GAZ0507_08_01_02_03 :GAZ0407_08_01_02_03
16-10-2007
12:32
Pagina 1
jaargang 3
Confederatie Gespecialiseerde Aannemers
nr. 5 - 2007
AR B EI DSZAKEN KRANT VOOR DE G ES P EC IALI S E ER DE AAN N EM ER WAO-premie weer voor alle werkgevers gelijk
In dit nummer
5
■ Met ingang van 1 januari 2008 verdwijnt de gedifferentieerde WAO-premie (Volgens de Wet Pemba) en wordt de huidige premieopslag of -korting vervangen door een uniforme premie voor de Arbeidsongeschiktheidskas (Aok) die voor alle werkgevers geldt. Werkgevers betalen dan naast de basispremie WAO/WIA een uniforme premie voor de Aok. Deze premie is voor het jaar 2008 door UWV vastgesteld op 0,15 % van het premieloon (dit percentage moet nog wel worden goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
Project geklimatiseerd ondernemen ■ Conga is, in samenwerking met partijen als Syntens en TNO, bezig om het project geklimatiseerd ondernemen vorm te geven.
Jong talent gezocht
6 Veiligheid op maat
7 Week van de Veilige Bouw
VEILIGHEID STAAT HOOG OP DE AGENDA BIJ DE LIDVERENIGINGEN VAN DE CONGA
Safety first
Dit project is gericht op het halen van zoveel mogelijk productieve dagen per jaar, ondanks slechte weersomstandigheden. Hierbij gaat het om het zoeken naar mogelijkheden om, op termijn, los van (extreme) weersomstandigheden de bedrijfsvoering te kunnen uitoefenen.
Als het gaat om veiligheid… Wijs dan de hoofdaannemer op zijn verantwoordelijkheid. Sta op je strepen en dwing een veilige werkplek voor je mensen af. Maar neem ook je eigen verantwoordelijkheid en leid de medewerkers op. Drie voorzitters van Conga-verenigingen doen aanbevelingen voor hoofdaannemer, Arbeidsinspectie en architect.
Dit kan bijvoorbeeld door middel van enerzijds planning en werkwijzen en anderzijds fysieke instrumenten en middelen. Doel daarbij is het realiseren van een betere continuïteit in de bedrijfsvoering en daarmee uiteindelijk verbeteren van de marge.
de Arbeidsinspectie jouw personeel betrapt op een werkplek die niet voldoet aan de eisen; ook al komt dat door andermans toedoen. De pakkans is aanzienlijk gestegen sinds de AI de inspecties
Het project ziet op het vertalen van deze vragen en problemen in antwoorden en oplossingen. Enerzijds door te inventariseren van dat wat er al is, anderzijds door het ontwikkelen van datgene wat nog ontbreekt.
Je komt op de bouwplaats om eens flink de handen te laten wapperen. En dan blijkt, dat de steiger niet voldoet aan de veiligheidseisen die er voor jou werkzaamheden aan gesteld moeten worden. Of je wilt gaan heien en het bouwterrein is tegen de afspraak nauwelijks begaanbaar. Aan de slag? Nee, zeggen Jan Bosmans (VNV), Caspar Guis (NVAF) en Jan Weijers (HHD). “Eis van die hoofdaannemers dat ze eerst hun zaakjes op orde hebben. En als ze niet over de specifieke kennis beschikken, geef ze dan geduldig de juiste informatie. Maar nooit aan het werk gaan op onveilige werkplekken. Het gaat per slot van rekening om de veiligheid van de mensen. En de verantwoordelijkheid voor die veiligheid ligt bij onze achterban, de individuele GA’s.” Aldus de drie voorzitters. Bovendien ben je aan de beurt als
Casper Guis: “Kosten veiligheid inzichtelijk maken en budgetteren”
heeft geïntensiveerd en de boetes zijn tegenwoordig niet mals. Voor een onveilige situatie heb je zomaar 2500 euro aan de broek. Daar gaat je marge. >> Vervolg op pagina 2
Prijsconcurrentie knelpunt bouw ■ Knelpunt nummer één in de bedrijfsvoering van veel bouwbedrijven is nog steeds de prijsdruk; zowel in de b&u (woningen en gebouwen) als in de gww (infrastructuur). Ondanks de opleving in de bouw zegt een overgrote meerderheid van de ondernemers scherpe prijsconcurrentie nog altijd als een belangrijk probleem te zien. Dit blijkt uit een onderzoek, dat het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid onlangs onder hoofdaannemers in de bouw heeft uitgevoerd. De top vijf van de lijst van veel genoemde knelpunten bestaat uit regelgeving, vergunningenbeleid, administratieve lastendruk, hoge loonkosten en het aanbestedingsbeleid van opdrachtgevers. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport: “Bouwbedrijven 2007; ontwikkelingen en vooruitzichten”, zie www.eib.nl
GAzet 5-2007 | 1
GAZ0507_08_01_02_03 :GAZ0407_08_01_02_03
16-10-2007
12:32
Pagina 2
Jan Weijers (HHD): “Nu we toch bezig zijn met de Arbo catalogussen vind ik dat we valbeveiliging in een apart hoofdstuk moeten regelen. Helder en duidelijk voor iedereen.” >> vervolg van pagina 1
Uit de concurrentiesfeer Casper Guis: “Het zou goed zijn als we de kosten van veiligheid inzichtelijk zouden kunnen maken. Gewoon een vast budget dat bovenop de aanbieding komt − voor iedereen hetzelfde bedrag. Nu is het zo dat je die kosten wegmoffelt in de algemene kosten, waardoor de veiligheid impliciet in de concurrentiesfeer komt te liggen. Wie daarvoor het minst berekent, verhoogt zijn kans op gunning. Met name in moeilijke tijden, als werk schaars is, kan dat tot ongewenste situaties leiden. De meeste regels liggen vast in de Arbo-wet, daar heb je als ondernemer dus maar aan te voldoen. Maar er is in veiligheidsopzicht ook een schemergebied en daar liggen de risico’s. Bijvoorbeeld; Als de opdrachtgever van de hoofdaannemer eist dat er gewerkt wordt onder VCA-certificaat, dan geldt dat ook voor ons als heiers. Dus ga je ervan uit dat de hoofdaannemer slechts heiers met VCA-certificaat uitnodigt voor een inschrijving. Toch hoor ik wel eens dat een
ongecertificeerd bedrijf aan de haal gaat met zo’n opdracht. Schandelijke praktijken, vind ik. Aan de ene kant geen juiste handelwijze van de betreffende onderaannemer − deze neemt ontoelaatbare risico’s. En aan de andere kant schandelijk van de hoofdaannemer. Deze probeert op veiligheid te verdienen. En dat over de ruggen van de gecertificeerde bedrijven, want
Jan Bosmans: “Geen helm dragen? Dan alleen boete voor werknemer”
het naleven van de VCA-veiligheidsvoorschriften kost nu eenmaal geld.” Anders ligt dat, volgens Guis, met de eisen die de heier zichzelf oplegt. Zoals de bedrijven die werken onder LEF-certificaat en zich houden aan de richtlijnen van deze Landelijke Erkenningsregeling Funderingswerken. Zij verplichten zich bijvoorbeeld om voor elke heiklus een opstellingskeuring uit te voeren, terwijl de wettelijke eisen soepeler zijn. Dan is dat een keuze van het bedrijf, dat zich wil profileren als bedrijf met LEF.
Communicatieve opstelling AI gewenst
Casper Guis (NVAF)
Colofon Uitgever: Conga (Confederatie Gespecialiseerde Aannemers) Dukatenburg 90-03, 3437 AE Nieuwegein Contactpersoon: Truus Remkes Telefoon: 030-6381938 Fax: 030-6342040 E-mail:
[email protected] Webadres: www.conga-ic.nl Ontwikkeling en realisatie: MCP bv Doetinchemseweg 59, 7007 CB Doetinchem Telefoon: 0314-327523 Contactpersoon: Ad van der Salm Bladmanagement: Jasper Bosman (MCP bv) Telefoon: 0314-327523 Hoofdredactie: Arie Grevers Redactie: Arie Grevers, Henk Stam Eindredactie: Truus Remkes Fotografie: Joke Mulder-Mijdenga, Kees Stuip Illustraties: Hennie Vaessen, Coert de Boe Vormgeving: Klaas van Wieren, Margreet Hondebrink (MCP Studio bv) © 2007. MCP. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste geweten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van deze uitgave wordt met nadruk aangeraden deze
2 GAzet 5-2007 |
werk gaat. En als die niet voldoet, wacht dan tot de steigerbouwer ‘m heeft aangepast. Ga nooit zelf de steiger aanpassen. Verder: draag altijd die helm. Dat soort dingen. De Arbeidsinspectie weet maar al te goed hoe wij opereren. En dan vind ik het wel eens treurig om te zien hoe die inspecteurs optreden. Ze komen op de bouwplaats, schieten hun plaatje en vertrekken weer. Een tijdje later
Jan Bosmans: “Onze leden zijn zich bewust van het belang van veilig werken. Ze doen er alles aan om de veiligheid van hun mensen te waarborgen. Acht keer per jaar een toolboxmeeting in de bouwkeet. Voortdurend hameren op veiligheidsaspecten. Controleer die steiger, voordat je aan het
valt er op basis van een momentopname een boete op de deurmat. Of je maar even wilt betalen.” Bosmans stoort zich aan dat optreden. “Voor hetzelfde of beter gezegd minder geld zeggen ze bijvoorbeeld even dat er op een bepaald deel een stuk leuning ontbreekt. Iets meer communicatie zou wel op zijn plaats zijn en wat minder lik op stuk. En geen helm dragen vind ik zo langzamerhand een verantwoordelijkheid van de werknemer. Want als die nu − na al die voorlichting en die voortdurende aandacht die wij eraan besteden − nog geen helm draagt, is dat onwil. Van onwetendheid kan geen sprake meer zijn. Dus de boete − voor mijn part een aangepast geldbedrag van pak ‘m beet 20 euro - zou eigenlijk uitsluitend nog bij hem in de bus moeten vallen.” En verder is het hoog tijd dat de gespecialiseerde aannemers nadenken over VCA deelcertificaten. “We zijn eigenlijk al een heel eind op streek. ’t Wordt tijd dat we die laatste stap ook gaan zetten.
Want wat moeten wij met een hoofdstuk over gevaarlijke stoffen. In de petrochemische industrie kan ik me daar iets bij voorstellen. Maar voor de meeste GA’s is de flacon chloor op het toilet de enige ‘gevaarlijke’ stof waar ze mee in aanraking komen.”
Veiligheid in ontwerpfase Jan Weijers: “Wij constateren met regelmaat dat er bewust of onbewust − daar wil ik vanaf blijven − onkunde heerst bij de hoofdaannemer over de beveiliging die bij ons werk hoort. Zo krijg je te horen: ‘we laten de metselsteiger gewoon staan, dan kunnen jullie daarvan ook wel gebruikmaken.’ Onze achterban moet dan uitleggen dat die steiger in veiligheidsopzicht niet voldoet aan de eisen. Met name waar het gaat om valgevaar. Ik zeg altijd: eerst aanpassen en dan beginnen we pas.” Maar het is niet altijd onwetendheid, meent Weijers. “De regels zijn niet in alle gevallen even helder. Dat kan bijvoorbeeld voortkomen uit een bijzonder ontwerp, waar je met het normale veiligheidsmaterieel niet uit de voeten kunt. Nu we toch bezig zijn met de Arbo catalogussen vind ik dat we valbeveiliging in een apart hoofdstuk moeten regelen. Helder en duidelijk voor iedereen.” En dan heeft de voorzitter van Het Hellend Dak nog wel een veiligheidswens. En dat heeft betrekking op blijvende voorzieningen aan het gebouw zelf. “Valbeveiliging hoort, net als dat in Duitsland en nog beter in Noorwegen het geval is, thuis in de ontwerpfase. Bij elk gebouw dat hij ontwerpt zou de architect ook door de ‘veiligheidsbril’
moeten kijken en systemen aanbrengen die bouw en onderhoud veiliger maken. Dan moet je denken aan haken in het dakvlak waar je ge-makkelijk kunt aanlijnen of een opbouw voor een ladder. Dat is handig tijdens de bouw en ook nog eens in de gebruiksfase voor herstelwerkzaamheden. En als het ontwerp de oorzaak is van gevaarlijke werksituaties die je niet met de gangbare middelen kunt weg-
Jan Bosmans (VNV)
nemen, dan heeft de architect volgens mij de plicht iets te verzinnen waardoor er volgens de regels veilig gebouwd kan worden. Als het om het hellende dak gaat, bieden wij met onze expertise de architect graag de helpende hand.” Veiligheid staat hoog op de agenda. Zoveel is duidelijk. En aan ideeën, gedachten en suggesties voor verbetering van de veiligheid ontbreekt het de voorzitters niet. Geen wonder, want ze staan net als alle gespecialiseerde aannemers heel dichtbij de praktijk van het bouwen. Ze kennen de risico’s en dragen de verantwoordelijkheid voor hun werknemers. Want daar gaat het uiteindelijk om: veiligheid voor de mensen op de bouwplaats.
Overlijden Conga-voorzitter Arnold Blonk Zaterdag 22 september jongstleden is in zijn woonplaats Waddinxveen overleden Arnold Blonk, voorzitter van de Confederatie van Gespecialiseerde Aannemers (Conga). Arnold Blonk is 63 jaar geworden. Arnold Blonk was van 1988 tot 2005 voorzitter van de Aannemers Vereniging Metselwerken
(AVM). In 1998 werd hij benoemd tot voorzitter van de koepelorganisatie van Gespecialiseerde Aannemers Conga, die in 1994 was opgericht als federatie van zeven branche-organisaties. Tijdens zijn voorzitterschap ontpopte Blonk zich als een gedreven bestuurder en een alom gerespecteerd en bewonderd onderhandelaar. Vastberadenheid, een grote kennis van zaken en oprechtheid waren zijn handelsmerken, eigenschappen die hem ook als ondernemer van pas kwamen. Zijn stiptheid was spreekwoordelijk, files leken geen vat op hem te
krijgen. De verdiensten van Blonk voor de Gespecialiseerde Aannemers zijn legio. Als prominent boegbeeld van de sector wist hij de organisatie Conga rond alle tafels te krijgen waar bouwbelangen in het geding zijn, in de bouwkolom zelf en ver daarbuiten. Een andere verdienste ligt in de uitbreiding van de Conga-organisatie tot inmiddels negen brancheorganisaties. Recentelijk heeft Blonk een belangrijk stempel gedrukt op de nieuwe Bouw-cao. en de ontmanteling van het Risicofonds.
nemerschap in de GA-sector te verbeteren en de positie van de Gespecialiseerde Aannemer ten opzichte van Hoofdaannemer en Opdrachtgever te versterken.
In 2006 nam Arnold Blonk het initiatief het fundament onder de Conga-organisatie aanzienlijk te verbreden. Door het sluiten van een Vernieuwingsakkoord met de Regieraad Bouw maakte hij de weg vrij voor een reeks innovaties die als doel hadden de kwaliteit van het onder-
Blonk was tot de laatste dag nog actief als bestuurder en ondernemer. Zijn aannemersbedrijf heeft ongeveer 40 medewerkers in dienst. Met Arnold Blonk verliest de Gespecialiseerde Aannemerij een eminent pleitbezorger.
In dat kader paste ook een Innovatie-akkoord met Syntens, dat begin 2007 werd gesloten met de intentie de innovatie in de sector krachtig te stimuleren. Voor zijn vele maatschappelijke activiteiten is Blonk benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
GAZ0507_08_01_02_03 :GAZ0407_08_01_02_03
16-10-2007
12:34
Pagina 3
Overheid ondersteunt bedrijfsleven met Poortwachter Minister Donner van Sociale zaken en Werkgelegenheid gaat werkgevers financieel ondersteunen bij de opzet van zogenaamde poortwachtercentra. De minister deed deze belofte onlangs in een overleg met de Tweede Kamer, na vragen van diverse politieke partijen. Conga is blij met deze toezegging. Poortwachtercentra zijn regionale centra voor en door werkgevers, die bedrijven steunen bij de uitvoering van de Wet Verbetering Poortwachter. Deze wet schrijft werkgevers een aantal verplichtingen voor waaraan zij moeten voldoen ten aanzien van zieke werknemers. Een daarvan is het trachten de uitgevallen medewerker weer aan het werk te krijgen, bij voorkeur in het eigen bedrijf.
Het probleem daarbij is dat met name werkgevers in het middenen het kleinbedrijf vaak problemen hebben met het herplaatsen van arbeidsgehandicapten in de eigen onderneming. Er zijn vaak weinig (aangepaste) functies te vergeven. Het poortwachtercentrum kan daarom ook dienst doen als arbeidspool, voor herplaatsing bij een andere werkgever. De werknemer kan dan weer aan de slag en de werkgever hoeft vaak niet langer het loon door te betalen. Conga wil in dit verband ook dat de no riskpolis voor werkgevers die een zieke werknemer overnemen, ook beschikbaar komt in de eerste twee ziektejaren. Op die wens is de minister nog niet ingegaan, maar wat niet is kan nog komen…
Ontslag bij ziekte: soms moet het Niemand ontslaat graag een zieke werknemer, maar soms is het bittere noodzaak. Het Nederlandse recht kent een zestal mogelijkheden om een zieke werknemer te ontslaan. De eerste is uiteraard wanneer de werknemer instemt met zijn ontslag. Doet deze dat niet, dan zijn er nog vijf andere mogelijkheden.
Startsein 0pleiding Steigerbouw
Ontslag bij een reorganisatie, wegens het verzwijgen van medische beperkingen, het niet meewerken, een verstoorde arbeidsverhouding en ten slotte ontslag vanwege veiligheidsrisico’s. Als werkgever staat u veel sterker dan u denkt, maar het is wel zaak om het ontslag goed voor te bereiden en alle regels goed na te volgen. Om de kans dat de rechter of het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) de arbeidsovereenkomst ontbindt een stukje groter te maken, voordat iemand (ziek of niet ziek) voor ontslag wordt voorgedragen, is het goed om op de volgende punten te letten: Spreek de werknemer aan op zijn gedrag en wijs hem op de gemaakte afspraken; Leg alle communicatie en eventuele (vervolg)afspraken vast in het personeelsdossier; Wijs de werknemer bij herhaalde overtredingen van de verzuimregels op de mogelijkheid dat u zijn loon kan opschorten en zelfs inhouden; Schort het loon hierna ook daadwerkelijk op of houdt het in, en meldt alle acties schriftelijk aan de medewerker. Vermeld in de brieven de reden van de sanctie; De eventuele termijn van de sanctie en/of uitleg over een volgende sanctie; De laatste sanctie: voordragen voor ontslag. Conga-leden kunnen op de Conga-site meer informatie vinden over ontslagprocedures en kunnen hier tevens voorbeeldbrieven downloaden.
V.l.n.r.: De heren C. Verhoef (FNV Bouw), F. Kokke (Fundeon), Bryan Zuidinga
Ook voor GA’s Voor de uitvoering van de opleiding wordt gebruik gemaakt van regionale opleidingscentra, zodat cursisten regionaal worden ‘bediend’. Het Opleidingsbedrijf VSB slaat daarmee een brug tussen vakopleidingen en ROC’s. De opleidingen die door het Opleidingsbedrijf VSB worden verzorgd, staan niet alleen open voor werknemers van VSB-leden, maar ook voor werknemers van GA’s. Het doel is dat kwaliteit, veiligheid en deskundigheid binnen de branche op een nog hoger niveau komen. Meer informatie is te vinden op www.opleidingsbedrijfvsb.nl
(motorrijders), H. Klein Poelhuis (CONGA) en A. van den Herik (Opleidingsbedrijf VSB) gaven in het Bouw & Infra Park in Harderwijk gezamenlijk het startsein voor het nieuwe opleidingsinitiatief
Vorige maand is op feestelijke wijze het Opleidingsbedrijf VSB van start gegaan. Het opleidingsbedrijf is een samenwerkingsverband met de Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven als coördinerende partij. Het leidt jonge mensen op tot steigerbouwer. Verwacht wordt dat het eerste jaar 25-30 nieuwe steigermonteurs worden afgeleverd en dat dat aantal zal doorgroeien naar 100-150 steigermonteurs per jaar. De opleiding vindt plaats als leer/werktraject, waarbij de theoretische vorming in een aantal weken per jaar wordt verzorgd door de regionale opleidingscentra (ROC’s). Voor de praktijkscholing zijn de leerlingwerknemers actief bij een erkend leerbedrijf binnen de steigerbouw. Na afronding van de
opleiding beschikt de leerling ook over het VCA-certificaat én het diploma Steigerbouw A.
Veel websites bedrijven riskeren boete ■ Tweederde van de Nederlandse bedrijven met een website blijkt zich niet aan de wettelijke eisen voor bedrijfscorrespondentie te houden. De ondernemingen riskeren met de overtreding een boete. De Handelsregisterwet schrijft voor dat het achtcijferige KvK-nummer op alle correspondentie moet staan. Naast zakelijke brieven, orders, facturen en offertes geldt dit sinds 2006 ook voor e-mail en de website. Voor BV’s en NV’s zijn de eisen nog strenger. Zij moeten tevens de volledige naam van de vennootschap en de woonplaats (statutaire zetel) vermelden.
GAzet 5-2007 | 3
GAZ0507_04_05_06_07:GAZ0000_04_05_06_07
VRAAG &ANTWOORD Maandelijks beantwoordt Conga tientallen vragen van leden. Ook niet-leden krijgen met deze rubriek een kijkje in de keuken. Ik heb een werknemer die het afgelopen jaar vanwege rugklachten regelmatig arbeidsongeschikt is geweest. De arbo-arts geeft aan dat ik, om langdurige ziekte te voorkomen, vervangende werkzaamheden moet aanbieden. Ik heb een klein bedrijf met slechts 5 medewerkers. Wat zijn mijn mogelijkheden en verplichtingen? In de Wet Verbetering Poortwachter is vastgelegd dat u als werkgever de verplichting heeft een werknemer tijdens ziekte zo goed mogelijk te begeleiden en zorg te dragen voor een goede reïntegratie. Uw arbo-arts geeft u gelukkig vroegtijdig het advies om met de werknemer de mogelijkheden van vervangende passende arbeid binnen uw bedrijf te onderzoeken. Een zieke werknemer kost u gemiddeld € 250,00 per dag. Het is dus raadzaam om het advies van uw arbo-arts op te volgen. U heeft een klein bedrijf en het zal niet makkelijk of onmogelijk zijn om passend vervangend werk voor deze werknemer te vinden. Toch zullen er preventieve maatregelen nodig zijn om de rugproblemen niet te verergeren. Het inzetten van een zogenaamde rugtraining kan ook een preventieve werking hebben. Heeft u een ziekteverzuimverzekering dan kunt u bij uw verzekering informeren of zij een vergoeding verstrekken voor zogenaamde interventies om ziekteverzuim te voorkomen. Het kan ook zijn dat de rugproblemen ernstiger zijn en een rugtraining een tijdelijk lapmiddel is. Ons advies is om in overleg met de werknemer de mogelijkheden van bijvoorbeeld omscholing te onderzoeken. Waar liggen zijn interesses en wat heeft hij voor achtergrond. Een werknemer kan veel willen, maar hij moet ook de capaciteiten bezitten om een bepaalde omscholing/opleiding te kunnen volgen. U kunt de werknemer wijzen op het Loopbaantraject Bouw en Infra. Het Loopbaantraject Bouw & Infra maakt het mogelijk medewerkers gemotiveerd binnen het bedrijf of de sector aan het werk te houden, uitval te voorkomen en mensen die thuis zitten weer aan het werk te krijgen. Meer informatie over het Loopbaantraject: www.loopbaantrajectbouw.nl U vindt op deze website ook de namen en telefoonnummers van de loopbaanadviseurs.
Ook een vraag? Mail hem! Heeft u een vraag over bijvoorbeeld wetgeving, arbo, de cao of reïntegratie? Mail de vraag dan aan Conga (
[email protected]) en laat uw collega’s in de branche meeprofiteren van het antwoord. Een helder antwoord vindt u in de eerstvolgende editie van GAzet. Leren van elkaar, dat is ondernemen!
4 GAzet 5-2007 |
16-10-2007
15:26
Pagina 4
FINANCIEEL DRAMA OP HET NIPPERTJE AFGEWEND
Geen tachograaf voor bestelbus Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft de toezegging gedaan dat bestelwagens met aanhanger met een gewicht tot 7500 kilogram die binnen Nederland eigen materiaal en uitrusting vervoeren, ook na 1 januari 2008 zijn vrijgesteld van de verplichting een tachograaf aan boord te hebben. Daarmee is een financieel en administratief drama voor vele duizenden ondernemers afgewend. Op grond van een herziene Europese verordening zouden aanvankelijk alle Nederlandse bestelauto’s (plus aanhanger) met een gewicht boven de 3500 kg na 1 januari 2008 verplicht zijn een digitale tachograaf te hebben als zij afstanden van meer dan 50 kilometer afleggen. Dat zou voor vele duizenden ondernemers een financieel en administratief drama zijn geweest. De door Eurlings beloofde vrijstelling scheelt bedrijven 200 miljoen euro aan eenmalige inbouwkosten en nog eens 150 miljoen aan administratie en onderhoud.
Lobby De vrijstelling is het resultaat van een krachtige en langdurige lobby door een aantal organisaties, waaronder Conga. Conga heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat de verscherpte Europese tachograaf-
regels alleen zouden moeten gelden voor het commerciële goederenvervoer, voor bestuurders die de hele dag op de weg zitten. Voor bijvoorbeeld aannemers, loodgieters, hoveniers en marktkooplui is het rijden met hun bestelbus geen hoofdtaak.
Zij vervoeren slechts hun materiaal en gereedschap van A naar B. De minister is gevraagd om zijn toezegging met spoed formeel vast te leggen in de Nederlandse interpretatie van de Europese Verordening, opdat zijn besluit ook rechtskracht heeft.
Ook hoopt Conga dat hij de situatie voor bestelauto’s (met aanhangwagen) zwaarder dan 7500 kg nog eens wil bezien. Ook hier zou niet het gewicht van de wagen, maar de aard van de bedrijfsactiviteiten bepalend moeten zijn.
VKL ZOEKT TOENADERING TOT CONGA ALS DE LEDEN ZO’N INITIATIEF STEUNEN
Nog op eigen benen De VKL is een ongebonden club. En als de leden niet anders besluiten zal dat zo blijven. Maar secretaris Rob van Boxtel signaleert ontwikkelingen in de branche die eigenlijk vragen om een bredere basis. Rob van Boxtel is secretaris van de VKL, de Vereniging Kalkzandsteen Lijmbedrijven. Deze werkzaamheden kosten hem ongeveer één dag in de week. De overige dagen werkt hij voor andere brancheverenigingen. De VKL is een ongebonden club. Een vereniging die tot heden al zijn eigen boontjes dopt. Een vereniging ook met een heterogene achterban. Van de 55 leden is een derde zzp-er, eenderde bedrijven uit de middencategorie en eenderde behoort tot de grote bedrijven met ondernemers voor wie het lijmen van kalkzandsteen een van de activiteiten is. De belangstelling van de leden gaat vooral uit naar techniek en bedrijfsvoering, aldus Van Boxtel. “En die punten zijn sterk vertegenwoordigd in de communicatie met de leden. Begrijpelijk, want ze zijn de gemene deler. Het maakt niet uit of je personeel hebt of niet, groot of klein bent; met techniek en een stukje bedrijfsvoering hebben alle leden te maken. Maar het bestuur wil ook graag andere zaken op de agenda zetten. Thema’s die nu al belangrijk zijn en
Rob van Boxtel, secretaris van de Vereniging Kalkzandsteen Lijmbedrijven
in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Dan bedoel ik arbeidsomstandigheden, scholing, milieuwetgeving, veilig en gezond werken, ondernemerschap versterken, van productgericht naar marktgericht, van leverancier van productiecapaciteit naar dienstverlener, enz.” Bestuur loopt voorop Is dat niet een beetje veel voor één man die daar maar één dag in de week voor vrij kan maken? “De tijd is een probleem van latere zorg. Het gaat er in eerste instantie om een goede en communicatieve manier te vinden, waardoor we onze leden zover krijgen dát ze het belang inzien van die onderwerpen. Het bestuur rekent dat terecht tot zijn taak om daarin een
voortrekkersrol te spelen. Op dit moment echter zijn veel van de leden onvoldoende bewust van die noodzaak. En ik vind soms, dat men te gemakkelijk het belang onderschat. Op den duur zullen de leden er wel aan moeten.” Voors en tegens De genoemde thema’s zijn dagelijkse kost voor Conga. Ooit overwogen de ongebonden status te verlaten en aansluiting te zoeken bij deze koepel? “De overwegingen zijn er geweest. En er is wel iets voor te zeggen. Via zo’n koepel kun je beter opkomen voor de belangen van de VKL-leden. Je maakt deel uit van overlegstructuren waar beslissingen worden genomen die ook hun positie raken. Denk alleen maar aan
machtscentrum Den Haag. Het is ondoenlijk daar als ongebonden club een netwerk op te bouwen. Je hebt daar geen tijd voor en de eenling heeft te weinig machtsbasis om zijn stem zodanig te laten horen, dat er ook naar geluisterd wordt. En ten slotte kun je door aansluiting de dienstverlening richting de leden versterken. De koepel communiceert dan over de meer algemene thema’s. Dat kunnen ze daar goed. En wij concentreren ons op de meer branchespecifieke belangen. Maar aan de andere kant zijn er zaken die een mogelijke aansluiting kunnen bemoeilijken. Het personeel van veel van de aangesloten bedrijven vallen bijvoorbeeld onder de afbouw-cao. Daar kent men nog vakantiebonnen en ook de vorstverletregeling is anders. Punten die voor onze leden en hun personeel van belang zijn. De achterban van Conga bestaat uit bouw-cao bedrijven en dat zou een struikelblok kunnen zijn. Ik sluit overigens niet uit dat we het daarover eens kunnen worden. Maar op dit moment zijn er nog geen stappen gezet die kunnen leiden tot toetreding. En voordat we daartoe overgaan, zullen de leden daarvoor toestemming moeten verlenen en dergelijke initiatieven ook daadwerkelijk willen steunen.” Wie alvast kennis wil nemen van de activiteiten van de VKL, kan surfen naar www.vkl-web.nl
GAZ0507_04_05_06_07:GAZ0000_04_05_06_07
16-10-2007
15:26
Pagina 5
DE BOUW VRAAGT OM VISIONAIRE EN CREATIEVE SPECIALISTEN
Enorme kansen BAAS&BEDRIJF Steigerbouwers zoeken antwoord op vergrijzing
Jong talent gezocht Ook bij Rojo Steigerbouw in Delft hebben ze ermee te maken: vergrijzing van het personeel. Het valt niet mee om aan jong talent te komen. Het onlangs gestarte Opleidingsbedrijf Steigerbouw biedt perspectief. “Maar het blijft een zwaar vak.”
Jonge mensen
Directeur Karin van Reek
Rojo Steigerbouw in Delft bestaat dit jaar 25 jaar. Directeur Karin van Reek startte het bedrijf samen met haar man Rosé Taal. Nu, na vijfentwintig turbulente jaren heeft het bedrijf 175 man vast personeel, plus daarnaast 175 bedrijven in onderaanneming, hetzij bedrijven hetzij zzp’ers. Naast Delft is ook een vestiging geopend in Swifterbant (NOP).
Afzonderlijke afspraken Veel zzp’ers die voor Rojo werken zijn ooit bij het bedrijf in vaste dienst geweest, dus die kennen de organisatie. Van Reek: “Ze weten met welk materiaal en met welke transporteur ze werken, wie ze moeten bellen met vragen etc. Dat werkt prima en daar zijn we heel tevreden over.” Logische vraag is vervolgens of het niet lastig is om met 175 mensen in onderaanneming afzonderlijk afspraken te maken. “Nee, dat is een kwestie van goed organiseren. Iedere onderaannemer komt eerst bij ons op kantoor om mondeling een contract door te nemen zodat ze weten aan welke eisen ze moeten voldoen op het gebied van VCA, veiligheid en werkomstandigheden. Als ze het daar mee eens zijn, tekenen ze de overeenkomst. Dat schept zekerheid voor iedereen.” Daarnaast wordt voor elk project een aparte overeenkomst afgesloten.
Een groot probleem in de (steiger)bouw is het vinden van jonge mensen. Financieel manager Fred Enterman: “Sinds kort zijn we samen met het Opleidingsbedrijf Steigerbouw dat onlangs is opgezet, volop nieuwe mensen aan het werven. De doorgewinterde oudere steigerbouwer zie je langzaam maar zeker verdwijnen, zonder aanwas van onderaan.” Tekenend is dat bij Rojo drie leermeesters rondlopen, terwijl er maar vier leerlingen zijn. Om het vak aantrekkelijker te maken zit Rojo daarom niet stil. Zo werd ongeveer tien jaar geleden een nieuw steigersysteem (Tube-Lock) ontwikkeld, dat het de steigerbouwers een stuk makkelijker heeft gemaakt. Opmerkelijk is ook de afdeling Engineering. Enterman: “De afdeling Engineering maakt tekeningen van de steigers, wat het voor de steigerbouwer gemakkelijker maakt om te controleren of hij het goed doet. De tekeningen worden vooraf ook overhandigd aan de opdrachtgever, zodat hij kan zien hoe het project eruit gaat zien. De jongens moeten dus wel goed tekeningen kunnen lezen.”
Niet mixen De hele bedrijfsvoering staat in het teken van het lichter maken van het werk en de veiligheid. Zelfs over de steigerpijp zelf wordt nagedacht. Over het mixen van steigermerken heeft Van Reek geen mening, maar zelf doet ze het niet. “Wij gebruiken originele gecertificeerde steigerpijp, waar we alles mee kunnen doen. Als je een serie goedkopere buizen zou kopen, dan heb je als gevolg dat je een half jaar later op elk project een paar buizen kunt hebben van mindere kwaliteit. De hoofdconstructeur rekent echter met één kwaliteit. Als je twee kwaliteiten gaat mengen, ben je heel je krachtenspel kwijt. Als je op geld gaat beknibbelen ten koste van de veiligheid, dan ben je niet goed bezig. Dan zou ik geen oog meer dichtdoen. En dat wil ik niet.”
Financieel manager Fred Enterman (r) en 4 medewerkers van de materiaaldienst
Wees onderscheidend en beter. Wie daartoe in staat is, maakt zijn eigen prijzen en hoeft minder concessies te doen aan de onderhandelingstafel. Dat zegt prof. dr. André Dorée, hoogleraar aan de TU Twente, zijn onderwerp: Markt- & Organisatievormen in de Bouw. Wees onderscheidend en beter… Klinkt mooi en ook een beetje naar taalgebruik uit de reclamewereld. Natuurlijk, onderscheidend en beter, dat moet je zijn. Maar daarmee is nog weinig gezegd. En heb je dat als gespecialiseerde aannemer niet altijd al moeten zijn? “In zekere zin natuurlijk wel. Maar dat werd veelal niet ingevuld op de manier zoals ik het bedoel.” André Dorée formuleert bedachtzaam. “Voorheen was het voldoende dat je het ambacht beheerste en materieel en mensen inzette om zo veel mogelijk productie te maken met je specialiteit. Je bent goed in iets en wilt die ‘truc’ zo vaak mogelijk herhalen. Ik denk dat je het daarmee in de toekomst niet gaat redden – ook niet als gespecialiseerde ondernemer. Je zult meer moeten vernieuwen en vaker nieuwe ‘trucs’ moe-
“Meerwaarde wordt belangrijker dan de laagste prijs” we meer van dit soort modellen van integrale uitbesteding.”
De klant achter de klant Wat betekenen die ontwikkelingen voor de specialisten? “Die zullen ook op een andere wijze worden aangesproken. De vraag naar louter goedkope productie wordt uitgebreid met vragen naar vermindering van de overlast, duurzaamheid, reductie CO2-uitstoot, maatschappelijk verantwoord ondernemen, sloopafvalvermindering en integrale, langlopende contracten etc etc. Het is misschien nu nog niet altijd evengoed zichtbaar, maar de oplossingen die de specialist heeft voor die
die je positie kunnen versterken. Niet meer denken als een leverancier van productiecapaciteit, maar je afvragen met welke partijen je een betere aanbieding kunt doen. Zoek strategische allianties. Een voorbeeld: als je warmte-koude opslagsystemen installeert - van die ondergrondse energieopslagsystemen waarover burgemeester Jorritsma begin dit jaar in het nieuws was - dan is het misschien zinvol een samenwerkingsverband aan te gaan met een grondboorbedrijf en een producent van warmtewisselaars. En misschien is het wel goed om over grenzen te kijken die nog verder weg liggen. Ik ken een bouwonderneming die
“De specialist is geen leverancier van capaciteit, maar een ondernemer die inspeelt op wensen van de klant achter de klant” ten ontwikkelen. Voor die stelling zijn trends waarneembaar, die het toenemende belang van de gespecialiseerde aannemer onderschrijven en die de GA zullen uitdagen tot creativiteit en grenzen verleggen.” Dorée noemt de groei van grote beursgenoteerde bouwondernemingen. “Deze willen vooral groeien in omzet; niet in personele bezetting of materieel. Zij investeren op rendement en willen de eigen kostenstructuur flexibel houden. Zeker, ze hebben kennis van bouwen, maar die kennis wordt in toenemende mate meer algemeen van aard. Het feitelijke bouwen wordt een kwestie van gericht inhuren en coördineren van gespecialiseerde ondernemers. Die observatie is overigens geen verrassing voor wie de ontwikkelingen in de bouw een beetje volgt. Het is een structurele verandering die al zo’n twintig jaar gaande is.” Dorée wijst verder nog op de trend dat opdrachtgevers de verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van het vastgoed neerleggen bij partijen die daartoe geoutilleerd zijn. “De bouw, het onderhoud, het functioneren en de sloop liggen vast in het contract. Dat wordt in zijn geheel uitbesteed en dat is over lengte van jaren gemakkelijk en helder te budgetteren. Ook in de GWW zien
Prof. dr. André Dorée, hoogleraar aan de TU Twente
vraagstukken, wordt naar mijn stellige overtuiging doorslaggevend voor de kans op gunning van het werk. Consortia zullen proberen dat soort vernieuwende specialisten aan zich te binden.” Wil je daarin sterk zijn, dan vereist dat een andere opstelling van de specialist dan de traditionele, volgens Dorée. Hij zal veel meer dan nu nog vaak het geval is, oog moeten hebben voor de klant achter de klant. In casu: de opdrachtgever en de eindgebruiker. “Wat wil die? En hoe kan ik als specialist het best inspelen op zijn wensen? De risicodragende aannemer wil immers een team samenstellen van specialisten die begrijpen waar het uiteindelijk om gaat: een tevreden eindgebruiker. Daarbij is de meerwaarde die de teamgenoten kunnen leveren belangrijker dan de laagste prijs.”
Strategische allianties Even over de schutting kijken van je eigen discipline, dus. “Ja, en niet alleen naar de klant achter de klant, maar ook naar andere partijen
certificaten heeft gehaald voor archeologisch werk. Stuiten ze tijdens graafwerkzaamheden op bodemlagen met belangwekkend archeologisch materiaal, dan kunnen ze met een minimum aan tijdverlies de onderzoeken op vakkundige en officieel erkende wijze uitvoeren. Kijk, daar heb je als hoofdaannemer en ook als op-drachtgever iets aan. Dat is wat ik noem meerwaarde. Zo’n bedrijf is onderscheidend en beter. Of die heier die sensoren op heipalen aanbrengt waardoor de diepte en de specifieke omstandigheden geregistreerd worden. Een verbetering van documentatie en van de kwaliteit. Alweer onderscheidend en beter.” Op dit moment, vindt Dorée, is de specialistenbranche een van de meest boeiende branches in de bouwnijverheid. “Daar zijn de mogelijkheden om nieuwe wegen in te slaan het grootst. Daar liggen onontgonnen gebieden die wachten op creatieve en visionaire ondernemers. De kansen zijn enorm.”
GAzet 5-2007 | 5
GAZ0507_04_05_06_07:GAZ0000_04_05_06_07
16-10-2007
15:26
Pagina 6
Brigitte van der Burg: “In de overgangsfase tot 2010 is een enigszins terughoudende opstelling van de Arbeidsinspectie gewenst”
BRIGITTE VAN DER BURG, ANTOINETTE VIETSCH EN TON HEERTS OVER VEILIGHEID IN DE BOUW
Veiligheid op maat Minder regels voor de bouw! Daarin zijn de woordvoerders van CDA, VVD en PvdA unaniem. En dat geldt ook voor de arbowetgeving. De overheid stelt de norm en werkgevers en werknemers zoeken zelf maar uit hoe ze aan die norm gaan voldoen. Je hebt de veiligheid van de gebouwen én veilig bouwen. De eerste soort van veiligheid gaat grofweg over de toepassing van materialen en constructies. Zijn die in de meest brede zin van het woord veilig voor de eindgebruikers? De normen en regels vind je terug in het bouwbesluit en bouwstoffenbesluit. Gaat er eens iets fout dan is dat nationaal nieuws. Denk aan Bos en Lommer, het Maastrichtse balkondrama en het parkeerdek in Tiel. Uit onderzoek blijkt de oorzaak bijvoorbeeld een gebrekkige kennis in combinatie met een falend beleid van toezicht en hand-
samenwerking tussen hoofd- en gespecialiseerde aannemer, vinden ze. Ton Heerts: “Als men die bouwfouten waardoor ongelukken in de gebruiksfase ontstaan, had kunnen voorkomen door te luisteren naar de adviezen van de gespecialiseerde aannemer, dan zal onze fractie zeker aan de bel trekken.” Van der Burg: “Mee eens. Over de incidenten als Bos en Lommer wil ik nog wel wat kwijt. Hoe dramatisch soms ook, het blijven incidenten. En zo moeten we er ook mee omgaan. Dus, niet als een Pavlov-
maatregelen nemen als je het risico loopt een smak te maken van tweeënhalve meter of meer. De werkgevers en werknemers spreken onderling af welke maatregelen er precies genomen moeten worden om aan de doelvoorschriften te voldoen. Zodra - maar uiterlijk voor 2010 - werknemers en werkgevers de catalogus hebben opgesteld en deze is getoetst en goedgekeurd, vervalt de werking van de oude Arbo-wet (zie www.arbonieuwestijl.nl). Vietsch: “Zo’n catalogus is in lijn met ons streven naar minder regelgeving en meer verantwoordelijkheid voor de direct betrokkenen. Onzinnige regels kunnen zo voorkomen worden. Zij hebben ten slotte de kennis en weten wat er in de praktijk speelt.”
de genoemde site www.arbonieuwestijl.nl van het ministerie van SZW kijkt, ziet dat die terughoudendheid gewoon beleid is voor die branches en bedrijven die werk maken van de Arbo-catalogus. Wie er echter een beetje mee heen doet, is aan de beurt, en volkomen terecht.” Ton Heerts is het daarmee eens: “Het gaat per slot van rekening om de veiligheid van de werknemers. Dat behoort ook de eerste zorg te
zijn, is tot in details duidelijk wat precies de eisen zijn. Degenen die verantwoordelijkheid draagt voor het personeel dat zich in een onveilige situatie bevindt, betaalt de boete. Zzp-ers hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid.” Van der Burg: “Die eigen verantwoordelijkheid geldt ook voor de werknemers. Als die - ondanks een passende veiligheidstraining en de voorhanden persoonlijke beschermingsmiddelen - in gebreke blij-
Ton Heerts: “Veiligheid kan en mag nooit in de concurrentiesfeer liggen”
Overgangsfase
having. Of het ontbreken van een heldere verantwoordelijkheidsstructuur. De gespecialiseerde aannemer heeft er doorgaans slechts zijdelings mee te maken. Uiteraard zorgt hij ervoor, dat zijn technische kennis op peil blijft. Maar binnen de traditionele structuren blijft zijn inbreng doorgaans beperkt tot signaleren als hij bijvoorbeeld constateert, dat een detaillering volgens hem vochtproblemen gaat opleveren. Hoofdaannemer of architect is niet gehouden de adviezen van de GA te volgen ook al zou dat beter zijn voor het eindresultaat. Net als vele gespecialiseerde aannemers zijn ook de Tweede Kamerleden Brigitte van der Burg (VVD), Antoinette Vietsch (CDA) en Ton Heerts (PvdA) niet altijd even gelukkig met dergelijke verhoudingen. Alleen gaat de politiek niet over de
6 GAzet 5-2007 |
hondje om het hardst roepen dat er meer regelgeving moet komen, maar zoeken naar oorzaken en die uit de weg ruimen. Meer regelgeving is een schijnzekerheid waar niemand op zit te wachten. We moeten af van het idee van een risicoloze samenleving. Zoiets bestaat niet en kan ook nooit gerealiseerd worden.” De beide andere kamerleden zijn het hiermee eens.
Veilige bouwplaats En dan is er nog die andere soort veiligheid: de veiligheid tijdens de bouw. Dan gaat het over de Arbowet, persoonlijke beschermingsmiddelen en de Veiligheid Checklist Aannemers. En, sinds kort ook over de Arbo-catalogus. Om maar met dat laatste te beginnen. De overheid heeft zogenaamde doelvoorschriften vastgesteld. Bijvoorbeeld: je moet
Dat betekent dat we nu in een overgangsgebied zitten, waarbij nog veel onduidelijkheid heerst. Een goed voorbeeld is de metselsteiger, die de hoofdaannemer zolang laat staan voor de dakdekker. Maar zonder extra voorzieningen voldoet een metselsteiger niet aan de veiligheidseisen die gelden voor de hellend dakspecialisten. Onbekend is dan vaak waaraan een steiger precies moet voldoen. In de praktijk zie je, dat de arbeidsinspecteur de specialist beboet, terwijl hij in deze overgangsfase toch ook een meer adviserende rol zou kunnen vervullen. Van der Burg: “Laat ik voorop stellen dat ik voorstander ben van minder regels en een streng handhavingsbeleid; ook op werken die onder directe verantwoordelijkheid van een particuliere opdrachtgever worden uitgevoerd. Zeg maar: op die werken die op zaterdag en in de avonduren worden uitgevoerd. Ook dan verwacht ik een alerte Arbeidsinspectie. Maar dit terzijde. We zitten inderdaad in een overgangssituatie. En dan is een enigszins terughoudende opstelling van de Arbeidsinspectie gewenst. Sterker nog: wie even op
Antoinette Vietsch: “Ook werknemers dragen verantwoordelijkheid voor hun eigen veiligheid”
zijn van de ondernemers. En als de steiger niet voldoet, dan zou ik pas beginnen met het werk als de steigerbouwer in opdracht van de hoofdaannemer de steiger heeft aangepast.”
Uit de concurrentiesfeer Vietsch: “Ik heb grote waardering voor die gespecialiseerde bedrijven die een consistent veiligheidsbeleid voeren. Het zal ongetwijfeld niet altijd even gemakkelijk zijn te wijzen op onvolkomenheden en pas te beginnen als die zijn verholpen.” De observatie van Vietsch strookt met ervaringen van veel GA’s. Je poot stijf houden in zulke gevallen kost hoe dan ook geld. Zou het niet verstandig zijn als de hoofdaannemer veiligheid direct maar opneemt in de begroting? Dan an ook de GA hiervoor een post opvoeren. Ton Heerts: “Het hele veiligheidsverhaal behoort gewoon geïntegreerd onderdeel te zijn van bestek of de uitvraag. Veiligheid kan en mag nooit in de concurrentiesfeer liggen. Als de Arbo-catologi klaar
ven, hoeft de Arbeidsinspectie hen niet te ontzien. Dus ook voor hen een aangepaste geldboete. Dat is overigens ook geregeld in de Arbowet nieuwe stijl.” Vietsch: “Mee eens. Natuurlijk moeten ze wel zeer goed voorgelicht en voortdurend gecorrigeerd worden op onveilig gedrag. Als je als werknemer dan nog vergeet of weigert een helm te dragen op de bouwplaats, dan vraag je domweg om problemen.”
VCA op maat Door de Arbo-catalogi kan elke bedrijfstak de veiligheid op eigen maat snijden. Van der Burg: “En zo zou het ook met de Veiligheid Checklist Aannemers moeten. Het is nu nog vaak zo dat opdrachtgever de VCA opneemt in het bestek zonder precies te weten wat die inhoudt. De VCA is opgesteld voor de petrochemische industrie, waar logischerwijs de lat zeer hoog ligt. Maar om die nou plompverloren van toepassing te verklaren voor het aanbrengen van een dakkapel op een eengezinswoning… De initiatieven voor een op maat gesneden VCA lijken me ook zeker in het belang van de gespecialiseerde aannemers.” Veiligheid op de bouwplaats blijkt geen controversieel onderwerp. Regeringspartij of oppositie; iedereen vindt de Arbowet nieuwe stijl een verbetering. Want het gaat om minder en duidelijke regels, meer verantwoordelijkheid voor de direct betrokkenen en ten slotte, het allerbelangrijkste: een veiliger werkplek op de steiger.
GAZ0507_04_05_06_07:GAZ0000_04_05_06_07
16-10-2007
15:30
Pagina 7
Conga Verzuimloket van start Conga heeft onlangs een Verzuimloket geopend, waarmee Congaleden met ingang van 1 januari 2008 centraal verzuimbegeleiding kunnen inkopen om de kosten van verzuim en de bestrijding daarvan terug te dringen. Uit onderzoek blijkt dat 95 procent van alle organisaties last heeft van onnodig verzuim en dat een zieke medewerker minimaal 250 euro per dag kost! Onnodig en zonde van het geld. Onnodig ziekteverzuim kan veel verschillende redenen hebben, waaronder onduidelijke protocollen, een slecht functionerende Arbo-dienst die geen inzicht heeft in de risicofactoren, gebrek aan tijd om ziekteverzuim structureel aan te pakken, en het slecht op de hoogte zijn van sociale wet- en regelgeving. Grote(re) bedrijven hebben medewerkers in dienst die het verzuimbeleid uitvoeren en als casemanager optreden, bij kleine en middelgrote bedrijven is dit vaak niet mogelijk. Het Verzuimloket moet hierin gaan voorzien. Het doel van het Conga Verzuimloket is het bieden van concrete ondersteuning aan Conga-leden
Wie zijn billen brandt…
bij het terugdringen van het korte, middellange en lange verzuim met een focus op het bieden van kostenbesparingen. Bedrijven kunnen vanaf 1 januari 2008 van het Verzuimloket gebruikmaken. Het Conga Verzuimloket wordt ingericht bij en door ArboDuo. Het loket wordt bemand door ver-
zuimadviseurs die tevens verantwoordelijk zijn voor de vroegsignalering in het verzuimtraject. De verzuimadviseurs werken samen met een casemanager voor de meer (technisch) inhoudelijke vragen en de complexere aspecten van verzuimbegeleiding. Op dit moment wordt overlegd
met een aantal ziekteverzuimverzekeraars om te komen tot mantelovereenkomsten met ledenkortingen. Kortingen die kunnen oplopen, afhankelijk van de te verzekeren loonsom, van enkele honderden tot duizenden euro’s. Voor meer informatie over het Verzuimloket, zie www.conga.nl.
Week van de veilige bouw Conga organiseerde 10 oktober jongstleden bij het BGA in Boxtel een middag met als thema Veiligheid: Jong geleerd is oud gedaan. Aanleiding was de Week van de veilige Bouw, georganiseerd door het ministerie van SZW.
Uitreiking eerste VCA*-certificaten Tijdens de op 10 oktober door Conga georganiseerde middag in het kader van de Week van de Veilige Bouw, kregen acht Congalidbedrijven een VCA*-certificaat overhandigd. Zij hebben meegedaan aan het door Conga speciaal voor lidbedrijven in gang gezette traject, waarmee lidbedrijven hun aandacht voor veiligheid beloond zien met een officieel certificaat. Voor een ruim gevulde zaal memoreerde Jan Willem Ottevanger van het Nederlands Certificatie Kantoor dat de acht het traject met succes hadden doorlopen en dat ze bovendien glansrijk door de audits waren gekomen. Op de foto de vertegenwoordigers van de gelukkige bedrijven: tegelzettersbedrijf Leenders uit Boekel, metselbedrijf De Woude uit Broeksterwoude, Klaruw vloer- en wegonderhoud uit Tilburg, tegelzettersbedrijf Wuyts uit Eindhoven, Vlebo uit Zoutelande,
COLUMN
Putter en Grootjen uit Uitgeest, Haverhals mestelwerken uit Kaatsheuvel en aannemers- en metselbedrijf Ben Kuijer uit Soest. GA’s in de bouw met personeel dienen per 1 januari 2008 in het bezit te zijn van het VCA*-certificaat. Wie daar niet aan kan voldoen, loopt het risico door VCA**-gecertificeerde hoofdaannemers te worden uitgesloten van opdrachten. Om GA’s te begeleiden heeft Conga een standaard VCA Handboek ontwikkeld. Meer informatie www.conga.nl
Veilig werken is een houding, zei waarnemend Conga-voorzitter Henk Klein Poelhuis in zijn openingswoord. Daar is meer voor nodig dan een opfrismoment of een cursus. De bouw heeft nog steeds de naam een sector te zijn, waarin je op je 40e versleten bent. Maar dat is allang niet meer zo. Het credo moet dan ook worden: je pensioen halen zonder klachten. En dat kan alleen maar door veilig te werken. Veiligheid mag daarom nooit een concurrentiewapen zijn. Helaas wordt de zorg voor veiligheid vaak doorgeschoven van de hoofdaannemer naar de GA. Die wil wel aan veiligheid doen, maar niet alleen voor de kosten opdraaien. Dat laatste is echter meestal wel het geval… Arend van Wijngaarden, voorzitter van de CNV Hout en Bouw, vond het vooral jammer dat het ministerie van SZW aan het begin van de Week van de Veiligheid vooral berichtte over het aantal ongelukken in de bouw. ‘Jammer, want er is veel positiefs te melden; betere arbeidsomstandigheden, betere
middelen (bijvoorbeeld de troffel) en duidelijke regels.’ Het mankeert soms echter aan verantwoordelijkheidsgevoel, met name bij jongeren, zo hield hij de zaal voor. ‘Wees flink en zet je helm op.’ De leerlingen van het BGA voegden direct de daad bij het woord en gaven de rest van de middag verschillende veiligheidsdemonstraties, waaronder dakdekken en steigerbouw (valbeveiliging).
Niet lang geleden sprak ik na een lezing een directeur-aandeelhouder van een installatiebedrijf. Hij had mij horen spreken over enkele actuele pensioenvraagstukken en meende daarom zijn pensioenprobleem aan mij te kunnen voorleggen. De man bleek smakelijk en bijzonder gedetailleerd te kunnen vertellen over zijn trieste lot. In het kader van deze column moet ik mij helaas beperken tot een zeer beknopte samenvatting. De man was een aantrekkelijke jonge vrouw tegen het lijf gelopen waarmee het héél goed klikte, hetgeen natuurlijk niet mocht, want hij was getrouwd. Zijn vrouw kwam erachter en een scheiding was onvermijdelijk. Vervolgens moest het vermogen van de ex-echtelieden, waaronder de pensioenrechten, verdeeld worden. Na lang overleg, waarbij de spanning fors opliep, werd vastgesteld dat de vrouw recht had op 50% van het ouderdomspensioen. Ook kreeg zij het recht op partnerpensioen. Met deze verdeling kan iedereen, naar ik aanneem, vrede hebben. Sterker nog, het is de verdeling die in de wet als uitgangspunt is gekozen. Maar wat was dan het ‘pensioenprobleem’ waar de man mee zat? De man had zijn pensioen, zoals gebruikelijk bij directeuren-aandeelhouders, ‘in eigen beheer’ gehouden. Anders gezegd: de pensioenrechten (waaronder die van de vrouw) waren verzekerd bij een BV van de man. De vrouw vond dit geen prettig idee. Hij had haar immers al vaker bedrogen. Zij eiste daarom dat haar pensioenrechten werden ondergebracht bij een professionele verzekeraar. Hierop had de man niet gerekend. Zijn poging om deze afstorting tegen te houden bleek echter tevergeefs. De vrouw had het recht aan haar zijde. Maar het werd nog erger. Het bedrag dat moest worden afgestort was niet, zoals de man dacht, gelijk aan 50% van de pensioenvoorziening op de balans van zijn BV. De werkelijke waarde van de pensioenrechten van de vrouw bleek veel hoger. Zo hoog zelfs dat de afstorting het installatiebedrijf van de man de komende jaren onder een forse financiële druk zet. Voorlopig moet hij daarom al zijn tijd besteden aan het bedrijf. Misschien maar beter ook, want die aantrekkelijke jonge vrouw was al weer op hem uitgekeken.
Mr. F.J. Kerkhof Fb Alfa Accountants en Adviseurs te Wageningen
[email protected]
GAzet 5-2007 | 7
GAZ0507_08_01_02_03 :GAZ0407_08_01_02_03
16-10-2007
12:31
Pagina 8
Reageren? Heeft u vragen of opmerkingen over onderwerpen uit deze krant? Stuur uw reactie naar: Conga o.v.v. GAzet, Dukatenburg 90-03, 3437 AE Nieuwegein Of per e-mail naar:
[email protected]
VOGA
Het Verbond Ondernemers Gespecialiseerde Aanneming (VOGA) is een landelijk opererende vereniging voor betonstaalverwerkende bedrijven. Om het belang en de kennis over wapeningsstaal onder de aandacht te brengen, werkt VOGA nauw samen met de RBW, VEST en NSPB in de Stichting Promotie Wapeningsstaal - SPW.
Werkgevers eisen simpele loonaangifte Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland roepen op zowel de loonaangifte als de verwerking te versimpelen door de polisadministratie bij de Belastingdienst onder te brengen. Zo ontstaan er geen fouten meer met het doorsturen van data naar het UWV. Door het aantal gegevens dat moet worden verstrekt met 80 procent te reduceren, wordt de kans op aanleverfouten kleiner. Zij vergelijken het loonaangifteproces bij de fiscus met ‘het
maken van een puzzel van de sterrenhemel met negentien miljoen stukjes zonder voorbeeld’, waarna uitkeringsinstantie UWV ‘de aan elkaar geplakte gegevens opslaat in maar liefst dertien
Extern bureau In het begin van de vorige eeuw was overgrootvader Koen Hesie met een aannemingsbedrijf begonnen in Guldenoord. Inmiddels bestaat het bedrijf ruim 100 jaar en wordt geleid door de broers Ad en Co Hesie. Inclusief de beide broers werken er 12 mensen. Van personeelsverloop is geen sprake. Iedereen heeft het naar z’n zin. Eigenlijk kun je spreken van een clubje ‘vakidioten’. Opdrachtgevers die vragen om de hoogste kwaliteit en daar ook iets voor over hebben, zijn enthousiast over de geleverde prestaties. Gelukkig bestaan er in Nederland nog voldoende bedrijven die hetzelfde nastreven als Ad en Co Hesie. In werkelijkheid hebben de beide broers een andere naam en woonplaats, maar hun belevenissen zouden ook de belevenissen kunnen zijn van al die andere bedrijven. ‘Onze’ Eelco is een goede collega van de beide broers. Hij had hun verhaal aangehoord en vond het wel iets voor GAzet. Volgens Eelco kon hier niet genoeg aandacht aan worden besteed. In deze snelle wereld waar tijd niets mag kosten en niets tijd mag kosten, hebben Ad en Co best nog wel eens moeite om bij hun eigen gemeente ‘aan de bak’ te komen. Verschillende keren hebben ze bij diverse projecten al te horen gekregen dat ze te duur zouden zijn. De gemeente moet uiteraard zorgvuldig met de eurootjes
8 GAzet 5-2007 |
databases’. Volgens hen is de automatisering zo complex, dat alleen met drastische maatregelen de beloofde verlaging van de administratieve lastendruk nog kan worden gehaald.
Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 638 19 39
[email protected] www.voga.nl
AVM
Het doel van de Algemene Vereniging van Metselwerken (AVM) is belangenbehartiging in de ruimste zin van het woord. Op dit moment wordt de prioriteit gelegd bij de maatschappelijke, financieel-economische, juridische, zakelijke en gezondheidsbelangen. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 603 27 97
[email protected] www.avmmetselwerken.nl
Boorinfo Boorinfo B.V. is een snelgroeiende brancheorganisatie voor betonboorbedrijven met als doel een landelijk netwerk van samenwerkende betonboorbedrijven te realiseren. Goede bedrijfsvoering is meer dan alleen vakmanschap. Informatie: De Meerpaal 5 6916 DE Tolkamer Tel.: (0316) 54 74 57
[email protected] www.boorinfo.nl
Bovatin
De Bond van Aannemers van Tegelwerken In Nederland (Bovatin) richt zich op belangenbehartiging voor de leden, met veel aandacht voor het bevorderen van hun vakbekwaamheid en economische zelfstandigheid. Leden kunnen verder terecht voor individueel advies. Informatie: Postbus 85 7460 AB Rijssen Tel.: (0548) 53 85 05
[email protected]
VSB
De Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingsbedrijven (VSB) vertegenwoordigt naar opdrachtgevers, overheden, instellingen en organisaties de belangen van de leden. De vereniging bepleit een rationeel en realistisch beleid, dat de leden in staat stelt om hun slagkracht te behouden. Informatie: Postbus 190 2700 AD Zoetermeer Tel.: (079) 353 12 66
[email protected] www.vsb-online.nl
COLUMN MIKE MORTEL
HHD
Het Hellende Dak (HHD) is een landelijk opererende vereniging voor bedrijven die zijn gespecialiseerd in het aannemen en uitvoeren van daken die worden voorzien van hellende bedekkingen. HHD werkt nauw samen met de Stichting Opleiding Hellende Daken. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 634 34 54
[email protected] www.hhd.nl
NVAF De Nederlandse Vereniging van de belastingbetaler omgaan, nietwaar? Daar zijn de beide broers het voor 100%, meer kan niet, mee eens. Dat betekent echter niet, dat een iets hoger aanbestedingsbedrag op langere termijn ook duurder is. En waar de broers helemaal kotsmisselijk van worden, is het steeds maar weer inschakelen van externe bureaus, zogenaamd voor nader ‘objectief’ onderzoek en het opstellen van een werkplan. Alsof dat niets kost. Onlangs werd er nog een verkeerscirculatieplan van een extern bureau op tafel gelegd. Bij een nieuw te bouwen school moet de verkeerssituatie worden aangepast. Het ‘externe plan’ had zeventienduizend euro gekost. Nee, de deskundigen van het bureau hadden tijdens het spitsuur ’s morgens en ‘s middags niet ter plaatse gekeken, maar alles via de tekeningen geïnventariseerd en bestudeerd. En nee, over levensgevaarlijke verkeerssituaties, voor met name de kinderen die de school moeten gaan bezoeken, had het bureau ook niets vernomen. Nu woont Co Hesie recht tegenover het terrein van de nieuw te bouwen school en ziet dagelijks een aantal ‘narrow escapes’. Ja, als je niet uitkijkt, klap je zo maar tegen een auto die met 60 km of meer per uur door de straat jaagt. Maar ‘bijna’ doden zijn geen echte doden en tellen derhalve niet mee in een zogeheten ‘gevarenevaluatie’ zoals een medewerker van het bureau het stelde tijdens een hoorzitting. Kijk, en dat is nu precies zo’n situatie waarover Ad en Co zich behoorlijk kunnen opwinden. Luchtfietserij zonder praktische waarde mag zo maar even zeventienduizend euro kosten, terwijl hoogwaardig metsel- en voegwerk moet worden uitgevoerd voor ‘Poolse’ prijzen. Volgens Ad en Co willen de ambtelijke rekenmeesters maar niet inzien dat duurzaam bouwen totaal iets anders is dan duur bouwen. De broers hebben de ambtelijke rekenmeesters gevraagd waarom ze hun meubilair en comfortabele zetels toch niet bij IKEA kopen, ondanks het feit dat ze daar aanvankelijk veel goedkoper uit zijn. Haarfijn werd uiteengezet dat een hoge kwaliteit een lange levensduur garandeerde en dus op langere termijn goedkoper was. Voor dit antwoord behoefde men gelukkig geen beroep te doen op de diensten van een extern bureau. Nu maar afwachten of de gebroeders Hesie aan de nieuwe school ook hun steentje mogen gaan bijdragen.
Aannemers Funderingswerken (NVAF) behartigt de branchespecifieke belangen van de aannemers van funderingswerken en eigenaren van funderingsmaterieel. De NVAF is voor Nederland lid van de European Federation of Foundation Contractors EFFC en het Deep Foundations Institute DFI (USA). Informatie: Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk Tel.: (0341) 45 61 91
[email protected] www.funderingsbedrijf.nl
NVK
De Nederlandse Vereniging van Kitverwerkende bedrijven (NVK) behartigt de belangen van ondernemers die (bijna) uitsluitend op professionele wijze kitten verwerken. De belangenbehartiging beslaat een breed terrein: arbeidsvoorwaarden, sociale en economische aspecten, vaktechnische zaken, milieuaspecten, opleiding. Informatie: Postbus 41 1483 ZG De Rijp Tel.: (0299) 68 26 12
[email protected] www.nvkit.org
VNV
De Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV) maakt zich sterk voor de kwaliteit van voegwerk, een duidelijke juridische positie van haar leden ten opzichte van opdrachtgevers en een goede en gedegen opleiding. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 638 19 38
[email protected] www.vnv-voeg.nl