Zwincollege
40692 Jaarstukken 2014
24 juni 2015
Inhoudsopgave Pagina Jaarverslag
3
Financiële kengetallen
41
Jaarrekening Grondslagen
42
Model A: Balans per 31 december 2014
49
Model B: Staat van baten en lasten over 2014
50
Model C: Kasstroomoverzicht
51
Model VA: Vaste Activa
52
Model VV: Voorraden en vorderingen
53
Model EL: Effecten en Liquide middelen
54
Model D: Eigen vermogen
55
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden
56
Model KS: Kortlopende schulden
57
Model G: Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW
58
Model OB: Opgave overheidsbijdragen
59
Model AB: Opgave andere baten
60
Model LA: Opgave van de lasten
61
Model FB: Financiële baten en lasten
64
Model E: Overzicht verbonden partijen
65
Vermelding op basis van de WNT
66
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
67
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
68
Overige gegevens Bestemming van het resultaat
69
Gebeurtenissen na balansdatum
70
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
71
Bijlagen Gegevens over de rechtspersoon
Jaarrekening 2014 Zwincollege
74
Pagina 2 van 74
Jaarverslag 2014 BESTUURSVERSLAG Algemeen instellingsbeleid.
1. Kerntaken en organisatie. De Stichting Voortgezet Onderwijs in West Zeeuwsch-Vlaanderen vormt het bevoegd gezag van het Zwin College in Oostburg, gemeente Sluis. De rechtspersoonlijkheid van het schoolbestuur is een stichtingsvorm. De stichting is opgericht in 1995 en is ontstaan uit een aantal fusies van besturen van scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. De Stichting wordt geleid door een Bestuurder/Algemeen directeur, de heer F.C.M. Neefs. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in mandaatcontracten. De algemeen directeur/ bestuurder legt periodiek verantwoording af aan de Raad van Toezicht door middel van vergaderingen en functioneringsgesprekken. De organisatiestructuur van de Stichting Voortgezet Onderwijs in West ZeeuwschVlaanderen per 1-8-2014 is in onderstaand schema weergegeven. Raad van Toezicht
Bestuurder/ Algemeen Directeur
Directeur Bedrijfsvoering
Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP)
Afdelingsdirecteur Brugklas
Sectordirecteur VMBO
Sectordirecteur HAVO/ VWO
Afdeling Brugklas
VMBO BK
VMBO TL
HAVO/ VWO 2+3
Team 1
Team 2
Team 3
Team 4
Toezichthoudend orgaan Bestuur Directie
HAVO/ VWO 2e fase Team 5
: Raad van Toezicht bestaande uit 6 personen : Bestuurder/Algemeen directeur: 1 persoon : Algemeen directeur, Directeur bedrijfsvoering, Sectordirecteur HAVO/VWO (teams HV 2-3 en 2e fase), Sectordirecteur VMBO (teams BK en TL) en Afdelingsdirecteur Brugklas.
De Stichting Voortgezet Onderwijs in West Zeeuwsch-Vlaanderen verzorgt voortgezet onderwijs in het spreidingsgebied West Zeeuws- Vlaanderen vanuit een algemene bijzondere Pagina 3 van 74
grondslag. De Stichting is lid van de VO-raad en heeft zich daardoor aangesloten bij de Code Goed Bestuur. Het Zwin College is een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, van basisberoepsgericht onderwijs met leerwegondersteuning tot gymnasium. Uit heel WestZeeuws-Vlaanderen komen dagelijks grote groepen leerlingen naar Oostburg om zich optimaal voor te bereiden op een vorm van vervolgonderwijs. Het onderwijs op het Zwin College heeft een viertal onderscheidende kenmerken. ·
· ·
·
Diversiteit: op het Zwin College kun je jezelf zijn. Leerlingen met verschillende capaciteiten, verschillende zorgbehoeften en met een verschillende achtergrond, vinden elk hun eigen plaats binnen één gebouw. De benadering is persoonlijk en open. De sfeer is uitdagend maar veilig. Hierin ligt een stimulans tot samenwerking en teamgeest. Samen: samenwerking is de manier om sociale vaardigheden te verbeteren en respect te krijgen voor wat de ander kan en doet. Ieder is verantwoordelijk voor zichzelf en voor de ander. Het onderwijs is gericht op versterking van relaties. Talent: het Zwin College heeft een breed aanbod met veel keuzemogelijkheden voor leerlingen. Er is ruime aandacht voor cultuur en sport, wetenschap en media. Het onderwijs is actueel, de werkvormen zijn eigentijds. Hierdoor komen talenten optimaal tot ontplooiing. Competent: het onderwijs op het Zwin College is gericht op het verwerven van competenties. Waar mogelijk worden dwarsverbanden gelegd en wordt samenhang gecreëerd. Dit vereist een hoge professionaliteit van de docent die bereid en in staat moet zijn buiten de grenzen van zijn vak te treden. Nieuwsgierigheid is de basis voor het leren. Leerlingen zijn actief en toekomstgericht bezig met het verwerven van kennis en vaardigheden.
Belangrijke issues in de missie zijn modern en vernieuwend onderwijs, de inzet op optimaal leerlinggerichte begeleiding en adequaat werkgeverschap. Hierbij valt ook te denken aan het streven naar een duurzame en zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijsaanbod en de leerlingbegeleiding, het bieden van zoveel mogelijk maatwerk aan leerlingen, het gericht werken aan individuele ontplooiing van leerlingen, hun samenwerking en het realiseren van een positief schoolklimaat met heldere waarden en normen.
Pagina 4 van 74
2. Reorganisatie en hermodellering onderwijs De demografische ontwikkelingen De demografische ontwikkelingen zoals ontgroening en vergrijzing in de regio ZeeuwsVlaanderen staan al geruime tijd op de agenda van de Stichting. De meerjarenprognose van de leerlingaantallen is gebaseerd op de werkelijke aantallen leerlingen in het basisonderwijs op de aanleverende scholen en daarvan weten we op basis van ervaring dat zo’n 90% van die leerlingen naar onze school komt i.v.m. de geïsoleerde ligging van de school. Die prognose geeft in 2019-2020 een terugloop van het aantal leerlingen aan van bijna 200, bijna 19%. De advisering van leerlingen, die in het voortgezet onderwijs worden aangemeld is de afgelopen jaren licht in de richting van het HAVO-VWO-niveau verschoven en lijkt zich op dit moment te stabiliseren. Dat zet met name het VMBO -Basis en Kader nog eens extra onder druk, omdat zich daar dan de terugloop nog sterker manifesteert. Deze ontwikkelingen beperken zich overigens niet tot onze gemeente, maar in onze gemeente zijn de effecten al binnen 6 jaar sterk merkbaar. De toenemende instroom van Belgen in de gemeente Sluis heeft vooralsnog weinig positief effect op het leerlingenaantal. Vooralsnog lijken deze nieuwe inwoners vooral te kiezen voor werken en onderwijs in België en wonen in Nederland.
Organisatiemodel Het organisatiemodel ziet er per 1-8-2014 als volgt uit: - Raad van Toezicht met 6 personen - Bestuurder/algemeen directeur - Directeur bedrijfsvoering - Sectordirecteur VMBO (2 teams VMBO) - Sectordirecteur HAVO/VWO (2 teams HAVO/VWO) - Afdelingsdirecteur brugklas (tot 1-10-2015) - Diverse docenten LC en LD in de rol van coördinator Per 1-8-2014 betekent dit een directieformatie van 5 fte. Vanaf 1-10-2015 zal dit 4 fte zijn, ondersteund door coördinatoren. Gerealiseerd in 2014 - Invoering Passend Onderwijs per 1-8-2014. Deze wet is van kracht geworden op 1-8-2014. Binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs voor het VO in Zeeuws-Vlaanderen is gekozen om deze wet het eerste jaar beleidsarm in te voeren, d.w.z. geen grote veranderingen op dit gebied door te voeren. Passend onderwijs betekent dat het aantal zorgleerlingen in het reguliere onderwijs verhoudingsgewijs verder zal toenemen in de komende jaren. De budgetten voor de voormalige regionale expertise centra gaan naar de samenwerkingsverbanden. Ook de indicatiesystematiek en verwijzingsmethodes zijn nu toevertrouwd aan de samenwerkingsverbanden. Dat schept meer mogelijkheden, maar zeker ook meer verantwoordelijkheden. Bij de inrichting van de schoolorganisatie en met name de zorgstructuur wordt daar rekening mee gehouden. Passend onderwijs zal op termijn uitmonden in andere taken en nieuwe functies binnen de school. De bestuurder participeert in het Bestuur Passend Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen. De invoering van de wet heeft tot weinig problemen geleid, wel is de VSO-voorziening Argo hard gegroeid in 2014 en dat vormt een financieel risico voor de toekomst. Het bestuur van het SWV zal hierover in 2015 besluiten moeten nemen om deze risico’s af te dekken. Voor het invoeren van passend onderwijs zijn Pagina 5 van 74
regionale afspraken gemaakt, afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de inzet van de expertise vanuit het Speciaal Onderwijs en docenten worden geschoold on the job. Deze aspecten zijn uitgewerkt in het Ondersteuningsplan van de Stichting Passend Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen voor het VO. Nadrukkelijk is afstemming gezocht met het proces Transitie Jeugdzorg, dat onder regie van de gemeente Sluis plaatsvindt. Dit zal per 1-1-2015 resulteren in een nieuwe inzet van expertise (experiment) gedurende 5 dagen op de vindplaats Zwin College. - Het insourcen en reorganiseren van de bedrijfsvoeringsprocessen In 2014 heeft de verdere implementatie van het roosterprogramma en –werkzaamheden plaatsgevonden. Tegenvaller in dit proces was de totstandkoming van de nieuwe cao net voor de zomer, waardoor het zorgvuldig geplande proces van formatiebeleid vanaf januari 2014 weer helemaal opnieuw moest starten in juni, een schier onmogelijke opgave. Daarnaast zijn de portefeuilles financiën en kwaliteitszorg verder uitgekristalliseerd en belegd binnen de directie en de administratieve organisatie. De administratieve organisatie is heringericht, mede vanwege het vertrek van de hoofdadministrateur eind september na een dienstverband van 44 jaar. Dit traject heeft in 2014 parallel gelopen met het insourcen van een aantal financieel administratieve zaken om meer grip op en inzicht te krijgen in de financiële processen. Op bedrijfsvoeringgebied zijn daarnaast gesprekken gaande met de andere VOscholen in Zeeuws-Vlaanderen en de PO organisaties in de gemeente Sluis over de uitwerking van de samenwerking op dit gebied. -
De samenwerking met de Zeeuws-Vlaamse VO scholen en het ROC met betrekking tot de Hoofdstructuur VMBO-MBO in Zeeuws-Vlaanderen Dit traject heeft in 2014 het volgende opgeleverd: er is een business case Centrum voor Toptechniek opgeleverd en hiermee zijn we naar buiten getreden om de noodzakelijke medewerking en cofinanciering van externe partners, zijnde overheden en bedrijfsleven, te realiseren. Dit traject zal in het voorjaar van 2015 afgerond moeten zijn. Op inhoudelijk gebied is er vooruitgang geboekt op het vlak van Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). Hier is een Zeeuwsbreed kader voor ontworpen, dat in 2015 en verder in de schoolorganisaties geïmplementeerd zal moeten worden. Op de andere gebieden zijn de werkgroepen niet veel gevorderd door de veranderende landelijke programma’s en de lange onduidelijkheid hierover. Dit heeft het proces van de inhoudelijke werkgroepen helaas ernstig vertraagd. -
Het toekomstbestendig maken van een kwalitatief hoogstaand, duurzaam en breed aanbod van onderwijs in de regio Intern is dit proces van het voorbereiden van de organisatie op de toekomst voort gegaan. De energie is in eerste instantie gaan zitten in het creëren van draagvlak voor de noodzaak van dit proces. Dit heeft geresulteerd in een voortgangsnotitie Hermodellering van het onderwijs op het Zwin College. Daarnaast zijn na de zomervakantie intensieve gesprekken gestart m.b.t. samenwerking tussen de Zeeuws-Vlaamse scholen voor VO om de in de titel genoemde doelstelling te realiseren. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijke notitie van de 4 besturen, Apart Samen. Deze notitie is in eerste instantie besproken met de betrokken Raden van Toezicht en zal in 2015 verder aangescherpt en uitgewerkt worden, alvorens in de organisaties besproken te worden. Het is nadrukkelijk de bedoeling om een aanvang met de uitvoering te maken in 2015, gezien de noodzaak en urgentie voor o.a. het Zwin College. De te maken keuzes op onderwijsinhoudelijk en –organisatorisch gebied zullen
Pagina 6 van 74
anders (kunnen) zijn als de samenwerkingsstip op de horizon van 2020 daadwerkelijk gezet zal zijn in de vorm van een door de 4 besturen ondertekend convenant.
3. Huisvestingsbeleid. Uit de gemaakte prognoses betreffende het leerlingenaantal blijkt dat dit aantal de komende jaren gestaag gaat dalen. Er zal door deze daling moeten worden geanticipeerd op de functionele leegstand in overleg met de gemeente. Het onderhoud geschiedt waar mogelijk in eigen beheer volgens een vastgesteld onderhoudsplan. Er is in 2014 geïnvesteerd in de verdere digitalisering van het onderwijs door de aanleg van een schooldekkend Wifi, zodat ook dit optimaal ingezet kan worden ten bate van kwalitatief goed en betaalbaar onderwijs in Oostburg. Met de gemeente Sluis, Porthos/de Stichting Welzijn West Zeeuws-Vlaanderen, Zeeuwse Muziekschool, de Openbare Bibliotheek, ROC Scalda, PO Oostburg, Kinderopvangorganisaties, Sportparkgebruikers en andere partners op educatief, sociaal, cultureel en sportief gebied is intensief overleg om functies als bibliotheek, cultuureducatie en muziekonderwijs onder te brengen in het gebouw van het Zwin College. In 2014 zijn de Zeeuwse FotoAcademy, de cultuurklas en de Zeeuwse Muziekschool van start gegaan in de gebouwen van onze school. Op deze wijze kan de exploitatie van het gebouw van het Zwin College betaalbaar blijven, ook als het leerlingenaantal verder gaat afnemen. Hiervoor is ook een gezamenlijke notitie ‘Op weg naar een educatieve, sociaal-culturele en sportieve Campus Oostburg’ geschreven, die aan het College van B&W, met enige vertraging door de verkiezingen en de wethouders crisis in Sluis, begin 2015 zal worden aangeboden.
4. Onderwijskundig beleid. Onderwijs is en blijft steeds in ontwikkeling. Voortdurend en terecht kunnen we ons de vraag stellen of de wijze waarop we ons onderwijs aanbieden nog in voldoende mate is toegesneden op de leerling van vandaag. De maatschappij en daarmee de belevingswereld van de hedendaagse jeugd verandert en het is en blijft onze taak om daar adequaat op in te spelen. Overigens is dit natuurlijk niets nieuws, maar we blijven er wel mee te maken hebben. En er is al het nodige gaande op dit moment maar dat zal niet voldoende zijn. Individueel maatwerk, verdergaande niveaudifferentiatie binnen de lesgroep en een toenemende rol van digitalisering zijn aspecten in het onderwijsproces, waar we ook op het Zwin College meer en meer mee te maken zullen krijgen. De Inspectie heeft hier bij haar laatste bezoek eind 2014 ook opmerkingen over gemaakt. De Zwinbrede Innovatiewerkgroep is in 2014 een aantal keren bij elkaar geweest om de Kadernotitie Hermodelleren Onderwijs concreter handen en voeten te geven. In de 2e helft van het schooljaar 14/15 zullen drie studiemiddagen in het teken staan van dit proces. De ontwikkelingen in het VMBO worden nadrukkelijk afgestemd op het Zeeuwse c.q. Zeeuws-Vlaamse proces op dit gebied. De sectordirecteuren VMBO ontmoeten elkaar in dit kader al zeer regelmatig. De sectordirecteuren HAVO/VWO zijn in september gestart met een gezamenlijk overleg.
Pagina 7 van 74
4.1
Organisatie van het onderwijs
Door de afnemende leerlingenaantallen enerzijds en het op peil proberen te houden van ons breed onderwijsaanbod anderzijds wordt er de nodige creativiteit en inventiviteit gevraagd om het onderwijs nog organiseerbaar te houden. De grenzen daarvan zijn bereikt. Het combineren van groepen, horizontaal of verticaal, om keuzevakgroepen voldoende volume te laten hebben en dus betaalbaar te laten zijn, heeft zijn maximale rek binnen het huidige rooster met de huidige lessentabel bereikt. Gekeken wordt naar alternatieve onderwijsconcepten en samenwerking met de andere VO-scholen om hier duurzame oplossingen voor te vinden. 4.2 Uitgangspunten De ambitie van het Zwin College is een zo breed mogelijk en kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod VO in West Zeeuws-Vlaanderen. Dit kenmerkt zich door: differentiatie, persoonlijk maatwerk, doorlopende leerwegen, minimalisatie van lesuitval, samenwerking met zowel in- als externe partners (onderwijs, maatschappelijke instellingen en organisaties en bedrijfsleven) en ruimte voor diversiteit in de organisatie. Dat betekent een herbezinning op organisatie, leerroutes, leerinhouden, gebruik van technologie, rol als/van docent en taakbeleid. Realisatie speerpunten van beleid 2014 Vanuit het meerjarenschoolbeleidsplan zijn een aantal speerpunten van beleid geformuleerd, in 2014 is het volgende gerealiseerd: 1. Taal en rekenen 2. Digitalisering van het onderwijs 3. Personeelsbeleid 4. Hermodelleren van het onderwijsaanbod 5. Taakbeleid 6. Communicatie 7. Kwaliteitszorg Ad.1 Op alle niveaus zijn de wettelijk verplichte digitale taal- en rekentoetsen afgenomen. Voor het op niveau brengen van leerlingen is een digitale methode aangeschaft, die in 13/14 via de mentoren is begeleid en gemonitord. Op basis van die ervaringen, zijn voor 14-15 keuzes per afdeling gemaakt voor de best werkende ondersteuning op dit gebied: uur op lessentabel, remediërend e.d. Ad. 2 Er is in 2014 met behulp van een gift van het Stimuleringsfonds van de Rabobank een dekkend draadloos netwerk gerealiseerd in de school. Dit is een randvoorwaarde voor het optimaal inzetten van digitale leermiddelen (tablets e.d.) in de nabije toekomst. Er wordt sinds het schooljaar 2013-2014 een pilot uitgevoerd m.b.t. de inzet van digitalisering in het onderwijs en de ontwikkeling van digitale content in samenwerking met IVIO/Wereldscholen. De ervaringen hiermee zijn positief en worden verder ontwikkeld en uitgerold. Ad.3 Het integraal personeelsbeleid dat een aantal jaren geleden is vastgelegd in een document, is verder uitgewerkt en vorm gegeven in het nieuwe systeem AFAS. De docentendossiers zijn in AFAS gedigitaliseerd. Er is ook een systeem van collegiale coaching opgezet, docenten zijn hiervoor opgeleid. Ook is de preventieve rol van de ArboUnie sterker ingezet in 2014 om zo het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. In 2014 zijn voortgangsgesprekken met het OP gevoerd en met het OOP functioneringsgesprekken conform de gesprekkencyclus. Pagina 8 van 74
Ad. 4 Op dit gebied is de kadernotitie vervolgd met een voortgangsnotitie, is de Zwinbrede Innovatiewerkgroep in 2014 van start gegaan en wordt er binnen de teams gewerkt aan sectorspecifieke oplossingen voor de sectorspecifieke uitdagingen. Begin 2015 komt ook de klankbordgroep van ouders en leerlingen in dit proces voor het eerst bij elkaar. Ad. 5 Het vigerende taakbeleid is tegen het licht gehouden en aangepast in relatie tot punt 4. Dit is al deels uitgewerkt in het formatieplan 14/15 en zal in 15/16 verder worden uitgewerkt. Ad. 6 Ook in 2014 is de Zwin Actueel (interne, digitale nieuwsbrief) tweewekelijks verschenen. In samenwerking met de Ouderraad is de Ouder Actueel, een digitale nieuwsbrief voor ouders/verzorgers, twee keer verschenen in 2014. De in 2013 vernieuwde website is verder doorontwikkeld en de bestaande overleggen met belanghebbenden binnen en buiten de school zijn gecontinueerd. De bestuurder overlegt frequent met de gemeente, zowel bestuurlijk als ambtelijk, met de besturen van het PO, met de collega-bestuurders in Zeeuws-Vlaanderen, Zeeland en Brabant. Ad. 7 We gebruiken sinds 2013 de licentie ‘kwaliteitscholen’. Deze licentie biedt de mogelijkheid tot tal van onderzoeken op het gebied van kwaliteitsbewaking. In 2014 zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd: Competentiewaardering van MT-leden, brugklastevredenheid door leerlingen, Competentiewaardering docenten door leerlingen en de LAKS-monitor. In 2015 zullen we de Magistermanagementmodule Cum Laude in gebruik nemen, zodat een snelle analyse van gegevens mogelijk is. Er is een persoon belast met de portefeuille Kwaliteitszorg.
Pagina 9 van 74
Pagina 10 van 74
5. Onderwijsresultaten De bovenstaande tabel brengt de onderwijskundige resultaten over de afgelopen periode in beeld. Periodiek worden de methodes, die de vaksecties hebben gekozen om de gestelde doelen en resultaten zo optimaal mogelijk te bereiken, besproken en geëvalueerd. Hierin worden inmiddels ook de analyses van de CE- en SE-resultaten betrokken. De Magistermanagementmodule Cum Laude, die een snelle, actuele analyse van gegevens mogelijk maakt op basis van reeds aanwezige data binnen onze school, zal begin 2015 in gebruik worden genomen. Begin december 2014 heeft de Onderwijsinspectie haar periodieke kwaliteitsonderzoek gedaan op het Zwin College. Aan alle leerwegen (VMBO-B, VMBO-K, VMBO-T, HAVO en VWO) is het zogenaamde basisarrangement toegekend. Dat betekent dat het onderwijs op het Zwin College als voldoende tot goed is beoordeeld. Uiteraard zijn er altijd verbeteringen mogelijk, hierover heeft de Inspectie al een mondelinge terugkoppeling gegeven aan het bevoegd gezag en zal hierover in haar schriftelijke rapportage verslag doen. Het rapport van bevindingen is openbaar en zal worden opgenomen in de Toezichtkaart op de website van de inspectie, www.onderwijsinspectie.nl
6. Schoolactiviteiten 2014 Het Zwin College kent jaarlijks een groot aantal activiteiten. Een bloemlezing uit het totaal van activiteiten in 2014: - Sportief: BSM-kamp, voetbaltoernooi klas 1 t/m 3, sportdagen, de Miniroparun, de 2 e volleybalnachtmarathon in het kader van de Kerstactie Zwin Request (160 deelnemers). - Cultureel: Bonte Avonden, Scapino brugklassen, muziektheater 2 e klassen, kunstklas vrijdagmiddag, CKV-middag Ledeltheater, kunstproject BK in bedrijven, filmfestival Vlissingen - Feestelijke evenementen: organisatie fuiven door feestcommissie en DJ-team, Kerstactie Zwin Request - Maatschappelijk: themadag Respect 3e klassen, gemeenteraadsvergadering H5, themaweek verkeer (met uitreiking van de Verkeerspluim door de Gedeputeerde Van Beveren), maatschappelijke stagemarkt en maatschappelijke stages - Schoolreizen: Eurodisney BK-4, survival Ardennen 2e klassen, Venetiëreis TL-4, Rome/Londen/Parijs bovenbouw - Excursies: Den Haag, Antwerpen, Terneuzen, Middelburg, Goes, Rotterdam, Amsterdam, Lille, Mechelen, Ieper, Parijs - Brugklas activiteitenweek - Open Dag
7. Boeken In 2014 heeft de aanbesteding plaatsgevonden m.b.t. de boeken voor de komende jaren. Dit is geschied in DCO-verband (Dienstencentrum Onderwijs in Zeeland). Op deze wijze worden schaalvoordelen benut in de zin van kennis en financiën. De uitvoering van het contract door Van Dijk heeft helaas veel te wensen overgelaten. Er zijn stevige afspraken gemaakt ter verbetering van de niet nagekomen afspraken.
Pagina 11 van 74
8. Uitkering na ontslag Niet van toepassing in 2014. In het licht van de krimp wordt op dit moment samen met de collega VO-scholen in Zeeuws-Vlaanderen gewerkt aan een actualisering en aanpassing van het Sociaal Statuut. Mocht het in de toekomst nodig zijn, hier noodgedwongen gebruik van te moeten maken, dan is de organisatie daar op voorbereid.
9. Afhandeling van klachten De school heeft een klachtenregeling, deze is zowel voor ouders als voor personeel. Als een klacht niet in goed overleg met de direct betrokkenen kan worden opgelost, dan wordt de klacht behandeld volgens deze regeling. Alle klachten zijn in 2014 op schoolniveau afgehandeld.
10. Samenwerkingsverbanden Onder 2 en 3 zijn reeds enkele samenwerkingsverbanden genoemd waarin de school participeert. Dit zijn: - Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen in het VO. In kader hiervan participeert de bestuurder in het Bestuur van de Stichting, conform de landelijke richtlijnen. - Samenwerking in het kader van de Hoofdstructuur VMBO-BO Zeeuws-Vlaanderen: zie inhoudelijke toelichting bij 2. In 2014 is deze samenwerking verder uitgewerkt naar vorm en inhoud. Het proces werd begeleid door de Onderwijs Autoriteit Zeeland. Samenwerkingspartners zijn de VO-scholen in Zeeuws-Vlaanderen en ROC Scalda. - Samenwerking met PO/VO-organisaties op gebied van bedrijfsvoering: Reijnaert College, Zeldenrust Steelant College, De Rede, Scoba en Escalda Scholen. - Samenwerking met potentiële partners op het gebied van onderwijs, welzijn, cultuur en sport in het kader van huisvesting en duurzame exploitatie daarvan. Zie punt 3. Overige samenwerkingsverbanden: - Zeeuwse Academische Opleidingsschool/Opleiden in de School: samenwerking met alle Zeeuwse scholen op het gebied van cursussen en opleidingen voor (toekomstige) leraren. - Dienstencentrum Onderwijs (DCO): samenwerking met onderwijsinstellingen en bibliotheken in Zeeland gericht op kennisuitwisseling en efficiency. De directeur Bedrijfsvoering is bestuurslid van het DCO. - Stichting Scholierenvervoer Zeeland: deze stichting beoogt het borgen en verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoer voor scholieren in het VO in Zeeland. De doelgroep bestaat uit leerlingen, die verder dan 10 km van school wonen. - Stichting ZIEN: samenwerkingsverband in Zeeland voor glasvezelverbindingen. Meer dan 100 partners. - REA: Regionaal Educatieve Agenda en LEA: Lokaal Educatieve Agenda. - Zeeuws Bestuurdersoverleg VO: hierin participeren alle besturen voor VO in Zeeland. - ZeeBra: scholen voor VO in Zeeland en Brabant, die met elkaar een netwerk onderhouden op tal van beleidsterreinen. - Werkgroep Onderwijs van de Euregio Scheldemond: de bestuurder heeft hierin zitting namens het Zeeuws Bestuurdersoverleg VO. Vanuit deze werkgroep zijn/worden er contacten gelegd met het gemeenschaps-, stedelijk, katholiek en provinciaal onderwijs in Oost- en West-Vlaanderen. De bestuurder zit de werkgroep Grensoverschrijdend Techniekonderwijs voor.
Pagina 12 van 74
-
ZAT: in het kader van de multidisciplinaire casuïstiek Zorg is het Zwin College gastheerschool voor het multidisciplinair overleg dienaangaande. En uiteraard participerend.
Pagina 13 van 74
FINANCIEEL BELEID
Boekjaar 2014 1. Financiële positie op balansdatum. Over het boekjaar 2014 is een negatief resultaat van €-77.517 gerealiseerd, terwijl het begrote resultaat over dit jaar € -1 bedraagt. Het eigen vermogen bedraagt per 31-12-2014 € 1.184.432; hierin is inbegrepen een bestemmingsreserve BAPO ter grootte van € 121.913.
2. Kengetallen. Ten aanzien van de in het verslag opgenomen kengetallen kan het volgende gemeld worden: Financiële kengetallen: Liquiditeit staat op 1,22; signaleringsgrens: 0,50 Solvabiliteit staat op 63,4; streefcijfer is minimaal 50. Rentabiliteit staat op -0,9; signaleringsgrens 0. Weerstandsvermogen1 (EV/TB) 13,9; streefcijfer is minimaal 15. Weerstandsvermogen 2 (zoals genoemd op pagina 29 van deze jaarrekening) staat op: -3,2; streefcijfer ligt tussen 10 en 40. Kapitalisatiefactor (TV - G&T)/TB staat op 19,3; voor dit kengetal wordt geen ondergrens gehanteerd, de bovengrens voor een school van onze omvang ligt op ±50. Een te hoge kapitalisatiefactor zou kunnen duiden op een inefficiënte benutting van het kapitaal. Bij de conclusie hieronder wordt nader ingegaan op deze getallen. Leerlingaantal: Het aantal leerlingen op 1 oktober 2013 bedraagt 1075. De leerlingenprognoses wijzen uit dat dit aantal de komende jaren gaat dalen tot ± 928 op 1 augustus 2018. Daarna zal het aantal forser gaan dalen gelet op de aantallen leerlingen in het basisonderwijs. Samen met de gemeente en het basisonderwijs wordt er gezocht naar mogelijkheden om ervoor te zorgen dat alle leerlingen in onze regio ook daadwerkelijk kiezen voor onderwijs binnen onze regio. In dit kader blijft een goede PR naar en een goede communicatie met alle stakeholders van groot belang. Schoolresultaten: Aan deze resultaten is aandacht besteed bij punt 5 van onderdeel A van dit bestuursverslag. Personele bezetting in fte’s per 31-12-2014: De personele bezetting in fte’s is als volgt onderverdeeld: Directie: 5,1000 fte’s (2013 – 5,9) OP: 70,5900 fte’s (2013-72,34) OOP: 22,7000 fte’s (2013- 23,50) 2014 totaal 98.39 fte (inclusief vervanging 104,0921 fte)
Pagina 14 van 74
Gelet op de gestage terugloop van het aantal leerlingen, zal het aantal fte’s in alle categorieën in de nabije toekomst moeten worden teruggebracht. Tot voor kort liet het zich aanzien dat dit in de categorieën directie en OP goeddeels via natuurlijk verloop tot stand gebracht zou kunnen worden gezien de leeftijdsopbouw in deze categorieën. Toenemende onzekerheid over wet- en regelgeving betreffende vervroegd uittreden en verhoging van de AOW-leeftijd maakt het een stuk onzekerder of dat dit allemaal wel tijdig via natuurlijk verloop tot stand gebracht kan worden. Voor de categorie OOP is het überhaupt maar zeer de vraag of de weg langs natuurlijk verloop voldoende zal zijn om de noodzakelijke afname van het aantal fte’s te realiseren. Verder zal het in dit kader wellicht ook noodzakelijk zijn dat personeelsleden zich moeten laten om- of bijscholen. Materiële vaste activa De toelichting op dit punt in de jaarrekening spreekt voor zich en behoeft o.i. hier geen nadere uitleg of toelichting. Financiële vaste activa De Stichting beschikt niet over financiële vaste activa. Vorderingen Ook hierbij verwijzen we naar de toelichting in de jaarrekening Liquide middelen Het bedrag aan liquide middelen bedraagt € 955.561 per 31-12-2014 tegen € 1.293.876 per 31-12-2013. De teruggang van € 338.315 in de stand van de liquide middelen is als volgt te verklaren: We nemen het exploitatieresultaat hierin als uitgangspunt. Het exploitatieresultaat (voor financiële baten en lasten) bedraagt negatief € 84.391. Op dit resultaat dienen nog enkele aanpassingen gedaan te worden om tot de afname te komen van de stand in liquide middelen. Deze aanpassingen hebben te maken met het verschil in kosten en uitgaven en in het verschil tussen inkomsten en ontvangsten. Afschrijvingen zijn wel kosten, echter lijden deze niet tot een uitstroom van liquide middelen. Hierdoor dient er op het resultaat een correctie gedaan te worden van positief € 130.224. Daarnaast hebben er diverse mutaties plaatsgevonden op de voorzieningen. De dotaties van € 5.712 en € 61.930 aan resp. de voorziening jubilea als de voorziening onderhoud zijn wel kosten, echter lijden deze niet tot een uitstroom van liquide middelen. De vrijval van € 24.202 van de voorziening spaarverlof zijn wel kosten (negatief), echter lijdt dit niet tot een uit/instroom van liquide middelen. Ten slotte zijn er nog onttrekkingen geweest aan de voorziening jubilea voor € 3.663 en aan de voorziening onderhoud voor € 16.571. De onttrekkingen zijn geen kosten, echter lijden ze wel tot een uitstroom van liquide middelen. Per saldo dient er op het resultaat een correctie gedaan te worden van positief € 23.206. Ten opzichte van het voorgaande jaar zijn de vorderingen met € 152.787 toegenomen. Dit betekent concreet dat de instroom van liquide middelen voor dit bedrag lager is en dit heeft zijn rechtstreekse invloed op de hoogte van de liquide middelen. Stand van de liquide middelen is € 152.787 lager. Ten opzichte van het voorgaande jaar zijn de kortlopende schulden met € 85.180 afgenomen. Dit betekent concreet van de uitstroom van liquide middelen voor dit bedrag hoger is en dit Pagina 15 van 74
heeft zijn rechtstreekse invloed op de hoogte van de liquide middelen. Stand van de liquide middelen is € 85.180 lager. Alle voornoemde punten tezamen zorgen voor een kasstroom van negatief € 168.928. (afname in liquide middelen) Vervolgens is er voor € 8.079 rente ontvangen en was er voor € 1.205 aan bankkosten. Per saldo zorgt dit voor een toename van de liquide middelen van € 6.874. Ten slotte zijn er nog investeringen gedaan in de materiële vaste activa voor € 176.261. Dit zijn geen kosten en zijn derhalve niet verwerkt in het resultaat, echter lijdt het wel tot een uitstroom van liquide middelen. Zo komen we op een totale mutatie van de liquide middelen van € 338.315
Eigen vermogen Door het negatieve financiële exploitatieresultaat neemt het eigen vermogen dit boekjaar af. Het streven is om dit vermogen op peil te houden. Voorzieningen Van de hoogte van de voorzieningen mag worden vastgesteld dat deze goed op peil zijn. Kortlopende schulden Dit zijn de gebruikelijke posten die elk jaar terugkeren en waar verder geen bijzonderheden over te melden zijn. Begroting 2014 Op het moment dat de begroting wordt vastgesteld zijn een aantal zaken onbekend. De te verwachten baten worden begroot op een moment dat de te verwachten bekostiging nog niet bekend is. Ook is de GPL nog niet vastgesteld. Uitgangspunt is dat het Zwin College kan voldoen aan de financiële verplichtingen t.a.v. het personeel. Met de vaststelling van dat bedrag ligt al zo’n 80% van het te besteden bedrag vast. Het begroten van de materiële kosten wordt gebaseerd op ervaringsgegevens. Door het verschijnsel “stille bezuinigingen” wordt het maken van een sluitende begroting problematisch. Ook wordt het maken van bewuste keuzes als het gaat om investeringen, hierdoor zeer bemoeilijkt. Het opstellen van een sluitende begroting blijft ons streven. Conclusie: Als we de financiële kengetallen per 31 december 2014 in ogenschouw nemen kunnen we stellen dat er sprake is van een lichte daling, maar dat de school in vrijwel alle gevallen nog niet in de buurt van de signaleringsgrens komt. Mede gelet op de toekomstige ontwikkelingen blijft het zaak voor de gehele organisatie om de financiën scherp in de gaten te blijven houden ter voorkoming van onaangename verrassingen op dit terrein.
Pagina 16 van 74
3. Gang van zaken gedurende het verslagjaar. Exploitatieresultaat Zoals al bij punt 1 is vermeld bedraagt het exploitatieresultaat € -77.517 terwijl er een resultaat van € -1 was begroot. Hieruit blijkt dat we er niet in geslaagd zijn om het jaar af te sluiten met een positief resultaat. Steeds meer ziet het ernaar uit dat de bekostiging van de overheid zodanig van aard is dat het scholen nog nauwelijks of niet lukt om uit te komen met de toegekende financiële middelen. Wat dat aangaat zien we de toekomst toch met de nodige zorg tegemoet. Temeer daar we in deze krimpregio van de overheid geen extra middelen mogen verwachten. Een gedegen financieel beleid en het stringent volgen van de cijfers in de loop van het boekjaar door alle betrokkenen zal zeker hoge prioriteit moeten hebben om ervoor te zorgen dat de school niet opnieuw met exploitatietekorten te maken zal krijgen. Met het voeren van de administratie in eigen beheer moeten we in staat zijn eventuele financiële problemen voor te blijven. Rijksbijdragen De rijksbijdragen zijn hoger dan begroot. Dat komt onder meer door aanpassingen van de GPL en andere onderdelen, tevens vanwege de salaris verhoging afgesproken in de CAO. Overige baten Voor wat betreft de overige baten zijn er geen bijzonderheden te melden. Personele lasten Deze zijn zo’n € 268.829 hoger dan begroot. Redenen voor deze hogere personeelslasten zijn diverse redenen: - Er vindt geen vrijval “BAPO” voor nieuwe gevallen meer plaats, dus opname van uitgestelde BAPO komt nu rechtstreeks ten laste van de financiële exploitatie; - Er is veel vervanging noodzakelijk gebleken. - De pensioenpremie is gestegen Afschrijvingslasten Het totaal aan afschrijvingslasten is € 19.902,- hoger dan begroot. Dat vindt zijn oorzaak in het feit dat tijdens het vervaardigen van de begroting bepaalde investeringen niet bekend noch voorspelbaar zijn.
Pagina 17 van 74
Huisvestingslasten Bij de huisvestingslasten blijkt uit de post energie en water dat er dit boekjaar zo’n € 22.000 meer op deze post is uitgegeven dan begroot. Wij zijn overgestapt op een nieuwe leverancier en daardoor heeft in dit kalenderjaar een extra afrekening plaatsgevonden. Leermiddelen Deze post is dit jaar binnen het budget gebleven. Het aantal nieuwe methodes is beperkt gebleven.
Financiële baten en lasten Het saldo van deze baten is door de extreem lage rentestand lager dan wat er was begroot.
Investeringen en financieringsbeleid Kortheidshalve willen we verwijzen naar hetgeen hierover bij voorafgaande punten is vermeld.
4. Treasurymanagement. De Stichting beschikt niet over beleggingen en beleningen. Treasurystatuut Het treasurystatuut is 1 augustus 2014 vastgesteld door het bestuur van de Stichting. De algemeen directeur/bestuurder is belast met de uitvoering van het treasurybeleid. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling beleggen en belenen van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen, wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. Het treasurybeleid is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van het debiteurenrisico, het renterisico en het interne liquiditeitsrisico. De liquide middelen zijn deels weggezet op een vermogensspaarrekening. Daarnaast staan nog middelen op een vrij opneembare spaarrekening.
5. Toekomstparagraaf Een school waarvan het voedingsgebied zich bevindt in een krimp-regio, onzekerheid over het overheidsbeleid en dan met name over onderwijsbeleid en sociaal beleid maken het niet eenvoudig om een concreet toekomstbeeld van de school te schetsen en meer bepaald wat de financiële gevolgen zijn van een en ander. De krimp vraagt om een tijdige aanpassing van de formatie en van overige lasten. Momenteel vindt een onderzoek plaats naar de vorm en mogelijkheden van een verregaande samenwerking tussen de Zeeuws-Vlaamse scholen. In het schooljaar 2015-2016 komt de definitieve managementstructuur van het Zwin College tot stand. Dit zal mogelijk frictiekosten met zich mee brengen, als er voor de vervallen functie van afdelingsdirecteur, werkzaamheden bij derden moeten worden neergelegd. Pagina 18 van 74
Samenwerking in welke vorm dan ook zal nodig zijn om het voorzieningenniveau op onderwijsgebied in onze regio in stand te houden. Uit een meerjaren prognose personele kosten voor onze school blijkt dat de ontwikkeling hiervan de komende jaren grote zorgen baart. Voor de jaren daarna wordt deze ontwikkeling nog een stuk onzekerder omdat dan volgens de prognoses de leerlingenaantallen behoorlijk gaan afnemen en er momenteel de nodige onzekerheid bestaat over de regelingen die betrekking hebben op het feit wanneer mensen kunnen stoppen met werken. als je dit bekijkt in het licht van het landelijk beeld wat dit betreft. De in de toekomst vrijkomende vierkante meters, de zogenaamde functionele leegstand, zal door de gemeente Sluis aan externe partners in de verhuur worden aangeboden. De Zeeuwse Muziekschool heeft in maart 2014 haar intrek genomen en ook met de Zeeuwse Bibliotheek en de PO besturen uit West Zeeuws-Vlaanderen zijn hierover gesprekken gaande. Desalniettemin is het resultaat over 2014 negatief en dus vraagt de situatie om een grote mate van alertheid om de komende jaren positief te kunnen eindigen; tijdig en adequaat reageren op voorziene en wellicht onvoorziene omstandigheden blijft hard nodig om ervoor te zorgen dat onze stichting ook in de komende jaren een financieel gezonde instelling blijft.
Pagina 19 van 74
CONTINUITEITSPARAGRAAF en TOELICHTING MEERJARENBEGROTING 2015-2018 De begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn door de bestuurder voorlopig vastgesteld en door de Raad van Toezicht Zwin College voorlopig goedgekeurd in zijn vergadering van 23 maart 2015 INLEIDING: De financiële effecten van het Najaarsakkoord hebben deels hun uitwerking gehad in 2013 en hebben een vervolg gekregen in 2014 en verder. De prestatie box vormt daarin de belangrijkste component. De middelen hiervoor blijven beschikbaar en zullen verder worden uitgebouwd naar 2018. Daarnaast moet wel worden opgemerkt dat ook eerder doorgevoerde bezuinigingen van kracht blijven. De school volgt de actuele financiële overzichten zoals die periodiek door de VO-raad ter beschikking worden gesteld en baseert zich hierop voor de meerjarenbegroting. Veel ontwikkelingen zijn echter als gevolg van politieke besluitvorming aan verandering onderhevig of moeten nog besluitvorming ondergaan. Zo is besloten om de subsidie maatschappelijke stage een jaar eerder te stoppen dan aanvankelijk de bedoeling was. De middelen van 2014 zijn bedoeld voor het schooljaar 2014-2015. De vergoeding voor de materiële lumpsum is echter verhoogd en dit geldt ook voor de uitvoering van het Convenant Leerkracht (de functiemix). Ook is in 2014 de personele lumpsum licht verhoogd (0,3%) in verband met de compensatie van de werkgeverslasten. Uitgangspunt is de vastgestelde begroting 2015. De nieuwe CAO-VO 2014-2015 heeft geleid tot een salarisverhoging van 1,2% per 1 augustus 2014, de invoering van een persoonsgebonden budget en een aangepaste seniorenregeling. Verder moet als gevolg van de CAO uitvoering worden gegeven aan een transitieplan met betrekking tot een gewijzigde benadering van het aantal onderwijsweken. Het is nog onduidelijk of dit financiële gevolgen heeft. In het schooljaar 2014-2015 (voor de zomer) vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheden van een bestuurlijke samenwerking. De bestuurders van het Reynaert College Hulst, de Stedelijke Scholengemeenschap De Rede Terneuzen en het Zwin College Oostburg zijn voornemens om in april een convenant te ondertekenen met het oog op nauwere samenwerking. Hierin verklaren deze besturen zich actief in te zullen zetten voor het toekomstbestendig maken (behoud, versterking en verrijking) van het voortgezet onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen. De besturen van de drie scholen zijn er zich van bewust dat dit alleen succesvol aangepakt kan worden door duurzaam, niet-vrijblijvend samen te werken bij de inrichting en organisatie van het voortgezet onderwijs binnen de regio. Het aantal jongeren in Zeeuws-Vlaanderen zal de komende jaren substantieel afnemen. Die daling is van grote invloed op de bekostiging en de inrichting van het onderwijs op de scholen in Zeeuws-Vlaanderen. De duurzame aanwezigheid van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van voortgezet onderwijs is van groot belang voor de leefbaarheid en de sociaal economische ontwikkeling van de regio. Alle vo-scholen binnen Zeeuws-Vlaanderen werken op dit moment al intensief met elkaar samen. Bijvoorbeeld bij de inrichting van doorlopende leerlijnen vmbo-mbo, bij de gezamenlijke inrichting van techniekonderwijs, bij de ontwikkeling van onderwijs algemeen, bij Passend Onderwijs en bij het afstemmen van vele andere zaken. Deze samenwerking is in het belang van leerlingen, ouders en het personeel van Pagina 20 van 74
de betrokken schoolbesturen en ook van bedrijven, instellingen en de Zeeuws-Vlaamse samenleving als geheel. In het convenant staat tevens beschreven dat er op korte termijn een onderzoek plaats zal vinden naar de mogelijkheden en de meerwaarde van bestuurlijke samenwerking tussen de organisaties in een nog nader te bepalen juridische vorm. Het Zeldenrust-Steelantcollege heeft aangegeven geen onderdeel uit te willen maken van een dergelijk onderzoek en zal daarom het betreffende convenant niet ondertekenen. Wel zal zij samen met de overige besturen, waar mogelijk, een bijdrage blijven leveren aan het zoeken naar oplossingen tot behoud van een kwalitatief sterk onderwijsaanbod in de regio. Welke de financiële gevolgen van deze ontwikkelingen zijn is vooralsnog niet te voorzien, maar op het gebied van samenwerking in de backoffice moeten gezamenlijke besparingen mogelijk zijn. Hier is echter in de voorliggende meerjarenbegroting nog geen rekening gehouden. Zoals uit de bijgaande balans en staat van baten en lasten blijkt, zal het eigen vermogen bij ongewijzigd beleid elk jaar afnemen. Om dit tij te kunnen keren zullen beleidsmaatregelen worden genomen binnen de samenwerking tussen de genoemde VO scholen. Risico analyse Zie hiervoor onderdeel B2 in de gegevensset. In schooljaar 2013-2014 heeft de VO-raad een onderzoek gedaan naar verbetering van de bedrijfsvoering. In het rapport worden aanbevelingen gedaan. Op basis van deze aanbevelingen worden zowel op organisatorisch, financieel als onderwijskundig gebied een aantal maatregelen naar de toekomst doorgevoerd en voorbereid. Prestatiebox Voor de uitwerking van de doelstellingen van het bestuursakkoord zoals die voor de periode 2012-2015 gesloten is tussen overheid en de VO-Raad ontvangen de scholen aanvullende middelen in de vorm van de ‘prestatiebox’. Deze middelen worden nu ook na 2015 gecontinueerd. Voor de inzet van deze aanvullende middelen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij reeds lopende projecten in de school. Hieronder vallen o.a. de verdere ontwikkeling van het aanbod voor excellente leerlingen, taalen rekenbeleid met daarnaast de ontwikkeling van een (introductie)programma voor nieuwe leerkrachten en de inzet van docentencoaches. Lessentabel Met ingang van het schooljaar 2015-2016 wordt de lessentabel op enkele punten aangepast. Dit betreft de combinatie van keuzevakken en het maken van combinatielesgroepen. Groepssplitsingen e.d. zullen alleen mogelijk zijn als dit binnen de formatieve ruimte past. Tevens zal intensief overleg plaatsvinden tussen de Zeeuws-Vlaamse VO-scholen om formatieve problemen onderling op te lossen, zeker daar waar het de kwalitatieve problemen betreft. Aanpassingen in de lessentabel naar de toekomst liggen voor de hand, in het kader van de wet op de onderwijstijd en de voorgenomen bestuurlijke samenwerking in ZeeuwsVlaanderen.
Pagina 21 van 74
Digitalisering onderwijs In de begrotingsperiode zal de digitalisering van het onderwijs toenemen. Het Zwin College zal pas overschakelen op digitaal leermateriaal als dat van toegevoegde waarde is, dus “geen boek achter glas”. Arbeidsvoorwaarden CAO-VO 2014-2015 Per 1 augustus 2014 is de nieuwe CAO-VO van kracht geworden. Belangrijke wijzigingen zijn de invoering van een persoonsgebonden budget, een nieuwe seniorenregeling vanaf 57 jaar en een overgangsregeling voor de bapo-gerechtigden. De uitwerking van de CAO is opgenomen in de formatie-toedeling per 1 augustus 2014 en vormt onderdeel van de meerjarenbegroting. Herbezetting LBP-verlof Bij de herbezetting van het LBP-verlof (levensfasebewust personeelsbeleid), voorheen bapoverlof is het zaak om te anticiperen op de leerlingenterugloop die vanaf schooljaar 2015-2016 zal plaatsvinden en waarbij het noodzaak is de lasten af te stemmen op de baten. Er zal dan ook geen sprake kunnen zijn van een automatische herbezetting. Materiele Lumpsum Voor de bepaling van de materiële rijksbijdrage hebben de normen, die vastgesteld zijn voor het kalenderjaar 2014 als basis gediend. De materiële lumpsum wordt onderscheiden in een aantal componenten: 1) vaste voet, 2) schoonmaakvergoeding, 3) instandhouding schoolgebouwen, 4) exploitatievergoeding, 5) gratis lesmateriaal, met een afzonderlijke vergoeding van € 307,- per leerling.
Toelichting baten Normvergoeding De rijksbijdragen zijn voor het lumpsum deel, materieel en personeel, gerelateerd aan het leerlingenaantal. Fluctuatie in het leerlingenaantal heeft gevolgen voor de bekostiging. De gemiddelde lumpsumvergoeding per leerling bedraagt bij benadering voor de personele lumpsum € 5.700,- en voor de materiële lumpsum € 1.100, -, dit is inclusief de vergoeding voor gratis lesmateriaal. De normen die OC&W hanteert bij de vaststelling van de rijksvergoeding zijn bepalend voor de totale subsidieomvang. Overige subsidies Onder de overige subsidies worden aanvullende bijdragen van OC&W verantwoord met een specifieke bestemming. De belangrijkste wordt gevormd door de prestatie box. Gezien de informatie van de VO-raad kan eigenlijk gesteld worden dat deze subsidie een structureel karakter heeft gekregen. De subsidie Leerlinggebonden Financiering (LGF/rugzakje) is met de invoering van het passend onderwijs per 1 augustus 2014 komen te vervallen. Voor de zorgleerlingen blijven wel aparte gelden beschikbaar, maar deze worden ingezet via het samenwerkingsverband.
Pagina 22 van 74
De subsidie Maatschappelijke Stage is voor het laatst toegekend voor het schooljaar 20142015. Met de gemeente Sluis is afgesproken wel door te gaan met de maatschappelijke stage. De nog in te zetten middelen hiervoor zullen moeten worden vrijgemaakt uit de reguliere bekostiging. Verder zijn nog de volgende subsidies van toepassing. Een prestatiesubsidie om het aantal vroegtijdige schoolverlaters (VSV) zoveel mogelijk te beperken. Een subsidie voor visueel gehandicapten, voor nieuwkomers en voor lerarenbeurzen ter vervanging van het verlof van de betrokken studerende docent. Het gaat bij deze subsidies om relatief kleine bedragen, die ook vaak van tijdelijke aard zijn. Overige baten Er zijn overige baten door medegebruik van lokalen en kantine en contractonderwijs. Door de daling van het leerlingaantal is functionele leegstand ontstaan. De gemeente Sluis wil deze ruimte inzetten voor partijen die nu elders in de gemeente gehuisvest zijn. In eerste instantie zullen de PO besturen en de openbare bibliotheek hun intrek nemen. Toelichting lasten Personele lasten De personele lasten staan in 2015 onder invloed van de uitwerking van de nieuwe CAO-VO 2014-2015 en de uitvoering van de laatste tranche van de functiemix. De verhoging van het aantal LC- en LD-functies werkt hierin kostenverhogend, hiervoor is in de lumpsumvergoeding een extra bekostigingscomponent opgenomen.
Formatieve inzet Inzet van lessen en taken is gerelateerd aan het leerlingenaantal. Het systeem van het taakbeleid houdt een beschikbare ruimte in van 116 klokuren per fte. Tijdens de voortgangsen beoordelingsgesprekken zullen met de individuele werknemer afspraken worden gemaakt over de invulling hiervan. Daarbij zullen met de komst van de nieuwe CAO-VO 2014-2015 ook nog de nieuwe bepalingen (transitieplan) omtrent de onderwijstijd betrokken moeten worden. Invoering van een nieuw taakbeleid behoeft een twee-derde meerderheid van het onderwijzend personeel. Tot en met het schooljaar 2014-2015 is er nog sprake van een lichte groei in het leerlingenaantal. De meerjarenleerlingenprognose laat zien dat daarna de krimp in de bevolkingsopbouw ook merkbaar zal zijn in het voortgezet onderwijs. Het is zaak om in de komende jaren reeds voldoende te anticiperen op deze leerlingenterugloop. Dit houdt in dat bij natuurlijk verloop niet in alle gevallen zal worden overgegaan tot herbezetting en dat de component tijdelijk personeel voldoende groot moet blijven om daarmee ook de formatieve inzet substantieel te kunnen verminderen. Hoewel dit uitgangspunt zich vaak niet verhoudt met de gewenste continueringen van tijdelijk personeel, zal toch gestuurd moeten worden op het uitblijven van langlopende structurele verplichtingen. Dit houdt in dat er zeer kritisch gekeken wordt naar het uitgeven van vaste dienstverbanden.
Pagina 23 van 74
Scholing In de gesprekkencyclus zoals die wordt uitgevoerd door de direct leidinggevenden vormt de eigen scholing van de medewerkers een terugkerend onderwerp. Medewerkers stellen zelf een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Het onderwijzend personeel en de technisch onderwijs assistenten hebben binnen de normjaartaak 10% ruimte voor eigen deskundigheidsbevordering. Bij een fulltime dienstverband bedraagt dit 170 uur. Op grond van de CAO is voor hen een scholingsbudget beschikbaar van € 600,- per persoon. Voor het onderwijs ondersteunend personeel bedraagt de scholingstijd 40 klokuren en het scholingsbudget € 500,- per persoon. Op grond van de wet BIO zijn medewerkers zelf verantwoordelijk voor het vullen van hun bekwaamheidsdossier. Vermindering i.v.m. verrekening uitkeringskosten Deze post bestaat uit een bedrag voor de landelijke verevening van de uitkeringskosten en uit een bedrag van de uitkeringskosten van gewezen personeel waarvan bij een toegekende uitkering 25% voor rekening komt van de werkgever. In deze post is ook een bedrag opgenomen ter dekking van eventuele arbeidsrechtelijke procedures. Eigen Risicodragerschap Ziektevervanging De school is eigen risicodrager ten aanzien van de vervangingskosten bij ziekte. Hiervoor is een aparte begrotingspost ingericht. Met een strakke sturing op het ziekteverzuim en meer inzet van de Arbodienst willen wij het ziekteverzuimpercentage (±5,0%) naar beneden brengen. Dit is van groot belang voor het goed functioneren voor de organisatie en betekent tevens dat er minder vervangingskosten behoeven te worden gemaakt. Daarnaast zijn op medische gronden enkele langdurige ziektegevallen komen te vervallen. Het ziekteverzuimpercentage in 2013 en 2014 bedraagt respectievelijk 4,37% en 4,71%. Door de krimp zullen wij bij vervanging zoveel mogelijk vast personeel in zetten om ook op deze manier kosten te besparen. Spaarbapo Voor de medewerkers die in het verleden hun bapo-verlof hebben gespaard is een bestemmingsreserve ingericht. Deze reserve wordt aangesproken ter vervanging van de afwezige medewerker. Voorzieningen Voor het onderhoud van het gebouw is het opgestelde meerjarenonderhoudsplan bepalend. Dit is in 2011 geactualiseerd. De voorziening voor het LBP is berekend aan de hand van het huidige aantal personeelsleden dat in aanmerking komt voor het persoonsgebonden budget. De voorziening moet de kosten dekken van vervanging en van uitbetaling als het saldo na een spaarperiode van 4 jaar door de medewerker wordt ingezet. Deze voorziening zal in de begroting voor 2016 worden gecreëerd. Investeringen en Afschrijvingen De investeringen in de begrotingsperiode omvatten vervanging laptops/ PC’s onderwijzend personeel en eventuele aanpassingen ICT-infrastructuur. De ICT-infrastructuur is in 2014 aangepast voor WiFi gebruik door alle leerlingen en personeel. De capaciteit moet eventueel nog verder worden verhoogd voor meer gebruikers en voor het gebruik van meerdere devices per gebruiker.
Pagina 24 van 74
Voor bepaling van de afschrijvingslast is verder zoveel mogelijk rekening gehouden met de thans bekende en geplande investeringen. Investeringen zijn vooral gericht op vervanging van huidige inventaris, meubilair en machines. Huisvestingslasten In de schooljaren 2015-2018 is er sprake van investeringen voor gebouwaanpassingen ten aanzien van de programma’s in het VMBO en de her-modellering van het onderwijs. Dit concretiseert zich in planvorming bepaalde afdelingen op andere locaties in het gebouw onder te brengen. Tevens zullen door functionele leegstand, delen van het gebouw een andere bestemming krijgen en worden gebruikt door externe partijen. De vaste lasten per m2 zullen door de Gemeente Sluis aan het Zwin College worden vergoed. De huurkosten voor een externe sportlocatie vormen onderdeel van de huisvestingslasten. Overige instellingslasten Administratie, beheer en bestuur De post administratie, beheer en bestuur omvat o.a. kosten voor, bestuur, administratie accountant en uren externen. Door gezamenlijke inkoop via het inkoopplatform DCO worden schaalvoordelen behaald. Op meer verschillende inkooponderdelen valt meer voordeel te verwachten in de komende jaren. Ter bekostiging van de coördinerende inkoopcommissie DCO wordt een bijdrage betaald. Door de terugverdieneffecten zal dit weer ruimschoots goed worden gemaakt. ICT Op deze post drukken met name de licenties van de softwarepakketten; Microsoft, Magister, Afas en Zermelo. Leermiddelen In 2014 is door 9 scholen binnen DCO een nieuwe Europese aanbestedingsprocedure voor het inkopen van de schoolboeken afgerond. Van Dijk’s Boekhuis heeft de gunning gekregen. De aanschaf van de boeken voor het schooljaar 2014-2015 heeft voor het eerst onder de werking van het nieuwe contract plaatsgevonden. Resultaat Op grond van de hiervoor beschreven ontwikkelingen en uitgangspunten zullen met name door gerichte investeringen in het gebouw en in de digitalisering van het onderwijs en vooral het niet in de pas lopen van het personeelsbestand met de krimp, niet alle begrotingsjaren met een positief exploitatiesaldo worden afgesloten. In hoeverre de samenwerking tussen de Zeeuws-Vlaamse VO-scholen hierin verlichting kan brengen, zal de toekomst uitwijzen. Financiële baten en lasten De tegoeden van de school zijn weggezet op een vermogensspaarrekening en op een spaarvrijrekening. Door de lage rentevergoedingen is er in verhouding tot voorgaande jaren sprake van lage rentebaten.
Pagina 25 van 74
A
GEGEVENSSET
A1
Ontwikkelingen in het leerlingenaantal en de personele bezetting
Per 31/12
2014
2015
2016
2017
-Directie -Onderw. Personeel -Onder. O. Personeel
5,1 71 23
4,6 68 23
4,0 67 22
4,0 65 21
leerlingaantal
1075
1015
991
946
Personele bezetting in FTE:
Het schooljaar 2014-2015 is het laatste jaar waar sprake is van een stabilisatie van het leerlingenaantal. De komende jaren zal het aantal dalen van 1075 in het schooljaar 14/15 tot 893 in het schooljaar 19/20. De prognose is gebaseerd op de leerlingaantallen van de toeleverende basisscholen. Ten aanzien van de personele bezetting wordt voor wat betreft de afvloeiing gerekend mat de leeftijd waarop men AOW gaat ontvangen. In de praktijk blijkt de laatste jaren dat men meestal eerder met keuzepensioen gaat. Eventuele vacatureruimte, vervanging voor ouderschaps-, zwangerschapsverlof en vervanging voor zieke collega’s, zal opgevuld worden middels tijdelijke contracten. Als de eerder geschetste samenwerking binnen ZeeuwsVlaanderen vorm krijgt, biedt dat door samenwerking met de andere scholen mogelijkheden voor de personele bezetting (uitwisseling/ detachering enz..)
Pagina 26 van 74
Kengetallen Kapitalisatiefactor totaal kapitaal gebouwen en terreinen totaal baten + financiele baten
2015 2016 2017 2018 € 2.392.323 € 2.336.123 € 2.270.755 € 2.087.891 € 907.856 € 872.175 € 836.494 € 800.812 € 8.379.182 € 7.901.778 € 7.728.261 € 7.408.516 17,7% 18,5% 18,6% 17,4%
Solvabiliteit eigen vermogen balanstotaal
€ €
1.190.937 2.392.323 0,50
€ €
1.140.370 2.336.123 0,49
€ €
1.075.634 2.270.755 0,47
€ €
893.402 2.087.891 0,43
Liquiditeit vlottende activa kortlopende schulden
€ €
1.160.435 730.000 1,6
€ €
1.125.168 730.000 1,5
€ €
1.086.248 730.000 1,5
€ €
926.838 730.000 1,3
saldo gewone bedrijfsvoering baten gewone bedrijfsvoering
€ €
153.881 8.379.182 2%
Weerstandsvermogen 1 eigen vermogen materiële vaste activa rijksbijdrage OC&W
€ € €
Weerstandsvermogen 2 eigen vermogen baten incl fin. baten
€ €
Rentabiliteit € 50.567€ 7.901.778 -1%
€ 64.736€ 7.728.261 -1%
€ 182.232€ 7.408.516 -2%
1.190.937 1.231.887 8.043.125 -1%
€ € €
1.140.370 1.210.955 7.599.454 -1%
€ € €
1.075.634 1.184.507 7.432.697 -1%
€ € €
893.402 1.161.053 7.117.968 -4%
1.190.937 8.379.182 14%
€ €
1.140.370 7.901.778 14%
€ €
1.075.634 7.728.261 14%
€ €
893.402 7.408.516 12%
Toelichting op de kengetallen van de meerjarenbegroting: Kapitalisatiefactor Uit het verloop van de kapitalisatiefactor blijkt dat de komende jaren het kapitaal voldoende efficiënt wordt benut. Solvabiliteit De solvabiliteit neemt naarmate de jaren uit dit overzicht vorderen af. Toch kan geconcludeerd worden dat het bestuur over deze periode in staat zal zijn aan haar verplichtingen te voldoen. Liquiditeit Ondanks een afname gedurende de looptijd van deze meerjarenbalans, blijkt dat het bestuur ook op de korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Pagina 27 van 74
Rentabiliteit Het getal geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Dit getal laat reden tot zorgen zien en in deze periode zullen alle middelen moeten worden aangewend om dit getal weer positief te krijgen. Weerstandsvermogen Ook het weerstandsvermogen laat een zorgelijke ontwikkeling zien.
Conclusie: De kengetallen geven een negatieve trend aan naar de toekomst. De door de besturen van drie Zeeuws-Vlaamse scholen uitgesproken intentie tot verregaande samenwerking moet ertoe leiden dat de beschikbare middelen doelmatiger kunnen worden ingezet, zowel op personeelals op materieel vlak. Gezamenlijk willen de besturen de verantwoordelijkheid nemen voor een duurzame onderwijsvoorziening in de regio. Samenwerking moet ertoe leiden dat de bovengenoemde kengetallen weer een stabiele, zelfs positieve trend te zien geven.
Pagina 28 van 74
A2
Meerjarenbegroting
Pagina 29 van 74
Pagina 30 van 74
Zoals uit bovenstaande meerjarenbegroting blijkt zullen bij ongewijzigd beleid de tekorten toenemen. De sterke daling van het leerlingaantal betekent een daling van de rijksbijdragen, die slecht gedeeltelijk zullen worden gecompenseerd door uittredende medewerkers als gevolg van pensionering, hierbij uitgaande van uittreding op de pensioengerechtigde AOW leeftijd. De eventuele vacatureruimte zal waar mogelijk worden opgevuld met tijdelijke contracten. De voorgenomen samenwerking tussen de Zeeuws-Vlaamse scholen biedt hier wellicht perspectieven in de zin van uitwisselen en bij elkaar detacheren van medewerkers. Door het dalend leerlingaantal loopt de functionele leegstand op. Op dit moment van schrijven zo’n 1200 m2. De gemeente Sluis, als economisch eigenaar, heeft het recht deze leegstand op te eisen. In goed overleg zal in de schooljaren 14-15 en 15-16 een aantal lokalen worden afgestoten. De gemeente voert gesprekken met de West Zeeuws-Vlaamse POschoolbesturen om hun bestuurskantoor in het gebouw van het Zwin College onder te brengen. Tevens vinden gesprekken plaats met de openbare bibliotheek om ook haar intrek te nemen in het gebouw. Dit zal een positieve weerslag hebben op de exploitatiekosten van de gedeelte van het gebouw.
Pagina 31 van 74
B1
Fraude risicoanalyse
Pagina 32 van 74
Pagina 33 van 74
B2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden De CVO heeft de volgende risico’s aangemerkt als risico’s die (voor een belangrijk deel) niet beheersbaar zijn en niet kunnen worden voorzien: · fluctuatie in leerlingenaantallen; · financiële gevolgen van arbeidsconflicten; · instabiliteit in de bekostiging; · onvolledige indexatie van de bekostiging. Aan deze vier risico’s wordt een algemeen ‘restrisico’ toegevoegd. Dit restrisico omvat alle risico’s die niet hoog genoeg (of onvoldoende kwantificeerbaar) zijn voor het berekenen van een individueel risicopercentage, maar die cumulatief wel een buffer rechtvaardigen. In de risico-analyse (bijgaand rapport VO-raad) worden bovenstaande algemene risico’s ook als relevante risico’s voor onze school aangemerkt. Daarnaast worden specifiek als risico’s aangemerkt de gevolgen van een eventueel oplopend ziekteverzuim en onvoorziene extra investeringen ten aanzien van ICT (b.v. invoering tablet-onderwijs). De VO Raad is gevraagd om een scan uit te voeren voor “verbetering bedrijfsvoering VO” bij Stichting VO in West Zeeuwsch Vlaanderen te Oostburg (Zwin College). De hieraan gekoppelde doelstelling is tweeledig. Allereerst is het doel om de bedrijfsvoering te analyseren en kernbevindingen te presenteren in onderliggende rapportage. Daarnaast geldt dat de kernbevindingen uiteindelijk zullen leiden tot een “verbeterplan” met conclusies en aanbevelingen voor de korte tot middellange termijn. In het rapport worden bouwstenen aangereikt voor een verbeterplan. Kern van het plan is om de koers (1) van de school te bepalen in samenhang met de inrichting van de organisatie (2) en de financiële randvoorwaarden (3). Dat moet antwoord geven op de kwetsbare positie, waarin de school zich nu bevindt. 1.
2.
Creëren van een stip op de horizon i. Door het beantwoorden van een aantal vragen ontwikkelen van een koers voor het Zwin College op lange termijn, voorbeelden hiervan zijn: 1. wat zijn de ontwikkelingen in de omgeving en wat betekent dat voor de vraag naar onderwijs? 2. Tot welke keuzes leidt dat in het aanbod van de school? Blijft het breed? Of investeren in de uiteindelijke speerpunten? 3. Op welke gebieden samenwerken en hoe dat in te vullen. 4. Wat is het onderwijskundig model, dat duurzaam betaalbaar onderwijs biedt. 5. Hoe borgen we het overdragen van kwaliteit op de toekomstige generatie medewerkers? 6. Personeelsbeleid beschrijven dat aansluit op de koers. Het invullen van de koers heeft consequenties hebben voor de inrichting van de organisatie, waarbij mogelijk kan worden samengewerkt met anderen om de inrichting kwalitatief voldoende te realiseren en tegelijk betaalbaar te houden. De vertaling hiervan vindt plaats in de tweede stap: Pagina 34 van 74
1. Inrichting van de organisatie 2. Inrichten van checks and balances in de financiële organisatie 3. Vastleggen van afspraken in de vorm van procedures (verminderen van afhankelijkheid van personen) 4. Invoeren en controleren van functiescheiding 5. Inzetten van de rol van de accountant 6. Invullen van benodigde expertise 7. Analyse van risico’s en opstellen risicobeheersing
3.
Het financiële aspect zal in bovenstaande onderdelen een belangrijke rol spelen. Dat begint met het begrijpen van de kostenstructuur van de organisatie. Deze kennis zal helpen om de strategische keuzes te maken. Hieronder staan de elementen daarvan opgenomen. 1. Inzicht in kosten van afdelingen en klassen (met name onderscheid onderbouw/bovenbouw) 2. Ontwikkelen van financiële scenario’s op basis van kwalitatieve scenario’s § Stoppen van aanbod van onderdelen § Analyse van kosten van personeel en alternatieve samenstelling § Doorrekenen van andere onderwijsmodellen
Pagina 35 van 74
B3. Verantwoording Raad van Toezicht 2014
Inleiding Sinds 26 januari 2012 heeft de Stichting Voortgezet Onderwijs in West Zeeuwsch-Vlaanderen in het kader van de wet ‘Goed Onderwijs, goed bestuur’ de functiescheiding van het bestuur en intern toezicht geregeld middels het ‘Raad van Toezicht-model’. Het bestuur is vanaf genoemde datum in handen van een bestuurder, welke tevens is benoemd in de functie van algemeen directeur. Het toezicht wordt uitgeoefend door een Raad van Toezicht. In dit hoofdstuk wordt met bestuurder bedoeld de algemeen directeur/bestuurder van het Zwincollege. De Raad van Toezicht heeft de volgende bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken:
Werkgever: Voorzien in een goed functionerend bestuur, het beoordelen van de bestuurder (functionerings- en beoordelingsgesprekken) en het vervullen van de rol van werkgever voor de bestuurder.
Toezicht houden (plannen goedkeuren en monitoren): Het houden van toezicht op het handelen van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de onderwijsinstelling. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht. Dat betekent dat de Raad alle aspecten van de onderwijsinstelling en alle relevante belangen in overweging neemt. Bij de vervulling van haar taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van de onderwijsinstelling, rekening houdend met het feit dat de onderwijsinstelling een organisatie is met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid. De toezichthoudende taak strekt zich in ieder geval uit tot: § de goedkeuring van het strategisch beleid; § de goedkeuring van de jaarrekening en begroting; § de goedkeuring van het jaarverslag (bestuursverslag); § de benoeming en het ontslag van de bestuurder; § de rechtspositie en bezoldiging van de bestuurder; § de wijziging van de statuten.
Klankbord: Het functioneren als klankbord voor de bestuurder.
Pagina 36 van 74
Samenstelling Raad van Toezicht 2014 De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en maatschappelijke achtergronden waarborgt. De Raad van Toezicht van Stichting bestond in 2014 uit de volgende leden: Naam Rol binnen Leeftijd Beroep Van belang zijnde RvT op 31nevenfunctie(s) 122014 Dhr. T.C.A. de Smet Voorzitter 59 Directeur -Stafmedewerker financiën Onderwijs Respont (speciaal onderwijs); -Vertrouwenspersoon voor een schoolbestuur basisonderwijs Dhr. R. Bertens Lid 46 Unithoofd planning, control & administratie binnen afdeling Financiën van de provincie Zeeland Mr. H.M. den Lid + 62 Advocaat Hollander Secretariële ondersteuning Dhr. M. van ’t Lid 50 Manager Sales & -Lid Raad van Toezicht Westeinde Operations Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland; Dhr. A. Scheppers
Lid
62
Hoofd bedrijfsbu- -Gemeenteraadslid reau Dethon Dhr. H. Krocké Lid 53 Opleidingsfunctionaris Twee nieuwe leden Raad van Toezicht zijn benoemd met ingang van 1 januari 2014, te weten de heren Bertens en Krocké. In het jaar 2014 heeft de Raad van Toezicht met zes leden gewerkt i.v.m. het vertrek van de heer Den Hollander per 31-12-2014.
Pagina 37 van 74
Rooster van aftreden Het rooster van aftreden is als volgt, waarbij de datum van aftreden in betreffend kalenderjaar op 31 december is gesteld: 2014 dhr. de Smet
2015 X
2016
2017
dhr. Bertens dhr. den Hollander dhr. van ‘t Westeinde dhr. Scheppers Dhr. Krocké
2018
2019
X X X X X
Voor de nieuwe leden , die per 1 januari 2014 zijn aangetreden, is de datum van aftreden zodanig vastgesteld dat niet twee leden tegelijkertijd aftredend zijn zodat de verworven expertise behouden kan blijven. De leden van de Raad van Toezicht zijn bij aftreden eenmaal terstond opnieuw benoembaar voor maximaal vier jaar. Aftreden geschiedt op basis van een door de Raad van Toezicht opgesteld rooster van aftreden. Een tussentijds benoemd lid treedt in de volgorde van aftreding in de plaats van degene die hij/zij vervangt. Met het opgestelde rooster van aftreden wordt de nieuwe Raad van Toezicht een maximale zittingstermijn gegund.
Commissies Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft twee commissies ingesteld die verantwoordelijk zijn voor deeltaken: Financiën: Remuneratiecommissie:
Dhr. Bertens en Dhr. van ‘t Westeinde Dhr. de Smet en Dhr. Scheppers
Dhr. den Hollander nam secretariële ondersteuning waar bij interne overlegmomenten van de Raad.
Werkzaamheden Raad van Toezicht 2014 Algemeen De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar vijf maal plenair bijeen. Daarnaast waren er commissievergaderingen van de Raad van Toezicht. Met de MR werd in het verslagjaar twee maal vergaderd. De Raad van Toezicht kijkt terug op een jaar met veel activiteiten welke samenhangen met de ontwikkelingen welke in het Zwincollege worden ingezet om een sterk en volwaardig onderwijsaanbod te kunnen bieden aan de leerlingen welke aangewezen zijn op voortgezet onderwijs in deze regio.
Pagina 38 van 74
Algemene directie / bestuur Na een proces van werving en selectie vond per 1 juli 2012 de benoeming plaats van de nieuwe algemeen directeur/bestuurder de heer F. Neefs, voor een periode van één jaar tijdelijk, met uitzicht op een vaste aanstelling. Hiertoe heeft de Raad van Toezicht een cyclus van functioneringsgesprekken uitgezet in schooljaar 2012-2013 met de algemeen directeur/bestuurder om op basis daarvan te kunnen komen tot een beoordeling in relatie tot het verkrijgen van een vaste aanstelling. In juni 2014 is, na functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek, het besluit genomen om dhr. Neefs met vaste aanstelling te benoemen als algemeen directeur/bestuurder van het Zwincollege
Financiële bedrijfsvoering en administratieve organisatie In september 2014 heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening 2013 goedgekeurd, waarna deze vastgesteld kon worden door het bestuur van het Zwin College. In het proces van opmaken van het jaarverslag 2013 is er nog steeds sprake van een risicovol weerstandsvermogen. Alhoewel de financiële positie van de Stichting nog steeds voldoende is, is de Raad van Toezicht van mening dat een beleid gevoerd dient te worden waarbij zorgvuldig afwegingen worden gemaakt om een zo effectief mogelijke begroting op te stellen welke op termijn kan leiden tot een groei van het weerstandsvermogen. De jaarrekening, behorende bij dit jaarverslag, kent een negatief exploitatieresultaat van - € 75.427,- ten opzichte van begroot - € 0,-. De begroting voor 2015 is opgesteld met een exploitatieresultaat van € 0,-. Met het vaststellen van de Begroting 2014, heeft de Raad van Toezicht het vertrouwen uitgesproken dat de kwaliteit van het onderwijs op het Zwincollege gewaarborgd kan blijven, maar dat men er tevens in slaagt de financiële huishouding op orde te houden. Alhoewel daling van het leerlingenaantal (krimp) een nieuw risico vormt, is het wenselijk een meerjarenbegroting te realiseren om een planning te kunnen uitzetten welke kan leiden tot groei van het weerstandsvermogen. De Raad van Toezicht heeft in haar jaarplanning de bewaking van de financiële bedrijfsvoering structureel een plaats gegeven zodat monitoring van het financieel beleid gevolgd kan worden.
Zelfevaluatie RvT De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar aandacht besteed aan de evaluatie van haar eigen functioneren. De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn helder en er wordt steeds meer gewerkt volgens de ‘Code van goed bestuur’. De informatie welke vanuit het bestuur aan de Raad van Toezicht wordt verstrekt is per kwartaal uiteengezet in onderwerpen op basis waarvan de Raad van Toezicht haar taak kan vervullen. De Raad van Toezicht wil echter in het nieuwe jaar 2015 toewerken naar een beter structureel model van verantwoording vanuit het bestuur naar de Raad van Toezicht. Het model dient er in te voorzien dat de leden van de Raad een beter inzicht verkrijgen in de bedrijfsvoering en op basis daarvan beter in staat zijn het bestuur met ‘raad en daad’ bij te staan, ieder vanuit zijn expertise.
Vergoeding De leden van de Raad van Toezicht ontvangen voor hun werkzaamheden een onkostenvergoeding welke de hoogte van een vrijwilligersvergoeding niet te boven gaan. De vergoedingen zijn opgenomen in de jaarrekening. In enkele situaties zijn reiskosten inbegrepen in betreffende vergoeding. Pagina 39 van 74
Code goed bestuur De Code Goed Bestuur van de VO-raad is gehanteerd en gevolgd.
Overleg met belanghebbenden Het bestuur overlegt middels een vooraf vastgelegde jaarplanning met de belanghebbenden van de school. Dit zijn de Raad van Toezicht en de Medezeggenschapsraad. De Medezeggenschapsraad bestaat uit de deelgeledingen leerlingen, ouders en personeel. Met al deze geledingen wordt ook separaat, regelmatig overleg gevoerd in Leerlingenraad, Ouderraad en PMR. Belanghebbenden ontvangen daarnaast de tweewekelijkse, digitale nieuwsbrief Zwin Actueel (zie 4.6). Alle ouders/verzorgers ontvangen twee à drie keer per jaar de digitale nieuwsbrief Ouder Actueel. Het is de taak van de Raad van Toezicht om toezicht te houden op de manier waarop de Bestuurder leiding geeft aan de schoolorganisatie. De Raad van Toezicht overlegt met de bestuurder en daarnaast zijn er twee taakcommissies, Financiën en Remuneratie. De eerste voert gesprekken over de begroting, periodieke rapportages en het financieel jaarverslag. De tweede voert jaarlijks een functioneringsgesprek, dan wel voortgangs- of beoordelingsgesprek met de bestuurder. Hiervan wordt verslag uitgebracht op de reguliere RvT-vergadering. De RvT en MR voeren minimaal tweemaal per schooljaar een overleg met elkaar. Het is de taak van de MR om het beleid dat door de bestuurder wordt voorgesteld, te beoordelen op gevolgen voor personeel, ouders en leerlingen. De MR bestaat dit schooljaar 2014-2015 uit de volgende personen: - Namens personeel: Mevr. S.M. van Gent-de Graaf (voorzitter, OP), Dhr. C. de Smit (OP), Mevr. M.M. Vermue (secretaris, OOP), Dhr. P.J.G. van Delft (OP), Mevr. P.M.K. Flemm (OOP), Mevr. M.J. van de Voorde-Roofack (vice-voorzitter, OP) - Namens de ouders: Mevr. J.K. Basting-Veerman, mevrouw M. Dieleman en de heer R. de Jong - Namens de leerlingen: Maarten Fieret, Joey Boussen, vacature - Adviserende leden: Dhr. F.C.M. Neefs, Dhr. P.P.M.M. Roozen
Pagina 40 van 74
Financiële kengetallen Aan de hand van de jaarrekening kan een aantal kengetallen en ratio's worden berekend die verder inzicht kunnen geven in de gevolgen van het gevoerde beleid over het boekjaar en waardoor het beeld uit de jaarrekening kan worden verduidelijkt. Kengetallen
2014
2013
Solvabiliteit
63,4%
62,1%
45,5%
46,0%
1,22
1,30
-3,2%
-1,6%
Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. 25% á 50% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde hoger dan 25% dan is de stichting in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. Solvabiliteit excl. Voorzieningen Liquiditeit (Quick ratio) Verhouding vlottende activa minus voorraden en kortlopend vreemd vermogen. Deze verhouding geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar verplichtingen voor kortlopend vreemd vermogen te voldoen. Een waarde tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven de 1,5 dan is de stichting in staat aan haar verplichtingen voor kortlopend vreemd vermogen te voldoen. Weerstandsvermogen
Verhouding tussen het totale eigen vermogen minus de materiële vaste activa en het totaal van de rijksbijdragen. Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de stichting als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de stichting en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Rentabiliteit
-0,9%
-1,0%
19,3%
20,4%
Verhouding exploitatieresultaat en de totale baten. Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de bedrijfsvoering. Kapitalisatiefactor inclusief privaat De kapitalisatiefactor geeft een indicatie of het totale vermogen van de organisatie niet of inefficiënt wordt benut voor de uitvoering van de taken van de organisatie. De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totale kapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale baten inclusief de financiële baten. De volgende % worden hierbij ter indicatie gehanteerd. 35% bovengrens grote besturen (> 8mln omzet) 60% voor kleine besturen (<5 mln) Aantal leerlingen per teldatum 1-10 (t-1) Aantal FTE (inclusief vervanging) Personeelskosten per FTE Percentage personeelskosten t.o.v. de totale lasten
Jaarrekening 2014 Zwincollege
€
1.075
1.064
106,1375
108,4961
65.086 82,7%
€
63.658 82,2%
Pagina 41 van 74
A1 Grondslagen 1
Algemeen
Activiteiten van het bevoegd gezag In deze jaarrekening zijn de activiteiten van het Zwincollege verantwoord. Grondslagen voor de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluit gezocht bij de bepalingen van Boek2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's. Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar. Vanaf boekjaar 2014 wordt gebruik gemaakt van een ander model voor het samenstellen van de jaarrekening, waarbij grootboekrekeningen direct zijn gekoppeld aan de EFJ-indeling. De cijfers voor 2013 zijn hierop aangepast en wijken daarom af van de cijfers in de jaarrekening 2013. Financiële instrumenten Het Zwincollege heeft alleen primaire financiële instrumenten, voor de grondslagen wordt verwezen naar de behandeling per post.
2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Eigendom Schoolgebouwen, waarvan het juridisch eigendom berust bij de stichting en het economisch eigendom bij de gemeente, zijn niet in de balans opgenomen. Eventuele bruikleenscholen zijn eveneens niet verwerkt. De kosten van groot onderhoud aan de binnenkant alsmede het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen worden ten laste gebracht van de voorziening groot onderhoud. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen de reele waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 42 van 74
Liquide middelen Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan, worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Algemene reserve publiek De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de Zwincollege Deze wordt opgebouwd uit de resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Bestemmingsreserves BAPO De bestemmingsreserve Bapo betreft de vrijgevallen voorziening Bapo welke bestemd is om kosten van niet opgenomen Bapo-rechten uit het verleden te betalen. De reserve Bapo betreft uitsluitend nog niet opgenomen Bapo rechter uit de afgelopen jaren. De reserve is berekend op basis van de contante waarde van de toekomstige verplichtingen. Bij de berekening van de reserve zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Personeelslast Directie: € 92.827, Personeelslast Onderwijzend personeel: € 74.150, Personeelslast Ondersteunend personeel: € 42.437, Deelnamepercentage: 80 %, Werkgeversbijdrage Directie en Onderwijzend personeel: 65 %, Werkgeversbijdrage Ondersteunend personeel: 75 %
Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico's niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico's die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor balansdatum. Voorziening groot onderhoud De voorziening voor de gelijkmatige verdeling van onderhoudslasten gebouwen wordt bepaald op basis van te verwachten kosten over een reeks van jaren op basis van een onderhoudsplan. De voorziening wordt lineair opgebouwd. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening ambtsjubileum Op basis van Richtlijn 271 van de Raad van de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. De hoogte van de voorziening is bepaald op grond van het aantal FTE en een bedrag per FTE. Voorziening spaarverlof Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van spaarverlof is een voorziening gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen. Betaalde bedragen inzake spaarverlof worden ten laste van deze voorziening gebracht.
Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 43 van 74
3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de baten en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Rijksbijdragen Onder de Rijksbijdragen OCW/EZ worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW/EZ. Tevens worden hier verantwoord de door het samenwerkingsverband ontvangen doorbetalingen van de Rijksbijdrage. De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de de staat van baten en lasten.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige overheidsbijdragen Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW/EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Personele lasten Onder de personele lasten worden de lasten opgenomen van de personeelsleden die in dienst zijn van de rechtspersoon, alsmede de overige personele lasten die betrekking hebben op onder andere het inhuren van extra personeel, scholingskosten en bedrijfsgezondheidszorg. Pensioenen Het Zwincollege heeft een voor haar werknemers een toegezegd pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komen de werknemers die op de pensioengerechtigde leeftijd recht hebben op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Aan het ABP worden premies betaald waarvan een deel door de werkgever en een deel door de werknemer wordt betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per december 2014 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 101,1%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar verantwoord in de jaarrekening.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 44 van 74
Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende immateriële en materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt afgeschreven op basis van de door het bestuur gemaakte keuzen. Huisvestingslasten Onder de huisvestingslasten worden de uitgaven voor huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op uitgaven die voortvloeien uit aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs en worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Financieel resultaat De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente-opbrengsten en -lasten van uitgegeven en ontvangen leningen.
4
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 45 van 74
Model A: Balans per 31 december 2014
1.
Activa
(na resultaatverdeling)
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2
Materiële vaste activa
1.437.854
Totaal vaste activa
1.391.820
1.437.854
1.391.820
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
211.343
58.553
1.7
Liquide middelen
955.561
1.293.876
2.
Totaal vlottende activa
1.166.904
1.352.429
Totaal activa
2.604.758
2.744.249
Passiva
31 december 2014
2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
466.650
443.444
2.4
Kortlopende schulden
953.676
1.038.856
Totaal passiva
Jaarrekening 2014 Zwincollege
1.184.432
31 december 2013 1.261.949
2.604.758
2.744.249
Pagina 46 van 74
Model B: Staat van baten en lasten over 2014 Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
7.942.531
7.850.595
3.2
Overige overheidsbijdragen
127.037
15.000
1.854
3.5
Overige baten
428.997
274.750
327.347
8.498.565
8.140.345
8.524.106
Totaal baten
8.194.905
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
7.101.710
6.832.881
7.091.389
4.2
Afschrijvingen
130.224
110.322
205.718
4.3
Huisvestingslasten
353.237
323.540
318.226
4.4
Overige lasten
997.785
891.703
1.007.632
8.582.956
8.158.446
8.622.965
(84.391)
(18.101)
(98.859)
6.874
18.100
11.885
Resultaat
(77.517)
(1)
(86.974)
Resultaat na belastingen
(77.517)
(1)
(86.974)
Nettoresultaat
(77.517)
(1)
(86.974)
Totaal lasten Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 47 van 74
Model C: Kasstroomoverzicht
2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
(84.391)
(98.859)
130.224
205.718
23.206
(40.303)
(152.787)
(36.285)
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: Vorderingen (-/-) Schulden
(85.180)
Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties: Ontvangen interest Betaalde interest (-/-)
42.938 (168.928)
8.079
13.619
(1.205)
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten:
73.209
(1.734) 6.874
11.885
(162.054)
85.094
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in MVA (-/-)
(176.261)
(224.156)
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten:
(176.261)
(224.156)
Mutatie liquide middelen
(338.315)
(139.062)
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
Jaarrekening 2014 Zwincollege
1.293.876
1.432.938
(338.315)
(139.062) 955.561
1.293.876
Pagina 48 van 74
Model VA: Vaste Activa
1.
Activa
1.2
Materiele vaste activa
Mutaties 2014 Cumulatieve Cumulatieve Boekwaarde per aanschafwaarde afschrijvingen tot 1 januari 2014 per 1 januari 2014 en met 1 januari 2014
Investeringen
Des- investeringen
Afschrijvingen
Cumulatieve Cumulatieve Boekwaarde per aanschafwaarde afschrijvingen tot 31 december per 31 december en met 31 2014 2014 december 2014
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.427.256
(424.307)
1.002.949
-
-
(35.681)
1.427.256
(459.989)
967.267
694.762
(311.457)
383.305
176.261
-
(94.109)
871.023
(405.567)
465.456
740.850
(735.284)
5.566
-
-
(434)
740.850
(735.719)
5.131
2.862.868
(1.471.048)
1.391.820
176.261
-
(130.224)
3.039.129
(1.601.275)
1.437.854
1.2.2 1.2.3
Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
Materiële vaste activa
Onder inventaris en apparatuur vallen de posten meubilair, inventaris en ICT middelen. Duurzame goederen worden geactiveerd bij een aanschafwaarde boven de € 500,-. Onder andere vaste bedrijfsmiddelen vallen o.a. de vervoersmiddelen. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Gebouwen
40 jaar
Verbouwingen
25 jaar
Inventaris en apparatuur, bestaande uit: -Meubilair
15 jaar
-Machines en installaties
20 jaar
-Gymtoestellen
15 jaar
-Duurzame apparatuur
10 jaar
-ICT
5 jaar
Leermiddelen
15 jaar
Overige
7 jaar
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 49 van 74
Model VV: Voorraden en vorderingen
31 december 2014
31 december 2013
1.5
Vorderingen
1.5.8
Overlopende activa
211.343
58.553
Vorderingen
211.343
58.553
Uitsplitsing 1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
-
-
Vooruitbetaald wegenbelasting
-
131
29.319
-
2.965
-
Vooruitbetaald abonnementen
402
-
Vooruitbetaald alarmcentrale
303
-
32.989
131
6.310
-
Vooruitbetaald licenties Vooruitbetaald contributies
Subtotaal 1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa Nog te ontvangen rente Nog te ontvangen begeleiding
-
590
5.525
4.014
4.014
-
6.092
Nog te ontvangen TopTechniek
20.000
20.000
Nog te ontvangen Ricoh
53.209
-
Nog te ontvangen Auris
11.819
-
Nog te ontvangen Van Dijk
62.945
-
4.613
-
Nog te ontvangen Plusgelden
Nog te ontvangen Muziekschool
10.075
-
4.254 525
688 7.743
Bedrijfsfitness
-
5.918
Fietsplan
-
8.442
Subtotaal
172.044
58.422
Overlopende activa
211.343
58.553
Nog te ontvangen verg. blikseminslag Nog te ontvangen overige Busabonnementen
1.5.8
-
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 50 van 74
Model EL: Effecten en Liquide middelen 1.7
Liquide middelen 31 december 2014
31 december 2013
1.7.1
Kasmiddelen
5.232
376
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
148.977
214.478
1.7.4
Overige liquide middelen
801.352
1.079.022
Liquide middelen
955.561
1.293.876
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 51 van 74
Model D: Eigen vermogen
Stand per
Resultaat
1 januari 2014 2.1.1
Algemene reserve
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek) Eigen Vermogen
2.1.2
Uitsplitsing Bestemmingsreserve Bapo Bestemmingsreserve (publiek)
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Overige mutaties
Stand per 31 december 2014
1.127.414
(64.895)
-
134.535
(12.622)
-
1.062.519 121.913
1.261.949
(77.517)
-
1.184.432
134.535 134.535
(12.622) (12.622)
-
121.913 121.913
Pagina 52 van 74
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden 2.2
Voorzieningen
Stand per 1 januari 2014
Dotaties
Onttrekkingen
Rente mutatie (bij Stand per 31 constante december waarde) 2014
Vrijval
Kortlopend deel < 1 jaar
Langlopend deel > 1 - < 5 jaar
Langlopend deel > 5 jaar
2.2.1
Personeelsvoorziening
286.055
5.712
27.865
-
-
263.902
-
2.2.3
Overige voorzieningen
157.389
61.930
16.571
-
-
202.748
97.992
Voorzieningen
443.444
67.642
44.436
-
-
466.650
97.992
-
-
263.902 104.756 368.658
Uitsplitsing Jubilea Spaarverlof 2.2.1
Personeelsvoorziening
2.2.3
Overige voorzieningen
Onderhoud
Jaarrekening 2014 Zwincollege
91.921
5.712
3.663
-
-
93.970
-
-
93.970
194.134
-
24.202
-
-
169.932
-
-
169.932
286.055
5.712
27.865
-
-
263.902
-
-
263.902
157.389
61.930
16.571
-
-
202.748
97.992
157.389
61.930
16.571
-
-
202.748
97.992
104.756 -
104.756
Pagina 53 van 74
Model KS: Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden 31 december 2014
2.4.3
Crediteuren
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
2.4.10
Overlopende passiva
Kortlopende schulden
31 december 2013
32.407
41.786
312.428
350.668
94.277
106.910
514.564
539.492
953.676
1.038.856
315.157
347.073
(2.729)
3.595
312.428
350.668
94.277 94.277
106.910 106.910
241.445
245.814
Uitsplitsing 2.4.7.1
Loonheffing
2.4.7.3 2.4.7
Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
Pensioenlasten
2.4.10.5
Vakantiegeld en -dagen
2.4.10.8
Overige Overuren OOP
-
-
201.188
195.997
Borg leerlingen
50.601
50.601
-
30.822
3.736
5.926
-
4.379
Lonen en salarissen
1.273
906
Diversen
5.386
4.745
227
302
Bindingstoelage OSG december Delta december
Bankkosten Accoutantskosten 2.4.10
10.708
-
Subtotaal
273.119
293.678
Overlopende passiva
514.564
539.492
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 54 van 74
Model G: Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW G1. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)
Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Subsidie voor studieverlof
804A0-49013
Datum
bedrag
ontvangen t/m
Prestatie
toewijzing
verslagjaar
afgerond
€
€
1-1-2014
totaal
11.094
11.094
11.094
11.094
Ja/nee Ja
G2. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub B en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies) G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Datum
bedrag
ontvangen t/m
totale
te verrekenen
toewijzing
verslagjaar
kosten
ultimo verslagjaar
€
€
€
totaal
€
-
-
-
-
-
-
-
-
G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
totaal
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Datum
bedrag
saldo
ontvangen in
lasten in
totale kosten
saldo nog te besteden
toewijzing
1 januari 2014
verslagjaar
verslagjaar
31 december 2014
31 december 2014
€
€
€
€
€
€
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0
Pagina 55 van 74
Model OB: Opgave overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2
Overige subsidies OCW/EZ Rijksbijdragen
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013
7.351.843
7.275.523
7.495.740
590.688
575.072
699.165
7.942.531
7.850.595
8.194.905
6.365.314
6.281.929
6.410.598
Uitsplitsing Bekostiging Personeelskosten Aanvullende Bekostiging Personeelskosten (53.732)
Leerlinggebonden budget
108.191
70.000
65.514
Bekostiging Exploitatiekosten
924.031
923.594
870.912
Nieuwkomers 3.1.1
Rijksbijdrage OCW/EZ Bekostiging Maatschappelijke Stage VO Bekostiging Lesmateriaal Opvang Vreemdelingen Prestatiebox Jonge leerkrachten
(92.693)
8.039
-
-
7.351.843
7.275.523
7.495.740
55.740
55.860
55.590
317.668
317.668
355.482
11.250
-
2.250
166.936
166.544
168.061
-
-
74.863
Prestatie Subsidie Convenant
28.000
20.000
21.992
Verlofsubsidie
11.094
15.000
20.927
590.688
575.072
699.165
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
3.1.2
Overige subsidies OCW/EZ
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.2
241.409
Vermindering i.v.m. verrekening uitkeringskosten
2014
2014
2013
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
127.037
15.000
1.854
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
127.037
15.000
1.854
Uitsplitsing Belastingdienst
28.119
-
1.854
Gemeente Sluis VCO gelden
2.100
-
-
HZ
1.380
-
-
80.839
-
-
SCALDA
8.558
-
-
VO
4.452
-
-
Zeeuwse Muziekschool
1.589
-
-
-
15.000
-
127.037
15.000
1.854
UWV / ZW
Enveloppemiddelen 3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 56 van 74
Model AB: Opgave andere baten 3.5
Overige baten Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
3.5.1
Verhuur
44.534
1.000
25
3.5.5
Ouderbijdragen
70.641
70.000
71.161
3.5.6
Overig
313.822
203.750
256.161
Overige baten
428.997
274.750
327.347
Rebound, Zorgbudget
33.370
70.000
68.692
Opbrengst kantine
46.719
62.500
56.113
Reisjes / excursies
78.492
60.000
86.369
975
1.000
1.680
1.430
-
600
345
-
2.130
10.437
-
4.668
-
-
6.092
20.000
-
20.000
Uitsplitsing
Stage Lascursus Huiswerkbegeleiding Gemeente Sluis (VEVO + Themadag) Plusgelden TopTechniek
2.425
-
4.035
Themadag
-
-
535
Mentoraat
-
-
290
Onobest
-
-
2.362
Havo
-
-
769
Lsd
-
-
1.150
49.997
-
-
2.450
-
-
lichte ondersteuning
21.224
-
-
zware ondersteuning
9.835
-
-
14.332
7.000
-
activiteiten NLT
1.000
-
-
VOPR
1.221
-
-
TBCZ
16.144
-
-
3.426
3.250
676
313.822
203.750
256.161
ZOAS
Wifi netwerk Visio
projecten
Diversen 3.5.6
Overig
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 57 van 74
Model LA: Opgave van de lasten 4
Lasten
4.1
Personele lasten Werkelijk
4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: Uitkeringen Personele lasten
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013
6.908.095
6.739.455
6.906.607
193.615
93.426
193.506
-
-
8.724
7.101.710
6.832.881
7.091.389
Uitsplitsing 4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
5.411.709
5.391.528
5.426.187
4.1.1.2
Sociale lasten
663.349
539.171
623.302
4.1.1.3
Pensioenpremies
833.037
808.756
857.118
6.908.095
6.739.455
6.906.607
Lonen en salarissen 4.1.2.1
dotaties voorzieningen
(18.490)
(26.874)
7.196
4.1.2.2
personeel niet in loondienst
18.503
15.800
16.008
4.1.2.3
overige Kantinekosten
11.044
8.000
6.029
29.856
45.000
25.923
5.548
10.000
7.694
68.123
12.000
40.552
Cursuskosten Werving personeel Reiskosten Activiteiten personeel
-
8.176
5.500
6.909
Bedrijfsgezondheidsdienst
23.729
15.000
21.919
Overige personele lasten
47.126
9.000
61.276
Subtotaal
193.602
104.500
170.302
Overige personele lasten
193.615
93.426
193.506
Toelichting De Post overige personele kosten bestaat uit: Fietsplan en Bedrijfsfitness
26.258
1.968
-
338
Kadobonnen
8.818
5.720
Boeketten en versnaperingen
1.677
1.205
-
704
Mauritshof
Personeelsactiviteiten Belastingdienst
3.033
490
Diversen
2.149
1.671
Correctie overuren
5.191
49.180
47.126
61.276
Totaal Eind 2013 waren er 108,4961 fte. Eind 2014 waren er 106,1375 fte.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 58 van 74
4.2
Afschrijvingslasten Werkelijk
4.2.2
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013
Materiële vaste activa
130.224
110.322
205.718
Afschrijvingslasten
130.224
110.322
205.718
Gebouwen
35.681
35.681
35.681
Inventaris en apparatuur
94.109
74.207
64.686
-
-
104.948
Uitsplitsing
Overige materiële vaste active Leermiddelen 4.2.2
Materiële vaste activa
4.3
Huisvestingslasten
434
434
403
130.224
110.322
205.718
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013 14.072
4.3.1
Huur
26.845
20.000
4.3.3
Onderhoud
100.459
95.000
89.832
4.3.4
Energie en water
124.470
101.860
108.460
4.3.5
Schoonmaakkosten
16.534
20.000
17.817
4.3.6
Heffingen
6.319
8.000
10.099
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
61.930
61.930
61.930
4.3.8
Overige huisvestingslasten
16.680
16.750
16.016
Huisvestingslasten
353.237
323.540
318.226
Uitsplitsing Tuinonderhoud
14.685
4.3.8
14.968
14.500
Bewaking / beveiliging
1.712
2.250
1.331
Overige huisvestingslasten
16.680
16.750
16.016
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 59 van 74
4.4
Overige lasten Werkelijk 2014
Begroting
Werkelijk
2014
2013
4.4.1
Administratie- en beheerslasten
112.466
97.393
124.134
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
603.648
541.000
566.043
4.4.4
Overig
281.671
253.310
317.455
Overige lasten
997.785
891.703
1.007.632
Specificatie honorarium Onderzoek jaarrekening
10.708
10.000
13.855
Accountantslasten
10.708
10.000
13.855
Uitsplitsing Kosten beheer en bestuur, vergaderkosten
4.4.1.1
10.596
5.500
4.505
Bijdrage aan het onderwijsbureau
46.860
41.543
70.020
Accountantskosten
10.708
10.000
13.855
Telefoon- en portokosten e.d.
17.748
19.500
18.160
2.887
1.750
1.082
11.526
4.000
3.014
Onkostenvergoedingen RvT
5.475
5.100
5.138
Public Relation & Marketing
6.666
10.000
8.360
112.466
97.393
124.134
331.482
350.000
361.654
632
2.500
2.503
189.912
115.500
126.805
Kantoorbenodigdhedem Drukwerk
4.4.1
Administratie- en beheerslasten Leermiddelen Kleine inventaris ICT Mediatheek & bibiotheek Reproductie
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Kabeltelevisie
4.000
3.373
69.000
71.708
603.648
541.000
566.043 1.794
433
1.810
3.743
3.000
2.681
23.574
17.000
17.657
Representatie
8.918
11.000
10.326
Medezeggenschapsraad
2.486
2.500
2.768
Verzekeringen
4.169
4.000
4.153
Culturele vorming
9.274
15.000
20.543
Abonnementen Contributies
Sportdag en vieringen
4.4.4
5.258 76.364
1.184
1.000
928
Reizen en excursies
74.775
60.000
77.739
Testen en toetsen
16.534
10.000
15.530
Vervoersmiddelen
11.657
7.750
13.751
Leerlingkantine en automaten
37.820
53.000
54.804
Bijdrage aan derden
76.672
57.500
75.120
Projecten
5.572
5.000
15.167
Overige onderwijslasten
4.860
4.750
4.494
281.671
253.310
317.455
Overig
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 60 van 74
Model FB: Financiële baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013
5.1
Rentebaten
8.079
19.000
13.619
5.5
Rentelasten (-/-)
(1.205)
(900)
(1.734)
Financiële baten en lasten
6.874
18.100
11.885
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 61 van 74
Model E: Overzicht verbonden partijen
Naam DCO SWV VOZV
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Juridische vorm 2014 Statutaire zetel Vereniging
Eigen vermogen 31- Resultaat 2014 12-2014 Eur Eur
Code activiteiten
Art2:403 BW BW Ja/Nee
Deelname %
Consolidatie Ja/Nee
Vlissingen
4
75.635
43.928 Nee
0 Nee
Terneuzen
4
-
- Nee
0 Nee
Pagina 62 van 74
Vermelding op basis van de WNT Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie of functies
Bestuurder
Voorzittersclausul e van toepassing
N
Naam
F.C.M. Neefs
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
1-7-2012
Beloning
1,000
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
91636
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
15969
Vermelding alle toezichthouders Functie of functies
Voorzitter of lid
Lid
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
A.H.M. Scheppers
1-8-2012
Secretaris
H.M. den Hollander
26-1-2012
600
Voorzitter
T.C.A. de Smet
26-1-2012
1475
Lid
A.C.M. Bertens
1-1-2014
1200
Lid
H. Krocke
1-1-2014
1200
Lid
M. van 't Westeinde
1-8-2012
0
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
1000
Pagina 63 van 74
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Per 1 januari 2010 zijn met Ricoh contracten afgesloten voor de verschillende copiers/printers welke in gebruik zijn.
Dit betreft huur van de apparatuur en abonnementen voor afdrukken. De contracten zijn meerjarig en lopen tot en met juni 2015. De maandelijkse huur all-in bedraagt € 3.712,50. Per 1 januari 2015 is met Eneco een contract afgesloten voor de levering van aardgas. Dit contract loopt tot 1 januari 2021. Per 1 april 2006 is met ZeelandNet een contract afgesloten voor Managed Etherned Services. Dit contract loopt voor een periode van 84 maanden en kan eenmalig voor een periode van maximaal zeven jaar worden verlengd. Per 1 januari 2006 is het bekostigingsstelsel voor het voorgezet onderwijs vereenvoudigd. Deze vereenvoudiging houdt in dat vanaf 1 januari 2006 de bekostiging niet meer op schooljaarbasis, maar op kalenderjaarbasis plaatsvindt. Op basis van artikel 5 van de Regeling 'Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs' (kenmerk; WJZ-2005/54063802) is het toegestaan een vordering op te nemen op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Deze vordering betreft maximaal 7,5% van de personele lumpsum van het boekjaar. Deze vordering kan pas worden geïnd bij discontinuïteit c.q. opheffing van de onderwijsinstelling. Er is derhalve sprake van een voorwaardelijke vordering. Aangezien Stichting VO in West-Zeeuwsch Vlaanderen (Zwincollege) uitgaat van ""going concern" is deze vordering niet opgenomen op de balans van de stichting, maar opgenomen onder de niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen. De voorwaardelijke vordering op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft per ultimo 2014 een waarde van € 477.399. Voorziening duurzame inzetbaarheid Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 is nog geen overleg gevoerd over de besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren, conform art. 8A.3 van de cao PO. Er is nog geen plan met betrekking tot de uren die voor ouderenverlof gespaard kunnen worden conform art. 8A.8 van de cao. Derhalve is in 2014 nog geen voorziening voor duurzame inzetbaarheid gevormd. Europese aanbesteding Met negen scholen heeft er in 2014 een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor de aanschaf van het onderwijs leerpakket. De aanbesteding is begeleid door Inkada. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is gekozen voor Van Dijk Educatief B.V. als leverancier van de boeken. De overeenkomst is gesloten voor de periode van 51 maanden ingaande op 1 mei 2014 en derhalve eindigend op 31 juli 2018 en kan maximaal met viermaal 12 maanden worden verlengd, derhalve tot en met 31 mei 2022.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 64 van 74
0 0 Vanuit de statuten zijn geen nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. Het voorstel voor de resultaatbestemming is als volgt: Resultaat 2014 €
(64.895) wordt onttrokken aan de algemene reserve
€
(12.622) wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve Bapo
€
(77.517) totaal resultaatverdeling
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 65 van 74
Bestemming van het resultaat Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de waardering van de in de balans getoonde posten of het resultaat.
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 66 van 74
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Bovenschools management/College van bestuur: - F.C.M. Neefs
- A.H.M. Scheppers
- T.C.A. de Smet
- A.C.M. Bertens
- H. Krocke
- M. van 't Westeinde
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 67 van 74
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 68 van 74
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 69 van 74
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Pagina 70 van 74
Gegevens over de rechtspersoon Algemene gegevens Bestuursnummer
40692
Naam instelling
Zwincollege
Adres
Nieuwstraat 50
Postadres
Postbus 32
Postcode
4500 AA
Plaats
Oostburg
Telefoon
0117-454555
Fax
0117-455172
E-mailadres
[email protected]
Website
www.zwincollege.nl
Contactpersoon
P.P.M.M. Roozen
Telefoon
0117-454555
Fax
0117-455172
E-mailadres
[email protected]
Aantal leerlingen BRIN-nummers
00AQ
Jaarrekening 2014 Zwincollege
Zwincollege
Sector
2014
2013
VO
1.075
1.064
Pagina 71 van 74