IVN Maasduinen Nieuwsbrief januari 2015 Inhoud van deze nieuwsbrief Pagina 2 Pagina 3 / 4 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 7 Pagina 8 Pagina 9 Pagina 10 Pagina 11 Pagina 12 Pagina 13 Pagina 14 Pagina 15/16 Pagina 17
Colofon Verhaal met een staartje From Annet Actieplan bedreigde soorten Nachtvlinders november Botanische tuin Groen en doen uitgave Reizen & kamperen met IVN Heidekoe terug in Limburg De kleine wildernis Duiven: Vredessymbool Natuurbelevingcursus Przewalskipaarden Vogels spotten op het water
De redactie van deze IVN nieuwsbrief wenst alle IVN-ers, hun familieleden en allen die de natuur een warm hart toedragen een gezond en gelukkig 2015 met heel veel mooie natuurbeleving.
Jeu Annet Smeets Weijkamp
1
Colofon IVN Maasduinen Ton Wetjens, Voorzitter Tel: 077 - 4722870 Wiel Jacobs, Secretaris Tel: 077 - 4721489 Secretariaat algemeen, beheer website, ledenadministratie. Marc Vergeldt, Penningmeester Tel: 077 - 3661405 Financiën, coördinatie werkgroepen. Annet Weijkamp Bestuurslid Tel: 077 - 4731244 Jo Peters, Bestuurslid Tel: 077 - 4721453 Ritsaart Blaisse Bestuurslid Tel: 077 - 3735100 Secretariaat: Oude Heerweg 213, 5941 EM Velden. E-mail:
[email protected] Bank: Rabo rek. nr: 153513861 t.n.v. IVN Maasduinen. Coördinatie werkgroepen: Ritsaart Blaisse Tel: 077 - 3735100 Beheer werkgroep: Henk Wennekers Tel: 077 - 4721813 Vogelwerkgroep:
Theo Lommen
Tel: 06 - 51786669
Amfibieën & reptielenwerkgroep: Ton Wetjens Tel: 077 – 4722870 Jeugd werkgroep: José Wennekers, Tel: 077- 4721813 mail:
[email protected] Jeugdcoördinator: Harry v.d. Logt, Tel: 077- 4721861 mail
[email protected] Werkgroep vleermuizen: Albert Raaijmakers, Tel: 0622922534, mail: ljm.raaijmakers.nl Programmacommissie: Annet Weijkamp, Ritsaart Blaisse en Henny Martens mail:
[email protected] Tel: 06 16880538 of 0049 2831 9779586 Vlinderwerkgroep: Harry v.d. Logt Tel: 077 – 4721861 E-mail:
[email protected] Jan Heuvelmans Tel: 077 – 4720040 E-mail:
[email protected] Redactie nieuwsbrief: Jeu Smeets Tel: 077 – 3520206 E-mail:
[email protected] Annet Weijkamp Tel: 077 – 4731244 E-mail:
[email protected] Clublokaal: de Hansenhof, Hasselt 10 5941 NP te Velden.
2
VAN GRIJPIJZER TOT EVENWICHTSORGAAN (tekst; Erik Nieuwenhuis)
Verhaal met een staartje. Of het nu de haan is op een boerenerf, het paard in de wei of de eekhoorn die we tegenkomen tijdens een boswandeling; heel veel dieren hebben een staart. Waarom eigenlijk ? En wat doen ze ermee ? Iedere huisdierenliefhebber heeft weleens zo‟n overzicht gezien waarin de taal van de staart wordt uitgelegd.
Ook communiceren dieren nog met de geuren die ze – netjes gezegd – onder hun staart bewaren. De staart kan ik zo‟n geval ook nog de functie hebben van het dopje op het parfumflesje. Dr. Roy Erkens van de universiteit van Utrecht houdt zich oa bezig met de manier waarop organismen zich aanpassen aan hun omgeving. Het woord „oerstaart‟ wil hij niet gebruiken, maar het is duidelijk dat het koddige wipstaartje van een konijn en de majestueuze staart van een volbloedhengst een gemeenschappelijke voorouder hebben. “Het skelet van de eerste dieren die op land leefden en het geraamte van bijv. een cavia, hebben grote overeenkomsten in opbouw. Van walvissen tot reptielen en van zoogdieren tot vogels, bij alle diersoorten begint de staart op dezelfde plek; als een reeks wervels op het eind van hun wervelkolom. In de loop van miljoenen jaren heeft de staart zich, net als andere lichaamsdelen aangepast aan de mogelijkheden tot overleving.” Wat betreft de grote variëteit in staarten die we zien bij de dieren in directe omgeving is het niet anders. Of het een eekhoorn is die we tegenkomen tijdens een boswandeling, een haan op een boerenerf of het krulstaartje van een varken; de vorm en functie van hun staart heeft ze ergens in de evolutie voordeel opgeleverd. “Staarten hebben de meest uiteenlopende functies”, vertelt, Erkens. “Een mooi voorbeeld daarvan is de staart van een gekko. Die gebruikt hij om de dieren die op hem jagen voor de gek te houden. Door ermee te zwaaien, leidt hij de aandacht af van de belangrijkere delen van zijn lichaam. Zonder staart kan hij wel overleven , die groeit zelfs weer aan. Maar als hij zijn staart verliest, zit zijn kop er nog aan en dat is voor zijn overleving natuurlijk cruciaal. Er zijn ook andere voorbeelden van dieren die graag aandacht op hun staart vestigen. Niet zozeer om hun belagers voor de gek te houden, maar om de belangstelling van de vrouwtjes te trekken. Het grappige daarbij, is dat je vaak ziet hoe de evolutie het evenwicht heeft gezocht tussen „show‟ en functie. Een haan kan met zijn staart geweldig veel indruk maken op de hennen, maar als het erop aan komt, moet hij wel geschikt zijn om ermee te kunnen vluchten. Waar de haan zijn staart inzet om het andere geslacht te verleiden, gebruiken andere dieren hun staart juist weer om 3
hun vijanden mee af te schrikken. Een stinkdier geeft verschillende signalen om aan te geven dat zijn tegenstander er beter vandoor kan gaan. Als dat niet werkt, gaat zijn staart omhoog en weet zijn belager dat het tijd is om op te stappen. Wie dan nog niet weg is, krijgt de volle laag. VECHTEN OF VLUCHTEN Dieren die hun vijanden niet goed genoeg duidelijk hebben gemaakt dat ze maar beter uit de buurt kunnen blijven, staan voor de klassieke keuze: vechten of vluchten. “Afschrikken is in veel gevallen beter dan de confrontatie aangaan”, merkt Erkens op, “maar indien nodig kan een staart een handig stuk gereedschap in de strijd zijn. Denk aan de kangoeroe die zijn staart gebruikt als derde achterpoot, waardoor hij rechtop staand kan „boksen‟. Maar ook dieren die heel goed uit de voeten kunnen op vier poten, zoals jachthonden, katten en hazen gebruiken hun staart als extra ledemaat, veelal om tijdens vlucht of aanval het evenwicht te bewaren. Bij snelle wendingen voorkomt de staart dat ze uit de bocht vliegen en bij het springen geeft de staart een extra zwiep omhoog. Een eekhoorn gebruikt zijn staart zelfs min of meer als „vliegtuigroer‟ wat hem in staat stelt onderweg van de ene naar de andere tak zijn koers bij te stellen. Je zou je kunnen afvragen waarom wij – als nazaten van aapachtige voorgangers – niet meer zo‟n handige aanhangsel hebben. Erkens: “Bij de mens is wel degelijk een staartbeen aan te wijzen. Maar daar is aan de buitenkant niets meer van te zien. Bij ons is de staart, volgens mij, verdwenen omdat hij behalve voordelen ook nadelen kan hebben. Je kunt ermee in de struiken blijven hangen. Slingerapen hadden een betere kans op overleving omdat ze hun staart konden gebruiken door zich ergens aan vast te grijpen. Maar daar hebben wij onze duimen voor. Die zijn zo geplaatst dat we makkelijk dingen kunnen vastpakken, net als bij de andere apen die uit de boom zijn gekomen: chimpansees, gorilla‟s en orang-oetans, die hebben net als wij dan ook geen staart meer. Dat het merendeel van de gewervelde dieren die wij kennen wel een staart heeft, zegt iets over het evolutionaire succes van de staart. Communicatiemiddel, vliegenverjager, buitenboordmotor, evenwichtsorgaan, grijpijzer, steunpilaar, pronkjuweel … het staartvormig aanhangsel heeft zich vanuit een simpel staartbeen ontwikkeld tot een instrument met oneindig veel praktische toepassingen. ================================================== Inmiddels is op de toren van de Familiekerk in Venlo een tweede koppel slechtvalken gesignaleerd en gefotografeerd door een buurtbewoonster. Hemelsbreed is dat slechts enkele honderden meters van de toren van de Martinuskerk af. Zij heeft ook gezien dat een van de twee een prooi aan het verorberen was. Als dat maar goed gaat met het overlappen van de territoria, want vechten willen ze best wel als soortgenoten hun iets in de weg legt. We gaan dat in de gaten houden, want de toren van de Familiekerk kent geen broedgelegenheid voor deze vogels
4
From:
[email protected] Sent: Sunday, November 23, 2014 3:40 PM To: marielle & ritsaart blaisse ; marc vergeldt ; wiel jacobs ; 'Jo Peters' ; Ton Wetjens Cc: Peer Maas ; Jan Heuvelmans ; Albert Raaijmakers ; Henk Wennekers ; Harry en Mieke Logt van de ; José Wennekers ; Jeu Smeets ; Theo Lommen ; Henny Martens Subject: Re: Bestuursvergadering IVN Maasduinen
Waar moet ik zijn voor deze vergadering ? Sinds augustus 2008 is Jeu Smeets redactielid van de Nieuwsbrief. Hij wordt steeds populairder. Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
PDF PDF PDF PDF PDF PDF PDF PDF
1,94 mB 6,4 mB !! 2,88 mB 3,46 mB 1,26 mB 4,62 mB 5,48 mB 4,41 mB
Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief Nieuwsbrief
met met met met met met met met met met met
15 20 22 28 19 21 16 25 22 20 20
pagina‟s pagina‟s pagina‟s pagina‟s !! pagina‟s pagina‟s pagina‟s pagina‟s pagina‟s pagina‟s pagina‟s
?
De artikelen staan soms voor enkele maanden in de Email box. Maar het wordt steeds gekker; Jeu staat regelmatig op de adressenlijsten van Emails tussen bestuursleden … Wil het bestuur zo graag in het nieuws ? Omdat Jeu bij alle bijeenkomsten wordt uitgenodigd. Naast de wachtlijst van artikelen is er een wachtlijst voor bijeenkomsten ontstaan. Jeu laat weten dat hij hier echt geen tijd voor heeft. Hij is veel te druk met ; - Het opstellen van nieuwsbrieven voor IVN Maasduinen. o Nieuwe artikelen zijn van harte welkom; maar dan wel opgemaakt in een o Word 97 - 2003 – document;
[email protected] . - Agenderen en notuleren van de vergaderingen bij de Eerste Kleurkanarie Vereniging Venlo - Auteur van artikelen en samensteller van clubblad „t Veugelke van de Eerste Kleurkanarie Vereniging Venlo ( EKVV‟51 ) - Alle PR verzorgen voor EKVV‟51 - Auteur van artikelen voor Stichting de Natuurgids - Auteur van artikelen voor de Info van de BEC ( Belangenbehartiging Europese Cultuurvogels ) - Organiseren van wandelingen in- en fotograferen van de natuur.
Annet
5
Actieplan bedreigde soorten Noord- en Midden-Limburg (deel 1)
Het 'Actieplan bedreigde soorten Noord- en Midden-Limburg' dient als handvat voor gebiedscommissies en organisaties in de streek om maatregelen voor bedreigde soorten te kunnen nemen.
Van Aardbeivlinder tot Zandhagedis In Limburg is er relatief veel kennis over het voorkomen van soorten en veel kennis van maatregelen die nodig zijn om de diversiteit aan soorten te behouden. Veel van die kennis is beschreven in atlassen, soortbeschermingplannen en databanken. Deze kennis is voor de initiatiefnemers in het landelijk gebied niet altijd even toegankelijk. Het was voor de opstellers van dit actieplan een grote uitdaging om die kennis bijeen te brengen en uit te werken in toegankelijke, gebiedsgerichte actieplannen, één voor elk van de districten in het reconstructiegebied. De actieplannen dienen als handvat voor gebiedscommissies en organisaties in de streek om maatregelen voor bedreigde soorten te kunnen nemen. Ik denk daarbij vooral aan opname van soortgerichte onderdelen in integrale projecten in het Limburgs platteland. Het initiatief voor het actieplan bedreigde soorten voor Noord- en Midden-Limburg is genomen vóór dat het etiket leefgebiedenbenadering bestond. Het product dat er uit voort is gekomen, is echter een goede bouwsteen om de leefgebiedenbenadering in de praktijk te gaan brengen. Bijzondere dier- en plantensoorten in het landschap is een kwaliteit om trots op te zijn. (Provincie Limburg ; Natuur en Landschap 24 juli 2014 ===================================================
Algemene leden / Jaarvergadering IVN Maasduinen
vrijdag 30 januari 2015
6
Nachtvlinders November 2014
( bewerkt door Annet )
Sinds ca 1 jaar houden enkele leden van de vlinderwerkgroep zich ook bezig met nachtvlinders. De resultaten geven aan dat het zuidelijk Maasduinengebied goede nachtvlinderbiotopen herbergt. Bijgesloten enkele foto‟s van door ons gesignaleerde mooie en/of zeldzame nachtvlinders van de maand november. Het gaat richting winter. Dit betekent koud- en guur weer, hetgeen duidelijk tot uiting komt in het aantal vlindersoorten (steeds minder). We zien nu de herfst- en wintersoorten. Dit is ook te merken aan de vlindernamen. Er zijn ook soorten die diverse uitvoeringen kennen. Zie bv. de grote wintervlinder.
Zuidelijke stofuil
Bruine herfstuil
Acleris notana-ferrugana wintervlinder
Zwartstip vlinder
Kleine wintervlinder
Berken
Grote wintervlinder
Grote wintervlinder
Grote wintervlinder
Najaarsspanner
Grote worteluil
Herfstspanner
John Bogaarts, Jan Heuvelmans
7
Botanische tuin
In bijna elke komkommertijd kan men in de wereldpers een foto zien van een kind, zittend op het blad van een reuzenwaterlelie ; de Victoria amazonica , en dat blad scheurt noch zinkt ; het draagt de vrolijke peuter zonder moeite als een luchtbed of een vlot. Bekijkt men dit natuurbouwsel eens wat nader – het kan een middellijn van ruim 2 meter bereiken – dan vallen meteen twee constructieve bijzonderheden op. Ten eerste is de rand van het blad omhooggebogen , ten tweede bezit het een radiaal net van draagribben, die door op- en neergeplooide tussenelementen met elkaar verbonden zijn, vergelijkbaar met de versteviginggedachte achter een stuk gegolfd plaatijzer. En net als dit of de „plissering‟ van moderne dakelementen leidt een dergelijke verribbing tot een verbazende winst aan sterkte en stijfheid voor dit bladoppervlak. De opgebogen rand draagt aan deze stabiliteit bij en voorkomt voorts dat bewogen water over de bovenrand van het blad golft. Het blad zelf, de bovenkant die men ziet, bestaat echter uit teer, slechts enkele millimeters dik en allerminst voor rek ongevoelig weefsel. Het totale oppervlak bedraagt overigens van een reuzenblad van 2,3 meter doorsnede niet minder dan 4,15 m2 – niet kleiner dan de bad-doucheruimte van een modern flatje. U kunt zich voorstellen dat op zichzelf de geringste golfslag een dergelijk uitgespreid en tevens teer bouwsel zou vernielen – des te meer verbazend dat eigenschappen als plissering en radiale ribversterking plus opgebogen rand de statische verhoudingen zodanig wijzigen dat zo‟n blad daarenboven de last van een klein kind kan verduren. In de jaren 1850-1851 werd in London het vermaard Crystal Palace gebouwd , een der belangwekkendste architectonische creaties van de 19e eeuw. De bouwmeester van dit glazen paleis was Sir Joseph Paxton. Bekijkt men de ribconstructie van het dak, dan ziet men grote gelijkenissen met de truc die de natuur in het blad van de reuzenwaterlelie toepast. Sir Joseph heeft de bladeren van de Victoria amazonica inderdaad nauwkeurig bestudeerd - en er de manier van versterking van afgekeken. Afkijken is misschien niet helemaal eerlijk, maar slaafs gespiekt heeft Sir Joseph beslist niet, hij heeft alleen de essentiële principes onderkend en vertolkt als een zelfstandig gecreëerde variant.
8
Het dak van Crystal Palace bestond slechts uit glas en staal. Zo men wil, was het een stalen geraamte dat met glazen dakruiten was bekleed. Het Crystal Palace is dan ook niet alleen als eerste bewust bionische constructie de geschiedenis van techniek en bouwkunst ingegaan, maar ook als eerste consequent aangehouden stalen-binten-constructie , als eerste bouwwerk waarin glas in welhaast overdadige hoeveelheden werd toegepast, en tenslotte als een constructie die door montage van voorgefabriceerde bouwelementen werd samengesteld, zoals tegenwoordig meer en meer ook in de gewone woningbouw wordt toegepast. Het glazen paleis van Sir Joseph Paxton heeft de geschiedenis van de bouw blijvend beïnvloed. (Uit het boek „Fantasie van de schepping‟ )
Groen en Doen
Marie-Claire van den Berg besloot op een dag dat het roer om moest: ze is milieubewust gaan leven. Maar hoe doe je dat het best, leven met respect voor het milieu? Voor welke keuzes kom je te staan bij bijvoorbeeld boodschappen doen? De dilemma's en de oplossingen heeft ze beschreven in haar boek "Groen doen". Marie-Claire neemt haar dagelijkse situatie als werkende moeder als uitgangspunt en gaat als journalist de diepte in: hoe kan ik mijn huis zo milieuvriendelijk mogelijk maken, welke auto is het minst vervuilend, wat is duurzame vis, bestaat die wel? Kun je nog wel lekker ruiken met duurzame deodorant? Hoe milieuvriendelijk gaat jouw bank om met geld? En over geld gesproken: kun je de boodschappen duurzaam doen en toch niet duurder uit zijn? Groen Doen is een inspirerend verslag van een persoonlijke en journalistieke zoektocht naar de juiste informatie en motivatie om zo milieubewust mogelijk te leven. En te blijven lachen! Titel: Groen doen. Auteur: Marie-Claire van den Berg ISBN: 978 90 472 0204 2 Uitgeverij Artemis Prijs: 18,95
9
Amsterdam, 19 november 2014 Beste IVN’ers. Sinds twee jaar geleden het reis- en kampeerprogramma van KNNV is opengesteld voor IVN’ers groeit het aantal IVN deelnemers gestaag. Helaas kennen veel IVN’ers de mogelijkheden nog niet. Misschien is het een idee om onderstaand artikel op te nemen in jullie afdelingsblad of nieuwsbrief. Rien Cardol Verenigingssecretaris IVN Samen op vakantie in de natuur Houd je van kamperen? Van reizen? En van de natuur? Het aantrekkelijke reis- en kampeerprogramma van KNNV staat open voor IVN’ers. Samen op excursie, maar ook met alle ruimte om zelf dingen te ondernemen. Het kan! Kamperen samen in de natuur Vind je het leuk om met andere mensen op excursie te gaan? Overweeg dan eens mee te gaan met een kampeervakantie, georganiseerd door een aantal enthousiaste leden van de KNNV. Je kiest voor een vakantie in een mooi natuurgebied in Europa en kampeert in een tent, caravan, camper of verblijft in een huisje of appartement in de buurt van de camping. Ieder jaar zijn er ongeveer 15 bestemmingen. Variërend van een paar dagen tot twee weken. In Nederland, Frankrijk of elders in Europa. Altijd in een schitterend gebied. Je reist er zelf heen en zorgt voor je eigen eten en drinken. Met iedere dag de mogelijkheid mee te gaan met een (deel van de) groep en te kiezen uit één van de wandel- of fietsexcursies in de omgeving. Je kunt je wensen voor het programma „s avonds bij de gezamenlijke koffie of chocolademelk kenbaar maken. Kamperen is een goedkope manier van vakantievieren, dicht bij de natuur. Omdat de kampeervakanties voor en door leden van KNNV en IVN worden georganiseerd kunnen we de inschrijfkosten beperken tot een paar tientjes. Daarvoor krijg je de gezelligheid en kennis van de andere deelnemers. Kijk eens op www.knnv.nl/kampeervakanties. Daar zijn ook de e-mailadressen en telefoonnummers te vinden waar je met vragen terecht kunt. Mooie natuurbestemmingen wereldwijd Je kunt ook kiezen voor een hotelreis. De Algemene Reiscommissie (ARC) van KNNV organiseert reizen naar prachtige natuurbestemmingen wereldwijd. Het vervoer naar en op de plaats van bestemming is geregeld. Je maakt – als je wilt – samen excursies in de omgeving van het verblijf of reist door een land. Er is altijd een KNNV reisleider en als dat nodig is een goede plaatselijke gids. De meeste reizen gaan naar plaatsen binnen Europa, maar er zijn ook altijd enkele reizen binnen Nederland en buiten Europa. Alle reizen zijn volledig inclusief. De ARC van KNNV doet niet aan „prijzen vanaf‟. Voor het reisprogramma kun je terecht op: www.knnv.nl/arc.
10
DE HEIDEKOE IS TERUG IN SCHINVELD Het beeld van grazende heidekoeien in Schinveld was vroeger een bekend verschijnsel. Natuurmonumenten heeft 2 heidekoeien gekocht en draagt deze dieren over aan stichting Historische Landbouw, die ze inzet in het natuurbeheer. Zeldzame heidekoe Wie kent hem niet de stier van Paulus Potter. Deze stier behoort duidelijk tot het ras; de heidekoe. Het kleurkenmerk van een heidekoe is vaalbont en niet roodbont of zwartbont. Sinds 1930 is dit type koe bijna uit het landschap verdwenen. Ze zijn zeldzaam, want er zijn slechts 40 heidekoeien in Nederland. Wereldwijd zo‟n 100. Van het ras de heidekoe bestaan 2 types; een melktype en een vleestype. Het melktype van de heidekoeien is het zeldzaamst. In Schinveld gaat men de dieren niet inzetten voor de melkproductie, maar voor natuur-beheer en voor behoud van het ras.
De uitgezette dieren in Schinveld
Historisch beheer landbouwgronden De inrichtingswerkzaamheden op de Schinveldse Es, die nodig waren na de ruilverkaveling, lopen ten einde. Natuurmonumenten gaat starten met het beheren van dit gebied als natuurgebied. Een aantal van de gronden binnen dit gebied worden beheerd door de stichting Historische Landbouw. Deze stichting en Natuurmonumenten prefereren een beheer dat samengaat met het oude gebruik van het landschap. Oude gewassen worden al door de stichting Historische Landbouw verbouwd op de landbouwgronden. Voor de nieuw te ontwikkelen natuur gaan we met dit historisch beheer verder. En belangrijker nog we gaan de gronden beheren met de bijna uitgestorven heidekoe. Thea en Max 3 Natuurmonumenten heeft deze koeien, een koe genaamd Thea van 12 jaar en een stierkalf genaamd Max 3 van 1 jaar, gekocht van collega‟s uit het natuurgebied “de Reten” in West Brabant. Op zaterdag 29 november heeft Natuurmonumenten deze heidekoeien overgedragen aan stichting Historische Landbouw. Op deze dag waren de belangstellenden van harte welkom bij Nonke Buusjke, Heringsweg 5a in Schinveld van 12.00 tot 14.00 uur. Kopstudie van de koe
11
De Kleine Wildernis – vervolg 4 december 2014 Eigen vervoer van en naar de werkplaats. Ton is vandaag met het paard gekomen, omdat zijn vrouw de auto nodig had en zijn fiets in reparatie is bij Wiel.
Maar wie is dat ? Die daar met zijn handen in de zakken. Hij komt vast leren hoe je de handen uit de mouwen moet steken als je een Smokkelpad wilt aanleggen. Anders komt er niets van terecht.
Deze man stelt zich voor als de Voorzitter van Jong Arcen ; Robert Lagarde. Hij komt overleggen of ze met de kaderleden (35 leden) in de kerstvakantie touwen kunnen knopen. Dat kan , zegt Ton. Ik heb touw genoeg en heel pad om aan te kleden met touwen. De heren worden het al snel met elkaar eens. De paarden komen nieuwsgierig uit de wei aangelopen om te kijken wat de heren daar staan te doen op hun terrein.
voor de Scharrelkids in wording …
Of is dat het paard van de Sint , die daar komt aanlopen ? Dan krijgen we nog leuke verrassingen We wachten rustig af en we zullen zien.
De Hulppiet Hallo Hulppiet: Dat Paard van Sint klopt niet, dat was een schimmel, of mag tegenwoordig naast een zwarte Piet ook geen witte schimmel meer ???????
12
Duiven – een symbool voor de vrede
Tekst: Jeu Smeets Foto’s: Wikipedia Duiven hebben sinds de oudheid voor ons mensen al een bijzondere betekenis en gold in de antieke wereld als vredessymbool en werd alom afgebeeld met een palmtakje in de snavel. Heden ten dage wordt meestal als het in de media over duiven gaat ingegaan op de overlast die de stadsduiven veroorzaken als ze in te grote getale in de steden aanwezig zijn. Daarbij moet mij van het hart dat hiervoor niet de schuld op de duiven terug te voeren is maar het ligt aan de mensen die vaak tegen alle verboden in de vogels voeren. In de vrije natuur voeden de duiven zich in hoofdzaak met zaden, granen, bessen en vruchten die met schil en al verorbert worden en daarom ook vaak insecten en maden bevatten. Maar ook groenvoer maakt een aardig deel uit van hun voedselopname. In de keuze van hun leefgebied zijn de meeste duivensoorten heel gemakkelijk want je treft ze aan in bos gebieden, weilanden en groensingels. Maar ook in parken, tuinen en bewoonde gebieden zijn het regelmatige gasten. De hier voorkomende wilde duiven zoals houtduif, Turkse tortel en zomertortel maken een vlak, zeer iele en bijna doorzichtig nestje in struiken en bomen en leggen daarin bijna altijd twee eieren. De stadsduif vormt hierop een uitzondering omdat zij nestelen op vaste ondergrond als muren, brede kozijnen, uitbouwsels van bouwwerken en torens. Dat zit in hun aard als afstammelingen van de rotsduif of van verdwaalde postduiven die ook rechtstreeks van de rotsduif afstammen. Duivensoorten: De grootste bij ons voorkomende duif is de houtduif die met een vleugelspanwijdte tot zeventig centimeter alle anderen ruimschoots overtreft. Hen kan ze herkennen aan de blauwgrijze kleur en de witte halsring. De Turkse tortel is afkomstig uit Zuid Oost Europa en Azië en heeft het woongebied in de laatste vijftig á zestig jaar gestaag naar het westen uitgebreid. Ze hebben een lichtbruine grondkleur met donkere vleugelspitsen en een opvallende zwarte halsring. De mooiste van allen vind ik toch wel de zomertortel met zijn zeer bijzondere vlekjestekening in mooie kleuren. Deze ver in Afrika overwinterende duif is echter de laatste decennia sterk in aantal afgenomen, zodanig zelfs dat ik de afgelopen zomer op de Groote Heide in Venlo, waar ik nagenoeg dagelijks kom deze duifjes helemaal niet meer gehoord heb met hun opvallende roep. Dat is wel erg zuur want zij gelden nog steeds als een extra gelukssymbool op deze wereld. Duiven kennen een vrij lang leven want van geringde duiven zijn leeftijden van achttien tot twintig jaar bekend maar dat wordt meestal bereikt in gevangenschap want de wilde duiven hebben vrij veel natuurlijke vijanden als havik, slechtvalk of sperwerpop en ook grotere uilen willen wel eens een duivenboutje verorberen. De eieren en jonge vogeltjes worden ook wel bedreigd door ekster, Vlaamse gaaien, marters en op sommige plaatsen in Europa door wasberen en nog wat andere roofdieren.
13
Cursus Natuurbeleving IVN Maas en Niers De cursus is bestemd voor iedereen die meer wil weten van natuur en landschap in en rondom het stuwwallen landschap, het Maasduinengebied en het Maasheggengebied. Kortom de natuurgebieden van Molenhoek t/m Bergen. Een uniek landschap waarin de invloed van de natuur en mens waarneembaar is. Een landschap waarin plant en dier een leefplek heeft gevonden en een levend landschap waarvan we optimaal mogen genieten. De cursus is voor mensen die vaak al jarenlang in dit gebied wonen, maar nu wel eens wat meer willen weten van de omgeving. Maar ook voor natuurliefhebbers die hier pas zijn komen wonen is dit een ideale gelegenheid om snel kennis te maken met hun nieuwe leefomgeving. Een grote voorkennis is niet nodig, interesse en motivatie is belangrijker. Onze doelstelling is uw eigen natuurlijke omgeving beter leren kennen. De natuur in Noord-Limburg is uniek en veelzijdig. Ingeklemd tussen de Maas en het Reichswald en de Maasduinen. Het stroomgebied van de Maas met haar uiterwaarden en Maasheggenlandschap. Deze gebieden herbergen ieder een geheel eigen flora en fauna. In de cursus wordt nader ingegaan op de verschillende type landschappen en het ontstaan hiervan. Daarbij op de flora en fauna met thema‟s als vogels, struiken en bomen, wilde bloemen, amfibieën en insecten. Verder ook op onderwerpen als natuur rondom uw huis. De cursus gaat hier dieper op in en omvat drie thema-avonden en drie excursies. We gaan bekijken hoe de verschillende landschappen zijn ontstaan: het stuwwallenlandschap van de Sint-Jansberg in Milsbeek/Mook, het rivierduinenlandschap van de Maasduinen in Afferden en de Maasheggen. Op de lesavonden behandelen we onder meer vogels, zoogdieren, wilde planten, insecten, amfibieën en ook natuurontwikkeling en natuurbeheer. Sommige onderwerpen worden als practicum gegeven. Tijdens de excursies wordt de theorie zichtbaar. We zien waarom sommige planten en dieren juist wel in dat gebied voorkomen en waarom andere soorten juist niet. De lesavonden zijn op de dinsdagen 7, 21 april en 12 mei 2015 van 19.30 uur tot 22.00 uur in het clubgebouw van IVN Maas en Niers, Kampweg 10 te Gennep. De excursies zijn op zondag, de locatie wordt op de voorafgaande lesavond bekend gemaakt. We starten om 9.30 uur en eindigen rond 12.00 uur. De excursiedata zijn de zondagochtenden 12 en 26 april en 17 mei (vogelexcursie start van 7 tot 10 uur). Kosten De kosten (incl. cursusmateriaal, koffie/thee) zijn € 30,- voor niet-leden(tevens een jaar gratis lid) en IVN leden betalen € 15,-. In de cursus is plaats voor maximaal 20 deelnemers. Voor meer informatie en voor aanmelding(graag uiterlijk 1 maart 2015) kunt u bellen naar Jan Hermans, coördinator, tel.0485 518571 of per E-mail:
[email protected]
14
Przewalskipaarden, fascinerende dieren De uitdrukking “ wilde paarden ” is eigenlijk een beetje bedrieglijk`omdat de heden ten dage nog vrijlopende wilde paarden helemaal niet meer zo wild zijn als van oorsprong en ook onder menselijk toezicht staan. Bepaalde soorten zijn uit andere rassen teruggekweekt totdat men ongeveer hetzelfde paard, ook genetisch, had als uit de oudheid bekend was. Oorspronkelijk waren deze Przewalskipaarden van Mongolië tot in Midden – Europa te vinden, maar de laatste werkelijk vrijlevende paarden zijn sinds ± 1967 totaal uitgestorven. Als het enige echte oorspronkelijke wilde paard heeft het Przewalskipaard op afgesloten terreinen en in dierentuinen overleefd en is daar intensief mee gefokt. De naam van deze paardjes stamt van Nikolai Michailowitch Przewalski die deze paardensoort in 1879 op de Mongoolse steppen herontdekt heeft en er onderzoek naar heeft gedaan. In vergelijking met de huispaarden rassen is dat Przewalski paard met een schofthoogte van maximaal 1,45 mtr. relatief klein te noemen en ze bereiken ook slechts een gewicht tot 300 Kg. De kleur van de vacht varieert van geelbruin tot roodbruin en is op de flanken altijd lichter. In de vrije natuur, zoals bij ons in de Oostvaardersplassen leven de paardjes in groepen, die gemiddeld 4 tot 5 merries omvat en waarbij de leidende hengst voor de veiligheid en voortplanting verantwoordelijk is. Deze moet zijn positie echter steeds tegen oprukkende jongere mannelijke dieren verdedigen in vaak verbitterde gevechten waarbij beiden flink toegetakeld kunnen worden. De leidende merrie, meestal het oudste en meest ervaren vrouwelijke dier wijst de groep de weg naar water – voer – en drinkplaatsen. De paardjes communiceren onder elkaar met lichaamsbewegingen, snuiven en brommen. Wilde paarden hinniken nagenoeg niet omdat hierdoor de aandacht van vijanden op de groep gevestigd kan worden. In Nederland zijn de Przewalski paardjes te bewonderen in de Oostvaardersplassen en ook Gaia Zoo in Kerkrade heeft een aantal van deze mooie paardjes. Kort geleden zijn vanuit de Gaia Zoo enkele merries overgebracht naar Mongolië om daar in een groep voor bloedverversing te gaan zorgen en inteelt te voorkomen. De dierentuin in Praag heeft echter wereldwijd het initiatief genomen bij het herintroduceren op de Mongoolse steppen. Van Praag uit zijn ook de meeste dieren naar het oorspronkelijke leefgebied gegaan en van daaruit wordt ook het vervoer en andere bijkomende zaken geregeld. Geschiedenis: Onderzoek op 70 000 jaren oud bot heeft uitgewezen dat het Przewalskipaard zich rond 50 000 jaar geleden heeft afgezonderd van andere paardenrassen en dat er na die tijd ook geen vermenging meer heeft plaatsgevonden. In 1881 werd het ras door de onderzoeker Poliakov erkend als een aparte soort in ingedeeld als “Equus Przewalskii”. Tegenwoordig wordt de wetenschappelijke naam van dit dier omschreven als “Equus caballus przewalskii” en het paard is voor zover bekend ook nooit gedomesticeerd, waarschijnlijk omdat de aard van deze dieren zich daarvoor niet leende. Mogelijk zijn ze door de Mongolen wel gekruist met andere paardenrassen maar daar is verder niets over bekend Ondanks een jachtverbod op deze paardjes in 1930 zijn ze toch op de Mongoolse steppen rond 1960 uitgestorven. Op dat moment leefden er nog in totaal 13 stuks in dierentuinen en
15
daar is men toen intensief mee gaan fokken en in 1977 waren er wereldwijd weer zo‟n 300 van deze paardjes en vaak uitgezet in afgesloten natuurgebieden. Sinds 1992 worden de dieren weer uitgezet op de Mongoolse steppen nadat ze eerst hebben moeten wennen aan de veranderde omstandigheden en de bittere kou die daar in de winter kan heersen. Nu worden er iedere twee jaar 16 paardjes in Mongolië vrijgelaten. Genetische eigenschappen en exterieur: Het Przewalskipaard heeft één erg groot verschil met de andere paardenrassen. Deze paarden hebben namelijk 66 chromosomen, terwijl alle andere rassen maar 64 chromosomen hebben. Ondanks dit genetische verschil is het wel mogelijk het Przewalskipaard te kruisen met andere paardenrassen. Het Przewalskipaard heeft veel primitieve kenmerken. Zo hebben de dieren een groot hoofd, een recht profiel, lange oren en een korte hals en benen. Ook heeft het dier een rechte rug en is zijn schoft niet zichtbaar. De kleur van het Przewalskipaard is wildkleur bruin en zijn benen hebben vaak zebrastrepen. Ook is het paard in bezit van een duidelijke smalle rugstreep die doorloopt tot in de staart. De manen worden niet langer dan 20 cm en staan vaak rechtop, ook zijn ze vaak erg borstelig. De staart van het Przewalskipaard heeft aan de bovenkant korte haren, aan de onderkant zijn ze lang en grof. De schofthoogte van de Przewalski ligt tussen de 1,22 en 1,45 meter. Karakter: In het wild zijn de Przewalskipaarden wild en onstuimig. Hengsten doen er alles aan om hun groep te beschermen. In gevangenschap zijn ze ook zeer moeilijk tam te maken. De dieren hebben een groot uithoudingsvermogen en ze zijn erg snel. Ze halen met gemak een snelheid van 60 km. per uur. Tekst: Jeu Smeets. Foto’s: Vrij internet
Dit was nieuwjaarsdag 2011
en dit nieuwjaarsdag 2014
Dat zijn toch wezenlijke verschillen.
Inmiddels hebben wij Kerst 2014 en nog geen nachtvorst van betekenis gehad alleen maar herfstachtige toestanden met veel regen en nog meer wind. Wordt het alweer de warmste winter van deze eeuw ????????????
16
17