IVN Maasduinen Nieuwsbrief april 2014 Inhoud van deze nieuwsbrief Pag. 2 Pag. 3 / 4 Pag. 5 Pag. 6 / 7 Pag. 8 / 9 Pag. 10 Pag. 11 Pag. 12 / 13 Pag. 14 / 15 Pag. 16 / 17 Pag. 18 Pag. 19 / 20 Pag. 21 / 22 Pag. 23 Pag. 24 / 25 Pag. 26 Pag. 27 / 28
Colofon Wilde bramen Handvatten paddestoelen beheer Jeugd en IVN Maasduinen Lynx een geluidloze jager Natuur in de stad ( 3 ) Nestkasten en erfbeplanting Hanik NL Doet 21 maart. Dennentrekken NL Doet, ook dennentrekken De goden verzoeken / slechtvalken Onder de aandacht / nachtvlindermonitoring Opinie: groene organisaties geven visie Tuinsafari ( 3 ) Sprinkhanen Het vlinderprogramma 2014 Het smokkelaarspad ( scharrelkids ) Recordaantal Oehoes in Limburg Theo Lommen was een weekend in Zeeland
De steenuil van Theo Lommen in de huisdeur
1
Colofon IVN Maasduinen Ton Wetjens, Voorzitter Tel: 077 - 4722870 Wiel Jacobs, Secretaris Tel: 077 - 4721489 Secretariaat algemeen, beheer website, ledenadministratie. Marc Vergeldt, Penningmeester Tel: 077 - 3661405 Financiën, coördinatie werkgroepen. Annet Weijkamp Bestuurslid Tel: 077 - 4731244 Jan Heuvelmans, Bestuurslid Tel: 077 - 4720040 Jo Peters, Bestuurslid Tel: 077 - 4721453 Ritsaart Blaisse Bestuurslid Tel: 077 - 3735100 Secretariaat: Oude Heerweg 213, 5941 EM Velden. E-mail:
[email protected] Bank: Rabo rek. nr: 153513861 t.n.v. IVN Maasduinen. Coördinatie werkgroepen: Marc Vergeldt Tel: 077 - 3661405 Beheer werkgroep: Henk Wennekers Tel: 077 - 4721813 Vogelwerkgroep:
Theo Lommen
Tel: 06 - 51786669
Amfibieën & reptielenwerkgroep: Ton Wetjens Tel: 077 – 4722870 Werkgroep vleermuizen: Functie vacant Vlinderwerkgroep: Harry v.d. Logt Tel: 077 – 4721861 E-mail:
[email protected] Jan Heuvelmans Tel: 077 – 4720040 E-mail:
[email protected] Redactie nieuwsbrief: Jeu Smeets Tel: 077 – 3520206 E-mail:
[email protected] Ton Wetjens Tel; 077 – 4722870 E-mail:
[email protected] Clublokaal: de Hansenhof, Hasselt 10 5941 NP te Velden.
2
Wilde bramen, veel meer als alleen zoete vruchtjes Tekst: Jeu Smeets. Foto: vrij internet Wilde bramenheggen ( Rubes fruticosus ) waarderen wij in eerste instantie vanwege de smakelijke blauwzwarte vruchten. Voor veel dieren zijn deze dichte stekelmassa’s, met lange twijgen die eveneens voorzien zijn van scherpe doornige punten belangrijke beschermings- en wegkruipplaatsen. Veel vogelsoorten als b.v. het roodborstje en winterkoninkje bouwen in de dichte takkenwirwar hun nesten. Maar ook andere dieren als egels, muizen, kikkers en padden kruipen hierin weg om tegen rovers beschermd te zijn. Denk hierbij ook eens aan onze inheemse boomkikkertjes die bijna uitsluitend gebruik maken van bramenstruiken die rondom de poelen staan om te zonnen of met elkaar kennis te maken. Wanneer de eitjes gelegd, of uitgekomen zijn verhinderen de bramen de toegang van veelsoortige rovers tot de poel, zodat de jonge kikkertjes in alle rust op kunnen groeien. Wilde bramen zijn verwant aan de rozen en zijn eveneens klimplanten die hun doornen gebruiken om zich aan bomen en struiken vast te hechten en deze waar mogelijk te overwoekeren. Ook zijn de doornen een goed middel om vreterij te voorkomen door vee of herten en reeën. Bramen hebben een voorkeur voor zonnigeof halfschaduwplaatsen. Wilde bramen zijn kleiner als de gekweekte soorten die vaak ook zonder doornen in de handel aangeboden worden. Daar staat tegenover dat de wilde soorten intenser van smaak zijn dan hun gekweekte soortgenoten. Verspreidingsgebied De wilde braam is in heel Europa een inheemse struik die twee tot zes meter hoog wordt. Het is onmogelijk om alle zeshonderd soorten, die meestal ontstaan zijn door onderlinge kruisingen, een aparte naam te geven. Daarom worden ze allemaal gerangschikt onder de familienaam “ Rubes “. De onderlinge verschillen zijn meestal ook zo klein dat alleen DNA onderzoeken verschillen te zien kunnen geven. De plant vormt ieder jaar nieuwe uitlopers waar het volgend jaar de vruchten aan komen, waarna deze stengels afsterven De bloemen van de bramen dienen alle bijensoorten, hommels, vlinders en veel andere insectensoorten als voedsel. Tegelijkertijd wordt met de gelijktijdige bestuiving het voortbestaan van de soort veiliggesteld. Naast de zaadjes in de vruchten die voor het spontaan uitzaaien zorgen, vaak ook via een vogelmaag en darmstelsel. Dat kan doordat ieder bolletje een zaadsteentje bevat. De planten kunnen zich ook vermeerderen door ondergrondse uitlopers die op een behoorlijke afstand van de moederplant de kop op kunnen steken. Jonge bladeren worden graag door hazen en konijnen gegeten, maar ook de grote parelmoervlinder (Argynnis aglaja ) en het groentje ( Callophrys rubi ) zoeken de braam als voedselplant.
3
Zelfs de holle oude bramenstammetjes zijn bij wilde bijen en wespen geliefd om als broedkamers te gebruiken. Steenvruchten De donkerblauwe vruchten kunnen van juli tot oktober geoogst worden. Anders als de naam doet vermoeden handelt het bij bramen, uit botanisch oogpunt, niet om bessen maar om steenvruchten zoals b.v. kersen. Daarom heeft ieder bramenbolletje zijn eigen pitje (steen) met daarin het zaadje. Een waarschuwing is toch wel op zijn plaats. In gebieden waar vossen voorkomen die besmet zijn met darmwormen is het aan te raden bramen alleen gekookt te consumeren. Maak er jam van of gebruik ze bij het bakken als beleg op de koek, geperst als sap of om wijn c.q. likeur van te maken Vossen zijn meesters in het voorzichtig afbijten van de, door hun zo geliefde, vruchten maar kunnen dan ook via hun tong andere bramen besmetten en die darmwormen zijn ook overdraagbaar op mensen. Bladeren van bramen worden in de natuurgeneeskunst gebruikt tegen ontstekingen in mond en keelholte en worden ook bij huidziektes en darmproblemen ingezet. Uit jonge bramenbladeren kunnen we ook een lekkere thee bereiden. Bramenwallen zijn in veel opzichten nuttig en het beschermen waardig. Buiten de tijd van het bramen plukken zijn ze voor de mens niet altijd even gezellig maar voor de dieren die er van afhankelijk is het jaarrond een must dat ze er blijven.
4
Eindelijk handvatten voor het beheer van paddenstoelen Bericht uitgegeven op woensdag 22 januari 2014 Paddenstoelen krijgen weinig aandacht in het natuurbeleid. In Europees opzicht bungelt Nederland ergens onderin de middenmoot van het paddenstoelenbeheer. Daar kan nu verandering in komen dankzij ‘Paddenstoelen in het natuurbeheer’, met onder andere handvatten voor het beheer van paddenstoelen, door Wim Ozinga, Eef Arnolds, PeterJan Keizer en Thom Kuyper. Paddenstoelen zijn een groot deel van het jaar onzichtbaar, ook bij beleid en beheer. “Een grotere rol voor paddenstoelen bij het natuurbeheer is om een aantal redenen gewenst,” zegt Alterra-onderzoeker Wim Ozinga. “Zo spelen ze een sleutelrol in het functioneren van veel ecosystemen. Daarnaast vertegenwoordigen ze een groot deel van de biodiversiteit met alleen al in Nederland ruim 5.000 soorten. In diverse Natura 2000-habitattypen is de diversiteit aan paddenstoelen vele malen hoger dan de Zwarte bekerzwam Foto: Rob Crispijn diversiteit aan vaatplanten. De mycologische diversiteit in veel landschappen in Nederland is in de twintigste eeuw echter sterk achteruitgegaan, vooral door vermesting, verzuring en verdroging. Er is nauwelijks sprake van beheer gericht op herstel. Doordat paddenstoelen andere eisen stellen aan hun standplaats dan planten profiteren ze niet automatisch van beheer gericht op planten.” Het rapport ‘Paddenstoelen in het natuurbeheer’ van het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) slaat een brug tussen beheerders van bos- en natuurterreinen aan de ene kant, en mycologen en hun inventarisaties aan de andere kant. In het rapport worden de Natura 2000-habitattypen beschreven die voor paddenstoelen waardevol zijn. Per biotoop wordt de paddenstoelenflora beschreven en worden kwaliteitsindicatoren gegeven. Voor beheerders wordt essentiële informatie gegeven over de mogelijkheden om via het beheer meer in te spelen op behoud en herstel van de diversiteit aan paddenstoelen. Ondanks het potentieel grote effect van een afname van de diversiteit aan paddenstoelen op het functioneren van ecosystemen en op de levering van ecosysteemdiensten zijn er nog veel kennislacunes over het effect van beheersmaatregelen op de mycoflora. Er is hier in Nederland nog zeer weinig meerjarig onderzoek naar gedaan. Het rapport geeft een overzicht van de belangrijkste kennislacunes met aanbevelingen voor vervolgonderzoek. Het geheel is rijk geïllustreerd met kleurenfoto’s. Het rapport bestaat uit twee delen: Ecologie, knelpunten en kennislacunes (4,5 MB) Mycoflora per natuurtype (15,9 MB)
Deel 1: Deel 2:
Tekst: Alterra Wageningen UR
5
Jeugd en IVN Maasduinen Buitenschoolsproject ; Informatie voor de (bovenbouw) van basisscholen en de 2 eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs. IVN Maasduinen start in september 2013 met DOE-activiteiten voor de jeugd (8-14 jr.)
“De werkgroep stelt zich tot doel de kinderen in de natuur bezig te laten zijn. Door verwondering wordt spelenderwijs kennis en begrip verkregen, waardoor waardering ontstaat voor alles wat leeft (dus ook voor elkaar).” Op de zaterdag morgen trekken we vanuit de schuur van de fam. S.Geelen Bong 18 te Velden, per fiets de natuur in. De onderwerpen zijn divers en afhankelijk van het jaargetijde en de weersomstandigheden.
Aanmelding voor Buitenschoolse activiteiten via emailadres;
[email protected] Contactpersoon; Jose Wennekers, tel: 077 4721813 Nadat de werkgroep succesvol is gestart was het vandaag tijd om mee te doen aan NLDoet. Als echte vrijwilligers mochten de schoolkinderen met de volwassenen mee de natuur in en meewerken aan natuurbeheer. Deze zaterdag was de paddenpoel in de Ravenvennen aan de beurt. Nadat Jose iedereen de weg ernaar toe had uitgelegd, vertelde Harry over de poel en wat er moest gebeuren. Gereedschap en handschoenen werden uitgedeeld en daarna aan de slag. Het was mooi zonnig weer en de kikkers kwamen nieuwsgierig kijken naar al deze activiteit.
6
De jongens , die zich hadden aangemeld, waren gekleed in stoere werkbroeken en laarzen. En hard werken ging vanzelf, het was ook gezellig zo samen aan het werk in frisse buitenlucht. Tussendoor werden vragen beantwoord en natuurbeheer uitgelegd. Ze mochten allemaal een den meenemen naar huis. Na een uur werken werd er pauze gehouden met koffie en limonade. Een welverdiende rust onder de wuivende berken, die al voorzichtig licht groen beginnen te kleuren. Tussen het geklets en gelach door, er werd nogal eens gegleden in de modder, kwetterden de vogels vrolijk mee
7
De lynx, een geluidloze jager Tekst: Jeu Smeets. Foto’s: Gaiazoo. Een van de meest fascinerende en jammer genoeg ook een van de meest zeldzame dieren in West Europa is wel de lynx. Hij leeft met voorliefde in dichte bossen met vrij veel ondergroei. Gemeenzaam met de wolf behoort hij tot de grootste in Europa levende roofdieren. Eigenlijk zijn lynxen geen roofdieren, want zij roven niet echt, maar zorgen er voor dat bepaalde diersoorten niet te sterk vermeerderen waardoor een evenwicht in de natuur blijft bestaan. Een mooie pose, de lynx in vol ornaat
Grootte en prooi Met een schouderhoogte van zo’n 70 cm. is de lynx absoluut de grootste katachtige van Europa en hebben dan ongeveer het formaat van een herdershond. de mannelijke dieren zijn duidelijk groter dan de vrouwelijke en kunnen tot een kleine 40 kg. zwaar worden. Tot de prooidieren van de lynx behoren vooral reeën, hertenkalveren, jonge wilde varkens, hazen, vogels en zelfs vossen. Jachthulp Belangrijk bij het verschalken van prooidieren zijn de bijzonder scherpe ogen en het bijzonder goede gehoor. De ogen zijn tot ruim zes keer lichtgevoeliger als mensenogen en daarom kan de lynx ook bij nacht bijzonder goed zien en met zijn goede gehoor kan hij een konijn op vijftig meter waarnemen zonder het te zien. Deze kat is een echte “ einzelgänger “ en heeft een territorium dat tot 400 km² groot kan zijn en waar de jacht voor het grootste gedeelte in de avondschemering en de nacht plaats vindt. Wanneer een lynxvrouw echter jongen te verzorgen heeft wordt er ook overdag op uitgetrokken om de nodige prooi te verschalken. Vluchtende buit kan hij over korte afstand met een snelheid van wel 70 km. per uur achtervolgen. Herkenning en voortplanting Lynxen herkend men het beste aan de rechtopstaande oren met een naar boven gerichte penseelachtige pluim, een vrij korte staart met een zwarte punt en aan zijn niet te verwisselen pootafdrukken die minsten driemaal grote zijn als van onze huiskat en meestal in de weke grond te vinden zijn zonder nagelafdrukken want die zijn onder normale omstandigheden ingetrokken.
8
Lynxen paren van februari tot april en iedere worp levert gemiddeld vijf tot zeven jongen op die alleen door het vrouwtje worden grootgebracht in een periode die ongeveer een half jaar in beslag neemt. In gevangenschap kan de lynx wel 25 jaren oud worden maar in de vrije natuur is het met 12 tot 15 jaren wel bekeken. Voorkomen in onze streken In Nederland, Duitsland en België gold de lynx tot 1950 als uitgestorven, maar na die tijd kwam, onder invloed van beschermingsmaatregelen het tot een gebiedsuitbreiding vanuit Oost Europa en de Alpenlanden. Heden ten dage is er in het Harz- en Fichtelgeberchte, het Beierseen Zwarte woud weer sprake van een geregeld voorkomen van de lynx en signaleringen dicht bij de Nederlandse grens zijn geen uitzonderingen meer. In het begin van de 90-tiger jaren maakte ik nog regelmatig een avondwandeling in het Twee jongen, de oorpluimen al aanwezig gebied van de Groote Heide in Venlo om bijzonder dieren waar te nemen. Daar heb ik tweemaal binnen een week oog in oog gestaan met een lynx, pal op de Duitse grens die daar midden tussen de bossen loopt. Dat heb ik in het voorjaar van 2003 gemeld aan Leo Backbier, met zijn rijzige gestalte en omvang, een zeer bekende Limburgse natuuronderzoeker en betrokken bij zeer veel natuurorganisaties in Limburg, toen hij ter plaatse een bijeenkomst had in het toen nieuw gebouwde Info - Center van het Limburgs Landschap. Jammer genoeg is Leo kort daarna in oktober 2003, veel te jong, op 60-jerige leeftijd overleden. Zijn vijanden Natuurlijke vijanden heeft de volwassen lynx in de natuurlijke omgeving niet en er mag ook niet op gejaagd worden. Een probleem stelt zijn zeer groot territorium echter voor. Het noodzaakt deze katten om straten en autowegen over te steken met alle gevaren van dien voor het leven en daarom is de bouw van wildpassages voor de lynx van levensbelang. De mens heeft in het verleden de lynx bijna uitgeroeid en mede daardoor hebben zich herten, reeën en wilde zwijnen sterk kunnen vermeerderen en zijn op verschillende plaatsen zelfs tot een plaag geworden met alle gevolgen van dien door schade van vraatzucht etc.
Middels de aanwezigheid van de lynx is duidelijk te herkennen hoe belangrijk de soortenrijkdom van in het wild levende dieren voor onze regio is en welke nare gevolgen het kan hebben wanneer bepaalde diersoorten uitsterven of uitgeroeid worden.
9
NATUUR IN JE STAD (deel 3) In de maand april schiet de levenskracht met grote hazensprongen uit de grond. Een frisse wind waait door de lente, vol ongekende mogelijkheden en jonge scheppingskracht. De tijd van bloembollen en eieren.
Bind ze op aan krans en maak er een mooi muurtuintje van .
In aparte containers Op je balkon kun je bloembollen oppotten. In je vensterbank kun je de bollen op grappige glazen potten zetten gevuld met water. Maak er een kleurig en fleurig geheel van.
Annet Weijkamp
10
Nestkasten erfbeplantingsproject Hanik – Schandelo. De 2 helft van maart zijn door leden van de vogelwerkgroep van IVN Maasduinen de nestkasten geplaatst bij de deelnemers die zich hadden aangemeld voor nestkasten via het erfbeplantingsproject van de Gemeente Venlo. IVN Maasduinen was bij dit project verantwoordelijk voor het maken en plaatsen van de kasten. Op bijgaande foto is een deel van de nestkasten te zien. Een 8-tal steenuilenkasten is gemaakt door Leugene Faasen. De meer dan 100 kleine kasten zijn gezaagd door Leugene en op zeer vakkundige wijze in elkaar gezet door Jacq Helmink. De mussenflats zijn gemaakt door Ton Wetjens. Jonge steenuilen worden geringd door Leugene Faasen.
11
NL doet 21 Maart 2014 “Dennen trekken”
Vrijdagmorgen 21 maart waren we met 19 kinderen en 2 juffen van basisschool ‘t Kapelke uit Lomm present bij de Ravenvennen om daar een heidegebied te ontdoen van jonge dennen. Ondanks dat het al snel begon te miezeren had iedereen er zin in. De kinderen werden opgesplitst in groep 7 en 8. Groep 7 ging aan de slag en de oudste helft maakte een wandeling met Wiel Ceron en Henny Martens. Halverwege, na een versnapering, werden de rollen omgekeerd, toen mocht groep 7 met Wiel en Henny mee. Er was in het bos weer van alles te ontdekken zoals een broedende grauwe gans, een nieuwe dassenburcht, bekertjesmos, spinnen, kleine watersalamanders, een dassen”snelweg”, een rodebosmierenhoop en nog veel meer.
12
Twee mensen van het Limburgs Landschap kwamen nog even langs om een verslag te maken voor hun facebookpagina en ons uitgebreid te complimenteren met de hulp van de jongelui. Je zag duidelijk welk stuk was opgeschoond. Na afloop was er de beloning bij Jagersrust met een lekkere pannenkoek en een drankje
De twee schooljuffen Wilma H. en Monique P., de IVN’ers Henny, Mar, Wiel, Camilia en Jan, het Limburgs Landschap en natuurlijk alle kinderen kijken terug op een geslaagde NL doet klus.
Tekst: Jan Heuvelmans Foto’s: Camilia en Henny
13
NL Doet dag 2 ook dennentrekkenen Tekst en foto’s: Henny Martens Vanmorgen waren we met de IVN- Maasduinen jeugd bij een andere amfibieënpoel, in het gebied van het Vreewater. Er kwamen vier enthousiaste kinderen meedoen. Na twee uurtjes noeste arbeid was er geen den meer te bespeuren en kregen we limonade, koffie en koekjes. Ook kregen de kinderen een welverdiende oorkonde en een T-shirt. We vonden ook nog leuke diertjes zoals bruine kikkers, een lederloopkever en een alpenwatersalamander. De naam “lederloopkever wordt door Henny vervangen en wordt de "carabus problematicus" ofwel de "korrelschalebijter" Voor wie dit zeker wil weten moet maar eens naar de foto kijken en dan is het helemaal duidelijk.
14
15
Dit is toch echt “ De Goden verzoeken “ Tekst en foto’s: Jeu Smeets
In de ochtend van 7 maart j.l. keek ik mijn ogen bijna uit met het inloggen op de webcam van de Martinustoren. Op en bij de nestbak van de slechtvalken stapte doodgemoedereerd een koppel houtduiven rond, duidelijk zonder zich er van bewust te zijn dat ze doorgedron-gen waren in het domein van hun grootste vijanden. De foto’s heb ik gemaakt vanaf de monitor van mijn computer en door het invallende zonlicht op de toren niet al te scherp. Toch wil ik jullie de plaatjes van deze waarneming niet onthouden want alledaags vind ik die zeker niet.
De duiven hadden grote belangstelling voor het metalen rooster en ik had het idee, gezien de gedragingen, dat ze op zoek waren naar een stevige nestplaats. Omdat ik weg moest heb ik dit tafereel niet verder kunnen bekijken en bij thuiskomst waren de duiven alweer verdwenen. De komende dagen zal ik zeker nog wel eens kijken of dit verhaaltje nog een vervolg krijgt. Inloggen kan door de volgende code te kopiëren in jullie browser: http://195.240.225.166/view/viewer_index.shtml?id=4378
Het eerste slechtvalkenei van 2014 Tot mijn grote verbazing is er 11 maart een mail van Joop Janssen van het eco – team centrum Venlo dat het eerste ei in de broedbak lag. Op de vergadering van 10 maart heb ik nog tegen Ton Wetjens gezegd dat ik helmaal geen broedpoging verwachtte want bij mijn regelmatige bezoeken aan de cam had ik nog bijna geen activiteit gezien, laat staan paringen. Ik twijfelde er zelfs aan dat zich een paar gevormd had. 13 Maart om 9.00 uur ligt het tweede ei in de bak en goed te zien als ma valk even de kiezelbak verlaten heeft. Jammer dat met de heldere ochtendzon het beeld op de cam wazig wordt en dus vanmiddag nog maar eens kijken.
16
Het derde ei werd gelegd in de ochtend van 16 maart en ben benieuwd of er ook nog een vierde ei komt. De valken geven de indruk al aan het broeden te zijn maar dat was bij het tweede ei ook al het geval. Met een dertigtal dagen weten we meer want als er inderdaad vanaf het tweede ei gebroed is komen de jongen onregelmatig en met dagen verschil uit. Diverse keren heb ik de volgende dagen naar de cam gekeken maar geen enkele keer was het vrouwtje van het nest of wisselde zij met haar geliefde van plaats om de eieren warm te houden. Maar op 20 maart was het raak en het vrouwtje was waarschijnlijk even een hapje nemen en was het nest onbezet. En jawel, ook het 4e ei was gelegd, waarschijnlijk al enkele dagen geleden. Snel een snapshot genomen en een moment later was moeders al weer terug. Voor mij net genoeg om te constateren dat het legsel nu compleet is. Mam is teruggekeerd om met broeden verder te gaan maar niet nadat zij zorgvuldig de eieren gekeerd had. Dan nu maar wachten op het kroost 28 dagen verder. Overigens gedraagt het slechtvalkenpaar, wat te volgen is in “Beleef de Lente” zich totaal anders. Daar wordt regelmatig prooi aangebracht voor de vrouw en wordt afgelost op het nest zodat moeder even de gelegenheid krijgt om de vleugels te strekken, de prooi op te peuzelen en zich te ontlasten. Bij het koppel op de Martinustoren heb ik nog niets van deze gedragingen waar kunnen nemen. Of dit een teken is van een minder goed huwelijk, of dat het gedragspatroon tussen alle paren een afwijkend verschijnsel vertoont is moeilijk vast te stellen maar we zullen dat zien zo gauw als er jongen zijn en pa geacht wordt mee te voeren om zijn kroost groot te krijgen. Dan krijgen wij pas een goed inzicht in zijn inzet en gedrag. Ik houd jullie op de hoogte via ’t Veugelke of bij bijzondere ontwikkelingen via mail.
17
18
OPINIE: Groene organisaties presenteren visie op nieuwe natuurwet Bericht uitgegeven op dinsdag 14 januari 2014 Vijftig natuur-, landschaps- en dierenwelzijnsorganisaties presenteren een gezamenlijke visie op natuurbescherming in Nederland. Zij pleiten voor erkenning van de intrinsieke waarde van natuur en een basisbescherming en zorgplicht voor alle dieren en planten. Aangezien veel soorten in Nederland het moeilijk hebben, moeten leefgebieden van bedreigde dieren plantensoorten worden beschermd, in stand worden gehouden en hersteld. Ook stellen de groene organisaties voor om het vergroten en verbinden van natuurgebieden in de wet vast te leggen. Nieuwe natuurwet Een voorstel voor een nieuwe Wet natuurbescherming is in augustus 2012 door de toenmalige demissionaire staatssecretaris Bleker ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel, dat de bestaande natuurregelgeving in Nederland uitholde, is door de huidige Tweede Kamer controversieel verklaard. In het regeerakkoord van het huidige kabinet is opgenomen dat het wetsvoorstel via een nota van wijziging zal worden aangepast. Deze nota van wijziging wordt waarschijnlijk begin 2014 door staatssecretaris Dijksma bij de Tweede Kamer ingediend, waarna de parlementaire behandeling start. Visiedocument ‘Een nieuwe wet natuurbescherming’ Teo Wams van Natuurmonumenten en Fred Wouters van Vogelbescherming Nederland presenteren namens vijftig natuur-, landschaps- en dierenwelzijnorganisaties op het symposium ‘Naar een nieuwe natuurwet’ maandag in Den Haag een gezamenlijke visie op de natuurwetgeving in Nederland. Mantingerveld (foto: Roeland Vermeulen) Het draagvlak voor natuurbescherming is groot. De organisaties vertegenwoor-digen samen een achterban van 4 miljoen leden en donateurs, en 100.000 zeer actieve vrijwilligers. Intrinsieke waarde De groene organisaties willen dat de intrinsieke waarde van natuur in de wet wordt opgenomen. Dit betekent erkenning van de zelfstandige waarde van natuur, los van de gebruikswaarde van natuur voor de mens. Voor alle wilde dieren, planten en hun leefomgeving moet een
Boommarter Foto: Mark Zekhuis
19
basisbescherming en zorgplicht gaan gelden, zodat onder meer natuurvandalisme als het dumpen van afval en wildcrossen in de natuur kan worden aangepakt.
Soortenbescherming
Aangezien veel soorten in Nederland het moeilijk hebben, moet de natuur niet passief maar actief beschermd worden. Dit betekent dat leefgebieden van bedreigde dier- en plantensoorten worden beschermd, in stand gehouden en hersteld. Afschot van dieren mag alleen plaatsvinden in het kader van schadebestrijding en beheer. De lijst met vrij bejaagbare soorten, en daarmee de plezierjacht, wordt afgeschaft. Gebiedsbescherming
De organisaties stellen voor om het vergroten en verbinden van natuurgebieden in de wet vast te leggen. Dit natuurnetwerk bestaat uit twee typen beschermde gebieden: natuurgebieden van internationaal belang en natuurgebieden van nationaal belang. Ook rust, stilte en ruimte moeten blijvend worden beschermd. Juist in een druk land als Nederland staan deze waarden vaak onder druk. Verenigen natuur en economie
Met dit voorstel laten de groene clubs zien dat het mogelijk is om natuur en landschap streng te beschermen waar dat nodig is en er tegelijkertijd voor te zorgen dat economische ontwikkelingen en andere maatschappelijke activiteiten mogelijk blijven. Dit kan door de programmatische aanpak in de wet te verankeren. Wanneer de natuurkwaliteit van een kwetsbaar natuurgebied verbetert, ontstaat er meer ruimte voor economische ontwikkeling.
De organisaties die zich scharen achter deze visie, zijn Natuurmonumenten, Vogelbescherming Nederland, Waddenvereniging, Dierencoalitie (22 organisaties), Natuur en Milieufederaties, Vlinderstichting, KNNV, Soortenbescherming Nederland, Stichting De Noordzee, Vereniging Politie Dieren‐ en Milieubescherming, Wereld Natuur Fonds, De12Landschappen, Landschapsbeheer Nederland, IVN, Milieudefensie, EIS, FLORON, Ravon, Zoogdiervereniging, VOFF, IUCN NL, De Faunabescherming, Duinbehoud, Stichting Goois Natuurreservaat, Vereniging Platform Lichthinder , Natuur & Milieu en Samenwerkingsverband Nationale Parken.
20
Op Tuinsafari (deel 3) Sprinkhaan, wat is dit voor een beestje? De sprinkhaan is een insect dat goed kan springen, het is familie van de krekel. Hoe ziet dit beestje eruit? De sprinkhaan heeft een meestal groene tot bruine kleur, opvallend zijn de lange achterpoten waarmee grote sprongen gemaakt kunnen worden. Bij de sprinkhanen heb je twee grote groepen: de veldsprinkhanen, deze hebben korte sprieten (korter dan het lichaam) en de sabelsprinkhanen, deze hebben sprieten die langer zijn dan het lichaam. De meeste soorten worden enkele centimeters lang.
Waar zitten ze? Sprinkhanen zijn te vinden op planten, meestal grassen. Een aantal soorten leeft in struiken en bomen. Ze leven vaak op zonnige gebieden, zoals graslanden. Sprinkhanen hebben zich perfect aangepast aan hun omgeving en door hun kleur. Omdat ze tussen de planten leven, zijn ze daar ook goed beschermd.
Wat eten ze? Alle sprinkhanen zijn planteneters. Sommige sprinkhanen eten wel eens kleine dieren, zoals bladluizen, die toevallig op het blaadje zitten waar de sprinkhaan van eet, maar dat is dan toevallig. Sprinkhanen knagen kleine stukjes van de plant en als er te veel sprinkhanen zijn, kunnen ze een plaag worden. In veel landen zijn sprinkhanen een bron van voedsel voor de mensen; ze worden gebakken of gefrituurd en gegeten. 21
Hoe groeit het op? Het vrouwtje en het mannetje paren, waarna het vrouwtje de eitjes legt. Meestal leggen ze de eitjes onder de grond, soms in plantenstengels of in kieren tussen schors. In de volgende lente komen ze uit. De jonge sprinkhaan wordt nimf genoemd en lijkt al op een volwassen sprinkhaan. De nimf is kleiner en heeft nog geen vleugels. Hoe verdedigt het zichzelf? Sprinkhanen kunnen heel ver springen om zo aan gevaar te ontsnappen. Sommige soorten hebben felgekleurde vleugels, als ze springen vliegen ze een stukje. De felle kleuren van de vleugels laten vijanden schrikken. Als een sprinkhaan wordt vastgepakt, spuugt hij de maaginhoud uit wat eruit ziet als een bruine vloeistof. De sprinkhanen krijgen niet vaak te maken met vijanden, maar als er vijanden komen weten ze hoe ze zich moeten verdedigen. Wat is er speciaal aan dit beestje? Sprinkhanen staan bekend om hun vermogen geluiden te maken. Sommige sprinkhanen zijn vernoemd naar het geluid wat ze maken, zoals wekkertje, krasser, zoemertje of schavertje. Het geluid of getjilp wordt gemaakt op verschillende manieren. Meestal door met de geribbelde dijen langs de vleugels te strijken. Sommige sprinkhanen wrijven hun vleugels over elkaar en maken zo geluid. Ook andere insecten kunnen dit, zoals de krekel en de cicade. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen sjirpen maar de wijfjes doen dit maar zelden. Meestal sjirpt het mannetje om de vrouwtjes te lokken. Het geluid doet denken aan apparaten: wekkers, naaimachines of bromfietsen. De vrouwtjes zijn meestal iets groter en bij de sabelsprinkhanen zijn de wijfjes te herkennen aan de 'sabel' aan haar achterlijf. Dat is een legboor waarmee ze haar eitjes in de grond deponeert. Eitjes die in het najaar worden gelegd overwinteren in de grond en ze komen het volgende voorjaar uit. De jonge sprinkhanen lijken op de volwassen dieren en worden nimfen genoemd. Hun vleugels ontstaan pas na de derde van in totaal vijf vervellingen. De oudere nimfen kun je herkennen aan de vleugelstompjes. Is het gevaarlijk? De meeste sprinkhanen zijn niet gevaarlijk, sommige soorten zijn giftig of hebben grote kaken waarmee ze kunnen bijten. Een bekende sprinkhaan is de wrattenbijter, deze werd vroeger gebruikt om wratten door te bijten bij mensen. De lange stekel(legbuis) aan het achterlijf van veel soorten, vooral bij de sabelsprinkhanen, dient om de eitjes in de grond af te zetten. Deze stekel doet ons denken aan een angel, maar het is een deel van het geslachtsorgaan en sprinkhanen kunnen hier niet mee steken. Bijna alle sprinkhanensoorten kunnen geluid maken door hun voorvleugels langs elkaar te wrijven of door met hun voorvleugels over de achterpoten te strijken. Wel is het getsjirp per soort verschillend. De gehoororganen zitten niet op de kop, maar in de poten.
22
Het Vlinderprogramma 2014 Hierbij het vlinderprogramma 2014, resultaat van de vergadering van za. 8-2-2014. We doen de inventarisaties nog maar met één groep en op zondagen. - Inventarisatie Vreewater. Dit is ons vlinderrijkste gebied in de omgeving. We inventariseren 1x per 2 weken op zondag. Bericht vooraf zoals altijd. Startplek is de parkeerplaats aan de achterzijde van Jagersrust. - De tussenliggende zondagen: Deze worden in het seizoen gevuld met verschillende activiteiten, zoals: "rondje Raaijweiden/ Barbaraweerd/ Stalberg (Hamert)/ zoeken naar groentje/ zoeken naar bruine blauwtjes (mogelijk kolonievorming)/ kleine ijsvogelvlinder. - excursies (genoemd zijn Zilveren Maan bij Gennep/ nog eens Maastricht) inc nachtvlinderen. - Zelf doen we een zestal nachtvlinderavonden. Staat ook op onze activiteitenlijst op de website. 17 April Paddeweg. https://www.google.com/maps?q=51.409202,6.186077&num=1&t=h&z=15 8 mei Vreewater. https://www.google.com/maps?q=51.438488,6.206024&num=1&t=h&z=15 12 juni Spikweien. https://www.google.com/maps?q=51.448824,6.186506&num=1&t=h&z=15 15 juli Paddeweg (Zie boven) 14 Augustus Vreewater. (Zie boven) 11 September Spikweien. (Zie boven) Dit zijn v.n.l. donderdagavonden en we werken met minimaal 2 vallen. Jan Heuvelmans
23
Scharrelkids Smokkelaarspad en natuurbeleving voor kinderen op de grens NLNL-DE
Smokkleraarspad voor scharrelkids Het onderstaande project is momenteel in voorbereiding en de Stichting Veldense Volkscultuur heeft het voornemen dit project samen met IVN Maasduinen in 2014 te realiseren:
Wie van IVN Maasduinen wil meewerken aan de realisatie van dit project? Heb je interesse om samen creatieve ideeën uit te werken of ben handig met je handjes of weet je meer hoe er vroeger werd gesmokkeld neem dan contact op via mail met
[email protected] of 077-4722870. Smokkelaarspad In vroegere tijden was het smokkelen een lucratieve bezigheid. Met het wegvallen van de landsgrenzen kwam het smokkelen zoals we dat uit de overlevering kennen, te vervallen. Dit spannende thema is de aanleiding om kinderen de grensbeleving te laten herbeleven en niet te laten vergeten, want het hoort bij de regio en haar bewoners. Dit doen we door de creatie van een smokkelaarspad bij de grensovergang Schandelo-Straelen. Een ‘groene’ grensovergang middenin de bossen en langs landerijen, vlakbij het natuurgebied Ravenvennen.
24
Avonturenpad Het grensoverschrijdende smokkelaarspad is een openbaar toegankelijk avonturenpad voor jong en oud, met onderweg diverse obstakels zoals dat hoort bij een smokkelavontuur. Middels een spannende smokkelkaart die te verkrijgen is bij de horeca aan de grens.
Natuurplek Onderweg zijn er diverse natuurplekken waar ruimte is om door de natuur te struinen, er te spelen met zelfbouwsels en om er natuureducatie aan te bieden. Ook zijn er speelaanleidingen, die kinderen uitnodigen tot spelen met datgene er voorhanden is in de natuur. Scharrelkids Kinderen spelen nog maar nauwelijks in de natuur, iets wat tot enkele decennia geleden heel gewoon was. Met de creatie van een avonturenpad en natuurplekken kunnen kinderen spelen en ontdekken wat de natuur te bieden heeft. Scholenparticipatie De basisscholen van grensdorpen Straelen en Velden hebben geen enkel contact met mekaar. Twee scholen op 8 kilometer afstand van mekaar, die elkaars bestaan en gebruiken niet kennen. De schoolkinderen zullen onder leiding van IVN Maasduinen met mekaar kennismaken op het smokkelaarspad. Samen spelen en samen leren en ontdekken. Ook andere scholen of groepen kunnen gebruikmaken van het smokkelaarspad. Uitwisseling De scholen hebben het plan opgepakt om per 2015 een jaarlijkse uitwisseling tussen beide scholen mogelijk te maken. Participanten Het grensproject wordt mogelijk gemaakt door en in samenwerking met: Gemeente Venlo Interreg, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie Förderverein Katharinenschule, Straelen IVN Maasduinen, Velden Stadt Straelen Restaurant Jagersrust, Velden Bauerncafé Jacobs, Straelen VN Straelen e.V., Straelen Katharinenschule, Straelen Andreasschool, Velden
25
Recordaantal oehoes in Limburg Publicatie ARK,12 maart 2014 In Limburg is dit jaar een recordaantal oehoes gevonden. Tijdens een onderzoek door ARK Natuurontwikkeling zijn nu al veertien territoria van deze spectaculaire uil gevonden. In 1997 broedde de oehoe voor het eerst in een mergelgroeve bij Maastricht. Het aantal oehoes groeit en de uilen duiken nu ook op in bossen en zandgroeves verspreid door de provincie Limburg. Dit voorjaar worden de Limburgse oehoes onderzocht. Tijdens nachtelijke bezoeken aan geschikte gebieden werden veertien territoria van oehoe gevonden. Niet eerder waren er zoveel roepende vogels in Limburg aanwezig. Vorig jaar waren er al signalen dat de populatie misschien groter was dan verondersteld. Die verwachting wordt dit voorjaar inderdaad bevestigd. René Janssen een van de onderzoekers zegt over de resultaten: “Dit is echt boven verwachting, we hadden op deze resultaten gehoopt maar dat we echt zoveel oehoes hebben kunnen vinden is fantastisch. Oehoes roepen in de ochtend- en avondschemering. Als je dan ’s ochtends voor dag en dauw een vrouwtje hoort antwoorden op de roep van een mannetje is dat geweldig.” De oehoe is de grootste Europese uil met een gemiddeld hoogte van zo'n 65 cm en een spanwijdte tot bijna 2 meter. Het favoriete voedsel van deze nachtjager bestaat uit muizen, ratten, konijnen en duiven. In 1997 werd voor het eerst in Nederland een broedend oehoepaartje vastgesteld. Dit paar vestigde zich in de mergelgroeve van de ENCI bij Maastricht. Sindsdien broeden jaarlijks oehoes in de Limburgse groeves en de populatie groeit. Het broedseizoen van deze soort begint in februari en in de vroege voorjaarsmaanden laten de uilen zich het best horen. Dit is dus het ideale moment om een telling te doen. De oehoes worden in opdracht van de provincie Limburg gedurende twee jaar onderzocht door ARK Natuurontwikkeling in samenwerking met Bionet Natuuronderzoek, Oehoe Werkgroep Nederland en terreinbeherende organisaties. Dit onderzoek heeft tot doel de kansen voor de oehoe in Limburg te verbeteren en er komt een advies aan de provincie Limburg en terreinbeheerders over het beheer van de leefgebieden van oehoes. Op basis van de eerste resultaten concluderen de onderzoekers dat het aantal oehoes de mergelgroeves ontgroeit en dat de vogels zich ook vestigen in zandgroeves en in grote bossen. Reportage: Maastrichtse oehoe in beeld Lees het weetje over de Zuid-Limburgse oehoes
26
Weekend naar Zeeland. Wij zijn een weekendje ertussen uit geweest naar Zeeland. Lekker over het strand gelopen en enkele plekken afgeweest waar altijd wel bijzonderheden te zien zijn. Een van die plekken in Zeeland waar je altijd even moet gaan kijken is de Brouwersdam, de zes kilometer lange afsluiting van het Grevelingenmeer tussen GoereeOverflakkee en Schouwen-Duiveland. Buitengaats, zoals dat zo mooi heet, zie je meestal in de winterperiode wel Zwarte Zeeeenden, Roodkeelduikers en/of Parelduikers, Middelste Zaagbekken en Nonnetjes. Ga vooral ook kijken bij de spuisluis, waar het overtollige water uit het Grevelingenmeer in de zee wordt gelost. Met een beetje geluk zie je daar Zeehonden en verschillende soorten vogels die zich te goed doen aan de vis. Daarbij enkele foto’s gemaakt:
Dit keer zat er ook een koppeltje IJseenden, een soort die broedt op de toendra in IJsland, de Scandinavische landen en Noord-Rusland.
27
Een wandeling langs het strand loont meestal ook wel de moeite. Langs de vloedlijn zie je vaak Drieteenstandlopers en op stenen van bijvoorbeeld strekdammen de Steenloper.
Bij eb liggen de zeehonden op de zandbanken voor het strand te luieren. In de duinen hebben de Konijnen al jong spul……
Toch altijd weer genieten een weekendje uitwaaien aan zee!!!! Theo Lommen
28