Inhoudsopgave begroting 2011
Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................................................................................... 5 Budgettaire kaders .................................................................................................................................. 9
Programma’s ....................................................................................................................................... 15 Programma 1 Roermond: Levende stad ............................................................................................... 17 Programma 2 Roermond: Veilige stad .................................................................................................. 25 Programma 3 Roermond: Regiostad..................................................................................................... 31 Programma 4 Roermond: Sociale stad ................................................................................................. 37 Programma 5 Roermond: Economisch sterke stad .............................................................................. 47 Programma 6 Roermond: Prachtige stad.............................................................................................. 55 Programma 7 Roermond: De gemeente ............................................................................................... 63
Paragrafen ........................................................................................................................................... 69 Inleiding ................................................................................................................................................. 71 Paragraaf 1. Lokale heffingen ............................................................................................................... 73 Paragraaf 2. Weerstandsvermogen ...................................................................................................... 77 Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................................... 81 Paragraaf 4. Financiering (treasury)...................................................................................................... 85 Paragraaf 5. Bedrijfsvoering .................................................................................................................. 91 Paragraaf 6. Verbonden partijen en participaties .................................................................................. 95 Paragraaf 7. Grondbeleid .................................................................................................................... 111 Paragraaf 8. Rechtmatigheid............................................................................................................... 115 Paragraaf 9. Krimp en vergrijzing........................................................................................................ 116
Begroting 2011 / 2
Voorwoord Voor u ligt de begroting 2011 - 2014 van de gemeente Roermond. Voor het begrotingsjaar 2011 is de begroting sluitend. Voor de jaren 2012 tot en met 2014 is dat vooralsnog niet het geval. Op 3 maart 2010 hebben gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden en op 11 maart 2010 is de nieuwe gemeenteraad aangetreden. Uw raad heeft op 22 april 2010 gesproken over het Coalitieakkoord 2010-2014 “Slagvaardig en Spaarzaam”. Bij motie heeft u ons college opgeroepen: - het “Coalitieakkoord 2010 - 2014” uit te werken in een college-uitvoeringsprogramma, waarbij de financiële consequenties van het akkoord in beeld worden gebracht en wordt aangegeven waar ruimte gevonden kan worden (oud voor nieuw); - dit college-uitvoeringsprogramma aan de raad aan te bieden als onderdeel van de begroting 2011-2014, ter vaststelling in de raadsvergadering van 11 november 2010. Wij hebben gehoor gegeven aan deze oproep maar zijn met name in de financiële vertaling vooralsnog zeer terughoudend geweest. Voor de komende jaren zijn in onze begroting alleen structureel middelen voor veiligheid meegenomen. Overige zaken uit het coalitieakkoord zijn (vooralsnog) incidenteel afgedekt. Met deze begroting en college uitvoeringsprogramma blijven we investeren in de groei van Roermond met als rode draad kwaliteit en vernieuwing. Accenten daarbij zijn: ‘Roermond: Veilige Stad’ wordt voor onze inwoners en bezoekers voelbaar, doordat alle samenwerkende organisaties zich hieraan verbinden en waarbij dit verbinden leidt tot een resultaat dat groter is dan de som der afzonderlijke delen. De leefbaarheid voor de inwoners van de Donderberg moet in de komende vier jaar merkbaar verbeteren door het uitvoeren van het wijkontwikkelingsplan. De toekomst van onze stad waarborgen wij ook door in te zetten op de eigen verantwoordelijkheid, creativiteit en mogelijkheden van onze jongeren. De ontwikkeling en uitvoering van een effectief arbeidsmarktbeleid. Dit vereist een goed samenspel op de terreinen economie, onderwijs en werk en inkomen alsmede de betrokkenheid van externe partijen. In 2011 worden belangrijke stappen gezet met betrekking tot de totstandkoming van ECI Cultuurfabriek. Samen met de bewoners, de landbouw sector, de waterschappen en natuur- en landschapsorganisaties zullen wij de natuurontwikkeling en de recreatieve ontwikkeling in het buitengebied een sterke impuls geven. Om Roermond in de toekomst bereikbaar te houden zullen in 2011 besluiten genomen moeten worden met betrekking tot onder meer de N280 en de Maastrichterweg. In onze dienstverlening is het motto “Beleef Roermond: dienstverlening met meerwaarde, betrokken bij Roermond!” De begroting is qua opzet enigszins veranderd. Bij de programma’s is de lijn uit de Strategische Visie 2020 gevolgd. In plaats van 23 programma’s bestaat de begroting nu uit zeven programma’s. Dit zijn de strategische gebieden uit de visie (Levende Stad, Regiostad, Sociale Stad, Economisch Sterke Stad, Prachtige Stad en De Gemeente) plus het thema Veilige Stad. Verder bevat deze begroting uiteraard een aantal paragrafen. Aan de paragrafen die op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht zijn, zijn twee paragrafen toegevoegd, namelijk een paragraaf over rechtmatigheid en een over krimp en vergrijzing. Programma’s en paragrafen worden voorafgegaan door een inleiding met een uiteenzetting van de budgettaire kaders.
Begroting 2011 / 3
Onder meer de mondiale financiële en economische crisis nopen tot een heroverweging van het takenpakket van gemeenten. Een nieuw evenwicht in de verhoudingen tussen overheid en burgers is een belangrijke opdracht voor de komende jaren. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Om deze keuzes weloverwogen en integraal te kunnen maken, wordt een kerntakendiscussie gevoerd: welke taken moet en wil de gemeente Roermond uitvoeren en op welk niveau (de wijze waarop en de kwaliteit daarvan). Uw raad heeft op 8 juli 2010 ingestemd met de aanpak voor de kerntakendiscussie. De resultaten van de kerntakendiscussie vormen de opmaat naar de programmabegroting 2012 en volgende. De kerntakendiscussie zal onder meer moeten leiden tot een weer meerjarig sluitende begroting. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de uitgaven per programma waarbij het percentage van de uitgaven per programma is aangegeven ten opzichten van de totale lasten. Uitgaven per programma
Roermond Levende stad
14%
Roermond Veilige stad
6%
Roermond Regio stad
1%
Roermond Sociale stad
31%
Roermond Economisch sterke stad 21% Roermond Prachtige stad
20%
Roermond De gemeente
6%
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de baten waarbij het percentage van de diverse baten is aangegeven ten opzichten van de totale baten. Baten
Gemeentefonds
40 %
Bijstandsverlening
29 %
Lokale heffingen en leges 16 % Brandweer
2%
Educatie
1%
Huren/pachten Overige
1% 10 %
Burgemeester en Wethouders van Roermond, De waarnemend secretaris, De burgemeester,
U.H. Weyergraf
H.M.J.M. van Beers
Begroting 2011 / 4
Inleiding Voor u ligt de begroting 2011 van de gemeente Roermond. De opzet van de begroting 2011 is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2010 (zie verder bij opzet begroting). Niet alleen de opzet van de begroting 2011 is gewijzigd, ook de vormgeving. Deze is gezien het meerjarig financiële perspectief en overeenkomstig de wens van uw raad sober uitgevoerd. Ter voorbereiding op de voorliggende programmabegroting heeft uw raad op 8 juli 2010 de financiële kadernota 2011 (raadsbesluit 2010/054/2) vastgesteld. Dit besluit vormt de basis van de voorliggende programmabegroting.
Programmabegroting In de Gemeentewet (artikel 190) is vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders de raad jaarlijks een meerjarenbegroting aanbiedt. Op 8 juli 2010 heeft uw raad de Financiële Verordening gemeente Roermond juli 2010 (waarin de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Roermond) vastgesteld. In artikel 4 (Begrotingscyclus) lid 1 is het volgende bepaald: Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, kadernota, tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming. Op 17 december 2009 (raadsbesluit 2009/116/2) heeft u de jaarplanning van begrotingcyclus vastgesteld en bepaald dat de programmabegroting 2011 wordt behandeld in de raadsvergadering van november 2010. In de begroting geeft uw raad aan wat u de komende vier jaar in Roermond wil bereiken met de nadruk op de gewenste resultaten in 2011. De bedoeling van de begroting is dat uw raad concreet aangeeft wat u per programma tot stand wil brengen. Daarmee geeft u ons een opdracht mee voor het komende jaar. Door middel van de bestuursrapportage en jaarverantwoording leggen wij verantwoording af.
Provinciaal toezicht Op grond van de Gemeentewet behoeft de begroting goedkeuring van Gedeputeerde Staten (GS). In dat kader sturen GS jaarlijks een begrotingsbrief. Daarin worden aandachtspunten voor de voorbereiding op de begroting opgenomen. De provincie toetst de begroting aan de Gemeentewet en het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtskader (GTK). GS hebben op 9 april 2010 een brief (de begrotingsbrief 2011) toegezonden waarin zij aangeven hoe de toezichtvorm voor de begroting 2011 en de meerjarenraming 2012-2014 wordt bepaald. In eerste instantie zal de begroting 2011 worden beoordeeld. Is deze materieel sluitend (structurele lasten gedekt door structurele baten, volledige en reële ramingen), dan valt de begroting 2011 onder repressief toezicht. Wanneer de begroting 2011 niet materieel sluitend is en de jaarschijf 2014 is dat ook niet dan valt de begroting 2011 onder preventief toezicht. In 2010 heeft de provincie het financieel verdiepingsonderzoek “Bepaling toezichtvorm 2010-2013 gemeente Roermond” uitgevoerd. De definitieve uitkomsten waren ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend. Op basis van de conceptrapportage is rekening gehouden met bevindingen en aanbevelingen.
Begroting 2011 / 5
Meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 Met uitzondering van begrotingsjaar 2011 is het meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 niet sluitend. Het meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 bedraagt:
Meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014
2011
2012
2013
2014
0
-3.008.738
-5.566.159
-6.112.188
In dit begrotingssaldo 2011 - 2014 is nog geen rekening gehouden met de door het rijk aangekondigde bezuinigingen. Wij gaan uit van een korting (10 %) op het gemeentefonds met een bedrag van circa € 6.000.000. Uitgaande van deze korting wordt het geprognosticeerde meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014:
Geprognosticeerde meerjarig begrotingssaldo 2011-2014
2011
2012
2013
2014
0
-9.008.738
-11.566.159
-12.112.188
In de begroting 2012 zal getracht moeten worden om, evenals in de afgelopen jaren, een sluitende meerjarenbegroting te presenteren. Gezien het forse tekort zullen bezuinigingsmaatregelen genomen moeten worden. Hiervoor wordt een kerntakendiscussie met uw raad gevoerd die een sluitende meerjarenbegroting moet opleveren. Uw raad heeft op 8 juli 2010 ingestemd met de aanpak voor de kerntakendiscussie en wordt – onder meer – via de ingestelde klankbordgroep nauw bij dit traject betrokken. Het slotdebat wordt gevoerd in juni 2011 wanneer ook de meicirculaire 2011 bekend is. De uitkomsten van dit slotdebat zijn meteen de opmaat naar de begroting 2012.
Opzet begroting Zoals hiervoor reeds aangegeven is de opzet van de begroting gewijzigd ten opzichte van vorige jaren. De begroting 2011 bestaat uit zeven programma’s (in 2010 waren er 23 programma’s). Dit zijn: - Roermond Levende Stad. - Roermond Veilige Stad. - Roermond Regiostad. - Roermond Sociale Stad. - Roermond Economisch Sterke Stad. - Roermond Prachtige Stad. - Roermond De Gemeente. De Strategische Visie 2020 en het Coalitieakkoord 2010-2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” (uitgewerkt in een College Uitvoeringsprogramma) zijn verankerd in de programma’s. Hoofddoel programma en Strategische Visie Roermond 2020 Elk programma begint met een omschrijving van het hoofddoel en vervolgens wordt per programma een relatie gelegd met de Strategische Visie Roermond 2020. Deze visie is door uw raad in de vergadering van 30 oktober 2008 (raadsbesluit 2008/108/2) vastgesteld. De Strategische Visie Roermond 2020 geeft de beleidsmatige koers op hoofdlijnen aan die richtinggevend is voor de plannen die de komende jaren opgesteld worden. Het Coalitieakkoord 20102014 bevat kernpunten uit de Strategische Visie. Deze zijn per programma ook in de begroting opgenomen.
Begroting 2011 / 6
Beleidskaders Per programma worden de belangrijkste beleidskaders weergegeven. Dit zijn met name de door uw raad vastgestelde kadernota’s en visiedocumenten. Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma Uw raad heeft op 22 april 2010 gesproken over het Coalitieakkoord 2010-2014 “Slagvaardig en Spaarzaam”. Bij motie heeft u ons college opgeroepen: - het “Coalitieakkoord 2010 - 2014” uit te werken in een college-uitvoeringsprogramma, waarbij de financiële consequenties van het akkoord in beeld worden gebracht en wordt aangegeven waar ruimte gevonden kan worden (oud voor nieuw); - dit college-uitvoeringsprogramma aan de raad aan te bieden als onderdeel van de programmabegroting 2011-2014, ter vaststelling in de raadsvergadering van 11 november 2010. Per programma hebben wij onder het hoofdstuk “Coalitieakkoord 2010-2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma” de integrale tekst van het coalitieakkoord opgenomen (cursief). De afspraken uit bijlage 1a en 2 van het coalitieakkoord hebben de basis gevormd voor de nadere uitwerking (College Uitvoeringsprogramma). De financiële consequenties van het coalitieakkoord en college uitvoeringsprogramma zijn in de programma’s op hoofdlijnen in beeld gebracht. Een detailoverzicht treft u aan in het bijlagenboek (bijlage 4, 7 en 8). Overige beleidsvoornemens Naast de beleidsvoornemens uit het coalitieakkoord kan sprake zijn van overige beleidsvoornemens. Die worden per programma onder dit onderdeel aangegeven. Indicatoren en streefwaarden De wens van uw raad is dat de begroting meetbaar is op doelen en termijnen. Daartoe is per programma een overzicht van indicatoren en streefwaarden opgenomen. We hebben deze overzichten zoveel mogelijk beperkt tot het strategische niveau (indicatoren met betrekking tot de doelstellingen van het beleid en de waardering van onze inwoners). Verdere doorontwikkeling zal in nauwe samenhang met de klankbordgroep van uw raad plaatsvinden. Bij de doorontwikkeling van het beleid en daarmee van indicatoren en streefwaarden zal tevens rekening gehouden moeten worden met de resultaten van de kerntakendiscussie. Vooruitlopend daarop zijn bij wijze van pilot de negen prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verder uitgewerkt. Deze uitwerking is opgenomen in het bijlagenboek (bijlage 9). Lasten en baten en investeringen Met de uitvoering van elk programma zijn middelen gemoeid. Per programma zijn deze middelen op productniveau opgenomen. Daarbij is ook rekening gehouden met de mutaties in de reserves en de investeringen. Hiermee wijst uw raad middelen toe aan de programma’s en autoriseert u ons voor het doen van uitgaven ter uitvoering van het programma. Voor de financiële detailinformatie wordt verwezen naar de diverse bijlagen in het bijlagenboek.
Begroting 2011 / 7
Paragrafen In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in de begroting en het jaarverslag een aantal paragrafen opgenomen moet worden. Deze begroting bevat 9 paragrafen: - Lokale heffingen; - Weerstandsvermogen; - Onderhoud kapitaalgoederen; - Financiering; - Bedrijfsvoering; - Verbonden partijen; - Grondbeleid; - Rechtmatigheid; - Krimp en vergrijzing. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de begroting.
Begroting 2011 / 8
Budgettaire kaders Uitgangspunten meerjarenbegroting 2011 - 2014 In dit hoofdstuk treft u de uitgangspunten aan voor de samenstelling van de (meerjaren)begroting 2011 - 2014. De uitgangspunten van de programmabegroting zijn, met uitzondering van de loonontwikkeling 2011, conform de op 8 juli 2010 door uw raad vastgestelde financiële kadernota 2011 (raadsbesluit 2010/054/2). De in de financiële kadernota 2011 genoemde uitgangspunten vormen de basis voor de doorrekening van de meerjarenbegroting. 2011
2012
2013
2014
1-1-2011 2,25 % 0,83 % 0,17 % 0,50 %
1-1-2012 1,0 % 0,83 % 0,17 % 0,50 %
1-1-2013 1,0 % 0,83 % 0,17 % 0,50 %
1-1-2014 1,0 % 0,83 % 0,17 % 0,50 %
1,50 %
0,90 %
0,90 %
0,90 %
4%
4%
4%
4%
0,50 % 250 kos-
0,50 % 250 ten
0,50 % 250 dek-
0,50 % 250 kend
Loonontwikkeling Salarispeil Collectieve loonontwikkeling Reguliere periodieke verhogingen Bevorderingen, extra periodieke verhogingen, etc. Prijsontwikkelingen Loon- en prijscompensatie grote gesubsidieerde instellingen (samengesteld percentage loon- en prijsindex) Rente in kapitaallasten Gemeentelijke belastingen, leges en rechten Onroerendezaakbelasting – toename tarieven Toename aantal woningen Afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en rioolrecht De uitgangspunten worden hieronder toegelicht. Algemeen uitgangspunt Als vertrekpunt voor de verwerking van het bestaand beleid in de begroting 2011 geldt in beginsel de geactualiseerde jaarschijf 2010 van de primitieve meerjarenbegroting 2010 - 2013, aangevuld met de structurele effecten van in 2009 en 2010 vastgestelde begrotingswijzigingen. Loonontwikkelingen Op 1 juli 2010 is de CAO-gemeenten definitief vastgesteld. Met deze CAO is rekening gehouden. De CAO heeft een looptijd tot 1 juni 2011. Om de loonontwikkeling van 1 juni 2011 - 31 december 2011 op te kunnen vangen werd in de financiële kadernota 2011 rekening gehouden met een percentage van 0,5 %. Dat is in het kader van het risicovoller begroten in de voorliggende begroting 2011 afgeraamd. Dit levert een besparing op van € 160.000,-.Tenslotte is in de loonontwikkeling rekening gehouden met een inschatting voor pensioenontwikkelingen en ontwikkelingen uit de kabinetsformatie van 0,25 %. In totaliteit wordt in de begroting 2011 rekening gehouden met een loonontwikkeling van 2,25 %. Meerjarig 2012 - 2014 wordt rekening gehouden met een CAO-ontwikkeling van 1 % en een percentage van 1 % voor reguliere periodieke verhogingen/bevorderingen/extra periodieke verhogingen.
Begroting 2011 / 9
Prijspeil De VNG heeft in het bestuursakkoord met het rijk afspraken gemaakt over de toename van het gemeentefonds. De afspraken uit dit bestuursakkoord zijn verwerkt in de meicirculaire 2008 algemene uitkering Gemeentefonds. Voor 2011 is in de circulaire algemene uitkering Gemeentefonds rekening gehouden met een index van 0,5 %. Deze index is ook meerjarig meegenomen in de begroting. De prijsindex die normaliter wordt gehanteerd bij de algemene uitkering Gemeentefonds is gebaseerd op de prijsmutatie Bruto Binnenland Produkt (pBBP) uit de Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPM). De pBBP bedraagt 1,5 %. Loon- en prijscompensatie vijf grote gesubsidieerde instellingen De loon- en prijscompensatie van de grote gesubsidieerde instellingen is een gewogen percentage van de collectieve loonontwikkelingen (80 %) en prijsontwikkelingen (20 %) zoals die hierboven zijn vermeld. Voor 2011 wordt gerekend met een stijging van 1,5 % en meerjarig met een percentage van 0,9 %. Rente in kapitaallasten Op basis van de vastgestelde nota rentebeleid 2011 (raadsbesluit 2010/077/2) wordt rente toegerekend aan riolering, afvalverwijdering en grondexploitatie. Het gehanteerde rentepercentage bedraagt 4 % en is gebaseerd op de weighted average cost of capital (wacc). Gemeentelijke belastingen, leges en rechten In de begroting wordt ervan uitgegaan dat het woningbestand meerjarig gemiddeld toeneemt met 250 woningen (gemiddelde nieuwbouw 300 woningen en de aanname dat er 50 woningen per jaar zullen worden onttrokken). Daarnaast is uitgegaan van een stijging van het prijspeil voor de onroerendezaakbelasting van 0,5 % (prijsindex) en de precariorechten van 0,5 % in 2011 evenals meerjarig voor de jaren 2012 tot en met 2014. De tarieven voor de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten en het rioolrecht dienen conform de voorschriften kostendekkend te zijn. In de begroting is dit uitgangspunt gehanteerd.
Begroting 2011 / 10
Ontwikkeling meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 Het meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 is met uitzondering van begrotingsjaar 2011 niet sluitend. In het onderstaande overzicht wordt de ontwikkeling van het meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 gepresenteerd. Vervolgens zijn de afzonderlijke ontwikkelingen nader toegelicht. 2011 -1.650.144
2012 -3.606.624
2013 -6.109.897
2014 -6.109.897
816.778
373.901
86.379
-1.251.200
-833.366
-3.232.723
-6.023.518
-7.361.097
Begrotingswijzigingen Effect junicirculaire 2010 Subtotaal
361.247 -1.048.720 -1.520.839
307.871 -847.152 -3.772.004
176.167 -589.738 -6.437.089
258.751 -635.051 -7.737.397
Autonome ontwikkelingen Ruimtevragende beleidsalternatieven structureel volgend uit coalitieakkoord 2010 - 2014 Taakstellingen Bezuinigingen (beleidsmatige keuzes) Begrotingssaldo 2011 - 2014
-1.248.495 -284.000
-1.634.535 -381.000
-1.774.443 -711.000
-1.828.181 -698.500
1.499.868 1.553.466
1.795.588 983.213
2.419.660 936.713
3.215.177 936.713
0
-3.008.738
-5.566.159
-6.112.188
Saldo programmabegroting 2010
Mutaties financiële kadernota 2011 Begrotingssaldo financiële kadernota 2011
(- is bedrag ten laste van begrotingssaldo)
Saldo programmabegroting 2010 Uitgangspunt van het meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 is het gepresenteerde meerjarig begrotingssaldo van de programmabegroting 2010 (pagina 12 programmabegroting 2010). De programmabegroting 2010 is door uw raad vastgesteld op 12 november 2009, raadsbesluit 2009/102/2. Mutaties financiële kadernota 2011 In de raadsvergadering van 8 juli 2010 heeft uw raad de financiële kadernota 2011, raadsbesluit 2010/054/2, vastgesteld. Het totaalbedrag van de mutaties van de financiële kadernota 2011 wordt onder deze post gepresenteerd. Het begrotingssaldo financiële kadernota 2011 sluit aan bij het gepresenteerde voorlopig meerjarig begrotingssaldo in de financiële kadernota 2011 (pagina 5 financiële kadernota 2011 gemeente Roermond). Begrotingswijzigingen De begrotingswijzigingen tot en met de raadvergadering van 8 juli 2010 zijn verwerkt in het bovenstaande overzicht. Effect junicirculaire 2010 In deze begroting is ervan uitgegaan dat uw raad in de vergadering van 30 september 2010 zal instemmen met de verwerking van de consequenties van de junicirculaire 2010 algemene uitkering Gemeentefonds, raadsbesluit 2010/69/2. De effecten zijn, vooruitlopend op uw besluit ter zake in deze post verwerkt. Begroting 2011 / 11
Voor een gedetailleerde omschrijving van effecten van de junicirculaire 2010 wordt verwezen naar het raadsvoorstel (nummer 2010/69/1) junicirculaire 2010 algemene uitkering Gemeentefonds. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zal de septembercirculaire 2010 presenteren na Prinsjesdag. Bij het opstellen van de begroting 2011 waren de uitkomsten van de septembercirculaire nog niet bekend. De septembercirculaire 2010 wordt ter behandeling aangeboden in de raadsvergadering 16 december 2010. Voorafgaande aan de begrotingsbehandeling op 11 november 2010 wordt u over de uitkomsten van de septembercirculaire 2010 geïnformeerd door middel van een raadsinformatiebrief. Autonome ontwikkelingen Onder deze noemer zijn de meerjarige autonome ontwikkelingen voor het begrotingsjaar 2011 - 2014 opgenomen. Autonome ontwikkelingen zijn onontkoombare ontwikkelingen (bijvoorbeeld nieuwe wetten en wetswijzigingen, vervangingsinvesteringen, rijksuitkeringen, nieuwe aanbestedingen en stagnatie in de planning van wettelijke procedures) die van invloed zijn op onderdelen van de meerjarige begroting 2011 - 2014. De voornaamste autonome ontwikkeling betreft de Wet Werk en Bijstand waarover u reeds geïnformeerd bent door middel van raadsinformatiebrief 2010/UIT/18501 en de Bestuursrapportage 2010. Een totaaloverzicht van de autonome ontwikkelingen treft u aan in bijlage 3 van het bijlagenboek. Ruimtevragende beleidsalternatieven structureel volgend uit coalitieakkoord Uitgangspunt voor de ruimtevragende structurele beleidsalternatieven is het Coalitieakkoord 2010 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam”. Gelet op de financiële situatie zijn wij zeer terughoudend met deze prioriteiten omgegaan. Conform het coalitieakkoord hebben wij nieuw beleid incidenteel gedekt. Uitzondering hierop is de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Daarvoor zijn, zoals aangegeven in het coalitieakkoord, structurele middelen ingezet. Een totaaloverzicht van de ruimtevragende structurele beleidsalternatieven treft u aan in bijlage 4 van het bijlagenboek. Taakstellingen Om de begroting sluitend te maken is, conform de in het coalitieakkoord aangegeven bezuinigingsrichtingen, gezocht naar mogelijkheden tot realistischer c.q. risicovoller begroten (inclusief investeringsplanning) en besparingen op de bedrijfsvoering. Een totaaloverzicht van de gerealiseerde taakstellingen treft u aan in bijlage 5 van het bijlagenboek. Bezuinigingen (beleidsmatige keuzes) Naast de taakstellingen is het nodig gebleken om een aantal beleidsmatige keuzes te maken. Er zijn daarbij nog geen fundamentele keuzes gemaakt. Deze keuzes zullen bij de kerntakendiscussie aan de orde komen. Een totaaloverzicht van de bezuinigingen op beleid treft u aan in bijlage 6 van het bijlagenboek.
Geprognosticeerd meerjarig begrotingssaldo 2011 - 2014 In het gepresenteerde begrotingssaldo 2011 - 2014 is nog geen rekening gehouden met de door het rijk aangekondigde bezuinigingen vanaf 2012. Deze zullen naar verwachting in de meicirculaire 2011 algemene uitkering Gemeentefonds verwerkt worden. Meicirculaire 2011 (prognose) De onzekerheid omtrent de meerjarenramingen van de overheidsfinanciën is momenteel nog steeds groot. In de junicirculaire 2010 zijn de aangekondigde heroverwegingen nog niet vertaald in een daling van het accres van het gemeentefonds over de jaren 2012 en verder. Met deze daling moet echter wel serieus rekening gehouden worden, zo geven ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in de communicatie naar ge-
Begroting 2011 / 12
meenten aan. Het bedrag waarmee rekening moet worden gehouden is echter nog erg onzeker. Daarbij is het nog onduidelijk in welk jaar dit exact zal spelen, mogelijk gefaseerd vanaf 2012. De financiële consequenties zullen naar verwachting pas in de meicirculaire 2011 algemene uitkering Gemeentefonds bekend worden gemaakt. Vooralsnog gaan we uit van de veronderstelling dat het gemeentefonds daalt met 10 % vanaf 2012, hetgeen overeenkomt met een rijksbezuiniging van circa € 17 miljard. Met de korting van 10 % op het gemeentefonds is een bedrag gemoeid van circa € 6.000.000. Uitgaande van deze korting wordt het geprognosticeerde begrotingssaldo 2011 - 2014: 2011 0
2012 -3.008.738
2013 -5.566.159
2014 -6.112.188
Meicirculaire 2011 (prognose)
0
-6.000.000
-6.000.000
-6.000.000
Geprognosticeerd meerjarig begrotingssaldo 2011-2014
0
-9.008.738
-11.566.159
-12.112.188
Begrotingssaldo 2011-2014
Geprognosticeerd begrotingssaldo 2011-2014 Het geprognosticeerde begrotingssaldo 2011 - 2014 is niet rooskleurig en geeft de financiële doelstelling van de kerntakendiscussie. De kerntakendiscussie zal in nauwe samenwerking met uw raad gevoerd worden.
Incidentele prioriteiten coalitieakkoord 2010 - 2014 In het coalitieakkoord 2010 - 2014 is reeds een aantal incidentele prioriteiten opgenomen en gekwantificeerd. Bij de herijking van de reserves (raadsbesluit 2010/057/2) heeft uw raad voor het gekwantificeerde deel (bijlage 1 en 1a van het akkoord) de bestemmingsreserve coalitieakkoord 2010 - 2014 ingesteld. In totaal is daarbij een bedrag van € 4.242.000 in deze reserve gestort. Nadere uitwerking van het coalitieakkoord en college uitvoeringsprogramma brengt nog een aantal incidentele prioriteiten met zich mee. Voorgesteld wordt deze incidentele prioriteiten ten laste te brengen van de algemene reserve en te storten in de bestemmingsreserve coalitieakkoord 2010 - 2014 voor een bedrag van:
Incidentele prioriteiten reeds verwerkt bij raadsbesluit 2010/057/2 Aanvullende incidentele prioriteiten coalitieakkoord 2010-2014 Totaal incidenteel
2011 2.074.000
2012 980.000
2013 480.000
2014 200.000
1.667.500
1.373.000
250.000
0
3.741.500
2.353.000
730.000
200.000
Een totaaloverzicht van de incidentele prioriteiten coalitieakkoord 2010 - 2014 treft u aan in bijlage 7 (Incidentele prioriteiten reeds verwerkt bij raadsbesluit 2010/057/2) en 8 (Aanvullende incidentele prioriteiten coalitieakkoord 2010 - 2014) van het bijlagenboek. De algemene reserve bedraagt na de onttrekking ten behoeve de incidentele prioriteiten coalitieakkoord 2010 - 2014 € 12.495.709.
Begroting 2011 / 13
Begroting 2011 / 14
Programma’s
Begroting 2011 / 15
Begroting 2011 / 16
Programma 1 Roermond: Levende stad
Begroting 2011 / 17
Begroting 2011 / 18
Programma 1. Roermond: Levende stad Dit programma is gericht op het creëren en in stand houden van voorzieningen en faciliteiten op het gebied van sport, recreatie en cultuur. Ook culturele activiteiten en evenementen dragen bij aan een ‘levende stad’.
Strategische visie Roermond 2020 Roermond wil ook in 2020 een levendige stad zijn voor alle leeftijdsgroepen. Voor jongeren, voor gezinnen met kinderen en voor senioren. Voor de eigen inwoners als ook voor bezoekers van binnen en buiten de regio.
Beleidskaders -
Evaluatie sportnota gemeente Roermond 2002-2006 en Speerpunten sportbeleid periode 20082010 (vastgesteld in 2008). Kadernota en beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (vastgesteld in 2008). Visiedocument sportaccommodaties 2020 (vastgesteld in 2009). “Cultuurkoers”, kadernota voor het Cultuurbeleid Roermond 2010-2014 (vastgesteld in 2009). Kadernota Lokale media instelling (vastgesteld in 2009). Kadernota Jeugd “Op de Groei” 2010-2014 (vastgesteld in 2009).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. De ontwikkelingen en plannen die in de vorige periode zijn ingezet op het gebied van cultuur en evenementen zullen worden voortgezet en uitgebouwd. Naast centrale voorzieningen (zoals de Cultuurfabriek ECI en het Cuypershuis) spannen wij ons ook in voor ruime aandacht voor cultuur in de wijken. We zullen oog houden voor ondersteuning van de vele actieve verenigingen die de hoeksteen vormen van het culturele leven in onze stad. Sport is van grote maatschappelijke en sociale betekenis. Een goede spreiding van sportaccommodaties is daarom belangrijk. Dat geldt evenzeer voor de ondersteuning van sportverenigingen. In het kader van toekomstige bezuinigingen zal een heroverweging plaats moeten vinden van de subsidies aan zowel professionele als vrijwillige organisaties. Dit wordt betrokken bij de kerntakendiscussie. In vervolg op het vorige college uitvoeringsprogramma stellen wij voor het harmoniseren van subsidies aan culturele verenigingen in 2011 incidentele middelen beschikbaar. Samen met het verenigingsleven in onze stad onderzoeken wij hoe kan worden ingezet op ondersteuning en facilitering van de verenigingen. Via deelname aan de Impuls brede scholen, sport en cultuur is bij gesubsidieerde sportverenigingen de ondersteuningsbehoefte geïnventariseerd. Op basis hiervan wordt aan sportverenigingen de gewenste ondersteuning (door de combinatiefunctionarissen) aangeboden. In 2011 wordt een combinatiefunctionaris voor cultuur benoemd. Conform de Cultuurkoers, Kadernota Cultuurbeleid Roermond 2010-2014, is onze doelstelling dat wij verenigingen ondersteunen om hun erfgoed levendig te houden. Deze doelstelling zal nog verder worden uitgewerkt in een uitvoeringsnota. In 2012 wordt de inzet van de combinatiefunctionarissen geëvalueerd. De uitvoeringsnota sportaccommodaties is herijkt binnen het huidige financiële perspectief. De uitgangspunten van deze nota zijn gebaseerd op het door uw raad vastgestelde Visiedocument sportaccommodaties 2020. Deze uitgangspunten hebben betrekking op het realiseren van hoogwaardige sportaccommodaties afgestemd op behoefte en schaalgrootte en accommodaties die goed bereikbaar, toegankelijk, laagdrempelig en veilig zijn. Daarnaast is in de uitvoeringsnota aandacht besteed
Begroting 2011 / 19
aan topsport, topsportevenementen en watersport. De komende jaren staan in het teken van de uitvoering daarvan. Naar de huisvesting van Sportclub Leeuwen en Scouting Leeuwen wordt een onderzoek ingesteld. Het onderzoek naar de huisvesting van Sportclub Leeuwen wordt in relatie gezien met het door uw raad vastgestelde visiedocument sportaccommodaties 2020. Het onderzoek naar de accommodaties wordt in het eerste kwartaal van 2011 afgerond. Voor evenementen met winstoogmerk geldt secundair het subsidie-instrument, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan onze evenementen en festivalstad. We passen daarop in 2011 onze beleidsregels aan. In 2011 zetten wij incidentele middelen in voor de uitvoering van het evenementenbeleid. Die middelen zijn bestemd voor subsidies, facilitaire dienstverlening en veiligheidsmaatregelen. Voor 2011 zijn reeds enkele evenementen met een grote bovenregionale uitstraling gepland. Het betreft onder andere de Wereld Cultuur Parade (WCP), De Eneco Tour, Zandsculpturenfestival, IJssculpturenfestival, Sjtasie Festasie, Limburg Festival, BOOT Roermond, WK Timbersport en Bevrijdingsfestival. Voor de jaren na 2011 gaan wij uit van dekking van de uitvoering van het evenementenbeleid onder andere via de Bedrijven Investeringszone (BIZ, zie verder programma Roermond: Economisch Sterke Stad. Met het oog op spaarzaamheid wordt voorlopig afgezien van inrichting van een evenemententerrein. De lokale omroep wordt gevraagd de kwaliteit te verbeteren in samenwerking met andere mediapartners. We voeren daarover overleg met de omroep en houden hierbij rekening met de bepalingen uit de Mediawet. Nu de verbouwing van museum tot Cuypershuis is gerealiseerd moet invulling worden gegeven aan zijn functies door naast de permanente tentoonstelling ook wisselexposities met een bovenregionale aantrekkingskracht in te richten. Bij opening van het Cuypershuis in het tweede kwartaal 2011 wordt een wisselexpositie ingericht. Wij zetten hiervoor incidentele middelen in. De ECI Cultuurfabriek zal in 2012 haar deuren openen. De functies zoals die nu nog door de diverse culturele instellingen worden uitgevoerd zullen opgaan in het concept Cultuurfabriek ECI met een bovenregionale uitstraling. De onderzoeksvragen van uw raad over onder andere de positie van de horeca en het poppodium hebben tot een aantal wijzigingen geleid in het ontwerp van de Cultuurfabriek ECI ten opzichte van het door uw raad op 3 juli 2009 vastgestelde haalbaarheidsonderzoek. Deze wijzigingen hebben betrekking op nieuwbouw van het poppodium en een nieuw horecaconcept. De in het haalbaarheidsonderzoek geplande opening in september 2011 is daardoor met een jaar vertraagd. Met de negatieve gevolgen voor de exploitatie (mede ook voor het langer subsidiëren van het huidige poppodium) is reeds rekening gehouden. Kunst en cultuur dienen zo dicht mogelijk bij de burgers te staan. We bevorderen de beleving van kunst en (volks)cultuur en initiatieven daartoe in de wijken. Conform de doelstelling uit Cultuurkoers, Kadernota Cultuurbeleid Roermond 2010-2014, zullen wij daartoe eerst de vraag in de wijken – mede vanuit de diverse samenstelling van de bevolking – inventariseren. Onder meer door middel van projecten, en waar nodig en mogelijk, door fysieke voorzieningen, brengen wij cultuur naar de wijken. In de uitvoering van ons sportbeleid hebben wij de nadruk gelegd op het vergroten van de sportparticipatie. Het gaat dan vooral om het verbeteren van de kwaliteit van het gymnastiekonderwijs op scholen en de gezondheid en het bewegen van ouderen. In de vorige periode hebben wij daarvoor incidentele middelen beschikbaar gesteld en dit continueren wij voor 2011.
Begroting 2011 / 20
De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel 0 0 Incidenteel 579.500 140.000
2013 0 80.000
2014 0 0
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Sport en recreatie Het bevorderen van mogelijkheden tot nuttige vrijetijdsbesteding binnen de eigen buurt (sportbuurtwerk). Het bevorderen van een gezonde leefstijl bij jongeren in de leeftijd van 4-12 jaar.
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2011?
Deelnamecijfers.
Het aantal deelnemers aan de activiteiten is 9.000 (in 2009 was het aantal deelnemers 8.550).
Deelnamecijfers.
Het aantal deelnemers aan schoolsportactiviteiten is 123.000 (in 2009 was het aantal deelnemers 120.000). Het aantal deelnemers aan seniorensportactiviteiten is 75.000 (in 2009 was het aantal deelnemers 71.000). De bezettingsgraad is hoger dan 85 % van de beschikbare uren (in 2009 was de bezettingsgraad 85 %.
Het bevorderen van een gezonde leefstijl voor senioren.
Deelnamecijfers.
Het bevorderen van het gebruik van de gemeentelijke binnensportaccommodaties.
Bezettingsgraad.
Evenementen Het vergroten van het aandeel evenementen met een grootschalig / bovenregionaal ((inter)nationaal) karakter. Het profileren als sportevenementenstad. Kunst en cultuur Het bevorderen van de belangstelling voor Cuypers en de historie van de stad Roermond.
Het bevorderen van een actieve en passieve deelname aan cultuur in Roermond door middel van een groei van bezoeken, zowel fysiek als virtueel aan het Gemeentearchief.
Inventarisatie aan de hand van de evenementenkalender, verleende subsidies en vergunningen. Inventarisatie aan de hand van de evenementenkalender, subsidies en vergunningen. Jaarlijkse registratie van bezoekersaantallen van Cuypershuis en Historiehuis.
Jaarlijkse registratie van bezoekersaantallen.
Het aantal evenementen (inclusief multiculturele evenementen) met meer dan 10.000 bezoekers is 10 (in 2009 was dit aantal evenementen 9). Het aantal grootschalige (internationale) meerdaagse topsportevenementen is 2. Het aantal bezoekers aan het Cuypershuis bedraagt (vanwege de opening medio 2011) 15.000 (jaarbasis 30.000). Het aantal bezoekers aan het Historiehuis, bedraagt 15.000. Het aantal fysieke bezoeken is 2.200 (in 2009 was het aantal fysieke bezoekers 2.140). Het aantal virtuele bezoeken is 51.500 (in 2009 was het aantal virtuele bezoekers 49.000).
Begroting 2011 / 21
Lasten en baten van het programma rekening 2009 Lasten – waarvan: 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Totaal lasten Baten – waarvan: 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 11 wijkvoorzieningen 12 sport 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Onttrekking uit reserves 11 wijkvoorzieningen 12 sport
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
849.445
730.357
853.333
474.728
465.822
459.962
5.596.613 759.522
6.187.131 712.988
5.036.641 657.202
4.932.917 616.135
4.846.463 610.123
4.791.266 606.167
590.636 1.173.048 1.817.255
684.274 2.772.319 1.758.402
699.708 959.819 1.763.450
664.222 889.614 1.763.449
652.474 871.046 1.763.299
641.454 858.827 1.763.201
1.493.795
1.586.144
13.875.609
3.557.846
4.125.394
4.044.609
12.280.314
14.431.615
23.845.762
12.898.911
13.334.621
13.165.486
-227.509
-227.371
-228.450
-228.450
-228.450
-228.450
-1.060.857 -39.317
-1.106.473 0
-962.504 0
-962.504 0
-962.504 0
-962.504 0
-50.447 -45.214 -229.737
-61.270 -34.239 -245.268
-79.344 -21.784 -248.947
-44.491 -21.784 -248.947
-44.491 -21.784 -248.947
-44.491 -21.784 -248.947
0
-7.815.000
0
0
-2.106.240
-2.106.240
-1.653.081 10.627.233
-9.489.621 4.941.994
-1.541.029 22.304.733
-1.506.176 11.392.735
-3.612.416 9.722.205
-3.612.416 9.553.070
0
236.000
0
0
0
0
514.222 0
252.722 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0
0 339.250 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
7.815.000
0
0
0
0
-300.000
-494.796
-378.500
0
0
0
-1.022.994
-1.365.805
-146.429
-26.061
-25.693
-25.693
Begroting 2011 / 22
rekening 2009 13 culturele evenementen 14 gemeentearchief 15 museum 16 openbare bibliotheek 17 kunsteducatie en podia Saldo na bestemming
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
0
-108.000
-41.000
0
0
0
-11.600 -270.214 0
-10.122 -2.262.054 0
0 -103.925 0
0 -33.925 0
0 -33.925 0
0 -33.925 0
-226.165
-283.737
-12.440.045
-1.856.599
-80.000
0
9.310.482
9.060.452
9.194.834
9.476.150
9.582.587
9.493.452
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2011 - 2014 1.2 sport
2011
2012
2013
2014
95.000
0
0
0
Begroting 2011 / 23
Begroting 2011 / 24
Programma 2 Roermond: Veilige stad
Begroting 2011 / 25
Begroting 2011 / 26
Programma 2. Roermond: Veilige stad Dit programma is gericht op verbeteren van de veiligheid van Roermond. Het tegengaan van overlast en criminaliteit, maar ook het versterken van het veiligheidsgevoel van de inwoners dragen bij aan een veilige stad. Strategische visie Roermond 2020 Veiligheid is een speerpunt in het beleid van onze gemeente geworden. Daarnaast is er de laatste jaren al veel geïnvesteerd in de aanpak van sociale problemen. Er is veel geïnvesteerd in nieuwe banen, in buurtwerk, in de verbetering van de oude wijken en zo meer. Toch is er nog steeds sprake van een kleine harde kern van sociale problematiek die moeilijk bereikbaar is. De aanpak van deze ‘harde kern’ blijft een prioriteit.
Beleidskaders -
Kadernota Veiligheid 2009 - 2012 (vastgesteld in 2008). Veiligheidsprogramma 2010 (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma Veiligheid is het belangrijkste speerpunt voor Roermond en vraagt om stevige inzet. Voor de komende coalitieperiode betekent dit nog meer maatregelen in de preventieve sfeer én afstemming van het veiligheidsbeleid met het jeugd- en jongerenbeleid, het welzijnswerk, de wijkontwikkeling, maar ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Afstemmen en samen optrekken is daarbij het parool. Hierbij geeft de gemeente Roermond volledige invulling aan haar regierol. Daarnaast vergt dit ook een maximale inspanning van het welzijnswerk, het maatschappelijk werk, de jeugdzorg, politie, justitie en de overige partners in de keten. Het Veiligheidshuis wordt gecontinueerd en structureel gefinancierd. Wij zetten daarbij extra in op de aanpak en nazorg van jeugdcriminaliteit. Een sluitende aanpak nazorg levert een bijdrage aan vermindering van de recidive onder (ex)gedetineerden doordat hierbij door Justitie, maatschappelijke organisaties en gemeenten gezamenlijk wordt samengewerkt aan het vergroten van re-integratiekansen op de leefgebieden identiteitsbewijs, huisvesting, inkomen, schulden en zorg. De gemeente heeft een regierol hierin, die wordt weggelegd bij het Veiligheidshuis. In 2010 heeft uw raad daarnaast ingestemd met het uitvoeren van een pilot ‘Intensieve begeleiding top 75 criminelen/notoire overlastgevers’. In 2011 wordt aan deze pilot verdere invulling gegeven. Ter ondersteuning van de pilot wordt externe deskundigheid aangetrokken, maar wordt ook geïnvesteerd in het vergroten van de capaciteit van de betrokken ketenpartners. Om deze aanpak te completeren wordt bovendien ingezet op het bundelen van de repressieve mogelijkheden van de partners. Daartoe moeten informatie-uitwisseling en capaciteit voor actie op elkaar worden afgestemd. Wij zetten voor deze aanpak op basis van het veiligheidsprogramma meerjarig incidenteel middelen in. Op dit moment ligt een van de Roermondse coffeeshops in een winkel- en woongebied in de binnenstad. De coffeeshop trekt veel klanten aan uit Roermond en omgeving, maar ook uit Duitsland en België. Bij de burgers en ondernemers bestaan hierdoor onveiligheidsgevoelens. Wij zullen ons inspannen om tijdens deze coalitieperiode de overlast van de coffeeshops in de binnenstad te beperken, dan wel bestrijden, door deze te verplaatsen. Daarbij is het van belang de vestigingscriteria en de kleinschaligheid van de coffeeshops en de recente uitspraak van de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie over het weren van drugstoeristen in het oog te houden.
Begroting 2011 / 27
Bij stadstoezicht wordt ingezet op kwaliteitsverbetering, onder meer door scholing. Bij de kerntakendiscussie wordt eventuele uitbreiding meegenomen. Voor deze kwaliteitsverbetering wordt aansluiting gezocht bij de ontwikkeling naar een excellente dienstverlening (zie programma Roermond: De Gemeente). De aanpak van straatcoaches richting jongeren is normstellend en perspectief biedend. In 2011 zijn in Roermond drie straatcoaches actief. Enerzijds vormen zij de schakel tussen het jongerenwerk en politie/Stadstoezicht, anderzijds initiëren en coördineren zij in het verlengde van het jongerenwerk de hulp- en zorgverlening aan jongeren. Zonodig gaan zij tot achter de voordeur in hun aanpak. De inzet van de straatcoaches wordt in het tweede kwartaal van 2011 geëvalueerd op bereikte resultaten. Het project illegale en overbewoning wordt structureel voortgezet. Rond diverse kamerverhuurpanden ontstaat een waas van illegale bewoning, overbewoning, bouw- en brandveiligheid en criminaliteit. Veel van deze kamerverhuurpanden zorgen voor overlast in de wijken en/of onveiligheidsgevoelens bij burgers, waardoor onrust ontstaat en verloedering in de hand wordt gewerkt. Het is zaak om met woningcorporaties concrete afspraken te maken om deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Met de woningstichtingen zal tevens onderhandeld worden over financiële ondersteuning van dit project. Het veiligheidsbeleid verdient structurele financiering waarbij doelmatigheid, spaarzaamheid en doeltreffendheid vooropstaan. Vanaf 2011 nemen wij structurele middelen op in de begroting voor het politiekeurmerk veilig wonen, winkelstraatmanager, veilig winkelen, mobiel cameratoezicht, burgernet, veiligheid NS-station, bureau Halt en buurtbemiddeling. Indien noodzakelijk zetten we particuliere beveiliging in de openbare ruimte in om een positieve bijdrage te leveren aan de subjectieve en objectieve veiligheid in de (binnen)stad. Daarnaast vindt er ad-hoc incident- of wijkgericht toezicht plaats. Dergelijk toezicht op voor publiek toegankelijke, openbare plaatsen vergt een werkkader en goede onderlinge afspraken met de veiligheidspartners. De extra ogen en oren, maar ook de onderlinge samenwerking zijn een meerwaarde. Vanwege het gewijzigde uitgaanspatroon zal de meerwaarde van het sfeerbeheer op de uitgaansroutes worden onderzocht. De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel (incl. 284.000 381.000 bedrijfsvoering) Incidenteel 270.000 340.000
2013 711.000
2014 698.500
250.000
0
Begroting 2011 / 28
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat?
Brandweer Het waarborgen van het kwaliteitsniveau brandbestrijding en hulpverlening.
Monitoring kwaliteit brandbestrijding en hulpverlening (onder andere opkomsttijden).
Het waarborgen van het kwaliteitsniveau brandveiligheid.
Monitoring kwaliteit brandveiligheid.
Het zorgniveau brandbestrijding en hulpverlening voldoet aan de vastgestelde kwaliteitsnormen zoals vastgelegd in “Kwaliteit in één oogopslag” (2009): in 80 % van de meldingen wordt voldaan aan de normen voor opkomsttijden brandweer. Het zorgniveau brandveiligheid aan de vastgestelde kwaliteitsnormen zoals vastgelegd in “Kwaliteit in één oogopslag” (2009).
Integraal veiligheidsbeleid Het tegengaan van overlast en criminaliteit.
- Politiejaarcijfers. - Veiligheidsmonitor.
Het tegengaan van overlast en criminaliteit door het intensief begeleiden van criminelen en notoire overlastgevers.
Veiligheidshuis Midden-Limburg.
Het door middel van het veiligheidshuis terugdringen van overlast veroorzaakt door: - volwassen veelplegers; - jeugdige meer- en veelplegers; - huiselijk geweld.
-
-
Overzicht aantal geregistreerde overlast-, vermogens- en gewelddelicten. Aantal geregistreerde veelen meerplegers. Jaarverslag veiligheidshuis.
Het aantal kerndelicten (woningen auto-inbraak, mishandeling, straatroof en bedreiging) neemt in 2011 af met 5 % ten opzichte van 2010. Dit zonder noemenswaardige stijging van andere delicten. - 20 personen vallen onder de pilot intensieve begeleiding. - Bij de helft van deze 20 personen neemt het recidive gedrag met 75 % af. - Voor minimaal 60 volwassen veelplegers wordt een persoonsgericht (na)zorgplan ontwikkeld. - Voor minimaal 40 jeugdige veel- en meerplegers en harde kern jongeren (tot 25 jaar) wordt een persoonsgericht (na)zorgplan ontwikkeld. - Voor 40 huiselijk geweld zaken wordt een persoonsgericht (na)zorgplan ontwikkeld.
Begroting 2011 / 29
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Totaal lasten Baten – waarvan: 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Onttrekking uit reserves 21 brandweertaken 22 veiligheid 23 stadstoezicht Saldo na bestemming
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
6.723.771 1.495.687 1.806.680 10.026.138
6.938.297 2.481.689 1.898.240 11.318.226
6.813.077 1.756.783 2.035.327 10.605.187
6.791.127 1.606.302 2.034.683 10.432.112
6.648.143 1.822.939 2.002.178 10.473.260
6.603.189 1.558.825 1.966.317 10.128.331
-2.812.549 -419.410 -95.555 -3.327.514 6.698.624
-2.920.069 -286.325 -92.966 -3.299.360 8.018.866
-2.850.077 -287.093 -68.647 -3.205.817 7.399.370
-2.850.077 -134.333 -47.802 -3.032.212 7.399.900
-2.850.077 -134.333 -23.962 -3.008.372 7.464.888
-2.850.077 -134.333 -6.122 -2.990.532 7.137.799
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 -331.818 0 6.366.806
0 -1.003.414 0 7.015.452
0 -465.000 0 6.934.370
0 -340.000 0 7.059.900
0 -250.000 0 7.214.888
0 0 0 7.137.799
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2011 - 2014 2.1 brandweertaken 2.2 veiligheid 2.3 stadstoezicht
2011
2012
2013
2014
84.000 91.500 0
760.000 36.500 84.000
503.000 39.500 0
181.000 12.000 0
Begroting 2011 / 30
Programma 3 Roermond: Regiostad
Begroting 2011 / 31
Begroting 2011 / 32
Programma 3. Roermond: Regiostad Dit programma is gericht op de (bestuurlijke) samenwerking met de (eu)regio en buurgemeenten op onder andere het gebied van brandweerzorg, economie, bedrijventerreinen en toerisme. Strategische visie Roermond 2020 Roermond wil nu en in de toekomst samen met de buren een aantal uitdagingen aangaan en daarin investeren.
Beleidskaders
Masterplan Toerisme “Complete Stad met allure” (vastgesteld in 2003). Inventariserende nota Buitenlandse contacten (vastgesteld in 2005). Businessplan voor TROM Midden-Limburg 2009-2012 (vastgesteld in 2009). “Oog van Midden-Limburg”, Regiovisie 2008-2028 (vastgesteld in 2009). Meerjaren uitvoeringsprogramma GOML (vastgesteld in 2009 en 2010). Gemeenschappelijke regeling brandweerdistrict Roermond (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. Wij zetten maximaal in op de kansen die (eu)regionale samenwerking ons biedt en zijn daarbij initiator en voortrekker. Roermond zet in op samenwerking met buurgemeenten in de regio Midden-Limburg in de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML). We zetten daarbij extra in op toerisme en recreatie om de unieke mogelijkheden van onze regio beter te benutten, met name de ontwikkeling van de Maasplassen. Roermond heeft daarbij een bijzondere positie als stad aan het water. Deze positie willen we optimaal benutten. De uitbouw van de Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (OML) verloopt voorspoedig. Bij de regionalisering van de brandweer dient de autonomie van het lokaal bestuur gewaarborgd te blijven. De inzet van middelen moet doeltreffend, doelmatig en spaarzaam zijn. In dit kader wordt prioriteit gegeven aan het verbeteren van de kwaliteit en efficiency van de lokale brandweerzorg door verdergaande samenwerking tussen Roermond, Roerdalen, Maasgouw en EchtSusteren (in een lichte gemeenschappelijke regeling). In dat kader wordt een districtelijk brandweeroefencentrum en dagbezetting van de kazerne Echt gerealiseerd en worden de afdelingen preventie van de brandweer Roermond en Echt-Susteren samengevoegd. Buitenlandse contacten en bezoeken dienen doelmatig en spaarzaam te zijn. Bij contacten en bezoeken vanuit particuliere initiatieven moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van Europese subsidies. Ingezet wordt op bevordering van de euregionale samenwerking waarbij wij ons blijven profileren als een belangrijk economisch centrum in de euregio. In de nota buitenlandse contacten die in 2011 geactualiseerd wordt, zullen wij nadrukkelijk aandacht besteden aan de wijze waarop deze contacten worden vormgegeven. Wij blijven gaan voor een doelgerichte bestuurlijke samenwerking tussen de zeven gemeenten in de regio Midden-Limburg en de provincie Limburg voor een samenhangende gebiedsontwikkeling zoals vastgelegd in de bestuursovereenkomst Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML). In het kader van deze samenwerking is een Meerjarig Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Daarin zijn drie projecten opgenomen voor Roermond: R&T routestructuren Roermond Oost-Asenray, Cultuurfabriek ECI Roermond en Planstudie N280 Roermond. De toekomstige positie van de Stichting Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (TROM) is afhankelijk van het voornemen om de drie actielijnen (regiopromotie, toeristische structuren en structuurversterkende economische projecten) afzonderlijk onder te brengen bij GOML.
Begroting 2011 / 33
Op 8 juli 2010 heeft uw raad ingestemd met een geactualiseerd Meerjaren Uitvoeringsprogramma. Het Masterplan Maasplassen in wording is het uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen en wordt slagvaardig aangepakt. Inmiddels heeft de bestuurlijke werkgroep Maasplassen (programmalijn GOML) het Vlekkenplan Maas en Meer vastgesteld. In een verdiepingsslag wordt dit Vlekkenplan uitgewerkt in een Masterplan met een koppeling naar concrete projecten en met aanknopingspunten voor planologische vertaling en afspraken met Rijkswaterstaat. De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel 0 0 Incidenteel 0 0
2013 0 0
2014 0 0
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Toerisme Het verbeteren van het verblijfsrecreatief klimaat.
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2011?
- Aantal overnachtingen; toeristenbelasting. - Jaarrekening en -verslag Stichting VVV MiddenLimburg. - Jaarrekening en -verslag TROM.
- Het aantal overnachtingen is 416.550 (in 2009 was dit 400.378). - Het aantal kamers verblijfsaccommodaties is 256 (in 2009 was dit 242). - Het aantal bedden verblijfsaccommodaties is 507 (in 2009 was dit 478).
Begroting 2011 / 34
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking 33 toerisme Totaal lasten Baten – waarvan: 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking 33 toerisme Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking Onttrekking uit reserves 31 bestuurlijke samenwerking 32 economische samenwerking 33 toerisme Saldo na bestemming
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
1.574.822
1.464.303
1.352.991
1.352.899
1.345.901
1.341.296
339.446
497.361
375.274
375.225
371.084
368.359
744.889 2.659.157
1.032.126 2.993.790
436.621 2.164.886
396.573 2.124.697
392.605 2.109.590
388.657 2.098.312
-69.554
-38.782
0
0
0
0
0
-200.000
-325.000
-325.000
-325.000
-325.000
-1.105 -70.659 2.588.498
0 -238.782 2.755.008
0 -325.000 1.839.886
0 -325.000 1.799.697
0 -325.000 1.784.590
0 -325.000 1.773.312
5.042.431
38.782
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.108.877 0
-42.555
0
0
0
0
-70.000
0
0
0
0
-202.645 2.319.407
-644.375 2.036.860
-40.000 1.799.886
0 1.799.697
0 1.784.590
0 1.773.312
Begroting 2011 / 35
Begroting 2011 / 36
Programma 4 Roermond: Sociale stad
Begroting 2011 / 37
Begroting 2011 / 38
Programma 4. Roermond: Sociale stad Dit programma is gericht op de participatie van onze inwoners in een zorgzame en zelfredzame Roermondse samenleving. Strategische visie Roermond 2020 Er is nog steeds sprake van een kleine harde kern van sociale problematiek die moeilijk bereikbaar is. De aanpak van deze ‘harde kern’ blijft een prioriteit. Hiermee samenhangend willen wij ook blijven investeren in de gemeenschap en de sociale samenhang.
Beleidskaders
Beleidsnota wijkaccommodaties 2004 - 2006 (vastgesteld in 2004). Nota herijking peuterspeelzalenwerk 2006 - 2010 (vastgesteld in 2006). Visiedocument Wonen, Welzijn en Zorg (vastgesteld in 2007). Notitie Bestrijding overlast in relatie tot dagopvang via drang en dwang (vastgesteld in 2006). Kadernota (en beleidsplan) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2009 - 2012 (vastgesteld in 2008). Kadernota ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’ armoedebeleid Gemeente Roermond 2008 - 2010 (vastgesteld in 2008). Kadernota Integratie: Afstanden overbruggen (vastgesteld in 2009). Kadernota Jeugd “Op de groei” 2010 - 2014 (vastgesteld in 2009). Kadernota vrijwilligers- en mantelzorgbeleid 2010 - 2014 ‘Goed voor elkaar in Roermond’ (vastgesteld in 2009). Kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid ‘Samen op weg naar een gezond Roermond II’ 2010 - 2014 (vastgesteld in 2009). Visiedocument sociaal maatschappelijke basisvoorzieningen (vastgesteld in 2009). Spreidingsplan primair onderwijs Roermond (vastgesteld in 2010). Kadernota Ouderenbeleid 2010 - 2014 (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma In de afgelopen jaren is een groot aantal plannen opgesteld zoals de Kadernota en Beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Kadernota Vrijwilligers- en Mantelzorgbeleid, Kadernota Integratie, de Kadernota Armoedebeleid, het Visiedocument Sociaal Maatschappelijke Basisvoorzieningen, de nieuwe Kadernota Jeugd- en Jongerenbeleid, de Kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid en het Spreidingsplan Primair Onderwijs. In de komende coalitieperiode worden deze plannen verder uitgewerkt en uitgevoerd waarbij wij onze vrijwilligers nadrukkelijk een plaats geven. In het bijzonder blijven jeugd en jongeren in alle opzichten onze aandacht vragen. Vooral lokaal vergt een aantal thema’s aandacht, zoals de aanpak van jongerenoverlast en de inzet van het jongerenwerk in geheel Roermond. Daarnaast staat ook een herijking van de visie op het jongerenwerk in relatie tot de jeugdaccommodaties op stapel. Wij vergeten ook onze ouderen niet. Op dit moment is een nieuwe kadernota ouderenbeleid in voorbereiding. Een nieuw aandachtspunt is dat een aantal ouderen geen recht meer heeft op dagverzorging vanwege een aanscherping van de criteria van de AWBZ. Dat probleem vraagt om adequate oplossing. Het welzijnswerk zal een verdere professionalisering moeten doormaken. Ingezette subsidiegelden op dit terrein moeten een duidelijke bijdrage leveren aan de door de raad geformuleerde doelen. Bovendien zullen nog in 2010 nieuwe keuzes gemaakt worden over de partners in de uitvoering van het welzijnswerk.
Begroting 2011 / 39
Het wijkgericht werken zetten wij voort. Daarbij stellen wij ons de vraag: welke vraagstukken moeten op welke plekken in Roermond de komende jaren aandacht krijgen? Zonder daarbij andere wijken uit het oog te verliezen is een ingrijpende en integrale aanpak van de problemen in de Donderberg en in het bijzonder de wijk Sterrenberg een van de belangrijkste prioriteiten voor de komende coalitieperiode. Ondanks de noodzakelijke bezuinigingen ontzien wij de sociaal zwakkeren. Wel willen we bezien of de mensen die onze hulp nodig hebben, beter en doelmatiger hulp kunnen krijgen. Voor een slagvaardige en integrale aanpak van de problematiek wordt voor de Donderberg samen met de provincie Limburg, woningcorporaties en eventueel derden een masterplan (meerjarig wijkontwikkelingsplan) opgesteld. Dit plan sluit aan op de reeds in gang gezette aanpak van de problematiek in de Donderberg op basis van het programma "Duurzaam verbinden". Een programma dat eveneens tot stand is gekomen in samenwerking met de Provincie, woningbouwcorporaties maar ook met steun van het ministerie van Wonen, Wijken, Integratie. In het wijkontwikkelingsplan gaat het behalve om deze sociale en economische aanpak van de wijk, waarbij met name ook aandacht wordt besteed aan het thema veiligheid, ook om fysieke maatregelen. In 2011 wordt een samenwerkings- en realiseringsovereenkomst ten behoeve van de fysieke herstructurering van de wijk Donderberg vastgesteld. De herstructurering van de wijk Donderberg is onderdeel van de programmalijn wonen van de gebiedsontwikkeling MiddenLimburg. De huidige locatie van de dag- en nachtopvang van dak- en thuislozen wordt verplaatst. Het bestaande beleid wordt daarmee op één nieuwe, kwalitatief betere, locatie uitgevoerd. Wij verwachten dat de verplaatsing medio 2012 een feit is. Onverminderd wordt ingezet op de bestrijding van (stille) armoede. In dat kader worden onder meer de maatregelen uit de Kadernota armoedebeleid (van kwetsbaar naar weerbaar) uitgevoerd. Wij hebben in de afgelopen jaren op grond van deze kadernota ingezet op signalering en voorlichting, preventie en meedoen en bevordering van de onderlinge samenwerking. Op basis van een evaluatie van de kadernota zullen begin 2011 de beleidskaders zo nodig worden aangepast. We zetten daarvoor meerjarig incidenteel (2011-2014) middelen voor in. De subsidie voor de voedselbank wordt gecontinueerd op basis van het vastgestelde beleid. Eenmalig zal aan de Stichting Kledingbank in 2011 een subsidie van € 10.000 beschikbaar worden gesteld. Met de kledingbank zal overleg worden gevoerd welke inwoners gebruik van deze voorziening kunnen maken en op welke wijze dit gebeurt. Jeugd- en jongerenwerk moet binnen de huidige financiële kaders in alle wijken inzetbaar zijn. De jeugdregisseur richt zich op het proces en de coördinatie van de zorg. Ten behoeve van jeugd en jongeren op de Donderberg wordt door de gemeente, samen met deze jongeren, gekeken naar de mogelijkheden voor een eigen ruimte. De jongeren worden daarbij in de gelegenheid gesteld hun wensen aan te geven. Bij deze zoektocht komen met name bestaande gebouwen in aanmerking. De mogelijkheden voor een meer flexibele (en minder plaatsgebonden) inzet worden daarbij meegenomen. Binnen het jeugd en jongerenbeleid hebben wij aandacht voor een op maat gesneden accommodatiebeleid. Wij zullen samen met het wijkteam de dialoog met jongeren aangaan met als doel, binnen de gegeven randvoorwaarden, te anticiperen op de aanwezige vraag onder jongeren. Voor de uitvoering van het jeugd- en jongerenbeleid continueren wij voor 2011 de inzet van incidentele middelen.
Begroting 2011 / 40
Op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden met betrekking tot de heroriëntatie op de wijze van uitvoering van het welzijnswerk zullen doelen en maatschappelijke effecten nadrukkelijk omschreven worden. Gelijktijdig wordt een systematiek ontwikkeld om te meten of de beoogde doelen en maatschappelijke effecten worden bereikt. De uitvoering van het (sociaal culturele) welzijnswerk zal met ingang van 2011 plaatsvinden op basis van afspraken aan de hand van door welzijnsorganisaties ingediende subsidieaanvragen. Deze afspraken worden geformaliseerd door middel van een uitvoeringsovereenkomst. De doelen en maatschappelijke effecten zullen zowel in de beleidsregel, de subsidieaanvragen en de uitvoeringsovereenkomst zijn omschreven alsmede de bijdrage die de welzijnsorganisatie hieraan levert. De herijking van het wijkgericht werken vindt plaats op basis van de in 2010 opgestelde nota “Mensen maken de wijk”. Duidelijk is dat elke wijk haar eigen profiel heeft en problematiek kent. Aan de hand van die profielen wordt een keuze gemaakt voor inzet op maat (bijvoorbeeld een beheersaanpak, preventieve aanpak of intensieve aanpak). Deze keuze wordt vastgelegd in een wijkagenda (jaarlijks), wijkplan (middellange termijn) of een wijkontwikkelingsplan (meerjarig) en daarmee wordt de inzet gebaseerd op duidelijke kaders en doelstellingen (en minder op incidenten). Ten behoeve van het opstellen van de wijkprofielen zetten wij in 2011 incidenteel middelen in. In 2011 worden drie wijkprofielen opgesteld. Voor de ondersteuning van wijkorganisaties stellen wij – net als in de vorige periode – in 2011 incidentele middelen beschikbaar. Gestreefd wordt naar duidelijkheid over de locatie van de Marokkaanse moskee. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor realisatie ligt bij de moskeebesturen. De gemeente ondersteunt bij de zoektocht naar de locatie en met de nodige planologische procedures. Het aanbod van het seniorenbeleid wordt afgestemd op de vraag. Bij het beschikbaar stellen van voorzieningen zal het verhogen van de leeftijdsgrens voor senioren worden bezien. In de Kadernota Ouderenbeleid is een verhoging van de leeftijdsgrens opgenomen van 55 naar 60 jaar. Met deze verhoging wordt de doelgroep ouderen verkleind. De hoofddoelstelling van het ouderenbeleid is om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen. In het nieuwe beleid worden ouderen niet meer als homogene doelgroep gezien. Het is dan ook van belang om de kracht van vitale ouderen te behouden en in te steken op preventieve doelstellingen, waar voor minder vitale ouderen meer een ondersteunend vangnet gericht op curatie nodig zal zijn. De voorbereidingen door de ontwikkelende partij voor de realisatie van het (multicultureel) ouderenzorgcentrum aan de Gebroeklaan/Lindelaan zijn in volle gang. Daarnaast wordt de bestemmingswijzing (van detailhandel naar wonen) voorbereid. Hopelijk kan in 2011 begonnen worden met de bouw. Integratie begint met het leren van de Nederlandse taal. De kadernota en uitvoeringsnota integratie worden uitgevoerd. De uitvoering is gericht op acceptatie, participatie en erkenning van elkaar. Met de ‘Uitvoeringsnota integratie: Afstanden overbruggen 2010-2013’ hebben wij gestalte gegeven aan het integratiebeleid zoals opgenomen in de kadernota. Speerpunten zijn maatschappelijke emancipatie (verminderen achterstanden bij allochtonen in een kwetsbare positie op terreinen als onderwijs, inburgering, werk, inkomen en zorg) en sociale integratie (verbeteren van de sociale cohesie, het verbinden van mensen met de Roermondse samenleving als geheel als doelgroep). Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is het ijkpunt voor het doorbreken van de bureaucratie. De inrichting van een jeugdinformatiepunt wordt daarbij meegenomen. Het CJG wordt in 2011 gerealiseerd conform het in 2010 vastgestelde programma van eisen.
Begroting 2011 / 41
De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel 0 0 Incidenteel 429.000 200.000
2013 0 200.000
2014 0 200.000
Overige beleidsvoornemens Wij ontwikkelen in 2011 een totaalvisie op het Roermondse welzijnsbeleid. Daarmee beogen we een overkoepelend welzijnsbeleid dat samenhang brengt en waarbij vanuit elk beleidsterrein een duidelijke en meetbare bijdrage wordt geleverd aan de overalldoelstellingen.
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen? Jeugd en jongeren Het bieden van op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen van opvoeden.
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2011?
Op de Groei in cijfers.
-
-
-
-
Vrijwilligers en mantelzorgers Het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers.
- Rapportage welzijnsorganisatie(s). - Rapportage Thuishulpcentrale Midden-Limburg.
-
-
-
Het aantal leefstijlfactoren dat een negatieve invloed heeft op de gezondheid van jeugd en jongeren neemt met 5 % af ten opzichte van 2010. Het bereik van gekwalificeerde voorschoolse voorzieningen van elk 3-jarig doelgroepkind is 100 %. Het aantal vroegtijdig schoolverlaters daalt in 2011 met 10 % ten opzichte van 2010. Het aantal jongeren dat deelneemt aan activiteiten van het jongerenwerk neemt toe met 10 % ten opzichte van 2010. Het percentage vrijwilligers stijgt met 4,7 % naar 18 %. Minimaal 1000 mantelzorgers worden bereikt met een preventief aanbod mantelzorgondersteuning. Minimaal 100 zwaar- of overbelaste mantelzorgers worden bereikt met een ondersteuningsaanbod. Deelname van 1000 jongeren aan maatschappelijke stages in het schooljaar 2010/2011 .
Begroting 2011 / 42
Maatschappelijke opvang Het bieden van maatschappelijke opvang.
- Registratie Centraal Meld- en Actiepunt (CMA). - Registratie Veiligheidshuis.
-
-
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Het geven van informatie, adKlanttevredenheidsonderzoek vies en cliëntenondersteuning. WMO-voorzieningen 2010.
Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psycho-sociaal probleem voor het behouden en bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.
-
Interne managementinformatie. Klanttevredenheidsonderzoek WMO-voorzieningen.
Wet Werk en Bijstand (WWB) Het verminderen van de uitkeringsafhankelijkheid.
Periodieke voortgangsrapportage.
Het stimuleren van sociale activering.
Periodieke voortgangsrapportage.
Het aantal personen dat instroomt in de maatschappelijke opvang is in 2011 met 10 % gedaald ten opzichte van 2010. Het aantal personen dat door- en/of uitstroomt vanuit de maatschappelijke opvang is in 2011 met 10 % gestegen ten opzichte van 2010.
Minimale consolidatie van het klanttevredenheidspercentage van het loket WMO-voorzieningen (in 2009 was dit 88 %). - Minimaal 84 % van de cliënten geeft aan dat de verstrekte voorziening(en) bijdragen aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. - Minimaal 80 % geeft aan dat zij met de verstrekte voorziening(en) kunnen blijven meedoen aan de maatschappij. - Cliënten geven minimaal een 7,8 voor hulp bij het huishouden. - Cliënten geven minimaal een 6,5 voor het collectief vervoer. - Cliënten geven minimaal een 7,5 voor de overige WMO-voorzieningen (rolstoelen, scootmobielen en woonvoorzieningen). Het aantal uitkeringsgerechtigden neemt 10 % af ten opzichte van 2010 (het aantal uitkeringsgerechtigden bedraagt daarmee 1427). Het aantal sociaal geactiveerde personen is 150 personen (in 2009 was dit 206).
Begroting 2011 / 43
Wijkvoorzieningen Het bevorderen van een sluitend net aan wijkvoorzieningen binnen de verschillende Roermondse wijken.
Het realiseren van een optimaal kwaliteitsniveau van de wijkaccommodaties met name gericht op laagdrempeligheid en toegankelijkheid.
Leefbarometer VROM.
Klanttevredenheidsonderzoek Stichting Wijk Accommodaties Roermond.
Stijging van tenminste 1 ten aanzien van het landelijk gemiddelde op de in de leefbarometer opgenomen thema voorzieningenniveau. Concreet betekent dit voor 2011 renovatie van de wijkaccommodatie De Donderie. Minimaal 80 % van de verschillende gebruikers van Roermondse wijkaccommodaties is tevreden.
Begroting 2011 / 44
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Totaal lasten Baten – waarvan: 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Onttrekking uit reserves 41 zorgbeleid 42 sociale voorzieningen 43 educatie 44 integratie 45 wijkvoorzieningen Saldo na bestemming
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
3.675.239 38.781.930
4.322.071 41.851.332
4.258.423 38.713.445
4.260.125 38.379.310
4.224.122 38.324.781
4.220.834 38.195.279
8.369.793 1.168.533 1.129.587
8.018.407 2.006.430 2.399.948
6.732.704 1.671.057 1.016.064
6.687.860 1.618.319 1.072.019
6.577.188 1.565.693 1.060.975
6.498.583 1.562.022 1.059.072
53.125.082
58.598.188
52.391.693
52.017.633
51.752.759
51.535.790
-784.609
-1.150.557
-1.246.668
-1.246.668
-1.246.668
-1.246.668
-22.206.263
-22.574.112
-20.496.870
-20.149.697
-20.149.697
-20.149.697
-2.593.977 -386.981 -55.492
-2.267.297 -1.335.667 -266.427
-2.095.134 -1.180.511 -192.384
-2.095.134 -1.180.345 -192.384
-2.095.134 -1.180.170 -192.384
-2.095.134 -1.179.984 -192.384
-26.027.322
-27.594.060
-25.211.567
-24.864.228
-24.864.053
-24.863.867
27.097.760
31.004.128
27.180.126
27.153.405
26.888.706
26.671.923
0 1.056.650
0 10.500
0 0
0 0
0 0
0 0
3.783.610 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-55.146 -781.506
-223.207 -1.145.309
-40.000 -673.724
-30.000 -560.063
0 -610.208
0 -518.385
-4.110.446 -196.838 -353.347
0 -220.687 -1.378.089
-143.644 -99.667 -43.150
0 0 -8.150
0 0 0
0 0 0
26.440.737
28.047.336
26.179.941
26.555.192
26.278.498
26.153.538
Begroting 2011 / 45
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2011 - 2014 4.2 sociale voorzieningen 4.3 educatie
2011
2012
2013
2014
852.613 887.233
852.613 0
852.613 0
852.613 0
Begroting 2011 / 46
Programma 5 Roermond: Economisch sterke stad
Begroting 2011 / 47
Begroting 2011 / 48
Programma 5. Roermond: Economisch sterke stad Dit programma is gericht op het minimaal vasthouden maar bij voorkeur nog verbeteren en verbreden van de economische kracht en sterke punten van Roermond, de werkgelegenheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid door inzet van een breed en gericht scala aan instrumenten en maatregelen. Strategische visie Roermond 2020 Roermond is een economisch sterke stad met zeer veel werkgelegenheid, voor haar eigen inwoners en voor mensen van (ver) daarbuiten. Dat willen we graag zo houden. Dit betekent wel dat daarin geïnvesteerd moet worden.
Beleidskaders -
Ontwikkelingsvisie Noordelijke en Oostelijke Stadsrandszone (vastgesteld in 2006), met daarin de visie op de detailhandelstructuur. Nota integraal horecabeleid gemeente Roermond (vastgesteld in 2007). Mobiliteitsplan Roermond 2020 (vastgesteld in 2009). Nota Participatieplaatsen (vastgesteld 2009).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. Werkgelegenheid is een van de belangrijkste voorwaarden om te kunnen blijven bouwen aan een sociale stad: welvaart financiert welzijn. Variatie in economisch perspectief en een gedifferentieerd arbeidsaanbod zijn het uitgangspunt. Koopstad en maakindustrie vormen daarvoor de basis. Om onze ambities te verwezenlijken moet het voor bedrijven aantrekkelijk zijn én blijven om zich in Roermond te vestigen. De Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) vervult daarbij een voortrekkersrol, onder meer voor wat betreft de ontwikkeling en het beheer van bedrijventerreinen. Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat is het tevens van belang dat Roermond goed bereikbaar en toegankelijk is. Wij blijven daarop focussen. Een ingrijpende systeemwijziging van de sociale zekerheid en het arbeidsmarktbeleid komt steeds dichterbij. In dit kader is een centrale rol weggelegd voor gemeenten en met name de centrumgemeenten in de regio’s en in Roermond voor het Productiehuis. Wij zullen deze rol voortvarend oppakken en op de wijzigingen adequaat inspelen. Ons uitgangspunt is en blijft: wie kan werken moet werken. Bestrijding van jeugdwerkloosheid heeft in de periode 2010-2014 hoge prioriteit. In dat kader moet het Actieplan Jeugdwerkloosheid Noord- en Midden-Limburg slagvaardig en versneld uitgevoerd worden. Op de arbeidsmarkt moeten vraag en aanbod met elkaar in evenwicht zijn. Kwalitatief goed onderwijs op zoveel mogelijk niveaus is daarbij een onmisbare schakel en maakt een ‘levenlang’ leren mogelijk. In de retailsector worden in de toekomst (meer) knelpunten voorzien in de personeelsvoorziening. Daarom ontwikkelen wij samen met het bedrijfsleven en het onderwijs een Retail & Business Academy Roermond. In het belang van een snelle informatievoorziening zal de gemeente Roermond zich aansluiten bij het provinciale initiatief voor de aanleg van een glasvezelnetwerk. Ook ondersteunt de gemeente het Breedband Innovatie Centrum Limburg (BIC). De provincie Limburg stelt een model op voor de “uitrol” van het glasvezelnetwerk waarbij Roermond kan gelden als pilot-gemeente. Een bijdrage van de lokale overheid voor het glasvezelnetwerk zal aan de orde zijn. De hoogte van het bedrag dat de gemeente Roermond zou moeten inbrengen is nog onbekend. Het behalen van een (relatieve) voorsprong kan in onze (eu)regionale omgeving in sociaal en economisch opzicht een meerwaarde hebben.
Begroting 2011 / 49
Om invulling te geven aan de noodzakelijke ontwikkeling van diensten die gebruik kunnen maken van dit netwerk, is in Roermond een initiatief ontstaan voor het oprichten van een Breedband Innovatie Centrum Limburg (BIC) dat als Publiek Private Samenwerking (PPS) kan worden opgezet. In afwachting van besluitvorming over het BIC in het kader van GOML worden hiervoor incidenteel middelen geraamd. Het ingezette beleid met betrekking tot de structuurversterking koopstad wordt slagvaardig gecontinueerd met aandacht voor samenhang in de winkelkernen en inzet van Citymanagement, het Starterscentrum van de Kamer van Koophandel en overige instanties en organisaties. De diverse winkelgebieden moeten elkaar versterken en niet voor duurzame ontwrichting zorgen. Door middel van het waarborgen van de kwaliteit van de winkelgebieden, het tegengaan van leegstand en het zorgvuldig toezicht houden op vestiging wordt ook in de toekomst eventuele duurzame ontwrichting en leegstand geminimaliseerd. De gemeente Roermond neemt in 2011 en 2012 deel aan de Provada. Met de provincie en andere Limburgse gemeenten wordt samengewerkt om jaarlijks een beurscampagne voor de Provada te organiseren. Doel is promotie van het Limburgse en Roermondse vestigingsklimaat. Deelname aan de beurs leidt tot nieuwe contacten en partijen die geïnteresseerd raken om in Roermond te investeren. Voor deelname aan de Provada in 2011 en 2012 zijn incidentele middelen beschikbaar. In 2012 zal een evaluatie plaatsvinden. Op verzoek van de ondernemers wordt een Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) ingesteld. De gemeente ondersteunt de vorming daarvan. Het initiatief staat voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Roermond. Het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid en ruimtelijke kwaliteit staat centraal. Thema’s daarbij zijn: schoon en veilig, attractiviteit en gastvrijheid en bereikbaarheid. Met de BIZ is het nu aan de ondernemers zelf om investeringen te (blijven) doen in Roermond. De nota integraal horecabeleid wordt geëvalueerd hetgeen op onderdelen tot nieuw beleid kan leiden. Om de dienstverlening te verbeteren en de lasten te verminderen wordt een nieuw systeem voor vergunningaanvragen overwogen. De verlenging van de verblijfsduur in de Roermondse (dag)horeca is een speerpunt. Voor het (regionale) arbeidsmarktbeleid wordt een visie ontwikkeld. Een effectief arbeidsmarktbeleid vereist een goed samenspel op de terreinen economie, onderwijs en werk en inkomen alsmede de betrokkenheid van externe partijen. In de visie zal mede rekening worden gehouden met de ingrijpende heroverwegingen die het nieuwe kabinet naar verwachting zal gaan maken op het gebied van de sociale zekerheid en het arbeidsmarktbeleid. De aanpak op het gebied van re-integratie zal worden herijkt waarbij een succesvolle plaatsing / prijs verhouding een prominente rol speelt. Daartoe wordt een nieuwe nota re-integratiebeleid opgesteld. Het Productiehuis zal worden verplaatst als gevolg van aanleg van nieuwe infrastructuur rondom het Designer Outlet Center (DOC). De positionering van het Productiehuis zal hierbij mede worden bezien in relatie tot de herhuisvesting van Westrom. Wij zullen een maximale inspanning leveren om de ambities uit het Convenant Regionale Aanpak Noord- en Midden-Limburg voorkomen en bestrijden jeugdwerkloosheid 2009-2011 / Actieplan Jeugdwerkloosheid Noord- en Midden-Limburg op korte termijn waar te maken. Het beleid met betrekking tot de koopzondagen dat in een vorige periode is ingezet, zal worden gecontinueerd. Naar verwachting zal de aanscherping van de winkeltijdenwet landelijk niet worden doorgevoerd, zodat er niets wijzigt voor de Roermondse situatie. Mocht dat onverhoopt toch doorgang vinden zullen we ons alsdan moeten beraden en de acties zoals eerder voorbereid oppakken. Inmiddels ontstaat
Begroting 2011 / 50
meer draagvlak onder de Roermondse ondernemers om ook in de binnenstad iedere zondag geopend te zijn. Retail is een speerpunt van het economisch beleid. In die sector worden in de toekomst (meer) knelpunten voorzien in de personeelsvoorziening. Daarom ontwikkelen wij samen met het bedrijfsleven en het onderwijs een Retail & Business Academy Roermond. Ons beleid is daarbij gericht op: - versterking van het huidig en toekomstig arbeidsaanbod; - ontwikkeling en innovatie van de retailsector en van het ondernemerschap in de branche. Het huidige Servicepunt Detail zal hiervan een integraal onderdeel zijn. De Retail & Business Academy zal zo veel mogelijk met reguliere onderwijsmiddelen worden gefinancierd. Aanvullend zal een beroep op het participatiebudget en indien nodig de reserve arbeidsmarktbeleid worden gedaan. Per 1 september 2010 is de Retail & Business Academy van start gegaan. Er is (tijdelijke) huisvesting gevonden in een kantoorpand aan de Looskade/Buitenop die in gebruik is genomen. Het huidige beleid ten aanzien van de infrastructuur om Roermond bereikbaar te houden wordt voortgezet. Dit betekent concreet dat de lokale knelpunten in de N280 (de aansluiting Sint WirosingelN280, kruispunten Mijnheerkensweg en Buitenop) samen met provincie / rijk worden opgepakt. Op basis van nader onderzoek zal begin 2011 een voorkeursvariant worden gekozen. Vervolgens zal in 2011 besluitvorming dienen plaats te vinden over de (wijze van) uitvoering (al dan niet vooruitlopend op de algehele herinrichting van de N280). Het streven blijft er op gericht om de fietsbrug over de Roer te realiseren. De aanleg van een fietspad door het Roerdal (inclusief de fietsbrug) bevindt zich in de planfase. Deze investering wordt gedekt uit het budget voor mitigerende maatregelen A73. Met betrekking tot de Stationsomgeving koersen wij op een ontsluiting van het station naar de oostzijde. Dit plan zal ingepast worden in de ontwikkelingen van private partijen rond de Stationszijde west. Voor de benodigde investering in 2012 zetten wij aanvullend incidentele middelen in. In de komende periode zal een aanpassing van de verkeerscirculatie in en rond het stadsdeel Herten worden opgepakt. Dit is mede afhankelijk van het effect van de herinrichting van de Maastrichterweg (voorjaar 2012). Wij ondersteunen de inzet van de provincie om te komen tot opwaardering van de Maaslijn. Het ingezette verkeers- en parkeerbeleid zal worden gecontinueerd. Er wordt onderzoek gedaan naar mogelijke overloopparkeerterreinen aan de stadsranden. Parkeerders kunnen gebruik maken van de gratis shopbus. In afwachting van de evaluatie (medio 2011) van de shopbus worden incidentele middelen ingezet voor voortzetting daarvan in 2011. De huidige bestemde gebieden voor bedrijventerreinen (waaronder de gebieden aan de zuidelijke stadsrand) worden de komende jaren volledig tot ontwikkeling gebracht. Daarnaast wordt ingezet op herstructurering van bestaande terreinen. Uitgaande van de ambitie om te blijven zorgen voor tijdige beschikbaarheid van voldoende, gevarieerde vestigingslocaties voor bedrijven is een omslag gaande om in plaats van nieuwe terreinen te ontwikkelen bestaande terreinen te herstructureren. Voor de uitstraling en kwaliteit van bedrijventerreinen is het dan ook noodzakelijk dat de komende jaren op herstructurering wordt ingezet, waarbij de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML), samen met de Limburgse Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen, een belangrijke taak heeft. Het is moeilijk om als lokale overheid de kleine economie, wijkeconomie en de ZZP’ers te stimuleren. Desondanks blijven wij ons op alle terreinen waarover wij als lokale overheid zeggenschap hebben, inzetten om een groter succes daarvan te maken.
Begroting 2011 / 51
De gemeente stimuleert door de ondersteuning van het te realiseren Liof verzamelgebouw en het starterscentrum KvK de kleine startende ondernemers en zzp’ers. De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel 0 0 Incidenteel 360.000 50.000
2013 0 0
2014 0 0
Overige beleidsvoornemens Het concept masterplan City Meadow, waarvan een eerdere versie in juni 2008 aan de raadscommissie is gepresenteerd, wordt geactualiseerd. Een optimale parkeersituatie – fysiek en financieel – voor het gehele gebied ten noorden van de N280 is een belangrijk aandachtspunt bij de verdere uitwerking van de plannen. Het is de bedoeling dat de ontwikkeling Jazz City, de eerste fase van het masterplan City Meadow, gefaseerd ter hand worden genomen vanaf medio 2012. De Wet Sociale Werkvoorziening zal worden vervangen door een nieuw stelsel, waarbij mensen met een arbeidsbeperking niet in een aparte werkvoorziening worden opgenomen, maar worden ondersteund door de gemeente. Daarom zullen we in 2011 een nieuwe visie op de sociale werkvoorziening opstellen.
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2011?
Werkgelegenheid Het creëren van werkgelegenheid.
Aantal arbeidsplaatsen (Sociaal Economische Verkenning).
Het aantal arbeidsplaatsen groeit meer dan de landelijke trend (de afgelopen 2 jaar -2008 en 2009 - is de werkgelegenheid met 2,5 % toegenomen). Toename voor 2011 kan geprognosticeerd worden op 2 %. Het aantal bezoekers groeit met 500.000 ten opzichte van 2010 (prognose aantal bezoekers voor 2010 is 7.000.000).
Het in stand houden dan wel bevorderen van de aantrekkingskracht van Roermond.
Aantal bezoekers binnenstad.
Verkeer Het verbeteren van de ver- Ongevallenregistratie door keersveiligheid op het wegennet Rijkswaterstaat. van Roermond. - Verkeersmonitor. Het verbeteren van de bereikbaarheid van Roermond voor alle verkeersdeelnemers. Arbeidsmarktbeleid Het stimuleren van arbeidsparticipatie van bijstandsgerechtigden. Het verminderen van de jeugdwerkloosheid.
Verkeersmonitor Roermond.
Periodieke voortgangsrapportage. Periodieke voortgangsrapportage.
Het aantal ernstige verkeersslachtoffers (doden en ziekenhuisopnamen) is maximaal 18 (in 2009 was dit 18). Op het hoofdwegennet is de congestiekans maximaal 5 %.
Van de totale uitstroom uit de bijstand (800) stromen 195 personen uit naar regulier werk. De jeugdwerkloosheid is minder dan 12 % van de totale werkloosheid.
Begroting 2011 / 52
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Totaal lasten Baten – waarvan: 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Onttrekking uit reserves 51 grondexploitatie 52 economische ontwikkeling 53 arbeidsmarktbeleid 54 verkeer en vervoer Saldo na bestemming
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
18.271.306 759.979
17.505.824 987.999
4.927.236 817.052
8.189.421 547.000
4.340.555 492.812
3.299.943 490.056
28.047.616
26.142.035
25.775.496
25.761.648
25.705.487
25.668.900
4.379.273
6.931.283
4.204.735
5.073.407
4.522.369
4.439.179
51.458.174
51.567.141
35.724.519
39.571.476
35.061.223
33.898.078
-16.095.975
-18.938.301
-50.443
0
-4.906.779 0
-7.837.339 0
-4.009.971 0
-3.041.149 0
-25.821.918
-23.672.680
-23.672.680
-23.657.680
-23.657.680
-23.657.680
-2.107.967
-2.803.863
-2.997.615
-3.334.880
-3.419.092
-3.419.092
-44.076.303
-45.414.844
-31.577.074
-34.829.899
-31.086.743
-30.117.921
7.381.871
6.152.297
4.147.445
4.741.577
3.974.480
3.780.157
2.761.751 167.717
2.141.617 0
513.242 0
304.275 0
231.125 0
297.599 0
0
0
0
0
0
0
21.450
0
0
0
0
0
-4.508.282 -204.871
-347.519 -465.663
0 -320.000
-100.000 -50.000
0 0
0 0
750
-288.867
0
0
0
0
-529.068
-2.608.217
-260.265
-1.012.922
-257.877
-257.877
5.091.318
4.583.648
4.080.422
3.882.930
3.947.728
3.819.879
Begroting 2011 / 53
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2011 - 2014 5.4 verkeer en vervoer
2011
2012
2013
2014
1.111.000
2.574.000
356.000
823.000
Begroting 2011 / 54
Programma 6 Roermond: Prachtige stad
Begroting 2011 / 55
Begroting 2011 / 56
Programma 6. Roermond: Prachtige stad Dit programma is gericht op het ten volle benutten van de in ruime mate aanwezige kwaliteiten en potenties van Roermond met het oog op het behouden en waar mogelijk verbeteren van de aantrekkingskracht, de belevingswaarde en de leefbaarheid van de stad voor inwoners, bedrijven en bezoekers. Strategische visie Roermond 2020 Burgers en bedrijven verwachten ook steeds meer op thema’s als leefbaarheid en duurzaamheid. Willen wij onze goede uitgangspositie behouden en onze hoge ambities waarmaken, dan is ook een extra kwaliteitsimpuls in deze richting noodzakelijk.
Beleidskaders -
Ruimtelijke structuurvisie Roermond 2001 en Toekomstvisie Swalmen 2014 (vastgesteld in 2004). Natuurvisies Roermond Oost (2000) en Roermond West en natuurbeleid heel Roermond (2004). Inrichtingsplan Roermond - Oost Asenray (vastgesteld in 2010). Nota Monumentenzorg en Archeologie, terugblik en planning 1990-2008 (vastgesteld in 2006). Groenstructuurplan Roermond (vastgesteld in 2006). Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2009 - 2013 (vastgesteld in 2008). Milieubeleidsplan gemeente Roermond 2008 - 2011 (vastgesteld in 2008). Nota beeldkwaliteit 2010 (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma De gemeente Roermond heeft prachtige natuur binnen haar grenzen. Een betere ontsluiting door wandel- en fietsroutes is wenselijk. We gaan verder met handhaving en uitbreiding van groenstroken en ecologische verbindingszones. Wij gaan voor optimale benutting van onze unieke waterfronten, zowel om te recreëren als om te wonen. We kiezen voor het behoud van de kwaliteit van het buitengebied. Dit laat onverlet dat extra bebouwing mogelijk moet zijn. De gemeente is verantwoordelijk voor een woningaanbod dat aansluit op de vraag en bepaalt wat waar wordt gebouwd, uiteraard in samenwerking met andere partijen. Differentiatie binnen wijken staat daarbij voorop, evenals duurzaam, aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen. Wij spannen ons zoveel mogelijk in om leefbaarheid en voorzieningen in onze kernen te behouden. Onze gemeente kent een rijke historie. Wij koesteren onze historie en daarmee het behoud van onze historische gebouwen. Onze monumenten vormen mede het kapitaal van onze stad. Bij de kerntakendiscussie in 2011 dient het monumentenbeleid haar verdiende plaats te behouden. In het Ondernemershuis Limburg worden de Limburgse Land en Tuinbouwbond (LLTB), Kamer van Koophandel Limburg, LWV en MKB Limburg samengebracht in de rijksmonumenten Landbouwhuis en Ursulinenklooster. Om het behoud van de rijksmonumenten en de vestiging van het Ondernemershuis mogelijk te maken wordt een subsidie toegekend en worden extra parkeervoorzieningen gerealiseerd. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om de instandhouding van monumenten die in gebruik zijn voor de eredienst, meer dan tot nog toe te ondersteunen. Uitgangspunt van het monumentenbeleid is de instandhouding van het huidige monumentenbestand. De renovatie van het groen wordt in ieder geval tot en met 2011 gecontinueerd. Daarna wordt dit meegenomen in de heroverwegingen. Ingezet zal worden op het behoud en kwaliteit van het buitengebied en groen in de stad, onder meer door middel van het behoud (en waar mogelijk uitbreiding) van groenstroken en ecologische verbindingszones. Ook deze inzet zal in 2011 onderdeel zijn van de
Begroting 2011 / 57
kerntakendiscussie. In 2011 zetten wij incidentele middelen daarvoor in. Een deel van dat budget zal aangewend worden voor de realisatie van de milieudoelen. De regionale woonvisie wordt geactualiseerd. Deze zal regionaal en lokaal worden geïmplementeerd. Een belangrijk element in deze visie vormt de beheersing van de planvoorraad. Tevens zal de herstructureringsopgave verder worden uitgewerkt. In de regionale woonvisie wordt de behoefte aan wonen aan en op het water meegenomen. Wij proberen het buitengebied in aard en omvang in stand te houden. Dat laat onverlet dat kleinschalige bebouwing mogelijk moet zijn. Het provinciaal ruimtelijk beleid geeft aanleiding om met name voor ontwikkelingen in het buitengebied een thematische structuurvisie op te stellen. De vaststelling daarvoor is voorzien voor het voorjaar 2011. In het centrum van Swalmen is te veel leegstand. Hoe moeilijk de aanpak daarvan ook is, wij zullen ons maximaal inspannen om tot oplossing van de problematiek te komen. Gewerkt wordt aan een centrumplan voor de kern van Swalmen. Nadere voorstellen volgen in 2011. In deze raadsperiode zullen wij verder trachten een impuls te geven aan de leefbaarheid in Boukoul en Asenray. Elementen uit het Dorp Ontwikkelings Plan Asenray en Boukoul zullen in uitvoering worden genomen. In 2011 worden de voorbereidingen getroffen voor de realisering. Samen met alle betrokken partners wordt gekeken naar een haalbare aanpak om te komen tot een bredere invulling van het gemeenschapshuis in Boukoul. In Asenray zijn diverse woningbouwontwikkelingen in voorbereiding. Tevens worden plannen voor verplaatsing van de gemeenschapshuis De Duup, in combinatie met verplaatsing van de voetbalvelden naar de oostzijde van Asenray, voorbereid. In het kader van het fietsbeleid wordt in de binnenstad een proef gedaan met de avondopenstelling van de fietsenstalling aan het Kloosterwandplein. In samenspraak met het Theaterhotel zal frequentie en tijdstip van openstelling worden bekeken en wordt de uiteindelijke bezetting ingepland. De inzet van de mobiele rijwielstalling op de Kruisherenstraat wordt gedurende de proef niet gecontinueerd. Voor deze proef zetten wij in 2011 incidenteel middelen in. Projecten ten behoeve van huisvesting van starters en studenten worden voortvarend in procedure genomen. Voorbeelden van deze projecten zijn De Toerist, pand Somers aan de Roerkade en diverse projecten in de Kemp. De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel 0 0 Incidenteel 880.000 650.000
2013 0 0
2014 0 0
Overige beleidsvoornemens Wij blijven inzetten op natuurontwikkeling om verlies van natuurwaarden elders te compenseren en om de kwaliteit van bestaande natuur te verhogen. Wij doen dit onder andere door middel van het inrichtingsplan Oost-Asenray, integraal project Swalmen Noord, het Masterplan Maasplassen en de ontwikkelingen in de Lus van Linne. Het milieubeleidsplan zal in 2011 geactualiseerd worden.
Begroting 2011 / 58
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat?
Het versterken van de woonfunctie.
Rapportage gemeente/Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het aantal nieuwbouwwoningen bedraagt 300, onderverdeeld in: - grondgebonden koopwoningen: 160; - nul-tredewoningen: 100; - sociale huurwoningen: 40.
Stadsvernieuwing Het herstructureren van de woningvoorraad en het verbeteren van de woon- en leefomgeving.
Gereed melding sloop en nieuwbouw, oplevering infrastructuur.
- Het aantal op te leveren grondgebonden koopwoningen is 53 en het aantal éénop-één huurwoningen is 20. - Het aantal te slopen woningen is 4.
Aantal m2 groen per inwoner (exclusief bossen, inclusief natuurgebieden).
Het aantal m2 groen per inwoner is 36,2 m2, bron vierde nota Ruimtelijke Ordening (in 2009 was dit per inwoner 42 m2).
Scheidingspercentage ten opzichte van totaal ingezamelde hoeveelheden afval.
De hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval is tenminste 60 % van de totale hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval. 100 % inkoop duurzame energie (elektriciteit en gas).
Volkshuisvesting
Groen Voldoende groen in de gemeente.
Milieu en energie Het bevorderen van de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval.
Roermond is een duurzame gemeente op basis van gevoerd klimaat- en energiebeleid Water Het in stedelijk gebied zoveel mogelijk voorkomen en opheffen van onaanvaardbare wateroverlast. Het waar mogelijk en doelmatig afkoppelen van hemelwater van het gemengd rioolstelsel.
-
Aandeel groene energie op totale volume. Energieverbruikcijfers.
Aantal locaties waar infrastructuur is aangepast in kader van opheffen wateroverlast.
Het aantal locaties met wateroverlast wordt teruggebracht met 2 van de nog resterende 6 locaties.
Aantal vierkante meter/hectare afgekoppeld verhard oppervlak.
10.000 m2 verhard oppervlak wordt afgekoppeld van het rioolstelsel.
Begroting 2011 / 59
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Totaal lasten Baten – waarvan: 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Onttrekking uit reserves
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
2.260.010
2.231.717
2.177.717
2.177.169
2.119.933
2.080.934
4.919.544 4.978.107
5.427.687 7.767.050
4.424.935 4.873.725
3.637.617 4.600.917
3.257.829 4.544.910
3.157.417 4.509.270
5.122.434 1.841.796 17.089.657
5.449.535 2.077.045 16.778.418
5.717.622 1.883.371 10.240.152
5.721.617 1.737.315 10.345.542
5.694.780 1.688.879 10.246.721
5.678.172 1.657.007 8.695.596
4.079.174
5.022.018
4.585.269
4.910.655
4.968.913
4.976.360
1.140.642 41.431.364
623.736 45.377.206
515.088 34.417.879
515.021 33.645.853
509.276 33.031.241
505.495 31.260.251
-246.606
-46.349
-46.581
-46.581
-46.581
-46.581
-3.612.671 -208.423
-2.923.306 -49.355
-2.283.282 -22.804
-2.086.887 -22.804
-1.791.352 -22.804
-1.741.923 -22.804
-6.598.747 -113.455 -3.446.587
-6.387.194 -10.084 -333.301
-6.067.924 -2.081 -323.636
-6.172.929 -2.081 -323.636
-6.301.431 -2.081 -323.636
-6.432.694 -2.081 -323.636
-3.167.672
-3.432.960
-4.106.010
-5.055.090
-5.072.501
-5.089.908
-679.292
-226.652
-227.785
-227.785
-227.785
-227.785
-18.073.453
-13.409.201
-13.080.103
-13.937.793
-13.788.171
-13.887.412
23.357.911
31.968.005
21.337.776
19.708.060
19.243.070
17.372.839
0
0
0
0
0
0
46.797 23.094
1.336 26.607
0 0
0 0
0 0
0 0
666.026 0 350.000
149.776 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
427.423
110.289
203.289
317.290
317.289
0
0
0
0
0
0
Begroting 2011 / 60
rekening 2009 61 ruimtelijke ordening 62 volkshuisvesting 63 natuur, woonen leefruimte 64 afvalverwijdering 65 milieu 66 infrastructurele werken 67 ondergrondse infrastructuur 68 begraafplaatsen Saldo na bestemming
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
0
0
0
0
0
0
-71.451 -480.083
-788.091 -3.048.252
-590.000 -260.000
0 0
0 0
0 0
0 -67.590 -3.421.982
-36.687 -223.773 -9.429.521
-471.062 -140.000 -3.658.000
-370.015 0 -3.781.000
-233.878 0 -3.763.000
-98.120 0 -2.258.000
-1.040.254
-2.190.695
-664.619
-40.844
-120.159
-134.456
0 19.362.468
-100.000 16.756.128
0 15.664.384
0 15.719.490
0 15.443.323
0 15.199.552
Investeringen in het programma
Investeringsplanning 2011 - 2014 6.3 natuur, woon- en leefruimte 6.4 afvalverwijdering 6.6 infrastructurele werken 6.7 ondergrondse infrastructuur
2011
2012
2013
2014
95.000 71.000 3.384.043 2.708.240
693.000 0 2.382.043 2.219.800
512.000 0 2.922.043 1.386.000
75.000 0 992.000 1.346.000
Begroting 2011 / 61
Begroting 2011 / 62
Programma 7 Roermond: De gemeente
Begroting 2011 / 63
Begroting 2011 / 64
Programma 7 Roermond: De gemeente Dit programma is gericht op het zo goed mogelijk van dienst zijn van inwoners, instellingen, verenigingen en bedrijven in Roermond, onafhankelijk van het kanaal dat zij hiervoor (willen) gebruiken. Daarbij rekening houdend met het juiste evenwicht tussen individuele en collectieve belangen. Strategische visie Roermond 2020 De gemeente Roermond wil een goed bestuurde gemeente blijven en ook investeren in een excellente dienstverlening.
Beleidskaders
Inventarisatienota communicatie gemeente Roermond (vastgesteld in 2005). Nota kaders voor burgerparticipatie (vastgesteld in 2005). Nota activabeleid, passivabeleid en rentenota (vastgesteld in 2008/2010) Treasurystatuut (vastgesteld in 2009). Financiële verordening gemeente Roermond juli 2010 (vastgesteld in 2010).
Coalitieakkoord 2010 - 2014 “Slagvaardig en Spaarzaam” en College Uitvoeringsprogramma. Gemeenten worden front office voor de gehele overheid. Het klantcontactcentrum (KCC) van de gemeente wordt in 2015 een herkenbare ingang waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen aan de overheid. Zij krijgen snel het juiste antwoord op hun vraag (ongeacht het gebruikte kanaal). Om dat te kunnen realiseren zal eerst geïnvesteerd moeten worden, voornamelijk in ICT maar ook in scholing en training (verandertraject met het oog op servicegerichtheid). Op termijn zal een succesvolle implementatie echter leiden tot verdergaande kostenreductie, een afgeslankte organisatie en betere dienstverlening. Op termijn (2016) verwachten we op de bedrijfsvoering € 3.200.000 structureel te kunnen besparen (onder meer het natuurlijk verloop biedt daarvoor ruimte). Verdergaande bezuinigingen vragen om de kerntakendiscussie die in het begin van deze inleiding is aangekondigd. Vooruitlopend op deze discussie is terughoudend personeelsaannamebeleid (vacatureluwte) gewenst. De slechte bereikbaarheid noodzaakt tot herhuisvesting van de publiekswinkel. Een nieuwe locatie is gevonden op het Kazerneplein. Een hoogwaardige detailhandelsinvulling op de huidige locatie is daarbij een voorwaarde. Onderzoek naar de herhuisvesting van de publiekswinkel en een deel van de gemeentelijke organisatie heeft inmiddels plaatsgevonden. In ons personeelsbeleid zetten wij in op het binnenhalen van jong (lokaal) talent. In dat kader zullen wij het traineebeleid voortzetten. Daarnaast willen we de interne mobiliteit vergroten en zo min mogelijk uitbesteden aan derden. In 2011 en 2012 zetten wij incidentele middelen in om het traineeproject voort te zetten. Jonge afgestudeerden doen op deze manier ervaring op in onze organisatie. Doel is de beste trainees te behouden voor Roermond ter vervanging van de oudere medewerkers die de komende jaren onze organisatie op grond van hun leeftijd zullen verlaten. Gezien de financiële vooruitzichten hebben wij een vacatureluwte ingesteld. Dat betekent dat wij maatwerk toepassen bij de openstelling en invulling van vacatures. Het klantencontactcentrum (KCC) dient zo te worden ingericht dat inwoners, bedrijven en instellingen op al hun vragen snel het juiste antwoord kunnen krijgen. Daartoe zullen wij in komende jaren investeren in excellente dienstverlening. Wij willen onze dienstverlening een uniek karakter meegeven. Onze ‘klanten’ zullen bij een dienst of product van de gemeente Roermond in de toekomst een betrokken, gedreven en ambitieuze meerwaarde ervaren.
Begroting 2011 / 65
Door middel van investeringen in ICT en ontwikkelprogramma’s voor onze medewerkers en bedrijfsvoering zullen wij daar in deze coalitieperiode naar toe werken. De visie op het KCC wordt vanaf 2011 uitgewerkt en uitgevoerd. Om dit te realiseren moeten ICTsystemen en werkprocessen in lijn zijn met de vastgestelde visie. Dit vereist een investering van € 1.300.000. In 2016 moet dit bijdragen aan een (structurele) besparing op de bedrijfsvoering van € 3.200.000. In het coalitieakkoord is uitgegaan van een pilot voor openstelling van de publiekswinkel op zaterdag. Deze wens is voorgelegd aan het burgerpanel. Daaruit is naar voren gekomen dat een grote meerderheid van de klanten – 83 % - waarschijnlijk geen gebruik wil maken van een zaterdagopenstelling. Met een wekelijkse zaterdagopenstelling is een bedrag van structureel € 160.000 gemoeid. Wij zijn daarom op zoek gegaan naar budgettair neutrale alternatieven voor de openstelling op zaterdag. De openingstijden worden verruimd van 28 naar 42,5 uur per week. Door het werken op afspraak in te voeren kunnen we effectiever omgaan met de bestaande middelen omdat personele inzet beter kan worden afgestemd op de klantenstroom (aantal afspraken). Daarnaast zal het meer digitaal aanbieden van producten eveneens de effectiviteit vergroten. Bij de kerntakendiscussie valt niet te ontkomen aan een evaluatie van het servicepunt in Swalmen. In 2011 zetten wij daarvoor nog incidentele middelen in. Mede door het benutten van nieuwe communicatietechnieken en -middelen willen wij de communicatie tussen burger en overheid en andersom effectiever, actiever en toegankelijker maken. Het sprekersplein is daar een voorbeeld van. Mediation en buurtbemiddeling zijn belangrijke nieuwe instrumenten. Voor buurtbemiddeling is op 7 juli 2010 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de welzijnsorganisatie Proteion. Direct daarna is gestart met de werving van vrijwilligers. In 2011 wordt de vernieuwde gemeentelijke website opgeleverd en wordt actief geparticipeerd in het gebruik van 'sociale media' (bijvoorbeeld Twitter, Linkedln) in de communicatie met burgers en ondernemers. De digitale nieuwsbrief wordt verder uitgebouwd, gepersonaliseerd en gepromoot. Wij doen een proef met het Roermond Journaal waarin gemeentelijke nieuws op begrijpelijke en objectieve wijze wordt gecommuniceerd. Wij zetten daarvoor incidenteel middelen in. De financiële gevolgen van de uitvoering van het coalitieakkoord zijn: 2011 2012 Structureel 0 0 Incidenteel (inclusief bedrijfsvoe1.223.000 973.000 ring)
2013 0 200.000
2014 0 0
Begroting 2011 / 66
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Wat is het beoogd resultaat in 2011?
Het in stand houden van het niveau van het aanbieden van producten en diensten waarbij de kwaliteit, continuïteit, flexibiliteit en snelheid van de dienstverlening zoveel mogelijk centraal staat.
Klantenbegeleidingssysteem Qmatic, Decos, Stadswinkel @roermond.nl.
Optimale servicegerichtheid met betrekking tot vergunningverstrekking (WABO).
Het monitoren van doorlooptijden exclusief vergunningen waarbij het volgende aan de orde was: - verlengingen; - onvolledigheden; - aanhoudingen.
- 100 % van de bezoekers van de stadswinkel Roermond wordt gemiddeld binnen 15 minuten geholpen en wordt het product geleverd . - 100 % van de bezoekers van het servicepunt Swalmen worden gemiddeld binnen 10 minuten geholpen en wordt het product geleverd (in 2010 was het beoogd resultaat 15 minuten). - Minimaal 95 % van de schriftelijke verzoeken voor levering producten worden binnen 2 weken afgehandeld. - Minimaal 95 % van de digitale verzoeken via mail en website worden binnen een week afgehandeld. - Van de producten op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) met een reguliere voorbereidingsprocedure (maximaal 8 weken) wordt 30 % binnen 2 weken en 50 % binnen 4 weken afgehandeld. - Van de producten met een uitgebreide voorbereidingsprocedure (maximaal 14 weken) wordt 60 % binnen 10 weken afgehandeld. - Van producten met een uitgebreide voorbereidingsprocedure (maximaal 26 weken) wordt 10 % binnen 14 weken en 35 % binnen 22 weken afgehandeld.
Dienstverlening
Communicatie en burgerparticipatie Het uitbouwen van de digitale nieuwsbrief.
Het aantal abonnees op de digitale nieuwsbrief is minimaal 1.000.
Begroting 2011 / 67
Lasten en baten van het programma
Lasten – waarvan: 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Totaal lasten Baten – waarvan: 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Onttrekking uit reserves 71 communicatie 72 burgers 73 bestuur 74 financiën en gemeentelijke heffingen Saldo na bestemming
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
831.369 2.382.623 4.503.667 13.846.185
852.108 2.275.814 4.977.827 4.479.508
817.006 2.303.949 4.996.042 1.708.584
817.164 2.192.290 4.994.880 3.040.004
798.888 2.222.644 4.899.594 3.787.310
787.001 2.186.405 4.836.892 4.841.172
21.563.844
12.585.257
9.825.581
11.044.338
11.708.436
12.651.470
0 -1.059.602 -1.869
0 -849.267 0
0 -913.497 0
0 -913.497 0
0 -913.497 0
0 -913.497 0
-98.582.534
-84.457.651
-72.661.655
-67.796.476
-64.940.760
-64.863.681
-99.644.005
-85.306.918
-73.575.152
-68.709.973
-65.854.257
-65.777.178
-78.080.161
-72.721.667
-63.749.571
-57.665.635
-54.145.821
-53.125.708
0 107.233 0 19.579.456
0 0 0 20.545.056
0 0 0 4.888.834
0 0 0 3.233.604
0 0 0 1.739.959
0 0 0 1.739.959
-32.524 -214.466 0
-55.220 0 0
-10.250.755
-15.373.993
0 0 0 -4.020.103
0 0 0 -79.603
0 0 0 -79.603
0 0 0 -79.603
-68.891.217
-67.506.818
-62.880.840
-54.511.634
-52.485.465
-51.465.352
Begroting 2011 / 68
Paragrafen
Begroting 2011 / 69
Begroting 2011 / 70
Inleiding In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in de begroting en het jaarverslag een aantal paragrafen opgenomen moet worden. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de begroting. Het gaat met name om de beleidslijnen voor beheersmatige aspecten die grote financiële gevolgen kunnen hebben en/of van belang zijn voor het realiseren van de programma’s. Deze informatie komt in de begroting veelal versnipperd voor en is daardoor minder inzichtelijk voor de gemeenteraad. Het is de bedoeling van de paragrafen dat de raad de juiste en integrale informatie krijgt om zijn kaderstellende en controlerende rol ook op de beheersmatige aspecten waar te maken. Volgens het BBV dient de begroting tenminste de volgende paragrafen te bevatten: - lokale heffingen; - weerstandsvermogen; - onderhoud kapitaalgoederen; - financiering; - bedrijfsvoering; - verbonden partijen; - grondbeleid. In deze begroting is de bovenstaande volgorde aangehouden. Daarnaast is zoals dat al enige jaren het geval is een aparte paragraaf opgenomen over rechtmatigheid. De fondsbeheerders (ministerie van Binnenlandse Zaken) vragen gemeenten die via de krimpmaatstaf een vergoeding ontvangen om in hun begroting en jaarstukken een nieuw paragraaf op te nemen: een krimpparagraaf. Onze gemeente behoort niet tot die gemeenten. Desondanks menen wij er goed aan te doen – en dat hebben wij uw raad ook toegezegd – een paragraaf over krimp en vergrijzing toe te voegen.
Begroting 2011 / 71
Begroting 2011 / 72
Paragraaf 1. Lokale heffingen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: de visie van de gemeente Roermond ten aanzien van lokale heffingen; ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen; tarieven; belastingopbrengsten; kwijtschelding.
Visie lokale heffingen De gemeente Roermond heeft als beleid dat de lokale heffingen laag zijn en blijven. Bij het berekenen van de belastingdruk wordt rekening gehouden met de onroerendezaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing. De tariefstelling is gebaseerd op het beleidsuitgangspunt dat de onroerendezaakbelasting (OZB) alleen trendmatig (prijsindex) wordt verhoogd en de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Ondanks de komende bezuinigingen zal, zolang het niet absoluut noodzakelijk is, de lokale lastendruk meerjarig niet meer dan trendmatig stijgen. Dat het gevoerde beleid succesvol is blijkt met name uit een vergelijking met andere gemeenten. Volgens het overzicht van het “Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden” (COELO) staat Roermond landelijk op de 27ste plaats. Dit betekent dat landelijk slechts 26 van de 431 gemeenten een beter belastingklimaat hebben. In 2010 was de gemiddeld belastingdruk € 553 voor een meerpersoonshuishouden. Ook provinciaal gezien scoort Roermond bijzonder goed. In 2010 had Roermond, evenals in 2009, de op één na laagste woonlasten. Een vergelijking met de duurste en goedkoopste gemeenten in Limburg levert het volgende beeld op: Gemeenten met laagste belastingdruk: Beesel Roermond Maasgouw Leudal
Lastendruk: € 521 € 553 € 597 € 631
Verschil:
-€ 32 € 44 € 78
Rangnummer: 10 27 60 124
Bergen
€ 633
€ 80
133
Gemeenten met hoogste belasting- druk: Eijsden Beek Vaals Valkenburg a/d Geul Meerssen
Lastendruk:
Verschil:
€ 754 € 767 € 767 € 786
€ 201 € 214 € 214 € 233
Rangnummer: 374 384 385 401
€ 819
€ 266
423
Uit bovenstaand overzicht is af te lezen dat het verschil in lokale lastendruk tussen Roermond en de goedkoopste Limburgse gemeente -€ 32 is. Het verschil met de duurste Limburgse gemeente is € 266. Naar verwachting zal de gemiddelde lastendruk in 2011 uitkomen rond € 556. De gemiddelde belastingdruk stijgt ten opzichte van 2010 met 0,5 %.
Begroting 2011 / 73
Ontwikkelingen Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) De Wet WOZ bepaalt dat van alle onroerende zaken (WOZ-objecten) periodiek moet worden vastgesteld welke waarde ze hebben op een bepaald moment. Dat moment wordt de waardepeildatum genoemd. De WOZ-waarde 2011 is gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2010. Diverse publicaties geven aan dat door de economische crisis de verkoopprijzen van woningen onder druk staan. Dit heeft voor de WOZ waarden van 2010 (waardepeildatum 1-1-2009) nog geen gevolgen gehad. Gemiddeld is de WOZ-waarde van woningen landelijk 0,4 % hoger gebleken dan de vorige WOZ-waarde naar waardeniveau 1 januari 2008. De waardeontwikkeling van de woningen en de niet-woningen tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2010, worden landelijk, op basis van informatie van de waarderingskamer geacht te dalen. De WOZ-waarden van woningen modelmatig bepaald. Ook de meeste niet-woningen worden modelmatig gewaardeerd. In de gemeente Roermond zijn de gemiddelde stijgingspercentages op basis van de analyse van de Roermondse markt voor woningen en niet-woningen voorlopig vastgesteld op 0 %. Wet Elektronische Bekendmaking Het kabinet streeft ernaar de Wet Elektronische Bekendmaking per 1 januari 2011 in werking te laten treden. De invoering van de wet heeft vooral gevolgen voor de publicatie van verordeningen en uitvoeringsregels. Met de inwerkingtreding van deze wet wordt de elektronische publicatie op www.overheid.nl van regelgeving in integrale vorm – waaronder onze belastingverordeningen – verplicht voor gemeenten. De mogelijkheid voor bekendmaking in het papieren gemeenteblad dan wel een lokaal verschijnend dagblad, nieuws- of huis-aan-huisblad, blijft vooralsnog (aanvullend) ook bestaan. In 2011 gebruiken wij beide kanalen. Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) De inwerkingtreding van de WABO gaat gepaard met aanpassingen in de legesverordening. De omgevingsvergunning is opgenomen in een aparte titel van deze verordening. Rioolheffing Met ingang van 2010 is het rioolrecht omgezet in een rioolheffing. Dat wil zeggen dat er geen rechtstreeks verband meer hoeft te zijn tussen de heffing en het profijt dat de belastingplichtige heeft. Het is mogelijk om met twee rioolheffingen te werken. Eén voor de kosten van de afvalwaterzorg en één voor de kosten van de hemel- en grondwaterzorg. Hierbij is de mate van gerealiseerde fysieke scheiding/ontvlechting van het afvalwatersysteem en het hemel- en grondwatersysteem van belang. Het blijft uiteraard ook mogelijk om te werken met één heffing voor de totale kosten. Indien uit nader uit te voeren onderzoek blijkt dat de Roermondse situatie geschikt is voor het invoeren van twee rioolheffingen dan zal dit in de toekomst worden ingevoerd. In 2011 wordt uitgegaan van één heffing voor de eigenaar van een object voor de totale kosten van de zorgplichten (afval- , hemel- en grondwater). Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht De tarieven voor de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten worden jaarlijks zodanig aangepast dat ze in beginsel kostendekkend blijven. Overige gemeentelijke heffingen De tarieven voor de toeristen- en watertoeristenbelasting, het haven- en kadegeld, de lijkbezorgingsrechten en de brandweerrechten worden aangepast aan de prijsontwikkeling. Voor 2011 betekent dit een verhoging van de tarieven met 0,5 %.
Begroting 2011 / 74
Bedrijven Investeringszones (BIZ) Met ingang van 2011 worden op verzoek van de Roermondse ondernemers diverse Bedrijven Investerings Zones ingesteld. De bijbehorende heffing heeft het karakter van een belasting. De opbrengsten komen in de vorm van een subsidie ten gunste van de BIZ. Door middel van een BIZ kunnen de investeringen in de kwaliteit van de bedrijfsomgeving verdeeld worden over alle ondernemers in het aangewezen gebied. De gemeente faciliteert (zij heft, int en behandelt de bezwaar- en beroepszaken) en de ondernemers bepalen zelf of ze een BIZ willen en waar deze voor wordt ingezet. Voor de tarieven verwijzen we naar raadsvoorstel 2010/074/1 en raadsbesluit 2010/074/2.
Belastingtarieven De tarieven van de OZB worden berekend op basis van de totale opbrengst OZB en de waarde van de objecten. Uitgangspunt is dat zowel de totale opbrengst als de gemiddelde belastingdruk niet meer dan trendmatig stijgt. Voor 2011 is dit 0,5 %. Bij de tarieven van de afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt uitgegaan van kostendekkendheid. Belastingsoort OZB eigenaren woningen OZB eigenaren niet-woningen OZB gebruik niet-woningen Afvalstoffenheffing Rioolheffing
2010 0,1053 % van de woz-waarde 0,1403 % van de woz-waarde 0,1093 % van de woz-waarde € 234,€ 121,45
2011 0,1083 % van de woz-waarde 0,1428 % van de woz-waarde 0,1208 % van de woz-waarde € 213,€ 142,20
Belastingopbrengsten De belastingopbrengsten worden meerjarig als volgt geraamd. Programma 7 7 7 6 6
Belastingsoort OZB eigenaren woningen OZB eigenaren niet-woningen OZB gebruik niet –woningen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
2011 5.212.403
2012 5.212.403
2013 5.212.403
2014 5.212.403
2.200.936
2.200.936
2.200.936
2.200.936
1.524.000
1.524.000
1.524.000
1.524.000
5.201.063 4.052.700 18.191.102
5.325.942 5.001.854 19.265.135
5.454.364 5.019.343 19.411.046
5.585.627 5.036.832 19.559.798
Kwijtschelding Inwoners met een inkomen rond het bijstandsniveau zonder vermogen komen mogelijk in aanmerking voor (gedeeltelijke) kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. Kwijtschelding is onder voorwaarden mogelijk voor: - OZB; - rioolheffing; - afvalstoffenheffing.
Begroting 2011 / 75
Het uitvoeren van het kwijtscheldingsbeleid is sterk gebonden aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Lokale overheden hebben slechts een beperkte beleidsvrijheid. De gemeente Roermond hanteert voor de kosten van bestaan sinds 2009 een percentage van 100% van het bijstandsniveau. De gemeente Roermond is in 2008 begonnen met geautomatiseerd toekennen van kwijtschelding voor belastingplichtigen, die: - een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand ontvangen; - óf 67 jaar en ouder zijn, en alleen een AOW pensioen van de Sociale Verzekeringsbank ontvangen en in de twee voorgaande jaren reeds kwijtschelding hebben gekregen van de gemeente Roermond. Dit beleid wordt ook in 2011 worden voortgezet. In de onderstaande tabel wordt meerjarig inzicht gegeven in het geraamde aantal aanvragen, toekenningen en afwijzingen. Omschrijving Aantal aanvragen Toekenningen (geheel en gedeeltelijk) Afwijzingen Meerjarenraming kwijtschelding
2011 1.100 700
2012 1.100 700
2013 1.100 700
2014 1.100 700
400 € 254.823
400 € 254.823
400 € 254.823
400 € 254.823
Begroting 2011 / 76
Paragraaf 2. Weerstandsvermogen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: - de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; - alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en aanzienlijk zijn, te dekken. Het gaat om die elementen waarmee eventuele tegenvallers bekostigd kunnen worden zoals bijvoorbeeld de algemene reserve, onbenutte belastingcapaciteit, post onvoorzien en stille reserves. Het beleid met betrekking tot het onderdeel algemene reserve, als onderdeel van de weerstandscapaciteit, wordt in de nota passiva (reserves en voorzieningen) nader uiteengezet. Het beleid inzake weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen in relatie tot de risico’s maakt (nog) geen deel uit van deze nota. De totale weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd. Omschrijving Algemene reserve Bestemmingsreserves Ruimte in begroting Prognose meicirculaire 2011 Ongebruikte belastingcapaciteit1 Post onvoorziene uitgaven Totaal weerstandscapaciteit
2011 15.786.209 51.582.269 0 0 1.000 67.369.478
2012 12.801.066 34.107.645 -3.008.738 -6.000.000 0 1.000 37.900.973
2013 12.894.956 28.492.741 -5.566.159 -6.000.000 0 1.000 29.822.538
2014 12.855.696 25.166.032 -6.112.188 -6.000.000 0 1.000 25.910.540
De weerstandscapaciteit moet qua hoogte aansluiten bij het risicoprofiel van onze gemeente. Omdat de omvang van de risico’s samenhangt met de omvang van de gemeente is het zinvol een relatie te leggen tussen de weerstandscapaciteit en de omvang van het exploitatietotaal.
1
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om de onroerendezaakbelastingen (OZB) te verhogen.
De gemeenteraad kan in principe de tarieven “onbeperkt” verhogen. Landelijk geldt echter voor de OZB een macronorm. Dit is een norm waarbinnen alle gemeenten tezamen moeten blijven. Deze is ingesteld ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Uit de junicirculaire 2010 blijkt dat de macronorm voor 2011 is gesteld op 3,5 %. Het bedrag in de tabel is de ruimte tussen de voorgenomen verhoging in Roermond en de norm. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt gerekend met het OZB-tarief dat gemeenten moeten heffen om in aanmerking te komen voor een artikel 12bijdrage. Voor 2011 is dat 0,1133 %. De tarieven voor overige heffingen en leges zijn in principe kostendekkend in de begroting meegenomen. Er is hier geen sprake van ongebruikte belastingcapaciteit.
Begroting 2011 / 77
Omschrijving Weerstandscapaciteit Begroot exploitatietotaal Weerstandsvermogen ten opzichte van exploitatietotaal
2011 67.369.478 168.975.507 40%
2012 37.900.973 161.735.020 23%
2013 29.822.538 157.471.130 19%
2014 25.910.540 154.737.718 17%
In het algemeen wordt een minimumbuffer van 10 % gehanteerd. De minimumpositie van de algemene reserve is door uw raad gesteld op € 10.000.000 (herijking mei 2008). Geconcludeerd kan worden dat gemeente Roermond aan deze normen voldoet. De totale omvang van de stille reserves is niet vastgesteld. Wel is berekend wat het verschil is in WOZ-waarde en boekwaarde van de vaste activa. Hierin zit een stille reserve van ongeveer € 28.000.000. Ten aanzien van de stille reserves is nog geen beleid ontwikkeld. De gemeente Roermond beschikt momenteel nog niet over een systeem waarin risico’s inzichtelijk worden gemaakt, beheerd en gevolgd. Mede naar aanleiding van het onderzoek van de Rekenkamercommissie is een pilot risicomanagement opgestart. Deze pilot zal uitgangspunt voor verdere opschaling binnen de organisatie zijn.
Risico’s Tegenover de weerstandscapaciteit staat een aantal risico’s, welke niet (geheel) gedekt zijn en van substantieel belang (kunnen) zijn. Naast algemene risico’s zoals de economische crisis (onder andere Gemeentefonds, inkomsten uit leges), aanbestedingen, open eindregelingen (onder andere leerlingenvervoer, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Wet Sociale Werkvoorziening) zijn de voornaamste specifieke en materiële risico’s hieronder opgenomen. Zoals hierboven reeds aangegeven is het nog niet mogelijk de consequenties van de geïnventariseerde risico’s in te schatten. Uitkeringen Wet Werk en Bijstand (WWB) Sinds de invoering van de WWB in 2004 zijn gemeenten financieel verantwoordelijk voor de bijstandsuitkeringen. De gemeente ontvangt jaarlijks een rijksbudget om de WWB-uitkeringen te kunnen betalen. Indien er geld over is mag de gemeente dit houden, indien er een tekort is moet dit uit eigen middelen betaald worden. In november voorafgaand aan het begrotingsjaar ontvangt de gemeente een beschikking voor het voorlopige budget. In november van het begrotingsjaar wordt het definitieve budget vastgesteld. De afgelopen jaren hebben zich hierin afwijkingen in zowel positieve als negatieve zin voorgedaan. De tekorten kunnen eventueel gedekt worden uit de egalisatiereserve I-deel. Bij de vaststelling van het rijksbudget gaat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) uit van de cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) over de conjuncturele ontwikkelingen en de verwachtingen omtrent werkloosheidscijfers. Volgens het CPB zal het aantal bijstandgerechtigden minder sterk toenemen dan eerder geraamd. Derhalve moet rekening gehouden worden met een lager rijksbudget in 2011. Dit lagere rijksbudget komt op een moment dat de economische crisis over het hoogtepunt heen lijkt. In Roermond is de werkloosheid, na een aanvankelijke stijging begin 2009, op dit moment zelfs lager dan voor de crisis. Echter ook in onze gemeente heeft de crisis sporen achtergelaten. Ondanks een gunstige ontwikkeling van de totale werkloosheid in Roermond is het bijstandsbestand in 2009 en 2010 met ongeveer 25 % gegroeid. Oorzaak hiervan is een verhoogde instroom, negatieve conjunctuBegroting 2011 / 78
rele ontwikkelingen, een strengere werkloosheidswet, verlaagde uitstroom (als gevolg van minder vacatures) en de aanzuigende werking die de invoering van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) per 1 oktober 2009 heeft veroorzaakt. Ervaring leert dat de inmiddels aantrekkende conjunctuur ertoe zal leiden dat eerst het WW-bestand een daling zal laten zien alvorens het WWB-bestand zal afnemen. Met andere woorden, eerst zullen de mensen met een betere arbeidsmarktpositie een baan vinden en pas daarna de mensen met een zwakkere arbeidsmarktpositie. Desondanks verwachten we dat het aantal WWB-uitkeringen in 2011 zal gaan afnemen. Met name de geïntensiveerde samenwerking met het UWV/werkbedrijf om uitkeringsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt direct te bemiddelen en het nieuwe reintegratiebeleid zal hieraan een belangrijke bijdrage moeten gaan leveren. Het streven is er op gericht om in 2011 het aantal WWB-uitkeringen met 10 % te laten afnemen ten opzichte van 2010. Grondexploitatie Verliezen die onafwendbaar blijken te zijn zullen conform de Nota Grondexploitaties worden afgeboekt ten laste van de algemene reserve. Op het moment dat deze situatie zich voordoet, wordt hiervoor ten laste van de algemene middelen een voorziening getroffen. Daarnaast kunnen zich echter ook niet te voorziene financiële tegenvallers voordoen, bijvoorbeeld onvoorziene vertragingen, hogere kostenstijgingen en dergelijke. Het weerstandsvermogen in verband met deze onvoorziene tegenvallers binnen de grondexploitaties dient € 2.380.000 te bedragen. Voor de onderbouwing van de hoogte van dit bedrag wordt verwezen naar paragraaf 7 Grondbeleid. Leges Omgevingsvergunning (bouwactiviteit) Door de invoering van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), waarvan de invoeringsdatum bepaald is op 1 oktober 2010, treedt de omgevingsvergunning in de plaats van diverse bestaande omgevingsgerelateerde vergunningen (onder andere bouw-, sloop-, monumenten-, milieu-, inrit-, kapvergunning). In het Besluit omgevingsrecht wordt een verruiming van het stelsel vergunningvrij bouwen opgenomen. Dit heeft consequenties voor de hoogte van de opbrengst van de leges. Het vergunningvrij bouwen heeft echter ook na deze verruiming nog altijd voornamelijk betrekking op de kleinere bouwplannen / bouwplannen met lagere bouwkosten (en daarmee lage legesopbrengsten). Op dit moment is nog niet bekend wat de gevolgen hiervan concreet zullen zijn. Echter uitgaande van het voorgaande zal de vermindering ten opzichte van de begrote totale legesopbrengsten beperkt zijn. Bodemverontreiniging In de gemeente Roermond is op diverse locaties bodemverontreiniging aanwezig. De omvang van deze verontreinigingen en de daarbij behorende kosten voor sanering zijn niet voor alle locaties bekend. In die zin loopt de gemeente een risico. Uitgangspunt is dat locaties met bodemverontreiniging en met de sanering gepaard gaande kosten worden opgenomen in grondexploitaties of (uitvoerings)kredieten. Brandweer Op 20 mei 2009 heeft het college voor arbeidszaken van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) met de vakbonden een onderhandelingsakkoord gesloten over de rechtspositieregeling voor vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer. Partijen hebben afgesproken nader onderzoek te doen naar het actualiseren van de arbeidsvoorwaarden voor het kazerneren van vrijwilligers op een brandweerpost. Zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn zetten de partijen het overleg over de rechtspositieregeling van vrijwilligers voort. Indien in de VNG modelrechtspositieregeling voorstellen worden gedaan voor een hogere kazernewachtvergoeding dan de huidige van toepassing zijnde vergoeding, dan zal deze hogere vergoeding alsnog met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 van toepassing zijn voor de vrijwilligers.
Begroting 2011 / 79
Door de herindeling per 1 januari 2007 maakt de voormalige gemeente Haelen onderdeel uit van de nieuwe gemeente Leudal. De voormalige gemeente Haelen was deelnemer aan de all-in samenwerking met de brandweer Roermond. Met ingang van 1 juli 2009 zijn de brandweren van de gemeenten Leudal, Weert en Nederweert geregionaliseerd en functioneren gezamenlijk als het brandweerdistrict Weert. Met ingang van 1 januari 2010 heeft de gemeente Leudal de preventieovereenkomst beëindigd. Per 1 januari 2013 zal tevens de repressieovereenkomst worden beëindigd. Dit kan van invloed zijn op de exploitatie van de brandweer. Dividend In deze begroting is ruim € 500.000 aan dividendopbrengsten geraamd voor de deelnemingen OML, Enexis c.s. en BNG. Door tegenvallende resultaten van deze deelnemingen kan het dividend niet of lager uitgekeerd worden.
Begroting 2011 / 80
Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op ontwikkelingen met betrekking tot: de openbare ruimte; gebouwen; de investeringsplanning.
Openbare ruimte De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In de Strategische Visie Roermond 2020 is onder Roermond: Prachtige Stad aangegeven dat burgers en bedrijven steeds hogere eisen stellen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. De openbare ruimte is opgebouwd uit diverse objecten en voorzieningen. Bij de nota “Op weg naar beter beheer” (2008-2017) zijn de volgende beheerplannen vastgesteld voor het grondgebied van de voormalige gemeente Roermond: verhardingen; kunstwerken; riolering; groen; waterpartijen en havens; openbare verlichting; speelvoorzieningen; verkeersvoorzieningen; begraafplaatsen; reinigingsplan. Met betrekking tot het stadsdeel Swalmen zijn hoeveelheden en arealen ingemeten en in het Geïntegreerd Beheer Informatiesysteem (GBI) verwerkt. Het realiseren van het vastgestelde onderhoudsniveau verhardingen, groenvoorziening en openbare verlichting in dit stadsdeel zal over een langere periode gespreid moeten worden omdat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om, met name het volledige achterstallige onderhoud, op korte termijn te realiseren. De projecten en aanverwante infrastructuur (onder andere herinrichting Rijksweg, Asseltsestraat, Stationsstraat) die vanuit de toekomstvisie van de voormalige gemeente Swalmen geprioriteerd zijn, zullen binnen de huidige onderhoudsexploitatie uitgevoerd worden. Daarnaast is de systematiek van wijkgericht onderhoud voor het stadsdeel Swalmen conform de Roermondse aanpak tot en met 2014 opgenomen in de investeringsplanning. In de beheerplannen is ten aanzien van het na te streven instandhoudingniveau in algemene zin één basisniveau gehanteerd. Dit basisniveau is een sober en doelmatig niveau zonder franje. Het betreft instandhouding op zodanige wijze dat de objecten in de openbare ruimte tegen minimale kosten veilig hun functie vervullen en dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen. In de beheerplannen is inhoudelijk het na te streven kwaliteitsniveau van de objecten in de openbare ruimte vergeleken met het bestaande niveau. Vervolgens is in kaart gebracht welke maatregelen de eerstvolgende 10 jaar nodig zijn om de verschillende objecten op het na te streven kwaliteitsniveau te brengen dan wel te houden en wat de bijbehorende kosten zijn. Achterstallig onderhoud is in de eerste jaren van de planperiode voorzien. In de onderhoudsbestekken voor groen is voorzien dat in 2011 de laatste achterstanden grotendeels zijn weggewerkt. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat nieuwe achterstanden die door recente calamiteiten (storm) en nieuwe bestuurlijke afspraken in het kader van wijkbeheer (Donderberg en Sterrenberg) ontstaan, niet expliciet in de beheerplannen en begroting verwerkt zijn. Er is wel een structureel bedrag van
Begroting 2011 / 81
€ 50.000 in de beheerplannen en de begroting opgenomen voor extra onderhoud van bosplantsoenen en bomen. Achterstallig onderhoud ten aanzien van verhardingen wordt in jaarlijkse operationele programma’s uitgevoerd. Uiteraard hebben weersomstandigheden (vorst) hier een belangrijke invloed op en kunnen jaarlijks schommelingen optreden. Mede afhankelijk van de omvang van de vorstschade dient jaarlijks bezien te worden of dit door een herprioritering binnen de bestaande middelen mogelijk is. Onderhoud en beheer van verharde wegen in het buitengebied zijn in beheerplannen en begroting opgenomen. Mede in verband met gewijzigd gebruik (na de in gebruikneming van A73/N280) van buitenwegen zal het toegezegde onderzoek naar de verharding- en bermbreedte en openbare verlichting van utilitaire wegen in het buitengebied nog aan de commissie worden voorgelegd. Reconstructie/verbeteringsvoorstellen van deze wegen zijn op dit moment niet in de begroting opgenomen. Regulier onderhoud is financieel vertaald in de exploitatie en in de onderhoudsbestekken opgenomen. Vervangingen worden in het ingroeimodel van de wijkgerichte aanpak en integrale projecten uitgevoerd. De gemeentelijke groenvoorzieningen en de gemeentelijke reiniging worden aan de hand van nieuwe onderhoudsbestekken uitgevoerd. De beheerplannen zijn als volgt verwerkt in de begroting (bedragen x € 1.000,-). Programma 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Beheerplan Verkeersvoorzieningen Groenvoorzieningen Verhardingen Kunstwerken Havens en waterpartijen Openbare verlichting Reinigingsplan Riolering Begraafplaatsen Speelvoorzieningen Algemeen Totaal
I/S2 S S S S S
2011 494 2.672 1.112 97 74
2012 494 2.672 1.112 97 83
2013 494 2.672 1.112 97 83
2014 494 2.672 1.112 97 83
S S S S S S
778 657 985 305 189 75 7.438
778 647 985 305 189 75 7.437
778 637 985 305 189 75 7.427
778 637 985 305 189 75 7.427
Voor het grondgebied van de voormalige gemeente Roermond is het financiële inzicht dat de beheerplannen bieden en de financiële vertaling daarvan in de begroting geborgd. Hierdoor kunnen voor dit deel van Roermond de kapitaalgoederen adequaat worden onderhouden en ontstaan er geen onacceptabele financiële risico’s voor de toekomst.
2
S = structureel = regulier onderhoud. Begroting 2011 / 82
Gebouwen Onderhoud gebouwen Nadat in 2008 een begin is gemaakt met de werkzaamheden om het achterstallig onderhoud weg te werken verkeren de gemeentelijke panden nu in een goede onderhoudsstaat. Van een aantal panden is het onderhoud nog niet uitgevoerd omdat zij op de nominatie staan om gerenoveerd, verkocht of gesloopt te worden. Omdat het achterstallig onderhoud is weggewerkt zullen (her)inspecties plaatsvinden die in het voorjaar 2011 afgerond worden. Daarmee wordt een nieuw beginpunt bepaald voor de onderhoudsvoorziening gebouwen. Daarnaast worden verkochte eigendommen verwijderd uit het gebouwenbeheersysteem. Nieuwbouw (BMV Martin Giesen, Sporthal Herten), verbouwde (Zwembad de Roerdomp) en gerenoveerde (Museum Cuypershuis, Kapelse Meule) eigendommen worden na oplevering opnieuw geïnspecteerd en opgenomen in het systeem. In 2010 kwamen de schoolbesturen voor een laatste keer in aanmerking om op basis van de oude regeling een vergoeding voor het onderhoud aan hun schoolgebouwen aan te vragen voor 2011. Vanaf 2012 zal het onderhoud aan deze gebouwen door de gemeente zelf (gebouwenbeheer) worden uitgevoerd. Voor het project ‘legionellabeheersplan gemeente Roermond’ is begin 2010 gestart met het inventariseren van de geselecteerde gemeentelijke eigendommen op het gebied van legionellabeheer. Vanuit deze inventarisaties komt een pakket met te nemen installatietechnische maatregelen per pand naar voren. Deze maatregelen zullen begin 2011 worden aanbesteed en uitgevoerd. Het onderhoud van gebouwen is als volgt gepland: Programma 7
Omschrijving Onderhoud gebouwen
2011 895.311
2012 848.292
2013 1.285.650
2014 1.024.419
Ver- of nieuwbouwprojecten Door de ingestelde projectorganisatie worden omvangrijke (meerjarige) nieuw- en verbouwprojecten voorbereid en uitgevoerd. Hierbij is in 2010 een aantal projecten opgeleverd waarvan de nazorgfase doorloopt tot in 2011. Tijdens deze nazorgfase zullen eventuele restpunten worden weggewerkt en worden de projecten financieel afgewikkeld. Denk hierbij aan onder andere de volgende projecten: de verbouwing van het Museum tot Cuypershuis, de nieuwbouw van de sporthal met wijkaccommodatie in Herten en de nieuwbouw van de BMV Kemp/Kitskensberg.
Investeringsplanning In de gemeentelijke hoofdinfrastructuur vinden integraal werkzaamheden plaats aan de reconstructie Singelring vierde fase, Pollartstraat, herinrichting Rijksweg N271, Maastrichterweg, Sint Wirosingel en het wegenprogramma Swalmen. Deze werkzaamheden zijn opgenomen in de investeringsplanning. Ten aanzien van wijkgericht onderhoud zal grootschalig onderhoud worden uitgevoerd in de wijken Maasniel en Tegelarijeveld. In de Kemp en het Roermondse Veld vinden werkzaamheden plaats aan de rioleringen, verhardingen, verlichting, groenvoorziening en wegmeubilair die worden gefinancierd vanuit de bestemmingsreserve wijkontwikkeling. Voor het groot onderhoud aan de wegen, maar ook aan het rioolstelsel, het gemeentelijk groen, de verkeerskundige inrichting en de aanpassing van speelvelden zijn in de begroting zowel in de investeringsplanning als in de exploitatiebudgetten dekkingsmiddelen opgenomen. Begroting 2011 / 83
Begroting 2011 / 84
Paragraaf 4. Financiering (treasury) Bij financiering gaat het om de vraag hoe de gemeente regelt dat ze steeds voldoende geld heeft om alle rekeningen te betalen. Lenen bij tekorten, overschotten veilig wegzetten, sparen of juist lenen voor grote uitgaven. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: - de rentevisie; - (interne en externe) ontwikkelingen; - financiering, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de financieringspositie, liquiditeitenprognose, risicobeheer, verhouding vaste activa gefinancierd met vreemd vermogen en eigenbeheer en de liquiditeitspositie in relatie tot kasgeldlimiet.
Rentevisie Ondanks recente licht positieve signalen over economisch herstel in Europa houdt de ECB de herfinancieringsrente vanaf medio 2009 op 1 %. Drijvende kracht achter de positieve signalen is Duitsland, alsook een stijgend vertrouwen tussen de banken onderling (als gevolg van de recentelijk uitgevoerde stresstest onder banken), maar de indicaties zijn te onzeker en te onevenredig verdeeld over de verschillende Europese lidstaten. Gerekend wordt dan ook op een aanhoudend laag (kort) renteniveau zeker tot medio 2011. Voorzichtig wordt rekening gehouden met een beginnend herstel gedurende de tweede helft van het jaar, maar al met al blijven signalen te fragiel, temeer daar de groei in Azië en Amerika ook maar zeer gematigd is. De rente op de Nederlandse 10-jaars staatslening ligt reeds vanaf mei 2009 onder de 3 %, mede ingegeven doordat beleggers naar veiliger havens vluchtten vanwege onzekerheid over zowel de schuldencrisis alsook over de economische vooruitzichten. De (lange) rente zal niet eerder aantrekken dan wanneer dit sentiment keert. Hierbij fungeert de lage korte rente (door de ECB ingegeven) als een anker in deze en gelet op het huidige (zeer lage) inflatieniveau en verwachte geringe economische groei, verwachten wij dat de (middel)lange rente niet voor medio 2011 zal aantrekken. Alertheid blijft echter geboden om tijdig van de huidige lage niveaus te profiteren.
Ontwikkelingen Externe ontwikkelingen Reeds vorig jaar maakten wij melding van de lage renteniveaus op de geld- en kapitaalmarkten. Ingegeven door een wereldwijde economische crisis zakten de rentes tot historische dieptepunten: de ECBherfinancieringsrente werd verlaagd van 4,25 % per medio 2008 tot een huidig (juni 2010) niveau van 1 %.
Begroting 2011 / 85
ECB Herf inancieringsrent e vanaf 0 1-01-199 9 t / m juni 2010
5, 00% 4, 50% 4, 00% 3, 50% 3, 00% 2, 50% 2, 00% 1, 50% 1, 00% 0, 50% 0, 00%
ECB Herf inanciering srent e
Net toen de eerste uiterst voorzichtige signalen van een fragiel herstel zich aandienden, bereikten nieuwe berichten de financiële markten, dat een aantal Zuid Europese landen moeite heeft om de afgesproken begrotingsnormen te halen. Grootschalige steunoperaties en een euro die onder druk staat zijn het gevolg. De korte termijn (1-maands) Euribor bedraagt begin juni 2010 0,4 %, terwijl de lange rente (10-jaars staat) op deze datum 2,81 % bedraagt. De rente voor daggeld (Eonia) was niet meer dan 0,33 % per deze datum. Rente-ontwikkeling Eonia, 1-m aands Euribor en 10 jaars s taat 4, 500
4, 000
3, 500
3, 000
2, 500
2, 000
1, 500
1, 000
0, 500
0, 000
dat um
1 mnds EURIBOR
eonia
10 jrs staat
In de begrotingsbrief 2011 van de provincie Limburg wordt, gezien de onrust op de financiële markten geen advies gegeven ten aanzien van het te hanteren rentepercentage.
Begroting 2011 / 86
Conform raadsbesluit van 8 juli 2010 (Financiële Kadernota met raadsvoorstelnummer 2010/054/2) hebben wij het percentage voor de ‘Weighted Average Cost of Capital’ voor de komende periode op 4% gecontinueerd. Interne ontwikkelingen Financiering speelt binnen de gemeente een steeds grotere rol. Niet alleen worden de bedragen die binnen de gemeente omgaan steeds groter, ook wordt het financiële speelveld waarbinnen de gemeente acteert steeds complexer en dynamischer. Een adequate analyse van de (gerealiseerde maar ook toekomstige) geldstromen binnen onze gemeente moet leiden tot een heldere liquiditeitsprognose, waardoor kosten voor financiering en betalingsverkeer zo laag mogelijk gehouden kunnen worden. Teneinde een goede voeling te houden met de financieringsbehoefte van de gemeente wordt periodiek het onderhanden werk en de investeringsplanning geactualiseerd. Daarnaast worden ook de werkkapitaalpositie en leningenportefeuille tegen het licht gehouden.
Financiering Financieringspositie Uitgangspunt voor de financieringspositie van de gemeente is de huidige financieringsportefeuille, waarbij voor het jaar 2011 de benodigde herfinanciering van (bestaande) vrijvallende leningen wordt meegenomen, behalve voor aan derden doorgeleende bedragen. Leningenportefeuille Op basis van bovenstaande vinden de volgende mutaties plaats in de leningenportefeuille: Vastrentende opgenomen leningen (bedragen in duizenden Euro)
Bedrag
Beginstand per 1 januari 2011
34.295
Nieuwe financieringsbehoefte uit hoofde van additionele investeringen* Totale financieringsbehoefte 2011 -/- reguliere aflossingen Eindstand per 31 december 2011
17.215 51.510 -2.364 49.146
Gemiddelde rente 4,60 4,00 4,41 4,41
* In bovenstaande opstelling is bij de “Nieuwe financieringsbehoefte uit hoofde van additionele investeringen” een bedrag ad € 17.000.000 meegenomen: dit is de resultante van ‘geprognosticeerde’ investeringen ad € 27.000.000 onder aftrek van een positieve kasstroom uit exploitatie ad € 10.000.000.
De volgende mutaties worden verwacht in de uitzettingenportefeuille: Vastrentende verstrekte leningen (bedragen in duizenden Euro)
Bedrag
Beginstand per 1 januari 2011
18.002
Gemiddelde rente 4,94
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Eindstand per 31 december 2011
2,928 15.073
5,35 4,86
Begroting 2011 / 87
Als basis voor de rente op de uitzettingen geldt steeds de leningrente van de hieraan gekoppelde opgenomen lening. Voor wat betreft het debiteurenrisico kan gemeld worden dat (naar de stand van 1 januari 2011) 85 % van de bovenstaande leningen aan woningcorporaties werd verstrekt en 14,61 % aan Enexis Holding N.V. Liquiditeitsprognose In de liquiditeitsprognose is een aantal stromen bekend, soms voor een zeer lange periode (zoals de rente- en aflossingsverplichtingen van een 10-jaars lening) en soms voor een kortere periode, zoals uitkeringen vanuit het rijk. Deze stromen vormen de eerste basis voor de liquiditeitsplanning van de gemeente. Moeilijker wordt het wanneer we de investeringen hierin betrekken: de hiermee gepaard gaande bedragen fluctueren zeer per project, maar ook blijkt dat de daadwerkelijke data van uitgaven (en mogelijke inkomsten) veelal afwijken van de geplande. Frequente evaluatie van de realisatie van de projecten in combinatie met periodieke overleggen met projectleiders moeten een goede prognose van de liquiditeitspositie waarborgen. Op deze wijze kan voorkomen worden dat teveel rente wordt betaald doordat ofwel een teveel aan leningen wordt aangetrokken (daar de investeringsplanning vaak iets te optimistisch blijkt) ofwel leningen te vroeg worden aangetrokken. Risicobeheer Krachtens de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) is het toegestaan om leningen aan te gaan dan wel middelen uit te zetten of garanties te verlenen uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Teneinde het renterisico op de financieringen te beperken, stelt de Wet FIDO dat steeds aan een tweetal criteria moet worden voldaan: - de kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan een jaar. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico’s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de fluctuaties op geldmarkt. De kasgeldlimiet voor het jaar 2011 bedraagt 8,5 % van de begroting, oftewel € 16.000.000 voor de gemeente Roermond. De kasgeldlimiet zal in het begrotingsjaar naar verwachting niet worden overschreden; - de renterisiconorm geldt als maatstaf voor de samenstelling van de ‘lange leningen’portefeuille: jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20 % van het begrotingstotaal. Het doel is op deze wijze spreiding te krijgen in de rentetypische looptijden in de leningenportefeuille waardoor jaarlijks slechts een gedeelte van de leningenportefeuille aan renteherziening (tegen de op dat moment geldende rente) toe is. Noch in 2011, noch in de jaren daarna zal de renterisiconorm door de gemeente Roermond overschreden worden.
Begroting 2011 / 88
Variabelen renterisico(norm) (bedragen x € 1.000)
2011
2012
2013
2014
Renteherziening Aflossing
2.201 -564
0 3.682
-4 2.262
-49 1.159
Renterisico (1+2)
1.637
3.682
2.258
1.110
Renterisiconorm
33.795
32.347
31.494
30.497
Ruimte onder risiconorm
32.158
28.665
29.236
29.287
2011
2012
2013
2014
168.976
161.735
157.471
154.738
20 %
20 %
20 %
20 %
33.795
32.347
31.494
30.947
Overschrijding renterisiconorm Renterisiconorm Begrotingstotaal Percentage regeling Renterisico (van alleen jaar T)
Verhouding vaste activa gefinancierd met vreemd vermogen en eigen vermogen Alvorens over te gaan tot de wettelijk vereiste tabel, eerst een korte impressie van een VNG-congres dat recentelijk werd gehouden over de status en ontwikkeling van gemeentelijke financiering. Naast de gepresenteerde (totaal landelijke) cijfers is ook een vergelijking met onze gemeente gemaakt. € * 1.000 2007
Landelijk cijfers VNG Mutatie nominaal %
2009
Leningen o/g Rekening courant schuld
Gemeentelijke schuld
38.800.000
9.000.000
23,2%
47.800.000
2007 53.134 18.192 71.326
gemeente Roermond Mutatie nominaal %
-24.059
-33,7%
2009 36.607 10.660 47.267
Schuld als % van totale activa
65,0%
25,9%
Schuld als % van de exploitatie
89,0%
18,5%
Eén van de conclusies van VNG is dat de hoogte van de gemeentelijke schuld samenhangt met de mate van centrumfunctie binnen de regio. Gereflecteerd op gemeenten van onze grootte (ongeveer 55.000 inwoners in de categorie “tussen 50 en 100 duizend” en zelfs aan de onderkant van deze categorie) noemt de VNG een ‘schuld per inwoner’ van gemiddeld € 2.407. Ook hier scoort onze gemeente bijzonder goed met een gemiddelde schuld van niet meer dan € 856, ook wanneer we dit afzetten tegen het landelijk gemiddelde ad € 2.347. In de navolgende tabel is weergegeven in hoeverre de vaste activa van de gemeente gefinancierd zijn met eigen financieringsmiddelen en met vreemd vermogen. Uitgangspunt is dat de gemeente in eerste instantie eigen financieringsmiddelen inzet om de vaste activa te financieren. In de tabel is de situatie weergegeven voor de begroting 2011 tot en met 2014 (per 31 december).
Begroting 2011 / 89
Liquiditeitspositie in relatie tot kasgeldlimiet De Wet FIDO bepaalt dat vanaf de begroting 2010 informatie opgenomen dient te worden in de financieringsparagraaf over de liquiditeitspositie in relatie tot kasgeldlimiet. In tegenstelling tot eerdere jaren hoeft de kasgeldlimiet niet meer per kwartaal aan de provincie gemeld te worden, doch is dit slechts vereist in geval van een overschrijding. Het beleid van de gemeente Roermond is echter om de kasgeldlimiet niet te overschrijden en zulks komt dan ook niet voor. De kasgeldlimiet stelt grenzen aan het financieren met kort geld, dat wil zeggen in rekening courant dan wel via kortlopende kasgeldleningen. De maximaal toelaatbare grens voor dit ‘korte’ geld is afgeleid van het begrotingstotaal en bedraagt momenteel 8,5 % hiervan. Deze informatie is in onderstaande tabel gepresenteerd:
Begroting 2011 / 90
Paragraaf 5. Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op ontwikkelingen met betrekking tot: - visie; - ontwikkelingen; - risico’s; - indicatoren en streefwaarden; - lasten en baten van de paragraaf; - investeringsplanning.
Visie De gemeente Roermond wil een goed bestuurde gemeente blijven en ook investeren in een excellente dienstverlening. Het klantcontactcentrum (KCC) van de gemeente wordt in 2015 een herkenbare ingang waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen aan de overheid. Door extra inzet van middelen in ICT, scholing en training zal op termijn kostenreductie gerealiseerd worden en wordt met een afgeslankte organisatie betere dienstverlening geborgd. Het Meerjarig Ontwikkelingsprogramma Bedrijfsvoering (MOB) wordt voortgezet.
Ontwikkelingen Excellente dienstverlening In februari 2009 is een ontwikkelingsproces opgestart om met het leidinggevende kader te komen tot speerpunten in het kader van de excellente dienstverlening als uitvloeisel op het gelijknamige thema in de Strategische Visie Roermond 2020. Daarmee maken wij een start met het ontwikkelen van een gemeente met excellente dienstverlening. Deze ontwikkeling loopt in zijn geheel parallel met het landelijke programma ‘Andere Overheid’. Deze doelstellingen zijn vertaald in thema 7 “De gemeente” van het coalitieakkoord en opgenomen in programma 7 van deze begroting. We gaat uit van forse investeringen in geld en tijd in de organisatie op drie hoofdgebieden: - ICT-ontwikkeling; - herinrichting van werkprocessen; - ontwikkeling Human Resource Management (HRM). Hierna wordt achtereenvolgens op deze drie hoofdgebieden ingegaan. Een excellente gemeente is een gemeente die onder andere e-overheidsvoorziening heeft ingevoerd, waardoor een overheidsbrede informatie-infrastructuur ontstaat. Dit betekent dat veel eenvoudig dienstverlenend verkeer met inwoners en bedrijven digitaal gaat verlopen. Ook gegevens binnen de organisatie en daarbuiten worden gedeeld. Daardoor kunnen we enerzijds meer samenhangend en sneller inspelen op vragen van inwoners en bedrijven en anderzijds onze administratieve kosten drukken. Om dit te kunnen realiseren is van rijkswege het “Nationaal UitvoeringsProgramma dienstverlening en e-overheid” (NUP) opgesteld. Het NUP is de leidraad voor de nieuwe ICT-architectuur van gemeenten en andere overheden. Om een en ander te kunnen realiseren zal eerst geïnvesteerd moeten worden. Daarvoor is € 1.300.000 opgenomen in deze begroting. Al deze investeringen leiden op termijn tot een efficiëntere bedrijfsvoering, betere dienstverlening en een afgeslankte organisatie.
Begroting 2011 / 91
Bovenstaande ICT-ontwikkelingen zullen van invloed zijn op onze bestaande inrichting van werkprocessen. Bij de implementatieprojecten (MOB 2009 en 2010) van basisregistraties als Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) en Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), maar ook projecten als de implementatie van Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) bleek de aanpassing van werkprocessen de grootste opgave. Gelet op de opdracht van excellente dienstverlening, zullen wij de hoofdprocessen van onze gemeente herzien vanuit een klantgerichte en een op efficiëntie gerichte invalshoek. In 2011 wordt de ontwikkeling van het nieuwe HRM-beleid afgerond. Dit beleid is gericht op de uitdagingen die ons te wachten staan, zoals nieuwe taken, gewijzigde taken, krimp van de organisatie tengevolge de noodzakelijke bezuinigingen en de vergrijzing van de organisatie. Het beleid moet ons in staat stellen om talentvolle medewerkers te behouden en aantrekkingskracht te hebben en houden voor nieuw afgestudeerden. Ontwikkelingen planning- en controlcyclus (P&C-cyclus) De lijn van verbetering van de P&C-producten en het bijbehorende proces wordt ook in 2011 gecontinueerd, waarbij uiteraard afstemming gezocht wordt met de klankbordgroep van de raad. Daarnaast wordt een eerste pilot uitgevoerd waarbij onderzocht zal worden hoe reeds in de beleidsnota’s een betere vertaling naar doelen en effecten gerealiseerd kan worden, waardoor rechtstreekse vertaling daarvan in de begroting vereenvoudigd kan worden. Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken op grond van artikel 213a Gemeentewet In 2009 heeft uw raad een gewijzigde verordening vastgesteld ter zake de artikel 213a onderzoeken. Sindsdien is in de verordening opgenomen dat het college in de begroting en de jaarrekening verslag doet van de voortgang van de onderzoeken. Ook in 2011 zullen (minimaal) twee onderzoeken worden uitgevoerd. De onderwerpen daarvan dienen nog te worden bepaald.
Risico’s Onze doelstelling om te bezuinigen op bedrijfsvoering, invulling te geven aan een KCC en een moderne dienstverlening is alleen haalbaar als tijdig en voldoende geïnvesteerd wordt in nieuwe ICTontwikkelingen en de organisatie in staat is om voldoende projectcapaciteit beschikbaar te stellen en te houden. Het coalitieakkoord biedt daartoe in financiële zin de handvatten door het incidenteel beschikbaar stellen van € 1.300.000 aan investeringsruimte. De bedrijfsvoeringbudgetten staan in het kader van de bezuinigingen echter onder druk en zouden op termijn een risico kunnen vormen voor de bedrijfsvoering. Daarnaast is het risico aanwezig dat niet voldoende menskracht beschikbaar gesteld kan worden om de noodzakelijke projecten tijdig te starten en op te leveren. Dit vergt de nodige flexibiliteit en creativiteit van de organisatie.
Begroting 2011 / 92
Indicatoren en streefwaarden Wat zijn de doelstellingen?
Hoe gaan we het meten?
Het tijdig uitvoeren van de bedrijfsvoeringprojecten
Aantal projecten dat binnen de planning succesvol wordt uitgevoerd.
Het verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsvoering
Staat van de gemeente: rapportcijfer burgers gemeentelijke organisatie (burger als klant).
Wat is het beoogd resultaat in 2011? Van het aantal projecten wordt 75 % binnen de planning uitgevoerd. Van de overige projecten is de uitloop niet langer dan een half jaar. Nulmeting (augustus 2008) is 7,2. We streven naar verbetering hiervan waarbij de doelstelling ligt op 7,4.
Lasten en baten van de paragraaf rekening 2009 Lasten – waarvan: DOORB Doorbelasting FZ Facilitaire zaken IV Informatievoorziening KL Kapitaallasten PERS Personeel Totaal lasten Baten – waarvan: DOORB Doorbelasting FZ Facilitaire zaken IV Informatievoorziening KL Kapitaallasten PERS Personeel Totaal baten Saldo voor bestemming Storting in reserves DOORB Doorbelasting FZ Facilitaire zaken IV Informatievoorziening KL Kapitaallasten PERS Personeel
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
1.114.327
0
0
0
0
0
3.468.035 2.415.427
3.788.463 2.370.568
3.929.089 2.812.180
3.962.307 3.001.600
3.969.821 2.827.075
3.972.958 2.787.653
21.041.536 37.437.103 65.476.428
13.184.300 39.160.317 58.503.648
11.063.313 38.980.375 56.784.957
11.028.873 38.744.498 56.737.278
11.066.890 37.647.426 55.511.212
11.038.332 36.851.909 54.650.852
-43.346.409
-45.472.256
-45.152.028
-45.138.782
-43.874.702
-43.042.901
-262.174 501
-160.302 -1.046
-231.081 -1.051
-231.081 -1.051
-231.081 -1.051
-231.081 -1.051
-21.041.536
-13.184.300
-11.063.313
-11.028.873
-11.066.890
-11.038.332
-751.926
-207.406
-337.479
-337.479
-337.479
-337.479
-65.401.544
-59.025.310
-56.784.952
-56.737.266
-55.511.203
-54.650.844
74.884
-521.662
5
12
9
8
0
0
0
0
0
0
81.167 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 85.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Begroting 2011 / 93
rekening 2009 Onttrekking uit reserves DOORB Doorbelas0 ting FZ Facilitaire zaken 0 IV Informatievoor0 ziening KL Kapitaallasten 0 PERS Personeel -241.051 Saldo na -0 bestemming
begroting 2010
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
0
0
0
0
0
-31.388 -100.000
0 -500.000
0 -500.000
0 -200.000
0 0
0 -154.289 -807.339
0 -473.000 -972.995
0 -473.000 -972.988
0 0 -199.991
0 0 8
Investeringen in de paragraaf
Investeringsplanning 2011 - 2014 FZ facilitaire zaken IV informatievoorziening
2011
2012
2013
2014
544.000 698.000
236.000 1.052.000
177.000 569.168
0 1.535.751
Begroting 2011 / 94
Paragraaf 6. Verbonden partijen en participaties In deze paragraaf worden conform artikel 15 Besluit Begroting en Verantwoording de relaties beschreven met rechtspersonen waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. De gemeente heeft een bestuurlijk belang als ze een zetel heeft in het bestuur of als ze stemrecht heeft. De gemeente heeft een financieel belang als zij middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van een faillissement of als financiële problemen bij de betreffende rechtspersoon verhaald kunnen worden op de gemeente. De gemeente Roermond heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen. Deze zijn hierna uitgesplitst in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen. In het overzicht van de verbonden partijen dient conform de geldende regelgeving ook aandacht besteed te worden aan de bekende risico’s. Deze risico’s zijn voor zover bekend opgenomen in de risicoparagraaf.
Gemeenschappelijke regelingen Het gemeentebestuur (raad en college) van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of tezamen een gemeenschappelijke regeling treffen voor het behartigen van een of meer belangen van die gemeenten. Hierna wordt een korte toelichting gegeven bij de gemeenschappelijke regelingen: Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Westrom Roermond De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen en Roermond ieder voor zover bevoegd. Het volledig uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de daaruit voortvloeiende en daarmee verband houdende voorschriften en regelingen, gericht op het realiseren van de doelstellingen van deze wet. Daarnaast besteden de deelnemende gemeenten, voor een percentage van 18 %, hun werkdeel op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWBwerkdeel) uit aan de Westrom. Hiertoe nemen de deelnemende gemeenten producten en diensten af die aansluiten bij het beoogde gemeentelijk beleid inzake de Wet Werk en Bijstand. In het algemeen bestuur zijn alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd. In programma 5 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2011 ad € 319.751 voor Wsw opgenomen. Verder beschikt de gemeenschappelijke regeling over rijksbudgetten. Vanuit het WWB-werkdeel wordt vanuit Roermond een bedrag van 18 % van het WWB-werkdeel uitbesteed aan de Westrom. Naast bovengenoemde activiteiten voert de Westrom op inkoopbasis nog een aantal re-integratieactiviteiten in het Productiehuis Roermond. Geen.
Begroting 2011 / 95
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
Veiligheidsregio Limburg-Noord, openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling Venlo De gemeenschappelijke regeling is aangegaan tussen alle gemeenten van Noord- en Midden Limburg. De regio geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van Noord- en Midden Limburg en heeft ten doel: - de behartiging van de belangen van de gemeenten en hun ingezetenen op het gebied van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de rampenbestrijding en crisisbeheersing, het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen en van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio; - de behartiging van die taken die door de wet- en regelgeving aan gemeenten zijn toegekend op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid en maatschappelijke zorg en waarvoor samenwerking tussen gemeenten op de schaal van de regio uit het oogpunt van verhoging van efficiency en effectiviteit wordt vereist. Het bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord wordt gevormd door de burgemeesters van de aangesloten gemeenten. Voor de besturing van de GGD Limburg-Noord (opgenomen in de Veiligheidsregio) is een bestuurscommissie ingesteld, bestaande uit de wethouders van de aangesloten gemeenten. De bijdrage van de gemeente Roermond aan de regio bestaat uit een aantal vaste componenten: voor GGD, GHOR (geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen), Regiobureau Brandweer en voor TBV (tijdelijke bestuurscommissie verenigingsgebouw). Daarnaast kent de regio nog de mogelijkheid om in te tekenen op aparte taakopdrachten. Daarvoor is een afzonderlijk raadsbesluit nodig. Financiële bijdrage per inwoner in 2011 bedraagt € 30,92. Deze bijdrage is opgenomen in programma 3 van deze begroting. Op 1 oktober 2010 treedt de Wet op de Veiligheidsregio’s in werking.
Begroting 2011 / 96
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Brandweer District Roermond, openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling. Roermond De gemeenschappelijke regeling is aangegaan tussen de gemeenten Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Echt-Susteren. De gemeenschappelijke regeling Brandweer District Roermond geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van het district. Hierbij worden de belangen behartigd van de deelnemende gemeenten en hun ingezetenen op het gebied van de preventieve en repressieve brandweerzorg waarvoor samenwerking tussen gemeenten op de schaal van de district uit het oogpunt van verhoging van efficiency, effectiviteit en kwaliteit noodzakelijk is geacht. Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer District Roermond wordt gevormd door de burgemeesters van de aangesloten gemeenten. De gemeenschappelijke regeling Brandweer District Roermond bevat geen financiële verbondenheid, belangen of verplichtingen. Op 1 oktober 2010 treedt de Wet op de Veiligheidsregio’s in werking. Euregio Rijn-Maas-Noord Mönchengladbach In het Nederlandse deel zijn dat alle gemeenten en de Kamer van Koophandel Limburg-Noord. Aan Duitse kant gaat het om de steden Mönchengladbach en Krefeld, het zuidelijk deel van de Kreis Kleve, de grensgemeenten Weeze, Brüggen, Niederkrüchten, Straelen, Geldern en Nettetal, de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss, de Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein Krefeld-Mönchengladbach-Neuss en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg. De Euregio Rijn-Maas-Noord zet zich sinds 1978 in om de Europese integratie tastbaar te maken voor de burgers in dit gebied. Ze wil het wederzijds begrip van de Nederlandse en Duitse inwoners van de Euregio versterken, de contacten verdiepen en samenwerking stimuleren. De Euregio effent voor burgers in dit deel van Europa de weg naar elkaar, ook waar grenzen en verschillen in taal, cultuur en regelgeving nog hindernissen lijken. In het belang van de inwoners van dit gebied werken de deelnemende overheden en instellingen op allerlei terreinen nauw met elkaar samen. De Euregio coördineert de aanvragen en afwikkeling van INTERREG-gelden. De gemeente Roermond is zowel in het dagelijks bestuur als in het algemeen bestuur vertegenwoordigd via een lid van het college. De bijdrage per zetel bedraagt € 3.440. De gemeente Roermond heeft vier zetels dus bedraagt de bijdrage voor 2011 € 13.760,-. Deze bijdrage is opgenomen in programma 3 van deze begroting. Geen.
Begroting 2011 / 97
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Werkgemeenschap Grensland Kreis Heinsberg - Limburg (WG Grensland) Kreisverwaltung Heinsberg Deze werkgemeenschap is aangegaan tussen de steden en gemeenten van de Kreis Heinsberg, de Regio’s Parkstad Limburg, Westelijke Mijnstreek en de gemeenten Echt-Susteren, Roerdalen en Roermond. De door de WG Grensland beoogde doelstellingen moeten, als aanvulling op de door op hoger niveau geïnitieerde grensoverschrijdende activiteiten, praktisch en plaatsgericht worden georganiseerd. Doelen zijn: - netwerk: de WG Grensland ziet zichzelf als intermediair en netwerk tussen de burgers van de regio, tussen de besturen alsook tussen alle maatschappelijke groepen die grensoverschrijdende contacten willen initiëren, onderhouden of uitbreiden; - lobby en belangenbehartiging: de WG Grensland ziet zich als belangenbehartiger van haar leden. De infrastructuur van haar netwerk wordt ten gunste van de leden ingezet; - achterbancontacten: de grote kracht van de WG Grensland zijn de sinds 30 jaar geïnitieerde en bevorderde Duits- Nederlandse contacten met de achterban. Dit zal ook verder een kernopgave van de Werkgemeenschap blijven; - projectontwikkeling: voor de toekomst stelt de Werkgemeenschap zich ten doel kleinschalige grensoverschrijdende projecten te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door het begeleiden van projectideeën van de Duitse en Nederlandse gemeenten alsook door het ondersteunen van de deelnemende regio’s bij de aanvraag van Europese subsidiegelden (bijvoorbeeld Interreg). Aanvullend moeten de bestaande werkgroepen van de Werkgemeenschap worden aangemoedigd om projectideeën te ontwikkelen voor wat betreft sport, cultuur en onderwijs. Het is te overwegen of de Werkgemeenschap zich ook moet inzetten voor projectideeën van de themagebieden verkeer, milieu, planologie, economie en toerisme. Tenzij deze thema’s, door het werk van de beide Euregio’s en Regio Aachen, al voldoende aan de orde komen. De taakuitvoering van de Werkgemeenschap is opgedragen aan een bestuur dat bestaat uit drie vertegenwoordigers van Duitse en Nederlandse zijde. De burgemeester van Roerdalen vertegenwoordigt tevens de gemeenten Echt-Susteren en Roermond in dit bestuur. In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2011 ad € 1.667 opgenomen. Geen.
Begroting 2011 / 98
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Grenspark Maas-Swalm-Nette Roermond De gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Maasgouw, Leudal, Roerdalen, Roermond, Venlo en het Duitse Naturpark Schwalm-Nette. Het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette is in 2002 opgericht met als doel de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een regionale grensoverschrijdende identiteit, die gebaseerd is op de verscheidenheid van de natuur- en cultuurlandschappen binnen het Grenspark en het karakter van de mensen die hier leven. De gemeente Roermond is in het algemeen bestuur vertegenwoordigd via een lid van het college. In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2011 ad € 3.006 opgenomen. Geen. Stichting Waardevol Cultuurlandschap Midden-Limburg (Ons WCL) Roermond De gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond werken samen met vertegenwoordigers van Provincie en de sectoren Landbouw, Beheer, Recreatie en Toerisme en Bosbouw. De Stichting heeft ten doel: - het geven van adviezen inzake projecten in het kader van inrichting en beheer van het landelijk gebied; - het zelfstandig uitvoeren van projecten alsmede het afmaken van lopende WCL-projecten; - het instandhouden van een netwerk van organisaties, overheden en instellingen die werkzaam zijn of belang hebben bij de inrichting en het beheer van het landelijk gebied. Algemeen doel is: met overheidssteun land- en tuinbouw, bosbouw en recreatie op een goede manier te ontwikkelen, in harmonie met de historie en het karakter van het gebied, en niet ten koste van de natuur en het milieu; plattelandsvernieuwing en -verbreding. Ons WCL Midden-Limburg is ook één van de negen regio’s die uitvoering geven aan het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg. De gemeente Roermond is in het algemeen en het dagelijks bestuur vertegenwoordigd via een lid van het college. Roermond is bestuurlijk ook vertegenwoordigd in de gebiedscommissie Ons WCL. In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2011 ad € 39.355 opgenomen. Geen.
Begroting 2011 / 99
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
Stichting Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij MiddenLimburg (TROM) Weert Het primaire werkgebied van de Stichting omvat de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert. De gezamenlijke gemeenten alsmede de Stichting Toeristisch Samenwerkingsverband Midden-Limburg maken deel uit van de Stichting. De Stichting heeft ten doel het stimuleren van de vrijetijdseconomie in Midden-Limburg, in het bijzonder in de sectoren toerisme en recreatie, in de ruimste zin van het woord. De stichting beoogt haar doel onder meer te bereiken door: - het promoten van de regio en het aldaar gevestigde bedrijfsleven als toeristische bestemming en het verstrekken van inlichtingen aan toeristen, recreanten en inwoners; - het initiëren, organiseren, coördineren en uitvoeren van structuurversterkende economische projecten ten dienste van toerisme en recreatie; - het zorg dragen voor de verbetering, het beheer en het onderhoud van de fysieke infrastructuur ten dienste van toerisme en recreatie; - het geven van adviezen aan en het samenwerken met overheid, bedrijfsleven en andere organisaties; - het verrichten van al het overige dat tot verwezenlijking van het doel van de Stichting kan leiden. De Stichting kent als statutaire organen: - een Raad van Toezicht; - een directie; - een Raad van Advies. De gezamenlijke gemeenten in het werkgebied van de Stichting alsmede de Stichting Toeristisch Samenwerkingsverband Midden-Limburg krijgen het recht om respectievelijk vijf en twee leden van de Raad van Toezicht te benoemen. Het bestuur van de Stichting is opgedragen aan de directie, met in achtneming van het bepaalde in artikel 8 van de statuten. De gemeenten in het werkgebied van de Stichting en de Stichting Toeristisch Samenwerkingsverband Midden-Limburg hebben het recht deel uit te maken van de Raad van Advies. De gemeente Roermond is vertegenwoordigd via een lid van het college. De financiële bijdrage van de gemeente Roermond bedraagt € 2,39 per inwoner (waarvan voor regiopromotie: € 1,16, voor toeristische structuren: € 0,48 en voor structuurversterkende economische projecten: € 0,75). In programma 3 van deze begroting is de Roermondse bijdrage voor 2011 ad € 131.000,- opgenomen. TROM wordt afgebouwd.
Begroting 2011 / 100
Deelnemingen Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
BNG (N.V. Bank Nederlandse gemeenten) Den Haag (statutair) Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De burgemeester neemt als vertegenwoordiger van de rechtspersoon gemeente Roermond deel in de algemene vergadering van aandeelhouders en is als zodanig stemgerechtigd. De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente Roermond bezit 34.749 aandelen ad € 2,50 nominaal per stuk. In programma 7 van deze begroting is het geraamde dividend ad € 68.873 opgenomen. Geen. WML (N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg) Maastricht De provincie Limburg alsmede de Limburgse gemeenten. WML heeft ten doel te voorzien in de behoefte aan water in de provincie Limburg en aangrenzende gebieden. WML tracht het doel te bereiken door het winnen, het zuiveren, het opslaan, het inkopen, het distribueren en het leveren van water. Aandeelhouders kunnen alleen zijn de provincie Limburg en in Limburg gelegen gemeenten. De gemeente Roermond is niet vertegenwoordigd in de raad van commissarissen, die zeven leden telt. De gemeente Roermond heeft 18 aandelen ad € 4.538 nominaal per stuk (totaal € 81.684). Geen.
Begroting 2011 / 101
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
OML B.V. Roermond De gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Roerdalen en Roermond. De Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg B.V. (OML) heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de regionale economische ontwikkeling van Midden-Limburg, in het bijzonder werkzaamheden die het behoud en de noodzakelijke groei van de werkgelegenheid bevorderen in het gezagsgebied van de participerende gemeenten. OML doet dit door het ontwikkelen, beheren en revitaliseren van bedrijvenconcentratiegebieden. Daarnaast heeft de OML tot doel te fungeren als intermediair tussen bedrijfsleven en overheidsorganisaties, het exploiteren van bedrijfs(verzamel)gebouwen, vooral voor starters, het uitvoeren van structuurversterkende projecten in de regio en het bevorderen en het invullen van de één-loket functie binnen de gemeenten. Er is een tijdelijke raad van Commissarissen benoemd tot juni 2011, bestaande uit de wethouders economische zaken van de deelnemende gemeenten. Het aandeel van de gemeente Roermond in het geplaatste en gestorte kapitaal bedraagt (na toetreding van Echt-Susteren, Roerdalen en Leudal) 46.3 %, dit is nominaal € 770.850,- (1.713 aandelen ad € 450,-). In programma 7 van de begroting is een dividend opgenomen ad € 325.000. Of dit ook gerealiseerd kan worden is sterk afhankelijk van de economie, investeringsmogelijkheden en bereidheid van de bedrijven. Met de gemeente Maasgouw dient op grond van de GOML-afspraken nog een aandelentransactie geëffectueerd te worden voor een bedrag van € 1.891.617 (zijnde 533 aandelen). Het is echter onzeker of hier in Maasgouw nog draagvlak voor is. Indien dat wel het geval is dan zal de opbrengst worden toegevoegd aan de algemene reserve.
De verkoop van de aandelen Essent heeft tot gevolg dat het aantal deelnemingen toeneemt. De deelnemingen als gevolg van de verkoop van de aandelen Essent zijn onderstaand gepresenteerd: Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Enexis Holding N.V. Rosmalen Enexis Holding N.V. is een niet beursgenoteerde N.V. Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland dient Essent uiterlijk vóór 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet worden de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis. De wetgever treedt in beginsel niet in de wijze waarop gesplitst wordt. Bij de wijze van splitsing door Essent (afsplitsing van het Netwerkbedrijf) volgt de keuze voor deelname in Enexis Holding N.V., dit om een nevenschikking te creëren tussen de gereguleerde netwerkactiviteiten en de wettelijk toegestane nevenactiviteiten van het netwerkbedrijf. Begroting 2011 / 102
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Enexis Holding N.V. De vennootschap heeft ten doel: - het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; - het instandhouden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie; - het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; - het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. De gemeente Roermond tracht met haar aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Enexis Holding N.V. Voor het totaal van de ondernemingen die aan Enexis gelieerd zijn is in programma 7 van de begroting een dividend geraamd van € 148.500. Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht, waarvan statutair 30 % mag worden uitgekeerd. Als uitvloeisel van de Commissie Kist is een landelijke bestuurlijke werkgroep gestart om de mogelijkheden van sectorordening in Nederland te bezien. Vordering Enexis B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland dient Essent uiterlijk vóór 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis B.V. over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland B.V. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer staat opgenomen dat het niet wenselijk is dat na splitsing financiële kruisverbanden blijven bestaan en omdat het op dat moment niet mogelijk was de lening extern te financieren is derhalve besloten om de lening (vordering) niet mee te verkopen aan RWE, maar over te dragen aan de aandeelhouders. Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De aflossing hiervan is vastgelegd in een leningsovereenkomst, bestaande uit verschillende looptijden (tot en met tien jaar). Het rentepercentage dat op deze lening wordt vergoed bedraagt
Begroting 2011 / 103
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Vordering Enexis B.V. gemiddeld 4,65 %. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen geoormerkt als achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Vordering Enexis B.V. - De vordering is vastgelegd in een leningovereenkomst bestaande uit vier tranches (3, 5, 7 en 10 jaar). Dit houdt in dat de komende jaren een stabiele inkomstenstroom van rente zal ontstaan. - Daarnaast zal Vordering Enexis B.V. samen met Enexis Holding N.V. ernaar streven, mede afhankelijk van de condities op de kapitaalmarkt, na verloop van tijd, (een deel van) de Vordering op Enexis te herfinancieren op de kapitaalmarkt, al dan niet via de uitgifte van obligaties. CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases) Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. De functie van deze CBL Vennootschap B.V. is dat zij de Verkopende Aandeelhouders zal vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Enexis en Essent) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBL-aangelegenheden en zal fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Ter voorkoming van misverstanden: het CBL Fonds zelf is niets meer dan een bankrekening die zal worden aangehouden bij een gerenommeerde bank waarop het afgesproken bedrag zal worden gestort en aangehouden. Voor zover na beëindiging van alle CBL en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50 %-50 % verdeeld tussen RWE en Verkopende Aandeelhouders. Naast het feit dat deelname in CBL Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de Verkopende Aandeelhouders in CBL Vennootschap B.V. om de volgende redenen in het openbaar belang: - redenen waarom het medebeheer van het CBL Fonds en de vertegenwoordiging inzake CBL aangelegenheden door de Verkopende Aandeelhouders wordt gebundeld in CBL Vennootschap B.V. en niet individueel wordt gedaan door ongeveer 140 aandeelhouders zijn gelegen in argumenten van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is in de praktijk vrijwel ondoenlijk om met ongeveer 140 separate partijen het (mede)beheer te voeren over een fonds. Ook in de context van communicatie over en besluitvorming met betrekking tot de on-
Begroting 2011 / 104
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang
CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases) derliggende CBL zelf, is het efficiënter, sneller en goedkoper om met één partij van doen te hebben in plaats van ongeveer 140. Deze argumenten van eenvoudiger coördinatie en efficiëntie gelden niet alleen in de relatie tussen de aandeelhouders onderling, maar zijn ook aspecten die door Essent, Enexis en RWE als van wezenlijk belang voor de toekomstige verhouding worden beschouwd; - hoewel niet te maken hebbend met CBL Vennootschap B.V., maar met het CBL Fonds, is het openbaar belang ook bijzonder gediend met het bestaan van het CBL Fonds omdat dit (i) het risico van de aandeelhouders jegens de wederpartijen van de CBL deels beperkt en (ii) leidt tot een heldere en eenvoudige (namelijk 50 %-50 %) aansprakelijkheidsverdeling (althans voor het bedrag dat in het CBL Fonds zit) van CBL risico’s tussen Verkopende Aandeelhouders en RWE. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases). De verwachting bestaat dat de komende jaren praktisch alle CBL contracten vervroegd zijn afgelost, waardoor naar verwachting een overschot resteert in de CBL Vennootschap B.V. die voor 50 % ten goede komt aan de aandeelhouders. Verkoop Vennootschap B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Het overgrote merendeel van deze garanties is door de verkopende aandeelhouders op het moment van verkoop van Essent PLB aan RWE overgedragen aan deze deelneming, die vanaf het moment van oprichting dus ook aansprakelijk is mochten een of meer van deze garanties onjuist blijken te zijn. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort). Buiten het bedrag dat in escrow zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet verder aansprakelijk voor inbreuken op garanties. Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt Verkoop Vennootschap B.V. op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Begroting 2011 / 105
Naam Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Verkoop Vennootschap B.V. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Verkoop Vennootschap B.V. De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de periode dat claims onder deze escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden uitgekeerd en een eventueel overschot op het einde komt geheel ten goede aan de verkopende aandeelhouders. Attero Holding N.V. (voorheen Essent Milieu) Den Bosch Attero Holding N.V. is een niet beursgenoteerde N.V. Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. Attero Holding N.V. zal optreden als houdstermaatschappij van Attero Milieu B.V. Attero Holding N.V. heeft ten doel: het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en – verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Attero Holding N.V. Het dividend is opgenomen in het totaalbedrag genoemd bij Enexis Holding N.V. De marges van de drie kernactiviteiten van Attero (verbranden, storten en composteren) komen in de komende jaren steeds meer onder druk te staan. Attero zal nieuwe activiteiten moeten ontwikkelen om deze ontwikkeling te mitigeren en in de toekomst winstgevend te blijven. Claim Staat Vennootschap B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. In februari 2008 zijn Essent en Essent Nederland B.V., met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de splitsingwetgeving onverbindend zijn. Als gevolg van deze, in de ogen van Essent, onverbindende splitsingwetgeving (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing) lijden haar aandeelhouders schade. Inmiddels heeft de Rechtbank te 's-Gravenhage de vordering van Essent afgewezen. Essent heeft tegen deze uitspraak hoger beroep aangetekend. Vanwege praktische moeilijkheden met betrekking tot de overdracht van deze procedure aan de individuele aandeelhouders van Essent N.V., hebben Essent en RWE afgesproken dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE door Essent gevoerd blijft worden. Essent en RWE zijn echter overeengekomen dat de eventuele schadevergoedingsvordering van Essent op de Staat der Nederlanden die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is Begroting 2011 / 106
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Claim Staat Vennootschap B.V. dat (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, wordt gecedeerd aan de aandeelhouders (en dus niet achterblijft binnen de Essent groep), die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de "Claim Staat Vennootschap B.V."). In het kader van afronding van de verkoop van de aandelen in het kapitaal van Essent N.V. aan RWE wordt de Claim Staat Vennootschap B.V. verkocht en geleverd aan alle aandeelhouders in Essent N.V. die participeren in de verkoop van RWE, alsmede aan die aandeelhouders in Essent N.V. die hun aandelen in het kapitaal van Essent N.V. niet aan RWE verkopen, maar toch aandelen in het kapitaal van Claim Staat Vennootschap B.V. willen kopen. Naast het feit dat deelname in Claim Staat Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de aandeelhouders in Claim Staat Vennootschap B.V. in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het spreekt voor zich dat het voor de aandeelhouders (en ook voor RWE) eenvoudiger, beter en goedkoper is om gezamenlijk via de band van Claim Staat Vennootschap B.V. te procederen dan dit ieder voor zich te moeten doen (met alle kosten en moeilijkheden die met de onderlinge afstemming dan gepaard zouden gaan). De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Claim Staat Vennootschap B.V. In 2010 heeft het Europese Hof in Den Haag uitspraak gedaan over een onderdeel van de Wet Onafhankelijk Netbeheer en hierbij het groepsverbod onverbindend verklaard. Wat de consequenties (in financieel opzicht) zullen zijn voor Claim Staat Vennootschap B.V. is nog onduidelijk. Extra Zekerheid Vennootschap B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. Als onderdeel van de transactie met RWE is voorzien in de oprichting van een besloten vennootschap ("Extra Zekerheid Vennootschap B.V."), waarin de Verkopende Aandeelhouders zullen deelnemen. De Extra Zekerheid Vennootschap B.V. zal functioneren als een houdstermaatschappij voor contanten die de Verkopende Aandeelhouders (als uiterste maatregel) eventueel zouden moeten storten (bij verkoop van het PLB aan RWE) om ervoor te zorgen dat een opschortende voorwaarde voor de verkoop rond cross border leases (CBL) wordt vervuld, indien vervulling van deze opschortende voorwaarde op geen enkele andere wijze mogelijk blijkt te zijn. Behalve het eventueel te storten bedrag (op dit moment maximaal voorzien een bedrag van € 175.000.000, echter gezien de sterke afname van CBL risico's door vervroegde beëindiging van CBL kan dit bedrag waarschijnlijk aanzienlijk lager worden vastgesteld of geheel achterwege blijven) bestaat er geen enkele andere verplichting of risico. Naast het feit dat
Begroting 2011 / 107
Naam
Bestuurlijk belang Financieel belang Ontwikkelingen Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Extra Zekerheid Vennootschap B.V. deelname in Extra Zekerheid Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, behartigt deze deelneming het te dienen openbaar belang vanwege flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is in de praktijk vrijwel ondoenlijk om met ongeveer 140 separate partijen het (mede) beheer te voeren over een fonds. Het is efficiënter, sneller en goedkoper om met één partij van doen te hebben. Deze argumenten van eenvoudiger coördinatie en efficiëntie gelden niet alleen in de relatie tussen de aandeelhouders onderling, maar zijn ook aspecten die door Essent, Enexis en RWE van wezenlijk belang voor de toekomstige verhouding worden beschouwd. De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,18 % van de aandelen in Extra Zekerheid Vennootschap B.V. Geen. Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Den Bosch Diverse provincies (onder andere Limburg) en praktisch alle Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, zijn aandeelhouder. De rechter heeft, in kort geding, bepaald dat Essents 50 % belang, in economische zin, in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ ("EPZ"), welke vennootschap onder meer eigenaar is van de kerncentrale te Borssele, niet mag worden mee verkocht aan RWE. Dit houdt in dat de Verkopende Aandeelhouders zowel het juridische als het economische eigendom van Essents 50 %-belang in EPZ zullen verkrijgen en daarmee de rechten om de publieke belangen te borgen (naast de borging die uitgaat vanuit de Rijksoverheid via o.a. de Kernenergiewet en de voorschriften in de aan EPZ verleende vergunning). De burgemeester neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 0,09 % van de aandelen in Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Het dividend is opgenomen in het totaalbedrag genoemd bij Enexis Holding N.V. - De rechter heeft in 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep kort geding. Hierbij is Delta in het gelijk gesteld. Essent heeft hierop cassatie aangevraagd. De bodemprocedure loopt nog en de uitkomst is hoogst onzeker. - Door de sterke daling van de energieprijzen sinds 2009 staat de eerder verwachte winstgevendheid voor de komende jaren verder onder druk.
Begroting 2011 / 108
Naam Vestigingsplaats Betrokkenen Doel Bestuurlijk belang
Financieel belang Ontwikkelingen
Bodemzorg Limburg B.V. Maastricht Airport De gemeenten in de provincie Limburg. Bodemzorg Limburg streeft er naar om de gesloten stortplaatsen een nuttige en verantwoorde bestemming te geven. Wethouder van openbare werken / stedelijk beheer, verkeer, infrastructuur, natuur en milieu en sport vertegenwoordigt de gemeente Roermond in de Algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Roermond bezit 1050 aandelen à € 0,45 nominaal. Dit is 1,9 % van het geplaatste aandelenkapitaal. Momenteel vindt een onderzoek plaats of vijfentwintig Navos locaties voor actief beheer door gemeenten kunnen worden overgedragen aan Bodemzorg Limburg. De nazorg van deze locaties kan er op basis van de solidariteitsgedachte toe leiden dat een bijdrage per inwoner moet worden geheven. Besluitvorming hierover heeft nog niet plaatsgevonden.
Begroting 2011 / 109
Begroting 2011 / 110
Paragraaf 7. Grondbeleid Achtereenvolgens wordt in deze paragraaf ingegaan op: visie gemeentelijk grondbeleid; overzicht grondexploitaties; verwachte exploitatieresultaten; financiële risico’s.
Visie gemeentelijk grondbeleid Het grondbeleid levert een bijdrage aan zowel grootschalige integrale ruimtelijke plannen als specifieke beleidsvelden die voor de gemeente Roermond belangrijk zijn zoals wonen, werken, financiën, groen en verkeer. De doelstellingen die worden beoogd met de ruimtelijke plannen en specifieke beleidsvelden zijn verwoord in de verschillende programma’s uit de begroting. Hierbij gaat het dan vooral om de programma’s sociale stad (herstructurering, wijkvoorzieningen), economisch sterke stad (economische ontwikkeling) en prachtige stad (woningbouw, natuur-, woon- en leefruimte). De doelstellingen binnen deze programma’s worden voor een (belangrijk) deel gerealiseerd door de uitvoering van grondexploitatieprojecten, op basis van de prioritering of fasering zoals weergegeven in de relevante begrotingsprogramma’s. Op 3 april 2008 heeft de gemeenteraad de Nota Grondexploitaties vastgesteld. In deze nota is de gemeentelijke visie betreffende het grondbeleid binnen grondexploitaties vastgelegd. Daarnaast is de nota bedoeld om spelregels vast te leggen voor de financiële kaders van grondexploitatieprojecten en de reserves. Verder biedt de nota duidelijkheid ten aanzien van de besluitvorming en inzicht in de wijze van informatieverstrekking en de te gebruiken methodieken (vaststelling grondprijzen). De gemeente voert een faciliterend grondbeleid bij locaties voor woningbouw, waarbij wordt uitgegaan van zelfrealisatie door marktpartijen. Voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen is OML B.V. (voorheen REO Midden-Limburg) opgericht.
Overzicht grondexploitaties In de bij deze begroting gevoegde bijlage 10 (begroting grondexploitaties 2011) is een overzicht opgenomen van de grondexploitaties zoals die momenteel worden gevoerd en zijn per plan de bijbehorende investeringen aangegeven. Deze ramingen zijn gebaseerd op de in het kader van de Jaarverantwoording 2009 geactualiseerde exploitatieberekeningen, inclusief het door de gemeenteraad op 11 februari 2010 genomen besluit inzake de samenvoeging van de grondexploitaties Jazz City en Landtong bedrijventerrein Willem Alexander. Conform de uitgangspunten uit de Nota Grondexploitaties is dit overzicht ingedeeld in: - in exploitatie genomen plannen (vastgestelde plannen); - nog niet in exploitatie genomen plannen (plannen in voorbereiding); - realiseringsovereenkomsten (projecten die geheel voor rekening en risico van externe partijen worden gerealiseerd).
Begroting 2011 / 111
Verwachte exploitatieresultaten Winst- en verliesneming Met betrekking tot het nemen van winst en verlies vormt de Nota Grondexploitaties het uitgangspunt. Als algemene richtlijn voor winst- en verliesneming geldt de grondregel, dat verliezen moeten worden genomen zodra deze te voorzien zijn (het voorzichtigheidsbeginsel) en winsten pas worden genomen wanneer ze gerealiseerd zijn (het realisatiebeginsel). Prognose winstnemingen Voor de in exploitatie genomen plannen is in het kader van de Jaarverantwoording 2009 een actuele exploitatieberekening opgesteld. In onderstaande tabel is per plan het actueel berekende resultaat weergegeven. Ook geeft deze tabel aan wanneer het verwachte positieve resultaat volgens de actuele berekeningen zal worden gerealiseerd. De boekwaardes van de grondexploitaties en de nog te verwachten investeringen en opbrengsten zijn opgenomen in bijlage 10. 2011 1.
Oolder Veste
120.650
2.
Stadsweide
120.150
3.
De Wijher 2 (Uitbreiding Spickerhoven 2)
4.
Merum Zuid
5.
Noordelijke en Oostelijke Stadsrandzone
6.
Bosstraat Zuid
7.
De Kamp Boukoul
8.
Rijksweg Noord 74 en 76
9.
Bedrijventerrein Reubenberg
2012
2013
2014
106.500 459.600 400 1.000 800
10. Jazz City/Landtong Willem-Alexander 11. Sportvelden Maastrichterweg
600
12. Koningin Regentesselaan 13. Schoolpad 14. Locatie 1 de Kemp 15. Locatie 4 de Kemp Totaal
349.100
460.200
400
De positieve resultaten op grondexploitaties worden pas gestort in de Algemene Reserve op het moment dat een grondexploitatie wordt afgesloten of op het moment dat de risico’s met betrekking tot de nog uit te voeren werken en de te verkopen gronden overzichtelijk en beperkt zijn. Daarom worden de stortingen van de positieve resultaten in de Algemene Reserve pas geraamd op het moment dat deze worden gerealiseerd. De positieve saldi van de exploitaties Noordelijke en Oostelijke Stadsrandzone, Oolder Veste en Merum Zuid zijn het resultaat van de in de realiseringsovereenkomsten voor deze projecten vastgelegde afspraken met de ontwikkelaars over de aan- en verkoop van gemeentegronden binnen de exploitatiegebieden. Voor de grondexploitaties Stadsweide, De Wijher 2 en Bedrijventerrein Reubenberg geldt dat de gronden zijn of worden verkocht tegen marktconforme prijzen. Aangezien deze prijzen hoger liggen dan de kostprijzen van de door de gemeente binnen die exploitatiegebieden te realiseren voorzieningen, resulteert dat in een positief resultaat. Begroting 2011 / 112
Voor de conform het raadsbesluit van 11 februari 2010 samengevoegde grondexploitaties Jazz City en Landtong Bedrijventerrein Willem Alexander wordt het resultaat pas verwacht in 2016. Van een aantal andere projecten is nog niet duidelijk of deze binnen de periode 2011-2014 dan wel daarna worden gerealiseerd. Prognose verliesnemingen Op basis van de in het kader van de Jaarverantwoording 2009 herziene exploitatieberekeningen worden op dit moment voor de grondexploitaties geen verliezen verwacht, waardoor het niet noodzakelijk is een voorziening te treffen.
Financiële risico’s Er kunnen zich ook niet te voorziene financiële tegenvallers voordoen, bijvoorbeeld onvoorziene vertragingen, hogere kostenstijgingen dan voorzien. Om deze onvoorziene tegenvallers te kunnen opvangen is een weerstandvermogen met een bepaalde omvang nodig. Bovendien zijn er maatregelen getroffen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Weerstandsvermogen In de Nota Grondexploitaties is vastgelegd, dat de hoogte van het weerstandsvermogen voor de risico’s binnen de grondexploitaties, jaarlijks in het kader van de Jaarverantwoording Grondexploitaties en de Programmabegroting wordt vastgesteld op basis van de volgende uitgangspunten: 10 % van de boekwaarde van de in voorbereiding zijnde exploitaties; 10 % van de nog te realiseren investeringen binnen de in exploitatie zijnde plannen. Als we kijken naar de herziene exploitatieberekeningen uit de jaarverantwoording 2009, dan dient de hoogte van het weerstandsvermogen op basis van deze uitgangspunten als volgt te worden berekend: in voorbereiding zijnde exploitaties € 240.000 in exploitatie zijnde plannen € 2.140.000 totaal € 2.380.000. De gemeente Roermond voert over het algemeen een passief grondbeleid en laat ontwikkelingen over aan marktpartijen. De financiële risico’s van de meeste ontwikkelingen in Roermond liggen derhalve bij de marktpartijen. Dit betekent ook dat de eventuele gevolgen van de huidige kredietcrisis over het algemeen bij de marktpartijen liggen. De gemeente Roermond kent slechts een beperkt aantal exploitaties waarbij de ontwikkelingsrisico’s bij de gemeente liggen. Voor de meeste van deze exploitaties geldt, dat de grondverkopen inmiddels zijn afgerond of zodanig ver zijn gevorderd dat de risico’s vanwege de kredietcrisis beperkt zijn. De kredietcrisis vormt op dit moment derhalve geen aanleiding om de door de raad vastgestelde norm ten aanzien van de omvang van het weerstandsvermogen bij te stellen. Beheersing risico’s Om een juist inzicht te krijgen in de aan de grondexploitaties verbonden risico’s heeft de gemeente een aantal maatregelen genomen, die zijn vastgelegd in de Leidraad Projectmatig Werken bij Grondexploitaties. Hierin is vastgelegd dat risico’s uitdrukkelijk in beeld moeten worden gebracht, onder andere via onderstaande maatregelen: voor de grondexploitaties wordt ieder kwartaal gerapporteerd aan het college, waarbij eventuele (dreigende) risico’s worden vermeld en indien noodzakelijk maatregelen worden voorgesteld; minimaal een maal per jaar (in ieder geval bij gelegenheid van de jaarverantwoording) worden alle grondexploitaties geactualiseerd; Begroting 2011 / 113
-
-
-
binnen de financiële administratie is op basis van de projectopzet een projectadministratie ingericht om zo het proces te kunnen volgen en te beheersen, waarbij door een koppeling met de kwartaalrapportages niet alleen inzicht bestaat in de financiële aspecten, maar ook in de planning, kwaliteit en procedures en processen; om een afdoende dossiervorming te bereiken is een format opgesteld met daarin afspraken en uitgangspunten voor de dossiervorming bij grondexploitaties zodat de juiste informatie beschikbaar is; bij voorstellen in het kader van de besluitvorming over of in relatie tot grondexploitaties wordt standaard ingegaan op de mogelijke risico’s; er zijn procesbeschrijvingen opgesteld voor de binnen de grondexploitaties voorkomende werkprocessen.
Begroting 2011 / 114
Paragraaf 8. Rechtmatigheid De Wet Dualisering Gemeentebestuur heeft met ingang van 2004 de gemeentelijke jaarverantwoording ingrijpend veranderd. Aanvullend op het getrouwheidsoordeel doet de externe accountant ook een uitspraak over de rechtmatigheid ervan: het rechtmatigheidsoordeel. Beide oordelen komen terug in de accountantsverklaring bij de gemeentelijke jaarrekening. Bij de jaarrekening 2009 is voor het eerst een rechtmatigheidsverklaring verkregen op basis van een controleprotocol zonder uitsluitingen. In 2008 heeft de gemeente Roermond deelgenomen aan een landelijke pilot van de VNG. Met deze pilot wil de VNG de effecten van de voorgestelde rechtmatigheidsrapportage onderzoeken om op basis hiervan gewijzigde regelgeving voor te stellen. De essentie hiervan is dat het college in de jaarrekening een afzonderlijke rechtmatigheidsrapportage opneemt en op die manier actief verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. De controlerende rol van de gemeenteraad wordt hierdoor versterkt. Deze pilot is daarna verlengd tot en met de jaarrekening 2009. In ons Jaarverslag 2009 is een afzonderlijke rechtmatigheidsrapportage opgenomen. Of de pilot ook zal leiden tot nieuwe regelgeving is op dit moment nog niet duidelijk. De gemeentelijke organisatie kent veel processen die qua aard en omvang onderling sterk verschillen. Een knelpunt was dat in het verleden de rechtmatigheid van het functioneren van de gemeentelijke organisatie niet altijd voldoende kon worden aangetoond. Hierin zijn inmiddels belangrijke verbeteringen aangebracht. De randvoorwaarden voor rechtmatig handelen zijn daarmee voldoende in onze organisatie ingebed. Wij zullen daarom in toekomstige begrotingen geen aparte paragraaf over de rechtmatigheid meer opnemen.
Begroting 2011 / 115
Begroting 2011 / 116
Paragraaf 9. Krimp en vergrijzing Algemeen Krimp en vergrijzing zijn onderwerpen die in Limburg nadrukkelijk aandacht krijgen al is de impact hiervan niet overal in Limburg gelijk. De verschillende prognoses van demografische ontwikkelingen worden door ons niet zondermeer onderschreven. Daarmee worden de demografische ontwikkelingen in Midden Limburg niet ontkend, maar de strategie die enkele jaren geleden is gekozen werpt op dit moment vruchten af. In 2009 is de Roermondse bevolking toegenomen met 0,81% (445 personen), wat met name te danken is aan een positief migratiesaldo. Roermond wijkt hiermee in positieve zin af van de regionale ontwikkeling. In de gezamenlijke omliggende gemeenten nam het aantal inwoners verhoudingsgewijs veel minder toe. De bevolking in Roermond is in 2009 meer dan twee keer zoveel gegroeid dan het E’til heeft voorzien. Het aantal inwoners per 1 januari 2010 (55.221) ligt al hoger dan het E’til als maximum inwoneraantal heeft voorzien voor 2017. In Midden-Limburg bleef het aantal inwoners in 2009 ongeveer gelijk. Ook de beroepsbevolking is de afgelopen jaren gestegen. Wij worden gesterkt in onze opvatting dat een proactieve benadering met als kernbegrippen lef, uniciteit, kwaliteit en samenwerking, in tegenstelling tot “het omarmen” van krimp, positieve effecten heeft op onze ruimtelijke en economische ontwikkeling, en als afgeleide daarvan ook op de demografische ontwikkeling. Wij willen de gekozen strategie verder doorontwikkelen en zullen de feitelijke ontwikkelingen op demografisch gebied nadrukkelijk blijven monitoren. De commissie Deetman brengt in opdracht van de provincie Limburg advies uit over de strategische keuzes die gemaakt moeten worden als gevolg van demografische ontwikkelingen. Het advies van de commissie zien wij tegemoet. Wonen In de regionale woonvisie worden afspraken gemaakt met betrekking tot de planvoorraad voor nieuwbouw van woningen. Rekening houdend met de E’til prognoses en de regionale groeiambities is er in de regionale woonvisie nog een groei van de benodigde woningvoorraad voorzien tot het moment waarop het aantal huishoudens gaat afnemen. Volgens de prognose van het E’til uit 2009 zal dat in Roermond in het jaar 2028 gaan plaatsvinden. In de regio treedt dit moment volgens deze prognose eerder op. Ook in kwalitatieve zin is sprake van verschillen tussen Roermond en de regio. In Roermond is nog sprake van een aanzienlijke groeipotentie voor doorstroming naar grondgebonden koopwoningen, terwijl in de regio de groei vooral betrekking heeft op woningen voor ouderen. In Roermond is dit laatste ook aan de orde, maar in mindere mate. Voor zowel doorstroming als de doelgroep ouderen worden plannen gerealiseerd en voorbereid. Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van vraag en aanbod op de woningmarkt is de herstructurering. In de regionale woonvisie is aangegeven dat in Roermond nog een aanzienlijke herstructureringsopgave ligt, die concreet moet worden vertaald in plannen. Samenwerking met woningcorporaties is daarbij essentieel. Na concrete vertaling van de herstructureringsplannen zullen deze worden betrokken bij de regionale afspraken over de plannen voor nieuwbouw van woningen. Werkgelegenheid In samenhang met de demografische ontwikkeling is het werkgelegenheidvraagstuk aan de orde. Geconstateerd kan worden dat de werkloosheid in Roermond afneemt. Er liggen echter nog meer kansen en opgaven op de arbeidsmarkt. Op basis van prognoses – mede in verband met de economische en de demografische ontwikkeling – zou verwacht kunnen worden dat de werkloosheid verder gaat dalen, met name vanwege uitstroom aan de “bovenkant”. Voorlopig zal daarom werk nog Begroting 2011 / 117
centraal staan in het beleid, maar er zal – ook vanwege het gegeven dat in de regio de werkloosheid lager is en de vergrijzing daar wat sneller aan de orde is – steeds minder een kwantitatief en meer een kwalitatief werkgelegenheidsprobleem komen. In delen van de arbeidmarkt zullen tekorten ontstaan, waarop gereageerd moet worden. De nadruk zal (nog sterker) op dienstverlening en zorg gaan liggen. Zeker voorlopig zal de nadruk dus blijven liggen op werkgelegenheid. Deze strategie kan in combinatie met promotie van een aantrekkelijk woonklimaat, voorzieningenniveau en de gevolgen van de verbeterde bereikbaarheid een positieve uitwerking hebben op de bevolkingsontwikkeling. Voorzieningen Uiteraard is er een relatie tussen bevolkingsomvang en voorzieningenniveau. Om echter te stellen dat woningbouw de voorzieningen op niveau zal moeten houden is te eenvoudig en niet effectief. Er bestaat een groot aantal factoren dat het draagvlak voor voorzieningen beïnvloedt: kostenstijgingen, organisatievraagstukken (bijvoorbeeld rond zorg, onderwijs en veiligheid), mobiliteit van klanten, verschuivingen in consumptie- en vrijetijdspatronen et cetera. De invloed van schaalvergrotingsprocessen (onder invloed van kostenstijgingen) is daarbij groot. Het effectief overeind houden van voorzieningen met woningbouw zou betekenen dat er veel meer gebouwd moeten worden dan nodig is voor de woningbehoefte. De regio zou derhalve niet moeten bouwen om voorzieningen overeind te houden, ze zou voorzieningen moeten combineren en verbinden. Dit is vooral een kwestie van slimme oplossingen bedenken in overleg met partijen in de verschillende kernen. Woningbouw zal gericht moeten zijn op de marktontwikkelingen en kan daarmee uiteraard wel een positief effect hebben op de bevolkingsontwikkeling.
Begroting 2011 / 118
Colofon De begroting 2011 is een uitgave van de gemeente Roermond. Telefoon: (0475) 359 999 E-mail:
[email protected] Internet: www.roermond.nl Fotografie: Har Franssen, gemeente Roermond Afdeling stadstoezicht, gemeente Roermond Drukwerk: Gemeente Roermond
Begroting 2011 / 119