Maritieme Academie Holland: samen sterker Businessplan / meerjarenbeleidsplan 2013 -‐2015 / jaarplan april 2013
1. INLEIDING
3
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
3 4 5 5
WIE? BELANGHEBBENDEN GROEIMODEL PARTNERS POSITIE TECHNIEK ONDERWIJS / TOPSECTOREN
2. WAT?
6
2.1. CONTEXT EN FOCUS 2.2. GLOBALISERING 2.3. MARITIEM ONDERWIJS -‐ KRACHTENBUNDELING 2.4. VISIE, MISSIE EN STRATEGIE 2.5. OMGEVINGSANALYSE 2.5.1. ANDERE NEDERLANDSE MARITIEME ONDERWIJSINSTELLINGEN 2.5.2. BESTAANDE SAMENWERKINGEN
6 6 7 7 8 8 9
3. DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2015
10
3.1. REGULIER ONDERWIJS 3.1.1. DOELEN 2015: 3.1.2. ACTIVITEITEN 2013 -‐ 2015: 3.2. CURSUSSEN & TRAININGEN 3.2.1. DOELEN 2015 3.2.2. ACTIVITEITEN 2013 -‐ 2015 3.3. TOEGEPAST ONDERZOEK 3.3.1. DOELEN 2015 3.3.2. ACTIVITEITEN 2013 -‐ 2015 3.4. VOORZIENINGEN 3.4.1. DOELEN 2015 3.4.2. ACTIVITEITEN 2013 -‐ 2015 3.5. PR EN MARKETING 3.5.1. DOEL 2015 3.5.2. ACTIVITEITEN 2013 -‐ 2015 3.6. NATIONALE EN INTERNATIONALE BELEID
10 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 14 15 15 15
4. ORGANISATIE EN FINANCIËN
16
4.1. ORGANISATIE 4.2. FINANCIËN
16 16
BIJLAGE 1 – PRODUCTSHEETS
18
BIJLAGE 2 -‐ INDICATIE KOSTEN JAARPROGRAMMA CORPORATE PR
25
2
1.
INLEIDING
De Nederlandse maritieme sector heeft internationaal een belangrijke positie. Deze positie op de terreinen van kennis, onderzoek, innovatie en vakmanschap bij het bouwen, onderhouden en werken op en met diverse schepen is over de eeuwen opgebouwd. In een wereldwijd opererende sector is deze positie echter niet vanzelfsprekend en moet continu gewerkt worden aan het behoud en/of versterken van die positie. Het maritiem onderwijs is een belangrijke schakel in de maritieme keten. Hier worden de gouden handjes en knappe koppen opgeleid om de maritieme sector ook de komende decennia internationaal aan de top te houden. Daarnaast wordt bij het maritiem onderwijs personeel uit de sector getraind en bijgeschoold en vindt toegepast onderzoek plaats voor de sector. De afgelopen jaren zijn diverse pogingen gedaan (met wisselend succes) om tot meer samenwerking en afstemming te komen in het maritiem onderwijs. In 2011 hebben zes onderwijsinstellingen in Noordwest Nederland de intentie uitgesproken om een coöperatie op te richten en het overleg gestart om te komen tot verdergaande krachtenbundeling op het gebied van maritiem onderwijs, cursussen/trainingen en toegepast onderzoek: de Maritieme Academie Holland. 1.1. Wie? De founding partners die hebben besloten om meer synergie te halen door verdergaande samenwerking op de terreinen van maritiem onderwijs, cursussen & trainingen en toegepast onderzoek zijn: Dunamare Onderwijsgroep, Hogeschool van Amsterdam, NHL Hogeschool, ROC Noorderpoort, ROC Friese Poort en Nova College. De partners bieden een breed pakket aan maritiem nautische en maritiem technische opleidingen aan, vanaf vmbo tot hbo niveau. Ook bieden de partners cursussen & trainingen aan voor het beroepenveld en wordt in toenemende mate aandacht besteed aan toegepast onderzoek, onder andere via lectoraten. Door samenwerking binnen de Maritieme Academie Holland worden expertise gebieden van de individuele onderwijsinstellingen gebundeld en afgestemd, dure faciliteiten efficiënter benut en investerings-‐ en ontwikkelingskracht versterkt. Tabel 1: Maritiem onderwijs portfolio -‐ niveau, opleiding en locatie
VMBO
X X
Rijn-, kust-, binnenvaart Haven en Vervoer (licentie aanwezig, niet operationeel)
X X
MBO Handelsvaart
X X X
BOL 2 Schipper/machinist BW BOL3 Koopvaardij officier kleine schepen BOL4 Koopvaardij officier alle schepen (marof)
X
Deeltijd BOL Koopvaardij officier kleine schepen en Koopvaardij
X X X X
officier alle schepen Rijn- en binnenvaart BBL2 Matroos (rijn- en binnenvaart) BBL2 Schipper rondvaart
X
BBL3 Schipper binnenvaart
3
X X X
Amsterdam
IJmuiden
Sneek
Lee/Ter
Delfzijl
Opleiding
Harlingen
Niveau
X
BOL4 Kapitein Rijn- en binnenvaart
X
Havenoperaties niet
X
BOL4 Manager Haven, vervoer en logistiek (licentie aanwezig,
X
BBL3
Coördinator
havenoperaties
(licentie
aanwezig,
operationeel) niet operationeel) Scheepsbouwkunde
X X X X X X X X X
BOL/BBL2 Scheepsmetaalbewerker BBL 2 Jachtschilder BOL/BBL 2 Medewerker watersportindustrie BOL/BBL 2 Scheepsinterieurbouwer – meubelmaker BOL/BBL 3 Scheepsinterieurbouwer – meubelmaker BOL/BBL 3 Scheepsbouwer (contructiewerker) BOL/BBL 3 Allround medewerker watersportindustrie BOL4 Meewerkend voorman watersportindustrie BOL4 Scheeps- en jachtbouwkundige / Maritieme Techniek HBO
X X X X
Ad Maritieme Techniek Maritiem Officier Ocean Technology Scheepsbouwkunde / Maritieme Techniek
X
Naast deze opleidingen is er een aantal direct verwante opleidingsgebieden te onderscheiden, die binnen de afzonderlijke instituten grote samenhang hebben met de maritieme opleidingen (bv logistiek, procestechniek/energietechniek, werktuigbouw, elektrotechniek). Deze vormen bij de start van de Maritieme Academie Holland geen onderdeel van het aangeboden opleidingenportfolio. Voor zover er vanuit deze aanpalende opleidingen relevante ontwikkelingen zijn voor de opleidingen in de samenwerking zal dit door de partijen aan de orde worden gesteld. 1.2. Belanghebbenden Er zijn diverse groepen belanghebbenden te onderscheiden: 1. Werkenden. Totaal 188.000 werkenden1. Hiervan is een nog niet te kwantificeren groep (kwalificatieniveau mbo/hbo) met een na-‐ en bijscholingsbehoefte in de vorm van cursussen, volledige opleidingen (deeltijd/duaal) t/m masterniveau en vooral kortere cursussen en trainingen. Daarnaast is ook de internationale arbeidsmarkt relevant voor trainingen en korte cursussen. 2. Jongeren. Omvat alle jongeren met relevante vooropleidingen of pakketten. Jongeren geven in studiekeuzeonderzoek aan op de eerste plaats te kiezen voor de opleiding; praktijk is echter dat de instroom met name in het vmbo en mbo sterk regionaal bepaald is (< 40 km).2 Het geringe en in sommige gevallen unieke karakter (Ocean Technologie) in de portfolio van opleidingen van de Maritieme Academie Holland zorgt voor een bredere en in sommige gevallen zelfs landelijke instroom van leerlingen en studenten. 3. Bedrijven, instellingen en brancheorganisaties: 12.000. Ten aanzien van onderzoeksvragen is een gedeelte van de 12.000 bedrijven in de maritieme sector belangrijk. Daarnaast zijn bedrijven een 1
Nederland Maritiem Land (2010). Na een geleidelijke stijging van het percentage vacatures over de periode 2005-2008 (van ca. 2.0% naar 3.0%) halveerde dit eind 2008. Recentere cijfers van CBS laten volgens de opstellers van het rapport zien dat het percentage vacatures zijn dieptepunt heeft bereikt en weer iets toeneemt. 2 Volgorde keuzemotieven in volgorde van gewicht (0-100): opleiding (37) - instelling (21), baanperspectief (20) - stad (12), praktijkgerichtheid (10). Nationaal Studiekeuze Onderzoek 2011. Markteffect/Hobéon/Icares.
4
belangrijke doelgroep omdat de onderwijsinstellingen de toekomstige generatie werknemers klaar moet stomen en in het kader van Life Long Learning maken bedrijven en instellingen gebruik van cursussen en trainingen voor hun werknemers. Bedrijven zijn daarnaast een doelgroep voor het versterken van de samenwerking met het onderwijs door bijvoorbeeld excursies, gastcolleges, scholarships, stage-‐ en afstudeerplaatsen en het plaatsen van onderzoeksopdrachten. 4. Onderwijsinstellingen, docenten en studenten. 1.3. Groeimodel partners Zoals aangegeven is samenwerking binnen het maritiem onderwijs een thema met een ruime geschiedenis. De zes samenwerkingspartners binnen de Maritieme Academie Holland hebben nu het initiatief genomen tot een verdergaande samenwerkingsvorm. De diverse overlegstructuren met de andere maritieme onderwijsinstellingen en overige betrokkenen worden door de partners voortgezet. Op termijn is het goed denkbaar dat een vertegenwoordiger van de MAH namens de deelnemende partijen in overleggremia gaat participeren. Daarnaast staan de samenwerkings-‐ partners open om in de toekomst de samenwerking binnen de MAH te verbreden met andere partners. 1.4. Positie techniek onderwijs / topsectoren De positie van techniek onderwijs in Nederland staat onder druk. Vele partijen, waar onder het nieuw kabinet Rutte II, hechten belang aan een stevige positie van het technisch onderwijs in Nederland. Het technisch onderwijs zorgt immers voor de toekomstige basis van de maakindustrie. De maritieme technische en maritiem nautische opleidingen binnen de MAH zijn sterk technisch georiënteerde opleidingen die belangrijk zijn voor de BV Nederland. Dit wordt onderstreept doordat de logistieke en maritieme industrie zijn aangewezen als topsectoren, respectievelijk de topsectoren logistiek en water
5
2.
WAT?
2.1. Context en focus De maritieme bedrijvigheid is een belangrijke sector voor de BV Nederland. De sector omvat de zeevaart, Rijn-‐ en binnenvaart, marine, visserij, offshore, waterbouw, maritieme toeleveranciers, scheepsbouw/jachtbouw, maritieme dienstverleners, de havensector en de watersportindustrie. Hierin zijn circa 12.0003 bedrijven werkzaam, met in totaal 188.000 medewerkers (cijfers 2008). De sector kenmerkt zich door een grote mate van intersectorale personeelsuitwisseling. Vacatures worden voor 80% ingevuld vanuit de eigen deelsector of uit andere maritieme sectoren. Er is dus een grote samenhang tussen zout, zoet, varen en maken. Slechts 20% stroomt in uit niet maritieme sectoren. Ook de uitstroom laat een grote interne samenhang zien. Zo’n 50% stroom uit naar een dienst betrekking binnen de eigen deelsector, 40% blijft binnen de maritieme sector en slechts 10% stroom uit naar een niet-‐maritieme sector. In het bijzonder de sectoren zeevaart, scheepsbouw en binnenvaart kenmerken zich door een sterke sectorinterne uitstroom van personeel. De maritieme beroepsbevolking volgt de trends in de totale Nederlandse beroepsbevolking: - Toenemende vergrijzing (met kleine verschillen tussen de maritieme deelsectoren); aandeel medewerkers > 45 jaar neemt toe en bedraagt momenteel circa 40% (2009). - Stijgend gemiddeld opleidingsniveau; aandeel hoger opgeleiden steeg in de periode 2002-‐2009 met 20%. Betreft vooral de offshore en maritieme dienstverlening. In o.a. binnenvaart en zeevaart werken relatief minder hoger opgeleiden. Het maritieme speelveld is mondiaal, de sector is dan ook sterk internationaal gericht. De waarde van de export bedraagt € 15,8 miljard, ofwel 60% van de totale omzet ad € 26,3 miljard (cijfers 2008). De Nederlandse maritieme sector is toonaangevend in de wereld als het gaat om kennisontwikkeling en –toepassing bij het ontwerpen, bouwen en onderhouden van schepen en andere (drijvende) maritieme toepassingen. Ook de Nederlandse bemanning behoort tot de professionele wereldtop. 2.2. Globalisering Een groeiend aantal landen ontwikkelt en verbreedt zijn maritieme expertise en komt met nieuwe toepassingen. Daarbij gaat het onder meer om landen in Zuidoost Azië, de BRIC-‐landen en Turkije. Om dichter bij opkomende markten te zitten, om kostentechnische overwegingen en om redenen van beschikbaarheid van geschoold personeel is de laatste jaren een deel van de Nederlandse bedrijvigheid verplaatst naar het buitenland. Een steeds groter deel van de groei van Nederlandse maritieme bedrijven is in het buitenland gerealiseerd. Ontwikkeling en inzet van nieuwe technologieën door het Nederlandse bedrijfsleven wordt in deze mondiale markt cruciaal. De innovatiekracht en daarmee de concurrentiekracht van de maritieme sector wordt sterk bepaald door innovaties (R&D) op gebieden zoals veiligheid, energie reductie en materialen en de toepassing van die innovaties in producten en diensten. Daarnaast is het leveren van top kwaliteit producten en diensten een belangrijke factor waarmee het Nederlandse bedrijfsleven zich kan onderscheiden in de wereld. 3
Cijfers in deze paragraaf ontleend aan: De Nederlandse maritieme cluster: Monitor 2010. Nederland Maritiem Land. (oktober 2010).
6
Al deze ontwikkelingen stellen bovendien steeds hogere eisen aan de kennis van medewerkers, zowel wat betreft de nieuwe technische toepassingen als de steeds complexere voorschriften hiervoor. Instroom en doorstroom van hoogwaardig personeel en versterkte innovatiekracht zijn daarom essentiële voorwaarden voor de sector om te kunnen concurreren. 2.3. Maritiem onderwijs - krachtenbundeling De basis voor de toonaangevende positie in de wereld wordt gevormd door de kennis en kunde die Nederland bezit op maritiem gebied. Het maritiem onderwijs is daarvoor onmisbaar. Hoewel Nederland een belangrijke maritieme wereldspeler is staat het maritiem onderwijs in Nederland onder druk. De belangrijkste reden daarvoor is dat het om kleine opleidingen gaat met dure voorzieningen. Om deze jongeren conform de internationale vereisten (o.a. STCW) op te leiden zijn veelal dure voorzieningen nodig zoals simulatoren. De kosten baten ratio voor deze voorzieningen en het actueel houden daarvan voor het onderwijs is vaak negatief. Naast de inzet van de voorzieningen voor het regulier onderwijs worden deze veelal ingezet voor cursussen en trainingen. Door deze combinatie inzet slaagt een aantal partijen er in om de internationaal hoogwaardige voorzieningen in stand te houden en op sommige onderdelen zelf internationaal onderscheidend te zijn. Daarnaast heeft toegepast onderzoek de laatste jaren meer aandacht gekregen in de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven. De inzet van lectoraten en het opzetten van kenniscentra zijn voorbeelden hiervan. Door krachtenbundeling binnen de Maritieme Academie Holland wordt ook naar de toekomst zorggedragen voor een kwalitatief breed portfolio aan maritieme opleidingen, cursussen en trainingen die elkaar versterken en aanvullen. Daarbij wordt efficiënt omgegaan met beschikbare middelen en voorzieningen en wordt zorggedragen voor voldoende instroom van leerlingen en cursisten. De Maritieme Academie Holland heeft de kennis en expertise om snel maatwerk te leveren op vragen vanuit het bedrijfsleven ten aanzien van training en onderzoek. Voor de Maritieme Academie Holland is kwaliteit daarbij steeds het uitgangspunt. Binnen die kwaliteit hebben de partners ieder een eigen profiel. 2.4. Visie, missie en strategie Missie De deelnemende instellingen in de Maritieme Academie Holland richten zich op innovatie van kennis en borgen van vakmanschap voor de maritieme sector. Zij onderschrijven het belang van het handhaven en versterken van maritiem nautisch en maritiem technisch onderwijs in Nederland. Daartoe wensen zij door krachtenbundeling optimale invulling te geven aan het handhaven van kwalitatief hoogwaardig maritiem onderwijs, cursussen en trainingen en toegepast onderzoek. Visie De Maritieme Academie Holland verzorgt kwalitatief hoogwaardig, transparant en (internationaal) gecertificeerd onderwijs, cursussen en andere vormen van kennistransfer voor de gehele maritieme sector. Hoogwaardige voorzieningen, trainingsaanbod en onderzoek dienen in beginsel ondersteunend te zijn aan het regulier onderwijs. De Maritieme Academie Holland initieert, faciliteert en controleert alle (nieuwe) maritieme processen en daaraan gerelateerde zaken om dit te bereiken. De Maritieme Academie Holland gebruikt hiertoe alle ter beschikking staande kennis,
7
middelen en locaties van de deelnemende partijen en stemt op transparante wijze af met de partners en andere stakeholders. Strategie De Maritieme Academie Holland ontwikkelt zich de komende jaren tot de maritieme opleider en samenwerkingspartner voor alle maritieme stakeholders en deelnemers door op eenduidige en transparante wijze kwalitatief hoogwaardig maritiem onderwijs te verzorgen. Daarnaast ontwikkelt de Maritieme Academie Holland zich tot kenniscentrum om krachten te bundelen en vanuit een gezamenlijk kenniskader de markt te benaderen met nieuwe kennisproducten in relatie tot (internationale) ontwikkelingen. De Maritieme Academie Holland is gesprekspartner van alle (landelijke/ internationale) stakeholders en kan snel en adequaat inspelen op actuele (markt)vragen. 2.5. Omgevingsanalyse In een steeds sterker globaliserende markt ondervindt de maritieme sector steeds meer concurrentie van buitenlandse bedrijven in (opkomende) maritieme naties over de wereld. De landen concurreren met Nederland om dezelfde positie aan de wereldtop. Daarmee concurreren zij om dezelfde beschikbaarheid van geschoold personeel en van nieuwe technologieën. Dit betekent dat er zeker in de top van de kennisketen (masters, hoogwaardige cursussen, onderzoek) concurrentie kan bestaan met buitenlandse kennisinstellingen4. De uitgangspositie van Nederland is op zich niet slecht: veel maritieme opleiders, geconcentreerd en op een vrij klein gebied en – tenminste al op een aantal gebieden – intensieve samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven5. Het Topteam Water – dat onder meer de maritieme techniek bestrijkt -‐ bepleit overigens een versnelde ontwikkeling en toepassing van kennis in innovatienetwerken. Het Topteam Logistiek doet een vergelijkbaar pleidooi voor zes Kennis Distributie Centra: regionale samenwerkingsverbanden voor kennis en innovatie van onderwijs en bedrijfsleven, gecoördineerd door een hogeschool (met een prominente rol voor lectoren). Op de markt van maritieme cursussen en trainingen zijn vele andere partijen actief, waarmee op onderdelen door de maritieme opleiders ook nauw wordt samengewerkt. Op nationale schaal is de inzet van de Maritieme Academie Holland om waar mogelijk zoveel mogelijk met de andere maritieme opleiders in het land op te trekken, gezien de betrekkelijke kleinschaligheid van de sector enerzijds en de hoge kosten en kwaliteitseisen van opleidingen en infrastructuur anderzijds. Er is gekozen om met de huidige partners te starten maar op termijn staat de samenwerking open voor uitbreiding met andere onderwijspartners. Ook is het een gezamenlijk belang van alle maritieme opleiders om Nederland op dit gebied internationaal op de kaart te zetten. In de praktijk wordt op nationale schaal een concurrentie om de doelgroepen ervaren tussen de diverse opleiders. 2.5.1. Andere Nederlandse maritieme onderwijsinstellingen
In termen van studentenaantallen is de STC-‐Group de grootste speler (marktaandeel 36% versus Maritieme Academie Holland 28% 6). De STC-‐Group ontleent slagkracht aan de bestuurlijke en 4
En ook met Nederlandse kennisinstellingen in het buitenland. Water verdient het. Advies Topsector Water. Juni 2011 6 Cijfers 2010, inclusief TU Delft, exclusief VMBO (bron Policy Research Corporation, 2011). Deze cijfers geven een indicatie voor de verhoudingen. Voor de diverse onderwijsinstellingen zijn de cijfers gebaseerd op een breder onderwijsaanbod dan het portfolio van de Maritieme Academie Holland. 5
8
organisatorische bundeling van opleidingen in de gehele beroepskolom (waarbij het hbo formeel onder de Hogeschool Rotterdam valt) en de bundeling van regulier onderwijs en trainingen met bijbehorende hoogwaardige voorzieningen. Hierdoor heeft de STC-‐Group een gunstige economische schaalgrootte, die weer wordt benut om nieuwe slagen te maken etc.. Door deze factoren in combinatie met het stevige netwerk op alle bestuurlijke niveaus is de STC-‐Group een grote speler, met wie op specifieke gebieden al jaren constructief wordt samengewerkt door partijen in de Maritieme Academie Holland. De derde grote speler is de TU Delft, direct gevolgd door het Maritiem Instituut de Ruyter (marktaandeel resp. 13 en 12%). De TU Delft richt zich overigens op andere opleidingsmarkten dan de Maritieme Academie Holland. Het Maritiem Instituut de Ruyter (ROC Zeeland en Hogeschool Zeeland) richt zich met het regulier onderwijs op een eigen geografische markt. De contractafdeling DRTC heeft een deels overlappend en deels geheel eigen portfolio. De andere spelers: Deltion College, ROC Kop van Noord-‐Holland, Berechja College hebben een beperkte omvang en slagkracht. Deltion heeft een samenwerkingsverband met STC-‐Group (een deel van het onderwijs wordt uitbesteed). ROC Kop van Noord-‐Holland streeft samenwerking na met ‘de Ruyter’. 2.5.2. Bestaande samenwerkingen
Dunamare en Nova College werken op beide locaties (IJmuiden en Harlingen) zeer nauw samen. In Harlingen delen beide onderwijsinstellingen een gebouw. Dit leidt naast voordelen in o.a. de bedrijfsvoering tot meer dan 90% doorstroom maritiem vmbo-‐mbo. Binnen de Maritieme Academie hebben Dunamare, Nova College, Noorderpoort en Hogeschool van Amsterdam een lichte samenwerkingsstructuur ontwikkeld, vooral gebaseerd op afstemming van gelijkgerichte initiatieven en de bundeling van gezamenlijke PR. Deze samenwerkingsstructuur gaat over in de Maritieme Academie Holland. Hogeschool van Amsterdam en NHL Hogeschool werken al jaren nauw samen met de andere twee maritieme opleiders op hbo-‐niveau: Zeeland en Rotterdam. Deze samenwerking is vooral gericht op onderwijsinhoudelijke afstemming en enkele samenwerkingstrajecten. Binnen de BTG-‐structuur van de MBO-‐Raad bepalen de maritieme opleiders op mbo-‐niveau gezamenlijk hun koers ten aanzien van de kwalificatiestructuur en de samenwerking onderwijs – bedrijfsleven. ROC Friese Poort en de NHL Hogeschool hebben de afgelopen jaren nauw samengewerkt bij de ontwikkeling van de opleidingen maritieme techniek. In 2011 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten over de opleidingen maritieme techniek tussen de STC Group, Hogeschool Rotterdam, NHL Hogeschool, ROC Friese Poort en de vier maritieme techniek branches (Scheepsbouw Nederland, Vereniging van Waterbouwers, IRO en Hiswa).
9
3.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2015
De samenwerking binnen de Maritieme Academie Holland moet zich de komende jaren bewijzen. Het is daarbij van belang dat in 2013/2014 een aantal projecten wordt gerealiseerd die aansluiten bij de doelstelling van de Maritieme Academie Holland. Realisatie van deze pilot projecten versterken de basis en het vertrouwen voor een intensieve samenwerking in de Maritieme Academie Holland ten behoeve van de maritieme sector. Partners van de Maritieme Academie Holland maken de afspraak dat relevante issues ten aanzien van regulier onderwijs, cursussen & trainingen, toegepast onderzoek en voorzieningen worden besproken binnen de academie. Daarbij wordt gekeken of de aanwezige kennis, kunde en investeringskracht elkaar kan versterken alvorens met derden in zee te gaan. In de volgende paragrafen worden de doelstellingen van de Maritieme Academie Holland beschreven voor regulier onderwijs, cursussen & trainingen, toegepast onderzoek en voorzieningen. Om deze doelstellingen te bereiken is per onderwerp een aantal activiteiten gekoppeld aan de doelstellingen. Een aantal van die activiteiten is als pilot uitgewerkt in productsheets. Tot slot wordt in paragraaf 3.5 ingegaan op PR en marketing en in paragraaf 3.6 wordt kort stilgestaan bij (inter)nationale beleid en regelgeving. 3.1. Regulier onderwijs De afgelopen jaren is veel aandacht uitgegaan naar de kwaliteit van het onderwijs en vooral naar de kwaliteit van het eindniveau en de borging daarvan. Borging van de kwaliteit van het eindniveau voor VMBO, MBO en HBO is een belangrijke doelstelling waarbij het onderwijs zoveel mogelijk regionaal verankerd blijft. Op het horizontale niveau (mbo/mbo, hbo/hbo) zijn onderwijsprogramma op hoofdlijnen afgestemd en binnen het MBO verdergaand geharmoniseerd en er wordt nauw samengewerkt. Regionale accentverschillen tussen de onderwijsprogramma’s van de opleidingen blijven mogelijk om onder andere in te kunnen spelen op het profiel van de eigen organisatie, de aanwezige voorzieningen en regionale arbeidsmarktverschillen. Ten aanzien van de voorzieningen (zie paragraaf 3.4) die nodig zijn voor het regulier onderwijs wordt waar nodig efficiënt gebruik gemaakt van elkaars dure voorzieningen. Tussen de onderwijs niveaus in het technische en nautische domein vindt nauwe samenwerking plaats om leerlingen te begeleiden bij doorstroom (en maatwerk bij terugval). Om de aansluiting en doorstroom te verbeteren, en de rendementen daaruit te verhogen, worden daar waar nodig onderwijsprogramma’s nader op elkaar afgestemd. Ook de samenwerking tussen maritiem nautisch en maritieme technische opleidingen binnen de Maritieme Academie Holland is in 2015 versterkt. Daarnaast is het opleidingsaanbod van de Maritieme Academie Holland in 2015 uitgebreid met een maritieme HBO master. Deze master die toegankelijk is voor zowel nautische als technische opgeleide mensen zal in deeltijd worden aangeboden. De maritieme masteropleiding zal ook worden ingezet bij de verdere professionalisering van docenten (naast het professionaliseringsaanbod van de eigen onderwijsinstelling). Samengevat wordt er in 2015 op de hoofdlijnen van beleid gezamenlijk opgetrokken ten aanzien van portfoliobeleid (o.a. minors), PR en marketing, examinering, onderwijskwaliteit, aansluiting op internationale vereisten en professionalisering van medewerkers.
10
Door de krachtenbundeling en gezamenlijke aanpak realiseert de Maritieme Academie Holland ook bij een relatief kleinschalige opzet een goede onderwijskwaliteit en wordt een duurzame bedrijfsvoering mogelijk gemaakt. Ondanks een krimpende markt is het streven om de instroom van het aantal leerlingen minimaal gelijk te houden en waar mogelijk te verhogen. Met name bij de opleidingen onder de domeinen scheepsbouwkunde / maritieme techniek en havenoperaties is een aantal licenties aanwezig die op termijn groei kunnen laten zien. Er zal binnen de Maritieme Academie Holland ook een verkenning worden gedaan naar de vraag naar deeltijd opleidingen. 3.1.1. Doelen 2015:
-
-
De borging van het eindniveau van alle opleidingen is versterkt en de opleidingen hebben een positieve inspectiebeoordeling of accreditatie en een duidelijke en herkenbare kwaliteit. De nautische opleidingen beantwoorden aan kaders STCW/EMSA. Het aanbod van opleidingen is aangevuld met 1 internationale maritieme master en de opleidingen zijn minimaal op hoofdlijnen op elkaar afgestemd en voor het MBO nautisch onderwijs verdergaand geharmoniseerd. Er ligt vanuit de Maritieme Academie Holland een programma voor de professionalisering van de docenten waarvan de partners actief gebruik maken. Er is een nauwe aansluiting tussen de opleidingen vmbo-‐mbo-‐hbo en het rendement van doorstroom is verbeterd. De instroom in de opleidingen is voor het totale aanbod gegroeid met minimaal 15% ten opzichte van 2012 (1739).
3.1.2. Activiteiten 2013 - 2015:
-
-
Opzetten van een gezamenlijke toets beoordelingscommissie voor HBO Marof (zie bijlage productsheet 1) Inrichten van een gezamenlijke examenvoorziening voor de nautische MBO opleidingen (zie bijlage productsheet 3) Vergelijking onderwijsprogramma’s van dezelfde opleidingen en verder afstemming daarvan. Bij de afstemming / harmonisatie zal worden gestart met de eerste leerjaren. Opzetten en realiseren van een maritieme HBO Master. Verkenning mogelijkheid en wenselijkheid van gemeenschappelijke beroepenveld commissies voor gelijke opleidingen. Verkenning mogelijkheden kwaliteitszorg maritieme docententeams (zie bijlage productsheet 4). Inventarisatie aansluiting opleidingen en op basis daarvan ontwikkelen van (versnelde) doorstroomprogramma’s en maatwerktrajecten in de doorgaande leerweg vmbo-‐mbo en/of mbo-‐hbo. Binnen de doorstroom VMBO – MBO ligt daarbij de nadruk op het nog efficiënter maken van de doorstroom vanuit de verschillende VMBO niveaus ( LWT,BB,KB en GL) naar de verschillende MBO niveaus ( 2, 3 en 4) Verkenning van sterkere internationale focus in de opleidingen: uitwisseling met buitenlandse opleiders, buitenlandse stages en excursies (focus HBO). Hbo-‐opleidingen: verbinding van docenten/studenten met onderzoeksactiviteiten van kenniscentra en lectoraten.
11
3.2. Cursussen & trainingen De Maritieme Academie Holland opereert in 2015 als één gezamenlijk instituut met meerdere uitvoeringslocaties voor cursussen en trainingen. Binnen dit trainingsinstituut werken de diverse aanbieders nauw met elkaar samen en wordt één portfoliobeleid gevoerd. De inschrijving en financiële afwikkeling loopt via de partners van de Maritieme Academie Holland. De relatie tussen de samenwerkende uitvoeringslocaties en de verbinding met het onderwijs en onderzoek geeft onderscheidend vermogen en is een belangrijke kracht van de Maritieme Academie Holland. Hiermee positioneert de Maritieme Academie Holland zich richting vragen uit de markt, zowel nationaal als internationaal. Door de samenwerking binnen de Maritieme Academie Holland wordt het beroepenveld efficiënter bediend en wordt de hoge kwaliteit geborgd. Het cursusaanbod zal voldoen aan internationale, breed geldende standaarden. Door de krachtenbundeling wordt kennis en menskracht van de partners efficiënt ingezet, het portfolio afgestemd en voorzieningen efficiënt ingezet. De cursussen en trainingen genereren in 2015 belangrijke spin-‐off (kwaliteit, efficiency en uitstraling) naar het regulier onderwijs door middel van: - Kwaliteitsverbetering en doorontwikkeling van medewerkers, vernieuwing van het programma-‐ aanbod en beschikbaarheid van voorzieningen. - Uitstraling naar het imago van de cluster. (‘Deze club timmert aan de weg’). Aansprekende activiteiten, nationaal en internationaal. - Hergebruik van dure voorzieningen en schaarse expertise (economy of scale). Als uitgangspunt geldt dat cursussen en trainingen ondersteunend zijn aan het reguliere onderwijsprogramma, waarbij de klantvraag hoog in het vaandel staat. Voorzieningen zijn primair verbonden met de onderwijslocaties. Naast afstemming over het cursus portfolio is ook de afstemming van gelijke cursussen qua inhoud en planning in 2015 gerealiseerd. Aangezien het scholingsaanbod in de maritieme techniek recent is ontwikkeld wordt met name op dit terrein een uitbreiding van het aanbod voorzien. Gemeenschappelijke afspraken over certificering van de cursussen is bewerkstelligd. 3.2.1. Doelen 2015
-
De Maritieme Academie Holland opereert als een trainingsinstituut en positioneert zich nationaal en internationaal. Het cursusaanbod is uitgebreid, voldoet aan de internationale standaarden en is gecertificeerd. Het aantal deelnemers is met 15% toegenomen.
3.2.2. Activiteiten 2013 - 2015
-
Inventarisatie van het huidige cursusaanbod en afspraken over de spreiding van het aanbod, harmonisatie van dezelfde cursussen en afstemming planning. Het positioneren van een gemeenschappelijk aanbod richting markt. Onderzoek en verkenning naar nieuwe marktkansen en op basis daarvan gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe, hoogwaardige cursussen en trainingen. Daarbij wordt de mogelijkheid verkend om een of enkele BOL opleidingen in deeltijd7 te verzorgen.
7
Beleid overheid is om deze de komende jaren te privatiseren. Deeltijdonderwijs is een van de middelen om in te spelen op het reservoir zij-instromers en huidige werkenden in de sector die zich willen doorontwikkelen. Vraag is overigens of de marktvraag groot genoeg is.
12
-
Versterken kennistransfer: verbinding maken naar toegepast onderzoek en onderwijsprogramma en terug (kennisvalorisatie via organisatie van symposia en netwerkbijeenkomsten).
3.3. Toegepast onderzoek Toegepast onderzoek is in 2015 voedend naar zowel het regulier onderwijs als naar de cursussen en trainingen en vice-‐versa. Daarbij kan het gaan om -
kortcylisch onderzoek (< 6-‐8 maanden) voor en met bedrijven en instellingen, voor directe beantwoording van vragen, en voor aanvullende dienstverlening (bijv. aanvullende vragen naar aanleiding van trainingen/cursussen) en - langcyclisch onderzoek (bijvoorbeeld promotieonderzoek) om meer algemeen de eigen kennisbasis van de Maritieme Academie Holland te vergroten. Daarnaast leidt het toegepast onderzoek ook direct tot resultaten voor het maritieme bedrijfsleven in de vorm van kennisvalorisatie en – disseminatie. 3.3.1. Doelen 2015
-
-
-
-
De Maritieme Academie Holland staat bekend als kwalitatief goede samenwerkingspartner voor toegepast onderzoek. Binnen onderzoekprojecten werken studenten, docenten, lectoraten en kenniscentra van diverse onderwijsinstellingen nauw samen. Hierbij worden ook nadrukkelijk docenten vanuit de MBO partners betrokken. Het aantal maritieme lectoraten is uitgebreid met een lectoraat op het gebied van navigatie. Onderzoek heeft een duidelijke positie in de HBO onderwijsprogramma’s. Het aantal grote nationale en internationale onderzoeksprojecten (excl. onderzoek bij bedrijven door studenten in het kader van stages, afstuderen of projecten voor de reguliere opleiding) voor en met bedrijven/instellingen neemt met minimaal 25% toe ten opzichte van 2012. Er is een actief programma gericht op kennisvalorisatie (publicaties (deels peer reviewed), symposia, netwerkbijeenkomsten), waarbij de Maritieme Academie Holland minimaal 3 symposia per jaar organiseert. De onderzoeksprogramma’s van de Maritieme Academie Holland worden zowel intern en als extern (met andere hogescholen met een maritiem aanbod) afgestemd en er is een aantal partnerships gesloten met andere belangrijke spelers (opleiders, overheden, bedrijven, netwerkorganisaties). Daardoor heeft de Maritieme Academie Holland snel toegang tot specifieke markten, expertise gebieden en voorzieningen.
3.3.2. Activiteiten 2013 - 2015
-
Implementatie van toegepast onderzoek in HBO curriculum (zie bijlage productsheet 2) Positionering van de Maritieme Academie Holland als samenwerkingspartner voor toegepast onderzoek voor bedrijfsleven en instellingen en werving onderzoeksvragen. Opzetten en uitvoeren programma gericht op kennisvalorisatie. Inventarisatie lopende onderzoeksprogramma’s, afstemming portfolio en versterking samenwerking binnen de programma’s tussen studenten, docenten, lectoren en kenniscentra en met derden.
13
3.4. Voorzieningen Voor de uitvoering van onderwijs, toegepast onderzoek en cursussen & trainingen heeft de Maritieme Academie Holland de beschikking over hoogwaardige voorzieningen, zoals schepen, simulatieapparatuur en trainingsfaciliteiten. Dit is rand voorwaardelijk voor het uitvoeren van opleidingen en cursussen/trainingen conform internationale maatstaven (o.a. STCW) en voor het uitvoeren van toegepast onderzoek op internationaal onderscheidend niveau. Uitgangspunt is dat voorziening binnen de Maritieme Academie Holland een legitimatie moeten hebben voor het reguliere onderwijsprogramma. Aangezien het veelal om dure voorzieningen gaat die moeilijk of niet bekostigd kunnen worden uit de reguliere onderwijsmiddelen worden deze voorzieningen ook ingezet voor trainingen en onderzoek. Daarnaast biedt de samenwerking de mogelijkheid om investerings-‐ en exploitatiekracht voor deze voorzieningen te bundelen waardoor de Maritieme Academie de mogelijkheid heeft om een breed scala een hoogwaardige voorziening voor onderwijs, onderzoek en trainingen in stand te houden. Verder biedt de Maritieme Academie Holland meer mogelijkheden om ook nieuwe investeringen, al dan niet in samenwerking met bedrijven en/of onderwijsontwikkelingsfondsen, gericht op nieuwe markten of strengere internationale vereisten te realiseren. Binnen de Maritieme Academie wordt jaarlijks afgestemd en op basis daarvan afspraken gemaakt over investeringen in dure voorzieningen. In de besluitvorming over investeringen worden eigendomsverhoudingen tussen de afzonderlijke instellingen meegewogen. Als richtlijn voor dure voorzieningen geldt een bedrag van € 100.000. 3.4.1. Doelen 2015
-
-
Investeringen en exploitatie (o.a. onderhoud en certificering) van voorzieningen worden gezamenlijk binnen de Maritieme Academie Holland kortgesloten en er wordt beleidsmatig gestuurd en afspraken gemaakt over een optimale en efficiënte inzet van middelen. Naast een aantal basisvoorzieningen op locatie van de afzonderlijke onderwijsinstellingen beschikt de Maritieme Academie Holland over dure voorzieningen, zoals een full mission binnenvaart simulator, die al dan niet via gebruikersovereenkomsten of licentie-‐uitbreidingen tussen instellingen ter beschikking staan voor regulier onderwijs, cursussen & trainingen en toegepast onderzoek binnen de academie.
3.4.2. Activiteiten 2013 - 2015
-
Inventarisatie van huidige voorzieningen binnen de Maritieme Academie Holland, de bezettingsgraad en exploitatiekosten. Inventarisatie investeringswensen onderwijsinstellingen in voorzieningen voor onderwijs, onderzoek en trainingen. Op basis van uitkomsten inventarisatie of al bekende kansen, realisatie eerste pilot projecten door afspraken te maken over gezamenlijke investeringen.
3.5. PR en Marketing Voor de PR en marketing zal voor de Maritieme Academie Holland een corporate PR worden ontwikkeld. Deze zal onder meer bestaan uit een logo, website + sociale media, brochures en andere uitingen (visitekaartjes, etc.). De merknaam Maritieme Academie Holland zal via een
14
communicatiestrategie (flexibiliteit, kwaliteit, betrouwbaarheid en transparantie zijn daarbij kernwaarden voor de Maritieme Academie Holland) richting de eerder genoemde doelgroepen kenbaar worden gemaakt. Onderdeel van de communicatiestrategie zijn onder andere corporate brochures, beursdeelnames, advertenties, etc.. Door een gezamenlijke aanpak wordt een grotere naamsbekendheid, en dus bereik van de doelgroep gerealiseerd, van de Maritieme Academie Holland en de deelnemers. 3.5.1. Doel 2015
-
Duidelijk herkenbaar merk Maritieme Academie Holland met grote naamsbekendheid. Het merk met eigen logo en uitstraling brengt de krachtige samenwerking herkenbaar in beeld bij alle stakeholders zonder dat daarbij de eigen identiteit in gevaar komt. De merknaam wordt daarbij door de stakeholders geassocieerd met de kernwaarden kwaliteit, betrouwbaarheid, flexibiliteit en transparantie.
3.5.2. Activiteiten 2013 - 2015
-
Vastleggen domeinnamen, ontwerpen van logo, website en andere uitingen (zie bijlage productsheet 5). Vaststellen communicatiestrategie, inclusief activiteitenplan.
3.6. Nationale en internationale beleid De Maritieme Academie Holland wil bij de totstandkoming van nieuw nationaal en internationaal (maritiem) beleid en regelgeving ten aanzien van het onderwijs een pro-‐actieve rol leveren. Door het onderhouden en verder versterken van de nationale en internationale relaties en het beschikbaar hebben van hoogwaardige kennis zal de Maritieme Academie Holland haar actieve rol bij beleidsvernieuwing, wijziging en harmonisatie van regelgeving versterken. Binnen de Maritieme Academie Holland wordt de vertegenwoordiging bij relevante overlegstructuren en de insteek afgestemd.
15
4.
ORGANISATIE EN FINANCIËN
4.1. Organisatie De Maritieme Academie Holland krijgt de coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid als rechtsvorm. De coöperatie zal wordt gevormd door een klein uitvoerend bureau. Naast dit uitvoerend bureau stellen de onderwijspartners menskracht ter beschikking voor de uitwerking en uitvoering van activiteiten. In de periode tot 2015 zal dit bureau zich primair richten op het bevorderen van de samenwerking tussen de partners en het toezien daarop. Het bureau zal algemene ondersteunende diensten verlenen aan de partners om de uitvoering en implementatie van de samenwerking gestalte te geven. Hiervoor zal voor het bureau een onafhankelijk bestuurder-‐ directeur worden aangesteld voor gemiddeld 1,5 dag (0.3 FTE) in de week. Daarnaast zal voor de algemene ondersteuning ten behoeve van de uitwerking en uitvoering van de activiteiten ondersteuning beschikbaar zijn (mogelijk geleverd vanuit de deelnemers). Deze ondersteuning heeft bijvoorbeeld betrekking op organisatie van bijeenkomsten, verslaglegging, coördinatie en uitvoering PR en wordt bij de start ingeschat op 0.6 FTE. Naast de personele inzet vanuit het bureau zullen de partners van uit de bestaande formatie menskracht ter beschikking stellen voor de uitwerking en uitvoering van activiteiten van de Maritieme Academie Holland. Voor de afzonderlijke activiteiten zal vanuit de directeuren van de maritieme onderwijsinstellingen een trekker worden benoemd die namens alle partners verantwoordelijk is voor de uitwerking en uitvoering van die activiteit. Deze trekker zal in overleg met de diverse partners en de materie deskundigen hiervan regelmatig overleggen. 4.2. Financiën De jaarlijks terugkomende algemene kosten voor de coöperatie bestaan uit personele kosten voor de coöperatie, een beperkt werkbudget en jaarlijks vast te stellen corporate PR activiteitenprogramma. De verdeling van deze kosten zal conform de vastgestelde verdeelsleutel worden verrekend tussen de partners. Voor de ontwikkeling van de nieuwe corporate PR in voorbereiding op de formele oprichting van de Maritieme Academie Holland is voor 2013 eenmalig een extra bedrag uitgetrokken van € 15.000. Als indicatie voor de jaarlijkse PR kosten kan gebruik worden gemaakt van de ervaring die is opgedaan binnen de ‘oude’ maritieme academie samenwerking (in bijlage 2 is een activiteitenplan opgesteld over 2013. Zoals beschreven onder 3.5.2 zal een nieuw activiteitenplan worden opgesteld voor de Maritieme Academie Holland). Exclusief personeelskosten voor de uitvoering van de PR activiteiten moet rekening worden gehouden met € 70.000 per jaar. 2013* 2014 2015 Directeur-‐bestuurder 30.000 60.000 60.000 Ondersteuning 15.000 30.000 30.000 Totaal Personeelskosten 45.000 90.000 90.000 PR activiteiten 35.000 70.000 70.000 Werkbudget 5.000 10.000 10.000 Eenmalige kosten PR** 15.000 Totaal 100.000 170.000 170.000 * kosten 2013 vanaf 1 juli ** ontwikkeling corporate PR voor 1 juli
16
Andere acties zullen worden opgepakt vanuit huidige bezetting en middelen van de partners. Waar mogelijk zullen aanvullende middelen via subsidie-‐ en stimuleringsprogramma’s worden aangevraagd om versnellingen in de uitvoering te realiseren.
17
BIJLAGE 1 – PRODUCTSHEETS Productsheet 1 Onderdeel* Werktitel activiteit Trekkers Situatieschets
Doel
Betrokken partijen Doorlooptijd Planning 2013 Inzet 2013
regulier onderwijs / contract onderwijs / toegepast onderzoek gezamenlijke toets beoordelingscommissie HBO marof Henny en Gerrit Wat is de huidige situatie? Accreditatie (met goede beoordeling) is van belang voor het voortbestaan van de opleidingen. Eens in de zes jaar worden hbo opleidingen gevisiteerd en, bij het voldoen aan de kaders van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), geaccrediteerd. Hierbij worden diverse facetten van de opleiding onder de loep genomen waarbij borging van het eindniveau (uiteraard) een heel belangrijke is. Bij borging van het eindniveau gaat het om de kwaliteit en niveau van toetsen en afstuderen. De examencommissie van de opleiding is verantwoordelijk voor de borging van het eindniveau. Deze uitvoering kan echter worden gedelegeerd aan een toets beoordelingscommissie. Wat is de gewenste situatie? De Marof opleidingen willen een gezamenlijke toetsbeoordelingscommissie, bestaande uit docenten van beide opleidingen, samenstellen die de kwaliteit en niveau van toetsen en afstuderen van de gehele opleiding met elkaar beoordelen, en deze waar nodig aanpassen/verbeteren. Door het instellen van een gezamenlijke toets beoordelingscommissie, waarin deskundigen van betrokken opleidingen bij elkaar in de keuken meekijken, wordt het eindniveau van de opleidingen beter geborgd (er wordt voldaan aan (een van) de kaders van het rapport “Vreemde ogen dwingen”). Welke partijen werken samen aan deze activiteit? HvA/Marof en NHL/MiWB Wanneer start de activiteit en wanneer is deze klaar? Start 1 januari 2013, met ingang van nieuwe schooljaar 2013/2014 1 toetsbeoordelingscie. Welke stappen zijn er te voorzien bij deze activiteit? Voorbereiding besluitvorming apart examencie. om bevoegdheid te delegeren 2 bijeenkomsten met docenten van de 2 opleidingen voor gezamenlijke cie. Vanaf schooljaar 2013/2014 gezamenlijke toetsbeoordelingscie. actief die 4x p/j bijeenkomt • Inschatting benodigde menskracht (aantal personen per onderwijsinstelling en geschatte tijdsbesteding per persoon) • Inschatting benodigde financiën? • Eventueel andere middelen die noodzakelijk zijn? • Gerrit en Henny borgen besluitvorming bij examencie.’s van de afzonderlijke opleidingen ste • 1 helft 2013, 2 bijeenkomsten: per onderwijsinstelling 4 docenten, voorbereiding, dag, uitwerken (8,8,8) = 2x8x24 = 384 uur de • 2 helft 2013, 2 vergaderingen gezamenlijke toets en beoordelingscie. = 384 uur. • Geen aanvullende financiën / middelen nodig
18
Resultaat 2013 Risico’s
Wat levert de activiteit aan het einde op en wat is daarvan de meerwaarde voor de deelnemende partijen? Nieuw schooljaar 1 gezamenlijke toetsbeoordelingscommissie voor de marof opleidingen van HvA en NHL/MIWB. Voor beide opleidingen betekent dit een betere borging van het eindniveau van de opleidingen. Welke risico’s zijn er voor de realisatie van de activiteit? Voorbereiding van een gezamenlijke toetsbeoordelingscie door docenten is een extra taak. Takenpakket zit al vol.
19
Productsheet 2 Onderdeel* Werktitel activiteit Trekkers Situatieschets Doel Betrokken partijen Doorlooptijd Planning 2013
Inzet 2013
Resultaat 2013
Risico’s
regulier onderwijs / contract onderwijs / toegepast onderzoek Implementatie toegepast/praktijkgericht curriculum Henny en Gerrit Wat is de huidige situatie? Wat is de gewenste situatie? Een van de criteria voor het eindniveau van de hbo student is het kunnen uitvoeren van praktijkgericht /toegepast onderzoek. De theorie, de toepassing en de begeleiding hiervan moeten steviger in het programma worden verankerd. Wat is de gewenste situatie? • De onderzoeksleerlijn vormt een integraal deel van het programma. • De docenten kunnen de studenten, die in de eindfase praktijkgericht/toegepast onderzoek doen, adequaat begeleiden. Welke partijen werken samen aan deze activiteit? HvA/Marof, NHL/MIWB en NHL/ lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken. Wanneer start de activiteit en wanneer is deze klaar? Start 1 september 2012, met ingang van het nieuwe schooljaar 2013/2014 moet de onderzoeksleerlijn in het programma zijn opgenomen. Welke stappen zijn er te voorzien bij deze activiteit? • September t/m december 2012: CNA cursus “begeleiden van praktijkgericht onderzoek in de afstudeerfase” voor docenten (hele team HvA/Marof en twee docenten van NHL/MIWB) • Voor aanvang van het studiejaar 2013-‐2014 moet de uitwerking van de onderzoeksleerlijn zijn beschreven en in het programma zijn opgenomen. • Implementatie miv studiejaar 2013-‐2014. • Inschatting benodigde menskracht (aantal personen per onderwijsinstelling en geschatte tijdsbesteding per persoon) • Inschatting benodigde financiën? • Eventueel andere middelen die noodzakelijk zijn? e • 1 helft 2013, 2 bijeenkomsten: per onderwijsinstelling 1 docent, voorbereiding, dag, uitwerken (8,8,8) = 2x2x24 = 96 uur. • Geen aanvullende financiën/middelen nodig. Wat levert de activiteit aan het einde op en wat is daarvan de meerwaarde voor de deelnemende partijen? Op een efficiënte manier voldoen aan de criteria voor het eindniveau van de hbo studenten met betrekking tot het kunnen uitvoeren van praktijkgericht/toegepast onderzoek. Voor beide opleidingen betekent dit een betere borging van het eindniveau van de opleidingen Welke risico’s zijn er voor de realisatie van de activiteit? Voorbereiding wordt voor docent een extra taak. Takenpakket zit al vol.
20
Productsheet 3 Onderdeel* Werktitel activiteit Trekkers Situatieschets Doel Betrokken partijen Doorlooptijd Planning 2013 Inzet 2013
Resultaat 2013 Risico’s
regulier onderwijs / contract onderwijs / toegepast onderzoek Examenvoorziening mbo Nova/Noorderpoort Wat is de huidige situatie? Wat is de gewenste situatie? MBO instellingen Nova/ Noorderpoort verzorgen hun eigen toetsen en examens. Gelet op de geringe omvang van de teams gaat veel tijd op aan het ontwikkelen, toetsen en examineren. Wat is de gewenste situatie? Een MA brede examenvoorziening voor het MBO Welke partijen werken samen aan deze activiteit? Noorderpoort en Nova College Wanneer start de activiteit en wanneer is deze klaar? 1 januari 2013 kan worden gestart. Oplevering 4 jaar later (proces groeit met het komende cohort mee) Welke stappen zijn er te voorzien bij deze activiteit? Per jaar wordt een schooljaar aan producten opgeleverd. • Inschatting benodigde menskracht (aantal personen per onderwijsinstelling en geschatte tijdsbesteding per persoon) • Inschatting benodigde financiën? • Eventueel andere middelen die noodzakelijk zijn? Gemiddelde inzet 2,5 FTE per jaar. Aantal betrokken personen (20) Wat levert de activiteit aan het einde op en wat is daarvan de meerwaarde voor de deelnemende partijen? Bij afronding van het project zal één examenbureau MA – MBO het gehele proces van toetsen en examineren voor de MA faciliteren. Er is uniformiteit, gelijke/ hoogwaardige kwaliteit, er wordt efficiënt gewerkt aan examenproducten. Welke risico’s zijn er voor de realisatie van de activiteit? Tijdens dit proces loopt de “oude “examenverantwoordelijkheid voor de separate instellingen door. Twee gescheiden routes geven een verhoogd risico op fouten. Om dit te beperken zou een versnelling in het proces een overweging zijn.
21
Productsheet 4 Onderdeel* Werktitel activiteit Trekkers Situatieschets
Doel
Betrokken partijen Doorlooptijd
Planning 2013
regulier onderwijs / contract onderwijs / toegepast onderzoek Deskundigheidsbevordering docenten maritiem onderwijs Directie MAH Wat is de huidige situatie? Wat is de gewenste situatie? Binnen de Maritieme Academie is op zowel korte als op langere termijn behoefte aan gekwalificeerd personeel. Dit betekent niet alleen het aantrekken en opleiden van nieuw personeel voor invulling van de vacatures maar ook (voortdurende) deskundigheidsbevordering bij de huidige docenten om de innovatie en kwaliteit van het maritiem onderwijs te borgen. Het kader wordt hierbij gevormd door de Wet Beroepen in het Onderwijs (BIO) en het accreditatiekader van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Daarnaast vragen ook innovatieve projecten als Igo2C om “bijzondere” docenten (de zogenaamde “training officers”). Wat is de gewenste situatie? Docentenopleidingen voor het maritiem onderwijs op Hbo-‐ en Masterniveau. Deze is modulair opgebouwd waardoor: • op maat onderwijs kan worden geboden op grond van eerder verworven competenties • deze ook interessant is voor het maritieme bedrijfsleven (deelcertificaten) Het ligt voor de hand om de opleiding zoveel mogelijk te laten aansluiten bij bestaande docentenopleidingen en bij bestaande subsidieregelingen. Hoewel de Maritieme Academie zich momenteel meer specifiek op Noord-‐Nederland richt, staat de te ontwikkelen docentenopleiding open voor zowel de docenten van alle maritieme opleidingen in Nederland als voor alle professionele aanbieders van maritiem onderwijs. Welke partijen werken samen aan deze activiteit? Alle partners van de MAH en het lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken/NHL. Wanneer start de activiteit en wanneer is deze klaar? • Start inrichting projectorganisatie 1 januari 2013. e • Start ontwikkeling 2 graad Vooral op de twee VMBO opleidingen en binnen de binnenvaartgroep van de unit STL van het ROC NOVA is al enige jaren ervaring opgedaan met het scholen van docenten voor het vak binnenvaartkunde. Dit werd tot voor kort opgepakt met de Rotterdamse collega’s maar die hebben recent besloten daar zelf een invulling aan te geven. • Bedoeling is om naast de verplichte PDD cursus ook vakgerichte modules op tenminste tweede graads niveau aan te bieden en af te toetsen om zo te waarborgen dat het niveau van nieuwe collega’s gewaarborgd blijft en blijft passen binnen een beroepsregister. • Bij het realiseren kan zeker op pedagogisch/didactisch niveau worden aangesloten bij de opleiding van zeevaartdocenten. • De in samenwerking met het Onderwijscentrum binnenvaart ( OCB) ontwikkelde minor “ sustainable inland shipping” kan voor de vakgerichte opleiding een aanknopingspunt vormen. • Start ontwikkeling Master augustus 2013 Welke stappen zijn er te voorzien bij deze activiteit? 1. Inrichting van de projectorganisatie: • Aanstellen projectleider/onderwijs coördinator • Instellen werkgroepen
22
Inzet 2013
Resultaat 2013 Risico’s
2.
De taak van de werkgroepen is de te ontwikkelen docentenopleidingen te beschrijven in termen van: • inhoud • opzet • te gebruiken materialen en middelen • organisatie van het onderwijs • te vervullen randvoorwaarden e Tav de 2 graad zijn er eerder gesprekken geweest in verband met aansluiting bij de Hbo-‐docentenopleiding “Mens en Technologie”/HvA Tav de Master wordt op dit moment binnen de NHL al een programma ontwikkeld onder leiding van het lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken/NHL. De scope van deze Master ligt niet alleen bij het opleiden van docenten maar ook bij medewerkers van bedrijven in de maritieme sector door de modulaire opbouw van het programma. • Inschatting benodigde menskracht (aantal personen per onderwijsinstelling en geschatte tijdsbesteding per persoon) • Inschatting benodigde financiën? • Eventueel andere middelen die noodzakelijk zijn? 0.5 FTE projectleider Inzet betrokken teamleiders Inzet lectoraat Tijdsduur opzetten 1 jaar Wat levert de activiteit aan het einde op en wat is daarvan de meerwaarde voor de deelnemende partijen? Voor alle opleidingen betekent dit een betere borging van de kwaliteit van de docenten in het maritiem onderwijs en daarmee het eindniveau van de opleidingen. Welke risico’s zijn er voor de realisatie van de activiteit? Een Master opleiding voor alleen docenten zal bedrijfseconomisch niet haalbaar zijn (ivm onvoldoende schaalgrootte). Door de Master ook toegankelijk te maken voor medewerkers bij bedrijven in de maritieme sector is de verwachting dat het geheel kostendekkend kan zijn.
23
Productsheet 5 Onderdeel Werktitel activiteit Trekkers Situatieschets
Doel Betrokken partijen Doorlooptijd Planning 2013 Inzet 2013 Resultaat 2013 Risico’s
PR Maritieme Academie Holland PR Directie MAH / Arjen Mintjes Wat is de huidige situatie? Bestaande corporate MR MA voor de nu deelnemende partners ( Dunamare MCV en MAH,NOVA,HvA en Noorderpoort) wordt aangestuurd door Arjen en uitgevoerd door Lucas Land en Bianca Boekhout ( NOVA). Corporate PR bestaat uit corporate logo , corporate web site ( www.maritieme-‐ academie.com), corporate brochures VMBO,MBO HBO en corporate brochure contract in het Engels. Naast de site wordt ook gewerkt met een corporate twitter account en een corporate facebook page en MA vlaggen en aanduiding MA op de in gebruik zijnde gebouwen. Daarnaast corporate advertenties MA gericht op de open dagen en corporate visitekaartjes voor directie en teamleiders en anderen die extern werken. Het merk Maritieme Academie zoals dat nu wordt gebruikt heeft zich in de afgelopen jaren nationaal en internationaal bewezen als ijzersterk. Grote naamsbekendheid zowel bij de reguliere studenten als bij de (inter) nationale contractklanten. Een en ander wordt uitgevoerd volgens een jaarlijkse begroting die vooraf wordt vastgesteld door alle partners en naar rato ( deelnemersaantal) wordt verrekend. Wat is de gewenste situatie? Corporate PR voor Maritieme Academie Holland gericht op eenduidigheid , eenheid en herkenbaarheid naar buiten. Welke partijen werken samen aan deze activiteit? Alle betrokken partijen ( = op dit moment aanwezige partijen met NHL Willem Barentz en Maritieme Techniek Friese Poort) Wanneer start de activiteit en wanneer is deze klaar? Start naar buiten treden op moment formele oprichting MAH. Voorbereidingen vanaf voorjaar 2013. Welke stappen zijn er te voorzien bij deze activiteit? Vastleggen domeinnamen ( is al gebeurd) Ontwerpen MAH logo en vervolgens corporate visitekaartjes, brochures en andere PR zaken zoals boven genoemd. Voorstel is om niet af te wijken van de PR strategie zoals die nu wordt gehanteerd maar deze toe te spitsen op de Maritieme Academie Holland zijnde een nog sterker merk dan de MA al was. • Zie al eerder toegestuurde opzet begroting met te verwachten werkzaamheden. Wat levert de activiteit aan het einde op en wat is daarvan de meerwaarde voor de deelnemende partijen? Duidelijk herkenbaar merk Maritieme Academie Holland met eigen logo en uitstraling waardoor de gewenste samenwerking herkenbaar in beeld komt bij alle stakeholders zonder dat daarbij de eigen identiteit in gevaar komt. ( het gaat om het corporate merk met daaronder herkenbaar de verschillende deelnemers) Welke risico’s zijn er voor de realisatie van de activiteit? Een goed merk kun je alleen maar op de kaart zetten wanneer de afspraken op dat gebied eenduidig en uniform worden uitgevoerd. Half werk is in dezen niet mogelijk omdat daarbij de kracht van het merk en de daarbij behorende branding onmiddellijk teniet gedaan wordt. Risico is dat een en ander halfslachtig gebeurt vanwege de aarzeling van partijen om onder dit nieuwe merk herkenbaar te zijn.
24
BIJLAGE 2 - INDICATIE KOSTEN JAARPROGRAMMA CORPORATE PR
25