Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Advies-en Kenniscentrum Waterbodems
Intern milieuzorgsysteem WAU interne bedrijfsvoering en vervoer Operationeel plan
AKW4
Advies- en Kenniscentrum Waterbodems
Z0432
o
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
BIBLIOTHEEK
Bouwdienst Rijkswaterstaat W A T E R B O D E M S ADVIES EN U I T V O E R I N G
P * * * - * 20.000 3502 LA Utrecht
BIBLIOTHEEK BOUWDIENST RIJKSWATERSTAAT NR. . . Z o L j ^ - ^ ^
Intern milieuzorgsysteem WAU interne bedrijfsvoering en vervoer Operationeel plan
Opsteller Controle Autorisatie Status Documentnr.
Bevoegd Gezag Opdrachtgever Waterbodems Advies en Uitvoering Adriaen van Ostadelaan 140 3583 AM Utrecht
Naam M.C.M. Vaessen J.J.M. Broens JJ.M. Broens Versie 1 definitief WAU.ALG-N-98242
Paraaf
Naam
Paraaf
r> 7,
Datum i-f.u-qS
Datum
H P. Laboyrie Telefoon: (030)219 20 20 Telefax: (030) 251 31 93
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Inhoudsopgave 1. Identificatie en samenvatting
4
2. Inleiding
5
_____
2.1 Nationaal Milieubeleidsplan: milieuzorg bij de overheid
5
2.2 Bedrijfsinterne milieuzorg 2.3 Van N M P tot milieuzorg bij W A U
5 6
2.3.1 Milieuzorg bij de Bouwdienst in de jaren 90 2.3.2 Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst 2.3.3 Van milieuzorg bij de Bouwdienst tot milieuzorg bij W A U
6 6 7
3. Milieuzorgsysteem W A U : focus en opzet
8
3.1 Milieuzorgsysteem W A U : focus
8
3.2 Milieuzorgsysteem W A U : opzet
8
4. Integratie van milieuzorg in de bedrijfvoering
10
4.1 Steun van het management
10
4.2 De milieucoordinator
10
5. Milieubeleidsverklaring W A U
11
6. Milieuprogramma W A U _
12
7. Voorlichting en opleiding
13
7.1 Nulsituatie
13
7.2 Doelstellingen 7.3 Doelgroep 7.3.1 Interne doelgroepen
14 14 14
7.3.2 Externe doelgroepen
15
7.4 Boodschappen en methoden
15
7.4.1 Uitgangspunten
15
7.4.2 Communicatiestrategie
15
7.4.3 Vorm
16
7.5 Actie en evaluatie
16
7.5.1 Voorlichtingsactieplan
16
7.5.1.1 Algemene voorlichting bij de start van de milieucampagne 7.5.1.2 Algemene voorlichting per aandachtsgebied 7.5.1.3 Specifieke voorlichting behorende bij maatregelen 7.5.1.4 Terugkoppeling 7.5.2 Evaluatie
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALC-N-98242 Versie 1 definitief
16 17 17 17 18
Datum: 17 december pagina 1
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
8. Metingen en registraties
en vervoer
19
8.1 Fase 1: Nulmeting/Doelen, kengetallen en normen
19
8.1.1 Papier
20
8.1.1.1 Milieu-effecten
20
8.1.1.2 8.1.1.3 8.1.1.4 8.1.1.5
20 21 21 22
Papierverbruik Signalering Inventarisatie Doel
8.1.2 Energie 8.1.2.1 8.1.2.2 8.1.2.3 8.1.2.4 8.1.2.5
22 Milieu-effecten Energieverbruik Signalering Inventarisatie Doel
22 22 23 23 24
8.1.3 Autokilometers
24
8.1.3.1 Milieu-effecten 8.1.3.2 Hoeveelheid autokilometers
24 24
8.1.3.2.1 Woon-werk-autokilometers 8.1.3.2.2 Werk-werk-autokilometers 8.1.3.2.3 Commentaar bij de meting
24 24 25
8.1.3.3 Signalering 8.1.3.4 Inventarisatie 8.1.3.5 Doel
25 25 26
8.2 Fase: Meten en registreren
26
8.2.1 M e t i n g e n registratie papierverbruik 8.2.2 Meting en registratie energieverbruik 8.2.3 Meting en registratie autokilometers
26 26 26
8.2.3.1 M e t i n g e n registratie woon-werk-autokilometers 8.2.3.2 Meting en registratie werk-werk-autokilometers 8.2.3.3 Speciaal aandachtspunt meting en registratie autokilometers
27 28 28
9. Interne en externe rapportages
29
9.1 Intern rapport
29
9.2 Extern rapport
29
10. Interne controle/Doorlichting van het totale milieuzorgsysteem
30
10.1 Interne controle
30
10.2 Doorlichting van het totale milieuzorgsysteem
30
Af kortingenlijst
32
Literatuur
33
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 2
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Fasenplan Meet- en Regelsysteem Smart Group Milieuverklaring Bouwdienst Milieubeleidsverklaring W A U Checklist milieusituatie W A U Registratieformulier papierverbruik Registratieformulier aardgasverbruik Registratieformulier autokilometers individueel Registratieformulier autokilometers totaal Voorbeeld enqueteformulier: vervoerwijze/woonplaats Voorbeeld enqueteformulier: meting voorlichtingsdoelstellingen Actieplan milieuzorgdoelen Milieuprogramma (incl. voorlichtingsactieplan)
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 3
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Identificatie Archiefnummer
WAU.ALG-N-98242
Projectnaam
Intern milieuzorgsysteem W A U - interne bedrijfsvoering en vervoer
Beschrijving
operationeel plan
Aanvangsdatum
1-06-1998
Einddatum
1-12-1998
Opdrachtgever
H.P. Laboyrie
Opdrachtnemer
M . C . M . Vaessen Vondelstraat 20 6512 BG Nijmegen
Samenvatting In het Nationaal Milieubeleidsplan d.d. 25 mei 1989 werd door de Tweede Kamer een aantal actiepunten opgenomen, die gerichtzijn op de milieubedrijfsvoering van de rijksdienst. Een van die actiepunten luidt dat alle ministeries een milieuzorgprogramma op zullen stellen, waarin ook de mobiliteitsreductie aandacht zal krijgen. In het kader van dat actiepunt is bij de Bouwdienst Rijkswaterstaat een project "Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst" opgestart dat voorziet in een programmatische aanpak van milieuzorg. Het Directieteam van de Bouwdienst heeft een aantal milieuzorgspeerpunten vastgesteld: • • •
een reductie in het papierverbruik; een reductie in het energieverbruik; een reductie in het aantal autokilometers.
W A U , ressorterend onder de Hoofdafdeling Waterbouw van de Bouwdienst, heeft ervoor gekozen om binnen het kader van "Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst" een eigen milieuzorgverantwoordelijkheid op zich te nemen en deze te doen blijken door een specifiek op W A U gericht intern milieuzorgsysteem te ontwikkelen. Een milieuzorgsysteem kan worden gedefinieerd als het samenhangende geheel van beleidsmatige, organisatorische en administratieve maatregelen, gericht op het inzicht krijgen in, het beheersen van en waar mogelijk verminderen van de effecten van de bedrijfsvoering op het milieu. Een milieuzorgsysteem dient volgens de regering de volgende acht elementen te bevatten: • • • • • • • •
de integratie van milieuzorg in de bedrijfsvoering; een milieubeleidsverklaring; een milieuprogramma; interne voorlichting en opleiding; metingen en registraties; interne en externe rapportages; interne controles; een doorlichting van het totale milieuzorgsysteem.
Het intern milieuzorgsysteem W A U is uitgewerkt volgens bovenstaande opzet.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 4
1998
Intern milieuzorgsysteem
2
Inleiding
2 . 1
N a t i o n a a l
M i l i e u b e l e i d s p l a n :
m i l i e u z o r g
b i j
d e
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
o v e r h e i d
M e t het verschijnen van het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) d.d. 25 mei 1989 werd door de Tweede Kamer het Nederlandse milieubeleid voor de middellange termijn bekend gemaakt. In dit N M P wordt gesteld dat de rijksoverheid waar mogelijk een voorbeeldfunctie dient te vervullen voor wat betreft de bedrijfsmatige aspecten van het overheids(milieu-)beleid. Het N M P bevat daartoe een viertal actiepunten, die gericht zijn op de bedrijfsvoering van de rijksdienst : 1
Actiepunt 146: voor rijksgebouwen zal het energiebesparingsprogramma worden gei'ntensiveerd. Door aanpassing van de regelgeving zullen de normen voor nieuwe gebouwen worden verscherpt. De richtlijn voor gebruik van nieuwe materialen zal worden aangescherpt; Actiepunt 152: in 1990 zullen alle ministeries een milieuzorgprogramma opstellen, waarin ook de mobiliteitsreductie aandacht zal krijgen; Actiepunt 153: milieu-aspecten zullen voortaan een belangrijke rol spelen bij het overheidsaanschaffingenbeleid; hetzelfde geldt voor de zogenaamde innovatieve overheidsaanschaffingen; Actiepunt 195a:aan bedrijven en (overheids)instellingen wordt gevraagd een kilometerreductieplan op te stellen, waarin het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer van en naar het bedrijf of instelling wordt doorgelicht en alle mogelijkheden voor vermindering van het aantal autokilometers worden onderzocht. O p lange termijn zal het opstellen van een kilometerreductieplan onderdeel gaan uitmaken van de interne milieuzorg van bedrijven en instellingen.
2 . 2
B e d r i j f s i n t e r n e
m i l i e u z o r g
In augustus 1989 werd door de toenmalige minister van V R O M de notitie "Bedrijfsinterne milieuzorg" aan de Tweede Kamer aangeboden. Kern van deze notitie was dat milieuzorg evenzeer als kwaliteitszorg en de zorg voor arbeidsomstandigheden in de dagelijkse praktijk van de bedrijfsvoering een normale zaak behoort te zijn. Milieuzorg dient in ieder bedrijf gemeengoed te worden als een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. De praktische uitvoering hiervan wordt gedefinieerd als een milieuzorgsysteem. Een milieuzorgsysteem kan worden gedefinieerd als: het samenhangende geheel van beleidsmatige, organisatorische en administratieve maatregelen, gericht op het inzicht krijgen in, het beheersen van en waar mogelijk verminderen van de effecten van de bedrijfsvoering op het milieu . 2
Onder een integraal milieuzorgsysteem verstaat de regering de meest uitgebreide en complete versie van het standaard milieuzorgsysteem zoals dat in de nota "Milieuzorg in samenspel" is vastgesteld . Een milieuzorgsysteem dient volgens bovengenoemde notitie de volgende acht elementen te bevatten: 3
• • • • • 1
2
3
4
4
de integratie van milieuzorg in de bedrijfsvoering; een milieubeleidsverklaring; een milieuprogramma; interne voorlichting en opleiding; metingen en registraties; Tweede Kamer, Nationaal Milieubeleidsplan, nr. 1-2, 1988-1989 Tweede Kamer, notitie Bedrijfsinterne milieuzorg, nr. 3, 1988-1989 Commissie Bedrijfsinterne Milieuzorgsystemen, notitie Milieuzorg in samenspel, 1988 Tweede Kamer, notitie Bedrijfsinterne milieuzorg, nr. 3, 1988-1989
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 5
1998
Intern milieuzorgsysteem
• • •
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
interne en externe rapportages; interne controles; een doorlichting van het totale milieuzorgsysteem.
In de bovengenoemde notitie "Bedrijfsinterne milieuzorg" stelt de regering dat bedrijven in 1995, al naar gelang hun milieubelasting, over een dergelijk integraal of een partieel milieuzorgsysteem dienen te beschikken. Partieel betekent volgens de regering dat bedrijven met een met een geringe milieubelasting kunnen volstaan met een beperkt aantal elementen van het integraal milieuzorgsysteem of dat de elementen minder diepgaand worden uitgewerkt. Elementen die volgens de regering in een partieel milieuzorgsysteem kunnen ontbreken zijn volgens de overheid de milieucoordinator, de interne rapportages en de milieu-audit . 5
2 . 3
V a n
N
M
P
t o t
m i l i e u z o r g
b i j
W
A
U
W A U , als onderdeel van het Advies- en Kenniscentrum Waterbodems, is weliswaar opgezet als een aparte organisatie-eenheid, W A U ressorteert organisatorisch onder de afdeling Milieubouw en Beleidsanalyse (WBM) van de hoofdafdeling Waterbouw (WB) van de Bouwdienst Rijkswaterstaat (BD) te Utrecht. Het huidige milieuzorgbeleid van BD ("Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst" ) kent een top down karakter, d.w.z. dat de speerpunten van milieuzorg bij BD (zie hoofdstuk 3) op topniveau vastgesteld zijn en daarmee richtinggevend zijn voor de onder BD ressorterende hoofd- en (staf) afdelingen. Milieuzorg bij W A U sluit daarmee aan op milieuzorgbeleid bij de Bouwdienst. 6
Milieuzorg bij de Bouwdienst in de jaren 90
2.3.1
7
Als reactie op actiepunt 1 5 2 in het N M P werd in 1991 een projectplan opgesteld dat voorzag in een programmatische aanpak van milieuzorg bij BD. Aan dit in 1991 gelanceerde milieuzorgplan werd door het toenmalige directieteam (DT) van BD geen goedkeuring verleend . 8
Ondanks het ontbreken van een strategic met meetbare doelen en een milieuzorgplan zijn er sindsdien diverse losstaande en ad hoc milieuzorgactiviteiten uitgevoerd. In een interne studie "Onderzoek naar milieuzorg bij de Bouwdienst" in 1996 zijn in deze werkwijze knelpunten naar voren gekomen . O p basis van de resultaten van deze interne studie werd in juni 1996 door W B in het prospect "Milieuzorg Nieuw Elan" aangekondigd een milieuzorgsysteem te ontwikkelen waar het DT achter kan staan. 9
2.3.2
Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst 10
Het Strategisch Plan Bouwdienst 1997-2001 spreekt op een aantal plaatsen over milieuzorg . In het hoofdstuk "Geactualiseerde missie" is de volgende passage opgenomen: " D e Bouwdienst levert kwalitatief hoogwaardige dienstverlening met daarbij voldoende aandacht voor innovatie en de effecten op milieu en maatschappij". In het hoofdstuk "Uitdagingen" is de volgende alinea opgenomen: "De Bouwdienst streeft ernaar de zorg voor het milieu zodanig in zijn dagelijks handelen te integreren, dat milieu-aspecten en duurzaam bouwen een volwaardige plaats innemen in de afwegingsprocessen die tot keuzes en besluiten over infrastructuur leiden". In het hoofdstuk "Actieplan/Plan van aanpak" is als actie opgenomen dat de hoofdafdelingen W B en Droge infrastructuur (Dl) "voor medio 1997 een meetbare en uitvoerbare doelstelling voor milieuzorg formuleren".
5
6
7
8
9
10
Tweede Kamer, notitie Bedrijfsinterne milieuzorg, 1988-1989 Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998 Tweede Kamer, Nationaal Milieubeleidsplan, nr. 1-2, 1988-1989 Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998 Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998 Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 6
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
In het verlengde van de uitvoering van het "Actieplan/Plan van aanpak" in het Strategisch Plan Bouwdienst is in augustus 1997 door W B een projectplan "Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst" ter goedkeuring aan het DT voorgelegd. De in het Strategisch Plan Bouwdienst opgenomen actie "een meetbare en uitvoerbare doelstelling milieuzorg formuleren voor medio 1997" omvat fase 1 van het projectplan "Milieuzorg Nieuw Elan". De fasen 2, 3 en 4 van het projectplan zijn achtereenvolgens: het opstellen van een milieu-actieplan, implementatie van het milieu-actieplan en nazorg en onderhoud . Het DT heeft de eerste twee fasen van het projectplan inmiddels goedgekeurd. 11
2.3.3
Van milieuzorg bij de Bouwdienst tot milieuzorg bij W A U W A U heeft, op grand van ideele en financiele motieven, ervoor gekozen om binnen het kader van "Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst" een eigen milieuzorgverantwoordelijkheid op zich te nemen en deze te doen blijken door een specifiek op W A U gericht intern milieuzorgsysteem te ontwikkelen. W A U wil, niet alleen door op verantwoorde wijze een bijdrage te leveren aan het oplossen van de problematiek van de verontreinigde waterbodems, maar ook in haar bedrijfsprocessen een bewuste positieve bei'nvloeding van het milieu verwezenlijken.
" Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber pagina 7
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Milieuzorgsysteem WAU: focus en opzet M i l i e u z o r g s y s t e e m
W
A
U
:
f o c u s
W A U is onderdeel van het Advies- en Kenniscentrum Waterbodems (AKWA). W A U is opgezet als een aparte organisatie-eenheid, maar ressorteert organisatorisch onder de afdeling W B M van de hoofdafdeling W B van de BD te Utrecht. Deze hoofdafdeling heeft met instemming gereageerd op de vaststelling van milieuzorgspeerpunten door het DT van BD in het kader van Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst en conformeert zich als zodanig daaraan. Deze speerpunten betreffen : 12
• • •
een reductie in het papierverbruik (interne bedrijfsvoering); een reductie in het energieverbruik (interne bedrijfsvoering); een reductie in het aantal autokilometers (vervoer).
Het bovenstaande impliceert dat het milieuzorgsysteem van W A U zich beperkt tot de aandachtsgebieden interne bedrijfsvoering (energieverbruik en papierverbruik) en vervoer (aantal autokilometers). De volledige titel van het systeem wordt daarmee: intern milieuzorgsysteem W A U interne bedrijfsvoering en vervoer.
M i l i e u z o r g s y s t e e m
W
A
U
:
o p z e t
Voor de opzet van het intern milieuzorgsysteem W A U is, in overleg tussen de opsteller en de controleur van dit rapport, gekozen voor de werkwijze die in de regeringsnotitie "Bedrijfsinterne milieuzorg" gepresenteerd wordt , d.w.z. de opzet van een integraal milieuzorgsysteem. De reden voor deze keuze is dat de opzet voor bedrijfsinterne milieuzorgsystemen door V R O M aanbeveeld wordt als zijnde de juiste werkwijze om interne milieuzorg in overheidskantoren gestalte te geven . De andere optie, te weten de werkwijze van ISO 1 4 0 0 0 , is om op grond van dezelfde afweging niet gekozen, maar omdat de beide werkwijzen in grote lijnen overeenkomen en dezelfde elementen bevatten, kan niettemin ook met de aldus gekozen opzet snel een eventuele koppeling plaatsvinden met het kwaliteitszorgsysteem "Elementair" , dat opgezet is volgens de werkwijze van ISO 9000. De opzet: 13
14
15
16
• • • • • • • •
de integratie van milieuzorg in de bedrijfsvoering; een milieubeleidsverklaring; een milieuprogramma; interne voorlichting en opleiding; metingen en registraties; interne en externe rapportages; interne controles; de doorlichting van het totale milieuzorgsysteem.
V o o r d e uitwerking van de elementen "Metingen en registraties", "Interne en externe rapportages", "Interne controles" en "Doorlichting van het totale milieuzorgsysteem" wordt gebruik gemaakt van het Fasenplan Meet- en regelsysteem dat de Smart G r o u p ontwikkeld heeft om de effecten van interne milieuzorg bij de ministeries te meten en te regelen (zie bijlage 1). Inhoudelijk zien de fasen er als volgt uit: 17
12
13
14
15
16
17
Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998 Tweede Kamer, notitie Bedrijfsinterne milieuzorg, nr. 3, 1988-1989 V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 Nederlands Normalisatie-instituut, Werken met ISO 14000, 1997 Bouwdienst Rijkswaterstaat, Elementair, 1998 V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 8
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Fase 1: •
nulmeting
•
doelen,
milieu-aspecten kengetallen
en
bedrijfsvoering; normen;
Fase 2: •
meten
•
vastleggen
en
registreren; van
resultaten;
Fase 3: •
bijsturen
en
regelen.
In de volgende ge'integreerde opzet valt af te lezen bij welk element van (de gekozen opzet voor) het milieuzorgsysteem, ter uitwerking gebruik gemaakt wordt van welk deel van het bovenstaande Fasenplan Meet- en Regelsysteem van de Smart Group: •
de integratie van milieuzorg in de bedrijfsvoering
(zie hoofdstuk 4);
•
een milieubeleidsverklaring
(zie hoofdstuk 5);
•
een milieuprogramma
(zie hoofdstuk 6);
•
interne voorlichting en opleiding
(zie hoofdstuk 7);
•
metingen en registraties
(zie hoofdstuk 8);
Fase 1: nulmeting doelen,
milieu-aspecten kengetallen
en
bedrijfsvoering; normen;
Fase 2: meten
•
en
registreren;
(zie hoofdstuk 9);
interne en externe rapportages Fase 2: vastleggen
•
van
resultaten;
(zie hoofdstuk 10);
interne controles Fase 3: bijsturen
en
regelen;
de doorlichting van het totale milieuzorgsysteem
(zie hoofdstuk 10);
Fase 3: bijsturen
en
regelen.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 9
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Integratie van milieuzorg in de bedrijfsvoering Wil interne milieuzorg bij W A U een structured karakter krijgen, dan dient interne milieuzorg in de bedrijfsvoering gei'ntegreerd te worden. Een succesvolle integratie is met name afhankelijk van de volgende succesfactoren: commitment van het management en de aanstelling van een milieucoordinator.
S t e u n
v a n
h e t
m a n a g e m e n t
Steun van het management is essentieel voor het maken van bedrijfsinterne milieuzorg tot een vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering, want een structurele milieu-aanpak kan op den duur alleen effect sorteren als deze door het management wordt ondersteund. Het management van W A U heeft, zich bewust van haar voorbeeldfunctie ten opzichte van haar medewerkers, haar commitment aan milieuzorg bij W A U doen blijken middels ondertekening van de milieubeleidsverklaring (zie bijlage 3 en hoofdstuk 5). Het management van W A U is zich bewust van haar voorbeeldfunctie en zal haar commitment aan milieuzorg in de toekomst dan ook verder doen gaan dan passieve steun en toekomstig beleid meenemen, o.a. door in het Bedrijfsplan W A U 1999 een milieuzorgparagraaf op te nemen.
D e
m i l i e u c o o r d i n a t o r
De milieucoordinator is een persoon die fungeert als de motor, die het proces van milieuzorg op gang brengt en houdt. Gezien de (beperkte) omvang van de organisatie W A U en de selectieve aandacht voor milieuzorg op deelgebieden, kan de functie milieucoordinator als deelfunctie in het takenpakket van de aangewezen persoon opgenomen worden. Hier hoeft dus geen aparte aanstelling voor plaats te vinden. Taken van de milieucoordinator bij W A U : • • • • • •
implementeren van het intern milieuzorgsysteem W A U - interne bedrijfsvoering en vervoer; bewaken, controleren en sturen van de uitvoering van de in dit intern milieuzorgsysteem W A U opgenomen elementen; fungeren als facilitator van het milieuzorgproces; fungeren als aanspreekpunt inzake interne milieuzorg bij W A U ; middels voorlichting stimuleren en motiveren van werknemers zich, in overeenstemming met de milieudoelstellingen van W A U , milieubewust te gedragen; hierdoor bijdragen aan de realisatie van de milieudoelstellingen.
De functie van milieucoordinator bij W A U wordt als volgt ingevuld: •
•
7-98/12-98: dhr. M . C . M . Vaessen, stagiair belast met het ontwerpen van een intern milieuzorgsysteem W A U - interne bedrijfsvoering en vervoer, onder supervisie van dhr. J.J.M. Broens; vanaf 1-99: dhr. J.J.M. Broens, hoofd bedrijfsbureau W A U .
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 10
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Milieubeleidsverklaring WAU W A U onderschrijft als organisatorisch onderdeel van het Advies- en Kenniscentrum Waterbodems de milieubeleidsverklaring van de Bouwdienst, zoals die in het kader van het project Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst geformuleerd is (zie bijlage 2). W A U wil als projectbureau, dat zich ten doel heeft gesteld een wezenlijke bijdrage te leveren aan het oplossen van de problematiek van de verontreinigde waterbodems, een eigen milieuverantwoordelijkheid doen blijken uit een op W A U toegesneden milieubeleidsverklaring:
•
WAU wil een actieve bijdrage leveren aan de zorg voor een schoner milieu. daartoe ten doel: het inzicht krijgen in, het beheersen van en waar mogelijk milieubelasting;
WAU stelt zich beperken van haar
•
WAU werkt aan de realisering van een (partieel) bedrijfsintern milieuzorgsysteem (BIM) aandachtsgebieden interne bedrijfsvoering en vervoer, welk bijdraagt aan het verstandig met papier- en energieverbruik en het aantal autokilometers;
•
Milieuzorg is een verantwoordelijkheid van iedere werknemer, WAU tot milieuvriendelijk gedrag wordt gestimuleerd.
die in het kader
op de omgaan
van milieuzorg
bij
De volgende personen hebben uiting gegeven aan hun commitment aan milieuzorg binnen W A U door de milieubeleidsverklaring te ondertekenen (zie bijlage 3): • • • •
dhr. dhr. dhr. dhr.
H.P. Laboyrie, bureaudirecteur Waterbodems Advies en Uitvoering; W . D . Rokosch, bureaudirecteur Waterbodems Advies en Uitvoering; A . G . Fase, bureaumanager Waterbodems Advies en Uitvoering; J.J.M. Broens, hoofd bedrijfsbureau Waterbodems Advies en Uitvoering.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer. WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 11
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Milieuprogramma WAU Het milieubeleid wordt vormgegeven in een milieuprogramma, dat aangeeft hoe de milieubelasting van de bedrijfsvoering moet worden verminderd. In het milieuprogramma wordt aangegeven wanneer daartoe welke milieuzorgmaatregelen zullen worden uitgevoerd en wie daarvoor verantwoordelijk is. Het milieuprogramma wordt formeel bekrachtigd door het management. Aan het opzetten van het milieuprogramma W A U is een nulmeting (zie hoofdstuk 8.1) vooraf gegaan, welke een overzicht heeft opgeleverd van milieu-aspecten in de bedrijfsvoering. Zo is er per aandachtsgebied (t.w. papier, energie en autokilometers) bepaald wat het verbruik in de gemeten periode is geweest en wat er op die aandachtsgebieden al dan niet bij aan milieuzorg bij W A U al gebeurd is. O p basis van deze nulmeting zijn milieuzorgdoelstellingen geformuleerd, waarvan de realisatiewijze is weergegeven in het milieuprogramma (zie bijlage 11). In het milieuprogramma staat met andere woorden wat er specifiek aan milieuzorg binnen W A U gaat gebeuren. De maatregelen zijn gedoemd te mislukken wanneer de werknemers geen vertrouwen in de maatregelen hebben, niet weten wat ze moeten doen, het milieu als irrelevant beschouwen, etc. De werknemers zijn immers degenen die m e t d e maatregelen moeten werken. Betrokkenheid en veranderingsbereidheid van de werknemers zijn dan ook een vereiste voor succes. Bij het uitvoeren van het milieuprogramma moet daarom rekening worden gehouden met de volgende factoren : 18
• • • • • • • • • •
vertrouwen vooraf; gewenningstijd; een goede technische voorbereiding; informatie en communicatie; goede contacten tussen managers en medewerkers; bijsturingmogelijkheden tijdens de rit; een enkele verandering tegelijk; duidelijke uitspraken over werkgelegenheidseffecten (n.v.t. voor W A U ) ; de aanwezigheid van duidelijke doelstellingen; offensieve ondernemingsstrategieen, een homogene cultuur, een duidelijke structuur en decentralisatie (n.v.t. voor W A U ) .
Deze aandachtspunten hebben bij het opstellen van het milieuprogramma als leidraad gediend, met uitzondering van de regel dat er slechts een verandering tegelijk mag plaatsvinden. In het geval van het milieuprogramma W A U is er soms voor gekozen veranderingsmaatregelen gezamenlijk in te voeren, omdat ze slechts weinig ingrijpend van aard zijn en om aan het milieuzorgproces op momenten wat meer body te geven. Afwijkend van de gebruikelijke werkwijze wordt het milieuprogramma W A U vergezeld van een gekoppeld en gelijkgeschakeld voorlichtingsactieplan (zie bijlage 11 en hoofdstuk 7.5.1). Het voorlichtingsactieplan dient aan te geven door welke voorlichting men het milieuprogramma denkt te begeleiden. Milieuprogramma en voorlichtingsactieplan worden niettemin vaak als twee afzonderlijke delen opgezet en gepresenteerd. Dit komt de samenhang tussen beide niet ten goede. Daarom is er in het geval van W A U voor gekozen het voorlichtingsactieplan direct aan het milieuprogramma te koppelen. In het milieuprogramma wordt dan ook precies aangegeven welke voorlichting er bij welke maatregel en op welk moment dient plaats te vinden. Hierdoor krijgt de voorlichting, net als het milieuprogramma, een planmatig karakter en kan de effectiviteit van de milieuprogrammamaatregelen vergroot worden doordat de maatregelen (in veel gevallen) individueel versterkt worden door specifiek voor die maatregelen gekozen voorlichtingsacties.
COB/SER, Betrokkenheid van werknemers bij milieuzorg, 1992 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 12
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Voorlichting en opleiding Voorlichting en (eventueel) opleiding zijn van essentieel belang voor het slagen van een BIM. Immers, het succesvol uitvoeren van maatregelen is altijd mensenwerk. Daarom zijn motivate, medewerking en veranderingsbereidheid van de individuele medewerkers noodzakelijk (zie hoofdstuk 6). De medewerkers moeten niet alleen weten welke maatregelen er op komst zijn, maar ook waarom die maatregelen nodig zijn en wat het uiteindelijke doel van het intern milieuzorgsysteem W A U is. Het kan daarbij zeer motiverend werken van tijd tot tijd te melden wat de stand van zaken is en in hoeverre de verschillende doelstellingen gerealiseerd zijn. O m de benodigde motivatie en medewerking van de medewerkers via communicatie te realiseren is het nuttig een voorlichtingsplan op te stellen. Een voorlichtingsplan bestaat uit de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5.
nulsituatie; doelstellingen; doelgroepen; boodschappen en methoden; actie en evaluatie.
N u l s i t u a t i e
Voordat bepaald kan worden met welke methoden de doelstellingen bij de doelgroepen bereikt kunnen worden, moet eerst de nulsituatie in kaart gebracht worden. Waar staan we nu? Bij de inventarisatie van de milieusituatie bij W A U is vastgesteld wat er op het moment bij W A U al aan milieuzorg gebeurt. Dit heeft plaatsgevonden m.b.v. een checklist milieuzorgsituatie W A U (zie bijlage 4), die bestond uit vragen m.b.t. tot het al dan niet bij W A U aanwezig zijn van bepaalde milieuzorgvoorzieningen en milieuzorgactiviteiten. De milieu-inspanning die op dit moment van de medewerkers gevraagd wordt is erg klein: • • •
medewerkers worden geacht oud papier in de daarvoor bestemde oud papierboxen te dumpen; medewerkers worden geacht interne verzendmappen te gebruiken; medewerkers worden geacht zich aan het op hen betrekking hebbende vervoersplan te conformeren.
Het overige dat aan milieuzorg wordt gedaan bij W A U heeft geen betrekking op gedrag van medewerkers (het betreft daarentegen technische zaken, zoals de inkoop van lichtgewicht papier). Voor het overige worden medewerkers niet extra gestimuleerd milieubewust te werken. De medewerkers hebben nog maar weinig informatie over het intern milieuzorgsysteem W A U ontvangen. De top down aanpak van milieuzorg bij W A U voorziet erin de medewerkers pas bij het project te betrekken wanneer de milieucampagne bij W A U daadwerkelijk van start gaat. Hiermee heeft milieuzorg bij W A U enerzijds een enigszins opgelegd en dwingend karakter: " W e gaan nu met zijn alien aan iets milieuzorg d o e n " , waardoor er ook inderdaad iets gebeurt, anderzijds is er dan sprake van een doordachte milieucampagne, waardoor de voorlichting op effectieve wijze de interesse van de werknemers kan aanwakkeren. Tot nu toe is er echter slechts het volgende bekend gemaakt: • •
aankondiging in Bulletin van het aannemen van een stagiaire die belast wordt met het opzetten van een intern milieuzorgsysteem W A U ; aankondiging in Bulletin van de stagiaire, Marc Vaessen, dat hij aan het project werkt en open staat voor suggesties van medewerkers m.b.t. het onderwerp.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 13
1998
Intern milieuzorgsysteem
7 . 2
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
D o e l s t e l l i n g e n
De voorlichtingsdoelstellingen worden direct afgeleid van de doelstellingen van het intern milieuzorgsysteem W A U en de maatregelen uit het milieuprogramma. De doelen worden geformuleerd in termen van het vergroten van kennis, veranderen van houding of veranderen van gedrag. De doelstellingen zijn de volgende: Kennis:
• • • •
bekendheid bekendheid bekendheid bekendheid
van van van van
de de de de
medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers
met met met met
de de de de
milieu-aspecten van de bedrijfsvoering; milieuzorgmaatregelen die genomen zijn; milieuzorgmaatregelen die genomen worden; effecten van milieuvriendelijk gedrag;
Houding:
•
het als vanzelfsprekend beschouwen van milieuvriendelijk gedrag door de doelgroep;
Gedrag:
•
de doelgroep gedraagt zich milieuvriendelijk.
O p basis van een studie van vergelijkbare milieuzorgvoorlichtingsdoelen bij overheidsdepartementen en ministeries zijn de gewenste te bereiken resultaten m.b.t. het bereiken van de doelstellingen bepaald: • • •
resultaat van de kennisdoelstellingen moet zijn dat op de datum van meting minstens 9 0 % van de medewerkers bekend is met het project intern milieuzorgsysteem W A U ; resultaat van de houdingsdoelstelling moet zijn dat op de datum van meting minstens 8 0 % van de medewerkers het vanzelfsprekend vindt dat mensen zich op kantoor milieuvriendelijk gedragen; resultaat van de gedragsdoelstelling moet zijn dat ten minste 7 5 % van de medewerkers zich in overeenstemming met de milieuzorgmaatregelen van het intern milieuzorgsysteem W A U gedraagt.
De realisatie van deze doelstellingen kan op een nader te kiezen datum gemeten worden m.b.v. een kleine (nader uit te werken) enquete onder de medewerkers (voor een voorbeeld zie bijlage 10). Let wel, er heeft geen 0-meting met betrekking tot dit onderwerp plaatsgevonden en vergelijkingsmateriaal ontbreekt dus.
7 . 3
D o e l g r o e p
Hoe duidelijker de doelgroep is afgebakend en omschreven (samenstelling) des te effectiever zal de voorlichting kunnen worden opgezet. Er kan een onderscheid gemaakt worden in interne en externe doelgroepen.
7.3.1
Interne doelgroepen Wat betreft W A U kunnen er twee interne doelgroepen onderscheiden worden: •
de medewerkers van W A U : een doelgroep, die weliswaar uit werknemers van verschillende organisaties bestaat, maar die niet onderverdeeld is in afdelingen en die praktisch in zijn totaliteit bestaat uit een homogene groep van middelbaar- en hoogopgeleide personen in de leeftijd van 25 tot 65 jaar. Daarom worden de leden van deze groep op dezelfde manier benaderd. Een dergelijk samengestelde groep kenmerkt zich volgens Nelissen door een groter milieubesef dan groepen bestaande uit personen uit andere leeftijds- en opleidingscategorieen; de staf: deze groep wordt op dezelfde manier voorgelicht, maar kent bovendien de doelen en streefpunten van het intern milieuzorgsysteem W A U , staat erachter en draagt dat uit. 19
•
19
Nelissen, De Nederlanders en hun milieu, 1987
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 14
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Centrale aanname bij de voorlichting is dat men (de medewerkers) zich in het algemeen wel bewust is van de milieuproblematiek, zeker wanneer men de samenstelling van de doelgroep in acht neemt, en dat men bereid is milieuvriendelijk gedrag te vertonen als daarvoor de voorwaarden zijn geschapen in de zin van concrete gedragsalternatieven en bovendien de effecten op korte termijn zichtbaar zijn. Idealiter is de voorlichting er op gericht om op de lange termijn structurele gedragsveranderingen te bewerkstelligen bij de medewerkers, door te appelleren aan het eigen verantwoordelijkheidsgevoel.
7.3.2
Externe doelgroepen • •
7 . 4
Bouwdienst Rijkswaterstaat: bij BD weet van interne milieuzorg bij W A U ; Hoofdafdeling Waterbouw: bij W B men van interne milieuzorg bij W A U .
B o o d s c h a p p e n
e n
m e t h o d e n
Uitgangspunten, communicatiestrategie en vorm vormen de basis voor de keuze van boodschappen en methoden. De boodschappen en methoden van voorlichting worden gespecificeerd in het voorlichtingsactieplan (zie bijlage 11).
7.4.1
Uitgangspunten Uitgangspunten van het voorlichtingsactieplan in het kader van het intern milieuzorgsysteem W A U zijn: • • • •
• •
7.4.2
de voorlichting is gezien de doelgroep intern gericht; per maatregel wordt aangegeven wat, hoe en wanneer er aan bijbehorende voorlichting wordt gedaan; de specifiek bij de maatregelen behorende voorlichting wordt voorafgegaan door algemene voorlichting over het project intern milieuzorgsysteem W A U en per aandachtsgebied; in verband met de onregelmatige aanwezigheid van veel medewerkers moet(en) de voorlichting(sacties) een continu en terugkerend karakter hebben, zodat de aandacht op het onderwerp gevestigd blijft; de voorlichting vindt plaats met middelen die het milieu zo min mogelijk belasten; de frequentie en kwaliteit van de milieucommunicatie moet bewaakt worden (eenduidigheid en waken voor een teveel aan informatie).
Communicatiestrategie De communicatiestrategie berust, in overeenstemming met die van het project Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst , op drie pijlers: 20
1. 2. 3.
informeren: gericht op het vergroten van kennis; motiveren: gericht op creeren van betrokkenheid en daarmee veranderen van houding en gedrag; agenderen: gericht op het vasthouden van de aandacht op het onderwerp (stabiliseren).
Ten eerste zullen de communicatie-activiteiten en middelen divers en informerend zijn (met bescheiden toon, niet opgelegd), zodat het onderwerp gaat leven. Ten tweede is het van groot belang dat de medewerkers hierbij betrokken worden, zodat er draagvlak wordt gecreeerd en men over het onderwerp gaat nadenken. Ten derde moet interne milieuzorg bij W A U met behulp van de activiteiten regelmatig op agenda komen om de aandacht vast te blijven houden.
Balledux, Plan van aanpak: Communicatie Milieuzorg Nieuw Elan, 1998 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber pagina 15
1998
Intern milieuzorgsysteem
7.4.3
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Vorm Waar voor gewaakt dient te worden is dat de communicatie activiteiten niet ondergesneeuwd raken door brochures, posters e.d. van andere projecten. Het is aan te bevelen om daarom het intern milieuzorgsysteem W A U visueel herkenbaar te maken met illustrates en kleuren en/of een bepaalde lay out met lettertype. In deze is ook een slogan van belang. Hiervoor kan een wedstrijd onder werknemers worden uitgeschreven, wat gelijk zal leiden tot een hogere betrokkenheid c.q. breder draagvlak.
7 . 5
A c t i e
e n
e v a l u a t i e
7.5.1
Voorlichtingsactieplan Het voorlichtingsactieplan bestaat uit een aantal elementen: 1. 2. 3. 4.
7.5.1.1
algemene voorlichting over het project en de start van het milieuprogramma; algemene voorlichting per aandachtsgebied; specifieke voorlichting behorende bij maatregelen; terugkoppeling.
Algemene voorlichting over het project en de start van het milieuprogramma De eerste stap van de voorlichtingscampagne is het geven van voorlichting aan de medewerkers over de start van de uitvoering van het milieuprogramma. Deze voorlichting bestaat uit de volgende onderdelen: 7.
Aankondiging
•
het nut van interne milieuzorg bij W A U ; informatie over de opzet van het intern milieuzorgsysteem W A U ; aandachtsgebieden van het intern milieuzorgsysteem W A U ; rol en wat er verwacht wordt van medewerkers; wat staat er te gebeuren (programma, eerste aandachtsgebied en startdatum)?; informeren over het bestaan van de ideeenbus en de beloning voor het beste idee; uitschrijven van een wedstrijd onder de medewerkers voor de beste milieuzorgslogan voor W A U (inclusief beloning).
op public server: de milieucoordinator schrijft een stuk, waarin hij aankondigt dat de milieucampagne bij W A U van start gaat. Inhoudelijk dient dit stuk in ieder geval te bevatten: • • • • • • •
•
milieucampagne:
in Bulletin: de milieucoordinator schrijft een stuk, waarin hij aankondigt dat de milieucampagne bij W A U van start gaat. Inhoudelijk dient dit stuk in ieder geval te bevatten: • • • • • • •
•
van de start van
het nut van interne milieuzorg bij W A U ; informatie over de opzet van het intern milieuzorgsysteem W A U ; aandachtsgebieden van het intern milieuzorgsysteem W A U ; rol en wat er verwacht wordt van medewerkers; wat staat er te gebeuren (programma, eerste aandachtsgebied en startdatum)?; informeren over het bestaan van de ideeenbus en de beloning voor het beste idee; uitschrijven van een wedstrijd onder de medewerkers voor de beste milieuzorgslogan voor W A U (inclusief beloning).
een motiverende toespraak tegenover medewerkers van de milieucoordinator over de start van de milieucampagne en een formele opening door de bureaudirecteur(en);
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 16
1998
Intern milieuzorgsysteem
• 2.
7.5.1.2
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
poster: een aandachtstrekker op centrale plaats in organisatie.
Publiceren
van de
milieubeleidsverklaring:
•
in Bulletin: publicatie van de milieubeleidsverklaring zoals die ondertekend is door de staf van WAU;
•
op publicatiebord: kopie van milieubeleidsverklaring op posterformaat (of een ingelijste kopie op A3-formaat);
•
in de Blauwe Bundel (het weekblad van WB): de milieubeleidsverklaring en een begeleidend schrijven van de milieucoordinator over interne milieuzorg bij W A U .
Algemene voorlichting per aandachtsgebied Na de formele start van de milieucampagne, wordt er begonnen met de uitvoering van het milieuprogramma. Het programma is opgedeeld in aandachtsgebieden (papier, energie en autokilometers), die achtereen aan de orde komen. Aan de start van de uitvoering van elk afzonderlijk aandachtsgebied, wordt daarover algemene voorlichting gegeven: •
in Bulletin: schrijven van de milieucoordinator, metals inhoud: • • • • • •
•
op public server: schrijven van de milieucoordinator, met als inhoud: • • • • • •
7.5.1.3
aankondiging van acties op het betreffende aandachtsgebied voor de komende periode; motivatie van milieuzorg op dat gebied; milieu-effecten van verbruik; stand van zaken verbruik; doelstellingen; maatregelen;
aankondiging van acties op het betreffende aandachtsgebied voor de komende periode; motivatie van milieuzorg op dat gebied; milieu-effecten van verbruik; stand van zaken verbruik; doelstellingen; maatregelen.
Specifieke voorlichting behorende bij maatregelen Deze acties worden direct gekoppeld aan het milieuprogramma (zie hoofdstuk 6). Per maatregel is daarin gespecificeerd wat er aan voorlichting gedaan wordt ter begeleiding van die maatregel (zie bijlage 11). Veel van deze voorlichting zal digitaal plaatsvinden. M e t het opstarten van de computer zullen medewerkers een tip van de week of een aankondiging van een maatregel op hun scherm te zien krijgen. Deze faciliteit dient echter nog ontwikkeld te worden. M o c h t dit niet mogelijk zijn, dan kunnen de tips en aankondigingen via e-mail verstuurd worden.
7.5.1.4
Terugkoppeling Terugkoppeling van de resultaten van de interne milieumaatregelen is van essentieel belang voor het vasthouden van de aandacht van de medewerkers op milieuzorg bij W A U en het motiveren van hen meer energie te steken in de realisatie van de interne milieuzorgdoelstellingen. Niets motiveert mensen
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 17
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
zozeer als een confrontatie met de door eigen inspanningen bereikte resultaten. Sprekende resultaten stimuleren mensen om d o o r t e gaan. Terugkoppeling vindt plaats middels: •
een milieurapport (zie hoofdstuk 9);
•
in Bulletin: de milieucoordinator schrijft een motiverend stuk over de bereikte resultaten en benadrukt dat interne milieuzorg een voortgaand proces is, met o.a.: • • • •
•
7.5.2
de bereikte resultaten; maatregelen die daaraan bijgedragen hebben; maatregelen die niet goed gewerkt hebben en andere knelpunten; voortgang.
registratieposters op het publicatiebord: hierop worden de ontwikkelingen visueel gemaakt middels een graph.
Evaluatie O m de effecten van de voorlichting en communicatie te meten, is het aan te raden een klein onderzoek te doen onder de medewerkers naar de bekendheid met en kennis van interne milieuzorg (zie hoofdstuk 7.2). Dit kan na een periode van een jaar weer gedaan worden en aan het einde van het communicatietraject, waardoor men tussentijds de voorlichting en communicatie kan bijstellen, indien nodig. Aan het einde van het traject kan de effectiviteit worden geevalueerd. In de evaluatie wordt dus gekeken naar: hebben we de voorlichtingsdoelstellingen gehaald en hoe hebben we ze gehaald? En hoe waardeerde men de voorlichting?
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 18
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Metingen en registraties 21
De Smart G r o u p heeft een systeem ontwikkeld om de effecten van interne milieuzorg bij ministeries te meten en te regelen (zie bijlage 1). In dit hoofdstuk worden de volgende fasen van dat systeem uitgewerkt: •
Fase 1: 1. 2.
•
Nulmeting milieu-aspecten bedrijfsvoering Doelen, kengetallen en normen
(zie hoofdstuk 8.1); (zie hoofdstuk 8.1);
Fase 2: 1.
F a s e
Meten
1 :
en registreren
N u l m e t i n g / D o e l e n ,
(zie hoofdstuk 8.2).
k e n g e t a l l e n
e n
n o r m e n
Het management van de organisatie legt het te voeren milieubeleid formeel vast in een milieubeleidsverklaring, een intentieverklaring om het commitment van de leiding vorm te geven (zie bijlage 3). De milieubeleidsverklaring bevat geen maatregelen. Deze zijn terug te vinden in een milieuprogramma (zie bijlage 11) dat, onderverdeeld naar thema (papier, energie en vervoer), activiteiten en inspanningen aangeeft, die de milieubelasting van de bedrijfsvoering verminderen. Het programma geeft aan hoe de milieuzorgdoelen, die op basis van de hier beneden vermelde nulmeting zijn vastgesteld, gerealiseerd gaan worden. Teneinde dit milieuprogramma op te stellen, is een nulmeting verricht, welke een overzicht heeft opgeleverd van de milieu-aspecten op de betreffende aandachtsgebieden (thema) van de bedrijfsvoering. M e t deze vaststelling van de milieusituatie, kan richting worden gegeven aan het opstellen van milieuzorgdoelen en mogelijke maatregelen ter vermindering van de milieubelasting. De nulmeting is bij W A U als volgt ingevuld (zie hoofdstuk 6): • •
een O-meting van het werkelijke verbruik (papier, energie en autokilometers); een inventarisatie van milieuzorgsituatie bij W A U ("wat is er bij W A U al aan milieuzorg gebeurd?"), aan de hand van een checklist (zie bijlage 4), die middels interviews met diverse personen uit de organisatie, ingevuld is.
Opmerking:
in de checklist zijn geen maatregelen opgenomen die technische aanpassingen aan het gebouw betreffen. W A U kan in de rol van huurder in het kantorengebouw op de van Ostadelaan 140 geen maatregelen van deze aard treffen.
Achtereenvolgens worden hieronder per aandachtsgebied (papier, energie en autokilometers) de volgende aspecten aan de orde gesteld: 1. 2. 3. 4. 5.
21
Milieu-effecten van verbruik; Verbruik/hoeveelheid; Signalering; Inventarisatie; Doel (dit wordt jaarlijks door de staf van W A U in overleg bepaald en vastgelegd in het Actieplan milieudoelen, zie bijlage 12).
V R O M , Interne milieuzorg in bedrijven, 1994
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 19
Intern milieuzorgsysteem
8.1.1
Papier
8.1.1.1
Milieu-effecten
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
De grondstof van nieuw papier is hout. Als papier niet wordt hergebruikt, betekent dat dat extra bomen moeten worden gekapt om te voorzien in de grondstoffenbehoefte van de papierindustrie. Alhoewel hout een vernieuwbare grondstof is, kleven er aan dit kappen forse bezwaren. Het nodige hout wordt merendeels gewonnen in productiebossen, die worden aangeplant waar eens oerbos stond. Wat er nog aan oerbos over is, staat sterk onder druk van de bosbouw. Bovendien, geen of ongescheiden inzameling van papier verspert de weg naar hergebruik en daardoor naar verkleining van de afvalberg en vermindering van het gebruik van nieuwe grondstoffen. Vooral het productieproces van wit papier kan zeer vervuilend zijn. Vaak worden voor de vervaardiging stoffen gebruikt die schadelijk zijn voor het milieu (bijv. chloor voor bleken). Bovendien is voor de productie ook energie en water nodig en leidt het tot vervuiling van lucht en water. 8.1.1.2
Papierverbruik Het absolute papierverbruik van W A U over de periode 1/1 - 1/7 1998 wordt als volgt berekend: A4-papier: 75 grams
100 pakken a 500 vel a 4,175 gram per 3 maanden verbruik: 417,5 kg
A3-papier: 80 grams
1 pak a 500 vel a 8,907 gram per 3 maanden verbruik: 8,9 kg
A5-envelopen:
40 stuks a 7 gram per week verbruik: 7,28 kg
A4-envelopen:
20 stuks a 18,4 gram per week verbruik: 9,57 kg
A5-kladblok:
25 stuks a 858 gram verbruik: 21,45 kg
A4-kladblok:
45 stuks a 1063 gram verbruik: 47,84 kg
memobloks: 76x76 mm
72 stuks a 711 gram verbruik: 51,19 kg
memobloks: 76x127 mm
12 stuks a 736 gram verbruik: 8,83 kg
memobloks: 38x51 mm
36 stuks a 685 gram verbruik: 24,66 kg
rapporten:
7129 vel A4 a 4,175 gram (uitbesteed
aan repro
BD)
verbruik: 29,67 kg Totaal papierverbruik in de periode 1/1 - 1 / 7 1998: 627 kg O m een juiste vergelijking te kunnen maken tussen het verbruik nu en dat in de toekomst, is het verstandig het absolute verbruik om te zetten in een kengetal. In de betreffende periode zijn er door 69 medewerkers (zowel vast als op projectbasis) 21.584 manuren (aan projecten en secretariaat) gewerkt. Dat betekent dat er 9,086956521739 kg papier per medewerker ofwel 0,02904929577465 kg papier Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 20
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
per manuur (+/- 29,05 gram papier per manuur) is verbruikt. Het kengetal kg papier/manuur verdient daarbij de voorkeur, omdat het in vergelijking met het kengetal kg papier/medewerker een accurater beeld geeft van het feitelijke verbruik. Immers, van de 69 werknemers is het merendeel slechts sporadisch aanwezig op de van Ostadelaan. Dat betekent dat zij ook slechts dan papier kunnen verbruiken. Het kengetal kg papier/medewerker geeft daarmee een vertekend beeld van het feitelijke verbruik van een medewerker. Beter kan daarom gekeken worden hoeveel medewerkers verbruiken in de tijd (manuren) dat ze daadwerkelijk op de van Ostadelaan werken. Papierverbruik in de periode 1/1 - 1 / 7 1998: 29,05 gr/manuur.
8.1.1.3
Signalering 22
In ons land gebruikt een kantoormedewerker gemiddeld 175 kg papier per jaar ( W N F ) . Hiervoor is 350 kg hout nodig, ofwel 2,5 boom. In grondoppervlak uitgedrukt: om een kantoor van 100 mensen blijvend van hout voor papier te voorzien, is zo'n 16 hectare productiebos nodig. Het Buro P M A hanteert zelfs nog hogere cijfers . Buro P M A stelt dat een kantoormedewerker 200 kg papier per jaar verbruikt. Dat komt neer op 3 bomen per man per jaar. 23
2 4
In de gemeten periode zijn er in 21.584 manuren gemaakt. Dat komt overeen met 600 fte's (21.583/36). Dat betekent dat er omgerekend 23 personen (600/26) 26 voile werkweken van 36 uur gewerkt hebben. Dat betekent vervolgens dat er per persoon 27,26 kg in de betreffende periode is verbruikt. O p jaarbasis zou er dus +/- 50 kg papier per WAU-medewerker verbruikt worden (dat komt overeen met 0,71 boom ((2 * 50)/(350/2,5)) per medewerker per jaar). Daarmee ligt het verbruik per medewerker bij W A U ver onder het landelijke gemiddelde (50 kg vs. 175 kg per medewerker per jaar). Opmerking:
8.1.1.4
de waarde van deze vergelijking dient gerelativeerd te worden. De wijze van berekening van het papierverbruik bij W A U , alhoewel zo compleet mogelijk geschied, is namelijk niet noodzakelijkerwijs dezelfde als die van het W N F of Buro P M A .
Inventarisatie W A U is in het voorjaar van 1998 (uit praktische overwegingen) overgestapt van A 4 80 gr/m2 op A 4 75 gr/m2. Het papier (Xerox Premier TCF) is 1 0 0 % chloorvrij gebleekt en voor 100% gefabriceerd uit pulp afkomstig van gecultiveerde bossen. Het papier is 1 0 0 % recyclebaar. Het papier draagt daarnaast het Nordic Environmental Label, een milieulabel. Het papier wordt zowel voor printen als kopieren als faxen gebruikt. Het gebruik van gerecycled (kringloop)papier wordt onwenselijk geacht, dit in verband met de te lage kopieerkwaliteit, een te donkere kleur (en daarmee te laag esthetisch karakter) en een te hoge storingsgevoeligheid van apparatuur. Bovendien kan deze soort papier bij medewerkers allergische reacties oproepen en leiden tot reukoverlast. De werknemers van kunnen gebruik maken van twee soorten schrijf-/kladblokken: kringlooppapierblokken en chloorvrij gebleekte blokken. De kringlooppapierblokken zijn bovenaan ingebonden en beschikbaar in A4-formaat, maar worden niet of nauwelijks gebruikt. De chloorvrij gebleekte blokken zijn beschikbaar in A 5 - en in A4-formaat. Beide blokken zijn bovenaan ingebonden, alhoewel er in A 4 formaat ook links ingebonden kladblokken beschikbaar zijn. De memo's en de enveloppen zijn recyclebaar. Bij alle bureau's en centrale apparatuur staan papierbakken, waarmee oud papier ingezameld wordt. W i t en bont papier wordt niet gescheiden ingezameld. Het papier wordt wekelijks opgehaald door BFI. Bij printen kan handmatig kladpapier in de printer worden ingevoerd. De printer staat niet ingesteld op automatisch dubbelzijdig printen, wat overigens ook als onwenselijk wordt ervaren in verband met het V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 21
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
enkelzijdig aanleveren van originelen aan de repro. Prints worden afgedrukt in een compacte huisstijl, conform de RWS-huisstijl (10-punts V & W syntax adobe). In W O R D kan door medewerkers gebruik gemaakt worden van de spellingcheck-optie en de revisie-optie, alvorens er geprint wordt. Het is technisch niet mogelijk rechtstreeks vanaf de computer te faxen. De fax kan originelen niet dubbelzijdig inlezen. Faxen gaan in de regel in papiervorm het archief in. In W O R D kan een standaarddocument voor faxberichten opgeroepen worden. Door berichten hierop in te tikken kan bespaard worden op faxvoorbladen. Overigens kan het standaarddocument compacter gemaakt worden. Het kopieerapparaat is voor alle medewerkers toegankelijk. Er wordt niet gewerkt met kopieerpasjes of codes, en het wordt ook niet als nodig ervaren, omdat er geen onbevoegden van het apparaat gebruik maken. Het is mogelijk een kopieerlade te vullen met kladpapier en het is mogelijk dubbelzijdig te kopieren. De medewerkers van W A U hebben de beschikking over een elektronische agenda en e-mail. De medewerkers van W A U hebben de mogelijkheid stukken op het interne netwerk te publiceren. Van deze opties kan meer gebruik worden gemaakt. Voor interne verzending van stukken wordt gebruik gemaakt van mappen die vaker te gebruiken zijn. De medewerkers van W A U worden als zodanig niet gestimuleerd om milieubewust met het papierverbruik om te gaan. 8.1.1.5
Doel De staf van W A U stelt het milieuzorgdoel m.b.t. papierverbruik jaarlijks vast (zie bijlage 11).
8.1.2
Energie
8.1.2.1
Milieu-effecten Aardgas is een natuurlijke energiebron, die in principe eindig is. In het kader van de gewenste duurzame ontwikkeling ( V R O M ) is een zuinige omgang daarmee dus gewenst. Daarnaast levert zelfs het relatief schone aardgas bij verbranding een bijdrage aan de verzuring door de uitstoot van stikstofoxiden en aan het broeikaseffect door de uitstoot van kooldioxide, het belangrijkste broeikasgas . 25
Elektriciteit wordt grotendeels opgewekt door verbranding van eindige fossiele brandstoffen. Naast aardgas zijn dat aardolie en kolen. Bij de verbranding wordt onder andere kooldioxide en zwaveldioxide uitgestoten. Elektriciteitsopwekking is dus medeveroorzaker van het broeikaseffect en de verzuring. 8.1.2.2
Energieverbruik M e t betrekking tot het energieverbruik wordt een onderscheid gemaakt tussen het gasverbruik en het elektriciteitsverbruik. Het waterverbruik wordt buiten beschouwing gelaten (conform de werkwijze in Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst ). Het pand op de van Ostadelaan 140 is aangesloten op de stadverwarming. Het warmteverbruik over de periode 9/96 - 9/97 bedroeg 891,6 Gigajoule (recentere gegevens zijn nog niet beschikbaar). Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen, waarvan er een een ietwat kleinere oppervlakte heeft. De oppervlakte van de WAU-etage is 695 m2. De ietwat kleinere etage heeft een oppervlakte van +/- 665 m2. De totale verhuurde oppervlakte is daarmee (2 * 695) + 665 = 2055 m2. W A U huurt dus 26
V R O M / E Z / N O V E M , Energie Efficiencyprogramma Rijkshuisvesting, 1991 Duijsens & Beerda, Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst, 1998 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 22
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
6 9 5 / 2 0 5 5 = 0,338 deel van het gebouw (de hoogte van de etages is gelijk: 2,6 m) en verbruikt dus 301,54 Gigajoule aan verwarming. Nu, 1 Gigajoule staat gelijk aan 35 m3 aardgas. De verbruikte hoeveelheid aardgas in de betreffende periode van 1 jaar bedroeg dus 10.553,85 m3. Uitgedrukt in een kengetal: per m3 gehuurde etage werd er 10.553,85/(695 * 2,6) = 5,84 m3 aardgas verbruikt. Aardgasverbruik in de periode 9 / 9 6 - 9 / 9 7 : 5,84 m3/m3. Het totale elektriciteitsverbruik van het pand op de van Ostadelaan was in de periode 1/1 - 31/12 1997 94139,2 kWh (dag-, nacht- en M-component). O p de door W A U gehuurde etage werd in die periode van 1 jaar dus in zijn totaliteit 94139,2 * 0,338 = 31.819,05 kWh aan elektriciteit verbruikt. Uitgedrukt in een kengetal: per m2 gehuurde etage werd er 31819,05/695 = 45,7828 kWh verbruikt. Elektriciteitsverbruik in de periode 1/1- 3 1 / 1 2 1997: 45,7828 kWh/m2.
8.1.2.3
Signalering M e t betrekking tot het aardgasverbruik in kantoorgebouwen wordt door de Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu ( N O V E M ) de volgende n o r m gegeven: tussen 2 en 11 m3 aardgas per m3 gebouw. Daarboven is sprake van verspilling. Het verbruik bij W A U bedraagt in de gemeten periode 5,84 m3 aardgas per m3 gebouw. Daarmee voldoet W A U ruim aan de norm. 27
Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per medewerker per jaar is volgens de Smart Group ongeveer 2500 k W h . In de gemeten periode van een jaar bij W A U is er in zijn totaliteit 31.819,05 kWh aan elektriciteit verbruikt. Stel dat het aantal manuren in die periode twee keer het aantal manuren in de periode 1/1 - 1/7 '98 bedraagt, dan hebben er ook in de periode 1/1 - 3 1 / 1 2 '97 23 personen voltijd gewerkt. Dat betekent dat het elektriciteitsverbruik in die periode per medewerker dus 1383,44 k W h (31.819,05/23) bedroeg. Daarmee ligt het verbruik per medewerker bij W A U ruim onder het gemiddelde. 28
Opmerking:
8.1.2.4
daar W A U pas sinds 1/7 '97 in het gebouw op de van Ostadelaan 140 zetelt, is niet geheel duidelijk welk deel van het aardgas- en electriciteitsverbruik in de gemeten periode aan W A U kan worden toegeschreven. O m een toekomstige vergelijking te kunnen maken (teneinde de mate van realisatie van de milieuzorgdoelen te bepalen) wordt ervan uitgegaan dat ook in de maanden 1 t/m 6 gebruik is gemaakt van de kantoren op de betreffende verdieping en wordt het gebruik in die maanden aan W A U toegeschreven.
Inventarisatie W A U heeft als huurder geen technische aanpassingen verricht. O p de gang, wc en keuken worden spaarlampen gebruikt voor verlichting. De gangverlichting wordt centraal aan/uit-geschakeld. De verlichting in de keuken en wc is niet schakelbaar en blijft continu aan. In de werkkamers hangt TL-verlichting, regelbaar met aan/uit-knoppen. De verlichtingsarmaturen in deze kamers zijn spiegelend. In een deel van de kamers zijn groepen niet apart schakelbaar. Medewerkers beschikken niet over werkbladverlichting. De lichtsterkte is nergens regelbaar. Het kopieerapparaat beschikt over een energiespaarstandoptie. Het apparaat schakelt zichzelf na een bepaalde (in te stellen) tijd uit wanneer het in die tijd niet gebruikt wordt. O o k de printer beschikt over een powersave-optie. De fax, de computers en monitors beschikken niet over een dergelijke optie. De printer blijft h e t ' s nachts aan in verband met het voorkomen van (netwerk-)storingen. " O p " de monitors zijn geen screensavers gei'nstalleerd die het scherm zwart maken.
V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 23
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
O p iedere werkkamer hangen verwarmingsradiatoren die apart regelbaar zijn. De radiatoren werken echter niet naar behoren, waardoor er onnodig energie verloren gaat. Het kantoormeubilair staat op voldoende afstand van de radiatoren om een goede warmteverspreiding niette verhinderen. De medewerkers van W A U worden als zodanig niet gestimuleerd om milieubewust met het energieverbruik om te gaan. 8.1.2.5
Doel De staf van W A U stelt het milieuzorgdoel m.b.t. energieverbruik jaarlijks vast (zie bijlage 11).
8.1.3
Autokilometers
8.1.3.1
Milieu-effecten Een auto rijdt op eindige fossiele brandstoffen. Daarbij komt onder andere kooldioxide vrij, wat bijdraagt aan het broeikaseffect. Het verkeer levert zo'n 1 5 % van de totale emissie van kooldioxide. Door de uitstoot van stikstofoxiden werkt het verkeer ook mee aan de zure regen en smogvorming. Wat betreft die zure regen levert het wegverkeer een bijdrage van 1 8 % . Verder veroorzaakt autoverkeer geluidshinder en leidt de verdere aanleg van infrastructuur tot een bijna onomkeerbare versnippering van ons land. Leefgebieden van plant en dier komen daardoor steeds meer in de knel.
8.1.3.2
Hoeveelheid autokilometers M e t betrekking tot de vaststelling van het aantal autokilometers wordt een onderscheid gemaakt in woon-werk- en werk-werk-autokilometers.
8.1.3.2.1
Woon-werk-autokilometers In de periode 1/1 - 1/7 '98 zijn er door medewerkers van W A U 145.378 woon-werk-autokilometers gemaakt. Van de 69 medewerkers die in de gemeten periode voor W A U gewerkt hebben, zijn er 49 die woon-werk-kilometers per auto gemaakt hebben. De overige medewerkers reizen met het O V of per fiets. Dat is een percentage van 29 op het totale aantal medewerkers, iets minder dan een derde. Overigens, van de 49 personen die woon-werk-autokilometers maken, pakken er 10 ook wel eens het OV. NB:
voor de wijze van meting zie hoofdstuk 8.2.4.2.3. Let op de opmerkingen die daarbij geplaatst worden, om de waarde van de meting te kunnen beoordelen.
Hoeveelheid woon-werk-autokilometers in de periode 1/1 - 1/7 '98:145.378. 8.1.3.2.2
Werk-werk-autokilometers In de periode 1/1 - 1/7 '98 zijn er door medewerkers van W A U 137.974 werk-werk-autokilometers (dienstreiskilometers per auto) gemaakt. Van de 69 medewerkers hebben er 31 daadwerkelijk per auto dienstreiskilometers afgelegd. Dat is een percentage van 45 op het totale aantal medewerkers. Hier kunnen overigens geen conclusies wat betreft de verhouding tussen het aantal dienstreizen per auto en het aantal dienstreizen per O V aan verbonden worden. Sommige medewerkers maken immers geen dienstreizen.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 24
Intern milieuzorgsysteem
NB:
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
voor de wijze van meting zie hoofdstuk 8.2.4.2.3. Let op de opmerkingen die daarbij geplaatst worden, om de waarde van de meting te kunnen beoordelen.
Hoeveelheid werk-werk-autokilometers in de periode 1/1 - 1/7 '98: 137.794. 8.1.3.2.3
Commentaar bij de meting Bij de autokilometermetingen zijn een aantal aannames gedaan. Zonder het doen van deze aannames was het op basis van de beschikbare gegevens niet mogelijk een meting te verrichten. Dit impliceert dat de resultaten van de metingen niet als absoluut nauwkeurig en betrouwbaar kunnen worden beschouwd. De resultaten van een meting autokilometers dienen op waarde geschat te worden. Immers, het aantal autokilometers kan drastisch toenemen, bijvoorbeeld wanneer nieuwe werknemers verderaf wonen of als er projecten worden aangenomen die onbereikbaar zijn met het O V . Toekomstige meetresultaten moeten dan ook beoordeeld worden in het licht van dergelijke ontwikkelingen. Die ontwikkelingen kunnen alleen bestreden worden door maatregelen op het gebied van personeelsbeleid (alleen mensen uit de buurt aannemen) en de aannemingspolitiek (bijvoorbeeld alleen projecten aannemen die bereikbaar zijn met O V of die in de buurt liggen), maar dat soort maatregelen zijn vaak niet wenselijk omdat werkpakket en goed personeel prevaleren boven milieubeleid.
8.1.3.3
Signalering Voor het aantal autokilometers zijn geen normen opgesteld. Dat kan ook niet, omdat de (benodigde) mate van mobiliteit bij elke organisatie anders is. Het is dan ook niet mogelijk het aantal autokilometers van W A U te toetsen.
8.1.3.4
Inventarisatie De medewerkers van W A U kunnen onderverdeeld worden in drie groepen: Bouwdienst-medewerkers, Directie Noordzee-medewerkers en Depotec-medewerkers. De Bouwdienstmedewerkers zijn gehouden aan het vervoersplan van de Bouwdienst . De medewerkers van Depotec zijn conform raamovereenkomst B D W 215 eveneens gehouden aan het vervoersplan van de BD. De medewerkers van Directie Noordzee zijn gehouden aan het vervoersplan van DNZ. Beide vervoersplannen zijn gebaseerd op de volgende overheidsregelingen: het Reisbesluit binnenland (RB '93) en buitenland (RB ' 94), de Reistijdvergoedingsregeling en het Verplaatsingskostenbesluit (VPKB '89). In de plannen zijn de vergoedingsregelingen met betrekking tot woon-werk- en werk-werk-verkeer opgenomen. De plannen zijn zodanig opgesteld dat reizen met het O V (en fiets) bevorderd wordt teneinde een vermindering van het aantal autokilometers te realiseren. 29
W A U beschikt niet over een eigen ticketprinter. Tickets kunnen wel bij de BD geprint worden. Medewerkers van W A U hebben de beschikking over een reisplanner op het netwerk. Medewerkers zijn in de gelegenheid gebruik te maken van een overdekte, afsluitbare fietsenstalling. Ze kunnen daarentegen geen gebruik maken van bedrijfsfietsen, bandenplakspullen of een ruimte waar men zich op kan frissen of omkleden. Potentiele carpoolers worden bij W A U niet met elkaar in contact gebracht. Carpoolers worden niet beloond met bijvoorbeeld een betere parkeerstek. Werknemers van W A U worden niet gestimuleerd afspraken binnenshuis ( W A U is goed bereikbaar met het O V ) of op andere goed met het O V bereikbare plekken te plannen. W A U heeft geen faciliteiten
Bouwdienst Rijkswaterstaat, Vevoersplan, versie 1.1 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber 1998 pagina 25
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
voor telewerken. Medewerkers van W A U kunnen eventueel met welbevinden van hun bovengeschikten thuiswerken. De medewerkers van W A U worden als zodanig niet gestimuleerd milieubewust met hun vervoerskeuze om te gaan. 8.1.3.5
Doel De staf van W A U stelt het milieuzorgdoel m.b.t. het aantal autokilometers jaarlijks vast (zie bijlage 11).
8 . 2
F a s e
2 :
M e t e n
e n
r e g i s t r e r e n
O m in een later stadium te kunnen bepalen of de gestelde milieuzorgdoelen daadwerkelijk bereikt zijn, zijn de doelen vertaald in kengetallen (op basis van de nulmeting, waarvan de resultaten ook in kengetallen zijn uitgedrukt). Het voordeel van kengetallen is dat zij een correcte basis voor toetsing vormen. Na de vaststelling van de doelen en de kengetallen moeten de gegevens over de geselecteerde aspecten van de bedrijfsvoering (energie, papier en autokilometers) periodiek worden bijgehouden. M e t een vast tijdsinterval moeten de resultaten worden gemeten en vastgelegd.
8.2.1
Meting en registratie papierverbruik Meting en registratie van het papierverbruik dient jaarlijks plaats te vinden op 1/7, te beginnen in 1999. De absolute verbruiksgegevens kunnen opgevraagd worden bij het secretariaat van W A U , secretaris W A U , en/of direct afgelezen worden aan de inkoopfacturen en ontvangstbonnen (opgeslagen bij het secretariaat). Voor registratie kan het Registratieformulier papierverbruik (zie bijlage 5) gebruikt worden. O m het verbruik te toetsen aan eerdere meetresultaten dient het aantal manuren bepaald te worden, die besteed worden aan projecten en secretariaat. Dit kan geschieden op basis van de urenregistratie (opgeslagen bij het bedrijfsbureau). O p deze wijze kan het kengetal (gram papier/manuur) bepaald worden en vergeleken worden met eerdere meetresultaten
8.2.2
Meting en registratie energieverbruik Meting en registratie van het aardgasverbruik dient jaarlijks plaats te vinden op 1/9, te beginnen in 1999. De absolute gegevens kunnen opgevraagd worden bij de Cenerali Verzekering Groep (dhr. G . Buitink, tel. 020 - 660 44 4 4 / 1 6 24, corr.no. BOZ 1624). De gegevens betreffen het verbruik voor het gehele pand van Ostadelaan 140 en moeten dus nog bewerkt worden (zie bijlage 6) om getoetst te kunnen worden aan eerdere meting. Meting en registratie van het elektriciteitsverbruik dient jaarlijks plaats te vinden op 1/1, te beginnen in 1999. Ook hiervoor geldt dat de absolute gegevens opgevraagd kunnen worden bij de Generali Verzekering Groep (dhr. G. Buitink, tel. 020 - 660 44 4 4 / 1 6 24, corr.no. BOZ 1624). De gegevens betreffen het verbruik voor het gehele pand van Ostadelaan 140 en moeten dus nog bewerkt worden (zie bijlage 6) om getoetst te kunnen worden aan eerdere meting.
8.2.3
Meting en registratie autokilometers M e t betrekking tot de vaststelling van het aantal autokilometers wordt een onderscheid gemaakt in woon-werk- en werk-werk-kilometers.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 26
1998
Intern milieuzorgsysteem
8.2.3.1
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Meting en registratie woon-werk-autokilometers Meting van het aantal woon-werk-autokilometers dient op dezelfde wijze plaats te vinden als de wijze waarop de O-meting heeft plaatsgevonden (zie hier beneden). Meting dient jaarlijks plaats te vinden, te beginnen op 1/7 1998. De te meten periode betreft telkens de eerste 26 weken van het jaar. Voor registratie kunnen de registratieformulieren gebruikt worden (zie bijlagen 7 en 8 ). O m de aantal woon-werk-autokilometers vast te stellen, moet allereerst voor iedere medewerker, die met de auto naar zijn werk gaat, de frequentie dat die op de van Ostadelaan 140 aanwezig is, vermenigvuldigd worden met de vice-versa-afstand van zijn/haar woonplaats tot de van Ostadelaan 140. Hiertoe dienen de volgende gegevens verkregen te worden: •
frequentie van aanwezigheid op de van Ostadelaan 140 per medewerker: in de urenregistratie van W A U , die is opgeslagen bij het Bedrijfsbureau van W A U , is per medewerker per week bijgehouden op welke dagen hoeveel uren die medewerker voor W A U heeft gewerkt. O m de aanwezigheidsfrequentie per medewerker te bepalen, moeten de dagen dat een medewerker uren voor W A U gewerkt heeft, bij elkaar worden opgeteld, met uitzondering van de dagen waarop
door hem/haar
dienstreizen
(per auto of anderszins)
zijn gemaakt
(zie 8.2.4.2.3.2).
Uren die in de urenregistratie verantwoord worden als landelijke feestdagen, ziekte, bijzonder verlof/verlof of afbouw compensatie moeten buiten beschouwing worden gelaten. Dat betekent dat wanneer een werkdag in zijn geheel bestaat uit die soort van uren, de werkdag niet meegeteld wordt om de aanwezigheidsfrequentie te bepalen. Bijvoorbeeld, op dag 1 van week 1 werkt medewerker M 8 uur aan projecten. De aanwezigheidsfrequentie is dan 1 dag. O p dag 2 van week 1 besteedt hij/zij 8 uur aan afbouw compensatie. De aanwezigheidsfrequentie blijft dan 1 dag. O p dag 3 van week 1 werkt hij/zij 5 uur aan projecten. De frequentie wordt dan 2 dagen. O p dag 4 van week 1 besteedt de medewerker 3 uur aan projecten en 5 uur aan afbouw compensatie. De aanwezigheidsfrequentie looptdan op tot 3 dagen. O p dag 5 van week 1 maakt medewerker M een dienstreis. De aanwezigheidsfrequentie blijft 3 dagen, etc; •
vervoerswijze en woonplaats per medewerker: om de vervoerswijze en de woonplaats per medewerker vast te stellen, wordt elke medewerker, die in de te meten periode uren voor W A U gewerkt heeft, gevraagd de betreffende gegevens op een enqueteformulier in te vullen (zie bijlage 9). De gegevens van iedere medewerker zijn voor een zo juist mogelijke meting noodzakelijk.
Per werknemer, die als vervoerswijze "auto" heeft opgegeven, wordt de aanwezigheidsfrequentie vermenigvuldigd worden met de vice-versa-afstand tussen zijn/haar woonplaats en de van Ostadelaan 140. De totalen van alle werknemers worden bij elkaar opgeteld om het totaal aantal woon-werkautokilometers te berekenen. Opmerking:
bij de meting worden een aantal, voor meting noodzakelijke, aannames gedaan: •
verondersteld wordt dat wanneer een medewerker uren (anders dan verantwoord als landelijke feestdagen, ziekte, bijzonder verlof/verlof of afbouw compensatie) voor W A U gewerkt heeft, dat hij die uren gewerkt heeft op de van Ostadelaan 140 (lijfelijke aanwezigheid), met uitzondering dagen waarop dienstreizen zijn gemaakt;
•
•
•
van de uren die gewerkt
zijn op
verondersteld wordt dat op dagen waarop een medewerker een dienstreis maakt, hij/zij niet op de van Ostadelaan 140 aanwezig is en dus geen woon-werkkilometers maakt; verondersteld wordt dat wanneer een medewerker op de van Ostadelaan 140 aanwezig is geweest om voor W A U uren te maken, dat hij op die dagen het viceversa-traject tussen woonplaats en de van Ostadelaan 140 heeft afgelegd; verondersteld wordt dat een medewerker die als vervoerswijze "auto" opgeeft, nooit met een ander vervoersmiddel naar de van Ostadelaan 140 reist; voor een
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer. WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 27
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
medewerker die als vervoerswijze zowel "auto" als " O V " opgeeft, wordt de verhouding 6 0 / 4 0 gehanteerd bij de berekening van het aandeel autokilometers in het totaal van zijn/haar woon-werk-kilometers. 8.2.3.2
M e t i n g en registratie werk-werk-autokilometers Meting van het aantal werk-werk-autokilometers dient op dezelfde wijze plaats te vinden als de wijze waarop de 0-meting heeft plaatsgevonden (zie hier beneden). Meting dient jaarlijks plaats te vinden over de periode 1/1 - 1/7, te beginnen in 1999. De te meten periode betreft telkens de eerste 26 weken van het jaar. Voor registratie kunnen de registratieformulieren gebruikt worden (zie bijlagen 7 en 8). O m het totale aantal werk-werk-autokilometers (dienstreiskilometers) te bepalen dient per medewerker na te worden gegaan wat de totale lengte is van de dienstreizen die hij/zij per auto in de te meten periode in naam van W A U gemaakt heeft. Vervolgens worden deze totalen bij elkaar opgeteld. De gegevensbronnen, benodigd voor de berekening, zijn verspreid over de organisaties die medewerkers leveren aan W A U : •
Bouwdienst: voor werknemers van de Bouwdienst zijn de werk-werk-autokilometers te bepalen uit de maandelijkse reisdeclaraties die per medewerker bij de afdeling Facilitaire Zaken van de Bouwdienst zijn opgeslagen. Uit deze reisdeclaraties zijn specificaties omtrent de lengte en data van de dienstreizen af te leiden. O m te bepalen of een Bouwdienstmedewerker een dienstreis in naam van W A U gemaakt heeft, moeten de declaraties naast de urenregistratie van die medewerker worden gelegd. Indien een dienstreis plaats heeft gevonden op een dag dat de betreffende medewerker uren voor W A U heeft gemaakt, dan wordt het aantal kilometers van die dienstreis opgeteld bij het totaal aantal werk-werk-autokilometers van W A U , mits die reis per auto is afgelegd;
•
Directie Noordzee: als bij de Bouwdienst, met dien verstande dat de declaraties van medewerkers van DNZ opgeslagen zijn bij DNZ;
•
Depotec: voor urenregistratie gespecificeerd urenregistratie
medewerkers van Depotec geldt dat zij hun dienstreizen voor W A U invullen in de van W A U . O o k in dit geval geldt dat de lengte en vervoerswijze ervan is. O m de dienstreiskilometers van deze medewerkers te bepalen, moet de van W A U er dus op na worden geslagen.
De totalen van iedere medewerker dienen bij elkaar opgeteld te worden om het totale aantal werkwerk-autokilometers van W A U te bepalen. Opmerking:
bij deze meting wordt een, voor meting noodzakelijke, aanname gedaan: •
8.2.3.3
verondersteld wordt dat werknemers die geen reisdeclaraties hebben ingeleverd, geen werk-werk-autokilometers hebben gemaakt.
Speciaal aandachtspunt meting en registratie autokilometers Niet vergeten mag worden dat bij de bepaling van de woon-werk-autokilometers de aanwezigheidsfrequentie van een medewerker verminderd moet worden met het aantal dagen waarop dienstreizen door die medewerker plaatsvinden, dit om dubbeltellingen te verkomen.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998 pagina 28
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Interne en externe rapportages In dit deel wordt in overeenstemming met het meet- en regelsysteem van de Smart Group uitgewerkt: •
3 0
Fase 2: 2.
I n t e r n
verslaglegging.
r a p p o r t
De gemeten en geregistreerde resultaten (zie hoofdstuk 8) dienen periodiek verwerkt te worden in een intern milieurapport W A U . Inhoudelijk dient het rapport ten minste te bevatten: • • •
een presentatie van bereikte resultaten; een interpretatie van bereikte resultaten; een signalering van knelpunten.
Een intern milieurapport heeft diverse functies: •
• •
communicatiefunctie: middels het rapport worden de bereikte milieuzorgresultaten van W A U naar de medewerkers en management toe gepresenteerd. Het kennis nemen van deze resultaten kan voor de werknemers een grote stimulans zijn zich te bewegen tot een zorgvuldiger milieugedrag (zie hoofdstuk 7); controle-/bijsturingsfunctie: op basis van het milieurapport kan de werking van het BIM W A U gecontroleerd en de te volgen koers van actie bijgestuurd worden (zie hoofdstuk 10); verantwoordingsfunctie: het milieurapport fungeert als verantwoording voor de activiteiten van degenen die zich bij W A U met milieuzorg bezighouden.
E x t e r n
r a p p o r t
W A U kan naast een intern ook een extern milieurapport opstellen, waarmee W A U de bereikte milieuzorgresultaten naar buiten toe presenteert. Dit kan vorm gegeven worden middels een paragraaf in het jaarverslag van W A U en/of een artikel in de Blauwe Bundel (het weekblad van WB). Gebleken is dat in het bijzonder de communicatie van de organisatie met de omgeving dan wel het verstrekken van relevante milieu-informatie aan gei'nteresseerden in en buiten de organisatie in toenemende mate belangstelling krijgt . Potentiele opdrachtgevers van W A U kunnen er waarde aan hechten dat hun aannemers aan milieuzorg doen. Het milieurapport kan in dergelijke gevallen nuttig zijn om een potentiele opdrachtgever "over de streep" te trekken. 31
31
V R O M , Interne milieuzorg in overheidskantoren, 1994 Evers e.a., Milieumanagement in stappen, 1994
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 29
1998
Intern milieuzorgsysteem
10.
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Interne controle/ Doorlichting van het totale milieuzorgsysteem Bij Interne controle/Doorlichting van het totale milieuzorgsysteem wordt de volgende fase van het Meet- en Regelsysteem van de Smart Group uitgewerkt: •
Fase 3: 3.
1 0 . 1
bijsturen
I n t e r n e
en
regelen.
c o n t r o l e
Het intern milieuzorgsysteem W A U moet regelmatig op haar werking gecontroleerd worden, op basis waarvan het zonodig aangepast en bijgestuurd wordt. Deze taak behoort in eerste instantie tot het takenpakket van de milieucoordinator. De taak Interne controle bestaat uit twee aspecten: •
•
1 0 . 2
het uitoefenen van toezicht op de praktische uitvoering van het milieuprogramma. Een periodieke (bijvoorbeeld halfjaarlijkse) bespreking van die praktische uitvoering door milieucoordinator en de staf van W A U verdient aanbeveling om knelpunten vroegtijdig aan de orde te kunnen stellen en oplossingsrichtingen te bespreken; op basis van het periodieke milieurapport en de daarin opgenomen meetresultaten wordt gecontroleerd of de milieudoelstellingen binnen W A U gerealiseerd worden. Het milieurapport geeft daarmee informatie over de werking van het milieuzorgsysteem, op basis van welke informatie het BIM bijgestuurd kan worden.
D o o r l i c h t i n g
v a n
h e t
t o t a l e
m i l i e u z o r g s y s t e e m
De resultaten van de Interne controles kunnen aanleiding vormen voor een (diepgaandere) evaluatie van het intern milieuzorgsysteem W A U . De diverse elementen van het intern milieuzorgsysteem worden doorgelicht en eventueel aangepast om de knelpunten die daarbij naar voren zijn gekomen, op te lossen. Een manier bij uitstek om het intern milieuzorgsysteem W A U door te lichten is het (laten) uitvoeren van een milieu-audit. Een dergelijke audit betreft : 32
• • • •
een systematisch, gedocumenteerd verificatieproces; bestaande uit het op objectieve wijze verzamelen en evalueren van bewijsmateriaal; om vast te stellen of gespecificeerde activiteiten, gebeurtenissen, situaties, managementsystemen of informatie over deze onderwerpen voldoen aan auditcriteria; en het communiceren van de resultaten van dit proces naar de opdrachtgever van de audit.
Makkelijker gezegd betreft de audit een onafhankelijk onderzoek naar de in de organisatie gehanteerde werkwijzen en procedures, voor zover deze relevant zijn voor de beheersing van de milieubelasting van de organisatie. Een dergelijke audit wordt gewoonlijk uitgevoerd op last van het management. De uitvoering van een audit kan in handen zijn van medewerkers van de organisatie doch deze dienen geen directe verantwoordelijkheid te hebben voor de dagelijkse gang van zaken. Voor het doen van de audit dienen zij procedures op te zetten. Bij een milieu-audit staan de volgende hoofdpunten 1. 32
33
33
centraal:
de vergelijking van het milieuzorgsysteem met een norm, zoals bijvoorbeeld ISO 14001; NNI, Werken met ISO 14000, 1997 NNI, Werken met ISO 14000, 1997
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber 1998 pagina 30
Intern milieuzorgsysteem
2.
3. 4.
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
de aansluiting van het ontwikkelde systeem bij de aard van de activiteiten van de organisatie. Past het ontwikkelde systeem bij: • de aard van de activiteiten van de organisatie; • de mate van complexiteit van de productieprocessen; • de milieu-aspecten die aan de activiteiten verbonden zijn; • de ernst van de mogelijke milieu-effecten die samenhangen met de milieu-aspecten?; de geschiktheid van het systeem voor het bereiken van de milieudoelstellingen; de mate waarin het ontwikkelde systeem in de praktijk functioneert: • technische aspecten (bijvoorbeeld opslagvoorzieningen); • organisatorische aspecten (bijvoorbeeld takentoedelingen); • administratieve aspecten (bijvoorbeeld registratie); • wettelijke en overige verplichtingen (voor W A U tot op heden n.v.t.).
Uit het bovenstaande blijkt dat het opstarten en uitvoeren van een milieu-audit een uitgebreide en dus tijdrovende en kostbare aangelegenheid kan zijn. In het licht van de beperkte omvang van W A U als organisatie en de specifieke focus van het intern milieuzorgsysteem W A U kan bij W A U volstaan worden met een wat minder uitgebreide audit, welke er procedureel als volgt uit zou kunnen zien: 1. 2.
3. 4. 5. 6.
het toewijzen van de audittaak door de opdrachtgever aan daarvoor geselecteerde personen (de auditoren); het door de auditoren opstellen van een auditplan, met als inhoud: • een tijdsplanning; • een taakverdeling; • doelstellingen en aandachtspunten van de audit (gespecificeerd door de opdrachtgever), waaronder mogelijk: • een vergelijking van het intern milieuzorgsysteem W A U met (eventueel inmiddels wettelijk verplichte) normen en wetten; • een studie naar de werking van het systeem in de praktijk; • een studie naar de volledigheid van het systeem/elementen die in het systeem opgenomen dienen te worden; gegevensverzameling (bijvoorbeeld door documentonderzoek, interviews en verificatie); toetsing (aan van te voren opgestelde criteria); bevindingen en conclusies; het opstellen van een auditrapport.
M o c h t er toch voor gekozen worden een meer uitgebreide audit uit te laten voeren, dan verwijs ik voor meer informatie naar "Werken met ISO 14000" van het Nederlands Normalisatie Instituut. Daarin wordt de procedure voor het uitvoeren van een milieuzorgsysteemaudit beschreven. 34
NNI, Werken met ISO 14000, 1997 Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 31
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Afkortingenlijst AKWA BIM BD Depotec Dl DNZ DT e-mail ISO NMP NOVEM OV RB RWS V&W VPKB VROM WAU WB WBM WNF
= = = = = = = = = = = = = = = = = =
Advies- en Kenniscentrum Waterbodems bedrijfsi ntern milieuzorgsysteem Bouwdienst Rijkswaterstaat samenwerkingsverband tussen Oranjewoud, Witteveen & Bos en D H V Droge Infrastructuur Directie Noordzee Rijkswaterstaat Directieteam electronic mail International Organization for Standardization Nationaal Milieubeleidsplan Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu openbaar vervoer Reisbesluit Rijkswaterstaat (Ministerie van) Verkeer & Waterstaat Verplaatsingskostenbesluit (Ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening & Milieu Waterbodems Advies en uitvoering Waterbouw Milieubouw en Beleidsanalyse Wereld Natuur Fonds
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer. WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber pagina 32
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Literatim Hi jst •
Afdeling Commerciele Inkoop, Beleid en Advies, Naar een milieuzorgsysteem voor SZW, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 1996
•
Balledux, A., Communicatie Milieuzorg Nieuw Elan, M Z N E - P - 9 8 0 3 9 , Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 1998
•
Beerda, D./Duijsens, J., Milieuzorg Nieuw Elan, fase 1: meetbare en uitvoerbare doelstelling milieuzorg 1998-2002, M Z N E - R - 9 7 . 0 1 1 , Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 1998
•
Beerda, D./Duijsens, J., nota Terugmelding resultaten stafbesprekingen doelstellingen Milieuzorg Nieuw Elan, M Z N E - N - 9 8 0 1 6 , Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 1998
•
Beerda, D./Duijsens, J./Degenaar, P., Concept plan van aanpak speerpunten en geadopteerde doelstellingen milieuzorg interne bedrijfsvoering (kantoren en facilitair bedrijf) voor alle hoofd- en (staf)afdelingen, fase 2, Milieuzorg Nieuw Elan, MZNE-R-98034, Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 1998
•
Beerda, D./Langeveld, I., Milieu-actieplan speerpunten en geadopteerde doelstellingen vervoersmanagement voor alle hoofd- en stafafdelingen, fase 2, M Z N E - R - 9 8 0 4 7 , Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 1998
•
Bekkers, M./Jacobs, L , Bestuursopdracht bedrijfsinterne milieuzorg, V R M M I , gemeente Venlo, 1993
•
Blom, A . / C o u v e e - Kooijker, A./Disselen, K./Steen, V. van, Communicatieplan interne milieuzorg, Ministerie van Binnenlandse Zaken, 1992
•
Bouwdienst Rijkswaterstaat, Vervoersplan, versie 1.1, Utrecht
•
Centrale Directie Voorlichting en Externe Betrekkingen, Interne milieuzorg in overheidskantoren, Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, Den Haag, 1994
•
Commissie Bedrijfsinterne Milieuzorg, Milieuzorg in samenspel, Den Haag, 1988
•
Couvee - Kooijker, A . / Disselen, K., Stimuleringsprogramma Interne Milieuzorg Binnenlandse Zaken: eerste beslisdocument voor het stimuleringsprogramma, Ministerie van Binnenlandse Zaken, 1992
•
Cramer, J./Roes, B., Betrokkenheid van werknemers bij milieuzorg, COB/Sociaal Economische Raad
•
Delen, K./Kampen, M . van/Strijtveen, B., Milieuhandleiding kantoorapparatuur, MilieuBoek, Amsterdam, 1995
•
Evers, C . / M a n t z - Thijssen, E./Woerd, K. van der, Milieumanagement in stappen
•
Heida, J.F./Hortensius, D./Stans, J./Vries, H. de, Werken met ISO 14000, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 1997
•
Hoevers, F., Verslag interne milieuzorg 1992 - 1996 Hoofdzetel en dependances W W P en Bellevue van het Ministerie van V R O M , Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, 1997
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 33
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
•
Klinkers, L./Nelissen, N., Werken aan ons milieu: een onderzoek naar de werking van interne communicatie bij bedrijfsinterne milieuzorg in het M i d d e n - en Kleinbedrijf, Katholieke Universiteit Nijmegen, 1993
•
Krijnen, J., Verslag interne milieuzorg O C e n W , Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, 1995
•
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Plan van aanpak en inventarisatie ten behoeve van milieuzorgsysteem, 1991
•
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Resultaten inventarisatie ten behoeve van milieuzorgsysteem, 1991
•
Ministerie van Economische Zaken/ Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu /Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu, Energie Efficiency-programma Rijkshuisvesting, Den Haag
•
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, Duurzaam duurt het langst, Den Haag
•
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, Kantoren & bedrijfsinterne milieuzorg, Den Haag
•
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, Milieuzorg op kantoor, Den Haag, 1991
•
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, Werkplan energiebeheer 1998, BRS-nummer 600349, Den Haag
•
Nationaal Milieucentrum, Preventie in kantoren: preventie informatie brochure, N M C en Afvalpreventieteam Zuid-Holland, Woerden, 1995
•
Nelissen, N./Perenboom, R./Peters, P./Peters, V., De Nederlanders en hun milieu: een onderzoek naar het milieubesef en het milieugedrag van vroeger en nu, Kerckebosch BV, Zeist, 1986
•
Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu, Motivatiecampagne voor energie-besparing in kantoorgebouwen
•
Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu, Rapportage energie-onderzoek Bouwdienst Rijkswaterstaat Utrecht, BRS-code 400692, 1997
•
Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties, Spits stop: aanbevelingen aan bedrijven ter vermindering van files, 1996
•
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988 - 1989, notitie Bedrijfsinterne milieuzorg, 20633 nr. 3, S D U , Den Haag, 1989
•
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 9 8 8 - 1989, Nationaal Milieubeleidsplan, 21137 nrs. 1 - 2 , S D U , Den Haag, 1989
•
Unit Facilitaire Voorzieningen, Concept jaarplan bedrijfsinterne milieuzorg bestuursdepartement 1998-1999, Ministerie van Justitie, Den Haag, 1998
•
V N O / N C W , Milieuzorg in bedrijven: leidraad voor de opzet van een milieuzorgsysteem in bedrijven, Den Haag, 1986, tweede versie 1990
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december pagina 34
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Wegen, E. van, Organisatie en werkwijze, Advies - en Kenniscentrum Waterbodems, W A U . A L G N-97188, 1997 Werkgroep Vervoerplan Westraven, W o o n - werkverkeer Westraven: verslag van een inventarisatie, Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 1992
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber pagina 35
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 1 - Fasenplan Smart Group:
Milieubeleidsverklaring
1 Programma Thema's • Activiteiten • Inspanning FASE 1
Inhoud
Systeem
Doelen Nulmeting Kengetallen
FASE 2
Meten Registreren -> systemen Vergelijken
Meten/ regelen
Verslaglegging
T FASE 3
Bijsturen/regelen Voornemens
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 2 - Milieuzorgverklaring Bouwdienst: •
De Bouwdienst wil bij al haar werkprocessen een wezenlijke bijdrage leveren aan een duurzame ontwikkeling. Dit is een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generate zonder daarmee voor de volgende generates de mogelijkheid in gevaar te brengen ook in hun behoeften te voorzien;
•
Milieuzorg binnen de Bouwdienst richt zich op het aanvullen, structureren en systematiseren van uit te voeren c.q. uitgevoerde milieumaatregelen. Hierbij zal de Bouwdienst ook rekening houden met nieuwe inzichten, die op het gebied van milieumanagement bekend worden;
•
De Bouwdienst beschouwt milieuzorg als een belangrijk bedrijfsaspect, dat gelijkwaardig is aan technische kwaliteit, financiele doelmatigheid en adequaat personeelsbeleid. Dit houdt in dat milieuzorg zodanig in het dagelijks handelen wordt gei'ntegreerd dat milieuaspecten volwaardig worden meegenomen in de ondersteunende processen en dat milieuaspecten en Duurzaam Bouwen een volwaardige plaats innemen in de afwegingsprocessen die tot keuzes en besluiten over infrastructuur leiden. Dit met inbegrip van de zorg voor de leefomgeving en het welzijn van de bouwers en de gebruikers van infrastructurele voorzieningen;
•
De Bouwdienst beschouwt de activiteiten van derden, die in opdracht worden uitgevoerd, in belangrijke mate als haar eigen verantwoordelijkheid. Daarbij is zij zich bewust - gezien haar positie van overheidsorganisatie - van haar voorbeeldfunctie en de externe uitstraling daarvan. Uitbesteding ontslaat haar niet van haar eigen verantwoordelijkheid in deze;
•
Milieuzorg is ieders zorg. Elke medewerker binnen de dienst is betrokken bij milieuzorg en heeft hierbij een eigen verantwoordelijkheid.
(Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst/ MZNE-R-97.011)
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 3 - Milieubeleidsverklaring WAU A.KW/\
C
O
C^W^ J) ~~
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Advies- en Kenniscentrum Waterbodems Waterbodems
Advies
en Uitvoering
(WAU)
Datum : 5 oktober 1998 Documentnr. : W A U . A L G - M - 9 8 1 4 6
Milieubeleidsverklaring
Projectbureau Waterbodems Advies en Uitvoering
W A U onderschrijft als organisatorisch onderdeel van het Advies- en Kenniscentrum Waterbodems (AKWA) de milieubeleidsverklaring van de Bouwdienst Rijkswaterstaat, zoals die in het kader van het project Milieuzorg Nieuw Elan Bouwdienst geformuleerd is. W A U wil als projectbureau, dat zich ten doel heeft gesteld een wezenlijke bijdrage te leveren aan het oplossen van de problematiek van de verontreinigde waterbodems, een eigen milieuverantwoordelijkheid doen blijken uit de volgende op W A U toegesneden milieubeleidsverklaring: •
W A U wil een actieve bijdrage leveren aan de zorg voor een schoner milieu. W A U stelt zich daartoe ten doel: het inzicht krijgen in, het beheersen van en waar mogelijk beperken van haar milieubelasting;
•
W A U werkt aan de realisering van een (partieel) bedrijfsintern milieuzorgsysteem (BIM) op de aandachtsgebieden interne bedrijfsvoering en vervoer, welk bijdraagt aan het verstandig omgaan met papier- en energieverbruik en het aantal autokilometers;
•
Milieuzorg is een verantwoordelijkheid van iedere werknemer, die in het kader van milieuzorg bij W A U tot milieuvriendelijk gedrag wordt gestimuleerd.
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 4 - Checklist milieuzorgsituatie WAU No.
Maatregel
Status
Commentaar
Onwenselijk: Technische problemen Tijdverlies Onwenselijk i.v.m. enkelzijdig aanleveren originelen aan repro
Papier Organisatorische
en technische
maatregelen:
01
Printer beschikt over optie handmatig kladpapier invoeren
Ja
02
Printer print automatisch dubbelzijdig
Nee
03
Printopdracht kan slechts eenmalig gegeven worden
Nee
Onwenselijk
04
Printpapier is lichtgewicht
Ja
Sinds enige tijd 75 gr. i.p.v. 80 gr.
05
Printpapier is ongebleekt
Nee
Geschikt voor invoering
06
Printpapier is kringloop
Nee
07
Printen kleiner lettertype/marges
Nee
Onwenselijk: Te donker Slechte kwaliteit kopie Huisstijl is al compact en conform RWS-stijl
08
Faxen vanuit computer
Nee
Vereist technische aanpassing, onnodig i.v.m. Kopie fax in dossier (levert geen besparing op)
09
Standaarddocument faxbericht W O R D
Ja
Kan stuk compacter
10
Fax beschikt over bekijkoptie alvorens uitprinten
Nee
Onnodig i.v.m. kopie fax in dossier
11
Fax kan originelen dubbelzijdig inlezen
Nee
12
Fax gebruikt lichtgewicht papier
Ja
75 gr. i.p.v. 80 gr.
13
Fax gebruikt ongebleekt papier
Nee
Geschikt voor invoering
14
Fax gebruikt kringlooppapier
Nee
Niet wenselijk i.v.m. kwaliteit
15
Kopieerpasjes/codes
Nee
Onbevoegde personen maken geen gebruik van apparaat; code roept weerstand op
16
Kopieerapparaat kopieert standaard dubbelzijdig
Nee
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
No. 17
Maatregel Kopieerpapier is lichtgewicht
Status Ja
Commentaar 75 gr. i.p.v. 80 gr.
18
Kopieerpapier is ongebleekt
Nee
Geschikt voor invoering
19
Kopieerpapier is kringloop
Nee
Slechte kwaliteit en dus niet wenselijk
20
Kopieerlade gevuld met kladpapier
Nee
Geschikt voor invoering
21
Bij kopieerapparaat hangt instructie- of tippenkaart
Nee
Geschikt voor invoering
22
O u d papierdozen bij apparatuur
Ja
23
O u d papier wordt gescheiden verzameld
Nee
Nauwelijks gekleurd papier; mogelijk gekleurd papierbak op centraal punt invoeren
24
Kladblokken zijn links ingebonden (stimuleert schrijven op achterkant papier)
Ja
Deels; ook andere blokken; geschikt voor invoering
25
Kladblokken kringlooppapier
Ja
Worden echter niet meer besteld; worden niet gebruikt
26
Kladblokken chloorvrij papier
Ja
27
Elektronische agenda
Ja
28
(Interne) telefoongids op netwerk
Ja
29
Versnijden eenzijdig bedrukt kladpapier tot memo's
Nee
30
Interne verzendmappen die vaker te gebruiken zijn
Ja
31
Circuleren van stukken i.p.v. hoofdelijke kopie
Nee
Geschikt voor invoering; afstemmen met Milieubouw
32
Actualiseren verzendlijsten
Nee
Nauwelijks mailings
33
Oplagebepaling via antwoordkaarten
Nee
Nauwelijks mailings
34
Publikatiebord
Nee
Geschikt voor invoering
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Geschikt voor invoering; door repro laten inbinden stimuleert gebruik
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
No. 35
Maatregel E-mail
Status Ja
Commentaar
36
Interne stukken op netwerk
Ja
37
Retour afzender-stickers
Nee
Stukken op public server zetten (uitwisselmap); wordt echter te weinig bekeken; soort van berichtenmelder ontwerpen Geschikt voor invoering
Gedragsmaatregelen:
38
Werknemers worden gestimuleerd minder te printen
Nee
Geschikt voor invoering
39
Werknemers worden gestimuleerd documenten te controleren (spelling/ voorbeeld op scherm) alvorens te printen Werknemers worden gestimuleerd dubbelzijdig te printen
Nee
Geschikt voor invoering
Nee
Voorziet technische problemen
41
Werknemers worden gestimuleerd faxbericht W O R D te gebruiken
Nee
Geschikt voor invoering
42
Werknemers worden gestimuleerd minder te kopieren
Nee
Geschikt voor invoering
43
Werknemers worden gestimuleerd om dubbelzijdige rapporten te vragen
Nee
Overheidsrapporten zijn meestal dubbelzijdig
44
Werknemers worden gestimuleerd e-mail te gebruiken
Nee
Geschikt voor invoering
45
Werknemers worden gestimuleerd e-mails niet af te drukken
Nee
Geschikt voor invoering
40
Energie Technische
maatregelen:
46
Kopieerapparaat beschikt over stand-byoptie
Nee
47
Kopieerapparaat beschikt over energiespaarstand
Ja
48
Printer beschikt over stand-by-optie
Nee
49
Printer beschikt over energiespaarstand
Ja
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Apparaat schakelt zichzelf uit na in te stellen tijd, moet dan opnieuw opwarmen
Power-save
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
No. 50
Maatregel Printer w o r d t ' s nachts uitgeschakeld
Status Nee
Commentaar Geeft netwerkproblemen
51
Screensaver die beeld zwart maakt
Nee
Geschikt voor invoering
52
Nee
Computers verouderd
53
Computer beschikt over energiespaarstand/powermanagementsysteem Aanschaffen zuiniger apparatuur
Nee
Budgetkwestie
54
Normaalpapierfax
Ja
55
Fax heeft energiespaarstand
Nee
56
Fax heeft geheugen/timer
Nee
57
Verlichting werkplek spaarlampen
Nee
58
Verlichting overige ruimten spaarlampen
Ja
59
Verlichting centraal geregeld
Nee
Alleen gang
60
Groepen apart schakelbaar in werkkamers
Nee
Vereist investering; lampen kunnen ook losgedraaid worden
61
Verlichting regelbare knoppen
Nee
62
Werkbladverlichting
Nee
63
Verlichtingsarmaturen zijn spiegelend
Nee
64
Verlichting reageert op beweging
Nee
65
Controle op uitdoen verlichting/apparatuur
Nee
Geschikt voor invoering
66
Verwarming maximaal op 20 graden
Nee
Niet per verdieping regelbaar
67
Verwarming per kamer regelbaar
Ja
Radiatoren deugen niet
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 7 definitief
TL
Geschikt voor invoering
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
No. 68
Maatregel Radiatoren vrijgehouden voor optimale warmteverspreiding
Status Ja
69
Thermostaat-instructies
Nee
70
Dubbelglas
Ja
71
Schoonmaak tijdens werkuren
Nee
Geregeld door BD; onwenselijk
en vervoer
Commentaar
Gedragsmaatregelen:
72
Werknemers worden gestimuleerd apparatuur uit te zetten
Nee
Geschikt voor invoering
73
Werknemers worden gestimuleerd de afwasmachine economisch in te ruimen
Nee
Geschikt voor invoering
74
Werknemers worden gestimuleerd licht uit te doen/laten
Nee
Geschikt voor invoering
75
Thermostaat lager i.p.v. raam open
Nee
Radiatoren deugen niet
fnerg/e Organisatorische
en technische
maatregelen:
76
Vervoersplan
Ja
BD-vervoersplan
77
Ticketprinter
Nee
Wei bij BD
78
Reisplanner op netwerk
Ja
79
W A U met O V bereikbaar
Ja
80
Carpoolers krijgen betere parkeerstek
Nee
81
Carpoolers worden bij W A U beloond
Nee
82
Werknemers uit dezelfde regio worden i.v.m. carpooling met elkaar in contact gebracht
Nee
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Er is genoeg parkeergelegenheid
Geschikt voor invoering
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
No. 83
Maatregel Faciliteiten voor telewerken
Status Nee
Commentaar Wordt niet door BD ondersteund
84
Mogelijkheid tot thuiswerken
Ja
In overleg met chef
85
Kleedruimte fietsers
Nee
86
Fietsenstalling beveiligd
Ja
87
Plakspullen aanwezig
Nee
88
Bedrijfsfietsen
Nee
Geschikt voor invoering; vooral in zomer naar Westraven fietsen
89
Gebruikmaken van fietskoerier
Nee
Zelden koerier nodig
Gedragsmaatregelen:
90
Werknemers worden bij W A U gestimuleerd met het O V te reizen
Nee
Geschikt voor invoering
91
Werknemers worden gestimuleerd zuinig te rijden
Nee
Geschikt voor invoering
92
Werknemers worden bij W A U gestimuleerd te carpoolen
Nee
Geschikt voor invoering
93
Werknemers worden bij W A U gestimuleerd vergaderingen op OV-lokaties te plannen
Nee
Geschikt voor invoering
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 5 - Registratieformulier papierverbruik 1/7 .... 1/7 .... - 1/7 ....
Datum meting: Periode meting:
Papierverbruik:
A4-papier: ... grams
... pakken a ... vel a ... gram verbruik: ... kg
A3-papier: ... grams
... pakken a ... vel a ... gram verbruik: ... kg
A5-envelopen:
... stuks a . . gram verbruik: ... kg
A4-envelopen:
... stuks a . . gram verbruik: ... kg
A5-kladblok:
... stuks a . . gram verbruik: ... kg
A4-kladblok:
... stuks a . . gram verbruik: ... kg
memobloks: ...x... mm
... stuks a .. . gram verbruik: ... kg
memobloks: ...x... mm
... stuks a .. . gram verbruik: ... kg
memobloks: ...x... mm
... stuks a .. . gram verbruik: ... kg
rapporten: (uitbesteed
aan repro
BD)
... vel A 4 a. ..gram verbruik: ... kg
anders: verbruik: ... kg
+ totaal papierverbruik:
... kg (=X)
totaal aantal manuren:
... (=Y)
gram papierverbruik/manuur:
....(= (X/100CO/Y)
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 decernber 1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 6 - Registratieformulier aardgasverbruik Aardgasverbruik:
Datum meting: Periode meting:
1/9 .... 1/9 .... - 1/9
totale aardgasverbruik pand v. Ostadelaan 140:
.... Gigajoule (= W )
totaal aardgasverbruik W A U :
....(= 0,338 * W * 35 m3 aardgas) (= X)
m3 aardgasverbruik/m3 etage:
....(= X/(695 * 2,6))
Electriciteitsverbruik:
Datum meting: Periode meting:
1/1 .... 1/1 .... - 1/1 ....
totale electriciteitsverbruik pand v. Ostadelaan 140: • • •
Dagcomponent: Nachtcomponent: M-component:
.... k W h .... k W h .... K W h
+
Totaal
.... K W h (= Y)
totaal electriciteitsverbruik W A U :
....(= 0,338 * Y ) (= Z)
k W h electriciteitverbruik/m2 etage:
....(= Z/(695))
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 7 - Registratieformulier autokilometers individueel Datum meting: Periode meting:
1/7 .... 1/1....-1/7
Naam werknemer:
Woon-
werkverkeer:
aantal dagen werknemer aanwezig:
.... (= X)
woonplaats werknemer: afstand woonplaats werknemer - v. Ostadelaan 140:
.... km (= Y)
hoeveelheid woon-werkkilometers gemaakt door werknemer:
....(= X * Y * 2)
Werk-
werkverkeer:
hoeveelheid werk-werkkilometers gemaakt door werknemer:
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 8 - Registratieformulier autokilometers totaal Datum meting: Periode meting:
Woon Aantal Aantal Aantal Etc.
1/7 . . . . 1/1 .... - 1/7 ....
werkverkeer: autokilometers autokilometers autokilometers
werknemer werknemer werknemer
Totaal aantal autokilometers:
Werk-werkverkeer. Aantal Aantal Aantal Etc.
autokilometers autokilometers autokilometers
werknemer werknemer werknemer
Totaal aantal autokilometers:
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december 1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 9 - Voorbeeld enqueteformulier: vervoerwijze/woon plaats AKVV4 Memo
Aan medewerkers W A U Van Kopie Datum Onderwerp meting vervoerskilometers W A U Documentnr W A U .
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Advies- en Kenniscentrum Waterbodems Waterbodems
Advies
en Uitvoering
(WAU)
Doorkiesnummer (030)219 2 0 . .
Geachte WAU-medewerker, In het kader van het project Interne milieuzorg bij W A U , onder meer gericht op een reductie van het aantal autokilometers, is het van essentieel belang de hoeveelheid woon-werk-kilometers van alle medewerkers van W A U (zowel vast als op projectbasis) in kaart te brengen. Ik wil u verzoeken de benodigde gegevens op de strook in te vullen en de strook zo spoedig mogelijk naar mij toe te sturen of in te leveren bij het secretariaat van W A U . Let wel, dit is geen enquete, de gegevens van iedere afzonderlijke medewerker zijn vereist voor een juiste voortzetting van het project. Bij voorbaat dank,
Naam: Organisatie:
Woonplaats van vertrek: Wijze van vervoer:
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 10 - Voorbeeld enqueteformulier: meting voorlichtingsdoelstellingen
A K Wyu, ( j Q Memo
Aan : medewerkers W A U Van Kopie : Datum : Onderwerp : meting vervoerskilometers W A U Documentnr: W A U .
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat " Kenniscentrum Waterbodems
A d v i e s
e n
Waterbodems
Advies
en Uitvoering
(WAU)
Doorkiesnummer (030)219 2 0 . .
Geachte WAU-medewerker, In het kader van het welslagen van het project intern milieuzorgsysteem W A U , is het van essentieel belang de effectiviteit van de milieuvoorlichting vast te stellen. Ik.wil u verzoeken de benodigde gegevens op de strook in te vullen en de strook zo spoedig mogelijk in te leveren bij het secretariaat van W A U . Bij voorbaat dank,
Naam: Organisatie: Vragen: Kennis:
1.
Bent u bekend met het project intern milieuzorgsysteem W A U ?
Ja / Nee
2.
Bent u bekend met de milieumaatregelen die bij W A U genomen zijn?
Ja / Nee
3.
Bent u bekend met de milieumaatregelen die bij W A U genomen zullen worden?
Ja / Nee
4.
Bent u bekend met de effecten van milieuvriendelijk gedrag?
Ja / Nee
Houding:
5.
Beschouwt u milieuvriendelijk gedrag als vanzelfsprekend?
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Ja / Nee
Datum: 17 december 1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Gedrag:
6.
Zet u de computer uit als u naar huis gaat?
Ja / Nee
7.
Controleert u uw documenten alvorens u ze uitprint?
Ja / Nee
8.
Neemt u wel eens de pendelfiets naar Westraven?
Ja / Nee
9.
Maakt u gebruik van de kladpapierlade voor het kopieren van concepten?
Ja / Nee
10. Maakt u gebruik van de werkbladverlichting i.p.v. de TL-verlichting?
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Ja / Nee
Datum: 17 december
1998
Intern milieuzorgsysteem
WAU - interne bedrijfsvoering
en vervoer
Bijlage 11 - Actieplan milieuzorgdoelen De staf van W A U bepaalt in overleg jaarlijks de milieuzorgdoelen:
Milieuzorgdoel
papier
M e t behulp van milieuzorg wil W A U het papierverbruik op 1/7 van het jaar.... gestabiliseerd/verlaagd hebben o p / t o t . . . gram per manuur.
Milieuzorgdoel
energie
M e t behulp van milieuzorg wil W A U het aardgasverbruik op 1/9 van het jaar.... gestabileerd/verlaagd hebben o p / t o t . . . m3 gas per m3 kantoorruimte. M e t behulp van milieuzorg wil W A U het electriciteitsverbruik op 1/1 van het jaar.... gestabiliseerd/verlaagd hebben o p / t o t . . . k W h per m2 meter kantooroppervlakte.
Milieuzorgdoel
autokilometers
M e t behulp van milieuzorg wil W A U het aantal woon-werk-autokilometers op 1/7 van het jaar.... gestabiliseerd/verlaagd hebben op/tot.... M e t behulp van milieuzorg wil W A U het aantal werk-werk-autokilometers op 1/7 van het jaar.... gestabiliseerd/verlaagd hebben op/tot....
Waterbodems Advies en Uitvoering Documentnummer: WAU.ALG-N-98242 Versie 1 definitief
Datum: 17 december
1998
T3
bo
bo OJ C j_ CD - E bo
_
1Z3 Ol
•»= ^ S
Ol E Ol 00 <
o o
>
-
TO
E
>
E
Ol -o »?-> o
O in — -t-»
o"5 0
«
01
E
_Oj C O)
^ CL
CL C
•_•
g *s «-£ _
__
Q3 _ = E
^ C L S <
O
bp
'bo
_ £ a oi
_0J TO
L
_
i_ O) Ol Ol in CL O O
CL
_
CL
T3
i-
._
T3
T3
> -55
II |1
§1
21 o c
i-
.5 - o > "53
i2
S
-c
55
XI
CL
-D c
o N
moe
ulans
c/i
0)
_
> 3
"_ Q_
E '-*-> LO
E
CD CD
_ 60
_
>
r0
"
c
bO
"O
O
3
O
CQ
>
_ c
id id -2
c oi 5 5
|
*
r-
2
e
« -a
v
c
OJ "O TO oo E
TO E o
Q_
>
CD
_
CD
-a o o
C TO 0J rtS "E V o
_
_
01 TO
Q
2 |
o> CO
_
_
0)
U
O
OJ
in _ -t-> > "> S Ol _ Ol % E
su
i _
Q.
__
c ; _>
"O
c
"55
_ ._ --
O
.3°T3
"S •> ES-- 5
CD
T3 C QJ
Q . TO _ - 01 OJ h
^ id
•o
_ o
to
N
5! o5
o o 5
-Q
E I 3 _ O) TO _ "J
0)
a> >
E £
OJ
c
C_
c
o>
CD
_
o >
o
Ol > cL
•g Ol _ C 01 _ _ o _ -I-*
•2
•£L_ C
s
bo c S3
!_
c
Ol ^ CQ 3 —I T3
E
_
-P
Id _ i - in O) *3
| s Q_ E E
S
E
°
S
OJ
-o > Oi :=~ X
> _
_^
^ E _ o C _ rd
OJ ^_
>
\
_o b "5 -° o5, +J
OJ
(D
"S
OJ
bo *c
-t-< id u
01
TO CL
#§, 25 °- o C "i/i
3 CL
c
M
01
3
bO c
TO
_r
fN t"
bO
O)
1! CL
P
0)
_
5
E
o
a> bp
c
E S
•a c
CL
TO Q_
OJ
^
2
OJ
Ol
C
OJ
Ol ^ o
E
OJ
o> -fc>
> 0
TO oi
0) XI
bo x Ol o
3
Q5
13
E OJ
c O > aj
»OJ
bo
3
CD
O
c o
55
CL
E
3
-a OJ
c:
^
E
1—
i g 4->
TO OJ TO
+J
CD 0)
II aj
E« *J
CL
. E TO OJ
^1
-Q
bo
x .S tTOcL_
^ OJ CL
_
-a
'CL|
p
II 1 !
II .0)
i
Q-'CL
E
Co
—. -i->
*3
c
So
l"g
OJ
tn | to * c
CL
_
c
c
O o
o)
> cL
OJ
in 01 X) 0>
«a >i -
s
c o>
OJ
c
o X
3
o
UJ c 01 _^
Ol T3 E >
bp
w
S i
c:
_
x
oi
3 <
CD
O
U
Oi _ > O) - -_ O) N
o 12 o JO V Q_ 1/1 01 O P W> _ _ _ oi c "53 1
3
c
o
CD
'5 j3 01 h
5«
0>
•*-S Sf _L 111
E E
° or in oi
U
CL
CL
c
O
_ <
V
O
:0
5 5 _ .Si, >
CD
"53 u Jj3
O
^
Ul C •S *
r JJ
O o _
o
bo
o
•s g „ III 5 Q >
TO > x
E
* J
* -
h
O
Ol X
eo TO s TO C
x u
^ :
i
o 3 ^ JJJ
o3 j§
TO
§"5
O
u
-a Ec i l l JS o> s- E
+3 TO
2 01 > 33 -t: 01
c
•° « cu
c
OJ
L.
Oi
TO _^ 33 in TO 01
£ , CO
23
.2
TO >
C
S
TO H n * -n •M r Q. «*= ._ 60 Q . 01 Ol r- C — — TO " D - Q — 01 T3 w
-o
Ol
Ol 01 X C 01 _Q
-0 X ^_
O
01
TO
m ule na
CL)
S? £
cu
c -E .Si > £ o
lO
CL
01
0) ^
E •=
c
CU 60 c
_0J
TO
TO
'60
'60
XI
I
to T3
cu
TO
E
U-t
X
(J
T3
§1
>
OJ
.E
x
>
E > c
60 CU
._: 0)
*
C
OJ
r-4
I
J10 *
oo TO M_
c
r
ci_ - ° O- o>
o E
xi 3
m c
01 01
c
1/1 ~
O
* J
01
TO X3
m
0
C
__ i > aj
"5 <^ TOOJ
3
'F
60 Oj Ol 1— Q_ TO CL
^
C
TO
0)
o> -t-> c. -a O)
Ol
>
£
t
O)
s N
X)
C
b o> V S E o)
01
O
XJ
CL
>
-t-
cu U <=L l/> <0
c
T3
c
a-a
1—
3
CU
if f 01
CU 60
* J
*J 5
Is ' TO * ? l S 60
x
60 0) TO 60 •g o T ) £ OJ •4-* ~Oi =T N
TO TO01 C
:
CL
O LU J *
2
Oi
TO CL
10
O) X
J 2
Ol XI
Ol 60
E £ CO
c
TO CL
i_
01 TO
60 C
cu
CL TO Q_
Ol
TO
CL TO Q_
c
03
o>
>
60 c
t= TO >
-t-J
o> 3 01 - 3 •s Ol 01
ccu uI §
CL TO CL
!§•
.E Q"2
x "Q_ Ol a; 60 o
O)
O
~ "> 01 'Z E .2
3
U
OO
CL
1
TO CL N TO
3
CU
O
6 0 x
oi
'i_ TO -t-» Ol k_
01 t/1
TO 01
« _
TO TO
01
X
u
5 § 5 >-
ifj "d
T3 1— CU CU X
i_
r.5 ±L
o o >
<
E cu
TO +J
C
Ol Ol
i_
— i0) E
TO iOl _ CU
O O
CL
>
O
CU X "O CU c C '
TO
—
'TO
01
-t-« c
CL
0
u
=01 01
TO CL
O) in c
—
01 c
TO
C
'M
c
CL 0 O _Ct _Q
c
>i
•a o E c
C
o v_ Ol
•— 0) l/l »- CL TOC60 01 TO
"O
>
c TO > C
OJ +J
-81 60
OJ
0
O
Ol = C O TO N
T3 Ol XI 60
nk
5
•+-3
TO
TO *C
ee
-*-»
'TO
Q: \
oi
Is CD
i_
01
var kke nde
k —j_,
o o
3
01
CL
x
c TO
CL
-
— '
^ >
s
£
10
~
5
TO
01 QL
TO 3
TO
s
C
c
a3 01
£
60
Ol TO 60 >
E75
E o
Q.
> 01 10 in
C
0)
"
5
o o
CL
Pr o>
c £ > = OJ CL 3
>
^
•E'
g ^-i 2 t: 01 oi 3u o OJ > TJ •- o
-t->
c —
L-
OJ
in
^3 U ~
x
x-» 0) S2 60
cu c: •a o c c cu 01 N £B o 60 3
3
10
Ol
O
CL
3
rN
01
O
in
rsi CN
TO
C
O
"
x
<
O
01 13 5 o J TO 0) CU to "D 60 01 .E
O
M
>-
W > C L £
~a
53 0) 01 0 60
+* X u •
I
0101 C
10
O
> "2 OJ S TO 5*
«
i i
01 01
So
x CU 60
1-
—
1-
> "33
o £ 8 § ^ Oi > o
"O
6 0 0>
1-
e
60 CL _D
XI wo J *
_0J
60 n£ c 3
*
o o 01 33 "2 o c p
TO
5
o >
cu o>
ord
I* OJ
E
c01
O
I-
Us
OJ
w
60 TO T3 T3
Ol
O
Ol
o>
=3
CU
> o
ren nm de id
o O 53 c CU WD c TO CL o 13 3 J
TO TO O)
^
St OJ
c
o> c > o>
O) >
'ep
i.5 x i
xi >.2
'c 60 C TO TO
II gj
ig II o g
O -c
-E
-Q
XI
c
OJ
0J
II
TO 5 TO 60 fi
TO Ol i_ 0
XI
TO
60 60
CL
Q J
CL
O
—
TO
OJ
LO
5 M—
TO O K -XoI 0)
Ol aj
F ;
O O XI
TO LO cu
o;
+J
-5 i .y TO
.C
C
'cu cu 60 M
O>
XJ
'01
X
OJ OJ
3 _ ^
XJ
o3 43
OJ
c
e 01 c c
C
o
13 5
v TO
1 5 J i s cu ^
XI
XI
cu -3 £TO TO *
12 c oi 5 >
XI
> "53
60 C
cu .•a 1/1 :0J Ol Ol O
C
cu
o w>~° £ cu ^ c .2 OJ —
'60 XI
c
OJ
3
o
C L O > M— C O CL
01
CL 0)
OJ
8U
3
OJ
c
TO
XJ > cu o •£ cu g TO _0> E 2 TO C on Ol +-> cu 9> J, Sr <M 53 <0t— E XOJ E - ^ . 5 P £
i s XI
OJ -•-»
C
_0J
_0J
43 01
60 X!
E
2
cu TO -*->
eer
XI
>
0 1 0
XI
01 TO
X
OJ
01 (jj
« V OJ X I 60 !r +J
O
3
5
cu 60 LO c c X cu OJ
-*->
5
cu cu 60 >
3
< L. 0)
0)
i
cu cu a? o N .CU
E £
"2
cu i-
OJ
cu cu
XI
X
o o
X
E
5
cu cu
-»-»
c TO 0)
00
>
cu c
0
Ol
L
1)
60 c *c M
0) > OJ s 1> 01 OJ
C cu
g
CU
S E ^°
m xi OJ OJ • = E S > <-> c cu E TO E LOJO TO 01-*-» -4-» > E cu _OJ ixb 5 X j-;
cu 60
1
3
'cu 3
E cu 4Z
XI
60
(si o * c £ -o J j C TO 5 - «M o•>* C CU i ni +- 1 I — OJ LO c C
01 60 TO TOC L TO TO g Ol o XI eo E
XI
_3
oi X I •q c
O
60 TO
60
OJ —
-°
3
3
12 '6b TO >TO OJ CL F
TO
x.
CL
I
OJ
on 60
CL
>
TO CL
£ |-8
31
>
:
o
c
TO
LO
OJ
OJ XI
2 OJ su a01 *01 "> tj -9 LO-
01 LO OJ n 01 60 M
CL
E
_TO C TO TO
<=
OJ
a- g> OJ C
OJ C
3
OJ
3
,
y '5 OJ
QJ O XI
—
60 O
3
E
CL
cu 60
u .i
ay
on
CTl CTl
E m o 3
IS Q
9TO x O- > OJ
TO
>
< = 5
§
60 0) XI 01 c o 0
TO Ol 0)
res TO
2
60 TO
TO - £ C L OJ CL >
m
-t
OJ
OJ
,°,
OJ
TO
U
> TO
US
c £6
LO
.4? ^ XI 60 c 60
TO Co OJ XI c
TO
X OJ
3
OJ >
si
OJ
0)
Ol
x-»
60
3 CL
C
E o
' 3
XI
IM
E x-> TO TO to 2 TO TO
OJ
CL
O
* CL
Q- gLOTO— { .« Si £
OJ
3
o
cu 60
C3N
3
XI 3 3
OJ
o o >
C
TO
1-
60
O
«>| +3
C
c cu
TO TO CL
§
C
c
c c: 1— cu
TO
OJ X J
o LO CU
> >
S
o
00 C
60
o
0
^
N
OJ
OJ
T:
XJ
g
LO E.
X~l LO
TO Q.
CL
01 E .y 5 TO — 01 — i X
01 > TO LO Si 01 LO iC OJ — LO -t->
o >
LO
TO
x: 2
60
C
IN
s e c N
60
c §
Ol X I > o O X xi o c> .« o
c: 01
N .2 LO X I o3 i2 S > a3 60 S >c c OJ S TO -c:
?
o
LO
OJ
•a -o .E,—
= TO& OJ
TO CL
c
60 • OJ c c :p _o> -Si o3 x
OJ
01 oo
^ "9
J!
I o> 5
60 c
a.
TO o
o TO
-4
60 C
XJ 'S X)
II o, _.
§ = 43
O
c
TO J :
fi
3
cu
E TO
< E .£ a E i E a M cu £
T3 XI O cu _ C
Q
•g E « •S 3 -g ^
o
a
S Q >
cL
bO
_CU
bp
E "a
_0J
c xi : X bO.Si
TO
bO bp
XJ cu ^
U
W
N
o u
2 CU
>•? «
>
XJ
CU -JjT cu > , '53 .E x i E So g i -O
x—
£
3
a.
O
cu cu bo
0
CO
CU
tz re re bO
o o
x
c cu > c 2w E
LO
*
cu c cu
o sz cu
XJ
•
s
TO
LO
O)
§ s
a, -o flj
« & 1?bTOO uLw
XJ
3
LO
XJ
1 3 E F +J TO 5j Q . Q£ 5 O
XJ
XJ
XJ
LO
CL
re
c o3 CU rf
4-t
XJ
CL
X
CL
OJ
OJ
cu
'
XJ
C
CU
CL
CL
'c c cu J* cu c CU 4-* c
XI
ster
>
de
o > cu £ cu -» a3 c 53 * _o o U cu TO 4-J ^£ E cu 15 E cu r o o 3 o cu < O TO d X O TO
5
TO
bo.
CU
XJ
TO
ric
bO c
k—
cu re > E cu re o « cu bO iE 53 -2 .E 53 > -6 | > "53 o 4-J tz & 53 TOcu c bo > a> tre cu bo 5 cu TOTO S aj .9- 53 53 *= O ci -6 o cu 53 Si o re cu zs ^ E CL u — X CL g C
XJ
.5 xcu 00 cu > 13 E E E I I _^ _ro -g aj cu cu '5 - Q H= x XJ
k—
cu
LO
re
bO
XJ
>
_CU
re
LO
CL o
en
>
•+-» 4—*
x:
Si
E TO Si E 53 r o >
0
13
IE
re bo re cu c ° E bo k
52
cu <1J
re 03
TO TO
go o
3
OJ
v.
43
U
CU
N
OJ
L2
(J
OJ
CU£
XJ
.J)
c Si o
CU LO
E S
CQ >
3
bO
•+-» C
C cu TO C L TO O
0
TO
vo c
CL_*
XJ
5
rJ'
4->
•5 ^ •§ F . -Si re -Q — Q. cu bo to bo c cu +J c x -Q cu bo cu it c c
OJ
< u E c ™ c xi
0)
XJ
LO
3
bo c
>
cu W) oT
CU
XJ
>-
TO
^ x 3 x:
TO TO
-E 5
cu XJ
CU
cu
4-» LO
CU u d o 5 xi E § £3 CU bO Si E c: . LO bO c tz o c: re cu o bO > E. - re cu > c o
OJ
'c c 0
CU
re re
CU
re
Q
4-»
£
c cu c 0 > 01 bo
•0
bo c "re Q
•TO
XJ
•4—
> o
CU M
c cu E o cu c tz TO > bo Q . c 1— 'C .Si cu CL
x cu bO
LO
cu c >
n s Q.
3
bO C
<->
§
C
4-1
TO
c cu E
to
5a
o
43
:CU
CN
cu cu E o
o
c cu _OJ 3
cu
CL
1 > o
C
XJ
o>
C
OJ
x
OJ
> OJ
> 3
0
LL
01
CU
TO bO i TO > _o
I aj S o
>
— 4-. Tj re JJ E x c bO
LO
XJ
Zl
c
CU
CU 4-»
CU
Lbo O
c E Z . re OJ
"0
tl
<
c
bo a7 re o !z u u
OJ
E
um
bo^ £ o3
>
en Ian
cu cu bo bO E i2 i=. bo
c c
4-1
3 o
cEu 3
4-J
0 Q
CU 'a 'OJ
XI — cu s cu r
>
OJ
WD
XJ .2 c > § g
«
«•>
43
OJ
o iXJ «3 1 j
C
i
TO
TO TO
M
"«>
•£
xi ^
^
WD
WDCL
LZZ
XJ .2 c c 5 •> >g £ | > x: 2:
c
25 5 u c e OJ . — -E XI S
CD OJ *J LO rt! o
— TO
QJ
_
XJ >- >XJ XI -QJ OJ E TO c <-> *N.
QJ
^
§1=1-1 i l l
WD
OJ
c
CL
.E Xl CO E .E xi o
C L OJ OJ
E OJ _0J
o l_ CL OJ
OJ LO WD
OJ 4-»
o>
TO i—
WD
XJ OJ O
XJ
3
CO
cu
OJ
5 c c-^
c TO >
OJ XJ
o o g
<J QJ V
§
t j OJ QJ X J != OJ Q E o c
OJ XJ
TO
-o
WD
C "TO
Q
TO C
CU E o c rsi
So CO o_ cCD TJ c o > OJ 60
C
en
pe
XJ
o o > > TO CD LO CU
OJ
'c c o
OJ
60
c TO
5 c (-
OJ M
ay i_
4-»
c
OJ >OJ
3
60 c
ON
OJ
TO >
XI LO
Ln
E OJ c
QJ
S. 'C OJ 1_ QJ
XJ
cu
CO
2 LO N
3 o C3>
O
t 3 3
3 c
E TO TO N — i 3 3 Q
Co . * L.
XJ WD
O
>
CD X J 3
o >
c cu
TOE I TO* 3 3
= 60 OJ C
O >
CD
LL
< CU
M— s E CD < E Co c CD E c Cu cEu CD o s -e o CD CD Q >
um
TO
WD
"0 CN
Ze
c CO
OJ OJ
na erti
TOX J _
cu -t-» O) E _o 15 o -(-» 3 TO
AKWA het Advies- en Kenniscentrum Waterbodems is een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat op het gebied van vervuilde waterbodems. Hierin zijn DWW, Bouwdienst, RIZA, RIKZ en Directie Noordzee vertegenwoordigd.
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met AKWA via het bureau WAU "Waterbodems Advies en Uitvoering", Adriaen van Ostadelaan 140, 3583 A M Utrecht, telefoon 030-2192020, of via RIZA afdeling Beleidsvoorbereiding Onderzoek en Advisering (BOA), postbus 17, 8200 AA Lelystad, telefoon 0320-298761