelijke en lokale ontwikkelingen vragen om een actueel erfgoedbeleid. In 2012 is erfgoed opgenomen in programma Kennisstad. Tevens heeft, vooruitlopend op een nieuwe Erfgoednota, een verkenning plaatsgevonden van erfgoedambities onder stakeholders (stage). De Leidse Erfgoedkoepel is inmiddels uitgebreid tot een overleg met meer dan 10 stadspartners. Met deze Erfgoedkoepel vond ook in 2012 overleg plaats. De monumentenverordening is in 2012 aangepast naar aanleiding van landelijke wetgeving (vergunningvrije werkzaamheden / deregulering). In 2012 is een oplossing gezocht om de formatie bij Monumenten en Archeologie op peil te kunnen houden. Bij de perspectiefnota 2013-2016 heeft de raad hiervoor € 100.000 structureel beschikbaar gesteld. De resterende € 50.000 wordt via de plankostenregeling verrekend. 2013 is een proefjaar. Aan het eind van dit jaar wordt de constructie geëvalueerd, waarbij wordt bezien of opname van deze uren in het managementcontract van de nieuwe instelling Erfgoed Leiden en Omstreken wenselijk is. De gemeente Leiden is met de Omgevingsdienst West Holland bij wijze van proef een samenwerkingsovereenkomst aangegaan op het gebied van de archeologie. Leiden adviseerde in 2012 de Milieudienst West Holland op het gebied van de archeologie. Dit gebeurt vanuit de deskundigheid van het team Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden. Deze overeenkomst is voor 2013 met een jaar verlengd. De gemeente Voorschoten heeft vanwege verregaande samenwerking met de gemeente Wassenaar in 2012 besloten om de gemeenschappelijke regeling archiefbeheer met Leiden per 2014 te beëindigen. Digitalisering regionaal archief In 2012 zijn de kosten van opslag omlaag gebracht door een wijziging in het opslagformaat. Bovendien is geld beschikbaar gesteld voor een uitbreiding van de opslagfaciliteit. Deze faciliteit voldoet weliswaar nog niet aan de eisen voor een digitaal depot die onlangs gepubliceerd zijn, maar stelt de gedigitaliseerde bestanden voor de korte en middellange termijn veilig. Er is ingezet op een significante reductie van de opslagcapaciteit door de opslag per eenheid met 50% te verminderen. Dit kan door een wijziging in het opslagformaat. Digitalisering van het Weeskamerarchief is uitgesteld door de kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (Mormonen). Het Regionaal Archief heeft wel al de index op dit archief gedigitaliseerd. Voor het digitaliseren van film en geluid is geen subsidie ontvangen waardoor er een summiere basisinspanning is gedaan. Enige eigenaren hebben zelf hun archief gedigitaliseerd. Het overzetten van de door de gemeente Leiden gebruikte Document Management Systeem naar EAD, het door het RAL gebruikte formaat voor duurzame toegang, is niet uitgevoerd, deels vanwege capaciteitsgebrek bij het taakgebied inspectie en deels vanwege de lopende ontwikkelingen bij de gemeente (invoeren Zaakgewijs werken). In 2012 heeft een uniek project geleid tot een grote verbetering in de digitale dienstverlening. Het Regionaal Archief bezit vele plaatjes en vele gegevens die wel met elkaar verband houden maar nog niet gelinkt waren. Deze linken leggen zou vele tientallen manjaren gekost hebben. Maar met het eerste crowdsourcing project ‘Missing Links’ dat in juni startte, zal deze actie naar verwachting binnen een jaar zijn afgerond. Dit betekent dat een onderzoeker die op de website in de databases een persoon vindt, direct kan doorlinken naar een afbeelding van de juiste akte in het archief. In 2012 is een groot deel van de gedigitaliseerde notariële archieven van voor 1811 online gezet op www.archiefleiden.nl, Deze inspanning wordt begin 2013 afgerond. Uitbreiden van de depotruimte regionaal archief Over het eerste Wettelijke Archief Depot (WAD) in Amsterdam wordt nog gesproken. De verwachting is dat dit WAD er begin 2015 staat. Om het gebrek aan voldoende archiefbewaarplaats dat aan de wettelijke eisen voldoet op te vangen, is tijdelijk 1000 meter depotruimte bij een nieuw gecertificeerd bedrijf in Nijverdal gehuurd. Er is nog geen digitaal depot. Het is wachten op een duurzaam depot. De digitale opslag is met € 100.000 uit de perspectiefnota 2013-2016 veilig gesteld. Totdat er een duurzaam digitaal depot is zal de huidige werkwijze tijdelijk verlengd worden.
140 | Jaarverslag
Ontwikkeling Kennis- en adviescentrum Monumenten en Archeologie Er zijn in 2012 grote stappen gezet in de samenvoeging van het Regionaal Archief Leiden en Monumenten &Archeologie tot één kenniscentrum voor de geschiedenis van Leiden en de regio. Het adviseren over de omgang met erfgoed op basis van opgebouwde kennis blijft een kerntaak. In 2012 is een folder geschreven over de do’s en don’ts bij het onderhoud van historisch metselwerk. Deze folder is begin 2013 digitaal verschenen. Daarnaast leverde de gemeente Leiden een bijdrage aan het opstellen van een landelijke richtlijnen voor kwaliteit in de restauratieketen, o.a. voor toezicht en handhaving door gemeenten. Uitvoeren Programma Binnenstad De Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld is actief en succesvol toegepast in 2012. Het oorspronkelijk beschikbare budget is volledig weggezet. Hier zijn in de loop van 2012 nog extra middelen aan toegevoegd; een verschuiving vanuit andere - niet gerealiseerde - inspanningen uit programma Binnenstad. Diverse projecten zijn opgeleverd en zichtbaar in het straatbeeld, zoals bijvoorbeeld de historische winkelpuien van Breestraat 120 en Nieuwe Rijn 32. Een gecombineerde aanpak van handhaving en subsidie is toegepast op de Haarlemmerstraat en de Breestraat. Intensief overleg met eigenaren / winkeliers heeft plaatsgevonden en ontwerpen zijn gemaakt. Dit krijgt een vervolg in 2013. Monumentale objecten: de restauratie van de Doelenpoort is gestart. Deze wordt medio 2013 opgeleverd. De restauratie van de hekwerken van de Burcht staat gepland voor voorjaar 2013. Ook voor de restauratie van de Gijselaarsbank zijn voorbereidingen getroffen. Voor de aanbesteding van de restauratie is (nog) geen krediet geregeld. Groeten uit Leiden (opschonen openbare ruimte rondom monumenten): de benodigde werkzaamheden op de route van de Leidse Loper zijn in 2012 geïnventariseerd, samen met stadspartners. Dit project is tevens verbonden aan de inspanning (en budget) voor een versnelde implementatie van het Handboek kwaliteit openbare ruimte, waardoor de werkzaamheden in 2013 concreet worden uitgevoerd. Geveltekens: de Historische Vereniging Oud Leiden heeft in 2012 een werkgroep Geveltekens opgericht. Hieruit is een inventarisatie en plan van aanpak ontstaan. In 2013 wordt een eerste gevelsteen (gerestaureerd) teruggeplaatst. Deelname aan de verkiezing Beste Erfgoedgemeente van Nederland is doorgeschoven naar 2013. In dat jaar vindt ook de ontwikkeling van de nieuwe Erfgoednota plaats, in een interactief proces met de stad. De tentoonstelling over Leidse topvondsten is in 2012 geopend (Weeshuis). Ontwikkelen Cultuurhistorische atlas, ontwikkelingen en bestemmingsplannen Vanuit de Modernisering Monumentenwet is de gemeente verplicht cultuurhistorie structureel een plaats te geven binnen bestemmingsplannen. Hiervoor is het noodzakelijk dat cultuurhistorische waarden al in een vroeg stadium van het ruimtelijke proces bekend zijn. Ook speelt cultuurhistorie steeds vaker een inspirerende rol: zowel in het ontwerpproces van delen van de stad, als voor de historisch geïnteresseerde burger. Kennis over en een waardering van het cultuurhistorische erfgoed – nog bestaand, maar ook wat nu weg is - is om deze redenen noodzakelijk. In 2012 is gewerkt aan de tweede tranche van informatie- en waarderingskaarten binnen de (digitale) cultuurhistorische atlas. Het gaat ondermeer om kaarten van: de stadsontwikkeling / -vergrotingen, wederopbouwwijken en – architectuur, industrieel erfgoed, religieus erfgoed, blauwe stoepen in de binnenstad etc. In stand houden en raadplegen Monumentenselectiecommissie De Verordening op de Monumentenselectiecommissie was niet meer actueel. Daarom heeft – in overleg met de Monumentenselectiecommissie - een heroriëntatie plaatsgevonden op de taakstelling en werkwijze van de commissie. Dit heeft geleid tot een herziene Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden, waarvan de leden in mei voor het eerst bij elkaar kwamen. De adviestaken van deze commissie sluiten beter aan bij de taken waarvoor het college (en de raad) als gevolg van landelijke ontwikkelingen op het gebied van de Modernisering Monumentenzorg komen te staan. Hierin staat met name een gebiedsgerichte benadering van cultuurhistorische waarden centraal. Actualisatie en inzet Bouwhistorische verwachtingskaart Dit is een continue inspanning. De prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 gerealiseerd. Inzet Archeologische verwachtingskaart Een archeologische toets in bouwplannen is vanwege de wettelijke plicht een continue inspanning. Ook is in 2012 Gemeentelijke Onderzoeksagenda Archeologie en Bouwhistorie, de opvolger en uitbreiding van de archeologische onderzoeksagenda, ontwikkeld en gevuld, uniek voor Nederland in deze samenstelling. In 2013 zal deze bestuurlijk worden vastgesteld. Vervolg aanleg archeologisch park Matilo De aanleg van archeologisch Park Matilo is grotendeels afgerond. Aan de kant van Roomburg is het educatieve eiland opgeleverd waar de schooltuinen, de chillplekken, de Romeinse wijnen, de speelplekken en de
Jaarverslag | 141
picknickplaatsen zijn gerealiseerd. Aan de kant van Meerburg wordt al volop getuinierd in de Stadstuinen. In het Castellum is de archeologische geschiedenis van het park zichtbaar gemaakt door middel van een aarden wal. In 2013 worden zes Romeinse wachttorens geplaatst en 1200 bomen geplant. Ten slotte wordt ter afronding een, extern gefinancierde, aansluiting met de Van der Madeweg aangelegd, zodat het park komend jaar voor iedereen bereikbaar is. Leiden neemt deel aan landelijk overleg ten behoeve van de Unesco status voor de Romeinse Limes / Castellum Matilo. Doorontwikkeling publieksparticipatie / expositie Archeologisch Centrum Op 5 april 2012 is de nieuwe wisselexpositie Topvondsten geopend in het Archeologisch Centrum. Dat is door slinkende budgetten voorlopig de laatste wisselexpositie. Om dezelfde reden is in 2012 geen boek in de serie Bodemschatten en Bouwgeheimen uitgebracht. Op www.erfgoedleiden.nl is het jaarverslag van Monumenten & Archeologie over 2011 te downloaden. Onderzoeken van de wenselijkheid en de haalbaarheid van een NV Stadsherstel Leiden Ofschoon een NV Stadsherstel wel wenselijk is, ook volgens de meest betrokken partners, is het niet haalbaar gebleken om een rendabele portefeuille samen te stellen. Daarom is afgezien van oprichting van een NV Stadsherstel. De hiervoor beschikbare middelen zijn toegevoegd aan het kaderbesluit Lakenhal.
Doel 8.4 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen Beleidsterrein: Sport Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e8.4a
Beoordeling sportvoorzieningen naar kwantiteit (accommodaties)
7,2
7,1
7,2
-*
7,4
Stadsenquête
e8.4b
Beoordeling sportvoorzieningen naar kwaliteit (accommodaties)
7,1
6,9
7,0
-*
7,2
Stadsenquête
* Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom is voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar.
Prestatie-indicatoren Nr.
p8.4a
Omschrijving
Aantal beschikbare sportvelden en banen
Realisatie 2009
2010
2011
2012
84
81
81
81
Streefwaarde 2012
Bron
81
Sportbedrijf
De Sportnota Verleiden tot Bewegen is op 20-12-2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin is een sportaccommodatieplan opgenomen inclusief de benodigde financiële middelen. Er is ook een meerjarenplanning klein- en grootonderhoud vastgesteld inclusief de benodigde dekking. Door de vaststelling van de sportnota is er extra geld beschikbaar gekomen voor investeringen en onderhoud van sportaccommodaties. Hiervoor zijn in het besluit over de sportnota de noodzakelijke begrotingswijzigingen opgenomen. Uitvoeren uitvoeringsprogramma Kadernota Leids Sportbeleid 2012 - 2017 Aangezien de nota Verleiden tot Bewegen pas tegen het einde van 2012 is vastgesteld is de uitvoering van het sportbeleid in 2012 nog gebaseerd op de kadernota Leids Sportbeleid 2006-2010 ‘Startschot’. Voortzetting planvorming Sportstad Leiden Zuid West In afwachting van de nieuwe sportnota is de planvorming rond Sportstad Leiden Zuid West geparkeerd. In de nieuwe sportnota zijn middelen gereserveerd voor een nieuw Vijfmeibad en een nieuwe Vijfmeihal. Wat betreft het nieuwe Vijfmeibad zal er eerst een onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden van een combinatie met zwembad De Vliet. Herinrichting en opwaardering sportvelden De toplaag van een voetbalveld in Sportpark Noord is vervangen. De renovatie van de atletiekbaan is gestart.
142 | Jaarverslag
Doel 8.5 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve ondersteuning van sportverenigingen Beleidsterrein: Sport Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p8.5a
Aantal kenningsmakingscursussen sportondersteuning
61
70
95
79
60
Sportbedrijf
p8.5b
Kenningsmakingscursussen schoolsport
71
60
69
75
65
Sportbedrijf
p8.5c
Aantal scholingen bestuurskader
1
2
9
14
2
Sportbedrijf
p8.5d
Totaal cursussen en scholing sportondersteuning
133
147
173
168
130
Sportbedrijf
De gemeente heeft een aantal verenigingen tijdelijk ondersteuning geboden om hun functioneren te verbeteren. In een aantal gevallen is daarbij Sportservice Zuid-Holland ingeschakeld. Ondersteunen sportverenigingen in het werven en begeleiden van vrijwilligers In samenwerking met Sportservice Zuid-Holland zijn relevante cursussen inzake vrijwilligersbeleid georganiseerd. Organisatie van een aantal cursussen en scholingen voor sportverenigingen Deze cursussen zijn georganiseerd op basis van de geconstateerde behoefte.
Doel 8.6 Meer sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren Beleidsterrein: Sport Effectindicatoren Nr.
e8.6a
Omschrijving
% Leidenaren dat sport
Realisatie 2009
2010
2011
2012
64%
-
66%
-*
Streefwaarde 2012
Bron
-
Stadsenquête
* Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom is voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar.
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p8.6a
Aantal gesubsidieerde jeugdsportactiviteiten
70
77
100
124
70
Gemeente
p8.6b
Aantal gesubsidieerde verenigingen met jeugdsportaanbod
26
25
25
32
25
Gemeente
p8.6c
Aantal gesubsidieerde sportevenementen
32
27
15
14
22
Gemeente
p8.6d
Aantal waarderingssubsidies jeugdsport
45
48
47
50
50
Gemeente
De sportevenementen zijn ondersteund. Er zijn kennismakingscursussen voor basisschoolleerlingen en scholieren georganiseerd. De cursussen waren zeer succesvol. Ondersteunen van de Stichting Topsport Leiden De Stichting Topsport Leiden en de hieraan verbonden topsportcoördinator is tot 1 september 2012 ondersteund. Hierna zijn de prestaties van de stichting en de topsportcoördinator geëvalueerd. De evaluatie is gereed en zal medio 2013 aan de raad worden aangeboden. Ondersteunen van sport(stimulerings)activiteiten De sportverenigingen maken jaarlijks ruim gebruik van de mogelijkheid om evenementen- en jeugdsportsubsidies aan te vragen. Bij de jeugdsportsubsidies gaat het enerzijds om een vaste bijdrage per jeugdlid en anderzijds om het organiseren van activiteiten voor de jeugd. Bij sportevenementen gaat het om een bijdrage in de kosten van door de sportclubs georganiseerde kampioenschappen en toernooien. Het aantal
Jaarverslag | 143
jeugdsportactiviteiten is toegenomen omdat er meer aanvragen zijn ingediend - en gehonoreerd - dan in voorgaande jaren. Monitoring Combinatiefuncties Er bleek een enorm grote belangstelling voor de tijdelijke subsidieregeling voor de combinatiefuncties. In totaal is er 16 fte combinatiefunctionaris gerealiseerd over de stad en over de verschillende projecten, variërend van sporten in de wijk tot het verzorgen van culturele activiteiten na schooltijd. De resultaten van de eerste jaren zijn met enige vertraging tussentijds geëvalueerd. Deze evaluatie is inmiddels gereed en begin 2013 naar de gemeenteraad gezonden.
Doel 8.7 Voldoende recreatieve mogelijkheden voor inwoners en bezoekers van Leiden Beleidsterrein: Recreatie Effectindicatoren Nr.
e8.7a
Omschrijving
Waardering door Leidse burgers van de recreatieve voorzieningen
Realisatie 2009
2010
2011
2012
6,8
6,7
6,7
6,9
Streefwaarde 2012
Bron
6,8
Stadsenquête en Veiligheidsmonitor
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
p8.7a
Aantal verenigingen op Jeugddorp Zuidwest
12
12
12
12
12
Gemeente Leiden
p8.7b
Aantal volkstuincomplexen
6
6
6
6
6
Gemeente Leiden
p8.7c
Oppervlakte volkstuinen in hectare
50
50
50
53
50
Gemeente Leiden
Continuering beheer en exploitatie van het terrein Jeugddorp Zuidwest Alle prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 gerealiseerd. Beheer en exploitatie van volkstuinen Alle prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 gerealiseerd. Continuering subsidiëring amateurtuinders Alle prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 gerealiseerd.
Doel 8.8 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie Beleidsterrein: Recreatie Effectindicatoren Nr.
e8.8a
Omschrijving
Rapportcijfer levendigheid door Leidenaren
Realisatie 2009
2010
2011
2012
-
-
7,3
-*
Streefwaarde 2012
Bron
-
Stadsenquête
* Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom is voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar.
In 2012 werden er ongeveer 500 buitenevenementen georganiseerd in Leiden. Eind 2011/ begin 2012 is het evenementenbeleid uitgebreid geëvalueerd. Deze evaluatie vormde de basis voor nieuw beleid. In oktober 2012 is het nieuwe evenementenbeleid 2013-2018 vastgesteld door de gemeenteraad. Het beleid gaat uit van drie ambities: 1. Een breed en divers aanbod van evenementen; 2. Een onderscheidend aanbod dat aansluit bij de toekomstvisie Leiden Stad van Ontdekkingen en de kennis en cultuur in de (binnen)stad en 3. Aandacht voor een aantrekkelijke en leefbare stad (veilig, schoon en bereikbaar).
144 | Jaarverslag
Ondersteuning drie grootschalige evenementen Conform de UVOK Leiden Marketing 2009-2012 is Leiden Marketing verantwoordelijk voor de realisatie van het Cultuurfestival en het Kennisfestival. In 2012 is het Cultuurfestival gerealiseerd in samenwerking met de Cultuurmakelaar, Centrummanagement en de cultuursector, met als format de Cultuurweken Leiden. Over een periode van 6 weken (25 mei t/m 8 juli) is een uitgebreid programma verzorgd van culturele evenementen en festivals, theater, dans, muziek, poëzie, kunstinstallaties en kinderactiviteiten. Leiden Marketing was hierbij vooral betrokken als marketeer van het programma. Het Kennisfestival is in 2012 niet georganiseerd. De reden hiervan was dat het landelijke evenement Serious Request (december 2011) heeft geleid tot tekorten bij Leiden Marketing. Ondanks het grote succes van het Glazen Huis op de Beestenmarkt (er kwamen ca. 190.000 unieke bezoekers naar Leiden, met ca. € 5 miljoen aan bestedingen), heeft Leiden Marketing de investeringen voor het evenement niet volledig kunnen terugverdienen. Met instemming van het gemeentebestuur is hiervoor een deel van de middelen voor het Kennisfestival benut. Verder heeft Leiden Marketing, in samenwerking met de kennisbedrijven, hand-enspandiensten verricht voor de Wetenschapsweek. Verder is 3 October natuurlijk wederom gevierd. Uitvoeren Deelverordening Evenementen Subsidies Op basis van de Deelverordening Evenementensubsidies is in 2012 aan 15 evenementen een subsidie tussen de € 1.000 en € 20.000 verleend. Naar aanleiding van de nieuwe evenementen- en cultuurnota is de deelverordening eind 2012 aangepast, hierover zal in 2013 besluitvorming plaatsvinden. Verbeteren dienstverlening evenementen Leiden heeft een intentieverklaring ondertekend voor het invoeren van een Landelijke Voorziening Evenementenvergunning. Het Rijk heeft de pilot hiervoor uitgevoerd en draagt het product over aan de markt. Er is echter nog geen marktpartij die het product aan gemeenten kan leveren. Om toch ervoor te zorgen dat organisatoren niet jaarlijks een hele nieuwe aanvraag in hoeven te leveren werd de organisatoren gevraagd op de oude aanvraag alleen aan te geven wat de veranderingen zijn. Daarnaast is om de dienstverlening te verbeteren een versnelde procedure ingevoerd voor het verlenen van evenementenvergunningen, waardoor organisatoren zo’n twee maanden eerder weten of hun evenement kan plaatsvinden op de gewenste locatie en datum.
Kaderstellende beleidsstukken Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
CULTUUR
11.010
-9
11.001
10.727
-274
CULTUREEL ERFGOED
13.625
-1.059
12.566
12.380
-186
SPORT
10.690
-3.002
7.688
5.710
-1.978
3.672
-276
3.396
3.614
218
38.996
-4.345
34.652
32.431
-2.220
RECREATIE Totaal
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
37.411
37.196
1.961
39.157
38.996
161
Baten
-5.243
-3.885
-2.841
-6.726
-4.345
-2.381
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
32.169
33.311
-879
32.431
34.652
-2.220
Toevoeging
8.382
200
13.093
13.293
13.772
-480
Onttrekking
-1.718
-355
-9.037
-9.393
-9.398
5
6.665
-155
4.055
3.900
4.374
-474
38.833
33.155
3.176
36.331
39.026
-2.695
MUTATIES RESERVES Saldo
Jaarverslag | 145
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Cultuur Het tekort op programma cultuur wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door technische correcties, die verband houden met de ontvlechting van de schouwburg uit de gemeentelijke organisatie. - Een tekort van € 92.000 is te verklaren door de afwikkeling van oude jaren van de Leidse Schouwburg, in verband met de verzelfstandiging van de Leidse Schouwburg naar Stadspodia Leiden BV. Dit betreffen technische correcties, die via het product Theater als subsidie zijn uitbetaald. Zo is o.a. de bankrekening van de Leidse Schouwburg afgesloten in 2012. Die was ivm het afwikkelen van het lopende betalingsverkeer nog in stand gehouden. In 2010 is onterecht een bedrag ten laste van de bedrijfsreserve van de Leidse Schouwburg gebracht. De bedrijfsreserve is volledig overgegaan naar Stadspodia. Op dit bedrag had Stadspodia nog recht en dit is in 2012 gecorrigeerd. - € 50.000 betreffen bedrijfsvoeringsbudgetten tbv Stadspodia Leiden BV, die nog op de bedrijfsvoeringskostenplaatsen van de gemeente Leiden staan begroot. Feitelijk betreft dit een budget neutrale verschuiving binnen de totale gemeente begroting. De subsidie is verstrekt op het product Theater en leidt daarom hier tot een nadeel. Bij de 1e bestuursrapportage 2013 is deze aanpassing aangemeld en wordt in de voortgangsrapportage verder toegelicht. - Er is een tekort van € 68.000 op de exploitatiebegroting van de Oude Vest 43 (Leidse Schouwburg). Dit heeft te maken met de overschrijding van het beheer en onderhoud van het pand (VAG). De onderhoudskosten à € 46.000 zijn abusievelijk niet tlv de voorziening onderhoud gebracht. - Een verplichting van € 22.000 uit 2011 is uiteindelijk ten laste van 2012 betaald. Dit resulteerde in een voordeel in 2011. - Het resterende tekort wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de overhead als gevolg van een andere verdeling van de saldi kostenplaatsen. Sport Het nadeel van € 2 mln. komt door financieel technische oorzaken. Enerzijds een financieel technisch voordeel van € 185.000 doordat er in 2012 een lagere bijdrage vanuit de exploitatie nodig was voor het krediet Verplaatsing Zuidelijke Sportvelden. Via het budgetoverhevelingsvoorstel wordt voorgesteld dit voordeel over te hevelen naar 2013. Anderzijds is er sprake van een financieel technisch nadeel van € 2,2 mln. doordat in de kadernota “Sport 2013-2025” (RB 12.0118) per abuis is besloten tot afroming van de Voorziening Sport in de jaarschijf 2012 in plaats van jaarschijf 2013. De veronderstelling was namelijk dat de voorziening reeds beschikbaar was in 2012. Formeel was dit niet het geval omdat de perspectiefnota 2013 -2016 de instelling van de voorziening Sport vermeldt vanaf het jaar 2013. Hierdoor ontstaat er in 2012 in de rekening van baten en lasten (resultaatbepaling) een nadeel. Dit (administratief) nadeel wordt in de resultaatbestemming 2012 gecompenseerd door het voorstel om in het jaar 2013 de dotatie naar de Voorziening Sport niet te doen. Volledigheidshalve stellen we dat dit een administratieve kwestie is en geen gevolgen heeft voor de uitvoering van de sportnota. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten 7100219 Vervangingsinvesteringen 2008 SBL 2 Kleedkamers Keytown Hitters De kredietbenutting is € 9.000 hoger dan begroot. Dit komt door hogere kosten van de betegeling en installatiewerk. 7100209 Tijdelijke uitbreiding Vijf Meihal Voor de uitbreiding van de tribunes van de Vijf Meihal zijn op het krediet € 37.000 hogere kosten verantwoord dan begroot. Deze overschrijding is enerzijds veroorzaakt door kosten van onvoorziene geluidsonderzoeken (€ 16.000), anderzijds door andere noodzakelijke werkzaamheden (€ 20.000) gelijktijdig in het werkproces mee te nemen. Toelichting op afgesloten kredieten met een voordelig saldo 7100224 Kantine FC Boshuizen Via RB09.0097 is krediet voor de kantine van FC Boshuizen beschikbaar gekomen. (Rapportage 2009) Dekking was het krediet Mozaiek ZW. De afschrijvingstermijn van krediet Mozaiek ZW is 25 jaar. Omdat het hier om een tijdelijke investering gaat met een levensduur van 3 jaar was de afschrijvingstermijn veel te lang. De kosten van de tijdelijke kantine van FC Boshuizen zijn mede daarom in het verleden (voor 2012) al verantwoord in de exploitatie.
146 | Jaarverslag
7100232 Vervanging installaties sportcomplexen De beoogde installaties zijn vervangen. De kosten zijn in het verleden verantwoord op de exploitatie (programma 8) in plaats van het krediet, of samen met andere investeringen mee genomen waardoor dit krediet niet meer nodig is gebleken. Er zijn maatregelen genomen om dit niet meer voor te laten komen. Op het krediet geen kosten zichtbaar en komen de kapitaallasten te vervallen. Investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100006 Stellingen archiefdepots 2010 De bouw van de archiefdepots is vertraagd. Over de uitbreiding van het archiefdepot worden gesprekken gevoerd. De verwachting is dat het nieuwe depot eind 2014, begin 2015 in gebruik kan worden genomen. De aanbesteding voor de stellingen is reeds gedaan. De aanbesteding wordt met de ingebruikname van het nieuwe depot voltooid. 7100211 Vervangingsinvesteringen 2009 SBL Vervanging dakbedekking 3 Octoberhal Omdat nog niet alle werkzaamheden voor het vervangen van het dak van de 3 Octoberhal zijn uitgevoerd moet dit krediet open blijven. Naar verwachting zijn de werkzaamheden van de vervanging van dit krediet in 2015 afgerond. 7100217 Nieuwbouw Scylla tafeltennis De werkzaamheden voor de nieuwbouw van de Scylla tafeltennis zijn reeds afgerond. De nacalculatie van de nieuwbouw moet nog plaatsvinden. Naar verwachting wordt dit krediet midden 2013 afgesloten. 7100226 Verplaatsing sportverenigingen Zuidelijke sportvelden Dit krediet moet nog langer openblijven omdat nog enkele werkzaamheden voor het onderhoud van de sportvelden ingericht moeten worden. Naar verwachting kan het krediet eind 2013 worden afgesloten. 7100245 Muziekcentrum De Nobel De gemeenteraad heeft in december 2011 bij het uitvoeringsbesluit De Nobel een aanvullend krediet gevoteerd voor de bouw van het muziekcentrum. Dit krediet is toegevoegd aan het bestaande krediet voor het muziekcentrum De Nobel. Conform planning bij het uitvoeringsbesluit zal het muziekcentrum medio 2014 opgeleverd worden. Het krediet kan vervolgens bij de jaarrekening 2014 afgesloten worden. 7100244 LVC Op 28 februari 2006 heeft de Raad een initiatiefvoorstel aangenomen waarin is voorgesteld de muziekinstellingen te concentreren tot een nieuw podium voor (pop)muziek (het Nobelplan groot). In 2007 werd duidelijk dat de realisatie van een nieuw poppodium nog op zich zou laten wachten. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat al langere tijd sprake was van achterstallig onderhoud. Handhaving door de milieudienst zou leiden tot sluiting van het LVC ( indien er klachten zouden komen). Om ervoor te zorgen dat de culturele programmering niet in gevaar zou komen werd in kaart gebracht welke risico's er waren en is er een krediet aangevraagd voor de noodzakelijke aanpassingen. Uitgangspunt was dat het LVC nog tot 2014 op Breestraat 66 zou blijven zitten. Bij de begroting 2008 is hiervoor het krediet 7100244 LVC (Autonoom) van € 555.000 beschikbaar gesteld. Daarbij was de opdracht om zo terughoudend mogelijk om te gaan met de besteding van het krediet. Het gaat tenslotte om tijdelijke huisvesting. Tot nu toe is slechts € 68.000 uitgegeven. Op dit moment is duidelijk dat het LVC nog tot 1 september zal programmeren op Breestraat 66. Gezien het risico dat we nog steeds lopen, gekoppeld aan de onzekerheid over de planning van de nieuwbouw en de wens vanuit de raad de programmering van het LVC voort te zetten, tot aan de nieuwbouw, is het krediet nog nodig. 7100247 Historische waardenkaart Het restant wordt ingezet op digitale ontsluiting cultuurhistorische atlas in 2013. In 2012 zijn hiertoe opdrachten gegeven. Het krediet zal eind 2013 kunnen worden afgesloten. 7100249 Historische Winkelpuien Dit succesvolle project binnen Programma Binnenstad loopt in 2013 nog door. Het restant wordt ten behoeve van draagvlak ingezet op digitale beschikbaarstelling van de historische winkelpuionderzoeken. De verwachting is dat het krediet in 2013 kan worden afgesloten. 7100251 Gemeentelijke Monumentenzorg Het resterende bedrag wordt ingezet voor het digitaal beschikbaar maken van de historische documentatie monumentenzorg. Verwacht wordt dat de activiteiten op dit project begin 2014 worden afgerond en het krediet dan kan worden afgesloten.
Jaarverslag | 147
7100252 Erfgoednota Het budget wordt ingezet op de afronding en evaluatiebijeenkomsten van de oude Nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005-2015 in aanloop naar de nieuwe nota. Na vaststelling van de nota kan het krediet worden afgesloten. 7100254 Restauratie en uitbreiding Lakenhal Op 31 mei 2012 is het Kaderbesluit restauratie en uitbreiding Museum De Lakenhal (Rv. nr. 12.0042) genomen, daarmee is het startsein gegeven voor de ontwerpfase. Dit betekent dat, na selectie van ontwerper(s), adviseurs en aannemer(s), aangevangen wordt met het maken van een ontwerp voor het museum. Daarnaast wordt een bestemmingsplanprocedure opgestart. Doel is voor eind 2013 een Uitvoeringsbesluit te nemen. 7100255 Renovatie kunstcollectie 7100256 Digitaal ontsluiten collectie Lakenhal In 2012 zijn, in het kader van de derde fase van het project Werk in Uitvoering, ruim 4000 objecten behandeld. Sinds de start van Werk in Uitvoering in 2010 zijn in totaal 20.500 objecten geconserveerd, geregistreerd en gefotografeerd. In de vierde en laatste fase van het project (2013) rest nog een collectie van ca. 1000 schilderijen die basisconservering behoeven en gefotografeerd moeten worden. Daarnaast zijn er in de vaste opstelling naast nagelvaste onderdelen - nog objecten die in 2010 niet over de lopende band konden worden vervoerd. Deze afrondende werkzaamheden kunnen in 2013 binnen het nog beschikbare budget worden voltooid. Het project is afgerond als de basisconservering, basisregistratie en digitalisering van 100% van de collectie (totaal circa 22.000 voorwerpen) is gerealiseerd. 7100257 Herstel metsel- en voegwerk de Burcht De werkzaamheden aan de Burcht zijn vrijwel afgerond. De verwachting is dat het krediet in 2014 kan worden afgesloten, nadat alle restauratiewerkzaamheden zoals ook de restauratie van het hekwerk zijn uitgevoerd. 7100258 VV106 Acco/ Renovatie Molen de Valk De renovatiewerkzaamheden aan Molen de Valk zijn in een afsluitende fase gekomen, de bestrijding van vochtoverlast en vochtdoorslag worden nog uitgevoerd. Het krediet zal eind 2013 kunnen worden afgesloten. 7100234 vvi09 LSB Aanschaf kaartverkoopsysteem 7100235 vvi09 LSB Vern.website ivm E-ticketing, 7100236 vvi09 LSB Vervanging koeling buffetten, 7100237 vvi09 LSB Aanpassing manteau/toneellijst en 7100240 VVI05 LSB Kaartverkoop exterieur Kosten zijn door Stadspodia gemaakt, maar moeten nog worden afgerekend. Dit zal in 2013 plaatsvinden.
148 | Jaarverslag
Jaarverslag | 149
9
Welzijn en zorg
150 | Jaarverslag
Welzijn en zorg Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
9 Onderwijs en Samenleving Jeugd, Welzijn & Zorg
De missie van het programma Welzijn en Zorg luidt: 'De gemeente Leiden wil een stad zijn waarin alle mensen, inclusief die met een zorgbehoefte, actief kunnen participeren en zelf de regie in handen hebben bij de wijze waarop hun zorgbehoefte wordt vervuld. Het gemeentelijke beleid is gericht op het activeren van mensen om hen in staat te stellen zelf deel te nemen aan de samenleving. Daarnaast organiseren we een vangnet voor de ondersteuning van zeer kwetsbare burgers die onvoldoende in staat zijn om voor zichzelf te zorgen.'
Doelenboom Prestaties ■ ■ ■
Toetsen uitvoeringspraktijk op vijf basisfuncties uit de handreiking Wmo en Vrijwillige inzet van het ministerie van VWS Vergroten deskundigheidsbevordering Regie voeren op invoering maatschappelijke stages
■
Regie voeren op de totstandkoming van het Leids Mantelzorgakkoord 2013
■
Ondersteunen activiteiten maatschappelijke dienstverlening
■
Bevorderen sociale cohesie door regeling participatie en ontmoeting Bevorderen bemiddeling vraag en aanbod vrijwilligerswerk
■ ■
Uitvoeren wettelijke basistaken gezondheidszorg via de GGD Hollands Midden
Doel 9.1 Meer mensen actief in vrijwilligerswerk 9.2 Een nauw op de behoefte aansluitend ondersteuningsaanbod voor mantelzorg
Beleidsterrein
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
9.3 Meer mensen zo lang mogelijk zelfredzaam
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
9.4 Meer mensen voelen zich thuis in de wijk
Participatie, ontmoeting, integratie en emancipatie
9.5 Goede publieke gezondheidszorg
Collectieve preventieve publieke gezondheidszorg
■
Actualisatie woonvisie (programma 6)
9.6 Meer mensen met een beperking wonen zelfstandig
■
Aanbieden van Wmo-voorzieningen
9.7 Meer mensen met een beperking zijn in staat om zelfstandig te participeren in een sociaal en maatschappelijk leven
■ ■ ■ ■
Monitoren herzien convenant voorkomen huisuitzettingen Uitbreiden van persoonsgebonden aanpak Aanbieden van werk en dagbesteding In stand houden van het maatschappelijk Steunsysteem in de regio
9.8 Versterken terugleiding daklozen naar de maatschappij
Individuele zorgvoorzieningen
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
Jaarverslag | 151
Prestaties
Doel
■
9.9 Bevordering doorstroming naar reguliere huisvesting van kwetsbare groepen
Realiseren scheve huisjes
Beleidsterrein
Ontwikkelingen in 2012 Welzijn nieuwe stijl Het gedachtegoed van Welzijn nieuwe stijl is in 20212 geconcretiseerd en verbreed door een start te maken met zogeheten integrale sociale wijkteams. Een sociaal wijkteam is een samenwerkingsvorm voor laagdrempelige dienstverlening op het gebied van o.a. werk, inkomen, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk, ouderenwerk, jongerenwerk, welzijnswerk en opbouwwerk. Het uitgangspunt van een sociaal wijkteam is 1 huishouden, 1 geïntegreerd plan, 1 sociaal werker. Het doel is de zelfredzaamheid van bewoners te vergroten zodat ze (weer) zelf de regie hebben en houden op het dagelijks leven. Om te kijken of het concept werkt voor Leiden zijn verkennende gesprekken gevoerd met het veld. Vervolgens is op 31 oktober 2012 een brede startbijeenkomst georganiseerd. De startbijeenkomst heeft geresulteerd in het gaan doen van een pilot sociaal wijkteam in Leiden Zuidwest. Vernieuwing op het welzijnsterrein heeft in 2012 ook plaatsgevonden door het project sociale wijkagenda. In het project sociale wijkagenda is de zogeheten community that cares (ctc) methode toegepast op het welzijnswerk. In oorsprong is de ctc-methode ontwikkeld voor het beleidsterrein Jeugd. Gezien de succesvolle aanpak van deze methode in de Stevenshof en de systematische werkwijze is een vertaling gemaakt voor de sociale agenda van de Slaaghwijk. Met de vertaling in de hand kan begin 2013 een sociale wijkagenda met de meest kansrijke projecten voor het versterken van het welzijnswerk worden opgesteld Beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling In 2012 heeft een interactief traject plaatsgevonden voor het opstellen van het beleid op het gebied van de Wmo. Dit leidde in het najaar tot een concept beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling. Als gevolg van het regeerakkoord Rutte 2 is de inhoud van het beleidsplan aangepast. De onderwerpen waar nog te veel onduidelijkheid over is en de nieuwe taken worden op een later moment ter besluitvorming voorgelegd. De raad is hierover geïnformeerd met een brief van het college.
Effecten en prestaties Doel 9.1 Meer mensen actief in vrijwilligerswerk Beleidsterrein: Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving Effectindicatoren Nr.
e9.1a
Omschrijving
% Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet
Realisatie 2009
2010
2011
2012
-
31%
29%
-*
Streefwaarde 2012
Bron
30%
Stadsenquête
* Vanaf 2011 wordt de Stadsenquête alleen in de oneven jaren gehouden. Daarom is voor 2012 geen realisatiewaarde beschikbaar.
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
p9.1a
Aantal contacten met vrijwilligers door Steunpunt Vrijwilligers gericht op bemiddeling
552
589
500
Steunpunt Vrijwilligers
p9.1b
Aantal contacten met vrijwilligers door Steunpunt Vrijwilligers gericht op ondersteuning
873
869
800
Steunpunt Vrijwilligers
Toetsen uitvoeringspraktijk op vijf basisfuncties uit de handreiking van het ministerie van VWS Op 24 mei 2012 is de notitie “Vrijwilligerswerk in Leiden “ (RV 12.0037) vastgesteld Bij de vaststelling van de notitie heeft de gemeenteraad een motie aanvaard, waarin gevraagd wordt in samenwerking met iDOE een discussiebijeenkomst te organiseren over de verdere uitwerking van missie / visie uit de notitie. De missie / visie luidt “De Leidse vrijwilligers vormen een belangrijke schakel van de kracht van de stad. In 2025 willen wij de kracht van de stad versterken door aanzienlijk meer vrijwilligers te hebben.” Door middel van een brief aan de gemeenteraad waarin aangegeven wordt dat a) op 11 december 2012 een discussiebijeenkomst heeft plaatsgevonden, b) het voornemen is in de toekomst in discussie te blijven met
152 | Jaarverslag
het veld en c) de mogelijkheden die bestaan om binnen de huidige opzet van de notitie de resultaten van de bijeenkomst te verwerken in het uitvoeringsplan behorende bij de notitie, wordt de motie afgedaan. Vergroten deskundigheidsbevordering In 2012 heeft vooral het contactpunt voor vrijwillige inzet iDOE ingezet op het stimuleren van deskundigheidsbevordering bij vrijwilligersorganisaties en heeft het maatwerk deskundigheidsbevordering geleverd.
Doel 9.2 Een nauw op de behoefte aansluitend ondersteuningsaanbod voor mantelzorg Beleidsterrein: Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving Regie voeren op de totstandkoming van het Leids mantelzorgakkoord Ter voorbereiding op het sluiten van het Leids Mantelzorgakkoord 2013 zijn er diverse onderzoeken en inventarisaties uitgevoerd die tot doel hebben een samenhangend, zo compleet mogelijk en nauw op de behoefte aansluitend ondersteuningsaanbod voor de mantelzorgers in Leiden te ontwikkelen en/of in stand te houden. Het proces verloopt volgens planning, ondertekening van het akkoord in 2013 is realiseerbaar.
Doel 9.3 Meer mensen zo lang mogelijk zelfredzaam Beleidsterrein: Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving Ondersteunen activiteiten maatschappelijke dienstverlening St. Kwadraad heeft in het kader van wijkgericht werken in de loop van 2012 vier ambulante, outreachende wijkteams geformeerd die psychosociale en sociaal-juridische hulpverlening bieden. De gevolgen hiervan zullen in de komende tijd duidelijker worden. De afspraken voor 2012 zijn, zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst, uitgevoerd.
Doel 9.4 Meer mensen voelen zich thuis in de wijk Beleidsterrein: Participatie, ontmoeting, integratie en emancipatie Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
e9.4a
% Leidenaren dat actief is in de buurt
16%
16%
16%
*
20%
Veiligheidsmonitor
e9.4b
Sociale cohesie in de buurt
5,8
5,9
5,8
*
6,2
Veiligheidsmonitor
* Vanwege de herziening van de Veiligheidsmonitor in 2012 is vergelijking van de uitkomsten met eerdere jaren helaas niet zonder meer mogelijk. Om deze reden zijn in deze Jaarrekening geen gegevens over 2012 opgenomen.
De gemeente Leiden heeft bij beschikking opdracht verstrekt aan Libertas Leiden om (waar nodig in samenwerking met andere sociale partners): ■ mensen te betrekken bij de wijk en bij activiteiten in de wijk; ■ kwetsbare burgers te ondersteunen bij het versterken van hun netwerk. Er zijn nieuwe vrijwilligers in de wijken geworven en deze vrijwilligers zijn meer dan voorheen ook zelf verantwoordelijk voor het ontplooien, organiseren en uitvoeren van activiteiten in hun wijk. Deze activiteiten en alle voorzieningen zijn breed toegankelijk. Bevorderen sociale cohesie door regeling participatie en ontmoeting Binnen de vigerende regeling(en) is niets veranderd en dient nog steeds ter ondersteuning van het doel “Meer mensen voelen zich thuis in de wijk”. De prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 uitgevoerd. Bevorderen bemiddeling vraag en aanbod vrijwilligerswerk De prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 uitgevoerd. Zie verder bij de prestaties 9.1 en 9.4.
Jaarverslag | 153
Doel 9.5 Goede publieke gezondheidszorg Beleidsterrein: Collectieve preventieve publieke gezondheidszorg Uitvoeren wettelijke basistaken gezondheidszorg via de GGD Hollands Midden De prestaties zijn overeenkomstig de begroting 2012 uitgevoerd.
Doel 9.6 Meer mensen met een beperking wonen zelfstandig Beleidsterrein: Individuele zorgvoorzieningen Effectindicatoren Nr.
e9.6a
Omschrijving
% 75-plussers dat zelfstandig woont
Realisatie 2009
2010
2011
2012
88,2%
88,1%
88,8%
89,8%
Streefwaarde 2012
Bron
90%
GBA en BAG
Actualisatie woonvisie De Leidse Woonvisie is in 2012 geactualiseerd door het uitbrengen van de Nota Wonen 2020. De nota besteedt uitgebreid aandacht aan vergrijzing, de woonwensen van ouderen, de kwaliteit van bestaande woningen en de wijze waarop de gemeente hierop kan reageren en sturen. Wat kleinschalige woonvormen en woon-zorgcomplexen betreft is in 2012 gestart met de uitvoering en voorbereiding van vernieuwende woonvormen in de woon-zorgcomplexen Huize Roomburgh en Huis op de Waard. Hierin is veel aandacht voor de trend dat veel ouderen en mensen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen. Om dit mogelijk te maken is goede zorg aan huis en welzijnsactiviteiten in de buurt van essentieel belang. Beide instellingen spelen hier goed op in door zorg en welzijn in de buurt aan te bieden en door zelfstandige kleinschalige appartementen te maken. In 2012 zijn wij gestart met de voorbereiding van de herijking van de Prestatieafspraken met de corporaties. In de nota Wonen staat wat de gemeente wil realiseren. Wat betreft zelfstandig wonen is de inzet dat de gemeente “nultreden”woningen en rollatortoe- en doorgankelijke woningen terecht wil laten komen bij mensen met een beperking. De regio Holland Rijnland is bezig met het maken een nieuwe regionale Huisvestingsverordening 2013. De gemeente wil hierin een aparte doelgroep voor woningzoekenden met een functiebeperking en een apart label voor woningen met Wmo-voorzieningen en/of levensloopgeschikte woningen. De scheiding van wonen en zorg – door het strenger omgaan met het afgeven van indicaties voor langdurig verblijf in een instelling – zal grote effecten hebben. De druk op de woningvoorraad en op de Wmo zal er door toenemen. Het aantal verblijfsplaatsen in een intramurale instelling zal dalen, waardoor de druk op de reguliere woningvoorraad toeneemt. Daarnaast leidt het langer zelfstandig wonen bij mensen met fysieke beperkingen tot een grotere vraag naar woningaanpassingen. Woningaanpassingen zijn onderdeel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. Voor mensen met verstandelijke beperkingen betekent langer zelfstandig wonen dat extra begeleiding nodig is. In het volgend Beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling gaan wij dieper op de gevolgen in. Zie verder Programma 6 Stedelijke vernieuwing.
Doel 9.7 Meer mensen met een beperking zijn in staat om zelfstandig te participeren in een sociaal en maatschappelijk leven Beleidsterrein: Individuele zorgvoorzieningen “De Kanteling”: nieuw beleidskader en nieuwe verordening individuele voorzieningen In 2012 heeft het Kantelingproject plaatsgevonden in Leiden. Hierbij is geëxperimenteerd met de zogenaamde keukentafelgesprekken. Op basis van de conclusies en aanbevelingen uit het projectverslag is een nieuwe werkwijze in gang gezet. Hierbij wordt samengewerkt met maatschappelijke organisaties. Aanbieden van Wmo-voorzieningen door middel van het dynamisch selectiemodel De aangepaste toewijzingssystematiek voor Hulp bij het Huishouden, waarbij bestaande cliënten bij hun bestaande aanbieder mogen blijven, is per 1 januari 2012 van start gegaan. Alleen voor cliënten die voor het eerst een indicatie voor huishoudelijke hulp krijgen, bestaat nog het systeem van toewijzing door de gemeente, waarbij de voorkeur meeweegt, maar niet altijd wordt gehonoreerd. Het aangepaste systeem heeft gezorgd voor meer rust bij cliënten en het behoud van de koppeling van cliënt en hulp.
154 | Jaarverslag
Doel 9.8 Versterken terugleiding daklozen naar de maatschappij Beleidsterrein: Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
e9.8a
Aantal feitelijk daklozen
e9.8b
Aantal huisuitzettingen regio
Realisatie 2009
2010
2011
313
-
294
2012
Streefwaarde 2012
Bron
250
GGD
50
GGD
Monitoren herzien convenant voorkomen huisuitzettingen De uitvoering van het Convenant Voorkomen Huisuitzetting bij Huurschuld door de deelnemende partijen verloopt goed; de onderlinge communicatie is sterk verbeterd en het afgesproken processtappenplan wordt door alle partijen nageleefd. In het kader van monitoring en evaluatie wordt 4x per jaar een Stuurgroepbijeenkomst georganiseerd, waar de laatste stand van zaken wordt besproken en verdere afstemming tussen de partijen plaatsvindt. 1x per 2 jaar vindt een Bestuurlijk Overleg plaats. Uitbreiden persoonsgebonden aanpak Nu het einde van de looptijd van het Regionaal Kompas in zicht komt (2014) is in 2012 sterk ingezet op het behalen van de doelstellingen dat in 2013 alle daklozen uit de regio, waaronder de ex-gedetineerden, de veelplegers en de zwerfjongeren in de regio, in een traject voor opvang en herstel zitten. De persoonsgerichte aanpak als onderdeel van het reguliere werkproces en mogelijke verbetering van de ketensamenwerking stonden hierbij centraal. Bijsturing was nodig om een extra impuls te geven aan de ketensamenwerking. Er is onder andere een project gestart met als doel om samen met daklozen een passend traject te starten en hen op weg te helpen bij terugkeer naar de samenleving. De werkprocessen van de verschillende partners worden hiervoor nog beter op elkaar afgestemd. Aanbieden van werk en dagbesteding Er is sterk ingezet op activering. Cliënten zijn gestimuleerd om actief te worden. In Nieuwe Energie is nieuw beleid ingevoerd, waarbij cliënten in ruil voor onderdak en drie gezonde maaltijden per dag een activiteit doen. Resultaat van alle inzet is dat eind 2012 50% van de klanten van de Binnenvest een vorm van activering heeft. In stand houden van het maatschappelijk Steunsysteem in de regio Er is een activiteitenplan opgesteld, waarin herstel en inzet van ervaringsdeskundigheid als speerpunten zijn benoemd. Alles loopt volgens plan.
Jaarverslag | 155
Doel 9.9 Bevordering doorstroming naar reguliere huisvesting van kwetsbare groepen Beleidsterrein: Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen Effectindicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
e9.9a
Gemiddelde verblijfsduur in het sociaal pension in maanden
16
26,5
e9.9b
Gemiddelde verblijfsduur in de crisisopvang in maanden
3
5,8
6
e9.9c
Gemiddelde verblijfsduur in de vrouwenopvang in maanden
7
6
5
Streefwaarde 2012
Bron
13
max. 20
Binnenvest
3
max. 3
Binnenvest
max. 6
Rosa Manus
Streefwaarde 2012
Bron
2012
Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
p9.9a
Aantal plaatsen in de 24-uurscrisisopvang
25
25
24
24
25
Binnenvest
p9.9b
Aantal plaatsen in het sociaal pension
26
26
26
26
26
Binnenvest
p9.9c
Aantal plaatsen in de vrouwenopvang
66
66
66
66
Rosa Manus
Door- en uitstroom uit de Maatschappelijke opvang krijgt voortdurend aandacht. Voor de uitstroom wordt gebruik gemaakt van het contingent aan woningen (van de corporaties) maar wordt noodgedwongen ook gezocht naar alternatieven zoals bijzondere woonconcepten en leegstandbeheer. In 2012 zijn voorbereidingen getroffen voor uitbreiding van het aanbod in Nieuwe Energie met zogenaamde doorstroombedden, bedoeld voor mensen uit de nachtopvang, die daarmee een volgende stap zetten op weg naar meer zelfstandigheid. In het najaar is de Pilot ambulante crisisopvang gestart. Cliënten worden in een woning in plaats van in een voorziening opgevangen en ambulant begeleid. De verwachting is dat de begeleiding op deze manier kwalitatief beter en goedkoper zal zijn. Realiseren scheve huisjes Eind 2011 is, door het moeizame zoekproces naar locaties voor 'Scheve Huisjes', een experiment gestart met de doelgroep Scheve Huisjes en andere vormen van huisvesting. Een portiekwoning en een woning die op de nominatie stond om gesloopt te worden zijn beschikbaar gesteld door Portaal. Op deze locaties zijn in totaal 4 personen met intensieve begeleiding geplaatst, vergelijkbaar met de werkwijze rond Scheve Huisjes. In 2012 is intussen een nieuwe locatie voor Scheve Huisjes gevonden, deze wordt in maart 2013 in gebruik genomen voor één en bij gebleken succes twee wooncontainers. Het aantal gehuisveste daklozen in ‘Bijzondere woonvormen’ komt hiermee in 2012 op vijf personen, in 2013 komen hier nog twee schevehuisbewoners bij. Verder wordt in de regio, bij enkele andere gemeenten, gekeken naar mogelijkheden voor Scheve Huisjes. In Leiden worden andere experimenten met leegstandsbeheer voorbereid.
Kaderstellende beleidsstukken Op het terrein van welzijn en zorg zijn in 2012 geen brede, kaderstellende beleidsstukken vastgesteld.
156 | Jaarverslag
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
COLLECTIEVE ONDERST.DEELNAME SAMENLEVING
8.767
-630
8.137
8.617
480
INDIV.ONDERST. VOOR DEELNAME SAMENLEVING
2.287
-2
2.286
2.351
66
PARTICIPATIE, ONTMOET, INTEGR & EMANCIP
1.146
-53
1.092
1.102
10
COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG
3.641
-227
3.414
3.781
367
INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING
16.739
-1.746
14.992
15.503
511
MAATSCHAPP OPVANG KWETSBARE GROEPEN
10.954
-429
10.525
11.081
556
Totaal
43.534
-3.088
40.447
42.436
1.990
WELZIJN EN ZORG bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
42.229
43.977
520
44.497
43.534
963
Baten
-2.028
-2.321
260
-2.061
-3.088
1.027
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
40.201
41.656
780
42.436
40.447
1.990
Toevoeging
5.508
0
0
0
0
0
Onttrekking
-517
-24
-1.760
-1.784
-1.190
-594
4.992
-24
-1.760
-1.784
-1.190
-594
45.193
41.632
-980
40.652
39.256
1.396
MUTATIES RESERVES Saldo
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Collectieve ondersteuning deelname aan de samenleving Op de projectgelden Slaaghwijk (rb 09.0100) is een voordeel ontstaan van € 520.000. De realisatie van de wijkverbetering is nog niet geheel voltooid in 2012. Collectieve preventieve zorg Een subsidie-afrekening over 2011 (GGD/huiselijk geweld) heeft tot een voordeel geleid in 2012 van € 125.000. De middelen Vrouwenopvang/huiselijk geweld 2012 zijn pas laat overgeheveld vanuit het product Algemene uitkering en konden daarom niet volledig worden besteed in 2012. Daardoor is een voordeel ontstaan van € 187.000. Daarnaast hebben er diverse onderbestedingen plaatsgevonden die optellen tot een voordeel van € 75.000 en was er een nadeel op overhead van € 6.000. Individuele zorgvoorzieningen Bij het verstrekken van huishoudelijke hulp in het kader van de WMO heeft de gemeente er in het verleden voor gekozen om een eigen bijdrage in te voeren. De hoogte van de eigen bijdrage per uur wordt bepaald door de gemeente. Het CAK gaat de eigen bijdrage vervolgens per gebruiker per zorgperiode van 4 weken vaststellen, opleggen en innen. Het CAK draagt vervolgens de geïnde eigen bijdrage af aan de gemeente. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeente geen zekerheid over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De ontvangen eigen bijdrage inzake huishoudelijke hulp is € 306.000 hoger uitgevallen. De opbrengst is niet structureel omdat een deel van de opbrengst betrekking heeft op eerdere jaren en dus incidenteel van aard is. In de programmaverantwoording 2011 was een tekort van € 239.000 verantwoord. De kosten huishoudelijke hulp zijn € 84.000 (1,1% van het budget) lager uitgevallen en er is een voordeel behaald van € 104.000 (2,1% van het budget) op de vervoers- en woonvoorzieningen. Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen In 2012 was een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 305.000 voor het realiseren van de zogenaamde Scheve Huisjes (bijzondere woonvoorzieningen) en fysieke aanpassingen in en rond locaties van maatschappelijke opvang. Door de vertraging in de realisering is een voordeel ontstaan van € 292.000.
Jaarverslag | 157
Daarnaast hebben er diverse onderbestedingen plaatsgevonden die optellen tot een voordeel van € 46.000 en was er een voordeel op overhead van € 11.000. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 Binnen dit programma zijn geen kredieten ouder dan drie jaar.
158 | Jaarverslag
Jaarverslag | 159
10
Werk en Inkomen
160 | Jaarverslag
Werk en Inkomen Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
10 Werk en financiën Cultuur, werk en inkomen
De missie van het programma Werk en Inkomen luidt: "De gemeente Leiden helpt haar inwoners bij het verkrijgen of behouden van economische zelfstandigheid door werk, biedt mogelijkheden tot sociale participatie en waar nodig een financieel vangnet."
Doelenboom Prestaties
Doel
10.1.1.1 Inzetten participatiecentrum 10.1.1.2 Inzetten participatieplaatsen, opstapbanen, overige trajecten en kinderopvang 10.1.1.3 Inzetten WIW-, ID-, en Sleutelbanen (wordt afgebouwd) 10.1.1.4 Uitvoeren inburgering (wordt afgebouwd) 10.1.1.5 Uitvoeren volwasseneneducatie
10.1.1 Het aantal uitkeringen is zo laag mogelijk
Beleidsterrein
10.1 Arbeidsparticipatie
10.1.2.1 Realiseren actieplan jeugdwerkloosheid
10.1.2 Het aantal jongeren tot 27 jaar dat een inkomensvoorziening van de gemeente ontvangt is zo laag mogelijk
10.1.3.1 Inzetten door het Rijk beschikbaar gestelde WSWformatie
10.1.3 WSW-medewerkers ontwikkelen zich zodanig dat ze zo regulier mogelijk kunnen werken
10.2.1.1 Verstrekken declaratieregeling, de vrij besteedbare uitkering voor ouderen en overige participatiebevorderende voorzieningen
10.2.1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet sociaal geisoleerd
10.2.2.1 Behandelen aanvragen individuele en categorale bijzondere bijstand 10.2.2.2 Verstrekken kinderopvang op Sociaal Medische Indicatie
10.2.2 Armoedebestrijding
10.3.1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz-inkomensvoorzieningen 10.3.1.2 Uitvoeren van controle en preventie 10.3.1.3 Opsporen fraude (sociale recherche) 10.3.1.4 Uitvoeren terugvordering en verhaal
10.3.1 Minder uitkeringsgerechtigden
10.3 Inkomensvoorzieningen
10.4.1 Voorkomen van escalatie en het beheersbaar maken (zo mogelijk oplossen) van problematische schuldensituaties
10.4 Schuldhulpverlening
10.4.1.1 Uitvoeren schuldhulpverlening
10.2 Maatschappelijke participatie, minimabeleid en bijzondere bijstand
Jaarverslag | 161
Ontwikkelingen in 2012 Door de val van het kabinet Rutte I in het voorjaar zijn belangrijke veranderingen in de sociale zekerheidswetgeving uitgesteld of zelfs teruggedraaid. De Wet werken naar vermogen werd door de Tweede Kamer controversieel verklaard maar komt in het regeerakkoord Rutte II in gewijzigde vorm terug als Participatiewet. De huishoudinkomenstoets werd afgeschaft voordat hij volledig was ingevoerd. De Wet aanscherping handhaving SZW-wetgeving heeft de val van het kabinet wel doorstaan en is inmiddels in werking getreden. In 2012 heeft Leiden een incidentele aanvullende uitkering (IAU) over 2011 aangevraagd bij het Rijk ter grootte van € 4 miljoen. Dit was mogelijk omdat het tekort in 2011 groter was dan 10% van het toegekende rijksbudget. Het Rijk heeft de IAU over 2011 eind december afgewezen. Er was in de rekening 2011 reeds een voorziening opgenomen voor een mogelijke afwijzing. Door de afwijzing ontstaat er geen financieel nadeel in 2012. Leiden is in 2013 formeel in bezwaar gegaan tegen de afwijzing. Niet met grote verwachtingen, maar meer om mogelijke rechten in de toekomst niet te verspelen. De aanvragen Amsterdam (bijna 80 € miljoen), Rotterdam (bijna € 40 miljoen) en diverse andere 100.000+ gemeenten zijn ook afgewezen. Verwacht wordt dat deze gemeenten ook in bezwaar zullen gaan. In theorie kan Leiden wellicht profiteren van een gunstige uitspraak voor een andere gemeente. Het is dan wel minimaal nodig om in bezwaar te zijn gegaan.
Effecten en prestaties Beleidsterrein 10.1 Arbeidsparticipatie Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
10.1.1
Het aantal uitkeringsgerechtigden (WWB/ Ioaw/ Ioaz is zo laag mogelijk (uitgedrukt in % van de potentiele beroepsbevolking ultimo jaar)
3,5%
3,6%
3,9%
4,0%
3,08%
SZW-net / CBS
10.1.2
Het aantal jongeren tot 27 jaar dat een inkomensvoorziening van de gemeente ontvangt is zo laag mogelijk (ultimo jaar)
-
219
231
181
200
BOD
10.1.3
WSW-ers ontwikkelen zich zodanig dat ze zo regulier mogelijk kunnen werken (% begeleid werken/ detachering t.o.v. totaal aantal WSW-ers)
32%
36%
37%
36%
40%
DZB
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
10.1.1.1
Uitstroom naar werk binnen één jaar na toekenning van de bijstand (als % van het aantal instromers)
24%
24%
25%
22%
25%
BOD
10.1.1.3
Niet op traject door vrijstelling op medische of sociale gronden
-
1.159
1.164
1.150
1.100
BOD
10.1.3.1
WSW-formatietaakstelling Rijk, aantal gerealiseerde Leidse se's t.o.v. rijkstaakstelling Leiden
99%
100%
100%
100%
100%
DZB
NB: prestatie-indicator 10.1.1.2 Percentage uitstroom dat na drie jaar niet opnieuw is ingestroomd in de bijstand is niet opgenomen omdat ten gevolge van de wisseling van uitkeringssysteem de historische gegevens niet beschikbaar zijn. 10.1.1. Het aantal bijstandsgerechtigden is zo laag mogelijk Het nagestreefde percentage van 3,08% van de potentiele beroepsbevolking van Leiden is, zoals al eerder in 2012 duidelijk werd, niet gehaald. In 2011 heeft een stijging van het bijstandsbestand ingezet die zich in 2012 heeft voortgezet. Met een nog immer oplopende werkloosheid is het onvermijdelijk gebleken dat een groter deel van de Leidse beroepsbevolking (tijdelijk) een beroep moet doen op een uitkering. Eind 2012 werden er 2824 uitkeringen WWB/IOAW/IOAZ/BBZ-uitkeringen verstrekt, waaronder 400 uitkeringen voor 'gehuwden'. Daarmee was 4 % van de potentiële beroepsbevolking afhankelijk van een uitkering. Gemiddeld is in Nederland in 2012 het aantal bijstandsgerechtigden gestegen met 2,9%. Leiden zit daar met 3.05% net iets boven. Leiden deed het ook net iets minder dan gemiddeld in de lijst van 33 steden waarvan de
162 | Jaarverslag
ontwikkeling van het bijstandsbestand maandelijks wordt gepubliceerd (plaats 19, in deze CBS-cijfers worden de uitkeringen aan dak- en thuislozen niet meegeteld, die fors (- 51%) gedaald zijn in 2012). Het aantal niet werkende werkzoekenden (geregistreerd bij UWV) liep in 2012 op van 3340 in januari naar 3839 eind december. 10.1.2. Het aantal jongeren tot 27 jaar met een bijstandsuitkering is zo laag mogelijk Dankzij de inspanningen in het kader van het regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid en het Project Ja (Jongeren op de Arbeidsmarkt, onderdeel van Werk en Inkomen) is het aantal jongeren met een uitkering fors gedaald. De daling in Leiden bedroeg 24% tegen 15% landelijk. De 1e ESF-subsidie voor de regio is in 2012 volledig afgewikkeld, de realisatie bedroeg € 564.000. Daarmee kan het actieplan ook in 2013 worden voortgezet. 10.1.3 WSW-ers ontwikkelen zich zodanig dat ze zo regulier mogelijk kunnen werken Het college heeft een vernieuwde visie DZB, op basis van de aangekondigde Wet werken naar vermogen, gepresenteerd aan de raad. Deze vernieuwde Visie en het Herstructureringsplan (RV 12.009) zijn op 5 april door de raad vastgesteld. Kort daarna viel de regering en werd duidelijk dat de Wet Werken naar Vermogen niet in 2013 in werking zou treden. Op basis van de door het nieuwe kabinet aangekondigde Participatiewet, bereidt DZB zich opnieuw voor. Het tempo van de ombuigingen bij DZB is in 2012 hoger geweest dan verwacht. Hierdoor hoeft de onttrekking van € 800.000 uit de bedrijfsreserve in 2012 niet plaats te vinden. DZB heeft hiertoe in 2012 € 258.000 aan frictiekosten uitgegeven, waarvan € 240.000 wordt gedekt uit het budget ‘zachte landing rijksbezuinigingen’. In de ‘beweging van binnen naar buiten heeft DZB de volgende percentages gehaald: binnen 28%, buiten 36% en gedetacheerd/begeleid werken 36%. Daarmee is de ambitie van 40% gedetacheerd/begeleid niet gehaald, ondanks vele nieuwe detacheringen (71). Belangrijkste oorzaak was de afloop van een grote groepsdetachering om arbotechnische redenen. 25 FTE konden niet direct herplaatst worden, wat een effect had van ca 2,5% verslechtering. Daarnaast was er een groot verloop van oudere plaatsingen. 10.1.1.1 Participatiecentrum (P-centrum) Het verwachte aantal aanmeldingen bij het Participatie-centrum van 1000 per jaar is gerealiseerd met in totaal 1078 aanmeldingen. 582 aanmeldingen zijn eind 2012 in diverse fases van het traject in het P-centrum. 114 aanvragen zijn afgewezen wegens geen recht op uitkering, 314 zijn teruggemeld als categorie zorg/sociale activering/overige belemmeringen. Deze trajecten worden wegens de beperking van middelen niet meer aangeboden (ter vergelijking: het aantal zorg/sociale activeringstrajecten was in 2010 253). 68 mensen hebben afgezien van uitkering. Van de 582 gestarte trajecten zijn er 222 afgesloten, De rest loopt nog (360). Van deze 222 afgesloten trajecten hebben 167 werkzoekenden (75%) een betaalde baan gevonden of zijn een opleiding begonnen. In dit aantal zijn alle contractvormen meegeteld, ook flex- of nul-urencontract, parttime en uitstroom naar opleiding met studiefinanciering. Vijftig mensen bleven in de uitkering (23%), vijf zagen alsnog van een uitkering af. Doelstelling van het p-centrum voor 2012 was dat bij een instroom van 1000 WWB-ers er 400 zouden uitstromen. Het werden er 353 van 1078 aanmeldingen (uit de uitkering door uitstroom naar werk of opleiding of door afzien van een uitkering, het poortwachters effect). Van de werkzoekenden die in 2012 een stage, leerwerkplek of p-plaats hebben gehad, heeft 8% een opleiding BBL gevolgd, 47% heeft een cursus of training gevolgd, 34% een vaardigheidstraining en 99% heeft in de praktijk aan vooraf gestelde leerdoelen gewerkt. De eerste 2 categorieën zijn kwalificerend, de overige 2 zijn niet kwalificerend, maar wel van belang voor het vergroten van de kansen op betaald werk. 10.1.1.2 Participatieplaatsen (p-plaatsen), opstapbanen en overige trajecten Een p-plaats is een instrument op weg naar regulier werk met een duur van maximaal 2 jaar; Het is een additionele werkplek waar een werkzoekende zich met behoud van uitkering verder kan ontwikkelen in de praktijk, met inzet van leerdoelen en waar mogelijk scholing. Ontwikkeldoelen worden per p-plaats vastgesteld en vastgelegd. Dit betreft kwalificerende scholing indien mogelijk en daarnaast leerdoelen in de praktijk (arbeidsritme, sociale- en werknemersvaardigheden etc). Van de gestarte trajecten in 2012 zijn in totaal 89 werkzoekenden geplaatst op een P-plaats en of werkstage. Hiervan zijn er 37 succesvol uitgestroomd naar werk, 16 niet succesvol afgesloten en 36 nog lopend. Bij de start van het P-centrum is aangenomen dat er 400 P-plaatsen gecreëerd zouden worden. Het uitgangspunt was dat iedereen die na 6 weken P-centrum geen regulier werk had direct geplaatst zou worden op een P-plaats. Medio 2012 is het beleid op de inzet van P-plaatsen aangescherpt en aangepast aan de praktijk: P-plaatsen worden ingezet voor werkzoekenden die veel ondersteuning nodig hebben bij hun persoonlijke en sociale ontwikkeling waardoor de afstand tot de reguliere baan groot is maar er wel zicht is op ontwikkeling naar regulier werk op langere termijn. Mensen die immers een kortere afstand tot een baan hebben, moeten zo
Jaarverslag | 163
snel mogelijk bemiddeld worden naar regulier werk (met of zonder inzet van opstapsubsidie). P-plaatsen mogen in geen enkel opzet gebruikt worden voor regulier werk dat de additionaliteit-toets niet kan doorstaan. Opstapbanen De Opstapbaan wordt nog wel ingezet als re-integratie-instrument. Eind 2012 waren er 80 opstapbanen. In de praktijk blijkt dat de Opstapsubsidie hard nodig is om werkgevers te stimuleren WWB-ers in dienst te nemen. De huidige Opstapsubsidie zal aangepast moeten worden aan de nieuwe werkelijkheid van flexibel werken. Daarnaast is het noodzakelijk de subsidievormen op Holland Rijnland niveau gelijk te trekken. Deze 2 zaken worden dit jaar (2013) uitgewerkt. Social Return on Investment (SROI) Inzet was om vanaf 2011 te streven naar tenminste 5 aanbestedingen per jaar met Social Return m.b.t. ‘werken’ (infrastructuur, bouw, onderhoud, groen) en minimaal 1 pilot sociale winst op aanbesteding uit te voeren m.b.t. aanbestedingen voor ‘diensten’. Er zijn stappen gezet in de professionalisering van de uitvoering en samen met Servicepunt'71 in de invulling van randvoorwaarden. zodat de 'vijf procent SROI-eis geborgd is in de aanbestedingsdocumenten en de standaardbestekteksten. In 2012 zijn inmiddels een zevental aanbestedingen met de 5%-eis SROI ingevuld (3916 uren), via de nieuwe werkwijze. De daadwerkelijke plaatsing van medewerkers op de SROI functies is vanaf mei gestart. In het totaal zijn 8 personen (7,77fte) geplaatst waarvan er medio het 1e kwartaal van 2013 in totaal 4 zijn doorgestroomd naar een reguliere baan bij de opdrachtnemer. Het betreft hier aanbestedingen in diverse branches waaronder de veiligheidsheidbranche, grond-,weg- en waterbouw en de bouwsector. Ook in de aanbesteding van de Collectieve Zieketekostenverzekering Minima, een door de gemeente aangeboden 'dienst' is SROI meegenomen. Eind 2012 waren 37 aanbestedingstrajecten lopende of in voorbereiding waarbij de vijfprocentregeling wordt meegenomen. Werkgeversbenadering Het team van Re-integratie Leiden – waaronder de accountmanagers – is continu bezig de markt te bewerken door acquisitie bij interessante, nog niet eerder benaderde bedrijven en daarnaast een stevig relatiebeheer voor bestaande opdrachtgevers. Naast terughoudendheid van bedrijven om personeel aan te nemen was de trend zichtbaar dat de hele arbeidsmarkt aan het flexibiliseren is. Er worden bijna geen jaarcontracten meer aangeboden, het merendeel loopt via korte flexibele contracten al dan niet via een intermediair. Daarnaast is er een grote concurrentie in de beroepen op lager functieniveau (productie) van werknemers uit andere delen van de Europese Unie. Ondanks de slechte economische situatie lukt het nog steeds om kansen te creëren voor werkzoekenden. 10.1.1.3 WIW- , ID- en Sleutelbanen WIW-banen (v/h Wet inschakeling werkzoekenden) In 2011 is besloten dat de gemeente Leiden zal stoppen met de subsidie van WIW-banen. WIW-ers zijn in dienst bij DZB. Het aantal banen van Leidse WIW-medewerkers moet worden afgebouwd tot nul in 2015. Omdat het budget over 3 jaar wordt afgebouwd (2012 75%, 2013 50% en 2014 25% van het oorspronkelijke budget), wordt er naar gestreefd ook de formatie daarmee gelijke tred te laten houden. Aan het eind van 2011 waren er 16 Leidse WIW-medewerkers in dienst bij DZB. De krimp tot en met 2013 wordt naar verwachting zonder gedwongen ontslagen, veelal door overgang naar een andere aanstelling, gerealiseerd. Voor 2 medewerkers zal in 2013 een oplossing worden gereliseerd. Dit betekent dat voor 6 medewerkers nog een oplossing gevonden moet worden. De aanpak van DZB zal in 2013 hetzelfde blijven. De WIW-er zelf is als eerste verantwoordelijk om een andere dienstbetrekking te vinden. DZB zal zoveel mogelijk begeleiding bieden om die baan te vinden. ID-banen (Instroom-Doorstroombanen) De subsidie voor ID-banen wordt op dezelfde wijze afgebouwd tot nul in 2015. Op 1-1-2012 waren er 58 Leidse ID-ers (52,4 FTE). 2012 sloot af met 42 Leidse ID-ers (38,4 FTE). Voor alle duidelijkheid: een ID-medewerker heeft een regulier dienstverband bij een werkgever. Sleutelbanen Ook de Sleutelbanen worden afgebouwd. In 2012 is het aantal deelnemers gezakt van 10 naar 6.
164 | Jaarverslag
Niet op traject door vrijstelling op medische en/of sociale gronden Er wordt op ingezet om het aantal vrijstellingen naar beneden te brengen. Regelmatig wordt bezien of de vrijstelling nog terecht is. De mensen die het betreft, hebben vaak al lange tijd een uitkering. 10.1.2.1 Realiseren Actieplan Jeugdwerkloosheid Geleverde prestaties Het aantal jongeren met een WWB-uitkering is in de hele regio teruggebracht. In de gemeente Leiden waren er in januari 2012 231 jongeren met een uitkering, op 31 december 2012 waren dit er 181. Van deze jongeren werken er 30 parttime. Zij hebben dus een gedeeltelijke uitkering. Door de oplopende problemen op de arbeidsmarkt zien we ook dat meer jongeren een beroep doen op de uitkering. Jongeren worden intensief begeleid naar de arbeidsmarkt. Er is een integrale aanpak ontwikkeld waarin helder is welke ondersteuning jongeren krijgen van de gemeente en welke inspanningen er van jongeren moeten leveren. Intensieve begeleiding van jongeren van het ROC die het onderwijs dreigen te verlaten Tot 1 augustus 2012 is project GOAL uitgevoerd. In project GOAL zijn 96 jongeren die dreigden uit te vallen intensief begeleid. Vanaf 1 oktober 2012 is er een actie gestart om jongeren die geen leerwerkbaan kunnen vinden en daardoor ongekwalificeerd het onderwijs zouden moeten verlaten, alsnog geplaatst te krijgen op een leerwerkbaan of een onbetaalde stage-baan. Gelet op de arbeidsmarkt vraagt dit een behoorlijke inspanning. Loonkostensubsidie voor werkgevers die jongeren willen plaatsen In 2012 zijn tien jongeren geplaatst met een loonkostensubsidie. De subsidie voor de jongeren bedraagt 50% van het bruto minimum jeugdloon. Intensieve benadering werkgevers De intensieve benadering van werkgevers verloopt in het Actieplan via de lokale werkgeversorganisaties. Daarnaast worden werkgevers individueel benaderd. In 2012 zijn we gestart met de bijeenkomst Leiden Werkt! , om een groep werkgevers te informeren over het Actieplan en hun ervaringen met het plaatsen van jongeren. De animo van groepsbijeenkomsten bij werkgevers is niet groot, desondanks gaan we het in 2013 nog een aantal keren uit zetten. Scholingstraject en leerwerkaanbod ontwikkelen samen met werkgevers In 2012 is een aantal trajecten opgezet met werkgevers onder de noemer sectorale projecten. De doelstelling van een sectoraal project is leren en werken te combineren in een BBL opleiding en om jongeren vanuit de uitkering alsnog een startkwalificatie te laten behalen. 1. Trajecten werken in de zorg (niveau 1 traject samen met ROC ID College en diverse zorgwerkgevers) 2. Traject glazenwassers (niveau 1 traject samen met Stichting Nelis) 3. Traject techniek (niveau 1, traject samen met ROC ID College en de SWA). Het bleek afgelopen jaar lastig om met werkgevers afspraken te maken over de plaatsing en opleiding van groepen deelnemers. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt boden onvoldoende ruimte. Het zorgtraject is niet succesvol geweest omdat werkgevers slechts bereid bleken een 0-uren contract aan te bieden en dat veel jongeren aan de eisen die gesteld waren, om verschillende redenen, niet konden voldoen. In 2012 is het wel gelukt om 10 jongeren vanuit de uitkering individueel te plaatsen bij een werkgever waardoor de betreffende jongeren ingeschreven kon worden in het onderwijs in een BBL opleiding. 10.1.3.1 Inzetten van de door het Rijk beschikbaar gestelde WSW-formatie Het aantal SE WSW dat voor 2012 aan Leiden was toegestaan bedroeg 721. Deze taakstelling is gerealiseerd (99,9%).
Beleidsterrein 10.2 Maatschappelijke participatie, minimabeleid en bijzondere bijstand Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
10.2.1
Minima doen mee in de samenleving en raken sociaal niet geisoleerd (aantal verstrekte tegemoetkomingen op grond van de declaratieregeling)
-
3.514
-
3.190
3.400
SZW-net
10.2.2
Armoedebestrijding (diverse regelingen, streefwaarde is aantal toekenningen langdurigheidstoeslag)
-
1.457
-
1.402
1.450
SZW-net
Jaarverslag | 165
Prestatie-indicatoren Prest.
10.2.1.1
Omschrijving
Declaratieregeling, het % binnen 4 weken afgehandelde aanvragen
Realisatie 2009
2010
2011
2012
-
86%
-
87%
Streefwaarde 2012
Bron
90%
SZW-net
Over de onderschrijding op het budget minimabeleid (zie ook hierna bij Programmabudget) is al gerapporteerd in de tweede bestuursrapportage. Het budget was begin 2012 verhoogd met extra rijksmiddelen om de gevolgen van brede rijksbezuinigingen voor minima op te vangen. In Leiden hebben de rijksbezuinigingen niet tot een merkbare toename van het beroep op voorzieningen voor minima geleid. Er is een afname van het gebruik van de declaratieregeling geweest en de wijziging in de criteria voor de regeling chronisch zieken en gehandicapten hebben geleid tot minder aanvragen. Het verminderde beroep op de declaratieregeling is zeer waarschijnlijk het gevolg van de beleidswijzigingen per 1 januari 2012 op grond waarvan alleen kosten worden vergoed, die aantoonbaar gemaakt worden ter bevordering van maatschappelijke participatie. Nadat gebleken was dat niet alle minima-huishoudens gebruik maakten van de regeling, zijn diverse acties ondernomen om deze huishoudens erop te attenderen dat zij nog kosten voor sport, cultuur en educatie konden declareren. Ook hebben diverse acties plaats gevonden om ouderen erop te attenderen dat zij nog geen minimaverstrekkingen hadden aangevraagd voor het jaar 2012. Deze acties hebben in de loop van het jaar tot een lichte toename in het aantal verstrekkingen geleid. De nieuwe voorzieningen voor kinderen, Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds en de uitbreiding van regeling voor scholingskosten en leermiddelen hebben het beroep op de declaratieregeling verminderd. In 2012 is de Collectieve Ziektekostenverzekering voor Minima aanbesteed voor 2013 en daarna. Resultaat is een verbeterd contract met de bestaande aanbieder. 10.2.1: Aantal verstrekte tegemoetkomingen o.g.v. declaratieregeling Het vermelde getal betreft het aantal betalingen op grond van de declaratieregeling en dus niet het aantal personen of huishoudens met recht op de declaratieregeling. Eén persoon kan meerdere declaraties in één jaar doen en dus ook meerdere betalingen ontvangen. Op basis hiervan kan een vergelijking met andere jaren worden gemaakt 10.2.2: Armoedebestrijding (diverse regelingen, streefwaarde is aantal toekenningen langdurigheidstoeslag) Er is een lichte daling. Aantal verstrekte eenmalige uitkeringen ouderen: 989. Aantal verstrekte regelingen scholingskosten: 1.090 10.2.1.1: Declaratieregeling, het percentage binnen 4 weken afgehandelde aanvragen Het betreft hier alle soorten aanvragen minimabeleid met uitzondering van de individuele bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag. Uitsplitsing naar specifiek de declaratieregeling is niet mogelijk. Er zijn 5063 ambtshalve (zonder aanvraag) toekenningen verzonden. Daarvoor geldt een doorlooptijd van 1 dag. Wanneer we de ambtshalve toekenningen buiten beschouwing laten is op 45% van de aanvragen binnen vier weken beslist (719 van 1.608). Inclusief de ambtshalve toekenningen is op 87% binnen vier weken beslist (5.782 van 6.671).
Beleidsterrein 10.3 Inkomensvoorzieningen Effectindicatoren Doel
10.3.1
Omschrijving
Minder uitkeringsgerechtigden (WWB/ WIJ/ Ioaw/ Ioaz-uitkeringen gemiddeld per jaar op basis van het geraamde budget)
Realisatie 2009
2010
2011
2012
2.525
2.659
2.809
2832
Streefwaarde 2012
Bron
2.660
SZW-net
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
10.3.1.1
Behandeling aanvragen en beheer uitkeringen WWB/ WIJ/ Ioaw/ Ioaz/ Bbz (% binnen vier weken afgehandelde aanvragen)
35%
28%
46%
54%
35%
SZW-net
10.3.1.2
Terugvordering en verhaal, totaal geind op kasbasis t.o.v. gemiddeld saldo vorderingen
16,4%
15,4%
11,4%
12%
20%
SZW-net
166 | Jaarverslag
10.3.1 Aantal uitkeringsgerechtigden Zoals bij 10.1.1 al blijkt, lukt het niet het bijstandsbestand binnen het voorlopig budget te houden door een verslechterde arbeidsmarkt en oplopende werkloosheid. Dit is een landelijke tendens. Het gevolg is wel een fors hogere vaststelling in 2012 van de gebundelde uitkering van het rijk zoals gemeld in de tweede bestuursrapportage. In 2012 is het WWB-bestand per saldo met 23 WWB-uitkeringen toegenomen. De jongeren zijn gedaald van 235 naar 181 uitkeringen, de dak- en thuislozen van 169 naar 82 uitkeringen en de doelgroep 27-65 jaar is gestegen van 2405 naar 2569 uitkeringen. De toename van 164 uitkeringen in de doelgroep 27-65 jaar is bijna even groot als de toename in 2011 (+157). Ten opzichte van het rijksbudget is er in 2012 een financieel tekort gerealiseerd van 3,76% (2011 22%). Het rijksbudget voor de jaren 2007 t/m 2011 was gebaseerd op het bestuursakkoord. Vanaf 2012 is dat niet meer zo en wordt de hoogte van rijksbudget sterker beïnvloed door de verwachte werkloosheidsontwikkeling. 10.3.1.1. Behandeling aanvragen en beheer uitkeringen Over 2012 is afgesproken dat minimaal 35% van de aanvragen WWB binnen vier weken wordt afgehandeld. Dit percentage was niet al te hoog gesteld omdat de verwachting was dat per 2013 de Wet werken naar vermogen in werking zou treden en dat dit in 2012 veel tijd en inzet van W&I zou vragen aan voorbereidingen en scholing. Het percentage is uitgekomen op 54%. 10.3.1.2 Terugvordering en verhaal Indicator 10.3.1.2: het percentage geïnd saldo is blijven steken op 12% en blijft daarmee achter op de begroting. Teruglopende financiële draagkracht bij debiteuren is in deze tijd een algemeen verschijnsel dat leidt tot minder incasso-opbrengsten. Ingezette acties om de opbrengsten te verhogen hebben door de lagere draagkracht tot dusver weinig opgeleverd. Doordat er sneller dan voorheen tijdig verrekening plaatsvindt en er dus geen vordering ontstaat, ontstaan er minder "makkelijke " vorderingen. Het aandeel "moeilijke" (waaronder fraudevorderingen) neemt daardoor toe. Over het algemeen zijn dit relatief hogere vorderingen waar gedurende langere tijd (vanwege de beperkte draagkracht) op zal worden afgelost.
Beleidsterrein 10.4 Schuldhulpverlening Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2012
Bron
10.4.1
Escalatie van problematische schulden wordt voorkomen
65*
479
393
262
450
BOD
10.4.1
Problematische schuldensituaties worden beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost
146 (61)
268 (121)
207 (109)
144 (90)
250
BOD
Streefwaarde 2012
Bron
Prestatie-indicatoren Prest.
Omschrijving
Realisatie 2009
2010
2011
2012
10.4.1.1
Binnen vier weken na melding is er een eerste gesprek (wettelijk verplicht vanaf 2012)
-
100%
100%
100%
100%
BOD
10.4.1.2
Bij dreigende schulden is er binnen drie dagen een eerste gesprek (wettelijk verplicht vanaf 2012)
-
100%
100%
100%
100%
BOD
Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Op 13 september 2012 heeft de Raad het in de wet voorgeschreven Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening vastgesteld. Op 18 december 2012 heeft het college de Beleidsregels schuldhulpverlening vastgesteld. In 2012 hebben zich 669 mensen zich voor schuldhulpverlening bij de Stadsbank gemeld, 140 minder dan in 2011. 10.4.1 (a) Escalatie van problematische schuldensituaties wordt voorkomen In 2012 zijn minder klanten gestart met een budgettraining dan in 2011 (152 in 2011 en 94 in 2012). Dit geldt ook voor het aantal nieuwe klanten met budgetbeheer (170 in 2011 en 139 in 2012) en voor het aantal gestarte stabilisatietrajecten (77 in 2011 en 29 in 2012). Een eerste verklaring hiervoor is het lagere aantal aanmeldingen. Omdat de klanten meer voorwerk moeten doen voordat ze daadwerkelijk toegelaten worden voor een eerste intakegesprek is het aantal eerste intakes
Jaarverslag | 167
ten opzichte van 2011 met 167 afgenomen. Dit is een daling van 20%. Logischerwijs zien we daarom ook een daling in de cijfers van de preventieve trajecten. Budgetbeheer wordt alleen nog aangeboden in combinatie met een schuldhulpverleningstraject. Ook het aantal stabilisatietrajecten is gedaald. Dit komt omdat stabilisatie alleen ingezet wordt indien te voorzien is dat klanten in drie maanden hun situatie zodanig gestabiliseerd kunnen krijgen dat we daarna kunnen doorgaan met de daadwerkelijke schuldregeling. Hiervoor zaten klanten sneller en langer in een stabilisatietraject terwijl er niet altijd zicht was op een stabiele situatie waar vanuit de schulden geregeld konden worden. Op dit moment schakelt de Stadsbank eerst de ketenpartners in om onderliggende problemen met de klant op te pakken. Indien hiermee gestart is komen de klanten terug en vaak samen met de hulp van de ketenpartner wordt het traject ingezet zonder dat stabilisatie noodzakelijk is. In andere gevallen krijgen klanten eerst één of meer adviesgesprekken met een schuldhulpverlener waarin de klant ondersteund wordt bij het voldoen aan de voorwaarden voor het starten van een schuldhulpverleningstraject. In die gevallen wordt er dus nog geen stabilisatie ingezet maar wordt de klant wel begeleid door een schuldhulpverlener door middel van het product advies en informatie. Het aantal mensen dat aangemeld is voor de budgettraining is ook gedaald. Oorzaak hiervan is ook hier dat het aantal aanmeldingen is afgenomen maar ook dat klanten zich aanmelden die schulden hebben die niet altijd het gevolg zijn van overbesteding. Deze klanten krijgen budgetbegeleiding van de schuldhulpverlener maar het is niet noodzakelijk dat zij een uitgebreide budgettraining (10 lessen) krijgen. Ook burgers die geen klant van de Stadsbank zijn, kunnen budgettrainingen volgen. De training wordt aangeboden in de Stadskrant. Er zijn echter weinig aanmeldingen uit voortgekomen. 10.4.1 (b) Problematische schuldensituaties worden beheersbaar gemaakt en zo mogelijk opgelost Er zijn minder schuldbemiddelingen en saneringskredieten afgesloten maar ook dit heeft te maken met het lagere aantal aanmeldingen. Verder is een verklaring hiervoor dat in de missie in het beleidsplan 2012 is vastgelegd dat het oplossen van de schuldensituatie niet altijd het streven kan zijn. In deze gevallen is schuldhulpverlening geen doel op zich maar een middel om de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van onze inwoners te bevorderen. Mee kunnen doen en daardoor mee kunnen tellen zijn dus de belangrijkste doelstellingen en niet een schuldvrije eindsituatie voor de klant. In de praktijk betekent dit dus minder gestarte en afgeronde schuldhulptrajecten, maar meer situaties die eindigen met een financiële situatie die maatschappelijke deelname niet belemmert. Een verschuiving van het oplossen van problemen naar het hanteerbaar maken van problemen. Verder is het slagingspercentage in 2011 van 52% in 2012 gestegen naar 62%. Hiermee is aangetoond dat de effectiviteit toegenomen is door de toepassing van meer maatwerk. Ook dit streven is vastgelegd in het beleidsplan.
Kaderstellende beleidsstukken ■ Vernieuwde visie DZB en herstructureringsplan (RV 12.0019) ■ Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening (RV 12.0087)
Programmabudget Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
PARTICIPATIE
64.509
-54.684
9.824
10.172
348
FINANCIELE VOORZIENINGEN
48.291
-42.549
5.742
6.717
976
MINIMABELEID
9.118
-224
8.894
8.991
97
SCHULDHULPVERLENING
2.552
-353
2.199
2.199
0
124.469
-97.810
26.658
28.079
1.421
Totaal
WERK EN INKOMEN bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
133.707
121.464
5.007
126.471
124.469
2.002
Baten
-98.356
-92.498
-5.895
-98.392
-97.810
-582
35.351
28.967
-888
28.079
26.658
1.421
Toevoeging
164
795
1.000
1.795
1.795
0
Onttrekking
-1.769
-1.809
729
-1.081
-1.081
0
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
168 | Jaarverslag
WERK EN INKOMEN bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
MUTATIES RESERVES
-1.605
-1.014
1.729
714
714
0
Saldo
33.746
27.952
841
28.793
27.373
1.421
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 Participatie Er is een voordeel van € 90.000 gerealiseerd op dit beleidsterrein als gevolg van een foutieve administratieve verwerking van een begrotingswijziging n.a.v. de 2e bestuursrapportage. Het budget van € 90.000 is foutief toegevoegd aan dit beleidsterrein, de lasten zijn juist verantwoord op programma Stedelijke ontwikkeling waardoor op dat programma een nadeel is ontstaan van € 90.000. Er is een voordeel van € 75.000 gerealiseerd op kinderopvang WKO (wet kinderopvang). Het voordeel is incidenteel omdat de Belastingdienst vanaf 2013 de WKO uitvoert. Het budget voor 2013 is inmiddels afgeraamd omdat het Rijk via de algemene uitkering de middelen kinderopvang heeft weggehaald bij de gemeenten. Er is een voordeel van € 83.000 gerealiseerd bij de afbouw van de ID-banen (InstroomDoorstroom). Het betreft een incidenteel voordeel omdat het een incidenteel budget betreft. Om een begrote overschrijding van het toegestaan nadelig begrotingssaldo op de WSW (DZB) te voorkomen was oorspronkelijk een bedrag van € 800.000 als onttrekking aan de DZB bedrijfsreserve geraamd. Als gevolg van eerder gerealiseerde ombuigingen en incidentele baten is bij de tweede bestuursrapportage de begrote onttrekking uit de bedrijfsreserve voor een bedrag van € 675.000 teruggedraaid, waarna de geraamde onttrekking uitkomt op € 125.000. De realisatie 2012 laat zien dat boven op dit geraamde voordeel nog eens een positief resultaat van € 77.000 wordt behaald. Hierdoor zal uiteindelijk slechts € 48.000 (€ 125.000-/€ 77.000) aan de reserve worden onttrokken. Het begrotingsresultaat ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is dan € 752.000 positief. Dit resultaat is onder meer ontstaan door een voordeel van € 250.000 op het saldo tussen de WSW-loonkosten en de WSW-rijkssubsidie en een voordeel van € 350.000 op de exploitatielasten. De netto toegevoerde waarde (NTW) blijft € 700.000 achter ten opzichte van de in de begroting opgenomen ambitie. In de begroting zijn taakstellingen geraamd, waaronder hogere opbrengsten (NTW). Deze ambitie bleek grotendeels niet haalbaar. Door deze taakstellingen was het mogelijk in de begroting een voordelige stelpost te ramen van € 730.000. Deze stelpost is voor een groot deel ingezet om de lager dan begrote NTW te compenseren. Ten opzichte van 2011 zijn de totale NTW-opbrengsten in 2012 € 72.000 hoger. Een verzekeringsbate van € 130.000 inzake brandschade is niet gerealiseerd vanwege de hoogte van het eigen risico dat de gemeente heeft gekozen. Het brandschadefonds zal worden ingezet. Financiële voorzieningen De bestandsontwikkeling van de WWB-uitkeringen is tot eind 2012 zeer stabiel geweest. Dat heeft geleid tot een lagere toename dan verwacht bij de 2e bestuursrapportage waardoor een voordeel op de uitkeringslasten is ontstaan van € 482.000. In het laatste kwartaal is er fors meer aan bijstandsvorderingen (met name fraudevorderingen) opgeboekt dan verwacht. Het betreft een voordeel van € 452.000. Doordat er meer aan (fraude)vorderingen is opgeboekt dan verwacht, is ook een grotere storting nodig in de voorziening oninbare debiteuren. Dat leidt tot een nadeel van € 368.000 in het programma Algemene dekkingsmiddelen. De lasten inkomensvoorziening Bbz (zelfstandigen) voor gevestigde ondernemers zijn fors toegenomen met € 320.000 in verband met de slechte conjunctuur. Een groot deel van deze kosten is declarabel bij het Rijk. Daardoor zijn de baten met € 236.000 toegenomen. Doordat de Wet Werken naar vermogen, die per 1-1-2013 zou ingaan, vervangen is door de Participatiewet, die naar verwachting per 2014 ingaat, is het invoeringsbudget niet besteed in 2012. Er was een last en een rijksbate geraamd van € 62.000. De last is niet gerealiseerd, de rijksbate is voor € 33.000 gerealiseerd. Het resultaat op Financiële voorzieningen moet worden beschouwd als incidenteel. Minimabeleid Op de bijzondere bijstand is een voordeel gerealiseerd van € 108.000, voornamelijk als gevolg van minder aanvragen/toekenningen zorgtoeslag. In het najaar van 2012 was het budget al neerwaarts met € 1 miljoen
Jaarverslag | 169
bijgesteld. Op de post Kwijtschelding gemeentelijke belastingen is een nadeel gerealiseerd van € 84.000. Er is minder aan uitvoeringskosten doorbelast dan begroot hetgeen een voordeel oplevert van € 73.000. INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen dit programma zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op afgesloten kredieten met een voordelig saldo Vervanging bedrijfsmiddelen DZB Bij de vervanging van bedrijfsmiddelen is een terughoudend beleid gevoerd. Daarnaast zijn een aantal bedrijfsmiddelen aangeschaft als occasion wat resulteert in een lagere aanschafwaarde. Toelichting op investeringskredieten ouder dan 3 jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 20112 Niet van toepassing.
170 | Jaarverslag
3.2.11 Overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Inleiding Binnen de rekening bestaat er onderscheid tussen specifieke dekkingsmiddelen en algemene dekkingsmiddelen deel I en deel II. Specifieke dekkingsmiddelen hangen samen met een concreet beleidsveld en staan opgenomen in de desbetreffende programma’s. Dat kunnen bijvoorbeeld inkomsten zijn uit de opbrengst van de verkoop van gronden, betalingen voor concrete gemeentelijke diensten (ophalen afval, verstrekken van vergunningen, onderhouden van het riool, reisdocumenten etc.) of uitkeringen in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Deze dekkingsmiddelen staan tegenover de uitgaven op de desbetreffende programma’s in de rekening. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van andere dekkingsmiddelen, doordat zij vrij aan te wenden zijn. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. De algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de bestedingen van de programma’s 1 tot en met 10. Algemene dekkingsmiddelen deel I bestaat vooral uit de Algemene Uitkering en inkomsten uit belastingen, heffingen, beleggingen en financiering. Algemene dekkingsmiddelen deel II bevat de overige niet bij programma’s of algemene dekkingsmiddelen deel I onder te brengen producten zoals de saldi van kostenplaatsen en de stelposten. De saldi op kostenplaatsen ontstaan doordat bij de doorberekeningen naar programma’s c.q. producten gerekend wordt met vooraf berekende standaardtarieven. Omdat de werkelijke tarieven achteraf kunnen verschillen, kunnen daardoor aan het eind van het begrotingsjaar overschotten of tekorten ontstaan. Dit zijn in 2012 dus eigenlijk tekorten of overschotten die niet aan een programma toegerekend kunnen worden. De algemene dekkingsmiddelen deel I De algemene dekkingsmiddelen beslaan bijna de helft van de totale baten van de gemeente. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn: ■ Rijksmiddelen (Algemene Uitkering uit het gemeentefonds) ■ Belastingen (onroerende zaak-, toeristen- en precariobelasting) ■ Inkomsten uit de financiële functie (dividend, beleggingen en geldleningen) Het merendeel van deze dekkingsmiddelen is structureel (jaarlijks terugkerend). Een deel is incidenteel. In de toelichtingen wordt hierop ingegaan. De totale begrote omvang van de algemene dekkingsmiddelen I zoals opgenomen in de programmabegroting 2012 bedroeg € 220 miljoen. Als gevolg van diverse ontwikkelingen is uiteindelijk het begrote bedrag toegnomen tot € 230 miljoen. Hieronder treft u aan het overzicht van algemene dekkingsmiddelen I conform het besluit Begroting en Verantwoording. Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo 2012
Algemene uitkering gemeentefonds
-164.381
-152.403
-153.455
1.052
Totaal Rijksmiddelen
-164.381
-152.403
-153.455
1.052
Onroerend zaakbelasting gebruikers
-11.196
-11.378
-11.133
-245
Onroerend zaakbelasting eigenaren
-31.718
-32.204
-32.245
41
-340
-380
-559
179
Toeristenbelasting
Jaarverslag | 171
Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo 2012
-7.533
-7.827
-7.878
51
-50.787
-51.789
-51.815
26
587
-4.982
-5.304
322
Beleggingen
-20.469
-19.375
-20.322
947
Geldleningen
-2.218
-1.481
-1.785
304
-22.100
-25.838
-27.411
1.573
0
0
0
0
-237.268
-230.030
-232.681
2.651
Precariobelasting Totaal Belastingen
Deelnemingen
Totaal Financiële functie
Onvoorzien
Totaal algemene dekkingsmiddelen I
Rijksmiddelen Jaarlijks ontvangt elke gemeente volgens een verdeelstelsel een uitkering uit het Gemeentefonds. De uitkering is bestemd voor de bekostiging van autonome gemeentelijke taken die veelal dicht bij de burger liggen. Het verdeelstelsel is opgenomen in de Financiële verhoudingswet en is gebaseerd op twee uitgangspunten. Het moet rekening houden met onderlinge verschillen in de kosten waar de gemeenten voor staan en met de draagkracht van de gemeenten (de belastingcapaciteit). Karakteristiek voor de algemene uitkering is dat elke gemeente in principe vrij is in het besteden van haar aandeel. De omvang van de algemene uitkering is voor de gemeente een gegeven, maar de gemeente kan zelf bepalen aan welke voorzieningen zij haar geld bij voorkeur besteedt (eigen prioriteitenstelling). De groei van het Gemeentefonds was tot en met 2008 gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (de netto gecorrigeerde rijksuitgaven). Eenvoudig gezegd: als het Rijk meer uitgeeft, profiteert het Gemeentefonds daarvan en andersom. In het bestuursakkoord 2009 is deze afspraak onder druk van de economische recessie tot en met 2011 buiten werking gezet. Met ingang van 2012 is de groei/afname van het gemeentefond weer gekoppeld aan de genormeerde rijksuitgaven. Hierdoor wijzigt de hoogte van de algemene uitkering gedurende het jaar door de verwachte ontwikkeling van de rijksuitgaven. Onderuitputting op de rijksbegroting leidt tot een lagere algemene uitkering voor de gemeente. Belastingen In de paragraaf lokale heffingen wordt de toelichting gegeven op de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting, de toeristenbelasting en de precariobelasting. In die paragraaf wordt ook vermeld welk beleid ten aanzien van deze belastingen is gevoerd. De roerende ruimtebelasting is in 2012 niet ingevoerd. Inmiddels is besloten van invoering af te zien. De kosten van invordering van de belastingen en de waardebepaling van de onroerende zaken zijn verantwoord bij programma 1 Bestuur en dienstverlening. Voor de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland (BSGR) verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen. Financiële functie In de paragraaf financiering wordt ingegaan op aspecten betreffende de financiering van de gemeente respectievelijk de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Op deze plaats verwijzen wij naar die paragraaf voor een uitgebreide toelichting. De belangrijkste deelnemingen zijn NUON, Alliander, het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland (DUNEA) en NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. In 2009 is besloten de Leidse aandelen in Nuon Energy NV te verkopen aan het Zweedse Vattenfall. Hiervoor was eerder Nuon NV gesplitst in een netwerkbedrijf Alliander NV en het productie- en leveringsbedrijf Nuon Energy NV. De aandelen van Nuon NV zijn overgegaan naar Alliander NV. Voor de deelname aan Nuon Energy NV zijn nieuwe aandelen uitgegeven. Het dividend van Alliander NV wordt begroot op € 1 miljoen per jaar. Het dividend op de resterende aandelen uit Nuon Energy NV is gefixeerd op 2% van de overeengekomen verkoopprijs. Voor meer informatie over de deelnemingen verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen. Het resultaat op de beleggingen wordt gebaseerd op de meerjarige ontwikkeling van de reserves en voorzieningen volgens de begroting en gekoppeld aan ervaringen uit het verleden. Door de verkoop van de
172 | Jaarverslag
aandelen Nuon Energy NV is het eigen vermogen toegenomen en daarmee het gebruik van dit eigen vermogen als eigen financieringsmiddel. De toename van de bespaarde rente compenseert het verlies aan dividend. Het resultaat op de geldleningen en het resultaat op de beleggingen moet in samenhang gezien worden met het resultaat op de rentegerelateerde stortingen, welke zijn verantwoord binnen diverse programma's. Onvoorzien De post onvoorzien wordt ingezet voor uitgaven die als onuitstelbaar en onvermijdbaar worden aangemerkt, en waarvoor in de begroting verder geen raming is opgenomen. Indien de uitgave een structureel karakter heeft, dan worden de meerjarige consequenties als autonome ontwikkeling in de volgende begroting verwerkt. De algemene dekkingsmiddelen deel II Hieronder treft u het overzicht aan van de producten binnen algemene dekkingsmiddelen deel II. Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo 2012
Stelposten concern
0
-167
0
-167
-18.192
770
3.081
-2.311
Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
2.511
4.857
-1.615
6.472
Totaal algemene dekkingsmiddelen II
-15.681
5.460
1.466
3.994
Oninbare vorderingen
Stelposten concern Indien nodig wordt in de begroting gebruik gemaakt van stelposten. Deze posten worden zoveel mogelijk direct toegevoegd aan de relevante programma- of bedrijfsvoeringbudgetten. Wanneer dat niet direct mogelijk is, worden stelposten tijdelijk geparkeerd op het product Stelposten concern. Het saldo op dit product wordt verrekend met de bedrijfsvoeringreserve concern. Oninbare vorderingen Op het product oninbare vorderingen wordt uitsluitend de mutatie op de voorziening dubieuze debiteuren geboekt. Deze mutatie wordt bepaald met een risicoanalyse per ultimo boekjaar over de openstaande vorderingen op debiteuren. De voorziening dubieuze debiteuren op de balans fungeert derhalve als dekking voor de methodisch berekende omvang van niet inbare vorderingen op debiteuren, en niet als dekking voor specifieke oninbaar verklaarde posten. Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering Op dit product worden de lasten en baten verantwoord die niet rechtstreeks ten gunste of ten laste van andere producten kunnen worden gebracht. In 2009 is conform de financiële verordening een nieuwe kostenverdeelsystematiek voor de gemeentelijke organisatie geïntroduceerd, zodat lasten en baten door kostentoerekening worden doorverdeeld aan de producten binnen de begrotingsprogramma’s. Als uitgangspunt voor de doorverdeling is gekozen deze zo eenvoudig mogelijk te houden, dat wil zeggen transparant, niet tijdrovend en niet foutgevoelig. Dit uitgangspunt wordt alleen verlaten als een complexere methode wettelijk verplicht is. Via de kostenverdeelmethodiek worden eerst de kosten van de ondersteunende afdelingen conform begroting met een tarief per werkplek of fte over de lijnafdelingen verdeeld. Het saldo tussen begroting en realisatie van deze afdelingen wordt op dit product verantwoord. De kosten van de lijnafdelingen worden vervolgens doorverdeeld naar producten of kredieten. Deze doorverdeling gebeurt op basis van realisatie voornamelijk met vooraf bepaalde percentages, maar in een aantal situaties met tijdregistratie. Het BBV staat niet toe om organisatiekosten door te verdelen naar de producten 001.01 Bestuursorganen en 001.03 Raad en Commissies.
Jaarverslag | 173
Programmabudget ALGEMENE MIDDELEN bedragen x € 1.000,Lasten
Rekening 2011
Begroting 2012
Begr. wijziging 2012
Totaal begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
9.292
7.280
4.601
11.881
6.966
4.915
Baten
-262.241
-238.414
1.962
-236.451
-239.888
3.437
SALDO VOOR RESULTAATBESTEMMING
-252.950
-231.134
6.564
-224.570
-232.922
8.352
Toevoeging
19.577
10.038
19.166
29.204
28.690
515
Onttrekking
-68.265
-7.595
-54.121
-61.715
-57.280
-4.435
MUTATIES RESERVES
-48.688
2.444
-34.955
-32.511
-28.591
-3.920
-301.638
-228.691
-28.391
-257.081
-261.513
4.432
Saldo
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN I De resultaten op de producten binnen algemene dekkingsmiddelen I worden als volgt verklaard. Product ALGEMENE UITKERING GEMEENTEFONDS Door een aantal ontwikkelingen is de algemene uitkering in 2012 € 153.455.000 geweest. Dat is € 1.052.000 meer dan het in de begroting opgenomen bedrag van € 152.403.000. Het verschil wordt in de volgende tabel toegelicht. Verklaring resultaat Algemene uitkering bedragen x € 1.000,Resultaat algemene uitkering 2012
Bedrag
Voordeel/ Nadeel 1.052
V
400
V
-403
N
Afrekening over 2010 en 2011
350
V
Reserveringen voor taakmutaties, niet besteed
500
V
Overige, waaronder een lichte stijging van inwoners/woonruimten en bedrijven
205
V
Waarvan: Stijging van het aantal bijstandsontvangers en inwoners met een laag inkomen Daling van het uitkeringspercentage ten opzichte van de Septembercirculaire 2012
Onzekerheid over uiteindelijke opbrengst 2011 en 2012 Eind 2012 is de algemene uitkering 2010 definitief vastgesteld. Dit geeft aan dat tot twee jaar na afloop nog wijzigingen kunnen plaatsvinden in de uiteindelijke opbrengst. De algemene uitkering over 2011 en 2012 is dus nog met een kleine onzekerheid omgeven. Uiteindelijk zullen vooral de WOZwaarde, de normeringssystematiek 2012 (samen trap op, trap af met het rijk), de verdeelreserve en het uitkeringspercentage positief of negatief invloed hebben op de afrekening. Met de herinvoering van de normeringssystematiek met ingang van 2012 is deze onzekerheid toegenomen. Mede om die reden houden wij in het weeerstandvermogen/concernreserve rekening met dit risico. De opbrengst zoals wij die in 2012 verantwoorden is gebaseerd op de bevoorschotting van de algemene uitkering 2011 en 2012 van februari 2013. Product BELASTINGEN De saldi op de producten onroerende zaakbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting zijn kleiner dan € 250.000 en worden derhalve niet toegelicht. Product DEELNEMINGEN Het resultaat op deelnemingen is in 2012 € 1.974.000 voordelig. Dit voordeel kan als volgt worden toegelicht. Dunea 100 N In 2012 is voor het eerst een dividenduitkering begroot van € 100.000 van drinkwaterbedrijf Dunea. Omdat een meerderheid van de aandeelhouders tegen het wijzigen van de statuten van Dunea is om het verbod op het uitkeren van dividend op te heffen, is er geen dividend uitgekeerd en ontstaat er dus een nadeel.
174 | Jaarverslag
Alliander 367 V Het geraamde dividend van Alliander bedroeg € 2.200.000, waarvan € 1.000.000 incidenteel. Het werkelijk uitbetaalde dividend bedroeg afgerond € 2.567.000, wat een voordeel oplevert van € 367.000. Het dividend was eenmalig hoger door de afwikkeling van de fiscale positie van Nuon NV over de periode tot 1 juli 2009, de datum van de verkoop van de aandelen. Stadskabel 1.707 V Met Ziggo (de rechtsopvolger van Kabel Maatschappij Rijnland) is overeenstemming bereikt over de afwikkeling van het winstrecht. Bij de verkoop in 1993 van Stadskabel Leiden aan KMR is een winstrecht bedongen met een gegarandeerde uitbetaling uiterlijk in 2019. Het winstrecht is destijds tegen contante waarde berekend op basis van de rekenrente en in de balans opgenomen. Gelet op de winstontwikkeling is afgesproken om het winstrecht in één keer uit te keren. Die betaling zal uiterlijk op 1 juni 2013 plaatsvinden. Omdat de uitkering hoger uitvalt dan waarvoor het winstrecht in de balans staat wordt een voordeel gerealiseerd. Product GELDLENINGEN en Product BELEGGINGEN Het resultaat op de geldleningen en het resultaat op de beleggingen is afgerond € 1.251.000. Dit resultaat moet in samenhang worden gezien worden met het resultaat op de rentegerelateerde stortingen in de reserves, die binnen diverse programma's zijn verantwoord. Het resultaat na stortingen betreft een nadeel van afgerond € 158.000. Bij de begrotingswijziging volgend uit de 1e bestuursrapportage is met één rentegerelateerde storting geen rekening gehouden. In de paragraaf financiering wordt dit nader toegelicht. Product ONVOORZIEN In de primitieve begroting bedroeg het bedrag voor onvoorziene uitgaven € 300.000. Dit begrote bedrag is in 2012 met € 70.000 afgeraamd voor uitvoering van amendement 13 op de programmabegroting 2012, en met € 230.000 door besluitvorming bij de 2e bestuursrapportage. Er is geen saldo op dit product. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN II De resultaten op de producten binnen algemene dekkingsmiddelen II worden als volgt verklaard. Product ONINBARE VORDERINGEN De storting in de voorziening dubieuze debiteuren is in 2012 € 2.311.000 hoger dan begroot. Binnen het programma Werk en Inkomen is meer geboekt aan bijstandsvorderingen dan geraamd. Het betreft vooral fraudevorderingen die in de praktijk lastig inbaar blijken, waardoor de storting in de voorziening voor deze categorie € 370.000 hoger is dan begroot. Daarnaast is over het totaal van de openstaande vorderingen een incidentele storting in de voorziening nodig van € 1.941.000. Voor het debiteurensaldo van minder dan een jaar oud wordt 1% als oninbaar beschouwd. Voor het debiteurensaldo ouder dan 1 jaar is dat 10%. In 2012 hebben we dit oude debiteurensaldo extra kritisch beoordeeld. Het bestaat uit relatief veel oude vorderingen uit de jaren 2010 en eerder. Mede gezien de aard van de posten en de economische situatie hebben we voorzichtigheidshalve en in afwijking van eerdere jaren rekening gehouden met een hoger oninbaar bedrag.
Jaarverslag | 175
Product SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING Het voordeel op het product saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering bedraagt € 6.472.000. Dit resultaat bestaat uit de volgende componenten die onder de tabel voor de belangrijkste verschillen worden toegelicht. Resultaat Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering Stelpost bedrijfsvoering
Resultaat V/ N 1.357 V
Verzamelkostenplaats Werkplek Huisvesting en services ambtenaren, mobiele telefonie Servicepunt71 Overige resultaten verzamelkostenplaats werkplek
69 V 265 V 33 N
Verzamelkostenplaats fte Personeel, bovenformatief personeel en voormalig personeel
3.090 V
Gemeentebrede HRM-budgetten
536 V
Gemeentebrede HRM-projecten
380 V
Communicatie en Grafisch Productie Centrum
480 V
Overige resultaten verzamelkostenplaats fte
219 V
Verzamelkostenplaats Concern Overige resultaten verzamelkostenplaats Concern Totaal Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
109 V 6.472 V
Stelpost bedrijfsvoering 1.357 V Per 1 januari was voor het oplossen van incidentele vraagstukken op het gebied van bedrijfsvoering een bedrag van € 370.000 beschikbaar. Door besluitvorming bij de tweede bestuursrapportage is hier een bedrag van € 1.673.000 aan toegevoegd om meer problemen op het gebied van bedrijfsvoering op te kunnen vangen. Omdat niet altijd bekend is wanneer knelpunten optreden, kan het saldo van € 1.357.000 benut worden voor storting in de bedrijfsvoeringsreserve concern. Huisvesting en services en mobiele telefonie 69 V Het voordelig resultaat bestaat uit een klein nadeel op de kosten voor huisvesting en services (huurdersdeel) van € 16.000, een nadeel op de kosten van huisvesting van ambtenaren (verhuurdersdeel) van € 78.000 en een voordeel op mobiele telefonie van € 169.000. Servicepunt71 265 V In 2012 heeft een herijking van budgetten van Servicepunt71 plaatsgevonden. Als gevolg daarvan is er in 2012 extra budget vrijgemaakt bij RV12.0068. De gehele bijdrage, basisbijdrage plus bedrag door herijking, is conform afspraak in rekening gebracht. Op de budgetten voor opdrachtgeving en onvoorzien is er een voordeel van € 265.000, onder andere door een vrijval van de voorziening voor vakantiegeld voor de Leidse medewerkers die naar Servicepunt71 zijn overgegaan. Overige resultaten verzamelkostenplaats werkplek 33 N Personeel, bovenformatief personeel en voormalig personeel 3.090 V Bij de tweede bestuursrapportage is er op de begrote loonkosten voor personeel, bovenformatief personeel en voormalig personeel bijgestuurd als gevolg van de verwachting dat er een tekort zou ontstaan. Deze bijsturing is niet begrotingstechnisch op de afdelingen verwerkt. Per saldo ontstaat er daardoor op het product Saldi kostenplaatsen een voordeel op loonkosten van € 2.383.000. Daarnaast is eind 2012 over eerdere jaren een teruggave ontvangen van de Belastingdienst voor eigen risicodragerschap WGA (Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid) van € 707.000. Dit vormt een incidentele bate. Voor een uitgebreide toelichting op de resultaten op personeel en externe inhuur wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Let op, bovenstaande betreft slechts het voordeel dat zichtbaar is op het product Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering. Tezamen met de resultaten binnen de progarmma's 1 tot en met 10 ontstaat het saldo dat in de paragraaf bedrijfsvoering wordt toegelicht.
176 | Jaarverslag
Gemeentebrede HRM-budgetten 536 V Het positieve saldo op de budgetten voor opleidingskosten, werving en selectie en arbozaken bedroeg incidenteel respectievelijk € 273.000, € 186.000 en € 77.000. Gemeentebrede HRM-projecten 380 V Twee gemeentebrede HRM-projecten, te weten de ontwikkeling van een strategisch hrm-plan en de organisatie van het proces van externe inhuur, hebben in 2012 vertraging opgelopen. Van de voor deze projecten beschikbare budgetten is € 380.000 in 2012 nog niet uitgegeven. Communicatie en Grafisch Productie Centrum 480 V De uren van de medewerkers van het bureau Communicatie worden in rekening gebracht ten laste van projectbudgetten of direct via kostendoorverdeling inclusief opslag voor overhead van de kostenplaats door verdeeld. Het voordeel bij het communicatiebureau á € 284.000 is ontstaan door de kostendoorverdeling via tijdschrijven in plaats van kostendoorverdeling achteraf en is daardoor geen daadwerkelijk voordeel. In 2008 is het GPC ontstaan door de drukkerijen van de gemeente en DZB samen te voegen. Als gevolg van deze samenvoeging is een oplopend voordeel op de exploitatie opgenomen tot afgerond € 200.000. In 2011 is het GPC afgeslankt en gaan werken met een bedrijfsplan. Vanwege latere implementatie werd begin van 2012 verwacht dat nog niet de hogere inkomsten voor dat jaar konden worden gerealiseerd. Aan het eind van het jaar blijkt een voordeel van € 146.000 gerealiseerd. Daarnaast blijkt dat in 2012 voor € 50.000 meer-inkomsten zijn geboekt welke ten gunste van 2013 hadden horen komen. Overige resultaten verzamelkostenplaats fte 219 V De overige resultaten binnen deze groep tellen op tot een resultaat van € 219.000 voordelig. Verzamelkostenplaats concern 109 V Het resultaat op de kostenplaatsen van de concerndirectie, het team Middelen en Control en Manager projecten bedraagt per saldo € 109.000 voordelig.
INVESTERINGEN Overschrijdingen op investeringskredieten Binnen de algemene dekkingsmiddelen zijn per 31-12-2012 geen overschrijdingen op investeringskredieten. Toelichting op investeringskredieten ouder dan drie jaar die niet afgesloten worden bij de jaarrekening 2012 7100268 SBL aanschaf beheersprogrammatuur Dit investeringskrediet blijft noodzakelijk voor de aanschaf van nieuwe beheerprogrammatuur van de gebouwen van het sportbedrijf. Naar verwachting wordt het beheerprogramma in 2013 aangeschaft en ingericht. 7100281 CENTRIC-systeem Het investeringskrediet van € 153.000 voor Centric/Key2Parkeren moet nog open blijven staan. Het afgelopen jaar is intern de voorbereiding gestart voor de te verrichten vervangingsinvestering. In 2013 en 2014 zal hieraan uitvoering worden gegeven. Mede op basis van aanbevelingen uit de IT-Audit van Ernst & Young worden er in 2013 ook nog allerlei verbeteringen (maatwerktoepassingen) door de leverancier uitgevoerd. De verwachting is dat het krediet voldoende zal zijn. 7100274 Ontwateringscontainer De containers zijn geplaatst, en ook de opdracht tot plaatsing van stroombronnen voor het openen en sluiten is gegeven. De factuurafhandeling zal pas in 2013 plaatsvinden. 7100278 Opslag kadavers Het investeringskrediet is nodig voor de verbetering van de koelinstallatie en inzamelmiddelen ten behoeve van de wettelijke taak van het inzamelen van kadavers. 7100282 Noodaggregaat Het huidige noodaggregaat is aangekocht in 2005 en gaat langer mee dan gepland. Op enig moment zal vervanging moeten plaatsvinden. 7100285 Wissellocatie pa-containers kenauweg Dit investeringskrediet blijft noodzakelijk en is onderdeel van het totaalplan herhuisvesting.
Jaarverslag | 177
7100288 Werkkolom hefbruggen De hefbruggen zijn in januari 2013 geplaatst. De factuurafhandeling vindt daarna plaats. 7100287 Mobilofoonnetwerk 2007 en 7100291 Uitbreiding telecommunicatie 2007 Het restant investeringskrediet is nodig voor het nog aan te schaffen voertuigmanagementsysteem, inclusief communicatielijnen met de voertuigen. 7100289 en 7100290 Wagenpark 6 en 8 jaar In verband met de organisatieontwikkeling van Stedelijk Beheer is een pas op de plaats gemaakt met de vervanging van de voertuigen en is voor een deel tijdelijk gebruik gemaakt van huurvoertuigen. In de loop van 2012 is een aantal noodzakelijke vervangingen gedaan, maar in 2013 wordt afgewogen of we al dan niet tot aanschaf zullen over gaan. Niet het gehele investeringskrediet is ouder dan 3 jaar. 7100292 Kinderboerderij De kinderboerderij is in het voorjaar van 2010 in gebruik genomen. Het restant investeringskrediet is bedoeld voor de bouw van een quarantainestal, waarvoor het traject van vergunningaanvraag inmiddels is doorlopen en de vergunning is afgegeven. De stal zal in 2013 gebouwd worden. 7100293 t/m 7100295 Kenauweg Deze kredieten blijven noodzakelijk voor de aanpassingen aan het complex Kenauweg en worden ingezet wanneer alle vergunningen zijn verleend. 7100296 Herhuisvesting Milieu en Beheer Nadat alle vergunningen zijn verleend kunnen pas diverse werkzaamheden gedaan worden. Deze werkzaamheden komen ten laste van het restant investeringskrediet. 7100275 Vervanging toegangscontrole en tijdregistratie Het investeringskrediet wordt aangewend voor een nieuw beveiligingssysteem, wat in lijn is met waarvoor het aanvankelijk bestemd was, namelijk de verscherping van de toegangscontrole. 7100279 Verbouwing Stadsbouwhuis De verbouwing is nagenoeg afgerond behoudens de verplaatsing van de kassa-opstelling in kantine Stadbouwhuis, in verband met Arbovoorschriften. In 2013 wordt het krediet afgesloten. 7100298 Representatieve ruimten Stadhuis Dit investeringskrediet is bestemd voor aanpassingen en restauraties van de 2e etage van het Stadhuis en voor enkele andere bijzondere ruimten binnen het Stadhuis. Omdat het gaat om restauratie van rijksmonumentale onderdelen van het gebouw waar zeer omzichtig mee moet worden omgegaan, is dit project nog niet gereed. Het afgelopen jaar is de restauratie van de koffiekamer voorbereid. Deze restauratie zal in 2013 nog voor de zomer ten laste van dit krediet worden uitgevoerd. Daarna zullen er opnieuw onderdelen aan de orde komen die ook nog moeten worden uitgevoerd en waarschijnlijk ook weer een lange voorbereidingstijd zullen hebben. Dit project is in 2005 gestart en loopt nog steeds door, uitgaande van de mogelijkheden die het restantbedrag geeft, zullen daar de noodzakelijke restauraties uit worden bekostigd. 7100276 Vervanging DMS Dit investeringskrediet wordt betrokken bij het zaaksysteem, waarvan het DMS onderdeel uitmaakt. Eind 2013 is er meer duidelijk. 7100277 Risicokaart SP VIC De risicokaart wacht op de landelijke richtlijnen. De ontsluiting van data bij rampen kan dan via webservices worden geregeld. Wij hopen in 2013 op een stap voorwaarts. 7100280 Verbetering Postafhandeling In 2013 zal begonnen worden met de nieuwe scanstraat en nieuwe software die is aangeschaft uit dit krediet. Voor de volledig digitale afhandeling van de post is een afstemming met het Zaaksysteem nodig. Daarom loopt ook deze planning gelijk met het krediet hierboven. 7100301 Aanschaf beheersysteem openbare ruimte Het investeringskrediet loopt naar verwachting door tot eind 2013. De lange looptijd van het krediet is het gevolg van het doorlopen proces van voorbereiding, besluitvorming, aanbesteding en de opdrachtgeving voor het productgericht beheer van het informatiesysteem. De aanbesteding heeft eind 2011 plaatsgevonden en in januari 2012 is gestart met de implementatie en uitvoering van een pilot. In januari 2013 is het systeem functioneel getoetst en geaccepteerd.
178 | Jaarverslag
3.3 Paragrafen 3.3.1 Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiden uiteengezet voor het boekjaar 2012. De uiteenzetting vindt plaats door middel van een onderdeel "algemene ontwikkelingen" en een onderdeel "ontwikkelingen gemeente Leiden". Onder de "algemene ontwikkelingen" komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van de wet- en regelgeving aan de orde. De "ontwikkelingen gemeente Leiden" richten zich specifiek op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente Leiden. Algemene ontwikkelingen Renteontwikkelingen De gemiddelde kapitaalmarktrente voor rentevaste en lineaire leningen met een looptijd van 10 jaar is over 2012 uitgekomen op ca. 2,28 % (over 2011 was de gemiddelde rente 3,21%). De renteontwikkeling vertoonde over 2012 een dalende trend. Over het algemeen was het renteverloop in 2012 stabiel en het rentepercentage was relatief laag (zie grafiek). In de begroting werd een kapitaalmarktrente verwacht van 4,5%. De rente op de geldmarkt wordt voornamelijk bepaald door het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De rentestand wordt door de ECB gebruikt om te sturen op de inflatie. Het belangrijkste tarief van de ECB is de herfinancieringsrente, deze is in 2012 één keer aangepast. In juli 2012 is dit rentetarief verlaagd van 1% naar 0,75%. De depositorente die de ECB hanteert is voor de geldmarkt de ondergrens. De depositorente is in juli 2012 verlaagd en uitgekomen op 0% (zie grafiek). Als gekeken wordt naar de rentarieven op kasgeldleningen met de looptijd van 1 maand, dan vertoonde deze in de eerste drie maanden een grillig verloop. Van april tot en met december is er een dalende trend zichtbaar, waarbij de verlaging van de ECB-depositorente leidt tot een plotselinge verlaging van de rente op de kasgeldleningen (zie grafiek). In de begroting 2012 werd een kasgeldrente verwacht van 1,75%. Uit oogpunt van financieringsactiviteiten waren de gevolgen van de kredietcrisis beperkt tot een lage rentestand in 2012. De rentetarieven zijn als gevolg van een ruim monetair beleid laag bleven. De ontwikkelingen rondom Griekenland en andere Europese staten gaven vooral een neerwaarste druk op de rentetarieven voor landen als Duitsland en Nederland, welke door de kapitaalmarkt als "veilige haven" worden beschouwd. Daardoor waren de rentetarieven niet alleen in historisch perspectief, maar ook ten opzichte van andere lidstaten uit Europa laag.
Wet- en regelgeving SEPA (Single European Payment Area) implementatie De ontwikkelingen in het betalingsverkeer worden in hoofdzaak bepaald door 'Europa'. De migratie naar de “Single European Payment Area” (SEPA) is inmiddels in volle gang. Doel van deze migratie is voor het betalingsverkeer binnen Europa standaarden te ontwikkelen. Gelijktijdig worden de rekeningnummers op Europese schaal uniek gemaakt door een uitbreiding met een aantal posities. Dat betekent vervolgens weer aanpassing van veel software om de veldlengte voor het banknummer aan te passen. In 2011 is voor betalingen via het financieel systeem Decade overgegaan op betalingen die SEPA-proof zijn. Voor 1 januari 2012 zijn alle
Jaarverslag | 179
pinautomaten geschikt gemaakt voor de EMV-chip die als SEPA-standaard is voorgeschreven. De vervolgstap is om alle systemen die gebruik maken van een bankrekeningnummer aan te passen, inclusief de aanpassing van achterliggende formulieren. Om deze aanpassingen te begeleiden is in 2012 een projectgroep opgericht voor de ondersteuning van de activiteiten. Het migratieplan beslaat in ieder geval een periode tot 1 februari 2014. De wet HOF De wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) is in voorbereiding. De wet vormt de vertaalslag van de normering zoals die door de EU-regeringsleiders in het aangepaste Stabiliteits- en Groeipact zijn afgesproken en beoogt aan de gemeenten een inspanningsverplichting op te leggen om te voldoen aan de afgesproken normen voor het EMU-saldo. Het conceptwetvoorstel is in september ingediend bij de Tweede Kamer, besluitvorming in de Tweede Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Uit de ingediende wettekst blijkt dat de micronorm (norm per gemeente) is losgelaten en dat de macronorm (de sector gemeenten) leidend wordt. Per gemeente komt er wel een referentienorm, maar hier wordt geen toezicht op gehouden. Een nadere uitwerking van de wet HOF zal plaatsvinden in een uitvoeringsbesluit. Dit uitvoeringsbesluit is van belang voor de gemeenten omdat hierin de praktische uitvoering van de wet nader wordt vormgegeven. Eind januari heeft de VNG een onderhandelaarsakkoord bereikt met het kabinet, onder andere over de wet HOF. Het akkoord houdt in het kort in dat het EMU-tekort van de mede-overheden gefaseerd zal moeten dalen naar -0,2% in 2017. De extra sanctie (een korting op het gemeentefonds) die in de wet staat, blijft in de wet gehandhaafd, echter in deze kabinetsperiode zal zo'n sanctie niet worden toegepast. Bij de behandeling van de wet HOF in de Tweede Kamer op 23 april 2013, zijn een aantal amendementen en een motie aangenomen welke de positie van de gemeenten verder verbetert. Middels amendementen is onder andere de sanctie op de overschrijding van de EMU norm uit het wetsvoorstel vervangen door een correctiemechanisme. Met de komst van het correctiemechanisme vindt niet direct bij overschrijding een sanctie plaats, maar wordt de mogelijkheid geboden om, middels maatregelen, weer binnen de norm te komen. Een motie om uitstel of afstel van investeringen van provincies, gemeenten en waterschappen te voorkomen, werd kamerbreed gesteund. In de loop van 2013 zal de eerste kamer het wetvoorstel behandelen. Als de Eerste Kamer akkoord gaat, treedt het wetsvoorstel 1 januari 2014 in werking. Op het financiële boekjaar 2012 heeft de wet HOF geen invloed gehad. Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Dat betekent dat gemeenten hun overtollige middelen verplicht bij het Rijk moeten uitzetten. Inmiddels is een wetsvoorstel in de maak om de invoering af te dwingen. De rentevergoeding over de middelen die bij het Ministerie van Financiën worden aangehouden is gelijk aan de rente waartegen de Staat zich financiert op de financiële markten. In het onderhandelaarsakkoord van de VNG met het kabinet zijn ook afspraken gemaakt met betrekking tot het schatkistbankieren. Er worden twee aanvullingen in de wet opgenomen. De eerste aanvulling is dat de gemeenten overtollige middelen mogen gaan uitlenen aan andere overheden om daarmee een beter rendement te halen. Er komt tevens een doelmatigheidsdrempel van 0,75% van het begrotingstotaal (binnen een bandbreedte van 0,25 mln - 2,5 mln). Bevinden de overtollige middelen zich onder de doelmatigheidsdrempel, dan hoeven deze gemeenten niet te schatkistbankieren. Gelet op de schuldpositie van de gemeente heeft deze wet geen directe financiële gevolgen. Op de financiering in 2012 heeft de komst van het schatkistbankieren geen invloed gehad. Ontwikkelingen gemeente Leiden Beleidsvoornemen treasury In de financiële verordening (RV 11.0032) zijn de kaders voor de treasuryfunctie door de raad bepaald. In de nota Treasury, besluitnr. 11.0573, zijn die kaders verder aangescherpt en in overeenstemming gebracht met wijzigingen in de Wet FIDO. Tot 2012 was het beleid erop gericht om binnen de kasgeldlimiet een schuldpositie aan te houden omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen lager is dan de rente op langlopende middelen. Gedurende 2012 is hier gedeeltelijk op teruggekomen en is besloten minder gebruik te maken van de kasgeldlimiet en de financieringsbehoefte meer af te dekken met langlopende financiering. Gezien de renteontwikkeling, waarbij sprake is van een historisch lage rente, was er in 2012 de mogelijkheid om langlopende leningen aan te gaan tegen een gunstig tarief. Op deze wijze is bewerkstelligd dat een deel van het renterisico voor de lange termijn is afgedekt. Kasgeldlimiet De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de kasgeldlimiet in 2012 weergegeven.
180 | Jaarverslag
Tabel 1 Omschrijving
Gemiddelde netto vlottende schuld
Kasgeldlimiet
Ruimte (=+) of Overschrijding
eerste kwartaal 2012
44.400
40.845
-3.555
tweede kwartaal 2012
33.140
40.845
7.706
derde kwartaal 2012
23.494
40.845
17.351
vierde kwartaal 2012
24.682
40.845
16.163
Bedragen x € 1.000
In het eerste kwartaal is de kasgeldlimiet overschreden, in de kwartalen daarop wordt de kasgeldlimiet ruim onderschreden. De overschrijding van de kasgeldlimiet heeft geen gevolgen. De wet FIDO schrijft voor dat de toezichthouder geïnformeerd dient te worden indien de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. De kasgeldlimiet was het vierde kwartaal van 2011 onderschreden, waardoor er geen sprake was van een overschrijding van drie opeenvolgende kwartalen. Over de vier kwartalen van 2012 komt naar voren dat minder gebruik is gemaakt van de kasgeldlimiet. Dit is conform het beleidsvoornemen om in 2012 de financieringsbehoefte meer af te dekken met langlopende leningen, met als doel het renterisico te beperken. Renterisconorm Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de renterisiconorm in 2012 weergegeven. Tabel 2 Omschrijving
2011
2012
551.095
480.535
20%
20%
110.219
96.107
Bedrag waarover renterisico wordt gelopen (afschrijvingen)
11.333
19.554
Ruimte onder renterisiconorm
98.886
76.553
Begrotingstotaal Wettelijk percentage Renterisconorm
Bedragen x € 1.000
Het bedrag aan langlopende leningen waarover de gemeente Leiden een renterisico liep, bedroeg in 2012 € 19,5 miljoen. Dat bedrag blijft ruimschoots binnen de wettelijke norm (volgens de wet FIDO), zoals blijkt uit bovenstaande tabel. Financiering De ontwikkeling van de leningenportefeuille is in onderstaande tabel gegeven (De stand van de leningenportefeuille is terug te vinden in de toelichting op de balans). Tabel 3 Ontwikkeling leningenportefeuille
Bedrag
Stand per 1 januari 2012
176.416
Nieuwe leningen
+ 60.000
Reguliere aflossingen
- 14.745
Vervroegde aflossingen
- 4.809
Stand per 31 december 2012
216.862
Bedragen x € 1.000
In 2012 zijn drie langlopende geldleningen aangetrokken met een gezamenlijk bedrag van € 60 miljoen conform de volgende specificaties: - € 20 miljoen, looptijd 10 jaar, jaarlijkse lineaire aflossing, stortingsdatum 28-02-2012, verstrekker BNG, rentepercentage 2,69% - € 20 miljoen, looptijd 10 jaar, jaarlijkse lineaire aflossing, stortingsdatum 27-04-2012, verstrekker BNG, rentepercentage 2,42%
Jaarverslag | 181
- € 20 miljoen, looptijd 25 jaar, jaarlijkse lineaire aflossing, stortingsdatum 21-06-2012, verstrekker NWB, rentepercentage 2,76% Het aangetrokken kapitaal is in 2012 voornamelijk aangewend om kortlopende financiering om te zetten in langlopende financiering (zie tabel 1) en om investeringen te financieren. Een grote investering van € 14 miljoen heeft plaatsgevonden in juni 2012 betreffende het project W4, de verbreding van de snelweg A4 tussen Leiden en Burgerveen. Liquiditeitsbegroting en -prognose Overeenkomstig de nota Treasury moet de gemeente beschikken over een liquiditeitsplanning voor het komende jaar en voor de komende 10 jaar. De inkomende- en uitgaande geldstromen nemen qua omvang toe. Door deze toename is besloten de liquiditeitsplanning met behulp van de kasstroommodule van het bestaande pakket voor het beheer en de registratie van langlopende geldleningen samen te stellen (SG-treasury). De liquiditeitsplanning voor 2012 en de jaren daarna zijn nog volgens de systematiek opgesteld, zoals deze de voorgaande jaren gebruikelijk was. Met ingang van 2013 zal worden gestart met de nieuwe kasstroommodule. Renteresultaat Binnen de gemeente Leiden worden rentelasten toebedeeld aan de vaste activa middels een omslagrente. Voor 2012 was de omslagrente 4,5%. Het toebedelen van de rentelasten vindt plaats door middel van een interne verrekening. Tegenover de toegerekende rente aan de vaste activa staan de rentelasten van de financieringsmiddelen. De financieringsmiddelen kunnen onderverdeeld worden in eigen en vreemd vermogen. Voor het eigen vermogen betreft dit de rente op de reserves en de voorzieningen, ook wel de bespaarde rente genoemd. Voor het vreemde vermogen betreft dit werkelijk betaalde rente op de opgenomen geldleningen. Het resultaat dat ontstaat door het verschil tussen de doorberekende rente aan de vaste activa en de rente op de financieringsmiddelen, wordt verantwoord op het product geldleningen. De rentebaten op de eigen financieringsmiddelen (de bespaarde rente), worden verantwoord op het product beleggingen. Op een aantal reserves wordt de rente daadwerkelijk bijgeschreven. Op de rentegerelateerde stortingen kan een resultaat ontstaan indien stortingen niet geraamd zijn. Het renteresultaat bestaat uit het resultaat op het product geldleningen, het product beleggingen en de rentegerelateerdestortingen en kan als volgt uiteengezet worden (in de toelichting op de programmarekening is dit resultaat tevens benoemd): Tabel 4 Onderdeel
Resultaat 2012
Product geldleningen
+ 307
Product beleggingen
+ 946
Rentegerelateerde stortingen Totaal renteresultaat
- 1.411 - 158
Bedragen x € 1.000
Bij de begrotingswijziging vanuit de 1e bestuursrapportage 2012 is geen rekening gehouden met de rentegerelateerde storting op de "reserve Lammenschanspark" voor een bedrag van € 152.000,-. Hierdoor is over 2012 een nadelig renteresultaat ontstaan. Overig Complexe financiële producten De gemeente Leiden maakt geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten. Uitzettingen Leiden kent geen uitzettingen in de vorm van beleggingen en verstrekte geldleningen in het kader van de treasuryfunctie. Leiden kent wel enkele deelnemingen en leningen aan woningbouwcorporaties en derden uit hoofde van de publieke taak. Risico's op deze kapitaalverstrekkingen zijn aanwezig maar gering.
182 | Jaarverslag
Relatiebeheer Met de BNG en de ING wordt periodiek contact onderhouden. Met een aantal geldmakelaars, die voldoen aan de criteria van de Nederlandse Bank is er periodiek telefonisch contact. Aansluitend ontvangt de gemeente via de e-mail regelmatig informatie over tarieven. Geldstromenbeheer De betalingen van de gemeente worden zo veel mogelijk via de BNG geleid omdat door de BNG de kortlopende financieringsbehoefte voor de gemeente Leiden wordt afgedekt. Met de BNG is daartoe een ruime kredietfaciliteit van € 75 miljoen overeengekomen. Via de ING worden een aantal bulk-mutaties, zoals bijvoorbeeld parkeervergunningen en parkeergelden, afgehandeld. De betalingen uit hoofde van de gemeenteheffingen lopen met ingang van 2011 nagenoeg volledig via de bank van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland die de opbrengsten vervolgens periodiek afstort naar de gemeente. Saldobeheer Het saldobeheer wordt dagelijks uitgevoerd door de financiële administratie. Het saldobeheer van de ING-rekeningen gezamenlijk wordt in één keer uitgevoerd omdat die rekeningen als één geheel worden beschouwd. Het saldo bij de ING wordt dagelijks afgeroomd/aangevuld tot nul. Administratieve organisatie In overeenstemming met de kaders van de nota Treasury is de administratieve organisatie ten aanzien van de treasury vastgelegd. Informatievoorziening Via de aanbieding van de financieringsparagraaf bij de jaarrekening respectievelijk de begroting wordt halfjaarlijks gerapporteerd in aansluiting op de planning- en controlcyclus.
3.3.2 Grondbeleid Algemeen Onder gemeentelijk grondbeleid wordt verstaan: “Het inzetten van het daarvoor beschikbare instrumentarium met als doel een gewenst ruimtegebruik te bevorderen met inbegrip van een bevordering van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten.” Het grondbeleid vormt daarmee geen einddoel van beleid, maar staat als instrument mede ten dienste aan andere gemeentelijke beleidsvelden zoals: ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische ontwikkelingen en milieu. Een algemene kenschets van het grondbeleid anno 2012 De rapporteringsystematiek voor grondzaken is het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL). Deze vorm staat garant voor transparantie en overzichtelijkheid van de inzet van de gemeentelijke gelden voor de ruimtelijke projecten. Het PRIL wordt als separate rapportage inclusief besluitvorming als onderdeel van de jaarrekening, aangeboden aan de gemeenteraad van Leiden. Dit biedt het gemeentebestuur van Leiden de mogelijkheid van centrale sturing en transparante keuzes voor inzet van beschikbare middelen. De grondprijzen zijn evenals voorgaande jaren vastgelegd in de Notitie Grondprijzen 2013, vastgesteld door het college van B en W op 22 januari 2013. De gemeenteraad van Leiden heeft hiermee ingestemd op 28 februari 2013. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die waren opgenomen in de begroting Het grondbeleid wordt ingezet ter realisering van de doelstellingen van het ruimtelijk-economisch programma. In het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden zijn de projecten aangegeven die binnen de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente prioritair zijn. Uitvoering grondbeleid gemeente Leiden Conform het gestelde in de Nota Strategisch grondbeleid (RB 05. 0051) initieert de gemeente zelf nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen door risicodragend gronden aan te kopen, te herontwikkelen en uit te geven (een actief grondbeleid). De kosten van het in exploitatie nemen van een gebied worden verhaald via de gronduitgifte. Het voorkeursrecht ingevolge de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG) en de onteigening worden daarbij toegepast. De WVG is in 2012 toegepast in de Aalmarkt (2x) en Lammenschanspark (Betaplein). De ontwikkelingen in Leiden bevinden zich na het afsluiten van het laatste uitbreidingsplan Roomburg, voornamelijk in de sfeer van herstructurering. Ruimtelijke ontwikkelingen worden gerealiseerd in samenwerking met marktpartijen, waarbij zowel de gemeente als de marktpartij intitiatief kan nemen. Met name met de woningcorporaties wordt op die manier samengewerkt, bij WOP-Noord en - Zuid-West. De
Jaarverslag | 183
specifieke kennis van de marktpartij vormt een waardevolle meerwaarde en daarom wordt deze er door de gemeente in de initiatieffase bijgehaald. De mogelijkheden voor gemeentelijke regie zijn met de wet inzake Grondexploitatie (per 1 juli 2008) verbeterd. De wet voorziet in publiekrechtelijk kostenverhaal dat speelt als de gemeente een grotere gebiedsontwikkeling met meerdere grondeigenaren entameert. Actief grondbeleid door de gemeente is onder de huidige marktomstandigheden niet zonder risico. Mede vanwege de zwakke vermogenspositie kiest de gemeente vaker voor facilitair grondbeleid. Vaker is er een taakstellend budget en wordt er gebruik-gemaakt van (complexe) aanbestedingsprocessen om te komen tot een optimale besteding van beschikbare middelen en het verlagen van de risico’s voor de gemeente (bijv. Lammenschanspark). Door de huidige economische omstandigheden en het beperkte investeringsvermogen worden marktpartijen afwachtender. Gemeentelijk initiatief wordt daardoor weer belangrijker om ontwikkelingen in de stad voor elkaar te krijgen. Per opgave dient derhalve afhankelijk van de economische omstandigheden en het risicoprofiel van de opgave de afweging gemaakt te worden welke vorm van grondbeleid (actief, facilitair) het meest passend is. Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie Projecten in uitvoering Projecten na uitvoeringsbesluit Nummer
Project
Boekwaarde 31/12/2011
PRIL 2012 NCW
Boekwaarde 31/12/2012
PRIL 2013 NCW
8
Trekvaartplein
452.167
-6.145.505
1.248.894
-6.271.526
13
A4/W4
548.377
815.980
643.724
757.397
18
Nieuw Leyden
-785.525
507.499
-654.816
485.948
19
Groenoordhallenterrein en Van Voorthuijsenlocatie
3.122.100
-4.579.280
4.474.427
2.046.937
21
Willem de Zwijgerlaan
0
2.846.519
0
0
23
De Nobel - Grondexploitatie
125.426
-1.268.225
2.093
-1.259.658
28
Dieperhout - ROC
zie onder
4.612.575
-327.841
30
Lorentzschool
2.059.349
-542.852
2.190.692
-516.155
39
Het Gebouw (Brede School Leiden Noord)
-1.649.565
358.395
-3.170.994
106.162
73
Aalmarkt
15.588.646
-12.294.201
17.438.541
-12.692.203
Totaal
19.460.975
-20.301.670
26.785.136
-17.670.939
-24.830.063
-21.067.383
Voorziening negatieve grondexploitaties
De ‘projecten met een uitvoeringsbesluit’ tonen in totaliteit een tekort van € 17,7 mln. Ten opzichte van de jaarrekening 2011 is het saldo verbeterd hetgeen veroorzaakt wordt doordat het resultaat van Groenoordhallenterrein en Van Voorthuijsenlocatie is gewijzigd van € 4,6 mln. negatief naar € 2 mln. positief. Dit is in belangrijke mate een administratieve aanpassing. De bijdragen die vanuit deze grondexploitatie werden geleverd aan de Willem de Zwijgerlaan, zijn uit de grondexploitatie gehaald in verband met strijdigheid met de BBV. Doordat het resultaat verbetert en zelfs positief wordt, valt de genomen voorziening (in jaarrekening 2011 nog € 4,6 mln.) vrij in de Vereveningsreserve. Vervolgens worden de voor het project Willem de Zwijgerlaan benodigde middelen vanuit de Vereveningsreserve beschikbaar gesteld. Hiertoe wordt besluitvorming voorgelegd bij de raadsbehandeling van PRIL 2013 - de Rekening 2012. Tegenover de saldoverbetering door Groenoordhallen, heeft het afsluiten van het project Willem de Zwijgerlaan een drukkend effect op het totaalresultaat van de projecten in uitvoering, aangezien deze in de jaarrekening 2011 een positief resultaat had van € 2,8 mln. In 2012 is het deelplan Dieperhout – ROC-locatie in uitvoering genomen, met een negatief resultaat van ruim € 0,3 mln. Het programma van Het Gebouw is als gevolg de huidige marktomstandigheden gewijzigd. Twee blokjes markthuurwoningen zijn omgezet in sociale huur- en schoolwoningen. Hierdoor is het resultaat van de grondexploitatie afgenomen met ruim € 0,2 mln. Bij PRIL 2013 wordt voorgesteld om de projecten Willem de Zwijgerlaan en Matilo af te sluiten per 31/12/2012. Doordat de bijdrage van Groenoordhallen aan de Willem de Zwijgerlaan zoals hierboven vermeld is
184 | Jaarverslag
komen te vervallen, sluit de Willem de Zwijgerlaan bij afsluiten op nul waardoor geen verrekening met de Vereveningsreserve plaatsvindt. Voor de verwachte negatieve grondexploitaties worden voorzieningen getroffen in de vorm van een dotatie vanuit de Vereveningsreserve Grondexploitaties aan de Voorziening Negatieve Grondexploitaties. Per 31-12-2012 is de benodigde reservering € 21,1 mln. tegen € 24,8 mln. in de jaarrekening 2011. Reden van de verminderde behoefte is zoals hierboven is aangegeven met name het veranderde resultaat bij Groenoordhallenterrein en Van Voorthuijsenlocatie. (zie ook paragraaf 4.4 toelichting op de balans) Projecten na kaderbesluit Projecten na kaderbesluit Nummer
Project
19
Groenoordhallen - Bedrijventerrein en Groenoord Noord
22
Haagwegkwartier (WOP Zuidwest)
28
Dieperhout (vanaf 2013 alleen deelplan - Agneslocatie)*
37
St. Josephschool
45
Stationsgebied (STEO)**
Totaal
Boekwaarde 31/12/2011
PRIL 2012 NCW
Boekwaarde 31/12/2012
PRIL 2013 NCW
4.321.187
-4.149.000
1.862.675
-2.343.670
-249.905
261.000
-56.506
-6.428.380
129.602
1.488.000
158.637
1.334.013
0
-149.064
0
133.192
32.057
-355.000
601.076
7.865.919
4.232.941
-2.904.064
2.565.882
561.074
* NCW PRIL 2012 betrof nog de gehele grondexploitatie Dieperhout ** In 2012 betrof dit alleen het deelplan Rijnsburgerblok Het gaat om de projecten Groenoordhallen (deelplannen bedrijventerrein en Groenoord-Noord), Haagwegkwartier (WOP Zuid-West), Dieperhout – deelplan Agneslocatie, de Josephschool (Oppenheimstraat fase II) en Stationsgebied met uitzondering van het deelplan Morssingelblok. Al deze grondexploitaties hadden ook in de jaarrekening 2011 al een kaderbesluit, Stationsgebied echter alleen voor het deelplan Rijnsburgerblok; eind 2012 is een nieuw kaderbesluit genomen voor totaal Stationsgebied met uitzondering van deelplan Morssingelblok. Voor dit laatste deelplan was er nog geen zicht op dekking. In totaliteit laten de projecten na kaderbesluit een positief resultaat zien van € 0,56 mln. t.o.v. een tekort van € 2,9 mln. in het PRIL 2012. Er hebben zich afgelopen jaar veel mutaties voorgedaan in deze projecten. Het resultaat van het project Groenoordhallen (bedrijventerrein en Groenoord-Noord) is met ca. € 1,8 mln. verbeterd door het afboeken van de boekwaarde met € 2,7 mln. Naast de verbetering als genoemd is het resultaat Groenoordhallen met € 0,9 mln verslechterd door het terugtrekken van een mogelijke koper en dientengevolge bijstelling van de opbrengstverwachting voor het bedrijventerrein. Bij Haagwegkwartier was het uiteindelijke grondbod dusdanig laag dat de samenwerking met de betrokken marktpartij is gestaakt. Momenteel worden andere manieren onderzocht om deze locatie tot ontwikkeling te brengen. Vooralsnog is het resultaat van de grondexploitatie fors verslechterd. Aangezien de verwachting is dat er door andere manieren van ontwikkeling de kans op revenuen in de toekomst zeker aanwezig is, is de kansenparagraaf gunstiger dan bij de jaarrekening 2011, hetgeen de forse verslechtering enigszins nuanceert. Per saldo is er ook dan echter nog sprake van een forse verslechtering van het grondexploitatieresultaat. De ontwikkeling van de St. Josephschool is gesplitst. In het PRIL wordt enkel nog gerapporteerd over het onderdeel appartementen en bijzondere functies. Dit heeft geresulteerd in een verbetering van het resultaat met ruim € 0,25 mln. Voor het Stationsgebied is in oktober 2012 een kaderbesluit genomen waarbij is besloten dat binnen het totale project wordt verevend. Inclusief verrekening van de gewogen risico’s en kansen is voor dit plan een gering tekort becijferd van € 0,3 mln.
Jaarverslag | 185
Projecten voor kaderbesluit Projecten voor kaderbesluit Nummer
Project
Boekwaarde 31/12/2011
PRIL 2012 NCW
Boekwaarde 31/12/2012
PRIL 2013 NCW
35
De Wissel
0
677.000
0
af te sluiten
45
Stationsgebied (Morssingelblok)
0
0
0
-20.254.494
Totaal
0
677.000
0
-20.254.494
* NCW PRIL 2012 betrof nog de gehele grondexploitatie Dieperhout ** In 2012 betrof dit alleen het deelplan Rijnsburgerblok Met betrekking tot de projecten voor kaderbesluit, anno 2013 is dat alleen nog Stationsgebied (m.u.v. het Morssingelblok). Het Morssingelblok kent een fors tekort waarvoor nog geen dekking aanwezig is. Voor dit deelplan wordt pas een kaderbesluit voorbereid op het moment dat er wel zicht op dekking is. De Wissel was een plan in de initiatieffase waarvoor bij PRIL 2013 wordt voorgesteld om dit plan af te sluiten. Deze locatie wordt toegevoegd aan de lijst te verkopen gemeentelijk vastgoed. Een onderbouwing van de geraamde winstneming Winst is het positieve resultaat dat vrijkomt bij het afsluiten van de grondexploitatie. Deze wordt pas ingeboekt als de investeringen en opbrengsten zijn gerealiseerd. In een raadsvoorstel zal worden gevraagd de winst over te boeken naar de Vereveningsreserve Grondexploitaties, waarna dit vervolgens kan worden overgeboekt naar een of meerdere bestemmingsreserves en voorzieningen binnen het Vermogensbeheer (Nota Vermogensbeheer Grondzaken, RB 05.0052). Bij RB 08.0027 is besloten de tussentijdse winstneming te structureren en op te rekken. In 2012 is er geen tussentijdse winst genomen. De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondexploitatie In de Nota Vermogensbeheer Grondzaken (RB 05.0052/RB06.0122/) wordt beschreven hoe het vermogensbeheer is ingericht in aansluiting op de ruimtelijke en stedenbouwkundige projecten. Bij het PRIL 2008 zijn een drietal risicoreserves ingesteld en bij PRIL 2012 is hierin nog een verandering doorgevoerd om doel en werking van de reserves te verbeteren. De bestemmingsreserves met betrekking tot beheersen van risico’s in de jaarrekening 2012 zijn: � de Reserve project- en algemene risico’s grondexploitatieprojecten in uitvoering � de Reserve risico’s bijzondere projecten � de Reserve renterisico’s erfpacht
3.3.3 Lokale heffingen 1. Inleiding In paragraaf 3.2.11 is een overzicht opgenomen van de algemene dekkingsmiddelen. Hieronder staan ook opgenomen de belastingopbrengsten afkomstig uit de onroerende zaakbelasting, de toeristenbelasting en de precariobelasting. In deze paragraaf wordt ingegaan op de opbrengsten en het beleid ten aanzien van de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen in 2012. Eerst zullen de heffingen worden behandeld die deel uitmaken van de woonlasten, te weten de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de lokale lastendruk. Vervolgens wordt ingegaan op de toeristenbelasting, de precariobelasting, de parkeerbelasting, rechten en het kwijtscheldingsbeleid.
186 | Jaarverslag
In 2012 is de gehele uitvoering van de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing, precariobelasting en toeristenbelasting gedaan door de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR). Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2012 Werkelijk 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Verschil
OZB-eigenaren
31.718
32.204
32.245
41
OZB-gebruikers
11.196
11.378
11.133
-245
Rioolheffing
5.365
5.527
5.502
-25
Afvalstoffenheffing
8.802
9.477
9.450
-27
340
380
559
179
7.533
7.827
7.878
51
Toeristenbelasting Precariobelasting Totaal
64.954
66.793
66.767
-26
-1.152
-84
Kwijtschelding
-1.105
-1.068
Bedragen x € 1.000
2. Heffingen die deel uitmaken van de woonlasten 2.1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Onroerende-zaakbelastingen worden op grond van de verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2012 geheven van gebruikers van niet-woningen en van eigenaren van woningen en niet-woningen binnen de gemeente Leiden. Belastingplichtig is de gebruiker/eigenaar op 1 januari van enig jaar. Grondslag voor de heffing 2012 is de waarde van de onroerende zaak naar de prijspeildatum van 1 januari 2011. Deze waarde wordt vastgesteld door middel van een WOZ-beschikking. Met de heffing van OZB worden algemene inkomsten verkregen. De OZB-tarieven in Leiden zijn hoger dan gemiddeld. De kosten van het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval en de rioleringskosten worden gedeeltelijk bestreden uit de OZB-opbrengsten. In Leiden zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing niet kostendekkend. Bovendien is in de tarieven voor niet-woningen de in 2005 ingevoerde opslag ten behoeve van het Ondernemersfonds begrepen. De OZB niet-woningen (exclusief areaalontwikkelingen) is ten opzichte van 2011 verhoogd met de index van 2%. In het kader van de vergroening (het principe ‘de vervuiler betaalt’) is de opbrengst OZB woningen niet geïndexeerd en heeft daartegenover een extra verhoging van de afvalstoffenheffing plaatsgevonden. De opbrengsten OZB zijn in totaal € 204.000 lager dan begroot. Oorzaken hiervan zijn met name tegenvallers in de waardeontwikkelingen en de areaalontwikkelingen bij niet-woningen. 2.2. Rioolheffing Op grond van de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2012 wordt de rioolheffing bij woningen geheven naar huishoudengrootte (met drie verschillende tarieven, namelijk een eenpersoons-, een tweepersoons- en een drie-of meerpersoonstarief) en bij niet-woningen naar waterverbruik met een vast bedrag voor gebruik van maximaal 250 m3. Met de heffing worden de kosten van het riool deels gedekt (48%). De geraamde opbrengst 2012 was ten opzichte van die van 2011 met 2% trendmatig verhoogd. De opbrengst rioolheffing is in totaal € 5.502.000 en daarmee € 25.000 lager dan geraamd. 2.3. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing wordt geheven op grond van de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012, naar de grondslag huishoudenomvang. Er worden drie verschillende tarieven gehanteerd, namelijk een eenpersoons-, een tweepersoons- en een drie-of meerpersoonstarief. De tarieven 2012 zijn ten opzichte van die van 2011 verhoogd met 6,35%. Deze verhoging bestaat uit de trendverhoging, een extra verhoging die samenhangt met het gemis aan opbrengsten in verband met het
Jaarverslag | 187
‘bevriezen’ van het OZB-tarief voor eigenaren van woningen en met extra kosten afvalverwerking en hogere kwijtschelding. Met de heffing worden de kosten van ophalen en verwerken van huishoudelijk afval deels gedekt (60%). De opbrengst afvalstoffenheffing was in totaal € 9.450.000 en daarmee € 27.000 lager dan begroot. 2.4. Aanduiding van de lokale lastendruk Onderstaand is de lokale lastendruk in de jaren 2011 en 2012 aangegeven. De lasten zijn weergegeven voor een huurwoning en een koopwoning en onderscheiden in de verschillende huishoudengrootten waarvoor Leiden verschillende tarieven kent. Het betreft de tarieven voor eenpersoonshuishoudens (1PH); voor tweepersoonshuishoudens (2PH) en voor drie- of meerpersoonshuishoudens (MPH). Bij een huurwoning bestaan de lasten uit rioolheffing (RIO) en afvalstoffenheffing (ASH). Bij een koopwoning bestaan de lasten uit de genoemde gebruikerslasten en de door eigenaren verschuldigde onroerendezaakbelastingen (OZB). Uitgangspunten zijn een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en de door een huishouden verschuldigde afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemiddelde WOZ-waarde van een woning in Leiden was voor het belastingjaar 2012 € 230.000 (herleid uit Coelo, Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2012). Woningsoort
Belastingsoort
2011 1PH
2012 1PH
2011 2PH
2012 2PH
2011 MPH
2012 MPH
Huurwoning
OZB
-
-
-
-
-
-
RIO
62
63
89
90
116
117
ASH
124
131
178
188
232
245
totaal
186
194
267
278
348
362
Koopwoning
OZB
373
374
373
374
373
374
RIO
62
63
89
90
116
117
ASH
124
131
178
188
232
245
totaal
559
568
640
652
721
736
3. Heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten 3.1. Toeristenbelasting Toeristenbelasting wordt op grond van de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010 geheven ter zake van overnachtingen in hotels, pensions of andere vakantieonderkomens binnen de gemeente Leiden door niet-ingezetenen. De belasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot overnachting biedt (de hotelier, pensionhouder, e.d.); deze mag de belasting doorberekenen aan degene die overnacht. Op verzoek van de belastingplichtigen wordt de toeristenbelasting niet jaarlijks verhoogd in verband met de door hen te maken aanpassingen. Aanpassing gebeurt in beginsel eens in de drie jaar. De definitieve aanslagen 2012 worden achteraf, als het totaal aantal overnachtingen vaststaat, opgelegd. Naar verwachting zal de opbrengst € 179.000 hoger uitvallen dan begroot. Dit heeft te maken met het feit dat aanslagen over oude, nog openstaande, jaren zijn opgelegd. 3.2. Precariobelasting Precariobelasting wordt op grond van de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012, geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De belasting is verschuldigd door degene die de voorwerpen daar heeft of ten behoeve van wie ze daar zijn.
188 | Jaarverslag
Met de heffing van precariobelasting worden algemene inkomsten verkregen. De tarieven zijn in 2012 trendmatig verhoogd (verhoging van 2%). De naar verwachting te realiseren opbrengst precariobelasting is € 7.878.000 en daarmee € 51.000 hoger dan de begrote opbrengst. 3.3. Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen worden op grond van de verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 geheven ter zake van het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip of voor verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelastingen worden algemene inkomsten verkregen. 3.4. Rechten Op grond van verschillende verordeningen worden rechten geheven ter bestrijding van de kosten van gebruik van gemeentevoorzieningen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn leges voor vergunningen en andere producten, binnenhavengeld en markt- en staangelden. 4. Kwijtscheldingsbeleid In Leiden komen in beginsel de volgende heffingen in aanmerking voor kwijtschelding: ■ ■ ■ ■
onroerende-zaakbelastingen; rioolheffing; afvalstoffenheffing; precariobelasting ter zake van woonboten als de aanslag wordt opgelegd aan een belastingplichtige die de woonboot als permanente woning gebruikt; ■ binnenhavengeld ter zake van woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt. De mogelijkheden tot kwijtschelding zijn wettelijk geregeld. Het is gemeenten niet toegestaan een ruimer kwijtscheldingsbeleid te hanteren. Wel is toegestaan om in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen. Kwijtschelding kan worden verleend als een belastingplichtige de aanslag slechts met buitengewoon bezwaar kan voldoen. Om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt gekeken naar de hoogte van zijn vermogen en naar zijn betalingscapaciteit. Is er voldoende vermogen, dan wordt geen kwijtschelding verleend. De betalingscapaciteit wordt berekend door het netto besteedbaar inkomen (het inkomen na (gedeeltelijke) aftrek van m.n. huur en ziektekosten) te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. Deze genormeerde kosten van bestaan betreffen een percentage van de uitkering die de belastingschuldige naar de normen van de bijstandsregelgeving zou kunnen krijgen. Wettelijk is geregeld dat 90% van de genormeerde kosten als kosten van bestaan worden aangemerkt. Het is echter toegestaan om dit percentage te verhogen tot 100%. Leiden kent in het kader van het kwijtscheldingsbeleid die 100%-norm, zodat hierin voor het ruimst mogelijke kwijtscheldingsbeleid is gekozen. Is de vastgestelde betalingscapaciteit positief, dan moet 80% daarvan worden aangewend voor de betaling van de belastingschuld. Is er geen betalingscapaciteit en geen vermogen dan wordt het aanslagbedrag kwijtgescholden. Ook gedeeltelijke kwijtscheldingen komen voor, namelijk indien het vermogen en/of 80% van de betalingscapaciteit er wel toe leiden dat iets kan worden betaald maar dat het niet toereikend is om de volledige belastingschuld te voldoen. De kwijtscheldingen in 2012 zijn op basis van dit beleid verleend. Uiteindelijk zal naar verwachting over 2012 € 84.000 meer dan het geraamde bedrag worden kwijtgescholden.
3.3.4 Bedrijfsvoering De gemeente streeft een efficiënte, doelmatige en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering na. Daarmee faciliteren we de realisatie van de beleidsdoelstellingen in de verschillende programma’s. We onderscheiden de volgende beleidsterreinen:
Jaarverslag | 189
■ ■ ■ ■ ■
Planning & Control Financiën HRM Organisatieontwikkeling en informatievoorziening Huisvesting en facilitaire zaken
Een belangrijke mijlpaal aan het begin van het jaar vormde de start van Servicepunt71: met ingang van 1 januari 2012 heeft Leiden samen met Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude het merendeel van de taken op het gebied van bedrijfsvoering overgedragen aan deze nieuwe organisatie. Het bedrijfsplan van Servicepunt71 geeft aan dat er een ontwikkeltraject van drie jaar nodig is om tot een goede dienstverlening te komen. Dat is gebruikelijk bij grote organisatiewijzigingen in een complexe omgeving. In het eerste jaar, 2012, is vooral inzet gepleegd op het aangaan van regionale relaties, het opstellen van een producten- en dienstencatalogus en het tekenen van de dienstverleningsovereenkomst. Inmiddels ervaren zowel gemeenten als Servicepunt71 voordelen van een shared-serviceorganisatie, worden successen geboekt en zijn mijlpalen bereikt. Tegelijkertijd ervaart Servicepunt71 ook grote druk, onduidelijkheden en afnemende klanttevredenheid. Alle aandacht is nodig voor de dagelijkse dienstverlening en de vraagstukken die zich daarin voordoen. Het doorvoeren van structurele veranderingen kost daardoor meer tijd. Medio 2012 heeft Servicepunt71 het initiatief genomen om de doorontwikkeling van Servicepunt71 te laten begeleiden door een extern bureau. In december 2012 zijn verbetervoorstellen ontwikkeld die vanaf 2013 worden ingezet. De kern van de verbetervoorstellen ligt in de vereenvoudiging van de besturing, het aanpassen van het bedrijfsmodel, het zo veel mogelijk standaardiseren van de processen, het verbeteren van de interne werkprocessen en het werken aan cultuur. Onder 'Financiën' in deze paragraaf worden de financiële bijdrage aan en geraamde besparingen in relatie tot Servicepunt71 toegelicht. Voor meer informatie over de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 verwijzen we u naar de paragraaf verbonden partijen.
Planning en Control P&C-instrumentarium De instrumenten van de planning & controlcyclus dienen om de werkzaamheden die we verrichten voor de stad te sturen en te beheersen; doen we de goede dingen, en doen we de dingen goed? In 2012 richtten we ons daarbij op de volgende doelen: ■ Verbetering van de mogelijkheden tot bijsturing Dit doel is gerealiseerd door de introductie van een tweede bestuursrapportage. In de eerste bestuursrapportage is aangegeven of we met de uitvoering van de begroting op koers liggen. De tweede bestuursrapportage bevatte een indicatie voor het rekeningresultaat. Naar aanleiding van beide rapportages zijn besluiten genomen om prestaties en/of de inzet van middelen bij te stellen. Zichtbaar effect is dat kredietoverschrijdingen eerder in beeld zijn gekomen. Dat heeft een gunstig effect op het oordeel over de rechtmatigheid (zie hierna bij 'In control'). De rapportages zijn daarnaast benut om inzicht te geven in de afdoening en voortgang van moties. ■ Doorontwikkeling van de programmabegroting In vervolg op de doorontwikkeling die is ingezet in 2011, zijn afgelopen jaar volgens plan alle programma’s omgezet in de nieuwe opzet en verwerkt in de programmabegroting 2013. Voornaamste resultaten zijn dat al ons werk in de vorm van prestaties in beeld is gebracht, dus zowel het reguliere werk als de projectmatige activiteiten, en dat alle budgetten aan deze prestaties zijn gekoppeld. Uit de evaluatie bleek dat de aanpassingen zowel bestuurlijk als ambtelijk worden gewaardeerd. ■ Meer samenhang in en vereenvoudiging van de verschillende planniveaus De aangescherpte formulering van prestaties en koppeling van budgetten in de programmabegroting maakt het mogelijk om aan prestaties eenduidig prestatie-eigenaren en budgethouders te koppelen. De nieuwe gesprekscyclus (zie ook bij HRM) maakt bovendien de verbinding mogelijk naar de bijdragen van individuele medewerkers aan de prestaties van de afdeling. Daarmee vormen programmabegroting, concernwerkplan, afdelingsplannen en individuele jaarplannen nu één geheel. Ten aanzien van de bedrijfsvoeringsopgaven is de opzet van de jaarplannen vereenvoudigd en gestandaardiseerd. ■ Verbetering managementinformatie Levering van bedrijfsvoeringsinformatie maakt deel uit van het dienstenpakket door Servicepunt71. Met de doorontwikkeling van de programmabegroting en de verbetering van de ambtelijke jaarplannen zijn de randvoorwaarden gecreëerd om gedurende het jaar een consistenter beeld van de bedrijfsvoering te vormen. De vervolgstap die in 2012 in gang is gezet, is om regionale standaarden te ontwikkelen. In control Het meerjarige doel is om als organisatie meer in control te komen en een lerende organisatie te zijn; een organisatie die zichzelf scherp houdt en systematisch verbeterpunten opspoort en doorvoert. Er is sprake van
190 | Jaarverslag
een “in control”-situatie als de interne beheersings- en controlesystemen adequaat en effectief zijn en de bedrijfsvoering bijdraagt aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Indien we een “in control”-verklaring afgeven, betekent dit niet dat er geen bevindingen of onrechtmatigheden vanuit de verbijzonderde interne controle voortkomen. Voor het afgeven van een “in control”-verklaring is het vooral van belang dat de bevindingen vanuit de organisatie zelf komen en worden opgepakt, en niet worden gedetecteerd door de externe accountant. Voor het controlejaar 2012 geven we naast de concernbrede “in control”-verklaring ook een “in control”verklaring per directie af. Zie daarvoor hoofdstuk 5 van de jaarstukken. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken In het kader van artikel 213a van de gemeentewet worden jaarlijks een aantal doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken uitgevoerd. De doelen voor 2012 waren daarbij: ■ Een kortere doorlooptijd van doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken, zodat we met meer actuele onderzoeksresultaten aan verbeteringen werken Dat doel is grotendeels bereikt. Dat deden we door de geplande inhaalslag te realiseren. We zien daardoor een verschuiving naar afronding van onderzoeken binnen één jaar. Conform planning hebben we drie onderzoeken uit 2011 afgerond: formatiebeheer, ziekteverzuim en uitvoering Wion. Conform planning zijn in 2012 vijf onderzoeken gestart: Uitvoering Wabo, financieel management rondom de ontwikkeling van schoolgebouwen, deregulering vergunningen kabels en leidingen, doorlooptijd inkoopfacturen, follow-up onderzoeken 2008. Het onderzoek naar de doorlooptijd van inkoopfacturen is in 2012 ook afgerond. ■ Een verbetering van de opvolging van de aanbevelingen naar aanleiding van de uitgevoerde controles en onderzoeken De opvolging van aanbevelingen is in 2012 verbeterd. Dat komt voornamelijk doordat we scherper in beeld houden of en hoe de aanbevelingen worden opgepakt. We voeren daartoe follow-up-onderzoeken uit, en hebben die geborgd in de monitoring van het concernwerkplan en afdelingsplannen. Zichtbaar resultaat is dat het onderzoek naar plankosten dat in 2011 is afgerond, in 2012 heeft geresulteerd in een nieuwe nota plankosten. Juridische control Met juridische control beogen we de juridische kwaliteit van het handelen van de gemeente systematisch te borgen en te verbeteren. Daarvoor zijn de volgende inspanningen gepleegd: - Ter ondersteuning van een goedkeurende controleverklaring van de externe accountant is net als in 2011 intensief toezicht gehouden op de rechtmatigheid van inkoop en aanbestedingen. - Naar aanleiding van de in 2012 afgeronde legal audit is een start gemaakt met een actieplan om het juridisch bewustzijn van de organisatie te verhogen. Als gevolg van personele wisselingen kon het opstellen van het actieplan niet in 2012 worden afgerond. - Het organisatiebesluit en de mandaatregeling zijn zoals voorgenomen vereenvoudigd en aangepast aan de wijzigingen in de organisatie. Een afgeleid doel is om het aantal bezwaarschriften terug te dringen en tot een betere dienstverlening aan inwoners en bedrijven te komen. Daarvoor zijn sinds 2010 andere werkwijzen ingericht, zoals ambtshalve horen en bellen bij bezwaar. De voorgenomen evaluatie is afgelopen jaar gestart, en wordt begin 2013 afgerond. Daarnaast is in 2012 de wens van de raad doorgevoerd dat raadsleden niet langer zitting kunnen nemen in de Commissie bezwaarschriften, en is de Commissie voor personele aangelegenheden afgelopen jaar opgegaan in de Regionale commissie bezwaarschriften rechtspositionele aangelegenheden.
Financiën Een van de hoofddoelen voor 2012 betrof het realiseren van de financiële taakstellingen op de bedrijfsvoering. Met deze taakstellingen streven we een efficiënter uitvoering van taken na; met minder middelen beogen we hetzelfde takenpakket uit te voeren. We onderscheiden hierbij twee groepen: Enerzijds besparen we in een jaarlijks oplopende taakstelling op de bedrijfsmiddelen (zoals personeel en huisvesting) van de organisatie van Leiden. Onderstaande tabel geeft de meerjarenraming voor deze taakstellingen. Anderzijds realiseren we (op termijn) een besparing op de ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen, blijkend uit een teruglopende bijdrage aan Servicepunt71, zie hieronder bij 'Afdoening motie inzichtelijk maken besparing Servicepunt71'. Meerjarenraming taakstellingen op de bedrijfsvoering Geraamde taakstelling
2012
2013
2014
2015
2016
10.331.720
14.103.316
17.974.800
18.043.611
18.043.611
Jaarverslag | 191
Hieronder lichten we de realisatie van de geraamde bedragen voor 2012 toe. ■ Realisatie taakstellingen op de bedrijfsvoering in 2012 Realisatie taakstellingen op de bedrijfsvoering in 2012
2012
Taakstelling per 31-12-2010
10.331.720
Ingevuld in 2011
-2.755.795
Taakstelling per 31-12-2011 Bijgestuurd in 2012 via 1e en 2e berap Ingevuld in 2012 Niet ingevuld in 2012
7.575.925 -569.000 -6.801.937 204.989
1,98%
Voor 2012 bedroeg de taakstelling €10.331.720. Een deel daarvan was in 2011 al gerealiseerd. In de loop van het jaar bleek dat een aantal taakstellingen, totaal €569.000, in 2012 nog niet kon worden gerealiseerd (plankosten, communicatie-uitingen, grafisch productiecentrum, en ketensamenwerking UWV). In totaal is in het afgelopen jaar €6.801.937 daadwerkelijk gerealiseerd. Een bedrag van €205.000 stond eind 2012 nog open. De afwijking wordt enerzijds verklaard uit de nog niet afgeronde discussie over de bijdrage van de griffie aan de taakstellingen op de bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie, en anderzijds het niet realiseren van de besparing op energiekosten. De externe accountant heeft overigens in zijn managementletter waardering uitgesproken voor de wijze waarop planmatig wordt gestuurd op de realisatie van de bezuinigingen. Het merendeel van de besparingen wordt gerealiseerd via de vermindering van de personeelsformatie en externe inhuur (zie verderop bij ‘HRM’), vermindering van de kosten voor ambtelijke huisvesting (zie verderop bij ‘Huisvesting en facilitaire zaken’) en de realisatie van inkoopvoordelen. De realisatie van inkoopvoordelen wordt hieronder toegelicht. ■ Realisatie inkoopvoordelen 2012 (onderdeel Realisatie taakstellingen op de bedrijfsvoering) We voorzien een structurele besparing door goederen en diensten gezamenlijk in te kopen via Servicepunt71. Uit de door Servicepunt71 begeleide trajecten blijkt dat voor 2012 het geraamde inkoopvoordeel van €1.608.00 met een bedrag van €1.683.000 meer dan volledig is gerealiseerd. De belangrijkste bijdragen zijn de inkoopvoordelen op het gebied van bedrijfsafval (€283.000), asfaltonderhoud (€259.000), inburgering (€106.000), energie (€340.000) en externe inhuur (€244.000). Daarnaast zijn het afgelopen jaar analyses uitgevoerd om te bepalen langs welke wegen de komende jaren het inkoopvoordeel verder kan toenemen, zoals het aangaan van nieuwe en het beter benutten van bestaande raamcontracten, en het bundelen van uitgaven in grotere volumes. Naast de begeleiding van inkooptrajecten geeft Servicepunt71 ook adviezen aan afdelingen binnen de gemeente wanneer die zelf hun inkopen of aanbestedingen uitvoeren. Door te zorgen voor een verdere verbetering van de verbinding tussen inkoopbehoefte vanuit de gemeentelijke organisatie en het advies van Servicepunt71 kan het besparingsvoordeel verder toenemen. Besparingen die hier uit voortkomen, zijn, anders dan kwalitatief te benoemen, niet eenvoudig kwantificeerbaar. ■ Realisatie van de bijdrage aan Servicepunt71 in 2012 Al in het bedrijfsplan werd vermeld dat de opbouwjaren van Servicepunt71 gepaard gaan met extra kosten. Tijdens de opbouw zelf wordt duidelijk in hoeverre de eerder gedane aannames aangepast moeten worden. Bij de besluitvorming over de begrotingswijzing 2012 en ontwerp-meerjarenbegroting 2013 van Servicepunt71 is op basis van de actualisatie van budgetten voor formatie, materiële kosten en investeringen gebleken dat voor de jaren 2012, 2013 en 2014 respectievelijk €902.000, €546.000 en €548.000 extra budget nodig is. Het in totaal benodigde bedrag van €1.996.000 wordt uit de bedrijfsvoeringreserve concern gefinancierd. Daarnaast was een voor indexatie bestemd structureel bedrag van €240.000 abusievelijk niet aan Servicepunt71 overgedragen. Ook dit is als gevolg van de actualisatie gecorrigeerd. ■ Afdoening motie inzichtelijk maken besparing Servicepunt71 (M12.0068/10) Met deze motie heeft de raad verzocht inzichtelijk te maken dat de gemeente Leiden door het oprichten van Servicepunt71 het kostenniveau in 2016 uiteindelijk met een bedrag van €4.823.000 heeft verlaagd, en dat de (extra) aanloopkosten zijn terugverdiend. In juni is aan de raad de volgende meerjarige impactanalyse gepresenteerd. Meerjarige impactanalyse Servicepunt71 voor gemeente Leiden Geraamd nadeel + of voordeel -
192 | Jaarverslag
2011
2012
2013
2014
2015
2016
1.433.000
729.000
-1.870.000
-3.132.000
-4.213.000
-4.823.000
Enerzijds wordt deze verlaging van kosten bereikt doordat de bijdrage van Leiden aan Servicepunt71 langzamerhand afneemt. Zo blijkt uit de begroting 2013 van Servicepunt71 dat de jaarlijkse bijdrage van Leiden structureel met € 900.000 afneemt van €19,5 miljoen in 2012 (voor de ijking) af naar €18,6 miljoen in 2016. Uiteraard wordt in de tussenliggende jaren rekening gehouden met de incidenteel hogere bijdragen als hierboven beschreven. Anderzijds realiseert Leiden inkoopvoordelen met ondersteuning en begeleiding vanuit Servicepunt71. Het in 2016 structureel te behalen inkoopvoordeel is afgerond € 4 miljoen. Zoals eerder in deze paragraaf al is aangegeven, zijn de budgetten van de organisatie vooraf meerjarig met het grootste deel van de te realiseren inkoopvoordelen verlaagd. Uitzondering hierop vormt het te behalen inkoopvoordeel op externe inhuur. Deze inkooptaakstelling wordt jaarlijks op basis van de uitgaven over de afgelopen 3 jaar verdeeld. We liggen dus op koers liggen om het voordeel van € 4.823.000 voor 2016 te realiseren. Daarmee zijn dan ook de aanloopkosten terugverdiend. We blijven de impact van Servicepunt71 monitoren bij de komende planning & control producten. Daarmee beschouwen we de motie als afgedaan. ■ Planvorming in 2012 voor taakstellingen vanaf 2013 e.v. Naast realisatie van de bedrijfsvoeringstaakstellingen in 2012 zijn in het afgelopen jaar bezuinigingsplannen gemaakt en grotendeels al uitgevoerd voor drie grote structurele en concernbrede taakstellingen op respectievelijk formatie (€ 2,5 miljoen in 2014), inkoop (€3,9 miljoen in 2015) en ambtelijke huisvesting (€ 1 miljoen in 2014). Ook voor de versobering van de communicatie-uitingen en de reductie van plankosten zijn de voorbereidingen getroffen, door het opstellen van een nieuw beleidskader plankosten. Dit beleidskader is nodig om plankosten inzichtelijk te maken en te beheersen en daarmee de taakstelling te realiseren. Met behulp van dit beleidskader wordt zoals gezegd niet alleen de taakstelling op plankosten, maar ook de versobering van de communicatie-uitingen vanaf 2013 gerealiseerd. Dat laatste vanuit de wetenschap dat een groot aantal publicaties verschijnt in het kader van projecten. Naast bovenstaande doelstellingen ten aanzien van bezuinigingen waren de doelen op het gebied van financiële kaderstelling en beheer voor 2012 de volgende: ■ Een betere beheersing van de plankosten Dit doel is deels gerealiseerd. In 2012 is een nieuw beleidskader plankosten opgesteld. Vaststelling van het beleidskader door de raad, en invoering van de nieuwe systematiek volgen in 2013. ■ Een betere beheersing van het onderhoud van de kapitaalgoederen In 2012 hebben we volgens plan extra personele capaciteit ingezet voor het op orde brengen van de beleidskaders en beheerplannen van de kapitaalgoederen. Het ging hierbij om de voorzieningen in de openbare ruimte (wegen, bruggen, water, groen etc. ), de sportvoorzieningen en het gemeentelijk vastgoed. Het resultaat van deze inspanningen is opgenomen in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. ■ Aanscherping van de spelregels voor de omgang met reserves en voorzieningen Dit doel is gerealiseerd. Begin 2012 heeft de raad zoals gepland het nieuwe beleidskader reserves en voorzieningen vastgesteld. Daarnaast is in 2012 gerealiseerd: ■ Een kortere doorlooptijd bij de afhandeling van facturen Met een aantal gerichte interventies is de doorlooptijd van de afhandeling van facturen aanzienlijk teruggebracht: in 2011 duurde het gemiddeld 37 dagen voor facturen betaald werden, in 2012 gemiddeld 25 dagen. De afhandeling van facturen kent op basis van het treasurybeleid overigens een minimale afhandelingstermijn van 21 dagen. ■ Maatregelenpakket financiële administratie In de loop van 2012 is gebleken dat in de financiële administratie een aantal fouten is opgetreden. Om de financiële administratie en de bijbehorende werkprocessen op het gewenste niveau te brengen, is een maatregelenpakket in gang gezet. Daarnaast heeft de raad de commissie voor de Rekeningen opgedragen te onderzoeken wat de oorzaken van de fouten zijn en welke verbeteringen er moeten worden doorgevoerd om de financiële huishouding op orde te krijgen. De uitvoering van het onderzoek volgt in 2013.
HRM De doelen op het gebied van personeelsontwikkeling en personeelsbeheer worden ontleend aan het Strategisch HRM-plan 2009-2013 en de bijbehorende inspanningen. Voor 2012 waren dit: ■ Meer sturen op resultaat en ontwikkeling Dit doel is gerealiseerd door de geplande pilot voor een nieuwe gesprekscyclus uit te voeren en af te ronden. Resultaat is dat 74% van de medewerkers minimaal één gesprek heeft gevoerd volgens de nieuwe of de oude
Jaarverslag | 193
methodiek. 40% van de medewerkers heeft dit jaar een startgesprek gevoerd volgens de nieuwe methodiek waarin afspraken over resultaten zijn gemaakt. Ontwikkeling gesprekscyclus
2012
2011
2010
Functionerings- en beoordelingsgesprekken
74%
69%
71%
■ Doorontwikkeling van leidinggevenden en medewerkers Dit doel realiseren we door jaarlijks, mede op basis van startgesprekken met individuele medewerkers, per afdeling een opleidingsplan op te stellen en uit te voeren. De opleiding verloopt deels via Academie71. Zoals voorgenomen is het opleidings- en trainingsaanbod van Academie71 verbeterd. Het aanbod sluit beter aan op de doelstellingen en ontwikkelingen van de organisatie (trainingen voor de introductie van zaakgewijs werken, trainingen voor een andere benadering van klanten bij publieke dienstverlening). Ten behoeve van het geplande vervolg op het MD-traject is een evaluatie uitgevoerd en is een vervolgaanpak ontwikkeld voor alle leidinggevenden. In 2012 is gestart met individuele coaching, intervisie en trainingen. Alle leidinggevenden zijn in 2012 getraind in het sturen op resultaten in het kader van de nieuwe gesprekscyclus. Ook zijn trainingen ten aanzien van het sturen op verzuim gehouden. ■ Terugdringen van het ziekteverzuim Dit doel is grotendeels gerealiseerd: over 2012 bedroeg het ziekteverzuim 5,8% tegen 7,0% over 2011. De realisatie blijft nog iets achter bij de geformuleerde doelstelling van 5,5% voor 2012. Het teruggedrongen ziekteverzuim is het effect van inspanningen op verschillende fronten: - In het algemeen is de analyse van de verzuimcijfers en bijbehorende advisering verbeterd. - Op alle leidinggevende niveaus is ziekteverzuim een regulier gespreksthema geworden. - De afdelingen met een hoog ziekteverzuim hebben gewerkt met een plan van aanpak. Onderdeel daarvan was scholing van het management, zowel over inzicht in verzuimcijfers en verzuim, als het daadwerkelijk trainen van verzuimgesprekken. Ontwikkeling ziekteverzuim
2012
2011
2010
Ziekteverzuimpercentage
5,8%
7,0%
7,0%*
* De grondslag voor de berekening van het percentage is vanaf 2011 in lijn gebracht met de definitie van de gemeentelijke benchmark; het verzuim vanaf het derde ziektejaar blijft daarbij buiten beschouwing. Het resultaat van 2010 is daarom niet goed vergelijkbaar met latere jaren.
■ Starten met de introductie van e-HRM Dit doel is bereikt door de introductie van digitale verlofregistratie, de start van de digitalisering van personeelsdossiers en het digitaal kunnen declareren, kopen of verkopen van zaken zoals verlof, fiets, etc. volgens het cafetariamodel. ■ Verhogen van mobiliteit en flexibiliteit Dit doel is grotendeels gerealiseerd: - De inzet van strategische personeelsplanning is vertraagd en beperkt gebleven tot een aantal afdelingen. De invoering binnen de totale organisatie is voorzien voor 2013. - Het sinds 2011 ingerichte Flexpunt71, met bijbehorende flexpool, is zoals gepland het afgelopen jaar uitgebreid. De processen rond de match van vraag en aanbod zijn verder verbeterd. Concreet zijn de resultaten van de flexpool: 120 medewerkers zijn ingeschreven in de flexpool (met qua schaal en afdeling een goede afspiegeling van het personeelsbestand). 75 opdrachten zijn bemiddeld door Flexpunt, waarvan 53 voor Leiden. Voor Leiden zijn hiervan 15 opdrachten intern gematcht met 16 eigen medewerkers. Flexpunt71 levert naast een bijdrage aan het verhogen van mobiliteit en flexibiliteit ook een bijdrage aan het terugdringen van externe inhuur, zie hieronder. ■ Terugdringen van externe inhuur Dit doel is gerealiseerd: ■ In 2012 is voor een totaalbedrag van €12.801.048 aan flexibele arbeid extern ingehuurd, zie ook hierna bij “Personeelslasten en externe inhuur”. Ten opzichte van 2011 zijn de kosten voor externe inhuur afgenomen. Toen kwam het totaalbedrag uit op €14,1 miljoen. ■ Afgelopen jaar zijn er geen externen ingehuurd die meer verdiend hebben dan de zogenaamde Lenferinknorm, te weten €150 per uur. ■ Sinds 2011 wordt de externe inhuur getoetst aan de Roemernorm. Het percentage externe inhuur bedraagt volgens deze norm maximaal 10% van de totale begrote personeelslasten. Afgelopen jaar heeft de raad, naar aanleiding van de bespreking van tussentijdse resultaten van externe inhuur, gevraagd het bestaande kader uit 2010 aan te passen, en de norm te enten op het gemiddelde percentage van andere
194 | Jaarverslag
gemeenten. De aanpassing krijgt in 2013 zijn beslag. In onderstaande tabel wordt de realisatie van 2012 afgezet tegen voorgaande jaren, en afgezet tegen het gemiddelde van 100.000+-gemeenten. Ontwikkeling externe inhuur als percentage van de totaal begrote personeelslasten Gemeente Leiden Gemiddelde 100.000+-gemeenten
2012
2011
2010
2009
11,8%
14,8%
13,8%
13,6%
nog geen gegevens
16%
16%
20%
De vermindering van de externe inhuur is het effect van enerzijds besparingen op de bedrijfsvoering en de overheveling van taken Servicepunt71, en anderzijds de inrichting van het Flexpunt71, met de bijbehorende marktplaats. Flexpunt71 heeft ervoor gezorgd dat de externe inhuur sinds 2011 meer en meer gestandaardiseerd en gedocumenteerd verloopt. Flexpunt71 slaagt er dan ook steeds beter in om de vraag naar flexibele arbeid en het (interne en externe) aanbod te matchen. In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen om de registratie van externen aan te passen, zodat een verdere verbetering van sturing op de inhuur van externen mogelijk wordt. Concreet zijn de resultaten van de marktplaats: - Er zijn 44 gunningen gedaan via de markplaats voor 40 opdrachten (voor sommige opdrachten werden meerdere kandidaten geselecteerd). - De geschatte besparing bedraagt €267.000. Om de transparantie in de begroting en de verantwoording over externe inhuur verder te vergroten is een stelpost in de begroting opgenomen. ■ Reduceren van de formatie om de taakstellingen op de bedrijfsvoering te realiseren Als gevolg van bezuinigingen is de formatie in 2012 met 19,3 fte verminderd. De formatie werd met 7 fte verlaagd als gevolg van de rijksbezuiniging op inburgering. De formatie is verder met 12,3 fte teruggebracht door invulling van de financiële taakstelling op de bedrijfsvoering. Samen met de 14,5 fte in 2011 was eind 2012 de formatie in totaal met 26,8 fte gereduceerd als gevolg van besparingen op de bedrijfsvoering. Het merendeel van de formatiekrimp verliep door in te spelen op natuurlijk verloop (voornamelijk pensioen) en door het niet vervullen van vacatures. Vanaf 2011 hebben tot nu toe 7 medewerkers als gevolg van de bezuinigingen een aankondiging van voorgenomen ontslag gekregen. Er wordt gestreefd naar het zo veel mogelijk begeleiden van werk naar werk van medewerkers om daarmee gedwongen ontslag te voorkomen. De reductie van de formatie loopt naar verwachting de komende jaren verder op tot 108 fte in 2014. Onderstaande tabel geeft het meerjarenbeeld van de geplande en gerealiseerde effecten van de financiële taakstellingen bedrijfsvoering op de formatie. Geplande en gerealiseerde effecten van de taakstellingen bedrijfsvoering op de formatie
2012
2013
2014
Geplande formatiereductie in fte
32,4
51,0
108,0
Gerealiseerde formatiereductie in fte
26,8
26,8
26,8
Personeelslasten en externe inhuur Totaal resultaat personele lasten en externe inhuur 2012, gemeentebreed en DZB
Totaal budget
Realisatie (eind 2012)
Vrije ruimte
Roemernorm
GEMEENTEBREED TOTAAL personeelskosten eigen personeel
77.917.967
76.454.509
1.463.458
6.206.430
9.884.733
-3.678.303
dekking salarislasten en externe inhuur
-9.359.056
-13.898.970
4.539.914
TOTAAL
74.765.342
72.440.272
2.325.069
34.269.373
33.983.088
286.286
2.666.709
2.916.315
-249.606
36.936.082
36.899.402
36.680
externe inhuur
11,8%
DZB TOTAAL personeelskosten externe inhuur TOTAAL
7,9%
Jaarverslag | 195
Totaal resultaat personele lasten en externe inhuur 2012, gemeentebreed en DZB TOTAAL GENERAAL
Totaal budget
Realisatie (eind 2012)
111.701.424
109.339.674
Vrije ruimte
Roemernorm
2.361.749
Het resultaat van de kosten voor eigen personeel wordt hieronder toegelicht. De toelichting op de realisatie van externe inhuur is hierboven gegeven bij ‘Terugdringen externe inhuur’. Het resultaat van de salarislasten eigen personeel is opgebouwd uit drie onderdelen, te weten de ontwikkeling van de salarissen, kosten voor bovenformatief personeel en wettelijke verplichtingen voor voormalig personeel. Verklaring voordeel salarislasten
Bijstelling 2e berap
Realisatie
Saldo (voordeel + of nadeel -)
Bijsturing eigen personeel
1.590.000
1.220.000
370.000
Bijsturing bovenformatieven
610.000
481.000
129.000
Bijsturing voormalig personeel
270.000
236.100
33.900
Voordeel salarisbudget (o.a. vacatureruimte)
1.118.849
Voordeel terugontvangst belasting eigen risico
710.000 2.470.000
1.937.000
2.361.749
Ontwikkeling salariskosten Medio 2012 is er een nieuw cao-akkoord gesloten. Dit akkoord voorziet in een loonstijging. Tevens zijn de pensioenpremies in 2012 sterk gestegen. Deze beide stijgingen waren niet voorzien en zijn door ons ook niet te beïnvloeden. In de begroting 2012 was rekening gehouden met een looncompensatie van 1,5%. Dit bleek echter onvoldoende om de geprognosticeerde loon- en premiestijgingen te financieren. Als gevolg van deze stijgingen werd ten tijde van de tweede bestuursrapportage een overschrijding op de salariskosten verwacht van per saldo €1.590.000. Dit tekort is incidenteel voor 2012, en is in de tweede bestuursrapportage vanuit de concernreserve incidenteel gecompenseerd. Vanaf 2013 is in de begroting reeds rekening gehouden met de verhoging van de pensioenpremie uit 2012 en de huidige cao. De pensioenpremie stijgt als gevolg van de gestegen levensverwachting en lagere rekenrente ABP. Hierdoor zijn hogere pensioenpremies nodig, om te kunnen voorzien in toekomstige pensioenverplichtingen. Het voordeel op bijsturing eigen personeel (€370.000 euro lager tekort dan verwacht) en het voordeel op het salarisbudget (€1.118.849) is ontstaan doordat de kosten van de ontwikkelingen op de personele begroting bij de rapportage zijn berekend op basis van de bestaande formatie en niet op basis van de huidige bezetting, die lager is. Vanwege verschillende maatregelen (een selectieve vacaturestop en selectieve stop op externe inhuur) zijn er in het najaar minder vacatures vervuld en is minder formatieruimte gebruikt om in te huren. De selectieve vacaturestop, ingesteld vanaf november 2012, heeft ongeveer €200.000 opgeleverd. Daarnaast is vanaf het begin van 2012 reeds geanticipeerd op de voorziene krimp in formatie, door vacatureruimte niet in te vullen zodat de in 2013 en 2014 opgelegde formatiereductie kan worden gerealiseerd. Door deze vacatureruimte is een direct voordeel op de loonkosten ontstaan. Het voordeel op het salarisbudget is tevens ontstaan omdat er minder werkgeverslasten zijn afgedragen dan begroot (vanwege lagere bezetting), door tariefverschillen en een teruggave door de belastingdienst (van teruggave premies gebruik cafetariamodel). Naast het lagere tekort op de uitgaven voor eigen personeel en de ontstane ruimte in het salarisbudget, is er een onverwacht voordeel vanwege het eigen risico van de WGA (Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid). Wij hebben te veel betaalde belasting terugontvangen voor de afgelopen jaren. Dit geeft dit jaar een eenmalig positief resultaat van €710.000. Bovenformatief personeel Als gevolg van diverse reorganisaties is een aantal medewerkers ‘bovenformatief’ geworden. De kosten van deze mensen zijn niet specifiek toe te rekenen aan een bepaalde afdeling. Deze medewerkers worden op dit moment wel ingezet op tijdelijke werkzaamheden. Hierdoor wordt circa de helft van de salariskosten terugverdiend. Voor deze medewerkers wordt getracht zo snel mogelijk ander passend (tijdelijk) werk te vinden. Dit gebeurt door middel van opleidingen, begeleiding naar ander werk en outplacementtrajecten. In sommige gevallen biedt pensionering ook een oplossing. De verwachting is dan ook dat het bedrag de komende jaren zal dalen. Bij de tweede bestuursrapportage werd voor 2012 op deze post rekening gehouden met een overschrijding van €610.000 en is hierop bijgestuurd. Het resultaat is minder nadelig dan verwacht (€481.000 tekort i.p.v. €610.000) en leidt per saldo tot een voordeel van €129.000. Wettelijke verplichtingen voormalig personeel De werkgever is wettelijk verplicht tot het maken van aanvullende kosten (wachtgeldverplichtingen) voor voormalig personeel. De gemeente heeft hiervoor €956.000 beschikbaar.
196 | Jaarverslag
De uitgaven zullen in 2012 hoger uitkomen dan het beschikbaar budget. Door recente bezuinigingen en reorganisaties wordt op dit budget een groter beroep dan voorheen gedaan. Het verwachte tekort bedroeg bij de tweede bestuursrapportage € 270.000. Hierop heeft bijsturing plaatsgevonden. Het resultaat is minder nadelig dan verwacht en leidt per saldo tot een voordeel van €33.900. Dekkingsmaatregelen bijsturing Naar aanleiding van de tweede bestuursrapportage is als bijsturing in totaal €2.470.000 aan het salarisbudget toegevoegd. Als gedeeltelijke dekking werden het gereserveerde indexbudget van €152.000 en de eenmalige uitkering van IZA-gelden van € 263.600 ingezet. De totale beschikbare dekking was dus €415.600. Er resteerde een te dekken tekort van €2.054.400. Hiervoor zijn maatregelen genomen om het nadeel verder terug te brengen, zoals de selectieve vacaturestop en een selectieve stop op externe inhuur. Het uiteindelijke nadeel op de salarislasten voor 2012 is uitgekomen op € 1.937.100, in plaats van op het eerder geraamde bedrag van €2.470.000. Het voordeel op het salarisbudget en het belastingvoordeel eigen risico, hebben het uiteindelijke voordeel op de salarislasten opgeleverd van € 1.828.849. Hierdoor is voor bijsturing uiteindelijk slechts € 108.251 nodig geweest. Opbouw en ontwikkeling personeelsbestand Begin 2012 had de gemeente Leiden 1.523 medewerkers, eind 2012 zijn het er 1.409. De daling was onder andere het gevolg van de overgang van medewerkers naar Servicepunt71 in 2012. Er werken minder vrouwen dan mannen: 47% tegen 53%. Vrouwen werken vaker in deeltijd dan mannen: het gemiddelde dienstverband van vrouwen was 29,1 uur per week en van mannen 34,2 uur per week. De afgelopen jaren is het medewerkersbestand van de gemeente ouder geworden. Eind 2012 was de gemiddelde leeftijd 47,0 jaar. Nog geen twee van elke vijf (39%: 549 van de 1.409 medewerkers) is jonger dan 45 jaar; ruim een kwart is een 55-plusser (27%: 397 van de 1.409 medewerkers). Kengetallen personeel
2012
2011
2010
Bezetting in fte
1245
1348
1488
Totale bezetting (aantal medewerkers) per 31-12
1409
1523
1672
Instroom medewerkers
70
91
123
Uitstroom medewerkers
184
240
261
Ontwikkeling bezetting tov vorig jaar
-114
-149
-138
Aantal deeltijders
678
738
812
Aantal voltijders
731
785
860
Aantal vrouwen
666
715
784
Aantal mannen
743
808
888
Gemiddelde leeftijd
47,0
46,8
46,9
Jaarverslag | 197
Organisatieontwikkeling en informatievoorziening Organisatieontwikkeling Afgelopen jaar verscheen het rapport naar aanleiding van het bestuurskrachtonderzoek, zie ook programma 1 Bestuur en Dienstverlening. Het rapport geeft naast een actueel beeld ook aan welke ontwikkelingen door bestuur en organisatie nodig zijn. Een voor de organisatie belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat de ingeslagen weg zoals die door de concerndirectie in 2012 is ingezet, wordt omarmd. Hieronder zijn de doelen en bijbehorende inspanningen beschreven. ■ Ontwikkeling operationele sturing Met ingang van 1 januari 2012 kent de organisatie een aangepaste structuur met de drie directies Dienstverlening, Stad, en Bestuur & Concern. Door de invoering van de directies zijn de interne sturingsrelaties binnen de gemeentelijke organisatie aanmerkelijk vereenvoudigd en verhelderd. Daarnaast vormde ook de uitgevoerde verbetering van het p&c-instrumentarium een belangrijke bijdrage in de verbetering van de dagelijkse aansturing, zie ‘Planning & Control’. Om scherpte aan te brengen in onze speerpunten worden de belangrijkste ambities van het bestuur in bijzondere programma’s uitgewerkt en vormgegeven. Naast de bestaande programma’s bereikbaarheid en binnenstad, zijn in 2012 daarom de programma’s kennisstad en drie decentralisaties ingericht. Een belangrijke mijlpaal in 2012 was verder de afsluiting van Regie op Maat. Daarmee is de herijking van wat we zelf willen doen en welke taken we aan anderen overlaten afgerond. In vervolg daarop is bij Stedelijk Beheer en het Sportbedrijf gestart met een aanpak om binnen de eigen gelederen te werken aan verbeteringen in de bedrijfsvoering. Over de voortgang van het Verbeterplan Stedelijk Beheer is de raad afgelopen jaar periodiek geïnformeerd. Eind 2012 is gestart met de planvorming voor het Sportbedrijf. ■ Ontwikkeling contractmanagement gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen Naast de sturing van de eigen organisatie is in toenemende mate het contractmanagement van belang voor de producten en diensten die gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen namens en/of voor de gemeente leveren. In 2012 zijn de voorbereidingen gestart om voor gemeenschappelijke regelingen meer eenduidigheid in werkwijzen te realiseren; vaststelling en uitvoering volgen in 2013. Voor de bijzonderheden over de verschillende gemeenschappelijke regelingen wordt verwezen naar de paragraaf Verbonden partijen. In 2012 zijn alle taken voor de afhandeling van subsidieaanvragen en het management van subsidieovereenkomsten gebundeld in één afdeling en wordt één systeem gehanteerd. De nieuwe subsidieverordening die in 2012 is vastgesteld, ondersteunt het harmoniseren van de werkwijzen. ■ Ontwikkeling regionale planvorming Een van de algemene aanbevelingen uit het bestuurskrachtonderzoek is om in de planvormingsfase de regiogemeenten vroegtijdig te betrekken. Om invulling te geven aan deze aanbeveling is eind 2012 het ambtelijke concernwerkplan voor 2013 in samenspraak met het management van de regiogemeenten opgesteld. Zo ontstaan op ambtelijk niveau werkplannen vanuit een meer regionaal perspectief die elkaar bovendien kunnen versterken. Informatievoorziening De doelstellingen op het gebied van informatievoorziening worden ontleend aan het informatiebeleidsplan: ■ Realiseren van het rijksprogramma (i-NUP) t.a.v. dienstverlening en gegevens De realisatie van de implementatieagenda bij het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid, kortweg het i-NUP, ligt bij de gemeente Leiden goed op koers. In 2012 is veel tijd en energie gestoken om de doelstellingen regionaal in te bedden en te verankeren in het werkplan van Servicepunt71. Daarmee zijn de voorwaarden gecreëerd om, waar mogelijk, regionaal te standaardiseren. Het i-NUP verloopt voor Leiden globaal gezien langs twee sporen: - Verbeteren e-dienstverlening In 2012 is verder ingespeeld op de behoefte van de inwoners en bedrijven dat de gemeente haar diensten elektronisch aanbiedt. Internet is tot voorkeurkanaal benoemd. Leiden is de eerste 100.000+-gemeente die de webrichtlijnen (internationale standaard voor kwaliteit en toegankelijkheid van websites) heeft behaald. Zie verder Programma 1, Doel 1.4 Verbeteren van de algemene dienstverlening/verbeteren elektronische dienstverlening. - Realisatie basisadministraties De implementatie van de verplicht in te richten basisregistraties loopt op schema. Het doel is eenmalige gegevensvastlegging en meervoudig gebruik van gegevens. In het najaar van 2012 heeft de gemeente een centraal gegevensmagazijn geïnstalleerd en getest. Dit magazijn wordt in 2013 gevuld met eenduidige informatie om meervoudig te gebruiken in de bedrijfsprocessen. ■ Zaakgewijs werken en digitalisering werkprocessen
198 | Jaarverslag
De doelstelling om betere dienstverlening te leveren, die bovendien transparant is en een efficiëntere bedrijfsvoering oplevert, realiseren we onder andere met de introductie van zaakgewijs werken. Dit houdt in dat de vraag van een inwoner, bedrijf of instelling (een ‘zaak’) centraal staat. Voorwaarde voor zaakgewijs werken is dat onze werkprocessen gedigitaliseerd worden en verlopen via een zogenaamd zaaksysteem. Na de aanschaf is conform planning in 2012 de implementatie van dit systeem gestart. De invoering van de eerste 20 zaakgewijs ingerichte processen loopt door tot juni 2013. Met betrekking tot digitalisering is daarnaast in 2012 ook een start gemaakt met de digitalisering van de bestaande, analoge archieven, en is gestart met de procedure om op basis van de Archiefwet toestemming te verkrijgen om de papieren archieven na digitale opslag te vernietigen. ■ State of the art ICT Volgens planning is in 2012 met de inrichting van Werkplek71 een belangrijk deel van de ICTinfrastructuur vernieuwd en ook geregionaliseerd. Ondanks de uitgebreide voorbereidingen traden enkele netwerkstoringen op. In 2012 bleven de storingen beperkt. Verder zijn voorbereidingen gestart voor de introductie van tablets en WiFi in 2013. ■ Informatiebeveiliging op orde In 2012 zijn een regionaal statuut informatiebeveiliging en regionale reglementen voor privacybescherming, internet en e-mailgebruik opgesteld door en voor vier gemeentes en het Servicepunt 71 gezamenlijk. Vaststelling van deze eerste regionale beleidsstandaardisatie volgt in 2013. In 2012 werd een geactualiseerd beleidsplan voorzien voor de jaren 2013-2016. Door de keus om dit regionaal af te stemmen was het nieuwe plan eind 2012 nog niet gereed.
Huisvesting en facilitaire zaken ■ Doel voor 2012 was in het kader van Het Nieuwe Werken een werkconcept te ontwikkelen waarin huisvesting, ict en werkwijzen/gedrag (bricks/bytes/behaviour) op elkaar zijn afgestemd. Dit doel is voor een deel gerealiseerd. Op het gebied van ‘bytes’ en ‘behaviour’ zijn middels de geplande inrichting van Werkplek71 (werkplekinnovatie, zie Informatievoorziening) en de verbeterde sturing op resultaten (zie HRM) de eerste stappen gezet. De geplande thuiswerkregeling is in 2012 niet vastgesteld vanwege de keus om deze regeling samen met de regiogemeenten te ontwikkelen. De strategieontwikkeling op het gebied van ambtelijke huisvesting is in 2012 aangehouden in afwachting van draagvlakonderzoek waarbij bewoners, gemeenteraad en ambtelijke organisatie worden betrokken. ■ Een tweede doel in 2012 was realisatie van de financiële taakstellingen die op de ambtelijke huisvesting en bijbehorende faciliteiten rusten. Het merendeel van de invulling van de taakstelling heeft de raad in 2012 vastgesteld. Ten aanzien van de resterende taakstelling vanaf 2015 worden plannen voorbereid en zullen in 2013 voorstellen worden gedaan aan het college.
3.3.5 Verbonden partijen Algemeen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Leiden een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien Leiden risico loopt met aan deze partijen beschikbaar gestelde middelen of als Leiden aangesproken kan worden als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van bestuurlijk belang is sprake als Leiden zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. De raad heeft bij besluit van 25 april 2013 het beleidskader verbonden partijen vastgesteld (RV 13.0016). In dit herziene beleidskader leggen we meer nadruk op de sturing op gemeenschappelijke regelingen, op governance en op risicobeheersing. Ook besteden we aandacht aan het wettelijke kader, de visie op verbonden partijen en de kaders voor deelname aan en vertrek uit een verbonden partij, aansturing, beheer en toezicht op verbonden partijen. Mede op basis van dit kader is de inhoud van de paragraaf gewijzigd. Daarnaast is de sturing op gemeenschappelijke regelingen een speerpunt. Dit heeft geresulteerd in een door ons op 5 februari 2013 (BW13.0097) vastgestelde Nota Sturen op gemeenschappelijke regelingen: een kwestie van anders denken en goed organiseren. In 2013 werken we dit per gemeenschappelijke regeling verder uit. Om de doelstellingen opgenomen in de gemeentebegroting te realiseren kunnen samenwerkingsverbanden worden aangegaan als dat meerwaarde heeft voor het publieke belang. De grondhouding ten aanzien van de publiekrechtelijke samenwerkingsvormen is positief mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. De grondhouding voor private samenwerkingsvormen is die van “nee, tenzij” er bijzondere redenen zijn om
Jaarverslag | 199
van de regel af te wijken. Voor het participeren in een verbonden partij is altijd een risicoanalyse vereist. De risicoanalyse vormt een deel van de input bij de opstelling van het toezichtregime per verbonden partij. Ontwikkelingen Coöperatieve zakelijke post Nederland UA De samenwerking tussen individuele leden van de coöperatie en grote postverwerkers zal worden versterkt door het geven van voorlichting. BV Stadspodia Leiden Uit de verzelfstandiging van de Leidse Schouwburg resteerde nog het vraagstuk van de kapitaallasten (rente en afschrijving) van de investeringen die we, voor de verzelfstandiging, als gemeente hebben gedaan voor Stadspodia. Inmiddels is duidelijk dat de activa (ter waarde van circa € 1,8 mln.) niet worden overgedragen. Dit beïnvloedt de balanspositie van de BV. De afschrijvingslasten van deze activa blijven nu voor rekening van de gemeente. Hierdoor is minder budget beschikbaar voor de subsidie aan de BV (deze wordt verlaagd). Het gemis aan financiële ruimte bij Stadspodia voor vervangingsinvesteringen dat hierdoor ontstaat, compenseert de gemeente door de investeringen binnen het budget “Vervangingsinvesteringen Culturele Instellingen” (VVI) over te nemen. Hierbij is dus sprake van een zogenoemde “kasschuif” die voor de Stadspodia neutraal uitwerkt. Gezien de complexe materie en het feit dat de BV Stadspodia Leiden en de Gemeente Leiden het over de uitgangspunten eens moesten zijn, heeft dit veel tijd gekost. Hierdoor was het voor Stadspodia niet mogelijk een op de juiste gegevens gebaseerde jaarrekening op te stellen. Inmiddels is tussen Stadspodia en de gemeente een financieel gelijkluidend standpunt bereikt en zal Stadspodia op korte termijn de jaarrekeningen over de seizoenen 2010/2011 en 2011/2012 kunnen presenteren. Stichting Pieterskerk Vanaf 16 februari 2012 kent de stichting Pieterskerk een Raad van Toezicht-bestuursmodel. De burgemeester is niet langer bestuurslid van de stichting Pieterskerk. De gemeente Leiden heeft vanaf die datum alleen een financieel belang in de Stichting Pieterskerk. Bij een verbonden partij moet sprake zijn van zowel een financieel als een bestuurlijk belang. Daarom is de Stichting Pieterskerk vanaf 16 februari 2012 geen verbonden partij meer. Gevulei Het algemeen bestuur van de Gevulei heeft op 9 mei 2012 besloten om per 1 januari 2016 de Gemeenschappelijke Regeling op te heffen. Servicepunt71 In de paragraaf bedrijfsvoering vindt u een toelichting op het Servicepunt71. Holland Rijnland Eind 2012 is gestart met een grondige heroriëntatie op de toekomst van de samenwerking binnen Holland Rijnland. In de loop van 2013 zullen de raden en colleges van de deelnemende gemeenten beslissingen nemen over de inhoud, schaal en financiële omvang van de samenwerking binnen Holland Rijnland. In 2012 is op gebied van de drie decentralisaties samengewerkt. Een gedetailleerde beschrijving van alle ontwikkelingen is te vinden in het jaarverslag van Holland Rijnland Overzicht verbonden partijen Onze jaarrekening stellen we op in een periode dat van de meeste verbonden partijen de cijfers over 2012 nog niet beschikbaar zijn. Daarom treft u in onderstaand overzicht de gegevens over het jaar 2011. Bedragen * € 1.000 Programma Nr.
omschrijving
1
1
200 | Jaarverslag
Verbonden partij
Rechtsvorm
Belang*
Bestuur en Holland Dienstverlening Rijnland
GR
Bestuur en BelastingDienstverlening samenwerking GouweRijnland
GR
Resultaat 2011
Eigen vermogen eind 2011
Vreemd vermogen einde 2011
1.563 261 (Leids (inwonerbijdrage)aandeel hierin 3.077 (bijdrage is 50) RIF)*
482
36.701
2.738
2.179
14.240
2.179
Programma 1
Bestuur en Servicepunt71 Dienstverlening
2
Veiligheid
5
GR
76,51%
1.329
1.329
10.316
Veiligheidsregio GR HollandsMidden
8.915
5.192
9.093
35.009
Omgevingskwaliteit
Gevulei
5.735
-149
555
2.385
5
Omgevingskwaliteit
Omgevingsdienst GR West-Holland
44%
51
149
1.896
6
Stedelijke ontwikkeling
Nieuw Leyden Beheer BV
BV
50 %
0
18
615
6
Stedelijke ontwikkeling
Leiden naar nieuwe Leyden BV
CV wijkontwikkelllingsmaatschappij
100%
-2
9
237
6
Stedelijke ontwikkeling
Stichting Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederlandse Gemeenten
Stichting
deelnemer met zeer beperkt risico
5.715
41.332
697.093
8
Sport, Cultuur en Recreatie
Stadspodia Leiden
BV
100%
niet beschikbaar
niet beschikbaar
niet beschikbaar
8
Sport, Cultuur en Recreatie
Stichting Pieterskerk
Stichting
5.523 (garantstelling)
-65
1.013
5.809
9
Welzijn en Zorg
RDOG
GR
3.328
3.681
5.643
2.809
10
Werk en Inkomen
Coöperatieve Zakelijke Post Nederland UA
coöperatieve vereniging
20
-132
220
19
10
Werk en Inkomen
DZB Partycatering BV Leiden
BV
18
0
232
188
11
Algemene Dekkingsmiddelen
Alliander
NV
2,27%
251.000
3.079.000
4.239.000
11
Algemene Dekkingsmiddelen
Nuon Energy NV
NV
0,82%
438.000
4.101.000
2.747.000
11
Algemene Dekkingsmiddelen
Dunea
NV
9,75%
1.858
161.121
358.305
11
Algemene Dekkingsmiddelen
NV Bank Nederlandse gemeenten
NV
0,62%
256.000
1.897.000
134.563
GR
* Onder belang noemen we de bij de private verbonden partijen de omvang van de deelname in een percentage (bijv. Dunea, Nieuw Leyden) of de eenmalige storting, zoals bij de DZB Partycatering BV en Coöperatieve Zakelijke Post Nederland UA. Bij de gemeenschappelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld bij Holland Rijnland, Servicepunt71, Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland en Veiligheidsregio Hollands Midden, gaat het bij belang om de jaarlijkse financiële bijdrage.
Jaarverslag | 201
Overzicht risico's per verbonden partij Naam
Doel
Bestuurlijk Belang
Risico voor gemeente
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Risico's afgedekt door andere partners
Monitoring van risico's
5 raadsleden, 1 wethouder en de burgemeester in AB. De burgemeester heeft zitting in het DB en is voorzitter van AB/DB. De wethouder is ook lid van DB.
Het nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling wordt volledig gedekt door de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Het nadelig saldo wordt gedeeld door het aantal inwoners van de regio, waarmee de bijdrage per inwoner is bepaald. De bijdrage per gemeente is dan het aantal inwoners van die gemeente vermenigvuldigd met het bedrag per inwoner.
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
gemeentelijke bijdrage
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Beoordeling van begroting en jaarrekening
verplichte deelname aan de gemeenschappelijke regeling; burgemeester lid van AB
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
gemeentelijke bijdrage
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van een regionale evenwichtige ontwikkeling van de deelnemende gemeenten. Deze gemeenten zijn: Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten, Zoeterwoude.
Veiligheidsregio Het behartigen Hollands van de Midden gemeenschappelijke belangen op het gebied van verbindingen, de regionale alarmcentrale, de voorbereiding van de coördinatie van de rampenbestrijding en het optreden in buitengewone omstandigheden.
202 | Jaarverslag
Naam
Doel
Bestuurlijk Belang
Risico voor gemeente
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Risico's afgedekt door andere partners
Monitoring van risico's
RDOG Hollands Midden
De RDOG bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid en het welbevinden van de burgers in de regio Hollands Midden in zowel reguliere als crisisomstandigheden. Daarnaast probeert de RDOG de effecten van gezondheidsbedreigingen te beperken.
6 van de 53 stemmen in AB
De kosten van de overgangsregeling FLO (functioneel leeftijdsontslag) voor de ambulancediensten worden waarschijnlijk 100% vergoed door de NZA (Nederlandse Zorgautoriteit), maar dat is nog niet definitief. De NZA heeft tot nu toe 60% van de kosten gereserveerd.
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
gemeentelijke bijdrage
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Beoordeling van de begroting en de jaarrekening
Gemeenschappelijke Voordeel vuilverwerking behalen Leiden en uit het omgeving gezamenlijk laten verwerken van het ingezamelde huisvuil en bevorderen van hergebruik van goederen en recycling via het Kringloopbedrijf.
Ongeveer 50%
Risico’s zijn beperkt daar de kosten voornamelijk uit de kosten vuilverwerking bestaan (€ 9,6 miljoen op een totaal van € 9,9 miljoen).
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
prestatie leveringen
Betreft kosten van de uitvoering van de vuilverwerking.
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Omgevingsdienst Voordeel West-Holland behalen uit het gezamenlijk: uitoefenen van milieutaken zoals luchtkwaliteit, milieucommunicatie en veiligheid.
Ongeveer 45%
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijden over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
prestatie leveringen
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Jaarverslag | 203
Naam
Doel
Risico voor gemeente
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Risico's afgedekt door andere partners
Monitoring van risico's
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland (BSGR)
Samenwerking Het Algemeen tussen Bestuur gemeenten bestaat uit Gouda, Leiden, leden van het Oegstgeest, HoogheemraadVoorschoten, schap (2 leden Wassenaar en met elk 36 Zoeterwoude satemmen), en het leden van Hoogheemraadschap gemeenten van Rijnland Gouda en op het gebied Leiden van heffing en (met elk 22 invordering stemmen) van en leden van waterschapsde overige belastingen en gemeenten gemeen-telijke (met elk 11 belastingen, stemmen). alsmede op gebied van de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Per 1 januari 2011 worden de taken gezamenlijk uitgevoerd. De constituerende vergadering van het algemeen bestuur heeft op vrijdag 24 juli 2009 plaatsgevonden.
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijden over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
prestatie leveringen
Andere deelnemers nemen naar evenredigheid deel
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Servicepunt 71
Samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering tussen de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. De bedrijfsvoering betreft de dienstverlening op de gebieden financiën, human resource management, inkoop, informatie en communicatietechnologie, juridische zaken en, voor Leiden en Leiderdorp, facilitaire zaken.
De Een eventueel gemeenschapnadelig pelijke saldo van de regeling gemeenschapServicepunt71 pelijke is op 1 januari regeling 2011 formeel wordt volledig in werking gedekt door getreden. De de bijdragen gemeente van de Leiden is in deelnemende het Algemeen gemeenten Bestuur op basis van vertegenwoordigdde in het met 1 bedrijfsplan wethouder. opgenomen Deze verdeelsleutel. wethouder heeft tevens zitting in het Dagelijks Bestuur.
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
prestatie leveringen
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Vennootschappen
204 | Jaarverslag
Bestuurlijk Belang
Naam
Doel
Bestuurlijk Belang
Risico voor gemeente
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Risico's afgedekt door andere partners
Monitoring van risico's
BV Stadspodia Leiden
Bij de verzelfstandiging in 1999 hebben onder andere fiscale overwegingen een rol gespeeld om als gemeente enig aandeelhouder te zijn in de nieuw gevormde BV.
100% van de aandelen (400 aandelen à € 45,nominaal plus wettelijke reserve € 151)
Realisatie meerjarenraming i.v.m. herstart programmering/ verhuur.
Nee, de aandeelhouder van een besloten vennootschap (BV) is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV
kapitaalverstrekking
Nee
Beoordeling begroting en jaarrekening
DZB Partycatering BV Leiden
Het behartigen van het publieke belang op het gebied van de gesubsidieerde arbeid.
100% eigenaar van de organisatie
Beperkt tot Nee, de het geplaatste aandeelhouder en gestorte van een aandelenkapitaal. besloten vennootschap (BV) is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV
18
Nee
Beoordeling jaarrekening
Alliander NV
Transport van energie, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen.
Aandeelhouder en vertegenwoordiger in het Grootaandeelhoudersoverleg namens de exEWR+ gemeenten.
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
kapitaalverstrekking
Nee
Beoordeling jaarrekening
Nuon Energy NV
De productie en levering van (zo veel mogelijk schone) energie, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen.
Aandeelhouder Risico voor de en aandeelhouder vertegenwoordiger beperkt in het zich tot de Grootaandeelhoudersoverleg wettelijke namens de exrisico’s. EWR+ gemeenten.
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
kaptiaalverstrekking
Nee
Aandeel Nuon wordt verkocht in vier tranches en zal per 1 juli 2015 geheel zijn overgdragen aan Vattenfal.
Dunea (naamloze vennootschap)
De productie en levering van goed en betrouwbaar drinkwater, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen.
Aandeelhouder
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
kapitaalverstrekking
Nee
Beoordeling jaarrekening
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Het behartigen van het publieke belang op het gebied van de financiering lokale overheid.
0,6242%
De resultaten van deze deelneming fluctueren en daarmee ook de dividenduitkering.
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
789
Nee
Beoordeling jaarrekening
Jaarverslag | 205
Naam
Doel
Nieuw Leyden Beheer B.V.
De stedelijke In de De risico’s aan nvt vernieuwing in raadsvergadering de kostenkant Leiden Noord van 8 maart waren al stimuleren via 2005 is bij niet groot en samenwerking raadsbesluit zijn verder met Stichting 05.0035 afgenomen. Portaal in de besloten om Anderzijds vorm van een deel te nemen zorgen de commanditaire in Nieuw verslechterende vennootschap Leyden Beheer economische (CV-BV-model). BV. De BV perspectieven Vanwege is beherend voor een het risico van vennoot vergroting van dubbele in Nieuw het afzetrisico. overdrachtsLeyden C.V. In de belasting is De gemeente grondexploivoor de CV/BV Leiden neemt tatie is de status van voor evenwel een wijkontwikke50% deel in substantiële lingsmaatschappij Nieuw Leyden risicoreserve (WOM) Beheer BV. opgebouwd. aangevraagd. Door de stagnatie op de woningmarkt is het uitermate lastig om voorspellingen te doen over het afzettempo van de resterende kavels inclusief veld 25 en de velden 43 en 44 (Ontwerpjewoning). Om de productie op gang te houden zijn de velden 38, 41 en 42 deels door Nieuw Leyden zelf ontwikkeld. De risico’s hierbij zijn beperkt en vallen, zoals dit ook al bij de Grex 2011 het geval was, binnen de limiet van de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) (ca € 1,5 mln.).
206 | Jaarverslag
Bestuurlijk Belang
Risico voor gemeente
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Risico's afgedekt door andere partners
Monitoring van risico's
kapitaalverstrekking
voor 50%
Beoordeling jaarrekening
Naam
Doel
Leiden naar Nieuw Leyden B.V.
Bestuurlijk Belang
Risico voor gemeente
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Risico's afgedekt door andere partners
Monitoring van risico's
De stedelijke In de vernieuwing in raadsvergaLeiden Noord dering van 8 stimuleren via maart 2005 is samenwerking bij raadsbesluit met Stichting 05.0035 Portaal in de besloten om vorm van een deel te nemen commanditaire in Leiden naar vennootschap Nieuw Leyden (CV-BV-model). BV. Deze Vanwege B.V. is één het risico van van de twee dubbele commanditaire overdrachtsof stille belasting is vennoten. De voor de CV/BV andere de status van is Portaal wijkontwikkeNieuw Leyden lingsmaatschappij B.V. Nieuw (WOM) Leyden Beheer aangevraagd. B.V. is de beherend vennoot. Deze drie partijen vormen gezamenlijk de commanditaire vennootschap Nieuw Leyden C.V. Gemeente Leiden is 100% aandeelhouder van Leiden naar Nieuw Leyden B.V.
Geen
nvt
18 en 200 nee deelneming kapitaalverstrekking en geldlening
Beoordeling jaarrekening
Stichtingen
Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten
Het stimuleren van kwaliteitsverbetering in de volkshuisvesting door het verstrekken van laagrentende leningen via het SVN aan door de gemeente Leiden aangewezen instellingen.
Het beleid is gericht op een voortdurende zorgvuldige bewaking en beheersing van risico’s die de activiteiten van SVN met zich meebrengen. de risico’s zoveel mogelijk te beheersen.
nvt
1.969 + 3.440 langlopende lening
nee
Beoordeling jaarrekening
Stichting Pieterskerk Leiden
Bij raadsbesluit tot 15 februari 03.0073, 2012 deelname 04.0054 en in bestuur 05.0069 is besloten de stichting via een garantstelling te ondersteunen bij de restauratieopgave teneinde de Pieterskerk als cultureelhistorisch monument in stand te houden.
tot niveau van de garantstelling
niet verplicht
5523 garantstelling
nee
Beoordeling jaarrekening
Jaarverslag | 207
3.3.6 Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt aangegeven hoe kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom worden beheerd. In de Financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, die de raad op 7 oktober 2003 bij raadsbesluitnummer 03.0101 heeft vastgesteld, staat in artikel 19 dat periodiek, maar ten minste eens in de acht jaar, een (geactualiseerde) nota Beleidskader onderhoud kapitaalgoederen door het college aan de raad ter vaststelling wordt aangeboden. Met raadsbesluitnummer 10.0037 d.d. 27-05-2010 is het vernieuwde beleidskader onderhoud kapitaalgoederen vastgesteld. Het beleidskader onderhoud kapitaalgoederen geeft aan om welke kapitaalgoederen het gaat. In 2012 zijn de volgende negen beleidskaders kapitaalgoederen gerealiseerd en vastgesteld door de raad. Het betreft de volgende kapitaalgoederen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Water ( baggeren) Openbare verlichting Groen ( incl. bomen) Kunstwerken Walmuren, beschoeiingen en natuurvriendelijke oevers Straatmeubilair Spelen Wegen Sportaccommodaties
Onderstaande twee beleidskaders waren al eerder vastgesteld: ■ Riolering. Het onderhoud van de riolering is reeds in het VGRP 2009-2013 vastgesteld. ■ Vastgoed. De beheerplannen van het ambtelijk vastgoed, maatschappelijk vastgoed en overige panden zoals monumenten zijn in 2012 verder opgesteld. De beleidskaders van de kapitaalgoederen bevatten per kapitaalgoed: ■ de werkzaamheden die in het kader van de instandhouding van het kapitaalgoed gedaan moeten worden; ■ het gewenste onderhoudsniveau van het kapitaalgoed; ■ de kosten voor de instandhouding van het kapitaalgoed zoals klein en groot onderhoud en vervangingskosten; ■ de huidige staat van onderhoud zoals een technische beoordeling en schouw van de kwaliteit van het kapitaalgoed; ■ een scenario voor het onderhoud van kapitaalgoederen. Stand voorzieningen groot onderhoud. Voor de stand van de voorzieningen groot onderhoud wordt verwezen naar de Balans en de Toelichting bij reserves en voorzieningen. Openbare ruimte Voor de acht beleidskaders Openbare ruimte ( nr. 1 t/m 8 ) is conform de vastgestelde beleidskaders onderhoudsniveau B bepaald. Voor een aantal kapitaalgoederen is vastgesteld dat een voorziening moet worden ingesteld omdat groot onderhoud na verloop van jaren aan de orde zal zijn en/of bij het vaststellen van de beheerplannen gebleken is dat sprake is van onderhoudsachterstand. De beleidskaders geven inzicht in de benodigde budgetten over een reeks van jaren. De vastgestelde beleidskaders van de kapitaalgoederen zijn nader uitgewerkt in beheerplannen. Tevens zijn deze onderdeel van het gemeentelijke OIB-traject, het ontwikkelen, inrichten en beheren van de openbare ruimte. Binnen dit traject wordt gestreeft naar een duurzame inrichting van de openbare ruimte tegen zo laag mogelijke kosten. Het nauw samenwerken door de verschillende afdelingen met elkaar is hierbij een essentieel onderdeel alsmede het uniformeren van materiaalgebruik op basis van de vastgestelde beleidskaders ‘Kadernota Openbare Ruimte’ en ‘Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte’. De beheerplannen geven op de lange termijn aan welke onderhouds- en vervangingsmaatregelen in welk jaar genomen moeten worden om het kapitaalgoed in stand te houden. De beheerplannen zijn gebaseerd op een technische controle en/of schouw van het areaal in het terrein – ook het achterstallige onderhoud is geïnventariseerd – en geven een realistisch beeld van de uit te voeren werkzaamheden en de benodigde
208 | Jaarverslag
budgetten om deze werkzaamheden uit te voeren. Inhoudelijk zijn de beheerplannen door een extern bedrijf getoetst (second opinion in mei 2012) en voldoen naast een paar kleine aantekeningen en verbeterpunten aan de eisen en eigenschappen van een beheerplan. Gebleken is dat de benodigde budgetten in de beheerplannen in relatie tot de vastgestelde meerjarenbegroting 2013-2016 een structureel tekort laten zien van € 1.608 miljoen en een incidenteel tekort van € 6,792 miljoen. Bij de behandeling van Perspectiefnota 2013-2017 zal een dekkingsvoorstel komen om de structurele tekorten tot nihil terug te brengen en zal inzichtelijk gemaakt worden welke consequenties dat heeft voor het onderhoud. Daarnaast is de inzet om ook de incidentele kosten (het achterstallige onderhoud) zo veel als mogelijk te minimaliseren door efficiënter te werken en werk met werk te maken. Onderstaand wordt per kapitaalgoed ingegaan op: Beleidskader, Financiën en de Stand van Zaken. Water Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Water. Daarnaast wordt in een aantal andere gemeentelijke beleidsnota’s het waterbeheerbeleid opgenomen, zoals in het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (waarin niet alleen de riolering maar ook het stedelijk oppervlaktewater wordt benoemd) maar ook in het gemeentelijk Waterplan. Dit laatste is een gezamenlijk plan van Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland en betreft een stedelijke visie op water in Leiden inclusief een uitvoeringsprogramma 2008 – 2015. De overkoepelende doelstelling uit het Waterplan: zorgen dat water in de stad voor alle bewoners en bezoekers van Leiden nog aantrekkelijker is om te gebruiken en van te genieten, zodat de kwaliteit van Leiden als woonstad, werkstad en vrijetijdsstad erdoor wordt versterkt. Om dit te bereiken moet het watersysteem aan drie basisvoorwaarden voldoen: veilig, geen overlast en schoon. Daarnaast is een goede beleving van het water door de bezoeker van belang. Het beheerbeleid voor het water gaat dus uit van: veilig, geen overlast, schoon en een goede beleving. Het beheerbeleid van het water heeft ook een raakvlak met het watertoerisme en de vaarfunctie van het water (zoals opgenomen in de beleidsvisie Watertoerisme 2000-2020; RV 00.0098). Financiën Het waterbeheer heeft de afgelopen decennia een behoorlijke achterstand opgelopen in het baggeren van watergangen. De overige activiteiten; bladvissen, verwijderen welvaartsvuil en verwijderen slootvuil zijn seizoensgebonden en worden jaarlijks uitgevoerd. Na de uitvoering van het project ‘Baggeren achterstallig onderhoud watergangen Leiden’ kan na 2014 begonnen worden met een schone lei, zonder achterstallig onderhoud. Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 Baggeren In 2012 zijn alle watergangen in de Kikkerpolder gebaggerd en is het project afgerond. Daarnaast zijn in opdracht van Rijnland de watergangen rondom Het Landje van Bremmer en het Rijnlandse deel van de watergangen in park Cronesteyn gebaggerd, de gemeente Leiden heeft hier als aangrenzende perceeleigenaar een ontvangstplicht voor de baggerspecie. In 2012 is gestart met de voorbereiding van het project ‘Baggeren achterstallig onderhoud watergangen Leiden’. In totaal zal er circa 70.000 m3 baggerspecie gebaggerd worden. Om dit werk uit te kunnen voeren is in totaal 3,1 miljoen euro nodig. Dit bedrag is beschikbaar in de voorziening. Gezien de grote hoeveelheid te baggeren specie is de verwachting dat de werkzaamheden in 2013 en 2014 worden uitgevoerd. In 2012 is eveneens gestart met de voorbereiding van het project ‘Beveiligd baggeren van 7 verdachte watergangen in Leiden’. In totaal zal er 13.000 m3 baggerspecie gezeefd worden om de conventionele explosieven uit de watergangen te krijgen. De werkzaamheden worden uitgevoerd in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Op de werkzaamheden is een subsidiebijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontvangen voor 70 % van de verwachtte projectkosten. De totale bijdrage bedraagt € 1.226.600.De uitvoering van de werkzaamheden zal in de 2de helft van 2013 plaatsvinden.
Jaarverslag | 209
Bladvissen In watergangen waar veel (loof)bomen langs staan zorgt bladval voor een snelle aanwas van baggerslib op de bodem. Op deze plaatsen is het goedkoper om jaarlijks het bladafval uit het water te vissen dan om te baggeren. Dit heeft een positieve invloed op de water(bodem)kwaliteit. De frequentie is 1 x per jaar, als het meeste blad van de bomen is, ofwel in de periode oktober-december. Uitvoering vindt plaats conform de richtlijn zoals beschreven in de ambtelijke notitie: Bladvissen in Leiden en de Flora- en faunawet (maart 2008). Bladvissen in de parken maakt deel uit van het kapitaalgoed Groen. Verwijderen welvaartsvuil. Betreft het verwijderen van al het afval dat niet naar de groenafvalverwerking kan (zwerfafval en afval als gevolg van markten, evenementen, etc.). Verwijdering van welvaartsvuil is van belang voor een goede doorstroming van het water, voor het ‘aangezicht’ van de stad en voor het voorkomen van schade aan boten. Het schonen van de watergangen in het centrum behoort niet tot het kapitaalgoed Water. Verwijderen van slootvuil. Betreft het verwijderen van het groene afval. Het verwijderen van slootvuil vindt plaats ten behoeve van het beheren van de waterkwaliteit en/of waterkwantiteit. Het resultaat is schoon en helder water met een rijke flora en fauna door het natuurlijke, zelfreinigende vermogen van de watergangen. De werkzaamheden worden jaarlijks uitgevoerd in de periode september en oktober door het hoogheemraadschap van Rijnland in het kader van de schouw en doet dat aan de hand van de Keur. Ook in 2012 zijn de werkzaamheden weer uitgevoerd. Openbare verlichting Beleidskader De gemeente is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de openbare verlichtingsinstallatie. In het Beleidsplan Openbare Verlichting 2004 en Beheerplan Openbare Verlichting 2012-2013 is vastgelegd binnen welke kaders werkzaamheden aan de openbare verlichting worden uitgevoerd. Financiën In de voorziening is voor 2013 € 343.000 gereserveerd om de geconstateerde achterstand in te lopen. Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 Het Beheerplan Openbare Verlichting 2012-2016 en het Beleidskader kapitaalgoed Openbare Verlichting zijn vastgesteld. In 2012 is na inspecties geconstateerd dat er een achterstand is in het schilderen van lichtmasten en dat op basis van onderzoeken is gebleken dat de kwaliteit en veiligheid van het eigen kabelnet op orde moet worden gebracht. In 2013 zal een begin worden gemaakt aan het wegwerken van de achterstand en het op orde brengen van het kabelnet waarbij de verwachting is dat dit in 2014 gereed zal zijn. In 2013 zal een nieuwe aanbesteding voor beheer en onderhoud van de openbare verlichting en voor de levering van energie plaatsvinden. Welke financiële consequenties dit zal hebben is nog niet duidelijk. Ook zal er een nieuw beleidsplan voor openbare verlichting worden gemaakt waarbij ingespeeld zal worden op de laatste ontwikkelingen en inzichten. Een nieuw beleidsplan zal consequenties hebben voor het onderhoudsen uitvoeringsprogramma en de financiën. De nieuwe technieken van openbare verlichting bieden steeds meer mogelijkheden om te investeren in duurzaamheid wat structureel bijdraagt aan energiebesparing, vermindering van de CO2 en lagere onderhoudskosten. Groen Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Groen. Dit beleidskader is vorig jaar vertaald in een beheerplan Groen (MOP groen). Met het beheerplan wordt zorg gedragen dat het groen in Leiden conform de vastgestelde ambities onderhouden wordt. Eind 2012 heeft er een beleidsscan plaatsgevonden. Uit deze scan zijn een aantal beleidsstukken gekomen die opgesteld of herschreven dienen te worden. In 2013 wordt gewerkt aan het opstellen van een overkoepelende groenvisie en wordt een beeldkwaliteitsplan voor groene hoofdstructuren opgesteld.
210 | Jaarverslag
Financiën Binnen het product groen is nagenoeg geen achterstand waarneembaar. Naar aanleiding van diverse bezuinigingsrondes is er op dit moment minder budget beschikbaar dan volgens het beheerplan de eerste vier jaar nodig is. Momenteel heeft dit tekort nog niet tot waarneembare achterstanden geleid. Mocht dit in de toekomst wel het geval zijn dan zullen er keuzes gemaakt moeten worden die invloed hebben op de ambities van het beleidskader. In 2012 zijn de werkzaamheden conform beheerplan uitgevoerd, maar enkele grotere reconstructieprojecten hebben geen doorgang kunnen vinden vanwege een lastig bewonersparticipatietraject. Al met al heeft dit tot een onderschrijding van ruim € 100.000 geleid. In 2013 wordt rekening gehouden met minder reconstructie projecten zodat de kosten binnen het budget opgevangen kunnen worden. Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 In 2012 zijn alle werkzaamheden zoals in het MOP groen opgenomen uitgevoerd, uitgezonderd de bovengenoemde bewonersparticipatietrajecten. Daarnaast is het grasveld van de Leidse Hout opgeknapt naar aanleiding van schades die voortkwamen uit evenementen. De komende jaren wordt gewerkt om het beleidskader groen actueel te krijgen. In 2013 wordt een overkoepelende groenvisie opgesteld. Toekomstige beleidsstukken zullen vervolgens altijd aan deze visie gekoppeld worden zodat er geen tegenstrijdige beleidstukken meer worden opgesteld. Daarnaast wordt in 2013 het beeldkwaliteitsplan groene hoofdstructuren opgesteld. Met dit beeldkwaliteitsplan kan gericht ingezet worden op projecten in of aan groene hoofdstructuren en kunnen deze werkzaamheden over meerdere jaren gepland worden. Kunstwerken Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Kunstwerken. Alle overige vastgestelde nota’s gaan niet specifiek over kunstwerken maar hebben hier wel betrekking op. De meest relevante zijn de ‘beleidsvisie Watertoerisme Leiden 2000-2020 en het beleidsplan Openbare Verlichting 2004. Financiën Onder het product kunstwerken vallen naast de financiën voor de bruggen, de tunnels en de viaducten ook de financiën voor de Taxistandplaats en de Stationspleintunnel. De structurele kosten worden ten laste gebracht van de exploitatie terwijl voor het incidenteel terugkerende groot onderhoud een gezamenlijke voorziening is ingesteld. De voorziening kunstwerken bestaat uit de volgende drie objecten: Kunstwerken; Taxistandplaats; Stationspleintunnel; Per object wordt er jaarlijks vanuit de exploitatie een dotatie van totaal € 624.500 aan de voorziening gedaan om te sparen voor de kosten voor het uitvoeren van groot onderhoud. Daarnaast heeft er een extra storting voor achterstallig onderhoud plaatsgevonden. De vervangingen van bruggen worden gedekt vanuit het Investerings Programma Kunstwerken. Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 Het product Kunstwerken heeft te maken met een behoorlijk deel achterstallig onderhoud, dit is in het beheerplan Kunstwerken 2012-2016 verwoord en financieel geregeld. In 2012 is begonnen met de voorbereiding van deze werken om het achterstallig onderhoud in te halen. De verwachting is dat eind 2014 de achterstanden zijn weggewerkt. Onderstaand een globale impressie van de in 2012 uitgevoerde werkzaamheden en welke projecten in 2012 zijn voorbereid en begin 2013 worden uitgevoerd.
Jaarverslag | 211
Uitgevoerd: Vervangen houten dek voor composietdek op de Admiraalsbrug Vervangen Oxfordbrug Vervangen Appelbesbrug Vervangen Vlinderbrug Vervangen Joseph Haydnbrug Vervangen Looiersbrug Vervangen lampen in de fietsenstalling onder Taxistandplaats Meerjarenonderhoudsbestek 2012-2015 Stationspleintunnel en Joop Walenkamptunnel In voorbereiding: Groot onderhoud Morspoortbrug Groot onderhoud Huigbrug Groot onderhoud Lijsbethbrug Vervangen Aletta Jacobsbrug Vervangen meerpalen en geleidewerken Vervangen brugdek Churchillbrug Vervangen mechanische en elektrische onderdelen in de Stationspleintunnel Groot onderhoud civiele onderdelen in de Stationspleintunnel Conserveren 48 houten bruggen Conserveren 57 stalen kunstwerken Walmuren, beschoeiingen en natuurvriendelijke oevers Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Walmuren, beschoeiingen en natuurvriendelijke oevers. Financiën De structurele kosten voor het onderhouden van de walmuren en beschoeiingen worden ten laste van de exploitatie gebracht. Om het groot onderhoud uit te kunnen voeren (in deze het vervangen van beschoeiingen) wordt jaarlijks een bedrag van € 633.000 gedoteerd uit de exploitatie naar de voorziening om dit te kunnen bekostigen. Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 Uitgevoerd: Reinigen en vervangen metselwerk 2000 meter in het Zuidsingel-gebied deels uitgevoerd in 2012 en deels in 2013 Vervangen houten damwand Waardeiland (delen) Vervangen houten damwand o.a. Rijnsburgersingel, Vaartkade, Gerbrandylaan en Dobbebrug. In voorbereiding: Vervangen houten damwand Waardeiland (delen) Raamovereenkomst voor het vervangen van horizontale beschoeiingen Straatmeubilair Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het beleidskader openbare Ruimte, kapitaalgoed Straatmeubilair. Financiën Er is op dit moment minder budget beschikbaar dan volgens het beheerplan de eerste vier jaar nodig is. Als bijsturing niet mogelijk blijkt dan zullen er keuzes gemaakt moeten worden die invloed hebben op de ambities
212 | Jaarverslag
van het beleidskader. Vanwege de geconstateerde onderhoudsachterstand is er eenmalig € 59.000 beschikbaar in de voorziening. Stand van zaken 2012 en verwachting 2013 Naar aanleiding van de schouw zijn diverse werkzaamheden uitgevoerd. Onder andere zijn 106 straatnaamborden opnieuw gespoten en van nieuwe tekst voorzien, 70 verkeersborden en flespalen vervangen, verkeersborden zijn op alle doorgaande wegen schoongemaakt, markeringen zijn voorzien van nieuwe thermoplastische belijning, zitbanken zijn schoongemaakt en geschuurd en in opdracht van Verkeer zijn op diverse plaatsen fietsvoorzieningen geplaatst. In voorbereiding. Er zal uitvoering worden gegeven aan motie 12.0056, zijnde het plan om alle overtollige borden in de stad te verwijderen. De oude afvalbakken worden per wijk opnieuw gespoten en herplaatst. Door de ingebruikname van een nieuw gegevensbeheersysteem, GBI next, moeten de gegevensbestanden worden overgezet. Spelen Voor het beleidsveld Spelen is in 2012 het beleidskader spelen en het bijbehorende beheerplan vastgesteld. De werkzaamheden zijn conform beheerplan uitgevoerd. Er heeft viermaal een schouw plaatsgevonden van alle speeltoestellen door eigen medewerkers en eenmaal een inspectieronde door een extern bureau. Waar nodig zijn toestellen vervangen in overleg met bewoners. Ook zijn op basis van verzoeken uit de wijken 20 duikelrekken geplaatst en 3 bestaande trapvelden voorzien van kunstgras. Extra zijn aangelegd een voetbalkooi in de Buizerdhorst en een kunstgrasvoetbalveld bij basisschool de Dukdalf. In de Snoekforel is een natuurlijke speeltuin gerealiseerd door kunststof speeltoestellen te vervangen voor houten toestellen dit mede op verzoek van de bewoners. Wegen Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het vastgestelde Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Wegen. Financiën Op basis van inspecties en de gegevens uit het beheersysteem is een beheerplan wegen opgesteld, dat de basis vormt voor de uitvoering van het groot onderhoud aan de verhardingen per planjaar. Het groot onderhoud aan de verhardingen wordt uitbesteed op basis van de huidige raamcontracten asfaltverhardingen en elementenverhardingen. Daarbij is voor het onderhoud aan de elementenverhardingen per stadsdeel een raamcontract afgesloten. Er is een voorziening ingesteld voor het uitvoeren van groot onderhoud. In het beheerplan is opgenomen dat er voor het uitvoeren van het groot onderhoud aan wegen voor de komende vijf jaar gemiddeld € 2.700.000 nodig is, dat in de voorziening wordt gestort. Volgens het planningsschema groot onderhoud zal uitvoering plaatsvinden. Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 Op basis van de raamcontracten onderhoud asfalt- en elementenverhardingen zijn diverse grootonderhoudswerkzaamheden uitgevoerd: Groot onderhoud aan de asfaltverhardingen op onder andere de Hadewijchlaan, Gooimeerlaan, IJsselmeerlaan, Vlietweg, fietspaden Churchilllaan / Dr. Lelylaan / Plesmanlaan en groot onderhoud aan de elementenverhardingen op onder andere de Wasstraat, Ina Boudier-Bakkerplein, Rijn en Schiekade, Hogewoerd, Sara Trooststraat. Voor het groot onderhoud in 2013 staan diverse werkzaamheden op de planning, waaronder Kruisherenweg, Churchilllaan, Flevoweg, Ketelmeerlaan, Zwartemeerlaan, Veluwemeerlaan, Maredijk, Schutterstraat, Sara Knipscheerstraat, Henriette van der Meystraat, Guurtje Riemenshof.
Jaarverslag | 213
Sportbedrijf accommodaties en velden Beleidskader Het beleidskader “Verleiden tot bewegen” is in de Sportnota in 2012 vastgesteld. Daarin zijn de volgende ambities vastgesteld: het is de verwachting dat in 2016 meer Leidenaren zijn gaan sporten en bewegen en voldoet 75% van de Leidenaren aan de beweegnorm uit het Olympisch Plan. Dit is van belang omdat sport het bewegen, gezond zijn, ontmoeten, plezier hebben en participeren stimuleert. Leiden maakt het voor iedereen mogelijk te bewegen en te sporten. In georganiseerd en ongeorganiseerd verband. Er zijn diverse sportvelden, sporthallen en zwembaden met gebouwen die bij het sportbedrijf in het beheer zijn. Het beleidskader omschrijft het ter beschikking stellen van panden/verhuurbare ruimten met een redelijke staat van onderhoud aan doelgroepen om het gemeentelijk beleid hiermede vorm te geven. Financiën Voor het jaar 2012 n.v.t. In de voorziening wordt in 2013 een bedrag gedoteerd. Stand van Zaken In 2012 is de Sportnota vastgesteld, waarin per 1 januari 2013 is voorgesteld een voorziening voor het groot onderhoud van de sportaccommodaties in te richten, met de nodige beheerplannen. De jaarlijkse storting in de voorziening is voldoende om aan het groot onderhoud te voldoen, ook is hier een eenmalige bezuiniging in meegenomen. De beschikbare middelen zijn gecorrigeerd voor de voorgenomen bezuinigingen op het beheerplan sport met € 250.000 (Programmabegroting 2013) en de verlaging van de dotatie aan de voorziening sport met € 300.000 (Programmabegroting 2013). De voorgenomen taakstelling op de (ambtelijke) organisatie van de sportondersteuning met € 350.000 met ingang van 2014 is nog niet ingevuld (Programmabegroting 2013). Er zal extern onderzoek worden verricht om deze taakstelling nader in te vullen. De planninghorizon van de nota voor sportaccommodaties is 2013 - 2025. Riolering Beleidskader Het beleidskader is het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) 2009-2013. De gemeente heeft de volgende drie zorgplichten; - het inzamelen en transporteren van afvalwater binnen haar grondgebied naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI); - het reguleren en monitoren van de grondwaterstand; - het inzamelen en transporteren van hemelwater. Zo veel mogelijk via afkoppelen naar het oppervlaktewater en het overige niet afgekoppelde naar de AWZI. In het VGRP verwoort de gemeente hoe zij invulling geeft aan deze zorgplichten. Met de uitvoering van de afkoppel projecten van Willem de Zwijger Noord en Zuid en de verwachte afkoppeling in de Oude Kooi wordt voldaan aan de zogenaamde ‘basisinspanning’ van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit betekent dat Leiden alleen bij nieuwe ontwikkelingen nog af moet koppelen en dit in geval van wateroverlastlocatie als maatregel kan inzetten. Financiën De financiering van de zorg voor de riolering, het grondwater en het hemelwater wordt voor ongeveer 60% van de exploitatiekosten doorbelast via de rioolheffing en de overige 40% wordt gedekt uit de Algemene Middelen van de gemeente Leiden. Via de rioolheffing brengt de gemeente kosten in rekening voor het beheer en onderhoud van het rioleringsstelsel bij diegene die direct of indirect zijn aangesloten op de riolering. De kosten die in de rioolheffing zijn ondergebracht betreffen onder andere investeringskosten en exploitatiekosten. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat Leiden momenteel voor jaarlijkse investeringen kleiner dan 5 miljoen activeert. Hiervan worden de kapitaallasten doorberekend in de exploitatie en dus (deels) in de rioolheffing.
214 | Jaarverslag
Stand van Zaken 2012 en verwachting 2013 In samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland is in 2011 en 2012 gewerkt aan het project ‘Optimalisatiestudie Afvalwater Systeem’ (OAS). Door deze studie is een aeratietank en een nabezinktank als uitbreiding op de AWZI Zuid niet nodig gebleken. Onderstaand een globale impressie van de in 2012 uitgevoerde werkzaamheden en welke projecten in 2012 zijn voorbereid en begin 2013 worden uitgevoerd. Uitgevoerd zijn de volgende rioolprojecten: Merenwijk (w.o. Veluwemeerlaan en Hommelveld) Haagwegkwartier - fase 2; afkoppelen riool Volmolengracht (relinen) Gemaal Geregracht (renovatie en update) De Lage Mors – fase 4a; afkoppelen riool Bos- en Gasthuis (reiniging en inspectie riool) In voorbereiding: In 2012 is gestart met de voorbereiding van het VGRP voor de periode 2014-2018. In 2012 is ook in samenwerking met Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest een meerjarenbestek gemaakt voor het Reinigen en Inspecteren van het rioleringsstelsel. Er is in 2012 een technische bijdrage geleverd aan het project ‘Wateroverlast in de Oude Kooi’ waarvan in 2013 de verdere voorbereiding naar het Definitief Ontwerp zal plaatsvinden In 2012 is een aanvang genomen met de voorbereiding voor het afkoppelen en vervangen van de riolering bij Willem de Zwijger Noord en Zuid, evenals het project Herensingel/Maresingel. Het reinigen en inspecteren van het riool in de Binnenstad Zuid, Morsdistrict, Stationsdistrict en Kooidistrict is eveneens in 2012 voorbereid. Dit project zal in 2013 worden uitgevoerd. Vastgoed Beleidskader In de beheerplannen wordt inzichtelijk gemaakt welke kosten moeten worden gemaakt om te voldoen aan het vastgestelde onderhoudsniveau in het Beleidskader Vastgoed (RB. 09.0108). Hierin is uitgegaan van het goed onderhouden van beleidsondersteunend vastgoed op basis van meerjarige onderhoudsplannen. Goed onderhouden betekent geen kapitaalvernietiging. Om deze reden zijn de beheerplannen gemaakt op instandhoudingsniveau. Nadat er in 2011 een start is gemaakt is er in 2012 een vervolg gegeven aan het opstellen van de beheerplannen voor de kapitaalgoederen vastgoed. Het betreft het groot onderhoud aan het ambtelijk en maatschappelijk vastgoed. Op basis van de beschikbare reguliere budgetten en de stand van de voorzieningen voor ambtelijk en maatschappelijk vastgoed is de conclusie dat bij gelijke omvang van de portefeuille de financiële middelen tot 2023 toereikend zijn om de doorgerekende kosten van groot onderhoud te dekken. Vanaf 2023 ontstaat bij gelijkblijvende omvang van de portefeuille een structureel negatief resultaat in de voorzieningen. In het Beleidskader vastgoed is het uitgangspunt opgenomen dat ‘overbodig’ vastgoed zal worden afgestoten. Jaarlijks zal in relatie tot ontwikkelingen in de omvang van de vastgoed portefeuille gerapporteerd worden of en zo ja in welke mate financiële bijstelling noodzakelijk is. De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het gemeentelijk vastgoed. Dit vastgoed zit grotendeels bij de afdeling Vastgoed- en Grondzaken (VAG). Dit betreft in dit verband het maatschappelijke en ambtelijke vastgoed (de oude BOV-portefeuille). De beheerplannen zijn voor de afdeling VAG de uitvoeringsplannen. Bij het vertalen naar werkplannen vindt een jaarlijkse visuele inspectie plaats op nut en noodzaak, dit om nog niet noodzakelijke werkzaamheden te voorkomen en om het bundelen van werkzaamheden te bewerkstelligen. Doel: met het Beleidskader Vastgoed als vertrekpunt wordt inzichtelijk gemaakt hoe de benodigde middelen zich verhouden tot de beschikbare middelen in de reeds bestaande onderhoudsvoorzieningen vastgoed (ambtelijke en maatschappelijke panden). Met dit memo wordt inzichtelijk gemaakt hoe voor de periode van 10 jaar, met een doorkijk naar 20 jaar, om kan worden gegaan met de voorzieningen groot onderhoud vastgoed en welke aanvullende middelen structureel nodig zijn.
Jaarverslag | 215
Financiën Op basis van de Perspectiefnota 2013-2016 zijn de volgende aanvullende middelen opgenomen in de begroting 2013: Incidentele storting € 2.000.000 in 2013. Structurele storting € 325.000 vanaf 2013. Aanbeveling Oranjewoud: Bij het opstellen van de planningen dienen de aanbevelingen uit de Second Opinion van Oranjewoud zoals verwoord in paragraaf 5.3 te worden betrokken (zie ROTIK, afronding beheerplannen kapitaalgoederen, d.d. 9 juli 2012). Oranjewoud doet in zijn second opinion de volgende aanbeveling: Bij Vastgoed moet de relatie tussen de meerjarenonderhoudsraming en de budgettering eenduidiger worden gelegd. Met name op de langere termijn kunnen in relatie tot het strategisch vastgoedbeheer investeringen en vrijval van kapitaallasten van invloed zijn op de hoogte van de onderhoudsbudgetten. Deze aanbeveling gaat ervan uit dat vrijvallende kapitaallasten ter dekking kunnen worden gebracht van de benodigde dekking van de onderhoudsbudgetten. Dit is op dit moment niet de werkwijze rondom het vastgoed. Op het moment dat er investeringen worden gedaan (nieuwbouw, grootschalige renovatie) wordt er een investeringsbeslissing genomen waarvoor krediet wordt vrijgemaakt. Er wordt niet structureel geld gereserveerd voor mogelijke investeringen. De vervanging van kapitaalgoederen ten behoeve van de instandhouding van het vastgoed is wel opgenomen in de meerjarenonderhoudsplannen. Stand van zaken 2012 en verwachting 2013 Bij het doorvoeren van strategisch vastgoedbeheer, zoals gesteld in het Beleidskader Vastgoed en de uitwerking van de centrale huisvesting voor ambtenarenpanden zullen mutaties plaatsvinden in de vastgoedportefeuille. Dit heeft invloed op de hoogte van de onderhoudsbudgetten. Om de twee voorzieningen van de afdeling Beheer Vastgoed, voorziening groot onderhoud ambtelijk vastgoed en de voorziening groot onderhoud overige panden en accommodaties, in overeenstemming te brengen met de kosten die uit het meerjarenbeeld van de komende tien jaar van deze beheerplannen per pand blijken, heeft er een financiële correctie plaatsgevonden tussen deze twee voorzieningen. Hierbij is uitgegaan van de stand van de voorzieningen op dit moment en de geraamde stortingen in de komende tien jaar van de panden. De onderhoudsvoorzieningen worden met de aanvullende beschikbaar gestelde middelen uit de Perspectiefnota 2013-2016 voor de komende tien jaar financieel op orde gebracht. De ambtelijke panden van de DZB en van Stedelijk Beheer zullen voor het beheer en onderhoud in het jaar 2013 worden overgedragen aan de afdeling Vastgoed (VAG). Museum de Lakenhal is een aparte instelling met een managementcontract waarin het groot onderhoud is geregeld. De uitvoering hiervan gebeurt overeenkomstig een op te stellen planning van Monumentenwacht. Dagelijks en contractonderhoud De kosten voor dagelijks en contractonderhoud lopen niet via de onderhoudsvoorziening maar via de vastgoedexploitaties.
3.3.7 Weerstandsvermogen Aanleiding en achtergrond De gemeente Leiden wil risico's die zij loopt zo veel mogelijk beheersen. Door een goed systeem van risicomanagement worden bestuurders en managers in staat gesteld om de risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, te identificeren, prioriteren, analyseren en vervolgens passende beheersmaatregelen te nemen. Door inzicht in de risico's kan de organisatie op verantwoorde wijze besluiten nemen, zodat huidige risico’s en de toekomstige risico’s in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in deze
216 | Jaarverslag
risico's te verkrijgen is een risico-inventarisatie uitgevoerd. Op basis van de geïnventariseerde risico’s wordt het weerstandsvermogen berekend. Kader Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Financiële verordening Leiden RV13.0017 Beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement RV11.0007 Beleidskader reserves en voorzieningen RV12.0011 Risicoprofiel Om de risico's van Gemeente Leiden in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem dat bij meer gemeenten wordt gebruikt. Hiermee worden risico's systematisch in kaart gebracht en beoordeeld door alle afdelingen binnen de gemeente. Op grond van het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement worden in het onderstaande overzicht alleen de 10 grootste risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Beheersmaatregelen Voor de jaarrekening 2012 zijn de risico’s eind 2012 / begin 2013 geactualiseerd. Hierbij is extra aandacht geweest voor de beheersmaatregelen die genomen worden. In de onderstaande tabel met de top 10 risico’s worden de specifieke beheersmaatregelen per risico toegelicht. Dit conform het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement. Top 10 risico’s vergeleken met de begroting 2012 Een tweetal risico’s in de jaarrekening 2012 is nog overeenkomstig de risicotop-10 in de begroting 2012. Het gaat om R115 minder bouwactiviteiten en R313 garantstellingen. De overige acht risico’s die in de begroting 2012 waren opgenomen, zijn om verschillende redenen niet meer actueel. De risico’s die vervallen zijn, zijn de volgende: toename kosten bijstandsgerechtigden, herijking inkomensdeel, RijnGouweLijn, afschaffen precariobelasting, verlaging wsw rijkssubsidie, ringweg oost, Oude Rijnzone en de overheveling AWBZ. Enerzijds is een aantal risico’s door de tijd ingehaald waardoor ze niet meer relevant zijn. Anderzijds zijn er voor risico’s beheersmaatregelen getroffen zodat de risico’s beheerst zijn, bijvoorbeeld door extra budget toe te kennen in de Perspectiefnota. Tabel 1: De 10 belangrijkste financiële risico's Risiconummer
Risico
Gevolgen
Beheersmaatregel
Kans
Financieel gevolg
Invloed
R285
PRIL niet sluitend. De vereveningsreserve grondexploitatie is op termijn ontoereikend om alle projecten te dekken. Het 5-jarig perspectief van de Vereveningsreserve Grondexploitaties bevat een aantal ambities die door de raad zijn vastgesteld, plannen die derhalve in uitvoering zijn, als ook een aantal ambities waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden voordat het tot daadwerkelijke onttrekking (of dotatie) aan de reserve kan komen. Bij PRIL 2012 is geconstateerd en gemeld dat er een reëel risico is dat de Vereveningsreserve Grondexploitaties onvoldoende is om een voor 5 jaar sluitend perspectief aan de raad voor te leggen. Dit houdt concreet in dat de dekking voor de ambities die nu in beeld zijn en waarvoor nu nog (voldoende) dekking aanwezig is, niet gegarandeerd kan worden. Omdat er de afgelopen jaren al diverse malen is geprioriteerd, wordt het steeds moeilijker om door prioritering het perspectief sluitend te krijgen.
Onvoldoende middelen om de ambities vastgesteld in PRILhet perspectief te realiseren.
Prioritering binnen PRIL het Perspectief zodanig dat de Vereveningsreserve Grondexploitaties op termijn voldoet. Als dat niet lukt dan zullen andere middelen gevonden moeten worden om de vereveningsreserve sluitend te krijgen.
50%
max.€ 5.000.000
32.17%
Jaarverslag | 217
Tabel 1: De 10 belangrijkste financiële risico's R313
Garantstellingen: De gemeente Leiden staat voor de volle 100% garant voor leningen tot een totaalbedrag van € 89,4 miljoen. Hiervan betreft € 67 miljoen leningen aan woningbouwcorporaties en € 10 miljoen aan zorginstellingen. Het restant van € 12 miljoen betreft leningen in de culturele en sportsector. Het risico is dat de instelling in dermate financiële problemen komt dat deze zijn betalingsverplichting niet kan nakomen.
De gemeente staat garant om bij het niet kunnen nakomen van de verplichtingen door de instelling, de rente en afslossing te voldoen aan de betreffende bank. Wel heeft de gemeente voor een deel het recht van 1e hypotheek op het onderpand. De waarden van de onderpanden tellen op tot een bedrag van ongeveer die € 56 miljoen.
Het jaarlijks beoordelen van de financiële gegevens van de organisaties (minimaal de jaarrekening). De financiële instellingen jaarlijks wijzen op de plicht om betalingsachterstanden op geborgde leningen te melden.
11%
max.€ 33.400.001
22.82%
R115
Bouwleges blijven achter bij de verwachting. Vanwege de economische recessie kunnen de bouwactiviteiten binnen de gemeente Leiden achter blijven bij de prognose.
Minder legesinkomsten dan verwacht.
De gemeente heeft geen directe invloed op het aantal bouwaanvragen, de daarmee samenhangende inkomsten bouwleges zijn derhalve niet beïnvloedbaar door de gemeente. Indien nodig wordt de lopende begroting aangepast.
50%
max.€ 1.000.000
4.08%
R85
De algemene uitkering gemeentefonds valt lager uit dan geraamd.
(Structurele) begrotingstekorten en noodzaak tot bezuinigingen
De gemeente heeft geen tot zeer beperkt invloed op de hoogte van de algemene uitkering.
20%
max.€ 2.500.000
3.10%
R43
Vestrekte leningen. De gemeente Leiden heeft een aantal organisaties een lening verstrekt. Het risico is dat de organisatie in dermate financiële problemen komt dat deze zijn betalingsverplichting niet kan nakomen.
Verlies van vermogen doordat de organisatie de lening niet terug kan betalen.
De financiële gegevens van de betrokken organisaties worden jaarlijks beoordeeld.
10%
max.€ 4.450.000
2.95%
R325
Tuin van Noord: Het is risico is dat naar aanleiding van de vele bezwaren wordt besloten de fietsverbinding door de volkstuinen naar Slaaghwijk niet aan te leggen.
De subsidies van o.a. Portaal, Holland Rijnland en de Provincie Zuid-Holland worden niet uitgekeerd. De al uitgevoerde voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van het fietspad zorgen voor een tekort op het budget.
Extra financiële middelen nodig voor het behalen van de doelstellingen.
50%
max.€ 800.000
2.58%
R24
Taakstellingen op de bedrijfsvoering. Er is een risico dat een of meer van de in de begroting 2013 geraamde taakstellingen op de bedrijfsvoering niet worden gehaald. De oorzaak kan zijn dat er frictiekosten optreden, hetgeen zich met name kan voordoen bij het opheffen van functies en het ontslag van medewerkers.
Ingeboekte taakstelling wordt niet behaald, aanvullende plannen zullen worden opgesteld en eventueel zullen alternatieve dekkingsmiddelen moeten worden gezocht.
De voortgang van de realisatie wordt op de voet gevolgd door middel van een stoplichtrapportage bezuinigingen op de bedrijfsvoering.
15%
max.€ 2.400.000
2.36%
R92
WMO: Jaarlijks toegekend budget is niet toereikend om de kosten van de voorzieningen en de daarmee verband houdende uitvoeringskosten te betalen
Begrotingsoverschrijding
Periodiek monitoren van de uitgaven en mogelijke overschrijding melden via p&c-cylcus. Naar aanleiding daarvan eventueel beleid bijstellen.
30%
max.€ 1.000.000
1.88%
R16
Minimabeleid: Mogelijke toename in aantal aanvragen en verstrekkingen omdat als gevolg van de crisis meer burgers in financiele problemen en onder inkomensgrens van 110% komen.
Begrotingsoverschrijding
Periodiek monitoren van de uitgaven en mogelijke overschrijding melden via p&c-cylcus. Naar aanleiding daar van eventueel beleid bijstellen.
60%
max.€ 375.000
1.44%
218 | Jaarverslag
Tabel 1: De 10 belangrijkste financiële risico's R322
Taakstelling verhuur gemeentelijke panden. Het risico bestaat dat de in de begroting geraamde meeropbrengsten door verhuur van gemeentelijke panden tegen markthuur, niet wordt gehaald. De gemeente heeft geen invloed op de markthuurontwikkelingen. Door de economische ontwikkelingen staan de markthuren onder druk en neemt leegstand toe. Ook is gemeente gehouden aan de private contracten en bijbehorende wet- en regelgeving en opgenomen expiratiedata.
Minder huurinkomsten dan verwacht
Risico's
Gemeente laat zich bijstaan door makelaars in de heronderhandelingen met de huurders, zodat optimaal gestuurd wordt op opbrengstmaximalisatie. In de komende bestuursrapportage zal indien nodig hierover gerapporteerd worden.
90%
max.€ 170.000
1.29%
Bedrag
Totaal grote risico's
€ 51.095.000
Overige risico's
€ 30.632.000
Totaal alle risico's
€ 81.727.000
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 81.727.000 voor alle risico's ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Bij de simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 12.188.179 het voor 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheermaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de meest relevante percentages en de daarmee corresponderende benodigde weerstandscapaciteit. Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage
Bedrag
75%
€ 8.827.062
80%
€ 9.347.819
85%
€ 10.186.887
90%
€ 12.188.179
95%
€ 23.498.666
Beschikbare weerstandscapaciteit In theorie bestaat de beschikbare weerstandscapaciteit uit een incidenteel en een structureel deel. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat in principe uit de concernreserve, de bestemmingsreserves, de langlopende voorzieningen, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het is een politieke afweging om te bepalen welke delen van de incidentele en structurele componenten men tot de weerstandscapaciteit wil rekenen. In het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement is hierover opgenomen dat wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit, het college in de paragraaf weerstandsvermogen een voorstel over de wijze hoe het hiermee om wil gaan. Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan 2% van de begrotingslasten, kan het college in zijn voorstel overwegen ook bestemmingsreserves en stille reserves mee te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. In de raadsvergadering over de Programmabegroting 2013-2016 is een amendement aanvaard waarin op basis van de uitkomsten van de berekening van het weerstandsvermogen bij deze begroting, een bedrag van €
Jaarverslag | 219
3.441.744 uit de reserve compensatie dividend NUON geoormerkt is als extra weerstandscapaciteit naast de reeds beschikbare weerstandscapaciteit van € 10.000.000 in de concernreserve. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit (bij Programmabegroting 2013-2016) Weerstand
Startcapaciteit
Algemene reserve
€ 10.000.000
Geoormerkt deel reserve compensatie dividend NUON
€ 3.441.744
Totale weerstandscapaciteit
€ 13.441.744
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde eerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
€ 13.441.744 =
Benodigde weerstandcapaciteit
= 1.1
€ 12.188.179
Leiden streeft een weerstandsvermogen na dat tenminste voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is of hoger is dan 1. Tabel 4: Weerstandsnorm Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A
>2.0
uitstekend
B
1.4-2.0
ruim voldoende
C
1.0-1.4
voldoende
D
0.8-1.0
matig
E
0.6-0.8
onvoldoende
F
<0.6
ruim onvoldoende
Stresstest en weerstandsvermogen De gemeente Leiden heeft in 2012 door adviesbureau SEO een stresstest laten uitvoeren waarin is berekend wat van de hieronder genomende vijf vijfjarige (extreme maar plausibele) ‘exogene schokken’ de impact is op de balans en exploitatie van de gemeente: - Financiële crisis (sterk oplopende lange rente); - Sociaaleconomische crisis (sterke economische terugval en oplopende werkloosheid); - Vastgoedcrisis (dalende woningen- en niet-woningenprijzen en terugval volume); - Rijksbezuinigingen (met doorwerking in het Gemeentefonds); - Humanitaire ramp. De stresstest laat zien waar relatieve gevoeligheden van de gemeente zitten bij het uitbreken van deze crises. De relatieve kwetsbaarheden van de gemeente Leiden zitten vooral in de stijging van de lange rente. Dit theoretisch model neemt eventuele beleidsreacties van de gemeente en de interactie tussen scenario’s niet mee. De stresstest biedt daarom een beeld van mogelijke scenario’s voor de toekomst aanvullend op de risicoinventarisatie zoals die door de organisatie jaarlijks wordt uitgevoerd. De risico-analyse van de gemeente Leiden heeft betrekking op het lopende of eerstvolgende begrotingsjaar. Eventuele risico’s die buiten deze jaren plaatsvinden worden niet meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement. Er wordt van uitgegaan dat er voldoende tijd is om bij te sturen indien een crisis zich voordoet. Eerder was uit een door een Deloitte uitgevoerde stresstest al gebleken dat Leiden een relatief solide financiële positie heeft, vooral door de gunstige reservepositie. Wel werden als aandachtspunten de grondexploitaties en de taakstellingen op de bedrijfsvoering genoemd. Ook werd geconstateerd dat Leiden weinig ruimte heeft om de inkomsten als bijvoorbeeld lokale lasten en rente-inkomsten te verhogen.
220 | Jaarverslag
Met de uitkomsten van beide stresstesten indachtig, wordt bij de Perspectiefnota 2014-2017 bezien in hoeverre de weerstandscapaciteit van de gemeente anders vorm gegeven zou kunnen of moeten worden. Dit tevens naar aanleiding van het raadsbesluit bij de Nota van bevindingen bij de jaarrekening 2011 waarin de raad het college opriep “een voorstel te doen om het aantal reserves terug te brengen, inclusief een heroverweging op de hoogte van de harde ondergrens van de Concernreserve en de toegenomen risico’s daarbij te betrekken”. Relatie met PRIL Naast de gemeentebrede risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende risicoprofiel en de benodigde weerstandscapaciteit, wordt in het PRIL verantwoording afgelegd over de grondexploitatieprojecten. Het risicomanagement van deze projecten en het zorg dragen voor een toereikend weerstandsvermogen voor deze projecten maken deel uit van het PRIL. Pas als risico's binnen het PRIL niet meer afgedekt kunnen worden, ontstaat er een risico dat betrokken moet worden in de gemeentebrede inventarisatie. Dit is net als in de jaarrekening 2011 en de begroting 2013 ook bij deze jaarrekening het geval. Hierbij wordt uitgegaan van het door de raad vastgestelde ambitieniveau in PRIL het Perspectief. De actuele weerstandscapaciteit van het PRIL wordt hieronder kort toegelicht. Actuele weerstandscapaciteit PRIL 2013 De stand van de Vereveningsreserve Grondexploitaties per 31 december 2012 (PRIL 2013) is nihil. Wel is er per 31 december 2011 een bedrag van € 11.400.000 aan middelen apart gezet in risicoreserves. Er zijn echter ook verplichtingen aangegaan die invloed hebben op de stand van de Vereveningsreserve Grondexploitaties (onttrekkingen en dotaties). Het werkelijk vrij beschikbare deel van de Vereveningsreserve, dus het deel waar nog geen verplichtingen op drukken, vermeerderd met de risicoreservering, kan worden aangemerkt als het weerstandsvermogen. Het feit dat het sluitend perspectief afhankelijk is van in de toekomst te realiseren opbrengsten alsook het beheersen van de uitgaven, is een risico voor het PRIL dat in beginsel een gesloten systeem is. Vandaar dat ook dit jaar een risicoreservering is opgenomen in de concernbrede risico-inventarisatie.
Jaarverslag | 221
222 | Jaarverslag
Hoofdstuk 4
4 Jaarrekening
Jaarrekening | 223
224 | Jaarrekening
4.1 Balans per 31 december
Jaarrekening | 225
ACTIVA (bedragen x € 1.000)
2012
2011
Vaste activa Materiële vaste activa
601.569
614.332
Investeringen met economisch nut -In erfpacht uitgegeven
176.898
177.296
-Niet in erfpacht uitgegeven
312.745
312.094
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut
111.926
124.942
Financiële vaste activa
137.809
148.182
Kapitaalverstrekkingen aan: -Deelnemingen
9.144
9.144
20
20
19.743
26.587
277
260
-Overige langlopende leningen
10.468
10.597
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar
80.645
83.982
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
17.512
17.593
-Overige verbonden partijen Leningen aan: -Woningbouwcorporaties -Deelnemingen
Totaal vaste activa
739.378
762.514
9.529
151
Vlottende activa Voorraden -Grond- en hulpstoffen
2.620
4.244
-Onderhanden werk inclusief bouwgronden in exploitatie
5.818
-5.141
-Gereed product en handelsgoederen
277
241
-Vooruitbetalingen
814
808
Uitzettingen met een rentetypische looptijd<1 jaar -Vorderingen op openbare lichamen -Rekening-courant verhoudingen met niet fin. Instellingen -Overige vorderingen
Liquide middelen Overlopende activa
Totaal vlottende activa
TOTAAL ACTIVA
226 | Jaarrekening
70.073
69.430
22.830
21.195
105
78
47.137
48.157
1.895
-460
177
3.303
81.674
72.425
821.052
834.940
PASSIVA (bedragen x € 1.000)
2012
2011
Vaste passiva Eigen vermogen
478.046
520.624
Reserves -Algemene reserve -Bestemmingsreserves -Saldo van de rekening van baten en lasten
23.990
29.993
455.093
480.966
-1.037
9.665
Voorzieningen -Egalisatievoorzieningen
37.951
29.886
29.153
21.519
-Voorz.derden verkregen middelen met specifieke bestemming
1.421
835
-Voorzieningen toekomstige verplichtingen
7.377
7.532
Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ één jaar
217.067
176.568
Onderhandse leningen van: -Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen -Binnenlandse banken en overige financiële instellingen -Binnenlandse bedrijven Door derden belegde gelden Waarborgsommen
-
98
216.913
176.315
3
3
105
102
46
50
Totaal vaste passiva
733.063
727.078
72.276
97.425
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar -Banksaldi
40.985
41.416
-Overige schulden
31.292
56.009
Overlopende passiva
15.712
10.437
Totaal vlottende passiva
87.989
107.862
821.052
834.940
69.478
106.110
TOTAAL PASSIVA
Borg-en garantstellingen
Jaarrekening | 227
4.2 Programmarekening Programma bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Saldo voor wijziging
Rekening 2012
Wijzigingen
Saldo na wijziging
Lasten
Begroting 2012 Rekening 2012
Baten
Saldo
BESTUUR EN DIENSTVERLENING
23.882
1.577
25.459
28.161
-3.041
25.119
340
VEILIGHEID
11.574
117
11.691
11.323
-636
10.687
1.004
ECONOMIE EN TOERISME
4.500
1.099
5.600
4.625
-483
4.141
1.459
BEREIKBAARHEID
5.303
6.149
11.452
23.407
-9.264
14.143
-2.690
45.340
7.107
52.448
82.634
-25.780
56.854
-4.407
3.922
54.072
57.994
87.458
-49.718
37.740
20.254
JEUGD EN ONDERWIJS
24.254
2.123
26.377
28.602
-3.543
25.059
1.318
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
33.311
-879
32.431
38.996
-4.345
34.652
-2.220
WELZIJN EN ZORG
41.656
780
42.436
43.534
-3.088
40.447
1.990
WERK EN INKOMEN
28.967
-888
28.079
124.469
-97.810
26.658
1.421
-231.134
6.564
-224.570
6.966
-239.888
-232.922
8.352
-8.425
77.822
69.397
480.175
-437.597
42.578
26.819
8.425
-75.360
-66.935
140.067
-181.608
-41.541
-25.393
0
2.462
2.462
620.242
-619.205
1.037
1.425
OMGEVINGSKWALITEIT STEDELIJKE ONTWIKKELING
ALGEMENE MIDDELEN
RESULTAAT VOOR BESTEMMING
MUTATIES RESERVES
RESULTAAT NA BESTEMMING
Dit is een andere presentatie dan in tabel 1 van paragraaf 3.1 Financieel resultaat 2012 is weergegeven. In bovenstaande tabel geven wij het rekeningresultaat ten opzichte van de 2e bestuursrapportage aan. Het geraamde resultaat van € 2.462.000 nadelig is het resultaat, zoals dit bij de 2de bestuursrapportage werd verwacht. Het resultaat van de jaarrekening is € 1.037.000 negatief. Ten opzichte van de 2e bestuursrapportage is dat € 1.425.000 voordelig.
228 | Jaarrekening
4.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). Presentatiewijziging In de jaarrekening 2012 zijn ten opzichte van de jaarrekening 2011 een aantal wijzigingen doorgevoerd in de balanspresentatie als gevolg van de conversie 2011-2012. De wijzigingen hebben alle betrekking op een omzetting naar een juiste balanscategorie en geven daardoor een beter inzicht in de balansopbouw. De wijzigingen hebben geleid tot verschuivingen aan zowel de Activa als aan de Passivazijde tot een totaal bedrag ad € 1.443. Het betreft hier vooral verschuivingen in de Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar (€ 747), Liquide middelen (-€ 501) en overlopende activa (€ 1.197) aan de Activazijde en Vlottende (€ 1.650) en overlopende Passiva (-€ 207). De effecten van deze wijzigingen zijn administratief in de beginbalans van 2012 doorgevoerd. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarden. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen verder worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten. Alle bedragen in de jaarrekening staan weergegeven in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. Grondslagen voor waardering ACTIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Materiële vaste activa wordt geactiveerd bij een aanschafwaarde groter dan € 25.000 en een minimale gebruiksduur van drie jaar. Uitzondering hierop zijn Gronden en terreinen, deze worden altijd geactiveerd. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. De afschrijving van een activum start op de eerste dag van het jaar volgend op het jaar waarin het object bedrijfsvaardig is opgeleverd. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Aankoop en vervaardiging van activa in de openbare ruimte met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen uitgifteprijs van eerste uitgifte. De in eeuwigdurende erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen registratiewaarde. De afschrijvingsmethode is vastgelegd in de door de raad vastgestelde financiële verordening en is in principe lineair. De materiële vaste activa worden afgeschreven in maximaal: ■ 60 jaar: aanleg rioleringen; ■ 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen; aanleg wegen, bruggen en walmuren, sportvelden, volkstuinen en zwembaden; ■ 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen; reconstructie wegen, bruggen, rioleringen en walmuren; ■ 20 jaar: stenen bergplaatsen en loodsen; openbare verlichting; ■ 15 jaar: centrale verwarming; bijzondere voertuigen als brandweerauto’s; ■ 10 jaar: houten bergplaatsen en loodsen; technische- en veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair; verkeerslichteninstallaties, motorvoertuigen en machines; ■ 5 jaar: zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto’s; lichte motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur; ■ niet: gronden en terreinen.
Jaarrekening | 229
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele aflossingen. Deelnemingen worden in afwijking hiervan gewaardeerd tegen marktwaarde indien deze waarde lager is dan de verkrijgingprijs. De bijdrage in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met afschrijvingen. Onder uitzettingen worden aandelen, obligaties, maar ook leningen en vorderingen verstaan. Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen. Voorzieningen wegens oninbaarheid van leningen worden met de nominale waarde van leningen verrekend. Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Er wordt rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden. De gronden bij complexen in exploitatie zijn opgenomen tegen de daaraan bestede kosten, inclusief de bijgeschreven rente en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde grondverkopen. Winstneming vindt plaats op het moment dat de exploitatie van een complex wordt beëindigd of wanneer tussentijds met redelijke zekerheid vast te stellen is, dat er winst gerealiseerd wordt. De voorwaarden daarvoor liggen vast in het besluit van de raad van 22 april 2008 (RB 08.0027). Voor de complexen met een uitvoeringsbesluit en een geprognosticeerd negatief eindresultaat wordt een voorziening getroffen die in mindering wordt gebracht op de post Bouwgrond in exploitatie. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van de vorderingen verrekend. PASSIVA Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die als vreemd vermogen aan te merken zijn, omdat deze gelden niet vrij beschikbaar zijn. Er staat namelijk altijd een verplichting tegenover. Er is sprake van een verplichting als het doel, het tijdstip en de omvang van de uitgave vaststaan. Hierdoor is er voor de raad inhoudelijk geen expliciete keuzemogelijkheid. Bij onderhoudsvoorzieningen kan de raad echter wel invloed uitoefenen op de hoogte van de voorziening doordat de raad het gewenste onderhoudsniveau vaststelt. In het BBV worden vier mogelijkheden aangereikt waarvoor voorzieningen gecreëerd kunnen worden: 1. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten. 2. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. 3. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren 4. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Een uitzondering hierop zijn de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Conform Artikel 49 BBV worden deze sinds 2008 onder de overlopende passiva opgenomen. Het betreft dus min of meer onzekere verplichtingen (passiefposten op de balans), die te zijner tijd schulden kunnen worden of in de tijd onregelmatig gespreid zijn. Een voorbeeld van dit laatste is groot onderhoud. Voorzieningen die worden gevormd om de onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Ook voor risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering kunnen voorzieningen worden gevormd.
230 | Jaarrekening
Ter dekking van het risico voor verwachte negatieve resultaten uit de grondexploitatie is een voorziening ingesteld. Deze voorziening wordt gepresenteerd als een waardecorrectie op de post Bouwgrond in exploitatie onder de ‘Voorraden’. Deze wijze van verantwoording is naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren. Posten als schulden en transitoria vallen niet onder het begrip voorzieningen. Grondslagen voor resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Onder baten worden verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment van besluitvorming door de AvA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders)van de betreffende deelneming. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hieronder vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
Jaarrekening | 231
4.4 Toelichting op de balans Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
In erfpacht uitgegeven gronden
176.898
177.296
Overige investeringen met een economisch nut
312.745
312.094
Totaal investeringen economisch nut
489.642
489.390
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
111.926
124.942
Totaal
601.569
614.332
De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde 31-12-2012 Gronden en terreinen
Boekwaarde 31-12-2011
54.358
51.857
6.501
6.706
216.987
219.096
Grond - ,weg - en waterbouwkundige werken
6.821
6.257
Vervoermiddelen
3.832
4.618
Machines, apparaten en installaties
11.613
11.154
Overige materiele vaste activa
12.633
12.406
312.745
312.094
Woonruimten Bedrijfsgebouwen
Totaal
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarden van de investeringen met economisch nut weer: Boekwaarde 31-12-2011
Investeringen
229.153
2.366
9
-
254
231.256
6.706
-
168
37
-
6.501
219.096
23.278
4.404
7.973
13.010
216.987
Grond - ,weg - en waterbouwkundige werken
6.257
1.292
-
728
-
6.821
Vervoermiddelen
4.618
420
-
1.206
-
3.832
Machines, apparaten en installaties
11.154
2.088
-
1.628
2
11.613
Overige materiele vaste activa
12.406
2.020
690
1.103
-
12.633
489.390
31.464
5.271
12.675
13.265
489.642
Gronden en terreinen (incl. in erfpacht uitgegeven) Woonruimten Bedrijfsgebouwen
Totaal
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdragen van derden
Boekwaarde 31-12-2012
De investeringen in bedrijfsgebouwen zijn vooral gedaan ten behoeve van de Morspoortgarage (€ 3,8 miljoen) en de Brede school Leiden (€ 9,6 miljoen). De desinvestering heeft vooral betrekking op de Dieperpoellaan 2 (€ 4,2 miljoen). Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Conform artikel 63 lid 3 van de BBV dient melding te worden gemaakt van investeringen waaraan rente wordt toegevoegd. Deze situatie doet zich voor bij de investering Renovatie Haagweg 4 (7100246).
232 | Jaarrekening
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop: Boekwaarde 31-12-2011
Investeringen
116.221
2.922
11.526
3.869
673
103.075
8.721
897
-
768
-
8.851
124.942
3.820
11.526
4.637
673
111.926
Grond - ,weg - en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Totaal
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdragen van derden
Boekwaarde 31-12-2012
De investeringen 2012 betreffen o.a. Willem de Zwijgerlaan en groen Oostvlietpolder. De desinvesteringen vloeien voort uit het besluit tot balansverkorting waarbij een aantal investeringen zijn afgeboekt. Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan het betrokken actief. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Boekwaarde 31-12-2011
Verstrekte leningen
Aflossingen
Boekwaarde 31-12-2012
Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen - overige verbonden partijen
9.144
-
-
9.144
20
20
Leningen aan: - woningbouwcorporaties
26.587
-
6.844
19.743
260
36
20
277
Overige langlopende leningen
10.597
316
446
10.468
Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar
83.982
47
3.384
80.645
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
17.593
6.660
6.742
17.512
148.182
7.060
17.434
137.809
- deelnemingen
Totaal
Deelnemingen B.V. Exploitatie en Beheer Stadsgehoorzaal/de Waag
2012 18
Nieuw Leyden Beheer B.V. Leiden naar Nieuw Leyden B.V.
9 18
DZB Partycatering BV Leiden
135
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
789
N.V. Alliander
8.175
N.V. Beheer Openbare Ruimte i.o. Totaal deelnemingen
0 9.144
Woningbouwcorporaties Een groot deel van de verstrekte geldleningen is verstrekt aan woningbouwcorporaties en instellingen of bedrijven met een bepaald gemeentelijk belang. Het actief (door)verstrekken van leningen woningbouw is bij raadsbesluit 04.0018 beëindigd. De nu nog lopende leningen betreffen "gemeentelijke voorschotten" met looptijden van 50 tot 75 jaar uit de jaren 1948 tot 1969 en financiering sociale woningen, waarbij leningen onder dezelfde conditities zijn doorverstrekt aan corporaties in de jaren 1982 tot en met 1992. Als gevolg van reguliere of vervroegde aflossing, door de woningbouwcorporaties, neemt de omvang van de opgenomen en doorverstrekte geldleningen af.
Jaarrekening | 233
Overige langlopende leningen De mutaties in de "overige langlopende leningen" bestaan uit verstrekkingen van-en aflossingen op relatief kleine leningen die lopen via de Stadsbank en het Nationaal Restauratiefonds. In 2012 zijn geen omvangrijke nieuwe leningen verstrekt. Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar Onder de "overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar" is een vordering op Vattenfall opgenomen voor € 80,6 miljoen. Dit betreffen de nog te ontvangen bedragen voor de verkoop aandelen NUON. De aandelen worden in vier tranches geleverd. De eerste tranche van 49% heeft in 2009 plaatsgevonden. De tweede tranche van 15% is afgerekend in 2011, de derde tranche, eveneens 15%, wordt afgerekend in 2013 en de laatste vierde tranche, de resterende 21%, wordt uiteindelijk afgerekend in 2015. Ter dekking van de gelimiteerde aansprakelijkheid van de verkopende partijen, is een bedrag (4% van de verkoopopbrengst) op een escrow-rekening bij de BNG gestort. 50% van deze escrowrekening is in 2010 vrijgevallen, 25% in 2011 en 25% in 2012. Per 31-12-2012 staat deze uitzetting niet meer op de balans. Met Ziggo (rechtsopvolger van Kabelmaatschappij Rijnland) is overeenstemming bereikt over de afwikkeling van het winstrecht. De langlopende uitzetting is in de balans 2012 daarom omgezet naar een kortlopende vordering. Bijdragen aan activa in eigendom van derden De afname van de "activa in eigendom van derden" wordt veroorzaakt door de afschrijving op de "inrichting en signalering Visitors Centre Leiden". Het grootste aandeel van de "Bijdragen aan activa in eigendom van derden" is de bijdrage ad € 17,5 miljoen die is betaald aan de Provincie voor de Rijngouwelijn (RGL). Op 15 mei 2012 hebben GS van de Provincie ZuidHolland en de diverse colleges van BenW van gemeenten gelegen aan het tracé van de RijnGouweLijn de hoofdlijnen aangegeven voor een ander OV-concept in Zuid Holland noord te kiezen. Dit voorstel is nader uitgewerkt en eind januari 2013 is voorgenomen de huidige bestuursovereenkomsten te gaan ontbinden en nieuwe overeenkomsten aan te gaan voor HOV-NET Zuid Holland Noord. De huidige betaalde bijdrage maakt onderdeel uit van de nieuwe overeenkomst. VLOTTENDE ACTIVA Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar: - niet in exploitatie genomen bouwgronden
2.566
4.168
54
76
2.620
4.244
5.818
-5.141
Gereed product en handelsgoederen
277
241
Vooruitbetalingen
814
808
9.529
151
- overige grond- en hulpstoffen
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Totaal
De boekwaarden per 31-12-2011 van de niet in exploitatie genomen bouwgronden en onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie wijken af ten opzichte van de boekwaarden die in de jaarrekening 2011 is opgenomen. De oorzaak hiervan is dat is besloten om de projecten met een kaderbesluit, maar zonder uitvoeringsbesluit op te nemen als niet in exploitatie genomen bouwgronden en niet meer als bouwgronden in exploitatie.
234 | Jaarrekening
Van de niet in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven: Boekwaarde 31-12-2011
Investeringen
4.321
251
Dieperhout
65
114
Stationsgebied e.o.
32
569
-250
209
16
4.168
1.144
36
Groenoordhallen e.o.
Haagwegkwartier Totaal
Desinvesteringen
Afwaardering
Boekwaarde 31-12-2012
Verwervingsprijs per m2
-2.710
1.863
52
159
9
601
5
-57
-1
2.566
66
21
-2.710
Specificatie onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Boekwaarde per 31-12-2012
Boekwaarde per 31-12-2011
100
163
Bouwgronden in exploitatie incl. voorziening negatieve grondexploitaties
5.718
-5.304
Totaal
5.818
-5.141
DZB onderhanden werk
Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2012 het volgende overzicht worden weergegeven: Boekwaarde 31-12-2011
Investeringen
Opbrengsten
Winstuitname
Boekwaarde 31-12-2012
Voorziening Balanswaarde verlieslatend 31-12-2012 complex
Projecten met een uitvoeringsbesluit Willem de Zwijgerlaan
-
3.962
3.962
-0
-0
3.122
1.612
260
4.474
4.474
-
519
-1.650
413
1.935
-3.171
Lorentzschool
2.059
134
3
2.191
516
1.675
Aalmarkt e.o.
15.589
3.639
1.789
17.439
12.692
4.746
65
4.719
171
4.613
328
4.285
De Nobel
125
387
510
2
1.260
-1.258
Trekvaartplein
452
797
1.249
6.272
-5.023
A4/W4
548
95
644
644
-786
559
429
-655
-655
Totaal
19.526
16.836
9.058
Correctie voorziening negatieve grondexploitaties
24.830
Balanswaarde 31-12-2011
-5.304
Groenoordhallen e.o. Matilo Brede School Leiden Noord
Dieperhout
Nieuw Leyden
-519
-519
-
26.786
-3.171
21.067
5.718
Projecten met een uitvoeringsbesluit en een positief eindresultaat Balanswaarde per 31-12-2012
1.292
Nog te maken kosten
8.198
Nog te verwachten opbrengsten
13.213
Jaarrekening | 235
Projecten met een uitvoeringsbesluit en een positief eindresultaat Verwacht exploitatieresultaat op eindwaarde (-/- = voordelig)
-3.722
Netto contante waarde verwacht exploitatieresultaat (-/- = voordelig)
-3.396
Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de toelichting op programma 6 en de paragraaf grondbeleid. Hier wordt volstaan met de constatering dat de grondwaarde als gevolg van investeringen is toegenomen met € 8,4 miljoen. De hoogte van de voorziening negatieve grondexploitaties bedroeg per 31-12-2011 € 24,8 miljoen. De verlaging van € 3,8 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door het project Groenoordhallen e.o. Voor dit project werd een nadelig eindsaldo verwacht. Dit is per 31-12-2012 omgezet in een verwacht voordelig eindsaldo, waardoor een bedrag ad € 4,6 miljoen uit de voorziening negatieve grondexploitaties vrij is gevallen. De boekwaarde van projecten met een kaderbesluit was per 31-12-2011 € 65.000 hoger dan in deze jaarstukken wordt gepresenteerd. De boekwaarde van projecten met een uitvoeringsbesluit was per 31-12-2011 juist € 65.000 lager. Deze verschuiving wordt veroorzaakt, doordat een deelplan van het project Dieperhout, waarover per 31-12-2011 alleen een kaderbesluit was genomen, in 2012 in uitvoering is genomen. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde 31-12-2012 Vorderingen op openbare lichamen
Voorziening oninbaarheid
Balanswaarde per 31-12-2012
Balanswaarde 31-12-2011
22.830
-
22.830
21.195
105
-
105
78
Overige vorderingen
64.278
17.141
47.137
48.157
Totaal
87.214
17.141
70.073
69.430
Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen
Bij het verstrekken van huishoudelijke hulp in het kader van de WMO heeft de gemeente er in het verleden voor gekozen om een eigen bijdrage in te voeren. De hoogte van de eigen bijdrage per uur wordt bepaald door de gemeente. Het CAK gaat de eigen bijdrage vervolgens per gebruiker per zorgperiode van 4 weken vaststellen, opleggen en innen. Het CAK draagt vervolgens de geïnde eigen bijdrage af aan de gemeente. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeente geen zekerheid over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De vordering op het CAK (openbaar lichaam) per ultimo 2012 bedraagt € 507.000. Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: Boekwaarde 31-12-2012 Kassaldi
Boekwaarde 31-12-2011
19
41
Banksaldi
1.876
-501
Totaal
1.895
-460
236 | Jaarrekening
Overlopende activa: De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
- overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen
177
3.303
Totaal
177
3.303
Het verschil in de balans bedragen wordt voornamelijk veroorzaakt door de in boekjaar 2011 opgenomen en betaalde bedragen "vooruitbetaald tbv volgend boekjaar" ad € 2 miljoen. Reden voor dit hoge bedrag ligt in het feit dat er werd overgegaan naar een "nieuwe administratie". Om te voorkomen dat er achterstanden ontstaan in de betalingen is voor een aantal (verzekeringspremie, GGD Hollands-Midden etc.) facturen gekozen om deze vooruit te betalen in 2011. VASTE PASSIVA Eigen vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: Boekwaarde 31-12-2012 Algemene reserve Bestemmingsreserves Saldo van de rekening van baten en lasten Totaal
Boekwaarde 31-12-2011
23.990
29.993
455.093
480.966
-1.037
9.665
478.046
520.624
Het verloop in 2012 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven: Boekwaarde 31-12-2011
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig boekjaar
Boekwaarde 31-12-2012
ALGEMENE RESERVES 8100908 concernreserve
9.727
26.033
24.963
20.266
3.712
20.450
29.993
29.745
45.413
8100059 reserve publicaties gemeente-archief
228
30
-
259
8100060 reserve raad
158
94
102
150
8100062 reserve Holland Rijnland
13.135
-
1.194
11.942
8100063 reserve flankerend beleid
2.671
900
1.432
2.139
8100064 bedrijfsvoeringsreserve concern
1.455
1.129
1.433
1.151
8100065 reserve brandschadefonds
1.168
-
-
1.168
-
100
-
100
1.621
9.284
3.399
7.506
230
-
167
63
26.648
1.199
-
27.847
8100160 reserve bereikbaarheidsprojecten
9.264
-
238
9.026
8100161 reserve fietsenstalling station
4.000
-
-
4.000
20
-
20
-
8100909 reserve opbrengst verkoop aandelen NUON
9.665
20.462 3.528
9.665
23.990
BESTEMMINGSRESERVES
8100066 egalisatiereserve verkiezingen 8100156 reserve parkeren 8100157 reserve bereikbaarheid 8100158 reserve Ringweg Oost
8100296 reserve overlast meeuwen
Jaarrekening | 237
Boekwaarde 31-12-2011
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig boekjaar
Boekwaarde 31-12-2012
8100297 reserve herhuisvesting
780
35
62
753
8100298 reserve baggeren
303
-
303
-
8100299 reserve onderhoud bruggen
617
-
617
-
8100300 reserve kap,lasten grond Oostvlietpolder
7.600
342
342
7.600
8100301 reserve onderhoud walmuren
1.504
-
1.504
-
8100302 reserve onderhoud wegen
1.700
-
1.700
-
8100303 reserve asbestsanering
2.315
274
176
2.412
400
-
-
400
8100305 reserve groene singels
7.684
-
100
7.584
8100306 reserve ontsluiting van groengebieden
1.000
-
-
1.000
8100307 reserve ondergrondse afvalcontainers
2.000
-
-
2.000
8100308 reserve duurzaamheidsfondsen
3.000
-
-
3.000
8100309 reserve klimaatmaatregelen
500
-
200
300
8100358 reserve leegstandbestrijding
79
-
79
-
-
36.925
23.545
13.380
416
8
275
150
8100361 reserve afkoopsommen erfpacht
118.445
-
25.537
92.908
8100362 reserve afkoop adm,kst, Erfpacht
217
7
10
214
1.791
-
1.491
301
706
-
120
586
99
-
99
-
8100367 reserve herstruct, Woongebieden Portaal
3.862
174
985
3.050
8100368 reserve strategische aankopen
1.062
1.793
712
2.143
14.709
1.364
761
15.313
864
39
62
842
8100372 reserve herstruct,woongebieden SvZ&V
3.461
2.956
-
6.417
8100373 reserve herstruct,woongebieden Ons Doel
7.973
359
3.875
4.456
13.297
-
13.297
-
250
250
-
500
8100376 reserve proj,+alg,ris,grex-proj,in uitv,
8.500
170
1.711
6.960
8100377 res, proj,+alg,ris,grex-proj,voor uitv,
3.049
857
-
3.906
8100378 reserve stadsherstel
2.000
-
-
2.000
8100379 reserve Lammenschanspark
7.600
152
5.200
2.552
18.975
-
1.447
17.529
6.447
302
1.091
5.659
8100556 reserve kap, lasten Da Vinci
11.544
519
519
11.544
8100557 reserve combinatiefuncties
1.459
-
5
1.454
200
-
-
200
8100304 reserve groen Oostvlietpolder
8100359 vereveningsreserve grondexploitatie 8100360 reserve bovenwijkse voorz, grondbedrijf
8100364 egalisatiereserve inkomsten bouwleges 8100365 reserve sociale huurwoningen 8100366 reserve stadsvernieuwing
8100369 reserve bodemsanering 8100370 reserve vastgoedexpl, Stadsgehoorzaal
8100374 reserve W4-bijdrage 8100375 reserve renterisico erfpachtsbedrijf
8100380 reserve voorziene investeringen 8100555 reserve vastgoedexploitatie BSLN
8100558 reserve centra voor jeugd en gezin
238 | Jaarrekening
Boekwaarde 31-12-2011 8100559 reserve onderhoud onderwijshuisvesting
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig boekjaar
Boekwaarde 31-12-2012
511
259
-
770
10.709
2.800
400
13.109
8100664 reserve Schouwburg
225
-
225
-
8100665 reserve actuele kunst
351
-
-
351
8100666 reserve De Lakenhal
691
-
111
580
8100667 reserve investering Muziekhuis
105
5
110
-
8100668 reserve investering Molen de Valk
380
17
17
380
42
-
42
-
8100670 reserve Haagweg 4
1.497
67
186
1.379
8100671 reserve Archeologischpark Matilo
2.148
43
1.640
552
8100672 reserve herontwikkeling sportvelden
3.079
-
463
2.616
8100674 reserve uitbreiding foyer Schouwburg
1.000
-
-
1.000
8100675 reserve sportaccommodaties
2.801
-
2.801
-
-
3.600
3.600
-
346
-
50
296
8100678 reserve kapitaallast muziekhuis De Nobel
1.053
446
47
1.451
8100784 reserve gemeentelijk deel GSB OGGZ
1.112
-
76
1.036
8100785 reserve soc,-maatsch, En cult, Voorz,
5.008
-
1.006
4.002
8100855 reserve frictiekosten ID/WIW-banen
-
750
706
44
2.658
45
134
2.569
117.500
-
12.799
104.701
12.215
1.978
2.101
12.091
8100962 bedrijfsreserve brandweer
167
-
167
-
8100970 reserve jeugdsportfonds Leiden
223
-
106
117
-
8.000
1.355
6.645
137
-
108
29
8101020 reserve afbouwregeling SSL
-
519
429
90
8101090 Reserve zachte landing WSW
-
1.000
240
760
8101101 res, kapitaallasten sportaccomodaties
-
9.564
-
9.564
8101103 Reserve weerst,verm, Park & Sted,invest,
-
25.000
16.500
8.500
480.966
113.355
139.228
-
455.093
510.959
143.100
184.641
9.665
479.082
8100560 reserve onderwijshuisvesting (Nuon)
8100669 reserve Leids Fonds voor de Kunsten
8100676 reserve sportinvesteringen 8100677 reserve exploitatie De Nobel
8100857 bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw 8100907 reserve compensatie dividend Nuon 8100910 reserve gsb-middelen ISV/EZ
8100976 reserve Ontsluiting Bio Science Park 8100978 res,financ,bijdr,woningonttrek,
TOTAAL
Jaarrekening | 239
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Boekwaarde 31-12-2011
Toevoeging
Boekwaarde 31-12-2012
Aanwending
EGALISATIEVOORZIENINGEN
8105001 voorziening groot onderhoud archief
309
46
354
-
8105003 voorziening boomregeling wijk
1.084
99
621
561
8105004 voorziening riolering
2.176
2.507
300
4.383
308
61
-
369
9.949
1.529
5.999
5.478
8105010 voorziening risico stadsbank
111
17
3
125
8105011 voorziening oggz/regionaal kompas
972
-
15
958
8105012 Voorziening onderhoud gebouwen DZB
611
112
34
689
2
5.135
478
4.659
8105023 voorz Garantiereg, Verkoop aandelen Nuon
4.542
-
4.542
-
8105024 voorziening risico gsb
1.456
-
1.456
-
8105025 Voorziening waterkwaliteit
-
3.574
-
3.574
8105026 Voorziening groot onderhoud kunstwerken
-
2.424
-
2.424
8105027 Voorz,groot onderh,walm, en beschoeiing
-
2.137
241
1.896
8105028 Voorziening groot onderhoud wegen
-
4.700
2.400
2.300
8105029 Voorz, groot onderh,openbare verlichting
-
343
-
343
8105030 Voorziening groot onderhoud spelen
-
1.361
-
1.361
8105031 Voorziening groot onderh,straatmeubilair
-
34
-
34
21.519
28.343
20.709
29.153
24
48
-
72
812
658
286
1.183
-
166
-
166
835
880
295
1.421
8105150 voorziening herinrichting trekvaartplein
1.775
-
407
1.368
8105151 voorziening pensioenen wethouders
4.187
400
95
4.492
8105153 voorziening loga-gelden
384
-
-
384
8105154 voorz, Afwikkeling voc-gelden
426
-
-
426
68
-
10
58
608
-
-
608
84
-
43
41
7.532
582
737
7.377
29.887
29.805
21.741
37.951
8105007 voorziening groot onderhoud lakenhal 8105009 voorziening onderhoud accommodaties
8105013 voorziening groot onderhoud gebouwen
VOORZ DERDEN VERKR MIDD MET SPEC BEST 8105100 Voorziening bijdragen derden 8105157 voorziening regionale groenprojecten 8105159 Voorziening internationale samenwerking
VOORZIENINGEN TOEKOMSTIGE VERPLICHTINGEN
8105155 voorziening Jeugdbeleid/CtC 8105156 voorziening luchtkwaliteitsplan 8105158 voorziening loga-gelden DZB
TOTAAL
Voor verdere toelichting op de mutaties van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar paragraaf 6.4.
240 | Jaarrekening
Vaste schulden De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar is als volgt (de stand van de leningenportefeuille is nader gespecificeerd in de paragraaf Financiering): Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
Onderhandse leningen - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen
-
98
216.913
176.315
3
3
216.916
176.416
105
102
46
50
-
-
217.067
176.568
- binnenlandse bedrijven
Door derden belegde gelden Waarborgsommen Verplichtingen uit hoofde van financial leaseovereenkomsten Totaal
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar over het jaar 2012: Saldo 31-12-2011 Onderhandse leningen Door derden belegde gelden Waarborgsommen Totaal
Vermeer deringen
Aflossingen
Saldo 31-12-2012
176.416
58.405
17.906
216.916
102
4
1
105
50
37
41
46
176.568
58.445
17.948
217.067
Toelichting Van de opgenomen leningen is een bedrag van € 19,1 miljoen onder dezelfde condities doorverstrekt aan woningcorporaties. Deze leningen zijn dus ook onder de balanspost "financiële vaste activa" opgenomen. De "netto" schuld van de gemeente voor de financiering van haar activiteiten komt op een bedrag uit van € 198 miljoen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de financieringsparagraaf. Daar wordt ook inzicht gegeven over de rentelasten van de vaste schulden. Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen wordt in publicaties steeds vaker de schuldratio als relevante norm genoemd. Hoewel een landelijke norm vooralsnog niet is bepaald, nemen wij in de toelichting op de balans deze ratio wel op. Die schuldratio wordt bepaald door de schuld uit te drukken in een percentage van het begrotingstotaal. Voor de berekening gaan we uit van de schuld per 31-12-2012 en het begrotingstotaal van de begroting 2013. Het percentage komt daarmee op (€ 217.067 / € 480.535 x 100) = 45%. Uit een vergelijking met andere gemeenten staat vast dat Leiden op dit punt goed scoort. VLOTTENDE PASSIVA Onder de vlottende passiva zijn opgenomen: Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
72.276
97.425
Overlopende passiva
15.712
10.437
Totaal
87.989
107.862
Jaarrekening | 241
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
Bank- en girosaldi
40.985
41.416
Overige schulden
31.292
56.009
Totaal
72.276
97.425
De afname overige schulden heeft voor € 5,3 miljoen te maken met de definitieve vaststelling locatiesubsidie Roomburg. Er was € 5,9 miljoen gereserveerd als nog te betalen en het werkelijk te betalen bedrag is vastgesteld op € 0,6 miljoen. Verder is er voor ruim € 20 miljoen aan schulden afgewikkeld in de "oude" administratie (werden niet geconventeerd) die werden opgenomen onder vlottende schulden. Dit verklaart ook de afname van de netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar. Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Boekwaarde 31-12-2012
Boekwaarde 31-12-2011
- Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
8.874
3.396
- de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren
3.454
4.149
- Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen
3.384
2.892
15.712
10.437
Totaal
Toelichting De toename van de overlopende passiva met € 5,2 miljoen wordt veroorzaakt door een gewijzigde verwerking van de afdrachten voor loonheffing en pensioenpremie. Deze afdrachten werden tot en met 2011 opgenomen onder de overige schulden maar met ingang van 2012 als overlopende passiva aangemerkt. De afdrachten van € 4,3 resp. € 0,9 miljoen verklaren de toename op deze balanspost. De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren kunnen als volgt worden gespecificeerd: Saldo 31-12-2011
Toevoegingen
Vooruitontvangen werkdeel
1.099
187
Vooruitontvangen Subsidies Provincie
1.000
87
Vooruitontvangen van diverse ministeries
1.788
Vooruitontvangen onderwijsachterstanden beleid Totaal
242 | Jaarrekening
262
719
4.149
993
Vrijgevallen bedragen
Saldo 31-12-2012 1.286
403
685
1.286
503 981
1.688
3.454
GARANTIES Het onderaan de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantstellingen: Progr
Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan borging gemeente in %
Oorspronkelijke lening
4
Stichting Werk en Onderneming
8
Restant lening 31-12-2011
Restant lening 31-12-2012
Nieuwbouw van bedrijvencentrum
100%
2.405
1.899
1.844
St. Katholiek Onderwijs Leiden
Uitbreiding Alvernacollege
100%
1.134
852
821
9
Diversen
Verstrekte leningen NRF
100%
5.005
3.324
3.323
9
Stichting "Het Hofje van Samuel de Zee"
Consolidatie rekeningcourant-krediet
100%
476
36
0
9
Stichting Diogenes
Restauratie Mierennesthofje en Rapenburg 53
100%
410
155
129
9
Stichting Het Groot Sionshofje
Conversie gegarandeerde geldlen.rest
100%
115
22
18
9
Jan Pesijnshof, Leiden
Gedeeltelijke consolidatie rck
100%
170
18
1
9
Stichting Pieterskerk
Restauratie Pieterskerk
100%
5.523
5.523
5.272
9
Stichting St Anna Aalmoeshuis
Gedeeltelijke consolidatie rck
100%
230
81
71
9
Portaal Woonstichting
Diversen
100%
22.368
22.008
9.441
9
Stichting Schouwenhove
Ten behoeve van exploitatie van woongebouw
100%
10.210
7.394
5.139
9
WBV De Sleutels van Zijl & Vliet
Diversen
100%
8.267
8.267
5.000
9
Ws Ons Doel
Diversen
100%
15.379
8.367
5.182
9
DUWO
Diversen
100%
34.651
21.628
10.057
9
Stichting Huisvesting Werkende Jongeren
Diversen
100%
18.452
13.812
13.248
9
TV Unicum
renovatie/inrichting kantine
100%
182
83
77
9
Leidse Ren- en Tourvereniging Swift
Bouw clubaccommodatie
100%
91
8
5
9
Denksportcentrum Leiden
Aankoop Robijnstraat 4
100%
427
182
186
9
Voetbalvereniging Leiden
Conversie van 1 lening d.d. 14-07-87
100%
92
41
33
9
HC Roomburg
Uitbreiding en verbouwing clubhuis
100%
454
268
250
9
RKSV Docos
Nieuwbouw twee kleedkamers plus tribune
100%
60
17
14
9
Tennisvereniging ZuidWest Leiden
Renovatie/inrichting Vereniging
100%
113
105
98
10
Stichting Bejaardencentrum Lorentzhof
100%
1.223
175
90
10
Stichting Libertas
Diversen
100%
15.294
5.238
3.068
10
Zorgcentrum Lorentzhof
Bouw "Lorentzhof"
100%
1.407
175
0
10
Stichting Elisabeth- van Wijckerslooth
conversie 3 oude leningen '(nrs.70.20/71.108/72.295)
100%
795
61
0
10
Stichting Groenhoven zorgcentrum voor ouderen
Conversie lening Rb 93 d.d. 21-03-83
100%
3.009
644
638
Jaarrekening | 243
Progr
Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan borging gemeente in %
Oorspronkelijke lening
10
Woon- en Zorgcentrum 't Huis op de Waard
10 10
Conversie gegarandeerde geldlening ad fl 6 milj. Rb 18-02-74 nr. 39
100%
1.664
1.190
1.130
St. RK Zorgcentrum Roomburgh
Conversie leningen Rb 7 d.d. 28-1-85
100%
6.580
4.474
4.343
Topaz (voorheen Stichting Zorgcentra Vlietlanden)
Financiering liquiditeitsbehoefte
100%
454
63
0
156.640
106.110
69.478
618.762
589.360
578.844
775.402
695.470
648.322
Subtotaal Waarborgfonds sociale woningbouw
Totaal
Restant lening 31-12-2011
Restant lening 31-12-2012
Uit het overzicht blijkt: - Waarvoor de lening is aangegaan (alleen daarvoor kan lening worden ingezet). - Oorspronkelijk door waarborgfonds en/of gemeente gegarandeerde lening en het restant van deze lening per 31-12-2012 - De mate waarin de gemeente voor deze lening garant staat (= % borging gemeente x restant lening) - Conclusie: per 1 januari 2013 staat de gemeente voor afgerond € 69 miljoen garant voor juiste betaling van aflossing en rente voor verschillende instellingen. Daarnaast zijn er door het waarborgfonds sociale woningbouw voor € 579 miljoen aan garantstellingen afgegeven. Het risico voor de afgifte van deze garantstellingen is beperkt. Rechtstreekse garantstelling door de gemeente: (per 31 december 2012: € 69 miljoen) De gemeente kan garant staan voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen van instellingen die binnen het grondgebied van de gemeente actief zijn. Hierin heeft de gemeente Leiden een terughoudend beleid. In de verordening gemeentegaranties (RV 07.0132) is het volgende opgenomen: “Een instelling komt slechts in aanmerking voor een gemeentegarantie voor zover er geen aanspraak kan worden gemaakt op een waarborgfonds of andere voorliggende voorziening. Het instrument gemeentegarantie wordt uitsluitend ingezet voor het gemeentelijk publieke belang.” In de periode voor 2007 was er de mogelijkheid om directe garantstelling bij de gemeente Leiden onder te brengen. Voor een aantal zogenoemde toegelaten woningbouwcorporaties (die momenteel alleen garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, het WSW, kunnen verkrijgen) zijn een aantal leningen rechtstreeks bij de gemeente Leiden gewaarborgd. Vanaf 2007 moeten deze leningen ook worden geherfinancierd door het WSW. Als gevolg hiervan loopt deze borging door de gemeente Leiden in de loop der jaren geleidelijk af. Wat overblijft aan borgstellingen op termijn zijn de borgstellingen ten behoeve van het gemeentelijk publiek belang van instellingen die niet via een waarborgfonds kunnen lopen. De relevante ontwikkelingen ten aanzien van de geborgde instellingen zijn: Corporaties algemeen Naar aanleiding van het voorgenomen kabinetsbeleid heeft het WSW bij alle deelnemers de borging beperkt tot en met het jaar 2013. Het WSW geeft in het geheel geen faciliteringsvolume (FV) af voor 2014 en verder. Het voorgenomen kabinetsbeleid heeft tot gevolg dat de kasstromen van een groot aantal corporaties onvoldoende zullen zijn om te kunnen voldoen aan de rente en aflossing van de leningen. De beperkte borging/borgingsstop is afhankelijk van de ontwikkelingen rondom het woonakkoord en kan mogelijk gedurende 2013 aangepast worden. Portaal In 2012 is Stichting Portaal onder verscherpt toezicht van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) geplaatst. Het financieel toezicht door het CFV wordt onderscheiden in regulier toezicht (het verzamelen van informatie, het toetsen aan normen en het komen tot oordelen) en vormen van verscherpt toezicht (als er interventies nodig zijn om naleving te bewerkstelligen). Het CFV heeft in de Beleidsregels voor 2013 een verdere invulling gegeven aan het risicogerichte reguliere toezicht. Dat toezicht is erop gericht om vast te stellen of er bij een corporatie risico’s zijn ten aanzien van de financiële continuïteit op korte dan wel lange termijn (B en W. nr. 120782).
244 | Jaarrekening
Fusie DUWO en SLS Wonen In 2012 hebben de corporaties DUWO en SLS Wonen een fusie voorbereid. Een inschatting van de risico’s is gemaakt door de gemeente Leiden en de gemeente Leiden heeft ingestemd met de fusie per 1-1-2013. (B en W. nr. 12.0842) Zorgcentrum Roomburgh De Stichting Roomburgh is in 2012 gestart met het renoveren van het verzorgingshuis. Daartoe heeft zij een nieuwe hypothecaire lening aangegaan. Om dit mogelijk te maken heeft de gemeente haar eerste recht van hypotheek op het verzorgingshuis vervangen door een recht van tweede hypotheek. Ter behartiging van de gemeente in het kader van de verleende garantie is er een tijdelijke toezichthouder bij de Stichting aangesteld, die de vergaderingen van de Raad van Toezicht van de Stichting zal bijwonen (B en W. nr. 12..0396). Stichting Huisvesting Werkende Jongeren (SHWJ) De gemeente Leiden zal een gemeentegarantie verstrekken op een lening van de SHWJ voor een bedrag van € 6.725.000 (B en W. nr. 12.1130). Aangezien de lening in 2013 verstrekt wordt, maakt dit bedrag geen deel uit van de staat van gegarandeerde geldleningen per 31-12-2012. Garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW): (per 31 december 2012: € 579 miljoen) Binnen het grondgebied van de gemeente Leiden zijn een aantal toegelaten instellingen actief die vanaf december 2007 borging van leningen moeten laten lopen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dit betreft Woningstichting Portaal, Stichting Leidse Studentenhuisvesting, Woningbouwvereniging De Sleutels, Woningstichting Ons Doel en Woningstichting Ymere. Het WSW biedt corporaties de mogelijkheid om leningen tegen een lagere rente aan te trekken, door middel van borgstelling voor de desbetreffende leningen. Borgstelling door het WSW is echter alleen mogelijk als Rijk en gemeenten een minimaal garantieniveau van het WSW garanderen. Dit heet de achtervang. Achtervang biedt financiers zekerheid, waardoor het rendement voor de financiers volledig gegarandeerd is. Deze zekerheid heeft geresulteerd in een zogenaamde triple A-rating. De achtervang of zekerheidsstructuur bestaat uit drie lagen: Primaire zekerheid: de financiële middelen van de corporatie De financiële middelen van de corporatie vormen de eerste zekerheid: de liquiditeitspositie en het eigen vermogen. Het WSW stelt eisen aan de kredietwaardigheid van (aspirant-) deelnemers. Zijn de financiële middelen op langere termijn van de corporatie niet toereikend, dan kan de corporatie onder voorwaarden (sanerings-)steun krijgen van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV). Secundaire zekerheid: het garantievermogen van het WSW Als corporaties hun rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen, dan kan de financier het WSW aanspreken. Hiertoe beschikt het WSW over een borgstellingsreserve. Als de borgstellingsreserve van het WSW onder een bepaald garantieniveau komt of dreigt te komen, dan heeft het WSW de plicht obligo’s op te vragen bij de corporaties. De obligo is een financiële bijdrage die de corporatie verschuldigd is op basis van een overeenkomst tussen de corporatie en het WSW. Het garantievermogen bestaat dus uit de borgstellingsreserve van het WSW plus de obligoverplichting. Als een financier het WSW aanspreekt, en het WSW betaalt voor een corporatie, dan krijgt het WSW een vordering op de desbetreffende deelnemer (regresrecht). De deelnemende corporatie heeft onroerende zaken in onderpand gegeven bij het WSW. De corporatie heeft zich verplicht deze onroerende zaken vrij van hypotheek te houden, en er op eerste verzoek van het WSW een hypotheekrecht te vestigen voor het WSW. Daarnaast kan het WSW ook een aanspraak doen op het overige bezit. Zo wordt de schade bij het WSW zo veel mogelijk beperkt. Tertiaire zekerheid: Rijk en gemeenten De achtervangpositie van Rijk en gemeenten vormt de derde zekerheid. Stel: na het opvragen van de obligo’s en het uitoefenen van het regresrecht kan het WSW nog steeds niet voldoen aan de verplichting. In dat geval moeten Rijk en gemeenten op verzoek van het WSW renteloze leningen aan het WSW verstrekken. Dit is geregeld in zogeheten achtervangovereenkomsten. In het geval dat de achtervangers op hun achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling, waarbij het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50% van de leningen door gemeenten zullen worden verstrekt. De tertiaire zekerheid is nog nooit ingeroepen.
Jaarrekening | 245
Garantstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) De achtervangfunctie is gerealiseerd in de vorm van een privaatrechtelijke achtervangovereenkomst tussen het WEW en het Rijk en van privaatrechtelijke (standaard) achtervangovereenkomsten tussen het WEW en alle gemeenten. Op basis van deze overeenkomsten kan het WEW bij dreigende liquiditeitstekorten een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). De achtervangfunctie van het Rijk en van de gemeenten kan door de stichting worden aangesproken in de vorm van achtergestelde renteloze leningen, indien het fondsvermogen kleiner is dan anderhalf maal het gemiddeld verliesniveau. Per 1 januari 2011 is de achtervangfunctie van de gemeenten voor nieuw af te geven hypotheekgaranties vervallen. Vanaf deze datum is voor nieuw af te geven hypotheekgaranties sprake van een 100% rijksachtervang. In dit verband zijn de achtervangovereenkomsten per 1 januari 2011 zodanig aangepast dat de gemeenten niet worden aangesproken op de risico’s die voortvloeien uit hypotheekgaranties die worden afgegeven vanaf 1 januari 2011. Op basis van de thans voorliggende liquiditeitsprognose 2012 – 2017 zoals opgenomen in het jaarverslag 2011 van WEW is de verwachting dat voor de periode van 2012 tot en met 2017 geen aanspraken worden gedaan op de achtervangfunctie. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Omschrijving van de verplichtingen
Laatste jaar van de verplichting
Jaarlijkse verplichting
Opgebouwde vakantierechten juni - december 2012
2013
2.454
Uitstaande FPU/FLO-gelden per 31/12/2012
2015
701
Uitstaande wachtgeld-verplichtingen per 31/12/12
2022
271
Uitstaande WW-verplichtingen per 31/12/12
2022
592
Investeringsfonds Holland Rijnland
2022
3.077
TOTAAL
7.095
In aanvulling op de balans wordt een overzicht van niet uit de balans blijkende belangrijke financiële verplichtingen opgemaakt om inzicht te verschaffen in de meerjarige verplichtingen waaraan de gemeente gebonden is. Een gedetailleerd overzicht is hieronder opgenomen. Het totaal van deze verplichtingen bedraagt € 7,095 miljoen. Het betreft financiële toekomstige verplichtingen die niet uit de balans te herleiden zijn, de einddatum van de verplichting is hieronder weergegeven. De gemeente heeft een meerjarige verplichting die vergelijkbaar is met de meerjarige last in het geval de gemeente de investering zelf had gedaan. De lasten die betrekking hebben op het verslagjaar zijn overigens wel in de rekening verwerkt. Anderzijds worden hier de verplichtingen opgenomen voor de opgebouwde vakantierechten over de periode juni tot en met december van het boekjaar waarvoor de bedragen zijn ontleend aan de salarisadministratie. De lasten die op deze vakantierechten rusten worden in het komende boekjaar als loonkosten in de rekening van baten en lasten verwerkt.
246 | Jaarrekening
4.5 Toelichting op de programmarekening 4.5.1 Toelichting financiële afwijkingen programma's Inleiding Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en de lasten binnen de begroting blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig worden gemeld aan de gemeenteraad. Essentieel is dat de raad nadere regels heeft gesteld in het kader van begrotingsrechtmatigheid. Wanneer kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten valt dit binnen de kaders van rechtmatigheid. Voorwaarde is wel dat deze kostenoverschrijdingen goed herkenbaar in de jaarrekening zijn opgenomen. Extra kosten die worden gemaakt omdat extra opbrengsten daarvoor de ruimte bieden, zijn onrechtmatig wanneer deze lasten niet direct zijn gerelateerd aan de extra opbrengsten of de raad over de aanwending van deze opbrengsten nog geen besluit heeft genomen. Daarnaast is het zo dat in de rekening alleen toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves mogen worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Verder kunnen er raadsbesluiten zijn die inhouden dat specifiek benoemde resultaatafhankelijke saldi, bijvoorbeeld een overschot op de uitvoering van de WMO of parkeerfonds, ook nog in het lopende begrotingsjaar ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve mogen worden gebracht. Hieronder wordt op productniveau bij afwijkingen tussen begroting en rekening > € 250.000 een toelichting gegeven. PROGRAMMA 1 BESTUUR EN DIENSTVERLENING BESTUUR EN DIENSTVERLENING bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
28.274
28.161
114
0,40 %
Baten
-2.815
-3.041
226
-8,02 %
Saldo
25.459
25.119
340
1,33 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
BESTUUR BESTUURSORGANEN
260
2
261
RAAD EN COMMISSIES
35
-1
35
STRATEGIE EN BELEID
-25
0
-25
-101
-0
-101
-78
0
-78
PROJECTBUREAU GSB
28
0
28
CONCERNINFORMATIEBELEID
49
0
49
BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN
-4
-122
-126
-24
0
-24
22
30
53
CONCERNBELEID P EN O
530
-31
499
GRAFISCH VASTGOED
-91
-36
-127
VERKIEZINGEN
42
0
42
GRIFFIE
22
0
22
REKENKAMERFUNCTIE
40
0
40
UITVOERING WET WOZ
-3
0
-3
CONCERNBELEID FINANCIEN EN CONTROL BESTUURSONDERSTEUNING
GO/OR CONCERNBELEID COMMUNICATIE
Jaarrekening | 247
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
LASTEN HEFFING EN INVORDERING GEM. BEL.
Baten
Saldo
15
0
15
717
-158
559
-45
131
86
MONDIALE BEWUSTWORDING
-133
144
11
Totaal LOKALE EN REGIONALE SAMENWERKING
-178
275
97
-221
-6
-227
ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
-92
30
-63
BEVOLKING EN BURGERLIJKE STAND
-46
-8
-54
AFGIFTE REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN
-15
19
3
LASTEN EN BATEN SECR.LEGES BURGERZAKEN
-50
74
24
-425
109
-316
114
226
340
Totaal BESTUUR LOKALE EN REGIONALE SAMENWERKING INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING
DIENSTVERLENING PUBLIEKSINFORMATIE
Totaal DIENSTVERLENING Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000,Product Bestuursorganen Er is € 226.000 minder aan salariskosten geboekt dan begroot. Product Concernbeleid P en O Het aantal ID-ers (In- en Doorstroombaners) daalt gestaag vanwege pensionering waardoor een voordeel is ontstaan van € 132.000. Het budget Verbetertraject stedelijk beheer is niet besteed in 2012 waardoor een voordeel is ontstaan van € 321.000. Het budget decentrale loonruimte wordt wel begroot, maar er wordt niet op geboekt. Dit heeft geleid tot een voordeel van € 65.000. PROGRAMMA 2 VEILIGHEID VEILIGHEID bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
12.280
11.323
957
7,79 %
Baten
-589
-636
47
-8,04 %
Saldo
11.691
10.687
1.004
8,59 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING GEMEENTELIJKE BRANDWEER
116
32
148
30
0
30
REGIONALE BRANDWEER
276
0
276
Totaal RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING
422
32
454
INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
536
15
551
Totaal INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
536
15
551
Totaal
957
47
1.004
RAMPENBESTRIJDING EN CIVIELE VERDEDIGING
INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
248 | Jaarrekening
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product Integraal veiligheidsbeleid Het verschil op Integraal veiligheidsbeleid is in hoofdlijnen ontstaan doordat in de bedrijfsvoering voordelen zijn ontstaan door vacatures (teamleider, ketencoördinatie) ad. € 131.000 en niet begrote directe doorbelasting van salarislasten ad. € 100.000 aan rijksbijdragen voor het Veiligheidshuis. Per saldo zijn er daarnaast nog een aantal kleinere voordelen in de bedrijfsvoering. De andere onderdelen van Integraal veiligheidsbeleid die resulteren in een voordeel zijn: ■ ■ ■ ■ ■
streetcoaches (voordeel € 20.000); crowdmanagement (voordeel € 40.000); wijkveiligheid (voordeel € 33.000); Veiligheidshuis algemeen (voordeel € 67.000); nazorg volwassen (ex-)gedetineerden (voordeel € 47.000)
Deze budgetten worden geraamd aan de hand van een inschatting op basis van voorgaande jaren/ervaring. De werkelijke inzet van beschikbare middelen kan hiervan per jaar sterk afwijken. Op voorhand is niet tot op detail in te schatten hoeveel inzet van (begeleidings-)trajecten nodig is of hoeveel middelen er gereserveerd dienen te worden ten behoeve van extra inzet bij evenementen. De rijksmiddelen ten behoeve van de aanpak volwassen (ex-)gedetineerden zijn regionale middelen die verspreid worden over meerdere jaren, maar toegekend zijn in 2011/2012. PROGRAMMA 3 ECONOMIE EN TOERISME ECONOMIE EN TOERISME bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
6.025
4.625
1.401
23,25 %
Baten
-425
-483
58
-13,64 %
Saldo
5.600
4.141
1.459
26,05 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
RUIMTE VOOR BEDRIJVIGHEID ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
1.137
65
1.202
Totaal RUIMTE VOOR BEDRIJVIGHEID
1.137
65
1.202
STARTERSBELEID
143
0
143
Totaal NIEUWE ECONOMIE
143
0
143
86
0
87
0
-7
-7
35
0
35
121
-7
114
1.401
58
1.459
NIEUWE ECONOMIE
BEZOEKERSECONOMIE WARENMARKTEN BATEN MARKTGELDEN BEVORDERING TOERISME Totaal BEZOEKERSECONOMIE Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product Beleidsterrein Ruimte voor bedrijvigheid Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen (V € 1.000.000). In de begroting 2012 is voor cofinanciering een stelpost opgenomen van € 1.000.000. Deze post wordt aangewend voor cofinanciering volgens het beleidskader cofinanciering Leiden Stad van Ontdekkingen en Leiden Bio Science Park en de deelverordening Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen van de Algemene Subsidieverordening. De raad heeft besloten (RB 12.0077) dat wanneer aan het eind van het kalenderjaar nog geld over is, dit wordt overgeheveld
Jaarrekening | 249
naar het volgende kalenderjaar. In 2012 hebben er geen uitgaven op plaatsgevonden waardoor dit resulteert in een positief resultaat voor 2012 van € 1.000.000. Inmiddels zijn diverse plannen binnengekomen van partners uit de stad. Naar verwachting leidt dit in 2013 tot concrete uitvoering. Herstructurering/ revitalisering bedrijventerreinen (V € 43.950). Bij de begroting 2012 is een incidenteel budget binnen het product Economische Activiteiten toegekend van jaarlijks € 150.000 voor de periode 2012-2015. De extra bijdrage heeft als doel revitalisering van bedrijventerreinen, kantorenlocaties en winkelcentra om te komen tot een verbetering van de uitstraling van de betreffende gebieden. Voordat deze herstructurering volledig ingezet kan worden, is het noodzakelijk om daarvoor een beleid op te stellen waarna de uitvoeringsplannen volgen. Eind november 2012 is het concept beleidskader “bedrijventerreinenbeleid: van bedrijventerreinen naar werklandschappen” voor inspraak vastgesteld. Het concept beleidskader lag van december tot februari ter inzage. Ondanks dat bij de tweede bestuursrapportage een bedrag van € 20.000 reeds is overgeheveld naar 2013 blijkt dat het restant bedrag van het uitvoeringsbudget nog niet geheel benut is. Dit levert voor 2012 een positief resultaat op van € 43.950. Naar verwachting zullen de kosten in 2013 en 2014 wel gemaakt gaan worden. Kennisintensieve bedrijvigheid (V € 100.000). Het college heeft met besluit 12.01031 besloten om een gemeentelijke cofinanciering van € 200.000 (2012 € 100.000 en 2013 € 100.000) toe te zeggen aan het project “population imaging” waarvoor het LUMC een aanvraag bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen heeft ingediend. Deze gemeentelijke cofinanciering wordt gedekt uit de cofinancieringsmiddelen Leiden Bio Science Park. De voorwaarde is dat het bedrag overgemaakt wordt na ontvangst van de EFRO beschikking en het daadwerkelijk starten van het project. Doordat de goedkeuringsprocedure voor de Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) bijdrage veel trager loopt dan verwacht is het bedrag in 2012 niet uitgegeven. Dit leidt tot een positief resultaat van € 100.000. De kosten zullen naar alle waarschijnlijkheid worden gemaakt in 2013. Product Beleidsterrein Nieuwe economie Startersbeleid (V 142.845). Dit voordelig resultaat is voor een bedrag van circa € 79.000 het gevolg van de begrote bijdrage van het krediet 7100010 Gemeentelijk ondernemersklimaat; zie ook de informatie bij afgesloten kredieten met een voordelig saldo. Verder is het voordelig saldo met name het gevolg van minder uitgaven bij de Kamer van Koophandel projecten zoals de coachpool en het starterstraject. Product Beleidsterrein Bezoekerseconomie Bezoekerseconomie (V 114.090). Binnen het product van de markten zijn minder overheadkosten doorbelast, wat resulteert in een voordelig saldo van circa € 72.000. De lasten van de afdeling die zich met markten bezighoudt zijn in 2012 verlaagd door het invullen van bezuinigingstaakstellingen waardoor de gerealiseerde kosten lager zijn dan begroot. Daarnaast is het voordelig saldo een gevolg van de garantstelling voor het Haring en Corewijngala. Door deze garantstelling kan het garantiebedrag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Omdat pas aan het eind van het jaar bekend werd dat de garantstelling niet gebruikt werd, kon maar een deel van het bedrag besteed worden. PROGRAMMA 4 BEREIKBAARHEID BEREIKBAARHEID bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
20.905
23.407
-2.502
-11,97 %
Baten
-9.452
-9.264
-189
1,99 %
Saldo
11.452
14.143
-2.690
-23,49 %
Programma 4 valt in categorie 1 Kostenoverschrijdingen die het budget op een programma met niet meer dan 5% overschrijden Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
FIETS- EN AUTOVERKEER VERKEER EN VERVOER INVESTERINGEN WEGEN VERKEERSMAATREGELEN Totaal FIETS- EN AUTOVERKEER
250 | Jaarrekening
-2.565
-6
-2.571
122
0
122
-108
209
101
-2.550
203
-2.347
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
OPENBAAR VERVOER OPENBAAR VERVOER
22
0
22
Totaal OPENBAAR VERVOER
22
0
22
STRAATPARKEREN
-400
396
-4
PARKEERGARAGES
430
-732
-302
BATEN PARKEERBELASTING
-3
-56
-59
Totaal PARKEREN
27
-392
-365
-2.502
-189
-2.690
PARKEREN
Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product Verkeer en Vervoer Binnen het beleidsterrein fiets- en autoverkeer wordt het nadeel van € 2.571.000 voornamelijk veroorzaakt door: Nniet gerealiseerde bijdragen (gedekt uit reserves) aan grote investeringen (bijvoorbeeld aan de investering Ringweg Oost en Plesmanlaan). In de begroting was rekening gehouden met een bijdrage van € 5.473.000 De gerealiseerde bijdrage in 2012 bedraagt € 3.245.000 Het voordeel van € 2.228.000 blijft beschikbaar in 2013 en later. Met het Raadsbesluit RV 13.0019: "Bereikbaarheid + afsluiting project Rijn Gouwelijn en initiatief nieuw OVproject Zuid-Holland noord" is besloten tot het afboeken van de boekwaarde van de voorbereidingskosten van de Rijn Gouwelijn voor een bedrag van € 4.558.204 (ten laste van de reserve Bereikbaarheidsprojecten). In dat voorstel is rekening gehouden met een laatste afschrijving in 2013. Deze "Gebeurtenis na balansdatum" heeft geleid tot het eerder afboeken van de voorbereidingskosten in 2012 voor een bedrag van € 4.633.665. Product investeringen wegen Binnen het beleidsterrein fiets- en autoverkeer wordt het voordeel op het product investeringen wegen van € 122.000 veroorzaakt door niet gerealiseerde bijdragen (gedekt uit reserves) aan de investeringen Hallenweg. In de begroting was rekening gehouden met een bijdrage van € 642.000. De gerealiseerde bijdrage in 2012 bedraagt € 505.000. Het voordeel van € 137.000 blijft beschikbaar in 2013 en later. Product Parkeergarages Het nadeel van € 302.000 op parkeergarages heeft voornamelijk betrekking op de exploitatie van de Morspoortgarage. In de begroting 2012 was rekening gehouden met een volledige jaarexploitatie. Vanwege vertraging in de oplevering van deze parkeergarage (die in oktober 2012 in gebruik is genomen) is er een nadeel op de parkeergelden van € 797.000. Vanwege de vertraging in de oplevering van de garage is er een voordeel in de exploitatielasten van € 395.000. PROGRAMMA 5 OMGEVINGSKWALITEIT OMGEVINGSKWALITEIT bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
73.690
82.634
-8.945
-12,14 %
Baten
-21.242
-25.780
4.538
-21,36 %
Saldo
52.448
56.854
-4.407
-8,40 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
WATER, GROEN EN NATUUR GRACHTEN EN WATERGANGEN
-2.938
0
-2.938
Jaarrekening | 251
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
GROENBEHEER
Baten
Saldo
-1.370
752
-617
114
152
265
-1.080
1.002
-78
-1
0
-1
-5.275
1.906
-3.370
OPENBARE VERLICHTING
-22
40
17
BUITENRECLAME
-48
4
-44
BINNENSTE BETER
-1
0
-1
-1.233
46
-1.187
-10
0
-10
-4.004
2.642
-1.362
48
25
73
-126
0
-126
INVESTERINGEN WALMUREN
18
0
18
WIJKMANAGEMENT
-9
0
-9
-138
434
295
-0
0
-0
-256
-80
-336
0
-25
-25
-5.783
3.085
-2.697
69
-25
44
GR MILIEUDIENST WEST-HOLLAND
121
-125
-4
MILIEUBEHEER ALGEMEEN
889
103
992
1.079
-47
1.033
STRAATREINIGING/GRAFFITIBESTRIJDING
217
1
219
HUISHOUDELIJK AFVAL
309
158
466
BEDRIJFSAFVAL
513
-497
15
HUISHOUDELIJK AFVAL REGIOGEMEENTEN
-5
-41
-46
BATEN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIG.
0
-27
-27
1.034
-407
628
-8.945
4.538
-4.407
NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE INVESTERINGEN STADSNATUUR, WATER, GROEN BEGRAAFPLAATS RHIJNHOF Totaal WATER, GROEN EN NATUUR INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE
EXPLOITATIE BRUGGEN EN VIADUCTEN INVESTERINGEN BRUGGEN ONDERHOUD WEGEN EXPLOITATIE HAVENS EN WATERWEGEN ONDERHOUD WALMUREN EN MONUMENTEN
VERVANGING RIOLERING INVESTERINGEN RIOLERING ONDERHOUD RIOLERING EN GEMALEN BATEN RIOOLHEFFING Totaal INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE MILIEU ONTSMETTINGSDIENST
Totaal MILIEU AFVAL
Totaal AFVAL Totaal
1. Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Beleidsterrein afval: Product Bedrijfsafval: Lasten € 516.000V, Baten € 498.000N De lagere kosten van vuilverwerking vallen weg tegen de lagere gerealiseerde omzet. Product Huishoudelijk afval: Lasten € 299.000V, Baten € 117.000V Door ontvangen afrekeningen van het afvalfonds over eerdere jaren is een incidenteel voordeel ontstaan aan de batenkant. In 2012 is minder huishoudelijk afval en grofvuil aangeleverd dan begroot met als consequentie lagere verwerkingskosten (€ 441.000). Ook is voordeel ontstaan door de lagere inzameltarieven van glas en
252 | Jaarrekening
papier (€ 77.000). Daarentegen heeft het onderhoud aan de eigen voertuigen qua omvang en qua tijdsplanning ervoor gezorgd dat er meer voertuigen moesten worden ingehuurd (€ 47.000) en zijn er meer ‘witte’ containers (dit zijn containers voor de opvang van strooizout) vervangen dan begroot (€ 172.000). Product Straatreiniging/Graffitibestrijding: Lasten € 209.000V Doordat de bladeren in 2012 in een betrekkelijk korte periode van de bomen zijn gevallen, kon het bladafval efficiënt worden opgeruimd. Daarnaast heeft de pilot met de gluttons (handvegers) er voor gezorgd dat er extra capaciteit beschikbaar kwam voor andere werkzaamheden waardoor er minder inzet door derden nodig was. Ook was er een incidenteel voordeel op het bestrijden van onkruid op verhardingen. Beleidsterrein infrastructuur openbare ruimte: Product Riolering (vervanging en onderhoud): Lasten € 403.000N, Baten € 354.000V Het voordeel aan de batenkant is ontstaan doordat de kosten die al in 2011 en eerder waren gemaakt voor het project Vondellaan in 2012 verrekend zijn. Bij de tweede bestuursrapportage is besloten dat een deel (€ 283.000) van de tegenvaller op de arbitragezaak met de failliete aannemer bij rioleringswerkzaamheden ten laste van de onderhoudsbudgetten gebracht zou worden. Verder is door niet geplande, maar zeer noodzakelijke, rioleringswerkzaamheden in de Lage Mors (€ 790.000) een nadeel ontstaan dat ondanks bijsturing bij andere rioleringswerkzaamheden per saldo tot een negatief resultaat heeft geleid van € 120.000. Deze rioleringswerkzaamheden zijn in 2007 gestart en in 2012 afgerond. Product Onderhoud wegen: Lasten € 171.000V Doordat niet alle in het beheerplan geplande werkzaamheden in 2012 konden worden uitgevoerd of niet konden worden afgerond is er een tijdelijk resultaat op onderhoud wegen. De werkzaamheden zijn geheel of gedeeltelijk naar 2013 verschoven. Het betreft bijvoorbeeld projecten voor de ventweg Willem de Zwijgerlaan, fietspad Churchilllaan, Suze Robertsonstraat, Rijn en Schiekade, Leliestraat, Oppenheimstraat, Burggravenlaan, Wasstraat en een paar kleine werkzaamheden. Product Onderhoud wegen - Calamiteiten/afzettingen: Lasten € 164.000V Er hebben zich weinig calamiteiten bij bestrating voorgedaan die door externe partijen uitgevoerd worden waardoor een voordeel is ontstaan. Product Onderhoud wegen - Gladheidsbestrijding: Lasten € 47.000N Vanwege de weersomstandigheden is er € 47.000 meer uitgegeven ter bestrijding van de gladheid, voornamelijk vanwege de aanschaf van strooimiddelen en extra inzet van extern personeel. Product Onderhoud wegen - Schoon, Heel en Veilig: Lasten € 40.000V Voor het project Ondergrondse containers voor de inzameling van huishoudelijk afval in de binnenstad is in het besluit (RV 12.0090 d.d. 3 juli 2012) opgenomen dat de kosten voor het project zoals bewonersavonden, communicatie en projectleiding voor 3 jaar gedekt worden uit het budget Schoon, Heel en Veilig. Voor 2012 was hier € 60.000 voor gereserveerd. In de opstartfase van het project zijn geen communicatiekosten gemaakt maar wel projectbegeleidingskosten tot een bedrag van € 20.000. Het zwaartepunt qua communicatie ligt in 2013 en 2014. Product Onderhoud wegen - Werkzaamheden kabels en leidingen: Lasten € 424.000N, Baten € 81.000V Er is achterstand bij het factureren van de herstelwerkzaamheden van sleuven in het wegdek die het gevolg zijn van het leggen van kabels en leidingen. Daarom zijn nog niet alle gemaakte kosten 2012 in rekening gebracht. Product Onderhoud wegen - Kadernota Openbare Ruimte: Lasten € 65.000V Bij de perspectiefnota 2012 is er € 600.000 incidenteel voor de komende jaren beschikbaar gesteld om het beleid conform de vastgestelde Kadernota Openbare Ruimte te kunnen realiseren. Bij de tweede bestuursrapportage 2012 is er een inschatting gemaakt van de te realiseren projecten in 2012 voor wat betreft rioolwerkzaamheden dan wel herbestratingswerkzaamheden en welk deel vanaf 2013 beschikbaar moet blijven. Deze inschatting blijkt achteraf voor € 65.000 te laag. Product Openbare Verlichting: Lasten € 293.000V, Baten € 40.000V Door een aanbestedingsvoordeel op het onderhoudscontract is er over 2012 een incidenteel inkoopvoordeel van ongeveer € 126.000 ontstaan. In 2013 volgt een nieuwe aanbesteding en na gunning kan bepaald worden of er een structureel voordeel is. Verder wordt door de onduidelijke verrekening van energie, transport, en jaarafrekeningen alsnog een nadere analyse uitgevoerd om te kunnen bepalen of er een structureel voordeel op energie is (in 2012 € 136.000 voordelig resultaat). In 2013 wordt de energielevering opnieuw aanbesteed. Ook is er een gering verschil bij het aanlichten van monumenten van € 19.000. Het voordeel aan de batenkant is ontstaan door een verrekening met de exploitant van de buitenreclame voor energielevering over de periode 2009 t/m 2012 wat heeft geleid tot incidenteel hogere opbrengsten.
Jaarrekening | 253
Beleidsterrein milieu: Product Milieubeheer: Lasten € 63.000 V Kaderstellend afvalbeleid (V € 62.915) In 2012 is een incidenteel budget van een € 100.000 beschikbaar gesteld voor het maken van het nieuwe kaderstellende afvalbeleid met daarnaast de opdracht voor het doorlopen van een Europese aanbestedingsprocedure voor grote afvalcontracten. Deze opdrachten lopen door tot in 2013. Beleidsterrein Water, groen en natuur: Product Groenbeheer: Lasten € 94.000V Vanwege de (tijds)investering in bewonersparticipatie zijn de reconstructiewerkzaamheden van het Catharina van Tussenbroekpad (€ 15.000) en het Sara de Bronovoplein (€ 50.000 ) doorgeschoven naar 2013. De Stevenshofdreef en de Dobbendreef zijn vorig jaar vanuit het bomenfonds opgeknapt. Het betreft het kappen van bomen Stevenshofdreef en Dobbendreef (€15.000) en bijbehorend grondwerk (€ 20.000). Ook zijn de laatste bomen die besteld zijn vanwege de beheerkap niet afgeroepen in verband met strenge vorst en niet plantbaar weer. De nalevering bomen vanwege de beheerkap bedraagt €10.000. Product Groenbeheer - Spelen: Lasten € 48.000N, Baten € 15.000V Het uiteindelijk nadelig resultaat van € 33.000 op het budget spelen is ontstaan door de bij de tweede bestuursrapportage gemelde overschrijding voor de voetbalkooi Buizerdhorst ( € 55.000). Er is geprobeerd om bij te sturen, maar aangezien het uitvoeringsjaar op dat moment al ver gevorderd was, is dat maar deels gelukt. Product Groenbeheer - Oostvlietpolder: Lasten € 60.000V Voor het beheer van de Oostvlietpolder is € 100.000 beschikbaar gesteld. De werkzaamheden worden door middel van een contract uitbesteed aan het Zuid-Hollands Landschap en er dient gereserveerd te worden voor groot onderhoud. Doordat het project pas in de loop van 2012 is opgeleverd is er een incidenteel voordeel ontstaan van € 60.000. Product Natuur en Milieu Educatie: Lasten € 45.000V, Baten € 152.000V, Overhead 70.000V De resultaten op het gebied van NME worden sterk positief beinvloed door een tweetal projecten die niet tot de reguliere NME-taken behoren, maar wel onder dit beleidsproduct zijn geschaard vanwege de inhoudelijke samenhang. Het eerste betreft het project Groene Schoolpleinen. Het voordeel van € 54.000,- aan de lastenkant is ontstaan doordt de ureninzet voor dit project weliswaar is gepleegd, maar niet op dit product zichtbaar zijn gemaakt. Er zijn maatregelen genomen om dit in de toekomst niet meer voor te laten komen. Daar komt een voordeel aan de batenkant van € 36.000,- bij door de afspraken over de eindafrekening van dit meerjarige project, dat in 2012 is afgerekend. Het tweede betreft het project 'Samen duurzaam Holland Rijnland', waar de gemeente Leiden ook aan heeft deelgenomen. Hiervoor kregen we een vergoeding van € 81.000,- in 2012, terwijl de kosten voor dit project in 2013 worden verantwoord. Dit leidt tot een voordeel in 2012, maar in 2013 tot een nadeel. Daarnaast is er een voordeel op de begrote overhead van € 70.000,- die voortvloeit uit een andere verdeling van de saldi kostenplaatsen. Aan de batenkant hebben we een voordeel gerealiseerd van € 40.000,-. Dit voordeel is een optelsom van diverse opbrengsten. 2. Dotatie voorzieningen beheerplannen: Conform besluitvorming (RV12.0141) d.d. 20 december 2012 heeft er een storting in de diverse beheervoorzieningen plaatsgevonden. Het betrof een bedrag van € 6,792 mln, waarop een aanvullende correctie is gedaan voor kunstwerken ad € 0,617 mln, toegevoegd is de ontvangen subsidie voor beveiligd baggeren € 1,226 mln, verlaagd met € 1,5 mln voor de correctie op de in de PerspectiefNota beschikbaar gestelde € 4.5 mln. Hierdoor is per saldo € 7.1 mln verwerkt in het programma Omgevingskwaliteit. Onder het beleidsterrein infrastructuur openbare ruimte betreft het de dotatie voor kunstwerken (inclusief een correctie) ad € 1.249.000, voor wegen € 1.534.000 en voor openbare verlichting € 343.000. Onder het beleidsterrein water, groen en natuur is er € 3.109.000 gedoteerd voor waterkwaliteit en € 900.000 voor spelen. 3. Verklaring financieel technische verschillen: Beleidsterrein Infrastructuur openbare ruimte: Product Wegen € 900.000 V/N en € 161.000 V/N De werkzaamheden voor groot onderhoud die in 2012 gepland waren conform het beheerplan wegen waren begroot op € 3.600.000 en zijn grotendeels uitgevoerd en verrekend met de hiervoor ingestelde voorziening. Tegelijkertijd is er in 2012 conform beheerplan € 2.700.000 gestort in de voorziening . Per saldo dus € 900.000 geboekt als uitgaven aan de lastenkant en € 900.000 inkomsten vanuit de voorziening. Ook zijn er ten laste van het budget wegen werkzaamheden verricht waarvan de kosten aan de lastenkant verwerkt zijn ad € 161.000 terwijl er voor eenzelfde bedrag doorbelast is naar de projecten Vondellaan en Kadernota Openbare Ruimte alsmede gefactureerd aan een externe partij.
254 | Jaarrekening
Beleidsterrein Milieu Product Milieubeheer: Lasten € 601.000V, Baten € 102.000V Reserve asbest ( V € 277.873). Via RV 11.0044 is de voorziening asbest omgevormd tot een reserve asbest in afwachting van een bestedingsverplichting. In afwachting daarvan vindt de dotatie en onttrekking via de reserve plaats. Op het moment dat de bestedingsverplichting bekend is, kan worden bepaald of de hoogte van de reserve toereikend is. Er was rekening gehouden met een dotatie van € 277.873. Deze dotatie vindt door regelgeving pas plaats via de bestemming van het resultaat nadat de jaarrekening is goedgekeurd. Gevelsanering (V € 325.000). In de begroting 2012 is bedrag begroot van € 325.000 als zijnde een exploitatiebijdrage vanuit de reserve ISV/EZ middelen aan het krediet gevelsanering. In 2012 zijn er binnen het krediet nog geen uitgaven gedaan voor de gevelsanering. Naar verwachting worden de eerste uitgaven in 2013 gedaan. Geothermie (V € 100.000). Via het raadsbesluit 12.0109 is een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld voor het onderzoek Geothermie regio Leiden. Aangezien het krediet pas halverwege december beschikbaar is gesteld, zijn er in 2012 nog geen uitgaven gedaan. De uitgaven worden naar alle waarschijnlijkheid gedaan in 2013. Luchtkwaliteitsplan (Lasten € 102.000N, Baten € 102.000V). Via het budget Luchtkwaliteit lopen ook de gelden van het luchtkwaliteitsplan 2012-2014. Dit luchtkwaliteitsplan is gemaakt omdat nog niet overal in de gemeente aan de grenswaarde voor luchtkwaliteit wordt voldaan. De extra lasten zijn kosten die in 2012 zijn gemaakt voor de handhaving van de milieuzone binnen Gemeente Leiden. De extra baten betreft een deel van de derde tranche inzake FES-gelden. De overige FES-gelden zijn als vooruitontvangen bedrag op de balans gezet aangezien de rest van de kosten in de komende jaren verwacht worden. Deze extra baten en lasten leveren geen voor- of nadeel op bij de jaarrekening 2012. Beleidsterrein Water, Groen en Natuur: Product Groenbeheer: Lasten € 73.000N, Baten € 73.000V De meerkosten die gemaakt zijn konden aan projecten worden toegerekend of in rekening gebracht worden aan externen, hierdoor zijn zowel de lasten als de baten voor een zelfde bedrag overschreden. Product Groenbeheer - Groenpromotie: Lasten € 658.000N, Baten € 658.000V Dit betreft vooruitontvangen subsidies van Holland Rijnland, die gestort zijn in de voorziening regionale groenprojecten, die hier voor ingesteld is. Product Investeringen stadsnatuur, water en groen, groenvoorziening: Lasten € 377.000V In 2012 is een bedrag begroot van € 626.000 voor een exploitatiebijdrage vanuit de reserve aan de kredieten voor Tuin van Noord en voor de aanleg groenrecreatie. Tot een bedrag van € 249.000 zijn in 2012 uitgaven gedaan voor deze kredieten. De verdere uitgaven zullen in 2013 gedaan worden. Investeringen stadsnatuur, water en groen. Regionaal groen: Lasten € 960.000N, Baten € 960.000V. Dit is het gevolg van het project Boterhuispolder omdat voor de uitvoering van het project Boterhuispolder, een bijdrage is ontvangen van de provincie, die vervolgens is doorgestort naar de gemeente Leiderdorp. Het betreft een regionaal project ter bevordering van de toeristische activiteiten. In de Boterhuispolder worden recreatieve verbindingen gerealiseerd zoals fiets-, vaar- en wandelroutes voor de bewoners van de omliggende dorpen en steden. De aanvraag bij de provincie is door de regiogemeente Leiden gedaan terwijl de uitvoering via Gemeente Leiderdorp loopt. 4. Het resultaat door de kostenverdeelstaat bedraagt op het totaal van programma Omgevingskwaliteit een voordeel van € 144.000: Dit betreft het beleidsterrein Afval voor € 11.000 voordelig, Infrastructuur openbare ruimte € 98.000 voordelig, Milieu € 246.000 voordelig en Water, groen en natuur voor € 211.000 nadelig. PROGRAMMA 6 STEDELIJKE ONTWIKKELING STEDELIJKE ONTWIKKELING bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
127.753
87.458
40.295
31,54 %
Baten
-69.759
-49.718
-20.041
28,73 %
Saldo
57.994
37.740
20.254
34,92 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING BOVENLOKAAL RO-BELEID
-14
88
74
Jaarrekening | 255
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
LOKAAL RO-BELEID
Baten
Saldo
655
50
706
-187
0
-187
454
138
593
BOUW- EN WONINGTOEZICHT
-849
60
-788
LEGES BOUWVERGUNNINGEN
0
307
307
-849
367
-481
37.464
-19.006
18.457
-171
298
127
290
-1.619
-1.328
37.583
-20.327
17.256
310
0
310
2.810
-212
2.598
-13
-8
-21
3.106
-220
2.886
40.295
-20.041
20.254
STEDENBOUWKUNDIG BELEID Totaal RUIMTELIJKE ONTWIKKELING BOUWREGELING
Totaal BOUWREGELING GEMEENTELIJK EIGENDOM PANDEN EN GRONDEN GRONDEXPLOITATIE ERFPACHT BEHEER PANDEN (NIET OPENBARE DIENST) Totaal GEMEENTELIJK EIGENDOM PANDEN EN GRONDEN WONEN VERNIEUWING BINNENSTAD VOLKSHUISVESTING WOONRUIMTEVERDELING Totaal WONEN Totaal
Uitsplitsing gemeentelijk eigendom panden en gronden Omschrijving
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
Grondbedrijf
17.980
-14.751
3.229
0
-3.229
Overige onderdelen
44.553
-31.769
12.785
33.270
20.485
Totaal
62.533
-46.520
16.014
33.270
17.256
Toelichting op producten met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.00 Ruimtelijke ontwikkeling Het voordeel op dit beleidsterrein wordt veroorzaakt door een per saldo lagere doorbelasting van personele kosten inclusief overhead dan was begroot. Voor het product lokaal RO beleid was ten onrechte rekening gehouden met een doorbelasting van projectondersteuning terwijl deze werkelijk heeft plaatsgevonden op diverse projecten/investeringen. Het voordeel bedraagt € 798.000. Daarentegen zijn er meer (beleids)uren doorbelast die betrekking hebben op de werkzaamheden voor de ruimtelijke (investerings)agenda, analyses op structuurvisie (vooral in relatie tot de Rijnlandroute) en stedenbouwkundige werkzaamheden welke niet naar projectbudgetten worden doorbelast. Het nadeel bedraagt € 145.000. Bouwregeling Bij de tweede bestuursrapportage 2012 werd verwacht dat de bouwleges met € 500.000 achter zouden blijven. De begroting is naar aanleiding van het besluit RV12.0120; tweede bestuursrapportage gewijzigd. Ten opzichte van deze gewijzigde begroting is een voordeel behaald van € 307.000. Daartegenover staan nadelen op de advieskosten als gevolg van de overgang van de Leidse Welstandscommissie naar de externe welstandscommissie Dorp, Stad en Land (€ 152.000). Ook is sprake van het niet innen van verbeurd verklaarde dwangsommen als gevolg van (deels) kwijtschelden en/of herstellen van de oorzaak van de bestuursdwang. Deze niet gerealiseerde inkomsten geven een nadeel van € 180.000. Ook is sprake van een nadeel van € 452.000 als gevolg van de bijdrage uit het gemeentelijk budget bij de verzelfstandiging van de Brandweer (in 2010) voor de werkzaamheden ten aanzien van
256 | Jaarrekening
brandveiligheidsaspecten bij vergunningen. Met deze bijdrage was in de begroting op dit product geen rekening gehouden. In de Perspectiefnota 2013-2016 is reeds toegelicht dat het nadeel vanaf 2014 zal worden gedekt door het kostendekkend maken van de leges. Gemeentelijke eigendom panden en gronden Het nadeel op het onderdeel grondexploitaties wordt veroorzaakt door de kosten die in 2012 zijn gemaakt voor het park Matillo en de grondexploitatie Groenoordhallen. De kosten voor park Matilo worden, conform besluitvorming, ten laste gebracht van de reserve archeologisch park Matillo. Omdat deze onttrekking niet is begroot wordt dit betrokken bij de bestemming van het resultaat 2012 (€ 519.000). Binnen de grondexploitatie Groenoordhallen e.o. na kaderbesluit (RB 06.0143) worden de verwervingen op het bedrijventerrein Groenoord (o.a. Pernixlocatie en Gevulei terrein) en de historische plankosten afgewaardeerd met een bedrag van € 2,7 mln. Conform het BBV (art. 65 lid 1 en 2) is afwaardering noodzakelijk indien de boekwaarde boven de marktwaarde komt. Tegenover deze afwaardering staat binnen het project WOP Noord een positief resultaat van de aanleg van de Willem de Zwijgerlaan, verantwoord in PRIL, waardoor het saldo budgettair neutraal is na resultaatbestemming. Het voordeel op de overige onderdelen kan als volgt worden verklaard: Te verklaren overige onderdelen Beheer panden
€ 20,4 (voordeel) € 1,3 (nadeel)
Subsidie Roomburg
€ 5,3 (voordeel)
Grondopbrengst Wagnerplein
€ 0,4 (voordeel)
Verkoop gemeentelijk vastgoed
€ 1,8 (voordeel)
Vrijval voorziening negatieve grondexploitaties
€ 3,8 (voordeel)
Bijdragen aan investeringen Grondopbrengst Da Vinci Overige verschillen
€ 15,8 (voordeel) € 5,5 (nadeel) € 0,1 (voordeel)
Binnen het product beheer panden wordt een nadeel van € 1,3 miljoen grotendeels veroorzaakt door onderstaande posten: ■ maatschappelijk vastgoed, € 102.000 nadeel als gevolg van hogere OZB-lasten; ■ maatschappelijk vastgoed, € 570.000 lagere externe huuropbrengsten als gevolg van leegstand en aangepaste contracten (o.a. Haagweg 4, Brede School Leiden Noord, Morsweg 1, W. Barentzstraat); ■ maatschappelijk vastgoed, € 296.000 lagere opbrengsten als gevolg van niet gecorrigeerde interne verrekeningen door administratieve omissies; ■ maatschappelijk vastgoed, € 150.000 nadeel als gevolg van gestegen energieprijzen die niet altijd kunnen worden doorbelast. In 2013 zal een inhaalslag plaatsvinden om met terugwerkende kracht de niet doorbelaste energielasten waar mogelijk alsnog bij de gebruikers van de panden neer te leggen. Voor het project Roomburg woningbouw heeft de provincie Zuid-Holland in 2004 een locatiegebonden subsidie verleend van € 5,9 miljoen. Eind maart heeft de gemeente bericht ontvangen van het feit dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de Vinex-subsidie voor Roomburg heeft vastgesteld op € 5,3 miljoen. Deze gebeurtenis na balansdatum heeft geleid tot het terugboeken van de reservering (destijds ten laste van de vereveningsreserve) van het mogelijk terug betalen van de subsidie. . De in 2012 niet begrote maar wel gerealiseerde grondopbrengst van het Wagnerplein van € 410.000 wordt conform RV 11.0066; bestemming grondopbrengst en kredietaanvraag bouw- en woonrijp maken winkelcentrum Wagnerplein, gestort in de Vereveningsreserve. De verkoop van gemeentelijk vastgoed, na aftrek van de kosten voor overhead, heeft geleid tot een opbrengst van € 2,3 miljoen. Na correctie van de beheerkosten die op deze verkochte panden betrekking hebben, is sprake van een niet begroot voordeel in 2012 van € 1,8 miljoen. Bij het opmaken van het PRIL 2012 blijkt dat het resultaat van de grondexploitaties met een negatieve Netto Contante Waarde na uitvoeringsbesluit € 3,8 miljoen is verbeterd. Dit leidt tot een (niet begrote) vrijval uit de voorziening negatieve grondexploitaties van dit bedrag die in de vereveningsreserve is gestort.
Jaarrekening | 257
In de begroting is sprake van een voordeel op bijdragen aan investeringen van in totaal € 15,8 miljoen. Deze bijdragen worden voor het grootste deel gedekt door onttrekkingen aan reserves. Het voordeel blijft in 2013 en latere jaren beschikbaar. In 2012 is een nadeel ontstaan omdat in de begroting rekening was gehouden met de grondopbrengsten Da Vinci van € 5,5 miljoen (en deze te storten in de vereveningsreserve). Deze grondopbrengst is in 2012 niet gerealiseerd en wordt meegenomen naar het volgend jaar. Wonen Ten aanzien van het programma Binnenstad is sprake van een voordeel van € 655.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door lagere kosten dan begroot op de onderdelen entree van de stad en terrassenplein Beestenmarkt en een voordeel op het onderdeel kwaliteit openbare ruimteprogramma. Het voordeel blijft in 2013 en latere jaren beschikbaar. De bijdrage aan Woningbouwcorporatie De Sleutels ter dekking van de investeringen van de onrendabele top voor de bouw van woningen van € 880.000 heeft in 2012 niet plaatsgevonden. De bijdrage wordt onttrokken aan de reserve herstructurering Woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet. Het voordeel op het budget Wonen boven Winkels bedraagt € 1,2 miljoen. Het project loopt voor op de planning. Echter de duur van de regeling is ongeveer 2,5 jaar. Het betreft een subsidieregeling die niet meteen wordt beschikt, maar voor eind 2014 wordt uitgegeven op subsidieerbare projecten die nu worden geworven. Het budget blijft beschikbaar in 2013. PROGRAMMA 7 JEUGD EN ONDERWIJS JEUGD EN ONDERWIJS bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
30.497
28.602
1.895
6,21 %
Baten
-4.120
-3.543
-577
14,00 %
Saldo
26.377
25.059
1.318
5,00 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG JEUGDBELEID
-62
47
-15
95
12
107
PREVENTIEF JEUGDBELEID
116
-0
116
Totaal OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG
149
58
207
KINDEROPVANG
222
0
222
Totaal PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
222
0
222
15
-29
-13
163
35
198
LOKAAL ONDERWIJSBELEID
1.303
-719
584
Totaal ONDERWIJSBELEID
1.481
-712
769
OBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-76
0
-76
BBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-1
-11
-12
OSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
15
0
15
BSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
73
0
73
JEUGDGEZONDSHEIDSZORG
PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
ONDERWIJSBELEID FACILITAIRE TAKEN ONDERWIJS LEERPLICHT
ONDERWIJSHUISVESTING
258 | Jaarrekening
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
OVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-42
0
-42
OSG VOORZIENINGEN/HUISVESTING
-193
0
-193
BVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
305
0
305
GEMEENSCH. BATEN EN LASTEN OWHV
-38
89
50
42
78
119
1.895
-577
1.318
Totaal ONDERWIJSHUISVESTING Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product Kinderopvang Er is in 2012 een structurele onderbesteding op het budget peuterspeelzaalwerk van € 150.000 geconstateerd. Deze wordt vanaf 2016 wegbezuinigd. Voor 2012 t/m 2015 is er een bestedingsplan voor deze middelen in de vorm van de pilot startgroep Peuters (RV 12.0095). Schoolbesturen, voorschoolse voorzieningen en gemeente hebben eind 2012 de kaders voor de pilot startgroep gezamenlijk uitgewerkt. Dit heeft ertoe geleid dat er pas vanaf 2013 subsidie wordt aangevraagd voor deze pilot. Er is in 2012 geen beroep gedaan op de hiervoor gereserveerde gelden. In de 2e bestuursrapportage 2012 is besloten € 100.000 hiervan te bestemmen voor het krediet Oppenheimstraat 2e fase. Bij bestemming van het resultaat dient dit overgeheveld te worden naar 2013. Het laatste deel dat gereserveerd was voor de compensatie ouderbijdrage van peuterspeelzaal Pippeloentje (ruim € 20.000) is niet uitgegeven, omdat Pippeloentje in 2012 vooral hard gewerkt heeft aan het bereiken van de landelijke kwaliteitseisen en het opzetten van een nieuwe organisatie. Er zijn nog geen wijzigingen in het ouderbijdragebeleid op deze peuterspeelzaal doorgevoerd, zodat de ouders niet gecompenseerd hoefden te worden. Product Lokaal onderwijsbeleid Er is een voordeel van € 584.000. 1. Ter dekking van de kosten in 2012 was een onttrekking begroot aan de reserve combinatiefunctionarissen van € 210.000. Deze onttrekking is niet nodig gebleken. Omdat het project uiteindelijk pas in de loop van 2011 is gestart, zijn hierdoor in 2011 niet alle subsidies volledig besteed. Bij de vaststelling van de subsidie over 2011 is het niet uitgegeven deel teruggevorderd (conform de algemene subsidieverordening). In totaal gaat dit om € 150.000. Dit budget blijft in de reserve combinatiefunctionarissen beschikbaar voor de projecten die nu langer doorlopen. 2. De rijksmiddelen voor onderwijskansenbeleid zijn niet volledig besteed. Dit komt doordat nog niet alle plannen bij schoolbesturen en partners voldoende gereed zijn om omgezet te worden in concrete aanvragen. Het voordeel blijft echter gereserveerd voor de uitvoering van het beleid in de resterende planperiode (deze reservering is bij de baten opgenomen). In 2015 moeten de reguliere rijksmiddelen verantwoord worden en in 2016 de aanvullende middelen. Het gemeentelijk structurele aandeel van € 100.000 valt vrij. Dit budget wordt vanaf 2014 al (deels) wegbezuinigd en in 2016 volledig. 3. Er is sprake van een onderbesteding op het budget van de brede school Leiden Noord van incidenteel € 120.000, doordat het budget voor de huurkosten niet volledig is benut. Het pand is later betrokken in 2012 dan vooraf verwacht. Conform de raadsbrief met betrekking tot de beheerexploitatie van de brede school Noord Het Gebouw (B&Wnr. 13.0074), wordt voorgesteld het incidentele voordeel van € 120.000, in te zetten ter dekking van het risico in 2013. 5. Er is een voordeel op VSO-ZMOK van € 103.000. Het betreft financiering van de Leo Kannerschool op basis van een vijfjarige overeenkomst. De looptijd van de overeenkomst is nu ten einde en het budget is vanaf 2014 afgeraamd. Er is steeds achteraf gefinancierd. De hoogte wordt bepaald op basis van het aantal Leidse leerlingen dat in het voorgaande schooljaar gebruik heeft gemaakt van de voorziening. Er moet nog een laatste factuur betaald worden over de periode januari-augustus 2012. Het bedrag is in februari 2013 in Holland Rijnland vastgesteld op € 50.641. Het resterende bedrag is niet meer benodigd voor deze voorziening. PROGRAMMA 8 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE SPORT, CULTUUR EN RECREATIE bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
39.157
38.996
161
0,41 %
Baten
-6.726
-4.345
-2.381
35,40 %
Saldo
32.431
34.652
-2.220
-6,85 %
Jaarrekening | 259
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
CULTUUR OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK
-21
0
-21
-282
-0
-282
38
-0
38
BEELDENDE KUNST
-31
-0
-31
CULTUUREDUCATIE
19
-4
15
AMATEURKUNST
7
0
7
LOKALE RADIO-OMROEP
0
0
0
-270
-4
-274
ARCHIEF EN INFORMATIE
-95
35
-60
MONUMENTENZORG
132
-23
109
-291
84
-207
-28
0
-28
-282
96
-186
229
-14
215
-692
-2.289
-2.981
551
-235
317
SPORTONDERSTEUNING
5
-31
-26
SPORTSTIMULERING
9
-3
6
GROENE SPORTPARKEN
418
75
493
Totaal SPORT
519
-2.497
-1.978
30
0
30
COORDINATIE EVENEMENTEN
264
23
287
FACILITEREN EVENEMENTEN
-99
0
-99
Totaal RECREATIE
194
23
218
Totaal
161
-2.381
-2.220
THEATER MUZIEK
Totaal CULTUUR CULTUREEL ERFGOED
OUDHEIDKUNDE EN MUSEA ARCHEOLOGIE Totaal CULTUREEL ERFGOED SPORT RODE SPORTPARKEN SPORTZALEN EN SPORTHALLEN ZWEMBADEN
RECREATIE RECREATIE
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product Theater - Een tekort van € 92.000 is te verklaren door de afwikkeling van oude jaren van de Leidse Schouwburg, in verband met de verzelfstandiging van de Leidse Schouwburg naar Stadspodia Leiden BV. Dit betreffen technische correcties, die via het product Theater als subsidie zijn uitbetaald. Zo is o.a. de bankrekening van de Leidse Schouwburg afgesloten in 2012. Die was ivm het afwikkelen van het lopende betalingsverkeer nog in stand gehouden. In 2010 is onterecht een bedrag ten laste van de bedrijfsreserve van de Leidse Schouwburg gebracht. De bedrijfsreserve is volledig overgegaan naar Stadspodia. Op dit bedrag had Stadspodia nog recht en dit is in 2012 gecorrigeerd. - € 50.000 betreffen bedrijfsvoeringsbudgetten tbv Stadspodia Leiden BV, die nog op de bedrijfsvoeringskostenplaatsen van de gemeente Leiden staan begroot. Feitelijk betreft dit een budget neutrale verschuiving binnen de totale gemeente begroting. De subsidie is verstrekt op het product Theater en leidt daarom hier tot een nadeel. Bij de 1e bestuursrapportage 2013 is deze aanpassing aangemeld en in de voortgangsrapportage wordt deze verder toegelicht. - Er is een tekort van € 68.000 op de exploitatiebegroting van de Oude Vest 43 (Leidse Schouwburg). Dit heeft te maken met de overschrijding van het beheer en onderhoud van het pand (VAG). De onderhoudskosten à € 46.000 zijn abusievelijk niet tlv de voorziening onderhoud gebracht.
260 | Jaarrekening
- Een verplichting van € 22.000 uit 2011 is uiteindelijk ten laste van 2012 betaald. Dit resulteerde in een voordeel in 2011. - Verder is er een tekort van € 47.000 op de overhead wat wordt veroorzaakt door een andere verdeling van de saldi kostenplaatsen. Product Sportzalen en sporthallen Het tekort op de baten is te verklaren als volgt. Er is er sprake van een financieel technisch nadeel van € 2,2 mln. doordat in de kadernota “Sport 2013-2025” (RB 12.0118) per abuis is besloten tot afroming van de Voorziening Sport in de jaarschijf 2012 in plaats van jaarschijf 2013. De veronderstelling was namelijk dat de voorziening reeds beschikbaar was in 2012. Formeel was dit niet het geval omdat de Perspectiefnota 2013 -2016 de instelling van de voorziening Sport vermeldt vanaf het jaar 2013. Hierdoor ontstaat er in 2012 in de rekening van baten en lasten (resultaatbepaling) een nadeel. Dit (administratief) nadeel wordt in de resultaatbestemming 2012 gecompenseerd door het voorstel om in het jaar 2013 de dotatie naar de Voorziening Sport niet te doen. Volledigheidshalve stellen we dat dit een administratieve kwestie is en geen gevolgen heeft voor de uitvoering van de sportnota. Het tekort op de lastenkant wordt veroorzaakt door een administratief nadeel van € 500.000 dat optreedt door de kostenverdeling van de bedrijfsvoering van het sportbedrijf. Dit administratieve nadeel wordt gecompenseerd door het administratieve voordeel op het product Zwembaden. Daarnaast is er een tekort van € 120.000, dit tekort is het gevolg van het afboeken van niet ontvangen bedragen uit 2011. Product Zwembaden Het voordeel op de lastenkant wordt veroorzaakt door een administratief voordeel van € 500.000 dat optreedt door de kostenverdeling van de bedrijfsvoering van het sportbedrijf. Dit administratieve voordeel wordt gecompenseerd door het administratieve nadeel op het product Sportzalen en -hallen. Product Groene sportparken Het voordeel van € 418.000 bij Groene sportparken wordt veroorzaakt doordat er € 186.000 minder is gestort in het krediet voor de verplaatsing Zuidelijke Sportvelden (RB 09.0071) dat wordt gedekt door een bijdrage uit de reserve. De uitgaven lopen echter over meerdere jaren door en zijn slechts deels in 2012 gedaan. Op verschillende aspecten van onderhoud zijn de uitgave meegevallen voor 2012 ad € 110.000. Met de goedkeuring van de sportnota zijn de onderhoudsplannen herzien en is tevens de begroting vanaf 2013 aanpast conform sportnota. Tevens is er een voordeel op overhead van € 110.000, wat wordt veroorzaakt door een andere verdeling van de saldi kostenplaatsen. Product Coördinatie evenementen In 2012 zijn zowel de Cultuurnota 2012/2018, als de Evenementennota 2013/2018 door de Gemeenteraad vastgesteld. In deze nota’s heeft de Raad het beleid met betrekking tot cultuur en evenementen voor de komende jaren vastgelegd. Op basis van deze nota’s is tevens het subsidiebeleid op genoemde terreinen herijkt. Per 1 januari jl. is de nieuwe Deelverordening Amateurkunst Subsidies in werking getreden en momenteel ligt de nieuwe Deelverordening Cultuursubsidies (voor culturele projecten en evenementen) in de inspraak. Deze laatste verordening voorziet o.a. in de instelling van het zgn. “Leidse Makers Stipendium” (een subsidieregeling voor Leidse makers op cultureel terrein). Het uitgebreide proces voor de totstandkoming van bedoeld nieuwe beleid (waarbij intensief gebruik is gemaakt van de nieuwe media) heeft veel aandacht gegenereerd voor het Leidse cultuurklimaat, maar er tevens toe geleid dat de omvang van het aantal subsidieaanvragen thans bijzonder groot is. In 2012 zijn aanvragen voor 2013 op het terrein van cultuur / evenementen gedeeltelijk achterwege gebleven, hangende het proces voor de totstandkoming van het nieuwe subsidiebeleid (€ 50.000). Tevens is er een voordeel op overhead van € 208.000. Voor € 99.000 betreft dit een verschuiving met het product FACILITEREN EVENEMENTEN. PROGRAMMA 9 WELZIJN EN ZORG WELZIJN EN ZORG bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
44.497
43.534
963
2,16 %
Baten
-2.061
-3.088
1.027
-49,80 %
Saldo
42.436
40.447
1.990
4,69 %
Jaarrekening | 261
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
COLLECTIEVE ONDERST.DEELNAME SAMENLEVING OUDEREN-/GEHANDICAPTEN BELEID
11
73
84
2
394
395
13
467
480
RAAD- EN DAADWINKELS
67
2
69
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
-3
0
-3
Totaal INDIV.ONDERST. VOOR DEELNAME SAMENLEVING
64
2
66
EMANCIPATIE
3
0
3
ANTI-DISCRIMINATIE
0
0
0
-8
15
7
0
0
0
-5
15
10
-227
223
-4
CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
371
0
371
Totaal COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG
144
223
367
ZORGCOORDINATIE EN BEMIDDELING
-10
0
-10
WMO; HUISHOUDELIJKE VERZORGING
134
306
440
83
-2
81
207
304
511
MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
349
0
349
AMBULANTE VERSLAVINGSZORG
191
16
207
Totaal MAATSCHAPP OPVANG KWETSBARE GROEPEN
540
16
556
Totaal
963
1.027
1.990
SAMENLEVINGSOPBOUW Totaal COLLECTIEVE ONDERST.DEELNAME SAMENLEVING INDIV.ONDERST. VOOR DEELNAME SAMENLEVING
PARTICIPATIE, ONTMOET, INTEGR & EMANCIP
OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN INBURGERING/VERVALLEN Totaal PARTICIPATIE, ONTMOET, INTEGR & EMANCIP COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG BASISGEZONDHEIDSZORG
INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING
WMO; VOORZIENINGEN EN HULPMIDDELEN Totaal INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING MAATSCHAPP OPVANG KWETSBARE GROEPEN
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product Samenlevingsopbouw Het voordeel op de baten is ontstaan door huurbijdragen voor het gebruik van buurtcentra die niet begroot waren op dit product. Product Categorale gezondheidszorg Een subsidie-afrekening over 2011 (GGD/huiselijk geweld) heeft tot een voordeel geleid in 2012 van € 125.000. De middelen Vrouwenopvang/huiselijk geweld 2012 zijn pas laat overgeheveld vanuit het product Algemene uitkering en konden daarom niet volledig worden besteed in 2012. Daardoor is een voordeel ontstaan van € 187.000. Daarnaast hebben er diverse onderbestedingen plaatsgevonden die optellen tot een voordeel van € 75.000 en was er een nadeel op overhead van € 6.000. Product WMO; Huishoudelijke verzorging De ontvangen eigen bijdrage inzake huishoudelijke hulp is € 306.000 hoger uitgevallen. De opbrengst is niet structureel, omdat een deel van de opbrengst betrekking heeft op eerdere jaren en dus incidenteel van aard. In de programmaverantwoording 2011 was een tekort van € 239.000 verantwoord.
262 | Jaarrekening
Product Maatschappelijke opvang In 2012 was een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 305.000 voor het realiseren van de zogenaamde Scheve huisjes (bijzondere woonvoorzieningen) en fysieke aanpassingen in en rond locaties van maatschappelijke opvang. Door de vertraging in de realisering is een voordeel ontstaan van € 292.000. Daarnaast hebben er diverse onderbestedingen plaatsgevonden die optellen tot een voordeel van € 46.000 en was er een voordeel op overhead van € 11.000. PROGRAMMA 10 WERK EN INKOMEN WERK EN INKOMEN bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
126.471
124.469
2.002
1,58 %
Baten
-98.392
-97.810
-582
0,59 %
Saldo
28.079
26.658
1.421
5,06 %
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
PARTICIPATIE WIW DIENSTBETREKKINGEN
0
0
0
UITSTROOM EN ACTIVERING
588
-469
119
WSW
908
-962
-54
-175
175
0
0
0
0
141
44
185
VOLWASSENENEDUCATIE
20
0
20
INBURGERING
57
202
259
0
-181
-181
1.539
-1.191
348
278
657
935
38
2
41
317
659
976
BIJZONDERE BIJSTAND
224
-43
181
KWIJTSCHELDINGEN GEMEENTELIJKE BELASTIN
-84
0
-84
Totaal MINIMABELEID
140
-43
97
SCHULDHULPVERL. /BUDGETBEGELEIDING
7
-7
0
Totaal SCHULDHULPVERLENING
7
-7
0
2.002
-582
1.421
REINTEGRATIEACTIVITEITEN ARB.ONTW.DZB ONRENDABELE TOP HUISVESTING DZB PARTICIPATIE UITSTROOM EN ACTIVERING
BATEN PARTICIPATIEBUDGET Totaal PARTICIPATIE FINANCIELE VOORZIENINGEN INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND INKOMENSVOORZ IOAW/IOAZ Totaal FINANCIELE VOORZIENINGEN MINIMABELEID
SCHULDHULPVERLENING
Totaal
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000
Jaarrekening | 263
Product Uitstroom en activering De lasten en baten van het Regionaal actieplan jeugdwerkloosheid zijn € 488.000 lager uitgevallen. Het regionaal actieplan zal in 2013 worden gecontinueerd. De uitvoering van de kinderopvang sociaal medische indicatie is € 69.000 lager uitgevallen, doordat meer kosten dan verwacht konden worden doorbelast naar het budget Vrouwenopvang (progr. 9). Product Wet sociale werkvoorziening De lagere lasten ontstaan door een voordeel op de WSW loonkosten ad € 183.000 (=0,7% van de raming), voor het merendeel als gevolg van een lagere bezetting WSW-medewerkers/ fte’s. Daarnaast is aan de lastenkant een éénmalige geraamde stelpost ad € 730.000 geheel vrij gevallen. Op de andere begrote lasten ontstaat per saldo een nadeel van € 4.000. De genoemde stelpost aan de lastenkant is in de begroting 2012 opgenomen doordat aan de batenkant de raming voor de Netto toegevoegde waarden/ WSW opbrengsten extra zijn verhoogd met € 700.000 in verband met de op dit punt voorgenomen ambities. Bij de realisatie 2012 blijken deze ambities niet haalbaar te zijn. Dit is dan ook de voornaamste reden dat de Netto toegevoegde waarden ten opzichte van de begroting achterblijven voor een bedrag van € 700.000. Daarnaast blijft de rijkssubsidie ad € 169.000 achter in verband met de eerder genoemde lagere bezetting WSW-medewerkers. Een verzekeringsbate van € 130.000 als gevolg van brandschade kon niet worden gerealiseerd vanwege de hoogte van het eigen risico. Op andere begrote baten ontstaat per saldo een voordeel van € 37.000. Product Inkomensvoorziening bijstand De bestandsontwikkeling van de WWB-uitkeringen is tot eind 2012 zeer stabiel geweest. Dat heeft geleid tot een lagere toename dan verwacht bij de 2e bestuursrapportage, waardoor een voordeel op de uitkeringslasten is ontstaan van € 482.000. In het laatste kwartaal is er fors meer aan bijstandsvorderingen (met name fraudevorderingen) geboekt dan verwacht. Het betreft een voordeel van € 452.000. Doordat er meer aan (fraude)vorderingen is geboekt dan verwacht, is ook een grotere storting nodig in de voorziening oninbare debiteuren. Dat leidt tot een nadeel van € 368.000 in het programma Algemene dekkingsmiddelen. De lasten inkomensvoorziening Bbz (zelfstandigen) voor gevestigde ondernemers zijn fors toegenomen met € 320.000 in verband met de slechte conjunctuur. Een groot deel van deze kosten is declarabel bij het Rijk. Daardoor zijn de baten met € 236.000 toegenomen. Doordat de Wet Werken naar vermogen, die per 1-1-2013 zou ingaan, vervangen is door de Participatiewet, die naar verwachting per 2014 ingaat, is het invoeringsbudget niet besteed in 2012. Er was een last en een rijksbate geraamd van € 62.000. De last is niet gerealiseerd, de rijksbate is voor € 33.000 gerealiseerd. Het resultaat op Financiële voorzieningen moet worden beschouwd als incidenteel. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN DEEL 1 en 2 ALGEMENE MIDDELEN bedragen x € 1.000,-
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo
Afwijking %
Lasten
11.881
6.966
4.915
41,37 %
Baten
-236.451
-239.888
3.437
-1,45 %
Saldo
-224.570
-232.922
8.352
-3,72 %
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 1 DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN
-0
267
267
DEELNEMINGEN
15
1.747
1.762
GELDLENINGEN
-0
304
304
0
946
946
481
572
1.052
13
-13
0
BATEN OZB - GEBRUIKERS
0
-245
-245
BATEN OZB - EIGENAREN
0
41
41
BELEGGINGEN ALGEMENE UITKERING ONVOORZIEN
264 | Jaarrekening
Product bedragen x € 1.000,-
Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) Lasten
Baten
Saldo
BATEN ROERENDE RUIMTEBELASTING
0
0
0
BATEN TOERISTENBELASTING
0
179
179
BATEN PRECARIOBELASTING
0
51
51
509
3.849
4.358
-69
-97
-167
-2.312
0
-2.312
SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING
6.787
-314
6.472
Totaal ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 2
4.406
-412
3.994
Totaal
4.915
3.437
8.352
Totaal ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 1 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 2 STELPOSTEN CONCERN ONINBARE VORDERINGEN
Toelichting op producten met afwijkingen > € 250.000 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN I De resultaten op de producten binnen algemene dekkingsmiddelen I worden als volgt verklaard. Product DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN Het resultaat op deelnemingen in nutsbedrijven is in 2012 € 1.974.000 voordelig. Dit voordeel kan als volgt worden toegelicht. Dunea 100 N In 2012 is voor het eerst een dividenduitkering begroot van € 100.000 van drinkwaterbedrijf Dunea. Omdat een meerderheid van de aandeelhouders tegen het wijzigen van de statuten van Dunea is om het verbod op het uitkeren van dividend op te heffen, is er geen dividend uit gekeerd en ontstaat er dus een nadeel. Alliander 367 V Het geraamde dividend van Alliander bedroeg € 2.200.000, waarvan € 1.000.000 incidenteel. Het werkelijk uitbetaalde dividend bedroeg afgerond € 2.567.000, wat een voordeel oplevert van € 367.000. Het dividend was eenmalig hoger door de afwikkeling van de fiscale positie van Nuon NV over de periode tot 1 juli 2009, de datum van de verkoop van de aandelen. Stadskabel 1.707 V Met Ziggo (de rechtsopvolger van Kabel Maatschappij Rijnland) is overeenstemming bereikt over de afwikkeling van het winstrecht. Bij de verkoop in 1993 van Stadskabel Leiden aan KMR is een winstrecht bedongen met een gegarandeerde uitbetaling uiterlijk in 2019. Het winstrecht is destijds tegen contante waarde berekend op basis van de rekenrente en in de balans opgenomen. Gelet op de winstontwikkeling is afgesproken om het winstrecht in één keer uit te keren. Die betaling zal uiterlijk op 1 juni 2013 plaatsvinden. Omdat de uitkering hoger uitvalt dan waarvoor het winstrecht in de balans staat wordt een voordeel gerealiseerd. Product GELDLENINGEN en Product BELEGGINGEN Het resultaat op de geldleningen en het resultaat op de beleggingen is afgerond € 1.251.000. Dit resultaat moet in samenhang worden gezien worden met het resultaat op de rentegerelateerde stortingen in de reserves, die binnen diverse programma's zijn verantwoord. Het resultaat na stortingen betreft een nadeel van afgerond € 158.000. Bij de begrotingswijziging volgend uit de 1e bestuursrapportage is met één rentegerelateerde storting geen rekening gehouden. In de paragraaf financiering wordt dit nader toegelicht. Product ALGEMENE UITKERING GEMEENTEFONDS Door een aantal ontwikkelingen is de algemene uitkering in 2012 € 153.455.000 geweest. Dat is € 1.052.000 meer dan het in de begroting opgenomen bedrag van € 152.403.000. Het verschil wordt in de volgende tabel toegelicht.
Jaarrekening | 265
Verklaring resultaat Algemene uitkering bedragen x € 1.000,Resultaat algemene uitkering 2012
Bedrag
Voordeel/ Nadeel 1.052
V
400
V
-403
N
Afrekening over 2010 en 2011
350
V
Reserveringen voor taakmutaties, niet besteed
500
V
Overige, waaronder een lichte stijging van inwoners/woonruimten en bedrijven
205
V
Waarvan Stijging van het aantal bijstandsontvangers en inwoners met een laag inkomen Daling van het uitkeringspercentage ten opzichte van de Septembercirculaire 2012
Onzekerheid over uiteindelijke opbrengst 2011 en 2012 Eind 2012 is de algemene uitkering 2010 definitief vastgesteld. Dit geeft aan dat tot twee jaar na afloop nog wijzigingen kunnen plaatsvinden in de uiteindelijke opbrengst. De algemene uitkering over 2011 en 2012 is dus nog met een kleine onzekerheid omgeven. Uiteindelijk zullen vooral de WOZwaarde, de normeringssystematiek 2012 (samen trap op, trap af met het rijk), de verdeelreserve en het uitkeringspercentage positief of negatief invloed hebben op de afrekening. Met de herinvoering van de normeringssystematiek met ingang van 2012 is deze onzekerheid toegenomen. Mede om die reden houden wij in het weeerstandvermogen/concernreserve rekening met dit risico. De opbrengst zoals wij die in 2012 verantwoorden is gebaseerd op de bevoorschotting van de algemene uitkering 2011 en 2012 van februari 2013. Product BELASTINGEN De saldi op de producten onroerende zaakbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting zijn kleiner dan € 250.000 en worden derhalve niet toegelicht. Product ONVOORZIEN In de primitieve begroting bedroeg het bedrag voor onvoorziene uitgaven € 300.000. Dit begrote bedrag is in 2012 met € 70.000 afgeraamd voor uitvoering van amendement 13 op de programmabegroting 2012, en met € 230.000 door besluitvorming bij de 2e bestuursrapportage. Er is geen saldo op dit product.
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN II De resultaten op de producten binnen algemene dekkingsmiddelen II worden als volgt verklaard. ONINBARE VORDERINGEN De storting in de voorziening dubieuze debiteuren is in 2012 € 2.311.000 hoger dan begroot. Binnen het programma Werk en Inkomen is meer geboekt aan bijstandsvorderingen dan geraamd. Het betreft vooral fraudevorderingen die in de praktijk lastig inbaar blijken, waardoor de storting in de voorziening voor deze categorie € 370.000 hoger is dan begroot. Daarnaast is over het totaal van de openstaande vorderingen een incidentele storting in de voorziening nodig van € 1.941.000. Voor het debiteurensaldo van minder dan een jaar oud wordt 1% als oninbaar beschouwd. Voor het debiteurensaldo ouder dan 1 jaar is dat 10%. In 2012 hebben we dit oude debiteurensaldo extra kritisch beoordeeld. Het bestaat uit relatief veel oude vorderingen uit de jaren 2010 en eerder. Mede gezien de aard van de posten en de economische situatie hebben we voorzichtigheidshalve en in afwijking van eerdere jaren rekening gehouden met een hoger oninbaar bedrag. Product SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING Het voordeel op het product saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering bedraagt € 6.472.000. Dit resultaat bestaat uit de volgende componenten die onder de tabel voor de belangrijkste verschillen worden toegelicht. Resultaat Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering Stelpost investeringen bedrijfsvoering
Resulaat V/ N 1.357 V
Verrzamelkostenplaats werkplek Huisvesting en services ambtenaren, mobiele telefonie
266 | Jaarrekening
69 V
Resultaat Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Resulaat V/ N
Servicepunt71
265 V
Overige resultaten verzamelkostenplaats werkplek
33 N 109 V
Verzamelkostenplaats fte Personeel, bovenformatief personeel en voormalig personeel
3.090 V
Gemeetebrede HRM-budgetten
536 V
Gemeentebrede HRM-projecten
380 V
Communicatie en Grafisch Productie Centrum
480 V
Overige resultaten verzamelkostenplaats fte
219 V
Verzamelkostenplaats Concern Resultaten verzamelkostenplaats Concern
109 V
Totaal Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
6.472 V
Stelpost bedrijfsvoering 1.357 V Per 1 januari was voor het oplossen van incidentele vraagstukken op het gebied van bedrijfsvoering een bedrag van € 370.000 beschikbaar. Door besluitvorming bij de tweede bestuursrapportage is hier een bedrag van € 1.673.000 aan toegevoegd om meer problemen op het gebied van bedrijfsvoering op te kunnen vangen. Omdat niet altijd bekend is wanneer knelpunten optreden, kan het saldo van € 1.357.000 benut worden voor storting in de bedrijfsvoeringsreserve concern. Huisvesting en services en mobiele telefonie 69 V Het voordelig resultaat bestaat uit een klein nadeel op de kosten voor huisvesting en services (huurdersdeel) van € 16.000, een nadeel op de kosten van huisvesting van ambtenaren (verhuurdersdeel) van € 78.000 en een voordeel op mobiele telefonie van € 169.000. Servicepunt71 265 V In 2012 heeft een herijking van budgetten van Servicepunt71 plaatsgevonden. Als gevolg daarvan is er in 2012 extra budget vrijgemaakt bij RV12.0068. De gehele bijdrage, basisbijdrage plus bedrag door herijking, is conform afspraak in rekening gebracht. Op de budgetten voor opdrachtgeving en onvoorzien is er een voordeel van € 265.000, onder andere door een vrijval van de voorziening voor vakantiegeld voor de Leidse medewerkers die naar Servicepunt71 zijn overgegaan. Overige resultaten verzamelkostenplaats werkplek 33 N Personeel, bovenformatief personeel en voormalig personeel 3.090 V Bij de tweede bestuursrapportage is er op de begrote loonkosten voor personeel, bovenformatief personeel en voormalig personeel bijgestuurd als gevolg van de verwachting dat er een tekort zou ontstaan. Deze bijsturing is niet begrotingstechnisch op de afdelingen verwerkt. Per saldo ontstaat er daardoor op het product Saldi kostenplaatsen een voordeel op loonkosten van € 2.383.000. Daarnaast is eind 2012 over eerdere jaren een teruggave ontvangen van de Belastingdienst voor eigen risicodragerschap WGA (Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid) van € 707.000. Dit vormt een incidentele bate. Voor een uitgebreide toelichting op de resultaten op personeel en externe inhuur wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Let op, bovenstaande betreft slechts het voordeel dat zichtbaar is op het product Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering. Tezamen met de resultaten binnen de progarmma's 1 tot en met 10 ontstaat het saldo dat in de paragraaf bedrijfsvoering wordt toegelicht. Gemeentebrede HRM-budgetten 536 V Het positieve saldo op de budgetten voor opleidingskosten, werving en selectie en arbozaken bedroeg incidenteel respectievelijk € 273.000, € 186.000 en € 77.000. Gemeentebrede HRM-projecten 380 V Twee gemeentebrede HRM-projecten, te weten de ontwikkeling van een strategisch hrm-plan en de organisatie van het proces van externe inhuur, hebben in 2012 vertraging opgelopen. Van de voor deze projecten beschikbare budgetten is € 380.000 in 2012 nog niet uitgegeven.
Jaarrekening | 267
Communicatie en Grafisch Productie Centrum 480 VCommunicatie en Grafisch Productie Centrum 480 V De uren van de medewerkers van het bureau Communicatie worden in rekening gebracht ten laste van projectbudgetten of direct via kostendoorverdeling inclusief opslag voor overhead van de kostenplaats door verdeeld. Het voordeel bij het communicatiebureau á € 284.000 is ontstaan door de kostendoorverdeling via tijdschrijven in plaats van kostendoorverdeling achteraf en is daardoor geen daadwerkelijk voordeel. In 2008 is het GPC ontstaan door de drukkerijen van de gemeente en DZB samen te voegen. Als gevolg van deze samenvoeging is een oplopend voordeel op de exploitatie opgenomen tot afgerond € 200.000. In 2011 is het GPC afgeslankt en gaan werken met een bedrijfsplan. Vanwege latere implementatie werd begin van 2012 verwacht dat nog niet de hogere inkomsten voor dat jaar konden worden gerealiseerd. Aan het eind van het jaar blijkt een voordeel van € 146.000 gerealiseerd. Daarnaast blijkt dat in 2012 voor € 50.000 meer-inkomsten zijn geboekt welke ten gunste van 2013 hadden horen komen. Overige resultaten verzamelkostenplaats fte 219 V De overige resultaten binnen deze groep tellen op tot een resultaat van € 219.000 voordelig. Verzamelkostenplaats concern 109 V Het resultaat op de kostenplaatsen van de concerndirectie, het team Middelen en Control en Manager projecten bedraagt per saldo € 109.000 voordelig.
268 | Jaarrekening
4.5.2 Gerealiseerde dekkingsmiddelen Hieronder treft u aan het overzicht van algemene dekkingsmiddelen conform het Besluit Begroting en Verantwoording. Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Saldo 2012
Algemene uitkering gemeentefonds
164.381
152.403
153.456
1.052
Totaal Rijksmiddelen
164.381
152.403
153.456
1.052
Onroerend zaakbelasting gebruikers
11.196
11.378
11.133
-245
Onroerend zaakbelasting eigenaren
31.718
32.204
32.245
41
340
380
559
179
7.533
7.827
7.878
51
50.787
51.789
51.815
26
-587
4.982
7.011
2.029
Beleggingen
20.469
19.375
20.322
947
Geldleningen
2.218
1.481
1.785
304
22.100
25.838
29.118
3.280
0
0
0
0
237.268
230.030
234.389
4.358
Toeristenbelasting Precariobelasting Totaal Belastingen
Deelnemingen
Totaal Financiële functie
Onvoorzien
Totaal algemene dekkingsmiddelen I
Beleidsterrein bedragen x € 1.000,DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
4.100
-8.722
-4.622
-4.355
267
DEELNEMINGEN
21
-2.410
-2.389
-627
1.762
GELDLENINGEN
1.248
-3.033
-1.784
-1.481
304
BELEGGINGEN
0
-20.322
-20.322
-19.375
946
ALGEMENE UITKERING
1
-153.456
-153.456
-152.403
1.052
ONVOORZIEN
0
0
0
0
0
BATEN OZB - GEBRUIKERS
0
-11.133
-11.133
-11.378
-245
BATEN OZB - EIGENAREN
0
-32.245
-32.245
-32.204
41
BATEN TOERISTENBELASTING
0
-559
-559
-380
179
BATEN PRECARIOBELASTING
0
-7.878
-7.878
-7.827
51
5.370
-239.758
-234.388
-230.030
4.358
Totaal
Jaarrekening | 269
4.5.3 Toelichting op het resultaat voor en na bestemming Het resultaat 2012 na bestemming bedraagt € 1,0 miljoen negatief. In de jaren 2008, 2009, 2010 en 2011 waren de resultaten resp. € 6 en € 25,8 miljoen voordelig, € 6,4 miljoen nadelig en € 9,7 miljoen voordelig. bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
441.460
518.968
480.175
38.794
Baten
-459.191
-452.034
-437.597
-14.437
-17.730
66.935
42.578
24.356
- toevoegingen
127.998
143.025
140.067
2.958
- onttrekkingen
-119.932
-209.960
-181.608
-28.351
-9.665
0
1.037
-1.037
Saldo vóór resultaatbestemming Mutaties in reserves:
Saldo ná resultaatbestemming
Het aanwenden van een reserve (m.u.v. reserves bedrijfsvoering) vereist een raadsbesluit waarin de reden van aanwending wordt aangegeven, die correspondeert met het doel van de reserve. In de rekening zijn alleen toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Verder kunnen er raadsbesluiten zijn die inhouden dat specifiek benoemde resultaatafhankelijke saldi, bijvoorbeeld een overschot op de uitvoering van de WMO of parkeerfonds ook nog in het lopende begrotingsjaar ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve mogen worden gebracht. Hieronder worden alle afwijkingen voor wat betreft de mutaties in reserves per programma toegelicht. PROGRAMMA 1 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
reserve raad
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
94
-102
-8
-8
0
reserve onderzoeken rekenkamer
0
0
0
-19
-19
reserve Holland Rijnland
0
-1.194
-1.194
-1.194
0
900
-1.432
-532
-1.081
-549
1.129
-1.433
-304
-116
188
100
0
100
100
0
2.223
-4.160
-1.937
-2.318
-380
reserve flankerend beleid bedrijfsvoeringsreserve concern egalisatiereserve verkiezingen Totaal
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 1; Reserve onderzoeken rekenkamer In 2012 is bij de vaststelling van de begroting 2011 (RV 11.0113) € 18.000 beschikbaar gesteld voor onderzoeken rekenkamer. Deze reserve is echter per 1 januari 2012 opgeheven. Deze begrote onttrekking heeft daarom niet plaatsgevonden. Reserve flankerend beleid Het project Verbetering postafhandeling (rb 09.0095) is vertraagd waardoor er € 448.000 minder is onttrokken. Het deel van het projectbudget Naar een toonaangevende organisatie (rb 11.0002) dat gedekt is door de reserve is niet besteed in 2012. Reserve bedrijfsvoeringsreserve concern Er is € 188.000 meer onttrokken dan begroot. Het betreft dekking voor kosten strategisch adviseur subsidies (€ 100.000), huisvestingskosten in het kader van Het Nieuwe Werken (€ 54.000), kosten van tijdelijke inzet bij afdeling KDG (€ 22.000) en integratiekosten regionaal archief (€ 12.000). Deze onttrekkingen zijn door de concerndirectie besloten.
270 | Jaarrekening
PROGRAMMA 2 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
bedrijfsreserve brandweer
0
-167
-167
-167
0
Totaal
0
-167
-167
-167
0
PROGRAMMA 3 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Totaal
Baten 2012 0
0
Saldo 2012
Begroting 2012
0
Verschil 2012 0
0
PROGRAMMA 4 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
reserve parkeren
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
9.284
-3.399
5.885
5.853
-32
0
-167
-167
-231
-64
1.199
0
1.199
1.276
77
reserve bereikbaarheidsprojecten
0
-238
-238
-500
-262
reserve fietsenstalling station
0
0
0
0
0
reserve fietsenafhandel centrale
0
0
0
0
0
8.000
-1.355
6.645
6.500
-145
519
-429
90
90
0
19.002
-5.588
13.415
12.988
-426
reserve bereikbaarheid reserve Ringweg Oost
reserve Ontsluiting Bio Science Park reserve afbouwregeling SSL Totaal
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 4; Reserve parkeren De lagere onttrekking wordt veroorzaakt doordat conform RV12.0011 Beleidskader reserves en voorzieningen is rente toegevoegd in 2012 van € 32.417. Reserve bereikbaarheid Het krediet inzake verkeerscirculatieplan is nog niet volledig besteed. Het restant schuift door naar 2013. Reserve Ringweg Oost De storting van rente in 2012 is € 77.176 lager uitgevallen dan geraamd, omdat de provinciale bijdrage is doorgeschoven als gevolg van de gewijzigde planvorming naar een onderzoek van de bereikbaarheid Leidse agglomeratie (LAB071). Reserve bereikbaarheidsprojecten De investering Rijnlandroute waarvoor deze bijdrage is geraamd, is nog niet volledig uitgegeven. Reserve ontsluiting Bio Science Park Als gevolg van vertraging van het uitvoeringsbesluit is er afgelopen jaar minder besteed. Het restant schuift door naar 2013. PROGRAMMA 5 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
reserve overlast meeuwen
0
-20
-20
-20
0
reserve herhuisvesting MB
35
-62
-27
-62
-35
0
-303
-303
923
1.226
reserve baggeren
Jaarrekening | 271
Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
reserve onderhoud bruggen
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
0
-617
-617
-156
461
342
-342
0
-293
-293
reserve onderhoud walmuren
0
-1.504
-1.504
-1.027
477
reserve onderhoud wegen
0
-1.700
-1.700
-3.200
-1.500
274
-176
98
98
0
reserve groen Oostvlietpolder
0
0
0
0
0
reserve groene singels
0
-100
-100
-150
-50
reserve ontsluiting van groengebieden
0
0
0
0
0
reserve ondergrondse afvalcontainers
0
0
0
0
0
reserve duurzaamheidsfondsen
0
0
0
0
0
reserve klimaatmaatregelen
0
-200
-200
-300
-100
651
-5.024
-4.374
-4.188
186
reserve kap.lasten grond Oostvlietpolder
reserve asbestsanering
Totaal
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 5; Reserve herhuisvesting In verband met de wijzigingen in het beleidskader reserves en voorzieningen is de verwerking van de rente (€ 34.000) m.i.v. 2012 gewijzigd. Reserve baggeren Doordat de reserve is opgeheven in de besluitvorming voor de beheerplannen heeft de storting van de subsidie voor beveiligd baggeren ad 1.226.000 plaatsgevonden in de voorziening. Reserve onderhoud bruggen De reserve is opgeheven met de besluitvorming over de beheerplannen. Reserve kapitaallasten grond Oostvlietpolder De reserve dient ter dekking van de rentelasten over de grondwaarde. Op grond wordt niet afgeschreven. Dat betekent dat ook de reserve in stand moet blijven. De voorgenomen onttrekking kan dan ook niet verwerkt worden. Reserve onderhoud walmuren De reserve is opgeheven met de besluitvorming over de beheerp[lannen. Reserve onderhoud wegen Doordat de reserve is opgeheven in de besluitvorming voor de beheerplannen heeft de onttrekking van 1.500.000 als correctie op de met de PN 2013 beschikbaar gestelde 4.500.000 voor de achterstalligheid beheerplannen plaatsgevonden in de voorziening wegen. Reserve groene singels De jaarschijf voor investeringen Singelpark van € 150.000 is niet volledig uitgegeven. Het restant schuift door naar 2013. Reserve klimaatmaatregelen Het onderzoek geothermie voor € 100.000 is nog niet uitgevoerd en schuift door naar 2013. PROGRAMMA 6 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,reserve leegstandbestrijding
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
0
-79
-79
-79
-0
36.925
-23.545
13.380
5.433
-7.947
reserve bovenwijkse voorz. grondbedrijf
8
-275
-266
-300
-34
reserve afkoopsommen erfpacht
0
-25.537
-25.537
-25.537
0
vereveningsreserve grondexploitatie
272 | Jaarrekening
Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
reserve afkoop adm.kst. Erfpacht
7
-10
-3
-3
0
reserve reconstructie trekvaartplein
0
0
0
0
0
reserve t.b.v. bedrijfsverzamelgebouw
0
0
0
0
0
egalisatiereserve inkomsten bouwleges
0
-1.491
-1.491
-2.140
-649
reserve sociale huurwoningen
0
-120
-120
-140
-20
reserve stadsvernieuwing
0
-99
-99
-99
0
174
-985
-812
-850
-39
reserve strategische aankopen
1.793
-712
1.081
1.088
7
reserve bodemsanering
1.364
-761
603
-1.715
-2.318
39
-62
-23
-23
0
0
0
0
-86
-86
2.956
0
2.956
-1.420
-4.375
359
-3.875
-3.517
-3.919
-402
0
-13.297
-13.297
-13.297
0
reserve renterisico erfpachtsbedrijf
250
0
250
250
0
reserve proj.+alg.ris.grex-proj.in uitv.
170
-1.711
-1.541
-1.711
-170
res. proj.+alg.ris.grex-proj.voor uitv.
857
0
857
796
-61
0
0
0
0
0
152
-5.200
-5.048
-6.373
-1.326
0
-1.447
-1.447
-3.011
-1.564
res. weerstandsverm.parkeren en sted.Inv
25.000
-16.500
8.500
8.500
0
Totaal
70.054
-95.704
-25.651
-44.636
-18.985
reserve herstruct. Woongebieden Portaal
reserve vastgoedexpl. Stadsgehoorzaal reserve onrend.inv. op onderwijsgeb. reserve herstruct.woongebieden SvZ&V reserve herstruct.woongebieden Ons Doel reserve W4-bijdrage
reserve stadsherstel reserve Lammenschanspark reserve voorziene investeringen
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 6; Vereveningsreserve Conform het beleidskader reserves en voorzieningen is de mutatie in de voorziening negatieve grondexploitaties van € 3.762.680 verrekend met de vereveningsreserve. Deze mutatie was niet begroot. Verder is € 532.104 aan rente gestort die niet is begroot. Blijft nog ca. € 9,2 miljoen aan projecten die nog niet volledig zijn uitgevoerd. De grootste zijn Bargelaan € 1,2 miljoen, ROC Lammenschans € 1,7 miljoen, Hallenweg € 1,3 miljoen en Roomburg € 3,0 miljoen. De overige 9 projecten bedragen totaal ca. € 2,0 miljoen. Tenslotte is een storting van € 5,5 miljoen niet verwerkt omdat de grondopbrengsten Da Vinci daarvoor niet niet zijn gerealiseerd. Reserve bovenwijkse voorzieningen De investering kwaliteitsimpuls entree stad is nog niet volledig afgerond. Nog € 25.000 in 2013 te besteden. Verder is € 8.000 aan rente bijgeschreven die niet was begroot. Reserve bouwleges: Er is € 304.000 minder onttrokken dan geraamd omdat er meer aan bouwleges is ontvangen dan verwacht bij de 2e bestuursrapportage 2012. De onttrekking voor het W4 aquaduct is € 200.000 lager uitgevallen aangezien de uitgaven nog niet volledig zijn gedaan. De onttrekking om de begroting 2012 tussentijds te actualiseren is € 144.000 lager dan geraamd omdat rekening houdend met de toekomstige claims de reserve daarmee uitgeput is. Reserve sociale huurwoningen De bijdrage ter dekking van de subsidie RAP is in 2012 niet onttrokken aan de reserve.
Jaarrekening | 273
Reserve herstructurering woongebieden Portaal In 2012 is de storting van € 135.000 inzake de raamovereenkomst niet geboekt. Dit voordeel wordt gecompenseerd door de voorgenomen onttrekking in 2013 evenmin te verwerken. Verder is € 173.787 rente gestort die niet was begroot. Reserve strategische aankopen De storting inzake de transactie Lammenschanspark is € 128.372 lager uitgevallen. Daartegenover staat dat de onttrekking voor kapitaallasten Hallenweg van € 100.4610 niet is verwerkt, omdat er geen kapitaallasten in 2012 verantwoord zijn. Verder is rente gestort voor € 21.235, die niet was begroot. Reserve bodemsanering De uitgaven bodemsaneringen diverse projecten zijn nog niet afgerond. Deze investeringen schuiven door naar 2013 en volgende jaren. Verder is voor € 294.188 rente in de reserve gestort, die niet was begroot. Reserve onroerende investeringen onderwijsgebouwen Deze reserve heeft geen saldo zodat de geraamde onttrekking van € 86.000 niet kan plaatsvinden. Reserve herstructurering woongebieden SvZ&V De geraamde onttrekkingen voor toevoeging Trekvaartplein € 880.000, Kooiplein € 1.030.724 en Alexanderstraat € 2.308.962 schuiven door naar 2013. Verder is een rente gestort van € 155.759, die niet was begroot. Reserve herstructurering woongebieden Ons Doel De investering voor Lorentzhof schuift voor € 44.222 door naar 2013. Verder is een rente gestort van € 358.771, die niet was begroot. Reserve risico grex - projecten in uitvoering In 2012 is een rente gestort van € 170.008, die niet was begroot. Reserve risico grex - projecten voor uitvoering In 2012 is een rente gestort van € 60.989, die niet was begroot. Reserve Lammenschanspark De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door onderschrijding van begrote onttrekking van € 1,127 miljoen doordat er minder uitgaven zijn gerealiseerd dan is begroot. Verder is een onttrekking van € 46.400 niet verwerkt omdat er geen kapitaallasten tegenover staan. Tevens is conform RV 12.0011 rente toegevoegd voor € 0,152 miljoen. Reserve voorziene investeringen De investering voor Ringweg Oost van € 3.000.000 is voor ongeveer de helft uitgevoerd. Er was verwacht voor het einde van het jaar nog kosten voor verwervingen te realiseren. Deze verwervingen hebben (nog) niet plaats gevonden. Het restant schuift door naar 2013.
274 | Jaarrekening
PROGRAMMA 7 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
Reserve vastgoedexploitatie BSLN
302
-1.091
-789
-932
-143
reserve kap. lasten Da Vinci
519
-519
0
-289
-289
reserve combinatiefuncties
0
-5
-5
-210
-205
259
0
259
96
-163
2.800
-400
2.400
2.400
0
0
0
0
0
0
3.881
-2.015
1.865
1.066
-800
reserve onderhoud onderwijshuisvesting reserve onderwijshuisvesting (Nuon) reserve gemeente deel GSB Brede School Totaal
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 7 Reserve kapitaallasten Da Vinci Conform RV12.0011 Beleidskader reserves en voorzieningen is rente toegevoegd van € 519.480 (voordeel). Tevens zijn door het realiseren van in 2012 beschikbaar gesteld aanvullend krediet 7100190 “DaVinci Lammenschans” met € 1.670.000 de kapitaallasten € 230.880 hoger dan geraamd.
Reserve onderwijshuisvesting Conform het vastgestelde Integraal huisvestingsplan Onderwijs is € 163.000 gereserveerd om de OZB-kosten te dekken. De OZB-kosten zijn in werkelijkheid zo groot als geraamd, maar konden dit jaar binnen het product onderwijshuisvesting worden opgevangen, zodat de onttrekking niet noodzakelijk was. Reserve combinatiefuncties Zie bij onderwijsbeleid. Het project is later gestart en loopt ook langer door. De beschikbare middelen schuiven door voor de uitvoering van dit project. Reserve vastgoedexploitatie BSLN Conform RV12.0011 Beleidskader reserves en voorzieningen is rente toegevoegd van € 290.137 (voordeel). Tevens zijn door versnelde uitgaven voor dit project de rentelasten hoger dan geraamd in 2012 van € 147.146,(nadeel). PROGRAMMA 8 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,reserve publicaties gemeente-archief
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
30
0
30
30
0
reserve Schouwburg
0
-225
-225
-225
-0
reserve amateurkunst
0
0
0
0
0
reserve De Lakenhal
0
-111
-111
-111
0
Reserve investering Muziekcentrum
5
-110
-105
-105
0
17
-17
0
-17
-17
0
-42
-42
-42
-0
Reserve Haagweg 4
67
-186
-119
-119
0
Reserve Archeologischpark Matilo
43
-1.640
-1.597
-1.640
-43
reserve herontwikkeling sportvelden
0
-463
-463
-578
-115
reserve muziekcentrum De Nobel
0
0
0
0
0
reserve uitbreiding foyer Schouwburg
0
0
0
0
0
reserve sportaccommodaties
0
-2.801
-2.801
-3.101
-300
3.600
-3.600
0
0
0
0
-50
-50
-50
0
Reserve investering Molen de Valk Reserve Leids Fonds voor de Kunsten
reserve sportinvesteringen reserve exploitatie De Nobel
Jaarrekening | 275
Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
reserve kapitaallasten De Nobel
446
-47
398
398
0
reserve jeugdsportfonds Leiden
0
-106
-106
-106
0
9.564
0
9.564
9.564
0
13.772
-9.398
4.374
3.900
-474
reserve kap. lasten sportaccommodaties Totaal
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 8: Reserve investering molen de Valk De geraamde onttrekking heeft niet plaatsgevonden, omdat er in 2012 nog geen afschrijvingslasten op de investering renovatie molen de Valk zijn gerealiseerd. Reserve archeologisch park Matilo In 2012 is een rentegerelateerde storting verwerkt van € 42.970. Deze storting was niet begroot. Reserve herontwikkeling sportvelden Aangezien op de investeringen voor Montgomerykunstgrasveld en Sportvelden Boshuizerkade nog niet is afgeschreven, is de geraamde onttrekking aan deze reserve niet nodig. Die start in 2013. Reserve sportaccommodaties De geraamde onttrekking van € 300.000 aan deze reserve conform raadsbesluit 12.0097 heeft niet plaatsgevonden aangezien deze reserve bij raadsbesluit 12.0118 inzake de sportnota volledig is aangewend en opgeheven. PROGRAMMA 9 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
reserve financiering bijdr. Woningonttr.
0
0
0
0
0
reserve gemeentelijk deel GSB OGGZ
0
-76
-76
-626
-550
reserve soc.-maatsch. En cult. Voorz
0
-1.006
-1.006
-1.050
-44
res.financ.bijdr.woningonttrek.
0
-108
-108
-108
0
Totaal
0
-1.190
-1.190
-1.784
-594
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 9: Reserve gemeentelijk deel GSB/OGGZ De uitvoering van het Regionaal Kompas (rb 12.0003) is in 2012 achtergebleven waardoor het budget grotendeels niet is besteed in 2012. Omdat het oorspronkelijke plan zou doorlopen tot eind 2013 dient de onderschrijding van € 412.000 wel beschikbaar te blijven in de reserve. Daarnaast is het budget voor compensatie herhuisvesting GGZ-instellingen (rb 11.0023) van € 138.000, dat gedekt werd door de reserve, niet besteed in 2012. Reserve sociaal, maatschappelijke en culturele voorzieningen De kosten voor de jongerenvoorziening in de Stevenshof (rb 11.0140) zijn € 43.000 lager uitgevallen.
276 | Jaarrekening
PROGRAMMA 10 Beleidsterrein bedragen x € 1.000,-
Lasten 2012
reserve frictiekosten ID/WIW-banen
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
750
-706
44
44
0
45
-134
-89
-89
0
reserve zachte landing rijksbez. Wsw/dzb
1.000
-240
760
760
0
Totaal
1.795
-1.081
714
714
0
bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves programma 10: Niet van toepassing ALGEMENE RESERVES Beleidsterrein bedragen x € 1.000,reserve compensatie dividend Nuon
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo 2012
Begroting 2012
Verschil 2012
0
-12.799
-12.799
-12.799
0
23.000
-21.930
1.070
1.070
0
reserve opbrengst verkoop aandelen NUON
3.712
-20.450
-16.738
-16.554
184
reserve gsb-middelen ISZ/EZ
1.978
-2.101
-124
-4.228
-4.105
0
0
0
0
0
28.690
-57.280
-28.591
-32.511
-3.920
concernreserve
reserve aanloop GR Servicepunt 71 Totaal
Toelichting afwijkingen mutaties in reserves tbv algemene dekking: Reserve opbrengst verkoop aandelen Nuon De rentegerelateerde storting is € 515.000 lager uitgevallen, omdat de verdeling van deze reserve sneller is doorgevoerd dan bij de begroting 2012 was voorzien. De onttrekking in verband met het krediet Marecollege is € 330.000 lager dan begroot omdat nog niet alle investeringen zijn uitgevoerd. Reserve GSB-middelen ISV/EZ De lagere onttrekking is het gevolg van 15 lopende projecten/investeringen die nog niet (volledig) zijn uitgevoerd.
Jaarrekening | 277
4.5.4 Overzicht aanwending onvoorzien Product Onvoorzien In de primitieve begroting bedroeg het bedrag voor onvoorziene uitgaven € 300.000. Dit begrote bedrag is in 2012 met € 70.000 afgeraamd voor uitvoering van amendement 13 op de programmabegroting 2012, en met € 230.000 door besluitvorming bij de 2e bestuursrapportage. Op dit product zijn geen bedragen gerealiseerd.
278 | Jaarrekening
4.5.5 Overzicht incidentele baten en lasten Voor de toezichthouders is het van belang dat er een helder inzicht bestaat in de financiële positie op korte en langere termijn. Zo is in de BBV artikelen 19-c en 28-c bepaald dat in de toelichting op het overzicht van baten en lasten bij de begroting en bij de jaarrekening, een overzicht van incidentele baten en lasten wordt gevoegd. In de toelichting bij het BBV staat dat voor een nadere invulling van het begrip incidenteel kan worden gedacht aan baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen en dat in principe alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves incidenteel van aard zijn. Er zijn echter afwijkingen mogelijk. Wanneer een bestemmingreserve wordt gevormd voor de dekking van een investering met economisch nut, is de dekking structureel geregeld. Dit geldt ook wanneer een bestemmingsreserve wordt gevormd waarvan de rente jaarlijks aan de exploitatie wordt toegevoegd. Door de toevoegingen en onttrekkingen aan dit soort reserves apart te benoemen is het duidelijk dat deze een structureel karakter hebben. Bij de bepaling van het structurele evenwicht (structurele lasten worden gedekt door structurele baten) kan met de toevoegingen en onttrekkingen aan dit soort reserves rekening worden gehouden. Overzicht incidentele baten en lasten Door onderstaande vergelijking van de realisatie van de incidentele baten en lasten met de begrotingscijfers ontstaat een (totaal)inzicht in de feitelijke afwijking van hetgeen werd begroot en ook in hetgeen alsnog – na einde van het begrotingsjaar - bij het opstellen en analyseren van de jaarrekeningcijfers als een incidentele bate dan wel last is gesignaleerd. Het jaarrekening resultaat wordt beïnvloed door incidentele baten en lasten. Het saldo van baten en lasten voor beïnvloeding door stortingen en onttrekkingen reserves bedraagt: bedragen x € 1.000,-
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Verschil 2012
Lasten
441.460
518.968
480.175
38.794
Baten
-459.191
-452.034
-437.597
-14.437
-17.730
66.935
42.578
24.356
- toevoegingen
127.998
143.025
140.067
2.958
- onttrekkingen
-119.932
-209.960
-181.608
-28.351
-9.665
0
1.037
-1.037
Saldo vóór resultaatbestemming Mutaties in reserves:
Saldo ná resultaatbestemming
Sommige incidentele bedragen komen zowel in de lasten als de baten terug. Deze bedragen worden dan wel aangemerkt als incidenteel maar beïnvloeden het uiteindelijke rekeningresultaat niet. De begroting is opgenomen inclusief begrotingswijzigingen. PRG.
Toelichting
2012 Werkelijk Lasten
1 Bestuur en dienstverlening
Baten
2012 Begroting Lasten
Baten
Externe juridische advieskosten
145.123
-
Storting in voorziening pensioenen wethouders
400.000
400.000
2 Veiligheid
Streetcoaches
100.840
120.000
3 Economie en toerisme
Herstructurering bedrijventerreinen 2012-2014, tijdelijk geld
88.300
150.000
Kennisintensieve bedrijvigheid 2011-2014 incid CUP gelden, Proj LBSP
126.194
250.000
Kennisintensieve bedrijvigheid 2010-2013 incid geld vanuit PPN2010 BSP proj
100.000
100.000
Kennisintensieve bedrijvigheid 2010-2013 incid geld vanuit PPN2010 LLMS
80.000
80.000
Jaarrekening | 279
PRG.
Toelichting
2012 Werkelijk Lasten
Kennisstad/externe subsudie verwerving (eenmalig begroting 2012)
90.000
90.000
4.632.819
-
279.114
742.252
6100975 Bijdrage aan Plesmanlaan
1.355.476
1.500.000
6101004 Bijdrage aan Ringweg Oost
1.443.635
3.000.000
Bijdrage aan investering parkeren blauwe zone
112.828
-
6100119 Verkeersmaatregelen
166.988
230.970
Regionaal Groenfonds, aangevraagde subsidie ontvangen en doorbetaald aan gemeente Leiderdorp
960.000
6100211 Kadernota kwaliteit openbare ruimte
148.646
214.000
6101019 schoon, heel en veilig
366.557
406.000
Subsidie Groene schoolpleinen
218.000
Afboeken voorbereidingskosten RijnGouweLijn (RGL)
Storting in voorziening Bruggen
-
Storting in voorziening riolering
2.507.071
1.104.430
Storting in voorziening tbv onderhoud beschoeiing
1.895.640
1.504.128
Storting in voorziening groot onderhoud wegen
4.700.000
1.700.000
Storting in voorziening tbv openbare verlichting
343.000 3.573.993
302.893
Storting in voorziening speeltuinen
900.000
-
Storting in groenvoorziening
657.937
-
218.000
657.937
Gemeentelijke vastgoed / Verkoopopbrengst
-
2.387.689
-
-
Erpacht / Opbrengst grondverkopen
-
858.270
-
-
Voorziening onderhoud panden
1.804.465
2.083.578
18.827.785
34.629.378
1.720.623
1.716.000
Leerwerk projecten
131.774
133.000
Afrekening exploitatie NUON terrein
348.177
Bijdrage aan diverse investeringen Afboeken project herhuisvesting ihkv balansverkorting
Afwaardering grond Groenoordhallen
5.313.362
Storting in voorziening speeltuinen
460.971
6100423 projecten VSV
330.000
Lakenhal onderhoud en beveiliging storting in voorziening
100.457
Storting in voorziening tbv Molen de Valk
1.174.537
2.709.922
Subsidie Vinex Roomburg
280 | Jaarrekening
218.000
663.493
Bijdrage van derden groen
8 Sport, cultuur en recreatie
218.000
-
617.367
Storting in voorziening baggeren
7 Jeugd en onderwijs
960.000
1.728.285
Storting in voorziening tbv onderhoud stationstunnel
6 Stedelijke ontwikkeling
Baten
18.000
6100117 Bovenlokaal verkeer- en vervoerbeleid
5 Omgevingskwaliteit
Lasten
5.305
Economische structuurversterking, CML incid PPN 2010-2011
4 Bereikbaarheid
Baten
2012 Begroting
30.695
330.000
33.413
PRG.
Toelichting
2012 Werkelijk Lasten
10 Werk en Inkomen
Eigen bijdrage WMO afwikkeling 2011 Actieplan jeugdwerkloosheid WWB-bijstand afwikkelingsverschil 2011 Storting in voorziening
Algemene dekkingsmiddelen
1.285.602
Totaal
Mutaties in reserves
Baten
1.285.602
75.753 112.295
4.542.429 2.311.572
Afwikkeling winstrecht KMR
Reserves
Lasten
222.403
Vrijval voorziening escrow Mutatie voorziening dubieuze debiteuren
Baten
2012 Begroting
4.542.000 743.064
1.706.810
138.705.111
181.608.497
143.024.896
209.959.564
196.744.446
200.935.536
195.441.368
214.719.564
4.5.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) Op grond van de Wet Openbaarmaking Publiek gefinancierde Topinkomens (WOPT) moeten organisaties in de publieke sector salarissen die hoger zijn dan het gemiddelde ministerssalaris openbaar maken. De WOPT-norm voor 2012 bedraagt € 193.000. In 2012 zijn geen inkomens verstrekt die uitgaan boven deze norm. Per 1 januari 2013 is de WOPT vervangen door de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector. (WNT)
Jaarrekening | 281
4.6 SISA-verantwoording
282 | Jaarrekening
4.6.1 SISA-tabel
Jaarrekening | 283
284 | Jaarrekening
Jaarrekening | 285
286 | Jaarrekening
Hoofdstuk 5
5 Overigen 5.1 Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum heeft zich een materiële gebeurtenis voorgedaan; RGL In 2013 wordt naar verwachting een nieuwe bestuursovereenkomst met de provincie gesloten voor een initiatief nieuw OV Zuid-Holland Noord. Hierover heeft de gemeenteraad al een besluit genomen met (RV 13.0019) Bereikbaarheid + afsluiting Rijn Gouwelijn initiatief nieuw OV Zuid-Holland. De gemeente Leiden blijft de bijdrage die betaald is in het kader van de RGL gestand doen door een bijdrage in het kader van HOV ZuidHolland Noord. De gerealiseerde plankosten RGL worden in 2012 ten laste van het resultaat gebracht binnen programma 4. Bereikbaarheid en bij de bestemming van het resultaat zal dit gedekt worden uit de reserve bereikbaarheidsprojecten. Het krediet wordt bij de jaarrekening 2012 afgesloten en de resterende middelen zullen worden herbestemd conform het besluit RV 13.0019. Ten aanzien van de gemeentegaranties heeft de volgende gebeurtenis na plaatsgevonden: De gemeente Leiden is voornemens een garantie van € 2,8 mln. te verstrekken aan ’t huis op de Waard in het kader van de nieuwbouw/renovatie van het zorgcentrum. Naast de verstrekking van de nieuwe garantie, zal een rangordeverlaging plaatsvinden (recht van 1e naar 2e hypotheek) op een eerdere gegarandeerde geldlening, met een huidige waarde van 1.2 mln. Beide activiteiten zijn noodzakelijk om te bewerkstelligen dat ’t Huis op de Waard bij financiële instellingen een lening kan betrekken van € 11,5 mln. (B en W. nr. 13.0196).
Overigen | 287
5.2 Subsidies Subsidiëring is één van de middelen die de gemeente ten dienste staat bij het verwezenlijken van de gestelde doelen. In 2012 heeft een overgangsregime gegolden. Subsidieaanvragen van voor 1 januari 2012 zijn nog volgens de Algemene Subsidie Verordening (ASV) van 2005 (RV 05.0048 en RV 05.0778) behandeld. Aanvragen die na 1 januari 2012 zijn binnengekomen vallen onder de nieuwe ASV, die in 2011 is vastgesteld (RV 11.0082). In de nieuwe ASV is gekozen voor uniformering en vereenvoudiging van de uitvoering en verantwoording van de verstrekking van subsidies. De subsidieverstrekking is verdeeld in drie arrangementen. Een arrangement voor subsidies tot € 5.000, een voor subsidies van € 5.000 tot € 50.000 en een voor subsidies van € 50.000 euro of meer. Hierbij is aangesloten op de VNG-modelverordening. Van het totaal aan subsidies wordt een aanzienlijk deel gefinancierd door inkomsten vanuit het rijk of de provincie. In 2012 is voor een totaalbedrag van € 43.190.229 miljoen aan subsidies verstrekt. Dat is € 4.350.557 minder dan het subsidieplafond inclusief begrotingswijzigingen (zie tabel 2). In totaal is er ruim € 4 miljoen aan begrotingswijzigingen verwerkt, t.o.v. het subsidieplafond in de begroting 2012 (€ 43.415.309). De grootste wijzigingen worden hieronder toegelicht: Tabel 1 Programma
Product
Begrotingswijziging
PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME
TFE31002 ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING
TFE82202 VOLKSHUISVESTING
233.652
RB12.0059; Bestemming resultaat 2011; Wonen boven winkels
TFE82202 VOLKSHUISVESTING
90.000
RV12.0008 Sociale huurwoningen 2012; Afkoop jaarlijkse woningverbeteringen 1e berap 2012 ;extra rijksbijdrage Onderwijsachterstandebbeleid
1.000.000
PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS
TFE48004 LOKAAL ONDERWIJSBELEID
787.456
PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
TFE54001 THEATER
1.165.000
PRGE09 WELZIJN EN ZORG
TFE62005 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG TFE62101 OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN TFE71401 BASISGEZONDHEIDSZORG
PRGE10 WERK EN INKOMEN
288 | Overigen
64.000
350.000 70.000
TFE71402 CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
467.000
TFE62303 INBURGERING
-350.000
Besluit RV12.0077 Cofinanciering fonds Leiden Stad van Ontdekkingen
RV 10.0094 verzelfstandiging Leidse Schouwburg, omzetten in subsidie Stadspodia Leiden BV 2e berap 2102; Verschuiven budget vrouwenopvang/Extra middelen Verschuiving van product Inburgering RB12.0059; Aanpak kindermishandeling en We CAN YOUNG 2e berap 2102; Verschuiven budget vrouwenopvang/Extra middelen Verschuiving naar product Opvang en zorg vreemdelingen
De belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000 per product) worden onder deze tabel verklaard. Afwijkingen per programma en product: Tabel 2 Programma
Product
Begroting 2012 na begrotingswijzigingen
Werkelijk 2012
Saldo 2012
TFE31002 ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
2.708.245
1.821.786
886.459
TFE56002 BEVORDERING TOERISME
898.199
785.000
113.199
TFE61103 STARTERSBELEID
154.863
75.000
79.863
3.761.306
2.681.786
1.079.521
TFE56005 GROENBEHEER
13.524
16.382
-2.859
TFE56006 NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE
26.618
26.618
0
TFE72102 HUISHOUDELIJK AFVAL
51.829
-
51.829
91.971
43.000
48.971
1.054
-
1.054
577.082
182.756
394.326
578.136
182.756
395.380
TFE48003 LEERPLICHT
1.113.168
933.713
179.455
TFE48004 LOKAAL ONDERWIJSBELEID
5.067.403
4.761.378
306.025
208.689
122.031
86.658
1.679.337
1.574.697
104.640
TFE71501 JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (UNIFORM DEEL)
213.690
215.383
-1.692
TFE71601 JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (MAATWERK DEEL)
1.143.160
920.877
222.283
9.425.446
8.528.078
897.368
3.909.926
3.909.926
0
331.306
319.134
12.172
TFE54001 THEATER
2.085.761
2.253.094
-167.333
TFE54002 MUZIEK
1.314.622
1.384.225
-69.603
TFE54003 BEELDENDE KUNST
281.535
291.962
-10.427
TFE54004 CULTUUREDUCATIE
1.744.665
1.696.612
48.053
TFE54005 AMATEURKUNST
171.570
147.830
23.740
TFE54101 MONUMENTENZORG
667.882
699.460
-31.578
TFE54102 OUDHEIDKUNDE EN MUSEA
70.335
70.335
0
TFE56001 RECREATIE
29.111
57.694
-28.583
TFE56003 COORDINATIE EVENEMENTEN
94.711
95.500
-789
TFE58001 LOKALE RADIOOMROEP
76.427
76.270
158
10.777.854
11.002.042
-224.188
Totaal PRGE03 ECONOMIE EN TOERISME
Totaal PRGE05 OMGEVINGSKWALITEIT TFE82201 BOUW- EN WONINGTOEZICHT TFE82202 VOLKSHUISVESTING Totaal PRGE06 STEDELIJKE ONTWIKKELING
TFE63004 JEUGDBELEID TFE65001 KINDEROPVANG
Totaal PRGE07 JEUGD EN ONDERWIJS TFE51001 OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK TFE53005 SPORTSTIMULERING
Totaal PRGE08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
Overigen | 289
Programma
Product
Begroting 2012 na begrotingswijzigingen
Werkelijk 2012
Saldo 2012
64.402
42.165
22.237
224.227
289.414
-65.187
TFE62003 OUDEREN-/ GEHANDICAPTEN BELEID
2.738.932
2.734.247
4.685
TFE62004 MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
1.828.801
1.811.277
17.524
TFE62005 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
6.693.880
6.585.037
108.843
TFE62008 ANTI-DISCRIMINATIE
79.013
61.250
17.763
464.325
461.054
3.271
TFE63001 SAMENLEVINGSOPBOUW
4.583.961
4.550.391
33.570
TFE71401 BASISGEZONDHEIDSZORG
361.783
313.407
48.376
TFE71402 CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
1.277.479
899.570
377.909
TFE71403 AMBULANTE VERSLAVINGSZORG
3.639.478
3.385.107
254.371
21.956.280
21.132.919
823.361
10.494
10.494
0
TFE61401 BIJZONDERE BIJSTAND
202.976
246.092
-43.116
TFE62302 VOLWASSENENEDUCATIE
784.042
79.090
704.953
997.512
335.676
661.837
4.111
1.973
2.138
4.111
1.973
2.138
47.592.615
43.908.229
3.684.386
TFE51101 EMANCIPATIE TFE62002 ZORGCOORDINATIE EN BEMIDDELING
TFE62101 OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN
Totaal PRGE09 WELZIJN EN ZORG TFE61001 INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND
Totaal PRGE10 WERK EN INKOMEN KP61 REALISATIE Totaal TKPG TOTAAL KOSTENPLAATSEN GEMEENTE Eindtotaal
Programma 03 ECONOMIE EN TOERISME Product 310.02 ECONOMISCHE ACTIVITEITEN In de begroting 2012 is voor cofinanciering een stelpost opgenomen van € 1.000.000. Deze post mag worden aangewend voor cofinanciering volgens het beleidskader cofinanciering Leiden Stad van Ontdekkingen en Leiden Bio Science Park en de deelverordening Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen van de Algemene Subsidieverordening. De raad heeft besloten (RB 12.0077) dat wanneer aan het eind van het kalenderjaar nog geld over is dit wordt overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. In 2012 hebben er geen uitgaven op plaatsgevonden waardoor dit resulteert in een positief resultaat voor 2012 van € 1.000.000. Inmiddels zijn diverse plannen binnengekomen van partners uit de stad. Naar verwachting leidt dit in 2013 tot concrete uitvoering. Daar tegenover staan meer uitgaven inzake de subsidie aan het ondernemersfonds (OFL). De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de belastinginkomsten OZB voor niet-woningen (5,3%). Uit voorzichtigheidsoverwegingen worden minder belastinginkomsten OZB voor het OFL begroot dan dat er feitelijk zal binnenkomen. Product 560.02 BEVORDERING TOERISME Enerzijds is dit vooroorzaakt door de garantstelling voor het Haring en Corewijngala. Door deze garantstelling kan het garantiebedrag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Omdat pas aan het eind van het jaar bekend werd dat de garantstelling niet gebruikt werd kon maar een deel van het bedrag besteed worden. Anderzijds betrof dit de onderuitputting subsidie Leiden Marketing. Het subsidiebedrag is een aantal jaren in onze begroting geindexeerd voor de inflatie terwijl de uitvoeringsovereenkomst met Leiden Marketing uitging van een vast bedrag. Met ingang van 2013 is dit bedrag ingezet als bezuiniging.
290 | Overigen
Programma 06 STEDELIJKE ONTWIKKELING Product 822.02 VOLKSHUISVESTING Met amendement A100113/22 is een budget van € 285.000 beschikbaar gesteld voor Wonen boven winkels. Door middel van B&W-besluit (nr. 11.0077) "Programma Binnenstad: subsidieverlening voorbeeldprojecten wonen boven winkels" is een subsidie verleend voor drie voorbeeldprojecten. In 2011 en 2012 is hiervan € 81.548 besteed. In 2013 worden de projecten afgerond. Het restantbudget van € 203.452 is hiervoor nodig. Programma 07 JEUGD EN ONDERWIJS Product 480.03 LEERPLICHT Er is voorzichtig omgegaan met het aangaan van financiële verplichtingen bij het budget voortijdig schoolverlaten, vanwege een tweetal redenen. Ten eerste: Begin 2011 is door het rijk het actieplan ‘Focus op Vakmanschap’ vastgesteld. Dit actieplan zal naar verwachting een stijging in de voortijdige schooluitval ten gevolg hebben. Maar omdat de uitvoering in het onderwijs van het actieplan pas later van de grond kwam, bleek het te vroeg om maatregelen vanuit VSV te treffen. Ten tweede: een aanvraag aan het rijk (mede ondertekend door contactgemeente Leiden) voor het inrichten van het ‘Instroomloket 16+’ op de ROC’s is gehonoreerd. Het instroomloket is bedoeld voor jongeren die niet via de reguliere kanalen een opleidingsplaats op het ROC weten te verwerven; een deel van deze te signaleren jongeren is (nog) niet schoolbaar en zal zonder extra ondersteuning geen startkwalificatie behalen. Er zal een beroep op gemeenten gedaan worden om deze ondersteuning te realiseren (uiteraard voor zover dit niet een taak van de school is), zodat zij alsnog de kwalificatie halen. De inrichting van het ‘Instroomloket 16+’ is in volle gang maar nog eind 2012 niet ver genoeg om in kaart te brengen om welke jongeren het gaat en daarmee om het noodzakelijke ondersteuningsaanbod vanuit de VSV-middelen te realiseren en een daartoe strekkende aanvraag in te ontvangen. Om een integrale aanpak voor beide ontwikkelingen te realiseren, zullen VSV-middelen hier op toegespitst worden. De verwachting was dat eind 2012 concrete bestedingsvoorstellen zouden zijn gehonoreerd. Dit is echter vertraagd, mede als gevolg van gesprekken eind 2012 met ROC Leiden (als één van de 15 landelijk geselecteerde ‘kansrijke ROC’s) en het ministerie van Onderwijs over concretisering van mogelijkheden voor verbetering van de VSV-resultaten Daarom is er nu een voordeel ontstaan van ca. € 180.000 incidenteel. Product 480.04 LOKAAL ONDERWIJSBELEID * Er is een voordeel op VSO-ZMOK van € 103.000. Het betreft financiering van de Leo Kannerschool op basis van een vijfjarige overeenkomst. De looptijd van de overeenkomst is nu ten einde en het budget is ook vanaf 2014 afgeraamd. Er is steeds achteraf gefinancierd. De hoogte wordt bepaald op basis van het aantal Leidse leerlingen dat in het voorgaande schooljaar gebruik heeft gemaakt van de voorziening. Er moet nog een laatste factuur betaald worden over de periode januari-augustus 2012. Het bedrag is in februari 2013 in Holland Rijnland vastgesteld op € 50.641. Het resterende bedrag is niet meer benodigd voor deze voorziening. * Ter dekking van de kosten in 2012 was een onttrekking begroot aan de reserve combinatiefunctionarissen van € 210.000. Deze onttrekking is niet nodig gebleken. Omdat het project uiteindelijk pas in de loop van 2011 is gestart, zijn hierdoor in 2011 niet alle subsidies volledig besteed. Bij de vaststelling van de subsidie over 2011 is het niet uitgegeven deel teruggevorderd (conform de algemene subsidieverordening). In totaal gaat dit om € 150.000. Dit budget blijft in de reserve combinatiefunctionarissen beschikbaar voor de projecten die nu langer doorlopen * De rijksmiddelen voor onderwijskansenbeleid zijn niet volledig besteed. Dit komt doordat nog niet alle plannen omgezet zijn in concrete acties. Het voordeel is gereserveerd voor de uitvoering van het beleid in de planperiode. In 2015 moeten de reguliere Rijksmiddelen verantwoord worden en in 2016 de aanvullende middelen. Het gemeentelijk aandeel van € 100.000 valt hierdoor vrij. Dit budget wordt vanaf 2015 wegbezuinigd. Product 650.01 KINDEROPVANG Er is in 2012 een structurele onderbesteding op het budget peuterspeelzaalwerk van € 150.000 geconstateerd. Deze wordt vanaf 2016 wegbezuinigd. Voor 2012 t/m 2015 is er een bestedingsplan voor deze middelen in de vorm van de pilot startgroep Peuters (RV 12.0095). Schoolbesturen, voorschoolse voorzieningen en gemeente hebben eind 2012 de kaders voor de pilot startgroep gezamenlijk uitgewerkt. Dit heeft ertoe geleid dat er pas vanaf 2013 subsidie wordt aangevraagd voor deze pilot. Er is in 2012 geen beroep gedaan op de hiervoor gereserveerde gelden. In de 2e bestuursrapportage 2012 is besloten € 100.000 hiervan te bestemmen voor het krediet Oppenheimstraat 2e fase. Bij bestemming van het resultaat dient dit overgeheveld te worden naar 2013. Product 716.01 JEUGDGEZONDSHEIDSZORG (MAATWERK DEEL) Het voordeel van € 222.000 is vooral veroorzaakt doordat begrote subsidies in de subsidiestaat zijn uitgekeerd aan gemeenschappelijke regelingen, in dit geval de GGD Hollands Midden. Daarnaast zijn de incidentele
Overigen | 291
middelen voor de transitie jeugdzorg niet volledig besteed in 2012, maar hiervan wordt voorgesteld deze middelen te reserveren voor 2013. Programma 08 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE Product 540.01 THEATER - Een tekort van € 92.000 is te verklaren door de afwikkeling van oude jaren van de Leidse Schouwburg, in verband met de verzelfstandiging van de Leidse Schouwburg naar Stadspodia Leiden BV. Dit betreffen technische correcties, die via het product Theater als subsidie zijn uitbetaald. Zo is o.a. de bankrekening van de Leidse Schouwburg afgesloten in 2012. Die was ivm het afwikkelen van het lopende betalingsverkeer nog in stand gehouden. In 2010 is onterecht een bedrag ten laste van de bedrijfsreserve van de Leidse Schouwburg gebracht. De bedrijfsreserve is volledig overgegaan naar Stadspodia. Op dit bedrag had Stadspodia nog recht en dit is in 2012 gecorrigeerd. - € 50.000 betreffen bedrijfsvoeringsbudgetten tbv Stadspodia Leiden BV, die nog op de bedrijfsvoeringskostenplaatsen van de gemeente Leiden staan begroot. Feitelijk betreft dit een budget neutrale verschuiving binnen de totale gemeente begroting. De subsidie is verstrekt op het product Theater en leidt daarom hier tot een nadeel. Bij de 1e bestuursrapportage 2013 wordt deze aanpassing aangemeld. -Een subsidieverplichting van € 22.000 uit 2011 is uiteindelijk ten laste van 2012 betaald. Dit resulteerde in een voordeel in 2011. Programma 09 WELZIJN EN ZORG Product 620.05 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG Door nieuw beleid van St. de Binnenvest is activering geïntensiveerd zonder dat dit tot extra kosten heeft geleid. Product 714.02 CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG Bij de 2e bestuursrapportage is geld overgeheveld naar aanleiding van de septembercirculaire. Beleid en uitvoering volgen in 2013. Tevens is bij de subsidieafrekening over het jaar 2011 € 125.000 teruggevorderd. Product 714.03 AMBULANTE VERSLAVINGSZORG Portaal Leiden heeft in haar rol als verhuurder afspraken gemaakt met de gemeente Leiden over wie financieel risicodrager is bij eventuele leegstand van de betreffende ruimte. Dit heef geresulteerd in een garantiestelling, waarbij de gemeente Leiden de kale huurprijs vergoed bij leegstand. Deze kosten worden overigens pas in 2013, wegens onduidelijkheid over de kale huurprijs, afgerekend. Tevens zijn de huisvestingskosten voor het Inloophuis lager uitgevallen dan begroot. Programma 10 WERK EN INKOMEN Product 623.02 VOLWASSENENEDUCATIE De afwijking op het product Volwasseneneducatie wordt veroorzaakt doordat de kosten niet verantwoord zijn op subsidies, omdat het een bijdrage aan Holland Rijnland betreft, i.c. een gemeenschappelijke regeling.
292 | Overigen
5.3 Investeringen De gemeente investeert jaarlijks vele miljoenen euro’s in onder andere fysieke infrastructuur, groenvoorzieningen, onderwijshuisvesting, ICT en overige bedrijfsmiddelen. Het kenmerk van een investering is dat zij hun nut over meerdere jaren afwerpen. Daarom mogen de (kapitaal)lasten van een investering (rente en afschrijving) over meerdere jaren verdeeld worden. Hierin verschilt een investeringskrediet van een regulier budget in de exploitatiebegroting. In deze paragraaf wordt ingegaan op de af te sluiten investeringen in 2012. Specifiek zal worden ingegaan op de af te sluiten investeringen ouder dan drie jaar. Vervolgens wordt ingegaan op de onderhanden zijnde investeringen. Afgesloten wordt met de overschrijdingen op investeringen per 31-12. Overschreden investeringskredieten Er zijn 2 kredieten die met meer dan € 50.000 en/of 10% van het investeringskrediet zijn overschreden. Hieronder worden deze overschrijdingen toegelicht. Programma 8 Sport, cultuur en recreatie 7100219 vvi08 2 Kleedkamers Keytown Hitters De kredietbenutting is € 9.000 hoger dan begroot. Dit komt door hogere kosten van de betegeling en installatiewerk. 7100209 Tijdelijke uitbreiding Vijf Meihal Voor de uitbreiding van de tribunes van de Vijf Meihal zijn op het krediet € 37.000 hogere kosten verantwoord dan begroot. Deze overschrijding is enerzijds veroorzaakt door kosten van onvoorziene geluidsonderzoeken (€ 16.000), anderzijds door andere noodzakelijke werkzaamheden (€ 20.000) gelijktijdig in het werkproces mee te nemen. Af te sluiten investeringen Bij de jaarrekening worden in totaal 75 investeringen afgesloten. Deze afgesloten investeringen vertegenwoordigen een totaal aan gevoteerd krediet van € 51,5 miljoen. De werkelijke uitgaven bedragen € 34,2 miljoen. Een nadere specificatie van de afgesloten investeringen is opgenomen in de bijlagen (onder bijlage 6.2: staat van voortgang investeringen). Hieronder volgt een toelichting op de kredieten waarbij sprake is van grotere voordelen. Toelichting af te sluiten kredieten Kredieten die afgesloten zijn met een overschot van € 50.000 of meer dan 10% van het investeringskrediet worden hieronder toegelicht. Programma 3 Economie en toerisme 7100010 Gemeentelijk ondernemersklimaat Bij de PPN 2013-2016 is het nog resterende bedrag van dit krediet van circa 79.000 ingezet als dekking voor het Beleidskader winkelvoorzieningen binnenstad (BKWK). Als gevolg van deze keuze wordt dit krediet in deze jaarrekening voortijdig afgesloten. De dekking van dit krediet bestond uit een bijdrage uit de reserve GSB/ISV EZ. Programma 4 Bereikbaarheid 7100025 Bijkomende kosten aanleg RGL Dit krediet is beschikbaar gesteld voor kosten ten laste van de gemeente Leiden bij de aanleg van de RGL. In 2013 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de voorliggende bestuursovereenkomst ter beëindiging van de RGL en voor de realisatie van HOV-NET Zuid-Holland Noord. Deze gebeurtenis na balansdatum heeft tot gevolg dat de op dit krediet verantwoorde plankosten al in 2012 voor € 2.412.678 moeten worden afgeboekt. Ook het al afgesloten voorbereidingskrediet 7196606 Ontwikkeling RGL wordt in 2012 geheel afgeboekt voor een bedrag van € 2.220.987. In totaal wordt er in 2012 voor € 4.633.665 afgeboekt ten laste van het resultaat 2012. Derhalve wordt ook het krediet 7100025 bij de jaarrekening 2012 afgesloten en zullen de resterende middelen worden herbestemd conform het besluit (RV 13.0019) Bereikbaarheid + afsluiting Rijn Gouwelijn initiatief nieuw OV Zuid-Holland. Bij de bestemming van het resultaat wordt voorgesteld om € 4.633.665 uit de reserve bereikbaarheidsprojecten te onttrekken ter dekking van de afgeboekte plankosten. Een en ander is conform het besluit RV13.0019.
Overigen | 293
7100076 Herinrichting Vrouwenweg Dit krediet is afgesloten zonder dat er gebruik van is gemaakt. De vrouwenweg ligt in de Oostvlietpolder en de gedachte was om langs die weg studentenwoningen te bouwen. Nu dat de Oostvlietpolder geen bedrijventerrein wordt is ook de herinrichting van de Vrouwenweg van de baan. Programma 5 Omgevingskwaliteit 7100100 Kippenbrug In de oorspronkelijk planning zou de vernieuwing van de brug in 2010 zijn afgerond. Vertraging als gevolg van niet verwijderde kabels en de afstemming met het vaarseizoen was het werk pas in 2011 afgerond. De financiele afwikkeling vond pas plaats in 2012 als gevolg van laat ontvangen facturen. Ondanks de vertraging is in totaal ongeveer € 100.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit is vooral het gevolg van een goedkopere aanbesteding en minder onvoorziene kosten dan begroot. 7100102 Aanplakborden LRO De 15 aanplakborden zien er nog buiten goed uit en zijn onbeschadigd. De praktijk toont aan dat de vervanging waarmee rekening is gehouden niet meer aan de orde is. 7100026 Kruispunten Stevenshofdreef/Rijndijk/Haagse Schouwweg Het werk is uitgevoerd en het krediet kan worden afgesloten, echter dient er nog een onderzoek te komen naar de verkeersveiligheid na de ingebruikname en naar de aansluiting met de Rijnlandroute. 7100081 Herinrichting Vijf Meilaan Dit krediet is afgesloten met een voordeel. Overgens zal er nog een aanpassing worden uitgevoerd in 2013, de linksaf-strook wordt verlengd vanaf Churchilllaan. Programma 6 Stedelijke ontwikkeling 7100178 Groot onderhoud kinderopvang (Broekplein 4-12) Dit krediet kan worden afgesloten omdat de beoogde kosten zijn meegenomen in de onderhoudsvoorziening. 7100463 Bodemsanering 2011 Dit krediet was in 2011 de vrijgemaakte jaarschijf uit de reserve bodemsanering. Als gevolg van planningsoptimisme is slechts € 0,575 miljoen besteed van de € 1,610 miljoenn, die was vrijgemaakt. De resterende 1€ ,035 mln. moet weer vrijvallen in de bestemmingreserve Bodemsanering van waaruit bij de vaststelling van het PRIL 2012 € 1,9 miljoen beschikbaar is gesteld voor het krediet bodemsanering, jaarschijf 2012. 7100140 hergebruikklaar maken Morsweg 1 Dit krediet is in de praktijk niet nodig gebleken voor herinvesteringen in de komende 10 jaar in de Morsweg 1 en zal ook binnenkort niet nodig zijn. Dit geld moet weer vrijvallen in de parkeerreserve waar de dekking was gevonden voor dit krediet. 7100142 Lammenschansweg 134 - 134A Dit voordeel van afgerond € 63.000 is het gevolg van het onderhandelingsresultaat op de aankoop waardoor met name de opstal goedkoper aangekocht is. De opstalwaarde is, in het vorige dienstjaar, marktconform opgenomen. Dit betekende dat in verband met het voornemen tot sloop van deze opstal, de boekwaarde van de opstal gereduceerd moest worden tot nul. Dit resulteerde in 2011 tot een afschrijving ineens van afgerond € 877.000 ten gunste van dit krediet. Programma 8 Sport, cultuur en recreatie 7100224 Kantine FC Boshuizen Via RB09.0097 is krediet voor de kantine van FC Boshuizen beschikbaar gekomen. (Rapportage 2009) Dekking was het krediet Mozaiek ZW. De afschrijvingstermijn van krediet Mozaiek ZW is 25 jaar. Omdat het hier om een tijdelijke investering gaat met een levensduur van 3 jaar was de afschrijvingstermijn veel te lang. De kosten van de tijdelijke kantine van FC Boshuizen zijn mede daarom in het verleden (voor 2012) al verantwoord in exploitatie. 7100232 Vervanging installaties sportcomplexen De beoogde installaties zijn vervangen. De kosten zijn in het verleden verantwoord op de exploitatie (programma 8) in plaats van het krediet, of samen met andere investeringen mee genomen waardoor dit krediet niet meer nodig is gebleken. Er zijn maatregelen genomen om dit niet meer voor te laten komen. Op het krediet geen kosten zichtbaar en komen de kapitaallasten te vervallen.
294 | Overigen
Bijzondere afwikkelingsverschillen Omschrijving
Bedrag
Afboeking boekwaarde panden als gevolg van inbreng in grondexploitatie
4.536
Afboeking boekwaarde grond als gevolg van inbreng in grondexploitatie
9
Afboeking boekwaarde auto's in verband met verkoop
36
Afboeken voorbereidingskosten RijnGouwelijn (afgesloten krediet)
2.220
Afboeking boekwaarden als gevolg van 'Balansverkorting' (verwerkt in 2de Bestuursrapportage RB12.0120)
12.432
TOTAAL
19.233
Bedragen * € 1.000
Kredieten ouder dan 3 jaar Van 124 investeringen ouder dan 3 jaar is gemotiveerd aangegeven waarom deze niet kunnen worden afgesloten. In de nota beleidskader investeringen is aangegeven dat een door de raad beschikbaar gestelde investering 3 jaar open mag staan. Als na drie jaar niet gemotiveerd wordt aangegeven waarom de investering nog niet is afgerond wordt de investering met het vaststellen van de jaarrekening afgesloten. In deze jaarrekening worden 45 investeringen die ouder zijn dan 3 jaar afgesloten. Programma 1 Bestuur en Dienstverlening 7100003 Elektronische overheid Dit krediet kan nog niet worden afgesloten omdat er nog steeds kosten uit betaald moeten worden. De oplevering van een aantal onderdelen van het Zaaksysteem is verschoven naar 2013 en de betaling volgt daar dus op. Verwachting is dat aan het eind van dit jaar het krediet is uitgeput en dus kan worden afgesloten. 7100004 applicatie basisregistraties In 2012 is nog actief op het krediet betaald. In 2013 hopen wij verder te gaan met de aanschaf van de nieuwe geo-viewer ter ontsluiting van de basisregistraties. 7100005 van GBKN naar basisregistratie Er is nog een aantal lopende verplichtingen die in 2013 worden afgewikkeld. Eind 2013 zal het krediet dan worden afgesloten. Programma 3 Economie en toerisme 7100008 Investeringen centrummarkt Omdat de constructie nog niet geheel voldoet aan de wensen, dient er nog een modificatie plaats te vinden. De kosten hiervoor zijn nog niet bekend, maar passen zeker binnen het resterende krediet. Programma 4 Bereikbaarheid 7100029 - 7100471 Ringweg Oost In december 2011 werd door de gemeenteraad opdracht gegeven een tracé via de ondertunnelde Sumatrastraat uit te werken en het kaderbesluit te herzien. Tijdens de georganiseerde participatie bijeenkomsten en tijdens de besluitvormingsperiode voor de herziening van het kaderbesluit bleek dat het maatschappelijk draagvlak voor dit alternatieve tracé zeer gering was. Door het college werd op 27 september 2012 aan de gemeenteraad een brief gestuurd waarin zij aangaf het raadsvoorstel voor de herziening van het kaderbesluit terug te nemen en een procesvoorstel te doen voor het vervolg van het Ringweg Oost dossier en de buurgemeente Leiderdorp hierin te betrekken. Op 27 november 2012 werd door de gezamenlijke colleges van Leiden en Leiderdorp een bestuursopdracht geformuleerd voor een verkenning van de bereikbaarheid van de Leidse agglomeratie. Op basis van de bestuursopdracht werd gezamenlijk een plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak geeft inzicht in de inrichting van de verkenning van de bereikbaarheidsopgave van de Leidse agglomeratie. Naar verwachting wordt de verkenning in oktober 2013 afgerond.
Overigen | 295
Gedurende de uitvoering van de verkenning zal het eerder genomen kaderbesluit van de Ringweg Oost, met een trace gedeeltelijk via Leiderdorps grondgebied niet langer worden uitgewerkt in afwachting van de resultaten die voortvloeien uit de verkenning van de bereikbaarheid van de Leidse agglomeratie. Wel wordt in 2013 de voorbereiding voortgezet van: - de reconstructie van de Kanaalweg vanaf het Lammenschansplein tot aan de aansluiting van de Lorentzkade, - de bouw van een onderdoorgang onder het spoor in de Kanaalweg. Deze onderdelen worden ondergebracht in een nieuw te benomen project “Reconstructie Kanaalweg”, waarvoor naar verwachting in het komend najaar een raadsvoorstel voor het Uitvoeringsbesluit tegemoet kan worden gezien. 7100015 Onsluiting Bio Science Park In december 2010 heeft de gemeenteraad het kaderbesluit Ontsluiting Bio Science Park genomen. Sindsdien is er gewerkt aan een nadere uitwerking van een referentieontwerp voor de aanbestedingsfase. Medio 2012 heeft B&W een besluit genomen waarmee de aanbestedingsfase is gestart. De projectorganisatie staat nu in de steigers om te starten met de dialoogfase. In XX wordt verwacht dat er een gunningsbesluit wordt genomen. 7100020 Verkeerscirculatieplan Het budget is in 2012 gebruikt voor het opstellen en voorbereiden van 'uitvoeringsprogramma bereikbaarheid'. Deze werkzaamheden lopen door in 2013 en zal daarna volledig zijn uitgenut. 7100023 - 7100024 Rijn Gouwelijn Bij het besluit over de 2e bestuursovereenkomst met de Provincie Zuid-Holland heeft de gemeenteraad 3 kredieten beschikbaar gesteld voor: - de bijdrage van de gemeente Leiden aan de RGL in het kader van de 1e bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland; - de bijdrage van de gemeente Leiden aan de RGL in het kader van de 2e bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland; De bijdrage in het kader van de 1e bestuursovereenkomst is geheel betaald aan de provincie Zuid-Holland. De bijdrage vanuit de 2e bestuursovereenkomst is nog niet voldaan. In het laatste kwartaal van 2012 zijn voorbereidingen getroffen voor het opstellen van een nieuwe overeenkomst met de provincie Zuid-Holland in het kader van HOV-NET Zuid-Holland Noord. Dit voorstel zal in 2013 aangeboden worden aan de raad. Bij dit voorstel zullen er ook besluiten voorgelegd worden over de afwikkeling van de resterende beschikbare middelen van de RGL. De bijdrage aan de priovincie Zuid-Holland in het kader van de RGL zal worden omgezet in een bijdrage in het kader van HOV-NET Zuid-Holland Noord met daaraan gekoppeld een prestatielvering door de provincie van een frequentieverhoging op het spoor tussen Leiden-Utrecht. 7100062 Uitv. progr. verkeersveiligheid scholen Bij de projecten rond verkeersveilige schoolomgevingen wordt veel overleg gepleegd met de scholen en ouders. Voor het tot uiteindelijke uitvoering komt duurt enkele jaren. In 2013 zullen enkele grote werken worden uitgevoerd. 7100063 Busr. Churchillln inkv Bosh.kade 30kn/uur De herinrichting tot 30km is vertraagd door bouwwerkzaamheden bij de sportvelden. Nu deze werkzaamheden gereed zijn kan een gedeelte van de Boshuizerkade worden heringericht. 7100064 VRI kwaliteitscentrale De kwaliteitscentrale is reeds aangeschaft, de laatste kosten worden in 2013 gemaakt en daarna kan het project worden afgerond. 7100065 Rec.Brahmslaan-Debussystr.-Sweelincklaan De Brahmslaan e.a. zijn hergeasfalteerd door Stedelijk Beheer. Het krediet is niet nodig voor reconstructie, maar er is een voorstel in de maak om het krediet in te zetten voor herinrichting Maresingel. 7100068 hooigracht-route (kruispunten) Het krediet kan niet worden afgesloten. Het werk is niet eerder uitgevoerd door de mogelijk komst van de Rijngouwelijn. Nu dit niet doorgaat wordt het krediet in 2013 gebruikt voor de herinrichting van de kruispunten/VRI van de Hooigracht.
296 | Overigen
7100069 herinr. volmolengracht Het krediet kan niet worden afgesloten. Het werk is grotendeels uitgevoerd. Een aantal bomen zijn echter niet goed aangeslagen en moeten vervangen worden en een boomspiegel aangebracht. Wordt in 2013 afgerond. 7100070 rooseveltstraat (vijfmeiln-telderskade) Er loopt nog een onderzoek naar verbetering ontsluiting, in combinatie met mogelijke komst McDonald. 7100072 A4 - aquaduct met tunnelbak In 2012 is de eerste tunnelbak opgeleverd, daarna is de tweede fase opgestart. Fase 2 bestaat uit de sloop van de huidige A4, de brug over de Oude Rijn en de start van de 2e helft van de bouw van de nieuwe, verbrede A4. Het werk wordt in 2015 afgerond en pas dan kan het krediet worden afgesloten. 7100074 reconstructie Maresingel Het werk is vertraagd door ontwikkelingen zoals het Singelpark. In 2013 wordt gestart met de uitvoering. 7100077 Oude Rijn Oostelijk deel Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Het werk bevindt zich in de afrondende fase en zal begin 2013 worden afgerond. 7100080 Herinrichting Kaarsemakersplein Deze kredieten zijn beschikbaar gesteld in de Samenwerkingsovereenkomst Waardgracht-Oranjegracht (BW060386). Deze overeenkomst is op dit moment nog steeds van kracht. De kredieten zijn door middel van de overeenkomst aan elkaar verbonden. In de overeenkomst staat dat de gemeente het Kaarsemakersplein gaat herinrichten, aansluitend op de ontwikkeling van het Lakenplein door Portaal. En de gemeente levert een bijdrage van 1,66 mln aan de realisatie van de parkeervoorziening door Portaal op het Lakenplein. Door allerlei omstandigheden (vanuit Portaal en vanuit gemeente) hebben eerdere plannen van Portaal geen doorgang kunnen vinden. Portaal onderzoekt momenteel in welke vorm zij de ontwikkelingen op en om het Lakenplein wel kunnen realiseren (al dan niet met een derde risicodragende partij). Uit dat onderzoek zal blijken of overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst ontwikkeld kan worden of dat de overeenkomst ontbonden dient te worden. In de overeenkomst zijn financiele consequenties opgenomen wanneer één van de partijen wil ontbinden. Vooralsnog is de samenwerkingsovereenkomst nog steeds van kracht en zijn de ontwikkelplannen door Portaal op deze lokatie nog niet gestaakt. 7100084 rec.krpt.lammenschwg-tomatenstr Er zijn diverse ontwikkelingen in dit gebied die nog niet uitgewerkt zijn (Campus, plint, ROC) daarna kan de herinrichting pas plaatsvinden. 7100082 Vervanging verkeerslichtinstallaties Dit is een kredtiet waaraan elk jaar een investeringsbedrag wordt toegevoegd. Ieder jaar zijn er investeringen nodig in de VRI's. 7100085 wijkactieplannen en parkeren Doorlopend project per wijk uitgevoerd. Vorig jaar is gestart met de inventarisatie in de Merenwijk. De resultaten hiervan worden in 2013 uitgevoerd. 7100090 Morsportgarage Kan nog niet worden afgesloten wegens afronding van het project in 2013. 7100066 Overkluizing W. de Zwijgerlaan (dekking) Kan niet worden afgesloten wegens afronding van het project in 2013. Bij PRIL 2013 (RV12.0058) is besloten de vrijgevallen middelen herinvesteren in WOP-Noord voor o.a. de extra kosten die gemoeid zijn met de vervroegde aanleg van de Kooilaan. 7100075 Rehabilitatie wegen Waardeiland De werkzaamheden op het Waardeiland zijn deels in 2012 gerealiseerd. Deze betreffen de Aletta Jacobslaan en het gebied Laan van de Verenigde Naties en de Oxfordlaan. De resterende werkzaamheden worden in 2013 uitgevoerd, het nog resterende krediet moet derhalve beschikbaar blijven.
Overigen | 297
Programma 5 Omgevingskwaliteit 7100095 Vervanging openbare verlichting 2009 e.v. Het krediet inzake de vervanging van de openbare verlichting is een doorlopend krediet waar jaarlijks het investeringsbedrag aan wordt toegevoegd. Aan het einde van elk kalenderjaar wordt normaal gesproken het krediet van het oudste jaar dat volledig is benut afgesloten. Momenteel is er een lichte achterstand in het werk waardoor het budget 2010 nog niet volledig is uitgegeven. Wel zijn er reeds meerdere verplichtingen aangegaan om werk uit te voeren en loopt er een nieuwe aanbesteding voor meerdere jaren inzake onderhoud en vervanging. De verwachting is dat in 2013 de achterstand volledig wordt ingelopen. 7100096 Herinrichting binnenstad Stadhuisplein en omgeving, Kaiserstraat en Rapenburg zijn in 2012 heringericht. In 2013 worden het krediet afgesloten. 7100097 Ontsluiting weg & brug Poelgeest-Trekvaartplein Dit krediet kan niet worden afgesloten. Na het wijzigingen van het bestemmingsplan in Oegstgeest kan pas worden begonnen met de daadwerkelijk uitvoering. De bouw begint pas in 2013 en zal naar verwachting doorlopen tot eind 2014. 7100098 Valkbrug Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Het krediet is nog nauwelijk aangeroerd aangezien er onduidelijkheid is over de plaats waar de Valkburg moet komen en wanneer de brug gebouwd zou moeten worden. Dit is het gevolg van verschillende plannen voor dat gebied in het kader van het Hoogwaardig openbaar vervoer, de parkeergarage Lammermarkt en tenslotte het Singelpark. 7100103 Lekkages kelder Hoogstraat Het krediet kan nog niet worden afgesloten. Ondanks de vele onderzoeken is de oorzaak van de lekkages nog niet gevonden en kunnen geen definitieve conclusies worden getrokken. Momenteel lopen er nog twee schadegevallen bij de verzekering. 7100107 integraal waterplan Het uitvoeringsprogramma (RV07.0150) dat hieraan ten grondslag ligt loopt tot en met 2015. 7100110 park De Bult Project is nog in uitvoering en zal mogelijk halverwege 2013 worden afgesloten. 7100111 aanleg groenrecreatieve onderdoorgang A4 Het project Onderdoorgang A4 is na een studie onhaalbaar gebleken. Momenteel is men bezig om dit anders in te zetten, namelijk voor de realisatie van een recreatieve verbinding/ brug over het Rijn en Schiekanaal. Hiervoor is een besluit in voorbereiding. Dit is hetzelfde besluit om 1 miljoen NUON middelen toe te wijzen aan een aantal groen-recreatieve verbindingen. Het ISV-2 geld moet daarvoor anders gelabeld worden. Daarna kan dit krediet worden afgesloten. 7100112 park Kweeklust en Kooipark Kooipark is volop in beweging, het definitieve ontwerp is klaar en project staat klaar voor de werkvoorbereidingsfase. Dit project kan dus niet afgesloten worden. 2013 wordt een uitvoeringsjaar met uitloop voorjaar 2014. Park kweeklust is verschoven omdat de noodzaak tot renovatie nog niet erg groot is. Het van der Werf park is vooruit getrokken in verband met geplande asfalteringswerken waardoor beheer en ontwerp samen optrekken in deze. Naast het van der Werfpark staat ook het Heempark op de rol dit jaar. 7100121 Vervanging rioolgemaal Lammenschansweg Het krediet kan nog niet worden afgesloten. De werkzaamheden inzake het vervangen van het rioolgemaal Lammenschansweg zijn inmiddels afgerond. Echter ultimo 2012 zijn nog niet alle facturen binnen waardoor de financiele afwikkeling op zich laat wachten. 700118 Vervanging installatie op inzamelvoertuig Dit krediet blijft noodzakelijk omdat de installatie die aanwezig is op het betreffende inzamelvoertuig die de inzameling in Zoeterwoude verzorgt, niet is opgenomen in de vervangingsinvesteringen voor het wagenpark, maar apart. Vervanging van de installatie is nodig voor het jaar 2014.
298 | Overigen
7100099 Grootonderhoud bruggen 2003+2005 tot en met 2012 Dit krediet is opgebouwd sinds het jaar 2007, waarvan € 428.000 ouder dan 3 jaar. Dit krediet zal conform het beheerplan kunstwerken worden ingezet voor de vervanging van het dek van de Churchillbrug in 2013/2014. 7100120 Milieustraat In de komende jaren zijn er aanpassingen nodig aan de loswal op de milieustraat in verband met het inzamelen van asbest en er moet een semipermanente oplossing komen voor KGA afval. Programma 6 Stedelijke ontwikkeling 7100124 Kwaliteitsimpuls Steenstraat - Stationsweg Krediet Stationsweg dient open te blijven staan vanwege voltooing geleidelijn. De uitvoering staat gepland medio maart 2013. 7100127 Vervanging BARS De vervanging van BARS, het bouwaanvragenregistratiesysteem, is gestart in 2010 en zal afgerond worden in 2014/2015 zoals reeds was vermeld in het afdelingsplan 2012. De verwachting is dat de aanbesteding eind 2013/ begin 2014 zal plaatsvinden. 7100134 & 7100172 Oranjegracht-Waardgracht & parkeervoorzieningen Lakenplein Deze kredieten zijn beschikbaar gesteld in de Samenwerkingsovereenkomst Waardgracht-Oranjegracht (BW060386). Deze overeenkomst is op dit moment nog steeds van kracht. De kredieten zijn door middel van de overeenkomst aan elkaar verbonden. In de overeenkomst staat dat de gemeente het Kaarsemakersplein gaat herinrichten, aansluitend op de ontwikkeling van het Lakenplein door Portaal. En de gemeente levert een bijdrage van 1,66 mln aan de realisatie van de parkeervoorziening door Portaal op het Lakenplein. Door allerlei omstandigheden (vanuit Portaal en vanuit gemeente) hebben eerdere plannen van Portaal geen doorgang kunnen vinden. Portaal onderzoekt momenteel in welke vorm zij de ontwikkelingen op en om het Lakenplein wel kunnen realiseren (al dan niet met een derde risicodragende partij). Uit dat onderzoek zal blijken of overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst ontwikkeld kan worden of dat de overeenkomst ontbonden dient te worden. In de overeenkomst zijn financiele consequenties opgenomen wanneer één van de partijen wil ontbinden. Vooralsnog is de samenwerkingsovereenkomst nog steeds van kracht en zijn de ontwikkelplannen door Portaal op deze lokatie nog niet gestaakt. 7100152 Gevelsanering Woningen Dit krediet is herbestemd geld vanuit de ISV2-gelden en bedoeld voor geluidsanering van woningen. Deze sanering is niet alleen van belang om de afspraken met het Rijk hierover in 2020 te behalen maar levert vooral een bijdrage aan het verminderen van de geluidsbelasting die nog te hoog is voor bepaalde woningen in de stad. Deze woningen maken deel uit van de zogenoemde A- en Raillijst. Momenteel lopen er verschillende projecten in het kader van de A-lijst woningen gevelsanering waar een behoorlijk bedrag aan rekeningen nog voor binnen zal komen. Onder andere de afronding van de Herenstraat en Morssingel; het uitvoeren van het project aan de Zijlsingel; het opstarten van een project bij het Veerhuis enz. Hierdoor kan het krediet nog niet afgesloten worden. 7100167 Aalmarkt - bijdrage aan project Het Aalmarktproject is in uitvoering en zal in 2015 worden afgerond. 7100163 Bijdrage aan kooiplein (GBS 2007 - 2008) Uitvoeringsbesluit Kooiplein (RV 10.0003) is genomen in 2010. De periode 2010-2012 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de planontwikkeling en voorbereiding. In 2013 wordt gestart met de gefaseerde realisatie van de vastgoedontwikkeling en de voorbereiding voor de realisatie van de openbare ruimte. De beoogde afronding van het project is voorzien in 2019. Krediet moet daarom beschikbaar blijven. 7100171 Bijdr.overheadkn. WOP Noord van Kooiplein In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven.
Overigen | 299
7100173 Bodemsanering Gasfabriek De bodemsanering van de deelgebieden B,C en D is uitgevoerd en verantwoord. In deelgebied A moet alleen echter nog een restant van de vervuiling (bij de dam naar Eon-centrale) worden verwijderd. In 2010 heeft gemeente Leiden hiervoor uitstel aangevraagd en gekregen van de provincie Zuid-Holland. Daarmee is de deadline in verband met de subsidieverstrekking bodemsaneringen gewijzigd naar 2015. Het raadsvoorstel voor het krediet voor deelgebied A is in 2012 besloten. De daadwerkelijke bodemsanering zal later starten daar de uitvoering hiervan pas zal beginnen na het afronden van de bodemsanering Huigpark en na ontruiming en afbraak van het Lianderpand. Financieel zal dit voorbereidingskrediet in 2013 worden afgerond. 7100151 Planvorming geb.ontw.Lammenschanspark Krediet Lammenschanspark (7100151) betreft krediet dat tot einde project (naar verwachting 2018) beschikbaar moet blijven. 7100158 Brede School LN (kap. last tlv res) De kredieten mbt Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100468 Grond Brede School LN (Het Gebouw) De kredieten mbt Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100135 exploitatieovk Haagwegterrein (La Linea) Ten gevolge van de stagnatie op de woningmarkt loopt dit project langer door dan verwacht. 7100148 aanpassingen parkeerterrein Haagweg In 2009 in uitvoering genomen. Wordt in 2013 afgerond. 7100126 plankn. won. Van Vollenhovenk. + Du Rilieustr. Het krediet plankosten Van Vollenhovekade + du Rieustraat ad € 1.825.000 kan niet afgesloten worden. Er worden en moeten nog werkzaamheden voor verricht worden. Door beroep- en bezwaarprocedures heeft het project vertraging opgelopen. 7100164 GEO - uitvoering sociaal statuut In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100165 GEO - bijdr. aan overhead bur. WOP Noord In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100166 GEO - bijdr. aan soc.progr.WOP Noord In het kader van het uitvoeringsprogramma WOP-Noord 2011 – 2018 moet dit krediet beschikbaar blijven. 7100156 Tuin van Noord De uitvoering van de Tuin van Noord heeft ernstige vertraging opgelopen. Door het nieuwe bestuur van Ons Buiten wordt het convenant dat is gesloten over het uitvoeringsplan niet gedragen. Als gevolg hiervan is besloten de bestaande vergunningen in te trekken en zijn twee nieuwe WABO vergunningen aangevraagd. Inmiddels zijn beide vergunningen, voor zowel het fietspad als de aanleg van het park verleend. Daarnaast loopt er een bezwaar tegen de kapvergunning en is er een vervuiling geconstateerd op de plek waar de compensatietuinen zijn gedacht. Er zijn diverse overleggen met het bestuur van Ons Buiten gevoerd die ertoe moeten leiden dat een oplossing wordt gevonden voor een alternatief van de compensatietuinen. Tevens zijn er ideeën bij het bestuur over een vernieuwd ontwerp van de Tuin van Noord. Bekeken wordt of deze ideeën in de plannen ingepast kunnen worden. Het project loopt naar verwachting door tot 2014. 7100128 Verv. handhavingsinformatiesysteem (HIS) De vervanging van HIS, het informatiesysteem voor bouwhandhaving, is gestart in 2010 en zal afgerond worden in 2014/2015 zoals reeds was vermeld in het afdelingsplan 2012. De verwachting is dat de aanbesteding eind 2013/begin 2014 zal plaatsvinden. Dit systeem kent een directe koppeling met BARS, het bouwaanvragenregistratiesysteem.
300 | Overigen
7100129 planvoorber. rec. Haarlemmerweg / - dijk Het krediet kan nog niet worden afgesloten, er worden en moeten nog werkzaamheden voor verricht worden. Momenteel word gewerkt aan een ontwerp bestemmingsplan en uitvoeringsbesluit. Eind vorig jaar is met alle huidige bewoners een informatief gesprek gevoerd. 7100130 Herstructurering Trekvaartplein (voorz.) Het krediet kan nog niet worden afgesloten, er worden en moeten nog werkzaamheden voor verricht worden. Inmiddels is met 88 van de 90 bewoners een vaststellingsovereenkomst gesloten. Momenteel worden voorbereidingen getroffen voor de start van fase 1. 7100179 Renovatie De Waag Dit krediet is noodzakelijk voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden van De Waag. Voor de herontwikkeling van De Waag is dit krediet van elementair belang en moet dan ook beschikbaar blijven. 7100155 Bodemsanering Breestraat-Botermarkt Het krediet voor de bodemsanering van de Breestraat-Botermarkt moet mininaal tot 2015 open blijven in verband met nazorg op dit project. 7100169 Bodemsanering Zijlsingel 36 Het krediet voor de bodemsanering van de Zijlsingel 36 moet minimaal tot 2015 open blijven staan in verband met nazorg op dit project. Programma 7 Onderwijs en jeugd 7100188 nieuwbouw/uitbreiding Weerklank+Korte Vliet De uitbreiding van de Weerklank is vertraagd. Het schoolbestuur had een ontwerp laten maken dat bij de aanbesteding veel te duur bleek. Het ontwerp moet worden aangepast. Verwacht wordt dat eind 2013 een nieuwe aanbesteding kan plaatsvinden. Voor de bouw wordt circa 2 jaar uitgetrokken. 7100195 nieuwbouw Driestar Kagerstr.nnb 2007.070 Het kaderbesluit voor de bouw van 4 sportzalen wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. 7100196 gymnastiekzalen Driestar-Houtkwartier Het kaderbesluit voor de bouw van 4 sportzalen wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. 7100197 1e inrichting diverse schoolgebouwen Het kader- en uitvoeringsbesluit wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. Wordt gebruikt als dekking voor gymnastiekzalen Kikkerpolder. Start gepland 1e kwartaal 2013 7100198 2011.095 Stadhouderslaan 1b 1e inrichting gymzalen De renovatie is gestart – verwachting eind 2013 gereed 7100199 specifiek locatie gebonden kosten Het kader- en uitvoeringsbesluit wordt voorbereid en begin 2013 aangeboden. De verwachting is dat het krediet in 2015 kan worden afgesloten. Wordt gebruikt als dekking voor gymnastiekzalen Kikkerpolder. Start gepland 1e kwartaal 2013. 7100186 St Joseph Oppenheimstraat nieuwbouw De kredieten Oppenheimstraat kunnen niet worden afgesloten aangezien het project 2 fasen kent. De eerste fase is wel opgeleverd en in gebruik genomen, echter niet geheel afgerond door een gedeeltelijke overlappende uitvoering met fase 2. Pas bij de start van de uitvoering fase 2 kan fase 1 geheel afgerond worden. Dit wordt verwacht medio 2014. 7100200 2007.056 St Joseph Oppenheimstr. BSO De kredieten Oppenheimstraat kunnen niet worden afgesloten aangezien het project 2 fasen kent. De eerste fase is wel opgeleverd en in gebruik genomen, echter niet geheel afgerond door een gedeeltelijke overlappende uitvoering met fase 2. Pas bij de start van de uitvoering fase 2 kan fase 1 geheel afgerond worden. Dit wordt verwacht medio 2014.
Overigen | 301
7100190 aankoop nieuwbouw Da Vinci Lammenschans Over de afronding van het project is nog verschil van mening met de verkopende partij. Naar verwachting zal de afronding in de loop van 2013 gerealiseerd worden. 7100191 sloop / brm voorm. Da Vinci Lammenschans Over de afronding van het project is nog verschil van mening met de verkopende partij. Naar verwachting zal de afronding in de loop van 2013 gerealiseerd worden. 7100180 Brede School LN (kap.last naar 641111) De kredieten mbt Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100182 Brede School LN (kap.last tlv expl.) De kredieten mbt Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. 7100183 Kosten verhuisplan Brede School LN De kredieten mbt Brede school Leiden Noord (Het Gebouw) kunnen nog niet worden afgesloten aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. De eerste oplevering heeft plaatsgevonden op 7 januari 2013, waarna het narooien en in gebruik nemen start. De buiten ruimten woonrijp maken is eind 2012 gestart en loopt nu volop. De verwachting is dat een deel eind 2013 afgesloten kan gaan worden. Programma 8 Cultuur, sport en recreatie 7100006 Stellingen archiefdepots 2010 De bouw van de archiefdepots is vertraagd. Over de uitbreiding van het archiefdepot worden gesprekken gevoerd. De verwachting is dat het nieuwe depot eind 2014, begin 2015 in gebruik kan worden genomen. De aanbesteding voor de stellingen is reeds gedaan. De aanbesteding wordt met de in gebruikname van het nieuwe depot voltooid. 7100245 Muziekcentrum De Nobel De gemeenteraad heeft in december 2011 bij het uitvoeringsbesluit De Nobel een aanvullend krediet gevoteerd voor de bouw van het muziekcentrum. Dit krediet is toegevoegd aan het bestaande krediet voor het muziekcentrum De Nobel. Conform planning bij het uitvoeringsbesluit zal het muziekcentrum medio 2014 opgeleverd worden. Het krediet kan vervolgens bij de jaarrekening 2014 afgesloten worden. 7100244 LVC (autonoom) Op 28 februari 2006 heeft de Raad een initiatiefvoorstel aangenomen, waarin is voorgesteld de muziekinstellingen te concentreren tot een nieuw podium voor (pop)muziek (het nobel plan groot). In 2007 werd duidelijk dat de realisatie van een nieuw poppodium nog op zich zou laten wachten. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat al langere tijd sprake was van achterstallig onderhoud. Handhaving door de milieudienst zou leiden tot sluiting van het LVC ( indien er klachten zouden komen). Om ervoor te zorgen dat de culturele programmering niet in gevaar zou komen werd in kaart gebracht welke risico's er waren en is er een krediet aangevraagd voor de noodzakelijke aanpassingen. Uitgangspunt was dat het LVC nog tot 2014 op Breestraat 66 zou blijven zitten. Bij de begroting 2008 is hiervoor het krediet 7100244 LVC ( Autonoom) van € 555.000 beschikbaar gesteld. Daarbij was de opdracht om zo terughoudend mogelijk om te gaan met de besteding van het krediet. Het gaat tenslotte om tijdelijke huisvesting. Tot nu toe is slechts € 68.000 uitgegeven. Op dit moment is duidelijk dat het LVC nog tot september zal programmeren op Breestraat 66. Gezien het risico dat we nog steeds lopen, gekoppeld aan de onzekerheid over de planning van de nieuwbouw en de wens vanuit de Raad de programmering van het LVC voort te zetten, tot aan de nieuwbouw, is het krediet nog nodig. 7100254 Restauratie en uitbreiding Lakenhal Op 31 mei 2012 is het Kaderbesluit restauratie en uitbreiding Museum De Lakenhal (Rv. nr. 12.0042) genomen, daarmee is het startsein gegeven voor de ontwerpfase. Dit betekent dat, na selectie van ontwerper(s), adviseurs en aannemer(s), aangevangen wordt met het maken van een ontwerp voor het museum. Daarnaast wordt een bestemmingsplanprocedure opgestart. Doel is voor eind 2013 een Uitvoeringsbesluit te nemen. 7100255 Renovatie kunstcollectie 7100256 Digitaal ontsluiten collectie Lakenhal In 2012 zijn, in het kader van de derde fase van het project Werk in Uitvoering, ruim 4000 objecten behandeld. Sinds de start van Werk in Uitvoering in 2010 zijn in totaal 20.500 objecten geconserveerd, geregistreerd en
302 | Overigen
gefotografeerd. In de vierde en laatste fase van het project (2013) rest nog een collectie van ca. 1000 schilderijen die basisconservering behoeven en gefotografeerd moeten worden. Daarnaast zijn er in de vaste opstelling naast nagelvaste onderdelen - nog objecten die in 2010 niet over de lopende band konden worden vervoerd. Deze afrondende werkzaamheden kunnen in 2013 binnen het nog beschikbare budget worden voltooid. Het project is afgerond als de basisconservering, basisregistratie en digitalisering van 100% van de collectie (totaal circa 22.000 voorwerpen) is gerealiseerd. 7100247 historische waardenkaart Het restant wordt ingezet op digitale ontsluiting cultuurhistorische atlas in 2013. In 2012 zijn hiertoe opdrachten gegeven. Het krediet zal eind 2013 kunnen worden afgesloten. 7100249 historische winkelpuien Dit succesvolle project binnen Programma Binnenstad loopt in 2013 nog door. Het restant wordt ten behoeve van draagvlak ingezet op digitale beschikbaarstelling van de historische winkelpuionderzoeken. De verwachting is dat het krediet in 2013 kan worden afgesloten. 7100251 gemeentelijke monumentenzorg Het resterende bedrag wordt ingezet voor het digitaal beschikbaar maken van de historische documentatie monumentenzorg. Verwacht wordt dat de activiteiten op dit project begin 2014 worden afgerond en het krediet dan kan worden afgesloten. 7100252 erfgoednota Het budget wordt ingezet op de afronding en evaluatiebijeenkomsten van de oude Nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005-2015 in aanloop naar de nieuwe nota. Na vaststelling van de nota kan het krediet worden afgesloten. 7100257 herstel metsel- en voegwerk de burcht De werkzaamheden aan de burcht zijn nog in volle gang. De verwachting is dat het krediet in 2014 kan worden afgesloten, nadat alle restauratiewerkzaamheden zoals ook de restauratie van het hekwerk zijn uitgevoerd. 7100258 VV106 Acco/ Renovatie Molen de Valk De renovatiewerkzaamheden aan Molen de Valk zijn in een afsluitende fase gekomen, de bestrijding van vochtoverlast en vochtdoorslag worden nog uitgevoerd. Het krediet zal eind 2013 kunnen worden afgesloten. 7100226 Verpl. sportver. Zuidel.sportvelden Dit krediet moet nog langer openblijven omdat nog enkele werkzaamheden voor de onderhoud van de sportvelden ingericht moeten worden. Naar verwachting kan het krediet eind 2013 worden afgesloten. 7100245 Muziekcentrum De Nobel De gemeenteraad heeft in december 2011 bij het uitvoeringsbesluit De Nobel een aanvullend krediet gevoteerd voor de bouw van het muziekcentrum. Dit krediet is toegevoegd aan het bestaande krediet voor het muziekcentrum De Nobel. Conform planning bij het uitvoeringsbesluit zal het muziekcentrum medio 2014 opgeleverd worden. Het krediet kan vervolgens bij de jaarrekening 2014 afgesloten worden. 7100217 nieuwbouw Scylla tafeltennis De werkzaamheden voor de nieuwbouw van de Scylla tafeltennis zijn reeds afgerond. De nacalculatie van de nieuwbouw moet nog plaatsvinden. Naar verwachting wordt dit krediet midden 2013 afgesloten. 7100234 vvi09 LSB Aanschaf kaartverkoopsysteem 7100235 vvi09 LSB vern.website ivm E-ticketing 7100236 vvi09 LSB vervanging koeling buffetten 7100237 vvi09 LSB aanpassing manteau/toneellijst 7100240 VVI05 LSB Kaartverkoop exterieur Kosten zijn door Stadspodia gemaakt, maar moeten nog worden afgerekend. Dit zal in 2013 plaatsvinden. Programma Algemene dekkingsmiddelen 7100281 CENTRIC-systeem Het krediet van € 153.000 t.b.v. Centric/Key2Parkeren moet nog open blijven staan. Het afgelopen jaar is intern de voorbereiding gestart voor de te verrichten vervangingsinvestering. In 2013 en 2014 zal hieraan uitvoering worden gegeven. Mede op basis van aanbevelingen uit de IT-Audit van Ernst & Young worden er in 2013 ook nog allerlei verbeteringen (maatwerktoepassingen) door de leverancier uitgevoerd. De verwachting is dat het krediet voldoende zal zijn.
Overigen | 303
7100268 SBL aanschaf beheersprogrammatuur Dit krediet is nog niet gebruikt en moet nog open blijven staan. Het krediet is noodzakelijk voor de investering in nieuwe beheerprogrammatuur van de gebouwen van het sportbedrijf. Naar verwachting wordt het beheerprogramma in 2013 aangeschaft en ingericht. 7100275 vervanging toegangscontrole en tijdregistratie Het krediet moet open blijven staan. Dit krediet wordt aangewend voor een nieuw beveiligingssysteem. Dit past in de lijn waarvoor het krediet aanvankelijk bestemd was (toegangscontrole is beveiligingssysteem). 7100279 Verbouwing Stadsbouwhuis De verbouwing is nagenoeg afgerond behoudens de verplaatsing van de kassa-opstelling in kantine Stadbouwhuis, in verband met Arbovoorschriften. In 2013 wordt het krediet afgesloten 7100298 representatieve ruimten Dit krediet betreft de aanpassingen en restauraties van de 2e etage Stadhuis en enkele andere bijzondere ruimten binnen het Stadhuis. Dit project is nog niet gereed, het gaat om restauratie van rijksmonumentale onderdelen van het gebouw waar zeer omzichtig mee moet worden omgegaan (of te wel tot op niveau van elke spijker en schroef en het model daarvan). Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan de voorbereiding van de vervolgstap, namelijk de restauratie van de koffiekamer, dat zal in 2013 nog voor de zomer ten laste van dit krediet worden uitgevoerd. Daarna zullen er opnieuw onderdelen aan de orde komen die ook nog moeten worden uitgevoerd en waarschijnlijk ook weer een lange voorbereidingstijd zullen hebben. Dit project is in 2005 gestart en loopt nog steeds door, uitgaande van de mogelijkheden die het restantbedrag geeft, zullen daar de noodzakelijke restauraties uit worden bekostigd. 7100276 Vervanging DMS Dit krediet is samen met bovenstaand krediet nodig voor het zaaksysteem omdat het DMS daarin is opgenomen. Ook pas duidelijk aan het eind van 2013. 7100277 risicokaart SP VIC De risicokaart wacht op de landelijke richtlijnen. De ontsluiting van data bij rampen kan dan via webservices worden geregeld. Wij hopen in 2013 op een stap voorwaarts. 7100280 Verbetering Postafhandeling In 2013 zal begonnen worden met de nieuwe scanstraat en nieuwe software die is aangeschaft uit dit krediet. Voor de volledig digitale afhandeling van de post is een afstemming met het Zaaksysteem nodig. Daarom loopt ook deze planning gelijk met de kredieten hierboven. 7100301 Aanschaf beheersysteem openbare ruimte Het krediet loopt naar verwachting door tot eind 2013. De lange looptijd van het krediet is het gevolg van het doorlopen proces van voorbereiding, besluitvorming, aanbesteding en de opdrachtgeving voor het productgericht beheer van het informatiesysteem. De aanbesteding heeft eind 2011 plaatsgevonden en in januari 2012 is de daadwerkelijke realisatie van het systeem gestart met de implementatie en uitvoering van de pilot. In januari 2013 is het systeem functioneel getoetst en geaccepteerd. Daarna is gestart met de vulling van het overige gebied. De planning is erop gericht het project in het najaar van 2013 af te ronden. 7100274 Ontwateringscontainer De containers zijn geplaatst, en ook de opdracht tot plaatsing van stroombronnen voor het openen en sluiten is gegeven. De factuurafhandeling zal pas in 2013 plaatsvinden. 7100278 Opslag kadavers Het investeringskrediet is nodig voor de verbetering van de koelinstallatie en inzamelmiddelen ten behoeve van de wettelijke taak van het inzamelen van kadavers. 7100282 Noodaggregaat Het huidige noodaggregaat is aangekocht in 2005 en gaat langer mee dan gepland. Op enig moment zal vervanging moeten plaatsvinden. 7100285 Wissellocatie pa-containers kenauweg Dit investeringskrediet blijft noodzakelijk en is onderdeel van het totaalplan herhuisvesting. 7100288 Werkkolom hefbruggen De hefbruggen zijn in januari 2013 geplaatst. De factuurafhandeling vindt daarna plaats.
304 | Overigen
7100287 Mobilofoonnetwerk 2007 en 7100291 Uitbreiding telecommunicatie 2007 Het restant investeringskrediet is nodig voor het nog aan te schaffen voertuigmanagementsysteem, inclusief communicatielijnen met de voertuigen. 7100289 en 7100290 Wagenpark 6 en 8 jaar In verband met de organisatieontwikkeling van Stedelijk Beheer is pas op de plaats gemaakt met de vervanging van de voertuigen en is voor een deel tijdelijk gebruik gemaakt van huurvoertuigen. In de loop van 2012 zijn een aantal noodzakelijke vervangingen gedaan, maar in 2013 wordt afgewogen of al dan niet tot aanschaf zal worden overgegaan. Niet het gehele investeringskrediet is ouder dan 3 jaar. 7100292 Kinderboerderij De kinderboerderij is in het voorjaar van 2010 in gebruik genomen. Het restant investeringskrediet is bedoeld voor de bouw van een quarantainestal, waarvoor het traject van vergunningaanvraag inmiddels is doorlopen en de vergunning is afgegeven. De stal zal in 2013 gebouwd worden. 7100293 t/m 7100295 Kenauweg Deze kredieten blijven noodzakelijk voor de aanpassingen aan het complex Kenauweg en worden ingezet wanneer alle vergunningen zijn verleend. 7100296 Herhuisvesting Milieu en Beheer Nadat alle vergunningen zijn verleend kunnen pas diverse werkzaamheden gedaan worden. Deze werkzaamheden komen ten laste van het restant investeringskrediet.
Overigen | 305
5.4 In control Vorig jaar gaven we voor het eerst een “in control” verklaring af. Voor het controlejaar 2012 geven we voor het eerst een “in control” verklaring per directie af. Hieronder vindt u de “in control” verklaring van de directie Dienstverlening, van de directie Stad en van de directie Bestuur en Concern. “In control” verklaring directie Dienstverlening controlejaar 2012 Ondanks de doorgevoerde bezuinigingen en de verzwaring van de taken bij de gemeente hebben we complexe processen als de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), Wet Algemene Omgevingsbepalingen (WABO) nog steeds voldoende in de greep. Bij het Sociale Domein heeft één proces, de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), echter wel meer aanscherping nodig: bij de verbijzonderde interne controle zijn uiteenlopende procedurele tekortkomingen geconstateerd. Naast het geringe aantal tekortkoming dient bij de directie Dienstverlening ook de aandacht voor procesverbeteringen blijven bestaan: we moeten de output uit processen nog beter door vertalen in de financiële administratie, we moeten onze werkzaamheden nog meer zichtbaar vastleggen en we moeten de opzet van de processen nog meer vastleggen in de vorm van AO/IB beschrijvingen. We geven bij deze verklaring een oordeel over: ■ ■ ■ ■
de uitvoering van de verbijzonderde interne controle; de uitkomsten van de verbijzonderde interne controle; de beoordeling van de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties; fiscale risico’s.
Hieronder gaan we uitgebreider in op de verschillende onderdelen van de “in control” verklaring. Uitvoering verbijzonderde interne controle Het team van de kwaliteitscontroleurs van de afdeling Backoffice Dienstverlening (BOD) en het interne controleteam van de DZB voeren verbijzonderde interne controle uit. Naast enkele verbeteringen in de controleaanpak zijn we tevreden over de uitvoering van de controles door de DZB en BOD. Hierna gaan we in op een aantal verbeterpunten. De verbijzonderde interne controle over het proces WMO is door het team AO/IC van SP71 uitgevoerd. Voor de beoordeling van de uitvoering van de verbijzonderde interne controle verwijzen wij u naar de “in control” verklaring van de directie Bestuur en Concern. Uitvoering verbijzonderde interne controle kwaliteitscontroleurs BOD De kwaliteitsmedewerker voert de verbijzonderde interne controle uit met behulp van het interne controleprogramma KIC-professional en stelt naar aanleiding van de controle een kwartaalrapportage op. De rapportage geeft een goed beeld van de bevindingen. Een verbeterpunt zal zijn dat de medewerker een oordeel geeft over de controleaanpak in opmaat naar de jaarrekening naar aanleiding van de bevindingen vanuit de tussentijdse controle. Daarnaast zal een onderscheid moeten gemaakt worden tussen bevindingen die van wezenlijke invloed zijn op de posten in de jaarrekening en de bevindingen die meer een procesmatig karakter hebben. Tevens is een verbeterpunt dat de kwaliteitsmedewerker eerst de rapportages met de lijnmanager bespreekt alvorens hij de bevindingen naar de interne en externe accountant communiceert. Tot slot is het van belang dat de kwaliteitsmedewerker de foutenevaluatie tijdig opstelt, zodat tijdig aanvullende gegevensgerichte werkzaamheden kunnen worden uitgezet om voldoende zekerheid te krijgen over de Sisa WWB verantwoording. Uitvoering verbijzonderde interne controle DZB Het team interne controle van de DZB stelt de interne controle dossiers zorgvuldig op en de dossiers bevatten toereikende controle-informatie. De opzet is goed beschreven en de bestaanscontrole en de testwerkzaamheden zijn goed uitgevoerd. Het is echter niet noodzakelijk om per kwartaal een memo van bevindingen op te stellen. Met één memo per halfjaar kunnen we volstaan. Dit betekent wel dat aan het eind van het jaar een overallmemo opgesteld moet worden met de cumulatieve bevindingen over het gehele jaar. De interne accountant kan in voldoende mate steunen op de interne controledossiers. Echter, het is van belang dat
306 | Overigen
het team interne controle bij het vormen van een controledossier een duidelijk onderscheid maakt tussen hoofd en bijzaken. Uitkomsten verbijzonderde interne controle In 2012 hebben we de verbijzonderde interne controles uitgevoerd op de volgende processen zoals opgenomen in het Algemeen Controleplan 2012: ■ ■ ■ ■ ■
WABO WMO WSW WWB IT processen
Naar aanleiding van deze controles hebben we diverse bevindingen geconstateerd. Niet alle bevindingen hebben geleid tot kwantitatieve onjuistheden; een groot deel van de bevindingen heeft betrekking op verbetermogelijkheden in de procesgang en de beheersing van het proces. Hieronder beschrijven we per bevinding het proces, de inhoud en de reeds getroffen maatregelen in 2012 en/of te treffen maatregelen in 2013. WABO Uit de verbijzonderde interne controle kwam naar voren dat de bestaande AO/IB toereikend is om het merendeel van de onderkende risico’s bij het proces WABO afdoende te mitigeren. Er zijn enkele aandachtspunten in het kader van zichtbare tussentijdse aansluiting tussen de financiële administratie en de subadministratie door de afdeling zelf. Daarnaast ligt de verantwoordelijkheid van het budgetbeheer nog teveel bij de financieel adviseurs en de financiële administratie van SP71 als bij de lijnorganisatie zelf. Tot slot dient de lijnorganisatie de risico’s en de interne beheersmaatregelen van het proces vast te leggen in een AO/IB beschrijving. In 2013 gaan we in samenwerking met een aantal omliggende gemeenten een aanbestedingsprocedure voor een nieuw applicatie ter vervanging van de huidige applicatie BARS opstarten. Daar waar het proces dit noodzakelijk maakt gaan we een AO/IB beschrijving opstellen. In eerste instantie zal het accent worden gelegd op een periodieke zichtbare aansluiting tussen de administratie en de sub administratie BARS. Door de doorgevoerde bezuinigingen bij het team WABO is sprake van minder administratieve ondersteuning dan gewenst. Het risico van het oppakken van de verbeterpunten blijft bestaan, omdat op dit moment de dienstverlening prioriteit heeft. WMO Vanuit de verbijzonderde interne controle hebben we geen fouten en onzekerheden geconstateerd. Wel is een aantal verbeteringen in het proces WMO noodzakelijk. De lijnorganisatie dient de cliëntendossier te optimaliseren door gebruik te maken van digitale dossiers en dient de betaalbatches te autoriseren. We maken optimaal gebruik van de mogelijkheden voor digitalisering in het systeem T-care. Voor wat betreft digitalisering van de cliënt dossiers gaat de lijnorganisatie mee in de organisatie brede implementatie van het zaaksgewijswerken. Voor de autorisatie van betaalbatches gaat de lijnorganisatie samen met SP71 in overleg om het verbeterpunt op te pakken. WSW Vanuit de verbijzonderde interne controle werkzaamheden hebben we gedurende het jaar uiteenlopende procedurele tekortkomingen geconstateerd, welk relevant zijn in het kader van de Single information, single audit (Sisa) WSW verantwoording. Voorbeelden hiervan zijn: herindicaties ontbreken en/of sluiten niet aan, doorgevoerde mutaties zijn niet onder functiescheiding ( P&O adviseur en P&O coördinator) verwerkt, doorgevoerde mutaties zijn niet door een kwaliteitsmedewerker beoordeeld, onvolledige dossiers door het ontbreken van onderliggende documentatie, onjuiste financiële mutaties doorgevoerd. De lijnorganisatie heeft de personeelsdossiers integraal gecontroleerd op juistheid en volledigheid en het interne controle team van de DZB heeft de werkzaamheden beoordeeld. Op basis van de gegevensgerichte aanvullende werkzaamheden hebben we geen tekortkomingen geconstateerd die hebben geleid tot fouten en/of onzekerheden in de Sisa verantwoording. Naar aanleiding van de verbijzonderde interne controle heeft de lijnorganisatie de verbeterpunten ter harte genomen. De lijnorganisatie heeft de kwaliteitscontrole aangescherpt en de kwaliteitsmedewerker beoordeelt de personeelsdossiers op juistheid en volledigheid voordat ze worden gearchiveerd in het dynamisch of statisch archief. Daarnaast heeft voorlichting plaatsgevonden aan de lijnorganisatie over de eisen waaraan een personeelsdossier moet voldoen.
Overigen | 307
WWB Vanuit de verbijzonderde controle komen geen bevindingen naar voren die leiden tot materiële fouten in de jaarrekening van 2012. Wel constateren we op basis van de verbijzonderde interne controle dat de geldigheid van de UWV inschrijvingen bij heronderzoeken in onvoldoende mate geborgd is. Daarnaast hebben we tekortkomingen in het beëindigingproces WWB inkomensdeel geconstateerd: het beëindigingproces is onjuist verwerkt in de uitkeringsadministratie. De lijnorganisatie heeft een analyse uitgevoerd van de aanwezigheid van UWV inschrijvingen en heeft herstelacties in gang gezet die voor de toekomst waarborgen dat te alle tijden een geldige UWV inschrijving aanwezig is. Daarnaast had de lijnorganisatie naast de controle op de aanwezigheid van UWV inschrijvingen al andere maatregelen ingezet gericht op arbeidsparticipatie. Waar nodig wordt door de lijnorganisatie het maatregelenbeleid toegepast. Om het proces van het beëdigingen te verbeteren schrijven we uitkeringsgerechtigde werkzoekende tot de leeftijd van 67 jaar in en leveren we maandelijks een bestand aan bij het UWV van cliënten van wie de uitkering is beëindigd. IT processen De IT auditors van Ernst & Young (E&Y) hebben in het kader van de interne controle specifieke IT werkzaamheden uitgevoerd. De IT applicaties zijn niet specifiek aan eigen interne controle onderworpen, omdat de gespecialiseerde kennis niet in voldoende mate binnen de eigen organisatie aanwezig is. Vanuit de IT audit heeft E&Y diverse bevindingen in het kader van de algemene IT beheersprocessen per applicatie geconstateerd. Voor de directie Dienstverlening zijn de ondersteunende applicaties van de processen WABO, WMO, WSW en WWB onder de loep genomen. Bij IT audit komt naar voren dat de lijnorganisatie zichtbare verbeteringen heeft doorgevoerd. De zichtbare verbeteringen zijn vooral waarneembaar bij de ondersteunende applicaties van de processen WSW en WWB. Echter, we moeten op basis van de IT audit vaststellen dat we risico’s lopen bij de applicatie van WMO: gebruikers beschikken over conflicterende rechten in de applicatie. Het risico bestaat dat een persoon de functiescheiding doorbreekt en het gehele proces van invoeren en goedkeuring zelfstandig kan doorlopen. De gebruikers die zowel dossiers kunnen opvoeren als fiatteren, betreffen de senioren (3 medewerkers). Zij doen dit vanuit hun rol als toetser en alleen waar het een voorstel van een ander betreft. Eigen voorstellen met betrekking tot aanvragen/klanten leggen senioren altijd ter controle voor aan een andere medewerker. Bovendien wordt een uitgedraaide rapportage voorzien van een paraaf van een uitvoerder en een toetser. De lijnorganisatie onderzoekt in het derde kwartaal van 2013 welke wijzigingen in dit proces kunnen worden aangebracht. Ook nemen we dit mee met de wijzigingen die dit jaar in nieuwe versie van T-care gaan plaatsvinden. Beoordeling van rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties We hebben een gegevensgerichte controle op de naleving van de Europese aanbestedingsregels uitgevoerd. In deze controle zijn de leveranciers betrokken waarvan de totale inkoopwaarde boven de Europese drempelwaarde voor aanbestedingen (ad € 200.000,-) is gelegen. Bij de directie Dienstverlening hebben we een rechtmatigheidsfout van € 170.249,- geconstateerd. Er is hier sprake van de levering en diensten van software applicaties, die in toepassing en gebruik zodanig zijn gegroeid, dat ze buiten de oorspronkelijke contractwaarde van de aanbesteding zijn gekomen en de norm voor geldende Europese aanbestedingsregels overschrijden. Een belangrijke aanbeveling bij punt is dat voorafgaand aan iedere aanbesteding een goede inschatting gemaakt moet worden van de te verwachte diensten en dit ook adequaat te documenteren. Het gebruik van deze applicaties kent een grote verwevenheid met de bedrijfsvoering van de lijnorganisatie. Het op dit moment opnieuw aanbesteden van deze applicaties zal dan ook grote impact hebben op dezelfde bedrijfsvoering. We accepteren op dit moment de onrechtmatigheid totdat technische of organisatorische redenen zijn om de applicaties te vervangen. Bij de directie Dienstverlening hebben zich geen onrechtmatigheden voorgedaan op het gebied van begrotingsoverschrijdingen. Fiscale risico’s In 2012 hebben de fiscalisten werkzaam bij SP71 de volgende fiscale risico’s geconstateerd voor de directie Dienstverlening: DZB en verkoopproces DZB kent een eigen (financiële) administratie. Het al dan niet berekenen van btw bij verkoopfacturen is geborgd door middel van een btw labeling. Het risico bestaat dat deze labeling onjuist is. Hierdoor wordt vervolgens de af te dragen btw over de verkoopopbrengsten verkeerd berekend. Tot op heden zijn geen “fouten” gebleken. Binnenkort starten de fiscalisten met een controle van de DZB verkoopfacturen, welke meer helderheid zal bieden met betrekking tot dit risico.
308 | Overigen
WSW en interne doorberekeningen DZB is onderdeel van gemeente Leiden, dus dient intern geen btw aan elkaar doorberekend te worden. Indien DZB deze btw afdraagt maar de ontvangende afdeling deze btw niet verrekend wegens een kostenverhogende labeling op de betreffende kostenplaats, jagen wij als gemeente elkaar op kosten. Om dit risico te voorkomen dient intern binnen onze organisatie bij doorberekening in welke vorm dan ook geen btw meer berekend te worden. WWB en loonheffing over aanvullende bijstand De verstrekking van een bijstandsuitkering is onderworpen aan de heffing van de loonheffingen. In aanvulling op deze uitkering kan ofwel extra bijstand (extra inkomen) verkregen worden, ofwel vergoedingen voor bepaalde kosten op declaratiebasis. Extra inkomen is belast voor loonheffingen, vergoedingen voor kosten niet. De aanvragen voor aanvullende bijstand worden geboekt op bepaalde codes, die bepalend zijn voor het wel/niet verlonen van de uitkering. Met het beoordelen van aanvragen zijn meer dan 100 ‘codeurs’ gemoeid. Als toegekende uitkeringen op een verkeerde code worden geboekt, kan dit onjuiste verloning tot gevolg hebben. Ofwel als je een te verlonen bijstand boekt op een code die niet wordt verloond, wordt dus in dit voorbeeld te weinig loonheffing ingehouden en afgedragen. Controle vindt niet plaats op ‘factuurniveau’ dan wel boekingsniveau. Met de lijnorganisatie is afgesproken dat zij met ingang van dit jaar starten met steekproefsgewijs controles op de juistheid van coderingen. WWB en ten onrechte btw verrekeningen/compensatie Conform de geldende btw regels is de btw bij de intakefase bij verrekenbaar en btw bij de vervolgfase lastenverhogend. Uit recentelijke rechtszaken blijkt dat wellicht alle btw compensabel is. We hebben op dit moment btw inzake re-integratietrajecten voor een deel als lastenverhogend gelabeld. Dit betekent dat het positieve risico bestaat dat btw nog verrekenbaar is die nu als kostenverhogend gelabeld is. Op dit moment brengen we de btw kosten van re-integratietrajecten over 2012 in kaart en is ook een btw claim over 2012 ingediend bij de Belastingdienst vooruitlopend op een gunstige uitspraak van de rechter. Zodra er duidelijkheid is zal de lijnorganisatie de btw labeling in het financiële systeem van 2013 en daarna aanpassen. WMO en ten onrechte btw verrekeningen/compensatie Net als bij re-integratietrajecten bij de WWB is een deel van de WMO lasten kostenverhogend en een deel niet. Bij het WMO proces dient daarom periodiek een controle op de juistheid van de btw labeling plaats te vinden en ook zal de afdeling in haar budget rekening moeten houden met lasten verhogende aspecten. “In control” verklaring directie Stad controlejaar 2012 Het “in control” komen betekent dat een organisatie systematisch interne controles uitvoert en dat de organisatie fouten en verbeterpunten zelf constateert, maar ook dat ze de verbeteringen in gang zet en bewaakt. De directie Stad is per 1 januari 2012 in het leven geroepen. De directie bestaat uit een aantal afdelingen waar de afgelopen jaren aanbevelingen zijn gedaan over het verbeteren van de kwaliteit van een aantal processen (grondexploitatie, parkeren, vastgoedverhuur, aankoop en verkoop onroerende zaken, subsidies, bedrijfsafval). De directie heeft de bevindingen in 2012 verder opgepakt. Helaas is er nog te weinig sprake van zichtbare resultaten. Hoewel er resultaten zijn bereikt en een aantal verzachtende omstandigheden geldt is dat reden tot zorg. Het gaat dus om meer urgentie en prioriteitsstelling om te borgen dat het ook volgend jaar mogelijk is om een “in control” verklaring af te geven. Met het management zijn inmiddels afspraken gemaakt die er voor moeten zorgen dat systematisch en continu verbeteren van processen vanzelfsprekend is. We geven bij deze verklaring een oordeel over: ■ ■ ■ ■
de uitvoering van de verbijzonderde interne controle; de uitkomsten van de verbijzonderde interne controle; de beoordeling van de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties; fiscale risico’s.
Hieronder gaan we uitgebreider in op de verschillende onderdelen van de “in control” verklaring. Uitkomsten verbijzonderde interne controle In 2012 hebben we de verbijzonderde interne controles uitgevoerd op de volgende processen zoals opgenomen in het Algemeen Controleplan 2012: ■ Parkeren ■ Bedrijfsafval ■ Grondexploitatie
Overigen | 309
■ ■ ■ ■ ■
Vastgoedverhuur Erfpacht Aankoop en verkoop onroerend goed Subsidies IT processen
Naar aanleiding van deze controles hebben we diverse bevindingen geconstateerd. Niet alle bevindingen hebben geleid tot kwantitatieve onjuistheden; een groot deel van de bevindingen heeft betrekking op verbetermogelijkheden in de procesgang en de beheersing van het proces. Hieronder beschrijven we per bevinding het proces, de inhoud en de reeds getroffen maatregelen in 2012 en/of 2013. Parkeren Bij de interim-controle hebben we geconstateerd dat we geen zekerheid hadden door de volledigheid van de opbrengstverantwoording. Dit werd veroorzaakt door het niet tijdig verwerken van parkeeropbrengsten van GSM opbrengsten en parkeergarages en - straatparkeerautomaten, en het niet tijdig aanleveren van controleverklaringen van externe partijen. Op basis van gegevensgerichte werkzaamheden bij de jaarrekening hebben we kunnen vaststellen dat de opbrengsten voor parkeren voor het controlejaar 2012 volledig zijn verantwoord. Echter, in 2013 hebben we geconstateerd dat het probleem rondom het tijdig verwerken van de parkeeropbrengsten zich opnieuw voordoet. De lijnorganisatie heeft aan SP71 de opdracht gegeven om het gehele proces met betrekking tot administreren (inclusief boekingen), periodieke zichtbare aansluiting tussen de parkeeropbrengsten in de financiële administratie en de sub administratie (parkeervergunningen, naheffingen, straat parkeren en garageopbrengsten) voor alle verschillende geldstromen (chip, pin, creditcard en chartaal geld) op een adequate wijze te verzorgen. De lijnorganisatie gaat door middel van prestatieafspraken sturen op de output. Voor het controlejaar 2013 zijn nieuwe contractafspraken gemaakt waarin is vastgelegd dat de externe partijen vóór 1 april van het jaar volgend op het verslagjaar een controleverklaring aanleveren van hun externe accountant. Bedrijfsafval Wij hebben bij proces bedrijfsafval een aantal belangrijke aandachtspunten geconstateerd: het contractbeheer is niet op orde, routelijsten worden achteraf aangepast en tarieven zijn niet geïndexeerd. Op basis van gegevensgerichte werkzaamheden hebben we kunnen vaststellen dat de opbrengsten voor bedrijfsafval voor het controlejaar 2012 volledig zijn. Vanaf 1 mei 2013 is de bezetting binnen het proces bedrijfsafval op orde en is de noodzakelijke functiescheiding en autorisatie ook daadwerkelijk geïmplementeerd. Naast het werken aan de implementatie en uitvoering van de business case bedrijfsafval om te komen tot een optimalisatie van het financiële resultaat worden alle procedures in medio 2013 aangepast op de nieuwe organisatie en vernieuwde werkwijze. Hierbij wordt al geanticipeerd op de introductie van containermanagement: per 1 juli dit jaar zullen op basis van huidige planning alle containers zijn gechipt en zal de facturatie daarop worden aangesloten. Medio september worden door de lijnorganisatie interne controles uitgevoerd ter toetsing van de werking van de nieuwe AO/IB. Op basis van de bevindingen uit deze controle worden eventuele verbeterpunten verder ter hand genomen. Grondexploitatie Zowel door het adviesbureau Deloitte als vanuit de verbijzonderde interne controle hebben we een aantal belangrijke bevindingen geconstateerd in het kader van verbetering financieel beheer rondom PRIL en de gemeentelijke begroting. We hebben vastgesteld dat geen sprake is van dynamisch risicomanagement met betrekking tot continue monitoring en bijsturing op basis van actuele gegevens. De kennis van de waardering en risico is in voldoende mate aanwezig bij de planeconomen en projectleiders, maar is alleen niet in alle gevallen zichtbaar en/of op een uniforme wijze vastgelegd. Tevens ontbreken diverse zichtbare controles en beheersmaatregelen als zichtbare onafhankelijke toetsing van de tweede planeconoom en financieel adviseur. Bij grotere meer risicovolle projecten zou ook een toetsing door een externe planeconoom overwogen moeten worden. Daarnaast vindt in onvoldoende mate een zichtbare periodieke financiële vertaling plaats van het PRIL naar de financiële administratie. Bij het BBV wordt een onderscheid gemaakt in niet in exploitatie genomen (bouw)grond (NIEGG), bouwgrond in exploitatie (BIE). In de jaarrekening worden deze verantwoord onder de voorraden. Echter de gemeente Leiden werkt met drie varianten, projecten na uitvoeringsbesluit (in exploitatie genomen) en project voor en na kader besluit (in de praktijk zijn dit de NIEGG's). Wij adviseren dat bij het PRIL rekening 2013 aansluit bij de
310 | Overigen
systematiek die het BBV voorschrijft, zodat we een uitsplitsing maken naar BIE en NIEGG en we dit ook duidelijk toelichten in de jaarrekening en de paragraaf grondbeleid. Voor het activeren van kosten bij een NIEGG dient er een reëel en stellig voornemen te bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode (bijv. kaderbesluit). Het activeren van vervaardigingskosten op een NIEGG is conform BBV aanvaardbaar maar dient beperkt te blijven tot het niveau van de huidige marktwaarde of na raadsbesluit de verwachte marktwaarde van de grond. Dit laatste is in lijn met artikel 65 lid 2 BBV waarbij het voorzichtigheidsprincipe blijft prevaleren. Voor het bepalen van de marktwaarde van de NIEGG adviseren we om jaarlijks voorafgaand van het opmaken van het PRIL de verwachte marktwaarde vast te stellen. Voor een goede toetsing moet ook duidelijk inzicht bestaan in de fysieke toestand van het complex zoals dit in eigendom is bij de gemeente. Daarnaast onderkent de BBV nog een derde variant, dat betreft overige grond- en hulpstoffen. Daaronder wordt verstaan gronden die nog geen definitieve bestemming hebben, feitelijk zijn dit bij Leiden de projecten voor kaderbesluit. In 2012 hebben deze projecten overigens geen boekwaarde. Wel moet steeds de relatie gelegd worden met gronden die nog onder de materiële vaste activa in de balans zijn opgenomen. Bij het PRIL wordt een voorziening negatieve grondexploitatie gevormd als geprognosticeerde verliezen zich voordoen bij grondexploitaties van projecten na uitvoeringsbesluit. Echter, indien onomkeerbare besluiten zijn genomen en/of verplichtingen zijn aangegaan bij projecten na kaderbesluit dan dient voor het geprognosticeerde verlies een afboeking plaats te vinden van de boekwaarde wanneer de boekwaarde de marktwaarde overstijgt of een project na kaderbesluit voortijdig wordt beëindigd (NIEGG) of een voorziening te worden getroffen ter bestrijding van de te (verwachte) tekorten in de grondexploitatie (BIE). Bij het PRIL wordt volgens het voorzichtigheidsprincipe de winst pas genomen bij het afsluiten van de grondexploitatie. Bij het tussentijds winst nemen moet een afweging gemaakt worden tussen het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel. Indien situaties zich voordoen waar voldoende zekerheid is voor winst nemen dan dient volgens het realisatiebeginsel in die gevallen de winst genomen worden. De uitgangspunten voor (tussentijdse) winstneming dienen we duidelijk uit te werken in de financiële verordening. Vastgoedverhuur Belangrijkste verbeterpunten bij het proces vastgoedverhuur zijn de registratie van panden en de indexering van huurprijzen. De registratie van panden in de subadministratie Planon is niet volledig. Tevens vindt geen zichtbare periodieke aansluiting plaats tussen de sub administratie Planon en de registratie van panden volgens de Basisadministratie Gebouwen (BAG) en tussen de financiële administratie. Tot slot vindt geen leegstandscontrole plaats. Op basis van aanvullende, diepgaande detailcontroles zoals cijferanalyses per object hebben we de volledigheid van de opbrengsten van het vastgoedverhuur kunnen vaststellen. Erfpacht Vanuit de verbijzonderde interne controle hebben we geen fouten en onzekerheden geconstateerd. Wel is een aantal verbeteringen in het proces van erfpacht noodzakelijk. Er ontbreken aansluitingen tussen de erfpachtapplicatie en het financieel systeem, waarbij een deel extracomptabel wordt bijgehouden. Er is sprake van onvoldoende functiescheiding ten aanzien van het gebruik van de erfpachtapplicatie. Aankoop en verkoop onroerend goed Op basis van onze verbijzonderde interne controle hebben we geconstateerd dat het proces van aankoop en verkoop onroerende zaken diverse tekortkomingen kent. Niet in alle gevallen zijn taxatierapporten aanwezig in de sub administratie Planon, zodat we niet hebben kunnen vaststellen wat de actuele waarde is van het desbetreffende pand. Taxatierapporten zijn niet in alle gevallen actueel: een aantal taxatierapporten is ouder dan vier jaar. Daarnaast vindt geen periodieke zichtbare controle plaats tussen de sub administratie Planon en de activaregistratie en de BAG. Verbetertraject processen afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken (hierna VAG) Een extern bureau beschrijft momenteel de processen binnen de afdeling VAG ten aanzien van grondexploitatie, parkeren, aan- en verkoop onroerende zaken, erfpacht en vastgoedverhuur. In overleg met het concern worden afspraken gemaakt en de planning wordt afgerond voor het inpassen van het PRIL 2013 in de gemeentelijke budgetcyclus. Meer in het bijzonder wordt bij de procesbeschrijving aandacht besteed aan het vierogenprincipe in de aanleveringen vanuit de afdeling VAG en de relevante dossiervorming en de afstemming van het PRIL en de financieel administratie. Het verbetertraject is nu gericht op de interne processen die vallen onder de verantwoordelijkheid van de afdeling VAG. Echter, veel processen overschrijden de grenzen van VAG. Het is daarom van belang dat bij het opstellen van de procesbeschrijvingen de taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden van alle proceseigenaren binnen en buiten de afdeling VAG ook in kaart worden gebracht. Dit is niet alleen van belang voor het creëren van draagvlak maar ook voor het gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het proces. Daarnaast eindigt het verbetertraject niet wanneer het
Overigen | 311
in kaart is gebracht en geïmplementeerd, maar is het een continu proces en vraagt voortdurend om opvolging, evaluaties en bijsturingen. Het is van belang dat dit ook duidelijk bij een proceseigenaar is belegd. Subsidies Uit de verbijzonderde interne controle blijkt dat de interne beheersing van het subsidieproces nog niet op orde is. Dit brengt in eerste instantie geen rechtmatigheidsrisico’s met zich mee. Aandachtspunten zijn vooral het ontbreken van een audittrail en een inhoudelijke onderbouwing in het dossier. De lijnorganisatie heeft het afgelopen jaar veel energie gestoken in de opvolging van bevindingen vanuit de verbijzonderde interne controle: er is binnen de lijnorganisatie een project opgestart, waar dit verder is uitgewerkt. Verbetering is niet alleen zichtbaar in het proces, maar zeker ook in een eenduidige werkwijze van beide teams die zich bezig houden met het subsidieproces. Verder zijn er afspraken gemaakt om dossiers compleet te maken. IT processen De IT auditors van Ernst & Young (E&Y) hebben in het kader van de interne controle specifieke IT werkzaamheden uitgevoerd. Voor het controlejaar 2012 heeft E&Y voor het eerst de ondersteunende applicaties van het proces grondexploitatie en bedrijfsafval beoordeeld. Applicatie bedrijfsafval E&Y heeft vastgesteld dat binnen de applicatie van bedrijfsafval twee gebruikers aanwezig zijn die beschikken over vergaande applicatiebeheer rechten, terwijl zij overgestapt zijn naar andere afdelingen binnen de gemeente Leiden. Dit houdt in dat deze medewerkers de beschikking hebben over rechten om contractprijslijsten te wijzigen, maar ook om zelf facturen in te voeren en te fiatteren. Het risico bestaat dat ten onrechte gebruik wordt gemaakt van vergaande applicatiebeheer rechten om ongeautoriseerde wijzigingen door te voeren in de applicatie. Doordat geen vervanger is toegewezen binnen de afdeling, bieden de twee gebruikers ondersteuning bij afwezigheid van de applicatiebeheerder. Hierdoor is (nog) geen actie ondernomen op het advies E&Y. Applicatie grondexploitatie Bij de ondersteunende applicatie van grondexploitatie is geen sprake van risico’s dat ten onrechte gebruik kan worden gemaakt van vergaand applicatiebeheer. Aandachtspunten liggen meer in de sfeer van het ontbreken van een audittrail. Zo heeft E&Y vastgesteld dat voor de ondersteunende applicatie geen beschreven wijzigingsprocedure is opgesteld gericht op het beheerst doorvoeren van releases en updates. Wel wordt informeel een vast stappenplan gehanteerd waarbij, op basis van kennis en ervaring van de applicatiebeheerder, wordt bepaald welke functionaliteit moet worden getest. Beoordeling van de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties De voorwaarden worden deels nageleefd We hebben een gegevensgerichte controle op de naleving van de Europese aanbestedingsregels uitgevoerd. In deze controle zijn de leveranciers betrokken waarvan de totale inkoopwaarde boven de Europese drempelwaarde voor aanbestedingen van goederen en diensten (ad € 200.000) is gelegen. Bij de directie Stad hebben we een rechtmatigheidsfout van € 4,4 mln. geconstateerd. We hebben veel fout- en onzekerheidsscores geconstateerd bij crediteuren waarbij dit vorig jaar (en soms al langer) ook het geval was. Afgaande op de geconstateerde foutscores 2012 blijkt geen verbetering ten opzichte van 2011 te hebben plaatsgevonden. Hierbij moeten we concluderen dat niet in voldoende actie is ondernomen om de onrechtmatigheden tot het verleden te laten behoren. In algemeen blijkt bij de lijnorganisatie onduidelijkheid over het onderscheid tussen diensten, leveringen en werken, normwaarden voor type aanbestedingen (onderhands, meervoudig onderhands, Europees etc.) en het toepassen van afwijkingen (wel of niet) via collegebesluiten. De verantwoordelijke budgethouders dienen zich er bij ieder voorgenomen inkooptraject van te vergewissen dat deze op een rechtmatige manier tot stand komt. De service-eenheid Inkoop kan hen hierin op verzoek ondersteunen. Een andere oorzaak is dat het contractbeheer tot en met 2012 niet adequaat is opgezet. Om nieuwe overschrijdingen van normwaarden eerder op te sporen en te beheersen is de implementatie van het contractbeheer en management noodzakelijk. Tot slot is het door langdurige aanbestedingstrajecten niet altijd mogelijk gebleken dat nieuwe contracten in het jaar zelf kunnen worden aangegaan en hebben we ook in het controlejaar 2013 nog te maken met het doorlopen van onrechtmatige contracten.
312 | Overigen
De begroting is overschreden In 2012 hebben zich bij programma 4 en 5 overschrijdingen voorgedaan die we niet als onrechtmatig bestempelen. Op programma 4 Bereikbaarheid is een overschrijding op de lasten ontstaan, doordat de raad op 5 februari jl. heeft besloten in verband met het beëindigen van het project RijnGouwelijn (RV 13.0019) tot het afboeken van de voorbereidingskosten van het project voor een bedrag van € 4,6 mln. De voorbereidingskosten brengt de gemeente bij de bestemming van het resultaat ten laste van de reserve Bereikbaarheidsprojecten. Omdat de oorzaak van de overschrijding na 2012 ligt merken we de overschrijding niet aan als onrechtmatig. De raad heeft op 20 december 2012 (RV 12.0141) besloten om het beheer van de openbare ruimte op orde te brengen, maar heeft het dekkingsvoorstel doorgeschoven bij de vaststelling van de perspectiefnota. Op basis van de op 20 december 2012 door de raad vastgestelde beheerplannen heeft dit geleid tot het instellen van diverse voorzieningen openbare ruimte. Conform de BBV dient voor het achterstallig onderhoud een voorziening getroffen te worden, zodat de storting in de voorziening bij de jaarrekening van 2012 noodzakelijk is. Hierdoor ontstaat een overschrijding op programma 5, Omgevingskwaliteit. Doordat de raad expliciet heeft ingestemd met de beheerplannen is de overschrijding op programma 5 niet als onrechtmatig te bestempelen. Fiscale risico’s In 2012 hebben de fiscalisten werkzaam bij SP71 de fiscale risico’s per proces in kaart gebracht voor de directie Stad. Hieronder beschrijven we de verschillende risico’s. Parkeren Bij de exploitatie van parkeergarages is sprake van een ondernemerstaak van de gemeente: de gemeente moet btw op de opbrengsten afgedragen en kan btw op kosten verrekenen. Dit betekent dat er een sluitende administratie parkeeradministratie noodzakelijk is. Daarnaast is een goede afstemming van belang tussen de gemeente en de externe partijen die betaalautomaten legen en de opbrengsten registreren. Dit risico sluit naadloos aan bij risico’s die eerder zijn omschreven bij onderdeel “uitkomsten verbijzonderde interne controle, parkeren”. Bedrijfsafval Bij het proces van bedrijfsafval lopen we het risico dat geen btw berekening en afdracht over de opbrengsten plaatsvindt. Voor het jaar 2011 is dit geconstateerd bij de opbrengsten van bedrijfsafval voor non profit instellingen. De lijnorganisatie onderzoekt nog in gezamenlijkheid met de fiscalisten of de btw alsnog afgedragen moet worden. Grondexploitatie Bij het proces grondexploitatie bestaat het risico op het ten onrechte verrekenen/compenseren van btw, omdat in de grondexploitatie ten onrechte rekening is gehouden met compensabele btw ten aanzien van grond. Dit risico kan de lijnorganisatie voorkomen door een betere afstemming te maken tussen de grondexploitatie en de opstalexploitatie. Daarnaast is het risico aanwezig dat ten onrechte geen btw wordt berekend. Een goed voorbeeld is dat bij de verkoop van nieuw vervaardigde onroerende goed wel btw is berekend echter is deze btw niet op de aangifte voldaan, omdat de verkoopfactuur niet via de financiële administratie is aangemaakt en verstuurd. Het versturen van verkoopfacturen dient altijd via de financiële administratie te gebeuren. Vastgoedverhuur Bij het proces vastgoedverhuur lopen we het risico dat we ten onrechte geen btw verrekenen en voldoen over de opbrengsten. Een pand van de gemeente bestaat bijvoorbeeld uit een aantal zelfstandig verhuurde delen. Enkele delen verhuren we middels tussenkomst van een makelaar, die verhuurt namens en voor rekening van de gemeente. Voor zover voornoemde delen met btw zijn verhuurd, blijkt dat de gemeente (en ook de makelaar niet) in rekening gebrachte btw ter zake van de huur niet volledig op aangifte heeft voldaan noch btw op haar kosten heeft verrekend. Verhuur sportaccommodaties Sportaccommodaties/-parken mogen onder bepaalde voorwaarden in de btw-belaste sfeer ter beschikking gesteld worden, dat betekent dat we 6% btw berekenen over de huurtarieven (en afgedragen dient te worden) en 19% (tot 1 oktober 2012) / 21% (vanaf 1 oktober 2012) btw op kosten mogen verrekenen (en de labeling dus conform ingericht moet worden). Voor 2011 is bij onder andere het Sportbedrijf geconstateerd dat voor sportaccommodaties niet altijd btw is berekend en voldaan, terwijl de btw-belaste terbeschikkingstelling nagestreefd werd. De lijnorganisatie onderzoekt nog in gezamenlijkheid met de fiscalisten of de btw over de kosten al dan niet verrekend is en hoe dit in de contracten met de gebruikers van de accommodaties is opgenomen.
Overigen | 313
“In control” verklaring directie Bestuur en Concern controlejaar 2012 In 2012 heeft een organisatiewijziging plaatsgevonden die van invloed is op de rol van de directie Bestuur en Concern. Vanaf 2012 is SP71 operationeel en de gemeente Leiden voert deze processen zoals inkoop en aanbesteding, contractbeheer, financieel beheer en personeel niet meer uit. Vanaf 1 januari 2012 is SP71 verantwoordelijk voor deze processen.. Directie Bestuur en Concern blijft echter verantwoordelijk voor de werking van deze processen. Daarom willen we als de gemeente Leiden zekerheid hebben over de interne beheersing. De accountant van SP71 verstrekt een Assurancerapport. SP71 is verantwoordelijk hoe zij haar processen inricht, maar dat neemt niet weg dat wij daar dicht bovenop moeten zitten. Zijn de processen niet goed ingericht en/of zijn de minimale beheersmaatregelen niet getroffen, dan zal dit zijn weerslag hebben over de juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van de baten en lasten en bijbehorende balansposten van de gemeente Leiden. Indien er onvoldoende beheersing is dan zouden er meer diepgaande controles door ons moeten worden uitgevoerd om zekerheid (assurance) te krijgen over de jaarrekeningposten. Over 2012 heeft de externe accountant van SP71 een Assurancerapport afgegeven met een beperking in haar oordeel. Dit betekent niet dat we een groot risico lopen voor fouten en/of onzekerheid in onze jaarrekening, maar wel dat we als organisatie aanvullende werkzaamheden moeten verrichten om deze onzekerheid weg te kunnen nemen. We moeten vanuit het oogpunt van interne beheersing samen met SP71 blijven werken aan een zichtbare verbetering van de interne beheermaatregelen, zodat we aanvullende werkzaamheden in de toekomst zoveel mogelijk beperken. Daarnaast vindt coördinatie van de jaarrekening, uitvoering verbijzonderde interne controle en het opstellen van de balansdossier niet meer door een team van de gemeente Leiden plaats, maar door een team ondergebracht bij SP71. Een strakke coördinatie van planning en controltrajecten en heldere/concrete afspraken van taken van bevoegdheden tussen Middelen en Control (hierna M&C) en SP71 zijn van wezenlijk belang hierbij. We geven bij deze verklaring een oordeel over: ■ ■ ■ ■ ■ ■
de uitvoering van de verbijzonderde interne controle; totstandkoming jaarrekening totstandkoming Single information single audit (Sisa verantwoording) de uitkomsten van de verbijzonderde interne controle; de beoordeling van de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties; Horizontaal Toezicht (fiscale control)
Hieronder gaan we uitgebreider in op de verschillende onderdelen van de “in control” verklaring. Uitvoering verbijzonderde interne controle Team AO/IC van SP71 voert de verbijzonderde interne controles uit en de interne accountant controleert en beoordeelt de aanpak, de dossiers en de uitkomsten van de controles. Over de voortgang van de uitvoering rapporteert de interne accountant periodiek aan de concerndirectie. De uitvoering van de verbijzonderde interne controle is verbeterd ten opzichte van het controlejaar 2011. De dossiers zijn steeds vollediger en meer gestructureerd en in het tweede halfjaar heeft een zichtbare interne review plaatsgevonden. Echter, door de tijdsdruk, de hoeveelheid controles en de bezetting is waarneembaar dat niet altijd voldoende aandacht is besteed aan de juiste controleaanpak. De dossiers van het proces bedrijfsafval en erfpacht zijn daar een voorbeeld van. Voor het uitvoeren van een effectieve en efficiënte controle is het van belang dat het team AO/IC ook voldoende medewerking krijgt vanuit de lijnorganisatie. Dit is niet in voldoende mate gebleken en heeft geleid tot vertragingen in de uitvoering van de verbijzonderde interne controle. De medewerking van de lijnorganisatie is in een aantal gevallen onvoldoende geweest wat blijkt uit: de lijnorganisatie levert niet in alle gevallen tijdig de controle-informatie op aan het team AO/IC, de lijnorganisatie zegt geregeld te gemakkelijk afspraken af en laat te lang openstaande vragen onbeantwoord. Ook in 2013 zal het team meer aandacht besteden aan het verbeteren van de controleplannen en werkprogramma’s alsook de vastlegging in de controledossiers, zodat de controle op een juiste en efficiënte wijze uitgevoerd kan worden en de externe accountant daarna nog beter kan steunen op de uitkomsten die blijken uit de dossiers en de rapportages. Daarnaast maakt het team AO/IC met de lijnorganisatie wederzijdse afspraken en legt dit vast in een opdrachtbrief om het proces van de uitvoering van de verbijzonderde interne controle te versoepelen en duidelijkheid te verschaffen aan de proceseigenaar in de lijn (concrete verwachtingen, doorlooptijd en oplevering van stukken).
314 | Overigen
Totstandkoming jaarrekening Bij de beoordeling van de totstandkoming van de jaarrekening gaan we in op het proces van de totstandkoming van de betrouwbare tussentijdse informatievoorziening, het proces van de jaarrekening en het proces de totstandkoming van het balansdossier. Proces totstandkoming betrouwbare tussentijdse informatievoorziening Bij tussentijdse afsluiting hebben we al geconstateerd dat we niet in alle gevallen de administratie tijdig bijwerken. Dit komt ook tot uitdrukking in de grote hoeveelheid aan correctieboekingen bij de jaarrekening. Door het tussentijds uitvoeren van controlewerkzaamheden zullen we tijdig tekortkomingen betreffende de betrouwbaarheid van de managementinformatie signaleren en de piekbelasting tijdens de jaarrekeningcontrole verlagen. Vanaf eind 2012 is gestart met maandelijkse budgetgesprekken tussen de financieel adviseur van SP71 en de lijnmanager. Eén van de agendapunten van het budgetgesprek is de voortgangsbewaking van de betrouwbaarheid van de tussentijdse informatievoorziening. Dit heeft nog niet zijn vruchten afgeworpen bij de jaarrekening, maar verbetering moet zichtbaar zijn bij de tussentijdse afsluiting van 2013. Deze tussentijdse afsluiting is noodzakelijk met het oog op de beoogde kwaliteitsverbetering in de P&C-cyclus. Daarnaast dienen we net als voorgaande jaren de toepassing van de verslaggeving regels van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) meer onder de aandacht te brengen. We moeten aan de voorkant de actuele BBV kennis van de financieel adviseurs van M&C en SP71 vergroten door bijscholing en aan de achterkant zullen we een extra kwaliteitstoets bij het jaarrekeningtraject invoeren. M&C en SP71 gaan maandelijkse bijeenkomsten organiseren om actualiteiten rondom gemeente financiën en planning en control producten onder de aandacht te brengen en te houden. Deze bijeenkomsten gaan aan het actueel houden van de BBV kennis een belangrijke bijdrage leveren. Proces jaarrekening M&C is de opdrachtgever voor het opstellen van de jaarrekening en team financieel beheer van SP71 is de opdrachtnemer en coördineert het traject van de jaarrekening. Daarnaast zijn de programmacoördinatoren en programmacontrollers verantwoordelijk voor het opstellen van de programmateksten in het jaarverslag. Bij de proces van de jaarrekening hebben we een aantal knelpunten geconstateerd die al eerder genoemd zijn in het rapport van het adviesbureau Hiemstra en de Vries. Mede door deze knelpunten is het proces van de jaarrekening stroef verlopen. Voor het proces van de jaarrekening is een heldere beschrijving opgesteld, waarin de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers duidelijk zijn omschreven en tevens is er een duidelijke planning die door de coördinator van SP71 strak is bewaakt. Echter, de regie en coördinatie van de uitvoering van het proces wordt gecompliceerd doordat teveel mensen bij het proces betrokken zijn. Daarnaast voelt de staforganisatie zich te veel verantwoordelijk voor het eindresultaat van de jaarrekening en de lijnmanagers zijn in het proces te weinig in beeld (zitten niet in de vastgestelde stappen) en voelen zich onvoldoende in staat gesteld om te sturen op het proces of de kwaliteit van de input van hun medewerkers Ook spreken medewerkers elkaar te weinig aan op de deadlines en afspraken, waardoor medewerkers aan het eind van het proces klem komen en weinig tijd hebben om een kwalitatief hoogwaardig product op te leveren. Tevens zit er bij de aanleveringen onvoldoende samenhang tussen de cijfers en de letters en het jaarverslag en de jaarrekening: medewerkers richten zich op de eigen bijdrage zonder na te denken over de samenhang of consequenties verderop in het proces. Tot slot loopt de planning van het opstellen van PRIL De rekening niet synchroon aan de planning van het opstellen van de jaarrekening. Deze planning van oplevering van PRIL behoeft aanpassing. PRIL De rekening is input voor de jaarrekening en wordt veel te laat aangeleverd, zodat bij het ontstaan van fouten en/of onzekerheden dit niet meer kan worden gesignaleerd door het interne reviewteam maar pas bij de beoordeling door de externe accountant. Dit heeft geleid dat bijna bij het sluiten van de boeken nog grote correcties moesten plaatsvinden. SP71 heeft onlangs een “Verbeteragenda Financiën” vastgesteld die moet bijdragen aan het realiseren van een kwalitatief hoogwaardig shared service centre voor de vier gemeenten in de regio Leiden. De verbeteragenda gaat tevens in op de aanbevelingen vanuit de managementletter van SP71. Belangrijke concrete acties die we kunnen noemen zijn het verduidelijken van de eigen taken en verantwoordelijkheden van de gemeenten in de financiële kolom ten opzichte van de service-eenheid Financiën van SP71, het afstemmen van de ontwikkelingen in de financiële functie binnen de gemeenten op de gezamenlijke ontwikkeling van de financiële functie binnen SP71 en een actieve bijdrage leveren aan het standaardiseren en uniformeren van de P&C cyclus en daarbinnen vallende producten. Proces totstandkoming balansdossier Team Financieel beheer van SP71 stelt de balansdossiers op en de interne accountant beoordeelt de dossiers. De rolverdeling wat betreft het opstellen van het balansdossier is in 2012 aangepast. Gelet op de adviezen vanuit het verleden is de coördinatie voor het opstellen van de balansdossiers belegd bij het team van financieel beheer en de interne toetsing van de kwaliteit van de processen is belegd bij een aantal medewerkers van team AO/IC SP71. De nieuwe rolverdeling is zeer positief echter is de vaststelling van de rolverdeling in december geformaliseerd en niet goed doorvertaald naar de planning van de jaarrekening. Dit heeft tot gevolgen gehad
Overigen | 315
dat team AO/IC niet voldoende tijd heeft gehad om hun rol te vervullen, zodat dit nog niet voldoende zijn vruchten heeft afgeworpen voor een verbetering van het balansdossier 2012. Op basis van de balansreview bij de tussentijdse afsluiting en bij de jaarrekening zijn we van oordeel dat een verdere verbetering van het dossier noodzakelijk is. Wij adviseren net als vorig jaar het aantal medewerkers die betrokken zijn bij het proces te beperken. Daarnaast merken we op dat de noodzakelijke stukken aanwezig zijn in het dossier, maar dat de inhoudelijke toetsing van de stukken niet in voldoende mate aanwezig is. Ons advies is dat Team AO/IC vanaf de tussentijdse afsluiting 2013 een belangrijke rol vervult bij inhoudelijke toetsing van de dossierspecificaties. Tevens is het van belang dat één van de verantwoordelijken voor het proces balansdossier ook naar het geheel van de jaarrekening kijkt in samenhang met de specificaties in het dossier en dat men ook een aansluiting maakt met de verbijzonderde interne controledossiers en daarmee de samenhangende balansposten en posten vanuit de baten en lasten beoordelen. Totstandkoming Sisa verantwoording Per specifieke uitkering is een beleidsmedewerker verantwoordelijk voor controle-informatie van het digitale Sisa dossier en de SiSa verantwoording. De beleidsafdeling kan ondersteuning vragen aan: ■ de SiSa coördinator, voor vragen met betrekking tot de procedure, de verantwoording en alle overige vragen; ■ de financieel adviseur voor de aansluiting financiële administratie en met de SiSa verantwoording en overige financiële vraagstukken; ■ de interne accountant voor inhoudelijke vragen over de verantwoording en is tevens het directe aanspreekpunt van de externe accountant. We constateren net als in voorgaande jaren dat het proces van totstandkoming van de verantwoording voor verbetering vatbaar is. Bij de verantwoording van de sociale regelingen als de WWB en WSW verloopt het proces soepel, omdat het onderdeel uitmaakt van de reguliere werkprocessen. Echter, voor de verantwoording van de overige regelingen is dat niet het geval. Voor de overige regelingen beschikken we niet over een totaaloverzicht en lopen we het risico op her-aanleveringen bij het Ministerie. De beleidsafdeling ziet de verantwoording teveel als een verantwoordelijkheid van de financieel adviseur, terwijl deze slechts ondersteunend is. De verantwoording van Sisa moet een onderdeel uitmaken van het reguliere werkproces in de lijn en niet alleen bij de jaarrekening. Het dient daarnaast ook een vast agendapunt te zijn van de maandelijkse budgetgesprekken en de beleidsafdeling dient de lopende regelingen periodiek te communiceren richting de Sisa coördinator. Dit draagt ook bij aan het verkrijgen van het totaaloverzicht van de regelingen. In de balans hebben we ook vorderingen en schulden over de Sisa regelingen in verband met al verkregen voorschotten of terugbetalingen aan het Ministerie. Het is van belang dat we bij het verantwoorden van de regelingen ook een aansluiting maken met de specifieke balansposten en dat we dit ook duidelijk toelichten in de balans. Uitkomsten verbijzonderde interne controle De directie Bestuur en Concern is een directie die ondersteunend is aan het primaire proces en voert nauwelijks taken uit als onderdeel van het primaire proces. Binnen Leiden zijn met name de directie Dienstverlening en de directie Stad hiervoor verantwoordelijk. Waar het gaat om de taakuitvoering van de directie Bestuur en Concern als staf-directie moeten we bij de uitkomsten van de verbijzonderde interne controle een onderscheid maken tussen de processen waar de directie direct voor verantwoordelijk is: ■ Algemene uitkering En de processen waarbij de directie Bestuur en Concern opdrachtgever is, die worden uitgevoerd door SP71: ■ ■ ■ ■ ■ ■
Kredieten Financieel beheer Inkoop en aanbesteding Betalingsorganisatie Personele kosten ambtelijk personeel IT processen (applicaties)
De directie is tevens opdrachtgever voor de processen van belastingen ondergebracht bij de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland (hierna BSGR). Voor de uitkomsten van de controles steunen we bij SP71 en de BSGR op de Assurancerapporten van hun externe accountants.
316 | Overigen
Naar aanleiding van onze verbijzonderde controles en de externe controles van de accountant van SP71 en BSGR hebben we diverse bevindingen geconstateerd. Niet alle bevindingen hebben geleid tot kwantitatieve onjuistheden; een groot deel van de bevindingen heeft betrekking op verbetermogelijkheden in de procesgang en de beheersing van het proces. Hieronder beschrijven we per bevinding het proces, de inhoud en de reeds getroffen maatregelen in 2012 en/of in 2013. Processen directie Bestuur en Concern In 2012 hebben we de verbijzonderde interne controles uitgevoerd op het proces algemene uitkering zoals opgenomen in het Algemeen Controleplan 2012. Algemene uitkering Bij de verbijzonderde interne controle hebben we een aantal bevindingen over het proces algemene uitkering geconstateerd: het proces rondom de aanlevering van belangrijke gegevens (aantallen inwoners, woonruimten, WOZ-waarden) in verband met de uitkering gemeentefonds verloopt moeizaam. Er vindt geen zichtbare bewaking van de voorschotten en afrekeningen plaats en is geen actuele AO/IB beschrijving. Met behulp van de internetapplicatie “Product Algemene Uitkering op het Web (PAUW)” kunnen we uitkomsten van circulaires van Ministerie van Binnenlandse Zaken over de algemene uitkering doorrekenen en analyseren. Vanaf 2013 zal de berekening/raming vanuit PAUW leidend zijn. Tevens gaan we de totstandkoming van een aantal verdeelmaatstaven zichtbaar vastleggen. Het gaat hierbij vooral om de raming van Inwoners, leerlingen, woonruimten en WOZ capaciteit. Deze maatstaven zijn dynamisch en bepalen in hoogte mate de hoogte van de algemene uitkering. Tevens gaan we op korte termijn de volledige AO/IB herzien. Processen SP71 De externe accountant van SP71 heeft in april het Verslag van bevindingen en het Assurancerapport over de processen uitgevoerd door SP71 uitgebracht. Op basis van deze beoordeling komen wij tot het oordeel dat het Verslag van bevindingen op onderdelen een rooskleuriger beeld geeft van de risico’s dan de managementletter van 23 oktober 2012 terwijl op een aantal punten geen significante verbetering zichtbaar is in de opzet en/ of werking van de interne beheersmaatregelen. Dit geldt voor de aandachtsgebieden correctieboekingen (memorialen) en ook voor onderdelen kredieten en bepaalde onderdelen van inkoop en aanbesteding. Kredieten De externe accountant van SP71 constateert in haar rapportage dat wij hebben geconstateerd dat de beheersmaatregelen die hiervoor aanwezig zijn onvoldoende zichtbaar worden uitgevoerd, zoals het onder functiescheiding invoeren van nieuwe kredieten. Het risico bestaat dat kredieten niet juist of volledig worden verantwoord in de financiële administratie en dat kredieten niet juist of tijdig worden afgesloten. Ze adviseren daarom het proces van kredietbeheer te evalueren en hierbij duidelijk onderscheid te maken tussen de verantwoordelijkheden van lijnorganisatie en SP71. De lijnorganisatie is verantwoordelijk voor het aanleveren van mutaties en het toezicht op de uitputting van kredieten. SP71 is verantwoordelijk voor het juist, volledig registreren van de wijzigingen. SP71 neemt de adviezen ten harte en het proces wordt meegenomen bij de standaardisatie-agenda. De controles vinden volgens SP71 plaats. Echter, een verbetering op dit punt is de vastlegging daarvan. Bij de controle van jaarrekening 2012 heeft u dit jaar tevens een extra accent meegegeven om het beheer van kredieten extra onder de loep te nemen. Op basis van verbijzonderde interne controle hebben we geconstateerd dat zich geen onrechtmatigheden hebben voorgedaan op het gebied van kredietoverschrijdingen, maar ook dat binnen het proces verbeteringen noodzakelijk zijn: er is geen AO/IB beschrijving aanwezig en de intensiteit van het bespreken van de voortgang van kredieten is voor verbetering vatbaar. Tevens signaleren we dat in de jaarrekening een aantal kredieten die nog niet is afgesloten, maar waarop vrijwel het gehele krediet al is uitgegeven. Het risico bij deze lopende kredieten is dat een deel in gebruik is genomen, maar waarop niet wordt afgeschreven. Financieel beheer Bij het proces relatiebeheer meldt de externe accountant in haar rapportage dat bij de verbijzonderde interne controle fouten zijn geconstateerd bij de invoer en/of wijziging van relaties. De fouten zijn niet door de interne controle in het proces geconstateerd. Tevens is geconstateerd dat niet in alle gevallen de juiste documentatie aanwezig was om de invoer te onderbouwen. De externe accountant adviseert om de betrokken medewerkers het mutatieproces te laten evalueren en het belang van een zichtbare vastlegging en een adequate toetsing op de invoer te benadrukken. SP71 heeft de bevoegdheden in een matrix vastgelegd, logt de mutaties en de onderliggende documenten. Tevens rapporteert SP71 maandelijks op dit punt. Bij het proces debiteurenbeheer geeft de externe accountant in haar rapportage aan dat in de opstartfase het aanmaningenproces als onderdeel van het debiteurenbeheer stil is komen te liggen en zijn voor de openstaande debiteuren niet in voldoende mate herinneringen/aanmaningen verzonden. Het risico bestaat dat vorderingen op termijn niet inbaar zijn. Zij geeft als advies de werking van debiteurenbeheerpakket zo snel mogelijk te
Overigen | 317
verbeteren. SP71 geeft hoge urgentie aan dit punt en bespreekt het plan van aanpak tot verbetering voor medio dit jaar in het managementteam. Bij het proces van memoriaalboekingen constateert de externe accountant dat in veel gevallen de memorialen niet zijn voorzien van een goedkeuring door de budgethouder en tevens niet voorzien van een deugdelijke onderbouwing. Het risico bestaat dat er ongeautoriseerde en ondeugdelijk onderbouwde memoriaalboekingen worden doorgevoerd. Zij adviseert SP71 om de mogelijkheid te onderzoeken of de autorisatie van een memoriaalboeking te laten afdwingen door het geautomatiseerde systeem. SP71 heeft de procedure voor memoriaalboekingen opnieuw onder de aandacht gebracht en hanteert deze als checklist bij de verwerking van aangeboden memoriaalboekingen. Inkoop en aanbesteding In haar rapport is de externe accountant van oordeel dat de beheersmaatregelen ‘gecentraliseerd contractbeheer en opdrachtbonnen, inclusief bewaking looptijd, prijs- en kwaliteitsafspraken (SE Inkoop)’ ineffectief is, doordat contracten en opdrachtbonnen niet in alle gevallen (gecentraliseerd) worden bewaard en contractbepalingen als looptijd, prijs en kwaliteitsafspraken niet worden vastgelegd. Dus is de juistheid van de prestatiebeoordeling niet vast te stellen. Zij adviseert de interne controle om de naleving van de aanwezigheid van verplichtingen(formulieren) te intensiveren. Dit is een belangrijke beheersmaatregel om de volledigheid van de naleving van de (Europese) aanbestedingsregels te waarborgen. SP71 geeft aan dat in 2012 geen procedure was om facturen zonder verplichtingnummer terug te sturen. Dit is ook pas mogelijk nadat zorgvuldig met de leveranciers afspraken zijn gemaakt over de wijze van factureren. Hiervoor is inmiddels een procedure geschreven, waarin staat aangegeven aan welke eisen facturen van leveranciers moeten voldoen. Deze procedure wordt zo spoedig mogelijk vastgesteld en vervolgens geïmplementeerd binnen de gemeenten en SP71. Voor facturen met een bedrag boven € 5.000,- geldt dat het systeem afdwingt dat alsnog een verplichting wordt aangemaakt indien deze ontbreekt. In 2013 worden procesverbeteringen doorgevoerd: Een aantal (financiële en inkoop)processen wordt momenteel door SE Financiën en SE Inkoop herzien met als doel om deze te verbeteren en beter op elkaar te laten aansluiten. Na goedkeuring worden deze processen geïmplementeerd. Verder geeft de externe accountant aan dat vooralsnog door de lijnorganisatie geen gebruik gemaakt wordt van een dekkend contractenregister. Het risico bestaat dat er geen inzicht is ten aanzien van aflopende contracten, zodat aanbestedingen niet tijdig in gang worden gezet. In 2013 zullen alle contracten van aanbestedingen die door SP71(SE Inkoop) zijn begeleid in 2012 en 2013, zijn opgenomen in het contractregistratiesysteem. Voor contracten die niet door begeleiding van SE Inkoop tot stand zijn gekomen en voor registratie van alle overige decentraal gearchiveerde lopende contracten, zullen afspraken met de klantorganisaties moeten worden gemaakt. De procedure voor het waarborgen van deze contractregistratie wordt op dit moment door SE Inkoop (contractmanagement) geschreven en zal na afronding worden vastgesteld en worden geïmplementeerd. De inrichtingseisen van de contractregistratie betreffen: kwaliteit (contractvoorwaarden), kwantiteit (prijs/hoeveelheid) en aanvullende voorwaarden (termijn en eventuele korting). Beheersmaatregelen die we moeten implementeren zijn: één voor juistheid en volledigheid verantwoordelijke functionaris, invoercontrole door 2e functionaris, koppeling tussen het contractregistratiesysteem en de financiële administratie. We moeten als gemeente de noodzakelijke randvoorwaarden als personele capaciteit en informatiesystemen nog invullen. Betalingsorganisatie Bij het proces betalingsorganisatie merkt de externe accountant van SP71 op dat de procuratieregeling niet van alle bankrekeningen is geactualiseerd. Het risico bestaat dat in de huidige situatie personen autorisatierechten hebben, die feitelijk niet zijn gemandateerd. Zij benadrukken het continue belang van geactualiseerde procuratieregelingen om te waarborgen dat alleen bevoegde personen gerechtigd zijn om betalingen te verrichten. Inmiddels heeft SP71 alle bankrekeningen geactualiseerd. Personele kosten ambtelijk personeel Bij het personele proces heeft de externe accountant enkele tekortkomingen geconstateerd: er is geen eenduidige procesbeschrijving aanwezig en actuele parafenlijsten ontbreken. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om declaraties buiten de salarisadministratie in te dienen met het risico dat deze declaraties niet voldoen aan de normen van de personele voorzieningen en tevens niet voldoen aan de fiscale aspecten. Zij benadrukken het belang om declaraties zoveel als mogelijk via de salarisadministratie te verwerken, waarbij tevens de toetsing met de normen en fiscale aspecten plaatsvindt. De mogelijkheden van verwerking buiten de salarisadministratie om dienen zoveel mogelijk beperkt te worden of we dienen deze declaraties alsnog te toetsen voordat men tot uitbetaling over gaat. Tot slot blijkt dat zichtbare aansluitingen tussen de financiële administratie en de salarisadministratie tot op heden niet zijn opgesteld en dat tussenrekeningen niet in alle gevallen aflopen.
318 | Overigen
SP71 stelt in 2013 met de klant afgestemde procesbeschrijvingen op, waarbij onder andere het beleid omtrent administratieve verwerking van declaraties wordt vastgelegd. Verwerking via de salarisadministratie is voor wat SP71 betreft daarbij het uitgangspunt. IT processen Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole 2012 hebben de IT auditoren de betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking binnen SP71 beoordeeld. Tijdens deze werkzaamheden heeft de focus gelegen op de algemene IT-beheersmaatregelen: wijzigingsbeheer, logische toegangsbeveiliging en back-up en recovery. Ze hebben deze beheersmaatregelen beoordeeld voor de applicaties die van belang zijn in het kader van de jaarrekeningcontrole, te weten: salarisadministratie, rapportagetool, financiële administratie, vergunningensysteem en TIM urenregistratie De externe accountant stelt in haar rapportage aan dat SP71 een jonge organisatie is waarbij opvalt dat hard wordt gewerkt aan de inbedding van ICT beheerprocessen. Om echter optimaal met een deelnemer samen te werken is het van groot belang dat beide partijen in beeld hebben waar de verantwoordelijkheden liggen als het gaat om de koppelvlakken van processen. In de praktijk is het namelijk zo dat de processen en verantwoordelijkheden over de organisaties heengaan. In de managementletter constateerden wij dat de detailverantwoordelijkheden op onderdelen onduidelijk waren. SP71 geeft op korte termijn hieraan opvolging. De gemaakte afspraken en detailverantwoordelijkheden zullen worden geanalyseerd en daar waar mogelijk in overleg met de lijnorganisatie worden bijgewerkt. De externe accountant constateerde in haar rapportage dat tijdens de werkzaamheden ten tijde van de managementletter dat de governancestructuur voor de samenwerking tussen gemeente Leiden en SP71 niet duidelijk was ingericht, dan wel niet werd nageleefd. Dit leidde ertoe dat het operationele overleg dat plaatsvindt tussen deelnemers en SP71 werd overspoeld met problemen van strategische en tactische aard. Als gevolg van deze bevinding voert SP71 de noodzakelijke aanpassingen door om te waarborgen dat structureel overleg plaatsvindt met functionarissen binnen de desbetreffende overlegvormen (te weten: operationeel, tactisch en strategisch). Op deze wijze kan ook op adequate wijze invulling worden gegeven aan bevindingen ten aanzien van formalisatie en inbedding. Bij de oprichting van SP71 zijn de IT-beheersprocessen grotendeels gebaseerd op de beheersprocessen van de gemeente Leiden. Hoewel SP71 daarmee een goede basis heeft gelegd, zijn deze processen op dit moment nog niet compleet geformaliseerd en toegespitst op de situatie binnen SP71. Dit brengt het risico met zich mee dat nog wordt uitgegaan van de verantwoordelijkheden zoals die vroeger golden, of dat werkwijzen worden gevolgd niet passen binnen de huidige samenwerking. De externe accountant adviseert SP71 op korte termijn over te gaan tot verder formalisatie en inbedding van beheersprocessen binnen de SP71 werkwijze, zodat voor alle deelnemende gemeenten een eenduidige manier van samenwerken wordt gecreëerd. Tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden heeft de externe accountant vastgesteld dat processen nog niet uniform voor alle applicaties verlopen. Tot op heden is het zo dat voor verschillende applicaties verschillende uitvoeringsrichtlijnen en documentatievereisten gelden. Dit brengt het risico met zich mee dat werkzaamheden binnen SP71 inefficiënt verlopen en dat taken niet eenvoudig overdraagbaar zijn. Ze adviseert SP71 op korte termijn over te gaan tot uniformering van processen, zodat uiteindelijk gebruik kan worden gemaakt van generieke processen voor minimaal wijzigingsbeheer en toegangsbeveiliging, om zodoende bij te dragen aan de doelmatigheid en efficiency doelstellingen die SP71 heeft. SP71 maakt inmiddels gebruik van het gebruikersbeheerproces dat al is ingericht voor de overige in scope zijnde applicaties. De externe accountant heeft vastgesteld dat SP71 geen geüniformeerd wijzigingsbeheerproces in werking voor de in opdracht zijnde applicaties. De afwezigheid van een uniform proces brengen het risico met zich mee dat werkzaamheden binnen SP71 inefficiënt verlopen en dat taken niet eenvoudig overdraagbaar zijn. Daarnaast neemt de kans op fouten binnen het wijzigingsbeheer proces toe. SP71 draagt inmiddels zorg voor een uniform wijzigingsbeheerproces voor minimaal de in opdracht zijnde applicaties. De externe accountant heeft tijdens haar interim controle vastgesteld dat voor de servers in scope geen formele uitwijk en restore tests zijn uitgevoerd. Het risico van het niet uitvoeren van een uitwijk en periodieke restore test is, dat in het geval van een calamiteit de continuïteit voor de applicaties niet is gewaarborgd, doordat mogelijk gegevens ontbreken bij het terugzetten van een back-up tape. SP71 gaat binnen afzienbare tijd de procedure herzien om te waarborgen dat op periodieke basis een restore test en uitwijktest plaats zal vinden van de meest kritische servers, databases en applicaties. Processen BSGR In de managementletter heeft de externe accountant van de BSGR geconstateerd dat er risico’s bestaan op fouten ten aanzien de getrouwheid en de rechtmatigheid. Op basis van de constateringen heeft de directeur besloten een adviesbureau de opdracht te geven tijdelijk te ondersteunen bij het in kaart brengen en het wegnemen van de belangrijkste risico’s. Deze werkzaamheden omvatte: een intensieve controle op
Overigen | 319
de financiële administratie en het samenstellen van de jaarrekening 2012. De aanvullende werkzaamheden hebben ertoe geleid dat de BSGR voor het controlejaar zowel een goedkeurende controleverklaring als een Assurancerapport met een goedkeurend oordeel hebben gekregen. Op basis van het Assurancerapport concludeert de externe accountant van de BSGR dat geen belangrijke tekortkomingen naar voren gekomen ten aanzien van de interne beheersing van de belastingprocessen. We kunnen steunen op algemene IT-beheer omgeving en de in de applicatie opgenomen geprogrammeerde controlemaatregelen van het belastingpakket. Het adequate wijzigingsbeheer vormt een belangrijke randvoorwaarde voor het kunnen steunen op geprogrammeerde controls binnen de applicatie. Ze hebben vastgesteld dat op het gebied van het wijzigingsbeheer over het afgelopen jaar meerdere verbeteringen zijn doorgevoerd. Zo is een vaste structuur gehanteerd voor het doorvoeren van releases, patches en updates in de belastingapplicatie waarbij adequate aandacht en vastlegging plaatsvindt van de testwerkzaamheden en van de autorisatieslagen om deze in de productieomgeving te mogen plaatsen. Op het gebied van de logische toegangsbeveiliging zijn nog meerdere verbeteringen noodzakelijk op zowel het uitvoeren als vastleggen van: het beheer van gebruikers gericht op het toekennen, muteren en intrekken van rechten en het toekennen van een sterk wachtwoordprofiel aan alle gebruiker accounts. De tekortkomingen op het gebied van de logische toegangsbeveiliging en ineffectiviteit van overige beheersmaatregelen zijn ondervangen door extra gegevensgerichte controles met behulp van onder meer lijstwerk, datadumps en andere aansluitingen uit de belastingapplicatie. Beoordeling van rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties We hebben een integrale controle op de naleving van de Europese aanbestedingsregels uitgevoerd. In deze controle zijn de leveranciers betrokken waarvan de totale inkoopwaarde boven de Europese drempelwaarde voor aanbestedingen (ad € 200.000,-) is gelegen. Bij de directie Bestuur en Concern hebben we een rechtmatigheidsfout van € 310.481,- geconstateerd. Dit betreft een onrechtmatigheid die we in het voorgaande jaar ook hebben bevonden bij het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot verzekeringen. Sommige van deze verzekeringen hebben een looptijd van méér dan een jaar en zijn niet tussentijds opzegbaar. Bij eerste gelegenheid zullen we verzekeringen via de juiste procedure aanbesteden om onrechtmatigheden weg te nemen. De grootste van deze verzekeringen heeft een looptijd tot en met 31 december 2014. Dit betekent dat de onrechtmatigheid pas met ingang van 2015 kan worden weggenomen. Bij de directie Bestuur en Concern hebben zich geen onrechtmatigheden voorgedaan op het gebied van begrotingsoverschrijdingen. Horizontaal toezicht (HT) Bij een groot aantal processen dat betrokken is bij de verbijzonderde interne controle speelt btw en btw compensatiefonds en loonbelasting een grote rol. In het kader van HT willen we als gemeente ook fiscaal “in control” komen. Dit past geheel in de “in control” visie. Op 5 oktober 2012 hebben we en de Belastingdienst een Convenant Horizontaal Toezicht getekend. Hiermee conformeren we ons aan het 'in control' krijgen van onze belastingpositie, vooral voor wat betreft btw en loonheffingen. Aangezien een belangrijk deel van de administratieve en juridische werkzaamheden wordt verricht door SP71, betekent HT voor de gemeente Leiden ook dat het SP71 HT 'proof' is. Het HT traject is ingezet en wordt begeleid vanuit SP71 door de fiscalisten. In de aanloop naar HT hebben de fiscalisten van het SP71 in 2011 en 2012 een nulmeting verricht waarin vooral is ingegaan op het fiscaal bewustzijn en de omgang met fiscaliteit. De conclusie is onder andere dat het fiscaal bewustzijn onvoldoende aanwezig is en dat de fiscaliteit onvoldoende is geborgd. Het 'in control' komen zal een proces van jaren vergen waarin stapsgewijs in overleg met de Belastingdienst controlemaatregelen worden ingevoerd en geëvalueerd, en wordt gewerkt aan een fiscale attitude van medewerkers. In het kader van “in control” komen wordt gewerkt aan zowel zogenaamde “harde” beheersmaatregelen als “zachte” beheersmaatregelen, zowel bij ons als bij SP71. Zo zijn er nauwe banden tussen de fiscalisten, projectleiders en de financieel adviseurs waardoor met de projecten en financiële administratie verbonden fiscale aspecten boven water komen. De financieel adviseurs van SP71 moeten een signaalfunctie hebben voor fiscale kansen en risico’s. Daarnaast dienen ze een fiscale control te hebben op projecten, kredieten en exploitaties in samenspraak met fiscalisten bij SP71. Tevens moeten ze het fiscale karakter kunnen beoordelen bij nieuwe kostenplaatsen. Daarnaast werken we aan het fiscaal bewustzijn en verhoging van fiscale kennis bij medewerkers door het geven van fiscale cursussen aan medewerkers van de afdeling vastgoed en de subsidiemedewerkers van de gemeente, en team AO/IC, Financiële Beheer en de Financiële Administratie (debiteuren) van het SP71. Ook verspreiden de fiscalisten regelmatig fiscale tips en ontwikkelingen. Wat betreft “harde” beheersmaatregelen combineren we de verbijzonderde controle met een fiscale beoordeling, zijn procedures ingevoerd voor fiscale controle bij de labeling van rekeningnummers,
320 | Overigen
memoriaalboekingen en de totstandkoming van de btw-en BCF aangiften. Deze controles hebben ook geresulteerd (en resulteren nog steeds) in correcties voor het verleden voor de periode 2003-2012. Tenslotte voeren we voor de loonheffingen fiscale procedures in voor vertrekregelingen, de inleen van personeel (Btw/ loonheffingen aansprakelijkheid) en VAR verklaringen, en wordt het niet-privégebruik van het wagenpark auto aantoonbaar gemaakt. Ook vermeldenswaardig voor de loonheffingen is de analyse die zal plaatsvinden in samenwerking met de belastingdienst van de zogenaamde COL-bestanden (jaaroverzichten van de afgedragen loonheffingen). Met de analyse van de COL bestanden en het in kaart brengen van de huidige werkprocessen inzake de aangiften loonheffingen kan een belangrijke stap gemaakt worden in het ‘in control’ krijgen van de aangiften loonheffingen, met name de kostendeclaraties. Ook de invoer van de werkkostenregeling, die gepaard gaat met een analyse van personeelskosten, draagt hieraan bij.
Overigen | 321
5.5 Controleverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarstukken 2012 opgenomen jaarrekening 2012 van de gemeente Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de Sisa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad bij raadsbesluit van 5 juli 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Leiden een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
322 | Overigen
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 28 mei 2013 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. M.E. Westerhout-van Kimmenade RA MGA
Overigen | 323
324 | Overigen
Hoofdstuk 6
6 Bijlagen 6.1 Conversietabel programma, beleidsterrein, product Pr.
Beleidsterrein
Productnr.
Productomschrijving
1
Bestuur
001.01
BESTUURSORGANEN
1
Bestuur
001.03
RAAD EN COMMISSIES
1
Bestuur
002.01
STRATEGISCHE UNIT
1
Bestuur
002.02
CONCERNBELEID FINANCIEN EN CONTROL
1
Bestuur
002.03
BESTUURSONDERSTEUNING
1
Bestuur
002.04
PROJECTBUREAU GSB
1
Bestuur
002.05
CONCERNINFORMATIEBELEID
1
Bestuur
002.07
BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN
1
Bestuur
002.08
GO/OR/OC
1
Bestuur
002.10
CONCERNBELEID COMMUNICATIE
1
Bestuur
002.11
CONCERNBELEID P EN O
1
Bestuur
002.12
GRAFISCH VASTGOED
1
Bestuur
002.17
CONCERNDIRECTIE
1
Bestuur
003.02
VERKIEZINGEN
1
Bestuur
006.01
GRIFFIE
1
Bestuur
006.02
REKENKAMERFUNCTIE
1
Bestuur
922.02
VOORMALIG PERSONEEL
1
Bestuur
930.01
UITVOERING WET WOZ
1
Bestuur
940.01
LASTEN HEFFING EN INVORDERING GEM. BELASTINGEN
1
Lokale & regionale samenwerking
005.01
HOLLAND RIJNLAND
1
Lokale & regionale samenwerking
511.02
MONDIALE BEWUSTWORDING
1
Dienstverlening
002.15
PUBLIEKSINFORMATIE
1
Dienstverlening
002.16
ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
1
Dienstverlening
003.01
BEVOLKING EN BURGERLIJKE STAND
1
Dienstverlening
003.03
AFGIFTE REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN
1
Dienstverlening
004.01
LEGES
2
Fysieke Veiligheid
120.01
GEMEENTELIJKE BRANDWEER
2
Fysieke Veiligheid
120.02
RAMPENBESTRIJDING EN CIVIELE VERDEDIGING
2
Fysieke Veiligheid
120.03
REGIONALE BRANDWEER
2
Sociale Veiligheid
140.01
INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
3
Ruimte voor Bedrijvigheid
310.02
ECONOMISCHE ACTIVITEITEN
3
Nieuwe economie
611.03
STARTERSBELEID
3
Bezoekerseconomie
310.01
WARENMARKTEN
3
Bezoekerseconomie
311.01
BATEN MARKTGELDEN
Bijlagen | 325
Pr.
Beleidsterrein
Productnr.
Productomschrijving
3
Bezoekerseconomie
560.02
BEVORDERING TOERISME
4
Fiets - en autoverkeer
210.01
VERKEER EN VERVOER
4
Fiets - en autoverkeer
210.08
ONDERHOUD WEGEN
4
Fiets - en autoverkeer
211.01
VERKEERSMAATREGELEN
4
Openbaar Vervoer
212.01
OPENBAAR VERVOER
4
Parkeren
214.01
STRAATPARKEREN
4
Parkeren
214.02
PARKEERGARAGES
4
Parkeren
215.01
BATEN PARKEERBELASTING
5
Water, Groen & Natuur
221.02
GRACHTEN EN WATERGANGEN
5
Water, Groen & Natuur
560.05
GROENBEHEER
5
Water, Groen & Natuur
560.06
NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE
5
Water, Groen & Natuur
560.07
INVESTERINGEN STADSNATUUR, WATER EN GROEN
5
Water, Groen & Natuur
724.02
BEGRAAFPLAATS RHIJNHOF
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.02
OPENBARE VERLICHTING
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.03
BUITENRECLAME
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.04
BINNENSTE BETER
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.05
EXPLOITATIE BRUGGEN EN VIADUCTEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.06
INVESTERINGEN BRUGGEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.07
EXPLOITATIE WEGEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
210.09
HERBESTRATINGPROGRAMMA
5
Infrastructuur openbare ruimte
221.01
EXPLOITATIE HAVENS EN WATERWEGEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
541.05
ONDERHOUD WALMUREN EN MONUMENTEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
541.06
INVESTERINGEN WALMUREN
5
Infrastructuur openbare ruimte
560.08
WIJKMANAGEMENT
5
Infrastructuur openbare ruimte
722.03
VERVANGING RIOLERING
5
Infrastructuur openbare ruimte
722.05
INVESTERINGEN RIOLERING
5
Infrastructuur openbare ruimte
722.06
ONDERHOUD RIOLERING EN GEMALEN
5
Infrastructuur openbare ruimte
726.01
BATEN RIOOLRECHTEN
5
Milieu
723.01
ONTSMETTINGSDIENST
5
Milieu
723.05
GR OMGEVINGSDIENST WEST-HOLLAND
5
Milieu
723.06
MILIEUBEHEER ALGEMEEN
5
Afval
210.10
STRAATREINIGING EN GRAFFITIBESTRIJDING
5
Afval
721.02
HUISHOUDELIJK AFVAL
5
Afval
721.03
BEDRIJFSAFVAL
5
Afval
721.04
HUISHOUDELIJK AFVAL REGIOGEMEENTEN
5
Afval
725.01
BATEN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGING
6
Ruimtelijke Ontwikkeling
810.01
BOVENLOKAAL RO-BELEID
6
Ruimtelijke Ontwikkeling
810.02
LOKAAL RO-BELEID
6
Ruimtelijke Ontwikkeling
822.05
STEDENBOUWKUNDIG BELEID
6
Bouwregelgeving
822.01
BOUW- EN WONINGTOEZICHT
6
Bouwregelgeving
823.01
LEGES BOUWVERGUNNINGEN
6
Gemeentelijk eigendom van panden en gronden
830.01
GRONDEXPLOITATIE
6
Gemeentelijk eigendom van panden en gronden
830.02
ERFPACHT
326 | Bijlagen
Pr.
Beleidsterrein
Productnr.
Productomschrijving
6
Gemeentelijk eigendom van panden en gronden
913.02
BEHEER PANDEN (NIET OPENBARE DIENST)
6
Wonen
821.01
VERNIEUWING BINNENSTAD
6
Wonen
822.02
VOLKSHUISVESTING
6
Wonen
822.04
WOONRUIMTEVERDELING
7
Opvoedingsondersteuning & preventieve jeugd (gezondheids)zorg
630.04
JEUGDBELEID
7
Opvoedingsondersteuning & preventieve jeugd (gezondheids)zorg
715.01
JEUGDGEZONDSHEIDSZORG
7
Opvoedingsondersteuning & preventieve jeugd (gezondheids)zorg
716.01
PREVENTIEF JEUGDBELEID
7
Peuterspeelzalen & kinderopvang
650.01
GESUBSIDIEERDE KINDEROPVANG
7
Onderwijsbeleid
480.02
FACILITAIRE TAKEN ONDERWIJS
7
Onderwijsbeleid
480.03
LEERPLICHT
7
Onderwijsbeleid
480.04
LOKAAL ONDERWIJSBELEID
7
Onderwijshuisvesting
421.01
OBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
423.01
BBO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
431.01
OSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
433.01
BSO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
441.01
OVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
441.02
OSG VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
443.01
BVO VOORZIENINGEN/HUISVESTING
7
Onderwijshuisvesting
480.01
GEMEENSCH. BATEN EN LASTEN ONDERWIJSHUISVESTING
8
Cultuur
510.01
OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK
8
Cultuur
540.01
THEATER
8
Cultuur
540.02
MUZIEK
8
Cultuur
540.03
BEELDENDE KUNST
8
Cultuur
540.04
KUNSTEDUCATIE
8
Cultuur
540.05
AMATEURKUNST
8
Cultuur
580.01
LOKALE RADIO-OMROEP
8
Cultureel Erfgoed
002.13
ARCHIEF EN INFORMATIE
8
Cultureel Erfgoed
541.01
MONUMENTENZORG
8
Cultureel Erfgoed
541.02
OUDHEIDKUNDE EN MUSEA
8
Cultureel Erfgoed
541.03
ARCHEOLOGIE
8
Sport
530.01
RODE SPORTPARKEN
8
Sport
530.02
SPORTZALEN EN SPORTHALLEN
8
Sport
530.03
ZWEMBADEN
8
Sport
530.04
SPORTONDERSTEUNING
8
Sport
530.05
SPORTSTIMULERING
8
Sport
531.01
GROENE SPORTPARKEN
8
Recreatie
560.01
RECREATIE
8
Recreatie
560.03
COÖRDINATIE VOLKSFEESTEN
8
Recreatie
560.04
EVENEMENTEN
9
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
620.03
OUDEREN- EN GEHANDICAPTEN BELEID
9
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
630.01
SAMENLEVINGSOPBOUW
Bijlagen | 327
Pr.
Beleidsterrein
Productnr.
Productomschrijving
9
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
002.14
RAAD- EN DAADWINKELS
9
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
620.04
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
9
Participatie, ontmoeting, integratie & emancipatie
511.01
EMANCIPATIE
9
Participatie, ontmoeting, integratie & emancipatie
620.08
ANTI-DISCRIMINATIE
9
Participatie, ontmoeting, integratie & emancipatie
621.01
OPVANG EN ZORG VREEMDELINGEN
9
Collectieve preventieve zorg
714.01
BASISGEZONDHEIDSZORG
9
Collectieve preventieve zorg
714.02
CATEGORALE GEZONDHEIDSZORG
9
Individuele zorgvoorzieningen
620.02
ZORGCOÖRDINATIE EN BEMIDDELING
9
Individuele zorgvoorzieningen
622.01
WMO; HUISHOUDELIJKE VERZORGING
9
Individuele zorgvoorzieningen
652.01
WMO; VOORZIENINGEN EN HULPMIDDELEN
9
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
620.05
MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
9
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
714.03
AMBULANTE VERSLAVINGSZORG
10
Participatie
611.01
WIW DIENSTBETREKKINGEN
10
Participatie
611.02
UITSTROOM EN ACTIVERING
10
Participatie
611.05
WSW
10
Participatie
611.07
RE-INTEGRATIEACTIVITEITEN ARB.ONTW.DZB
10
Participatie
611.08
ONRENDABELE TOP HUISVESTING DZB
10
Participatie
623.01
PARTICIPATIE UITSTROOM EN ACTIVERING
10
Participatie
623.02
VOLWASSENENEDUCATIE
10
Participatie
623.03
INBURGERING
10
Participatie
623.10
BATEN PARTICIPATIEBUDGET
10
Financiële voorzieningen
610.01
INKOMENSVOORZIENING BIJSTAND
10
Financiële voorzieningen
610.02
INKOMENSVOORZIENING IOAW/IOAZ
10
Financiële voorzieningen
612.01
IOAW/IOAZ
10
Minimabeleid
614.01
BIJZONDERE BIJSTAND
10
Minimabeleid
614.04
KWIJTSCHELDINGEN GEMEENTELIJKE BELASTING
10
Schuldhulpverlening
614.03
SCHULDHULPVERLENING en BUDGETBEGELEIDING
11
Algemeen dekkingsmiddel
330.01
DEELNEMINGEN NUTSBEDRIJVEN
11
Algemeen dekkingsmiddel
913.01
DEELNEMINGEN
11
Algemeen dekkingsmiddel
914.01
GELDLENINGEN
11
Algemeen dekkingsmiddel
914.02
BELEGGINGEN
11
Algemeen dekkingsmiddel
921.01
ALGEMENE UITKERING
11
Algemeen dekkingsmiddel
921.05
GSB CONCERN
11
Algemeen dekkingsmiddel
922.01
ONVOORZIEN
11
Algemeen dekkingsmiddel
931.01
BATEN OZB - GEBRUIKERS
11
Algemeen dekkingsmiddel
932.01
BATEN OZB - EIGENAREN
11
Algemeen dekkingsmiddel
933.01
BATEN ROERENDE RUIMTE BELASTING
11
Algemeen dekkingsmiddel
936.01
BATEN TOERISTENBELASTING
11
Algemeen dekkingsmiddel
939.01
BATEN PRECARIOBELASTING
11
Algemeen dekkingsmiddel
922.05
STELPOSTEN CONCERN
11
Algemeen dekkingsmiddel
922.20
ONINBARE VORDERINGEN
11
Algemeen dekkingsmiddel
960.09
SALDI KOSTENPLAATSEN BEDRIJFSVOERING
328 | Bijlagen
Pr.
Beleidsterrein
Productnr.
Productomschrijving
11
Algemeen dekkingsmiddel
970.01
SALDO VAN DE REKENING VOOR BESTEMMING
RES
Algemeen dekkingsmiddel
980.01-10
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1 t/m 10
Bijlagen | 329
6.2 Staat investeringskredieten incl. af te sluiten
330 | Bijlagen
Bijlagen | 331
332 | Bijlagen
Bijlagen | 333
334 | Bijlagen
Bijlagen | 335
336 | Bijlagen
Bijlagen | 337
6.3 Staat kredieten grondbedrijf incl. af te sluiten Om de aansluiting met het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) duidelijker te maken zijn de kredieten per deelplan zichtbaar gemaakt. De historische kosten zijn in de begrote en gerealiseerde bedragen opgevoerd, omdat de historische kosten ook in het PRIL zichtbaar zijn. Uiteraard heeft dit geen effect op het restantkrediet per 31 december 2011 Hiermee is volledige aansluiting met het PRIL gerealiseerd voor projecten met een uitvoeringsbesluit.
338 | Bijlagen
Bijlagen | 339
340 | Bijlagen
6.4 Toelichting reserves en voorzieningen Algemene reserves Naam
Concernreserve
Nummer/Afd.
8100908
Raadsbesluit
05.0055
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 980.01 Mutaties in reserves Op grond van bestaand beleid wordt het saldo van baten en lasten bij bestemming verrekend met de concernreserve. Bij begroting of tussentijdse besluitvorming worden specifieke aanwendingsrichtingen vastgesteld.
Doel
De concernreserve dient als buffer voor de afdekking van niet-kwalificeerbare risico’s en de egalisatie van exploitatieresultaten. De minimale omvang van de concernreserve is vastgesteld op € 10.000.000.
Datum realisatie
n.v.t.
Voeding
De stortingen zijn conform de begroting verwerkt.
Besteding
De onttrekkingen zijn conform de begroting verwerkt.
Omvang per 1-1-2013
€ 20.462.165
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
€ 10.000.000
Concern
Bijzonderheden
Naam
Reserve Verkoop aandelen Nuon
Nummer/Afd.
8100909
Raadsbesluit
09.0038
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 980.01 Mutaties in reserves
Doel
Het reserveren van de verkoopopbrengst aandelen Nuon in afwachting van nadere besluitvorming door de gemeenteraad.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Totaal stortingen 2012 € 3.711.966.
Besteding
Totaal onttrekkingen 2012 € 20.450.097.
Omvang per 1-1-2013
€ 3.527.772
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern
Bijzonderheden
Bestemmingsreserves Naam
Reserve publicaties gemeentearchief
Nummer/Afd.
8100059
Raadsbesluit
1987
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en Recreatie Beleidsproduct 002.13 Archief en Informatie
Doel
De opbrengsten van publicaties e.d. worden ingezet voor nieuwe initiatieven.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Archief
Bijlagen | 341
Naam
Reserve publicaties gemeentearchief
Voeding
Inkomsten uit publicaties en subsidies, schenkingen, legaten e.d. In 2012 is er middels RB 12.0059 € 30.237 gestort in de reserve.
Besteding Omvang per 1-1-2013
€ 258.616
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Raad
Nummer/Afd.
8100060
Raadsbesluit
12.0011
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve is de financiering van de uitgaven voor verkiezingen en de opleiding en begeleiding van nieuwe raadsleden. Deze uitgaven worden voornamelijk in een verkiezingsjaar gemaakt en hoogte van de uitgaven kan per verkiezingsjaar variëren. De reserve is ook bedoeld om de financiering van de technische apparatuur zoals geluid en opname apparatuur voor commissie en raadsvergaderingen te dekken. De gemeenteraad kan ook aanspraak op het budget in de reserve doen voor de financiering van een raadsonderzoek, dan wel het uitvoeren van een second opinion bij voorstellen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Voeding van de reserve vindt plaats vanuit het overschot op het budget van de griffie/raad. Bij de bestemming jaarrekening zal het restbudget van de griffie/raad gestort worden in de reserve raad. In 2012 is er middels raadsbesluit 11.0059 € 102.155 onttrokken aan de reserve voor huisvesting fracties en griffie.
Besteding
Na raadsbesluit. In 2012 is er middels raadsbesluit 12.0059 € 94.107 gestort in de reserve.
Omvang per 1-1-2013
€ 150.000
Maximale omvang
€ 150.000
Minimale omvang
€ 100.000
Griffie
Bijzonderheden
Naam
Reserve Holland Rijnland
Nummer/Afd.
8100062
Raadsbesluit
06.0117
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 005.01 Intergemeentelijke samenwerking
Doel
De reserve is ingesteld bij de vaststelling van de begroting 2007 met het doel de gemeentelijke bijdrage aan de regionale investeringsbehoefte in infrastructuur en groen te kunnen opvangen. Met RV 06.0173 (06-02-2007) is besloten tot de instelling van een regionaal investeringsfonds binnen Holland Rijnland. Leiden draagt van 2008-2022 jaarlijks € 3.076.652 bij. De bijdragen worden gedekt uit deze reserve en voor zover deze (nog) niet toereikend is uit de stelpost ‘investeringsbijdrage’. In dit besluit is bepaald dat de opbrengsten hoger dan in het meerjaren kader geraamd van de Nuon en BNG worden gestort in deze reserve.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2022
Voeding
Storting € 500.000 - RB06.0173 is gebaseerd op het meerdere dividend BNG/Nuon t.o.v. van de begroting.
Besteding
Onttrekking van € 1.693.525 - RB06.0173 Betreft 1/14 van de stand inclusief storting 2009 - 2022. De bijdrage aan het regionale investeringsfonds is eerst gedekt door de verlaging van de stelpost investeringsbijdrage. De besteding van deze reserve dient ter dekking van die bijdrage en betekent effectief dat de stelpost investeringsbijdrage t.b.v. het college uitvoeringsprogramma weer wordt verhoogd.
Omvang per 1-1-2013
€ 11.941.819
Maximale omvang
n.v.t.
342 | Bijlagen
Concernstaf
Naam
Reserve Holland Rijnland
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve flankerend beleid
Nummer/Afd.
8100063
Raadsbesluit
95.0168 / 04.0051
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 002.11 Concernbeleid P en O
Doel
Middelen in deze reserve zijn bestemd voor het flankerend beleid bij de taken- en efficiency discussie.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Voeding
Het totaal beschikbare bedrag voor het flankerend beleid T&E is indertijd geraamd op € 7,9 miljoen. Dat bedrag is in fasen ook in deze reserve gestort. In het kader van ‘Ruimte voor Nieuw Beleid’ is in 2007 een bedrag voor flankerend beleid gereserveerd van € 5 miljoen, dat ook bij deze reserve is gevoegd. Voor het flankerend beleid bij Anders Werken is een bedrag van € 1,068 miljoen gereserveerd en gestort in deze reserve. In 2012 is er € 900.000 gestort in de reserve middels RB.11.0088.
Besteding
In 2012 zijn de volgende bedragen onttrokken: RB 09.0095 € 66.693 verbetering postafhandeling, RB 12.0059 € 222.000 afwikkeling verzelfstandiging Schouwburg/ Stadspodia, RB 12.0059 € 43.268 Regie op Maat, RB 11.0088 € 200.000 Mobiliteitsbureau, RB 11.0088 € 400.000 frictiekosten en RB 12.0097 € 500.000 actualisatie begroting 2012-2015. Totale ontrekkingen in 2012 bedragen: € 1.431.961.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.139.206
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsvoeringreserve concern
Nummer/Afd.
8100064
Raadsbesluit
08.0051
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 960.01 Saldo van baten en lasten Op 25 juni 2002 (RV 02.0081) zijn de richtlijnen ‘Concernreserve en bedrijfsreserves’ vastgesteld. In het verlengde van de organisatiewijziging per 1 januari 2008 zijn de bedrijfsreserves van de voormalige diensten samengevoegd tot een reserve bedrijfsvoering concern.
Doel
De doelstelling van de bedrijfsreserve is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
RB12.0059 Bestemming resultaat 2011: € 1.128.700
Besteding
RB12.0059 € 128.000 (verbetertraject SB), RB12.0068 € 901.515 (bijdrage SP71), RB 12.0070 € 65.000 (digitalisering cliëntarchief), RB12.0120 € 100.000 (kaderstellend afvalbeleid) en € 50.000, div. € 188.100 (taken het nieuwe werken en ambtelijke huisvesting, adviseur public affairs, Integratie Regionaal Archief en tijdelijke aanstelling medewerker DIV)
Omvang per 1-1-2013
€ 1.151.177
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve brandschadefonds
Nummer/Afd.
8100065
SSC JFD
Bijlagen | 343
Naam
Reserve brandschadefonds
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 002.07 Bestuurlijke en juridische zaken
Doel
Egalisatie van de afwijkingen tussen de werkelijke en de gebudgetteerde kosten voor de verzekering tegen brand- en stormschade over meerdere jaren, taxatiekosten en kosten voor preventieve maatregelen.
Datum realisatie
2010
Datum opheffing
-
Voeding
Bij de resultaatbestemming 2009 is de voorziening brandschadefonds vrijgevallen en in plaats ervan is een reserve gevormd.
Besteding
Zie doelstelling. Er zijn in 2012 geen onttrekkingen gedaan.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.168.149
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Egalisatiereserve verkiezingen
Nummer/Afd.
8100066
Raadsbesluit
11.0086
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 003.02 Verkiezingen
Doel
Verkiezingen vinden niet jaarlijks plaats. Het houden van verkiezingen is een wettelijke taak en de middelen daarvoor zijn jaarlijks opgenomen in de algemene uitkering, ook al vindt er enig jaar geen verkiezing plaats. De reserve zorgt ervoor dat de middelen beschikbaar ter dekking van de kosten van de verkiezingen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Er zal in de periode 2012-2013 jaarlijks een storting plaatsvinden van € 100.000. De benodigde stortingen voor na 2014 zullen worden betrokken bij de Perspectiefnota 2015. Het verkiezingsschema zal niet altijd hetzelfde ritme hebben. Mogelijk dat de storting aangepast moet worden om de egalisatie te realiseren.
Besteding
In 2014 (twee verkiezingen) en 2015 (twee verkiezingen) is een jaarlijkse onttrekking voorzien van € 150.000.
Omvang per 1-1-2013
€ 100.000 frictiekosten
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve parkeren
Nummer/Afd.
8100156
Raadsbesluit
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 214.01 Straatparkeren, 214.02 Parkeergarages en 215.01 Baten parkeerbelasting.
Doel
Egalisatie van de exploitatieresultaten parkeervoorzieningen over meerdere jaren.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rentedotatie € 32.417; RB 12.0059 € 619.955; RB 12.0098 € 113.000; RB 11.0088 € 455.830; RB 09.0049 € 725.000; RB 09.0068 € 400.000; RB 09.0142 € 38.000; RB 10.0113 € 149.000; RB 10.0159 € 950.152; RB 11.0133 € 141.000; RB 12.0055 € 600.000; RB 12.0047 € 5.000.000; RB 09.0096 € 50.000; RB structurele storting € 10.000. Totale stortingen in 2012 bedragen: € 9.284.354.
Besteding
RB 11.0137 € 300.000; RB 11.021 € 203.259; RB 11.0021 € 195.046; RB 12.0055 € 1.458.000; RB 12.0057 € 200.000; RB 12.0120 € 60.000; RB 09.0128 € 166.552 RB 10.0054 € 100.000; Structurele onttrekkingen € 284.232; RB 09.0013 € 235.000; RB 11.0008 € 141.065; RB 10.0113 € 55.749. Totale onttrekkingen in 2012 bedragen: € 3.398.903.
344 | Bijlagen
Realisatie
Naam
Reserve parkeren
Omvang per 1-1-2013
€ 7.506.281
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve bereikbaarheid
Nummer/Afd.
8100157
Raadsbesluit
09.0029
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 210.01 Verkeer en vervoer
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de realisatie van de doelen gerelateerd aan de programmasturing programma Bereikbaarheid.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
2013
Voeding
In RV 09.0029 is besloten een voorbereidingskrediet van € 1.880.000 beschikbaar te stellen voor het programma Bereikbaarheid en dit te dekken uit de onderuitputting kapitaallasten 2009. Als gevolg hiervan stond een last (exploitatiebijdrage aan investeringen) van €1.880.000 opgenomen in de begroting 2009 op het product verkeer en vervoer. Omdat het een jaaroverschrijdend project betreft (krediet) is dit bedrag nog niet volledig uitgegeven tot en met 2012. Restant saldo ter dekking van de verwachte uitgaven in 2013.
Besteding
In 2012 is er € 166.988 onttrokken t.b.v. het krediet verkeerscirculatieplan.
Omvang per 1-1-2013
€ 63.058
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Programmamanager Bereikbaarheid
Bijzonderheden
Naam
Reserve Ringweg-Oost
Nummer/Afd.
8100158
Raadsbesluit
09.0118
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 210.01 Verkeer en vervoer
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de aanleg van de Ringweg Oost.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Bijdrage uit de vrije NUON-middelen vanuit de gemeente Leiden, een bijdrage van de gemeente Leiderdorp, de bijdrage van de provincie in het kader van de tweede bestuursovereenkomst RGL-Oost die vervangen wordt door de overeenkomst tussen de provincie Zuid-Holland en de gemeente Leiden vanwege HOV-NET Zuid-Holland Noord, en de decentralisatie-uitkering Spoorse doorsnijdingen. Jaarlijks wordt rente in de reserve gestort.
Besteding
Dekking van de aanleg Ringweg-Oost. De beschikbaar gestelde voorbereidingskredieten voor de Ringweg Oost worden niet gedekt uit deze reserve, maar vanuit de reserve voorziene investeringen. Deze reserve dient ter dekking van de uitvoering. Onttrekkingen aan deze reserve zullen worden begroot bij het uitvoeringsbesluit.
Omvang per 1-1-2013
€ 27.846.638
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Bereikbaarheidsprojecten
Nummer/Afd.
8100160
Raadsbesluit
11.0047
Bijlagen | 345
Naam
Bestemmingsreserve Bereikbaarheidsprojecten
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Fiets- en autoverkeer Beleidsproduct 210.08 Investeringen wegen.
Doel
Het voorkomen van knelpunten bij de realisatie van belangrijke bereikbaarheidsprojecten.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
Nader te bepalen.
Voeding
Eenmalige storting van € 9.263.728 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 onttrokken: RB 12.0052 € 100.000 ten behoeve van Tracekeuze Rijnlandroute en RB 12.0092 € 137.598 ten behoeve van voorbereidingskrediet Rijnlandroute. Totaal onttrekkingen 2012: € 237.598.
Omvang per 1-1-2013
€ 9.026.130
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve fietsenstalling station
Nummer/Afd.
8100161
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Fiets- en autoverkeer Beleidsproduct 210.01 Verkeer en Vervoer
Doel
Het realiseren van een structurele oplossing voor het fietsparkeren in het stationsgebied.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 4.000.000 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 4.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve bestrijding overlast door meeuwen
Nummer/Afd.
8100296
Raadsbesluit
07.0059
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 723.01 Ontsmettingsdienst
Doel
Dekking van uitgaven in het kader van de bestrijding van de overlast door meeuwen waaronder communicatiekosten en maatregelen om de overlast te bestrijden.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2012
Voeding
-
Besteding
€ 20.000 per jaar - RB09.0097
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
346 | Bijlagen
Stedelijk beheer
Naam
Reserve bestrijding overlast door meeuwen
Bijzonderheden
Naam
Reserve herhuisvesting MB
Nummer/Afd.
8100297
Raadsbesluit
06.0068
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
De bestemmingsreserve wordt ingesteld voor (her)inrichting huisvesting van de voormalige dienst Milieu en Beheer.
Datum realisatie
2006
Datum opheffing
2047
Voeding
De bestemmingsreserve is in 2006 gevoed vanuit dotaties uit vereveningsreserve grondexploitaties. (€ 2.874.000)
Besteding
RB09.0037 Correctie herhuisvestingplan jaarlijkse vrijval van € 62.214.
Omvang per 1-1-2013
€ 752.861
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
SSC JFD
Bijzonderheden
Naam
Reserve baggeren
Nummer/Afd.
8100298
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 221.02 Grachten en watergangen
Doel
Egalisatie van de kosten voor het baggeren.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
2012
Voeding
Omdat er geen geactualiseerd bagger beheerplan beschikbaar is, heeft er eind 2009 vrijval plaatsgevonden van de voorziening Baggeren. Het vrijgekomen bedrag blijft nodig voor de benodigde baggerwerkzaamheden, die over de jaren heen niet van gelijke financiële hoogte zijn. Het te reserveren bedrag is € 302.893.
Besteding
Het baggerbeheerplan is leidend voor de bestedingen. Er zijn geen onttrekkingen gedaan. Met besluit 12.0141 beheerplannen openbare ruimte is dit bedrag doorgestort naar de voorziening.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Reserve onderhoud grote bruggen
Nummer/Afd.
8100299
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.05 Exploitatie bruggen en viaducten
Doel
Egaliseren onderhoudskosten van grote bruggen, gebaseerd op het in de gemeente Leiden vastgestelde beheerplan onderhoud grote bruggen.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
2012
Voeding
Omdat er geen geactualiseerd bruggen beheerplan beschikbaar is, heeft er eind 2009 vrijval plaatsgevonden van de voorziening grote bruggen. Het vrijgekomen bedrag blijft nodig voor de benodigde geplande werkzaamheden, die om verschillende redenen niet eerder konden worden uitgevoerd. Het te reserveren bedrag is € 617.367.
Stedelijk beheer
Bijlagen | 347
Naam
Reserve onderhoud grote bruggen
Besteding
Gerealiseerde onderhoudskosten in het betreffende jaar voor onderhoud conform het beheerplan onderhoud grote bruggen. Er zijn geen onttrekkingen gedaan. Met besluit 12.0141 beheerplannen openbare ruimte is dit bedrag doorgestort naar de voorziening.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten grond Oostvlietpolder
Nummer/Afd.
8100300
Raadsbesluit
10.0080
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 560.07 Investeringen stadsnatuur, water, groen.
Doel
Dekken van jaarlijkse rentelasten voor de verworven gronden bij Oostvlietpolder.
Datum realisatie
01-11-2010
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting bij oprichting van € 7.600.000 - RB 10.0149
Besteding
Rentelasten verworven gronden Oostvlietpolder.
Omvang per 1-1-2013
€ 7.600.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve onderhoud walmuren
Nummer/Afd.
8100301
Raadsbesluit
11.0044
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 541.05
Doel
Reservering voor groot onderhoud walmuren
Datum realisatie
Reserve kan opgeheven worden na opstelling van het beheerplan
Datum opheffing
31-12-2012
Voeding
Eenmalige storting van € 1.504.128 - RB10.0044
Besteding
Saldo voorziening onderhoud walmuren. Er zijn geen onttrekkingen gedaan. Met besluit 12.0141 beheerplannen openbare ruimte is dit bedrag doorgestort naar de voorziening.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve onderhoud wegen
Nummer/Afd.
8100302
Raadsbesluit
11.0044
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.09
Doel
Reservering voor groot onderhoud wegen
348 | Bijlagen
Naam
Reserve onderhoud wegen
Datum realisatie
Reserve kan opgeheven worden na opstelling van het beheerplan
Datum opheffing
31-12-2012
Voeding
Eenmalige storting van € 1.700.000 - RB11.0044
Besteding
Dotatie aan voorziening onderhoud Wegen. Er zijn geen onttrekkingen gedaan. Met besluit 12.0141 beheerplannen openbare ruimte is dit bedrag doorgestort naar de voorziening.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve asbestsanering
Nummer/Afd.
8100303
Raadsbesluit
11.0044
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 723.06 Milieubeheer algemeen
Doel
Reservering voor sanering asbest in gemeentelijk vastgoed
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
In 2012 is € 273.767 gestort in de reserve middels resultaatbestemming RB 12.0059.
Besteding
Sanering van asbest in gemeentelijk vastgoed. In 2012 is € 176.000 onttrokken middels RB 12.0120 ten behoeve van Strategisch Huisvestingsplan.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.412.490
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve groen Oostvlietpolder
Nummer/Afd.
8100304
Raadsbesluit
11.0044
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Water, Groen & Natuur Beleidsproduct 560.05 Groenbeheer
Doel
Dekking beheerkosten Oostvlietpolder
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 400.000 - RB11.0044
Besteding
Dekking op het saldo van de beheerkosten van de Oostvlietpolder. Er zijn in 2012 geen onttrekkingen gedaan.
Omvang per 1-1-2013
€ 400.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Groene Singels
Nummer/Afd.
8100305
Raadsbesluit
11.0047
Bijlagen | 349
Naam
Bestemmingsreserve Groene Singels
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 560.07 Investeringen stadsnatuur, water en groen.
Doel
Een doorgaande ring van parken, openbare ruimten, speelplekken, industriële monumenten en andere interessante locaties te creëren.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 7.683.728 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 is er middels RB 11.0129 € 500.000 bechikbaar gesteld als voorbereidingskrediet ten behoeve van Singelpark. In 2012 is er voor circa € 100.000 besteed.
Omvang per 1-1-2013
€ 7.583.910
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve ontsluiting van groengebieden
Nummer/Afd.
8100306
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Water, Groen & Natuur Beleidsproduct 560.07 Investeringen stadsnatuur, water en groen.
Doel
Met een investering van € 1 miljoen is het o.a. mogelijk het ecologische en recreatieve netwerk vanuit de stad richting kust en landgoederen en richting Duin Horst en Weide te ontwikkelen
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 1.000.000 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Ondergrondse afvalcontainers
Nummer/Afd.
8100307
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Afval Beleidsproduct 721.02 Huishoudelijk afval
Doel
Indien een pilot de positieve effecten van ondergrondse afvalcontainers op de kwaliteit van de openbare ruimte aantoont, kan deze bestemmingsreserve voor uitbreiding van het aantal ondergrondse containers benut worden.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 2.000.000 - RB11.0047 uit reserve "Opbrengst verkoop aandelen Nuon".
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
350 | Bijlagen
Naam
Bestemmingsreserve Ondergrondse afvalcontainers
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Duurzaamheidsfondsen
Nummer/Afd.
8100308
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Wonen Beleidsproduct 822.02 Volkshuisvesting
Doel
1. de oprichting van een ‘fonds duurzaamheid' ter grootte van € 2.000.000 voor de financiering, via een revolving fund constructie, van onderzoek en advies op maat voor eigenaren-bewoners van monumenten, voor eventuele bijdragen aan corporaties en voor een door Bouwend Nederland bepleite stimuleringsregeling. 2. het oprichten van een fonds voor het eenmalig ondersteunen van lokale initiatieven op het terrein van duurzaamheid.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 3.000.000 - RB11.0047 uit reserve "Opbrengst verkoop aandelen Nuon".
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 3.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Klimaatmaatregelen
Nummer/Afd.
8100309
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct Nog toe te wijzen afhankelijk van besluit
Doel
Het plaatsen van zonnepanelen op het dak van Muziekcentrum De Nobel en de realisatie van groene daken op publieke gebouwen, waaronder scholen.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 500.000 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. Onttrekkingen 2012: RB 11.101 € 200.000, RB 12.0109 € 100.000.
Omvang per 1-1-2013
€ 300.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve leegstandsbestrijding
Nummer/Afd.
8100358
Raadsbesluit
Ingesteld bij B en W-besluit van 12 mei 1987
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.01 Bouw- en woningtoezicht
Doel
De reserve is bedoeld om personele en andere uitgaven te dekken die verband houden met vordering en leegstandsbestrijding, inclusief de kosten van maatregelen en voorzieningen voor groot onderhoud en verbetering van betrokken woningen om deze voor de woningvoorraad te behouden. In de B en W vergadering van 11 juli 1995 is besloten deze reserve ook aan te wenden voor het project kamerverhuur en de niet-inbare kosten van aanschrijvingen.
Datum realisatie
n.v.t.
Backoffice Dienstverlening/ Vergunningen en subsidies
Bijlagen | 351
Naam
Reserve leegstandsbestrijding
Datum opheffing
Jaarekening 2012.
Voeding Besteding
Totaal in 2012 ontrokken € 78.675.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De reserve is in 2012 middels RB 12.0097 opgeheven.
Naam
Vereveningsreserve grondexploitaties
Nummer/Afd.
8100359
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
In de vereveningsreserve grondexploitaties worden alle winsten die kunnen worden genomen ondergebracht. De vereveningsreserve is de overkoepelende reserve van het Grondbedrijf waaruit de onderliggende voorzieningen en bestemmingsreserves gevoed kunnen worden. Tevens worden vrijvallende gelden uit de onderliggende voorzieningen en reserves terug gestort in de vereveningsreserve om herbestemd te worden. De vereveningsreserve vormt het onbelegde vermogen van het Grondbedrijf.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Besteding
RB 12.0057 € 1.052.125, RB 12.0058 € 1.843.274, RB 05.0129 85.477, RB 11.0023 € 33.785, RB 07.0057 € 14.000, RB 08.0050 € 820.000, RB 08.0120 € 900.000, RB 10.0114 € 389.627, RB 11.0123 € 711.424, RB 11.0094 € 31.500, RB 12.0059 € 16.045.073, RB 11.0066 € 60.604, RB 11.0042 € 11.581, RB 11.0088 € 119.177, RB 10.0073 € 197.000, RB 10.0083 452.569, RB 10.0149 € 772.801, RB 12.0120 5.256.
Voeding
RB 12.0059 € 2.243.113, RB 09.0069/10.0114 € 400.000, RB 11.0088 € 2.800.000, RB 10.0073 € 261.696, RB 08.0101 € 707.000, RB 10.0134 € 30.000, RB 12.0058 € 26.188.777, rentedotatie € 532.104, vrijval negatieve grondexploitatie € 3.762.680.
Omvang per 1-1-2013
€ 13.380.099
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Reserve bovenwijkse voorzieningen grondbedrijf
Nummer/Afd.
8100360
Raadsbesluit
n.v.t.
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Leiden zit aan de grenzen van zijn ruimtelijke mogelijkheden. Daarmee komt ook de klassieke werking bij de aanleg van voorzieningen waarvan het nut een enkel exploitatiegebied overschrijdt, te vervallen. In verband daarmee wordt het doel van de reserve omgebogen naar het bekostigen van het realiseren van een extra kwaliteitsimpuls aan de openbare ruimte, aangepast aan het monumentale karakter van de stad. Te denken valt aan kunstobjecten, een fontein, illuminatie, een en ander van een orde van grootte qua kosten die past bij de over het algemeen bescheiden inkomstenbronnen van deze reserve. Jaarlijks wordt bij het PRIL een voorstel meegenomen voor de te honoreren objecten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rentedotatie van € 8.323 RB 12.0011. De reserve wordt met name gevoed door de uit exploitatieovereenkomsten voortvloeiende bijdrage in plankosten en bovenwijkse voorzieningen.
Besteding
RB 09.0096 € 274.627.
Omvang per 1-1-2013
€ 149.829
Maximale omvang
n.v.t.
352 | Bijlagen
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Naam
Reserve bovenwijkse voorzieningen grondbedrijf
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve afkoopsommen erfpacht
Nummer/Afd.
8100361
Raadsbesluit
Op aanbeveling van de accountant in de rekening 1996 opgenomen.
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.02 Erfpacht
Doel
De reserve is opgenomen om het inzicht in bezittingen en schulden van de gemeente te verbeteren. In 1996 is besloten de verantwoording van de afkoopsommen zodanig aan te passen dat over de contractperiode jaarlijks een deel van de afkoopsom vrijvalt ten gunste van de exploitatie om de rentelasten over de grondwaarde te dekken.
Datum realisatie
Gedurende de periode waarover de canon is afgekocht.
Datum opheffing
75 jaar na laatst ontvangen afkoopsom.
Voeding
De ontvangen afkoopsommen erfpachtcanon worden aan de reserve toegevoegd.
Besteding
RB 12.0058 € 25.000.000 en RB 08.0101 € 537.000.
Omvang per 1-1-2013
€ 92.907.986
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve afkoop administratiekosten erfpachtbedrijf
Nummer/Afd.
8100362
Raadsbesluit
09.0024
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.02 Erfpacht
Doel
Voor erfpachters die gebruik maken van de afkoop van de canon is met ingang van 1990 de mogelijkheid geboden de jaarlijkse vergoeding voor administratiekosten eveneens af te kopen voor een periode van 75 jaar. Deze afkoopsom wordt bepaald door de jaarlijks te betalen vergoeding contant te maken tegen het bij uitgifte geldende canonpercentage. Vanuit de reserve vindt jaarlijks een bijdrage plaats ten gunste van de exploitatie erfpachtgronden om de gemaakte administratiekosten te dekken.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Termijn is afhankelijk van de nog af te kopen canons. Bovendien zal (bij voorkeur jaarlijks) toetsing plaats moeten vinden van aanwezige gelden en benodigde dekking. Daarbij zal een calculatie moeten worden gemaakt van de nog af te kopen canons.
Voeding
De ontvangen afkoopsommen administratiekosten worden aan de reserve toegevoegd.
Besteding
Jaarlijks valt een bedrag van € 3.000 vrij.
Omvang per 1-1-2013
€ 214.022
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Egalisatiereserve inkomsten leges omgevingsvergunningen
Nummer/Afd.
8100364
Raadsbesluit
06.0063
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 980.01 Mutaties in reserves
Doel
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de behandeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
Datum realisatie
31/12/2004
Backoffice Dienstverlening/Vergunningen en subsidies
Bijlagen | 353
Naam
Egalisatiereserve inkomsten leges omgevingsvergunningen
Datum opheffing
2013
Voeding
Wanneer in enig jaar de inkomsten uit leges voor omgevingsvergunningen (activiteit bouwen), na aftrek van de hogere uitgaven t.o.v. de begrote uitgaven deze leges, hoger zijn dan de begrote inkomsten in dat jaar, vindt toevoeging aan de reserve plaats. Omgekeerd wanneer in enig jaar de inkomsten uit leges voor omgevingsvergunningen (activiteit bouwen), na aftrek van de hogere uitgaven t.o.v. de begrote uitgaven van deze leges, lager zijn dan de begrote inkomsten in dat jaar, vindt onttrekking uit de reserve plaats.
Besteding
Resultaatbestemming 2011 € 872.382 (RB 12.0059), extra inhuur € 25.000 (RB 11.0079), w4 aquaduct € 41.516 (RB 06.0106), actualisatie begroting € 356.133 (RB 12.0097) en lagere leges 2e bestuursrapportage € 195.511 (RB 12.020, begroot was € 500.000, realisatie was beter dan verwacht).
Omvang per 1-1-2013
€ 300.736
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
In 2013 zal de reserve worden opgeheven (RB 12.0097). Voortaan zal verrekening via de concernreserve plaatsvinden.
Naam
Reserve sociale huurwoningen
Nummer/Afd.
8100365
Raadsbesluit
06.0063
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.02 Volkshuisvesting
Doel
Voor een aantal met name genoemde bestemmingen was in het kader van de volkshuisvesting een voorziening ingesteld. De op 31 december 2003 daarvoor ingestelde voorziening is op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 31 december 2005 opgeheven.
Datum realisatie
2006
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
n.v.t.
Voeding
Volgens besluitvorming over de besteding van de vrij beschikbare ruimte concernreserve na storting van het resultaat van de jaarrekening 2005 (RV 06.0063) zijn de nog beschikbare middelen per 1 januari 2006 ad. € 1.196.575, conform BBV, in deze bestemmingsreserve ingebracht. Dit betreft het restantsaldo van het onder het doel genoemde opgeheven voorziening. Dit betreft bijdrage particuliere woningen (€289.015) en bijdrage Van de Willigenhof (€ 907.560). Tevens is in deze reserve gestort de ontvangen locatiegebondensubsidie subsidies van de Provincie Zuid- Holland voor de projecten Van den Wilgenhof (€ 381.192) en Aaltje Noorderwierlaan (€ 217.824). Omdat nog niet geheel duidelijk is wat en hoe de besteding hiervan zal plaatsvinden worden deze ontvangsten bij de bestemming van het resultaat gestort in de reserve sociale huurwoningen.
Besteding
RB 12.0008 € 120.000 afkoop jaarlijkse uitkering voor woningverbetering.
Omvang per 1-1-2013
€ 586.153
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Backoffice Dienstverlening/Vergunningen en Subsidies
Bijzonderheden
Naam
Reserve Stadsvernieuwing
Nummer/Afd.
8100366
Raadsbesluit
06.0063
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 821.01 Vernieuwing binnenstad
Doel
De financieringsstroom op grond van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (WSDV) is met ingang van 2002 opgenomen in het regiem van de Wet Stedelijke Vernieuwing. Met het opheffen van de financieringsstroom op grond van de WSDV is besloten om de bijdragen over de jaren 2000/2001 geheel en een deel van 1999, toe te voegen aan de vrij besteedbare gelden in het Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP). Ook is het opheffen van de WSDV aanleiding geweest om te komen tot een definitieve verdeling van de restantgelden. Vanwege het éénmalige karakter van de gelden ligt het accent van de restbesteding bij stadsvernieuwingsprojecten. De op 1 januari 2003 daarvoor ingestelde voorziening is op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 31 december 2005 opgeheven.
Datum realisatie
2006
354 | Bijlagen
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Naam
Reserve Stadsvernieuwing
Datum opheffing
2012
Voeding Besteding
RB 11.0044 € 74.000 Stevensbloem en RB 12.0097 Actualisatie Begroting € 24.601.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De reserve is in 2012 opgeheven middels RB 12.0097.
Naam
Reserve herstructurering woongebieden Portaal
Nummer/Afd.
8100367
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het verrekenen van de hogere grondprijs met Portaal indien Portaal bij bepaalde woninglocaties meer dan 20% sociale huurwoningen realiseert. Het geld wordt dan uitgekeerd aan de gemeente (zie verder raadsvoorstel/besluit betreffende de uitwerking van de Raamovereenkomst Stedelijke herstructurering Portaal, met name het deel dat de overeenkomst vaststelling Herstructureringsprojecten beslaat).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rentedotatie van € 173.787 RB12.0011. De reserve is gevoed door in het verleden ontvangen vergoedingen voor de conversie van erfpacht.
Besteding
RB 12.0058 € 985.420 Nieuw Leyden.
Omvang per 1-1-2013
€ 3.050.309
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en Ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve strategische aankopen
Nummer/Afd.
8100368
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Verwerven en beheren van strategische aankopen conform de Nota Strategisch Grondbeleid (RB 05.0051 van 08-06-2005)
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rentedotatie van € 21.235 RB12.0011, RB10.0114 € 100.000, RB 12.0058 1.671.628.
Besteding
RB 12.0059 € 356.000 en RB 11.0088 € 355.500.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.143.120
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve bodemsanering
Nummer/Afd.
8100369
Raadsbesluit
05.0052
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijlagen | 355
Naam
Bestemmingsreserve bodemsanering
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het ondersteunen van projecten waarbij bodemverontreiniging wordt aangetroffen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rentedotatie van € 294.188 RB12.0011, RB 09.0069 € 500.000 en RB 08.0050 € 570.000.
Besteding
RB 12.0058 647.988, RB 10.0083 € 52.382, RB 12.0059 € 28.810, RB 12.0041 23.390, RB 07.0047 € 8.508.
Omvang per 1-1-2013
€ 15.312.514
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve vastgoedexploitatie Stadsgehoorzaal
Nummer/Afd.
8100370
Raadsbesluit
n.v.t.
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke ontwikkeling Beleidsproduct 540.02 Muziek
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van een nog in te stellen krediet voor investeringen in de Stadsgehoorzaal.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bestemmen van specifieke gelden t.b.v. dekking nog in te stellen krediet voor investeringen in de Stadsgehoorzaal. Rentedotatie € 38.903 RB 12.0011.
Besteding
RB 09.0096 € 61.652.
Omvang per 1-1-2013
€ 841.750
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve herstructurering woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet
Nummer/Afd.
8100372
Raadsbesluit
06.0883
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Het verrekenen van tekorten op de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van DSvZeV, met De Sleutels van Zijl en Vliet waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert. Ccnform de Raamovereenkomst met DSvZeV (zie verder raadsvoorstel/ besluit betreffende de Raamovereenkomst Stedelijke Herstructurering Ons Doel, RB 07.0023).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rentedotatie van € 155.759 RB12.0011, RB 12.0144 € 2.800.000.
Besteding
Er hebben in 2012 geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 6.417.078
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
356 | Bijlagen
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Naam
Reserve herstructurering woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet
Bijzonderheden
Naam
Reserve Herstructurering Woongebieden Ons Doel
Nummer/Afd.
8100373
Raadsbesluit
RV 07.0023
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitatie
Doel
Het verrekenen met Ons Doel van tekorten op de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van Ons Doel, waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert. Conform de Raamovereenkomst met Ons Doel (zie verder raadsvoorstel/besluit betreffende de Raamovereenkomst Stedelijke Herstructurering Ons Doel).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Uit gelden die afkomstig zijn uit de conversie van de geëxpireerde erfpachtcontracten naar volledig eigendom van Ons Doel. Rentedotatie € 358.771 RB12.0011.
Besteding
RB 10.0039 € 1.233.761, RB 09.0017 € 2.641.683.
Omvang per 1-1-2013
€ 4.456.015
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve A4/W4 bijdrage RWS
Nummer/Afd.
8100374
Raadsbesluit
06.0062
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitatie
Doel
Het financieren van de bijdrage aan Rijkswaterstaat voor de aanleg van de ondertunneling van de rijksweg A4.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
2012.
Voeding
De reserve wordt gevoed met het voordelige saldo van het afgesloten project 14 W4/bijdrage. Daarnaast zal jaarlijks een rente gerelateerde dotatie plaats vinden.
Besteding
RB 12.0075 € 13.297.468.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern
Bijzonderheden
Naam
Reserve renterisico erfpachtbedrijf
Nummer/Afd.
8100375
Raadsbesluit
08.0050
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.02 Erfpacht
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor dekking renterisico's van het erfpachtbedrijf.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Dotatie uit Vereveningsreserve van € 250.000 RB08.0050 per jaar.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico's.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijlagen | 357
Naam
Reserve renterisico erfpachtbedrijf
Omvang per 1-1-2013
€ 500.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve project en algemene risico’s projecten in uitvoering
Nummer/Afd.
8100376
Raadsbesluit
RV 08.0050
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van de project en algemene risico’s in de grondexploitatieprojecten in uitvoering.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Rentevergoeding van € 170.008 RB12.0011.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico’s van de projecten in uitvoering door middel van besluitvorming bij het PRIL. Onttrekkingen 2012: RB 12.0058 PRIL 2012 € 1.710.561.
Omvang per 1-1-2013
€ 6.959.871
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve project en algemene risico’s projecten voor uitvoering
Nummer/Afd.
8100377
Raadsbesluit
RV 08.0050
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van de project en algemene risico’s in de grondexploitatieprojecten voor uitvoering.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Rentevergoeding van € 60.989 RB 12.0011. RB12.0058 PRIL 2012 € 795.542.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico’s van de projecten voor uitvoering door middel van besluitvorming bij het PRIL.
Omvang per 1-1-2013
€ 3.905.990
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Stadsherstel
Nummer/Afd.
8100378
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 821.01 Vernieuwing binnenstad
Doel
Kan aangewend worden ter financiering van het gemeentelijk aandeel in het startkapitaal van de NV Stadsherstel
358 | Bijlagen
Naam
Bestemmingsreserve Stadsherstel
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 2.000.000 - RB11.0047 uit reserve "Opbrengst verkoop aandelen Nuon".
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. In 2012 hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Lammenschanspark
Nummer/Afd.
8100379
Raadsbesluit
11.0053
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitaties
Doel
Dekking van krediet voor aankopen t.b.v. project Lammenschanspark.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In 2012 is gestort de rentedotatie van €152.000.
Besteding
In 2012 zijn onttrokken de gerealiseerde plankosten € 1.222.646, afboeking boekwaarden Lammenschans 134 - 134A € 876.962 en afboeking boekwaarden ROC locaties € 3.100.000.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.552.392
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve voorziene investeringen
Nummer/Afd.
8100380
Raadsbesluit
08.0091
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 980.01 Verrekening reserves
Doel
De reserve is ingesteld bij samenstelling van de begroting 2009. Via deze reserve wordt een voordelige ontwikkeling in het meerjarenbeeld als gevolg van een herberekening van de kapitaallasten beschikbaar gehouden voor de dekking van voorziene grote investeringsopgaven.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Ontwikkeling in de kapitaallasten resp. de afroming van de stelpost grote investeringen.
Besteding
RB 09.0118 € 1.443.635, RB 09.0096 € 3.316.
Omvang per 1-1-2013
€ 17.528.543
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concernstaf
Bijzonderheden
Naam
Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Nummer/Afd.
8100555
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijlagen | 359
Naam
Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Raadsbesluit
08.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 421.01 Openbaar basisonderwijs huisvesting
Doel
De reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord dient om de kapitaallasten die voortvloeien uit het vastgoedkrediet voor investeringen van de Brede School Leiden Noord te dekken.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
-
Voeding
Huuropbrengst tijdelijke huisvesting van € 12.000. De rentedotatie van € 290.137.
Besteding
Een deel van de kapitaallasten van de Brede School Leiden Noord worden gedekt uit de reserve - RV 08.0047. In 2012 zijn de onttrokken kapitaallasten 290.137. Tevens is bij bestemming van het rekeningresultaat 2011 (RV 12.0059) een correctie verwerkt wegens te hoge storting in de reserve van € 800.700.
Omvang per 1-1-2013
€ 5.658.789
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Er is € 142.000 minder onttrokken dan begroot, als gevolg van de later geplande oplevering dan waartoe ten tijde van het beschikbaar stellen van de middelen rekeningen was gehouden.
Naam
Reserve kapitaallasten nieuwbouw Da Vinci
Nummer/Afd.
8100556
Raadsbesluit
09.0073
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.01 Facilitaire taken huisvesting
Doel
Bestemmen van specifieke geld voor de nieuwbouw van de vmbo-school Da Vinci College nabij station Lammenschans.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Dotatie uit Vereveningsreserve per 01-07-2009 ad.€ 5.244.000, opbrengst grondverkoop aan CCL april 2009 ad. € 2.000.000, dekking vrijval behoedzaamheidsreserve 2007 (RB 07. 0016) € 2.300.000, reservering Vereveningsreserve Grondexploitaties (RB 06.0137) € 2.000.000.
Besteding
Conform RV12.0011 Beleidskader reserves en voorzieningen is rente toegevoegd van € 519.480 (voordeel). Tevens zijn door het realiseren van in 2012 beschikbaar gesteld aanvullend krediet 7100190 ''DaVinci Lammenschans' met € 1.670.000 de kapitaallasten € 230.880,- hoger dan geraamd. De gerealiseerde kapitaallasten bedragen in 2012 dan ook € 519.480.
Omvang per 1-1-2013
€ 11.544.000
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Bijzonderheden
De begrote onttrekking heeft niet plaatsgevonden. Het krediet is in 2012 afgesloten en wordt met ingang van 2013 geactiveerd.
Naam
Reserve combinatiefuncties
Nummer/Afd.
8100557
Raadsbesluit
09.0120
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.04 Lokaal onderwijsbeleid
Doel
Vanaf 2008 is de rijksregeling Impuls Brede Scholen Sport en Cultuur in werking getreden. Via deze regeling ontvangt de gemeente een bijdrage voor het realiseren van combinatiefuncties in enerzijds het onderwijs en anderzijds in de sectoren sport en cultuur. De belangrijkste doelstellingen van het Rijk bij deze regeling zijn: ■ de uitbreiding van het aantal brede scholen met een sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs; ■ de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sport voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; ■ het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen; ■ het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen.
Datum realisatie
2009
360 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en cultuur
Realisatie/Stadskennis
Naam
Reserve combinatiefuncties
Datum opheffing
-
Voeding
Deze reserve is gevoed met de rijksbijdragen 2008 en 2009 van € 465.000, de onderuitputting BOS-projecten van € 50.000 en een onttrekking uit de voorziening risico GSB van € 563.000 - B09.0120.
Besteding
Op de combinatiefuncties zit in de jaren 2010 t/m 2014 een begroot tekort. Met deze reserve wordt dit tekort jaarlijks aangevuld. Het is evenwel ook mogelijk dat een overschot in enig jaar aan de reserve wordt toegevoegd. In 2012 is € 5.000 (RB 09.0120) onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.453.664
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Ter dekking van de kosten in 2012 was een onttrekking begroot aan de reserve combinatiefunctionarissen van € 210.000. Deze onttrekking is niet nodig gebleken. Dit budget blijft in de reserve combinatiefunctionarissen beschikbaar voor de projecten die nu langer doorlopen.
Naam
Reserve Centra voor Jeugd en Gezin
Nummer/Afd.
8100558
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 716.01 Jeugdgezondheidszorg
Doel
Het egaliseren van de jaarlijkse kosten die betrekking hebben op het realiseren van vier nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
2013
Voeding
Tot en met 2011 zijn vanuit het rijk middelen ten behoeve van het realiseren van centra voor jeugd en gezin als brede doeluitkering verstrekt. Hierna worden deze middelen via de algemene uitkering als decentralisatie-uitkering verstrekt. Bij de jaarrekening 2009 is voorgesteld om een bedrag van € 200.000 in de reserve te storten. Tot en met 2013 wordt de reserve als egalisatiereserve onder andere ingezet voor de inrichting van het 3e en 4e Centrum Jeugd en Gezin.
Besteding
Tot en met 2013 wordt de reserve ingezet als egalisatiereserve. Vanaf 2014 komt de begrootte hoogte van structurele uitgaven weer met elkaar overeen. In 2012 zijn geen onttrekkingen gedaan.
Omvang per 1-1-2013
€ 200.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis
Bijzonderheden
Naam
Reserve Onderhoud Onderwijshuisvesting
Nummer/Afd.
8100559
Raadsbesluit
11.0044
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.04 Lokaal onderwijs beleid
Doel
Opvangen exploitatie verschillen binnen onderwijshuisvesting.
Datum realisatie
2011/2012
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting uit voorziening van € 1.036.704 - RB11.0044. De meerjarige onderhoudsplannen zijn geen verantwoordelijkheid van de gemeente, maar van de schoolbesturen. Hierdoor is in 2010 de voorziening opgeheven en omgezet in een reserve. Het vrijgekomen bedrag blijft nodig voor exploitatie verschillen bij beheer van de schoolgebouwen. RB 12.0120 € 199.000 (bijdrage Leo Kannerschool) RB 12.0055 € 60.000 (minder kosten jeugdloket).
Besteding
Dekking van de aanvragen voor eenmalige voorzieningen door de schoolbesturen.
Omvang per 1-1-2013
€ 769.704
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen | 361
Naam
Reserve Onderhoud Onderwijshuisvesting
Bijzonderheden
Conform het vastgestelde Integraal huisvestingsplan Onderwijs is € 163.000 gereserveerd ter dekking van de OZB-kosten. De OZB-kosten zijn in werkelijkheid zo groot als geraamd, maar konden dit jaar binnen het product onderwijshuisvesting worden opgevangen, zodat de onttrekking niet noodzakelijk is geacht.
Naam
Reserve Onderwijshuisvesting Nuon
Nummer/Afd.
8100560
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en Onderwijs Beleidsproduct 480.01 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijshuisvesting
Doel
Met de middelen in deze bestemmingsreserve kunnen verschillende onderwijsvoorzieningen (versneld) gerealiseerd worden.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 10.709.486 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'. RB 10.0113 € 2.800.000.
Besteding
Onttrekkingen t.b.v. onderwijshuisvesting kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. Conform RV 12.0078 is € 400.000 onttrokken in 2012 voor het groot onderhoud aan de monumentale gymnastiekzaal van Er Riseleh.
Omvang per 1-1-2013
€ 13.109.486
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijzonderheden
Naam
Reserve Schouwburg
Nummer/Afd.
8100664
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 540.01 Theater
Doel
De reserve fungeert als bedrijfsreserve voor de Leidse Schouwburg. Doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2012
Voeding
Op basis van het bedrijfsresultaat wordt jaarlijks de dotatie /onttrekking bepaald.
Besteding
RB 12.0059 € 224.652 (afwikkeling verzelfstandiging Leidse Schouwburg/stadspodia)
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Als gevolg van de verzelfstandiging van de Schouwburg, is de bedrijfsreserve per 1 januari 2012 overgedragen aan Stadspodia.
Naam
Reserve Aankopen Lakenhal
Nummer/Afd.
8100665
Raadsbesluit
09.0097
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 540.03 Beeldende kunst
Doel
Egalisatie van aankoopbijdragen en aankopen van kunstwerken van Museum De Lakenhal
Datum realisatie
n.v.t.
362 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Naam
Reserve Aankopen Lakenhal
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Overschot in aankoopbudget ten opzichte van realisatie in enig jaar.
Besteding
De reserve is bedoeld voor aankopen kunstwerken ten behoeve van Museum De Lakenhal. Over 2012 is een onttrekking van € 55.000 voorzien, met name wegens de bijdrage aan de aankoop van het schilderij De Brillenverkoper van Rembrandt. In 2012 hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 350.630
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
geen
Naam
Reserve de Lakenhal
Nummer/Afd.
8100666
Raadsbesluit
09.0034
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidkunde en musea
Doel
De reserve fungeert als bedrijfsreserve voor Museum De Lakenhal. Doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering t.o.v. de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Op basis van het bedrijfsresultaat wordt jaarlijks de dotatie /onttrekking bepaald.
Besteding
Concrete bestedingsdoelen zijn: • Opvangen van fluctuaties in bedrijfsresultaat en -risico's • Afdekken risico’s bij de organisatie van tentoonstellingen tot € 100.000. Over 2012 is een onttrekking van € 60.000 (2e bestuursrapportage 2012) opgenomen en een onttrekking van € 53.000 voorzien. Deze onttrekkingen zijn met name veroorzaakt door hogere uitgaven aan organisatieadvisering, ontwikkeling van huisstijl en inrichting van fondsenwerving.
Omvang per 1-1-2013
€ 580.168
Maximale omvang
€ 644.599 (op basis van gegevens 2012)
Minimale omvang
€ 64.460 (op basis van gegevens 2012)
Bijzonderheden
geen
Naam
Reserve investering Muziekhuis
Nummer/Afd.
8100667
Raadsbesluit
06.0074
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 540.02 Muziek
Doel
Dekking van afschrijvingen
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
In verband met de vertraging van het afsluiten van de investering 'muziekhuis aanpassing' is er tot en met 2012 afgeschreven op de investering in plaats van tot 2011. Daarom wordt de reserve opgeheven in 2012 in plaats van 2011.
Voeding
Eenmalig bij RV 06.0074.
Besteding
Onttrekking dekking afschrijvingslasten RB 06.0074.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Bijlagen | 363
Naam
Reserve Investering Molen de Valk
Nummer/Afd.
8100668
Raadsbesluit
07.0012
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 , Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 541.02 Monumentenzorg
Doel
Dekking van afschrijvingen.
Datum realisatie
Bij afsluiten investering Molen de Valk.
Datum opheffing
Bij afsluiten investering Molen de Valk.
Voeding
Eenmalig bij RV 07.0012 van € 412.500.
Besteding
Onttrekking van € 17.078 RB 07.0012. Dekking van afschrijvingslasten herstel en restauratiewerkzaamheden aan Molen de Valk.
Omvang per 1-1-2013
€ 379.500
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve Leids Fonds voor de Kunsten
Nummer/Afd.
8100669
Raadsbesluit
07.0119
Programma/ Beleidsproduct
Prorgamma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 540.01 Theather
Doel
Het geven van een impuls aan het Leidse kunst- en cultuuraanbod.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2012
Voeding
Het jaarlijkse saldo van baten en lasten van het Leids Fonds voor de Kunsten.
Besteding
Onttrekking van € 42.070 RB 12.0097.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De reserve is opgeheven bij de bezuinigingsvoorstellen.
Naam
Reserve Haagweg 4
Nummer/Afd.
8100670
Raadsbesluit
09.0004
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 540.03 Beeldende kunst
Doel
Dekking van de kapitaallasten van de renovatie Haagweg 4.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Reserveringen binnen het PRIL, uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties ad. € 1.350.000; Reserve Atelierbeleid (product 540.04 Reserve Atelierbeleid) ad. € 91.000; Beschikbare middelen 2008 ten behoeve van het Cultuurfonds 2008 (product 540.01 Theater) ad. € 100.000 bij resultaatbestemming jaarrekening 2008; Beschikbare middelen 2008 ten behoeve van de kunst in de openbare ruimte (product 540.03 Beeldende Kunst) ad € 75.000 bij resultaatbestemming jaarrekening 2008; Rentebijschrijving 2012 € 67.375.
Besteding
Kapitaallasten herinrichting en het brandveilig maken van het Haagweg 4 complex. Onttrokken in 2012 € 185.905 RB09.0004.
364 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Naam
Reserve Haagweg 4
Omvang per 1-1-2013
€ 1.378.696.
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Bijzonderheden
Naam
Reserve Archeologisch Park Matilo
Nummer/Afd.
8100671
Raadsbesluit
08.0073
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 541.03 Archeologie
Doel
Bestemmen van specifieke geld voor de dekking van het project inrichting Park Matilo.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Dotatie uit vereveningsreserve van 2009 tot en met 2011 van drie gelijke jaarschijven van € 1.250.000 RB08.0073. Rente bijschrijving van €42.970 RB12.0011.
Besteding
In te zetten voor de realisatie van het wijkpark Matilo in de ruimste zin van het woord. Voor het project Archeologisch Park Matilo zijn kosten gemaakt in 2012 voor € 518.798,02. Deze kosten dienen ten laste te worden gebracht van de reserve Archeologisch Park Matilo. Aangezien deze onttrekking niet in de begroting is geraamd zal bij bestemming van het rekeningresultaat deze onttrekking moeten worden gerealiseerd. In 2012 is onttrokken uit deze reserve de kosten 2011 ad. € 1.639.703 zoals besloten bij bestemming van het rekeningresultaat 2011 (RV 12.0059).
Omvang per 1-1-2013
€ 551.756
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve herontwikkeling sportvelden
Nummer/Afd.
8100672
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 530.01/531.01 Rode en groene sportvelden
Doel
Deze reserve heeft tot doel de middelen te reserveren die zijn toegekend voor de ontwikkeling van de Zuidelijke sportvelden en Montgomery terrein.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt voornamelijk gevoed door een voortijdige winstneming op de ontwikkeling van het Haagwegkwartier.
Besteding
(Her)ontwikkeling van Sportvelden. Er is een onttrekking gedaan van € 463.000 conform RB 12.0118.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.615.635
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Sportbedrijf
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Uitbreiding foyer Schouwburg
Nummer/Afd.
8100674
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur Beleidsproduct 540.01 Theater
Bijlagen | 365
Naam
Bestemmingsreserve Uitbreiding foyer Schouwburg
Doel
Ter verbetering van de financiële exploitatie van de Schouwburg dient meer ruimte gerealiseerd te worden voor ontvangst van gasten. Daartoe dient de foyer uitgebreid te worden.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 1.000.000 - RB11.0047 uit reserve "Opbrengst verkoop aandelen Nuon".
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.In 2012 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Sportaccommodaties
Nummer/Afd.
8100675
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 530.02 Sportzalen en sporthallen
Doel
Bestemmingsreserve wordt ingezet voor het plegen van noodzakelijke (vervangings)investeringen in sportaccommodaties
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
2012
Voeding
Eenmalige storting van € 2.801.000 - RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
In RB 12.0118 is besloten dat de reserve sportaccomodaties in 2012 wordt opgeheven. Het saldo is vrijgevallen naar de voeding 'reserve kapitaallasten sportaccomodaties'.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Sportinvesteringen
Nummer/Afd.
8100676
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur Beleidsproduct 530.02 Sportzalen en sporthallen
Doel
Duurzaam investeren in sportaccommodaties
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2012
Voeding
Stortingen: RB11.0047 € 125.000, RB 11.0047 € 75.000 en RB12.0059 € 3.400.000.
Besteding
Onttrekking € 3.600.000. In RB 12.0118 is besloten dat de reserve sportinvesteringen in 2012 wordt opgeheven. Het saldo is vrijgevallen naar de voeding 'reserve kapitaallasten sportaccomodaties'.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
366 | Bijlagen
Naam
Reserve exploitatie De Nobel
Nummer/Afd.
8100677
Raadsbesluit
10.0144
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 540.02 Muziek
Doel
Bijdrage aan de bijsturingsopgave voor de exploitatie van Muziekcentrum De Nobel.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
2053
Voeding
Dotatie vanuit reserve Muziekcentrum De Nobel van € 346.180 - RB11.0101
Besteding
Jaarlijkse bijdrage aan de exploitatie van Muziekcentrum De Nobel. In 2012 is er € 50.000 (RB11.0101)onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 296.180
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten De Nobel
Nummer/Afd.
8100678
Raadsbesluit
11.0101
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Recreatie en cultuur Beleidsproduct 913.02 Beheer panden
Doel
Dekking van kapitaallasten ten gevolge van de investering in het gebouw en de theatertechniek.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
2051
Voeding
Rentedotatie van € 47.374. RB 11.0101 € 200.000 (reserve Klimaatmaatregelen) en € 198.394 (Jaarschijf 2012 Subsidie op Termijn).
Besteding
Dekking van de kapitaallasten. RB 11.0101 € 47.374)
Omvang per 1-1-2013
€ 1.451.141
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Openbare Geestelijk GezondheidsZorg (OGGZ)
Nummer/Afd.
8100784
Raadsbesluit
00.0124
Programma/ Beleidsproduct
Programma 9 Welzijn en zorg Beleidsproduct 620.05 Maatschappelijke opvang en 714.03 Ambulante verslavingszorg
Doel
Het opheffen van knelpunten bij de uitvoering van de (regionale) plannen voor Maatschappelijke opvang en Verslavingszorg.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In het verleden is een aantal maal besloten om het niet bestede deel van de OGGZ-middelen in deze bestemmingsreserve te storten.
Besteding
RB 12.0003 € 75.914.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.035.728
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadsleven
Bijlagen | 367
Naam
Reserve Openbare Geestelijk GezondheidsZorg (OGGZ)
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen
Nummer/Afd.
8100785
Raadsbesluit
11.0047
Programma/ Beleidsproduct
Programma 9 Welzijn en Zorg Beleidsproduct 620.05 Maatschappelijke opvang
Doel
Bieden van mogelijkheden om een aantal leemtes in het aanbod aan sociaal-maatschappelijke voorzieningen te vullen. dit vooruitlopend op de later dit jaar te verschijnen Sociaal-maatschappelijke structuurvisie.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 5.008.485 RB11.0047 uit reserve 'Opbrengst verkoop aandelen Nuon'.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. Onttrekkingen 2012: RB 11.0141 € 1.000.000, RB 11.0140 € 6.307.
Omvang per 1-1-2013
€ 4.002.178
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve frictiekosten ID/WIW-banen
Nummer/Afd.
8100855
Raadsbesluit
11.0086
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.02 Uitstroom en Activering
Doel
De kosten van de ID-banen (werkgever betaalt het salaris en de gemeente verstrekt een loonkostensubsidie) en van de WIW-banen die extern gedetacheerd zijn (de gemeente is werkgever en betaalt het salaris, de inlenende organisatie betaalt een inleenvergoeding) worden tot 2012 grotendeels ten laste gebracht van het Participatiebudget. Vanaf 2012 wordt het aandeel in de kosten dat ten laste komt van het Participatiebudget lager en nemen in principe de kosten toe bij de werkgevers (ID) en bij de inlenende organisaties (WIW). Om deze extra kosten te dekken dienen de externe organisaties in eerste instantie zelf extra middelen te genereren. Het is mogelijk dat de gemeente alsnog deels extra middelen verschaft maar dan ten laste van het budget van het desbetreffende beleidsveld waarin de ID/WIWer werkzaam is. De inzet is erop gericht om de nuttige activiteiten voort te zetten en om ontslag waar mogelijk te voorkomen. De reserve is nodig om de frictiekosten te kunnen opvangen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2013
Voeding
RB 11.0088 € 750.000.
Besteding
RB 11.0137 €219.000, RB 12.0020 € 487.353.
Omvang per 1-1-2013
€ 43.647
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De reserve kan worden opgeheven.
Naam
Bedrijfsreserve DZB
Nummer/Afd.
8100857
Raadsbesluit
09.0034
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.05 WSW
Doel
Het opvangen van jaarlijkse schommelingen in de bedrijfsvoeringkosten en om knelpunten in de exploitatie op te lossen.
Datum realisatie
n.v.t.
368 | Bijlagen
DZB
Naam
Bedrijfsreserve DZB
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Voordelig rekeningsresultaat op de uitvoering van de WSW.
Besteding Omvang per 1-1-2013
€ 2.568.866
Maximale omvang
10% exploitatielasten 2012
Minimale omvang
1% exploitatielasten 2012
Bijzonderheden
Naam
Reserve compensatie dividend Nuon
Nummer/Afd.
8100907
Raadsbesluit
09.0111
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 914.02 Beleggingen
Doel
Het reserveren van een deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon Energy voor compensatie van het wegvallende dividend in de begroting.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon.
Besteding
Jaarlijks wordt aan de reserve een bedrag onttrokken gelijk aan het bedrag dat aan dividend wegvalt door verkoop van de aandelen.
Omvang per 1-1-2013
€ 104.701.000
Maximale omvang
€ 117.500.000
Minimale omvang
€ 60.393.545
Concern
Bijzonderheden
Naam
Reserve GSB-middelen ISV en EZ
Nummer/Afd.
8100910
Raadsbesluit
10.0056
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen 921.05
Doel
Middelen om projecten te dekken voor de realisatie van prestatieafspraken in het kader van GSB met het Rijk.
Datum realisatie
2010
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Eind 2009 is een bedrag een bedrag van € 9.627.481 als balanspost vrijgevallen als gevolg van de afrekening ISV I, ISV II en de BDU EZ met het Rijk. Dotatie 2012: Reserveringen vanuit AU ISV € 1.977.552.
Besteding
Onttrekkingen 2012: RB 12.0036 € 109.871, RB09.0121 € 247.557, RB 09.0119 € 278.764, RB 07.0137 € 7.500, RB 06.0161 € 1.248.208, RB 09.0024 € 200.000, RB 12.0045 9.312.
Omvang per 1-1-2013
€ 12.090.925
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
RMB
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsreserve Brandweer
Nummer/Afd.
8100962
Raadsbesluit
02.0081
Brandweer
Bijlagen | 369
Naam
Bedrijfsreserve Brandweer
Programma/ Beleidsproduct
Programma 2 Veiligheid Beleidsproduct 960 Saldo van baten en lasten
Doel
De doelstelling van de bedrijfsreserve was de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2012
Voeding Besteding
RB 12.0059 € 150.000, RB 12.0097 € 17.076 De reserve is conform RB 12.0097 in 2012 opgeheven.
Omvang per 1-1-2013
€0
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Jeugdsportfonds Leiden
Nummer/Afd.
8100970
Raadsbesluit
10.0144
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Sport, Cultuur en recreatie Beleidsproduct 530.05 Sportstimulering
Doel
Een reserve Jeugdsportfonds Leiden in te stellen, met als doel aan die reserve jaarlijks bedragen te onttrekken die benodigd zijn voor het door de gemeente Leiden financieren van het Jeugdsportfonds Leiden.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 222.740 - RB10.0144
Besteding
De aanwending van de gevormde reserve wordt ingezet voor de financiering van het Jeugdsportfonds Leiden.Overeenkomstig de doelstelling is € 105.810 onttrokken - RB11.0127
Omvang per 1-1-2013
€ 116.930
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Ontsluiting Bio Science Park
Nummer/Afd.
8100976
Raadsbesluit
06.0131
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct
Doel
het oplossen van de ruimtelijke knelpunten inzake de gebiedsontwikkeling Bio Science Park.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In 2012 is € 8.000.000 gestort conform RB 12.0059.
Besteding
In 2012 is € 1.355.476 onttrokken conform RB 12.0120.
Omvang per 1-1-2013
€ 6.644.524
Maximale omvang Minimale omvang Bijzonderheden
370 | Bijlagen
Naam
Reserve financiële bijdrage woningonttrekking
Nummer/Afd.
8100978
Raadsbesluit
Ingesteld in 1977
Programma/ Beleidsproduct
Programma 9 Welzijn en Zorg Beleidsproduct 822.04 Woonruimteverdeling
Doel
Het scheppen van vervangende woongelegenheid en het afdekken van risico’s die het gevolg zijn van daling van de woningvoorraad.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
n.v.t.
Besteding
RB 11.0070 €57.940, RB 12.0097 € 50.000.
Omvang per 1-1-2013
€ 28.648
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Service en informatie
Bijzonderheden
Naam
Reserve afbouwregeling Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL)
Nummer/Afd.
8101020
Raadsbesluit
RB 11.0137
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 214.02 Parkeergarages
Doel
De reserve afbouwregeling SSL dient om de bijdragen aan de Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) voor de jaren 2012 tot en met 2016 vast te leggen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2017
Voeding
In 2012 is gestort in deze reserve € 519.000 uit de reserve frictiekosten ID/WIW voor € 219.000 en uit de reserve parkeren € 300.000.
Besteding
Onttrokken zijn voorschotten in het exploitatietekort van de Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) van € 429.000.
Omvang per 1-1-2013
€ 90.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve zachte landing
Nummer/Afd.
8101090
Raadsbesluit
RB 12.0097
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.05 WSW
Doel
Dekking kosten herstructurering DZB.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2014
Voeding
Dotatie € 1.000.000 bij 2e Bestuursrapportage 2012 (RB 12.0120)
Besteding
Frictiekosten WSW te weten € 240.000 in 2012, € 400.000 in 2013 en € 360.000 in 2014
Omvang per 1-1-2013
€ 760.000
Maximale omvang
€ 1.000.000
Bijlagen | 371
Naam
Reserve zachte landing
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Eerst zou de concernreserve worden ingezet voor oormerking van dit bedrag. Door de val van het kabinet Rutte I zijn de ontwikkelingen op het terrein van werken en inkomen, die verband hielden met de concept wet Werken naar Vermogen op PM gezet. Om het geoormerkte bedrag binnen de concernreserve van € 1.000.000 veilig te stellen is een afzonderlijke reserve ingesteld. Nu zullen de herstructureringskosten gedekt worden via deze aparte bestemmingsreserve.
Naam
Reserve kapitaallasten sportaccomodaties
Nummer/Afd.
8101101
Raadsbesluit
12.0118
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur , Sport en Recreatie Beleidsproduct
Doel
Dekking van een deel van de kapitaallasten van investeringen uit de Sportnota, zijnde de kapitaallasten die voorvloeien uit een investeringsvolume van €9.654.000 voor de vervanging van het Vijf Meibad en een klein deel van de Vijf Meihal.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2058
Voeding
Diverse incidentele middelen die in 2011-2013 beschikbaar zijn gesteld voor investeringen in sport en terecht zijn gekomen in verschillende reserves, voorzieningen en het Programma Algemene dekkingsmiddelen II. RB 12.0118 € 9.564.000
Besteding
Vanaf 2018 jaarlijks gelijk aan de kapitaallasten van een investeringsvolume van €9.564.000 en een afschrijvingstermijn van 40 jaar.
Omvang per 1-1-2013
€ 9.564.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve weerstandsvermogen Parkeren en Stedelijke Investeringen
Nummer/Afd.
8101103
Raadsbesluit
RB 12.0058
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 830.01 Grondexploitatie
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve is in eerste instantie de tijdelijke dekking van de cashflowproblemen in de Vereveningsreserve Grondexploitaties voor de jaren 2012-2014, daarna de tijdelijke cashflowproblemen van de parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt, met als einddoel investeren in stedelijke vernieuwing.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Reserve Afkoopsommen Erfpacht
Besteding
€ 16.500.000 in 2012, € 700.000 in 2013 en € 600.000 in 2014.
Omvang per 1-1-2013
€ 8.500.000
Maximale omvang
€ 25.000.000
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Voorzieningen Naam
Voorziening groot onderhoud archief
Nummer/Afd.
8105001
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en dienstverlening 002.13 – via kostenplaats huisvesting
372 | Bijlagen
Archief
Naam
Voorziening groot onderhoud archief
Doel
Egalisatie van de kosten voor onderhoud van de gebouwen archief.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
Deze voorziening is eind 2012 toegevoegd aan de Voorziening groot onderhoud Ambtelijke panden ( 8105013 ).
Onderhoudsplan
De actualisatie van de beheerplannen ambtelijke gebouwen zijn in 2012 afgerond. Hiermee is ook het Archief opgenomen in Ambtelijke huisvesting.
Voeding
Dotatie van € 45.566.
Besteding
In 2012 is een bedrag van € 1.590 besteed aan onderhoud. Het saldo van deze voorziening is overgeboekt naar Ambtelijke huisvesting.
Omvang per 1-1-2013
€0
Bijzonderheden
Naam
Voorziening boomregeling
Nummer/Afd.
8105003
Raadsbesluit
96.0075
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 560.05 Groenbeheer
Doel
Egalisatie van de kosten voor het duurzaam in stand houden van bepaalde monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstand en dergelijke.
Datum realisatie
9-7-1996
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Bomenverordening en Meerjaren Onderhoudsprogramma Groen.
Voeding
Egalisatie van de kosten voor het duurzaam instandhouden van bepaalde monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstand e.d.
Besteding
Herplantbijdrage en vergoedingen wegens toegebrachte schade. In 2012 is € 522.872 onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 561.194
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Voorziening riolering
Nummer/Afd.
8105004
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 722.03 Vervanging riolering en 722.06 Onderhoud riolering en gemalen
Doel
Egalisatie van de kosten voor het groot onderhoud rioleringen alsmede een spaarvoorziening voor toekomstige investeringen overeenkomstig regelgeving in het BBV.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan
Het rioleringsplan is de basis voor de vervanging van rioleringen en maatregelen om emissie te beperken. De werkelijke vervanging per jaar is deels afhankelijk van verbetering- en reconstructiewerk, waardoor de omvang van het onderhoudswerk per jaar kan verschillen.
Voeding
€ 1.015.000 ten behoeve van toekomstige investering, € 89.430 dotatie groot onderhoud, € 1.402.641 project Oude Kooi.
Besteding
€ 300.000 tijdelijke onttrekking bij besluitvorming begroting 2013
Omvang per 1-1-2013
€ 4.383.287
Stedelijk beheer
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud Lakenhal
Nummer/Afd.
8105007
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijlagen | 373
Naam
Voorziening groot onderhoud Lakenhal
Raadsbesluit
1986
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidkunde en musea
Doel
1. Egalisatie van de kosten voor onderhoud en beveiliging van Museum De Lakenhal. 2. Vormen van dekking voor vervangingsinvesteringen in installaties en beveiligingsapparatuur.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Valt samen met de renovatie en uitbreiding 2012-2016
Voeding
Wanneer in enig jaar de lasten voor onderhoud aan installaties en beveiliging lager zijn dan begroot, wordt het verschil in de voorziening gestort. Over 2012 is € 60.782 gestort in de voorziening.
Besteding
In 2012 zijn geen onderhoudskosten geboekt ten laste van de voorziening.
Omvang per 1-1-2013
€ 368.510
Bijzonderheden
In mei 2012 is het kaderbesluit genomen over de restauratie van het bestaande pand (in-en exterieur) en uitbreiding van het museum. Hier worden ook installaties in opgenomen. Uitvoering is voorzien tot en met 2016. Aldus wordt conform de rapportages van de monumentenwacht en het regulier onderhoud wel uitvoering gegeven aan noodzakelijk (groot) onderhoud, maar wordt actualisatie van de volledige meerjarenprogramma's opgenomen in de genoemde renovatie en uitbreiding.
Naam
Voorziening onderhoud accommodaties
Nummer/Afd.
8105009
Raadsbesluit
1994
Programma/ Beleidsproduct
Diversen
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van overige gemeentelijk vastgoed.
Datum realisatie
Doorlopend
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
De actualisatie van de beheerplannen overige gebouwen zijn afgerond.
Voeding
In 2012 is er een bedrag van € 1.600.000 gedoteerd. Ook is er een correctie van -/- € 4.200.000 verwerkt en overgeboekt naar de Voorziening Ambtelijk vastgoed om te voldoen aan de financiële consequenties van deze beheerplannen de komende tien jaar.
Besteding
In 2012 zijn er onderhoudskosten van € 1.806.000 onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 5.478.264
Beheer en Onderhoud Vastgoed
Bijzonderheden
Naam
Voorziening risico stadsbank
Nummer/Afd.
8105010
Raadsbesluit
1991
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 614.03 Schuldhulpverlening en budgetbegeleiding
Doel
Het egaliseren van de verliezen op verstrekte kredieten.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In de begroting is een jaarlijkse storting geraamd van € 21.405. In 2012 is een bedrag gestort van € 17.070 zodat de voorziening gelijk is aan de achterstanden op aflossingen van kredieten zonder (gemeentelijke) borgstelling.
Besteding
In 2012 is € 2.835 afgeboekt aan oninbare leningen.
Omvang per 1-1-2013
€ 125.090
Bijzonderheden
374 | Bijlagen
Backoffice Dienstverlening/WIZ
Naam
Voorziening MO/VB/OGGZ
Nummer/Afd.
8105011
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 9 Welzijn en zorg Beleidsproduct 620.05 en 714.03 Maatschappelijke opvang/Ambulante verslavingszorg
Doel
Dekking van specifieke verplichtingen en risico’s waarvan de omvang onzeker is, op het terrein van Maatschappelijke Opvang, Verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2012
Voeding
De voorziening werd gevoed vanuit de producten Maatschappelijke Opvang en Ambulante Verslavingszorg.
Besteding
Specifieke verplichtingen en risico’s doen zich voor op het onderdelen: Verdeelmodel maatschappelijke opvang, Project Nieuwe Energie, afwikkeling medische heroïne, cameratoezicht, tussentijdse evaluatie veiligheidsprogramma en verhuisbijdragen. Voor cameratoezicht is € 14.511 onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 957.504
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen (DZB)
Nummer/Afd.
8105012
Raadsbesluit
00.0025
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen 611.05 WSW
Doel
Egalisatie van de kosten voor groot onderhoud van de bedrijfspanden aan Le Pooleweg 6 en 11.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
In verband met de geplande overdracht van de gebouwen van DZB naar de afdeling VAG per 1 januari 2012 is het voornemen nieuwe beheerplannen op te stellen in 2012.
Voeding
Vaste dotatie die jaarlijks geïndexeerd wordt, waardoor deze voor 2012 uitkomt op € 112.295
Besteding
Ìn 2012 is € 34.051 besteed aan groot onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 688.940
DZB-Leiden
Bijzonderheden
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen
Nummer/Afd.
8105013
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van panden waarvan de bestemming ambtelijke huisvesting is.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
De actualisatie van de beheerplannen ambtelijke gebouwen zijn afgerond.
Voeding
In 2012 is een bedrag van € 5.134.947 gedoteerd, dit is inclusief de overboeking van de voorziening overige panden en accommodaties (maatschappelijk vastgoed, etc.) om aan de financiële consequenties van deze beheerplannen, de komende tien jaar, te kunnen voldoen.
Besteding
In 2012 is € 478.097 besteed aan onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 4.658.887
Beheer en Onderhoud Vastgoed
Bijzonderheden
Bijlagen | 375
Naam
Voorziening garantieregeling verkoop aandelen Nuon
Nummer/Afd.
8105023
Raadsbesluit
09.0111
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 914.02 Beleggingen
Doel
Het afzonderen van een deel van de opbrengst uit de verkoop van aandelen Nuon vanwege afgegeven garanties zoals vastgelegd in de verkoopovereenkomst met Vattenfall.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
31-12-2016
Voeding
-
Besteding
Vrijval voorziening Escrow Nutsbedrijven: € 4.542.429
Omvang per 1-1-2013
€0
Concern
Bijzonderheden
Naam
Voorziening risico GSB
Nummer/Afd.
8105024
Raadsbesluit
01.0053
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen Beleidsproduct 921.05 GSB Concern
Doel
Voorziening van terugbetalingrisico’s van ingezette GSB-middelen waarbij de prestatieafspraken niet worden gehaald en daardoor een terugbetalingrisico dreigt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemene en specifieke risico’s.
Datum realisatie
2000
Datum opheffing
2012
Voeding
Het specifieke risico betreft het prestatieafhankelijke deel van het onderdeel inburgering.
Besteding
In 2012 is de eindsbeschikking GSB SIV ontvangen, het restant van de voorziening is vrijgevallen in de jaarrekening.
Omvang per 1-1-2013
€0
Concernstaf
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Waterkwaliteit
Nummer/Afd.
8105025
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 221.02
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de waterkwaliteit voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten, alsmede het gereserveerde bedrag voor het project beveiligd baggeren ad € 1.226.000.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 3.573.993
Naam
Voorziening Groot onderhoud Kunstwerken
Nummer/Afd.
8105026
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.05
376 | Bijlagen
Naam
Voorziening Groot onderhoud Kunstwerken
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de kunstwerken voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t
Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.423.778
Naam
Voorziening Groot onderhoud Walmuren en Beschoeiing
Nummer/Afd.
8105027
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 541.05
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van walmuren en beschoeiingen voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2013
€ 1.895.640
Naam
Voorziening Groot onderhoud Wegen
Nummer/Afd.
8105028
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.07
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de wegen voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 2.300.000
Naam
Voorziening Groot onderhoud Openbare Verlichting
Nummer/Afd.
8105029
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.02
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van openbare verlichting voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud.
Bijlagen | 377
Naam
Voorziening Groot onderhoud Openbare Verlichting
Omvang per 1-1-2013
€ 343.000
Naam
Voorziening Groot onderhoud Spelen
Nummer/Afd.
8105030
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 560.05
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van spelen voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijkse dotatie van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.360.971
Naam
Voorziening Groot onderhoud Straatmeubilair
Nummer/Afd.
8105031
Raadsbesluit
12.0141
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct 210.07
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van straatmeubilair voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijkse dotatie van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud.
Omvang per 1-1-2013
€ 34.000
Naam
Voorziening bijdragen van derden
Nummer/Afd.
8105100
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie Beleidsproduct 541.02 Oudheidskunde en Musea
Doel
Beschikbaar houden van door Museum De Lakenhal ontvangen bijdragen van derden voor specifieke doelen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bijdragen van derden met een specifiek benoemd doel (bijvoorbeeld Papefonds en provincie Zuid-Holland). Over 2012 is € 48.120 gestort in de voorziening.
Besteding
Specifiek benoemde doelen door de verstrekkers van bijdragen. Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: - bijdragen van derden voor aankopen kunst - bijdagen van derden voor conservering en restauratie - bijdragen van derden voor uitbreiding en renovatie
Omvang per 1-1-2013
€ 71.635
Bijzonderheden
378 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Naam
Voorziening regionale groenprojecten
Nummer/Afd.
8105157
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Omgevingskwaliteit Beleidsproduct Groenbeheer
Doel
Beschikbaar houden van ontvangen gelden.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
n.n.b.
Voeding
In 2012 is in deze voorziening gestort de ontvangen bijdragen van Holland Rijnland voor Stad-landverbinding Leiden Oost € 125.000, Leiden West € 77.000, Leiden Noord € 124.250, Matilo € 331.687.
Besteding
Onttrokken zijn uitgaven voor € 286.422 ten behoeve van project Archeologisch Park Matilo.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.183.276
Naam
Voorziening Internationale Samenwerking
Nummer/Afd.
8105159
Raadsbesluit
12.0073
Programma/ Beleidsproduct
Programma 1 Bestuur en Dienstverlening Beleidsproduct 511.02 Mondiale bewustwording
Doel
Inzet ten behoeve van projecten geoormerkt in het kader van de Internationale Samenwerking
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De voorziening wordt gevoed vanuit ontvangen projectgelden van derden in het kader van de internationale samenwerking.
Besteding
Projecten geoormerkt binnen het kader van de Internationale Samenwerking.
Omvang per 1-1-2013
€ 165.953
Naam
Voorziening herinrichting Trekvaartplein
Nummer/Afd.
8105150
Raadsbesluit
98.0129
Programma/ Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling Beleidsproduct 822.02 Volkshuisvesting
Doel
De herinrichting van het Trekvaartplein inclusief de bodemsanering van het gebiedsdeel, waarop in het verleden een autosloperij was gevestigd. Het Leidse aandeel in het gemeenschappelijke fonds dat binnen de GR Regionaal Woonwagen Centrum wordt opgebouwd wordt geraamd op € 1.089. Aangezien het gemeenschappelijke fonds nog niet operationeel is, worden de geraamde bijdragen voorlopig in deze voorziening gestort.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
De voorziening moet in stand worden gehouden tot na voltooiing van de sanering. Naarmate de tijd verder verstrijkt wordt de noodzaak tot hercalculatie van de saneringskosten groter.
Onderhoudsplan
n.v.t.
Voeding
ISV Woonwagens.
Besteding
Financieren van de plannen t.b.v. de bodemsanering in het kader van de herinrichting van het Trekvaartplein. Het uitvoeringsbesluit voor de herinrichting van het Trekvaartplein is genomen in juni 2009 (RV 09.0070). In 2012 is er in totaal € 407.079 onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 1.368.075
Realisatie/Stadsleven
Bijzonderheden
Naam
Voorziening pensioenen wethouders
Nummer/Afd.
8105151
Raadsbesluit
-
Concernstaf
Bijlagen | 379
Naam
Voorziening pensioenen wethouders
Programma/ Beleidsproduct
Prorgamma 1 Bestuur en dienstverlening Beleidsproduct 001.01 Bestuursorganen
Doel
Voorziening om de jaarlijkse aanvulling op de pensioenuitkering van oud-wethouders aan te vullen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Conform actuariële berekening van de pensioenen wordt jaarlijks de dotatie bepaald om de voorziening op niveau te houden. Dotatie voor 2012 is € 400.000.
Besteding
Voorziening wordt aangewend voor pensioenregeling van wethouders, in 2012 betrof dit € 95.362
Omvang per 1-1-2013
€ 4.491.637
Bijzonderheden
Naam
Voorziening loga-gelden
Nummer/Afd.
8105153
Raadsbesluit
97.0130
Programma/ Beleidsproduct
Programma Algemene Dekkingsmiddelen 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Doel
Egalisatie van de kosten die voortvloeien uit spaarcontracten met personeel voor verlofrecht en dergelijke (voorheen M&B).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Door het afschaffen van de loga-regeling zal er geen voeding meer zijn.
Besteding
De opgebouwde voorziening wordt aangewend voor de bekostiging van de vervanging in die jaren dat de in het verleden opgebouwde verlofrechten worden opgenomen. Opbouw van uren was mogelijk tot 2006. Opname van uren is mogelijk tot aan het pensioen. Er zijn in 2012 geen uitgaven gedaan.
Omvang per 1-1-2013
€ 384.081
SSC JFD
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Afwikkeling VOC-gelden
Nummer/Afd.
8105154
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 4 Bereikbaarheid Beleidsproduct 212.01 Openbaar vervoer
Doel
Afwikkeling van nog lopende zaken in de overdracht van de vervoersautoriteit van Leiden naar de provincie ZuidHolland en de afwikkeling van nog lopende zaken in de door Leiden verleende en inmiddels verlopen openbaar vervoersconcessie.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De voeding is eenmalig en bestaat uit de saldi van de hernoemde ‘Voorziening VOC-gelden toegankelijkheidsfonds’ (0814101/BoWo) en de opgeheven voorzieningen ‘Voorziening VOC-gelden infrastructuurfonds’ (0814102/BoWo), ‘Voorziening VOC-gelden productiefonds’ (0814103/BoWo) en ‘Voorziening VOCgelden innovatiefonds (experimenten)’ (0814104/BoWo).
Besteding
In 2012 zijn geen onttrekkingen gedaan.
Omvang per 1-1-2013
€ 426.405
Realisatie/Stadsontwerp
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Jeugdbeleid/CtC
Nummer/Afd.
8105155
Raadsbesluit
05.0160
380 | Bijlagen
Realisatie/Stadskennis en cultuur
Naam
Voorziening Jeugdbeleid/CtC
Programma/ Beleidsproduct
Programma 7 Jeugd en onderwijs Beleidsproduct 630.04 Jeugdbeleid
Doel
Inzet voor de invoering van de systematiek volgens Communities that Care.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Naar verwachting kan de voorziening eind 2013 worden opgeheven.
Voeding
Uit het jaarbudget voor jeugdbeleid en de beschikbaar gestelde provinciale subsidie. In 2007 zijn daarnaast bijdragen vanuit het Jeugdfonds ten behoeve van een Cruyff Court (€ 50.000), Delltaplan Speeltuinen (€ 40.000) en Jongerenlocaties (€ 75.000) in de voorziening gestort.
Besteding
In 2012 € 10.000 vrijval t.b.v. Veilig Opgroeien.
Omvang per 1-1-2013
€ 58.379
Bijzonderheden
Naam
Voorziening luchtkwaliteitsplan
Nummer/Afd.
8105156
Raadsbesluit
11.0028
Programma/ Beleidsproduct
Programma 5 Milieu Beleidsproduct 723.06 Milieubeheer algemeen
Doel
Uitvoering van het luchtkwaliteitsplan financieel te waarborgen daar de inkomsten en uitgaven over de verschillende jaarschijven lopen.
Datum realisatie
01-01-2011
Datum opheffing
n.n.b.
Voeding
De voorziening zal gevoed worden door de resterende FES-gelden van de 1e, 2e en 3e tranche.
Besteding
De maatregelen Luchtkwaliteitplan zal leidend zijn voor onttrekkingen uit de voorziening.
Omvang per 1-1-2013
€ 607.544
Naam
Voorziening loga-gelden DZB
Nummer/Afd.
8105158
Raadsbesluit
00.0025
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 611.05 WSW
Doel
Egalisatie van kosten die voortvloeien uit spaarcontracten met personeel voor verlofrecht en dergelijke.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Milieubeleid algemeen
DZB-Leiden
Voeding Besteding
In 2012 is er in totaal € 42.983 onttrokken.
Omvang per 1-1-2013
€ 40.727
Bijzonderheden
Onderstaande voorziening is opgenomen onder de vlottende activa Naam
Voorziening Negatieve Grondexploitaties
Nummer/Afd.
11201
Raadsbesluit
05.0052
Programma/ Beleidsproduct
830.01 Grondexploitatie
Doel
Dekken van de Netto Contante Waarde van grondexploitaties met geprognoticeerde tekorten.
Vastgoedontwikkeling en grondzaken
Bijlagen | 381
Naam
Voorziening Negatieve Grondexploitaties
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De mutatie in de voorziening negatieve grondexploitaties wordt gevoed uit de vereveningsreserve.
Besteding Omvang per 1-1-2013
€ 21.067.383
Bijzonderheden
Onderstaande voorziening is opgenomen onder de vorderingen op openbare lichamen Naam
Voorziening risico aanvullende uitkering
Nummer/Afd.
13010
Raadsbesluit
-
Programma/ Beleidsproduct
Programma 10 Werk en Inkomen Beleidsproduct 610.01 Inkomensvoorziening Bijstand
Doel
Voorziening ter dekking van het risico.
Datum realisatie
Dit wordt bepaald door de procedure in hoger beroep.
Datum opheffing
Opheffing zal plaatsvinden na de uitspraak in hoger beroep.
Voeding
Nog te ontvangen ministerie SZW>10% tekort inkomensdeel.
Besteding
De voorziening is volledig aangewend omdat het Rijk de aanvraag voor een aanvullende uitkering heeft afgewezen.
Omvang per 1-1-2013
€0
382 | Bijlagen
Backoffice dienstverlening
6.5 Begrippenlijst Areaalbudgetten Dit zijn de noodzakelijke extra bedragen die samenhangen met de groei van de stad, zoals het onderhoud van het toegenomen openbare gebied. Beleidsintensiveringen Relatief kleine verhogingen van uitgaven en/of verlagingen van ontvangsten ten opzichte van de begroting en/ of de meerjarencijfers. Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Het BBV is het kader waaraan de jaarverslaggeving van de gemeente dient te voldoen. Met het BBV wordt beoogd de raad doeltreffender in haar kaderstellende en controlerende taak te ondersteunen en de financiële functie te versterken. BTW-CompensatieFonds (BCF) Als gemeenten en provincies diensten of goederen extern inkopen, betalen zij daarover btw. In tegenstelling tot bedrijven kunnen zij die btw niet (geheel) terugvorderen van de Belastingdienst. Extern ingekochte diensten zijn daarom al snel duurder dan intern uitgevoerde activiteiten. Sinds 2003 kunnen gemeenten en provincies met het btw-compensatiefonds toch de btw terugvragen die ze hebben betaald over uitbesteed werk. Grondexploitaties (Grex) Een grondexploitatie is een berekening van de kosten en opbrengsten van alle grond in een bouwplan. Meejareninvesteringsplan (MIP) In het meerjareninvesteringsplan wordt de planning van de vervangingsinvesteringen voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt. Kapitaallasten Investeringen in activa (zoals de aanschaf van een gebouw) leiden tot afschrijvingen en rentekosten. Samen vormen de afschrijvingen en de rentekosten de kapitaallasten. De afschrijvingen betreffen de jaarlijkse waardevermindering van de investering. Door middel van de afschrijving worden lasten van de investering uitgespreid over de jaren dat er van de investering gebruik wordt gemaakt. De rente betreft het eigen of geleende geld dat bestemd wordt om de investering te financieren. Kasstroomverwachtingen De planning van toekomstige betalingen en ontvangsten. Vereveningsreserve grondexploitaties Binnen de vereveningsreserve grondexploitaties worden postitieve en negatieve resultaten van projecten met een grondexploitatie met elkaar verrekend. Hierdoor worden schommelingen in het resultaat van de gemeente niet beïnvloed door het resultaat van projecten. Vervangingsinvesteringen Vervangingsinvesteringen dienen ter vervanging van bestaande voorzieningen die technisch en/of economisch aan vervanging toe zijn. Vervanging vindt plaats uit het oogpunt van instandhouding van het bestaande voorzieningenniveau binnen de gemeente. Het doen van vervangingsinvesteringen behoort daarmee tot de reguliere bedrijfs- en taakuitvoering van de gemeente.
Bijlagen | 383
384 | Bijlagen
Hoofdstuk 7
7 Colofon Gemeente Leiden April 2013 Meer informatie: Foto omslag: Edwin Weers Opmaak: GPC gemeente Leiden www.leiden.nl/gemeente Informatie over muurgedicht op de omslag Dichter: Marina Ivanovna Tsvetajeva, Rusland, 1892 - 1941 Gedicht: Mijn verzen... Locatie: Nieuwsteeg 1, Leiden Sinds: 1992 (nummer 1) Mijn verzen... Mijn verzen, die ik jong al heb geschreven, Voordat ik wist een dichteres te zijn, Als vuurwerk spattend, vonkend en vol leven, Bruisend als een fontein, En die als kleine duivels binnendrongen In 't rijk dat vol van droom en wierook was, Mijn verzen, die de dood, de jeugd bezongen, - En niemand die ze las! Die op bestofte winkelplanken kwijnen (Waar niemand ze een blik ooit waardig keurt!), Mijn verzen komen, zoals goede wijnen, Nog wel eens aan de beurt. (Vert. Marja Wiebes en Margriet Berg)
Colofon | 385
386 | Colofon