Jaarrapport 2011 Stichting Welzijn Brummen Jaarrapport 2011

Jaarrapport 2011

Stichting Welzijn Brummen

Jaarrapport 2011

Jaarrapport 2011


3

Jaarrapport 2011

Voorwoord Wie hoopte op een zo uitgebreid verslag als vorig jaar, afgewisseld met portretten van professionals, moeten we helaas teleurstellen. De jaarrapportage 2011 van Stichting Welzijn Brummen is een aanzienlijk kortere versie dan u de afgelopen jaren van ons gewend bent geweest. Daar is een goede reden voor: we willen dubbel werk vermijden, zowel voor u als voor onszelf. Naast het verzamelen en bewerken van tel- en vertelgegevens over het achterliggende jaar, zijn we vooral bezig geweest met vooruitblikken op de komende jaren. We hebben veel gegevens verzameld, goed om ons heen gekeken en stevige gesprekken gevoerd met opdrachtgevers, samenwerkingspartners, externe experts en met onszelf. Over de toekomst van ons werk. Dat werk verandert de komende periode ingrijpend door ontwikkelingen waar we in vorige rapportages al veel over geschreven hebben. Meer en meer worden onze organisatie en werkzaamheden ingericht en afgestemd op wat nodig is om de burgers van de gemeente Brummen, aan wie SWB haar bestaansrecht ontleent, ook in de toekomst die aandacht, producten en dienstverlening te bieden die nodig is om een plek in de samenleving te verwerven, te behouden en/of te versterken. Binnenkort zullen we ons koersdocument voor de komende jaren officieel presenteren. In deze jaarrapportage vangt u af en toe een glimp op van waar we naar toe willen. We realiseren ons terdege dat we daar nog lang niet zijn, maar we zijn wel op weg en nodigen u uit om die weg met ons verder te verkennen en in te vullen!

Mei 2012, Yvonne ten Holder, directeur


4

Jaarrapport 2011

Inhoudsopgave Voorwoord 4 1.1. Wijk- / dorpsaanpak

6

1.2. Sociale veiligheid en leefbaarheid

10

2.1. Jeugd-, tiener- en jongerenactiviteiten

15

2.2. Beheer JOC’s

17

2.3. Ontwikkelingsondersteuning en preventieve hulpverlening jeugd en jongeren

18

2.4. Opvoedingsondersteuning / 2.4.1. Family Focus

20

2.4. Opvoedingsondersteuning / 2.4.2. ZorgAdviesTeam (ZAT)

21

3.1. Informatie en Advies Loket Wegwijs

22

3.2 Budget Advies Centrum (BAC)

27

3.3. Ouderenadviseur en Seniorenvoorlichting

32

4.1. Vrijwilligers Centrale

34

4.2. Steunpunt Mantelzorg

37

5.1. Sociaal Culturele Activiteiten

39

5.2. Sociale Activering

43

5.2. Woonbegeleiding nieuwkomers

46

5.3. Algemeen Maatschappelijk Werk

47

5.4. Dagverzorging

50

6.1. Maaltijdendienst

51

7.1. Zorgcoördinatie Huiselijk geweld

52


5

Jaarrapport 2011

1.1. Wijk-/dorpsaanpak 1. Opdracht SWB organiseert in overleg met de dorpsraad/wijkraden en/of andere initiatiefnemers activiteiten waardoor bewoners zich identificeren met het dorp/de wijk en op een verdraagzame manier kunnen samenleven. Samenwerking met relevante partijen is hierbij van belang, evenals het opbouwen van een netwerk met specifieke doelgroepen.

2. Resultaten Streefresultaat 2011

Gerealiseerd resultaat voorjaar 2011

Gerealiseerd december 2011

Totaal

1. Aantal wijkschouwen

3

1

2

3

2. Informatie en voorlichtingsactiviteiten

6

2

5

7

Prestatie indicator

1

1

2

4. Contacten wijkraden/dorpsraad

3. Nieuwe activiteiten/initiatieven

14

14

28

5. Wijkactiviteiten / contacten

2

2

4

6. Contact specifieke doelgroepen

Prestatie eenheid

3 per jaar

4

2

557 uur

381 uur

2 179 uur

4 560 uur

Prestatie indicator 1: Aantal wijkschouwen In het dorp Hall heeft een inventarisatie van de woonomgeving in eerste instantie plaatsgevonden via de leefbaarheidsenquête. Dit gebeurde op initiatief van de Dorpsraad Eerbeek-Hall, Woningstichting Eerbeek en SWB, in nauwe samenspraak met de gemeente. Deze enquête is per post verspreid, 40% van de huishoudens heeft een ingevuld enquêteformulier retour gedaan. Aandachtspunten zijn met name de snelheid van het verkeer door het dorp en buitengebied; de uitstraling van het dorp met een aantal verwaarloosde panden en de slechte positie van starters op de woningmarkt, zowel huur als koop, in Hall. In de enquête hebben verscheidene bewoners aangegeven belang te hechten aan een wijkschouw. Dat positieve signaal is gehonoreerd: in overleg met de dorpsraad, Sprengenland Wonen, de gemeente en SWB is de wijkschouw georganiseerd. Samen met vertegenwoordigers van deze instanties en een tiental bewoners zijn situaties bekeken waar bewoners hadden aangegeven trots op te zijn en die een gewenst beeld te zien geven van bestrating, groenvoorziening en bebouwing. Tevens konden de bewoners plekken en situaties aangeven waar ze niet tevreden over waren. Op die manier is een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste punten. In het voorjaar 2012 is een bewonersbijeenkomst gepland om alle ervaringen en acties, plus de nog te plannen acties door te nemen. Een kleinere schouw heeft plaatsgevonden op aanvraag van de Triangel in Eerbeek. Hier


6

Jaarrapport 2011

1.1. Wijk-/dorpsaanpak hebben politie, de school en SWB het schoolplein en de directe schoolomgeving bekeken. Aanleiding was de veelvuldige overlast, graffiti en vernielingen op en rond school. Er is een voorstel aan de gemeente gedaan voor het snoeien van het openbaar groen. De gemeente heeft toegezegd hiervoor uiterlijk in het najaar te zullen zorgdragen. Prestatie indicator 2: Informatie en voorlichtingsactiviteiten Vanuit het opbouwwerk is een aantal bijeenkomsten opgezet met bewoners. In Eerbeek heeft de situatie rond de Bernstein geleid tot de presentatie van de documentaire door jongeren uit Eerbeek. Hier kwamen meer dan 100 bezoekers op af, van wie er velen de gelegenheid namen om bij de uitwisseling na het zien van de documentaire hun standpunt te verduidelijken en wensen voor de toekomst duidelijk te maken. Voor de bewoners van de Bernstein en de Parallelweg heeft er een avond plaatsgevonden samen met de jongeren, om terug en vooruit te kijken. Een aantal jongeren en omwonenden heeft hun excuses naar elkaar uitgesproken over het gedrag in het verleden. De avond is bovenal gebruikt om vooruit te kijken en te bespreken waar de gezamenlijke belangen liggen. Voor de gehele gemeente heeft er in Eerbeek een ‘debat-avond’ plaatsgevonden over het thema jeugdoverlast. Doel was om samen met de bewoners tot een afbakening te komen van de term jeugdoverlast en mogelijke interventies te inventariseren. De inventarisaties op deze avond zijn meegenomen in het Plan van aanpak Jeugdoverlast, zoals dat in het kader van Welzijn Nieuwe Stijl ontwikkeld is. Rond de overlast op het Oranje Nassauplein heeft een bewonersavond plaatsgevonden waarin de politie, de gemeente en SWB aan bewoners uitleg wilden geven over de maatregelen die er genomen waren, en nog zouden worden, om de overlast aan te pakken. Daarvóór hadden de eerste acties al direct geleid tot vermindering van overlast. Mogelijk was er om die reden slechts een enkele bewoner aanwezig. In Brummen heeft een bewonersavond plaatsgevonden voor de bewoners van een buurt waar één bewoner veel overlast veroorzaakte. Hierin gaven SWB, Woningstichting Brummen en de OOGZ informatie over de rechten en plichten van bewoners die overlast veroorzaken en ook zorg behoeven. Er is twee maal voorlichting gegeven over burgerkracht en eigen kracht (het zg. ‘participatiewiel’) en de kanteling met betrekking tot de Wmo. Hierbij is aandacht besteed aan wat er allemaal in het Brummense al gebeurt en wat de veranderingen in weten regelgeving voor een verandering voor burgers betekenen. Burgerparticipatie en zelfredzaamheid zijn hierbij de sleutelwoorden. Prestatie indicator 3: Nieuwe activiteiten/initiatieven Het komt steeds vaker voor dat bewoners die met elkaar in conflict zijn absoluut niet met elkaar in gesprek willen. Een spanningsvolle situatie blijft dan bestaan, zeker wanneer handhaving vanuit de gemeente, de politie en/of een woningcorporatie niet mogelijk is, of pas op langere termijn eventueel resultaat lijkt op te leveren.


7

Jaarrapport 2011

1.1. Wijk-/dorpsaanpak In een dergelijke situatie, die geëscaleerd was via geweld tegen goederen en laster, is besloten tot een pendel bemiddeling. Hierbij vindt geen bemiddelingsgesprek plaats tussen de buren onderling, maar de bemiddelaar pendelt tussen beide buren en probeert zo aan een oplossing te werken. In het onderhavige geval leidde dit deels tot een oplossing, het andere deel van het probleem bleek niet op deze manier oplosbaar. In 2012 wordt met de vrijwillige bemiddelaars besproken of Buurtbemiddeling pendelbemiddeling als vaste, nieuwe dienst vanuit de bemiddelaars zal aanbieden aan bewoners. Al langere tijd is sprake van een patstelling tussen omwonenden van de Blitz/de wijkraad Brummen Centraal en SWB over de mogelijke overlastsituaties vanuit de Blitz. Na een mislukte mediationpoging is de stap gezet om te kijken of er vanuit een overstijgend gezamenlijk belang, namelijk optimale voorzieningen voor de jeugd in Brummen, gewerkt kan worden aan een inventarisatie van de ervaringen van bewoners en van de bezoekers van de Blitz. Een dergelijk gezamenlijk optreden bleek niet altijd zonder problemen te verlopen. Toch hebben beide partijen zich ten doel gesteld het ingezette pad gezamenlijk voort te zetten. Prestatie indicator 4: Contacten wijkraden/dorpsraad Met alle wijkraden hebben gesprekken plaatsgevonden over het jaarprogramma van de raden en over de behoefte aan ondersteuning vanuit SWB. Dit als logisch vervolg op een voorlichtingsavond in november 2010 over de taken en werkzaamheden van SWB in relatie tot de Wmo en de wijk- en dorpsraden. Concreet heeft dit geresulteerd in het betrekken van VVN bij de jaarvergadering in Rhienderen. Er zijn afspraken gemaakt met wijkraden rond de straatspeeldag. In samenwerking met de wijkraad Oliemolen is gewerkt aan de voorbereidingen en uitvoering van de Parkdag en Burendag. Vanuit de Kleine Kernen Kommissie is de zorg uit gesproken over de diefstallen rond het station Empe-Voorst. De politie heeft deze zaak inmiddels prioriteit gegeven. De plannen rond Hall met betrekking tot de leefbaarheidsenquête, dorpsdag en dorpsschouw zijn uitgevoerd. Er zijn plannen gemaakt voor een wijkenquête met betrekking tot het thema leefbaarheid in Rhienderen en specifiek de nieuwbouwwijk Elzenbos. En er zijn plannen gemaakt voor het opzetten van een raadpleging door de Dorpsraad van actieve bewoners en organisaties binnen Eerbeek. Dit kan een opstart zijn voor een meerjarenvisie op het dorp. Met de wijkraad Brummen Centraal zijn intensieve contacten over het jongerencentrum. Dit heeft geresulteerd in een plan van aanpak dat bestaat uit een enquête onder jongeren over hun wensen en behoeften met betrekking tot een jongerencentrum. Daarnaast wordt er gezamenlijk een onderzoek verricht naar de ervaren overlast door de omwonenden van de Blitz. Prestatie indicator 5: Wijkactiviteiten/contacten De Wijkraad Oliemolen is samen met De Stichting Vrienden Park ’t Goor, Spar Bruno Lendering, Woningstichting Brummen en SWB aan de slag gegaan met de voorbereidingen van de Parkdag op 19 juni. Op deze dag waren er allerlei feestelijke activiteiten gepland voor verschillende leeftijdsgroepen. Speciaal doel van de dag was om vrijwilligers te werven die op de burendag (24 september) mee zouden willen helpen om het dierenverblijf in het park op te knappen. Door excessief noodweer is deze activiteit afgelast. De burendag heeft doorgang gevonden en was een groot succes met meer dan 250 bezoekers in de leeftijd van 2 tot 92. Er was voor elke leeftijdscategorie iets te doen en gelegenheid elkaar te ontmoeten.


8

Jaarrapport 2011

1.1. Wijk-/dorpsaanpak In Hall is, in samenwerking met de Dorpsraad Eerbeek-Hall, Sprengenland Wonen en SWB, de Dorpsdag georga niseerd. Diverse organisaties en bewoners namen hieraan deel. Zo waren er infostands van de Dorpsraad, de gemeente, Veilig Verkeer Nederland, Sprengenland Wonen, SWB, DES en een aantal Hallse ondernemers en kunstenaars of ambachtsmensen. Op de dag vond ook de traditionele jaarafsluiting plaats van de kinderacti viteiten in Hall. In de wijk Rhienderen is een tuindag georganiseerd. Ruim 35 bewoners hadden zich opgegeven om deel te nemen. Op deze dag zijn de achterpaden en stoepen onder handen genomen en onkruidvrij gemaakt. Bij een paar buren die wegens ziekte of andere privéomstandigheden niet waren toegekomen aan het onderhoud van hun tuin, werd door buurtbewoners het nodige snoeien opruimwerk verricht. De dag was een perfecte combinatie van samen werken en voldoende tijd en ruimte om elkaar ook ongedwongen te ontmoeten. Het opbouwwerk heeft relatief veel incidenten gesignaleerd rond bewoners in de Eerbeekse Enk. Dit, en de landelijke ontwikkelingen rond de Wmo en de verdergaande wens tot burgerparticipatie en zelfredzaamheid van bewoners, vormde voor SWB de aanleiding om nieuwe stappen ontwikkelen. In samenwerking met SWB-collega sociaal culturele activiteiten en Sprengenland Wonen is het idee voor de oprichting van een Buurtkamer geopperd en uitgewerkt. Bedoeling is om dichtbij de bewoners een ontmoetingsplek te creëren die hen ondersteuning kan bieden in hun leven en hen de mogelijkheid biedt elkaar te ontmoeting en om vanuit gezamenlijkheid activiteiten te ontplooien. Dit project biedt vanuit verschillende werkvormen van SWB mogelijkheden om nog gerichter met, voor en door bewoners te werken aan het welbevinden en netwerkvorming van de bewoners en dus aan de leefbaarheid in de buurt. In het voorjaar van 2012 zal dit nieuwe project van start gaan. Prestatie indicator 6: Contact specifieke doelgroepen Er zijn veelvuldig contacten geweest met de Turkse gemeenschap, o.a. naar aanleiding van de grote reeks inbraken bij Turkse bewoners. Er is nauw samengewerkt met de moskeevereniging, de politie, Stichting Meld misdaad anoniem en SWB om zoveel mogelijk subgroepen (mannen, vrouwen en jongeren) binnen de gemeenschap te bereiken. De opbouwwerker treedt op als begeleider van het JOC Eerbeek. Hij is als adviseur aanwezig bij de vergaderingen van het bestuur. Een belangrijk item is de mogelijke en noodzakelijke nieuwbouw van het JOC. Hierover is overlegd met de wethouder en diens ambtenaren. Daarnaast heeft de opbouwwerker diverse gesprekken gevoerd met de Italiaanse gemeenschap in Eerbeek. De opbouwwerker is officieel door het college B & W voorgedragen voor het Programma Beleidsbepalend Orgaan (PBO) van RTV Veluwezoom. Gedurende het jaar is er een viertal vergaderingen geweest, deels met het bestuur van RTV Veluwezoom. Het PBO controleert of het programma-aanbod voldoet aan de eisen van de mediawet.


9

Jaarrapport 2011

1.2. Sociale veiligheid en leefbaarheid 1. Opdracht SWB organiseert in overleg met wijkraden activiteiten waardoor bewoners zich kunnen identificeren met de wijk en op een verdraagzame manier kunnen samenleven. Overlast wordt voorkomen, dan wel bestreden. Samenwerking met relevante partijen is hierbij van belang.

2. Resultaten Gerealiseerd resultaat voorjaar 2011


Totaal

1. Aantal aangemelde bemiddelingen - Eerbeek - Brummen - Buitengebied

10 4 5 1

16 6 9 1

26 10 14 2

2. Aantal geslaagde bemiddelingen

3

6

9

3. Aantal afgesloten bemiddelingen

9

16

25

4. Aantal bijeenkomsten Sociaal Overleg

4

4

8

5. Aantal besproken casussen

28

22

50

6. Jongerencontacten ambulant

42

60

102

Prestatie indicator

7. Aantal intergenerationele ontmoetingen Prestatie eenheid

Streefresultaat 2011

2

1

613 uur

377 uur

1 248 uur

625 uur

Prestatie indicator 1, 2 en 3: Aantal aangemelde bemiddelingen, aantal geslaagde bemiddelingen en afgesloten bemiddelingen Op jaarbasis zijn er 26 aanmeldingen voor buurtbemiddeling geweest. Het aantal geslaagde bemiddelingen komt uit op 9. Eén aanmelding loopt nog en is dus nog niet afgerond. In vier situaties is informatie en advies verstrekt. Deze aanmelders besloten vervolgens om de zaak te laten rusten en te kiezen voor het negeren van de overlastgever. Een aantal aanmeldingen leidde niet tot een vervolgactie. De reden dat mensen hiervan afzagen was bijvoorbeeld dat ze door ziekte of overbelasting in het persoonlijke leven niet in gesprek wilden. In verband met de ernst van het conflict of de persoonlijke situatie is een aantal van hen doorverwezen naar politie en het Sociaal Overleg. Deels gaat het hier om situaties waarbij de vermeende overlastgevende partij bemiddeling weigerde.


10

Jaarrapport 2011

1.2. Sociale veiligheid en leefbaarheid De voortijdig stopgezette aanmeldingen zonder oplossing van het probleem hebben geleid tot het experiment met de pendelbemiddeling (zie 2.1). Navraag bij collega-projecten leert dat ook zij steeds vaker pendelbemiddeling inzetten, omdat bewoners eenvoudigweg niet met elkaar om de tafel willen of durven. Prestatie indicator 4 en 5: Aantal bijeenkomsten Sociaal Overleg en aantal besproken casussen Doelgroep van het Sociaal Overleg zijn zeer kwetsbare mensen die op meerdere hieronder genoemde leefgebieden problemen hebben. Leefgebieden: • zorg (geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid en zelfverzorging) • wonen • dagbesteding • financiën • sociaal netwerk • veiligheid. Gemeenschappelijk kenmerk is dat deze mensen zichzelf niet goed kunnen redden en overlast veroorzaken, maar geen duidelijke hulpvraag hebben en/of geen hulp aanvaarden. Prestatie indicator 6 en 7: Jongerencontacten ambulant In samenspraak met de gemeente, de politie en SWB is onder begeleiding van een extern bureau toegewerkt naar een integrale visie op jeugdoverlast. Bewoners en jongeren waren hier ook bij betrokken. Frappant was dat de visie van de partijen die zich vanuit professioneel oogpunt met jeugdoverlast bezighouden in grote lijnen overeenkwam met de visie van bewoners. Op basis van de voorlopige visie is in het najaar al gestart met de voorgestelde werkwijze. De ervaringen van de partijen en van de bewoners zijn positief. De methodiek die als vernieuwend element ook de melder meeneemt in de analyse, leidt tot snelle, gecoördineerde en geïntegreerde acties van de diverse partijen. Een tweetal ernstige overlastsituaties is conform de aanpak behandeld. Hierbij is duidelijk onderscheid gemaakt tussen jeugdoverlast en crimineel gedrag. Op basis van de ervaringen wordt de aanpak verder bijgesteld. Documentaire Eerbeekse hangjongeren In 2010 maakte Tros Regelrecht opnamen van hangjongeren bij het Bernsteincomplex in Eerbeek, na aanhoudende klachten van overlast door deze jongeren. Deze opnames zijn in mei uitgezonden. Een hectische periode volgde. Er werd een stuurgroep gevormd die acties uitzette. Eén daarvan was het bezoeken van de harde kern hangjongeren thuis door de toenmalige wijkagent en de jongerenwerker van SWB. Uit deze gesprekken met jongeren en hun ouder(s) zijn verschillende signalen naar voren gekomen. Bij de Bernstein zijn verschillende voorzieningen weggehaald, waaronder de bankjes. De plek is nu erg onaantrekkelijk voor jongeren. Door de uitzending is de beeldvorming rondom jongeren, die toch al niet erg positief was,


11

Jaarrapport 2011

1.2. Sociale veiligheid en leefbaarheid nog negatiever geworden. Er kwamen veel signalen van jongeren die zich niet serieus genomen voelden, zich niet gehoord voelden. Naar aanleiding daarvan is het idee ontstaan om met deze ‘Bernstein’ jongeren een documentaire te maken. Doel: de jongeren een podium te geven om hun behoeften, denkbeelden en talenten te laten zien. De jongeren waren in eerste instantie niet erg enthousiast, ze vreesden opnieuw negatief weggezet te worden. Na veel praten is het denkbeeld veranderd. Een groep jongeren heeft samen met de jongerenwerker eind 2010 de draad opgepakt. Begin 2011 is het project echt van start gegaan. In februari is er drie weken gefilmd. De jongeren hebben hun hangplekken laten zien, ze hebben verteld waarom ze er hangen, verteld over de relatie en omgang met de politie en aangeven wat het effect van het Tros Regelrecht programma op hen was. Daarnaast hebben de jongeren inwoners uit Eerbeek geïnterviewd. Alle betrokkenen hebben veel tijd en energie gestoken in deze documentaire. Een vaste groep van ongeveer 15 jongeren heeft eraan meegewerkt. Het resultaat is in mei 2011 gepresenteerd voor ruim 130 personen in de grote zaal van café Spoorzicht. Het debat na afloop was pittig: verschillende partijen gingen het gesprek aan. Dat was precies het doel van deze Docu, een dialoog op gang brengen. Na de première is er veel aandacht geweest van de pers. Hierdoor bleef het gesprek op gang en werd het tijd om gemaakte toezeggingen om te gaan zetten in daden. Verschillende gesprekken hebben plaatsgevonden tussen burgemeester, wethouder, jongerenwerker en jongeren, met het doel plannen van de jongeren gerealiseerd te krijgen. Uiteindelijk zijn we aan de slag gegaan met een projectplan voor de ontwikkeling van twee nieuwe hangplekken en een Cruyff Court in Eerbeek. Hiervoor is een brede groep jongeren uit Eerbeek gevraagd hun mening te geven over locatie, omvang en eigen medewerking. Daarnaast zijn er gesprekken georganiseerd met ondernemers, dorpsraad en Rotary, en zijn ruim 500 handtekeningen opgehaald op de Wintermarkt, om het draagvlak te vergroten. Het plan wordt eind februari 2012 gepresenteerd aan de gemeenteraad. Ambulant werk Recente hangplekken In Brummen: parkeerplaats Blitz, park ’t Goor (skatebaan), het speelveld aan de Maarten Putstraat en het viaduct naar Bronkhorst. In Eerbeek: JOP Wasacker, portiek Bernstein aan de Parallelweg, de skatebaan, het schoolpleintje bij de oude mavo, Derickxkamp (t/m halverwege 2011), het Oranje Nassauplein. Meldingen jeugdoverlast Brummen • Oecumenische school. Melding door de wijkagent, van overlast in het weekend van uitgaande jeugd. Kapotte flessen op schoolplein. Het bleef bij een eenmalige melding. Na het contact met de wijkagent heeft de


12

Jaarrapport 2011

1.2. Sociale veiligheid en leefbaarheid jongerenwerker de plek vaak op vrijdagavond meegenomen in ambulante rondes. Er zijn geen nadien nieuwe overlastmeldingen meer geweest. • S peelveld Maarten Putstraat. Overlastmeldingen van drinkende jeugd door bewoners van de Maarten Putstraat en de Baron van Sytzemastraat, door de gemeente. De jeugd drinkt hier alcohol en pleegt vernielingen. Opbouwwerker en Jongerenwerker zijn in gesprek gegaan met bewoners. Bewoners durven de jeugd niet aan te spreken, uit angst voor represailles. Wijkagent en jongerenwerker hebben de plek meerdere malen bezocht en gesprekken gevoerd met jongeren en verschillende buurtbewoners. Nadat er afspraken zijn gemaakt, is er nog incidenteel een melding geweest, maar geen bijzonderheden. • Crossbaan Jodenpad. Melding via de wethouder over het stoken van vuurtjes en luidruchtige jeugd. De jongerenwerker is hier meermalen geweest, heeft wel brandplekken aangetroffen, maar geen luidruchtige jeugd. Wel was er veel jonge jeugd aanwezig die gebruik maakte van de crossbaan. Dit is teruggekoppeld aan de gemeente, met de vraag om meer informatie. Die is echter nooit verstrekt. • Speelveld Geelgors. Via de gemeente bereikten ons klachten rondom een ‘natuurlijke’ speelplek aan de Geelgorsstraat. Het gaat om spelende kinderen en jongeren met brommers die het speelveldje als crossbaan gebruiken. Opbouwwerker en jongerenwerker hebben meerdere bewoners gesproken die aangaven niet tevreden te zijn over het nieuw aangelegde speelveld. Zij hadden andere verwachtingen en voelden zich niet gehoord door de gemeente. Naar aanleiding hiervan is een bijeenkomst georganiseerd tussen bewoners, wijkraad, wethouder en SWB, waarbij pittig werd gediscussieerd. De onvrede is uitgesproken en er is gekeken naar oplossingen. Die werden gevonden door het verplaatsen van een aantal attributen op het speelveld, en het weghalen van een aantal attributen op het speelveld. De bewoners en een ambtenaar zijn hiermee aan de slag gegaan. • Blitz / Plein Vijf. Zie 1.3. Meldingen jeugdoverlast Eerbeek • Skatebaan. Na een lange rustige periode is het in het voorjaar van 2011 weer levendig aan de skatebaan aan de Veldkantweg. Dat levert veel irritatie op van Fit & Fun, de sportschool, over kapotte bierflesjes. Jongerenwerker en politie zijn meerdere malen aanwezig geweest, en hebben met de jeugd gesproken. Ze ontkennen de troep te maken. Afgesproken is dat er gehandhaafd gaat worden op deze plek. Sindsdien gaat het behoorlijk goed, het is nu weer een plek waar jongeren elkaar rustig ontmoeten. Slechts incidenteel is er een melding, maar van structurele overlast is geen sprake meer. • P ortiek Bernstein Parallelweg. Hier betrof het meerdere meldingen van bewoners over het hangen van jeugd in het algemene portiek. Bewoners hebben bij Sprengeland Wonen aangegeven dit portiek afgesloten te willen zien. Sprengeland wil dit wel, maar op voorwaarde dat de kosten doorberekend worden in de huur van de bewoners. De bewoners zijn het hier niet mee eens. Sprengeland Wonen gaat nu de optie van camerabewa-


13

Jaarrapport 2011

1.2. Sociale veiligheid en leefbaarheid king bekijken. De groep die hier rondhangt, is een nieuwe jonge groep jongeren die in beeld is bij de jongerenwerker. Dezelfde groep is betrokken bij voetbalactiviteiten op het Oranje Nassauplein. De jongeren geven aan interesse te hebben in de activiteiten van het jongerenwerk. • S peelveldje Lombok. Het is onrustig in de wijk Lombok. Er zijn overlastmeldingen van kinderen die hutten bouwen in de plantsoenen. Er is een bewonersgroep die actie voert om het weggehaalde trapveldje weer terug te halen, én een bewonersgroep die hier fel tegen is. • Bernstein. Ondanks dat het erg rustig is aan de zijde van de Loenenseweg komen er vanuit de Bernstein incidenteel overlastmeldingen. De jongerenwerker bezoekt deze plek regelmatig en treft incidenteel kleine groepjes aan. Er is geen sprake van overlast meer. Opbouwwerker, ouderenwerker en jongerenwerker hebben regelmatig contact met de bewoners. ‘Bernstein jongeren’ en Bernstein bewoners hebben afgelopen jaar twee keer met elkaar om tafel gezeten om onvrede uit het verleden met elkaar te bespreken, en vervolgens te kijken hoe ze samen verder kunnen/wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Dit waren mooie bijeenkomsten waarin zowel jongeren als bewoners excuses aanboden voor hun gedrag (zie ook 2.1). • O ranje Nassauplein. Naar aanleiding van klachten van bewoners aan het Oranje Nassauplein over hangjongeren, hebben opbouwwerker en jongerenwerker deze plek intensiever bezocht. Het ging om een kleine groep jongeren in de leeftijd van 13 /m 25 jaar. De overlast bestond uit het weggooien van blikjes, wildplassen, harde muziek en intimiderend gedrag. Er zijn verschillende gesprekken geweest tussen jongeren en jongerenwerker. Uitgelegd is dat hangen geen probleem is, maar wel de rommel en het lawaai dat ze maakten. Dit begrepen ze. Uiteindelijk heeft de politie een avond gepost en verschillende bekeuringen uitgeschreven. Dit heeft de groep aan het denken gezet. De groep is verplaatst naar het Jop aan de Wasacker. • O ude Mavo Derickxkamp. Dit is een gedoogde hangplek op het schoolplein. Hier werd veel gebruik van gemaakt door groepjes blowende jongeren. Ze veroorzaakten relatief weinig overlast, maar wel veel rommel. Het liep onverwacht uit de hand toen een nieuwe anti-kraak bewoner een conflict kreeg met een aantal jongeren. Over en weer werd getreiterd, wat resulteerde in brandstichting, vernieling en mishandeling. Dit is een politiezaak geworden en er zijn jongeren aangehouden. Het gaat hier om zeer gesloten, moeilijk benaderbare jongeren. De jongerenwerker heeft op verschillende manieren geprobeerd ingangen te vinden, uiteindelijk met succes: na intensief contact lopen drie van deze jongeren nu stage in het jongerenwerk.


14

Jaarrapport 2011

2.1. Jeugd-, tiener- en jongerenactiviteiten 1. Opdracht SWB organiseert activiteiten en realiseert voorzieningen die aansluiten bij de behoeften van de jeugd, die gericht zijn op de participatie van allochtone jeugd en die zijn afgestemd met de wijkraden. Activiteiten gericht op informatievoorziening en advisering worden in samenwerking met de ketenpartners Centrum Jeugd en Gezin en de bibliotheek georganiseerd.




Totaal

1. Jeugdactiviteiten aantal - activiteiten Brummen aantal - activiteiten Eerbeek/Hall

7 7

5 6

2 3

7 9

2. Tieneractiviteiten - aantal activiteiten Brummen - aantal activiteiten Eerbeek/Hall

7 7

6 3

2 2

8 5

3. Jongerenactiviteiten aantal - activiteiten Brummen aantal - activiteiten Eerbeek/Hall

7 7

4 2

3 8

7 10

4

2

2

4

850

116

966

20 -

12 22

32 22

50%

50%

50%

10

25

35

682 uur

588 uur

1270 uur

Prestatie indicator

4. Aantal informatie-/ voorlichtingsactiviteiten 5. Totaal aantal deelnemers 6. Aantal nieuwe vrijwilligers - aantal nieuwe vrijwilligers Brummen - aantal nieuwe vrijwilligers Eerbeek/Hall

5 5

7. Aantal allochtone deelnemers 8. Jongeren informatie- en adviescontacten Prestatie eenheid


1254 uur

15

Jaarrapport 2011

2.1. Jeugd-, tiener- en jongerenactiviteiten Prestatie indicator 1, 2 en 3: Aantal jeugd-, tiener- en jongerenactiviteiten In 2011 zijn er voor de jeugd 16 activiteiten georganiseerd, waaronder sportactiviteiten, een spooktocht, een waterspektakel en creatieve activiteiten. Hiervan vonden er 7 plaats in Brummen en 9 in Eerbeek-Hall. Daarnaast zijn er zowel in Eerbeek als in Brummen de Kindervakantiespelen georganiseerd. In Brummen hebben 179 kinderen kunnen genieten van het hutten bouwen, vossenjacht, waterspelen, zomercarnaval, enzovoort, in Eerbeek 170 kinderen. In Brummen waren er het afgelopen jaar 8 activiteiten, voor tieners, in Eerbeek-Hall lag dit aantal op 5. Het gaat om de maandelijkse tienerdisco’s, Sport on Wheels en een weerbaarheidstraining. De jongerenactiviteiten in Eerbeek-Hall en Brummen betroffen voetbal, een filmproject, filmavonden, karaoke, scootermeeting en een zaalvoetbaltoernooi. Prestatie indicator 4: Aantal informatie- en voorlichtingsactiviteiten • De Roefeldag is goed verlopen. Met 29 bedrijven en 62 groepen behaalden we hetzelfde aantal als twee jaar geleden. Er is een enquête gehouden onder alle deelnemers die we nog moeten uitwerken. • In samenwerking met de bibliotheken in Eerbeek als Brummen is een activiteit georganiseerd in het teken van het thema van de Kinderboekenweek: Superhelden. Kinderen konden een theatervoorstelling bekijken, knutselen, geschminkt worden, met hun superheld op de foto en er was een ballonnenclown. • De straatspeeldag is georganiseerd met behulp van de inzet van 20 leerlingen van het Rhedens in het kader van hun maatschappelijke stage. Er hebben 300 kinderen deelgenomen. • Tricking, dit is een combinatie van dans en vechtsport. De voorlichting/proeflessen in samenwerking met de KNGU (Koninklijken Nederlandse Gymnastiek Unie) en vereniging Kracht en Vlugheid konden rekenen op weinig belangstelling, ook nadat er nog meer energie in promotie gestoken was. Prestatie indicator 5: Aantal deelnemers In totaal hebben 966 kinderen, tieners en jongeren aan de activiteiten deelgenomen. Prestatie indicator 6: Aantal nieuwe vrijwilligers Er hebben zich in deze periode 54 nieuwe vrijwilligers aangemeld. Prestatie indicator 7: Aantal allochtone deelnemers Het aantal allochtone deelnemers ligt op 50%. Prestatie indicator 8: Aantal jongeren informatie- en adviescontacten Er zijn 35 informatie- en adviescontacten geweest vanuit het ambulant jongerenwerk en het accommodatie gebonden jongerenwerk. Onderwerpen waren school, stage, alcohol, drugs, thuissituatie en justitie. In een aantal gevallen ontstaan hieruit individuele contacten waarbij een vertrouwensband wordt opgebouwd en de jongerenwerker in een ‘mentor rol’ terechtkomt.


16

Jaarrapport 2011

2.2. Beheer JOC’s 1. Opdracht SWB realiseert voorzieningen die aansluiten bij de behoefte van de jeugd.



Totaal

1. - Openstellingsuren JOC Eerbeek - Openstellingsuren Blitz Brummen

288 176

545 344

833 520

2. Aantal bezoekers - JOC Eerbeek - Blitz Brummen

2341 1565

3317 1965

5658 3530

472 uur

643 uur

1115 uur

Prestatie indicator

Prestatie eenheid


1115 uur

Prestatie indicator 1: Openstellingsuren Het JOC Eerbeek was dit rapportagejaar 833 uur open, Blitz Brummen 520 uur. In november is het 5-jarig bestaan van de Blitz gevierd. Prestatie indicator 2: Aantal deelnemers Het aantal bezoekers in Eerbeek bedroeg 5658, dat in Brummen 3530.


17

Jaarrapport 2011

2.3. Ontwikkelingsondersteuning en preventieve hulpverlening jeugd en jongeren 1. Opdracht Het mede initiëren van projecten met als doel ouders te ondersteunen bij het opvoeden en stimuleren van hun kinderen, zodat zij hun kind zo goed mogelijk kunnen voorbereiden op een succesvolle deelname aan onderwijs en samenleving. Daarnaast het bieden van vroege snelle, laagdrempelige en vooral preventieve hulpverlening aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Er vindt afstemming plaats met de partners Centrum Jeugd en Gezin en bibliotheek.

2. Resultaten Prestatie indicator


1. Aantal afgesloten AMW-trajecten (basisschoolleerlingen) 2. AMW inzet met betrekking tot Voor- en Vroegschoolse Educatie 3. Wachttijd en eventuele wachtlijst Prestatie eenheid



35,8%

31,3%

16%

14,6%

0 270 uur

0%

91 uur

268 uur

Prestatie indicator 1 t/m 3: Aantal afgesloten AMW-trajecten (met basisschoolleerlingen), AMW inzet voor- en vroegschoolse educatie, wachttijd/wachtlijst Het aantal afgesloten AMW trajecten waarbij basisschoolleerlingen betrokken waren, bedroeg bijna een derde (31,3%). De problematiek waaraan is gewerkt, ligt vooral op één of meer van de gebieden financiën, relaties, opvoeding en psychosociaal welbevinden. De AMW inzet met betrekking tot de voor- en vroegschoolse situatie (14,6%) betreft uren voor huisbezoek op indicatie van derden, en contacten met de peuterspeelzaal. In 2011 kende het AMW geen wachttijden. Overig Het project Samen Starten is een samenwerkingsproject met de jeugdgezondheidszorg van Verian. Doel is om 0- tot 4-jarigen zodanig te monitoren in hun ontwikkeling dat een taalachterstand wordt voorkomen. Dit project wordt gefinancierd vanuit het Onderwijs Achterstands Beleid.


18

Jaarrapport 2011

2.3. Ontwikkelingsondersteuning en preventieve hulpverlening jeugd en jongeren De inzet van het AMW is erop gericht te voorkomen dat psycho-sociale problematiek in gezinnen een negatief effect heeft op de ontwikkeling van jonge kinderen. We willen dat alle kinderen “gelijke” ontwikkelingskansen hebben in het onderwijs. Eind 2010 heeft het AMW te kennen gegeven ontevreden te zijn over de inzet van de medewerkers van Verian. Hierover is begin 2011 een overleg geweest met de coördinator van Verian en de coördinator van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit heeft erin geresulteerd dat de samenwerking enigszins is aangetrokken. Begin 2012 staat er opnieuw een evaluatie gepland. We hopen er gezamenlijk verbeterpunten uit te halen en de kwaliteit van het project aan te scherpen. In 2011 heeft Spectrum die vanuit de provincie organisaties voor zorg en welzijn ondersteunt, van de gemeente Brummen de opdracht gekregen om de gehele zorgstructuur in Brummen te onderzoeken en aanbevelingen te doen voor verbeteringen. Wij zijn verheugd om te constateren dat in deze notitie constructieve verbetervoorstellen zijn geformuleerd die in 2012 opgepakt gaan worden. Triple P is een methode die laagdrempelige, kortdurende, positieve opvoedingsondersteuning biedt aan ouders met enkelvoudige opvoedingsproblematiek. Deze methode is bij de invoering van de Centra voor Jeugd en Gezin geadviseerd door de overheid als wetenschappelijk bewezen, evidence based. In de gemeente Brummen heeft het CJG (nog) geen keuze voor het hanteren van deze methodiek gemaakt. Momenteel is er slechts één Triple P geschoolde werker in de gemeente Brummen die de methode kan uitvoeren. Een probleem is dat de methode voor een individuele gemeente erg kostbaar is om in te kopen. Daartegenover staat dat Triple P goed past in de huidige tijdsgeest waarin er veel aandacht is voor zelfregulering, eigen verantwoordelijkheid en schaarse middelen. Mede om die reden hebben diverse werkers in de provincie Gelderland samen het plan opgevat om de methode onder de aandacht te blijven brengen. Het project Netwerken, dat tot 2011 gefinancierd werd door de gemeente, is opgegaan in het CJG. Het blijkt dat de overleglijnen van het netwerk en de diverse partners die voorheen deelnamen nog niet geheel zijn geïmplementeerd binnen het CJG. Zo werden we bijvoorbeeld onverwacht geconfronteerd met wachttijden voor de peuterspeelzalen als gevolg van nieuw beleid. Het AMW neemt deel aan de redactieraad van het CJG. De leden van de redactiegroep zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van actueel lokaal Brummens nieuws op onder andere de website.


19

Jaarrapport 2011

2.4. Opvoedingsondersteuning / 2.4.1. Family Focus 1. Opdracht Indien ouders en kinderen er niet in slagen eventuele opvoedingsproblemen zelf op te lossen, kunnen voorzieningen voor opvoedingsondersteuning hulp bieden. Aan SWB wordt gevraagd een lichte vorm van hulpverleningsactiviteiten te bieden.





Totaal 2011

1. Aantal gezinnen

6 uur

4 uur

2 uur

6 uur

7 uur

3 uur

5 uur

19 uur

39 uur

58 uur

2. Aantal vrijwilligers Prestatie eenheid

60 uur

Prestatie indicator 1: Aantal gezinnen In deze periode hebben 6 gezinnen gebruik gemaakt van de informele, preventieve inzet van een vrijwilliger van Family Focus. We willen de drempel voor gezinnen zo laag mogelijk houden, maar slagen daar helaas niet altijd in. Het blijft moeilijk om nieuwe gezinnen aangemeld te krijgen. Prestatie indicator 2: Aantal vrijwilligers Het aantal vrijwilligers eind 2011 is 5. In overleg met het Vrijwilligerscentrale zijn vrijwilligers voor Family Focus geworven. Met vier vrouwen/moeders is een gesprek gevoerd en alle vier zijn geschikt bevonden. Inmiddels zijn twee vrijwilligers gestopt. Eén van hen heeft voor ander vrijwilligerswerk gekozen, een andere kreeg vrij plotseling een baan van 36 uur, die niet te combineren was met het vrijwilligerswerk. Regelmatig blijkt dat vrijwilligers hun inzet voor Family Focus zien als een opstapje naar regulier werk. In de praktijk blijkt dit ook daadwerkelijk hun kansen hierop te vergroten. Fijn voor de vrijwilligers, voor het project betekent het echter dat er veel wisselingen zijn in de groep en dat we daar als organisatie steeds opnieuw op moeten anticiperen. Overig Afgelopen jaar is de folder Family Focus herschreven. Benadrukt wordt dat Family Focus een vorm van informele zorg is die zich met name richt op een groep ouders die geen of een klein sociaal netwerk hebben, waardoor “opvoeden” een zware klus wordt doordat mensen hun zorgen, vragen en problemen niet kunnen delen en/of relativeren.


20

Jaarrapport 2011

2.4. Opvoedingsondersteuning / 2.4.2. ZorgAdviesTeam (ZAT) 1. Opdracht Indien ouders en kinderen er niet in slagen eventuele opvoedingsproblemen zelf op te lossen, kan meer externe deskundige hulp gewenst zijn. Het ZorgAdviesTeam (ZAT) kan uitkomst bieden.



Totaal 2011

1. Aantal ingebrachte casussen

3 uur

4 uur

7 uur

2. Aantal vergaderingen

5 uur

5 uur

10 uur

11 uur

29 uur

40 uur

Prestatie indicator

Prestatie eenheid


62 uur

Prestatie indicator 1: Aantal ingebrachte casussen In 2011 zijn 7 casussen ingebracht. We geven een voorbeeld van een casus die werd ingebracht door het AMW. Het betrof hier een hulpaanbod aan de ouders van een 21-jarige jongen, die met hun handen in het haar zaten. Ouders hebben minimaal gebruik gemaakt van dit aanbod omdat hun zoon een baan kreeg, er hierdoor enige structuur ontstond in zijn leven en vervolgens de problematiek voor ouders enigszins hanteerbaar werd. De casus is illustratief voor een groep van 18-23 jarige jongens die moeilijk bereikbaar is. In bovengenoemde casus gaf desbetreffende jongen geen toestemming voor bespreking in het ZAT. De problematiek is vanuit het perspectief van de ouders met hun toestemming besproken. De jongen staat niet open voor hulpverlening. We hebben wel iedere professional die in contact komt met de jongen verzocht om hem te motiveren voor hulpverlening. Prestatie indicator 2: Aantal vergaderingen Er hebben 10 ZAT bijeenkomsten plaatsgevonden, waaraan het AMW als ketenpartner heeft deelgenomen. Zie voor inhoudelijke informatie het aparte ZAT-jaarverslag.


21

Jaarrapport 2011

3.1. Informatie en Advies Loket Wegwijs 1. Opdracht SWB wordt gevraagd een onafhankelijk loket voor de functies informatie, vraagverheldering en cliëntonder steuning bij aanvragen van zorg-, hulp- en dienstverlening te realiseren, op de terreinen wonen, welzijn, zorg, inkomensondersteuning (inclusief schulden en inburgering). Hierbij wordt outreachend gewerkt, zodat wijk bewoners actief worden geïnformeerd over de mogelijkheden van het Loket Wegwijs.




Totaal 2011

200 spreekuren

506 spreekuren

887

2016

3. Categorie hulpvraag - wonen - welzijn - zorg - inkomen - mobiliteit - CJG - geen antwoord

7,9% 6,0% 29,7% 37,4% 12,5% 3,5% 3,0%

8,2% 8,9% 31,2% 32,7% 12,1% 4,1% 2,8%

4. Aard van de dienstverlening - info en advies wonen - info en advies welzijn - info en advies zorg - info en advies inkomen - info en advies mobiliteit - info CJG - verwijzing en aanmelding wonen - verwijzing en aanmelding welzijn - verwijzing en aanmelding zorg - verwijzing en aanmelding inkomen - verwijzing en aanmelding mobiliteit - verwijzing en aanmelding CJG

5,1% 3,7% 26,9% 28,2% 8% 1,8% 1,9% 1,9% 1,6% 5,1% 2,1% 0,3%

5,3% 5,9% 27,2% 24% 8,5% 2,3% 1,6% 2,0% 3,2% 4,0% 1,9% 1,0%

1. Openstellingsuren aantal spreekuren (4 uur per dag) 2. Aantal contacten


22

Jaarrapport 2011

3.1. Informatie en Advies Loket Wegwijs

- Bemiddeling en ondersteuning wonen - Bemiddeling en ondersteuning welzijn - Bemiddeling en ondersteuning zorg - Bemiddeling en ondersteuning inkomen - Bemiddeling en ondersteuning mobiliteit - Bemiddeling en ondersteuning CJG - Geen antwoord - Anders

5. Hulpvragen per dorp - Brummen - Eerbeek - Empe - Hall - Leuvenheim - Oeken, Voorstonden,Tonden - Overige - Niet bekend

1,0% 0,5% 1,5% 3,7% 0,9% 1,5% 3,5% 0,8%

1,2% 0,8% 1,2% 4,1% 1,2% 1,1% 3,3%

52,2% 39,3% 0,3% 1,2%

51,3% 40,1% 0,9% 1,2% 1,5% 1,2% 2,4% 1,4%

6. Wijze van contact leggen - Bureau - Telefonisch - Huisbezoek (Outreachend) - E-mail / Internet - Schriftelijk - Anders

70,5% 20,7% 0,7% 2.5% 3,7% 2,0%

Prestatie eenheid

1655 uur

1670 uur

Prestatie indicator 1: Openstelling en spreekuren In 2011 het loket Wegwijs 506 spreekuren aangeboden in zowel Eerbeek als Brummen. Het loket was gesloten op feestdagen. Prestatie indicator 2: Aantal contacten In 2011 hebben er in totaal 2016 cliëntcontacten plaatsgevonden. Daarvan waren er 1421 face to face en 418 telefonisch. Prestatie indicator 3 en 4: Aard van de dienstverlening Per categorie is de aard van de dienstverlening onderverdeeld in: • info en advies • verwijzing en aanmelding • bemiddeling en ondersteuning.


23

Jaarrapport 2011

3.1. Informatie en Advies Loket Wegwijs Hierbinnen registreren we op welke aanbieder van wonen, welzijn, zorginkomen en mobiliteit de dienstverlening zich richt. De vragen die binnenkomen voor het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) zijn geregistreerd en opgenomen in een apart verslag. Wonen 166 (8,2%) van alle contacten zijn vragen die betrekking hebben op wonen. • 34% hiervan heeft te maken met Wmo-voorzieningen • 32% zijn contacten met betrekking tot huisvesting • 34% heeft betrekking op woonomgeving, veiligheid, klussendienst en buurtbemiddeling. - info en advies wonen: 107 cliëntvragen - verwijzing en aanmelding: 33 cliëntvragen - bemiddeling en ondersteuning: 26 cliëntvragen Welzijn • 180 (8,9%) van alle contacten zijn vragen die betrekking hebben op welzijn. • 55% hiervan heeft te maken met sociale en psychosociale vlak • 23% hiervan richt zich op cliëntondersteuning mantelzorg en informele sociale zorg (Schakelproject) • 21% hiervan richt zich op samen eten, bewegings- en gezelligheidsactiviteiten en vrijwilligerswerk. - info en advies welzijn: 119 cliëntvragen - verwijzing en aanmelding: 41 cliëntvragen - bemiddeling en ondersteuning: 20 cliëntvragen Zorg 629 (31,2%) van alle contacten zijn vragen die betrekking hebben op zorg. • 25% hiervan heeft betrekking op Wmo-voorzieningen • 59% hiervan heeft te maken met de uitleen van hulpmiddelen in Brummen • 7% hiervan heeft te maken met AWBZ zorg • 5% hiervan heeft te maken met mantelzorg/ informele sociale zorg • 4% hiervan heeft te maken met personenalarmering en andere vormen van zorg. - info en advies zorg: 547 cliëntvragen - verwijzing en aanmelding: 60 cliëntvragen - bemiddeling en ondersteuning: 22 cliëntvragen Inkomen 659 (32,7%) van alle contacten zijn vragen die betrekking hebben op inkomen. • 34% hiervan heeft betrekking op WWB/bijzondere bijstand/langdurigheidstoeslag en collectieve verzekering • 15% heeft betrekking op belasting en toeslagen


24

Jaarrapport 2011

3.1. Informatie en Advies Loket Wegwijs • 19% heeft te maken met hulp bij het invullen van formulieren, hulp bij administratie betalen van rekeningen • 30% gaat over schuldenproblematiek • 2% zijn werkgerelateerde inkomensvragen. - info en advies inkomen: 484 cliëntvragen - verwijzing en aanmelding: 86 cliëntvragen - bemiddeling en ondersteuning: 89 cliëntvragen Mobiliteit 243 (12,1%) van alle contacten zijn vragen die betrekking hebben op mobiliteit. • 54% hiervan heeft betrekking op Wmo-vervoersvoorzieningen • 27% heeft betrekking op de regiotaxi en Valys • 19% richt zich op vrijwilligersvervoer/Handsaam, buurtbus, gehandicaptenparkeerkaart en andere mobiliteitsvragen. - info en advies mobiliteit: 176 cliëntvragen - verwijzing en aanmelding: 42 cliëntvragen - bemiddeling en ondersteuning: 25 cliëntvragen Prestatie indicator 5: Hulpvragen per dorp Brummen 1034 Eerbeek 808 Empe 19 Hall 24 Leuvenheim 31 Oeken, Voorstonden, Tonden 24 Overige/onbekend 74 Prestatie indicator 6: Wijze van contact leggen Bureau 1421 contacten 70,5% Telefonisch 418 20,7% Huisbezoek 31 2,7% E-mail/internet 71 3,5% Schriftelijk 75 3,7% In de wijze van contact leggen is ten opzichte van 2010 een lichte stijging van het spreekuurbezoek opgetreden. Daartegenover staat dat het telefonische contact licht is gedaald. Het aantal outreachende huisbezoeken op indicatie van derden (politie, woningstichting, senior vrijwilliger) is gestegen. Na huisbezoek zijn meerdere situaties ingebracht in het ketenzorgadviesteam in verband met psychogeriatrische problematiek, of aangemeld voor cliëntondersteuning/regelen respijtzorg.


25

Jaarrapport 2011

3.1. Informatie en Advies Loket Wegwijs Signalen Op de terreinen Welzijn en Mobiliteit is een lichte stijging te zien van het aantal vragen. Voor Welzijn is dit vooral binnen het vrijwilligerswerk en bij de diverse bewegings- en gezelligheidsactiviteiten. Hieruit is op te maken dat burgers het afgelopen jaar meer initiatief genomen hebben om actief bezig te zijn. Ten aanzien van Mobiliteit zien we een toename van de aanvragen voor regionaal en bovenregionaal vervoer. Deze wordt verklaard door het toenemende aantal oudere burgers dat ondanks hun beperking toch mobiel wil blijven. Het aantal vragen op het terrein van Inkomen is licht gedaald, maar het aantal aanmeldingen met betrekking tot schuldenproblematiek bij het BAC is ook dit jaar weer toegenomen. Ook dit jaar was er regelmatig afstemming met de klantmanagers Wmo en de beleidsambtenaren Wmo en Minimabeleid. Daarin is het informeren van burgers over wijzigingen en het aanspreken op de eigen verant woordelijkheid een belangrijk thema geweest. In het kader van de Kanteling zal dit ook de komende jaren verder ontwikkeld worden. Wegwijs en MEE Er is een constructieve samenwerking gestart met de organisatie en medewerkers van MEE en de Wegwijs adviseurs. Wederzijds zijn werkprocessen besproken. Voor de Wegwijsadviseurs is er een vast contactpersoon uit de organisatie MEE, met wie aanmeldingen en casussen afgestemd worden. Het CJG is separaat verantwoord.


26

Jaarrapport 2011

3.2. Budget Advies Centrum (BAC) 1. Opdracht Het in beeld brengen van alle schuldhulpverleningsvragen binnen de gemeente Brummen. Na inventarisatie van de financiële situatie zorgdragen voor adequate overdracht naar Schuldhulpverlening en Maatschappelijk Werk voor verdere begeleiding.



Totaal 2011

1. Aantal aanmeldingen Eerbeek e.o.

32

55

2. Aantal aanmeldingen Brummen e.o.

38

70

3. Verwezen door: - Wegwijs - WIZ en gemeente - Woningstichting - Stadsbank - Overig

27 0 18 1 10

61 5 34 3 22

Ingezette trajecten vanuit BAC - budgetbegeleiding - budgetbeheer - inkomensondersteuning - lening - psychosociale hulp - schuldsanering - voorbereiding schuldsanering - WSNP traject

20 4 3 2 10 -

115 44 20 1 3 11 36 -

5. Afgesloten trajecten BAC - budgetbegeleiding - budgetbeheer - inkomensondersteuning - lening - psychosociale hulp - schuldsanering - voorbereiding schuldsanering - WSNP traject

39 7 1 0 0 1 0 7 0

85 30 16 6 11 20 2

4.



27

Jaarrapport 2011

3.2. Budget Advies Centrum (BAC) 6. Monitoring trajecten BAC - budgetbegeleiding - budgetbeheer - inkomensondersteuning - lening - psychosociale hulp - schuldsanering - voorbereiding schuldsanering - WSNP traject

41 26 7 25 22 4

124 37 32 0 1 2 23 27 2

Aantal vrijwilligers

15

13

Aantal huisuitzettingen/crisissen

-

Aantal kinderen dat betrokken is

-

Prestatie eenheid

480 uur

175 uur

480 uur

Prestatie indicator 1 en 2: Verdeling aanmeldingen Eerbeek/Brummen Er zijn dit jaar meer aanmeldingen uit Brummen gekomen dan uit Eerbeek. Dit is geen belangrijk gegeven. Deze prestatie indicator schommelt en er zijn geen redenen om aan te nemen dat het BAC in Eerbeek minder bekend is dan in Brummen. Er komen relatief gezien weinig aanmeldingen uit de omliggende kleine dorpen. In 2011 zijn er 44 aanmeldingen bij het BAC binnengekomen waarbij er geen traject is aangeboden. Het betreft hier situaties waarbij mensen binnen 1 á 2 informatie- en adviesgesprek(ken) zelf de problemen verder weten op te lossen. Prestatie indicator 3: Verwezen door De meeste aanmeldingen komen binnen via Wegwijs. Daarnaast zijn de beide woningstichtingen zeer belangrijke verwijzers voor het BAC. Prestatie indicator 4: Ingezette trajecten vanuit samenwerkingsverband BAC Net als vorig jaar is in 2011 een groot aantal trajecten ‘budgetbegeleiding’ opgestart. Dit zijn trajecten die worden uitgevoerd door het AMW in samenwerking met ketenpartners. Budgetbegeleiding is een van de minst intensieve vormen van hulpverlening, geschikt voor situaties waarbij nog geen sprake is van een problematische schuldenproblematiek. Deze vorm van begeleiding is er juist om te voorkomen dat er een ernstiger situatie ontstaat en hulp van de Stadsbank moet worden ingeschakeld. Het traject ‘voorbereiden schuldsanering’ wordt eveneens door het AMW opgepakt. Zodra dit aan de orde is, zijn de problemen dermate groot dat de cliënt moet worden aangemeld bij de Stadsbank. Er zijn dan vaak ook al grote achterstanden en problemen waarbij ontruimingen, afsluiting van gas, water en licht, of openbare verkoop spelen. Trajecten budgetbeheer, schuldsanering en inkomensondersteuning worden elders uitgevoerd. Het BAC speelt in die trajecten wel een rol bij vragen van ketenpartners en monitort deze trajecten.


28

Jaarrapport 2011

3.2. Budget Advies Centrum (BAC) Prestatie indicator 5: Aantal afgesloten BAC trajecten In 2011 zijn er 85 trajecten afgesloten. Hiervan is 67% van de trajecten geslaagd, 33% van de deelnemers brak het traject vroegtijdig af. Van de afgebroken trajecten weten wij bij het BAC inmiddels dat we een deel ervan helaas later terugzien, als de problematiek is toegenomen. Sinds 2009 wordt het aantal afgebroken en geslaagde trajecten vermeld in onze rapportage, om zo een beeld te krijgen van de slagingskansen van onze trajecten. Het percentage afgebroken trajecten is bijna 33%. Dat lijkt wellicht veel, maar als we ons realiseren dat dit percentage landelijk op 50% ligt, mogen we niet mopperen. Bij het BAC wordt getracht dit percentage zo laag mogelijk te houden door onder andere een goede en eerlijke voorlichting te geven over het verloop van een traject, goede ondersteuning en begeleiding. Ondanks de goede voorlichting, zien we helaas een stijging ten opzichte van vorig jaar van 4%. Een deel verwacht – tegen beter weten in – het onmogelijke en/of is niet bereid de offers te brengen die noodzakelijk zijn om uit de problemen te komen. Een deel van deze groep zien we in een later stadium terug, als de problematiek zodanig is opgelopen dat men echt niet meer anders kan. Prestatie indicator 6: Monitoring trajecten BAC Het totale aantal trajecten dat door het BAC wordt gemonitord staat eind 2011 op 124. Dit is een moment opname. Deze trajecten worden op dat moment (eind december) gevolgd. Toelichting en Signalen 2011 Sterke toename aantal hulpvragen Zoals prestatie indicator 1 en 2 vermelden, is wederom sprake van een groei van het aantal aanmeldingen. Gemiddeld kwamen er meer dan 12 aanmeldingen per maand binnen. Dit bevestigt de landelijke tendens van een toenemend aantal mensen met problematische schulden. Samenwerking met Stadsbank Het contact tussen het BAC en de Stadsbank is onveranderd goed. Er zijn goede samenwerkingsafspraken gemaakt en deze worden nog voortdurend bijgeschaafd. Om de overdracht en samenwerking zo efficiënt mogelijk uit te voeren, wordt in een vroeg stadium al dezelfde dossierindeling gehanteerd en zijn voor zover mogelijk formaliteiten uniform. In 2011 is een start gemaakt om een gezamenlijk intakeformulier te gaan gebruiken, zodat bij een overdracht de Stadsbank nog sneller kan handelen en er geen dubbel werk gedaan hoeft te worden. Dit blijkt echter een stap te ver. Bij het BAC komen mensen met uiteenlopende problematiek in verschillende stadia. Bij de Stadsbank is er al sprake van problematische schuldenproblematiek. Een uniforme intake is hierdoor helaas niet mogelijk. Het bleek onwerkbaar te zijn. De Stadsbank is voor het BAC een bron van deskundigheid. Er wordt regelmatig contact gezocht om situaties te overleggen en advies te vragen. Andersom wordt het BAC gebruikt door de Stadsbank om in bepaalde situaties extra te ondersteunen, zodat cliënten de hoop niet verliezen en/of afhaken.


29

Jaarrapport 2011

3.2. Budget Advies Centrum (BAC) Woningstichtingen en BAC Om ontruimingen te voorkomen, hanteert woningstichting Brummen een preventief incassobeleid. Persoonlijk contact in de eerste maanden wordt hierbij ingezet, zoals: brieven, uitnodiging voor een gesprek, telefonisch contact, langs gaan, kosteloze betalingsregelingen… Als deze acties geen succes hebben, verwijst de woning stichting door naar het Budget Advies Centrum. Als huurders geen bezwaar hebben, neemt het BAC contact met hen op. De woningstichting Brummen vermeldt dat door deze aanpak de totale huurachterstand sterk is afgenomen en er nog zelden ontruimingen plaatsvinden. Sprengenland Wonen hanteert een andere aanpak. De incassomedewerker en de woonconsulent bezoeken zelf de bewoners met een problematische achterstand en attenderen de mensen daarbij op de diensten van het BAC. Wij constateren dat deze aanpak er niet in alle problematische gevallen toe leidt dat mensen zich daadwerkelijk aanmelden. Het komt dus nog voor dat uit de hand gelopen situaties zich niet of te laat bij het BAC aanmelden. Eind 2011 is er met Spengenland Wonen overleg gevoerd om ook in Eerbeek over te gaan tot een zelfde outreachende werkwijze als in Brummen. Energiebedrijven De Energiebedrijven zijn in 2011 een belangrijke signaleerder geweest. De energieleveranciers hebben de verplichting om met betrekking tot het afsluiten van gas en elektriciteit gegevens te verstrekken aan de gemeente, met het oog op een mogelijk aanbod tot schuldbemiddeling. De gemeente stuurt deze brieven door. Het BAC neemt vervolgens actief contact met deze mensen op, in eerste instantie telefonisch of door op bezoek te gaan, dan wel via een brief waarin het aanbod van het BAC vermeld wordt. Inzet vrijwilligers Momenteel kan het BAC gebruik maken van de diensten van 13 vrijwilligers. Twee vrijwilligers hebben zich terug getrokken. De vrijwilligers worden ingezet op duidelijk afgebakende, vaak tijdrovende ‘deel-klussen’. Met zowel de vrijwilliger als de cliënt worden duidelijke afspraken gemaakt over de aard en duur van de inzet. In totaal zijn er bij 30 cliënten vrijwilligers gevraagd ter ondersteuning. Gezien de aard van de werkzaamheden bij het BAC wordt bij de inzet van vrijwilligers gestreefd naar optimale zorgvuldigheid. Naast dat we met potentiële vrijwilligers eerst een uitgebreid intakegesprek voeren, is in 2010 gestart met het opvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag. Uiteraard kan iedere vrijwilliger te allen tijde terugvallen op de ondersteuning van het BAC. Na afloop van een traject met een vrijwilliger vindt er altijd een evaluatie plaats. Twee maal per jaar wordt een vrijwilligersbijeenkomst gehouden. De ene keer is bedoeld om onderlinge ervaringen te delen, dilemma’s uit te wisselen, grenzen te bespreken. Hierbij is ook ruimte voor de emotionele kant van het vrijwilliger zijn, want er zijn situaties bij die veel indruk kunnen maken. De andere keer wordt er een thema aangeboden. Eind 2011 zijn alle vrijwilligers op een excursie bij de Stadsbank geweest. Er is niet alleen tekst en uitleg gegeven over de werkwijze van de Stadsbank, er was ook uitgebreid ruimte om vragen te stellen en kennis te maken met het gebouw en de mensen. Vanuit de Stadsbank is aan de Brummense BAC vrijwilligers toegezegd dat zij altijd direct contact kunnen opnemen met hen.


30

Jaarrapport 2011

3.2. Budget Advies Centrum (BAC) Toename hulpvragen Ten opzichte van het jaar 2010 zijn er weer meer hulpvragen gesteld. Deze toename wordt deels veroorzaakt door toename van het aantal problematische situaties, maar is ook een gevolg van de groeiende bekendheid van het BAC. Buiten directe aanmeldingen worden steeds vaker cliënten aangemeld via derden, zoals werkgevers, deurwaarders, energiebedrijven en woningstichtingen. Ook in het type cliënt en hulpvraag zien we een verandering. Bij de start van het BAC in 2006 ging het bij de meerderheid van de aanmeldingen om cliënten met een inkomen op of rond bijstandsniveau. Nog altijd is dit een belangrijke groep bij het BAC. Er is echter ook een groep mensen bij gekomen die (voorheen) op een modaal of hoger inkomen kon rekenen. Door bijvoorbeeld ontslag, echtscheiding of faillissement kloppen zij ook bij het BAC aan. Deze problemen zijn vaak complexer van aard, de financiële verplichtingen zwaarder en de oplossingen vergen meer denkwerk, creativiteit en expertise. Voor het uitzetten van trajecten is veel netwerkoverleg met deskundigen noodzakelijk. De uitwerking neemt meer tijd in beslag. Het BAC hanteert een werkverdeling tussen BAC en de uiteindelijke hulpverlening. Het BAC verzorgt de voordeur, doet de intake, zet de lijnen uit, legt contact met de hulpverleners, ondersteunt bij vragen uit het netwerk, monitort trajecten, zorgt ervoor dat informatie up to date is, en werft geschikte vrijwilligers. De hulpverlening vindt veelal bij het AMW plaats. Door efficiënt te werken en optimaal gebruik te maken van vrijwilligers op arbeidsintensieve handelingen, is iedereen goed en op tijd geholpen. We realiseren ons dat we deze werkwijze met het oog op de toekomst zullen gaan vernieuwen.


31

Jaarrapport 2011

3.3. Ouderenadviseur en Seniorenvoorlichting 1. Opdracht SWB zet vrijwillige seniorenvoorlichters bij het huisbezoekproject in, die bij de ouderenadviseur een vast aanspreekpunt hebben.


Gerealiseerd voorjaar 2011


Totaal 2011

1. Huisbezoekproject vrijwillige ouderen adviseurs: aantal aangemelde ouderen (85+)

102

48

150

2. Aantal begeleidingsbijeenkomsten met vrijwilligers, w.o. deskundigheidsbevordering

2

1

3

3. Aantal trajecten professionele Ouderen adviseur

35

21

56

125 uur

25 uur

150 uur

Prestatie eenheid


150 uur

Prestatie indicator 1: Huisbezoekproject vrijwillige ouderenadviseurs Alle 102 te bezoeken 78- jarigen zijn bezocht. De informatiemappen die de vrijwillige ouderenadviseurs gebruiken zijn geactualiseerd. Dat was een grote klus, omdat ook digitale informatiebronnen geraadpleegd zijn. Naar aanleiding van de afgelegde bezoeken melden de vrijwillige ouderenadviseurs het volgende: • veel cliënten zijn voor specifieke vragen doorverwezen. • er is een toenemende vraag naar vrijwilligers van het Schakelproject, vooral voor contactbezoeken • er is een toename van signalen en/of klachten met betrekking tot de woonomgeving. Dit zien we ook bij Wegwijs terug. Ouderen geven aan het zelf indienen van een klacht moeilijk te vinden. Wij zijn in overleg met de opbouwwerker en de woningstichting over welke acties hierin ondernomen kunnen worden. De te bezoeken 85 jarigen zullen in de periode van januari tot maart 2012 afgelegd worden. Hiervoor hebben zich 48 ouderen aangemeld.


32

Jaarrapport 2011

3.3. Ouderenadviseur en Seniorenvoorlichting Prestatie indicator 2: Aantal begeleidingsbijeenkomsten Er hebben 3 begeleidingsbijeenkomsten plaatsgevonden met de vrijwilligers. De lopende ontwikkelingen in weten regelgeving zijn aan de orde geweest en het thema dementie. De bijeenkomst over dementie is in samenwerking met de Schakelvrijwilligers gehouden. Prestatie indicator 3: Aantal trajecten professionele ouderenadvisering In 2011 zijn er 56 professionele contacten geweest met betrekking tot informatie- en adviesvragen die intensiever waren en niet afgehandeld konden worden binnen het Wegwijs spreekuur (max. 15 minuten per contact). Hieruit zijn veel aanmeldingen voor het Schakelproject voortgekomen, zie 4.2.


33

Jaarrapport 2011

4.1. Vrijwilligers Centrale 1. Opdracht SWB wordt gevraagd om: • actieve ondersteuning van vrijwilligers te organiseren • organisaties zodanig toe te rusten dat zij nieuwe vrijwilligers kunnen opvangen en begeleiden • een actieve benadering van potentiële klanten, zowel organisaties als vrijwilligers • een herkenbare profilering van het vrijwilligerswerk.




Totaal 2011

120

83

177

260

2. Klantcontacten vrijwilligersorganisaties

50

98

148

3. Aantal bemiddelingen

35

96

131

Prestatie indicator

1. Klantcontacten vrijwilligers

4. Deskundigheidsbevordering activiteiten

6

4

6

10

5. Voorlichtingsactiviteiten/evenementen

2

-

3

3

6. Evenementen

2

1

2

3

7. PR publicaties/nieuwsbrieven

4

2

4

6

-

-

8. Contacten allochtone organisaties Prestatie eenheid

800 uur

363 uur

457 uur

820 uur

Prestatie indicator 1: Klantcontacten vrijwilligers Er zijn 260 klantcontacten geweest met de vrijwilligers, een lichte stijging ten opzichte van 2010. De motivatie van de vrijwilligers is aan het veranderen. Globaal gezien heeft de Vrijwilligers Centrale drie categorieën vrijwilligers: • Reguliere vrijwilligers. Mensen die vrijwilligerswerk willen doen om maatschappelijke actief te zijn en mede burgers te ondersteunen. • Vrijwilligers met problemen. Deze groep kampt met psychische problemen, verslavingen, enzovoort en benut vrijwilligerswerk als een vorm van dagbesteding om wat structuur en zelfvertrouwen op te bouwen • Vrijwilligers met een uitkering. Dit gaat om mensen die met het uitvoeren van vrijwilligerswerk stappen op de participatieladder willen zetten.


34

Jaarrapport 2011

4.1. Vrijwilligers Centrale Prestatie indicator 2: Contacten vrijwilligersorganisaties Het bestand van de Vrijwilligers Centrale bestaat uit 264 geregistreerde organisaties. Dit zijn zowel sportverenigingen, vrijwilligersorganisaties als (professionele) welzijnsorganisaties. Er is vooral veel contact met organisaties die ‘aantrekkelijk vrijwilligerswerk’ aanbieden (dat wil zeggen: vrijwilligerswerk op het sociale vlak). Contact onderhouden met, en vrijwilligers vinden voor sportverenigingen, blijft moeilijk. Vrijwilligers hebben over het algemeen meer affiniteit met het sociale werk dan met sport. Behalve de reguliere vrijwilligersorganisaties wordt steeds meer een beroep gedaan op de VWC vanuit andere welzijnsorganisaties: MEE, Riwis, Michaelshoeve, GGnet. Het is duidelijk dat er een verschuiving plaatsvindt. Maatschappelijke organisaties moeten bezuinigen: er moet meer werk opgevangen worden door vrijwilligers, in plaats van professionele krachten. De contacten tijdens de vrijwilligersreceptie zijn niet opgenomen in de telgevens. Hier waren ongeveer 120 vrijwilligers en organisaties aanwezig. Prestatie indicator 3: Aantal bemiddelingen In 2011 zijn 96 vrijwilligers begeleid naar vrijwilligerswerk. Doordat we steeds meer vrijwilligers binnen halen die ‘iets hebben’, proberen we deze vrijwilligers vooral binnen SWB te begeleiden. Doordat er een nieuwe regeling is vanuit CWI, mogen mensen vrijwilligerswerk doen in plaats van betaald werk. Speerpunt voor 2012 is om vooral ook deze ‘goede, zelfstandige vrijwilligers’ onder te brengen bij externe organisaties. Prestatie indicator 4: Deskundigheidsbevordering De Vrijwilligers Centrale heeft een aantal activiteiten geprogrammeerd met betrekking tot deskundigheidsbevordering. Er waren 6 bijeenkomsten voor Taalcoaches, 4 bijeenkomsten voor de vrijwilligers van het Schakelproject, twee bijeenkomsten voor inburgeraars en 1 bijeenkomst voor organisaties en vrijwilligers over de vrijwilligersverzekering. Daarnaast was er een cursus Valpreventie voor vrijwilligers die met ouderen werken. Een geplande cursus EVC (Elders Verworven Competenties) ging niet door wegens gebrek aan belangstelling. Prestatie indicator 5: Voorlichtingactiviteiten • Voorlichting: Nieuwe groep Taalcoach / doelgroep: taalcoaches • Wijkdag: Gemeente Brummen in Hall: plaatsen van een vacaturebord! • Fototentoonstelling: “Vrijwilligerswerk in beeld” Prestatie indicator 6: Evenementen NL DOET / Vrijwilligersgroep van het jaar / Schakelspektakel Vrijwilligersreceptie Sterren van Brummen / verkiezing vrijwilliger van het jaar.


35

Jaarrapport 2011

4.1. Vrijwilligers Centrale Prestatie indicator 7: PR Publicaties Ieder kwartaal is er een nieuwsbrief verzonden. Daarnaast hebben alle activiteiten van de Vrijwilligers Centrale veel aandacht gehad in met name het Brummens Weekblad. Ook andere huis-aan-huisbladen hebben vrijwel alle persberichten gepubliceerd. Diverse advertenties hebben de nodige vrijwilligers opgeleverd. Overige telgegevens: • In 2011 zijn 9 cliënten met een teveel aan contra-indicaties terugverwezen naar de eigen hulpverlenende instantie. • in 2011 zijn er 8 schadeformulieren in behandeling genomen door de Vrijwilligers Centrale voor onder andere materiële schade, letselschade deelnemer, autoschade.


36

Jaarrapport 2011

4.2. Steunpunt Mantelzorg 1. Opdracht SWB wordt gevraagd om: • Actieve ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers te organiseren • Actieve benadering van mantelzorgers en mantelzorgondersteuning herkenbaar te profileren (ketenaanpak wonen-welzijn-zorg) • Afstemming te realiseren met het regionaal coördinatiepunt Mantelzorg.




Totaal 2011

1. Aantal mantelzorgers

300

277

289

289

2. Maatjesproject

15

11

11

11

3. Aantal nieuwsbrieven

4

1

3

4

4. Aantal voorlichtingsbijeenkomsten

4

3

1

4

5. Aantal trajecten concrete dienst verlening

50

40

18

58

6. Evenementen/promotie en belangenbehartiging mantelzorg

4

4

1

5

Prestatie indicatoren

Prestatie eenheid

755 uur

383 uur

377 uur

760 uur

Prestatie indicator 1: Aantal mantelzorgers en vrijwilligers Eind 2011 staan er 269 mantelzorgadressen geregistreerd ten behoeve van de mantelzorgnieuwsbrief, en 20 zorgvrijwilligers. Prestatie indicator 2: Dienstverlening/vriendendienst/respijtzorg Er participeren 11 maatjes in het Maatjesproject/Vriendendienst. De maatjes hebben alleen een vrijwilligersovereenkomst bij SWB. De eerste kennismaking vindt plaats bij de cliënt thuis, onder begeleiding van de projectmedewerker. Prestatie indicator 3: Aantal nieuwsbrieven Het regionale steunpunt in Apeldoorn heeft met behulp van provinciale subsidie drie nieuwsbrieven uitgegeven. Per 1 januari 2012 loopt dit project af. Wij gaan onderzoeken of er behoefte is aan voortzetting


37

Jaarrapport 2011

4.2. Steunpunt Mantelzorg van een dergelijke nieuwsbrief op lokaal niveau. We denken een verbreding van de huidige nieuwsbrief met ‘nieuws’ vanuit Wegwijs/CJG, via huis-aan-huis bladen en de website. Mede omdat mantelzorgers niet als mantelzorgers aangesproken willen worden, lijkt dit een effectievere manier. Prestatie indicator 4: Aantal voorlichtingsbijeenkomsten Er hebben 4 voorlichtingsbijeenkomsten plaatsgevonden en een zorgmarkt, in samenwerking met Vérian. Met GGnet is er binnen hun cursusgroepen dementie twee keer voorlichting gegeven over Mantelzorg en Wegwijs. In samenwerking met de Hervormde Kerk is er een voorlichting gegeven over Mantelzorg. Prestatie indicator 5: Aantal trajecten concrete dienstverlening Het Schakelproject voor informele en sociale zorg heeft in 2011 een explosieve groei doorgemaakt. In samenwerking met de Vrijwilligers Centrale zijn er 22 vrijwilligers geworven en geselecteerd om als buddy, maatje, coach gekoppeld te worden aan een cliënt. De informele zorg die geboden wordt, geeft ondersteuning in zelfredzaamheid van de cliënt, en ontlasting van de mantelzorger. De activiteiten hebben betrekking op tijdsbesteding, ontmoeting, buddy’s, korte klusjes, oppas en thuisadministratie. Er zijn over het gehele jaar 58 koppelingen gemaakt. 7 Aanvragen over computerondersteuning, tuin- en behangklussen zijn op een wachtlijst geplaatst doordat er (nog) geen koppeling mogelijk bleek. In 2012 zal het Schakelproject als apart product geregistreerd worden, en losgekoppeld worden van het Steunpunt Mantelzorg en de Vrijwilligers Centrale, om het op die manier beter te kunnen integreren in het lokale sociale beleid (Brummense Bondgenoten). De dienstverlening zal meer vanuit een netwerkachtige organisatie uitgevoerd worden. Prestatie indicator 6: Evenementen/promotie en belangenbehartiging mantelzorg De Dag van de Mantelzorg, die werd georganiseerd in samenwerking met de Rotaryclub Eerbeek-Zutphen, is een echte verwendag geworden. Het aantal mantelzorgers viel helaas wat tegen. Er waren 50 bezoekers. De belangstelling vanuit de Wmo adviesraad was groot. Dit jaar zijn er 155 mantelzorgers opgegeven voor een gratis boeket thuis. Overige evenementen waarbij het Steunpunt Mantelzorg zich presenteerde, waren de Dag van de Ouderen, het Mantelzorgpanel van de Wmo adviesraad en het Dagje uit.


38

Jaarrapport 2011

5.1. Sociaal Culturele Activiteiten 1. Opdracht SWB ontwikkelt sociaal culturele activiteiten die aansluiten bij de behoeften van de inwoners van de gemeente Brummen die in een achterstandssituatie verkeren, of gerekend kunnen worden tot de kwetsbare groepen. SWB faciliteert vrijwilligers/werkgroepen/verenigingen bij kleinschalige activiteiten die van belang zijn voor de sociale samenhang en leefbaarheid.



8

8

2. Aantal cursusdeelnemers

134

152

3. Aantal (re)creatieve groepen die wekelijks bijeenkomen

21

21

4. - Aantal ingeschreven deelnemers groepen - Aantal open activiteiten dat maandelijks wordt georganiseerd -G emiddeld aantal bezoekers open activiteiten

362 7

375 7

137

142

1

1

90% 80%

90% 80%

7. Openstellingsuren Tjark Riks Centrum per week

60

60

8. Aantal bezoekers Tjark Riks Centrum per week

702

678

9. Openstellingsuren Plein Vijf per week

60

60

10. Aantal bezoekers Plein Vijf per week

637

570

11. Aantal vrijwilligers

302

278

1464 uur

3315 uur

Prestatie indicatoren


1. Aantal cursussen

5. Programma-aanbod huis aan huis en digitaal 6. Percentage ouderen - cursusdeelnemers - bijeenkomsten

Prestatie eenheid


3315 uur

39

Jaarrapport 2011

5.1. Sociaal Culturele Activiteiten Prestatie indicator 1 t/m 4: Aantallen cursussen, deelnemers, bijeenkomsten, deelnemers Er zijn in 2011 totaal 29 cursussen en activiteiten georganiseerd waaraan 527 personen deelnamen. Het gaat hierbij om activiteiten Meer Bewegen voor Ouderen, Spel en Ontmoeting, creatief, educatief en Samen eettafels. Prestatie indicator 5: Programma-aanbod huis aan huis en digitaal In januari heeft in het Brummens weekblad het aanbod van SWB gestaan. Het programmaboekje is in augustus huis aan huis verspreid en is tevens digitaal op de website aangeboden. Prestatie indicator 6: Percentage ouderen Het percentage ouderen is 90%. Prestatie indicator 7 t/m 10: Openstellingsuren Tjark Riks Centrum en Plein Vijf en aantal bezoekers per week Tjark Riks Centrum en Plein Vijf waren 60 uur per week geopend. Het aantal bezoekers in het Tjark Riks Centrum was in deze periode 678, in Plein Vijf kwamen 570 bezoekers. Het gemiddelde aantal bezoekers loopt terug door met name het stoppen van de groepsactiviteiten van GGnet en minder cursussen van ROC Aventus/ Volksuniversiteit. Prestatie indicator 11: Aantal vrijwilligers De vrijwilligersgroep binnen SWB is een stabiele groep, er is weinig verloop. Het aantal vrijwilligers bedraagt 278. Nieuwe projecten / activiteiten Vriendenkring in samenwerking met MEE In januari heeft MEE SWB benaderd met de vraag om samen (re)creatieve ontmoetingsactiviteiten op te zetten voor mensen met een beperking. In september is er een start gemaakt met ‘De Vriendenkring’. Dit project richt zich in eerste instantie op adolescenten met een licht verstandelijke beperking, omdat de gevoelens van eenzaamheid bij deze groep relatief hoog zijn. Er hebben zich 11 deelnemers en 2 vrijwilligers aangemeld voor de Vriendenkring. Eens per maand komen ze bij elkaar om een activiteit te ondernemen. Dit gebeurt onder begeleiding van vrijwilligers die worden aangestuurd door de beroepskracht van SWB, in overleg met de vrijetijdsconsulent van MEE. Filmmiddagen in samenwerking met PCOB, ANBO Eerbeek Vrijdag 30 september is gestart met de filmmiddagen voor ouderen in Eerbeek. Eens per twee maanden verzorgt een werkgroep een filmvoorstelling voor senioren. SWB beheert de financiën en verzorgt de PR. Er was veel belangstelling en uit de evaluatie bleek over het gehele seizoen grote tevredenheid. Fit door het leven voor 50 plus in samenwerking met zwembad Rhienderoord. Zwembad Rhienderoord heeft de opdracht van de gemeente gekregen om meer ‘jonge’ senioren als bezoekers te


40

Jaarrapport 2011

5.1. Sociaal Culturele Activiteiten genereren. SWB is ook al jaren op zoek naar manieren om de vragen en behoeften van deze doelgroep in kaart te brengen en er op in te spelen. Begin 2011 heeft Zwembad Rhienderoord de samenwerking gezocht met SWB. Na mislukte pogingen om een denktank van 50-plussers te formeren, kwam het idee om een 4-delige cursus op te zetten die zou worden verzorgd door iemand van de Geldersche Sportfederatie: ‘Fit door het leven voor 50-plus’. Van daaruit konden de bezoekers van deze cursus worden benaderd en om ideeën worden gevraagd. Er zijn echter onvoldoende aanmeldingen binnengekomen en de cursus is niet van start gegaan. Conclusie is dat er op dit moment geen vraag of behoefte is. In zo’n geval moeten we bij tijd en wijle een peiling houden, maar geen aanbod willen forceren. Dat is juist een manier van denken en werken waar we vanaf moeten! Summerschool ontmoetingsactiviteiten SWB heeft normaal gesproken een zomerstop voor de ontmoetingsactiviteiten. Echter, bij een aantal groepen zijn tijdens zomer de activiteiten voortgezet. Dit gebeurde op verzoek van de vrijwilligers die het signaal opvingen van alleenstaande senioren dat deze de overbruggingsperiode van twee maanden te lang vinden. Zij hebben veel behoefte aan de vaste contactmomenten bij SWB. Voor 2012 is het wellicht een idee om een speciaal zomerprogramma op te stellen. Functie Sociaal Cultureel Werk / laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten Bovenstaand verhaal is illustratief voor wat in het afgelopen jaar meer dan eens is gebleken: hoe belangrijke de functie is van deze op het eerste gezicht ‘oppervlakkige ontmoetingsactiviteiten’! Sommige mensen zien in de ontmoetingsactiviteiten van het Sociaal Cultureel Werk alleen maar ‘gezelligheidsclubjes’ voor ouderen van dagen. Dat kan en dat mag: als je er binnenloopt, zie je ook een hoop lol en gezelligheid, gelukkig maar. Maar kijk ook eens verder! Want wat je doorgaans niet ziet, is het verhaal achter elke afzonderlijke deelnemer. Als voorbeeld een greep uit de uitspraken van deelnemers of vrijwilligers van afgelopen jaar; • ‘Ik ben al jarenlang mantelzorger van mijn man. Elke week kijk ik weer uit naar Creatieve Vrouwen. Ik heb dan even tijd voor mijzelf en kan mijn verhaal kwijt bij de andere deelnemers.’ • Aansluitend op deze uitspraak: ‘Dat heb ik nou ook; ik zit de hele week alleen thuis en vindt het zó fijn om eens per week onder de mensen te zijn’. • Ik ben al op vrij jonge leeftijd afgekeurd als timmerman. Stilzitten was niks voor mij, maar werken kon en mocht ik niet. Gelukkig heb ik vrijwilligerswerk gevonden bij de houtsnijclub; nu loop ik weer fluitend door het Tjark Riks Centrum.’ • ‘Mijn partner is onlangs overleden. Dankzij ‘Aan Tafel’ leer ik nieuwe mensen kennen en leer ik er nieuwe recepten bij.’ • ‘Ik vind het lastig om nieuwe contacten aan te gaan. Door vrijwilligerswerk bij SWB verplicht ik mijzelf om onder de mensen te komen en gaat het aangaan van nieuwe contacten een stuk makkelijker.’ Samenvattend kun je zeggen dat de laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten als uitlaatklep dienen, maar ook de sociale cohesie versterken en een sociaal isolement helpen tegen te gaan. Dikwijls stimuleert het mensen die


41

Jaarrapport 2011

5.1. Sociaal Culturele Activiteiten binnenkomen als deelnemer om zich vervolgens aan te melden als vrijwilliger. Dan is sprake van ontplooiing in meer dan één opzicht. In de nabije toekomst zullen laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten een steeds grotere rol krijgen. Momenteel is er immers sprake van ‘De Kanteling’: de burger is steeds meer op zichzelf aangewezen en op zijn/ haar omgeving. Burgerparticipatie en sociale cohesie moeten versterkt worden. Maar hoe doe je dat wanneer burgers elkaar niet kennen? Dan moet je toch eerst mogelijkheden voor ontmoeting bieden. Op een laagdrempelige manier, zodat ook degenen die niet goed meekomen in de samenleving en de hulp het meest nodig hebben, de kans krijgen om opgemerkt te worden. Een ander punt is dat we in 2011 al een verschuiving in de doelgroep zagen. Steeds meer krijgt SWB de vraag van mensen met psychosociale problemen of licht verstandelijke beperkingen om een vorm van dagbesteding te bieden. Deze groep krijgt geen indicatie meer voor dagbesteding, maar loopt het risico op een isolement. Voor 2012 ligt er voor SWB een schone taak om de huidige activiteiten te transformeren naar een voorliggende voorziening voor de AWBZ functie ondersteuning begeleidingsgroep, die overgeheveld gaat worden naar de Wmo.


42

Jaarrapport 2011

5.2. Sociale Activering 1. Opdracht Het uitvoeren van minimaal 7 trajecten voor mensen met een WWB-uitkering op basis van een trajectplan en aanmelding van de klantmanager.

2. Resultaten Prestatie indicatoren




1. Trajecten in begeleiding

18

22

2. Afgesloten trajecten

4

13

3. Nieuw aangemelde trajecten

1

8

4. Aard uitstroom cliënten

4

9

5. Doorverwezen cliënten

3

6

Prestatie indicator 1 en 2: Trajecten in begeleiding, afgesloten trajecten In 2011 zijn in totaal 22 cliënten begeleid door SWB en zijn 13 trajecten afgesloten. Prestatie indicator 3: Nieuw aangemelde trajecten De Gemeente Apeldoorn heeft in het afgelopen jaar 8 nieuwe trajecten aangemeld. Er is een goede samenwerking met diverse voorzieningen van Stichting Welzijn Brummen. Er bestaan korte lijntjes met het Algemeen Maatschappelijk Werk en het Budget Advies Centrum, zodat de problematiek van diverse cliënten snel besproken kan worden. Dit is nodig om een goede afweging te maken in de keuze van activiteiten of vrijwilligerswerk. Daarnaast is er een goede samenwerking met de Vrijwilligers Centrale: cliënten kunnen heel snel aangemeld worden voor (en meedoen aan) de projecten Taalcoach of Koffieochtend. Ook heeft de Vrijwilligers Centrale een goed overzicht van geschikte stageplaatsen voor de doelgroep die intensiever begeleid wordt, zoals in een traject sociale activering. Wanneer cliënten echt moeite hebben met de start van vrijwilligerswerk, kunnen zij ook binnen de ‘veilige muren van SWB’ starten met vrijwilligerswerk. De ervaring leert dat cliënten dan vervolgens makkelijker een stap maken naar ‘extern vrijwilligerswerk’.


43

Jaarrapport 2011

5.2. Sociale Activering Externe activiteiten • Buiten de individuele- en groepsbegeleiding biedt SWB jaarlijks externe activiteiten aan: Symposium allochtone vrouwen op de arbeidsmarkt in Arnhem: Drie cliënten zijn met twee begeleiders naar Arnhem geweest, naar dit symposium op 4 november jl. Doel was om kennis te maken met de mogelijkheden van allochtone vrouwen op de arbeidsmarkt. Hoewel de presentatie voor de vrouwen moeilijk te volgen was, hebben zij wel ervaren dat er veel meer allochtone vrouwen zijn die op zoek zijn naar werk. Vooral tijdens de lunch werd er gezellig met elkaar van gedachten gewisseld. • De gemeente Brummen heeft een aantal entreekaarten voor de Efteling ontvangen. We hebben geregeld dat een aantal cliënten met hun gezin van dit uitstapje kon genieten. Positief De projectmedewerkers zien in sociale activering een positieve benadering van cliënten: er wordt gekeken wat de mensen wél kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Middels in eerste instantie wekelijkse individuele begeleiding, worden zij geactiveerd naar een activiteit buitenshuis, of naar vrijwilligerswerk. Tijdens deze activiteiten/vrijwilligerswerk worden zij intensief begeleid. Langzaamaan kunnen deze cliënten steeds meer zelf, met meer zelfvertrouwen. “Wij hebben veel cliënten binnen zien komen, met hun hoofd weggedoken in de jas. Sommigen durven je niet eens rechtstreeks aan te kijken. Maar al na een paar weken is er meer vertrouwen en kunnen kleine stapjes genomen worden richting een betere toekomst. Het mooiste is dat een cliënt na anderhalf jaar het zelfvertrouwen terug heeft en aan de slag is gegaan, met zicht op een toekomst. Dat iemand aan een voor hem belangrijke activiteit meedoet, zodat hij ‘meetelt’. Sommigen bellen een afspraak af, omdat ze moeten werken… Hoe mooi is dat? Sociale activering werkt!” Prestatie indicator 4: Aard uitstroom cliënten Er zijn 9 cliënten uitgestroomd, waarvan 5 naar vrijwilligerswerk, 1 naar een leerwerkplek en 3 naar vaste creatieve activiteiten. Bij de cliënten bij wie geen resultaat is behaald, waren de oorzaken divers: • Bij 2 cliënten bleken de psychische problemen dermate hoog, dat activering nog een stap te ver is. Deze mensen zouden eerst een goede behandeling moeten krijgen, voordat zij geactiveerd kunnen worden. (Meerdere van deze personen kampen met een alcohol- of drugsverslaving). • 1 Cliënt heeft deelgenomen aan een activiteit, maar dit niet volgehouden. Deze deelnemer heeft vanaf het begin aangegeven principieel tegen ‘gedwongen’ activering te zijn. Zijn standpunt is na diverse gesprekken niet veranderd. • Bij 1 cliënt was de opdracht ‘ondersteuning bieden bij onzekerheid over de woonsituatie’. Dit is gebeurd. Cliënt had bij aanvang van het traject al een vorm van dagbesteding.


44

Jaarrapport 2011

5.2. Sociale Activering Prestatie indicator 5: Doorverwezen cliënten Er is 1 cliënt doorverwezen naar het juridisch loket, twee cliënten naar BAC/AMW en drie cliënten naar Wegwijs. Toekomst We zien veel mogelijkheden om onze individueel gerichte sociale activering te transformeren naar buurt gerichte sociale activering. We komen hier in ons koersdocument op terug.


45

Jaarrapport 2011

5.2. Woonbegeleiding nieuwkomers 1. Opdracht Het uitvoeren van de coördinatie van werkzaamheden bij de eerste huisvesting van nieuwkomers. Nieuwkomers leren zelfstandig om te gaan met de regelgeving van instanties en met aanvraag van formulieren voor voorzieningen.





1. Plaatsing nieuwe gezinnen

2

2

2. Woningweigering/annulering gezinnen

1

-

3. Plaatsing nieuwe alleenstaanden

2

2

4. Woningweigering /annulering alleenstaanden

-

-

5. Afgesloten trajecten woonbegeleiding

-

-

6. Taakstelling aantal personen gehuisvest

10

19

7. Actieve vrijwilligers Prestatie indicator 1 t/m 7 In 2011 zijn 19 personen gehuisvest in de gemeente Brummen. Hiermee is ruimschoots voldaan aan de taakstellingverplichting voor 2011. In totaal zijn 8 personen meer gehuisvest dan de taakstellingverplichting aangeeft. In de periode januari tot en met mei 2011 zijn twee nieuwe gezinnen en twee alleenstaanden gehuisvest. In de tweede helft van het jaar kwamen daar nog de volgende personen bij. In Eerbeek gaat het om twee gevallen van gezinshereniging: een van vier minderjarige broers en zusjes met hun zus. En een van een vrouw en vier kinderen die bij de man/vader zijn gehuisvest. Daarnaast werd in Eerbeek een gezin met twee kinderen en een alleenstaande volwassene gehuisvest. In Brummen was sprake van gezinshereniging van een vrouw en 1 kind met de man/vader, en zelfstandige huisvesting voor een alleenstaande volwassene en een gezin.


46

Jaarrapport 2011

5.3. Algemeen Maatschappelijk Werk 1. Opdracht SWB biedt maatschappelijke hulp, waardoor mensen meer grip krijgen op hun situatie. Deze hulp wordt op laagdrempelige manier en in een overzichtelijke structuur aangeboden. Indien van toepassing wordt doorverwezen.




Totaal 2011

1. Trajecten in begeleiding

166

185

2. Afgesloten trajecten

81

245

3. Nieuw aangemelde trajecten

99

250

4. Bron van inkomsten - onder of rond minimum - minimum tot modaal - rond modaal tot anderhalf keer modaal - anderhalf tot 2x modaal - 2x modaal - geen antwoord

38% 32% 25% 1% 0% 4%

38% 35% 18% 2% 1% 6%

5.

0% 5% 4% 10% 0% 2% 79%

0% 3% 2% 9% 1% 1% 84%

4% 33% 31% 19% 7% 5% 1%

3% 32% 28% 21% 7% 7% 2%

Doorverwezen trajecten - gezondheidszorg - geestelijke gezondheidszorg - maatschappelijke dienstverlening - gemeentelijke instantie - justitieel - sociaal cultureel/huisvesting - niet doorverwezen

6. Leeftijdscategorie - jonger dan 18 jaar - 18 tot 35 jaar - 35 tot 45 jaar - 45 tot 55 jaar - 55 tot 65 jaar - 65 tot 85 jaar - geen antwoord


47

Jaarrapport 2011

5.3. Algemeen Maatschappelijk Werk 7. Manifeste problematiek - financiën/bestedingen - relaties/verwerkingen - opvoeding, relatie ouder/kind - huisvesting - psychosociale problematiek - huiselijk geweld

31% 25% 13% 10% 21%

34% 19% 13% 7% 27%

8. Tevredenheid over hulpverlening van cliënten Prestatie eenheid

2210 uur

1078 uur

2278 uur

Prestatie-indicator 1: Trajecten in begeleiding Aan het eind van 2011 zijn 185 trajecten AMW in begeleiding. Prestatie-indicator 2: Afgesloten trajecten Het aantal afgesloten trajecten in 2011 bedraagt 245. Prestatie-indicator 3: Nieuw aangemelde trajecten Het aantal nieuw aangemelde trajecten is 250. Prestatie-indicator 4: Hoogte van het inkomen Van onze cliënten heeft 73% een inkomen onder of rond het minimum, tot minimum of modaal. Prestatie-indicator 5: Doorverwezen trajecten 16% Van ons cliëntenbestand is doorverwezen. Dit betreft voornamelijk doorverwijzingen naar de Stadsbank, maatschappelijke dienstverlening en Geestelijke Gezondheidszorg. Prestatie-indicator 6: Leeftijdscategorie De grootste groep van onze cliënten bevindt zich in de leeftijdscategorie 18 en 55 jaar oud. Dit gaat om 80% van ons cliëntenbestand. Prestatie-indicator 7: Manifeste problematiek Een derde van de manifeste problematiek betreft financiën, een derde psychosociale problematiek en voor het overige gaat het om relaties, verwerkingen, opvoeding en huisvesting. Signalen: • Het sanctiebeleid van de WWB leidt tot hoge achterstanden en schulden bij klanten. Dit kan vervolgens niet worden opgelost, omdat er onvoldoende draagkracht is. Het AMW is hier heel druk mee en loopt uiteindelijk vast door de beperkte mogelijkheden. We zien dit als een belangrijk signaal voor de politiek.


48

Jaarrapport 2011

5.3. Algemeen Maatschappelijk Werk • H et maatschappelijk werk is op dit moment nog veel gericht op individuen en individuele problematiek. Als wij onze caseload met elkaar vergelijken, zien wij echter veel mogelijkheden tot groepsgericht aanbod. Wij denken hierbij aan sociale vaardigheidstrainingen voor jong en oud, een cursus voor kinderen van gescheiden ouders en een rouwverwerkingsgroep voor de leeftijdscategorie onder 55+. • Het AMW heeft gereageerd op het signaal dat er regelmatig mensen niet op afspraken verschijnen zonder bericht. Wij hebben daar passend beleid op gemaakt. De cliënt ontvangt een brief, reageert hij daar niet op, dan wordt het traject afgesloten. Hiermee laten we zien dat de cliëntondersteuning van AMW een schaars goed is én dat de verantwoordelijkheid primair bij de cliënt ligt. • De gemeente Brummen heeft als visie dat alle kinderen naar de peuterspeelzaal moeten, ter voorbereiding op de basisschool. Door een verandering in de wetgeving is het echter vanaf 2012 zo dat ouders die niet werken, geen vergoeding van de belastingdienst meer krijgen voor de peuterspeelzaal. Hierdoor kunnen kinderen van gezinnen met een minimum inkomen (ouders zijn werkeloos of hebben een uitkering) niet naar de peuterspeelzaal en gaan zij minder goed voorbereid naar de basisschool. • Er wordt vaker gebruik gemaakt van de voedselbank Zutphen. De voedselbank geeft aan dat zij veel aanmeldingen krijgt uit de gemeente Brummen. Voor deze cliënten is het echter lastig om de pakketten buiten de gemeente Brummen op te halen, omdat er voor hen altijd reiskosten aan verbonden zijn. Wij zijn in overleg over hoe dit opgelost kan worden. • Het afschaffen van de PGB/Wajong heeft als gevolg dat onze doelgroep verandert en wordt verzwaard. Het doel van het AMW is om zo kort mogelijk hulp te verlenen met duidelijke en meetbare resultaten. Wij schatten in dat dit met de veranderende doelgroep lastig gaat worden. We voorzien dat kortdurende trajecten niet haalbaar zijn, doordat deze groep cliënten veel minder zelfredzaam zijn en meer sturing en begeleiding nodig hebben. • De eigen bijdrage voor de GGZ lijkt voor veel mensen niet op te brengen, waardoor zij de noodzakelijke zorg die zij ontvangen, stopzetten. De verwachting is dat deze mensen aankloppen bij het AMW. Deze trend wordt door ons nu al waargenomen. Het betreft een doelgroep die structureel begeleiding nodig heeft. • Door de hierboven genoemde signalen verwacht het AMW een verhoging van het aantal cliënten en een verzwaring van de problematiek. Hierdoor ontstaat er mogelijk een wachtlijst. Wensen en suggesties • Wij willen in de toekomst graag starten met een aantal groepstrajecten binnen het AMW. • Bfit 4kids is succesvol afgerond, we hopen op een positief vervolg in 2012. • Wij willen scholing op het gebied van de methodiek Eigen Kracht, om gebruik te kunnen maken van de Eigen Kracht Conferentie. • We streven naar structureel overleg met beide woningstichtingen over de sociale urgenties die wij voor hen verzorgen.


49

Jaarrapport 2011

5.4. Dagverzorging 1. Opdracht Het bieden van ondersteunende begeleiding/opvang aan daartoe geïndiceerde ouderen, alsmede het regelen van vervoer van en naar de dagopvang.




3708

3340

1. Aantal verrichtingen 2. Aantal deelnemers

17

Prestatie indicator 1 en 2: Aantal verrichtingen en vervoer We hebben per week gemiddeld 26 cliënten op de dagverzorging. Kenmerk voor de voorziening is een grote verscheidenheid aan leeftijd en indicatie onder de deelnemers. Dit loopt uiteen van psychogeriatrische, psychiatrische, somatische aandoening of verstandelijke beperking en/of lichamelijke handicap. De verrichtingen voor het vervoer lopen gelijk aan de aanwezigheid van de geïndiceerde cliënten. SWB biedt groepsbegeleiding aan voor thuiswonende ouderen. Tevens biedt SWB aan cliënten van RIWISzorg met een ZZP-indicatie (ZorgZwaartePakket) opvang in onderaannemerschap. Het gaat hierbij om cliënten met somatische aandoeningen, psychosociale problematiek en/of een psychiatrische aandoening. Naast de begeleiding op de groep neemt de zorg rond de cliënten toe. Het gaat om zorgtaken als: • afstemming met mantelzorgers en andere zorgen hulpverleners • ondersteuning bieden bij inzet van extra thuiszorg • aanvragen van uitbreiding en/of herindicaties • overleg met zorgaanbieders over overbruggingszorg • verwijzen naar hulp door cliëntondersteuners zoals mantelzorg, ouderenadviseur, AMW, GGnet of het ketenteam ouderen. Verschuiving in de doelgroep We zien een verschuiving van de aangemelde cliënten. Zagen we voorheen mensen die werden geïndiceerd vanwege hun leeftijd lichamelijke- en of lichte PG beperkingen, nu worden er mensen aangemeld met een GGZ problematiek of psychiatrische problematiek. Deze cliënten zijn jonger. Deze nieuwe cliënten zijn geïndiceerd voor de functie ‘begeleiding groep’. Ze hebben SWB als voorkeursaanbieder opgegeven en zijn door het Zorgkantoor aan ons toegewezen. Vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is van onschatbare waarde bij de inzet van verschillende ondersteuningstaken gedurende de dag.


50

Jaarrapport 2011

6.1. Maaltijdendienst 1. Opdracht Het aanbieden van maaltijden aan huis tegen een kostendekkend tarief.





12 39 32

44 21 10

2. Aantal maaltijden

7134

15660

3. Aantal vrijwilligers

27

27

1. Aantal gebruikers 65+ - Brummen - Eerbeek - Buitengebied

Prestatie indicator 1 en 2: Aantal gebruikers 65+ en aantal maaltijden Eind 2011 maken 75 klanten gebruik van de maaltijddienst. Er zijn 15.660 maaltijden verschaft. Dit is 10% minder dan in 2010. Prestatie indicator 3: Aantal vrijwilligers Er zijn 27 vrijwilligers actief.


51

Jaarrapport 2011

7.1. Zorgcoördinatie Huiselijk geweld 1. Opdracht Kern van de opdracht is het uitvoeren van de functie ‘lokale zorgcoördinator terugdringen huiselijk geweld’. In geval van het opleggen van een huisverbod wordt gerapporteerd en geadviseerd aan de burgemeester over het wel of niet verlengen van het tijdelijke huisverbod. De opdracht beoogt een preventief effect te hebben. Waar mogelijk zal de hulpverlening dan ook in gang worden gezet ter voorkoming van het opleggen van het tijdelijk huisverbod.





1. Aantal casussen THV

2

3

2. Aantal regionale bijeenkomsten zorgcoördinatoren

1

1

3. Aantal lokale samenwerkingsbijeenkomsten

-

4

7-2

7-2

184 uur

261 uur

4. Betrokken hulpverleningsinstanties per casus Prestatie eenheid

320 uur

Prestatie indicator 1: Aantal casussen tijdelijk huisverbod (THV) In 2011 zijn drie Tijdelijk Huisverboden opgelegd. Naast de THV-zaken zijn er ook complexe huiselijk geweld zaken. Dit zijn zaken met meervoudige problematiek, waar huiselijk geweld een onderdeel van is. In 2011 betrof het 7 zaken waarvan er 4 na de outreachende start een vervolg hebben gekregen bij het AMW. De andere 3 hebben wel een start gemaakt met hulpverlening, maar zijn na 1 of 2 gesprekken afgehaakt. Prestatie indicator 2: Aantal regionale bijeenkomsten met zorgcoördinatoren In 2011 is er één bijeenkomst geweest met de zorgcoördinatoren van de regio, een beduidend lager aantal dan in 2010. Dit heeft een aantal oorzaken: • De behoefte aan overleg tussen de zorgcoördinatoren onderling is kleiner geworden. Het protocol is inmiddels vertrouwd, waardoor de zorgcoördinatoren beter weten wat er van hen wordt verwacht. • De kinderziektes zijn uit het protocol. Grote wijzigingen in werkwijze zijn er niet meer. • Er zijn geen nieuwe registratiesystemen toegevoegd en er zijn geen veranderingen gekomen in de huidige systemen, waardoor overleg hierover ook niet meer noodzakelijk was.


52

Jaarrapport 2011

7.1. Zorgcoördinatie Huiselijk geweld • E r zijn minder zorgcoördinatoren. Alleen de gemeente Lochem en Brummen hebben nog een eigen lokale zorgcoördinator, de overige gemeenten hebben deze zorg ingekocht bij Apeldoorn. Zij werken met elkaar en hebben hierdoor structureel overleg. Prestatie indicator 3: Aantal lokale samenwerkingsbijeenkomsten Er zijn in 2011 drie overleggen geweest met de betrokken ambtenaren van de gemeente. Dit gebeurt productief en constructief, er zijn concrete afspraken gemaakt naar aanleiding van situaties van huiselijk geweld binnen de gemeente. Daarnaast is er aandacht geweest voor fouten die zijn gemaakt bij het afgeven van een THV door betrokken partijen. Dit is erg belangrijk om de processen te verbeteren en het risico op fouten te minimaliseren. In 2011 is er 1 keer face-to-face overleg geweest met de politie. Dit was naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld waarbij veel partijen betrokken waren. Het overleg was bedoeld om lijnen uit te zetten en helder te krijgen wie waar verantwoordelijk voor is. Voor de politie was het daarnaast belangrijk om uit te zoeken of er een onderzoek naar de pleger gestart kon worden. Daarnaast is er veel telefonisch contact geweest tussen de wijkagenten en de zorgcoördinator. Dit zorgt ervoor dat de informatiestromen kort zijn, zaken met elkaar worden uitgewisseld en resultaten worden teruggekoppeld. Als de politie een melding doet bij het AMW van huiselijk geweld, hoopt zij dat pleger en slachtoffer open staan voor hulpverlening en dat er een verandering plaatsvindt binnen het gezin. Door de terugkoppeling van het resultaat van onze inzet, weet de politie of pleger en slachtoffer gebruik hebben gemaakt van het aanbod van het AMW. Mocht dat niet zo zijn, en mocht er dan toch een nieuwe melding komen van huiselijk geweld, kan het zijn dat de politie eerder stappen zet richting een THV. Prestatie indicator 4: Betrokken hulpverleningsinstanties Er is intensief samengewerkt met Bureau Jeugdzorg, reclassering, Kairos, GGnet en Hera. Overige opmerkingen Er is in 2011 nauwelijks nieuwe informatie gekomen met betrekking tot het protocol. Als er wijzigingen zijn, worden die door de zorgcoördinator verzameld en verspreid onder de collega’s van het maatschappelijk werk. Dit blijkt goed te werken, want de 3 THV’s van 2011 zijn door drie verschillende zorgcoördinatoren met succes behandeld. In 2011 hebben we 17x piketdienst gehad. Dit komt overeen met de afgesproken frequentie van 1x in de 3 weken. Tijdens deze piketdiensten zijn wij niet gebeld en hebben wij niet in actie hoeven komen.


53

Jaarrapport 2011

De twee locaties van de Stichting Welzijn Brummen: Plein 5 Graaf van Limburg Stirumplein 5 6971 CE Brummen (0575) 561988 Tjark Riks Centrum Derickxkamp 2a 6961 DL Eerbeek (0575) 561988


Jaarrapport 2011

Jaarrapport 2011 Stichting Welzijn Brummen Jaarrapport 2011

Recommend Documents