Jaarstukken 2013 Jaarverslag en jaarrekening
Stichting voor Openbaar voorgezet onderwijs op Walcheren
Versie 10 april 2014 Vaststelling bestuurder: 10 april 2014
Goedkeuring Raad van Toezicht: 10 april 2014
Jaarverslag 2013 Stichting voor Openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren
0.
Groeien naar en met elkaar
Het jaar 2013 was het tweede jaar van de gefuseerde Mondia Scholengroep en daarmee van de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren. In tijden waarin het onderwijs terecht anticipeert op krimp, zoals overigens ook onze scholen, kenmerkte 2013 zich door groei. De beide scholen Nehalennia SSG en het Scheldemond College groeien in veel opzichten naar elkaar toe. Toch blijven het zeker afzonderlijke scholen met een eigen karakter en profilering. De locaties worden daarbij steeds belangrijker als organisatieprincipe, ook binnen Nehalennia. De Mondia Scholengroep groeit ook qua leerlingenaantal, vooral dankzij de uitbreiding bij Nehalennia. Ook in 2013 is daar weer met medewerking van de gemeente Middelburg adequaat in huisvesting voorzien. Beide scholen streven naar constante groei van de kwaliteit van hun onderwijs. Met name het Scheldemond College werd daar in het afgelopen jaar voor beloond, door hoge examenresultaten en een dubbele ‘10’ in de door prof. Dronkers voor de Volkskrant opgestelde lijst. De drie locatiemanagementteams zijn in 2013 begonnen met een gezamenlijke scholing rondom het aansturen van opbrengstgericht werken en de doorlopende verbetering van de kwaliteit van het primaire proces. Het jaar 2013 was het jaar waarin de start van ‘Passend Onderwijs’, althans van de implementatie van wetgeving dienaangaande op 1 augustus 2014, is voorbereid. Het nieuwe samenwerkingsverband ‘Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren’ is opgericht, het Ondersteuningsplan is geschreven en met de (voorlopige) Ondersteuningsplanraad besproken. Het jaar 2013 was tenslotte het jaar waarin in het kader van VMBO Walcheren, de samenwerking met CSW, in mei een convenant is gesloten en in de periode daarna een haalbaarheidsonderzoek is uitgevoerd. De verwachting is dat dit in 2014 zal leiden tot een intentieverklaring gericht op verregaande, niet vrijblijvende samenwerking om ook in de toekomst en breed onderwijsaanbod van goede kwaliteit op Walcheren te kunnen blijven realiseren. Zo was het jaar 2013 in veel opzichten een jaar van groei, groei naar elkaar toe binnen en buiten de Mondia Scholengroep, groei in aantal, in ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen en in kwaliteit van ons onderwijs. In 2014 zullen we er alles aan doen die groei voort te zetten.
Hendrik-Jan van Arenthals, Bestuurder Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren
INHOUD A. Jaarverslag 0. Groeien naar en met elkaar 1. Mondia Scholengroep 1.1. Stichting 1.1.1. Contactgegevens stichting 1.1.2. Bestuur 1.1.3. Verslag Raad van Toezicht 1.1.4. Governance 1.1.5. Verantwoording 1.1.6. Samenwerking 1.2. Overzicht toezicht, medezeggenschap, bestuur en management 1.3. Scholen en locaties 1.4. Centraal en decentraal 1.4.1. Centraal Management Team 1.4.2. Bedrijfsvoering 1.4.3. Management 1.4.4. Middenmanagement 1.4.5. Teams en afdelingen 1.5. Medezeggenschap 2. Leerlingenaantallen 2.1. Algemeen 2.2. Prognose 2.3. Verhoudingsgetal 2.4. Voedingsgebied 2.5. Marktaandeel 3. Missie en visie: excellent openbaar onderwijs 3.1. Missie 3.2. Kader: een ‘Top-school’ 3.3. Kader: openbaar onderwijs 4. Kwaliteit 4.1. Wat is kwaliteit 4.2. Beleidscyclus 4.3. Rendement 4.4. Slagingspercentages examen 2013 4.5. Gemiddeld examencijfer 2013 5. Onderwijsaanbod 5.1. Algemeen 5.2. Leermiddelen en ICT 5.3. Scheldemond College 5.4. Nehalennia SSG 5.4.1. Algemeen 5.4.2. Nehalennia Breeweg 5.4.3. Nehalennia Kruisweg
1 1 1 1 1 3 3 5 6 6 7 7 7 8 8 9 9 10 10 10 11 12 13 15 15 15 16 17 17 17 18 19 20 21 21 21 22 22 22 23 23
6. Ondersteuning van leerlingen 6.1. Bijzondere leerling kenmerken 6.2. Visie op ondersteuning 6.3. Ondersteuning 6.4. De locaties 6.5. Samenwerkingsverband en OPDC 6.6. Internationale Schakelklas Walcheren 6.7. VAVO 7. Personeel 7.1. Integraal personeelsbeleid 7.2. Professionalisering 7.3. Gesprekscycles 7.4. Functiemix 7.5. Mobiliteit 7.6. De opbouw van het personeelsbestand in 2013 7.6.1. Personeelscategorieën 7.6.2. OP formatie: man/vrouw voltijd/deeltijd 7.6.3. Aanstellingsvormen 7.6.4. Leeftijdsopbouw 7.6.5. Prognose aantal fte vanaf verslagjaar 7.7. Verzuimrapportage 8. Huisvesting 8.1. Algemeen 8.2. Bewegingsonderwijs en sport 8.3. Nehalennia 8.4. Weyevlietplein 8.5. De Rotonde 8.6. OPDC en Rebound 9. Financiën 9.1. Risicomanagement 9.2. Kengetallen 9.2.1. Liquide middelen en liquiditeit 9.2.2. Weerstandsvermogen 9.3. Exploitatieresultaat 9.3.1. Algemeen 9.3.2. Baten 9.3.3. Lasten 9.3.4. Rente 9.3.5. Vergelijk met het jaar daarvoor 9.4. Treasuryverslag 10. Continuïteitsparagraaf en Meerjarenperspectief 10.1. Uitgangspunt algemeen 10.2. Baten 10.2.1. Rijksbijdragen 10.2.2. Ontwikkelingen lumpsum 10.2.3. Overige overheidsbijdragen 10.2.4. Overige baten 10.2.5. Akkoorden 10.3. Lasten
23 23 24 24 25 26 26 26 27 27 27 27 27 27 28 28 29 31 32 35 36 39 39 39 39 40 40 40 41 41 42 42 42 42 42 43 43 44 44 45 46 46 46 46 46 48 48 48 48
10.3.1. Personele lasten 10.3.2. Natuurlijk verloop 10.3.3. Voorfinanciering 10.3.4. Afschrijvingslasten 10.3.5. Huisvestingslasten 10.3.6. Overige instellingslasten 10.4. Meerjarenbegroting 10.4.1. Algemeen 10.4.2. Nehalennia SSG 10.4.3. Scheldemond College 10.4.4. Mondia Scholengroep 10.4.5. Balansprognose Mondia Scholengroep 10.4.6. Analyse en conclusies 10.5. Risicoparagraaf: kansen en bedreigingen 10.5.1. Algemeen 10.5.2. Leerlingaantallen 10.5.3. Ontwikkelingen rijksbijdragen B. Jaarrekening 1. Grondslagen 2. Balans per 31-12-2013 3. Staat van baten en lasten 2013 4. Kasstroomoverzicht 2013 5. Toelichting behorende tot de balans 6. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 7. Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 8. Overzicht verbonden partijen 9. Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens 10. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders C. Overige gegevens 1. Controleverklaring 2. (Voorstel) bestemming resultaat 3. Gebeurtenissen na de balansdatum 4. Gegevens over de rechtspersoon 5. Specificatie Staat van baten en lasten 2013 Nehalennia en Scheldemond College Bijlage 1: Opbrengstenoordeel Bijlage 2: Lijst van afkortingen en (andere) begrippen
48 49 49 49 49 49 50 50 50 51 52 53 53 54 54 55 55
61 62 63 64 65 70 71 74 74 74
76 77 77 78 80 81 90
1.
Mondia Scholengroep
1.1
Stichting
De Mondia Scholengroep wordt gerealiseerd door de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren en is gevestigd te Middelburg.
1.1.1 Contactgegevens stichting De contactgegevens van de stichting zijn: Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren Postbus 69 4380 AB Vlissingen Bezoekadres: Weyevlietplein 7 - 13 4385 CH Vlissingen Tel. 0118 – 486894 Website: www.mondiascholengroep.nl. De website van de Mondia Scholengroep geeft tevens toegang tot de websites van de twee scholen.
1.1.2 Bestuur De stichting en daarmee de Mondia Scholengroep wordt bestuurd door een directeur-bestuurder. In 2013 was dit H.J. van Arenthals, wonende te Middelburg. De directeur-bestuurder is tevens rector van zowel Nehalennia SSG als van het Scheldemond College. Hij heeft een kantoor in de locatie Nehalennia Kruisweg en in de locatie Scheldemond College. Hij is te bereiken via de managementassistente, mevrouw C.K. van Sighem
[email protected] 0118 – 486894 / 655755 De directeur-bestuurder is vanuit zijn functie voorzitter van het bestuur van de stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren en de twee daaronder ressorterende stichtingen Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren en Internationale Schakelklas Walcheren.
1.1.3 Verslag Raad van Toezicht De ‘Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren’ scheidt bestuur en toezicht conform de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ organiek, door middel van een ‘Raad van Toezicht – model’. Het bestuur en het intern toezicht zijn nadrukkelijk gescheiden. De uitvoerder van de toezichthoudende functie heeft tot taak het houden van het toezicht op het handelen van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de instelling. De toezichthouder houdt integraal toezicht. Dat betekent dat hij alle aspecten van de instelling en alle relevante belangen in overweging neemt. Bij de vervulling van zijn taak richt de toezichthouder zich naar het belang van de onderwijsinstelling, rekening houdend met het feit dat de instelling een organisatie is met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid 1.
1 Zie Reglement Raad van Toezicht’ en ‘Profielschets voorzitter en leden Raad van Toezicht’
1
Op het bestuur wordt dus intern toezicht gehouden door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht doet dat, omdat het gaat om een stichting voor openbaar onderwijs namens de samenleving, in eerste instantie namens de gemeenten Middelburg en Vlissingen. De gemeenteraden van beide gemeenten hebben bij de bestuurlijke fusie hun rol ten opzichte van de stichting gemandateerd naar de beide Colleges van Burgemeester en Wethouders. De Raad van Toezicht bestond op 31 december 2013 uit de volgende personen: • • • • • • •
Dhr. L.C.M. Adriaanse, te Middelburg (voorzitter) Mevr. M. te Roller, te Serooskerke (vicevoorzitter - gekozen op voordracht van de GMR) Dhr. D.J. van den Bout, te Vlissingen Dhr. P. Van Eck, te Vlissingen (gekozen op voordracht van de GMR) Dhr. M.R. Minekus, te Middelburg Mevr. C. Seijbel, te Vlissingen Dhr. K. Verheijen, te Middelburg
Het jaar 2013 was het eerste jaar nadat de heer J.C.Th. van der Doef, jarenlang voorzitter van de Raad van toezicht van de Stichting Scheldemond College en sinds de fusie vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Mondia Scholengroep onder grote dank voor bewezen diensten de Raad had verlaten. Mevrouw Seijbel is in 2013 op voordracht van de Raad door de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Middelburg en Vlissingen in de vacature die door zijn vertrek was ontstaan benoemd. De raad is te bereiken via de managementassistente, mevrouw C.K. van Sighem
[email protected] 0118 – 486894 / 655755 De Raad van Toezicht kwam in 2013 6 keer bijeen ter vergadering. Commissies en taken De Raad van Toezicht heeft een financiële commissie, een auditcommissie die met de bestuurder en het hoofd bedrijfsvoering van de scholengroep in 2013 de jaarrekening en de begroting uitvoerig heeft besproken. Deze commissie bestaat uit de heren Van Eck en Verheijen. De Raad van Toezicht heeft een remuneratiecommissie, die in 2013 vanuit de werkgeversrol een functioneringsgesprek heeft gevoerd met de bestuurder. De commissie bestond in 2013 uit de heer Adriaanse en mevrouw Te Roller, vanuit hun functies van voorzitter en vicevoorzitter. In 2013 maakte de heer Van den Bout namens de Raad van Toezicht deel uit van het bestuur van de Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Walcheren en sinds 29 oktober 2013 van de Raad van Toezicht van Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren. In 2013 maakte de heer Adriaanse namens de Raad van Toezicht als adviseur deel uit van het bestuur van de Stichting Neveninstroomproject Het Molenwater. Sinds de bestuurlijke overdracht naar de Stichting Internationale Schakelklas Walcheren op 29 oktober 2013 houdt de de Raad van Toezicht van Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren eveneens toezicht op het bestuur van deze stichting. Hierin is als gezegd de heer Van den Bout namens de Raad van Toezicht van de Mondia Scholengroep vertgegenwoordigd.
2
Rollen en activiteiten
De Raad van Toezicht en het bestuur van de stichting onderschrijven de ‘Code Goed Bestuur’. De stichting voldoet aan de Wet Goed Onderwijs, goed bestuur. De Raad van Toezicht heeft vanuit haar toezichthoudende rol in 2013 goedkeuring verleend aan de door de bestuurder opgestelde en vastgestelde begroting, meerjarenbegroting en jaarrekening en aan het bijgestelde meerjarenbeleidsplan. De meerjarenbegroting is opgenomen in de jaarstukken. De Raad van Toezicht heeft vanuit haar toezichthoudende en haar klankbordrol met de bestuurder overleg gevoerd over tal van onderwerpen van diverse aard, waaronder een aantal belangrijke thema’s die in dit verslag terug komen, zoals VMBO Walcheren, de oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband PVOW en andere voorbereidingen op Passend Onderwijs. De Raad van Toezicht heeft in het kader van intern toezicht en verantwoording haar jaarlijkse overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) voorbereid. Dat heeft in februari 2013 plaatsgevonden, net als overigens recentelijk nog in januari 2014. Verder is een stakeholderbijeenkomst die in 2013 was gepland uitgesteld naar 2014, naar een moment dat er meer duidelijkheid is over ontwikkelingen aangaande VMBO Walcheren. Ze is, georganiseerd in samenwerking met de Raad van Toezicht van CSW, inmiddels in februari 2014 succesvol gerealiseerd. Zoals de hele scholengroep wil ook de Raad van Toezicht, mede in het licht van de genoemde Code Goed Bestuur, samen met de bestuurder cyclisch werken, vanuit een optiek van kwaliteitszorg. De raad heeft in februari 2013 haar eigen functioneren alsook de relatie met de bestuurder voor het eerst geëvalueerd. Daaruit heeft de Raad van Toezicht een aantal ontwikkelpunten gedestilleerd. Zo wil de Raad haar toezichthoudende rol verder ontwikkelen, maar ook haar rol als ‘sparringpartner’ en klankbord voor de bestuurder. De Raad wil voldoende voeling houden met wat er in de Mondia-scholen leeft, niet alleen door contact met de bestuurder, de directeuren en het hoofd bedrijfsvoering, maar ook door het jaarlijkse overleg met de GMR en door informele bezoeken. Leden van de Raad van Toezicht zullen proberen om geregeld bij evenementen binnen de scholen, zoals recepties, voorstellingen en dergelijke, aanwezig te zijn. De Raad van Toezicht zal de zelfevaluatie en de evaluatie van de relatie met de bestuurder voortaan in mei / juni realiseren, voorafgaande aan het gesprek van de remuneratiecommissie met de bestuurder en de vergadering over het strategische meerjarenbeleid.
1.1.4
Governance
Good Governance, goed onderwijsbestuur, kent twee hoofddoelstellingen: ten eerste het meer betrekken bij (en rechten geven aan) belanghebbenden, aan ‘stakeholders’, zowel interne (waarbij dan ook steeds meer de docenten worden betrokken) als externe. Ten tweede gaat het om het adequaat, zo mogelijk gescheiden regelen van bestuur en vooral het toezicht daarop. Governance is een middel: voor de overheid om de afstand tussen de school en de samenleving te verkleinen, voor scholen om de organisatie van de school af te stemmen op die zelfde maatschappij en de kwaliteit van bestuur en toezicht daarin te borgen. Doel is verder, te zorgen voor transparantie, publieke verantwoording en eigen kwaliteitsnormen.
1.1.5
Verantwoording
De scholen vervullen een maatschappelijke taak en werken met publieke middelen. Daar komt bij, dat de Mondia Scholengroep uitgaat van een stichting openbaar onderwijs. De scholen hebben een verplichting tegenover de samenleving, tegenover hun directe omgeving en in het bijzonder tegenover hun belanghebbenden, hun ‘stakeholders’, zich te verantwoorden. Dat past ook in een transparante maatschappij, waarin belanghebbenden steeds meer vragen hebben over wat er in de school gebeurt.
3
Verticale verantwoording is de verantwoording richting de diverse overheden en instanties die daarvan uit gaan. Belangrijk daarbij is het eerder genoemde toezicht van de Inspectie, met name op rendement. Horizontale verantwoording is de verantwoording, naar de samenleving, in het bijzonder naar de directe ‘omgeving’ van de school en dan vooral natuurlijk naar de stakeholders. Stakeholders zijn directe ‘belanghebbenden’ bij de school. Natuurlijk zijn je leerlingen, hun ouders en de medewerkers eigenlijk je belangrijkste ‘stakeholders’. De relatie daarmee is echter een bijzondere, die waar het gaat om verantwoording achteraf gekoppeld aan inspraak vooraf, natuurlijk voor een belangrijk deel ligt verankerd in de WMS 2. We spreken daarom van de ‘interne stakeholders’ van de beide scholen. Bij je externe stakeholders kun je denken aan toeleverende en afnemende onderwijsinstellingen, maar ook aan zorginstellingen, een bibliotheek en andere maatschappelijke organisaties. De meest vruchtbare vorm van horizontale verantwoording is die vanuit een vorm van samenwerking. Verantwoording is dan wederzijds. Horizontale verantwoording zal steeds meer uitgewerkt worden als ‘meervoudig publieke verantwoording’. Je gaat als school in dialoog met je directe omgeving over wat je wilt bereiken (je visie en je ‘maatschappelijke opdracht’) maar ook over wat je daadwerkelijk daarin hebt bereikt. Dat wil je op een zodanige manier doen, dat die omgeving zich als het ware uitgenodigd voelt om de school feed back te geven. Het gaat dus om hoe je met je (samenwerkings)relaties omgaat, hoe je communiceert. Door middel hiervan: • • •
creëer je als school draagvlak in je omgeving, je ‘legitimeert’ ook als het ware de manier waarop je bezig bent; kun je leren van de omgeving en jezelf verbeteren; je kunt beter aansluiten bij de samenleving, waar je leerlingen deel van uitmaken; leg je rekenschap af aan de samenleving; je laat zien dat je transparant bent (of zoveel mogelijk wilt zijn), dat je integriteit probeert te waarborgen, dat je respons biedt aan de mensen om je heen, aan je ‘stakeholders’.
De Mondia Scholengroep steeds meer gaat werken volgens het volgende stramien: • • • • •
je formuleert waar je voor staat; je doet verslag van en laat zien hoe je daaraan werkt; je zoekt draagvlak in de omgeving; je laat zien welke resultaten je bereikt; je leert van wat niet goed gaat; de kwaliteitszorg moet (aan)toonbaar resulteren in actieplannen en zo daadwerkelijk ingebed zijn in de kwaliteitscyclus.
De scholengroep heeft als gezegd in 2014 samen met CSW een stakeholderbijeenkomst georganiseerd.
Vensters voor Verantwoording en websites Cruciaal in de verantwoording van de beide scholen is het project van de VO-raad ‘Vensters voor Verantwoording’. Via deze website verantwoorden de beide scholen zich ieder afzonderlijk op een groot aantal indicatoren, waarbij het rendement zoals de Inspectie dat benoemt niet meer dan één van de factoren is. Denk aan tevredenheid bij ouders en leerlingen, externe samenwerking, verzuimcijfers en financiële indicatoren. De websites van de scholen ‘linken’ naar de website www.schoolvo.nl. Maar ook op andere manieren spelen de websites een steeds belangrijkere rol bij verantwoording naar de samenleving, in de profilering, als informatiebron en communicatiemiddel. Hier geldt dus hetzelfde als bij ‘Vensters’. De scholen dienen een adequate (personele) organisatie te hebben rondom het actueel houden van hun websites. Ook dit is primair
2 Wet Medezeggenschap op Scholen
4
de verantwoordelijkheid van de directeuren. De website van de scholengroep is de verantwoordelijkheid van het bestuur zelf.
1.1.6
Samenwerking
De Mondia Scholengroep is vanuit haar missie en visie gericht op samenwerking met anderen, binnen en buiten de school. Verantwoording vindt, naast de overheid, de samenleving en onze interne stakeholders, primair plaats naar onze samenwerkingspartners. We noemen nu enkele in 2013 belangrijke partners. Onderwijs
-
-
-
De Mondia Scholengroep is sinds 29 oktober 2013 participant van de nieuwe Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren en haar rechtsvoorganger, het Samenwerkingsverband VO Walcheren. Onder deze ‘moederstichting’ ressorteren twee ‘dochters’, te weten de Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren, die het OPDC De Griffioen en De Rebound realiseert en de Stichting Internationale Schakelklas. Zij werkt daarin samen met de CSW, de Stichting De Korre en de Stichting Respont. De scholengroep werkt in het VMBO nauw samen met de CSW, Edudelta College en Scalda (regionaal) en met alle overige Zeeuwse VO-scholen (provinciaal) De scholengroep werkt in het Zeeuws schoolleidersoverleg (brede afstemming en overleg), in de Zeeuwse Academische Opleidingsschool (lerarenopleiding), in Zeeprof (gezamenlijke nascholing), de Stichting Scholierenvervoer en het Dienstencentrum Onderwijs (DCO; inkoop, aanbesteding, ICT e.d.) samen met alle Zeeuwse onderwijsinstellingen voor VO, MBO, HBO en WO. De scholengroep werkt samen met het basisonderwijs voor een optimale afstemming en doorstroming. In 2013 is er wederom diverse malen overleg geweest op bestuurlijk en directieniveau. De scholengroep is lid van de sectororganisatie VO-raad en de besturenorganisatie voor openbare scholen VOS Abb. De scholen zijn lid van verscheidene netwerken van scholen in verband met hun aanbod en profiel.
Gemeenten -
De gemeenten op Walcheren zijn belangrijke partners in de ontwikkeling naar Passend Onderwijs, waar het gaat om huisvesting, terugdringen van het aantal thuiszitters en het voortijdig schoolverlaten (VSV), samenwerking met de Zorg voor Jeugd en leerlingenvervoer. In 2013 is men gestart met een Walcherse ‘Regionale Educatieve Agenda’ (REA), waarin al deze thema’s geïntegreerd worden besproken.
Bedrijven en instellingen -
-
De scholen werken samen met diverse bedrijven en instellingen vanuit programma’s als beroepsgerichte programma’s, Highschool, Technasium, Kunst & Cultuur. In 2013 nam Nehalennia SSG deel aan de Stichting Vakcollege Walcheren, waarbij het bestuur naast directieleden van de scholengroep bestaat uit vertegenwoordigers van technische bedrijven uit de provincie en van (ROC) Scalda. Het Scheldemond College nam in 2013 deel aan de stichting Topsport en Onderwijs Zeeland (TOPOZ), die fondsen wil werven voor faciliteiten voor topsporters (o.a. reiskosten). De leden zijn verder vertegenwoordigers van sportclubs.
5
-
Het Scheldemond College participeert in de Stichting Topsporttalentscholen3 De scholen en de scholengroep werken in hun ondersteuningsstructuur en in het kader van Passend Onderwijs samen met diverse organisaties voor ‘Zorg voor jeugd,’ zoals GGD, Maatschappelijk Werk Walcheren (MWW), Juvent, Bureau Jeugdzorg (BJZ), Indigo, Emergis en MEE-Zeeland.
1.2 Overzicht toezicht, medezeggenschap, bestuur en management Onderstaand schema vat het systeem van bestuur, het toezicht daarop namens de gemeenten, het management en de rol van de medezeggenschapsraden daarbij kort samen.
1.3
Scholen en locaties
De Mondia Scholengroep bestaat uit twee scholen: de Stedelijke Scholengemeenschap Nehalennia en het Scheldemond College. De scholengroep is immers tot stand gekomen na een bestuurlijke fusie. Er was geen sprake van een scholenfusie. Het belang van de school als organisatorische eenheid is er nog in een aantal opzichten, waaronder de volgende: -
-
-
financieel: de scholen hebben ieder een eigen bekostiging, op grond van een zogenaamd ‘BRIN-nummer’. Dat is van belang bij het opstellen van de begroting en de verantwoording van de besteding van de middelen in de jaarrekening, onderdeel van dit bestuursverslag. in het kader van de WMS, de Wet Medezeggenschap Scholen: iedere school heeft een eigen medezeggenschapsraad (waar de scholengroep als geheel een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft). in een aantal verplichte kwaliteitsdocumenten zoals de schoolgids en het schoolplan. qua huisstijl en in een aantal communicatiemiddelen (met de website als belangrijkste daarvan).
In de organisatiestructuur, de wijze van aansturing en de ontwikkeling van beleid zijn de locaties de dragende eenheden. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de opbouw van Vensters voor Verantwoording, waar de overheid de informatie ook per locatie geeft (www.schoolvo.nl). Deze informatie wordt in dit verslag vaak gebruikt en is dan ook ingedeeld per locatie. Dat heeft ook alles te maken met de onderscheiden verantwoordelijkheden van de locatiedirecteuren.
3 Voorheen de Stichting LOOT (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport)
6
1.4
Centraal en decentraal
Ondanks dat er geen sprake was van een scholenfusie is een behoorlijk aantal organisatorische zaken centraal georganiseerd. Er is dan ook in zekere zin sprake geweest van een ‘bestuurlijke fusie – plus.’
1.4.1 Centraal Management Team Iedere locatie staat onder leiding van een locatiedirecteur. In een functiebeschrijving en een door de Raad van Toezicht goedgekeurd managementstatuut worden de taken, verantwoordelijkheden en mandaten van de locatiedirecteuren vastgelegd. Het integrale management van iedere school ligt bij de rector en van de scholengroep bij het Centraal Management Team (CMT), met eindverantwoordelijkheid voor de directeurbestuurder. De directeur-bestuurder is formeel separaat rector van Nehalennia SSG en van het Scheldemond College. Het CMT bestond in 2013 uit: -
H.J. van Arenthals, directeur-bestuurder en voorzitter Mevr. M.A. Wagensveld – Heeren, locatiedirecteur Nehalennia Breeweg en pl.vrv. voorzitter Ing. P.K. de Kreij, locatiedirecteur Nehalennia Kruisweg E.J.A. Fagg, locatiedirecteur Scheldemond College
Het hoofd bedrijfsvoering vergadert op afroep met het CMT mee. Het CMT is te bereiken via de managementassistente, mevrouw C.K. van Sighem
[email protected] 0118 – 486894 / 655755 Het jaar 2013 was een jaar van verder vorm en inhoud geven aan de nieuwe structuur, met de daarin voor ieder lid van het CMT onderscheiden verantwoordelijkheden. Deze afstemming geldt ook de relatie met het hoofd bedrijfsvoering. Ze gebeurt, al is ze niet altijd eenvoudig, in uitstekende onderlinge verhoudingen.
1.4.2 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering is deels centraal, deels decentraal georganiseerd. Ze staat onder leiding van een hoofd bedrijfsvoering, die tevens de financiële controller is van de scholengroep. In 2013 was dat de heer A. Mondeel. De afdeling personeelszaken en de salarisadministratie zijn centraal georganiseerd, met als centrale vestiging gebouw B van het Scheldemond College. De financiële administratie en de afdeling ICT-zaken zijn centraal georganiseerd, waarbij medewerkers nog wel relatief veel school- of locatiegebonden taken en verantwoordelijkheden hebben. De facilitaire dienst en overige functies binnen de bedrijfsvoering zijn decentraal, per locatie georganiseerd. De afdeling ICT staat Mondia-breed onder leiding van een ICTcoördinator, de facilitaire diensten per locatie onder leiding van een hoofdconciërge. Ook binnen de bedrijfsvoering stond 2013 nog steeds in het teken van het wennen en groeien in de nieuwe organisatiestructuur. Sinds augustus 2013 is de financiële administratie volledig centraal op het Scheldemond College gehuisvest. Dat heeft een positief effect gehad op de afstemming en de kwaliteit van administratieve processen.
7
1.4.3
Management
Het management, ook wel ‘de directie’ van iedere school afzonderlijk bestaat uit de rector en een (Scheldemond College) of twee (Nehalennia SSG) locatiedirecteuren. Feitelijk opereert het CMT vrijwel altijd als een gezamenlijk management van de beide scholen.
1.4.4
Middenmanagement
Het middenmanagement is centraal, per locatie georganiseerd en bestaat uit teamleiders. Iedere locatie heeft een Locatie Management Team (LMT). De samenstelling was op 1 augustus 2013 als volgt: LMT Scheldemond College -
E.J.A. Fagg, locatiedirecteur, voorzitter Mevr. R.W. van Oost, teamleider VMBO (incl. MAVO) J. Schalkwijk, teamleider HAVO – VWO onderbouw Mevr. M.E. Roose, teamleider HAVO – VWO bovenbouw
LMT Nehalennia Breeweg -
Mevr. M.A. Wagensveld-Heeren, locatiedirecteur, voorzitter E. van Broekhoven, teamleider HAVO onderbouw A. Oppenneer, teamleider HAVO bovenbouw R. Verschoor, teamleider VWO onderbouw R. Epker, teamleider VWO bovenbouw
LMT Nehalennia Kruisweg -
ing. P.K. de Kreij, locatiedirecteur, voorzitter W. van Bennekom, teamleider VMBO BK beroepsgerichte vakken G. Pruimboom, teamleider VMBO BK overige vakken Mevr. J. Zwigtman, teamleider MAVO
De heer Pruimboom heeft op 1 december 2013 zijn functie neergelegd. Hij wordt tijdelijk vervangen door docenten met bijzondere taken. Het is de bedoeling dat per 1 augustus 2014 wordt voorzien in de ontstane vacature. De rector en het hoofd bedrijfsvoering vergaderen wanneer de agenda daar aanleiding toe geeft met een LMT mee. Ook de LMT’s zijn te bereiken via de managementassistente, mevrouw C.K. van Sighem
[email protected] 0118 – 486894 / 655755.
8
1.4.5 Teams en afdelingen De teamleiders geven leiding aan teams van docenten en onderwijsondersteunend personeel (onderwijsassistenten, instructeurs en dergelijke). In de locatie Nehalennia Breeweg spreekt men daarbij van ‘afdelingen.’ Het totale organisatieplaatje ziet er daarmee als volgt uit:
1.5
Medezeggenschap
Zoals gezegd hebben beide scholen een medezeggenschapsraad (MR). Iedere raad kent een personeelsgeleding (de PMR), een ouder- en een leerlingengeleding. Alle geledingen waren in 2013 goed vertegenwoordigd, al blijft de vertegenwoordiging van leerlingen een belangrijk aandachtspunt. De PMR vergadert in ieder geval met de betreffende locatiedirecteur(en), met de rector wanneer daar aanleiding toe is. Op Nehalennia vergadert de PMR ook per locatie. De MR vergadert met de locatiedirecteuren en indien daar aanleiding te is ook met de rector. Op beide scholen functioneren een leerlingenraad en een ouderraad. Het karakter verschilt op de twee scholen. Dat komt onder meer naar voren in het feit dat op Nehalennia beide raden de leden voor de MR leveren, terwijl dat op het Scheldemond College niet (altijd) zo is.
9
2.
Leerlingenaantallen
2.1 Algemeen De leerlingenaantallen zijn van grote invloed op de begroting en de formatie. Door de overheid worden we immers per leerling bekostigd. De instroom buiten de scholen gebeurt in het OPDC de Griffioen (beide scholen) en in het vroegere Neveninstroomproject Het Molenwater, nu ‘ISK Walcheren’ genoemd. Deze instroom is niet van invloed op het formatieplan. Bij het totaal aantal leerlingen voor de bekostiging worden deze leerlingen echter wel bij de baten meegeteld. We dragen naar de genoemde instellingen dan weer af bij de lasten, bij de ‘overige instellingslasten.’ Belangrijk is het te weten dat beide scholen bij de leerlingen die naar het OPDC gaan soms zeer grote bedragen moeten bijbetalen. Deze leerlingen krijgen van ons de LWOO-bekostiging mee, ook wanneer wij voor hen die bekostiging niet ontvangen hebben. Bij de berekeningen van dit totale leerlingenaantal worden in de prognoses de aantallen van Het Molenwater constant gehouden. De daadwerkelijke leerlingenontwikkeling is daar erg onvoorspelbaar. Bij het schrijven van dit document zijn ze ten opzichte van het vorige schooljaar aanzienlijk toegenomen, maar dat kan in korte tijd weer anders zijn. De leerlingenaantallen van 2013 zijn die van de telling op 1 oktober 2013. De leerlingenaantallen van 2014 zijn een prognose van de aantallen op 1 oktober 2014, enzovoort. De begroting van een jaar is steeds gebaseerd op de leerlingenaantallen van het jaar daarvoor. De begroting 2014 is dus gebaseerd op de prognose van de leerlingenaantallen voor 2013, etcetera.
2.2 Prognose De leerlingenprognose is gebaseerd op: 1. 2. 3. 4.
de leerlingenaantallen 1 oktober 2013 de prognose van het Planningsverband Groningen (PVG) 4 een inventarisatie van leerlingen van alle groepen van toeleverende basisscholen 5 prognose Centraal Managementteam
Bij de prognose van het managementteam gaat het om de inschatting van de ontwikkeling van het marktaandeel van de beide scholen. Dit is voorzichtig ingeschat. Bij het Scheldemond College speelt nieuwbouw CSW Bestevaer in 2014 een rol. Bij Nehalennia SSG wordt uitgegaan van een geringe, geleidelijke daling van het in 2012 en 2013 sterk gestegen marktaandeel.
4 In het kader van het fusierapport; Groningen, februari 2011 5 September 2012
10
In de meerjarenbegroting is uitgegaan van deze aantallen: leerlingenaantallen op 1 oktober (feitelijk 1 oktober 2013, prognose daarna)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Intern
2.148
2.320
2.355
2.349
2.264
2.116
2.026
Totaal
2.253
2.416
2.446
2.440
2.351
2.144
2.102
Intern
1.090
1.040
1.028
1.014
992
970
962
Totaal
1.131
1.100
1.099
1.064
1.038
1.022
1.011
Intern
3.238
3.360
3.383
3.363
3.256
3.086
2.988
Totaal
3.384
3.516
3.545
3.504
3.389
3.166
3.113
Nehalennia SSG
Scheldemond College
Mondia
De prognoses zijn feitelijk ‘beleidsarm’. Natuurlijk hebben beleid om instroom vast te houden, dan wel te verhogen. Daarnaast zal er bijvoorbeeld beleid zijn om meer leerlingen die nu naar het OPDC gaan, in het kader van Passend Onderwijs binnen de reguliere scholen te houden. Dat beleid is niet in deze getallen verdisconteerd. Ook daarom zijn prognoses, naarmate ze verder in de tijd liggen, ook altijd ‘maar prognoses’. Maar, ‘onszelf rijk rekenen’ is in het kader van meerjarenbeleid geen heilzame weg. Dit lijken dus de meest realistische prognoses, waar bestuur en directie mee rekenen.
2.3 Verhoudingsgetal De verhouding tussen de (totale) leerlingenaantallen van Nehalennia SSG en Scheldemond College bepaalt onder meer de verdeling van de kosten van de bovenschoolse formatie, de ‘koepel.’ Deze systematiek (en wat daar onder gerekend wordt) is vastgesteld in 2011, bij de eerste begroting van onze scholengroep. De verhoudingsgetallen zijn hieronder weergegeven in (hele) procenten. In de daadwerkelijke berekeningen is gerekend met het niet afgeronde getal. Het gaat nu om een beeld van de verhouding van de aantallen. Het verhoudingsgetal 2013 wordt bepaald door de leerlingenaantallen 2012, enzovoort. verhoudingsgetallen, als percentage van het totaal aantal leerlingen binnen beide scholen opgeteld
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Nehalennia SSG
63
67
69
69
70
69
68
Scheldemond College
37
33
31
31
30
31
32
100
100
100
100
100
100
100
Mondia
11
2.4
Voedingsgebied 6
Het is belangrijk te weten uit welk voedingsgebied, uit welke gemeenten onze leerlingen komen en welke ontwikkeling we daarin kunnen zien. Het gaat dan om vervoer en (verkeers)veiligheid van onze leerlingen, om de achtergrond van onze leerlingen maar bijvoorbeeld ook om het anticiperen op bevolkingskrimp. De gemeente Veere daalt de komende jaren in leerlingenaantal fors, waar dat in Vlissingen gering is en er in Middelburg tot 2025 zelfs nog een lichte groei wordt verwacht. Voedingsgebied Nehalennia Kruisweg
Gemeente c
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Middelburg
54,3 %
51,6 %
52,5 %
Vlissingen
17,1 %
21,8 %
23,3 %
Veere
23,0 %
21,9 %
19,7 %
Schouwen-Duiveland
2,3 %
2,5 %
2,4 %
Goes
1,8 %
0,9 %
1,0 %
Overige gemeenten
1,4 %
1,3 %
1,1 %
Wat in het oog springt, is het groeiende aandeel van Vlissingen als voedingsgebied. Dat geldt ook voor de locatie Breeweg. Het aandeel van Veere is in vergelijking tot de andere Middelburgse school gering (daar rond de 30%). Voedingsgebied Nehalennia Breeweg
Gemeente
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Middelburg
62,7 %
60,4 %
58,2 %
Vlissingen
15,9 %
17,2 %
19,1 %
Veere
19,1 %
18,8 %
18,8 %
Schouwen-Duiveland
1,8 %
2,7 %
2,9 %
Overige gemeenten
0,6 %
0,8 %
1,0 %
6 De gegevens uit paragraaf 2.4 en 2.5 zijn afkomstig van de website www.schoolvo.nl (vensters voor verantwoording), die wordt ‘gevuld’ door de Dienst Uitvoering Onderwijsinstellingen (DUO) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en wetenschappen
12
Voedingsgebied Scheldemond College
Gemeente
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Vlissingen
83,9 %
83,2 %
82,3 %
Middelburg
5,5 %
6,5 %
7,2 %
Veere
2,6 %
2,3 %
3,0 %
Sluis
2,6 %
2,1 %
1,9 %
Terneuzen
1,4 %
1,6 %
1,4 %
Goes
1,1 %
1,1 %
1,3 %
Overige gemeenten
2,9 %
3,1 %
2,9 %
Bij het Scheldemond College zien we goed terug dat het in de eerste plaats gaat om een echt Vlissingse school en daarnaast een school die door haar (top)sportprofiel leerlingen trekt uit heel Zeeland. 2.5
Marktaandeel
Gegevens van gemeenten met minder dan 5 leerlingen op deze locatie worden niet vermeld. De cijfers spreken verder voor zich 7. Marktaandeel Nehalennia Kruisweg
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Middelburg
10,7 %
12,4 %
16,2 %
Veere
8,8 %
10,4 %
11,9 %
Vlissingen
4,3 %
6,9 %
9,5 %
Schouwen-Duiveland
0,7 %
0,9 %
1,1 %
Goes
0,4 %
0,3 %
0,4 %
7 In het jaarverslag 2012 is een analyse opgenomen van de ontwikkeling van leerlingenaantallen en marktaandeel.
13
Marktaandeel Nehalennia Breeweg
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Middelburg
25,3 %
27,3 %
27,4 %
Veere
15,0 %
16,8 %
17,5 %
Vlissingen
8,3 %
10,2 %
12,0 %
Schouwen-Duiveland
1,0 %
1,8 %
2,0 %
Marktaandeel Scheldemond College
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Vlissingen
47,1 %
44,1 %
43,1 %
Middelburg
2,4 %
2,6 %
2,9 %
Veere
2,2 %
1,9 %
2,3 %
Sluis
2,8 %
2,1 %
1,9 %
Goes
0,6 %
0,6 %
0,7 %
Schouwen-Duiveland
0,5 %
0,4 %
0,6 %
Terneuzen
0,6 %
0,6 %
0,6 %
Noord-Beveland
0,8 %
1,1 %
0,5 %
Hulst
0,3 %
0,3 %
0,5 %
Kapelle
0,8 %
0,6 %
0,4 %
Borsele
0,3 %
0,3 %
0,3 %
14
3.
Missie en visie: excellent openbaar onderwijs
3.1
Missie
De missie en visie vormen het belangrijkste, gezamenlijke uitgangspunt van beleid binnen de Mondia Scholengroep. Ze laten kernachtig zien wat de scholengroep bindt. De leerling staat centraal. Verder is er de open houding naar de omgeving. De Mondia Scholengroep heeft daarom als missie: De Mondia Scholengroep biedt je als leerling volop mogelijkheden je met al je talenten actief te ontwikkelen, binnen een open, moderne, uitdagende en veilige leeromgeving, vanuit respect voor jezelf, voor de ander en voor je omgeving. De scholen binnen de Mondia Scholengroep zijn brede, openbare scholengemeenschappen, die enerzijds de leerlingen een breed onderwijsaanbod te bieden hebben. Anderzijds zijn de scholen en is iedere locatie zo georganiseerd, dat er zoveel mogelijk oog is voor iedere individuele leerling. Het gaat de scholen van de Mondia Scholengroep om onderwijs en zorg op maat. Iedere locatie heeft een eigen aanbod, dat mede het eigen karakter van de locatie bepaalt. De Mondia Scholengroep wil die eigenheid van de scholen en de locaties onderstrepen. Iedere locatie heeft een eigen sfeer, eigen sterke kanten die de profilering bepalen. Tegelijk wil de scholengroep naast deze verscheidenheid zeker ook de eenheid benadrukken: ‘eenheid in verscheidenheid’.
3.2
Kader: een ‘Top-school’
De scholen willen ‘top-scholen8’ zijn voor openbaar onderwijs. Zij herkent zich in de criteria die daarvoor gesteld 9 zijn en streeft ernaar, op deze punten excellent te zijn.
Excellent openbaar onderwijs: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
is gebaseerd op visie is gedocumenteerd is zichtbaar wordt uitgedragen door het team inspireert is praktisch en overdraagbaar staat dicht bij de praktijk is afgestemd op de leerlingenpopulatie heeft een actieve aansturing wordt herkend door de omgeving
8 ‘TOP’ staat voor ‘Talentvol Openbaar Praktijkvoorbeeld’ (VOS Abb 2012) 9 VOS Abb, Woerden 2012
15
De domeinen waar deze excellentie moet blijken, zijn: • • • • • • • • •
3.3
maatschappelijke betrokkenheid. Partnerschap met ouders. Leraarschap. Passend onderwijs. Goed onderwijs, goed bestuur. Actief burgerschap. Diversiteit. Leiderschap. Levensbeschouwing en godsdienst.
Kader: openbaar onderwijs
De Mondia Scholengroep realiseert openbaar onderwijs. Het is goed ons ervan bewust te zijn wat dat betekent, altijd al, maar zeker wanneer we samenwerking zoeken met onderwijsinstellingen van een andere signatuur. De besturenorganisatie van het openbaar onderwijs, VOS Abb, heeft een aantal kernwaarden van het openbaar onderwijs vastgesteld. “Openbare scholen zijn uit beginsel ontmoetingsscholen met ruimte voor verschillen. Het ontmoetingskarakter komt tot uiting in diverse wettelijke bepalingen en krijgt daadwerkelijk vorm door de uitwerking van schoolbestuur en school 10.” De Mondia Scholengroep heeft daarvan de volgende kernwaarden overgenomen:
-
Iedereen welkom: de Mondia Scholengroep staat open voor alle kinderen, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid.
-
Iedereen benoembaar: benoembaarheid op de Mondia Scholengroep staat open voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid.
-
Wederzijds respect: de Mondia Scholengroep houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden.
-
Waarden en normen: de Mondia Scholengroep besteedt actief aandacht aan uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden.
-
Democratische organisatie: de Mondia Scholengroep betrekt leerlingen, ouders en personeelsleden actief bij de besluitvorming over doelstellingen en werkomstandigheden.
Openbaar onderwijs is niet ‘neutraal’ onderwijs, maar onderwijs dat leerlingen voorbereidt op de samenleving, met alle schakeringen die daarin voor komen: de levensovertuiging, religie, politieke voorkeur, ras, geslacht of seksuele geaardheid van mensen. ‘Je mag er zijn.’ De Mondia Scholengroep is positief over die ‘veelkleurigheid’ van de samenleving. De school probeert die op een positieve manier te benaderen, vanuit de meerwaarde die ze geeft, in plaats van vanuit de problematiek.
10 VOS Abb (Woerden, 2008)
16
4.
Kwaliteit
4.1
Wat is kwaliteit
Kwaliteit is een containerbegrip. Het is in ieder geval meer dan alleen ‘rendement.’ Uiteindelijk is de kwaliteit van de school de mate waarin en de manier waarop de school haar opdracht, met name haar kerntaken verricht, zo goed mogelijk aansluiten bij haar leerlingen. Kwaliteit is het vervullen van onze missie, zoals we die in de vorige paragraaf hebben geformuleerd. In 2013 zijn beide scholen en is de scholengroep als geheel daarom opnieuw bezig geweest met het realiseren van een steeds hogere kwaliteit. Dat past bij de lerende organisatie die de Mondia Scholengroep wil zijn. ‘Basale‘ kwaliteit begint bij een goede communicatie met je leerlingen, ouders en andere mensen rond de school. Zorg dat ze goed geholpen worden, antwoord krijgen op vragen, dat hun klachten adequaat worden behandeld, enzovoort. Kwaliteit betekent, dat je waarneembaar iets doet aan het bestrijden van lesuitval. Het heeft te maken met veiligheid, communicatie enzovoort. Het streven naar deze basale kwaliteit was ook in 2013 een belangrijk aandachtspunt. Het meest lastige is wellicht nog de kwaliteitszorg in onderwijskundige ontwikkeling. Het is belangrijk teruggekoppeld te krijgen, hoe leerlingen het in het vervolgonderwijs doen en die informatie cyclisch te gebruiken voor de verbetering van de kwaliteit van je onderwijs. Iedere docent, iedere sectie, ieder team zou zich doorlopend bewust moeten zijn van de eigen zorg voor kwaliteit. Uiteindelijk moet kwaliteitszorg zo steeds meer geïntegreerd worden in het onderwijs zelf. Een dergelijke cultuurverandering kost jaren, van constant werken aan kwaliteitsverbetering, van leren van en met elkaar. De scholengroep wil op deze wijze haar kwaliteitszorg doorlopend verbeteren, van het macroniveau van schooldocumenten en beleidscyclus, tot de zorg voor de kwaliteit van het lesgeven en toetsen zelf. In 2013 is, met het nieuwe toezichtkader van de Inspectie in de hand, het (midden-)management van de drie locaties volop bezig geweest met juist dit laatste aspect van kwaliteit, in het kader van ‘opbrengstgericht werken’. Het hele schooljaar 2013-2014 volgen directeuren en teamleiders een scholing om daar sturing aan te geven. Tegelijk zijn de locaties bezig met de uitvoering van dit beleid, onder meer door ‘flitsbezoeken’ en andere lesbezoeken met gerichte observaties. De locaties ontwikkelen zich daarin zeker niet gelijk, maar de ingeslagen richting is voor de hele scholengroep dezelfde.
4.2
Beleidscyclus
Kwaliteitszorg vraagt om een structurele, cyclische aanpak. Van groot belang voor beide scholen is dat het kwaliteitsbeleid een cyclisch proces is. We hanteren daarbij de volgende 5 vragen: • • • • •
Doet de school de goede dingen? Doet de school de dingen goed? Hoe weet de school dat? Vinden anderen dat ook? Wat gaat de school nu doen?
Dit cyclische proces van evaluatie en bijstelling kunnen we uitvoeren in de vorm van de PDCA-cyclus (Plan – Do – Check – Act). Het cyclische proces zit ook in de al dan niet verplichte schooldocumenten. Dat begint bij dit schoolplan. Hierop worden jaarlijks activiteitenplannen gebaseerd. De gesprekscyclus voor medewerkers is onlangs geharmoniseerd en vormt een belangrijk onderdeel van de kwaliteitscyclus. Alles volgt de PDCA-cyclus. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de financiële cyclus, vanuit een optiek van adequaat risicomanagement.
17
De scholengroep produceert voor het Centraal Managementteam ieder kwartaal een financiële rapportage en een managementrapportage met de uitputting van alle budgetten, de liquiditeitsontwikkeling, besteding van subsidies, ziekteverzuim per docent, klas, team, leerjaar etc. Dit wordt geleidelijk ‘opgebouwd’ (uitgebreid) en structureel geagendeerd in het CMT (staat ook in de beleidscyclus). Hoewel we het niet willen overdrijven, heb je een zeker ‘meten’ nodig om voldoende over je school te ‘weten’. Structureel voeren de scholen daarom in het kader van het eerder genoemde ‘Vensters voor verantwoording’ leerling-enquêtes uit en een oudertevredenheidonderzoek. Hetzelfde geldt voor medewerker tevredenheidonderzoeken. De resultaten gebruiken ze bijvoorbeeld in voortgangsgesprekken met medewerkers, maar ook in actieplannen vanuit de directie of de teams en afdelingen. In 2013 zijn belangrijke volgende stappen gezet in het integreren dan wel voor de scholengroep realiseren van allerlei belangrijke cyclische kwaliteitsdocumenten. Ook Nehalennia SSG werkt nu voor het eerst gestructureerd met een cyclus van schoolplan met jaarlijkse activiteitenplannen. Het Scheldemond College volgde deze systematiek al.
4.3
Rendement
Kwaliteit is als gezegd voor de Mondia Scholengroep meer dan rendement alleen. Het is ook een kwaliteit om een gedragsmoeilijke leerling op een bepaald niveau aan een diploma te helpen, ook al kost dat een jaar extra. We zijn er trots op, ook in 2013 weer leerlingen kansen te hebben gegeven, soms boven een strenge selectie en plaatsing. In die zin vaart de scholengroep een eigen koers. Tegelijk kunnen en willen we daarmee het belang van een goed rendement ook niet ‘wegpoetsen.’ Zowel uit onderwijskundig als uit bedrijfseconomisch oogpunt is het van belang dat een leerling in de opleiding en op het niveau waar hij of zij hoort zo mogelijk in de tijd die ervoor staat een diploma haalt op een manier die aansluit bij de vervolgopleiding. Er zit een zeker spanningsveld binnen deze alinea. Dat vraagt om bewuste, eigen keuzes van de scholen, passend bij onze missie en visie. In mei 2013 heeft de scholengroep een bestuursbezoek gehad van de Inspectie, om een nieuw toezichtarrangement vast te stellen. Voor beide scholen is opnieuw een ‘basisarrangement’ vastgesteld, wat inhoudt dat de kwaliteit van het onderwijs op dit moment voldoende is. Het Scheldemond College heeft in 2013 de vruchten mogen plukken van een aanzienlijke verbeterslag, in opnieuw zeer hoge slagingspercentages en in een uitstekende beoordeling door prof. Dronkers in de Volkskrant in oktober 2013, met voor de Kaderberoepsgerichte Leerweg van het VMBO en voor het VWO een ‘10’ en gemiddeld over alle afdelingen een 9. Ook Nehalennia had hoge slagingspercentages. Alle Walcherse scholen scoren (ruim) voldoende waar het gaat om rendement. De opbrengstenoordelen van de drie locaties zijn te vinden in bijlage 1.
18
4.4
Slagingspercentages examen 2013 11
Scheldemond College
Bij het Scheldemond College liggen alle slagingspercentages boven het landelijk gemiddelde, bij de MAVO is dat in geringe mate, bij VMBO-K en VWO in hoge mate het geval. Nehalennia Breeweg
Bij Nehalennia Breeweg ligt het slagingspercentage HAVO net onder en VWO net boven het landelijk gemiddelde. Nehalennia Kruisweg
Bij Nehalennia Kruisweg ligt het slagingspercentage VMBO-B exact op, VMBO-K net onder en MAVO boven het landelijk gemiddelde.
11 De uitgewerkte percentages van de laatste drie jaren zijn te vinden op www.schoolvo.nl
19
4.5
Gemiddelde examencijfers 2013 12
Scheldemond College
De gemiddelde examencijfers van het Scheldemond College zijn overal boven het landelijk gemiddelde, behalve in de VMBO-K. Daar stond als gezegd wel een zeer hoog slagingspercentage tegenover.
Nehalennia Breeweg
Nehalennia Breeweg scoorde in 2013 zowel bij het examen HAVO als VWO enigszins onder het landelijk gemiddelde. Het HAVO verdient en krijgt daarbij extra aandacht.
Nehalennia Kruisweg
Ook Nehalennia Kruisweg scoorde in 2013 bij het examen in VMBO onder het landelijk gemiddelde. Bij VMBO BK was dat ook in 2012 al het geval. Dat verdient en krijgt dan ook extra aandacht.
12 De uitgewerkte cijfers per afdeling zijn te vinden op www.schoolvo.nl
20
5.
Onderwijsaanbod
5.1
Algemeen
De Mondia Scholengroep geeft haar onderwijs vorm en inhoud vanuit haar missie en visie, zoals eerder verwoord. Beide scholen hebben daar, onder de verantwoordelijkheud van de rector, een grote vrijheid in, binnen de vastgestelde kaders. Er wordt binnen het CMT afstemming gezocht tussen de scholen. Er wordt gezocht naar samenwerkingsmogelijkheden om het aanbod en de kwaliteit daarvan steeds opnieuw te verbeteren. Deze afstemming gaat in het VMBO, met name in de beroepsgerichte leerwegen, zo ver, dat het VMBO van beide scholen steeds meer gezamenlijk een doorlopende leerlijn vormt.
5.2
Leermiddelen en ICT
Informatie- en CommunicatieTechnologie (ICT) is een van de middelen om de doelen die we met onze scholen hebben, te bereiken. Ons onderwijs draait om mensen: om leerlingen, om hun ouders, om medewerkers, om de mensen om ons heen waar we mee samenwerken. De relatie tussen al die mensen blijft het belangrijkste van alles. Wij baseren die relatie op respect voor elkaar, voor jezelf en voor je omgeving. Respect betekent onder andere: echt belangstelling hebben voor elkaar, wie we zijn, wat ons bezighoudt, wat we belangrijk vinden. Competenties, kernkwaliteiten van onze medewerkers, in het bijzonder van onze leraren, zijn belangrijker dan middelen als deze. Een docent die een (h)echte band met zijn leerlingen weet op te bouwen en die zijn leerlingen weet te motiveren om te leren, bijvoorbeeld doordat hij een geweldige verteller is, is nog steeds bij wijze van spreken zijn gewicht in goud waard. Wij willen, met een nog steeds actuele uitdrukking, ‘aansluiten bij de belevingswereld van onze leerlingen.’ Dat betekent niet dat we klakkeloos in alles meegaan. We hebben als school, met de ouders samen, immers ook een opvoedende taak. We willen onze leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op de samenleving, zodat ze daar als ‘mondige burgers’ volwaardig kunnen functioneren en het beste uit zichzelf en uit de wereld om hen heen halen. We hebben als scholen doelstellingen die te maken hebben met de snel ontwikkelende ICT zelf. We beseffen dat we ze opleiden voor een wereld die we nog niet kennen. We zien echter wel een aantal belangrijke ontwikkelingen. We geven onze leerlingen normen en waarden mee en leren ze omgaan met de veelheid van informatie, met het selecteren, beoordelen en gebruiken daarvan. We leren van elkaar en aan elkaar hoe we binnen de nieuwe sociale media positief, constructief en veilig met elkaar kunnen omgaan. Zo zijn er meer aspecten van de ontwikkelingen binnen ICT en sociale media, waar we als scholen een rol in willen en kunnen vervullen. Daarbij is ICT een middel. Wanneer iets een ‘middel’ is en geen doel op zich, zegt dat iets over hoe je er mee omgaat. Natuurlijk kost ook de implementatie van nieuwe ‘middelen’ tijd, energie en geld, maar tegelijk: het blijft een ‘middel’, naast andere middelen, waar zeker niet alles voor moet wijken. We willen zeker ook niet meegaan met ‘hypes’. We willen ondernemend en modern zijn, maar tegelijk verantwoord en waar mogelijk onderzoeksmatig handelen. ICT is, de naam zegt het al, een communicatiemiddel. Voor ons is het een middel om te leren (een leermiddel) en om het leren te ondersteunen (te ‘stimuleren’ en te ‘faciliteren’) zeggen we dan.
Wanneer we naar dat ‘leren’ binnen onze scholen kijken, zien we een aantal grote, in het oog springende ontwikkelingen. Dit zijn ook de thema’s die in onze schoolplannen en in de jaarlijkse 21
activiteitenplannen terug te vinden zijn. Dat zijn de zaken waar het nu voor ons om gaat. Het gaat om een ontwikkeling van vele jaren. ICT en alle onderdelen daarvan zullen er in die jaren een duidelijke positieve bijdrage aan moeten leveren. Daarom zijn alle locaties van de Mondia Scholengroep na een gezamenlijk traject van visieontwikkeling, begonnen met een pilot om ervaring op te doen met het gebruik van Ipads, in diverse leerjaren, bij meerdere vakken. De opbrengsten zullen steeds getoetst worden aan onze doelstellingen. Daarbij willen we geen extra kosten voor ouders. Een ‘boek achter glas’ is voor ons niet genoeg. 5.3
Scheldemond College
Het Scheldemond College is een brede scholengemeenschap, met een aanbod van VMBO met leerwegondersteuning (zonder gemengde leerweg), HAVO en VWO (met atheneum en gymnasium). De theoretische leerweg in het VMBO wordt, net als bij Nehalennia SSG, MAVO genoemd. In 2013 bood de school in de beroepsgerichte leerwegen het intersectorale programma ‘Dienstverlening en Commercie’ aan. Het Scheldemond College is in 2012 gestart met ‘Highschool,’ een concept waarbij alle leerlingen van de eerste en tweede klassen een aantal uren per week in niveauheterogene groepen hun bijzondere talenten kunnen ontwikkelen in een programma van hun keuze. Ze kunnen kiezen uit de ‘sportklassen’ (met een aanbod aan breedtesport), ‘Da Vinci Highschool’ (met een aanbod in ontwerpen en onderzoeken) en ‘Creative Highschool’ (Kunst en Cultuur). Daarnaast is er nog een bijzonder aanbod van bijvoorbeeld ‘Braniacs.’ Het Highschool programma slaat, zo blijkt uit leerlingenenquêtes, goed aan. Het Highschool programma biedt een aantrekkelijk ‘tegenwicht’ voor het enorm sterke sportprofiel. De school is de enige Zeeuwse ‘Topsporttalentschool,’ tot voor kort bekend als ‘LOOT-school,’ waarbij die afkorting staat voor ‘Landelijk Organisatie Onderwijs en Topsport.’ Leerlingen met een status als topsporter kunnen daarbij een gelegitimeerde, bijzondere ondersteuning en (examen- en rooster)faciliteiten krijgen. Deze status is belangrijk voor het sportprofiel van de school, ondanks het feit dat het om een gering aantal leerlingen gaat. Naast de sportklassen en de topsportleerlingen wordt het sportprofiel van de school gecompleteerd door een derde element: de samenwerking met een aantal sporten en sportclubs. De belangrijkste daarvan, zeker in kwantitatief opzicht, is de Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland (JVOZ), met steeds tussen de 80 en 90 leerlingen. De Sportschool Geelhoed (judo) en de BC Vlissingen (basketbal) zijn sterke partners. Er is een bescheiden aantal leerlingen dat in dezelfde constructie op hoog niveau tennist en turnt. In 2013 is gestart met Zaalvoetbal in samenwerking met Groene Ster uit Vlissingen. Ook de dansklassen horen in dit rijtje.
5.4
Nehalennia SSG
5.4.1
Algemeen
Ook Nehalennia SSG is een brede scholengemeenschap, met een aanbod van VMBO met leerwegondersteuning (inclusief de gemengde leerweg), HAVO en VWO (met atheneum en gymnasium). De theoretische leerweg in het VMBO wordt, zoals gezegd net als op het Scheldemond College, MAVO genoemd. Binnen iedere afdeling heeft de school een relatief breed aanbod, met veel keuzemogelijkheden voor leerlingen. Dat aanbod kan door de sterke leerlingengroei gerealiseerd (blijven) worden.
22
5.4.2
Nehalennia Breeweg
De locatie Breeweg is in het VWO in 2012 gestart met tweetalig onderwijs (TTO) in het Engels. De animo was groot. Er is gestart met twee groepen. Dit is nu voortgezet in het tweede leerjaar. Het Technasium is in HAVO en VWO één van de belangrijkste ‘trekkers’ van de locatie. Het vak ‘Onderzoeken en ontwerpen’ wordt in de Tweede Fase gecombineerd met het vak NLT (Natuur, Leven en Techniek). Het aanbod in de ‘Kunst & Cultuur klassen’ wordt nog steeds doorontwikkeld. De school is op Walcheren de enige Begaafdheidsprofielschool, met een bijzonder aanbod voor kinderen met een hoge begaafdheid, al dan niet partieel.
5.4.3
Nehalennia Kruisweg
Op de locatie Nehalennia Kruisweg kent de MAVO een aantal ‘specialisaties,’ waar leerlingen tot 6 uur per week aan besteden. De specialisaties ‘sport’ en ‘kunst & cultuur’ starten al in de onderbouw, waardoor er voor leerlingen een doorlopende lijn is. Het programma Technologie wordt gegeven in de Gemengde Leerweg in leerjaar 3 en 4. In de beide beroepsgerichte leerwegen kunnen de leerlingen in de onderbouw keuzewerktijd volgen. Het Vakcollege Walcheren start in de brugklas. De Culinaire Acadmie Zeeland, de CAZ (horeca) is, na voorbereiding in 2012, in 2013 met succes in de tweede klas te gestart. Er is een aanbod Beauty & Wellness binnen Zorg & Welzijn. Binnen het intersectorale programma Multimedia Theater en Vormgeving (MTV) is naast een ‘frontstage’ nu ook een ‘backstage’ programma geintegreerd, met elementen van de voormalige ICT-route.
6.
Ondersteuning van Leerlingen
6.1
Bijzondere leerlingkenmerken
Om op een juiste manier over de drie locaties en hun leerlingenpopulatie te kunnen spreken, is het goed om in beeld te hebben welke leerlingen met een bijzonder kenmerk op de locatie les hebben. Het is duidelijk dat een vergelijking nog meer adequaat zou zijn, wanneer we gebouw B separaat met de locatie Kruisweg zouden kunnen vergelijken. Helaas zijn deze cijfers niet eenvoudig verkrijgbaar. Maar ook de vergelijking met het Scheldemond College als geheel geeft al belangrijke informatie. We hebben het over de volgende twee leerlingkenmerken: 1.
LWOO = Leerweg Ondersteundend Onderwijs – leerlingen die recht hebben op extra begeleiding hebben een achterstand op het gebied van intelligentie, leren en/of sociaal emotionele ontwikkeling
2. APC =Armoede Probleem Cumulatiegebied – dit zijn door het CBS onderscheiden wijken waar problemen op het gebied van armoede, laaggeletterdheid, werkeloosheid etc. boven een vastgestelde grens ‘cumuleren.’
Scheldemond College Lwoo en apc leerlingen 2013-2014 Aantal
Percentage
School
Landelijk
School
Landelijk
Lwoo leerlingen
102
143
9,0 %
10,3 %
Apc leerlingen
225
139
19,8 %
10,0 %
23
Nehalennia Breeweg Lwoo en apc leerlingen 2013-2014 Aantal
Percentage
School
Landelijk
School
Landelijk
0
4
0,0 %
0,5 %
141
122
10,4 %
11,7 %
Lwoo leerlingen Apc leerlingen
Nehalennia Kruisweg Lwoo en apc leerlingen 2013-2014 Aantal
Percentage
School
Landelijk
School
Landelijk
Lwoo leerlingen
198
198
22,4 %
34,8 %
Apc leerlingen
162
85
18,3 %
15,0 %
Nehalennia Kruisweg wordt landelijk afgezet tegen een VMBO-locatie. We zien dat de school relatief weinig LWOO-leerlingen heeft, ondanks de groei. Het Scheldemond College zit wat dat betreft exact op het landelijk gemiddelde. Het meest opvallend is het aandeel van leerlingen uit APC-wijken op het Scheldemond College. Bij het beoordelen van prestaties van de school moet dat gegeven worden meegenomen.
6.2
Visie op ondersteuning
De Mondia Scholengroep zet veel in op de ondersteuning van leerlingen. De leerling staat immers echt centraal. Binnen alle locaties is het van daaruit ook belangrijk dat ondersteuning, waar we vroeger de term ‘leerlingenzorg’ voor gebruikten, iets is van alle medewerkers, niet alleen van ‘specialisten.’ Ondersteuning gebeurt in de eerste plaats en vooral binnen de klas. We maken bewust gebruik van expertise in het hele (nieuwe) samenwerkingsverband, ook vanuit het speciaal onderwijs. In alle drie de locaties zijn in 2013 specialisten vanuit het speciaal onderwijs dan wel het OPDC actief in de ondersteuning ingezet. Die expertise zetten we dan vanuit onze visie wel primair in om onze eigen mensen, ons eigen primaire proces te versterken en daarmee al onze leerlingen te ‘bedienen.’ In het organiseren van de ondersteuning buiten de klas verschillen de locaties.
6.3
Ondersteuning
Ondersteuning moet in de eerste plaats in en om de lessen plaatsvinden. Ondersteuning is en blijft iets van alle professionals (overigens ook van ouders) om een kind samen. De docenten en mentoren dienen door professionalisering steeds meer bekwaam te worden om adequaat om te kunnen gaan met leerlingen met verschillende ondersteuningsvragen. Ook in 2013 zijn er binnen het samenwerkingsverband met het oog daarop weer diverse ‘kennisdagen’ georganiseerd, waarbij steeds weer expertise van binnen ons samenwerkingsverband zelf is ingezet.
24
Daarbij zijn de basisbekwaamheden zoals verwoord in de Wet Beroepen in Onderwijs een eerste vereiste. Het is belangrijk dat leraren voldoende in staat zijn om goed te differentiëren, dat in een klas ook goed kunnen organiseren. We beseffen dat dit plaatsvindt in een tijd waarin problematiek ‘verdicht,’ waarin van het onderwijs, zeker ook van docenten, steeds meer gevraagd wordt terwijl het onderwijs het met minder middelen moet doen. We dienen dan ook steeds samen in gesprek te blijven wat er mogelijk is en hoe we samen binnen de mogelijkheden die we met zijn allen hebben het beste kunnen realiseren voor onze leerlingen. Professionalisering organiseren we zoveel mogelijk in de praktijk, rondom het kind of de klas zelf. We geloven in ‘coaching on the job,’ in professionalisering ‘werkend aan de weg.’ Medewerkers van onze twee ‘zorglokalen’ werken binnen en buiten de klas met leerlingen, maar ook met docenten en andere medewerkers. We hebben ervaren dat de bekwaamheid van alle betrokken medewerkers hierdoor toeneemt. De scholen zijn de uitdaging, ‘passend onderwijs’ te realiseren voor iedere leerling in Zeeland, met samenwerkingspartners uit onderwijs, jeugdzorg en overheden aangegaan. Die samenwerking vindt plaats in het samenwerkingsverband en in Zeeuws overleg. In 2013 is een begin gemaakt met professionalisering gericht op ‘Handelingsgericht werken’ (HGW) voor alle docenten en ‘Handelingsgericht diagnosticeren’ (HGD) voor onze ondersteuningscoördinatoren. We blijven ons ontwikkelen. We formuleren steeds nieuwe, realistische maar tegelijk ambitieuze doelstellingen. We streven ernaar om op deze manier, door samenwerking, door professionalisering, door groei in de mogelijkheden die we hebben om kinderen ondersteuning te bieden, steeds meer kinderen geheel of gedeeltelijk op te vangen in het reguliere onderwijs binnen de Mondia Scholengroep.
6.4
De locaties
De locaties hebben tot op zekere hoogte de vrijheid om te interne zorgstructuur in te richten zoals bij hun leerlingenpopulatie en hun visie past, binnen de gestelde kaders. De locatie Nehalennia Breeweg heeft weliswaar een ‘ondersteuningslokaal’ als interne tussenvoorziening, maar gebruikt die in principe alleen om leerlingen buiten lessen op te vangen en te ondersteunen. Daarbij wordt externe expertise ingezet vanuit het OPDC en REC 4. De locatie Nehalennia Kruisweg heeft nog geen interne tussenvoorziening, wel een opvanglokaal voor uit de les verwijderde leerlingen. Het is de bedoeling dat dit lokaal in het schooljaar 2013-2014 tot een interne tussenvoorziening evolueert. De locatie maakt relatief veel gebruik van Maatschappelijk Werk en zet externe expertise in die oorspronkelijk afkomstig is uit REC 2. De locatie Scheldemond College heeft twee ‘ondersteuningslokalen,’ waar leerlingen niet alleen buiten, maar in specifieke gevallen ook (bij bijzondere uren) ook tijdens lessen ondersteuning kunnen krijgen. In beide gebouwen gaat het voor een belangrijk deel om Lgf-leerlingen, maar niet alleen. In gebouw B, het VMBOgebouw ligt de nadruk meer op begeleiding van externaliserende problematiek.
25
6.5
Samenwerkingsverband en OPDC
De beide scholen van de Mondia Scholengroep zijn als gezegd aangesloten bij het ‘nieuwe’ samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW). PVOW heeft tot doel het bieden van een passende ondersteuning aan alle leerlingen uit de regio Walcheren die aan één van de aangesloten besturen worden toevertrouwd. PVOW wil Passend Onderwijs realiseren. PVOW bestaat uit de besturen van de volgende rechtspersonen: •
de Stichting De Korre (speciaal onderwijs, nu het cluster 3 van de Regionale Expertisecentra).
•
De Stichting Respont (praktijkonderwijs en speciaal onderwijs, nu het cluster 4 van de Regionale Expertisecentra).
•
De Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs op Walcheren (CSW).
•
De Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren (Mondia Scholengroep).
Het samenwerkingsverband realiseert in de Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren (BVW) het OPDC (orthopedagogisch en –didactisch centrum) en de time out voorziening ‘De Rebound’ in de Griffioenstraat te Middelburg. In het OPDC krijgen leerlingen een bijzondere, intensieve vorm van LWOO, in relatief kleine groepen en van gespecialiseerde docenten. De Rebound is bij het OPDC gevestigd. Leerlingen die in crisissituaties een ‘time out’ nodig hebben, krijgen daarbij maximaal 12 weken les en ondersteuning. De Rebound dient daarbij ook als ‘assessmentcenter,’ om na te gaan wat de beste onderwijsplek voor de leerling is. Bij het OPDC is er sprake van een ‘verdichting’ van problematiek van leerlingen, net als in het VMBO en in het VSO overigens. Ook in kleine groepen was het in 2013 soms moeilijk om een juist pedagogisch klimaat te handhaven. Het OPDC doet veel aan professionalisering en zocht ook in 2013 samenwerking met onder meer het Asteria College (VSO REC 4) en Juvent (Jeugdzorg).
6.6
Internationale Schakelklas Walcheren
Een bijzondere doelgroep binnen Passend Onderwijs vormt binnen Walcheren de groep leerlingen die les krijgt binnen de Internationale Schakelklas Walcheren, voorheen het Neveninstroomproject Het Molenwater. De ISK heeft een erg onzeker leerlingenaantal met een eigen, aparte bekostiging. De ISK valt onder de verantwoordelijkheid van de Stichting ISK Walcheren, net als de stichting BVW ressorterend onder PVOW. In 2013 groeide de ISK naar meer dan 80 leerlingen en 7 groepen. Het aantal is stijgende. Hoewel deze doelgroep formeel niet wordt genoemd in de wetgeving rondom Passend Onderwijs, gaat het hier in onze optiek wel degelijk om een groep leerlingen die een bijzondere vorm van ondersteuning nodig hebben. Ook zijn alle principes van Passend Onderwijs van toepassing.
6.7
VAVO
De Mondia Scholengroep heeft ook in 2013 van beide scholen leerlingen onderwijs laten volgen aan het ROC Scalda binnen het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO). Hierover zijn in 2012 binnen het Zeeuwse schoolleideroverleg (opnieuw) strikte afspraken gemaakt. VAVO is bedoeld voor uitzonderlijke, individuele gevallen, waarin leerlingen van de eigen school door bijzondere omstandigheden de kans krijgen om een of meer vakken alsnog positief af te ronden en zo een VMBO-T, HAVO- of VWO-diploma te behalen. De Mondia Scholengroep heeft in 2013 de volgende aantallen binnen VAVO: Aantallen VAVO 2012 - 2013 Aantallen VAVO 2013 - 2014
Nehalennia SSG 11 19
Scheldemond College 12 2
26
7.
Personeel
7.1
Integraal personeelsbeleid
Mensen zijn voor de Mondia Scholengroep de bouwstenen van de organisatie. Onderwijs is mensenwerk. Het is gericht op leerlingen, waarbij de medewerkers het belangrijkste ‘middel’ vormen dat we inzetten. Het personeelsbeleid vormt een samenhangend geheel, waarbij de uitgangspunten, kaders en doelstellingen consequent in alle aspecten ervan terug komen. Zo werken we aan een integraal personeelsbeleid, kortweg IPB, dat er toe leidt dat mensen, leerlingen zowel als medewerkers, zich ‘wel voelen’. ‘Vertrouwen’ is daarbij een kernbegrip: vertrouwen in leerlingen, vertrouwen in de organisatie, in de mogelijkheden van de school, in het management, maar vooral in de mogelijkheden van alle medewerkers om zich steeds verder te ontwikkelen en te professionaliseren. Het IPB van beide scholen is of wordt in hoge mate op elkaar afgestemd.
7.2
Professionalisering
Professionalisering is een belangrijk element in het personeelsbeleid, evenals alle zaken die daaruit voortvloeien. Het human resource management (HRM) van een school draait eerst en vooral om de vrouw of man voor de klas. Het is tevens één van de ‘antwoorden’ op het lerarentekort en een hoofdelement in het tegengaan van (een beleving van) grote werkdruk. Professionalisering helpt medewerkers beter toegerust te zijn en beter in staat te zijn ‘onderwijs en zorg op maat’ te leveren voor de leerlingen. Professionalisering van medewerkers is en blijft het belangrijkste speerpunt in personeelsbeleid en wellicht in het gehele beleid van de school. Zij dienen toegerust te worden, zich blijvend te ontwikkelen en bij te dragen aan de lerende organisatie.
7.3
Gesprekscyclus
Beide scholen werken met een vaste gesprekscyclus, die beschouwd wordt als de basis voor de uitvoering van een goed Integraal Personeelsbeleid. Deze cyclus is in 2012 geharmoniseerd. In 2013 is ervaring opgedaan met een 360 graden feedback doordat het complete management en middenmanagement en het hoofd bedrijfsvoering hebben meegewerkt aan een pilot. Hier wordt in 2014 een vervolg aan gegeven. Beide scholen gebruiken ook de onderzoeken en enquêtes die ze uitvoeren onder leerlingen, ouders en medewerkers als feedbackinstrumenten die input leveren voor de gesprekscyclus.
7.4
Functiemix
De lerarenfuncties zijn geharmoniseerd, evenals de benoemingsprocedure dat is. Deze procedure is in 2012 reeds een eerste maal geëvalueerd en op grond daarvan in 2013 bijgesteld, na raadplegingen van docenten in alle drie de locaties. De functiemix van Lb-, Lc- en Ld-functies is verder schoolgebonden. In 2013 is een voorstel ontwikkeld om de functiemix in 2014 ook locatie gebonden te realiseren.
7.5
Mobiliteit
De kwaliteit van het onderwijs binnen de scholen van de Mondia Scholengroep kan alleen worden gewaarborgd met gemotiveerde, goed opgeleide medewerkers. Mobiliteit, intern zowel als extern, zowel horizontaal als verticaal kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de mensen en dus aan het onderwijs van de instelling. Bij goed werkgeverschap behoort bovendien structurele aandacht voor de ontwikkeling van de medewerkers. Mobiliteitsbeleid is dan ook een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid. Mobiliteit is het vermogen van medewerkers om zich mentaal, functioneel en geografisch te willen en te kunnen verplaatsen ten behoeve van hun eigen ontwikkeling en/of ten behoeve van de organisatie. Hieruit valt te lezen dat het belang van mobiliteit voor de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de medewerker gekoppeld is aan het belang van de mobiliteit voor de organisatie. De
27
verantwoordelijkheid voor mobiliteit wordt door de werkgever en de werknemer gedeeld. Voor de werknemer vormt het een mogelijkheid zichzelf te ontplooien, waarbij hij recht heeft op ondersteuning van de werkgever. De verantwoordelijkheid van het personeel voor de eigen loopbaan staat daarbij voorop. Voor de werkgever vormt het één van de instrumenten om medewerkers te helpen zich aan te passen aan de veranderingen binnen het werk en de organisatie. De Mondia Scholengroep heeft het beleid rondom mobiliteit vastgelegd in een mobiliteitsplan, dat is vastgesteld in overleg met de vakcentrales en met instemming van de personeelsgeleding van (toen nog) de twee medezeggenschapsraden. Het plan wordt iedere drie jaar in samenspraak met de PGMR geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
7.6
De opbouw van het personeelsbestand in 2013
7.6.1
Personeelscategorieën
Onderstaande tabellen geven een vergelijking weer tussen de verschillende ‘locaties’ als het gaat om de verdelingen werktijdfactor over de functiegroepen directie, onderwijzend personeel en onderwijs ondersteunend personeel (OOP/OBP) tijdens 2012 en 2013 (voor beide jaren is als peil datum 31 december aangehouden) . Een deel van de tabellen en grafieken beschrijven ook een ‘koepel’. Het gaat hier om de gehele functiegroep directie (4 fte) en een deel van het OOP werkzaam binnen de subgroep Mondia bedrijfsvoering (3,8 fte in 2012 en 4,8 fte in 2013). In onderstaande kolomgrafieken en cirkeldiagrammen waarin een verdeling op locatie niveau wordt aangegeven wordt de koepel verdeeld over beide locaties waarin de verdeelsleutel (net zoals bij financiën) voor 2012, 63,29% bij Nehalennia SSG en 36,70% bij het Scheldemond college wordt toegepast. Voor 2013 wordt de volgende verdeelsleutel toegepast: 66,33% bij Nehalennia SSG en 33,66% bij het Scheldemond College. We kunnen een duidelijke stijging in zowel de OP als de OOP/OBP formatie waarnemen binnen Nehalennia SSG. tabel: personeelsformatie Mondia Scholengroep op 31 december 2012
DIR
WTF
OP
WTF
OOP/OBP
WTF
Totaal WTF
Nehalennia SSG
0
0,00
162
133,89
48
35,37
169,25
Scheldemond College
0
0,00
82
72,36
32
24,56
96,92
Koepel
4
4,00
0
0,00
4
3,80
7,80
Mondia Scholengroep
4
4,00
244
206,25
84
63,73
273,98
tabel: personeelsformatie Mondia Scholengroep op 31 december 2013
DIR
WTF
OP
WTF
OOP/OBP
WTF
Totaal WTF
Nehalennia SSG
0
0,00
163
140,49
57
41,32
181,81
Scheldemond College
0
0,00
84
71,58
31
24,72
96,30
Koepel
4
4,00
0
0,00
5
4,80
8,80
Mondia Scholengroep
4
4,00
247
212,07
93
70,84
286,91
De volgende grafieken geven per school een vergelijking tussen de functiegroepen directie, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel (OOP/OBP) tijdens kalenderjaar 2012 en kalenderjaar 2013 (voor beide jaren is als peil datum 31 december aangehouden). Ook hier gaat het om een formatieoverzicht op
28
basis van werktijdfactor. De directieformatie van beide scholen zit sinds de fusie op het niveau van de scholengroep en wordt evenals een deel van het OBP verdeeld over de locaties m.b.v. een eerder beschreven verdeelsleutel. grafiek: vergelijking personeelsformatie Nehalennia SSG op 31 december 2013 en 31 december 2012
grafiek: vergelijking personeelsformatie Scheldemond College op 31 december 2013 en 31 december 2012
7.6.2
OP formatie: man/vrouw voltijd/deeltijd
Onderstaande tabellen geven zowel een vergelijk weer tussen de man/vrouw verdelingen binnen de afdelingen HAVO/VWO en VMBO/MAVO, als vergelijkingen van de groei, krimp en/of stagnatie van verhoudingen voltijd/deeltijd binnen de Mondia Scholengroep. Ook hier wordt een vergelijking gemaakt tussen 2013 en 2012 waarin de aantallen tussen haakjes aantallen op 31 december 2012 weergeven (voor beide jaren is als peil datum 31 december aangehouden). tabel: verdeling Man/Vrouw – Voltijd/Deeltijd Mondia Scholengroep 2013-(2012), OP formatie op 31-12-2013 en (31-12-2012)
Mondia Scholengroep Vrouwen
Mannen
Totaal *
Afdeling
Voltijds
Deeltijds
Voltijds
Deeltijds
HAVO/VWO
18 (18)
43 (41)
64 ( 66)
11 ( 9)
136 (134)
VMBO/MAVO
14 (11)
44 (43)
44 ( 43)
9 (11)
111 (108)
Totaal
32 (29)
87 (84)
108 (109)
20 (20)
247 (242)
* 5 personen werkzaam bij zowel Nehalennia SSG als Scheldemond College
29
grafiek: verdeling Man/Vrouw – Voltijd/Deeltijd Mondia Scholengroep 2013-(2012), OP formatie op 31-12-2013 en (31-12-2012)
tabel: verdeling Man/Vrouw – Voltijd/Deeltijd Nehalennia SSG 2013-(2012), OP formatie op 31-12-2013 en (31-12-2012)
Nehalennia SSG Vrouwen
Totaal
Mannen
Afdeling
Voltijds
Deeltijds
Voltijds
Deeltijds
HAVO/VWO
12 (11)
24 (26)
43 (46)
8 ( 6)
87 ( 89)
VMBO/MAVO
10 ( 7)
34 (33)
27 (27)
5 ( 6)
76 ( 73)
Totaal
22 (18)
58 (59)
70 (73)
13 (12)
163 (162)
grafiek: verdeling Man/Vrouw – Voltijd/Deeltijd Nehalennia SSG 2013-(2012), OP formatie op 31-12-2013 en (31-12-2012)
tabel: verdeling Man/Vrouw – Voltijd/Deeltijd Scheldemond College 2013-(2012), OP formatie op 31-12-2013 en (31-12-2012)
Scheldemond College Vrouwen
Mannen
Totaal
Afdeling
Voltijds
Deeltijds
Voltijds
Deeltijds
HAVO/VWO
6 ( 7)
19 (15)
21 (20)
3 (3)
49 (45)
VMBO/MAVO
4 ( 4)
10 (10)
17 (16)
4 (5)
35 (35)
Totaal
10 (11)
29 (25)
38 (36)
7 (8)
84 (80)
30
grafiek: verdeling Man/Vrouw – Voltijd/Deeltijd Scheldemond College 2013-(2012), OP formatie op 31-12-2013 en (31-12-2012)
Opvallend is o.a. een stijging van 16 % van vrouwen werkzaam in deeltijd binnen het Scheldemond College (t.o.v. 2012). Daartegenover kan waargenomen worden dat er, t.o.v. 2012, 22% meer vrouwen een voltijdse aanstelling zijn aangegaan binnen Nehalennia SSG.
7.6.3
Aanstellingsvormen
tabel: verschillende aanstellingsvromen binnen de Mondia Scholengroep op 31-12-2013 (in fte)
NEH SMC Mondia Mondia totaal
OP Vast 118,40 65,43 0,00 183,83
OP tijdelijk 22,09 6,15 0,00 28,24
OOP/OBP Vast 37,95 23,13 7,80 68,88
OOP/OBP tijdelijk 3,37 1,60 1,00 5,97
Totaal 181,81 96,30 8,80 286,91
grafiek: verschillende aanstellingsvromen binnen de Mondia Scholengroep op 31-12-2013 (verdeling naar rato van gehele populatie)
31
tabel: verschillende aanstellingsvromen binnen de Mondia Scholengroep op 31-12-2013
Nehalennia SSG OP
OOP/OBP
aantal
fte
aantal
fte
tijdelijk
131 32
118,40 22,09
50 7
37,95 3,37
156,35 25,46
totaal
163
140,49
57
41,32
181,81
vast
fte (totaal)
Scheldemond College OP
OOP/OBP
aantal
fte
aantal
fte
tijdelijk
72 12
65,43 6,15
28 3
23,13 1,60
88,56 7,75
totaal
84
71,58
31
24,72
96,30
vast
fte (totaal)
Mondia Scholengroep
OOP/OBP
OP aantal
fte
aantal
fte
tijdelijk
0 0
0,00 0,00
8 1
7,80 1,00
7,80 1,00 0,00
totaal
0
0,00
9
8,80
8,80
vast
fte (totaal)
286,91 7.6.4
Leeftijdsopbouw
Onderstaande grafieken en tabellen geven een vergelijking weer van leeftijdsopbouw, in stappen van vijf jaar, tussen het onderwijzend personeel op 31 december 2012 en 31 december 2013. Ook hier worden zowel aantallen weergegeven binnen de gehele scholengroep als binnen de verschillende scholen. Een onderscheid wordt wederom gemaakt tussen de afdelingen HAVO/VWO en VMBO (VMBO/MAVO). Binnen de afdeling VMBO is een opvallende daling zichtbaar in de leeftijdscategorie 21 jaar t/m 25 jaar en een opvallende stijging is zichtbaar in de leeftijdscategorie 46 jaar t/m 50 jaar. tabel: Vergelijking leeftijdsopbouw Mondia Scholengroep 2013/2012 Mondia Scholengroep Leeftijd
VMBO 2013
21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60 61-67 Totaal
H/V
2012
2013
Totaal * 2012
2013
2012
4 9 14 14 16 13 15 18 8
10 11 13 12 14 9 18 16 5
9 12 14 15 18 16 20 18 14
7 13 10 15 17 18 21 24 9
13 21 28 29 34 29 35 36 22
17 24 23 27 31 27 39 40 14
111
108
136
134
247
242
32
grafiek: Vergelijking leeftijdsopbouw VMBO-MAVO Mondia Scholengroep 2013/2012
Grafiek: Vergelijking leeftijdsopbouw HAVO-VWO Mondia Scholengroep 2013/2012
tabel: Vergelijking leeftijdsopbouw Nehalennia SSG 2013/2012
Nehalennia SSG Leeftijd
VMBO 2013
H/V
2012
2013
Totaal 2012
2013
2012
61-67
4 8 8 9 10 9 12 13 3
9 6 9 7 8 5 15 11 3
6 8 7 11 15 11 10 8 11
7 9 5 10 15 13 9 16 5
10 16 15 20 25 20 22 21 14
16 15 14 17 23 18 24 27 8
Totaal
76
73
87
89
163
162
21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60
33
grafiek: Vergelijking leeftijdsopbouw VMBO-MAVO Nehalennia SSG 2013/2012
grafiek: Vergelijking leeftijdsopbouw HAVO-VWO Nehalennia SSG 2013/2012
tabel: Vergelijking leeftijdsopbouw Scheldemond College 2013/2012
Scheldemond College Leeftijd
VMBO 2013
H/V
2012
2013
Totaal 2012
2013
2012
61-67
0 1 6 5 6 4 3 5 5
1 5 4 5 6 4 3 5 2
3 4 7 4 3 5 10 10 3
0 4 5 5 2 5 12 8 4
3 5 13 9 9 9 13 15 8
1 9 9 10 8 9 15 13 6
Totaal
35
35
49
45
84
80
21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60
34
grafiek: Vergelijking leeftijdsopbouw VMBO-MAVO Scheldemond College 2013/2012
grafiek: Vergelijking leeftijdsopbouw HAVO-VWO Scheldemond College 2013/2012
7.6.5 Prognose aantal fte vanaf verslagjaar Gekeken naar de prognose leerlingenaantallen, zie hoofdstuk 2.2 en de meerjarenbegroting welke in hoofdstuk 10.4 staat verwachten we de komende jaren de volgende verdeling in fte’s. Aantal personeelsleden in fte's op 31-12 - directie + management - onderwijs personeel - ondersteunend personeel totaal personeel
2013 14,90 202,17 69,84 286,91
2014 15,90 209,79 69,84 295,53
2015 14,90 211,22 69,84 295,96
2016 14,90 209,97 69,84 294,71
35
7.7
Verzuimrapportage 2013
Onderstaande tabellen en grafieken beschrijven verzuimcijfers over de periode jan 2012 tot en met december 2013. De cijfers uit onderstaande tabellenlaten zien dat zowel het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en gemiddelde verzuimduur toe zijn genomen. Opvallend is een stijging van bijna 1 procent verzuim in 2013 en een toename van verzuimduur met gemiddeld 1,47 dagen ten opzichte van 2012. Dit komt met name door een stijging van de langdurig zieken. tabel: Kerncijfers Mondia Scholengroep (formatieomvang en verzuim)
Aantal werknemers gemiddeld Aantal fte Aantal fte bapo Aantal fte ziek Aantal ziekmeldingen Aantal herstelmeldingen
2012
2013
322
330
267,76 14,44
277,05 14,38
8,76
11,35
424 415
454 452
2012
2013
3,46%
4,32%
tabel: kerncijfers Mondia Scholengroep (ziekteverzuim)
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie per jaar Gemiddelde verzuimduur (o.b.v. kalenderdagen)
1,32
1,38
9,24
14,73
Onderstaande grafieken en tabellen geven een gemiddelde ziekteverzuimpercentage weer binnen de gehele scholengroep over kalenderjaar 2013. De verzuimpercentages van de gehele scholengroep worden eerst vergeleken met verzuimpercentages over kalenderjaar 2012. Vervolgens worden de verzuimpercentages over 2013 per locatie weergegeven. tabel: Vergelijking tussen verzuimpercentages van de Mondia Scholengroep in 2012 en 2013 (per maand)
36
Grafiek: Vergelijking tussen verzuimpercentages van de Mondia Scholengroep in 2012 en 2013
tabel: Vergelijking tussen verzuimpercentages van de Mondia Scholengroep in 2012 en 2013 (per kwartaal)
Grafiek: Vergelijking per kwartaal tussen verzuimpercentages van de Mondia Scholengroep in 2012 en 2013
tabel: Vergelijking tussen verzuimpercentages per locatie in 2013 (per maand)
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
WEY
BWG
KWG
7,83% 7,54% 7,35% 6,38% 5,54% 4,42% 3,02% 2,85% 4,86% 6,48% 6,02% 7,85%
3,60% 4,34% 4,58% 4,53% 2,59% 0,46% 0,02% 0,45% 1,58% 1,68% 2,95% 1,62%
4,55% 6,00% 6,60% 5,67% 5,04% 5,64% 4,89% 2,06% 2,04% 3,17% 6,46% 6,21%
37
Grafiek: Vergelijking tussen verzuimpercentages per locatie in 2013
Tabel: Vergelijking gemiddelde meldingsfrequentie per locatie in 2013 (per maand)
WEY
BWG
KWG
Januari Februari Maart April Mei
2,48 1,79 1,98 1,69 1,10
2,53 1,44 2,47 1,46 0,23
1,82 1,22 2,60 1,98 0,87
Juni Juli Augustus September Oktober November December
0,30 0,00 0,64 1,89 1,15 2,17 1,86
0,45 0,00 0,55 1,20 1,62 2,27 1,19
0,88 0,00 0,11 1,09 2,29 3,19 0,93
grafiek: Vergelijking meldingsfrequentie per locatie in 2013
38
8.
Huisvesting
8.1
Algemeen
De Mondia Scholengroep heeft de beschikking over vier, in het algemeen goed geoutilleerde gebouwen, op drie locaties: • • •
Locatie Breeweg Middelburg: het gebouw van de locatie voor HAVO en VWO van Nehalennia SSG Locatie Kruisweg Middelburg: het gebouw van de locatie voor VMBO van Nehalennia SSG Locatie Weyevlietplein Vlissingen: twee gebouwen van de locatie Scheldemond College, op hetzelfde, campusachtige terrein, een voor HAVO-VWO en een voor VMBO
Daarnaast maakt de Mondia Scholengroep in de sector Techniek van het VMBO gebruik van het Technum in Vlissingen, een gebouw dat in eigendom is van Scalda, het ROC in Zeeland. De scholengroep heeft voor alle gebouwen een Meerjarenonderhoudsplan. Een breed en integraal Meerjarenhuisvestingsplan moet nog gerealiseerd worden. Dat is opportuun zodra de ontwikkelingen rondom leerlingenaantallen, VMBO Walcheren en Passend Onderwijs enigszins duidelijk zijn, naar verwachting in 2014 – 2015.
8.2
Bewegingsonderwijs en sport
Nehalennia SSG maakte voor bewegingsonderwijs in 2013, naast eigen faciliteiten, gebruik van voorzieningen van CSW Toorop.’ Sinds 2013 wordt De Sprong, samen met de CSW, volledig gebruikt. Het ‘lokaal 400’, een aparte gymzaal bij de locatie Kruisweg wordt vanwege de groei in leerlingenaantal gehandhaafd. Het Scheldemond College maakte voor bewegingsonderwijs in 2013, naast eigen faciliteiten, nog gebruik van de sportzaal Baskensburg. Beide scholen maken daarnaast meer en minder gebruik van andere sportvoorzieningen in Middelburg en Vlissingen, zoals sportscholen en het zwembad. De sportclubs die met het Scheldemond College samenwerken hebben hun eigen faciliteiten en voorzieningen.
8.3
Nehalennia
De druk op de beide locaties is door de groei in leerlingenaantal groot. In het aantal reguliere leslokalen is voorzien door op het terrein van de locatie Kruisweg opnieuw 7 tijdelijke lokalen te laten plaatsen, waaronder een muzieklokaal. Dat is middels een spoedprocedure opnieuw gebeurd met financiële steun van de gemeente Middelburg voor vier van deze lokalen. In deze lokalen hebben, behalve de brugklassen, alle leerjaren lessen. De lokalen functioneren in het algemeen naar tevredenheid. Naast dit kwantitatieve probleem was en is er in de Breeweg toenemende mate sprake van een kwalitatief probleem. In de locatie is namelijk een gebrek aan voldoende specifieke vaklokalen, zoals voor CKV / Kunst & Cultuur en ICT. In 2013 is geïnvesteerd in diverse nieuwe lokalen en voorzieningen. Het aantal fietsenrekken is op beide locaties vergroot. Niettemin blijft de fietsenstalling een lastig oplosbaar probleem. In 2013 is daarom gezocht naar nieuwe mogelijkheden, rondom het gebouw van de Breeweg. Er zijn diverse aanpassingen in het gebouw aan de Breeweg aangebracht. Zo is verder gegaan met het renoveren van de toiletgroepen, met een verfplan en met het verbeteren van de ICT-infrastructuur. De verbouwing van de personeelskamer is in februari 2013 gerealiseerd.
39
Om voldoende lesplaatsen te kunnen realiseren aan de Kruisweg is wederom een aantal (glazen) wanden geplaatst in grote lokalen, waardoor er beter met meerdere gedifferentieerde groepen kan worden lesgegeven. Er is op meerdere plaatsen onderhoud gepleegd en in het gebouw geïnvesteerd. Er is geïnvesteerd in ICT, onder meer door de aanschaf van computers en smartboards.
8.4
Weyevlietplein
Door de daling van het leerlingenaantal in ‘gebouw B,’ het VMBO-gebouw, ontstaat daar enige ruimte. Bij verdere daling zal die ruimte toenemen. Er wordt gezocht naar nieuwe mogelijkheden om die ruimte zo goed mogelijk te benutten, ook om de exploitatie binnen aanvaardbare kaders te houden. In beide gebouwen is onderhoud verricht, onder meer door verdere uitvoering van het verfplan. Er is verder geïnvesteerd in ICT, onder meer door de aanschaf van smartboards.
8.5
De Rotonde
De Mondia Scholengroep realiseert als gezegd samen met de CSW de ISK Walcheren. De helft van de leerlingen is ingeschreven bij Nehalennia SSG, de andere helft bij de CSW. De ISK was in 2013 gevestigd aan de Rotonde in Middelburg. Deze aparte voorziening voldoet in de ogen van de medewerkers daar goed voor de doelgroep. De gemeente Middelburg heeft aangekondigd dat het Molenwater per 1 augustus 2014 naar een andere locatie moest, vanwege bouwplannen. Daar is in 2014 inmiddels een andere locatie (aan de Grevelingenstraat in Middelburg) voor gevonden.
8.6
OPDC en Rebound
De Mondia Scholengroep realiseert als gezegd samen met de CSW en de stichting Respont binnen het kader van PVOW het OPDC en de time-out voorziening De Rebound. Beide zijn gevestigd aan de Griffioenstraat in Middelburg. Leerlingen van de Mondia Scholengroep en de CSW krijgen er onderwijs en ondersteuning. Het gebouw van het OPDC is niet geschikt voor haar leerlingen. Het is te klein en te veel een theoriegebouw, zijnde een voormalige basisschool. De leerlingen hebben behoefte aan meer ruimte en meer praktijklokalen. De huisvesting van het OPDC is een blijvende zorg van PVOW en daarmee ook van de Mondia Scholengroep. Een oplossing voor de problematiek moet regionaal worden gevonden in het kader van Passend Onderwijs op Walcheren.
40
9.
Financiën
9.1
Risicomanagement
Cruciaal voor de continuïteit van de beide scholen, van de Mondia Scholengroep en de stichting die de scholen realiseert, is een adequaat risicomanagement. We willen daarin streven naar een verbetering, maar zeker ook een borging van kwaliteit. We willen onze systematiek en informatievoorziening steeds meer verbeteren en expertise vergroten. Het gaat uiteindelijk om het borgen van het onderwijsaanbod aan leerlingen en van de kwaliteit daarvan. Risicomanagement wordt gedefinieerd 13 als “het op systematische wijze inzicht krijgen in de factoren die de realisatie van (beleids)doelstellingen in de weg kunnen staan (risicoanalyse) alsmede een systematische afweging inzake de sturing en beheersing van de risico’s (risicobeleid)”. De risicomanagementcyclus bestaat uit de volgende elementen: • • • •
het in kaart brengen van risico’s, het (structureel) genereren van goede, betrouwbare management informatie; het analyseren van risico’s (zowel de kans erop als de impact ervan); beheersmaatregelen; monitoring van deze maatregelen door de genoemde managementinformatie etc.
Het is daarbij niet voldoende wanneer we volstaan met een jaarlijkse cyclus van begroten, tussenrapportage, jaarrekening en jaarverslag en bijstelling. We streven daarom naar het volgende model, dat we feitelijk al deels hebben ingevoerd, waarbij we doorlopend monitoren en bijstellen. Planning & control Plannen
Begroten/ budgetteren bijsturen
Verantwoorden
Uitvoeren
41
9.2
Kengetallen
9.2.1
Liquide middelen en liquiditeit
De liquide middelen zijn iets afgenomen, met €131.000. Dit is gebeurd met name als gevolg van €735.000 meer vorderingen en minder kortlopende schulden en vooruit ontvangen bedragen samen €631.000. Wanneer we kijken naar de liquiditeit dan is het current ratio (dit getal geeft aan in hoeverre de stichting op korte termijn voldoende vlottende bezittingen heeft om aan haar korte termijn (financiële) verplichtingen te kunnen voldoen. De current ratio wordt berekend uit de verhouding tussen de vlottende activa en het kort vreemd vermogen) verbeterd naar 0,9 De ratio was afgelopen jaar gedaald tot 0,7, met name door het af lossen van een in het verleden afgesloten lening ten behoeve van Nehalennia SSG van € 750.000. Het current ratio moet eigenlijk boven de 1,0 liggen, waarbij boven de 1,5 ‘veiliger’ is. De liquiditeit is een punt van blijvende zorg en aandacht, waar het gaat om de lange termijn. Er zijn door de leerlingengroei en de noodzakelijke uitgaven in ICT en onderhoud de afgelopen jaren op met name de locaties van Nehalennia veel tamelijk kostbare en deels ook onverwachte uitgaven gedaan. Grote uitgaven, bijvoorbeeld in het kader van ICT, onderhoud en strategisch personeelsbeleid zullen daarom in het kader van een meerjarig risicomanagement steeds ingekaderd moeten worden door een adequate liquiditeitsbegroting. Er zullen, om te kunnen anticiperen op de leerlingenkrimp en op de ontwikkelingen in het kader van ICT, in de komende jaren zeker extra investeringen moeten worden gedaan. Een current ratio van 1,0 moet daarbij weer gerealiseerd worden, waarbij de overheid als richtlijn stelt dat deze ratio tussen de 0,5 en 1,5 moet liggen. Deze beleidslijn is verantwoord door de positieve ontwikkeling van de liquide middelen en door een strikte planning en control.
9.2.2
Weerstandsvermogen
De Raad van Toezicht heeft bij haar goedkeuring van de meerjarenbegroting in december 2012 de voorwaarde gesteld dat voor het weerstandsvermogen een streven geldt van 15%, met een absolute ondergrens van 10%. Deze voorwaarde is ‘hard,’ in tegenstelling tot het ‘streven’ bij andere ratio’s, zoals liquiditeit en solvabiliteit. Het weerstandsvermogen (deze waarde wordt verkregen door het eigen vermogen uit te drukken in een percentage van de exploitatie (totaal van de baten) van het betreffende jaar) komt na de toevoeging van het exploitatieresultaat 2013 aan de algemene reserves op 25,2%. Dit was op 31-12-2012 21,7%. Wanneer we de voorgenomen richtlijnen ten aanzien van de liquiditeit in acht nemen, mogen we constateren dat de financiële basis van de Mondia Scholengroep al zeer solide was en zelfs verbeterd is. Deze solide basis is gekeken naar de meerjarenbegroting ook zeer noodzakelijk.
9.3
Exploitatieresultaat
9.3.1
Algemeen
Het exploitatieresultaat van Nehalennia SSG is €862.000 positief en dat van het Scheldemond College €514.000 positief. Het verschil tussen de beide scholen zit voor het grootste deel in wat we in de meerjarendocumenten ‘voorfinanciering’ hebben genoemd: het feit dat de bekostiging tussen augustus en januari nog niet is aangepast aan de nieuwe leerlingenaantallen. In het meerjarenbeleidsplan was door deze ‘voorfinanciering’ nog een negatief resultaat voorzien, m.n. bij Nehalennia SSG. De begroting 2013 was met een resultaat van nul begroot. Het werkelijke resultaat is echter uiteindelijk dus maar liefst €1.376.000 positief geworden, ondanks de groei in leerlingenaantal en dus in formatie. Het grootste gedeelte is te verklaren uit een extra ontvangen incidentele aanvullende bekostiging in december van in totaal €701.000, waarvan €442.000 voor Nehalennia SSG en €259.000 voor Scheldemond College. We analyseren het resultaat (werkelijk ten opzichte van begroot) verder.
42
9.3.2
Baten
Hier zit dus een belangrijk deel van de verklaring van de ‘meevaller’: er is veel meer geld ontvangen dan verwacht. De baten zijn bij Nehalennia SSG ten opzichte van de begroting met €914.000 toegenomen en bij het Scheldemond College met €489.000. In totaal zijn de baten ten opzichte van de begroting toegenomen met €1.403.000. Er is in totaal €1.092.000 meer ontvangen aan subsidies van OC&W, waarvan dus maar liefst €701.000 incidentele aanvullende bekostiging en een ontvangen subsidie behoud jonge leerkrachten van €217.000 in december (deze laatste wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve) en onder andere €126.000 meer dan begroot aan subsidie voor de ‘prestatiebox’ middelen. Het verschil tussen beide scholen laat zich goed verklaren door de verschillende omvang van de scholen. De gemeentelijke en provinciale bijdragen waren €46.000 hoger dan begroot, welke verklaring vooral te vinden is in de (gedeeltelijke) vergoeding huur van de tijdelijke huisvesting bij Nehalennia Kruisweg door de gemeente Middelburg. De overige bijdragen waren €265.000 hoger dan begroot, door onder meer door €21.000 meer opbrengsten uit verhuur, €40.000 meer uit detacheringen, €134.000 meer uit ouderbijdragen (met name bij Nehalennia SSG) en tenslotte uit diverse overige bronnen nog eens €71.000.
9.3.3
Lasten
Algemeen De lasten zijn bij Nehalennia SSG ten opzichte van de begroting toegenomen met €77.000 en bij het Scheldemond College zijn ze gedaald met €13.000. Voor de Mondia Scholengroep zijn de lasten dus €64.000 hoger dan begroot. Voor het overgrote deel zit dat weer in de eerder geschetste ‘voorfinanciering,’ als gevolg van de leerlingengroei. Die voorfinanciering is niet meegenomen in de begroting, wel geduid in de meerjarenbegroting. De ‘voorfinanciering’ betreft voornamelijk de personele lasten. Daarnaast is de stijging veel lager uitgevallen door ontvangen afrekeningen ISKW en BVW van in totaal €307.000. Personele lasten De personele lasten zijn bij Nehalennia SSG ten opzichte van de begroting toegenomen met €13.000, bij het Scheldemond College zijn ze toegenomen met €2.000. Voor de Mondia Scholengroep zijn de lasten dus €15.000 hoger dan begroot. Er is bij het Nehalennia SSG een logische toename van loonkosten en inleenkosten te zien van €228.000. Er was bij deze school wederom een enorme groei van personeel, van ruim 13 fte na de zomervakantie 2013. Er waren €33.000 meer aan overige personele kosten bij Nehalennia SSG. De overschrijding komt hier door iets meer kosten voor coaching en begeleiding, scholingskosten en reiskosten. De overschrijdingen van bovenstaande personele lasten worden bij Nehalennia SSG geheel goedgemaakt door meer ontvangen uitkeringen (verminderd met kosten van de verzekering WGA) van €249.000. Dit betreft veelal eenmalige ontvangen uitkeringen i.v.m. de overgang naar eigen risicodrager schap WGA en een uitgevoerde controle op inhoudingen en afdrachten naar de laatste 5 boekjaren. Bij het Scheldemond College is er een toename van loonkosten en inleenkosten te zien van €25.000. Het aantal fte is nagenoeg gelijk gebleven. Er was €13.000 meer aan overige personele kosten bij het Scheldemond College. De overschrijdingen van bovenstaande personele lasten worden ook hier bijna geheel goedgemaakt door meer ontvangen uitkeringen (verminderd met kosten van de verzekering WGA) van €35.000.
43
Afschrijvingen Er is redelijk volgens de (inventaris)begroting geïnvesteerd. De ontvangen subsidie van de gemeente Middelburg ten bate van de investeringen in verband met de leerlingengroei bij Nehalennia SSG is hier ook wel gelijk tegen geboekt. De afschrijvingen zijn zowel bij het Nehalennia SSG als het Scheldemond College met respectievelijk €12.000 en €8.000 lager uitgevallen dan begroot. Totaal voor de Mondia Scholengroep als geheel €20.000 minder afschrijvingskosten. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn bij Nehalennia SSG met €97.000 hoger uitgevallen, bij het Scheldemond College zijn deze lasten €6.000 hoger en daardoor voor de gehele scholengroep met €103.000 toegenomen ten opzichte van begroot. De kostenstijging bij Nehalennia SSG is te verklaren door hogere onderhouds- en schoonmaakkosten aan de gebouwen (€81.000 meer) en hogere kosten voor huur (25.000 meer) van de sportzalen De Sprong en van de tijdelijke huisvesting aan de Kruisweg door de leerlingengroei. Aan de batenkant zien we hier ook wel hogere vergoedingen van de gemeente Middelburg voor. Verder vallen de energielasten €9.000 lager uit. Ook bij het Scheldemond College is een stijging te zien van €35.000 in de onderhoudskosten echter hier zijn de kosten voor energie €28.000 lager uitgevallen dan begroot. Op de overige posten blijft nog een €1.000 over. Vorig jaar is er een geheel nieuw Meerjarenonderhoudsplan gemaakt. Dit is ook een van de redenen van de overschrijding op de onderhoudskosten daar de nieuwe dotaties nog niet waren begroot. Overige lasten De overige lasten vallen voor de Mondia scholengroep €34.000 lager uit dan begroot, bij Nehalennia SSG €21.000 lager en bij het Scheldemond College €13.000 lager. De grootste verschillen zitten in: -
9.3.4
Administratie- en beheerslasten, m.n. door hogere advieskosten (Nehalennia SSG plus € 106.000 en Scheldemond College plus € 29.000) Leer- en hulpmiddelen, waar onder werkboeken (Nehalennia SSG plus €80.000 en Scheldemond College min €2.000) Overige, m.n. hogere kosten voor ambulante begeleiding en leerlingactiviteiten (Nehalennia plus €57.000 en het Scheldemond College plus €3.000) , maar hier ook de afrekeningen ISKW en BVW (Nehalennia SSG min €264.000 en Scheldemond College min €43.000) welke toegevoegd worden aan de bestemmingsreserve Samenwerkingsverband PVOW.
Rente
Door de liquide middelen van de beide scholen, in 2012 vrijwel geheel afkomstig van het Scheldemond College, goed gezamenlijk op een hoog renderende rekening weg te zetten, zorgen deze voor € 37.000 hogere rentebaten dan begroot. 9.3.5.
Vergelijk met het jaar daarvoor
Bijna alle onderdelen uit de exploitatie komen in 2013 hoger uit dan het jaar daarvoor. Alleen de energielasten vallen lager uit. De totale lasten zijn met 5% gestegen, zonder de afrekeningen ISKW en BVW was dit 6%. Een grootste verklaring is al te vinden in het feit dat het leerlingenaantal met 8% omhoog is gegaan. De totale baten zijn mede daardoor met een kleine 10% gestegen. Zonder de aanvullende bekostigingen was dit een kleine 6 % geweest.
44
9.4
Treasuryverslag
Het bestuur van de school heeft een treasurystatuut opgesteld waarin het beleid uiteengezet wordt en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden beschreven. Het treasurystatuut is in 2012 door het bestuur geactualiseerd en is in overeenstemming met de regeling beleggen en belenen van 16 september 2009, nr. FEZ/CC-2009/150185.Het totale vermogen volgens Portefeuille-overzicht ABN-AMRO per 31-12-2013 bestaat uit liquiditeiten: € 2.725.323 (waarvan € 1.500.000 op hoog renderende rekeningen, waarvan de tegoeden dagelijks opvraagbaar zijn.) Deze liquiditeiten zijn: 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 1.7.3 Deposito's
6.954 1.218.369 1.500.000
45
10.
Continuïteitsparagraaf en Meerjarenperspectief
10.1
Uitgangspunt algemeen
De meerjarenbegroting kent de baten en lasten van de Begroting 2014 als uitgangspunt bij de berekeningen. Daarbij zijn veel ontwikkelingen ‘proportioneel’ berekend. Dat wil zeggen dat ze de ontwikkeling van de leerlingenaantallen volgen. Er is getracht een zo realistisch mogelijke begroting te geven. Dat is voor de goede orde dus niet het ‘worst case’ scenario. Er zijn enkele beleidsbeslissingen en aannames verwerkt. Die staan beschreven.
10.2
Baten
10.2.1. Rijksbijdragen De rijksbijdragen omvatten zowel de personele als de materiële lumpsum bekostiging. Ze zijn proportioneel berekend. De bekostiging vanuit het samenwerkingsverband is relatief gelijk gehouden aan 2013.
10.2.2 Ontwikkelingen lumpsum Inleiding Wanneer we het hebben over de ontwikkeling van de rijksbijdragen, zowel materieel als personeel, zijn het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en het Herfstakkoord uit het najaar van 2013 van het grootste belang. De effecten van onder meer de bezuinigingen uit het Lenteakkoord van 2012 en de ‘stille bezuinigingen’ van de afgelopen jaren zijn daarmee voor een deel weggenomen. Dat heeft een positief effect op de meerjarenbegroting. De VO-raad is volop aan het onderhandelen over een nieuwe CAO. De sectororganisatie publiceert steeds iedere wijziging vanuit Den Haag onmiddellijk op haar website. Deze begroting rekent met de stand van zaken van 6 november 2013. Wanneer er in 2014 een nieuwe CAO VO wordt afgesloten, zal dat waarschijnlijk grote gevolgen hebben voor 2014 en de jaren daarna. We zullen de ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen. Iedere aanname wordt uitgelegd. In de risicoparagraaf worden uiteraard bij die aannames kanttekeningen geplaatst. Veel ontwikkelingen komen derhalve daar terug. Het is vanwege de onzekerheid op dit terrein, naast de ontwikkeling van de leerlingenaantallen, dat een geregelde bijstelling van deze meerjarenbegroting, vanuit de geschetste opvatting over risicomanagement noodzakelijk is.
Algemeen We hebben te maken met: 1. 2. 3. 4.
Een tekort van vele jaren in compensatie van zowel materiële als personele lasten. Zogenaamde ‘stille bezuinigingen,’ zoals de verhoging van de BTW, van de verzekerings- en de pensioenpremies. Ontwikkelingen in 2013, met onverwachte bijdragen van de overheid ten bate van zowel de materiële als de personele bekostiging, ten gevolge van beide eerder genoemde akkoorden. Bezuinigingen uit het Regeerakkoord Rutte 1 en het ‘Lenteakkoord’, geëffectueerd vanaf 2013.
46
5.
Nieuwe maatregelen op middellange termijn, in macrobedragen neergelegd in het regeerakkoord Rutte 2, maar in hun uitwerking nog uiterst onzeker.
overzicht overheidsmaatregelen lumpsum in effect op de personele lumpsum (in %)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
-0,79
-0,91
-1,23
-1,08
-1,08
-1,08
-1,09
-1,09
-1,09
-1,09
-1,09
-1,09
-0,36
-0,91
-0,91
-0,91
-0,91
-0,91
Overheveling gemeentefonds
2,02
2,02
2,02
2,02
2,02
Kwaliteitsverbetering
0,60
1,85
2,65
2,65
2,65
-0,64
-0,54
Inhouding kasschuif
-1,02
Lenteakkoord: bezuiniging lumpsum Bezuiniging vereenvoudiging bekostiging
-0,91
Bezuiniging profielen HAVO VWO
Behoud werkgelegenheid jonge docenten
1,18
Loonruimte Compensatie werkgeverslasten
0,18
Herfstakkoord: ophoging lumpsum
3,95
Totaal effect op de personele lumpsum
0,22
pm
pm
pm
pm
pm
0,18
0,18
0,18
0,18
0,18
0,18
-1,84
1,15
1,03
2,08
2,62
2,62
Naast deze verhoging van de personele lumpsum is de materiële instandhouding vanaf 2014 structureel verhoogd met 7,7%. Dit is nog geen structurele indexering. De VO-raad blijft zich daar wel voor inzetten. Toelichting •
• •
•
•
In 2010 heeft het voortgezet onderwijs een ‘voorschot’ gehad op de bekostiging, om liquiditeitsproblemen bij veel scholen te voorkomen, de zogenaamde ‘kasschuif’. De problemen waren ontstaan door het afsluiten van een te dure, niet door de overheid ‘gedekte’ CAO. Deze kasschuif zou pas worden teruggevorderd, wanneer er weer loonruimte beschikbaar kwam vanuit de overheid. Ze is onverwacht teruggevorderd in 2013. De vermindering van de profielen gaat niet door, de daarmee verbonden bezuiniging wel. Ze is afkomstig uit Rutte 1. De vereenvoudiging bekostiging is nog niet gerealiseerd. Toch is de daarmee verbonden bezuiniging al wel van kracht. Ze is afkomstig uit Rutte 1. Ze staat volledig los van ‘herverdelingseffecten’ van die vereenvoudiging, waarover later meer. De taakstelling uit het Lenteakkoord spreekt voor zich. Dit is een simpele korting, zonder andere reden dan dat iedere sector haar steentje moet bijdragen om de Europese richtlijnen te halen. De bezuiniging is afkomstig uit Rutte 1. Er is een structurele compensatie voor de hogere werkgeverslasten. Deze ‘dekt’ de opgelopen achterstanden van de afgelopen jaren slechts deels. De VO-raad blijft zich inspannen voor een volledige compensatie. Deze inzet is afkomstig uit Rutte 2.
47
•
Er zijn middelen beschikbaar gesteld in het Nationaal Onderwijsakkoord om in 2014, een ‘zwaar jaar’ voor het onderwijs, jonge docenten te behouden. Die middelen worden in 2016 en 2017 weer ingehouden.
Maatschappelijke stage In 2015 valt de bekostiging voor de maatschappelijk stage weg. De baten voor de maatschappelijke stage zijn voor 2014 proportioneel berekend, volgens de geldende regeling. In dat jaar gaat het bij de scholengroep als geheel om ongeveer € 165.000,=. In 2014 staan hier al vrijwel geen lasten meer tegenover, zodat de bezuiniging ook vrijwel volledig in de lumpsum moet worden opgevangen.
10.2.3 Overige overheidsbijdragen Denk hierbij bijvoorbeeld aan gemeentelijke subsidies. Bij het Scheldemond College is er sprake van afbouw van een aantal subsidies dat te maken heeft met (breedte)sport en bewegen. Verder zijn ze proportioneel berekend.
10.2.4 Overige baten Deze zijn proportioneel berekend. Een onderdeel hiervan wordt gevormd door de ouderbijdragen. Door meer dan 90% van de ouders worden deze betaald. De schoolboeken en andere leermiddelen blijven voor ouders ‘gratis’. We willen de ouderbijdragen vooralsnog niet verlagen. Wel willen we ze niet (verder) laten oplopen, ze beheersen.
10.2.5 Akkoorden De VO-raad en de overheid hebben in 2011 een bestuursakkoord gesloten. Het akkoord behelst een serie door het voortgezet onderwijs tot en met 2015 te halen doelstellingen. Een belangrijk deel van de doelstellingen behoorde toch al tot de doelstellingen van beide scholen en dus ook van de Mondia Scholengroep. Het kabinet heeft voor het halen van deze doelstellingen financiële middelen beschikbaar gesteld in de zogenaamde ‘prestatiebox’. Deze middelen komen beschikbaar van 2012 tot en met 2015. De middelen zijn niet ‘gelabeld’. Scholen mogen zelf bepalen, waar zij die middelen aan besteden. Verantwoording vindt plaats via het jaarverslag, vergelijkbaar met de Kwaliteitsmiddelen VO. Scholen hoeven middelen ook niet terug te betalen, wanneer zij de middelen niet voor het Bestuursakkoord inzetten of de doelstellingen daaruit niet halen. Wel heeft de sector als geheel zich via de VO-raad aan het Bestuursakkoord gecommitteerd. Inmiddels heeft de VOraad als gezegd het Nationaal Onderwijsakkoord ondertekend. Een deel van de effecten is al te zien in het eerder gegeven overzicht van ontwikkeling van de personele lumpsum. De verdere uitwerking daarvan vindt voor een belangrijk deel plaats in de CAO.
10.3
Lasten
10.3.1 Personele lasten De personele lasten zijn in de eerste plaats proportioneel berekend. De gevolgen van de tweede tranche van de Functiemix, per 1 augustus 2014 zijn verwerkt op grond van het bedrag dat daarvoor nu in de lumpsum beschikbaar is. Zowel de baten als de lasten zullen stijgen. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat dit budgetneutraal gebeurt, wat betekent dat de overheid het door de rekenkamer geconstateerde tekort alsnog corrigeert. In de baten en in de lasten zit de functiemix in 2014 en verder dus gelijk verdisconteerd. Bij de bepaling van het aantal functies wordt in de berekening van de percentages rekening gehouden met de krimp van de formatie tussen 2015 en 2020. Het zogenaamd ‘periodiekeffect’, voortkomend uit het feit dat medewerkers tot het einde van hun schaal in principe in augustus een trede omhoog gaan in hun loonschaal, is berekend volgens de gegevens uit het salarissysteem ‘Merces’. De doorbelasting van de formatie in de ‘koepel’ is naar rato verrekend met de twee scholen.
48
Personele lasten die alleen voor 2014 gelden, we hebben het dan over enkele individuele dossiers, zijn bij de berekeningen voor 2015 en verder eerst afgetrokken.
10.3.2 Natuurlijk verloop Er is een reductie van de personele lasten begroot ten gevolge van het effect van ‘natuurlijk verloop,’ omdat medewerkers die met pensioen gaan gemiddeld genomen worden vervangen door medewerkers met op dat moment lagere loonkosten. Deze reductie is zeer voorzichtig begroot. Wanneer een school krimpt, is dit effect gemiddeld genomen minder groot. Bij het natuurlijk verloop gaan we voorzichtigheidshalve nog uitsluitend uit van de pensioenleeftijd. De flexibele uittreding uit het arbeidsproces is afgeschaft. Slechts weinig mensen zullen nog vervroegd stoppen met werken. Er zullen mensen zijn, die zich dat financieel niet kunnen veroorloven, maar die dat wel zouden willen, of waar dat in hun belang en in het belang van de organisatie beter voor zou zijn. Hier ligt ruimte voor aanvullend beleid van de werkgever.
10.3.3 Voorfinanciering Een school krijgt haar bekostiging op grond van het aantal leerlingen op 1 oktober van enig jaar, vanaf 1 januari het jaar daarna. De eerste vijf maanden van ieder schooljaar krijgt de school dus nog bekostigd op grond van het aantal leerlingen van het jaar daarvoor. Bij sterke groei van het leerlingenaantal is dat ongunstig, bij krimp gunstig, althans in financiële zin. Groeit een school het jaar daarna opnieuw, geldt hetzelfde en is er in principe opnieuw sprake van een tekort. De ‘voorfinanciering’ als zodanig zou in de optiek van het bestuur, met inachtneming van een adequaat risicomanagement, niet moeten leiden tot extra bezuinigingen. In de meerjarenbegroting laten we deze voorfinanciering apart zien. In 2014 was er, zoals eerder gezegd, financiële ruimte om een deel van de voorziene voorfinanciering al mee te nemen in de begroting van de personele lasten.
10.3.4 Afschrijvingslasten Enerzijds wordt bij krimp kwantitatief niet alles meer vervangen bij bijvoorbeeld ICT. Er is immers minder hardware nodig. Anderzijds wordt de komende jaren op beide scholen geïnvesteerd in met name ICT, om de scholen te (blijven) moderniseren. En groei vraagt juist om extra investeringen. Juist nu is het belangrijk om op beide scholen op verantwoorde wijze te blijven investeren. Bij besluitvorming over investeringen zijn de afschrijvingslasten dan niet het belangrijkste criterium, al moeten ook deze lasten zeker goed gecontroleerd en beheerst worden. Belangrijker is de liquiditeitspositie van de scholengroep. Daarom is op grond van de ontwikkeling van de liquiditeit, bijvoorbeeld na de jaarrekening, altijd een bijstelling door het bestuur van geplande investeringen mogelijk.
10.3.5 Huisvestingslasten De huisvestingslasten worden enigszins beïnvloed door de leerlingenaantallen (groei en krimp), maar veel minder dan proportioneel. Gebouwen worden bij afnemende leerlingenaantallen (en bekostiging) dus ook steeds duurder voor een school. Het is onder meer hierom dat bij krimp gezocht moet worden naar mogelijkheden om de gebouwen die daardoor geraakt worden beter te gebruiken.
10.3.6 Overige instellingslasten Deze worden hier proportioneel berekend. De grootste posten zijn hier de afdracht aan het OPDC aan het Molenwater, schoolreizen/excursies e.d., het boekenfonds en de leermiddelen. Dit zijn posten waarop, met enige moeite, te sturen valt.
49
10.4
Meerjarenbegroting
10.4.1 Algemeen Waar een begroting ‘taakstellend’ is, is een meerjarenbegroting ‘richtinggevend’: ze dient om (hoofdlijnen van) beleid mede op te enten. In de meerjarenbegroting wordt gerekend met: - de leerlingenaantallen zoals eerder gegeven - de ontwikkeling van de personele lumpsum zoals eerder geschetst De meerjarenbegroting houdt geen rekening met de nieuwe cao en de (financiële) gevolgen van de afbouw dan wel het afschaffen van de Bapo-regeling. De meerjarenbegroting is afgerond op bedragen van €1.000.
10.4.2 Meerjarenbegroting Nehalennia SSG vanaf verslagjaar X € 1.000,=
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
15.106
16.450
17.598
17.757
17.713
17.063
15.552
63
167
179
182
181
175
159
672
440
453
459
458
441
420
TOTALE BATEN
15.841
17.057
18.230
18.398
18.352
17.679
16.131
Personele lasten
11.088
12.761
13.368
13.581
13.545
13.022
12.092
Afschrijvingslasten
474
504
565
595
617
638
640
Huisvestingslasten
980
1.081
1.080
1.100
1.120
1.121
1.115
2.471
2.728
3.093
3.140
3.132
3.019
2.821
15.013
17.074
18.106
18.416
18.414
17.800
16.668
Saldo baten en lasten
828
-17
124
-18
-62
-121
-537
Saldo financiële baten en lasten
35
17
17
17
17
17
17
863
0
141
-1
-45
-104
-520
Verwachte ‘voorfinanciering’
-552
-153
26
372
647
394
Resultaat inclusief ‘voorfinanciering’
-552
-12
25
327
543
-126
Rijksbijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
Overige lasten TOTALE LASTEN
RESULTAAT
50
10.4.3 Meerjarenbegroting Scheldemond College vanaf verslagjaar X € 1.000,=
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Rijksbijdragen OC&W
9.169
8.648
8.386
8.343
8.075
7.876
7.753
Overige overheidsbijdragen en subsidies
125
114
110
110
107
104
103
Overige baten
337
237
222
222
215
210
207
TOTALE BATEN
9.631
8.999
8.718
8.675
8.397
8.190
8.063
Personele lasten
6.881
6.821
6.465
6.376
6.291
6.188
6.132
Afschrijvingslasten
231
235
251
269
284
297
301
Huisvestingslasten
506
533
531
530
529
527
526
Overige lasten
1.521
1.418
1.349
1.333
1.313
1.283
1.253
TOTALE LASTEN
9.139
9.007
8.596
8.508
8.417
8.295
8.212
492
-8
122
167
-20
-105
-149
22
8
8
8
8
8
8
514
0
130
175
-12
-97
-141
Verwachte ‘voorfinanciering’
219
52
61
96
96
35
Resultaat inclusief ‘voorfinanciering’
219
182
236
84
-1
-106
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
RESULTAAT
51
10.4.4 Meerjarenbegroting Mondia Scholengroep vanaf verslagjaar X € 1.000,=
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
24.275
25.098
25.984
26.100
25.788
24.939
23.305
188
281
289
292
288
279
262
Overige baten
1.009
677
675
681
673
651
627
TOTALE BATEN
25.471
26.056
26.948
27.073
26.749
25.869
24.194
Personele lasten
17.969
19.582
19.833
19.957
19.836
19.210
18.224
Afschrijvingslasten
705
739
816
864
901
935
941
Huisvestingslasten
1.486
1.614
1.611
1.630
1.649
1.648
1.641
Overige lasten
3.992
4.146
4.442
4.473
4.445
4.302
4.074
24.152
26.081
26.702
26.924
26.831
26.095
24.880
1.319
-25
246
149
-82
-226
-686
57
25
25
25
25
25
25
1.376
0
271
174
-57
-201
-661
Verwachte ‘voorfinanciering’
-333
-101
87
468
743
429
Resultaat inclusief ‘voorfinanciering’
-333
170
261
411
542
-232
Rijksbijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen en subsidies
TOTALE LASTEN
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
RESULTAAT
52
10.4.5 Balans prognose Mondia scholengroep vanaf verslagjaar ACTIVA (x € 1.000,=)
2013
2014
2015
2016
- Materiële vaste activa
6.710
6.760
6.810
6.860
- Financiële vaste activa
1.373
1.398
1.423
1.448
totaal vaste activa
8.083
8.158
8.233
8.308
Vlottende activa
4.064
3.973
4.084
4.123
Vaste activa
TOTAAL ACTIVA
PASSIVA (x € 1.000,=)
12.147 12.131 12.317 12.431
2013
2014
2015
2016
5.705
5.705
5.976
6.150
703
663
623
583
totaal eigen vermogen
6.408
6.368
6.599
6.733
Voorzieningen
1.282
1.166
1.121
1.101
Kortlopende schulden
4.457
4.597
4.597
4.597
Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserve (publiek)
TOTAAL PASSIVA
12.147 12.131 12.317 12.431
10.4.6 Analyse en conclusies Vergeleken met de meerjarenbegrotingen zoals we die eerdere jaren ‘beleidsarm’ hebben gepresenteerd, is het beeld een stuk gunstiger. Nog los van het effect van voorfinanciering zijn negatieve resultaten van onder de €100.000 vrij makkelijk te managen, kijkend naar de omvang van de formatie en van de totale bedrijfsvoering op de beide scholen. We zien dan dat de ‘beleidsarme’ resultaten van Nehalennia SSG en van het Scheldemond College pas in 2018 door deze grens heen ‘zakken’. Voorwaarde daarbij is wel dat we op beide scholen steeds de omvang van de formatie in overeenstemming weten te brengen met de leerlingenaantallen. Tellen we deze (semi-) beleidsarme ‘resultaten’ van 2014 tot en met 2019 bij elkaar op, komen we tot een cumulatief resultaat van - €474.000. Daar staat tegenover dat de Mondia Scholengroep in deze jaren naar verwachting ook gaat profiteren van de ook in 2013 weer explosieve leerlingengroei. Zoals we eerder hebben uitgelegd heeft een leerlingendaling namelijk een positief effect op de exploitatieresultaten. Het cumulatieve effect van de voorfinanciering is namelijk maar liefst €1.293.000. Dat geeft het volgende beeld:
53
Effect van voorfinanciering op het cumulatieve resultaat Cumulatief resultaat 2014 - 2019
- 474.000
Cumulatieve voorfinanciering 2014 – 2019
1.293.000
Cumulatief resultaat inclusief voorfinanciering
819.000
De voorfinanciering is aanzienlijk groter dan het verwachte tekort, waardoor de reserves van de Mondia Scholengroep in deze ontwikkeling aanzienlijk zullen stijgen en het resultaat, behoudens de risicoparagraaf die later volgt, positief zal zijn. Daar komt nog iets bij. Ten gevolge van het recent gesloten ‘herfstakkoord’ wordt in december 2013 een eenmalig bedrag gestort. Dat telt mee in het resultaat 2013 en is verder uiteraard niet in de begroting verwerkt. Het geld dient ervoor om in de komende jaren ‘fricties’ te kunnen opvangen, zonder dat ingrijpende bezuinigingen noodzakelijk zijn en de kwaliteit van het onderwijs in het geding komt. Eenmalige bekostigingen vanuit het ‘herfstakkoord’ in december 2013 aanvullende bekostiging
jonge leerkrachten
Nehalennia SSG
442.000
137.000
Scheldemond College
259.000
80.000
Mondia Scholengroep
701.000
217.000
Opgeteld zijn er, op korte en op lange termijn, ruimschoots voldoende middelen beschikbaar om fricties op te vangen én om ontwikkeling van ons onderwijs en de kwaliteit daarvan te faciliteren, namelijk €819.000 + €701.000 + €217.000 = €1.737.000. De conclusie op grond van deze meerjarenbegroting is daarom als volgt: -
De (overigens niet geringe) ‘opdracht’ van de Mondia Scholengroep is in de eerste plaats om de komende jaren de formatie in overeenstemming te (blijven) brengen met de leerlingenaantallen. Het belangrijkste aandachtspunt daarbij is om in het kader van het meerjarenformatiebeeld de zogenaamde ‘tijdelijke schil,’ die nu door de leerlingengroei van Nehalennia SSG groot is, van een voldoende omvang te houden, rekening houdende met het effect van natuurlijk verloop.
-
In de tweede plaats dienen we tijdig beleid te ontwikkelen om ook in 2020 en verder te zorgen voor een sluitende exploitatie. Dat gaat voorbij het tijdsbestek van deze meerjarenbegroting. Het valt nog nauwelijks te zeggen hoe dan de hele context van onze scholengroep zal zijn.
-
De beide scholen en de scholengroep als geheel hebben ruim voldoende middelen, zonder op de reserves te hoeven ‘interen’ om fricties hierin te kunnen opvangen. Wanneer beide scholen net zo ‘scherp blijven
-
koersen’ als nu, zijn er geen extra bezuinigingen nodig en is er zelfs ruimte om als gezegd enige knelpunten te kunnen wegnemen.
10.5
Risicoparagraaf: kansen en bedreigingen
10.5.1 Algemeen In deze ‘risicoparagraaf’ gaan we niet alleen risico’s na, in de zin van bedreigingen bovenop het toch al sombere beeld uit de hoofdstukken hiervoor. We zien gelukkig ook kansen. Waar mogelijk proberen we kansen en bedreigingen te kwantificeren, in geld uit te drukken.
54
10.5.2 Leerlingenaantallen De ontwikkeling van de leerlingenaantallen blijft een onzekere factor. We gaan immers uit van prognoses (zie hoofdstuk 2.2). Het marktaandeel van Nehalennia SSG in het bijzonder primair onderwijs kent nog geen vaste waarde. Het is niet op voorhand duidelijk wat de nieuwbouw van CSW Bestevaer en de ‘vernieuwbouw’ van CSW Van de Perre met het marktaandeel van de Mondia Scholengroep zullen doen. Meer leerlingen betekent behoud of uitbreiding van werkgelegenheid, wat risico’s ten aanzien van de personele lasten verkleint. Wanneer in een jaar dat nu een grote daling geprognosticeerd is (2016) deze daling veel lager uitvalt, neemt in dat jaar het exploitatietekort toe, door het verminderen van de ‘voorfinanciering.’ Die komt dan wel in een later jaar. De effecten van de ontwikkelingen van leerlingenaantallen werken in alles door. Daarom zijn ze sec lastig te kwantificeren. Ze zijn wel een van de twee belangrijkste factoren op grond waarvan we de gehele meerjarenbegroting vanuit ons risicomanagement steeds weer zullen bijstellen. Het risico van de ontwikkeling van leerlingenaantallen is groot.
10.5.3 Ontwikkelingen rijksbijdragen Algemeen De grootste bedreiging ligt in de blijvende onduidelijkheid en onzekerheid. Deze bemoeilijkt in hoge mate een adequaat risicomanagement.
Prestatiebox We gaan er in meerjarenbegroting op grond van de informatie vanuit de VO-raad vanuit dat de prestatieboxmiddelen proportioneel worden doorgezet na 2015. Het risico rondom de prestatiebox is sinds het Nationaal Onderwijsakkoord klein.
Vereenvoudiging bekostiging Het gaat hier waarschijnlijk om een grote bedreiging. De vereenvoudiging staat, merkwaardig genoeg, los van de bezuinigingen op de lumpsum met dezelfde naam. Het gaat hierbij niet om een bezuiniging, maar om het ‘herverdelen’ van dezelfde middelen over de scholen.
Ontwikkeling overige baten Het gaat dan met name om de ouderbijdragen. Ook in 2013 is (op beide scholen) nog boven de 90% van de ouderbijdragen geïnd. Het is echter duidelijk dat ouders wel steeds kritischer worden, overigens terecht. De scholengroep wil beleid ontwikkelen om de ouderbijdragen zo mogelijk te reduceren. Daarbij zullen de lasten dan taakstellend eveneens gereduceerd worden. Het risico is laag, omdat hier redelijk goed op te sturen valt.
Ontwikkeling personele lasten: keuzes Een erg grote factor is hoe de keuzes van leerlingen, de niveau-indeling en de klassen- en clustervorming uitvallen. Er zijn immers niet altijd groepen van een (in bedrijfseconomisch opzicht) optimale grootte te vormen. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Een extra klas met 32 lesuren levert gemiddeld (uitgaande van een GPL van € 74.120,=) ongeveer € 95.000,= hogere lasten op, waarvan het grootste deel personele lasten. De loonkosten zijn afhankelijk van de CAO-onderhandelingen en de ruimte die de overheid daarvoor geeft. We gaan ervan uit dat de VO-raad daarbij niet nogmaals de inschattingsfout zal maken die in 2010 heeft geleid tot de ‘kasschuif.’ De ontwikkeling van de personele lasten is niettemin in algemene zin een groot risico, voor iedere school overigens. Daar komt nog een en ander bij.
55
Ontwikkeling personele lasten: Functiemix We gaan er in de meerjarenbegroting als gezegd van uit, dat de bekostiging in de lumpsum in 2014 en daarna voldoende zal zijn voor de tweede tranche van de Functiemix per 1 augustus, door de overheid dus alsnog zal worden ‘bijgepast’. Verder gaan we er vanuit dat er, in het overleg met de PGMR rekening zal worden gehouden met krimp van leerlingenaantallen en dus van formatie, bij de vaststelling van de percentages. Wat betreft het ‘krimpproof’ zijn, is het risico groot. Een aantal niet bekostigde Lc- of Ld-functies kost de school uiteindelijk vele tienduizenden euro’s per jaar. De discussie hierover wordt gevoerd met de PGMR. Het voldoen aan de percentages is namelijk geen ‘wettelijke plicht,’ maar een richtlijn waar de PGMR op moet toezien.
Ontwikkeling personele lasten: Arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden We hebben het hier over een erg complexe en diepgaande problematiek. Enerzijds zijn de Bapo-kosten voor het voortgezet onderwijs erg groot. In het Nationaal Onderwijsakkoord is sprake van afschaffing of afbouw daarvan. Dat zou enorm schelen in de personele lasten, afhankelijk van de afbouwregeling en het eventuele alternatief. Anderzijds is, door afschaffing van de FPU, het opschuiven van de pensioenleeftijd, de verdichting van leerlingenproblematiek en nu mogelijk ook de afschaffing van de Bapo de kans op uitval van medewerkers en daarmee verbonden extra lasten een minstens zo grote bedreiging als dat de afschaffing van de Bapo kansen biedt. Iets dergelijks geldt voor de modernisering van de arbeidsvoorwaarden, waarbij sprake is van het gelijkstellen van ambtenaren aan het bedrijfsleven. Dit zal enerzijds in sommige gevallen leiden tot meer onzekerheid en gevoel van ‘onveiligheid’ bij werknemers. Anderzijds vergroot het de mogelijkheden tot een adequaat en slagvaardig formatiebeleid, dat aansluit bij de omstandigheden van de organisatie zoals in dit document geschetst. De Mondia Scholengroep is grotendeels eigen risico drager voor ziektekosten. Dit omdat de premie de jaren daarvoor al heel lang aanzienlijk hoger was dan de vergoedingen voor ziektekosten. Niettemin vormt deze hele problematiek een hoog risico.
Passend Onderwijs We gaan ervan uit dat er enerzijds meer geïnvesteerd zal worden vanuit het regionaal zorgbudget in de interne zorgstructuur en dat daarmee ook kosten die de scholen daarop vooruitlopend nu al maken (met name wat betreft inzet van externe expertise) daaruit vergoed zullen kunnen worden. Dit is aannemelijk, maar nog niet gerealiseerd. De ‘verevening’, dat wil zeggen de gelijkschakeling en baten met het landelijk gemiddelde levert ons samenwerkingsverband namelijk uiteindelijk ruim €350.000 per jaar op. Verder gaan we ervan uit, dat we door deze investeringen minder leerlingen gebruik zullen laten maken van bovenschoolse voorzieningen, zoals het OPDC. Op dit moment heeft het Scheldemond College 40 leerlingen in het OPDC, Nehalennia 50 leerlingen. De afdracht per leerling is een kleine € 10.000,= waar middelen zoals de prestatiebox naar rato nog bij komen. Ook de opvang binnen onze scholen houdt natuurlijk weer allerlei risico’s in, die minder worden naarmate je die opvang verantwoord weet te realiseren, op zo’n manier dat medewerkers daarvoor adequaat zijn toegerust. De bekostiging van het samenwerkingsverband is gebudgetteerd op het niveau van 1 oktober 2011. Niettemin groeit het aantal indicaties sinds die datum nog steeds, sinds 2011 met maarliefst 42% tot 1 oktober 2013. Het samenwerkingsverband heeft daar nu nog onvoldoende controle op, omdat regulier en speciaal onderwijs nu nog steeds te veel twee systemen zijn. Dit is nu nog een zeer groot risico. Dat zullen we moeten reduceren door een gezamenlijk beleid binnen PVOW.
56
Samenwerking VMBO Er wordt binnen de regio Walcheren intensief gesproken over samenwerking, met name binnen het VMBO (BK zowel als MAVO.) Die besprekingen vinden plaats in de lijn van activiteiten, afspraken en dergelijke onder regie van de Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ), volgend op onderzoeken van de Taskforce Zeeland (2010), KPMG (2011) en Scoop (2012). Samenwerking is de komende jaren zonder meer de beste manier om ‘kwaliteit te behouden en te versterken en efficiënt om te gaan met mensen en middelen.’ In 2014 wordt concreet verder onderzocht wat ‘mag’ en wat ‘kan.’ Het gaat dan om samenwerking met de CSW in Vlissingen en Middelburg, in een doorlopende lijn met het MBO, zowel Edudelta als Scalda. Hierbij gaan de kosten (onderzoek, advies, facilitering van medewerkers in processen) wel voor de baat uit. Een deel van die kosten, op het gebied van advies en begeleiding wordt nu reeds (sinds augustus 2012) gedragen door de OAZ, op grond van een bijzondere subsidie van het ministerie. In 2014 is als gezegd een stelpost begroot voor uitwerking. De kansen van dergelijke samenwerking zijn zeer groot. Indien ze gerealiseerd wordt, zullen zij de meerjarenbegroting zeer positief beïnvloeden, zodat de negatieve cijfers naar verwachting zelfs positief zullen worden.
Mondia Scholengroep De frase ‘kwaliteit te behouden en te versterken en efficiënt om te gaan met mensen en middelen’ is afkomstig uit onze eigen bestuurlijke fusie. De Mondia Scholengroep maakt dat waar, sneller dan verwacht. Het is duidelijk dat de gedeelde kosten in de ‘koepel’ (o.a. rector en hoofd bedrijfsvoering) tot een aanzienlijke reductie van kosten hebben geleid. Er is veel winst geboekt in herziening van contracten tegen aanzienlijk gunstigere tarieven. Er zal de komende tijd nog steeds dergelijke ‘fusiewinst’ geboekt kunnen worden. Deze zit niet in de meerjarenbegroting verwerkt en vormt dus geen risico, alleen een kans.
57
Jaarrekening 2013 Stichting voor Openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren
59
Grondslagen
Mondia Scholengroep Presentatie en gehanteerde valuta Het jaarverslag is opgenomen conform de geldende verslaggevingsregels zoals deze zijn opgenomen in Richtlijn Jaarverslag Onderwijs. Deze zijn vastgelegd in RJ 660. De in het jaarverslag opgenomen geldbedragen zijn in euro's. Waardering van de activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de historische verkrijgingsprijs verminderd met lineaire afschrijvingen. De afschrijvingspercentages worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur van de betreffende activa, rekeninghoudend met een eventuele restwaarde. De activeringsgrens van de investeringen bedraagt € 1000. Er wordt afgeschreven met ingang de maand volgende op die van de investering. Financiële vaste activa In deze balanspost wordt de vordering OCW opgenomen in verband met de kalenderjaarbekostiging. Dit vanwege het langlopende karakter van de vordering. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorziening voor incourantheid. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Onder de overlopende activa zijn opgenomen vooruitbetaalde bedragen die aan een volgend dienstjaar worden toegerekend. Bestemmingsreserve (publiek) Er is voor gekozen om een gedeelte van het eigen vermogen te bestemmen voor personele zaken die niet voorzienbaar zijn, zoals uitkering bij gedwongen ontslag of formatieve fricties als gevolg van leerlingendaling. Bestemmingsreserve bapo De bestemmingsreserve is historisch opgebouwd bij het personeel van Nehalennia vóór 1 januari 2012. De uitgestelde bapoverplichtingen zijn op persoonsniveau ingeschat op basis van de gemiddelde personeelslast. De verplichtingen worden jaarlijks bijgesteld. Voorzieningen Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het sparen van verlofuren. Deze zijn op basis van het uurbedrag volgens de CAO VO. Personeel De voorziening personeel is gevormd in 2004 bij het Scheldemond College in verband met toekomstige verplichtingen . Jubileumgratificatie De voorziening voor jubileumgratificatie bij 25- en 40 jarig jubileum berekend op het individueel personeelslid.Hiermee wordt aangesloten bij gewijzigde regeling van de jaarverslaggeving onderwijs. (publicatie 28-04-2009) Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening wordt gevormd ter egalisatie van de kosten. De voorziening is onderbouwd middels een meerjarenonderhoudsplan. De voorzieningen zijn tegen de nominale waarde van de verplichtingen opgenomen. Overige activa en passiva De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardering van de baten en lasten en bepaling van het resultaat Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waar ze betrekking op hebben, ongeacht het moment van ontvangst of betaling. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar worden verspreid. De bestemmingsreserve BAPO wordt belast met de opgenomen fte's van de vóór 1 augustus 2009 gespaarde baporechten (bij Nehalennia), berekend naar de GPL directie, OP en OOP. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Pensioenverplichtingen De rechtspersoon, het bevoegd gezag, is aangesloten bij bedrijfstakpensioenfonds ABP en heeft ingeval van een tekort bij het pensioenfonds geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan toekomstig hogere premies. De pensioenen zijn derhalve in de jaarrekening verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling en zijn de over het boekjaar verschuldigde pensioenpremies in de resultatenrekening verantwoord.
61
Balans per 31-12-2013 Mondia Scholengroep
Model A Na resultaatbestemming ACTIVA Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa
31-12-2013 €
31-12-2012 €
6.710.057 1.372.859
6.636.350 1.322.665 8.082.916
Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen
9.884 1.329.165 2.725.323
TOTAAL ACTIVA
7.959.015 8.554 593.771 2.856.813
4.064.373
3.459.139
12.147.289
11.418.154
PASSIVA Eigen vermogen 2.1 Eigen vermogen
2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA
6.407.614
5.031.323 6.407.614
5.031.323
1.282.280
1.298.774
-
-
4.457.396
5.088.057
12.147.289
11.418.154
62
Staat van baten en lasten 2013 Mondia Scholengroep
Model B
Realisatie 2013 €
Begroting 2013 €
Realisatie 2012 €
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.5 Overige baten
24.274.844 188.211 1.008.367
23.183.250 142.250 743.000
22.118.596 181.358 916.095
Totaal baten
25.471.421
24.068.500
23.216.048
17.969.364 705.529 1.485.805 3.991.578
17.954.000 726.000 1.382.500 4.026.000
17.147.692 698.049 1.277.686 3.946.670
24.152.277
24.088.500
23.070.096
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten
5. Financiële baten en lasten Nettoresultaat
1.319.145
57.144 1.376.289
20.000-
145.953
20.000
35.526
-
181.479
63
Kasstroomoverzicht 2013 Model C
Mondia Scholengroep
2013 €
2012 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden
1.319.145 705.529 16.493-
145.953 698.049 18.151
689.036 1.330735.394630.662-
716.200 5.97584.659 1.335.815
1.367.385Kasstroom uit bedrijfsoperaties
1.414.499
-
-
Ontvangen interest
75.174
54.530
Betaalde interest
18.030-
19.004-
Buitengewoon resultaat
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
57.144
35.526
697.939
2.312.177
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
784.870-
893.903-
5.635
-
Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden
-
-
Mutaties leningen
-
-
Overige investeringen in financiële vaste activa
50.195-
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
38.391829.430-
932.294-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen
-
Aflossing langlopende schulden
-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
751.725-
131.490-
751.725-
628.158
64
Toelichting behorende tot de balans Mondia Scholengroep
Aanschafprijs
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
Boekwaarde 01-01-2013
Investeringen
DesAfschrijvingen investeringen
Aanschafprijs
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
Boekwaarde 31-12-2013
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen Nehalennia Scheldemond College
3.137.104 1.054.446
331.375 354.088
2.805.729 700.358
97.495 -
subtotaal 1.2.1
4.191.550
685.463
3.506.087
97.495
1.340.929 682.912
372.135 293.874
968.794 389.038
176.757 24.670
1.2.2 Apparatuur Nehalennia Scheldemond College
552.961 359.157
235.101 159.155
317.860 200.002
32.452 6.822
1.2.2 ICT Nehalennia Scheldemond College
556.659 626.918
208.604 346.495
348.055 280.422
142.094 48.306
1.2.2 Boeken Nehalennia Scheldemond College
933.839 446.251
509.674 244.322
424.165 201.929
5.499.625
2.369.361
9.691.174
3.054.824
103.634 30.512
3.234.599 1.054.446
435.009 384.600
2.799.590 669.846
-
134.146
4.289.045
819.609
3.469.436
-
76.251 36.014
1.517.686 707.582
448.386 329.888
1.069.299 377.694
50.965 25.316
585.413 365.978
286.066 184.471
299.347 181.507
5.635
90.432 65.109
698.754 669.588
299.036 411.604
399.717 257.984
203.221 53.053
-
152.913 74.384
1.137.060 499.304
662.587 318.706
474.473 180.599
3.130.264
687.374
5.635
571.383
6.181.364
2.940.744
3.240.621
6.636.351
784.870
5.635
705.529
10.470.409
3.760.353
6.710.057
1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.2 Meubilair en inventaris Nehalennia Scheldemond College
subtotaal 1.2.2 Totaal materiële vaste activa
Het afschrijvingspercentage wordt gedifferentieerd toegepast als volgt: Gebouwen en terreinen 3% Inventaris en apparatuur 6,7%/10% Apparatuur 6,7%/10% ICT 10%/20% Boeken 20% Het activeringsbeleid is erop gericht de investeringen met een waarde groter dan € 1,000 te activeren. Daar tafels en stoelen als totaal-complex een relatief hoge waarde hebben, worden deze goederen eveneens geactiveerd. De afschrijving op vangt aan in de maand volgende op die van het gereedkomen van/beschikken over de nieuwe investering.
65
Toelichting behorende tot de balans Mondia Scholengroep
Boekwaarde 01-01-2013
Investeringen en Desinvesteringen verstrekte leningen en afgeloste leningen
Boekwaarde 31-12-2013
1.3 Financiële vaste activa 1.3.5 Vorderingen op OCW Nehalennia Scheldemond College 1.3.7 Overige vorderingen Nehalennia
Totaal financiële vaste activa
1.322.664
96.185
752.344 570.320
96.185
-
-
-
1.322.664
96.185
45.990
1.372.859
45.990
848.529 524.330
-
-
-
-
45.990
1.372.859
In deze balanspost wordt de vordering op OCW opgenomen in verband met de kalanderjaarbekostiging. Deze vordering heeft een langlopend karakter. 31-12-2013
31-12-2012
1.4 Voorraden 1.4.2 Vooruitbetaald op voorraden Nehalennia Scheldemond College Totaal voorraden
9.884
8.554
9.884
8.554
31-12-2013
31-12-2012
1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 1.5.2 OCW 1.5.4 Andere deelnemingen Nehalennia op BVW Nehalennia op ISK Scheldemond College op BVW Scheldemond College in Stichting Reisgelden
84.479 235.183 160.239 -
1.5.6 Overige overheden 1.5.7 Overige vorderigen
- Personeel - Overige
1.5.8 Overlopende activa
Totaal overlopende activa 1.5.9 Af: voorzieningen wegens oninbaarheid Totaal vorderingen
51.197
110.004
108.201
479.900
74.234 102.272 1.000
10.000 11.457 406.087
Totaal overige vorderingen
- Overige overlopende activa
53.286
177.507
11.024 12.701 45.792
417.545 264.064
58.493 192.984
264.064
192.984
5.634
5.634
1.329.165
593.771
Toelichting: 1.5.2 OCW: betreft vordering 5/12e deel subsidie LGF 2013-2014. Het subsidie wordt ontvangen in augustus 2014. 1.5.4 Andere deelnemingen: betreft o.a. afrekening overschotten op bijdrage van de stamscholen Nehalennia SSG en Scheldemond College, omdat de Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren en de Stichting ISK Walcheren 100% dochter zijn van de Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren en de verhouding in de participerende verantwoordelijkheid is gewijzigd. Het aandeel van de afrekening is als vermogensmutatie toegevoegd aan de Algemene reserve (2.1).
66
Toelichting behorende tot de balans Mondia Scholengroep
1.5.7 Overige vorderingen: betreft uitkeringen WGA-verzekering, éénmalige teruggaan basispremie WAO/WIA en premierestiutie en -kortingen na controle 2008-2013. 1.5.9
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 2013
2012
Stand per 1 januari Ontrekking Dotatie
5.634 -
9.961 4.327 -
Stand per 31 december
5.634
5.634
31-12-2013
31-12-2012
1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen
6.954
7.559
1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.218.369
1.349.254
1.7.3 Deposito's
1.500.000
1.500.000
2.725.323
2.856.813
Totaal liquide middelen Alle liquide middelen staan ter vrije beschikking en zijn direct opvraagbaar.
Stand per
Stand per 01-01-2013
Resultaat /Mutaties
31-12-2013
2.1 Eigen vermogen Algemene reserve 2.1.1 Algemene reserve
4.284.995
605.289
4.890.284
Bestemmingsreserve personeel
439.330
-
439.330
Bestemmingsreserve bapo
307.000
2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek)
43.600-
263.400
Bestemmingsreserve behoud jonge leerkrachten
217.000
217.000
Bestemmingsreserve VMBO Walcheren
290.600
290.600
Bestemmingsreserve Samenwerkingsverband PVOW
307.000
307.000
1.376.289
6.407.614
Totaal eigen vermogen
5.031.324
De resultaatbestemming wordt hierna onder C2 nader toegelicht.
67
Toelichting behorende tot de balans Mondia Scholengroep
Stand per 01-01-2013
Dotaties
Onttrekkingen
Rente mutatie (bij contante waarde)
Vrijval
Stand per 31-12-2013
2.2 Voorzieningen 2.2.1 Personeelsvoorzieningen Personeel Scheldemond College Spaarverlof Nehalennia Scheldemond College Jubileumgratificaties
Nehalennia Scheldemond College Totaal personeelsvoorzieningen 2.2.3 Onderhoudsvoorzieningen Nehalennia Scheldemond College
Totaal voorzieningen
73.365
-
42.585
30.780
73.365
-
42.585
30.780
158.510
4.113-
10.290
145.860 12.650
4.113-
10.290
-
-
144.107 131.457 12.650
-
177.306
126.717
24.702
-
106.375 70.931
87.782 38.935
11.105 13.597
-
183.052 96.269
409.181
122.604
77.577
-
454.208
-
889.593
166.109
227.630
286.318 603.275
91.649 74.460
209.384 18.246
1.298.774
288.713
305.207
De dotatie aan de voorziening onderhoud is gebaseerd op een actueel meerjarenonderhoudsplan.
-
-
828.072 168.583 659.489
-
-
Voorzieningen
2.2.3 Overige voorzieningen
Aangegane leningen 2013
1.282.280
Langlopende deel > 1 jaar
Kortlopende deel < 1 jaar
2.2.1 Personeelsvoorzieningen
Stand 01-01-2013
279.321
22.582
431.626
282.959
545.113
305.541
976.738
Aflossingen/mutaties 2013
Stand 31-12-2013
2.3 Langlopende schulden 2.3.3 Kredietinstellingen
-
-
-
-
Totaal langlopende schulden
-
-
-
-
Langlopende schulden Looptijd > 1 jaar 2.3.3 Kredietinstellingen
Looptijd > 5 jaar -
Rente voet % -
2,0%
Betreft een aangegane geldlening BNG; looptijd 26-11-2010 tot 26-11-2013. De verantwoording van deze geldlening is gemuteerd naar de kortlopende schulden. Zekerheden: Voor deze geldlening is een borgtocht afgegeven door de Gemeente Middelburg (raadsbesluit 27-09-2010)
68
Toelichting behorende tot de balans Mondia Scholengroep
31-12-2013
31-12-2012
2.4 Kortlopende schulden 2.4.1 Kredietinstellingen 2.4.3 Crediteuren
-
751.725
396.155
354.659
-
-
58.620
67.607
2.4.4 OCW 2.4.6 Schulden aan andere deelnemingen Nehalennia aan NIP Molenwater 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen
- Loonheffing - Premies sociale verzekeringen - Af te dragen BTW
790.346 3.424
776.208 -
Totaal belastingen en premiese sociale verzekeringen
793.770
776.208
2.4.8 Schulden terzake van pensioenen
297.451
265.146
2.4.9 Overige kortlopende schulden
- Overige kortlopende schulden
308.914 308.914
Totaal overige kortlopende schulden 2.4.10 De overlopende passiva
-
Overlopende rijkssubsidies vlg. model G Vooruitontvangen rijkssubsidies Vakantiegeld en -dagen /bindingstoelage Overige overlopende passiva
Totaal de overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
271.111 271.111 444.925 676.724 607.315 872.638
357.479 777.831 643.566 823.610
2.602.486
2.601.602
4.457.396
5.088.057
Kortlopende schulden Looptijd
> 1 jaar
2.4.10 Overlopende passiva - Overlopende rijkssubsidies vlg. model G
Looptijd > 5 jaar
357.479
-
69
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Mondia Scholengroep Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Contractvorm
huur kopieermachines
aanvang
looptijd
1.
Canon
2.
StoffelsBleijenberg schoonmaakdiensten 1-11-2009 10 mnd € 175.000,00 p.j (Nehalennia) contract opgezegd, Europese aanbesteding loopt
3.
CSU (Scheldemond)
4.
Studieboekhandel Ruiter en Fanoy 1-1-2014 12 mnd € 230.000,00 p.j (Nehalennia € 140.000) (Scheldemond College € 90.000) contract opgezegd, Europese aanbesteding loopt
5.
Aandeel in verlies, ingeval de Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren
schoonmaakdiensten
1-2-2014 60 mnd
contractwaarde
€
30.000,00 p.j.
1-10-2011 9 mnd € 98.250,00 p.j contract opgezegd, Europese aanbesteding loopt
70
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Mondia Scholengroep
2013
Begroting 2013
2012
3.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.1 Rijksbijdrage OCW
- Lumpsum personeel - Lumpsum materieel
18.354.994 2.549.935
Totaal Rijksbijdrage OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW
- OCW subsidies (model G) - Overige OCW subsidies
18.421.900 2.572.600 20.904.928
185.830 3.184.086
Totaal overige subsidies OCW Totaal Rijksbijdragen OCW
17.675.637 2.499.333 20.994.500
133.500 2.055.250
20.174.970 162.633 1.780.993
3.369.916
2.188.750
1.943.626
24.274.844
23.183.250
22.118.596
De meer ontvangen subsidies in vergelijking met de begroting zit hem voornamelijk in een extra ontvangen incidentele subsidies aanvullende bekostiging van €'701.000 en jonge leerkrachten van €217.000 in december en meer prestatiebox middelen. Zie ook de verdere toelichting in hoofdstuk 9.3.2 van het jaarverslag. 2013
Begroting 2013
2012
3.2 Overige overheidsbijdragen 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen
- Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
187.858
Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies
141.850
171.006
187.858
141.850
171.006
3.2.2 Overige overheidsbijdragen
- provinciale bijdragen en subsidies
352
Totaal overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen
400
10.352
352
400
10.352
188.211
142.250
181.358
2013
Begroting 2013
2012
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur
29.049
8.500
20.403
3.5.2 Detachering personeel
92.606
53.000
160.878
142.958
100.000
133.232
3.5.5 Ouderbijdragen 3.5.6 Overige
- Kantine opbrengsten - Opbrengsten leerlingenbijdrage - Overige baten Totaal overige
Totaal overige baten
78.246 511.152 154.355
141.431 368.509 91.642
145.000 420.000 16.500 743.753
581.500
601.582
1.008.367
743.000
916.095
De stijging in de ouder- en leerlingenbijdrage komt voornamelijk door het toegenomen aantal leerlingen. Voor het overige verwijzen wij naar de uitgebreidere toelichting in het jaarverslag hoofdstuk 9.3.2
71
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Mondia Scholengroep
2013
Begroting 2013
2012
4.1 Personele lasten 4.1.1 Lonen en salarissen
- Brutolonen en salarissen - Sociale lasten - Pensioenenpremies
13.684.602 1.493.661 2.147.180
17.177.000 -
Totaal lonen en salarissen
17.325.443
13.060.385 1.450.538 1.946.722 17.177.000
16.457.644
4.1.2 Overige personele lasten
- Mutaties personele voorzieningen - Personeel niet in loondienst - Overig personele lasten
122.604 155.763 660.404
33.250 127.000 626.750
23.680 209.168 631.433
Totaal overige personele lasten
938.771
787.000
864.281
4.1.3 Af: uitkeringen
294.850
10.000
174.233
17.969.364
17.954.000
17.147.692
Totaal personele lasten
Aantal personeelsleden in fte's - directie - onderwijs personeel - onderwijsondersteunend personeel
fte's 31-12-2013 4,00 212,07 70,84 totaal 286,91
fte's 31-12-2012 4,00 206,25 63,73 totaal 273,98
De toename van de personele lasten zit hem vooral in de toename van het aantal fte's. Bij de overige personele lasten zit de stijging hem m.n. in de meer dotaties dotaties naar de personele voorzieningen. Verder zijn er dit jaar veel eenmalige uitkeringen ontvangen. Zie verder de toelichting in hoofdstuk 9.3.3. in het jaarverslag. De dotaties personele voorzieningen zijn voldoende om de toekomstige lasten te egaliseren
2013
Begroting 2013
2012
4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa Totaal afschrijvingen
705.529
726.000
698.049
705.529
726.000
698.049
Investeringen lager uitgevallen door ontvangen vergoeding hierop van de gemeente Middelburg, zodoende ook de afschrijvingskosten lager. Verdere toelichting ook in hoofdstuk 9.3.3 van het jaarverslag. 2013
Begroting 2013
2012
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Onderhoud
-
klein onderhoud onderhoud installaties tuinonderhoud dotatie voorziening onderhoud
274.766 67.234 77.684 15.620 166.109
253.000 58.000 41.000 17.000 120.000
154.347 41.081 50.922 12.093 154.462
Totaal onderhoud
326.646
236.000
258.558
4.3.4 Energie en water
330.259
367.000
339.709
4.3.5 Schoonmaakkosten
422.448
397.000
405.846
4.3.6 Heffingen
114.389
109.000
106.087
17.297
20.500
13.139
1.485.805
1.382.500
1.277.686
4.3.7 Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten
De stijging van de huurkosten wordt voornamelijk veroorzaakt door uitbreiding van huisvesting als gevolg van leerlingengroei. Daarnaast meerkosten van onderhoud. Zie ook hoofdstuk 9.3.3 uit het jaarverslag.
72
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Mondia Scholengroep
2013
Begroting 2013
2012
4.4 Overige instellingslasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten
-
Contributie besturenorganisatie Abonnementen Telefoonkosten Portikosten Administratiekosten Verzekeringen Schade (niet gedekt) Kantoorbenodigdheden Xafax pasjessysteem Drukwerk Representatiekosten Public relations / open dagen Accountantskosten Externe ondersteuning Advieskosten Medezeggenschapsraad Ouderraad Overige bestuurskosten, kosten RvT Overige kosten
80.282 13.832 38.764 25.461 64.453 13.534 22.141 23.639 13.654 14.762 8.741 55.227 27.857 242.532 160.960 11.231 14.214 25.986 3.582
Totaal administratie- en beheerslasten -
onderzoek jaarrekening andere controleopdrachten fiscale adviezen andere niet-controle diensten Accountantslasten
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen
- Leermiddelen - Inventaris, apparatuur,ict - Boekenfonds
4.4.3 Dotatie overige voorzieningen
-
Leerlingactiviteiten JVOZ Schoolreizen / excursies Sociaal medisch team Kantinekosten Locatiebudget Ambulante begeleiding Bijdrage OPDC Bijdrage NIP Molenwater Bijdrage instellingen met geplaatste leer Overige lasten
26.000 31.500 18.000 6.500 55.000 22.500 223.000 77.000 10.500 15.000 18.500 7.000
24.040 14.198 18.276 7.602 53.774 35.334 223.718 27.166 6.858 8.990 19.780 5.202
Totaal overige instellingslasten
673.757 32.102 3.232
27.857
35.334
403.000 340.500 367.000
408.709 333.089 379.194
1.188.381
1.110.500
1.120.992
-
-
-
80.693 12.336 460.616 10.835 53.660 1.128 93.544 895.671 211.488 122.376 -
Totaal overige
726.500
26.048 1.809
421.974 322.401 444.006
Totaal inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.4 Overige
73.074 11.298 47.205 23.593 63.421 10.226
860.851
Specificatie honorarium accountant:
4.4.1.1 4.4.1.2 4.4.1.3 4.4.1.4
61.000 10.500 41.500 24.000 64.000 15.000
23.000 416.500 9.000 108.000 4.500 62.000 981.000 400.000 185.000 -
76.128 12.664 312.452 9.601 108.066 522 95.052 933.357 406.091 197.989 -
1.942.346
2.189.000
2.151.921
3.991.578
4.026.000
3.946.670
Enkele posten zijn iets hoger uitgevallen met name door de leerlingengroei. Daarnaast is er meer gebruik gemaakt van extern advies en ondersteuning. In verband met afrekeningen ISKW en BVW zijn de bijdragen OPDC en NIP Molenwater lager uitgevallen. Zie verder hoofdstuk 9.3.3 in het jaarverslag.
2013
Begroting 2013
2012
5.1 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten
75.174
40.000
54.530
5.5 Rentelasten
18.030-
20.000-
19.004-
57.144
20.000
35.526
Totaal financiële baten en lasten
73
Overzicht verbonden partijen Mondia Scholengroep
Naam
Juridische Statutaire Code Eigen vorm zetel activiteiten vermogen 31-12-2013 EUR
Resultaat jaar 2013 EUR
Art 2:403 BW Ja/Nee
Deelname Consolidatie
%
%
Mondia Bovenschoolse VoorzieningeStichting ISK Walcheren Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren Stichting
Middelburg Middelburg
4 PM 4 PM
PM PM
Nee Nee
25,00 25,00
0,00 0,00
Middelburg
4 PM
PM
Nee
25,00
0,00
Reisgelden Scheldemond Stichting Sparen Nehalennia Stichting
Vlissingen nvt Middelburg nvt
PM PM
PM PM
Nee Nee
nvt nvt
0,00 0,00
- Van de verbonden partijen zijn de definitieve cijfers nog niet beschikbaar. Er is rekening gehouden met de voorlopige cijfers. - Met de verbonden partijen is een rekening-courant verhouding overeengekomen. - De bijdrage aan de Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren bestaat uit de inbreng van leerlingen en een bijdrage in de exploitatie. - De bijdrage aan de Stichting ISK Walcheren bestaat uit het verzorgen van een deel van de personele administratie, inbreng van leerlingen en een - De bijdrage aan de Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren bestaat uit doorbetaling van de rijksvergoeding stimulerend passend
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Mondia Scholengroep
Vermelding inzake WNT
Is er een bezoldiging van de bestuurders Is er een bezoldiging van de toezichthouders Duur arbeidsovereenkomst / werkzaamheden
Bestuurders Uitsplitsing: H.J. van Arenthals
Ingangsdatum dienstverband
Vanaf
Tot
1-1-2013
31-12-2013
Directie Uitsplitsing: E.J.A. Fagg M.A. Wagensveld-Heeren P.K. de Kreij
1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013
31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013
Toezichthouders Uitsplitsing: J.J.M. Seijbel P. van Eck L.C.M. Adriaanse M.R. Minekus D. van den Bout M. te Roller K. Verheijen
1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013
31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013
J J Taakomvang
Fte
1-2-2001
1-8-1993 1-3-1982 1-11-2002
1,0000
1,0000 1,0000 1,0000
DienstPeriodiek betrekking betaalde (D) of op beloningen Interimbasis (I) D of I 2013 EUR
D
D D D
Belastbare vaste en variabele onkosten 2013 EUR
Ontvangen pensioenbijdragen/ voorziening beloningen betaalbaar 2013 EUR
116.637
20.285
116.637
20.285
256.639
43.062
87.674 84.768 84.197
14.810 14.126 14.126
Uitkeringen wegens beëindiging v/h dienstverband 2013 EUR
11.696 I I I I I I I
1.526 1.526 2.543 1.526 1.526 1.526 1.526
Middelburg, 10 april 2014 H.J. Van Arenthals, directeur bestuurder
74
Overige gegevens Stichting voor Openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren
Controleverklaring Mondia Scholengroep
C.1
76
(Voorstel) bestemming resultaat Mondia Scholengroep
C 2. Bestemming van het exploitatiesaldo Het resultaat over 2013 wordt als volgt verdeeld: Resultaat exploitatie 2013:
Resultaatverdeling : Algemene reserve: Bestemmingsreserve BAPO: Bestemmingsreserve behoud jonge leerkrachten: Bestemmingsreserve VMBO Walcheren: Bestemmingsreserve Samenwerkingsverband PVOW:
1.376.289
605.289 43.600217.000 1) 290.600 2) 307.000 3)
1.376.289
1) Ontvangen bekostiging herfstakkoord in december ten behoeve van komende jaren 2) Aandeel Mondia Scholengroep in begroting komende jaren naar een VMBO Walcheren 3) Zijn de ontvangen afrekeningen ISKW en BVW welke voor toekomstige negatieve resultaten PVOW worden gereserveerd
C 3. Gebeurtenissen na balansdatum Geen bijzonderheden.
77
Gegevens over de rechtspersoon Mondia Scholengroep
C.4 De Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren vormt het bevoegd gezag van de volgende brede scholengemeenschappen: 1. Nehalennia SSG te Middelburg (brinnummer 20CP), 2. Scheldemond College te Vlissingen (brinnummer 16YC). De stichting is opgericht op 1 augustus 1997, gevestigd te Middelburg en ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel voor Zuidwest-Nederland onder dossiernummer 41115393. De statuten zijn notarieel vastgelegd op 2 juni 1997 en laatstelijk gewijzigd bij akte van 23 december 2011. Bestuursnummer OCW: 13555 Toelichting inzake de overnamefusie per 1 januari 2012. Op 23 december 2011 zijn ten onverstaan van notaris Oostinga te Goes twee akten verleden. 1. Statutenwijziging van de Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren te Middelburg. Deze wijziging had betrekking op de wijziging van de bestuursstructuur van een traditioneel stichtingsbestuur, naar systeem volgens het raad van toezichtmodel. De Stichting kent één directeur/bestuurder en een raad van toezicht bestande uit vijf of zeven natuurlijke personen. 2. De akte van overdracht waarbij de Stichting Scheldemond College te Vlissingen het bevoegd gezag van het Scheldemond College overdraagt aan de Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren met ingang van 1 januari 2012. De ovedracht betekent dat alle boeken en bescheiden van de stichting en de roerende en onroerende zaken zijn ondergebracht bij de stichting voor openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren. De slotjaarrekening 2011 van de Stichting Scheldemond College is integraal opgenomen in de beginbalans van de Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs op Walcheren.
78
OCW-bijlagen
Mondia Scholengroep
Model G1. verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
(Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbende op EL&I subsidies) de prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel nog niet uitgevoerd geheel en afgerond afgerond Kenmerk
datum
Bedrag toewijzing
Ontvangen t/m2012
Besteed t/m 2012
Saldo per 1-1- Ontvangen in Lasten 2013 2013 2013
Saldo 31-12-2013
Nehalennia Zij-instroom
503388-1
19.000
-
-
-
19.000
-
Prest subs conv vsv
t/m 09/91212m
62.500
62.500
-
62.500
-
62.500
-
Prest subs conv vsv
10/82245
40.000
40.000
40.000
-
2.504
37.496
Prest subs conv vsv
11/54817
105.000
105.000
-
105.000
-
-
105.000
Prest subs conv vsv
12/64568m
101.000
65.000
-
65.000
36.000
-
101.000
Prest subs conv vsv
484486-1
20.000
20.000
20.000
-
-
-
-
Prest subs conv vsv
564645-1
19.992
-
-
19.992
-
19.992
Soc veiligh LHBT-leerlingen
12/75615m
10.000
10.000
10.000
-
10.000
-
74.992
75.004
282.488
302.500
20.000
282.500
19.000
Scheldemond College Zij-instroom
31-12-2009
19.000
19.000
-
19.000
-
-
19.000
Prest subs conv vsv
12/64568
42.000
30.000
-
30.000
12.000
6.000
36.000
Prest subs conv vsv
484486-1
20.000
20.000
-
20.000
-
20.000
-
Prest subs conv vsv
564553-1
19.992
-
-
-
19.992
-
19.992
Soc veiligh LHBT-leerlingen
12/75615m
10.000
10.000
-
10.000
-
10.000
-
79.000
-
79.000
31.992
36.000
74.992
381.500
20.000
361.500
106.983
111.004
357.479
Totaal subsidie zonder verrekeningsclausule
Model G2. verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel
(Regeling ROS art. 13, lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbende op EL&I subsidies) G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar
de prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel nog niet uitgevoerd geheel en afgerond afgerond Kenmerk
datum
geen
Bedrag toewijzing
Ontvangen t/m2012
Besteed t/m 2012
-
Totaal niet-geoormerkt
-
Saldo per 1-1- Ontvangen in Lasten 2013 2013 2013
-
-
-
-
-
-
Saldo 31-12-2013
-
-
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar de prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel nog niet uitgevoerd geheel en afgerond afgerond Kenmerk
geen
Totaal niet-geoormerkt
datum
Bedrag toewijzing
Ontvangen t/m2012
Besteed t/m 2012
-
-
Saldo per 1-1- Ontvangen in Lasten 2013 2013 2013
-
-
-
-
-
-
Saldo 31-12-2013
-
-
79
Staat van baten en lasten 2013 Mondia Scholengroep
C.4 Nehalennia Realisatie 2013 €
Begroting 2013 €
Realisatie 2012 €
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.5 Overige baten
15.106.364 62.740 671.526
14.448.750 32.000 445.500
12.700.938 11.833 571.387
Totaal baten
15.840.630
14.926.250
13.284.158
11.087.797 474.195 980.228 2.471.069
11.075.114 486.000 883.000 2.492.140
9.933.626 472.438 743.519 2.337.666
15.013.289
14.936.254
13.487.249
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten
5. Financiële baten en lasten Nettoresultaat
827.342
10.004-
35.160
10.000
862.502
4-
203.091-
4.124 198.967-
Scheldemond College Realisatie 2013 €
Begroting 2013 €
Realisatie 2012 €
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.5 Overige baten
9.168.480 125.470 336.841
8.734.500 110.250 297.500
9.417.658 169.526 344.707
Totaal baten
9.630.791
9.142.250
9.931.891
6.881.567 231.335 505.577 1.520.510
6.878.886 240.000 499.500 1.533.860
7.214.066 225.611 534.166 1.609.004
9.138.989
9.152.246
9.582.847
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten
5. Financiële baten en lasten Nettoresultaat
491.803
9.996-
349.044
21.984
10.000
31.402
513.787
4
380.446
80
Bijlage 1
Opbrengstenkaart 2014 NehaLennia SSG Mi ddel bu r g
Mondia Scholengroep Br eeweg 71E 4335 AP Mi ddel bu r g
LWOO, VMBO, HAVO, VWO 2238 l eer l i n gen
1353 l eer l i n gen , waar van :
2 vesti gi n gen
- 26% HAVO van af l eer j aar 3
- 45% i n de eer ste twee l eer j ar en - 29% VWO van af l eer j aar 3
ONDERBOUW % l eer l i n gen dat i n l eer j aar 1 on der wi j s 87% HAVO, VWO vol gt i n één on der wi j ssoor t % l eer l i n gen dat i n l eer j aar 1 on der wi j s 13% VMBO ( g) t/HAVO vol gt i n m eer der e on der wi j ssoor ten Ren dem en t on der bou w ver gel i j ki n gsgr oep: VMBO ( g) t/HAVO/VWO
VMBO b
VMBO k
Advi esstr u ctu u r n a 2e l eer j aar
% l eer l i n gen i n l eer j aar 3 zon der zi tten bl i j ven
BOVENBOUW
VMBO (g)t vm bo kvm bo k( g) t vm bo ( g) t vm bo ( g) t/h avo h avo+
VMBO b
VMBO k
Van 3e l eer j aar n aar di pl om a zon der zi tten bl i j ven Gem iddeld cijfer centraal exam en 2013 Al l e vakken Neder l an ds
0% 0% 0% 26% 74%
HAVO vm bo ( g) tvm bo ( g) t/h avo h avo h avo/vwo vwo
VWO 3% h avo35% h avo/vwo 40% vwo 17% 4%
9% 19% 72%
84%
96%
98%
VMBO (g)t
HAVO
VWO
49%
58%
6,3
6,6
5,8
6,4
En gel s, Fr an s en Du i ts
6,5
6,5
Aar dr i j ksku n de en gesch i eden i s
6,3
6,4
Econ om i e
6,2
6,1
Wi s-, n atu u r -, sch ei ku n de en bi ol ogi e
6,3
7,0
L ati j n en Gr i eks
7,0
VMBO b
VMBO k
Deelnam e exam en 2013 per sector Econ om i e L an dbou w Tech n i ek Zor g en wel zi j n Deelnam e exam en 2013 per profiel Cu l tu u r en m aatsch appi j Econ om i e en m aatsch appi j Natu u r en gezon dh ei d Natu u r en tech n i ek
HAVO
VWO
17% 55% 19% 9%
29% 29% 20% 23%
81
Meerjarenopbrengsten VO 2014 (gebaseerd op resultaten behaald in 2011, 2012 en 2013) Bevoegd gezag
Stichting voor Openbaar VO op Walcheren
Bevoegd gezagnr.
13555
Naam school
Mondia Scholengroep
Adres
Breeweg 71E
BRIN
20CP
Plaats
4335 AP Middelburg
Vestigingsnr.
4
Opbrengstenoordeel
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
-
-
-
voldoende
voldoende
havo
vwo
2010/11 - 2011/12
54
70
2011/12 - 2012/13
52
50
2012/13 - 2013/14
49
58
voldoende
voldoende
havo
vwo
2010/11
6,2
6,4
2011/12
6,4
6,4
2012/13
6,3
6,6
voldoende
voldoende
Per onderdeel R en demen t on derbou w Score
Relatieve score
1-10-2011
105
1-10-2012
101
1-10-2013
99
1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013
3-jaarsgemiddelde Oordeel
voldoende
Van 3e leerjaar n aar diploma zon der vmbo b
zitten blijven Percentage
Relatieve score
vmbo k
vmbo (g)t
2010/11 - 2011/12 2011/12 - 2012/13 2012/13 - 2013/14
3-jaarsgemiddelde Oordeel Gemiddeld cijfer cen traal examen vmbo b
relatief Cijfer
Relatieve score
vmbo k
vmbo (g)t
2010/11 2011/12 2012/13
3-jaarsgemiddelde Oordeel
82
Cijfer sch oolexamen min u s cijfer vmbo b
havo
vwo
2010/11
0,15
0,33
2011/12
0,04
0,32
2012/13
0,08
-0,03
0,09
0,21
gering verschil
gering verschil
havo
vwo
2010/11
6,2
6,4
2011/12
6,4
6,4
2012/13
6,3
6,6
6,27
6,45
boven de norm
boven de norm
cen traal examen Verschil
vmbo k
vmbo (g)t
3-jaarsgemiddelde Oordeel Gemiddeld cijfer cen traal examen vmbo b
absolu u t Cijfer
3-jaarsgemiddelde Oordeel
vmbo k
vmbo (g)t
83
Opbrengstenkaart 2014 NehaLennia SSG Mi ddel bu r g
NehaLennia SSG, locatie Kruisweg Kr u i sweg 2 4335 CT Mi ddel bu r g
LWOO, VMBO, HAVO, VWO 2238 l eer l i n gen
885 l eer l i n gen , waar van :
390 l eer l i n gen VMBO van af l eer j aar 3
- 56% i n de eer ste twee l eer j ar en
( i n cl . 85 l eer l i n gen LWOO) , waar van :
2 vesti gi n gen
- 44% VMBO van af l eer j aar 3
- 27% basi sber oepsger i ch te l eer weg - 26% kader ber oepsger i ch te l eer weg - 9% gem en gde l eer weg - 37% th eor eti sch e l eer weg
ONDERBOUW % l eer l i n gen dat i n l eer j aar 1 on der wi j s 42% VMBO ( g) t vol gt i n één on der wi j ssoor t % l eer l i n gen dat i n l eer j aar 1 on der wi j s 58% VMBO b/VMBO k, VMBO vol gt i n m eer der e on der wi j ssoor ten Ren dem en t on der bou w ver gel i j ki n gsgr oep: VMBO-br eed en VMBO-br eed/HAVO
VMBO b Advi esstr u ctu u r n a 2e l eer j aar vm bo b vm bo bk vm bo k+ % l eer l i n gen i n l eer j aar 3 zon der zi tten bl i j ven
VMBO k vm bo b vm bo bk 61% vm bo k 26% vm bo k( g) t 13% vm bo( g) t+
VMBO (g)t 24% 35% 18% 0% 24%
vm bo kvm bo k( g) t vm bo ( g) t vm bo ( g) t/h avo h avo+
89%
100%
100%
BOVENBOUW
VMBO b
VMBO k
VMBO (g)t
Van 3e l eer j aar n aar di pl om a zon der zi tten bl i j ven Gem iddeld cijfer centraal exam en 2013 Al l e vakken
91%
82%
78%
6,5
6,1
6,3
Neder l an ds
6,5
6,1
6,1
En gel s, Fr an s en Du i ts
7,2
6,7
6,3
Aar dr i j ksku n de en gesch i eden i s
HAVO
VWO
HAVO
VWO
HAVO
VWO
8% 3% 85% 5% 0%
6,8
Econ om i e
6,1
5,9
6,1
Wi s-, n atu u r -, sch ei ku n de en bi ol ogi e
6,2
5,7
6,3
VMBO b
VMBO k
41%
17%
41% 18%
60% 23%
L ati j n en Gr i eks
Deelnam e exam en 2013 per sector Econ om i e L an dbou w Tech n i ek Zor g en wel zi j n Deelnam e exam en 2013 per profiel Cu l tu u r en m aatsch appi j Econ om i e en m aatsch appi j Natu u r en gezon dh ei d Natu u r en tech n i ek
84
Meerjarenopbrengsten VO 2014 (gebaseerd op resultaten behaald in 2011, 2012 en 2013) Bevoegd gezag
Stichting voor Openbaar VO op Walcheren
Bevoegd gezagnr.
13555
Naam school
NehaLennia SSG, locatie Kruisweg
Adres
Kruisweg 2
BRIN
20CP
Plaats
4335 CT Middelburg
Vestigingsnr.
0
Opbrengstenoordeel
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
voldoende
voldoende
voldoende
-
-
havo
vwo
havo
vwo
Per onderdeel R en demen t on derbou w Score
Relatieve score
1-10-2011
106
1-10-2012
99
1-10-2013
102
1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013
3-jaarsgemiddelde Oordeel
voldoende
Van 3e leerjaar n aar diploma zon der vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
2010/11 - 2011/12
87
80
65
2011/12 - 2012/13
68
83
73
2012/13 - 2013/14
91
82
78
voldoende
voldoende
onvoldoende
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
2010/11
6,5
6,5
6,1
2011/12
6,6
6,2
6,4
2012/13
6,5
6,1
6,3
voldoende
voldoende
voldoende
zitten blijven Percentage
Relatieve score
2010/11 - 2011/12 2011/12 - 2012/13 2012/13 - 2013/14
3-jaarsgemiddelde Oordeel Gemiddeld cijfer cen traal examen relatief Cijfer
Relatieve score
2010/11 2011/12 2012/13
3-jaarsgemiddelde Oordeel
85
Cijfer sch oolexamen min u s cijfer vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
2010/11
-0,06
0,05
0,41
2011/12
-0,15
0,13
0,24
2012/13
-0,09
0,32
0,14
-0,10
0,17
0,28
gering verschil
gering verschil
gering verschil
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
2010/11
6,5
6,5
6,1
2011/12
6,6
6,2
6,4
2012/13
6,5
6,1
6,3
6,55
6,24
6,26
boven de norm
boven de norm
boven de norm
cen traal examen Verschil
3-jaarsgemiddelde Oordeel
havo
vwo
havo
vwo
Gemiddeld cijfer cen traal examen absolu u t Cijfer
3-jaarsgemiddelde Oordeel
86
Opbrengstenkaart 2014 Scheldem ond College Vl i ssi n gen
Mondia Scholengroep Weyevl i etpl ei n 7-13 4385 CH Vl i ssi n gen
LWOO, VMBO, HAVO, VWO 1134 l eer l i n gen
1134 l eer l i n gen , waar van :
273 l eer l i n gen VMBO van af l eer j aar 3
- 42% i n de eer ste twee l eer j ar en
( i n cl . 58 l eer l i n gen LWOO) , waar van :
1 vesti gi n g
- 24% VMBO van af l eer j aar 3
- 25% basi sber oepsger i ch te l eer weg
- 20% HAVO van af l eer j aar 3
- 26% kader ber oepsger i ch te l eer weg
- 13% VWO van af l eer j aar 3
- 49% th eor eti sch e l eer weg
ONDERBOUW % l eer l i n gen dat i n l eer j aar 1 on der wi j s 45% VMBO b, VMBO ( g) t, VWO vol gt i n één on der wi j ssoor t % l eer l i n gen dat i n l eer j aar 1 on der wi j s 55% VMBO b/VMBO k, VMBO ( g) t/HAVO, HAVO/VWO vol gt i n m eer der e on der wi j ssoor ten Ren dem en t on der bou w ver gel i j ki n gsgr oep: VMBO-br eed/HAVO/VWO
VMBO b Advi esstr u ctu u r n a 2e l eer j aar vm bo b vm bo bk vm bo k+ % l eer l i n gen i n l eer j aar 3 zon der zi tten bl i j ven
VMBO k vm bo b vm bo bk 57% vm bo k 24% vm bo k( g) t 19% vm bo( g) t+
VMBO (g)t 18% 45% 23% 0% 14%
vm bo kvm bo k( g) t vm bo ( g) t vm bo ( g) t/h avo h avo+
9% 0% 70% 4% 17%
HAVO vm bo ( g) tvm bo ( g) t/h avo h avo h avo/vwo vwo
VWO 15% h avo13% h avo/vwo 50% vwo 15% 7%
4% 29% 67%
95%
100%
96%
98%
100%
BOVENBOUW
VMBO b
VMBO k
VMBO (g)t
HAVO
VWO
Van 3e l eer j aar n aar di pl om a zon der zi tten bl i j ven Gem iddeld cijfer centraal exam en 2013 Al l e vakken
92%
91%
84%
79%
66%
6,9
6,4
6,3
6,6
7,0
Neder l an ds
6,8
6,3
6,2
6,1
6,4
En gel s, Fr an s en Du i ts
7,3
6,7
6,6
6,5
6,8
6,4
7,0
6,5
Aar dr i j ksku n de en gesch i eden i s Econ om i e
6,6
6,5
6,6
6,9
7,3
Wi s-, n atu u r -, sch ei ku n de en bi ol ogi e
6,8
6,3
6,1
6,5
7,1
L ati j n en Gr i eks
Deelnam e exam en 2013 per sector Econ om i e L an dbou w Tech n i ek Zor g en wel zi j n Deelnam e exam en 2013 per profiel Cu l tu u r en m aatsch appi j Econ om i e en m aatsch appi j Natu u r en gezon dh ei d Natu u r en tech n i ek
7,5
VMBO b
VMBO k
90% 10%
100%
HAVO
VWO
7% 50% 32% 11%
11% 18% 48% 23%
87
Meerjarenopbrengsten VO 2014 (gebaseerd op resultaten behaald in 2011, 2012 en 2013) Bevoegd gezag
Stichting voor Openbaar VO op Walcheren
Bevoegd gezagnr.
13555
Naam school
Mondia Scholengroep
Adres
Weyevlietplein 7-13
BRIN
16YC
Plaats
4385 CH Vlissingen
Vestigingsnr.
0
Opbrengstenoordeel
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
Per onderdeel R en demen t on derbou w Score
Relatieve score
1-10-2011
86
1-10-2012
93
1-10-2013
101
1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013
3-jaarsgemiddelde Oordeel
voldoende
Van 3e leerjaar n aar diploma zon der vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
2010/11 - 2011/12
95
87
80
49
45
2011/12 - 2012/13
100
97
86
73
57
2012/13 - 2013/14
92
91
84
79
66
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
2010/11
6,5
6,1
5,7
6,1
7,0
2011/12
6,7
6,4
6,2
6,5
6,8
2012/13
6,9
6,4
6,3
6,6
7,0
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
zitten blijven Percentage
Relatieve score
2010/11 - 2011/12 2011/12 - 2012/13 2012/13 - 2013/14
3-jaarsgemiddelde Oordeel Gemiddeld cijfer cen traal examen relatief Cijfer
Relatieve score
2010/11 2011/12 2012/13
3-jaarsgemiddelde Oordeel
88
Cijfer sch oolexamen min u s cijfer vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
2010/11
-0,10
0,19
0,65
-0,12
-0,25
2011/12
-0,19
0,04
0,17
-0,31
-0,34
2012/13
-0,34
-0,18
0,13
-0,39
-0,49
-0,20
0,00
0,31
-0,27
-0,35
gering verschil
gering verschil
gering verschil
gering verschil
gering verschil
vmbo b
vmbo k
vmbo (g)t
havo
vwo
2010/11
6,5
6,1
5,7
6,1
7,0
2011/12
6,7
6,4
6,2
6,5
6,8
2012/13
6,9
6,4
6,3
6,6
7,0
6,69
6,33
6,08
6,39
6,93
boven de norm
boven de norm
boven de norm
boven de norm
boven de norm
cen traal examen Verschil
3-jaarsgemiddelde Oordeel Gemiddeld cijfer cen traal examen absolu u t Cijfer
3-jaarsgemiddelde Oordeel
89
Bijlage 2: Lijst van afkortingen en (andere) begrippen BAPO Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen BVW Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren Collectieve Arbeidsovereenkomst CAO CMT CSE CSW Fte Functiemix IPB Intersectorale programma’s Intrasectorale programma’s ISKW
Koepel Lb-, Lc-, Ld-functie LIO Lumpsumbekostiging LWOO Mobiliteitsplan MR OBP Ondersteunend personeel OOP OP OPDC PGMR PM PVG PVOW REC ROC SSG SWV Technasium TTO Vakcollege VMBO BK VO VO-raad WNT ZOS
Centraal Managementteam (rector en locatiedirecteuren) Centraal Schriftelijk Eindexamen Christelijke Scholengemeenschap Walcheren Formatietaakeenheid, gelijk aan een volledige betrekking De door de overheid vastgestelde verhoudingen in percentages van de totale docentenformatie tussen de drie lerarenfuncties Integraal Personeelsbeleid Programma’s met onderdelen die afkomstig zijn uit meerdere sectoren in het VMBO Programma’s met onderdelen die afkomstig zijn uit dezelfde sector in het VMBO Internationale Schakelklas Walcheren Bovenschoolse formatie van de scholengroep Lerarenfuncties Leraar in opleiding Integrale bekostiging, waarbinnen scholen binnen vastgestelde grenzen zelf keuzes mogen maken Leerwegondersteunend Onderwijs Bij de fusie in het Decentraal Georganiseerd Overleg met de vakcentrales vastgesteld beleidsdocument waarin de regels vastliggen voor arbeidsmobiliteit tussen de beide scholen Medezeggenschapsraad Onderwijsbeheerspersoneel (De diverse administraties, facilitaire dienst, systeembeheer e.d.) Verzamelterm voor het OBP en OOP Onderwijsondersteunend Personeel (Onderwijsassistenten, instructteurs, absentencontroleurs e.d.) Onderwijzend personeel (docenten) Orthopedagogisch Didactisch centrum; bovenschoolse onderwijsinstelling voor zorgleerlingen Personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Pro Memorie, hier: niet vooraf begroot Planningsverband Groningen; onderzoeksbureau dat onder meer leerlingenprognoses uitvoert voor veel scholen en gemeenten Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren Regionaal Expertisecentrum; onderwijsinstelling waarvan het speciaal onderwijs uitgaat Regionaal Opleidingscentrum; onderwijsinstelling voor MBO Stedelijke Scholengemeenschap Samenwerkingsverband Onderwijsconcept in HAVO en VWO dat draait om het ‘Onderzoeken en Ontwerpen’ Tweetalig onderwijs Zesjarige opleiding VMBO – MBO, die start in de eerste klas Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerweg van het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Voortgezet onderwijs Sector- en werkgeversorganisatie voor het VO Wet normering topinkomens Zeeuwse Opleidingsschool 90