Stichting Openbaar Onderwijs Houten. Jaarstukken juni 2015

Stichting Openbaar Onderwijs Houten 41866 Jaarstukken 2014

9 juni 2015

Inhoudsopgave Pagina Bestuursverslag

3

Jaarrekening Grondslagen

33

Model A: Balans per 31 december 2014

37

Model B: Staat van baten en lasten over 2014

38

Model C: Kasstroomoverzicht

39

Model VA: Vaste Activa

40

Model VV: Voorraden en vorderingen

41

Model EL: Effecten en Liquide middelen

41

Model EV: Eigen vermogen

43

Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden

44

Model KS: Kortlopende schulden

45

Model G: Verantwoording subsidies

46

Model OB: Opgave overheidsbijdragen

47

Model AB: Opgave andere baten

47

Model LA: Opgave van de lasten

20

Model FB: Financiële baten en lasten

21

Model E: Overzicht verbonden partijen

51

WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector

52

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

53

Overige gegevens Bestemming van het resultaat

54

Gebeurtenissen na balansdatum

55

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

56

Controle verklaring van de onafhankelijke accountant

57

Bijlagen Gegevens over de rechtspersoon

59

Exploitatie 165BAT Baten stichting

60

Exploitatie 165BST Bestuur en beheer

61

Exploitatie 165GEZ Gezamenlijke activiteiten

62

Exploitatie 165INN Innovatie- en frictiefonds

63

Exploitatie 09IE Klavertje Vier

64

Exploitatie 21LP De Bijenkorf

65

Exploitatie 22KN De Brug

66

Exploitatie 26AL Ridderspoor

67

Exploitatie 27JR De Plantage

68

Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Houten

Pagina 2 van 69

Bestuursverslag behorende bij

Financieel jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Houten

41866 Stichting OOH De Haag 2-I 3993 AW Houten T: 030-6343685 E: [email protected] I: WWW.OO-H.NL Twitter: @OBSHOUTEN

Bestuursverslag 2014

3

Stichting OOH

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ..............................................................................................................................4 VOORWOORD VAN DE BESTUURDER .................................................................................................6 1.

ORGANISATIE EN AMBITIES .......................................................................................................7 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

2.

ONDERWIJSVOORZIENINGEN ..................................................................................................11 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8

3.

VISIE/DOELSTELLINGEN .......................................................................................................... 17 ONTWIKKELINGEN EN BELEID................................................................................................... 17 RESULTATEN........................................................................................................................ 17 FUNCTIEMIX ........................................................................................................................ 17 ZIEKTEVERZUIM EN –PREVENTIE ............................................................................................... 18 BELEID INZAKE BEHEERSING VAN UITKERINGEN NA ONTSLAG........................................................... 18 FORMATIEBELEID.................................................................................................................. 18 PERSONEEL/FORMATIEVE GEGEVENS ........................................................................................ 18

HUISVESTING ...........................................................................................................................20 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

6.

VISIE/DOELSTELLINGEN .......................................................................................................... 14 SCHOOL-/LOKAAL NETWERK ................................................................................................... 14 OUDERBETROKKENHEID ......................................................................................................... 14 COMMUNICATIE EN SAMENWERKING ........................................................................................ 14

PERSONEEL EN FORMATIE .......................................................................................................17 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

5.

DOELSTELLINGEN.................................................................................................................. 11 BELEID ............................................................................................................................... 11 ONDERWIJSPRESTATIES EN WAARDERING INSPECTIE ..................................................................... 11 VERBETEREN EN VERNIEUWEN ................................................................................................. 11 LEERLINGENPROGNOSE .......................................................................................................... 12 TEVREDENHEIDMETING(EN ..................................................................................................... 12 VOORSCHOOLSE, TUSSENTIJDSE EN NASCHOOLSE OPVANG ............................................................. 12 KLACHTENREGELING.............................................................................................................. 12

COMMUNICATIE EN SAMENWERKING .....................................................................................14 3.1 3.2 3.3 3.4

4.

JURIDISCHE- EN ORGANISATIESTRUCTUUR ....................................................................................7 BESTURINGSMODEL EN TOEZICHT ...............................................................................................7 STRATEGISCH BELEID: AMBITIES EN KERNACTIVITEITEN ....................................................................8 SAMENWERKINGSPARTNERS .....................................................................................................9 COMMUNICATIE EN VERANTWOORDING .................................................................................... 10

DOELSTELLINGEN.................................................................................................................. 20 PLANMATIG ONDERHOUD....................................................................................................... 20 VEILIGHEID.......................................................................................................................... 21 GEZONDE EN ENERGIEZUINIGE SCHOLEN .................................................................................... 21 HET OOH KANTOOR ............................................................................................................. 22

FINANCIËN ...............................................................................................................................23 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

FINANCIEEL BELEID................................................................................................................ 23 EXPLOITATIE ........................................................................................................................ 23 BALANS .............................................................................................................................. 24 CONTINUÏTEITSPARAGRAAF..................................................................................................... 26 INVESTERINGSBELEID ............................................................................................................. 31


4

Stichting OOH

6.6 7.

TREASURYVERSLAG ............................................................................................................... 31

(TOEKOMSTIGE) ONTWIKKELINGEN......................................................................................... 32


5

Stichting OOH

Voorwoord van de bestuurder Geachte lezer, Voor u ligt het bestuursverslag 2014 behorende bij het rapport inzake de jaarrekening over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 van stichting Openbaar Onderwijs Houten. Het bestuursverslag bestaat uit deze aanbieding, een verslag van de Raad van Toezicht, een verslag van de directeur-bestuurder en een paragraaf met een overzicht van de toekomstige ontwikkelingen. In het rapport inzake de jaarrekening kunt u de balans per 31 december 2014 en een exploitatierekening over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 vinden. Beide zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen. Het rapport inzake de jaarrekening maakt onderdeel uit van het jaarverslag. Het financieel jaarverslag 2014 is, conform het bepaalde in de stichtingsstatuten, ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. In dit bestuursverslag wil ik een zo volledig mogelijk beeld geven van de activiteiten van onze stichting. In 2013 is een ontwikkeling ingezet met betrekking tot professionalisering van de totale organisatie. Deze is in 2104 voortgezet. Vanuit het bestuursbureau worden de vijf scholen ondersteund in de uitvoering van hun taken, door een stafmedewerker financiën, stafmedewerker huisvesting en ICT medewerkers. Er zijn op twee scholen nieuwe directeuren benoemd en er is hard gewerkt aan de kwaliteit van het onderwijs, door nog meer te sturen op de onderwijsresultaten. Het in gang gezette onderwijsconcept voor hoogbegaafden, het Piramideonderwijs op Klavertje Vier, is in 2014 doorgegroeid naar drie groepen. Dit is een signaal, dat het voorziet in een behoefte. Het onderwijs heeft de laatste jaren te maken gekregen met verzelfstandiging en deregulering, werken met lumpsum bekostiging, leren klantgericht werken, kwaliteitsborging, een proces dat scholen niet meer toestaat zich achter de overheid te verschuilen, maar noopt tot het ontwikkelen van transparantie in haar organisatie. Van schoolbesturen wordt verwacht dat zij aan alle belanghebbenden ouders en kinderen, medewerkers, collega-scholen, andere besturen, gemeente, etc. kunnen uitleggen wat zij met het publieke geld doen, waarom ze dat doen en of ze dat goed doen. Middels dit jaarverslag wordt verantwoording hierover afgelegd.

J.F.H.M. Smits-Verwijst MPM Directeur-bestuurder/College van Bestuur


6

Stichting OOH

1.

Organisatie en ambities

Onze medewerkers maken dagelijks het verschil! We zijn een stichting die met een open vizier en daadkracht naar de toekomst kijkt. Door taken bij directeuren weg te halen en te centraliseren ontstaat er meer ruimte voor de leidinggevenden om samen met het team te werken aan de onderwijskundige ontwikkeling. De organisatie steekt vooral in op het versterken van het primaire proces, dicht bij de kinderen.

1.1 Juridische- en organisatiestructuur Het organogram van Stichting OOH ziet er als volgt uit:

Onder de Stichting OOH (bestuursnummer 41866) ressorteren per 31 december 2014 vijf scholen. De basisscholenscholen zijn alle gelegen in de gemeente Houten. De rechtspersoonlijkheid van de stichting is een stichtingsvorm. De stichting is opgericht op 01-012009 en is ontstaan uit de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH).

1.2 Besturingsmodel en toezicht In 2012 is de stichting overgegaan op een besturingsmodel Raad van Toezicht – directeurbestuurder. Stichting OOH wordt bestuurd door de directeur-bestuurder. De Raad van Toezicht geeft hiertoe kaders (in hoofdlijnen) aan. Periodiek legt de directeur-bestuurder verantwoording af aan de Raad van Toezicht, onder andere door middel van het voorliggende jaarverslag. De bestuurder wordt bijgestaan door stafmedewerkers. De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de schooldirecteuren. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bestuurder zijn vastgelegd in de statuten, de notariële akte en het managementstatuut. Dit in het kader van Code Goed Bestuur. Schooldirecteuren leggen verantwoording af aan de directeur-bestuurder.


7

Stichting OOH

Binnen de Stichting OOH en de voor de stichting geldende statuten en reglementen functioneert een Raad van Toezicht. De Raad heeft tot taak om vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid toe te zien op het beleid van de directeur-bestuurder en de algemene gang van zaken binnen de stichting. De Raad van Toezicht adviseert (gevraagd en ongevraagd) de directeur-bestuurder, fungeert als klankbord en is werkgever van de directeur-bestuurder. Bij de vervulling van hun taak richten de toezichthouders zich op het belang van de organisatie. Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit vijf personen. Binnen de Raad zijn alle relevante kennisvelden en deskundigheden en relevante externe netwerken vertegenwoordigd. In 2014 maakten de volgende leden deel uit van de Raad: 1. Dr. C.H. Kooi-de Bruijne, voorzitter. 2. Ing. P.P.M. Jansen MBA. 3. Ir. T. Jille-Wiczek. 4. Drs. J.C.M. Kiewiet-Kester, ingang maart 2014. 5. Drs. G. Steenbruggen, ingang juli 2014. 6. Dr. Mr. M.C.M. Weusten, afgetreden per maart 2014. 7. Mevr. C. Tydeman, afgetreden per maart 2014. Rooster van aftreden Benoemd

Aftredend

Termijn

Mw. C.H. Kooi-de Bruijne

01-02-2011

01-02-2019

tweede

Dhr. P.P.M. Jansen

18-05-2004

01-10-2015

tweede

Mw. T. Jille-Wiczek

01-02-2010

01-02-2018

tweede

Mw. J.C.M. Kiewiet-Kester

26-03-2014

26-03-2018

eerste

Mw. G. Steenbruggen

11-07-2014

11-07-2019

eerste

1.3 Strategisch beleid: ambities en kernactiviteiten Stichting OOH verzorgt primair onderwijs aan 4 tot 12 jarigen in de gemeente Houten. Het doel van de organisatie: Kwalitatief1 goed en hoogwaardig onderwijs verzorgen zien wij als onze primaire taak. Deze willen we vormgeven door een uitdagende leeromgeving te creëren waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen en kennis en vaardigheden opdoen. Deze kennis en vaardigheden hebben de kinderen nodig om hun weg te vinden in de maatschappij. Verder beschouwen we de scholen als dé plek waar kinderen ervaring opdoen voor later. Ervaring in omgaan met elkaar, functioneren in een groep en kennismaken met andere culturen, gebruiken en meningen. Een openbare school is een ontmoetingsplek. De kinderen van het OOH zijn ondernemende kinderen, zelfstandig en bewust van hun talenten. Zij kunnen goed samenwerken. Onze missie verwoorden we als volgt: “Wij bieden kwalitatief hoogwaardig basisonderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Onze scholen bieden leerlingen, ouders en leerkrachten een veilige omgeving waar, vanuit democratische waarden en normen, ruimte bestaat voor het met respect uitwisselen van levensbeschouwelijke, culturele en maatschappelijke opvattingen. Binnen ons onderwijs ontwikkelen al onze leerlingen optimaal hun sociale, maatschappelijke en intellectuele vaardigheden.”

1

Uit strategisch beleidsplan OOH 2011-2015


8

Stichting OOH

Normen en waarden Onze normen en waarden zijn gebaseerd op afspraken tussen leraren en ouders en sluiten aan bij: § de rechten van de mens, § de rechten van het kind, § de grondwet. Wij geloven in de kracht van samenwerking. Samen met ouders (en kinderen) zijn we verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Door samen de problemen te bespreken en oplossingen te bedenken is de kans op succes groot. Onze normen en waarden komen van onderop. De kracht zit hem in het feit dat zij gelden voor iedereen, ongeacht geloof of overtuiging. Dat geeft ruimte aan de eigenheid van elk individu. Diversiteit Diversiteit is een van de pijlers onder het openbaar onderwijs. Het OOH is een organisatie met vijf locaties die onderling met elkaar verbonden zijn, maar tegelijk een eigen identiteit koesteren. Het Openbaar Onderwijs Houten kiest ervoor om 'samen apart’ te zijn. Dit komt terug in de onderwijsconcepten van de scholen die veel raakvlakken hebben, maar ook verschillend zijn. Missie Identiteit van onze scholen: Samen apart. De identiteit van onze scholen komt ook tot uiting in zowel ons motto als in ons beeldmerk: Met hart voor kinderen in het hart van de wijk.

Met hart voor kinderen Binnen een duidelijke structuur met afspraken en regels geven gepassioneerde leerkrachten kinderen de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. In het hart van de wijk Onze scholen staan middenin de wijk. De scholen fungeren als ontmoetingsplek en we zoeken, waar mogelijk, samenwerking met organisaties in de wijk. Ruimte voor jezelf Kinderen krijgen de ruimte en de kansen die hen stimuleren om zichzelf in een veilige omgeving verder te ontwikkelen. Met hart voor kinderen dagen we kinderen uit om vertrouwen te krijgen in zichzelf. Door een positieve benadering en nadruk op de zelfstandigheid van de kinderen. Ruimte voor een ander Ook andere kinderen mogen er zijn. Kinderen leren om andere kinderen de ruimte te geven. Door taakgericht samen te werken leren kinderen elkaars verschillen waarderen en respecteren. Want verschillen mogen er zijn.

1.4 Samenwerkingspartners Door of in overleg met de bestuurder vindt er met diverse instanties structureel en/of incidenteel overleg plaats. Dit betreft met name:


9

Stichting OOH

-

LEA (lokaal educatieve agenda); gemeente; Brede School; Besturen basisonderwijs Houten; Samenwerkingsverband Profi Pendi; Ondersteuningsplanraad; Vensters PO.

1.5 Communicatie en verantwoording Overleg- en communicatiestructuur Het overleg en de communicatie vindt meerdere keren per jaar plaats via vergaderingen, mail, nieuwsbrief en social media. Dit betreft met name: - RvT; - directeurenoverleg; - team; - GMR; - MR; - leerlingenraad; - ouders. Horizontale en verticale verantwoording Onderstaande tabellen geven een overzicht van de verantwoordingslijnen van de bestuurder richting de RvT. Soort informatie

Status

Frequentie

Strategisch meerjaren beleidsplan

Afronding van strategisch beleidsplan 2011-2015. Opstart nieuwe strategisch beleidsplan 2015-2019, in oktober 2014

Vierjaarlijks

Strategische beslissingen/ statutair RvT bevoegdheid Begroting, jaarrekening en bestuursverslag Bestuursrapporta ge, MARAP bestuursniveau Bestuurscontract

Indien van toepassing tijdens RvT vergadering

Tweemaandelijks

In de RvT vergaderingen, waarbij de jaarrekening vooraf door werkgroep van RvT wordt besproken

Jaarlijks

Elke maand bespreking marap bestuurder met stafmedewerker financiën, terugkoppeling naar RvT tweemaandelijks Functioneringsgesprek. In 2014: Omzetting tijdelijk dienstverband naar vast Diro elke 3 weken, RvT tweemaandelijks. Verslagen en besluitenlijst worden daarbij besproken en vastgesteld.

Maandelijks, tweemaandelijks Jaarlijks fg

Verslagen directie / besluitenregister Melding calamiteiten / incidenten met verwachting grote impact Gevraagd en ongevraagd advies


Urgente zaken worden direct gemeld bij de voorzitter van de RvT. Andere zaken indien van toepassing tijdens RvT vergadering Indien van toepassing

Drie weken en tweemaandelijks Direct Tweemaandelijks Tweemaandelijks

10

Stichting OOH

2.

Onderwijsvoorzieningen

Voor alle scholen van OOH geldt een basisarrangement vanuit de landelijke inspectie. Er kan geconcludeerd worden dat de scholen op dit moment voldoen aan de landelijk gestelde opbrengsten. Daar is ook veel focus op geweest in 2014 en het is fijn te merken dat de verwachtingen van hogere opbrengsten ook door de inspectie gezien en erkend worden. Dat wil niet zeggen dat we nu tevreden moeten zijn. Naar de toekomst ligt er nog een uitdaging om in de opzet van het onderwijs te innoveren.

2.1 Doelstellingen De strategische koers van Stichting OOH met betrekking tot onderwijs en kwaliteit is opgebouwd uit de volgende onderwerpen:

2.2 Beleid De kerndoelen die het ministerie van OCW heeft geformuleerd, worden gerealiseerd. Onze basisscholen zullen deze doelen met behulp van toetsen en zelfevaluatie waarborgen. Zij zullen er alles aan doen om tijdig te signaleren en te communiceren welke leerlingen de kerndoelen niet volledig halen.

2.3 Onderwijsprestaties en waardering Inspectie De jaarlijkse Cito-scores vormen één van de maatstaven van de onderwijsprestaties. De reguliere basisscholen van het OOH maken gebruik van de medio januari toetsen en de entreetoetsen. De Citoscores zijn ook maatstaf voor externe verantwoording. In eerste instantie voor het schoolbestuur dat door de Inspectie van het Onderwijs verantwoordelijk wordt gesteld voor de kwaliteit van de scholen onder het bestuur. De scholen leveren de Cito-gegevens aan de inspectie, de inspectie meldt terug aan het schoolbestuur of de resultaten voldoende of onvoldoende zijn. Bij structureel onvoldoende resultaten worden scholen onder verscherpt toezicht gesteld. Alle scholen van het OOH vallen echter onder het basistoezicht. Scholen zijn verplicht ook de ouders in te lichten over de behaalde resultaten op schoolniveau.

2.4 Verbeteren en vernieuwen Vaardigheidsscores De inspectie gebruikt vaardigheidsscores van Cito om te controleren of scholen niet onderpresteren. Uitgangspunt is de gemiddelde vaardigheidsscore per groep. De inspectie hanteert daarbij een ondergrens. Scoort een groep onder de ondergrens, dan is dat voor de inspectie reden een gesprek aan te vragen bij het schoolbestuur. Voor de niet ingewijde lezer is de vaardigheidsscore van een groep een getal dat pas betekenis krijgt als het naast het getal van de ondergrens van de inspectie wordt gezet. In 2014 is op een aantal scholen gestart met het invoeren van een ambitieniveau. De leerkracht bepaald met de intern begeleider welke vaardigheidsgroei hij of zij in de groep wil behalen. Hier zijn goede resultaten mee geboekt. Opzet is dit in 2015 verder uit te bouwen over de andere scholen en / of andere vakken.


11

Stichting OOH

2.5

Leerlingenprognose

Het aantal leerlingen is bepalend voor de inkomsten van lumpsum subsidie van het Ministerie van OCW aan de Stichting OOH. Per saldo krijgt de Stichting van de overheid voor één leerling ongeveer € 4.500 per jaar. Een daling of stijging van het aantal leerlingen heeft dus grote invloed op de bedrijfsvoering. In 2013 is na jarenlange daling van het aantal leerlingen duidelijk sprake van een kentering: het aantal leerlingen is met 5% gestegen. Ook in 2014 heeft die stijging zich met 1,1 % voortgezet. Voor de komende jaren geeft de prognose een daling aan. Hieronder staan de leerlingen vermeld op peildatum 1 oktober. school leerlingen Klavertje Vier 151 Bijenkorf 188 Brug 146 Ridderspoor 358 Plantage 457 Totaal 1300

2.6

Tevredenheidmeting(en

In 2014 zijn KMPO tevredenheidsenquêtes afgenomen. De scholen hebben de verantwoording hiervan gedaan aan hun ouders. Over het algemeen waren ouders, kinderen en personeelsleden tevreden over de sfeer en het onderwijs op onze scholen. Elke school heeft zelf uit de tevredenheid enquêtes de speerpunten voorde komende periode gehaald. Vensters PO Om voor de hele onderwijssector meer transparantie te bevorderen is landelijk vanaf november 2013 een website Venster Primair Onderwijs in de lucht (www.scholenopdekaart.nl). Op deze site zijn de gegevens te vinden die we als bestuur aan de overheid moeten aanleveren , zoals gegevens over de onderwijskwaliteit en de toetsen. Vensters PO heeft inmiddels ook indicatoren bij, zoals de opbrengsten op het gebied van ouder- en leerling-tevredenheid toegevoegd. In 2015 willen we deze collectief gaan gebruiken. De directeuren van de scholen hebben in 2014 hard gewerkt om aanvullende gegevens voor de website aan te leveren. Het is zeker de moeite waard om daar een kijkje op te nemen.

2.7 Voorschoolse, tussentijdse en naschoolse opvang De voorschoolse en naschoolse opvang is middels contracten uitbesteed aan BSO’s. Op Klavertje Vier en de Bijenkorf geeft de school zelf vorm aan de tussen schoolse opvang. Bij de andere scholen is dit middels contracten ook uitbesteed aan de buitenschoolse opvang (BSO).

2.8 Klachtenregeling Klachten In de dynamische wereld van het onderwijs, de plek waar de belangen van ouders, kinderen en school samenkomen, kunnen opvattingen uiteenlopen en conflicten ontstaan. Die kunnen bijvoorbeeld gaan over tegenvallende onderwijsresultaten en verschil van inzicht over het handelen bij grensoverschrijdend gedrag van kinderen. Ouders en leerkracht kunnen dan van mening verschillen. Primair gaat het om het belang van het kind. Het OOH hanteert een zorgvuldige klachtenprocedure. Deze wordt op elke school gehanteerd en wordt gecommuniceerd naar alle ouders via de schoolgids. Omdat we de lijnen kort willen houden, bespreekt een ouder een klacht in principe eerst met de eigen leerkracht en, zo nodig, vervolgens


12

Stichting OOH

met de directeur. Daarbij kan ook de interne klachtenpersoon (op elke school is hier iemand voor aangesteld) ingeschakeld worden. Doorgaans leidt overleg tot overeenstemming. In alle gevallen is goede, eerlijke en transparante communicatie het sleutelwoord. Daaraan hechten we als OOH veel waarde. Mochten meningsverschillen zo hoog oplopen dat partijen er samen niet uit komen, dan bestaat ook nog de optie om de externe vertrouwenspersoon (een professional die wordt ingehuurd van een extern bureau) in te schakelen. Mocht ook dit niet het gewenste effect hebben, dan hebben ouders/verzorgers de mogelijkheid formeel een klacht in te dienen. In de kerstvakantie van 2014 is één klacht binnengekomen. De klacht ging over ontevredenheid van de ouders over het advies van de school naar het VO. Deze klacht is begin 2015 behandeld en naar tevredenheid opgelost, dat wil zeggen dat de klacht uiteindelijk is ingetrokken.


13

Stichting OOH

3.

Communicatie en samenwerking

3.1 Visie/doelstellingen OOH wil berichten en informatie en afspraken op een directe manier uitwisselen met ouders / verzorgers. Daarnaast wil zij ook ouders in de gelegenheid stellen met hen te communiceren, zowel op de directe wijze als met de moderne media.

3.2 School-/lokaal netwerk Communicatie- en informatieplatform Inmiddels werken twee scholen, Ridderspoor en De Plantage, met MaxClass, een communicatieplatform voor leerkrachten, ouders en soms ook leerlingen. De Brug werkt met een ander platform, genaamd Klasbord. De komende jaren kijkt OOH of dit uitgebreid kan worden naar de andere twee scholen.

3.3 Ouderbetrokkenheid Er zijn ouderklankbord groepen op de Plantage, de Brug en Bijenkorf. Rond een bepaald thema worden regelmatig gesprekken gevoerd met de directeur van de school. Elke school heeft een MR, die voor de helft van het aantal leden vertegenwoordigd is door ouders.

3.4 Communicatie en samenwerking Samenwerking binnen het OOH DIRO De kwaliteit van de schoolleider bepaalt mede de kwaliteit van de schoolorganisatie. Daarom wil het OOH goede sterke schoolleiders. Eens per drie weken komen de directeuren bijeen in een overleg, het DIRO genaamd. Daar bespreken zij onderwerpen als de organisatieontwikkelingen, de uitvoering van het strategisch beleidsplan en allerlei praktische en school overstijgende zaken, waaronder ICT, huisvesting en het vakantierooster. Regelmatig schuiven bij het DIRO-overleg externe partijen aan om informatie te geven over actuele onderwerpen. Een voorbeeld is de voorlichtingsbijeenkomst over de zoektocht naar een opvolger voor Tool for Talent. Daarnaast ontmoeten de directeuren elkaar in intervisiebijeenkomsten, met als doel de eigen problemen te bespreken. DIRO EN IB In 2014 zijn de directeuren en de intern begeleiders vier keer bij elkaar gekomen . Zij bespreken vooral de leerlingen- en kwaliteitszorg op de scholen. Op deze terreinen kunnen de directeuren en intern begeleiders veel van elkaar leren. In het gezamenlijke overleg komen ze ook snel tot besluiten, die dan direct kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast is einde 2014 onder begeleiding van het APS gestart met een tweedaagse om het nieuw strategisch beleidsplan voor de volgende vier jaar (2015 tot 2019) vorm te geven. IB-ers De intern begeleiders, de specialisten op het gebied van leerlingenzorg en leerlingenbegeleiding, hebben daarnaast ook een eigen netwerkoverleg. Daarin maken zij afspraken over opbrengstgerichte hulp aan kinderen die dat nodig hebben, en over de begeleiding en ondersteuning van de leerkrachten. Ook binnen dit netwerk heeft regelmatig intervisie plaats.


14

Stichting OOH

Samenwerking buiten het OOH LEA Sinds 2006 verplicht de LEA (Lokaal Educatieve Agenda) de gemeente, het onderwijs en de kinderopvang/peuterscholen gezamenlijk afspraken te maken. In 2012 is deze groep uitgebreid met het Strategisch Beraad Jeugd (SBJ). De betrokken partijen kijken, per onderwerp of activiteit, of er samenhang is en of dit bijdraagt aan een gemeenschappelijk doel. Veel beleidsvoornemens van deze organisaties sluiten goed aan bij beleidsvoornemens en activiteiten van de andere. Eind 2014 is besloten dit overleg in 2015 in een ander vorm te gaan voeren, namelijk door te gaan werken met thema bijeenkomsten. Afgelopen jaar werden een paar bijeenkomsten belegd rond de transitie Jeugdzorg en de brede School. Het doel van deze bijeenkomsten was input voor deze transities te verzamelen. En te bekijken hoe de bestaande samenwerking tussen school, wijk, welzijn en kinderopvang in de toekomst verder vorm gegeven kan worden en in welke hoedanigheid. Gemeente Met het oog op de decentralisatie van de huisvesting, per 1 januari 2015, zijn de schoolbesturen in Houten in de loop van 2014 in overleg gegaan met de gemeente. Beide partijen hebben de intentie uitgesproken om samen op te trekken en te bezien wat deze van overheidswege opgelegde maatregel betekent voor de afzonderlijke scholen en besturen. Dit alles in het belang van goed onderwijs en bijbehorende goede huisvesting voor de kinderen op de scholen. Besturen Overleg Zes tot acht keer per jaar komen de bestuurders en eindverantwoordelijken van onderwijsorganisaties in Houten bijeen voor overleg. In het verleden was dit overleg vooral informeel en had het de vorm van collegiale consultatie over actuele onderwerpen. Afgelopen jaar heeft dit overleg meer en meer een formeel karakter gekregen, waarbij onderwerpen uit het LEA-overleg nader werden verkend en voorbereid. Samenwerkingsverband Het OOH maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Houten. Vijf keer per jaar bespreekt dit verband de ontwikkelingen over het Passend Onderwijs, dat per 1 augustus 2014 werd ingevoerd. In voorbereiding daarop werd gekeken welke lokale ontwikkelingen zeker een plek moeten houden in het grotere Weer Samen Naar School Verband. In Houten is drie jaar gewerkt met het project Toptalent Erkend. Tijdens dit driejarige project volgde op elke school één leerkracht een opleiding tot toptalentcoach die verantwoordelijk is voor begeleiding van de meer- en hoogbegaafde leerlingen op de school. Daarnaast bestaat sinds twee jaar een verrijkingsklas in Houten, bestemd voor hoogbegaafde kinderen die dit dagdeel extra uitdaging krijgen. Deze kinderen kunnen één dagdeel per week onderwijs volgen in een aparte groep, samen met andere hoogbegaafde leerlingen. Dit betreft leerlingen van groep vijf tot en met acht. In het nieuwe Samenwerkingsverband heeft dit traject Toptalent een plaats gekregen. Passend Onderwijs Regionaal Wat is Passend Onderwijs? Passend Onderwijs verbindt de ondersteuning voor alle leerlingen binnen het samenwerkingsverband (swv) met de ondersteuning binnen de eigen basisschool. Het doel van Passend Onderwijs is voor iedere aangemelde leerling binnen het swv een passend onderwijsaanbod te verzorgen. De samenwerking tussen de scholen in het swv is verplicht volgens de wet Primair Onderwijs (WPO). De scholen maken onderling afspraken over hoe alle leerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past. In augustus 2013 zijn de SWV’en Houten, Zuidwest Utrecht en Nieuwegein opgeheven en samengegaan in een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs 26-05, nu genoemd Profi Pendi.


15

Stichting OOH

SWV Profi Pendi omvat de scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs binnen de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen. In deze gemeenten zijn ook vier scholen voor speciaal basisonderwijs. Op deze wijze is voor iedere leerling een passend onderwijsaanbod gegarandeerd. Zorgplicht Besturen voor primair onderwijs en speciaal onderwijs hebben sinds 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit houdt in dat schoolbestuur een aangemelde leerling een passend onderwijsaanbod moet bieden. Als een school zelf geen passende plek (meer) kan bieden, dan heeft het schoolbestuur de plicht om een passend onderwijsaanbod elders aan te bieden. Waar mogelijk binnen het swv. Dan heeft de school geen zorgplicht. Binnen het swv of een ander swv dient dan een oplossing te worden gezocht. Visie ondersteuning SWV Profi Pendi SWV Profi Pendi hanteert de volgende visie: Kind nabij Onderwijs organiseren. De basisondersteuning die basisscholen bieden, is op alle basisscholen binnen het swv van gelijk niveau. Hierbij wordt uitgegaan van de criteria van de inspectie van het onderwijs. In verband met de kwaliteitseisen waaraan leerkrachten moeten voldoen om binnen het onderwijs ondersteuning te bieden aan leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen, investeert het bestuur van het samenwerkingsverband in de professionaliteit van leerkrachten. Speciale scholen voor basisonderwijs vormen gezamenlijk het expertisecentrum van het samenwerkingsverband. Dit vergt nog nadere uitwerking c.q. besluitvorming. Uitgangspunt hierbij is 'lokaal waar het kan, regionaal wanneer dit kwalitatief effectiever is'. Het speciaal onderwijs wordt gezien als partner in het realiseren van passend onderwijs, waarbij het uitgangspunt is dat expertise en onderwijs dichtbij huis worden gerealiseerd. Ondersteuningsplanraad Sinds november 2013 kent Profi Pendi een ondersteuningsplanraad. Voor OOH heeft Ellen Zemmelink (ouder en tevens GMR lid) zitting in deze raad. Hij komt een drietal keer per jaar bij elkaar om het beleid te toetsen.


16

Stichting OOH

4.

Personeel en formatie

4.1 Visie/doelstellingen Goed personeelsbeleid is de kern van de kwaliteit van het onderwijs en leidt o.a. tot: · · · · ·

duidelijke handvatten om de organisatorische inrichting van een school af te stemmen op de personele mogelijkheden en deze mogelijkheden te beïnvloeden; mogelijkheden om tot loopbaanontwikkeling te komen, bijvoorbeeld door mobiliteit en het bevorderen van deskundigheid; meer welzijn van personeel, met bijvoorbeeld als effect, arbeidstevredenheid, minder uitval van personeelsleden, minder organisatorische gedoe en minder (vervangings)kosten; een positief effect op het onderwijskundige proces met een positief effect op de kwaliteit van het onderwijs; een positieve bijdrage van het imago van het beroep.

4.2 Ontwikkelingen en beleid Het Strategisch beleidsplan 2011-2015 kent in 2014 de volgende onderwerpen m.b.t. personeel en organisatie: · omlaag brengen van het ziekteverzuim; · Mobiliteit en overplaatsingsbeleid; · Actualiseren attentieregeling; · Formatiebeleid vaststellen; · Werken aan de kwaliteit van de medewerkers; · Verkennen van de nieuwe cao PO in de organisatie; · Directeuren en intern begeleiders scholen zich in Marte Meo (schoolvideo interactie begeleiding).

4.3 Resultaten · · · · · · ·

ziekteverzuim is van 8% naar 3,8% (peildatum december 2014) gegaan; Mobiliteit en overplaatsingsbeleid is vormgegeven en vastgesteld in de GMR. Negen personen hebben in 2014 gebruik gemaakt van de mobiliteit; Attentieregeling is geactualiseerd en getoetst aan de werkkostenregeling; Formatiebeleid is besproken in de GMR en vastgesteld; Er is een breed scholingsaanbod uitgezet in de OOH academie. 90% van de medewerkers maakt hier gebruik van; Er zijn drie bijeenkomsten voor de medewerkers geweest waarbij de nieuwe cao en de gevolgen daarvan besproken zijn; Eerste jaar Marte Meo scholing voor directeuren en IB ers afgerond, scholing loopt door in 2015.

4.4 Functiemix In het Convenant Leerkracht heeft het ministerie vastgelegd dat in 2014 tot 40% van de leerkrachten benoemd moet zijn in de zogenoemde LB-schaal. Als er geen leerkrachten zijn benoemd in schaal LC, dan is dit percentage 46%. Een LB-leerkracht is een 'senior leerkracht'. Hij of zij heeft een afgeronde HBO+- of daaraan gelijkwaardige opleiding, speelt een belangrijke rol in de schoolontwikkeling en heeft bij voorkeur een specialisatie. Daarnaast kan een LB-leerkracht andere leerkrachten coachen of begeleiden. OOH heeft ervoor gekozen geen leerkrachten te benoemen in de LC schaal.


17

Stichting OOH

In 2010 zijn de eerste twee leerkrachten aangesteld in de LB-schaal. Op 1 augustus 2014 was 30% van de leerkrachten benoemd in schaal LB. Het percentage van leerkrachten in schaal LB ligt daarmee onder de landelijke norm van 36%. Jaar (per 1 augustus) 2010 2011 2012 2013 2014

LB doel 8 16 24 36 46

% % % % %

LB bereikt 4,1 % 19,1 % 17,9 % 23,5 % 30,0 %

4.5 Ziekteverzuim en –preventie ARBO Goed arbobeleid is gebaseerd op een RI&E (Risico Inventarisatie en evaluatie ). In 2014 is op alle scholen een volledige RI&E afgenomen. Aan de hand van deze inventarisatie zijn plannen van aanpak opgesteld. In een RI&E-document kijkt een Arbodienst met de directeuren naar aandachtspunten rond het veiligheids-en gezondheidsbeleid binnen de school of organisatie. ARBODIENST Eind 2013 is besloten om over te gaan naar een andere Arbodienst en dus ook een andere Arboarts. In 2014 is overgegaan naar Verzuim op Maat, om meer regie te krijgen in het proces van ziekteverzuim. Verzuim Op Maat beschikt over de juiste expertise voor onderwijsorganisaties. Wat is veranderd? Er is meer accent komen te liggen op een goede begeleiding van (zieke) medewerkers en de organisatie maakt meer gebruik van (preventief) omgaan met verzuim. Hierbij hoort ook het inzetten van bedrijfsmaatschappelijk werk en arbeidsdeskundigen. Dit gebeurt in goed overleg, waarbij de regie bij de werkgever ligt. Aan Verzuim op Maat zijn diverse bedrijfsartsen verbonden met verschillende specialismen, en dat kan handig zijn. Het OOH heeft bij Verzuim op Maat een vaste casemanager met wie preventief en curatief gesprekken worden gevoerd

4.6 Beleid inzake beheersing van uitkeringen na ontslag In 2013 heeft het bureau Robidus onderzoek gedaan naar het aantal medewerkers dat de laatste jaren arbeidsongeschikt uit dienst gegaan is. Hier zit voor OOH weinig risico, wel heeft OOH gekozen om eigenrisicodrager te worden voor de tijdelijk aangestelde medewerkers. In 2014 is dat geëffectueerd. In 2014 heeft dit geen nieuwe casussen opgeleverd.

4.7 Formatiebeleid Het formatieplan is in beginsel een overzicht van de inzet van de middelen die beschikbaar zijn voor de personele uitgaven. In feite is het niet meer dan een lijst met functies die vervuld gaan worden. Een lijst met een kwantitatieve kant; het aantal functies en een kwalitatieve kant; het (salaris)niveau van de functies. De onderbouwing van de uitgavenkant is vastgelegd in de beleidstukken van de school.

4.8 Personeel/formatieve gegevens In deze paragraaf zijn tabellen opgenomen waarin de volgende zaken per 31-12-2014 worden weergegeven:


18

Stichting OOH

A. B. C. D.

personeelsbestand personeelsbestand personeelsbestand personeelsbestand

per per per per

functieschaal en functiegroep (in aantallen en fte) functieschaal en geslacht (in aantallen en fte) leeftijd en functiegroep (in aantallen en fte) leeftijd en geslacht (in aantallen en fte)

Alle in dit hoofdstuk vermelde tabellen betreffen aantallen en fte’s die ten laste komen van Stichting OOH. Aantallen en fte’s die ten laste komen van het vervangingsfonds zijn niet meegenomen. Op 31 december 2014 had OOH 114 medewerkers in de functiecategorieën DIR, OP en OOP in dienst. Van deze medewerkers waren er 7 werkzaam in de categorie directie (DIR), 95 in de categorie onderwijzend personeel (OP) en 12 in de categorie onderwijsondersteunend personeel (OOP). Op 31 december 2014 bestond het personeelsbestand voor 23,8% uit mannen en voor 76,2% uit vrouwen. A.

personeelsbestand per functiegroep (in aantallen en fte) per 31-12-2014

Functiecategorie

Geslacht

Aantal personeelsleden FTE's

% van FTE

DIR

M

4

3,5572

4,5%

V

3

2,3808

3,0%

M

12

11,3664

14,4%

V

83

54,5862

69,0%

M

6

3,9131

4,9%

V

6

3,3126

4,2%

114

79,1163

100,0%

OP

OOP

Totaal B.

personeelsbestand per en geslacht (in aantallen en fte) per 31-12-14

Geslacht

Aantal personeelsleden

FTE's

% van FTE

M

22

18,8367

23,8%

V

92

60,2796

76,2%

Totaal

114

79,1163

100,0%

C.

personeelsbestand per leeftijd en geslacht (in aantallen en fte)

Leeftijdscategorie

Geslacht

Aantal personeelsleden FTE's

% van FTE

0-24

V

6

3,9715

5,0%

25-34

M

5

4,4129

5,6%

V

19

13,8708

17,5%

M

4

3,4296

4,3%

V

23

15,3673

19,4%

M

5

4,5000

5,7%

V

19

12,0007

15,2%

M

3

2,4276

3,1%

V

20

13,0508

16,5%

M

5

4,0666

5,1%

V

5

2,0185

2,6%

114

79,1163

100,0%

35-44

45-54

55-60

60 en hoger

Totaal


19

Stichting OOH

5.

Huisvesting

5.1

Doelstellingen

Als doelstellingen van het huisvestingsbeleid heeft Stichting OOH het realiseren van een dekkende exploitatie en onderhoud geformuleerd, met als uitgangspunt dat de gebouwen er representatief (goed en onderhouden) uitzien. De gebouwen als visitekaartje van het onderwijs dat door de scholen van het OOH wordt gegeven.

5.2 Planmatig onderhoud Eind 2013 telt de Stichting OOH vijf scholen, verdeeld over zeven locaties. De gebouwen van Ridderspoor en De Plantage en de dependances van deze scholen vallen tot 1 januari 2015 onder het beheer van de gemeente Houten. De gebouwen van De Brug, Klavertje Vier en De Bijenkorf worden beheerd door de stichting zelf. Met de gemeente Houten zijn afspraken gemaakt over de overheveling van de onderwijshuisvesting. Hiermee heeft Stichting OOH de verantwoordelijkheid van het gehele buitenonderhoud overgenomen van de gemeente. Door het uitvoeren van de jaarlijks bij te stellen meerjaren onderhoudsbegroting draagt Stichting OOH zorg voor goed onderhoud bij de schoolgebouwen die door de stichting gebruikt worden. De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op deze meerjaren onderhoudsbegroting en is voldoende groot om de begrote uitgaven voor de aankomende tien jaar mee te voldoen. Elk jaar vindt een aanpassing in de 10-jaars periode plaats. De schoolgebouwen blijven economisch eigendom van de gemeente. Algemene toestand van de gebouwen De gebouwen van De Brug, Klavertje Vier en De Bijenkorf dateren uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. De gebouwen van Ridderspoor en De Plantage zijn rond de millenniumwisseling opgeleverd. In het algemeen kan worden gesteld dat alle gebouwen behoorlijk zijn onderhouden en in goede tot zeer goede staat verkeren. In 2013 is het gebouw van Klavertje Vier opgeknapt en in 2014 De Bijenkorf. In 2013 is wat achterstand in het onderhoud ontstaan. In 2014 is de achterstand opgepakt en conform de Asset rapportage uitgevoerd. Op de volgende pagina staat een overzicht van de bestaande locaties (scholen) in Houten.


20

Stichting OOH

5.3 Veiligheid De scholen hebben een gebruiksvergunning van de brandweer. Op basis van afgesloten contracten vindt periodiek een controle plaats van de speelattributen op het schoolplein. Binnen de scholen wordt via plannen, scholing en gerichte maatregelen gewerkt aan het verder veilig maken en houden van de scholen.

5.4 Gezonde en energiezuinige scholen De elektrische installatie van het gebouw van de Bijenkorf was op een aantal punten verouderd. In 2014 is dit verholpen. Dat viel samen met de installatie van zonnepanelen op het dak van de school. OOH erkent het belang van duurzaamheid en neemt passende maatregelen. Zonnepanelen op scholen te kunnen realiseren is één onderdeel. Daarnaast hebben de scholen deelgenomen aan de energierace, een bewustwordingsactie om zuinig met energie om te gaan. Bij deze actie werden ook de gezinnen betrokken. De scholen voldeden aan de vooraf gestelde doelstelling en ontvingen daarvoor een mooie financiële bijdrage, €20.000,- in totaal.


21

Stichting OOH

5.5 Het OOH kantoor De staf van het OOH is alweer enkele jaren naar tevredenheid gehuisvest in het kantoorgebouw aan De Haag 2-I. Gezien het overschot op de kantorenmarkt en de leegstand in het gebouw aan De Haag heeft het bestuur van de stichting ingezet op gunstiger huurvoorwaarden. Een nieuw contract is met de verhuurder aangegaan voor vijf jaar ingaande januari 2015.


22

Stichting OOH

6.

Financiën

6.1

Financieel beleid

De kaders voor het financieel beleid worden jaarlijks door de bestuurder geëvalueerd, opnieuw voorgelegd aan de GMR en de RvT, vastgesteld en vervolgens opgenomen in de te maken begroting. Per boekjaar wordt een personele en een materiële begroting opgesteld. Tussentijds worden de financiën gemonitord door middel van diverse managementrapportages. Elk boekjaar wordt verantwoording afgelegd in het jaarverslag. Jaarlijks worden een meerjaren personele, investeringsen integrale begroting inclusief kengetallen opgesteld c.q. geactualiseerd. Op deze manier is de planning- en control cyclus geborgd in een jaarlijks ritme van begroting, monitoring, rapportage en verantwoording. Deze financiële cyclus hangt uiteraard nauw samen met de beleidscyclus waarin plannen worden ontwikkeld, uitgevoerd, getoetst, bijgesteld en geëvalueerd. Het huidige afschrijvingsbeleid is erop gericht dat investeringen beneden € 500,- niet worden geactiveerd. Investeringen boven deze grenswaarde worden geactiveerd zonder hierbij rekening te houden met een restwaarde. Er wordt afgeschreven in het jaar van aanschaf per 1 januari, waarbij per categorie verschillende afschrijvingstermijnen aangehouden worden. Deze variëren van drie (ICT) tot twintig jaar (inventaris/apparatuur). Hierna is een samenvatting opgenomen van de exploitatie over 2014, de balans per 31 december 2014 en een overzicht van de belangrijkste financiële kengetallen van Stichting OOH.

6.2

Exploitatie

Realisatie versus begroting 2014 Het resultaat over 2014 komt uit op € 103.664 negatief. Vergeleken met de begroting is dit resultaat € 33.844 positiever dan verwacht. Hierna wordt een nadere analyse gegeven hoe dit resultaat tot stand is gekomen. De verschillen tussen begroting en realisatie in 2014 zijn (bedragen x € 1.000): Omschrijving Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Financiële baten Totaal baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Financiële lasten Totaal lasten Resultaat

Begroot 2014 5.479 178 12 5.669 4.783 125 441 456 2 5.807 -/- 138

Realisatie 2014 5.670 163 16 5.849 4.912 124 430 486 1 5.953 -/- 104

Verschil 191 -/- 15 4 180 -/- 129 1 11 -/- 30 1 -/- 146 34

*) door afronding op duizendtallen kunnen verschillen optreden t.o.v. de exacte bedragen

In 2014 zijn de baten met € 176.474 toegenomen, de lasten zijn met € 146.403 gestegen. Het financiële resultaat is € 3.773 positiever uitgevallen dan begroot. Hierdoor viel het resultaat minder negatief uit dan vooraf was voorzien. De toename van het aantal leerlingen zorgt ervoor dat de Rijksbijdragen hoger zijn uitgevallen dan verwacht. Vooral de hogere groeibekostiging geeft de baten een impuls. Door een administratieve herrubricering worden de baten van het Samenwerkingsverband (de ontvangen doorbetalingen voor


23

Stichting OOH

lichte en zware ondersteuning) vanaf augustus 2014 verantwoord bij de Rijksbijdragen. Voor die tijd werden deze baten ondergebracht bij de overige baten. In 2014 is hierop € 45.583 geboekt. In de begroting van 2014 zijn alle te verwachten inkomsten van het samenwerkingsverband bij de overige baten opgenomen, omdat destijds nog niet duidelijk was hoe de verantwoording onder het regime van passend onderwijs uitgevoerd moest worden. De hogere Overige baten bestaan voornamelijk uit bijdragen voor de Energie Race (een eenmalige sponsorbijdrage van Eneco), na-declaraties van het Vervangingsfonds en ouderbijdragen. Door de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, met onder druk staande rentetarieven, zijn de Financiële baten in de begroting 2014 voor een relatief laag bedrag opgenomen. In de realisatie komen deze baten € 3.408 hoger uit dan begroot. Ter vergelijking: bij een vergelijkbaar saldo op de spaarrekeningen zijn de financiële baten in 2014 € 2.614 teruggelopen ten opzichte van 2013. De stijging van de lasten in 2014 (€ 146.403) wordt vooral veroorzaakt door een toename van de Personele lasten: € 129.066. De sterke toename van het aantal leerlingen, die zich in het schooljaar 2013/2014 manifesteerde, leidt pas een schooljaar later tot een toename van de bekostiging. De toeloop moet echter wel opgevangen worden. Dit vraagt extra inzet van personeel terwijl de financiering hiermee geen gelijke tred houdt. De stijging van de personele lasten doet zich derhalve vooral voor in de sfeer van de lonen en salarissen: gecorrigeerd voor ontvangen uitkeringen wordt de begroting met € 136.811 (ofwel 3,0%) overschreden. De overige personele lasten blijven € 7.745 (3,5%) binnen het budget. Tegenover een mindere inzet van extern personeel en lagere overige personele lasten staan hogere kosten van nascholing en cursussen, bedrijfsgezondheidsdienst en een dotatie aan de personele voorziening. De Afschrijvingen zijn in 2014 vrijwel conform begroting gerealiseerd: de afwijking blijft 1% binnen de begroting. Er is minder afgeschreven dan begroot doordat er minder is geïnvesteerd dan begroot. Dit geldt met name voor leermethoden. Daarnaast is in gebouwen geïnvesteerd, maar is hiervoor in de begroting geen bedrag opgenomen. Over alle categorieën bezien, blijven de gerealiseerde afschrijvingen € 1.369 binnen de begroting. Lagere Huisvestingslasten (€ 10.952,-) zijn enerzijds het gevolg van lagere lasten van huur en energie. Hier tegenover staan hogere kosten van schoonmaak, onderhoud en overige huisvesting. De Overige lasten overschrijden de begroting met € 29.658 (ruim 6%). De oorzaak van deze overschrijding moet vooral gezocht worden in de uitgaven die gedaan zijn in het kader van de in 2014 gestarte innovatieprojecten OOH (OOH beweegt, ICT, Daltonlab, pittige torens). Hiervoor is € 23.000 onttrokken aan de bestemmingsreserve om een kwaliteitsimpuls te geven aan de organisatie. De Financiële lasten tenslotte blijven € 365 binnen de begroting. Ten opzichte van 2013 zijn deze kosten met € 763 afgenomen.

6.3

Balans

De additionele bijdrage die de stichting eind 2013 van de rijksoverheid is ontvangen, is voor de helft (€ 150.000) opgenomen in een bestemmingsreserve die bedoeld is voor projecten die gericht zijn op kwaliteitsverbetering. De scholen is de mogelijkheid geboden om hier aanspraak op te maken door het indienen van een innovatieplan. Van de goedgekeurde projecten zijn de eerste effecten in 2014 zichtbaar geworden door onttrekkingen aan deze bestemmingsreserve (zie vorige paragraaf). Financiële positie op balansdatum Het eigen vermogen van OOH bedraagt per 31-12-2014 € 1.730.585. De balans is een momentopname naar de stand op 31 december 2014.


24

Stichting OOH

Kengetallen In onderstaande tabel zijn enkele financiële kengetallen met grenzen die zijn gebaseerd op Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie Don). Bij het beoordelen van de waarde van de kengetallen is de meerjaren ontwikkeling belangrijk. De Raad van Toezicht beoordeelt het bestuur niet alleen op kengetallen, maar vooral op het gevoerde beleid en de daaruit voortvloeiende resultaten. Er wordt gekeken naar het risicobeheersingssysteem, de meerjarenbegroting met daarin de personele bezetting en de leerlingaantallen. In de continuïteitsparagraaf geeft de Raad van Toezicht aan op welke wijze zij het bestuur ondersteunt en/of adviseert over de beleidsvraagstukken en de financiën. Kengetal Kapitalisatiefactor

Definitie Balanstotaal - gebouwen Totale baten x 100%

Solvabiliteit 1

Grenzen Boven 35% Onder -

Eigen vermogen

2014 44,5%

2013 44,0%

65,5%

70,4%

72,6%

81,9%

-1,8%

6,5%

Totaal passiva x 100%

Solvabiliteit 2

Eigen verm. + voorzien. Totaal passiva x 100%

Rentabiliteit

Exploitatie resultaat Totale baten x 100%

Liquiditeit (current ratio)

Vlottende activa Kortlopende schulden

Boven Onder 30,0% Boven 5% Onder 0% Boven 1,5% Onder 0,5%

2,8

4,2

De kengetallen per 31 december 2014 geven een financieel gezond beeld te zien. De meeste kengetallen zijn in waarde wat teruggelopen vergeleken met een jaar eerder. Dat jaar was uitzonderlijk gezien door de incidentele forse impuls die de bekostiging eind 2013 kreeg. De impact die hiervan uitging op de financiële gegevens, maakt dat een één op één vergelijking tussen de beide jaren niet reëel is. Het negatieve resultaat over 2014 komt tot uiting in de rentabiliteit, die als gevolg hiervan negatief is. (Bedragen x € 1.000) Vaste activa Vorderingen Liquide middelen Activa

31-12-2014 637 398 1.607 2.642

31-12-2013 615 321 1.668 2.604

Verschil + 22 + 77 -/- 61 + 38

Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Passiva

1.731 187 724 2.642

1.834 298 472 2.604

-/- 103 -/- 111 + 252 + 38


Door het negatieve resultaat over 2014 is het eigen vermogen geslonken. Mede als gevolg hiervan is de solvabiliteit afgenomen. De liquiditeit is gedaald doordat de vlottende activa (bestaande uit kortlopende vorderingen en liquide middelen) minder sterk zijn gestegen dan de kortlopende schulden. Het kapitaal vaan OOH, verminderd met de boekwaarde van gebouwen en terreinen, is in 2014 gestegen. De gerealiseerde baten, inclusief financiële baten, zijn ten opzichte van 2013 afgenomen. Deze ontwikkelingen zorgen er samen voor dat de kapitalisatiefactor in 2014 licht is verbeterd. Het kengetal blijft ruimschoots onder de door de commissie Don bepaalde bovengrens (60%). Ook na correctie voor de omvang van OOH blijft de kapitalisatiefactor onder de bovengrens (48%). Door het negatieve resultaat over 2014 geeft de rentabiliteit een negatieve uitkomst. In 2013 eindigde de rentabiliteit positief.


25

Stichting OOH

Vermogens- en budgetbeheer De solvabiliteit en kapitalisatiefactor zijn maten voor de beoordeling van het vermogensbeheer van de stichting. Het kunnen voldoen aan de lange termijn verplichtingen staat hierin centraal. Het kunnen voldoen aan de korte termijn verplichtingen gebeurt aan de hand van de beoordeling van de liquiditeit en rentabiliteit. Het budgetbeheer van de stichting komt hierin tot uiting. Aan de lange termijn verplichtingen kan OOH voldoen, getuige het verloop van zowel de solvabiliteit als de kapitalisatiefactor. Het vermogen om aan de korte termijn verplichtingen te voldoen, is wat teruggelopen, maar voldoet aan de minimumeisen die hieromtrent worden gesteld.

6.4 Continuïteitsparagraaf Naar aanleiding van maatregelen in het kader van versterking bestuurskracht in het onderwijs is door de minister de regeling jaarverslaglegging onderwijs uitgebreid. Dit resulteert in een verplichte continuïteitsparagraaf die dient te worden opgenomen in het jaarverslag, voor het eerst over 2013. De volgende onderdelen dienen te worden opgenomen in deze paragraaf voor het verslagjaar en de drie daarop volgende jaren, i.c. voor 2014 t/m 2017: A1 De personele bezetting in fte (voor de categorieën directie, onderwijzend personeel en onderwijs ondersteunend personeel) en leerlingaantallen realisatie verslagjaar en verwacht voor de komende drie jaren; A2 Meerjarenbegroting (bestaande uit de balans en staat van baten en lasten, beide voorzien van een korte toelichting); B1 Rapportage over het risicobeheersingssysteem; B2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden; B3 Rapportage van het toezichthoudend orgaan. A1 Personele bezetting en leerlingenaantallen Onderdeel van de begroting 2015 vormt het bestuursformatieplan voor het schooljaar 2015-2016. Beide onderdelen vormen de basis voor de doorkijk naar de daaropvolgende schooljaren. Het aldus tot stand gekomen document bevat kaders en schetst in- en externe ontwikkelingen die de komende jaren van invloed zijn op de bekostiging en de ontwikkeling van de lasten. Onderstaande tabel toont de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen en fte’s opgenomen voor de komende schooljaren. De leerlingaantallen vormen de grondslag op basis waarvan de meerjaren begroting tot stand is gekomen. Schooljaren Categorie

’15-‘16

’16-‘17

’17-‘18

’18-‘19

Formatie groepen en ondersteuning

62,45

61,08

59,20

57,94

Gezamenlijke activiteiten

4,35

4,35

4,35

4,35

Bestuurskantoor

1,89

1,89

1,89

1,89

Totaal

68,69

67,32

65,44

64,18

Aantal per 1-10 Leerlingen

2014 1.300

2015 1.286

2016 1.263

2017 1.226

In het bovenstaande meerjaren formatieoverzicht is rekening gehouden met natuurlijk verloop. De leerlingenprognose (vanaf 2015) is door de stichting zelf opgesteld. Uit het overzicht blijkt dat het leerlingenaantal de komende jaren verder terugloopt. De lagere reguliere personele bekostiging die hieruit voortvloeit, vertaalt zich noodgedwongen direct in een afname van het personeelsbestand en betreft vooralsnog alleen de categorie onderwijzend personeel. In de jaarlijkse besprekingen over


26

Stichting OOH

de formatie kan de daling van het leerlingenaantal echter ook gevolgen hebben voor de bezetting van het niet-onderwijzend personeel. A2 Meerjarenbegroting Hieronder staan de begrote bedragen op stichtingsniveau voor de jaren 2014-2017 weergegeven, gebaseerd op: · De jaarrekening 2014; · De vastgestelde begroting 2015; · De meerjaren begroting 2015-2019. Meerjaren exploitatiebegroting Stichting OOH (bedragen x € 1.000,-) Jaar 2014 2015 2016 Omschrijving Baten Bijdragen OCW 5.670 5.783 5.637 Overige overheidsbijdragen Overige baten 163 78 78 Totaal baten 5.833 5.861 5.765 Lasten Personeelslasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo financiële baten en lasten Netto resultaat

2017 5.676 77 5.753

4.912 124 430 486 5.952

4.822 116 409 487 5.834

4.675 107 437 496 5.715

4.627 123 442 497 5.689

15

10

10

10

-104

37

61

74


Toelichting op de meerjaren exploitatiebegroting De meerjarenbegroting geeft op hoofdlijnen weer waar de stichting in het licht van interne en externe ontwikkelingen verwacht de komende jaren op uit te komen. Deze meerjaren begroting is omgeven van onzekere factoren (uitkomst nieuwe cao, werkelijk verloop van het leerlingenaantal, ambities van de stichting, etc.). De weergegeven meerjaren begroting gaat vooralsnog uit van ongewijzigd beleid. Wel zijn de gemiddelde personeelslasten naar boven bijgesteld in verband met de stijgende werkgeverslasten, is de inzet van personeel gebaseerd op de leerlingenprognose, is de ratio van 1 fte per 21,5 leerlingen gehanteerd voor de financiële formatieberekening, is jaarlijks een bedrag voor innovatie opgenomen, zijn de materiële uitgaven globaal genomen constant verondersteld en is er van uitgegaan dat de cao-afspraken kostendekkend uitgevoerd kunnen worden.


27

Stichting OOH

Meerjaren balans Stichting OOH (bedragen x € 1.000,-) Jaar 31-122014 2015 Omschrijving activa Materiële vaste activa 637 620 Vorderingen 398 398 Liquide middelen 1.607 1.661 Totaal activa 2.642 2.679 Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva

1.731 1.581 127 23 187 724 2.642

1.768 1.718 27 23 187 724 2.679

2016

2017

610 398 1.732 2.740

630 398 1.786 2.814

1.829 1.806 23 187 724 2.740

1.903 1.880 23 187 724 2.814


Toelichting op de meerjaren balans De gegevens in bovenstaand overzicht zijn gebaseerd op de stand per 31 december 2014. De toekomstige investeringen zijn in beeld en er zijn voldoende liquide middelen om die te kunnen bekostigen. Door middel van centrale inkoop worden ook de materiële uitgaven goed beheerd. In bovenstaand overzicht wordt uitgegaan van de gegevens bij ongewijzigd beleid. Eind 2013 is een bedrag van € 150.000 opgenomen als bestemmingsreserve kwaliteitsimpuls. In 2014 is hier voor € 23.005 aan de bestemmingsreserve onttrokken voor de diverse projecten in het kader van innovatie (ICT, Daltonlab, OOH beweegt, etc.). Deze projecten lopen in ieder geval ook in 2015 nog door. B1 Rapportage risicobeheersingssysteem Het OOH is zich bewust van financiële, strategische en operationele risico’s die kunnen voortkomen uit externe ontwikkelingen, maar ook vanuit de eigen bedrijfsvoering. Vanaf kalenderjaar 2013 werkt de stichting met een stafmedewerker financiën. Na de audit control door de accountant in 2013 is het jaar 2014 gebruikt om de nog openstaande aandachtspunten aan te pakken. De eerste onderdelen van de administratieve organisatie (HRM en Financiën) hebben gestalte gekregen. Verdere uitwerking en actualisatie vindt plaats in 2015. Ook worden dan de onderdelen huisvesting en secretariaat uitgewerkt. Hierna is de stichting minder afhankelijk van de aanwezigheid van de (staf)medewerker. Externen zijn in staat om de bedrijfsvoering over te nemen. Bij het opstellen van de begroting wordt gewerkt met een opgestelde kadernota, waarin duidelijk het doel staat aangegeven met de kaders van waaruit wordt begroot. Voordat daarna daadwerkelijk met begroten begonnen is, heeft de bestuurder een risico-inventarisatie gemaakt, die ze heeft besproken met de stafmedewerker financiën. Hierover is daarna verantwoording afgelegd tegenover de GMR en de Raad van Toezicht. Deze werkwijze beviel goed en wordt dan ook komend jaar uitgebreid met een risicoanalyse door de directeuren op schoolniveau. B2 Beschrijving belangrijkste risico’s en onzekerheden Stichting OOH onderkent dat er risico’s en onzekerheden zijn die van invloed kunnen zijn op de bedrijfsvoering van de organisatie. Hieronder zijn de belangrijkste risico’s voor de stichting benoemd. Risico's ten aanzien van het aantal leerlingen Opnieuw is gekeken naar het leerlingaantal op onze scholen en zijn meerjaren prognoses van de leerlingaantallen naast elkaar gelegd. Dit heeft geleid tot aanscherping van de getallen. Voor OOH was dit een positieve ontwikkeling: het aantal leerlingen op 1 oktober 2014 kwam nagenoeg overeen met de prognose. Houten breed is er echter sprake van een leerlingenkrimp, OOH houdt er in haar


28

Stichting OOH

prognose voor de komende jaren dan ook rekening mee dat haar leerlingenaantal afneemt en stemt haar formatiebeleid daarop aan. Risico’s ten aanzien van de bedrijfsvoering De ogenschijnlijke verhoging van de bekostiging van het onderwijs vanaf 2015 is grotendeels optisch van aard. Veel van de maatregelen zijn er op gericht om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de professionaliteit te verhogen, maar komen niet direct ten gunste van het schoolbestuur (middelen voor de samenwerkingsverbanden, lerarenbeurs). Daarnaast is een belangrijk deel van de middelen gekoppeld aan de invulling van landelijk gemaakte afspraken (cao, prestatieboxgelden), zijn middelen overgeheveld van de gemeente naar het bestuur om het groot onderhoud te bekostigen en worden prijsstijgingen niet of in beperkte mate vergoed. De beleids- en financiële ruimte die uiteindelijk resulteert om eigen keuzes te maken, is dan ook zeer beperkt. Risico's ten aanzien van passend onderwijs en de kwaliteit van het onderwijs Jaarlijks leggen de directeuren aan de bestuurder verantwoording af over de leeropbrengsten van de leerlingen. In 2014 is het instrument Leerwinst aangeschaft. Hiermee kunnen de intern begeleiders en teamleden de differentiatieniveaus en vaardigheidsontwikkelingen van de leerlingen nauwkeurig volgen. De zorgstructuur op onze scholen is afgestemd met het samenwerkingsverband Profi Pendi (SWV PO2605) en zodanig geoptimaliseerd dat ze bijdraagt aan de door ons gewenste (veelzijdige) ontwikkeling van kinderen. De bestuurders en bovenschools onderwijs coördinatoren van de betrokken besturen zijn in 2014 bezig geweest met het vastleggen, voorbereiden en implementeren van de nieuwe structuur in de eigen organisatie. Profi Pendi heeft toegezegd dat de eerste twee jaar vanuit het eigen samenwerkingsverband eenzelfde hoeveelheid financiën voor passend onderwijs mag worden verwacht. De stichting heeft in 2012 een speciaal programma voor hoogbegaafden ingevoerd (Piramideonderwijs). Hiervoor zijn gespecialiseerde leerkrachten aangetrokken. De animo voor dit programma is groot getuige de grote aanwas van leerlingen. Aandachtspunt voor de stichting is dat de sterke groei van het aantal leerlingen niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Risico's ten aanzien van personeel Aan het leerlingaantal zijn de kosten voor het personeel gekoppeld. Omdat vanaf 2016 een krimp te verwachten valt, is gekeken naar de verplichtingen ten aanzien van het personeel. Daarbij is ook ingezoomd op de leeftijdsopbouw van het personeel. Naar verwachting kan een deel van de personeelskrimp worden opgevangen door natuurlijk verloop. De nieuwe Wet Werk en Zekerheid heeft ook (op termijn) invloed op het openbaar onderwijs Houten. In 2015 wordt in kaart gebracht op welke wijze de risico’s ten aanzien van het personeel minimaal gehouden kunnen worden. Het doorgroeien naar een excellente, vraaggerichte kennisorganisatie vraagt veel van personeel en management. De leerkrachten zijn het kapitaal van de organisatie. Om de professionele groei van de medewerkers te stimuleren biedt het OOH een ruim scholingsaanbod aan. Het OOH vindt het belangrijk dat de leerkrachten in ontwikkeling blijven en daardoor hoogwaardig onderwijs kunnen verzorgen. Ook de kwaliteit van het management maakt deel uit van de verdere professionalisering. Het monitoren van de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand en de verhouding vast en tijdelijk personeel en het stimuleren van mobiliteit zijn maatregelen die het risico verkleinen op te hoge personeelslasten als gevolg van hoge inschaling en verminderde inzetbaarheid door de regeling duurzame inzetbaarheid (voorheen BAPO). Door de invoering van de cao in 2014 kunnen werknemers uren sparen in het kader van het levensfase bewust personeelsbeleid. Dit brengt het risico met zich mee dat (gespaarde) middelen uitstromen zonder dat daarvoor prestaties worden verricht.


29

Stichting OOH

Risico's ten aanzien van huisvesting/doordecentralisatie Ten behoeve van het groot onderhoud wordt, op basis van een actueel meerjarig onderhoudsplan, zorg gedragen voor inzicht in de toekomstige lasten. Deze toekomstige lasten worden meegenomen in de jaarlijks te updaten voorziening groot onderhoud. Ten aanzien van de bezettingsgraad van gebouwen geldt dat de onderhoudsvergoeding samenhangt met het aantal leerlingen. De vergoeding neemt af in geval van een leerlingendaling. Grote verschillen tussen het aantal vergoede en in gebruik zijnde vierkante meters zullen dan problemen opleveren en zijn hiermee een risico. Dit is een aandachtspunt voor Stichting OOH. Nieuwe schoolgebouwen vallen in eerste instantie geheel onder het beheer van de gemeente, totdat de inwonende school alle lokalen in gebruik heeft. Dan vindt de overdracht van het beheer van de gebouwen plaats naar het schoolbestuur. In 2014 was dit het geval bij De Plantage en Ridderspoor. De Gemeente Houten heeft besloten dat deze scholen tegelijk met de doordecentralisatie per 1 januari 2015 worden overgedragen aan het schoolbestuur, de schoolgebouwen blijven economisch eigendom van de gemeente. Met name voor de Plantage wordt dat een puzzel, de school maakt namelijk deel uit van een gebouwencomplex met appartementen en daarmee zou de school deel uitmaken van een Vereniging van Eigenaren met alle risico’s van dien. De vergrijzing van Houten-Noord en de daarmee samenhangende krimp van de basisschoolbevolking dwingt de schoolbesturen en de Gemeente Houten tot verkenning van de positie van scholen en schoolgebouwen in de nabije toekomst, waarbij het helder is dat er een overschot zal ontstaan aan lokaalruimte en niet alle schoolgebouwen meer in stand kunnen worden gehouden. Het OOH heeft zich in deze verkenningen actief en constructief opgesteld. Verwacht wordt dat er de komende jaren forse knopen moeten worden doorgehakt. Risico's ten aanzien van inventaris en apparatuur Vervanging van bestaande inventaris door modernere middelen die voldoen aan de hedendaagse eisen, kan duurder uitpakken dan voorzien. Door aanbesteding en kwantumvoordeel kunnen de investeringen toch beheersbaar worden. Beide omstandigheden vertegenwoordigen een risico. De jaarlijks bijgestelde meerjaren investeringsbegroting geeft hier tijdig inzicht in. Hiernaast kan het voorkomen, als gevolg van politieke prioriteitstelling, dat de bekostiging achterblijft bij de normering, hetgeen leidt tot beperktere budgetruimte. Risico's met politiek-bestuurlijke achtergrond Politieke ontwikkelingen hebben invloed op het (financiële) beleid van de schoolbesturen. De overheid is een ‘onbetrouwbare’ partner. Op financieel gebied is dit merkbaar doordat een schoolbestuur niet vooraf heldere informatie ontvangt welke middelen verwacht kunnen worden, terwijl er wel doorslaggevende beslissingen genomen dienen te worden op basis van deze middelen. Dit risico wordt zoveel mogelijk ingeperkt door het bezoeken van netwerkbijeenkomsten van de PO Raad, Infinite en het eigen controllersnetwerk. Ook op onderwijsbeleid worden door de overheid beslissingen genomen die ad hoc door het veld moeten worden uitgevoerd, ongeacht of daar middelen voor zijn. Te denken valt aan verplichte invoering Cito Eindtoets, goedgekeurde pestmethode, opvangen van het rechtspositionele verlof van de medewerkers etc. Conclusie OOH heeft de (belangrijkste) risico’s en onzekerheden in beeld en stuurt actief op het zo veel mogelijk beperken van de risico’s. B3 Rapportage raad van toezicht Overeenkomstig de code ‘Goed Bestuur Primair Onderwijs’, is er binnen OOH sinds 2012 een functiescheiding tussen het bestuur en intern toezicht (artikel 5). De raad van toezicht houdt intern toezicht op, en adviseert over de in de code genoemde drie pijlers: onderwijskwaliteit,


30

Stichting OOH

organisatieontwikkeling/HRM en financiën. In 2014 heeft de raad van toezicht zeven bijeenkomsten belegd om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan. Hiertoe is een jaarkalender door de raad van toezicht opgesteld. Andere vaste onderdelen voor bespreking zijn de ‘early warnings’; informatiebrief over de gang van zaken in de scholen en verslagen van directieoverleg en GMR; mededelingen van de bestuurder. Aanvullend worden door de leden van de raad van toezicht of door de bestuurder agendapunten ingebracht. Over de financiën zijn ook separaat van de genoemde vergadering overlegmomenten geweest ten aanzien van de jaarrekening. Naast deze toezichthoudende en adviserende taak, is de raad van toezicht werkgever van de bestuurder. Vanuit deze rol heeft in oktober een beoordelingsgesprek plaatsgevonden. Hierbij is gekeken naar het algemeen functioneren van de bestuurder, diens invloed op de organisatie en bijbehorende ontwikkelpunten (individueel en op OOH- niveau). De raad van toezicht heeft een positieve beoordeling gegeven en vastgesteld dat de bestuurder een belangrijke verbindende rol inneemt, zowel intern als extern, waarbij onderwijskwaliteit en gezamenlijkheid centraal staan. Twee leden van de raad van toezicht zijn na vele jaren een waardevolle bijdrage geleverd te hebben, volgens de regeling van aftreden, gestopt met hun werkzaamheden voor OOH. Twee nieuwe leden zijn benoemd en het voorzitterschap is overgenomen door een reeds zittend lid. Deze wisselingen hebben de aandacht voor continuering van de kwaliteit van de Raad versterkt. Er zijn verschillende congressen en masterclasses bijgewoond (PO-raad, VTOI, Tias) wat heeft geresulteerd in verrijkende gesprekken binnen de raad van toezicht en het adopteren van het toezichtkader van de PO-raad. Daarnaast is nader kennisgemaakt met de GMR om de gang van zaken binnen OOH vanuit verschillende perspectieven te kunnen beschouwen De raad van toezicht kijkt terug op een jaar waarin OOH als stabiele organisatie het Openbaar Onderwijs in Houten in diversiteit heeft kunnen blijven garanderen.

6.5

Investeringsbeleid

De investeringen zijn in drie categorieën in te delen: vervangingsinvesteringen in en aan de gebouwen (op basis van een meerjaren onderhoudsplan), verbouw van bestaande ruimten en investeringen in onderwijs gerelateerde benodigdheden. De investeringen in en aan de gebouwen verlopen via de onderhoudsvoorziening. Elk jaar worden vanuit de exploitatie dotaties verricht om het onderhoudsfonds op peil te houden. De onderwijs gerelateerde investeringen betreffen investeringen in meubilair, ICT en onderwijsleerpakketten. Elke school stelt per categorie een meerjaren investeringsbegroting op. Deze begroting wordt jaarlijks bijgesteld. De jaarlijkse afschrijvingslasten worden in mindering gebracht op het exploitatiebudget van de betreffende school.

6.6

Treasuryverslag

Het treasurystatuut is in 2013 goedgekeurd en vastgesteld. De bestuurder is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het in het statuut opgenomen beleid. In het treasurystatuut van Stichting OOH is het beleid inzake beleggen en belenen verwoord. Het beleid past binnen de kaders van de regeling beleggen en belenen voor onderwijs- en onderzoeksinstellingen. In 2014 is geen liquiditeitstekort opgetreden, voor de aankomende jaren wordt ook geen liquiditeitstekort verwacht. De stichting heeft in 2014 geen gelden belegd. Voor de tijdelijk overtollige liquide middelen houdt de stichting in verband met risicospreiding bij drie banken spaarrekeningen aan, te weten bij: ABN/ Amro, SNS en Rabobank.


31

Stichting OOH

7.

(Toekomstige) ontwikkelingen

Een nieuw strategisch beleidsplan in 2015 In het najaar van 2014 is samen met de directeuren en intern begeleiders en onder begeleiding van het APS een start gemaakt met het opstellen van een nieuw strategisch beleidsplan voor de komende vier jaren. Kernwoorden die hierbij gekozen zijn, zijn eigenaarschap, ambitie en samen werken aan eigenheid. Daarbij zijn strategische opdrachten geformuleerd: Onze basis van goed naar beter; Werken aan de ‘21st century skills’; Een sterk merk OOH. In 2015 zal de uitwerking van dit plan centraal staan, waarbij het accent ligt op een bottom-up benadering in plaats van top-down, passend bij het eigenaarschap van een ieder in de organisatie. Kwaliteit van de organisatie Een ander aandachtspunt zal zijn het blijven werken aan de opbrengsten van ons onderwijs op de diverse scholen. Daarnaast verandert het toezicht van de inspectie en zal er met een bredere blik gekeken worden naar het onderwijs op de scholen. OOH blijft verder investeren in de kwaliteit van het personeel. Dit, omdat zij als het ware het kapitaal zijn van de organisatie. Zij zijn het die verantwoordelijk zijn voor het primaire proces: het onderwijs aan de kinderen. Het is belangrijk dat leerkrachten in staat worden gesteld hun taak goed uit te oefenen. Daarvoor zijn kaders nodig, bijvoorbeeld de gesprekkencyclus en duidelijkheid in hun takenpakket. De uitvoering van de nieuwe cao PO die is ondertekend beidt hier ook mogelijkheden voor. Daarnaast kunnen de leerkrachten kiezen uit een ruim scholingsaanbod. Hiermee stimuleren we professionele groei voor alle medewerkers. Het OOH vindt het belangrijk dat de leerkrachten in ontwikkeling blijven en daardoor hoogwaardig onderwijs kunnen verzorgen.. “een leven lang leren”, zodat iedereen kan groeien in zijn vak en als persoon. Marktaandeel van het Openbaar Onderwijs. Afgelopen jaren is het marktaandeel van het openbaar onderwijs nog steeds gestegen in Houten en dit in een krimpende markt. Het is een uitdaging om dit te behouden c.q. te vergroten. Scholen wordt gevraagd goed na te denken over het eigen profiel en te zoeken naar mogelijkheden. OOH wil dat ouders in Houten wat te kiezen hebben in het onderwijs aanbod, vandaar dat diversiteit op dit vlak gestimuleerd wordt. Houten Noord huisvesting In 2015 zal goed gekeken worden naar de huisvesting in Houten Noord. De gemeente werkt in deze aan het in kaart brengen van de leerling prognoses voor de lange en middellange termijn. Wat dit gaat betekenen voor OOH is nu nog niet duidelijk. Wel is door de gezamenlijke besturen de intentie uitgesproken hier samen in op te trekken. Financieel gezond Tot slot, maar niet minder belangrijk krijgt het onderwijs (en dus ook OOH) steeds meer te maken met veranderde weten regelgeving en onduidelijkheden in de bekostiging. Gecombineerd met een krimpende leerling markt wordt het een hele uitdaging om ook in de toekomst financieel gezond te blijven. Het uittreden bij het vervangingsfonds kan financieel wat ruimte geven, al zal goed gekeken moeten worden naar de mogelijke risico’s die dit weer met zich mee brengt. Daarnaast zal mogelijk met andere besturen gezocht worden naar samenwerkingsmogelijkheden of constructies die (financieel) voordeel voor betrokken partijen op kunnen leveren. Hierbij wordt concreet gedacht aan het samen uitvoering geven aan de Wet Werk en Zekerheid en het samen onderzoeken of werken met één administratiekantoor voordelen biedt.


32

A1 Grondslagen 1

Algemeen

Activiteiten van het bevoegd gezag In deze jaarrekening zijn de activiteiten van de Stichting Openbaar Onderwijs Houten en van de onder deze rechtspersoon vallende scholen (zie gegevens rechtspersoon) verantwoord. Grondslagen voor de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluit gezocht bij de bepalingen van Boek2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen, een inschatting van het totaal van de uitgaven en een inschatting in welk jaar de uitgaven zullen worden gedaan. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's. Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar. Vanaf boekjaar 2014 wordt gebruik gemaakt van een ander model voor het samenstellen van de jaarrekening, waarbij grootboekrekeningen direct zijn gekoppeld aan de EFJ-indeling. De cijfers voor 2013 zijn hierop aangepast en wijken daarom af van de cijfers in de jaarrekening 2013. Financiële instrumenten De Stichting Openbaar Onderwijs Houten heeft alleen primaire financiële instrumenten, voor de grondslagen wordt verwezen naar de behandeling per post.

2

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Investeringssubsidies Verkregen investeringssubsidies t.b.v. van de aanschaf van materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de investeringen. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan, worden verwerkt onder de financiële vaste activa.


Pagina 33 van 69

Algemene reserve publiek Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten. De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de Stichting Openbaar Onderwijs Houten Deze wordt opgebouwd uit de resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Bestemmingsreserves (publiek en privaat) Hieronder opgenomen publieke en private reserves zijn bedoeld voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden. Per bestemmingsreserve is aangegeven of deze is opgebouwd uit privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke middelen. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen, een inschatting van het totaal van de uitgaven en een inschatting in welk jaar de uitgaven zullen worden gedaan. Er is per 31-12-2013 een bestemmingsreserve (publiek) "kwaliteitsimpuls" ad € 150.000 gevormd via de resultaatsbestemming. In 2014 hebben de scholen hieruit de ruimte gekregen innovatieprojecten in te dienen die de kwaliteit van het primaire proces versterken. Bovendien wordt bovenschools ingezet op diverse innovatieprojecten zoals de Sociale Vaardigheidstraining, sport en bewegen en ICT. Er zijn per 31-12-2013 de bestemmingsreserves (privaat) "Ouderraad Ridderspoor" en "Ouderraad Klavertje Vier" gevormd. Deze bestemmingsreserves betreffen de private gelden van de Ouderraden Ridderspoor en Klavertje Vier welke opgenomen zijn in de jaarrekening van het bestuur. De liquide middelen van deze ouderraden staan niet ter vrije beschikking van het bestuur. Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico's niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico's die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor balansdatum. Voorziening groot onderhoud De voorziening voor de gelijkmatige verdeling van onderhoudslasten gebouwen wordt bepaald op basis van te verwachten kosten over een reeks van jaren op basis van een onderhoudsplan. De voorziening wordt lineair opgebouwd. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening ambtsjubileum Op basis van Richtlijn 271 van de Raad van de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. De hoogte van de voorziening is bepaald op grond van het aantal FTE en een schatting van het bedrag per FTE. Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.


Pagina 34 van 69

3

Grondslagen voor bepaling van het resultaat

Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de baten en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Rijksbijdragen Onder de Rijksbijdragen OCW/EZ worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW/EZ. Tevens worden hier verantwoord de door het samenwerkingsverband ontvangen doorbetalingen van de Rijksbijdrage. De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige overheidsbijdragen Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige exploitatiesubsidies Overige exploitatiesubsidies worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen en/of waarin de opbrengsten zijn gederfd en/of waarin het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW/EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Personele lasten Onder de personele lasten worden de lasten opgenomen van de personeelsleden die in dienst zijn van de rechtspersoon, alsmede de overige personele lasten die betrekking hebben op onder andere het inhuren van extra personeel, scholingskosten en bedrijfsgezondheidszorg. Pensioenen De Stichting Openbaar Onderwijs Houten heeft een voor haar werknemers een toegezegd pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komen de werknemers die op de pensioengerechtigde leeftijd recht hebben op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Aan het ABP worden premies betaald waarvan een deel door de werkgever en een deel door de werknemer wordt betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Ultimo 2014 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 104,7%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar verantwoord in de jaarrekening. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt afgeschreven op basis van de door het bestuur gemaakte keuzen.


Pagina 35 van 69

Huisvestingslasten Onder de huisvestingslasten worden de uitgaven voor huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op uitgaven die voortvloeien uit aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs en worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Financieel resultaat De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente-opbrengsten en -lasten van uitgegeven en ontvangen leningen.

4

Grondslagen voor het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het saldo baten en lasten aangepast voor posten van de winsten verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winsten verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financial leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.


Pagina 36 van 69

Model A: Balans per 31 december 2014

1.

Activa

(na resultaatverdeling)

31 december 2014

31 december 2013

Vaste Activa 1.2

Materiële vaste activa

637.005

Totaal vaste activa

614.848

637.005

614.848

Vlottende activa 1.5

Vorderingen

1.7

Liquide middelen

2.

398.209

320.716

1.606.719

1.668.414

Totaal vlottende activa

2.004.928

1.989.130

Totaal activa

2.641.933

2.603.978

Passiva

31 december 2014

31 december 2013

2.1

Eigen vermogen

1.730.585

1.834.249

2.2

Voorzieningen

186.808

297.464

2.4

Kortlopende schulden

724.540

472.265

Totaal passiva


2.641.933

2.603.978

Pagina 37 van 69

Model B: Staat van baten en lasten over 2014

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

3.2

Overige overheidsbijdragen

3.5

Overige baten Totaal baten

Realisatie

Begroting

Realisatie

2014

2014

2013

5.669.946

5.526.603

-

-

5.661.305 60.000

163.555

130.424

180.486

5.833.501

5.657.027

5.901.791

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

4.911.781

4.782.715

4.580.384

4.2

Afschrijvingen

123.922

125.291

112.411

4.3

Huisvestingslasten

430.393

441.345

399.907

4.4

Overige lasten

485.842

456.184

442.266

5.951.938

5.805.535

5.534.968

(118.437)

(148.508)

366.823

14.773

11.000

16.625

Resultaat

(103.664)

(137.508)

383.448

Resultaat na belastingen

(103.664)

(137.508)

383.448

Nettoresultaat

(103.664)

(137.508)

383.448

Totaal lasten Saldo baten en lasten 5

Financiële baten en lasten


Pagina 38 van 69

Model C: Kasstroomoverzicht

2014

2013

Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten

(118.437)

366.823

123.922

112.411

(110.656)

6.028

Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: Vorderingen (-/-)

(77.493)

92.116

Schulden

252.275

(74.307)

Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties:

69.611

Ontvangen interest

15.908

Betaalde interest (-/-)

(1.135)

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten:

503.071 18.522 (1.897)

14.773

16.625

84.384

519.696

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in MVA (-/-) Desinvesteringen in MVA

(150.249) 4.170

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten: Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen


(98.212) (146.079)

(98.212)

(61.695)

421.484

1.668.414

1.246.930

(61.695)

421.484 1.606.719

1.668.414

Pagina 39 van 69

Model VA: Vaste Activa 1.

Activa

1.2

Materiele vaste activa

Mutaties 2014 Cumulatieve Boekwaarde per Cumulatieve aanschafwaarde per afschrijvingen tot 1 januari 2014 1 januari 2014 en met 1 januari 2014

Investeringen

Des- investeringen

Afschrijvingen

Cumulatieve Boekwaarde per Cumulatieve 31 december aanschafwaarde afschrijvingen 2014 per 31 december tot en met 31 december 2014 2014

1.2.1 Gebouwen en terreinen

-

-

-

38.390

-

1.130

38.390

1.130

37.260

941.606

554.135

387.471

58.158

691

66.221

793.201

414.484

378.717

735.393

508.016

227.377

53.701

3.479

56.571

509.949

288.921

221.028

1.676.999

1.062.151

614.848

150.249

4.170

123.922

1.341.540

704.535

637.005

1.2.2 1.2.3

Inventaris en apparatuur Leermethoden


Onder inventaris en apparatuur vallen de posten meubilair, inventaris en ICT middelen. Duurzame goederen worden geactiveerd bij een aanschafwaarde boven de € 500,-. De cumulatieve aanschafwaarde en afschrijvingen per 31-12-2014 zijn gecorrigeerd met de inmiddels niet meer aanwezige activa. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Investeringen in bestaande bouw Inventaris en apparatuur, bestaande uit:

10 jaar 10 of 15 jaar

-Meubilair

20 jaar

-ICT

3, 4, 5, 7 of 10 jaar

Leermiddelen


8 jaar

Pagina 40 van 69

Model VV: Voorraden en vorderingen

31 december 2014

31 december 2013

1.5

Vorderingen

1.5.1

Debiteuren

1.5.2

OCW / EZ

1.5.6

Overige overheden

9.819

-

1.5.7

Overige vorderingen

45.073

39.160

1.5.8

Overlopende activa

2.335

12.979

398.209

320.716

Vorderingen

17.289

3.976

323.693

264.601

Uitsplitsing 1.5.7.2

Overige

-

-

Nog te ontvangen rente

11.920

15.031

Nog te ontvangen overige bedragen

33.153

24.129

1.5.7

Overige vorderingen

1.5.8.1 1.5.8

Overlopende activa

Vooruitbetaalde kosten


45.073

39.160

2.335

12.979

2.335

12.979

Pagina 41 van 69

Model EL: Effecten en Liquide middelen 1.7

Liquide middelen 31 december 2014

1.7.1

Kasmiddelen

1.7.2

Tegoeden op banken girorekeningen

1.7.4

Overige liquide middelen Liquide middelen

31 december 2013

662

1.487

1.599.940

1.660.810

6.117

6.117

1.606.719

1.668.414

Toelichting: De liquide middelen staan voor een bedrag van € 4.599 (rekening OR Klavertje Vier) en € 18.249 (rekening OR Ridderspoor) niet ter vrije beschikking van het bestuur.


Pagina 42 van 69

Model EV: Eigen vermogen

Stand per

Resultaat

1 januari 2014 2.1.1

Algemene reserve

1.658.481

(77.709)

Stand per

Overige mutaties

31 december 2014 -

1.580.772

2.1.2

Bestemmingsreserve (publiek)

150.000

(23.035)

-

126.965

2.1.3

Bestemmingsreserve (privaat) Eigen Vermogen

25.768 1.834.249

(2.920) (103.664)

-

22.848 1.730.585

2.1.1

Uitsplitsing Algemene reserve Algemene reserve

1.658.481 1.658.481

(77.709) (77.709)

-

1.580.772 1.580.772

2.1.2

Kwaliliteitsimpuls Bestemmingsreserve (publiek)

150.000 150.000

(23.035) (23.035)

-

126.965 126.965

18.025 7.743 25.768

224 (3.144) (2.920)

-

2.1.3

Ouderraad Ridderspoor Ouderraad Klavertje Vier Bestemmingsreserve (privaat)

18.249 4.599 22.848


-

Pagina 43 van 69

Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden 2.2

Voorzieningen

Stand per 1 januari 2014

Dotaties

Onttrekkingen

Rente mutatie (bij contante waarde)

Vrijval

Stand per 31 december 2014

Kortlopend deel < 1 jaar

Langlopend deel > 1 jaar

2.2.1

Voorziening Jubilea

42.433

7.701

9.413

-

-

40.721

1.830

38.891

2.2.3

Voorziening onderhoud

255.031

72.000

180.944

-

-

146.087

65.137

80.950

Voorzieningen

297.464

79.701

190.357

-

-

186.808

66.967

119.841


Pagina 44 van 69

Model KS: Kortlopende schulden 2.4

Kortlopende schulden 31 december 2014

2.4.3

Crediteuren

2.4.4

OCW/EZ

2.4.7

Belastingen en premies sociale verzekeringen

2.4.8 2.4.9 2.4.10

Overlopende passiva

213.006

31 december 2013 37.904

-

2.335

224.022

179.570

Schulden terzake van pensioenen

83.340

66.838

Overige kortlopende schulden

29.683

34.268

174.489

151.350

724.540

472.265

188.688

179.263

35.334

307

224.022

179.570

Kortlopende schulden Uitsplitsing 2.4.7.1 2.4.7.3 2.4.7

2.4.9.2

2.4.9

Loonheffing Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen

Overige Nog te betalen 13e maand

3.594

Nog te verrekenen lonen/salarissen

2.525

1.711

Nog te betalen accountantskosten

5.003

5.975

Nog te besteden overige subsidies

2.553

15.623

Diverse nog te betalen bedragen

7.302

3.948

Vooruitontvangen bedragen

9.825

Overige kortlopende schulden

29.683

3.417 34.268

2.4.10.4

Vooruitontv. termijnen

2.4.10.5

Vakantiegeld en -dagen

2.4.10.8

Overige Bindingstoelage Subtotaal

2.4.10

2.475

Overlopende passiva


-

5.098

164.324

146.252

-

-

10.165

-

10.165

-

174.489

151.350

Pagina 45 van 69

Model G: Verantwoording subsidies G1. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)

Toewijzing Omschrijving

Kenmerk

Datum

bedrag

ontvangen t/m

toewijzing

verslagjaar

€

€

Prestatie afgerond

Ja/nee

Lerarenbeurs 2014

DL/B/110284

22-7-2014

5.570

5.570

JA

Lerarenbeurs 2014

DL/B/110284

22-7-2014

3.481

3.481

JA

9.051

9.051

totaal

G2. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub B en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies) G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving

Kenmerk

Datum

bedrag

ontvangen t/m

totale

te verrekenen

toewijzing

verslagjaar

kosten

ultimo verslagjaar

totaal

-

-

-

-

G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toewijzing Omschrijving

Kenmerk

totaal


Datum

bedrag

saldo

ontvangen in

lasten in

totale kosten

saldo nog te besteden

toewijzing

1 januari 2014

verslagjaar

verslagjaar

31 december 2014

31 december 2014

-

-

-

-

-

-

Pagina 46 van 69

Model OB: Opgave overheidsbijdragen 3.1

Rijksbijdragen

3.1.1

Rijksbijdrage OCW/EZ

3.1.2

Overige subsidies OCW/EZ

3.1.4

Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV Rijksbijdragen

3.2

Werkelijk

Begroting

Werkelijk

2014

2014

2013

5.446.456

5.319.342

4.705.884

177.907

159.842

955.421

45.583

47.419

-

5.669.946

5.526.603

5.661.305

Werkelijk

Begroting

Werkelijk

Overige overheidsbijdragen en -subsidies

2014 3.2.2

2014

2013


-

-

60.000


-

-

60.000

Werkelijk

Begroting

Werkelijk

Model AB: Opgave andere baten 3.5

Overige baten

2014

2014

2013

3.5.1

Verhuur

44.927

39.754

45.859

3.5.6

Overig

118.628

90.670

134.627

Overige baten

163.555

130.424

180.486

Uitsplitsing

3.5.6

Ouderbijdragen

23.335

24.283

14.698

Bjidrage SWV

53.732

66.387

85.087

Energierace

20.000

-

-

Overige

21.561

-

34.842

118.628

90.670

134.627

Overig


Pagina 47 van 69

Model LA: Opgave van de lasten 4

Lasten

4.1

Personele lasten Werkelijk

Begroting

Werkelijk

2014

2014

2013

4.649.049

4.1.1

Lonen en salarissen

4.858.188

4.619.478

4.1.2

Overige personele lasten

215.492

223.237

231.045

4.1.3

Af: Uitkeringen

161.899

60.000

299.710

4.911.781

4.782.715

4.580.384

3.420.527

Personele lasten Uitsplitsing 4.1.1.1

Brutolonen en salarissen

3.525.362

3.349.484

4.1.1.2

Sociale lasten

836.011

796.600

720.392

4.1.1.3

Pensioenpremies

496.815

473.394

508.130

Lonen en salarissen

4.858.188

4.619.478

4.649.049

4.1.2.1

dotaties voorzieningen

4.1.2.2

personeel niet in loondienst

7.701

-

-

60.130

65.000

53.434

4.1.2.3

overige Vrijval personele voorziening

-

-

(2.629)

Bedrijfsgezondheidszorg

28.627

25.000

31.885

Cursuskosten

81.549

79.250

51.446

Overige

37.485

53.987

96.909

Subtotaal

147.661

158.237

177.611

Overige personele lasten

215.492

223.237

231.045

-

Toelichting Onder het personeel niet in loondienst ad € 60.130 zijn de volgende posten opgenomen: Interim-management en consultancy De Brug € 27.300 en schoolbegeleidingsdiensten € 32.830. Per 31 december 2014 waren er 79,1 werkzame fte's in dienst t.o.v. 74,9 werkzame fte's per 31 december 2013. 4.2

Afschrijvingslasten Werkelijk 2014

4.2.2

Begroting 2014

Werkelijk 2013


123.922

125.291

112.411

Afschrijvingslasten

123.922

125.291

112.411

Uitsplitsing Meubilair & inventaris

24.049

24.367

22.838

ICT Hardware

42.173

42.630

41.852

Leermiddelen

56.570

58.294

47.721

1.130

-

-

123.922

125.291

112.411

Gebouwen 4.2.2



Pagina 48 van 69

4.3

Huisvestingslasten Werkelijk 2014

Begroting 2014

Werkelijk 2013

4.3.1

Huur

172.989

209.645

4.3.3

Onderhoud

14.161

11.700

12.673

4.3.4

Energie en water

50.744

67.650

61.312

4.3.5

Schoonmaakkosten

4.3.7

Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen

4.3.8

Overige huisvestingslasten Huisvestingslasten

200.473

113.832

77.250

78.421

72.000

72.000

48.000

6.667

3.100

(972)

430.393

441.345

399.907

147.442

189.645

180.428

Werkelijk

Begroting

Werkelijk

Toelichting Onder de huur is ook de gebruikersvergoeding lokalen gemeente opgenomen 4.4

Overige lasten

2014

2014

2013

4.4.1

Administratie- en beheerslasten

126.939

122.700

106.565

4.4.2

Inventaris, apparatuur en leermiddelen

226.955

224.935

213.217

Overig

131.948

108.549

122.484

Overige lasten

485.842

456.184

442.266

4.4.4

4.4.1.1

Specificatie honorarium Onderzoek jaarrekening

7.794

7.500

10.849

Accountantslasten

7.794

7.500

10.849

77.429

70.000

66.580

7.794

7.500

10.849

15.988

14.800

7.935

Telefoon

5.269

7.450

7.054

PR & Marketing

4.183

6.950

3.436

16.276

16.000

10.711

126.939

122.700

106.565

Uitsplitsing Administratiekantoor Accountant Deskundigheidsadvies

Overige administratie en beheer 4.4.1

Administratie- en beheerslasten Leermiddelen

115.275

110.170

99.164

ICT kosten

62.392

62.315

55.311

Reproductiekosten

46.350

50.700

55.373

2.938

1.750

3.369

226.955

224.935

213.217 34.485

Inventaris 4.4.2

Inventaris, apparatuur en leermiddelen

37.010

28.000

Contributies

Representatiekosten

9.815

9.500

9.441

Abonnementen

8.856

9.750

10.322

Medezeggenschap- en ouderraad

2.168

5.180

3.223

Verzekeringen

3.616

3.300

3.609

58.395

49.019

58.528

Overige onderwijslasten

9.140

3.800

2.876

Activiteiten Ouderbijdragen

2.948

-

-

131.948

108.549

122.484

Projecten (o.a. Toptalent en Piramidegroep)

4.4.4

Overig


Pagina 49 van 69

Model FB: Financiële baten en lasten 5

Financiële baten en lasten Werkelijk 2014

Begroting 2014

Werkelijk 2013

5.1

Rentebaten

15.908

12.500

18.522

5.5

Rentelasten (-/-)

(1.135)

(1.500)

(1.897)


14.773

11.000

16.625


Pagina 50 van 69

Model E: Overzicht verbonden partijen Het bestuur is per 1-8-2014 verbonden met het Coöperatief samenwerkingsverband Profi Pendi te Nieuwegein.


Pagina 51 van 69

WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector 4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1 (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking)

Naam

Ingang dienstverband

Voor- zitter j/n J

J.F.H.M. Smits-Verwijst MPM

Einde dienstverband

1/1/2013

Omvang dienstverband Beloning in FTE € 0,9 60.796

Belastbare onkostenvergoeding €

Voorzieningen Uitkeringen wegens beloning op beëindiging termijn dienstverband € € 9.436

Motivering overschrijding norm en andere toelichtingen

Voorzieningen Uitkeringen wegens beloning op beëindiging termijn dienstverband € €

Motivering overschrijding norm en andere toelichtingen

Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking) Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudend orgaan)

Functie of functies

Naam

Voorzitter Lid RvT * Lid RvT Lid RvT Lid RvT Voormalig lid RvT Voormalig lid RvT

Dr. C.H. Kooi-de Bruijne Ing. P.P.M. Jansen MBA Ir. T. Jille-Wlczek Dr. G. Steenbruggen Drs. J.C.M. Kiewiet-Kester Dr. Mr. M.C.M. Weusten C. Tydeman

Voor- zitter j/n J N N N N N N

Ingang dienstverband

Einde dienstverband

Beloning € 3.125 0 3.125 1.563 1.500 0 0

Belastbare onkostenvergoeding €

* De beloning 2014 van dhr. P. Jansen is in 2015 uitgekeerd en zal opgenomen worden in de jaarrekening 2015.

4.2: Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat N.v.t.


Pagina 52 van 69

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Voorwaardelijke verplichtingen Bankgaranties Het bestuur heeft een bankgarantie afgegeven ter grootte van € 6.117 inzake huur pand De Haag 2 te Houten

Meerjarige financiële verplichtingeen Huurovereenkomst Dit betreft een huurovereenkomst voor het pand De Haag 2-1 te Houten. De huurverplichting bedraagt in totaal € 19.280 per jaar met 4% BTW compensatie voor een periode van 5 jaar. Schoonmaakcontract De stichting is op 13 mei 2013 een nieuw contract aangegaan met MKB Schoon voor de uitvoering van het schoonmaakonderhoud voor 1 jaar. De overeenkomst is door beide partijen tussentijds opzegbaar met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden. Per 1 juni 2014 heeft de gemeente de schoonmaak van De Plantage en Ridderspoor overgeheveld naar de stichting en zijn deze scholen ook opgenomen in het contract met MKB Schoon.. De verplichting bedraagt € 106.768 (exclusief btw) per jaar. Werkzaamheden die niet binnen het contract vallen worden op basis van uurdeclaratie gefactureerd aan de stichting. In mei 2014 is het contract met 1 jaar verlengd. Administratieve dienstverlening De stichting is op 29 juni 1998 een contract aangegaan met OSGMetrium voor de volledige personeels- en salarisadministratie en de financiële administratie. Het contract heeft een looptijd van 3 jaar en werd stilzwijgend verlengd met deze termijn. Inmiddels is het contract formeel opgezegd per 1 januari 2016. De verplichting bedraagt € 37.211 (exclusief btw) voor de personeels- en salarisadministratie en € 19.023 (exclusief btw) voor de financiële administratie. Werkzaamheden die niet binnen het contract vallen worden op basis van uurdeclaratie gefactureerd aan de stichting. Kopieerapparaat De stichting is op 1 juli 2010 een contract aangegaan met Ricoh voor de huur van de kopieerapparaten inclusief een vastgesteld aaantal afdrukken. Het contract heeft een looptijd van 3 jaar en wordt stilzwijgend verlengd met 2 jaar. De verplichting bedraagt € 38.065 (exclusief btw) per jaar. Het daadwerkelijk aantal afdrukken wordt per kwartaal apart in rekening gebracht. Voorziening duurzame inzetbaarheid Ten gevolge van invoering van de nieuwe cao in 2014 hebben de werknemers recht op een levensfase bewust personeelsbeleid. In dat kader bestaat de mogelijkheid om uren te sparen. Een en ander kan leiden tot een uitstroom van middelen zonder dat daarvoor prestaties worden verricht.


Pagina 53 van 69

Overige gegevens Bestemming van het resultaat Vanuit de statuten zijn geen nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. Het voorstel voor de resultaatbestemming is als volgt: Resultaat 2014 €

(77.709) wordt onttrokken aan de algemene reserve

€

(23.035) wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve publiek

€

(2.920) wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve privaat

€

(103.664) totaal resultaatverdeling


Pagina 54 van 69

Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de waardering van de in de balans getoonde posten of het resultaat.


Pagina 55 van 69

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Vaststellen van de jaarrekening College van bestuur:

J.F.H.M. Smits-Verwijst MPM

Goedkeuren van de jaarrekening Raad van Toezicht

Dr. C.H. Kooi-de Bruijne, voorzitter

Ing. P.P.M. Jansen MBA

Ir. T. Jille-Wlczek

Dr. G. Steenbruggen

Drs. J.C.M. Kiewiet-Kester

Datum vaststelling jaarrekening:


Pagina 56 van 69

Gegevens over de rechtspersoon Algemene gegevens Bestuursnummer

41866

Naam instelling

Stichting Openbaar Onderwijs Houten De Haag 2-1

Adres Postadres Postcode

3993 AW

Plaats

Houten

Telefoon

030-6343685

Fax

030-6343692

E-mailadres

[email protected]

Website

www.oo-h.nl

Contactpersoon

Mevr. J.F.H.M. Smits-Verwijst MPM

Telefoon

030-6343685

Fax [email protected]

E-mailadres

Aantal leerlingen Sector BRIN-nummers

2014

2013

09IE

Klavertje Vier

PO

151

110

21LP

De Bijenkorf

PO

188

203

22KN

De Brug

PO

146

164

26AL

Ridderspoor

PO

358

374

27JR

De Plantage

PO

457

434


Pagina 59 van 69

Exploitatie 165BAT Baten stichting Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

(39.829)

(210.589)

77.133

3.5

Overige baten

118.628

138.089

177.170

Totaal baten

78.799

(72.500)

314.303

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

(49.426)

(60.000)

(90.979)

Totaal lasten

(49.426)

(60.000)

(90.979)

Saldo baten en lasten

128.225

(12.500)

405.282

15.907

12.500

18.522

Resultaat

144.132

-

423.804


144.132

-

423.804

Nettoresultaat

144.132

-

423.804

5



Pagina 60 van 69

Exploitatie 165BST Bestuur en beheer Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

311.982

311.982

340.106

Totaal baten

311.982

311.982

340.106

120.920

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

132.918

148.402

4.2

Afschrijvingen

11.622

1.334

1.208

4.3

Huisvestingslasten

32.188

28.400

26.606

4.4

Overige lasten

149.157

133.800

127.804

Totaal lasten

325.885

311.936

276.538


(13.903)

46

63.568

(1.135)

-

(1.429)

Resultaat

(15.038)

46

62.139


(15.038)

46

62.139

Nettoresultaat

(15.038)

46

62.139

5



Pagina 61 van 69

Exploitatie 165GEZ Gezamenlijke activiteiten Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

4.770.881

4.770.881

624.220

Totaal baten

4.770.881

4.770.881

624.220

583.326

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten *

4.755.408

4.583.825

4.2

Afschrijvingen

31.521

31.799

30.970

4.3

Huisvestingslasten

82.588

81.000

58.217

4.4

Overige lasten

75.258

74.257

68.384

4.944.775

4.770.881

740.897


(173.894)

-

(116.677)

Resultaat

(173.894)

-

(116.677)


(173.894)

-

(116.677)

Nettoresultaat

(173.894)

-

(116.677)

Totaal lasten


Pagina 62 van 69

Exploitatie 165INN Innovatie- en frictiefonds Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

22.937

22.937

25.000

Totaal baten

22.937

22.937

25.000

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

22.937

22.937

25.000

Totaal lasten

22.937

22.937

25.000


-

-

-


-

-

-

Resultaat

-

-

-


-

-

-

Nettoresultaat

-

-

-

5


Pagina 63 van 69

Exploitatie 09IE Klavertje Vier Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

55.388

55.388

415.407

3.5

Overige baten

10.967

17.093

-

Totaal baten

66.355

72.481

415.407

354.624

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

4.970

7.700

4.2

Afschrijvingen

11.355

11.873

10.784

4.3

Huisvestingslasten

37.578

50.650

40.657

4.4

Overige lasten

43.528

32.965

31.344

Totaal lasten

97.431

103.188

437.409


(31.076)

(30.707)

(22.002)

Resultaat

(31.076)

(30.707)

(22.105)


(31.076)

(30.707)

(22.105)

Nettoresultaat

(31.076)

(30.707)

(22.105)


Pagina 64 van 69

Exploitatie 21LP De Bijenkorf Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

90.991

85.991

716.617

3.5

Overige baten

19.360

18.000

-

Totaal baten

110.351

103.991

716.617

613.178

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

13.620

17.800

4.2

Afschrijvingen

14.853

17.644

15.794

4.3

Huisvestingslasten

41.303

49.000

47.456

4.4

Overige lasten

41.728

37.680

42.495

Totaal lasten

111.504

122.124

718.923


(1.153)

(18.133)

(2.306)

Resultaat

(1.153)

(18.133)

(2.306)


(1.153)

(18.133)

(2.306)

Nettoresultaat

(1.153)

(18.133)

(2.306)


Pagina 65 van 69

Exploitatie 22KN De Brug Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

75.663

70.663

566.900

3.5

Overige baten

12.594

4.661

-

Totaal baten

88.257

75.324

566.900

473.352

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

5.468

7.700

4.2

Afschrijvingen

11.718

12.977

10.938

4.3

Huisvestingslasten

33.216

38.450

40.997

4.4

Overige lasten

32.403

32.680

33.304

Totaal lasten

82.805

91.807

558.591


5.452

(16.483)

8.309

Resultaat

5.452

(16.483)

8.309


5.452

(16.483)

8.309

Nettoresultaat

5.452

(16.483)

8.309


Pagina 66 van 69

Exploitatie 26AL Ridderspoor Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

172.786

167.786

1.368.623

Totaal baten

172.786

167.786

1.368.623

1.164.707

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

2.190

18.250

4.2

Afschrijvingen

22.113

26.115

23.716

4.3

Huisvestingslasten

83.314

89.537

90.656

4.4

Overige lasten

61.982

69.305

59.178

Totaal lasten

169.599

203.207

1.338.257


3.187

(35.421)

30.366

Resultaat

3.187

(35.421)

30.313


3.187

(35.421)

30.313

Nettoresultaat

3.187

(35.421)

30.313


Pagina 67 van 69

Exploitatie 27JR De Plantage Realisatie 2014 3.

Baten

3.1

Rijksbijdrage OCW

3.5

Overige baten Totaal baten

Begroting 2014

Realisatie 2013

209.147

204.147

1.530.615

2.007

-

-

211.154

204.147

1.530.615

4.

Lasten

4.1

Personeelslasten

23.695

36.100

1.336.256

4.2

Afschrijvingen

20.739

23.549

19.001

4.3

Huisvestingslasten

120.207

104.308

95.319

4.4

Overige lasten

81.817

76.997

79.862

Totaal lasten

246.458

240.954

1.530.438


(35.304)

(36.807)

177

Resultaat

(35.304)

(36.807)

(29)


(35.304)

(36.807)

(29)

Nettoresultaat

(35.304)

(36.807)

(29)


Pagina 68 van 69


Pagina 69 van 69

Stichting Openbaar Onderwijs Houten. Jaarstukken juni 2015

Recommend Documents