UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek jonge schoolkind semester 5 2015-2016
2
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL .................................................................................................................... 2 1
ORGANISATIE VAN HET ONDERBOUWD WERKEN ........................................................ 3 1.1
IDENTIFICATIEGEGEVENS .............................................................................................. 3
1.2 KALENDER ONDERBOUWD WERKEN ................................................................................ 3 1.2.1 overzicht onderbouwd werken (oefenlessen) ............................................................. 3 1.2.2 overzicht afspraken aanvraag- en indiendata van lesontwerpen ................................. 3 1.3 INFORMATIE VANUIT DE LERARENOPLEIDING ................................................................ 4 1.3.1 stagecoördinatie ...................................................................................................... 4 1.3.2 studietrajectbegeleiders (STB).................................................................................. 4 2
CONTRACTTAKEN .......................................................................................................... 5 2.1
situering contracttaken ................................................................................................... 5
2.2
overzicht contracttaken ................................................................................................... 6
2.3 richtlijnen lesonderwerpen .............................................................................................. 7 2.3.1 aanvraag lesonderwerpen ........................................................................................ 7 2.3.2 lesontwerpformulier met toelichting .......................................................................... 7 2.3.3 lesgang met toelichting ............................................................................................ 8 2.3.4 wenselijke lesonderwerpen in semester 3 ................................................................10 3
BEGELEIDING EN BEOORDELING ................................................................................ 11 3.1
voorbereiding op het gesprek in te vullen door student na semester 3 ..............................11
3.2
feedback op contracttaken .............................................................................................11
3.3 gebruik van de begeleidings- en beoordelingsformulieren .................................................11 3.3.1 lesverslag semester 3 .............................................................................................11 3.3.2 stageverslag semester 3 .........................................................................................12 3.3.2.1 feedback op professionele houdingen ...............................................................13 3.3.2.2 feedback op kerncompetenties 2 BaLO .............................................................13 3.3.2.3 andere informatie over de stage van de student ...............................................16 3.3.2.4 conclusie ........................................................................................................16 3.3.3 (voorbereiding op) het individueel gesprek na de stage semester 3 ...........................16 3.4 bindende praktijkafspraken ............................................................................................16 3.4.1 algemene afspraken ...............................................................................................16 3.4.2 specifieke afspraken ...............................................................................................17 3.4.2.1 invoeren van oefenlessen in SIS .......................................................................17 3.4.2.2 indienen stagemap ..........................................................................................17 4
ONDERBOUWD EN INNOVEREND WERKEN - UITWERKEN VAN EEN ONDERZOEKSACTIVITEIT ............................................................................................ 18 4.1
toelichting opzet van de onderzoeksactiviteit ...................................................................18
4.2
planning van de onderzoeksactiviteit ...............................................................................18
4.3
feedback en evaluatie ....................................................................................................18
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
3
1
ORGANISATIE VAN HET ONDERBOUWD WERKEN
1.1 IDENTIFICATIEGEGEVENS De identificatiefiche vind je op Toledo
1.2 KALENDER ONDERBOUWD WERKEN 1.2.1 overzicht onderbouwd werken (oefenlessen) DATUM 29 september namiddag 8 oktober
ACTIVITEIT - observatie en participatie - gesprek mentor na de speeltijd observatie en participatie
15 oktober voormiddag oefensessies telkens op voormiddag 22 oktober 29 oktober 24 november inhaaldag vierdaagse oefenstage 26, 27, 30 november 1 december
- realisatie kennismakingsactiviteit - observatie en participatie
oefensessie 1: student 1 geeft les en student 2 observeert oefensessie 2: student 2 geeft les en student 1 observeert inhaalmoment: studenten maken zelf afspraken - actieve stage dag voormiddag donderdag - student 1 geeft les 26 november - student 2 observeert vrijdag - student 2 geeft les 27 november - student 1 observeert maandag - student 2 geeft les 30 november - student 1 observeert dinsdag - student 1 geeft les 1 december - student 2 observeert - realisatie onderzoeksactiviteit (zie pagina 16)
namiddag - student 2 - student 1 - student 1 - student 2 - student 2 - student 1 - student 1 - student 2
geeft les observeert geeft les observeert geeft les observeert geeft les observeert
1.2.2 overzicht afspraken aanvraag- en indiendata van lesontwerpen sessie oefenvm. 1 oefenvm. 2 oefenvm. 3 vierdaagse
aanvraag lesonderwerp dinsdag 29-09 (vanuit opleiding)
indienen lesontwerp dinsdag 06-10
afhalen lesontwerp donderdag 08-10
indienen herwerking maandag 12-10 (mail)
afhalen herwerking dinsdag 13-10 (mail)
dinsdag 29-09 dinsdag 29-09 donderdag 08-10
dinsdag 13-10 dinsdag 13-10 dinsdag 10-11
donderdag 15-10 donderdag 15-10 dinsdag 17-11
maandag 19-10 maandag 19-10 vrijdag 20-11
dinsdag 20-10 dinsdag 20-10 dinsdag 24-11
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
lesrealisatie donderdag 15-10 (kennismakingsactiviteit ) donderdag 22-10 donderdag 29-10 26, 27, 30-11 + 01-12
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
4
-
-
-
Bovenstaand schema is richtinggevend. Eventuele wijzigingen van data gebeuren enkel op initiatief van de klasmentor of met zijn/haar goedkeuring. Het tijdstip van afhalen wordt geregeld in afspraak met de klasmentor van de lagere school (niet tijdens de lesuren). De klasmentor probeert om een evenwichtige verdeling van lesonderwerpen over de verschillende leergebieden te garanderen. zie ook bindende praktijkafspraken 3.4 De studenten kunnen inhalen op dinsdagnamiddag of op een zelf af te spreken moment (vóór 2 december) indien de inhaaldag op 24 november niet volstaat of niet kan. De student bewaakt zelf dat de inhaalmomenten andere geplande activiteiten niet in het gedrang brengen. Voor de inhaalmomenten maakt de student zelf de nodige afspraken i.v.m. aanvraag, indienen en herwerken van lesvoorbereidingen in onderling overleg met de mentor. Als de oefenlessen van de student niet kunnen plaats vinden, observeert hij of neemt hij deel aan de activiteit die in de plaats komt: een leerwandeling, een demonstratieles,… De student haalt deze oefenlessen STEEDS in. Indien de inhoudelijke en didactische uitwerking van de lesvoorbereiding bij het afhalen van de herwerking (zie schema hierboven) onvoldoende is, wordt de les niet gerealiseerd. De student observeert voor de desbetreffende les(sen) de mentor en maakt hiervan een verslag. De desbetreffende les wordt als onvoldoende beschouwd. De studietrajectbegeleider verrekent dit in de beoordeling van de oefenlesperiode.
1.3 INFORMATIE VANUIT DE LERARENOPLEIDING 1.3.1 stagecoördinatie centrale administratie van verdeling van stageplaatsen door de opleidingssecretaresse, Bieke Stals (met ondersteuning van de jaarcoördinator, Inge Devis)
[email protected] [email protected] [email protected]
016 37 54 00 016 37 54 03 016 375 616
stagecoördinator administratie opleidingshoofd
Zij zijn aanspreekpunt: - verdeling stageplaatsen/wijzigingen in toezeggingen of vragen hieromtrent - vragen voor doorverwijzing naar studietrajectbegeleider - ernstige problemen
1.3.2 studietrajectbegeleiders (STB) Inge Devis Björn Callewaert Ann Schellemans Tim Vandersmissen An Van Eynde
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
5
2
CONTRACTTAKEN
2.1 situering contracttaken Het takenpakket in het tweede jaar zorgt ervoor dat de studenten zich verder kunnen bekwamen in het optimaliseren van een doelgericht lesontwerp. Deze oefenperiode laat hen toe zich toe te spitsen op twee verantwoordelijkheidsgehelen: - functioneren binnen een (klas)groep (taakvelden: de leraar als opvoeder, de leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen binnen een krachtige leeromgeving) - kwaliteit bewaken (taakveld: de leraar als reflectieve practicus) Deze taken worden in kolom 1 geordend per taakveld en krijgen een cijfercode waarnaar in het feedbackschema steeds verwezen wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vaktaken en stagetaken. - De vaktaken worden opgegeven vanuit een bepaald vak, worden verwerkt in de lessen van dat vak en worden eventueel ook geëvalueerd door de vaklector. - De stagetaken worden echter begeleid door de klasmentor en/of beoordeeld door de studietrajectbegeleider (voor meer informatie rond beoordelingen, zie begeleiding en beoordeling). De studenten dienen alle opdrachten te realiseren tijdens de stage van semester 3. In kolom 2 leest men welke voorberei ding of organisatie de contracttaak vereist. In kolom 3 wordt beschreven onder welke vorm de contracttaak dient gemaakt te worden (schriftelijke nota’s, verslag,…) en door wie de taak begeleid of beoordeeld wordt.
cijfercode en omschrijving van de contracttaak
VERANTWOORDELIJKHEID 2 FUNCTIONEREN BINNEN EEN (KLAS)GROEP
Werkt de student individueel of samen met medestudent?
organisatievorm
Wie beoordeelt of begeleidt de contracttaak? Hoe gebeurt de verwerking? verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor
Taakveld 4: De leraar als opvoeder
4.1 Vaktaak sociale vaardigheden: kennismakingsactiviteit
- beoordeling door lector sociale vaardigheden werk een kennismakingsactiviteit uit om de - de student dient de taak in leerlingen te leren kennen onderling overleg met de lector in Taakveld 5: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen binnen een krachtige leeromgeving 5.1 Stagetaak: beginsituatie bepalen individueel De studietrajectbegeleider geeft - Verzamel informatie over de beginsituatie door kwalitatieve feedback in de observatie van de klas en gesprek met de mentor. oefenmap en plaatst een paraaf op Maak hiervoor gebruik van de infowijzer (zie het feedbackschema van de portaal). Vul de infowijzer doorheen de contracttaken (zie PED). oefenperiode in een andere kleur aan met relevante en bijkomende observatiegegevens. - Voeg de infowijzer toe aan je oefenmap. - Toon aan in je lesvoorbereidingen dat je relevante gegevens uit de infowijzer gebruikt om de beginsituatie van iedere les te concretiseren.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
per twee realiseren op 9 oktober
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
6
2.2 overzicht contracttaken VERANTWOORDELIJKHEID 2 FUNCTIONEREN BINNEN EEN (KLAS)GROEP
organisatievorm
verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor
Taakveld 4: De leraar als opvoeder
4.1 Vaktaak sociale vaardigheden: kennismakingsactiviteit
per twee - beoordeling door lector sociale realiseren vaardigheden werk een kennismakingsactiviteit uit om de op 15 - de student dient de taak in leerlingen te leren kennen oktober onderling overleg met de lector in Taakveld 5: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen binnen een krachtige leeromgeving 5.1 Stagetaak: beginsituatie bepalen individueel De studietrajectbegeleider geeft - Verzamel informatie over de beginsituatie door kwalitatieve feedback in de observatie van de klas en gesprek met de mentor. oefenmap en plaatst een paraaf op Maak hiervoor gebruik van de infowijzer (zie het feedbackschema van de portaal). Vul de infowijzer doorheen de contracttaken (zie PED). oefenperiode in een andere kleur aan met relevante en bijkomende observatiegegevens. - Voeg de infowijzer toe aan je oefenmap. - Toon aan in je lesvoorbereidingen dat je relevante gegevens uit de infowijzer gebruikt om de beginsituatie van iedere les te concretiseren. 5.2 Vaktaak didactisch kader II: toets opstellen individueel Beoordeling door de 1. De student maakt een toets (voor WO, Nederlands of verantwoordelijke van het wiskunde) voor één van de lessen van de opleidingsonderdeel ‘didactisch oefenstage kader II’. 2. Hij of zij geeft de toets (inclusief correctiesleutel en puntenverdeling) samen met de herwerking van de lesvoorbereiding of samen met de reeds goedgekeurde lesvoorbereiding af op 26 november. 3. De klasmentor geeft feedback op de toets en de student kan de toets bijsturen. 4. De toets wordt afgenomen door de klasmentor. 5. De studenten verbeteren de afgenomen toets. Ze maken concrete afspraken met de mentor. Op die manier duurt het niet te lang voor de kinderen getoetst worden over de gegeven leerstof. 6. De student verbetert de toets en geeft alle informatie door aan de klasmentor. - De student maakt een mapje en neemt daarin de lesvoorbereiding op, de toets (alle versies en feedback van de mentor), de verbeterde toetsen en geeft een antwoord op onderstaande items. Toon aan dat de vragen begripsvalied of doelstellingvalied zijn aan de hand van twee concrete vragen. - Beoordeel de structuur en opmaak van je toets. * Bereken de moeilijkheidsgraad. Zijn jouw vragen geordend in stijgende moeilijkheidsgraad? Welke aanpassingen zou je kunnen doen? * Staan de antwoorden en de vragen op één blad? - Toon aan er variatie is in vraagvorm. 1. Benoem de vraagvorm (tenminste 3 verschillende). 2. Pas de redactieregels correct toe per vraagvorm. - Geef drie tips waarmee je rekening gehouden hebt om de betrouwbaarheid te verhogen. a) Benoem de tip. b) Toon aan dat je er ook daadwerkelijk gebruik van hebt gemaakt.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
7
VERANTWOORDELIJKHEID 3 KWALITEIT BEWAKEN
organisatievorm
verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor
7.1 Zelfreflectie invullen
individueel
De studietrajectbegeleider geeft kwalitatieve feedback in de oefenmap.
7.2 Vaktaak leraar worden II
individueel
De reflectie wordt besproken tijdens het individueel gesprek n.a.v. de oefenlesperiode.
Taakveld 7: De leraar als reflectieve practicus - Vul na de kennismakingsactiviteit en na iedere oefenlesvoormiddag de zelfreflectie in voor elke les. - Vul voor de vierdaagse oefenstage in totaal drie reflecties in voor lessen waarvan je geen lesverslag hebt. - Reflecteer i.f.v. een eerder ingevuld aandachtspunt voor die welbepaalde les. Concretiseer je eigen didactisch handelen. Expliciteer zowel je geslaagde als niet-geslaagde didactische handelingen. Geef een verklaring voor niet-geslaagde didactische handelingen. Formuleer concrete acties voor de niet-geslaagde didactische handelingen. Begeleidingsformulier invullen op het einde van de oefenlesperiode.
2.3 richtlijnen lesonderwerpen 2.3.1 aanvraag lesonderwerpen De klasmentor geeft de studenten een concrete omschrijving van het lesonderwerp en wat hij/zij ervan verwacht. Zorg ervoor dat je steeds op de hoogte bent van: - het correcte tijdstip en de duur van de les, - de concrete inhoud van het onderwerp, - het handboek / de handboeken, - het didactisch materiaal dat in de klas aanwezig is, - de beginsituatie van de kinderen.
2.3.2 lesontwerpformulier met toelichting De studenten vinden deze formulieren terug op Toledo of via de website http://www.khleuven.be/stagedocumentendiest
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
8
2.3.3 lesgang met toelichting TIMING
LESGANG + LEERINHOUDEN
1. Fasering Een tijdsaanduiding kan nuttig zijn om zich vooraf te bezinnen over de duur van de verschillende fasen. Geef daarom aan wanneer elke nieuwe lesfase vermoedelijk zal beginnen of hoelang ze zal duren. Als je dit doet, vermijd je vast en zeker veel te lange inleidingen of loop je minder kans tien minuten te vroeg klaar te zijn met je les.
DIDACTISCHE WERKVORMEN, MATERIAALGEBRUIK EN ORGANISATIE 1. Keuze van de werkvormen
In een les kan je meestal volgende fasen onderscheiden. a. Inleiding bijvoorbeeld: - aandacht trekken - belangstelling opwekken - probleem stellen - bij gekende leerstof aansluiten b. Leskern bijvoorbeeld: - contact met nieuwe leerinhouden - probleemoplossing - aanbrengen en ordenen van informatie - expliciteren van regels - ... c. Vastzetting en/of verwerking bijvoorbeeld: - inhaalmoment - inoefeningen van leerstof - nagaan of de vooropgestelde doelen bereikt zijn (evaluatie) - ...
Enkele tips waarmee je rekening kan houden: - variatie in werkvormen ondersteunt de motivatie en de concentratie van de leerlingen; - kijk na of eenzelfde werkvorm niet te lang aangehouden wordt of niet te dikwijls terugkomt in opeenvolgende lessen; - activeer meerdere leerlingen door hen zoveel mogelijk de gelegenheid te bieden zelf te ontdekken, te handelen, te verwoorden, te besluiten, ...; - hou ook steeds rekening met de individuele verschillen tussen de leerlingen, pas het tempo aan waar nodig, voorzie bijkomende hulp voor zwakkere leerlingen en moeilijkere of bijkomende oefenstof voor de 'vlugge' werkers; - overweeg uiteraard of de gekozen werkvorm de meest aangewezen Deze lesfase voorzie je doorgaans is om de vooropgestelde op het einde van je les. Soms kan je doelstellingen te realiseren. nochtans ook verwerkingsmomenten voorzien telkens een deel van de leskern is afgewerkt. In veel lessen zal je merken dat een lesfase in meerdere lesmomenten kan worden opgesplitst. Ook deze lesmomenten gaan we benoemen in termen van de lesdoelen die je beoogt. De structuur van een les geef je aan door de lesmomenten en -fasen te onderstrepen en/of te nummeren. Zo springt de lesopbouw ook visueel direct in het oog van iedereen die je voorbereiding inkijkt.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
9
Te raadplegen bronnen: Bogaerts, H. (2012). Het ontwerpen van lessen, Leuven, Acco. Bogaerts, H. & Borzée, M. (2014). Inleiding tot de didactiek voor toekomstige leerkrachten lager onderwijs Leuven, Acco afspraken i.v.m. de inhoud en de uitwerking van de lessen - voldoende uitgewerkt ( zie Bogaerts, H. (2012). Het ontwerpen van lessen, Leuven, Acco ) - stipt afgegeven volgens het schema - volledig afgegeven (bijv. alle bijlagen, werkblaadjes, lesverslag, ingevuld lesontwerpformulier...) , zowel bij een eerste versie, als bij de herwerking als bij de definitieve versie. - werk- en oefenbladen worden steeds verzorgd en getypt toegevoegd. - bij herwerkingen is de originele versie steeds duidelijk te onderscheiden. Indien de student zich niet aan voorgaande afspraken houdt, dan wordt dit verrekend in zijn resultaat op oefenlessen. Op de eerste pagina van het lesontwerpformulier noteert de klasmentor datum van ontvangst en paraaf. Zo nodig wordt de reden van uitstel genoteerd.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
10
2.3.4 wenselijke lesonderwerpen in semester 3 GODSDIENST NEDERLANDS
WENSELIJK liefst onderwerpen waarin de levensbeschouwelijke of gelovige duiding een plaats krijgt luisteren en spreken – spelling - poëzie taalbeschouwing - schrijven (stellen)
WISKUNDE WO
losse les(sen)
MUZIKALE OPVOEDING
liederen; kritisch zijn voor tekst en melodie; lessen van 25’; moet niet thematisch gebonden zijn studenten geven geen (taalinitiatie) Frans tijdens actieve stage - kleine spelen, loopspelen, sportspelen - bal- en dingvaardigheden - balanceren, steunen, springen, rotaties - kruipen, klauteren, klimmen - hangen, schommelen, slingeren - trekken en duwen, heffen en dragen - ritmisch en expressief bewegen - zwemmen: opwarming en watergewenning; begeleiden van deelgroepen met specifieke opdrachten - Beeldopdrachten vertrekkende vanuit beeldaspecten. - Rijk impressiemoment dat de creativiteit stimuleert. - Correct gebruik van doelen, toegespitst op onderwerp en techniek - Stimuleren van de eigen creativiteit en die van de kinderen. - Thematisch werken (kan vakoverschrijdend). - Lln. uitdagen, durven en proberen > variëren in materialen, technieken en onderwerpen per opdracht. - Meerdere deelopdrachten samenvoegen tot één geheel (bv. groepswerk,…) - uitwerken van les rond thema dat aansluit bij leefwereld kinderen (vb.: boos, ik ben vandaag zo vrolijk, jaloezie, zee-zon-zalig, kriebelbeestjes, punt uit!,…) - opbouw dramales respecteren: inleiding (opwarming) – kern – verwerking – cooldown - focus op verbale OF niet verbale werkvormen - aandacht voor creëren en beschouwen - aandacht voor persoonlijkheidsvormende (sociale) aspect van dramales
FRANS BEWEGINGSOPVOEDING
BEELDOPVOEDING
DRAMA
NIET WENSELIJK filosoferen met kinderen, wonderverhalen, wereldgodsdiensten lezen: leesbevordering en speciale organisatievormen, lessen begrijpend lezen die zonder handleiding uitgewerkt moeten worden studenten krijgen in semester 3 input rond didactiek meetkunde/metend rekenen studenten hebben nog geen input gekregen over het uitschrijven van een WO-thema
- trampolinegebruik - té specifieke sporttechnieken (lay-up, hoogspringtechnieken,…) - zwemlessen aan de hele klasgroep tenzij opwarming en/of watergewenning
- Te resultaat gerichte opdrachten en producten. - Knutselopdrachten (werken met voorbeelden, lln doen het voorbeeld na) - De lln. clichématig laten werken. - Opdrachten die de lln. niet uitdagen tot gebruik van eigen creativiteit.
- aaneenschakeling van dramaspeeltjes - zonder doelgerichte aanpak
SCHRIFT (nagekeken door vaklector)
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
11
3
BEGELEIDING EN BEOORDELING
3.1 voorbereiding op het gesprek in te vullen door student na semester 3 Het is belangrijk dat studenten zichzelf leren beoordelen en bijsturen in hun professionele groei. De student vult na afronding van de oefenperiode digitale voorbereiding op het gesprek met de studietrajectbegeleider in. De student brengt dit mee naar de laatste sessie leraar worden van semester 3 op donderdag 3 december. De student stuurt deze voorbereiding ten laatste op maandagmorgen 7 december door aan de studietrajectbegeleider via mail. Als leidraad kan gebruik gemaakt worden van de competentiematrix van de opleiding professionele bachelor in onderwijs - lager onderwijs KHLeuven uitgegeven bij ACCO (2014). Daar vindt men per taakveld van een leraar lager onderwijs een inventaris van kerncompetenties van de opleiding. Ze zijn vertaald in groeilijnen die aangeven hoe een (kandidaat) onderwijzer doorheen authentieke leersituaties in het werkveld geleidelijk evolueert naar professioneel leraarschap. Het stageverslag van de klasmentor en alle lesverslagen worden tijdens de sessie leraar worden afgegeven aan de studietrajectbegeleider. Indien er inhaallesen gegeven werden, geeft de student alles af binnen de drie dagen na de laatste oefenles. De student bespreekt dit vooraf met de studietrajectbegeleider. Tijdens het individueel gesprek met de studietrajectbegeleider brengt de student de volledige stagemap mee.
3.2 feedback op contracttaken -
De contracttaken die vaktaken zijn, worden verrekend in de evaluatie van de opleidingsonderdelen waarvoor ze opgegeven werden.
-
Over de contracttaken die stagetaken zijn, geeft de klasmentor begeleidingsadvies.
-
De studietrajectbegeleider beoordeelt ze en verrekent deze in de beoordeling van de didactische stage.
-
De verantwoordelijkheid voor de stagetaken ligt bij de student.
-
De uitvoering ervan beïnvloedt de beoordeling van zijn professioneel functioneren.
3.3 gebruik van de begeleidings- en beoordelingsformulieren beschikbaar op Toledo en http://www.khleuven.be/stagedocumentendiest
3.3.1 lesverslag semester 3 (in te vullen door klasmentor of bij bezoek door studietrajectbegeleider of praktijkbegeleider) Het geven van feedback over de oefen- of stagelessen gebeurt tijdens semester 3 van het tweede programmajaar aan de hand van een weinig voorgestructureerd formulier. Studenten zorgen zelf voor voldoende lesverslagen. Op de lesverslagen noteert de klasmentor in de respectieve kolommen zijn ondersteunende feedback, vaststellingen en tips bij de geobserveerde lessen. De taakvelden van een leraar waarover feedback kan gegeven worden, zijn ter inspiratie nog eens vermeld. In het lesverslag worden de studenten
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
12
gewezen op hun positieve punten, op vorderingen en op verdere werkpunten. De klasmentor heeft een adviserende begeleidingsrol. Hij geeft geen punten.
Graag ontvingen we van de lessen tijdens de losse voormiddagen van elke les een lesverslag. Voor de vierdaagse oefenstage volstaan 3 lesverslagen per student. De studietrajectbegeleider en de praktijkbegeleiders van het opleidingsinstituut gebruiken ditzelfde formulier om de bijgewoonde activiteiten te beoordelen.
Schema van de lesverslagen Naam student (vooraf ingevuld) Datum en lesonderwerp 3.1.1.1.1 Voorbereiding 3.1.1.1.2 Hier noteert de klasmentor, studietrajectbegeleider of praktijkbegeleider van
het opleidingsinstituut opmerkingen over doelgerichtheid, gestructureerdheid, uitdieping, materiaalgebruik, variatie in werkvormen, afstemming op beginsituatie, originaliteit, … bij de voorbereiding. Geobserveerde feiten
Suggesties
Hier noteer je concreet geobserveerde feiten
In deze kolom noteer je concrete suggesties voor
en handelingen die de student naderhand een
het functioneren of didactisch handelen van de
concreet filmisch beeld geven van zijn
student in analoge of toekomstige situaties.
functioneren. Onder het titeltje worden kort de kerncompetenties opgesomd om de klasmentor te focussen.
3.3.2 stageverslag semester 3 Op het einde van de oefenlesperiode vult de klasmentor het stageverslag in en geeft dit mee met de student. Alle
betrokken
partijen
(student,
klasmentor,
studietrajectbegeleider)
gebruiken
hetzelfde
referentiekader om de stage te beoordelen en erop te reflecteren. De studietrajectbegeleider geeft, rekening houdend met de feedback van de mentor, de stagemap en de observaties feedback tijdens een individueel gesprek dat de student voorbereidt. Het gebruik van éénzelfde referentiekader verhoogt de transparantie en duidelijkheid van onze praktijkevaluatie. De verantwoordelijkheid voor het toekennen van een eindcijfer en het certificeren ligt decretaal en vanuit de visie van ons opleidingsinstituut bij de studietrajectbegeleider. In een vorm van 360° feedback is de eindbeslissing een teambeslissing waarbij rekening gehouden wordt met de inbreng van alle betrokken praktijkbegeleiders, mentoren en lesgevende lectoren. Ook de zelfevaluatie van de student vormt element van beoordeling. De mentor heeft dus een adviserende begeleidingsrol en geen beoordelende rol in het tot stand komen van het eindcijfer. In de mate dat feedback van een mentor overeenkomt met het groeiprofiel van een stagiair, wordt die informatie herkenbaar overgenomen. In de mate dat die info verschilt, kan/zal afgeweken worden. Relativerende factoren in het aandeel van de mentor in een eindbeoordeling kunnen zijn:
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
13
-
context school (moeilijke klas, specifieke omgevingsfactoren) op voorwaarde dat deze moeilijke situatie bevestigd is door de studietrajectbegeleider en ook blijkt dat de student zichtbaar moeite heeft gedaan om stand te houden in de gegeven moeilijke omstandigheden.
-
aard van onderwerpen/leeromgeving vanuit de stageschool op voorwaarde dat dit bevestigd is door de studietrajectbegeleider en ook blijkt dat de student zichtbaar moeite heeft gedaan om stand te houden in de gegeven omstandigheden.
-
aansluiting stageplaats bij visie opleiding op voorwaarde dat dit bevestigd is door de studietrajectbegeleider en ook blijkt dat de student zichtbaar moeite heeft gedaan om stand te houden in de gegeven omstandigheden.
-
(tijdelijke) omstandigheden of beperkingen bij de student zelf op voorwaarde dat de student hierover tijdig heeft gecommuniceerd en dit bevestigd is door de studietrajectbegeleider.
-
totaalbeeld van de student binnen de opleiding, …
-
...
Het stageverslag bestaat uit vier delen die verder onder punt a, b, c, d worden geschetst.
3.3.2.1 feedback op professionele houdingen De professionele identiteit vormt in onze opleidingsvisie zoals al eerder gesteld de kern van het leraar zijn. Deze vertaalt zich in een aantal professionele houdingen die het competent handelen van een stagiair aansturen of afremmen. Die houdingen vormen als het ware het waardekader dat elke leraar in zijn handelen inspireert. Bedoeling is dat de mentor feedback geeft over bepaalde houdingen die het functioneren van een student positief of negatief beïnvloeden. Het is relevant en essentieel voor de begeleiding om dit ook te staven met concrete feiten of argumenten uit de stagecontext.
3.3.2.2 feedback op kerncompetenties 2 BaLO -
Dit deel is productgericht en situeert de student in zijn verwerving van de decretaal voorgeschreven startcompetenties voor een leraar lager onderwijs. Om dit deel in te vullen gebruikt de mentor de competentiematrix van het opleidingsinstituut die hem op de mentorenvorming wordt toegelicht.
-
Zoals al eerder gesteld gaan we ervan uit dat de evolutie naar leraarschap een bepaalde groeilijn volgt. Zo is ook de inventaris van kerncompetenties van de opleiding vertaald in groeilijnen die aangeven hoe een (kandidaat)onderwijzer geleidelijk evolueert naar professioneel leraarschap.
-
Binnen de afgebakende groeilijn vallen de onderscheiden niveaus samen met bepaalde na te streven fasen in de opleiding. Ze verwijzen naar een hogere graad van beheersing van het beoogde competentiedomein, een grotere frequentiegraad of mate van zelfstandigheid in uitvoering.
-
Het model is cumulatief; dit houdt in dat beheersing van de hogere niveaus die van de lagere onderstelt. Op deze manier komen we tegemoet aan de toenemende eisen op vlak van flexibilisering, maar houden we toch rekening met eisen van volgtijdelijkheid die ook in de toekomst inherent zullen blijven aan de onderscheiden programmajaren.
-
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de wijze waarop kennis, inzicht, taaktoepassing, leerhouding, reflectievermogen, attitudes, ... op de vier niveaus worden ingevuld. Dit bevordert niet alleen de betrouwbaarheid van (zelf)beoordeling, het biedt studenten en studietrajectbegeleiders ook een duidelijk groeiperspectief bij het uitzetten van individuele studietrajecten.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
14
Omdat het curriculum van de opleiding bachelor lager onderwijs voor het eerste en tweede jaar nog vrij cursorisch is opgebouwd en pas het derde jaar een meer geïntegreerde benadering kent, is het hoofdzakelijk zo dat de respectieve niveaus grotendeels overeenkomen met wat studenten achtereenvolgens realiseren in het eerste, tweede of derde jaar van hun opleiding. Dit neemt niet weg dat onder invloed van bepaalde contexten studenten/leraars soms een terugval kunnen hebben in hun professionele groei. Niveau 1 Elementair niveau
Notie hebben van
Verkenning, eerste notie, oriëntatie, exploratie, noodzakelijke basiskennis, openheid voor, erover gelezen, erover gehoord,…
Kennis
Nog geen ervaring
Niveau 2 Doorgroeiniveau
Basisbeginselen beheersen
Niveau 3 Integratieniveau
Niveau 4 Professioneel niveau
- voor afstuderenden: beheersen op geïntegreerd niveau - voor beginnende leraar: uitvoeren in aanvangsbegeleiding
- voor afstuderenden: zich profileren als heel degelijk voor een beginneling - voor leraren: niveau van de ervaren leraar
Beheerst de belangrijkste referentiekaders
Gevorderde toepassing
Spontane inzet en initiatief, flexibel, doorgedreven kennis
Verdieping en verbreding
Bewust van bredere sociale en maatschappelijke context
Ethisch en maatschappelijke reflectie: integreer persoon, beroep en maatschappij
Inzien waarom en waartoe
Waarom, wat, wanneer en hoe gebruiken (transfer en generalisering)
Doelgericht, planmatig onderbouwd, kan alternatieven vergelijken, gegevens gebruiken in een nieuwe context Reeds bewust van eigen sterktes en zwaktes
Genuanceerd, adequaat, gepland, terugkoppelend Bewust van sterktes en zwaktes
Manifesteert inventiviteit en originaliteit (creativiteit) in problem solving Onafhankelijk en zelfkritisch leerder Beheersing in hoog complexe, sterk variërende, minder voorkomende of onverwachte situaties
Beheersing in (ver)eenvoudig(d)e, voorspelbare, gestructureerde situaties
Beheersing in matig complexe, afgebakende welomschreven situaties
Beheersing in complexe en diverse situaties
Duidelijke omschrijving van taakuitvoering (gestuurd of onder begeleiding)
Zekere mate van zelfstandigheid mits nodige ondersteuning (begeleid)
Zelfsturend leren (zelfstandig of onder supervisie)
Een duwtje in de rug, een ondersteunende hand is nodig
Toch blijven er nog enkele punten die bijkomend leerervaring en begeleiding vragen, voornamelijk via aangepaste praktijkopdrachten.
Gedeelde sturing: doen wat verwacht wordt, maar met eigen accenten
Zelfsturing: kan zelf leerpunten formuleren en alternatieven benoemen en beargumenteren
Zelfsturend: is zich bewust van eigen sterktes en zwaktes, maar is bereid collega’s te betrekken in ontwikkelingsprocessen
Verantwoord, bewust van persoonlijke verantwoordelijkheid
Verantwoord, kwaliteitsbewakend
Uitvoering vergt nog ondersteuning en expliciete begeleiding
Externe sturing: toepassing verloopt volgens – door anderen voorgeschreven protocollen of modellen
Structuren creëren die nodig zijn om taken tot uitvoering te brengen
Naar: Bosao project KHLeuven 2005-2006 UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
15
In onderstaand schema ziet de klasmentor hoe het tweede deel van het stageverslag kan ingevuld worden.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
16
3.3.2.3 andere informatie over de stage van de student In een derde deel kan de mentor feedback geven op andere competenties. Het functioneren als leerkracht is een complex gegeven. Het kan daarom zijn dat de klasmentor in het functioneren van de student dingen constateert die te maken hebben met andere competenties uit de competentiematrix dan de voor die periode weerhouden kerncompetenties.
3.3.2.4 conclusie Tenslotte formuleert de klasmentor een conclusie bij zijn beoordeling van semester 3. De klasmentor bezorgt het stageverslag zo snel mogelijk na het beëindigen van de stage en licht het ook wenselijk en indien mogelijk in een gesprek toe. Hij kan dit uitstellen in geval de student stagemateriaal nog niet terug heeft ingeleverd.
3.3.3 (voorbereiding op) het individueel gesprek na de stage semester 3 De student bereidt na afronding van de oefenperiode het gesprek met de studietrajectbegeleider voor. De student stuurt de voorbereiding vooraf door naar de studietrajectbegeleider via mail. De student beoordeelt in welke mate actielijnen gerealiseerd werden, beargumenteert een reeks zelf geselecteerde en al dan niet beheerste kerncompetenties en formuleert een reeks nieuwe concrete actielijnen. Vanuit deze reflectie en alle verkregen informatie bespreekt de studietrajectbegeleider met de student de sterke kanten en de aangewezen werkpunten. Tijdens het gesprek wordt de voorbereiding aangevuld, wordt gezocht naar concrete voorbeelden in stageverslagen en stagemap. Het gesprek wordt afgerond met een voorlopige conclusie op het vlak van beheersing van competenties en groei en het opsommen van concrete acties. Het aangepaste verslag wordt naar de student gestuurd via mail, in tweevoud afgedrukt en ondertekend door student en studietrajectbegeleider.
3.4 bindende praktijkafspraken 3.4.1 algemene afspraken - Als de oefenlessen van de student niet kunnen plaats vinden, observeert hij of neemt hij deel aan de activiteit die in de plaats komt: een leerwandeling, een demonstratieles,… . Er wordt een kort verslag gemaakt eventueel aangevuld met documentatie. De student haalt deze oefenlessen STEEDS in. - Indien de klasmentor tijdens een oefenles afwezig is, schrijft de student achteraf een reflectieverslag aan de hand van het lesverslagformulier. - Ieder probleem wordt afzonderlijk bekeken door de studietrajectbegeleider en altijd in onderling overleg met de klasmentor. - Bij moeilijke beslissingen wordt de studietrajectbegeleider ondersteund door de jaarcoördinator en/of het opleidingshoofd. - Indien de inhoudelijke en didactische uitwerking van de lesvoorbereiding bij het afhalen van de herwerking (zie schema pagina 6) onvoldoende is, mag de klasmentor beslissen de student deze les niet te laten geven. De klasmentor contacteert dan wel de betrokken STB van de student. De student observeert voor de desbetreffende les(sen) de mentor en maakt hiervan een verslag. UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
17
De desbetreffende les wordt als onvoldoende beschouwd. De studietrajectbegeleider verrekent dit in het resultaat van de oefenlesperiode. - De eindevaluatie voor de praktijk is geen rekenkundig gemiddelde van de afzonderlijke lesbeoordelingen. Voor de beoordeling van de praktijk wordt gecontroleerd of de student minstens niveau 2 behaalt op de competenties. Ook de evolutie is belangrijk zowel binnen een semester als over de semesters heen.
3.4.2 specifieke afspraken 3.4.2.1 invoeren van oefenlessen in SIS - Het overzicht van de oefenlessen wordt ingevoerd in het SIS zo vlug mogelijk nadat de student zijn lesonderwerpen gekregen heeft en minstens acht dagen voordat de lessen gegeven worden. Te laat invoeren van de stageroosters in het SIS zonder verwittigen wordt gesanctioneerd bij professionele houding. Het laattijdig invoeren van stageroosters bemoeilijkt immers de organisatie van de stagebezoeken vanuit het opleidingsinstituut. - De student verwittigt tijdig de studietrajectbegeleider indien er een wijziging is in het uurrooster van de te geven oefenlessen. De student voert alle wijzigingen ook tijdig in het SIS in.
3.4.2.2 indienen stagemap - De studietrajectbegeleider kan een student vragen om de stagemap (lesontwerpen en lesverslagen ) tussentijds af te geven. - De student brengt de stagemap mee naar het individueel gesprek met de studietrajectbegeleider na afloop van de oefenstage.
Het niet naleven van voorgaande afspraken wordt verrekend bij professionele houding.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016
18
4
ONDERBOUWD EN INNOVEREND WERKEN - UITWERKEN VAN EEN ONDERZOEKSACTIVITEIT
4.1 toelichting opzet van de onderzoeksactiviteit Als leraar word je in je klas- en schoolpraktijk vaak geconfronteerd met vragen of uitdagingen waarop je niet meteen een onderbouwd antwoord kant en klaar kan bieden. Bovendien moet je als leraar ook in staat zijn om in te spelen op veranderingen, nieuwe ‘trends’ in de samenleving en in het onderwijs. In de opleiding willen we hierop inspelen door te werken aan een onderzoekende houding en enkele informatie- en onderzoeksvaardigheden. In het tweede opleidingsjaar werken studenten hiertoe (per 2) een onderzoeksactiviteit uit in de stageklas van semester 3. Vanuit de opleiding worden voor de volgende leergebieden / eindtermen onderwerpen voorgesteld: Nederlands, wiskunde, wereldoriëntatie, leren leren. Studenten doorlopen de onderzoekscyclus en worden hierbij begeleid door een inhoudelijk begeleider en onderzoekscoach. Zij realiseren deze onderzoeksactiviteit in een of meerdere lessen van de vierdaagse stage in semester 3.
4.2 planning van de onderzoeksactiviteit datum 01-10-15
wat Studenten kiezen (per 2) een leergebied voor de onderzoeksactiviteit. Ze communiceren hun keuze op 08-10-15 aan de klasmentor.
08-10-15
Studenten communiceren hun concrete onderzoeksvraag aan de klasmentor. Studenten maken concrete afspraken met de klasmentor i.v.m. de realisatie van de onderzoeksactiviteit . Studenten sturen bij tegen 15-10-15 indien wenselijk.
12-11 tot
Studenten sturen ter info hun definitieve onderzoeksplan via één mail door aan de
20-11-15
inhoudelijke begeleider, en de klasmentor. De klasmentor hoeft hierop geen feedback te geven.
26-11 tot
Studenten realiseren de onderzoeksactiviteit in de klas tijdens de 4-daagse stage.
01-12-15
Klasmentor mag mondeling feedback geven, de klasmentor moet geen schriftelijke feedback geven.
07-12 tot
Studenten sturen ter informatie het onderzoeksverslag door naar de klasmentor.
11-12-15
4.3 feedback en evaluatie -
Studenten dienen na realisatie van de onderzoeksactiviteit een onderzoeksverslag in.
-
Ze presenteren hun onderzoeksactiviteit ook op een posterbeurs.
-
De onderzoeksactiviteit wordt beoordeeld door de inhoudelijk begeleider (eventueel in overleg met de onderzoekscoach).
-
De klasmentor geeft - indien zinvol - mondelinge feedback op de realisatie van de onderzoeksactiviteit.
UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs
praktijkgroeiboek semester 3 2015-2016