Inhoudsopgave begroting 2012 Voorwoord Inleiding Budgettaire kaders
5 9 11
Programma’s 1. Roermond Levende Stad 2. Roermond Veilige Stad 3. Roermond Regiostad 4. Roermond Sociale Stad 5. Roermond Economisch Sterke Stad 6. Roermond Prachtige Stad 7. Roermond De Gemeente
15 17 25 33 39 49 57 65
Paragrafen Inleiding 1. Lokale heffingen 2. Weerstandsvermogen 3. Onderhoud kapitaalgoederen 4. Financiering (treasury) 5. Bedrijfsvoering 6. Verbonden partijen en participaties 7. Grondbeleid 8. Uitwerking Kerntakendiscussie en Kerntakenboek 9. Krimp en vergrijzing
71 73 75 79 85 89 95 99 113 117 121
Begroting 2012 / 4
Voorwoord Voor u ligt de begroting 2012 van de gemeente Roermond. De begroting is ten gevolge van de Kerntakendiscussie weer meerjarig sluitend. Op 25 juni 2011 heeft uw raad het Kerntakenboek vastgesteld als richtinggevend kader en als basis voor de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013-2015. Met de vaststelling van het Kerntakenboek heeft Roermond gekozen voor een andere nieuwe rolopvatting van de gemeente, namelijk de gemeente als regisseur en daarmee samenhangend voor een aantal financiële ombuigingen. De resultaten van de Kerntakendiscussie zijn (voor zover al mogelijk) verwerkt in deze begroting. In paragraaf 8 wordt daarop een toelichting gegeven. Daarmee is de vaststelling van deze begroting een van de eerste stappen (en zeker niet de laatste) van de uitwerking van de Kerntakendiscussie en het Kerntakenboek. Daarnaast hebben wij onlangs een plan van aanpak voor de uitwerking van de Kerntakendiscussie en het Kerntakenboek vastgesteld. Deze aanpak richt zich op: - het verder uitwerken van de regisseursrol en de verinnerlijking daarvan in de gemeentelijke organisatie en bij het bestuur; - (algemene) externe communicatie over en bewustmaking van de nieuwe rolopvatting van de gemeente en van hetgeen van inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen wordt gevraagd: - het tijdig realiseren van de ombuigingen op de diverse beleidsterreinen; - het aanpassen van de gemeentelijke organisatie aan de uitgangspunten van de regisseur en de nieuwe taakopvatting: kleiner, wendbaar, meer generalisten, afstoten uitvoering taken. De komende jaren moeten wij het met minder (financiële) middelen doen. Verdere bezuinigingen zijn bovendien niet uitgesloten. Dat neemt niet weg dat de gemeente Roermond financieel gezond is. De algemene reserve blijft – ook met de voorgestelde onttrekking ten behoeve van een reserve Kerntakendiscussie – ruim boven de vastgestelde minimumpositie. Dankzij een passief grondbeleid lopen we voor wat betreft de grondexploitatie veel minder risico dan andere gemeenten. Met onze beheerplannen voor de openbare ruimte hebben wij een goed zicht op de onderhoudstoestand van onze kapitaalgoederen en houden wij deze op peil. Bij de Kerntakendiscussie heeft uw raad aangegeven dat de OZB zich op termijn richting het (huidig) Limburgs gemiddelde mag begeven. De gemeentelijke lastendruk stijgt daarmee de komende jaren circa 2% meer dan de trendmatige verhoging, hetgeen alleszins redelijk is. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de uitgaven per programma waarbij het percentage van de uitgaven per programma is aangegeven ten opzichten van de totale lasten.
Begroting 2012 / 5
Uitgaven per programma 8%
10% Roermond: Levende stad
7% 1%
20%
Roermond: Veilige stad Roermond: Regiostad Roermond: Sociale stad Roermond: Economisch sterke stad
29%
Roermond: Prachtige stad Roermond: De Gemeente
25%
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de baten waarbij het percentage van de diverse baten is aangegeven ten opzichten van de totale baten.
Baten
11% 28% Rijksbijdrage Wwb 16%
Brandweer Educatie Gemeentefonds 2%
3%
1%
Huren/pachten Lokale belastingen en leges Overig
39%
Ondanks noodzakelijke bezuinigingen blijven wij – samen met onze partners – investeren in onze stad en de gemeenschap. Daarbij leggen wij de volgende accenten. - Met de vaststelling van het Integrale Veiligheidsplan spreekt de gemeente vanuit haar regisseursrol partners aan op hun rol en verantwoordelijkheid binnen de veiligheidsketen. Ook wordt meer dan voorheen wordt ingezet op preventieve activiteiten. - De opening van de ECI Cultuurfabriek, een kloppend kunst en cultuur hart voor de stad Roermond en de regio, in september 2012. - Na de vaststelling van het Wijkontwikkelingsplan Donderberg worden in 2012 concrete maatregelen genomen, gericht op de verbetering van de leefbaarheid van deze wijk.
Begroting 2012 / 6
- Talentontwikkeling en kansen voor onze jeugd staan centraal. Met ons CJG en onze zorgstructuur zetten we ons actief in om het kind en hun gezin die dit nodig hebben hierbij een steuntje in de rug te bieden. - Regionale samenwerking en het verbeteren van de aansluiting en afstemming tussen de drie O's (Ondernemers, Onderwijs en Overheid) zullen de belangrijkste speerpunten zijn op het gebied van het arbeidsmarktbeleid van de gemeente Roermond en de uitvoering daarvan. - De Retail & Business Academy zal in 2012 nader onder de aandacht van alle partners in de regio en daarbuiten gebracht worden. - Roermond zet zich ook in 2012 in om de stad bereikbaar te houden en er zal uitvoering gegeven worden aan de eerste uitvoeringsfase van de Reconstructie Singelring, de integrale wijkaanpak Maasniel en de herinrichting van de N280. - In 2012 zal gestart worden met de eerste bouwwerkzaamheden voor de nieuwe woonwijk Roerdelta, hét verlengstuk van de historische binnenstad in Roermond. Een start van een prachtige uitbreiding van de binnenstad en een toevoeging aan het woonmilieu van Roermond. - Samen met alle partners en betrokkenen zullen wij de natuurontwikkeling en de recreatieve ontwikkeling in het buitengebied een verdere impuls geven via het gebiedsprogramma Roermond OostAsenray. - Om onze (digitale) dienstverlening verder te verbeteren gaan wij in 2012 samenwerking aan met andere gemeenten. Zowel de opzet als de vormgeving van de begroting 2012 sluiten aan bij de opzet en vormgeving van de begroting 2011. De Strategische Visie 2020, het Coalitieakkoord 2010-2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” én de uitwerking van het Kerntakenboek zijn verankerd in de programma’s. Daarnaast omvat de begroting een aantal paragrafen: de wettelijk verplichte paragrafen alsmede paragrafen over de uitwerking van de Kerntakendiscussie en over de Krimp en Vergrijzing. Burgemeester en Wethouders van Roermond, De waarnemend secretaris,
De burgemeester,
U.H. Weyergraf
H.M.J.M. van Beers
Begroting 2012 / 7
Begroting 2012 / 8
Inleiding Voor u ligt de begroting 2012 van de gemeente Roermond. Ter voorbereiding op de voorliggende programmabegroting heeft uw raad op 25 juni 2011 de financiële kaders begroting 2012 (raadsbesluit 2011/44/2) vastgesteld. Tevens heeft uw raad op 25 juni 2011 het Kerntakenboek vastgesteld als richtinggevend kader en daarbij een oplegmotie met 24 bijlagen aangenomen. De financiële kaders 2012 en het Kerntakenboek vormen de basis voor de begroting 2012 en meerjarenraming 2013-2015.
Programmabegroting In de Gemeentewet (artikel 190) is vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders de raad jaarlijks een meerjarenbegroting aanbiedt. Op 7 juli 2011 heeft uw raad de Financiële Verordening gemeente Roermond juli 2011 (waarin de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Roermond) vastgesteld. In artikel 4 (Begrotingscyclus) lid 1 is het volgende bepaald: Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, kadernota, tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming. Op 16 december 2010 (raadsbesluit 2010/090/2) heeft u de jaarplanning van de planning en controlcyclus vastgesteld en bepaald dat de programmabegroting 2012 wordt behandeld in de raadsvergadering van november 2011. In de begroting geeft uw raad aan wat u de komende vier jaar in Roermond wil bereiken met de nadruk op de gewenste resultaten in 2012. De bedoeling van de begroting is dat uw raad concreet aangeeft wat u per programma tot stand wil brengen. Daarmee geeft u ons een opdracht mee voor het komende jaar. Door middel van de bestuursrapportage en jaarverantwoording leggen wij verantwoording af.
Provinciaal toezicht Op grond van de Gemeentewet behoeft de begroting goedkeuring van Gedeputeerde Staten (GS). In dat kader sturen GS jaarlijks een begrotingsbrief. Daarin worden aandachtspunten voor de voorbereiding op de begroting opgenomen. De provincie toetst de begroting aan de Gemeentewet en het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtskader (GTK). Uw raad moet op basis van artikel 189, lid 3 Gemeentewet zorgen voor evenwicht in de begroting. Dat wil zeggen dat de structurele lasten in de begroting worden gedekt met structurele baten en dat de ramingen volledig en realistisch zijn. Hierbij kan uw raad besluiten een tekort in de begroting “te laten zitten” als aannemelijk is dat dit in de periode van de meerjarenraming verdwijnt. De provincie gaat na of de raad zich aan deze wettelijke opdracht houdt. Is dat niet het geval en is er dus sprake van een tekort in de begroting dat ook aan het eind van de meerjarenramingperiode nog steeds bestaat, dan wordt de begroting onder preventief toezicht geplaatst.
Meerjarig begrotingssaldo 2012 - 2015 Het begrotingsjaar 2012 is sluitend. Met uitzondering van 2013 laat het meerjarig begrotingssaldo 2013-2015 een positief resultaat zien. Het meerjarig begrotingssaldo 2012 - 2015 bedraagt: Bedragen x € 1.000 Meerjarig begrotingssaldo 2012 - 2015
2012
2013
2014
2015
0
-1.042
907
781
Begroting 2012 / 9
Hierbij moet de kanttekening geplaatst worden dat de uitkering uit het gemeentefonds nog allerminst zeker is. Conform vermeld in het Kerntakenboek is gerekend met de zogenaamde middenvariant. Hoe dit daadwerkelijk uitpakt, is nog niet duidelijk. De huidige onzekerheid in de financiële wereld zou wel eens tot aanvullende bezuinigingen kunnen leiden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft, als reactie op de besluitvorming rondom het bestuursakkoord, laten weten, dat de korting vanwege de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's) alsnog doorgaat. De financiële consequenties daarvan hebben we wel inzichtelijk gemaakt, maar nog niet in het begrotingssaldo verwerkt. In de septembercirculaire gemeentefonds 2011 wordt hierover nadere informatie verstrekt. Over de uitkomsten van de septembercirculaire wordt u apart geïnformeerd via een raadsinformatiebrief. Bedragen x € 1.000
2012
2013
2014
2015
Consequenties RUD’s
- 168
- 268
-328
-328
Bij de Kerntakendiscussie heeft uw raad een oplegmotie met 24 bijlagen aangenomen, waarbij door ons college is aangegeven dat wij deze moties met een positieve grondhouding bezien en daar waar uitvoering niet mogelijk is uw raad daarover berichten. In nadere voorstellen of op zijn laatst bij de begroting 2013 dient duidelijk te worden hoe de invulling is en welke alternatieven er indien nodig zijn.
Opzet begroting De begroting 2012 bestaat uit 7 programma’s. Dit zijn: - Roermond Levende Stad; - Roermond Veilige Stad; - Roermond Regiostad; - Roermond Sociale Stad; - Roermond Economisch Sterke Stad; - Roermond Prachtige Stad; - Roermond De Gemeente. De Strategische Visie 2020, het Coalitieakkoord 2010-2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en de uitwerking van het Kerntakenboek zijn verankerd in de programma’s.
Paragrafen In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in de begroting en het jaarverslag een aantal paragrafen opgenomen moet worden. Deze begroting bevat 9 paragrafen: - Lokale heffingen; - Weerstandsvermogen; - Onderhoud kapitaalgoederen; - Financiering (treasury); - Bedrijfsvoering; - Verbonden partijen en participaties; - Grondbeleid; - Uitwerking Kerntakendiscussie en Kerntakenboek; - Krimp en vergrijzing. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de begroting.
Begroting 2012 / 10
Budgettaire kaders Uitgangspunten meerjarenbegroting 2012 - 2015 In dit hoofdstuk treft u de uitgangspunten aan voor de samenstelling van de (meerjaren)begroting 2012 - 2015. De uitgangspunten van de programmabegroting zijn conform de op 25 juni 2011 door uw raad vastgestelde financiële kaders begroting 2012 (raadsbesluit 2011/044/2). De in de financiële kaders begroting 2012 genoemde uitgangspunten vormen de basis voor de doorrekening van de meerjarenbegroting.
Loonontwikkeling Salarispeil Collectieve loonontwikkeling Reguliere periodieke verhogingen Bevorderingen, extra periodieke verhogingen, etc. Prijsontwikkelingen Loon- en prijscompensatie grote gesubsidieerde instellingen (samengesteld percentage loon- en prijsindex) Gemeentelijke belastingen, leges en rechten Belastingdruk (OZB, afvalstoffenheffing en rioolrecht) van woning met gemiddelde woz-waarde (€ 185.000): Prijsindex Extra verhoging Kerntakendiscussie Toename aantal woningen
2012
2013
2014
2015
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
1-1-2015
1,25 %
1,0 %
1,0 %
1,0 %
0,83 %
0,83 %
0,83 %
0,83 %
0,17 %
0,17 %
0,17 %
0,17 %
2,25 %
1%
1%
1%
1,45 %
1%
1%
1%
2,25 %
1%
1%
1%
2,06 %
2,06%
2,03 %
1,97%
250
250
250
250
Algemeen uitgangspunt Als vertrekpunt voor de verwerking van het bestaand beleid in de begroting 2012 geldt in beginsel de geactualiseerde jaarschijf 2011 van de primitieve meerjarenbegroting 2011 - 2014, aangevuld met de structurele effecten van in 2010 en 2011 vastgestelde begrotingswijzigingen. Loonontwikkelingen De huidige Cao heeft een looptijd tot 1 juni 2011. Voor 2012 en volgende zijn nog geen afspraken gemaakt. In het percentage loonontwikkeling 2012 is vooralsnog rekening gehouden met maximaal 1% loonsverhoging en 0,25% ophoging van de pensioenbijdrage door werkgevers. Meerjarig 2013 2015 wordt rekening gehouden met een loonsverhoging van 1%. Voor reguliere periodieke verhogingen/bevorderingen wordt rekeninggehouden met een percentage van eveneens 1%. Prijspeil De prijsindex die normaliter wordt gehanteerd bij de algemene uitkering Gemeentefonds is gebaseerd op de index materiële overheidsconsumptie (IMOC) uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). De IMOC bedraagt 2,25% voor 2012. Voorgesteld wordt deze index te hanteren voor het begrotingsjaar 2012. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt door middel van het bestuursakkoord met het rijk afspraken over de toename van het gemeentefonds. Hierover is echter nog onzekerheid omdat de uitkomsten van het bestuursakkoord nog geen duidelijkheid geven. Gelet op de prijsontwikkeling in de afgelopen jaren wordt voorgesteld om meerjarig 2013 – 2015 vooralsnog uit te gaan van een prijsontwikkeling van 1%.
Begroting 2012 / 11
Loon- en prijscompensatie grote gesubsidieerde instellingen De loon- en prijscompensatie van de grote gesubsidieerde instellingen is een gewogen percentage van de collectieve loonontwikkelingen (80%) en prijsontwikkelingen (20%) zoals die hierboven zijn vermeld. Voor 2012 wordt gerekend met een stijging van 1,45 %, meerjarig (2013 – 2015) met een percentage van 1%. Rente in kapitaallasten Op basis van de vastgestelde nota rentebeleid wordt de rente (rendementseis eigen vermogen) jaarlijks opnieuw berekend. Deze berekening heeft geleid tot een rentepercentage van 4%. Gemeentelijke belastingen, leges en rechten Op basis van het Kerntakenboek is rekening gehouden met meeropbrengsten voor de OZB, bovenop inflatiecorrectie en volumegroei. In de begroting 2012 is uitgegaan van een meerjarige extra stijging van de belastingdruk met circa 2% bovenop de prijsindex. De belastingdruk stijgt in 2012 met 4,31% voor een woning met een gemiddelde waarde (€ 185.000). In 2012 is rekening gehouden met een prijsindex van 2,25% en meerjarig is rekening gehouden met een prijsindex van 1%.
Ontwikkeling meerjarig begrotingssaldo 2012 - 2015 In het onderstaande overzicht wordt de ontwikkeling van het meerjarig begrotingssaldo 2012 - 2015 gepresenteerd. Vervolgens zijn de afzonderlijke ontwikkelingen nader toegelicht. Bedragen x € 1.000 Saldo programmabegroting 2011
2012 -3.009
2013 -5.566
2014 -6.112
2015 -6.241
Mutaties financiële kaders 2012 Begrotingssaldo financiële kaders begroting 2012 Begrotingswijzigingen Effecten december en meicirculaire
-2.035 -5.044
-3.053 -8.619
-2.489 -8.601
-4.013 -10.254
603
5 824
6 597
5 -95
Subtotaal
-4.441
-7.790
-7.998
-10.344
Kerntakendiscussie Autonome ontwikkelingen: - Belastingen - Dividend - Leeftijdsbewust personeelsbeleid - Lokale omroep
3.999
6.406
8.503
10.683
500 -150 100 -8
500 -150 0 -8
500 -150 60 -8
500 -150 100 -8
Meerjarig begrotingssaldo 2012 2015
0
-1.042
907
781
Saldo programmabegroting 2011 Het meerjarig begrotingssaldo na begrotingswijzigingen is gelijk aan het, door uw raad op 11 november 2010 vastgestelde, begrotingssaldo van de begroting 2011 (raadsbesluit 2010/079/2). Mutaties financiële kaders begroting 2012 In de raadsvergadering van 25 juni 2011 heeft uw raad de financiële kaders begroting 2012, raadsbesluit 2011/44/2, vastgesteld. Het totaalbedrag van de mutaties van de financiële kaders begroting 2012 wordt onder deze post gepresenteerd.
Begroting 2012 / 12
Begrotingswijzigingen De begrotingswijzigingen tot en met de raadvergadering van 7 juli 2011 zijn verwerkt in het bovenstaande overzicht. Hierbij wordt opgemerkt dat de verwerking van de financiële consequenties van de aankoop kantoorpand Kazerneplein zijn meegenomen in de post “Kerntakendiscussie”. Effect decembercirculaire 2010 en meicirculaire 2011 In deze begroting is ervan uitgegaan dat uw raad in de vergadering van 22 september 2011 zal instemmen met de verwerking van de consequenties van de decembercirculaire 2010 en meicirculaire 2011 algemene uitkering Gemeentefonds, raadsbesluit 2011/052/2. De effecten zijn, vooruitlopend op uw besluit ter zake in deze post verwerkt. Kerntakendiscussie Op 25 juni 2011 heeft uw raad het Kerntakenboek vastgesteld als richtinggevend kader en als basis voor de begroting 2012 en de meerjarenraming 2013-2015. Het beoogde financiële resultaat van de Kerntakendiscussie is het – op basis van weloverwogen en integrale keuzes – meerjarig sluitend maken van de programmabegroting. Bij het opstellen van deze begroting is rekening gehouden met het Kerntakenboek en de in dat kader door uw raad aangenomen oplegmotie met 24 bijlagen. In een aparte paragraaf (paragraaf 8) wordt toegelicht hoe dit is uitgewerkt. In bijlage 3 is een ombuigingsoverzicht opgenomen waarin de financiële consequenties van het Kerntakenboek worden samengevat. Autonome ontwikkelingen Onder deze noemer zijn de (aanvullende) meerjarige autonome ontwikkelingen voor het begrotingsjaar 2012 - 2015 opgenomen. Autonome ontwikkelingen zijn onontkoombare ontwikkelingen (bijvoorbeeld nieuwe wetten en wetswijziging, vervangingsinvesteringen, rijksuitkeringen, nieuwe aanbestedingen, stagnatie in de planning van wettelijke procedures) die van invloed zijn op onderdelen van de meerjarige begroting 2012 - 2015. Belastingen Bij de financiële kaders begroting 2012 is reeds een autonome ontwikkeling meegenomen van € 500.000. Ondertussen zijn we zover, dat we de achterstand in taxaties (bijna) hebben ingehaald. Aan de hand van de meest recente gegevens hebben wij geconstateerd, dat vooral de opbrengst van de niet-woningen nog hoger zal uitvallen dan we eerder hadden ingeschat. Dividend In verband met de verkoop van aandelen van OML is in de begroting de dividendopbrengst overeenkomstig afgeraamd. Leeftijdsbewust personeelsbeleid In 2008 is een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld oplopend naar € 200.000 in 2010. Dit beleid richt zich op de duurzame inzet van alle medewerkers ongeacht hun leeftijd. Een – overigens niet onbelangrijk - onderdeel daarvan is de vervangingsvraag van het voorzienbaar vertrekkende personeel in verband met (pre-)pensionering. Gezien de nieuwe ontwikkelingen (bezuinigingstaakstelling) zal de vervanging van gepensioneerden afnemen en daarmee ook de aanspraak op dit budget. Lokale omroep De subsidie van Vox wordt ingaande 2012 structureel verhoogd met € 8.000 per jaar. Hiermee wordt met de gemeentelijk subsidie voldaan aan het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aangegeven streefbedrag voor subsidieverlening van € 1,30 per wooneenheid voor lokale media-instellingen.
Begroting 2012 / 13
Begroting 2012 / 14
Programma’s
Begroting 2012 / 15
Begroting 2012 / 16
Programma 1 Roermond: Levende stad
Begroting 2012 / 17
Begroting 2012 / 18
Programma 1. Roermond: Levende stad Dit programma is gericht op het creëren en in stand houden van voorzieningen en faciliteiten op het gebied van sport, recreatie en cultuur. Ook culturele activiteiten en evenementen dragen bij aan een ‘levende stad’.
Strategische visie Roermond 2020 Roermond wil ook in 2020 een levendige stad zijn voor alle leeftijdsgroepen. Voor jongeren, voor gezinnen met kinderen en voor senioren. Voor de eigen inwoners als ook voor bezoekers van binnen en buiten de regio.
Beleidskaders -
Beleidsplan Gemeentearchief 2008 – 2012 (vastgesteld in 2007). Evaluatie sportnota gemeente Roermond 2002-2006 en Speerpunten sportbeleid periode 2008-2010 (vastgesteld in 2008). Kadernota en beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (vastgesteld in 2008). Visiedocument sportaccommodaties 2020 (vastgesteld in 2009). “Cultuurkoers”, Kadernotitie Cultuurbeleid Roermond 2010-2014 (vastgesteld in 2009). Kadernota Lokale media instelling (vastgesteld in 2009). Kadernota Jeugd “Op de Groei” 2010-2014 (vastgesteld in 2009). Museumnota, “Naar een ander museum in Roermond” (vastgesteld in 2009). Uitvoeringsnota sportaccommodaties 2010 (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. De ontwikkelingen en plannen die in de vorige periode zijn ingezet op het gebied van cultuur en evenementen zullen worden voortgezet en uitgebouwd. Naast centrale voorzieningen (zoals de ECI Cultuurfabriek en het Cuypershuis) spannen wij ons ook in voor ruime aandacht voor cultuur in de wijken. We zullen oog houden voor ondersteuning van de vele actieve verenigingen die de hoeksteen vormen van het culturele leven in onze stad. Sport is van grote maatschappelijke en sociale betekenis. Een goede spreiding van sportaccommodaties is daarom belangrijk. Dat geldt evenzeer voor de ondersteuning van sportverenigingen. Op grond van de gemaakte keuzes in het Kerntakenboek zal er een algehele heroverweging gaan plaatsvinden van de systematiek van subsidieverlening aan vrijwilligersorganisaties. Binnen het scenario van “De regisseur”, met meer verantwoordelijkheid voor de burger en het maatschappelijke middenveld, spelen de vrijwilligersorganisaties een voorname rol. Daarbij wordt naar een andere opzet van subsidiëring toegewerkt waarbij het maatschappelijk rendement als uitgangspunt wordt genomen. Tevens zal er een verder harmonisering van alle beleidsregels plaatsvinden. Deze aanzienlijke aanscherping van het subsidiebeleid is ook noodzakelijk om de opgelegde bezuinigingen te kunnen realiseren. In de uitvoering van ons sportbeleid is de nadruk gelegd op het vergroten van de sportparticipatie. Door het (nog) efficiënter inzetten van middelen wordt de Roermondse bevolking gestimuleerd om (meer) te gaan sporten en bewegen. De focus zal liggen op het verbeteren van de kwaliteit van het gymnastiekonderwijs, de gezondheid en het bewegen van ouderen en het intensiever aanbieden van sportactiviteiten van jeugd en jongeren na schooltijd. Om dit te bewerkstelligen wordt nog meer samenwerking gezocht met sportverenigingen en andere lokale partners. Sportverenigingen worden in het vervullen van hun maatschappelijk belangrijke functie ondersteund en geadviseerd. Binnen het genoemde sportaanbod overwegen wij het invoeren van een redelijke eigen bijdrage van de deelnemers.
Begroting 2012 / 19
Naar de accommodaties van Sportclub Leeuwen en Scouting Leeuwen is een onderzoek ingesteld. Het onderzoek wordt in relatie gezien met de uitvoeringsnota sportaccommodaties 2010 en het op te stellen wijkprofiel Leeuwen. Een concept wijkprofiel Leeuwen is, in samenwerking met sleutelfiguren, opgesteld en vormt de basis voor het ontwikkelen van een wijkagenda die in 2012 gereed is. De mogelijkheden tot privatisering van de sporthal Swalmen worden in de eerste helft van 2012 onderzocht met de randvoorwaarde dat het gebruik voor de huidige gebruikers gewaarborgd is. Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de kaders van de vastgestelde uitvoeringsnota sportaccommodaties waarin is gesteld dat het gemeentebrede aanbod van sporthallen nader zal worden bezien indien de bezettingsgraad onder de norm daalt. Roermond wil zich verder profileren op het gebied van leisure en retail en wil een stad zijn in de Euregio en Midden-Limburg waar het prettig wonen, werken en verblijven is. Grootschalige evenementen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van Midden-Limburg. Spreiding van evenementen, kwaliteit, zelfredzaamheid en duurzaamheid zijn voor ons belangrijke aspecten in het evenementenbeleid. Verenigingen willen en kunnen veel meer zelf doen waarbij een relatie moet bestaan met het subsidiebeleid (meetbare tegenprestaties). In 2012 wordt – mede naar aanleiding van de Kerntakendiscussie – een aanzet gemaakt tot de afbouw van subsidies voor (middel)grote evenementen. Daarbij valt te denken aan evenementen die een (boven)provinciale uitstraling hebben en niet bijdragen aan de culturele infrastructuur van Roermond. Commerciële evenementen (evenementen met een winstoogmerk) komen niet (meer) in aanmerking voor subsidiëring of facilitaire ondersteuning. Zowel bij commerciële als niet-commerciële evenementen zullen de kosten van water en elektriciteit worden doorberekend. Bij de commerciële evenementen zullen ook andere facilitaire diensten (bijvoorbeeld het leveren en plaatsen van hekwerk, palen, bewegwijzering, toiletten, billboards en het beschikbaar stellen van personeel) van de gemeente worden doorberekend. Vooral bij grootschalige evenementen speelt de veiligheid een steeds grotere rol. Dit alles vergt (tijdige) organisatie, communicatie, aansturing, (integrale) afstemming en afweging van betrokken belangen en verantwoordelijkheden. De lokale omroep Vox is verzocht samenwerking op te zoeken met andere mediapartners ten einde een kwaliteitsimpuls te geven. In dat kader is Vox in overleg getreden met TV Limburg. Voortgang van dit traject zal worden gemonitord. De in de Museumnota (2009) uitgesproken wens het Stedelijk Museum in drieën te splitsen, te weten Cuypershuis, Historiehuis en expositieruimte ECI, zal in september 2012 zijn finale beslag krijgen wanneer het derde onderdeel van het Stedelijk Museum, te weten de Beeldende kunst, wordt ingebed in de ECI Cultuurfabriek. In 2012 doen wij, in het kader van de Kerntakendiscussie, onderzoek naar het oprichten van een Stichting Kunst en Cultuur, waarin culturele instellingen worden samengebracht om zo samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering, marketing en programmering te bewerkstelligen. De ECI Cultuurfabriek zal in september 2012 haar deuren openen. De functies zoals die nu nog door de diverse culturele instellingen worden uitgevoerd zullen opgaan in het concept Cultuurfabriek ECI met een bovenregionale uitstraling. Voor de invulling van de expositieruimte is samenwerking gezocht met het Bonnefantenmuseum Maastricht. De organisatie en het programma worden ook in 2012 verder vorm gegeven door de kwartiermaker. Kunst en cultuur komen ook in 2012 naar de burger toe; cultuur in de wijken. De grote culturele instellingen, Basisbibliotheek bibliorura, Centrum voor de kunsten (CK) en vanaf september 2012 de ECI Cultuurfabriek, hebben als taakstelling ook initiatieven te ontplooien in de wijken. Het project
Begroting 2012 / 20
“Muziek op School” van het CK op de 4 basisscholen in De Donderberg, Kemp-Kitskensberg en Roermondse Veld wordt voorgezet. Bibliorura heeft samen met de basisschool in De Kemp een schoolbibliotheek ingericht. Ook dit project loopt door. Verder wordt bezien of uitbreiding van deze projecten en/of nieuwe initiatieven gerealiseerd kunnen worden in andere wijken.
Overige beleidsvoornemens Door de uitbreiding van markten, gefaseerde tariefsverhogingen en het anders organiseren van kermissen worden vanaf 2012 meer inkomsten gegenereerd. De focus van het gemeentearchief ligt bij de wettelijke verplichte taken. Educatieve taken zullen worden afgebouwd evenals het aantal openingsuren. In aansluiting op de Kerntakendiscussie en de startnotitie kadernota Welzijn zal meer dan in het verleden een beroep gedaan worden op de eigen verantwoordelijkheid en kracht van onze inwoners. Zo zullen burgers eigen verantwoordelijkheid moeten nemen voor participatie binnen culturele verenigingen, waaronder instrumentale muziekverenigingen. Om de ombuiging uit het Kerntakenboek voor de instrumentale muziekverenigingen te kunnen realiseren, zullen verschillende mogelijkheden worden onderzocht. Daarbij zullen de uitgangspunten van “De regisseur” in acht worden genomen. Tevens zullen de consequenties van de aanpassingen van de subsidieregels voor gebruik van de gehele culturele infrastructuur, de nieuw te openen ECI Cultuurfabriek, in beeld moeten worden gebracht. Er zal een versobering plaatsvinden ten aanzien van het bibliotheekaanbod. In 2012 wordt bezien hoe dit vorm en inhoud kan worden gegeven. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 140.476 534.670 538.670 Baten 100.200 319.900 362.600 Totaal 240.676 854.570 901.270
2015 613.670 384.800 998.470
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Evenementen Het bevorderen van het aantal (meerdaagse) evenementen met een grootschalig/bovenregionaal/internationaal karakter
Inventarisatie aan de hand van de evenementenkalender en verleende vergunningen en subsidies
- Het aantal meerdaagse evenementen met meer dan 20.000 bezoekers is 2. - Het aantal (meerdaagse) evenementen met meer dan 10.000 bezoekers is 5.
Deelnamecijfers
Het aantal deelnemers aan de diverse activiteiten is 8.000 (2010 7.150).
Deelnamecijfers
Het aantal deelnemers aan schoolsportactiviteiten is 63.500.
Deelnamecijfers
Het aantal deelnemers aan seniorensportactiviteiten is 18.500.
Sport en recreatie Het bevorderen van mogelijkheden tot sportieve vrijetijdsbesteding binnen de eigen buurt (sportbuurtwerk) Het bevorderen van een sportieve leefstijl bij jongeren in de leeftijd van 4-12 jaar Het bevorderen van een sportieve leefstijl voor senioren van 60 jaar en ouder
Begroting 2012 / 21
Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Het bevorderen van het gebruik van de gemeentelijke binnensportaccommodaties
Bezettingsgraad
Kunst en cultuur Het bevorderen van de belangstelling voor Cuypers en de historie van de stad Roermond
Wat is het beoogd resultaat in 2012? De bezettingsgraad is 85 % van de beschikbare uren (gelijk aan in 2010).
Jaarlijkse registratie van bezoekersaantallen van Cuypershuis en Historiehuis
Het bevorderen van een actieve en passieve deelname aan cultuur in Roermond door middel van een groei van virtuele bezoeken, zowel fysiek als virtueel aan het Gemeentearchief Het bevorderen van cultuurparticipatie (actief en passief)
Jaarlijkse registratie van bezoekersaantallen
Leesbevordering door Basisbibliotheek bibliorura
Registratie van aantal leden, uitleningen en bezoekers hoofdlocatie Neerstraat 11-13 Roermond
Start ECI Cultuurfabriek in september 2012
Het aantal bezoekers aan het Cuypershuis bedraagt 25.000. Het aantal bezoekers aan het Historiehuis bedraagt 15.000. - Het aantal fysieke bezoeken bedraagt 1.800 (2010 1.940). - Het aantal virtuele bezoeken bedraagt 70.000 (2010 64.650). - Opening ECI Cultuurfabriek in september 2012. - Start programma op onderdelen theater, poppodium, film, cultuureducatie, expositieruimte, activiteiten voor verenigingsleven en crossover activiteiten. - Het aantal leden vertoont een lichte stijging tot 9.000 leden ten opzichte van het aantal leden in 2011(8.900 leden woonachting in Roermond). - Streefcijfer aantal uitleningen 500.000 per jaar (2010 aantal 470.000). - Aantal bezoekers streefcijfer 250.000 per jaar.
Lasten en baten van het programma rekening 2010 Lasten – waarvan: 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
759.878
1.098.836
454.374
430.246
426.278
421.874
5.547.748 550.622
5.597.800 817.583
5.470.807 608.295
4.881.639 385.553
4.894.506 384.088
4.789.987 382.579
689.877 2.397.804 1.623.640
700.582 1.282.683 1.763.450
632.981 896.471 1.786.957
607.593 864.846 1.686.709
605.655 862.577 1.686.691
603.971 860.604 1.686.676
Begroting 2012 / 22
bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Totaal lasten Baten – waarvan: 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Onttrekking uit reserves 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Saldo na bestemming
rekening 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
1.472.081
4.873.047
7.917.248
4.082.950
4.002.807
4.002.684
13.041.651
16.133.981
17.767.133
12.939.535
12.862.601
12.748.375
-231.570
-228.450
-291.090
-338.590
-358.590
-358.590
-939.110 -48.529
-1.097.539 0
-1.211.739 0
-1.216.361 0
-1.278.489 0
-1.300.974 0
-64.135 -25.941 -226.252
-79.344 -21.784 -248.947
-45.492 -22.274 -252.557
-45.492 -22.274 -252.557
-45.492 -22.274 -252.557
-45.492 -22.274 -252.557
-3.018
-3.000.000
0
-2.149.130
-2.149.130
-2.149.130
-1.538.554 11.503.097
-4.676.064 11.457.917
-1.823.152 15.943.981
-4.024.405 8.915.131
-4.106.532 8.756.069
-4.129.018 8.619.357
236.000
0
0
0
0
0
602.722 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
339.250 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
3.000.000
0
0
0
0
-483.896
-624.003
0
0
0
0
-1.173.159 -3.000
-573.970 -201.381
-306.757 -85.000
-29.693 0
-28.893 0
-31.993 0
-9.927 -1.916.413 0
-873 -460.714 0
0 -33.925 -100.000
0 -33.925 0
0 -33.925 0
0 -33.925 0
-163.418
-3.424.984
-6.176.301
-80.000
0
0
8.931.257
9.171.991
9.241.998
8.771.513
8.693.251
8.553.439
Begroting 2012 / 23
Investeringen in het programma Investeringsplanning 2012 – 2015 12 sport
2012
2013
2014
2015
17.000
0
0
0
Begroting 2012 / 24
Programma 2 Roermond: Veilige stad
Begroting 2012 / 25
Begroting 2012 / 26
Programma 2. Roermond: Veilige stad Dit programma is gericht op verbeteren van de veiligheid van Roermond. Het tegengaan van overlast en criminaliteit, maar ook het versterken van het veiligheidsgevoel van de inwoners dragen bij aan een veilige stad. Strategische visie Roermond 2020 Veiligheid is een speerpunt in het beleid van onze gemeente geworden. Daarnaast is er de laatste jaren al veel geïnvesteerd in de aanpak van sociale problemen. Er is veel geïnvesteerd in nieuwe banen, in buurtwerk, in de verbetering van de oude wijken en zo meer. Toch is er nog steeds sprake van een kleine harde kern van sociale problematiek die moeilijk bereikbaar is. De aanpak van deze ‘harde kern’ blijft een prioriteit.
Beleidskaders -
Veiligheidsprogramma 2011 (vastgesteld in 2011). Kadernota Integrale Veiligheid Roermond 2012-2014 (vastgesteld in 2011). Visie brandweerzorg Veiligheidsregio Limburg-Noord (vastgesteld in 2011). Beleidsplan 2011-2015 veiligheidsregio Limburg-Noord (vastgesteld in 2011).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma Veiligheid is het belangrijkste speerpunt voor Roermond en vraagt om stevige inzet. Voor de komende coalitieperiode betekent dit nog meer maatregelen in de preventieve sfeer én afstemming van het veiligheidsbeleid met het jeugd- en jongerenbeleid, het welzijnswerk, de wijkontwikkeling, maar ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Afstemmen en samen optrekken is daarbij het parool. Hierbij geeft de gemeente Roermond volledige invulling aan haar regierol. Daarnaast vergt dit ook een maximale inspanning van het welzijnswerk, het maatschappelijk werk, de jeugdzorg, politie, justitie en de overige partners in de keten. Bij het stadstoezicht wordt ingezet op kwaliteitsverbetering, onder meer door scholing. Deze kwaliteitsverbetering sluit aan bij de ontwikkeling naar een excellente dienstverlening (zie programma Roermond: De Gemeente). Het aantal stadswachten (MTV-ers) zal de komende jaren vooral op basis van natuurlijk verloop gereduceerd worden waardoor de ombuiging zoals opgenomen in het Kerntakenboek, per 2014 wordt gerealiseerd. In 2012 wordt daarmee een aanvang gemaakt. Met name taken die geen algemeen belang dienen, zoals toezicht bij woningen tijdens vakanties en toezicht bij evenementen, worden afgebouwd dan wel in rekening gebracht. Nadat de bovengenoemde ombuiging is gerealiseerd zal de door middel van verder natuurlijk verloop ontstane vacante formatie MTV worden omgezet in formatie buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s). Daardoor zal – mede gezien de bevoegdheden – de inzet van hogere kwaliteit zijn. Deze omzetting kan evenwel pas op langere termijn worden doorgevoerd. Ook voor het jaar 2012 wordt een jaarplan opgesteld waarin de prioriteiten met betrekking tot de inzet van capaciteit van de afdeling Stadstoezicht worden opgenomen. Door de toename van (koop)toeristen op zondagen in het hoogseizoen wordt de inzet van de medewerkers van de afdeling Stadstoezicht in de periode van 1 april tot 1 oktober uitgebreid naar 7 fte’s. Deze extra inzet wordt gerealiseerd uit de bestaande formatie. De inzet van particuliere beveiliging is de laatste jaren fors toegenomen, onder meer bij evenementen en calamiteiten. Bij een aantal evenementen levert de gemeente een bijdrage in de kosten. In het kader van de Kerntakendiscussie (in het bijzonder onze regisseursrol) zullen wij echter meer een be-
Begroting 2012 / 27
roep doen op de eigen verantwoordelijkheid van organisatoren en daarmee onze bijdrage in de kosten verminderen.
Overige beleidsvoornemens Uw raad heeft op 22 september 2011 de Kadernota Integrale veiligheid Roermond 2012-2014 ‘Lokale regie doen wij samen!’ vastgesteld. Geprioriteerde onderwerpen die in het veiligheidsbeleid voor de komende jaren aan de orde komen, zijn onder andere: verbetering van de objectieve en subjectieve veiligheid, een veilige woon- en leefomgeving, veilig winkelgebied, risicojongeren en jeugdgroepen en ook de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit (Regionaal Informatie en Expertise Centrum). Bovengenoemde prioriteitstelling wordt ieder jaar vertaald in een uitvoeringsprogramma. De gemeente heeft een wettelijke regierol bij de sluitende aanpak van de nazorg voor exgedetineerden. Deze regierol is neergelegd bij de procesmanager nazorg van het Veiligheidshuis Midden-Limburg. Deze functie wordt momenteel gefinancierd via een incidentele rijksuitkering, de continuering van deze functie is voorzien binnen bestaande middelen. De aanpak van huiselijk geweld vanuit het Veiligheidshuis blijkt succesvol te zijn, maar de capaciteit staat niet in verhouding met het grote aantal meldingen van huiselijk geweld. Uitbreiding van de functie zal binnen de bestaande middelen worden voorzien. Uit veiligheidenquêtes van de NS en de tweede veiligheidsmonitor van de gemeente Roermond, blijkt dat mensen aangeven zich onveilig te voelen op en rondom het station. In samenwerking met alle betrokken partners wordt een beheerconvenant voor het NS-station en directe omgeving voorbereid. Omdat ook op de Maaslijn sprake is van een afgenomen veiligheidsgevoel, wordt ook daarvoor een veiligheidsarrangement voorbereid. De toepassing van cameratoezicht heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Zowel de private als de publieke sector benutten in toenemende mate cameratoezicht om te voorzien in een groeiende behoefte van de samenleving aan toezicht ter bevordering van veiligheid. Het beleidskader voor de publiek-private samenwerking (beveiliging gecombineerd met openbare orde en opsporing) is in 2011 vastgesteld. Implementatie en opstart van het eerste project (Bedrijventerrein RoerstreekNoord) staat voor 2012 op de rol. De visie brandweerzorg van de Veiligheidsregio Limburg-Noord geeft aanleiding om de preventieve en repressieve brandweerzorg te hervormen. Voor de preventieve brandweerzorg zal onder de noemer van ‘brandveilig leven’ meer aandacht wordt geschonken aan aspecten zoals eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers, kwetsbare doelgroepen en wijken (onder meer het vergroten van de rookmelderdichtheid van woningen en het geven van voorlichting aan basisscholen). De repressieve brandweerzorg zal (onder meer) meer vraag gestuurd (‘op maat’) worden ingericht. Vanaf 2012 zal daartoe naast de standaard tankautospuit ook een snel inzetbaar voertuig (met een kleinere bezetting) repressieve taken verrichten. De zorgnormen maken het mogelijk de brandweerzorg vanuit een kleiner aantal (toekomstvaste) brandweerkazernes te verzorgen. Hiertoe zijn haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd naar de sluiting van de brandweerposten Swalmen, Stevensweert, Wessem en Thorn. Besluitvorming over de post in Swalmen is voorzien voor begin 2012. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 75.000 102.500 117.500 Baten Totaal 75.000 102.500 117.500
2015 232.500 232.500
Begroting 2012 / 28
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Integraal veiligheidsbeleid Verbeteren sociale kwaliteit in wijken
1
-
Politiecijfers (overlast zwervers, gestoord/overspannen persoon en overlast in verband met drugs)
-
Politiecijfers (overvallen, straatroof, woninginbraken, geweldsdelicten, fietsendiefstal, auto-inbraken en zakkenrollerij)
Het verhogen van subjectieve veiligheid onder bewoners van Roermond
-
Veiligheidsmonitor 2013
Voorkomen en bestrijden van overlast en jeugdcriminaliteit
-
Op de groei Jaarverslag veiligheidshuis
Brandweer Het waarborgen van het kwaliteitsniveau brandbestrijding en hulpverlening
Monitoring kwaliteit brandbestrijding en hulpverlening (onder andere opkomsttijden)
Introductie ‘uitruk op maat’ en
Monitoring snel inzetbaar
- Het terugdringen overlast in wijken door notoire overlastgevers met 3,5% ten opzichte van het gemiddelde van 2009 en 2010. - Het aantal overvallen, straatroven, woninginbraken, geweldsincidenten, fietsendiefstallen, auto-inbraken en zakkenrollerij neemt af met 3,5% ten opzichte van het gemiddelde van 2009 en 2010. - Het aantal inwoners dat zich (zeer) onveilig voelt in hun wijk is met 3,5% afgenomen. - Het veiligheidsgevoel van inwoners op de meest onveilig aangemerkte plekken, is toegenomen met 3,5%. - Eind 2012 kent Roermond 1 geen criminele jeugdgroep meer. - Het aantal meldingen jongerenoverlast is in 2012 minder dan 534. - Het aantal voortijdige schoolverlaters bedraagt minder dan 112. - Het aantal thuiszitters bedraagt minder dan 40. - Het aantal aanmeldingen van jongeren tot 23 in outreachende zorgtrajecten bedraagt meer dan 165. Het zorgniveau brandbestrijding en hulpverlening voldoet aan de vastgestelde kwaliteitsnormen zoals vastgelegd in ‘Kwaliteit in een oogopslag’ (2009). De opkomsttijden voldoen aan de vastgestelde normen. - Afronden implementatie snel
Het betreft de criminele jeugdgroep zoals in 2010 geclassificeerd
Begroting 2012 / 29
Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012? inzetbaar voertuig (SIV) medio 2012. - In 2012 wordt 25% van de uitrukken afgehandeld door SIV.
variabele voertuigbezetting met ingang van 2012: 2 manbezetting snel inzetbaar voertuig (SIV) versus 6 man-bezetting tankautospuit. Doelstelling is afname belasting vrijwilligers en efficiënte en effectieve hulpverlening Het waarborgen van het kwaliteitsniveau brandveiligheid
voertuig (SIV)
Het bevorderen van zelfredzaamheid in de eigen woning door het vergroten van de rookmelderdichtheid Voorlichting brandveiligheid aan basisscholen
Monitoren rookmelderdichtheid
Monitoring kwaliteit brandveiligheid
Monitoren aantal voorlichtingen
Het zorgniveau brandveiligheid voldoet aan de vastgestelde normen zoals vastgelegd in ‘Kwaliteit in één oogopslag’ (2009) en visie brandweerzorg 2011-2015. In 2012 is 40% van de woningen voorzien van een rookmelder.
In 2012 ontvangt 50% van groep 8 basisscholen de voorlichting.
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Totaal lasten Baten – waarvan: 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Onttrekking uit reserves 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Saldo na bestemming
rekening 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
6.859.879 2.181.357 1.906.341 10.947.577
6.856.924 3.580.432 2.027.990 12.465.347
6.984.599 3.002.548 1.961.202 11.948.349
6.288.210 2.853.428 1.911.953 11.053.590
6.395.545 2.268.994 1.888.006 10.552.545
6.333.087 1.801.119 1.861.023 9.995.229
-3.006.122 -702.837 -79.027 -3.787.986 7.159.591
-2.850.055 -429.774 -68.647 -3.348.476 9.116.871
-2.850.055 -546.774 -47.940 -3.444.769 8.503.580
-2.413.055 -432.024 -24.100 -2.869.179 8.184.412
-2.413.055 -395.399 -6.259 -2.814.713 7.737.832
-2.413.055 -395.399 -6.259 -2.814.713 7.180.515
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 -494.458 0 6.665.133
0 -1.545.784 0 7.571.086
0 -839.413 0 7.664.167
0 -535.719 0 7.648.693
0 -34.701 0 7.703.131
0 -81.196 0 7.099.320
Begroting 2012 / 30
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2012 - 2015 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht
2012
2013
2014
2015
760.000 36.500 84.000
503.000 39.500
181.000 12.000
198.000
Begroting 2012 / 31
Begroting 2012 / 32
Programma 3 Roermond: Regiostad
Begroting 2012 / 33
Begroting 2012 / 34
Programma 3. Roermond: Regiostad Dit programma is gericht op de (bestuurlijke) samenwerking met de (eu)regio en buurgemeenten op onder andere het gebied van brandweerzorg, economie, bedrijventerreinen en toerisme. Strategische visie Roermond 2020 Roermond wil nu en in de toekomst samen met de buren een aantal uitdagingen aangaan en daarin investeren.
Beleidskaders • • • • •
Masterplan Toerisme “Complete Stad met allure” (vastgesteld in 2003). Inventariserende nota Buitenlandse contacten (vastgesteld in 2005). Businessplan voor TROM Midden-Limburg 2009-2012 (vastgesteld in 2009). “Oog van Midden-Limburg”, Regiovisie 2008-2028 (vastgesteld in 2009). Meerjaren uitvoeringsprogramma’s GOML (vastgesteld in 2009 en 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. Wij zetten maximaal in op de kansen die (eu)regionale samenwerking ons biedt en zijn daarbij initiator en voortrekker. Roermond zet in op samenwerking met buurgemeenten in de regio Midden-Limburg in de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML). We zetten daarbij extra in op toerisme en recreatie om de unieke mogelijkheden van onze regio beter te benutten, met name de ontwikkeling van de Maasplassen. Roermond heeft daarbij een bijzondere positie als stad aan het water. Deze positie willen we optimaal benutten. De uitbouw van de Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (OML) verloopt voorspoedig. Door de samenwerking tussen Roermond, Roerdalen, Maasgouw en Echt-Susteren in een lichte gemeenschappelijke regeling, wordt de kwaliteit en efficiency van de lokale brandweerzorg verbeterd. De gemeenten in dit district zetten daarnaast in op een verdere regionalisering van de brandweer met ingang van 1 januari 2013. Buitenlandse contacten en bezoeken dienen doelmatig en spaarzaam te zijn. Dit betekent ook dat de financiële bijdragen aan de jumelages met Marktredwitz en Nepomuk worden afgebouwd. Bij contacten en bezoeken vanuit particuliere initiatieven moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van Europese subsidies. Ingezet wordt op bevordering van de euregionale samenwerking waarbij wij ons blijven profileren als een belangrijk economisch centrum in de euregio. In het kader van de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg is een Meerjarig Investeringsprogramma (MIP) vastgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd. In de door uw raad vastgestelde Meerjaren Investeringsprogramma’s 1 t/m 3 zijn vijf projecten opgenomen voor Roermond: R&T routestructuren Roermond Oost-Asenray, Cultuurfabriek ECI Roermond, Planstudie N280 Roermond, Nevengeul Stadsweide Roermond en Gebiedsontwikkeling Swalmen. Een MIP 4 is in voorbereiding. Binnen de Programmalijn Landbouw Natuur en Recreatie (LNR) van GOML wordt gestreefd naar innovatieve initiatieven die aanvullend zijn op het bestaande aanbod. Het moet aantrekkelijker worden om zogenaamde combinatiebezoeken aan Midden-Limburg te brengen waarbij bezoekers meerdere toeristische activiteiten ondernemen. De ontwikkeling van nieuwe toeristische dagrecreatieve trekkers moet leiden tot waardevermeerdering in Midden-Limburg; product- en marktcombinaties, die de kwaliteiten van de Maasplassen onderling of met andere kwaliteiten weten te verbinden.
Begroting 2012 / 35
Ten gevolge van de fusie tussen de Stichting Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (TROM) en de stichting VVV Midden-Limburg zijn de oorspronkelijke taken van de TROM overgedragen. De regiopromotie is nu een verantwoordelijkheid van de Stichting VVV Midden Limburg. Het beheer en onderhoud van de routestructuren is ondergebracht bij het Routebureau Noord- en Midden-Limburg. De actielijn economische structuurversterking is ondergebracht bij de GOML. Als bouwsteen voor de economische uitvoeringsagenda wordt in 2011-2012 een economisch profiel voor de GOML gemeenten uitgewerkt. In het kader van de programmalijn Maasplassen van de GOML is het Masterplan Maasplassen opgesteld. Het Masterplan vormt het uitgangspunt voor ontwikkelingen in het Maasplassengebied en beoogt onder andere de ontwikkeling van het toeristisch-recreatief potentieel van de Maasplassen. Dit moet gepaard gaan met rivierverruimende maatregelen. In 2012 wordt gewerkt aan een doorvertaling van dit Masterplan naar een meer bindend instrument voor alle betrokken overheden (waarschijnlijk intergemeentelijke structuurvisie met een bestuursovereenkomst met Rijkswaterstaat). Omdat het werkgebied van de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg is uitgebreid en kosten door meerdere deelnemers worden gedragen, kan de bijdrage van Roermond voor uitvoering van de 1-loketfunctie per 2012 worden verlaagd.
Overige beleidsvoornemens In het kader van de Kerntakendiscussie heroverwegen wij onze deelname aan bestuurlijke samenwerkingsverbanden. Het lidmaatschap van het samenwerkingsverband Platform Migro (Middelgrote gemeenten) zal per 2012 worden opgezegd. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 75.000 122.500 122.500 Baten Totaal 75.000 122.500 122.500
2015 122.500 122.500
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Toerisme Het verbeteren van het verblijfsrecreatief klimaat
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
- Aantal overnachtingen; toeristenbelasting - Sociaal Economische Verkenning (SEV)
- Het aantal overnachtingen is 410.000 (in 2010 was dit 397.000). - Het aantal kamers verblijfsaccommodaties is 285 (in 2010 was dit 246). - Het aantal bedden verblijfsaccommodaties is 530 (in 2010 was dit 486).
Begroting 2012 / 36
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking 33 toerisme Totaal lasten Baten – waarvan: 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking 33 toerisme Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking Onttrekking uit reserves 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking 33 toerisme Saldo na bestemming
rekening 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
1.459.653
2.338.069
1.319.977
1.212.255
1.205.886
1.204.928
485.810
373.274
355.997
350.080
348.059
345.818
879.773 2.825.237
530.704 3.242.047
371.093 2.047.067
317.821 1.880.156
314.514 1.868.459
311.359 1.862.105
-22.874
0
0
0
0
0
0
-325.000
-175.000
-175.000
-175.000
-175.000
-10.943 -33.817 2.791.420
0 -325.000 2.917.047
0 -175.000 1.872.067
0 -175.000 1.705.156
0 -175.000 1.693.459
0 -175.000 1.687.105
22.874
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-1.111.186
-81.970
0
0
0
-70.000
0
0
0
0
0
-575.132 2.169.162
-134.083 1.671.778
0 1.790.097
0 1.705.156
0 1.693.459
0 1.687.105
Investeringen in het programma 2012
2013
2014
2015
0
0
0
0
Investeringsplanning 2012 - 2015
Begroting 2012 / 37
Begroting 2012 / 38
Programma 4 Roermond: Sociale stad
Begroting 2012 / 39
Begroting 2012 / 40
Programma 4. Roermond: Sociale stad Dit programma is gericht op de participatie van onze inwoners in een zorgzame en zelfredzame Roermondse samenleving. Strategische visie Roermond 2020 Er is nog steeds sprake van een kleine harde kern van sociale problematiek die moeilijk bereikbaar is. De aanpak van deze ‘harde kern’ blijft een prioriteit. Hiermee samenhangend willen wij ook blijven investeren in de gemeenschap en de sociale samenhang.
Beleidskaders • • • • • • • • • • • • • •
Beleidsnota wijkaccommodaties 2004 - 2006 (vastgesteld in 2004). Visiedocument Wonen, Welzijn en Zorg (vastgesteld in 2007). Notitie Bestrijding overlast in relatie tot dagopvang via drang en dwang (vastgesteld in 2006). Kadernota (en beleidsplan) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2009 - 2012 (vastgesteld in 2008). Plan van aanpak ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’ armoedebeleid Gemeente Roermond 2008 - 2010 (vastgesteld in 2008). Kadernota Integratie: Afstanden overbruggen (vastgesteld in 2009). Kadernota Jeugd “Op de groei” 2010 - 2014 (vastgesteld in 2009). Kadernota vrijwilligers- en mantelzorgbeleid 2010 - 2014 ‘Goed voor elkaar in Roermond’ (vastgesteld in 2009). Kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid ‘Samen op weg naar een gezond Roermond II’ 2010 - 2014 (vastgesteld in 2009). Visiedocument sociaal maatschappelijke basisvoorzieningen (vastgesteld in 2009). Spreidingsplan primair onderwijs Roermond (vastgesteld in 2010). Kadernota Ouderenbeleid 2010 - 2014 (vastgesteld in 2010). Mensen maken de wijk – Herijking wijkgericht werken (vastgesteld in 2010). Voor- en Vroegschoolse Educatie en Onderwijsachterstandenbeleid in Roermond 2011-2014 (vastgesteld in 2011).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma In de afgelopen jaren is een groot aantal plannen opgesteld zoals de Kadernota en Beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Kadernota Vrijwilligers- en Mantelzorgbeleid, Kadernota Integratie, de Kadernota Armoedebeleid, het Visiedocument Sociaal Maatschappelijke Basisvoorzieningen, de nieuwe Kadernota Jeugd- en Jongerenbeleid, de Kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid en het Spreidingsplan Primair Onderwijs. In de komende coalitieperiode worden deze plannen verder uitgewerkt en uitgevoerd waarbij wij onze vrijwilligers nadrukkelijk een plaats geven. In het bijzonder blijven jeugd en jongeren in alle opzichten onze aandacht vragen. Vooral lokaal vergt een aantal thema’s aandacht, zoals de aanpak van jongerenoverlast en de inzet van het jongerenwerk in geheel Roermond. Daarnaast staat ook een herijking van de visie op het jongerenwerk in relatie tot de jeugdaccommodaties op stapel. Wij vergeten ook onze ouderen niet. Een nieuw aandachtspunt is dat een aantal ouderen geen recht meer heeft op dagverzorging vanwege een aanscherping van de criteria van de AWBZ. Dat probleem vraagt om adequate oplossing.
Begroting 2012 / 41
Het welzijnswerk zal een verdere professionalisering moeten doormaken. Ingezette subsidiegelden op dit terrein moeten een duidelijke bijdrage leveren aan de door de raad geformuleerde doelen. Bovendien zullen nieuwe keuzes gemaakt worden over de partners in de uitvoering van het welzijnswerk. Het wijkgericht werken zetten wij voort. Daarbij stellen wij ons de vraag: welke vraagstukken moeten op welke plekken in Roermond de komende jaren aandacht krijgen? Zonder daarbij andere wijken uit het oog te verliezen is een ingrijpende en integrale aanpak van de problemen in de Donderberg en in het bijzonder de wijk Sterrenberg een van de belangrijkste prioriteiten voor de komende coalitieperiode. Ondanks de noodzakelijke bezuinigingen ontzien wij de sociaal zwakkeren. Wel willen we bezien of de mensen die onze hulp nodig hebben, beter en doelmatiger hulp kunnen krijgen. Ten behoeve van jeugd en jongeren op de Donderberg wordt door de gemeente, samen met deze jongeren, gekeken naar de mogelijkheden voor een eigen ruimte. De jongeren worden daarbij in de gelegenheid gesteld hun wensen aan te geven. Bij deze zoektocht komen met name bestaande gebouwen in aanmerking. Voor de wijk Donderberg is een wijkvisie en een wijkontwikkelingsplan opgesteld. In 2012 wordt gestart met de uitvoering van dit plan. Hierbij wordt samengewerkt met de provincie, woningcorporaties, ketenpartners die in de wijk actief zijn en bewoners en ondernemers in de wijk. Tussen de gemeente, provincie Limburg en de woningcorporaties Wonen Zuid en Wonen Limburg wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De projecten op basis van het programma "Duurzaam verbinden" voor de wijk Donderberg worden in 2012 voortgezet. De herstructurering van de wijk Donderberg maakt ook onderdeel uit van de programmalijn Wonen van de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg. De huidige locatie van de dag- en nachtopvang van dak- en thuislozen wordt verplaatst. Het bestaande beleid wordt daarmee op één nieuwe, kwalitatief betere, locatie uitgevoerd. Wij verwachten dat de verplaatsing medio 2012 een feit is. Naar aanleiding van een evaluatie van het plan van aanpak armoedebeleid ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’, op basis van raadpleging van de maatschappelijke partners en in afwachting van de landelijke maatregelen zullen begin 2012 de beleidskaders voor het armoedebeleid worden aangepast.. Jeugd- en jongerenwerk moet binnen de huidige financiële kaders in alle wijken inzetbaar zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een meer flexibelere en vindplaatsgerichte inzet. De jeugdregisseur richt zich op het proces van de sluitende zorgstructuur voor het individu en de coördinatie van de zorg. Het onderzoek naar de herijking van het wijkgericht jongerenwerk is afgerond en de daaruit voortvloeiende conclusies en aanbevelingen zullen geëffectueerd worden. Het (sociaal cultureel) welzijnswerk zal in 2012 aansluiten bij de ‘Kanteling’ (een door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten landelijk ingezet project voor de doorontwikkeling van de Wmo in de richting van een echte participatiewet) door uit te gaan van het zogenaamde ‘welzijn nieuwe stijl’. Deze nieuwe professionaliteit in het welzijnswerk wordt gekenmerkt door de volgende begrippen: vraaggericht werken, een centrale rol voor de eigen kracht van burgers, een ‘er-op-af-mentaliteit’ en het verbinden van mensen en initiatieven. Daarnaast zal vanaf 2012 de financiële ombuiging zoals opgenomen in het Kerntakenboek gerealiseerd moeten worden.
Begroting 2012 / 42
Het wijkgericht werken vindt plaats op basis van de in 2010 opgestelde nota “Mensen maken de wijk” – Herijking wijkgericht werken. Duidelijk is dat elke wijk haar eigen profiel heeft en problematiek kent. Aan de hand van die profielen wordt een keuze gemaakt voor inzet op maat (bijvoorbeeld een beheersaanpak, preventieve aanpak of intensieve aanpak). Deze keuze wordt vastgelegd in een wijkagenda (jaarlijks), wijkplan (middellange termijn) of een wijkontwikkelingsplan (meerjarig) en daarmee wordt de inzet gebaseerd op duidelijke kaders en doelstellingen (en minder op incidenten). Door het niet meer ter beschikking stellen van extra (incidentele) middelen voor wijkgericht werken zal de in 2010 vastgestelde planning en fasering met betrekking het opstellen van wijkprofielen moeten worden aangepast. Zodra overeenstemming is bereikt met het bestuur van de Marokkaanse moskee over het te realiseren programma en de stedenbouwkundige inpassing zal uiteraard terugkoppeling naar de wijk plaatsvinden. Ten aanzien van het seniorenbeleid zal in 2012 worden onderzocht op welke wijze in toenemende mate een beroep kan worden gedaan op partners in- en voor het ouderenwerk (zowel organisatorisch als financieel). Hierbij zal het uitgangspunt zijn dat de kwaliteit en omvang van het ouderenwerk niet mag verminderen . De voorbereidingen voor een (multicultureel) ouderenzorgcentrum aan de Gebroeklaan/ Lindelaan zullen naar verwachting leiden tot start van de bouw eind 2012. Het huidige kabinet heeft een koerswijziging ingezet ten aanzien van integratie en inburgering. Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de samenleving acht het kabinet wezenlijke voorwaarden om actief deel te kunnen nemen aan de samenleving. Inburgeren is echter de verantwoordelijkheid van migranten, niet van de overheid. Het kabinet zal daarom in 2012 de rijkssubsidies op het gebied van integratie (zoals inburgering, decentralisatie-uitkering polarisatie en radicalisering, middelen voor zogenaamde Marokkanen-gemeenten) bezuinigen. Het budget voor inburgering wordt de komende jaren afgebouwd naar nihil in 2014. De gemeentelijke uitvoeringstaken voor inburgering vervallen dan. In 2012 zal daarnaast een stelselwijziging plaatsvinden op het gebied van inburgering. Het vorenstaande heeft vooralsnog geen invloed op de verdere uitvoering van de integratienota in 2012. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) vervult een zeer belangrijke functie in het voorkomen van problematiek door kinderen en gezinnen laagdrempelig van advies voorzien en opvoedondersteuning toegankelijk te maken. Onder regie van de coördinator CJG wordt de definitieve laagdrempelige locatie in de verbouwde Donderie geopend in het voorjaar van 2012 en wordt de tijdelijke locatie aan de Donderbergweg 34 verlaten. In de verdere ontwikkeling van het CJG wordt rekening gehouden met het overhevelen van de taken op het gebied van jeugdzorg naar de gemeente. Hiervoor is in 2012 een beleidsmatige investering nodig.
Overige beleidsvoornemens Op basis van de in 2011 opgestelde startnotitie kadernota Welzijn zullen wij uw raad in 2012 een Kadernota Welzijn ter vaststelling voorleggen. Het uitgangspunt daarbij is dat wij meer dan in het verleden een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van onze inwoners. Dit past binnen de door uw raad in het kader van de Kerntakendiscussie gekozen rolopvatting: “De regisseur”. Daarnaast is in 2012 een tweetal nieuwe ontwikkelingen relevant, te weten de “Kanteling’ en de decentralisatie van de AWBZ-functie Begeleiding. De Kanteling is, zoals hierboven reeds aangegeven, een landelijk ingezet project dat is bedoeld om gemeenten zich meer te laten richten op de dooront-
Begroting 2012 / 43
wikkeling van de Wmo in de richting van een echte participatiewet, in lijn met de wettelijke Wmocompensatieplicht (artikel 4, Wmo). Een tweede ingrijpende ontwikkeling is de decentralisatie van de AWBZ-functie Begeleiding. Met deze functie wordt beoogd de zelfredzaamheid van de burger waar nodig of gewenst te bevorderen, te behouden of te compenseren, om op die manier opname in een instelling of verwaarlozing te voorkomen hetgeen aansluit bij de nieuwe kadernota Welzijn van de gemeente Roermond. Om de meest adequate wijze van compensatie te realiseren voor de burgers in Roermond zal eind 2011 – begin 2012 binnen Roermond een onderzoek plaatsvinden naar de doelgroep die door deze decentralisatie wordt getroffen. Het jaar 2012 zal als gevolg van deze twee ontwikkelingen, 'daarbij rekening houdend met het gestelde in de Kerntakendiscussie, vooral in het teken staan van voorbereiding zodat vanaf 2013 de concrete implementatie kan plaatsvinden. Ter uitvoering van de moties over onderwijshuisvesting die bij de raadsbehandeling van het Kerntakenboek op 25 juni 2011 zijn aangenomen, onderzoeken wij of de in het spreidingsplan opgenomen huisvestingsvoorstellen herijkt moeten worden. Vanaf 1 augustus 2012 zullen de kosten van het schoolzwemmen voor het basisonderwijs niet meer worden vergoed. Zoals toegezegd onderzoeken wij of een vangnet noodzakelijk is voor kinderen die als gevolg van wachtlijsten en om financiële redenen niet kunnen doorstromen naar particuliere zwemlessen. Mede in het kader van de Kerntakendiscussie zal een onderzoek plaatsvinden met betrekking tot het accommodatiebeleid. Ter zake zal in 2012 een heroverweging plaatsvinden ten aanzien van het beheer en de exploitatie van accommodaties, met name in relatie met de rol die vrijwilligers hierin al dan niet kunnen vervullen. In 2012 zal onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden om het algemeen maatschappelijk werk een andere rolopvatting te geven, waarbij het inwoners in toenemende in staat stelt hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. In 2012 zal naar verwachting – vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet werken naar vermogen – de Wet werk en bijstand (Wwb) op een aantal onderdelen worden aangepast (onder meer de afschaffing van de bijstand voor inwonenden en de toets op het huishoudinkomen). Daarnaast is al voor 2012 is een substantiële bezuiniging op het Participatiebudget voorzien. Hierdoor kan minder gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om uitkeringsgerechtigden door middel van gesubsidieerde arbeid (UGA) werkervaring te laten opdoen. Dit heeft gevolgen voor de in- en uitstroom uit de Wwb. Hierdoor zal naar verwachting het aantal Wwb-uitkeringen gaan toenemen. Door middel van maatwerk zal worden getracht dit zoveel mogelijk te voorkomen. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 1.114.090 1.627.098 1.756.200 Baten - 7.160 - 17.183 - 17.183 Totaal 1.106.930 1.609.915 1.739.017
2015 2.156.200 - 17.183 2.139.017
Begroting 2012 / 44
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Jeugd en jongeren Het bieden van op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen van opvoeden
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Limburgse Jeugdmonitor/ jaarverslagen
-
-
-
Vrijwilligers en mantelzorgers Het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers
- Rapportage welzijnsorganisatie(s) - Rapportage Thuishulpcentrale Midden-Limburg
-
-
-
Maatschappelijke opvang Het bieden van maatschappelij- - Registratie Centraal Meld- en ke opvang, waaronder vrouActiepunt (CMA) wenopvang, het voeren van - Registratie van het aantal beleid ter bestrijding van geweld huisuitzettingen: woningcorpodat door iemand uit de huiselijke ratie + particulier kring van het slachtoffer is gepleegd en het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg en het verslavingsbeleid
-
-
-
Het bereik van gekwalificeerde voorschoolse voorzieningen van elk 3-jarig doelgroepkind is 100 %. Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt in 2012 met 40 % ten opzichte van schooljaar 2005/2006. Het aantal jongeren dat deelneemt aan activiteiten van het jongerenwerk neemt toe ten opzichte van 2011. 0-meting aantal bezoekers website CJG. 0-meting aantal informatie en adviesvragen bij CJG. Het percentage vrijwilligers stijgt naar 18 %. Minimaal 1000 mantelzorgers worden bereikt met een preventief aanbod mantelzorgondersteuning. Minimaal 100 zwaar- of overbelaste mantelzorgers worden bereikt met een ondersteuningsaanbod. Deelname van 1200 jongeren aan maatschappelijke stages in het schooljaar 2011/2012. Het aantal personen dat instroomt in de maatschappelijke opvang is in 2012 met 10 % gedaald ten opzichte van 2011. Het aantal personen dat door- en/of uitstroomt vanuit de maatschappelijke opvang is in 2012 met 10% gestegen ten opzichte van 2011. Minimaal consolidatie van het aantal huisuitzettingen wegens schulden in de periode 2011-2012.
Begroting 2012 / 45
Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Het geven van informatie, adRapportage Stichting Wel.kom – vies en cliëntenondersteuning Roermond Het verlenen van voorzieningen - Interne managementaan mensen met een beperking informatie of een chronisch psychisch pro- Klanttevredenheidsonderbleem of een psychosociaal zoek WMO-voorzieningen probleem voor het behouden en bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer
Wet Werk en Bijstand (Wwb) Het verminderen van de uitkeringsafhankelijkheid
Periodieke voortgangsrapportage
Sociale activering als opstap naar regulier werk
Periodieke voortgangsrapportage
Wijkvoorzieningen Het bevorderen van een sluitend net aan wijkvoorzieningen binnen de verschillende Roermondse wijken
Het realiseren van een optimaal kwaliteitsniveau van de wijkaccommodaties met name gericht op laagdrempeligheid en toegankelijkheid Wijkontwikkeling Het optimaliseren van de leefbaarheid en sociale samenhang in alle wijken in Roermond
Leefbarometer Ministerie van BZK.
Klanttevredenheidsonderzoek Stichting Wijk Accommodaties Roermond
Leefbarometer Ministerie van BZK
Wat is het beoogd resultaat in 2012? Minimaal 5.500 contacten WegWijzerloketten. - Minimaal 84 % van de cliënten geeft aan dat de verstrekte voorziening(en) bijdragen aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. - Minimaal 80 % geeft aan dat zij met de verstrekte voorziening(en) kunnen blijven meedoen aan de maatschappij. Het aantal uitkeringsgerechtigden in 2012 zal niet verder toenemen ten opzichte van 2011, ondanks de aangekondigde rijksbezuinigingen op reintegratiemiddelen. In 2012 worden 50 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt via deze instrumenten naar regulier werk geleid. -
Oplevering van de gerenoveerde accommodatie De Donderie. - Roermond scoort boven het landelijk gemiddelde op het de in de leefbarometer opgenomen indicatoren binnen thema voorzieningenniveau. Minimaal 80 % van de verschillende gebruikers van Roermondse wijkaccommodaties is tevreden.
-
Het realiseren van drie wijkprofielen. Planvorming / uitvoering van de in 2011 opgestelde wijkprofielen (Leeuwen, KapelMuggenbroek en het Roermondse Veld).
Begroting 2012 / 46
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Totaal lasten Baten – waarvan: 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Onttrekking uit reserves 41 zorgbeleid 42 sociale Voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Saldo na bestemming
rekening 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
3.619.085 41.646.461
4.035.376 39.918.066
3.754.983 39.407.605
3.463.291 39.178.911
3.333.504 38.917.863
3.332.338 38.308.462
7.883.389 1.912.099 1.834.314
6.886.782 1.725.203 1.956.682
6.471.183 1.865.846 1.481.496
6.149.551 1.753.941 1.120.150
6.081.182 1.563.126 1.052.267
6.042.565 1.562.383 1.051.050
56.895.348
54.522.110
52.981.113
51.665.845
50.947.942
50.296.799
-852.978
-670.308
-671.254
-671.254
-671.254
-671.254
-21.359.379
-20.846.955
-20.057.032
-20.057.032
-20.032.199
-20.032.199
-2.804.055 -1.381.219 -182.093
-2.341.138 -1.162.131 -327.166
-2.335.952 -1.161.965 -242.313
-2.325.928 -1.161.790 -242.313
-2.325.928 -1.161.604 -233.980
-2.325.928 -1.161.408 -233.980
-26.579.723
-25.347.698
-24.468.517
-24.458.318
-24.424.966
-24.424.769
30.315.625
29.174.412
28.512.596
27.207.527
26.522.976
25.872.029
0 473.914
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-85.736 -2.400.751
-246.374 -1.198.354
-479.149 -915.947
-98.035 -930.041
-98.035 -639.385
-98.035 -439.385
0 -151.331 -866.344
-143.644 -184.694 -824.495
-135.064 -90.000 -394.369
0 -40.000 -56.667
0 0 0
0 0 0
27.285.378
26.576.853
26.498.068
26.082.784
25.785.556
25.334.609
Begroting 2012 / 47
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2012 - 2015 42 sociale voorzieningen 43 educatie
2012
2013
2014
2015
852.613 205.384
852.613 39.175
852.613 153.391
800.000 197.551
Begroting 2012 / 48
Programma 5 Roermond: Economisch sterke stad
Begroting 2012 / 49
Begroting 2012 / 50
Programma 5. Roermond: Economisch sterke stad Dit programma is gericht op het minimaal vasthouden maar bij voorkeur nog verbeteren en verbreden van de economische kracht en sterke punten van Roermond, de werkgelegenheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid door inzet van een breed en gericht scala aan instrumenten en maatregelen. Strategische visie Roermond 2020 Roermond is een economisch sterke stad met zeer veel werkgelegenheid, voor haar eigen inwoners en voor mensen van (ver) daarbuiten. Dat willen we graag zo houden. Dit betekent wel dat daarin geïnvesteerd moet worden.
Beleidskaders -
Ontwikkelingsvisie Noordelijke en Oostelijke Stadsrandszone (vastgesteld in 2006), met daarin de visie op de detailhandelstructuur. Nota integraal horecabeleid gemeente Roermond (vastgesteld in 2007). Mobiliteitsplan Roermond 2020 (vastgesteld in 2009). Nota Participatieplaatsen (vastgesteld 2009). Beslisnota wet werk en bijstand (vastgesteld 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. Werkgelegenheid is een van de belangrijkste voorwaarden om te kunnen blijven bouwen aan een sociale stad: welvaart financiert welzijn. Variatie in economisch perspectief en een gedifferentieerd arbeidsaanbod zijn het uitgangspunt. Koopstad en maakindustrie vormen daarvoor de basis. Om onze ambities te verwezenlijken moet het voor bedrijven aantrekkelijk zijn én blijven om zich in Roermond te vestigen. De Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) vervult daarbij een voortrekkersrol, onder meer voor wat betreft de ontwikkeling en het beheer van bedrijventerreinen. Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat is het tevens van belang dat Roermond goed bereikbaar en toegankelijk is. Wij blijven daarop focussen. Een ingrijpende systeemwijziging van de sociale zekerheid en het arbeidsmarktbeleid komt steeds dichterbij. In dit kader is een centrale rol weggelegd voor gemeenten en met name de centrumgemeenten in de regio’s en in Roermond voor het Productiehuis. Wij zullen deze rol voortvarend oppakken en op de wijzigingen adequaat inspelen. Ons uitgangspunt is en blijft: wie kan werken moet werken. Bestrijding van jeugdwerkloosheid heeft in de periode 2010-2014 hoge prioriteit. In dat kader moet het Actieplan Jeugdwerkloosheid Noord- en Midden-Limburg slagvaardig en versneld uitgevoerd worden. Op de arbeidsmarkt moeten vraag en aanbod met elkaar in evenwicht zijn. Kwalitatief goed onderwijs op zoveel mogelijk niveaus is daarbij een onmisbare schakel en maakt een ‘levenlang’ leren mogelijk. In de retailsector worden in de toekomst (meer) knelpunten voorzien in de personeelsvoorziening. Daarom ontwikkelen wij samen met het bedrijfsleven en het onderwijs een Retail & Business Academy Roermond. In het belang van een snelle informatievoorziening zal de gemeente Roermond zich aansluiten bij het provinciaal initiatief voor de aanleg van een glasvezelnetwerk. De provincie heeft een model opgesteld voor het onder eigen regie uitrollen van een netwerk voor snel dataverkeer. Dit model wordt verder uitgewerkt waarna besluitvorming zal naar verwachting in 2012 plaatsvinden. Ook wordt gewerkt aan een "Digitale agenda Limburg" waarbij onder meer de (digitale) dienstenontwikkeling in beeld zal komen. De gemeente Roermond kan bij de aanleg van een provinciedekkend glasvezelnetwerk gelden als pilot-gemeente.
Begroting 2012 / 51
Het beleid met betrekking tot de structuurversterking koopstad wordt ook in 2012 slagvaardig gecontinueerd. Daarbij hoort onder meer het waarborgen van de kwaliteit van winkelgebieden, waaronder ook de wijkwinkelcentra, bijvoorbeeld op de Donderberg, het tegengaan van leegstand en het zorgvuldig toezicht houden op vestiging. In 2012 zal wederom worden deelgenomen aan de Provada. Er zijn in Roermond acht Bedrijven Investeringszones (BIZ) gerealiseerd. De BIZ staat voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Roermond. Het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid en ruimtelijke kwaliteit staat centraal. Met de BIZ is het nu vooral aan de ondernemers zelf om investeringen te (blijven) doen in de versterking en het behoud van de economische aantrekkingskracht van Roermond. In 2012 wordt het horecabeleid integraal geactualiseerd, mede op basis van een evaluatie van het huidige beleid. De aansluiting tussen ondernemers, onderwijs en overheid is het belangrijkste speerpunt van het arbeidsmarktbeleid. Roermond zal samen met de regio gemeentes Roerdalen, Leudal, Maasgouw en Echt-Susteren een regionaal arbeidsmarktbeleid en re-integratiebeleid opstellen. Daarbij wordt een brede definitie gehanteerd en nadrukkelijk de aansluiting met de economische ontwikkeling gezocht. De positionering van het Productiehuis zal hierbij mede worden bezien in relatie tot de herhuisvesting van Westrom en de kaders van de nieuwe Wet werken naar vermogen. Het kabinet heeft in april 2011 een nieuwe Wet werken naar vermogen (Wwnv) aangekondigd, die naar verwachting per 1 januari 2013 in werking zal treden. Deze nieuwe wet heeft een ingrijpende systeemwijziging van de sociale zekerheid tot gevolg. Al in 2012 zal waarschijnlijk een aantal uitgangspunten van de Wwnv in de huidige Wet Werk en Bijstand worden geïntegreerd (onder meer de afschaffing van de bijstand voor inwonenden en de toets op het huishoudinkomen). Het (regionale) arbeidsmarktbeleid zal worden opgesteld rekening houdend met c.q. binnen de kaders van de nieuwe wet. Na het opstellen van dit gezamenlijke arbeidsmarktbeleid, zal 2012 in het teken staan van de voorbereiding van de implementatie van de Wwnv en de aangekondigde bezuinigingen. Vooral de herstructurering en de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening zal een forse inspanning vergen van alle hierbij betrokken partijen. Het UWV is voornemens in Limburg twee vestigingen open te houden, Noord en Zuid-Limburg. Roermond en omliggende gemeenten spannen zich in voor een derde (arbeidsmarkt)regio (MiddenLimburg). In 2012 zal maximaal worden ingezet op het behoud van het UWV-Werkplein in Roermond. Bestrijding van jeugdwerkloosheid heeft ook in 2012 hoge prioriteit. Het Actieplan Jeugdwerkloosheid Noord- en Midden-Limburg zal in 2012 geïmplementeerd worden in het reguliere arbeidsmarktbeleid. In dit kader worden ook de mogelijkheden onderzocht om het concept ‘werkscholen’ in de regio vorm te geven. Dit is een nieuw concept waarbij de aandacht is gericht op kwetsbare jongeren die de aansluiting met de arbeidsmarkt dreigen mis te lopen en gaat uit van samenwerking tussen bestaande onderwijsinstellingen, gemeenten en partners rondom kwetsbare jongeren. Door de vaststelling van de Verordening “Winkeltijden gemeente Roermond 2011” heeft uw raad bepaald dat het beleid met betrekking tot de koopzondagen wordt gecontinueerd. Dit versterkt Roermond als toeristische en bovenregionale sterke stad. Retail is een speerpunt van het economisch beleid. In die sector worden in de toekomst (meer) knelpunten voorzien in de personeelsvoorziening. Daarom hebben wij samen met het bedrijfsleven en het onderwijs de Retail & Business Academy Roermond ontwikkeld. In het schooljaar 2011/2012 start de Associated Degree in de Retail & Business Academy, dit is een nieuwe officiële (verkorte) HBO-
Begroting 2012 / 52
opleiding in de retail. In 2012 wordt onderzocht of dit initiatief ook naar andere sectoren zoals bijvoorbeeld zorg of techniek kan worden uitgebreid. In samenspraak met de zorginstellingen in MiddenLimburg, het UWV-Werkbedrijf en de regiogemeenten worden de mogelijkheden van een Zorg Academy verkend. Indien in 2012 blijkt dat een dergelijke Academy haalbaar is, wordt gestart met de implementatie. Het huidige beleid ten aanzien van de infrastructuur om Roermond bereikbaar te houden wordt ook in 2012 waar mogelijk voortgezet. Dit betekent onder meer dat de lokale knelpunten in de N280 (de aansluiting Sint Wirosingel-N280, kruispunten Mijnheerkensweg en Buitenop) samen met provincie en rijk worden opgepakt. Het jaar 2012 staat in het teken van verdere voorbereiding en besluitvorming. Gekoerst wordt op uitvoering in 2013 / 2014 (al dan niet vooruitlopend op de algehele herinrichting van de N280). Het streven blijft er op gericht om de fietsbrug over de Roer te realiseren. Gebleken is dat het oorspronkelijk geplande tracé niet haalbaar is. Een alternatief tracé zal naar verwachting in 2012 in procedure gaan. Deze investering wordt gedekt uit het budget voor mitigerende maatregelen A73 en subsidies. Met betrekking tot de stationsomgeving koersen wij op een ontsluiting van het station naar de oostzijde. Dit plan zal ingepast worden in de ontwikkelingen van private partijen rond de Stationszijde west. In 2012 zal een aanpassing van de verkeerscirculatie in en rond het stadsdeel Herten worden opgepakt. Dit is mede afhankelijk van het effect van een deel van de herinrichting van de Maastrichterweg. In 2012 wordt voorts gestart met de reconstructie van de Singelring, te beginnen met het invoeren van éénrichtingsverkeer op de Roerkade en de voorbereiding van de fasen 2 en 1. Daarnaast wordt in 2012 wordt samen met de BIZ een Mobiliteitsfonds Roermond opgericht waarbij ook de regio in GOML-verband zal worden betrokken. Doel van dit mobiliteitsfonds is de bereikbaarheid van Roermond en van de economische centra daarbinnen te behouden en te verbeteren door de inzet van duurzame mobiliteitsmaatregelen, onder meer openbaar vervoer en voorzieningen voor langzaam verkeer. In het mobiliteitsfonds worden middelen van betrokken partijen samengebracht. De Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) heeft een herstructureringsagenda laten opstellen waaruit de herstructureringsopgave voor de komende jaren blijkt. Zowel voor OML als de Limburgse Herstructuringsmaatschappij Bedrijventerreinen (LHB) is hier een belangrijke taak weggelegd. Naar verwachting zal vanaf 2012 uitwerking van de plannen plaatsvinden. De kleine economie, wijkeconomie en de ZZP’ers worden waar mogelijk ondersteund en gestimuleerd (bijvoorbeeld Starterscentrum Kamer van Koophandel). Dit is ook een belangrijk aandachtspunt in het kader van de wijkontwikkeling Donderberg.
Overige beleidsvoornemens In het kader van de Kerntakendiscussie bouwen wij vanaf 2012 onze bijdrage aan het Citymanagement gefaseerd af. Wij zijn voornemens minder verkeersonderzoeken te verrichten. Tevens worden minder acties in het kader van verkeerseducatie georganiseerd. Voor de verkeerseducatie dient een verschuiving van de verantwoordelijkheden van de gemeente naar het onderwijs en seniorenverenigingen plaats te vinden. In 2012 zetten wij daarop in. Met inachtneming van de wettelijke normen, versoberen wij het onderhoud aan het wegmeubilair (onder meer de bebording). Betaald parkeren tijdens winkelopeningstijden, ook op koopzondagen, is algemeen geaccepteerd. De opbrengsten van het parkeren zijn op dit moment niet kostendekkend.
Begroting 2012 / 53
Wij stellen daarom een verhoging van de parkeertarieven voor. Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met de tarieven van (commerciële) partijen en van omliggende vergelijkbare gemeenten. Verder zal in 2012 worden onderzocht of (de uitvoering van) het parkeerbeheer kan worden uitbesteed. De mobiele rijwielstalling wordt per 1 januari 2012 niet meer geëxploiteerd. Ook is ons voornemen de bewaakte rijwielstalling, gelegen aan de Neerstraat 64, per 1 januari 2012 te sluiten. Uit een onderlinge vergelijking van de drie rijwielstallingen blijkt immers dat het gebruik van Neerstraat 64, fors achterblijft bij de andere twee stallingen. Daar evenwel het huurcontract nog twee jaar loopt, zullen wij in overleg treden met de BIZ Binnenstad om te bezien of deze de exploitatiekosten voor haar rekening kan nemen. In dat geval blijft de stalling nog twee jaar geopend. De stallingen aan het Kloosterwandplein en Neerstraat 31/Stenen Trappen blijven ook in 2012 gratis toegankelijk. Het concept masterplan City Meadow is geactualiseerd. Een optimale parkeersituatie – fysiek en financieel – voor het gehele gebied ten noorden van de N280 is een belangrijk aandachtspunt bij de verdere uitwerking van de plannen. Een aantal deelinitiatieven zoals realisatie van een uniek leisureconcept en uitbreiding van de parkeervoorzieningen ten behoeve van het DOC is in 2011 voorbereid en wordt uitgevoerd vanaf eind 2011/2012. Aansluitend wordt een gefaseerde ontwikkeling van Jazz City, de eerste fase van het masterplan City Meadow voorbereid. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 199.374 172.997 216.497 Baten 300.000 300.000 300.000 Totaal 499.399 472.997 516.497
2015 216.497 300.000 516.497
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Arbeidsmarktbeleid Het stimuleren van arbeidsparticipatie van de beroepsbevolking Het stimuleren van arbeidsparticipatie van bijstandsgerechtigden Het verminderen van de jeugdwerkloosheid. Werkgelegenheid Het creëren van werkgelegenheid
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Periodieke voortgangsrapportage Periodieke voortgangsrapportage
Het werkloosheidspercentage is lager dan 6%. Van de totale uitstroom uit de bijstand (800) stromen 195 personen uit naar regulier werk. De jeugdwerkloosheid is minder dan 12% van de totale werkloosheid.
Periodieke voortgangsrapportage
Aantal arbeidsplaatsen (Sociaal Economische Verkenning)
Het in stand houden dan wel Aantal bezoekers binnenstad bevorderen van de aantrekkingskracht van Roermond Verkeer Het verbeteren van de ver- Ongevallenregistratie door keersveiligheid op het wegennet Rijkswaterstaat van Roermond - Verkeersmonitor
Het aantal arbeidsplaatsen groeit meer dan de landelijke trend. Het aantal bezoekers groeit met 500.000 ten opzichte van 2011.
Het aantal ernstige verkeersslachtoffers (doden en ziekenhuisopnamen) is maximaal 18 (in 2010 was dit acht).
Begroting 2012 / 54
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Totaal lasten Baten – waarvan: 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Onttrekking uit reserves 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Saldo na bestemming
rekening 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
15.018.527 911.999
5.882.050 747.727
12.539.137 569.311
7.837.091 464.619
7.595.200 442.541
1.553.562 440.231
26.623.149
24.600.639
24.900.837
24.801.400
24.782.925
24.688.135
4.879.927
4.476.977
4.925.677
7.336.541
5.556.785
4.240.959
47.433.601
35.707.392
42.934.962
40.439.651
38.377.451
30.922.887
-16.262.928
-5.273.698
-13.269.251
-7.421.364
-5.851.905
-1.044.549
-12.500
0
0
0
0
0
-24.266.876
-22.497.823
-22.450.093
-22.450.093
-22.450.093
-22.450.093
-2.229.111
-3.039.705
-3.462.809
-3.548.661
-3.606.308
-3.640.195
-42.771.415
-30.811.226
-39.182.153
-33.420.118
-31.908.307
-27.134.838
4.662.186
4.896.166
3.752.809
7.019.533
6.469.144
3.788.049
1.792.682 0
240.012 0
2.576.602 0
389.344 0
563.437 0
269.625 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8.744
35.522
-153.298 -395.638
-390.815 -250.674
-1.350.080 -100.000
-248.815 0
-1.746.345 0
-172.400 0
-245
0
-100.000
-100.000
-88.622
0
-792.071
-519.120
-1.062.293
-3.257.877
-1.543.521
-239.997
5.113.616
3.975.568
3.717.038
3.802.185
3.662.837
3.680.799
Begroting 2012 / 55
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2012 - 2015 54 verkeer en vervoer
2012
2013
2014
2015
1.390.000
1.540.000
1.823.000
602.000
Begroting 2012 / 56
Programma 6 Roermond: Prachtige stad
Begroting 2012 / 57
Begroting 2012 / 58
Programma 6. Roermond: Prachtige stad Dit programma is gericht op het ten volle benutten van de in ruime mate aanwezige kwaliteiten en potenties van Roermond met het oog op het behouden en waar mogelijk verbeteren van de aantrekkingskracht, de belevingswaarde en de leefbaarheid van de stad voor inwoners, bedrijven en bezoekers. Strategische visie Roermond 2020 Burgers en bedrijven verwachten ook steeds meer op thema’s als leefbaarheid en duurzaamheid. Willen wij onze goede uitgangspositie behouden en onze hoge ambities waarmaken, dan is ook een extra kwaliteitsimpuls in deze richting noodzakelijk.
Beleidskaders -
Ruimtelijke structuurvisie Roermond 2001 en Toekomstvisie Swalmen 2014 (vastgesteld in 2004). Natuurvisies Roermond Oost (2000) en Roermond West en natuurbeleid heel Roermond (2004). Nota Monumentenzorg en Archeologie, terugblik en planning 1990-2008 (vastgesteld in 2006). Groenstructuurplan Roermond (vastgesteld in 2006). Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2009 - 2013 (vastgesteld in 2008). Milieubeleidsplan Roermond 2008-2011 (vastgesteld in 2008). Inrichtingsplan Roermond - Oost Asenray (vastgesteld in 2010). Nota beeldkwaliteit 2010 (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma De gemeente Roermond heeft prachtige natuur binnen haar grenzen. Een betere ontsluiting door wandel- en fietsroutes is wenselijk. We gaan verder met handhaving en uitbreiding van groenstroken en ecologische verbindingszones. Wij gaan voor optimale benutting van onze unieke waterfronten, zowel om te recreëren als om te wonen. We kiezen voor het behoud van de kwaliteit van het buitengebied. Dit laat onverlet dat extra bebouwing mogelijk moet zijn. De gemeente is verantwoordelijk voor een woningaanbod dat aansluit op de vraag en bepaalt wat waar wordt gebouwd, uiteraard in samenwerking met andere partijen. Differentiatie binnen wijken staat daarbij voorop, evenals duurzaam, aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen. Wij spannen ons zoveel mogelijk in om leefbaarheid en voorzieningen in onze kernen te behouden. Onze gemeente kent een rijke historie. Wij koesteren onze historie en daarmee het behoud van onze historische gebouwen. Onze monumenten vormen mede het kapitaal van onze stad. Uitgangspunt van het monumentenbeleid blijft de instandhouding van het huidige monumentenbestand inclusief de monumenten uit de wederopbouw periode. We onderzoeken de mogelijkheden van instandhouding en eventuele financiële ondersteuning van monumenten die in gebruik zijn voor de erediensten. Met het verlagen van het voor monumentenzorg en archeologie beschikbare budget dat de afgelopen jaren niet volledig werd aangesproken, wordt vanaf 2012 meer gerekend op het verantwoordelijkheidsbesef van eigenaren om monumenten ook in de toekomst in goede staat te houden. In 2011 is begonnen met de uitvoering van de regionale woonvisie Midden-Limburg Oost 2010-2014, waaronder de uitvoering van de afspraak inzake het terugbrengen van de planvoorraad. Ook in 2012 zal dit worden bezien. Verdere uitwerking van de herstructureringsopgave vindt plaats via de opstelling van het Wijkontwikkelingsplan voor de Donderberg en de daarin opgenomen projecten. De fysieke herstructurering van het Roermondse Veld is grotendeels afgerond. Voor de realisatie van drie resterende projecten worden in het kader van GOML nadere afspraken gemaakt met de provincie.
Begroting 2012 / 59
Ook de herstructurering van De Kemp/Kitskensberg is voor een groot deel voltooid. Het nog uit te voeren woningbouwprogramma in deze wijk bevindt zich aan de zuidzijde van De Kemp en in Kitskensberg. Het provinciaal ruimtelijk beleid heeft aanleiding gegeven voor het opstellen van een thematische structuurvisie kwaliteitsverbetering. Daarvoor gold mede als uitgangspunt dat het buitengebied in aard en omvang in stand wordt gehouden, maar dat kleinschalige bebouwing mogelijk moet zijn. In de thematische structuurvisie is een lijst opgenomen van projecten met betrekking tot de realisering van groen, landschap, natuur en cultuurhistorie die worden gerealiseerd uit bijdragen van ‘rode’ ontwikkelingen in het buitengebied. Het centrum van Swalmen kampt met leegstand in detailhandel, dienstverlening en horeca. Op een aantal locaties verdient de stedenbouwkundige structuur opnieuw aandacht. Ook de bereikbaarheid van en routing in het centrum is niet optimaal. Om inzicht in mogelijke oplossingen te krijgen is in 2011 een analyse van het centrum van Swalmen opgesteld. De daaruit voortvloeiende actiepunten zullen door de betrokken en verantwoordelijke partijen (particulier initiatief, ondernemers, verenigingen, BIZ stichting centrum Swalmen en gemeente) gefaseerd en afhankelijk van mogelijkheden en middelen worden opgepakt. In de komende jaren zullen wij verder trachten een impuls te geven aan de leefbaarheid in Boukoul en Asenray. Elementen uit het Dorp Ontwikkelings Plan Asenray en Boukoul worden in uitvoering worden genomen. In Asenray zijn diverse woningbouwontwikkelingen in voorbereiding. De verwachting is dat in 2012 de planologische procedures voor de bouwplannen Duiperhoaf, Ruimte voor Ruimte en het bouwplan van Meulen aan de Ridder van Asenrodeweg worden afgerond. Vervolgens kan bouwvergunning worden verleend. Wanneer daadwerkelijk wordt gestart met de bouw is afhankelijk van de afzetmogelijkheden. In het kader van het fietsbeleid 2012 zal uitvoering worden gegeven aan het stimuleringsplan “Fietsen in Midden-Limburg”. Tevens worden naar aanleiding van de evaluatie van de fietsnota de knelpunten in de school - thuisroutes van basisscholen nader geïnventariseerd om tot maatwerkoplossingen te komen. Projecten ten behoeve van huisvesting van starters en studenten zijn en worden voortvarend in procedure genomen. Voorbeelden daarvan zijn pand Somers (Roerkade), Gulker Weijde (Kapel), De Toerist en diverse projecten in de Kemp.
Overige beleidsvoornemens Binnen de beschikbare middelen wordt voor zover mogelijk ingezet op de kwaliteit van het buitengebied en groen in de stad, onder meer door middel van het behoud (en waar mogelijk uitbreiding) van groenstroken en ecologische verbindingszones. Mede ten gevolge van de Kerntakendiscussie zullen wij bij het groenbeheer onze taken anders uitvoeren, ook om de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners te stimuleren. Dit dient goed voorbereid en begeleid te gebeuren om te voorkomen dat een averechts effect zal optreden en ook het onderhoudsbeeld van de openbare ruimte zal verslechteren. Wij benutten daarvoor het jaar 2012. Ook zal in 2012 met het oog op een reductie van de frequentie van een aantal groenwerkzaamheden per 2013, een aanvang worden gemaakt het aanpassen van het kwaliteitsniveau in de onderhoudscontracten. Vanaf 2012 worden geen bladkorven meer geplaatst. Daarnaast voeren wij vanaf 2012 een aantal kleinere besparingen op het groenbeheer uit het Kerntakenboek door.
Begroting 2012 / 60
In het kader van de vanaf 2013 te realiseren kostenverlagingen van de inzameling van huishoudelijk afval worden in 2012 onderzoeken verricht naar de consequenties van eens in de twee weken inzamelen en naar het acceptatie- en tarievenbeleid van het milieupark. In het nieuwe (huishoudelijk) afvalstoffenplan zal een integrale visie op de inzameling worden opgenomen. De straatreiniging wordt de komende jaren naar aanleiding van de Kerntakendiscussie versoberd. De machinale veegfrequentie van alle wijken en het centrum wordt teruggebracht en met ingang van 2013 wordt blad minder frequent verwijderd van verhardingen. De onderhoudsbestekken worden hierop in 2012 aangepast waarna een nieuwe aanbesteding plaatsvindt. Deze wordt per 1 januari 2013 doorgevoerd. Voor wat betreft de rioleringszorg zal 2012 in het teken staan van uitvoering van het Bestuursakkoord Water door onder meer het samen met andere gemeenten en waterschappen verkennen en waar mogelijk ook realiseren van doelmatigheidswinsten. In het kader van excellente dienstverlening zal vanaf 2012 de servicelijn meer en beter onder de aandacht van de bevolking worden gebracht. Doel is sneller en adequater te (kunnen) reageren op incidenten. Daarnaast wordt ingezet op een tijdige terugkoppeling van de te ondernemen actie naar de melder. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 247.000 822.500 1.241.000 Baten - 175.000 - 475.000 Totaal 247.000 647.500 766.000
2015 1.256.000 - 475.000 781.000
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Rapportage gemeente
Het aantal nieuwbouwwoningen bedraagt 300, onderverdeeld in: - grondgebonden koopwoningen: 160; - nul-trede-woningen: 100; - sociale huurwoningen: 40. Het gaat hierbij om langjarig gemiddelden
Gereed melding sloop en nieuwbouw, oplevering infrastructuur
- Het aantal op te leveren grondgebonden koopwoningen is 35 en het aantal huurwoningen is 33. - Het aantal te slopen woningen is 4.
Aantal m² groen per inwoner
Consolideren van 36,2 m² per inwoner.
Volkshuisvesting Het versterken van de woonfunctie
Stadsvernieuwing Het herstructureren van de woningvoorraad en het verbeteren van de woon- en leefomgeving
Groen Voldoende groen in de gemeente Milieu en energie
Begroting 2012 / 61
Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Het bevorderen van de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval
Scheidingspercentage ten opzichte van totaal ingezamelde hoeveelheden afval
Roermond is een duurzame gemeente op basis van gevoerd milieubeleid Water Het in stedelijk gebied zoveel mogelijk voorkomen en opheffen van onaanvaardbare wateroverlast
-
Aantal locaties waar infrastructuur is aangepast in kader van opheffen wateroverlast
Het aantal locaties met wateroverlast wordt teruggebracht met twee van de nog resterende vier locaties.
Het waar mogelijk en doelmatig afkoppelen van hemelwater van het gemengd rioolstelsel
Aantal vierkante meter/hectare afgekoppeld verhard oppervlak
10.000 m² verhard oppervlak wordt afgekoppeld van het rioolstelsel.
-
Aandeel groene energie op totale volume Energieverbruikcijfers
Wat is het beoogd resultaat in 2012? De hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval is tenminste 60 % van de totale hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval. 100 % inkoop duurzame energie (elektriciteit en gas).
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Totaal lasten Baten – waarvan: 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur
rekening 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
2.534.884
2.286.410
2.231.232
2.151.017
2.122.939
2.079.829
6.525.538 5.279.829
5.391.215 6.457.214
4.349.319 5.120.142
3.296.207 5.104.087
3.206.921 4.922.508
3.114.326 4.313.757
5.135.682 1.912.366 13.731.322
5.447.228 1.904.154 11.878.168
5.530.639 1.931.594 10.400.760
5.342.867 1.744.799 10.006.280
5.035.925 1.719.812 8.367.826
5.020.557 1.695.131 8.475.703
4.655.717
4.860.745
4.715.010
4.711.991
4.716.368
4.718.873
702.839 40.478.177
515.088 38.740.221
514.303 34.792.998
506.335 32.863.584
504.264 30.596.563
502.006 29.920.096
-425.942
-46.581
-47.582
-47.582
-47.582
-47.582
-4.449.779 -33.078
-2.273.236 -22.804
-2.112.381 -23.056
-1.817.005 -23.056
-1.767.958 -23.056
-1.714.004 -23.056
-6.875.256 -158.775 -741.981
-6.067.924 -2.081 -335.136
-5.978.982 -2.127 -430.918
-5.721.844 -2.127 -430.918
-5.478.321 -2.127 -430.918
-5.477.442 -2.127 -430.918
-3.485.392
-4.106.010
-4.593.450
-4.843.019
-5.034.484
-5.383.013
Begroting 2012 / 62
rekening 2010 68 begraafplaatsen Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Onttrekking uit reserves 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Saldo na bestemming
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
-227.785
-232.910
-232.910
-232.910
-232.910
-186.228 -16.356.431
-13.081.556
-13.421.407
-13.118.461
-13.017.357
-13.311.053
24.121.746
25.658.664
21.371.591
19.745.123
17.579.206
16.609.044
0
0
0
0
0
0
76.336 2.531
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.003.649
0
0
0
0
0
903.871
0
0
0
0
0
18.204
0
157.096
221.808
348.650
676.699
0
0
0
0
0
0
-8.580
-124.036
0
0
0
0
-459.228 -629.808
-1.579.330 -1.846.489
-625.000 -569.976
0 -750.000
0 -609.250
0 -42.000
0 -101.856 -6.721.565
-200.668 -160.787 -5.324.753
-331.220 -110.022 -3.841.000
-424.574 0 -3.823.000
-369.068 0 -2.318.000
-363.364 0 -2.318.000
-1.324.075
-829.806
-296.560
-43.972
0
0
-100.000 16.781.224
0 15.592.796
0 15.754.908
0 14.925.385
0 14.631.538
0 14.562.378
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2012 - 2015 63 natuur, woon- en leefruimte 64 afvalverwijdering 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur
2012
2013
2014
2015
693.000 133.000 3.951.043 1.315.690
512.000 40.000 2.122.043 1.167.000
75.000
100.000
992.000 1.040.000
595.000 900.000
Begroting 2012 / 63
Begroting 2012 / 64
Programma 7 Roermond: De gemeente
Begroting 2012 / 65
Begroting 2012 / 66
Programma 7 Roermond: De gemeente Dit programma is gericht op het zo goed mogelijk van dienst zijn van inwoners, instellingen, verenigingen en bedrijven in Roermond, onafhankelijk van het kanaal dat zij hiervoor (willen) gebruiken. Daarbij rekening houdend met het juiste evenwicht tussen individuele en collectieve belangen. Strategische visie Roermond 2020 De gemeente Roermond wil een goed bestuurde gemeente blijven en ook investeren in een excellente dienstverlening.
Beleidskaders • • • • •
Inventarisatienota communicatie gemeente Roermond (vastgesteld in 2005). Nota kaders voor burgerparticipatie (vastgesteld in 2005). Nota vaste activabeleid gemeente Roermond 2011, nota reserves en voorzieningen Roermond 2011 en de nota rentebeleid 2011. Treasurystatuut (vastgesteld in 2009). Financiële verordening gemeente Roermond 2011 (vastgesteld in juli 2011).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. Gemeenten worden front office voor de gehele overheid. Het klantcontactcentrum (KCC) van de gemeente wordt in 2015 een herkenbare ingang waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen aan de overheid. Zij krijgen snel het juiste antwoord op hun vraag (ongeacht het gebruikte kanaal). Om dat te kunnen realiseren zal eerst geïnvesteerd moeten worden, voornamelijk in ICT maar ook in scholing en training (verandertraject met het oog op servicegerichtheid). Op termijn zal een succesvolle implementatie echter leiden tot verdergaande kostenreductie, een afgeslankte organisatie en betere dienstverlening. Op termijn (2016) verwachten we op de bedrijfsvoering € 3.200.000 structureel te kunnen besparen (onder meer het natuurlijk verloop biedt daarvoor ruimte). Verdergaande bezuinigingen vragen om de Kerntakendiscussie die in het begin van deze inleiding is aangekondigd. Vooruitlopend op deze discussie is terughoudend personeelsaannamebeleid (vacatureluwte) gewenst. De slechte bereikbaarheid noodzaakt tot herhuisvesting van de publiekswinkel. Een nieuwe locatie is gevonden op het Kazerneplein (zie uw besluit van 7 juli 2011, raadsbesluit 2011/049/2). Het servicepunt Swalmen sluit volledig met ingang van 1 januari 2012. Het klantencontactcentrum (KCC) dient zo te worden ingericht dat inwoners, bedrijven en instellingen op al hun vragen snel het juiste antwoord kunnen krijgen. Daartoe zullen wij in komende jaren investeren in excellente dienstverlening. Onze ‘klanten’ zullen bij een dienst of product van de gemeente Roermond in de toekomst een betrokken, gedreven en ambitieuze meerwaarde ervaren. Door middel van investeringen in ICT en ontwikkelprogramma’s voor onze medewerkers en bedrijfsvoering zullen wij daar in deze coalitieperiode naar toe werken. Eind 2010 is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om sneller concrete resultaten te boeken bij de verbetering van onze (digitale) dienstverlening. Een van de conclusies van dit onderzoek is dat aansluiting bij een samenwerkingsverband de beste optie is. Binnen samenwerkingsverbanden is immers veel kennis aanwezig van gemeentelijke processen. Daarnaast kunnen binnen een samenwerkingsverband bepaalde faciliteiten gedeeld worden, hetgeen leidt tot kostenbesparing. In het onderzoek zijn verschillende (bestaande) samenwerkingsverbanden van gemeenten uitvoerig met elkaar vergeleken. Uiteindelijk is de keuze gemaakt om aan te sluiten bij het samenwerkingsverband Dimpact. Dimpact is een samenwerkingsverband van 29 gemeenten. Concrete resultaten van deze samenwerking zullen in 2012 opgeleverd worden .
Begroting 2012 / 67
Voor de organisatie is het van groot belang dat medewerkers betrokken zijn bij deze veranderingen. Goede interne communicatie is daarbij van essentieel belang. Leidinggevenden en medewerkers spelen immers een cruciale rol in het veranderproces. Interne communicatie krijgt dan ook extra aandacht. Ten aanzien van communicatie wordt in 2012 de informatie op de (vernieuwde) website van de gemeente Roermond zoveel als mogelijk wijkgericht ontsloten, waardoor voor de bezoekers een herkenbare ingang ontstaat. Daarnaast is het voor de inwoners mogelijk zich te abonneren op wijkgerichte informatie door middel van een gepersonaliseerde nieuwsbrief. De nieuwsbrief wordt in 2012 verder gepromoot en verbeterd. De informatie op website wordt nog nadrukkelijker gekoppeld aan de veelgebruikte sociale media. Langs die weg kunnen we onze doelgroepen via hun ‘eigen’ kanaal attenderen op nieuws en ontwikkelingen bij de gemeente Roermond. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 612.278 1.576.160 2.806.086 Baten 495.000 1.020.000 1.534.000 Totaal 1.107.278 2.596.160 4.340.086
2015 4.359.000 1.534.000 5.893.000
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Het in stand houden van het niveau van het aanbieden van producten en diensten waarbij de kwaliteit, continuïteit, flexibiliteit en snelheid van de dienstverlening zoveel mogelijk centraal staat
Klantenbegeleidingssysteem Q-matic, Decos,
[email protected]
Verschuiving van productafname van balie naar digitaal
Het verschil tussen Kas4all en Bavak is te verklaren door producten die digitaal zijn afgenomen
- 100 % van de bezoekers van de stadswinkel Roermond kunnen binnen 10 werkdagen een afspraak maken. - Minimaal 95 % van de schriftelijke verzoeken voor levering producten worden binnen 2 weken afgehandeld. - Minimaal 95 % van de digitale verzoeken via mail en website worden binnen een week afgehandeld. - Digitaal worden 5% meer producten (verhuizing doorgeven, aanvraag paspoort en rijbewijs, aanvraag GBA uittreksel) aangevraagd/ geleverd.
Dienstverlening
Communicatie en burgerparticipatie Promoten en uitbouwen digitale nieuwsbrief Klantbeoordeling digitale nieuwsbrief (nulmeting)
Aantal abonnees
Online enquête onder abonnees
Het aantal abonnees op de digitale nieuwsbrief is minimaal 7.500. De abonnees beoordelen de nieuwsbrief minimaal met een gemiddeld rapportcijfer 7.
Begroting 2012 / 68
Lasten en baten van het programma rekening 2010 Lasten – waarvan: 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Totaal lasten Baten – waarvan: 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Onttrekking uit reserves 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Saldo na bestemming
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
854.434 2.585.209 5.064.080 6.152.455
821.119 2.418.443 4.996.218 3.521.943
870.805 2.438.100 5.140.266 1.767.271
766.857 2.334.779 4.907.015 655.414
715.635 2.417.626 4.902.851 2.457.316
704.617 2.508.135 4.898.431 1.735.368
14.656.178
11.757.722
10.216.442
8.664.064
10.493.428
9.846.550
0 -984.208 -5.847 -90.676.537
0 -1.032.990 0 -74.665.512
0 -1.053.471 0 -75.417.614
0 -1.053.471 0 -71.955.048
0 -1.053.471 0 -73.105.294
0 -1.053.471 0 -71.538.668
-91.666.592
-75.698.502
-76.471.085
-73.008.519
-74.158.765
-72.592.138
-77.010.413
-63.940.780
-66.229.643
-64.344.455
-63.665.337
-62.745.588
0 0 0 29.216.582
0 0 0 5.297.995
0 0 0 3.443.155
0 0 0 2.009.510
0 0 0 2.024.741
0 0 0 2.181.872
-55.220 0 0 -19.096.717
-4.167 0 0 -4.572.436
-4.167 0 0 -491.788
-4.166 0 0 -414.588
0 0 0 -392.388
0 0 0 -317.255
-66.945.769
-63.219.388
-63.307.443
-62.753.699
-62.032.984
-60.880.971
Begroting 2012 / 69
Begroting 2012 / 70
Paragrafen
Begroting 2012 / 71
Begroting 2012 / 72
Inleiding In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in de begroting en het jaarverslag een aantal paragrafen opgenomen moet worden. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de begroting. Het gaat met name om de beleidslijnen voor beheersmatige aspecten die grote financiële gevolgen kunnen hebben en/of van belang zijn voor het realiseren van de programma’s. Deze informatie komt in de begroting veelal versnipperd voor en is daardoor minder inzichtelijk voor de gemeenteraad. Het is de bedoeling van de paragrafen dat de raad de juiste en integrale informatie krijgt om zijn kaderstellende en controlerende rol ook op de beheersmatige aspecten waar te maken. Volgens het BBV dient de begroting tenminste de volgende paragrafen te bevatten: - lokale heffingen; - weerstandsvermogen; - onderhoud kapitaalgoederen; - financiering; - bedrijfsvoering; - verbonden partijen; - grondbeleid. In deze begroting is de bovenstaande volgorde aangehouden. De fondsbeheerders (ministerie van Binnenlandse Zaken) vragen gemeenten die via de krimpmaatstaf een vergoeding ontvangen om in hun begroting en jaarstukken een nieuw paragraaf op te nemen: een krimpparagraaf. Onze gemeente behoort niet tot die gemeenten. Desondanks is met ingang van 2011 een paragraaf over krimp en vergrijzing opgenomen. Vanaf 2012 wijden wij daarnaast een paragraaf aan de Kerntakendiscussie en de uitvoering daarvan. In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe het Kerntakenboek verwerkt is in de programma’s en de (overige) paragrafen.
Begroting 2012 / 73
Begroting 2012 / 74
Paragraaf 1: Lokale heffingen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: - de visie van de gemeente Roermond ten aanzien van lokale heffingen; - ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen; - tarieven; - belastingopbrengsten; - kwijtschelding.
Visie lokale heffingen De gemeente Roermond is er in geslaagd de belastingdruk zeer laag te houden. Tot nu toe was het uitgangspunt, dat de onroerende zaakbelastingen (OZB) niet meer dan trendmatig (met een correctie voor de inflatie) stijgen en dat de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. In 2011 heeft onze gemeente de op één na de laagste lastendruk voor de gemeentelijke heffingen (onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing) in de provincie Limburg. In het kader van de Kerntakendiscussie heeft uw raad als richtinggevend kader meegegeven, dat de belastingdruk voor de OZB zich op termijn begeeft richting het (huidig) Limburgs gemiddelde. Daarnaast dient op termijn een besparing op de kosten van de afvalinzameling en -verwerking te worden gerealiseerd, waardoor de afvalstoffenheffing kan worden verlaagd. Deze verlichting in belastingdruk kan dan ook gebruikt worden voor een verhoging in de OZB. Op basis van het Kerntakenboek is rekening gehouden met de volgende meeropbrengsten voor de OZB, bovenop inflatiecorrectie en volumegroei: 2012 350.000
Meeropbrengst OZB Kerntakenboek
2013 875.000
2014 1.389.000
2015 1.389.000
Op basis van bovenstaande uitgangspunten stijgt de belastingdruk de komende jaren circa 2% meer dan de trendmatige verhoging op basis van de inflatiecorrectie. Voor 2012 komt de belastingdruk uit op € 579,93 bij een gemiddelde WOZ-waarde voor een woning van € 185.000. Daarmee bedraagt de stijging ten opzichte van vorig jaar 4,31%, 2,06% bovenop de prijsstijging van 2,25%. Zoals hierboven aangegeven scoort Roermond provinciaal gezien bijzonder goed. In 2011 had Roermond, evenals in 2009 en 2010, de op één na laagste woonlasten. Een vergelijking met de duurste en goedkoopste gemeenten in Limburg levert het volgende beeld op: Gemeente:
Lastendruk:
Verschil: landelijk
Gemeente:
Lastendruk:
Verschil:
rangnr Beesel
€ 527
Roermond
€ 556
-€ 29
landelijk rangnr
6
Nuth
€ 751
€ 195
351
18
Vaals
€ 766
€ 210
372
Maasgouw
€ 593
€ 37
43
Beek
€ 772
€ 216
378
Leudal
€ 653
€ 97
150
Valkenburg a/d geul
€ 795
€ 239
400
Bergen L
€ 659
€ 103
166
Meerssen
€ 844
€ 288
429
Uit bovenstaand overzicht is af te lezen dat het verschil in lokale lastendruk tussen Roermond en de goedkoopste Limburgse gemeente in 2011 -€ 29 is. Het verschil met de duurste Limburgse gemeente is € 288.
Begroting 2012 / 75
Ontwikkelingen Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) De Wet WOZ bepaalt dat van alle onroerende zaken (WOZ-objecten) periodiek moet worden vastgesteld welke waarde ze hebben op een bepaald moment. Dat moment wordt de waardepeildatum genoemd. De WOZ-waarde 2012 is gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2011. Diverse publicaties geven aan dat de verkoopprijzen van woningen nog steeds aan het dalen zijn. Gemiddeld is de WOZ-waarde van woningen per 1 januari 2010 landelijk 2,3 % lager gebleken dan de vorige WOZ-waarde naar waardeniveau 1 januari 2009. Ook voor 2012 wordt op basis van informatie van de waarderingskamer de waarden van de woningen en de niet-woningen tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2011, landelijk geacht te dalen. Een percentage is echter nog niet te geven. In Roermond worden de waarden van woningen net zoals in de meeste andere gemeenten modelmatig bepaald. Ook de meeste niet-woningen worden modelmatig gewaardeerd. In de gemeente Roermond is het gemiddelde stijgingspercentages op basis van de analyse van de Roermondse markt voor woningen voorlopig vastgesteld op – 0,50% en voor niet-woningen op 0%. Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht De tarieven voor de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten worden jaarlijks zodanig aangepast dat ze in beginsel kostendekkend blijven. Op termijn dienen de kosten van afvalinzameling en afvalverwerking verlaagd te worden (€ 175.000 in 2013 oplopend tot structureel € 475.000 vanaf 2014). Overige gemeentelijke heffingen De tarieven voor de hondenbelasting worden in 2012 zodanig verhoogd, dat hiermee een extra opbrengst van € 30.000 wordt gegenereerd. Dit betekent een stijging van het tarief met € 7,16 tot € 74,24. De toeristen- en watertoeristenbelasting wordt per overnachting verhoogd van respectievelijk € 0,54 naar € 0,85 (watertoeristenbelasting en verblijf op kampeerterrein) en van € 0,94 naar € 1,48 (overige overnachtingen). In het verleden werd vanwege in het kader van de werkgelegenheid de toeristenbelasting ‘teruggegeven’ aan de horeca. gewijzigde financiële omstandigheden vragen thans om een andere opstelling van het gemeentebestuur. Er zal daarom nader overleg plaatsvinden met de sector over het al dan niet geheel of gedeeltelijk terugsluizen van de opbrengsten naar de sector. Het haven- en kadegeld wordt niet verhoogd. De lijkbezorgingsrechten en de brandweerrechten worden aangepast aan de prijsontwikkeling. Voor 2012 betekent dit een verhoging van de tarieven met 2,25%. Bedrijven Investeringszones (BIZ) Met ingang van 2011 zijn op verzoek van de Roermondse ondernemers diverse Bedrijven Investerings Zones ingesteld. De bijbehorende heffing heeft het strikte karakter van een belasting. De gegenereerde inkomsten worden in de vorm van een subsidie weer terugbetaald aan de BIZ-stichtingen. Door middel van een BIZ kunnen de investeringen in de kwaliteit van de bedrijfsomgeving verdeeld worden over alle ondernemers in het aangewezen gebied. De gemeente faciliteert (zij heft, int en behandelt de bezwaar- en beroepszaken) en de ondernemers bepalen zelf of ze een BIZ willen en waar deze voor wordt ingezet. Voor de tarieven verwijzen we naar raadsvoorstel 2010/074/1 en raadsbesluit 2010/074/2. De wet BIZ heeft een experimenteel karakter. Vooralsnog loopt op grond van de ingestelde verordeningen de heffing tot en met 2015. Na evaluatie door de Rijksoverheid zal blijken hoe en of de BIZ een vervolg zal krijgen.
Begroting 2012 / 76
Kwijtschelding Het wetsvoorstel tot verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden voorziet in een verruiming van de vermogensnorm tot maximaal de normen zoals deze gelden op grond van artikel 34 Wet werk en bijstand (WWB). De normen van de WWB zijn ruimer dan de landelijke kwijtscheldingsnormen zoals vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Deze wet moet nog door de Eerste Kamer goedgekeurd worden. Verwachte ingangsdatum is 1 januari 2012. Los van het wetsvoorstel tot verruiming van de kwijtscheldingsnormen wordt de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 zodanig aangepast dat gemeenteraden kunnen besluiten kwijtschelding mogelijk te maken voor privé-belastingschulden van ondernemers die op bijstandsniveau leven. Het betreft dus een facultatieve regeling. De ingangsdatum van de regeling is 1 april 2011. De keuze om van beide nieuwe regelingen gebruik te maken zal in 2012 aan uw raad voorgelegd worden. Door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt ingeschat dat bij het toepassen van beide regelingen gemiddeld zo’n 10% meer kwijtscheldingsaanvragen gehonoreerd moeten worden. In Roermond betekent dit een extra last van circa € 25.000. Hiermee is in de begroting 2012 nog geen rekening gehouden.
Tarieven De tarieven van de OZB worden berekend op basis van de totale opbrengst onroerend zaakbelasting en de waarde van de objecten. De uitgangspunten daaromtrent zijn hierboven beschreven. Bij de tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing is rekening gehouden met het uitgangspunt van kostendekkendheid. De reserve rioolheffing is vanaf 2011 uitgeput. De tarieven voor de rioolheffing dienen daarom de komende jaren te worden verhoogd. In de ontwikkeling van de belastingdruk is hiermee rekening gehouden. Tot en met 2015 compenseren de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserve elkaar dan per saldo. Vanaf 2015 is er sprake van een structureel dekkend tarief. Belastingsoort OZB eigenaren woningenwoningen OZB eigenaren niet woningen OZB gebruik niet-woningen Afvalstoffenheffing Rioolheffing
2011 0,1083% van de woz-waarde 0,1428% van de woz-waarde 0,1208% van de woz-waarde € 213,€ 142,20
2012 0,1149% van de woz-waarde 0,1490% van de woz-waarde 0,1266% van de woz-waarde € 207,96 € 159,26
Belastingopbrengsten De belastingopbrengsten worden meerjarig als volgt geraamd. Programma 7 7 7 6 6
Belastingsoort OZB eigenaren woningen OZB eigenaren niet woningen OZB gebruik niet woningen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
2012 5.616.206 2.793.225 2.129.079 5.126.190 4.539.024 20.203.724
2013 6.029.327 2.885.087 2.199.097 4.871.371 4.788.670 20.773.552
2014 6.495.926 2.940.360 2.241.225 4.628.640 4.980.217 21.286.368
2015 6.547.970 2.939.200 2.240.341 4.628.640 5.328.832 21.684.983
Begroting 2012 / 77
Kwijtschelding Inwoners met inkomen rond het bijstandsniveau zonder vermogen komen mogelijk in aanmerking voor (gedeeltelijke) kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. Kwijtschelding is onder voorwaarden mogelijk voor: - onroerende zaakbelastingen; - rioolheffing; - afvalstoffenheffing. Het uitvoeren van het kwijtscheldingsbeleid is sterk gebonden aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Lokale overheden hebben slechts een beperkte beleidsvrijheid. De gemeente Roermond hanteert voor de kosten van bestaan sinds 2009 een percentage van 100% van het bijstandsniveau. De gemeente Roermond is in 2008 begonnen met geautomatiseerd toekennen van kwijtschelding voor belastingplichtigen, die: - een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand ontvangen; - óf 67 jaar en ouder zijn, en alleen een AOW-pensioen van de Sociale Verzekerings Bank ontvangen én in de twee voorgaande jaren reeds kwijtschelding hebben gekregen van de gemeente Roermond. Dit beleid zal ook in 2012 worden voortgezet. In het onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in het aantal aanvragen, toekenningen, afwijzingen en meerjarenraming. Omschrijving Aantal aanvragen Toekenningen (geheel en gedeeltelijk) Afwijzingen Meerjarenraming kwijtschelding
2012 1.200 800 400 € 254.823
2013 1.200 800 400 € 254.823
2014 1.200 800 400 € 254.823
2015 1.200 800 400 € 254.823
Begroting 2012 / 78
Paragraaf 2. Weerstandsvermogen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: - de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; - alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en aanzienlijk zijn, te dekken. Het gaat om die elementen waarmee eventuele tegenvallers bekostigd kunnen worden zoals bijvoorbeeld de algemene reserve, onbenutte belastingcapaciteit, post onvoorzien en stille reserves. Het beleid met betrekking tot het onderdeel algemene reserve, als onderdeel van de weerstandscapaciteit, wordt in de nota passiva (reserves en voorzieningen) nader uiteengezet. Het beleid inzake weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen in relatie tot de risico’s maakt (nog) geen deel uit van deze nota. De totale weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd. Omschrijving Algemene reserve Bestemmingsreserves Ruimte in begroting 2 Ongebruikte belastingcapaciteit Post onvoorziene uitgaven Totaal weerstandscapaciteit
2012 13.722.672* 46.866.019 25.641 1.585.390 1.000 62.200.722
2013 14.429.775 32.626.212 -1.042.249 1.585.390 1.000 47.600.128
2014 14.548.733 24.135.842 906.640 1.585.390 1.000 41.177.605
2015 14.682.036 18.958.978 780.689 1.585.390 1.000 36.008.093
* Dit is de stand van de reserve na aftrek van de voorgestelde onttrekking ad € 1.009.000 ten behoeve van de nieuw te vormen reserve Kerntakendiscussie.
De weerstandscapaciteit moet qua hoogte aansluiten bij het risicoprofiel van onze gemeente. Omdat de omvang van de risico’s samenhangt met de omvang van de gemeente is het zinvol een relatie te leggen tussen de weerstandscapaciteit en de omvang van het exploitatietotaal.
2
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om de onroerendezaakbelastingen (OZB) te verhogen.
De gemeenteraad kan in principe de tarieven “onbeperkt” verhogen. Landelijk geldt echter voor de OZB een macronorm. Dit is een norm waarbinnen alle gemeenten tezamen moeten blijven. Deze is ingesteld ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Uit de meicirculaire 2011 blijkt dat de macronorm voor 2011 is gesteld op 3,75 %. Het bedrag in de tabel is de ruimte tussen de voorgenomen verhoging in Roermond en de norm. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt gerekend met het OZB-tarief dat gemeenten moeten heffen om in aanmerking te komen voor een artikel 12bijdrage. Voor 2012 is dat 0,1432 %. De tarieven voor overige heffingen en leges zijn in principe kostendekkend in de begroting meegenomen. Er is hier geen sprake van ongebruikte belastingcapaciteit.
Begroting 2012 / 79
Omschrijving Weerstandscapaciteit Begroot exploitatietotaal Weerstandsvermogen ten opzichte van exploitatietotaal
2012 62.200.722 172.980.296 36 %
2013 47.600.128 160.964.975 30 %
2014 41.177.605 155.306.175 27 %
2015 36.008.093 145.507.963 25 %
In het algemeen wordt een minimumbuffer van 10 % gehanteerd. De minimumpositie van de algemene reserve is door uw raad gesteld op € 10.000.000 (raadsbesluit 2011/043/2 herijking financiële beleidsnota’s, reserves en onderhoud gebouwen d.d. 7 juli 2011). Na herberekening blijkt dat de minimumpositie geen aanpassing behoeft. De totale omvang van de stille reserves is niet vastgesteld. Wel is berekend wat het verschil is in WOZ-waarde en boekwaarde van de vaste activa. Hierin zit een stille reserve van ongeveer € 28.000.000. Ten aanzien van de stille reserves is nog geen beleid ontwikkeld. Dit onderwerp zal een plek krijgen in de verdere uitwerking van het risicobeheer. De gemeente Roermond beschikt momenteel nog niet over een systeem waarin risico’s inzichtelijk worden gemaakt, beheerd en gevolgd. In de raadsvergadering van 7 juli 2011 heeft uw raad ingestemd met het plan van aanpak voor een verdere invulling van het risicomanagement. Het plan voorziet in vier stappen: de kaderstelling, de risicoanalyse, de beheersmaatregelen en het monitoren van de resultaten. De eerste stap zal in gang worden gezet in nauw overleg met de klankbordgroep Planning & Control. Afhankelijk daarvan wordt de planning van de vervolgstappen opgesteld.
Risico’s Tegenover de weerstandscapaciteit staat een aantal risico’s, welke niet (geheel) gedekt zijn en van substantieel belang (kunnen) zijn. Het betreft een aantal algemene risico’s zoals de economische crisis, de gevolgen van open eindregelingen en tegenvallende aanbestedingstrajecten. Deze risico’s worden in de risicoparagraaf niet nader uitgewerkt. Onderstaand zijn de voornaamste specifieke en materiële risico’s, gerangschikt naar programma, opgenomen. De plannen van het huidige kabinet, zoals uitgewerkt in het bestuursakkoord, vormen een bijzonder risico. In de Kerntakendiscussie is dit risico naar beste weten ingeschat en heeft de financiële consequentie ervan een plek gekregen. Juist omdat de uitwerking ervan nog erg veel onduidelijkheden bevat kan deze afwijken van onze inschatting. In de programma’s 1 en 2 is geen sprake van substantiële risico’s.
Programma 3. Roermond: Regiostad Regionalisering brandweer Al geruime tijd wordt binnen de brandweer gediscussieerd over de juiste schaalgrootte om een effectieve, efficiënte en hoogwaardige brandweerzorg mogelijk te maken of te behouden. Veelal wordt hiervoor een grotere schaalgrootte dan die van de gemeentelijke schaal als gewenst beschouwd. De gemeente Roermond werkt al geruime tijd samen met de gemeente Roerdalen en Maasgouw voor verschillende brandweertaken. De Tweede Kamer heeft op 30 november 2010 de motie HennisPlasschaert (VVD) aangenomen over het wettelijk vastleggen van de verplichting tot regionalisering van de brandweer in de Wet Veiligheidsregio’s, met als doel de kwaliteit van de brandweerzorg te verbeteren. Als gevolg hiervan wordt de huidige gemeentelijke brandweerorganisatie op termijn (waarschijnlijk per 1 januari 2013) geregionaliseerd.
Begroting 2012 / 80
Uittreden voormalige gemeente Haelen uit samenwerkingsverband brandweer Door de herindeling per 1 januari 2007 maakt de voormalige gemeente Haelen onderdeel uit van de nieuwe gemeente Leudal. De voormalige gemeente Haelen was deelnemer aan de all-in samenwerking met de brandweer Roermond. Met ingang van 1 juli 2009 zijn de brandweren van de gemeenten Leudal, Weert en Nederweert geregionaliseerd en functioneren gezamenlijk als het brandweerdistrict Weert. Met ingang van 1 januari 2010 heeft de gemeente Leudal de preventieovereenkomst beëindigd. Per 1 januari 2013 wordt tevens de repressieovereenkomst beëindigd. De bijdrage van Leudal ad € 437.000 in de exploitatie brandweer zal dan komen te vervallen. De brandweer onderzoekt momenteel op welke wijze dekking hiervoor kan worden gevonden. Resultaten worden voorgelegd aan het bestuur/de besturen.
Programma 4. Roermond: Sociale stad In het kader van de rijksbezuinigingen heeft het kabinet een aantal hervormingen aangekondigd op het gebied van de sociale zekerheid. Deze hebben direct of indirect gevolgen voor de gemeenten. Een inschatting van het financiële effect is meegenomen in de financiële kaders 2012 en het Kerntakenboek. Ontwikkelingen Sociale Zekerheid De aangekondigde bezuinigingen hebben grote gevolgen voor de ketensamenwerking UWV/Werkbedrijf en gemeenten. Doordat de dienstverlening van het UWV/Werkbedrijf zich met name zal beperken tot e-services en geen re-integratie-instrumenten meer beschikbaar zullen zijn voor WW-ers, bestaat het risico dat meer WW-ers sneller zullen doorstromen naar de Wet werk en bijstand (Wwb). Dit heeft negatieve gevolgen voor het aantal Wwb-uitkeringen. Aanvullend hierop ontvangen de gemeenten minder budget voor de uitvoering van de re-integratieactiviteiten. Naar verwachting zal het Participatiebudget de komende jaren op termijn met tweederde deel afnemen. Wet werken naar vermogen Het kabinet is voornemens het huidige systeem in de sociale zekerheid, waar het betreft de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) te hervormen en op te nemen in een nieuwe wettelijke regeling, de Wet werken naar vermogen. Deze nieuwe wet zal worden uitgevoerd door de gemeenten. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe deze wet er uit gaat zien en wat de beleidsvrijheid, de financiële consequenties en risico’s voor de gemeenten zijn. Ook de invoeringsdatum is nog niet zeker, maar momenteel wordt uitgegaan van 1 januari 2013. Te verwachten is dat het huidige budgetteringssysteem van de Wwb zal worden overgenomen, waarbij de gemeente een vooraf vastgesteld budget krijgt waarmee de uitkeringen gefinancierd dienen te worden. Overschotten op dit budget mogen worden gehouden, maar tekorten zullen door de gemeente uit eigen middelen moeten worden aangevuld. Aangezien de doelgroep onder de nieuwe regeling groter wordt dan de huidige gemeentelijke doelgroep, mag worden verwacht dat de gemeentelijke financiële risico’s (aanzienlijk) zullen toenemen. Wet werk en bijstand In 2012 zal de Wwb op een aantal onderdelen worden aangepast. Uitgangspunt hierbij is dat de Wwb optimaal activerend moet zijn richting werk. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op: - het intrekken van de WIJ en het integreren daarvan in de Wwb; - het afschaffen van de bijstand voor inwonenden en de toets op het huishoudinkomen; - het opnemen van een tegenprestatie; - het beperken van de maximale verblijfsduur in het buitenland; - het aanscherpen van het fraudebeleid.
Begroting 2012 / 81
Deze voorgenomen wijzigingen kunnen gevolgen hebben voor een groot deel van de Wwbuitkeringsgerechtigden. Daarnaast is al in 2012 een substantiële bezuiniging op het Participatiebudget voorzien. Hierdoor kan minder gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om uitkeringsgerechtigden door middel van gesubsidieerde arbeid (UGA) werkervaring te laten opdoen. Dit heeft gevolgen voor de in- en uitstroom uit de Wwb. Hierdoor zal naar verwachting het aantal Wwb-uitkeringen gaan toenemen. Bijzondere bijstand. In de decembercirculaire 2010 is een korting in het Gemeentefonds aangekondigd op het lokaal inkomensbeleid (bijzondere bijstand) en de schuldhulpverlening. Het gemeentelijk inkomensondersteunende beleid mag alleen nog opengesteld worden voor inwoners met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum voorzover het categoriale voorzieningen betreft. Bovendien zouden bepaalde doelgroepen (op basis van inkomen, woonsituatie, bestedingspatroon, aard van schulden, verwijtbaarheid) uitgesloten moeten worden van de dienstverlening op de schuldhulpverlening. Deze maatregelen kunnen gevolgen hebben voor het budget Bijzondere Bijstand. Integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar Op 1 januari 2003 zijn de financiële middelen voor de jeugdgezondheidszorg( JGZ) 0-4 jaar overgeheveld van de Algemene wet bijzondere ziektekosten naar het Gemeentefonds. Gemeenten kregen hiermee zeggenschap over de totale JGZ 0-19 jaar. Doel van deze verandering was het realiseren van een integrale JGZ. Ook in de regio Limburg-Noord is vanaf 2003 gewerkt aan een integrale JGZ waarbij besloten is om de gehele JGZ onder te brengen bij de GGD Limburg-Noord. De ontvlechting van de JGZ 0-4 en het invlechten in de GGD zal gepaard gaan met twee soorten kosten, te weten transitie- en frictiekosten. Het bestuur van de Veiligheidsregio heeft besloten de geraamde transitiekosten ad € 300.000 te dekken uit eigen middelen. De frictiekosten en de te ontvangen rijksvergoeding kunnen (nog) niet adequaat worden ingeschat.
Programma 5. Roermond: Economisch sterke stad Exploitatie parkeergarages Als gevolg van een aantal ontwikkelingen rond de parkeergarage Kazerneplein heeft er een hogere uitname uit de reserve plaats gevonden dan aanvankelijk was voorzien. Hoewel uiteindelijk een positief resultaat op langere termijn nog steeds haalbaar lijkt, zal het tekort in 2012 volgens de laatste prognoses ongeveer € 223.000 bedragen. In 2011 zullen wij nog een aantal keuzes maken met betrekking tot een commerciële aanpak van ons parkeerbeheer. Naast de parkeergarage Kazerneplein zal ook gekeken worden naar de parkeergarage Stationspark die in 2012 de deuren zal openen. Parkeergarage Stationspark is op dit moment in aanbouw en zal medio 2012 openen. Zoals in het betreffende raadsvoorstel is aangegeven is gedurende de eerste 15 jaar (vanaf 2011) sprake van exploitatieverliezen die worden opgevangen in de voor dit doel gevormde bestemmingsreserve à € 1.060.000. De hierbij opgestelde exploitatieberekeningen zijn gebaseerd op een aantal prognoses en aannames. De feitelijke ontwikkeling is bepalend voor de exploitatie en de toereikendheid van de hieraan gekoppelde bestemmingsreserve voor aanloopverliezen. Grondexploitaties Verliezen op de grondexploitaties die onafwendbaar blijken te zijn zullen conform de Nota Grondexploitaties worden afgeboekt ten laste van de algemene reserve. Op dit moment worden voor de grondexploitaties geen verliezen verwacht, waardoor het niet noodzakelijk is een voorziening te treffen.
Begroting 2012 / 82
Daarnaast kunnen zich echter ook niet te voorziene financiële tegenvallers voordoen, bijvoorbeeld onvoorziene vertragingen, hogere kostenstijgingen en dergelijke. Door het passieve grondbeleid van de gemeente Roermond liggen deze risico’s bij de meeste projecten bij marktpartijen. Dit betekent dat dit risico voor Roermond als gevolg van dit beleid aanzienlijk kleiner is dan voor gemeentes van vergelijkbare omvang die een actief grondbeleid voeren. Het weerstandsvermogen in verband met deze onvoorziene tegenvallers binnen de grondexploitaties is € 3.700.000. Voor de onderbouwing van de hoogte van dit bedrag wordt verwezen naar paragraaf 7 Grondbeleid.
Programma 6. Roermond: Prachtige stad Bodemverontreiniging In de gemeente Roermond is de bodem op diverse locaties verontreinigd. Daaraan zijn saneringsverplichtingen verbonden. De omvang van de verontreinigingen en de daarbij horende saneringskosten zijn niet voor alle locaties bekend. Uitgangspunt is dat locaties met bodemverontreiniging en de met de sanering gepaard gaande kosten worden opgenomen in de grondexploitatie. Regionale uitvoeringsdienst In 2010 heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen waarmee de wettelijk verplichte vorming van regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) voorlopig is afgewezen. Gemeenten en provincies hebben in principe tot 1 januari 2013 de tijd om aan de samenwerking invulling te geven. Indien deze dan niet tot stand is gekomen of de eigen organisatie voldoet niet aan het door het rijk bepaalde kwaliteitsniveau, kan het instellen van een RUD alsnog, via een wettelijke verplichting, opgelegd worden. Het tot stand komen van de RUD’s vraagt in de oprichtingsfase een investering van gemeenten en provincies, die in belangrijke mate afhankelijk is van de gekozen dan wel opgelegde samenwerkingsvorm. Op 14 juli 2011 is de Bestuurlijke intentieverklaring NetwerkRUD Limburg-Noord getekend waarin is vastgelegd dat in eerste instantie de taken toezicht en handhaving milieu en in tweede instantie het volledige basistakenpakket -zoals overeengekomen door IPO en VNG en voor zover mogelijk- in een netwerkorganisatie worden ondergebracht. Afhankelijk van de verdere vormgeving van de op te richten RUD kunnen dus beleidsmatige, personele en financiële consequenties optreden. De gemeenten Maasgouw, Roerdalen en Echt-Susteren zijn voornemens om samen te gaan werken op het gebied van de inrichting van een RUD. Dit kan tot gevolg hebben dat deze RUD ook zelfstandig preventieve brandweertaken gaat verrichten, werkzaamheden die momenteel door de brandweer van Roermond worden uitgevoerd.
Programma 7. Roermond: De gemeente Identiteitskaarten De Hoge Raad heeft op 9 september 2011 uitspraak gedaan over de legesheffing van de nationale identiteitskaart. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat legesheffing niet mogelijk is voor personen van 14 jaar en ouder. Dat staat haaks op de keuze die de wetgever destijds heeft gemaakt voor het verhaal van de kosten van de nationale identiteitskaart. De wetgever was van mening dat de individuele aanvrager van de kaart de kosten zou moeten betalen. De Nederlandse Vereniging van Burgerzaken bestudeert de uitspraak en treedt in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verstrekken van de nationale identiteitskaart is een aan de gemeente opgedragen taak, waarbij de rijksoverheid dient aan te geven op welke wijze gemeenten een vergoeding krijgen. De verwachting is dat de rijksoverheid het wegvallen van de legesheffing van de nationale identiteitskaart zal compenseren. Mocht de rijksoverheid dit niet doen dan leidt dit tot een gemis aan legesinkomsten van € 104.000. Roermond betaalt met terugwerkende kracht vanaf 26 augustus 2010 de legeskosten terug en vormt daarmee een positieve uitzondering ten opzichte van andere gemeenten.
Begroting 2012 / 83
Begroting 2012 / 84
Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op ontwikkelingen met betrekking tot: de openbare ruimte; gebouwen; de investeringsplanning.
Openbare ruimte De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In de Strategische Visie Roermond 2020 is onder strategisch gebied Roermond: Prachtige Stad aangegeven dat burgers en bedrijven steeds hogere eisen stellen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. De openbare ruimte is opgebouwd uit diverse objecten en voorzieningen. Bij de nota “Op weg naar beter beheer” (2008-2017) zijn de volgende beheerplannen vastgesteld voor het grondgebied van de voormalige gemeente Roermond: verhardingen; kunstwerken; riolering; groen; waterpartijen en havens; openbare verlichting; speelvoorzieningen; verkeersvoorzieningen; begraafplaatsen; reinigingsplan. In de beheerplannen is ten aanzien van het na te streven instandhoudingniveau in algemene zin één basisniveau gehanteerd. Het betreft instandhouding op zodanige wijze dat de objecten in de openbare ruimte tegen minimale kosten veilig hun functie vervullen, en dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen. In de beheerplannen is inhoudelijk het na te streven kwaliteitsniveau van de objecten in de openbare ruimte vergeleken met het bestaande niveau. In de beheerplannen is vervolgens in kaart gebracht welke maatregelen de eerstvolgende tien jaar nodig zijn om de verschillende objecten op het na te streven kwaliteitsniveau te brengen dan wel te houden en wat de bijbehorende kosten zijn. Achterstallig groenonderhoud is in de eerste jaren van de planperiode uitgevoerd. In 2011 zijn de laatste achterstanden grotendeels weggewerkt. Vanaf 2012 worden minder asfaltreparaties uitgevoerd. De afgelopen strenge winters is veel schade ontstaan aan het gemeentelijk wegennet. Deze schades zijn grotendeels gerepareerd waarmee de eerstkomende jaren de kans op schades op deze plekken afgenomen is. Niet uitgesloten is echter dat op termijn op andere locaties schades ontstaan. Afhankelijk van de toekomstige winters kan deze taak gefaseerd worden verminderd. Achterstallig onderhoud ten aanzien van verhardingen wordt in jaarlijkse operationele programma’s uitgevoerd. Uiteraard hebben hier weersomstandigheden (vorst) een belangrijke invloed op en kunnen jaarlijks schommelingen optreden. Mede afhankelijk van de omvang van de vorstschade dient jaarlijks bezien te worden of dit door een herprioritering binnen de bestaande middelen mogelijk is. Waar door hevige regenval water op straat tot schade leidt, hebben wij de intentie daarvoor maatregelen te treffen. Maatregelen zullen in reguliere werken worden ingepast. Plaatselijke kleine aanpassingen aan de infrastructuur zullen uit de lopende exploitatie worden gefinancierd. Daarnaast zal onderzoek uit moeten wijzen of er grootschalige aanpassingen dienen plaats te vinden.
Begroting 2012 / 85
Onderhoud en beheer van verharde wegen in het buitengebied zijn in beheerplannen en begroting opgenomen. Mede in verband met gewijzigd gebruik (na de in gebruikneming van A73/N280) van buitenwegen is een onderzoek naar de verhardingen en bermen en openbare verlichting van utilitaire wegen in het buitengebied aan de commissie voorgelegd. Reconstructie- en verbeteringsvoorstellen van deze wegen zijn op dit moment niet in de begroting opgenomen. Regulier onderhoud is financieel vertaald in de exploitatie en in de onderhoudsbestekken opgenomen. Vervangingen worden in het ingroeimodel van de wijkgerichte aanpak en integrale projecten uitgevoerd. Voor de resterende periode van de beheerplannen zijn voor het wijkgericht onderhoud in het kader van de nota “Op weg naar beter beheer (2008-2017)” geen extra middelen opgenomen. De beheerplannen zijn als volgt verwerkt in de begroting (bedragen x € 1.000). 3
Programma
Beheerplan
I/S
2012
2013
2014
2015
5
Verkeersvoorzieningen
S
446
441
441
441
6
Groenvoorzieningen
S
2.573
2.454
2.444
2.429
6
Verhardingen
S
1.111
1.086
1.021
1.021
6
Kunstwerken
S
112
102
87
87
6
Havens en waterpartijen
S
83
83
83
83
6
Openbare verlichting
S
995
995
995
995
6
Reinigingsplan
S
552
552
552
552
6
Riolering
S
905
905
905
905
6
Begraafplaatsen
S
312
312
312
312
6
Speelvoorzieningen
S
193
187
181
181
6
Algemeen
S
71
56
34
34
7.353
7.173
7.055
7.040
Totaal
Met betrekking tot het stadsdeel Swalmen zijn hoeveelheden en arealen ingemeten en in het Geïntegreerd Beheer Informatiesysteem (GBI) verwerkt. Het realiseren van het vastgestelde onderhoudsniveau van verhardingen, groenvoorzieningen en openbare verlichting in dit stadsdeel zal over een langere periode gespreid moeten worden omdat onvoldoende middelen beschikbaar zijn om met name het volledige achterstallige onderhoud op korte termijn te realiseren. De projecten en aanverwante infrastructuur (onder andere herinrichting Rijksweg en Stationsstraat) die vanuit de toekomstvisie van de voormalige gemeente Swalmen geprioriteerd zijn, zullen binnen de huidige onderhoudsexploitatie en investeringplanning uitgevoerd worden. Daarnaast is de systematiek van wijkgericht onderhoud voor het stadsdeel Swalmen gedeeltelijk in 2015 opgenomen in de investeringsplanning.
Gebouwen Onderhoud gebouwen Aanbesteding van het groot onderhoud 2012 t/m 2014 vindt eind 2011 of begin 2012 plaats. Het onderhoud aan de buitenkant van de schoolgebouwen wordt vanaf 2012 ook door de gemeente (gebouwenbeheer) uitgevoerd en meegenomen in deze aanbesteding. Het onderhoud van gebouwen is als volgt gepland: .
3
S = structureel = regulier onderhoud.
Begroting 2012 / 86
Programma 7
Omschrijving Onderhoud gebouwen
2012 804.583
2013 1.219.419
2014 971.634
2015 1.024.389
Legionellabeheer in gemeentelijke gebouwen Het waterleidingbesluit bepaalt dat eigenaren/beheerders van leidingwaterinstallaties een risicoanalyse voor legionellabesmetting moeten uitvoeren en dat men de plicht heeft zorg te dragen voor een deugdelijke installatie. Ten behoeve van bovenstaande wettelijke verplichting zijn de gemeentelijke eigendommen onderworpen aan een uitgebreide risico-inventarisatie. De gemeente blijft als eigenaar wettelijk overigens verantwoordelijk voor legionellapreventie van haar eigendommen. Indien de beheerders c.q. de gebruikers de beheersmaatregelen niet naar behoren uitvoeren, kan de gemeente alsnog aansprakelijk gesteld worden bij incidenten. Ten behoeve van de legionellapreventie van gemeentelijke eigendommen is bij de financiële kaders begroting 2012 een (structurele) autonome ontwikkeling opgenomen van € 55.000. Ver- of nieuwbouwprojecten De renovatie van wijkaccommodatie de Donderie wordt begin 2012 voltooid. De renovatie van de gebouwen op het Oude Kerkhof wordt eveneens in 2012 afgerond.
Investeringsplanning In de gemeentelijke hoofdinfrastructuur vinden integraal werkzaamheden plaats aan de reconstructie Singelring vierde fase, herinrichting Rijksweg N271 en de Maastrichterweg. Deze werkzaamheden zijn opgenomen in de investeringsplanning. Wijkgericht onderhoud in Tegelarijeveld en Groene Kruisbuurt (in Swalmen) zal in 2012 op basis van de beschikbare middelen plaatsvinden. Daarbij worden prioriteiten in de volgorde van uitvoering door ons college vastgesteld. In De Kemp en het Roermondse Veld vinden werkzaamheden aan de rioleringen, verhardingen, verlichting, groenvoorziening en wegmeubilair plaats die worden gefinancierd vanuit de bestemmingsreserve wijkontwikkeling. Ook in de Stationsstraat vinden werkzaamheden plaats. Voor het groot onderhoud aan de wegen, maar ook aan het rioolstelsel, het gemeentelijk groen, de verkeerskundige inrichting en de aanpassing van speelvelden zijn in de begroting (zowel in de investeringsplanning als in de exploitatiebudgetten) dekkingsmiddelen opgenomen.
Begroting 2012 / 87
Begroting 2012 / 88
Paragraaf 4. Financiering (treasury) Bij financiering gaat het om de vraag hoe de gemeente regelt dat ze steeds voldoende geld heeft om alle rekeningen te betalen, uiteraard tegen zo laag mogelijke kosten. De activiteiten variëren van lenen bij tekorten en overschotten veilig wegzetten tot sparen of juist lenen voor grote uitgaven. Een goede liquiditeitsprognose is daarvoor onontbeerlijk. In de afgelopen jaren hebben wij daarin belangrijke stappen gezet, maar wij zullen ook het komend jaar blijven werken aan verdere verbetering. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: • externe en interne ontwikkelingen; • de rentevisie; • financiering, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de financieringspositie, liquiditeitsprognose; • risicobeheer, verhouding vaste activa gefinancierd met vreemd en eigen vermogen en de liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Externe en interne ontwikkelingen Externe ontwikkelingen De eerste helft van 2011 werd gekenmerkt door oplopende energie- en grondstoffenprijzen met een oplopend effect op de inflatie. De kerninflatie werd verwacht laag te zullen blijven als gevolg van een gematigde loonontwikkeling. Bevreesd in een loon-prijs-spiraal terecht te komen verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB), voor het eerst sinds medio 2008, tot twee maal toe haar rentetarief. Algehele economische groeiverwachtingen waren dat de groei van de wereldeconomie in 2011 lichtjes zou terugvallen naar iets meer dan 4,0 %, waarbinnen met name de opkomende landen een sterke groei zouden laten zien. Het herstel van de bedrijvigheid in de westerse landen blijft gematigd, waardoor de economie binnen de eurozone met 1,8 % groeit in 2011 en 1,5 % in 2012. Deze verwachtingen zijn dan ook de voedingsbodem voor aantrekkende renteniveaus. Begin augustus ontstond echter weer onrust in de financiële wereld: de ‘credit-rating’ van de Verenigde Staten wordt voor het eerst in de geschiedenis verlaagd van (de hoogst mogelijke rating) AAA naar AA+, voornamelijk ingegeven door de bijzonder hoge schuldenpositie. Tegelijkertijd staken in Europa geruchten over de kredietwaardigheid (en daarmee de terugbetalingscapaciteit op leningen) van een aantal EU-landen, waarbij nu ook de namen van Spanje, Italië en Cyprus toegevoegd worden aan landen als Griekenland en Ierland, opnieuw de kop op. Krachtig ingrijpen van de ECB wist erger te voorkomen, maar het illustreert dat het herstel en vertrouwen in de economie uiterst broos is, hetgeen tot uitdrukking komt in scherp dalende beurskoersen wereldwijd en opnieuw grote fluctuaties in de geld- en kapitaalmarktrentes. Hierbij wordt zelfs gevreesd voor een ‘double dip’ van de recessie, die door velen al als afgesloten werd beschouwd. Hiernaast is weergegeven de ontwikkeling van de korte rente, de herfinancieringsrente van de ECB, die in april en in juli 2011 weer voor het eerst in drie jaar een tweetal verhogingen van 0,25 % liet zien. Na jarenlange dalingen kwam de rente nu weer op een niveau van 1,50 %.
Begroting 2012 / 89
Ook de lange rente liet na een lange periode van dalende tarieven sinds september 2010 weer een opwaartse trend zien, hoewel hierop in de eerste maanden van 2011 een correctie te zien is. Verwachting blijft echter, voor zowel de korte als de lange rente, dat het laagste punt van de rente achter ons ligt en dat met structureel hogere niveaus rekening moet worden gehouden. Ook hier geldt dat de bovenbedoelde economische negatieve sentimenten van augustus 2011 een scherpe reactie lieten zien.
In de hiernaast gepresenteerde grafieken is de ontwikkeling van de lange rente aangegeven; zowel de ontwikkeling gedurende de afgelopen 10 jaren alsook in het afgelopen jaar.
Als referentie is hier de 10-jaars staatslening aangehouden, daar hierin geen extra kredietopslag voor het debiteurenrisico is meegenomen.
3-maands euribor * huidig
B.N.G. ING-Bank RABO ABN AMRO gemiddeld
10-jaars swap * *
1,60%
3,00%
over 1 jaar
over 1 jaar
2,25% 2,30% 2,15% 2,50% 2,30%
3,60% 3,70% 3,60% 3,90% 3,70%
De tabellen hiernaast laten de verwachting zien van korte en de lange rente.
Opmerkelijk is dat de verwachting voor de korte rente een stijgende tendens toont, terwijl met het fluctueren van de economie de verwachting voor de lange rente door marktpartijen naar beneden werd bijgesteld; desalniettemin gaat men ervan uit, dat het laagste punt in de markt gepasseerd is.
* de euribor is de interbancaire rente voor kortlopende leningen * * de swap-rente wordt gezien als de basis voor kredietverstrekking, te vermeerderen met een opslag, voor gemeenten momenteel circa 0,5 %
Interne ontwikkelingen De rentekosten zijn uiteraard de afgeleide van de totale rentedragende financieringsbehoefte en deze laatste wordt wederom bepaald door de exploitatie van de gemeente, maar hangt natuurlijk ook sterk af van het investeringsniveau. Voor wat betreft de keuzemogelijkheden om te voorzien in de financieringsbehoefte tussen (middel-)lange leningen dan wel kortlopende geldleningen, heeft de gemeente
Begroting 2012 / 90
bepaalde spelregels te respecteren: zowel de kasgeldlimiet als de renterisiconorm beperken de bewegingsvrijheid van de financiering (zie onder “Risicobeheer”).
verloop lening o/g en leningen u/g * € 1.000 € 90.000 € 85.026
€ 80.000 € 70.000
€ 65.937
€ 60.000 € 50.000 € 43.295
€ 40.000 € 30.000
€ 24.079
€ 20.000
€ 19.089
€ 10.000 €0
11 nju
10 cde
10 nju
leningen u/g
09 cde
09 nju
08 cde
08 nju
07 cde
leningen o/g
Netto "eigen" financiering (o/g -/- u/g)
De bovenstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van de leningenportefeuille, zowel van de verstrekte leningen u/g (de groene lijn) als van de opgenomen leningen o/g (de blauwe lijn): de rode lijn laat het gedeelte van de opgenomen leningenportefeuille zien, dat aldus voor eigen financiering werd opgenomen. Een substantieel bedrag ad ruim € 41 miljoen werd in de eerste 7 maanden van 2011 opgenomen, daar enerzijds voordien optimaal gebruik was gemaakt van de zeer lage korte rente; daar dit echter aan wettelijke maxima gebonden is, diende een deel van onze financieringsbehoefte naar langlopend omgezet te worden. Anderzijds hebben investeringen geleid tot aanvullende financieringsbehoefte.
Rentevisie Gebaseerd op onze exploitatie en rekening houdend met het investeringsniveau van onze gemeente is het rentebudget sluitend voor de komende jaren. Vanuit een voorzichtigheidsbeginsel en met het oog op de historisch lage rentetarieven en de algemene gedachte dat de rente zal aantrekken adviseert de toezichthouder een ‘worst case’-variant, waarbij de rentes (zowel kort als lang) stijgen. Dit scenario hebben we eveneens op onze financieringsbehoefte geprojecteerd: bij een stijging van de korte rente van 2 % naar 3 % (startend met 2 % in 2012 en vervolgens met 0,25 % per jaar) en de lange rente van 4 % naar 5 % (startend met 4,25 % in 2012 en vervolgens met 0,25 % per jaar) leidt dit slechts beperkt tot extra rentekosten, met name doordat onze vervalkalender een zeer goede spreiding laat zien en jaarlijks slechts een beperkt deel aan herfinanciering toe is. Onze gemeente hanteert meerjarig een percentage van twee voor de korte respectievelijk vier voor de lange rente en mede gelet op de recente ontwikkelingen in de financiële markten lijkt dit prudent realistisch.
Financiering Financieringspositie Het belang van een adequate beheersing van de geldstromen neemt hand over hand toe, temeer daar de activiteiten van de gemeente complexer worden en de bedragen die hiermee gemoeid zijn navenant groter. Een (periodieke en voortschrijdende) gedegen analyse van de bestaande financiële posi-
Begroting 2012 / 91
tie alsook een goed (meerjarig) inzicht in de ontwikkeling hiervan zijn dan ook van groot belang, teneinde tijdig te kunnen anticiperen en de juiste maatregelen te treffen. Leningenportefeuille Uitgangspunt voor de financieringspositie is de huidige leningenportefeuille. Zoals reeds aangegeven hebben wij gestreefd naar een meerjarige spreiding van de (netto) rente- en aflossingsverplichtingen; zo is vanaf 2012 tot en met 2021 steeds een ‘netto’ betalingsverplichting van rond de 8 % van de totale leningenportefeuille. Onder “netto” wordt in dit geval verstaan, de betalingsverplichting (van rente en aflossing) over de opgenomen leningenportefeuille, nadat de rente- en aflossingsontvangsten (die de gemeente ontvangt uit hoofde van de verstrekte leningen) hierop verminderd zijn. De netto rente- en aflossingsverplichtingen voor de komende tien jaren uit hoofde van onze leningenportefeuille zien er als volgt uit:
Netto Rente- en Aflossingsverplichting per jaar
3.908.515
2022
7.404.774
2021
7.248.384
2020
7.317.226
2019
8.200.560
2018
8.422.721
2017 7.699.991
2016
7.751.914
2015 2014
7.692.390
2013
7.722.508 9.728.183
2012 0
1 .0 00
.0 00
2.0 00
.0 0 0
3 .000
.00 0
4.0 00
.0 00
5 .000
.00 0
6.0 00
.0 00
7 .000
.00 0
8.0 00
.0 00
9 .000
.0 0 0
0 .0 00 10.00
Bovenstaande grafiek laat een spreiding in netto rente- en aflossingsverplichtingen zien; 2012 lijkt een negatieve uitzondering, echter in bedoeld jaar wordt een hoger dan gebruikelijke BTW-teruggaaf verwacht, waardoor ook 2012 op circa 8 % uitkomt.
De leningenportefeuille kan verdeeld worden in opgenomen leningen (o/g) en verstrekte leningen (u/g) en bezien vanuit ‘door’-verstrekte versus eigen financiering geeft het volgende inzicht: 'Break-down' leningenporteuille - opgenomen leningen ten behoeve van 'door'-verstrekte leningen - 'door'-verstrekte leningen (aan woningencorporaties)
Bedrag 14.243.241 -14.263.400
Rente-% 4,99% 5,10% -20.159
- "overige" verstrekte leningen (Essent e.a.)
-4.825.963
4,62% -4.825.963
- ten behoeve van eigen gemeentefinanciering opgenomen leningen
70.782.796
3,56% 70.782.796
Netto leningen per 31 juli 2011
65.936.675
Begroting 2012 / 92
Met name de opgenomen leningen laten een forse toename zien; er heerst onzekerheid over de toekomstige niveaus van de lange rente, waarbij deze naar hogere niveaus neigt (na een periode van dalingen). Het vastzetten voor een langere (rentevast-) periode wordt daardoor aantrekkelijk. De navolgende nieuwe leningen werden tot nu toe in 2011 opgenomen : Afsluitdatum
Hoofdsom
Augustus 2010 € 10.000.000 Januari 2011 € 10.000.000 Januari 2011 € 5.000.000 Juli 2011 € 9.000.000 Juli 2011 € 9.445.000 € 43.445.000
Bank RABO BNG BNG BNG NWB
Storting
Looptijd
Januari 2011 10 jaar Maart 2011 11 jaar Maart 2011 10 jaar Juli 2011 20 jaar Juli 2011 20 jaar gemiddeld gewogen rente
Rente-% 2,920% 3,995% 3,980% 3,595% 3,440% 3,542%
Liquiditeitsprognose In de liquiditeitsprognose is een aantal stromen bekend, soms voor een zeer lange periode (zoals de rente- en aflossingsverplichtingen van een 10-jaars lening) en soms voor een kortere periode (zoals ‘reguliere’ crediteurenbetalingen). Deze stromen vormen de eerste basis voor de liquiditeitsplanning van de gemeente. Moeilijker wordt het wanneer we de investeringen in de liquiditeitsprognose betrekken: de hiermee gepaard gaande bedragen fluctueren zeer per project, maar ook blijkt dat de daadwerkelijke data van uitgaven (en mogelijke inkomsten) veelal afwijken van de geplande. Frequente evaluatie van de realisatie van de projecten in combinatie met periodieke overleggen met projectleiders moet een goede prognose van de liquiditeitspositie waarborgen. Op deze wijze kan voorkomen worden dat teveel rente wordt betaald doordat ofwel (1) teveel aan leningen wordt aangetrokken (wanneer de investeringsplanning te optimistisch blijkt) ofwel (2) leningen te vroeg worden aangetrokken. Teneinde meerjarig de rentekosten te kunnen bepalen, hebben we een systeem opgezet, waarbij gestreefd is naar een zo volledig mogelijk inzicht van de toekomstige financieringsbehoefte en aldus een zo goed mogelijke benadering van de hierbij behorende rentekosten. Deze systematiek zullen we het komende jaar verder doorontwikkelen.
Risicobeheer Kasgeldlimiet: de rentetypische looptijd van leningen als maatstaf De Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) bepaalt dat in de financieringsparagraaf informatie opgenomen dient te worden over de liquiditeitspositie van de gemeente in relatie tot de zogenaamde kasgeldlimiet. De rentecurve laat de laatste jaren een “normaal” patroon zien, dat wil zeggen, dat de korte rente lager is dan de lange rente: hierdoor kan de neiging ontstaan om in een zo groot mogelijk gedeelte van de financieringsbehoefte door middel van leningen met een korte rentevast periode (en aldus een zo laag mogelijke rente) te voorzien. Hierbij is echter het risico, dat wanneer de (korte en lange) rente gaat stijgen, men zich geconfronteerd ziet met hogere rentelasten. Om dit te voorkomen, stelt de wetgever maxima aan de kort aangetrokken financieringsmiddelen, de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet is afgeleid van het begrotingstotaal en bedraagt 8,5 % hiervan. De limiet voor 2011 bedraagt € 14,4 miljoen, voor 2012 wordt deze begroot op € 14,7 miljoen. Ook onze gemeente streeft steeds na om zo optimaal mogelijk te profiteren van de zeer lage korte rente en aldus een zo groot mogelijk deel van de financieringsbehoefte door middel van (kortlopende) kasgeldleningen te voldoen, een en ander binnen de geldende kaders van de kasgeldlimiet. Renterisiconorm: de opbouw van de leningenportefeuille als maatstaf In de wet FIDO wordt de renterisiconorm gehanteerd als norm voor de samenstelling van de ‘lange leningen’-portefeuille: jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinancie-
Begroting 2012 / 93
ring niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Het doel is op deze wijze afdoende spreiding aan te brengen in de rentetypische looptijden van de leningenportefeuille waardoor jaarlijks slechts een gedeelte van de leningenportefeuille aan renteherziening (tegen de op dat moment geldende rente) toe is. De renterisiconorm staat een relatief hoog bedrag aan renteherziening plus herfinanciering toe (zoals gezegd, 20% van de begroting). Binnen onze gemeente is, zoals hierboven aangegeven, de afgelopen jaren gewerkt aan een nivellering van de jaarlijkse rente- en aflossingsverplichtingen. De renterisconorm bedraagt voor 2012 € 34,5 miljoen en wij opereren hierbinnen. Verhouding vaste activa gefinancierd met vreemd vermogen en eigen vermogen In de navolgende tabel is weergegeven in hoeverre de vaste activa van de gemeente gefinancierd zijn met eigen financieringsmiddelen dan wel met vreemd vermogen. Uitgangspunt is dat de gemeente in eerste instantie eigen financieringsmiddelen inzet om de vaste activa te financieren. In de tabel is de situatie weergegeven voor de begroting 2011 tot en met 2015 (per 31 december). Bedragen * € 1 miljoen Vaste activa incl. KVT Eigen vermogen (incl. voorzieningen) Benodigde financiering vreemd vermogen lang waarvan nodig ter financiering vaste activa eigen vermogen (incl. vrz) + vreemd vermogen lang gefinancierd met vreemd vermogen kort
Begroting 2011 € 179
% 100%
€ 85 47,4% € 94 € 94
% 100%
€ 73 41,2% € 105 € 99
€ 94 52,5% € 179 €0
Begroting 2012 € 178
€ 99 55,5% € 172
0,1%
€6
3,6%
Begroting 2013 € 173
% 100%
€ 66 37,9%
Begroting 2014 € 169
% 100%
€ 62 36,4%
Begroting 2015 € 164
% 100%
€ 61 37,2%
€ 108 € 104
€ 108 € 107
€ 103 € 109
€ 104 59,8%
€ 107 63,2%
€ 109 66,0%
€ 169
€ 169
€ 170
€4
2,5%
€1
0,5%
-€ 5
-3,6%
De tabel laat een gezonde financieringsstructuur zien, dat wil zeggen dat de langlopend ter beschikking staande middelen (lees: eigen vermogen plus vreemd vermogen lang) nagenoeg gelijk zijn aan de langlopende (vaste) activa.
Begroting 2012 / 94
Paragraaf 5. Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op ontwikkelingen met betrekking tot: - visie; - ontwikkelingen; - risico’s; - indicatoren en streefwaarden; - lasten en baten van de paragraaf; - investeringsplanning.
Visie De gemeente Roermond wil een goed bestuurde gemeente blijven en blijven investeren in een excellente dienstverlening aan burgers, bedrijven, instellingen, etc. Het klantencontactcentrum (KCC) dat vanaf januari 2012 vorm krijgt in het kantorencomplex Kazerneplein wordt een herkenbare ingang waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen aan de overheid. Door extra inzet van middelen in ICT, scholing en training zal op termijn kostenreductie gerealiseerd worden en zal met een afgeslankte organisatie betere dienstverlening geborgd worden. Met als uitgangspunt de in 2011 vastgestelde strategische HRM-visie zal in 2012 een nieuw generiek functiebeschrijvings en –waarderingsysteem (HR21) geïntroduceerd worden, competentiemanagement ingevoerd worden en zullen de condities en randvoorwaarden benoemd worden op basis waarvan per 2013 een start gemaakt wordt met het resultaat gericht werken. Daarnaast worden in 2012 de resultaten opgeleverd van het project “strategisch personeelsbeleid”. Met de vaststelling van het Kerntakenboek heeft Roermond gekozen voor een andere nieuwe rolopvatting van de gemeente, namelijk de gemeente als regisseur. De gemeente Roermond gaat zich nadrukkelijker opstellen als regisseur binnen de gemeenschap. Dus als regisseur in het netwerk dat wordt gevormd door onze inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen binnen onze gemeentegrenzen. Deze nieuwe rolopvatting vraagt ook het nodige van onze ambtelijke organisatie. Het Kerntakenboek zegt daarover: “Van onze medewerkers verwachten we dat ze minder plannen schrijven en meer generalistisch werken. We verwachten vooral dat ze in staat zijn anderen in beweging te krijgen en te houden. Het worden dus echte regisseurs. De werkzaamheden worden daarmee ook anders van karakter”. En ook: “De gevolgen voor de gemeentelijke organisatie zijn groot. Een deel van de uitvoering en ondersteuning kan worden afgestoten. Sommige functies worden juist belangrijker. Ook de manier waarop wij intern werken en zijn georganiseerd passen wij aan deze nieuwe taakopvatting aan. We combineren deze operatie met het toepassen van nieuwe organisatie-inzichten”. De organisatie zal in het licht van bovenstaande ontwikkelingen omgevormd worden naar een nieuw organisatiemodel. Momenteel worden de mogelijkheden voor de toekomstige inrichting bezien. Daarbij bestaat de voorkeur voor een vraaggestuurde organisatie, die is ingericht op basis van dominante vraagpatronen: de vraag van het bestuur, van de collectieve klant, van individuele burgers en bedrijven en van de interne klanten. Ook integraliteit is een belangrijke randvoorwaarde.
Ontwikkelingen Kerntakendiscussie Hoewel de insteek niet uitsluitend financieel is, is de financiële situatie wel de belangrijkste aanleiding voor de Kerntakendiscussie. De noodzaak tot bezuiniging heeft ook gevolgen voor de ambtelijke organisatie.
Begroting 2012 / 95
Uw raad heeft bij de begroting 2011 al ingestemd met een vermindering van de uitgaven in relatie tot de bedrijfsvoering van € 3.200.000 (taakstelling voor 2012 is € 437.000). Daarenboven brengt de Kerntakendiscussie een verdergaande bezuiniging op de bedrijfsvoering met zich mee van € 2.700.000. Deze bezuiniging dient onder andere gevonden te worden door slimmere inkoop, regionale samenwerking en een heroriëntatie op de inrichting van de organisatie. Tenslotte zal het anders uitvoeren van taken een besparing van € 450.000 op de personele kosten moeten opleveren. Excellente dienstverlening In februari 2009 is een ontwikkelingsproces gestart om te komen tot speerpunten rondom excellente dienstverlening als voortvloeisel op het gelijknamige thema in de Strategische Visie Roermond 2020. Daarmee hebben wij een start gemaakt met het ontwikkelen van een gemeente met excellente dienstverlening. Deze ontwikkeling loopt in zijn geheel parallel met het landelijke programma ‘Andere Overheid’. Om deze ontwikkeling verder te kunnen vormgeven rekenen wij de komende jaren op forse investeringen in geld en tijd in de organisatie. Deze investeringen zullen voornamelijk richten op drie hoofdgebieden: - ICT-ontwikkeling; - herinrichting van werkprocessen; - ontwikkeling Human Resource Management (HRM). Ontwikkelingen planning- en controlcyclus (P&C-cyclus) De lijn van verbetering van de P&C-producten die een aantal jaren geleden is ingezet wordt ook in 2012 gecontinueerd, waarbij uiteraard afstemming gezocht wordt met de klankbordgroep van uw raad. Een belangrijk onderdeel daarbij is het reeds in beleidsnota’s (nog) beter verwoorden van doelen en beoogde effecten, waardoor rechtstreekse vertaling daarvan in de begroting vereenvoudigd kan worden. Ook willen wij in 2012 een nieuw informatiesysteem invoeren waarmee het mogelijk wordt uw raad eenvoudiger, efficiënter en frequenter over de voortgang van beleid en financiën te informeren. Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken op grond van artikel 213a Gemeentewet In de vergadering van 26 maart 2009 heeft uw raad een gewijzigde verordening vastgesteld ter zake de artikel 213a onderzoeken. Sindsdien is in de verordening opgenomen, dat het college in de begroting en de jaarrekening verslag doet van de voortgang van de onderzoeken. Ook in 2012 zullen (minimaal) twee onderzoeken worden uitgevoerd. De onderwerpen daarvan dienen nog te worden bepaald. Ontwikkelingen huisvesting gemeentelijke organisatie Met ingang van januari 2012 zal de publieksdienst en de afdeling Sociale Zaken gehuisvest worden in het kantorencomplex Kazerneplein. Vanaf dat moment zal het Klanten Contact Centrum (KCC) van de gemeente voortvarend maar gefaseerd vorm worden gegeven. In de loop van 2012 zal tenslotte nog de afdeling Welzijn verhuizen naar het stadhuiscomplex. Formatieomvang De primaire salariskosten in de begroting 2012 zijn gebaseerd op 593,7 fulltime equivalent (fte), exclusief 5,5 fte college van burgemeester en wethouders. Als gevolg van de taakstelling bedrijfsvoering (€ 3.200.000) daalt dit aantal gedurende 2012 met 10,7 fte en wordt de formatie 583 fte.
Risico’s De voorgenomen investeringen in de informatievoorziening moeten bijdragen aan de bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Vanwege de snelle ontwikkelingen binnen die sector en de complexiteit daarvan is
Begroting 2012 / 96
thans onvoldoende te bepalen of de begrote budgettenmeerjarig toereikend zijn. Voor het begrotingsjaar 2012 worden geen budgettaire problemen voorzien.. De financiële gevolgen van de uitvoering van de Kerntakendiscussie zijn: 2012 2013 2014 Lasten 77.278 916.160 2.155.086 Baten Totaal 77.278 916.160 2.155.086
2015 3.528.728 3.528.728
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Leeftijdsbewust personeelsbeleid / trainees. Het uitbouwen van het traineeprogramma dat in 2011 is opgezet voor 7 trainees. Mede met het oog op noodzakelijke verjonging van het personeelsbestand
Hoe gaan we het meten?
-
Het aantal vaste dienstverbanden per 1 april 2013 Het aantal programmaonderdelen Het aantal voortgangsgesprekken
Wat is het beoogd resultaat in 2012?
Na afloop van het project worden tenminste drie trainees in een vast dienstverband binnen de gemeente Roermond aangenomen
Inzicht in vertrekmotieven.
Door het registreren van het aantal medewerkers waarmee een exitinterview is gevoerd
Effectieve inzet van personeel zowel op korte als op lange termijn
Door het registreren van het aantal medewerkers waarmee een loopbaangesprek is gevoerd
In 2012 is met tenminste 95% van de vertrekkende medewerkers die een ambtelijke aanstelling hadden een exitinterview gevoerd In 2012 is met tenminste 80% van de medewerkers met een ambtelijke aanstelling een loopbaangesprek gevoerd.
Door het registreren van de loopbaanwensen van de medewerkers (vanuit de loopbaangesprekken) en dit in te bedden in de werving- en selectieprocedure.
In 2012 is van tenminste 80% van de medewerkers de loopbaanwens geregistreerd en is het raadplegen van deze loopbaanwensen ingebed in de selectieprocedure.
Percentage ziekteverzuim.
Percentage ziekteverzuim maximaal 4,3% in 2012. Van alle bedrijfsvoeringprojecten wordt 75% binnen de planning uitgevoerd Nulmeting (augustus 2008) was 7,2 en de meting over 2010 bedroeg 7,4. We streven naar een verdere verbetering hiervan waarbij de doelstelling ligt op 7,5.
Het tijdig uitvoeren van de bedrijfsvoeringprojecten Het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening
Aantal projecten dat binnen de planning succesvol wordt uitgevoerd Staat van de gemeente: rapportcijfer burgers gemeentelijke organisatie (burger als klant)
Begroting 2012 / 97
Lasten en baten van de paragraaf rekening 2010 Lasten – waarvan: Doorbelasting 1.886.869 Facilitaire zaken 3.513.335 Informatie2.189.062 voorziening Kapitaallasten 11.968.675 Personeel 38.843.341 Totaal lasten 58.401.281 Baten – waarvan: Doorbelasting -45.326.110 Facilitaire zaken -192.663 Informatie-13.492 voorziening Kapitaallasten -11.968.675 Personeel -810.627 Totaal baten -58.311.566 Saldo voor be89.715 stemming Storting in reserves Doorbelasting 0 Facilitaire zaken 79.295 Informatievoorzie0 ning Kapitaallasten 0 Personeel 0 Onttrekking uit reserves Doorbelasting Facilitaire zaken Informatievoorziening Kapitaallasten Personeel Saldo na bestemming
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
112.271 4.127.161 2.796.877
-120.773 4.861.864 3.253.983
-113.637 4.888.708 2.851.362
-121.785 4.905.483 2.906.573
-121.785 4.312.143 3.003.861
10.417.035 38.878.161 56.341.505
11.852.965 39.174.660 59.022.700
11.647.678 36.872.379 56.146.489
11.549.458 35.133.147 54.372.876
11.479.479 33.473.151 52.146.850
-45.167.511 -576.506 -1.051
-45.844.021 -1.162.560 -1.074
-43.085.310 -1.162.088 -1.074
-41.439.991 -1.120.786 -1.074
-39.698.713 -692.908 -1.074
-10.375.403 -363.881 -56.525.984 -184.478
-11.812.230 -311.355 -59.191.976 -169.276
-11.606.711 -311.355 -56.207.505 -61.016
-11.508.211 -311.355 -54.422.664 -49.788
-11.548.863 -311.355 -52.183.530 -36.680
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 -30.388 0
0 -10.810 -568.995
0 0 -645.890
0 0 -121.000
0 0 -87.000
0 0 0
0 -138.622 0
0 -576.400 -1.340.683
0 -543.667 -1.358.833
0 0 -182.016
0 0 -136.788
0 0 -36.680
2012
2013
2014
2015
236.000 524.000
177.000 524.168
150.000 980.751
135.000 93.455
Investeringen in de paragraaf
Investeringsplanning 2012 - 2015 FZ facilitaire zaken IV informatievoorziening
Begroting 2012 / 98
Paragraaf 6. Verbonden partijen en participaties In deze paragraaf worden conform artikel 15 BBV de relaties beschreven met rechtspersonen waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. De gemeente heeft een bestuurlijk belang als ze een zetel heeft in het bestuur, of als ze stemrecht heeft. De gemeente heeft een financieel belang, als zij middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van een faillissement of als er financiële problemen bij de betreffende rechtspersoon verhaald kunnen worden op de gemeente. De gemeente Roermond heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen. Deze zijn uitgesplitst in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen. Alle taken die wij samen met anderen beter, efficiënter en/of effectiever kunnen doen dan alleen, komen in principe voor samenwerking in aanmerking. Samenwerking is mogelijk op het gebied van gezamenlijke beleidsontwikkeling, als overlegplatform of voor uitvoerende taken. In het overzicht van de verbonden partijen dient conform de geldende regelgeving ook aandacht besteed te worden aan de bekende risico’s. De risico’s voor zover bekend zijn opgenomen in de risicoparagraaf.
Gemeenschappelijke regelingen Het gemeentebestuur (raad en college) van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of tezamen een gemeenschappelijke regeling treffen van een of meer belangen van die gemeenten. Hierna wordt een korte toelichting gegeven bij de gemeenschappelijke regelingen: Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Westrom Roermond De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen en Roermond ieder voor zover bevoegd. Het volledig uitvoeren van de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) en de daaruit voortvloeiende en daarmee verband houdende voorschriften en regelingen, gericht op het realiseren van de doelstellingen van deze wet. Daarnaast besteden de deelnemende gemeenten, voor een percentage van 18%, hun re-integratiemiddelen uit aan de Westrom. Hiertoe nemen de deelnemende gemeenten producten en diensten af die aansluiten bij het beoogde gemeentelijk beleid inzake de Wwb (Wet werk en bijstand). In het algemeen bestuur zijn alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd. In programma 5 van deze begroting is de Roermondse eigen bijdrage in 2012 is € 434.161 voor de Wsw opgenomen. Verder beschikt de gemeenschappelijke regeling over rijksbudgetten. Vanuit het participatiebudget (reintegratiemiddelen) wordt vanuit Roermond een bedrag van 18% uitbesteed aan de Westrom. In 2013 wordt waarschijnlijk de WWnV (Wet Werken naar Vermogen) van toepassing. Deze nieuwe wet gaat de huidige Wwb, Wsw en Wajong vervangen. De wet gaat tevens gepaard met forse bezuinigingen. Vooruitlopend op deze bezuinigingen wordt het rijksbudget al verlaagd van € 27.000 per persoon in 2010 naar € 22.000 per persoon in 2013.
Begroting 2012 / 99
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Veiligheidsregio Limburg-Noord Venlo De gemeenschappelijke regeling is aangegaan tussen alle gemeenten van Noord- en Midden Limburg. De regio geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van Noord- en Midden Limburg en heeft ten doel: - de behartiging van de belangen van de gemeenten en hun ingezetenen op het gebied van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de rampenbestrijding en crisisbeheersing, het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen en van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio; - de behartiging van die taken die door de wet- en regelgeving aan gemeenten zijn toegekend op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid en maatschappelijke zorg en waarvoor samenwerking tussen gemeenten op de schaal van de regio uit het oogpunt van verhoging van efficiency en effectiviteit wordt vereist. Het bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord wordt gevormd door de burgemeesters van de aangesloten gemeenten. Voor de besturing van de GGD Limburg-Noord (opgenomen in de Veiligheidsregio) is een bestuurscommissie ingesteld, bestaande uit de wethouders van de aangesloten gemeenten. De bijdrage van de gemeente Roermond aan de regio bestaat uit een aantal vaste componenten: voor GGD, GHOR (geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen), Regiobureau Brandweer en voor TBV (tijdelijke bestuurscommissie verenigingsgebouw). Daarnaast kent de regio nog de mogelijkheid om in te tekenen op aparte taakopdrachten. Daarvoor is een afzonderlijk raadsbesluit nodig. Financiële bijdrage per inwoner in 2012 bedraagt € 29,22. Deze bijdrage is opgenomen in programma 3 van deze begroting. Per 1 oktober 2010 is de Wet op de Veiligheidsregio's in werking getreden. De regionalisering van de brandweer is een wettelijke plicht. In het bestuurlijk overleg van burgemeesters binnen het district Roermond is afgestemd dat de regionalisering van de korpsen Roermond (inclusief Maasgouw en Roerdalen) en Echt-Susteren op 1 januari 2013 afgerond dient te zijn. Overige ontwikkelingen zijn de toetreding van jeugdgezondheidszorg (0- tot 4-jarigen), de bezuinigingsopgave vanuit de overheid en de doorontwikkeling van de organisatie.
Brandweer District Roermond Roermond De gemeenschappelijke regeling is aangegaan tussen de gemeenten Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Echt-Susteren. De gemeenschappelijke regeling Brandweer District Roermond geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van het district. Hierbij worden de belangen behartigd van de deelnemende ge-
Begroting 2012 / 100
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
meenten en hun ingezetenen op het gebied van de preventieve en repressieve brandweerzorg waarvoor samenwerking tussen gemeenten op de schaal van het district uit het oogpunt van verhoging van efficiency, effectiviteit en kwaliteit noodzakelijk is geacht. Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer District Roermond wordt gevormd door de burgemeesters van de aangesloten gemeenten. De gemeenschappelijke regeling Brandweer District Roermond bevat geen financiële verbondenheid, belangen of verplichtingen. De Tweede Kamer heeft in het najaar van 2011 ingestemd met het voorstel dat alle gemeentelijke brandweren de verplichting hebben om toe te treden tot de regionale brandweer. Voor het district Roermond geldt dat het streven is om per 01-01-2013 over te gaan naar de regionale brandweer.
Euregio Rijn-Maas-Noord Mönchengladbach Van de Euregio Rijn-Maas-Noord maken 28 gemeenten en instellingen deel uit. In het Nederlandse deel van de Euregio zijn dat de tot de regio Limburg Noord behorende gemeenten Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Peel en Maas, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert en de Kamer van Koophandel Limburg. Aan Duitse zijde gaat het om de steden Mönchengladbach en Krefeld, het zuidelijk deel van de Kreis Kleve, de grensgemeenten Weeze, Brüggen, Niederkrüchten, Straelen, Geldern, Wegberg, Nettetal en Wassenberg, de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss, de Industrie- und Handels-kammer Mittlerer Niederrhein Krefeld-Mönchengladbach-Neuss en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg. De Euregio Rijn-Maas-Noord zet zich sinds 1978 in om de Europese integratie tastbaar te maken voor de burgers in dit gebied. De Euregio RijnMaas-Noord is een doelcorporatie ten behoeve van het stimuleren, ondersteunen en coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking tussen bovenstaande leden, in het bijzonder op de volgende gebieden: economische ontwikkeling, opleiding en onderwijs, menselijk potentieel, verkeer en vervoer, technologie en innovatie, ruimtelijke ordening, cultuur en sport, toerisme en recreatie, milieubescherming en afvalverwerking, natuurbehoud, rampenbestrijding, communicatie, openbare orde en veiligheid. De euregio beheert tevens de verdeling van de subsidiemiddelen Interreg vierde planperiode. De gemeente Roermond is zowel in het dagelijks bestuur als in het algemeen bestuur vertegenwoordigd via een lid van het college. De bijdrage per zetel bedraagt € 3.440. De gemeente Roermond heeft vier zetels dus bedraagt de bijdrage voor 2012 € 13.760. Deze bijdrage is opgenomen in programma 3 van deze begroting. De komende periode wordt de huidige samenwerking verder verbreed en verdiept. Per 1 januari 2011 is het Nederlandse vice-voorzitterschap en het Duitse voorzitterschap omgewisseld.
Begroting 2012 / 101
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Werkgemeenschap Grensland Kreis Heinsberg - Limburg (WG Grensland) Kreisverwaltung Heinsberg Deze werkgemeenschap is aangegaan tussen de steden en gemeenten van de Kreis Heinsberg, de Regio’s Parkstad Limburg, Westelijke Mijnstreek en de gemeenten Echt-Susteren, Roerdalen en Roermond. De door de WG Grensland beoogde doelstellingen moeten, als aanvulling op de op hoger niveau geïnitieerde grensoverschrijdende activiteiten, praktisch en plaatsgericht worden georganiseerd. Doelen zijn: - netwerk: de WG Grensland ziet zichzelf als intermediair en netwerk tussen de burgers van de regio, tussen de besturen als ook tussen alle maatschappelijke groepen die grensoverschrijdende contacten willen initiëren, onderhouden of uitbreiden; - lobby en belangenbehartiging: de WG Grensland ziet zich als belangenbehartiger van haar leden. De infrastructuur van haar netwerk wordt ten gunste van de leden ingezet; - achterbancontacten: de grote kracht van de WG Grensland zijn de sinds 30 jaar geïnitieerde en bevorderde Duits- Nederlandse contacten met de achterban. Dit zal ook verder een kernopgave van de Werkgemeenschap blijven; - projectontwikkeling: voor de toekomst stelt de Werkgemeenschap zich ten doel kleinschalige grensoverschrijdende projecten te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door het begeleiden van projectideeën van de Duitse en Nederlandse gemeenten als ook door het ondersteunen van de deelnemende regio’s bij de aanvraag van Europese subsidiegelden (bijvoorbeeld Interreg). Aanvullend moeten de bestaande werkgroepen van de Werkgemeenschap worden aangemoedigd om projectideeën te ontwikkelen voor wat betreft sport, cultuur en onderwijs. Het is te overwegen of de Werkgemeenschap zich ook moet inzetten voor projectideeën van de themagebieden verkeer, milieu, planologie, economie en toerisme. Tenzij deze thema’s, door het werk van de beide Euregio’s en Regio Aachen, al voldoende aan de orde komen. De taakuitvoering van de Werkgemeenschap is opgedragen aan een bestuur dat bestaat uit drie vertegenwoordigers van Duitse en Nederlandse zijde. De burgemeester van Roerdalen vertegenwoordigt tevens de gemeenten Echt-Susteren en Roermond in dit bestuur. In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2012 ad € 1.667 opgenomen. Geen.
Grenspark Maas-Swalm-Nette Roermond De gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Maasgouw, Leudal, Roerdalen, Roermond, Venlo en het Duitse Naturpark Schwalm-Nette. Het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette is in 2002 opgericht met als doel de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een regionale grens-
Begroting 2012 / 102
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
overschrijdende identiteit, die gebaseerd is op de verscheidenheid van de natuur- en cultuurlandschappen binnen het Grenspark en het karakter van de mensen die hier leven. De gemeente Roermond is in het algemeen bestuur vertegenwoordigd via een lid van het college. In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2012 ad € 6.545 opgenomen. Geen.
Ontwikkelingen
Stichting Waardevol Cultuurlandschap Midden-Limburg (Ons WCL) Roermond De gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond werken samen met vertegenwoordigers van Provincie en de sectoren Landbouw, Beheer, Recreatie en Toerisme en Bosbouw. De stichting heeft ten doel: - het geven van adviezen inzake projecten in het kader van inrichting en beheer van het landelijk gebied; - het zelfstandig uitvoeren van projecten alsmede het afmaken van lopende WCL-projecten; - het instandhouden van een netwerk van organisaties, overheden en instellingen die werkzaam zijn of belang hebben bij de inrichting en het beheer van het landelijk gebied. Algemeen doel is: met overheidssteun land- en tuinbouw, bosbouw en recreatie op een goede manier te ontwikkelen, in harmonie met de historie en het karakter van het gebied, en niet ten koste van de natuur en het milieu; plattelandsvernieuwing en –verbreding. Ons WCL Midden Limburg geeft uitvoering aan het reconstructieplan Noord- en Midden Limburg. De gemeente Roermond is in het algemeen en het dagelijks bestuur vertegenwoordigd via een lid van het college. In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2012 ad € 40.220 opgenomen. Geen.
Naam Vestigingsplaats
Stichting VVV Midden-Limburg Roermond
Betrokkenen
Het werkgebied van de stichting omvat Midden-Limburg. Daartoe behoren in elk geval de gemeenten Beesel, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert. De stichting kan in haar activiteitenpatroon gebiedsoverschrijdend werken.
Doel
De stichting heeft ten doel a. Het bevorderen van een voor de verschillende geledingen van de samenleving zo goed mogelijk gebruik van de toeristische en recreatieve mogelijkheden in het werkgebied van de stichting. b. Het voorlichten betreffende toeristische en recreatieve mogelijkheden in het werkgebied van de stichting. c. Het verzorgen van promotie- en marketingactiviteiten voor het genoemde
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Begroting 2012 / 103
werkgebied. d. De organisatie van promotie- en marketing voor het genoemde werkgebied. e. Het organiseren van marketing- en promotieactiviteiten ten behoeve van de bevordering van de toeristische en recreatieve mogelijkheden van het werkgebied. f. Al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. Bestuurlijk belang
De stichting kent als statutaire organen: - een raad van toezicht; - een raad van bestuur, ook wel directie genaamd; - een raad van advies. Geen afvaardiging van het gemeentelijk bestuur, enkel ondernemers.
Financieel belang
In programma 3 van deze begroting is de financiële bijdrage van de gemeente Roermond opgenomen. Dit is in 2012 een bedrag van € 1,16 per inwoner voor regiopromotie. In 2012 wordt een voorstel behandeld voor de periode na 2012.
Ontwikkelingen
Het bedrijfsleven zal een grotere rol op zich moeten gaan nemen met betrekking tot de promotie & toeristisch recreatieve ontwikkeling. Gemeenten komen op grotere afstand te staan. In 2012 wordt een besluit genomen ten aanzien van de toekomstvisie, onderbouwd met een businessplan voor na 2012. Individuele gemeenten zullen op basis van de visie afwegen welke rol en bijdrage ze nog kunnen en willen leveren aan de regiopromotie na 2012.
Naam Vestigingsplaats
Stichting Routebureau Noord- en Midden-Limburg
Betrokkenen
Stichting Routebureau Noord- en Midden-Limburg is per 1 januari 2010 opgericht door Stichting Promotie Noord-Limburg en Stichting ToeristischRecreatieve Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg in opdracht van 13 gemeenten in deze regio: Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert
Doel
De stichting heeft ten doel: - het (laten) ontwikkelen, onderhouden, repareren en aanleggen van de recreatieve routes in Noord-Limburg en Midden-Limburg en omliggende gebieden, waarbij het werkgebied in een nader reglement wordt bepaald door het bestuur; - het vastleggen, publiceren, uitgeven, exploiteren en promoten van de recreatieve routes.
Bestuurlijk belang
Het bestuur van de stichting bestaat uit de directies van de stichting Promotie Noord-Limburg en de stichting VVV Midden-Limburg.
Financieel belang
In programma 3 van deze begroting is de financiële bijdrage van de gemeente Roermond opgenomen. De bijdrage 2012 bedraagt € 0,38 per inwoner.
Ontwikkelingen
Taken en financiering Routebureau zijn aangepast. De directie is gevraagd met een voorstel te komen voor voortzetting van de activiteiten van het Routebureau na 2013.
Venlo
Begroting 2012 / 104
Deelnemingen Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
BNG (N.V. Bank Nederlandse gemeenten) Den Haag (statutair) Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De burgemeester neemt als vertegenwoordiger van de rechtspersoon gemeente Roermond deel in de algemene vergadering van aandeelhouders en is als zodanig stemgerechtigd. De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De gemeente Roermond bezit 34.749 aandelen ad € 2,50 nominaal per stuk. In programma 7 van deze begroting is het geraamde dividend ad € 68.873 opgenomen. Geen.
WML (N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg) Maastricht De provincie Limburg alsmede de Limburgse gemeenten. WML heeft ten doel te voorzien in de behoefte aan water in de provincie Limburg en aangrenzende gebieden. WML tracht het doel te bereiken door het winnen, het zuiveren, het opslaan, het inkopen, het distribueren en het leveren van water. Aandeelhouders zijn de provincie Limburg en in Limburg gelegen gemeenten. De gemeente Roermond is niet vertegenwoordigd in de raad van commissarissen, die 8 leden telt. De gemeente Roermond heeft 18 aandelen ad € 4.538 nominaal per stuk (totaal € 81.684). Geen.
OML B.V. Roermond De gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Roerdalen en Roermond. De Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV (OML) heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de regionale economische ontwikkeling van MiddenLimburg, in het bijzonder werkzaamheden die het behoud en de noodzakelijke groei van de werkgelegenheid bevorderen in het gezagsgebied van de participerende gemeenten. OML doet dit door het ontwikkelen, beheren en revitaliseren van bedrijvenconcentratiegebieden. Daarnaast heeft OML tot doel te fungeren als intermediair tussen bedrijfsleven en overheidsorganisaties, het exploiteren van bedrijfs(verzamel)gebouwen, vooral voor starters, het uitvoeren van structuurversterkende projecten in de regio en het bevorderen en het invullen van de één-loket functie binnen de gemeenten.
Begroting 2012 / 105
Naam Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
OML B.V. Er is een tijdelijke raad van Commissarissen benoemd tot uiterlijk juni 2012, bestaande uit de wethouders Economische Zaken van de deelnemende gemeenten. Het aandeel van de gemeente Roermond in het geplaatste en gestorte kapitaal bedraagt (na toetreding van Echt-Susteren, Roerdalen en Leudal) 46.3%, dit is nominaal € 770.850 (1.713 aandelen ad € 450). In programma 3 van de begroting is een dividend opgenomen ad € 175.000. Of dit ook gerealiseerd kan worden is sterk afhankelijk van de economie, investeringsmogelijkheden en bereidheid van de bedrijven. Met de gemeente Maasgouw dient op grond van de GOML-afspraken nog een aandelentransactie geëffectueerd te worden voor een bedrag van € 1.891.617 (zijnde 533 aandelen). De gemeente Maasgouw zal naar verwachting eind 2011 een besluit nemen over toetreding. Bij positieve besluitvorming zal de opbrengst worden toegevoegd aan de algemene reserve.
De verkoop van de aandelen Essent heeft tot gevolg dat het aantal deelnemingen is toegenomen. De deelnemingen als gevolg van de verkoop van de aandelen Essent zijn onderstaand gepresenteerd: Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Enexis Holding N.V. Rosmalen Enexis Holding N.V. is een niet beursgenoteerde N.V. Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder.
Doel
Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland is Essent in 2009 gesplitst in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Het Productie- en Levering Bedrijf (PLB) is per 1 oktober 2009 verkocht aan RWE. Op basis van de wet werden de publieke aandeelhouders van Essent voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van het nieuwe zelfstandig opererende netwerkbedrijf, dat vanaf 2010 Enexis (Holding N.V.) heet. Deze vennootschap heeft ten doel: - het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; - het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie; - het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; - het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. De provincie tracht met haar aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Enexis Holding N.V. Voor het totaal van de ondernemingen die aan Enexis gelieerd zijn is in programma 7 van de begroting een dividend geraamd van € 148.500.
Bestuurlijk belang Financieel belang
Begroting 2012 / 106
Naam Ontwikkelingen
Enexis Holding N.V. Op basis van de businessplannen van Enexis wordt over het boekjaar 2011, leidend tot dividend in 2012, een hogere winst verwacht dan over het boekjaar 2010. Daarnaast is bepaald dat het dividenduitkeringspercentage vanaf 2012, op basis van de Aanwijzing van de Minister en vastgelegd in de statuten, mag worden verhoogd van 30% naar 50%.
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Vordering Enexis B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland is Essent in 2009 gesplitst in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Voorafgaande aan deze wettelijk verplichte splitsing, heeft Essent eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij het economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland B.V. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer staat opgenomen dat het niet wenselijk is dat na splitsing financiële kruisverbanden blijven bestaan en omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is derhalve besloten om de lening (vordering) in 2009 niet mee te verkopen aan RWE, maar over te dragen aan de aandeelhouders. Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De aflossing hiervan is vastgelegd in een leningsovereenkomst, bestaande uit verschillende looptijden (tot en met 10 jaar). Het rentepercentage dat op deze lening wordt vergoed bedraagt gemiddeld ongeveer 4,65%. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen geoormerkt als achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Vordering Enexis B.V. - De vordering is vastgelegd in een leningovereenkomst bestaande uit vier tranches (3, 5, 7 en 10 jaar). Dit houdt in dat de komende jaren een stabiele inkomstenstroom van rente zal ontstaan. - Daarnaast zal Vordering Enexis B.V. samen met Enexis Holding N.V. ernaar streven, mede afhankelijk van de condities op de kapitaalmarkt, na verloop van tijd, (een deel van) de Vordering op Enexis te herfinancieren op de kapitaalmarkt, al dan niet via de uitgifte van obligaties. De eerste lening(tranche) loopt af na drie jaren, derhalve per 30 september 2012.
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Begroting 2012 / 107
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases) Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. De functie van deze CBL Vennootschap B.V. is dat zij de Verkopende Aandeelhouders zal vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Enexis en Essent) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBL-aangelegenheden en zal fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Ter voorkoming van misverstanden: het CBL Fonds zelf is niets meer dan een bankrekening die zal worden aangehouden bij een gerenommeerde bank waarop het afgesproken bedrag zal worden gestort en aangehouden. Voor zover na beëindiging van alle CBL en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50 %-50 % verdeeld tussen RWE en Verkopende Aandeelhouders. Naast het feit dat deelname in CBL Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de Verkopende Aandeelhouders in CBL Vennootschap B.V. om de volgende redenen in het openbaar belang: - redenen waarom het medebeheer van het CBL Fonds en de vertegenwoordiging inzake CBL aangelegenheden door de Verkopende Aandeelhouders wordt gebundeld in CBL Vennootschap B.V. en niet individueel wordt gedaan door ongeveer 140 aandeelhouders zijn gelegen in argumenten van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is in de praktijk vrijwel ondoenlijk om met ongeveer 140 separate partijen het (mede)beheer te voeren over een fonds. Ook in de context van communicatie over en besluitvorming met betrekking tot de onderliggende CBL’s zelf, is het efficiënter, sneller en goedkoper om met één partij van doen te hebben in plaats van ongeveer 140. Deze argumenten van eenvoudiger coördinatie en efficiëntie gelden niet alleen in de relatie tussen de aandeelhouders onderling, maar zijn ook aspecten die door Essent, Enexis en RWE als van wezenlijk belang voor de toekomstige verhouding worden beschouwd; - hoewel niet te maken hebbend met CBL Vennootschap B.V., maar met het CBL Fonds, is het openbaar belang ook bijzonder gediend met het bestaan van het CBL Fonds omdat dit (a) het risico van de aandeelhouders jegens de wederpartijen van de CBL deels beperkt en (b) leidt tot een heldere en eenvoudige (namelijk 50 %-50 %) aansprakelijkheidsverdeling (althans voor het bedrag dat in het CBL Fonds zit) van CBL risico’s tussen Verkopende Aandeelhouders en RWE. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases).
Begroting 2012 / 108
Naam Ontwikkelingen
CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases) De verwachting bestaat dat uiterlijk in 2012 alle CBL contracten vervroegd zijn afgelost, waardoor naar verwachting een overschot resteert in de CBL Vennootschap B.V. die voor 50 % ten goede komt aan de aandeelhouders.
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Verkoop Vennootschap B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Het overgrote merendeel van deze garanties is door de verkopende aandeelhouders op het moment van verkoop van Essent PLB aan RWE overgedragen aan deze deelneming, die vanaf het moment van oprichting dus ook aansprakelijk is mochten een of meer van deze garanties onjuist blijken te zijn. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort). Buiten het bedrag dat in escrow zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet verder aansprakelijk voor inbreuken op garanties.
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt Verkoop Vennootschap B.V. op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Verkoop Vennootschap B.V. De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de periode dat claims onder deze escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld van de tweede tranche van de General Escrow zal een rentevergoeding worden gerealiseerd en een eventueel overschot op het einde komt geheel ten goede aan de Verkopende aandeelhouders.
Attero Holding N.V. (voorheen Essent Milieu) Den Bosch Attero Holding N.V. is een niet beursgenoteerde N.V. Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. Ten tijde van de verkoop van Essent aan RWE is Essent Milieu buiten de verkoop gehouden. Een separaat verkooptraject voor Essent Milieu is destijds afgeblazen, waardoor het bedrijf is overgedragen aan de voormalige
Begroting 2012 / 109
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Attero Holding N.V. (voorheen Essent Milieu) aandeelhouders van Essent. De aandeelhouders van Essent werden voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van het nieuwe zelfstandig opererende milieubedrijf, dat vanaf 2010 Attero heet. Attero Holding N.V. zal optreden als houdstermaatschappij van Attero Milieu B.V. Attero Holding N.V. heeft ten doel: het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en – verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Attero Holding N.V. Het dividend is opgenomen in het totaalbedrag genoemd bij Enexis Holding N.V. - De marges van de drie kernactiviteiten van Attero (verbranden, storten en composteren) komen in de komende jaren steeds meer onder druk te staan waardoor kansen gepakt moet worden op het gebied van innovatie en klantgerichtheid. Attero zal nieuwe activiteiten moeten ontwikkelen om deze ontwikkeling te mitigeren en in de toekomst winstgevend te blijven. - Attero zal zich richten op het verder optimaliseren van de verwerkingsinstallaties voor brandbaar afval, dit vanuit de oogpunten van kostenefficiency en energie- rendement. Duurzaamheid dient te verbeteren door het ’vergroenen’ van de verwerken van de afvalstromen. - De financiële ontwikkeling van Attero wordt in belangrijke mate bepaald door volumes en afvalverwerkingtarieven van het aangeboden afval, energie-opbrengsten, kosten voor het afval van reststromen en operationele kosten. Er zijn geen grote veranderingen te verwachten in de verwachte winstcapaciteit en de solvabiliteit van de onderneming.
Claim Staat Vennootschap B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. In februari 2008 zijn Essent en Essent Nederland B.V., met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de splitsingwetgeving onverbindend zijn. Als gevolg van deze, in de ogen van Essent, onverbindende splitsingwetgeving (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing) lijden haar aandeelhouders schade. Inmiddels heeft de Rechtbank te 's-Gravenhage de vordering van Essent afgewezen. Essent heeft tegen deze uitspraak hoger beroep aangetekend. Vanwege praktische moeilijkheden met betrekking tot de overdracht van deze procedure aan de individuele aandeelhouders van Essent N.V., hebben Essent en RWE afgesproken dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE door Essent gevoerd blijft worden. Essent en RWE zijn echter overeengekomen dat de
Begroting 2012 / 110
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Claim Staat Vennootschap B.V. eventuele schadevergoedingsvordering van Essent op de Staat der Nederlanden die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is dat (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, wordt gecedeerd aan de aandeelhouders (en dus niet achterblijft binnen de Essent groep), die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de "Claim Staat Vennootschap B.V."). In het kader van afronding van de verkoop van de aandelen in het kapitaal van Essent N.V. aan RWE wordt de Claim Staat Vennootschap B.V. verkocht en geleverd aan alle aandeelhouders in Essent N.V. die participeren in de verkoop van RWE, alsmede aan die aandeelhouders in Essent N.V. die hun aandelen in het kapitaal van Essent N.V. niet aan RWE verkopen, maar toch aandelen in het kapitaal van Claim Staat Vennootschap B.V. willen kopen. Naast het feit dat deelname in Claim Staat Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de aandeelhouders in Claim Staat Vennootschap B.V. in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het spreekt voor zich dat het voor de aandeelhouders (en ook voor RWE) eenvoudiger, beter en goedkoper is om gezamenlijk via de band van Claim Staat Vennootschap B.V. te procederen dan dit ieder voor zich te moeten doen (met alle kosten en moeilijkheden die met de onderlinge afstemming dan gepaard zouden gaan). De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Claim Staat Vennootschap B.V. In 2010 heeft het Europese Hof in Den Haag uitspraak gedaan over een onderdeel van de Wet Onafhankelijk Netbeheer en hierbij het groepsverbod onverbindend verklaard. Wat de consequenties (in financieel opzicht) zullen zijn voor Claim Staat Vennootschap B.V. is nog onduidelijk.
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. De rechter heeft, in kort geding, bepaald dat Essents 50 % belang, in economische zin, in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ ("EPZ"), welke vennootschap onder meer eigenaar is van de kerncentrale te Borssele, niet mag worden mee verkocht aan RWE. Dit houdt in dat de Verkopende Aandeelhouders zowel het juridische als het economische eigendom van Essents 50 %-belang in EPZ zullen verkrijgen en daarmee de rechten om de publieke belangen te borgen (naast de borging die uitgaat vanuit de Rijksoverheid via o.a. de Kernenergiewet en de voorschriften in de aan EPZ verleende vergunning). De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Begroting 2012 / 111
Naam Financieel belang
Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. De gemeente Roermond bezit 0,09 % van de aandelen in Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Het dividend is opgenomen in het totaalbedrag genoemd bij Enexis Holding N.V. - De rechter heeft in 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep kort geding. Hierbij is Delta in het gelijk gesteld. Essent heeft hierop cassatie aangevraagd. De bodemprocedure loopt nog en de uitkomst is hoogst onzeker. - Door de sterke daling van de energieprijzen sinds 2009, de noodzaak tot het uitvoeren van grootschalig onderhoud aan de kolencentrale, staat de verwachte winstgevendheid voor de komende jaren verder onder druk. - Als gevolg van de constateringen genoemd onder a en b, is er hard gewerkt aan een oplossing voor het juridisch geschil. Provinciale Staten zijn op 1 juli 2011 geïnformeerd over de bereikte schikking tussen de aandeelhouders van Delta, de aandeelhouders van Publiek Belang Electriciteitsproductie (PBE) B.V en de ondernemingen Delta en RWE. Indien naar verwachting de zogenaamde ‘closing’ van deze transactie nog in 2011 plaatsvindt zal de onderneming PBE in het boekjaar 2012 nog slechts een praktisch lege B.V. zijn om een aantal zaken af te wikkelen.
Bodemzorg Limburg B.V. Maastricht Airport De gemeenten in de provincie Limburg. Bodemzorg Limburg streeft er naar om de gesloten stortplaatsen een nuttige en verantwoorde bestemming te geven. Wethouder van openbare werken / stedelijk beheer, verkeer, infrastructuur, natuur en milieu en sport vertegenwoordigt de gemeente Roermond in de Algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 1050 aandelen à € 0,45 nominaal. Dit is 1,9 % van het geplaatste aandelenkapitaal. Momenteel vindt een onderzoek plaats of vijfentwintig Navos locaties voor actief beheer door gemeenten kunnen worden overgedragen aan Bodemzorg Limburg. De nazorg van deze locaties kan er op basis van de solidariteitsgedachte toe leiden dat een bijdrage per inwoner moet worden geheven. Besluitvorming hierover heeft nog niet plaatsgevonden.
Begroting 2012 / 112
Paragraaf 7. Grondbeleid Achtereenvolgens wordt in deze paragraaf ingegaan op: - visie gemeentelijk grondbeleid; - overzicht grondexploitaties; - verwachte exploitatieresultaten; - financiële risico’s.
Visie gemeentelijk grondbeleid Het grondbeleid levert een bijdrage aan zowel grootschalige integrale ruimtelijke plannen als specifieke beleidsvelden die voor de gemeente Roermond belangrijk zijn, zoals wonen, werken, financiën, groen en verkeer. De doelstellingen die worden beoogd met de ruimtelijke plannen en specifieke beleidsvelden zijn verwoord in de verschillende programma’s uit de begroting. Hierbij gaat het dan vooral om programma’s binnen de thema’s economisch sterke stad (economische ontwikkeling) en leefbare stad (woningbouw, herstructurering, wijkvoorzieningen, natuur-, woon- en leefruimte). De doelstellingen binnen deze thema’s worden voor een deel gerealiseerd door de uitvoering van grondexploitatieprojecten, op basis van de prioritering of fasering zoals weergegeven in de relevante begrotingsprogramma’s. Op 3 april 2008 heeft de gemeenteraad de Nota Grondexploitaties vastgesteld. In deze nota is de gemeentelijke visie betreffende het grondbeleid binnen grondexploitaties vastgelegd. Daarnaast is de nota bedoeld om spelregels vast te leggen voor de financiële kaders van grondexploitatieprojecten en de reserves. Verder biedt de nota duidelijkheid ten aanzien van de besluitvorming en inzicht in de wijze van informatieverstrekking en de te gebruiken methodieken (vaststelling grondprijzen). De gemeente voert een faciliterend grondbeleid bij locaties voor woningbouw, waarbij wordt uitgegaan van zelfrealisatie door marktpartijen. Voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen is de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV opgericht.
Overzicht grondexploitaties In de bij deze begroting gevoegde bijlage 4 (begroting grondexploitaties 2012) is een overzicht opgenomen van de grondexploitaties zoals die momenteel worden gevoerd en zijn per plan de bijbehorende investeringen aangegeven. Deze ramingen zijn gebaseerd op de in het kader van de Jaarverantwoording 2010 geactualiseerde exploitatieberekeningen. Conform de uitgangspunten uit de Nota Grondexploitaties is dit overzicht ingedeeld in: - in exploitatie genomen plannen (vastgestelde plannen met gemeentelijke investeringen); - nog niet in exploitatiegenomen plannen (plannen in voorbereiding); - realiseringsovereenkomsten (projecten die geheel voor rekening en risico van externe partijen worden gerealiseerd).
Verwachte exploitatieresultaten Winst- en verliesneming Met betrekking tot het nemen van winst en verlies vormt de Nota Grondexploitaties het uitgangspunt. Als algemene richtlijn voor winst- en verliesneming geldt de grondregel, dat verliezen moeten worden genomen zodra deze te voorzien zijn (het voorzichtigheidsbeginsel) en winsten pas worden genomen wanneer ze gerealiseerd zijn (het realisatiebeginsel). Prognose winstnemingen Voor de in exploitatie genomen plannen is in het kader van de Jaarverantwoording 2010 een actuele
Begroting 2012 / 113
exploitatieberekening opgesteld. In onderstaande tabel is per plan het actueel berekende resultaat weergegeven. Ook geeft deze tabel aan wanneer het verwachte positieve resultaat volgens de actuele berekeningen zal worden gerealiseerd. De boekwaardes van de grondexploitaties en de nog te verwachten investeringen en opbrengsten zijn opgenomen in bijlage 4. 2011 1. Oolder Veste 2. Stadsweide 3. De Wijher 2 (Uitbreiding Spickerhoven 2) 4. Merum Zuid 5. Noordelijke en Oostelijke Stadsrandzone 6. Bosstraat Zuid 7. De Kamp Boukoul 8. Rijksweg Noord 74 en 76 9. Bedrijventerrein Reubenberg 10. Jazz City/Landtong Willem Alexander 11. Sportvelden Maastrichterweg 12. Kon. Regentesselaan 13. Locatie 1 de Kemp 14. Locatie 4 de Kemp 15. Zuidelijke Stadsrandzone 16. Roerdelta fase 1 Totaal
2012
2013
2014
2015 67.000
98.000 119.000 132.000 446.000 0 0 0
0 0 0 0
230.000 565.000
0
0
0 67.000
Voor de grondexploitaties Bedrijventerrein Reubenberg, Jazz City/Landtong Willem Alexander en Zuidelijke Stadsrandzone wordt het resultaat pas verwacht in 2016. De positieve resultaten op grondexploitaties worden pas gestort in de algemene reserve op het moment dat een grondexploitatie wordt afgesloten of op het moment dat de risico’s met betrekking tot de nog uit te voeren werken en de te verkopen gronden overzichtelijk en beperkt zijn. Daarom worden de stortingen van de positieve resultaten in de algemene reserve pas geraamd op het moment dat deze worden gerealiseerd. De positieve saldi van de exploitaties Noordelijke en Oostelijke Stadsrandzone, Oolder Veste en Merum Zuid zijn het resultaat van de in de realiseringsovereenkomsten voor deze projecten vastgelegde afspraken met de ontwikkelaars over de aan- en verkoop van gemeentegronden binnen de exploitatiegebieden. Voor de grondexploitaties Stadsweide en De Wijher 2 geldt, dat de gronden zijn of worden verkocht tegen marktconforme prijzen. Aangezien deze prijzen hoger liggen dan de kostprijzen van de door de gemeente binnen die exploitatiegebieden te realiseren voorzieningen, resulteert dat in een positief resultaat. Prognose verliesnemingen Op basis van de in het kader van de Jaarverantwoording 2010 herziene exploitatieberekeningen worden op dit moment voor de grondexploitaties geen verliezen verwacht, waardoor het niet noodzakelijk is een voorziening te treffen.
Begroting 2012 / 114
Financiële risico’s Naast de hiervoor onder 3.3 genoemde verliezen, kunnen zich echter ook niet te voorziene financiële tegenvallers voordoen, bijvoorbeeld onvoorziene vertragingen, hogere kostenstijgingen dan voorzien enz. Om deze onvoorziene tegenvallers te kunnen opvangen is een weerstandvermogen met een bepaalde omvang nodig. Bovendien zijn er maatregelen getroffen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Beheersing risico’s Om risico’s te onderkennen en binnen de perken te houden, is er een proces nodig van het identificeren en beheersen van de risico’s binnen de grondexploitaties. Een belangrijke voorwaarde voor risicobeheersing en transparantie is dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over de financiële spelregels. In de op 3 april 2008 vastgestelde Nota Grondexploitaties zijn deze vastgelegd. Om een juist inzicht te krijgen in de aan de grondexploitaties verbonden risico’s heeft de gemeente een aantal maatregelen genomen, die zijn vastgelegd in de in 2007 vastgestelde Leidraad Projectmatig Werken bij Grondexploitaties. In deze Leidraad is vastgelegd, dat risico’s uitdrukkelijk in beeld moeten worden gebracht, onder andere via onderstaande maatregelen: - Voortgangsbewaking is daarbij een van de belangrijkste activiteiten gedurende het gehele proces. Voor de grondexploitaties wordt ieder kwartaal gerapporteerd aan het college, waarbij eventuele (dreigende) risico’s worden vermeld en indien noodzakelijk maatregelen worden voorgesteld. - Minimaal één maal per jaar (in ieder geval bij gelegenheid van de jaarverantwoording) worden alle grondexploitaties geactualiseerd. De resultaten daarvan worden vastgelegd in de Jaarverantwoording Grondexploitaties. - Binnen de financiële administratie is op basis van de projectopzet een projectadministratie ingericht om zo het proces te kunnen volgen en beheersen. Door een koppeling met de kwartaalrapportages geeft deze projectadministratie niet alleen inzicht in de financiële aspecten, maar ook in de planning, kwaliteit en procedures en processen. - Om over de juiste informatie te kunnen beschikken is een afdoende dossiervorming noodzakelijk. Om dit te bereiken is een format opgesteld met daarin afspraken en uitgangspunten voor de dossiervorming bij grondexploitaties. - Bij voorstellen in het kader van de besluitvorming over of in relatie tot grondexploitaties wordt standaard ingegaan op de mogelijke risico’s. - Er zijn procesbeschrijvingen opgesteld voor de binnen de grondexploitaties voorkomende werkprocessen. Risico’s grondexploitaties Naar aanleiding van de financiële crisis zijn de risico’s binnen de grondexploitaties geïnventariseerd. Uit die inventarisatie kan worden geconcludeerd, dat de gemeente de grootste financiële risico’s loopt bij de volgende drie grondexploitaties: - Sportvelden Maastrichterweg: Op 26 maart 2009 heeft de gemeenteraad middelen beschikbaar gesteld voor aan aantal sportvoorzieningen (sportvelden Herten en Kitskensberg). De kosten dienen voor een deel gedekt te worden door een opbrengst uit de locatie van de inmiddels gesloopte sportaccommodatie aan de Maastrichterweg. Zolang de herontwikkeling van de locatie aan de Maastrichterweg nog niet tot verkoop van de grond leidt, loopt de gemeente hier het risico dat de investeringen binnen deze grondexploitatie niet kunnen worden terugverdiend. - Jazz City/Landtong bedrijventerrein Willem Alexander: In de raadsvergadering van 11 februari 2010 heeft de gemeenteraad besloten de grondexploitaties Jazz City en Landtong Willem Alexander samen te voegen en een krediet beschikbaar te stellen voor de aankoop van het bedrijf Kalle en Bakker. De aankoop zal worden terugverdiend door verkoop van deze grond aan de projectontwikkelaar, waarvoor een verkoopovereenkomst is ge-
Begroting 2012 / 115
-
sloten. Op grond daarvan zal de grond gefaseerd worden doorgeleverd, waarbij de ontwikkelaar naast de grondprijs ook de rente zal vergoeden. Bij deze grondexploitatie ontstaat een risico op het moment dat door bijvoorbeeld de marktomstandigheden de ontwikkelaar niet meer in staat is de grond af te nemen. Tegelarijeveld Oost: Op 7 mei 2002 heeft de gemeenteraad een krediet beschikbaar gesteld ten behoeve van de aankoop van een aantal percelen in dit gebied om toekomstige woningbouw mogelijk te maken. Naast de gemeente heeft ook een ontwikkelaar eigendommen in het gebied. De gesprekken met de ontwikkelaar over de ontwikkeling van dit gebied hebben in juli 2010 geleid tot een principe afspraak over de inbrengwaarde van de gemeentegrond. Op grond hiervan zal de gemeente de boekwaarde kunnen goedmaken. Een risico ontstaat indien (delen van) het project geen doorgang zullen vinden als gevolg van de marktomstandigheden of de ontwikkelaar in staat van faillissement komt te verkeren.
Weerstandsvermogen risico’s grondexploitaties Om onvoorziene tegenvallers (zoals onvoorziene vertragingen, hogere kostenstijgingen dan voorzien, achterblijvende exploitatiebijdragen en grondverkopen) te kunnen opvangen is een weerstandvermogen met een bepaalde omvang nodig. Dit is in feite een claim op de algemene reserve voor de opvang van financiële tegenvallers binnen de grondexploitaties. In het kader van de Jaarverantwoording 2010 heeft uw raad de volgende berekeningsmethode vastgesteld: - 10% van de boekwaarde van grondexploitaties met een positieve boekwaarde waarbij een overeenkomst is gesloten; - 10% van de geraamde inkomsten bij grondexploitaties waarbij een overeenkomst is gesloten; - 20% van de boekwaarde van grondexploitaties met een positieve boekwaarde waarbij nog geen overeenkomst is gesloten; - 20% van de geraamde inkomsten bij grondexploitaties waarbij nog geen overeenkomst is gesloten. Aanleiding voor deze berekeningsmethode, die afwijkt van de uitgangspunten op basis van de Nota Grondexploitaties, is het gewijzigde risicoprofiel van de gemeente door forse investeringen de afgelopen jaren in met name de grondexploitaties Jazz City/Landtong Willem Alexander en Sportvelden Maastrichterweg. Uitgaande van deze methode bedraagt de omvang van het deel van de algemene reserve dat bedoeld is voor de opvang van risico’s binnen de grondexploitaties € 3,7 miljoen. Jaarlijks zal in het kader van de jaarverantwoording en de begroting getoetst dienen te worden of de gehanteerde berekeningsmethode nog in voldoende mate de risico’s afdekt. Op dit moment is er geen aanleiding de in het kader van de Jaarverantwoording 2010 vastgestelde omvang bij te stellen.
Begroting 2012 / 116
Paragraaf 8. Uitwerking Kerntakendiscussie en Kerntakenboek Samen met de financiële kaders begroting 2012 (raadsbesluit 2011/044/2) is het Kerntakenboek (raadsbesluit 2001/048/2) de basis voor de begroting 2012 en meerjarenraming 2013-2015. In deze paragraaf wordt aangegeven hoe Kerntakendiscussie en Kerntakenboek zijn verwerkt in de begroting. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: - de toekomstige rolopvatting: ”De regisseur”; - de aanpak voor uitwerking van de Kerntakendiscussie en het Kerntakenboek; - hoe de ombuigingen in de begroting en meerjarenraming zijn verwerkt en hoe daarbij rekening is gehouden met de door uw raad aangenomen moties en amendementen; - onzekerheden en risico’s bij de nadere uitwerking.
De gemeente als regisseur Met de vaststelling van het Kerntakenboek heeft Roermond gekozen voor een andere nieuwe rolopvatting van de gemeente, namelijk de gemeente als regisseur. De gemeente Roermond gaat zich nadrukkelijker opstellen als regisseur binnen de Roermondse gemeenschap. Dus als regisseur in het netwerk dat wordt gevormd door onze inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen binnen onze gemeentegrenzen. De gemeente is niet, wil niet en kan niet (langer) de oplosser zijn van alle problemen. Wij zullen dus meer dan tot nu het geval is, een beroep doen op de actieve, participerende en zelfredzame burger. We stimuleren de proactieve burgers, verenigingen en instellingen. We verwachten daarbij van bedrijven en maatschappelijke instellingen dat ook zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Vanuit onze rol als bewaker van het algemeen belang willen wij als centrale speler wel lijnen uitzetten, maar wij verwachten ook van de andere maatschappelijke spelers hoofd- (en bij)rollen. Voor zover dat binnen onze mogelijkheden ligt, zullen wij er vervolgens wel op toe zien dat de andere spelers ook daadwerkelijk binnen deze kaders werken.
Aanpak uitwerking van de Kerntakendiscussie en het Kerntakenboek De uitwerking van de Kerntakendiscussie is meer dan alleen de uitvoering van de ombuigingsoperatie (dus de afzonderlijke ombuigingsvoorstellen). Doelstellingen zijn: 1. het verder uitwerken van de regisseursrol en de verinnerlijking daarvan in de gemeentelijke organisatie en bij het bestuur; 2. (algemene) externe communicatie over en bewustmaking van de nieuwe rolopvatting van de gemeente en van hetgeen van inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen wordt gevraagd: 3. het tijdig realiseren van de ombuigingen op de diverse beleidsterreinen; 4. het aanpassen van de gemeentelijke organisatie aan de uitgangspunten van de regisseur en de nieuwe taakopvatting: kleiner, wendbaar, meer generalisten, afstoten uitvoering taken. De aanpak bestaat dan ook uit vier sporen die hierna kort worden toegelicht. Uitwerken regisseursrol De regisseursol moet nog nader uitgewerkt worden. Wat betekent deze rol in de praktijk van het werk van raad, college en ambtelijke organisatie? De gemeente is immers actief op veel verschillende beleidsterreinen en voert zeer uiteenlopende taken uit. Dit leidt ertoe dat de regierol op diverse manieren invulling dient te krijgen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden. De regisseursrol vereist maatwerk en dient ook in onze gemeentelijke organisatie te ‘landen’. Daarom zullen alle gemeentelijke taken doorgelicht worden op de nieuwe rolopvatting: wat betekent de nieuwe rolopvatting voor het takenpakket en de werkzaamheden van onze organisatie, hoe wordt deze geïmplementeerd én hoe wordt daarop gestuurd?
Begroting 2012 / 117
Externe communicatie en bewustmaking Niet alleen intern – in onze organisatie – maar ook onze inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen zullen zich bewust moeten worden van onze nieuwe rolopvatting. Deels willen we dat bewerkstelligen door nadere uitwerking en concretisering van de ombuigingsvoorstellen uit het Kerntakenboek en het overleg dat in dat kader met betrokken partijen zal plaatsvinden. Daarnaast zal ook in zijn algemeenheid communicatie over en bewustmaking van de nieuwe rol van de gemeente plaats dienen te hebben. Daartoe zal een (meerjarige) overall communicatiestrategie/plan worden ontwikkeld. Effectuering en nadere uitwerking ombuigingsvoorstellen Dit onderdeel van de aanpak betreft het nader uitwerken en concretiseren van de in het Kerntakenboek opgenomen ombuigingsvoorstellen. Een deel van de ombuigingsvoorstellen kan direct in- en uitgevoerd worden (en worden gefiatteerd via deze en volgende programmabegrotingen), maar andere voorstellen behoeven nadere uitwerking en besluitvorming. Ter zake zullen wij nadere voorstellen voorleggen. De gemeentelijke organisatie Over de gemeentelijke organisatie zegt het Kerntakenboek het volgende: “De gevolgen voor de gemeentelijke organisatie zijn groot. Een deel van de uitvoering en ondersteuning kan worden afgestoten” en “Van onze medewerkers verwachten we dat ze minder plannen schrijven en meer generalistisch werken. We verwachten vooral dat ze in staat zijn anderen in beweging te krijgen en te houden. Het worden dus echte regisseurs. De werkzaamheden worden daarmee ook anders van karakter”, De gemeentelijke organisatie zal omgevormd moeten worden met daaraan gekoppeld een taakstelling van € 3.150.000 (inclusief besparingen vanwege centrale inkoop en regionale samenwerking). Deze omvorming is het vierde onderdeel van de aanpak. Naar verwachting zal een visie en bijbehorend stappenplan in het tweede kwartaal van 2012 gereed zijn.
Verwerking Kerntakenboek in begroting 2012 en meerjarenraming Zoals reeds aangegeven is het Kerntakenboek de basis voor de begroting 2012 en de meerjarenraming 2013-2015. In de programmateksten is opgenomen wat wij inhoudelijk voor het jaar 2012 voorstellen of welke onderzoeken wij in 2012 uitvoeren met het oog op ombuigingen in latere jaren. Voor de verhogingen van de lastendruk die voortvloeien uit het Kerntakenboek wordt verwezen naar paragraaf 1. Lokale heffingen. Voor wat betreft de middelen zijn onze uitgangspunten als volgt: - een deel van de in het Kerntakenboek opgenomen ombuigingen kan direct in- en uitgevoerd worden, maar andere voorstellen behoeven nadere uitwerking en besluitvorming. De daarmee gemoeide bedragen worden wel al taakstellend ingeboekt als te realiseren ombuiging; - het uitgangspunt voor ombuigingen waarvoor moties zijn aangenomen, is dat deze nog niet voor het jaar 2012 worden ingeboekt maar voor de jaren daarna wel taakstellend zijn meegenomen. In nadere voorstellen of op zijn laatst bij de begroting 2013 dient duidelijk te worden hoe de invulling is en welke alternatieven er indien nodig zijn. In eerste instantie zullen deze binnen het betreffende beleidsveld c.q. portefeuille gezocht en gevonden moeten worden. In het bijlagenboek is een gedetailleerd overzicht van de ombuigingen – gefaseerd over de jaren van de meerjarenbegroting – opgenomen. Het Kerntakenboek koerst op een sluitende begroting in 2015. De fasering van de ombuigingen in de aanloop naar 2015 is thans als volgt.
Begroting 2012 / 118
Totaal ombuigingsbedrag*
2012 € 3.326.283
2013 € 6.406.140
2014 € 8.502.869
2015 € 10.682.983
*inclusief aankoop kantoorpand Kazerneplein en exclusief de incidentele afdekking van de subsidies
Met de doorvertaling in de begroting is deze vanaf 2014 meerjarig sluitend. Voor de jaren 2012 en 2013 is dat nog niet het geval. Dat komt doordat een aantal ombuigingen niet meteen geëffectueerd kan worden. Dat geldt in het bijzonder voor de afbouw van subsidies waarvoor conform de Algemene wet bestuursrecht termijnen gelden. Daarnaast roept een aantal moties op tot fasering of zelfs heroverweging van een aantal ombuigingsvoorstellen voor subsidies. Omdat daarmee deze ombuigingen niet per 2012 ingeboekt (kunnen) worden, zetten wij in 2012 ter afdekking van in dat jaar nog te verlenen subsidies een bedrag van € 673.000 incidenteel in. De begroting is daarmee ook voor 2012 sluitend. Voor realisatie van ombuigingen (met name op het gebied van sportstimulering en voor een aantal onderzoeken) zijn incidentele middelen vereist voor een bedrag van circa € 336.000. Voorgesteld wordt deze middelen (totaal € 1.009.000) ten laste te brengen van de algemene reserve en te storten in de nieuw te vormen reserve Kerntakendiscussie.
Onzekerheden en risico’s In het Kerntakenboek is uitgegaan van een totaal te realiseren ombuiging van € 10.408.500. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat bij nadere beschouwing meer te zijn. Uiteraard blijven dit ramingen die afhankelijk van de nadere uitwerkingen onzekerheden kunnen en zullen bevatten. Het ambitieniveau van de uitwerking van de Kerntakendiscussie is hoog, zeker voor wat betreft de fasering van de ombuigingsvoorstellen. Vertragingen en tegenvallers zijn niet uit te sluiten. De plannen van het huidige kabinet, met name op het gebied van de sociale zekerheid en de overige decentralisaties (jeugdzorg en AWBZ), vormen nog steeds een lastig te kwantificeren risico. In het Kerntakenboek – en ook in deze begroting – is dit risico zo goed mogelijk ingeschat en heeft de financiële consequentie ervan een plaats gekregen. De financiële taakstelling van de Kerntakendiscussie is daardoor een momentopname: de stand van het om te buigen bedrag fluctueert. Wij zullen voortdurend alert (moeten) zijn op mogelijke additionele maatregelen (passend in de regisseursol) en zo mogelijk en nodig dienen deze ingebracht te worden. Dat geldt in het bijzonder wanneer voorgestelde ombuigingen – om welke reden dan ook (aangenomen moties, voortschrijdend inzicht, juridische factoren) – niet (of in geringere omvang) haalbaar blijken.
Begroting 2012 / 119
Begroting 2012 / 120
Paragraaf 9 Krimp en vergrijzing Algemeen Krimp en vergrijzing zijn onderwerpen die in Limburg nadrukkelijk aandacht krijgen al is de impact hiervan niet overal in Limburg gelijk. De verschillende prognoses van demografische ontwikkelingen worden door ons niet zonder meer onderschreven. Daarmee worden de demografische ontwikkelingen in Midden Limburg niet ontkend, maar de strategie die enkele jaren geleden is gekozen werpt op dit moment vruchten af. Zowel in 2009 als in 2010 is de Roermondse bevolking toegenomen. In 2009 betrof dit 0,81% (445 personen), in 2010 0,79% (434 personen) hetgeen met name te danken is aan een positief migratiesaldo. Roermond week ook in 2010 in positieve zin af van de regionale ontwikkeling. De bevolking in Roermond is in 2010 net als in 2009 twee keer zoveel gegroeid dan het E’til had voorzien (prognose uit 2010). In Midden-Limburg nam het aantal inwoners in 2010 toe met ruim 350 inwoners. Wij worden gesterkt in onze opvatting dat een proactieve benadering met als kernbegrippen lef, uniciteit, kwaliteit en samenwerking, in tegenstelling tot “het omarmen” van krimp, positieve effecten heeft op onze ruimtelijke en economische ontwikkeling, en als afgeleide daarvan ook op de demografische ontwikkeling. Wij willen de gekozen strategie verder doorontwikkelen en zullen de feitelijke ontwikkelingen op demografisch gebied nadrukkelijk blijven monitoren.
Wonen In de regionale woonvisie Midden-Limburg Oost 2020-2024 zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de planvoorraad voor nieuwbouw van woningen. Rekening houdend met de E’til prognoses en de regionale groeiambities is in de regionale woonvisie nog een groei van de benodigde woningvoorraad voorzien tot het moment waarop het aantal huishoudens gaat afnemen. Volgens de prognose van het E’til uit 2009 zal dat in Roermond in het jaar 2028 gaan plaatsvinden en volgens de in 2010 herijkte prognose in 2031 en 2032 volgens de laatste prognose uit 2011. In de regio treedt dit moment volgens deze laatste prognose eerder op. Volgens de prognose uit 2011 zou de groei van het aantal huishoudens fors hoger liggen dan in de prognoses uit 2009 en 2010. Ook in kwalitatieve zin is sprake van verschillen tussen Roermond en de regio. In Roermond is nog sprake van een aanzienlijke groeipotentie voor doorstroming naar grondgebonden koopwoningen, terwijl in de regio de groei vooral betrekking heeft op woningen voor ouderen. In Roermond is dit laatste ook aan de orde, maar in mindere mate. Voor zowel doorstroming als de doelgroep ouderen worden plannen gerealiseerd en voorbereid. Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van vraag en aanbod op de woningmarkt is de herstructurering. In de regionale woonvisie is aangegeven dat in Roermond nog een aanzienlijke herstructureringsopgave ligt, die concreet moet worden vertaald in plannen. Samenwerking met woningcorporaties is daarbij essentieel. Na concrete vertaling van de herstructureringsplannen zullen deze worden betrokken bij de regionale afspraken over de plannen voor nieuwbouw van woningen.
Werkgelegenheid In samenhang met de demografische ontwikkeling is het werkgelegenheidvraagstuk aan de orde. Geconstateerd kan worden dat de werkloosheid in Roermond afneemt. Er liggen echter nog meer kansen en opgaven op de arbeidsmarkt. Op basis van prognoses – mede in verband met de economische en de demografische ontwikkeling – zou verwacht kunnen worden dat de werkloosheid verder gaat dalen, met name vanwege uitstroom aan de “bovenkant”. Voorlopig zal daarom werk nog centraal staan in het beleid, maar zal – ook vanwege het gegeven dat in de regio de werkloosheid lager is en de vergrijzing daar wat sneller aan de orde is – steeds minder een kwantitatief en meer een kwalitatief werkgelegenheidsprobleem ontstaan. In delen van de arbeidmarkt zullen tekorten ontstaan, waarop gereageerd moet worden. De nadruk zal (nog sterker) op dienstverlening en zorg gaan liggen.
Begroting 2012 / 121
Zeker voorlopig zal de nadruk dus blijven liggen op werkgelegenheid. Deze strategie kan in combinatie met promotie van een aantrekkelijk woonklimaat, voorzieningenniveau en de gevolgen van de verbeterde bereikbaarheid een positieve uitwerking hebben op de bevolkingsontwikkeling.
Conclusie De demografische en economische ontwikkeling van Roermond en de verwachting omtrent die ontwikkeling verhouden zich positief ten opzichte van de regio.
Begroting 2012 / 122
Colofon De begroting 2012 is een uitgave van de gemeente Roermond. Telefoon: (0475) 359 999 E-mail:
[email protected] Internet: www.roermond.nl Fotografie: Gemeente Roermond Drukwerk: Gemeente Roermond
Begroting 2012 / 123