Begroting 2012 September 2011
2
Begroting 2012 September 2011
3
4
Voorwoord
Voorwoord
We hebben de recessie nog niet helemaal achter ons gelaten. We zitten midden in een opleving van de crisis. De vooruitzichten in het eerste kwartaal van 2011 waren nog positief, maar inmiddels is de economische groei in Nederland tot stilstand gekomen. Het zijn onzekere tijden. De gevolgen van de recessie blijven nog wel een tijd merkbaar voor onze burgers, ondernemers en instellingen. We hebben in 2011 de eerste stappen gezet om de gevolgen van de rijksbezuinigingen op te kunnen vangen. In 2012 gaan we hier voortvarend mee verder. Het vereist echter nog jaren inspanning om de werkeloosheid te keren en de uitgaven aan WMO-voorzieningen weer binnen de beschikbare budgetten te krijgen. De overheveling van taken op het gebied van de AWBZ, Jeugdzorg en de Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) stelt ons de komende periode voor grote financiële en bedrijfsmatige uitdagingen. We zullen op deze beleidsterreinen nieuwe kansen grijpen en mogelijkheden voor vernieuwing onderzoeken. Ook wordt met deze begroting verder gewerkt aan onze ambities uit het Collegeprogramma ‘Doorpakken in nieuwe tijden!’ (2010-2014): het realiseren van een leefbaar, bereikbaar en duurzaam Leeuwarden. Dat kunnen we niet alleen, maar doen we samen met de mensen in deze stad die daar hun steentje aan bij willen dragen. Leeuwarden heeft in het verleden laten zien een solide financieel beleid te voeren: onze gemeentefinanciën zijn op orde. Dat willen we in 2012 zo houden. We presenteren u een sluitende begroting en werken verder aan de realisatie van het Collegeprogramma.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
drs. Ferd. J.M. Crone, burgemeester,
drs. C.H.J. Brugman, secretaris.
5
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave begroting2012 Voorwoord Inhoudsopgave Samenstelling bestuur
5 6 8 9 9 17
Hoofdstuk 1
Begroting 2012 1.1 Samenvatting op hoofdlijnen 1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2
Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan 2.1.1 Stadsvisie en strategische allianties 2.1.2 Meerjarenprogramma Infrastructuur (MPI) 2.1.3 Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) 2.1.4 Programma’s Programma Cultuur (1) Programma Jeugd en onderwijs(2) Programma Economie en toerisme (3) Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4) Programma Werk en inkomen (5) Programma Wonen (6) Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7) Programma Dienstverlening (8) Programma Politiek bestuur (9) Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10) Programma Sport (11) Programma Ruimtelijke ordening (12) Programma Milieu, energie, water (13) Programma Woon- en leefomgeving (14) Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (15)
18 18 18 20 25 27 27 35 43 49 57 67 73 81 87 93 101 107 113 119 127
2.2 Paragrafen 2.2.1 Lokale heffingen 2.2.2 Weerstandsvermogen 2.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen 2.2.4 Financiering 2.2.5 Bedrijfsvoering 2.2.6 Verbonden partijen 2.2.7 Grondbeleid 2.2.8 Strategisch investeringsfonds (SIOF)
131 131 139 150 154 156 159 167 174
Financiële begroting 3.1 Overzicht baten en lasten 3.1.1 Het overzicht van baten en lasten 3.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten 3.2 Uiteenzetting financiële positie 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie 3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen 3.2.3 Meerjarenraming
177 177 177 179 180 180 189 193
Kerngegevens 2012 Alfabetische lijst met afkortingen
195 197
Hoofdstuk 3
6
Inhoudsopgave
BIJLAGEN
A A B C D E F G H I
t/m I Overzicht mee- en tegenvallers Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen Verloop reserves en voorzieningen Meerjarenprogramma Infrastructuur Overzichten Meerjarenprogramma Infrastructuur (niet openbaar, ligt voor raadsleden ter inzage) Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Overzicht opgenomen geldleningen Overzicht subsidies instellingen Route van de rente
207 225 233 237 249 251 259 263 269
7
Samenstelling van het bestuur
Samenstelling
van
het
bestuur
Burgemeester dhr. drs. F.J.M. Crone
Wethouder dhr. A. Ekhart
Verantwoordelijk voor: • veiligheid, openbare orde en handhaving • grote stedenbeleid • gemeentelijke herindeling
Portefeuilles: • zorg & opvang • werk & inkomen • financiën • sport
Wethouder dhr. H.S. Deinum
Wethouder mw. I. Diks
Portefeuilles: • economische zaken en citymarketing • ruimtelijke ordening • Nieuw Zaailand
Portefeuilles: • wonen • cultuur • recreatie en toerisme • woon en leefomgeving • duurzame ontwikkeling
Wethouder mw. drs. T. Koster
Gemeentesecretaris dhr. drs. C.H.J. Brugman
Portefeuilles: • jeugd & onderwijs • stedelijke vernieuwing • bereikbaarheid • publieke dienstverlening • bedrijfsvoering
Verantwoordelijk voor:
8
•
de gemeentelijke organisatie
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
1. B e g r o t i n g 2 0 1 2 1.1 Samenvatting op hoofdlijnen 1.1.1 Algemeen In deze begroting zijn de afspraken uit het Collegeprogramma ‘Doorpakken in nieuwe tijden (2010-2014)’ en de uitkomsten van het richtinggevend raadsdebat op 23 en 30 mei 2011 verwerkt. Om de gevolgen van de verwachte rijksbezuinigingen op te vangen, is in het Collegeprogramma een bezuiniging op beleid en de gemeentelijke organisatie opgenomen van € 12 mln in 2014. Daarnaast resteert uit 2010 nog een taakstelling op de bedrijfsvoering van € 1,2 mln in 2013. Het realiseren van die bezuinigingen is een belangrijk onderdeel van deze begroting. De omvang, het tempo en de richting van de rijksbezuinigingen worden inmiddels duidelijk. Minister Donner heeft op 2 september 2011 aan de Kamer laten weten dat met de koepel van provincies, gemeenten en waterschappen ‘Bestuursafspraken’ (2011-2015) zijn gemaakt. Over de Wet Werken naar Vermogen overigens nog niet. De VNG zal hierover met het kabinet door onderhandelen. De uitkomsten daarvan zijn op dit moment onduidelijk en onzeker. In 2012 wordt op verschillende, nauw aan elkaar verwante, beleidsterreinen de overheveling van taken naar de gemeente voorbereid. Het gaat om:
• • •
decentralisatie AWBZ-begeleiding, vanaf 2013 en 2014 in fases decentralisatie Jeugdzorg, vanaf 2014 tot en met 2016 in fases Wet Werken naar Vermogen, met ingang van 2013
De overheveling gaat gepaard met kortingen die gebaseerd zijn op het uitgangspunt dat de gemeente deze taken anders en meer efficiënt kan uitvoeren. Naast financiële gevolgen heeft de overheveling dus ook grote gevolgen voor de gemeentelijke bedrijfsvoering. De gemeente ontvangt vanaf 2012 ook minder geld van het rijk voor het veiligheidsbeleid. Dit tekort wil en kan de gemeente van 2012 tot en met 2014 deels compenseren. Maar er wordt daarnaast bij het oplossen van veiligheidsvraagstukken verregaande hulp en samenwerking verwacht van scholen, andere maatschappelijke instellingen en veiligheidspartners (politie, justitie en zorginstellingen). Ook op andere beleidsterreinen pakt de gemeente vraagstukken steeds meer aan samen met alle partijen (ondernemers, organisaties en inwoners). Naast de bezuinigingen op rijksuitkeringen moeten ook andere gevolgen van de recessie te lijf worden gegaan. De ontwikkeling van nieuwe (woning)bouwprojecten stagneert. Daardoor lopen de legesopbrengsten voor de gemeente fors terug en neemt de druk op de gemeentelijke belastingen toe. Door stijgende werkloosheid gaan mensen meer gebruik maken van de bijstand. En door de economische situatie kunnen mensen te maken krijgen met meer problemen en schulden. Daardoor neemt ook de druk op ondersteuning door de gemeente toe. Uitgangspunt voor de gemeente blijft dat mensen naar vermogen, verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen bestaan (inkomen, huishouden, zorg voor kinderen). Ondanks de financiële krapte blijft de gemeente fors investeren in de bereikbaarheid van de stad en de Lokale economie. Op veel beleidsterreinen wordt gewerkt aan een duurzaam Leeuwarden. Tevens worden ISV3middelen geïnvesteerd in verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in de zes aandachtwijken: OldegalileënBloemenbuurt, Tjerk-Hiddes Cambuursterhoek, Vlietzone, Nijlân, Schepenbuurt en Valeriuskwartier . Duidelijk is dat Leeuwarden in 2012, mede als gevolg van de aangekondigde grote decentralisaties, voor ingrijpende (financiële) opgaven staat. Verwacht wordt dat de Algemene Reserve net voldoende is om de financiële risico’s op te vangen. Daarom is er in 2012 geen incidentele financiële ruimte voor nieuw beleid. De huidige onzekere situatie en financiële positie geven aanleiding om nu niet af te wijken van gemaakte keuzes, maar ingezet beleid uit het Collegeprogramma voorlopig voort te zetten. Met de midterm review (tussentijdse evaluatie) van het Collegeprogramma, begin 2012, wordt duidelijk of met een bezuinigingsopgave van in totaal 12 mln in 2014 kan worden volstaan. Dat is dan ook het moment waarop nieuwe beleidsinitiatieven, inclusief eventuele extra bezuinigingen, weer aan de orde zijn.
9
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
1.1.2 Samenvatting programma’s Cultuur (1) In 2011 heeft de gemeente besloten tot een andere invulling van kunst- en cultuureducatie in Leeuwarden. In 2012 wordt een nieuwe vorm van cultuureducatie (‘Kunst voor ieder kind’) op wijkniveau uitgewerkt. Ook wordt gestart met de vorming van een ‘Uitburo nieuwe stijl’ als motor voor samenwerking, marketing en vergroting van het publieksbereik binnen de hele culturele sector. De hiermee te behalen besparing wordt weer ingezet voor cultuureducatie en versterking van de rest van de culturele infrastructuur. In 2012 blijven de huidige combinatiefunctionarissen Cultuur (5,7 formatieplaatsen) vanuit de Brede scholen stimuleren dat kinderen met kunst en cultuur in aanraking komen. Vanaf het schooljaar 2012-2013 worden deze combinatiefunctionarissen ingezet als cultuurcoach. Het Historisch Centrum Leeuwarden onderzoekt hoe publieksactiviteiten kostendekkend gemaakt kunnen worden en hoe ook erfgoededucatie meer op wijkniveau kan worden aangeboden. De gemeente onderzoekt daarnaast samen met de Harmonie en Bibliotheek welk bij een Provinciehoofdstad passend pakket van activiteiten deze instellingen aan het publiek kunnen bieden binnen de daarvoor beschikbare budgetten. Samen met de provincie zet de gemeente zich in voor de benoeming van Leeuwarden en de rest Fan Fryslân tot Culturele hoofdstad van Europa in 2018. Afhankelijk van de voortgang in de planontwikkeling voor het Harmoniekwartier zal de gemeente in 2012 ook starten met de voorbereidingen voor een nieuw poppodium. Jeugd en onderwijs (2) De gemeente is verantwoordelijk voor onderwijshuisvesting, waaronder het onderhoud van scholen en voldoende lesruimten. Samen met de onderwijsbesturen ontwikkelt de gemeente in 2012 een nieuw huisvestingsplan voor de scholen. Daarnaast moeten Brede scholen uitgroeien tot complete kindcentra, waar kinderen zowel onderwijs als opvang en zorg krijgen. In beide gevallen wordt uitdrukkelijk gekeken naar efficiënter gebruik en de relatie met andere ontmoeting-centra in de wijken, zoals sportaccommodaties, dorps-, wijk- en buurthuizen, multifunctionele centra en maatschappelijke opvanginstellingen (maatschappelijk vastgoed). De gemeente wil dat het aanbod van kinderopvang in Leeuwarden voor kinderen van 0-4 jaar voldoende is qua aantal plaatsen, toegankelijk is (spreiding en financieel) en voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen. Daarom start in 2012 de harmonisatie van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Daarmee kan in 2012 € 300.000 en in 2014 € 200.000 worden bespaard. Samen met de provincie investeert de gemeente in de University Campus Fryslân (UCF). De UCF gaat onder andere samen met kennispartners bestaand onderwijs en onderzoek op het gebied van water en duurzame energie ondersteunen en nieuwe (complementaire) leerwegen initiëren. Samen met betrokken partners blijft de gemeente werken aan snelle en efficiënte hulpverlening aan jongeren. Het Centrum voor Jeugd en Gezin 12+ wordt verder ontwikkeld. De overdracht van de Jeugdzorg van provincie naar de gemeente wordt voorbereid. Economie en Toerisme (3) Samen met kennisinstellingen, markt en andere overheden werkt Leeuwarden aan de verduurzaming van de stad. Het stimuleren en aantrekken van bedrijvigheid op het gebied van watertechnologie en duurzaamheid is geïntegreerd in de aanpak ‘Slim met energie en water’. Voor 2012 zijn de aanleg van een warmtenet dat ‘groene’ warmte distribueert en het aanjagen van de realisatie van zonnestroom speerpunten. Ook wil de gemeente duurzaamheid meer in de eigen organisatie integreren. Met het project Binnenstad Boppe (2010-2013) wil de gemeente samen met winkeliers het winkelaanbod verbeteren (vooral in de aanloopstraten), zodat de stad nog meer bezoekers trekt. Het opknappen van winkelpuien en andere stimuleringsmaatregelen moet de winkelleegstand tegenhouden. Verschillende issuemarketingcampagnes voor de Binnenstad, maar ook op het gebied van watertechnologie en energie, moeten de stad nog beter op de kaart zetten. Er is een breed overleg gestart met alle betrokkenen op het gebied van toerisme. De uitkomst hiervan zal naar verwachting in 2012 positief doorwerken op de evenementenkalender. Eind 2012 gaat de vrijdagsmarkt weer terug naar het Zaailand. De terugkeer van de kermis op het Zaailand in 2013 wordt voorbereid. De huidige marktsituatie van bedrijventerreinen, kantoren en winkels noodzaakt tot een nieuwe visie in 2012 op de markt en vereist actie van de gemeente bij de ontwikkeling van bedrijfshuisvesting. Als de markt gunstig
10
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
is, start de gemeente in 2012 met de herontwikkeling van 2 vrijkomende schoollocaties. De netto-opbrengst draagt bij aan het voldoen aan de taakstelling onderwijshuisvesting. Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4) Samen met betrokken instellingen wil de gemeente door efficiënter te werken meer zorg en ondersteuning aanbieden met minder middelen. Een belangrijk principe van Welzijn nieuwe stijl is dat er gewerkt wordt vanuit één plan, en één hulpverlener/sociaal werker. In 2012 moeten drie sociale wijkteams, een sociaal stadsteam en twee interventieteams in de wijken aan de slag zijn. Dat levert een besparing op van € 221.000 in 2012 en 2013 (€ 442.000 in totaal). De overheveling van taken naar de gemeente op het gebied van AWBZ-begeleiding wordt voorbereid. De kaders voor uitvoering van deze taken zijn mede bepalend voor het nieuwe beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) dat de gemeente in 2012 opstelt. De afgelopen jaren zijn steeds meer mensen gebruik gaan maken van WMO-voorzieningen (zoals hulp bij het huishouden, aanpassingen in de woning of taxikostenvergoeding). De kosten voor de gemeente zijn daardoor zo hoog opgelopen, dat ook in 2012 en 2013 maatregelen worden genomen om de uitgaven in 2014 weer binnen het beschikbare budget te krijgen. In totaal moet € 3,5 mln worden bespaard. Werk en inkomen (5) Naar verwachting blijft de werkeloosheid in Leeuwarden oplopen. Vooral het grote aantal jonge werklozen is zorgelijk. De arbeidsmarkt trekt nog maar mondjes maat aan. Toch moeten zoveel mogelijk mensen via werk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Daarom worden de Wet werk en bijstand (WWB), de Wajong en de Wet sociale werkvoorziening (WSW) samengevoegd tot één regeling: de Wet werken naar vermogen (WWNV). De gemeente gaat deze wet vanaf 1 januari 2013 uitvoeren. In voorbereiding op de invoering wordt de gemeentelijke dienstverlening op dit gebied aangepast. Op het nieuwe netWerkplein komen betrokken partijen zoals werkgevers, onderwijsinstellingen, uitzendbureaus en UWV samen en kunnen mensen zelf gaan netwerken en op zoek naar (vrijwilligers)werk. Om meer jongeren aan een baan te helpen gaat de gemeente meer samen optrekken met de onderwijsinstellingen. De WSW wordt voor zeven gemeenten, waaronder de gemeente Leeuwarden, uitgevoerd door Caparis NV. Caparis staat er momenteel financieel niet sterk voor door tekorten in de exploitatie en rijksbezuinigingen. Daarom wordt onderzoek gedaan naar de toekomst van de sociale werkvoorziening en de positie van alle betrokkenen daarin. Door de economische situatie krijgen mensen meer problemen en schulden. De schulddienstverlening van de gemeente richt zich in 2012 op het voorkomen dat mensen schulden maken. De eveneens toenemende armoedeproblematiek en de bezuinigingen noodzaken tot actualisatie van het in 2008 vastgestelde Leeuwarder armoedebeleid. In een nieuwe kadervisie kinderen/jongeren wordt apart aandacht besteed aan kinderen die in armoede opgroeien en kansloos zijn. Wonen (6) Voor vernieuwing en verbetering van de wijken Oldegalileën-Bloemenbuurt, Tjerk-Hiddes Cambuursterhoek, Vlietzone, Nijlân, Schepenbuurt en Valeriuskwartier zijn in 2011 wijkactieplannen vastgesteld. Daarin zijn projecten benoemd die voor de bewoners prioriteit hebben. In nauwe samenwerking met de Leeuwarder woningcorporaties en de bewoners gaat de gemeente in 2012 in deze wijken aan de slag met de verdere uitwerking en uitvoering van: •
het verduurzamen van bestaande woningen;
•
de aanpak van o.a. overlast, speelvoorzieningen en wensen rond het groen.
Gemeente en corporaties voeren ook gemaakte afspraken over studentenhuisvesting uit. Leeuwarden gaat een cultuurhistorische waardenkaart ontwikkelen. Dit is van belang bij bijvoorbeeld de aanleg van een weg of de bouw van woningen. Op de kaart is dan zichtbaar wat in die omgeving aan cultuurhistorisch erfgoed aanwezig is. Per 1 januari 2012 moet de gemeente in bestemmingsplannen aangeven op welke wijze met cultuurhistorische waarden rekening wordt gehouden. Door de aanhoudende daling van het aantal bouwaanvragen lopen de legesopbrengsten terug. De formatie voor het afgeven van de vergunningen is inmiddels tot minimale omvang teruggebracht.
11
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
Infrastructuur/Bereikbaarheid (7) Onderdeel van de verbetering van de bereikbaarheid van Leeuwarden is het bevorderen van de doorstroming op de stadsring. In 2012 wordt de gemaakte variantenkeuze voor het Europaplein verder uitgewerkt. De reconstructie van het Drachtsterplein tot een kruising met vier fietstunnels is onderdeel van het project Drachtsterweg e.o. De andere onderdelen van dit project, zoals het aquaduct en de aanleg van ongelijkvloerse kruisingen, worden in latere jaren onder verantwoordelijkheid van de provincie uitgevoerd. De eerste fase van de Westelijke Invalsweg is door de provincie in uitvoering genomen; deze uitvoering loopt door tot en met 2014. Voor de tweede fase wordt in 2012 de ruimtelijke procedure opgestart. Nadat de voorbereiding is afgerond zal in 2012 de reconstructie van de Overijsselselaan worden aanbesteed. Om Leeuwarden bereikbaar te houden zijn tijdens de uitvoering van de grote infrastructurele ingrepen extra maatregelen nodig. Zo rijdt er bijvoorbeeld vanaf begin 2012 tijdens de spits een pendelbus vanaf het nieuwe transferium Hemriksein naar de binnenstad en terug. Andere werkzaamheden die in 2012 worden voorbereid dan wel uitgevoerd zijn: •
de fietsroute vanaf het aquaduct Langdeel naar het dorp Warten;
•
de fietsroute langs de Harlingertrekweg tussen de binnenstad en Ritsumasyl;
•
verkeersluwe maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid in onder andere de Frittemastate en op de route Gardeniersweg - Achter de Hoven – Willem Lodewijkstraat.
In 2012 wordt gestart met de bouw van de parkeergarage aan de Reviusstraat en van de ondergrondse parkeergarage achter de Nieuwe Oosterstraat. De gemeente verhoogt de parkeertarieven met 10% in 2012 in plaats van in 2013. De inmiddels bereikte kwaliteit van de parkeervoorzieningen in de binnenstad rechtvaardigt een vervroegde verhoging. Het beleidsplan voor het fietsverkeer wordt in 2012 geactualiseerd. Door de ondertekening in 2011 door de gemeente van het Manifest Verkeersveiligheid Fryslân 2011-2015 heeft Leeuwarden zich gecommitteerd aan de doelstelling om het aantal ernstige verkeersslachtoffers gehalveerd te hebben in 2025. De gemeente wil dit bereiken door onder andere de verkeerseducatie aan bepaalde doelgroepen in de komende jaren te verbeteren. Dienstverlening (8) Het behoud en de verbetering van de huidige kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening is een doorlopend proces waar de gemeente blijvend aandacht voor heeft. Het realiseren van bestaande doelstellingen gebeurt in 2012 binnen de nog beschikbare middelen. Er is geen budget voor nieuwe investeringen. Een nieuwe visie op de dienstverlening vanaf 2013 wordt voorbereid. Daarin worden ook de verschillende landelijke ontwikkelingen meegenomen, die het rijk al dan niet ‘verplicht vrijwillig’ oplegt. Politiek bestuur (9) Het gemeentebestuur streeft ernaar transparant en effectief te zijn door goede onderlinge samenwerking. Tegelijkertijd wil het bestuur een goede samenwerkingspartner zijn voor ondernemers, organisaties en inwoners. In 2012 worden opnieuw (communicatie)activiteiten ondernomen om raad en burgers nog meer met elkaar in contact te brengen. In al het beleid van de gemeente spelen burgerschap en maatschappelijk ondernemerschap een belangrijke rol. Het gemeentebestuur wil meer ‘loslaten’ en mensen de ruimte geven om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en omgeving. In de periode 2012-2014 wordt in projectvorm op een aantal beleidsterreinen (o.a. ‘afval’ en ‘groen’) onderzocht hoe de gemeente ervoor kan zorgen dat burgerschap rendeert. Dat rendement moet terug te zien zijn in de hoge kwaliteit van de (sociale en fysieke) leefomgeving en/of lagere kosten voor de overheid voor die leefomgeving. Er komt steeds meer duidelijkheid over de bestuurlijke herindelingen en samenwerking in Fryslân. In 2012 wordt het herindelingsontwerp voor de herindeling van Boarnsterhim afgerond. Vervolgens kan het samengaan van de gemeenten Boarnsterhim en Leeuwarden (taken, mensen en beleid) worden voorbereid.
12
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
Veiligheid, openbare orde en handhaving (10) De gemeente ontvangt voor veiligheidsbeleid vanaf 2012 geen geld (Montfransgelden) meer van het rijk. Deze bezuiniging wordt van 2012 tot en met 2014 deels door de gemeente gecompenseerd. De middelen die beschikbaar zijn worden in 2012 onder andere ingezet voor de aanpak van jeugd- en drugsoverlast. Straatcoaches hebben daarin een belangrijke rol. Er komen in 2012 zes straatcoaches bij. De gemeente stopt in 2012 met de bekostiging van fancoaches die de fans van SC Cambuur begeleiden bij uitwedstrijden. Samen met politie, justitie en Veiligheidshuis gaat de gemeente de wijze van toezicht houden en handhaving in de binnenstad verder verbeteren. De gemeente stopt met het inzetten van straatwerkers (voor overlastgevende dak- en thuislozen, veelplegers en straatprostituees) in de binnenstad. In de wijken Oldegalileën-Bloemenbuurt, Tjerk-Hiddes Cambuursterhoek, Vlietzone, Nijlân, Schepenbuurt en Valeriuskwartier gaat de verbetering van de veiligheid onverminderd door. In andere wijken stopt de buurtbemiddeling, het interventiewerk en de gezinscoaching. De praktijk moet uitwijzen of bijvoorbeeld het nieuwe Welzijnsbeleid hier compensatie biedt of dat ruzies en problemen in de wijken weer zullen toenemen. In 2012 wordt de nieuwe brandweerkazerne gebouwd. Tijdens de bouw blijft de brandweer gewoon zijn werk doen. Ook steekt de brandweer tijd en energie in de wettelijk verplichte regionalisatie van de brandweerorganisatie. Sport (11) Het gemeentelijk sportbeleid is er op gericht meer Leeuwarders te laten sporten. In 2012 blijven de huidige combinatiefunctionarissen Sport (6 formatieplaatsen) vanuit de Brede scholen stimuleren dat kinderen sporten en bewegen. De gemeente wil de combinatiefuncties verbreden. De gemeente wil ook dat sportverenigingen hun krachten meer gaan bundelen en zich bijvoorbeeld ontwikkelen tot omniverenigingen, waar mensen voor meerdere sporten terecht kunnen. Sportvoorzieningen kunnen zo efficiënter worden gebruikt. De herontwikkeling van het sportconcentratiegebied Kalverdijkje start in 2012 met de verplaatsing van rugbyvereniging Greate Pier. SC Lions gaat dan gebruik maken van een wedstrijdveld bij v.v. Nicator. De voorbereidingen voor de aanleg van een vierde sportconcentratiegebied in de Zuidlanden worden doorgeschoven naar 2018. Ruimtelijke ordening (12) In de binnenstad van Leeuwarden zijn in de afgelopen jaren veel gemeentelijke projecten gerealiseerd. Er is nog steeds aandacht nodig voor de binnenstad. Daarom is in 2011 de manifestatie Binnenstad gestart die in 2012 wordt afgerond. De manifestatie nodigt ontwikkelaars uit om in de Binnenstad te investeren en om met uitdagende plannen te komen die de ruimtelijke kwaliteit en attractiviteit van de binnenstad vergroten. Het gebied aan de zuid- en zuidwestkant van Leeuwarden verandert de komende jaren ingrijpend. Nieuwe grootschalige initiatieven zijn onder andere de Dairy Campus en het Energiepark. Voor het hele gebied is de intergemeentelijke Structuurvisie Nieuw Stroomland vastgesteld. Ter invulling van deze structuurvisie worden in 2012 de bestemmingsplannen Energiepark Schenkenschans, Dairy Campus/Zwettepark en Newtonpark 1-2-3 opgesteld. Op 1 juli 2013 moeten alle bestemmingsplannen geactualiseerd zijn, in ieder geval voor de gebieden waar bouwactiviteiten worden verwacht. In 2012 worden naar verwachting ook de plannen Lekkum, Achter de Hoven, Medisch Centrum Leeuwarden, Wielenpolle, Groene Ster, Businesspark-FEC, Kalverdijkje, Lange Markstraat en Hemrik geactualiseerd en vastgesteld. Milieu, energie en water (13) Op veel beleidsterreinen wordt bijgedragen aan het streven naar een duurzaam Leeuwarden. Het plan ‘Slim met energie en water’ vormt hiervoor de basis. Naast de al eerder genoemde distributie van ‘groene’ warmte, realisatie van zonnestroom en verduurzaming van woningen is het aanjagen van het rijden op ‘groen’ gas en elektriciteit speerpunt. Op grond van de nieuwe Waterwet (december 2009) wordt in 2012 door de provincie samen met gemeenten, Wetterskip Fryslân en (potentiële) vaarwegbeheerders het beheer van de vaarwegen opnieuw verdeeld. Vooralsnog voert het Wetterskip in principe het onderhoud aan de hoofdwatergangen uit en de gemeente dat van de overige watergangen op kosten van het Wetterskip. Ter verlaging van de milieudruk treft de gemeente in 2012 onder andere maatregelen om de afvalscheiding nog verder te verbeteren en daarmee het hergebruik te bevorderen. Ook wordt een nieuw gemeentelijk
13
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
rioleringsplan (GRP) opgesteld. Daarin worden de nieuwste richtlijnen verwerkt die van invloed zijn op de zorg van de gemeente voor het afvalwater, regenwater en grondwater. De tarieven voor afvalstoffenheffing worden verder gedifferentieerd. Daardoor betalen éénpersoonshuishoudens minder afvalstoffenheffing dan meerpersoonshuishoudens. De opbrengst voor de gemeente blijft in 2012 per saldo gelijk. Provincie, Wetterskip en gemeenten, waaronder Leeuwarden, werken samen aan de vorming van een Friese Regionale Uitvoeringdienst (RUD), die complexe milieutaken gaat uitvoeren. Op 1-1-2013 moet de RUD operationeel zijn. Woon- en leefomgeving (14) In wijk- en dorpsprogramma’s wordt ieder jaar per wijk of dorp onder andere een zo compleet mogelijk beeld gegeven van alle activiteiten/werkzaamheden van gemeente en corporaties in de wijk. Het huidige statische activiteitenoverzicht wordt in 2012 vernieuwd zodat burgers en panels de voortgang van werkzaamheden straks via internet precies kunnen volgen. Ook moet, door efficiëntere samenwerking met de projectorganisaties voor wijkvernieuwing, de formatie voor wijkmanagement met 1 formatieplaats verminderen. In 2012 wordt gestart met een andere methode van onkruidbestrijding. Inwoners worden hierover geïnformeerd. De nieuwe methode levert een netto besparing op van € 150.000. Met het geactualiseerde openbare verlichtingsbeleid wil de gemeente flink energie besparen. In 2012 wordt daartoe een aantal lichtmasten verwijderd en kan zo netto € 75.000 worden bespaard. De gemeente verhoogt de tarieven van begraafrechten in 2012 met 3%. Het huidige hoge kwaliteitsniveau van de Leeuwarder begraafplaatsen rechtvaardigt deze tariefstijging. Door efficiënter te werken kan de gemeente ook de onderhoudskosten van de begraafplaatsen beperken met € 13.000.
14
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
1.1.3 Samenvatting paragrafen Lokale Heffingen (2.2.1) De gemeente streeft er naar de heffingen zoveel mogelijk kostendekkend te laten zijn. De totale opbrengst aan belasting en overige heffingen is in 2012 begroot op circa € 53,2 mln. Dit is ongeveer 15% van de totale gemeentelijke baten (€ 357 mln). In zijn algemeenheid kan vooralsnog gesteld worden dat de belastingdruk voor particulieren en bedrijven in 2012 gelijk blijft. De meeste tarieven stijgen in 2012 met een kleine inflatiecorrectie. De tarieven voor afvalstoffenheffing dalen gemiddeld 4,2%. De tarieven voor hondenbelasting worden verlaagd met 0,2%. Zoals al eerder toegelicht worden de parkeertarieven verhoogd en stijgen de tarieven van begraafrechten. Over de mate waarin de tarieven van bouwleges stijgen moet nog worden besloten. Ondanks stijgende kwijtscheldingskosten, houdt de gemeente vooralsnog vast aan het zo optimaal mogelijk benutten van de wettelijke kwijtscheldingsmogelijkheden. Weerstandsvermogen (2.2.2) In deze begroting is voor het eerst met behulp van een simulatieprogramma berekend of de beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente toereikend is. Alle mogelijke onverwachte gebeurtenissen met financiële impact (risico’s) zijn verdeeld in algemene risico’s en risico’s van grondexploitaties. Verreweg het grootste risico voor de gemeente is de mogelijke overschrijding van het budget voor bijstandsuitkeringen. Voor het opvangen van algemene risico’s is een weerstandscapaciteit nodig van minimaal € 10,9 mln. De verwachte Algemene Reserve is € 11,3 mln en daarmee net voldoende om de algemene risico’s mee op te vangen. Zie voor het opvangen van risico’s van grondexploitaties: Grondbeleid (2.2.7). Onderhoud kapitaalgoederen (2.2.3) Per saldo is het totale budget voor onderhoud van wegen (incl. bruggen e.d.), riolering, water en groen (gemeentelijke kapitaalgoederen) in 2012 1,9% hoger begroot dan in 2011. Over het vaarwegbeheer en de kosten ervan worden met de provincie en Wetterskip Fryslân nieuwe afspraken gemaakt. Mede daarom wordt het opstellen van een baggerprogramma na 2011 uitgesteld. Tot die tijd is voor kleinschalig regulier baggerwerk jaarlijks € 200.000 beschikbaar. Regelmatig vinden inspecties plaats om de ‘onderhoudstoestand’ van de gemeentelijke kapitaalgoederen in kaart te brengen, zo ook in de afgelopen periode. Het benodigde onderhoud is in een meerjarenplanning opgenomen. Voor groot onderhoud aan gebouwen is in 2012 € 1.700.000 begroot. Om overlast te voorkomen en uit efficiency overwegingen worden alle onderhoudswerkzaamheden zoveel mogelijk gecombineerd uitgevoerd. Financiering (2.2.4) De gemeente leent al lange tijd tegen aanvaardbare risico’s geld om alle betalingen te kunnen doen die het uitvoeren van de voorgenomen begroting met zich meebrengt. Het rentepercentage waarmee de gemeente de rentekosten omslaat over de diverse gemeentelijke investeringen, kan worden verlaagd van 4% in 2011 naar 3,75% in 2012. In 2012 verwacht de gemeente € 40 mln aan geldleningen op te moeten nemen. Het renterisico dat de gemeente loopt door renteschommelingen blijft in 2012 binnen de vastgestelde wettelijke norm. De vlottende schuld blijft binnen het vastgestelde kasgeldlimiet. Door de huidige vrij stabiele renteontwikkeling zijn ook de financiële risico’s door misschattingen in het investeringstempo beperkt. Daarnaast zijn de risico’s van door de gemeente verstrekte leningen aan woningcorporaties minimaal. De risico’s van verstrekte garantstellingen en leningen aan een aantal voorheen tot de gemeente behorende bedrijven zijn afgedekt. Bedrijfsvoering (2.2.5) De ambities uit het Collegeprogramma, het rijksbeleid en (nieuwe) maatschappelijke vraagstukken stellen hoge eisen aan de gemeentelijke bedrijfsvoering. De gemeente bouwt aan een compacte en lenige organisatie waarin mensen samenwerken, ondernemerschap (persoonlijk leiderschap) tonen en vertrouwen in elkaar hebben. Onder het motto ‘Samenwerken in nieuwe tijden’ werken ambtenaren in 2012 aan de verbetering van de eigen effectiviteit en die van de organisatie met behulp van onder andere projecten als Het Nieuwe Werken, Persoonlijk leiderschap en Burgerschap.
15
1 Begroting 2012
1.1 Samenvatting op hoofdlijnen
Om het rendement van procesverbetering verder te verhogen wordt in 2012 de toepassing van leanmanagement doorontwikkeld. Conform de aanbevelingen van de accountant wordt een uniforme werkwijze ingevoerd voor de uitvoering van interne controle. Van de bedrijfsvoeringstaakstelling wordt in 2012 € 1 mln (van de in totaal € 3 mln in deze Collegeperiode) gerealiseerd. In 2012 vragen verder de opzet van het netWerkplein, de overheveling van rijkstaken en de vorming van de Friese regionale uitvoeringsdienst (RUD) om grote aanpassingen in de bedrijfsvoering. Dit alles zal ook leiden tot personele krimp. In relatie hiermee moet alles op alles gezet worden om de werkgelegenheidsgarantie van het vigerende Sociaal Akkoord overeind te houden tot het einde van de looptijd (ultimo 2012). Verbonden partijen (2.2.6) In het algemeen belang neemt de gemeente zowel bestuurlijk als financieel deel in een aantal organisaties, de zogeheten verbonden partijen. De gemeente heeft daarmee grote zeggenschap in bijvoorbeeld BV Sport, Blitsaerd CV/BV, Parkeergarages Leeuwarden/Stichting Parkeergarages en NV Fryslân Milieu. Een aantal beleidsvoornemens met betrekking tot verbonden partijen (de Harmonie, Caparis NV, RUD) zijn al genoemd in de betreffende programma’s. Andere voornemens zijn: •
GEM De Zuidlanden CV/BV: integreren van de administratie van deze in de gemeentelijke
•
Kenniscampus CV/BV: afronden werkzaamheden Kenniscampus 2e fase (onder andere aanleg 2e
•
Veiligheidsregio Fryslân: bepalen van de brand risico’s en te nemen maatregelen per
•
afwaarderen aandelenkapitaal van € 33.352, door het faillissement van NV Stadsherstel.
administratie; parkeerhaven en nieuwbouw sporthal) en in gebruik name studentenhuisvesting; gebied/gemeente, en wijziging organisatie waterongevallenbeheersing;
Grondbeleid (2.2.7) De grondexploitaties van de gemeente hebben te maken met vertragingen door de recessie. Doordat veel van de lopende grondexploitaties aan het einde van hun looptijd zijn en daardoor een voordelige boekwaarde hebben, heeft Leeuwarden het geluk hier nog enkele revenuen uit te ontvangen. Dit geldt niet voor Newtonpark 4 en Businesspark 4. Ook de gronden die Leeuwarden in voorraad heeft, waaronder ook strategische verwervingen, krijgen door vertragingen te maken met oplopende rentelasten en verminderde opbrengsten. Het tempo is zeer laag, de ambities moeten worden bijgesteld. Dit betekent dat Leeuwarden, evenals veel andere gemeenten, op de grondvoorraad af moet boeken. Voor het opvangen van de risico’s van grondexploitaties heeft de gemeente een weerstandscapaciteit nodig van minimaal € 12,1 mln. De Reserve grondexploitaties bedraagt per 1 januari 2012 € 13,7 mln en lijkt daarmee vooralsnog voldoende om de risico’s mee op te vangen. Door de grote onzekerheden als gevolg van de marktomstandigheden wordt afgezien van structurele afdrachten uit de Reserve grondexploitaties aan het SIOF. Strategisch investeringsfonds (2.2.8) Met geld uit het Strategisch investeringsfonds (SIOF) draagt de gemeente bij aan co-gefinancierde strategische projecten, zoals de Haak om Leeuwarden, de University campus Fryslân en de ontwikkeling van het Harmoniekwartier. Door een structurele afname van de jaarlijkse voeding van het fonds dreigt een tekort in het SIOF te ontstaan in 2015 en verder. De bijdrage uit het SIOF aan strategisch projecten zoals WTC Expo en westelijke kantorenhaak, Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland, Speelmankwartier en Blauwe structuur, is daarmee onzeker geworden. Een herbezinning hierop vindt uiterlijk plaats bij de midterm review van het Collegeprogramma, begin 2012.
16
1 Begroting
1.2
1.2 Leeswijzer
Leeswijzer
De opbouw van de begroting wordt in belangrijke mate voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en is als volgt: Figuur 1
Begroting
Beleidsbegroting
Programmaplan
Paragrafen
Financiële begroting
Overzicht baten en lasten
Financiële positie
In hoofdstuk 2 staat de beleidsbegroting. De paragrafen aan het begin van dit hoofdstuk geven inzicht in het strategische beleid van de gemeente. Het programmaplan bevat verder 14 te realiseren programma’s en het overzicht van algemene dekkingsmiddelen (programma 15). De belangrijkste onderwerpen staan op het voorblad van elk programma: •
de speerpunten voor het begrotingsjaar;
•
relevante beleidsnota’s;
•
wat het mag kosten (raming van baten, lasten, intensiveringen en bezuinigingen).
In elk programma staat verder: •
welke maatschappelijk gewenste toestand (doelstellingen) de gemeente nastreeft;
•
de wijze waarop die bereikt moet worden (prestaties).
Indicatoren geven informatie over het al dan niet bereiken van de doelstellingen. Ook vele externe en vaak niet te beïnvloeden factoren spelen daarbij een rol. In de jaarstukken wordt later aangegeven of een bepaald doel bereikt is en welke invloed de prestaties van de gemeente hierop hebben gehad. Onder het kopje ‘Toelichting op de belangrijkste prestaties en speerpunten’ worden ook relevante nieuwe inzichten in beleid en ombuigingen uit het Collegeprogramma 2010-2014 toegelicht. Een totaaloverzicht van (nieuw) beleid en ombuigingen is te vinden in Bijlage B. In afzonderlijke paragrafen staan de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Iedere paragraaf is een dwarsdoorsnede van de voorgaande programma’s op het gebied van: •
lokale heffingen;
•
weerstandsvermogen;
•
onderhoud kapitaalgoederen;
•
financiering;
•
bedrijfsvoering;
•
verbonden partijen;
•
grondbeleid;
•
Strategisch investeringsfonds (SIOF).
In hoofdstuk 3 staat de financiële begroting met daarop een toelichting. Het overzicht van baten en lasten staat in paragraaf 3.1. De uiteenzetting van de financiële positie staat in paragraaf 3.2.
17
2 Beleidsbegroting
2
Beleidsbegroting
2.1
Programmaplan
2.1 Programmaplan: Stadsvisie en strategische allianties
2.1.1 Stadsvisie en strategische allianties Op strategisch gebied worden activiteiten van de gemeente zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Leeuwarden wil in 2012 bestaande strategische allianties verder versterken en meer gaan samenwerken op stads-, regionaal, provinciaal, landsdelig, Europees en internationaal niveau. Stadsvisie In mei 2008 is de Stadsvisie ‘Leeuwarden fier verder! Op weg naar een duurzame stad’ vastgesteld. De beleidsaandacht is geconcentreerd op de strategisch concepten: werken & ondernemen, kennisstad, tijd voor schoonheid en water. Duurzaamheid is de ‘groene’ draad door al het beleid. Leeuwarden heeft gekozen voor een nadrukkelijker profilering als hoofdstad van de provincie Fryslân met al haar kenmerken, en als City of watertechnology. Leeuwarden is het centrum van de Stadsregio Leeuwarden: stad en omliggende gemeenten zijn mal en contramal. Bereikbaarheid van de stad via weg en spoor en een voldoende, kwalitatief hoog en gevarieerd aanbod aan woningen zijn belangrijke randvoorwaarden voor de profilering. De Stadsvisie fungeert als in- en extern toetsingskader en inspirerend beleidskader. De Stadsvisie is input geweest voor de samenwerkingsagenda met de provincie en voor het nieuwe regioconvenant voor de Stadsregio Leeuwarden. Samenwerking in de regio In december 2009 is het nieuwe convenant van Leeuwarden met de omliggende gemeenten ondertekend op basis van het visiedocument ‘De kroon van Fryslân’. Het visiedocument is bedoeld als kader voor de ruimtelijke, economische en sociale ontwikkeling van de Regio. De speerpunten van de Stadsregio Leeuwarden zijn: 1.
bereikbaarheid/cultuur/toerisme/recreatie en voorzieningen;
2.
kennis en economie;
3.
wonen.
Er is in 2011 een ontwikkelkaart opgesteld voor de Stadsregio. Dat is een soort plattegrond met daarop aangegeven de speerpunten, een korte projectbeschrijving en bestuurlijke afspraken. De ontwikkelkaart gaat dienen als agenda voor de Stadsregio en als bouwsteen voor de nog door de provincie te ontwikkelen streekagenda Noordwest Fryslân. Samenwerking tussen gemeenten Leeuwarden staat positief-kritisch tegenover het proces van bestuurlijke herindeling in Fryslân. Gehecht wordt aan een open proces waarbij de belangen van de inwoners centraal staan; voor hen moeten voordelen zichtbaar zijn. Vanuit dat standpunt heeft het college van B&W gereageerd op het besluit van de gemeenteraad van Boarnsterhim om de gemeente op te heffen en delen van de gemeente bij andere gemeenten te voegen. Zoals het er nu naar uit ziet zal het noordelijk deel van Boarnsterhim vanaf 2014 bij Leeuwarden worden gevoegd. Leeuwarden kiest daarnaast vooralsnog voor de lijn van intensivering van de inhoudelijke samenwerking met andere gemeenten -al of niet aangrenzend- om Leeuwarden te versterken in het belang van de hele regio. Stedennetwerk Vanaf 2010 is het grote stedenbeleid gedecentraliseerd. Er is alleen nog een meerjarenontwikkelingsprogramma in het kader van de stedelijke vernieuwing (ISV). Het netwerk van steden richt zich nu op kennisdeling en lobby. Burgemeester Crone is lid van het Dagelijks Bestuur van dit netwerk. Samenwerking met provincie Fryslân In 2010 is door provincie en gemeente de Samenwerkingsagenda vastgesteld, voor een periode van 10 jaar (2011-2021). De agenda bevat een vijftal grote projecten, waarvan realisatie zowel door provincie als stad in
18
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Stadsvisie en strategische allianties
beider belang wordt geacht. Deze projecten zijn als prioritair opgenomen in het Collegeprogramma ‘Doorpakken in nieuwe tijden’ en in het Coalitieakkoord van Gedeputeerde Staten (GS) provincie Fryslân 2011-2015. De projecten zijn: •
ontwikkeling van een Watercampus nabij de Oostergoweg;
•
de ontwikkeling van ‘Nieuw Stroomland’ als een gebied waar innovaties in de landbouw, duurzaamheid en energie worden gecombineerd en op hun toepasbaarheid onderzocht;
•
ontwikkeling van het gebied rond WTC/Expo en Lange Markstraat en omgeving;
•
Universiteitscampus Fryslân als ‘vehikel’ voor universitair onderwijs gecentreerd rond de Friese hotspots;
•
Culturele Hoofdstad van Europa.
De daadwerkelijke verdeling van de bijdrage in de kosten wordt per (onderdeel van een) project, in onderling overleg en na behandeling in de colleges van B&W en GS vastgesteld. De samenwerking tussen hoofdstad en provincie krijgt op deze wijze verder gestalte. Samenwerking op landsdelig niveau (SNN) Leeuwarden participeert in het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) om te lobbyen voor Europese middelen voor regionaal beleid. Het SNN is opgebouwd en gegroeid in een tijd dat er behoorlijke budgetten uit Brussel (en Den Haag) beschikbaar waren. Alleen door gezamenlijk optrekken van de drie noordelijke provincies waren deze budgetten binnen te halen. In de komende periode (vanaf 2011 Ministerie EZ en na 2013 Brussel) zal er veel minder geld beschikbaar zijn. Daarom worden taken en organisatie van het SNN heroverwogen. Noordelijke samenwerking is nodig om voldoende schaal te hebben voor belangenbehartiging op nationaal en Europees niveau. Economie & kennis, innovatie, duurzaamheid en veiligheid, blijven belangrijke thema’s. Steden spelen daarin een sleutelrol. Maar daarnaast zijn ook onderwijs/onderzoek en bedrijfsleven partners die niet kunnen ontbreken. Noordelijke samenwerking zal meer op basis van convergentie van belangen en mogelijkheden georganiseerd kunnen worden. Dat kan flexibeler, met andere trekkers en andere rolverdeling. Het komende jaar zullen gedachten hieromtrent verder uitgewerkt worden waarbij ook de rol en positie van de vier grote steden in het noorden aan de orde zal komen. Leeuwarden in Europa en internationaal In maart 2011 is de nota Leeuwarden internationaal vastgesteld. In het nieuwe beleidskader wordt de economische invalshoek centraal gesteld voor het aangaan van internationale contacten en activiteiten. De speerpunten watertechnologie, duurzame energie, agribusiness, financiële dienstverlening, toerisme, en multimedia staan in principe centraal. Met de stakeholders uit de stad (bedrijfsleven, kennisinstellingen) is regelmatig overleg over welke (faciliterende) rol de gemeente kan spelen in het bereiken van strategische doelen. Tot en met 2014 wordt de vriendschapsband met Liyang voortgezet. Deze samenwerking is ter ondersteuning van het Leeuwarder/Friese bedrijfsleven dat daardoor toegang heeft tot het bedrijfsleven van Liyang. Er wordt ingezet op deelname aan Europese projecten waarbij het eigen gemeentelijk beleid uitgangspunt is en kosten en baten kritisch worden afgewogen. Hierbij gaat het zowel om kennisuitwisseling als het benutten van subsidiefondsen. Het lidmaatschap van Eurotowns (netwerkorganisatie van circa 25 middelgrote Europese steden) wordt heroverwogen. Met het oog op het benutten van kansen voor subsidiemogelijkheden wordt de samenwerking met de provincie Fryslân voortgezet.
19
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Meerjarenprogramma Infrastructuur
2.1.2 Meerjarenprogramma Infrastructuur (MPI) In deze paragraaf staat in welke maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer de gemeente investeert. Er wordt ook inzicht gegeven in de investeringen die in de infrastructuur gedaan worden in de grondexploitatiegebieden. 2.1.2.a Kaders Een goede bereikbaarheid van Leeuwarden is essentieel voor de verdere ontwikkeling van de stad. Bij bereikbaarheid gaat het om verschillende vervoerswijzen. Niet alleen de automobilist is belangrijk, ook de fietser en de gebruiker van het openbaar vervoer moet zich in Leeuwarden snel, comfortabel en veilig kunnen verplaatsen. Hiervoor zijn investeringen in de infrastructuur noodzakelijk. De afgelopen jaren zijn met rijk en provincie afspraken gemaakt over dergelijke investeringen. Centraal daarbij staat het Programma Bereikbaarheid Leeuwarden (PBL). In dit programma is de investeringsopgave voor de komende jaren opgenomen. Dit programma is gebaseerd op het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan en de hieruit voortgekomen uitwerkingsplannen. Niet alleen de hoofdinfrastructuur rondom Leeuwarden wordt de komende jaren verbeterd, ook in de stad zelf worden aan de stadsring verbeteringen doorgevoerd. Een deel van de dekking van het gemeentelijk aandeel in deze investeringen wordt gevonden in de jaarlijkse Stelpost infrastructuur. In het Meerjarenprogramma Infrastructuur (MPI) wordt een nadere prioritering gegeven van deze gemeentelijke middelen ten behoeve van maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer. Het MPI geeft ook inzicht in de investeringen die op het gebied van infrastructuur gedaan worden in de grondexploitatiegebieden. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2012 zijn de kaders vastgelegd voor het gemeentelijk rioleringsbeleid. Dit beleid heeft tot doel een duurzame bescherming van de volksgezondheid te bieden, de handhaving van een goede leefomgeving en een duurzame bescherming van natuur en milieu. Op basis van deze doelen is het beleid onder de verschillende zorgplichten voor het afvalwater, regenwater en grondwater uitgewerkt. Het uitvoeringsprogramma rioleringen, zoals dit is opgenomen in het MPI, is gebaseerd op het GRP. Aan de hand van onder meer uitgevoerde inspecties wordt het uitvoeringsprogramma jaarlijks geactualiseerd. Voor maatregelen in de dorpen zijn voor de komende jaren extra middelen gereserveerd. De inzet van deze middelen is in overleg met de verenigingen van dorpsbelang tot stand gekomen, waarbij de Dorpennota als uitgangspunt is gehanteerd. 2.1.2.b Uitvoering infrastructurele werkzaamheden in 2012 Bijlage D Meerjarenprogramma Infrastructuur (I) geeft een overzicht van de infrastructurele maatregelen die in 2012 worden voorbereid dan wel worden uitgevoerd. Verder is in deze bijlage aangegeven op welke wijze de kosten worden gedekt. In tabel 1 staan in het kort de voorgestelde maatregelen. Tabel 1
Maatregel
Omschrijving
Grondexploitatiegebieden: Binnenstedelijk gebied: Vrijheidswijk-Tolhuis
Afronden bouwrijp maken en start woonrijp maken
Vrijheidswijk-Centrumgebied Afronden riolering en watergoot, herinrichten diverse straten Uitbreidingsgebieden: Wirdum Hikkemieden
Restant bouwrijp maken 1e fase
Wytgaard
Bouwrijp maken 2e fase, ophogen en voorbelasten weg
De Zuidlanden
Woonrijp maken diverse fasen Techum Bouwrijp maken fase 1 Jabikswoude Start bouwrijp maken Wiarda
Blitsaerd
20
Woonrijp maken plandeel A afhankelijk van verkoop kavels en woningen
2 Beleidsbegroting
Maatregel
2.1 Programmaplan: Meerjarenprogramma Infrastructuur
Omschrijving
Bedrijfs- en kantoorgebieden: Bodeterrein/Marnixveld
Bouwrijp maken en afwerken openbaar gebied
Newtonpark IV
Afwerken gebied
Businesspark Fase IV
Afronden bouwrijp maken
Bijdragen projecten: Centrale As
Reservering bijdrage van de gemeente Leeuwarden verspreid over een periode van 10 jaar
Dorpennota: Uitvoeringsprogramma 2012
In overleg met de verenigingen van dorpsbelang
Rioleringen: Willem Lodewijkstraat
Relining stamriool inclusief huisaansluitingen
Fruitstraat Westelijke Invalsweg
Vervangen rioleringen fase 1 en 2
Wirdum
Vervangen riolering Pastorijsingel, Hôf en Swichumerdyk
De Ruyterweg
Vervangen riolering
Jan de Baenstraat
Vervangen riolering
Drachtsterplein
Vervangen riolering
Schilkampen
Vervangen zinker en aanpassen riolering
Kanaalweg
Aanpassen riolering
Aldlân
Vervangen pvc riolering huisaansluitingen
Gedempte Keizersgracht
Aanpassen riolering i.c.m. bouw parkeergarage
e.o. Dammelaan
Aanpassen riolering i.c.m. bouw appartementen
Emmaplein
Vervangen en aanpassen riolering
Beatrixstraat
Vervangen riolering
Vrijheidswijk
Aanpassingen riolering i.c.m. projecten
Nijlân
Aanpassen kruisputten en riolering
Deelreparaties
Plaatselijk herstel riolering
Debietmeting
Doorstromingsmetingen
RWZI/Westeinde Diversen
Verwijderen van vet en boomwortels in combinatie met rioolinspecties
Onvoorzien
Onvoorziene aanpassingen en reparaties op basis van inspecties 2010/2011
Overige infrastructuur: Achter de Hoven/Willem
Verbeteren van de verkeersveiligheid van deze hoofdfietsroute (aangegeven als
Lodewijkstraat
verkeersveiligheidsknelpunt in het fietsbeleidsplan)
Vervolg fietspad aquaduct
Afronden van de utilitaire en recreatieve route tussen het aquaduct Langdeel en
Langdeel
Warten in de gemeente Boarnsterhim
Inrichting Frittemastate
Om de Frittemastate meer de uitstraling te geven van een 30 km-gebied zijn grootschaliger ingrepen nodig dan normaal bij het optimaliseren van verkeersluwe gebieden, met name bij een aantal fietsoversteken
Optimaliseren verkeersluwe
Fysieke maatregelen om knelpunten en onduidelijkheden op het gebied van
gebieden
verkeersveiligheid weg te nemen in de 30 km-zones
Stelpost openbaar vervoer
Stelpost t.b.v. kleine aanpassingen infrastructuur openbaar vervoer
Stelpost verkeersveiligheid
Stelpost t.b.v. kleine aanpassingen op gebied van verkeersveiligheid
Kleine aanpassingen
Stelpost t.b.v. onvoorziene kleine aanpassingen in de infrastructuur
21
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Meerjarenprogramma Infrastructuur
2.1.2.c Uitvoering programma Bereikbaarheid Leeuwarden in 2012 Westelijke invalsweg fase 2 Voor fase 2 van de WIW, die loopt van de Zwettestraat tot en met de aansluiting op het stedelijk wegennet, is in 2011 een realisatiebesluit genomen. In 2012 zal de ruimtelijke procedure voor deze fase worden opgestart en worden de benodigde verwervingen afgerond. Voor deze voorbereidingskosten worden tot en met 2011 beschikbaar gestelde kredieten voor de Westelijke Invalsweg ingezet. Indien nodig wordt in 2012 een aanvullend krediet beschikbaar worden gesteld. Overijsselselaan De huidige Overijsselseweg zal vanaf de nog aan te leggen ontsluiting Jabikswoude in oostelijke richting worden verlegd, zodat bij Werpsterhoek een nieuwe aansluiting op Rijksweg 31 (Haak om Leeuwarden) kan worden gerealiseerd. Ook het karakter van de Overijsselseweg zal veranderen. Het wordt meer een stedelijke weg, met parallelwegen waarlangs bebouwing komt te liggen. De nieuwe Overijsselselaan is tevens de hoofdontsluitingsweg van De Zuidlanden. Met rijk en provincie is overeengekomen dat de Haak om Leeuwarden uiterlijk eind 2014 voor het verkeer wordt opengesteld. Op dat moment zal ook de Overijsselselaan gereed moeten zijn. In 2012 wordt de voorbereidingsfase afgerond en wordt het werk aanbesteed. Stadsring Het verbeteren van de doorstroming op de Stadsring maakt onderdeel uit van de aanpak van de hoofdinfrastructuur, zoals deze is vastgelegd in het Programma Bereikbaarheid Leeuwarden. In de afgelopen jaren zijn het kruispunt bij het Oostergoplein, de Heliconweg en de kruising bij de Julianalaan/Van Loonstraat al aangepakt dan wel in uitvoering genomen. De volgende maatregel op de stadsring zal de reconstructie van het Europaplein zijn. Het moment van uitvoering is gekoppeld aan de aanleg van de Noordwesttangent en van de Noordwestelijke en Westelijke Invalsweg, waarmee de Haak om Leeuwarden aantakt op de stadsring. Om de hinder voor het verkeer zoveel mogelijk te beperken, is er voor gekozen om de uitvoering van het Europaplein pas te starten nadat deze werken zijn gerealiseerd. Dit betekent dat het Europaplein niet voor de tweede helft van 2014 kan worden aangepakt. De uitvoering loopt door in 2015. In aansluiting op het Europaplein wordt de Valeriusstraat en het Valeriusplein gereconstrueerd. Vervolgens zal in de jaren 2015-2016 de Julianalaan aan bod komen. In 2011 is op basis van een variantenstudie voor het project Europaplein een keuze gemaakt welke variant in 2012 nader wordt uitgewerkt. De investeringen in de stadsring zijn van een dusdanige omvang, dat deze niet kunnen worden gedekt uit de voor één begrotingsjaar beschikbaar komende gemeentelijke middelen voor infrastructuur. Dit betekent dat een groot deel van de voor 2012 beschikbare middelen uit de stelpost infrastructuur gereserveerd wordt voor dekking van de uitvoeringskosten van de in de komende jaren uit te voeren stadsringprojecten. Fietsroute Binnenstad-Harlingervaart Het upgraden van de hoofdfietsroute langs de Harlingertrekweg is onderdeel van de revitalisering van het kantorengebied Tesselschadestraat. Door de bouw van de parkeergarage Reviusstraat neemt de parkeerdruk af en kan de Harlingertrekweg anders worden ingericht. De uitvoering staat gepland voor 2014. In 2012 wordt begonnen met de voorbereidingswerkzaamheden. Projecten parkeren In 2012 wordt gestart met de uitvoering van de parkeergarages Reviusstraat en Nieuwe Oosterstraat. Deze werkzaamheden komen ten laste van de voor deze parkeergarages beschikbaar gestelde kredieten. Mobiliteits- en verkeersmanagement Vooruitlopend op en tijdens de uitvoering van de grootschalige ingrepen ter verbetering van de bereikbaarheid van Leeuwarden zijn maatregelen nodig om de stad bereikbaar te houden. Het betreft hier een palet van maatregelen variërend van het stimuleren van het gebruik van andere vervoersmogelijkheden dan de auto in met name het woon- werkverkeer tot fysieke ingrepen om bestaande routes optimaal te kunnen gebruiken. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om de aanleg van transferia. De in 2012 uit te voeren maatregelen worden
22
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Meerjarenprogramma Infrastructuur
gebaseerd op het plan van aanpak Mobiliteits- en Verkeersmanagement en het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement voor de regio Leeuwarden. Algemene werkzaamheden PBL Voor het PBL wordt een aantal algemene werkzaamheden verricht die niet zijn toe te rekenen aan de projecten. Het gaat hierbij vooral om werkzaamheden op het gebied van communicatie, programmering en het accountmanagement van projecten waarvan de uitvoering bij het rijk berust. 2.1.2.d Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012-2015 In Bijlage D Meerjarenprogramma Infrastructuur (II) wordt een overzicht gegeven van de infrastructurele projecten voor de periode 2012 tot en met 2015. De invulling voor de jaren ná 2012 heeft vooral een indicatief karakter. Het overgrote deel van de beschikbare middelen uit de stelpost infrastructuur is in de komende jaren bestemd voor de uitvoering van maatregelen uit het Programma Bereikbaarheid Leeuwarden en daarbij met name voor de stadsring. In het Collegeprogramma wordt het belang van de aanpak van de stadsring onderstreept. Uitgangspunt is dat het volledige pakket aan maatregelen, dus inclusief de projecten Valeriusstraat/-plein en Julianalaan volgens de programmering van het Programma Bereikbaarheid Leeuwarden wordt uitgevoerd. Op basis van de nu voorziene omvang en tempo van de stadsringprojecten Europaplein, Valeriusstraat/-plein en Julianalaan, is de reguliere jaarlijkse dekking uit de stelpost infrastructuur onvoldoende. Voor de stadsring zijn extra investeringsmiddelen vanuit het SIOF nodig. In totaal gaat het hierbij om € 5 mln. Een overzicht van de projecten waarvoor in de periode 2012 tot en met 2015 dekking vanuit de middelen voor de Stelpost infrastructuur en voor de maatregelen in de dorpen beschikbaar is, is opgenomen in Bijlage D Meerjarenprogramma Infrastructuur (III). 2.1.2.e Financiering Meerjarenprogramma Infrastructuur Het programma infrastructuur maakt gebruik van verschillende dekkingsbronnen voor de financiering van de projecten. Vanuit de algemene middelen is jaarlijks een stelpost beschikbaar ter dekking van de eigen gemeentelijke bijdrage in de kosten van infrastructurele projecten. Het gaat hierbij om een investeringsvolume van bijna € 2,3 mln. Voor 2012 is verder nog een saldo beschikbaar uit het Programma Infrastructuur 2011 van € 7.400. Daarnaast is sprake van een positief saldo van mee- en tegenvallers op investeringen uit eerdere programma’s infrastructuur dat opnieuw als dekking kan worden ingezet. Het gaat hierbij om een vrijvallende reservering voor de herinrichting van het kruispunt bij de Beurs (de herinrichtingskosten van dit kruispunt worden volledig gedekt uit het project Nieuw Zaailand) en om meevallers bij de uitvoering van de stadsringprojecten fietstunnel Oostergoplein, Heliconweg en fietstunnel Van Loonstraat. Van deze meevallers wordt in 2012 € 1.050.000 ingezet. Uit dit bedrag wordt de aanpak van Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat, de Frittemastate, het vervolg van het fietspad over het aquaduct Langdeel en een verhoging van het budget voor de optimalisering van verkeersluwe gebieden bekostigd. Voor maatregelen in de dorpen zijn in de programmabegroting extra dekkingsmiddelen opgenomen. Voor 2012 gaat het om de dekking voor een gemeentelijke bijdrage van € 200.000. Vanuit de algemene middelen is voor 2012 derhalve dekking beschikbaar voor een gemeentelijke bijdrage in investeringen ten bedrage van € 3.556.100. Van dit bedrag wordt in 2012 € 3.542.000 toegekend aan projecten en infrastructurele werkzaamheden. Het nog resterende bedrag van € 14.100 wordt ingezet voor de dekking van maatregelen ná 2012. Bijlage D Meerjarenprogramma Infrastructuur(IV) geeft een overzicht van het verloop van de algemene middelen in de periode 2012 tot en met 2015. Naast de middelen uit de stelpost infrastructuur worden meevallers ingezet. Deze meevallers worden in de jaren 2013 tot en met 2015 ingezet voor de aanpak van verkeersluwe gebieden en voor de uitvoering van de stadsring.
23
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Meerjarenprogramma Infrastructuur
De kosten van de infrastructurele maatregelen in de inbreidings- en uitbreidingsgebieden waarvoor een grondexploitatie is opgezet, worden ten laste gebracht van de betreffende exploitaties. De voorbereidings- en uitvoeringskosten van de Overijsselselaan komen voor rekening van de grondexploitatie De Zuidlanden. De uitvoeringskosten van de parkeervoorzieningen in de Binnenstad-Oost (parkeergarage Nieuwe Oosterstraat) en aan de Reviusstraat worden gedekt uit de voor deze parkeergarages beschikbare kredieten. Dekking voor de stelpost voorzieningen openbaar vervoer wordt gevonden in de Voorziening Openbaar Vervoer. De rioleringswerkzaamheden worden gedekt uit de rioolheffing en uit de Voorziening Riolering. Het gaat hierbij om de vervanging van rioleringen en om beheer en onderhoud.
24
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
2.1.3 Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) Het rijk verstrekt aan de gemeente elke vijf jaar een budget ter stimulering en ondersteuning van de stedelijke vernieuwing. In deze paragraaf staat waaraan de ISV3-middelen t/m 2014 worden besteed en welke doelstellingen daarmee gerealiseerd moeten worden. Met de vaststelling van het Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP) voor de periode 2010 t/m 2014 is de lijn uitgezet voor de verdeling van de ISV3-middelen. Met de titel van het MOP ‘it giet fierder’ geeft de gemeente aan dat er stevig wordt doorgegaan met de aanpak van de stedelijke vernieuwing in Leeuwarden. Er is de laatste jaren veel geleerd van de aanpak van prioriteits- en aandachtwijken en die koers wordt voortgezet in nieuw aan te pakken wijken: Vlietzone, Valeriuskwartier, Tjerk Hiddes/Cambuursterhoek, Schepenbuurt, Oldegalileën & Bloemenbuurt en Nijlân. De gemeente Leeuwarden heeft voor de genoemde periode € 17,8 mln van het rijk gekregen. Met het rijk is afgesproken dat de gemeente Leeuwarden met deze middelen de volgende doelstellingen realiseert: -
in minimaal 3 wijken waar Leeuwarden aan de slag gaat met de wijkenaanpak zijn de scores op de zeven indicatoren in 2015 opgeschoven naar het stedelijk gemiddelde. Deze zeven indicatoren zijn: gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden, % niet werkende werkzoekenden van de beroepsbevolking, rapportcijfer omgang buurtbewoners, woonduur, verhuisgeneigdheid, oordeel over de wijk en veiligheidsindex. Daar waar de score voor een indicator in een aandachtwijk al op of boven het stedelijk gemiddelde ligt, blijft deze score minimaal behouden ten opzichte van 2009;
-
het nieuwe planaanbod in de huursector heeft een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van maximaal 0,5 (voor nieuwe corporatiewoningen per 1-1-2008) en vanaf 1-1-2011 een EPC van maximaal 0,3. Jaarlijks krijgt (circa) 5% van de bestaande corporatiewoningen minimaal 2 hogere energielabels (voor zover nog niet geclassificeerd met label A of B). Bij herstructurerings- en renovatieprojecten zullen de woningbouwcorporaties de energie-index van hun woningen met minimaal 2 klassen verbeteren;
-
over vijf jaar zijn er in de gehele gemeente goed functionerende woonzorgzones;
-
in de binnenstad schuift de score op de veiligheidsindex op naar het stedelijk gemiddelde;
-
vóór 2015 worden alle spoedlocaties met bodemverontreiniging gesaneerd;
-
vóór 2015 worden alle woningen met een geluidsbelasting van meer dan 65 dB(A) (de zogenaamde A- en raillijst) gesaneerd. Het betreft nog 17 woningen in de periode 2010-2015.
De verdeling van de ISV3-middelen voor de periode t/m 2014 ziet er als volgt uit: Tabel 2
Bedragen x € 1.000
Wijkenaanpak Wijkenaanpak schoon, heel, veilig en vriendelijk
3.000
Studiegebieden herstructurering
7.000
Duurzaamheid-energie-particuliere voorraad
2.000
Plankosten wijkenaanpak
800
Binnenstad Project parkeergarage Oosterstraat
1.000
Tweebaksmarkt-Tuinen
1.000
Stimuleringsregeling stedelijke woonkwaliteit
500
Milieu Bodemsanering Geluidsanering Totaal
2.330 170 17.800
25
2 Beleidsbegroting
26
2.1 Programmaplan: Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
2.1.4 Programma’s
Programma Cultuur (1) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Welzijn
Wethouder I. Diks
J. A. de Waard
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Invoeren nieuw model cultuureducatie
2.
Starten Uitburo
3.
Begroting Harmonie en Bibliotheek passend binnen de beschikbare middelen
Relevante beleidsnota’s •
Beleidsnota CultuurVuur (2009)
•
Beleidskader Beeldende Kunst en Vormgeving
•
doelgroepen. Het HCL in 2007 en 2008:
2009-2012
laagdrempelig centrum voor het historisch erfgoed
Nieuwe kansen, nieuwe wegen, nieuwe
van Leeuwarden en omgeving
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
12.279
10.443
12.821
8.880
8.869
Baten
783
129
1.915
183
183
179
Saldo
-11.496
-10.315
-10.906
-8.696
-8.686
-8.676
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
8.856
Overige
Totaal
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
lasten
lasten
baten
Kunst en cultuur
4
600
10.721
11.326
1.886
Historisch Centrum Leeuwarden
7
1.378
110
1.495
28
-1.467
11
1.978
10.832
12.821
1.915
-10.906
Totaal
-9.439
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensiveringen
2011
N-01-01
Herinvesteren in Cultuur (S)
N-01-02
Culturele omvorming (I)
-75
N-01-03
Afbouw subsidie Mercurius (I)
-44
N-01-04
Cultuurimpuls (I)
2012
2013
2014
2015
-430
A-C 75
18
-325
Subdoel
6
A, B 20
C
325
A-J Bedragen x € 1.000
Bezuinigingen O-01-01
2011
Hervormen kunst- en cultuureducatie
2012
2013 1.400
2014
2015
Subdoel A, B
(Parnas) (S) O-01-02
Subsidie Mercurius stapsgew.
44
C, D
Verlagen tot € 60.000 (S) O-01-03
Versobering HCL (S)
O-01-04
Bespelen carillon beëindigd 2011 (S)
128 10
G G, H
27
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Cultuur leeft en wordt beleefd,
A.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel actief én passief
Meer sociale cohesie in buurten en
-
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van het
-
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
wijken door inzet van kunst en cultuur B.
Programma Cultuurparticipatie (S)
Het cultureel bewustzijn van burgers
(wijkgerichte) cultuureducatie (S)
is sterk ontwikkeld, het publieksbereik en de actieve participatie in kunst en cultuur, vooral bij jongeren, zijn merkbaar gegroeid Leeuwarden is
Een culturele infrastructuur die
hét culturele
past bij de identiteit van een
centrum van
culturele hoofdstad
C. D.
Fryslân
Een bruisende binnenstad met
E.
Een sterke en verbeterde culturele Professionele instellingen met een
cultureel erfgoed, beeldende kunst, amateurkunst en
uitstekende bestuurscultuur
kunsteducatie (S)
Een breed geschakeerd aanbod van culturele activiteiten met
kwaliteit
bovenlokale betekenis, waaronder
-
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
-
Het vormgeven en laten uitvoeren van de gezamenlijke
Festivals en Evenementen (S)
spraakmakende festivals en
ambities van gemeente en provincie vastgelegd in de
evenementen
samenwerkingsagenda (S)
Groei van besteding van (cultuur)toeristen
28
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid op het gebied van podiumkunsten, film, media en letteren,
een hoge (ruimtelijk) culturele
F.
-
basisinfrastructuur
2 Beleidsbegroting
Strategisch
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Cultureel erfgoed dat
G.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel Het cultuurhistorisch bewustzijn van
gekoesterd wordt en vitaliteit
burgers is sterk ontwikkeld met dito
behoudt
draagvlak voor de instandhouding
-
Bescherming en duurzaam beheer van cultureel erfgoed
-
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid op het
zoals in gemeentelijke archieven en collecties (S)
van cultureel erfgoed H.
gebied van Friese taal en cultuur (S)
Burgers hebben een positieve
Leeuwarden is
grondhouding ten aanzien van het
hét culturele
Fries in relatie met de identiteit van
centrum van
de stad
Fryslân Een inspirerend klimaat voor
I.
Een breed geschakeerde, in de stad
cultureel en creatief
gevestigde creative community
ondernemerschap met ruimte
(beeldend kunstenaars,
voor experimenten
podiumkunstenaars, architecten,
-
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
-
Het laten uitvoeren van het atelierbeleid (S)
Beeldende Kunst en Vormgeving (S)
webdesigners, grafische ontwerpers, reclamemakers etc.) J.
Een levendig productie- en expositieklimaat (podium en beeldend) met stimulansen voor disciplines die tot dusver weinig ontwikkeld zijn
29
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
meting
2012
2013
2014
2015
25%
25%
25%
25%
95
95
100
100
142
150
155
155
155
12.250
14.000
14.000
753
720
720
720
720
28.750
25.000
25.000
25.000
25.000
6.650
16.000
16.000
16.500
17.000
Cultuur leeft en wordt beleefd, actief én passief
A
Meer sociale cohesie in buurten en wijken door inzet van kunst en cultuur Indicator: •
Percentage inwoners Leeuwarden, dat
(2005) 11%
vaak/regelmatig deelneemt aan activiteiten in de buurten of dorpen Bron: Wijksignalering
B
Het cultureel bewustzijn van burgers is sterk ontwikkeld,
(2006)
het publieksbereik en de actieve participatie in kunst en cultuur zijn merkbaar gegroeid. Indicatoren: •
Aantal museumbezoekers (x 1.000)
•
Aantal bezoekers Harmonie (verkochte kaarten x 1.000)
•
Aantal cursisten Parnas
•
Aantal uitleningen bibliotheek (x 1.000)
•
Aantal leden bibliotheek
•
Aantal bezoekers Poppodium
Bron: Cultuurparticipatieonderzoek
Een culturele infrastructuur die past bij de identiteit van een culturele hoofdstad
C
Een sterke en verbeterde culturele basisinfrastructuur Versterken Erfgoedkwartier. Versterken Cultureel Kwartier. Indicatoren: •
Het aantal culturele infrastructuurfuncties volgens het
37
37
37
37
37
5
6
6
6
6
31
31
31
30
30
25
25
25
25
25
25
25
25
VNG model (max. 41) •
Aantal erfgoedinstellingen in Erfgoedkwartier (Groeneweg)
•
Handhaving aantal culturele instellingen in de stadskern
D
Professionele instellingen met een uitstekende bestuurscultuur •
Aantal instellingen dat op een professioneel niveau bestuurd wordt (professionals in dienst, kwaliteitstoets)
•
Aantal besturen van instellingen dat werkt volgens de code ‘Cultural Governance’
30
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
Nul-
Subdoelstellingen
meting
2012
2013
2014
2015
Een bruisende binnenstad met een hoge (ruimtelijk) culturele kwaliteit E
De binnenstad is het podium, zowel binnen als buiten, en het (monumentaal) decor voor een breed geschakeerd aanbod van culturele activiteiten waaronder een spraakmakende, inspirerende festivalagenda (2009)
Indicatoren: •
Het aantal culturele festivals en evenementen in de
18
14
14
14
14
32%
36%
37%
40%
40%
68%
73%
75%
75%
75%
64%
69%
70%
70%
70%
7,23
8
8
8
8
€ 20
€25
€ 30
binnenstad •
Percentage Leeuwarders dat vindt dat Leeuwarden aantrekkelijke festivals heeft
•
Percentage Leeuwarders dat vindt dat Leeuwarden een gevarieerd aanbod aan cultuur/evenementen heeft
•
Percentage Friezen dat vindt dat Leeuwarden een gevarieerd aanbod aan cultuur/evenementen heeft
•
Rapportcijfer cultuuraanbod binnenstad (theaters, festivals)
Bron: Gemeente-enquête
F
Groei van besteding van (cultuur)toeristen Indicatoren: •
Gemiddeld bedrag dat een toerist per bezoek uitgeeft
€ 37,50 € 37,50
in de stad aan cultuur (museum, theater, bioscoop, aanschaf kunst etc.) Bron: Continu vakantie onderzoek en buurtmonitor Leeuwarden
Cultureel erfgoed dat gekoesterd wordt en vitaliteit behoudt
G
Het cultuur-historisch bewustzijn van burgers is sterk ontwikkeld met dito draagvlak voor de instandhouding van roerend en onroerend cultureel erfgoed Indicatoren: •
Aantal verschenen publicaties over historisch Leeuwarden:
H
-
Leoverdia
3x/jr
3x/jr
3x/jr
3x/jr
3x/jr
-
Artikel via website
12x/jr
12x/jr
12x/jr
12x/jr
12x/jr
-
Leeuwarden Historische Reeks (LHR)
1x/2jr
1x/2jr
1x/2jr
1x2jr
1x2jr
20%
20%
20%
20%
Burgers hebben een positieve grondhouding ten aanzien van het Fries in relatie met de identiteit van de stad Indicator: •
Het percentage inwoners met Fries als thuistaal
(2005) 20%
Bron: Onderzoek Bery Frysk
Een inspirerend klimaat voor cultureel en creatief ondernemerschap met ruimte voor experimenten
I
Een breed geschakeerde, in de stad gevestigde creative community (beeldend kunstenaars, podiumkunstenaars, architecten, webdesigners, grafische ontwerpers, reclamemakers etc.) Indicatoren: •
Aantal vestigingen creatieve industrie
•
Werkgelegenheid creatieve industrie
660
660
660
660
660
3096
3100
3100
3100
3100
Bron: Werkgelegenheidsregister
31
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
Nul-
Subdoelstellingen
J
meting
2012
2013
2014
2015
6
6
6
6
6
Een levendig en stimulerend productie- en expositieklimaat (podium/beeldend) met stimulansen voor disciplines die tot dusver weinig ontwikkeld zijn Indicator: •
aantal gerealiseerde producties (podium en beeldend) dat artistiek van betekenis is en lokaal draagvlak geniet
Toelichting op de subdoelstellingen Algemeen Aanpassing programmabegroting
In verband met de culturele omvorming en de herijking van ‘CultuurVuur’ zal het programma Cultuur aangepast worden in 2012. De cijfers 2013 tot en met 2015 zijn daarom indicatief.
Cultuur leeft en wordt beleefd, actief en passief Aantal bezoekers Poppodium (B)
De ambitie is bijgesteld naar het gerealiseerde aantal bezoekers in 2010. Het Poppodium Romein is steeds minder risicovol gaan programmeren. Dit heeft in 2010 tot een stijging van het aantal bezoekers geleid. De verwachting is dat het aantal bezoekers in 2011 en 2012 op hetzelfde niveau zal zijn.
Een culturele infrastructuur die past bij de identiteit van een culturele hoofdstad Handhaving aantal culturele
Als gevolg van de culturele omvorming is de ambitie om het aantal culturele
instellingen in de stadskern
instellingen uit te breiden bijgesteld tot het handhaven van het huidige aantal.
(C) Een bruisende binnenstad met een hoge (ruimtelijk) culturele kwaliteit Het aantal culturele festivals
Deze indicator is nieuw. Door het wegvallen van budgetten voor cultuurimpulsen
en evenementen in de
(Budget grote producties cultuur, een deel van het Budget Kleine producties
binnenstad (E)
cultuur en het festivalbudget) en het Artistiek Klimaat, neemt het aantal door de gemeente gesubsidieerde culturele activiteiten en festivals af.
Een inspirerend klimaat voor cultureel en creatief ondernemerschap met ruimte voor experimenten Aantal gerealiseerde producties (J)
32
De ambitie is naar beneden bijgesteld. De uitleg hiervoor staat hierboven.
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A en B
X
X
X
X
A, B en
X
X
Cultuur leeft en wordt beleefd, actief én passief •
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van het Programma Cultuurparticipatie (S)
•
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van (wijkgerichte) cultuureducatie (S)
•
Culturele omvorming (I)
H A, B en C
Een culturele infrastructuur die past bij de identiteit van een culturele hoofdstad •
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
X
X
X
X
bibliotheken en documentatiecentrum en
A, B, C en E
documentatiefunctie omtrent homo-lesbische leefwerelden (S) •
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
X
X
X
X
B t/m E
X
X
X
X
A t/m E
X
X
X
X
B t/m F
X
X
X
X
A, C en E
X
X
X
X
B, C en E
theater, muziek- en filmpodia (S) •
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van Culturele Vorming en muziekonderwijs (S)
•
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van Cultureel Erfgoed (S)
•
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk Lokale Omroepbeleid (S)
•
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van Aanvullende Voorzieningen (S)
Een bruisende binnenstad met een hoge (ruimtelijk) culturele kwaliteit •
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
X
X
X
X
E
X
X
X
X
A, B, C
Festivals en Evenementen (S) •
Het vormgeven en laten uitvoeren van de gezamenlijke ambities van gemeente en provincie,
en E
vastgelegd in de samenwerkingsagenda (S) Cultureel erfgoed dat gekoesterd wordt en vitaliteit behoudt •
Beschermen en duurzaam beheer van cultureel
X
X
X
X
G
X
X
X
X
H
erfgoed zoals in gemeentelijke archieven en collecties (S) •
Het laten uitvoeren van het beleid op het gebied van Friese taal en cultuur (S)
Een inspirerend klimaat voor cultureel en creatief ondernemerschap met ruimte voor experimenten •
Het laten uitvoeren van het gemeentelijk beleid van
X
X
X
X
X
X
X
X
Beeldende Kunst en Vormgeving (S) •
Het laten uitvoeren van het atelierbeleid (S)
A, B, C, F I en J J
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Cultuur leeft en wordt beleefd, actief én passief Speerpunten Invoeren nieuw model
In 2011 heeft de raad een besluit genomen over de invulling van de ombuigingen
cultuureducatie (A)
op cultuur aan de hand van een Visiedocument. De functie kunst- en
en
cultuureducatie wordt verlegd naar enerzijds de creatieve sector (door culturele
33
2 Beleidsbegroting
Starten Uitburo (A t/m F)
2.1 Programmaplan: Programma Cultuur (1)
ondernemers die nu ook al, zonder subsidie, een vergelijkbaar aanbod verzorgen en door nieuwe culturele ondernemers, door het middelbaar en hoger onderwijs en andere culturele organisaties en amateurkunstverenigingen) en anderzijds naar de wijken (scholen, buurt- en wijkorganisaties, multifunctionele accommodaties). De uitvoering en de verdere uitwerking, zoals de start van de invoering van een nieuw model cultuureducatie en het starten van een Uitburo, vindt plaats in 2012.
Intensivering Herinvesteren in cultuur
De herinvesteringsmiddelen worden ingezet voor het nieuwe model cultuureducatie
(A en C)
en voor de versterking van de culturele infrastructuur.
Bezuiniging Hervormen kunst- en
Zie toelichting op speerpunten.
cultuureducatie (Parnas) (A) Algemeen Combinatiefunctie
In 2012 blijven de huidige combinatiefunctionarissen Cultuur (5,7fte) vanuit de
(A)
Brede scholen stimuleren dat kinderen met kunst en cultuur in aanraking komen. Vanaf het schooljaar 2012-2013 worden deze combinatiefunctionarissen ingezet als cultuurcoach.
Een culturele infrastructuur die past bij de identiteit van een culturele hoofdstad Speerpunt Begroting Harmonie en
In overleg met de Harmonie en de Bibliotheek wordt onderzocht welk pakket van
Bibliotheek passend
activiteiten geboden kan worden binnen de beschikbare middelen.
binnen beschikbare middelen (C) Algemeen Harmoniekwartier ( C)
Afhankelijk van de voortgang van de planontwikkeling Harmoniekwartier zullen de voorbereidingen van het nieuwe poppodium opgestart worden.
Een bruisende binnenstad met een hoge (ruimtelijk) culturele kwaliteit Algemeen Kulturele Haadstêd 2018
De provincie Fryslân als initiatiefnemer en de gemeente als officiële aanvrager
(E)
zetten zich samen in voor benoeming van Leeuwarden als Culturele hoofdstad van Europa in 2018. Dit is een van de vijf projecten die op de samenwerkingsagenda met de provincie staat.
Cultureel erfgoed dat gekoesterd wordt en vitaliteit behoudt Bezuiniging Versobering HCL (G)
Met ingang van 2013 moet bij het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) een versobering van publieksactiviteiten worden gerealiseerd. Daarop vooruitlopend wordt bekeken hoe publieksactiviteiten daar waar mogelijk kostendekkend zijn te maken en hoe erfgoededucatie ook meer op wijkniveau aangeboden kan worden.
Een inspirerend klimaat voor cultureel en creatief ondernemerschap met ruimte voor experimenten Algemeen Onderzoek creatieve economie (I)
In 2010 is een onderzoek gedaan naar de creatieve economie in Leeuwarden en Fryslân. In 2011 is daarvoor een drietal bijeenkomsten georganiseerd. Afhankelijk van de uitkomsten van deze bijeenkomsten zullen deze in 2012 een vervolg krijgen.
34
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Programma Jeugd en onderwijs (2) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Bestuur en Middelen
Wethouder T. Koster
Programmamanager A.
Muller
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Inrichten Centrum voor Jeugd en Gezin 12+
2.
Jeugd nieuwe stijl/komst jeugdzorg
3.
Herijking onderwijshuisvesting mede in relatie tot
4.
Doorontwikkeling Brede scholen/Kindcentra
maatschappelijk vastgoed
Relevante beleidsnota’s •
Speelruimtebeleid 2009-2015
•
Nota Jongerenwerk voor iedere jongere (2009)
•
Nota gemeentelijke Gezondheidsbeleid 2008-2011
•
Nota Hoe breed wordt de buurtschool? (2007)
•
Notitie voortijdig schoolverlaten (2009)
•
Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin (2008)
•
Ontwikkelagenda RMC (2010)
•
Kadernotitie Onderwijsachterstandenbeleid 2011-
•
Beleidskader De Brede School Leeuwarden 2003 e.v.n
•
Kadernota Harmonisatie kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE 2011-2014
2014 •
Nota Scholen onder Dak in Kort Bestek 2011-2013
•
Programma UCF 2010-2015
•
Kadernota School als Werkplaats (2010)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Rekening 2010
2011
2012
2013
25.912
22.670
22.717
21.852
Lasten
Bedragen x € 1.000 2014 2015
21.755
21.775
Baten
5.588
6.382
5.621
5.287
5.287
5.287
Saldo
-20.324
-16.288
-17.096
-16.565
-16.468
-16.487
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Onderwijsachterstandbestrijding
kosten 1.821
Openbaar primair onderwijs Leerlingenzorg
7.519
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
lasten
lasten
baten
2.127
3.947
48
Kinderopvang 7.567
1.860
-2.087
3
-3
648
3.575
11.741
701
-11.040
23
596
619
596
-23
2
238
240
200
-40
438
4.095
4.580
2.264
-2.316
37
1.549
1.586
2.971
12.179
22.717
Hoger onderwijs
Totaal
Totaal
3
Volwasseneneducatie Jeugdbeleid
Overige
-1.586 5.621
-17.096
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensiveringen
2011
N-02-01
Speelruimtebeleid (S)
-190
N-02-02
Onderwijsachterstandenbestrijding
-100
2012
2013
2014
2015
Subdoel D
100
B
(taalachterstand) (I)
35
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Bedragen x € 1.000 Bezuinigingen O-02-01 O-02-02
2011
2012
2013
2014
2015
Subdoel
Taakstelling onderwijshuisvesting (S)
20
A
Urenpost onderwijs specifieke doelgroepen
26
A
252
A
4
A
beëindigd 2011 (S) O-02-03
Gem. deel onderwijsachterstandenbeleid beëindigd 2011 (S)
O-02-04
Akten Fries gestopt 2011
Nieuw vanaf 2012 Bedragen x € 1.000 Intensivering N-02-03
2011
Structureel maken bijdrage
2012
2013
2014
2015
-300
Subdoel A
Jongerenwerk (zie O-02-05) (S) N-02-04
Coördinatie en activiteiten Brede scholen (I)
O-02-05
Harmonisatie kinder-/peuteropvang
Bezuiniging
-130 2011
80
2012
2013
300
200
(€ 300.000 voor Jongerenwerk en € 200.000 ter invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal € 1,2 mln) (S) O-02-06
Beëindiging godsdienst- en vormingsonderwijs (ter invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal € 1,2 mln) (S)
36
40
2014
50 2015
A Subdoel A
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Wat willen we bereiken? Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Onderwijs
A.
-
Algemeen doel Een toegankelijk, gevarieerd en
In stand houden en (doen) optimaliseren van onder-
Ieder kind/jongere krijgt
innovatief aanbod van educatieve
wijshuisvesting inclusief Brede scholen/Kindcentra (S)
passend en zo stimulerend
voorzieningen tot en met
-
Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang (I)
mogelijk onderwijs
academisch niveau
-
Doorontwikkelen van gezamenlijke kenniscirculatieprogramma’s tussen MBO/HBO/bedrijfsleven (hotspots) (S)
B.
Ieder kind/jongere heeft minimaal
-
Doorontwikkelen van de University Campus Fryslân (S)
-
Laten aanbieden van Vroeg- en Voorschoolse
-
Voorkomen dat jongeren voortijdig school verlaten (S)
een startkwalificatie
G.
Educatieprogramma’s (S)
Optimale
Ontwikkeling
Voor ieder kind/jongere is een
-
In stand houden van speelruimtevoorzieningen (S)
ontwikkeling en
Ieder kind/jongere kan zich
toegesneden aanbod van
-
Laten uitvoeren van jongerenwerk (S)
optimale
optimaal ontwikkelen
voorzieningen
-
In stand houden van combinatiefuncties (S)
Ieder kind/jongere heeft een
-
participatie van kinderen en
D.
jongeren
gezonde leefstijl
Laten uitvoeren van alcohol- en drugspreventieprogramma’s (S)
-
Laten uitvoeren van preventieprogramma’s overgewicht (S)
Zorg
E.
Een toegankelijk aanbod van
Ieder kind/jongere krijgt zo
zorgvoorzieningen voor de jeugd
nodig passende zorg en
en het gezin
-
Doorontwikkelen van de Centra Jeugd en Gezin 12- en 12+ (S)
ondersteuning F.
Ieder kind/jongere met een
-
zorgvraag is in beeld
Laten uitvoeren van de pilot School als Werkplaats op het Friesland College (I)
-
Ontwikkeling en invoering vernieuwend welzijnsbeleid jeugd/transitie jeugdzorg (I)
37
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
meting
2012
2013
2014
2015
11
11
11
11
2011 Onderwijs A
Een toegankelijk, gevarieerd en innovatief aanbod van educatieve voorzieningen tot en met academisch niveau Indicatoren: •
Aantal brede scholen,
10 0
1
2
3
4
40
87
87
87
87
Aantal thematische kennisprogramma’s en
0
2
3
pm
pm
masterstudies
0
2
3
pm
pm
186
172
158
144
Kindcentra en kinderopvanglocaties (inclusief peuteropvang) met maatwerk-arrangementen in de wijk • B
Ieder kind/jongere heeft minimaal een startkwalificatie Indicatoren: •
Percentage doelgroepkinderen dat deelneemt aan Vroeg- en Voorschoolse Educatieprogramma’s
•
Aantal schoolverlaters VO en MBO van 15-27 jaar
nulmeting in 2012 372
zonder startkwalificatie Bron: Voortgangsrapportage VSV
Ontwikkeling C
Ieder kind/jongere kan zich optimaal ontwikkelen Indicatoren: •
Aantal sport-,
5
5
5
5
5
jongeren- en
20
20
20
20
20
33.721
34.000
34.000
34.000
34.000
39
50
50
50
50
cultuureducatieve programma’s
nulmeting in 2012
•
Gemiddeld aantal jongeren dat deelneemt aan deze sportprogramma’s jongerenprogramma’s en cultuureducatieve programma’s
Bron: BV Sport
D
nulmeting in 2012
Ieder kind/jongere heeft een gezonde leefstijl Indicatoren: • •
Alcohol- en
61%
55%
50%
40%
30%
drugsgebruik jongeren onder 18 jaar
22%
20%
15%
12,5%
10%
Percentage kinderen/jongeren met overgewicht dat
70%
75%
75%
80%
80%
deelneemt aan een programma Bron: Rapportage GGD
Zorg E
Een toegankelijk aanbod van zorgvoorzieningen voor de jeugd en het gezin Indicatoren:
F
•
Een volledig Centrum voor Jeugd en Gezin 12-
75%
100%
100%
100%
100%
•
Een volledig Centrum voor Jeugd en Gezin 12+
0%
50%
100%
100%
100%
Ieder kind/jongere met een zorgvraag is in beeld Indicatoren: •
Aantal meldingen in de Verwijsindex
•
Positie Leeuwarden in rapport ‘Kinderen in Tel’
Bron: Rapportage Partoer
38
1.000
1.500
2.000
2.100
2.200
14
20-30
30-40
40-50
50-60
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Toelichting op de subdoelstellingen Algemeen Herziening programma Jeugd
Om nog beter op recente en nieuwe ontwikkelingen op het terrein van jeugd en
en onderwijs
onderwijs te kunnen sturen, is het programma Jeugd en onderwijs geheel vernieuwd.
Nulmetingen (B en C)
Omdat de harmonisatie kinderopvang/peuterspeelzalen in 2012 wordt ingevoerd en in het onderwijs wordt gewerkt met schooljaren kan de nulmeting pas worden verricht in de loop van 2012. De gegevens over de cultuureducatie zijn afhankelijk van de start van het nieuwe model cultuureducatie in het schooljaar 2012-2013.
Zorg Positie Leeuwarden in rapport
In 2010 stond Leeuwarden voor de jeugdindicatoren landelijk op plaats 14. Hoe
‘Kinderen in tel’ (F)
hoger de positie, hoe slechter het met de jeugd gesteld is. Elk jaar wordt een positie nagestreefd in een hoger tiental van gemeenten.
39
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
Doel
X
X
X
X
A
X
X
X
X
X
X
B
X
X
X
X
B
X
X
X
X
B
X
X
X
X
B
Onderwijs •
In stand houden en (doen) optimaliseren van onderwijshuisvesting inclusief Brede scholen/Kindcentra (S)
•
Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en
A
kinderopvang (I) •
Doorontwikkelen van gezamenlijke kenniscirculatieprogramma’s tussen MBO/HBO/bedrijfsleven (S)
•
Doorontwikkelen van de University Campus Fryslân (S)
•
(Laten) aanbieden van Vroeg- en Voorschoolse Educatieprogramma’s (S)
•
Voorkomen dat jongeren voortijdig school verlaten (S)
Ontwikkeling •
In stand houden van speelruimtevoorzieningen (S)
X
X
X
X
C
•
Laten uitvoeren van jongerenwerk (S)
X
X
X
X
C
•
In stand houden van combinatiefuncties (S)
X
X
•
Laten uitvoeren van alcohol- en
X
X
X
X
D
X
X
X
X
D
X
X
X
X
E
X
X
X
X
X
X
C
drugspreventieprogramma’s (S) •
Laten uitvoeren van preventieprogramma’s overgewicht (S)
Zorg •
Doorontwikkelen van Centra voor jeugd en Gezin 12- en 12+ (S)
•
Laten uitvoeren van pilot School als Werkplaats op
F
het Friesland College (I) •
Ontwikkeling en invoering vernieuwend
X
E, F
welzijnsbeleid jeugd/transitie jeugdzorg (I)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Onderwijs Speerpunten Herijking onderwijshuisvesting (A)
In 2012 wordt onder andere met de onderwijsbesturen gekeken naar de toekomstige onderwijshuisvesting ter voorbereiding op de nieuwe nota ‘Scholen onder dak’. Daarbij wordt ook gekeken naar de positie van onderwijshuisvesting binnen het totaal maatschappelijk vastgoed, naar de ontwikkeling van Brede scholen tot Kindcentra en naar de positionering en exploitatie van gymlokalen. Met ingang van 2013 komt de herijking in uitvoering.
Doorontwikkeling Brede
De Brede scholen/Kindcentra, worden niet alleen meer als school en kinderopvang
scholen/ Kindcentra (A)
gebruikt, maar worden ook toegankelijk voor activiteiten voor wijkbewoners (jong en oud). Hier ligt een link met de discussie over het maatschappelijk vastgoed in de wijken.
40
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Intensivering Coördinatie en
Zie toelichting Bijlage B: Overzicht Intensiveringen en bezuinigingen (V).
activiteiten Brede scholen Bezuiniging Harmonisatie kinder- en
Nieuwe wetgeving, bezuinigingen op het budget van het peuterspeelzaalwerk
peuteropvang (A)
(€ 300.000 per 2012 en € 200.000 per 2013) en het naar elkaar toegroeien van beide werksoorten hebben geleid tot harmonisatie van de kinderopvang, peuterspeelzalen en de inzet op voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Met de harmonisatie wil de gemeente de ontwikkelingskansen van alle kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar vergroten. De uitvoering van de harmonisatie is vanaf 2012.
Algemeen University Campus
Met de positieve besluitvorming van Provincie (26 januari 2011) en de
Fryslân (B)
Gemeenteraad (12 januari 2011) over de ontwikkeling van de University Campus Fryslân (UCF) krijgt de UCF vorm en zal onderwijs, onderzoek en valorisatie (vertaling naar de maatschappij) op academisch niveau gericht worden op de Fryske hotspots: water, toerisme, energie, duurzaamheid, life sciences en meertaligheid. Daarvan zal ook op andere terreinen een impuls uitgaan. De stad zal meer studenten trekken en met name de binnenstad zal dat de komende jaren merken door de aanwezigheid van (internationale) studenten en activiteiten. De relatie met de arbeidsmarkt wordt verstevigd en zal zowel op kennisintensief als op dienstverlenend, toeleverend niveau voor uitbreiding van arbeidsplaatsen zorgen.
Voortijdig
De inzet op het verlagen van het aantal schoolverlaters zal onverminderd doorgaan.
schoolverlaters (B)
In Europees verband doet Nederland dat uitstekend; in de regio Friesland-Noord leidt dat eveneens tot goede resultaten. Diverse projecten, zoals verbetering overgang VMBO-mbo en versterking verzuimbeleid, jagen de Leeuwarder situatie verder aan.
Ontwikkeling Algemeen Speelruimte (C)
In 2012 is vooral sprake van het bestendigen en verbeteren van het bestaande aanbod van speelruimtevoorzieningen en het projectmatig versterken (project Jantje Beton en project Landschapsbeheer Friesland) van bijvoorbeeld speelruimte in verschillende wijken en stadsdeelgebieden.
Gezonde leefstijl (D)
Daarnaast worden bewezen preventieve programma’s op genotsmiddelen en bestrijding overgewicht verder voortgezet.
Zorg Speerpunten Centrum voor Jeugd en
In 2012 wordt het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 12+ verder ontwikkeld,
Gezin 12+ (E)
zodat er een CJG-voorziening in de stad ontstaat, waarin de functies informatie, advies, signalering, aanbod van opvoedingsondersteuning en toeleiding naar en coördinatie van zorg volledig ingevuld zijn.
Jeugd nieuwe stijl/komst jeugdzorg (E en F)
In nauwe samenhang daarmee wordt het jeugdbeleid nieuwe stijl met de overkomst van jeugdzorg naar de gemeenten vorm gegeven. Dat is een kwestie van lange adem, maar biedt kansen om te komen tot adequate hulpverlening waar dat nodig is met een minimum aan administratieve lasten en bureaucratie.
41
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Jeugd en onderwijs (2)
Risico Transitie Jeugdzorg (E
Onzeker is nog of, naast de rijksmiddelen, de provincie de eigen provinciale
en F)
middelen voor jeugdzorg overhevelt naar de gemeente.
42
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en toerisme (3)
Programma Economie en toerisme (3) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Bestuur en Middelen
Wethouder H. Deinum
H. Brink
Wethouder I. Diks
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Slim met energie en water
3.
Verkoop strategische (school)locaties
2.
Binnenstad Boppe
4.
Visieontwikkeling bedrijfshuisvesting
Relevante beleidsnota’s •
Programma Stedelijke economie (2007)
•
Nota Grondbeleid (2005)
•
Nota Bedrijventerreinen (herijking) (2005)
•
Actieprogramma Toerisme (2007)
•
Kantorenmonitor (2008)
•
Notitie Profilering en acquisitie (2008)
•
Structuurvisie detailhandel (2007)
•
Notitie Startersbeleid (2008)
•
Uitvoeringsplan Slim met energie en water (2010)
•
Leeuwarden marktstad van Friesland (2003)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Bedragen x € 1.000 2014 2015
Rekening 2010
2011
2012
2013
Lasten
66.953
49.043
36.157
38.020
37.530
Baten
63.407
44.145
32.554
33.934
34.012
34.011
Saldo
-3.546
-4.897
-3.603
-4.087
-3.518
-2.664
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Grondzaken
kosten
5.574
Kermissen Economisch beleid
46
Recreatievaart
50
Recreatiegebieden Totaal
lasten
lasten
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten
1.395
14.498
21.467
22.121
30
22
52
114
655 61
1.083
1.737
2.865
327
-2.538
10
96
156
113
-42
73
207
182
-25
93
275
370
3
-368
33
10
43
42
-1
6.280
836
3.065
10.181
9.605
-577
125
496
194
816
47
-769
12.077
4.110
19.971
36.157
32.554
-3.603
3
Standplaatsen Vastgoedbeheer
Totaal
134
Markten Toerisme
Overige
36.675
43
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en toerisme (3)
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensiveringen
2011
2012
2013
2014
2015
Subdoel
N-03-01
Toerisme (I)
-50
50
D
N-03-02
Marketing Leeuwarden (I)
-250
250
D
N-03-03
Profilering en acquisitie (I)
-310
310
B
N-03-04
Stimuleringsfonds werkgelegenheid (I)
-240
240
B
N-03-05
Stimuleringsfonds economische
-1000
1000
B
-100
100
D
participatie (I) N-03-06
Amendement evenementen met bovenregionale uitstraling (I)
N-03-07
Motie Aftel-/Winterfeest (I)
-90
90
D
N-03-08
Amendement Wifi in Prinsentuin (I)
-30
30
D
Amendement Wifi in Prinsentuin (t.l.v.
-10
N-03-09
D
HVD) (S) Bedragen x € 1.000 Bezuiniging O-03-01
Stimuleringsfonds werkgelegenheid incidenteel gemaakt (S)
44
2011 20
2012
2013
2014
2015
Subdoel A
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en toerisme (3)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Slim omgaan met water en
A.
Leeuwarden is Capital of
-
Faciliteren Clusteropbouw waterhub (S)
Watertechnology
-
Mee-ontwikkelen Project watercampus (I)
Leeuwarden is een aantrekkelijke
-
Faciliteren toepassing geothermie, warmtenet t.b.v.
Algemeen doel energie; ontwikkeling naar een kennisintensieve en innovatieve stadseconomie
B.
partner voor innovatieve
distributie duurzame warmte (I)
economische projecten met lange termijn rendement
Een centrumstad
Centrumstad met kwaliteit en
met kwaliteit,
aantrekkingskracht
C.
Beste binnenstad van Nederland in
-
Aanpakken leegstand winkels (I)
2015
-
Aanpak aanloopstraten uitvoeren (I)
-
Issuemarketingcampagnes faciliteren (I)
Herontwikkeling van strategische
-
Aan- en verkopen van strategische verwervingen (I)
locaties in de stad
-
Aan- en verkopen van vastgoed, waaronder
aantrekkingskracht en onderscheidende economische
D.
potentie
Leeuwarden wordt neergezet als een aantrekkelijke stad voor bedrijven en toeristen
Vernieuwing in de stad
E.
schoollocaties (I)
45
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en toerisme (3)
Wat willen we bereiken? Nul
Subdoelstellingen
2012
2013
2014
2015
meting
Slim omgaan met water en energie A
Leeuwarden is Capital of Watertechnology Indicatoren: •
Fysieke realisatie m2 aan voorzieningen
0
0
1.500
2.000
2.000
•
Werkgelegenheidsgroei watertechnologiesector
0
50
50
50
50
(in arbeidsplaatsen) B
Leeuwarden is een aantrekkelijke partner voor innovatieve economische projecten met lange termijn rendement Indicator: •
Deelname gemeente in aantal projecten
minimaal
0
9
-1
-
-
Centrumstad met kwaliteit en aantrekkingskracht C
Beste binnenstad van Nederland in 2015 Indicator:
D
•
Aangepaste puien
0
12
12
-
-
•
Nieuw toegankelijke woningen
0
3
3
-
-
•
Nieuw gevestigde organisaties
0
2
3
3
-
pm2
pm
Leeuwarden is een aantrekkelijke stad voor bedrijven en toeristen Indicator: •
Halen van doelstellingen issuemarketingcampagnes
Vernieuwing in de stad E
Herontwikkeling van strategische locaties in de stad Indicatoren: •
Ontwikkeling strategische locaties
0
13
-
-
-
•
Herontwikkeling schoollocaties
0
2
2
2
-
1 Voor de jaren 2013 t/m 2015 zijn geen streefwaarden aangegeven, omdat er vanuit het Stimuleringsfonds economische participatie geen middelen meer beschikbaar zijn. 2 De doelstellingen van de issuemarketingcampagnes zijn begin 2012 bekend. 3 Dit betreft de ontwikkeling van het Harmoniekwartier.
46
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en toerisme (3)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
Doel
Slim omgaan met water en energie •
Faciliteren Clusteropbouw waterhub (S)
X
X
X
X
A
•
Mee-ontwikkelen Project Watercampus (I)
X
X
X
X
A
•
Faciliteren toepassing geothermie, warmtenet
X
X
X
B
X
D
t.b.v. distributie duurzame warmte (I) Centrumstad met kwaliteit en aantrekkingskracht •
Aanpak aanloopstraten uitvoeren (I)
X
X
•
Issuemarketingcampagnes faciliteren (I)
X
X
•
Ontwikkelen van een toekomstvisie en beleid voor
X
X
C/D
X
X
C/D
X
X
X
E
X
X
X
E
C
de markten (I) •
Vernieuwing van de vrijdagmarkt en overplaatsing locatie Zaailand (I)
Vernieuwing in de stad •
Aan- en verkopen van strategische verwervingen (I)
•
Aan- en verkopen van vastgoed, waaronder schoollocaties (I)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Slim omgaan met water en energie Speerpunt Slim met energie en
Er wordt uitvoering gegeven aan het plan van aanpak ‘Slim met energie en water’.
water
In het programma Economie en toerisme ligt het accent op de verduurzaming van de interne organisatie, het faciliteren van een goed geoutilleerd toekomstgericht warmtenet voor de distributie van duurzame warmte en het aanjagen van de realisatie van zonnestroom (15 ha/8 MWp). Zie ook programma 13 Milieu, energie en water.
Risico
De aanpak zet in op een gemeenschappelijke inspanning tussen kennisinstellingen, markt en overheid. Dit impliceert: ‘samen kom je verder, alleen ga je sneller’.
Centrumstad met kwaliteit en aantrekkingskracht Speerpunt Project Binnenstad Boppe
Project Binnenstad Boppe is gericht op meer bezoekers, meer bestedingen en minder leegstand. In 2012 moet het aantal weekbezoekers een opgaande lijn vertonen, zodat de in 2010 ingezette opwaartse trend wordt doorgezet. De toename van leegstand in de aanloopstraten met perspectief, zoals De Kleine Kerkstraat, Sint Jacobsstraat en Groentemarkt e.o. wordt tot staan gebracht. Het volledige pakket aan stimuleringsmaatregelen is toepasbaar (wonen boven winkels, aanpak puien, e.d.). Gelet op verschillende ontwikkelingen binnen de detailhandel hebben niet alle aanloopstraten voldoende perspectief om in de toekomst hun huidige positie als winkelstraat te behouden. In 2012 moet de organisatiegraad in de winkelstraten en in de stad verder toenemen. De gezamenlijke ambitie om Beste Binnenstad van Nederland te worden in 2015 speelt daarbij een stimulerende rol.
47
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en toerisme (3)
Algemeen Issuemarketingcampagnes
De issuemarketingcampagnes voor watertechnologie, energie en binnenstad worden uitgevoerd samen met stakeholders.
Evenementen
Er is een breed overleg gestart met alle betrokkenen op het gebied van toerisme. De uitkomst hiervan zal naar verwachting in 2012 positief doorwerken op de evenementenkalender.
Markt
Het financiële effect van de opzet van de markt wordt eind 2011 in beeld gebracht. Eind 2012 gaat de vrijdagmarkt terug naar het Zaailand. Om hier een goede, aantrekkelijke markt neer te zetten, wordt een toekomstvisie ontwikkeld en op basis hiervan wordt het beleid en de verordening aangepast. Doel is om weer bij de top 10 van de beste markten te behoren en een bijdrage te leveren aan de aantrekkingskracht van de binnenstad.
Kermis
In 2012 wordt naar verwachting geen kermis gehouden. Met de kermisbonden wordt overlegd of iemand op eigen initiatief een kleine kermis voor een korte periode wil organiseren op het Oldehoofsterkerkhof. Verder worden in 2012 de voorbereidingen getroffen voor de terugkeer van de kermis naar het Zaailand in 2013.
Risico
Autonome economische ontwikkelingen spelen een grote rol. Een neerwaartse economische ontwikkeling zal negatief van invloed zijn op de bestedingen in de stad en verdere leegstand in de hand werken.
Vernieuwing in de stad Speerpunten Verkoop strategische
In het kader van ‘Scholen onder dak’ worden in de komende jaren een aantal
(school)locaties
vrijkomende schoollocaties herontwikkeld. Met de herontwikkeling moet een netto opbrengst worden gegeneerd van € 4 mln.
Visieontwikkeling
De situatie op de markt van bedrijventerreinen, kantoren en winkels is
bedrijfshuisvesting
(inter)nationaal zodanig veranderd dat herbezinning op de markt en de rol van de gemeente bij ordening en ontwikkeling noodzakelijk is. Op basis van recente monitoring en in overleg met de betrokkenen in Leeuwarden wordt een visiedocument opgesteld. Dat vormt een kader voor de gemeentelijke rol en inzet op dit gebied. Aansluiting wordt onder meer gemaakt met de regiovisie bedrijventerreinen voor Noordwest Friesland die in 2011 wordt vastgesteld en met het project Binnenstad Boppe.
Algemeen Harmoniekwartier
Het college is al enige tijd bezig met het ontwikkelen van concrete plannen voor de invulling van het Harmoniekwartier. Hiervoor worden meerdere modellen ontwikkeld, die vervolgens beoordeeld zullen worden op onder andere stedenbouwkundige kwaliteit, architectonische kwaliteit, programma en financiën. Besluitvorming vindt begin 2012 plaats.
Project Watercampus
In 2011 is de Europese aanbesteding gestart voor het ontwerp van de eerste fase op de uitbreidingslocatie ‘voormalig Atoglas’ aan de Potmarge. Eind 2011 zal het zogenaamde ontwerpteam zijn geselecteerd dat het voorontwerp maakt. In het voorjaar van 2012 wordt de bouw aanbesteed. De te selecteren aannemer zal dan tezamen met het ontwerpteam het VO tot een definitief ontwerp uitwerken. Eind 2012/begin 2013 wordt het besluit voor realisatie genomen, waarna de realisatie start. De oplevering van die eerste fase is gepland medio 2014.
48
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Welzijn
Wethouder A. Ekhart
Mw. F. Ytsma
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Decentralisatie AWBZ Begeleiding naar WMO
2.
WMO Beleidsplan 2013-2017
Relevante beleidsnota’s •
Regiovisie MO/VO (2002) & uitvoeringsprogramma
•
Nota Gemeentelijk gezondheidsbeleid 2008 – 2011
•
Re giovisie Ambulante Verslavingszorg (2002) &
•
Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk (2011)
uitvoeringsprogramma
•
Beleidsvisie Niemand aan de kant (2008)
•
Kompas MO 2008-2012 & 2012-2016
•
Beleidsnotitie digitale huiskamers (2009)
•
Beleidsnotitie Huiselijk Geweld 2006 – 2009
•
Beleidsplan WMO 2008 -2011
•
Beleidsnotitie Locatiekeuze MO (2007)
•
Veranderagenda WMO 2010-2014
•
Beleidsnotities herverdeling financiën MO & inzet
•
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl (2010)
middelen AWBZ-functie Ondersteunende
•
Uitgangspunten en proces maatschappelijk
Begeleiding MO per 2009
vastgoed (2011)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
51.312
45.226
44.355
42.812
42.353
Baten
6.489
5.819
5.862
5.822
5.822
5.822
Saldo
-44.823
-39.407
-38.492
-36.990
-36.531
-36.511
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
42.333
Overige
Totaal
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
lasten
lasten
baten
Ouderen- en gehandicaptenzorg
396
18.780
19.176
1.333
-17.842
Opvang en zorgverlening
686
23.441
24.127
4.529
-19.598
Sociale integratie achterst.groepen
604
448
1.052
1.686
42.669
44.355
5.862
-38.492
Totaal
0
-1.052
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensiveringen
2011
N-04-01
Opvangen tekort WMO (S)
N-04-02
Beheer buurt-, wijk- en dorpscentra (I)
N-04-03
Motie noodhulp en begeleiding noodhulp (I)
-90
N-04-04
Amendement dierenambulance (t.l.v. HVD) (S)
-10
2012
2013
-1.120
2014
2015
Subdoel B
-225
225 90
C B -
49
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Bedragen x € 1.000 Bezuinigingen
2011
2012
O-04-01
Herinrichting WMO (S)
O-04-02
Koerswijziging maatschappelijk vastgoed (S)
O-04-03
Digitale huiskamers (S)
O-04-04
Besparing loketfunctie welzijnsinstellingen (S)
221
O-04-05
Diverse maatregelen WMO (I)
500
O-04-06
560 80
Integratie MCC in MFC
2013
2014
2015
Subdoel
560
B
130
C
175
C 221
B -500
45
B C
(in totaal 85, zie ook O-05-05) (S) O-04-07
50
Amendement verlaging budget HVD (S)
20
B
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Onderdak
A.
•
Algemeen doel Voor mensen zonder zelfstandige
Voor iedereen een veilig
huisvesting is tijdelijke opvang
onderdak
beschikbaar zo lang als, maar niet
Het doen uitvoeren van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, crisisopvang en opvang van jongeren (S)
langer dan, noodzakelijk
B.
Cliëntondersteuning op maat
•
Het doen uitvoeren van ondersteuning door middel van
Iedereen
Ondersteuning
maatschappelijk
Ondersteuning voor iedereen
algemene en individuele voorzieningen, informatie, advies
actief
die daarvan afhankelijk is
en cliëntondersteuning voor mensen met een psychosociaal probleem, lichamelijke of geestelijke beperking, cliënten van de maatschappelijke opvang en verslavingszorg, slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties en zorgmijders (S)
Participatie Maatschappelijke participatie
C.
Voor alle burgers is er ruimte voor
•
Het bieden van ruimte voor ontmoeting en participatie (S)
ontmoeting en participatie
door een ieder
51
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
meting
2012
2013
2014
2015
Onderdak A
Voor mensen zonder zelfstandige huisvesting is tijdelijke opvang beschikbaar zo lang als, maar niet langer dan, noodzakelijk Indicator (verblijfsduur in maanden): •
Algemene opvang
15,5
<10
<10
<10
<10
•
Crisisopvang Limor en Zienn
4
3
3
3
3
•
Vrouwenopvang (Blijf van mijn lijf en Asja)
3
3
3
3
3
•
Huis voor Jongeren
7,5
7
7
7
7
Bron: Rapportage instellingen
Ondersteuning B
Cliëntondersteuning op maat Indicatoren •
Contact met aantal zorgmijders
•
Het percentage van het aantal huisverboden waarbij
530
450
425
400
400
85%
90%
90%
90%
7,5
7,5
7,5
7,5
7,5
4
5
6
7
8
259
500
500
500
500
binnen 10 dagen hulpverlening op gang is gebracht Bron: Rapportage instellingen
Alle Leeuwarder burgers met een beperking of chronische ziekte kunnen een beroep doen op voorzieningen op het terrein van wonen, vervoer, hulpmiddelen en hulp bij het huishouden Indicator: •
De tevredenheid van de aanvragers (rapportcijfer van 1 tot 10)
Bron: WMO tevredenheidsonderzoek
Participatie C
Voor alle burgers is er ruimte voor ontmoeting en participatie Meer wijkvoorzieningen maken integraal onderdeel uit van brede scholen, sportvoorzieningen, woonservicezones of culturele voorzieningen Indicator: •
Aantal wijkvoorzieningen dat verbonden is aan brede scholen, sportvoorzieningen, woonservicezones of culturele voorzieningen
Het percentage mensen dat actief is in het vrijwilligerswerk neemt toe Indicatoren: •
Aantal succesvolle matches bij de buurtservicepunten en het stedelijk servicepunt
Bron: Vm. Vrijwilligers Servicepunt
52
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Toelichting op de subdoelstellingen Ondersteuning Contact met aantal
De benaming van de indicator ‘Aantal contacten met zorgmijders’ is gewijzigd in
zorgmijders (B)
‘Contact met aantal zorgmijders’. Overigens is het aantal zorgmijders wel altijd gemeten. Vanaf 2010 is er een daling te zien van het aantal zorgmijders (493) waarmee contact wordt gelegd. Er blijft altijd een vaste kern van zorgmijders bestaan, met daar bovenop een aantal nieuwe zorgmijders. Daarom zijn de aantallen zorgmijders voor 2012 en 2013 naar boven bijgesteld (van 400 naar resp. 450 en 425).
Handhaven waardering en
De subdoelstelling ‘tevredenheid over de Sociale Winkel’ is verwijderd omdat de
tevredenheid van de publieke
tevredenheid niet wordt gemeten. Er is nog geen alternatieve subdoelstelling
dienstverlening in het WMO-
beschikbaar waarbij een nulmeting heeft plaatsgevonden en de doelstelling jaarlijks
loket (B)
wordt gemeten.
53
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A
X
X
X
X
B
X
X
X
X
C
X
X
X
X
nvt
Onderdak •
Het doen uitvoeren van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, crisisopvang en opvang van jongeren (S)
Ondersteuning •
Ondersteuning door middel van algemene en individuele voorzieningen, informatie, advies en cliëntondersteuning voor mensen met een psychosociaal probleem, lichamelijke of geestelijke beperking, cliënten van de maatschappelijke opvang en verslavingszorg, slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties en zorgmijders (S)
Participatie •
Het bieden van ruimte voor ontmoeting en participatie (S)
Overig •
Het doen uitvoeren van de gemeentelijke taak op grond van de Wet op de dierenbescherming (het opvangen van 500 zwerfdieren) (S)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Onderdak Risico Stelselonderzoek
Op verzoek van de Tweede Kamer vindt momenteel een stelselonderzoek
vrouwenopvang (A)
Vrouwenopvang plaats. Daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar de opvang van specifieke groepen en de verruiming van de grondslag van de uitkering. Het stelselonderzoek kan gevolgen hebben voor de rijksbijdrage vrouwenopvang die wij als centrumgemeente ontvangen.
Ondersteuning Speerpunten Decentralisatie AWBZ
Projectplan opstellen en uitvoeren zodat vanaf 1 januari 2013 mensen die voor het
Begeleiding naar WMO
eerst of opnieuw een beroep doen op begeleiding die ondersteuning niet langer via
(B)
de AWBZ, maar via de WMO kunnen ontvangen.
WMO Beleidsplan 2013-
Volgens artikel 3 van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning moet iedere
2017 (B)
gemeente elke vier jaar een beleidsplan voor maatschappelijke ondersteuning opstellen. Het huidige WMO beleidsplan loopt van 2008 tot en met 2011. Vanaf 2012 moet er dus in principe een nieuw beleidsplan komen. Voor er een beleidsplan gemaakt kan worden moeten de kaders helder zijn. Een aantal kaders is bekend zoals het Lokaal Sociaal Beleid en Welzijn Nieuwe Stijl, maar er bestaat nog onduidelijkheid over de definitieve kaders van de decentralisaties Werken naar vermogen, de Jeugdzorg en de AWBZ. Kaders die zeer bepalend zijn voor het opstellen van een nieuw WMO beleidsplan.
54
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
Gezien de ontwikkelingen op het gebied van welzijn is de gemeenteraad voorgesteld de werkingssfeer van het huidige WMO beleidsplan met één jaar te verlengen. Het jaar 2012 kan dan benut worden voor het opstellen van een nieuw WMO beleidsplan voor de periode 2013-2017. Bezuinigingen Herinrichting WMO en
Door uitvoering te geven aan de WMO Veranderagenda 2010-2014 worden de
diverse maatregelen
ombuigingen op de WMO gerealiseerd. Zie verder onder Risico.
WMO (B) Welzijn Nieuwe Stijl
In 2012 functioneren er drie sociale wijkteams, een sociaal stadsteam en twee
(Besparing loketfunctie
interventieteams. De sociale wijkteams en het interventieteam hanteren de tien
welzijnsinstellingen)
uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl waardoor er efficiënter en effectiever
(B)
ondersteuning geboden wordt. Tevens is het uitgangspunt dat dit tot een kostenbesparing leidt van in totaal € 442.000.
Algemeen Decentralisaties (B)
De decentralisaties van de Jeugdzorg en AWBZ-begeleiding, en Welzijn Nieuwe Stijl zijn ontwikkelingen die inhoudelijk zeer nauw verwant zijn met de nieuwe Wet Werken Naar Vermogen. Beleidsmatig en qua uitvoering moeten ze dan ook met elkaar verbonden worden.
Risico WMO (B)
De WMO Veranderagenda 2010-2014 heeft tot doel om de uitgaven van de WMOvoorzieningen in 2014 weer binnen de beschikbare budgetten te krijgen. De Veranderagenda omvat een omvangrijk pakket aan maatregelen dat in totaal een besparing van € 3,5 mln moet opleveren. Het risico bestaat dat er meer dan € 3,5 mln bespaard moet worden om de bestedingen binnen de beschikbare budgetten te krijgen omdat bijvoorbeeld steeds meer mensen als gevolg van de vergrijzing een beroep doen op de voorzieningen WMO. Ondanks de verschillende maatregelen bestaat het risico van toenemend gebruik van voorzieningen. De WMO is en blijft een open einde regeling. Zie ook paragraaf 2.2.2 Weerstandsvermogen (risicogebeurtenis R119).
Participatie Bezuiniging Integratie MCC in MFC (C)
Omdat de ombuiging op de integratie van het MCC in een MFC twee programma’s raakt (SMO en W&I) is het om te buigen bedrag in tweeën gedeeld: € 45.000 ten laste van het programma SMO vanwege het maatschappelijk vastgoed en € 40.000 ten laste van het programma Werk en inkomen vanwege het beleidsonderdeel Integratie.
55
2 Beleidsbegroting
56
2.1 Programmaplan: Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling (4)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Programma Werk en inkomen (5) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Bestuur en Middelen
Wethouder A. Ekhart
Mw. E. de Bruin
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Voorbereiding invoering Wet Werken Naar
3.
Rijksbezuinigingen doorvoeren in WSW-beleid
Vermogen (WWNV)/ Ontsluiting onderkant
4.
Doorontwikkelen armoedebeleid inclusief Kinderen
arbeidsmarkt 2.
in Armoede
Herontwerp Werkplein / dienstverlening
5.
Implementatie schulddienstverlening
Relevante beleidsnota’s •
Kadernota Inburgering (2006)
•
Intensivering WWB-beleid (2006)
•
•
Modernisering Wet Sociale Werkvoorziening (2007)
•
Kadernota Integratie (2008)
•
Nota schulddienstverlening In eigen hand (2011)
•
Kadernota Participatie (2008)
•
Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk (2011)
•
Kadernota Werken naar Vermogen (2011)
Herijking armoedebeleid en schuldhulpverlening (2008)
•
Kadernota Handhaving (2009)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Bedragen x € 1.000 2014 2015
Rekening 2010
2011
2012
2013
Lasten
133.981
113.233
112.945
113.042
113.000
Baten
103.374
92.534
94.290
94.290
94.290
94.290
Saldo
-30.607
-20.699
-18.655
-18.752
-18.709
-17.609
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Kosten
Overige
Totaal
lasten
lasten
111.900
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten
Arbeidsmarkt en sociale integratie
5.969
24.934
30.903
Armoedebestrijding
1.550
4.013
5.563
24.399
-6.505 -5.563
Inkomensvoorziening
299
10.723
65.457
76.479
69.892
-6.587
Totaal
299
18.241
94.404
112.945
94.290
-18.655
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensiveringen
2011
2012
2013
2014
2015
Subdoel
N-05-01
Dekking tekort langdurigheidstoeslag (S)
-270
H
N-05-02
Herijking Bijzondere Bijstand (S)
-200
H
N-05-03
Monitor arbeidsparticipatie c.a. (I)
-42
42
-42
N-05-04
Financiering schuldhulpverlening (I)
-419
-131
-550
Bezuinigingen
2011
2012
42
G 1.100
G
Bedragen x € 1.000
O-05-01
Monitoring arbeidsparticipatie (S)
O-05-02
Beëindiging gemeentelijk WWB-deel (S)
O-05-03
Beëindiging aanvullende gemeentelijke
2013
42
2014
2015
Subdoel A-C
117
A-C 493
E
bijdrage Sociale werkvoorziening (S) O-05-04
Anti-discriminatieprijs beëindigd 2011 (S)
O-05-05
Integratie MCC in MFC (zie ook O-04-06)
10
F 40
F
57
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Wat willen we bereiken? Strategisch
Strategische
Algemeen doel
hoofddoelen Werk
Subdoelstellingen A.
Minder Leeuwarders in de
Daling bijstandsbestand en duurzame
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S) -
uitstroom naar regulier werk
bijstand
Zorgdragen voor een aanbod vanuit het participatiebudget voor bijstandsgerechtigden (S)
-
Zorgdragen voor een aanbod richting arbeidsmarkt vanuit het netWerkplein (S)
-
Afhandeling van nieuwe uitkeringsaanvragen WWB en beëindigingen WWB-uitkeringen (S)
B.
Daling aantal jongeren in de bijstand
C.
Leeuwarders die op een gesubsidieerde arbeidsplaats zitten
-
Zorgdragen voor een werkleeraanbod vanuit het participatiebudget voor jongeren (S)
-
stromen uit
Monitoren van uitstroom van bijstandsgerechtigden uit de uitkering en aan wie een voorziening vanuit het participatiebudget is aangeboden (S)
Niemand
Participatie
aan de kant
Leeuwarders participeren in de samenleving
D.
Leeuwarders zijn zoveel mogelijk
-
Zorgdragen voor een aanbod vanuit het participatiebudget
Korte WSW-wachtlijst en optimale
-
Het laten beheren van sociale werkvoorzieningplaatsen (S)
uitstroom naar reguliere arbeid
-
Het afsluiten van prestatieafspraken met Caparis (S)
Verbetering beheersing Nederlandse
-
Zorgdragen voor een aanbod vanuit de Wet Inburgering
-
Wijkgerichte inburgering en project Prettig Kennismaken
maatschappelijk actief E.
F.
voor bijstandsgerechtigden (S)
taal, kennis van de Nederlandse samenleving en als ook participatie van etnische minderheden
58
voor personen die onder die wet vallen (S) (I)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Strategisch
Strategische
Algemeen doel
hoofddoelen
Niemand
Inkomen
aan de kant
Minder Leeuwarders in
Subdoelstellingen G.
Leeuwarders kunnen een beroep doen
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S) -
op effectieve schulddienstverlening
armoede
Zorgdragen voor een aanbod voor effectieve schulddienstverlening (S)
-
Succesvol laten afhandelen van schuldregelingsverzoeken (S)
H.
Leeuwarders zijn op de hoogte van alle
-
Uitvoeren van een klantenonderzoek of mensen bekend
-
Het aanbieden van de websites Bereken je recht en
voorzieningen en instrumenten ter voorkoming en bestrijding van financiële en sociaal-maatschappelijke
zijn en een beroep doen op armoederegelingen (S) Geldkompas Leeuwarden (S)
armoede
59
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
meting
2012
2013
2014
2015
25%
30%
30%
30%
65%
65%
65%
65%
Werk A
Daling bijstandsbestand en duurzame uitstroom naar
(2009)
regulier werk Indicatoren:
•
Percentage bijstandsgerechtigden dat uitstroomt naar
30%
regulier werk
•
Percentage daarvan dat duurzaam (>24 maanden) aan het werk blijft
•
Gemiddeld aantal bijstandsgerechtigden jonger dan
3420
4000
10%
20%
25%
25%
25%
25%
10%
10%
10%
10%
2 mnd
1 mnd
1 mnd
1 mnd
10
10
10
10
30%
30%
30%
30%
27 / 20
30 / 30
30 / 30
30 / 30
30/30
120
110
105
100
100
65 jaar
•
Poortwachterquote: percentage bijstandsgerechtigden dat de aanvraag intrekt vanwege plaatsing op werk, waarvan de uitkering niet in behandeling wordt genomen of andere redenen
•
Doorstroom klanten van WW naar WWB
Bron: Re-Integratie Module (RIM)
B
Daling aantal jongeren in de bijstand Indicator:
•
Termijn waarbinnen jongeren op werkleeraanbod worden geplaatst Bron: RIM
C
Leeuwarders die op een gesubsidieerde arbeidsplaats zitten stromen uit naar reguliere arbeid Indicator: •
Percentage werknemers dat uitstroomt naar reguliere arbeid
Bron: RIM
Participatie D
Leeuwarders zijn zoveel mogelijk maatschappelijk actief Indicator:
•
Percentage bijstandsgerechtigden dat doorstroomt naar een hogere trede op de participatieladder
Bron: RIM E
Korte WSW-wachtlijst en optimale uitstroom naar
(2009)
reguliere arbeid Indicatoren:
• •
Percentage beschut buiten en deta/begeleid werken Daling van de WSW wachtlijst
Bron: Caparis
60
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Nul-
Subdoelstellingen F
meting
Verbetering beheersing Nederlandse taal, kennis van de
2012
2013
2014
2015
(2009)
Nederlandse samenleving en als ook participatie van etnische minderheden Indicatoren: •
Aantal inburgeraars dat een inburgeringstraject volgt
•
Percentage inburgeraars dat het inburgeringsexamen
128
50
50
80%
80%
haalt •
Aantal allochtone vrouwen duurzaam laten
150
250
participeren in de samenleving Bron: Rapportage (wijkgerichte) inburgerging
Inkomen G
Leeuwarders kunnen een beroep doen op effectieve
(2009)
schulddienstverlening Indicatoren:
• •
Aantal gestarte schuldhulpverleningstrajecten
670
500
450
400
400
Percentage succesvol afgeronde trajecten
30%
50%
55%
60%
60%
65%
70%
75%
75%
Bron: Rapportage KBNL
H
Leeuwarders zijn op de hoogte van alle voorzieningen en instrumenten ter voorkoming en bestrijding van financiële en sociaal-maatschappelijke armoede Indicatoren:
•
Percentage personen dat bekend is met alle voorzieningen/instrumenten ter voorkoming en bestrijding van armoede
Bron: Wijk-/Gemeente-enquête
Toelichting op de subdoelstellingen Algemeen Wet Werken naar Vermogen
Met ingang van 2013 wordt de nieuwe Wet Werken naar Vermogen (WWNV) van
(WWNV)
kracht. Deze wet zal gevolgen hebben voor de ambities voor het gehele programma Werk en inkomen 2013 en verder. Welke dit zullen zijn is nu nog niet in te schatten. De ambities 2013 tot en met 2015 zijn dan ook indicatief.
Werk Gemiddeld aantal
Ondanks de licht aantrekkende economie is er nog geen sprake van een daling van
bijstandsgerechtigden (A)
het aantal bijstandsgerechtigden. De vacatures zijn nog steeds niet op het niveau van voor de crisis. De laagconjunctuur maakt dat deze indicator naar beneden is bijgesteld. De inzet op het Werkplein blijft gericht op daling van het bijstandsbestand. Het betreft hier het percentage bijstandsgerechtigden van het gemiddelde totale bestand uitkeringsgerechtigden in een jaar, dat uitstroomt naar regulier werk.
Leeuwarders die op een
Het subdoel C uit de Programmabegroting 2011 ‘Leeuwarders die op geheel/
gesubsidieerde arbeidsplaats
gedeeltelijk met loonkostensubsidie gefinancierde arbeidsplaatsen zitten stromen
zitten stromen uit naar
uit naar regulier werk’ is gewijzigd: het instrument loonkostensubsidie is gestopt. In
reguliere arbeid (C)
het nieuwe subdoel gaat het om mensen die vanuit de voormalige WIW en ID banen gesubsidieerde arbeid verrichten en die we met behulp van maatwerk richting regulier werk willen laten uitstromen. Een deel van de groep stroomt uit vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De inzet op de doorstroom vanuit gesubsidieerde arbeid wordt in 2012 geïntensiveerd.
61
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Participatie Doorstroming op de participatieladder (D)
Het grootste deel van de WWB en WIJ klanten is inmiddels geplaatst op de Participatieladder waardoor de mate van participatie nu goed in beeld is. Er kan nu concreet worden gemeten welk percentage bijstandsgerechtigden één of meer treden stijgt. Men stroomt door naar werk of men start met maatschappelijk nuttig werk. De indicator betreft het gemiddelde totale bestand uitkeringsgerechtigden in een jaar.
Korte WSW-wachtlijst (E)
De WSW wachtlijst wordt naar vermogen zo klein en kort mogelijk gehouden. Het beleid in 2012 zal zich kenmerken als overgang naar de WWNV.
Inburgering (F)
De rijksbezuiniging op het inburgeringsbudget in 2012 en 2013 vertaalt zich in een forse aanpassing/herontwerp van het inburgeringsbeleid. Dit betekent concreet dat niet alle inburgeraars meer een aanbod kunnen krijgen en dat in deze jaren vooral de prioritaire doelgroepen worden bediend. Dit zijn de jongeren, inburgeringsplichtigen, gemotiveerden en kansrijken. Aan de overige groepen wordt een aanbod maatschappelijk nuttig werk gedaan. Het aantal trajecten wordt dus in 2012 fors naar beneden bijgesteld om binnen het budget te blijven. Met ingang van 2014 vervalt het gehele rijksbudget voor inburgering.
Inkomen Gestarte schuldhulpver-
Een uitgangspunt in de nieuwe visie schulddienstverlening (najaar 2011) is een
leningstrajecten (G)
grotere inzet op de preventie en minder op de curatie. Dit heeft zijn weerslag op het aantal schuldhulpverleningstrajecten.
62
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A t/m D
X
X
X
X
B
X
X
X
X
A t/m D
X
X
X
X
A t/m D
X
X
X
X
A
X
X
X
X
D
X
X
X
X
E
X
X
X
X
E
X
X
X
X
F
Werk •
Zorgdragen voor een aanbod vanuit het participatiebudget voor bijstandsgerechtigden (S)
•
Zorgdragen voor een werkleeraanbod vanuit het participatiebudget voor jongeren (S)
•
Zorgdragen voor een aanbod richting arbeidsmarkt vanuit het netWerkplein (S)
•
Monitoren van uitstroom van bijstandsgerechtigden uit de uitkering en aan wie een voorziening vanuit het participatiebudget is aangeboden (S)
•
Afhandeling van nieuwe uitkeringsaanvragen WWB en beëindiging WWB-uitkeringen (S)
Participatie •
Zorgdragen voor een aanbod vanuit het participatiebudget voor bijstandsgerechtigden (S)
•
Het laten beheren van sociale werkvoorzieningplaatsen (S)
•
Het afsluiten van prestatieafspraken met Caparis (S)
•
Zorgdragen voor een aanbod vanuit de Wet Inburgering voor personen die onder die wet vallen (S)
•
Project prettig kennismaken (I)
F
X
Inkomen •
Zorgdragen voor een aanbod voor
X
X
X
X
G
X
X
X
X
G
X
X
X
X
H
X
X
X
X
H
schulddienstverlening (S) •
Succesvol laten afhandelen van schuldregelingsverzoeken (S)
•
Uitvoeren van een klantenonderzoek of mensen bekend zijn en een beroep doen op armoederegelingen (S)
•
Het aanbieden van de websites Bereken je recht en Geldkompas Leeuwarden (S)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Werk Speerpunten
De uitgangspunten voor de nieuwe WWNV hebben betrekking op:
Voorbereiding invoering
1. het individuele belang van mensen die kunnen werken om ook echt te gaan
WWNV / Ontsluiting
werken;
onderkant arbeidsmarkt
2. het maatschappelijk en economisch belang van werkgevers en
(A t/m E)
3. het financiële belang om de overheidsfinanciën op orde te brengen en de sociale zekerheid ook voor de toekomst te borgen. Dat vertaalt zich concreet in uitgangspunten in de WWNV zelf, de uitvoering (de taken voor de gemeente) en de samenwerking met werkgevers.
63
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Herontwerp Werkplein/
De aangescherpte visie op participatie van de doelgroepen van het Werkplein gaat
dienstverlening
uit van maximale deelname in de samenleving van iedereen. Hierbij is werken het
(A t/m C)
doel en participeren (naar vermogen) de norm. De gemeente is niet altijd meer de aangewezen partij om die beweging tot stand te brengen. De burger is nu vooral zelf aan zet. Dat past ook bij het streven naar zelfredzaamheid. Deze uitwerking maakt een scherpe prioritering in de inzet van de beschikbare W-middelen nodig. Deze uitwerking betekent maximale uitstroom naar werk en het aangaan van partnerschappen waar mogelijk. Partnerschappen zijn nodig om dit beleid in te kunnen vullen. Werkgevers zijn een cruciale samenwerkingspartner voor de gemeente, maar ook onderwijsinstellingen, verzekeraars, fondsen, uitzendbureaus, het WSW-bedrijf, het UWV en de welzijnsinstellingen. Mensen met weinig actueel perspectief op werk kunnen maatschappelijk nuttig werk gaan doen om zo de participatie te bevorderen. Als voorbereiding op de invoering van de WWNV is gestart met een herontwerp van de dienstverlening op het Werkplein. Kernbegrip hierbij is: van regelen naar netwerken (netWerkplein).
Algemeen Link jongeren –
Inzet voor de doelgroep: Meer samen optrekken met onderwijsinstellingen vanuit
onderwijs -
wederzijds belang. Slimme verbindingen leggen, zodat de doelgroepen zoveel
arbeidsmarkt (B)
mogelijk ‘budgetneutraal’ worden bediend.
Risico Invoering WWNV
De rijksbezuinigingen op de budgetten W-middelen, de Wet Educatie en
(A t/m F)
Beroepsonderwijs (WEB) en de inburgeringsmiddelen en de onduidelijkheid over de verdere educatiemiddelen zijn een risico bij het invoeren van de nieuwe WWNV . Daarnaast is de mate waarin de omgeving om ons heen mee beweegt met de ontwikkelingen van invloed. Ook speelt het trage aantrekken van de arbeidsmarkt een rol.
Participatie Speerpunten Rijksbezuinigingen
De financiële situatie van Caparis is nijpend vanwege tekorten in de exploitatie en
doorvoeren in WSW-beleid bezuinigingen van rijkswege. De GR SW Fryslân en de Algemene vergadering van (E)
Aandeelhouders laten momenteel een onderzoek doen naar de toekomst van de WSW, de positie van Caparis en de GR daarin. Dit onderzoek richt zich ook op de implicaties en kansen van de nieuwe Wet Werken naar Vermogen.
Bezuiniging Integratie MCC in MFC
Omdat de ombuiging op de integratie van het MCC in een MFC twee programma’s
(F)
raakt (SMO en W&I) is het om te buigen bedrag in tweeën gedeeld: € 45.000 ten laste van het programma SMO vanwege het maatschappelijk vastgoed en € 40.000 ten laste van het programma Werk en inkomen (5) vanwege het beleidsonderdeel Integratie.
Risico GR SW Fryslân (E)
Er kan een risico liggen in de wijze waarop in GR-verband besluiten worden genomen over de toekomst van de Sociale Werkvoorziening. Rijksbezuinigingen (kunnen) leiden tot (extra) tekorten bij Caparis, waarvoor de gemeente in GR verband medeverantwoordelijkheid draagt. Zie ook paragraaf 2.2.2 Weerstandsvermogen (risicogebeurtenis R117).
64
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
Inkomen Speerpunten Schulddienstverlening
Het bieden van effectieve schulddienstverlening is van cruciaal belang vanwege de
(G)
complex wordende schuldenproblematiek. Het realiseren van een goede dienstverlening door meer in te zetten op preventie, is daarom een belangrijk aandachtspunt in de nieuwe nota schulddienstverlening. In 2012 is de focus gericht op het implementeren van deze nota. De nieuwe werkwijze (inzetten op preventie) zal binnen de huidige collegeperiode leiden tot een besparing op het budget schuldhulpverlening. De verwachting is dat er ingaande 2013 een structurele besparing kan worden gerealiseerd.
Kinderen in armoede
Daar waar kinderen in armoede opgroeien is er geen sprake van gelijke kansen en
(H)
van een goed toekomstperspectief. Het doorbreken van de vicieuze cirkel en voorkomen van armoede van generatie op generatie is noodzakelijk om te voorkomen dat deze kinderen in een kansloze onderklasse terechtkomen. In 2012 wordt een kadervisie kinderen/jongeren ontwikkeld. Het thema armoede zal daar een onderdeel van zijn.
Doorontwikkelen
Met het vaststellen van de nota ‘Armoede aan de Kant!’ is in 2008 een duidelijke
armoedebeleid (G en H)
richting gegeven aan de visie op het beperken van armoede en het verbeteren van de schuldhulpverlening. Daarbij is de nadruk verlegd van inkomensondersteuning naar participatiebevordering. Onder andere de toename van de armoedeproblematiek, de vermoedelijk landelijke normering van het inkomensbeleid en de krappe budgetten maakt dat het armoedebeleid in een omgeving zit die in beweging is. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de effectiviteit van het Leeuwarder armoedebeleid en maken het noodzakelijk om het beleid tegen het licht te houden en te actualiseren.
Algemeen Minimaregelingen (H)
Het verbeteren van de dienstverlening en het bereik van de minimaregelingen is noodzakelijk in het bestrijden van de armoede. Goede voorlichting en de afhandeling van de aanvragen in het KCC spelen daarbij een belangrijke rol.
Risico Schulddienstverlening
Economische ontwikkelingen en een autonome groei van het aantal mensen dat een
(G)
beroep doet op de schulddienstverlening kunnen leiden tot een toename van de kosten op het terrein van de schulddienstverlening.
65
2 Beleidsbegroting
66
2.1 Programmaplan: Programma Werk en inkomen (5)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
Programma Wonen (6) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Stadsontwikkeling
Wethouder I. Diks
Mw. H.E. Bannink
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Uitvoeren wijkactieplannen
3.
Prioriteren nieuwbouw
2.
Uitvoering prestatieafspraken
4.
Ontwikkelen cultuurhistorische waardenkaart
Relevante beleidsnota’s •
Woonplan Eltsenien syn hûs 2008-2012
•
Uitvoeringsprogramma woonplan 2009-2012
•
Nota Archeologische Monumentenzorg Leeuwarden 2008-2013
•
Nota grondprijsbeleid (2008)
•
Archeologische Waardenkaart (2010)
•
Nota Welstandsbeleid (2004)
•
Actualisatie kadernota Gericht handhaven in
•
Uitvoeringsnota handhaving WABO en Bodem
•
Meerjarenontwikkelingsprogramma 2010-2013
•
Handboek milieuvergunningverlening en -
•
Kadernota Welstandsbeleid (2003)
•
Ligplaatsenbeleid (2000)
•
Leeuwarden (2009)
Uitvoeringsprogramma Monumentenzorg
2010
2010-2013
handhaving (2002)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Rekening 2010
2011
2012
2013
9.406
8.014
14.511
7.716
Lasten
Bedragen x € 1.000 2014 2015
7.319
4.003
Baten
4.836
4.956
7.388
3.459
3.459
3.459
Saldo
-4.570
-3.058
-7.124
-4.257
-3.860
-544
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Overige huisvesting
Kosten
50
128
13
Omgevingsvergunning (WABO)
3.629
Handhaving omgevingsrecht
Bouw- en milieutoezicht Cultuurhistorisch beheer
Beleid ISV Kwaliteit gebouwde omgeving
Overige
Totaal
lasten
lasten
46
225
468
-51
379
181
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten 179
-45
417
25
-392
573
174
-399
-36
3.592
2.413
-1.180
1.148
170
1.319
51
-1.268
64
7.049
7.113
4.000
-3.113
4
21
25
-25
Woningmarktbeleid
231
641
376
1.247
545
-702
Totaal
294
6.462
7.755
14.511
7.388
-7.124
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Bezuinigingen O-06-01
Efficiëntere inzet beleids- en pr-
2011
2012
42
2013
2014
2015
Subdoel C
activiteiten woningbouw O-06-02
Afromen revolving fund monumenten
1.000
-1.000
B
67
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Wonen (6)
Wat willen we bereiken? Strategisch Algemeen doel
Strategische hoofddoelen Bebouwd gebied wordt
Subdoelstellingen A. Hoge bouwtechnische en
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S) -
Uitvoeren prestatieafspraken woningcorporaties
-
Uitvoeren wijkactieplannen (S)
-
Stimuleren duurzaam gebruik, instandhouding en
en beschermde stadsgezichten,
-
Aanwijzen gemeentelijke monumenten (I)
archeologische waarden en
-
Ontwikkelen Cultuurhistorische Waardenkaart (I)
duurzaam gebruikt, biedt
energetische kwaliteit van en
passende huisvesting voor
flexibiliteit in bestaande (sociale
doelgroepen. Het cultureel
huur) woningen
(S)
erfgoed in bebouwd en landschappelijk gebied behoudt vitaliteit
B. Bescherming en duurzaam beheer van cultureel erfgoed: monumenten
onderhoud (S)
vindplaatsen met een breed draagvlak voor de instandhouding Leeuwarden heeft een
Een evenwichtige
aantrekkelijke
woningvoorraad (via
leefomgeving met een
nieuwbouw)
C. Meer woningen voor midden en hoge
-
Bijsturen van het planaanbod op basis strategisch
-
Stimuleren van gedifferentieerde nieuwbouw in
inkomens
woonprogramma uit Woonplan (S) bestaand bebouwd gebied (S)
goed functionerende woningmarkt D. Wooncarrière maken is mogelijk
-
Bijsturen van het langjarig planaanbod op basis van bevolkings- en huishoudensprognoses (S)
Bouwwerken en werkzaamheden voldoen aan eisen t.a.v. veiligheid,
E. De regelgeving inzake het
-
Opstellen en uitvoeren
-
Implementeren vergunningen
-
Verbeteren procesbeheersing vergunningverlening
omgevingsrecht wordt nageleefd
Handhavinguitvoeringsprogramma’s (S)
duurzaamheid en gezondheid, waarbij tevens het aanzien van de bebouwde omgeving
uitvoeringsprogramma (I) en handhaving (I)
en de historisch-ruimtelijke kwaliteit zijn gewaarborgd * Met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) zijn de betreffende vergunningen geïntegreerd in een stelsel (omgevingsvergunning). Deze integrale WABObenadering sluit niet aan op de programma-indeling van de gemeente. Om praktische redenen is daarom het vergunningendeel ingebracht in programma 6 Wonen. Het beleidsmatige deel komt terug in de oorspronkelijke programma’s. Zo is het beleidsmatige deel rondom de WABO-onderdelen bouwen, slopen, monumenten en aanleg opgenomen in dit programma (6). Het beleidsmatige deel rondom het WABO-onderdeel milieu is opgenomen in programma 13 Milieu, energie en water en het WABO-onderdeel uitweg in programma 7 Infrastructuur en
68
bereikbaarheid. Het beleidsmatige deel van de WABO-onderdelen kappen en reclame is opgenomen in programma 14 Woon- en leefomgeving.
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
2012
2013
2014
2015
5%
5%
5%
5%
2%
2%
2%
2%
627
975
1.010
1.020
1.020
30
40
40
40
40
1750
1.800
1.800
meting
Bebouwd gebied en cultureel erfgoed A Hoge bouwtechnische en energetische kwaliteit van en flexibiliteit in bestaande (sociale huur) woningen Indicatoren: •
Jaarlijks 5% van de corporatieve huurwoningen 2 energielabels omhoog
•
Energiebesparing ISV3-wijken en Heechterp-
0%
Schieringen B Bescherming en duurzaam beheer van cultureel erfgoed met een breed draagvlak voor de instandhouding Indicatoren: •
Aantal beschermde monumenten (rijks- en
(2009)
gemeentelijk, zowel ondergronds als bovengronds) •
Aantal restauraties incl. herbestemmingen (zowel
•
Het aantal bezoekers van de gemeentelijke website
gesubsidieerd als ongesubsidieerd) 1.435
1.700
per jaar (SIMON4) Evenwichtige woningvoorraad C
Meer woningen voor midden en hoge inkomens Indicator: •
Aandeel meerpersoonshuishoudens in uitleglocaties
86%
86%
86%5
86%
86%
D Wooncarrière maken is mogelijk Indicator
Gewenst versus gerealiseerd woonprogramma (2008)
Huur goedkoop < € 499 (25% van nieuwbouw)
134
110
110
110
110
Huur duur > € 499 (8,5% van nieuwbouw)
156
10
10
10
10
Koop goedkoop < € 160.000 (12,5% van
1
20
20
20
20
Koop midden < € 230.000 (29% van nieuwbouw)
150
85
85
85
85
Koop duur < € 340.000 (16,52% van nieuwbouw)
80
60
60
60
60
Koop exclusief > € 340.000 (8,5% van nieuwbouw)
66
15
15
15
15
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
nieuwbouw)
Eisen bouwwerken, werkzaamheden en ruimtelijke kwaliteit E
De regelgeving inzake het omgevingsrecht wordt nageleefd Indicator: •
Het handhavingsuitvoeringsplan wordt gerealiseerd
•
Alle vergunningen/meldingen worden tijdig en
(2010) 99%
correct afgehandeld
4 5
Samenwerkingsverband Informatisering Monumentenzorg. Het huidige woonplan loopt tot 2013.
69
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
Bebouwd gebied en cultureel erfgoed •
Uitvoeren prestatieafspraken woningcorporaties (S)
X
X
X
X
A
•
Uitvoeren wijkactieplannen (S)
X
X
X
X
A
•
Stimuleren duurzaam gebruik, instandhouding en
X
X
X
X
B
onderhoud (S) •
Aanwijzen gemeentelijke monumenten (I)
X
X
B
•
Ontwikkelen cultuurhistorische waardenkaart (I)
X
X
B
X
X
X
X
C
X
X
X
X
C
X
X
X
X
D
X
X
X
E
Evenwichtige woningvoorraad •
Bijsturen van het planaanbod op basis strategisch woonprogramma uit het woonplan (S)
•
Stimuleren van gedifferentieerde nieuwbouw in bestaand bebouwd gebied (S)
•
Bijsturen van langjarig planaanbod op basis van bevolking- en huishoudenprognoses (S)
Eisen bouwwerken, werkzaamheden en ruimtelijke kwaliteit •
Opstellen en uitvoeren
X
Handhavingsuitvoeringsprogramma(S) •
Implementeren vergunningen
X
E
X
E
uitvoeringsprogramma (I) •
Verbeteren procesbeheersing vergunningverlening toezicht en handhaving (I)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Bebouwd gebied en cultureel erfgoed Speerpunten Uitvoering
De wijkactieplannen zijn in 2011 vastgesteld en er is al begonnen met de eerste
wijkactieplannen
projecten. De gemeente Leeuwarden start in 2012 met de uitvoering van de grotere projecten binnen de wijkactieplannen, waaronder het verduurzamen (energetisch verbeteren) van bestaande woningen, de (fysieke) aanpak van overlast en de openbare ruimte (groen, speelplaatsen).
Uitvoering
In 2011 zullen over de meest relevante woononderwerpen prestatieafspraken met
prestatieafspraken
de corporaties zijn voorbereid. Nieuwe acties die hieruit voortvloeien, zullen vanaf 2012 in uitvoering komen. Inzet is een voortvarende uitvoering van de wijkaanpak; de transformatie en verduurzaming van het bestaande bezit en studentenhuisvesting.
Ontwikkelen
Doel van het opstellen van een cultuurhistorische waardenkaart is het optimaal
cultuurhistorische
borgen en benutten van de kwaliteiten van historisch-ruimtelijke elementen in
waardenkaart
ruimtelijke ontwikkelingen. Dit maakt het noodzakelijk om kennis over historischruimtelijke structuren te inventariseren en beschikbaar te maken. Gemeenten worden per 1 januari 2012 (datum onder voorbehoud) verplicht om in bestemmingsplannen aan te geven op welke wijze met cultuurhistorische waarden rekening wordt gehouden.
70
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
Algemeen
Het huidige woonplan loopt tot en met 2012. In 2011 vindt revisie van het huidige
Woonplan
woonplan plaats. Op basis daarvan worden de ambities voor de jaren daarna bepaald. In afwachting van de uitkomsten van deze revisie, is de woningbouwproductie mede op basis van de crisismonitor6 voor de komende jaren op 300 gesteld.
Aanwijzen gemeentelijke
In het eerste kwartaal van 2012 zullen ruim 350 objecten als gemeentelijk
monumenten
monument zijn aangewezen. Hiermee is het grote aanwijzingsproject afgerond. Daarna volgt op basis van het uitvoeringsprogramma Monumentenzorg 2010-2013, een aanvulling op dit aanwijzingsproject van enige tientallen objecten.
Risico’s Wijkactieplannen
Een groot aantal voorgenomen acties en projecten in de wijkactieplannen moet nog meer in detail worden uitgewerkt. Het betreft bijvoorbeeld de uitwerking van de herstructurering (o.a. opwaarderen van bestaande woningvoorraad en aanpak van het groene hart in Nylân) en het energetisch verbeteren van zowel corporatie- als particulier bezit. De grotere fysieke ingrepen moeten nog worden gespecificeerd en vragen de nodige, mogelijk complexe, voorbereiding voorafgaand aan realisatie. Initiatief en participatie door bewoners zijn leidend.
Prestatieafspraken
De succesvolle uitvoering van prestatieafspraken is van een groot aantal factoren afhankelijk, onder andere marktomstandigheden en financiële mogelijkheden van partijen. De nieuwe afspraken zullen geënt zijn op het huidige financiële en economische getij.
Evenwichtige woningvoorraad Speerpunt Prioriteren nieuwbouw
In de loop van 2011 worden vraag en aanbod in de woningmarkt herijkt. De uitkomst hiervan is vermoedelijk een aangescherpte ambitie en prioritering in de nieuwbouw. De bedoeling is om scherper te sturen op gewenste nieuwbouw en herstructurering en het afremmen van plannen waar overcapaciteit dreigt. Dit gebeurt op basis van de geprognosticeerde vraag en het huidige planaanbod. Sturen vindt plaats via onder andere het wel of niet meewerken aan ruimtelijke procedures.
Risico
Het succes van de prioritering van de nieuwbouw is mede afhankelijk van de medewerking van ontwikkelende partijen.
Eisen bouwwerken, werkzaamheden en ruimtelijke kwaliteit Algemeen Opstellen en uitvoeren
De uitvoering van het handhavingsbeleid (Kadernota 2009, Uitvoeringsnota 2010)
Handhavingsuitvoerings-
vindt plaats met behulp van een handhavingsuitvoeringsplan (HUP). Handhaving
programma’s
heeft hiermee een programmatisch karakter. Het beleid is risico-gestuurd en legt de focus op naleving. De werkwijze is nog relatief jong en ontwikkelt zich van jaar tot jaar. De beleidsdoelen worden 1x per 4 jaar herijkt. In 2011 zal de verdere implementatie van deze systematiek plaatsvinden, waarbij het inzichtelijk en meetbaar maken van benodigde gegevens centraal staat. Daarna zal een nulmeting plaatsvinden waarna in 2012 m.b.v. het HUP voor 2012, verdere verbetering van het naleefgedrag wordt geambieerd.
Implementeren
In 2011 zal het vergunningenuitvoeringsprogramma worden opgesteld. In dit
vergunningen
programma wordt vastgelegd op welke deelaspecten aanvragen worden getoetst. In
6
Monitor gevolgen kredietcrisis periode december 2009 t/m februari 2010.
71
2 Beleidsbegroting
uitvoeringsprogramma
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
2012 moet dit programma worden geïmplementeerd.
Risico Legesopbrengsten
Sinds 2009 is als gevolg van de economische crisis een aanzienlijke daling opgetreden van het aantal bouwaanvragen, waardoor er sprake is van forse tekorten op de bouwleges. Gebleken is dat de terugval van het aantal bouwaanvragen niet van tijdelijke aard is. De benodigde formatie is inmiddels gereduceerd tot de minimale omvang, die vereist is om de vergunningverlening nog op een verantwoord basisniveau te kunnen uitvoeren. Dit is echter niet voldoende om de verliezen te compenseren.
72
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Stadsontwikkeling
Wethouder T. Koster
L. Kappert
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Stadsring (voorbereiding Europaplein)
3.
Mobiliteits- en verkeersmanagement
2.
Drachtsterweg en Overijsselselaan
4.
Verkeersveiligheid
Relevante beleidsnota’s •
Parkeerbeleidsplan (2004) + actualisatie (2008)
•
Fietsbeleidsplan Richtingwijzer Fiets (2006)
•
Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan, 2011 –
•
Het Bushalteplan toegankelijkheid (2009)
2025, Leeuwarden goed op weg (actualisatie van GVVP uit 2003)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
10.041
13.988
9.508
10.227
10.299
Baten
8.449
12.146
8.188
8.736
9.236
9.293
Saldo
-1.592
-1.842
-1.320
-1.491
-1.063
-1.032
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Grond-, weg- en waterbouwk. werken Verkeer en vervoer Parkeren
Kosten
1.593
Totaal
lasten
lasten
-510
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten
1.082
-1.082
154
329
381
865
95
-770
1.638
1.552
1.105
4.294
4.828
534
86
3.181
3.267
3.265
-2
1.967
4.156
9.508
8.188
-1.320
Openbaar vervoer Totaal
Overige
10.325
3.385
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensivering N-07-01
Uitstel reguliere verhoging parkeertarieven (I)
N-07-02
Amendement notitie verkeersveiligheid (I)
2011
2012
2013
-500 -30
2014
2015
500
Subdoel C
30
E Bedragen x € 1.000
Bezuinigingen O-07-01 O-07-02
2011
2012
Korting stelpost infrastructuur met 10% (S)
18
18
Balanssanering (herziening, € 272.000 naar
273
0
2013
2014
2015
Subdoel
18
18
A
500
C
Algemene Reserve) (S) O-07-03
Reguliere verhoging parkeeropbrengsten (S)
O-07-04
Aanbestedingsvoordeel majeure projecten (I)
3.000
-3.000
A
Nieuw in 2012 Bedragen x € 1.000 Bezuiniging O-07-05
2011
Verhoging parkeeropbrengsten per 1-1-2012 (I)
2012
2013
500
-500
2014
2015
Subdoel C
73
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Auto- en fietsverkeer
A. Een acceptabele
-
Stadsring (I)
Een goede doorstroming van
afwikkeling voor
-
Projecten invalswegen: Westelijke Invalsweg, Drachtsterweg,
het gemotoriseerde verkeer en
autoverkeer op de
fietsverkeer op het
Stadsring.
-
Monitoring afwikkeling autoverkeer op de stadsring (S)
Algemeen doel
Overijsselselaan, Mobiliteits- en verkeersmanagement (I)
hoofdwegennet B. Handhaven van de
-
Fietsroute binnenstad – Harlingervaart (I)
gemiddelde fietssnelheid
-
Vervolg fietspad via aquaduct Langdeel naar Boarnsterhim (I)
op het hoofdfietsnet
-
Monitoring fietssnelheid op hoofdfietsnetwerk (S)
-
Parkeergarage Reviusstraat (I)
Een goede parkeerbalans voor
en aanbod van
-
Parkeeronderzoek (S)
zowel het autoparkeren als het
parkeerplaatsen in en
-
Parkeergarage Oosterstraat (I)
fietsparkeren
om de binnenstad op
-
Bezettingsonderzoek fietsenstallingen (S)
-
Verkeersveiligheid; optimalisatie verkeersluwe gebieden, Achter
-
Monitoring verkeersveiligheid (S)
-
Permanente Verkeerseducatie (S)
Parkeren
C. Evenwicht tussen vraag
piekmomenten Een bereikbare en verkeersveilige stad D. Evenwicht tussen vraag en aanbod fietsenstallingen
Verkeersveiligheid Leeuwarden is verkeersveilig
74
E. Afname aantal verkeersslachtoffers
de Hoven/Willem Lodewijkstraat (I)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
Wat willen we bereiken?
Subdoelstellingen
Nulmeting
Meting
(2005)
2009
2012
2013
2014
2015
Auto- en fietsverkeer A Een acceptabele afwikkeling voor autoverkeer op de Stadsring en de invalswegen Indicator: •
Een gemiddelde snelheid van minimaal 25
25,8
29,6
≥25
≥25
≥25
≥25
km per uur in de spitsperioden op de
km/u
km/u
km/u
km/u
km/u
km/u
Stadsring B Handhaven van de gemiddelde fietssnelheid op het hoofdfietsnet Indicator: •
De gemiddelde snelheid op een aantal geselecteerde hoofdfietsroutes
14
13
14
14
14
14
km/u
km/u
km/u
km/u
km/u
km/u
90% (op
<90%
<90%
<90%
<90%
Parkeren C Evenwicht tussen vraag en aanbod van parkeerplaatsen in en om de binnenstad op piekmomenten Indicator: •
Geen
Bezettingsgraad parkeerplaatsen
za in nov.)
binnenstad (binnen de stadsgrachten) D Evenwicht tussen vraag en aanbod fietsenstallingen Indicator:
1.300
240
0-5257
0-525
0
0
•
tekort
tekort
tekort
tekort
tekort
tekort
104
100
Aantal fietsenstallingen Bevorderen van de verkeersveiligheid
E Afname verkeersslachtoffers Indicator: •
Halvering van het gemiddeld aantal verkeersslachtoffers in 2025 t.o.v. de periode 2007-2009
Geen
gemiddeld 118
112
108
slachtoffers per jaar (over de jaren 20072008)
7
Daadwerkelijke tekort tussen de 0 en 525 is afhankelijk van de onderzoeksresultaten van 2011.
75
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A
Auto- en fietsverkeer •
Stadsring (Europaplein) (I)
•
Projecten invalswegen: o
Westelijke Invalsweg fase 2 (I)
X
X
X
o
Drachtsterweg e.o. (I)
X
X
X
o
Overijsselselaan (I)
X
X
X
•
Mobiliteits- en verkeersmanagement (I)
X
X
X
•
Fietsroute Binnenstad-Harlingervaart (I)
X
X
X
•
Vervolg fietspad via aquaduct Langdeel naar
X
X
A X
A
X
A
A B B
Boarnsterhim (I) •
Monitoring afwikkeling autoverkeer op de
X
X
A
X
X
B
X
C
stadsring (S) •
Monitoring fietssnelheid op hoofdfietsnet (S)
Parkeren •
Parkeeronderzoek (S)
X
X
•
Parkeergarage Reviusstraat (I)
X
X
•
Parkeergarage Oosterstraat (I)
X
X
•
Bezettingsonderzoek fietsenstallingen (S)
X
C C
X
X
D
Verkeersveiligheid •
Verkeersveiligheid o
optimalisatie verkeersluwe gebieden
X
X
o
Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat
X
X
•
Monitoring verkeersveiligheid (S)
•
Manifest Verkeersveiligheid (Permanente
X
E
X X
X
E
X
X
E
X
E
Verkeerseducatie (S)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Auto- en fietsverkeer Speerpunten Stadsring (A)
Het verbeteren van de doorstroming op de stadsring is een belangrijke schakel in de verbetering van de bereikbaarheid van Leeuwarden. In het project Stadsring is gekeken naar welke maatregelen nodig zijn om de doorstroming te bevorderen. Dit met nadrukkelijke aandacht voor de leefbaarheid rond de Stadsring en het verbeteren van de uitstraling en de herkenbaarheid van de Stadsring. In 2008 zijn met de vaststelling van ‘Rondje Stad’ de kaders bepaald, waaraan de herinrichting van de Stadsring moet voldoen. De planning van de uitvoering is gekoppeld aan die van het Noordwesttangent en De Haak om Leeuwarden met de aansluiting op de stadsring via de Noordwestelijke en Westelijke Invalsweg. De komende jaren zullen achtereenvolgens het Europaplein (vanaf 2014) en de Valeriusstraat (in 2015) en de Julianalaan (vanaf 2015) worden aangepakt. Omdat met deze maatregelen de komende jaren forse investeringen zijn gemoeid, is voor 2012 een reservering opgenomen voor deze uitvoeringskosten. In 2012 zal de in 2011 gemaakte variantenkeuze voor het Europaplein nader worden uitgewerkt.
76
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
Drachtsterweg e.o. en
In 2009 is een realisatiebesluit genomen voor het project Drachtsterweg e.o. Daarbij
Overijsselselaan (A)
is gekozen voor een reconstructie van het Drachtsterplein met fietstunnels, de aanleg van een aquaduct, een verdiepte ligging van de Drachtsterweg ter hoogte van de aansluitingen van Goutum en Zuiderburen en een fiets- en vaarverbinding onder de Drachtsterweg. Het project Drachtsterweg e.o. bestaat uit verschillende deelprojecten. Begonnen wordt met de reconstructie van het Drachtsterplein, waarbij vier fietstunnels worden aangelegd. De uitvoering van dit project is in 2011 gestart. Dit deelproject wordt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente uitgevoerd. De andere deelprojecten, zoals het aquaduct, de verdiepte Drachtsterweg en de ongelijkvloerse kruisingen, zullen vanaf 2012 onder verantwoordelijkheid van de provincie worden gerealiseerd. In 2012 wordt de voorbereiding (maken van ontwerp en bestek) voor de Overijsselselaan afgerond. Daarna vindt in de loop van 2012 de aanbesteding plaats en wordt de uitvoering ter hand genomen.
Mobiliteits- en
Vooruitlopend op en tijdens de uitvoering van de grootschalige ingrepen ter
verkeersmanagement
verbetering van de bereikbaarheid van Leeuwarden zijn maatregelen nodig om de
(A)
stad bereikbaar te houden. Het betreft hier een palet van maatregelen, variërend van het stimuleren van het gebruik van andere vervoersmogelijkheden dan de auto in met name het woon-werkverkeer tot fysieke ingrepen, om bestaande routes optimaal te kunnen gebruiken. De in 2012 uit te voeren maatregelen zijn gebaseerd op het plan van aanpak Mobiliteits- en Verkeersmanagement en het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement voor de regio Leeuwarden. In 2011 zijn de eerste maatregelen reeds aan de deelnemende convenantpartners aangeboden. Verder is de nulmeting uitgevoerd en zijn de inventarisaties bij de werkgevers afgerond. In 2012 wordt dit voortgezet. In 2011 wordt gestart met de aanleg van het transferium Hemriksein, waar vanaf begin 2012 een pendelbus tijdens de spitsperioden naar de binnenstad v.v. gaat rijden. Ook wordt doorgegaan met het werven van nieuwe convenantpartners.
Bezuiniging Herziening
Zie toelichting in Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers (I: nummer 5.16).
balanssanering Algemeen Westelijke Invalsweg
De Westelijke Invalsweg wordt gefaseerd uitgevoerd. De eerste fase loopt van de aansluiting op De Haak tot en met de rotonde bij de Zwettestraat. Deze eerste fase bestaat uit verschillende onderdelen. Het weggedeelte ten zuidwesten van het Van Harinxmakanaal inclusief de spoorkruisingen zal in samenhang met De Haak worden uitgevoerd door Prorail. De weg-/waterkruising met het Van Harinxmakanaal wordt uitgevoerd als aquaduct door de provincie. Het weggedeelte ten oosten van het Van Harinxmakanaal tussen het aquaduct tot en met de aansluiting op de Zwettestraat zal eveneens onder verantwoordelijkheid van de provincie worden uitgevoerd. De eerste onderdelen van het werk zijn in 2011 aanbesteed. De uitvoering loopt door tot en met 2014. Voor fase 2 van de Westelijke Invalsweg, die loopt van de Zwettestraat tot en met de aansluiting op de Tesselschadestraat, is in 2011 een realisatiebesluit genomen. In 2012 zal de ruimtelijke procedure voor fase 2 worden opgestart. In 2011 is de verbinding voor fietsers en voetgangers tussen Zuiderburen en de
Vervolg fietsroute via Aquaduct Langdeel
Mardyk (met een beweegbare fiets/voetbrug) over de Nauwe Greuns tot stand gekomen. Ook is er een verbinding voor fietsers en voetgangers ontstaan met de Hounsdyk, zodat verschillende ommetjes van en naar Zuiderburen gemaakt kunnen
77
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
worden. In 2012 zal in samenwerking met de gemeente Boarnsterhim verder worden gewerkt aan het vervolg van de route op het grondgebied van de gemeente Boarnsterhim, zodat een kortsluitende route ontstaat naar het dorp Warten (en verder naar Earnewâld/Alde Feanen). Fietsroute Binnenstad -
Een van de onderdelen van de revitalisering van het kantorengebied
Harlingervaart
Tesselschadestraat is het upgraden van de Harlingertrekweg als onderdeel van het hoofdfietsroutenetwerk. Dit kan uitgevoerd worden nadat de parkeergarage Reviusstraat gereed is en de parkeerdruk is afgenomen. Deze route verbindt de binnenstad met het fietspad naar Ritsumasyl. De voorbereidingen zullen in 2012 starten en de uitvoering staat gepland voor 2014.
Actualisatie fietsplan
In 2012 zal het vigerende beleidsplan voor het fietsverkeer ‘Richtingwijzer fiets’ uit 2006 worden geactualiseerd.
Parkeren Algemeen Parkeergarage Oosterstraat
In 2012 start de bouw van een ondergrondse parkeergarage achter de Nieuwe Oosterstraat, aan de Gedempte Keizersgracht. De parkeergarage krijgt 2 parkeerlagen en biedt plaats aan ruim 250 auto's. Op werkdagen is de garage alleen beschikbaar voor de provincie Fryslân, op donderdagavond, zaterdag en koopzondagen is de parkeergarage ook beschikbaar voor het publiek. De bouw van de parkeergarage, met een voetgangersentree in de Nieuwe Oosterstraat geeft een extra impuls aan de maatregelen die ingezet zijn vanuit het project Binnenstad Boppe.
Parkeergarage
Na het afronden van de planologische procedures in 2011 zal de bouw in 2012
Reviusstraat
starten.
Bezuiniging Verhoging
De raad heeft bij de programmabegroting 2011 besloten de reguliere verhoging van
parkeeropbrengsten
de parkeertarieven van 10% in 2011 uit te stellen naar 2013. Voornaamste reden hiervoor was dat door allerlei werkzaamheden in de stad de parkeervoorzieningen op de korte termijn nog niet het gewenste niveau zouden hebben. Inmiddels zijn alle parkeerautomaten vervangen en is de parkeergarage Zaailand sinds begin maart 2011 weer open. In alle parkeergarages en het overgrote deel van het parkeren op maaiveld8 kan met pin worden betaald of met de mobiele telefoon. Kortom, er is een behoorlijke kwaliteitsslag gemaakt. Daarom wordt de verhoging van de parkeertarieven niet uitgesteld naar 2013, maar per 1 januari 2012 al doorgevoerd.
Verkeersveiligheid Speerpunt Verkeersveiligheid (E)
Optimalisatie van verkeersluwe gebieden/Frittemastate Het areaal aan 30 km/uur wegen is in Leeuwarden de afgelopen jaren zoveel mogelijk uitgebreid in aantal en omvang. Daarbij is in eerste instantie volstaan met een sobere inrichting die voldoet aan de minimumeisen. Een sobere inrichting betekent dat in ieder geval de ingangen van een 30 km-gebied gemarkeerd moeten worden. Dit is in veel straten gebeurd met twee strepen op de weg met het bord 30 km/uur erbij. Daarnaast werden infrastructurele maatregelen getroffen bij knelpunten in het gebied. In verband met de optimalisatie van verkeersluwe gebieden zal in 2012 vervolgens moeten worden bekeken welke extra maatregelen
8
Het niveau van de straat of omliggende grond.
78
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
in welke gebieden nog nodig zijn. Daarom wordt voor de Frittemastate gerekend met benodigde meerkosten van € 150.000. Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat De route Gardeniersweg, Achter de Hoven en Willem Lodewijkstraat maakt onderdeel uit van de hoofdwegenstructuur van de stad. Om de verkeersveiligheidssituatie op deze route verder te optimaliseren zijn op deze route maatregelen gewenst. In 2012 zullen daartoe verkeersmaatregelen in de Achter de Hoven en de Willem Lodewijkstraat (waaronder het kruispunt met de Spoorstraat) verder worden voorbereid en uitgewerkt. Manifest Verkeersveiligheid Fryslân 2011-2015 In 2011 heeft de gemeente Leeuwarden het Manifest Verkeersveiligheid Fryslân 2011-2025 ondertekend. Dit manifest heeft tot doel om binnen Fryslân tot een gezamenlijke uitvoering te komen van de Friese Strategie Verkeersveiligheid 20102025. Deze strategie is gericht op een halvering in 2025 van het aantal ernstige verkeersslachtoffers ten opzichte van de aantallen in 2010. Aan de gemeenten die het manifest hebben ondertekend, stelt de provincie € 1 per inwoner beschikbaar voor met name verkeerseducatie in de periode 2011 tot en met 2015. Dit onder de voorwaarden dat een gemeente een zelfde bedrag hiervoor vrijmaakt en dat een jaarlijks uitvoeringsprogramma wordt opgesteld. De maatregelen die Leeuwarden in dit kader uitvoert, zijn vastgelegd in het uitvoeringsplan Permanente VerkeersEducatie. De gemeentelijke bijdrage is gedekt uit reguliere middelen voor verkeer en vervoer.
79
2 Beleidsbegroting
80
2.1 Programmaplan: Programma Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Dienstverlening (8)
Programma Dienstverlening (8) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Bestuur en Middelen
Wethouder T. Koster
S. van den Broek
Speerpunten voor het begrotingsjaar -
Relevante beleidsnota’s •
Visiedocument dienstverlening (2005)
•
Klantcontact strategie (2008)
•
Leeuwarden heeft Antwoord©: op weg naar
•
Kwaliteitshandvest (2011)
excellente dienstverlening (2008)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Bedragen x € 1.000 2014 2015
Rekening 2010
2011
2012
2013
Lasten
3.802
3.320
3.486
3.486
3.486
3.486
Baten
1.737
1.725
1.552
1.552
1.552
1.552
Saldo
-2.065
-1.595
-1.934
-1.934
-1.934
-1.934
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Kosten
Advisering derden burgerzaken Persoonsinformatie Burgerlijke stand Indentificerende documenten Totaal
0
Overige
Totaal
lasten
lasten
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten
9
45
54
61
7
1.034
90
1.124
183
-941
355
53
408
128
-280
1.440
460
1.900
1.180
-720
2.838
648
3.486
1.552
-1.934
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensivering N-08-01
2011
Investering stadshal t.v.b. dienstverlening
2012 0
2013
2014
2015
Subdoel C
(door amendement beperkt tot € 600.000, vervolgens vrijgevallen en vervangen door structurele kapitaallast, zie N-08-02) (I) N-08-02
Afschrijven op investering stadshal
-63
C
(vervangt N-08-01) (S)
81
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Dienstverlening (8)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Betrouwbare dienstverlening
A.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel 80% van alle klantvragen aan de
-
Het KCC voert procesregie: grip op klantcontact (S)
gemeente Leeuwarden wordt
-
Eenduidig en snel antwoord: ‘in 1 keer goed’ (S)
Wij verbeteren onze
-
Analyseren klantvraag en initiëren van verbeteracties (S)
dienstverlening continu
-
Kwaliteit productenaanbod (S)
-
Leren van klachten en bezwaren (S)
-
Uitvoering borgingsplan leesbaar Leeuwarders (S)
-
Verdere uitbreiding digitaal kanaal (S)
-
Verbeteracties worden via alle kanalen (=multichannel)
afgehandeld in het Klantcontactcentrum (KCC) B.
Transparante
Vrije kanaalkeuze voor de
dienstverlening
klant. Contact is mogelijk
via één
via:
C.
Alle kanalen zijn optimaal toegankelijk
herkenbare ingang waarin de
1.
website/ digitaal loket
klant centraal
2.
telefoon
staat
3.
balie
4.
post/email
Minimale belasting van de klant
D.
Uniforme informatie via alle kanalen
E.
Administratieve lastenverlichting
doorgevoerd (S)
-
Eenmalige gegevensuitvraag (S)
-
Optimalisering processen: processen sneller laten
-
We vertrouwen de klant: vermindering bewijslast (S)
verlopen (S)
82
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Dienstverlening (8)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen Betrouwbare dienstverlening A
2012
2013
2014
2015
meting
80% van alle klantvragen aan de gemeente Leeuwarden wordt afgehandeld in het Klantcontactcentrum (KCC). Indicatoren:
(2008)
•
klanttevredenheid digitale dienstverlening
6,9
7,4
7,6
7,8
7,8
•
klanttevredenheid telefonie
7,3
7,7
7,9
8,0
8
•
klanttevredenheid balie
7,8
7,8
7,9
8,0
8
9%9
≤10%
≤10%
≤10%
≤10%
28%10
≤20%
≤20%
≤20%
≤20%
14,8%11
≤25%
≤25%
≤25%
≤25%
≥60%12
≥60%
≥60%
≥60%
≥60%
66%13
75%
75%
75%
75%
Bron: Benchmarking Publiekszaken, Klanttevredenheidsonderzoek
B
Wij verbeteren onze dienstverlening continue Indicatoren: •
percentage bezwaarschriften inzake de Algemene Wet Bestuursrecht dat gegrond is verklaard
•
percentage bezwaarschriften inzake de Wet Werk en
•
percentage formele klachten dat gegrond is verklaard
Bijstand dat gegrond is verklaard.
Vrije kanaalkeuze voor de klant C
Alle kanalen zijn optimaal toegankelijk Indicatoren: •
score Checklist Dienstverlening
•
score Checklist Monitor Overheid.nl
WEBSITE/ DIGITAAL LOKET
(2007)
•
aantal webdiensten
0
36
38
40
40
•
aantal aanvragen (x 1000) via digitaal loket op
0
≥50
≥50
≥50
≥50
jaarbasis TELEFOON
(2008)
•
20sec
20sec
20sec
20sec
20sec
71%
80%
80%
80%
80%
59%
65%
70%
75%
75%
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Fase 1
Fase 4
Fase 4
Fase 5
Fase 5
de door de gemeente Leeuwarden gehanteerde normatieve wachttijd voor het opnemen van de telefoon via het centrale publieksnummer (in seconden)
•
percentage van de gevallen waarin deze norm wordt gehaald
BALIE •
de gerealiseerde wachttijd voor de centrale publieksbalie (% minder dan 5 minuten)
Bron Telefoon en Balie: Benchmarking Publiekszaken
D
Uniforme informatie via alle kanalen Indicatoren: •
Management van contactkanalen gebeurt
(2008)
geïntegreerd over alle kanalen. Bron: Benchmarking Publiekszaken •
In welke fase van het programma Overheid heeft Antwoord© bevindt de gemeente zich.
9
Benchmarking Publiekszaken 2008 Benchmarking Publiekszaken 2009 Benchmarking Publiekszaken 2008 12 Checklist Dienstverlening 2010 13 Benchmarking Publiekszaken 2008 10 11
83
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Dienstverlening (8)
Nul-
Subdoelstellingen Minimale belasting van de klant E
2012
2013
2014
2015
meting
Uniforme informatie via alle kanalen (2008)
Indicatoren: •
Beschikt de publieksdienst over een centraal
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
klantinformatiesysteem (contactdatabase), waarin klantinformatie kan worden vastgelegd? Bron: Benchmarking Publiekszaken
Toelichting op de subdoelstellingen Vrije kanaalkeuze voor de klant Percentage van de gevallen
Antwoord© heeft als landelijke norm vastgesteld dat in 80% van de gevallen de
waarin deze norm wordt
wachttijd voor het opnemen van de telefoon via het centrale publieksnummer
gehaald
maximaal 20 seconden is. In navolging hiervan is het gewenste effect per 2012 bijgesteld en gelijkgesteld aan de landelijke norm.
Aantal aanvragen (x 1000)
De cijfers van 2009 en 2010 laten zien dat met de toename van het aantal
via digitaal loket op
webdiensten het aantal aanvragen via het digitale loket op jaarbasis niet in
jaarbasis
evenredig meestijgt. Daarom is het gewenste effect per 2013 naar beneden bijgesteld.
84
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Dienstverlening (8)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A
Betrouwbare dienstverlening •
Het KCC voert procesregie: grip op klantcontact (S)
•
Eenduidig en snel antwoord: ‘in 1 keer goed’ (S)
X
X
X
X
A
•
Analyseren klantvraag en initiëren van
X
X
X
X
B
verbeteracties (S) •
Kwaliteit productenaanbod (S)
X
X
X
X
B
•
Leren van klachten en bezwaren (S)
X
X
X
X
B
•
Uitvoering borgingsplan leesbaar Leeuwarders (S)
X
X
X
X
B
X
X
X
X
C
X
X
X
X
D
Vrije kanaalkeuze voor de klant •
Verdere uitbreiding digitaal kanaal (S)
•
Verbeteracties
worden
via
alle
kanalen
(=multichannel) doorgevoerd (S)
Minimale belasting van de klant •
Eenmalige gegevensuitvraag (S)
X
X
X
X
E
•
Optimalisering processen: processen sneller laten
X
X
X
X
E
X
X
X
X
E
verlopen (S) •
We vertrouwen de klant: vermindering bewijslast (S)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Betrouwbare dienstverlening Algemeen Continue verbetering
Het behoud en de verbetering van de huidige kwaliteit van de gemeentelijke
van de dienstverlening
dienstverlening is een doorlopend proces waar de gemeente blijvend aandacht voor heeft. Het realiseren van bestaande doelstellingen gebeurt in 2012 binnen nog beschikbare middelen. Er is geen budget voor nieuwe investeringen. Een nieuwe visie op de dienstverlening vanaf 2013 wordt voorbereid. Daarin worden ook de verschillende landelijke ontwikkelingen meegenomen, die het rijk al dan niet ‘verplicht vrijwillig’ oplegt.
Vrije kanaalkeuze voor de klant Intensivering Vrijval investering
Zie toelichting Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers (I: nummer 3.11)
stadshal
85
2 Beleidsbegroting
86
2.1 Programmaplan: Programma Dienstverlening (8)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9)
Programma Politiek bestuur (9) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Bestuur en Middelen
Burgemeester Crone
L. van Santen
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Raad (her)kenbaar voor burgers
2.
Gemeentelijke herindeling Boarnsterhim
3.
Burgerschap
Relevante beleidsnota’s •
•
Levi 2030 (1998)
•
Stadsvisie Leeuwarden, fier verder! (2008)
•
Samenwerkingsagenda Leeuwarden-Provincie
kroon van Fryslân en Stadsconvenant Stadsregio Leeuwarden (2009) •
2011-2021 •
Convenant Westergozone 2009 - 2013
•
Leeuwarden internationaal (2011)
Visiedocument Stadsregio Leeuwarden De
Nota Raadscommunicatie en burgerparticipatie 2011- 2014
•
Nota De raad in actie (2005)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Bedragen x € 1.000 2014 2015
Rekening 2010
2011
2012
2013
Lasten
9.198
8.405
8.182
8.185
8.168
8.152
Baten
1.072
513
456
456
456
456
Saldo
-8.126
-7.892
-7.726
-7.729
-7.712
-7.696
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
Gemeenteraad
Overige
Totaal
lasten
lasten
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten
690
1.560
2.250
College van B&W
7
3.323
2.602
5.932
456
-2.250 -5.476
Totaal
7
4.012
4.163
8.182
456
-7.726
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Bezuiniging O-09-01
Politiek bestuur incl. ondersteuning (S)
2011 100
2012
2013
2014
2015
Subdoel A-E
87
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Goede volksvertegenwoordiging
A.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel
B.
Goed functioneren van
-
Scholen en trainen van raadsleden (S)
raad en raadsleden
-
Het organiseren en afleggen van werkbezoeken (S)
Een goede publieke
-
De burger informeren over het werk van de gemeenteraad
-
Duidelijk en begrijpelijk communiceren met de burger over
verantwoording
(persberichten, internet, stadsposters) (S) wat de raad wil en wat gedaan is (S) -
Het maken van een publieksgerichte verantwoording van beleid (S)
Een transparant,
Helder en consistent beleid
C.
effectief en
Herkenbare en duidelijke
-
Kwaliteit producten P&C cyclus verder verbeteren (S)
beleidspunten
-
Het ondersteunen van de raad (S)
-
Midtermreview collegeprogramma 2010-2014 (I)
-
Tijdig betrekken van de burger bij plan- en
samenwerkend bestuur
D.
Betrokkenheid van de burgers bij het
beleidsvoorbereiding door middel van doelgroepgerichte
ontwikkelen van beleid
communicatie (S) -
Het optimaliseren van de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de communicatie tussen burger en raad (S)
Versterking positie Leeuwarden
E.
In Landelijke onderzoeken
-
Samenwerken binnen de regio, Nederland en Europa (I)
scoort Leeuwarden goed
-
De implementatie en borging van de inhoud en
op het onderdeel sterkte
onderliggende filosofie van de stadsvisie en andere relevante
positie Leeuwarden.
ontwikkelingskaders (S) -
88
Stadsmarketing (S)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9)
Nul-
Subdoelstellingen Goede volksvertegenwoordiging A
2012
2013
2014
2015
7.7
7,7
7,8
7.8
7,7
7,8
7,8
7.9
nvt
nvt
55%14
nvt
meting
Goed functioneren van raad en raadsleden. (2008)
Indicator: •
Goede kwaliteit van besluitvorming en vergaderingen
•
Toegankelijkheid van raad en raadsleden
6.5
naar het oordeel van raadsleden. Bron: Digitale burgerpanel en Gemeente-enquête
B
Een goede publieke verantwoording. Indicator: •
Opkomst gemeenteraad verkiezingen
o
Absoluut percentage (2002:
(2010) 50,6%
56.23%;2006:56,78%; 2010:50.6%)
o •
Relatief percentage t.o.v. de G32
nvt - 0,6%
Oordeel burger over kwaliteit gemeentelijke informatie
nvt
nvt
+2,5%
nvt
6,0
6,5
7
7
Bron: CPB en Gemeente-enquête
Helder en consistent beleid C
Herkenbare en duidelijke beleidspunten (aanbiedingsbrief, programmabegroting, jaarstukken en beleidsnota’s). Indicator: •
Het percentage raadsleden dat de aanbiedingsbrief,
68%
80%
81%
82%
83%
68%
69%
70%
71%
72%
programmabegroting en jaarstukken als helder en consistent typeert. •
Het percentage raadsleden dat van mening is dat, op basis van beleidsnota’s, zijn kaderstellende en controlerende rol voldoende tot goed kan uitvoeren.
Bron: Gemeenteraad
D
Betrokkenheid van de burgers bij het ontwikkelen van beleid. Indicator •
Percentage burgers, dat vindt dat hij tijdig wordt
(2007) 19%
65%
66%
betrokken bij het ontwikkelen van beleid •
Percentage burgers, dat vindt dat hij invloed kan
54 %
75%
75%
uitoefenen op het beleid Bron: Gemeente-enquête
Versterking positie Leeuwarden E
In Landelijke onderzoeken scoort Leeuwarden goed op het onderdeel sterkte positie Leeuwarden. Indicator: •
Positie van Leeuwarden op de schaal van 1 tot 50 (in de Atlas voor gemeenten worden 50 steden op 40 punten
(2008) 31
27
25
25
25
3
2
2
2
met elkaar vergeleken. •
Positie van Leeuwarden op de schaal van 1 tot 68 van Noord Nederlandse gemeenten
(2009) 4
Bron: Elsevier- onderzoek ‘De beste gemeente’15
14
De ambitie is ambitieus gebleken, gezien de landelijke tendens, maar blijft gehandhaafd. Leeuwarden wordt vergeleken met de gemeenten uit de Noord Nederlandse provincies Friesland, Groningen en Drenthe. 15
89
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9)
Toelichting op de subdoelstellingen Helder en consistent beleid Percentage burgers, dat
In 2008 was de realisatie eveneens 19%. Via een kwalitatief onderzoek zal
vindt dat hij tijdig wordt
worden achterhaald waarom de realisatie zo laag is. De ambitie van een score
betrokken bij het
van 60% wordt vooralsnog gehandhaafd. De meting vindt eens in de twee jaar
ontwikkelen van beleid
plaats.
90
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
Goede volksvertegenwoordiging •
Scholen en trainen van raadsleden(s)
X
X
X
X
A
•
Het organiseren en afleggen van werkbezoeken(s)
X
X
X
X
A
•
De burger informeren over het werk van de
X
X
X
X
B
X
X
X
X
B
X
X
X
X
B
X
X
X
X
C
gemeenteraad (persberichten, internet, stadsposters)(s) •
Duidelijk en begrijpelijk communiceren naar de burger over wat de raad wil en wat gedaan is(s)
•
Het maken van een publiekgerichte verantwoording van beleid(s)
Helder en consistent beleid •
Kwaliteit producten P&C cyclus verder verbeteren (s)
•
Het ondersteunen van de raad (s)
X
X
X
X
C
•
Tijdig betrekken van de burger bij plan- en
X
X
X
X
D
X
X
X
X
D
X
X
X
X
E
X
X
X
X
E
X
X
X
X
E
beleidsvoorbereiding door middel van doelgroepgerichte communicatie (s) •
Het optimaliseren van de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de communicatie tussen burger en raad (s)
Versterking positie Leeuwarden •
Samenwerken binnen de regio, Nederland en internationaal (i)
•
De implementatie en borging van de inhoud en onderliggende filosofie van de stadsvisie en andere relevante ontwikkelingskaders (s)
•
Stadsmarketing (s)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Goede volksvertegenwoordiging Speerpunt Raad (her)kenbaar voor
In (najaar) 2011 wordt het geactualiseerde raadscommunicatieplan vastgesteld.
burgers (A)
Visie in dit plan is dat de raad (her)kenbaar moet zijn voor de burgers. Ter uitvoering wordt een werkplan opgesteld met voorgenomen activiteiten, tijdspad en middelen.
Helder en consistent beleid Speerpunt Burgerschap
Burgerschap en maatschappelijk ondernemerschap staan centraal in het beleid van de gemeente. De gemeente wil meer ‘loslaten’ en mensen de ruimte geven om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en omgeving. Burgerschap rendeert immers, in de vorm van een hoge kwaliteit van de (sociale en fysieke) leefomgeving en/of lagere kosten voor de overheid voor die leefomgeving. Dit vraagt een omslag in denken en doen bij zowel burgers als ambtenaren. In de periode 2012-2014 wordt hier op structurele wijze per beleidsprogramma meer
91
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9)
inhoud en vorm aan gegeven. In de communicatie hierover wordt rekening gehouden met de burgerschapsstijlen die per buurt of zelfs postcodegebied in Leeuwarden bekend zijn.16 Tevens wordt nagegaan waar verantwoordelijkheden tussen burgers en overheid vorm moeten worden gegeven. Versterking positie Leeuwarden Speerpunt Gemeentelijke herindeling
In 2012 zal de nadruk in het dossier ‘herindeling Boarnsterhim’ liggen op het
Boarnsterhim
afronden van het herindelingsontwerp (april). Daarna zal de tweede fase ingaan: voorbereiding samengaan deel van de organisatie van Boarnsterhim en Leeuwarden. Het gaat daarbij om taken, mensen en harmonisatie van beleid. Ook zal er aandacht blijven voor andere ontwikkelingen rondom Leeuwarden zoals de samenwerking van de Middelseegemeenten.
16
Uit onderzoek naar burgerschapsstijlen in Leeuwarden, door bureau Motivaction.
92
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
Programma Veiligheid, Openbare orde en handhaving (10) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Bestuur en Middelen
Burgemeester Crone
S. Tolsma
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Nieuwbouw brandweerkazerne
3.
Aanpak jeugdoverlast en drugsoverlast
2.
Voorbereiding regionalisering brandweer
4.
Toezicht en handhaving in de binnenstad
Relevante beleidsnota’s •
Beleidsplan veiligheid 2010-2014
•
Beleidsplan Brandweer Leeuwarden 2009-2012
•
Jaar actieprogramma integrale veiligheid (2011)
•
Beleidsplan Brandweerzorg gemeente Boarnsterhim
•
Plan van aanpak kwaliteitsverbetering
•
Rampenplan gemeente Leeuwarden 2009-2013
•
Beleidsplan Veiligheidsregio Fryslân
•
Regionaal Crisisplan
2010-2013 brandweerzorg gemeente Leeuwarden (2010)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
11.042
11.029
10.679
10.595
10.492
10.281
Baten
493
415
294
294
294
294
Saldo
-10.548
-10.613
-10.386
-10.302
-10.199
-9.988
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Brandweer
288
Rampenbestrijding Integraal veiligheidsbeleid Totaal
288
kosten
Overige
Totaal
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
lasten
lasten
baten
5.743
910
6.941
148
64
676
740
45
-6.793 -695
2.602
396
2.998
100
-2.898
8.409
1.982
10.679
294
-10.386
2012
2013
2014
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensiveringen N-10-01
Veiligheidsmiddelen incl.
2011 -175
2015 175
Subdoel A
Veiligheidshuis (I) N-10-02
Amendement projecten op
-125
125
A
gebied veiligheid (I) Bedragen x € 1.000 Bezuiniging O-10-01
Formatievermindering
2011 100
2012
2013
2014
2015
Subdoel B
stadswachten (2Fte) (S)
93
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
Wat willen we bereiken? Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Criminaliteit en overlast
A.
-
Algemeen doel Vermindering van criminaliteit en
Criminaliteit en overlast worden
overlast door persoonsgerichte
aangepakt.
aanpak.
B.
Vermindering van criminaliteit en overlast door gebiedsgerichte
Aanpak op maat criminele en overlastgevende personen (S)
-
Wijkgerichte aanpak (m.n. ISV wijken) (I)
-
Aanpak van jeugdoverlast (I)
aanpak.
In
Openbare orde en misdaad
Voorkoming en bestrijding van
-
Ingrijpen bij (dreigende) verstoring openbare orde (S)
Leeuwarden
De openbare orde in
C.
verstoring van de openbare orde door
-
Opleggen huisverboden en sluiting woningen indien
weet en voelt
Leeuwarden wordt
inzet bevoegdheden burgemeester.
iedereen zich
gehandhaafd en
veilig
(georganiseerde) misdaad
D.
wordt aangepakt
Fysieke veiligheidsrisico’s
noodzakelijk (S)
Aanpak van georganiseerde misdaad
-
Aanpak mensenhandel (I)
door bestuurlijke instrumenten.
-
Aanpak woonoverlast kamerverhuur (I)
E. De brand- en ongevalbestrijding in de
De fysieke veiligheidsrisico’s in
gemeente Leeuwarden is op basis van
de gemeente Leeuwarden
onderkende fysieke veiligheidsrisico’s
worden onderkend en beheerst
voorbereid en wordt adequaat
-
de fysieke veiligheidsrisico’s worden geïnventariseerd (S)
-
aspecten brandveiligheid worden bestuurlijk en organisatorisch ingebed (S)
-
uitgevoerd.
voorzien in een advies en rapportage over de mate van operationele voorbereiding op de onderkende fysieke veiligheids-restrisico’s (I)
F.
De rampenbestrijding in de gemeente
-
risicobeperkende maatregelen en/of aanpassen van de
onderkende fysieke veiligheidsrisico’s
-
Implementatie van de Wet op de Veiligheidsregio (I)
voorbereid en wordt adequaat
-
Opleiden en oefenen van de bij de rampen- en
Leeuwarden is op basis van
uitgevoerd.
94
regionale crisisorganisatie(S)
crisisbestrijding betrokken medewerkers (S)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
Wat willen we bereiken? Nulmeting
2012
2013
2014
2015
Subdoelstellingen Criminaliteit en overlast A Vermindering van criminaliteit en overlast door persoonsgerichte aanpak. •
Het aantal veelplegers dat in 2014 een jaar delictvrij is
nvt
nvt
5
•
Het aantal etnisch gerelateerde risicojongeren (60) dat
10
10
10
10
nvt
nvt
-5%
nvt
nvt
nvt
5,0
nvt
+1.0
nvt
nvt
nvt
-10%
nvt
Altijd
Altijd
Altijd
Altijd
Altijd
Altijd
Altijd
altijd
Max
Max
Max
Max
100%
100%
3
3
100%
100%
nvt
jaarlijks wordt opgespoord en een traject krijgt aangeboden richting werk, scholing. •
Overlast veroorzaakt door dak- en thuisloze drugsverslaafden (uitgedrukt in aantal incidenten (bron politiecijfers)).
(2002) 135 Incidenten
B Vermindering van criminaliteit en overlast door gebiedsgerichte aanpak. •
Wijkveiligheidsindex binnenstad en wijken (2014 minimaal score 5,0 Binnenstad; de ISV wijken minimaal 1 punt beter)
•
Vermindering woonoverlast met 5% in 2014 t.o.v. 2009 (uitgedrukt in aantal incidenten (bron politiecijfers)
(2009)
-5%
nvt
1471 Incidenten (2009)
•
Opleggen aantal huisverboden
581 inc.
nvt
nvt
19 huisverboden
Openbare orde en misdaad C Voorkoming en bestrijding van verstoring van de openbare orde door inzet bevoegdheden burgemeester. •
toepassen (nood)bevoegdheden burgemeester bij (dreigende) verstoring van de openbare orde op straat maar ook in de privé-sfeer als overlast aan de orde is.
•
Toepassen artikelen 184 en 174 en 175a Gemeentewet om woningen bij ernstige overlast te kunnen sluiten (aanpak woonoverlast i.r.t. onder meer kamerverhuur)
D Aanpak van georganiseerde misdaad door bestuurlijke instrumenten. •
Inzet van bestuurlijke instrumenten
Fysieke veiligheidsrisico’s E De brand- en ongevalbestrijding in de gemeente Leeuwarden is op basis van onderkende fysieke veiligheidsrisico’s voorbereid en wordt adequaat uitgevoerd. •
De fysieke veiligheidsrisico’s zijn bekend.
•
Aantoonbaar accurate (uitruk)procedures,
100% 100% 3,75
3,25
3
bereikbaarheidskaarten en aanvalplannen voor de brandweer afgemeten aan de overschrijdingsindex: •
Brandveiligheidsbeleid en de bereikbaarheid voor
100% 100%
hulpverleningsdiensten en bluswatervoorzieningen zijn ingebed in ruimtelijke ordening, vergunningverlening en voorlichting.
95
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
Nulmeting
2012
2013
2014
2015
100% 100%
100%
100%
Subdoelstellingen F De rampenbestrijding in de gemeente Leeuwarden is op basis van onderkende fysieke veiligheidsrisico’s voorbereid en wordt adequaat uitgevoerd. •
De planvorming is op orde, waarmee de crisisorganisatie in stand wordt gehouden (onder meer(regionaal) crisisplan, rampbestrijdingsplan)
Toelichting op de subdoelstellingen Criminaliteit en overlast De gemeente ontvangt voor veiligheidsbeleid vanaf 2012 geen geld (Montfransgelden) meer van het Rijk. Deze bezuiniging wordt van 2012 tot en met 2014 deels door de gemeente gecompenseerd. Met de middelen die nog beschikbaar zijn wordt geprobeerd de criminaliteit en overlast in Leeuwarden verder te verminderen en tenminste het huidige niveau van veiligheid te behouden. Maar het gewenste effect (uitgedrukt in aantallen en percentages) is naar beneden bijgesteld. Openbare orde en misdaad De bevoegdheden van de burgemeester worden conform afspraken volledig en structureel uitgevoerd. Het is van belang dat toezicht van handhaving goed en voldoende is geregeld, anders is het opleggen van verboden weinig zinvol. Dit betreft zowel gemeentelijke handhaving als handhaving door politie en uiteindelijke afwikkeling van zaken door het Openbaar Ministerie.
96
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A
Criminaliteit en overlast •
Aanpak op maat criminele en overlastgevende personen (S)
•
Wijkgerichte aanpak (m.n. ISV wijken) (I)
X
B
•
Aanpak van jeugdoverlast (I)
X
B
Openbare orde en misdaad •
Ingrijpen bij (dreigende) verstoring openbare orde
x
X
X
X
C
X
X
X
X
C
(S) •
Opleggen huisverboden en sluiting woningen
•
Aanpak mensenhandel (I)
X
•
Aanpak woonoverlast kamerverhuur (I)
X
X
X
X
X
X
E
X
X
X
X
E
indien noodzakelijk (S) D D
Fysieke veiligheidsrisico’s
•
Fysieke veiligheidsrisico’s worden geïnventariseerd (S)
•
Aspecten brandveiligheid worden bestuurlijk en organisatorisch ingebed (S)
•
Voorzien in een rapportage over operationele
E
X
voorbereiding op de fysieke veiligheids-restrisico’s (I)
•
Risicobeperkende maatregelen en/of aanpassen
X
X
X
X
X
X
X
X
F
van de regionale crisisorganisatie (S)
•
Implementatie van de Wet op de veiligheidsregio
F
(I)
•
Jaarlijks opleiden en oefenen van de bij de
X
X
F
rampen- en crisisbestrijding betrokken medewerkers (S)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Criminaliteit en overlast Speerpunten
De aanpak van jeugdoverlast wordt voortgezet in 2012. Straatcoaches hebben een
Aanpak jeugdoverlast en
belangrijke rol in de aanpak van overlast. In het Actieprogramma Veiligheid 2012
drugsoverlast
wordt een uitbreiding van de formatie met 6 straatcoaches meegenomen. Het gaat om inzet van mensen vanuit een uitkeringspositie. Daarom wordt gestart met een pilot van een half jaar gefinancierd vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid.
Toezicht en handhaving
In 2012 wordt gewerkt met het integrale handhavings- en toezichtsmodel
binnenstad
(samenwerking tussen gemeente, stadstoezicht en JVZ), politie en particuliere beveiliging) in de binnenstad. Naast de bestuurlijke aanpak van overlast wordt nauw samengewerkt met politie en justitie en in het veiligheidshuis om de binnenstad veiliger te maken.
97
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
Algemeen Aanpak op maat
Teneinde de criminaliteit en overlast aan te pakken worden alle veelplegers,
criminele en
overlastgevende dak en thuislozen en etnisch gerelateerde risicojongeren besproken
overlastgevende
in het veiligheidshuis Fryslân te Leeuwarden en wordt zo mogelijk een aanpak op
personen
maat ingezet (vrijwillig of gedwongen, preventief of repressief).
Wijkgerichte aanpak
De veiligheidsinzet is vooral gericht op de ISV3- wijken, zowel fysiek, als sociaal en
(m.n. ISV3-wijken)
veilig. Een pakket aan maatregelen (fysieke maatregelen, handhaving, hulpverlening) wordt toegepast bij probleemsituaties.
Intensiveringen Veiligheidsmiddelen incl.
Hieronder volgt een korte toelichting op de meest in het oog springende
Veiligheidshuis en
ombuigingen en de consequenties daarvan voor 2012:
Projecten op gebied veiligheid
Veiligheid binnenstad Er werken nu vele straatwerkers voor de doelgroep overlastgevende dak- en thuislozen, veelplegers en straatprostituees. Mede door forse bezuinigingen binnen de Gemeente Leeuwarden zullen deze functies vervallen, waardoor de kans groot is dat de overlast van de genoemde doelgroepen zal toenemen. Gezinscoaching Vanaf 2008 is succesvol geïnvesteerd in de aanpak van intensieve gezinscoaching (24/7) door Radar bij multiprobleemgezinnen. Deze aanpak werkte in het verlengde van de follow-up activiteiten in het veiligheidshuis. Het interventieteam Welzijn nieuwe stijl zal de cliënten (systemen) nu moeten begeleiden, echter de 24/7 aanpak van Radar kan in het interventieteam niet worden gerealiseerd. Er is een reële kans op een toename van multi probleemgezinnen met als gevolg een toename van criminaliteit en uitval. Fancoaches De fancoaches hebben afgelopen jaar op de tribunes, met huisbezoeken en aanwezigheid en begeleiding bij uitwedstrijden menig incident weten te voorkomen (slechts 3 kleine incidenten per seizoen). Vanaf 2012 bekostigt de gemeente de functie van de fancoaches bij Cambuur niet meer. In 2012 zal blijken wat het effect hiervan op het aantal incidenten is. Aanpak woonoverlast en buurtbemiddeling Het gemeentelijke toezicht en het aantal handhavers in de wijken (m.u.v. de binnenstad en de 6 ISV wijken) vermindert. Ook buurtbemiddeling valt weg. De aanpak van woonoverlast in de wijken zal daarom stagneren. Het is de verwachting dat de woonoverlast in die wijken weer zal toenemen. Aanpak wijkveiligheid In de wijken die niet tot de ISV-categorie behoren zal minimaal geïnvesteerd worden. In de Vrijheidswijk betekent dit het einde van het preventieteam. Ook vervalt de subsidie aan Sinne Welzijn voor buurtbemiddeling. De kans op escalatie van ruzies en problemen in de wijken neemt hierdoor toe. In de ISV wijken wordt stevig geïnvesteerd in veiligheid, mede door aanwezigheid van het ISV budget. De verwachting is dan ook dat in die 6 wijken de veiligheid zal toenemen.
98
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
In de onderstaande tabel staan de activiteiten die in 2012 worden voortgezet in afgeslankte vorm. 1.
Meldpunt Overlast
€
2.
Veiligheidshuis
€
40.000
3.
Wijkaanpak
€
25.000
4.
Inzet Taskforce jeugdoverlast en inzet straatcoaches en interventiewerkers in gezinnen
€ 125.000
5.
Cameratoezicht
€
20.000
6.
Burgernet
€
20.000
7.
Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit
€
25.000
Totaal Risico
45.000
€ 300.000
De meest kwetsbare doelgroepen in de samenleving worden geconfronteerd met grote bezuinigingen op de terreinen waar juist hulp, zorg en handhaving noodzakelijk is. Anno 2011 is de doelgroep prima in beeld bij alle partijen. Het is en blijft echter noodzakelijk om deze doelgroep intensief en goed te begeleiden. Met het wegvallen van de rijksmiddelen veiligheid en de grote bezuinigingen bij de dienst Welzijn op diverse terreinen, loopt deze doelgroep risico op verval in de anonimiteit en criminaliteit.
Openbare orde en misdaad Algemeen Ingrijpen bij (dreigende)
De burgemeester zet zijn bevoegdheden in om de veiligheid van burgers op straat
verstoring openbare
te waarborgen. Dit kan zijn bij evenementen, maar ook bij voortdurende overlast
orde
van groeperingen in een wijk of buurt. Er is nauwe samenwerking in deze met politie en de straatcoaches.
Opleggen huisverboden
De burgemeester legt huisverboden op bij huiselijke geweldszaken en sluit
en sluiting woningen
woningen als er sprake is van drugs- en/of ernstige woonoverlast.
indien noodzakelijk Fysieke veiligheidsrisico’s Speerpunten Nieuwbouw
In 2012 vindt de nieuwbouw van de brandweerkazerne plaats. Tijdens de
brandweerkazerne
nieuwbouw van de brandweerkazerne worden maatregelen getroffen die de continuïteit van de bedrijfsvoering garanderen.
Voorbereiding
Er is een wet in voorbereiding tot verplichte regionalisering van de Brandweer. De
regionalisering
datum van inwerkingtreding moet nog bepaald worden. Naar verwachting zal de
brandweer
voorbereiding van de regionalisatie van de brandweer in 2012 veel inzet vragen van de brandweerorganisatie.
Algemeen Taakstelling Brandweer
De Brandweer bezuinigt in 2012 € 35.000 (als onderdeel van de taakstelling bedrijfsvoering uit Collegeprogramma). Deze taakstelling wordt gerealiseerd conform de notitie ‘Invulling gemeentelijke taakstelling dienst brandweer’.
99
2 Beleidsbegroting
100
2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sport (11)
Programma Sport (11) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Welzijn
Wethouder A. Ekhart
Mw. F. Ytsma
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Uitvoering beleidsnotitie Sport
2.
Meer Leeuwarders sporten en bewegen
3.
Herontwikkeling Kalverdijkje
Relevante beleidsnota’s • •
Kadernota Sportbeleid Gemeente Leeuwarden
•
Herijking relatie gemeente – BV Sport (2005)
(2003)
•
Beleidsnotitie sportaccommodaties (2005)
Vraagfinanciering van lokale sportvoorzieningen: van object naar subjectsubsidie (2004)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
6.193
5.749
6.192
6.124
6.064
Baten
3
8
0
0
0
0
Saldo
-6.189
-5.742
-6.192
-6.124
-6.064
-5.982
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
Sport en ontspanning IJswegen Totaal
0
Overige
Totaal
lasten
lasten
346
5.831
6.177
6
10
15
352
5.840
6.192
5.982
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten -6.177 -15 0
-6.192
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensivering N-11-01
Subsidie topsport (I)
2011
2012
2013
2014
-65
2015 65
Subdoel B
Bedragen x € 1.000 Bezuinigingen
2011
2012
2013
2014
2015
Subdoel
O-11-01
Incidenteel maken subsidie topsport (I)
50
B
O-11-02
Verhogen tarieven sportaccommodaties (S)
73
E
O-11-03
Sportinzet alleen in prioriteitswijken (S)
49
E
101
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sport (11)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Bewegen
A.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel Meer burgers bewegen
-
Het (doen) organiseren van activiteiten die burgers
-
Ontwikkelen en inzetten van combinatiefuncties (I)
-
Subsidiëren van minimaal tien breedtesportevenementen
Burgers zijn en blijven
stimuleren om deel te nemen aan sportactiviteiten (S)
gemotiveerd om te bewegen en te (top)sporten B.
C.
Handhaven sportevenementen en topsportevenementen op niveau
en vier topsportevenementen te kunnen laten
2009
organiseren (S)
Meer op maat gemaakte
Een leven lang
Wijken en dorpen
bewegen
Burgers participeren in wijken
bewegingsprogramma’s in de
en dorpen
wijken in relatie tot het percentage
-
Het (doen) aanbieden van sport- en spelmogelijkheden
-
Het (doen) aanbieden van programma’s voor
voor specifieke doelgroepen op buurt- en wijkniveau (S)
groei van burgers dat beweegt
D.
Meer vrijwilligers zijn actief bij
schoolkinderen (0-18 jaar) (S)
-
Stimuleren en bevorderen van inzet van vrijwilligers bij
-
Opstellen van een actieplan hiertoe (I)
-
Het (doen) beheren, exploiteren en onderhouden (en
sportverenigingen
Infrastructuur
E.
De infrastructuur ondersteunt
Efficiënter gebruik van
sportverenigingen (S)
basissportvoorzieningen
vernieuwen) van gemeentelijke basissportaccommodaties
bewegen en (top)sport
(S) F.
Efficiëntere inrichting van de
-
publieke ruimte voor sport
Het (doen) realiseren van nieuwe sportvoorzieningen in de stad (S)
-
102
Ontwikkelen en inzetten van Parkmanagement (S)
Optimaliseren gebruik bestaande complexen (I)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sport (11)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
meting
2012
2013
2014
2015
56%
56%
56%
56%
56%
6
6
6
6
10
10
10
10
10
4
4
4
4
4
5
5
5
5
5
Bewegen A
Meer burgers bewegen Indicatoren: •
Het percentage volwassen burgers dat meer dan 12
•
Het percentage kinderen/jongeren tot 23 jaar dat
keer per jaar sport is minimaal gelijk meer dan 12 keer per jaar sport is minimaal gelijk gebleven
Nulmeting 2011
Bron: Gemeente-enquête
•
Inzetten Combinatiefuncties 2012: 6 fte sport/5,7 fte cultuur
0 fte
11,7
Handhaven sportevenementen en topsportevenementen B
op niveau 2009 •
Aantal sportevenementen
•
Aantal topsportevenementen
Wijken en dorpen C
Meer op maat gemaakte bewegingsprogramma’s in de wijken in relatie tot het percentage groei van burgers dat beweegt Indicator: •
Aantal programma’s voor schoolkinderen (0-18 jaar)
Bron: BV Sport
D
Meer vrijwilligers zijn actief bij sportverenigingen Indicatoren: •
1169
695
695
695
695
o
Aantal vrijwilligers bij sportverenigingen bestuurlijk - kader
605
400
400
400
400
o
overige
564
295
295
295
295
75%
85%
85%
85%
85%
20%
30%
40%
40%
40%
Bron: Vm. Vrijwilligers Servicepunt
Infrastructuur E
Efficiënter gebruik van basissportvoorzieningen Indicator: •
Bezettingsgraad basissportvoorzieningen -
Sporthallen norm 2000 uur per jaar
-
Gymlokalen norm 1000 uur per jaar (bij 100% schoolgebruik): Verenigingsgebruik
Bron: BV Sport
F
Efficiëntere inrichting van de publieke ruimte voor sport Indicator: Betere ontsluiting van sportconcentratiegebieden met
Doorge-
doorgaande fiets- en wandelpaden:
schoven
Indicatoren:
naar
•
2018
Realisatie Zuidlanden – start ontwikkelingsfase
103
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sport (11)
Toelichting op de subdoelstellingen Wijken en dorpen Meer vrijwilligers zijn actief
In 2010 kwam naar voren dat het resultaat van de enquête over het aantal
bij sportverenigingen (D)
vrijwilligers bij sportverenigingen niet vergelijkbaar was met het jaar 2009 (nulmeting). In 2011 is aangegeven bij het Vrijwilligersservicepunt dat in de uitvoering van het actieplan ‘Goed geregeld’ in ieder geval die verenigingen benaderd worden die in 2010 gereageerd hebben op de enquête. In de uitvoering voor 2012 zal deze werkwijze worden voortgezet vanuit de nieuwe welzijnsorganisatie waar de activiteiten van het Vrijwilligers Servicepunt worden ondergebracht.
Infrastructuur Realisatie Zuidlanden –
In verband met de slechte economische omstandigheden en de daaruit
start ontwikkelingsfase (F)
voortvloeiende bezuinigingen, wordt de start van de projectgroep sportzone de Zuidlanden doorgeschoven naar 2018.
104
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sport (11)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A
Bewegen •
Het (doen) organiseren van activiteiten die burgers stimuleren om deel te nemen aan sportactiviteiten (S)
•
Inzettten Combinatiefuncties (S)
X
X
X
X
A
•
Financieel bijdragen aan breedtesport - en
X
X
X
X
B
X
X
X
X
C
X
X
X
X
C
X
X
X
X
D
X
X
X
X
E
X
X
X
E
topsportevenementen (S)
Wijken en dorpen • Het (doen) aanbieden van sport- en spelmogelijkheden voor specifieke doelgroepen op buurt- en wijkniveau (S) •
Het (doen) aanbieden van programma’s voor schoolkinderen (0-18 jaar); (S)
•
Stimuleren en bevorderen van het aantal vrijwilligers bij sportverenigingen in samenwerking met bv SPORT en de sportverenigingen (S)
Infrastructuur •
Het (doen) beheren, exploiteren en onderhouden (en vernieuwen) van gemeentelijke basissportaccommodaties (S)
•
Ontwikkelen en inzetten Parkmanagement (S)
X
•
Optimalisering gebruik bestaande complexen (I)
X
Het (doen) realiseren van nieuwe
X
•
E X
X
X
F
sportvoorzieningen in de stad (S) •
Ontwikkelen vierde sportconcentratiegebied in de
F
Zuidlanden (I) (doorgeschoven naar 2018)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Bewegen Speerpunt Uitvoering beleidsnotitie
Omdat de nota Sportbeleid uit 2003 sterk is verouderd wordt in 2011 een korte
Sport (A t/m F)
beleidsnotitie sport en bewegen geschreven met daarin de richting van het sportbeleid voor de komende jaren. Vervolgens wordt er jaarlijks een uitwerking van de beleidsnotitie gemaakt in de uitvoeringsnotitie sport en bewegen. Zie ook speerpunt ‘Meer Leeuwarders sporten en bewegen’.
Wijken en dorpen Speerpunt Meer Leeuwarders
Iedereen die een verbinding heeft met sport en bewegen in Leeuwarden is
sporten en bewegen
uitgenodigd om mee te denken over het nieuwe sportbeleid. Samenwerken en
(A t/m F)
verbinden zijn hierin een belangrijke rode draad. Er is behoefte aan meer afstemming van de vele sportinitiatieven binnen de gemeente. Er wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van omni-verenigingen en het uitbreiden en verbreden van de combinatiefuncties. Op deze wijze wordt geprobeerd meer burgers aan het bewegen te krijgen.
105
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Sport (11)
Daarnaast blijven de huidige combinatiefunctionarissen Sport (6fte) het sporten en bewegen door kinderen stimuleren vanuit de Brede scholen. Infrastructuur Speerpunt Herontwikkeling
Doordat de ontwikkelingen rondom het stadiongebied zijn gestagneerd en er geen
Kalverdijkje (F)
voorfinanciering mogelijk is, wordt de herontwikkeling Kalverdijkje gestart met de verplaatsing van de rugbyvereniging Greate Pier. De hiervoor noodzakelijke werkzaamheden starten in 2012. Verder zal SC Lions gebruik gaan maken van een wedstrijdveld bij v.v. Nicator. Het moment dat dit zal gebeuren is afhankelijk van de werkzaamheden op Kalverdijkje Zuid. Op zijn vroegst zal dit het seizoen 2012-2013 zijn.
106
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Ruimtelijke Ordening(12)
Programma Ruimtelijke Ordening (12) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Stadsontwikkeling
Wethouder H. Deinum
L. Kappert
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1. Manifestatie Binnenstad 2. Bestemmingsplannen Nieuw Stroomland Relevante beleidsnota’s •
Stadsvisie Varen onder eigen vlag (2002) + Fier
•
Structuurvisie Nieuw Stroomland
verder (2008)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
2.652
1.992
1.922
1.810
1.710
1.678
Baten
224
267
107
107
107
107
Saldo
-2.428
-1.725
-1.815
-1.703
-1.603
-1.571
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
Overige
Totaal
lasten
lasten
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo baten
Bestuursadvisering ROI
115
6
121
-121
Ruimtelijke ordening
879
436
1.315
-1.315
Geometriebeheer
392
94
486
107
-379
1.387
535
1.922
107
-1.815
Totaal
0
107
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Ruimtelijke Ordening (12)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
De stad
Ruimtelijke ordening
A.
ruimtelijk op
Een adequaat ruimtelijk beleid
orde
om de gemeentelijke ambities
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel Gewenste dynamiek bestuurlijk
-
Manifestatie Binnenstad (I)
vastgelegd
-
Ontwikkelkader Stationsgebied (I)
Huidig beleid vastgelegd in
-
Bestemmingsplannen Nieuw Stroomland (I)
bestemmingsplannen
-
Actualisatie plannen conform jaarprogramma (S)
mogelijk te maken B.
108
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Ruimtelijke ordening (12)
Wat willen we bereiken? Nul
Subdoelstellingen Ruimtelijke ordening A
2012
2013
2014
2015
2
2
2
2
2
nvt
12
6
5
5
meting
Gewenste dynamiek bestuurlijk vastgesteld Indicator: •
Aantal kaderstellende deelplannen per jaar voor dynamische gebieden uit stadsvisie die bestuurlijk zijn vastgesteld
B Actuele bestemmingsplannen Indicator: •
Aantal bestemmingsplannen dat ieder jaar wordt geactualiseerd
109
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Ruimtelijke ordening (12)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
Ruimtelijke ordening •
Manifestatie Binnenstad (I)
X
A
•
Ontwikkelkader stationsgebied (I)
X
A
•
Actualisatie bestemmingsplannen (jaarstukken)(S)
X
X
•
Bestemmingsplannen Nieuw Stroomland (I)
X
X
X
B B
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Ruimtelijke ordening Speerpunten Manifestatie Binnenstad
In 2011 is de Manifestatie Binnenstad gestart. In het najaar van 2012 moet dit project worden afgerond. De Manifestatie moet nieuwe investeringen van met name marktpartijen in de binnenstad uitlokken, een impuls geven aan de beoogde ruimtelijke kwaliteit van die voorstellen en een podium voor het debat over de binnenstad.
Bestemmingsplannen Nieuw Stroomland
In 2011 is de intergemeentelijke Structuurvisie Nieuw Stroomland vastgesteld. In 2012 moet een drietal bestemmingsplannen worden vastgesteld (Energiepark Schenkenschans, Dairy Campus/Zwettepark, Newtonpark 1-2-3), waarmee invulling wordt gegeven aan de ruimtelijke en programmatische ambities van de structuurvisie. Voor de actualisatie van de bestemmingsplannen zijn reguliere middelen gereserveerd. De hieraan voorafgaande uitwerking van de structuurvisie tot stedenbouwkundige plannen en beeldkwaliteitsplannen (die de basis vormen voor het bestemmingsplan) moeten echter vanuit het project worden gefinancierd. Omdat de bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 moeten zijn geactualiseerd, kan er voor worden gekozen om een plan met een uitwerkingsbevoegdheid te maken indien de stedenbouwkundige invulling nog niet beschikbaar is. Bij de vaststelling van de intergemeentelijke Structuurvisie heeft de raad een motie aangenomen met betrekking tot de verdere uitwerking van de visie. De stuurgroep Nieuw Stroomland stelt een Werkboek op, conform de aankondiging in de Structuurvisie. In dat Werkboek komen de afspraken te staan over de voorgenomen activiteiten, de financieringsopzet, de planning en de verantwoordelijkheden. De uit de motie voortvloeiende acties en aandachtspunten worden betrokken bij de opstelling van het Werkboek. Voor de uitvoering van het Werkboek zijn voor 2012 en latere jaren vanuit Leeuwarden geen middelen beschikbaar.
Algemeen
De belangrijkste structurele doelstelling is het actueel houden van de bestemmingsplannen. Op 1 juli 2013 moeten alle bestemmingsplannen geactualiseerd zijn, in ieder geval voor de gebieden waar bouwactiviteiten worden verwacht (legessanctie). In 2012 is de vaststelling voorzien van de plannen Lekkum, Achter de Hoven, MCL, Wielenpolle, Groene Ster, Businesspark-FEC, Kalverdijkje, Zwettepark, Lange Marktstraat, Newtonpark 1-2-3, Energiepark Schenkenschans, Hemrik. In 2012 zal ook de afweging worden gemaakt of het verantwoord is een plan niet voor 1 juli 2013 te actualiseren. Daarvan kan bij uitzondering sprake zijn als de raad zich nog niet heeft uitgesproken over de gewenste stedenbouwkundige koers
110
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Ruimtelijke ordening (12)
van het betreffende gebied en er geen bouwplannen voorzien zijn, waardoor de legessanctie geen risico vormt. Risico
Als de ruimtelijke ontwikkelingen in een plangebied op het moment van het in procedure brengen van een bestemmingsplan nog onvoldoende bekend zijn, is dat bestemmingsplan minder doelmatig. Overwogen moet dan worden of uitstel ondanks de legessanctie verantwoord is. Dat is een beperkt financieel risico, omdat er in die gebieden meestal geen bouwplannen zijn. Overigens blijft het ‘verouderde’ plan wel gewoon van kracht en is er dus geen planologisch risico.
111
2 Beleidsbegroting
112
2.1 Programmaplan: Programma Ruimtelijke ordening (12)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan:Milieu, Energie en Water (13)
Programma Milieu, Energie en Water (13) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Stadsontwikkeling
Wethouder I. Diks
Mw. H.E. Bannink
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Slim met energie en water
2.
Opstellen Gemeentelijke rioleringsplan (GRP 2013-
3.
Betere afvalscheiding
2016)
Relevante beleidsnota’s •
•
Visiedocument Duurzaam Leeuwarden, de sterke
Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP
stad (2010)
2009-2012)
•
Uitvoeringsplan Slim met energie en water (2010)
•
Verbetervoorstellen Afval (2007)
•
Handboek milieuvergunningverlening en –
•
Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP III)
•
Nota Ontheffingen voor geluid; hoe gaat de
•
Woonplan Eltsenien syn hûs 2008-2012
•
Uitvoeringsprogramma Woonplan 2009-2012
handhaving (2002)
2010-2013 •
Actualisatie Kadernota Gericht handhaven in
gemeente daar mee om? (2005)
Leeuwarden (2009) •
Uitvoeringsnota Handhaving WABO en Bodem (2010)
•
Leeuwarder aanpak grondstromen (2007)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Bedragen x € 1.000 2014 2015
Rekening 2010
2011
2012
2013
Lasten
26.269
25.613
25.562
25.554
25.561
24.768
Baten
24.960
23.901
23.881
23.869
23.869
23.869
Saldo
-1.309
-1.712
-1.682
-1.685
-1.692
-898
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
Ongediertebestrijding
baten
245
1.047
1.293
-1.293
20
45
65
23
213
184
420
420
0
2.719
1.455
6.644
10.818
11.910
1.092
18
18
542
11.073
11.631
11.549
-82
749
552
1.301
1
-1.300
3.224
19.580
25.562
23.881
-1.682
16
Bodem en geluid Totaal
lasten
-17
Afvoer kadavers Inzameling afval
lasten
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
17
Lijkbezorging Riolering
Totaal
17
Milieubeleid Voorzieningen honden
Overige
2.758
-65
-18
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014 Bedragen x € 1.000 Intensivering N-13-01
Full Sustainable City (I)
2011
2012
2013
2014
-800
2015 800
Subdoel A, B
Bedragen x € 1.000 Bezuiniging O-13-01
Beëindiging milieucommunicatie en
2011
2012
94
37
2013
2014
2015 800
Subdoel C
voorlichting (S)
113
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan:Milieu, Energie en Water (13)
Wat willen we bereiken? Strategisch
Strategische hoofddoelen
Subdoelstellingen
Leeuwarden is vanaf 2020
A.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Algemeen doel De energievraag binnen de
-
Stimuleren rijden op alternatieve brandstoffen (S)
een duurzame gemeente;
gemeentegrenzen wordt gedekt door
-
Faciliteren energiebesparing bestaande bouw (S)
slim met energie en water
fossielvrije/duurzame energie
-
Uitvoeren waterprojecten in de lijn van de kaderrichtlijn
B.
Een volledig
Schoon oppervlaktewater binnen de gemeentegrenzen
duurzaam
water (S)
Leeuwarden:
-
Bijdrage leveren verordening vaarwegbeheer (I)
- schoon
-
Overdacht stedelijk waterbeheer (I)
Efficiënte afvalinzameling en
-
Uitvoeren optimalisatievoorstellen afval (I)
effectieve en efficiënte
verwerking van huishoudelijk afval
-
Opstellen van een nieuw GRP elke 4 jaar (S)
uitvoering van wettelijke
en stimuleren van maximaal
taken
hergebruik. Zorg voor stedelijk
Het scheppen van de juiste
-
Saneringsprogramma voor bodem en geluid uitvoeren(I)
milieuhygiënische condities voor
-
Burgers en bedrijven beschikken over dekkende en
- gezond - veilig
Lagere milieudruk door een
C.
afvalwater.
D.
ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij
toereikende vergunningen/geaccepteerde meldingen voor
op het gebied van bodem uiterlijk in 2015 de aanpak van spoedlocaties gereed is
114
hun activiteiten (S) -
Beleggen complexere milieu-uitvoeringstaken (RUD) (I)
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Milieu, energie en water (13)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen
2012
2013
2014
2015
74
150
200
300
0
1
1
1
1
53%
53%
53%
meting
Leeuwarden is vanaf 2020 een duurzame gemeente A
De energievraag binnen de gemeentegrenzen wordt gedekt door fossielvrije/duurzame energie Indicatoren: •
Aantal voertuigen (personenwagenequivalenten)
(2010) 400
op groen gas B
Schoon oppervlaktewater binnen de gemeentegrenzen Indicator: •
Aantal KRW-projecten uitgevoerd gezamenlijk met het Wetterskip Fryslân
Lagere milieudruk door een effectieve en efficiënte uitvoering van wettelijke taken C
Een zo efficiënt mogelijke afvalinzameling en verwerking van huishoudelijk afval alsmede gedragsbeïnvloeding, gericht op maximaal hergebruik: Indicator:
D
(2009)
•
% gescheiden inzameling
47,3%
•
Tarief afvalstoffenheffing:
(2011)
Eenpersoonshuishouden
€ 194
inflatie
inflatie
inflatie
inflatie
Meerpersoonshuishouden
€ 252
inflatie
inflatie
inflatie
inflatie
100
60
40
20
10
53% 17
Het scheppen van de juiste milieuhygiënische condities voor ruimtelijke ontwikkelingen: Indicatoren: •
Spoedlocaties bodemverontreiniging en aanpak in beeld
17
Deze ambitie staat los van de effecten op de afvalstoffenheffing als gevolg van het uitvoeren van het amendement Tariefsdifferentiatie afvalstoffenheffing d.d. 10 november 2010. Met dit amendement is besloten dat de verhouding in de tarieven voor afvalstoffenheffing tussen één- en meerpersoonshuishoudens in 2012 wijzigt van 1:1,3 naar 1:1,5.
115
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Milieu, energie en water (13)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
Leeuwarden is vanaf 2020 een duurzame gemeente •
Stimuleren rijden op alternatieve brandstoffen (I)
X
X
X
X
A
•
Faciliteren energiebesparing bestaande bouw (S)
X
X
X
X
A
•
Voorbereiden besluitvorming vaarwegbeheer (I)
X
•
Overdragen stedelijk waterbeheer (I)
X
X
X
X
B
X
C
B
Lagere milieudruk door een effectieve en efficiënte uitvoering van wettelijke taken •
Uitvoeren optimalisatie voorstellen afvalinzameling
X
X
X
(I) •
Opstellen van een nieuw GRP elke 4 jaar (S)
•
Saneringsprogramma voor bodem en geluid
X X
C X
X
X
D
uitvoeren (S) • •
Beleggen complexere milieu-uitvoeringstaken (I)
X
Burgers en bedrijven beschikken over dekkende en
X
I X
X
X
D
toereikende vergunningen voor hun activiteiten (S)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Leeuwarden is vanaf 2020 een duurzame gemeente Speerpunt Slim met energie en
Het plan van aanpak ‘Slim met energie en water’ vormt de basis voor het streven
water
naar een Duurzaam Leeuwarden. Daarin werkt de gemeente samen met de provincie. Naast watertechnologie zijn de hoofdthema’s voor energie: duurzame mobiliteit, energie in de gebouwde omgeving, zonnestroom (15 hectare/8 MWp) en energie uit reststromen en bio-energie. Het aanjagen van het rijden op groen gas en elektriciteit is een belangrijk onderdeel van duurzame mobiliteit. Dit gebeurt onder andere door een gemeentelijke subsidieregeling. Daarnaast wordt energiebesparing in de gebouwde omgeving gestimuleerd door onder andere besparingstrajecten in de ISV3 wijken aan te jagen en de bouwkolom te stimuleren zelf met bespaarprogramma’s de markt te betreden. Zie ook programma 3 Economie en toerisme.
Bezuiniging Milieucommunicatie en
Leeuwarden heeft, via milieucommunicatie en -voorlichting, duurzaamheid en milieu
voorlichting
goed onder de aandacht gebracht van burgers, bedrijven en scholen. Deze activiteiten hebben geleid tot een hoger milieubewustzijn in de samenleving. Er wordt ingezet op een duurzame stad met de speerpunten energie en watertechnologie en we voeren als gevolg van te treffen bezuinigingsmaatregelen (Collegeprogramma 2010-2014), geen expliciete voorlichting op het gebied van milieu meer uit. Het gaat hier om een structurele bezuiniging van € 37.000 vanaf 2012.
Algemeen Vaarwegbeheer
In december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Hierin is opgenomen dat de provincies bij verordening aanwijzen wie de beheerder van een vaarweg is. Uiterlijk december 2012 moet deze verordening zijn vastgesteld. Samen met de (potentiële) vaarwegbeheerders, gemeenten en Wetterskip Fryslân, is de provincie op zoek naar wat voor de provincie Fryslân de beste keuze is.
116
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Milieu, energie en water (13)
Er zijn 3 modellen: -
Laten zoals het is (vaarwegbeheerders provincie en gemeenten);
-
Alle vaarwegbeheer gaat naar Wetterskip Fryslân;
-
Het gemeentelijke vaarwegbeheer gaat naar het Wetterskip en de provinciale taak blijft ongewijzigd.
Afhankelijk van de modelkeuze, kan dit kosten voor onderhoud met zich meebrengen voor de gemeente. Overdacht stedelijk
Wetterskip Fryslân heeft begin 2011 de kaders vastgesteld waarbinnen zij het
waterbeheer
beheer van het stedelijk water over zal nemen. De gemeenten, ook gemeente Leeuwarden, kunnen zich hier in vinden. In beginsel draagt het Wetterskip de kosten voor het onderhoud van alle watergangen. Watergangen die geen functie hebben in de waterbeheersing neemt het Wetterskip niet over. De watergangen zijn te verdelen in hoofdwatergangen en overige watergangen. In principe voert het Wetterskip het onderhoud aan de hoofdwatergangen uit en de gemeenten dat van de overige watergangen. Wanneer het doelmatiger is, kan hier echter van afgeweken worden. Bij de bekostiging gaat het Wetterskip ervan uit dat het onderhoud op een sobere wijze gebeurt. De komende tijd zal per gemeente het plan verder uitgewerkt worden. Het Wetterskip streeft ernaar om uiterlijk 2015 met alle gemeenten overeenkomsten te hebben afgesloten voor de overdracht.
Lagere milieudruk door een effectieve en efficiënte uitvoering van wettelijke taken Speerpunten Betere afvalscheiding
Eind 2011 vindt bespreking van de notitie Optimalisatievoorstellen afval in de gemeenteraad plaats. Deze notitie bevat actiepunten voor 2012 en verder die vooral gericht zijn op een betere afvalscheiding en daarmee meer hergebruik. De huidige doelstelling van 53% gescheiden afval is gebaseerd op het Landelijk Afvalstoffen Plan (LAP). Zoals vermeld in de diftar-brief aan de raad (december 2010) zal het percentage afvalscheiding zonder verdere optimalisatie op of rond het huidige percentage (ca. 47%) blijven. Dat constante resultaat wordt overigens bereikt bij een lager kostenniveau. Daardoor heeft voor 2011 een behoorlijke verlaging van de afvalstoffenheffing kunnen plaatsvinden. Het feitelijke percentage hergebruik (incl. alle stromen die middels nascheiding al worden hergebruikt) is momenteel bijna 60%.
Gemeentelijke
Het GRP heeft een looptijd van 4 jaar en eindigt in 2012. In 2012 zal gewerkt
rioleringsplan (GRP)
worden aan de opstelling van een nieuw GRP 2013-2016. Daarin worden de
2013-2016
nieuwste richtlijnen en inzichten verwerkt.
Algemeen Amendement
Dit amendement (10 november 2010), op grond waarvan de tariefsdifferentiatie van
tariefsdifferentiatie
de reinigingsrechten tussen één- en meerpersoonshuishoudens gefaseerd18 wordt
afvalstoffenheffing
gelijk getrokken met de tariefsdifferentiatie voor de rioolheffing (is 1:1,5), veroorzaakt een daling in het tarief voor éénpersoonshuishoudens van in totaal ca. € 35,00. Voor meerpersoonshuishoudens stijgt het tarief in totaal met ca. € 22,00 ten opzichte van de verhouding 1 : 1,15. Uitgangspunt is een gelijkblijvende opbrengst. Zie ook paragraaf 2.2.1 Lokale heffingen (2.2.1.g Afvalstoffenheffing).
Saneringsprogramma
Het saneringsprogramma voor bodem is in 2012 vooral gericht op het bepalen van
voor bodem en geluid
verantwoordelijkheden voor spoedlocaties. Door verdergaande controle van
uitvoeren
archieven en het uitvoeren van onderzoeken zullen we de nu nog onzekere locaties al dan niet labelen als spoedlocatie. In geval van een spoedlocatie wordt bepaald
18
De verhouding tussen één- en meerpersoonshuishoudens was 1:1,15, is in 2011 1:1,3 en wordt in 2012 1:1,5.
117
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Milieu, energie en water (13)
wie verantwoordelijk is voor vervolgstappen (sanering en/of onderzoek). De afspraak uit het bodemconvenant is dat eind 2015 de verontreiniging van alle spoedlocaties wordt beheerst en dat saneringen gestart zijn, voor zover de gemeente zelf aan zet is. Waar anderen aan zet zijn, heeft de gemeente een inspanningsverplichting en is het de bedoeling zoveel mogelijk te stimuleren. Tevens wordt de grondstromencoördinatie met provincie Fryslân en Rijkswaterstaat uitgebreid, om ons gemeentelijk grondstromenbeleid regionaal in te passen. Dit zal leiden tot een duurzaam hergebruik van vrijkomende grond en zal een impuls geven aan het hergebruik van licht verontreinigde grond. Voor het saneringsprogramma geluid geldt dat de periode voor sanering van de Aen de Raillijst-woningen (m.b.t. geluid) loopt tot 2020. Er resteren 1 mei 2011 17 woningen die voor sanering in aanmerking komen. In 2012 worden 6 woningen gesaneerd, waarna er nog 2 resteren (2011: 9 saneringen). Beleggen complexere
In Friesland werken alle gemeenten, het Wetterskip en de provincie samen aan de
milieu-uitvoeringstaken
vorming van een Friese Regionale Uitvoeringsdienst (RUD), waar de uitvoering van de complexere milieutaken wordt belegd. In 2011 is hiervoor een Intentieverklaring getekend. Begin 2012 wordt het bedrijfsplan ter goedkeuring voorgelegd aan de raden en staten van de deelnemende partners. De rest van 2012 wordt gebruikt om de start van de uitvoeringsdienst voor te bereiden. De provincie is regisseur van dit proces. Op 1-1-2013 zal de RUD operationeel moeten zijn.
118
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Woon-en leefomgeving (14)
Programma Woon-en leefomgeving (14) Raadscommissie
Portefeuillehouder
Programmamanager
Stadsontwikkeling
Wethouder I. Diks
M. Vogelzang
Speerpunten voor het begrotingsjaar 1.
Meer openbaar groen, minder regels
2.
Onkruidbestrijding op verharding
3.
Verlichting op maat o.b.v. nieuw beleid openbare verlichting: Het donker belicht
4.
Een dynamisch activiteitenoverzicht (wijk- en dorpsprogramma’s) via de website inzichtelijk voor de wijkpanels/burgers
Relevante beleidsnota’s • • • • • • •
BOR in Beeld (2001, evaluatie 2009)
•
Bomenbeleidsplan (1999)
•
Waterplan De Blauwe Diamant (2001) Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2009-
Spraakmakende bomen (2008)
2012
Groenbeleidsplan (1993)
•
Nota toekomstvisie begraafplaatsen (2002)
Intensivering groenbeleid (2008)
•
Oog voor reclame (2010)
Groenkaart Leeuwarden (2008)
•
Meer openbaar groen, minder regels (2011)
Uit de verf: eindevaluatie pilotproject integrale
•
Beleidsplan openbare verlichting: Het donker
aanpak graffiti-overlast (2004)
belicht (2011) •
Verbetering Gebiedsgericht werken (2004)
Wat mag het kosten? Lasten en Baten totale programma
Lasten
Rekening 2010
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
23.688
21.922
22.439
22.548
22.971
23.584
Baten
2.522
2.341
2.354
2.285
2.285
2.285
Saldo
-21.166
-19.582
-20.085
-20.263
-20.686
-21.300
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
kosten
Overige
Totaal
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
lasten
lasten
baten
Speelplaatsen
39
81
232
352
-352
Straatverlichting
59
53
1.261
1.373
-1.373
113
295
146
554
-554
Verkeersmaatregelen Buitenreclame
35
Verhardingen Kunstwerken
6
Zwerfvuilbestrijding Waterwerken Begraafplaatsen
3 156
Reiniging verhardingen Openbaar groen
49
202
2.726
3.994
522
320
1.057
789
1.852
157
34
249
283
178
-105
200
912
1.115
57
-1.059
-3.994 -1.695
621
208
984
632
-352
460
1.847
2.307
739
-1.568
69
-8.106
6.710
1.463
8.175
Spoorlijnen
8
125
133
-133
Wijkaanpak
623
491
1.114
-1.114
11.529
10.499
22.439
Totaal
2
118 1.268
411
2.354
-20.085
119
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Woon-en leefomgeving (14)
Uitvoering Collegeprogramma 2010-2014
N-14-01
Intensivering
2011
Dorpennota (I)
-200
Bezuinigingen
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015 Subdoel 200
C
Bedragen x € 1.000
O-14-01
Efficiency en optimalisatie hondenbelasting (S)
O-14-02
Vereenvoudiging openbaar groen (S)
O-14-03
Slimmere methode van onkruidbestrijding (S)
O-14-04
2012
2013
2014
2015
Subdoel
99
B
22
B
150
A
Beëindigen investeringsimpuls openbaar
112
B
groen (S) O-14-05
Stijging opbrengst begraafrechten icm
31
31
31
32
50
50
B
kostenreductie (S) O-14-06
Efficiency taakstelling brugbediening (S)
O-14-07
Vervallen wethoudersbudget (S)
O-14-08
Beperking wijkpanelbudgetten (S)
O-14-09
Verminderen aantal lantaarnpalen (S)
120
25
B D
150
D 75
B
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Woon-en leefomgeving (14)
Wat willen we bereiken?
Strategisch
Strategische
Algemeen doel
hoofddoelen Een schone openbare
Subdoelstellingen A.
ruimte
Een veilige en
Een openbare ruimte
leefbare openbare
die heel en veilig is
B.
Een verzorgend onderhoudsniveau
-
Het bestrijden van onkruid (S)
conform BOR in Beeld
-
Het bestrijden van zwerfvuil (S)
Een technisch onderhoudsniveau
-
Het onderhouden van de groenvoorzieningen (S)
conform BOR in Beeld
-
Implementatie meer openbaar groen, minder regels (I)
-
Het onderhouden van de verhardingen (S)
-
Het onderhouden van de openbare verlichting (S)
-
Uitvoering verbeterplan werkwijze gebiedsgericht werken
-
Relatiebeheer wijkpanels en dorpsbelangen (S)
-
Digitaliseren dynamisch activiteitenoverzicht
ruimte
Een actieve
C.
Prestaties incidenteel (I) of structureel (S)
Bewoners hebben voldoende
betrokkenheid van
invloed op het gemeentelijk beleid
bewoners bij hun
en gemeentelijke activiteiten
leefomgeving
(I)
(wijkprogramma’s) (I) -
Samenwerking met de projecten in de Stedelijke vernieuwings- en aandachtwijken (I)
D.
Wijk- en dorpsbudgetten worden
-
Pilot solidariteitspot (I)
actief ingezet door de wijkpanels
121
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Woon- en leefomgeving (14)
Wat willen we bereiken? Nul-
Subdoelstellingen Een schone openbare ruimte
2012
2013
2014
2015
meting
A Een verzorgend onderhoudsniveau conform BOR in Beeld (2009)
Indicatoren: •
Onderhoudsniveau onkruid
Basis
Hoog
Hoog
Hoog
Hoog
- binnenstad, kantorenhaak, parken
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
- overige gebieden (2009) •
Onderhoudsniveau zwerfvuil
Basis
Hoog
Hoog
Hoog
Hoog
- binnenstad, parken
Hoog
Hoog
Hoog
Hoog
Hoog
- kantorenhaak
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
28%
28%
28%
28%
28%
34%
30%
30%
30%
30%
- overige gebieden (2009) •
Het percentage bewoners dat zich vaak ergert aan 19
onkruid •
Het percentage bewoners dat zich vaak ergert aan zwerfvuil
Een openbare ruimte die heel en veilig is B Een technisch onderhoudsniveau conform BOR in Beeld Indicator: •
Onderhoudsstaat groenvoorzieningen - binnenstad, kantorenhaak, parken
nnb
- overige gebieden •
Onderhoudsstaat verhardingen - alle gebieden
•
Het onderhouden van de openbare verlichting - reparatie van schades binnen normtijden
•
Het percentage bewoners dat tevreden is over het onderhoudsniveau groenvoorzieningen
•
Hoog
Hoog
Hoog
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
95%
95%
95%
95%
56%
56%
56%
56%
(2009) Basis (2009) 95% (2009) 56%
Het percentage bewoners dat tevreden is over het onderhoudsniveau verhardingen
•
Hoog Basis
(2009)
o
Trottoirs
55%
56%
56%
56%
56%
o
Wegdek
64%
65%
65%
65%
65%
o
Fietspaden
67%
68%
68%
68%
68%
o
Wandelpaden door het gras/park
66%
67%
67%
67%
67%
Het percentage bewoners dat tevreden is over het
(2009) 72%
72%
72%
72%
5,5
5,5
onderhoudsniveau openbare verlichting
72%
Een actieve betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving C Bewoners hebben voldoende invloed op gemeentelijk beleid en gemeentelijke activiteiten Indicator: •
Tevredenheid bewoners over invloed op
(2009) 4,5
5,5
5,5
gemeentelijk beleid (minimum 1 en maximum 10)
19
Het beeld dat mensen hebben van onkruid op verharding wordt mede bepaald door de bestrijdingsmethode.
122
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Woon- en leefomgeving (14)
Nul-
Subdoelstellingen
2012
2013
2014
2015
meting
D Wijk- en dorpsbudgetten worden actief ingezet door wijkpanels
(2007)
minimaal
minimaal
minimaal
minimaal
Indicator:
97%
95%
95%
95%
95%
•
Aandeel van wijk- en dorpsbudgetten dat daadwerkelijk wordt besteed of gereserveerd
Toelichting op de subdoelstellingen Een openbare ruimte die heel en veilig is Tevredenheid over
Als gevolg van het standpunt (ingenomen tijdens richtinggevend raadsdebat
onderhoudsniveaus
2011) dat bestaande kwaliteitsniveaus moeten worden gehandhaafd, is voor 2012 t/m 2015 een gelijkblijvende tevredenheid begroot t.o.v. 2010.
123
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Woon- en leefomgeving (14)
Wat gaan we daarvoor doen? De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren Sub-
Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
doel
X
X
X
X
A
X
X
X
X
A
X
X
X
X
B
Een schone openbare ruimte •
Onkruidbestrijding in groen en op verharding op respectievelijk basis en hoog niveau (S)
•
Het (laten) bestrijden van zwerfvuil in groen en zwerfafval op verharding op respectievelijk basis en hoog niveau (S)
Een openbare ruimte die heel en veilig is •
Het onderhouden van alle verhardingen op basis niveau met inachtneming van CROW normen (S)
•
Implementatie meer openbaar groen, minder
B
X
regels (I)
•
Het onderhouden van de groenvoorzieningen op
X
X
X
X
B
X
X
X
X
B
basis respectievelijk hoog niveau (S)
•
Het onderhouden van de openbare verlichting
Een actieve betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving •
Uitvoering verbeterplan werkwijze gebiedsgericht
X
X
X
X
X
C
werken (I) •
Relatiebeheer wijkpanels en dorpsbelangen (S)
X
•
Uitvoeren pilot solidariteitspot (I)
X
Samenwerking met de projecten in de Stedelijke
X
•
X
C D
X
X
C
vernieuwings- en aandachtswijken (I)
Toelichting op de belangrijkste prestaties en de speerpunten Een schone openbare ruimte Speerpunt Onkruidbestrijding op
In 2012 wordt gestart met een andere methode van onkruidbestrijding op
verharding
verharding. Hier wordt via communicatie naar de burgers de nodige aandacht aan besteed. Zie ook Ombuigingen.
Bezuiniging Andere methode van
Als gevolg van bezuinigingsmaatregelen uit het Collegeprogramma 2010-2014 is
onkruidbestrijding
beoordeeld of een kostenreductie mogelijk is door het toepassen van andere technieken/methodes van onkruidbestrijding. Ten opzichte van de huidige methode ‘borstelen’ moet de gewijzigde methode een structurele besparing opleveren van netto € 150.000. Zie ook Bijlage A Overzicht mee- en tegenvallers (II: nummer 5.5).
Algemeen
Als gevolg van de taakstelling op de bedrijfsvoering wordt in 2012 het systeem van schouwen heroverwogen. In het 4e kwartaal wordt een nieuw voorstel voor een efficiëntere systematiek van schouwen voorgelegd. In 2011 wordt gestart met een analyse van de beheeraspecten van het openbare groen. Het doel is om te onderzoeken op welke wijze - bijvoorbeeld door middel van kleine reconstructies en ombouw - meer efficiency in de bedrijfsvoering aangebracht kan worden. Het resultaat moet zijn dat de afgesproken kwaliteitsniveaus eenvoudiger kunnen worden gerealiseerd en dat ook de beeldbepalende locaties in de stad op het afgesproken niveau worden beheerd.
124
2 Beleidsbegroting
Risico
2.1 Programmaplan: Programma Woon- en leefomgeving (14)
De beeldkwaliteit van onkruidbestrijding op verharding is een punt van zorg c.q. aandacht. Deze wordt voor een belangrijk deel bepaald door de keuze op welke wijze de onkruidbestrijding in 2012 plaats zal vinden. Dit zal nauwlettend worden gevolgd en na 2 jaar vindt een evaluatie plaats over de resultaten van 2012 en 2013.
Een openbare ruimte die heel en veilig is Speerpunten Verlichting op maat
Eind 2011 wordt het nieuwe beleid voor openbare verlichting door de raad van de
o.b.v. nieuw beleid
gemeente Leeuwarden vastgesteld. De lijn die hierin tot uitdrukking komt, is
openbare verlichting:
feitelijk ‘Donker, tenzij…’. Een belangrijk doel is het besparen van 10% van het
Het donker belicht
energieverbruik van de openbare verlichting. Aan de hand van uitvoeringsprogramma’s wordt invulling gegeven aan dit nieuwe beleid. Deze programma’s worden begin 2012 opgesteld. Zie ook het ombuigingsvoorstel ‘Verminderen aantal lichtmasten’.
Meer openbaar groen –
In 2011 is de nota ‘Meer openbaar groen – minder regels’ ter besluitvorming
minder regels
voorgelegd aan de Raad. In 2012 wordt deze nota uitgevoerd. Dat betekent dat er meer aandacht zal worden besteed aan herplant van bomen in situaties waar sprake is van kap van 10 of meer bomen. Daarnaast vindt voor alle bomen die de gemeente zelf kapt compensatie plaats in de vorm van herplant. Hiervoor wordt een meldingssysteem opgezet en een systematiek voor keuzes rondom herplant.
Bezuinigingen Verminderen aantal
Als onderdeel van het nieuwe beleid voor de openbare verlichting en de hieruit
lichtmasten
voortvloeiende uitvoeringsprogramma’s worden in 2012 een aantal lichtmasten verwijderd, met uiteindelijk het langjarig doel het aantal lichtmasten ten opzichte van 2010 met 1000 stuks te verminderen. Het beleid voor de openbare verlichting moet in 2012 naast energiebesparing leiden tot een netto structurele bezuiniging van € 75.000.
Brugbediening
Voor de brugbediening zijn in 2013 en 2014 bezuinigingen opgenomen voor in totaal € 100.000. Deze taakstelling zal voor een belangrijk deel worden behaald door het invoeren van bediening op afstand inclusief camera’s bij enkele bruggen. Hiervoor is veel afstemming nodig met o.a. de provincie en het vergt de nodige investeringen. De voorbereidingen hiervoor vinden in 2012 plaats.
Begraafplaatsen
De begraafrechten zijn tot op heden lang niet kostendekkend. Vergelijking van de tarieven wijst uit dat Leeuwarden, zowel in Friesland als landelijk, net onder het gemiddelde zit. In 2010 zijn de begraafplaatsen flink opgeknapt en is een fors opwaarderingstraject (investeringsbedrag € 2,3 mln) afgerond. Het huidige kwaliteitsniveau van de Leeuwarder begraafplaatsen rechtvaardigt een tariefstijging van 3% per 1-1-2012. Jaarlijks wordt hiermee een hogere opbrengst van circa € 18.000 gegenereerd. Door efficiencymaatregelen wordt het kostenniveau jaarlijks verlaagd met € 13.000 in de periode van 2011 tot en met 2014. Randvoorwaarde hierbij is dat nieuwe achterstalligheid in het onderhoud wordt voorkomen. In totaal wordt hiermee in een periode van 4 jaar een structurele bezuiniging gerealiseerd van € 125.000.
125
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Woon- en leefomgeving (14)
Een actieve betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving Speerpunt Een dynamisch
Vanaf 2012 wordt het wijkprogramma niet meer in boekvorm uitgegeven.
activiteitenoverzicht
De informatie uit het wijkprogramma wordt digitaal aangeboden via
(wijk- en
www.leeuwarden.nl.
dorpsprogramma’s), via
Het activiteitenoverzicht en de kaart uit het wijkprogramma worden in 2012 nog
website inzichtelijk voor
fysiek aangeboden: een overzicht met een kaart die mogelijk nog een keer wordt
de burgers/wijkpanels
bijgewerkt gedurende het jaar, maar niet altijd up-to-date is. In 2012 wordt deze informatie ook verder gedigitaliseerd, zodat we in 2013 een dynamische wijkkaart en activiteitenoverzicht hebben. Dit levert voor burgers een beeld op van de activiteiten die in hun omgeving plaatsvinden.
Algemeen Beperking
Er is € 150.000 bezuinigd op wijkpanelbudgetten m.i.v. 2011. ISV-wijken hebben
wijkpanelbudgetten ISV-
geen wijkbudget meer gedurende de ISV-periode tot en met 2014. Gedurende deze
wijken
periode wordt vanuit het ISV-budget geïnvesteerd in deze wijken. De gemeentelijke bezuiniging is structureel ingevuld. Punt van zorg c.q. aandacht is er voor de periode na 2014. Vanaf het jaar 2015 is er geen dekking aanwezig om de ISVwijken weer te voorzien van een wijkpanelbudget. In het kader van de taakstelling op de bedrijfsvoering wordt de formatie van het team wijkmanagement met 1 formatieplaats teruggebracht. In verband hiermee wordt het wijk- en dorpsprogramma gedigitaliseerd en wordt de werkwijze enigszins aangepast. De bezuiniging heeft geen gevolgen voor het relatiebeheer van de wijkpanels en dorpsbelangen.
Samenwerking met de
Door formatievermindering bij het team wijkmanagement moet de inzet van
projecten in de
wijkmanagement in de wijken zo efficiënt mogelijk plaatsvinden. Waar dat mogelijk
Stedelijke vernieuwings-
is, wordt de (gemeentelijke) projectleider van de ISV3-wijken eerste aanspreekpunt
en aandachtwijken
voor de wijk in plaats van de wijkmanager. In de stedelijke vernieuwing- en aandachtwijken wordt aangesloten bij de projectorganisatie.
126
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (15)
Programma Algemene Dekkingsmiddelen en onvoorzien (15) Raadscommissie:
Portefeuillehouder:
Programmamanager:
Bestuur en Middelen
Wethouder A. Ekhart
L. van Santen
Lasten en Baten totale programma
Rekening 2010
Lasten
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
42.266
34.010
25.895
33.147
30.901
27.407
Baten
211.053
179.378
172.910
173.724
169.626
160.300
Saldo
168.788
145.368
147.015
140.577
138.725
132.893
Overige
Totaal
lasten
lasten
Beleidsproduct
Kapitaal- Apparaatslasten
Algemene belastingen
kosten 7
2.476
Stelposten c.a. Algemene baten en lasten
1.191
baten
3.675
24.608
20.933
285
466
752
312
-440
2.867
17.283
20.150
8.864
-11.286
97
97 44
134.667
134.623
Onvoorzien Gemeentefonds
Bedragen x € 1.000 Totaal Saldo
44
-97
Financieringen en beleggingen
470
77
631
1.178
4.459
3.281
Totaal
477
5.750
19.669
25.895
172.910
147.015
Onderstaand worden de beleidsproducten nader gespecificeerd en (deels) toegelicht.
Algemene belastingen Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012
Bedragen x € 1.000 Raming Raming Raming 2013 2014 2015
Lasten BHP005 Heffing en invordering algemeen BHP015 Roerende-zaakbelastingen
1.398
1.255
1.385
1.385
1.385
1.385
22
20
0
0
0
0
1.954
1.075
995
995
995
995
BHP490 Waardering onroerende zaken
955
954
921
921
921
921
BHP491 Vergunningen en ontheffingen
358
327
352
338
338
338
16
21
22
22
22
22
4.703
3.651
3.675
3.661
3.661
3.661
265
196
235
235
235
235
0
100
0
0
0
0 24.553
BHP489 Onroerende-zaakbelastingen
BHP492 Precariobelasting Totaal Baten BHP005 Heffing en invordering algemeen BHP015 Roerende-zaakbelastingen BHP489 Onroerende-zaakbelastingen
23.505
23.683
24.198
24.316
24.434
BHP490 Waardering onroerende zaken
0
0
0
0
0
0
BHP491 Vergunningen en ontheffingen
34
21
21
21
21
21
BHP492 Precariobelasting
198
152
154
154
154
154
Totaal
24.003
24.151
24.608
24.726
24.844
24.963
Saldo lokale heffingen
19.300
20.501
20.933
21.065
21.183
21.302
127
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (15)
Stelposten Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012
Bedragen x € 1.000 Raming Raming Raming 2013 2014 2015
Lasten BHP001 Overige stelposten
268
7.993
752
-235
8.560
5.429
BHP499 Nog te realiseren taakstellingen
0
0
0
-666
-1.014
-1.027
BHP506 Saldo van de financieringsfunctie
0
0
0
113
113
113
268
7.993
752
-787
7.659
4.515
104
369
312
1.329
1.537
1.732
BHP499 Nog te realiseren taakstellingen
0
-38
0
60
92
122
BHP506 Saldo van de financieringsfunctie
0
0
0
167
153
153
104
331
312
1.556
1.782
2.007
-163
7.662
-440
2.343
-5.877
-2.507
Totaal Baten BHP001 Overige stelposten
Totaal Saldo stelposten ca.
Algemene baten en lasten Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012
Bedragen x € 1.000 Raming Raming Raming 2013 2014 2015
Lasten BHP008 Gemeentebrede indirecte kosten BHP013 Kabellegging BHP501 Arbeidsmaatr. en bovenformat. BHP503 Algemene lasten en baten BHP505 Werken voor derden BHP512 Zorg voormalig personeel BHP513 Saldi kostenplaatsen BHP515 Mutaties reserves Totaal
1.555
1.187
1.232
1.233
1.233
99
123
134
0
0
1.233 0
418
120
184
195
195
195
5.197
2.820
2.319
9.349
9.290
9.282
183
172
1.137
1.271
271
271
1.449
1.639
1.619
1.452
1.186
871
-872
1.467
623
771
913
905
27.151
13.960
12.901
14.809
5.301
5.301
35.179
21.488
20.150
29.080
18.388
18.058
101
123
134
0
0
0
0
0
62
72
72
72
6.430
2.025
65
4.067
4.000
4.000
557
281
137
271
271
271
0
0
0
0
0
0 529
Baten BHP013 Kabellegging BHP501 Arbeidsmaatr. en bovenformat. BHP503 Algemene lasten en baten BHP505 Werken voor derden BHP512 Zorg voormalig personeel BHP513 Saldi kostenplaatsen BHP515 Mutaties reserves Totaal Saldo algemene baten en lasten
128
0
1.148
497
432
517
32.595
5.353
7.970
6.347
3.754
696
39.682
8.930
8.864
11.189
8.614
5.568
4.503
-12.558
-11.286
-17.891
-9.774
-12.489
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (15)
Onvoorzien Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012
Raming 2013
Bedragen x € 1.000 Raming Raming 2014 2015
Lasten BHP007 Onvoorzien structureel
37
6
6
7
7
7
BHP495 Onvoorzien incidenteel
0
89
91
91
91
91
-37
-94
-97
-98
-98
-98
Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012
Raming 2013
Totaal saldo
Gemeentefonds Bedragen x € 1.000 Raming Raming 2014 2015
Lasten BHP494 Algemene uitkering
42
59
44
44
44
44
BHP494 Algemene uitkering
139.615
140.579
134.667
132.111
130.244
123.639
Saldo algemene uitkering
139.573
140.520
134.623
132.067
130.200
123.595
Baten
Algemene uitkering De Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds beoogt gemeenten voldoende eigen middelen te verstrekken om haar taken uit te voeren. De omvang van het gemeentefonds is gekoppeld aan de omvang van de rijksbegroting met een aantal correcties. Nadat de omvang van het gemeentefonds is vastgesteld wordt dit vervolgens verdeeld over de gemeenten op basis van zogenaamde objectieve verdeelmaatstaven. Deze verdeelmaatstaven moeten ertoe leiden dat iedere gemeente eenzelfde voorzieningenniveau in stand zou kunnen houden. De actuele ontwikkeling van de uitkering voor de gemeente Leeuwarden wordt geschetst onder paragraaf 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie’.
Financieringen en beleggingen Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012
Bedragen x € 1.000 Raming Raming Raming 2013 2014 2015
Lasten BHP488 Treasury BHP496 Beheer deelnemingen BHP506 Saldo van de financieringsfunctie BHP516 Bespaarde rente Totaal
1.463
370
396
383
383
364
62
58
205
205
205
205
0
209
113
113
113
113
511
89
463
464
464
464
2.036
725
1.178
1.165
1.165
1.146
1.310
241
265
252
252
233 410
Baten BHP488 Treasury BHP496 Beheer deelnemingen
491
177
410
410
410
-211
613
678
167
153
153
6.058
4.356
3.107
3.480
3.480
3.480
Totaal
7.648
5.387
4.459
4.309
4.295
4.276
Saldo financiering en beleggingen
5.613
4.661
3.281
3.144
3.130
3.130
BHP506 Saldo van de financieringsfunctie BHP516 Bespaarde rente
129
2 Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (15)
Beheer deelnemingen De gemeente heeft aandelen in een aantal vennootschappen. Onder dit hoofd zijn enerzijds de toegerekende rentelasten over de boekwaarde van de aandelen opgenomen en anderzijds de verwachte dividendopbrengst. Saldo van de financieringsfunctie De investeringen die door de gemeente gedaan worden brengen een vermogensbeslag met zich mee. Om dit vermogensbeslag te kunnen financieren, trekt de gemeente vreemd vermogen aan of zet zij haar reserves en voorzieningen in. In beide gevallen brengt dit rentekosten met zich mee (te betalen rente aan derden c.q. bespaarde rente van reserves en voorzieningen). Deze rentekosten worden via de methodiek van de renteomslag toegerekend aan de investeringen en op deze wijze ten laste van de desbetreffende programma’s gebracht. Na de toerekening van de rente via de methodiek van de renteomslag aan de diverse programma’s resteert altijd een saldo. Voor de begroting 2012 bedraagt dit batige netto saldo € 565.000 (€ 678.000 minus 113.000).
130
2 Beleidsbegroting
2.2
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
Paragrafen
2.2.1 Lokale heffingen Deze paragraaf gaat over het tarieven- en kwijtscheldingsbeleid aangaande gemeentelijke belastingen en overige heffingen. 2.2.1.a Algemeen De totale opbrengst aan belastingen en overige heffingen bedraagt in 2012 circa € 53,2 mln. Dit bedrag komt overeen met ongeveer 15% van de totale gemeentelijke baten. In tabel 3 zijn de opbrengsten van de lokale heffingen weergegeven: Bedragen x € 1.000
Tabel 3 Opbrengsten per belastingsoort per jaar
Omschrijving heffing
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
23.505
23.683
24.198
0
100
0
Algemene heffingen (programma Algemene dekkingsmiddelen) Onroerende-zaakbelastingen Roerende-zaakbelastingen Precariobelasting Subtotaal
198
152
296
23.703
23.935
24.494
11.579
10.114
9.727
651
577
609
Bestemmingsheffingen (overige programma’s) Afvalstoffenheffing Begraafrechten Hondenbelasting
412
388
397
Leges Burgerzaken
1.737
1.724
1.538
Parkeerbelastingen
2.535
2.250
3.071
Marktgelden
120
166
200
Leges omgevingsvergunning
1.189
2.149
2.413
Rioolheffing
8.957
10.176
10.439
Overige heffingen (m.n. leges)
554
1.103
349
Subtotaal
27.734
28.647
28.743
Totaal generaal
51.437
52.582
53.237
De opbrengsten in tabel 3 zijn bruto vermeld, dus zonder rekening te houden met kwijtschelding, bezwaarprocedures en aan het rijk af te dragen leges en dergelijke. 2.2.1.b Tarieven gelijktijdig met begroting vaststellen Aan de in deze begroting opgenomen belastingopbrengsten liggen bepaalde aannames rond de hoogte van de tarieven ten grondslag. De belastingtarieven en het tarievenbeleid worden daarom gelijktijdig met de begroting vastgesteld. Op die manier vormen de tarieven integraal onderdeel van de politieke discussie rondom de begroting. De formele vaststelling van de tarieven gebeurt bij het vaststellen van de belastingverordeningen in de vergadering van de raad in december. Het accent zal dan liggen op de fiscaaljuridische aspecten. 2.2.1.c Tarievenbeleid algemeen Het tarievenbeleid voor 2012 ziet er als volgt uit: •
Uitgangspunt voor de tarieven 2012 zijn de tarieven 2011 gecorrigeerd voor inflatie. Afhankelijk van de aard van de belasting wordt 2,25% inflatiecorrectie toegepast (overwegend prijsgevoelige heffingen, zoals
131
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
de OZB)20 of 1,4% (overwegend loongevoelige heffingen, zoals de bouwleges). Eventuele extra verhogingen worden expliciet in deze paragraaf voorgelegd. Bij vorenstaande tariefsaanpassing geldt een aantal uitzonderingen: •
Bij alle heffingen waar een relatie is tussen het gebruiken van een bepaalde voorziening/dienst en het betalen voor deze voorziening/dienst geldt een wettelijke maximumgrens van 100% kostendekking. Dit betekent in sommige gevallen dat de tarieven niet verhoogd kunnen worden met inflatie.
•
Indien wettelijk het tarief is gemaximaliseerd, wordt het maximaal mogelijke tarief gehanteerd (paspoorten rijbewijsleges bijvoorbeeld).
In tabel 4 wordt voor het deel van de heffingen waar de kostendekkendheid van belang is een aantal basisgegevens over 2012 verstrekt. Tabel 4
Soort heffing
Grondslag tarief
%
Stijging
kosten-
/daling
dekkend-
tarieven
heid
2012 t.o.v.
100,0%
-/- 4,2%
Toelichting
2011 Afvalstoffenheffing
100% kostendekking
Hondenbelasting
100%
100,0%
-/- 0,2%
kostendekking Rioolheffing
100%
Verrekening saldo na afloop van het jaar via reserve Verrekening saldo na afloop van het jaar via reserve
100,0%
1,4%
Verrekening saldo na afloop van het jaar via reserve
kostendekking Begraafrechten
Historisch bepaald
63,7%
Bruggelden
Historisch bepaald
24,5%
0%
Marktgelden
Historisch bepaald
88,0%
1,4%
Brandweerrechten
Historisch bepaald
46,4%
1,4%
Havengelden
Historisch bepaald
79,1%
1,4%
Historisch bepaald
100,0%
1,4%
Historisch bepaald
16,3%
1,4%
Historisch bepaald
62,1%
1,4%
4,4%
Leges: Historisch Centrum Leeuwarden Persoonsinformatie (uittreksels bevolkingsregister e.d.) Identificerende documenten (paspoort, rijbewijs, etc.)
In een aantal gevallen is sprake van wettelijke maximumtarieven.
Advisering derden
Historisch bepaald
100,0%
1,4%
Historisch bepaald
31,4%
1,4%
burgerzaken Burgerlijke stand Drank - en Horeca div.
Historisch bepaald
8,0%
1,4%
Omgevingsvergunning c.a.
Historisch bepaald
83,3%
1,4%
Om tekorten onderdeel ‘bouwen’ op te vangen komt B&W nog met voorstel om tarieven fors te verhogen.
20
De voor het komende begrotingsjaar toegepaste inflatiecorrecties zijn een combinatie van de verwachte inflatie voor
het komende jaar en correcties op de toegepaste inflatiecorrecties in voorgaande jaren. Als bijvoorbeeld in de begroting van voorgaande jaren van een verwachte inflatie van 3% was uitgegaan, maar in werkelijkheid was de inflatie slechts 2%, dan wordt in de begroting van het komende jaar deze 1% (3% -/- 2%) weer gecorrigeerd.
132
2 Beleidsbegroting
Soort heffing
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
Grondslag tarief
%
Stijging
kosten-
/daling
dekkend-
tarieven
heid
2012 t.o.v.
Toelichting
2011 Kadaster landmeten
Historisch bepaald
22,0%
1,4%
Verkeersbesluiten en
Historisch bepaald
80,9%
1,4%
Historisch bepaald
100,0%
1,4%
vergunningen Kabellegging
Bij de historisch bepaalde tarieven zijn de tarieven in het verleden al of niet met een kostprijsberekening onderbouwd vastgesteld en zijn deze de jaren daarna steeds geïndexeerd voor de inflatie. Soms zijn extra verhogingen toegepast om de mate van kostendekkendheid te vergroten. Bij de tarieven met 100% kostendekking als grondslag zijn de tarieven gebaseerd op 100% kostendekkendheid. Op het moment dat om wat voor reden dan ook het idee ontstaat dat bepaalde tarieven onredelijk zijn (lees: te hoog), vindt incidenteel alsnog een kostprijsberekening of tariefvergelijking met andere gemeenten plaats om de redelijkheid van het tarief te toetsen. 2.2.1.d Tarievenbeleid specifiek Voor een aantal belastingen (bijvoorbeeld OZB en rioolheffing) worden afwijkende uitgangspunten toegepast. In het bijzonder geldt dat voor een aantal afspraken dat in het kader van het collegeprogramma 2010 – 2014 is gemaakt rond het tarievenbeleid gelet op het streven naar kostendekkendheid. Hierna zal afzonderlijk op de verschillende belastingen worden ingegaan. 2.2.1.e Uitvoering Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) Op grond van de Wet WOZ wordt jaarlijks de economische waarde van de onroerende zaken in Leeuwarden bepaald en vervolgens meegedeeld aan de belanghebbenden. Voor het belastingjaar 2012 geldt als waardepeildatum 1 januari 2011. Op basis van de uitkomsten van de taxaties tot dusverre wordt voor 2012 bij de woningen uitgegaan van een waardedaling van 2,5 % en bij de niet-woningen van een waardedaling van 3,7 %. Zie ook tabel 5 voor het verloop over de afgelopen jaren. Tabel 5 Stijgingspercentage WOZ-waarde t.o.v. voorgaande jaren
2008
2009
2010
2011
2012
Woningen
9,0%
1,0%
-/- 0,5%
-/- 2,9%
-/- 2,5%
Niet-woningen
5,3%
2,0%
1,0%
-/- 2,5%
-/- 3,7%
2.2.1.f Onroerendezaakbelastingen (OZB) De OZB bestaat feitelijk uit drie afzonderlijke belastingen: •
Een belasting voor de gebruikers van niet-woningen.
•
Een belasting voor de eigenaren van niet-woningen.
•
Een belasting voor de eigenaren van woningen.
Bij de berekening van de tarieven OZB wordt van bepaalde vaste verhoudingen uitgegaan. Hiermee wordt beoogd om een stabiele lastendruk te bevorderen en daarmee de acceptatiegraad van de lokale belastingen. Tussen het gebruikers- en eigenarentarief is een vaste verhouding van 1 : 1,25. Daarnaast is er een vaste verhouding tussen het aandeel van de woningen en de niet-woningen in de totale opbrengst. Met deze laatste verhouding wordt voorkomen dat verschillen in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen leiden tot verschillen in ontwikkeling van de belastingdruk.
133
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
Tabel 6 Vaste verhoudingen opbrengsten OZB
2010
2011
2012
Woningen
39,0%
40,3%
40,3%
Niet-woningen
61,0%
59,7%
59,7%
100,0%
100%
100,0%
Totaal
In tabel 7 is voor een aantal jaren aangegeven wat het reële stijgingspercentage van de tarieven OZB (exclusief correctie WOZ-waarde) is ten opzichte van het voorafgaande jaar: Tabel 7
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012
%-stijging t.o.v. voorgaand jaar
0,8 %
2,2 %
0,1%
-/- 0,5%
2,25%
Bij de stijgingen en dalingen van de tarieven in tabel 7 is geen rekening gehouden met de aanpassing van de tarieven als compensatie van de wijzigingen in de WOZ-waarde. In geval van een waardestijging worden de tarieven verlaagd; in geval van een waardedaling verhoogd. Dit heeft echter geen gevolgen voor de reële belastingdruk (opbrengst OZB blijft ongewijzigd). Ondernemersfonds Met ingang van 2009 is een ondernemersfonds in Leeuwarden ingesteld. Dit houdt in dat de tarieven van de OZB voor de niet-woningen in heel Leeuwarden met 5,5% extra verhoogd zijn en dat de meeropbrengst (€ 746.000 in 2012) volledig in een door de ondernemers zelf beheerd fonds gestort wordt. Dit fonds kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de bekostiging van de Sinterklaasintocht of het plaatsen van feestverlichting. In de loop van 2011 zal een evaluatie van het Ondernemersfonds plaatsvinden. 2.2.1.g Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Hier is sprake van een wettelijke inzamelplicht. In tabel 8 zijn de tarieven afvalstoffenheffing van de voorgaande jaren en de voorgestelde voor 2012 weergegeven: (in €)
Tabel 8 Absolute ontwikkeling tarieven afvalstoffenheffing
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012
Stijging 2012 t.o.v. 2011
Eenpersoonshuishouden
241,46
246,77
240,65
194,08
167,63
-/- 13,6 %
Meerpersoonshuishouden
276,49
282,57
275,56
252,30
251,44
-/- 0,3 %
Bij de tariefdifferentiatie tussen een- en meerpersoonshuishoudens werd tot en met 2010 van een vaste verhouding van 1 : 1,15 uitgegaan. Bij motie is op 15 december 2010 door de raad besloten om deze verhouding voor 2011 te wijzigen naar 1: 1,3 en voor 2012 naar 1: 1,5. Uitgangspunt voor de vaststelling van de tarieven van de afvalstoffenheffing is dat deze de kosten voor 100% moet dekken. Ten opzichte van 2011 zijn de verwerkingskosten opnieuw licht gedaald. Daarnaast wordt een bedrag van € 770.000 onttrokken aan de Reserve egalisatie heffingen. Dit betekent per saldo een daling van het tarief van 13,6% voor de eenpersoonshuishoudens en een daling van 0,3% voor de meerpersoonshuishoudens. De gemiddelde daling van de afvalstoffenheffing is 4,2%. Het eenmalige karakter van de onttrekking aan de reserve egalisatie heffingen in 2012 van € 770.000 betekent overigens wel dat het tarief in 2013 naar verwachting weer met 9% zal stijgen.
134
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
2.2.1.h Rioolheffing De kosten voor riolering worden aan de burgers in rekening gebracht via een afzonderlijke rioolheffing. Bij de kostentoerekening van de rioolheffing worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
100% kostendekkendheid. Basis van de kosten is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009 - 2012.
•
Eigenaren nemen 54% van de te verhalen kosten van het riool voor hun rekening en de gebruikers 46%.
•
Binnen het gebruikersdeel nemen de woningen 73% van de kosten voor hun rekening en niet-woningen 27%.
De voorgestelde tarieven rioolheffing zien er als volgt uit: Tabel 9 Ontwikkeling tarieven rioolheffing
Rioolheffing Eigenaren % van de WOZwaarde
Tarief
Tarief
Tarief
Tarief
Tarief
%-stijging 2012 t.o.v.
2008
2009
2010
2011
2012
2011
0,0495
0,0500
0,04889
0,05754
0,06127
1,4%
% € 60,05
1,4%
%
%
%
%
Gebruikers woningen EPHH
€ 50,18
€ 51,29
€ 51,37
€ 59,22
Gebruikers woningen MPHH
€ 75,27
€ 76,94
€ 77,06
€ 88,83
€ 90,08
1,4%
€
€
€ 169,67
€ 190,47
€ 193,14
1,4%
€ 56,50
€ 63,43
€ 64,32
1,4%
Gebruikers niet-woningen (=> 10 m3) Gebruikers niet-woningen
165,78
169,42
€ 82,89
€ 56,42
(< 10 m3) De tarieven voor de rioolheffing worden alleen gecorrigeerd voor de inflatie (1,4%). Het tarief voor de eigenaren wordt daarnaast met 5,1% verhoogd ter compensatie van de daling (gemiddeld) van de WOZwaarde van 5,1%. Per saldo heeft deze 5,1% verhoging dus geen gevolgen voor de hoogte van de aanslag. 2.2.1.i Hondenbelasting De hondenbelasting wordt geheven van de houder van een hond. In Leeuwarden wordt de hondenbelasting als bestemmingsheffing behandeld, waarbij de hondenbelasting dient ter dekking van de kosten voor hondenvoorzieningen (vervuiler betaalt). Met ingang van 2011 worden eventuele overschotten of tekorten op het product ‘Hondenvoorzieningen’ verrekend met de Reserve egalisatie heffingen. Op grond van een bijstelling van de aantallen honden naar boven en een bijdrage van ca. € 23.000 uit de Reserve egalisatie heffingen kunnen de tarieven in 2012 verlaagd worden met 0,2%. Ook in 2012 zal weer intensief gecontroleerd worden op het hondenbezit. De afgelopen jaren zijn als gevolg van extra aantallen honden de tarieven verlaagd. Omdat in het kader van de bezuinigingen op grond van het collegeprogramma 2010-2014 extra kosten aan de hondenbelastingen worden toegerekend, is de komende jaren naar verwachting geen ruimte meer voor verdere tariefsverlaging. Behalve voor het dekken van de kosten van de hondenvoorzieningen wordt de hondenbelasting gebruikt als instrument om het aantal honden te reguleren. Om die reden is sprake van een progressief tarief. De volgende progressie wordt gehanteerd: •
tweede hond, 1,5 maal het tarief van de eerste hond;
•
iedere volgende hond, 2 maal het tarief van de eerste hond;
•
voor kennels geldt 3 maal het tarief van de eerste hond.
135
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
In tabel 10 is de ontwikkeling van de tarieven over de afgelopen jaren aangegeven: (in €)
Tabel 10 Ontwikkeling tarieven hondenbelasting
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012 Stijging 2012 t.o.v. 2011
Eerste hond
75,69
70,00
69,00
68,72
68,55
-/- 0,2 %
Tweede hond
113,54
105,00
103,50
103,08
102,83
-/- 0,2 %
Iedere volgende hond
151,38
140,00
138,00
137,44
137,10
-/- 0,2 %
Kennel
227,07
210,00
207,00
206,16
205,65
-/- 0,2 %
2.2.1.j Parkeerbelastingen In 2009 is het geactualiseerde parkeerbeleidsplan door de raad vastgesteld. Op grond hiervan zou zowel in 2011 als 2014 een verhoging van 10% worden doorgevoerd. De eerste stijging in 2011 is in verband met werkzaamheden Zaailand in het collegeprogramma doorgeschoven naar 2013. In het richtinggevende debat voor de begroting 2012 is besloten deze verhoging in 2012 al door te voeren. 2.2.1.k Leges Algemeen Leges worden geheven voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. De tarieven worden verhoogd met de maximaal de inflatiecorrectie van 1,4%. Zie ten aanzien van de bouwleges ook het Programma Wonen (8). 2.2.1.l Overige rechten De tarieven van deze rechten worden verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,4%. Het gaat hierbij onder andere om brandweerrechten, havengelden en marktgelden. De bruggelden worden om praktische redenen (mooi rond bedrag) niet verhoogd. In het kader van het collegeprogramma 2010 – 2014 worden bij de begraafrechten in de periode 2011 – 2014 de tarieven jaarlijks –afgezien van inflatie - met 3% extra verhoogd. 2.2.1.m Kwijtscheldingsbeleid Het verlenen van kwijtschelding is aan wettelijke regels gebonden. Strenger toepassen van deze regels is toegestaan, ruimhartiger toepassen niet. Het beleid van de gemeente Leeuwarden is er altijd op gericht geweest om de wettelijke kwijtscheldingsmogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten. Daarnaast streeft de gemeente er naar de kwijtscheldingsregeling zo eenvoudig mogelijk voor de burgers toe te passen. De gemeente kan zelf bepalen welke belastingen al dan niet voor kwijtschelding in aanmerking komen. In Leeuwarden is kwijtschelding mogelijk van: De OZB woningen, de rioolheffingen woningen en de afvalstoffenheffing (met uitzondering van de extra container). De kosten voor kwijtschelding stijgen fors in 2012. Dit heeft vooral te maken met de verruiming van de kwijtscheldingsregels. Conform het bestaande beleid gaan wij uit van een zo ruimhartig mogelijke toepassing. De verruiming betreft een tweetal zaken: 1.
kwijtschelding voor kleine ondernemers (tot 1 april 2011 was dit niet mogelijk);
2.
verruiming van de vermogensnorm (kwijtschelding is nu mogelijk tot een vermogen van maximaal € 25.000!).
Door bijvoorbeeld een minder hoog bedrag aan vermogen toe te staan, kunnen de kosten van kwijtschelding verlaagd worden. De effecten van de verruiming van de kwijtscheldingsregels zijn lastig in te schatten. Vooralsnog wordt van onderstaande bedragen uitgegaan. Voorgesteld wordt om op grond van het bestaande beleid ook in 2012 vooralsnog van de meest ruimhartige toepassing van de wettelijk toegestane kwijtscheldingsnormen uit te gaan. Mede afhankelijk van hoe een en ander financieel uitpakt wordt bij de begroting 2013 een voorstel gedaan voor een minder ruimhartige toepassing van de kwijtscheldingsnormen.
136
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
(in €)
Tabel 11 Kwijtgescholden belastingbedragen per belastingsoort per jaar
Belastingsoort
Rekening
Rioolheffing
Begroting
Begroting
2008
2009
2010
2011
2012
19.484
13.329
20.000
20.000
1.479.000
1.681.990
1.634.366
1.475.000
1.555.000
363.000
388.570
389.525
497.000
557.000
59.000
58.255
54.462
0
0
1.950.000
2.148.299
2.091.682
1.992.000
2.132.000
Hondenbelasting Totaal
Rekening
49.000
OZB Afvalstoffenheffing
Rekening
2.2.1.n Lokale lastendruk In onderstaande voorbeelden wordt een benadering gegeven van de ontwikkeling van de lokale lastendruk in Leeuwarden over een aantal jaren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de waarde van de onroerende zaak precies met het gemiddelde stijgingspercentage wijzigt in de loop van de jaren. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de belastingdruk voor particulieren en bedrijven in 2012 gelijk blijft. Dit is echter een gemiddelde situatie, met name bij woningen met een hogere WOZ-waarde dan het gemiddelde dalen de lasten licht. Voorbeeld 1: Hierbij wordt uitgegaan van een meerpersoonshuishouden, dat een eigen woning bezit met een WOZ-waarde in 2012 van € 178.000. (in €)
Tabel 12 Ontwikkeling lokale lastendruk voor standaard meerpersoonshuishouden
Belastingsoort
2008
2009
2010
2011
2012
OZB
242
248
240
242
248
Afvalstoffenheffing
276
283
276
252
251
Rioolheffing
168
171
169
194
199
686
702
685
688
698
-/- 1,0
2,3
-/- 2,4
0,4
1,5
Totaal Stijgingspercentage t.o.v. voorgaand jaar Voorbeeld 2:
Hierbij wordt uitgegaan van een eenpersoons huishouden, dat een huurwoning heeft met een WOZ-waarde van € 106.000. (in €)
Tabel 13 Ontwikkeling lokale lastendruk voor standaard éénpersoonshuishouden
Belastingsoort OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal Stijgingspercentage t.o.v.
2008
2009
2010
2011
0
0
0
0
2012 0
241
247
241
194
168
50
51
51
59
60
291
298
292
253
228
-/- 4,3
2,4
-/- 2,0
-/- 13,4
-/- 9,9
voorgaand jaar
137
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Lokale heffingen
Voorbeeld 3: Hierbij wordt uitgegaan van een ondernemer, die een eigen bedrijfspand heeft met een WOZ-waarde van € 2.627.000. Het waterverbruik is 4.300 m3 per jaar. (in €)
Tabel 14 Ontwikkeling lokale lastendruk voor standaard bedrijf
Belastingsoort OZB Rioolheffing Totaal Stijgingspercentage t.o.v.
2008
2009
2010
2011
2012
14.075
15.073
15.090
14.136
14.470
4.255
4.307
4.297
4.808
4.893
18.330
19.380
19.387
18.944
19.363
1,4
5,7
0,0
-/- 2,3
2,2
voorgaand jaar De stijging van de lasten in 2009 in voorbeeld 3 wordt grotendeels veroorzaakt door een extra verhoging van de OZB met 5,5% in verband met de invoer van het ondernemersfonds. Jaarlijks worden tal van onderzoeken gepubliceerd over de lokale lastendruk (Ministerie van Financiën, FNV, Consumentenbond, COELO, regionale dagbladen, etc.). Een van de bekendste onderzoeken is de ‘Atlas van de lokale lasten’ van het onderzoeksinstituut COELO (verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen). In het betreffend onderzoek over 2011 wordt Leeuwarden gekwalificeerd als een gemeente met gemiddelde woonlasten in verhouding tot de andere grote gemeenten. Zie verder ook www.coelo.nl. In onderzoeken naar lasten voor het bedrijfsleven wordt Leeuwarden over het algemeen als relatief duur gekwalificeerd. Dit komt vooral door de hoge tarieven voor de OZB niet-woningen. Zie bijvoorbeeld het jaarlijkse onderzoek van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (zie www.kvk.nl). Ook hier geldt dat door het gematigde tarievenbeleid van de afgelopen 10 jaar de relatieve positie van Leeuwarden aan het verbeteren is.
138
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
2.2.2 Weerstandsvermogen In deze paragraaf staat in welke mate de gemeente in staat is om onverwachte gebeurtenissen (risico's) met een financiële impact op te vangen (met de weerstandscapaciteit). De paragraaf Weerstandsvermogen is op een andere manier ingericht dan in de vorige begroting. Vooral de wijze waarop de omvang van de risico’s wordt vastgesteld is ingrijpend aangepast. 2.2.2.a Simulatieprogramma Voor de begroting 2012-2015 zijn alle risico’s, dus inclusief de risico’s van de grondexploitaties door een simulatieprogramma van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) verwerkt. Het resultaat van een dergelijke simulatie is dat met een bepaalde mate van zekerheid gesteld kan worden of de beschikbare weerstandscapaciteit toereikend is om de financiële gevolgen van die risico’s op te vangen. 2.2.2.b Samenhang risicopositie gemeente Leeuwarden en totale weerstandscapaciteit Aangezien de weerstandscapaciteit uit een aantal componenten bestaat die ieder voor zich bedoeld zijn voor bepaalde groepen risico’s is in figuur 2 schematisch de samenhang weergegeven tussen de totale risicopositie van de gemeente Leeuwarden en de totale weerstandscapaciteit: Figuur 2
In deze paragraaf komen de algemene risico’s aan de orde. In de paragraaf Grondbeleid (2.2.7) worden de risico’s van de grondexploitaties uitgebreid behandeld en afgezet tegen de daarvoor beschikbare weerstandscapaciteit. Voor inzicht in de samenstelling van het risicoprofiel van de grondexploitatie wordt dan ook verwezen naar deze paragraaf. Bij het inventariseren van de risico’s Grondexploitaties is onderscheid gemaakt tussen de risico’s van de grondexploitatie Zuidlanden en de risico’s van de overige grondexploitaties. De risico’s van de grondexploitatie Zuidlanden zijn vervolgens gesplitst in risico’s op korte termijn (2010-2014)
139
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
en op lange termijn (2015-2025). Dit is gedaan omdat voor deze drie groepen risico’s binnen de grondexploitaties twee onderdelen van de totale weerstandscapaciteit beschikbaar zijn. De risico’s op lange termijn van de grondexploitatie Zuidlanden kunnen en moeten worden opgevangen ten laste van het verwachte resultaat van die grondexploitatie. Voor de korte termijn risico’s van Zuidlanden en voor de risico’s van de overige grondexploitaties is de reserve Grondbeleid als weerstandscapaciteit beschikbaar. Er is dus in dit verband ook belangrijk onderscheid tussen enerzijds de weerstandscapaciteit die bestaat uit de Algemene Reserve (AR) en Reserve grondbeleid en anderzijds het resultaat van de grondexploitatie Zuidlanden. De genoemde reserves zijn daadwerkelijk per direct beschikbaar voor de korte termijn risico’s en kunnen daarom ook bij elkaar opgeteld worden. Het resultaat van de grondexploitatie Zuidlanden moet nog in de periode 20152025 gerealiseerd worden en kan dus niet samengevoegd worden met de genoemde reserves en is ook alleen beschikbaar voor de lange termijn risico’s van de grondexploitatie Zuidlanden. Daarom is het resultaat grondexploitatie Zuidlanden door middel van een stippellijn gekoppeld aan de totale weerstandscapaciteit. Risico’s verbonden aan de majeure projecten maken geen deel uit van de bovengeschetste totale risicopositie. Deze risico’s worden geïdentificeerd en beheerst binnen de betrokken projectaanpak en budgettair afgedekt binnen de betrokken projectbegroting. 2.2.2.c Resultaten simulatie Zoals gezegd zijn de geïnventariseerde risico’s verwerkt door het simulatieprogramma. In figuur 3 worden de uitkomsten van die simulatie weergegeven. Figuur 3
Ten aanzien de algemene risico’s’ is uit de simulatie als resultaat gekomen dat met 90% zekerheid gesteld kan worden dat voor die risico’s een weerstandscapaciteit nodig is van minimaal € 10,9 mln. De laagste stand van de AR in de meerjarenraming 2012-2015 bedraagt € 11,3 mln. Hieruit mag de conclusie worden getrokken dat
140
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
de verwachte laagste stand van de AR net voldoende is om de algemene risico’s op te vangen. Maar het is ook duidelijk dat er niet veel speling in zit. En dit geeft meteen aan welke vraag door de nieuwe werkwijze (opnieuw) beantwoord moet worden: Wat is de gewenste verhouding tussen de omvang van de algemene risico’s en de omvang van de AR? De nu voorziene stand van de AR is immers beduidend lager dan het bedrag dat in het verleden min of meer als ondergrens is bepaald: € 16 mln. Op deze vraag wordt aan het eind van deze paragraaf ingegaan. De algemene risico’s die zijn geïnventariseerd staan in tabel 15. weergegeven. De risico’s staan in volgorde van invloed op het berekende totale bedrag van de algemene risico’s.
141
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Tabel 15 Overzicht algemene risico’s
Nr. R115
Risicogebeurtenis Overschrijding budget
Kans 80%
bijstandsuitkeringen (wet BUIG)
Financieel
Opmerking
9.600.000 Aan dit risico ligt in essentie een tweetal factoren ten grondslag:
Invloed 61,02%
(1) Wijzigingen in (externe) omstandigheden noodzaken tot het continu analyseren en optimaliseren van (de effectiviteit van) het gemeentelijke re-integratiebeleid. Voor 2012 en mogelijk verdere jaren geschiedt dit tegen een achtergrond van een oplopend cliëntenbestand, aangekondigde wetswijzigingen, afnemende participatiemiddelen, achterblijvend economische herstel in de regio etc. Bijstellingen in beleid vragen vaak om een zekere ‘incubatietijd’ waardoor de gewenste uitgavenreductie niet altijd onmiddellijk optreedt en tijdelijke tegenvallers onvermijdelijk zijn. (2) Als gevolg van imperfecties in het landelijke verdeelmodel is het denkbaar dat het aan Leeuwarden toegekende budget, objectief gezien, niet toereikend is om alle uitgaven te dekken (gegeven een optimale inzet van reintegratieinstrumenten). Het van beide factoren afgeleide risico van € 9,6 mln is gebaseerd op een overschrijding van 10% over het budget voor 2011 ( ca. € 46 mln), gedurende twee jaar. De overschrijding van 10% is, op basis van de huidige regelgeving, de maximale tegenvaller die voor rekening van de gemeente komt, zonder voor compensatie door het rijk in aanmerking te komen.
R118
Niet realiseren taakstelling op onderwijshuisvesting
80%
1.000.000 In het verleden is in de gemeentelijke meerjarenraming een taakstelling opgevoerd van € 270.000 per jaar verband houdende met een veronderstelde opbrengst uit de herbestemming van vrijkomende schoolgebouwen. De daadwerkelijke herontwikkeling van de schoolgebouwen loopt in de praktijk om uiteenlopende redenen bijzonder stroef waardoor de geraamde opbrengst de afgelopen jaren bij lange na niet is gehaald. Deze tegenvallers zijn in die jaren dan ook als onontkoombare uitzettingen verwerkt in de ramingen van de financiële positie. Ook voor de komende meerjarenraming moet rekening gehouden worden met het niet volledig realiseren van deze taakstelling. Indien de realisatie van de taakstelling zich in hetzelfde
142
6,41%
2 Beleidsbegroting
Nr.
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Risicogebeurtenis
Kans
Financieel
Opmerking
Invloed
trage tempo voltrekt als de afgelopen jaren kan het risico op ca. € 1 mln worden gekwantificeerd. R116
Tekorten bekostiging openbaar
20%
primair onderwijs (stichting Proloog)
3.000.000 Gelet op de urgente problematiek bij de Stichting Proloog moet
4,92%
rekening gehouden worden met het treffen van gemeentelijke steunmaatregelen. Er zijn inmiddels een aantal maatregelen getroffen (raadsbesluit juni 2011) in het kader van de risicobeheersing. Ook hebben bestuur en directie van Proloog een akkoord gesloten met de bonden over de aanpak van de belangrijkste financiële (personele) problematiek. Onzekerheden in het verloop van het herstelplan van Proloog maken dat het vermelde risicobedrag noodgedwongen een sterk arbitrair karakter heeft.
R117
Tekorten bekostiging Sociale Werkvoorziening (Caparis NV)
80%
700.000 Gelet op de financiële situatie in 2011 is de kans groot dat in 2012
4,42%
weer sprake zal zijn een negatief exploitatieresultaat dat door de aandeelhouders moet worden gecompenseerd. Aangenomen wordt dat de situatie niet wezenlijk zal veranderen en dat er rekening gehouden moet worden met een mogelijk verlies van € 3,5 mln waarvan 22% voor rekening komt van de gemeente Leeuwarden. Voor 2012 en daarna geldt voorts dat gemeenten te maken krijgen met een ingrijpende wijziging van de WSW. Er moeten vergaande bezuinigingen worden opgevangen en de omvang en samenstelling van de doelgroep wijzigt. Dit betekent o.a. dat de in het kader van het Collegeprogramma 2011-2014 ingeboekte bezuiniging van € 493.000 structureel in 2013 zeer twijfelachtig wordt, tenzij besloten wordt om deze besparing te verdisconteren in het nieuwe, ontschotte reintegratiebudget dat in 2013 van start gaat. In dat geval is er geen financieel risico waarvoor weerstandscapaciteit aangehouden moet worden. Binnen het nieuwe re-integratiebudget is ruimte voor het volledig dekken van de kosten van de uitvoering van de WSW door Caparis NV (inclusief compensatie taakstelling) maar dit beperkt uiteraard wel de ruimte voor het doen van andere uitgaven in het kader van de re-integratie. Aangezien de geldende beleidslijn is dat rijksmiddelen in eerste instantie ingezet worden voor het doel waarvoor ze worden ontvangen en in principe niet worden aangevuld met
143
2 Beleidsbegroting
Nr.
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Risicogebeurtenis
Kans
Financieel
Opmerking
Invloed
gemeentelijke middelen is in deze risico-simulatie ervan uit gegaan het niet kunnen realiseren van de ingeboekte taakstelling geen risico vormt. Als onderdeel van de bredere problematiek rondom de toekomst van Caparis en het bijbehorende financiële kader moet hier nog een definitief besluit over genomen worden. Verder geldt dat vanaf 2012 Caparis NV ingepast moet worden in de nieuwe WSW en de WWNV. De bedrijfsstructuur moet zodanig worden aangepast dat Caparis klaar is voor een toekomstige rol binnen de uitvoering van de WSW. Er wordt vooralsnog van uit gegaan dat het rijk voldoende middelen beschikbaar stelt om de herstructureringskosten van Caparis volledig af te dekken. R124
Door derden opgelegde
10%
scopewijzigingen in projecten
5.000.000 Veel investeringsprojecten worden niet alleen door Leeuwarden betaald
4,02%
maar ook door andere partijen (rijk, provincie). Onder druk van cofinanciering is het soms onvermijdelijk dat een grotere financiële bijdrage geleverd moet worden aan investeringen dan in eerste instantie de bedoeling was.
R119
WMO: autonome groei doelgroep
70%
700.000 Het risico is aanwezig dat het bezuinigingspakket van de
3,94%
veranderagenda niet voldoende is om de bestedingen binnen de beschikbare budgetten te krijgen omdat meer mensen, bijvoorbeeld als gevolg van vergrijzing, een beroep doen op de WMO. Ondanks dat verschillende maatregelen zoals het invoeren van eigen bijdragen drempelverhogend werken bestaat de kans op een toenemend gebruik van de voorzieningen. De WMO is en blijft een open einde regeling. Een budgetoverschrijding als gevolg van deze groei vraagt om aanvullende beleidsmaatregelen. Het risico betreft de mogelijke overschrijding die optreedt in de tijd die nodig is om tot beleidsaanpassingen over te gaan. De uitgaven van de WMO zijn ongeveer € 20 mln. Als de autonome vraag naar WMO- voorzieningen ondanks alle maatregelen toch met 3,5% toeneemt nemen de kosten met € 700.000 toe. De ontwikkeling van de WMO-uitgaven wordt strak gemonitord; de raad wordt via de kwartaalrapportages regelmatig geïnformeerd. R120
Meer/ingewikkelder procedures dan vooraf ingeschat
50%
800.000 Er worden jaarlijks procedures gevoerd en op basis van de trend van de afgelopen jaren wordt een schatting gemaakt van het bedrag dat hiervoor moet worden opgevoerd. Voor bekende, reeds lopende
144
3,17%
2 Beleidsbegroting
Nr.
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Risicogebeurtenis
Kans
Financieel
Opmerking
Invloed
procedures is hiervoor centraal een voorziening ingesteld (voorziening lopende procedures). Het is echter onzeker of de voorziene bedragen voldoende zijn. In verschillende jaren kan er een grote variatie in bijvoorbeeld het aantal en de omvang van de procedures zijn en of kunnen er in één jaar grote claims worden toegewezen. Tijdens projecten wordt zoveel mogelijk op reductie van claims gestuurd door o.a. goede contractvorming. Voorts moet nog specifiek rekening gehouden worden met het volgende. Eind jaren 90 is ten behoeve van de Bullepolder (Blitsaerd) grond verworven. In één van deze transacties is inbegrepen dat er een nabetaling zou plaatsvinden als bepaalde percelen van bestemming zouden wijzigen. Deels is de bestemming gewijzigd door het aanleggen van een fietspad. De claimhouder beroept zich nu op het maximale bedrag (€ 1,4 mln). Uit onderzoeken die extern zijn gevoerd, lijkt dit bedrag aan de hoge kant en is voorzichtigheidshalve rekening gehouden met € 0,5 mln. Er wordt in deze zaak gekeken of via een civiele procedure het claimbedrag kan worden verlaagd, of dat een schikking daarvoor een beter instrument is. R121
Verslechterende verhouding tussen kosten en opbrengsten bouwleges
50%
600.000 Door de economische crisis zijn de baten bij een aantal producten zoals
2,38%
bouwleges, markten en kermissen lager dan begroot. Het probleem is het meest nijpend bij de bouwleges. Voor 2012 is een opbrengst geraamd van € 2,4 mln. De realisatie in 2010 en -naar verwachting2011 bedraagt circa de helft, € 1,2 mln. Aan de kostenkant is er door een beperking van de flexibele schil in het personeelsbestand een besparing mogelijk van € 450.000. In de tweede helft van 2011 zal een voorstel worden gedaan om het verschil verder te verkleinen door tot tariefsverhoging over te gaan. Indien dit voorstel door de raad wordt aangenomen resteert een beperkt risico van ca € 200.000 per jaar. Vooralsnog wordt aangenomen dat dit risico zich hooguit gedurende een periode van 3 jaar voordoet.
145
2 Beleidsbegroting
Nr. R122
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Risicogebeurtenis
Kans
Garantstellingen en leningen
50%
Financieel
Opmerking
525.000 De gemeente heeft, voornamelijk in het kader van het economisch
Invloed 2,10%
beleid, een aantal garantstellingen en leningen verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Gedeeltelijk zijn deze gefinancierd uit het stimuleringsfonds werkgelegenheid. In die gevallen wordt het risico verbonden aan deze steunmaatregelen ook gedekt uit dat fonds waardoor er dus geen sprake is van een aanvullend risico voor het weerstandsvermogen. De risicotaxatie van € 525.000 heeft betrekking op een drietal garantstellingen die niet door middel van het stimuleringsfonds zijn afgedekt. R129
R130
Misbruik, diefstal, vernietiging en
10%
2.500.000 Ondanks alle beveiligingsmaatregelen bestaat er een kleine kans op
vernieling van apparatuur, informatie
misbruik, diefstal, vernietiging en vernieling van apparatuur, informatie
en documenten
en documenten waardoor financiële schade kan ontstaan.
Frictiekosten door vermindering
10%
aantal grote projecten
2.000.000 In principe is van te voren te zien dat er in de toekomst minder grote
1,89%
1,50%
projecten uitgevoerd gaan worden. Het is echter niet altijd mogelijk hier tijdig op in te spelen en onmiddellijk kosten terug te brengen. Dekking door rendabele uren in projecten valt weg.
R123
Minimabeleid
50%
300.000 De minimaregelingen met een open eind karakter, de
1,18%
langdurigheidstoeslag, bijzondere bijstand en declaratieregelingen dragen vanwege hun karakter een risico van overschrijding in zich. R127
Niet realiseren geraamde inkomsten
10%
OZB
1.200.000 Aan de geraamde OZB-inkomsten liggen complexe berekeningen ten
0,99%
grondslag waarbij op een aantal momenten aannames gedaan moeten worden. Het risico bestaat dat hierbij fouten gemaakt worden of dat aannames achteraf niet (helemaal) juist blijken te zijn. Gelet op de beheersmaatregelen in de betrokken processen is overigens sprake van een beperkt risico.
R131
126
Niet verzekerde objecten of
5%
1.250.000 Hoewel zeer klein, bestaat de kans dat gemeentelijke eigendommen
onvoldoende verzekerd tegen schade
niet of niet voldoende zijn verzekerd dan wel dat ondanks een
van eigendommen
verzekering de verzekeringsmaatschappij niet tot uitkering overgaat.
Leegstand en te kort schietende onderhoudsbudgetten vastgoed
40%
150.000 Het risico bestaat dat voor gemeentelijke gebouwen geen huurder (meer) aanwezig is waardoor huurderving/leegstand ontstaat. Uitgaande van de huidige situatie is gezien de doorlopende contracten sprake van een beperkt risico. Mogelijkerwijs zal dit risico in toekomst stijgen als gevolg van voorgenomen beleidshervormingen (cultuur,
146
0,50%
0,47%
2 Beleidsbegroting
Nr.
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Risicogebeurtenis
Kans
Financieel
Opmerking
Invloed
maatschappelijk vastgoed) en daarmee gepaard gaande herbestemming van gemeentelijk vastgoed. Aangezien de besluitvorming in deze dossiers nog niet concreet is zijn deze mogelijke aanvullende risico’s nog niet meegenomen in de inventarisatie. Het onderhoud van panden wordt bijgehouden in een planningsprogramma, Planon genaamd. Hierin is per pand het benodigde onderhoudsbedrag voor een periode van 10 jaar opgenomen. Deze bedragen zijn vervolgens meegenomen in de voorziening onderhoud. Hoewel de voorziening daarmee op peil is kan de situatie zich voordoen dat bij werkzaamheden of onverwachte gebeurtenissen dit bedrag onvoldoende blijkt. Ook afwijkende indexering van eenheidsprijzen is een risico. R128
ICT systemen zijn niet beschikbaar
10%
500.000 Er bestaat een kans op uitval van ICT-systemen. Er zijn uitwijk- en
(centrale systemen van ICT-Service
noodstroomvoorzieningen waardoor de gevolgen zoveel mogelijk
waardoor alle applicaties down gaan)
beperkt blijven. Herstelacties als gevolg van informatieverlies,
0,39%
bijvoorbeeld als er sprake is van langdurige uitval, is verzekerd tot € 500.000. R125
Naheffing door foutief toepassen van
20%
fiscale wet- en regelgeving en
200.000 Naar aanleiding van periodieke controles door de belastingdienst blijkt
0,32%
soms dat om uiteenlopende redenen naheffingen worden opgelegd.
onvolledige afdracht loonheffing en pensioenpremies R133
Ongunstige uitspraak in zaak
5%
500.000 Sita en Van Gansewinkel hebben via procedures bij de Europese
gemeente Leeuwarden vs. Sita/Van
commissie en de Rechtbank Leeuwarden de gemeente ervan beticht
Gansewinkel
dat het contract met Fryslân Milieu niet conform de Europese
0,21%
aanbestedingsregels tot stand is gekomen en elementen van staatssteun bevat. Beide procedures zijn in het voordeel van de gemeente uitgevallen. Sita en Van Gansewinkel zijn inmiddels in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank. Daarbij is de eis verbreed tot de opdrachten van de gemeente aan Afvalsturing Friesland NV. De gemeente heeft zich tegen deze eisvermeerdering verzet, en is daarin in het gelijk gesteld. Als Sita c.s. alsnog in hoger beroep in het gelijk worden gesteld kan dit theoretisch leiden tot een gedwongen openbare aanbesteding van de opdrachtverstrekking en het
147
2 Beleidsbegroting
Nr.
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
Risicogebeurtenis
Kans
Financieel
Opmerking
Invloed
terug betalen door Fryslân Milieu van dat deel van de ontvangen vergoedingen dat als staatssteun wordt aangemerkt. Beide gevolgen zijn niet op voorhand ongunstig voor de gemeente. Indirect kan sprake zijn van incidentele bijkomstige schade voor de gemeente als gevolg van een mogelijke schadeclaim door Fryslân Milieu in verband met vroegtijdige ontbinding van het contract en afwaardering van de deelneming in het bedrijf. R132
Niet tijdig beslissen op aanvraag vergunning evenement
15%
125.000 Het risico ontstaat wanneer sprake is van onvoldoende sturing op termijnen. Als niet tijdig beslist wordt op een vergunningaanvraag en de organisator maakt al wel kosten, kunnen deze mogelijk geclaimd worden bij de gemeente. Inmiddels zijn interne procesafspraken geborgd waardoor kans op risico is afgenomen.
Uit de bovenstaande lijst blijkt dat het risico op een overschrijding van het budget voor bijstandsuitkeringen verreweg het grootst is.
148
0,16%
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen
2.2.2.d Omvang Algemene Reserve Alvorens in te gaan op de gewenste omvang van de AR is het nuttig om de functies van de AR in herinnering te roepen: a.
De AR is bedoeld voor het afdekken van algemene risico’s. Door het aanhouden van een reserve voor dit doel wordt voorkomen dat het beleid (drastisch) moet worden aangepast als één of meer risico’s zich in de werkelijkheid voordoen. Aldus wordt de stabiliteit en rust in het uitvoeren van beleid gecreëerd. De AR is dus een risicoreserve.
b.
De AR is bedoeld voor het verwerken van de jaarlijkse begrotingsresultaten. De gemeente Leeuwarden is gehouden om een structureel sluitende meerjarenbegroting vast te stellen. Dit betekent dat de structurele uitgaven en inkomsten in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming minimaal aan elkaar gelijk moeten zijn. Begrotingstekorten en overschotten in de jaarschijven daaraan voorafgaand worden verrekend met de AR. Ook dit zorgt voor rust en stabiliteit omdat hierdoor geen bezuinigingen hoeven te worden doorgevoerd mocht in enige jaarschijf voorafgaand aan de laatste een begrotingstekort ontstaan. De AR is dus ook een egalisatiereserve.
c.
De AR dient bovendien als buffer voor het opvangen van diverse onvoorziene kosten die niet als een risico kunnen worden bestempeld of simpelweg niet als zodanig zijn herkend. Als er bijvoorbeeld iets voorgefinancierd moet worden of een bepaalde uitgave in tijd naar voren of naar achteren schuift. De AR fungeert dan in een begrotingsjaar als smeermiddel.
Tot voor kort was het financieel beleid er op gericht dat na het vervullen van de egalisatiefunctie (dus na het verrekenen van de begrotingsresultaten in de jaarschijven t, t+1 en t+2 de AR een minimum stand moest hebben van € 16 mln voor het opvangen van de algemene risico’s van de gemeente Leeuwarden en voor het vervullen van de bufferfunctie. Aangenomen werd dat € 16 mln toereikend was voor de bufferfunctie en om die risico’s op te vangen zonder dat daar een gekwantificeerde bepaling van algemene risico’s aan ten grondslag lag. Redenerend vanuit deze drie functies van de AR kan met betrekking tot de minimumstand van de AR dan gesteld worden dat deze als volgt is opgebouwd: 1.
De financiële positiebepaling voor de begroting resulteert in een stand van de AR. De hiervoor genoemde egalisatiefunctie van de AR is dan vervuld omdat de structurele begrotingsresultaten met de AR zijn verrekend.
2.
Van de stand van de AR in het voorliggende begrotingsjaar wordt € 1,5 mln afgetrokken; dit is de reservering binnen de AR voor de bufferfunctie.
3.
Het resterende bedrag wordt afgezet tegen de uitkomst van de risico-simulatie. Als het verhoudingsgetal uit de deling laagste stand algemene reserve - € 1,5 mln / uitkomst risico-simulatie: -
tussen de 0,9 en 1,1 ligt, wordt de omvang van de AR toereikend geacht;
-
kleiner is dan 0,9, worden aanvullende maatregelen getroffen waardoor óf de risico’s afnemen óf de stand van de AR verbetert zodat het verhoudingsgetal 1 wordt;
-
groter is dan 1,1 dan kan het surplus ingezet worden voor dekking van incidenteel nieuw beleid.
Voor de voorliggende begroting betekent dit het volgende: Laagste stand AR € 11,3 – buffer € 1,5 / uitkomst risico-simulatie € 10,9 = 0,9 Tenslotte moet in dit verband nog iets opgemerkt worden over de rol van de Tussenrapportage (Turap). In de Turap wordt naast het melden van afwijkingen ook een prognose afgegeven van het rekeningresultaat. De bepaling van de financiële positie vindt plaats vóór het vaststellen van de Turap. Het is denkbaar dat tussen beide momenten tegenvallers optreden die niet in de bepaling van de financiële positie zijn meegenomen en dat na het vaststellen van de Turap nieuwe tegenvallers optreden. Die tegenvallers, mochten ze zich daadwerkelijk voor gaan doen, zijn van invloed op de stand van de AR bij aanvang van het begrotingsjaar. Voorgesteld wordt om daar niets mee te doen als het gaat om de vraag of de stand van de AR aan de hiervoor geformuleerde eis voldoet. De effecten van tegenvallers op de stand van de AR die niet zijn meegenomen bij de bepaling van de financiële positie voor de begroting, worden in de volgende cyclus meegenomen.
149
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Onderhoud kapitaalgoederen
2.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf geeft inzicht in het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Er wordt onderscheid gemaakt in gebouwen, wegen (inclusief kunstwerken), riolering, water en groen. Het beheer en onderhoud van deze kapitaalgoederen heeft raakvlakken met vrijwel alle programma’s uit de programmabegroting. In verschillende programma’s zijn ook de effecten en de financiële vertaling van de beheer- en onderhoudstaken opgenomen. Het gaat om de programma’s Economie en toerisme (recreatiegebieden), Milieu, energie en water (riolering) en Woon- en leefomgeving (onderhoud van verhardingen, waterwegen en kunstwerken, reiniging verhardingen, zwerfvuilbestrijding en openbaar groen). In deze paragraaf wordt een dwarsdoorsnede van deze programma’s gegeven daar waar het onderhoud van kapitaalgoederen betreft. 2.2.3.a Beheersystematiek Het te beheren areaal aan kapitaalgoederen in de openbare ruimte (zoals wegen, riolering, groen) is opgenomen in diverse beheersystemen. Deze systemen ondergaan een migratie om zo tot een meer integrale afstemming te kunnen komen. Daarnaast zijn in de afgelopen periode inspecties uitgevoerd, op basis waarvan de onderhoudsplanning is geoptimaliseerd. De resultaten uit de inspecties zijn gebruikt: •
als input voor collegeprogramma 2010-2014 en de hierin opgenomen ambities en afwegingen;
•
voor aanpassingen in middelen (bijvoorbeeld voor speelvoorzieningen structurele beheer- en
•
voor wijzigingen/bijstellingen in de bedrijfsvoering;
•
voor structurering van het proces areaaluitbreidingen.
onderhoudsmiddelen);
2.2.3.b Omvang van het te onderhouden areaal Om inzicht te bieden in de onderhoudsopgave van de gemeente wordt in tabel 16 aangegeven wat de omvang van het te onderhouden areaal en de bijbehorende financiële middelen zijn. Bedragen x € 1.000
Tabel 16
Te onderhouden areaal in 2012* Onderhoud wegen
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
5.709
5.375
5.209
10.326
10.531
10.818
1.805
1.673
1.695
1.074
1.156
1.059
8.537
8.383
8.768
Onderhoud van ca. 548 ha verharding Riolering Onderhoud van ca. 536 km riool Onderhoud van ca. 12.300 inspectieputten Schoonmaken van ca. 48.750 straatkolken Reinigen van ca. 100 km riool Vervangen van ca. 5,5 km riool Kunstwerken 25 beweegbare bruggen (111.000 passages schepen) 431 vaste bruggen, tunnels, viaducten en steigers Water 12,8 km walmuren 24,3 km zware walbeschoeiing 48,5 km lichte walbeschoeiing 435 ha wateroppervlak (meren, kanalen en vaarten) 200 km (berm)sloot Groen Groene Ster (ca. 400 ha), Froskepôlle (ca. 13 ha), Lwd. Bos (ca. 110 ha), Hempenser Bos (110 ha) Gras ca. 155 ha Gazons ca. 133 ha Beplanting ca. 106 ha
150
2 Beleidsbegroting
Te onderhouden areaal in 2012*
2.2 De paragrafen: Onderhoud kapitaalgoederen
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
Bomen ca. 40.000 Reiniging verhardingen
1.578
1.470
1.568
135
103
106
29.164
28.691
29.223
Schoonhouden wegen en pleinen Onkruidbestrijding op ca. 213 ha (430 ton onkruid) Zwerfvuilbestrijding Zwerfvuilbestrijding op 356 ha Totaal
* De arealen zoals opgenomen zijn inschattingen voor de hoeveelheden stand 1-1-2012.
Per saldo is het totale budget € 532.000 (1,9%) hoger dan in 2011. Dit bestaat enerzijds uit een toename als gevolg van areaaluitbreidingen, waarvoor jaarlijks via onontkoombare uitzettingen en inkrimpingen budget wordt gevraagd, alsmede nominale ontwikkelingen. En anderzijds uit een afname als gevolg van onder meer balanssanering (water/kunstwerken) en ombuigingen op basis van het collegeprogramma. De diverse onderdelen van de openbare ruimte worden onderhouden in overeenstemming met de vastgestelde kwaliteitsniveaus bij Beheer Openbare Ruimte (BOR) in Beeld. Vanaf 2006 vinden er op gezette tijden schouwrondes plaats om te kijken of de afgesproken kwaliteit ten aanzien van het verzorgende deel in de praktijk ook wordt gehaald. 2.2.3.c Wegen Het streefdoel om de staat van de verhardingen voor de gehele stad op kwaliteitsniveau ‘basis’ te onderhouden conform kwaliteitskeuzes ‘BOR in beeld’ geldt ook voor 2012. Het wegennet van de gemeente Leeuwarden omvat globaal 5,5 mln vierkante meter verharding. Onderhoud aan een dergelijk wegennetwerk vergt een gedegen meerjarenplanning. Het beheersysteem ‘MI-2 Wegen’ voorziet erin om een vijftal jaren vooruit te kijken wat betreft de uit te voeren werkzaamheden, waarbij de eerste twee jaren gedetailleerd kunnen worden vastgesteld. Op basis hiervan wordt jaarlijks de planning grotendeels vastgesteld bij de begroting. Dit betekent dat in het betreffende jaar slechts voor een klein deel kan worden ingesprongen op bijzondere situaties van schade, bijvoorbeeld als gevolg van vorst en gladheidbestrijding. Het uitgangspunt is dat werk met werk moet worden gemaakt. Dit betekent dat in voorkomende gevallen diverse werkzaamheden worden gecombineerd. Zo worden bijvoorbeeld herinrichtingen van bepaalde straten zo mogelijk gecombineerd met de vervanging van de riolering. In de praktijk wordt dan bekeken hoe door verschuiving het meest efficiënt gewerkt kan worden. In de tweede plaats wordt hierdoor geprobeerd om zoveel mogelijk overlast te voorkomen (bijvoorbeeld het opbreken van meerdere straten in één wijk). Beleidskader: - Evaluatie BOR in beeld (2009) - Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) 2011-2025 2.2.3.d Riolering Eind 2008 is het verbrede Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2009-2012 door de raad vastgesteld. Accenten in dit GRP zijn: •
het op een verantwoorde wijze scheiden van vuil en (relatief) schoon water, het zogenaamde ‘afkoppelen’;
•
aandacht voor de grondwaterproblematiek.
Het GRP heeft een verbreding gekregen, omdat de gemeente via de Waterwet/wet gemeentelijke watertaken ook zorgplichten voor de behandeling van afstromend hemelwater en het (ondiepe) grondwater heeft gekregen. Ook moet, waar nodig, rekening gehouden worden met de Kader Richtlijn Water. Binnen het GRP is de vervanging en het onderhoud van de riolering geregeld. De eerstkomende jaren wordt er circa 6 km riolering per jaar vervangen. Door de civieltechnische werken en andere activiteiten in de openbare ruimte zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en in te plannen, wordt getracht de (verkeers)overlast te beperken en de middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Dit houdt bijvoorbeeld in dat wegreconstructie- en
151
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Onderhoud kapitaalgoederen
rioleringswerkzaamheden voor zover mogelijk gecombineerd uitgevoerd worden. Soms leidt dit tot het doorschuiven of vervroegen van rioleringsprojecten. In 2012 wordt een nieuw GRP 2013-2016 voorbereid. Beleidskader: - Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2009-2012 (december 2008) - Waterplan De Blauwe Diamant - Jaarlijks Beheerplan riolering 2.2.3.e Water, kademuren, bruggen e.d. De gemeente heeft een onderhoudsplicht om watergangen en -partijen te baggeren. Daarnaast kan sprake zijn van de noodzaak van saneringen als het gaat om vervuild slib. In de afgelopen periode zijn een aantal baggerprojecten uitgevoerd. Bij de vaststelling van het baggeruitvoeringsprogramma 2008-2011 is afgesproken dat er voor de periode daarna duidelijkheid moest zijn over de overdracht c.q. de overname van het stedelijke waterbeheer door Wetterskip Fryslân. De kaders daarvoor zijn begin 2011 vastgesteld. Deze kaders zijn vrij ruim, zodat pas bij de uitwerking duidelijk wordt wat de concrete financiële consequenties voor de gemeente zijn. Wetterskip Fryslân wil uiterlijk 2015 met alle gemeenten concrete afspraken hebben gemaakt. Op grond van de nieuwe Waterwet moet de provincie eind 2012 één of meerdere vaarwegbeheerders aanwijzen voor de Friese vaarwegen. Afhankelijk van de keuze zal dit meer of minder vergaande financiële consequenties voor de gemeente hebben. Omdat bovenstaande ontwikkelingen op relatief korte termijn (een groot) effect op het ‘gemeentelijke waterlandschap’ hebben en omdat het areaal aan gemeentelijke wateren redelijk op diepte is, ligt het niet in de rede nu al een meerjarig baggerprogramma na 2011 op te stellen. Voor kleinschalig regulier baggerwerk is jaarlijks een bedrag van ca. € 200.000 beschikbaar. Een keer in de 5 jaar vinden inspectierondes ‘civieltechnische kunstwerken’ plaats, waarbij de kunstwerken op veiligheid en technische staat worden gecontroleerd. Zo wordt inzicht verkregen in de staat van de kunstwerken. Als er tekortkomingen worden vastgesteld, volgen zo nodig nog gedetailleerde onderzoeken. De consequenties van de inspecties worden vertaald naar de meerjarenplanning met uitvoeringsmaatregelen, waarna ook de financiële gevolgen kunnen worden aangegeven. Beleidskader: - Waterplan De Blauwe Diamant - Baggerbeleidsplan gemeente Leeuwarden en meerjarenplan 2.2.3.f Groen In 2010 is gestart met de technische inspectie van het openbaar groen. Jaarlijks wordt ca. ¼ deel van het areaal geïnspecteerd om de ‘onderhoudstoestand’ in kaart te brengen. Naast de normale groeiomstandigheden zijn zaken als weersomstandigheden, stormschade, vernielingen en specifieke gebruikerswensen van invloed op de beheer- en onderhoudsactiviteiten. In de opgestelde groenbeheerplannen worden, op basis van visies, eenmalige maatregelen of omvormingen voorgesteld. Die moeten vervolgens weer in het reguliere onderhoud worden opgenomen. De actielijst per groenbeheerplan wordt opgenomen in zogenaamde uitvoeringsprogramma’s en vertaald naar wijkprogramma's. Deze actielijst vormt, naast andere bronnen, ook de input voor de integrale werkplanning van de verschillende onderdelen in de openbare ruimte. De organisatie is hierbij in 2011 zodanig ingericht dat de werkzaamheden in het kader van buurtonderhoud en leefbaarheid in de bedrijfsvoering groen zijn geïntegreerd. In 2010 is de conceptlijst met monumentale en waardevolle bomen geactualiseerd. Particuliere eigenaren van monumentale bomen hebben een aanbod gekregen om gebruik te maken van de kennis van gemeentelijke bomendeskundigen voor inspecties en klein onderhoud. Er is een aanvang gemaakt om de monumentale bomen op te nemen bij het actualiseren van de bestemmingsplannen.
152
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Onderhoud kapitaalgoederen
Op basis van het collegeprogramma wordt invulling gegeven aan een ombuiging op het gebied van onkruidbestrijding op verhardingen en ombouw van groen. Deze ombouw richt zich met name op verouderd groen, waarbij een beter aanzicht én goedkoper beheer wordt nagestreefd. In 2011 heeft het college gekozen voor een andere methode van onkruidbestrijding die vanaf 2012 wordt ingevoerd. Relevante beleidsnota’s: - Evaluatie BOR in beeld (2009) - Bomenbeleidsplan - Groenbeleidsplan 2.2.3.g Gebouwen Er zijn ongeveer 150 objecten (exclusief onderwijs) in beheer en onderhoud, met een totaal bruto vloeroppervlak van ongeveer 111.000 m². Hiervan is ongeveer 25.000 m² voor eigen gebruik (Stadhuis, Stadskantoor, Historisch Centrum Leeuwarden, pand Groeneweg 3 Stadstoezicht). Voor eigen gebruik wordt bovendien nog ca. 4.500 m² van derden ingehuurd (Sector Wijkzaken). De brandweerkazerne is op dit moment niet in beheer en onderhoud bij team Vastgoed van de gemeente. Naast deze gebruiksobjecten worden circa 90 kunstwerken verspreid over de gemeente beheerd en onderhouden. De objecten kunnen als volgt nader worden getypeerd: Tabel 17
Gemeentelijk Vastgoed (objecten die in gebruik zijn bij gemeentelijke organisatieonderdelen)
20
Sociaal-cultureel Vastgoed (Buurthuizen, MFC, Harmonie e.d.)
39
Woningen
18
Sport objecten (was- en kleedruimtes en sporthallen)
33
Overige objecten
40
Totaal
150
Van de genoemde objecten vallen er 30 onder de categorie rijks- of gemeentemonumenten. Het regulier onderhoud, zowel kleinschalig als grootschalig, wordt bepaald op basis van een meerjaren onderhoudsplanning, gebaseerd op gebouwinspecties volgens de NEN 2767 systematiek, die eind 2008 zijn uitgevoerd. Deze gegevens zijn ingevoerd in het nieuwe beheersysteem, van waaruit meerjaren onderhoudsprogramma’s (MJOP’s) worden gegenereerd. Een MJOP is een hulpmiddel voor het bepalen van het uitvoeringsprogramma van het betreffende dienstjaar. De gebouwinspecties worden periodiek (eens per drie jaar) herhaald, zodat de onderhoudsbehoefte van de objecten wordt gecontroleerd en de meerjarenplanning wordt geactualiseerd naar de onderhoudsbehoefte van de vastgoedportefeuille. In de begroting voor 2012 is voor het dagelijks onderhoud een bedrag van € 616.000 opgenomen. De storting in de onderhoudsvoorziening bedraagt in 2012 € 1.331.000. Voor het planmatig (groot) onderhoud wordt in 2012 een bedrag van € 1.700.000 onttrokken uit de onderhoudsvoorziening. De geraamde stand van de voorziening bedraagt ultimo 2012 € 830.000. Voor de periode 2013-2015 worden uitgaven voor planmatig onderhoud voorzien tot de volgende bedragen: 2013 € 1.066.000, 2014 € 1.076.000 en voor 2015 € 1.675.000. Ultimo 2015 bedraagt het saldo van de voorziening onderhoud dan € 1.006.000. Voor de beleidsperiode 2007-2010 was extra geld beschikbaar gesteld om nieuwe investeringen in sportaccommodaties te realiseren en om groot en achterstallig onderhoud bij een aantal panden weg te werken. Voor Kalverdijkje zijn enkele plannen gemaakt, waarbij het plan voor concentratie op sportcomplex Kalverdijkje Zuid prevaleert. Op dit moment worden de kostenramingen nader gespecificeerd. In 2012 wordt gestart met de verplaatsing van de rugbyclub van Aldlân naar Kalverdijkje Zuid.
153
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Financiering
2.2.4 Financiering Deze paragraaf gaat over het financieringsbeleid van de gemeente en het daaraan gerelateerde risicobeheer. 2.2.4.a Inleiding Bij financiering gaat het primair om het tegen zo laag mogelijke kosten aantrekken van financiële middelen in geval van een financieringstekort of het tegen zo hoog mogelijke vergoeding uitzetten van gelden in geval van een financieringsoverschot. Een en ander moet uiteraard gebeuren tegen aanvaardbare risico’s. De Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) geeft hier regels voor en spreekt van een ‘prudente’ financiering. De meest elementaire uitgangspunten rond de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Financiële verordening van de gemeente. Deze uitgangspunten zijn nader uitgewerkt in een door het college vastgesteld Financieringsbesluit. In Leeuwarden is al sinds jaar en dag sprake van een financieringstekort (niet te verwarren met een begrotingstekort). Dat wil zeggen dat er - ondanks een sluitende begroting - een tekort is aan liquide middelen. Om toch alle betalingen te kunnen uitvoeren die het uitvoeren van de voorgenomen begroting met zich meebrengt, moet er dus geld geleend worden. Daar is niets mis mee, mits alle uitgaven (waaronder de rente voor geleende gelden) maar gedekt zijn door middel van een sluitende begroting. 2.2.4.b Uitgangspunten renteontwikkeling in de begroting In de begroting 2012 is rekening gehouden met 4,25% rente voor aan te trekken langlopende geldleningen en 2,5% voor kortlopende financiering. Het omslagpercentage, het interne rentepercentage waarmee de rentekosten worden omgeslagen over de diverse investeringen, kan op basis hiervan worden verlaagd van 4,0% in 2011 naar 3,75% in 2012. 2.2.4.c Renterisicobeheer Onder renterisico wordt verstaan de gevoeligheid van de financiële positie van de gemeente voor renteschommelingen. Voorkomen moet worden dat de gemeente in financiële problemen komt in het geval de rente stijgt. Dit risico kan beperkt worden door de financieringsbehoefte zoveel mogelijk te spreiden over de jaren heen, zodat al te grote fluctuaties van de rentekosten voorkomen worden. De mate waarin deze spreiding aanwezig is, wordt uitgedrukt in de zogenaamde renterisiconorm. In de Wet FIDO is het renterisico bepaald op 20% van het begrotingsvolume. In tabel 18 wordt de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven. Bedragen x € 1 mln
Tabel 18
Renterisiconorm en renterisico
2012
2013
2014
2015
0,5
0,3
0,0
0,0
0,5
0,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
17,1
17,2
16,4
16,3
17,1
17,2
16,4
16,3
357,4
357,4
357,4
357,4
20,0
20,0
20,0
20,0
71,5
71,5
71,5
71,5
+54,4
+54,3
+55,1
+55,2
(per 1 januari van het betreffende jaar) 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2
Netto renteherziening
3
Aflossingen
4
Rente risico
5
Begrotingsvolume
6
Het normpercentage
7 Rente risiconorm 8. Ruimte (+)
(1a-1b) (2+3)
(5*6/100) (7-4)
Uit voorgaande tabel blijkt dat de gemeente Leeuwarden ruimschoots binnen de renterisiconorm blijft. Vooralsnog worden op dit terrein dan ook geen specifieke acties overwogen.
154
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Financiering
Ook blijft de vlottende schuld binnen de vastgestelde kasgeldlimiet. Bij een begrotingsomvang van € 357,4 mln bedraagt de toegestane kasgeldlimiet 8,5% van dit bedrag ofwel € 30,4 mln. Dit is het maximale bedrag dat met kort geld mag worden gefinancierd. 2.2.4.d Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Van de uitgezette gelden kan het volgende overzicht worden gegeven. Bedragen x € 1 mln
Tabel 19 Verstrekte geldleningen
Risicogroep
Met/zonder
Restantschuld in
Restantschuld in
(hypothecaire)
euro’s op
euro’s op
zekerheid
01-01-2011
01-01-2012
Woningcorporaties met garanties WSW
Zonder
10,8
4,8
Overige toegestane instellingen (volgens
Zonder
29,3
34,0
40,1
38,8
de Wet FIDO) Totaal
Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw garant staat en de overige leningen ondergebracht zijn bij ondernemingen met een goede kredietwaardigheid kan het risico als minimaal worden beschouwd. Verder zijn er voor € 34 mln leningen aan en aandelen in op afstand gezette bedrijven welke voorheen tot de gemeente behoorden dan wel voortvloeien uit gemeentelijke activiteiten. Hier zitten leningen bij met een aanzienlijk risicoprofiel. Zie hiervoor verder paragraaf 2.2.2 Weerstandsvermogen. Informatie over deze bedrijven is opgenomen in paragraaf 2.2.6 Verbonden partijen. 2.2.4.e Intern liquiditeitsbeheer De betrouwbaarheid van de liquiditeitsprognoses wordt vooral bepaald door de liquiditeitsprognoses van de investeringen. De voortgang van investeringen kan echter sterk beïnvloed worden door externe factoren, zoals milieu effect rapportages en bezwaarprocedures. Bij de huidige vrij stabiele renteontwikkeling zijn de financiële risico’s ten gevolge van misschattingen in het investeringstempo beperkt. 2.2.4.f Financieringsstrategie Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen wordt uitgegaan van integrale financiering. Dat wil zeggen dat steeds gekeken wordt naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling (lange rente hoger dan de korte rente) wordt eerst maximaal met kort geld gefinancierd. Pas wanneer de kasgeldlimiet (de limiet die aangeeft wat maximaal kort gefinancierd mag worden) wordt genaderd, wordt overgegaan tot het aantrekken van middelen op lange termijn. De termijn wordt daarbij bepaald door de lange termijn financieringsplanning. Voor het jaar 2012 wordt verwacht dat € 40 mln aan geldleningen moet worden opgenomen. In de Financiële verordening Leeuwarden 2010 is bepaald dat het college gemachtigd is tot 25% van het begrotingsvolume aan langlopende geldleningen aan te trekken. Voor 2012 is dit bedrag dus € 357,4 mln x 0,25 ≈ 89,4 mln. De geraamde opname van € 40 mln valt hier ruimschoots onder. Tabel 20 Mutaties portefeuille opgenomen leningen
Omschrijving
Bedrag in mln Gemiddelde rente euro’s
Stand op 1 januari 2012
Invloed op gemiddelde rente
294,2
4,28%
40,0
4,25%
0,00%
-17,1
4,28%
0,00%
0
0,00%
0,00%
Renteaanpassing (oud percentage)
0
0,00%
0,00%
Renteaanpassing (nieuw percentage)
0
0,00%
0,00%
317,1
4,28%
0,00%
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 2012
155
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Bedrijfsvoering
2.2.5 Bedrijfsvoering De paragraaf bedrijfsvoering kent met ingang van 2012 een aangepaste opzet. Vanuit de ambities van het collegeprogramma en andere (maatschappelijke) ontwikkelingen wordt ingezoomd op concrete thema’s die de komende periode van bijzonder belang zijn voor de bedrijfsvoering. Er wordt dus afgezien van een (uitputtende) opsomming van alle activiteiten die gerekend kunnen worden tot de reguliere bedrijfsvoering. Qua lay-out en terminologie wordt aansluiting gezocht bij de inrichting van de programma’s uit de begroting. Kerngegevens, zoals die met betrekking tot de stand van de bezuinigingsopgaven, de externe inhuur, de managementletter van de accountant, de leeftijdsopbouw, het ziekteverzuim etc., passen bij het karakter van de jaarstukken en worden vanaf nu alleen daar opgenomen. 2.2.5.a Uitgangspunten bedrijfsvoering Ook Leeuwarden wordt geconfronteerd met schaarser wordende middelen. De terugtredende overheid, het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers en de daarmee gepaard gaande herdefiniëring van burgerschap zoals dat in ons collegeprogramma is opgenomen, wordt ook door het huidige kabinet met kracht ter hand genomen. Dat leidt tot ingrijpende veranderingen, vooral op het terrein van de sociale zekerheid. Die gaan gepaard met decentralisatie van taken naar gemeenten en zijn voorzien van forse taakstellingen. Dit alles stelt hoge eisen aan de bedrijfsvoering. Het lijkt een platitude, maar: nieuwe tijden zijn spannende tijden, ook op het terrein van de gemeentelijke bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering is primair een verantwoordelijkheid van ons college. Een slanke en lenige organisatie is cruciaal voor het realiseren van de ambities van raad en college én een voorwaarde om snel en adequaat in te kunnen spelen op rijksbeleid en op maatschappelijke ontwikkelingen die om een antwoord vragen van Leeuwarden als meest nabije overheid. Belangrijke uitgangspunten uit ons collegeprogramma voor de relatie met burgers, bedrijven en instellingen, zijn onverkort van toepassing op onze organisatie en de bedrijfsvoering:
samenwerken, niet alleen binnen de organisatie, maar ook met burgers en hun vertegenwoordigers zoals
ondernemerschap (in de organisatie noemen we dat persoonlijk leiderschap) staat voor een
wijk- en dorpspanels, instellingen, bedrijven en collega-overheden; organisatiecultuur waarin professionals verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen over hun activiteiten en prestaties;
vertrouwen, levert niet alleen een goede en inspirerende werksfeer op waarin professionals zich gewaardeerd weten en beter presteren, het levert ook een bijdrage aan de zo noodzakelijk vermindering van regel- en controledruk. Zonder vertrouwen, is ondernemerschap onmogelijk.
2.2.5.b Wat willen we bereiken? Bestuur, management en medewerkers bouwen aan een compacte en lenige organisatie waar mensen het beste uit zichzelf kunnen en willen halen, die in staat is om de ambities uit ons collegeprogramma te helpen realiseren en die adequaat kan inspelen op rijksbeleid en (nieuwe) maatschappelijke vraagstukken. We doen dit in de context van minder overheid, meer burger, bezuinigingen, overheveling van rijkstaken en verdere profilering van de gemeente als meest nabije overheid. Een flexibele mix van vaste formatie en externe inhuur is hiervoor noodzakelijk. 2.2.5.c Wat gaan we daarvoor doen? Uit de accountantsrapportages van de afgelopen jaren blijkt dat de gemeentelijke bedrijfsvoering goed ‘in control’ is. Ook zijn we van oordeel dat de bedrijfsvoering een positieve bijdrage levert aan het realiseren van onze ambities en ons helpt in te spelen op rijksbeleid en maatschappelijke ontwikkelingen. Toch moeten we, om dit zo te houden en om onze opgaven te realiseren, de komende jaren blijven werken aan verbetering.
156
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Bedrijfsvoering
2.2.5.d De belangrijkste prestaties om de bedrijfsvoering te verbeteren Prestaties Incidenteel (I) en Structureel (S)
2012
2013
2014
2015
Samenwerken in nieuwe tijden •
het nieuwe werken (I)
X
X
•
personeelbeleid (I)
X
X
•
persoonlijk leiderschap (S)
X
X
X
X
•
burgerschap (S)
X
X
X
X
Blijven presteren met minder middelen •
leanmanagement (S)
X
X
X
X
•
krimp (S)
X
X
X
X
•
nieuw controlemodel (I)
X
X
Organisatie ontwikkeling •
werkplein (I)
X
•
overheveling rijkstaken (I)
X
•
regionale uitvoeringsdiensten (I)
X
X
Toelichting op de belangrijkste prestaties en speerpunten Samenwerken in nieuwe tijden Het nieuwe werken
Het nieuwe werken (werken in nieuwe tijden) moet de organisatie helpen om onze bestuurlijke ambities te realiseren, flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en te blijven presteren met minder middelen. Bij de verdere ontwikkeling van het nieuwe werken is gekozen voor een benadering waarbij steeds de personele, fysieke en ICT componenten in hun onderlinge samenhang worden bezien en aangepakt. De voorbereidingen liggen op stoom. In 2012 worden 3 pilots gehouden, waarna brede implementatie volgt.
Personeelsbeleid
Ook het gemeentelijk P-beleid moet bijdragen aan het realiseren van onze ambities inclusief die met betrekking tot de krimpoperatie. De invoering van de nieuwe gesprekcyclus (sturen op resultaten) en het implementeren van een strategische personeelsplanning zijn belangrijke speerpunten. Ook loopt eind 2012 het Sociaal Akkoord af en zal in 2012 worden beoordeeld of de komende jaren een Sociaal Akkoord nodig is c.q. wat de strekking daarvan moet zijn.
Persoonlijk leiderschap
Persoonlijk leiderschap beoogt bij leidinggevenden en medewerkers het bewustzijn te vergroten dat iedereen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor zijn prestaties en ontwikkeling en dat vervolgens tot uitdrukking te brengen in houding en gedrag (leiding nemen).
Burgerschap
Burgerschap staat voor de ambitie om de verantwoordelijkheidsverdeling tussen burger en overheid ingrijpend te wijzigen. Dat heeft consequenties voor de manier waarop ambtenaren hun werk doen. Er worden pilots gehouden op de terreinen afval en groen.
Blijven presteren met minder middelen Leanmanagement
Het toepassen van de beginselen van leanmanagement zal ook de komende jaren zorgen voor verbetering van de efficiëntie van werkprocessen en voor verhoging van de toegevoegde waarde van de output van werkprocessen voor de afnemer. Hoewel dus zeker niet alleen een besparingsinstrument, is leanmanagement een belangrijk hulpmiddel bij het realiseren van de hierna beschreven krimpopgaven. In 2012 zal leanmanagement beter worden geborgd in de organisatie en worden doorontwikkeld om het rendement van de procesverbetering verder te verhogen.
Krimp
De komende jaren staan o.a. in het teken van de realisatie van de in het collegeprogramma opgenomen bedrijfsvoeringstaakstelling. In totaal € 6,4 mln,
157
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Bedrijfsvoering
waarvan ruim € 3 mln in de lopende periode. In het begrotingsjaar zal de eerste tranche van deze taakstelling gerealiseerd worden (€ 1 mln). De totale bezuinigingsopgave voor de komende jaren zal tot een personeelsreductie leiden van 80-100 fte. Dit los van de capaciteitsuitbreiding als gevolg van de aanstaande decentralisaties van rijkstaken. Naast de taakstelling uit het collegeprogramma gaat het ook om mogelijke personele krimp als gevolg van:
de taakstelling uit de begroting 2010 (€ 1,2 mln te realiseren in 2013);
rijkskortingen op het participatiebudget (formatie van de sector Sociale Zaken, netWerkplein);
ingeboekte beleidsbezuinigingen, zoals boventalligheid onder het ambtelijk personeel van Parnas.
Alles overziende is er sprake van een majeure operatie waarin we alles op alles moeten zetten om de werkgelegenheidsgarantie van het vigerende Sociaal Akkoord overeind te houden tot het einde van de looptijd (ultimo 2012). De inzichten die op dit punt de komende tijd ontstaan, worden ingebracht in de midterm review van het collegeprogramma die voor 2012 op de rol staat. Nieuw controlemodel
Conform de aanbevelingen van de accountant zullen het komende begrotingsjaar forse stappen gezet worden om een uniforme (concernbrede) werkwijze voor de uitvoering van de interne controle te implementeren. Deze nieuwe werkwijze wordt gekenmerkt door een gedifferentieerde risico gestuurde aanpak waarbij een goed evenwicht wordt verkregen tussen de omvang van de controlemaatregelen en het risicoprofiel van het proces in kwestie. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de interne controle wordt in de lijn, bij het management gelegd. Vanuit de controlfunctie wordt op concernniveau een review uitgevoerd op de juiste werking van het systeem. Hierdoor wordt zekerheid geboden dat ondanks alle veranderingen waar de organisatie mee te maken krijgt, het werk wel binnen de van toepassing zijnde kaders en voorschriften wordt uitgevoerd.
Organisatie ontwikkeling NetWerkplein
Door de invoering van de Wet Werken naar Vermogen en forse rijkskortingen op budgetten voor participatie, inburgering en sociale werkvoorziening is een nieuwe visie op de dienstverlening en organisatie van het Werkplein vastgesteld (netWerkplein). Alle veranderingen vragen om een nieuwe toekomstbestendige organisatie die flexibel kan inspelen op veranderende omstandigheden en de noodzaak om steeds meer maatwerk te leveren. Dat betekent o.a. dat de formatie flexibel moet kunnen worden ingezet en dat naast een vaste formatie voor de (wettelijke/WWB) taken een flexibele schil nodig is. Daarnaast ontstaat personele boventalligheid (zie hiervoor de tekst onder ‘Krimp’).
Overheveling rijkstaken
De overheveling van Rijkstaken (Bestuursakkoord) gaat gepaard met forse kortingen op de bijbehorende budgetten. Het is een operatie van een omvang die we nog niet eerder hebben meegemaakt en heeft zowel ingrijpende personele als organisatorische en financiële consequenties. Op het moment van totstandkoming van deze paragraaf (juli 2011) is de informatie nog te summier om hier concreet op in te kunnen gaan. Vast staat dat 2012 op dit terrein veel staat te gebeuren en dat dus ook veel inzet en inspanningen kost.
Regionale
Leeuwarden werkt met alle gemeenten in Fryslân, met het Wetterskip en de
Uitvoeringsdiensten
provincie (regisseur) samen om een zogenaamde Friese Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) te vormen. Hier worden vanaf 2012/2013 de complexere milieutaken belegd. In 2012 zullen de effecten voor de gemeentelijke bedrijfsvoering (met name organisatie en personeel) zichtbaar worden.
158
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
2.2.6 Verbonden partijen Deze paragraaf gaat het over het beleid en risicobeheer ten aanzien van verbonden partijen. Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Aan beide voorwaarden moet tegelijkertijd worden voldaan. Dit betekent dat gesubsidieerde instellingen in beginsel niet onder de definitie van verbonden partijen vallen. Weliswaar hebben deze instellingen een financiële relatie met de gemeente Leeuwarden, maar hier ontbreekt de bestuurlijke participatie. Deze relatie heeft het karakter van opdrachtgever-opdrachtnemer. Omdat ook de Stichting Proloog (tot voor kort) niet onder de definitie van verbonden partijen viel is in deze en de vorige versies van de paragraaf verbonden partijen Proloog niet opgenomen. Dat zal in de volgende versie wel gebeuren. Hier zijn goede redenen voor. Ten eerste is door de verstrekte kredietfaciliteit (raadsbesluit juni 2011) er sprake van een sterke financiële relatie. Ook is tegelijk besloten om een gemeentelijk toezichthouder in het bestuur van Proloog te benoemen voor bepaalde tijd. Dit geeft een bestuurlijke relatie. En verder rechtvaardigt het risico op de financiën van Proloog een goed beheersprofiel vanuit de gemeente. 2.2.6.a Uitgangspunten verbonden partijen In de kadernota Verbonden partijen worden de gemeentelijke uitgangspunten genoemd welke de gemeente Leeuwarden hanteert ten aanzien van de verbonden partijen. 2.2.6.b Overzicht met verbonden partijen Het overzicht in tabel 21 is geen limitatieve opsomming. Een aantal verbonden partijen die in de fase van liquidatie zijn ontbreken, vanwege gebrek aan politieke relevantie. Tabel 21 Detailoverzicht van verbonden partijen gerangschikt naar juridische status
Naam verbonden partij
Vestigingsplaats
Zeggenschap
Boekwaarde op 1 jan. 2011 (in €) Deelneming
Lening
Totaal
478.738
478.738
Stichtingen: 1. 2. 3.
St. Ontwikkelingsbedrijf Leeuwarden
Leeuwarden
21
St. Cult. Centrum De Harmonie
20%
Leeuwarden
22 23
St. Kredietbank Nederland
Leeuwarden
1.300.000 1.300.000
Leeuwarden
3.331.328 3.331.328
Vennootschappen: 4. 5. 6a.
WTC Beheer BV
24
Ontwikkelingsmaatschappij Westergo BV Parkeergarages Leeuwarden 25
Harlingen
20%
3.630
3.630
Leeuwarden
50%
5.851.113
346.749 6.197.862
Leeuwarden
42,8%
Leeuwarden
12%
163.361
163.361
261.079
261.079
33.352
33.352
136.134
136.134
9.990
9.990
6b.
Stichting Parkeergarages
7.
NV Afvalsturing
8.
NV Fryslân Miljeu (Omrin)
Leeuwarden
50%
9.
NV Stadsherstel Leeuwarden
Leeuwarden
33,3%
10.
BV Sport
Leeuwarden
100%
11.
Caparis NV
Drachten
22,2%
5.800.000 5.800.000
21
De wethouder van economische zaken is voorzitter van stichtingsbestuur bestaande uit 5 personen. Het bestuur van de Stichting Cultureel Centrum ‘De Harmonie’ wordt benoemd door de gemeente. Besluiten van het bestuur met belangrijke financiële gevolgen hebben de goedkeuring nodig van het college. 23 De gemeente heeft de bevoegdheid om 2 leden in de Raad van Toezicht te benoemen. 24 In 2010 heeft er een organisatorische en juridische reconstructie plaatsgevonden van het WTC concern. Hierbij heeft de gemeente Leeuwarden de aandelen verkocht. In ruil hiervoor heeft de gemeente statutair instemmingsrecht bij belangrijke bestuursbesluiten. Hoewel de gemeente in formele zin geen zeggenschap heeft, blijft door het instemmingsrecht de gemeente wel invloed houden bij belangrijke beslissingen. 25 De gemeente Leeuwarden ‘levert’ 3 van de 7 bestuursleden waaronder de voorzitter. 26 Het eigen vermogen van NV Afvalsturing bedraagt per 31-12-2010 € 37.116.000. Als deelneming is alleen het aandelenkapitaal gewaardeerd omdat de gemeente Leeuwarden geen overheersende invloed heeft. 22
159
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
Naam verbonden partij
Vestigingsplaats
12.
BNG NV
Den Haag
Zeggen-
Boekwaarde op 1 jan. 2011 (in €)
schap
Deelneming
Lening
Totaal
0,21%
290.355
290.355
13a. Enexis Holding NV
Rosmalen
0,0558%
84.150
84.150
13b. Attero Holding NV
Den Bosch
0,0108%
16.287
16.287
Den Bosch
0,0234%
35.289
13c. Publiek Belang
n.v.t
13d. Tijdelijke vennootschappen (3)
35.289
822.161 1.632.172
2.454.333
Publieke Private Samenwerking (PPS): 14a. GEM De Zuidlanden CV
Leeuwarden
100%
158.651
14b. GEM De Zuidlanden BV
Leeuwarden
100%
15.001
10.000
25.001
Leeuwarden
100%
18.000
120.000
138.000
Leeuwarden
40%
8.000
8.000
16a. Blitsaerd CV
Leeuwarden
49%
6.000
6.000
16b. Blitsaerd BV
Leeuwarden
50%
9.000
9.000
17a. Kenniscampus CV
Leeuwarden
32%
17b. Kenniscampus BV
Leeuwarden
33,3%
14c. 15.
De Zuidlanden Part.maatschappij BV 3 Plus BV
Gemeenschappelijke Regelingen :
158.651
320
320
6.000
6.000
27
18.
De Marrekrite
Leeuwarden
1
19.
Hûs en Hiem
Leeuwarden
1
20.
Regio Noord Friesland (MAD)
Leeuwarden
1
21.
Hulpverleningsdienst Fryslân
Leeuwarden
1
22.
Sociale Werkvoorziening
Drachten
1 stem/8
2.2.6.c Beleidsvoornemens en risicobeheer verbonden partijen Hieronder wordt nader ingegaan op het algemeen belang, de beleidsvoornemens voor 2012 en de mogelijke risico´s van de verschillende verbonden partijen, voor zover hierover iets te vermelden valt. Daarbij wordt tevens aangegeven aan welke programma’s door de verbonden partij een bijdrage wordt geleverd. 1. Stichting Ontwikkelingsbedrijf Leeuwarden (OBL) Algemeen belang
Programma: 3
Het bevorderen van vestiging en uitbreiding van industriële bedrijven, handelsbedrijven en instellingen behorende tot de dienstverlenende sector. Met ingang van 2008 is de Stichting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden omgebouwd tot Ontwikkelingsbedrijf Leeuwarden (OBL). Het doel van OBL is het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van bedrijfspanden en terreinen. Het is niet het doel om concurrerend op de vastgoedmarkt op te treden maar door zich te richten op niches in de markt juist aanvullend op deze vastgoedmarkt te opereren.
Beleidsvoornemens voor 2012
OBL blijft een belangrijk instrument voor het vestigen en behouden van bedrijven in Leeuwarden.
Risico’s
De exploitatie van vastgoed brengt wel enige risico’s met zich mee. De risico’s worden beperkt door pas panden te bouwen of te verwerven indien er zekerheid van huuropbrengsten zijn.
27
Bij gemeenschappelijke regelingen wordt de zeggenschap bepaald door het aantal gemeenten (aantal stemmen/aantal gemeenten).
160
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
2. Stichting Cultureel Centrum ‘De Harmonie’ Algemeen belang
Programma: 1
De stichting Cultureel Centrum ‘De Harmonie’ beheert en exploiteert de schouwburg (die eigendom is van de gemeente) en verzorgt de programmering en de distributie van een gevarieerd aanbod aan theater- en muziekvoorstellingen. Tevens verleent De Harmonie ondersteuning aan een aantal festivals en speciale culturele projecten.
Beleidsvoornemens voor 2012
In de statuten van de stichting is opgenomen dat de exploitatietekorten voor rekening van de gemeente komen. Dit heeft over de jaren 2009 en 2010 al geleid tot tegenvallers aan de zijde van de gemeente. In juni 2010 is opdracht gegeven aan BMC om te zoeken naar mogelijkheden iom het exploitatietekort op te lossen. De ambtelijke dienst heeft samen met BMC gezocht naar bezuinigingsmaatregelen dit heeft een pakket van maatregelen opgeleverd. Aan de Harmonie is de opdracht gegeven een sluitende begroting 2012 te presenteren, passend binnen de huidige financiële kaders. De implementatie van het maatregelenpakket zal hierin terug moeten komen. In het licht van deze herstelmaatregelen zal ook de statutair bepaalde aansprakelijkheid van de gemeente voor de verrekening van een nadelig exploitatieresultaat opnieuw worden beoordeeld.
Risico’s
Stichting Cultureel Centrum ‘De Harmonie’ heeft een B3-status. Gemeente Leeuwarden is op basis van de statuten gehouden eventuele ontstane exploitatietekorten van ‘De Harmonie’ voor haar rekening te nemen.
3. Stichting Kredietbank Nederland (KBNL) Algemeen belang
Programma: 5
Het bieden van hulp aan mensen die financiële problemen zijn geraakt is in een individueel belang van de persoon in kwestie. Het voorkomen, bestrijden en vervangen van woeker en andere ongewenste vormen van krediet is ook in het algemeen belang. Om die reden participeert de gemeente Leeuwarden in de Kredietbank Nederland (KBNL). Bovendien is de positie van de gemeente als toezichthouder wettelijk geregeld.
Beleidsvoornemens voor 2012
Geen
Risico’s
De deelnemende gemeenten hebben leningen verstrekt aan de KBNL waarmee de leningen van de KBNL aan cliënten worden gefinancierd. De gemeente Leeuwarden heeft € 1,3 mln geleend aan de KBNL; de KBNL heeft ruim € 1,5 mln uitgeleend aan inwoners van Leeuwarden. Voor het risico op oninbaarheid worden door de KBNL voorzieningen aangehouden (er is daarom geen sprake van een belangrijk risico voor de gemeente Leeuwarden). Bovendien zijn de leningen aangegaan voor onbepaalde tijd.
4. WTC Beheer BV Algemeen belang
Programma: 3 Het bewaken van het beleid van de vennootschap WTC Expo BV en het bewaken van de werkgelegenheid en economische impulsen.
Beleidsvoornemens voor 2012
Geen
Risico’s
De gemeente Leeuwarden heeft een lening verstrekt aan WTC Beheer BV. Door liquiditeitsproblemen heeft WTC Beheer BV uitstel van betaling gekregen voor achterstallige rente en aflossing tot 31 december 2011.
5. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo CV/BV Algemeen belang
Programma: 3 en 7
Duurzame economische ontwikkeling van de industrie en zeehaven in Harlingen onder meer door het verwerven van daartoe bestemde gronden,
161
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
voorts het initiëren en intensiveren van de samenwerking met gemeenten en bedrijven in de Westergozone (gemeenten Leeuwarden, Menaldumadeel, Franekeradeel en Harlingen) Beleidsvoornemens voor 2012
De samenwerking met de Baltische Staten zal worden geïntensiveerd en de samenwerkingsovereenkomst met de haven van Liepaja zal verder worden benut. De grondexploitatie zou oorspronkelijk in 2011 worden afgesloten. In verband met de huidige marktsituatie en de in verband daarmee tegenvallende verkopen is de exploitatie verlengd tot 2016.
Risico’s
n.v.t
6a. Parkeergarages Leeuwarden CV
Programma: 7
6b. Stichting Parkeergarage Leeuwarden Algemeen belang
Het in eigendom verwerven, behouden, beheren en exploiteren van parkeergarages in Leeuwarden en in het bijzonder de parkeergarages Klanderij, Oldehoofsterkerkhof, Hoeksterend en Zaailand.
Beleidsvoornemens voor 2012
De bouw van twee nieuwe parkeergarages bij de Tweebaksmarkt en de Tesselschadestraat vooral t.b.v. van de parkeerbehoefte voor bedrijven. Ook deze parkeergarages zullen worden geëxploiteerd door CV Parkeergarages.
Risico’s
Door investeringen in nieuwe parkeergarages zullen aanloopverliezen ontstaan. In de reserve parkeren is hiermee rekening gehouden.
7. NV Afvalsturing Friesland (Omrin) Algemeen belang
Programma: 12
Zorgen voor de inzameling van afval.
Beleidsvoornemens voor 2012
Geen bijzonderheden te vermelden.
Risico’s
De REC is in 2011 in gebruik genomen. Wel lopen er nog de nodige (bodem) procedures. Vooralsnog lijken de risico’s beperkt.
9. NV Stadsherstel Leeuwarden Algemeen belang
Programma: 1, 3 en 12
Oud stadsschoon zoveel mogelijk te behouden en/of naar eisen van de tijd verbeteren.
Beleidsvoornemens voor 2012
In juli 2011 heeft de NV Stadsherstel zelf het faillissement aangevraagd
Risico’s
Het faillissement is onontkoombaar. Dit betekent dat het gemeentelijk aandelenkapitaal van € 33.352 afgewaardeerd moet worden.
10. BV Sport Algemeen belang
Programma: 1, 2 en 11 De gemeente Leeuwarden heeft de activiteiten die dienen ter uitvoering van het gemeentelijk sportbeleid benoemd als diensten van algemeen economisch belang. Door middel van een aanwijzingsbesluit is BV Sport aangewezen als beheerder en uitvoerder van de diensten van algemeen economisch belang. Het exploiteren van bepaalde sportvoorzieningen wordt geacht in het algemeen belang te zijn omdat exploitatie door private partijen tot een verminderde toegankelijkheid of tot het verdwijnen van de voorziening zou kunnen leiden. Een vermindering van de sportbeoefening door inwoners zou daarvan het ongewenste gevolg kunnen zijn.
Beleidsvoornemens voor 2012
Buiten de reguliere doelstellingen die worden nagestreefd zijn er voor het jaar 2012 geen bijzonderheden.
Risico’s
162
Geen
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
11. Caparis NV Algemeen belang
Programma: 5 Bij Caparis NV kunnen mensen die in aanmerking komen voor een WSW-dienstverband te werk gesteld worden. Voor een deel van de WSW-ers is het niet haalbaar om bij een private of publieke organisatie te werken. Voor dat deel van de populatie is door de gemeente Leeuwarden samen met 7 andere gemeenten Caparis NV opgericht.
Beleidsvoornemens voor 2012
Het kabinet-Rutte heeft ingrijpende wijzigingen aangekondigd op het terrein van o.a. WSW. Die wijzigingen zijn aanleiding voor de GR SW Fryslân geweest om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijke toekomstige rol van Caparis NV binnen uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen. De besluitvorming daarover is in voorbereiding en op moment van schrijven dus nog niet afgerond.
Risico’s
Het niet (tijdig) realiseren van de doelstellingen van het Transitieplan is een financieel risico omdat het schrappen van de extra bijdrage van de gemeente Leeuwarden aan Caparis NV al in de meerjarenraming is opgenomen. Het gaat om het schrappen van een bijdrage van € 493.000 per jaar in 2013. Zie ook paragraaf 2.2.2 Weerstandsvermogen (risicogebeurtenis R117)
14a./14b. GEM De Zuidlanden CV/BV Algemeen belang
Programma: 6 en 12
Het realiseren van een woongebied en van gebieden voor dienstverlening ten behoeve van kantoren, commerciële voorzieningen, etc.
Beleidsvoornemens voor 2012
Begin 2010 heeft de raad besloten om de huidige samenwerking met de marktpartijen binnen de GEM aan te passen. In 2011/2012 zullen de verschillende entiteiten worden geliquideerd en zal de administratie van GEM De Zuidlanden CV/BV in de gemeentelijke administratie worden geïntegreerd.
Risico’s
Doordat de gemeente de grondexploitatie alleen overneemt loopt de gemeente nu ook alleen het totale risico. Hoewel de nieuw opgestelde grondexploitatie een positief resultaat oplevert kunnen marktontwikkelingen dit resultaat beïnvloeden. De Reserve grondexploitatie is voor het opvangen van dit soort risico’s op grondexploitaties ingesteld.
14c. De Zuidlanden Participatiemaatschappij BV Algemeen belang
Programma: 6
Het participeren in GEM De Zuidlanden CV/BV en het beperken van de risico’s voor de gemeente. T.b.v kantoren, commerciële voorzieningen etc.
Beleidsvoornemens voor 2012
Zie nr. 14a./14b GEM Zuidlanden CV/BV.
Risico’s
n.v.t.
15. 3 Plus BV Algemeen belang
Programma: 6 en 12 Het tot stand brengen van diverse woningbouwprojecten in periode 20032015.
Beleidsvoornemens voor 2012
3 Plus BV betreft een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Leeuwarden en Consortium Noord (een samenwerkingsverband tussen de Corporatieholding en een aantal bouwbedrijven). Doel is over de periode 2003 t/m 2015 minimaal 750 woningen te bouwen in verschillende tranches. Dit komt jaarlijks ongeveer neer op gemiddeld 60 woningen. Het betreft hoofdzakelijk de bouw van onrendabele woningen, waarvan het tekort wordt
163
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
aangevuld door overschotten op rendabele bouwprojecten (bijv. in Zuiderburen) en door ISV subsidies. Risico’s
Als gevolg van de economische crisis en de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt is er een risico aanwezig dat het beoogde aantal woningen niet gerealiseerd wordt. Dit leidt echter vooralsnog niet tot een financieel nadeel omdat projecten pas worden uigevoerd indien voor de betreffende woningen voldoende vraag is.
16a./16b. Blitsaerd CV/BV Algemeen belang Beleidsvoornemens voor 2012
Programma: 6 en 12 Het realiseren van een woongebied voor 400 woningen in het dure segment. Voor het oostelijk plandeel wordt een nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht. Hierover is nog discussie met de provincie Fryslân gaande, vanwege de goedkeuring die in 2001 aan een deel van het plan is onthouden. Omdat er nog voldoende kavels beschikbaar zijn in plandeel A zal er vooralsnog niet worden gestart met de aanleg van plandeel B.
Risico’s
Als gevolg van de achterblijvende verkopen komt de resultaatsprognose onder druk te staan. Vooralsnog is er sprake van een positieve exploitatie.
17. Kenniscampus CV/BV
Programma: 2 en 3
Algemeen belang
Gebiedstransformatie, kenniscirculatie; startende ondernemers (studenten).
Beleidsvoornemens voor 2012
In 2012 zullen de werkzaamheden van de 2e fase worden afgerond en de studentenhuisvesting in gebruik worden genomen. De 2e fase behelst onder meer de aanleg van een 2e parkeerhaven en een wandelpromenade van het kennisplein naar het zwembad en de nieuw te bouwen sporthal.
Risico’s
n.v.t.
18. De Marrekrite Algemeen belang Beleidsvoornemens voor 2012
Programma: 3, 7, 11 en 12 Aanleg en onderhoud aanlegvoorzieningen watersport In de bestuursvergadering van 30 juni 2011 hebben de deelnemende partijen (16 gemeenten en provincie) besloten om ook de landrecreatie (fietsknooppunten, routeborden) te gaan beheren. De doelstelling is verder om een provinciale dekking te realiseren. Dit betekent dat alle vaste wal gemeenten in Friesland deelnemer van de Marrekrite moeten worden. De Marrekrite heeft daarom alle nog niet deelnemende gemeenten verzocht om ook deel te nemen. Inmiddels heeft de gemeente Harlingen hiermee ingestemd. Er zijn dan nog 5 niet deelnemende vaste wal gemeenten.
Risico’s
n.v.t
20. Regio Noord Friesland Milieu Adviesdienst (MAD) Algemeen belang
Programma: 6 en 13
Adviezen met betrekking tot milieuvraagstukken, wettelijke taken zoals vergunningverlening/handhaving.
Beleidsvoornemens voor 2012
De formele besluitvorming voor de instelling van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) moet nog door de verschillende gemeenteraden en provinciale staten plaatsvinden. Indien deze RUD in Friesland komt worden de basismilieutaken overgeheveld naar deze RUD. De deelnemende gemeenten in de MAD hebben besloten dat het niet wenselijk is dat er een rest MAD overblijft.
Risico’s
164
n.v.t.
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
21. Veiligheidsregio Fryslân Algemeen belang
Programma: 4 en 10 De Veiligheidsregio Fryslân, bestaande uit de GGD, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en Brandweer Fryslân, is een gemeenschappelijke regeling van alle 27 Friese gemeenten en verzorgt de wettelijke taken op het gebied van veiligheid en gezondheid voor alle inwoners van Fryslân. Het betreft voornamelijk de wettelijke taken, zoals bepaald in de Wet Publieke Gezondheid (WPG) en de per 1 oktober 2010 ingetreden Wet op de Veiligheidsregio.
Beleidsvoornemens voor 2012
De beleidsvoornemens van de HVD zijn vertaald in de Beleidsbegroting 2012, waarin op hoofdlijnen onderscheid wordt gemaakt in twee programma's: Openbare gezondheid en Veiligheid. Wat betreft het programma Openbare gezondheid zijn voor 2012 geen bijzonderheden te vermelden. Belangrijke onderwerpen m.b.t. het programma Veiligheid (brandweerzorg) in 2012 zijn: -
het vaststellen van brandrisicoprofielen (bepalen van de brand risico’s
-
het vaststellen van de te nemen maatregelen om de vastgestelde
per gebied/gemeente); brandrisico’s te beheersen; -
het opstellen van het projectplan regionalisering; hierin zijn de vastgestelde brandrisicoprofielen, de te nemen risicobeheersingsmaatregelen en de benodigde repressieve organisatie opgenomen.
In 2012 krijgt Fryslân daarnaast te maken met een gewijzigde organisatie van de waterongevallenbeheersing. De driedeling: grijpredding (ieder korps), oppervlakteredding, duiken wordt geïntroduceerd. Fryslân zal dan waarschijnlijk gaan beschikken over twee duikteams en tien oppervlaktereddingsteams. In november 2011 start een projectteam met de voorbereidingen van de Regionalisering van de Brandweerzorg. Uitgangspunt hierbij is dat de brandweer in Fryslân per 1 januari 2014 wordt geregionaliseerd. Risico’s
- De Veiligheidsregio Fryslân is volop in ontwikkeling om de bedrijfsvoering op orde te brengen. De veiligheidsregio heeft daarnaast te kampen met de invoering en overname van wettelijke taken in de invoering van de regionalisering van de brandweerzorg. Dit vergroot de druk op de bedrijfsvoering. - In het verlengde hiervan is in de beleidsnota Weerstandsvermogen van de veiligheidsregio opgenomen dat het risico vooral ligt in de capaciteit en kennis van medewerkers.
22. Sociale Werkvoorziening Fryslân Algemeen belang
Programma: 5
Bij de GR SW Fryslân kunnen mensen die in aanmerking komen voor een WSW-dienstverband in dienst worden genomen. Deze mensen worden vervolgens te werk gesteld bij Caparis NV of worden onder begeleiding van Caparis NV gedetacheerd bij een reguliere werkgever. Voor de ontwikkeling en uitvoering van het WSW-beleid is door de gemeente Leeuwarden samen met 7 andere gemeenten de gemeenschappelijke regeling SW Fryslân opgericht. De colleges van de deelnemende gemeenten hebben de middelen en de bevoegdheden tot het gebruik daarvan die zijn verbonden aan de doel- en taakstelling van de WSW overgedragen aan het openbaar lichaam.
Beleidsvoornemens voor 2012
De GR SW Fryslân zal in 2012 verdere uitvoering geven aan de door alle 8
165
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Verbonden partijen
gemeenteraden in oktober 2007 vastgestelde nota Creativiteit in Verbondenheid 2008-2012. De belangrijkste uitgangspunten zijn: 1.
het percentage wsw’ers werkzaam binnen de muren van het SW bedrijf Caparis verkleinen tot circa 33%;
2.
contractafspraken op basis van prestatie-indicatoren tussen GR en Caparis.
Het kabinet-Rutte heeft ingrijpende wijzigingen en bezuinigingen aangekondigd op terrein van o.a. WSW. In 2012 moeten die wijzigingen en bezuinigingen vertaald worden in nieuw toekomstbestendig beleid. Risico’s
De GR belast de kosten en opbrengsten voor de uitvoering van de WSW door aan Caparis NV. De opbrengsten dalen sinds 2011 vanwege het stopzetten van looncompensatie door het rijk en vanaf 2012 ook vanwege het vervallen van de gemeentelijke bijdrage van circa € 950 per SE (WSW-term voor Fte). Zie ook paragraaf 2.2.2 Weerstandsvermogen (risicogebeurtenis R117)
166
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
2.2.7 Grondbeleid Deze paragraaf gaat over het grondbeleid van de gemeente en over het opvangen van de risico’s van grondexploitaties. 2.2.7.a Kaders van het grondbeleid In de nota Grondbeleid (2005) zijn de kaders van het grondbeleid vastgelegd. Leeuwarden kent een actieve grondpolitiek. Daarbij is marktconformiteit en het motto ‘kwaliteit moet betaalbaar zijn’ uitgangspunt. Naast de uitgangspunten van de nota grondbeleid 2005 zijn ook de overgenomen aanbevelingen uit de Quick scan door adviesbureau Newland van belang: •
bij de keuze voor budgettair neutraal resultaat een buffer opnemen (operationele positieve resultaatsverwachting) van 5% van de geraamde opbrengsten;
•
strategische verwervingen: in juni 2008 is door de raad vastgesteld om hiervoor voor de tweede keer een krediet beschikbaar te stellen van € 5 mln, waarvan maximaal € 1,5 mln uit de Reserve grondexploitaties ten behoeve van de eventuele onrendabele top.
2.2.7.b Visie op het Grondbeleid Woningbouw Door de terugloop in woningbouwproductie richt het grondbeleid zich samen met het woonbeleid op maatregelen om de productie op gang te houden. In samenspraak met corporaties en ontwikkelaars is een pakket maatregelen onderzocht. Nog niet in ontwikkeling genomen gronden zullen later ontwikkeld worden dan bij verwerving aangenomen. Zonodig worden bij de jaarrekening te hoge boekwaarden afgewaardeerd (zie ook 2.2.7.e Risico’s). Voor uitleglocaties heeft de gemeente een actieve verwervingspolitiek gevoerd. Bij de planontwikkeling van de uitleggebieden Blitsaerd en De Zuidlanden is daarbij samenwerking gezocht met marktpartijen in de vorm van gezamenlijke exploitatiemaatschappijen. De samenwerking in De Zuidlanden is gewijzigd naar een bouwclaimplus model. De woningbouw in uitleglocaties is hiermee voor de komende jaren gewaarborgd. In de bestaande stad is de Stedelijke vernieuwing in de Vrijheidswijk bijna afgerond. Het laatste deelgebied: Tolhuizen is in ontwikkeling genomen. Een aantal andere binnenstedelijke locaties is in het samenwerkingsverband met marktpartijen, de PPS 3 Plus BV, aangepakt. Ontwikkeling van woningbouw in de dorpen vindt plaats bij Wirdum en Wytgaard. Het gaat om totaal 92 woningen, waarvan de kavels gefaseerd uitgegeven zullen worden. Bedrijventerreinen Uitbreiding van bedrijventerreinen is gepland aan de westkant van de stad en op langere termijn in Nieuw Stroomland. Door het vaststellen van een structuurvisie en een MER is het aanbod van bedrijventerreinen voor lange termijn planologisch gewaarborgd. Regionaal wordt het aanbod van bedrijfsterreinen afgestemd. Actief grondbeleid Het kunnen voeren van een actief grondbeleid wordt bepaald door het risico dat men bereid is te lopen. Hierbij is het hebben van een krediet voor strategische verwervingen en een ontwikkelbudget noodzakelijk. Overigens is de mate waarin actief grondbeleid gevoerd kan worden mede afhankelijk van de risico’s die hiermee gepaard gaan en de ruimte in de Reserve grondexploitaties om deze risico’s op te kunnen vangen. Op dit moment is er praktisch geen ruimte om extra risico’s aan te gaan en ligt de focus op het ontwikkelen van de al aangekochte strategische verwervingen. 2.2.7.c Resultaatbepaling grondexploitatieprojecten Jaarlijks worden alle grondexploitaties volledig herzien. De relatie van de grondexploitaties met de Reserve grondexploitaties is volgens een aantal regels vastgelegd. Deze staan hierna vermeld.
167
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
Afsluiten grondexploitaties Het moment van afsluiten van grondexploitaties is bepaald als 95% van de kavels is verkocht en de verwachte uitgaven nog maximaal € 300.000 bedragen. Voor de nog te verwachten uitgaven wordt (per complex) een voorziening gevormd ter hoogte van de voorziene kosten. Verliezen worden genomen op het moment dat deze uit de jaarlijks op te stellen hercalculatie blijken. Het voorziene verlies wordt op dat moment onttrokken aan de Reserve grondexploitatie en ten gunste van de ‘voorziening verliesgevende complexen’ gebracht. Definitieve vaststelling en afwikkeling van het verlies vindt eveneens plaats als 95% van de kavels is verkocht (normering van 95% geldt voor complexen tot 500 woningen of bedrijventerreinen van maximaal 15 ha, daarboven geldt normering van 98%). Tussentijdse winstneming Tussentijdse winstneming houdt in dat vóórdat de ontwikkeling helemaal klaar is, er al middelen/resultaat uit de grondexploitatie naar de Reserve grondexploitaties wordt geboekt. Dit wordt toegepast in die grondexploitaties waar sprake is van een substantiële winstverwachting. De overige voorwaarden voor tussentijdse winstneming zijn: er zijn het afgelopen jaar grondopbrengsten gegenereerd, minimaal 75% van de verkoopopbrengsten is gerealiseerd, er is sprake van een voordelige (negatieve) boekwaarde, er is geen sprake van specifieke risico’s. De winstneming wordt berekend door het percentage van de grondopbrengsten die gerealiseerd zijn te vermenigvuldigen met de verwachte winst. Dit bedrag wordt gecorrigeerd met renteinvloeden en er mag geen nadelige (positieve) boekwaarde ontstaan. De tussentijdse winstneming wordt toegevoegd aan de Reserve grondexploitaties. Afwaardering gronden in voorraad Ieder jaar wordt van de aanwezige (nog niet in exploitatie genomen) grondvoorraad beoordeeld of de boekwaarde niet hoger is dan de marktwaarde. Zonodig vindt afwaardering plaats. Deze methodiek speelt door vertragingen in de woningbouwmarkt en bedrijfslocaties niet alleen bij Zwettepark Noord en Newtonpark III, waar Leeuwarden dit al een aantal jaren heeft gedaan. Ook locaties die strategisch verworven zijn, stagneren in ontwikkeling en krijgen te maken met risico’s van oplopende boekwaardes door bijgeschreven rente- en tijdelijke beheerslasten. Dit betreft vooral Philipslocatie, LPF-locatie, Bakker Postma-locatie Oldegalileën en Harmoniekwartier. Vanwege de verwachte lange termijn waarop Zwettepark Noord ontwikkeld gaat worden, is in 2011 besloten om deze gronden vooralsnog af te waarderen naar agrarische waarde. 2.2.7.d Reserve grondexploitaties De Reserve grondexploitaties dient om de risico’s in de grondexploitatie op te vangen. Ten gunste van de reserve worden de positieve exploitatieresultaten gebracht. Indien er sprake is van verwachte negatieve resultaten wordt een voorziening ‘verliesgevende complexen’ gevormd ten laste van de Reserve grondexploitatie. Ook kan de reserve worden aangewend voor afwaardering van gronden. De Reserve grondexploitatie vormt dus de weerstandscapaciteit voor de risico’s in de grondexploitaties. In 2011 is gewerkt aan een verfijning van het bepalen van de omvang van de risico’s, zodanig dat deze aansluit bij de werkwijze die ook voor de paragraaf Weerstandsvermogen (2.2.2) wordt gebruikt. De risico’s worden afgezet tegen de hoogte van de reserve. Daarnaast wordt de reserve aangewend om een eventuele onrendabele top van strategische verwervingen af te dekken, waarbij het uitgangspunt is dat vroegtijdige verwerving de mogelijkheid biedt om verliezen te beperken of toekomstige verdienpotentie te genereren. Vanaf 2004 was een bijdrage voorzien uit de Reserve grondexploitatie (van € 0,9 mln per jaar) ten gunste van de exploitatie en SIOF. Er wordt geen rekening gehouden met een structurele afdracht, vanwege de grote onzekerheden als gevolg van de marktomstandigheden. De hercalculaties die naar 1 januari 2011 geactualiseerd zijn (zie ook nota ‘Rapportage voortgang grondexploitaties 2011’) leveren het volgende beeld op: •
tussentijdse winstneming: rekening houdend met de regels van tussentijdse winstneming kan er uit de grondexploitaties Marnixveld/Bodeterrein, Businesspark 1&2a, Businesspark 3, Leeuwarden Oost en Vrijheidswijk Zuidwest, een bedrag van totaal € 2,4 mln toegevoegd worden aan de Reserve grondexploitaties. Dit vindt in 2011 plaats.
168
2 Beleidsbegroting
•
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
positieve resultaten: op waarde van 1-1-2012 laten de grondexploitaties een positief resultaat zien van € 1,5 mln. Dit resultaat komt in de komende jaren ten gunste van de Reserve grondexploitaties. In dit bedrag is al rekening gehouden met de tussentijdse winstnemingen van 2011 (€ 2,4 mln) en met de in 2011 af te sluiten grondexploitaties Vrijheidswijk Zuid-West, Zuiderburen en Leeuwarden Oost (in totaal € 0,4 mln).
•
negatieve resultaten: de exploitaties van de bedrijfsterreinen Businesspark 4 en Newtonpark 4 hebben een nadelig resultaat. Hiervoor is in 2011 ten laste van de Reserve grondexploitaties de voorziening negatieve complexen aangevuld met € 1,6 mln tot een bedrag van € 1,8 mln.
•
Bij de gronden die nog niet in ontwikkeling zijn genomen geldt dat deze jaarlijks beoordeeld worden op boekwaarde versus marktwaarde. In 2011 is Zwettepark Noord voor € 3,2 mln afgewaardeerd naar agrarische waarde ten laste van de Reserve grondexploitaties. Tevens is in 2011 door verkoop van weiland ten westen van De Haak een verkoopresultaat van € 0,4 mln aan de Reserve grondexploitaties toegevoegd.
In tabel 22 staat een overzicht van de lopende grondexploitaties in 2012. De resultaten zijn vermeld op waarde per 1 januari 2012. Dat wil zeggen dat de waarde van het resultaat teruggerekend is naar die datum. Hierdoor zijn bedragen anders dan in de hercalculaties die de waarde op een andere datum laten zien. Bedragen x € 1.000
Tabel 22 Overzicht lopende grondexploitaties in 2012
Verwacht resultaat
Looptijd
op waarde 1-1-2012 WONINGBOUWLOCATIES 19 Vrijheidswijk Tolhuis
voordelig
nadelig
41
2013
21 Vrijheidswijk centrum
210
2012
53 Wirdum Hikkemieden
63
2019
56 Wytgaard uitbreiding
1
2018
Totaal woningbouw
315
BEDRIJVENTERREIN 64 Marnixveld/ Bodeterrein 67 Businesspark 1/2a 70 Sportvelden Hemrik (FVC) 74 Businesspark 3
17
2012
945
2012
1
2014
259
2012
77 Businesspark 4
-914
2018
84 Newtonpark fase 4
-906
2027
Totaal bedrijventerrein
1.222
-1.820
Totaal
1.537
-1.820
De Zuidlanden is in bovenstaande tabel niet opgenomen. In 2012 zal bij de hercalculaties ook inzicht gegeven worden in de resultaten van de lopende deelexploitaties van De Zuidlanden. Bij vaststellen van de bestemmingsplannen in de raad is destijds al aangegeven dat de deelexploitatie van Techum economisch uitvoerbaar is (neutraal of positief resultaat) en de deelexploitaties Jabikswoude en Wiarda een negatief resultaat hebben. Vanaf 2012 zullen de lopende deelexploitaties verwerkt worden als gewone exploitaties. Dit betekent dat voor negatieve exploitaties een voorziening getroffen wordt en dat positieve resultaten verrekend worden met de Reserve.
169
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
Bedragen x € 1.000
Tabel 23 Verwachte ontwikkeling Reserve grondexploitaties
Omvang reserve
2012
2013
2014
2015
2016
13.732
12.703
13.226
13.274
14.238
583
654
673
692
0
0
0
0
-1.041
44
2
-
-571
-175
-177
-178
grondexploitaties per 1 januari Rentemutaties Afdrachten Algemene Reserve / SIOF Resultaten grondexploitaties Afwaardering gronden + overigen 2.2.7.e Risicobeheer Om te kunnen beoordelen of de weerstandscapaciteit voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen en of afroming van de Reserve grondexploitaties mogelijk is, is een analyse gemaakt van deze risico’s. De omschreven risico’s zijn een inschatting per 1 januari 2012. Jaarlijks worden deze opnieuw bepaald, omdat de kans waarmee het risico zich kan voordoen kan wijzigen, er meer inzicht is verkregen in het risico, of het risico door maatregelen is beperkt. Dit jaar is aangesloten bij de systematiek zoals die vorig jaar ook al is gehanteerd voor de paragraaf Weerstandsvermogen (2.2.2). Dat houdt een verfijning in ten opzichte van de tot nu toe gehanteerde methode: risico = kans x effect. In de nieuwe systematiek wordt over alle risico’s ook een totaalkansberekening gemaakt, omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. De aanpassing van de systematiek is begeleidt door het Nederlands Instituut voor Risicomanagement (NAR). •
Milieuhygiëne, archeologie en cultuurhistorie in grondexploitatiegebieden Als gevolg van grondwerkzaamheden in Wytgaard is er sprake van risico voor bodemsanering, het berekende risico bedraagt € 0,35 mln. Archeologische risico’s zijn er in De Zuidlanden. Deze maken onderdeel uit van het risicoprofiel van ‘De Zuidlanden’, zie aldaar.
•
Subsidies Bij de aanvraag van subsidies bestaat altijd de kans dat deze niet, of voor een lager bedrag toegekend worden. Dit wordt meestal veroorzaakt door het onverhoopt niet kunnen voldoen aan de subsidievoorwaarden, zoals het tijdig realiseren van de gesubsidieerde werkzaamheden. Dit speelde bij Newtonpark 4. Op dit moment zijn er geen exploitaties waar nog subsidierisico’s spelen.
•
Planschade, nabetalingsverplichtingen, planologische proceskosten De planschades die nog niet met een planschadeovereenkomst geregeld konden worden en veroorzaakt worden door een ontwikkeling komen uiteindelijk ten laste van de Reserve grondexploitaties. Dit risico is gering. Uit oude koopovereenkomsten kunnen nabetalingsverplichtingen ontstaan, bijvoorbeeld als de gronden een andere bestemming krijgen dan overeengekomen. Indien bij verkochte kavels blijkt dat deze niet aan de gestelde eisen hiervan voldoen, kunnen kopers herstel eisen voor zover dit verwijtbaar is. Overigens wordt dan de aannemer die de werkzaamheden uitgevoerd heeft aansprakelijk gesteld. In de grondexploitaties wordt rekening gehouden met bestemmingsplankosten tot het vaststellen van het bestemmingsplan door de raad. Dit komt overeen met de uitgangspunten in de grondexploitatiewet. Voor proceskosten die daarna volgen is in de begroting geen rekening gehouden. Hiervoor dient de Reserve grondexploitaties als weerstandsvermogen. Totaal voor deze posten is een risico van € 60.000 berekend.
•
Samenwerkingsverbanden In de samenwerkingsverbanden van Blitsaerd en PPS 3 Plus is de verdeling van risico’s contractueel geregeld. Er spelen op dit moment geen directe financiële risico’s.
170
2 Beleidsbegroting
•
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
De Zuidlanden GEM De Zuidlanden is door de gemeente overgenomen. De risico’s van grondverwerving, financiering worden volledig door de gemeente gedragen. De totale grondexploitatie van De Zuidlanden heeft een zodanig positief resultaat dat er een buffer is van 5% om specifieke risico’s op te vangen. Op basis van de risicoanalyse behorend bij de grondexploitatie is een onderscheid gemaakt tussen risico’s op korte en op lange termijn. Ook hier is de nieuwe systematiek van risicobepaling toegepast. Door de kansverdeling van de risico’s is een lagere weerstandscapaciteit nodig dan de optelsom van de afzonderlijke risico’s. De risico’s op lange termijn zijn geraamd op € 23 mln en kunnen door het geraamde resultaat (buffer) en de post onvoorzien in de grondexploitatie opgevangen worden. Voor de risico’s op korte termijn staat de Reserve grondexploitaties garant. De nieuwe risicosystematiek heeft het korte termijn risico bepaald op € 7,5 mln.
•
Ontwikkelrisico’s De bedrijventerreinen Businesspark 4 en Newtonpark 4 zijn nog in het beginstadium van ontwikkeling. Het risico bestaat dat de geraamde opbrengsten lager uitvallen. Als risico wordt daarom 5% van de geraamde verkopen van beide bedrijventerreinen berekend: totaal € 1,2 mln.
•
Gronden in voorraad Voor de ontwikkeling van Newtonpark 3 en Zwettepark Noord zijn veel gronden aangekocht. Vanwege de lange termijn waarop Zwettepark Noord ontwikkeld zou kunnen worden, is in 2011 besloten deze gronden af te waarderen en onder te brengen in ‘verspreide percelen’. De rentelasten hiervan komen direct ten laste van de exploitatie, zodat voor dit gebied geen renterisico meer geldt. Voor Newtonpark 3 echter nog wel. Vooralsnog is de veronderstelling dat ontwikkeling niet vóór 2016 verwacht zal plaats vinden. In de verwachte ontwikkeling van de Reserve grondexploitaties is met dit risico rekening gehouden. Het risico dat ontwikkeling nog langer op zich laat wachten is berekend op € 0,2 mln. De strategische verwervingen (Philipscomplex, Oldegalileën, Snekertrekweg en Zalen Schaaf) zullen door de huidige markt later ontwikkeld kunnen worden dan in de haalbaarheidsberekening aangenomen was. In 2010 is besloten deze aankopen naar verwervingswaarde af te waarderen. Hiermee is het vertragingsrisico gereduceerd. Er resteert een risico dat deze locaties minder op zullen brengen dan verwacht. Door de marktomstandigheden is dit risico vergroot naar totaal € 1,9 mln. Voor de ontwikkeling van het Harmoniekwartier en de daarmee samenhangende risico’s van een onrendabele top is rekening gehouden in de projectopzet. Dit risico komt daarmee ten laste van het SIOF.
•
Bouwclaims Ten behoeve van het verwerven van gronden zijn in het verleden bouwclaimafspraken gemaakt. Dat wil zeggen dat in ruil voor het verkopen van de grond aan de gemeente de ontwikkelaar bouwrechten krijgt. Indien de gemeente niet tijdig aan deze verplichting voldoet, is de gemeente in een aantal gevallen een compensatiebedrag verschuldigd. De gemeente loopt achter bij het gemiddeld aan te bieden woningen, bovendien zullen door de marktomstandigheden locaties minder snel ontwikkeld worden. Er worden nieuwe afspraken met bouwclaimhouders gemaakt. Dit proces is nog niet afgerond. Het risico is geraamd op € 1 mln.
•
Marktrisico’s/vertraging De marktrisico’s hangen samen met de conjuncturele ontwikkelingen. De rente-nadelen die hierbij optreden zijn afhankelijk van het geïnvesteerde vermogen. Voor de bepaling van dit risico is uitgegaan van de rente-nadelen die optreden bij een vertraging van 2 jaar. Het risico komt hiermee op € 1,7 mln. De vertragingseffecten van De Zuidlanden zijn in het totale risicoprofiel van dit project opgenomen.
Totaal belopen de risico’s exclusief De Zuidlanden een bedrag van € 6,5 mln. Uit de nieuwe berekeningssystematiek, waarbij een kansverdeling aangehouden wordt, is hiervoor een weerstandscapaciteit nodig van € 4,6 mln. Voor de korte termijn risico’s van De Zuidlanden is € 7,5 mln nodig. De totale benodigde weerstandscapaciteit komt daarmee op € 12,1 mln.
171
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
Het blijkt dat hiermee het weerstandsvermogen voldoende is. Het NAR heeft onafhankelijk alle risico’s beoordeeld en concludeert dat de Reserve grondexploitaties toereikend is voor de risico’s behorend bij de bouwgrondexploitatie. Gezien de onzekere marktomstandigheden is het niet opportuun in de begroting rekening te houden met structurele afdrachten vanuit de Reserve grondexploitaties. Incidenteel kan jaarlijks beoordeeld worden of afroming van de Reserve grondexploitaties mogelijk is. 2.2.7.f Perspectief Uit de vorige alinea’s blijkt dat de Reserve grondexploitaties van voldoende omvang is om de benoemde risico’s volledig te kunnen dekken. Toekomstige ontwikkeling van de Reserve is sterk afhankelijk van de mate waarin grondposities afgewaardeerd moeten worden en de resultaten in de lopende exploitaties. Aan het eind van 2011 wordt verwacht dat een aantal grondexploitaties met een positief resultaat afgesloten kan worden. Dit zijn allen bedrijventerreinen. Er bestaat een kans dat deze grondexploitaties uiteindelijk toch niet verrekend kunnen worden met de reserve, omdat ze nog niet voldoen aan de richtlijnen hiervoor. Zonodig zal tussentijds winstgenomen worden, zodat er geen verborgen reserves in de grondexploitaties blijven staan. Als deze bedrijventerreinen daadwerkelijk afgesloten zijn, zullen de stortingen van resultaten uit lopende grondexploitaties voorlopig zeer beperkt zijn. •
Lopende grondexploitaties Het accent ligt op strikte bewaking van de kosten en opbrengsten, waarbij ook aandacht is voor de fasering. Dat wil zeggen dat gestuurd wordt op het op tijd binnen krijgen van de opbrengsten en het zo mogelijk uitstellen van de investeringen, als de opbrengsten op zich laten wachten. Om de risico’s te beheersen en te beperken is strikte cashflow-sturing noodzakelijk. Dit geldt zeker in De Zuidlanden en is als sturingsmechanisme ook in de structuurvisie opgenomen.
•
Apparaatskosten De in de grondexploitatie opgenomen apparaatskosten komen overeen met de richtlijnen die daarvoor in de grondexploitatiewet zijn opgenomen. Hoewel er méér inspanning verricht moet worden om kavels te verkopen, is het door teruggelopen verkoopopbrengsten uit kavelverkopen noodzakelijk om de formatie hierop aan te passen. In 2011 zijn hiervoor maatregelen getroffen.
•
Samenwerkingsverbanden De samenwerkingsverbanden Blitsaerd en 3 Plus genereren geen winst of winstuitkeringen. Wel zijn contractueel bijdragen vastgelegd voor Groningerstraatweg (€ 1,8 mln, Koepelovereenkomst Blitsaerd, al gerealiseerd). Aangezien het dure marktsegment op dit moment weinig vraag heeft en de ontwikkeling daardoor langzaam vordert, lijdt de exploitatie van Blitsaerd onder de recessie. Ook op lange termijn (ná 2020) is daardoor geen winstuitkering vanuit deze exploitatie meer te verwachten. Diverse locaties in het stedelijk gebied zijn onderdeel van de overeenkomst met PPS 3 Plus. De verschillende projecten worden pas aangevangen als er een sluitende begroting/exploitatie mogelijk is. In de overeenkomst is opgenomen dat positieve resultaten zullen worden gebruikt om ‘negatieve’ projecten aan te vullen.
•
Gebieden in ontwikkeling De verworven gronden voor Zwettepark Noord zullen op korte termijn niet ontwikkeld worden. In 2011 is daarom besloten deze gronden af te waarderen naar agrarische waarde. De gronden voor Newtonpark 3 zullen, totdat deze in ontwikkeling genomen worden, jaarlijks afgewaardeerd worden naar ontwikkelwaarde (ca. € 9/m2). Hoewel dit realistische waarden zijn, is toekomstige kostprijsdekkende ontwikkeling daarmee nog niet verzekerd. De boekwaarde van de gronden in de grondbank van De Zuidlanden zullen als deze hoger dan € 30/m2 worden, jaarlijks afgewaardeerd moeten worden. Dit risico maakt onderdeel uit van de totale risico-inventarisatie van De Zuidlanden.
172
2 Beleidsbegroting
•
2.2 De paragrafen: Grondbeleid
Strategische verwervingen Bij de aankoop van strategische verwervingen van grondposities en vastgoed heeft de overweging dat dit de mogelijkheid biedt om toekomstige verdienpotentie te genereren of verliezen te beperken een rol gespeeld. Het blijkt nu dat ontwikkelingen langer duren. Ten behoeve van de uitleggebieden is er sprake van een behoorlijke voorraad ontwikkelareaal, zodat aankopen slechts bij uitzondering aan de orde kunnen zijn. Ook binnenstedelijk zal alleen in uitzonderlijke gevallen en in het Harmoniekwartier sprake kunnen zijn van aankopen uit het krediet. De omvang van de reserve laat op dit moment nauwelijks ruimte om nieuwe strategische verwervingen aan te gaan. Gelet op de omvang van de al aangekochte strategische verwervingen, evenals de mogelijke ontwikkelpotenties hiervan, ligt de focus vooral op het ontwikkelen van deze locaties.
Concluderend kan gezegd worden dat de Reserve grondexploitaties vooralsnog van voldoende omvang lijkt voor het risicoprofiel. Gezien de grote onzekerheden is het echter niet meer verstandig om structurele afdrachten te begroten. Jaarlijks kan beoordeeld worden of incidentele afdracht mogelijk is.
173
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Strategisch investeringsfonds
2.2.8 Strategisch investeringsfonds (SIOF) Zoals vastgesteld met de programmabegroting 2011, bestaat het SIOF alleen nog uit een investeringsdeel. Met geld uit dit fonds draagt de gemeente bij aan, veelal co-gefinancierde, strategische projecten. Investeringsagenda SIOF De investeringsagenda vanaf 2012 en verder bestaat uit projecten genoemd in de Samenwerkingsagenda (gemeente Leeuwarden – Provincie Fryslân) en het Collegeprogramma 2010-2014, en projecten uit het programma Bereikbaarheid Leeuwarden. Zie tabel 25 voor een overzicht met projecten waar bijdragen uit het SIOF aan zijn toegekend voor al reserveringen zijn gedaan en de fasering in investeringen. Investeringen die starten in 2012 zijn: Bedragen x € 1.000
Tabel 24
Strategische projecten Stedelijke economie (fase IV)
2.070
Watercampus (deel 2)
2.200
Dairy campus (Landbouwcampus)
2.500
Culturele hoofdstad (Harmoniekwartier)*
5.000
•
Bedrag is geraamd, (nog) niet toegekend
Stand SIOF In totaal wordt in 2012 circa € 14,5 mln uit het SIOF bijgedragen aan strategische projecten. Eind 2012 is nog € 8,7 mln beschikbaar in het SIOF. Kasritmewijzigingen SIOF In tabel 25 wordt uitgegaan van de volgende kasritmewijzigingen: Stedelijke Economie:
€ 1,07 mln in 2012 en € 1 mln in 2013 i.p.v. € 2,07 mln in 2011
Voeding SIOF De storting uit de Reserve grondexploitaties komt te vervallen als structurele voeding van het SIOF. Zie voor een nadere toelichting hierop paragraaf 2.2.7 Grondbeleid. De huur van de Stadsring is verhoogd. Maar per saldo vermindert de structurele voeding van het SIOF vanaf 2012. Als de structurele voeding ongewijzigd blijft ontstaat in 2015 een tekort in het SIOF. Dit tekort loopt op tot een tekort van circa 1,5 mln in 2021 als aan de voorgenomen investeringen wordt vastgehouden. Toekomst SIOF Door de structurele afname van de jaarlijkse voeding van het SIOF en doordat de middelen waarmee het SIOF van start is gegaan inmiddels volledig besteed zijn, is een bijdrage aan een aantal strategische projecten onzeker geworden. Het gaat daarbij om projecten waar: •
nog geen middelen voor zijn geraamd: WTC Expo en westelijke kantorenhaak, Gebiedsontwikkeling Nieuw
•
wel middelen voor zijn geraamd, maar nog niet toegekend: Culturele hoofdstad (Harmoniekwartier),
Stroomland, Speelmankwartier en Blauwe structuur; Indexatie RSP bijdragen, Valeriusstraat/Julianalaan en University Campus (deel 2). Bij ongewijzigd beleid zorgen die ramingen samen met de toekenningen uit het verleden in 2015 voor een negatieve stand van het SIOF. Uiterlijk bij de midterm review in 2012 wordt bezien hoe hier het beste mee om kan worden gegaan.
174
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Strategisch investeringsfonds
Tabel 25 Totaal
Uitbetaald
Resteert
Startpositie per 1 januari
2010
28.241.933
2011
33.407.433
2012
2013
2014
2015
21.900.510
8.678.363
6.910.047
3.257.731
Voeding: 1 Inflatietoevoeging (0,5% per jaar m.i.v. 2011)
156.930
2 Correctie Inflatie
167.037
492.761
434.993-
3 Reguliere Storting obv begroting 2010 4 Taakstelling Grondbedrijf (vervalt vanaf 2012)
427.596
correctieboeking inflatie over reguliere storing 2010
427.596
6.000-
5 Eenmalige storting grondbedrijf
1.764.000
Huur Stadsring
85.000
Storting rekeningresultaat(Terugstoring ZZL-middelen)
85.000
110.000
130.000
130.000
130.000
171.784
175.649
175.649
175.649
175.649
4.500.000
Meevaller Blauw Wit
385.131
Meevaller Blauwe Diamant
514.234
Ontwikkelingsfonds
172.647
Meevaller zaailand
1.500.000
Stadsvernieuwingsfonds Grote Steden Beleid
324.430
322.808
330.071
330.071
330.071
330.071
94.324
93.852
95.964
95.964
95.964
95.964
731.684
731.684
Storting vanuit ontwikkelingsdeel
350.000
Wilhelminaplein e.o.(terugstorting ontwikkelingsdeel)
525.000
Totaal Voeding
8.508.299
2.768.077
1.204.445
1.081.684
1.950.000
1.499.392
4.250.000
6.750.000
100.000
1.070.000
1.000.000
Onttrekkingen: Haak om Leeuwarden Overige RSP- projecten
6.810.000
3.360.608
3.449.392
11.100.000
Noordwestangent
2.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
Stedelijke economie (fase II (' 08)en III (' 09))
6.800.000
4.800.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
Stedelijke economie (fase IV (2010))
2.070.000
2.070.000
425.000
425.000
425.000
1.600.000
1.600.000
800.000
Gebiedsontwikkeling Potmarge Gebiedsontwikkeling Wielengebied
800.000
175
2 Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Strategisch investeringsfonds
Mercator Kennissintrum Meartaligens en Taallearen
800.000
400.000
400.000
200.000
200.000
200.000
Kenniscirculatie (6 hotspots)
600.000
142.799
457.201
142.799
300.000
157.201
Oldehove
450.000
450.000
450.000
Fietstunnel Oostergoplein
2.250.000
2.250.000
2.250.000
Watercampus deel 1
2.300.000
Watercampus deel 2
2.200.000
2.200.000
2.200.000
Dairy Campus (Landbouwcampus)
2.500.000
2.500.000
250.000
250.000
250.000
University Campus
2.000.000
500.000
500.000
500.000
2.300.000
-
500.000
Ontwikkelschets Wielengebied
250.000
150.000
Raming Nieuwe aanvragen: 534.000
534.000
534.000
Valeriusstraat/ Julianalaan
Indexatie RSP bijdragen
5.200.000
5.200.000
2.100.000
University Campus
3.000.000
3.000.000
Culturele Hoofdstad (Harmoniekwartier)
5.000.000
5.000.000
Totaal Onttrekkingen
Nog beschikbaar per 31 december
176
2.300.000 1.000.000
3.342.799
14.275.000
33.407.433
21.900.510
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
14.426.593
2.850.000
4.384.000
4.550.000
8.678.363
6.910.047
3.257.731
560.585-
3 Financiële begroting
3.1: Overzicht van baten en lasten en toelichting
3
F i n a n c i ë l e b e g r o t i n g28
3.1
Overzicht van baten en lasten en toelichting
3.1.1
Het overzicht van baten en lasten Bedragen x € 1.000
Tabel 26
Programma's
Rekening 2010
excl. mutaties reserves
Lasten
001
Cultuur
002
Jeugd en onderwijs
003 004 005
Werk en inkomen
006
Wonen
007
Begroting 2011
Baten
Lasten
11.705
128
24.395
5.217
Economie en toerisme
61.420
Sociaal maatschapp. ontwikkeling
50.251
Begroting 2012
Baten
Lasten
10.443
79
11.140
83
22.670
6.382
22.717
5.421
60.363
48.283
42.602
33.893
31.751
6.489
45.226
5.819
44.355
5.862
129.796
103.325
113.233
92.534
112.945
94.290
9.049
4.559
7.869
3.221
11.384
3.038
Infrastructuur/bereikbaarheid
9.466
7.503
13.988
7.632
9.508
8.256
008
Dienstverlening
3.802
1.737
3.320
1.725
3.486
1.552
009
Politiek bestuur
9.130
829
8.300
409
8.077
351
010
Veiligheid en Openbare orde
10.444
299
11.029
415
10.679
294
011
Sport
6.193
3
5.749
8
6.192
012
Ruimtelijke ordening
013
Milieu, energie en water
014
Woon- en leefomgeving
015
Algemene dekkingsmiddelen
391.659
Totaal voor mutaties reserves
2.352
144
1.992
267
1.922
107
25.254
24.473
25.613
23.901
25.507
23.087
23.688
2.522
21.922
2.341
22.439
2.354
14.715
173.826
20.050
172.000
12.994
164.940
391.418
359.689
359.334
337.237
341.386
Bedragen x € 1.000
Tabel 27
Mutaties reserves per programma
Baten
Rekening 2010 Lasten
Baten
Begroting 2011 Lasten
Baten
Begroting 2012 Lasten
Baten
001 Cultuur Reserve budgetoverheveling
574
Reserve bijdrage subsidie filmhuis
1.681
Algemene Reserve
500
Reserve flankerend beleid
101 1.681
25
Reserve kunst in de openbare ruimte
130
50
50
002 Jeugd en onderwijs Algemene Reserve Reserve budgetoverheveling
14 1.503
Reserve SIOF
343
Reserve overschrijding BO
20
Reserve overschrijding SO
8
200
003 Economie en toerisme Algemene Reserve
73
Reserve budgetoverheveling
80
Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve grondexploitatie Reserve stimulering werkgelegenheid Reserve stedelijke vernieuwing
26
86
86
4.860
2.735
433
1.271
275
238
240
240
183
100
61
2.045
571 200
33
Reserve afschrijvingen
16
Reserve flankerend beleid
30
32
32
004 Sociaal maatschapp. ontwikkeling Reserve budgetoverheveling 28
1.061
De cijfers in dit hoofdstuk kunnen door afrondingen 1 cijfer afwijken.
177
3 Financiële begroting
Mutaties reserves per programma
3.1: Overzicht van baten en lasten en toelichting
Rekening 2010 Lasten
Baten
Begroting 2011 Lasten
Baten
Begroting 2012 Lasten
Baten
3.038
4.000
005 Werk en inkomen Reserve budgetoverheveling
4.185
Reserve minima
49
006 Wonen Algemene Reserve Reserve budgetoverheveling
170
120
67
Reserve ISV III Reserve BWS volkshuisvesting Reserve revolving fund
50
25
120
Reserve Stadsvernieuwing
1.000 83
Bestemming van het resultaat 2009
50
300 89
50
686
144
007 Infrastructuur/bereikbaarheid Algemene Reserve Reserve parkeren
3.900 575
Reserve afschrijvingen
912
574
-98
33
40
30
008 Dienstverlening 009 Politiek bestuur Reserve egalisatie verkiezingen
68
243
105
104
105
104
56
793
6.046
010 Veiligheid en Openbare orde Reserve budgetoverheveling
598
Bestemming van het resultaat 2009
194
011 Sport 012 Ruimtelijke ordening Reserve herstructurering BNS
300
Bestemming van het resultaat 2009
80
013 Milieu, energie en water Reserve egalisatie heffingen
994
312
21
175
Algemene Reserve
6.274
5.657
2.155
2.075
1.226
Reserve SIOF
7.362
2.011
1.101
1.750
687
Mutaties reserve riolering 014 Woon- en leefomgeving 015 Algemene dekkingsmiddelen
Reserve budgetoverheveling
942
Reserve egalisatie heffingen
1.297
Reserve garantie financiering PWVB
-3
Reserve stimulering werkgelegenheid
-6
Reserve afschrijvingen
160
1.000
Reserve L & P gesubs. instellingen Reserve flankerend beleid Reserve BWS volkshuisvesting
1.042
-24
26
Reserve herstructurering BNS
-11
Reserve kunst in de openbare ruimte
213
Reserve bestuurlijke samenwerking Rentebijschrijving reserves Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve parkeren Reserve stadsvernieuwing Reserve referendum Reserve revolving fund Reserve dienstverlening Bestemming van het resultaat 2009 Nadelig resultaat 2010
178
241 1.282
100
98
160
2.634
1.798 -125 1.554 300 3 21 918 13.555 1.052
50
735
127
900
8
1.738 275
3 Financiële begroting
3.1: Overzicht van baten en lasten en toelichting
Mutaties reserves
Rekening 2010
Begroting 2011
per programma
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Totaal mutaties reserves
36.000
32.360
7.564
12.097
incl. mutaties reserves Stand begroting voor mutaties reserves Mutaties bestemmingsreserves
Lasten
Baten
12.519 14.195
Bedragen x € 1.000
Tabel 28
Programma's
Begroting 2012
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
391.659
391.418
359.689
359.334
337.237
341.386 14.195
36.000
32.360
7.564
12.097
12.519
Sluitend maken begroting met alg.reserve
7.333
11.214
7.406
3.228
7.615
1.790
Stand begroting na mutaties reserves
434.992
434.992
374.659
374.659
357.371
357.371
3.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten Evenals in de begroting 2011 zijn in het overzicht van baten en lasten (tabel 26) de bedragen exclusief de beschikkingen over en de stortingen in de reserves vermeld. Het totaal daarvan is het begrotingsresultaat voor bestemming. Vervolgens zijn de beschikkingen over en de stortingen in de reserves vermeld (tabel 27), waarna het begrotingsresultaat wordt gegeven (tabel 28). Uit tabel 28 blijkt dat in 2012 het netto begrotingssaldo 2012 per saldo € 5.825.000 positief bedraagt (€ 7.615.000 minus € 1.790.000). Dit bedrag wordt gestort in de Algemene Reserve.
179
3 Financiële begroting
3.2
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
Uiteenzetting financiële positie
3.2.1 Ontwikkeling financiële positie In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de financiële positie geschetst vanaf het moment dat de programmabegroting 2011 is vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de uitkomsten van de gemeentefondscirculaires en de uitzettingen en inkrimpingen van de diensten alsmede de uitkomsten van het richtinggevend raadsdebat op 23 en 30 mei 2011. 3.2.1.a Startpositie Vertrekpunt voor het bepalen van de financiële positie vormt de eindpositie van de programmabegroting 2011 inclusief de financiële consequenties van de aangenomen moties en amendementen. De toenmalige prognoses waren: Bedragen x € 1.000
Tabel 29
Structureel meerjarenperspectief
2011
2012
2013
2014
Eindstand 31/12
7.406
7.821
11.567
80
2011
2012
2013
2014
20.909
20.468
29.447
28.367
Bedragen x € 1.000
Tabel 30
Ontwikkeling Algemene Reserve Eindstand 31/12
Het structureel meerjarenbeeld sloot in 2014 met een overschot van € 80.000. De laagste stand van de Algemene Reserve (AR) bedroeg € 20.468 mln in 2012. De ‘startpositie’ voor de nieuwe beleidsplanperiode is gebaseerd op de bovenstaande eindposities. 3.2.1.b Ontwikkelingen na vaststelling van de begroting 2011 Sinds het vaststellen van de begroting 2011 heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan dat het voorgaande financiële beeld heeft gewijzigd. Deze ontwikkelingen kunnen worden onderverdeeld in: •
mutaties in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds;
•
mee- en tegenvallers aangedragen door de diensten;
•
uitkomsten richtinggevend raadsdebat.
Hierover wordt het volgende onder de aandacht gebracht. 3.2.1.c Ontwikkelingen Gemeentefonds De belangrijkste component van de algemene middelen wordt gevormd door de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De ontwikkeling van dit fonds heeft daardoor grote invloed op de gemeentelijke financiën. Belangrijke documenten waarin het rijk de gemeenten informeert over de hoogte van de algemene uitkering zijn de mei- en septembercirculaire. De meicirculaire is gebaseerd op de Voorjaarsnota van het rijk. Het is de schakel tussen Haagse ontwikkelingen en de vertaling naar de gemeentelijke begroting en beleid. Bij het verschijnen van de Miljoenennota van het rijk in september wordt een septembercirculaire opgesteld, waarin gemeenten worden geïnformeerd over eventuele veranderingen die na de Voorjaarsnota van het rijk zijn opgetreden en die gevolgen hebben voor de ramingen van de gemeenten. In de meicirculaire 2011 geeft het kabinet verdere uitwerking aan het Regeerakkoord en de nadere afspraken in het Bestuursakkoord. In de meicirculaire waren de gevolgen van het Bestuursakkoord onder voorbehoud van volledige instemming tussen rijk en VNG verwerkt. Tijdens het VNG congres op 8 juni 2011 hebben de gemeenten de paragraaf ‘Werken naar Vermogen’ als onderdeel van het Bestuursakkoord afgewezen. Minister Donner heeft de Kamer op 2 september laten weten dat over de andere paragrafen inmiddels met de koepel van provincies, gemeenten en waterschappen ‘Bestuursafspraken’ (2011-2015) zijn gemaakt. Over de Wet Werken naar Vermogen zal de VNG met het kabinet door onderhandelen. De uitkomsten daarvan zijn op dit moment onduidelijk en onzeker.
180
3 Financiële begroting
A.
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
Accressen en omvang gemeentefonds
In het Regeerakkoord is afgesproken dat de zogenaamde ‘trap-op-trap-af’ systematiek vanaf 2012 wordt hersteld. Het accres wordt daardoor weer gekoppeld aan een bepaald gedeelte van de uitgaven van de rijksbegroting. Stijgen die uitgaven dan stijgt het gemeentefonds mee, dalen die uitgaven dan daalt ook het gemeentefonds. Het accres geeft voor gemeenten de algemene groei of krimp van de totale hoeveelheid geld in het gemeentefonds aan. Hier dienen de gemeenten de loon- en prijsontwikkelingen en de areaaluitbreidingen uit te bekostigen. De uitgangspunten voor loon- en prijsontwikkelingen voor onze gemeente worden onder meer gebaseerd op cijfers van het Centraal Planbureau en de veronderstellingen in de gemeentefondscirculaires. Op grond hiervan wordt getracht de loon- en prijsontwikkeling vooraf zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Afwijkingen tussen ramingen en realisatie komen echter voor. Deze afwijkingen worden door het toepassen van een verfijnde nacalculatie hersteld. In tabel 31 zijn de percentages weergegeven zoals die in de programmabegroting 2012 worden gehanteerd: In procenten
Tabel 31
Nominale ontwikkelingen
2010
2011
2012
Prijsontwikkeling in begroting 2012
0.50
0.50
2.25
Loonontwikkeling in begroting 2012
0.70
2.65
2.00
Een van de maatregelen om de nadelige gevolgen van de meicirculaire 2009 op te vangen was het aanhouden van de vaste indexeringscijfers van het Rijk voor de prijsontwikkeling: 0,5% voor 2010 en 2011. Op grond hiervan is ook voor Leeuwarden voor zowel 2010 als 2011 een prijsontwikkeling van 0,5% gehanteerd. Bij de herinvoering van de ‘trap-op-trap-af’ methode begroot het rijk met ingang van 2012 weer echt in lopende prijzen. Er moet dus ook weer met een meerjarige indexering rekening houden. De gemeente volgt het advies uit de meicirculaire om daarvoor jaarlijks een percentage van 2,25% apart te houden. Voor de loon- en prijsontwikkelingen worden de gemeentelijke diensten gecompenseerd. In relatie tot de accres ontwikkeling over de jaren 2011 en 2012 en de gepleegde gemeentebrede reservering voor lonen en prijzen, is voor 2011 en 2012 sprake van een uitzetting van ongeveer € 581.000. Hier staat tegenover dat onder andere de OZB-opbrengst jaarlijks wordt gecorrigeerd voor inflatie (2012 = 2,25%). Dit geeft een meeropbrengst van € 506.000 Per saldo (€ 581.000-506.000) is sprake van een structureel nadeel van € 75.000 (Zie tabel 35 nr. 2). Gecorrigeerd voor inflatie van 2,25% per jaar valt de verdere groei van het gemeentefonds voor de jaren 20132015 negatief uit, zo blijkt uit de meicirculaire. Zoals ook in het informatiepakket t.b.v. het richtinggevend debat is weergegeven, zijn de accressen veel te laag om de jaarlijks te verwachten inflatie bij te benen. Verder heeft de toename van het landelijk aantal bijstandsontvangers een negatieve financiële doorwerking. Omdat ook andere gemeenten te maken hebben met een stijging van het aantal WWB’ers, maar de totale omvang van het gemeentefonds niet stijgt, worden alle gemeenten via de zogenaamde uitkeringsfactor gekort. Per saldo geven de accresontwikkelingen en de uitkeringsfactoren voor de jaren 2013-2015 een tekort van ruim € 5,5 mln (zie tabel 32 nr. 3). B.
Eigen ontwikkelingen uitkeringsbasis
De lokale prognoses met betrekking tot inwoners, woningbouw, minderheden en dergelijk zijn geactualiseerd. Daarnaast zijn nog diverse wijzigingen in zogenaamde integratie-uitkeringen doorgevoerd. Voor de gemeente Leeuwarden leiden de mutaties tot een structureel voordeel van € 1,2 mln (zie tabel 35 nr. 4). C.
Taakmutaties en decentralisatie-uitkeringen
De omvang van het gemeentefonds verandert niet alleen als gevolg van het accres, maar ook als gevolg van taakmutaties en decentralisatie-uitkeringen. Het beleid en de systematiek van de gemeente is, dat kortingen worden doorgegeven aan de diensten. Nieuwe en aanvullende (positieve) bedragen worden gereserveerd en na formele besluitvorming, verwerkt in de budgetten van de diensten. De financiële gevolgen van de onderstaande taakmutaties zijn dan ook op de lijst van mee- en tegenvallers (zie Bijlage A) budgettair neutraal in het
181
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
resultaat verwerkt (=geen invloed op het financieel meerjarenbeeld). Voor Leeuwarden gaat het om de volgende onderwerpen en bedragen: Bedragen x € 1.000
Tabel 32
Overzicht taakmutaties en decentralisatie-uitkeringen
2011
2012
2013
2014
2015
Extensivering: 1 Maatschappelijke stage
-68
2 Uitvoeringskosten inburgering
-36
3 Normering lokaal inkomensbeleid
-545
4 Selectieve en gerichte schuldhulpverlening 5 Bijstelling budget maatschappelijke opvang
-220 -134
-418
6 Minder politieke ambtsdragers
PM
Intensivering: 7 Bijstelling budget WMO
57
273
8 Bijstelling budget vrouwenopvang
50
-50
9 Aanpak kindermishandeling
50
-50
10 Nat. Actieplan sport en bewegen 11 Actieplan Jeugdwerkloosheid 12 Versterking kwaliteit gastouderopvang 13 Nationaal uitvoeringsprogramma Totaal
82
-41
907
-907
-41
3 156
23
1.103
-1.971
-870 -41
0
-870
- = korting voor de gemeente / + = extra middelen voor de gemeente.
De kortingen op het gemeentefonds die betrekking hebben op normering lokaal inkomensbeleid, selectieve en gerichte schuldhulpverlening en minder politieke ambtsdragers, vloeien rechtstreeks voort uit het regeerakkoord. Hierover ter toelichting het volgende: Normering lokaal inkomensbeleid Voor normering lokaal inkomensbeleid was een structurele korting aangekondigd op het gemeentefonds van landelijk € 40 mln ingaande 2012. Om de armoedeval te beperken wordt de inkomensgrens van het gemeentelijk inkomensbeleid genormeerd op maximaal 110% van het wettelijk minimumloon, zodat inkomensaanvullingen gerichter worden verstrekt. Het aandeel van de gemeente Leeuwarden in deze korting bedraagt € 545.000. Selectieve en gerichte schuldhulpverlening Met ingang van 2012 kan beroep worden gedaan op een meer selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening en nazorg. Het betreft hier andere criteria voor o.a. beperking doelgroep/herhaald beroep. In totaal heeft het Rijk hiervoor een structurele korting van € 20 mln ingeboekt. Voor Leeuwarden betekent dit een korting van € 220.000 ingaande 2012. Minder politieke ambtsdragers Het rijk heeft met ingang van 2015 een korting opgenomen van € 110 mln in verband met de vermindering van het aantal politieke ambtsdragers. Invulling en verdeling over de gemeenten is op dit moment nog niet bekend. Via ‘een over de duim’ berekening komen we op dit moment tot een uitname voor Leeuwarden van ruim € 700.000. 3.2.1.d Mee- en tegenvallers diensten Op de lijst van mee- en tegenvallers komen mutaties in de financiële positie voor die onvermijdelijk/ onontkoombaar van aard zijn. Met betrekking tot de uitkomst van de structurele mee- en tegenvallers van de diensten is over de gehele beleidsplanperiode sprake van een nadeel van afgerond € 953.000 (zie tabel 35 nr. 5). Voor een toelichting op de diverse mee- en tegenvallers van de diensten wordt kortheidshalve verwezen naar Bijlage A Overzicht mee- en tegenvallers.
182
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
Bij de opmaak van de financiële positie in het voorjaar is gebleken, dat ontwikkeling van de AR zorgen baart. Vooral door incidentele tegenvallers voortvloeiende uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de tekorten in verband met de stijging van het aantal bijstandsontvangers, bedroeg de omvang van de AR in 2012 slechts € 8,5 mln. Er is onderzocht welke wijze de AR kan worden versterkt. Door onder meer af te zien van voorgenomen balanssaneringen kan totaal bijna € 4,4 mln incidenteel vrijgemaakt worden ten gunste van de AR. De bijbehorende structurele lasten ten bedrage van € 385.000 (zie tabel 35 nr. 6) moeten als structurele uitzetting geraamd worden. 3.2.1.e Uitkomsten richtinggevend raadsdebat In de aanloop naar de begroting 2012 heeft op 23 en 30 mei 2011 een richtinggevend raadsdebat over de politieke hoofdlijnen van beleid plaatsgevonden. Tijdens het debat is een aantal voorstellen aangenomen met financiële consequenties. Op 28 juni 2011 is bij brief aan de gemeenteraad hierop een reactie gegeven. De financiële gevolgen zijn nu in de financiële positie verwerkt. Zie tabel 33. Verder is in dit kader van belang te melden, dat in het collegeprogramma ‘Doorpakken in Nieuwe Tijden’ is opgenomen om totaal € 6,4 mln structureel te bezuinigen op de bedrijfsvoering. Hiervan valt ruim € 3 mln in deze collegeperiode tot 2014. Het restant van de taakstelling op de bedrijfsvoering wordt in de navolgende jaren gerealiseerd door in de periode 2015-2017 telkenmale € 1 mln als taakstelling te ramen. De structurele bezuinigingstaakstelling voor de nieuwe jaarschijf 2015 is op dit moment in de financiële stand verwerkt (zie tabel 35 nr. 7). Daartegenover staat een incidentele uitzetting van € 800.000 in 2015 ten behoeve van frictiekosten. Bedragen x € 1.000
Tabel 33
2011 2012
2013
-310
310
2014
2015
Aard
Uitkomsten richtinggevend raadsdebat 30 mei 2011 Intensiveringsvoorstel Brede Scholen Extensiveringsvoorstel Parkeertarieven
500
Incidenteel
-500
Incidenteel
Mutaties o.b.v. Collegeprogramma Taakstelling bedrijfsvoering conform Collegeprogramma
1.000 Structureel
Frictiekosten bedrijfsvoering conform Collegeprogramma
-800 Structureel
In de brief aan de gemeenteraad met daarin de reactie op het richtinggevend debat is aangegeven, dat de voeding van het SIOF met een vast bedrag afhankelijk is van de financiële positie. Deze extra voeding is noodzakelijk indien het doen van nieuwe strategische investeringen nagestreefd wordt. Immers, de investeringen waartoe reeds besloten is en een beperkt aantal, in het collegeprogramma hoog geprioriteerde nieuwe investeringen, kunnen slechts met pijn en moeite uit het SIOF gedekt worden. De situatie is na het richtinggevend debat in feite op dat punt verslechterd nu steeds duidelijker wordt dat de afdracht van het grondbedrijf aan het SIOF niet zal plaatsvinden in de komende jaren29. Dat betekent dat bij ongewijzigd beleid in 2015 een tekort in het SIOF dreigt te ontstaan dat t/m 2021 oploopt tot circa € 1,5 mln als vastgehouden wordt aan de voorgenomen investeringen. Tegelijkertijd is ook duidelijk dat de financiële positie vanwege de vele onzekerheden, het op dit moment niet toelaat om extra middelen in het SIOF te storten. Dit alles betekent dat een herbezinning op het (maken van financiële ruimte voor het) doen van strategische investeringen noodzakelijk is. Uiterlijk bij de geplande midterm review. 3.2.1.f Nieuw financieel meerjarenperspectief A.
Structureel meerjarenbeeld
Na het verwerken van de mutaties in de algemene uitkering en de mee- en tegenvallers van de diensten (zie Bijlage A), ziet de financiële positie er als volgt uit. Er wordt op dit moment voor de jaarschijf 2015 een tekort van ruim € 4.6 mln verwacht.
29
Op de lijst van mee- en tegenvallers is er reeds rekening mee gehouden, dat de jaarlijkse afdracht van het grondbedrijf aan de algemene middelen vervalt.
183
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
De meerjarenraming is: Bedragen x € 1.000
Tabel 34
Structureel meerjarenperspectief
2011
2012
2013
2014
2015
Eindstand 31/12
7.161
7.615
9.508
-2.698
-4.647
Bij het vaststellen van de programmabegroting 2010 – 2014, sloot de begroting met een structureel overschot van € 80.000 (zie tabel 28). Samenvattend kan het opgelopen tekort als volgt worden verklaard. Bedragen x € 1.000
Tabel 35
1 Startpositie
80
2 Resultaat compensatie inflatie diensten 2011 / 2012
-75
3 Ontwikkeling accressen / uitkeringsfactoren algemene uitkering
-5.543
4 Ontwikkeling lokale prognoses algemene uitkering
1.229
5 Saldo mee- en tegenvallers diensten
-953
6 Herziening balanssanering (structurele last)
-385
7 Taakstelling bedrijfsvoering conform collegeprogramma jaarschijf 2015
1.000
Totaal
-4.647
Om de gevolgen van de economische crisis en de rijksbezuinigingen voor onze financiële positie te kunnen opvangen is in het collegeprogramma ‘Doorpakken in nieuwe tijden’ en de programmabegroting 2011, rekening gehouden met kortingen van in totaal € 12 mln (jaarschijf 2014). Na verwerking van het veronderstelde tekort van totaal € 4.647 met de stelpost van € 12 mln ontstaat het volgende structurele financiële beeld: Bedragen x € 1.000
Tabel 36
Structureel meerjarenperspectief
2011
2012
2013
2014
2015
Stand tabel 34
7.161
7.615
9.508
-2.698
-1.949
2.698
1.949
Stand
7.161
7.615
9.508
0
0
Storting saldi in Algemene Reserve
-7.161
-7.615
-9.508
0
0
Begrotingsresultaat
0
0
0
0
0
Aanwending stelpost rijksbezuinigingen
4.647
Het verloop van de stelpost om de gevolgen van de rijksbezuinigingen en de economische crisis op te vangen, ziet er na vereffening van de tekorten in 2014 en 2015 op dit moment als volgt uit. Er is nog een financiële buffer van ruim € 7 mln in 2015. Bedragen x € 1.000
Tabel 37
Verloop stelpost rijksbezuinigingen en economische crisis
2014
2015
Startpositie op 1/1
12.000
9.302
Aanwending
-2.698
-1.949
Stand 31/12
9.302
7.353
B.
Incidenteel meerjarenbeeld
Na het verwerken van de incidentele mutaties (zie Bijlage A Overzicht mee- en tegenvallers) is het meerjarenbeeld van de AR als volgt: Bedragen x € 1.000
Tabel 38
Ontwikkeling Algemene Reserve Eindstand 31/12
2011
2012
2013
2014
2015
11.297
11.368
16.483
14.883
16.138
De stand van de AR wordt voor 2012 geraamd op € 11,3 mln. Ten opzichte van de prognose van november 2010, is voor het jaar 2012 sprake van een verslechtering van € 9,1 mln.
184
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
Het verschil kan als volgt worden verklaard: Bedragen x € 1.000
Tabel 39
Analyse mutatie Algemene Reserve Prognose november 2010 jaarschijf 2012
20.468
Nieuwe stand jaarschijf 2012
11.368
Afname reserve positie:
-9.100
Verklaring: 1 Ontwikkelingen wet BUIG (zie onderstaande toelichting)
-12.700
2 Herziening balanssanering
4.400
3 Diversen per saldo
754 -7.546
4 Extensiveringsvoorstel Pakeertarieven (n.a.v. richtinggevend debat)
500
5 Instensiveringsvoorstel Brede Scholen (n.a.v. richtinggevend debat)
-310
6 Rekeningstekort 2010
-1.053
7 Vereffenen begrotingsoverschot 2011 en 2012 (inclusief rente)
-691
Totaal
-9.100
Met betrekking tot de financiële effecten van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) wordt het volgende opgemerkt. De gemeente ontvangt 1 budget voor uitkeringen WWB, WIJ, IOAZ, en BBZ. Door onder andere de toename van het aantal bijstandsgerechtigden, loopt het tekort op de Wet BUIG verder op tot totaal € 12,7 mln in 2011. In het informatiepakket en de daarbij behorende financiële beschouwing werd in het voorjaar nog uitgegaan van een tekort van € 10,1 mln. Er is dus sprake van een toename van incidenteel € 2,6 mln. De stijging van het tekort naar € 2,6 mln is als volgt te verklaren: Tabel 40
Regeling WWB/ WIJ IOAZ
Extra aantal klanten
Uitkering
112
14.078
Totaal 1.576.736
2
20.283
40.566
IOA
26
14.753
383.578
WWIK
10
11.653
116.530
BBZ Daling terugvordering Toename:
112.000 400.000 2.629.410
185
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
Het totale incidentele tekort voor 2011 van € 12,7 mln kan als volgt worden verklaard: Tabel 41
Uitg. / Ink.
Regeling
Stijging uitgaven
Toename aantallen WWB/ WIJ
Klanten primitief
3.789
nieuw
3.987
toename
198
Uitkering
14.078
Totaal
2.787.444
Toename bedrag WWB/WIJ primitief
13.300
nieuw
14.078
toename
3.789
primitief
165
nieuw
203
toename
38
778
2.947.842
14.105
535.987
IOAZ, IOAW, WWIK
Overig Daling inkomsten
Lagere rijksbijdrage
Daling inkomsten
Minder terug- en fraudevorderingen
Overig
Reeds begroot tekort
Totaal
92.2475.820.226 400.000 280.381 12.679.633
Het eigen risico voor de gemeente is 10% van de rijksbijdrage van € 46,5 mln. Het tekort is groter dan € 4,65 mln en dus gaat de gemeente een beroep doen op de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). Hiervoor moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldoen rondom onder andere arbeidsmarkt, beleid en rechtmatigheid. Om verdere toename van het aantal uitkeringsgerechtigden te voorkomen wordt een plan van aanpak opgesteld. Het jaar 2011 is het laatste jaar dat het huidige bestuursakkoord inzake de omvang van I-deel van kracht is. In het najaar 2011 zal het budget voor 2011 definitief worden vastgesteld en zal het voorlopige budget voor 2012 bekend worden gemaakt. Voor 2012 is er nu van uitgegaan dat Leeuwarden weer voldoende aandeel uit het Macrobudget Buig ontvangt om de uitkeringen te kunnen betalen. Er is dan ook nog geen nadeel gemeld voor 2012. Meer zekerheid over een eventueel nadeel is echter in het najaar 2011 te geven. Met betrekking tot de hoogte van de AR van € 11,3 mln in relatie tot het weerstandsvermogen en de minimale omvang van de AR (tot op heden € 16,5 mln), wordt het volgende onder de aandacht gebracht. Dit jaar is de bepaling van het totale weerstandsvermogen voor het eerst gedaan door middel van een risicosimulatie van de geïnventariseerde risico’s; niet alleen de algemene risico’s waarvoor de AR als weerstandscapaciteit dient, maar ook de risico’s van de grondexploitaties. Voor de risico’s van de grondexploitaties is aparte weerstandscapaciteit voorhanden in de vorm van de reserve Grondbeleid en de voorziene resultaten op grondexploitaties. Deze integrale risicosimulatie is in samenwerking met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) uitgevoerd. In de paragraaf Weerstandsvermogen (2.2.2) en paragraaf Grondbeleid (2.2.7) wordt hier uitvoerig aandacht aan besteed. Voor wat betreft de algemene risico’s is uit de risicosimulatie als resultaat gekomen, dat met 90% zekerheid gesteld kan worden dat het financieel risico € 10,9 mln bedraagt in 2012. De AR heeft in 2012 een stand van € 11,3 mln. De verhouding tussen deze twee bedraagt 0,9 en dus mag de conclusie worden getrokken dat weerstandscapaciteit met een AR van € 11,3 mln van de gemeente Leeuwarden op dit moment toereikend is.
186
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
Met betrekking de huidige stand van de AR wordt verder een zeer belangrijke kanttekening in herinnering gebracht. Naast weerstandsfunctie voor het opvangen van risico’s, heeft de AR onder andere als functie om de tijdelijke begrotingsoverschotten en tekorten, die zich elk jaar voordoen, te vereffenen. We noemen dit de egalisatiefunctie. Omdat de begrotingsoverschotten (zie tabel 34) de komende periode nog gaan wijzigen als gevolg van bijvoorbeeld de financiële bezuinigingen van het rijk, is de incidentele omvang van de AR op dit moment zeer kwetsbaar. Er is op dit moment geen ruimte voor incidenteel nieuw beleid. De AR zit ‘op slot’. 3.2.1.g Onzekere tijden en conclusie In de voorgaande alinea’s zijn de effecten van de meicirculaire op het financiële beeld voor de komende meerjarenperiode 2012-2015 geschetst. De komende periode dienen zich echter diverse risico’s en ontwikkelingen aan waarvan de omvang en financiële effecten voor onze gemeente nog niet zijn vast te stellen. We noemen de volgende. Op het VNG-congres van 8 juni 2011 hebben de VNG-leden ingestemd hebben met het voorstel van het VNGBestuur om “vast te stellen dat de leden het onderhandelaarsakkoord voor hun rekening kunnen nemen, maar dat dit niet het geval is voor het onderdeel 'werk'”. Op 2 september 2011 heeft Minister Donner hierop in de brief ‘Bestuursafspraken aan de Tweede Kamer’ zijn reactie gegeven. De Wet Werken naar Vermogen zal een vorm krijgen in het proces van wetgeving tussen kabinet en Staten-Generaal. Het onderwerp 'werk' komt voor de verantwoordelijkheid van het rijk. Maar de VNG zal daarbij een heel actieve lobby voeren richting kabinet en Tweede Kamer met als doel een beter resultaat op het sociale terrein. De VNG zal daarover met het kabinet door onderhandelen. De uitkomsten daarvan zijn op dit moment onduidelijk en onzeker. Zoals bekend worden vanuit het rijk omvangrijke taken overgeheveld naar gemeenten waarbij tevens budgetten van in totaal ongeveer € 8,5 miljard meekomen (in vergelijking: de omvang van de algemene uitkering is landelijk ruim € 16 miljard). De aangekondigde decentralisaties hebben grote financiële, bestuurlijke en organisatorische gevolgen voor gemeenten. De decentralisaties gaan gepaard met kortingen die gebaseerd zijn op het uitgangspunt dat gemeenten deze taken anders en meer efficiënt kunnen uitvoeren. Hoe dit gaat doorwerken op onze financiële positie is nog niet bekend. Vooral met betrekking tot de regelingen voor de onderkant arbeidsmarkt overheersen bij gemeenten grote financiële zorgen. Het gaat om: •
AWBZ dagbesteding en begeleiding vanaf 2013 en 2014 in fases. Bedrag tussen € 2,1 en € 3,3 miljard. Financiering vooreerst via decentralisatie-uitkering gemeentefonds. Efficiencykorting 5% ofwel ± € 140 mln. Vergoeding voor transitiekosten € 80 mln.
•
Jeugdzorg vanaf 2014 – 2016 in fases. Bedrag ± € 3,5 miljard. Financiering vooreerst via decentralisatie-uitkering gemeentefonds. Efficiencykorting € 80 mln in 2015 naar € 300 mln in 2017. Vergoeding voor uitvoeringskosten € 55 mln en voor invoeringskosten € 64 mln.
•
Regelingen voor onderkant arbeidsmarkt in Wet Werken naar Vermogen met ingang van 2013. Bedrag ± € 3 miljard. Daarbij vindt ontschotting plaats van de WAJONG, WSW en WWB. Financiering via specifieke uitkering. Vergoeding voor uitvoeringskosten € 78 mln. Daarnaast wordt (vooralsnog) een compensatie gegeven voor herstructurering van de bedrijfsvoering van de WSW ter grootte van € 400 mln.
Op basis van het Regeerakkoord worden op het gemeentefonds forse kortingen als taakmutatie doorgevoerd. Bijvoorbeeld normering lokaal inkomensbeleid, selectieve en gerichte schuldhulpverlening en minder politieke ambtsdragers. Op dit moment wordt in de financiële positie ervan uit gegaan, dat deze taakverminderingen budgettair neutraal hun beslag kunnen krijgen. Dit is een uitdaging op zich. Het rijk overlegt met de VNG of de suppletieregeling afschaffing OZB woningen gebruikers (gemeentefonds), waaruit wij meer dan € 2,2 mln ontvangen, niet op een snellere wijze kan worden afgebouwd. Die regeling staat dus onder druk. Verdeelonderzoeken gemeentefonds: Op dit moment loopt er onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters van het fonds noodzakelijk zijn. De resultaten ervan
187
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
zullen in de meicirculaire 2012 beschikbaar komen. De financiële effecten zullen dan met ingang van het uitkeringsjaar 2013 merkbaar zijn. Er moet rekening gehouden worden met een forse aanpassing. De financiële risico’s voor gemeenten zullen waarschijnlijk maximaal € 15 per inwoner per jaar bedragen. Al met al blijven op dit moment grote financiële onzekerheden bestaan. Welke omvang en effecten diverse voorgenomen rijksbezuinigingen voor onze gemeente nog hebben, is onduidelijk. Duidelijk is wel dat de gemeente de komende jaren vooral als gevolg van de aangekondigde grote decentralisaties, staat voor ingrijpende financiële opgaven. In deze tijden van bezuinigingen is de opgaaf dan ook, om zoveel mogelijk de bestaande ambities zoals opgenomen in het collegeprogramma, te borgen. Er moeten nog diverse voorgenomen bezuinigingsmaatregelen worden uitgevoerd om de verwachte negatieve financiële gevolgen van het rijksbeleid te kunnen opvangen. Kortom: de huidige financiële situatie en financiële positie geven daarom aanleiding om nu niet af te wijken van gemaakte keuzes, maar het ingezette beleid uit het collegeprogramma voort te zetten. Bij de zogenaamde midterm review in het voorjaar van 2012, is naar verwachting meer duidelijk of de gemeente met een bezuinigingsopgave van in totaal € 12 mln kan volstaan. Dan is het ook het moment waarop nieuwe beleidsinitiatieven, inclusief eventuele extra bezuinigingen, weer aan de orde kunnen zijn.
188
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Enkele specifieke onderwerpen
3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen In deze paragraaf van de beschouwingen over de financiële positie wordt aandacht besteed aan enkele specifieke onderwerpen. 3.2.2.a Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Onder deze verplichtingen moet worden verstaan de aanspraken van het huidige dan wel het voormalige personeel op (toekomstige) uitkeringen. Op grond van de gemeentelijke boekhoudvoorschriften mag voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen alleen een voorziening worden gevormd als zij van jaar op jaar een sterk wisselende omvang hebben. Per 1 januari 2012 zijn voor het opvangen van arbeidskosten gerelateerde verplichtingen de volgende financiële middelen beschikbaar: Bedragen x € 1.000
Tabel 42
Dienst
Soort verplichting
Omvang
Opgenomen
voorziening CS
Pensioenen voormalige bestuurders 30
in exploitatie
per 1-1-12
2012
2.874
259
Diverse
Voorziening arbeids gerelateerde kosten
582
217
AZ
Uitkeringen voormalig personeel
n.v.t.
703
Welzijn
Wachtgeld flankerend beleid
n.v.t.
28
Brandweer
Uitkeringen FLO
n.v.t.
417
Brandweer
Overgangsregeling FLO
n.v.t.
490
3.2.2.b Investeringen De uitbreiding- en vervangingsinvesteringen bedragen voor 2012 € 11,5 mln. Een specificatie van deze investeringen, in overeenstemming met het BBV onderscheiden naar investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (MN) en investeringen met een economisch nut (EN) is opgenomen in Bijlage F Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen. Omdat investeringskredieten in veel gevallen gefaseerd worden uitgevoerd in de loop van het jaar ontstaat er op rekeningbasis onderuitputting op kapitaallasten. In de begroting 2012 is getracht hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Zowel bij de uitbreiding- en vervangingsinvesteringen, als bij de nog lopende investeringen wordt al op voorhand bij de begroting een inschatting gemaakt van de werkelijke hoogte van de investering, zodat een reële hoogte van de kapitaallasten kan worden geraamd. In 2012 is het effect voor onderuitputting op kapitaallasten voor de lopende en voorgenomen investeringen in totaliteit becijferd op € 800.000. Via het ramen van een stelpost werd al een onderuitputting op kapitaallasten voorzien van ongeveer € 1.021.000. Het reëler ramen van de kapitaallasten heeft daarom geresulteerd in een nadeel van € 221.000. 3.2.2.c De financiering De betaalde rente aan derden en de bespaarde rente op het eigen vermogen en de voorzieningen wordt, onder aftrek van de ontvangen rente, toegerekend aan de investeringen. De omslagrente die wordt gehanteerd voor de toerekening van rente aan de investeringen en de bespaarde rente op reserves en voorzieningen bedraagt 3,75%. Voor enkele investeringen wordt een afwijkend percentage gehanteerd zoals dat is vastgesteld bij de destijds door de gemeenteraad genomen investeringsbeslissing. Het omslagpercentage, ook wel rekenrente genoemd, wordt zoveel mogelijk constant gehouden om voortdurende herberekening van kapitaallasten van investeringen te voorkomen en het maken van resultatenanalyses te vergemakkelijken. Daardoor ontstaat op begrotingsbasis een positief 30
De voorziening wachtgeld voormalige bestuurders, de voorziening FPU en de voorziening premie
levensloopregeling/vervroegd OP/NP zijn per 1 januari 2012 samengevoegd tot een nieuwe voorziening arbeids gerelateerde kosten.
189
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Enkele specifieke onderwerpen
financieringsresultaat. Dit resultaat is opgenomen in het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (15). Bedragen x € 1.000
Tabel 43
Renteomslag Omschrijving
lasten
Baten
Rentelasten rente langlopende geldleningen
12.200
rente langlopende geldleningen nieuw
2.400
rente kortlopende geldleningen
800
Bespaarde rente reserves en voorzieningen
3.100
saldo financieringsfunctie
500
Rentebaten rente van verstrekte kortlopende geldleningen rente van kapitaalverstrekkingen aan derden Totalen
700 19.000
700
Renteomslagberekening Activa voor de renteomslag totaal activa gemeente
459.900
buiten de omslag te houden: kapitaalverstrekkingen aan derden
16.300
interne financieringen met vaste rente
188.700
Telling
205.000
Totaal activa waarover wordt omgeslagen
254.900
Netto rentelasten totaal rentelasten
19.000
totaal rentebaten
700-
uit te zonderen rente
8.700-
per saldo te verdelen over de activa
9.600
Renteomslagpercentage: - te verdelen rente - om te slaan over activa met een waarde van Omslagpercentage
9.600 254.900 3,75%
3.2.2.d De stand en het verloop van de reserves Het verwachte verloop van de AR is toegelicht in paragraaf 3.2.1 Ontwikkeling Financiële Positie. Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de overige reserves is opgenomen in Bijlage C Verloop reserves en voorzieningen. 3.2.2.e De stand en ontwikkeling van de voorzieningen Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de voorzieningen is opgenomen in Bijlage C Verloop reserves en voorzieningen.
190
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Enkele specifieke onderwerpen
3.2.2.f Het aandeel van de gemeente Leeuwarden in het EMU-tekort In het verdrag van Maastricht is vastgelegd dat het EMU-tekort (het gezamenlijk begrotingstekort van het rijk, lokale overheden en sociale fondsen) van een bepaald land dat behoort tot de Europese Monetaire Unie (EMU) niet hoger mag zijn dan 3% van het Nationaal Inkomen van het betreffende land. Dit is afgesproken om een ‘harde’ Euro te garanderen. In 2003 is gebleken dat het EMU-tekort van Nederland over de grenswaarde van 3% ging. Een belangrijk deel van dit tekort werd veroorzaakt door de lokale overheden. Daarom zijn er tussen het kabinet enerzijds en de VNG, het IPO en de UvW anderzijds afspraken gemaakt om het aandeel van de lokale overheden in het EMUtekort te beheersen. Een van die afspraken behelst een betere informatievoorziening met betrekking tot het aandeel van het tekort dat door de lokale overheden wordt veroorzaakt. Daartoe moet met ingang van het begrotingsjaar 2006 in de gemeentebegrotingen een door het rijk ontworpen model worden opgenomen, waarin het aandeel dat een betreffende gemeente in het EMU-tekort veroorzaakt, wordt berekend. Volgens de regels van het stelsel van lasten en baten heeft de gemeente een sluitende begroting. Via het door het rijk opgestelde model moeten de cijfers van de gemeente worden omgezet naar het door het rijk gehanteerde kasstelsel om de cijfers van het rijk en die van de lagere overheden te kunnen samenvoegen. Als gevolg van de crisis wordt thans door de meeste landen de norm van 3% overschreden. Ook Nederland overschrijdt de norm. Zoals uit het volgende model blijkt is het aandeel in het EMU-tekort dat door de gemeente Leeuwarden wordt veroorzaakt € 23,3 mln in 2011, € 10,7 mln in 2012. In het jaar 2013 heeft de gemeente Leeuwarden een EMU-overschot van € 10,6 mln. Bedragen x € 1.000
Tabel 44
2011
2012
2013
Volgens
Volgens
realisatie
begroting
meerjaren-
begroting
2012
raming in
2011
Volgens
begroting 2013
1 2 3
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
-355
4.149
7.739
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
15.795
12.309
11.629
6.863
6.847
6.737
31.703
26.308
8.362
-1.737
0
0
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
250 0
0
0
0
0
0
0
0
12.169
7.679
7.436
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1
191
3 Financiële begroting
3.2: Uiteenzetting financiële positie: Enkele specifieke onderwerpen
2011
2012
2013
Volgens
Volgens
realisatie
begroting
meerjaren-
begroting
2012
raming in
2011
Volgens
begroting 2013
genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11
Verkoop van effecten:
a
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
b
Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
192
0
0
nee
nee
-23.306
-10.682
0
nee
10.557
3 Financiële begroting
3.2.3: Meerjarenraming
3.2.3. Meerjarenraming Bedragen x € 1.000
Tabel 45
Lasten
Rekening Begroting Begroting Raming
Raming
Raming
programma's
2010
2014
2015
2011
2012
2013
001 Cultuur
12.279
10.443
12.821
8.880
8.869
8.856
002 Jeugd en onderwijs
25.912
22.670
22.717
21.852
21.755
21.775
003 Economie en toerisme
66.953
49.043
36.157
38.020
37.530
36.675
004 Sociaal maatschapp. ontwikkeling
51.312
45.226
44.355
42.812
42.353
42.333
133.981
113.233
112.945
113.042
113.000
111.900
005 Werk en inkomen 006 Wonen 007 Infrastructuur/bereikbaarheid 008 Dienstverlening 009 Politiek bestuur
9.406
8.014
14.511
7.716
7.319
4.003
10.041
13.988
9.508
10.227
10.299
10.325
3.802
3.320
3.486
3.486
3.486
3.486
9.198
8.405
8.182
8.185
8.168
8.152
11.042
11.029
10.679
10.595
10.492
10.281
011 Sport
6.193
5.749
6.192
6.124
6.064
5.982
012 Ruimtelijke ordening
2.652
1.992
1.922
1.810
1.710
1.678
013 Milieu, energie en water
26.269
25.613
25.562
25.554
25.561
24.768
014 Woon- en leefomgeving
23.688
21.922
22.439
22.548
22.971
23.584
015 Algemene dekkingsmiddelen
42.266
34.010
25.895
33.147
30.901
27.407
434.992
374.659
357.371
353.999
350.479
341.205
010 Veiligheid en Openbare orde
Totaal lasten
Bedragen x € 1.000
Tabel 46
Baten
Rekening Begroting Begroting Raming
Raming
Raming
programma's
2010
2014
2015
001 Cultuur 002 Jeugd en onderwijs 003 Economie en toerisme 004 Sociaal maatschapp. ontwikkeling 005 Werk en inkomen
2011 783
2012 129
2013
1.915
183
183
179
5.588
6.382
5.621
5.287
5.287
5.287
63.407
44.145
32.554
33.934
34.012
34.011
6.489
5.819
5.862
5.822
5.822
5.822
103.374
92.534
94.290
94.290
94.290
94.290
006 Wonen
4.836
4.956
7.388
3.459
3.459
3.459
007 Infrastructuur/bereikbaarheid
8.449
12.146
8.188
8.736
9.236
9.293
008 Dienstverlening
1.737
1.725
1.552
1.552
1.552
1.552
009 Politiek bestuur
1.072
513
456
456
456
456
493
415
294
294
294
294
3
8
0
0
0
0
224
267
107
107
107
107
24.960
23.901
23.881
23.869
23.869
23.869
010 Veiligheid en Openbare orde 011 Sport 012 Ruimtelijke ordening 013 Milieu, energie en water 014 Woon- en leefomgeving 015 Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten
2.522
2.341
2.354
2.285
2.285
2.285
211.053
179.378
172.910
173.724
169.626
160.300
434.992
374.659
357.371
353.999
350.479
341.205
193
3 Financiële begroting
194
3.2.3: Meerjarenraming
Kerngegevens middelen
Kerngegevens middelen
Kerngegevens middelen Ultimo 2012 Formatie: 1.053 fte's x € 1 mln Exploitatie
Lasten
Personeelslasten
69,6
Kapitaallasten
31,1
Sociale uitkeringen en - verstrekkingen in natura
69,1
Subsidies en individuele voorzieningen Wmo
89,7
Kosten grond-, weg en waterbouwkundige werken
17,4
Kosten uitgevoerde werkzaamheden door derden
29,0
Baten
Uitkeringen gemeentefonds
134,7
Doeluitkeringen
105,4
Opbrengst OZB
24,2
Overige belastingopbrengsten, rechten leges en retributies
26,2
Opbrengst van grondverkopen
19,6
Huren en pachten Overige lasten en baten Totaal (voor mutaties reserves) Mutaties reserves Totaal na mutaties reserves
8,5 31,4
22,8
337,3
341,4
20,1
16,0
357,4
357,4
x € 1 mln Balansgegevens Boekwaarde vaste activa Bedrag voorgenomen investeringen
292,3 11,5
Eigen financieringsmiddelen: Algemene Reserve
11,4
Overige reserves
41,5
Vreemde financieringsmiddelen: Voorzieningen Vooruit ontvangen bedragen Opgenomen langlopende geldleningen
15,6 1,8 277,1
195
Kerngegevens middelen
Overige kerngegevens x € 1 mln Rekening
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
A. Sociale structuur Aantal inwoners aan het begin van het jaar
94.073
94.244
95.123
waarvan: - inwoners < 20 jaar
20.679
20.599
20.758
- inwoners > 64 jaar
13.998
14.209
14.662
waarvan leerlingen:
15.459
15.455
15.317
- basisonderwijs
7.470
7.430
7.259
- speciaal onderwijs
1.235
1.225
1.239
- voortgezet onderwijs
6.754
6.800
6.819
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden
3.584
3.843
4.331
3.496
3.758
4.200
88
85
131
760
760
773
8.411
8.411
8.411
520
497
520
7.891
7.914
7.891
49.279
49.688
49.748
46.391
46.713
46.860
408
406
408
10
10
10
2.470
2.559
2.470
605
606
607
80
80
81
554
568
566
waarvan: - WWB - IOAW/IOAZ Werkgelegenheidsregelingen - WSW werknemers B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (ha.) waarvan: - binnenwater - land Aantal woonruimten - woningen - wooneenheden - recreatiewoningen - capaciteit bijzondere gebouwen Lengte wegen (km.) Lengte waterwegen (km.) Openbaar groen (ha.)
196
Alfabetische lijst met afkortingen
Alfabetische lijst met afkortingen AR
Algemene Reserve
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AZ
Algemene Zaken
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
BBZ
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen
BCF
BTW Compensatiefonds
BDU
Brede Doel Uitkering
BNG
Bank voor Nederlandse Gemeenten
BO
Bijzonder Onderwijs
BOR
Beheer Openbare Ruimte
BOSL
Bestuurlijk Overleg Stadsregio Leeuwarden
BTW
Belasting van de Toegevoegde Waarde
BUIG
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening
GR SW
Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening
GRP
Gemeentelijk Rioleringsplan
GS
Gedeputeerde Staten
GSB
Grote Steden Beleid
GVVP
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan
HCL
Historisch Centrum Leeuwarden
HUP
Handhavingsuitvoeringsplan
HVD
Hulpverleningsdienst
IAU
Incidentele Aanvullende Uitkering
IBB
Incidentele Bijzondere Bijstand
ICT
Informatie Communicatie Technologie
IOAW
Inkomensregeling voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers
aan Gemeenten IOAZ BZK
Binnenlandse Zaken
CS
Concernstaf
CIZ
Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
IPO
Interprovinciaal Overleg
Centrum Indicatiestelling Zorg
ISI
Impuls Sociale Investeringen
CJIB
Centraal Justitieel Incassobureau
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
CV/BV
Commanditaire Vennootschap/Besloten
IU
Integratie-uitkering
KBNL
Kredietbank Nederland
KCC
Klant Contact Centrum
KRW
Kaderrichtlijn Water
LAP
Landelijk Afvalstoffenplan
LEJA
Leeuwarder Educatieve JeugdAgenda
LHR
Leeuwarden Historische Reeks
LPF
Leeuwarder Papier Fabrieken
MAD
Milieu Advies Dienst
MCC
Multi Cultureel Centrum
MER
Milieueffectrapportage
MFC
Multifunctioneel Centrum
MIP
Meerjaren Investeringsprogramma
MJOP
Meerjaren Onderhoudsprogramma
MN
Maatschappelijk nut
Vennootschap CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
DSOB
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
DU
Decentralisatie-uitkering
EMU
Economische en Monetaire Unie
EN
Economisch nut
EPC
Energieprestatiecoëfficiënt
FEC
Financieel Expertise Centrum
FIDO
Financiering Decentrale Overheden
FLO
Functioneel Leeftijdsontslag
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden
FVC
Friese Voetbal Club
GEM
Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
197
Alfabetische lijst met afkortingen
MO
Maatschappelijke Ondersteuning
VFG
Vereniging Friese Gemeenten
MOP
Meerjaren Ontwikkelingsprogramma
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
MPI
Meerjarenprogramma Infrastructuur
VROM
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
MTO
Medewerkertevredenheidsonderzoek
NAR
Nederlands Instituut voor Risicomanagement
OBL
Ontwikkelbedrijf Leeuwarden
PPS
Publiek-Private Samenwerkingsverband
RMC
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Jongeren
RSP
Regio Specifiek Pakket
RUD
Regionale Uitvoerings Dienst
SIMON
Samenwerkingsverband Informatisering
Milieubeheer VZ
Verslavingszorg
W&I
Werk en Inkomen
WABO
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
WAJONG
Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
WIJ
Wet Investeren in Jongeren
WIW
Wet Inschakeling Werkzoekenden / Westelijke
Monumentenzorg SIOF
Strategisch Investerings- en
Invalsweg WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
Tijdsgebonden
WPG
Wet Publieke Gezondheid
SMO
Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling
WRO
Wet Ruimtelijke Ordening
SNN
Samenwerkingsverband Noord Nederland
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening / Waarborgfonds
SO
Speciaal Onderwijs
TK
Taakmutatie
UCF
University Campus Fryslân
UvW
Unie van Waterschappen
UWV
Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekering
Ontwikkelingsfonds SMART
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch
Sociale Woningbouw
198
WWB
Wet Werk en Bijstand
WWIK
Wet Werk en Inkomen Kunstenaars
WWNV
Wet Werken Naar Vermogen
Begroting 2012 Bijlagenboek September 2011
Begroting 2012 Bijlagenboek September 2011
203
204
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Bijlage A
Overzicht mee- en tegenvallers
207
Mee- en tegenvallers structureel
208
II. Mee- en tegenvallers incidenteel
217
III. Eindoverzicht mee- en tegenvallers
224
I.
(meerjarenperspectief en ontwikkeling Algemene Reserve)
Bijlage B
Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
225
Op basis van begroting 2010/2011 en Collegeprogramma 2010-2014 I.
Ombuigingen structureel
226
II. (Nieuw) beleid structureel
228
III. Ombuigingen incidenteel
228
IV. (Nieuw) beleid incidenteel
229
V. Uitwerkingen nieuw beleid en ombuigingen
231
Bijlage C
Verloop reserves en voorzieningen
233
Bijlage D
Meerjarenprogramma Infrastructuur
237
I.
238
Bijlage E
Programma Infrastructuur 2012
II. Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012-2015
241
III. Meerjarenplanning algemene middelen Infrastructuur 2012-2015
245
IV. Verloop algemene middelen (investeringsvolume)
247
Overzichten Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012 e.v.
249
(niet openbaar)
Bijlage F
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
251
I.
252
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
II. Meerjarenoverzicht investeringen
255
III. Raamkrediet Programma Infrastructuur 2012
257
Bijlage G
Overzicht opgenomen geldleningen
259
Bijlage H
Overzicht subsidies instellingen
263
Bijlage I
Route van de rente
269
205
206
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
BIJLAGE A Overzicht mee- en tegenvallers I. II. III.
Mee- en tegenvallers structureel Mee- en tegenvallers incidenteel Eindoverzicht mee- en tegenvallers (meerjarenperspectief en ontwikkeling Algemene Reserve)
207
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
Bijlage I: Mee- en tegenvallers structureel Bedragen x € 1.000 Nr.
Dienst/omschrijving
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting
Gemeentefonds 1.1
Aanpassingen lokale prognoses maatstaven: A. Herziene prognose inwoners
230
-1
B. Herziene prognose woningen
-77
-1
1
-168
82
10
C. Herziene prognose belastingcapaciteit
D. Herziene prognose bijstandsgerechtigden
-658
E. Raming maatstaf bijstand o.b.v. landelijke ontw.
F. Overige prognoses maatstaven
1.2
Mutatie landelijke uitkeringsfactoren
1.3
Afloop decentralisatie uitkeringen
1.4
Vrijval reserveringen inflatie GF
1.5
Bijstelling verwachtingen inflatie
-23
-222
2.318
-1
37
106 9
Betreft aanpassingen in de lokale prognoses m.b.t. de belastingcapaciteit a.g.v. de herwaardering van het onroerend goed.
-46
In de meicirculaire is een landelijke ontwikkeling / prognose gegeven van het aantal bijstandsgerechtigden. Deze volumina vormen de grondslag voor de ramingen van de uitkeringsbasis en de 672 uitkeringsfactoren van het gemeentefonds. De ramingen van de bijstandsaantallen binnen het gemeentefonds zijn conform deze trend aangepast.
-141
352
45
-22
-6
1.215
-61
De ramingen met betrekking tot de bijstandsaantallen worden periodiek door de dienst Welzijn geactualiseerd. Als gevolg van de -48 verslechterende economische verwachtingen wordt een stijging van de WWB aantallen voorzien. Een stijging van de klantenaantallen betekent voor de algemene uitkering een stijging van de inkomsten.
-1.327
1.360
185
1.679
80 Nieuwe berekeningen van rijksuitgaven op grond van de meicirculaire 2011 resulteren in gewijzigde uitkeringsfactoren. Hierin -134 zijn ook de accressen (ter compensatie van loon- en prijsstijgingen en areaalontwikkelingen) inbegrepen. Deze zijn positief bijgesteld. Een aantal decentralisatie-uitkeringen loopt op basis van de met het rijk gemaakte afspraken in 2014 af. Deze hebben betrekking op -3.314 bodemsanering en middelen voor stedelijke vernieuwing (ISV). De afloop wordt vereffend met de dienst Stadsontwikkelingen en Beheer en verloopt gemeentebreed budgettair neutraal. (Zie ook DSOB). De binnen de algemene uitkering gereserveerde stelposten voor o.a. loon- en prijsontwikkelingen (0,5%) vallen vrij ter dekking van de ontwikkeling bij de diensten.
675
-2.543 -2.542
-3.218
De verwachtingen m.b.t. de inflatie (lonen- en prijzen) worden conform prognoses rijk bijgesteld (lonen en prijzen 2,25%).
208
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
Dienst/omschrijving
1.6
Herziening maatstaf WOZ
1.7
Afrondingen
1.8
Reservering taakmutaties en decentralisatieuitkeringen gemeentefonds
A
Maatschappelijke stage
B
Versterking kwaliteit gastouderopvang
C
Uitvoeringskosten inburgering
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
-307 3
Toelichting In het gemeentefonds wordt rekening gehouden met verschillen in belastingcapaciteit van gemeenten. Omdat per 1-1-2012 een nieuw WOZ-tijdvak start, worden de rekentarieven aangepast.
-6
-5
-3 Betreffen de taakmutaties, decentralisatie uitkeringen (zie ook onder concernstaf 2.5).
-68 3 -36
D
Normering lokaal inkomensbeleid
-545
E
Selectieve en gerichte schuldhulpverl.
-220
F
Bijstelling budget WMO
57
273
G
Aanpak kindermishandeling
50
-50
H
Nat. Actieplan sport en bewegen
I
Bijstelling budget maatschappelijke opv.
82
-41
-134
-418
J
Bijstelling budget vrouwenopvang
50
-50
K
Actieplan Jeugdwerkloosheid
907
-907
L
Nationaal uitvoeringsprogramma
156
23
Totaal gemeentefonds
185
876
36
-112
-41
-870 -1.490
-560 -6.605
Concern 2.1
2.3
Nominale ontwikkelingen
Verlaging storting pensioenvoorziening
250
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen.
-50
Onder meer door de vermindering van het aantal wethouders kan de storting in de pensioenvoorziening voor wethouders worden verlaagd met 250.000 in de jaren 2011 en 2012 en met 200.000 ingaande 2013.Ook de verjonging van de wethouders leidt tot een verlaging van de storting. Verder kan de storting worden verlaagd doordat de stand van de voorziening thans voldoet aan de uitgangspunten van het ABP.
209
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
Dienst/omschrijving
2.2
Voorcalculatie rente
2.4
BTW-compensatie doeluitkeringen
2.5
Reservering taakmutaties en decentralisatieuitkeringen gemeentefonds
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
1.037
2013
-487
2014
2015
Toelichting Er wordt een voordeel op het renteresultaat berekend. Dit komt omdat in de meerjarenraming 2012 e.v. voor het aantrekken van geld voor het financieringstekort is uitgegaan van een rentepercentage voor kort geld van 3,5 en voor lang geld van 5. De werkelijke percentages liggen daar thans ruim onder. Het rentepercentage voor kort geld is thans 1, terwijl het rentepercentage voor lang geld thans 3,4 is. In de voorcalculatie 2012 is gerekend met een stijging van het percentage voor kort geld naar 2,5 en voor lang geld naar 4,25. Deze percentages liggen dus voor kort geld 1% en voor lang geld 0,75% onder de percentages waarmee in de meerjarenraming is rekening gehouden. Een en ander leidt tot een voordelig renteresultaat van € 487.000. Omdat het erg onzeker is hoe de rente zich in de jaren daarna zal ontwikkelen wordt dit voordeel als incidenteel beschouwd. Doordat het omslagpercentage kan dalen van 4% naar 3,75% is de rente die over activa is verschuldigd € 550.000 lager dan thans geraamd in de meerjarenraming. Dit voordelig effect is structureel. Via het gemeentefonds is structureel geld ontvangen voor de nettering van BTW van specifieke uitkeringen. Ingaande 2011 kan het niet benodigde bedrag tot € 95.000 voor dit doel vrijvallen.
95
De taakmutaties en decentralisatie uitkeringen die door het rijk worden doorgevoerd vanuit het gemeentefonds worden ter uitvoering van de diensten gereserveerd. Zie ook hiervoor onder nr. 1.15.
A
Maatschappelijke stage
68
B
Versterking kwaliteit gastouderopvang
-3
C
Uitvoeringskosten inburgering
36
D
Normering lokaal inkomensbeleid
545
E
Selectieve en gerichte schuldhulpverl.
220
F
Bijstelling budget WMO
-57
-273
G
Aanpak kindermishandeling
-50
50
H
Nat. Actieplan sport en bewegen
-82
41
I
Bijstelling budget maatschappelijke opv.
134
418
J
Bijstelling budget vrouwenopvang
-50
50
41
210
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
K
Actieplan Jeugdwerkloosheid
-907
907
L
Nationaal uitvoeringsprogramma
-156
-23
180
-508
2013
2014
2015
Toelichting
870
Dienst Algemene Zaken 3.1
Nominale ontwikkelingen
3.2
Vrijgevallen kapitaallasten
3.3
Kapitaallasten vervangingsinvesteringen
3.4
Aanpassing OZB i.v.m. woningbouwpr.
3.5
OZB leegstand niet-woningen
3.6
Inflatiecorrectie belastingen
3.7
3.8
52 De kapitaallasten van de afgeschreven investeringen vallen vrij.
18
-64
-18
506
-122
-90
-18
-19
De kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen worden in de meerjarenraming opgenomen.
Op basis van de bouwprognoses voor woningen en niet-woningen 119 worden de betreffende mutaties in de OZB-opbrengst verwacht, inclusief de raming van de nieuwe jaarschijf. Als gevolg van de economische crisis loopt de leegstand bij de bedrijfspanden op. Hierdoor ontstaat een nadeel van € 150.000 bij de opbrengst van het gebruikersdeel OZB-niet woningen.
-150
Beheer basisregistraties Leeuwarden (BAG)
Eigen risico WGA
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen.
De raming van o.a. de OZB opbrengst wordt jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. Voor 2012 is uitgegaan van 2,25%. Gemeenten zijn wettelijk verplicht tot het voeren van een stelsel van basisregistraties op het gebied van adressen, personen en bedrijven e.d. Dit stelsel in onder andere van belang voor een moderne dienstverlening, effectieve handhaving en fraudebestrijding. De beheerskosten hiervan kunnen dankzij een herschikking van taken en budgetten gedeeltelijk worden gedekt binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering. Het ongedekte deel bedraagt totaal € 220.000 waarvan € 122.000 t.b.v. de dienst AZ en € 98.000 t.b.v. de dienst DSOB. Met ingang van 1 januari 2011 wordt de uitkeringen voor de Regeling Werkhervatting Gedeeltelijke Arbeidsgeschikten (WGA) voor eigen risico genomen, omdat de verhouding tussen de hoogte van de premie en de uitkeringen niet meer reëel is. Tegenover het wegvallen van de WGA premie van plm. € 180.000 die tot een lagere loonsom leidt, wordt rekening worden gehouden met een jaarlijks uit te betalen bedrag aan uitkeringen van € 90.000.
211
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
3.9
Dienst/omschrijving
Digitaal loket
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2013
2014
2015
Toelichting In 2009 is toegetreden tot het samenwerkingsverband D!mpact om in gezamenlijkheid met de andere deelnemende gemeenten de digitale dienstverlening verder te ontwikkelen en te verbeteren. Door het vervallen van de deelnemersbijdrage ontstaat een structureel voordeel. In 2010 is het voordeel in de jaarrekening verwerkt.
75
3.10 Bijdrage HVD
3.11 Afschrijving op investeringen
2012
De bijdrage aan de HVD stijgt per saldo door de toename van het aantal inwoners van de gemeente Leeuwarden per 1-1-2011 en door toepassing van hogere inflatiepercentages.
-40
De incidentele financiële middelen staan op grond van de stand van de Algemene Reserve onder druk. Daarom is onderzocht in hoeverre incidentele middelen vrijgespeeld kunnen worden ter voeding van de Algemene Reserve. Voor het jaar 2011 kan een investeringsbedrag van € 600.000 vrijvallen waartegenover een structurele kapitaallast van € 63.000 dient te worden geraamd (zie ook nr. 3.6 Overzicht incidentele mee- en tegenvallers).
-63
Dienst Brandweer 4.1
Nominale ontwikkelingen
4.2
Mutaties FLO
4.3
Vrijval kapitaallasten
54
103
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen.
-143
-101
-4
-56
Met ingang van 1 januari 2006 is het Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO) afgeschaft. Voor het op dat moment in dienst zijnde personeel 223 in een bezwarende functie geldt een overgangsregeling. De reeds geraamde bedragen behoeven een structurele aanpassing. Over de gehele beleidsplanperiode is sprake van een voordeel van € 165.000. 1
Door (volledige) afschrijving op activa verminderen de kapitaallasten.
Dienst Stadsontwikkeling 5.1
Nominale ontwikkelingen
5.2
Stelpost civieltechnische werken
5.3
Kapitaallasten vervangingsinvesteringen
5.4
Vrijval kapitaallasten
159
-8
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen.
-659 -3
-3
-3
-4
0
-41 107
-168
Betreft de jaarlijkse stelpost civieltechnische werken voor investeringen in het programma infra.
-152 Betreft kapitaallasten vervangingsinvesteringen. 80
Door (volledige) afschrijving op activa verminderen de kapitaallasten.
212
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
5.5
5.6
Dienst/omschrijving
Stelpost areaaluitbreidingen 'groen'
Stelpost areaaluitbreidingen 'grijs'
5.7
Stelpost areaaluitbreiding ‘blauw’
5.8
Erfpacht canonopbrengsten
5.9
Afdracht algemene middelen Reserve Grondbedrijf
5.10 Beheer basisregistraties Leeuwarden (BAG)
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
-39
12
2012
27
-74
2013
42
104
-36
2015
Toelichting
Uitbreiding van de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan het openbaar groen. De berekening daarvan geschiedt onder andere op grond van de meest -264 actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode.
-134
Uitbreiding van de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan o.a. wegen, kunstwerken, openbare verlichting en bebording. De berekening daarvan geschiedt -258 onder andere op grond van de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode.
17
Uitbreiding van de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan sloten, vijvers en grote wateroppervlakken. De berekening daarvan geschiedt onder andere -78 op grond van de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode.
10
-5
-31
-17
Als gevolg van een aantal herzieningen van erfpachtovereenkomsten daalt de canonopbrengst.
-441
Vanaf 2004 is een bijdrage voorzien uit de reserve grondexploitatie van € 0,9 miljoen ten gunste van de exploitatie en het SIOF. De haalbaarheid van deze afdracht wordt jaarlijks beoordeeld bij de begroting. Op basis van de huidige inzichten, waarbij de risico's zijn afgezet tegen de stand van de Reserve grondexploitatie, moet deze bijdrage met de helft worden verminderd. Hiermee komt de afdracht aan de exploitatie te vervallen.
-98
9
2014
Gemeenten zijn wettelijk verplicht tot het voeren van een stelsel van basisregistraties op het gebied van adressen, personen en bedrijven e.d. Dit stelsel in onder andere van belang voor een moderne dienstverlening, effectieve handhaving en fraudebestrijding. De beheerskosten hiervan kunnen dankzij een herschikking van taken en budgetten gedeeltelijk worden gedekt binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering. Het ongedekte deel bedraagt totaal € 220.000
213
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting waarvan € 122.000 t.b.v. de dienst AZ en € 98.000 t.b.v. de dienst DSOB.
5.11 Wijk- en panelbudget De Zuidlanden
-8
Stichting Wijkpanel De Zuidlanden is in 2010 opgericht en vormt daarmee het 27e wijkpanel in de gemeente Leeuwarden. Net als andere wijkpanels en dorpsbelangen komt men in aanmerking voor een wijk- en panelbudget. Gelet op het aantal inwoners gelden voor De Zuidlanden de minimum vastgestelde budgetten. Voor het totale wijk- en panelbudget De Zuidlanden dient vanaf 2011 een bedrag van € 8.100 beschikbaar te worden gesteld.
5.12 Energie: elektriciteit en gas
27
Er wordt een voordeel verwacht van energietarieven per 1-1-2011 als gevolg van ontwikkelingen op de energiemarkt.
-6
Om het stadskantoor als ondermeer als crisiscentrum zeker te stellen en benutting van benodigde databestanden en ICT voorzieningen te garanderen dient de noodstroomvoorziening te worden aangepast. De kosten van de noodstroomvoorziening betreffen de aanschaf van een dieseltank. De kapitaallasten hiervan bedragen € 6.000.
5.13 Noodstroomvoorziening Stadskantoor
Een aantal decentralisatie-uitkeringen lopen op basis van de met het rijk gemaakte afspraken in 2014 af. Deze hebben betrekking op 3.314 bodemsanering en middelen voor stedelijke vernieuwing (ISV). Zie ook mutaties m.b.t. gemeentefonds.
5.14 Afloop decentralisatie uitkeringen
5.15 Inrichting ruimte Nieuw Zaailand
-21
5.16 Herziening balanssanering
-272
In het kader van de inrichting van de ruimte Nieuw Zaailand, ontstaan onderhoudskosten vanwege bijvoorbeeld het onderhoud van bomen, extra onderhoud bestrating e.d. De gemeenteraad heeft hiertoe in mei 2011 besloten. De incidentele financiële middelen staan op grond van de stand van de Algemene Reserve onder druk. Daarom is onderzocht in hoeverre incidentele middelen vrijgespeeld kunnen worden ter voeding van de Algemene Reserve. Voor het jaar 2012 kan een voorgenomen balanssanering van € 3,89 mln. achterwege blijven. Dit betekent concreet een extra voeding ten gunste van de Algemene Reserve € 3,89 mln en een structurele last van € 272.000.
Dienst Welzijn 6.1
Nominale ontwikkelingen
161
-1.562
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen.
214
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
Dienst/omschrijving
6.2
Vrijval kapitaallasten (speelruimten)
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
Leerlingenaantallen
Rioolheffing gymlokalen
MFC's
Uitvoeringskosten KCC en Sociale Zaken (1)
MFC Vrijheidswijk
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015 2
44
-53
24
6
Toelichting De rentelasten van de afschrijvingen op investeringen speeltoestellen vallen vrij.
De nieuwe prognoses vanuit de sector Onderwijs geven aan dat er mutaties te verwachten zijn van het aantal leerlingen. Deze mutaties -21 worden in de algemene uitkering doorgerekend en leidt tot een wijziging van het budget voor de sector Onderwijs. Jaarlijks brengt de gemeente Leeuwarden rioolheffing in rekening bij de eigenaar en gebruiker van gebouwen. Aangezien de gemeente eigenaar is van de gymlokalen, komt de rioolheffing met betrekking tot de gymlokalen voor rekening van de gemeente zelf. Deze kosten zijn niet in de begroting opgenomen en levert een structureel nadeel van € 5.000 op.
-5
-15
In 2009 zijn de MFC's Camminghaburen, Westeinde en Zuiderburen opgeleverd. De panden worden gehuurd van de woningcorporaties. De kosten voor onderhoud binnen komt voor rekening van de huurder (= de gemeente). Voor deze kosten is geen budget. Per MFC is een bedrag van € 5.000 voor jaarlijkse onderhoudsuitgaven. Voor 'groot' onderhoud binnen zal op het moment dat zich dat voordoet separaat krediet worden aangevraagd.
-33
In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de uitvoeringskosten die gekoppeld zijn aan de gemiddelde klantenaantallen WWB. Voor 2011 is dat gemiddeld 3.789 en voor de jaren vanaf 2012 3.830. Met de jongste raming voor het aantal WWB'ers gaan we er nu vanuit dat ultimo 2011 er structureel 4.030 WWB'ers zullen zijn. Daarmee stijgt het gemiddelde met 100 klanten tot 3.889 in 2011. De toename van gemiddeld 100 klanten in 2011 zullen € 32.411 kosten. De structurele toename vanaf 2012 van gemiddeld 200 klanten kost conform het verrekenmodel € 64.822. Voor de periode 2013 en daarna worden de aantallen vooralsnog constant gehouden in afwachting van de ontwikkelingen bij het rijk.
-37
-32
Sinds 2009 wordt de MFC Vrijheidswijk door de gemeente gehuurd. In het huurcontract zijn diverse kosten opgenomen, waarvoor tot op heden geen budget beschikbaar is. De kosten van in totaal € 37.000 betreffen een vergoeding retributie opstalrecht van € 10.000, een bijdrage in de onderhoudskosten van € 16.000 en kosten van de opstalverzekering van € 11.000.
215
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr.
6.8
6.9
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting
-50
De incidentele financiële middelen staan op grond van de stand van de Algemene Reserve enigszins onder druk. Daarom is onderzocht in hoeverre incidentele middelen vrijgespeeld kunnen worden ter voeding van de Algemene Reserve. Voor het jaar 2011 kan een voorgenomen balanssanering van € 800.000 achterwege blijven. Dit betekent concreet een extra voeding ten gunste van de Algemene Reserve en een structurele last van € 50.000.
-16
-114
In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met de uitvoeringskosten die gekoppeld zijn aan de gemiddelde klantenaantallen WWB/WIJ en IOAW. Voor 2011 is het gemiddelde voor de WWB/WIJ begin 2011 opgehoogd van 3.789 naar 3.889 gemiddeld en voor de jaren 2012 en verder is het aantal opgehoogd van 3.830 naar 4.030. Uit de meest recente gegevens is af te leiden dat het aantal bijstandsgerechtigden blijft toenemen en per eind mei 2011 al hoger is dan de bijgestelde raming voor het gehele jaar 2011, zoals die in het voorjaar werd gemaakt. Verwacht wordt dat het aantal WWB/Wij uitkeringsgerechtigden verder zal toenemen tot 4.200. Het aantal IOAW'ers zal toenemen tot 116. Daarmee stijgt het gemiddelde tot 4.025 WWB/WIJ/IOAW klanten in 2011. Die verdere toename zal € 16.060 kosten. De structurele toename voor 2012 tot gemiddeld 4.316 klanten kost conform het verrekenmodel € 114.401. Voor de periode 2013 en daarna houden we de aantallen vooralsnog constant in afwachting van de ontwikkelingen bij het rijk.
Totaal diensten
-430
-837
-363
-159
3656
TOTAAL GENERAAL (inclusief gem.fonds)
-245
39
-1853
-719
-2949
Balanssanering
Actualisatie uitvoeringskosten KCC en Sociale Zaken in verband met herziene klantenaantallen (2)
216
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
Bijlage II: Mee- en tegenvallers incidenteel Bedragen x € 1.000 Nr
Dienst/omschrijving
2.0
Concern
2.1
Stelpost kapitaallasten
2.2
Gevolgen maartcirculaire Gemeentefonds 2011
2.3
2.4
2.5
Dividend Bank Nederlandse Gemeenten
Opboeken vordering Enexis
Verkoop Essent (vrijvallende deel Escrow)
2011
2012
-1.021
-293
90
1.800
325
2013
1.021
2014
2015
Toelichting In de begroting van de concernstaf is een stelpost geraamd van € 1.021.000 in verband met te realisering onderuitputting op kapitaallasten. Deze stelpost heeft betrekking op alle gemeentelijke diensten. Er zijn maatregelen genomen op het voorkomen van onderuitputting op de geraamde kapitaallasten. Hierdoor vallen binnen de begrotingen van de diensten kapitaallasten vrij. De stelpost op concernniveau kan hierdoor vervallen.
293
Volgens de maartcirculaire 2011 wordt de uitkeringsfactor Gemeentefonds voor 2010 verlaagd met 4 punten. Dit leidt tot een negatief afwikkelingsverschil over 2010 tot een bedrag van € 293.000. Deze afwikkeling wordt in 2011 geboekt.
-90
Over 2010 keert de Bank Nederlandse Gemeenten een dividend uit van € 2,30 per aandeel. Voor de gemeente Leeuwarden betekent dit een dividend over 2010 van € 267.000. Er is rekening gehouden met een dividend van € 177.000, zodat er een incidentele meevaller van € 90.000 is.
-1.800
-325
Bij de verkoop van de aandelen is een deel van de verkoopsom betaald door het eigendom van leningen (verstrekt door Essent) aan Enexis over te dragen aan de verkopende aandeelhouders. Vanwege de juridische vormgeving was het onduidelijk hoe dit bezit boekhoudkundig verwerkt moest worden. Inmiddels is duidelijk dat de vordering op Enexis ter waarde van € 1,8 mln daadwerkelijk als een bezit kan worden opgeboekt. Bij de verkoop van Essent is een deel van de opbrengst gestort in een voorziening, ook wel escrow genoemd, voor dekking van claims van RWE. Een deel van deze voorziening kan vrijvallen. Deze vrijval levert in 2011 een incidentele meevaller op van € 325.000.
217
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting
2.6
Balanssanering
800
-800
De incidentele financiële middelen staan op grond van de stand van de Algemene Reserve enigszins onder druk. Daarom is onderzocht in hoeverre incidentele middelen vrijgespeeld kunnen worden ter voeding van de Algemene Reserve. Voor het jaar 2011 kan een voorgenomen balanssanering van € 800.000 achterwege blijven. Dit betekent concreet een extra voeding ten gunste van de Algemene Reserve en een structurele last van € 50.000.
2.7
Bespaarde rente reserves
386
-386
De standen van de reserves blijken op grond van de jaarstukken 2010 hoger dan de standen die in de begroting 2011 zijn opgenomen. Hierdoor komt meer bespaarde rente beschikbaar.
-310
Bij de behandeling van de jaarstukken 2010 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen het resterende bedrag uit de reserve dienstverlening over te boeken naar de Algemene Reserve. De middelen vallen thans t.b.v. de Algemene Reserve vrij.
-351
351
In de meerjarenraming is ingaande 2011 op grond van een ‘ijzeren voorraad’ van voorzieningen een bedrag aan bespaarde rente van € 600.000 ten gunste van de exploitatie geraamd. Nu de staat voor voorzieningen voor de begroting 2012 is opgemaakt, blijkt de bespaarde rente € 249.000 te zijn. Daarom wordt incidenteel een tegenvaller geraamd van € 351.000. Er zal de komende periode worden nagegaan in hoeverre de structureel bespaarde rente van € 600.000 ten gunste van de exploitatie in de toekomst een structurele neerwaartse bijstelling behoeft.
-152
-21
15
95
-7
41
-45
7
2.8
Reserve dienstverlening
2.9
Bespaarde rente voorzieningen
3.0
Dienst Algemene Zaken
3.1
Niet actieven
3.2
FPU
310
Het budget voor niet actieven (wachtgeld) wordt jaarlijks 51 aangepast o.b.v. de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en de prognose voor de komende jaren. 41
Het budget voor de FPU is aangepast o.b.v. de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en de prognose voor de komende jaren.
218
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr
3.3
3.4
3.5
3.6
Dienst/omschrijving
Vervallen opbrengst roerende zaakbelasting
Rijbewijzen
2011
-39
-39
Taakstelling HVD
Vrijval investeringsmiddelen
3.7
Uitstel maximering tarieven rijbewijs
4.0
Brandweer
4.1
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
Mutaties FLO
600
50
44
2012
2013
2014
2015
Toelichting in de begroting 2011 is een bezuiniging opgenomen van € 80.000 voor de invoer van een roerend zaakbelasting. Op 15 december 2010 is bij motie besloten af te zien van de invoer van roerend zaakbelasting. In plaats daarvan wordt een precariobelasting voor woonschepen ingevoerd en worden de woonwagens voortaan voor OZB aangeslagen. Dit resulteert in een opbrengst van € 41.000. Er resteert een tekort van € 39.000. Er wordt onderzocht of dit tekort in 2012 kan worden opgelost d.m.v. het invoeren van een precariobelasting op kabels en leidingen.
39
-98
De komende jaren wordt een daling in de afgifte van rijbewijzen voorzien. De geldigheidsduur van het rijbewijs is in het verleden verhoogd van 5 naar 10 jaar waardoor er nu minder rijbewijzen worden vernieuwd en inkomsten dalen.
71
Voor de HVD is in de jaarschijf 2014 van de programmabegroting 2011 een taakstelling opgenomen van € 138.000. Deze taakstelling wordt door de HVD al vanaf 2012 in fases gerealiseerd. Hierdoor komen extra middelen beschikbaar.
29
-100
-600
De incidentele financiële middelen staan op grond van de stand van de Algemene Reserve onder druk. Daarom is onderzocht in hoeverre incidentele middelen vrijgespeeld kunnen worden ter voeding van de Algemene Reserve. Voor het jaar 2011 kan een investeringsbedrag van € 600.000 vrijvallen waartegenover een structurele kapitaallast van € 63.000 dient te worden geraamd (zie ook nr. 3.11 Overzicht structurele mee- en tegenvallers).
-50
Het rijk was voornemens om met ingang van 1 juli 2011 een maximum tarief voor de tarieven van het rijbewijs in te voeren. Op grond van formele vereisten in de wetgevingssfeer zal de prijsverlaging op 1 januari 2012 van kracht zijn. Dit betekent dat de oorspronkelijke tarieven van kracht blijven en er in 2011 een incidenteel voordeel is van € 50.000.
-7
44
Met ingang van 1 januari 2006 is het Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO) afgeschaft. Voor het op dat moment in dienst zijnde personeel in een bezwarende functie geldt een overgangsregeling. De reeds geraamde bedragen behoeven een incidentele 219
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting aanpassing.
4.2
Normvergoeding Hulpverleningsdienst Fryslân
4.3
Richtlijnen optische en geluidssignalen
4.4
Vervanging materieel
5.0
Dienst Stadsontwikkeling
5.1
Onderuitputting kapitaallasten
5.2
Opruwen poëziestenen
5.3
Afkoop erfpacht Stenden
5.4
Verhuur Postkantoor
5.5
Onkruidbestrijding
-11
18
-8
11
-23
23
Op basis van richtlijnen optische en geluidssignalen dienen de zwaai- en knipperlicht installaties te voldoen aan nieuwe VNrichtlijnen ECE 65.
-24
12
-6
Betreft mutaties als gevolg van aanschaf en verkoop van brandweermaterieel waaronder een nieuwe tankautospuit. Per saldo ontstaat een incidenteel voordeel van € 18.000.
800
-800
Betreft grote infrastructurele projecten (kredieten reeds verstrekt), waarvan de uitvoering in latere jaren plaatsvindt. Hierdoor vallen incidenteel kapitaallasten vrij. Ten gevolge van het gladde oppervlak van de poëziestenen i.c.m. sneeuw en regen komen er veel meldingen binnen van valpartijen, waaronder kwetsuren met botbreuken. Om deze gevaarlijke situatie te verhelpen moet het oppervlak opgeruwd worden. Het opruwen van 5 stenen op de Nieuwestad en Wirdumerdijk kost naar schatting eenmalig € 8.000.
8
483 -141
-150
Als gevolg van de verhuizing van de Brandweer Fryslân worden er geen voertuigen e.d. meer gestald in de kazerne aan de Aldlansdyk. De vergoeding daarvoor is derhalve komen te vervallen. De teruggang in inkomsten is structureel. Bij de begroting 2012 wordt geïnventariseerd of het mogelijk is de tegenvaller structureel binnen de dienstbegroting op te lossen.
150
Betreft de netto opbrengst van de afkoop van erfpacht door de Stenden Hogeschool.
-483 141
De huur is door TNT van het vml. Postkantoor is opgezegd. Hierdoor wordt een huurderving voorzien. De huidige borstelmethode is voor 2011 nog verlengd. De voorgestane bezuiniging van € 150.000 kan dit jaar derhalve niet worden gerealiseerd. De gemeenteraad is hierover via een brief op 5 april 2011 geïnformeerd.
220
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr
Dienst/omschrijving
5.6
Voorfinancieren herindelingsbijdrage
6.0
Dienst Welzijn
6.1
6.2
WMO veranderagenda 2010-2014
Armoedebestrijding (Minimabeleid)
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
-242
-1.427
-300
2012
2013
242
351
300
190
2014
2015
Toelichting
242
Ten behoeve van een mogelijke herindeling met de gemeente Boarnsterhim worden kosten gemaakt. De nieuwe gemeente ontvangt hiervoor een herindelingsbijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De daadwerkelijke uitkering wordt vanaf de -242 datum van herindeling (1-1-2014) ontvangen. Dit betekent dat de kosten die nu gemaakt worden, voorgefinancierd worden uit de Algemene Reserve. De gemeenteraad heeft hiertoe op 27 juni 2011besloten.
886
De gemeenteraad heeft in de vergadering van 15 december 2010 de 'Veranderagenda WMO 2010-2014' vastgesteld. De veranderagenda moet voorkomen dat het tekort oploopt tot meer dan € 3,5 mln in 2014. Om de uitgaven binnen de budgettaire kaders te laten plaatsvinden is daarom een structurele bezuiniging nodig van € 3,5 mln in 2014. De bezuiniging kan niet in 1 keer worden doorgevoerd maar wordt gefaseerd in de periode 20112014 gerealiseerd. Dat betekent dat er in de jaren 2011, 2012 en 2013 nog tekorten zijn. In 2014 wordt een overschot verwacht, maar dat is sterk afhankelijk van de resultaten die de maatregelen opleveren. De WMO is en blijft een open einde regeling. Er wordt in toenemende mate een beroep gedaan op de minimaregelingen. Deze hebben in 2010 tot een overschrijding van het budget geleid. Ook voor 2011 wordt er een overschrijding verwacht. De stijgende lijn in het beroep op de minimaregelingen wordt veroorzaakt door de verslechterde economische situatie. Ook het lean maken van het aanvraagproces, door bijvoorbeeld de introductie van 1-aanvraagformulier, is een aanwijsbare oorzaak. Daarnaast zorgt het wettelijk verplichte open einde karakter van een deel van de regelingen (bijzondere bijstand, categoriale bijzondere bijstand voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten, de collectieve zorgverzekering en de langdurigheidstoeslag) voor financiële risico’s. Deze overschrijdingen zijn onontkoombaar. Voor de overige regelingen (zwemregeling, declaratieregeling en identiteitsregeling) zijn er
221
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting maatregelen getroffen en is er een budgetplafond van kracht. Voor deze regelingen geldt dat er geen aanvragen meer worden gehonoreerd als het budgetplafond is bereikt. Overschrijdingen ten aanzien van deze regelingen kunnen niet meer plaatsvinden.
6.3
6.4
Taakstelling onderwijshuisvestingsgebouwen
Wet BUIG 2011 (1)
-220
-10.100
220
Er is opnieuw vertraging ontstaan op de invulling van de taakstelling van € 270.000 op de verkoop van oude schoolgebouwen. Deze vertraging is ontstaan door een achterblijvende verkoop van panden. Gezien de sombere economische omstandigheden is het de vraag in hoeverre de structurele taakstelling op de verkoop van onderwijsgebouwen nog reëel is. Wij komen daar volgend jaar bij u op terug.
10.100
Met ingang van 1 januari 2010 zijn op grond van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) de gemeentelijke geldstromen voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de volgende wetten gebundeld: Wet werk en bijstand (WWB); Wet investeren in jongeren (WIJ); Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (BBZ 2004) voor zover deze uitkeringen betrekking hebben op levensonderhoud voor startende ondernemers; Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK). De macrobudgetten voor de verschillende regelingen worden afzonderlijk geraamd. Vervolgens worden deze macrobudgetten opgeteld en het geheel wordt over de gemeenten verdeeld. De gemeenten ontvangen dus één budget. Voor Leeuwarden is dat voorlopig € 46,5 mln. De uitgaven voor 2011 die onder de Wet BUIG vallen bedragen naar verwachting € 56,6 mln. Daarbij is er van uit gegaan dat het aantal bijstandsklanten eind 2011 is gestegen tot 4.030 en dus hoger uitkomt dan in de eerdere meerjarenraming was opgenomen.
222
Bijlagenboek Begroting 2012
Nr
Dienst/omschrijving
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
2011
2012
2013
2014
2015
Toelichting Het tekort is ruim € 10,1 mln naar verwachting en komt daarmee boven de grens van 10% van de rijksvergoeding uit, zodat er in principe recht bestaat op een incidentele aanvullende uitkering (IAU) rijksvergoeding. Deze aanvullende uitkering zullen we pas in 2012 ontvangen als we aan de voorwaarden voldoen. Daarnaast komen de aanvullende uitkeringen van alle gemeenten ten laste van het Macrobudget voor 2012. Dit betekent dat de gemeenten die in 2012 (over 2011) een aanvulling krijgen, over 2013 weer een lager budget ontvangen. Gezien die onzekerheid is er per saldo niet met een aanvullende uitkering in 2012 rekening gehouden. In de brief bij de begroting 2011 werd het tekort reeds op € 6,3 mln ingeschat.
6.5
Actualisatie Wet BUIG 2011 (2)
Met de meest recente stand van het aantal uitkeringsgerechtigden eind mei 2011 moet worden vastgesteld dat de stijging sneller verloopt dan in het voorjaar nog werd aangenomen. Eind mei 2011 tellen we 4.187 uitkeringsgerechtigden (WWB/WIJ en IOAW) terwijl er per 31-12-2011 4.140 (4.030 WWB/WIJ en 110 IOAW) waren zijn begroot. Doordat er dus meer personen een beroep doen op vooral de WWB/WIJ zullen de kosten verder stijgen. Ook de toegenomen aantallen uitkeringsgerechtigden op de overige regelingen (WWIK, IOAZ en BBZ) die vallen onder de Wet BUIG zorgen voor hogere kosten en dus verdere tekorten. Door deze verdere toename van klantenaantallen loopt het tekort naar verwachting verder op tot € 12,7 mln in 2011. Een toename dus van € 2,6 mln.
-2.600
2.600
Totaal
-11.165
9.685
267
1332
-150
Cumulatief
-11.165
-1.480
-1.213
119
-31
223
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage A: Overzicht mee- en tegenvallers
Bijlage III: Eindoverzicht mee- en tegenvallers Bedragen x € .1000 Meerjarenperspectief
2011 Startpositie op 1/1
1 2
Structurele uitzettingen en inkrimpingen Gemeentefonds Tussenstand
2013
2014
2015
7.161
7.615
9.508
0
0
415
3.746
-11.487
0
-430
-837
-363
-159
3.656
185
876
-1.490
-560
-6.605
7.161
7.615
9.508
-2.698
-2.949
Mutaties vlgs meerjarenraming
3
2012
7.406
4
Totaal structurele ombuigingsvoorstellen
0
0
0
0
1.000
5
Totaal nieuw beleid
0
0
0
0
0
6
Aanwending stelpost korting rijksmiddelen
2.698
1.949
7.161
7.615
9.508
0
0
Reserve
-7.161
-7.615
-9.508
0
0
Begrotingsresultaat
0
0
0
0
0
Stand 31/12 Storting begrotingsoverschot in Algemene
Ontwikkeling Algemene Reserve Startpositie op 1/1 1
3
2012
19.092
2013
2014
2015
11.297
11.368
16.483
14.883
Balanssanering i.h.k.v. collegeprogramma 2010 e.v.
2
2011
Toevoegingen
-3.000 2.320
Rekeningsresultaat 2010
-1.053
Gecorrigeerde stand per 1 januari
17.359
11.297
11.368
16.483
14.883
4
Rentetoevoeging
695
424
426
618
558
5
Rentesurplus overige reserves
761
761
761
761
761
6
Reguliere storting
681
681
681
681
681
7
Vermogenswinsten
86
86
86
86
86
8
Diverse mutaties uit voorgaande begrotingen -4.760
-7.506
-4.934
-3.865
0
+ moties 9
Mutaties na vaststelling begroting 2011
10
Incidentele mee- en tegenvallers
-377
-200
-200
0
0
-11.165
-1.480
-1.213
119
-31
11
Extra vermogenswinst a.g.v. verkoop pand.
356
0
0
0
0
12
Totaal incidentele ombuigingsvoorstellen
500
0
0
0
0
13
Totaal incidenteel nieuw beleid
0
-310
0
0
-800
7.161
7.615
9.508
0
0
11.297
11.368
16.483
14.883
16.138
14
Storting van het begrotingsoverschot in Algem. Reserve Eindstand 31/12
224
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
BIJLAGE B Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen Op basis van begroting 2010/2011 en Collegeprogramma 2010-2014
I. II. III. IV. V.
Ombuigingen structureel (Nieuw) beleid structureel Ombuigingen incidenteel (Nieuw) beleid incidenteel Uitwerkingen nieuw beleid en ombuigingen 225
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
Bijlage I: Ombuigingen structureel Volgnr.
O-01-01 O-01-02 O-01-03 O-01-04 O-02-01 O-02-02 O-02-03 O-02-04 O-02-05
O-02-06
O-03-01
O-04-01 O-04-02 O-04-03 O-04-04
O-04-06
O-04-07 O-05-01 O-05-02 O-05-03
O-05-04 O-05-05
O-06-01
O-07-01 O-07-02 O-07-03
O-09-01
Omschrijving Cultuur (1) Hervormen kunst- en cultuureducatie (Parnas) Subsidie Mercurius stapsgew. verlagen tot € 60.000 Versobering HCL Bespelen carillon beëindigd 2011 Jeugd en onderwijs (2) Taakstelling onderwijshuisvesting Urenpost onderwijs specifieke doelgroepen beëindigd 2011 Gem. deel onderwijsachterstandenbeleid beëindigd 2011 Akten Fries gestopt 2011 Harmonisatie kinder-/peuteropvang (€300.000 voor Jongerenwerk en € 200.000 ter invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal €1,2 mln) Beëindiging godsdienst- en vormingsonderwijs (Invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal €1,2 mln) Economie en toerisme (3) Stimuleringsfonds werkgelegenheid incidenteel gemaakt 2011 Sociaal maatschappelijke ontw. (4) Herinrichting WMO Koerswijziging maatschappelijk vastgoed Digitale huiskamers beëindigen Welzijn Nieuwe Stijl (vervangt Besparing loketfunctie welzijnsinstellingen) Integratie Multi-cultureel centrum in MFC (€ 85.000 verdeeld over 2 programma’s, zie ook O-05-05) Amendement verlaging budget HVD Werk en inkomen (5) Monitoring arbeidsparticipatie WWB-werk deel: Beëindiging gemeentelijk deel Beëindiging aanvullende bijdrage Sociale werkvoorziening Anti-discriminatieprijs beëindigd 2011 Integratie Multi-cultureel centrum in MFC (€ 85.000 verdeeld over 2 programma’s, zie ook O-04-06) Wonen (6) Efficiëntere inzet beleids- en practiviteiten woningbouw Infrastructuur/bereikbaarheid (7) Korting stelpost infrastructuur met 10% Balanssanering (herziening, € 272.000 in 2012 naar Algemene Reserve) Reguliere verhoging parkeeropbrengsten (zie ook O-07-05) Politiek bestuur (9) Politiek bestuur inclusief ondersteuning
Dienst
2011
2012
WZ
44
AZ AZ
10
WZ WZ
20 26
WZ
252
WZ WZ
4
128
300
200
40
WZ
240
WZ WZ WZ WZ
Bedrag x € 1.000 2014 2015
1.400
WZ
SOB
2013
560
80
175 221
560 130
221
45
WZ
WZ
20
WZ WZ
42 117 493
WZ
WZ WZ
10
SOB
42
SOB SOB
18 273
40
SOB
18 0
18
18
500
Grif./CS 100 226
Bijlagenboek Begroting 2012
Volgnr.
O-10-01
O-11-01 O-11-02 O-11-03 O-13-01
O-14-01 O-14-02 O-14-03 O-14-04 O-14-05 O-14-06 O-14-07 O-14-08 O-14-09 O-15-01 O-15-02
O-15-03 O-15-04 O-15-05 O-15-06 O-15-07 O-15-08
O-15-09
O-15-10
O-15-11
O-15-12
Omschrijving Veiligheid, openbare orde en handhaving (10) Formatievermindering stadswachten (2 fte) Sport (11) Incidenteel maken subsidie Topsport Verhogen tarieven sportaccommodaties Sportinzet alleen in prioriteitswijken Milieu, energie en water (13) Beëindiging milieucommunicatie en voorlichting Woon- en leefomgeving (14) Efficiency en optimalisatie hondenbelasting Vereenvoudiging openbaar groen Slimmere methode van onkruidbestrijding Beëindiging investeringsimpuls groen Stijging opbrengst begraafrechten icm kostenreductie Efficiency taakstelling brugbediening Vervallen wethoudersbudget Beperking wijkpanelbudgetten Verminderen aantal lantaarnpalen Algemene dekkingsmiddelen (15) Verhoging rioolheffing Afschaffen kwijtschelding hondenbelasting (toegevoegd aan O-14-01) Schrappen stelpost Toekomstige tegenvallers Verlengen afschrijvingstermijnen Verlagen post Onvoorzien Taakstelling bedrijfsvoering collegeprogramma Taakstelling gemeenschappelijke regelingen (HVD) Taakstelling bedrijfsvoering Algemene zaken (komt in de plaats van verlagen kosten beheer kunstbezit) Taakstelling bedrijfsvoering 2013 (Invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal €1,2 mln) Kosten beleidsadvisering (Invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal €1,2 mln) Stelpost beleidsombuiging (Invulling taakstelling begroting 2010 van in totaal €1,2 mln) Amendement invoeren precario kabels en leidingen, woonschepen en verhoging OZB (komt in de plaats van Invoeren roerende zaakbelastingen) Mutatie per jaar Totaal cumulatief Totaal cumulatief t/m 2015
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
Dienst
2011
AZ/SOB
100
WZ WZ WZ
50 73 49
SOB
94
SOB
99
SOB SOB
22 150
SOB SOB
31
SOB SOB SOB SOB
25 150
AZ AZ
1.000 0
CS
454
2012
2013
2014
112 31
32
50
50
454
454
454
61 1.000
61 1.000
62 1.000
37
31
75
SOB 248 CS 366 Concern
40
Concern
800
Concern
120
Concern
40
AZ
1.000
138
CS AZ
2015
80
4.212 4.212
3.049 7.261
5.943 13.204
2.254 15.458
1.000 16.458
16.458
227
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
Bijlage II: Nieuw beleid Structureel Volgnr.
Omschrijving
Dienst
2011
2012
Bedragen x € 1.000 2013 2014 2015
Cultuur (1) N-01-01 N-02-01 N-02-04
N-03-09
N-04-01 N-04-04
N-05-01 N-05-02 N-08-02
Herinvesteren in cultuur Jeugd en Onderwijs (2) Speelruimtebeleid Structureel maken bijdrage Jongerenwerk (zie O-02-05) Economie en toerisme (3) Amendement Wifi in Prinsentuin t.l.v. HVD Sociaal maatschappelijke ontw. (4)
WZ SOB/WZ WZ
-430 -190
-300
-10
Opvangen tekort WMO Amendement dierenambulance t.l.v. HVD Werk en inkomen (5)
WZ WZ
Dekking tekort Langdurigheidstoeslag Herijking Bijzondere Bijstand Publieke dienstverlening (8) Afschrijven op investering Stadshal (vervangt N-08-01)
WZ WZ
-1.120 -10 -270 -200
SOB -63
Mutatie per jaar Totaal cumulatief
-1.863 -1.863
Totaal structureel (t/m 2014)
-2.593
Totaal Nb + Omb. structureel (1+2) cumulatief t/m 2015
13.865
-730 0 -2.593 -2.593
0 -2.593
0 -2.593
Bijlage III: Ombuigingen incidenteel Volgnr.
O-04-05 O-06-02 O-07-04 O-07-05
Omschrijving Sociaal maatschappelijke ontw. (4) Diverse maatregelen WMO Wonen (6) Afromen revolving fund Monumenten Infrastructuur/bereikbaarheid (7) Aanbestedingsvoordeel majeure projecten Verhoging parkeeropbrengsten per 1-12012 (zie ook O-07-03)
Dienst
WZ SOB
2012
Bedragen x € 1.000 2013 2014 2015
-500
500 1.000
-1.000
3.000
-3.000
SOB
Mutatie per jaar Totaal incidenteel in betreffend jaar Totaal cumulatief Totaal cumulatief t/m 2015
2011
4.000 4.000 4.000
500
-500
-3.000 1.000 5.000
0 1.000 6.000
-500 500 6.500
0 500 7.000
7.000
228
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
Bijlage IV : Nieuw beleid incidenteel Volgnr.
N-01-02
N-01-03
N-01-04 N-02-02 N-02-03
N-03-01 N-03-02 N-03-03 N-03-04 N-03-05 N-03-06 N-03-07 N-03-08 N-04-02 N-04-03
N-05-03 N-05-04
N-07-01
N-07-02
N-08-01
N-10-01 N-10-02
Omschrijving Cultuur (1) Culturele omvorming (kwartiermaker herstructurering culturele infrastruct.) Mercurius gedeeltelijke afbouw structurele subsidie (fasering aangepast) Cultuurimpuls Jeugd en onderwijs (2) Onderwijsachterstandenbestrijding (taalachterstand) Coördinatie en activiteiten Brede scholen Economie en toerisme (3)
Dienst
2011
2012
2013
Bedragen x € 1.000 2014 2015
WZ -75
75
WZ
WZ
-44 -325
18
6 325
20
WZ -100
100
WZ 80
-130
Toerisme Marketing Leeuwarden Profilering en ondersteuning acquisitie Stimuleringsfonds werkgelegenheid Stimuleringsfonds Economische Participatie Amendement evenementen met bovenregionale uitstraling Motie Aftel-/Winterfeest Amendement Wifi in Prinsentuin Sociaal maatschapp. ontw. (4)
SOB SOB SOB
Beheer buurt-, wijk- en dorpscentra Motie noodhulp en begeleiding noodhulp Werk en inkomen (5)
WZ WZ
Monitor arbeidsparticipatie c.a. Financiering schuldhulpverlening Infrastructuur/bereikbaarheid (7) Uitstel reguliere verhoging parkeertarieven (zie ook O-07-03 en O-07-05) Amendement notitie verkeersveiligheid Publieke dienstverlening (8) Investering Stadshal tbv dienstverlening (door amendement beperkt tot €600.000, vervolgens vrijgevallen en vervangen door structurele kapitaallast, zie N-0802) Veiligheid, openbare orde en handh. (10) Veiligheidsmiddelen incl. Veiligheidshuis Amendement projecten op gebied veiligheid Sport (11)
WZ WZ
SOB SOB
50
-50 -250
50 250
-310 -240
310 240
-1.000
1.000
-100 -90 -30
100 90 30
SOB SOB SOB
-225
225
-90
90
-42 -419
42 -131
-42 -550
42 1.100
SOB -500
500
SOB -30
30
AZ
0
AZ -175
175
AZ -125
N-11-01
Subsidie Topsport Mileu, energie en water (13)
WZ
N-13-01
Full Sustainable City Woon- en leefomgeving (14)
N-14-01
Dorpennota
125
-65
65
SOB
-800
800
SOB
-200
200
229
Bijlagenboek Begroting 2012
Volgnr.
N-15-01 N-15-02 N-15-03
Omschrijving Algemene dekkingsmiddelen (15) Frictiebudget Bedrijfsvoering; 80% van taakstelling Frictiebudget gesubsidieerde instellingen Voorbereidingskrediet Stadskantoor
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
Dienst
2012
2013
2014
2015
CS -800 WZ AZ
Mutatie per jaar Totaal incidenteel in betreffend jaar Totaal cumulatief Totaal cumulatief t/m 2015 Totaal cumulatief t/m 2015 (3+4)
2011
-200
-1.000 200
-5.360
-586
1.000 539
1.367
3.240
-5.360 -5.946 -5.407 -5.360 -11.306 -16.713
-4.040 -20.753
-800 -21.553
-21.553 -14.553
230
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
Bijlage V: Uitwerking nieuw beleid en ombuigingen PROGRAMMABEGROTING 2012 VOORSTEL NIEUW BELEID
N-02-03
Programma:
Jeugd en onderwijs
Dienst:
Welzijn
Naam van het voorstel: Coördinatie en activiteiten Brede scholen Beleidsproduct:
Productcode:
Onderwijsachterstandenbestrijding
BLP 041 Budgetbeslag per jaar (x € 1.000) 2012
2013
2014
2015
80
50
2016
Budgettaire gevolgen Incidenteel
-130
Korte onderbouwing In haar vergadering van 28 maart 2011 heeft de raad het beleidskader Brede School Leeuwarden vastgesteld. Daar waar de gemeente de afgelopen jaren de coördinator van het brede schoolbeleid was, zullen de kernpartners Brede school (scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen) in het nieuwe beleidskader zelf de coördinerende rol moeten vervullen in aandachtwijken en niet-aandachtwijken. De Leeuwarder Educatieve Jeugd Agenda (LEJA) heeft geadviseerd om de coördinator functie voor aandachtwijken en niet-aandachtwijken te financieren vanuit de gemeente, omdat de kernpartners daar geen middelen voor hebben. De LEJA beschouwt de coördinatie als cruciale factor, ‘de Haarlemmerolie’ voor het functioneren van de Brede school. Dat leidt tot de volgende de budgetinzet : 2012
2013
2014 eerste deel
Totaal
van het jaar Coördinatie
100.000
100.000
40.000
240.000
Activiteiten
30.000
30.000
10.000
70.000
Eindtotaal
310.000
Bovenstaande budgetverdeling is de basis van de uitvoeringsnota Brede scholen 2012 en volgende jaren. In de uitvoeringsnota wordt de vertaalslag van het beleidskader naar de praktijk weergegeven. Welke acties nodig zijn, wanneer deze plaats gaan vinden, wie daarbij betrokken zijn en wie daarbij het voortouw neemt. De uitvoeringsnota is door het college van burgemeester en wethouders op 18 juli 2011 vastgesteld.
231
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage B: Overzicht (nieuw) beleid en ombuigingen
PROGRAMMABEGROTING 2012 OMBUIGINGSVOORSTEL
O-07-05
Programma:
Infrastructuur/bereikbaarheid (7)
Dienst:
Stadsontwikkeling en -Beheer
Naam van het voorstel: Verhoging parkeeropbrengsten per 1-1-2012 Beleidsproduct:
Productcode:
Parkeren
019 Budgetverlaging per jaar (x € 1.000) 2012
2013
500
-500
2014
2015
2016
Budgettaire gevolgen Incidenteel
Korte onderbouwing De Raad heeft bij de programmabegroting 2011 besloten de reguliere verhoging van de parkeertarieven van 10% in 2011 uit te stellen naar 2013. Voornaamste reden hiervoor was dat door allerlei werkzaamheden in de stad de parkeervoorzieningen op de korte termijn nog niet het gewenste niveau zouden hebben. Inmiddels zijn alle parkeerautomaten vervangen en is de parkeergarage Zaailand sinds begin maart 2011 weer open. In alle parkeergarages en het overgrote deel van het parkeren op maaiveld kan met pin worden betaald of met de mobiele telefoon. Kortom, er is een behoorlijke kwaliteitsslag gemaakt. Dit pleit ervoor om de verhoging van de parkeertarieven niet uit te stellen naar 2013, maar per 1 januari 2012 reeds door te voeren.
232
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage C: Verloop reserves en voorzieningen
BIJLAGE C Verloop reserves en voorzieningen
233
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage C: Verloop reserves en voorzieningen Bedragen x € 1.000
Volgnummer
Naam van de reserve of voorziening
Saldo aan
Bijboeken
Overige
Saldo aan
Bespaarde
het begin van
rente
vermeerde-
Verminde-
het einde van
rente
ringen
ringen
het dienstjaar
het dienstjaar
Dienst
Algemene Reserve RES001
Algemene Reserve Totaal Algemene Reserve
11.297
424
10.120
10.473
11.368
424
11.297
424
10.120
10.473
11.368
424
21.901
493
711
14.427
8.678
821
Conc.
Bestemmingsreserves RES003
Strategisch Investerings- en Ontwikkelingsfonds
Conc.
RES006
Egalisatie heffingen
1.247
25
55
793
534
47
AZ
RES014
Bovenwijkse voorzieningen
2.207
83
100
0
2.390
83
DSOB
RES015
Grondexploitatie
10.823
406
2.045
1.012
12.262
406
DSOB
RES016
Parkeren
4.804
180
0
100
4.884
180
DSOB
RES018
Garantie financiering PWVB
173
4
0
0
177
6
DSOB
RES019
Stimulering werkgelegenheid
RES027
Reserve ISV III
RES031 RES034
450
10
0
200
260
17
DSOB
4.768
107
3.038
4.000
3.913
179
DSOB
Reserve afschrijvingen
246
0
0
62
184
9
AZ
Reserve Egalisatie Verkiezingen
132
3
105
104
136
5
AZ
5
WZ
738 RES035
Loon- & Prijsontw. Gesubs. Inst.
127
3
735
127
RES036
Bestemmingsreserve flankerend beleid
520
12
900
-76
1.508
20
Conc.
RES038
BWS Volkshuisvesting
1.220
27
0
300
947
46
DSOB
RES045
Reserve Revolving Fund Monumenten
2.132
0
80
50
2.162
80
DSOB
RES046
Reserve Herstructurering Binnenstad
484
11
0
0
495
18
DSOB
RES048
Reserve kunst in de openbare ruimte
218
5
110
50
283
8
WZ
RES049
Reserve Stedelijke vernieuwing
202
5
33
0
240
8
DSOB
RES051
Reserve gemeentelijke samenwerking
119
4
0
0
123
4
AZ
RES052
Reserve Filmhuis
0
76
1.681
101
1.656
76
WZ
Totaal bestemmingsreserves
51.773
1.454
9.593
21.250
41.570
2.018
Totaal reserves
63.070
1.878
19.713
31.723
52.938
2.442
234
Bijlagenboek Begroting 2012 Volgnummer
Naam van de reserve of voorziening
Bijlage C: Verloop reserves en voorzieningen Saldo aan
Bijboeken
Overige
Saldo aan
Bespaarde
het begin van
rente
vermeerde-
Verminde-
het einde van
rente
ringen
ringen
het dienstjaar
het dienstjaar
Dienst
Voorzieningen VAG802
Afgesl complex Goutum Noord
VAG804
Afgesl complex Jelsumerstr-Dammelaan
25
0
2
1
26
1
DSOB
136
0
5
5
136
5
VAG808
Afgesl complex Blitsaerd
DSOB
50
0
12
15
47
2
VAG813
Afgesloten complex Hemrik
DSOB
252
0
59
75
236
9
DSOB
VAG814 VAG815
Afgesloten complex Newtonpark 1
43
0
2
10
35
2
DSOB
Afgesloten complex Newtonpark 2
95
0
4
30
69
4
VRZ502
Lopende procedures
DSOB
575
0
0
75
500
22
VRZ505
Pensioenvoorziening voormalige bestuurders
Conc.
2.874
0
259
177
2.956
108
Conc.
VRZ510
Expl. en onderh. gymnastieklokalen
VRZ511
Onderhoud gebouwen onderwijs
74
0
59
59
74
3
204
0
275
275
204
8
VRZ515
Bodemsanering
933
0
369
80
1222
35
DSOB
VRZ519
Achterstallig onderhoud vastgoed SOB
1.199
0
1.331
1700
830
45
DSOB
WZ WZ
VRZ528
Arbeids gerelateerde kosten
582
0
217
373
426
22
AZ
VRZ547
Zadelfonds monumentenzorg
477
0
18
17
478
18
DSOB
VRZ548
Openbaar vervoer
534
0
20
144
410
20
DSOB
VRZ550
Afkoopsommen onderhoud graven
193
0
0
0
193
7
DSOB
VRZ551
Onderhoud graven fam. Zadel
VRZ552
Riolering
VRZ555
Voorziening ISV-1
VRZ556
BDU- Soc. integr.& veiligheid GSB-III
312
0
12
4
320
12
DSOB
3.983
0
4.081
4.081
3.983
149
DSOB
585
0
0
585
0
22
DSOB
1.479
0
0
1.479
0
55
WZ
VRZ557
BDU - fysiek 2005 - 2009 GSB III
424
0
0
424
0
16
DSOB
VRZ561
Voorziening Wijkbudgetten
558
0
0
200
358
21
DSOB
VRZ566
MFC Vrijheidswijk
2.707
0
122
229
2600
108
VRZ568
Garantie Escrow, CBL en ASA
498
0
0
0
498
19
Totaal voorzieningen
18.792
0
6.847
10.038
15.601
713
Totaal reserves en voorzieningen
81.862
1.878
26.560
41.761
68.539
3.155
WZ Conc.
235
Bijlagenboek Begroting 2012 Volgnummer
Naam van de reserve of voorziening
Bijlage C: Verloop reserves en voorzieningen Saldo aan
Bijboeken
Overige
Saldo aan
Bespaarde
het begin van
rente
vermeerde-
Verminde-
het einde van
rente
ringen
ringen
het dienstjaar
het dienstjaar
Dienst
Vooruit ontvangen bijdragen VBD0001 Duiktaak Hulpverl. Dienst Fryslân
29
0
59
59
29
1
431
0
805
913
323
16
WZ
65
0
0
65
0
2
WZ
VBD0020 Preventie kindermishandeling Fryslân
117
0
30
147
0
4
WZ
VBD0025 Wet inburgering (part.budget)
253
0
612
800
65
9
WZ
VBD0005 RMC-algemeen VBD0015 Maatschappelijke opvang (vh VRZ521)
VBD0026 Prov. Alcohol Nuchtere Fries VBD0027 Project School als Werkplaats VBD0028 P-budget-rijksverg.re-integratie Totaal vooruit ontvangen bijdragen
Totaal generaal
Brw.
0
0
134
134
0
0
WZ
80
0
20
100
0
3
WZ
926
0
9.265
8.802
1.389
35
WZ
1.901
0
10.925
11.020
1.806
70
83.763
1.878
37.485
52.781
70.345
3.225
236
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
BIJLAGE D Meerjarenprogramma Infrastructuur I. II. III. IV.
Programma Infrastructuur 2012 Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012-2015 Meerjarenplanning algemene middelen Infrastructuur 2012-2015 Verloop algemene middelen (investeringsvolume) 237
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Bijlage I: Programma Infrastructuur 2012 Prijspeil 1-1-2012 Bedragen in € excl. BTW Omschrijving
Programma
Algemene
Overige
Overige
2012
middelen
gem.bijdr.
derden
Opmerkingen
GRONDEXPLOITATIEGEBIEDEN Binnenstedelijk gebied Vrijheidswijk Tolhuis
X
X
)1
Vrijheidswijk Centrum
X
X
)1
Uitbreidingsgebieden Wirdum Hikkemieden
X
X
)1
Wytgaard
X
X
)1
De Zuidlanden - Techum
X
X
)1
De Zuidlanden - Jabikswoude 1
X
X
)1
De Zuidlanden - Wiarda
X
X
)1
p.m.
p.m.
)1
Bodeterrein/Marnixveld
X
X
)1
Newtonpark IV
X
X
)1
X
)1
Blitsaerd
Door CV/BV Blitsaerd
Bedrijfs- en kantoorgebieden
Businesspark Fase IV Totaal
X 5.631.700
0
5.631.700
0
BIJDRAGEN PROJECTEN Centrale As Totaal
X 67.000
X
Reservering bijdrage
67.000
0
0
PROGRAMMA BEREIKBAARHEID LEEUWARDEN Hoofdinfrastructuur: Westelijke Invalsweg fase 2
p.m.
Overijsselselaan
X
Stadsring
X
X
p.m.
)5
X
)1
Gemeentelijke bijdrage Reservering
238
Bijlagenboek Begroting 2012
Omschrijving
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Programma
Algemene
Overige
Overige
2012
middelen
gem.bijdr.
derden
X
X
Opmerkingen
Fietsprojecten: Binnenstad-Harlingervaart Projecten parkeren: Parkeergarage Nieuwe Oosterstraat
p.m.
p.m.
)3
Parkeergarage Reviusstraat
p.m.
p.m.
)3
Mobiliteitsmanagement: Mobiliteits- en verkeersmanagement
X
X
Overig: Algemene werkzaamheden Totaal
X 8.475.000
X 1.975.000
6.500.000
0
0
0
DORPENNOTA Uitvoeringsprogramma Dorpennota Totaal
X 200.000
X 200.000
RIOLERINGEN (vervanging) Willem Lodewijkstraat-Fruitstraat
X
X
)2
Westelijke Invalsweg fase 1
X
X
)2
Westelijke Invalsweg fase 2
X
X
)2
Wirdum
X
X
)2
De Ruyterweg
X
X
)2
Jan de Baenstraat
X
X
)2
Drachtsterplein
X
X
)2
Schilkampen
X
X
)2
Kanaalweg
X
X
)2
Aldlan
X
X
)2
Gedempte Keizersgracht e.o.
X
X
)2
Dammelaan
X
X
)2
Emmaplein
X
X
)2
Beatrixstraat
X
X
)2
239
Bijlagenboek Begroting 2012
Omschrijving
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Programma
Algemene
Overige
Overige
2012
middelen
gem.bijdr.
derden
Vrijheidswijk
X
X
)2
Nijlan
X
X
)2
Deelreparaties
X
X
)2
Debietmeting RWZI/Westeinde
X
X
)2
Verwijderen vet/wortels
X
X
)2
X
)2
Projecten o.b.v. inspecties Totaal
X 3.632.000
0
3.632.000
Opmerkingen
0
OVERIGE INFRASTRUCTUUR Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat
X
X
Vervolg fietspad aquaduct Langdeel
X
X
Inrichting Frittemastate (meerkosten)
X
X
Optimaliseren verkeersluwe gebieden
X
X
Stelpost openbaar vervoer
X
Stelpost verkeersveiligheid
X
Kleine aanpassingen Totaal
TOTAAL GENERAAL
X
X
)4
X X
1.325.000
1.300.000
25.000
0
19.330.700
3.542.000
15.788.700
0
Beschikbaar: . Begroting 2012 Stelpost infrastructuur
2.298.700
. Saldo programma infra 2011 . Saldo mee-/tegenvallers . Begroting 2012 nieuw beleid Dorpennota Totaal
7.400 1.050.000 200.000 3.556.100
)1 Grondexploitatie )2 Rioolheffing/Voorziening Riolering
)4 Voorziening Openbaar Vervoer
)3 Krediet parkeergarage
)5 SIOF
240
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Bijlage II: Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012-2015 Prijspeil 1-1-2012 Bedragen in € excl. BTW Omschrijving
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
derden
2012
2013
X
2014
2015
X
Opmerkingen
GRONDEXPLOITATIE GEBIEDEN Binnenstedelijk gebied Vrijheidswijk Tolhuis
X
X
)1
X
Vrijheidswijk Centrum
X
X
)1
X
Wirdum Hikkemieden
X
X
)1
X
X
X
Wytgaard
X
X
)1
X
X
X
De Zuidlanden - Techum
X
X
)1
X
X
X
X
Uitbreidingsgebieden
De Zuidlanden - Jabikswoude 1
X
X
)1
De Zuidlanden - Jabikswoude 2
X
X
)1
De Zuidlanden - Wiarda
X
X
)1
Blitsaerd
p.m.
p.m.
X X
X
X
X
X
X
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
X
Door CV/BV Blitsaerd
Bedrijfs- en kantoorgebieden Bodeterrein/Marnixveld
X
X
)1
X
Newtonpark IV
X
X
)1
X
X
X
Businesspark Fase IV
X
X
)1
X
X
X
X
Totaal
20.238.440
0
5.631.700
7.283.240
4.107.000
3.216.500
Centrale As
X
X
X
X
X
Totaal
141.000
141.000
67.000
67.000
7.000
20.238.440
0
BIJDRAGEN PROJECTEN
0
0
Bijdrage 10 jaar 0
241
Bijlagenboek Begroting 2012
Omschrijving
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
derden
2012
2013
2014
2015
Opmerkingen
p.m.
p.m.
Gemeentelijke bijdrage
X
PROGRAMMA BEREIKBAARHEID LEEUWARDEN Hoofdinfrastructuur: Westelijke invalsweg 2e fase
p.m.
p.m.
)6
p.m.
p.m.
Overijsselselaan
X
X
)1
X
X
Stadsring
X
X
X
)6
Binnenstad-Harlingervaart
X
X
Projecten parkeren: Parkeergarage Nieuwe Oosterstraat
p.m.
p.m.
Parkeergarage Reviusstraat
p.m.
p.m.
Mobiliteitsmanagement: Mobiliteits- en verkeersmanagement
X
X
X
)5
X
X
X
X
)5
X
X
X
)3
p.m.
p.m.
)3
p.m.
p.m.
X
X
X
X
X
X
X
X
8.475.000
8.500.000
10.370.000
Fietsprojecten:
Overig: Algemene werkzaamheden Indexatie RSP-pakket
X
X
Totaal
40.418.000
9.688.000
DORPENNOTA Uitvoeringsprogramma Dorpennota
X
X
Totaal
600.000
600.000
X X
18.000.000
12.730.000
0
0
X
X
X
200.000
200.000
200.000
13.073.000
Reservering 0
242
Bijlagenboek Begroting 2012
Omschrijving
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
derden
2012
RIOLERINGEN Willem LodewijkstraatFruitstraat
X
X
)2
X
Westelijke Invalsweg fase 1
X
X
)2
X
Westelijke Invalsweg fase 2
X
X
)2
X
Wirdum
X
X
)2
X
De Ruyterweg
X
X
)2
X
Jan de Baenstraat
X
X
)2
X
Drachtsterplein
X
X
)2
X
Schilkampen
X
X
)2
X
Kanaalweg
X
X
)2
X
Aldlan
X
X
)2
X
Gedempte Keizersgracht e.o.
X
X
)2
X
Dammelaan
X
X
)2
X
Emmaplein
X
X
)2
X
Beatrixstraat
X
X
)2
X
Vrijheidswijk
X
X
)2
X
Nijlan
X
X
)2
X
2013
2014
2015
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Bilgaard
X
X
)2
X
Begoniastraat
X
X
)2
X
Europaplein
X
X
)2
X
Leeuwarden West/Spoordok
X
X
)2
X
Vosseparkwijk
X
X
)2
X
Insulindestraat
X
X
)2
X
Ferdinand Bolstraat
X
X
)2
X
Binnenstad
X
X
)2
X
Archipelweg
X
X
)2
X
Tesselschadestraat
X
X
)2
X
Camminghaburen
X
X
)2
X
Goutum
X
X
)2
X
Lekkum Reviusstraat, Harlingertrekweg ca.
X
X
)2
X
X
X
)2
Opmerkingen
X
X
X
243
Bijlagenboek Begroting 2012
Omschrijving
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
derden
2012
2013
2014
2015
X
Debietmeting RWZI/Westeinde
X
X
)2
X
Deelreparaties
X
X
)2
X
X
X
Verwijderen vet/wortels
X
X
)2
X
X
X
X
Verwijderen kruisputten
X
X
)2
X
X
X
Projecten o.b.v. inspecties
X
X
)2
X
X
X
X
Totaal
14.132.000
0
3.632.000
3.500.000
3.500.000
3.500.000
X
X
X
X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
OVERIGE INFRASTRUCTUUR Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat Vervolg fietspad aquaduct Langdeel Inrichting Frittemastate (meerkosten) Optimaliseren verkeersluwe gebieden
X
X
X
X
Stelpost openbaar vervoer
X
Stelpost verkeersveiligheid
X
14.132.000
X
0
)4
X
Kleine aanpassingen
X
X
X
X
X
X
Totaal
2.125.000
2.025.000
100.000
0
1.325.000
325.000
300.000
175.000
TOTAAL GENERAAL
77.654.440
12.454.000
52.470.440
12.730.000
19.330.700
19.875.240
18.484.000
19.964.500
)1 Grondexploitatie
Opmerkingen
)4 Voorziening Openbaar Vervoer
)2 Rioolheffing/Voorziening Rioleringen
)5 Provincie
)3 Krediet parkeergarage
)6 SIOF
244
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Bijlage III: Meerjarenplanning algemene middelen Infrastructuur 2012-2015 Bedragen in € Omschrijving
Totaal
Aandeel
2012
2013
2014
X
2015
Opmerkingen
alg. mid. BIJDRAGEN PROJECTEN Centrale As Totaal
X 141.000
X 141.000
X
X
67.000
67.000
7.000
0
PROGRAMMA BEREIKBAARHEID LEEUWARDEN Hoofdinfrastructuur: Stadsring
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Fietsprojecten: Binnenstad-Harlingervaart Mobiliteitsmanagement: Mobiliteits- en verkeersmanagement Overig: Algemene werkzaamheden Indexatie RSP-pakket Totaal
X 26.680.000
X 9.688.000
X X
1.975.000
2.000.000
2.125.000
3.588.000
DORPENNOTA Maatregelen dorpen Totaal
X 600.000
X 600.000
X 200.000
X 200.000
X 200.000
0
245
Bijlagenboek Begroting 2012
Omschrijving
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Totaal
Aandeel
2012
2013
2014
2015
Opmerkingen
alg. mid. OVERIGE INFRASTRUCTUUR Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat
X
X
X
Vervolg fietspad aquaduct Langdeel
X
X
X
Inrichting Frittemastate (meerkosten)
X
X
X
Optimaliseren verkeersluwe gebieden
X
X
X
X
X
Stelpost verkeersveiligheid
X
X
X
X
X
X
Kleine aanpassingen
X
X
X
X
X
X
Totaal
TOTAAL GENERAAL
2.025.000
2.025.000
1.300.000
300.000
275.000
150.000
29.446.000
12.454.000
3.542.000
2.567.000
2.607.000
3.738.000
2.298.700
2.298.700
2.298.700
2.298.700
1.050.000
50.000
125.000
1.350.000
200.000
200.000
200.000
Beschikbaar: . Begroting 2012 Stelpost infrastructuur . Saldo programma infra 2011 . Saldo mee-/tegenvallers . Begroting 2012 nieuw beleid Dorpennota
7.400
. Saldo voorgaand jaar Totaal beschikbaar
3.556.100
14.100
-4.200
12.500
2.562.800
2.619.500
3.661.200
246
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
Bijlage IV: Verloop algemene middelen (investeringsvolume) Prijspeil: 2012 Rekenrente: 3,75% Afschrijving: 3,33% Omschrijving
Programma 2011
Saldo t/m 2010 Terug te vloeien mee- en tegenvallers Volgens Programmabegroting 2011 Vastgesteld Programma Infrastructuur 2011 Saldo Programma Infrastructuur 2011
2012
2013
2014
2015
7.400 19.000 2.306.000 -2.325.000 7.400
Terug te vloeien mee- en tegenvallers: - Meevallers en vrijvallende reserveringen
1.050.000
50.000
125.000
1.350.000
2.298.700
2.298.700
2.298.700
2.298.700
200.000
200.000
200.000
Programmabegroting 2012: Investeringen 2012-2015 (stelpost infra) Investeringen 2012-2014 (Dorpennota) Netto beschikbaar
3.556.100
Voorgesteld programma 2012
-3.542.000
Saldo naar 2013 Netto beschikbaar 2013 Voorgesteld programma 2013 Saldo naar 2014 Netto beschikbaar 2014 Voorgesteld programma 2014 Saldo naar 2015 Netto beschikbaar 2015 Voorgesteld programma 2015 Saldo naar 2016
14.100 2.562.800 -2.567.000 -4.200 2.619.500 -2.607.000 12.500 3.661.200 -3.738.000 -76.800
247
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage D: Meerjaren Investering Programma
248
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage E: Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012 e.v.
BIJLAGE E Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012 e.v. Niet openbaar – deze bijlage is voor de raadsleden ter inzage
249
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage E: Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012 e.v.
250
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
BIJLAGE F Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen I. II. III.
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Meerjarenoverzicht investeringen Raamkrediet Programma Infrastructuur 2012
251
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
Bijlage I: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Bedragen x € 1.000 MN Omschrijving
of
invesDienst
EN
kapitaallasten
teringen
Afschrijvings-
Struc-
2012
2012
Rente
lasten
tureel
termijn
lasten
bedrag
3,75%
Nr PROGRAMMA 2 Jeugd en Onderwijs Overige investeringen Comenius aanv. bouw gymlokaal
EN
Welzijn
30
1
2
40
1
1
Comenius 1e inrichting gymlokaal
EN
Welzijn
21
22
22
1
22
0
Wilhelminaschool ontruimingsinstallatie
EN
Welzijn
11
11
11
1
11
0
LSV olp. en 1e inricht. 13e groep
EN
Welzijn
54
55
55
1
54
1
LSV aanv. renovatie div. onderdelen
EN
Welzijn
70
5
7
20
4
3
Spoedeisende voorzieningen
EN
Welzijn
100
4
7
40
3
4
Installatietechniek Blauwe Golf 2012
EN
DSOB
208
3
22
15
14
8
Verbouwing panden
EN
DSOB
200
20
21
15
13
8
Huisvesting stadskantoor
EN
DSOB
70
17
17
5
14
3
Instandhouding sportparken
EN
DSOB
75
2
7
20
4
3
Reconstructie velden
EN
DSOB
135
3
12
20
7
5
3 Economie en toerisme Vervangingsinvesteringen
Vervanging was- en kleedgebouwen
EN
DSOB
280
4
22
25
11
11
Nieuwbouw was- en kleedgebouwen
EN
DSOB
280
3
18
40
7
11
Actualisering installatie Kalverdijkje 2012
EN
DSOB
50
2
5
15
3
2
Vervanging installaties was- en kleed 2012
EN
DSOB
60
1
6
15
4
2
Instandhouding Kalverijkje
EN
DSOB
25
0
2
20
1
1
252
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen MN
Omschrijving
of
invesDienst
EN 7
kapitaallasten
teringen
Struc-
2012
2012
tureel
Afschrijvings-
Rente
lasten
lasten
termijn
bedrag
3,75%
Infrastructuur/bereikbaarheid Vervangingsinvesteringen Verkeersregelinstallaties
MN
DSOB
10
1
1
20
1
0
PI11; Binnenstad-Harlingervaart
MN
DSOB
100
4
7
40
3
4
PI11; Bijdrage aan Centrale As
MN
DSOB
67
3
5
40
2
3
PI11; Algemene werkzaamheden
MN
DSOB
175
8
11
40
4
7
PI11; Stadsring
MN
DSOB
1.400
18
88
40
35
53
PI11; Achter de Hoven/Willem Lodewijkstr.
MN
DSOB
500
22
32
40
13
19
PI11; Optimaliseren verkeersluwe geb
MN
DSOB
150
7
10
40
4
6
PI11; Vervolg fietspad Langdeel
MN
DSOB
350
15
22
40
9
13
PI11; Inrichting Frittemastate
MN
DSOB
150
7
10
40
4
6
PI11; Stelpost verkeersveiligheid
MN
DSOB
50
2
3
40
1
2
PI11; Stelpost infrastruct. aanpassingen
MN
DSOB
100
4
7
40
3
4
PI11; Mobiliteits- en verkeersmanagement
MN
DSOB
300
13
18
40
7
11
Vervanging verkeersborden
EN
DSOB
90
11
12
10
9
3
MN
DAZ
30
7
7
5
6
1
Duiktoestellen
EN
BRW
30
3
4
12
3
1
Fitness-apparatuur
EN
BRW
30
3
4
10
3
1
Buitenboordmotor
EN
BRW
7
1
1
10
1
0
Dienstauto OvD
EN
BRW
61
10
11
7
9
2
Overige investeringen
9
Politiek bestuur Vervangingsinvesteringen Verkiezingsborden
10
Veiligheid, openbare orde en handhaving Vervangingsinvesteringen
253
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen MN
Omschrijving
of
invesDienst
EN 13
kapitaallasten
teringen
Struc-
2012
2012
tureel
Afschrijvings-
Rente
lasten
lasten
termijn
bedrag
3,75%
Milieu, energie en water Overige investeringen Rioleringsprogramma 2012
14
EN
DSOB
3.932
0
0
0
0
0
Hyundai pick-up (4 stuks)
EN
DSOB
196
28
31
8
24
7
Borstelmachine (3 stuks)
EN
DSOB
199
44
47
5
40
7
Maaimachine 5-delig
EN
DSOB
144
27
29
6
24
5
Kilometerregistratie
EN
DSOB
25
5
6
5
5
1
Opbouw en inrichting
EN
DSOB
23
3
3
10
2
1
Klepelmachine
EN
DSOB
12
2
2
6
2
0
EN
DSOB
43
3
4
20
2
2
Woon- en leefomgeving Vervangingsinvesteringen
Overige investeringen Ontvangers en armaturen 2012
div
Incidentele verbeteringen 2012
MN
DSOB
15
1
2
20
1
1
Speelvoorzieningen 2012
EN
DSOB
32
4
4
10
3
1
Nimos minitra
EN
DSOB
40
7
9
6
7
2
979
Diversen vervangingsinvesteringen vervangingsinvesteringen O&I 2012
EN
DAZ
233
233
5
196
37
leeuwnetaansluiting, telecommunicatie
EN
DAZ
539
64
74
10
54
20
aanschaf kantoormeubilair 2012
EN
DAZ
58
8
8
10
6
2
656
285
718 Totaal Concern
11.507
722
941
254
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
Bijlage II: Meerjarenoverzicht investeringen Bedragen x € 1.000 Begroting 2012 t/m 2015 Nr
1
Programma
Dienst
2012
2013
2014
2015
Inves-
Kapitaal-
Inves-
Kapitaal-
Inves-
Kapitaal-
Inves-
Kapitaal-
teringen
lasten
teringen
lasten
teringen
lasten
teringen
lasten
Cultuur Huisstijl HCL
DAZ
34
8
1.046
103
2 Jeugd en onderwijs Onderwijshuisvesting c.a.
Welzijn
286
98
1.383
132
3 Economie en toerisme Investeringen vastgoed
DSOB
650
78
790
94
32
7 Infrastructuur/bereikbaarheid
8
Auto Geo-informatie
DSOB
Verkeersregelinstallaties
DSOB
10
1
Vervanging verkeersborden
DSOB
90
12
90
Jaarlijks accres wegen, straten en pleinen
DSOB
3.342
210
2.299
7 20
360
13
93
13
93
13
181
2.299
181
2.299
181
36
8
Dienstverlening Aanpassing archief Burgerzaken
9
35 226
Politiek bestuur Verkiezingsborden
DAZ
30
7
255
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
Begroting 2012 t/m 2015 Nr
Programma
Dienst
2012
2013
2014
2015
Inves-
Kapitaal-
Inves-
Kapitaal-
Inves-
Kapitaal-
Inves-
Kapitaal-
teringen
lasten
teringen
lasten
teringen
lasten
teringen
lasten
10 Veiligheid, openbare orde en handhaving Div. vervangingsinvesteringen
BRW
128
19
318
38
130
23
104
22
13 Milieu, energie en water Riolering
DSOB
3.932
3.263
3.598
3.863
14 Woon- en leefomgeving Diverse vervangingsinvesteringen
DSOB
599
118
126
24
404
71
856
148
Openbare verlichting
DSOB
58
5
58
5
62
6
62
6
Speelvoorzieningen
DSOB
32
4
32
5
35
5
35
5
Begraafplaatsen
DSOB
40
8
30
6
55
12
1076
256
276
38
9.814
795
Diversen O&I-prioritering Leeuwnetaansluiting, telecommunicatie
DAZ
979
233
DAZ
539
74
Kantoormeublilair
DAZ
58
8
59
8
11.506
929
8.510
665
Totaal Concern
1.155
274
1.967
9.587
467
891
256
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
Bijlage III: Raamkrediet Programma Infrastructuur 2012 In totaal is met het Programma Infrastructuur 2012 een investeringsvolume gemoeid van € 19.330.700 (exclusief BTW). In dit bedrag zijn ook de kosten voor het bouw- en woonrijp maken van de grondexploitatiegebieden en voor rioleringswerken meegenomen. Voor de grondexploitatiegebieden zijn of worden aparte kredieten verstrekt. De kosten van vervangingen rioleringen uit het Programma Infrastructuur 2012 ad € 3.632.000 (exclusief BTW) worden ten laste gebracht van de exploitatie rioleringen uit de Programmabegroting 2012. Hiervoor is derhalve geen apart krediet benodigd. De werkzaamheden uit het Programma Bereikbaarheid Leeuwarden in verband met de Overijsselselaan komen ten laste van de grondexploitatie De Zuidlanden. Het bedrag dat hiermee in 2012 is gemoeid, is buiten de raamkredietaanvraag gelaten. Ten behoeve van het Programma Infrastructuur 2012 wordt een raamkrediet beschikbaar gesteld dat als volgt is opgebouwd:
Omschrijving
Totaal generaal Programma Infra 2012
Kosten
Alg. middelen
Overige
Jaarschijf
gemeentelijke
2012
bijdragen
€ 19.330.700
€ 3.542.000
€ 15.788.700
€ -5.631.700
0
€ -5.631.700
€ -6.500.000
0
€ -6.500.000
€ -3.632.000
0
€ -3.632.000
€ 3.567.000
€ 3.542.000
€ 25.000
Reeds aangevraagde/ separate kredieten: - Grondexploitatiegebieden - Programma Bereikbaarheid Leeuwarden - Vervanging rioleringen Gecorrigeerd totaal (exclusief BTW)
Voor 2012 is binnen de algemene middelen dekking aanwezig voor een investeringsvolume van totaal € 3.556.100. Deze dekking bestaat uit het saldo van het Programma Infrastructuur 2011, de stelpost infrastructuur 2012, terug te vloeien meevallers en de middelen uitvoering Dorpennota voor 2012 (zie tabel volgende pagina). Het voor de uitvoering van het Programma Infrastructuur 2012 benodigde bedrag uit de algemene middelen van € 3.542.000 blijft binnen de beschikbare dekking. Het dan nog resterende bedrag van € 14.100 wordt ingezet voor de dekking van het programma 2013. Het benodigd totaal kredietbedrag ad € 3.567.000 wordt voor € 3.542.000 gedekt uit de algemene middelen. De investeringen ad € 200.000 voor maatregelen in de dorpen worden in één keer afgeschreven. Dit geldt niet voor de bijdrage vanuit de stelpost infrastructuur in infrastructurele maatregelen. Deze investeringen worden gekapitaliseerd. Uitgaande van een afschrijving in 30 jaar en een rentepercentage van 3,75% bedragen de kapitaallasten van de investeringen ad € 3.342.000 (€ 3.542.000 minus € 200.000) gedekt uit de stelpost infrastructuur jaarlijks € 236.614. Deze kapitaallasten komen ten laste van het begrotingsprogramma Infrastructuur en Bereikbaarheid. Uit overige gemeentelijke middelen wordt de resterende € 25.000 van het raamkrediet gedekt. Het gaat hierbij om de Voorziening Openbaar Vervoer (stelpost openbaar vervoer). Met de verlening van het raamkrediet voor het Programma Infrastructuur 2012 kunnen de projecten verder worden voorbereid en uitgevoerd.
257
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage F: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
Bedragen in € excl. BTW
Omschrijving
Raamkrediet
Programma
Algemene
Overige
2012
2012
middelen
gem.bijdr.
BIJDRAGEN PROJECTEN Centrale As
67.000
67.000
67.000
67.000
67.000
67.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
100.000
100.000
100.000
300.000
300.000
300.000
175.000
175.000
175.000
1.975.000
1.975.000
1.975.000
200.000
200.000
200.000
TOTAAL
200.000
200.000
200.000
OVERIGE INFRASTRUCTUUR Achter de Hoven/Willem Lodewijkstraat
TOTAAL
0
PROGRAMMA BEREIKBAARHEID LEEUWARDEN Hoofdinfrastructuur: Stadsring Fietsprojecten: Binnenstad-Harlingervaart Mobiliteitsmanagement: Mobiliteits- en verkeersmanagement Overig: Algemene werkzaamheden TOTAAL
0
DORPENNOTA Uitvoeringsprogramma Dorpennota
500.000
500.000
500.000
Vervolg fietspad aquaduct Langdeel
350.000
350.000
350.000
Inrichting Frittemastate (meerkosten)
150.000
150.000
150.000
Optimaliseren verkeersluwe gebieden
150.000
0
150.000
150.000
Stelpost openbaar vervoer )1
25.000
25.000
Stelpost verkeersveiligheid
50.000
50.000
50.000
100.000
100.000
100.000
1.325.000
1.325.000
1.300.000
25.000
3.567.000
3.567.000
3.542.000
25.000
Kleine aanpassingen TOTAAL TOTAAL GENERAAL
25.000
)1 Voorziening Openbaar Vervoer
258
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage G: Overzichten opgenomen geldleningen
BIJLAGE G Overzicht opgenomen geldleningen 259
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage G: Overzichten opgenomen geldleningen
Overzicht opgenomen geldleningen 2012
Oorspronkelijk bedrag van de Coda Geldlening geldlening Nummer nummer of het voorschot
(1a)
(1b)
(2)
Datum en no. Besluit van Raad
(3)
Goedkeuring
(4)
O, S OF R
(5)
Bedragen X € 1.000
Jaar van Rente de % laatste aflossing (6)
Restantbedrag v/d geld-lening of het voorschot aan het begin van het dienstjaar
(7)
(8)
Bedrag rente te betalen in het de rente of dienstVan rente het jaar over het Bedrag van de in rentebestand- betrekking dienstjaar te de loop van het deel hebbende betalen in dienstjaar op te te betalen in op het nemen/opgenomen het dienstjaar vorig volgende geldleningen of dienstjaar dienstjaar voorschotten (9)
(10a)
(10b)
(10c)
de aflossing Gemidrente ten of restantbedrag delde laste het van de geldfinanvan het aflossingslening of het cieringsdienstjaar bestanddeel voorschot behoefte in 2010 aan 2010 het einde van het dienstjaar (10d)
(11)
(12)
(14)
BNG Leningen LOG007
1989.17
1.311
S
2014
3,250%
278
0,00
9
2
1
9
90
188
263
LOG013
1991.08
4.084
S
2016
5,650%
1.431
0,00
81
6
5
80
256
1.175
1.411
LOG019
1993.02
7.646
S
2013
4,940%
1.200
0,00
59
44
23
38
585
615
763
LOG049
1993.06
2.813
2013
3,740%
425
0,00
16
10
5
11
209
216
294
LOG021
1993.07
681
2018
3,920%
282
0,00
11
4
3
11
36
246
270
LOG068
2006.02
145.809
2036
4,740%
119.077
5.558
247
237
5.548
4.860
114.217
117.042
LOG070
2008.01
20.000
2018
4,179%
14.000
585
559
480
505
2.000
12.000
12.088
LOG071
2009.01
20.000
2019
4,120%
16.000
659
623
545
581
2.000
14.000
14.107
LOG072
2009.02
25.000
2019
3,690%
20.000
738
340
297
695
2.500
17.500
18.835
LOG073
2009.03
45.000
2019
3,955%
45.000
1.780
307
307
1.780
45.000
45.000
LOG074
2011.01
36.000
2022
5,025%
36.000
1.809
912
912
1.809
36.000
36.000
LOG075
2011.02
20.000
2021
3,155%
20.000
631
529
476
578
2.000
18.000
18.320
11.936
3.584
3.291
11.643
14.536
259.157
264.393
S
Totaal BNG leningen
328.345
273.693
0,00
260
Bijlagenboek Begroting 2012
Oorspronkelijk bedrag van de Coda Geldlening geldlening Nummer nummer of het voorschot
(1a)
Coda
(1b)
(2)
Bijlage G: Overzichten opgenomen geldleningen
Datum en no. Besluit van Raad
(3)
Goedkeuring
(4)
O, S OF R
(5)
Jaar van Rente de % laatste aflossing (6)
Restantbedrag v/d geld-lening of het voorschot aan het begin van het dienstjaar
(7)
(8)
Bedrag rente te betalen in het de rente of dienstVan rente het jaar over het Bedrag van de in rentebestand- betrekking dienstjaar te de loop van het deel hebbende betalen in dienstjaar op te te betalen in op het nemen/opgenomen het dienstjaar vorig volgende geldleningen of dienstjaar dienstjaar voorschotten (9)
(10a)
(10b)
(10c)
de aflossing Gemidrente ten of restantbedrag delde laste het van de geldfinanvan het aflossingslening of het cieringsdienstjaar bestanddeel voorschot behoefte in 2010 aan 2010 het einde van het dienstjaar (10d)
(11)
(12)
(14)
Onderhandse
nummer geldleningen LOG045
1992.05
820
2017
4,450%
319
0,00
14
2
2
14
46
273
312
LOG046
1992.06
431
2017
4,450%
168
0,00
7
1
1
7
24
144
164
5.000
0,00
5.000
5.000
15.000
0,00
20.487
0,00
294.180
0,00
LOG064 LOG069
2007.01
Totaal onderhands 26.251 Totaal generaal 354.595
25.000
2017
4,115%
617
482
402
537
2.500
12.500
13.048
639
485
405
558
2.569
17.918
18.524
12.575
4.069
3.696
12.202
17.106
277.074
282.917
261
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage G: Overzichten opgenomen geldleningen
262
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage H: Overzicht subsidies instellingen
BIJLAGE H Overzicht subsidies instellingen
263
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage H: Overzicht subsidies instellingen
Overzicht van maximaal beschikbare subsidies 2012 Onderstaande begrotingsvermelding vormt voor de betreffende subsidieverleningen de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Bedragen in € Lijst van gesubsidieerden onderwerp subsidie Programma Cultuur Anna Blamanhuis / Ihlia documentatiecentrum Keramiekmuseum Het Princessehof musea Lokale omroep Mercurius lokale publieke omroep Stichting Bibliotheken Midden-Fryslân bibliotheken Stichting Centrum voor Film in Fryslân exploitatie en organisatiekosten Stichting Cultureel Centrum De Harmonie theater en filmpodia Stichting Nieuw Romein (Poppodium) exploitatie en organisatiekosten Stichting Parnas culturele vorming Befrijdingsfestival Fryslân festivals Stichting Cultureel Centrum De Harmonie: Fries Straatfestival festivals Stichting Friesland Pop: Freeze festivals Stichting Noorderlicht - Fotomanifestatie Noorderlicht festivals Centrum voor Film in Friesland - Noordelijk Filmfestival festivals Stichting Dancetour festivals Stichting Popfabryk cultuurparticipatie Parnas: Kunstmenu cultuurparticipatie It Frysk Amateur Toniel: Voorleesproject peuters cultuurparticipatie n Meeuw - Productiehuis Jeugdtheater cultuurparticipatie Stichting Taptoe Leeuwarden cultuurparticipatie Stichting Veteranendag Herdenking 4 mei en Veteranendag Stichting ter herdenking van de gevallenen Herdenking 4 mei en Veteranendag Stichting Liet programmerende organisaties Stichting Hothouse Redbad programmerende organisaties Stichting Nieuw Romein: Prinsentuinactiviteiten programmerende organisaties Stichting Orgelconcerten Grote Kerk (Herdenkingsconcert) programmerende organisaties Afûk fryske taal subtotaal Programma Jeugd en Onderwijs Bisschop Möllerstichting Bisschop Möllerstichting BV Sport Catalpa Fryske Akademy Hulpverleningsdienst Fryslân Hulpverleningsdienst Fryslân Hulpverleningsdienst Fryslân Hulpverleningsdienst Fryslân Humanitas Humanitas Leeuwarder Speeltuincentrale Parnas PCBO PCBO PCBO Proloog Proloog Proloog Proloog Sinne Welzijn Sinne Welzijn Sinne Welzijn Sinne Welzijn Sinne Welzijn Sinne Welzijn
onderwijsachterstandenbeleid onderwijsachterstandenbeleid combinatiefuncties onderwijsachterstandenbeleid (VVE) Mercator jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar jeugdgezondheidszorg Centrum jeugd en gezin Electronisch kinddossier omgangshuis Friesland opvoedingsondersteuning Homestart speelruimte combinatiefuncties brede scholen taalstimulering onderwijsachterstandenbeleid brede scholen taalstimulering onderwijsachterstandenbeleid veilig en gezond opgroeien prioriteitsgebieden jongerenwerk peuterspeelzalen onderwijsachterstandenbeleid (VVE) schoolmaatschappelijk werk Opstap(je)
24.300 267.000 92.500 2.292.700 136.900 2.778.700 259.200 1.475.900 20.000 42.500 17.500 20.000 40.000 25.000 40.000 50.000 3.000 33.000 15.000 4.500 3.700 6.000 15.000 25.000 2.500 5.000 7.694.900
11.000 10.400 306.000 20.000 200.000 89.800 1.407.715 60.000 169.000 7.000 58.000 8.500 290.000 5.600 6.312 69.000 13.923 36.025 138.000 7.445 59.100 765.682 901.200 330.000 32.000 20.000
264
Bijlagenboek Begroting 2012
Lijst van gesubsidieerden Sinne Welzijn Sinne Welzijn Peuterspeelzaal de kleine Johannes Peuterspeelzaal Gollegrut Peuterspeelzaal Ieniemienie Peuterspeelzaal Bloom Stichting Het Buro Stichting Kinderopvang Leeuwarden Stichting Leeuwarden Studiestad Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Warber058 Stichting Welzijn Leeuwarden Vrijwilligers Service punt subtotaal Programma Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling COC COS Friesland (Tumba) GGZ Friesland Hulpverleningsdienst Fryslan Leger des Heils Leger des Heils Interkerkelijke Stichting Aanloophuis Limor Stichting Aan Zet Stichting Anders Actieven Stichting Fier Fryslân Stichting Fier Fryslân Stichting Fier Fryslân Stichting Sinne Welzijn Stichting Sinne Welzijn Stichting Sinne Welzijn Stichting Sinne Welzijn Stichting Sinne Welzijn Stichting Sinne Welzijn Stichting Sinne Welzijn Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Verslavingszorg Noord Nederland Stichting Vrijwilligersservicepunt Stichting Vrijwilligersservicepunt Stichting Welzijn Leeuwarden Stichting Welzijn Leeuwarden Stichting Welzijn Leeuwarden Stichting Welzijn Leeuwarden Stichting Zienn Stichting Zienn Stichting Zienn Stichting Zienn Stichting Zienn Stichting Zienn Vereniging Gehandicaptenbelangen Stichting Wijkorganisatie Aldlan Samenwerkende bewonersorganisatie (SBO) Solidair Fryslân Beheersstichting MFC Westeinde Beheersstichting MFC Camminghaburen Wijkvereniging Zuiderburen Wijkvereniging Bilgaard Buurthuis MFC Het Westenkwartier Wijkvereniging Het Knooppunt
Bijlage H: Overzicht subsidies instellingen
onderwerp subsidie Steunpunt Jonge moeders kwaliteit peuterspeelzalen en VVE kwaliteit peuterspeelzalen en VVE kwaliteit peuterspeelzalen en VVE kwaliteit peuterspeelzalen en VVE kwaliteit peuterspeelzalen en VVE schooluitval onderwijsachterstandenbeleid (VVE) hoger onderwijs alcoholpreventie beheerder vluchtheuvelgebied jongeren vrijwilligerswerk en maatsch stages
diverse activiteiten mondiaal beleid maatschappelijke opvang maatschappelijke opvang maatschappelijke opvang dagopvang maatschappelijke opvang maatschappelijke opvang maatschappelijke opvang activering en isolementdoorbreking geestelijke gezondheidszorg vrouwenopvang advies- en steunpunt HG allochtonenopbouwwerk maatschappelijke dienstverlening sociale teams buurtopbouwwerk jongerenwerker MFC deskundigheidbevordering Awbz maatschappelijke opvang dagopvang medische heroïnebehandeling VIP en VAP veelplegers verslavingszorg straatprostitutie vrijwilligerszorg exploitatie en organisatiekosten ouderenwerk thuis- en mantelzorg jongerenwerker MFC opbouwwerk dagopvang gebruiksruimte kamers met kansen maatschappelijke opvang dagbestedingsproject Skrep zorgmijders exploitatie en organisatiekosten exploitatie en organisatiekosten coordinatie buurt- en wijkcentra maatjesproject accommodatiebeheer accommodatiebeheer accommodatiebeheer accommodatiebeheer accommodatiebeheer accommodatiebeheer
22.000 90.000 15.000 15.000 15.000 15.000 95.000 140.000 24.000 10.000 18.200 376.221 142.100 5.999.223
16.000 63.100 1.164.119 175.226 393.946 254.334 10.742 1.531.334 355.600 9.500 924.624 2.639.634 25.000 169.600 980.957 101.600 197.000 20.000 25.000 320.000 2.303.655 53.206 443.710 150.000 25.351 66.651 120.837 92.185 716.200 188.100 20.000 143.150 291.034 96.956 50.000 7.141.330 387.350 45.000 12.700 2.000 1.800 10.000 12.100 43.150 22.900 37.000 24.000 24.000
265
Bijlagenboek Begroting 2012
Lijst van gesubsidieerden Stichting Wijkkomité Schieringen Wijkcentrum Nijlan BV Sport Vrijheidswijk Stichting Welzijn Leeuwarden
Bijlage H: Overzicht subsidies instellingen
onderwerp subsidie accommodatiebeheer accommodatiebeheer accommodatiebeheer multicultureel centrum
subtotaal
45.000 22.000 25.000 411.175 22.404.856
Programma Werk en inkomen Kredietbank Nederland SVO Schuldhulpverlening voor (ex-)ondernemers Sinne Welzijn subtotaal
schuldhulpverlening schuldhulpverlening schuldhulpverlening
1.000.000 80.000 134.100 1.214.100
Programma Sport BV Sport DOV Spelend Sporten Subtotaal
huur, exploitatie en activiteiten gehandicaptensport gehandicaptensport
5.503.700 15.300 7.200 5.526.200
Totaal
42.839.279
266
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage H: Overzicht subsidies instellingen
Bedragen in € Lijst van subsidieregelingen Programma Cultuur Regeling subsidie kleine producties Regeling subsidie beeldende kunst en vormgeving: presenteren Regeling subsidie beeldende kunst en vormgeving: produceren Regeling subsidie beeldende kunst en vormgeving: Kunst als wijkidee Zadelfonds subtotaal
Programma Jeugd en Onderwijs Regeling subsidie vrijwilligers speciaal jeugdwerk subtotaal
Programma Economie en toerisme Bedrijfsleven en toerisme subtotaal
98.100 85.000 50.000 15.500 17.100 265.700
23.400 23.400
-
Programma Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling Regeling subsidie dorps-, buurt en wijkwerk Regeling subsidie multiculturele en anti-racisme activiteiten subtotaal
400.200 50.500 450.700
Programma Sport Regeling subsidie gebruik niet-gemeentelijke binnensportlocaties door sportverenigingen Regeling Topsport- en breedtesportevenementen subtotaal
18.400 93.100 111.500
Programma Milieu, energie en water Inzameling oud papier Rijden op duurzame brandstof subtotaal Totaal
851.300
267
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage H: Overzicht subsidies instellingen
Art. 4:23 AWB [Grondslag subsidie] 1.
Een bestuursorgaan verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.
2.
Indien een zodanig wettelijk voorschrift is opgenomen in een niet op een wet berustende algemene maatregel van bestuur, vervalt dat voorschrift vier jaren nadat het in werking is getreden, tenzij vóór dat tijdstip een voorstel van wet bij de Staten-Generaal is ingediend waarin de subsidie wordt geregeld.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing: a.
in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogste één jaar of totdat een binnen dat jaar bij de Staten-Generaal ingediend wetsvoorstel is verworpen of tot wet is verheven en in werking is getreden;
b.
indien de subsidie rechtstreeks op grond van een door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgesteld programma wordt verstrekt;
c.
indien de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, vermeldt; of
d.
4.
in incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaren wordt verstrekt.
Het bestuursorgaan publiceert jaarlijks een verslag van de verstrekking van subsidies met toepassing van het derde lid, onderdeel a en d.
268
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage I: Route van de Rente
BIJLAGE I Route van de rente
269
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage I: Route van de Rente
Exploitatie:
Beleidsproducten met kapitaallasten
rente € 19,0
ontvangen rente
Kostenplaats
betaalde rente
€ 4,3
kapitaallasten
€ 19,7
exploitatie =
€ 0,5
Bespaarde rente € 3,1
€ 0,07
€ 0,7
€ 0,3
€ 2,0
Vooruit ontvangen
Voorzieningen
Algemene reserve
reserves
bijdragen van overheidslichamen € 0,3 € 0,2 expl.vrij
€ 1,5
€ 0,5 verplichtingen
€ 0,07
€ 0,5
rentesurplus € 0,5
In de notitie Reserves, voorzieningen en rente, onderdeel van de kaderbrief 2007, komt o.a. de zogenaamde bespaarde rente aan de orde. Er wordt op schematische wijze aangegeven op welke wijze die bespaarde rente in de begroting is verwerkt. Hierboven staat een iets gewijzigde versie van dat schema maar nu met de bedragen erbij. Ter toelichting het volgende. 1.
Er wordt € 19,0 mln aan rentekosten ten laste van de exploitatie gebracht en samen met € 4,3 mln aan rentebaten is dus € 23,3 mln beschikbaar voor renteverplichtingen. Dat betreft € 19,7 mln. aan rentebetalingen aan externe geldschieters en € 3,1 mln bespaarde rente omdat eigen financieringsbronnen
270
Bijlagenboek Begroting 2012
Bijlage I: Route van de Rente
zijn ingezet. Het restant (€ 0,5 mln) wordt direct teruggesluisd naar de exploitatie als algemeen dekkingsmiddel. 2.
Het totaal aan bespaarde rente bedraagt € 3,1 mln. Tot een bedrag van € 0,07 mln wordt rente bespaard over “Vooruit ontvangen bedragen overheidslichamen”. Ook dit bedrag wordt als ‘rentesurplus’ toegevoegd aan de Algemene Reserve. De bespaarde rente voorzieningen bedraagt € 0,7 mln, hiervan is € 0,5 mln verbonden aan verplichtingen, € 0,2 mln is “vrij” ten gunste van de exploitatie. Tot een bedrag van € 0,3 mln heeft dit bedrag betrekking op bespaarde rente over de Algemene Reserve. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve. De bespaarde rente over reserves bedraagt € 2,0 mln. Hiervan komt € 1,5 mln ten gunste van de reserves of blijft ten gunste van de exploitatie om verplichtingen af te dekken. Het resterende bedrag van € 0,5 mln komt als “rentesurplus” ten gunste van de Algemene Reserve.
271