IVN Maasduinen Nieuwsbrief november 2013
Inhoud van deze nieuwsbrief: Pag. 2 Pag. 3 / 5 Pag. 6 Pag. 7 Pag. 8 Pag. 9 Pag. 10 Pag. 11 Pag. 12 Pag. 13 Pag. 14 Pag. 15 Pag. 16 Pag. 17
Colofon De Huismoeder ( C Sitsen) Gezocht contactpersoon nachtvlinders Gevonden op de Groote Heide Half oktober De rode wouw De hondsroos Spreeuwen zwermen Leeftijdsopbouw IVN Leden Het jaar van de patrijs Zoek je rust of ontspanning? Succes weidevogelboeren Zwarte ibis rukt op Duizenden kruisbekken
1
Colofon IVN Maasduinen Ton Wetjens, Voorzitter Tel: 077 - 4722870 Wiel Jacobs, Secretaris Tel: 077 - 4721489 Secretariaat algemeen, beheer website, ledenadministratie. Marc Vergeldt, Penningmeester Tel: 077 - 3661405 Financiën, coördinatie werkgroepen. Annet Weijkamp Bestuurslid Tel: Jan Heuvelmans, Bestuurslid Tel: 077 - 4720040 Jo Peters, Bestuurslid Tel: 077 – 4721453 Ritsaart Blaisse Bestuurslid Tel: Secretariaat: Oude Heerweg 213, 5941 EM Velden. E-mail:
[email protected] Bank: Rabo rek. nr: 153513861 t.n.v. IVN Maasduinen. Coördinatie werkgroepen: Marc Vergeldt Tel: 077 - 3661405 Beheer werkgroep: Henk Wennekers Tel: 077 - 4721813 Vogelwerkgroep:
Theo Lommen
Tel: 06 - 51786669
Amfibieën & reptielenwerkgroep: Ton Wetjens Tel: 077 – 4722870 Werkgroep vleermuizen: Functie vacant Vlinderwerkgroep: Harry v.d. Logt Tel: 077 – 4721861 E-mail:
[email protected] Jan Heuvelmans Tel: 077 – 4720040 E-mail:
[email protected] Redactie nieuwsbrief: Jeu Smeets Tel: 077 – 3520206 E-mail:
[email protected] Ton Wetjens Tel; 077 – 4722870 E-mail:
[email protected] Clublokaal: de Hansenhof, Hasselt 10 5941 NP te Velden.
2
Nachtvlinders. Ik zie ze vliegen! Enkele opmerkelijke namen van de nachtvlinders. (Alle vetgedrukte woorden zijn vlindernamen.)
De HUISMOEDER met een flinke HAARBOS liep met haar WEESKIND een GRAUWE MONNIK tegen het lijf, een BRILDRAGER ……………. Dat zou zomaar het begin kunnen zijn van een verhaaltje. Maar de verhaallijn stokt een beetje als je alle nachtvlinders met een opmerkelijke naam een rol wilt laten spelen. Ik vraag me af hoe men die namen heeft verzonnen. Behalve die GRAUWE MONNIK is er bv ook nog een HAARBOS HAARBOS ABSINTMONNIK, die een echte PLAKKER is en wellicht ook alcoholverslaafd, dus in een ROESJE. Of de vrouwelijke variant, de NONVLINDER. Dat WEESKIND is er trouwens in rood, wit, blauw, grijs, zwart en nog wat varianten. Ooit wel eens een VOS, HYENA, GELE TIJGER, PANTER, DRAAK, BEERTJE, VEELVRAAT of een SCHAAPJE zien vliegen? De RIETVINK, het PAPEGAAITJE en UILTJE en KOLIBRIE vliegen allemaal als vogels, maar dus ook nog eens als nachtvlinder. De KLEINE IJSVOGELVLINDER vliegt overdag, maar lijkt in de verste verte niet op onze ijsvogel. De DROMEDARIS of het KAMEELTJE verwacht je ook niet meteen in de lucht. APPELTAK, IEPENTAK(vlinder), EIKENBLAD, BESSENTAK(vlinder), ESPENBLAD, POPULIERENBLAD, HULSTBLAD, VLIER(vlinder) en nog vele andere namen uit het bomenrijk zijn vertegenwoordigd.
3
KAMEELTJE
APPELTAK
Sommige exemplaren beginnen met EEN(stipgrasuil), TWEE(vlekspanner), DRIE(tand), VIER(vlakvlinder), VIJF(vlek-sintjansvlinder), of ZES(streepuil), dat zegt wel iets over hun uiterlijk, ook als ze beginnen met PUNT(lijngrasuil), KOMMA(-uil), STREEP(jesdwergspanner),en LIJN(snuituil). Je hebt ook vrouwtjes van de ZAKDRAGERS!
HUISMOEDER
GROOT AVONDROOD
Zijn de SCHEDELDRAGERS, DOODSHOOFDVLINDERS en WAPENDRAGERS engerds? Valt erg mee. Dan heb je nog de SINT JACOBSVLINDER of SINT JANSVLINDER genoemd naar een heilige. ZOMERVLINDER, WINTERGOUDUIL, VOORJAAR(sboomspannerr), en HERFST(spinner): de seizoenen komen voorbij als -spinner, -spanner, -uil en –vlinder. Minder fantasierijk zijn namen als BLAUW(vleugeluil), WIT(lijntandvlinder), GROEN(bandspanner), GEEL(beertje), ZWART(puntvolgeling) en PURPER(beer) welke ik ook had kunnen verzinnen, maar AVONDROOD klinkt toch weer heel romantisch.
4
Ook zijn er de metaalkleuren, GOUD(venstertje), ZILVER(streep) en KOPER(uil), of simpelweg METAALVLINDER. De SPAANSE VLAG is als vlinder veel kleuriger dan alleen maar rood/geel. Als je er geen jota van snapt, dan is er ook nog de JOTAUIL.
LIEVELING
SPAANSE VLAG
De allermooiste naam, vind ik, is ongetwijfeld de prachtige LIEVELING. Dat adelijk bloed zoals KONING(spage), KONINGIN(nenpage), MONARCH(vlinder) en KEIZER(smantel) alleen bij de dagvlinders gebruikt wordt riekt naar discriminatie.
Nu heb ik het wel over de nachtvlinders gehad, maar ook bij de vogels “is er niks menselijks vreemd” zoals bv een zanger, strandloper, jager of bosruiter. De roodstaart en roodborstjes hebben te lang liggen zonnen op het naaktstrand. Maar dat is een ander verhaal. Camilia Sitsen
5
Contactpersoon nachtvlinders. IVN Maasduinen zoekt een tweede contactpersoon voor het onderdeel
Nachtvlinders
IVN Maasduinen is dit jaar gestart met nachtvlinders als onderdeel van de Vlinderwerkgroep. De omgeving van Venlo was een grote witte vlek op de (nacht)vlinderkaart. Er is dit jaar in de tuin van een lid een begin met nachtvlinder inventarisatie gemaakt. We streven naar een nachtvlinderwerkgroep met twee contactpersonen. Het komende jaar willen we in onze bossen enkele keren een nachtvlinderavond regelen. We zoeken iemand die interesse heeft om dit soort avonden mede te organiseren. Het organiseren betreft het opzetten van de vlindervallen en de generator in het bos. Dit zal 6-8 keer per jaar zijn. Verder vastleggen van resultaten, rapporteren (ons nieuwsblad en waarneming.nl), de communicatie hierover binnen het IVN en het in overleg uitzoeken van geschikte biotopen in onze omgeving. Op deze manier willen we persoonlijke en algemene kennis over nachtvlinders in onze omgeving opdoen. Al doende leren we. We zoeken nog een contactpersoon, waarbij persoonlijke interesse voor vlinders in het algemeen en nachtvlinders in het bijzonder een aanbeveling is. Diegenen die hier graag aan mee willen doen kunnen zich melden bij: Jan Heuvelmans Sparrenlaan 4 Velden tel.O77 4720040
6
De bijzondere vondsten van Jeu Smeets op de Groote Heide.
Alles verzameld op een stronk
Moeder en kind na de geboorte
Prachtige verticale formatie
Wel een heel bijzonder toilet
Onbekende schoonheid
Heel veel op een omgevallen boom
Tonders in de knel
7
Half oktober 2013, nog geen (trek) vogels Tekst en foto’s: Jeu Smeets Het is bijna half oktober en de natuur heeft gezorgd voor een enorme bessenpracht, sommige zelfs op al kaal hout zoals de lijsterbessen en andere, zoals de meidoorn, nog half verscholen achter weelderig groen. Normaal gesproken komen rond half september de eerste koperwieken al op hun doorreis naar nog zonniger streken en blijven ze hier een tijdje hangen om zich nog eens lekker vol te stoppen met de voedzame bessen die hier overal voorhanden zijn. Vaak zijn ze dan al in gezelschap van kramsvogels en grote lijsters die het in het hoge Lijsterbessen, in enorme hoeveelheden noorden al te koud geworden is. Ga je nu echter op internet zoeken naar het weer in Scandinavië dan blijken daar op dit moment temperaturen van 10 tot 15° C heel normaal te zijn om van stevige nachtvorsten al helemaal niet te spreken. De laatste jaren hebben wij al een paar keren meegemaakt dat deze lijstersoorten bijna de hele winter in onze streek zijn blijven vertoeven. Is het dan toch de opwarming van de aarde die deze vogels doet besluiten om hun gedrag te veranderen en zich niet meer moe maken met een lange reis naar zuid Europa? Als dat zo is zal het ook vele vogellevens schelen omdat in zuid Europa plaatselijk nog niet zo nauw gekeken wordt op een schot hagel meer of minder. Toch blijft het maar een vreemd idee dat vogels in staat zijn om binnen enkele decennia hun, in al eeuwen overgeleverd en aangeboren gedrag, zo snel aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. Ieder jaar kijk ik weer uit naar de grote troepen van deze vogels omdat ze doorgaans niet schuw zijn en van dichtbij Meidoornbessen, nog mooi in ‘t groen goed waar te nemen en te fotograferen. In Venlo, op het natuurgebied “ Groote Heide “ staan veel van deze bessenbomen gegroepeerd op gemakkelijk te bereiken plaatsen, waarvan sommigen waar je langs de verhardde weg de auto bijna onder kunt parkeren en die als schuilhut gebruiken. Het blijft toch altijd fascinerend hoe groot de verschillen tussen deze vogels zijn in grootte en kleur, alsmede het geluid dat ze voortbrengen. Alleen de alarmroep verstaan ze blijkbaar allemaal onder elkaar want als er iets gebeurd wat ze niet vertrouwen dan is het wegwezen en op een eindje afstand wachten tot de kust rond de gedekte tafel weer veilig is.
8
De rode wouw, een bedreigde grootheid De rode wouw, die hier weinig voorkomt, behoort toch tot één van Europa’s meest bedreigde roofvogelsoorten. Met een maximale grootte van 60 cm. en een spanwijdte tot 1,70 mtr. voor de man en 70 cm. groot, met een spanwijdte van 1,95 mtr. voor de vrouw zijn het toch zeer imposante vogels, die door zijn gevorkte staart en zijn roodachtige verenkleuren nauwelijks te verwarren is met andere roofvogelsoorten. Alleen zijn iets kleiner familielid, de zwarte wouw, heeft een vergelijkbaar silhouet aan de hemel. De rode wouw spoort zijn prooi op middels een zoekvlucht vanuit de lucht. Daarom heeft hij halfopen landschappen, bosranden, weilanden, heggen en wateroppervlakten nodig. Prooidieren
Prachtige vogel in volle vlucht, let op zijn mooie witte ondervleugels
Vroeger behoorden muizen en veldhamsters tot zijn hoofdprooien, maar door de sterk veranderde landbouwmethoden gaat steeds meer leefruimte voor deze beestjes verloren en daarmee het voedselaanbod voor deze mooie rovers. Naast kleine zoogdieren en vogels eet de rode wouw ook aas dat vaak bestaat uit verkeersslachtoffers van divers pluimage, hetgeen tot gevolg heeft dat de wouw zelf vaak als verkeersslachtoffer zijn leven beëindigd. Verder is aan deze vogel opvallend dat hij net als de visarend flinke vissen van de wateroppervlak af kan pakken. Voorkomen en gebiedstrouw De rode wouw komt bijna alleen in Europa voor en kent naar schatting ruim 20.000 broed-paren, waarvan er naar schatting zo’n 40 % in Duitsland broeden. Daarmee draagt dat land een flinke verantwoordelijkheid in de bescherming van deze forse roofvogel. De rode wouw bouwt zijn horst (nest) graag in hoge bomen, dat hij dan graag versiert met papier, plastic en stofresten als deze voorhanden zijn. De vogels zijn erg gebiedstrouw en eenmaal een koppel blijven ze meestal een leven lang bij elkaar. De broedtijd begint meestal begin april en na een broedtijd van ongeveer 30 dagen zien de jongen, meestal 2 of 3 stuks, het levenslicht. Na ongeveer 8 weken zijn de jongen klaar om uit te vliegen maar zijn dan nog niet zelfstandig. Tot de herfst blijft de familie bij elkaar en zeggen dan elkaar gedag, waarna de jongen het eerste vertrekken naar het warmere zuiden dat meestal het Middellandse zeegebied is met een voorkeur voor Spanje. Vogeltrek en leeftijd Tijdens de laatste jaren is een inkorting van hun trekgedrag vastgesteld, alsmede dat ze duidelijk later gaan vertrekken, wat duidelijk met de klimaatverandering te maken heeft. In sommige gevallen als er voldoende voedselaanbod is wordt zelfs al overwinterd in onze streken. De rode wouw kan betrekkelijk oud worden, want er zijn vogels teruggevonden in de leeftijd van zo’n dertig jaar. Dat zullen wel uitzonderingen zijn want de doorsnee leeftijdsbereik ligt tussen de zeven en de tien jaar. Vooral de tocht van en naar het winterverblijf kost veel van deze vogels het leven omdat ze daarbij landen passeren waar niet op een schot hagel meer of minder gekeken wordt. Maar ook stroomleidingen, verkeer en windmolens maken nogal wat slachtoffers terwijl ook nog steeds pesticiden een doodsoorzaak zijn. Natuurlijke vijanden heeft de wouw niet veel want als enige komen hiervoor in aanmerking de oehoe en de steen- en zeearenden. Tekst: Jeu Smeets. Foto’s: Wikimedia
9
De hondsroos – struik van de rozenbottels Tekst: Jeu Smeets. Foto’s: Wikipedia De hondsroos ( Rosa canina ) is de meest voorkomende wilde rozensoort in onze omgeving. Overal langs bos- en straatkanten kun je die aantreffen, spontaan vermeerderd ofwel aangeplant. Het is een los ogende struik die tot drie meter hoog kan worden, maar de in wezen vrij dichte plant is een beschermde, doornige leef- en voedselruimte voor vele diersoorten. De rijk geproduceerde bloemen zijn een belangrijke voedselbron voor wilde bijen, hommels en andere bestuivende insectensoorten. Daaruit ontwikkelen zich dan de bekende vlezige rozenbottels waarvan de rode vruchten zeer smakelijk en vitaminerijk zijn. Men kan ze gebruiken voor het maken van jam, likeur, vruchtenwijn en thee. Ook in de medische wereld worden rozenbottels ingezet bij de bestrijding van zware verkoudheden en vastzittende hoest. De bottels bevatten zeer veel nootachtige pitjes die van kleine weerhaakjes voorzien zijn en die bij aanraking met de huid jeuk kunnen veroorzaken. Soms kun je in de hondsroosstruik een soort harige gezwellen aantreffen die men in de volksmond “slaapappels “noemde. Vroege geloofde men dat deze vervormingen, die wel op harige appels lijken, onder het hoofdkussen gelegd slaapstoringen zouden kunnen voorkomen. Deze vervormingen, ook wel “ galappels ” genoemd ontstaan doordat de rozengalwesp haar eieren legt in de nog gesloten bloemknoppen. De struik reageert daarop door deze, tot wel tien centimeter grote vergroeiing te produceren en die dan de leefruimte is voor vijftig tot zestig galwesplarven. De kleur van deze bal kan variëren van lichtgroen tot bleekgeel en zelfs lichtrood. Mogelijk kun je bij een volgende wandeling wel ergens zo’n bal ontdekken. Voor verschillende vogelsoorten zijn deze rozenbottels een zeer voedzame lekkernij waar vooral vinkensoorten met een stevige snavel zoals groenlingen en appelvinken graag gebruik van maken. Eenmaal een bottel door hun geopend is de binnenkant ook voor andere zaadeters bereikbaar en kunnen de harige nootjes verorberd worden. Ook koperwieken, kramsvogels en grote lijster lusten wel zo’n voedzame en vitaminerijke rozenbottel die tot in het voorjaar beschikbaar blijft.
10
Fascinerende spreeuwenzwermen in de schemering Jaarlijks geven tienduizenden spreeuwen ( Sturnus vulgaris ) spectaculaire luchtshows net voor de schemering valt en vormen magische vliegpatronen in de lucht die voor de toeschouwer nauwelijks te volgen zijn. De massale aanwezigheid van deze vogels vormt een van de meest bijzondere natuurlijke bezienswaardigheden en kunnen snelheden bereiken tot wel 40 km. p/u. Veel is erover gespeculeerd hoe de vogels in staat zijn om deze acrobati-sche patronen uit te voeren zonder massaal met elkaar in botsing te komen want ingevoerde computermodellen hebben uitgewezen dat hiervoor minder dan 100 milliseconden de tijd voor is. Spreeuwen, vissen en ook bijen kennen het allemaal en het lijkt of deze zwermen en scholen een eigen leven leiden en met het draaien en keren steeds nieuwe, verbazingwekkende, nieuwe vormen en patronen ontwikkelen. Vroeger dacht men dat de vogels en dieren over een soort telepathische gaven beschikten die dit mogelijk maakten, maar nu laten in Groningen ontwikkelde computermodellen iets heel anders zien. Het geheim ontrafelt??? De herfst is de tijd van het massale zwermen van de vogels die met miljoenen vanuit Rusland en Scandinavië naar onze omgeving trekkenen hier soms megazwermen van wel meer dan 100.000 vogels vormen. Dat roept dan weer talloze vragen op zoals: Waarom zwermen deze vogels? Communiceren ze onder elkaar en hoe doen ze dat?
Waarom botsen ze niet in grote getale?
Het totale mysterie van de massazwermen. De zwermenhoogleraar Charlotte Hemelrijk ( wat een naam ) ontrafelde een deel van dat mysterie. Volgens haar is er sprake van een zgn. zelforganisatie, waardoor de vogels tot elkaar aangetrokken worden en allen dezelfde kant op bewegen. Botsingen proberen ze daarbij zo te vermijden. Verder zou blijken dat één individuele spreeuw contact heet met zeven buren om hem heen in de zwerm. Volgens een wiskundig model werd haar stelling getoetst en die bleek te kloppen. Zij denkt verder dat de vogels in grote groepen vliegen om roofvogels te slim af te zijn. Verder zijn deze vogels volgens haar heel sociale dieren. Er zijn mensen die helemaal lyrisch worden als ze het verschijnsel van de spreeuwenzwermen zien en laten we eerlijk zijn het blijft een fabuleus gezicht. Bewerking en foto’s: Jeu Smeets. Met dank aan Vara’s Vroege Vogels.
11
Leeftijdopbouw van de IVN leden anno oktober 2013 door Annet Weijkamp
8 18 28 38 48 58 68 78
4 10 2 2 14 18 22 6
Leeftijd opbouw van IVN leden 2013-10-22
Zandhagedis met kever Een prachtige foto van P. Broekhof gepubliceerd in de nieuwsbrief van Vroege Vogels. De kever lijkt mij iets te groot voor het hagedisje. Alhoewel ik niet weet hoe ver die zijn mondje open kan maken.
12
Jaar van de Patrijs Donderdag 10 oktober 2013
Heeft u ’t weleens meegemaakt tijdens een wandeling? Je loopt door ’t veld en schrikt op door een wat rasperig ‘krieuw, krieuw, krieuw’. En hup, uit ’t niets vliegt een groepje patrijzen voor je voeten op. Om wat verder in een ruig veldje te verdwijnen. Dan was u een geluksvogel! Want zo algemeen als de patrijs ooit was in ons boerenland, zo zeldzaam en bedreigd is hij nu. Alle reden om 2013 tot ‘Jaar van de Patrijs’ uit te roepen. Met extra aandacht voor hun bescherming. De Patrijs Voor wie ‘m nog niet kent: even voorstellen. De patrijs is een kleine, hoenderachtige vogel. Hij gaat in grijsbruin gekleed, met een steenrood gezichtsmaskertje. Op de borst prijkt een donkere vlek. Patrijzen gedijen in open landschap met struiken en kruidachtige ruigtes. Buiten het broedseizoen leven ze in groepjes van 5 tot 25 vogels. Ze leven van insecten, zaden en bladgroen. Ook wroeten ze graag in een mierennest. De prijs van verandering Tot in de jaren ’70 bevolkten honderdduizenden broedpaartjes ons land. Je kon over patrijzen struikelen. Maar de landbouw moderniseerde en het landschap veranderde. Bloemrijke stroken komen nauwelijks meer voor, insecten zijn niet welkom, houtwallen en ruigtes zijn goeddeels verdwenen. De patrijs zag voedsel en veilige broed- en schuilplaatsen verdwijnen en is inmiddels een bedreigde soort. Ons land telt nu nog maar zo’n tienduizend broedparen. Boeren voor natuur De patrijs, en heel veel andere boerenlandvogels, zijn gebaat bij een natuurlijker platteland. In 2013, het jaar van de patrijs, zijn daarvoor projecten gestart. In Zeeuws Vlaanderen en in de Achterhoek, maar ook in Oost- Groningen en WestBrabant. In deze voorbeeldprojecten gaan natuur en landbouw samen. Het boerenland wordt verrijkt met heggen, patrijsvriendelijke gewassen en stoppelveldjes. Langs de akkers zijn bloemrijke randen ingezaaid die niet gemaaid hoeven te worden. Voor de opbrengst die de deelnemende boeren missen krijgen ze compensatie. Dit kan dankzij de bijdragen van Vogelbescherming. Maar de boeren doen het vooral, omdat ze ook de natuur een warm hart toedragen. Met uw financiële steun kunnen we nog meer boerenland opnieuw geschikt maken als paradijs voor de patrijs. Stort uw bijdrage op 65.65.00 t.n.v. Vogelbescherming Nederland o.v.v. Paradijs voor patrijs. Dank u wel! Meer informatie 2013: Jaar van de patrijs
13
Zoek je rust en/of ontspanning? Ik weet niet hoe het bij u zit, maar als bij mij ’s ochtends de wekker gaat, is dat het startschot van een enorm gedachtengejakker;groenbakpostbezorgenregenSHITwaarismijntandenborstel Godallemachtigmijnrug. En zo nog een batterij, binnen een nanoseconde, allemaal tegelijk. Alsof Matthijs van Nieuwkerk mijn dag aankondigt. Dat wordt de rest van de dag niet beter. En dat is alleen nog de interne herrie. Telefoon, buurkinderen, gesprekken op straat, altijd een schuurmachine, verkeer, de wasmachine etc. etc. En dat is alleen nog het externe lawaai. HET IS NOOIT STIL. En daarvan wordt de mens eventueel op den duur, kierewiet. Dat kan excessieve vormen aannemen; dat u ’s avonds thuis een rustmoment op de bank probeert te beleven en uw wederhelft moet kuchten. ‘Oi, kappen!!’ Scheidingen zijn om minder aangevraagd. Of, als u een beetje up-to-date bent en graag wilt werken aan het probleem, het summum; een vakantie boeken naar een stilteretraite. U weet wel, zo’n boeddhistische kloosterachtig oord. In films liggen deze oorden in India, maar wegens de stiltecrisis zijn deze ashrams, boerderijen of extreem luxe nederzettingen tegenwoordig te vinden van Twente tot Hawaii. Oorden waar de overprikkelende ziel naartoe kan gaan om te zwijgen. Met andere mensen, die ook zwijgen. Dagenlang. Deze stilte retraites zijn het detoxen van 2013, het Utopia voor een zuivere geest. Het niet-praten concept wordt aan overwerkte zakenlui, moegestreden vrouwen en trendgevoelig volk verkocht als een pleister op het beschadigde oor. Beschadigd door de drukte , waardoor je jezelf niet meer kunt horen, dat is heel erg. Stilte is een bijzonder fenomeen, zo leeg en toch alles omvattend. Krachtig zonder schreeuwerig te worden. Stilte is een van de directe manieren om in aanraking te komen met je essentie. Als alle lawaai buiten – maar vooral binnen in je – tot zwijgen komt, kun je jezelf pas ontmoeten. En dat verkoopt als een tierelier. Kennelijk ontmoet de mens graag zichzelf en dus kan men, al naar gelang wens en budget, een paar of heel veel dagen naar dichtbij of verweg en ter plekke helemaal niks doen behalve de mond dichthouden en mediteren, mediteren, mediteren. Op onchristelijke tijden (ochtend begint ver voor zonsopgang). Onderbroken door ‘zuiverende maaltijden’. Goed voor de zenuwen en de bloeddruk en verlichtend voor de ziel. Kosten; honderden, maar net zo makkelijk duizenden euro’s. Cynisch? Een beetje. Niet omdat mensen op zoek gaan naar rust, wel omdat we kennelijk in een tijd zijn beland dat ‘aan jezelf werken’ duur, ver en vreemd moet zijn, en dat het meestal geen ene klap oplevert. Je gaat alleen huilen van eenzaamheid. En iedereen die de afgelopen zomer op vakantie is geweest, weet dat het echte leven je achter de eigen voordeur staat te wachten. Stilte wordt verkocht als een luxeproduct, aan hoopvolle mensen die thuis niet meer weten waar ze het zoeken moeten. Terwijl het juist thuis moet worden gezocht. Omdat het kan en voor (bijna) gratis ! Hoe? • Bak een brood En dan geen kant- en klaarmix. Kneden is enorm meditatief, u maakt weer eens wat, het hele huis ruikt net als vroeger en een snee vers brood uit eigen oven smaakt beter dan een taartje. • Aai een dier Leen een hond of schootkat of nog beter; haal er eentje uit het asiel. Goed Doen werkt altijd Verlichtend. Dit voelt voor beide partijen uitermate prettig en met een beetje mazzel valt u beide weg in een puike middagdut. Stiller wordt het niet. • Wied onkruid In de herfst? Ja, in de herfst. Desnoods met een regenjas aan. U bent buiten, met de vingers in de natuur, dat is al beter dan binnen zitten sippen met de thermostaat op te hoog. Ga nu tegel voor tegel gras en mos wegpeuteren met een voegenkrabber. Klaar? Snoeien !! Heerlijk …. (samenvatting uit de volkskrant , dd. 12 oktober 2013)
14
Weidevogelboeren boeken succes Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op woensdag 16 oktober 2013 Na jarenlang somber nieuws over de weidevogels, was daar in één keer iets positiefs te melden. Tegen de landelijke trend in gaat het bij de Weidevogelboeren goed met de weidevogels. Afgelopen jaar nam het aantal grutto’s bij deze Weidevogelboeren met maar liefst tien procent toe en zelfs zeldzame soorten als watersnip broedden bij een aantal van de boeren. Uit een analyse van het broedsucces van weidevogels bij achtenveertig van de honderd Weidevogelboeren blijkt dat het aantal grutto’s op deze bedrijven van 948 broedparen is toegenomen tot 1043. Dat is een grotere toename dan verwacht, namelijk 10 procent. Gemiddeld namen de grutto’s in Nederland over de afgelopen jaren af met 5%. Grutto met kuikens (foto: Danny Ellinger)
Ook de andere soorten vertonen zo’n vooruitgang. Zo ging de kievit van 1026 naar 1120 paar, een toename van 9%. Een grote verrassing, omdat de kievit landelijk gezien veel last heeft gehad van de koude winters. De tureluur ging van 541 naar 592 broedpaar, ook dat is een toename van 9 procent. En de scholekster steeg van 486 naar 523 paar, een groei van 8 procent. De Weidevogelboeren onderscheiden zich van andere boerenbedrijven door een bedrijfsvoering die aangepast is aan de eisen van weidevogels. De weilanden zijn er nat. Er is rust gedurende de broedtijd en vogels en koeien vinden er voedsel in bloemrijk grasland. Het zijn niet alleen de grutto’s die het goed doen bij de Weidevogelboeren. Een aantal Weidevogelboeren heeft door goed beheer een complete weidevogelgemeenschap op het bedrijf. Daar zingen in de lente veldleeuweriken hoog in de lucht, broedt de zeldzame watersnip en zwemmen in sloot en plas zomertalingen. Zes van de achtenveertig boeren hadden broedende watersnippen. Het bedrijf van boer Voolstra uit Akkrum maar liefst zeven broedparen. Honderd paar veldleeuweriken broedden er bij een kwart van de bedrijven. De veldleeuwerik is de afgelopen decennia met 98% achteruit gegaan en is op grasland vrijwel geheel verdwenen. Enkele boeren hebben een schelpeneilandje aangelegd in plassen op hun land. Daar hebben bij elkaar 111 paren visdieven gebroed. Bij het bedrijf van Zorgdrager op Terschelling maar liefst 81 paar. Vogelbescherming voert onder de leus Red de Rijke weide campagne om in Nederland 200.000 hectare bloemrijk grasland terug te krijgen. Dan wordt Nederland weer een land waar weidevogels goed gedijen. De Weidevogelboeren tonen aan dat dit kan. De petitie om de campagne ‘Red de Rijke weide’ te ondersteunen kan ondertekend worden op www.redderijkeweide.nl. Tekst: Vogelbescherming Nederland Foto’s: Danny Ellinger; Jaap Schelvis, Saxifraga
15
Zwarte ibis rukt op Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op vrijdag 18 oktober 2013 Twee groepen zwarte ibissen zwierven in de afgelopen weken door Nederland. Er werden minimaal 35 exemplaren geteld, het hoogste aantal ooit. Nederlandse vogelaars zien deze zuidelijke zeldzaamheid sinds de jaren negentig steeds vaker. Op 25 september overkwam Ruud Brouwer in de polder nabij Petten een grote verrassing: er stond een groep van 24 zwarte ibissen. Voor zover bekend was het de grootste groep die ooit in ons land te zien was! De dag erna trok de groep verder naar Texel. Prompt verscheen er een tweede groep op 27 september nabij Vught. Opgeteld waren er op dat moment minstens 35 zwarte ibissen aanwezig in ons land, een recordaantal. De ibissen bleven niet bij elkaar, maar zwierven vanaf het moment van aankomst door het noordwestelijke deel van Nederland. Op de Waddeneilanden doken kleine groepjes op, maar ook in de Lepelaarplassen en de polders nabij Heemskerk. Op waarneming.nl staat een overzichtskaartje dat de verspreiding van de laatste weken toont. Herkomst De zwarte ibissen die in Nederland verschenen, komen zeer waarschijnlijk uit Zuid-Europa. Twee van de vogels droegen namelijk een witte ring. Deze ringen worden in Frankrijk en Spanje gebruikt. Daar neemt de zwarte ibis sinds de jaren negentig sterk toe. In Frankrijk breidt de zwarte ibis zich uit en broedt al in het Lac de Grand Lieu. Dat ligt op slechts 600 kilometer vanaf onze landsgrens. In Spanje vestigde de zwarte ibis zich na lange afwezigheid opnieuw als broedvogel. Recent gaat het al om duizenden paren. Sinds de spectaculaire opmars in het zuiden worden er ook steeds meer zwarte ibissen in ons land gemeld. Vooral de waterrijke gebieden in het westen en noorden van ons land zijn favoriet. Daar blijven de vogels graag een tijdje hangen, om vervolgens verder te zwerven door Noordwest-Europa. Vogelaars in Nederland wachten met spanning af wanneer de eerste rondzwervende zwarte ibissen besluiten om hier te gaan broeden. Dat zou een primeur zijn. Zwarte wulp In 1910 at een boer uit Vreeswijk, het huidige Nieuwegein, een geheel ‘zwarte wulp’ op. Hij vertelde het aan de ornitholoog Christiaan Eykman, die het voorval opschreef. Het ging hoogstwaarschijnlijk om een zwarte ibis. De naam ‘zwarte wulp’ is, net als ‘zwarte ibis’, eigenlijk niet zo goed gekozen. De Engelsen en Fransen hebben beter gekeken naar het verenkleed van deze soort, dat een wijnrode en groene glans heeft. Zij noemen het de glansibis: ‘glossy ibis’ en ‘ibis falcinelle’. Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland Foto: Menno Hornman, Sovon Vogelonderzoek Nederland
16
Duizenden kruisbekken geteld Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op vrijdag 11 oktober 2013 De afgelopen weken vlogen duizenden kruisbekken over Nederland. Het lijkt erop dat er een heuse invasie aan de gang is. Op 5 oktober vlogen over trek-telposten in ons land ruim 3.000 exemplaren. De kruisbekken komen uit Siberië, Rusland en Scandinavië. En er blijken zelfs bijzondere kruisbekken mee te vliegen. Het najaar van 2005 was het laatste waarin kruisbekken in duizendtallen over Nederland vlogen. Maar dit najaar lijkt het weer raak: er zijn dit jaar al meer dan 17.000 kruisbekken geteld op de trek-telposten. Ze vliegen vooral over de bosrijke gebieden in het oosten en midden van ons land. Na een eerste golfje vroeg in de zomer leken de aantallen in te zakken. De website trektellen.nl laat echter mooi zien hoe de aantallen vanaf half september opnieuw toenamen. Op 5 oktober werden op telposten bij Amersfoort en Veenendaal topaantallen genoteerd: op elk van de twee telposten bijna 600 exemplaren. Herkomst De kruisbekken komen niet uit Nederland, maar uit de bosgebieden ten noordoosten van ons land. Daar broedt de soort in uitgestrekte naaldbossen, het liefst met veel sparren. Het zaad daarvan is namelijk het hoofdvoedsel van deze soort. In najaren dat er weinig zaadjes te vinden zijn, trekken de kruisbekken richting het zuidwesten. Op de telpost Falsterbo, in het zuiden van Zweden, zijn er dit jaar vanaf 1 augustus al meer dan 28.000 opgemerkt. Dat is ruim 12 keer zoveel als in een gemiddeld najaar. Onduidelijk is of de kruisbekken die we in ons land zien uit Scandinavië of uit oostelijkere streken komen. Er zijn namelijk maar een paar kruisbekken in Nederland gevangen die in het buitenland geringd waren; ook is niet duidelijk of de vogels van Falsterbo doortrekken naar onze streek. Bijzondere kruisbekken Kruisbekken vallen op door hun krachtige vlucht en luidruchtige roep: een helder ‘kiep-kiep’. Vaak vliegen ze in groepen, het liefst langs of over het bos. Voor Nederlandse trektellers is het dit jaar extra opletten: er kunnen grote kruisbekken meevliegen. Deze bijzondere soort kruisbek heeft een erg dikke nek en een opvallend forse snavel. Voor geoefende kruisbektellers is de grote kruisbek ook aan de roep te herkennen. In Denemarken zijn de laatste dagen veel grote kruisbekken gezien en in Nederland is de eerste alweer gemeld. Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland Foto: Ran Schols
17