Jaarplan 2015 15-10-2014
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
1
Inhoudsopgave
I.
Voorwoord
II.
De Raad draagt bij aan een duurzaam en meer beheersbaar stelsel
III.
Digitale voorzieningen voor burgers in het stelsel
IV.
Bedrijfsvoering en dienstverlening: bouwstenen voor een nieuw stelsel
V.
Thema’s beleid en kwaliteit
VI.
De strafketen: bijdragen aan ketenefficiency
VII.
Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
VIII.
Wet Beëdigd Tolken en Vertalers (Wbtv)
IX.
Risicoanalyse
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
2
I.
Voorwoord
1. Stelselvernieuwing De Raad staat voor toegang tot het recht en voor een optimale aanwending van de beschikbare middelen. Deze opdracht kent vele uitdagingen nu de overheidsfinanciën onder druk staan, en een samenstel aan maatregelen voor een houdbaar en solide stelsel van gefinancierde rechtsbijstand moet zorgen. De Raad wil graag de lijn uit het verleden voortzetten waarbij uitdagingen te allen tijde in bijzondere samenwerking met MV&J, maar ook ketenpartners zijn opgepakt. Daarbij kan worden gedacht aan de transitie en ombouw van de Bureaus voor Rechtshulp, de introductie van het Juridisch Loket, de afbouw en transitie van de SRA, de opzet van activiteiten en de inrichting van het bureau ter uitvoering van de Wsnp, de overname van het register Wbtv, de fusie van de Raad, de introductie van Rechtwijzer, de inpassing van de piketcentrale en de uitvoering van opgelegde taakstellingen. Vanzelfsprekend zorgt de Raad voor aanpassing van de werkprocessen voor de maatregelen die bij AMvB per 1 januari 2015 van kracht worden. Het totale pakket aan maatregelen beoogt een reductie van het toevoegvolume met 15%, de ‘juridische huisarts’ moet in 2015 via het wetsontwerp selectie aan de poort gestalte krijgen, alternatieven voor geschil- en probleemoplossing komen meer prominent in beeld. Voor de derde keer sinds de fusie ziet de Raad zich gesteld voor een korting op het apparaat: na de eerdere efficiencykorting van 10% en de inmiddels goeddeels gerealiseerde taakstelling van 5 miljoen euro, staan Raad en Juridisch Loket nu samen voor een nieuwe taakstelling van 9,4 miljoen euro per 1 januari 2016. De Raad neemt graag de uitnodiging aan om vanuit een gezamenlijke visie op en verantwoordelijkheid voor het stelsel te komen met voorstellen over de invulling van de taakstelling. De Raad zal hiertoe een overleg starten met het Juridisch Loket en waar mogelijk ook de Orde aanhaken. Vanzelfsprekend zijn het (concept)wetsontwerp en de uitkomst van de analyse die in het najaar van 2014 door AEF wordt verricht over mogelijke scenario’s naar de toekomst, daarbij van groot gewicht. De Raad stelt zich voor dat alle werkprocessen die bij selectie aan de poort betrokken zijn functioneel goed doordacht moeten worden, en zo nodig opnieuw worden geordend. De Raad gaat daarbij geen oplossing uit de weg vanuit het overstijgende doel van een houdbaar en solide stelsel, en nodigt alle partijen uit dit pad op te gaan vanuit ‘wat ons bindt’. Het aloude adagium ‘structure follows strategy’ dient ook hier te gelden. De werkzaamheden kunnen nog in het najaar een aanvang nemen nadat de consultatie aangaande het wetsontwerp in oktober van start gaat. De afgelopen jaren heeft de Raad verschillende bouwstenen tot ontwikkeling gebracht die in de beoogde stelselvernieuwing een plaats kunnen krijgen: -
Het werkproces rondom de inkomensverklaring is gecentraliseerd en een nieuwe module voor grotendeels automatische verwerking wordt eind 2014 opgeleverd. Met dit instrument kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de wens van het Ministerie dat het Juridisch Loket meer focus legt op Wrb-gerechtigden
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
3
-
Eveneens nog dit najaar komt versie 2.0 van de Rechtwijzer beschikbaar als innovatieve ‘nuldelijnsfunctie’ die rechtzoekenden in staat stelt zelf een oplossing te zoeken voor hun conflict of probleem. In 2015 vindt verdere doorontwikkeling plaats
-
De Raad heeft grote stappen gezet met proactieve afhandeling van bezwaar (en beroep), zodat al in de informele fase veel kwesties kunnen worden opgelost
-
Met Inning en Restitutie is grondige ervaring opgedaan sinds de uitrol in 2011, zodat de ervaring ook op andere terreinen kan worden ingezet
-
High Trust is niet meer weg te denken uit de samenwerking tussen Raad en advocaten. Het bereik is ruim 2/3 van het toevoegvolume. Van de aanvragen gaat een kleine 80% automatisch door het aanvraagproces en de controle verloopt voor 7/8 via steekproeven. De scores voor rechtmatigheid en vrijwillige compliance zijn hoog. Er is een uitgebalanceerd stelsel van soft en hard controls ontwikkeld. Veel advocaten zien de werkwijze als een best practice voor kwaliteit en de Orde wil zich inzetten voor een groeiend bereik onder advocaten
-
De Raad ondersteunt de ZSM uitrol
-
De piketcentrale heeft een belangrijke koppeling gerealiseerd aan de politiesystemen en is multi-inzetbaar, ook voor ZSM
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
4
2. Bezuinigingen op de apparaatskosten Voor het realiseren van de nieuwe taakstelling verwacht de Raad langs een viertal hoofdlijnen een dekking van ongeveer de helft van de taakstelling te kunnen leveren. Over het resterende (vijfde) gedeelte zal in het overleg met het Juridisch Loket in het kader van de stelselvernieuwing getracht worden een invulling te vinden. 1e spoor: Vraaguitval van 15 %. Als het toevoegvolume als gevolg van bezuinigingsmaatregelen, Rechtwijzer en ZSM, daadwerkelijk afneemt, leidt dit 1:1 in het primaire proces tot een afname van de werkgelegenheid bij de Raad. 2e spoor: Nieuwbouw van de bedrijfsapplicatie (Project Q). Dit biedt in de tweede helft van 2015 diverse procesverbeteringen, zoals in aanvulling op toevoegen ook een automatische afhandeling van vaststellen, resterende onderdelen van het primaire proces ook via het webportaal (Lat, mediation, mutatiepost). Daarnaast volgt automatische betaling van het piket de koppeling van het financieel systeem aan de melding. 3e spoor: High Trust. Hoewel bezuiniging niet het primaire doel is van HT, en de grote waarde vooral zit bij kwaliteit en compliance, is er ook sprake van efficiency en kostenvermindering bij de Raad, die dus nog kan toenemen met het bereik van HT. Aandeel augustus 2014 toevoegvolume formatie regio bezwaren onvolledig Aandeel eind 2015 toevoegvolume formatie beschikkers bezwaren onvolledig
HT 67% 48% 33% 3% HT 80% 58% 17% 3%
Niet-HT 33% 52% 67% 11% Niet-HT 20% 42% 83% 11%
Bij de prognose van de formatie eind 2015, loopt de werkgelegenheid - als gevolg van de bovengenoemde maatregelen en de verdere uitrol van High trust - bij niet-HT sneller terug dan bij HT. Daardoor verandert de procentuele verhouding iets in het nadeel van HT. De essentie blijft dezelfde: niet-HT is een stuk duurder in termen van personeelskosten, administratieve bewerkelijkheid, afhandeling van bezwaren. Als vervolgstap voor bezuiniging dringt zich dan ook de vraag op wat te doen met het resterende gedeelte niet-HT, dat dus niet de economisch meest effectieve weg volgt. Afdwingen van HT past niet in de filosofie en leidt hooguit tot extra risico’s in termen van misbruik. Twee scenario’s die voor uitvoering in aanmerking komen zijn: -
Ofwel de vervuiler betaalt. Er wordt per 1 januari 2016 een administratieve toeslag in rekening gebracht voor een advocaat of zijn kantoor dat niet op de meest efficiënte wijze aanvraagt (alternatief: verlaging prijs per toevoeging)
-
Ofwel niet- deelnemers aan HT worden per 1 januari 2017 uitgeschreven
Vanzelfsprekend is afstemming vereist met de insteek van selectie aan de poort. Anderzijds is wachten met bovengenoemde stappen ook niet verantwoord omdat het om indringende maatregelen gaat. Een voor de hand liggende koppeling is dat bij selectie aan de poort alleen met advocaten gewerkt gaat worden die zich inspannen tot gebruik van Kenniswijzer en andere instrumenten die worden aangeboden om compliant gedrag te kunnen tonen. Deze efficiencyslag van HT zal niet snel gemist kunnen worden.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
5
De opbrengst is deels afhankelijk van te maken keuzen, maar ligt zeker tussen 1 en 2 miljoen euro. 4e spoor: Huisvesting. In het lopende strategisch plan is voorzien in concentratie van werkzaamheden met een tweetal grotere kantoren (Utrecht centraal kantoor en Den Bosch productiekantoor) en een viertal kleinere ‘pieds à terre’, qua omvang uiteindelijk afhankelijk wat decentraal blijft en wat op de beide grotere kantoren geplaatst kan worden. Met de kantoren Leeuwarden en Arnhem is al de weg ingeslagen om met andere overheidsonderdelen te gaan ‘ samenwonen’ . Voor Den Haag en Amsterdam ligt dat ook in de rede wanneer de huur afloopt (respectievelijk 2016 en 2017).Totale besparing op huisvesting levert aldus zeker 8 ton op. Daarnaast passen de voornemens qua flexibiliteit op vier van de zes kantoren prima in verdere plannen met het stelsel. 5e spoor: Gezamenlijke voorstellen met het Juridisch Loket In samenhang met managementafspraak 2 over de gezamenlijke visie zet de Raad zich tevens in voor het formuleren van gezamenlijke voorstellen over de resterende invulling van de totale uitvoeringskosten van Raad en Juridisch loket samen. Vanzelfsprekend zal de te kiezen werkwijze bij selectie aan de poort hierbij leidend zijn, met directe doorvertaling naar personele inzet en huisvesting. Een integrale benadering van de ontwikkeling bij Raad en Loket is de bodem van waaruit wordt vertrokken met in ieder geval ook als perkpaaltje de genoemde beperking tot Wrb gerechtigden en focus daarop bij de inrichting van en communicatie door het Loket ten aanzien van klantcontacten.
Utrecht, 15 oktober 2014 Raad van Bestuur Raad voor Rechtsbijstand
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
6
II.
De Raad draagt bij aan een duurzaam en meer beheersbaar stelsel
Inleiding De agenda’s van de Raad en andere actoren in het stelsel zullen in 2014 en 2015 in belangrijke mate worden bepaald door de aangekondigde vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De Staatssecretaris heeft in zijn brieven van 12 juli 2013 en 18 februari 2014 aan de Tweede Kamer de door hem voorgestane richting aangegeven voor te ondernemen activiteiten. Inmiddels staan de voorbereidingen die aan de invoering van de voorgenomen wijzigingen vooraf moeten gaan voor een behoorlijk deel op de rails. De wijzigingen zijn door het Ministerie in een brief aan de Kamer tevens van een globale planning voorzien. In het kader van die planning zijn behoorlijk wat voorbereidende activiteiten ondernomen, maar moet op het vlak van beleidsbepaling, regelgeving, politieke afhechting en reorganisatie nog heel veel gebeuren, om aan de stelselherziening uitvoering te geven. 2015 wordt een jaar waarin vol aan de wind moet worden gezeild. Onmisbaar is dat draagvlak in het parlement aanwezig is voor de door het Kabinet gekozen richting waarin de maatregelen worden uitgewerkt. Rechtsbijstand mag zich gelukkig in de warme belangstelling van het parlement verheugen. Visie op het stelsel De Raad heeft eerder met het Ministerie en andere actoren in de rechtsbijstand zijn visie op de gewenste werking van het stelsel gedeeld. De uitdaging daarbij is om: -
burgers zoveel mogelijk in staat te stellen eerst zelf hun verantwoordelijkheid te nemen bij het oplossen van een probleem en hen vroeg inzicht te geven over mogelijke routes en de financiële consequenties daarvan; verder te bevorderen dat de overheid en overheidsinstanties zich proactief opstellen; procedures voor geschiloplossing zo te organiseren dat deze goed toegankelijk zijn en eenvoudig van opzet; wet- en regelgeving waar mogelijk te vereenvoudigen.
De effecten voor burgers enerzijds en tegelijk ook de beheersing van het beroep op rechtsbijstand anderzijds, zijn mede afhankelijk van het aantal initiatieven en van het succes daarvan. Inmiddels zijn, binnen wat de Raad kan bijdragen, op alle genoemde onderdelen initiatieven genomen, waarvan het Ministerie en de ketenpartners door de Raad via voortgangsrapportages op de hoogte worden gehouden. Aan de activiteiten van de Raad liggen managementafspraken met het Ministerie ten grondslag. Nulde, eerste en tweede lijn Ten behoeve van de stelselherziening heeft de Raad medio 2013 een schets van selectie aan de poort aan het Ministerie aangeboden. In die schets heeft de Raad de verschillende aspecten geschetst die aan de toegang tot het recht raken. De Raad heeft daarbij het belang benadrukt om vooral vanuit functionaliteit en niet direct vanuit organisatiebelangen te denken. De Raad heeft de ontwikkeling van een elektronisch voorportaal (nulde lijn) naast een spreekuurfunctie aanbevolen en het belang benadrukt van High Trust arrangementen en goedgekeurde kwaliteitssystemen als basis voor de deelname van providers aan het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. In het Jaarplan 2014 omschreef de Raad dit als volgt: De beschikbaarheid van online-voorzieningen en daarop aanvullend een servicedesk voor burgers zijn in een stelsel van rechtsbijstand naar het oordeel van de Raad essentieel. Deze voorzieningen kunnen zo worden ingericht dat zij burgers digitaal, of als dat nodig is, via persoonlijk (telefonisch) contact informeren en ondersteunen bij het maken keuzes en bij de oplossing van hun probleem. Naast het bieden van vroege ondersteuning, dienen voorzieningen zo te worden ingericht dat deze er via
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
7
vroege vraagselectie ook aan bijdragen om het beroep op rechtshulp en rechtsbijstand te beheersen. Vervolgvoorzieningen van goede kwaliteit zijn noodzakelijk voor een effectieve toegeleiding van burgers naar instanties en hulpverleners. Registers waarin de voor bepaalde rechtsterreinen beschikbare intermediairs als advocaten en mediators vermeld staan, ondersteunen dit proces.
De Raad heeft in lijn hiermee in nauw overleg en met instemming van het Ministerie de upgrade van de Rechtwijzer naar versie 2.0 ter hand genomen. Verder worden momenteel in Quartz de werkprocessen rondom de afgifte van inkomensverklaringen en het bijhouden van registers op een nieuwe leest geschoeid. Het toekomstig stelsel is daarmee gebaat. Pilots met selectie aan de poort Inmiddels zijn er pilots rondom selectie aan de poort uitgevoerd. Significant rapporteert daarover. De precieze uitwerking voor het op basis van de resultaten van de pilots te voeren toekomstig beleid moet op het moment van het schrijven van dit jaarplan nog worden bepaald. Volgens planning maakt de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in de tweede helft van 2014 zijn keuze bekend voor de inrichting van de eerste lijn in het kader van de stelselvernieuwing rechtsbijstand. Wil het instrument selectie aan de poort goed kunnen werken, dan zijn volgens de Raad goede maatvoering en juiste fasering door geleidelijke invoering van belang. De Raad heeft in het overleg met het Ministerie, ook met de medewerkers van de projectorganisatie stelselherziening, geschetst welk belang naar zijn mening naast een mechanisme van selectie aan de poort aan High-Trust kan toekomen, aangenomen dat de inzet van selectiefunctionarissen –met daaraan verbonden ballast en kosten- niet op ieder terrein evenveel toegevoegde waarde heeft. Bijdrage projectorganisatie stelstelherziening De Raad is zoals bekend graag bereid vanuit zijn ervaring en deskundigheid noodzakelijke inbreng te blijven leveren aan de projectorganisatie voor de stelselherziening. Open lijnen, nauwe afstemming en goed naar elkaar luisteren zijn van belang. Op deze plaats mag wel gezegd worden dat met het gewoon open houden van de winkel en het meewerken aan de stelselherziening een aanzienlijke werklast op het bord van de krimpende organisatie van de Raad wordt neergelegd. AMvB stelselvernieuwing rechtsbijstand I De Raad heeft de implicaties van de invoering van de AMvB op de GRAS–applicatie en de uitvoering in beeld gebracht. Deze implicaties zijn afgestemd met het Ministerie. De Raad heeft de ICT leverancier gevraagd noodzakelijke wijzigingen in de automatisering in kaart te brengen, zodat deze wijzigingen ook feitelijk doorgevoerd kunnen zijn, waardoor de Raad op 1 januari 2015 voor uitvoering gereed is. Deze datum kan overigens niet worden gegarandeerd als in de maatregelen nog veranderingen worden aangebracht. Het is in dit verband van groot belang dat het Ministerie de Raad nauw aansluit op de verdere ontwikkelingen in dit wetgevingstraject. Wrb-uitvoering Naar de verdere toekomst van de Wrb-uitvoering kijkend benadrukt de Raad het belang van eenvoud van nieuwe Wrb-regels. De mogelijkheden om organisaties te laten krimpen zijn daarvan mede afhankelijk. Worden regels die het gebruik van het stelsel of de hoogte van de vergoedingen bepalen als gevolg van bewust gemaakte keuzes talrijker en ingewikkelder dan zal dat een bepaalde tol eisen op het vlak van uitvoeringslasten, transparantie en compliance. Zoals voor het stelsel geldt dat minder en eenvoudiger regels bijdragen aan een geringer beroep van burgers op de Wet op de rechtsbijstand zo geldt voor de Raad dat, wil er minder controle zijn, controles zo efficiënt mogelijk plaats moeten kunnen hebben en dat er bij voorkeur ook minder in plaats van meer aspecten aan dossiers te controleren moeten zijn.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
8
De Raad concentreert zich op zijn kerntaken Vanzelfsprekend is de Raad, zoals in de kaderbrief wordt gevraagd, ter vermijding van interferentie met de stelselwijzing, terughoudend in het zelf initiëren van nieuw beleid. De Raad zal nieuwe beleidsinitiatieven dan met het Ministerie afstemmen. De gesprekken over de kerntaken van de Raad zijn afgerond. Die kerntaken betreffen, naast de opgedragen wetsuitvoering via het beschikkingenproces en het toezicht op de naleving van kwaliteitseisen die door de Raad aan dienstverleners worden gesteld, ook het organisatorisch inspelen op voor de rechtsbijstand relevante ontwikkelingen die in andere beleidsketens in gang worden gezet. Actueel speelt dat bij het asiel- en vreemdelingenbeleid, het strafrecht (wetsvoorstel Raadsman en politieverhoor en ZSM aanpak) en de intensievere aandacht voor slachtoffers. Zaken waarbij vanuit VenJ een beroep op de Raad wordt gedaan. Monitoren ontwikkelingen. De Raad publiceert jaarlijks de Monitors gesubsidieerde rechtsbijstand en Wsnp. Tussentijds worden in februari (jaar) en eind juli (halfjaar) in het kort actuele ontwikkelingen van toevoegingen, piket- en loketzaken beschreven en van een toelichting voorzien. De volumeanalyse van februari wordt op rvr.org gepubliceerd. De Algemene Rekenkamer heeft aangedrongen op het ter beschikking stellen van open data. De controller van de Raad zal najaar 2014 samen met de onderzoekers het initiatief nemen voor bespreking van een aanpak met de Directie rechtsbestel. Om effecten van nieuwe regelgeving op toevoegingen te kunnen voorspellen, worden op het Ministerie de ontwikkelingen op wetgevingsterrein gevolgd. Dit wordt door de Directie rechtsbestel en de Raad verder samen opgepakt. De Raad is ingenomen met de waardering die het Ministerie in dit verband over de Raad heeft uitgesproken. De Raad constateert op zijn beurt dat het Ministerie ook de vinger aan de pols houdt en in toenemende mate alert is. De Raad bepleit dat binnen het Ministerie wordt bijgehouden -en naar de buitenwereld zichtbaar wordt gemaakt- hoeveel noodzakelijk extra toevoegvolume er gemoeid is met de invoering van nieuwe regelgeving en hoe daarvoor vanuit andere beleidsdirecties of ministeries compensatie is geboden.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
9
III.
Digitale voorzieningen voor burgers in het stelsel
Zoals gezegd zijn in het rechtsbijstandstelsel de beschikbaarheid van onlinevoorzieningen en daarop aanvullend een servicedesk voor burgers essentieel. Deze voorzieningen kunnen door de Raad zo worden ingericht dat zij burgers digitaal, of als dat nodig is via persoonlijk contact met de eerste lijn, informeren en ondersteunen bij het maken van keuzes en bij de oplossing van hun probleem. De Raad vindt het van groot belang dat de burger, de rechtzoekende, in een zo vroeg mogelijk stadium een afweging kan maken ten aanzien van de inhoudelijke merites van zijn zaak en de financiële consequenties van het doorzetten daarvan, bijvoorbeeld via procederen. Eventuele alternatieven daarvoor behoren hem te worden aangereikt. Dit vraagt om duidelijke en bruikbare inhoudelijke informatie aan de “voorzijde”, zeg de basis, van het stelsel. Een financiële afweging wordt gefaciliteerd door de burger via het burgerportaal van de Raad een Inkomensverklaring aan te bieden. Rechtwijzer is in 2013 geheel vernieuwd en uitgebreid. De Raad werkt met HiiL (The Hague Institute for Internationalisation of Law), de Universiteit van Tilburg en Modria aan verdere innovatie van Rechtwijzer. Oktober 2014 is ‘Rechtwijzer uit elkaar’ op een geheel nieuw platform geschoeid. Het platform krijgt een soft-launch, om gecontroleerd ervaringen op te doen en risico’s zoveel mogelijk te beperken. Op basis van eerste ervaringen kan het platform verder worden ontwikkeld. Het platform krijgt naar verwachting zijn publieke go-live per 1 januari 2015. Het neutraal scheidingsplatform stimuleert rechtzoekenden samen aan de oplossing van hun scheiding te werken. Partijen worden bijgestaan in het vinden van goede en duurzame oplossingen voor hun aan scheiding gerelateerde problemen (woonsituatie, de kinderen, kinderalimentatie, partneralimentatie, boedelscheiding, schulden en pensioen). Bij de ontwikkeling van dit platform wordt gebruik gemaakt van de beste juridische informatie en rechtsbijstand-benaderingen en van online technieken voor beantwoording van hulpvragen, het inroepen van mediation en geschilbeslechting (door middel van het vragen van bindend advies). Het ‘Rechtwijzer uit elkaar-platform’ is gebaseerd op het pay-as-you-go principe. Burgers betalen een beperkte bijdrage voor toegang en gebruik van het platform. Indien zij gebruik maken van met het platform verbonden dienstverleners, betalen zij daarvoor een extra fixed-fee. Voor Wrb-gerechtigden geldt een gereduceerd tarief. Voor hen ontvangt de dienstverlener naast hun eigen bijdrage een subsidie. Het Ministerie wordt nauw op de ontwikkeling van het echtscheidingsplatform aangesloten gehouden, kent het plan van aanpak en denkt met de Raad mee. Voor de ontwikkelingskosten is een subsidie ontvangen. Het visiedocument Rechtwijzer, de eigen bijdrage en vergoedingsregeling voor Wrbgerechtigden en de deelnamevoorwaarden voor de dienstverleners achter het platform hebben de goedkeuring van het Ministerie. In 2014 zijn met de huurcommissie verkenningen op het terrein huur gestart en wordt nader bezien waar meer precies de behoeften van organisaties van huurders, verhuurders, huurcommissie en Juridisch Loket liggen. Ook wordt met de rechtsbijstandsverzekeraars gesproken. Vastgestelde behoeften moeten aan de basis staan van de verdere ontwikkeling van het terrein Rechtwijzer-huur in 2015. Goede voorzieningen kunnen serieus bijdragen aan een betere en toegankelijkere informatievoorziening, een grotere zelfredzaamheid in scheidings-, huur- en andere zaken en kunnen tevens een bijdrage leveren aan de beheersing van de uitgaven voor toevoegingen.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
10
De Raad onderzoekt samen met Hiil de mogelijkheden voor verbreding van het gebruik, ook internationaal. Doelen daarvan zijn vergroting van het draagvlak, meer effectiviteit en volume creëren en ontwikkelingskosten over meer betrokkenen delen. Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland (onder meer Schotland, Finland, Ierland, Singapore, Brits Columbia, Bulgarije en China) kijkt men met belangstelling naar de mogelijkheden van Rechtwijzer 2.0.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
11
IV.
Bedrijfsvoering en dienstverlening: bouwstenen voor een nieuw stelsel
De voorbereidingen voor de vernieuwing van het stelsel zijn in volle gang en de Raad levert op tal van onderdelen input en medewerking. Niettemin ziet de Raad het als zijn primaire taak de huidige bedrijfsvoering en dienstverlening op niveau te houden en waar daar aanleiding toe bestaat deze nog te verbeteren. 1. High Trust, het primaire proces en best practice De ontwikkeling van het High Trust-proces heeft zich in 2014 verder versterkt. Inmiddels werd met ruim 1400 advocatenkantoren een High Trust samenwerking aangegaan. Het percentage van het toevoegvolume dat onder het regime van High Trust wordt afgegeven nadert de 70 %. High Trust heeft zich ontwikkeld tot het primaire proces en is daarmee niet meer weg te denken. In toenemende mate werkt de High Trust-samenwerking als een onderscheidend label. De Orde kenmerkte High Trust onlangs als de best-practice. Vanaf dit najaar en doorlopend in 2015 voert de Raad een landelijk campagneplan uit dat moet leiden tot een verdere participatie op basis van High Trust. De Raad richt zich in deze campagne, waarbij uitdrukkelijk de samenwerking wordt gezocht met de (lokale) Orde, op de kantoren die niet of in beperkte mate (administratief) bewerkelijk zijn. Het campagneplan legt de basis voor het organiseren van een groot aantal informatiebijeenkomsten en meer gerichte compliance-ondersteuning. De Raad zal via de 3-maandelijkse voortgangsrapportage informatie verstrekken over de uitvoering van de campagne. Naast de aandacht voor verdere groei van de High Trust deelname, die dus vooral zal voortkomen uit de zogenaamde “niet bewerkelijke” kantoren, zal de Raad, in nauwe afstemming met het Ministerie en de Orde, onderzoeken welke beleidslijn zal moeten worden gevolgd ten aanzien van niet-High Trust kantoren met een (blijvend) bewerkelijk profiel. Zie daarvoor het 3e spoor in het eerste hoofdstuk. Exu De Raad heeft eerder met het Ministerie afstemming gezocht over het (gedeeltelijk) onderbrengen van de exu-praktijk onder het regime van High Trust. Het huidige exu-proces is als bekend een uiterst arbeidsintensieve en tijdrovende activiteit, zowel aan de zijde van de Raad als bij de advocaat. Tegen de achtergrond van High Trust als primair proces en een afnemende administratieve bewerkelijkheid bij High Trust-kantoren ligt het in de rede een start te maken met de introductie van de High Trust werkwijze binnen het exu-domein. Daarbij staat de Raad een gefaseerde en behoedzame benadering voor ogen. Het inrichten van en werken met een pilot moet belangrijke informatie opleveren onder welke condities en binnen welke grenzen de High Trust-exu-praktijk kan worden vormgegeven. De scope van het voorstel ‘exu in High Trust’ ziet er als volgt uit: -
start met pilot ( 12 advocaten) op 1 januari 2015: samenwerking opzetten met deze advocaten gericht op van elkaar leren en het exu-HT proces zo goed mogelijk inrichten daarna advocaten met een positief exu-profiel: 90 % van gevraagde uren toegekend A-besluit valt direct onder HT en wordt via automaat verwerkt. Advocaat beoordeelt zelf. A-besluit is max 25-30 uur; risico in euro's ca. 2500 Actieve (compliance)ondersteuning vanuit Helpdesk-exu bij B en verder.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
12
-
Bij zeer complexe en tijdsintensieve zaken, kan een adviescommissie (advocatuur en RM)door partijen worden ingeschakeld. Exu-medewerkers krijgen een stevige inhoudelijke scholing en vaardighedentraining. Het werk wordt in lijn gebracht met het huidige werk van de beschikker relatiebeheer Voor de exu-zaken wordt aparte steekproef ingericht.
2. IDEA, vernieuwing bedrijfsapplicaties De Raad wil met de realisatie van het programma IDEA, samen met de ICT-leverancier, het applicatielandschap dusdanig vernieuwen dat in de toekomst de doelstellingen van de Raad op een effectieve en efficiënte wijze kunnen worden ondersteund. De architectuur en de aanpak voor de vernieuwing van de bedrijfsapplicaties is met het Ministerie afgestemd. Naast het vernieuwen van het applicatielandschap zullen gelijktijdig de huidige processen tegen het licht worden gehouden. Belangrijke uitgangspunten van IDEA zijn: administratieve lastenverlichting en doorlooptijdverkorting. Daarnaast geldt voor het nieuwe systeem (gebaseerd op de Microsoft producten CRM, Sharepoint en Bizztalk) dat de complexiteit buiten het systeem gehouden wordt en dat zo veel mogelijk gebruik gemaakt dient te worden van standaardfunctionaliteiten. De vernieuwing binnen IDEA vindt in een aantal plateaus plaats, waarbij ieder plateau als project wordt uitgevoerd. Het eerste plateau behelst de vernieuwing van het bedrijfsinformatiesysteem gebruikt door Bureau Beëdigd Tolken en Vertalers (BBTV) voor de uitvoering van de Wet Beëdigd Tolken en Vertalers (WBTV). Dit deel wordt eind 2014 in gebruik genomen, met gelijktijdige uitfasering van het huidige systeem. Het tweede plateau omvat de vervanging van de functionaliteiten in RIS, het register voor rechtsbijstand verleners, en het proces IKV (Inkomensverklaring), resp. Plateau 2A en 2B. In de Plateaus 3 en verder zullen de functionaliteiten voor de WSNP en de overige primaire processen van de WRB worden gerealiseerd. De planning hiervan is dermate flexibel dat het mogelijk is om ontwikkelingen die voortkomen uit nieuw beleid of nieuwe regelgeving hierin in te passen. Dit zal echter wel gevolgen hebben voor de einddatum van het programma IDEA. De beschikbaarheid van de registerfunctionaliteit kan van brede betekenis zijn voor het stelsel. In het Jaarplan 2014 werd daarover het volgende opgenomen: Zowel in de huidige als in een nieuwe vorm, kan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand alleen dan goed functioneren als naast het aanbieden van digitale voorzieningen ook gekwalificeerde intermediairs kunnen worden ingezet. De Raad hanteert voor de advocatuur, mediators en andere rechtsbijstandverleners specifieke kwaliteitseisen; zie inschrijvingsvoorwaarden. De intermediairs zullen worden opgenomen in de daartoe beschikbare registers. Deze worden binnen het raamwerk van IDEA momenteel ontwikkeld.
Plateau 2B zal begin 2015 worden opgeleverd en in gebruik worden genomen. Gedurende 2015 zal vervolgens Plateau 2A worden gerealiseerd en zal begonnen worden met de ontwikkeling van Plateau 3. De scope van Plateau 3 wordt het proces “Toevoegen”. Indien het technisch en procesmatig zinvol is zal ieder afgerond plateau direct in gebruik worden genomen, zodat (een deel van) het huidige systeem uitgefaseerd kan worden en de exploitatiekosten stapsgewijs teruggebracht kunnen worden.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
13
De Baseline ICT-Management is bekend bij de Raad. De punten 0.1 t/m 0.3 worden door de Raad ingevuld. 3. MijnRvR, noodzakelijk onderhoud De vernieuwing van onze bedrijfsapplicaties waarvan een belangrijk gedeelte in 2015 gerealiseerd gaat worden maakt dat er alleen de hoogst noodzakelijke aanpassingen in de huidige applicaties en het webportal MijnRvR in 2015 plaats zullen vinden. Naast wijzigingen die voortkomen uit (gewijzigde) wetgeving zoals de AMvB Stelselherziening 1 van 1 januari en noodzakelijke organisatorische aanpassingen zal er uiteraard altijd goed technisch onderhoud plaatsvinden op de bedrijfsapplicaties en MijnRvR, zodat ze zo optimaal mogelijk functioneren. Daarbij blijft er oog voor de klantwensen. In afgelopen jaar hebben we met de klantgroep Mijn RvR/IDEA gekeken naar wensen en te geplande wijzigingen in MijnRvR zoals de ontwikkeling van een aantal nieuwe en verbeterde functionaliteiten (menuknoppen en overzichten). Ook is er een eerste kennismaking geweest met Idea. Onze klantgroep betrekken we namelijk graag bij de bouw van ons nieuwe webportal. De grote wens vanuit de advocatuur om vanuit de eigen kantoorapplicatie aanvragen via het webportaal te kunnen indienen is ondertussen gerealiseerd. En het opnemen van het eindbesluit in MijnRvR waarvan de advocaat via een e-mail (notificatie) op de hoogte werd gebracht kon er toe leiden dat er voor de meeste besluiten de fysieke advocaatpost gestopt kon worden. De participatie aan het huidige webportaal (MijnRvR) is onder actieve advocaten in 2014 tot 99,6% opgelopen. 4. Medewerkers: duurzame inzetbaarheid, persoonlijk ondernemerschap en zelfsturende teams De werkzaamheden binnen de Raad worden steeds meer op landelijk niveau aangestuurd. Een toenemend aantal medewerkers werkt vanaf meerdere kantoren. Dit vraagt om een flexibele houding van de medewerkers en om een goede afstemming van taken en rollen. In de groep beschikkers relatiebeheer is vorig jaar veel geïnvesteerd, met name op het gebied van pro-activiteit en persoonlijk ondernemerschap. Competenties die tevens de arbeidsmarktfitheid vergroten. Deze ontwikkelingen en activiteiten leiden ertoe dat er in 2015 een landelijke Businessunit High Trust wordt geformeerd waarin deze groep medewerkers in toenemende mate de slag zal maken richting een (zelfsturend) team waarin eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid en taakzelfstandigheid de uitgangspunten zijn. Ook het nieuw te introduceren online leren, stimuleert het persoonlijk ondernemerschap. De Raad streeft er naar dat medewerkers het belang van persoonlijke ontwikkeling steeds meer gaan inzien en al of niet samen met de leidinggevende een keuze maken uit het aanbod van cursussen dat bijdraagt aan persoonlijke groei. Volgend jaar zal een toenemend aantal medewerkers – vooral binnen de functiegroepen van Relatiebeheer, Kwaliteit en Bezwaar en Beroep – samenwerken vanuit de principes van zelfsturende teams. Het werken in dergelijke teams vereist ‘nieuw’ gedrag van de medewerkers: mensen worden in toenemende mate multi-inzetbaar, dragen gezamenlijke verantwoordelijkheden, zijn flexibel en kunnen en durven elkaar te corrigeren. Dit vraagt vanzelfsprekend van de leiding een aansturing die hierop aansluit.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
14
Arbo, ziekteverzuim en inzetbaarheid Door de wisselende standplaatsen, het werken op advocatenkantoren en door het thuiswerk, beschikken steeds meer medewerkers over een laptop en aanverwante voorzieningen. Bij het verstrekken van deze faciliteiten wordt ook informatie verstrekt over Arbo-zaken, zodat het werk – ook bij het zogenaamde Nieuwe Werken - op een gezonde manier blijft gebeuren. Het gezondheidsbeleid van de Raad schrijft voor dat het fysiek en mentaal kunnen verrichten van werkzaamheden een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. In 2014 is het gezondheidsbeleid in samenspraak met de OR geactualiseerd. Met de training voor leidinggevende ‘In gesprek over inzetbaarheid’, zal in het gesprek met de medewerker het steeds gaan over wat iemand nog wel kan. Uit onderzoek blijkt namelijk dat medewerkers die meer dan 8 dagen afwezig zijn wegens ziekte een sterk verhoogd risico lopen op langdurig verzuim. Om die reden heeft de leidinggevende al na 8 dagen ziekte met HRM overleg over de aanpak. CAO, sociaal statuut en werkkostenregeling Cao: in december 2013 zijn de cao-onderhandelingen met de vakbond gestart. De inzet van de werkgevers en die van de werknemers liggen ver uit elkaar. De vakbond legt voor 2013 en 2014 een looneis neer van 3,8% (2% loonsverhoging en 1,8% eindejaarsuitkering). De werkgevers beogen de nullijn tot en met 2013 vast te houden. Tot nu toe heeft dat geresulteerd in het feit dat er na 2009 geen verhogingen op het salaris hebben plaatsgevonden, met uitzondering van de 1,5% op de eindejaarsuitkering (EJU). Voor 2014 trachten de werkgevers de nullijn vast te houden, echter de druk vanuit de vakbond neemt toe. Daarnaast willen de werkgevers de wachtgelduitkering zodanig aanpassen dat het accent verschuift van inkomenszekerheid naar werkzekerheid. Na consultatie met de achterban wil de vakbond hier geen beweging in maken en de wachtgeldregeling in zijn huidige vorm ongemoeid laten. De inzet van de vakbond en werkgevers liggen dus ver uit elkaar. Vanaf maart 2014 zijn de cao-onderhandelingen gestaakt. De vakbondsbestuurder heeft voor de zomer een petitie aan de werkgevers aangeboden, met 130 handtekeningen van medewerkers. Hierin roept de vakbond op om de caoonderhandelingen weer op te starten en de koopkracht van de medewerkers te verbeteren. In oktober 2014 worden de cao-onderhandelingen weer opgestart. Sociaal statuut: voor de Raad is het uitgangspunt dat de inhoud van het Sociaal Statuut en de huidige voorzieningen ongewijzigd worden voortgezet, waaronder het zogenaamde boventalligenjaar, met dien verstande dat er geen cumulerende werking van regelingen/voorzieningen mag ontstaan als gevolg van de wetswijzigingen uit de Wet Werk en Zekerheid. Werkkostenregeling: de werkkostenregeling die op 1 januari 2015 verplicht is, heeft geen invloed op de arbeidsvoorwaarden van medewerkers.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
15
V.
Thema’s beleid en kwaliteit 1. Juridisch Loket
Zoals gezegd maakt volgens planning de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in de tweede helft van 2014 zijn nadere keuzes bekend voor de inrichting van de eerste lijn in het kader van de stelselvernieuwing rechtsbijstand. De inrichting van de eerste lijn, hoewel die formeel pas zijn beslag krijgt per 1 januari 2016, zal in 2015 voorbereidende activiteiten van Raad en Loket vraagt. De Raad kiest ervoor om zijn activiteiten voor 2015 zorgvuldig te wegen en daar waar mogelijk uit te voeren in de geest van de beoogde stelselvernieuwing. De weg naar een versterking van de eerste lijn zal de komende tijd ook veel aandacht vragen van het Loket. Om die reden heeft de Raad het Loket in de kaderbrief voor 2015 nadrukkelijk gevraagd om zijn aandacht en capaciteit naast de reguliere activiteiten vooral hier op te richten en input verzocht om tijdig tot een goede en doortastende aanpak te komen. Daarbij moet het handelen van het Loket gestoeld zijn op een met de Raad en het Ministerie gedeelde visie op de rol van de rechtshulpverlening. De belangrijkste elementen van die visie zijn: een grotere rol en verantwoordelijkheid van de burger bij de oplossing van zijn probleem, meer synergie in de werkzaamheden van Raad en Loket, gericht op nauwere samenwerking met de Raad of mogelijk verdergaande integratie én een sterkere gerichtheid van de dienstverlening van het Loket op de gerechtigde van voorzieningen in de Wet op de rechtsbijstand. De genoemde elementen uit die gezamenlijke visie vertalen zich in een aantal activiteiten voor de komende tijd. De rechtshulpverlening in de eerste lijn staat niet op zichzelf, maar maakt integraal onderdeel van het stelsel als geheel en vereist daarom van het Loket een grote en sterke betrokkenheid bij dat stelsel. Vanuit dat perspectief vraagt de Raad het Loket een grotere rol ten aanzien van Rechtwijzer. Rechtwijzer past naar de opvatting van de Raad naadloos in de maatregel van de versterking van de eerste lijn, nu het leidende beginsel van Rechtwijzer is dat de burger zoveel mogelijk zelf moeten kunnen werken aan de oplossing van zijn juridisch probleem. Pas als de burger er niet zelf kan uitkomen, zo mogelijk na de inschakeling van een alternatieve manier van geschil oplossing, is in Rechtwijzer de inzet van een meer juridische georiënteerde geschiloplosser voorzien. Het is van belang dat Rechtwijzer de komende tijd goed in beeld komt bij de rechtzoekende burger. De Raad ziet daarvoor een belangrijke rol weggelegd voor medewerkers van het Juridisch Loket als verwijzer. Daarom zet de Raad sterk in op het goed onder de aandacht brengen bij medewerkers van het Loket van Rechtwijzer als een belangrijk onderdeel van het verwijzingspalet voor de oplossing van juridische problemen van de burger. De Raad heeft het Loket zijn kennis en ervaring aangeboden bij het uitvoeren van diagnose en triage op het substantieel aantal rechtshulpverzoeken dat het Loket jaarlijks krijgt van vreemdelingen. Via de inschakeling van zijn asielafdeling en in overleg met de medewerkers van het Loket, wil de Raad bezien of de veelal gekozen verwijzing naar een advocaat voor de vaak asiel gerelateerde problemen, kan worden omgebogen naar een grotere afhandeling in de eerste lijn. Eén en ander wil de Raad met het Loket verkennen en bezien of en zo ja, hoe die ombuiging kan worden gerealiseerd. De Raad ziet dit ook als een stap naar een grotere synergie tussen Raad en Loket. Het streven naar een grotere synergie tussen Raad en Loket sluit ook aan op de maatregel tot besparing op de uitvoeringskosten bij de Raad en het Juridisch Loket van €9,4 mln. Deze maatregel valt voor een belangrijk deel samen met de versterking van de eerste lijn en de daarin door de Staatssecretaris te maken keuze voor de inrichtingsvorm en organisatie. De aangekondigde bezuiniging op de uitvoeringskosten vergt dat het Loket en de Raad in gezamenlijkheid plannen ontwikkelen om tot invulling van die bezuiniging te komen en zo een goede en doortastende aanpak te realiseren.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
16
De Raad zal hiervoor in overleg met het Loket voorstellen doen, waarbij vermindering van arbeidsplaatsen integrale benadering behoort te krijgen. In het kader van de stelselherziening is gepast beleid nodig op het terrein van ICT en huisvesting. Zoals al in de beschikking 2014 voor het Loket is aangekondigd en in overleg met het Ministerie is afgestemd, zal de Raad in 2015 een substantieel deel van het ICT-budget pas onder voorwaarden aan het Loket ter beschikking stellen. Voor iedere investering op basis van dat budget zal de Raad toetsen of die investering past in het uitgangspunt dat de Raad en het Loket in de toekomst een gezamenlijk ICT-systeem benutten. De ICT-architectuur van Quartz voorziet in de mogelijkheid om de eerste lijn aan te haken aan het informatiseringssysteem van de Raad. Nieuwe huurverplichtingen kan het Loket volgens de subsidieregeling van de Raad alleen met toestemming van de Raad aangaan. Hierbij zal leidraad zijn dat deze passen binnen de stelselwijziging. De Raad heeft het Loket in de kaderbrief verzocht probleemverduidelijking en juridisch advies conform art. 8 Wrb enkel te bieden aan Wrb-gerechtigden en zal het Loket vragen welke organisatorische maatregelen het in dit verband zal nemen. Een sterkere gerichtheid van de dienstverlening van het Loket op de gerechtigde van voorzieningen in de Wet op de rechtsbijstand, moet deels vorm krijgen doordat het Loket in publieksuitingen duidelijker moet gaan maken dat het Loket er is voor Wrbgerechtigden. 2. Asieldienstverlening en rechtsbijstand aan in bewaring gestelde vreemdelingen Asiel De Raad voor Rechtsbijstand heeft een Kenniscentrum asiel (KCA) samengesteld waaraan mensen uit de asielketen, het toevoeg- en vaststelproces en staf deelnemen. Het KCA is bedoeld om alle kennis te bundelen zodat er snel geschakeld kan worden binnen de dynamische wereld van het asiel- en vreemdelingenrecht. In dit kader bestaat er al een schema van alle, reguliere, toevoegmomenten binnen het asiel- en vreemdelingenrecht. Dit schema stelt het KCA graag ter hand aan het ministerie zodat dit gebruikt kan worden bij het onderzoek naar de vergoedingssystematiek. Daarnaast wil het KCA voor het eind van het jaar medewerkers van het ministerie uitnodigen om samen te kijken naar het schema, de mogelijkheden binnen de Wrb of het Bvr om betere aansluiting te vinden en ook met name te kijken naar alle overige procedures, en dus toevoegmomenten, die binnen het asiel- en vreemdelingenrecht ontstaan door invoering van de terugkeerrichtlijn, de gewijzigde richtlijn asielprocedures, herschikte Dublin verordening en feitelijke uitzetting. Voor dit laatste verzamelt het KCA op dit moment al alle mogelijke voorbeelden waaruit blijkt dat er een veelvoud van extra procedures gevoerd wordt waarbij die extra procedures nauw samenhangen met de reguliere bezwaar-/voornemensprocedures, beroep- en hoger beroepsprocedures omtrent de aanvraag van een verblijfsvergunning.
Ketenregie De verhoogde instroom van asielzoekers vraagt om creatieve oplossingen om grote achterstanden te voorkomen. De Raad zet zich daar graag voor in en het lijkt verstandig dat de afdeling Legal Aid wordt betrokken bij het regieoverleg op het Ministerie van betrokken diensten. De schaarste van tolken in een aantal talen vraagt dat de planningen IND, COA en Raad op elkaar worden afgestemd bij de schaarse talen. Ook daar wil de Raad graag bijdragen aan coördinatie en afstemming tussen de betrokken leveranciers.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
17
Vreemdelingenbewaring Speerpunten voor 2015 1. 2. 3. 4. 5.
Verder doorvoeren van de ingezette verbeteringen van het Juridisch Loket op de detentielocatie Ingebruikname van gekoppelde systemen van de Raad met DJI om zo snel zicht te hebben wie in bewaring zit, waar en wie de advocaat is Effectuering van verscherpte inschrijvingsvoorwaarden van 2014 voor de advocatuur in 2015 Oprichten van werkgroepen t.b.v. de advocatuur met bewaringszaken en jaarlijkse bijeenkomsten Oprichten van een commissie intercollegiale toetsing voor bewaringszaken
1. Advocaten, medewerkers en ingeslotenen van het Detentie Centrum (DC) Rotterdam en Zeist kunnen per e-mail contact opnemen met de spreekuurhouders van het Juridisch Loket. De spreekuurhouders van het Juridisch Loket voor DC Zeist en DC Rotterdam zijn via het volgende e-mailadres bereikbaar:
[email protected] In DC Rotterdam is het Loket op de detentielocatie al duidelijk zichtbaar, maar in Zeist bleek het Loket niet genoeg bekend te zijn bij de ingeslotenen en de advocatuur. In 2014 zijn verbeteringen doorgevoerd door het Loket in DC Zeist. In 2015 zal de invulling van de rol die het Loket voor de advocatuur kan vervullen -de ‘verlengde arm’ functiezichtbaar worden. De afstemming en communicatie met de partijen binnen de detentielocatie is tevens geïntensiveerd en zal in 2015 productief effect kunnen genereren. 2. Door het koppelen van diverse systemen in 2014 en ingebruikname in 2015, kan sneller zicht zijn op de plek waar een vreemdeling in bewaring is (gesteld), wie de advocaat is, welke (andere) advocaten betrokken zijn bij de ingesloten vreemdeling en wat in de zaak gebeurt. Hiervan kan worden gebruik gemaakt door daartoe geautoriseerde medewerkers van DJI, de Raad, advocaten en eventuele andere partijen (via de Raad). Ook als een vreemdeling geen advocaat (meer) heeft, kan direct toewijzing van een rechtsbijstandverlener worden gewaarborgd. 3. Voorwaarden voor de advocatuur om de bewaringszaken te (mogen) behandelen, zijn voor het jaar 2014 al aangescherpt en zullen in 2015 moeten leiden tot ‘zelfreiniging’ van het bestaande bestand van advocaten, werkzaam in de bewaringszaken. Het de verhoging van het vereiste aantal toevoegingen en een jaarlijks te volgen cursus actualiteiten vreemdelingenbewaring, moet bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de rechtsbijstandverlening. 4. Een praktische invulling van de aanscherping van de inschrijving vormt het inrichten van werkgroepen voor en door bewaringsadvocaten; immers, van groot belang is ook de rechtsbijstandverleners onderling met elkaar in nauwer contact te brengen en de ervaringen en ontwikkelingen meer met elkaar te delen. Advocaten onderling hebben een schat aan kennis en ervaring die echter vaak teveel binnen de eigen gelederen blijft en via de werkgroepen kan meer interactie, uitwisseling en kennisvergroting plaatsvinden die men ook niet zonder meer krijgt door het volgen van een cursus. Deze werkgroepen vormen een belangrijke aanvulling voor de advocatuur in de praktijk van de rechtsbijstandverlening aan vreemdelingen in bewaring. 5. Tenslotte de oprichting van een CIT, commissie intercollegiale toetsing voor en door advocaten om meer zicht te hebben op de handelingen en activiteiten die door de advocatuur worden verricht in bewaringszaken. Een dergelijke commissie bestaat al voor asielzaken en naar analogie van deze opzet wordt de CIT voor bewaring opgesteld.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
18
Uitgangspunt is opbouwende kritiek via tips en adviezen maar ook positieve feedback wanneer zaken ook gewoon goed worden aangepakt. Indien zaken echt niet goed worden behandeld door een advocaat, dan kan een meer sanctionerend traject worden gestart. 3. Maatregelbeleid De ingezette lijn van proactief en vroegtijdig interveniëren door de Raad bij geconstateerd foutief aanvraaggedrag zal via het High Trust proces bij steeds meer advocaten uitgezet worden. Zodat er samen met de advocatuur op basis van vrijwilligheid naar een maximale naleving van de regels gestreefd wordt. De samenwerking met de Orde heeft geleid tot een toename van de informatieuitwisseling tussen de Raad en de Deken in zijn taak als toezichthouder. Er wordt nu gewerkt aan registratieafspraken waardoor de Orde en Raad beter overzicht krijgen van de informatie-uitwisseling en kunnen voorzien in een adequate terugkoppeling. 4. Inschrijvingsvoorwaarden 2015 De tekst van de inschrijvingsvoorwaarden 2015 komt na aanbieding van het Jaarplan beschikbaar. Bezien wordt nog of en welke extra deskundigheidseisen toegevoegd voor bijzonder curatoren worden toegevoegd aan de inschrijvingsvoorwaarden voor advocaten en mediators. Veder zullen de teksten van de inschrijvingsvoorwaarden en het piketreglement nader op elkaar worden afgestemd 5. Rechts- en wetswinkels De Raad voor Rechtsbijstand heeft zoals gezegd mogen vaststellen dat de discussie over de kerntaken van de Raad naar tevredenheid is afgerond. In overeenstemming met de afspraak zoals neergelegd in de Kaderbrief 2015, zal de Raad in het komende jaar de subsidiëring van rechtswinkels voorzetten, geen subsidies aan nieuwe rechtswinkels verstrekken en de totale subsidie voor rechtswinkels niet verhogen. De Raad zal mede na consultatie van de betrokken rechtswinkels dit najaar, beoordelen hoe het beschikbare budget in de nabije toekomst wellicht op een andere manier kan worden ingezet. In die beoordeling zal de Raad ook de relatie van de rechtswinkels met het Juridisch loket meenemen en de gevolgen die de stelselherziening heeft voor die relatie in ogenschouw nemen. Denkbaar is dat de beschikbare subsidie op een andere manier zal worden verdeeld, waarbij bijvoorbeeld de ene rechtswinkel meer subsidie krijgt dan nu het geval is, terwijl de andere juist minder of zelfs helemaal niets meer ontvangt. Ten slotte wil de Raad bezien of binnen het bestaande budget geld kan worden vrijgemaakt voor het subsidiëren van belangvolle projecten van rechtswinkels. Vanzelfsprekend zal over de tekst van de toekomstige subsidieregeling nauwe afstemming plaatsvinden met het Ministerie. Om de rol van de rechtswinkels beter in beeld te krijgen, zet de Raad het komende jaar in op een meer uitgebreide verzameling van gegevens over de door de rechtswinkels geboden rechtshulp. 6. Online dispute resolution Volgens de kaderbrief wordt het Europees Consumenten Centrum mogelijk aangewezen als Nederlands ODR contactpunt. Wij stellen voor dat zodra een besluit daarover is genomen ter voorbereiding op de uitvoering van deze nieuwe rol spoedig overleg tussen het Ministerie, het Loket/ECC, en de Raad plaatsvindt. Het initiatief voor overleg kan het beste door het Ministerie worden genomen.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
19
VI.
De strafketen: bijdragen aan ketenefficiency
Even als in het civiele- en bestuurlijke domein is de inzet van de Raad er op gericht een goed aanbod van rechtsbijstand te bieden op het terrein van het strafrecht. Bij de inrichting daarvan hanteert de Raad als uitgangspunt dat dit aanbod steeds afgestemd zal moeten worden op het goed functioneren van de gehele strafketen en dat bij de beleidsontwikkeling en –uitvoering wordt bijgedragen aan ketenefficiency. De interne organisatie van de Raad en de nog noodzakelijke wijzigingen daarin, maken het mogelijk dat de Raad in dit verband zowel stimulerend optreedt als op slagvaardige en effectieve wijze inspeelt op nieuwe ontwikkelingen en noodzakelijke veranderingen. 1.
Piketorganisatie
De Piketafdeling van de Raad is vanaf september 2013 vanuit het regiokantoor Den Bosch operationeel. Met het in gebruik nemen van het nieuwe roosterprogramma en het elektronisch verwerken van de straf-piketmeldingen van de politie is de uitvoering van straf piketregelingen gecentraliseerd en in een goede ketenverwerking politie-Raadadvocatuur gezet. De Raad heeft een stuurgroep ingesteld, met deelname vanuit politie en Orde. De Raad heeft veel aandacht besteedt aan het optimaliseren van de dienstverlening vanuit de piketorganisatie en heeft, waar noodzakelijk in nauwe afstemming met de ketenpartners, verbeteringen in organisatie en automatisering doorgevoerd Daarbij is de focus gericht op een snelle afhandeling van de piketmelding en inzet van gekwalificeerde advocaten, bijvoorbeeld op het terrein van het jeugdstrafrecht. Op 1 augustus 2014 trad het reglement voor het verlenen van rechtsbijstand in piketzaken in werking. Het reglement is na overleg met de Nederlandse Orde van Advocaten tot stand gekomen. In het piketreglement staan de uitgangspunten, regels en randvoorwaarden van deelname aan het piketmeldingssysteem transparant opgesomd. In 2015 zal aandacht uitgaan naar advocaten die onvoldoende beschikbaar en bereikbaar zijn. In het piketreglement is bepaald wanneer in dergelijke gevallen maatregelen kunnen worden getroffen. In 2015 zullen ook de meldingen in het kader van de BOPZ, huiselijk geweld en vreemdelingenbewaring, automatisch en elektronisch worden doorgeleid naar een dienstdoende advocaat. Randvoorwaarde is mogelijkheid tot digitale elektronische ketenuitwisseling. Na de elektronische inroostering en uitmelding van piketzaken wil de Raad de automatische elektronische verwerking –en uitbetaling van piketverrichtingen op de rol zetten. 2.
Salduz en ZSM
De Raad draagt, en waar mogelijk op proactieve wijze, bij aan verbetering van de prestaties in de strafrechtketen. In 2014 moet sprake zijn van een landelijk uniforme aanpak van veel voorkomende strafbare feiten via de zogenaamde ZSM aanpak. Het ZSM project moet leiden tot versnelling en vereenvoudiging van het strafproces. De landelijke werkgroep ZSM & Rechtsbijstand, waarvan het Ministerie, het OM, de politie de advocatuur en de Raad deel uitmaakten, heeft voorgesteld pilots te houden waarin de positionering van rechtsbijstand aan aangehouden verdachte in de allereerste fase van het strafproces wordt onderzocht.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
20
De advocatuur heeft aangegeven dat de legitimiteit van de ZSM-werkwijze veronderstelt dat iedere aangehouden verdachte de mogelijkheid krijgt om consult te vragen voorafgaand aan het politieverhoor enerzijds en na mededeling van een voorgenomen ZSM-afdoening anderzijds. Volgens de advocatuur is van groot belang dat van deze rechten geen afstand kan worden gedaan tegenover de politie. De realiseerbaarheid hiervan en de implicaties zullen worden uitgetest in drie pilots: in Rotterdam, Midden-Nederland en Oost-Nederland. Daarbij wordt gebruik gemaakt van videoconsult. Idee daarachter is dat dit een snelle en betaalbare oplossing kan vormen. De pilots zullen in het vierde kwartaal van 2014 van start gaan, met een voorziene looptijd tot en met februari 2015. De applicatie die de Piketafdeling voor het verwerken van de piketmeldingen gebruikt is ten behoeve van de pilots aangepast . Randvoorwaarde voor de inrichting van pilots is dat geautomatiseerde ondersteuning vanuit de piketafdeling mogelijk is. Wat mogelijk is, kan. Wat niet mogelijk is, kan niet. Het Ministerie heeft het vergoedingskader voor de door advocaten te geven consults bepaald en middelen voor de verlening van rechtsbijstand in de pilots beschikbaar gesteld. De Raad zal de uitgaven voor rechtsbijstand in het kader van de pilots monitoren. De pilots worden door het WODC geëvalueerd en dat moet inzicht geven in de organisatorische randvoorwaarden en in de kosten en baten van rechtsbijstand in de eerste fase van het strafproces. De Raad heeft erop aangedrongen dat de onderzoeksrapportage op tijd beschikbaar komt en zo input kan voor de verdere beleidsbepaling. De Raad plaatst een aantal kanttekeningen bij het ontworpen werkproces voor rechtsbijstand in het kader van ZSM: - Is het wel zinvol en nodig om alle verdachten rechtsbijstand aan te bieden, ook als zij daar zelf geen behoefte aan hebben? Het model waarop de pilots steunen is helemaal aanbod- en niet vraag gestuurd. - Een tweede punt: moet je aan de ene kant vaste pilot-advocaten opstellen en aan de andere kant verdachten de keuze geven die niet te gebruiken, maar een advocaat van eigen voorkeur te vragen. Dat compliceert dit onderdeel van het proces en kan extra geld kosten. - Zullen verdachten met een voorgenomen ZSM afdoening in willen stemmen als er verschil is in straftoemeting tussen OM en Rechtspraak? Prikkels tot onnodig doorprocederen moet je wegnemen. - Wat betreft de Raad moeten verder de richtlijnen voor het afgeven van een VOG heroverwogen worden. Instemmen met een sanctie leidt in teveel gevallen tot een veel zwaardere straf dan de opgelegde boete of taakstraf, namelijk het niet meer kunnen krijgen van een stageplaats of een baan. Dat zet druk op acceptatie. 3. Verhaal kosten rechtsbijstand op onherroepelijk veroordeelden Voor het verhaal van kosten van rechtsbijstand op onherroepelijk veroordeelden zal bij het wetvoorstel tot aanpassing van het Wetboek van strafvordering (ook wel het “separate wetsvoorstel” genoemd) een voorziening worden getroffen. Aangezien het wetsvoorstel nog langs de Raad van State moet en verder pas bij aanbieding aan de Kamer openbaar wordt, kan op dit moment bij gebrek aan kennis nog niet goed worden overzien welke werkzaamheden daar voor de Raad uit voortvloeien. De Raad levert graag een bijdrage aan de implementatie en uitvoering van het kostenverhaal. Over die hieraan verbonden apparaatskosten dienen vanzelfsprekend afspraken te worden gemaakt.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
21
De Raad heeft een aantal malen met DRB gesproken. Zou rechtsbescherming voor veroordeelden tegen het kostenverhaal worden geregeld via een bestuursrechtelijke rechtsgang, in plaats van via een procedure in eerste en enige aanleg bij de strafrechter waar de beslissing werd gegeven, dan zal de Raad daar meer werk aan hebben en zullen opbrengsten van het verhaal vermoedelijk ook lager zijn. Verder heeft de Raad gewezen op de noodzaak van goede mogelijkheden van gegevensuitwisseling tussen het OM en de Raad. Het beschikbaar komen van een identificatienummer, zoals het BSN of het strafrechtketennummer, is randvoorwaarde voor een goed proces en ketenefficiency. De uitwisseling van informatie aan de hand van deze gegevens is op dit moment juridisch nog niet mogelijk. Niettemin biedt het leggen van een verbinding naar de piketfase, het BSN-nummer wordt in nagenoeg 95 % van de gevallen opgenomen in de melding, hier duidelijke efficiencykansen. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor wat betreft de verstrekking van ambtshalve lasten tot toevoeging door de gerechten. De Raad ziet hier eveneens mogelijkheden voor ketenefficiency maar is afhankelijk van het opheffen van de genoemde belemmeringen. Het punt heeft de aandacht van het Ministerie. Voortgang in dit dossier is belangrijk. Nadere activiteiten met betrekking tot beleidsmatige invulling en de inrichting van de noodzakelijke werkprocessen bij de Raad rondom het kostenverhaal kunnen worden ingezet als de regelgeving ter zake bekend is. Daarna kan op basis van de eventuele wettelijke ruimte zonodig ook verdere beleidsmatige invulling plaatsvinden. 4. Digitale lasten De Raad heeft een begin kunnen maken met de elektronische koppeling tussen gerechten en de Raad om zodoende de ambtshalve lasten digitaal toegezonden te krijgen. Voor het Compas systeem is dit gerealiseerd. Omdat nog niet alle gerechten in gelijke mate gebruik maken van deze koppeling, voert de Raad nog ander overleg. In overleg met Ministerie en Raad voor Rechtspraak is besloten nu voorrang te geven aan de ontwikkeling van een koppeling middels GPS. De Raad voor Rechtsbijstand heeft ook zijn reactie gegeven over de wetsontwerpen die betrekking hebben aanpassingen in verband met Salduz en Europese richtlijnen.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
22
VIII. Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp) In het kader van de Wsnp zal het accent voor de Raad in 2015 liggen op: -
Modernisering van toezicht op de kwaliteit van bewindvoerders Versterking van communicatie met schuldenaren Uitbouw van de ICT-toepassingen in de diverse bedrijfsprocessen rond de uitvoeringspraktijk Monitoren van de effecten van de nieuwe vergoedingensystematiek Wsnp
Kwaliteit en toezicht Met betrekking tot het toezicht op de algehele kwaliteit is in de loop van 2014 vastgesteld dat de bestaande instrumenten aan herziening toe zijn. Veel bewindvoerderorganisaties hebben meerdere periodieke audits met positief resultaat ondergaan. Daarmee mag worden verondersteld dat zij structureel voldoen aan de geldende kwaliteitscriteria. Herhaling van de audits heeft dan ook weinig toegevoegde waarde. Hetzelfde geldt voor het systeem van de permanente educatie. Veel beroepsbeoefenaren ondergaan al meer dan 10 jaar vooral inhoudelijke bijscholingsactiviteiten. Hoewel er altijd nieuwe inzichten te verwerven zijn in de vorm van kennis en vaardigheden, zijn competenties ook op andere manieren te ontwikkelen dan via scholing. In het kader van het nieuwe kwaliteitsbeleid zal een strenge controle op verschillende relevante criteria bij toetreding tot het stelsel behouden blijven. De Raad wil daarna echter de accenten op handhaving van een erkenning of registratie gaan bijstellen. Daartoe worden nieuwe criteria voor het waarborgen van kwaliteit ontwikkeld op organisatie- en persoonsniveau. Tevens zullen nieuwe instrumenten worden ingericht om te toetsen of organisaties en bewindvoerders aan die criteria voldoen. Daarbij wordt in elk geval gebruik gemaakt van de ervaringen die de Raad in het kader van de gesubsidieerde rechtsbijstand heeft opgedaan met de zogenaamde kantoorbezoeken. Tijdens deze bezoeken controleren relatiebeheerders zowel high-trusttoevoegingen als administratieve en organisatorische aspecten van de bedrijfsvoering. Ook bij de Wsnp zullen medewerkers van de Raad deze controles zelf gaan uitvoeren. Dit vergt enerzijds een uitbreiding van de personele bezetting. Die wordt echter gefinancierd door een besparing op externe auditkosten. Per saldo moet de beweging kostenneutraal worden uitgevoerd. Bijkomend voordeel van de intensievere contacten met de beroepsgroep is dat de Raad veel beter in staat zal zijn knelpunten te signaleren en daarvoor oplossingen aan te dragen. In het kader van permanente educatie wordt aansluiting gezocht bij het nieuwe systeem dat voor beëdigde tolken en vertalers wordt ingericht. Daarbij wordt meer verantwoordelijkheid bij de beroepsbeoefenaren zelf gelegd, waardoor die beter kunnen inspelen op hun eigen persoonlijke ontwikkel- en opleidingsbehoeften. Monitoren instroom Met het oog op de financiële continuïteit van bewindvoerderorganisaties, is de instroom van nieuwe zaken van belang. Hoewel de Raad geen invloed heeft op die instroom, zal hij
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
23
de ontwikkeling van het volume nauwlettend volgen en daarover aan het Ministerie ook blijven rapporteren zoals dat al enkele jaren gebeurt. Daarbij wordt onder meer interessant te volgen of recente1 en toekomstige2 ontwikkelingen rond de bevoegdheid om schuldregelingen uit te voeren en daarmee ook verklaringen ex art 285 Fw af te geven, de instroom gaan beïnvloeden. Het monitoren van de instroom kan ook helpen gericht gemeenten te ondersteunen bij de doorgeleiding van schuldenaren naar de Wsnp, bijvoorbeeld indien blijkt dat die verhoudingsgewijs weinig verklaringen afgeven. De Raad zal, waar mogelijk, schuldhulpverlenende instanties informeren en adviseren over de mogelijkheden om schuldenaren zonder mogelijkheden op een minnelijk akkoord in de richting van de Wsnp te manoeuvreren. Ook hier kunnen bewindvoerders Wsnp als belangrijke bronnen van informatie over lokale en regionale situaties fungeren. Tijdens de periodieke kantoorbezoeken zal dit onderwerp dan ook zeker aan bod komen. Ook zal de Raad bijeenkomsten georganiseerd door derden, aangrijpen om de toegang tot en werking van de Wsnp te belichten. Communicatie met de burger De afgelopen jaren is geïnvesteerd in verschillende nieuwe instrumenten om burgers met schulden te informeren over de Wsnp en te ondersteunen bij het doorlopen van Wsnpprocedures. Naast een Gedragscode en een klachtenregeling, vallen daaronder de nieuwe publieksbrochures, een vernieuwde website, laagdrempelige films over o.a. de toelating, het huisbezoek en het einde van de Wsnp en de zogenaamde Schuldenwijzer. De Raad verwacht uiterlijk begin 2015 verschillende van de nieuwe instrumenten te kunnen gaan inzetten en zal deze daarna verder doorontwikkelen. Het is de bedoeling de doelgroep zelf daar nauw bij te betrekken. Nieuwe vergoedingensystematiek In 2015 zullen naar verwachting steeds meer zaken die na 1 oktober 2013 onder het nieuwe vergoedingenregime zijn gestart, gaan eindigen. Daarmee zal geleidelijk aan meer inzicht ontstaan in de werking en effecten van het systeem. Uiteraard geldt dat ook voor de kosten. De Raad heeft met het Ministerie afspraken gemaakt over het monitoren van de effecten en zal de betreffende maatregelen in 2015 conform die afspraken uitvoeren. Voor zover dat nog niet is gebeurd, wil de Raad bij Recofa aandringen op een nieuw standpunt inzake het toepassen van de zogenaamde vereenvoudigde procedure. Daarbij worden Wsnp-zaken voortijdig beëindigd (met een schone lei) als is te voorzien dat er geen uitdeling aan crediteuren gaat plaatsvinden. Doordat een groter deel van de boedel als bewindvoerdersalaris uitbetaald gaat worden, wordt de kans op uitdeling aan crediteuren kleiner. Vanuit die gedachte zou het aantal zaken dat vereenvoudigd afgewikkeld kan worden, kunnen toenemen. De wetgever heeft er immers uitdrukkelijk voor gekozen de Wsnp niet langer dan strikt noodzakelijk van toepassing te laten zijn en vooral ook niet als straf te hanteren.
1
Beschermingsbewindvoerders zijn sinds 1 april 2014 vrijgesteld van het verbod op schuldhulpverlening Er is een AMvB in de maak die private initiatieven de mogelijkheid biedt om betaalde schuldhulpverlening uit te voeren. 2
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
24
Monitor Wsnp De onderzoeksvragen voor de elfde meting van de Monitor Wsnp staan zo goed als vast. Het onderzoek zal goeddeels in het eerste kwartaal van 2015 plaatsvinden, waarna het voor het zomerreces aan het parlement kan worden aangeboden. Met het Ministerie wordt nog besproken of de Raad het rapport zelf zal met een begeleidend schrijven naar de Eerste en Tweede Kamer zal sturen. Beheer modellen Met de beroepsgroep van bewindvoerders Wsnp en met Recofa zal Bureau Wsnp het gebruik en beheer van de verschillende modeldocumenten bespreken. Daarbij is het niet vanzelfsprekend dat dat beheer in zijn huidige vorm wordt voortgezet. De Raad zorgt momenteel nog namens de ketenpartners voor actuele modellen en investeert ICTtoepassingen om de formulieren goed te kunnen gebruiken., In de praktijk hanteren veel partijen eigen eisen in aanvulling op de standaarden. In dat geval heeft de investering in modellen slechts beperkt effect. Sinds 1 april 2014 zijn ook beschermingsbewindvoerders vrijgesteld van het verbod op schuldhulpverlening. In het kielzog hiervan is ook dezelfde bevoegdheid voor bewindvoerders Wsnp gecodificeerd. In 2015 staat daarnaast een AMvB op stapel die private instellingen vrijstelt van het verbod op (betaalde) schuldhulpverlening. Ingevolge een uitspraak van de Hoge Raad zijn instanties en personen die schuldhulpverlening mogen uitvoeren, ook bevoegd de verklaring ex art 285 Fw af te geven. De Raad zal desgewenst maatregelen nemen om deze nieuwe toetreders ook toegang te bieden tot de bestaande mogelijkheid om het verzoek Wsnp en de verklaring ex art 285 Fw digitaal op te maken. Landelijk Register Schuldsaneringen De Raad heeft het Ministerie gevraagd om de aanwijzing als beheerder van een register met gegevens van schuldsaneringszaken, over te dragen aan de Raad voor de Rechtspraak. Die is al aangewezen als beheerder van registers voor surseances en faillissementen. Het intrekken van de aanwijzing betekent dat het Landelijk Register Schuldsaneringen in 2015 als eigenstandig register zal ophouden te bestaan.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
25
IX.
Wet Beëdigd Tolken en Vertalers (Wbtv)
De Raad voor Rechtsbijstand stelt met genoegen vast dat het Ministerie de in het meerjarenbeleidsplan voorgestelde activiteiten onderschrijft. De afgelopen jaren heeft de Raad zich in het kader van de Wbtv nadrukkelijk bezig gehouden met de vormgeving van instrumenten die voortvloeien uit de wet. Voor de toegankelijkheid van het Rbtv zijn meetbare toelatingscriteria nodig en instrumenten om aan te tonen dat een tolk of vertaler daaraan voldoet. De criteria zijn gespecificeerd. In samenspraak met het Kwaliteitsinstituut en andere betrokken organisaties zijn gefaseerd diverse wegen ontgonnen om de benodigde competenties op het vereiste niveau te manifesteren. Waar nodig zijn op basis van evaluaties, nieuwe inzichten en in een enkel geval jurisprudentie aanpassingen in het betreffende uitvoeringsbeleid doorgevoerd. In het kader van de verlenging van de inschrijving was 2014 een mijlpaal. In dat jaar verstreek immers een groot aantal inschrijvingstermijnen. Voorafgaand daaraan heeft Bureau Wbtv opnieuw criteria voor werkervaring en bijscholing gespecificeerd en administratieve procedures ontwikkeld om tolken en vertalers bij de verlenging van hun inschrijving te ondersteunen. Ook de afhandeling van klachten en (vermeende) integriteitsschendingen zijn in de praktijk beproefd. Bijna zes jaar na inwerkingtreding van de wet, is de uitvoering van de wettelijke bepalingen rond het beheer van het Rbtv stabiel. Daarmee kan de focus meer komen te liggen op het bredere doel van de Wbtv, namelijk de inzet van passende tolk- en vertaaldiensten in onder meer straf- en asielrechtelijke procedures en het waarmerken van vertalingen. Naast een betrouwbaar register met actuele informatie zijn daarbij namelijk ook belangstelling van tolken en vertalers voor registratie én kennis bij afnemers van tolk- en vertaaldiensten over het beoogde gebruik van die gegevens onontbeerlijk. Afnameplicht en klachtenregeling In 2015 zal de Raad zich met bijzondere aandacht richten tot de in artikel 28 Wbtv genoemde instanties met een wettelijke afnameplicht om hen te informeren over die verplichting en de instrumenten die de Wbtv hen biedt om invloed uit te oefenen op de kwaliteit van taaldiensten (klachtenregeling). Daarnaast zal hij feiten, cijfers en argumenten verzamelen om afnemers niet alleen te wijzen op hun wettelijke plicht, maar hen er ook van te overtuigen dat de inzet van gekwalificeerde tolken en vertalers hen grote voordelen biedt ten opzichte van andere dienstverleners. LIT Search De Raad voor Rechtsbijstand is partnerorganisatie in het Europese LIT Search-project dat een eerste aanzet tracht te geven voor de ontwikkeling van een Europees register van tolken en vertalers in strafzaken. Hij zal zijn bijdrage in 2015 continueren en het Ministerie informeren over de voortgang. E-apostille In 2012 heeft de Raad al meegewerkt aan een verkenning rond de introductie van de digitale apostille. Hij heeft toegezegd de verdere ontwikkeling daarvan te zullen ondersteunen en is ook in 2015 bereid dat te doen.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
26
Tolken op afstand Ook stelt hij desgevraagd zijn kennis en deskundigheid graag beschikbaar aan het verder ontwikkelen en implementeren van tolkdiensten met gebruik van videoconferencing. Nieuwe bedrijfsapplicatie In het najaar van 2014 zal de bedrijfsapplicatie voor de uitvoering van de Wbtv als onderdeel van het project IDEA worden vervangen door een nieuw pakket. Dat is tegelijkertijd de eerste fase van de vervanging van alle applicaties bij de gehele Raad. Het nieuwe systeem, Quartz genaamd, biedt tolken en vertalers onder meer de mogelijkheid om via een digitaal portaal (Mijn Wbtv) diensten te starten (verzoeken) en tot op zekere hoogte de eigen gegevens te beheren. Dit leidt tot kortere doorlooptijden en lagere administratieve lasten voor deze klantgroepen én voor Bureau Wbtv zelf. Voordat dit effect bereikt kan worden, zal de nodige aandacht uit moeten gaan naar ondersteuning van tolken en vertalers bij het gebruik van het portaal. Hiertoe is een communicatieplan opgesteld en deels ook al uitgevoerd. Bij het beheer van Quartz zullen ook de ervaringen en wensen van gebruikers van het portaal worden betrokken. Nieuw PE-beleid Bureau Wbtv grijpt de ingebruikneming van Quartz aan om het beleid met betrekking tot de verlengingseis van bijscholing, aan te passen. In nauwe samenspraak met het werkveld zijn nieuwe criteria voor ‘voldoende bijscholing’ geformuleerd. Die criteria bieden tolken en vertalers meer mogelijkheden in te spelen op hun eigen ervaring, kennis, ambities en ontwikkelbehoeften. Ook het administratieve beheer van de PEgegevens wordt meer een verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaren zelf, waarbij de Raad, analoog aan ontwikkelingen bij de gesubsidieerde rechtsbijstand, vertrouwen meer als uitgangspunt zal hanteren. Omdat hij geen belang heeft bij ongewenste uitval, zal de Raad de tolken en vertalers op verschillende manieren ondersteunen bij het dragen van die eigen verantwoordelijkheid. Opleidingen en toetsen De integrale tolk- en vertaaltoetsen die de SNEVT de afgelopen jaren aanbood, zijn in het najaar van 2014 voor het laatst afgenomen. De Raad overweegt nog of hij in 2015 een actieve rol wil spelen in het ontwikkelen van alternatieven voor dit traject. Omdat de vraag naar toetsen de afgelopen jaren erg beperkt was, staat nog niet vast of een investering in een nieuw toetssysteem, te rechtvaardigen is. De Associatie Praktijkexamens heeft inmiddels een advies uitgebracht over een eventuele aangepaste opzet van de toetsstructuur. Het Kwaliteitsinstituut zal daarover nog een advies uit brengen. Naar aanleiding van signalen over mogelijke tekorten aan gekwalificeerde tolken en vertalers in de asielketen heeft Bureau Wbtv een voorstel ontwikkeld voor versnelde opleiding van kandidaat-tolken. Indien instanties tekorten (in specifieke taalparen) kenbaar maken, zal het bureau de uitvoering van dit plan in 2015 verder ondersteunen. Daarvoor is wel nodig dat de instanties inbreng leveren bij het werven en selecteren van mensen die de betreffende vreemde taal beheersen, wier integriteit niet ter discussie staat en die de Nederlandse taal al voldoende beheersen. Indien de tolken en vertalers na de opleiding voldoende werkervaring hebben opgedaan, is op termijn ook inschrijving in het Rbtv een reële optie. Het voorstel past dan ook binnen het geldende beleid voor inschrijving.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
27
Aanpassing Besluit Wbtv Bureau Wbtv is al enige tijd in gesprek met het Ministerie over een noodzakelijke aanpassing van het Besluit Wbtv. Zodra definitief het besluit genomen is dat deze AMvB wordt herzien, zal de Raad de totstandkoming van de nieuwe regeling ondersteunen. Regeling waarmerken Het Ministerie is voornemens gebruik te maken van de mogelijkheid uit art 34 Wbtv om regels op te stellen voor het waarmerken van vertalingen. In eerste instantie zal er in elk geval een nieuw ontwerp voor een stempel worden vastgesteld dat onderdeel is van het waarmerk. De Raad ontwikkelt een voorstel en zal dat aan het Ministerie voor leggen.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
28
IX.
Risico-analyse en beheersingsmaatregelen
Vanuit het toezicht en de monitoring op de bedrijfsvoering en uit de signalen van de Auditdienst Rijk zijn risico’s in de Rijks brede bedrijfsvoering vastgelegd. De Raad sluit daar ten behoeve van de eigen risicoanalyse bij deze bij aan en komt het de navolgende risico’s: 1. Proces stelselvernieuwing loopt vertraging op Maatregel: Actieve betrokkenheid en inzet naar en in projectorganisatie stelselvernieuwing 2. Taakstelling apparaat Maatregel: Stabiele uitvoering van ingezette lijn van reorganisatie en concentratie 3. IDEA/Quartz: niet halen van doelstellingen en planning Maatregel: Project wordt vanuit primair proces gestuurd. Via interne en externe stuurgroep wordt planning en doelstellingen gevolgd 4. Overschrijding rechtmatigheidsnormen Maatregel: de Raad heeft een evenwichtig stelsel van control-instrumenten ontwikkeld. Om de normen ten aanzien van rechtmatigheid te waarborgen worden de maatregelen genomen zoals afgesproken met het Ministerie. Uitvoering van steekproeven worden gevolgd door actief te handelen op de resultaten 5. Niet naleving van Europese aanbestedingsregels Maatregel: er vindt periodieke controle op crediteuren plaats en de Raad volgt de aanbestedingskalender.
Jaarplan 2015, versie 1.0 extern
29