s tichting I>ouw r esearch
De aansprakelijkheid van de aannemer in Europa De situatie in België, Frankriik, Duitsland en Engeland
••
255
©Copyright SBR, Rotterdam
Rapporteur: ir. drs. L. van der Graaf, Bouwcentrum Advies b.v.
©Copyright SBR, Rotterdam
research
De aansprakelijkheid van de aannemer in Europa De situatie in België, Frankriik, Duitsland en Engeland
Rotterdam, 1992
255
©Copyright SBR, Rotterdam
De stichting stelt zich ten doel: a.
in de bouwnijverheid produktiviteit en kwaliteit te verhogen en de continuïteit in de werkgelegenheid te bevorderen;
b.
de kennis op het terrein van de bouwnijverheid te vergroten en te verspreiden naar en binnen alle organisaties waarmede de stichting een relatie onderhoudt;
c.
voorts al hetgeen dat met een en ander rechtsstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevordelijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
De stichting en degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken volgens de huidige stand van de wetenschap en techniek - van de in deze publikatie vervatte gegevens. Nochtans moet de mogelijkheid dat zich onjuistheden in deze publikatie kunnen bevinden niet worden uitgesloten. Degene die van deze publikatie gebruik maakt aanvaardt daarvoor het risico. De stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie in deze publikatie.
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
Graaf, L. van der De aansprakelijkheid van de aannemer in Europa: de situatie in België, Frankrijk, Engeland en Duitsland / L. van der Graaf, - Rotterdam: Stichting Bouwresearch. (SBR-publikatie; 255) ISBN 90-5367-042-4 NUGI833 Trefw.: bouwrecht; aansprakelijkheid; Europese Gemeenschappen.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Bouwresearch en het Ministerie van Economische Zaken. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written permission from the Stichting Bouwresearch and the Ministerie van Economische Zaken. '
©Copyright SBR, Rotterdam
INHOUD
WOORD VOORAF
5
SUMMARY
6
1.
7
INLEIDING
1.1
De aansprakelijkheid van de aannemer voor
7 8
de gebreken aan zijn werk
1.2 Leeswijzer '2.
BELGIE
2.1 2.2 2.3 2.4
3.
Mogelijke voorzorgsmaatregelen Belangrijkste verschillen met Nederland
Aansprakelijkheden Gevraagde en geboden garanties Mogelijke voorzorgsmaatregelen Belangrijkste verschillen met Nederland
ENGELAND
4.1 4.2 4.3 4.4 5.
Gevraagde en geboden garanties
FRANKRIJK
3.1 3.2 3.3 3.4
4.
9 9
Aansprakelijkheden
Aansprakelijkheden Gevraagde en geboden garanties Mogelijke voorzorgsmaatregelen Belangrijkste verschillen met Nederland
BIJLAGE
15 15 16 17 18 20 20 23 23 24
Belangrijkste verschillen met Nederland
26 26 28 28 28
Kenmerken per land
30
DUITSLAND
5.1 5.2 5.3 5.4
11 12 13
Aansprakelijkheden Gevraagde en geboden garanties Mogelijke voorzorgsmaatregelen
Stichting Bouwresearch
3
©Copyright SBR, Rotterdam
DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER IN EUROPA
4
©Copyright SBR, Rotterdam
WOORD VOORAF
Het daadwerkelijk tot stand komen van een Europese markt zal definitief worden in 1993. De gevolgen van de eenwording staan reeds geruime tijd in de belangstelling. Redenen voor SBR om de markt in een vroeg stadium voor te lichten over deze gevolgen. Hiertoe heeft zij reeds enkele onderzoeken afgerond waaronder "De bouwsector en Europa 1992; een marktoriëntatie voor België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland" . Aansprakelijkheid, garanties en verzekeringen staan internationaal in de bouwwereld in de belangstelling. Zo wordt op Europees niveau al geruime tijd gesproken over harmonisatie op dit gebied. Een eerste aanzet is te vinden in het rapport Mathurin wat in opdracht van de Europese Commissie is gemaakt. In het voorliggende rapport krijgt u een idee van de problemen die harmonisatie te weeg kunnen brengen. Deze publikatie is een introductie van de situatie zoals deze op dit moment is in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland. Deze actuele informatie is bedoeld voor aannemers, nevenaannemers en bouwondernemers die zich op de hoogte willen stellen van de eisen en verplichtingen die gesteld worden aan hen indien zij opdrachten aanvaarden in het buitenland. Het rapport kan gezien worden als aanvulling op publikatie nr. 224 (delen A t/m E) waarin het aspect regelgeving is behandeld. Aan Europese regelgeving en/ of specifieke EG-richtlijnen is in dit rapport geen aandacht gegeven.
De informatie is verzameld aan de hand van vraaggesprekken met deskundigen in het buitenland. De rapportage is opgesteld door ir, drs. L. van der Graaf van Bouwcentrum Advies B.V. Het onderzoek is begeleid door een studiecommissie w:elke als volgt was samengesteld: dr.mr. J.J. Goudsmit, voorzitter mW.mr. S.E. Cozijnsen-Smaal, coördinator Stichting Bouwresearch A.R. Boer Nationale Nederlanden N.V. drs. A.J. Drewes Algemeen Verbond Bouwbedrijf, AVBB mw. mr. A.M. Jansen (tot 1-3-91) Ministerie van VROM-DCB mr. R.J. Nap Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid, NVOB H. van der Stoel Hudig Langeveldt mW.mr. A.J.M.J. Stokman-Conijn Ministerie van Economische Zaken S.R. Whittaker Hollandsche Beton Groep N.V.
Stichting Bouwresearch
5
©Copyright SBR, Rotterdam
DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER IN EUROPA
SUMMARY
Interest in the possibilities for carrying out construction work in other West-European countries is increasing with the approach of the European Market in 1992. This study considers the liability for poor workmanship which becomes apparent af ter completion of the work. This is important for the contractor to consider when contemplating projects in other West European countries. A contractor who has carried out several projects in a foreign country can decide whether or not to undertake more work in that country if the results have not been satisfactory. The construction works which he leaves behind, however, and his liabilities for poor workmanship as weIl as his obligations to correct any faults remain. These liabilities can remain in force for a period of ten years or even longer after the works have been completed and can be difficult to insure against. The publication is aimed primarily at and intended for con tractors and subcontractors of construction and building works. It is particularly the contractor' s liabilities af ter work has been completed and for the possibilities for him to take preventative measures against the consequences.
For some years increasing attention has been given by the European Commission to the harmonization of liability regulations within Member States. This publication does not consider possible developments in th is area but offers only the present situation i.e. the situation which the contractor is confronted with when he considers at this moment to undertake a project in one ofthe countries described. Considerable differences exists between the various countries in legislation, judicia I opinions, standardconditions, contractual culture and the impact and possibilities of insurance. The brochure of course gives only insight into the prevailing situation per country considered. Therefore the following ad vice is emphasised: It is strongly recommended that an expert is retained to advise on contract law, legal and other juridical aspects!
A similar recommendation is va lid for insurance matters. Practices and possibilities for each of the four countries are summarized in the publication.
The review deals with the liabilities resulting from va rio us nationallegislation and standardcontracts as weIl as from supplementary guarantees demanded by clients or offered by contractors in Belgium, France, Germany and England. During the preparation of the review, the request for supplementary guarantees in respect of the quality of completed work appeared to be of little significance in Western European countries, mentioned in this review.
6
©Copyright SBR, Rotterdam
1
INLEIDING
1.1
De aansprakelijkheid van de aannemer voor gebreken aan zijn werk
De belangstelling voor de mogelijkheden om bouwwerken uit te voeren in de ons omringende landen neemt toe met de nadering van de Europese Markt in 1992. Daarom heeft SBR al een serie publikaties uitgegeven waarin een grote hoeveelheid marktinformatie over het "nabije buitenland" wordt aangereikt, de publikaties 224 a tlm e: "De bouwsector en Europa 1992: Een verkenning naarde situatie in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland". De aansprakelijkheid voor gebreken na oplevering vormt een belangrijk aandachtspunt voor een aannemer die besluit om projecten in het nabije buitenland uit te gaan voeren. Een aannemer die één of meer projecten in een land heeft gerealiseerd, kan zonder meer besluiten om in het betreffende land te stoppen als de resultaten hem niet bevallen. Maar het door hem uitgevoerde werk blijft in land achter, en dus ook zijn aansprakelijkheid voor eventuele gebreken en zijn eventuele verplichtingen tot herstel daarvan. . Deze aansprakelijkheid kan tot 10 jaar en langer na het gereedkomen van het werk doorlopen, terwijl zij over het algemeen moeilijk te verzekeren is. Deze publikatie is speciaal gewijd aan de aansprakelijkheden van de aannemer na de oplevering van het werk en aan zijn mogelijkheden om voorzorgsmaatregelen te treffen tegen de gevolgen ervan; aspecten waaraan in de publikaties 224 a ti md in veel beknoptere vorm al enige aandacht was geschonken. De verkenning voor deze publikatie was niet alleen gericht op de wettelijke en gebruikelijke contractuele aansprakelijkheden, maar evenzeer op de garanties die in afwijking hierop worden gevraagd en aangeboden. Tijdens de verkenning bleek dat het vragen of aanbieden van aanvullende garanties voor de deugdelijkheid van het gerede werk in de ons omringende landen met uitzondering van Engeland, van geringe betekenis is.
nisatie van de aansprakelijkheidsregelingen in de verschillende lidstaten. Deze ontwikkelingen worden in Nederland door de verschillende geïnteresseerde partijen in de bouw gevolgd. Deze publikatie bevat geen beschouwingen omtrent de mogelijke ontwikkelingen in dit kader, maar geeft uitsluitend de situatie weer zoals die op dit moment is; de situatie waarmee de aannemer wordt geconfronteerd die nu een project wil uitvoeren in het nabije buitenland. De publikatie is primair gericht op aannemers, bouwondernemers en onderaannemers. Toch kan de inhoud zeker ook voor anderen nuttig zijn: De beschrijving van de situatie in de verschillende landen geeft een indruk van de achtergronden waaruit de vertegenwoordigers van deze landen redeneren als er over één aansprakelijkheidsregeling voor heel Europa wordt gesproken. Ook voor toeleveranciers staan er mogelijk interessante gegevens in. Immers, toeleveranciers van bepaalde bouwelementen kunnen zelfs direct te maken krijgen met de aansprakelijkheden als in deze publikatie omschreven wanneer zij deze elementen naar Frankrijk exporteren. Sommige toeleveringen worden daar qua aansprakelijkheid namelijk gelijkgesteld aan onderaanneming. Het lezen van deze brochure is nuttig, maar uiteraard niet voldoende voor degenen die werkelijk in één van de ons omringende landen werk willen gaan uitvoeren. Zelfs het lezen van de wet en van de standaardcontracten uit het betreffende land is niet voldoende. Per land wordt er namelijk vaak een zeer verschillende interpretatie gegeven aan overigens letterlijk dezelfde teksten. Een sprekend voorbeeld hiervan vormen de artikelen 1645 uit het Nederlandse Burgerlijk Wetboek en 1792 uit het Belgische Burgerlijk Wetboek en artikel 1792 van de Franse Code Civil. Het wordt dan ook sterk aangeraden om een adviseur in te schakelen met voldoende kennis van de contractregels en de juridische aspecten in het betreffende land!
Sinds enige jaren bestaat er binnen de Europese Commissie een toenemende aandacht voor de harmo-
Stichting Bouwresearch
7
©Copyright SBR, Rotterdam
DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER IN EUROPA Een zelfde soort overweging geldt voor de verzeke- 1.2 Leeswijzer ringen. In deze publikatie zijn de gewoonten en de mogelijkheden voor het verzekeren in het betreffen- De opbouw van de hoofdstukken 2 tot en met 5 is gelijk. de land globaal aangegeven. Als een aannemer een project wil gaan uitvoeren in één van de ons omringende landen zal hij eerst moe- . In de eerste paragrafen is steeds de situatie per land ten onderzoeken in hoeverre zijn lopende Neder- beschreven zonder dat daarbij in beginsel wordt gelandse verzekeringen de risico' s al dekken, dan wel refereerd aan de Nederlandse situatie. of aanvullingen noodzakelijk of gewenst zijn. In de laatste paragraaf van ieder hoofdstuk is een Bij de beoordeling van de verzekeringsmogelijkhe- overzicht opgenomen van de belangrijkste verschilden in het betreffende land moet er voorts rekening len met de Nederlandse situatie, die al uitgebreid is mee worden gehouden dat ogenschijnlijk gelijksoor- behandeld in de SBR-publikatie 179: "Aansprakelijktige verzekeringsvormen van land tot land verschil- .heden voor gebreken aan bouwwerken". lend van inhoud kunnen zijn. Soms ontbreken er In deze paragraaf zijn ook eventuele tips opgenomen bijvoorbeeld dekkingen die in Nederland standaard die de informanten uit het betreffende land belangrijk vonden voor de Nederlandse aannemer die van . bij een bepaalde verzekeringsvorm inbegrepen zijn. plan is om in het betreffende land te gaan werken. Ook hier geldt dus dat het verstandig is om een ter zake kundig adviseur in te schakelen. In het rapport is een bijlage toegevoegd waarin de belangrijkste ·kenmerken per land op zeer schematische wijze naast elkaar zijn gezet. Het schema is bedoeld om het totaaloverzicht te bevorderen. Als gevolg van de beknoptheid is hierbij nog minder ruimte om de genuanceerde werkelijkheid recht te doen dan in de op zichzelf reeds beknopte tekst van de brochure.
8
©Copyright SBR, Rotterdam