Meerjarig Bestuurlijk Programma 2011 – 2014
Begroting 2011
.
Inhoudsopgave begroting 2011 RAADSVOORSTEL RAADSBESLUIT LEESWIJZER
7 11 13
1
Inleiding
15
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Bestuur en Organisatie Gemeenteraad College van burgemeester en wethouders Ambtelijke organisatie Organogram Strategische samenhang
23 23 23 24 25 25
PROGRAMMAPLAN 3 Programma’s 3.1 Economische Stimulering Kernthema Economische Speerpunten Kernthema Arbeidsmarkt Kernthema Onderwijs Kernthema Cultuur 3.2 Sociale infrastructuur Kernthema Armoedebestrijding Kernthema Integraal Jeugdbeleid Kernthema Meedoen & Zorg Kernthema Integraal Ouderenbeleid Kernthema Integraal Sportbeleid 3.3 Leefomgeving Kernthema Schoon en heel Kernthema Veiligheid Kernthema Mobiliteit & Parkeren 3.4 Ruimtelijke Ontwikkeling Kernthema Duurzaamheid & Milieu Kernthema Fysieke Leefomgeving 3.5 Bestuur en dienstverlening Kernthema Bestuurskracht Kernthema Financiering, Belasting & Dividenden Kernthema Dienstverlening Kernthema Professionaliteit Kernthema Transparantie 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Paragrafen Lokale heffingen (BBV, artikel 10) Weerstandsvermogen en risico’s (BBV, artikel 11) Onderhoud kapitaalgoederen (BBV, artikel 12) Financiering (BBV, artikel 13) Bedrijfsvoering (BBV, artikel 14) Verbonden partijen (BBV, artikel 15) Grondbeleid (BBV, artikel 16) Krimp
27 27 29 32 34 37 40 43 45 47 49 51 54 56 59 62 65 68 72 77 81 85 88 92 94 97 92 108 113 118 124 129 131 135
FINANCIELE BEGROTING 5 Financiële meerjarenbegroting 2010-2013 5.1 Uitgangspunten 5.2 Ontwikkeling 5.3 Taakstelling/ombuigingen 5.4 EMU-saldo 5.5 Overzicht baten en lasten
139 139 140 142 145 146
6 6.1 6.2 6.3 6.4
149 149 149 150 151
Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Gemeentefonds Dividenden Onvoorzien
BIJLAGEN 7.1 Effectmonitor 7.2 Projectenlijst 7.3 Begrippen en afkortingen 7.4 Subsidiesoorten/vormen 7.5 Totaal overzicht ‘Verbonden Partijen’
153 158 162 165 166
6
RAADSVOORSTEL Vergadering Vergaderdatum Registratienummer Agendapunt
gemeenteraad Heerlen 27 en 28 oktober 2010 2010/45992
Onderwerp MBP 2011-2014 Programmabegroting 2011 Inleiding/aanleiding Conform de Financiële Verordening gemeente Heerlen stelt de raad bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een Meerjarig Bestuurlijk Programma (MBP) voor de komende raadsperiode 2011 – 2014 vast. De raad doet dit op basis een programma-indeling en de daaraan kernthema’s. Tevens stelt de raad op voorstel van het college per programma effect indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid. Daarnaast stelt het college jaarlijks de begroting op over het eerste kalenderjaar van de 4 jaarlijkse beleidsperiode en biedt deze ter vaststelling door de raad aan. Het meerjarig bestuurlijk programma (MBP) is een nadere uitwerking van de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en geeft antwoord op de vraag wat we de komende vier jaar willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en wat het gaat kosten. Hierbij schetsen wij per programma onze ambities. De voortgang in het realiseren van deze ambities beschrijven wij aan de hand van de kernthema’s. Ook staan wij stil bij een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de stad. Kader Conform artikel 190 Gemeentewet bieden wij u hierbij het MBP 2011-2014 en de begroting 2011 aan. Bevoegdheid Op basis van artikel 191 van de gemeentewet is de raad bevoegd de begroting vast te stellen. De raad autoriseert met het vaststellen van de jaarlijkse begroting de lasten en de baten per programma en - daar waar prioriteiten zijn vastgesteld - per prioriteit op basis van artikel 5 van de Financiële verordening. Voorstel 1. a. Het Meerjarige Bestuurlijk Programma 2011-2014 vast te stellen, inclusief de financiële gevolgen uit paragraaf 5.2 vast te stellen; b. De begroting 2011 vast te stellen; c. Het college van burgemeester en wethouders autorisatie te verlenen tot bestedingen van de bedragen per programma. Argumenten 1.a.1 Het Meerjarig Bestuurlijk Programma 2011-2014 (MBP) geeft de richting en de ambities aan voor de komende bestuursperiode Als kaders voor het voorliggend MBP gelden het Coalitieakkoord ‘Heerlen Versnelt’, de kaderbrief en de stadsdeelgesprekken van het college. Veel is inmiddels bereikt maar er liggen nog grote en complexe uitdagingen en ontwikkelingen voor ons. Voorbeelden zijn de economische en financiële crisis, de a.s. Rijksbezuinigingen en de gevolgen van de krimp. Al deze onderwerpen zijn in het MBP 2011-2014 meegenomen en middels ambities en doelstellingen per programma en per kernthema vertaald in antwoorden de zogenaamde 3-w-vragen.
7
1.a.2 Door het benoemen van prioriteiten willen wij versnelling realiseren Naast onze wettelijke taken geven wij middels het MBP 2011-2014 prioriteit aan de volgende aandachtsgebieden: Participatie: ‘Meer Heerlenaren doen mee’ Herstructurering: ‘Een betere woon- en leefomgeving’ Stedelijke Dynamiek: ‘Sterkere economische en culturele structuur’ 1.a.3 De belangrijkste mutaties zijn zichtbaar gemaakt In de financiële tabel uit paragraaf 5.2 wordt de structurele en incidentele meerjarige begroting 2011-2014 gepresenteerd, waarbij inzichtelijk is gemaakt of er sprake is van een voordeel t.o.v de kaderbrief 2011. 1.a.4 Onze werkwijze is gericht op samenwerking en innovatie Onze werkwijze in het MBP 2011-2014 is gericht op onderling vertrouwen tussen Heerlenaren, onze partners en het stadsbestuur. Wij gaan actief naar samenwerkingsverbanden zoeken om zaken aan te pakken en wij vragen anderen dit ook te doen. Daarnaast gaan wij de creativiteit die onze stad rijk is de ruimte geven om samen tot onorthodoxe ideeën en oplossingen te komen. 1.b.1 De begroting 2011 geeft de concrete maatregelen voor het begrotingsjaar 2011 De raad stelt de begroting vast in het kader van haar kaderstellende en sturende rol. De begroting is gebaseerd op de besluitvorming en richtlijnen van de MBP kaderbrief 2011-2014. In deze begroting schetsen wij onze ambities. De voortgang in het realiseren van deze ambities beschrijven wij aan de hand van de afgeleide bestuurlijke programma’s. Ook staan wij stil bij een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de stad. 1.c.1 De meerjarenraming wordt sluitend De meerjarenraming die in het MBP 2011-2014 is gepresenteerd is nog niet sluitend. De over de programma’s te verdelen bezuinigingstaakstellingen voor de jaren 2012 tot en met 2014 zijn financieel nog niet verwerkt. In de kadernota 2012 zullen wij voorstellen doen voor wat betreft de mogelijke bezuinigingen vanaf 2012. Op basis van de besluitvorming en discussie van de gemeenteraad rondom de kadernota zullen wij de concrete invulling voorleggen in de conceptbegroting 2012. Tegenargumenten n.v.t. Kosten en dekking Zie paragraaf 5.2 van het MBP 2011-2014. Communicatie Persconferentie Persbericht Afzonderlijke begroting-(stads)krant eind oktober 2010. Evaluatie Conform planning- en controlcyclus door middel van afwijkingenrapportages (voor- en najaarsnota) en jaarrekening.
8
Planning, procedure en uitvoering Verspreiding naar de raadsleden op 5 oktober 2010 (aanbieding tijdens de raadsvergadering). Algemene beschouwingen op 27 en 28 oktober 2010. Verzending naar gedeputeerde staten (toezichthouder) vóór 15 november 2010. Bijlagen meegezonden MBP 2011-2014 Bijlagen ter inzage n.v.t.
Burgemeester en wethouders van Heerlen, de secretaris,
de burgemeester,
mw. C.L.A.F.M. Bruls
dr. P.F.G. Depla
9
10
RAADSBESLUIT Vergadering: Vergaderdatum: Registratienummer:
gemeenteraad Heerlen 27 en 28 oktober 2010 2010/45992
De raad der gemeente Heerlen; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. , registratienummer 2010/45992; gegeven de agendering door het Presidium; gehoord het advies van de raadscommissie voor; besluit:
1.
a. Het Meerjarige Bestuurlijk Programma 2011-2014 vast te stellen; b. De begroting 2011 vast te stellen; c.
Het college van burgemeester en wethouders autorisatie te verlenen tot bestedingen van de bedragen per programma.
Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 28 oktober 2010.
griffier,
voorzitter,
11
12
LEESWIJZER We hebben het nieuwe Meerjarig Bestuurlijk Programma (MBP) en de begroting 2011 met elkaar gekoppeld in dit boekwerk. We geven over de jaren 2011 tot en met 2014 zowel financieel als inhoudelijk inzicht in onze plannen. In het eerste deel van dit Meerjarig Bestuurlijk Programma (MBP) en begroting 2011 treft u algemene informatie aan over de strategische programmaoverstijgende thema’s, het bestuur, de organisatie en de strategische samenhang. Dit MBP en deze begroting volgen de wettelijke voorschriften. Het document is opgebouwd uit een ‘beleidsbegroting’ en een ‘financiële’ begroting. De beleidsbegroting bestaat uit de programma’s (economische stimulering, sociale infrastructuur, leefomgeving, ruimtelijke ontwikkeling en bestuur en dienstverlening) en de paragrafen (de hoofdstukken 3 en 4). De financiële begroting vindt u in hoofdstuk 5. Tot slot behandelt hoofdstuk 6 de algemene dekkingsmiddelen. In de programma’s staan de volgende vragen centraal: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag dat kosten? Deze zogenaamde W-vragen hebben wij als leidraad gebruikt bij de beschrijving van de programma’s. De kaders die gehanteerd worden bij het realiseren van onze doelen zijn opgenomen in de ‘paragrafen’. In de paragrafen wordt het functioneren van de bedrijfsvoering toegelicht, maar ook op welke manier wij invulling gaan geven aan de kaders rondom het grondbeleid en de lokale heffingen. Daarnaast maken weerstandsvermogen (inclusief een actueel overzicht van de risico’s), onderhoud kapitaalgoederen, financiering en verbonden partijen deel uit van de door het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) verplicht op te nemen paragrafen. In dit MBP zijn zoals in het Coalitieakkoord en de Kaderbrief aangegeven een aantal kernthema's naar andere programma's verplaatst. De bij deze kernthema's behorende cijfers uit eerdere jaren zijn, in verband met vergelijkbaarheid, dienovereenkomstig verplaatst. Dit heeft tot gevolg dat de cijfers uit de jaarrekening van 2009 en de begroting 2010 op programmaniveau niet aansluiten bij de in dit boekwerk gepresenteerde indeling. De cijfers uit de jaarrekening 2009 en 2010 zijn en zullen immers gepresenteerd worden volgens de oude indeling van de kernthema’s om de aansluiting met de bijbehorende begrotingen te houden. In de inleiding van dit MBP worden de bestuurlijke prioriteiten benoemd die leidend zullen zijn voor de activiteiten binnen alle programma’s. Deze prioriteiten richten zich op datgene wat wij in de stad willen realiseren: meer participatie, een betere woon- en leefomgeving en een hoogstedelijke dynamiek. Deze maatschappelijke doelen zijn verder geoperationaliseerd in de effectindicatoren zoals opgenomen in hoofdstuk 7.1.
13
14
1
Inleiding
De staat van de stad Heerlen staat er veel beter voor dan 10 jaar geleden door de successen die wij samen in de stad hebben bereikt. Heerlen is op de goede weg en moet op die weg blijven. Heerlen krijgt meer karakter en eigen profiel. Heerlenaren voelen zich steeds sterker verbonden met elkaar en met de stad. Wij durven onze successen weer te vieren. De stad glimlacht weer. Operatie Hartslag, de maatwerk aanpak op de arbeidsmarkt, Culturele Lente, treinstations de Kissel en Woonboulevard, buurtgericht werken, krachtwijk MSP, nieuwbouw CBS, Nieuwe Energie en het Mijnwaterproject, Maankwartier en ons armoedebeleid zijn hier concrete voorbeelden van. Ondanks deze successen hebben Heerlenaren en Heerlense bedrijven het op dit moment niet gemakkelijk. De algehele economische malaise heeft ook zijn effect op de Heerlense economie. De werkloosheid neemt ook hier toe en de investeringen lopen ook in Heerlen vertraging op. Terugkijkend naar de afgelopen bestuursperiode moet gesteld worden dat ook de gemeente enorm veel last heeft van de financiële en daaropvolgende economische crisis. Onze aanpak op arbeidsmarkt, de voortgang van de gebiedsontwikkelingen en de ontwikkeling van de economische speerpunten hebben flinke tegenslagen gehad in de tweede helft van de vorige periode. Het is nu tijd om de ambities en activiteiten voor de komende bestuurlijke periode te benoemen zodat wij op de weg blijven naar de stad zoals wij die hebben beschreven in onze Stadsvisie Heerlen 2026. De huidige economische situatie is geen reden om te twijfelen aan onze richting maar wel reden om te kijken naar de haalbaarheid van onze ambities en de effectiviteit van onze aanpak. Het is in ieder geval duidelijk dat de stad behoefte heeft aan uitvoering van beleid en niet aan het maken van beleid. De Kaders Voor u ligt het Meerjarig Bestuurlijk Programma 2011-2014 (MBP) met daarin de richting en ambities voor de komende 4 jaar. Op 13 april 2010 heeft de gemeenteraad unaniem het Coalitieakkoord ‘Heerlen Versnelt’ vastgesteld als kader voor dit MBP 2011-2014. Het Coalitieakkoord bevestigt dat we op de goede weg zijn en geeft als opdracht om te versnellen. Het College heeft deze opdracht opgepakt door het gesprek met de stad en de gemeenteraad aan te gaan in de vorm van stadsdeelgesprekken en een kaderbrief. De uitkomsten zijn dat wij weliswaar veel hebben bereikt maar dat wij ook nog een grote en complexe opgave voor de boeg hebben. Daarbij krijgen wij te maken met een aantal belangrijke ontwikkelingen waar we rekening mee moeten en zullen houden. De economie zakt in. De financiële crisis van 2008 heeft geleid tot een algehele economische crisis waar ook Heerlenaren en bedrijven in Heerlen enorm door worden getroffen. De vraag naar onze gemeentelijke voorzieningen neemt toe en voor mensen zonder werk wordt de route terug naar werk steeds moeizamer. Wij moeten ons er van bewust zijn dat mede door deze economische stagnatie veel mensen in Nederland zich zorgen maken over de toekomst en het gevoel hebben dat het alleen maar slechter kan gaan. Rijksbezuinigingen komen er aan. Om de maatregelen van de Rijksoverheid tegen de financiële crisis te financieren zal er vanaf 2012 door het Rijk worden bezuinigd. Dit treft de Heerlense burger direct en betekent dat er een zwaarder beroep op gemeentelijke voorzieningen zal worden gedaan. Bij de decentralisatie van taken richting gemeenten moeten wij alert zijn dat er naast taken en verantwoordelijkheden ook voldoende middelen naar gemeenten komen. Krimp wordt zichtbaar. Steeds meer regio’s in Nederland krijgen met krimp te maken, Heerlen en Parkstad lopen echter voorop. De gevolgen van krimp zijn met name voelbaar in de buurten. De leegstand wordt zichtbaar en de huizenprijzen dalen.
15
De Prioriteiten Om tot versnelling te komen worden voor de komende periode drie prioriteiten benoemd waar wij, naast onze wettelijke taken, geld voor vrijmaken en krachtig onze aandacht op vestigen. Participatie: ‘Meer Heerlenaren doen mee’ Herstructurering: ‘Een betere woon- en leefomgeving’ Stedelijke Dynamiek: ‘Sterkere economische en culturele structuur’ 1. Participatie Binnen deze prioriteit staat de mens centraal. Steeds meer Heerlenaren durven weer trots te zijn op Heerlen. Dit gevoel versterken is voor ons het doel. Het gaat om het vergroten van de zelfstandigheid van Heerlenaren en het stimuleren van talentontwikkeling bij alle Heerlenaren. Meer werkgelegenheid en meer Heerlenaren met een baan. Dit gaan wij doen door ons met name te richten op onderwijs, scholing, participatie, werk en bedrijvigheid. Onderwijs en scholing spelen een centrale rol. De in het Coalitieakkoord opgenomen ambities voor 4 Brede Maatschappelijke Voorzieningen (BMV) - elk met een basisschool – moeten hier vanuit de herstructurering een grote bijdrage aan leveren. De kwaliteit van het onderwijs en de onderwijsinfrastructuur moet dusdanig zijn dat de talenten van Heerlenaren optimaal worden gestimuleerd. Vanaf voorschools taalonderwijs tot en met re-integratie trajecten staan de mensen en hun talenten voorop. Door ons te richten op de mogelijkheden bij mensen zullen zo veel mogelijk mensen door kunnen stromen naar zelfstandigheid en werk. Het belang van bedrijvigheid en werk kan niet worden overschat. Het behouden van bestaande bedrijvigheid en werkgelegenheid, het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid en het stimuleren van ondernemerschap is de basis van onze economische structuur. Om het onze ondernemers, met name in het MKB, zo makkelijk mogelijk te maken leggen wij de komende jaren de nadruk op het faciliteren van onze economische speerpuntsectoren, het stimuleren van starters en het vereenvoudigen en verbeteren van onze dienstverlening voor alle ondernemers. Cultuur levert een belangrijke bijdrage aan participatie. Door de productie van cultuur en de beleving van cultuur geven wij Heerlenaren de mogelijkheid om iets te ondernemen met als belangrijk neveneffect dat een sterk cultureel aanbod een belangrijke vestigingsvoorwaarde is voor burgers en bedrijven. Zo veel mogelijk mensen moeten participeren en dat willen wij stimuleren. Participatie is een breed begrip en betekent vooral ‘mee doen’. Onze voornaamste inzet is om de arbeidsparticipatie in onze stad en regio te verhogen. Niet alleen de economische participatie in de vorm van werk of scholing maar ook maatschappelijke participatie draagt bij aan de vitaliteit van onze stad. Wij denken daarbij aan mantelzorg of activiteiten in het verenigingsleven of bij sportbeoefening. Met name voor de mensen die geen baan hebben is dit een manier om toch mee te doen en een bijdrage te leveren. Het belangrijkste is dat iedereen een kans krijgt om mee te doen. Materiële en immateriële armoede is vaak voor mensen een behoorlijke drempel bij de overweging om deel te nemen. Het effect van rijksbezuinigingen op armoedebestrijding mag in dat opzicht niet worden onderschat.
16
Prioriteiten Participatie:
Wij geven Heerlenaren zekerheid door nu af te spreken dat het armoedebeleid, de komende vier jaar op het huidige niveau in stand zal worden gehouden.
Het schoolzwemmen wordt gecontinueerd en daar stellen wij in 2011 € 125.000 en vanaf 2012 tot 2014 € 250.000 voor beschikbaar.
De sectorconvenanten en werkgeversarrangementen breiden we uit. We vergroten het aantal leerwerkbedrijven om meer werkervaring- en stageplekken te creëren. Als gemeente geven we zelf het goede voorbeeld door het bieden van tenminste 25 werkervaringplekken per jaar voor mensen in de bijstand.
De kortingsregeling voor arme kinderen wordt voor € 250.000 per jaar gecontinueerd tot 2014.
We gaan de startersfaciliteit/leerwerkbedrijf nieuwe energie met de Hoge School Zuyd, LIOF en Provincie Limburg uitwerken;
Voor de realisering van de unilocatie Zonnewijzer maken wij geld vrij.
Ter stimulering en ondersteuning van de economische speerpunten gaan wij onze inzet nadrukkelijker richten op het stimuleren van ondernemersnetwerken, met name in het MKB, en het faciliteren van concrete initiatieven uit die netwerken.
In het belang van een duurzaam verenigingsleven en de betaalbaarheid van voorzieningen maken wij geld vrij om het aantal sportaccommodaties terug te brengen en de accommodaties die moeten blijven zo in te richten dat zij voldoende capaciteit hebben en duurzaam zijn.
2. Herstructurering De nadruk ligt hier op de buurt. Heerlenaren zijn trots op hun buurt en wonen er graag. Dat gevoel willen wij versterken. Daarnaast is het toekomstperspectief van de woon- en leefomgeving een zeer belangrijke vestigingsfactor voor mensen en bedrijven van buitenaf. Juist in een periode van bevolkingskrimp moeten wij onze buurten fysiek, sociaal en economisch herstructureren, zodat Heerlen op termijn beschikt over een divers maar altijd hoogwaardig en aantrekkelijk palet van woonmilieus. De herinrichting van ons groene en blauwe structuren en meer speelruimte voor kinderen in de buurten biedt kansen die wij willen pakken. Schoon, heel en veilig zijn ook bij herstructurering de basisvoorwaarden. Het versterken van onze buurten is een langdurige en kostbare opgave. De rol van buurtgerichtwerken hierbij is cruciaal om zo met de buurten in gesprek te blijven en samen tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Het is een opgave waar wij anderen voor nodig hebben. Zonder een gezamenlijke aanpak van bewoners, buurtverenigingen, buurtgerichtwerken, zorg- en welzijnsinstellingen, lokale ondernemers, woningcorporaties, andere overheden, investeerders en creatievelingen zal het niet lukken. Onze prioriteit ligt in de buurten MSP, Hoensbroek-Centrum/Passart, Vrieheide-De Stack en Heerlen-Centrum. Duurzaamheid is ook bij de herstructurering het leidend principe. Op die manier geven wij ook concreet in de leefomgeving invulling aan het thema Nieuwe Energie. De herstructurering van deze vier gebieden gaat nog jaren duren en elk gebied bevindt zich in een eigen fase. Gezien de urgentie maar ook de omvang en complexiteit van de regionale herstructureringsopgave hebben wij de programmeringsbevoegdheid bij de Stadsregio Parkstad Limburg neergelegd. Vanuit deze uitvoeringsorganisatie wordt er gezorgd voor duidelijke programmeringskaders, de alliantie met de Provincie Limburg en een krachtige lobby richting Rijk en Europa. Om een versnelling op deze prioriteit te realiseren zetten wij de komende vier jaar in op de realisatie van de vier Brede Maatschappelijke Voorzieningen zoals opgenomen in het Coalitieakkoord. In Molenberg en Heerlerheide ronden wij
17
daarmee de herstructurering af en in Hoensbroek en MSP gaan wij de herstructurering in die buurten met deze investering een impuls geven. Heerlerheide leveren wij begin 2011 op en in MSP, Hoensbroek en Molenberg doen wij dat in 2014. Waar het mogelijk is en waar het tot versnelling of kostenbesparing kan leiden zullen wij de BMV inbrengen in een bredere fysieke ontwikkeling in die buurt. In Vrieheide-De Stack ligt de nadruk de komende 4 jaar op de uitwerking van de aanpak en het mobiliseren van partijen zoals woningbezitters, de Provincie en het Rijk om mee te doen zodat wij hopelijk nog deze periode met de uitvoering kunnen beginnen. Naast de BMV’s moet de gemeentelijke regierol in de vier ontwikkelgebieden de komende tijd verder vorm krijgen. Daarin gaan wij extra investeren zodat wij partijen nog beter kunnen binden, middelen kunnen verwerven, ideeën kunnen uitwerken en de uitvoering op gang kunnen brengen. Alle middelen die wij in een buurt investeren zetten wij in om andere partijen te overtuigen samen met ons in deze buurten te investeren. Alles als gemeente zelf betalen is immers onhaalbaar. Prioriteiten Herstructurering:
Wij ronden de herstructurering in Molenberg en Heerlerheide af en geven de herstructurering van Hoensbroek en MSP een impuls met de realisatie van 1 Brede Maatschappelijke Voorziening in elk van deze 4 gebieden. Voor de investering en de exploitatie maken wij, naast eerder gereserveerde gelden, een structureel bedrag oplopend naar € 3,5 miljoen in 2016 beschikbaar.
Voor de duurzame groene inrichting van plekken die leegkomen als gevolg van sloop maken wij extra geld vrij oplopend van € 150.000 in 2011 tot € 400.000 in 2014.
Wij zetten extra mensen en middelen in om het masterplan Hoensbroek en het wijkactieplan MSP in het kader van de regionale wijkenaanpak tot uitvoering te brengen op een manier dat past bij een stad waar nieuwe energie en duurzaamheid leidend zijn. Begin 2011 presenteren wij aan de gemeenteraad het actieplan herstructurering voor de komende 4 jaar waarin wij de middelen voor zowel het proces als de investeringen zullen uiteenzetten.
3. Stedelijke Dynamiek Deze prioriteit richt zich op de stad en de hoogstedelijke kwaliteiten die wij in Heerlen gaan uitbreiden. Heerlen is het energieke hart van Parkstad Limburg. Heerlen en Parkstad hebben een stedelijke dynamiek waarmee wij ons kunnen onderscheiden van andere steden en regio’s. Dat onderscheid zit in de Culturele Lente dat van onze binnenstad een bruisend, verrassend en gastvrij centrum maakt, het thema Nieuwe Energie in de brede zin dat nauw aansluit bij onze mijngeschiedenis en de nabijheid van en steeds betere verbindingen met Aken en de daar gevestigde technische topuniversiteit. Heerlen en Parkstad worden daardoor steeds belangrijkere spelers in de strijd tussen stedelijke regio’s om bedrijven, instellingen en inwoners. Heerlen weet mensen en bedrijven steeds beter te boeien en te binden. Het laten zien en vieren van successen speelt hierbij een belangrijke rol. De afgelopen jaren heeft de Culturele Lente een aantal toonaangevende evenementen, exposities en voorstellingen voortgebracht waar wij Heerlen en Parkstad op de kaart hebben gezet. Cultuur van hoogstedelijke kwaliteit. Evenementen zoals het WK Wielrennen, Cultura Nova en het bidboek Culturele Hoofdstad Maastricht 2018 zijn momenten waarop wij de komende periode onze kwaliteiten goed in de nationale en internationale ‘etalage’ gaan zetten. De komende vier jaar gaan wij daarom nadrukkelijker aan de slag met de promotie van onze stad en regio. De aanpak van het centrum, bekend onder de naam integrale centrumvisie (ICV), maakt onderdeel uit van de regionale strategische agenda en wordt krachtig voortgezet waarbij middelen vanuit het Cofinancieringsfonds en de Regiodialoog zullen worden ingezet op het moment dat projecten tot uitvoering komen. Vaak is veel succes te behalen met kleine dingen. Daarvoor stellen wij incidenteel
18
€ 500.000 investeringsbudget beschikbaar. Voor de proceskosten stellen we middelen beschikbaar vanuit het MBP prioriteitenbudget. Op en rondom Avantis stimuleren wij de totstandkoming van een onderscheidend en optimaal bereikbaar economisch cluster Nieuwe Energie. Promotie en acquisitie heeft bij de ontwikkeling van dit cluster en dit bedrijventerrein prioriteit. Wij zetten ons daarom tot het uiterste in om het onderzoeksinstituut Solaris op Avantis te realiseren en ondersteunen wij nadrukkelijk het initiatief om een siliciumfabriek op Chemelot te vestigen. Op deze manier kunnen wij in Zuid-Limburg de volledige keten ‘van zand tot klant’ op het gebied van zonne-energie clusteren en wordt het gebied zeer aantrekkelijk voor andere bedrijven in deze sector. Prioriteiten Stedelijke Dynamiek:
Voor de uitvoering van het actieprogramma Nieuwe Energie maken wij voor vier jaar jaarlijks € 500.000 vrij. Begin 2011 presenteren wij aan de gemeenteraad een Actieprogramma Nieuwe Energie waarin wij aangeven hoe wij deze middelen willen inzetten.
Ter stimulering van de Culturele Lente zetten wij € 1 mln. in waarvan € 260.000 voor 2 jaar uit het cofinancieringsfonds en € 740.000 structureel. Het College stelt een taskforce Culturele Lente in onder leiding van de algemeen directeur. Voorjaar 2011 presenteren wij aan de gemeente- raad een Actieprogramma Culturele lente waarin wij aangeven hoe wij deze middelen willen inzetten.
Voor de realisatie van de Avantislijn richting Aken stellen wij eenmalig € 1 mln. beschikbaar uit het cofinancieringsfonds.
Voor de uitvoering van projecten in het kader van de Integrale Centrumvisie presenteren wij begin 2011 een meerjarig actieprogramma met investeringsplanning. Voor de grootschalige projecten zetten wij het cofinancieringsfonds en het regiodialoogfonds in. Voor de kleine initiatieven stellen wij in 2011 incidenteel € 500.000 investeringsbudget beschikbaar. Voor de proceskosten stellen we middelen beschikbaar vanuit het MBP prioriteitenbudget.
Voor de realisatie van openbare toiletten in het centrum stellen wij een investeringsbudget beschikbaar.
De exploitatie van de bewaakte fietsenstalling wordt verlengd doordat wij daar vanaf 2012 € 75.000 per jaar voor vrijmaken.
Een totaalbeeld van alle prioriteiten staat in de tabel in hoofdstuk 5.2 onder de kop ‘beslispunten MBP’. De werkwijze: Samenwerken & innoveren om versneld tot uitvoering te komen De opgave voor de komende vier jaar is om uit te voeren. Van praten en schrijven naar uitvoeren en opleveren. Om te versnellen wat wij al in gang hebben gezet op een drietal prioriteiten. Die versnelling kan alleen als er onderling vertrouwen is tussen Heerlenaren, onze partners en het stadsbestuur. Wat ons betreft is dat vertrouwen er en moeten wij op basis van dat vertrouwen elkaar de ruimte geven om de versnelling mogelijk te maken. Wij gaan meer en beter samenwerken. Wij gaan actief op zoek naar samenwerkingsverbanden om onze prioriteiten te vertalen van woorden naar concrete resultaten en wij vragen anderen dit ook te doen. De externe oriëntatie van bestuur en organisatie wordt versterkt. Het betrekken van burgers, bedrijven en organisaties uit de stad en het binden en boeien van partners buiten de stad is een keiharde randvoorwaarde om onze ambities waar te kunnen maken. De samenwerking binnen Parkstad, met de Provincie Limburg en met onze buursteden Sittard-Geleen, Maastricht en Aken zijn hierin cruciaal. Met het huidig financieel perspectief is het van groot belang dat de gemeente solide financieel beheer toepast en de samenwerking opzoekt met anderen om de krachten te bundelen. Het kan gaan om financiële middelen maar ook het bundelen van uitvoeringstaken, kennis, menskracht en lobbykracht draagt direct bij
19
aan de doelmatigheid bij alle partijen. Wij moeten de uitvoering versnellen. Meer van hetzelfde is geen optie, wij moeten op zoek naar innovaties. Innovatie is een keiharde voorwaarde als we met bestaande middelen in minder dan ideale omstandigheden een versnelling willen realiseren. Zowel op de prioriteiten als op de wettelijke taken als in onze bedrijfsvoering zullen wij moeten innoveren om de middelen vrij te maken voor de versnelling. Wij gaan de creativiteit die onze stad rijk is de ruimte geven om samen tot onorthodoxe ideeën en oplossingen te komen. Hiermee stimuleren wij de ook de economie. Kennis, innovatie en ondernemerschap zijn naar onze mening de sleutels tot welvaartsgroei en tot de oplossing van veel maatschappelijke vraagstukken waar burgers zich zorgen over maken. De Financiën Bij een MBP hoort een meerjarig financieel perspectief. Het uitgangspunt is het resultaat na vaststelling van het MBP 2011-2014 zoals voorgelegd aan de gemeenteraad in oktober 2010 en exclusief de ten tijde van opmaken van dit MBP nog niet uitgewerkte septembercirculaire. Meerjarenbegroting (zie hoofdstuk 5.2) (x €) Kaderbrief inclusief veronderstelde 5% korting op de Algemene Uitkering MBP 2010-2014 inclusief mutaties algemene uitkering Saldo na MBP
2011
2012
2013
2014
1.731.000
-3.399.000
-4.496.000
-4.520.000
-1.646.000 85.000
-992.000 -4.391.000
-855.000 -5.351.000
-1.283.000 -5.803.000
In dit overzicht hebben wij, zoals afgesproken in het Coalitieakkoord en opgenomen in de Voorjaarsnota 2010 en de Kaderbrief, de veronderstelde 5% korting op de algemene uitkering vanaf 2012 meegenomen. Een bedrag van jaarlijks € 5,625 miljoen. De vraag is of en hoe de nog niet bekende korting op de algemene uitkering moet worden verwerkt om een realistisch beeld te geven van onze meerjarige financiële positie. Dat wij ons er op moeten voorbereiden is duidelijk maar hoe wij het moeten duiden en inboeken in zijn geheel niet. Ten eerste speelt de vraag of deze bezuiniging zal plaatsvinden, in welke mate, op welke termijn en met welk verloop. Daarnaast hopen wij dat een deel van de bezuinigingen zullen plaatsvinden op zaken waarvan wij ook van mening zijn dat er bezuinigd kan worden met als gevolg dat die rijksbezuiniging voor onze begroting geen negatieve gevolgen heeft. Als wij uitgaan van wat wij nu zeker weten dan ziet het meerjarig financieel overzicht er als volgt uit. Meerjarenbegroting exclusief korting (x €) 2011 Kaderbrief exclusief veronderstelde 5% korting op de Algemene Uitkering 1.731.000
2012
2013
2014
2.226.000
1.129.000
1.105.000
MBP 2010-2014 inclusief mutaties algemene uitkering Saldo na MBP
-992.000 1.234.000
-855.000 274.000
-1.283.000 -178.000
-1.646.000 85.000
Aangezien de landelijke formatie veel langer heeft geduurd dan verwacht, hebben wij nog steeds geen antwoorden op bovenstaande vragen en kunnen wij alleen stellen dat de voortdurende onzekerheid hierover een juiste verwerking van de veronderstelde bezuiniging onmogelijk maakt. Conform de afspraken met de Gemeenteraad hebben wij de mogelijke korting van 5% in de meerjarenbegroting verwerkt maar gezien de onzekerheden nog niet op een verantwoorde wijze naar programma’s of kernthema’s kunnen toeschrijven. Op het moment dat er vanuit Den Haag meer duidelijkheid komt zullen wij deze algemene bezuinigingstaakstelling vertalen naar gerichte bezuinigingen binnen de programma’s.
20
Bezuinigingen De bezuinigingen zijn onder te verdelen in 3 clusters. Ten eerste hebben wij in de programmabegroting 2010 een bezuinigingspakket afgesproken van € 10,1 miljoen in 2010 oplopend tot € 11,9 miljoen in 2013. Vervolgens hebben wij de financiële tegenvaller uit de Voorjaarsnota 2010 niet in de begroting verwerkt, het College moet en zal deze tegenvaller van € 1,3 miljoen binnen de bestaande begroting moeten oplossen. Als laatste ligt er sinds de Voorjaarsnota 2010 de algemene bezuinigingstaakstelling ter voorbereiding op de korting op de algemene uitkering met als uitgangspunt € 5,625 miljoen vanaf 2012. Zonder een extra ombuigingsoperatie presenteren wij voor 2011 een sluitende begroting. Vanaf 2012 krijgen wij te maken met de hierboven geschetste onzekerheid van de veronderstelde 5% korting op de algemene uitkering. Door deze geprognosticeerde inkomstendaling zijn er vanaf 2012 tekorten in de meerjarenraming. Wij hebben voor de jaren 2012 tot en met 2014 vooralsnog een algemene taakstelling opgenomen (zie hoofdstuk 5.2) die wij, op het moment dat er meer duidelijkheid komt uit Den Haag, gaan verdelen over de programma’s en kernthema’s. In de kadernota 2012 hopen wij over die duidelijkheid vanuit het Rijk te beschikken zodat wij voorstellen kunnen doen wat betreft de mogelijke bezuinigingen vanaf 2012. Op basis van de besluitvorming en discussie van de gemeenteraad rondom de kadernota zullen wij de concrete invulling voorleggen in de conceptbegroting 2012. Lokale lasten De lokale lastendruk was in Heerlen tot 2007 relatief hoog. Vanaf 2007 zien wij echter dat onze positie op de COELO-lijst daalt. Met andere woorden, in Heerlen stijgt de lastendruk beduidend minder snel dan in andere steden. Van een plek bovenaan de lijst zitten wij nu in de middenmoot. Die ontwikkeling willen wij doorzetten en dus laten wij de lokale lasten met niet meer dan een inflatiecorrectie van 2% stijgen. Algemene reserve Wij zijn verheugd te melden dat wij de algemene reserve op niveau hebben gebracht. Wij beschikken nu over voldoende reserves om alle risico’s, zouden zij zich tegelijkertijd voordoen, af te dekken.
21
22
2
Bestuur en Organisatie
2.1 Gemeenteraad Aan het hoofd van de gemeente staat de raad. De leden van de raad worden elke 4 jaar direct gekozen door de bevolking en treden namens hen op. Zij stellen beleid vast (kaderstellende taak) en besturen de stad op hoofdlijnen. Ook controleert de gemeenteraad of het College van burgemeester en wethouders hun werk goed uitvoeren (controlerende taak). Het aantal raadsleden binnen een gemeente is afhankelijk van het aantal inwoners en kan variëren van minimaal 7 tot maximaal 45 raadsleden. De gemeenteraad van Heerlen heeft 37 raadsleden. De raad bepaalt het beleid (op hoofdlijnen) en neemt de belangrijke beslissingen zoals het vaststellen van de begroting. Bovendien heeft de raad met de invoering van het dualisme meer instrumenten om het college te controleren. Juist omdat raadsleden zich nu minder met details bezig gaan houden ontstaat er meer ruimte voor contact met de burgers. Het volksvertegenwoordigen komt weer op de eerste plaats. De raad van de gemeente Heerlen is als volgt onderverdeeld: Socialistische Partij (SP) 9 zetels Christen Democratisch Appèl (CDA) 6 zetels Partij van de Arbeid (PvdA) 4 zetels Stadspartij Heerlen 4 zetels Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 3 zetels Ouderenpartij Heerlen 3 zetels Leefbaar Heerlen 2 zetels Hart-Leers 2 zetels D66 2 zetels Trots op Nederland 1 zetel GroenLinks 1 zetel Totaal 37 zetels De gemeenteraad heeft vijf commissies ingesteld, te weten: Bestuur en Dienstverlening (BD) Economische Structuur (ES) Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) Sociale Infrastructuur (SI) Leefomgeving (LO) De commissies zijn als het ware het vooroverleg voor de raadsvergadering. 2.2 College van burgemeester en wethouders Burgemeester P.F.G. Depla Wettelijke taken burgemeester Veiligheid Bestuurskracht Professionaliteit Transparantie Niet gebonden aan huidige kernthema's: Lobby betrokkenheid economie Regionale en internationale samenwerking, Parkstad Voorzitter College Voorzitter Gemeenteraad
23
Wethouder M.F.A. de Wit-Romans (SP) Arbeidsmarkt Economie Onderwijs Niet gebonden aan huidige kernthema's: Centrum Heerlen (samen met wethouder Smeets), centrum Hoensbroek/Passart Wethouder P.M.A van Zutphen (SP) Armoedebestrijding Participatie en zorg Integraal jeugdbeleid Wethouder A.J. Smeets (PvdA) Fysieke leefomgeving Cultuur Niet gebonden aan huidige kernthema's: Centrum Heerlen (samen met wethouder de Wit) Demografische ontwikkeling Wethouder N.A. Aarts (Stadspartij Heerlen) Financiën, inclusief belastingen Inkoop en Aanbesteding en deelnemingen Beheer en onderhoud, inclusief begraafplaatsen en vastgoed Mobiliteit Wethouder F.W.J. Gillissen (Ouderenpartij en D66) Publieke Dienstverlening Sport + sportaccommodaties, (sport)evenementen Afvalverwerking, milieu en duurzaamheid Integraal ouderenbeleid Coördinatie Buurtgericht werken 2.3 Ambtelijke organisatie Afdeling 25 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 38 39 46 48 50 51 Totaal Concern
Afdelingsnaam Directie Strategie & Control P.O.I. Facilities Communicatie JURAP Adm. en Onderzoek Project Management Beheer en Onderhoud Integrale Veiligheid Stadsplanning Welzijn Werkg. en Sociale Zaken Griffie Schunck Publiekszaken Historisch Goud
FTE 4,0 17,6 27,7 79,4 18 22 59,5 20,3 118 103 58 38 158 5,0 105,5 80 26 940
24
Programmasturing De beleidsbegroting is een programmabegroting. Dat wil zeggen dat de begroting is opgebouwd op basis van door de gemeenteraad vastgestelde thematische programma's. De werkwijze van de ambtelijke organisatie ondersteunt deze focus op programma's. Elk programma is toegewezen aan een programmadirecteur. Deze directeur is ambtelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de in de begroting vastgestelde doelstellingen. Met de vakafdelingen spreekt hij/zij af welke resultaten hiervoor worden gerealiseerd en welke activiteiten hiervoor worden uitgevoerd. De afdelingen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en rapporteren aan de directie. De directie bewaakt de programmaoverstijgende zaken. 2.4 Organogram
Gemeenteraad
Griffie
College Burg. en Weth.
Directie
SCHUNCK Glaspaleis
Strategie en Control
Projectmanagement
Beheer en Onderhoud
P.O.I.
Facilities
OOV IV
Communicatie
Stadsplanning
Jurap
Welzijn
Administratie en Onderzoek
Werkg en Soc. Zkn
Publiekszaken
2.5 Strategische samenhang De samenhang tussen onze kaders is in de vorige MBP periode enorm versterkt. Daar waar Heerlen en Parkstad in het verleden extern bekend stond als een gebied dat niet durft te kiezen, bleek uit de laatste bestuurskrachtmonitor (bestuurskrachtprofiel gemeente Heerlen dec. 2008) dat Heerlen duidelijke keuzes heeft gemaakt en is er een duidelijke lijn in onze agenda. In de Stadsvisie Heerlen 2026 benoemen wij vier streefbeelden voor Heerlen: Centrumstad, Ondernemende stad, Netwerkstad, Jeugdige stad. Hierboven stelt de stadsvisie als overkoepelend en verbindend thema Heerlen als Energiek hart van Parkstad. Vanuit die vijf thema's hebben wij op Parkstad niveau een Top-5 strategische agenda geformuleerd die nauw aansluit op de stadsvisie: Parkstad Centrum (Centrumstad & Jeugdige stad), Gebiedsontwikkeling Parkstadring (Ondernemende stad), Grensoverschrijdend Openbaar Vervoer (Netwerkstad), Stedelijke Herstructurering (Centrumstad & Jeugdige stad) en Campus Nieuwe Energie Avantis (Energiek hart). Vervolgens hebben wij die Top-5 agenda gepositioneerd op de agenda van Zuid-Limburg via het Stedelijk Netwerk en op de agenda van de Euregio via de MAHHL samenwerking.
25
Historisch Goud
In onze programma's komt de strategische agenda op drie manieren terug. De ontwikkelkant zit in de programma’s Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Stimulering, de randvoorwaardelijke zaken zitten in de programma's Leefomgeving en Sociale Infrastructuur. De lobby en financiering komt terug in het programma Bestuur en Dienstverlening. In elk van de programma's zitten prioriteiten ter ondersteuning van onze strategische agenda. Om het concreet te maken noemen wij een aantal voorbeelden van prioriteiten in het MBP en in deze programmabegroting. Bij het programma Leefomgeving staat de Avantislijn richting Aken hoog op de agenda (Netwerkstad). Bij Economische Stimulering is het onderzoeks- en innovatie instituut Solaris een goed voorbeeld van onze inspanningen (Energiek hart). Binnen sociale infrastructuur proberen wij participatie te stimuleren om de weg naar de arbeidsmarkt zo kort mogelijk te houden (Ondernemende stad) en in het programma ruimtelijke ontwikkeling draait het vooral om onze herstructureringsgebieden. Het programma Bestuur en dienstverlening ondersteunt dit alles met de lobby en het optimaal coördineren van geldstromen ten behoeve van de uitvoering van de strategische agenda.
26
PROGRAMMAPLAN 3
Programma’s
3.1 Economische Stimulering Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
M.F.A. de Wit- Romans en A.J. Smeets D. Schipperheijn
Inleiding Heerlen is een stad van bijna 90.000 inwoners, 50.000 arbeidsplaatsen en 5.000 bedrijven en instellingen. Heerlen is het centrum van Parkstad Limburg met bijna 240.000 inwoners, de vijfde stad van Nederland. Stad van de Woonboulevard, met jaarlijks ruim 3 miljoen bezoekers de grootste van West-Europa. De stad waar de culturele lente bloeit en jonge ondernemers zich aangesproken voelen door de open sfeer. We hebben de beste hogeschool van het land, de Open Universiteit en de hoofdkantoren van verschillende wereldwijd opererende bedrijven als DSM en APG. Maar we hebben ook te maken met één van de hoogste werkloosheidspercentages van Limburg, waar één op de drie burgers niet participeert op de arbeidsmarkt. Kortom, Heerlen is een stad waar de economie tal van uitdagingen én tal van mogelijkheden kent. Het gaat steeds beter met Heerlen. We hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan het versterken van onze eigen kracht. De crisis, die ons hard treft, heeft ons ook laten inzien dat we meer dan ooit moeten vertrouwen op onze eigen potentie. Het doel van het programma economie is het realiseren van meer economische activiteit, met een duurzaam karakter. We doen dat door uit te gaan van twee principes: economie, arbeidsmarkt en onderwijs zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden én we blijven op koers met onze economische speerpunten: Nieuwe Energie, Detailhandel, ICT & Dienstverlening en Medische Technologie & Zorg. Hierbinnen heeft Nieuwe Energie topprioriteit. Creatieve Industrie is een groeicluster dat we de komende jaren nadrukkelijk gaan stimuleren. Cultuur en creatieve industrie zijn van groot belang voor de ontwikkeling van de stad en met name de economie van de stad. Wij zien het als een cruciale vestigingsvoorwaarden voor zowel mensen als bedrijven. Het blijven stimuleren van de ‘culturele lente’ heeft daarom ook onze prioriteit. Economie stopt niet bij de gemeentegrens. Willen we vooruit dan moeten we met open ogen naar de regio, de rest van het land en onze buurlanden kijken. De economische structuur van Heerlen is immers onlosmakelijk verbonden, en dus afhankelijk, van de majeure sociale, fysieke en economische ontwikkelingen in de regio’s en de buurlanden om ons heen. In het programma economie richten we ons de komende jaren in het bijzonder op Nieuwe Energie. Hiervoor hebben we ook extra middelen gereserveerd. Nieuwe Energie past bij ons, past bij ons verleden en schept mogelijkheden voor de toekomst. Om die reden gaan wij er alles aan doen om het innovatie- en onderzoeksinstituut Solaris in Heerlen gerealiseerd te krijgen en willen wij het mijnwaterproject verder doorontwikkelen. Wat staat ons te wachten de komende jaren? Wij hebben te maken met een transformatie naar een meer kennis gedreven economie. Dat zal vooral een grote impact hebben op onze economische thema’s onderwijs en arbeidsmarkt. Maar ook de ontwikkeling van technologieën heeft invloed op onze economische speerpunten, met name op Nieuwe Energie. Tot slot denken wij dat het belang van Creatieve Industrie en cultuurparticipatie steeds groter wordt. Wat willen wij bereiken? ‘Het versterken van onze economische structuur’, dat willen we bereiken met het programma economische stimulering. We willen een economie die tegen een stootje kan, waar sprake is van een zo groot mogelijke participatie van inwoners én bedrijven. Ons uitgangspunt is dat economie voor iedereen is.
27
We willen dat iedereen op de ladder staat en vervolgens een trede hoger. Onze rol draait voornamelijk om begrippen als versterken, faciliteren, regisseren, identiteit, binding met de stad en compleet en passend aanbod. We weten dat ‘de economische structuur’ talloze raakvlakken heeft met de andere programma’s en dat we over de stads- en landsgrenzen heen moeten kijken. We stellen ons binnen het programma een aantal concrete doelstellingen die voor ons de komende jaren richtinggevend zullen zijn. ‘Het beste onderwijs’ We willen dat onze kinderen het best mogelijke onderwijs krijgen. Dit is nodig omdat er steeds hogere eisen gesteld worden aan het scholingsniveau. Bovendien zullen arbeidskrachten in onze regio schaars worden de komende jaren. We moeten er dan in ieder geval voor zorgen dat het scholingsniveau toeneemt. Om dit te realiseren moeten we onze regiefunctie sterker opnemen waarbij we ons focussen op specifieke doelstellingen: Het maximaal benutten van talent, het verbinden van onderwijs-arbeidsmarkteconomie, er voor zorgen dat steeds meer mensen een opleiding starten en voltooien en de ambitie dat Heerlen met alle onderwijsvormen een hoog niveau heeft. Vanuit het kernthema ‘onderwijs’ gaan wij dit allemaal organiseren. ‘De arbeidsmarkt stimuleren’ Dat organiseren we vanuit het kernthema arbeidsmarkt. Dat gaan we doen door zoveel mogelijk én intensief mogelijk een match te maken tussen de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid. Het gaat daarbij om zowel additionele als reguliere werkgelegenheid. Natuurlijk proberen we de bestaande werkgelegenheid zoveel mogelijk te behouden en gaan we hoogwaardige werkgelegenheid die voortkomt uit onze economische speerpunten realiseren. Vanzelfsprekend stellen wij ons in algemene zin tot doel om de participatiegraad te verhogen. In ieder geval staat voor ons vast dat wij dit alleen kunnen realiseren wanneer wij dit samen met onze partners. Scholing van de beroepsbevolking is daarbij een van de belangrijkste thema’s. ‘Meer werk creëren door onze economische speerpunten uit te bouwen en ondernemerschap te versterken’ Binnen het kernthema economische speerpunten gaan we onze economische speerpunten verder uitbouwen. Toerisme en recreatie gaan we daarbij niet vergeten maar de aanpak en de uitvoering hiervan zal vanuit het regioprogramma Parkstad worden gecoördineerd. Naast deze speerpunten is het van belang dat we het ondernemerschap in het algemeen versterken. We willen meer goed toegeruste en gefaciliteerde starters en meer ondernemers. Maar ook meer ondernemers die maatschappelijk verantwoord ondernemen. Als gemeente gaan wij er voor zorgen dat gemeentelijke procedures snel en gemakkelijk verlopen. ‘Onze culturele identiteit versterken’ De culturele lente heeft ons zelfvertrouwen gegeven en heeft ons als stad op de kaart gezet. Het heeft onze culturele identiteit versterkt en zichtbaar gemaakt. Daar gaan we niet alleen mee verder, maar dat gaan we intensiveren. Vanuit het kernthema Cultuur gaan we het energiek/creatief imago van de stad uitbouwen. Eigenlijk zou iedereen deze ‘nieuwe energie‘ moeten voelen en uitdragen. Kunst en erfgoed wordt steeds meer zichtbaar in de stad. We hebben met onze ‘culturele lente’ een goede keuze gemaakt. Zo binden we mensen aan onze stad en komen ook mensen van buiten naar ons toe. Op deze manier gaat Heerlen ook een grote bijdrage leveren aan de inzet vanuit het MAHHL gebied om de status van Culturele Hoofdstad Maastricht 2018 te verwerven. Om te bepalen hoe succesvol wij de komende jaren zijn met de gestelde doelen, gaan we deze koppelen aan indicatoren. Om precies te zijn ‘effectindicatoren’ . Deze indicatoren stellen ons op hoofdlijnen in staat om op enig moment vast te stellen waar we staan en op welke onderdelen van ons beleid mogelijk bijstelling gewenst is. We moeten wel vaststellen dat wij bij het wel of niet behalen van de maatschappelijke effecten in onze stad afhankelijk zijn van allerlei andere factoren. Een overzicht van deze effectindicatoren vindt u in hoofdstuk 7.1. 28
Risico’s* Claims van derden (juridische procedures); Macro-Economische activiteit (economisch-financiële crisis); Verbonden Partijen (begrotingsresultaten); Onderwijshuisvesting (in relatie tot de beschikbare budgetten). * voor toelichting zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen en Risico’s. Kengetallen Werkgelegenheid in aantal arbeidsplaatsen Werkloosheid Aantal ZZP-ers Vestigingsklimaat ondernemers Aantal hectare bedrijventerrein Aantal m2 kantoorruimte Aantal bedrijven in de Industrie: Aantal bedrijven in de Zorg: Aantal bedrijven in de Handel: Aantal bedrijven zakelijke diensten: Bedrijven cultuur en recreatie: Aandeel beroepsbevolking met lager opleidingsniveau 38% Studenten OU: 32.110
49.259 8% 2.180 6,6 310 430.000 4.116 2.603 2.290 705 174 38% 32.110
Kernthema Economische Speerpunten Beleidskaders De Bouwstenennotitie Economie, 2010; Het Actieprogramma Nieuwe Energie; De Strategische visie op het toerisme Parkstad Limburg, 2008; Het Regioprogramma (meerjarig uitvoeringsprogramma regiodialoog), 2010; Het Actieplan Creatieve Industrie, 2010; De Retailstructuurvisie 2010-2020; Het Actieplan Nieuwe Energie, 2010-2014 (moet nog worden vastgesteld); De Terugblik Economische Structuurversterking in Heerlen 2006-2010. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Economische Speerpunten De financiering van de acties die we uitzetten op het gebied van de ontwikkeling van de economische speerpunten gaan we zoveel mogelijk koppelen aan bestaande budgetten. Een uitzondering is het programma nieuwe energie waar wij voor de komende vier jaar jaarlijks € 500.000 vrijmaken. Nieuwe Energie Het Programma Nieuwe Energie 2011-2014 (PNE) bouwt voort op de fundamenten en ervaringen die zijn gelegd in het Actieprogramma Nieuwe Energie 2007-2010. In het PNE 2011-2014 zal flexibiliteit ingebouwd worden om met de schop in de grond mee te kunnen bewegen. Samenwerking met belangrijke partners wordt versterkt en geconsolideerd in de regio en kansen gaan we optimaal benutten. Het organiseren van geldstromen en de communicatie en marketing van Nieuwe Energie Parkstad zal een sterkere plek krijgen. Uit het PNE zal jaarlijks een NEUA (Nieuwe Energie Uitvoeringsagenda) worden geformuleerd met de keuzes voor elk jaar. Wij gaan werken langs 4 inhoudelijke clusters nl: zon, geothermie, gebouwde omgeving en energieopslag. Doorlopende activiteiten zijn: het blijven scannen van de wereldwijde en Europese ontwikkelingen op de energiemarkt, het onderhoud van relaties en netwerken én de communicatie/marketing van nieuwe energie.
29
In 2011 richten we ons op de volgende activiteiten: Wij creëren een extra jaarlijks budget voor Nieuwe Energie ter hoogte van € 500.000 per jaar om de ambities binnen dit thema vorm te geven, begin 2011 presenteren wij het actieprogramma waarin wij zullen aangeven hoe deze middelen zullen worden ingezet; Mijnwater NV gaan we verder uitbouwen (in 2014 zal dit rendabel zijn) tot een lokaal en duurzaam energiebedrijf; We verkennen onze kansen op het gebied van nieuwe energie bij het bestaande bedrijfsleven; De realisatie van Solaris op Avantis; Ondersteuning van het initiatief om tot een siliciumfabriek te komen op Chemelot; We gaan de startersfaciliteit/leerwerkbedrijf nieuwe energie met de Hoge School Zuyd, LIOF en Provincie Limburg uitwerken; We gaan de Landmark projecten ‘Nieuwe Energie’ realiseren. Retail We gaan op het gebied van retail een bijdrage leveren aan allerlei projecten: Maankwartier/Schinkelkwadrant-Zuid/ ICV. Hierbij willen wij ons richten op diversiteit en hoogwaardige formules aan de bovenkant van de markt; Dit geldt ook bij de realisatie van het winkelcentrum MSP en de herstructurering van het winkelcentrum Hoensbroek; We willen de woonboulevard versterken en zo een positie verwerven als een stad met een euregionale woonkoopfunctie; We gaan de leegstand van het Raadhuiskwartier aanpakken samen met ondernemers; We gaan in de periode 2010-2014 een nieuwe nota kantorenbeleid opstellen omdat de marktomstandigheden op dat vlak drastisch veranderd zijn. ICT We gaan de beschikbaarheid van goed gekwalificeerde ICT-ers in de regio stimuleren. Daarbij wordt er veel aandacht gevraagd voor de opleidingen in de ICT en de samenwerking met onderwijspartijen en het bedrijfsleven; We gaan investeren in de infrastructuur voor ICT en dienstverlening; We zetten verder in op de ontwikkeling van een open breedbandinfrastructuur, duurzame datacenters, mobiele communicatie (HeerlenLive) en ICT-dienstverlening (bijvoorbeeld Schermennetwerk); Op het gebied van zakelijke dienstverlening wordt de inzet voortgezet op financiële dienstverlening (zoals pensioenen en verzekeringen) en dataverwerking (CBS, Belastingdienst, KPN); Medische Technologie (MedTech) We gaan het Actieplan Medische Technologie en Innovatieve Zorgconcepten uitvoeren; Na afronding van een vooronderzoek besluiten we of we wel of niet verder gaan met het project 'Mediport' (waar kunnen we als gemeente randvoorwaarden scheppen voor een zo gunstig mogelijk klimaat op het gebied van MedTech logistiek en aanverwante services); We gaan regionale samenwerking versterken om te komen tot een zorgcampus. Creatieve Industrie Dit is een groeicluster dat wij de komende jaren willen uitbouwen en ontwikkelen. De gemeente Heerlen wil de creatieve sector actief ondersteunen. Hiervoor is het Actieplan Creatieve Industrie opgesteld. In dit plan is een groot aantal acties opgenomen variërend van het realiseren van een strategisch huisvestingsplan tot het organiseren van netwerkevenementen. Van het starten van een jaarlijkse ideeënwedstrijd tot het uitbouwen van het cultuurproductiehuis. Ook wordt zoveel mogelijk aangesloten bij kansen die ICT en WiFi bieden.
30
Startersaanpak In het kader van een integrale startersaanpak gaan we in 2011 het project ‘Ondernemerskoepel’ uitvoeren. Daarnaast gaan we starters op het gebied van nieuwe energie ondersteunen. Actieve Acquisitie (loopt door in 2012/2014): De acquisitie van bedrijven blijft een belangrijke activiteit in een markt waar steden en regio’s zich steeds assertiever gedragen en presenteren. Met name de acquisitie voor het thema Nieuwe Energie en het bedrijventerrein Avantis krijgen de hoogste prioriteit. We gaan de komende jaren het account- en relatiemanagement implementeren en we gaan de website ‘zakelijk Heerlen’ vernieuwen en updaten. Bedrijvencontactpunt (BCP) (loopt door in 2012/2014): We zien een verschuiving naar een rol als trechter voor ook meer algemene ondernemersvragen. De taken van het BCP zullen mede gelet op deze verschuiving hierin worden meegenomen. Daarnaast gaan we een bedrijfsadviespunt inrichten. Wat gaan we daarvoor doen in 2012 - 2014? Voor het programma Nieuwe Energie gaan we in de jaren 2012-2014 Het innovatie- en onderzoeksinstituut Solaris (operationele fase) realiseren. De research Centre Solaris zal door toegepast/industrieel onderzoek meer bedrijvigheid aantrekken waardoor mogelijk een bedrijfsdynamiek zal ontstaan en ook andere bedrijven zich zullen vestigen op Avantis; De innovatiestimulering uitwerken voor energieopslag met strategische partners DSM, LIOF, Provincie Limburg, RwtH, Avantis; De innovatieregeling nieuwe energie voor het bestaand bedrijfsleven, (mogelijk in Europees verband) verkennen; De behoefte aan innovatie- en onderzoeksfaciliteiten binnen de 4 clusters verkennen; Het uitwerken van de meest kansrijke ontwikkelingen voor werkgelegenheid binnen de 4 ketens/concepten samen met de belangrijkste strategische partners; Het uitwerken van een startersfaciliteit/leerwerkbedrijf nieuwe energie met HSZ, LIOF en Provincie Limburg. We gaan het Actieplan Creatieve Industrie evalueren. We gaan als college periodieke bedrijfsbezoeken afleggen en we gaan de signalen en de feedback uitwerken. Wat gaat het kosten? Economische speerpunten x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -3.831 797 -3.034
Bijgestelde begroting 2010 -2.946 962 -1.984
Begroting 2011 -2.478 43 -2.434
31
Meerjarenraming 2012 -2.105 0 -2.105
2013 -2.106 0 -2.106
2014 -2.079 0 -2.079
Kernthema Arbeidsmarkt Beleidskader De kadernota Innoverend Arbeidsmarktbeleid Zuid Limburg 2007-2011; Het plan van aanpak: ‘Meer (maat)werk voor meer mensen’ 2007-2010; Het regioprogramma ‘Naar een duurzaam vitale regio’ PSL 2010 De Sectorconvenanten ‘Zorg’ en ‘License to Operate’; De Wet Werk en Bijstand; De Wet Investeren Jongeren; De Wet Sociale Werkvoorziening; Het Actieplan Jeugdwerkloosheid Zuid Limburg 2009; Het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen; De Wet Participatiebudget; Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Vraaggerichte werkgeversbenadering We gaan de vraaggerichte werkgeversbenadering versterken door de samenwerkende werkpleinen ZuidLimburg te herijken en door te ontwikkelen. ‘Leren en werken’ gaan we verankeren door via accountmanagement de vraag op te halen en het duaal leren te versterken. We willen de actieve acquisitie voor bedrijven in speerpuntsectoren versterken en we gaan het sectorconvenant ‘License to Operate’ en het sectorplan ‘zorg’ herijken. Bèta/techniek Het programma Bèta/techniek hebben we in 2010 geëvalueerd en we gaan dit de komende jaren voortzetten in de ‘taskforce arbeidsmarktbeleid’. Monitoren van de arbeidsmarkt Het monitoren van de arbeidsmarkt is essentieel voor het succes van ons arbeidsmarktbeleid. We gaan daarom vaker diagnoses uitvoeren om zo beter te kunnen inspelen op de dynamiek van de arbeidsmarkt. Daarnaast gaan we ‘RAIL 2’ doorontwikkelen (Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg). De marktbewerkingsplannen met ketenpartners en onderwijs, inclusief leerlingen in-/uitstroom, gaan we bijstellen. Diagnose klantenbestanden We willen de inzet van diverse diagnose instrumenten gaan intensiveren. Het project ‘Testcase’ gaan we uitrollen en we gaan het Regionaal Ontwikkelpunt (ROP) als diagnosecentrum voor mensen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt inzetten. Participatie/re-integratiebeleid Alle WWB-klanten gaan we indelen op de participatieladder. De aanpak van jeugdwerkloosheid gaan wij een impuls geven door de uitvoering van het ‘Actieplan Jeugdwerkloosheid Zuid Limburg’. De extra acties richten zich op: jongeren langer op school houden, behoud en creëren van stage- en leerwerkplekken, matchingsoffensief naar werk en het versterken van netwerken voor kwetsbare jongeren. We gaan over tot intensivering en structurele inbedding van het Aktimo-project voor tienermoeders in het Jongerenloket en dit organiseren voor alle Parkstad-gemeenten. Met betrekking re-integratietrajecten zal de komende jaren sprake zijn van een permanente aanbesteding. Door deze nieuwe opzet kunnen we flexibeler en sneller inspringen op actuele kansen op de arbeidsmarkt. Het biedt meer maatwerk en mogelijkheden om tussentijds trajecten te beëindigen die niet tot het gewenste resultaat leiden. Dit resulteert in 2011 tot uitbreiding van het aantal leerwerktrajecten, o.a. voor jongeren, alleenstaande ouders en mensen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt.
32
Baanbrekend werk laten we doorgroeien en gaan we uitbreiden. We bouwen het aantal projecten uit langs vier programmalijnen: toezicht en ondersteuning, beheer en onderhoud, individuele zorg en welzijn en dienstverlening. Doorgroei naar 200 deelnemers in 2011 is onze ambitie. Regionale samenwerking Tot slot gaan we de regionale samenwerking en sturing op het arbeidsmarktbeleid versterken. Wat gaan we daarvoor doen in 2012 - 2014? We richten ons vooral op het consolideren van het bestaande beleid. De weg die we zijn ingeslagen is goed en vraagt om ‘rijping’ de komende jaren. Belangrijk blijven de diagnoses van de klantenbestanden. We kiezen daarom voor het ontwikkelen van een onafhankelijk diagnosecentrum en de doorontwikkeling van het expertisecentrum ‘Leven Lang Leren’. De sectorconvenanten en werkgeversarrangementen breiden we uit. We vergroten het aantal leerwerkbedrijven om meer werkervaring- en stageplekken te creëren. Als gemeente geven we zelf het goede voorbeeld door het bieden van tenminste 25 werkervaringplekken per jaar voor mensen in de bijstand. We continueren de integrale, branchegerichte dienstverlening met het UWV Werkbedrijf in Werkplein PSL. We intensiveren en consolideren het jongerenloket en verankeren het Actieplan Jeugdwerkloosheid (2013). Alle WWB-klanten die geen ontheffing hebben van de arbeidsverplichting gaan we begeleiding en bieden wij een traject aan. We breiden ‘baanbrekend werk’ in 2012 uit naar 250 deelnemers. In samenwerking met het Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg (WOZL) stellen we een plan van aanpak WSW 2011-2012 op. Prioriteit heeft daarbij de wachtlijstaanpak. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Het aanbieden van re-integratietrajecten naar werk; Het aanbieden van zorg-, activerings-, toeleidings- en voorbereidingstrajecten voor mensen voor wie re-integratie naar werk nog geen optie is; Maatwerktrajecten voor specifieke doelgroepen; Ondersteuning (startende) ondernemers die een bijstandsuitkering ontvangen. Wat gaat het kosten? Arbeidsmarkt x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -66.167 61.785 -4.382
Bijgestelde begroting 2010 -62.539 55.550 -6.989
Begroting 2011 -59.845 55.550 -4.295
33
Meerjarenraming 2012 -59.849 55.550 -4.299
2013 -59.852 55.550 -4.302
2014 -59.858 55.550 -4.308
Kernthema Onderwijs Beleidskaders De wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie); De Wet Kinderopvang; De Leerplichtwet en de RMC-regelgeving; Het wetsvoorstel ‘Centra Jeugd en Gezin’; De wet Educatie en Beroepsonderwijs; De verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Brede maatschappelijke Voorzieningen We ronden de komende periode de Brede maatschappelijke voorzieningen Molenberg (2014) en Heerlerheide (2011) af en we starten en realiseren de BMV’s Hoensbroek en MSP naar verwachting in 2014. Voor de investering en de exploitatie maken wij (naast eerder gereserveerde middelen) structureel een bedrag beschikbaar dat in 2016 oploopt naar € 3,5 miljoen. We gaan starten met de voorbereidingen voor de brede maatschappelijke voorziening MSP. Kinderopvang en peuterspeelzalen We gaan een begin maken met de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen. Huisvestingsplan primair onderwijs We gaan in 2011 het integraal huisvestingsplan primair onderwijs vaststellen. Voortijdig Schoolverlaten De besluitvorming over het ambitieniveau van bureau VSV (Voortijdig Schoolverlaten) zal plaatsvinden. Dit in verband met het wegvallen van geoormerkte middelen. Ons uitgangspunt daarbij is dat we het ambitieniveau in stand houden. Wat gaan we daarvoor doen in 2012-2014? De bouw van de brede maatschappelijke voorziening Molenberg en Hoensbroek zullen wij starten in 2013. Belangrijk hierbij is wel dat de bestemmingsplan procedure zonder hindernissen verloopt. Oplevering van beide voorzieningen kan vervolgens plaatsvinden in 2014. We starten in 2013 met de bouw van de brede maatschappelijke voorziening in MSP met de ambitie om deze ook nog in 2014 te kunnen openen. We realiseren de unilocatie voor de Zonnewijzer (speciaal onderwijs) in deze periode. Tot slot gaan wij voor het einde van deze bestuursperiode een haalbaarheidsonderzoek starten voor een brede maatschappelijke voorziening Heerlerbaan. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? We stimuleren voor- en schoolse (taal)ontwikkeling door het aanbieden van voorschoolse educatie aan alle peuters met een onderwijsachterstand. We inventariseren de mogelijkheden van volledige harmonisatie van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk, om uiteindelijk via een groeimodel te komen tot één geïntegreerde hoogwaardige pedagogische voorziening voor alle Heerlense peuters. Uitgangspunt is dat dit binnen een Brede Maatschappelijke Voorziening kan worden gerealiseerd. We entameren (en geven vorm aan) een periodiek bestuurlijk overleg met de regionale partners uit het onderwijs over thema’s als: onderwijsachterstanden, maximale talentontwikkeling, doorlopende zorg- en leerlijnen, zorg in en om school, doorstroom MBO-HBO, de toenemende instroom in het speciaal onderwijs etc.. Kortom, wij gaan nadrukkelijker de regierol op ons nemen, ook daar waar wij niet over de sturingsmogelijkheden via subsidieverstrekking beschikken.
34
Volwasseneneducatie bieden wij aan inclusief het tegengaan van laaggeletterdheid om daarmee de aansluiting met arbeidsre-integratie tot stand te brengen. En daarmee de effectiviteit van het totaal te vergroten. We gaan zodanig invulling geven aan de Leerplichtwet en de RMC regeling o.a. via de BAS projecten (Bewuste Aanwezigheid van de leerplichtambtenaar op School) en ondersteuning aan de zorgteams, dat die op de (afzonderlijke) scholen uitvalsignalen vroegtijdig zelf leren onderkennen en hier adequaat op reageren. Mede als gevolg van de krimp stellen wij een integraal huisvestingsplan op voor de huisvesting van het primair onderwijs op basis van een in 2010 uitgevoerd onderzoek en starten wij met de realisatie. Onze reguliere taken zijn: Het subsidiëren van maatschappelijk werk op school; Het realiseren van de makelaarsfunctie voor maatschappelijke stages; Het investeren in Heerlen onderwijs- en studentenstad; Het verzorgen leerlingenvervoer; Het jaarlijks opstellen en laten vaststellen van het onderwijshuisvestingsprogramma voor het VO en het PO; Het uitvoeren van de Leerplicht wet en RMC regeling; Toezicht en handhaving van de kwaliteit peuterspeelzaalwerk en kinderopvang; Het borgen van zorg op en rondom scholen; Het uitvoeren van de Wet Volwasseneneducatie. Wat gaat het kosten? Onderwijs x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -20.509 8.553 -11.957
Bijgestelde begroting 2010 -18.836 5.190 -13.646
Begroting 2011 -16.109 3.399 -12.711
35
Meerjarenraming 2012 -15.960 3.399 -12.561
2013 -15.578 3.399 -12.180
2014 -16.284 3.399 -12.885
Investeringen De opgenomen lopende en nieuwe investeringen in onderstaande tabellen zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Lopende investeringen in 2010 of eerder gestart (x € 1.000) BMV Molenberg brede school Totaal
Begroting 2011 700 700
Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000) Begroting 2011 BMV MSP BMV Molenberg brede school Brede school Hoensbroek/Dem Zonnewijzer unilocatie 2.000 Voorbereidingskosten BMV's 615 Totaal 2.615
36
Meerjarenraming 2012 2013 5.625 5.625 0
2012
3.000 615 3.615
Meerjarenraming 2013
2014 0
2014 4.000
2.380 4.000 3.500
4.000
9.880
8.000
Kernthema Cultuur Beleidskaders De Strategische Beleidsnota cultuur 2006 – 2015; De Culturele Agenda van Heerlen 2009 – 2012 ‘Heerlen bloeit op: een nieuwe culturele lente is begonnen’; Het Convenant ‘Via Belgica’; Het ambitiestatement ‘Maastricht Culturele Hoofdstad’; De nota evenementenbeleid Heerlen: ‘van ambitie naar uitvoering’; Het beleid Beeldende Kunst en Vormgeving 2009; Het Actieplan (Visiedocument) Creatieve industrie. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Middelen ‘culturele lente’ Ter stimulering van de Culturele Lente zetten wij in 2011 en 2012 € 1 miljoen in. In navolging van raadsbelsuit 2008/17491 stellen wij voor de aldaar afgesproken ambitie te herbevestigen en voor de periode 2011-2012 vanuit het cofinancieringsfonds € 260.000 per jaar vrij te maken. Hiermee kan SCHUNCK* zich programmatisch onderscheiden als Provinciaal en Regionaal ankerpunt om de status van 'Provinciaal Cultuurplan Instelling' te verwerven voor de periode 2013-2016. Die status genereert extra inkomsten voor minimaal 4 jaar. De in het eerdergenoemde raadsbesluit aangekondige evaluatie over de noodzaak van dit impulsbudget zullen wij begin 2011 presenteren in het kader van het Actieprogramma Culturele Lente. Over de inzet van het het tweede deel, zijnde structureel € 740.000 leggen wij de gemeenteraad in het voorjaar van 2011 het eerdergenoemde Actieprogramma Culturele Lente voor. Vooruitlopend daarop is het van belang te constateren dat wij in het verleden te gemakkelijk er vanuit zijn gegaan dat culturele instellingen zich na hun oprichting op korte termijn zelf kunnen redden. Voor een aantal instellingen zullen wij daarvoor naar oplossingen moeten zoeken. Dit zijn instellingen die volgens afspraken met de gemeente op zoek moesten naar externe financiering maar in een aantal gevallen is dat niet in die mate gelukt die wij hadden gehoopt. Twee concrete voorbeelden hiervan zijn Het Patronaat en de Nieuwe Nor. Voor die twee instellingen verlengen wij de bestaande incidentele bijdrage in 2011 met daarbij de afspraak dat wij in 2011 in het Actieprogramma Culturele Lente een duidelijk overzicht geven van de afgesproken ambities, de oorzaken van eventuele tekorten en de oplossingsrichting voor 2012 e.v.. Het gaat om incidenteel € 100.000 voor het Patronaat en € 156.000 voor de Nieuwe Nor. Daarnaast gaan wij in het Actieprogramma Culturele Lente het middensegment van de culturele infrastructuur waaronder creatieve industrie en cultuurproducties (o.a. het cultuurproductiehuis), filmhuis de Spiegel, kunstencentrum Signe en kunst en cultuur in de wijken ondersteunen. Het doel daarbij is dat wij ten eerste de productie infrastructuur inclusief alle randvoorwaarden borgen waarmee wij cultuurproducenten de ideale omgeving bieden om de Culturele Lente te voeden.
Beleidsgestuurde contractfinanciering De relatie opdrachtgever en opdrachtnemer geven wij vorm d.m.v. de systematiek van Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF). We gaan dat beleidskader verder uitwerken; in ieder geval voor popmuziek, film en Kunst in de openbare ruimte. Kwaliteitscriteria De door ons verstrekte cultuursubsidies (bijvoorbeeld in het kader van evenementen) worden nadrukkelijk gekoppeld aan het beleid en de daaruit afgeleide kwaliteitscriteria en prestatieafspraken. Mogelijk kunnen we door verscherpte toepassing van deze criteria bezuinigingen realiseren.
37
Buurten en subbuurten Kunst en cultuur op buurt- en subbuurtniveau gaan we uitrollen, met accenten op amateurkunst, urban en community arts en participerende projecten kunst in de openbare ruimte. Cultuurtoerisme willen we versterken voor festivals en evenementen en op het gebied van cultureel erfgoed. Hiervoor gaan we een communicatie- en promotieplan uitwerken. Erfgoedinstellingen We gaan de samenwerking tot stand brengen tussen erfgoedinstellingen op het gebied van programmering, educatie en promotie. Cultuurproducties Cultuurproducties willen we versterken door een cultuurproductiehuis op te zetten (hiervoor hebben wij inmiddels een subsidie ontvangen van het ministerie van economische zaken) en Cultura Nova als producerend festival te faciliteren. Cultuuragenda 2013-2016 We gaan een culturele agenda 2013 – 2016 opstellen op basis van culturele dynamo’s in Parkstad en op weg naar MCH2018 (Maastricht Culturele Hoofdstad 2018). In het kader van MCH2018 gaan we onderzoeksprojecten uitzetten. Wat gaan we daarvoor doen in 2012-2014? We gaan in 2012 de systematiek van de BCF verder implementeren; We evalueren het actieplan creatieve industrie, stellen een vervolgplan op (2012) en rollen het verder uit (2013 en verder). We herijken ons beleid en maken herafwegingen binnen het cultuurbudget (2012) op basis van nieuwe culturele agenda 2013 – 2016. Acties in het kader van MCH 2018, o.a.: Bidbook en onderzoeksprojecten, internationale samenwerking versterken met een accent op de Euregio Maas Rijn (2012 en verder) Het uitvoeren van het beleidskader cultuureducatie en amateurkunst (2012 en verder). Jaarlijks gaan we actieprogramma’s voor cultureel erfgoed opstellen en uitrollen (2012 en verder). SCHUNCK* gaan we implementeren in de basisinfrastructuur voor cultuur en in het Kunstenplan provincie Limburg (2013). Verder uitwerken beleidskaders voor o.a. media en letteren (waaronder bibliotheek) en cultuurproductie (2013 en verder). Maatschappelijke stages en inzet van Arcusstudenten in het culturele veld in Heerlen (2013 en verder). Wat doen we nog meer in 2011 - 2014?
Prestatieafspraken maken met cultuur producenten en instellingen; Subsidiëren, coördineren en ondersteunen van culturele evenementen; Subsidiëren behoud cultuur historisch erfgoed (kerken, kapellen, monumenten, archeologie); Uitvoeren plan cultuurparticipatiefonds
Wat gaat het kosten? Cultuur x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -21.362 3.524 -17.837
Bijgestelde begroting 2010 -19.318 3.956 -15.362
Begroting 2011 -19.795 2.837 -16.958
38
Meerjarenraming 2012 -19.592 2.624 -16.968
2013 -19.320 2.624 -16.697
2014 -19.043 2.624 -16.419
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Begroting
Meerjarenraming 2011 184 90 25 299
Huisvesting/inr Schunck glaspaleis Automatisering Schunck glaspaleis instrumentarium Schunck glaspaleis Totaal
2012 26 31
2013 26 31
2014 26 31
57
57
57
Programma Economische Stimulering Totaal lasten en baten en specificatie per kernthema’s Programma 1 - Economische stimulering x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -111.870 -103.639 Baten 74.659 65.658 Resultaat vóór bestemming -37.210 -37.981 Toevoeging reserves -2.305 -3.388 Onttrekking reserves 7.552 8.701 Resultaat ná bestemming -31.964 -32.668
Specificatie kernthema's (saldo) x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Arbeidsmarkt -4.382 -6.989 Cultuur -17.837 -15.362 Economische speerpunten -3.034 -1.984 Onderwijs -11.957 -13.646 Bestemming 5.247 5.313 Totaal -31.964 -32.668
Begroting 2011 -98.227 61.829 -36.398 -2.106 4.275 -34.229
Meerjarenraming 2012 -97.505 61.572 -35.933 -1.129 2.836 -34.226
Begroting 2011 -4.295 -16.958 -2.434 -12.711 2.169 -34.229
39
2013 -96.856 61.572 -35.284 -1.129 2.423 -33.991
2014 -97.264 61.572 -35.691 -1.211 2.229 -34.673
Meerjarenraming 2012 -4.299 -16.968 -2.105 -12.561 1.707 -34.226
2013 -4.302 -16.697 -2.106 -12.180 1.293 -33.991
2014 -4.308 -16.419 -2.079 -12.885 1.018 -34.673
3.2 Sociale infrastructuur Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
F.W.J. Gillissen en P.M.A. van Zutphen G. Vijgen
Inleiding Met het programma sociale infrastructuur willen we de sociaal/maatschappelijke samenhang versterken, de leefbaarheid vergroten en de participatie in stad, buurt en subbuurt bevorderen. Hiertoe richten we ons op de organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die hierbinnen van belang zijn. We leven in financieel, economisch en maatschappelijk onzekere tijden. Gelukkig zijn de meeste Heerlenaren prima in staat om zich zelf te redden en volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Er zijn echter nog veel Heerlenaren die dat nog niet kunnen. Het is geen toeval dat dit vaak mensen zijn met een laag inkomen. Zij nemen minder deel aan het maatschappelijke leven dan mensen met een hoger inkomen. Zij hebben ook een beperkter sociaal netwerk, zijn minder actief in verenigingen, verrichten minder vaak vrijwilligerswerk en sporten ook minder. Daarnaast kampen zij vaker met schulden, zijn ze minder gezond en ontberen ze de financiële middelen voor levensbehoeften zoals goede voeding, verwarming van het huis, vakantie en het doen van onverwachte noodzakelijke uitgaven. In bepaalde opzichten kunnen we hier dus van armoede spreken. Door de crisis dreigt deze groep Heerlenaren toe te nemen. Dat willen we niet laten gebeuren. Juist nu is solidariteit met de kwetsbare mensen van onze stad hard nodig. Onder die uitdaging willen wij onze schouders zetten. De crisis zal grote gevolgen hebben voor de gemeentefinanciën. Niet alleen lopen de eigen inkomsten terug, maar ook de inkomsten vanuit het rijk zullen minder worden omdat er bezuinigd zal gaan worden. De komende jaren kunnen we dus fors minder uitgeven dan voorheen. Wij gaan in dit verband op zoek naar mogelijkheden om besparingen mogelijk te maken die kwetsbare mensen én kwetsbare sociale structuren buiten schot houden. Liefst zien wij dat niemand wordt uitgesloten (social exclusion) en dat iedereen deel kan nemen aan onze samenleving (social inclusion). Voor de komende jaren verwachten wij dat steeds meer mensen een beroep gaan doen op diverse gemeentelijke voorzieningen. Oorzaak is de demografische ontwikkeling én de economische crisis. Maar ook zien wij een toenemende institutionalisering van het sociale- en het zorgdomein met als gevolg een fragmentatie van de onderlinge afstemming. Wat willen wij bereiken? ‘Meer mensen doen mee’, dat willen we bereiken met dit programma. Maar we willen niet zorgen wanneer dat niet nodig is. Wat mensen zelf kunnen, moeten mensen ook zelf doen, eventueel met een steun in de rug van de gemeente, een andere instelling, een familielid of een buurtgenoot. Wij willen dat de burgers van onze stad zelfredzamer, ondernemender, gezonder, welvarender en actiever worden. En waar nodig ondersteunen, faciliteren, mobiliseren en stimuleren wij. Maar het zijn de mensen zelf die het doen. We stellen ons binnen het programma een aantal concrete doelstellingen die voor ons de komende jaren richtinggevend zullen zijn. Op de eerste plaats willen we minder materiële armoede in onze stad. Maar ook op het immateriële vlak hebben we de ambitie dat steeds meer mensen hun eigen ‘boontjes kunnen doppen’, dat we de sociale samenhang gaan versterken en dat we over een paar jaar van een hogere participatie kunnen spreken in Heerlen. We willen ook dat steeds meer mensen gaan doen aan beweging en sportbeoefening vanuit enerzijds het oogpunt van gezondheid en anderzijds vanuit een sociaal perspectief. Tot slot willen wij de talentontwikkeling van onze jeugd en de talentbenutting van volwassenen verder stimuleren.
40
Binnen het kernthema Armoedebestrijding heeft de aanpak van armoede prioriteit. Inmiddels zijn de inkomensvoorzieningen uitgebreid en maken mensen meer gebruik van onze voorzieningen. Op deze ingeslagen weg willen wij voortgaan. De kadernota armoedebeleid is unaniem door de gemeenteraad aangenomen. Het daarin geformuleerde armoedebeleid gaan wij in de komende periode, in goede en slechte tijden, uitvoeren. Dat kunnen wij niet alleen. Door samen te werken met anderen willen wij zaken in een eerder stadium aanpakken. Het doel is en blijft om mensen, waar mogelijk, in staat te stellen een volgende stap te zetten richting volwaardige participatie. Met het kernthema Meedoen & Zorg richten we ons de komende jaren op het verder aanpakken van sociale achterstanden van mensen. We willen onze burgers zo optimaal mogelijk laten meedoen in onze samenleving. Hiervoor is o.a. een efficiënte en effectieve inzet van middelen noodzakelijk. Daarnaast willen wij meer mensen die nu nog niet actief zijn in de samenleving, vooral binnen de groepen langdurig werklozen, ‘jonge’ ouderen en allochtonen, activeren tot vrijwilligerswerk of andere vormen van informele dienstverlening. Hiervoor is meer inzicht nodig in de doelgroep en competenties dan tot nu toe. Verder willen wij mensen meer mogelijkheden bieden om hun gezondheid te verbeteren. Om zodoende de gezondheid te verbeteren (ongezondheid is vaak een belemmering bij arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie) én de kosten voor zorg te voorkomen of te verminderen. Tot slot willen wij de voorzieningen omvormen naar de juiste schaalgrootte door of de zorg en dienstverlening meer op buurtniveau te organiseren of door opschaling en samenvoegen van voorzieningen vanwege de beperkte financiële middelen. Het kernthema Integraal jeugdbeleid is er nadrukkelijk op gericht om de kansen voor jongeren van 0 – 23 jaar te vergroten zodat ze zich optimaal kunnen ontplooien en ontwikkelen tot een actief en volwaardig burger. Problemen, achterstanden en/of uitval van jongeren willen we in een zo vroeg mogelijk stadium opsporen en aanpakken. De belangrijkste thema ’s voor de komende periode zijn: het verbeteren van vroegsignalering; het optimaliseren van de ketensamenwerking onder gemeentelijke regie; doorlopende zorglijnen middels ‘één gezin – één plan’; het verbeteren van het aanbod op het gebied van opvoedingsondersteuning; het stimuleren van een actieve en gezonde leefstijl; een hogere maatschappelijke participatie. Uitgangspunt van het kernthema Ouderenbeleid is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Om dit te bereiken is een integrale benadering van groot belang. Bestaand beleid willen wij gaan accentueren en concretiseren. Op specifieke beleidsvelden (bijv. cultuur en sport) wordt bekeken of er extra aandacht nodig en mogelijk is voor de groeiende groep ouderen in onze stad. Deze groep ouderen heeft een groot potentieel aan menselijk kapitaal dat ingezet kan worden bij diverse maatschappelijke vraagstukken. Meer dan voorheen zullen we deze groep ouderen trachten te stimuleren om maatschappelijk actief te blijven of te worden. Het beleid richt zich daarnaast op de groep kwetsbare ouderen, of degenen die in deze positie dreigen te komen, bijvoorbeeld door hun gezondheid, eenzaamheid of armoede. Binnen het kernthema Integraal Sportbeleid willen wij verder groeien naar een goed sportklimaat in onze stad. Een sportklimaat dat zichtbaar is en waar een groot deel van de bevolking in participeert. Dit vraagt doorlopend om aandacht voor sportstimulering, voor jeugd maar ook voor inactieven uit de verschillende doelgroepen, zoals ouderen. Om het sporten mogelijk te maken moeten we zorgen voor voldoende en adequate sportaccommodaties en voor een infrastructuur van vitale sportaanbieders. Geleidelijk streven wij naar meer samenwerking van verenigingen en naar multifunctionele verenigingen. Wij zijn van mening dat sportevenementen dienen als trigger voor het sportklimaat, ze zijn belangrijk voor de citymarketing en hebben positieve economische bijeffecten. Om te bepalen hoe succesvol wij de komende jaren zijn met de gestelde doelen, willen we deze koppelen aan indicatoren. Een overzicht van deze effectindicatoren vindt u in hoofdstuk 7.1.
41
Risico’s* Claims van derden (juridische procedures); Verbonden Partijen (begrotingsresultaten); Compensatieregeling MAU (uitkeringsbudget WWB). * voor toelichting zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen en Risico’s. Kengetallen Aantal mensen < 65 met een bijstandsuitkering Aantal aanvragers bijzondere bijstand Aantal aanvragers categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken Aantal aanvragers langdurigheidtoeslag Aantal aanvragers oudertoeslag Aantal aanvragers gemeentelijke kortingsregeling Aantal arbeidsongeschikte mensen (WAO/Wajong/WIA) Aandeel huishoudens met een netto inkomen < € 950 Aandeel huishoudens met een netto inkomen tussen € 950 en € 1300 Aantal verstrekkingen hulpmiddelen WMO Aantal verstrekkingen vervoersvoorziening WMO Aantal verstrekkingen woonvoorziening Aantal verstrekkingen huishoudelijke hulp Percentage mensen dat mantelzorg ontvangt Percentage mensen dat mantelzorg verleent Aantal inburgeringstrajecten Percentage mensen dat vrijwilligerswerk verricht Aantal burgers dat sport Aantal jongeren dat sport (minimaal 1x per week) Aantal voetbalaccommodaties Aantal accommodaties met naast voetbal ook andere sporten Aantal overige buitensportaccommodaties Totaal aantal voetbalvelden (afmeting groot veld KNVB) Aantal gemeentelijke sporthallen Aantal gemeentelijke sportzalen Aantal gemeentelijke gymzalen Aantal gemeentelijke speeltuinen Aantal aangesloten Heerlense sportverenigingen Aantal sportverenigingen dat een waarderingssubsidie krijgt
42
4.056 3.196 757 2.365 1.033 1.870 7.240 11% 18% 1.028 827 1.514 2.001 7 26 144 31 46% 80% 11 2 1 23 3 3 10 13 114 51
Kernthema Armoedebestrijding Beleidskaders De kadernota schuldhulpverlening (2007); De beleidsnota Wet Werk en Bijstand (2004); Het plan van aanpak ‘Meer (maat)werk voor meer mensen’ (2007); Het beleid ‘Algemene Bijstand (2004); Het beleid ‘Bijzondere Bijstand’ (2009); De verordening kortingsregeling (2009); De verordening Langdurigheidstoeslag (2009); Het driesporenbeleid debiteuren (2007/2008/2009); De kadernota armoedebeleid (2009); De verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (2009). Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Gelukkig hoeven we niet bij het begin te beginnen, want we zijn al een eind op de goede weg. De bestaande inkomensondersteunende regelingen handhaven we zoveel mogelijk en we gaan ook proberen waar mogelijk met de bestaande middelen verbeteringen aan te brengen. ‘Gebruik van voorzieningen stimuleren’ Ondanks goede voorzieningen maakt meer dan de helft van de mensen er geen gebruik van. We willen dit ondergebruik verder terugdringen, waarin we de suggesties uit het onderzoek van de Rekenkamer naar het gemeentelijk armoedebeleid betrekken. De sleutel tot het bestrijden van het niet-gebruik ligt in het persoonlijk contact met rechthebbenden (middels servicegesprekken) en we proberen nog meer mensen te bereiken. Bij al deze regelingen is sprake van een open eind financiering en wij realiseren ons dat voortzetting van het huidige armoedebeleid en toenemend gebruik van deze regelingen geld kost. Daarom wordt vanaf 2011 het budget van de langdurigheidstoeslag met € 500.000 en het budget van de bijzondere bijstand met € 200.000 te verhoogd. ‘Schulddienstverlening effectiever en toegankelijker maken’ Door schulden kunnen mensen hun baan, hun huis, hun opleiding en hun toekomstperspectief verliezen. De gemeentelijke schulddienstverlening moet daarom optimaal professioneel, flexibel en op preventie gericht zijn. We gaan voort op de ingeslagen weg om onze schulddienstverlening zo effectief en zo toegankelijk mogelijk te maken voor iedereen in Heerlen. Dit doen we door: Het beschikbaar stellen van een laagdrempelig loket schulddienstverlening; Regievoering op schulddienstverlening; Intensievere samenwerking met ketenpartners zoals woningbouwcorporaties, nutsvoorzieningen, en hen aanspreken op een meer proactieve rol en meer betrokkenheid; Samenwerking met de Kredietbank Limburg (KBL). ‘Sociaal isolement van kinderen voorkomen’ Kinderen uit minimumhuishoudens lopen een groter risico op materiële en sociale achterstand. In 2009 hebben we de kortingsregeling uitgebreid met de mogelijkheid een computer en internetverbinding te declareren en is het jaarlijks kinddeel opgehoogd naar € 250. We willen deze voorziening voortzetten en stellen hiervoor jaarlijks € 250.000 ter beschikking. Daarnaast blijven wij particuliere initiatieven, zoals het Jeugdsportfonds en de stichting Leergeld, subsidiëren.
43
Wat doen we nog meer in 2011 - 2014 Het in standhouden van het inkomensvangnet voor de Heerlense burger door het verstrekken van bijstands- en minimaregelingen en het efficiënt en effectief uitvoeren van deze verstrekkingen; Het scheppen van preventieve voorwaarden om misbruik en oneigenlijk gebruik van het inkomensvangnet te bestrijden; Het terugvorderen en innen van teveel of ten onrechte uitgekeerde bijstandsgelden. Het vorderen en innen van onderhoudsbijdragen; Het voorkomen en opsporen van bijstandsfraude; Kwaliteitszorg (controle en verbetering) t.a.v. de uitvoering van geldende wet- en regelgeving; Subsidiëring van particuliere initiatieven inzake het bestrijden van armoede en het bevorderen van maatschappelijke participatie. Wat gaat het kosten? Armoedebestrijding x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -73.640 53.535 -20.105
Bijgestelde begroting 2010 -75.426 58.310 -17.116
Begroting 2011 -75.569 59.488 -16.080
44
Meerjarenraming 2012 -75.540 61.284 -14.256
2013 -75.546 61.284 -14.262
2014 -75.560 61.284 -14.276
Kernthema Integraal Jeugdbeleid Beleidskaders Wet op de Jeugdzorg; Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO); Wet Publieke Gezondheid; Implementatieplan ‘samenwerken voor Jeugd, zo doen we dat in Parkstad’. Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Regiegroep Jeugd Wij continueren de Regiegroep Jeugd als instrument om in de regio samenwerking te bereiken en te borgen. Bestuurders van alle gemeenten in Parkstad, de provincie Limburg en bestuurders van de grote onderwijsinstellingen en regionale grote kindvoorzieningen zijn hierin vertegenwoordigd. Jeugdbeleid wordt gezamenlijk (door)ontwikkeld en afgestemd. Heerlen heeft hierin de rol van voortrekker en wil dit voortzetten, maar dan wel gefaciliteerd door alle 8 Parkstad gemeenten. Centrum voor Jeugd en Gezin Wij gaan dekking zoeken voor het investeren in de doorontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin, afgestemd op de wensen van de betrokkenen. We streven er op termijn naar in elk stadsdeel één inlooppunt te creëren, waarbij gekeken wordt of er een koppeling mogelijk en/of wenselijk is met de ontwikkelingen rondom de brede maatschappelijke voorzieningen of andere fysieke ontwikkelingen of voorzieningen. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in een Centrum voor Jeugd en Gezin speciaal gericht op de doelgroep 12-23 jaar. Om dit te realiseren gaan we op zoek naar dekking. De focus bij de doorontwikkeling van de Centra voor Jeugd en gezin in Heerlen ligt op het verbeteren van a) de samenwerking tussen de betrokken partners en b) het bestaande aanbod voor opvoedingsondersteuning. Jongerenwerk Naast aandacht voor specifieke (risico)groepen, blijven wij het jongerenwerk inzetten om zowel participatie als een actieve vrijetijdsbesteding te bevorderen. Wij blijven de cultuuromslag die binnen het jongerenwerk gaande is om met name vanuit het perspectief van preventie en participatie te werken nauwlettend monitoren en waar mogelijk stimuleren Jongerenaccommodaties Wij gaan op zoek naar financiële middelen om te investeren in de (door)ontwikkeling van 4 jongerenaccommodaties. OASE in Hoensbroek is opgeleverd en het besluit over de bouw van een jongerenaccommodatie in Heerlen Noord wordt voor het einde van 2010 genomen. De streefdatum voor het jongerencentrum in Meezenbroek is 2011 en voor de accommodatie op Heerlerbaan wordt binnen deze bestuursperiode gezocht naar een geschikte locatie. Jeugdgezondheidszorg Samen met de jeugdgezondheidszorg (doelgroep 4-19 jarigen) zetten wij een traject in waarbij de focus ligt op de risicozorg. De jeugdgezondheidszorg (doelgroep 0-4 jarigen) wordt nauw betrokken bij dit traject. Overige activiteiten: De Verwijsindex Parkstad om risicosignalen bij kinderen snel op te sporen en samenwerking tussen partijen te bevorderen blijven we inzetten. De komende 4 jaar gaan we alle kindvoorzieningen hierop aansluiten; Wij willen de behaalde resultaten van het project Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK) continueren en borgen; Het opleveren van een geactualiseerde nota Jeugdbeleid in 2011; Op het gebied van maatschappelijke opvang gaan we beleid maken inzake ondersteunende begeleiding en tienermoeders; Het bevorderen van jeugdparticipatie middels de kinderburgemeester, ‘let ’s talk’ en de
45
maatschappelijke stages; Het monitoren van de ontwikkelingen van jongeren middels het jongerenonderzoek.
Wat doen we nog meer in 2011 - 2014 Subsidiëren peuterspeelzaalwerk, jeugdaccommodaties, jeugd- en jongerenwerk, scouting en opvoedings- en ontwikkelingsstimuleringsprogramma's; Regie voeren op de samenwerking tussen instellingen voor jeugdzorg en jeugdhulpverlening, onderwijs en welzijn; Inspectie en toezicht op kinderopvangvoorzieningen; Projectmatig stimuleren jeugdparticipatie. Wat gaat het kosten? Integraal Jeugdbeleid x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -5.167 1.571 -3.595
Bijgestelde begroting 2010 -5.362 1.229 -4.133
Begroting 2011 -5.354 1.064 -4.291
Meerjarenraming 2012 -5.466 1.064 -4.402
2013 -5.786 1.064 -4.723
2014 -5.767 1.064 -4.703
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabellen zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Begroting 2011 600 600
Jongerenaccommodatie Heerlen Noord Totaal
46
Meerjarenraming 2012 385 385
2013
2014
0
0
Kernthema Meedoen & Zorg Beleidskader Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2008-2011 ‘Meedoen in Heerlen’ 2008; Stedelijk Kompas, 2008; Volksgezondheidsbeleid 2008-2012, 2008; Uitvoeringsprogramma Wonen, Welzijn & Zorg 2005 - 2010, 2004; Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (2009); Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, 2010; ‘Ondersteunende begeleiding ontregelde gezinnen’, 2008. Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Experiment ‘Eigen kracht centrales’ Om de mogelijkheden van mensen om hun eigen problemen aan te pakken optimaal te benutten, onderzoeken wij een andere wijze van hulpverlening. Wij gaan daarom experimenteren met de methodiek ‘eigen kracht centrales’, een methodiek die gehanteerd wordt bij gezinsproblematiek, waarbij vooral het eigen netwerk van familie, vrienden en buren ingezet wordt in plaats van professionals. Aansporen tot dereguleren Wij gaan dereguleren binnen en buiten de gemeente. Dit gaan wij vorm geven o.a. door andere vormen van indicatiestellingen en door het aansporen van instellingen tot deregulering, zoals project (G)Oud en de proef ‘Voor elkaar in Heerlerheide’. Wij willen meer gaan sturen op voorliggende, preventieve voorzieningen en daarmee geïndiceerde, individuele en vaak dure voorzieningen voorkomen. Verder willen wij meer afstemming van deze voorzieningen op de specifieke behoeften van verschillende doelgroepen om zo maatwerk te leveren. Hiervoor is nodig: meer regelruimte, dus minder bureaucratie voor uitvoerders van beleid in combinatie met een andere, meer verantwoordelijkheid nemende houding van deze uitvoerders. Activering en maatschappelijke participatie Wij willen meer mensen actief laten zijn in de samenleving en vooral de groepen langdurig werklozen, ‘jonge’ ouderen en allochtonen activeren tot vrijwilligerswerk of andere vormen van informele dienstverlening. Daarom gaan wij instellingen sturen op omscholen en aantrekken van breed georiënteerde en daadkrachtige hulpverleners. Dit realiseren wij o.a. door dit mee te nemen in subsidie afspraken met de instellingen. Verder breiden wij de initiatieven voor maatschappelijke participatie uit, onder andere door de WWBklanten een rol te laten spelen in de ondersteuning van de WMO-doelgroep. Gezondheid Wij gaan preventieprojecten in gezondheid en welzijn specifieker inzetten op risicogroepen. Dit doen we om zowel de gezondheid te verbeteren, de belemmering bij arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie weg te nemen en de kosten voor zorg te voorkomen of te verminderen. Voorzieningen Wij gaan de voorzieningen omvormen naar maatwerk en juiste schaalgrootte. Dit doen we door of de zorg en dienstverlening meer op buurtniveau te organiseren of door opschaling en het samenvoegen van voorzieningen. Hiervoor willen wij: de ondersteuning aan mantelzorgers versterken en uitbreiden; op zoek gaan naar extra dekking waarbij we m.n. denken aan AWBZ middelen; de huishoudelijke hulp voortzetten op basis van een subsidierelatie of een “lichte”vorm van aanbesteding; het buurtgericht werken versterken en onderzoeken of en welke nieuwe maatregelen nodig zijn.
47
Overige activiteiten Succesvolle activiteiten uitbreiden over de buurten in de stad waarbij deregulering en maatschappelijke participatie centraal staan. Te denken valt aan het initiatief ‘Voor elkaar in Heerlerheide’, ‘Buurthulpen’ en ‘Meer Samen in Praktijk’; Afhankelijk van de ontwikkelingen in de AWBZ zullen individuele voorzieningen omgevormd worden naar algemene voorzieningen om enerzijds hoge kosten te voorkomen en anderzijds om aan de compensatieplicht voor gemeenten te blijven voldoen; Actualiseren van het integratiebeleid en het buurtgericht uitvoering geven van integratieactiviteiten. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014
Uitvoeren van het maatschappelijk opvang beleid (Stedelijk Kompas) en het verslavingszorgbeleid; Uitvoeren van het vrijwilligersbeleid; Uitvoeren van het vluchtelingenbeleid en het inburgeringsbeleid; Binnen de bestaande budgetten uitvoering geven aan het Integraal Maatschappelijk Accommodatiebeleid Heerlen (IMAH); Subsidiëren conform beleidsgestuurde contractfinanciering met diverse zorg- en welzijnsinstellingen; Subsidiëren van diverse vrijwilligersorganisaties en belangenorganisaties Voorzieningen verstrekken die de cliënt in staat stellen om: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Voorts gaan wij minder externe adviezen aanvragen bij de indicatiestelling van individuele voorzieningen; Wij gaan minder huishoudelijke zorg verstrekken voor het doen van individuele boodschappen als gevolg van de introductie van de Boodschappenservice in de buurt MSP.
Wat gaat het kosten? Meedoen & Zorg x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -34.999 14.659 -20.340
Bijgestelde begroting 2010 -31.993 7.910 -24.083
Begroting 2011 -31.120 7.182 -23.939
48
Meerjarenraming 2012 -30.886 7.036 -23.850
2013 -30.624 6.890 -23.734
2014 -30.635 6.890 -23.744
Kernthema Integraal Ouderenbeleid Beleidskaders Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2008-2011, ‘meedoen in Heerlen, 2008; Het volksgezondheidsbeleid 2008-2012, 2008; Het uitvoeringsprogramma Wonen, Welzijn & Zorg 2005 – 2010, 2004; Het integraal Maatschappelijk Accommodatiebeleid Heerlen, 2010. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Actualiseren en uitvoeren van het WWZ-beleid Het wonen-, welzijn- en zorgbeleid (WWZ) verbindt een groot aantal beleidsdomeinen dat gericht is op het mogelijk maken dat ouderen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Dit beleid gaan wij de komende jaren actualiseren ten behoeve van een goede spreiding, clustering en toegankelijkheid van voorzieningen, geschikte huisvesting en woonomgeving voor ouderen en op maat gesneden zorg en welzijnsdiensten. De randvoorwaarden van het integraal maatschappelijk accommodatiebeleid gelden hierbij als uitgangspunt. Integraal ouderenbeleid Ouderen zijn belangrijk voor een vitale samenleving. Wij willen het beleid richten op een zo lang mogelijke en volwaardige deelname van deze groep aan de samenleving. Integraal ouderenbeleid gaan we daadwerkelijk vormgeven door specifiek aandacht te hebben voor de diverse subgroepen ouderen. Het gaat hierbij om het ontwikkelen en actualiseren van beleid op beleidsdomeinen als sport, vervoer, volkshuisvesting, gezondheid en participatie. Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Wij gaan de ouderen als doelgroep opnemen in de Heerlense uitvoering van Het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. Activering ouderen De groep vitale ouderen wordt door een betere gezondheid en een langere levensverwachting steeds groter. Wij willen ouderen dan ook stimuleren meer maatschappelijk actief te worden door het vrijwilligersbeleid nadrukkelijker op deze doelgroep te richten. Verder gaan wij de ouderen actief benaderen als (mede-) producent/deelnemer in plaats van alleen als consument. Tot slot willen wij onderzoeken hoe wij samen met grote Heerlense werkgevers workshops op kunnen zetten gericht op maatschappelijke participatie na en vlak voor het pensioen. Wij streven ernaar om alle activiteiten met bestaande middelen te realiseren of met behulp van externe financieringsbronnen. Wat gaan we daarvoor doen in 2012 - 2014 Voortzetten van de ingezette koers van 2011 met name uitvoering geven aan het geactualiseerde WWZbeleid. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014
Het subsidiëren van diverse welzijnsproducten, zoals ouderensociëteiten, ouderenadvies en meer bewegen voor ouderen; Het verstrekken van waarderingssubsidies voor ouderenbonden en ouderenverenigingen; Subsidiering van de Seniorenraad als belangenvereniging voor ouderen; Participeren in het Zuid-Limburgse innovatienetwerk voor ouderen Aczio; De activiteiten binnen het kernthema Meedoen en Zorg hebben vrijwel allemaal betrekking op de doelgroep ouderen.
49
Wat gaat het kosten? Integraal Ouderenbeleid x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -720 7 -713
Bijgestelde begroting 2010 -996 0 -996
Begroting 2011 -991 0 -991
50
Meerjarenraming 2012 -990 0 -990
2013 -990 0 -990
2014 -991 0 -991
Kernthema Integraal Sportbeleid Beleidskader De visienota Sport en Bewegen, 2008; De nota evenementenbeleid Heerlen: van ambitie naar uitvoering, 2008; Het integraal maatschappelijk accommodatiebeleid, 2010. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Stimulering van sport Sporten en bewegen is gezond en heeft gunstige maatschappelijke bijeffecten, op het terrein van maatschappelijke participatie en sociale samenhang. Daarom zetten wij in op de sportstimulering voor jeugd, ouderen, gehandicapten en minima en geven dit vorm door het organiseren van diverse sportstimuleringsactiviteiten: We continueren de combinatiefunctionarissen, in ieder geval voor het jaar 2011. In 2011 gaan we dit evalueren. Voortzetting financieren wij in 2012 voor een deel uit eigen middelen (€ 130.000) en daarnaast uit de algemene rijksmiddelen die vanaf 2012 voor dit doel beschikbaar worden gesteld; Het jeugdsportfonds willen we uitbreiden en gaan daarvoor op zoek naar financiële middelen; De samenwerking met het onderwijs gaan we waar nodig versterken om zodoende een sportief klimaat op scholen te stimuleren; Het schoolzwemmen gaan we in de komende MBP-periode voortzetten en stellen hiervoor extra middelen ter hoogte van € 250.000 per jaar ter beschikking. Sportaccommodaties Wij gaan het integraal sportaccommodatiebeleid actualiseren binnen de bestaande budgetten. Het doel is toe te werken naar aantrekkelijke, kwalitatief en financieel gezonde gemeentelijke sportaccommodaties die aansluiten bij de behoefte. Multifunctionaliteit en multi-gebruik zijn daarbij de kernwoorden. Op basis van dit beleid gaan wij: Een langjarige planning maken voor het beheer en onderhoud van gemeentelijke sportaccommodaties inclusief de besloten speeltuinvoorzieningen; Starten met het operationaliseringtraject om het overschot aan voetbalvelden in Heerlen te reduceren en om te komen tot een geringer aantal voetbalaccommodaties op strategische locaties in de stad. Om dit te realiseren investeren wij vanaf 2011 3 jaar lang jaarlijks € 500.000 (in totaal een bedrag van € 1,5 miljoen). De kapitaalslasten zitten vanaf 2012 in de begroting; De indoor skatevoorziening is financieel gedekt in 2011 en 2012. Op basis van een onderzoek in 2012 zal voortzetting vanaf 2013 worden bekeken; Meer expliciet gebruiken van accommodaties met een regionale insteek, zoals het zwembad, de skatehal en de klimhal (geen gemeentelijke accommodatie) voor het promoten van de stad; We gaan nieuwe beleidskaders formuleren ten aanzien van de tarievenstructuur, gebaseerd op een recent onderzoek naar de kosten en opbrengsten van de gemeentelijke sportaccommodaties. Sportaanbieders/sportverenigingen We gaan stappen zetten op het gebied vitalisering van sportverenigingen, waarbij we geleidelijk streven naar meer samenwerking van verenigingen en naar multifunctionele verenigingen. Daarvoor gaan wij: Stimuleren dat sportverenigingen vitale verenigingen worden die gespreid over de stad en stadsdeel het sportaanbod aanbieden; Samenwerking tussen sportverenigingen stimuleren om een duurzaam sportaanbod mogelijk te maken; Vrijwilligerswerk in de sport stimuleren door initiatieven zoals maatschappelijke stages, het inzetten van vrijwilligers bij grote evenementen zoals WK Wielrennen 2012 en door scholing.
51
Sportevenementen De grootschalige sportevenementen, zoals het WK wielrennen in 2012 en de jaarlijkse terugkerende onderscheidende sportevenementen, zullen gerichter ingezet worden voor sportstimuleringsdoelen en voor stadspromotie. Daarvoor gaan wij binnen de bestaande budgetten de volgende activiteiten uitvoeren: Gericht inzetten van kleinere lokale sportevenementen voor sportstimulering ter bevordering van de sociale samenhang in de buurt en in de stad; Benutten van de grotere bovenregionale sportevenementen voor promotie van sport en promotie van de stad en de regio; Het voorbereiden van het WK wielrennen 2012 als beeldbepalend evenement met aandacht voor sportstimulering en cultuur; Evalueren van de jaarlijkse onderscheidende sportevenementen (Raboronde, Cyclocross en Limburgs Mooiste) als onderdeel van het evenementenbeleid en op basis hiervan een plan maken voor de periode 2012-2014. Wat gaan we daarvoor doen in 2012 - 2014 We zetten de ingezette koers van 2011 voort met de volgende aandachtspunten: Uitvoering geven aan het nieuwe voetbal-accommodatiebeleid; Het organiseren en uitvoeren van alle activiteiten rondom het WK-wielrennen 2012; Evaluatie en heroriëntatie op de indoor skatevoorziening en afhankelijk hiervan eventueel voortzetten van deze voorziening na 2012. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Het verstrekken van subsidies aan sportverenigingen, organisatoren van sportevenementen en besloten speeltuinvoorzieningen; Het stimuleren van allerlei sportinitiatieven; Het structureel contact onderhouden met sportraad, sportverenigingen en basisonderwijs. Wat gaat het kosten? Integraal Sportbeleid x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -7.019 959 -6.060
Bijgestelde begroting 2010 -4.488 949 -3.539
Begroting 2011 -3.952 702 -3.250
Meerjarenraming 2012 -4.088 702 -3.386
2013 -4.134 702 -3.432
Investeringen De opgenomen lopende en nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten.
52
2014 -4.180 702 -3.478
Lopende investeringen in 2010 of eerder gestart (x € 1.000)
Begroting 2011 2.482 2.482
Multifunct Acc Bekkerveld Totaal Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Meerjarenraming 2012 3.442 3.442
Begroting 2011 220 500 720
Sportvelden/jeugdvelden Aanpassen sportaccommodaties Totaal
2013 2.402 2.402
2014 0 0
Meerjarenraming 2012 190 500 690
2013 200 500 700
2014 200 200
Programma Sociale Infrastructuur Totaal lasten en baten en specificatie per kernthema’s Programma 2 - Sociale infrastructuur x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -121.545 -118.265 Baten 70.731 68.398 Resultaat vóór bestemming -50.813 -49.867 Toevoeging reserves -750 0 Onttrekking reserves 773 755 Resultaat ná bestemming -50.790 -49.112
Specificatie kernthema's (saldo) x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Armoedebestrijding -20.105 -17.116 Integraal Jeugdbeleid -3.595 -4.133 Integraal Ouderenbeleid -713 -996 Integraal Sportbeleid -6.060 -3.539 Meedoen & Zorg -20.340 -24.083 Bestemming 23 755 Totaal -50.790 -49.112
Begroting 2011 -116.987 68.435 -48.551 0 65 -48.486
Meerjarenraming 2012 -116.970 70.086 -46.885 0 65 -46.820
Begroting 2011 -16.080 -4.291 -991 -3.250 -23.939 65 -48.486
53
2013 -117.081 69.940 -47.141 0 65 -47.076
2014 -117.132 69.940 -47.191 0 65 -47.127
Meerjarenraming 2012 -14.256 -4.402 -990 -3.386 -23.850 65 -46.820
2013 -14.262 -4.723 -990 -3.432 -23.734 65 -47.076
2014 -14.276 -4.703 -991 -3.478 -23.744 65 -47.127
3.3 Leefomgeving Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
N.A. Aarts, P.F.G. Depla en F.W.J. Gillissen G. Vijgen
Inleiding 'Beter (t)huis in de buurt' Wij praten vaak over kwaliteit van de leefomgeving. Een hoogwaardige kwaliteit van de leefomgeving betekent echter niet meer dan dat de mensen die er wonen, leven, werken hun leefomgeving als veilig, schoon en heel ervaren, zodat ze er gewoon graag wonen, werken en verblijven. Wij willen onze burgers ‘verleiden’ om zelf de eigen leefomgeving én de leefomstandigheden van henzelf en hun naasten te verbeteren. Wij gaan voor elke buurt in Heerlen een buurtactieplan opstellen. Geen lijvige notities maar concrete en heldere acties die samen met bewoners tot stand komen. Kort, krachtig en gericht op versnelde realisatie. Nauwkeurig kijken we naar de krachtbronnen die in iedere buurt aanwezig zijn en naar de talenten van de bewoners. Zo kunnen we versneld de verbetering van de leefbaarheid realiseren. Daarbij doen wij een beroep op de betrokkenheid van inwoners. Het is van belang een grotere verantwoordelijkheid te organiseren van onze burgers in het beheer en onderhoud van de stad. Hierbij kiezen we de insteek: ‘de openbare ruimte meer privé’, lees: minder anoniem, te maken. Meer betrokken leidt tot minder ongewenst gedrag. Wie wil er per slot van rekening niet wonen in een schone, hele en veilige buurt? Maatwerk per buurt, iedere buurt haar actieplan, maar niet allemaal tegelijk! Sommige buurten krijgen op dit moment al extra aandacht en wij zijn samen met die bewoners trots op wat daar tot nu toe gepresteerd is. Kijk naar de ontwikkelingen in MSP, de opwaardering van de Passart en de nieuwe leefbaarheid in Molenberg. Zonder daar te vertragen gaan we gefaseerd aan de slag in de andere buurten. Wij streven naar een openbare ruimte die echt van en voor de bewoners is, waar burgers actief bij betrokken zijn en zo zelf verantwoording nemen voor de eigen leefomgeving, zich thuis voelen in eigen straat en buurt. Het is daarom van belang beter en actiever te luisteren naar onze burgers. Op die manier bouwen we aan een sterkere vertrouwensband. Samenwerking moet groeien, waarbij wij op langere termijn denken aan vormen van medezeggenschap. En wat versneld nodig is zijn onze partners. Zonder een gezamenlijke aanpak van buurtverenigingen, zorg- en welzijnsinstellingen, lokale ondernemers, woningcorporaties, andere overheden, investeerders en creatievelingen zal het niet lukken. Heerlen, onze stad, wordt steeds meer schoon, heel en veilig. En dat gaan we samen waarmaken. Tot slot zien wij een tendens dat de sociale samenhang steeds meer gezien wordt als het cement van de samenleving. Steeds meer en steeds vaker zet de landelijke overheid zich in op het verbeteren van de leefomgeving in de buurten. Het is aan ons om met deze ontwikkeling mee te liften de komende jaren. Wat willen wij bereiken? ‘Een beter gewaarde woon- en leefomgeving’, dat willen we. Om dit te bereiken werken we nauw samen met de woningbouwcoöperatie, de politie en andere maatschappelijke partners om de leefomgeving van onze buurten en de binnenstad naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. We willen daarbij zoveel mogelijk gebruik maken van de kennis van onze inwoners, van de lokale omstandigheden en van hun invloed om deze te veranderen. Het zijn immers de mensen die de stad maken! We stellen ons binnen dit programma een aantal concrete doelstellingen die voor ons de komende jaren richtinggevend zullen zijn.
54
‘Heler, schoner en completer voor een karaktervolle buurt en stad’ Binnen het kernthema Schoon en Heel streven wij naar een karaktervolle buurt en stad. Wij staan voor een goed beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Wij willen de leefbaarheid in onze stad verbeteren door nog beter te luisteren naar de behoeften van de bewoners en ondernemers. Samen met hen willen we werken aan een vernieuwende aanpak om te komen tot dat wat we willen: een schone karaktervolle buurt en stad. ‘Veiliger voor een levendige en energieke buurt en stad’ Met het kernthema Veiligheid ambiëren we een levendige en energieke buurt en stad. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een prettige leefomgeving en daarmee ook voor de herstructurering van buurten. Daarom gaan wij met de goede resultaten van de Operatie Hartslag en onze gebiedsgerichte aanpak door op de ingeslagen weg. Dit doen wij door samen met de politie en maatschappelijke organisaties de doorontwikkelde methodiek Hartslag verder uit te implementeren naar de prioritaire buurten. Maar ook in andere buurten zetten wij in op het aanpakken van overlast in de openbare ruimte, waarbij handhaving vaak een belangrijk sluitstuk is. Hierbij denken wij aan jeugd-, parkeer- en drugsoverlast, criminaliteit en geweldpleging. Onze focus ligt hierbij op het verbeteren van de veiligheidsbeleving van onze stad en het verminderen van het aantal incidenten en de gevolgen ervan. ‘Bereikbaarder voor een toegankelijke buurt en stad’ Bij het kernthema Mobiliteit & Parkeren gaat het om de bereikbaarheid van buurt en stad. In de komende jaren werken wij verder aan het verbeteren van de (eu-)regionale bereikbaarheid via weg en spoor van Heerlen. Belangrijke projecten hierbij zijn de IC-verbinding Eindhoven-Heerlen-Aken, de Avantislijn, de binnen- en buitenring, de grensoverschrijdende OV-concessie in 2016 en verbindingen met Sittard-Geleen en Maastricht. Het gaat dan nadrukkelijk om het gehele traject vanaf de eigen voordeur tot en met de parkeerplaats op de eindbestemming. Om te bepalen hoe succesvol wij de komende jaren zijn met de gestelde doelen, willen we deze koppelen aan indicatoren. Een overzicht van deze effectindicatoren vindt u in hoofdstuk 7. Risico’s* Claims van derden (juridische procedures); Gemeentegaranties (terugvorderen van verliezen) ; Woonwagenstandplaatsen (in eigen beheer en onderhoud); Vandalisme en schade (gevolg van ongewenst gedrag); Verbonden Partijen (begrotingsresultaten); Civieltechnische kunstwerken (kleinschalig onderhoud). * voor een toelichting zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen en Risico’s. Kengetallen Totaal m2 verharding Aantal m2 wegen in verkeersgebieden Aantal m2 straten in verblijfsgebieden Aantal m2 fietspaden Aantal m2 voetpaden/trottoirs Aantal bomen Aantal m2 beplanting Aantal m2 gras Verwerken overlastmeldingen Fiscale processen verbaal parkeren Flexcontroles (flexteam) Aantal verkeersslachtoffers Gemiddeld aantal geparkeerde fietsen in Heerlen-Centrum
55
5.015.223 1.003.096 2.152.634 268.828 1.325.392 40.297 1.979.695 2.580.449 5.876 5.312 66 97 1.040
Kernthema Schoon en heel Beleidskaders Kwaliteitsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2011-2015*; Stedelijk Plan Schoonhouden 2011-2015*; Beleidsplan Stedelijk Watermanagement 2011-2015*; Algemene Plaatselijke Verordening (APV). *Deze plannen worden in het eerste kwartaal van 2011 vastgesteld. Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Stedelijk Plan Schoonhouden Wij gaan uitvoering geven aan het Stedelijk Plan Schoonhouden. Het doel van dit plan is om verloedering in de openbare ruimte op een vernieuwende manier aan te pakken. Hierbij kunt u denken aan graffiti, maar ook aan hondenpoep en andere ergernissen die de leefbaarheid kunnen aantasten. Bij de uitvoering van dit plan betrekken wij onze inwoners waarbij wij door specifieke acties en communicatie ongewenst gedrag proberen om te buigen. Stadsparken In 1994 hebben de gemeente Heerlen en Vereniging Natuurmonumenten de intentie vastgelegd om de stadsparken Heidserpark, Weggebekker en Hei-Carisborg (allen in Heerlerheide) in erfpacht over te dragen aan Natuurmonumenten. De overdracht is nooit formeel geëffectueerd. Natuurmonumenten heeft sindsdien deze gebieden beheerd. Inmiddels is Natuurmonumenten van mening dat het beheer van stedelijke natuurgebieden niet tot haar taakveld behoort en dat zij daarom niet langer de overname van de stadsparken nastreeft. De gemeente kan de overname niet juridisch afdwingen. Natuurmonumenten voert in 2010 voor de laatste keer onderhoud uit in de stadsparken. Vanaf 2011 valt deze taak terug aan de gemeente. De beheerskosten worden geraamd op € 270.000 per jaar. Dit bedrag is verwerkt in deze begroting. Buurtactieplannen Schoon, heel en Veilig Om de leefbaarheid in de buurten te verbeteren, gaan wij per buurt een buurtactieplan opstellen en ten uitvoer brengen, waarbij wij bewoners nog meer bij hun buurt betrekken. Als bijkomend effect verwachten wij dat mensen zich meer verantwoordelijk voelen, waardoor de sociale controle toeneemt. Dekking hiervoor vinden we in de bestaande budgetten. Openbaar groen Door de herstructurering als gevolg van de krimp zullen er in de stad vanwege de sloop vele open plekken ontstaan. Deze plekken willen wij met openbaar groen opvullen. Hiervoor stellen wij € 150.000 voor 2011, € 250.000 voor 2012, € 350.000 voor 2013 en € 400.000 voor het jaar 2014 beschikbaar. Onderhoud vijvers Voor het onderhoud van vijvers investeren wij eenmalig een bedrag van € 800.000. De kapitaalslasten daarvoor nemen wij op in de begroting. Stedelijk Watermanagement In deze bestuursperiode wordt het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement door de raad vastgesteld en uitgevoerd. Aan de hand van dit plan voeren wij onze gemeentelijke zorgplicht uit voor het doelmatig functioneren van het rioolstelsel en het verwerken van overtollig hemel- en grondwater. Hierbij streven wij ernaar om op innovatieve wijze schone waterstromen niet te vervuilen met andere waterstromen en grijpen de kans om natuur te ontwikkelen in de nabijheid van de woonomgeving. Beken en vijvers hebben daarbij immers een belangrijke functie. Een voorbeeld is het project ‘Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk’, waarvoor wij subsidie hebben gekregen in het kader van de Subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland.
56
Afval halen en energie brengen Met het Plan Afval Halen en Energie Brengen, onderzoeken wij samen met de Rd4, experts uit het bedrijfsleven en mensen uit het hoger onderwijs naar de mogelijkheden om energieopwekking door GFTafval in te zetten als brandstof. Dit onderzoek realiseren we binnen de bestaande budgetten. Openbare toiletten We gaan over tot uitvoering van de motie ‘openbare toiletten’ en komen met een plan om in het centrum van Heerlen openbare toiletten te realiseren. Hiervoor doen wij een eenmalige investering van € 160.000. De kapitaalslasten hiervoor zijn opgenomen in deze begroting. Beheer Openbare Ruimte Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte volgens het kwaliteitsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte, blijven wij continu zoeken naar innovatieve methoden om een doelmatig beheer en onderhoud van de buurt te realiseren. Het streven is een zo hoog mogelijk woon- en leefgenot te ontwikkelen tegen zo laag mogelijke kosten. Lichtmastreclame Wij gaan inkomsten genereren door bedrijven een vergoeding te vragen voor lichtmastreclame. Dit doen wij door de exploitatie van de lichtbakken in concessie uit te besteden aan een extern bedrijf, waarbij wij, als alle lichtbakken worden uitgegeven, op jaarbasis maximaal € 50.000 aan inkomsten kunnen verwerven. Wij zullen de voortgang bij de voorjaarsnota evalueren en wanneer nodig de begroting aanpassen. Verkeersregelinstallaties Door de afname van het aantal installaties en de omvorming naar LED-verlichting wordt in het onderhoud van verkeersregelinstallaties structureel een besparing van € 50.000 per jaar gerealiseerd. Wegenonderhoud Als noodzakelijke bezuinigingsmaatregel gaan wij in de periode t/m 2013 geen grootschalig onderhoud aan verhardingen in landschappelijk waardevolle gebieden meer uitvoeren. Op korte termijn proberen wij dit te ondervangen met kleinschalig onderhoud. Om in dit verband onveilige situaties te vermijden zullen we sommige paden moeten verwijderen. Deze ombuiging is met de begroting 2010 reeds ingeboekt. Civiele kunstwerken De onderhoudskosten van zogenaamde civieltechnische kunstwerken (bruggen, viaducten) zijn wij aan het onderzoeken. We willen het correctief onderhoud (gebreken pas herstellen als ze zichtbaar zijn) ombuigen naar preventief onderhoud, omdat preventief onderhoud op de lange termijn duurzamer en goedkoper is. In de nota ‘onderhoud civieltechnische kunstwerken 2010 – 2015’ wordt vastgelegd hoe wij de kunstwerken beheren en onderhouden. Deze nota willen wij nog eind 2010 door de raad laten vaststellen. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Coördinatie Buurteams Schoon, Heel en Veilig; De aansturing van Rd4 voor de inzameling huishoudelijk afval; Het onderhouden van begraafplaatsen en uitvoeren van begravingen; De bestrijding van ongedierte.
57
Wat gaat het kosten? Schoon en heel x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -47.926 6.296 -41.630
Bijgestelde begroting 2010 -35.531 2.248 -33.283
Begroting 2011 -32.911 923 -31.988
Meerjarenraming 2012 -33.393 800 -32.593
2013 -33.561 800 -32.761
2014 -33.657 800 -32.857
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000) Beleidsplan Openbare verlichting Openbare speelvoorzieningen Vervoermiddelen Verkeersregelinstallaties Bewegwijzering ANWB Fietspad Looierstraat Openbare toiletten Vijverproblematiek Totaal
Begroting 2011 642 105 94 400 62 1.650 160 800 2.263
58
Meerjarenraming 2012 642 106
2013 642 108
300 62
300 62
2014 642 110 505 400 25
1.110
1.112
1.682
Kernthema Veiligheid Beleidskaders Algemene Plaatselijke Verordening (APV); Kadernota Integrale Veiligheid (wordt in 2011 vastgesteld) ; Kadernota Programmatisch Handhaven (2006); Milieuprogramma Toezicht en Handhaving Bedrijven (beleid 2009-2012); Nota handhaving Bouw- en Ruimtelijke regelgeving (beleid 2008 e.v.); Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Aanpak overlast en criminaliteit Wij gaan de coördinatie en regievoering op stadsdeel en buurtniveau versterken door de op buurtniveau doorontwikkelde methodiek Hartslag verder in te zetten in prioritaire buurten, waarbij de Passart en MSP bijzondere aandacht gaan krijgen (ministerie VROM/WWI). Inhoudelijke doelstellingen zijn hierbij de verdergaande versterking van de slagvaardigheid en van de onderlinge samenwerking tussen in- en externe partners. Om dit te realiseren gaan we op zoek naar dekking binnen de bestaande budgetten. Verder zetten wij in op de veiligheid van het winkelgebied. Hierbij hebben wij speciale aandacht voor overlastveroorzakers: mensen die herhaaldelijk crimineel gedrag vertonen, plegers van huiselijk geweld, ex-gedetineerden. De toepasbaarheid van nieuwe wettelijke bevoegdheden ter bestrijding van overlast (o.a. de voetbalwet) wordt afgestemd met Politie en Openbaar Ministerie en deze maatregelen worden ingebed in een totaalpakket van maatregelen. Hierbij wordt met name gedacht aan cameratoezicht en preventief fouilleren. Daarnaast zullen wij ook de ontwikkelingen binnen de politieorganisatie volgen. Het is van belang dat blauw echt op straat is (terugdringing bureaucratie) en de politie aanspreekbaar en gericht blijft op aanpak overlast binnen de landelijk gestelde kaders. Aanpak jeugdoverlast Om jeugdoverlast te voorkomen hebben wij een standaardaanpak ontwikkeld, die wij de komende jaren verder gaan implementeren. Hierbij vullen wij de ontbrekende regierol in. Verder nemen wij deel aan de evaluatie van de convenanten die rondom de veiligheid in en om de school zijn opgericht. Aanpak alcohol en drugsproblematiek Omdat de overlast van drugs de afgelopen jaren is afgenomen, gaan wij samen met onze ketenpartners verder met een aanpak die gekenmerkt wordt door preventie, repressie en nazorg. Dit doen wij ondermeer door het voortzetten van zorgverlening aan de drugsverslaafden in de dag- en nachtopvang en de persoongerichte aanpak in het Veiligheidshuis. Daarnaast de aanpak aan de daderzijde door het Flexteam, de politie (Doenteam Drugsoverlast Even Niet) en het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) dat zich bezighoudt met de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Ook vernieuwen wij onze aanpak op het terrein van soft- en harddrugs beleid. Dekking hiervoor zoeken we binnen de bestaande budgetten. Om de verkeersgerelateerde overlast rondom koffieshops aan te pakken, heeft het Ministerie van Binnenlandse zaken besloten om Heerlen een subsidie toe te kennen ter hoogte van €192.000, waarvoor wij onder meer twee extra BOA’s inzetten om deze overlast te verminderen. Dit bedrag is niet genoeg. Het restant financieren we uit de ‘poule handhavers’. Aanpak huiselijk geweld Wij zetten de aanpak van huiselijk geweld voort en verbeteren deze daar waar nodig. Dit financieren wij uit de bestaande budgetten. Hierbij voeren wij de Wet tijdelijk huisverbod verder uit, waarbij wij onze aanpak evalueren.
59
Handhaving openbare ruimte Door herverdelen van de capaciteit van BOA’s en toezichthouders uit de diverse bureaus Handhaving, zullen wij de handhavingscapaciteit in zowel het centrum als de Heerlense wijken optimaliseren. Tevens gaan wij voor professionaliseren samenwerking ketenpartners wijkgericht werken. De “hotspots” binnen een buurt/wijk worden projectmatig aangepakt. Inspelen op landelijke en regionale ontwikkelingen De gemeenten binnen de Veiligheidsregio Zuid-Limburg streven ernaar om aan de normen en kwaliteitseisen te voldoen van de Wet veiligheidsregio’s (inwerkingtreding 1-10-2010). Dit gebeurt door in te zetten op verregaande gemeentelijke samenwerking bij het inrichten van gemeentelijke processen en crisisteams. Tevens wordt samen met de veiligheidsregio ingezet op een grote eenduidigheid in de risicobeoordeling en veiligheidsadvisering ten aanzien van de grote evenementen. De brandweer dient in het kader van de bezuinigingen tussen de 10 en 20 % te krimpen. Samen met de brandweer wordt gestreefd naar het behouden van een gelijk veiligheidsniveau. De focus van de brandweer zal zich de komende jaren meer gaan verplaatsen van het bestrijden van branden naar (brand)veilig leven (= preventie). In het kader van de WABO-vergunningverlening en toezicht/handhaving wordt ingespeeld op de landelijke besluitvorming rondom regionale uitvoeringsdiensten. Wij onderzoeken, naar aanleiding van een businesscase, of op de schaal van Parkstad de samenwerking kwalitatief en kwantitatief verder kan worden vormgegeven. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Handhaving en toezicht openbare ruimte (o.a. afhandeling klachten, en toezicht buiten- en groengebieden, bestrijding overlast, milieu- en bouwtoezicht, inzet cameratoezicht en fraude aanpak in de buurten); De kansen die de nieuwe voetbalwet biedt om overlastgegevens in de buurten aan te pakken, te onderzoeken en toe te passen; Regie oppakken inzake de veiligheid bij projecten (o.a. Mondriaan, Domus, DNO, Exodus); De 24-uur bemensing van de meldkamer; Uitvoering wettelijke taken op gebied van Bouw- en milieu (wabo) toezicht en handhaving conform uitvoeringsprogramma’s; Aanpak Rampenbestrijding; Aanpak pandgerelateerde overlast; Voorbereiding op rampenbestrijding; Aanpak radicalisering en regiefunctie; Aanpak veiligheid bedrijventerreinen. Wat gaat het kosten? Veiligheid x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -15.677 4.605 -11.073
Bijgestelde begroting 2010 -14.526 1.264 -13.262
Begroting 2011 -14.032 1.044 -12.988
60
Meerjarenraming 2012 -13.298 994 -12.304
2013 -13.327 994 -12.333
2014 -13.324 994 -12.330
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Begroting 2011 47
Vervoermiddelen Portofoons/Spreeksleutels Hardware Totaal
47
61
Meerjarenraming 2012
40 40
2013 50 40
2014 143
90
143
Kernthema Mobiliteit & Parkeren Beleidskaders Verkeersveiligheidnota (1995); Parkeernota (2000); Regionaal Verkeer en Vervoersplan (2007); Actieplan Fiets (2009). Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Bereikbaarheid met het openbaar vervoer De komende 4 jaar gaan wij het gebruik van het openbaar vervoer op verschillende manieren stimuleren. Wij starten met de aanleg van de Avantislijn. De hiervoor benodigde eenmalige investering van € 1.000.000 financieren wij uit het cofinancieringfonds. Ook bekijken we de mogelijkheden van gratis openbaar vervoer voor bepaalde doelgroepen. De eventueel hieruit voorvloeiende kosten willen wij gaan dekken binnen het bestaande budget. Op grond van een motie worden vanaf 2010 bushaltes opgehoogd. Het gaat om een totale investering van 1,6 miljoen. De kapitaalslasten van jaarlijks € 160.000 zijn opgenomen in de begroting. In 2010 werd al € 700.000 geïnvesteerd en in 2011 wordt € 900.000 geïnvesteerd. Tenslotte nemen wij ons voor om de vervoersmogelijkheden tussen het centrum en de Woonboulevard verder uit te breiden. We zijn van plan om het busvervoer tussen Brunssum, Kerkrade en Heerlen te verbeteren. De financiering hiervan zal plaats gaan vinden via Parkstad Limburg. Bereikbaarheid met de fiets In de afgelopen collegeperiode is een uitgebreid actieplan opgesteld, om het fietsgebruik te stimuleren. Naast de voordelen voor het milieu is fietsen gezond en verbetert de verkeersdoorstroming. Het is daarom van belang continuïteit te houden in het stimuleren van het fietsgebruik. Dus in 2011 en daarna ondernemen wij diverse acties om Heerlenaren op de fiets te krijgen. Hiervoor wordt een nieuw Actieprogramma Fiets opgesteld dat we financieren uit het bestaande budget. Verder gaan wij, ter bevordering van de verbinding tussen station en Onderwijscampus, het fietspad langs de Looierstraat aanleggen. Dit betekent een investering van € 3.300.000. Een deel van die investering zal door de provincie worden meegefinancierd. De kapitaalslasten voor de helft van deze investering nemen wij op in de begroting en het MBP. De dekking voor de exploitatie van de fietsenstalling op de Akerstraat stopt vanaf 2012. Wij stellen middelen ter beschikking om deze voorziening in stand te houden. (kosten: vanaf 2012 € 75.000 per jaar). We willen echter ook in 2011 deze voorziening evalueren om te kijken of er een andere aanpak mogelijk is. Bereikbaarheid met de auto In 2010 stellen wij de nieuwe Parkeernota vast. De financiële doorwerking hiervan vanaf 1-1-2011 zit al in de begroting. De hierin vermelde maatregelen voeren we tussen 2011 en 2014 uit, wat betreft het vergunningparkeren komen wij in 2011 met een nieuw voorstel richting gemeenteraad. Daarbij kijken we nadrukkelijk naar nieuwe mogelijkheden om parkeren in het centrum van Heerlen aantrekkelijker te maken. Mede door de investeringen die gedaan zijn in het kader van de Netwerkanalyse is de bereikbaarheid voor het autoverkeer enorm vooruitgegaan. Leefbaarheid en veiligheid In de komende periode ondernemen wij diverse acties om op het terrein van leefbaarheid en veiligheid vooruitgang te boeken. Dan gaat het om parkeerproblemen in de buurt, luchtverontreiniging en geluidsoverlast en verkeersveiligheid. Om hier uitvoering aan te geven schrijven wij ondermeer een Verkeersveiligheidnota (dekking binnen bestaande budget) waaruit diverse maatregelen volgen die de veiligheid van de Heerlense weggebruiker moeten gaan verhogen.
62
Wat doen we nog meer in 2011 - 2014 Ontwikkelen van verkeersmaatregelen voor verkeersveiligheid; Uitvoeren van het verkeersveiligheidsbeleid; Uitvoeren maatregelen (projecten) naar aanleiding van Netwerkanalyse; Beheren en uitvoeren Mobiliteitsprogramma. Wat gaat het kosten? Mobiliteit & Parkeren x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -1.942 1.865 -77
Bijgestelde begroting 2010 -2.434 1.709 -724
Begroting 2011 -2.167 2.699 532
Meerjarenraming 2012 -1.887 2.699 813
2013 -1.785 2.699 915
2014 -1.782 2.699 917
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000) Fietspad Looierstraat Ophogen bushaltes Avantislijn Totaal
Begroting 2011 1.650 900 2.550
63
Meerjarenraming 2012
2013
2014
1000 1000
0
0
Programma Leefomgeving Totaal lasten en baten en specificatie per kernthema’s Programma 3 - Leefomgeving x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -65.545 -52.491 Baten 12.766 5.221 Resultaat vóór bestemming -52.779 -47.270 Toevoeging reserves -2.905 -496 Onttrekking reserves 1.853 1.799 Resultaat ná bestemming -53.832 -45.967
Specificatie kernthema's (saldo) x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Mobiliteit & Parkeren -77 -724 Schoon en heel -41.630 -33.283 Veiligheid -11.073 -13.262 Bestemming -1.052 1.303 Totaal -53.832 -45.967
Begroting 2011 -49.110 4.667 -44.444 0 132 -44.312
Meerjarenraming 2012 -48.578 4.494 -44.084 0 31 -44.054
Begroting 2011 532 -31.988 -12.988 132 -44.312
64
2013 -48.673 4.494 -44.179 0 30 -44.149
2014 -48.763 4.494 -44.270 0 30 -44.240
Meerjarenraming 2012 813 -32.593 -12.304 31 -44.054
2013 915 -32.761 -12.333 30 -44.149
2014 917 -32.857 -12.330 30 -44.240
3.4 Ruimtelijke Ontwikkeling Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
N.A. Aarts, P.F.G. Depla, F.W.J. Gillissen, A.J. Smeets en M.F.A. de Wit- Romans R.J.I.M. Hupkens
Inleiding In het programma ruimtelijke ontwikkeling stimuleren en waar mogelijk realiseren wij de totstandkoming van de ruimtelijke randvoorwaarden voor het functioneren van de stad. En dus voor haar bewoners, werkers en bezoekers. Onze centrale doelstelling is: ‘het creëren van een aantrekkelijke stad met een eigen karakter’. Hiermee willen we benadrukken dat wij een duurzame stad willen creëren waar onze burgers en bezoekers zich thuis voelen, omdat zij zich in onze stad en onze buurten herkennen en zich er willen en kunnen ontplooien. Zij bevolken immers de stad met zijn gebouwen, pleinen en openbare gelegenheden en zij zorgen ervoor dat de stad en de buurten ‘leven’. Het programma ruimtelijke ontwikkeling richt zich met name op de thema’s duurzaamheid/milieu én de fysieke leefomgeving. Onze wens om de woon- en leefomgeving in onze buurten te verbeteren, heeft naast fysieke en duurzaamheidaspecten raakvlakken met andere thema’s. Immers, juist in een periode van bevolkingskrimp moeten we onze buurten fysiek, sociaal en economisch herstructureren, zodat Heerlen op termijn beschikt over een divers, hoogwaardig en aantrekkelijk palet aan woonmilieus. De samenwerking met partners op alle schaalniveaus is onontbeerlijk om de ambities binnen dit programma te realiseren. Ook het betrekken van de burgers bij het tot stand komen en uitvoeren van onze plannen is een must. We zien ook dat een duurzame fysieke ontwikkeling raakvlakken heeft (en zelfs voorwaardenscheppend is) op het gebied van economie (goede vestigingsvoorwaarden, creatieve industrie, onderwijshuisvesting). Maar ook op het gebied van sociale infrastructuur (participatie en zorg) en leefomgeving (veiligheid, mobiliteit). Wanneer we er in slagen onze stad op een duurzame manier in te richten dan leggen wij niet alleen een stevige basis voor onze ambities op het niet-fysieke vlak zoals bijvoorbeeld de culturele lente, veiligheid en nieuwe energie, maar kunnen we mogelijk het fenomeen ‘krimp’ tot een voordeel ombuigen. De binnenstad neemt een bijzondere positie in. De binnenstad is de ‘huiskamer’ van de stad, waar de stad zich van haar beste kant laat zien. Dit is de plek waar je zowel eigen inwoners als bezoekers gastvrij onthaalt. Indien zij worden getrakteerd op een gevarieerd aanbod aan winkelvoorzieningen, horeca gelegenheden en culturele voorzieningen in een uitnodigende openbare ruimte én zij verrast worden met allerlei grote en kleine evenementen, dan is het aantrekkelijk om de stad steeds weer te bezoeken. Dat vinden wij belangrijk. Voor de inwoners staat natuurlijk ook de kwaliteit van de eigen woonomgeving centraal. Een goede mix van voorzieningen en aantrekkelijke woningen maken de buurt vitaal voor alle leeftijdsgroepen. Het eigen karakter van de verschillende buurten maakt dat de bewoner zich er thuis voelt. In een periode waarin we staan voor een stevige herstructureringsopgave omdat de omvang en de samenstelling van de bevolking verandert, is het belangrijk om de eigenheid van de buurten te behouden en de onderscheidende kwaliteit van de buurten te versterken. Wij concentreren onze initiatieven op drie gebieden, te weten MSP en Hoensbroek-Centrum/de Passart en Vrieheide/de Stack. In Vrieheide/de Stack gaan wij versneld aan de slag met de planning zodat wij in 2014 met de uitvoering kunnen beginnen, afhankelijk van regio-, provinciale- en of rijksbedragen. De herstructurering van Molenberg maken wij af. Naast herstructurering verwachten wij de komende jaren dat burgers een toenemende behoefte hebben om de eigenheid (de link naar het verleden) in de openbare ruimte te behouden. Men wil ‘herkenbaarheid’ en ‘eigenheid’. Ook denken wij dat ‘groen’ in de openbare ruimte een steeds belangrijker thema zal worden de komende jaren.
65
Wat willen wij bereiken? ‘Het creëren van een aantrekkelijke stad met eigen karakter’. Om dit te bereiken stellen we ons binnen dit programma een aantal concrete doelstellingen die voor ons de komende jaren richtinggevend zullen zijn. ‘De binnenstad levendiger en leefbaarder maken’ Wij denken dat de binnenstad nog leefbaarder wordt wanneer we in staat zijn kwalitatieve hoogwaardige openbare ruimten te creëren met gezichtsbepalende objecten en monumenten. Hierbij is het van belang dat er een compleet en divers hoogstedelijk voorzieningenniveau aanwezig is. Het spreekt voor zich dat randvoorwaardelijk het veiligheidsniveau en de bereikbaarheid op peil zijn en blijven. ‘De identiteit van woongebieden en buurten vergroten’ Wanneer we in staat zijn de komende jaren de eigenheid in de buurten te beschermen dan zal dat een positief effect hebben op het identiteitsgevoel en de betrokkenheid van onze burgers. Het is dan van belang om zoveel mogelijk bestaande herkenningspunten en aansprekende architectuur in stand te houden en te koesteren. Ook de basisvoorzieningen in de buurt moeten we behouden en mogelijk zelfs verbeteren, goed afgestemd op de vraag die er is. Zoveel mogelijk mensen zullen zich thuis voelen wanneer het ons lukt om gedifferentieerde, kwalitatieve woon- en leefmilieus te creëren. ‘Het aantrekkelijker maken van onze hele stad’ Hetzelfde geldt op een iets hoger schaalniveau voor de stad als geheel. We creëren duurzame woon- en leefmilieus door de herkenbaarheid van de structuren en de bestaande verbindingen te vergroten, groen aan te leggen en het zichtbaar maken van onze rijke en afwisselende monumentale geschiedenis. Groen maakt de binnenstad aantrekkelijker en bestrijdt in de zomer ook de opwarming van binnensteden en vangt fijnstof af. Om dit allemaal te realiseren beschikken we binnen dit programma over twee kernthema’s waarbinnen we activiteiten ontplooien die zullen bijdrage aan de realisatie van deze doelen. Voor het kernthema Duurzaamheid & Milieu gaan wij samen met onze maatschappelijke partners het gebruik van duurzame energie stimuleren en het verbruik van energie beperken. Wij zullen onze herstructureringsopgave op een duurzame wijze vorm gaan geven en richten ons op de uitvoeringsprogramma’s ‘geluid’, ‘lucht’, ‘energie’ en ‘groen en klimaat’. Ook zullen we zelf het goede voorbeeld geven. De nieuwe ambtelijke huisvesting zal duurzaam zijn en wij nemen maatregelen om de bestaande gemeentelijke huisvesting en openbare verlichting energiezuiniger te maken. Om dit tot een succes te maken moet er binnen onze organisatie een transitie plaatsvinden waarbij we bij alles wat we doen, nadenken of het duurzaam is. Binnen het kernthema Fysieke Leefomgeving staat onze stad en regio de komende jaren voor een enorme herstructeringsopgave. Deze opgave bevat sociale, economische en fysieke transformaties die wij steeds op een duurzame, gebiedsgerichte manier willen aanpakken. Wij moeten ons inspannen om anderen optimaal te faciliteren, verbindingen tot stand te brengen tussen partijen en goede initiatieven te stimuleren. Herstructurering staat voorop. De gemeente bevestigt de reeds vastgelegde en door de WGR+ Parkstad vastgesteld herstructureringsprioriteiten in Heerlen voor de komende jaren, namelijk Meezenbroek-SchaesbergerveldPalemig (MSP), Hoensbroek Centrum/Passart, Vrieheide-de Stack en de Heerlense Binnenstad. Binnen deze prioriteiten wordt gezocht naar de meest effectieve inzet van mensen en middelen door daar aan de slag te gaan waar wij onze inbreng vermenigvuldigd zien door externe partners. Op het gebied van structuurvisie en woonvisie ligt de specifieke opgave van de komende periode er vooral op om de kwaliteit van het stedelijk en landelijk gebied op een hoger niveau te brengen. De komende jaren zal er gewerkt worden op Parkstad niveau aan een actualisatie van de woonprogrammering. Deze gaat sturen op verdunning en kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad,
66
met als doel een afname van de leegstand en waardebehoud van de woningvoorraad. Om te bepalen hoe succesvol wij de komende jaren zijn met de gestelde doelen, koppelen wij deze aan indicatoren. Een overzicht van deze effectindicatoren vindt u in hoofdstuk 7.1. Risico’s* Claims van derden (juridische procedures); Projectenportefeuille (in relatie tot de beschikbare budgetten); Verbonden Partijen (begrotingsresultaten); Bodemsanering (bodemvervuiling). * voor toelichting zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen en Risico’s.
Kengetallen Tevredenheid verkeersvoorzieningen Rijksmonumenten Rijksbeschermde stadsgezichten Gerealiseerde sloopwoningen (2009) Nieuwbouw 0-tredenwoningen (2009) Woningleegstand Leegstandsduur bij verkoop Investeringsvolume herstructureringsbuurten in mln euro's
67
6,3 236 6 112 110 2339 642 54
Kernthema Duurzaamheid & Milieu Beleidskaders Vigerend rijks-, provinciaal en regionaal beleid op het gebied van groen, water, toerisme en recreatie; Structuurvisie Parkstad Limburg; Herstructureringsvisie; Integrale Bekenvisie; Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR); Klimaatbeleidsplan 2010-2020; Integraal Waterplan; Leefomgevingplannen; Bomenbeleidsplan. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Ambtelijke huisvesting Als gemeente willen we invulling geven aan het begrip duurzaamheid bij de nieuwe ambtelijke huisvesting. We willen daarbij vooruitlopen op onze ambitie om in 2020 onze gebouwen energieneutraal te hebben. Met de eigen energieopwekking middels duurzame bronnen zullen we nog maar minimaal in de beperkte vraag naar energie hoeven te voorzien. Hiermee hopen wij een signaal af te geven voor nieuwe energietechnieken en transitie-denken in onze stad. Actieprogramma’s Voor geluid en lucht zal voornamelijk ingezet worden op de reeds vastgestelde actieprogramma’s, zoals vervoersmanagement bij onszelf en grote bedrijven, groen aanleggen om fijnstof te bestrijden en stil asfalt. Uitvoeringsprogramma klimaat en nieuwe energie We gaan uitvoering geven aan de geplande klimaatacties uit het uitvoeringsprogramma ‘klimaat en nieuwe energie’ waaronder: Acties implementeren in het kader van energieke bedrijventerrein de Beitel; Participeren in de uitvoering van het duurzaamheidsplan van C-mill; Een start maken met het energieke scholenproject op het Sintermeerten en Bernardinuscollege. (Dekking binnen bestaand budget); Een pilot draaien met rondom duurzaam basisonderwijs; Een energieaanpak opstellen en opstarten in MSP (Dekking binnen bestaand budget); Realiseren van een rijdende energie-informatiewinkel samen met Baanbrekend werk; Instellen van een klimaatambassade en klimaatoverleg met de partners. Andere uitvoeringsprogramma’s Wij gaan ons specifiek richten op de uitvoeringsprogramma’s ‘geluid’, ‘lucht’, ‘energie’ en ‘groen en klimaat’ om de invloed van geluidsoverlast, luchtvervuiling en CO2 uitstoot terug te dringen. Onze ambitie is om de leefbaarheid in de stad voor toekomstige generaties te waarborgen. Adviseren bij andere prioriteiten Met name duurzaamheid is een thema waar vooral aandacht voor moet zijn bij projecten en beleidsontwikkelingen in andere kernthema’s. Zo leveren wij vanuit duurzaamheid een bijdrage aan projecten als: het regionaal strategisch akkoord volkshuisvesting, het mijnwaterproject, de openbare verlichting, het wagenpark, de verbinding en de ontkluizing van de Caumerbeek. Ecologistrecreatieve verbinding van de Geleenbeekzone De nadere planvorming gaan we uitwerken ten aanzien van de realisatie van een ecologistrecreatieve verbinding van de Geleenbeekzone ter hoogte van Nuth/Hoensbroek via het voormalig mijnspoor door Hoensbroek en de stadsparken naar de Brunssummerheide. Dit is het project Gebrookerbos als uitwerking van het masterplan Hoensbroek. 68
Zonnepanelen Om onze betrokkenheid te tonen bij het thema zonne-energie gaan wij zonnepanelen plaatsen op de daken van gemeentelijke gebouwen. Wij doen daarvoor een eenmalige investering van € 100.000 en nemen de kapitaalslasten op in de begroting. Elektrische auto’s We willen ook het gebruik van elektrische auto’s stimuleren door de aanleg van laadstations voor elektrische auto’s te faciliteren. Duurzame bodem Voor een duurzame bodem wordt aangesloten bij het bestuurlijk convenant ‘Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties 2009’ waarin landelijk is afgesproken om een gemeentelijke visie op de duurzame ondergrond op te stellen en de spoedlocaties te saneren. Energiescans gemeentelijke gebouwen We gaan energiescans laten maken van de gemeentelijke gebouwen. Hiervoor reserveren wij eenmalig een bedrag ad € 20.000. Energiebewust leven Ook gaan we voor de huishoudens van de gemeente Heerlen mogelijkheden en financiële constructies bedenken waardoor mensen worden gestimuleerd om energiebewust te gaan leven. Inkoop en bestemmingsplannen Wij gaan de komende jaren duurzaam inkopen (ambitie 2015 100% duurzaam inkopen) en in de bestemmingsplannen en herstructureringsplannen nemen we een duurzaamheidparagraaf op.
69
Verder: We gaan een visie opstellen op de duurzame ondergrond; We willen een kader maken voor het gemeentelijk groenbeheer (ambitie: wat we mooi maken, moeten we ook mooi houden’) We gaan een nieuwe nota natuur- en milieueducatie opstellen; Verder wordt er een nieuw Heerlens Groenbeleidsplan opgesteld. Het nieuwe groenbeleidsplan wordt afgestemd met de Structuurvisie Parkstad Limburg en de in ontwikkeling zijnde Structuurvisie/Herstructureringsvisie. Wat gaan we daarvoor doen in 2012-2014? De geplande acties uit het uitvoeringsprogramma klimaat en nieuwe energie zetten wij voort Het uitwerken van de CO2 footprint (meten van CO2) in het kader van het klimaatbeleidsplan; De geplande acties uit het uitvoeringsprogramma klimaat en nieuwe energie zetten wij voort; Het opstellen van een handboek/plan voor de energetische verbetering van de gebouwde omgeving; Uitvoeren van andere vastgestelde plannen de projecten uit het Uitvoeringsprogramma Groenbeleidsplan; de maatregelen uit het 2e fase uitvoeringsprogramma Klimaat en nieuwe energie; de maatregelen in het actieplan ‘geluid’ en ‘lucht’. Binnen het project 'Corioglana' gaan wij de gebiedsontwikkeling van het Imstenraderbos ter hand nemen. Wij gaan een aantal thema's actualiseren: de archeologische verwachting- en cultuurhistorische advieskaart; het actieplan ‘geluid’; het actieplan ‘lucht’; het gemeentelijk monumentenbeleid (als gevolg van wijzigingen in het rijksbeleid) Wij gaan een aantal thema's bijstellen: duurzaam gebiedsgericht beleid over hoe om te gaan met de uitloging van mijnsteen in het grondwater; een geactualiseerde geluidsbelastingkaart; het gemeentelijk archeologiebeleid; nieuwe energie indien die noodzakelijk is naar aanleiding van de monitoring en evaluatie; een vervoersplan dat zich richt op de vermindering van de totale CO2 uitstoot. Tot slot: het opwaarderen van de omgeving van het Kasteel Hoensbroek binnen het project Corioglana. Dit is een onderdeel van het project Gebrookerbos; het saneren van de spoedlocaties in het kader van de Wet bodembescherming; het monitoren van C02 in de gemeente Heerlen en het uitvoeringsprogramma klimaat de uitkomsten van de energiescan van de gemeentelijke gebouwen opnemen in het meerjarenonderhoudsplan van de gemeente. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Naast het MBP voeren wij ook wettelijk taken uit bijvoorbeeld de Wet bodembescherming en de Wet ruimtelijke Ordening. Daarnaast zijn er reguliere taken binnen dit programma. Een van de wettelijke taken is het uitvoeren van de Wet ruimtelijke ontwikkeling. De uitvoering hiervan hangt nauw samen met de ontwikkelingen binnen de gemeente Heerlen Hierop aansluiten is van groot belang, maar ook het actualiseren van de huidige bestemmingsplannen heeft prioriteit. In deze MBP-periode gaan wij onderzoeken waar de grootste belangen liggen: of bij de ontwikkelingen of bij de actualisatie hiervan.
70
Overige reguliere taken: Het uitvoeren van bodemsaneringen en het toetsen van bodemsaneringen van externen; Het uitvoeren van het milieu- en uitvoeringsprogramma; Het opstellen van het bodemjaarverslag; Het beheren en uitvoering geven aan het groenbeleid; Het geven van milieuadvies en –voorlichting; Het subsidiëren van o.m. Natuur- en milieueducatie; Het uitvoeren van het waterbeleidsplan; Het uitvoeren van de verwachtingskaart archeologie; Het uitvoeren van milieuvergunningen en het milieucontroleprogramma; Het uitvoeren van het monumentenbeleid. Wat gaat het kosten? Duurzaamheid & Milieu x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -3.566 2.208 -1.359
Bijgestelde begroting 2010 -3.789 2.660 -1.130
Begroting 2011 -2.553 974 -1.579
Meerjarenraming 2012 -1.778 319 -1.459
2013 -1.761 299 -1.462
2014 -1.760 299 -1.461
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Begroting 2011 100 100
Zonnepanelen gemeentelijke gebouwen Totaal
71
Meerjarenraming 2012 0
2013
2014
Kernthema Fysieke Leefomgeving Beleidskaders Structuurvisie Parkstad Limburg; Structuurvisie Heerlen 2040; Stadsvisie Heerlen; Herstructureringsvisie Parkstad Limburg, vastgesteld in december 2009 (Parkstadraad); Integrale CentrumVisie, vastgesteld december 2005; Masterplan Zorgvallei, vastgesteld in de gemeenteraad van januari 2008; Regioprogrammering, vastgesteld in juli 2010 (Parkstadraad); Masterplan Hoensbroek 2009-2025, vastgesteld in september 2009; Herstructureringsvisie Parkstad Limburg, vastgesteld in december 2009 (Parkstadraad); Transformatieplan en –fonds, vastgesteld in juli 2010 (Parkstadraad). Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Heerlen-Centrum Wij gaan door met het realiseren van de integrale centrumvisie. In de komende periode staan de volgende projecten van private investeerders op de agenda: de aanleg van het Maankwartier fase II (realiseren plaat boven station en bouw aan de noordzijde van het station); herontwikkeling Schinkelkwadrant-Zuid; herontwikkeling hoek Oranje Nassaustraat – Stationsstraat; herontwikkeling hoek Free Record Shop en omgeving; woningbouw Rector Driessenweg; woningbouw Klompstraat; herontwikkeling locatie Kegelpaleis; renovatie Luciushof. In het centrum starten wij de volgende projecten: De grond aan de noordzijde van het station wordt bouwrijp gemaakt en er wordt gestart met de bouw in dit gebied; De buitenkant van de Royal renoveren, een duurzaam invullingsconcept vinden en op basis daarvan de Royal verkopen aan een investeerder. Dekking zoeken om het van Grunsvenplein te renoveren en het plein op te waarderen; Private initiatieven in de binnenstad begeleiden en regisseren (ook in 2012-2014); Begeleiden van de huisvestingsvraag vanuit de creatieve industrie, de musea en andere (culturele) instellingen; Een visie/ontwerp opstellen inzake de openbare ruimte in de binnenstad; Een visie opstellen inzake de herontwikkeling van de Arcuslocaties. In 2011 zal een investeringsprogramma voor projecten in het centrum worden opgesteld zodat een meerjarig uitvoeringsprogramma kan worden vastgesteld. Voor de grootschalige projecten zetten wij het cofinancieringsfonds en het regiodialoogfonds in. Voor de kleine initiatieven stellen wij in 2011 incidenteel € 500.000 investeringsbudget beschikbaar. Voor de proceskosten stellen we middelen beschikbaar vanuit het MBP prioriteitenbudget. MSP Wij voeren het Wijk-actie-plan en de Charter MSP uit op basis van het integrale uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd, in de Stuurgroep MSP vastgesteld en loopt al vanaf 2008/2009 tot 2016. Urgente gebieden zijn o.a. het nieuwe centrumplan (verplaatsing en clustering van aanwezige detailhandel met wonen) en het realiseren van een Brede Maatschappelijke Voorziening. Projecten zijn: De herbestrating op de locatie stedenbuurt noord; De aanleg van een speelvoorziening op het Glasmijterrein; De aanleg van de laatste 2 Pocketparkjes; Het realiseren van kunst in de openbare ruimte; De aanleg van een park bij het centrum (fase 1).
72
Hoensbroek Centrum/De Passart Op basis van het Masterplan Hoensbroek zijn wij doende om samen met onze partners een integraal uitvoeringsprogramma op te stellen. In de komende periode hebben daarbij prioriteit: het opstellen van een woningprogrammering voor Hoensbroek, een start maken met de realisatie daarvan, de start van het opknappen van het kernwinkelgebied, de realisatie van een Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV) op de locatie Aldenhof en het opknappen van de Caumerbeekzone. Projecten zijn: De businesscase Hoensbroek/Passart vaststellen incl. een uitvoeringsprogramma, gebiedsexploitatie en een samenwerkingsovereenkomst; Het opstellen van het voorontwerp voor de BMV Aldenhof; Het opstellen van een ontwerp voor de openbare ruimte centrum Hoensbroek; Het begeleiden en regisseren van private initiatieven in het winkelcentrum; De start van de renovatie van het voormalig gemeentehuis Hoensbroek; Herinrichting van de Nieuwstraat; Renaturering van de Caumerbeek; Het opstellen van een visie/ontwerp voor de Hoensbroekse onderdelen van CorioGlana; Het opstellen van een ontwerp voor de herinrichting van het voormalig Mijnspoor; Het opstellen van een ontwerp voor de verkeerscirculatie rondom het centrum Hoensbroek; Het uitwerken van het ontwerp ‘Gebrookerbos’ op realiteit en haalbaarheid. De opwaardering van de Passart zetten we door. Dit doen we samen met Woonpunt, politie en buurtbewoners. Het uiteindelijke doel is de sociale cohesie, sociale veiligheid en de verkeersveiligheid te verhogen en de verloedering van de openbare ruimte tegen te gaan. Verder zetten we in op een duurzame herinrichting van de vrijgekomen gebieden door sloop van de flats en zullen we ons inspannen om met name de Oude Passart als onderdeel van het Limburgse mijnbouwverleden te behouden voor de toekomst. Projecten zijn: Start herinrichting vrijkomende openbare ruimte door de sloop van flats; Uitvoering geven aan de actielijnen 1 t/m 7 uit het buurtactieplan. Vrieheide/de Stack We gaan een visie opstellen voor Vrieheide/de Stack. Vrieheide/De Stack is een buurt met de nodige problemen op het fysieke én sociale vlak. Op het sociale vlak is er sprake van hoge werkloosheid, overlast en verpaupering, op het fysieke vlak is er sprake van een eenzijdige en kwalitatief slechte woningvoorraad. Een grootschalige herstructurering van de woningvoorraad in combinatie met de nodige maatregelen op het gebied van zorg en welzijn lijkt noodzakelijk. Dit is echter een lastige opgave omdat het grootste deel van de woningvoorraad particulier bezit is. Dit is de reden dat de buurt medio 2008 is aangemeld als een van de vijf pilotbuurten in Parkstad in het kader van de Limburgse Wijkenaanpak. Om aan bovenstaande problematiek sturing te kunnen geven is het noodzakelijk om met de bewoners / eigenaren en corporaties om de tafel te gaan zitten en te overleggen over de toekomst van de buurt en de maatregelen die de verschillende partijen moeten gaan treffen om ook op termijn een vitale buurt te blijven. Daarbij zullen we uiteraard actief participeren bij het experiment dat Heerlen en Parkstad i.s.m. het ministerie van BZK in de buurt uitvoeren. Structuurvisie en Woonvisie De structuurvisie is in essentie een ruimtelijk plan waarin economisch, ecologisch en sociaal beleid is verankerd. Hiermee heeft de structuurvisie een integraal karakter en raakt alle terreinen van het gemeentelijk beleid. We hebben gekozen voor het schetsen van een helder, inspirerend beeld van de stad in 2030/2040. De specifieke opgave van de komende periode is vooral de kwaliteit van het stedelijk en landelijk gebied op
73
een hoger niveau te brengen. Hierbij kan overigens niet alles vooraf worden bepaald. Het gemeentelijk beleid zal en moet steeds alert reageren op ontwikkelingen. Ook wordt de vorm en inhoud van het beleid nader bepaald vanuit overleg met belanghebbenden en bewoners. De komende jaren zal er gewerkt worden op Parkstad niveau aan een actualisering van de regionale woonprogrammering . Deze visie gaat sturen op verdunning en kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad, met als doel een afname van de leegstand en waardebehoud van de woningvoorraad. We willen toewerken naar het maken van regionale afspraken tussen Parkstad en de corporaties over de realisatie van de nieuwe woningbouwprogrammering (2011-2020). In het kader van deze actualisering van de regionale woonprogrammering zal onder meer kritisch gekeken worden naar de niet gerealiseerd plannen uit de huidige woningbouwprogrammering. Zorgacademie De zorgacademie wordt in 2011-2012 gerealiseerd. In dezelfde periode brengen wij de benodigde groencompensatie tot stand. Regionaal Strategisch Akkoord Volkshuisvesting (STRAK) Samen met de woningcorporaties, Parkstad Limburg en de andere Parkstad-gemeenten gaan we het Regionaal Strategisch Akkoord Volkshuisvesting opstellen. Vanwege het feit dat de verantwoordelijkheid voor het volkshuisvestingsbeleid is overgedragen aan Parkstad Limburg, is het noodzakelijk dat ook het maken van de bijbehorende afspraken over de uitvoering van dat beleid onder de verantwoordelijkheid van Parkstad Limburg valt. Doel is om, met name in het kader van de zogenaamde gebiedsontwikkelingen, de afspraken een meer verplichtend karakter te geven. Het STRAK komt ter vervanging van de vroegere prestatieafspraken. Wat gaan we daarvoor doen in 2012 - 2014? In het centrum gaan we in deze periode de volgende acties realiseren: We starten met, en realiseren de bouw van de bouwplaat over het station; We hebben de ambitie te starten met de uitvoering van de herinrichting van de openbare ruimte in het centrum We zijn van plan om te starten met het vernieuwen van de parkeergarage onder het Van Grunsvenplein. We continueren het uitvoeringsprogramma MSP: We gaan over tot de aanleg van de MSP Allee en het inrichten van het Glasmijterrein oost Glasmijweg; We realiseren verkeersremmende maatregelen op de Schaesbergerweg; We`gaan over tot de herinrichting van de Kasteellaan; We realiseren de herinrichting van de Limburgialaan/Heuvelweg; We gaan over tot de herinrichting van de Kloosterkoolhof; We starten met de bouw van de Brede Maatschappelijke Voorziening. We gaan binnen Hoensbroek Centrum/De Passart door met de uitvoering van het uitvoeringsprogramma Hoensbroek. Projecten zijn: Het uitvoeringsprogramma Hoensbroek uitvoeren; Het opstellen van een definitief ontwerp en bestek voor BMV de Aldenhof; Het bouwen van BMV de Aldenhof De start van de herinrichting van de openbare ruimte in Hoensbroek; Het begeleiden en regisseren van private initiatieven in het winkelcentrum; Het herinrichten van de Akerstraat-Noord. Projecten in de Passart zijn: Vervolg van de herinrichting van de vrijkomende openbare ruimte door de sloop van flats; Uitvoeren van de actielijnen 1 t/m 7 uit het buurtactieplan. 74
Vrieheide/De Stack We stellen het uitvoeringsprogramma Vrieheide/de Stack op en vertalen dit door in een businesscase die ook door Parkstad en de provincie gedragen wordt. Vervolgens verwachten wij in 2014 over te kunnen gaan tot uitvoering van dit programma. Ook hier zijn wij afhankelijk van middelen van regio, Rijk en Provincie. Regionale woningbouwprogrammering We stellen de Regionale woningbouwprogrammering 2011-2020 vast. Unilocatie de Zonnewijzer We gaan de unilocatie voor de Zonnewijzer (speciaal onderwijs) realiseren. Maatschappelijke Voorziening Molenberg We starten met de bouw van de Brede Maatschappelijke Voorziening Molenberg. Zorgvallei Onze inspanningen zijn er de komende jaren op gericht om samen met de gebiedspartners tot een herontwikkeling van de zorgvallei te komen. Wij zijn primair verantwoordelijk voor het openbaar gebied. We entameren geen ontwikkelingen in de niet prioritaire herstructeringsgebieden. Initiatieven van derden zullen we sober begeleiden, waarbij we onze kosten zullen doorberekenen aan de initiatiefnemer. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Voor de herstructeringsgebieden gaan we een organisatiestructuur inrichten. We verwachten dit in 2011 te hebben gerealiseerd. Vanaf dat moment kunnen deze gebieden de volle aandacht krijgen die ze verdienen en is de uitvoering van de projecten gewaarborgd. Hiervoor hebben wij procesmiddelen gereserveerd in de begroting. Ook bij de actualisering van de bestemmingsplannen zullen wij de prioritaire herstructureringsgebieden voorrang geven. Overige reguliere taken: Het maken, beheren en actueel houden van bestemmingsplannen (onder meer het uitvoeren van projectbesluiten); Het beheren van de structuurvisie; Het implementeren van de nieuwe Wro; Het toepassen van de grondexploitatiewet; We sturen op nieuwbouw en sloop door middel van het uitvoeringsprogramma Regionale woonvisie; We stellen bouwgrondexploitaties op; We voeren bouw- , woning-, en welstandstoezicht uit. Algemene opmerking over de middelen Binnen dit kernthema hebben we te maken met een totale investeringsbehoefte in onze prioritaire buurten de komende jaren van enkele honderden miljoenen euro’s. De ter beschikking staande ISV (3) middelen zijn daarvoor niet toereikend. Ook wanneer wij daarnaast nog ons aandeel uit de regiodialoog zullen ontvangen is dat nog lang niet genoeg. Willen we de opgaven realiseren dan is extern geld nodig (Rijk, Europa, ontwikkelaars, corporaties, etc.) Niet alle projecten in dit programma zijn nog volledig gefinancierd, de zoektocht naar middelen blijft de komende vier jaar een enorme opgave.
75
Wat gaat het kosten? Fysieke leefomgeving x € 1.000 Rekening
Lasten Baten Totaal
2009 -65.008 37.446 -27.563
Bijgestelde begroting 2010 -26.681 16.360 -10.321
Begroting 2011 -22.785 14.276 -8.508
Meerjarenraming 2012 -14.727 7.094 -7.633
2013 -14.724 7.094 -7.630
2014 -13.714 5.594 -8.121
Programma Ruimtelijke Ontwikkeling Totaal lasten en baten en specificatie per kernthema’s Programma 4 - Ruimtelijke ontwikkeling x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -68.574 -30.470 Baten 39.653 19.020 Resultaat vóór bestemming -28.921 -11.450 Toevoeging reserves -8.114 -1.127 Onttrekking reserves 21.157 4.243 Resultaat ná bestemming -15.879 -8.334
Specificatie kernthema's (saldo) x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Duurzaamheid & Milieu -1.359 -1.130 Fysieke leefomgeving -27.563 -10.321 Bestemming 13.042 3.116 Totaal -15.879 -8.334
Begroting 2011 -25.338 15.250 -10.088 -578 1.124 -9.541
Meerjarenraming 2012 -16.505 7.413 -9.092 -468 287 -9.273
Begroting 2011 -1.579 -8.508 547 -9.541
76
2013 -16.485 7.393 -9.092 -468 240 -9.319
2014 -15.475 5.893 -9.582 -468 235 -9.815
Meerjarenraming 2012 -1.459 -7.633 -180 -9.273
2013 -1.462 -7.630 -227 -9.319
2014 -1.461 -8.121 -233 -9.815
3.5 Bestuur en dienstverlening Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
N.A. Aarts, P.F.G. Depla en F.W.J. Gillissen C.L.A.F.M. Bruls
Inleiding Wij zijn er van overtuigd dat wij samen in staat zijn om de maatschappelijke opgave waar wij voor staan op te pakken. Met ‘samen’ bedoelen wij onze burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen en zeker ook onze medeoverheden in Parkstad, de Provincie, het Rijk en over de grens. Maar niet in het minst ook met de Raad en onze eigen ambtelijke organisatie. Juist samen staan we sterk. Dat is ook nodig want de uitdaging is groot. De krimp, de werkgelegenheid, het onderwijs, het verbeteren van onze dienstverlening, de participatie van onze beroepsbevolking en onze financiën vragen daar om. Op de eerste plaats richten wij ons op onze burgers. Wij willen de vraag en de behoefte van onze burgers kennen om met onze dienstverlening nog beter in staat te zijn de producten en diensten te leveren waar behoefte aan is en op de manier die mensen het meest tevreden stelt. Wij streven waar mogelijk meer transparantie na in onze besluitvorming, omdat wij vinden dat onze besluiten goed gemotiveerd moeten zijn. Soms hebben beslissingen van de gemeente grote gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen. Wij zijn ons er van bewust dat wij het niet iedereen altijd naar de zin kunnen maken. Juist dan willen wij graag goed uitleggen waarom bepaalde zaken niet mogelijk of wenselijk zijn. Voorts zullen wij vanwege de grote druk op de overheidsfinanciën door de economische crisis ons huishoudboekje weer op orde moeten krijgen. We hebben de afgelopen jaren een zorgvuldig begrotingsbeheer gevoerd waardoor de financiële problematiek, mede door ons ombuigingenprogramma van vorig jaar, te overzien is. Wij zoeken naar innovatieve vormen van overheidsfinancieringen. Tenslotte vragen wij ook van onze ambtelijke organisatie om mee te denken naar innovatieve oplossingen voor nieuwe vraagstukken die wij hebben. Een aanpassing van de manier van (vraaggericht) werken kan daarbij behulpzaam zijn. Wij gaan een nieuwe periode in. Een periode waarin we nieuwe oplossingen voor nieuwe vraagstukken zoeken en zullen vinden. Wij zullen meer regie voeren en meer in samenwerking onze resultaten behalen. Immers we kunnen het niet meer alleen doen en we willen het ook niet alleen doen. Welke ontwikkelingen voorzien we de komende jaren? Op de eerste plaats natuurlijk het doorwerken van de economische crisis en de gevolgen hiervan voor de rijksbegroting en dus de gemeentefinanciën. De inkomsten vanuit het Rijk zullen af gaan nemen en ook onze eigen inkomsten zullen steeds meer onder druk komen te staan. Anderzijds verwachten wij dat het voorzichtige en gestage herstel in financiële instellingen zal doorzetten. Dit zal een gunstige uitwerking hebben op de hoogte van de opslagen voor krediet- en liquiditeitsrisico’s. Het aanhouden van de bouwrecessie in 2011 en wellicht ook in 2012 maakt dat de inkomsten van de (bouw)leges gigantisch zullen dalen. Aanpassing van de inkomsten is daarom noodzakelijk. Maar daartegenover staat dat we minder vergunningen zullen afgeven en er minder toezicht nodig is. Minder aanvragen voor een vergunning betekent ook minder inzet vanuit de ambtelijke organisatie. Nationale en lokale deregulering (minder regels en vergunningen) maakt dat de inkomsten onder druk staan. Daar staat tegenover dat de administratieve lasten en ergernissen bij burgers, ondernemers en soms bij de overheid zullen dalen. Op het gebied van dienstverlening denken wij dat de burger steeds meer een klantgerichte, transparante en toegankelijke organisatie verwacht. Wij denken dat op termijn functies zoals treasury en beheer algemene uitkering gecentraliseerd zullen gaan worden voor geheel Parkstad. Ook de noodzaak tot bestuurskracht en samenwerking zal toenemen door (1) druk op efficiency terwijl de kwaliteit omhoog moet (2) complexiteit en urgentie van de opgave (3) versplinterde bevoegdheden en (4) het waterbedeffect. Tot slot zal de taakverdeling tussen de overheidslagen steeds nadrukkelijker onderwerp van gesprek zijn inclusief de benodigde bestuurskracht om die taken uit te kunnen voeren.
77
Wat willen wij bereiken? ‘Meer vertrouwen in bestuur en ambtelijke organisatie’. Dat willen we bereiken met het programma bestuur en dienstverlening. Voor de komende jaren richten wij ons daarom op de interne en externe (keten)samenwerking, op de extra cofinanciering (om in staat te zijn onze ambities te realiseren) en op de organisatieontwikkeling (om de veranderopgave ook daadwerkelijk waar te kunnen maken). De samenwerking binnen Parkstad wordt voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. De oprichting van gemeenschappelijke diensten gaat steeds meer vorm krijgen. Ook zal op de WGR+ terreinen economie, ruimtelijke ontwikkeling en bereikbaarheid meer worden samengewerkt, al was het maar omdat de gemeenschappelijke problemen waar we voor staan alleen gemeenschappelijk kunnen worden opgelost. Door minder zaken met alleen eigen geld te financieren maar door meer in te zetten op verwerving van externe middelen kunnen wij bovenop de reeds vastgestelde bezuinigingen een aanvullende ambitie waarmaken. Wij zullen extra kritisch kijken naar projecten die wij 100% zelf financieren, wanneer deze niet voor externe medefinanciering in aanmerking komen. De ontwikkeling van onze organisatie staat in dienst van de opgave van Heerlen. Meer in- en externe samenwerking, meer aandacht voor regie en innovatieve uitvoeringskracht. De komende jaren richten wij ons op een verbetering van de aansturing, het aanpassen van onze werkwijze en gedrag, een meer doelmatige bedrijfsvoering en een verbetering van de (vraaggerichte) dienstverlening. Er wordt door het Rijk vanaf 2012 gekort op het gemeentefonds. Hoeveel er zal worden bezuinigd en in welk tempo is nu nog onduidelijk. Uitgangspunt is het scenario van 5% korting op het gemeentefonds vanaf 2012. Voor dit scenario moet sprake zijn van een meerjarig evenwicht in de begroting. Als het gaat om gemeentelijke bezuinigingen kiezen wij voor de volgende prioritering: Het verbetering van de doelmatigheid en beleidsefficiency; Het anders organiseren, o.a. via innovatie; Het vertragen van projecten; Het heroverwegen van taken; Het vergroten van de lastendruk. Om dit te bereiken stellen we ons binnen dit programma een aantal concrete doelstellingen die voor ons de komende jaren richtinggevend zullen zijn. Zo willen we beter de behoefte(n) leren kennen van onze klanten en ook willen we duidelijker communiceren. Daarnaast nemen wij ons voor om beter toezeggingen waar te maken en slimmer om te gaan met middelen. Om dit allemaal te realiseren beschikken we binnen dit programma over een aantal kernthema’s waarbinnen we activiteiten ontplooien die zullen bijdragen aan de realisatie van al deze doelen. Binnen het kernthema Bestuurskracht gaat het om de mate waarin een gemeente in staat is om de maatschappelijke opgaven waar zij voor staat aan te kunnen. Er wordt dus gekeken naar de kwaliteiten en middelen (bestuur, personeel, financiën etc.) in relatie tot de door de gemeente geformuleerde ambities en opgaven. Naast de vraag of de gemeente de opgaven KAN realiseren moet er worden gekeken naar de mate waarin de gemeente datgene DOET wat het realiseren van die opgaven vereist. Bestuurskracht is immers het beste af te lezen aan het vermogen om tot de afgesproken uitvoering komen. Vanuit de doelen van het programma en de werkvelden van dit kernthema hebben wij de volgende ambities geformuleerd voor het kernthema bestuurskracht: (1) Beter samenwerken met partners binnen en buiten de stad; (2) Het versterken van de bestuurlijke sturing; (3) Het verbeteren van de uitvoeringskracht. Het kernthema Financiering, belasting & dividenden gaat over het beschikbaar krijgen van voldoende middelen om de doelen en de daarbij horende maatschappelijke effecten, die in de diverse programma’s zijn verwoord, te realiseren en deze middelen doelmatig te besteden. Belangrijkste taken binnen dit
78
kernthema zijn: Het uitvoering geven aan de treasuryfunctie ( o.a. financieringsinstrumenten en risicobeheersing); het scheppen van kaders voor de belastingheffing en –inning van lokale belastingen (zie paragraaf ‘Lokale heffingen’); het beheer en de advisering rondom verworven aandelenkapitaal van de gemeente Heerlen en het jaarlijks te genereren dividend; Het beheer van en de advisering rondom het gemeentefonds (zie paragraaf Gemeentefonds). Binnen het kernthema Dienstverlening stellen wij ons het doel om de mate van tevredenheid over geleverde producten en diensten aan burgers, bedrijven en instellingen te verbeteren. Dit doen wij door op transparante, resultaatgerichte, integrale, professionele en klantgerichte wijze de individuele dienstverlening (waaronder in de toekomst (2015) het verlenen van diensten van andere overheden) te verzorgen. Hiervoor hanteren wij voor realisatie van de doelstellingen het landelijke concept: De Overheid heeft Antwoord. Via vijf fasen ontwikkelt de gemeente zich tot een loket voor de gehele overheid in 2015. Eén KlantContactCentrum (KCC), waar de burger terecht kan voor alle individuele producten en diensten, via een van de vier kanalen telefonie, post, e-dienstverlening of balie. Met betere dienstverlening en minder regels meer bereiken. Dat is de uitdaging waar de overheid voor staat. Hiervoor hebben de overheden met elkaar afspraken gemaakt, waar wij ons aan committeren. Dit is verder uitgewerkt in de 5 beloften aan de burger: 1. Onze dienstverlening is mensgericht; 2. Burgers kunnen hun zaken snel en zeker regelen; 3. Altijd de juiste deur: optimale ketensamenwerking; 4. We vragen gegevens slechts eenmaal op; 5. We zijn transparant en aanspreekbaar. Ook in Parkstadverband wordt de dienstverlening opgepakt en onderzocht hoe we de krachten kunnen bundelen. Binnen het kernthema Professionaliteit richten wij ons op de recentelijk geïdentificeerde verbeterpunten voor het functioneren van de organisatie. Om in de komende periode effectieve veranderingen door te kunnen voeren is daarom een herijking in prioriteitstelling op zijn plaats. Professionaliteitbevordering vindt daarom plaats aan de hand van de volgende doelstellingen: Bedrijfsvoering op orde; Goed management; Betrokken en professionele medewerkers; Effectieve bestuurlijke sturing. Binnen het kernthema Transparantie is communicatie belangrijk. We vertellen en lichten toe wat we in de gemeente Heerlen allemaal doen (producten, projecten,etc.), waarom we dat doen en voor wie. Doel is om alle doelgroepen (inclusief de pers) daarmee te bereiken. Daarnaast is de communicatie gericht op een goede relatie tussen de mensen in de stad en het gemeentebestuur/organisatie. Het versterken van de beeldvorming van Heerlen is ook een kerntaak van communicatie. Interne communicatie tenslotte is noodzakelijk om in eigen huis medewerkers goed te informeren over ontwikkelingen en andere relevante zaken. Maar de interne communicatie moet zich ook richten op samenwerking en het binden van mensen in onze organisatie plus het vergroten van trots zijn op Heerlen. Voor dit MBP hebben wij communicatie onderverdeeld in 4 hoofddoelstellingen.
79
1. Open & proactief Heerlen; 2. Helder & actueel Heerlen; 3. Sterk imago Heerlen; 4. Trots op Heerlen. Om te bepalen hoe succesvol wij de komende jaren zijn met de gestelde doelen, willen we deze koppelen aan indicatoren. Een overzicht van deze effectindicatoren vindt u in hoofdstuk 7.1. Risico’s* Claims van derden (juridische procedures); Gemeentegaranties (terugvorderen van verliezen); Verbonden Partijen (begrotingsresultaten); Overgangsregelingen Brandweer Zuid-Limburg (regeling Functioneel Leeftijdsontslag); Bestuurskracht (Regionale samenwerking). * voor toelichting zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen en Risico’s. Kengetallen Algemeen Aantal inwoners (september 2010) Totaal aantal woningen (2009) Totaal aantal huishoudens 2010 (bron CBS) Aantal bezoekers domein burgerzaken (ultimo juli) aantal mails tbv GIC (ultimo juli) Klanttevredenheid balie Klanttevredenheid wachttijd Percentage klanten dat aan de balie in één keer werd geholpen Klanttevredenheid telefoon Plaats op landelijke ranglijst 2009, aantal meegewerkte gemeenten 104 Score Monitor Overheid.nl 2009 Rang op de totale lijst van 441 gemeenten Rang op de lijst van 40 Limburgse gemeenten Rang op de lijst van 19 Zuid-Limburgse gemeenten Standaarden Transparantie Dienstverlening De burger centraal Interactieve verwijzing Toegankelijkheid
89.230 45.070 43.763 75.000 9.000 7,3 7,9 52% 7,5 92
339 20 11 34% 56% 23% 23% 0% 34%
Burgeronderzoek 2009 Oordeel over de gemeentelijke dienstverlening Waardering contact met de gemeente
6,7 7,1
Burgerpeiling Waar staat je gemeente (2010) Rapportcijfer - de burger als klant Rapportcijfer - de burger als kiezer Rapportcijfer - de burger als onderdaan Rapportcijfer - de burger als partner Rapportcijfer - de burger als wijkbewoner
7,3 5,7 6,3 5,5 6,8
De vijf beloften Resultaat op 40 actiepunten
50%
80
Kernthema Bestuurskracht Beleidskaders Stadsvisie Heerlen 2026 (2008); Coalitieakkoord ‘Heerlen Versnelt’ (2010); Financiële Verordening Gemeente Heerlen (2010); WGR+ regeling Stadsregio Parkstad Limburg (2010); RegioProgramma ‘Naar een duurzame vitale regio’ (2010); Rijksontwikkelingsagenda Stedelijk Netwerk Zuid Limburg (2008). Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Beter samenwerken met partners binnen en buiten de stad Burgers, bedrijven, instellingen, buurgemeenten en andere overheden zijn belangrijke partners bij het realiseren van de doelstellingen van de stad. Het in contact en gesprek komen en blijven met deze partijen is daarom een belangrijke randvoorwaarde. Gemeentelijk beleid, projecten en dienstverlening moeten daarom vanaf de oriëntatiefase tot en met de evaluatie in overleg met externe belanghebbende worden ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd. De externe oriëntatie van bestuur en organisatie moet nog beter. Op onze strategische thema’s zijn de aanknopingspunten voor de samenwerking de unieke kenmerken van onze stad en regio: het versterken van de economische structuur, het benutten van de grensligging nabij Aken en het gezamenlijk aanpakken van de herstructureringsopgave als gevolg van bevolkingskrimp. De hieraan gekoppelde uitvoeringsagenda is ook de primaire opdracht aan de nieuwe WGR+ Stadsregio Parkstad Limburg in de vorm van het RegioProgramma. Wij hebben vanuit het Rijk de experimentstatus op de thema’s krimp (Parkstad) en internationalisering (Zuid-Limburg) gekregen. Deze thema’s zullen in 2011 op Parkstad en Zuid Limburg niveau naar concrete uitvoeringsprogramma’s worden vertaald om de slag naar de uitvoering te kunnen maken. In Parkstad, maar ook samen met de steden Maastricht en Sittard-Geleen, gaan wij deze thema’s samen met onze partners uitwerken en uitdragen. Het gebied Zuid Limburg is immers fysiek, economisch en sociaal onlosmakelijk met elkaar verbonden. Heel Zuid Limburg heeft last van de verkeersdrukte bij knooppunt Kerensheide, mensen uit heel Zuid Limburg werken of studeren bij grote bedrijven en instellingen die in een specifieke subregio zijn gevestigd en wij genieten allemaal van het nationaal landschap van Zuid Limburg. Dit zijn de thema’s die bewijzen dat Zuid Limburg in principe één gebied is. Zo moeten wij ons ook vanuit Heerlen en Parkstad steeds meer op een aantal strategische dossiers gaan positioneren op het nationaal en Europese niveau. Met onze buren net over de Duitse en Belgische grenzen gaan wij de kracht van dit gebied zichtbaarder maken en actiever uitdragen. De regiobranding Zuid Limburg is hierbij een belangrijk instrument, daar willen wij onder de voorwaarde van een positieve evaluatie mee doorgaan, hoewel wij ook graag Aken een plek willen geven in onze profilering. Deze activiteiten zijn in 2011 met name gericht op het Provinciehuis en het Rijk in de vorm van lobby en subsidieonderzoek. In het provinciehuis zal in 2011 een nieuw bestuursakkoord gemaakt worden en op rijksniveau zullen de discussies over taakdecentralisatie en kortingen op de algemene uitkering vanaf 2012 gevoerd worden. De uitkomsten van deze processen zijn van eminent belang voor het uitvoeringsperspectief van onze strategische maar ook tactische en operationele agenda. Concreet doel is om in 2011 ten minste € 10 miljoen aan extra middelen voor de TOP-5 agenda van derden te verwerven. Het versterken van de bestuurlijke sturing De omgeving is complex en kent veel dynamiek. De bestuurlijke sturing moet daarom beter gefaciliteerd worden zodat deze sneller en krachtiger wordt. Belangrijke randvoorwaarden hiervoor zijn informatie en communicatie. Om die reden richten wij ons in 2011 op de P&C cyclus, de bedrijfsvoering en de verhouding tussen Raad en College.
81
De P&C cyclus kenmerkt zich door zorgvuldigheid en volledigheid. Om die reden zijn de P&C stukken lang in ontwikkeling en lang in procedure. Gegevens van juni komen daarom pas in oktober in de Gemeenteraad. Dat kan en moet sneller. Met name bij afwijkingsrapportages zoals de voorjaarsnota en de najaarsnota zetten wij in op een snellere doorlooptijd door ons steeds meer te richten op de hoofdlijnen. Ook in de beantwoording van raadsvragen zien wij de mogelijkheid om procedures te vergemakkelijken waardoor vragen sneller beantwoord kunnen worden en het bestuur dus beter in staat wordt gesteld om te sturen. Dat gaan wij in 2011 organiseren. De bedrijfsvoering moet verbeterd worden. Grote tekorten of overschotten zorgen voor veel onrust. Onverwachte externe factoren zijn niet uit te sluiten maar de situatie dat er gedurende het jaar steeds tekorten zijn met bijbehorende ombuigingstrajecten terwijl er bij de jaarrekening een overschot wordt gemeld moet vermeden worden. Strakker centrale budgetbeheersing en budgetbewaking zullen worden toegepast maar ook gaan wij een groter beroep doen op de organisatie om creatief en flexibel om te gaan met mee- en tegenvallers. De eerder genoemde verbeteringen zullen de verhouding Raad en College verbeteren omdat het College sneller en transparanter verantwoording aflegt. Ook in de beleidsprocessen moet de gemeenteraad eerder worden betrokken. Door middel van raadsconferenties, over door de gemeenteraad aangedragen onderwerpen, kan de kaderstellende rol van de gemeenteraad worden versterkt terwijl het ook de mogelijkheid geeft om op een informele manier standpunten uit te wisselen en discussie te voeren. Zowel voor de verhoudingen in de gemeenteraad als tussen raad en college is het goed om al vroeg in ontwikkelprocessen met elkaar in gesprek te komen. Op deze manier kunnen de raadscommissies (vakinhoudelijk) en de raadsvergadering (politiek) beter tot hun recht komen. Het verbeteren van de uitvoeringskracht Of het nu over beleid, projecten of dienstverlening gaat, uiteindelijk draait het om de uitvoering. Hoe snel kunnen wij nieuwe zaken implementeren, hoe kunnen wij de hoogste kwaliteit garanderen en hoe doen wij dit tegen aanvaardbare kosten en risico’s. Voor de uitvoering van onze strategische TOP-5 agenda hebben wij samen met de andere Parkstadgemeenten de WGR+ omgevormd tot de uitvoeringsorganisatie Stadsregio Parkstad Limburg. Meer middelen en een duidelijker mandaat moeten er voor zorgen dat wij als gezamenlijke gemeenten meer uitvoeren op deze strategische thema’s dan in het verleden. Regionale regie en lokale uitvoering is het devies. In 2011 krijgen wij te maken met het eerste jaarprogramma van de nieuwe WGR+. Daarin zal het programma voor wat betreft Nieuwe Energie en Herstructurering een grote hoeveelheid werk brengen voor Heerlense projectleiders. Denk hierbij aan de aanpak in Hoensbroek en de realisatie van Solaris op Avantis. Onze taak is om er voor te zorgen dat wij die regionale opgave ook daadwerkelijk realiseren zodat wij ook weer in 2012 aanspraak kunnen doen op een volgend jaarprogramma wat betreft cofinanciering. Ook op het operationele vlak gaan wij intensiever samenwerken op Parkstad niveau. Onder de naam Gemeenschappelijke Diensten Parkstad gaan wij in 2011 op het gebied van ICT al de eerste stappen zetten wat betreft het harmoniseren van hardware en het technisch beheer daarvan waardoor bij nieuwe investeringen kunnen worden gebaseerd op gezamenlijk programma’s van eisen. Hard- en software die niet voldoen aan de gezamenlijke standaarden kunnen worden afgestoten. Zo ontstaat een geleidelijk proces van regionale harmonisering. De eerste stap is dat in 2011 een businesscase zal worden opgeleverd voor een ICT dienstverlening op Parkstad niveau waarin het proces, de juridische structuur, de organisatorische structuur, een meerjarenbegroting en een product/diensten catalogus zijn opgenomen. Mede door de afstemming op het gebied van ICT wordt het mogelijk om zoveel mogelijk gemeentelijke producten Parkstad-breed, dus woon/vestigingsplaatsonafhankelijk opvraagbaar en verkrijgbaar te maken. Een ambitie waar Heerlen achter staat. In 2011 gaan wij onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om onderzoek en statistiek functie vanuit de
82
diverse gemeenten te regionaliseren. Op het moment dat de voorstellen vanuit provincie en Rijk inzake de decentralisatie van taken concreter wordt zullen wij daar waar mogelijk deze discussie vanaf het begin als regio of als centrumgemeente namens de regio te voeren. Op het moment dat wij een aantal algemene zaken zoals arbeidsvoorwaarden regionaal uniformeren kunnen wij op het moment dat wij een taak willen regionaliseren sneller handelen. In 2011 wordt dit harmonisatieproces doorgezet voor zover er voldoende draagvlak bestaat bij de andere gemeenten. Het decentraal opsparen van geld in reserves wordt transparant gecentraliseerd in 1 gelabelde programmaoverstijgende reserve. Op deze manier kan programmaoverstijgend worden geprioriteerd door in de tijd te schuiven met projecten en ambities zodat het geld zo snel en effectief mogelijk kan worden ingezet. Dit bespaart niet alleen werk op de bedrijfsbureaus die de oude reserves moesten beheren en verantwoorden maar geeft directie en college ook beter inzicht in de actuele stand van reserves in relatie tot de daarbij behorende ambities. Ambities die niet meer actueel zijn kunnen direct worden opgeheven waardoor er middelen vrijkomen. Wij gaan minder beleid schrijven en als wij beleid schrijven, schrijven wij het zelf in beleidsateliers (met externe partners) mede door gebruik te maken van modellen van andere gemeenten of de VNG. Externe bedrijven inhuren om beleid te schrijven doen wij niet meer, behalve als specifieke expertise niet in huis is. Beleidsmedewerkers worden vanuit de ‘beleidsrijke’ afdelingen gedetacheerd naar andere afdelingen op het moment dat daar beleid gemaakt moet worden. Nieuwbouw dierenasiel In de komende periode zal het oude dierenasiel van de regio Parkstad vervangen moeten worden door nieuwbouw. Dit om aan de wettelijke eisen van het Katten- en hondenbesluit te voldoen. Om de kosten zo laag mogelijk te houden is samenwerking gezocht met de westelijke mijnstreek. Op basis van de huidige berekeningen zal dit een investering voor de gemeente Heerlen van € 450.000 vergen en een jaarlijkse verhoging van het subsidie van € 20.000. Wat gaan we daarvoor doen in 2012 - 2014? In 2012 ligt de nadruk op de lobby rondom culturele hoofdstad 2018 waarbij gebruik wordt gemaakt van de topevenementen het WK-wielrennen Zuid Limburg en Cultura Nova. Daar waar in 2011 de nadruk lag op het ondersteunen van het eerste echte jaar van de WGR+ Stadsregio Parkstad gaan wij in 2012 onze aandacht verleggen naar het versterken en inhoudelijk laden van de samenwerking met Aken, eventueel in MAHHL verband en anders bilateraal. In 2012 gaan wij de EGTS positioneren als volwaardige eenheid met Europese ‘programmastatus’ waardoor wij directer toegang krijgen tot EU-middelen. Eind 2012 zal een begin worden gemaakt aan de evaluatie van onze eigen WGR+ Vijf jaar na de vaststelling van de Stadsvisie Heerlen 2026 gaan wij in 2013 een stad- en regio brede herijking uitvoeren van onze visie mede in relatie tot de strategische top-5 agenda. De WGR+ evaluatie (zowel landelijk als in onze eigen regio) zal naar verwachting begin 2013 klaar zijn zodat wij ook nog in 2013 onze samenwerkingsstrategie voor de komende jaren moeten bepalen. In 2014 gaan wij het overdrachtsdocument van het zittend bestuur voor het nieuwe bestuur maken, bieden wij ondersteuning aan de coalitiebesprekingen en maken wij een nieuw MBP.
83
Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? ondersteuning directie, college en raad; reguliere P&C producten (Voorjaars-, najaars- en kadernota, begroting en jaarrekening); lobby provincie, Rijk en europa; deelnemen aan netwerken; subsidieverwerving; control en controle; ondersteunen van parkstad samenwerking; regulier overleg met partners. Wat gaat het kosten? Bestuurskracht x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -4.936 3 -4.933
Bijgestelde begroting 2010 -5.991 0 -5.991
Begroting 2011 -6.530 3 -6.528
84
Meerjarenraming 2012 -7.051 3 -7.048
2013 -7.051 3 -7.049
2014 -7.049 3 -7.047
Kernthema Financiering, Belasting & Dividenden Beleidskaders Wet- en regelgeving Algemene wet bestuursrecht (2010); Wet FIDO (2009); Ministeriele Regeling Ruddo (2009) ; Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (2003/2007); Besluit financiële verhoudingen (2001/2006); Gemeentewet (2002); Wet waarde onroerende zaken (1999); Besluit gemeentelijke parkeerbelasting (1990); Algemene wet inzake Rijksbelastingen (1959). Vastgesteld beleid Treasury statuut (2010); Nota Reserves en Voorzieningen (2008); Nota Afschrijving en waardering (2008); Belastingverordening (2008); Nota Verbonden Partijen (2008); Nota Weerstandsvermogen (2007). Wat gaan we daarvoor doen in 2011- 2014? Financiering De financieringsparagraaf komt voort uit de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeentes. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in het door uw raad vastgestelde treasurystatuut (2010). De financieringsparagraaf is in samenhang met het treasurystatuut een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de treasuryfunctie van de gemeente. De treasuryfunctie heeft kortweg betrekking op het tijdig beschikbaar hebben van financieringsmiddelen tegen zo gunstig mogelijke prijzen, rekening houdend met de randvoorwaarden (kasgeldlimiet) en de aard van de financieringsbehoefte (kort versus lang). Voorts adviseert de treasuryfunctie over het scheppen van randvoorwaarden voor een zo goedkoop mogelijk betalingsverkeer. Belastingen Voor de verdere uitwerking van het meerjarig beleid wordt verwezen naar de paragraaf ‘Lokale Heffingen’. Hierin zijn meegenomen en verwerkt de volgende uitgangspunten zoals in de coalitieovereenkomst en kaderbrief geformuleerd: Zoveel als mogelijk handhaven van de positie op de COELO lijst; Een gemeentelijke lastenverhoging baseren op de landelijke inflatiecijfers, tenzij andere bezuinigingsmogelijkheden ontoereikend zijn; 100% kostendekkendheid bij de doelheffingen rioolrecht en afvalstoffenheffing nastreven en een overschrijding compenseren met verhoging van de OZB; Handhaven van het huidige systeem van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en de dekking daarvan; Geen invoering van reclamebelasting en in stand houden van de precariobelasting; Onderzoeken of door verdere deregulering de gemeentelijke leges voor de burger kunnen afnemen, waarbij wordt gestreefd naar 100% kostendekkendheid. De resultaten van het onderzoek zijn in 2011 bekend.
85
Dividend De gemeente Heerlen heeft 424.827 aandelen BNG in haar bezit tegen een boekwaarde van € 1.062.000. De BNG keert jaarlijks structureel dividend uit. Met het voorzichtige maar gestage herstel van vertrouwen in financiële instellingen is de activiteit op de internationale kapitaalmarkten toegenomen. Dit heeft ook zijn gunstige uitwerking gehad op de hoogte van de opslagen voor krediet- en liquiditeitsrisico’s. De Triple A status van de bank is herbevestigd en het vertrouwen van beleggers in BNG blijft gehandhaafd. BNG ziet het boekjaar 2010 met vertrouwen tegemoet welke tot uitdrukking zal komen in het uit te keren dividend in 2011. Het resultaat ligt naar verwachting om en nabij het niveau van 2009. Gegeven het fragiele economische herstel, de verhoogde volatiliteit en resultaten van alle overige onzekerheden, acht de bank het evenwel niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst voor de komende jaren. Voortschrijdend inzicht en de gunstige ontwikkelingen van de BNG heeft ertoe geleid dat de provincie het te begroten bedrag dividend heeft bijgesteld van € 1,20 per aandeel voor de begroting 2010 naar maximaal € 2,50 per aandeel voor de begroting 2011 en de meerjarenraming 2012-2014. Daarnaast zullen wij via deelname aan de diverse aandeelhoudersvergaderingen waar nodig invloed uitoefenen op het beleid van de desbetreffende deelneming. Centrale sturing op middelen De afspraak is gemaakt dat in de algemene uitkering uitsluitend algemene middelen zitten. Middelen die door het Rijk voor een bepaalde activiteit worden geoormerkt of geoogmerkt gaan eerst naar de algemene middelen. Indien wij op de betreffende activiteit al voldoende prestaties leveren wordt het geld definitief toegevoegd aan de algemene middelen. De lobby- en subsidiefunctie die de afgelopen twee jaar is ingericht wordt dusdanig uitgebreid dat er niet alleen voor grote investeringen maar ook voor andere zaken als uitvoering van beleid en innovatieve verbetering van bedrijfsvoering externe middelen worden geworven en/of extra aandacht wordt gewekt. De ingerichte functie van subsidioloog ondersteunt hierbij. De deelname aan landelijke financiële werkgroepen en netwerken zal worden geïntensiveerd. Op deze manier hopen wij niet alleen beter geïnformeerd te zijn over de geldstromen en decentralisatieplannen maar willen wij ook zorgen dat onze boodschap over krimp, grensligging en economische structuur beter wordt gehoord. De beheersing vergt een goede samenwerking tussen college en raad. Maar ook uiteraard tussen de organisatie en het college. Een gemeente is geen ‘bedrijf’, maar moet wel bedrijfsmatig werken, open en transparant. Verrassingen in positieve en negatieve zin mogen niet tot de jaarverslaglegging op zich laten wachten. In het kader van het dualisme is dat overigens ook onwenselijk. Dat maakt onze taken moeilijker, maar ook boeiender. Aan besluitvaardigheid en durf wordt niet ingeboet als je bestuurt met open vizier en eerlijke verantwoording. Een verhoging van de kwaliteit van de voortgangsrapportages is daarbij een must. We hebben stappen gemaakt, maar het college wil deze stappen nog verdiepen en de raad de komende jaren in stelling brengen om haar rol als controleur nog beter te kunnen uitvoeren. In het jaar 2010 is de organisatie gestart met maandafsluitingen en maandrapportages. 2011 is het jaar van verbeteringen van processen, leesbaarheid etc. In 2012 willen we deze systematiek ook aanbieden aan de raad. Daarnaast worden trends en risico’s vaak te laat zichtbaar gemaakt. Zowel intern als extern zullen wij die partijen die ons in het verleden ‘overvielen’ vragen om vaker en uitgebreider te rapporteren. We hebben in dit MBP dan ook de eerste keer gebruik gemaakt van een onderdeel trends en maatschappelijke ontwikkelingen. Hiermee brengen we de raad nog beter in positie om de sturende rol te kunnen vervullen. Oprichting Gemeenschappelijke Diensten Parkstad De belastingsamenwerking in Parkstad (GBRD) heeft zich bewezen. De kosten zijn verlaagd en de kwaliteit is verhoogd. Heerlen is voorstander van een uitbreiding van deze samenwerking om zo nog efficiënter te kunnen werken. In 2010 willen wij de uitvoering van de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) ook onderbrengen bij de GBRD. Dit zien wij – mede in het licht van de te realiseren ombuigingen - als een volgende stap naar gemeenschappelijke diensten en samenwerking van Parkstad waar gemeenten op basis van een cafetariamodel diensten kunnen afnemen.
86
Loon- en prijscompensatie Het is goed om te vermelden dat er zowel intern alsook extern geen loon (alleen bij Cao-akkoorden) - en prijscompensatie wordt toegekend. Deze maatregel wordt ook zo krachtig als mogelijk nagestreefd in onze gemeenschappelijke regelingen, in ieder geval voor de jaren 2011 tot en met 2014. Daar waar kwaliteitsverhoging of kostenverlaging-op-termijn kan worden vastgelegd zijn incidentele investeringen bespreekbaar. Reguliere activiteiten Beheer van de gemeentelijke financiën en de diverse inkomende en uitgaande subsidiestromen. Wat gaat het kosten? Financiering, Belasting & Dividenden x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -3.703 -16.869 Baten 183.510 178.707 Totaal 179.807 161.838
Begroting 2011 -10.497 172.348 161.851
87
Meerjarenraming 2012 -3.696 156.547 152.851
2013 -3.191 154.314 151.123
2014 -2.188 152.681 150.493
Kernthema Dienstverlening & Buurtgericht Werken Beleidskaders en kengetallen Landelijk concept “Overheid heeft Antwoord”; Samen sterk in Dienstverlening, gemeente Heerlen juli 2008; Dienstverleningsconcept “Heerlen heeft Antwoord”, april 2009. Wat gaan we daarvoor doen in 2011? Samen Sterk in dienstverlening De ingezette implementatie van de visie ‘Samen Sterk in dienstverlening’ zetten wij voort. Dit heeft inmiddels geleid tot een KlantContactCentrum (KCC; frontoffice). De dienstverlening richten wij in vanuit het perspectief van de klant. De komende jaren gaan wij de vier KCC kanalen (telefonie, e-dienstverlening, balie en post) verder vorm geven. Aan de hand van de bouwstenen (besturing en processen, producten en diensten, ICT en systemen, medewerkers/leidinggevenden) wordt de dienstverlening de komende jaren verder geprofessionaliseerd. Stadsdeelwinkels in Hoensbroek en Heerlerheide Naast het KCC, gevestigd in de publiekshal, willen wij met name door de vergrijzing de Stadsdeelwinkels in Hoensbroek en Heerlerheide geopend houden. Het college stelt hiervoor jaarlijks € 200.000 en voor het jaar 2011 € 70.000 extra ter beschikking. Programmaplan Dienstverlening Wij werken verder aan de actualisatie van het programmaplan Dienstverlening. In dit plan brengen wij naast de opleidingen dienstverlening, inrichting gemeentelijk callcentrum, implementatie en beheer ook de opbrengstenkant in beeld in relatie tot de uitgaven. De daaraan verbonden investeringsbedragen zijn nu nog niet bekend en worden inclusief dekkingvoorstel separaat in 2011 aan de raad worden voorgelegd. Tevredenheid burgers over de dienstverlening Om de mate van tevredenheid van burger, bedrijf en instelling over de gemeentelijke producten en diensten te verbeteren hebben wij de volgende subdoelstellingen met daaraan een aantal activiteiten (geen limitatieve opsommingen)vastgesteld. Mochten de voorgenomen doelstellingen financiële consequenties hebben, dan wordt dit meegenomen in het programmaplan Dienstverlening. Subdoelstelling A De gemeente is zoveel mogelijk bereikbaar op het moment dat de klant contact zoekt en de klant wordt zo goed mogelijk geholpen. Om deze doelstelling te halen gaan het volgende doen: Inrichten van vraaggerichte werkprocessen; Verbeteren telefonische bereikbaarheid, d.m.v. het inrichten van één gemeentelijk Callcentrum; en één gemeentelijk telefoonnummer (14 + netnummer); Invoeren van een gemeentelijk emailadres; Verbeteren afhandeling schriftelijke correspondentie; Verder vorm geven van de vier kanalen (post, e-dienstverlening, balie en telefoon) vanuit het KCC; We willen de klant beter informeren over de contacten die hij/zij met de gemeente onderhoudt; Het opstellen van een kwaliteitshandvest, met daarin opgenomen de minimumbranchenormen, conform het modelkwaliteitshandvest van de VNG; Het beheren en steeds meer actualiseren van de nieuwe gemeentelijke website; Het opleiden van de medewerkers en leidinggevenden (kennis, vaardigheden, houding, gedrag en klantgerichtheid); We starten in 2011 met het implementeren van vraaggericht/digitaal werken; Het werken met Casemanagers; Werken op afspraak voor de gemeentelijke producten.
88
Subdoelstelling B Inwoners kunnen kennis nemen van duidelijke en relevante informatie over beleid en uitvoering. Om deze doelstelling te halen gaan we het volgende doen: De gemeente is verantwoordelijk voor het verstrekken van actuele informatie en volledige transparantie te bieden aan haar burgers. Dit geschiedt via de stadskrant, nieuwsbrieven en publicaties en in 2011 via gemeentelijke website; Met de inwerkingtreding van de Wet Elektronische bekendmaking hoeven de gemeentelijke bekendmakingen niet meer per se in een huis-aan-huisblad gepubliceerd te worden. In 2011 gaan wij dan ook over tot elektronische bekendmakingen; Daarnaast is de nieuwe productencatalogus in 2011 een feit. In augustus 2010 staan inmiddels meer dan 225 producten online. Ook zal een nieuwe module bekendmakingen op de nieuwe website geplaatst worden. Subdoelstelling C De betrouwbaarheid van de persoonsgegevens (gemeentelijke basisadministratie , GBA) is maximaal en het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor een betrouwbare basisadministratie van de persoonsgegevens. Om dat te bereiken en te behouden moeten wij voldoen aan een aantal eisen die door het ministerie van Binnenlandse zaken wordt vastgesteld. Om deze doelstelling te bereiken worden periodiek steekproeven gehouden en landelijk ge-audit. Verder willen wij efficiënter werken door het aanpassen van de processen, regels vereenvoudigen, minder beleid, en efficiëntere uitvoering. Wij willen de doorlooptijden verkorten (Project: deregulering & administratieve lastenverlichting). Aangezien het afhandelen van klantvragen via het elektronische en telefonische kanaal bedrijfseconomisch goedkoper is dan het fysieke kanaal wordt hier de komende jaren meer de focus op gelegd. Uitgangspunt is dat de producten en diensten kostendekkend worden uitgevoerd. Hiervoor zal de legesverordening worden aangepast. Eind 2010 trachten wij het onderzoek naar de kostendekkendheid van deze producten en diensten af te ronden. Vanaf 2011 wordt gestopt met het bemiddelen van moeilijk plaatsbare inwoners bij de woningbouwcorporatie. Verder wordt de werkwijze en samenstelling van de Commissie Ruimtelijke kwaliteit (welstand) geëvalueerd en waar nodig aangepast. Wat gaan we daarvoor doen in 2012-2014? In 2012 bereidt de gemeente Heerlen zich voor op fase 3 van Antwoord. In fase 3 beschikt de gemeente over één front-Office voor de gehele gemeente, waar de burger zijn/haar vraag stelt en waar het antwoord juist en volledig is (het Werkplein is afhankelijk van de verdere ontwikkelingen in Parkstad en Sociale Partners) . Hiervoor voeren wij de volgende activiteiten uit We vervolgen het implementeren van vraaggericht/digitaal werken; Één website, één telefoonnummer (14+netnummer) één emailadres, één balie en de post komt ook binnen bij het KCC, zodat hierop ook regie gevoerd kan worden. Het ter beschikking stellen van een digitaal loket, waar de klant een aanvraag digitaal kan indienen, waar de klant kan beschikken over statusinformatie en waar de klant documenten digitaal kan raadplegen. Informatie van de vakafdelingen is (gedeeltelijk) beschikbaar in het KCC. In 2013 geeft het KCC (front-Office antwoord). In dit jaar worden ook de voorbereidingen getroffen voor het realiseren van fase 4 van Antwoord (Gemeente heeft Antwoord). In fase 4 (vanaf 2014) kan de burger zelf kiezen via welk kanaal hij/zij contact wenst te onderhouden met de gemeente en kan zijn/haar informatie volgen via een persoonlijke internetpagina. De contacten die de burger heeft, zijn dan voor alle KCC-medewerkers inzichtelijk.
89
Hiervoor voeren we de volgende activiteiten uit: Het realiseren van een Persoonlijke Internetpagina; Informatie van de vakafdelingen is volledig beschikbaar in het KCC; Het mede realiseren van Antwoord in Parkstad verband; Vanaf 2012 wordt ook gestuurd op kanalen. Daar waar het kan wil de gemeente de klant stimuleren gebruik te maken van de website en andere digitale diensten. De keuze voor een kanaal wordt zeker ook in Heerlen beïnvloed door leeftijd en opleiding van de burger. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Wettelijke verplichtingen op het vlak van dienstverlening, belastingen en tarieven: Het leveren van WABO-, horeca- , APV-, parkeervergunningen en de burgerzaak producten (paspoorten, rijbewijzen, geboorte- en overlijdensaangiften, huwelijken, uittreksels, verhuisbewegingen); Bijhouden van en toezicht houden op persoonsgegevens en het verplicht audit (GBA) alsmede toezicht houden op de privacygegevens. Voor de sociale-producten wordt verwezen naar het programma Sociale Infrastructuur. Buurtgericht Werken Het regisseren van een integrale, samenhangende buurtontwikkeling; Het volgen en waar nodig bijsturen van de vraaggerichte aanpak en het realiseren van afstemming in- en extern; Het verruimen en verbeteren van buurtnetwerken waar nodig; Zoeken naar nieuwe vormen van betrokkenheid van vrijwilligers en organisaties; er zijn verschillende rollen in een buurt nodig; In- en externe partners alert houden om buurtorganisaties en buurtbewoners als gesprekspartner te blijven betrekken; Het signaleren van knelpunten en gewenste ontwikkelingen en zorgen voor een (integrale) aanpak hiervan; Het in stelling brengen van het bestuur op momenten dat het nodig is. Wat gaat het kosten? Dienstverlening & Buurtgericht Werken x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -17.446 -18.247 Baten 5.365 3.370 Totaal -12.081 -14.877
Begroting 2011 -14.638 3.511 -11.127
Meerjarenraming 2012 -13.434 3.611 -9.823
2013 -11.765 3.811 -7.954
2014 -11.274 3.811 -7.463
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Eind 2010 begin 2011 wordt een actueel programmaplan Dienstverlening met een nadere investeringsonderbouwing voorgelegd.
90
Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Begroting
GBA Salaris- en personeelspakket Automatisering concernprocessen Strategische huisvesting ICT Huisvesting facilities Informatievoorziening Vervoermiddelen Totaal
91
Meerjarenraming
2011 60
2012 153
PM 470
186 PM 385
312
147
842
871
2013 100 49 42 PM 385 40
616
2014 100
555 205 160 77 1.097
Kernthema Professionaliteit Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Bedrijfsvoering Wij gaan de bedrijfsvoering verder op orde brengen, waarbij wij de volgende aandachtspunten onderscheiden: Financieel management: verbeteren financiële administratie en P&C (zowel proces [P&C-cyclus] als inhoud [plannen en rapportages]); Organiseren van de bedrijfsvoering met als uitgangspunt een centrale systematiek met decentrale uitvoering; Procesmanagement met als doel het verbeteren van inrichting en beheer van de werkprocessen. Goed management Wij blijven het management development vorm geven door personeelsplanning voor managementfuncties, het verder opleiden huidige en nieuwe managers, de ontwikkeling van een beoordeling- en feedbacksystematiek. Betrokken en professionele medewerkers Wij willen de betrokkenheid en de professionaliteit van onze medewerkers nog meer verhogen en zijn ons ervan bewust dat goed management als randvoorwaarde gezien moet worden. Concreet ondernemen wij de volgende activiteiten: ontwikkelen competenties; verbeteren interne communicatie (incl. de rol van afdeling communicatie); verbeteren medezeggenschap. Effectieve sturing Wij blijven ons bezinnen op de principes van de totale sturingssystematiek (bestuur, concern, programma, afdeling) om daarmee de onderlinge samenhang en afhankelijkheid verder te vergroten. Derhalve gaan we ons naast het verduidelijken van de scheidslijn tussen bedrijfsvoering en programmasturing richten op het verbeteren van de samenwerkingscultuur. Wat doen we nog meer in 2011 - 2014?
Uitvoering van wettelijke taken op het terrein van burgerzaken, vergunningen en belastingen; Uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van bouwen, wonen en milieu; Uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van archiefbeheer; Uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van rechtsbescherming en klachtenbehandeling; Organisatie en ondersteuning van verkiezingen; Uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van rechtsbescherming en klachtenbehandeling; Uitvoering van de kwaliteitsbewaking op rechtmatigheid en doelmatigheid, inkoop en aanbesteding.
92
Wat gaat het kosten? Professionaliteit x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -4.456 770 -3.686
Bijgestelde begroting 2010 -4.730 260 -4.470
Begroting 2011 -3.284 260 -3.025
93
Meerjarenraming 2012 -3.285 260 -3.025
2013 -3.286 260 -3.027
2014 -3.322 260 -3.062
Kernthema Transparantie Beleidskaders Stadsvisie Heerlen 2026 (2008); Coalitieakkoord Heerlen Versnelt (2010); MBP 2011-2014 (2010); De taakstelling om producten digitaal (= website) te ontsluiten per 2012. Wat gaan we daarvoor doen in 2011 - 2014? Open en proactief Heerlen We willen een open karakter, niet afwachtend maar proactief zijn, zelf de eerste slag slaan. Dit betekent: onze bijdrage leveren aan een bestuur en organisatie met oog voor de belangen van de stad, inwoners en andere doelgroepen die weten wat er speelt in de stad; een goed zichtbaar en aanspreekbaar bestuur dat in gesprek is met de inwoners d.m.v. o.a. bekendheid in de media, buurtbezoeken, stadsdeelgesprekken, actieve buurtwethouders, project- of themagerichte infobijeenkomsten; externe contacten en netwerken in stad en regio evalueren; Goede netwerken behouden en nieuwe netwerken en externe contacten opbouwen en onderhouden met buurten, organisaties, ondernemers en andere partijen in Heerlen en de regio. Helder & actueel Heerlen We willen transparant zijn door in de communicatie helderheid en actualiteit als onze kernwaarden te hanteren. Wij gaan: duidelijk en snel communiceren over de hele linie, van grote projecten tot kleine kwesties; een goede mix van communicatiemiddelen inzetten met daarin extra aandacht voor digitale middelen; de vakafdelingen nog actiever betrekken en inzetten bij de communicatie met duidelijke afspraken over rollen en taken; actief en open contact met de pers blijven houden en verbeteren waar dat nodig en mogelijk is; in de communicatieadvisering een politieke antenne maar ook publieke antenne zijn; Werken aan een betere communicatie over de financiële positie van de gemeente en de gemeentebegroting. Sterk imago Heerlen We willen het imago van Heerlen versterken en de bekendheid van onze sterke punten en successen nog meer uitdragen. Dit betekent: stadspromotiebeleid gemeente breed en samen met externe partners vormgeven en opstarten; promotie richten op het vergroten van meer Heerlen-trots en actief; ambassadeurschap bij Heerlenaren en ambtelijke medewerkers bevorderen; successen en sterke kanten Heerlen en Parkstad durven laten zien en actief uitdragen (be good and tell it); als doel een sterker beeld van Heerlen en Parkstad neerzetten bij een brede doelgroep op het karakter van Heerlen en de sterke kanten en potenties van Heerlen; aanpak afstemmen met Parkstad; Met de vernieuwde huisstijl gemeente Heerlen (introductie eind 2010) een nieuwe impuls aan Wij zijn Heerlen geven, consequent toepassen en blijven doorontwikkelen. Interne communicatie Om de interne communicatie te activeren en te groeien naar een dikke 8, gaan wij: nieuw communicatiebeleid organisatiebreed gedragen krijgen en actiebereidheid bij management en medewerkers op peil brengen en actief betrekken bij de uitvoering; uitgangspunten: menselijke maat en persoonlijke aandacht, identiteit medewerkers/organisatie, Heerlen-trots en successen delen;
94
look and feel van de interne communicatie aansluiten op Wij zijn Heerlen; naast standaard ook verrassende doch sobere communicatiemiddelen ontwikkelen; huidige intranet aanpassen en een centrale rol geven; het gebruik, bereik en effect van communicatiemiddelen onderzoeken en de conclusies kritisch tegen het licht houden; werkprocessen en samenwerking binnen afdeling en samenwerking met andere afdelingen en/of externe partners zo efficiënt mogelijk organiseren.
Wat doen we nog meer in 2011 - 2014? Kabinetszaken Het kabinet levert in de periode 2011-2014 diverse producten: advisering en uitvoering representatieaangelegenheden (o.a. representatiegeschenken, recepties, werkbezoeken, externe relaties) burgemeester en wethouders; Koninklijke Onderscheidingen; Ondersteuning bij toespraken en voorwoorden burgemeester; Bestuursadvisering burgemeester; Secretariële werkzaamheden nevenfuncties burgemeester. Reguliere taken Persvoorlichting: woordvoering, persberichten, (wekelijkse) persconferenties en persgesprekken; stadskrant, nieuwsbrieven, brochures, specials, campagnes met als koepel: Wij zijn Heerlen als beleidslijn; Rampenvoorlichting en risicocommunicatie; Koninklijke onderscheidingen (aanvragen,uitreiken), (ondersteuning bij) speeches, representatieve; (bestuurlijke) aangelegenheden, (ministeriële) werkbezoeken, ontvangsten en evenementen; Advisering en ondersteuning bij (de uitvoering van) communicatie- representatieparticipatieaspecten; in beleid en projecten; Buurtteams/netwerken; Ondersteuning en advisering bij buurtactiviteiten en projecten. Wat gaat het kosten? Transparantie x € 1.000
Lasten Baten Totaal
Rekening 2009 -270 5 -264
Bijgestelde begroting 2010 -235 0 -235
Begroting 2011 -211 0 -211
Meerjarenraming 2012 -211 0 -211
2013 -211 0 -211
2014 -211 0 -211
Investeringen De opgenomen nieuwe investeringen in onderstaande tabel zijn onder te verdelen in programma- en bedrijfsmatige investeringen. De bedrijfsmatige investeringen zoals de vervanging van kapitaalgoederen, zijn niet opgenomen of toegelicht in de programma- of kernthemateksten. De programma-investeringen zijn wel opgenomen in de programma- of kernthemateksten. Nieuwe investeringen vanaf 2011 of later (x € 1.000)
Begroting 2011 0 0
Financieel pakket Totaal
95
Meerjarenraming 2012 500 500
2013
2014
Programma Bestuur en Dienstverlening Totaal lasten en baten en specificatie per kernthema’s Programma 5 - Bestuur en dienstverlening x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Lasten -30.811 -46.072 Baten 189.653 182.337 Resultaat vóór bestemming 158.842 136.265 Toevoeging reserves -22.005 -9.694 Onttrekking reserves 21.622 9.511 Resultaat ná bestemming 158.459 136.081
Specificatie kernthema's (saldo) x € 1.000 Rekening Bijgestelde begroting 2009 2010 Bestuurskracht -4.933 -5.991 Dienstverlening & Buurtgericht Werken -12.081 -14.877 Financiering, Belasting & Dividenden 179.807 161.838 Professionaliteit -3.686 -4.470 Transparantie -264 -235 Bestemming -382 -184 Totaal 158.459 136.081
Begroting 2011 -35.160 176.121 140.962 -6.297 1.989 136.653
Meerjarenraming 2012 -27.676 160.421 132.744 -6.299 3.536 129.982
Begroting
96
2013 -25.504 158.388 132.884 -6.299 2.599 129.184
2014 -24.044 156.754 132.710 -6.299 3.640 130.052
Meerjarenraming
2011 -6.528
2012 -7.048
2013 -7.049
2014 -7.047
-11.127
-9.823
-7.954
-7.463
161.851 -3.025 -211 -4.309 136.653
152.851 -3.025 -211 -2.763 129.982
151.123 -3.027 -211 -3.700 129.184
150.493 -3.062 -211 -2.658 130.052
4
Paragrafen
4.1 Lokale heffingen (BBV, artikel 10) Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
N.A. Aarts C.L.A.F.M. Bruls
Inleiding Conform artikel 10 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn in de paragraaf opgenomen: de geraamde inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een overzicht van de diverse heffingen, een aanduiding van de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid. Algemeen geldt dat gemeenten circa 15% van hun kosten dekken uit eigen heffingen. Voor onze organisatie is dit 13,3%. In deze paragraaf zijn zowel de lokale middelen opgenomen waarvan de besteding zowel gebonden als niet gebonden is. Gebonden bestedingen zijn opbrengsten die alleen bestemd zijn voor het doel waarvoor zij geheven zijn. Niet gebonden besteding zijn opbrengsten die tot de algemene middelen van de gemeente worden geteld. Gebonden Bestedingen – milieuheffingen De inkomsten uit de milieuheffingen (riool en afval) zijn weinig conjunctuurgevoelig. Minder afval leidt maar gedeeltelijk tot minder kosten. Ook voor de gemeentelijke heffingen geldt dat kwijtschelding kan toenemen door inkomensproblemen bij burgers. Dit verlaagt de inkomsten uit heffingen. De opbrengsten van deze specifieke heffingen zijn alleen bestemd voor het doel waarvoor zij geheven worden: afvalinzameling en –verwerking of rioolaanleg en –onderhoud. Ontwikkelingen Bij een bevolkingsdaling zullen de kosten en dientengevolge de inkomsten (kostendekkendheid) van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht niet direct dalen. Bij de afvalstoffenheffing is de daling van de kosten op den duur wel te verwachten (i.c. minder afval te verwerken). Wel zal de lastendruk toenemen door hogere tarieven per hoofd van de bevolking. Bij het rioolrecht is dat minder het geval. Minder gebruikers betekent nauwelijks lagere onderhoudskosten. Met de nieuwe verbrede rioolheffing zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor hemel- en grondwater. Beide zijn onafhankelijk van het aantal inwoners. Gebonden uitgaven Dienstenrichtlijn Een vergunningstelsel valt onder de Dienstenrichtlijn als het vergunningstelsel specifiek is gericht op dienstverleners/dienstverrichters. Hierbij is belangrijk dat de activiteit waardoor een vergunning wordt aangevraagd leidend is of de Dienstenrichtlijn van toepassing is. De hoedanigheid van de aanvrager is niet relevant. Valt de vergunningverlening onder de Dienstenrichtlijn dan wordt de kostendekkendheid per onderdeel beoordeeld. Kruissubsidiering is dan alleen nog toegestaan binnen clusters van sterk samenhangende vergunningstelsels voor zover die stelsels onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn vallen. Onder de Dienstenrichtlijn vallen zeven clusters: Horeca, organiseren van evenementen of markten, prostitutiebedrijven, splitsingsvergunning woonruimte, leefmilieuverordening, brandbeveiligingsverordening, en een restcategorie. Kruissubsidie binnen deze hoofdstukken is toegestaan. Gebonden (leges)heffing overigen Leges worden geheven als tegemoetkoming voor een dienst die de gemeente verricht. Deze dienst kan een document (bijvoorbeeld paspoort, trouwboekje) maar kan ook een vergunning van de gemeente betreffen, waarmee aangegeven wordt dat de burger of het bedrijf zich houdt aan wettelijke voorschriften of ergens toestemming voor krijgt. Bij legesheffing wordt gekozen voor toepassing van het profijtbeginsel waarbij de kosten worden verhaald op het individu en niet worden betaald uit de algemene middelen. Coalitieakkoord: Bij gemeentelijke leges wordt bezien of de kosten voor digitale dienstverlening lager zijn, en daarmee ook de lasten voor de burgers, als zij producten via dit kanaal afnemen verlaagd zouden kunnen worden. Er wordt gestreefd naar 100% kostendekkendheid voor leges, daar waar dat tot onoverkomelijke problemen leidt wordt hier gemotiveerd van afgeweken. Vooralsnog wordt gewerkt met een indexering van 2%. 97
Overzicht bruto opbrengsten belastingen en heffingen In onderstaand overzicht zijn de heffingen opgenomen. De rijksleges zijn hierin niet opgenomen. Heffingen (x€1.000)
Rekening
Primitieve
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2009 begroting 2010
2011
2012*
2013*
2014*
niet gebonden heffingen - OZB
16.224
16.730
17.565
17.916
18.274
18.640
- hondenbelasting
748
715
755
770
786
801
- precariobelasting
332
360
325
332
338
345
- toeristenbelasting
155
166
169
172
176
179
81
83
0
0
0
0
17.540
18.054
18.814
19.190
19.574
19.965
12.172
12.943
12.292
12.292
12.292
12.292
8.438
7.477
7.126
7.126
7.126
7.126
20.610
20.420
19.418
19.418
19.418
19.418
- baatbelasting Subtotaal gebonden milieuheffingen - afvalstoffenheffing - rioolheffing Subtotaal Gebonden uitgaven Dienstenrichtlijn - horeca
87
72
73
75
76
78
- marktgelden
325
247
252
257
262
267
- evenementen
13
7
7
7
7
8
- overige dienstenrichtlijn
1
1
1
1
1
1
426
327
334
340
347
354
- omgevingsvergunningen
1.271
1.308
784
800
816
832
Subtotaal
1.271
1.308
784
800
816
832
Subtotaal Gebonden uitgaven WABO
Gebonden legesheffing overigen - begraafrechten - parkeren - woonwagenrechten
342
434
443
452
461
470
1.762
1.915
2.876
2.934
2.992
3.052
19
72
73
75
76
78
- secretarie
1.572
1.436
1.465
1.494
1.524
1.554
Subtotaal
3.695
3.857
4.857
4.954
5.053
5.154
- fiscalisering parkeerboetes
163
213
213
213
213
213
Subtotaal
163
213
213
213
213
213
43.705
44.179
44.419
44.915
45.421
45.936
overige heffingen
TOTAAL
* o.b.v. een geprognosticeerde inflatiecorrectie van + 2%
Beleid Lokale heffingen 1. Onroerende zaakbelasting (OZB) Doel van de heffing De onroerende-zaakbelastingen hebben tot doel de gemeente te voorzien van algemene middelen. Het zakelijk karakter van deze belastingen sluit uit dat er rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld het inkomen van belastingplichtige.
Toekomstig beleid De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ waarde van de onroerende zaak. Er is landelijk een macronorm ingesteld. Deze bedraagt voor het jaar 2011: 3,5% (2010: 4,3%). Met deze macronorm is de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid voor de collectieve lastendruk vastgelegd. Als de landelijke stijging van de OZB de macronorm overschrijdt, ziet de regering zich genoodzaakt alsnog in te grijpen. 98
Tarievenbeleid Totaal opbrengst wijzigt door a) een stijging van de opbrengst ad € 500.000 (ombuigingsvoorstel 2010/Riool) en b) een stijging van 2% indexering (inflatiecorrectie). De waardedaling/stijging onroerend goed wordt gecompenseerd met een tariefsstijging/daling. 2. Hondenbelasting Doel van de heffing De hondenbelasting is een belasting die bijdraagt aan de algemene middelen van de gemeente. Uit deze middelen wordt bijvoorbeeld het reinigen van de straten betaald. Ook wordt daaruit de aanleg van hondenlosloopplaatsen en het opruimen van uitwerpselen van honden betaald. De wettelijke basis voor de heffing van deze belasting legt echter geen enkele relatie tussen overlast, vervuiling en het hebben van een hond. Deze relatie is vaak wel gewenst. Belastingplichtig voor de hondenbelasting is ‘de houder’ van een hond. Als grondslag geldt het aantal honden. Voor de 2e en volgende honden wordt een oplopend tarief gehanteerd.
Toekomstig beleid De aangiftemoraal van de hondenbezitter behoeft dus permanent aandacht en de GBRD hoopt met haar structureel hondencontrole-programma deze aangiftemoraal op peil te houden met daarbij aandacht voor opbrengsten in relatie tot kosten. Als echter alleen de ‘welwillende’ betaalt, werkt deze belasting zeer onbillijk en strookt dit niet met rechtsbeginselen. Tarievenbeleid Voorgesteld wordt de tarieven gedurende de periode 2011 – 2014 alleen voor inflatiecorrectie te verhogen. Voor 2011 betekent dit een stijging van 2% indexering. 3. Precariobelasting Doel van de heffing Precariobelasting is een heffing voor het gebruiken van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Naast onderdelen van gebouwen, zoals luifels en balkons, gaat het bijvoorbeeld om reclamevoorwerpen als uithangborden, zonneschermen, lichtreclames, het uitstallen van winkelgoederen en terrassen. De heffingsmaatstaf kan per precario-object verschillen. In de praktijk wordt veelal gewerkt met de oppervlakte of de lengte van het voorwerp. Het tarief is afhankelijk van het soort voorwerp, een vast bedrag per eenheid of een bedrag per tijdseenheid.
Toekomstig beleid Conform het coalitieakkoord zal ook gedurende de huidige coalitieperiode geen reclamebelasting worden ingevoerd, maar zal de relatie tussen de inkomsten en uitgaven van de precariobelasting nader worden onderzocht. Daarnaast kijken we naar ‘nieuwe’ inkomsten zoals bijvoorbeeld de ‘ondergrondse leidingen’ (o.a. gas, telefoon, kabel). Tarievenbeleid In afwachting van het bovengenoemde onderzoek wordt voorgesteld de precariotarieven voor 2011 alleen met de 2% inflatiecorrectie te verhogen en de tarieven voor de periode 2012 t/m 2014 van het nader onderzoek afhankelijk te laten zijn. Het budget voor de begroting 2011 is met circa € 30.000 naar beneden bijgesteld als gevolg van de ‘Volantregeling’, die in de loop van 2010 in de precarioverordening is opgenomen. 4. Toeristenbelasting Doel van de heffing Door de heffing van een toeristenbelasting is het mogelijk om een bijdrage te verkrijgen in de kosten van de (algemene) voorzieningen waarvan ook de toeristen profiteren. Dit betekent, dat bij de toeristenbelasting sprake is van een algemene heffing waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Indien het doel van de heffing wordt afgezet tegen het profijt dat de toerist heeft van de
99
algemene voorzieningen, is een eenheidstarief per overnachting de meest voor de handliggende keuze. Om praktische redenen wordt de toeristenbelasting geheven van degene die gelegenheid tot het verblijf biedt. Ingezetenen van de gemeente zijn vrijgesteld van de heffing van toeristenbelasting.
Toekomstig beleid Uitgangspunt binnen onze gemeente is, dat het niet wenselijk is om de eigen burgers onnodig te laten meebetalen aan uitgaven die onder meer ten behoeve van toeristen plaatsvinden. We zullen daarom de landelijke ontwikkelingen afwachten en -tot die tijd- het tarief aan de inflatie aanpassen. In het verleden is door de ondernemers vaak verzocht om de tarieven voor de toeristenbelasting voor meerdere jaren vast te stellen zodat zij tijdig de nieuwe tarieven in het foldermateriaal voor het nieuwe seizoen konden vermelden. Daarnaast was het voor de ondernemers ook lastig dat de tarieven werden geïndexeerd waardoor men soms op lastig te hanteren bedragen uitkwam. Om deze redenen werd in 2008 bepaald dat het tarief van 2008 ook voor het belastingjaar 2009 zou gelden en dat de tarieven naar boven werden afgerond op een veelvoud van € 0,05. Tarievenbeleid Gezien het bovenstaande wordt voorgesteld het huidige tarief (2010) van € 1,05 per overnachting voor de periode 2011 – 2014 te bepalen op € 1,15. Dit is een stijging van circa 10%. Door het tarief nu voor de komende 4 jaar te bepalen zijn de ondernemers in de gelegenheid om jaarlijks de tarieven in hun drukwerk te verwerken. 5. Baatbelasting Doel van de heffing Via de heffing van baatbelasting is het mogelijk de kosten van voorzieningen, die door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand zijn gebracht, geheel of gedeeltelijk te verhalen op de eigenaren van onroerende zaken, die gebaat zijn. Met het begrip ‘gebaat’ wordt bedoeld een betere gebruiksmogelijkheid, betere bereikbaarheid etc.
Toekomstig beleid Na rijp beraad heeft de gemeenteraad in december 2002 besloten van invoering van een nieuwe baatbelastingen af te zien. Een succesvolle invoering van een nieuwe baatbelasting moet aan veel voorwaarden voldoen. Uit jurisprudentie blijkt al jaren dat het steeds moeilijker wordt om aan al deze voorwaarden te voldoen. Invoering van een baatbelasting mag niet leiden tot strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, kan leiden tot een stroom van bezwaar- en beroepsprocedures en hieraan gekoppeld een financieel risico en hoge uitvoeringskosten voor de gemeente. Gelet hierop werd in het meerjarig belasting beleidsplan 2007-2010 al geadviseerd om geen nieuwe baatbelasting in te voeren. De baatbelastingen winkelerf Hoensbroek-Centrum en voetgangersdomein Heerlen-Centrum worden geheven tot 1 januari 2011. Tarievenbeleid Per 01 januari 2011 wordt geen baatbelasting geheven. 6. Parkeergelden en –boetes Doel van de heffing Voor het parkeren op de openbare weg of op parkeerterreinen kan de gemeente parkeerbelasting heffen. Op deze wijze kan een parkeer- en/of verkeersbeleid door heffingen worden gereguleerd. Belastingplichtig is degene die parkeert. De grondslag en het tarief worden gevormd door de omvang van de gemeentelijke dienstverlening, derhalve de duur van het parkeren en soms ook de grootte van de ingenomen parkeerruimte.
Toekomstig beleid Op dit moment wordt gewerkt aan de nieuwe Parkeernota. Naar verwachting wordt deze in het najaar van 2010 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. 100
Tarievenbeleid Mochten er zich, na vaststelling van de nieuwe nota, wijzigingen in het beleid voordoen die van invloed zijn op de heffing en invordering van parkeerbelastingen, dan wordt hiervoor separaat een raadsvoorstel voorbereid. Het tarief voor het zogenaamde vergunningenparkeren wordt met 2 % verhoogd. Het tarief straatparkeren is in afwachting van de nieuwe parkeernota vooralsnog niet verhoogd. In de begroting 2011 is het budget vooruitlopend op de parkeernota met € 1.000.000 opgehoogd. De realisatie hiervan is afhankelijk van de datum invoering nieuwe parkeernota. Indien parkeercontroleurs constateren dat er geen of te weinig parkeergeld is betaald, zal een naheffingsaanslag worden opgelegd. Het maximumbedrag dat voor een naheffingsaanslag parkeerbelastingen in rekening kan worden gebracht wordt jaarlijks door de Staatsecretaris van Binnenlandse Zalen vastgesteld en bedraagt € 52,00 per 1 januari 2011. Dit bedrag groeit mee met het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Jaarlijks wordt het bedrag voor de naheffingsaanslag bepaald op het toegestane maximum. 7. Afvalstoffenheffing Doel van de heffing Krachtens de Wet Milieubeheer is iedere gemeente verplicht huisvuil op te halen bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar huishoudelijke afvalstoffen in een particuliere huishouding kunnen ontstaan. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat iedereen belang heeft bij een schone leefomgeving en derhalve bij een doelmatige verwijdering van huisvuil. De hieraan verbonden kosten kunnen worden verhaald door een heffing van de feitelijke gebruiker van het perceel. De afvalstoffenheffing mag niet meer dan kostendekkend zijn.
Toekomstig beleid/Tarievenbeleid Momenteel wordt de afvalstoffenheffing geheven van de gebruiker. Bij deze berekening geldt een tariefsdifferentiatie voor één-, twee- of meerpersoonshuishoudens. In 2010 is het volumefrequentiesysteem ingevoerd (conform het raadsbesluit van 7 januari 2003 raad/2002/26531). Het variabele deel van het tarief afvalstoffenheffing blijft op dezelfde hoogte vastgesteld als in de omliggende gemeenten die deelnemen aan het volume frequentie systeem. Voor de afvalstoffenheffing van de extra containers zal geen kwijtschelding worden verleend. De hoogte van de afvalstoffenheffing zal voor 2011 en verder worden gebaseerd op de werkelijke aanbiedingen van het voorgaande begrotingsjaar. In de komende jaren zal het afvalaanbod stabiliseren waardoor de afvalstoffenheffing geen grote schommelingen meer zal kennen. Alleen wijzigingen in de hoogte van de kwijtschelding en nieuw beleid zal van direct invloed zijn op de hoogte van de afvalstoffenheffing. Nieuw beleid dat in het najaar van 2010 wordt ingezet is de inzameling van oude medicijnen en spuiten. Deze kosten worden opgenomen in de afvalstoffenheffing, maar lijden niet tot een stijging van de tarieven. Kostendekkendheid De kosten van uitvoering van het volume-frequentiesysteem vindt kostenneutraal plaats binnen de begroting 2011 van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4. De in 2010 doorgevoerde lastenverlichting als gevolg van de invoering van diftar blijft ook in 2011 gehandhaafd. Door de indexering stijgt alleen het vaste tarief met 2% (inflatiecorrectie). 8. Rioolheffing Doel van de heffing De gemeente Heerlen heft zowel een rioolrecht van de eigenaar als van de gebruiker van een onroerende zaak die direct of indirect op de gemeentelijke riolering is aangesloten. Uit de rioolrechten wordt de gemeentelijke rioleringszorgplicht bekostigd. Het huidige rioolrecht wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet. Op 1 januari 2008 is de Wet Gemeentelijke Watertaken in werking getreden. De taken voor de gemeenten zijn daarbij uitgebreid. Met name krijgen gemeenten een zorgplicht ten aanzien van afvloeiend hemelwater
101
alsmede maatregelen ter bestrijding van grondwaterproblemen. Gemeenten moeten uiterlijk op 1 januari 2013 een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) hebben vastgesteld waarin invulling wordt gegeven aan deze nieuwe zorgplichten. Om de nieuwe taken te bekostigen is het bestaande rioolrecht inmiddels verbreed naar een bestemmingsheffing.
Toekomstig beleid / Tarievenbeleid In het nieuwe beleidsplan stedelijk watermanagement 2011-2015, dat separaat aan de raad zal worden voorgelegd, blijven de hier genoemde uitgangspunten van toepassing. Kostendekkendheid In het huidige GRP 2006-2010 wordt uitgegaan van 100% kostendekking. Ook voor de nieuwe rioolheffing geldt dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de met de uitvoering van de taken gemoeide kosten. Het tarief wijzigt door a) een daling van de kosten ad € 500.000 (ombuigingsvoorstel 2010) en b) een stijging van 2% indexering (inflatiecorrectie). 9. Horeca Doel van de heffing Ieder horecabedrijf dat alcoholhoudende drank verstrekt heeft een vergunning nodig op grond van de Drank- en Horecawet.
Toekomstig beleid/Tarievenbeleid Het huidige beleid wordt gecontinueerd. Kostendekkendheid Vooralsnog, vooruitlopend op het onderzoek naar kostendekkendheid wordt voor 2011 volstaan met een verhoging van 2% inflatiecorrectie. 10. Marktgelden Doel van de heffing Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats op de openbare markt inneemt. De grondslag is de mogelijkheid om ruimte op een markt in te nemen en in welk stadsdeel de markt plaatsvindt. Een en ander wordt in het tarief tot uitdrukking gebracht.
Toekomstig beleid/Tarievenbeleid Het huidige beleid wordt gecontinueerd. Kostendekkendheid Voor 2011 wordt volstaan met een verhoging van 2% inflatiecorrectie. 11. Evenementen
Doel van de heffing Voor de organisatie van een evenement op een plaats die toegankelijk is voor het publiek, is een evenementenvergunning nodig. Dergelijke vergunningen zijn nodig voor bijvoorbeeld een braderie, straatfeest, optocht of wedstrijd. Toekomstig beleid Uit een onderzoek moet blijken in hoeverre de leges voor deze categorie kunnen wijzigen. Volledige kostendekking zou de legestarieven voor een vergunning explosief laten stijgen waardoor er een demotiverende werking uitgaat op het organiseren van evenementen. Dit staat echter lijnrecht tegenover het evenementenbeleid, waarin wordt aangegeven dat het stimuleren van evenementen en festivals erg belangrijk is voor de gemeente Heerlen. De faciliteringsregeling voor (de beeldbepalende) evenementen wordt in 2010 voor het jaar 2011 en volgende jaren geactualiseerd.
102
Kostendekkendheid Voor 2011 wordt het onderzoek naar kostendekkendheid afgewacht. In ieder geval worden de leges verhoogd met 2% inflatiecorrectie. 12. Leges omgevingsvergunning Doel van de heffing Leges omgevingsvergunning worden geheven voor het leveren van diensten die betrekking hebben op een aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning en het toezicht op een verleende vergunning. Op het moment dat een aanvraag voor een vergunning is ingediend, is de aanvrager legesplichtig. Deze leges worden geheven ter dekking van de kosten van de vergunningverlening.
Toekomstig beleid De recessie in de bouw zal ook in 2011 doorzetten. Gecombineerd met de deregulering die ook in de Wabo zit, meer vergunningsvrij, staan de inkomsten onder druk. Maar, minder bouwactiviteiten is ook minder vergunningverlening en minder toezicht. Maar meer vergunningsvrijheid betekent daarentegen meer toezicht en handhaving . De raad heeft – gelet op de jurisprudentie - in 2008 de bouwleges gemaximaliseerd, hetgeen ook consequenties heeft voor de inkomsten. Er worden vanaf 2009 namelijk niet meer bouwleges geheven dan datgene wat op basis van een bouwsom van € 10.000.000 wordt berekend. Daardoor is het maximum wat aan bouwleges per bouwvergunning kan worden vastgesteld € 230.000. Gelet hierop en de bouwrecessie wordt de te verwachte inkomsten bouwleges met € 550.000 (€ 200.000 leges en € 350.000 stelpost bouwleges) naar beneden bijgesteld. Tarievenbeleid In het kader van de omgevingsvergunning is als uitgangspunt gekozen dat de totale legesomvang voor de omgevingsvergunning niet de totale kosten van verlening van deze vergunning mag overschrijden (wettelijk bepaald). Kruissubsidiëring tussen leges voor toestemmingen die onder de omgevingsvergunning vallen en toestemmingen die niet onder de omgevingsvergunning vallen, is na inwerkingtreding van de Wabo niet meer toegestaan. In 2011 wordt vooralsnog, vooruitlopende op het onderzoek naar kostendekkendheid volstaan met een verhoging van 2% inflatiecorrectie. 13. Begraafrechten Doel van de heffing Dit recht wordt geheven voor het begraven van stoffelijke overschotten, het bijzetten van urnen en het verstrooien van as op de algemene begraafplaatsen van de gemeente en het gebruik van die begraafplaatsen, alsmede voor diensten, die in verband met het eerder genoemde door de gemeente worden verleend. Op deze wijze kunnen de kosten van onderhoud en begravingen door de gemeente worden gedekt.
Toekomstig beleid/Tarievenbeleid Het beleidsplan wordt op dit moment afgerond. De verwachting is dat dit beleidsplan nog in 2010 aan de raad wordt voorgelegd. De tarieven worden ook hier verhoogd met 2 % inflatiecorrectie. Kostendekkendheid De resultaten van het onderzoek om de kosten te verlagen dan wel de inkomsten te verhogen worden meegenomen in het beleidsplan. Dit plan wordt uiterlijk voor het einde van 2010 aan de raad ter vaststelling voorgelegd. 14. Woonwagenrechten Doel van de heffing De gemeente kan van bewoners van woonwagens op subcentra voor het gebruik van een standplaats een
103
vergoeding vragen. Het streven hierbij is dat daartoe een huurovereenkomst wordt gesloten met de gebruiker. Gaat deze daar niet mee akkoord, dan geldt de belastingverordening als vangnet en kunnen er woonwagenrechten worden geheven. De heffing beoogt de kosten te dekken, die ten laste van de gemeente komen bij het innemen van een standplaats op een woonwagencentrum. De hoogte van het recht moet in een redelijke verhouding staan tot de geboden voorziening terwijl ingevolge de Huurprijzenwet Woonruimte aan de rechten een maximum wordt gesteld. Verder dient bij het tarief rekening te worden gehouden met de duur van het verblijf.
Toekomstig beleid Gestreefd wordt om met de betreffende burgers huurovereenkomsten aan te gaan in plaats van de heffing van woonwagenrechten waardoor op termijn de woonwagenrechten zullen verdwijnen. Tarievenbeleid De woonwagenrechten zijn op dit moment niet kostendekkend. Gelet op het hier bovengenoemde streven wordt voorgesteld om de tarieven, met uitzondering van de 2% indexering, vooralsnog niet extra te verhogen. 15. Secretarieleges Doel van de heffing De leges behoren tot de categorie vergoedingen wegens door de gemeente verrichte administratieve diensten aan de burgers zoals verlening van vergunningen en de afgifte van stukken. Er is dus een duidelijke relatie tussen de verleende dienst en de leges. Bij het bepalen van de hoogte van de legestarieven moet rekening worden gehouden met het feit dat de geraamde opbrengst van de leges niet mag uitgaan boven de geraamde gemeentelijke uitgaven.
Toekomstig beleid Voor de leges met betrekking tot openbare orde en veiligheid gaat het huidige beleid uit van een dekkingspercentage van 100%. Onderzoek start in 2010. Voor de leges burgerzaken (rijbewijzen, paspoorten, akten burgerlijke stand, etc.) wordt de hoogte van de leges landelijk bepaald. Als gemeente hebben we hierin geen beleidsvrijheid. Een trend lijkt ingezet dit voor steeds meer producten in te voeren zoals voor rijbewijzen per 01-01-2011. Daarnaast zullen er als gevolg van de “krimp”minder producten worden afgenomen. Tarievenbeleid Zoals reeds eerder gemeld, wordt gestreefd naar kostendekkende tarieven voor in beginsel alle legesheffingen. Voor alle tarieven geldt dat deze worden verhoogd met 2% indexering.
104
Tarieven overzicht diverse heffingen Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Belasting jaar 2010
Wijziging t.o.v. 2010 2011
in geld
in %
Onroerende-zaakbelasting: Gebruikers niet woningen
0,136703%
0,149266%
*
0,3
Eigenaren woningen
0,145463%
0,156620%
*
7,7
Eigenaren niet woningen
0,194502%
0,200621%
*
3,2
Hondenbelasting 1e hond
€ 67,87
€ 69,28
€ 1,41
2
2e hond
€ 193,90
€ 197,80
€ 3,90
2
3e hond en verdere honden Kennel
€ 387,80
€ 395,60
€ 7,80
2
€ 1.038,23
€ 1.059,00
€ 20,77
2
Rioolrechten Gebruikers: 0/200 m3
€ 76,68
€ 78,24
€ 1,56
2
Gebruikers: 201/400 m2
€ 141,84
€ 144,72
€ 2,88
2
Eigenaren per eigendom
€ 76,32
€ 67,80
€ 8,52-
-11
1 persoons-huishoudens
€ 171,93
€ 175,37
€ 3,44
2
2 persoons-huishoudens
€ 213,20
€ 217,46
€ 4,26
2
> 2 persoons-huishoudens
€ 254,46
€ 259,55
€ 5,09
2
GFT 140 liter
€ 3,40
€ 3,40
0
GFT 240 liter
€ 4,60
€ 4,60
0
Restafval 40 liter
€ 3,40
€ 3,40
0
Afvalstoffenheffing (vast):
Afvalstoffenheffing (variabel):
Restafval 240 liter
€ 4,60
€ 4,60
0
vuilniszak (ondergronds)
€ 1,00
€ 1,00
0
€ 199,40
€ 3,90
2
Diverse leges: Huwelijk Attestatie de Vita Rijbewijs
€ 195,50 € 7,15
€ 7,30
€ 0,15
2
€ 38,00
€ 38,75
€ 0,75
2
Paspoort
€ 50,90
€ 51,90
€ 1,00
2
Nederlandse identiteitskaart
€ 42,85
€ 43,70
€ 0,85
2
Heerlerheide
€ 1,85
€ 1,89
€ 0,04
2
Hoensbroek
€ 2,00
€ 2,04
€ 0,04
2
Heerlen Centrum hoog tarief
€ 2,16
€ 2,20
€ 0,04
2
Heerlen Centrum laag tarief
€ 2,77
€ 2,83
€ 0,06
2
Begraafrecht
€ 367,50
€ 374,85
€ 7,35
2
Huurrecht (10 jaar)
€ 570,00
€ 581,40
€ 11,40
2
€ 91,85
€ 93,69
€ 1,84
2
€ 1,05
€ 1,15
€ 0,10
10
€ 1,20
€ 1,20
€-
0
Marktgelden: (per marktdag per meter front)
Begraafrechten:
Gedenkteken Toeristenbelasting: Per overnachting Parkeerbelasting: (€/per uur) Bij maximale parkeerduur van: Één uur (in stadscentrum) Twee uur: In stadscentrum
€ 1,20
€ 1,20
€-
0
Buiten stadscentrum
€ 1,00
€ 1,00
€-
0
€ 1,00
€ 1,00
€-
0
met max. 3.20
met max. 3.20
Twaalf uur
0
Parkeervergunning:(€ / per maand) Voor bewoners
€ 9,65
€ 9,85
€ 0,20
2
Voor bedrijven
€ 13,60
€ 13,85
€ 0,25
2
* stijging in geld is niet uit te drukken aangezien het een percentage is van de WOZ waarde. Bron:
105
COELO
Aanduiding lokale lastendruk Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO), verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, verstaat onder woonlasten het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan onroerende-zaakbelastingen (eigenarenheffing woningen), de afvalstoffenheffing en de rioolheffingen, minus een eventuele heffingskorting. De onroerendezaakbelastingen en de rioolheffingen hebben ook betrekking op andere objecten dan woningen, bijvoorbeeld bedrijfspanden. Deze heffingen kunnen als bedrijfslasten worden aangemerkt. Naast de gemeentelijke heffingen worden ook door andere overheden heffingen opgelegd, die als woonlasten zijn te betitelen. Een voorbeeld daarvan zijn de waterschapslasten. Deze heffingen vallen buiten de gemeentelijke bevoegdheden en worden dus in deze nota niet meegenomen. In het volgende overzicht zijn de woonlasten van een meerpersoons-huishouden opgenomen voor de periode 2007-2010, aangevuld met de procentuele stijging of daling t.o.v. het voorafgaande belastingjaar. Gemeente Breda Den Bosch Enschede Sittard/Geleen Maastricht Heerlen Landgraaf Kerkrade
2007 € 604 € 571 € 661 € 600 € 595 € 709 € 639 € 604
3,60% 2,80% 2,30% -0,20% 3,10% 6,80% -3,80% 1,30%
2008 € 632 € 586 € 684 € 634 € 615 € 726 € 682 € 619
4,60% 2,60% 3,50% 5,70% 3,40% 2,40% 6,70% 2,50%
2009 € 670 € 619 € 697 € 640 € 648 € 702 € 654 € 642
6,00% 5,60% 1,90% 0,90% 5,40% -3,30% -4,10% 3,70%
680 620 700 679 685 699 664 671
2010 1,50% 0,20% 0,40% 6,10% 5,70% -0,40% 1,50% 4,50%
% geeft de ontwikkeling van de lasten ten opzichte van het voorgaande jaar weer. De gegevens zijn afkomstig van het Centrum voor Onderzoek van de Lagere Overheden (COELO)Het Coelo verstaat onder woonlasten het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een Bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolrecht en afvalstoffen.
bron: COELO De lokale lastendruk in de gemeente Heerlen is in het verleden relatief hoog geweest ten opzichte van de in het overzicht vergeleken gemeenten. Het overzicht laat zien dat de lokale lastendruk in de gemeente Heerlen na 2007 een dalende lijn heeft ingezet, ten opzichte van de overige gemeenten. Een verdere stijging van deze lasten, buiten een inflatiecorrectie, was niet gewenst. Dit was ook als zodanig geformuleerd in de coalitieovereenkomst voor de periode 2007 - 2010. In de nieuwe coalitieovereenkomst voor de periode 2010 – 2014 wordt dit beleid ongewijzigd voortgezet. Indien nodig, moeten meer financiële middelen worden gezocht bij de overige heffingen (vanaf pag. 15). Het volgende overzicht geeft de ontwikkeling aan van de woonlasten in de periode tussen 2007 en 2010. Het overzicht laat duidelijk een daling van de lokale lastendruk voor een meerpersoonshuishouden in de gemeente Heerlen in genoemde periode zien daar waar de vergeleken gemeenten een stijging van de woonlasten vertonen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de verschillen tussen de vergeleken gemeenten relatief zijn aangezien zij worden beïnvloed door de verschillen in voorzieningenniveaus en de samenstelling van de onroerende zaken binnen deze gemeenten. De gemeentelijke woonlasten maken de afgelopen decennia een steeds kleiner deel uit van het totaal aan bijkomende woonlasten. Was het aandeel van gemeentelijke woonlasten in 2000 nog 21% van de totale bijkomende woonlasten, in 2009 is dat nog maar 14% Het aandeel van de rijksbelastingen en dat van de waterschappen zijn in die periode ongeveer gelijk gebleven. Terwijl het aandeel van de energie- en waterlasten binnen de bijkomende woonlasten flink toegenomen is (bron: COELO). Kwijtscheldingsbeleid Zoals uit het coalitieakkoord blijkt willen wij het armoedebeleid in de komende periode, in goede en slechte tijden, blijven uitvoeren en daar waar mogelijk binnen die budgetten te verbeteren. Dit voornemen bepaalt ook de richting voor het kwijtscheldingsbeleid van onze lokale heffingen voor de komende MBP periode. Wij willen de mensen die het nodig hebben helpen en tegemoet komen. Wij willen dat onze burgers
106
Gemeente Breda Den Bosch Enschede Sittard/Geleen Maastricht Heerlen Landgraaf Kerkrade
Ontwikkeling woonlasten 2007-2010 12,60% 8,60% 5,90% 13,20% 15,10% -1,40% 3,90% 11,10%
Bron: COELO maatschappelijke nog actiever worden en meer dan voorheen participeren in onze samenleving. Een eventuele armoede van een Heerlense burger willen wij blijven voorkomen. Bij dit voornemen sluit het huidige beleid goed aan en daarom handhaven wij het kwijtscheldingbeleid op het niveau zoals het nu is. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is geëffectueerd op kwijtschelding van de woonlasten, het gebruikersdeel van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De overige heffingen komen in Heerlen conform het gemeentelijke beleid niet in aanmerking voor kwijtschelding. Regelmatig wordt ook de hondenbelasting bij de kwijtscheldingsdiscussie betrokken. Omdat mensen vrij zijn in de keuze voor het houden van een hond is het wenselijk dat deze belasting niet voor kwijtschelding in aanmerking kan komen. Deze lasten zijn vermijdbaar. Dit in tegenstelling tot de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Met betrekking tot de afvalinzameling (diftar o.b.v. het volume/frequentiesysteem) handhaven wij het beleid om het vaste deel voor kwijtschelding in aanmerking te laten komen, tot maximaal de hoogte van kwijtschelding 2009. Hiermee wordt meer recht gedaan aan de slogan “de vervuiler betaalt”, gaat er een financiële prikkel uit om bewust om te gaan met afvalscheiding en wordt tevens voorkomen dat er op allerlei wijzen afvaltoerisme ontstaat doordat onder meer afval wordt aangeboden door burgers bij een vriend of familielid die kwijtschelding ontvangt. In het kader van de gewenste deregulering vindt sinds het belastingjaar 2008 voor de categorie belastingplichtigen die in een of twee voorafgaande jaren aan een belastingjaar een verzoek tot kwijtschelding hebben ingediend of automatische kwijtschelding hebben ontvangen, een geautomatiseerde toets plaats bij de Stichting Inlichtingenbureau te Utrecht. Deze toets heeft betrekking op de normen voor inkomen en vermogen. Als blijkt dat een belastingschuldige aan de normen voldoet wordt automatisch kwijtschelding verleend. Blijkt echter tijdens deze toets dat iemand niet meer aan de gestelde normen voldoet, dan ontvangt hij een kwijtscheldingsformulier waarmee de belastingschuldige alsnog schriftelijk een verzoek om kwijtschelding kan indienen. Het kabinet wil gemeenten meer mogelijkheden geven om lokale belastingen kwijt te schelden. Om dit te regelen heeft de Staatssecretaris van BZK op 29 februari 2010 een wetsvoorstel met die strekking bij de Tweede Kamer ingediend. De wetswijziging biedt voor gemeenten een grondslag om eigen regels vast te kunnen stellen met betrekking tot de wijze waarop het vermogen in aanmerking wordt genomen bij het verlenen van kwijtschelding. In de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen zal worden bepaald naar welk niveau de vermogensnorm kan worden opgetrokken. Gemeenten mogen bij het uitvoeren van de vermogenstoets uitgaan van maximaal de vermogensnorm in artikel 34 van de Wet werk en bijstand (WWB). Op het moment dat dit voorstel wetgeving wordt zullen wij hierover separaat aan u rapporteren. Los van dit wetsvoorstel zal in de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen worden bepaald dat de regels voor het verlenen van kwijtschelding van lokale belastingen ook zullen gelden voor ondernemers die op bijstandsniveau leven. Dit geldt uitsluitend voor de privébelastingen.
107
4.2 Weerstandsvermogen en risico’s (BBV, artikel 11) Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
N.A. Aarts C.L.A.F.M. Bruls
Deze paragraaf geeft de actuele stand van het weerstandsvermogen en de risico’s van de gemeente Heerlen weer. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s (financiële tegenvallers) op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit (de ingeschatte risico’s) en de beschikbare weerstandscapaciteit ( de middelen die beschikbaar zijn om eventuele tegenvallers op te vangen). Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de aanwezige middelen om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen. Bij de begroting 2011 zijn risico’s geïnventariseerd, zoveel mogelijk gekwalificeerd en is vanuit deze gegevens het weerstandsvermogen bepaald. Het weerstandsvermogen is als volgt berekend: Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandscapaciteit (= max. of min. risicobedrag)
Op basis van de beschikbare weerstandscapaciteit (algemene reserve) is de ratio: Prognose voor Begroting 2011 € 18,9 mln. (algemene reserve incl. grondbedrijf) / € 17,8 mln (risicosimulatie)
= 1,1
Beoordeling weerstandsvermogen Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel die in samenwerking tussen NAR(Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement) en de Universiteit Twente is opgesteld. Op basis van bovenstaande berekening wordt het weerstandsvermogen van de gemeente Heerlen gewaardeerd met voldoende! Dit betekent dat de gemeente Heerlen over een vermogenspositie beschikt die alle risico’s in financiële zin kan af te dekken. Ratio weerstandsvermogen >2 1,4 < x < 2,0 1,0 < x < 1,4 0,8 < x < 1,0 0,6 < x < 0,8 < 0,6
Waardering Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Het verschil in de begroting 2011 ten opzichte van de jaarrekening 2009 is grotendeels te verklaren door enerzijds een stijging van de algemene reserve van € 0,4 mln. en anderzijds een daling bij de risicosimulatie voor in totaal € 3,6 mln. De daling bij de risicosimulatie heeft grotendeels betrekking op het risico compensatieregeling MAU (-/- € 2,6 mln.) en het risico FLO brandweer( -/- € 1 mln.). 108
Omschrijving risicopost
(S=Structureel / I= Incidenteel)
Claims alle programma’s Bij het uitoefenen van haar taken, loopt de gemeente regelmatig tegen claims aan, van derden, die leiden tot juridische procedures. Deze claims kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op aanbestedingen, (loonkosten)subsidies, planschades óf op eerder toegekende schadevergoedingen. Het grootste deel van deze claims is niet verzekerd en de uitkomst van juridische procedures is moeilijk in te schatten.
S/I I
Te nemen maatregel: Blijven monitoren zodat mogelijke risico’s vermeden worden. Economische activiteit programma Economische Stimulering De recente ontwikkeling in de wereldeconomie, met name de financiële crisis, zal waarschijnlijk ook ongunstig uitpakken voor de ontwikkeling en resultaten van onze bedrijfsterreinen. Met extra marketing- en acquisitie-inspanningen proberen wij de belangstelling te vergroten. Overigens zijn de risico’s bij Trilandis (positie: aandeelhouder) anders dan die bij Coriopolis (positie: grondeigenaar) en bij Avantis is de positie zowel grondeigenaar als aandeelhouder.
S
Te nemen maatregel: De gemeente heeft een voortrekkersrol en brengt partijen bij elkaar. Tevens stimuleert de gemeente actief ontwikkelingen/initiatieven inzake onze economische speerpunten. Echter voor de uitvoering zijn we veelal toch afhankelijk van de mogelijkheden van onze externe partners en de marktomstandigheden. Onze eigen middelen zijn immers zeer beperkt. Door intensieve samenwerking tussen alle belanghebbende de risico’s minimaliseren. De krachten bundelen en elkaars sterke kanten benutten. Gemeentegaranties programma Leefomgeving + Bestuur en Dienstverlening De in het verleden geleden verliezen als gevolg van verleende gemeentegaranties zijn gedeeltelijk teruggevorderd. Zo heeft de gemeente in totaliteit circa € 0,874 miljoen aan inkomsten gegenereerd. De verliezen konden destijds voor 50% bij het Ministerie van VROM gedeclareerd worden, hetgeen ook is geschied. De gemeente loopt het risico dat het Rijk haar deel bij de gemeente opeist, ofwel € 437.000. Het is nog niet duidelijk of het Rijk dan de bijbehorende uitvoeringskosten in mindering zal brengen. Voorts heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen de garanties o.b.v. de gemeenschappelijke regeling tussen Heerlen en het B.L.G. niet overgenomen. Een eventueel verlies is 100% voor rekening van de gemeente. De gemeente Heerlen staat nog garant voor 21 leningen met een restant hoofdsom van € 364.000.
S
Te nemen maatregel: De risicopost gemeentegaranties wordt elk jaar door de gemeente geactualiseerd. De toepassing van verhaal (terugvordering van de in het verleden geleden verliezen als gevolg van verleende gemeentegaranties) en de hiermee gepaard gaande (ontvangen) gelden worden elk jaar apart geregistreerd en administratief vastgelegd c.q. verwerkt. Het risico van de openstaande leningen op basis van de gemeenschappelijke regeling tussen Heerlen en B.L.G. wordt elk jaar kleiner. Ook dit risico wordt elk jaar geactualiseerd en geanalyseerd om het risico beheersbaar te houden. Woonwagenstandplaatsen programma Leefomgeving Er resteren nog 52 standplaatsen (medio 2010) in beheer en onderhoud bij de gemeente. In totaliteit zijn er 44 standplaatsen verkocht. Het is te verwachten dat nog een beperkt aantal standplaatsen aan bewoners kan worden verkocht.
109
I
Tengevolge van een aantal juridische vraagstukken omtrent huurinning en gedoogbeschikkingen inzake bouwsels, stagneert de voorgenomen overdracht van de resterende standplaatsen aan een of meer woningbouwcorporaties. Het risico heeft betrekking op het achterstallig onderhoud van de resterende plaatsen. Te nemen maatregel: Huidige onderhoudstoestand continueren en actief sturen op overdracht. Vandalisme en schade programma Leefomgeving De uitgaven voor schade en vandalisme blijven hoger uitvallen dan in de begroting geraamd. Ongewenst gedrag als vernielingen en graffiti en een toename van zwaardere en grotere voertuigen waardoor verhardingen in de centra beschadigen zijn de belangrijkste oorzaken. Indien we geen effectieve oplossingen vinden om het een en ander te verminderen, zal dat in de toekomst niet anders zijn.
s
Reeds genomen maatregel: De fysieke maatregelen ter voorkoming van vandalisme en schade hebben nog niet tot een aantoonbare kostenreductie geleidt. Ook blijft het verhalen van schade een groot probleem. Te nemen maatregel: Om dit maatschappelijke fenomeen effectief aan te pakken, zoeken we naar samenwerking met alle betrokkenen. Daar waar acute problemen spelen, hebben de buurtteams hierin een belangrijke rol. Projectenportefeuille programma Ruimtelijke Ontwikkeling De beschikbare budgetten om een aantal infrastructurele en/of herstructureringsprojecten te realiseren zijn op middellange en lange termijn niet voldoende om alle voornemens te realiseren. (Her)prioritering van projecten is daarom noodzakelijk. Dit kan impliceren dat een aantal voorgenomen projecten stopgelegd c.q. getemporiseerd zullen gaan worden; dit betekent mogelijk dat gewekte verwachtingen bij derden niet nagekomen kunnen worden. In hoeverre dit leidt tot schade is niet in te schatten. In Parkstadverband wordt momenteel een onderzoek naar mogelijk planschade in relatie tot het deprogrammeren van geplande woningen gestart. Reeds genomen maatregel: Er heeft een herprioritering van (woningbouw)projecten plaatsgevonden. Gevolg hiervan is dat een aantal grondexploitatieprojecten niet zullen worden afgerond. Dit is in vrijwel alle gevallen een gevolg van de marktomstandigheden, waarbij het plan op basis waarvan de exploitatie was opgesteld niet meer kan worden uitgevoerd. In al deze gevallen zal uit nadere studie moeten blijken of en wanneer er alsnog opbrengsten voor deze locaties kunnen worden bereikt, wellicht ondersteunt door de mogelijkheden die de nieuwe Grondexploitatiewet gaat bieden. De komende tijd zal duidelijk worden wat de financiële consequenties van de herprioritering zijn: het stopzetten c.q. alternatief ontwikkelen van plannen zal/kan ertoe leiden dat de opgenomen boekwaardes binnen de grondexploitaties te hoog blijken te zijn. Te nemen maatregel: Ook de woningbouwplannen die nog wel op de Parkstadprogrammering staan maar nog niet gerealiseerd zijn, zullen beleidsmatig opnieuw tegen het licht worden gehouden. Hierbij zullen – voor zover mogelijk – ook de juridische en financiële consequenties van het eventueel schrappen van plannen in kaart worden gebracht. In 2011 wordt een nieuwe Parkstadprogrammering opgesteld en een van de basisuitgangspunten zal zijn dat oude, nog niet-gerealiseerde
110
s
plannen, niet zonder meer opnieuw zullen worden geprogrammeerd.Op het moment dat nieuwe plannen per project opgesteld zijn, zullen deze aan de Raad ter besluitvorming worden voorgelegd, inclusief de daaraan verbonden financiële consequenties. Op dat moment zullen wellicht voorzieningen gevormd moeten worden ter opvanging van deze financiële consequenties. Verbonden Partijen alle programma’s De begrotingsresultaten van verbonden partijen zijn slechts ten dele beïnvloedbaar, omdat de gemeente als deelhebber geen meerderheid heeft in het bestuur dat bevoegd is daarover te beslissen. Dit kan ertoe leiden dat besluiten over hogere bedragen worden genomen, zonder dat daarvoor een dekking is opgenomen in de gemeentebegroting.
s
Te nemen maatregel: Het beleid conform de nota verbonden partijen uitvoeren. Civieltechnische kunstwerken programma Leefomgeving Tot op heden wordt aan de civieltechnische kunstwerken kleinschalig onderhoud gepleegd op basis van een globale visuele inspectie (schouwen). Actuele onderhoudsplanningen ontbreken en er zijn geen onderhoudsvoorzieningen getroffen voor grootschalig onderhoud.Reeds genomen maatregelen:De voor deze planningen en voorzieningen benodigde inventarisatie van de onderhoudstoestand van civieltechnische kunstwerken is in 2009 uitgevoerd.
s
Te nemen maatregel: Mede aan de hand van deze inventarisatie is het concept van de nota “onderhoud civieltechnische kunstwerken 2010 - 2014” opgesteld. Gebleken is dat benodigde middelen voor het onderhoud en in stand houden van civieltechnische kunstwerken niet beschikbaar zijn. In het najaar van 2010 zal de nota aan het bestuur worden voorgelegd. Bodemsanering programma Ruimtelijke Ontwikkeling De gemeente kan op enig moment te maken krijgen met een geval van ernstige en gezondheidsbedreigende bodemvervuiling waar onmiddellijk moet worden gesaneerd. In zo’n situatie, die tot nog toe niet is voorgekomen, worden de saneringskosten ten laste van de algemene reserve gebracht.
S
Te nemen maatregel: Door onderzoek aantonen wie de veroorzaker is van de vervuiling. De kosten worden vervolgens verhaald op de vervuiler. Onderwijshuisvesting programma Economische Stimulering Schoolbesturen vragen jaarlijks investeringssubsidies aan voor onderwijshuisvesting. De gemeente zal de meeste van deze aanvragen moeten honoreren als ze voldoen aan de voorwaarden zoals deze in de verordening onderwijshuisvesting zijn opgenomen. Indien de noodzaak van de aanvraag door de gemeente is getoetst en de aanvraag een voorziening betreft die in de verordening onderwijshuisvesting is opgenomen waardoor het een wettelijke verplichting betreft, zal honorering van de aanvraag moeten volgen. De financiële weigeringsgrond kan uitsluitend worden toegepast indien kan worden aangetoond dat de totale gemeentefinanciën tekortschieten om de aanvraag te kunnen bekostigen. Het risico bestaat dat de gehonoreerde aanvragen de beschikbare budgetten overschrijden. Te nemen maatregel: Dit risico proberen te voorkomen door in onderling overleg met belanghebbende de gehonoreerde aanvragen te vertragen c.q. gefaseerd uit te voeren.
111
S
Compensatieregeling MAU programma Sociale Infrastructuur Heerlen komt jaarlijks tekort op het uitkeringsbudget. De meerjarig aanvullende uitkering (MAU) kent een eigen bijdrage van 2,5%, 5% of 7,5% afhankelijk van de mate waarin het tekort een gevolg is van een verdeelstoornis dan wel van eigen beleid. Heerlen werd in eerste instantie ingedeeld in de categorie 5% eigen risico, maar na succesvol bezwaar zijn wij uiteindelijk in de laagste eigen risico categorie van 2,5% (exclusief de 4% regeling uit het bestuursakkoord) ingedeeld. Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat de gemeente een nieuwe MAU aanvraag moet indienen in 2011 voor de jaren 2012, 2013 en 2014. Er wordt dan opnieuw beoordeeld in welke categorie onze gemeente wordt ingedeeld. In de begroting gaan we er vanuit dat het dezelfde categorie blijft, maar dit kan een risico betekenen voor de toekomst.
S
Te nemen maatregel: Blijven monitoren en lobbyen zodat indeling in dezelfde categorie gehandhaafd blijft. Overgangsregelingen Brandweer Zuid-Limburg programma Bestuur en Dienstverlening Per 1 januari 2009 is de brandweer geregionaliseerd. Uit de overdracht van mensen en middelen van Brandweer Parkstad Limburg (BPL) naar de nieuwe regionale organisatie volgen nu nog een aantal restpunten (o.a. kapitaallasten voertuigen en personeelslasten). Het voormalige dagelijks bestuur van BPL neemt eind 2010 een besluit over de claims van de brandweer en de verdeling hiervan over de betrokken gemeenten.Met ingang van 1 januari 2006 is de regeling Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) vooraangewezen bezwarende functies (buitendienstmedewerkers) bij de Brandweer vervallen. Daarvoor in de plaats is een overgangsrecht en 2e loopbaanbeleid ingevoerd. Aanleiding voor het opheffen van het FLO waren de kosten van de regeling. De nieuwe overgangsregelingen zijn gericht op het verantwoord afbouwen van de kosten van vervroegde uittreding (overgangsrecht FLO). Bij de regionalisatie van de brandweer zijn geen concrete afspraken gemaakt over de kosten van deze overgangsregelingen. De Brandweer Zuid-Limburg wil de kosten van de overgangsregelingen in rekening brengen bij een aantal deelnemende gemeenten, waaronder Heerlen. Noch ambtelijk, noch bestuurlijk is er ten tijde van het opmaken van deze begroting overeenstemming over de declaratie van deze kosten. De materie van de kapitaallasten heeft te maken met het onderzoek naar de overgenomen activa en de budgetten. Hier neemt de BRWZL de standpunt in dat de overgedragen budgetten niet toereikend zijn om de vervangingsinvesteringen te financieren.
I
Te nemen maatregel: Met de overige deelnemende gemeente in overleg treden met de Brandweer om de kwestie zo snel mogelijk en adequaat op te lossen. Genomen maatregel: Er is een accountantskantoor ingeschakeld om onafhankelijk de claims van BRWZL te beoordelen in relatie tot de overdrachtsdocumenten. De resultaten hiervan worden in het 4e kwartaal van 2010 verwacht en bestuurlijk voorgelegd. Bestuurskracht programma Bestuur en Dienstverlening Regionale samenwerking heeft zijn risico’s. De mate waarin wij onze TOP-5 ambities tot uitvoering brengen is afhankelijk van het vermogen van de regio om keuzes te maken, middelen te verzamelen en de uitvoering op gang te krijgen. Ook op het gebied van operationele samenwerking zijn wij afhankelijk van onze buurgemeenten. Komt de samenwerking niet van de grond dan betekent dat niet alleen dat wij onze inhoudelijke doelen niet halen maar dan halen wij de ombuigingsdoelen ook niet. Te nemen maatregel: Voortgang in de samenwerking in Parkstadverband blijven sturen en monitoren.
112
S
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen (BBV, artikel 12) Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
N.A. Aarts G. Vijgen
Inleiding Naast het beheer van de eigen gebouwen en bedrijfsmiddelen zijn wij ook verantwoordelijk voor de openbare ruimte in ons grondgebied. In deze openbare ruimte is een groot aantal infrastructurele werken aanwezig die de aandacht vragen. Wij denken hier onder andere aan wegen, rioleringen, groen, kunstwerken, gebouwen. In de paragraaf willen wij kort en krachtig inzicht geven in het beleid, onze visie en eventuele consequenties hieraan verbinden. Wegen Doelstelling We beheren en onderhouden de verhardingen (wegen, straten, fietspaden, trottoirs, voetpaden en pleinen) op adequate wijze. Hierbij staat het thema veilig voorop. Gebruikers mogen een veilige verharding verwachten.
Beleidskader In het Beheerplan Wegen 2007 – 2011, vastgesteld in juni 2008, is het beheer en onderhoud nader uitgewerkt op basis van de resultaten van de weginspectie 2006. Toekomstig beleid Eind 2010 is het nieuwe Beheerplan Wegen 2011 – 2015 gereed. Dit plan wordt onder andere gebaseerd op globale weginspectie 2010, waarvan de eerste resultaten aanvang augustus 2010 bekend waren. De verwachting is dat de kwaliteit van ons wegennet afgenomen is door de strenge winters van 2008/2009 en 2009/2010. Verder wordt in dit plan ook de ombuiging van € 400.000 meegenomen waarvoor we geen grootschalig onderhoud meer uitvoeren aan verhardingen in de landschappelijk gebieden. Gezien de verwachting van afname van kwaliteit is het aannemelijk dat het huidige budget niet toereikend zal zijn uitgaande van gelijkblijvende eisen conform het Beheerplan Wegen 2007 – 2011. In het nieuwe Beheerplan Wegen 2011 – 2015 wordt dit verder uitgewerkt en aan de Raad aangeboden. Kunstwerken Doelstelling We willen bereiken dat de civieltechnische kunstwerken veilig, heel en schoon zijn. Hiervoor moeten we de kunstwerken op een adequate wijze beheren en onderhouden.
Beleidskader De nota is nog niet vastgesteld, de planning is om de nota nog eind 2010 te laten vaststellen. In de nota “onderhoud civieltechnische kunstwerken 2010 - 2015” wordt vastgelegd hoe wij de kunstwerken beheren en onderhouden. Toekomstig beleid We willen het correctief onderhoud (gebreken pas herstellen als ze zichtbaar zijn) ombuigen naar preventief onderhoud, omdat preventief onderhoud op de lange termijn duurzamer en goedkoper is. Hierbij hanteren we de thema’s veilig, heel en schoon. In de huidige situatie kampen we met achterstallig onderhoud. Hiervoor is tot 2012 een inhaalslag nodig op onderhoudsgebied. De huidige toestand van de kunstwerken blijven we controleren en inspecteren om onveilige situaties zoals de instabiliteit van de voetgangersbrug Zeswegenlaan te vermijden. Bij 11 andere kunstwerken hebben we eveneens maatregelen moeten treffen om de veiligheid te kunnen garanderen. Ondanks het lage budget mag het aspect veiligheid nooit in gedrang komen.
113
Op maatschappelijk gebied lopen we de risico’s dat verkeersverbindingen worden afgesloten en dat bij schadegevallen de gemeente Heerlen aansprakelijk kan worden gesteld. Op financieel gebied is er sprake van kapitaalvernietiging, die bij onvoldoende budget zal toenemen. In de MJB nemen wij een budget op die beantwoord aan de veiligheidseisen. In de nota ‘onderhoud civieltechnische kunstwerken 2010-2015’ wordt dit verder uitgewerkt. Sportaccommodaties Doelstelling Het technisch en kwalitatief onderhouden en eventuele vervanging van de buitensportaccommodaties.
Beleidskader Beleidsnota sportaccommodaties wordt in 2010 herzien evenals het onderhoudsplan inventaris sportaccommodaties (Nijha). Beleidsuitgangspunten Het onderhoud sportaccommodaties bestaat uit buitensportaccommodaties (velden) en onderhoud afrasteringen. Het onderhoud van de buitensportaccommodaties omvat het onderhouden van de sportvelden en het renoveren binnen de vastgestelde afschrijvingstermijn van 15 jaar. Momenteel is er geen meerjarig onderhoudsplan maar zijn de renovaties opgenomen in de vervangingsinvestering waarvan jaarlijks de bedragen vastgesteld moeten worden. De werkzaamheden betreffende de afrasteringen worden gedaan op basis van een meerjarenplan. Om zo efficiënt mogelijk te werk te gaan worden de werkzaamheden binnen een flexibele planning uitgevoerd. Op dit moment wordt een nieuwe visie voor buitensportaccommodaties opgesteld, die wordt meegenomen in de herziene beleidsnota sportaccomodaties. In deze visie worden de gevolgen van de krimp meegenomen. Vastgoed Doelstelling Op adequate wijze beheren en onderhouden van het gemeentelijke vastgoed. Hierbij een optimalisatie van zowel het financiële als het maatschappelijke rendement van het gemeentelijk vastgoedbezit creëren. Vanuit deze optimalisatie van vastgoed als kenniscentrum en vraagbaak optreden voor beleidsafdelingen met huisvesting en ruimtebehoefte verzoeken.
Beleidskader Het vastgoedbeleidsplan (2008). Beleidsuitgangspunten Ten behoeve van deze centralisatie van vastgoedbeheer is een vastgoedbeleidsplan opgesteld waarin de kaders en de strategie van het toekomstig gemeentelijk vastgoedbeleid zijn omschreven. De doelen van het Vastgoedbeleidsplan zijn: 1. Invulling geven aan en concrete kaders bieden voor besluitvorming en de wijze waarop (transparant en uniform) de gemeente om wil gaan met gemeentelijk vastgoed. 2. Richting geven aan de (verdere) professionalisering van het gemeentelijk vastgoedbeheer door vanuit één kennisorganisatie de vastgoedportefeuille te beheren. 3. De belangrijkste beslispunten weergeven ten aanzien van het toekomstig vastgoedbeheer. Uit de onderhoudsplannen volgt het benodigde budget voor groot en klein onderhoud aan vastgoed. De vastgoedportefeuille en het daarmee samenhangende onderhoudsbudget is op basis van het vastgestelde vastgoedbeleidsplan aan een kritische blik onderworpen. Gezien het feit dat we terug willen naar een ‘kernvoorraad’ gebouwen en in 2011 de nodige panden willen verkopen wordt het areaal van te onderhouden panden kleiner hetgeen een ombuiging kan opleveren. Dit betekent ombuigingen van € 400.000 in 2011, € 500.000 in 2012 en € 400.000 in 2013. De hardheid van deze ombuiging hangt sterk af van de toekomstige vastgoedmarkt. Temporisering van het onderhoud wordt slechts in zeer beperkte
114
mate mogelijk geacht en dient van jaar tot jaar bekeken te worden. Het streven blijft om het door de raad vastgestelde principe van kostprijsdekkende huur verder door te voeren. Groen Doelstelling Op adequate wijze beheren en onderhouden van het groen.
Beleidskader Beleidsvisie IBOR (2004), Groenstructuurplan (okt. 1993), nota groenbeheer (1995) en Groenbeheerplan (1989). Beleidsuitgangspunten In het Groenbeheerplan worden drie beheerniveaus onderscheiden: 1. Klassiek beheer: intensief beheer van het groen in het centrum; 2. Standaardbeheer: matig intensief beheer van groen in de buurten; 3. Natuurlijk beheer: extensief beheer van de grotere groengebieden grenzend aan de woongebieden en van het groen langs doorgaande wegen. Ten behoeve van het standaard en klassiek beheer zijn in het Groenbeheerplan maatregelpakketten en de onderhoudsfrequenties vastgesteld. Voor het natuurlijk beheer zijn behoudens het maaien van bermen en graslanden geen maatregelen opgenomen. Uitgangspunt in deze gebieden is alleen de nodige handelingen in het belang van de natuurlijke processen of vanuit veiligheidsoverwegingen uit te voeren. In de Beleidsvisie IBOR zijn beeldkwaliteiten per gebiedstype vastgelegd. Niet alleen een beheerpakket is bepalend voor het beeld ook andere factoren zijn van invloed op het beeld van de openbare ruimte. De invloed van de inrichting van de openbare ruimte, de aanwezigheid van particulier eigendom en het gedrag van bewoners en bezoekers worden tijdens de kwaliteitsschouwen meegenomen om een genuanceerder beeld te krijgen van de beeldkwaliteit van de openbare ruimte en benodigde maatregelen. De gemeentelijke begraafplaatsen en de gemeentelijke dierenparken worden, volgens de reguliere werkwijze, in eigen beheer onderhouden. Het groenstructuurplan en in vervolg daarop het groenbeheerplan worden herzien om het groenbeleid optimaal te laten aansluiten op ontwikkelingen in de stad en op de wensen van de gebruiker van de buitenruimte. Het wettelijke verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in beplantingen is van grote invloed op het onderhoud. Samen met de omvorming van groen in het kader van de bezuinigingsopgave heeft dit impact op het nieuwe groenstructuurplan en daarna het beheerplan. Een en ander zullen wij u Raad nog gaan voorleggen. Riool Doelstelling 1. Het doelmatig inzamelen en transporteren van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerde huishoudelijke en bedrijfsmatige afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie of een adequate verwerking van het huishoudelijke afvalwater ter plaatse. 2. Het doelmatig inzamelen en verwerken van het binnen het gemeentelijk gebied gevallen overtollige hemelwater en het bevorderen van een schoon milieu (water, bodem, lucht). 3. Het treffen van maatregelen in het openbare gebied teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
115
4.
Onderhoud en verbetering rioleringsstelsel, bescherming van het oppervlaktewater (terugdringen van vervuiling). Riolering valt onder het programma leefomgeving. Via de doelstelling Schoon en Heel wordt het rioolstelsel efficiënt beheerd en waar nodig vervangen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in maatregelen zoals afkoppelen en aanleggen bergbezinkbassins om de waterkwaliteit van de Caumerbeek en Geleenbeek te verbeteren.
Beleidskader Europese Kaderrichtlijn Water, Wet Milieubeheer, Waterbeheer 21e eeuw, Nationaal Bestuursakkoord Water, Gemeentelijk Rioleringsplan (2006-2010), Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (2011-2015) vast te stellen in 2011. Toekomstig beleid In het BSW 2011-2015 dat uw Raad nog krijgt aangeboden gaan wij uit van het gegeven dat de beekdalen in de toekomst zijn ingericht om ruimte te geven aan eerlijk, heerlijk en begeerlijk water. In deze watervisie willen we verder gaan dan enkel het aspect water. Het Caumerbeekdal en het Geleenbeekdal gaan een multifunctionele rol spelen voor Heerlen en de omliggende steden. De twee beekdalen zijn in de toekomst heringericht en vormen gezamenlijk een groene-blauwe corridor door het landschap. Met name het beleefbaar maken van de beekdalen voor de direct omwonende en andere recreanten zorgt voor een positief impuls voor de kwaliteit in de leefomgeving. In de toekomst gaat al het regenwater zichtbaar afgevoerd worden, waarbij met name op particulier terrein opvangvoorzieningen (vijvers) worden aangelegd om het water ter plaatse vast te houden en te infiltreren. De gemeentelijke wegenstructuur, verantwoordelijk voor het afvoeren van het regenwater, is maatgevend bij stedenbouwkundige plannen. Onderwijshuisvesting Doelstelling Het onderhouden van de schoolgebouwen en gymlokalen / sporthallen zodat deze voldoen aan de eisen van modern onderwijs.
Beleidskader Wet op het primair onderwijs (WPO), Wet op de expertisecentra (WEC), Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en Meerjarenvisie onderwijshuisvesting Toekomstig beleid Het doelmatig uitvoeren van noodzakelijk groot onderhoud aan de buitenkant van de Heerlense schoolgebouwen voor primair onderwijs alsmede gymlokalen / sporthallen. De schoolbesturen kunnen op basis van de verordening “voorzieningen Huisvesting onderwijs” jaarlijks een aanvraag indienen voor het uitvoeren van noodzakelijk groot onderhoud. Voor de gemeente is het voorzien in adequate schoolgebouwen een wettelijke plicht. Nadat de inhoudelijke en technische noodzakelijkheid van de aangevraagde voorzieningen is vastgesteld volgt de goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders en worden de noodzakelijke kredieten gevoteerd door de gemeenteraad. Er wordt steeds een koppeling gelegd met de vastgestelde uitgangspunten in het kader van de meerjarenvisie onderwijshuisvesting (OHV). Deze visie wordt momenteel geactualiseerd zodat er voor wat betreft de onderwijsgebouwen een actueel meerjarig beleid kan worden vastgesteld, waarbij de beoordeling van de aanvragen ter zake groot onderhoud hieraan getoetst kunnen worden. Dit om ervoor te waken dat er geen investeringen plaatsvinden die achteraf door gebouwelijke ontwikkelingen op korte termijn teniet worden gedaan. Het nieuwe beleid wordt aan uw raad voorgelegd middels een separaat voorstel.
116
De noodzakelijke investeringen waaronder het groot onderhoud ten aanzien van alle Heerlense schoolgebouwen en bijbehorende gymlokalen en sporthallen overstijgen het huidige begrotingsbedrag OHV, indien de omvang van het aantal gebouwen wordt gehandhaafd. In het kader van de krimp en ontgroening zullen een aantal schoolgebouwen afgestoten moeten worden. Ook zal er samenvoeging van bestaande schoolgebouwen in nieuw te stichten brede maatschappelijke voorzieningen plaatsvinden. Door deze twee ontwikkelingen zal het noodzakelijk bedrag ten behoeve van het groot onderhoud van de schoolgebouwen kunnen afnemen.
117
4.4 Financiering (BBV, artikel 13) Portefeuillehouder: Programmadirecteur:
N.A. Aarts C.L.A.F.M. Bruls
Inleiding Treasury is het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden en het afdekken van rente en kredietrisico’s. De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, onder meer vanwege de kredietcrisis, de geëvalueerde Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de ministeriële regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt en de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten. Met de komst van de Wet Fido zijn voor de gemeentelijke treasuryfunctie duidelijker kaders geboden ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Dat laatste komt onder meer tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht treasurystatuut en de financieringsparagraaf. Algemeen Door externe factoren kunnen we op treasurygebied over een bewogen periode spreken. In het begin was er nog sprake van de vraag of de VS in een recessie terecht zou komen en zo ja, of deze dan ook zijn weerslag in Europa zou hebben. De gebeurtenissen sindsdien zijn, zeker voor economen, als adembenemend te bestempelen. De ene ondenkbare gebeurtenis volgde de ander op, waarbij overheidssteun aan of nationalisatie van banken de normaalste zaak van de wereld leek te zijn. De huizenprijzen dalen, aandelenportefeuilles hebben nog maar een fractie van waarde die ze een aantal jaren geleden hadden en krediet is steeds moeilijker te krijgen. Angst voor een tweede recessie, een dubbele dip, en speculatie op verder ingrijpen door centrale banken zorgt voor de nodige onrust. De markt ‘vreest’ deze dubbele dip, gecombineerd met forse overheidsbezuinigingen! Renterisicobeheer financieringsportefeuille 1. Renterisico Dit is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor haar lopende geldleningen. In het algemeen wordt dit risico beperkt door het gespreid over de lopende jaren afsluiten van langlopende geldleningen met een vast rentepercentage. In 2011 zal, conform de procedure zoals vastgelegd in het treasurystatuut, per kwartaal een rentevisie worden opgesteld. De rentevisie is een belangrijk instrument bij het beheersen van het renterisico en bepalen van consolidatiemomenten (aantrekken langlopende leningen). 2. Kasgeldlimiet Ter beperking van het renterisico is in de wet FIDO een norm opgenomen ten aanzien van de maximale omvang van de kortlopende schulden (korter dan 1 jaar), de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet wordt berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar. Voor 2011 bedraagt deze limiet dan € 28,4 miljoen. Bij dreigende overschrijding van de kasgeldlimiet, wordt een deel van de kortlopende schuld omgezet in een langlopende schuld (geldlening langer dan 1 jaar). Indien 3 kwartalen achtereen de kasgeldlimiet wordt overschreden, dan dient de provincie hiervan op de hoogte te worden gesteld. DE ONTWIKKELING VAN DE KASGELDLIMIET
Begrotingstotaal Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Kasgeldlimiet
118
2011
2012
2013
(x € 1.000) 2014
333.887 8,5% 28.380
310.740 8,5% 26.413
306.884 8,5% 26.085
304.852 8,5% 25.912
3. Renterisiconorm De rente-risiconorm is vooruit kijken, is direct gerelateerd aan het budgettaire risico en heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De rente risiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Verder wordt voor het renterisico uitgegaan van het bedrag van de te betalen aflossingen. Onderstaand is de berekening van de rente risiconorm opgenomen.
Renterisico vaste schuld in relatie tot renterisiconorm 2012 0 12.757 12.757
2013 0 14.844 14.844
(x € 1.000) 2014 0 16.481 16.481
1 2 3
Renteherziening Aflossingen Renterisico (1+2)
2011 0 15.087 15.087
4
Renterisiconorm
66.777
62.148
61.377
60.970
5a
Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm
51.690
49.391
46.533
44.489
-
-
-
-
4a 4b
Begrotingstotaal Percentage
333.887 20%
310.740 20%
306.884 20%
304.852 20%
4
Renterisiconorm
66.777
62.148
61.377
60.970
5b
119
Kredietrisicobeheer Uitzettingen en beleggingen Het bewust aantrekken van leningen met het doel deze winstgevend uit te zetten, danwel het nemen van overmatig risico met het doel daarmee inkomen te genereren, is niet toegestaan. Met andere woorden: de treasury is een servicecentre en geen profitcentre. Het uitzetten van overtollige gelden (liquiditeitsoverschotten) door middel van het verstrekken van leningen en beleggen dient op prudente wijze te geschieden. Er dient derhalve van gegoede tegenpartijen gebruik te worden gemaakt teneinde de financiële risico’s te beperken. Indien met minder kredietwaardige tegenpartijen in zee wordt gegaan, kunnen hierdoor weliswaar (tijdelijk) hogere renteopbrengsten worden verkregen, maar loopt de gemeente daarbij (aanzienlijk) grotere risico’s. In het treasurystatuut is, in de lijn van de Wet Fido en ministeriële regeling Ruddo, afgesproken dat de gemeente alleen geld mag uitlenen aan financiële instellingen met minimaal de zogenaamde AA-rating. Uitleningen en garanties uit hoofde van de publieke taak Uitleningen kunnen slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. Per 1 januari 2011 beloopt het bedrag aan uitstaande vaste geldleningen (looptijd langer dan één jaar) € 13,5 miljoen. De samenstelling van de leningportefeuille u/g ondergaat in 2011 de volgende wijzigingen: Mutaties verstrekte vaste geldleningen per kredietrisicogroep kredietrisicogroep / saldo verstrekte normale geldnemers 01-01-2011 leningen aflossing Woningcorporaties 4.525 493 Ontwikkelingsmaatschappij Beitel Zuid 724 43 0 GR Kredietbank Limburg 359 0 Lening Mijnwater 3.800 0 Bruglening Enexis 3.750 0 Diversen 373 56 Totaal vaste geldleningen u/g 13.531 43 549
(x € 1.000) extra saldo aflossing 31-12-2011 4.032 767 359 3.800 3.750 317 0 13.025
Vrijwaring door Waarborgfonds Sociale Woningbouw Ten aanzien van de aan woningcorporaties doorverstrekte geldleningen heeft het Waarborgfonds Sociale Woningbouw alle directe risico’s overgenomen. De gemeente neemt slechts een tertiaire achtervangpositie in, tezamen met het Rijk (50%) en met andere gemeenten (zie toelichting garantieportefeuille). Achtergestelde leningen De lening aan Ontwikkelingsmaatschappij Beitel Zuid B.V. is achtergesteld, hetgeen impliceert de deelname in het risicodragend kapitaal van deze onderneming op grond van een door de gemeente te vervullen publieke taak. Uitleningen aan de GR voor sociale kredietverlening en schuldhulpverlening in Limburg Bij de oprichting van de GR Krediet Bank Limburg is bepaald en besloten dat de deelnemers voor het risicovermogen van de GR achtergestelde leningen zouden fourneren. Lening Mijnwater Het totale gemeentelijke investeringsbedrag voor mijnwater bedroeg € 5,8 mln. Hiervan is € 2 mln. beschouwd als onrendabele top en eenmalig afgedekt. Voor het restant ad € 3,8 mln. zal de N.V. i.o. een renteloze lening ontvangen om de inbreng van de gemeentelijke activa te kunnen financieren (operationalisering mijnwatersysteem). Bruglening Enexis Onderdeel van de verkooptransactie Essent is dat brugleningen zijn verstrekt aan Enexis. Deze brugleningen zullen in de toekomst weer vrijvallen. 120
Gemeentegaranties Het volgende overzicht geeft de ontwikkeling van de het schuldrestant in het jaar 2010 van de door de gemeente geborgde leningen, onderverdeeld naar kredietrisicogroep. Mutaties gemeentegaranties per kredietrisicogroep Kredietrisicogroep / geldnemers Woningcorporaties Gemeenschappelijke regelingen Zorgsector Sociaal culturele sector Overige Totaal
schuldrest 01-01-2011 35.126 1.134 19.434 176 41 55.911
(x € 1.000) schuldrest 31-12-2011 29.032 340 14.456 165 35 44.028
Ingevolge het gemeentelijke beleid worden in beginsel geen garanties meer verstrekt. Het is pas mogelijk om hiervan af te wijken indien dat voor de uitoefening van de publieke taak noodzakelijk is en de daaraan verbonden risico’s aanvaardbaar zijn. Het College van B en W heeft ingevolge de Gemeentewet de bevoegdheid om daartoe te besluiten, maar zal – afhankelijk van de omvang van de risico’s - een dergelijk besluit ter kennis brengen van de Raad, dan wel een voorstel tot besluitvorming aan de Raad voorleggen. Voor de risico’s die niet de sociale woningbouwsector betreffen, heeft onze gemeente dan wel de geldgever van de geldnemer hypothecaire zekerheden verkregen. Gemeentefinanciering Grondslag voor het financieringsbeleid Een visie omtrent de renteontwikkelingen van de korte- en lange termijn rente is een voorwaarde om de treasuryfunctie te kunnen uitoefenen. Het in beschouwing nemen van de macro-economische ontwikkelingen, economische groei, inflatie, consumentenvertrouwen, politieke spanning en met name de rentevisie van grootbanken leidt tot een rentevisie waarop wij onze financieringsbeslissingen funderen. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de herfinancieringsrente (Refi-rente) sinds juni 2009 ongewijzigd gelaten op een historisch laag niveau van 1%. Een verhoging van deze rente wordt door de grootbanken niet voorzien. De verwachte oplopende Euribor (geldmarkt) komt voort uit de verwachting dat de ECB (andere) verkrappende maatregelen zal gaan nemen. De ECB heeft zelfs aangegeven dat zij tot einde van 2010 nog zeer ruimhartig liquiditeiten aan de banken beschikbaar zal stellen. Van een verkrappende geldmarkt is vooralsnog geen sprake. Toch lopen de Euribor niveaus heel voorzichtig verder op. Maar een spectaculaire stijging wordt niet verwacht. Ook de lange rente ligt nog steeds op zeer aantrekkelijke niveaus. Hoewel hier vanwege de liquiditeitsopslagen van banken nog een forse ‘bijtelling’ dient plaats te vinden, blijven de absolute niveaus zeer interessant. Momenteel bedraagt de geldmarktrente 0,879% (driemaands euribor). Dit is het tarief waarop de gemeente kort geld kan aantrekken c.q. uitzetten. De kapitaalmarktrente bedraagt momenteel 3,30% (10-jaars vast). Dit is het tarief waarop de gemeente een financiering kan aantrekken voor langere termijn. De gemiddelde 12-maands verwachtingen van de grootbanken (aug 2010) zijn voor de geldmarktrente (3-maands Euribor) 1,36% en voor de kapitaalmarkt (10-jaars) 3,39%. Naast de liquiditeitsprognose is een prognose van de renteontwikkeling medebepalend voor het te volgen financieringsbeleid. Financieringsbehoefte Volgens de berekeningen op basis van de per 1 januari 2011 geraamde investeringen en de op lange termijn beschikbare financieringsmiddelen zou er op dat moment een financieringstekort ontstaan van € 53,9 miljoen. Van dat tekort mag maximaal € 28,4 miljoen (kasgeldlimiet) kortlopend worden gefinancierd. Voor het restant ter grootte van € 25,5 miljoen zouden derhalve langlopende geldleningen moeten worden aangetrokken.
121
PROGNOSE PER 01-01-2011 VAN DE FINANCIERINGSBEHOEFTE Financieringsbehoefte per 1 januari
(x € 1.000)
2011
2012
2013
2014
Investeringen Boekwaarde per 31 december
249.453 10.786 238.667 15.761 254.428
254.428 10.992 243.436 19.711 263.147
263.147 10.684 252.463 14.877 267.340
267.340 11.171 256.169 11.179 267.348
Beschikbare financieringsmiddelen Reserves en voorzieningen Bijdrage derden Vaste geldleningen Beschikbare vaste financieringsmiddelen
102.521 2.500 90.551 195.572
106.772 3.312 100.964 211.048
110.694 20 106.559 217.273
116.289 1.042 115.334 232.665
53.881
43.380
45.874
34.675
28.380 25.501
26.413 16.967
26.085 19.789
25.912 8.763
Te financieren boekwaarde vaste activa per 1 januari Afschrijvingen en aflossingen leningen u/g
Financieringstekort Benodigde financieringsmiddelen Beschikbare kortlopende middelen (max. kasgeldlimiet) Op te nemen vaste geldleningen
Rente omslagpercentage begroting 2011 Het renteomslagpercentage wordt op het moment van vaststelling gebaseerd op het gemiddelde van de volgende rentetarieven over de vijf voorafgaande kalenderjaren: a. Het tarief van de Bank Nederlandse Gemeenten voor een fixe lening met een looptijd van 10 jaar. Over de periode 1 januari 2005 t/m 31 december 2009: 3,95%. b. Het 3 maands Euribortarief. Over de periode 1 januari 2005 t/m 31 december 2009: 3,15%. De vaste activa worden doorgaans voor 90% gefinancierd met eigen vermogen en lang vreemd vermogen, alsmede voor 10% met vreemd vermogen op korte termijn. Het renteomslagpercentage voor het jaar 2011 wordt nu berekend als gewogen gemiddelde van de onder a. en b. vermelde percentages en vervolgens afgerond op een half procent. {(90 x 3,95%) + (10 x 3,15%)} : 100 = 3,85%. Het rente omslagpercentage voor de begroting 2011 blijft derhalve gehandhaafd op 4,0%. Mede vanwege de huidige (hoge) liquiditeitsopslagen van de banken.
122
123
4.5 Bedrijfsvoering (BBV, artikel 14) Portefeuillehouder: Programmadirecteur:
P.F.G. Depla C.L.A.F.M. Bruls
Inleiding Personeel en Organisatie De bedrijfsvoering ondersteunt naast de reguliere gemeentelijke taken ook de speerpunten in de ontwikkeling van Heerlen, zoals het versterken van de bestuurskracht en de economische structuur, alsmede de beweging in de richting van de “eerste overheid”. De aandacht voor deze kerntaken enerzijds en de bezuinigingsoperatie anderzijds vraagt om gekwalificeerd en flexibel personeel dat in staat is het ambitieniveau van onze uitdagende stad waar te maken. Dit vereist een meerjarige (feitelijk doorlopende) inzet op HRM-gebied met accenten als volgt: Professionaliteit, flexibiliteit en integriteit; Samenwerking en interne communicatie; Heldere doelen, processen en structuur; Goede bedrijfsmiddelen, waaronder huisvesting en informatievoorziening. Samengevat gaat het om processtructuur én samenwerkingscultuur in een krimpende organisatie. Processtructuur Vanaf 2006 worden de principes van programmasturing in praktijk gebracht. Daardoor is de onderlinge samenhang en afhankelijkheid vergroot. Dit heeft een grote omslag in de werkwijze met zich meegebracht; een omslag die nog niet helemaal tot de bedoelde vormen van samenwerking heeft geleid. Derhalve gaan we ons naast het verduidelijken van de scheidslijn tussen bedrijfsvoering en programmasturing richten op het verbeteren van de samenwerkingscultuur. Publieke dienstverlening De in 2009 ingezette ontwikkelingen op het gebied van de publieke dienstverlening wordt voorgezet in 2011-2014. De nieuwe afdeling Publiekszaken is geformeerd en de publiekshal is gerenoveerd. De opzet van dienstverleningsprocessen, de bijbehorende digitalisering en informatisering en de klantgerichtheidstrainingen zijn inmiddels gestart. De doorontwikkeling van Het Nieuwe Huis als samenwerkingstraject tussen WS, CWI en UWV loopt ook door in 2011-2014. Projectmatig werken Inmiddels werken wij met een nieuwe afdeling Project Management en zijn taken op het gebied van beleidsvoorbereiding en ondersteuning overgeheveld naar de afdeling Stadsplanning. De infrastructurele projecten worden voortaan uitgevoerd door een bureau dat is ondergebracht bij de afdeling Beheer & Onderhoud. De nieuwe afdeling Project Management gaat zich concentreren op het leiden en monitoren van stedenbouwkundige en andere grotere projecten, zoals Maankwartier, MSP, woonbouwontwikkeling, Emmaterrein en renaturering beken. Organisatiebreed betekent dit een strakkere planning van beleidsprocessen en projectvoortgang. Wij onderzoeken de mogelijkheden voor de invoering van een beleid/projectagenda. Toezicht en handhaving De onderdelen Toezicht en Handhaving van de voormalige afdeling BWM zijn in 2009 overgebracht naar de afdeling OOV. In 2011-2014 zal de verdere integratie van de handhavingactiviteiten worden opgepakt. Interne verzelfstandiging Op basis van het model “Glaspaleis” zijn de bedrijfsonderdelen musea en Kasteel Hoensbroek onder de naam “Historisch Goud” bezig met de voorbereiding naar interne verzelfstandiging. 124
Samenwerkingscultuur Organisatieontwikkeling Het contact tussen de gemeentelijke organisatie als werkgever en de professionals als werknemer is dynamisch. De technologische ontwikkelingen hebben de wereld in hoog tempo ontsloten. Dit stelt meer eisen aan de onderlinge samenwerking binnen onze organisatie. Onder de titel ‘Zijn wij de wachters op de drempel’ gaat een programma van start voor de ontwikkeling van de organisatie. In dit meerjarig verbetertraject zijn o.a. opgenomen de sturing van de organisatie, de financiële situatie en professionalisering. Om deze verbeteringen te realiseren zal expliciet aandacht worden gegeven aan cultuur- en gedragscomponenten. Het proces organisatieontwikkeling zal centraal worden gestuurd, maar van onderop worden gerealiseerd in samenspraak met de medezeggenschap. Professionalisering Een belangrijk onderdeel van het ontwikkelingstraject richt zich op verdere professionalisering van de medewerkers. Daarbij wordt ingegaan op integriteit, flexibiliteit, bestuurlijke sensiviteit, doelmatig werken, projectmatig werken, adviesvaardigheid, vraaggericht werken, interne dienstverlening en eigen meningsvorming. Alles ten gunste van een betrouwbare en uitvoeringsgerichte organisatie. ‘Afspraak is afspraak’ binnen de gemeente Heerlen. Vitaliteit Faciliterend aan dit leertraject worden gangmakers ingezet, wordt de managementontwikkeling versterkt en zal de vitaliteit gemeten worden en verhoogd. De effectiviteit en efficiëntie van de werkprocessen zullen worden verbeterd door te werken aan goede sturingsinformatie, strategische personeelsplannen, digitalisering en interne communicatie. Kengetallen Op 1 juli 2009 waren er 1.170 mensen in dienst (559 vrouwen en 611 mannen). Deze medewerkers bezetten 940 formatieplaatsen, exclusief de additionele plekken. Ziekteverzuim en vitaliteit Het ziekteverzuim is licht gedaald: in 2008 was dit nog 6,75%; thans 6,12% gemiddeld. Om het ziekteverzuim nog adequater aan te pakken gaan de Sociaal Medische Teams zich naast de bespreking van casuïstiek meer richten op beleidsbepaling en planmatige aanpak. Ook hebben we het ziekteverzuim in verband gebracht met vitaliteit. Momenteel wordt er afdelingsgewijs vitaliteitsonderzoek gedaan. Naast de individuele terugkoppeling leveren de uitkomsten van dit onderzoek per afdeling een plan van aanpak op, waarin de energiebronnen worden verbeterd en de stressoren worden verminderd. We verwachten dat dit positieve invloed zal hebben op het ziekteverzuim van 2011-2014. Ombuigingen Formatieonderzoek Bezuinigingen en krimp zullen zeker van invloed zijn op personele uitkeringen en budgetten. Het is daarom van belang de haalbaarheid van formatiebesparing te onderzoeken en daarmee eventuele kostenbesparing door efficiencyverbeteringen binnen de bedrijfsprocessen. Het in 2009 gestarte functieonderzoek zal worden afgerond en dient als basis voor de verdere voorstellen ter verbetering van de processen en het terugbrengen van de formatie.
125
Integriteit Huidige activiteiten Begin 2009 heeft het college de regelgeving met betrekking tot nevenfuncties aangepast. Onderdeel van deze nieuwe regelgeving maakt het verplicht melden van relevante financiële belangen en het openbaar maken van nevenfuncties voor bepaalde groepen medewerkers (directie/afdelingshoofden etc). In het najaar worden de nieuwe bepalingen breed uitgezet in de organisatie. De volgende stap die dan gezet dient te worden is het inventariseren van de risicovolle functies binnen de organisatie en met name de betreffende personeelsleden duidelijk maken welke risico’s zij in de praktijk lopen en hun daarbij instrumenten bieden om hiermee in de praktijk op een goede wijze om te kunnen gaan. Hiervoor zullen verdiepingscursussen nodig zijn, die zullen worden georganiseerd onder leiding van een externe deskundige. Nadat vorenstaande acties afgerond zijn, mag met recht gesteld worden dat de gemeente beschikt over een uitgebreid kader en instrumentarium op het gebied van integriteit. In 2011 vullen wij dit verder aan voor wat betreft geschenken en uitnodigingen. Behalve vorenvermelde codes voor medewerkers zijn o.a. ook vastgesteld spelregels met betrekking tot inkoop en aanbestedingen en een regeling geheimhouding. Acties in nabije toekomst Met als uitgangspunt het bovengeschetste instrumentarium dient vervolgens het gedrag in de praktijk en de omstandigheden waaronder moet worden gewerkt de aandacht te krijgen. Hierbij dient gedacht te worden aan registratie, controle en evaluaties en het benoemen van kwetsbare processen. We komen dan terecht in het stadium van gedragsverandering en risicoanalyse. Integriteit vereist permanente aandacht, het focussen op de omstandigheden en het consequent en voorspelbaar reageren op integriteitschendingen. Integriteit wordt zo een onderdeel van de dagelijkse toepassing en invulling van het personeelinstrumentarium. Werving en selectie, gesprekken over het functioneren, gerichte trainingen op dilemma’s, weerbaarheid, open communicatie, elkaar aanspreken maken onderdeel uit van verhoogde aandacht voor integriteit. Informatiebeleid / ICT Het informatiebeleid voor de periode 2008-2012 is in juni 2008 vastgesteld in een Informatiebeleidsplan. Het opstellen en gebruik van een Informatiebeleidsplan draagt bij aan verbetering van de bedrijfsvoering en verhoging van de transparantie. Het plan uit 2008 wordt in het najaar van 2010 herijkt, waarbij vanuit de destijds gelegde focus bij publieke dienstverlening uitgezoomd wordt naar de gehele organisatie. Informatie-governance zal een belangrijk onderdeel vormen van dat plan. De scope van de herijkte versie van het Informatiebeleidsplan reikt tot en met 2014. De gemeente kan getypeerd worden als een informatieverwerkend bedrijf. Ten einde die informatieverwerking zo effectief mogelijk uit te voeren dienen de onderliggende werkprocessen zich in samenhang af te spelen. Deze samenhang is weergegeven in de HeeRA, de Heerlense referentiearchitectuur. De regie over procesmanagement is belegd bij bureau Informatiebeleid. Met structurering in de informatievoorziening proberen we de kosten van de ondersteuning te verlagen en de kwaliteit te verhogen. In structurering is standaardisatie opgesloten, waardoor helderheid ontstaat en waardoor kostenreductie tot stand kan komen. In structurering ligt ook overzicht besloten, waardoor betere besluitvorming op ieder niveau van de organisatie tot stand kan komen en kwaliteitsverbetering wordt behaald. Architectuur wil waarborgen dat gelijksoortige informatiestromen (processen en gegevens) met elkaar worden verbonden en essentiële schakels op elkaar aansluiten. Het is de bedoeling dat een organisatie onder architectuur werkt daar waar het investeringen in de informatievoorziening betreft. Dit betekent dat in de aanbestedingen van de verschillende
126
organisatieonderdelen in het proces integraal getoetst worden op het passend zijn in het geheel van de informatievoorziening van de organisatie. Het zal duidelijk zijn, dat zo’n architectuur niet in een paar dagen te bouwen is. Gekozen is voor een gefaseerde aanpak, waarbij de eerste focus heeft gelegen bij publieke dienstverlening. Die aandacht blijft de komende tijd nog en daarnaast wordt in 2011 en volgende jaren de scope van de HeeRA steeds verder verbreed zodat de hele organisatie wordt bestreken. Die gestructureerde aanpak heeft zijn vruchten al afgeworpen. Soms kan bijvoorbeeld met een kleine aanpassing in een proces gebruik worden gemaakt van software die al in huis is. Onnodige aanschaf, implementatie en beheer van nieuwe software wordt daarmee voorkomen. Elektronische dienstverlening via Internet zal de komende jaren steeds verder worden doorontwikkeld. Dezelfde ontwikkeling zien we bij zaakgericht werken. Heerlen heeft verder in het project VIZI de ambitie om volledig digitaal te gaan werken. Voor deze laatste twee uitdagingen ziet het implementatieteam van het nieuwe documentmanagement systeem zich gesteld. De ingebruikname zal in 2011 plaatsvinden, wellicht met een overloop naar 2012 vanwege de uitwerking van de talrijke werkprocessen, die door het nieuwe systeem moeten worden gefaciliteerd. Naast ambities uit de eigen organisatie heeft Heerlen te maken met landelijke uitvoeringsprogramma’s, zoals de invoering van basisregistraties en bijvoorbeeld het concept Antwoord ©, dat de Rijksoverheid In haar streven naar betere publieke dienstverlening en vermindering van administratieve lasten heeft geïntroduceerd. Kort gezegd komt dit er op neer, dat gemeenten straks (2015) de ingang vormen voor alle vragen aan de overheid. De impact daarvan op informatiestromen en werkprocessen is groot. In algemene zin geldt, dat de gemeentelijke overheid in toenemende mate wordt geacht als onderdeel van een keten te functioneren, waarbij geautomatiseerde gegevensoverdracht, respectievelijk het principe van eenmalige opslag en meervoudig gebruik, als vanzelfsprekend wordt verondersteld. In Parkstad Limburg verband is een tendens bespeurbaar om tot kostenbesparing te komen door gebruik te maken van gemeenschappelijke diensten. Dit kan opgeld doen voor in principe alle ondersteunende organisatieonderdelen van een gemeente. Een en ander zal grote gevolgen hebben voor de betrokken informatiestromen. Bij het fenomeen gemeenschappelijke diensten wordt samenwerking op het gebied van beheer van ICT-middelen als een van de eerste componenten gezien die daarvan gebruik gaan maken. De gevolgen van de geschetste ontwikkelingen voor werkprocessen en ondersteunende systemen zijn omvangrijk. Datzelfde geldt voor de dynamiek en het volume van projecten onder regie van bureau Informatiebeleid. Dat kost energie, tijd en geld. Niettemin is, zeker in tijden van krimp, een efficiënte informatievoorziening een conditio sine qua non, waarbij de kost voor de baat uit gaat. Juridische kwaliteitszorg Als overheid en deelnemer aan het maatschappelijk en economisch verkeer, loopt de gemeente risico's. Een goede juridische bedrijfsvoering zorgt ervoor dat risico’s als gevolg van onrechtmatig handelen beheersbaar zijn. Behandelen bezwaren en klachten Het behandelen van bezwaarschriften en klachten is een wettelijk voorgeschreven taak. Inherent aan het bieden van een goede rechtsbescherming aan de burger is, dat op bezwaarschriften tijdig wordt beslist. De hierop gerichte inspanningen zijn succesvol (gemiddelde afhandeltermijn in 2009: 47 dagen) en worden voortgezet. Met het oog op alternatieve geschiloplossing, zet de gemeente het instrument premediation in. Door een geslaagde premediation kan de formele afhandeling van een bezwaar of klacht achterwege blijven. Concreet leidde de inzet van premediation in 2009 tot een verdubbeling van het aantal intrekkingen, te weten 321. Deze lijn zal in 2011-2014 worden voortgezet. 127
Mandaatbesluit Via mandaat (ambtelijke bevoegdheid of bevoegdheid portefeuillehouder om namens het bevoegde orgaan besluiten te nemen) wordt een efficiënte en voortvarende afhandeling van aanvragen en verzoeken van burgers mogelijk gemaakt. Het mandaatbesluit wordt enkele malen per jaar op centraal niveau geactualiseerd om aan rechtmatigheideisen te voldoen. Gemeentelijke regelgeving Kwalitatief goede en actuele regelgeving is essentieel. Voor de totstandkoming van verordeningen en beleidsregels is een protocol beschikbaar. Verouderde regelingen zijn de voorbije jaren ingetrokken. Verordeningen worden in beginsel vastgesteld overeenkomstig door de VNG beschikbaar gesteld model. Afwijkingen van een VNG-modelverordening zijn uiteraard mogelijk, maar vergen een bijzondere motivering. De gemeentelijke regelgeving is raadpleegbaar via het internet, in overeenstemming met de eisen die vanaf 2011 gelden op grond van de Wet elektronische bekendmaking. Het terugdringen van onnodige administratieve lasten blijft in 2011-2014 extra aandacht vragen. Contracten De gemeentelijke contractenbank biedt inzicht in de verplichtingen die de gemeente is aangegaan. Voor het opstellen van overeenkomsten zijn modellen beschikbaar. Er zijn algemene voorwaarden ontwikkeld die regelmatig worden geëvalueerd. Het gebruik van de contractenbank dient een vast onderdeel van de bedrijfsvoering te zijn. Naleving Europese regels Het naleven van Europese regels op het vlak van inkoop en aanbesteding heeft voortdurende aandacht. In 2009 is zoals bekend nieuw gemeentelijk aanbestedingsbeleid vastgesteld. Naast aanbestedingen is ook financiële steunverlening aan ondernemingen (staatssteun) op Europees niveau genormeerd. De komende jaren zal dit onderwerp worden opgepakt. Audits Juridische audits zijn een middel om de juridische kwaliteit van gemeentelijke producten in beeld te brengen. In 2010 is gestart met een tweetal audits, te weten kapvergunningen en welzijnssubsidies. Uit audits volgen, indien nodig, aanbevelingen om de juridische kwaliteit van de producten en de onderliggende processen te verbeteren. Auditing zal blijvend een plek in het systeem van juridische kwaliteitszorg krijgen.
128
4.6 Verbonden partijen (BBV, artikel 15) Portefeuillehouder: Programmadirecteur:
N.A. Aarts C.L.A.F.M. Bruls
In de paragraaf verbonden partijen wordt zowel bij de begroting als bij de rekening een beeld geschetst van derde rechtspersonen publiekrechterlijke of privaatrechterlijke organisaties, waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële relatie heeft. Verbonden partijen zijn, waarin gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Het financieel belang bestaat uit middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij. De financiële relatie komt voort uit het verstrekken van kapitaal in de vorm van risicodragend kapitaal (aandelen), een lening of een borgstelling, een subsidie, structurele opdrachten of een combinatie van deze mogelijkheden. Het bestuurlijk belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Een verbonden partij kan zijn een deelneming in een vennootschap, een gemeenschappelijke regeling, een stichting of verenigingen, indien de gemeente een zetel in het bestuur heeft én een financieel risico (met juridische afdwingbaarheid) loopt. Conform de verordening artikel 212 van de gemeentewet is in 2008 de nota verbonden partijen middels een agendavoorstel aangeboden aan zowel het college als de raad. Beide gremia hebben de nota verbonden partijen goedgekeurd. Voor de gemeente is het belangrijk om inzicht te hebben en te houden in de realisatie van doelstellingen, activiteiten, financiën, risico’s, bestuursverantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen. Het nieuwe beleid is ingebed in de jaarlijkse planning en control cyclus zodat er een totaalbeeld ontstaat van elke afzonderlijke verbonden partij. Het proces zal continue en systematisch worden doorlopen en steeds verder worden uitgewerkt. In bijlage 7.7 totaal overzicht Verbonden Partijen’ treft u relevante informatie aan van de verbonden partijen met betrekking tot: doel, financieel belang, zeggenschap en ontwikkelingen. De gemeente heeft een financiële en/of bestuurlijke relatie met de volgende organisaties: Naamloze Vennootschappen Attero N.V. (voormalig Essent Milieu Holding B.V.) Bank Nederlandse Gemeenten Enexis Holding Grensoverschrijdend Bedrijventerrein (Avantis) Industriebank LIOF Licom Parkstad Limburg Theaters Reinigingsdiensten Rd4 Waterleidingmaatschappij Limburg
programma Bestuur en Diensverlening Bestuur en Dienstverlening Bestuur en Dienstverlening Economische Stimulering Economische Stimulering Economische Stimulering Economische Stimulering Leefomgeving Leefomgeving
Besloten Vennootschappen Avantis services Beitel-Zuid (Bedrijventerrein Trilandis) Claim Staat Vennootschap Cross Border Lease Vennootschap Nazorg Limburg Parkeer Heerlen
programma Economische Stimulering Economische Stimulering Bestuur en Dienstverlening Bestuur en Dienstverlening Leefomgeving Economische Stimulering
129
Publiek Belang Electriciteits Schaesbergerveld Technohouse Vordering op Enexis Verkoop Vennootschap
Bestuur en Dienstverlening Ruimtelijke ontwikkeling Economische Stimulering Bestuur en Dienstverlening Bestuur en Dienstverlening
Certificaten van aandelen Holding Stadion Kerkrade B.V.
programma Economische Stimulering
Gemeenschappelijke regelingen Brandweer Zuid Limburg Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Limburg Kredietbank Limburg Regio Parkstad Limburg Reinigingsdiensten Rd4 Werkvoorzieningschap Oost-Zuid Limburg (Parkstad
Leefomgeving Sociale infrastructuur Sociale infrastructuur Bestuur en Dienstverlening Leefomgeving Sociale infrastructuur
Stichtingen Centrummanagement Heerlen-Centrum Centrummanagement Heerlerbaan Centrummanagement Hoensbroek Stichting Isidoor Stichting WTC
Economische stimulering Economische stimulering Economische stimulering Economische stimulering Economische stimulering
130
4.7 Grondbeleid (BBV, artikel 16) Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
A.J. Smeets R.J.I.M. Hupkens
Beleidskader Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel het realiseren van de ruimtelijke en economische doelstellingen die volgen uit de MBP-programma’s: Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Stimulering. Daarnaast kunnen bijdrages geleverd worden aan de overige programma`s. Deze doelstellingen vloeien voort uit de Stadsvisie Heerlen, Structuurvisie Parkstad Limburg, de diverse gebiedsvisies (waaronder de centrumvisie) en de diverse masterplannen. Het grondbeleid ondersteunt de uitvoering van deze programma`s. Binnen de bestuurlijke programma’s worden de prioriteiten gesteld voor de uitvoering van de (ruimtelijke) doelstellingen door middel van projecten. Toekomstig beleid De ontwikkelingsrichting, zoals geschetst in de Stadsvisie Heerlen en de verschillende visies op de Heerlense ruimtelijke ontwikkelingen betekent dat Heerlen, als onderdeel van de Parkstad Limburg regio, steeds meer van stadsuitbreiding naar stadsinbreiding zal gaan. Daarnaast hebben demografische ontwikkelingen (bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing) tot gevolg dat het woningbestand en de zogenaamde woonmilieus kwalitatief en kwantitatief aanpassing behoeven aan de gewijzigde vraag: netto afname van de woningvoorraad; kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad Ook in de economische structuur van onze stad is er sprake van een omslag van kwantiteit naar kwaliteit. Onze stad en regio staan voor een enorme herstructureringsopgave van meerdere miljarden euro over een periode van 20 jaar. De gemeente kan maar een klein percentage hiervan uit eigen middelen financieren. Wij zijn dus sterk afhankelijk van anderen voor financiering en uitvoering. Deze opgave bevat sociale, economische en fysieke transformaties die wij steeds op een gebiedsgerichte manier aanpakken zoals in het Wijkactieplan MSP, het Masterplan Hoensbroek en de integrale Centrumvisie. Bij een dergelijke aanpak zijn focus en doorzettingsvermogen van groot belang. De coördinatie van deze aanpak ligt in het programma Ruimtelijke Ontwikkeling en bepaalt voor een zeer groot deel ook de opgave van dit programma. Het kostenverhaal, conform de grondexploitatiewet, biedt mogelijkheden kosten te verhalen op initiatieven. Hierdoor worden de gemeentelijke uitgaven wel beperkt, maar er is zeker geen nieuw verdienmodel. Voorgaande planstudies, haalbaarheidstrajecten zullen gefinancierd moeten worden. De (ambtelijke) kosten zullen slechts gedekt zijn als projecten daadwerkelijk doorgang vinden. De intentie is om een revolving fund te creëren waardoor kosten uit voorgaande jaren kunnen worden verhaald op projecten of initiatiefnemers. Door de grote tekorten bij herstructureringsoperaties is kostenverhaal bovendien slechts beperkt mogelijk. Risico’s zijn inherent aan het ondernemerschap dat wordt uitgeoefend binnen de projectenorganisatie. Middels risicomanagement worden (financiële) risico’s opgespoord, geanalyseerd en (zoveel mogelijk) beheerst/afgewenteld. Dit gebeurt langs de weg van adequate krediet- en budgetbewaking en verantwoording via jaarlijks op te stellen herberekeningen, die inzicht geven in het verwachte resultaat op de in uitvoering zijnde plannen. Wij zijn overgegaan naar een risicosimulatie die meer aansluit met de paragraaf Weerstandsvermogen en Risico’s. De bedragen uit de risicosimulatie worden afgezet tegen de algemene reserve waaruit vervolgens een ratio volgt. Er verandert overigens niks aan de berekeningsmethodiek uit de Nota Sturend Grondbeleid. De huidige bestemmingsreserve om algemeen economische risico’s af te dekken wordt ingaande 2011 samengevoegd aan de algemene reserve.
131
Financieel Overzicht Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling binnen het grondbedrijf De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling binnen het grondbedrijf bepalen in belangrijke mate de ontwikkeling van de boekwaarde, het geprognosticeerd eindresultaat en de ontwikkeling van de reserves en daarmee ook de beheersing van risico’s. Voor grondslagen verwijzen we naar de nota sturend grondbeleid. In het verleden zijn opbrengsten hoog ingeschat met de wetenschap van toen. Met de huidige kennis (economische crisis, kredietcrisis, bevolkingskrimp) zullen de resultaten van de grondexploitaties verder onder druk komen te staan en zullen de winstprognoses drastisch naar beneden moeten worden bijgesteld. Zoals in de jaarrekening 2009 reeds vermeld worden momenteel de projecten wederom opnieuw doorgerekend. Dit is een continu proces en leidt tot financiële bijstellingen. Onderstaand worden de bijstellingen weergegeven tot de periode van oplevering van de begroting 2011. Project Projectnaam
Winstprognose
Mutaties
Bijgestelde
Prog. Begr. ‘10 (A ) jr.rek. ‘09 (B) winstprog. prog. begr. ‘10
Winstprog.
Verschil Eindjaar
Prog. begr. ‘11 winstprog. looptijd (D)
(D-C)
project
(C)
23
Industrieterr. emma alg.
0
0
48
0
0
0
2015
Geleendal/nieuw eyckholt alg.
214.654
0
214.654
0
-214.654
2012
14
De beitel vm gartner alg.
337.257
0
337.257
290.917
-46.340
2015
19
Crama/husken/de vrank algemeen
4.425.306
0
4.425.306
4.251.069
-174.237
2020
4.977.217
0
4.977.217
4.541.987
-435.230
Totaal Kantoor, Industrie en bedrijventerreinen 66
Uterweg 2e fase alg.
68
De deijl alg.
2.247
776
3.023
nvt
2010
123.756
-8.240
115.516
nvt
2010
64.272
-6.382
57.890
49.198
-8.692
2011
0
0
0
19.095
19.095
2011 2011
38
Burg.slanghenstr. alg.
1561
Mgsr. Lemmensstr./Burg. Slanghenstr.
903
Akerstr.-Noord/Breko terrein
665.669
0
665.669
683.673
18.004
12
Vm Klooster Grasbroekerweg
1.730
-1.730
0
0
0
2011
194
Overbroek Woningbouwlocatie
2.538
0
2.538
14.061
11.523
2012
779
Litscherveld
237.058
-4.478
232.580
259.369
26.789
2012
145
Benzenraderweg W&G
92.476
-22.082
70.394
79.440
9.046
2012
69
Koopover. vossenkuilterrein alg.
568.458
-311.450
257.008
265.057
8.049
2013
64
Parc hoogveld alg.
313.949
0
313.949
250.579
-63.370
2016
63
Voltalaan/amstenraderweg alg.
45.469
-45.469
0
0
nvt
2009
65
Verl. Klinkerstraat Overbroek
2009
Totaal Woningbouw
8.304
-8.304
0
0
nvt
2.125.926
-407.359
1.718.567
1.620.472
20.443
0
0
0
33
33 Burg.gijzelsln.1(pol.buro) alg
3
Zeswegen
0
0
0
8
Willemstr./Spoorsingel
0
0
0
1164
Verpleeghuis Bergweide
221.537
0
221.537
1185
Zorgacademie
352.788
0
352.788
357.335
15
De beitel zuid algemeen
0
0
0
67
Nieuwstraat/in 't Wieër alg.
0
0
0
17
Hoeve corisberg
136.000
-126.500
71
Expl.overeenk. Vof oms alg.
0
72
Onderwijslokaties alg.
70
Heisterberg alg.
34
Verspreid bezit
Totaal Overig Subtotaal gronden in exploitatie
nvt
2010
nvt
2010
0
2015
-221.537
2010
4.547
2011
0
0
2019
0
0
2013
9.500
9.500
0
2012
0
0
0
0
2012
11.716
-11.716
0
0
2014
-153.737
153.737
0
0
0
2015
162.500
-162.500
0
0
0
nvt
730.804
-146.979
583.825
366.835
-216.990
7.833.947
-554.338
7.279.609
6.529.294
-631.776
0
Kantoor, Industrie en Bedrijventerreinen Bij de bedrijventerreinen vertoont zich een stagnerende markt, dit heeft tot gevolg dat de winstpotentie bijgesteld moeten worden. In de winstprognose wordt het resultaat op bedrijventerreinen verlaagd met € 435.230. 23 Industrieterrein Emma De laatste 4 jaar zijn geen opbrengsten gerealiseerd. De verkoopopbrengsten zijn vertraagd door de stagnaties rondom de verplaatsing van diverse kampjes. Ook dient het bestemmingsplan nog aangepast te worden. Tenslotte is de impact van economische crisis en krimp ook zichtbaar. Op basis hiervan wordt de verkoopprognose gefaseerd tot en met 2015. 48 Geleendal / Nieuw Eyckholt Voor dit plan wordt een bestemmingsplanwijziging doorgevoerd, de oorspronkelijk geplande kantoorlocaties zullen niet in deze omvang plaatsvinden. Er zal een natuurcompensatie op deze locatie terugkomen. Hierdoor zullen de opbrengsten naar beneden worden bijgesteld. Vooralsnog wordt alleen de winstprognose naar nul bijgesteld, zodra het concrete uitwerkingsplan wordt vastgesteld zal dit tot verdere bijstellingen leiden. 14 De Beitel voormalig Gärtner alg. Door de vertraging van de verkoop van de 2 percelen worden de rentelasten in mindering gebracht op de winstprognose. 19 Cramer Husken De Vrank Er dient nog een nieuw bestemmingsplan opgesteld te worden. Door het nieuwe bestemmingsplan zouden de resterende kavels beter verkoopbaar moeten blijken. Dit levert een vertraging op in de geplande verkoopactiviteiten, aanpassing van de verkoopopbrengsten en extra rentekosten. Woningbouw De reden voor deze beperkte bijstelling is gelegen in het feit dat bij woningbouwprojecten veelal planontwikkeling plaatsvindt door derden. De financiële risico’s / bijstelling vinden plaats bij de projectontwikkelaars. Weerstandsvermogen en risico’s Bij de jaarrekening 2009 zijn alle (grond)exploitaties doorgelicht. Het becijferde risico voor alle grondexploitaties werd hierbij bepaald op € 2.958.121 hetgeen in 2010 nog tijdelijk verantwoord is onder de bestemmingsreserve om algemeen economische risico’s af te dekken. Dit bedrag is afgezonderd van de algemene reserve grondbedrijf.
133
Algemene Reserve Grondbedrijf De vermogenspositie van de grondexploitaties ziet er als volgt uit: Algemene Reserve Grondbedrijf per 31-12-2009 Rentetoevoeging
€ 864.862 € 39.879 € 904.741 € 421.285 € 483.456 € 483.456 € 0
Ombuigingen 2010 Mutaties 2010/2011 Stand algemene reserve per 31-12-2011
+ -/-/-
Er volgt nog een raadsvoorstel hoe wij in de toekomst willen omgaan met de vermogenspositie van de Algemene Reserve grondbedrijf gelet op de hoogte hiervan. Deze reserve willen wij uitsluitend inzetten voor het egaliseren van toekomstige winsten en verliezen. Er moet daarmee een relatie bestaan tussen de omvang van het onderhanden werk en de hoogte van de algemene reserve grondbedrijf, waardoor een solide basis behouden blijft in de vermogenspositie van alle grondexploitaties. Bestemmingsreserve grondexploitaties Bij de jaarrekening 2009 is een aparte bestemmingsreserve gecreëerd ten behoeve van genomen raadsbesluiten (met betrekking tot bestedingsvoorstellen) uit de algemene reserve grondbedrijf. In 2010 is er vanuit de algemene reserve grondbedrijf een bedrag van € 483.456 toegevoegd voor het project Nicolaas Beetsstraat (raadsbesluit 2010/14535). Beginstand 01.01.2010 Nicolaas Beetsstraat Totaal bestemmingsreserve claims grondexploitatie
€ 1.715.871 € 483.456 € 2.199.327
134
4.8 Krimp Portefeuillehouders: Programmadirecteur:
Volledige college R.J.I.M. Hupkens
Heerlen en Parkstad krimpen wat betreft het aantal inwoners. Op basis van een 10% -daling tot nu toe verwachten wij uiteindelijk een inwoneraantal van 180.000 inwoners in Parkstad. Dit betekent dat onze stadsregio voor zijn tweede grote herstructureringsopgave staat sinds de sluiting van de mijnen. De missie van de stad en regio is, samen met haar publieke en private partners, te komen tot een duurzame vitale regio. Door middel van een totaalpakket aan maatregelen, wil de regio een nieuw evenwicht tot stand brengen rond de 220.000 inwoners. Dit is de ambitie die wij op regionaal niveau hebben vastgelegd. In de komende collegeperiode gaan we jaarlijks aangegeven hoe de voortgang is van onze ambities op dit thema, zowel regionaal als lokaal. Het regioprogramma Parkstad Limburg ‘Naar een duurzame vitale regio’ is leidend. Door de krimp daalt de algemene uitkering. Dit werd reeds in 2008 door de Raad voor de Financiële Verhoudingen in haar rapport ‘Bevolkingsdaling, gevolgen voor bestuur en financiën’ voorspeld. De kern van hun verhaal was: ‘krimpgemeenten hebben tijdens de krimp hogere lasten omdat het voorzieningenniveau niet evenredig kan dalen met het inwoneraantal waardoor hun vermogen om het voorzieningenniveau op peil te houden serieus op de proef wordt gesteld en nieuwe ontwikkelingen worden geblokkeerd’. Duits onderzoek (Prof. Dr. Martin Junkernheinrich, T.U. Kaiserslautern) wijst uit dat krimpgebieden te maken hebben met kostenremanentie. Kostenremanentie betekent dat de kosten (van een gemeente) in een lager tempo dalen dan de inkomsten. De daling van de inkomsten doet zich o.a. voor in de algemene uitkering omdat deze minder geschikt is voor krimpscenario’s. In een ideale situatie zullen de diverse verdeelsleutels van de algemene uitkering ervoor zorgen dat de kosten en de inkomsten bij bevolkingsdaling met elkaar in evenwicht blijven. Het thema ‘krimp’ staat sinds 2009 ook nadrukkelijk op de Rijksagenda. De unieke en urgente situatie in Heerlen en Parkstad is nogmaals bevestigd door het Topteam Mans/Dijkstal. Uit hun reportage blijkt wederom dat krimp wel degelijk een negatief effect heeft op de financiële positie van gemeenten. Veel belangrijker nog onderstreept het Topteam het belang van de omvang en de complexiteit van de fysieke, economische en sociale opgave waar wij nu voor staan. Door het wegvallen van het verdieneffect op ruimtelijke ontwikkeling stagneert de al achterlopende ontwikkeling van onze regio en neemt de bereidheid van marktpartijen om te investeren sterk af. Een ontwikkeling die nog eens wordt versterkt door de economische crisis. Maar investeren in krimpgebieden loont wel degelijk en is noodzakelijk. Voor de woningmarkt heeft het Rijk in 2010 een Maatschappelijke Kosten-batenanalyse uitgevoerd (MKBA). In de MKBA zijn de kosten en baten van een investering in de herstructurering van de woningvoorraad in Parkstad in kaart gebracht. De MKBA laat zien, dat een investering van € 560 miljoen in de woningvoorraad, leidt tot een leefbaarheidwinst van € 1,2 miljard in 2040. De hoge kosten ontstaan met name door het slopen van woningen zonder dat daar opbrengsten van nieuwe woningen tegenover staan, alsmede het herinrichten en beheren van vrijkomende openbare ruimte. Resumerend kan worden gesteld dat de gemeentelijke financiën onder druk staan door de afname van het aantal inwoners. Wij krijgen vijf jaar lang een extra bijdrage uit het gemeentefonds om dit te compenseren. Maar de MKBA toont aan dat investeren in de stad loont en de leefbaarheid daarmee zelfs kan verbeteren. Dit vraagt om focus in de agenda van de stad. Wij zetten onze focus onderstaand uiteen. Jaar – bevolkingsaantal – groei – prognose Bevolkingsontwikkeling 2003-2030 95.000 in 2003
89.000 in 2010
80.310 in 2025
135
77.018 in 2030
Aanpak Krimp is een thema dat als een breinaald door de onze programma’s loopt. We kiezen ervoor hier niet een opsomming te maken van alle activiteiten, maar lichten er een paar uit als voorbeeld. Centraal hierin staat het versterken van de positie van de stad. Concreet zetten wij in op de volgende 3 speerpunten: Betere woon- en leefkwaliteit Investeren in de relatie met Aken Investeren in economische kracht. Door op een creatieve en innovatieve wijze op deze drie speerpunten in te zetten gaat Heerlen de concurrentie aan met andere stedelijke regio’s. Deze speerpunten worden concreet uitgewerkt in de 5 (Rijks-)thema’s herstructurering, herinrichting, concentratie voorzieningen, stedelijke economie, en participatie. Ondersteunend hieraan houden wij vast aan de reeds ingezette communicatielijn en de positie van het kernteam krimp. Voor 2011 gaan we het volgende voor krimp doen: Het kernteam Het kernteam krimp is in 2008 gestart. Dit interdisciplinaire team is ontstaan vanuit de behoefte af te stemmen over inhoudelijke thema's rondom krimp en over bijeenkomsten, maar ook om samen visie te creëren en uitvoering aan te jagen. Deelnemers van het kernteam komen uit alle beleidsdisciplines (bijvoorbeeld welzijn, wonen, ruimte, onderwijs, arbeidsmarkt en communicatie, financiën, buurtgericht werken, personeel, Parkstad Limburg). Tegelijk is er een coördinator voor dit thema ingesteld. De rol van het kernteam krimp is in 2010 geëvalueerd en er is besloten voor de komende periode op de volgende taken in te zetten. 1. Het kernteam kan om advies gevraagd worden bij vraagstukken van projectleiders/strategen/beleidsmakers/directie/college etc. 2. Het kernteam blijft toetsen/monitoren van krimpproofheid van beleid en uitvoering. 3. In enkele gevallen (voorbeeld 2010: groenbeleidsplan) geeft het kernteam ongevraagd advies. Het kernteam is inzetbaar voor alle thema’s, dus zowel stad, buurt, mens en samenwerking/innovatie. De directie is opdrachtgever, de programmadirecteur Ruimtelijke Ontwikkeling is hier aanspreekpunt. 1. Herstructurering (programma ruimte) Krimp heeft een afnemende vraag naar woningen tot gevolg. Dit heeft gevolgen voor de stedenbouwkundige structuur. Door sloop van overtollige of verouderde woningen en vervangende nieuwbouw in lagere dichtheden ontstaat meer openbare ruimte en moeten de omvang en de plek van voorzieningen in de buurt heroverwogen worden. Dit vraagt om een planmatige aanpak waarin consequent wordt toegewerkt naar een nieuw toekomstperspectief. Voor de binnenstad, MSP en Hoensbroek is dit perspectief vastgesteld. Hier is het zaak om met de diverse partners een uitvoeringsprogramma te realiseren. Voor Vrieheide wordt met bewoners en eigenaren de eerste stappen gezet om deze periode te komen tot een toekomstperspectief. 2. Herinrichting openbare ruimte/mobiliteit (programma economie / ruimte / leefomgeving) Heerlen wil samen met de andere gemeenten in de regio Parkstad de herstructureringsopgave van de stedelijke woonomgeving en die van de deels verouderde bedrijventerreinen waar mogelijk combineren. Bedrijven die weinig hinder opleveren kunnen bijvoorbeeld verplaatst worden naar de vrijvallende locaties in woonbuurten. Het pilotproject Herstructurering Bedrijventerreinen Parkstad Limburg is er op gericht om de al bestaande regionale samenwerking door te ontwikkelen tot een krachtige uitvoeringsorganisatie in de vorm van een Regionaal Ontwikkelings Bedrijf (ROB). De vergevorderde samenwerking in Parkstad Limburg is voor het Rijk één van de belangrijkste redenen om vanuit de Innovatieregeling Mooi Nederland de pilot te ondersteunen en subsidie ter beschikking te stellen. 3. Concentratie van voorzieningen (programma economie / ruimte / sociale infrastructuur) Het verbeteren van het woon-, leef- en werkklimaat is een belangrijke voorwaarde om Heerlen leefbaar te houden en de aantrekkelijkheid van Heerlen voor mensen en bedrijven te verhogen.
136
De nadruk ligt hierbij in eerste instantie op de herstructureringsgebieden MSP, Vrieheide-De Stack, en Hoensbroek Centrum/Passart en het afmaken van Heerlerheide Centrum en de Molenberg. In alle genoemde gebieden gaat het om een sociale, economische en ruimtelijke transformatie omdat wij alleen op die manier van een duurzame herstructurering en ontwikkeling kunnen spreken. Om die reden zijn de Brede Maatschappelijke Voorzieningen (BMV), met elk een basisschool en/of een centrum voor Jeugd en Gezin, de spil van de aanpak in de drie eerdergenoemde herstructureringsgebieden. In Heerlen is duidelijk dat het aantal onderwijslocaties voor primair onderwijs drastisch verlaagd zal moeten worden. De BMV’s zijn geconcentreerde voorzieningen in optima forma. 4. Stedelijke economie (programma economie) Op het gebied van economie krijgen wij te maken met een transformatieproces. Wij willen deze dynamische periode gebruiken door én oplossingen te vinden voor concrete problemen én een bijdrage te leveren aan een vitale en dynamische economische structuur. We richten ons daarbij op de arbeidsmarkt, onderwijs en de kansrijke sectoren voor de Heerlense economie. De noodzaak om het arbeidspeil op niveau te houden is zowel van belang voor bestaande economische sectoren als voor nieuwe kansrijke economische sectoren (zoals Nieuwe Energie). Daarnaast focussen wij ons op het versterken van onze centrumfunctie zowel fysiek (Integrale Centrumvisie) als cultureel/sociaal (Culturele Lente). Tot slot zien wie als stad goede mogelijkheden op het gebied van Creatieve Industrie met ook weer sterke fysieke én culturele/sociale componenten. De rol van de binnenstad is bij het verbeteren van woon-, leef- en werkklimaat van groot belang voor de hele stad en regio. Het centrum is de afgelopen tijd al veel levendiger geworden maar dit is pas het begin. Het versterken van onze binnenstad is belangrijk omdat wij willen dat onze inwoners weer trots worden op Heerlen. Daarnaast is een sterk centrum belangrijk voor de versterking van de economische structuur van de regio. 5. Participatie/ondernemend vermogen (programma economie/ sociale infrastructuur) De komende jaren staat de Zuid-Limburgse arbeidsmarkt in het teken van krapte. De vergrijzende beroepsbevolking wordt onvoldoende vervangen door jongeren. Daarnaast vraagt de arbeidsmarkt ten gevolge van de mondialisering om beter geschoolde werknemers. We moeten met minder mensen méér doen. De remedie bestaat uit beter onderwijs (zowel het initieel als het post-/beroepsonderwijs) en het verbeteren van de werkgelegenheid /arbeidsmarkt. Zo wordt het ondernemend vermogen verder gestimuleerd door de ondernemerskoepel. Een aantal zorgaanbieders, opleiders voor de zorgsector en instellingen werkzaam op het terrein van zorg in de regio Parkstad, gaan door bundeling van krachten in de Zorgacademie in de nabije toekomst verwachte frictie tussen vraag naar en aanbod van zorg aanpakken. Zorginnovatie en onderwijsinnovatie zijn hierbij sleutelwoorden. 6. Communicatie en beeldvorming In het kader van imago en beeldvorming hebben wij goede stappen gezet met ‘wij zijn Heerlen’. Om dit verder uit te bouwen wordt dit traject verbreed en gaan we dieper in op de mogelijkheden om de stad ook krachtig en positief neer te zetten bij mensen buiten onze stad. Belangrijk uitgangspunt van onze imagocommunicatie is dat ons verstrekpunt de essentiële kwaliteiten van de stad zijn. Daarbij gaat het vooral om mensen. Het moet authentiek, geloofwaardig en echt zijn. Op de schaal van Zuid-Limburg nemen wij aan Regiobranding deel. De dekking hiervan is voorzien in deze begroting tot en met 2012. 7. Zorg en welzijn (programma sociale infrastructuur) De focus van bevolkingskrimp ligt vooralsnog op de economische en fysieke implicaties. Over de implicaties op het sociale vlak is nog weinig bekend. Deels is dat te wijten aan het feit dat sociaal gedrag moeilijk voorspelbaar is. Deels ook aan het feit dat het maken van behoefteramingen in de sociale pijler nog in de kinderschoenen staat. Op sociaal vlak heeft een sterke vergrijzing van de bevolking naast een afname van de beroepsbevolking vooral effect op de professionele en de informele zorg. Het aantal mensen dat niet meer zelfredzaam is neemt sterk toe terwijl het aantal mensen dat zorg en hulp kan bieden sterk afneemt.
137
8. Lobby (programma bestuur en dienstverlening) De lobbyfunctie die we de afgelopen jaren hebben ingericht heeft invulling gekregen in de bij Parkstad Limburg gestationeerde lobbyiste. Deze is exclusief ingezet op de onderwerpen binnen de TOP-5 agenda van Parkstad en de daaronder liggende projecten- en investeringagenda. Hier gaan duidelijk de kosten voor baat en worden bovendien onderwerpen belobbyed die nog onvoldoende op de subsidie-agenda van rijk en provincie voorkomen. Ook is de lobbyiste actief binnen het Brusselse circuit. Belangrijke winstpunten van een succesvolle lobby vormen de financiële arrangementen in het kader van Maankwartier, Grens OV, Regiodialoog, maatstaf Krimp gemeentefonds en het beschikbaar komen van additionele fondsen (van der Laan middelen “krimp” ; inzet BLS voor sloop). Lokaal zetten we voor lobbydoeleinden in op beleidsinnovatie. In het kader van deze lobby activiteit nemen we deel aan volgende (europese) netwerken en samenwerkingsverbanden. Heerlen neemt deel aan de werkgroep Europa van G-32 en VNG en heeft een bijdrage geleverd aan het op de agenda plaatsen van de aandacht voor Krimp in het onlangs gepubliceerde Positionpaper van de Lidstaat Nederland met oog op de Structuurfondsperiode 2013-2020 De ervaringen met het meer gestructureerd benaderen van subsidies en mogelijkheden van derdefinanciering in het afgelopen jaar, heeft ertoe geleid dat we met een interne verschuiving van aandachtsvelden, de functie van subsidioloog binnen onze organisatie hebben geïntroduceerd. Subsidies zijn overwegend gekoppeld aan extra inspanningen, (beleid)innovatie, toepassing van nieuwe technologie en duurzame oplossingen. Dit betekent dat de benadering van subsidies niet in hoofdzaak vanuit de geldvraag dient te geschieden, maar dat er een duidelijke koppeling moet worden gemaakt met vernieuwende werkwijzen en aanpak binnen ons beleid. In die zin zijn we het afgelopen jaar onder meer succesvol geweest m.b.t. de BVM Molenberg, het MAB, Wijk-economie, Mooi Nederland, de Bibliotheek vernieuwing, Luchtkwaliteit en binnenklimaat scholen. Ons streven is om voor elke bestaande en nieuwe regeling een match te onderzoeken naar toepasbaarheid op onze activiteiten en projectenagenda. 9. Veiligheid Dankzij de goede resultaten van het project Hartslag en onze gebiedsgerichte aanpak heeft het centrum zijn aantrekkingskracht herwonnen en zijn criminaliteit en overlast gedaald. Daarmee is Heerlen sterk teruggekomen vanuit haar achterstandspositie ten opzichte van andere G27 steden. Kracht van de aanpak was de samenwerking met onze partners waaronder de politie, justitie en andere maatschappelijke instanties. Daarom gaan wij gezamenlijk door op de ingeslagen weg door het uitrollen van de hartslagmethodiek naar de buurten en het doorzetten van onze gebiedsgerichte aanpak, waarbij onze focus ligt op het verbeteren van de veiligheidsbeleving van onze stad en het verminderen van het aantal incidenten en de gevolgen ervan. Deze aanpak vereist maatwerk. Door de sterke bevolkingsafname ontwikkelt het thema veiligheid zich anders dan in andere regio’s. Hier moeten wij krachtig op inspelen. 10. Financiën Ingaande 2011 is een tijdelijke krimpmaatstaf aan de algemene uitkering van het gemeentefonds toegevoegd (voor 5 jaar.) Hetgeen voor onze gemeente neerkomt op een jaarlijks bedrag van € 2,1 miljoen (i.t.t. eerdere niet officiële berichten van € 2,4 mln) in 2011 t/m 2014 en € 1,6 mln in 2015. Wij verwerken deze bedragen in de meerjarenbegroting. In 2011 gaan wij beter en vooral cijfermatig inzichtelijk maken wat de krimp de gemeente jaarlijks ‘kost’ (meer kosten danwel minder inkomsten) zodat wij ook richting Rijk kunnen aangeven waar de door hun nu nog incidenteel toegezegde middelen voor nodig zijn.
138
FINANCIELE BEGROTING 5
Financiële meerjarenbegroting 2010-2013
5.1 Uitgangspunten De volgende financiële randvoorwaarden/kaders zijn gehanteerd: 1. 2. 3.
4.
5. 6.
7.
Bij de bepaling van de formatieve budgetten (personeel) is rekening gehouden met de CAO stijging van de lonen. Zijnde de eindejaarsuitkering en de salarisverhoging. Binnen de materiële budgetten is geen rekening gehouden met inflatoire ontwikkelingen. Kostenstijgingen moeten worden opgevangen binnen de bestaande budgetten. De door de Raad genomen budgettaire besluiten zijn verwerkt. a. Terugdraaien bezuiniging ambtdragers b. Terugdraaien effectief gebruik veiligheidsbudgetten Ten tijde van het opstellen van de meerjarenbegroting 2011-2014 is nog geen zicht op de rijksbezuinigingen ten laste van het gemeentefonds. In deze begroting zijn wij uitgegaan van een korting van 5% ingaande 2012 (structureel € 5,6 mln). In het saldo van deze begroting zit de tijdelijke krimpmaatstaf verwerkt, deze is toegevoegd aan het gemeentefonds, en zit in de algemene middelen. De belastingtarieven zijn gebaseerd op maximaal kostendekkendheid. Voor (inflatoire) bijstelling belastingen en leges: is gerekend met een stijging van 2,0%, hetgeen overeenkomt met het verwachte inflatiepercentage van het CPB (juni 2010). Ten aanzien van de Wet Werk en Bijstand wordt op basis van de resultaten van onze (lopende) lobbyinspanningen rekening gehouden met 6,5% eigen risico (incl. de 4% regeling bestuursakkoord) en vanaf 2012 2,5%. Voor onze gemeente meerjarig van toepassing, er is een structureel tekort verwerkt van ca. € 2,9 miljoen in 2011 en € 1,1 miljoen vanaf 2012 in plaats van de in de kaderbrief verwerkte € 5,9 miljoen.
139
5.2 Ontwikkeling In de onderstaande tabel presenteren wij de structurele en incidentele meerjarige begroting 2011-2014. Uitgangspunt voor de begroting 2011-2014 is het saldo uit de primitieve begroting 2010. In de kaderbrief 2011 presenteerden wij eerder voor 2011 en verder de betreffende saldi. Onderstaand worden de belangrijkste mutaties inzichtelijk gemaakt en geven wij aan of er sprake is van een voordeel of nadeel t.o.v. de kaderbrief 2011. * € 1.000
Saldo kaderbrief
2011
2012
2013
2014
1.731
-3.399
-4.496
nieuw
Nieuwe jaarschijf Ontwikkeling en doorontwikkeling MAU
-5.398 1.260
3.056
Ontwikkeling en doorontwikkeling MAU beslispunt MBP 1.723 1 Ontwikkeling en doorontw. MAU (RIB 2010/36927) Dividenden
3.056
1.723
3.056
1.723
1.723
2.983
4.779
4.779
550
550
550
2 Bruglening Enexis
4.779 550 1.042
3 Mutatie kapitaallasten
602
454
436
548
4 Belastingen/leges
567
567
567
567
-250
-250
-250
-250
5 Beslispunten MBP 2011-2014: Uitbreiding kortingsregeling (isolement arme kinderen) Continueren combinatiefunctionarissen Continueren schoolzwemmen va juni 2011 tm 2014 Nieuwbouw dierenasiel incl jaarlijkse subsidie
-130 -125
-250
-250
-250
-65
-65
-65
-65
Regiobranding tgv strategische agenda Parkstad
-90
-90
Stadsdeelwinkel Hoensbroek en Heerlerheide
-270
-200
-200
-200
Onderhoud stadsparken
-270
-270
-270
-270
Openbaar groen
-150
-250
-350
-400
-75
-75
-75
Exploitatie Bewaakte fietsstalling Realisatie energielabels gem.geb. Incidenteel investeringsbudget Integrale Centrumvisie (ICV)
-20 -500
Kapitaallasten diverse investeringen
Openbare toiletten
-23
-22
-21
Vijverproblematiek
-112
-109
-106
Avantislijn Zonnepanelen gemeentelijke gebouwen Duurzaam wagenpark Aanleg fietspad looierstraat Aantal voetbal accommodaties reduceren
0
0
0
-9
-9
-9
0
0
0
-132
-129
-127
-53
-104
-155
Nadeel Bijzondere Bijstand (BB)
-200
-200
-200
-200
Nadeel Langdurigheidstoeslag
-500
-500
-500
-500
50
50
50
50
Verkeersregelinstallaties
Ophogen bushaltes (kapitaallasten opgenomen onder nummer 3 'mutatie kapitaallasten') Aframen leges gebruiksvergunningen 6 Ontwikkelingen algemene uitkering
-35
-35
-35
-35
-1.099
-2.036
-1.915
-1.915
7 Prioritaire thema's MBP: - Brede scholen
0
-105
-280
-954
- Nieuwe energie
-500
-500
-500
-500
- Prioriteitenbudget
-500
-500
-500
-500
- Culturele lente 8 Loonindexatie Diversen per saldo Bezuinigingstaakstelling Totaal
-740
-740
-740
-740
-840
-840
-840
-840
-334
-117
196
261
0
4.391
5.351
5.803
85
0
0
0
1.
2.
3. 4. 5. 6.
7. 8.
In de kaderbrief is uitgegaan van een eigen risico van 10 % van het WWB inkomensbudget (vanaf 2010 onderdeel van de Wet BUIG). Op basis van de uitspraak in de bezwaarprocedure dd.28 juli is de gemeente Heerlen in de meest gunstige categorie geplaatst namelijk 2,5% eigen risico. Echter over de jaren 2009-2011 wordt er door het ministerie bovenop de genoemde 2,5% nog een extra eigen risico gelegd van maximaal 4% waardoor het tekort in deze jaren op maximaal 6,5% kan uitkomen. Deze 4% heeft betrekking op het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG, waartegen wij nu een lobbyactie naar de Tweede Kamer zijn begonnen. Met ingang van 2012 wordt het eigen risico van 6,5% verlaagd naar 2,5%. Het eigen risico verbonden aan het bestuursakkoord komt dan te vervallen. Tevens zal onze gemeente, bij gelijkblijvende omstandigheden, in 2011 een nieuwe MAU aanvraag moeten indienen voor de periode 2012-2014. Onderdeel van de verkooptransactie Essent is dat brugleningen zijn verstrekt aan Enexis. Deze brugleningen zullen in de tijd gezien vrijvallen. Dit leidt dan in dat jaar tot een incidenteel voordeel. Voor 2011 is dit € 416.000 en voor 2012 is dit € 937.000, beiden zijn reeds verwerkt in de kaderbrief. De jaarschijf 2014 is middels deze begroting als incidenteel voordeel opgenomen voor € 1.042.000. Voordeel op de kapitaallasten heeft grotendeels betrekking op Onderhanden werken incl. grondexploitaties. Naast de verhoging van de belastingen zorgt de verhoging van legestarieven (burgerzaken, bouwleges) in de legesverordening eveneens voor een positieve bijdrage in de begroting. Beslispunten MBP 2011-2014. De ontwikkeling van de algemene uitkering betreft o.a. de korting op de WMO van € 200 mln. landelijk m.i.v. 2011 (gemeente Heerlen € 1,1 mln). Bestaande uit € 50 mln aangekondigde efficiencykorting en € 150 mln minder benodigd voor PGB’s huishoudelijke hulp. In de begroting is deze korting gemeentebreed opgenomen. Voor de prioritaire thema’s binnen het MBP zijn de genoemde cijfers opgenomen. Als gevolg van de nieuwe CAO zijn de personeelsbudgetten bijgesteld.
141
5.3 Taakstelling/ombuigingen Uitgangspunt voor de begroting 2011-2014 is de begroting 2010-2013, inclusief de daarin opgenomen ombuigingen. Deze ombuigingen zijn uiteraard ook in het MBP 2011-2014 actueel. Hieronder is een opsomming per programma opgenomen. Ombuigingen (x €)
2011
2012
2013
inzet uitzendkrachten aanwezigheidsfuncties
92.000
92.000
92.000
Aanbestedingsvoordeel internetgebruik
10.000
10.000
10.000
500.000
800.000
1.000.000
10.000
10.000
10.000
4.500
4.500
4.500
20.000
20.000
20.000
Aanbestedingsvoordeel catering stadskantoor, insourcen beveiliging efficienter
Aanpassing ambtelijke organisatie aan krimp / gemeentelijk takengebied o.b.v. extern formatieonderzoek Afschaffen burgerjaarverslag en incorpereren in algemeen jaarverslag Afschaffen gratis huwelijken Afschaffen verkeersonderzoek Afschaffing zorgpakket IZA Bijstelling begroting begraafplaatsen
70.000
70.000
70.000
-50.000
-50.000
-50.000
Centralisatie of regionalisatie van het techniche applicatiebeheer gemeentebreed 200.000
300.000
300.000
Efficiencymaatregelen samenwerking Parkstad Limburg (servicebedrijf)
500.000
1.000.000 100.000
Efficiencyvoordeel publiekszaken
200.000 0
0
Efficienter gebruik communicatielijn 'Wij zijn Heerlen'
10.000
15.000
10.000
Korting bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen
200.000
200.000
200.000
Kostendekkend inzetten personeel t.b.v. regionale (Parkstad) initiatieven en taken Maatregelen in het kader van deregulering (intern en extern)
200.000
200.000
200.000
50.000
150.000
350.000
70.000
70.000
70.000
Minder rechtmatigheidsonderzoeken en doelmatigheidsonderzoeken in het kader van 213a Na verkiezen structureel 1 wethouder minder
100.000
100.000
100.000
Nadere contractafspraken GBRD inzake dienstverlening en ondersteuning
50.000
50.000
50.000
Nog nader te concretiseren ombuigingsvoorstellen griffie
74.000
74.000
74.000
-150.000
-150.000
-150.000
-400.000
-400.000
-400.000
-200.000
-200.000
-200.000
-300.000
-300.000
-300.000
Noodzakelijk geschat extra budget in het kader van de strategische huisvesting (projectsturing, invest.) Noodzakelijk incidenteel budget 4 jaar voor het inhalen van archiefachterstand i.h.k.v. strategische huisvesting Noodzakelijke extra structurele formatie ter voorkoming van archiefachterstanden i.h.k.v. strategische huisvesting Noodzakelijke voorzieningen in het kader van mogelijke reorganisatietrajecten e.d. Ondersteuningsfuncties bestuur en directie (secretaresses en managementassistenten)
86.600
86.600
86.600
150.000
150.000
150.000
100.000
100.000
100.000
400.000
600.000
800.000
centrale stafafdelingen, efficiency en effectiviteitsmaatregelen
590.000
590.000
590.000
Verdeling kosten project archiefachterstanden over afdelingen (m1)
400.000
Onderzoek kostendekkendheid tarieven Screening reguliere activiteiten op externe subsidiemogelijkheden (inzet subsidioloog) Terugdringen externe inhuur (d.m.v. contractbeheer, pool van interne medewerkers, verkorting wervingstrajecten) Verbetering bedrijfsvoering, samenwerking bedrijfsbureau's -
400.000
400.000
Vermindering controles GBA (steekproef i.p.v. integrale controle)
75.000
75.000
75.000
Vervallen werkgeversbijdrage kinderopvang
93.000
93.000
93.000
Overdragen beheer BAG aan GBRD
41.615
41.615
41.615
2.696.715
3.701.715
4.896.715
Bestuur & Dienstverlening
142
Ombuigingen (x €)
2011
2012
2013
70.000
70.000
70.000
Besparing kosten exploitaties diverse gymzalen en overige sportaccommodaties 82.000
82.000
82.000
Andere inzet VVE coördinator, verlaging budget schoollogopedie (€ 25.000) en verlaging budget schoolbegeleiding (€ 30.000) Efficiencymaatregelen schouwburg, waaronder verhoging tarieven
128.000
128.000
128.000
Inzetten budgetoverschot Heerlen Studentenstad (afromen budget)
45.000
45.000
45.000
0
35.000
35.000
Inzetten budgetoverschot scouting (afromen budget)
20.000
20.000
20.000
Onderbrengen Hee Art onder Schunck, afromen budget 'volksconcerten'
35.000
35.000
85.000
106.000
106.000
0
Inzetten budgetoverschot jeugdaccommodaties (afromen budget)
Slim inzetten rijksbudget Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV) Subsidieplafonds c.f. evenementennota structureel verlagen (beeldbepalend en gangbaar)
50.000
50.000
103.000
Verhoging inkomsten d.m.v. doorrekening tarieven bij het Thermenmuseum
50.000
50.000
50.000
Verhoging inkomsten d.m.v. doorrekening tarieven bij kasteel Hoensbroek
Economische Stimulering Aanpassing brandroosters openbare verlichting Efficienter gebruik maken van veiligheidsbudgetten
50.000
50.000
50.000
636.000
671.000
668.000
25.000
25.000
25.000
150.000
150.000
150.000
400.000
400.000
400.000
44.000
43.000
41.000
472.000
456.000
300.000
Achterwege laten grootschalig onderhoud verhardingen in landschappelijk waardevolle gebieden Afdekking investeringen d.m.v. inzet GSB III budget Besparing a.g.v. gunstige aanbesteding energiecontracten 2010 en volgende Dividend RD 4 inramen onder algemene dekkingsmiddelen, niet ten gunste van afvalstoffenheffing
65.000
65.000
65.000
Efficiencyslag inzet CTR politiebureau
40.000
40.000
40.000
Efficientere middeleninzet in het kader van cameratoezicht, stadsbewaking e.d. 190.000
190.000
190.000
Efficientere uitvoering bouwstoffenbesluit Extra inkomsten concessies reclameborden (c.f. najaarsnota 2009)
25.000
25.000
25.000
110.000
110.000
110.000
Maatregelen onderhoud IBOR: oprichting gemeentelijke werkmaatschappij t.b.v. kleinschalig onderhoud
125.000
125.000
125.000
Maatregelen onderhoud IBOR: reststroken voorzien van gazons of bermen
125.000
125.000
125.000
Verhoging tarieven aanleg inritten
18.000
18.000
18.000
1.361.532
1.361.532
1.361.532
3.150.532
3.133.532
2.975.532
Afroming budget verkeersveiligheidsbeleid alsmede ondersteuning college B&W 200.000
Verlaging beïnvloedbare kosten riool (onderhoud, renovatie en vernieuwing)
Leefomgeving
200.000
200.000
Afschaffen gemeentelijke bemiddeling woningzoekenden - woningstichtingen
30.000
30.000
30.000
Brutering BWS subsidies
30.000
30.000
30.000
vastgoed temporiseren o.a. door verkoop eigendommen
400.000
500.000
400.000
Invoering Grexwet en kostenverhaal
300.000
300.000
300.000
30.000
30.000
30.000
1.074.612
500.000
500.000
30.000
30.000
30.000
2.094.612
1.620.000
1.520.000
Huurinkomsten verhogen d.m.v. kostendekkende huur en onderhoud
Monumentenbeleid (archeoloog) onderbrengen bij Parkstad Stopzetten van projecten zonder claim alsmede ingeschatte winstnemingen grondbedrijf Verwachte hogere legesinkomsten sloop
Ruimtelijke Ontwikkeling
143
Ombuigingen (x €) Aanbestedingsvoordeel Hulp bij Huishouden
2011
2012
2013
400.000
400.000
400.000
Afzonderlijk declareren Nuggers bij ministerie, daarmee vrijkomend budget W-deel generiek inzetten
120.000
120.000
120.000
Beleidsregels geestelijke ambtsdragers niet vaststellen
40.000
40.000
40.000
Besparing aanschap trapliften o.b.v. inkoopcontracten (WMO)
30.000
30.000
30.000
Bijstandsgerechtigden 65+ naar SVB, voordeel in de uitvoeringskosten
60.000
60.000
60.000
153.000
184.500
184.500
350.000
350.000
350.000
15.000
15.000
15.000
41.610
41.610
41.610
27.000
27.000
27.000
Bijstelling begroting 'behoud vertrouwde hulp' WMO o.b.v. ervaringscijfers 2008/2009 Bijstelling begroting 'individuele begeleiding' WMO o.b.v. ervaringscijfers 2008/2010 D.m.v. overleg organisaties (ambt. En bestuurlijk), het herplaatsen van vrijwillers efficiencyvoordeel vrouwenhulpverlening Decentralisatieuitkering 'Gezond in de stad'inzetten voor GGD plusproduct 'Gezond Samen Leven Efficiencyvoordeel d.m.v. inkoop trajecten Zeer moeilijk plaatsbaren i.p.v. subsidiering naar inwonertal Efficiencyvoordeel d.m.v. onderbrengen integratieactiviteiten bij één organisatie, verbeterde samenwerking
50.000
50.000
50.000
Efficiencyvoordeel uitvoeren gehandicaptenparkeerplaats
16.000
16.000
16.000
18.987
18.987
18.987
13.008
13.008
20.000
30.000
Ingaande 1/1/2011 onderdeel 'Ondersteuning en promotie MADD' beëindigen en inkoop uren met 250 terugbrengen Inkoop ouderencursussen aanpassen aan daadwerkelijke afroep (ca. 140 uur minder) 13.008 Invoeren eigen bijdrage t.b.v. Scootmobiel (WMO)
30.000
Niet meer vergoeden eigen bijdrage rechtsbijstand en legeskosten verblijfsvergunning Niet noodzakelijke inzet budget OGGZ
25.000
25.000
25.000
210.095
210.095
210.095
O.b.v. ervaringscijfers inkoop individuele psychosociale hulpverlening terugbrengen met 827 uur tot 12.000 uur
62.810
62.810
62.810
Uitvoering administratie Hulp bij Huishouden door gemeente zelf
42.000
42.000
42.000
106.000
106.000
106.000
1.800.510
1.842.010
1.842.010
Vrijval middelen mb.t. ABWZ subsidieregeling 'diensten voor welzijn en zorg)
Sociale infrastructuur Totaal
10.378.369
10.968.257 11.902.257
Om de aansluiting met de begroting 2010 te kunnen maken hebben wij de originele lijst met ombuigingen als uitgangspunt gekozen, waarbij rekening is gehouden met de ombuigingen van de veiligheidsbudgetten ad. € 150.000 bij het programma Leefomgeving en de geestelijk ambtsdragers ad. € 40.000 bij het programma Sociale Infrastructuur die middels de 0de begrotingswijziging 2010 zijn teruggedraaid. Zonder een extra ombuigingsoperatie kunnen wij voor 2011 dus een sluitende begroting voorleggen. Vanaf 2012 krijgen wij te maken met de doorwerking van de veronderstelde 5% korting op de algemene uitkering die wij voor de zekerheid hebben meegenomen. Door deze geprognosticeerde inkomstendaling van iets meer dan € 5 miljoen structureel zijn er vanaf 2012 tekorten in de meerjarenraming. In de kadernota 2012 zullen wij voorstellen doen voor wat betreft de mogelijke bezuinigingen vanaf 2012. Op basis van de besluitvorming en discussie van de gemeenteraad rondom de kadernota zullen wij de concrete invulling voorleggen in de conceptbegroting 2012.
144
5.4 EMU-saldo In een bestuurlijk akkoord tussen het kabinet, de VNG en het IPO is afgesproken dat, in de begroting, het EMU saldo (dit is een kasstroomoverzicht, zoals de rijksfinanciering werkt) wordt opgenomen over het begrotingsjaar, het lopende jaar én het voorgaande jaar. In dit geval dus voorlopige jaarrekening 2010, begroting 2011 en begroting 2012.
Omschrijving
2010 (voorlopig rekening)
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 De in mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie:Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
(Bedragen x € 1000,-) 2011 2012
1
145
-10.303 -8.415
1.481 -9.719
-3.250 -9.901
-6.512
-4.175
-3.986
11.578
15.718
19.711
-2.136
-2.500
-2.375
3.606
3.555
788
-9.014
-11.324
-2.595
5.911
1.321
1.205
nee
nee
nee
-15.285
-5.643
-403
5.5 Overzicht baten en lasten Conform de voorschriften, zoals deze zijn opgenomen in het BBV, is hieronder een tabel opgenomen met het historisch verloop van de begroting inclusief meerjarenraming. De vergelijkende cijfers hebben betrekking op de realisatiecijfers uit de jaarrekening 2009 en de bijgestelde begroting 2010. OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
( x € 1.000)
Rekening 2009
Bijgest. begroting 2010
Begroting 2011
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Economische stimulering
74.659
-111.870
-37.210
65.658
-103.639
-37.981
61.829
-98.227
-36.398
Sociale infrastructuur
70.731
-121.545
-50.813
68.398
-118.265
-49.867
68.435
-116.987
-48.551
Leefomgeving
12.766
-65.545
-52.779
5.221
-52.491
-47.270
4.667
-49.110
-44.444
Ruimtelijke ontwikkeling
39.653
-68.574
-28.921
19.020
-30.470
-11.450
15.250
-25.338
-10.088
189.653
-30.811
158.842
182.337
-46.072
136.265
176.121
-35.160
140.962
Resultaat voor bestemming 387.462
-398.345
-10.883
340.634
-350.937
-10.303
326.302
-324.821
1.481
7.552
-2.305
5.247
8.701
-3.388
5.313
4.275
-2.106
2.169
773
-750
23
755
0
755
65
0
65
1.853
-2.905
-1.052
1.799
-496
1.303
132
0
132
Bestuur en dienstverlening
Economische stimulering Sociale infrastructuur Leefomgeving Ruimtelijke ontwikkeling
21.157
-8.114
13.042
4.243
-1.127
3.116
1.124
-578
547
Bestuur en dienstverlening
21.622
-22.005
-382
9.511
-9.694
-184
1.989
-6.297
-4.309
Bestemming
52.957
-36.080
16.878
25.008
-14.705
10.303
7.585
-8.981
-1.396
Economische stimulering
82.212
-114.175
-31.964
74.359
-107.027
-32.668
66.104
-100.333
-34.229
Sociale infrastructuur
71.504
-122.295
-50.790
69.153
-118.265
-49.112
68.500
-116.987
-48.486
Leefomgeving
14.619
-68.450
-53.832
7.020
-52.987
-45.967
4.799
-49.110
-44.312
Ruimtelijke ontwikkeling
60.810
-76.689
-15.879
23.262
-31.597
-8.334
16.375
-25.915
-9.541
Bestuur en dienstverlening
211.275
-52.816
158.459
191.848
-55.766
136.081
178.110
-41.457
136.653
Resultaat na bestemming
440.419
-434.425
5.995
365.642
-365.641
0
333.887
-333.802
85
MJB 2012
MJB 2013
MJB 2014
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Economische stimulering
61.572
-97.505
-35.933
61.572
-96.596
-35.024
61.572
-97.264
-35.691
Sociale infrastructuur
70.086
-116.970
-46.885
69.940
-117.081
-47.141
69.940
-117.132
-47.191
4.494
-48.578
-44.084
4.494
-48.673
-44.179
4.494
-48.763
-44.270
Leefomgeving Ruimtelijke ontwikkeling
7.413
-16.505
-9.092
7.393
-16.485
-9.092
5.893
-15.475
-9.582
160.421
-27.676
132.744
158.388
-25.504
132.884
156.754
-24.044
132.710
Resultaat voor bestemming 303.985
-307.235
-3.250
301.787
-304.339
-2.552
298.653
-302.677
-4.024 1.018
Bestuur en dienstverlening
Economische stimulering
2.836
-1.129
1.707
2.163
-1.129
1.034
2.229
-1.211
Sociale infrastructuur
65
0
65
65
0
65
65
0
65
Leefomgeving
31
0
31
30
0
30
30
0
30
287
-468
-180
240
-468
-227
235
-468
-233
Bestuur en dienstverlening
3.536
-6.299
-2.763
2.599
-6.299
-3.700
3.640
-6.299
-2.658
Bestemming
6.755
-7.896
-1.141
5.097
-7.896
-2.799
6.199
-7.977
-1.778
Economische stimulering
64.409
-98.635
-34.226
63.735
-97.726
-33.990
63.802
-98.475
-34.673
Sociale infrastructuur
Ruimtelijke ontwikkeling
70.151
-116.970
-46.820
70.005
-117.081
-47.076
70.005
-117.132
-47.127
Leefomgeving
4.524
-48.578
-44.054
4.523
-48.673
-44.149
4.523
-48.763
-44.240
Ruimtelijke ontwikkeling
7.700
-16.972
-9.273
7.633
-16.952
-9.319
6.127
-15.942
-9.815
Bestuur en dienstverlening
163.957
-33.976
129.982
160.987
-31.803
129.184
160.395
-30.343
130.052
Resultaat na bestemming
310.740
-315.131
-4.391
306.884
-312.235
-5.351
304.852
-310.655
-5.803
146
Belangrijk is te onderkennen dat iedere begroting een inschatting blijft en daarmee een momentopname. We kunnen stellen dat de raming voor 2011 hard is. Echter, naarmate de tijdshorizon toeneemt neemt ook de onzekerheid toe. Enkele voorbeelden (kanttekeningen) worden onderstaand nader toegelicht.
De ontwikkeling van de algemene uitkering blijft onzeker zolang de exacte maatregelen van de nieuwe regering in relatie tot de algemene uitkering onbekend blijven. In het voorjaar van 2011 geven wij meer duidelijkheid over het meerjarenperspectief. Het aandeel decentralisatie-uitkeringen in het gemeentefonds stijgt jaarlijks. Op het eerste oog stijgt het gemeentefonds dan ook jaarlijks (bruto). Er worden dus steeds meer taken gedecentraliseerd, een trend die zich gaat doorzetten. De bijbehorende decentralisatie-uitkeringen zijn van rijkswege echter ook verkapte bezuinigingen (ten opzichte van de specifieke uitkeringen). Veelal wordt voor de verdeling in het gemeentefonds gebruik gemaakt van ‘objectieve verdeelmodellen’ waarbij onze gemeente vaak als nadeelgemeente uit de bus komt. Zo is het verdeelmodel m.b.t. Maatschappelijke Opvang, Verslavingsbeleid en OGGZ’ nadelig voor onze gemeente. De ontwikkeling van de bouwactiviteiten is een punt van zorg, daartegenover staat dat enkele grote bouwprojecten ‘in de pijplijn zitten’. De voorgestelde bezuinigingen moeten gerealiseerd worden. De huidige begroting is slechts de aanzet c.q. het startpunt van het verder proces, bijvoorbeeld m.b.t. het verbeteren van de bedrijfsvoering en het ‘krimpbestendig’ maken van de organisatie. De ontwikkeling van het uitkeringenbestand leidt tot grote zorgen, met name op macro niveau. Onduidelijk is en blijft in hoeverre compensatieregelingen van het Rijk blijven bestaan.
147
148
6
Algemene dekkingsmiddelen
6.1 Lokale heffingen De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Niet gebonden besteding heeft betrekking op onroerende zaakbelasting, precariobelasting, hondenbelasting, parkeerbelasting en toeristenbelasting. De afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges behoren tot de gebonden lokale heffingen welke dienen ter dekking van hiermee samenhangende specifieke kosten en worden op de betreffende programma’s begroot. Meer informatie over de lokale heffingen, met een uitgebreid beeld van de beleidsuitgangspunten, bruto opbrengsten, lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid is opgenomen onder de paragraaf 4.1 ‘Lokale heffingen’. 6.2 Gemeentefonds Voor de begroting 2011 en meerjarig is uitgegaan van de junicirculaire 2010 en de ‘Verzamelstaat uitkering gemeentefonds’ 2010-3 (min. BZK) en vormen daarmee de basis voor het opstellen van de begroting 2011-2014. Crisis Ten behoeve van het opstellen van de meerjarenbegroting 2012-2014 is nog geen actueel zicht op de toekomstige rijksbezuinigingen van het gemeentefonds. Tot meer duidelijkheid voorhanden is gaan wij vooralsnog uit van een jaarlijkse korting van 5% ingaande 2012 (structureel € 5,625 mln). Nieuwe maatstaf krimp Ingaande 2011 is een tijdelijke krimpmaatstaf aan de algemene uitkering van het gemeentefonds toegevoegd (voor 5 jaar.) Hetgeen voor onze gemeente neerkomt op een jaarlijks bedrag van € 2,1 miljoen in 2011 t/m 2014 en € 1,6 mln in 2015. Wij verwerken deze bedragen in de meerjarenbegroting. Daarnaast nemen wij vanaf 2011 in de begroting en jaarrekening een krimpparagraaf op. Theorie Gemeentefonds Het gemeentefonds maakt deel uit van de algemene middelen van de gemeente. Het is vrij besteedbaar geld. Het gemeentefonds kan als volgt worden onderverdeeld:
2
Algemene uitkering (AU) Stelsel met verdeelsleutels (maatstaven) om alle gemeenten in staat te stellen bij gelijke lastendruk een gelijkwaardig voorzieningenniveau te realiseren. Middelen die voor een bepaalde toegewezen taak worden toegevoegd én waarvan de hoogte van het bedrag afhangt van de maatstaven in Heerlen (zoals o.a. aantal inwoners) noemen we een Taakmutatie. Integratie uitkeringen (IU) Mogelijkheid om middelen aan het gemeentefonds toe te voegen op een wijze die afwijkt van de bestaande verdeelsleutels. Tijdstip waarop overheveling naar algemene uitkering plaatsvindt is bekend. Tijdelijk karakter. Decentralisatie uitkering (DU) Idem als Integratie uitkering, echter het tijdstip van overheveling naar algemene uitkering hoeft niet bekend te zijn en daarnaast kan het ook om tijdelijke middelen gaan. Hierdoor is het mogelijk om specifieke uitkeringen over te hevelen naar het gemeentefonds.
VNG 30-06-2010: Gemeenten in de krimpregio's komen in aanmerking voor extra geld uit het gemeentefonds als hun inwonertal met
meer dan één procent is gedaald ten opzichte van zeven jaar geleden
149
Nieuw onderzoek Algemene uitkering m.b.t. krimp De algemene uitkering is een prima model voor het overhevelen van middelen van het rijk naar de lagere overheden maar het is een groei model en dus minder geschikt bij krimp scenario’s. De onderzoeken van het ‘Periodiek onderhoudsrapport gemeentefonds’ (POR) en ‘Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden’ (COELO) laten niet zien dat krimp een kostenfactor is. Aangezien het gemeentefonds een kostengeoriënteerde verdeling van middelen is, is volgens deze organisaties, krimp geen reden om extra middelen toe te kennen. Onderzoek in Heerlen en Duits onderzoek tonen aan dat krimp wel degelijk een kostenfactor is. In ons nieuwe krimp model 2010-2020-2040, waar de daling van de inwoners, jongeren, leerlingen, de stijging van ouderen én de sloop van 6300 woningen is meegenomen, laat de algemene uitkering per jaar een achteruitgang zien van tussen de € 400.000 en € 500.000. Veel cijfers zijn nog niet definitief en zullen nog worden bijgesteld. Dit neemt niet weg dat zelfs indien de cijfers niet geheel correct zijn we al een conclusie kunnen trekken: Krimpgebieden krijgen te maken met kostenremanentie. Kostenremanentie betekent dat de kosten (van een gemeente) in een lager tempo dalen dan de inkomsten. De daling van de inkomsten doet zich o.a. voor in de algemene uitkering omdat deze minder geschikt is voor krimp scenario’s. In een ideale situatie zullen de diverse verdeelsleutels van de algemene uitkering de bevolkingsdaling immers compenseren. Onderzoek in de gemeente Heerlen toont aan dat dit niet het geval is omdat de afname van de bevolking en de te verwachten sloop van woningen groter zijn dan de positieve effecten (o.a. stijging ouderen). De bevolkingsdaling zal dus zeker een daling van de algemene uitkering tot gevolg hebben. 6.3 Dividenden In de verkoop transactie van de aandelen Essent N.V. hebben wij o.a. aandelen verworven in Publiek Belang elektriciteitsproductie B.V., Enexis Holding N.V., Vordering op Enexis B.V., Cross border Lease Vennootschap B.V., Verkoop Vennootschap B.V. en Claim staat Vennootschap B.V. Het verworven aandelenkapitaal is echter nog maar een fractie van het kapitaal Essent dat wij in ons bezit hadden. Daarnaast hebben wij een aandeel verkregen in de aan Enexis verstrekte brugleningen. Enexis zal deze brugleningen over een langere periode terugbetalen, hetgeen tot een structurele rente inkomsten leidt en naderhand tot een incidentele inkomstenstroom. De gemeente bezit tevens aandelen van de Bank Nederlandse gemeenten N.V. (BNG) waaruit wij jaarlijks dividend genereren. In de meerjarenbegroting zijn wij voor wat betreft Enexis en Attero uitgegaan van een structureel dividend van € 96.000 voor Enexis en €22.000 Attero. Tevens is begroot een rendement op de verstrekte financiering aan Enexis voor een bedrag van € 112.000. In 2011 zal er waarschijnlijk een incidenteel voordeel zijn uit vrijval van een garantiefonds voor een bedrag van € 416.000. De gemeente Heerlen heeft 424.827 aandelen BNG in haar bezit tegen een boekwaarde van € 1.062.000. De BNG keert jaarlijks structureel dividend uit. Met het voorzichtige maar gestage herstel van vertrouwen in financiële instellingen is de activiteit op de internationale kapitaalmarkten toegenomen. Dit heeft ook zijn gunstige uitwerking gehad op de hoogte van de opslagen voor krediet- en liquiditeitsrisico’s. De Triple A status van de bank zijn herbevestigd en het vertrouwen van beleggers in BNG blijft gehandhaafd. BNG ziet het boekjaar 2010 met vertrouwen tegemoet welke tot uitdrukking zal komen in het uit te keren dividend in 2011. Het resultaat ligt naar verwachting om en nabij het niveau van 2009. Gegeven het fragiele economische herstel, de verhoogde volatiliteit en resultaten van alle overige onzekerheden, acht de bank het evenwel niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst voor de komende jaren. Conform de kaderbrief van de provincie Limburg houden we zowel in de begroting 2011 als in de meerjarenraming rekening met een dividend van € 1.060.000 zijnde maximaal € 2,50 per aandeel. Het bedrijf van de publiekrechtelijke rechtspersoon / gemeenschappelijke regeling BLG werd door de deelnemende gemeenten overgedragen aan BLG Hypotheekbank Holding NV (onderdeel van SNS Bank
150
Nederland N.V.). De BLG blijft als rechtspersoon voortbestaan totdat de overnamesom in haar geheel door de gemeenten zal zijn ontvangen, de door de gemeente gegarandeerde geldleningen zullen zijn afgelost en zolang medewerkers in dienst zijn van het fonds. De door SNS Banken Holding N.V. te betalen overnamesom van € 226.890.108,05 dient in 20 jaarlijkse termijnen vaN € 11.344.505,40 te worden voldaan ingaande 15 december 1993. Gemeente Heerlen heeft per 31 december 2011 nog recht op 1 termijn van € 1.249.000. In 2012 ontvangen wij de laatste termijn van deze overdracht, waardoor met ingang van 2013 deze (structurele) inkomstenbron voor onze gemeente vervalt. 6.4 Onvoorzien Op basis van artikel 8 BBV (besluit begroting en verantwoording) is de gemeente verplicht een bedrag voor onvoorzien op te nemen in de begroting. In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een bedrag voor ‘onvoorziene’ uitgaven. Uitgangspunt voor deze post was een bepaald percentage van het gemeentefonds. Om te voorkomen dat bij elke circulaire van het gemeentefonds het bedrag onvoorzien moet worden gewijzigd, is vanaf 2010 in de meerjarenbegroting een bedrag opgenomen van jaarlijks € 400.000.
151
152
153 Toename
toename
toename
toename
Aantal arbeidsplaatsen in het cluster Nieuwe energie
Aantal arbeidsplaatsen in het cluster ICT & dienstverlening
Aantal arbeidsplaatsen in het cluster Detailhandel
Uitbouwen/stimuleren economische speerpunten
verhoging
meer vestigingen
Bezoekersaantallen
Oordeel kwaliteit gemeentelijke dienstverlening door de ogen van ondernemers
Aantal vestigingen
Cultuurparticipatie: toename bezoekers culturele instellingen
Versterken ondernemerschap
Werkloosheid (percentage afgezet tegen potentiële beroepsbevolking 15-64 jaar) minimaal gelijk
2010
minimaal gelijk Aantal arbeidsplaatsen
minimaal gelijk
Jeugdwerkloosheid NWW< 27 jaar afgezet tegen een totaal aantal jongeren 15 t/m 26 jaar
Verbeteren werkgelegenheid/arbeidsmarkt
2010
terugdringen
Aantal voortijdig schoolverlaters
‘Economische structuurversterking’
2010
2010
2010
2009
2010
2010
Juni 2010
2009
Cijfers volgen nog
Cijfers volgen nog
Kasteel Hoensbroek: 93.480 Thermenmuseum: 21.648 Schunck*: 76.409 Parkstad Limburg Theater: 216.962 Bibliotheek: 524.270 Cijfers volgen nog
6,3
5.039
5.157 personen 8.6%
49.259
6,3%
287 leerlingen
38%
NULMETING (cijfer)
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
2012 en 2014
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
2011 en 2013
MEETMOMENTEN
Vestigingenonderzoek Parkstad
Vestigingenonderzoek Parkstad
Vestigingenonderzoek Parkstad
Kerncijfers Heerlen 2010
Benchmark ministerie van Economische Zaken.
Vestigingenonderzoek Parkstad
UWV
Vestigingenonderzoek Parkstad
UWV
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Burgeronderzoek
BRON
7.1
2009
afname
Aandeel lager opgeleiden
Hoger opleidingsniveau inwoners
ECONOMISCHE STIMULERING
NULMETING (jaar)
AMBITIE
INDICATOR
EFFECT
Programma en ‘hoofddoel’
BIJLAGEN Effectmonitor
154
Aantrekkelijker maken van de hele stad
Leefbaarheid woongebieden/ buurten vergroten
De binnenstad levendiger en leefbaarder maken
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
‘Aantrekkelijke stad met een eigen karakter’
EFFECT
Programma en ‘hoofddoel’
verhogen
Migratiesaldo, aantal mensen dat naar Heerlen verhuist minus het aantal mensen die wegtrekken
2009
2009
2009
verhoging
grotere tevredenheid
2009
2009
2008
2008
2008
2010
2010
NULMETING (jaar)
verhoging
hogere waardering
Tevredenheid burgers over beheer en onderhoud
Sociale cohesie (deze indicator wordt ook gebruikt in programma sociale infrastructuur)
Algemene kwaliteit woonomgeving
Waardering centrum van Heerlen door inwoners(rapportcijfer)
toename
toename
Aantal passanten HeerlenCentrum Woensdagmiddag
Aantal passanten HeerlenCentrum Zaterdagmiddag
toename
Aantal arbeidsplaatsen in het cluster Creatieve industrie
toename
toename
Aantal arbeidsplaatsen in het cluster Medische technologie & zorg
Aantal passanten HeerlenCentrum Vrjdagmiddag
AMBITIE
INDICATOR
+72
6,6
5,6
7,0
7,0
34370
17500
16320
Cijfers volgen nog
Cijfers volgen nog
NULMETING (cijfer)
Jaarlijks
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2-Jaarlijks
2-Jaarlijks
2-Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
MEETMOMENTEN
GBA
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Passantentelling Heerlen-Centrum
Passantentelling Heerlen-Centrum
Passantentelling Heerlen-Centrum
Vestigingenonderzoek Parkstad
Vestigingenonderzoek Parkstad
BRON
155 2010
vermindering
vergroting vergroting
Sociale cohesie in de buurt Mate van maatschap- pelijke participatie: samen sporten, uitgaan, vrijwilligers- werk, hobby’s en bezoek familie en vrienden
Sterkere sociale samenhang (collectief) Hogere maatschappelijke participatie (individueel)
2009
2009
2009
vermindering
Armoedegrens: % van burgers heeft netto huishoudinkomen per maand lager dan € 950. Aantal mensen dat WWBuitkering ontvangt.
2008
2009
Minder materiële armoede
verlagen
2011
2009
NULMETING (jaar)
verlagen
% van de volwassen (18+) burgers dat gezondheid als matig of slecht ervaart
Indicator volgt in 2011
verhogen
Stabiele ontwikkeling in relatie tot de gemiddelde WOZ waarde in ZuidLimburg
Gemiddelde WOZ waarde van een woning
% bewoners dat natuurgebieden in Heerlen bezoekt (wordt voor het eerst gemeten in 2011)
AMBITIE
INDICATOR
% van de jongeren (18-) burgers dat gezondheid als matig of slecht ervaart
Betere gezondheid
Meer mensen kunnen hun eigen boontjes doppen
SOCIALE INFRASTRUCTUUR
‘Meer mensen doen mee’
EFFECT
Programma en ‘hoofddoel’
3,4
5,6
4098
11%
4%
24%
€ 130.316,00
NULMETING (cijfer)
2011 en 2013
2011 en 2013
Jaarlijks
2011 en 2013
2011, 2013
2011 en 2013
Jaarlijks
MEETMOMENTEN
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
W&S, Gemeente Heerlen
Burgeronderzoek
Jongeren-onderzoek
Burgeronderzoek
GBRD
BRON
156
‘Hoger gewaardeerde woon- en leefomgeving’
LEEFOMGEVING
Programma en ‘hoofddoel’
vergroting
vergroting
vergroting vergroting
verhoging
% van de jongeren sport minimaal 1 keer per week
% jongeren dat voldoet aan Nationale Norm Gezond Bewegen
Deelname van jongeren aan buitenschoolse activiteiten % jongeren met lidmaatschap sportvereniging Bezoek theater door jongeren (12-18 jaar)
Veilig voor een levendige energieke buurt en stad
40%
2008
2009 2009
afname Subjectieve onveiligheidsgevoelens in de buurt jongeren Gerapporteerd slachtofferschap afname afname
Geregistreerd slachtofferschap: winkelgebieden : geregistreerde feiten en delicten
42%
2009
afname
14.897
41%
5,0
Subjectieve onveiligheidsgevoelens in de buurt volwassenen
2009
afname
Verloedering
7,0
6,6
46%
60%
81%
32
80.0%
40,3%
NULMETING (cijfer)
verhoging
2009
2009
2008
2008
2008
2008
2008
2009
NULMETING (jaar)
Kwaliteit leef- en woonomgeving
Schoon en heel voor een Waardering beheer en karaktervolle buurt en stad onderhoud vergroting
vergroting
% van de volwassen burgers sport minimaal 1 keer per week
Meer mensen doen aan sport en bewegen
Meer talentontwikkeling door jeugd
AMBITIE
INDICATOR
EFFECT
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
MEETMOMENTEN
Politie Limburg Zuid
Burgeronderzoek
Jongeren-onderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Jongeren-onderzoek
Jongeren-onderzoek
Jongeren-onderzoek
Jongeren-onderzoek
Jongeren-onderzoek
Burgeronderzoek
BRON
157
‘meer vertrouwen in bestuur en organisatie’
BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Programma en ‘hoofddoel’
Tevredenheid contact met de gemeente De gemeente komt afspraken na Totaalbedrag aan verworven subsidies (wordt voor het eerst gerapporteerd in jaarrekening 2010)
Beter toezeggingen waarmaken Slimmer omgaan met onze middelen
Tevredenheid gemeentelijke dienstverlening
Beter communiceren
Beter behoefte(n) kennen
2009
2009 2010
verhogen
2009
2009
vergroten
vergroten
vergroten
2009
2008
vergroting
% burgers dat tevreden is over de bereikbaarheid van heerlen centrum per Fiets/Bromfiets
2009
Gemiddelde reistijd omliggende verkorten Parkstad gemeenten naar Heerlen Centrum: OV Transparantie gemeentelijke vergroten besluiten
vergroting
% burgers dat tevreden is over de bereikbaarheid van heerlen centrum per Openbaar vervoer
2009
2008
vergroting
% burgers dat tevreden is over de bereikbaarheid van heerlen centrum per auto
Bereikbaar voor een toegankelijke stad
NULMETING (jaar)
Gemiddelde reistijd omliggende verkorten Parkstad gemeenten naar Heerlen Centrum: Auto
AMBITIE
INDICATOR
EFFECT
27%
7,1
6,7
21%
26 min.
15 min.
59%
39%
70%
NULMETING (cijfer)
Jaarlijks
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
2010, 2012 en 2014
2010, 2012 en 2014
2011 en 2013
2011 en 2013
2011 en 2013
MEETMOMENTEN
Jaarrekening
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Onderzoek van stadhuis naar stadhuis’
Onderzoek van stadhuis naar stadhuis’
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
Burgeronderzoek
BRON
7.2 Projectenlijst Plannen/projecten overzicht t.b.v. investeringsplanning vanaf 2010 nr. tekst
plan/projectnaam
stadsdeel
Engage
diverse
€ 143.000
Onderwijslocaties
diverse
naar grondbedrijf
9999
Structuurvisie
heerlen
9999
Renaturering caumerbeek
heerlen
SUN-project
heerlen stad
€ 528.298
9999
ICV 2005-2019
heerlen stad
226
226 Minewater heerlen algemeen
heerlen stad
1079
Landvoogdstraat
heerlen stad
9999
HTS Bekkerveld en Dr. Jaegerstraat
heerlen stad
1616
Nic. Beetsstraat
heerlen stad
1077
Sittarderweg / Höfke St. Antonius
heerlen stad
1644
Van der Valk
heerlen stad
3
SON/uwv
heerlen stad
19
19 cpl 7: crama/husken/de vrank algemeen
heerlen stad
33
Burg. Gijzelslaan
heerlen stad
48
Twinport
heerlen stad
48
Coriopolis
heerlen stad
9999
Grasbroeker/Sittarderweg
heerlen stad
9999
Van Cruchten
heerlen stad
9999
Schandelerstraat 64-68 Zorgwoningen
heerlen stad
9999
Thermenlocatie
heerlen stad
9999
Schinkelkwadrant Noord
heerlen stad
9999
Schinkelkwadrant Zuid
heerlen stad
9999
Stationstraat (Weller)
heerlen stad
ICV Openbare ruimte stationsplein
heerlen stad
onderdeel van ICV
9999
Royaltheater herbestemming
heerlen stad
9999
Herinrichting oranje nassaustraat
heerlen stad
9999
Herbestemming de Klomp
heerlen stad
9999
Herinrichting dautzenbergstraat incl berden
heerlen stad
9999
Hotel max, muziekschool en luijff
heerlen stad
9999
Stadskantoor
heerlen stad
9999
Van Grunsvenplein
heerlen stad
ICV Huisvesting Filmhuis De Spiegel
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Openbare ruimte overall
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Ontmoetingsplekken
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Klompstraat
heerlen stad
onderdeel van ICV
9999
Luciushof
heerlen stad
ICV Huisvesting musea
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Free record shop
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Creatieve industrie
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Oranje Nassaustraat
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Postkantoor
heerlen stad
onderdeel van ICV
ICV Kegelpaleis
heerlen stad
onderdeel van ICV
166
Govert Flinckstraat nieuwbouw
heerlen stad
166
Centrum MSP
heerlen stad
166
MSP Allee
heerlen stad
166
Herinrichting openbare ruimte
heerlen stad
166
Herinrichting Limburgiastraat/Heuvelweg
heerlen stad
166
Park achter kerk
heerlen stad
158
nr. tekst
plan/projectnaam
stadsdeel
166
Herinrichting Kasteellaan
heerlen stad
166
BMV MSP
heerlen stad
166
Colijnstraat/Piersonstraat nieuwbouw
heerlen stad
166
Etosplein
heerlen stad
166
Dobbelsteijnstraat
heerlen stad
166
Den Haagstraat herinrichting na sloop
heerlen stad
861
Kerk H. Drievuldigheid herbestemming
heerlen stad
862
Schimmelpenninckstraat-Schandelermolenwe
heerlen stad
9999
Pocketparks
heerlen stad
1560
1560 Speelplekken MSP
heerlen stad
166
Glasmijterrein
heerlen stad
146
Van Weerden Poelmanstraat/ douve weien
heerlen stad
273
273 Renaturering Geleenbeek
heerlen stad
Strategische huisvesting
heerlen stad
pm
1032
1032 Corio Glana
heerlen stad
1374
Zorgvallei
heerlen stad
1534
1534 Inloopcentrum
heerlen stad
9999
Palemig-1 (West)
heerlen stad
9999
Zwarte Veldje
heerlen stad
9999
Sportboulevard kaldeborn
heerlen stad
9999
TCN/voormalig philipsterrein
heerlen stad
9999
Hoek Kruisstraat / Coriovallumstraat
heerlen stad
9999
Arcus, Valkenburgerweg
heerlen stad
9999
Arcus, Nieuw Eyckholt
heerlen stad
9999
Onderwijscampus
heerlen stad
1213
1213 Reconstr rotonde N Eyckholt JFK Laan
heerlen stad
1435
1435 Ontkluizen Palemig
heerlen stad
1437
1437 Ontkluizen Beersdal
heerlen stad
719
BMV Molenberg
heerlen stad
9999
Multifunctionele accommodatie bekkerveld
heerlen stad
2
2 cpl 1.1: grasbroek
heerlen stad
2
Grasbroek-Noord
heerlen stad
2
Grasbroek-Midden
heerlen stad
8
Spoorsingel
heerlen stad
12
Grasbroekerweg Klooster / VIRIDARIA
heerlen stad
19
Woonboulevard vlek D
heerlen stad
41
Vak C centrumplan (Parallelweg)
heerlen stad
69
Vossepark
heerlen stad
71
Parkheuvel Schaesbergerveld
heerlen stad
145
Benzenraderweg (v.W-G)
heerlen stad
165
165 cpl 513: Palemig
heerlen stad
166
166 cpl 513: MSP
heerlen stad
860
860 cpl 51: Bedrijfskavels Kissel
heerlen stad
1164
Voskuilenweg (OW/Corus) Bergweide
heerlen stad
1185
1185 cpl 054: Zorgacademie
heerlen stad
1446
Stationsgebied Maankwartier
heerlen stad
9999
Wozoco Heerlerbaan (op Gen Braak)
heerlerbaan
9999
Parc Imstenrade 3e fase
heerlerbaan
9999
TSCC Avantis
heerlerbaan
39
Kerkplein Heerlerbaan
heerlerbaan
15
15 cpl 4: de beitel zuid algemeen
heerlerbaan
1029
1029 Integrale gebiedsontwikkeling Imsterade
heerlerbaan
159
nr. tekst
plan/projectnaam
stadsdeel
9999
Corisbergweg/BovensteC
heerlerbaan
9999
Avantis, wijk van morgen
heerlerbaan
9999
GDV / Caumerpoort
heerlerbaan
14
14 cpl 3: de beitel vm gartner alg.
heerlerbaan
17
Hoeve Corisberg zorg
heerlerbaan
52
Avantis
heerlerbaan
64
Hoogveld
heerlerbaan
717
717 Heerlerheide parkeergarage
heerlerheide
900
900 Verkenn. ontkluizen
heerlerheide
23
Bedrijventerrein Emma
heerlerheide
856
Groeve gebieden
heerlerheide
23
23 cpl 9: industrieterr. emma alg.
heerlerheide
28
28 Cpl 9: Tuindorp
heerlerheide
57
Navolaan/Verdragstraat(Nederlandlaan/navol
heerlerheide
9999
Anjelierstraat/Verdragstraat/De Gasperistraat
heerlerheide
9999
Rozestraat
heerlerheide
9999
O.Brunssumw/Adenauerlaan
heerlerheide
349
349 Kermis exploitantenterrein Heerenweg
heerlerheide
Passart herstructurering
heerlerheide
pm
9999
Litscherboord
heerlerheide
1436
1436 Ontkluizen Rennemig
heerlerheide
1439
1439 Ontkluizen Loopgraaf
heerlerheide
22
Geitstraat locatie 10 (Schuttersweide)
heerlerheide
22
Heulstraat locatie 9
heerlerheide
22
22 cpl 8: herstruct.hheide centr. algemeen
heerlerheide
22
Corneliuslaan/parkwoning locatie 2/4
heerlerheide
22
Cramignon locatie 0
heerlerheide
66
Uterweg
heerlerheide
779
Litscherveld
heerlerheide
9999
Buitenring
hoensbroek
1561
Populierenhof (mgr.Lemmensstr.)
hoensbroek
67
Gemeentelager / t Wier
hoensbroek
9999
Masterplan Hoensbroek
hoensbroek
63
Voltalaan/Amstenraderweg
hoensbroek
9999
SRL
hoensbroek
9999
Bouwplan Lidl Pastoorskuilenweg
hoensbroek
9999
Nieuwstraat, voormalig Voncken (664m2)
hoensbroek
9999
Voormalig Gemeentehuis hoensbroek
hoensbroek
9999
Bouwplan Hoofdstraat vlasco
hoensbroek
9999
Mijnspoor Hoensbroek
hoensbroek
9999
Boshouwerswei
hoensbroek
9999
Uitwerkingsplan Nieuw Lotbroek
hoensbroek
9999
Basisscholen leegkomende locaties
hoensbroek
9999
Uitwerkingsplan de Dem
hoensbroek
9999
Gebrookerplein
hoensbroek
9999
Broekland
hoensbroek
9999
Beeldkwaliteitsplan openbare ruimte centrum
hoensbroek
9999
Aldenhofstraat/ltsbuurt
hoensbroek
9999
Herinrichting amstenraderweg/emmastraat
hoensbroek
9999
Kouvenderstraat 2e fase
hoensbroek
9999
Kouvenderstraat/Akerstraat-Noord
hoensbroek
9999
Uitwerkingsplan Caumerbeekparkzone
hoensbroek
160
nr. tekst
plan/projectnaam
stadsdeel
1438
1438 Ontkluizen Hoensbroek
hoensbroek
38
38 cpl 16: burg.slanghenstr. alg.
hoensbroek
60
60 cpl 32: burgemeester slanghenstraat alg.
hoensbroek
68
De deijl Steenkoolstraat
hoensbroek
70
70 cpl 42: heisterberg alg.
hoensbroek
194
194 cpl 37: Overbroek Woningbouwlocatie
hoensbroek
903
Hommerterweg/Breko terrein
hoensbroek
1373
Schutse/ Prof van 't Hofstraat de Dem
hoensbroek
197
197 cpl 530: Kasteelbuurt
n.v.t.
161
7.3 Begrippen en afkortingen A APG Algemene Pensioen Groep AZM Academisch Ziekenhuis Maastricht AMVB Algemene Maatregel Van Bestuur AOW Algemene Ouderdomswet AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten B BBV Besluit Begroting en Verantwoording BBZ Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen BCF Beleidsgestuurde Contract Financiering BCP Bedrijven Contact Punt BDU Brede Doel Uitkering BIBOB wet Bevordering integriteitbeoordelingen door Openbaar Bestuur BIZ Bedrijfs Investerings Zone BNG Bank Nederlandse Gemeenten BWM Bouwen Wonen en Milieu BWS Besluit Woninggebonden subsidies BWT-NL Bouw- en Woningtoezicht Nederland C CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CLSH Centraal loket schuldhulpverlening COELO Centrum voor onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden CRK Ruimtelijke Kwaliteitscommissie CROW Centrum voor regelgeving en onderzoek in de grond-, water en wegenbouw en de verkeerstechniek CSA Centrum voor sociale activering CTC Competentie Test Centrum CWI Centrum voor Werk en Inkomen D DFL Dienstverlening Fysieke Leefomgeving DKD Digitaal Klantdossier DNO Dag- en Nachtopvang DUBO Duurzaam Bouwen (milieuvriendelijk, dus ook voor langere termijn) E EFRO-programma 2007-2013 Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling EGTS Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking EKD Elektronisch Kinddossier ESF Europees Sociaal Fonds EVC Ervaringscertificaat EVP Ervaringsprofiel F Fido Financiering decentrale overheden G GBRD Gemeenschappelijke Belasting- en Registratiedienst
162
GIC Gemeentelijk Informatie Centrum GGD Geneeskundige gezondheidsdienst GHOR Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen GMS Grasbroek, Musschemig en Schandelen GRP Gemeentelijk Rioleringsplan GSB III Derde periode Grote Stedenbeleid H HBO Hoger Beroeps Onderwijs HMR Human Resource Management HSZ Hoge School Zuyd
I IBOR Integraal Beheer Openbare Ruimte IOAZ Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen IOAW Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers ISV II Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing ITJ Integraal Toezicht Jongeren IV Integrale Veiligheid J JR Jaarrekening K KBL Stichting Kredietbank Limburg KN Kadernota KVU Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan L LOP’s Leefomgevingsplannen LIOF Limburgse ontwikkelings- en investeringsmaatschappij M MAHHL Euregionaal samenwerkingsverband tussen Maastricht, Aken,Hasselt, Heerlen en Luik MAU Meerjarige Algemene Uitkering MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs MBP Meerjarig Bestuurlijk Programma MSP Meezenbroek, Schaesbergerveld en Palemig MTV Medewerker Toezicht en Handhaving N NJN Najaarsnota NSL Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit O OV Openbaar Vervoer OZB Onroerende Zaak Belasting P PGA Persoonsgerichte Aanpak PPS-constructie Publiek Private Samenwerking PSL Parkstad Limburg
163
R RBZL Regionale Brandweer Zuid-Limburg RIMO een instelling voor Opvang, Zorg en Activering RMC Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Ruddo Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden RWTH Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen (Technische Universiteit Aken) S SIV Sociaal, integratie en veiligheid SISA Single Information Single Audit SPOP Stichting Primair Onderwijs Parkstad SVB Sociale Verzekeringsbank T Tripool Samenwerkingsverband tussen Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht TCN Vastgoedbedrijf U UWV Uitkeringsorgaan Werknemers Verzekering V VBB Commissie Veiligheid, Bereikbaarheid en Beheer VCP Verkeerscirculatieplan Veiligheidshuis Een ketenbreed samenwerkingsverband, tussen zowel justitiële als niet-justitiële partners. Versnellingskamer Werkwijze om samen met CWI en UWV mensen zonder werk via intensieve, persoonlijke begeleiding aan de slag te krijgen VJN Voorjaarsnota VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten VO Voortgezet onderwijs VROM Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VSV Voortijdig School Verlaten VTP Volledig Thuispakket (Wmo) W WEU Wet Eenmalige Gegevens Uitvraag WI Wet Integratie Nederlanders WIJ Wet Investering Jongeren WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht WGR+ Wet Gemeenschappelijke Regelingen WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning WOPT Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens WOZL Werkvoorzieningschap Zuid-Limburg WRO Wet op de Ruimtelijke Ordening WS Werkgelegenheid en Sociale Zaken WSW Wet Sociale Werkvoorziening WTC World Trade Centre WWB Wet Werk en Bijstand WWOZ Wet Waardering Onroerende Zaken WWZ Uitvoeringsprogramma Wonen, Welzijn en Zorg
164
7.4 Subsidiesoorten/vormen Artikel 4 (ASV) Subsidiesoorten/vormen; de volgende subsidiesoorten worden onderscheiden: I
Budgetsubsidie Een subsidie waarbij de subsidieverstrekker de activiteiten die met de subsidie worden verricht inhoudelijk wil sturen voorafgaande aan de subsidieverlening op meetbare prestaties en resultaten.
II
Waarderingssubsidie Een van exploitatieresultaten onafhankelijke subsidie, bedoeld als waardering om bepaalde activiteiten te ondersteunen of mogelijk te maken die de subsidieverstrekker van belang acht, zonder deze naar aard en omvang te willen beïnvloeden.
III
Doelsubsidie zijnde of a. Investeringssubsidie of b. Evenementensubsidie of c. Overige subsidie; Een subsidie, niet zijnde een budgetsubsidie of waarderingssubsidie, die wordt verstrekt met het oog op een bepaald doel. a. Investeringssubsidie Een subsidie die voorziet in de kosten van aanleg, nieuwbouw, uitbreiding of verbouw (renovatie) van een accommodatie. Onder accommodatie wordt verstaan een gebouw of een andersoortige voorziening, inclusief de eerste, noodzakelijke inrichting voor het primaire gebruik van de voorziening. b. Evenementensubsidie Een subsidie voor een cultureel of sportevenement onder te verdelen in de categorieën: 1. Een gangbaar evenement: een evenement met een overwegend locaal publieksbereik dat ten minste 500 bezoekers trekt; 2. Een onderscheidend evenement: een evenement met een regionaal publieksbereik dat de identiteit van de stad versterkt en dat ten minste 10.000 bezoekers trekt; 3. Een beeldbepalend evenement: een imagoversterkend regio-overstijgend topevenement met een navenant publieksbereik van ten minste 30.000 bezoekers en een economische spin-off voor Heerlen. c. Overige subsidies Doelsubsidies, voor zover niet genoemd onder a of b. Voor de onderdelen II en III zijn ter uitvoering beleidsregels opgesteld.
165
7.5 Totaal overzicht ‘Verbonden Partijen’ Bank Nederlandse Gemeente N.V. (BNG) programma Bestuur en Dienstverlening Doel De N.V. Bank Nederlandse gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De gemeente participeert in de NV Bank Nederlandse Gemeenten met de bedoeling daarmee een goede toegankelijkheid tot de geld- en kapitaalmarkt te waarborgen. Financieel belang De gemeente Heerlen heeft 424.827 aandelen in haar bezit tegen een boekwaarde van € 1.062.068,-. Jaarlijks wordt er dividend uitgekeerd door de BNG. In de begroting 2011 gaan we uit van een dividendbedrag van € 1.060.000,Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder en behoort tot de top tien van aandeelhouders. De gemeente heeft een aanzienlijk financieel belang terwijl het bestuurlijk belang gering is. Ontwikkelingen De liquiditeitskracht van de BNG is hoog, mede omdat haar balans voor het grootste deel uit activa bestaat met een goede tot zeer goede marktliquiditeit. De bank heeft door haar excellente kredietwaardigheid (triple A rating) en goede naam ook in moeilijke marktomstandigheden goede toegang to de financiële markten en de financieringsbronnen zijn voldoende gespreid. De liquiditeitspositie van de BNG ligt ruim boven de door DNB gehanteerde minima. De nettowinst na belastingen van de BNG over 2009 bedraagt EUR 278 miljoen (2008: EUR 158 miljoen). Bij een dividenduitkering van 50% is het dividend per aandeel € 2,49. Dit is € 1,07 meer dan in 2008.
Grensoverschrijdend bedrijventerrein Avantis (GOB N.V.) programma Economische Stimulering Doel Deelname door gemeente Heerlen in verband met belang voor de economie en de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Financieel belang Aandelenkapitaal 25% € 1.247.895 en tevens een borgstelling voor de herfinanciering van € 26.000.000 van het bedrijventerrein Avantis door alle aandeelhouders afgegeven. Maximaal risico per aandeelhouder ten behoeve van borgstelling is € 3.105.000. In verband met liquiditeitsproblemen als gevolg van “crisis” elke aandeelhouder gronden aangekocht voor een bedrag van € 1,3 miljoen. Zeggenschap In de vorm van aandeelhouderschap 25%. Medeaandeelhouders zijn Stadt Aachen, Ministerium fur Wirtschaft, Mittelstand und Energy van NRW en LIOF, elk voor 25 %. Ontwikkelingen De afwachtende houding van ondernemers om te investeren heeft zich in 2010 doorgezet. Er is wel interesse, investeringsbeslissingen worden echter niet genomen. Om de financiële positie en de acute liquiditeitsproblemen op te lossen hebben de aandeelhouders hun verantwoordelijkheid genomen en door middel van het aankopen van gronden in totaal een bedrag van € 5 m. aan liquide middelen ingebracht.Er wordt nog steeds hard gewerkt aan het binnenhalen van het PV research center “Solaris” (zonne energie), als ook de vestiging van het gezondheids cluster CVC en PTC van het Klinikum/AZM. In de loop van 2010 begin 2011 moeten de investeringsbeslissingen genomen worden en duidelijkheid zijn.De vestiging van het CVC/PTC en het Solaris instituut is een absolute voorwaarde voor de ontwikkeling van het Wetenschaps – en bedrijvenpark.Zonder de vestiging van deze instellingen zal Avantis degraderen tot een gewoon bedrijventerrein en kan de voorgestane cluster en economische structuurversterking niet voldoende van de grond komen.Bij de vestiging van bedrijven moet worden geconstateerd, dat het huidige bestemmingsplan (inmiddels meer dan 10 jaar oud) erg belemmerend werkt en niet meer voldoet aan de gewijzigde marktomstandigheden. Samen met Aken is thans een nieuw
166
bestemmingsplan in voorbereiding; daarbij wordt meer flexibiliteit geboden en kunnen bedrijven zonder extra procedure sneller over een bouwvergunning beschikken. Afgesproken is wel de kwaliteit van het bedrijvenpark te handhaven. De bedoeling is dit nieuwe bestemmingsplan in de loop van 2011 rechtsgeldig te laten zijn. Bij het nieuwe bestemmingsplan wordt ook rekening gehouden met het noodzakelijke tracee voor de railverbinding tussen Heerlen en Aken (de Via Avantis). Voor wat betreft het Nederlandse deel is voor de aanleg investeringsbudget vrijgemaakt. In 2011 moet duidelijkheid bestaan over de financiering van het Duitse deel.
Industriebank LIOF N.V. programma Economische stimulering Doel De Industriebank LIOF is de Limburgse ontwikkelingsmaatschappij. LIOF draagt bij aan de welvaart van deze provincie door de economische structuur verder te versterken. De industrie en stuwende dienstverlening zijn de doelgroepen waarop LIOF zich richt. Door middel van de kerntaken Investeringsbevordering/acquisitie, Participatie, Ontwikkeling/Innovatie en Bedrijventerreinen werkt men aan de versterking van de Limburgse structuur en het bevorderen van de ondernemerskracht. LIOF opereert offensief, gericht op kansen die de economische ontwikkeling op lange termijn biedt. Daarbij vervult LIOF een brugfunctie tussen overheid en bedrijfsleven. Financieel belang De boekwaarde van de aandelen is ultimo 2009 € 5.445,36.De aandelen hebben een nominale waarde van € 113,45. Zeggenschap De aandelen worden gehouden door publiekrechtelijke lichamen, te weten de Staat der Nederlanden (94,4%), de Provincie Limburg (5,4%) en de Limburgse gemeenten en Kamer van Koophandel (0,2%). Het aandeel van de gemeente Heerlen is verwaarloosbaar klein. Ontwikkelingen In 2009 heeft LIOF € 23,4 miljoen risicodragend kapitaal verstrekt aan 41 Limburgse bedrijven. In de loop van 2009 zijn de gevolgen van de wereldwijde financiële en economische crisis zichtbaar geworden in de reguliere economie. Voor het participatiebedrijf betekende die enerzijds een teruglopend aanbod van nieuwe initiatieven, anderzijds een toename van het aantal verzoeken tot uitbreiding binnen de bestaande portefeuille. In de afdeling ontwikkeling en innovatie heeft in 2009 als innovatie-impuls voor ruim € 52 miljoen aan projecten ontwikkeld. Om de innovatiepotentie van energy te versterken is in nauwe samenwerking met de afdeling IBD gewerkt aan het project Solaris: het naar Avantis halen van een deel van het kenniscentrum ECN. Ondanks de moeilijke tijd heeft het LIOF op acquisitie gebied goede resultaten weten te bereiken; de komende periode moet vooral voor deze regio gescoord worden op het gebied van de zonnecellen technologie; Solar Modules Limburg is onlangs in deze regio van start gegaan en zal over een paar jaar waarschijnlijk op avantis gaan investeren. Een paar andere projecten zien er veelbelovend uit. Over 2009 kende het Liof een positief resultaat van bijna € 410.000 en met een eigen vermogen van € 100 miljoen op een balanstotaal van € 166 miljoen is Liof uitstekend solvabel. Gelet op deze sterke positie wil Liof een deze tijd van recessie een actieve rol spelen bij het stimuleren en ondersteunen van bedrijven waar goede kansen liggen en de “financiële sector” het laat afweten. Daarbij blijft men vasthouden aan de kernsectoren waarvan verwacht mag worden dat deze de grootste bijdrage zullen leveren aan de economische groei en de structuurversterking. Voor Heerlen zijn daarbij de sectoren nieuwe energie en Health& Care inclusief medische technologie interessant en goed in beeld.
167
Beitel-Zuid (Bedrijventerrein Trilandis) B.V. programma Economische Stimulering Doel Invloed op ontwikkeling business park met de daarbij behorende eventuele financiële voordelen. Financieel belang Verstrekte rekening courant krediet voor maximaal € 8.000.000 stand van deze lening per 30-06-2010 was € 6.585.944. Daarbij is er ook nog een achtergestelde lening verstrekt voor een bedrag ad € 436.000. Zeggenschap Aandeelhouder samen met 3W vastgoed en Comox Beitel-Zuid B.V. De wethouder Economie, werk en Onderwijs neemt deel aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Ontwikkelingen In 2010 zal naar verwachting een nieuw bedrijf in de Medische technologie zich gaan vestigen op het terrein ook wordt een uitbreiding van een bestaand bedrijf verwacht. De onderzoeken naar de archeologische situatie zijn bijna afgerond. De kosten drukken het resultaat van het bedrijventerrein. Risico’s De economische crisis en krimp kunnen vertragend werken in de gronduitgifte. De uitkomsten van de archeologisch onderzoeken kunnen nog negatieve gevolgen hebben.
Parkstad Limburg Theaters N.V. programma Economische Stimulering Doel Het uitdragen en verzorgen van een goed cultuurbeleid en podiumkunsten in Parkstad. Het realiseren van de programmeerdoelstellingen. Financieel belang Het geplaatste en gestorte kapitaal bedraagt € 680.670 in 1500 aandelen van € 453,78 nominaal. De gemeente Heerlen heeft 1050 aandelen en de gemeente Kerkrade heeft 450 aandelen in haar bezit. Bijdrage (in de vorm van subsidie) vanuit de begroting gemeente Heerlen bedraagt € 2.054.212 (2010 ex indexeringen). Zeggenschap Vertegenwoordiging in de algemene vergadering van aandeelhouders door Wethouder Cultuur en Financiën.De Raad van Commissarissen bestaat uit: de heer ing. K. Bonnema, de heer mr. B.J.M. Van Voorst tot Voorst (voorzitter), de heer T.A. Goedmakers en mevr. M.H. Dunnewijk. Ontwikkelingen In 2007 is intrek genomen in een prachtig gerevitaliseerd Theater Heerlen. Parkstad Limburg Theaters beschikt nu over een mooie combinatie van vier theaterzalen: Rabozaal, Theater Kerkrade, Limburgzaal en ING-zaal. Dit biedt de mogelijkheid een uitgebalanceerde programmering te kiezen. Afstemming met andere culturele instellingen op het gebied van programmering vindt reeds plaats. Het festival Cultura Nova is op eigen benen komen te staan. De samenwerking met dit festival in het bijzonder, en verder met Nieuwe Nor, Cultuurhuis Patronaat en SCHUNCK* zal in 2011 verder doorontwikkeld worden. In 2011 wordt ook verder gewerkt aan een actualisatie van de ambities die moet resulteren in een nieuw bedrijfsplan (2012–2016). Dit moet uitmonden in meer prestatiegerichte afspraken met de subsidiegevers. In het meerjarenbedrijfsplan zoekt Parkstad Limburg Theaters aansluiting bij de doelstellingen van de stad in het algemeen en die op het terrein van cultuur in het bijzonder, zoals neergelegd in het nieuwe MBP 2011 – 2014 en de culturele agenda Heerlen 2009 – 2012.
Reinigingsdienst RD4 N.V. programma Leefomgeving Doel Het tot stand brengen van doelmatige, milieuhygiënische verantwoorde en marktconforme inzameling en verwerking van afvalstoffen, het adviseren op het gebied van ontwikkeling en implementatie van milieubeleid. Financieel belang Eenmalige bijdrage bij start deelneming. De gemeente Heerlen bezit 8.696 aandelen tegen een waarde van € 4,54 welke in totaal een waarde vertegenwoordigen van € 39.461,-. Er vindt geen jaarlijkse bijdrage plaats.
168
Zeggenschap
Ontwikkelingen
Gemeente Heerlen, Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Voerendaal, Simpelveld, Vaals, Nuth, Onderbanken. De vertegenwoordiger in de AVA is Wethouder Bedrijven en Beheer. In de Raad van Commissarissen is dhr. A.H.M. Voncken (tot medio 2009) vertegenwoordigd. In voorjaar 2008 is het bedrijfsplan voor de periode 2008-2010 gepresenteerd. In dit bedrijfsplan is de koers voor de komende periode aangegeven. Deze koers is opgebouwd uit 3 pijlers: interne optimalisatie, schaalvergroting en meerwaarde.
Watermaatschappij Limburg (W.M.L.) programma Leefomgeving Doel Per 1 januari 1989 werd het waterleidingbedrijf van de N.V. Nutsbedrijf Heerlen overgedragen aan de WML. WML voorziet in de behoefte aan water in de provincie Limburg en aangrenzende gebieden. WML tracht dit te bereiken door het winnen, zuiveren, opslaan, inkopen, transporteren, distribueren en het leveren van water. Financieel belang Boekwaarde van de aandelen is € 158.823,-. Er wordt geen dividend uitgekeerd door de WML. De gemeente heeft 32 aandelen (totaal aantal aandelen 500) in haar bezit. Er wordt geen dividend uitgekeerd. Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder . Ontwikkelingen Het resultaat 2009 ( € 11,3 miljoen negatief) bevat t.o.v. het genormaliseerde resultaat over 2008 een aantal eenmalige/incidentele posten die van invloed zijn op de hoogte van het negatieve resultaat. Met name een bedrag van € 8,4 voor reorganisatievoorziening en een stelselwijziging op de materiële vaste activa van € 1,7 miljone zijn hier debet aan.Voor de WML was 2009 een bewogen jaar. De organisatieverandering, een van de dire onderdelen van de operatie Vento, werd volgens plan uitgevoerd. De klant merkte er niets van, getuige de blijvend hoge waarderingscijfers. Intussen zett WML een aantal opvallende stappen buiten de deur en kreeg de organisatie nieuwe energie. Operatie Vento bestaat uit drie onderdelen; vernandering van de organisatiestructuur, invoering van het nieuwe systeem van bedrijfsautomatisering SAP en informatisering van de buitendienst.Toekomstige ontwikkelingen:De belangrijkste is dat we in Limburg te maken krijgen met de krimp van de bevolking. Het aantal huishoudens, en daarmee ook het aantal aansluitingen, zal door de verkleining van huishoudens de komende jaren nog licht blijven stijgen, al verschilt dit per regio. Het waterverbruik zal hoe dan ook afnemen omdat de huishoudens nu eenmaal minder water verbruiken. Bij de huidige tariefstructuur betekent dit dat de inkomsten dalen, terwijl de vaste kosten gelijk blijven. Dat heeft eind 2009 geleid tot het besluit om in 2010 het vastrecht stapsgewijs te verhogen en het verbruikstarief te verlagen.De meeste van de doelstellingen zijn bereikt alleen het negatieve resultaat is een tegenvaller. Dit komt zoals reeds vermeld door aanpassing van de verslagleggingsregels en de voorziening ten behoeven van het sociale plan. In 2010 zal WML weer een positief resultaat boeken. Vijf aandachtsgebieden: Klant en Markt, Financiële gezondheid, Werkomgeving medewerker, Primair product, Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Avantis Services B.V Doel Financieel belang Zeggenschap Ontwikkelingen
programma Economische Stimulering Partner in GOB N.V. en daarmee ook partner in de Beheers B.V. (beheer van de locatie en te verlenen diensten) Aandelenkapitaal 33,33% € 100.000. In de vorm van aandeelhouder 33,33% met medeaandeelhouders Stadt Aachen en Avantis GOB N.V. De in samenwerking met Isilinx aangelegde infrastructuur voor
169
glasvezelverbindingen voldoet aan de verwachtingen. De gevestigde bedrijven zijn op dit netwerk aangesloten en tevreden over de verbindingen. In 2010/2011 zal ter verruiming van de dienstverlening camerabewaking worden ingevoerd. Dit komt in de plaats van de fysieke beveiliging en het behoort tot de beheerstaken van de NV Services. Additioneel kunnen bedrijven hier extra op in spelen naar eigen behoefte (bv interne gebouwenbewaking).
Werkvoorzieningschap Oostelijk ZL (onder Parkstad) programma Economische Stimulering Doel Gemeenschappelijk regeling met als doel passend werk bieden aan mensen die op grond van een WSW-indicatie zijn aangewezen op aangepast werk. Financieel belang De gemeente heeft op 3 onderdelen een financieel belang bij de GR WOZL. Dit zijn: 1. Kosten als gevolg van de uitvoering van de taakstelling Wsw.Aan de subsidie die jaarlijks van rijkswege wordt ontvangen is een taakstelling gekoppeld. Indien niet aan deze taakstelling wordt voldaan moet het geld aan het ministerie teruggeven worden. WOZL bewaakt dit proces zodat wij ten volle de subsidie benutten. Voor 2011 ontvangen wij € 35.407.642,- en hiervoor moeten minimaal 1.307,52 standaard eenheden vervuld worden. Een standaard eenheid staat voor een fulltime (36 uur per week) sw-dienstverband. De gemeente ontvangt deze geoormerkte gelden en maakt deze vervolgens direct over aan het WOZL, zodat aan de verplichtingen voldaan kan worden. 2. Kosten van de bedrijfsvoering (organisatielasten WOZL)Hieronder vallen; de personeelskosten, organisatiekosten, Service Level Agreement met Parkstad en accountants- en advieskosten. De totale begrote organisatielasten 2011 van het WOZL bedragen € 687.601,-. Aangezien er ook sw-werknemers van niet-deelnemende gemeenten werkzaam zijn binnen het gebied van WOZL betalen de niet-deelnemende gemeenten voor deze mensen aan het WOZL een vergoeding. Voor 2011 worden deze bijdragen op € 215.000,- geraamd.Deze vergoeding wordt in mindering gebracht op de uitvoeringskosten, zodat de bijdrage van de deelnemende (WOZL-) gemeenten kleiner wordt. Zodoende wordt de bijdrage voor de deelnemende gemeente voor het jaar 2011 op € 422.000,- geraamd. De gemeente Heerlen draagt mee in de kosten van de organisatie WOZL naar rato van het inwonersaantal, dit is 28,1 % waardoor de bijdrage voor ons voor 2011 € 118.573,- zal zijn. Dit betreft een stabiele post, ter indicatie voor 2010 was € 116.887,- begroot.3. Kosten van het Sociaal akkoord (kosten als gevolg van regeling voormalige ZOL-bedrijven).In het kader van de herstructurering Licom NV zijn er indertijd afspraken gemaakt over een extra bijdrage van de gemeenten in de kosten van het bereikte sociaal akkoord. Ook hierbij betaalt de gemeente Heerlen naar rato (28,1%). Deze post kent een afbouwscenario. Voor Heerlen was dit in 2009 € 110.425,- voor 2010 werd € 105.367,- begroot en nu voor 2011 wordt € 92.723,- begroot. Zeggenschap De GR WOZL is m.i.v. 20-01-2010 gewijzigd. Het betreft nu een GR tussen de colleges van de deelnemende gemeenten. De afgevaardigden van de colleges nemen zitting in het AB en DB. De gemeentewet schrijft in kader van een GR voor dat er een AB en DB is. Binnen de GR WOZL zijn de AB en DB leden dezelfde. Stemmingen in kader AB zijn gewogen (op basis inwonersaantal). Binnen het DB worden de uitvoeringszaken besproken en besloten. De leden hebben ieder één stem. De nieuwe GR schrijft voor dat alleen de uitvoerende taken t.b.v. plaatsing Wsw-geïndiceerden aan de GR WOZL zijn toebedeeld. Beleid en regie is een bevoegdheid van de individuele gemeenten. De deelname in kosten en zeggenschap (AB) is als volgt;
170
Gemeente:Percentage deelname: Heerlen 28,10% Kerkrade 24,35% Brunssum 11,83% Landgraaf 15,50% Nuth 3,49% Simpelveld 3,51% Onderbanken 2,90% Gulpen-Wittem 3,68% Voerendaal 2,29% Vaals 2,07% Valkenburg 2,28% Totaal 100,00% Ontwikkelingen
Realiseert de verbonden partij haar aandeel in het begrotingsprogramma? Ja, het WOZL draagt er zorg voor dat de taakstelling wordt behaald. Doet zij dit binnen de financiële kaders?Ja, de realisatie valt ieder jaar binnen de begroting.Welke risico’s kunnen zich voordoen?Uittreding deelnemende gemeenten. Binnen de GR WOZL is er een mogelijkheid om uit te treden. Het risico zit hem vervolgens in de wijze waarop de uittredende gemeente zijn Wsw-uitvoering regelt. Het anders regelen van de uitvoering kan namelijk negatieve gevolgen hebben voor het resultaat van de Licom NV waar iedereen dan (gezien het aandeelhoudersschap) de gevolgen van zal ondervinden. Dit risico is binnen de GR WOZL ondervangen; uitredende gemeenten moeten over dit onderwerp sluitende en bevredigende afspraken maken.Wat zijn de relevante actuele ontwikkelingen?Uitvoeringskosten mogen in kader van de Wsw subsidiering uit de Wsw subsidie betaald worden. Momenteel dragen de deelnemende gemeenten de uitvoeringskosten WOZL. De uitvoerders worden daar tegenover wel vergoed voor de te maken uitvoeringskosten. De gemeenten willen naast een duidelijkere regierol ook een striktere sturing op het opdrachtgeverschap van de individuele trajecten van de Wsw-geïndiceerden. Het WOZL gaat namens de gemeente deze rol invullen. Samengaand met een striktere sturing op de opdracht en bijkomend intensievere werkzaamheden aan opdrachtgeverkant, zullen deze uitvoeringskosten zijn dekking in de Wsw-subsidie gaan vinden. De gemeentelijke bijdragen zullen mede hierdoor verder verminderen.Wat zijn voorgenomen veranderingen in de doelstelling?De doelstelling passend werk bieden aan mensen die op grond van een WSW-indicatie zijn aangewezen op aangepast werk blijft staan.Niettemin is de in de doelstelling aangebrachte ‘verenging’ Wsw doelgroep niet meer van deze tijd. Samengaand met de maatschappelijke ontwikkelingen zal niet meer de voorziening, maar de ondersteuningsbehoefte van het individu leidend worden in de aanpak en zal zodoende binnen de doelstelling van het WOZL een verbreding aangebracht moeten worden.Wat zijn voorgenomen veranderingen in de huidige relatie?Verdere intensivering van de relatie en versterken van de (sturings-)rol naar de uitvoerders Wsw.Wat zijn voorgenomen veranderingen in het voortbestaan?Continuïteit van dienstverlening waarborgen en kwetsbaarheid verminderen.
171
Parkeer Heerlen B.V. Doel
Financieel belang
Zeggenschap Ontwikkelingen
Technohouse B.V. Doel
Financieel belang
Zeggenschap
Ontwikkelingen
programma Economische Stimulering De deelname aan Parkeer Heerlen B.V. dient twee belangen: een maatschappelijk en een economisch belang. Er wordt voorzien in de parkeerbehoefte van de bezoekers van het centrum en de parkeerbehoefte die is gerelateerd aan de kantoorfuncties in de omgeving van de Parallelweg. Via de vennootschap heeft de gemeente invloed op de parkeertarieven in de parkeergarages in het centrum van Heerlen. Boekwaarde is € 765.000 (765 aandelen van € 1000 nominaal).Borgstelling ten behoeve van een lening van € 6.000.000 is voor de gemeente Heerlen maximaal 51% en bedraagt € 3.060.000. Daartegenover staat de waarde van het onroerend goed (parkeergarages). Parkeer Heerlen B.V. heeft tevens “schulden participanten”met een saldo per 31.12.2009 van € 185.425,-. Dit bedrag wordt in 3-jaarlijkse termijnen terugbetaald. Aandeelhouders zijn de gemeente Heerlen voor 51% en Q-park voor 49%. De Parkeer Heerlen B.V. speelt een belangrijke economische en maatschappelijke rol in de gemeente Heerlen, zowel ten aanzien van het kort parkeren voor bezoekers van het centrum als het voorzien in parkeerfaciliteiten van de in het centrum aanwezige kantoorfuncties en dan met name de kantoorfuncties gelegen nabij de Teleparking. Mede gezien de te verwachten resultaten op de langere termijn pleit dit voor de instandhouding van de Parkeer Heerlen B.V. Op grond van deze ontwikkelingen worden de vooruitzichten van de vennootschap door de directie van de vennootschap positief beoordeeld zodat zij de continuïteit gewaarborgd acht. Als de lijn der verwachting zich doortrekt zal zowel de omzet toenemen als de waarde van de parkeergarages. De garages worden gewaardeerd tegen marktwaarde, gebaseerd op de jaarlijkse taxaties door onafhankelijke deskundigen.
programma Economische Stimulering B.V. Technohouse exploiteert op het bedrijventerrein Coriopolis een bedrijfsverzamelgebouw voor techno starters en doorstarters en heeft en heeft tot doel de link tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen op dat terrein mede gestalte te geven en aantrekkelijke huisvesting te bieden tegen een redelijke prijs met service pakket en flexibiliteit. Aandelenkapitaal is als volgt verdeeld N.V. Industriebank LIOF 93,2% (15.784 aandelen) en gemeente Heerlen 6,8% (1152 aandelen). Het geplaatst en gestort aandelenkapitaal bedraagt € 1.693.651. De nominale waarde per aandeel bedraagt € 100. De wethouder Economie, Werk en Onderwijs vertegenwoordigt de gemeente in de algemene vergadering van aandeelhouders. Namens de gemeente is de heer Hol lid van de Raad van Commissarissen. Om te kunnen voldoen aan de economisch-maatschappelijke doelstelling is het Technohouse op Coriopolis gericht op het huisvesten van startende en doorstartende bedrijven in een kennisgeoriënteerde sector. De lagere bezetting in 2009 van het Technohouse gebouw heeft zich in de loop van 2010 doorgezet. De hoofdoorzaak is gelegen in de algemene economische situatie en de minder courantheid van een deel van het gebouw. Daarnaast spelen ook concurrerende ontwikkelingen in de omgeving zoals bv C-mill. In de loop van 2010 zullen beslissingen worden genomen om de exploitatie een impuls te geven. Mogelijk kan dit leiden tot extra investeringen in het gebouw waarvoor de financiering alsdan dient te worden geregeld.
172
Nazorg Limburg BV Doel
Financieel belang
Zeggenschap Ontwikkelingen
programma Leefomgeving Het aanbrengen en in stand houden van een voldoende voorzieningenniveau op stortplaatsen voor afval na beëindiging van de exploitatie alsmede het verwerven, vervreemden, huren, beheren en exploiteren van onroerende zaken die verband houden met en/of betrekking hebben op deze stortplaatsen. Bijdrage in begroting verbonden partij op basis van tonnage gestort huishoudelijk afval (=€ 2,27 per ton gestort huishoudelijk afval). Het bedrag zit in het verwerkingstarief van huishoudelijk restafval. Limburgse gemeenten (50%) en provincie Limburg (50%). Deelname in Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Bedrijven en Beheer Door opbouw van de voorziening wordt ervoor gezorgd dat de stortplaatsen na beëindiging beheerd en onderhouden kunnen worden De financiële kaders worden door de aandeelhouders bepaald. Hierin wordt door de provincie toezicht gehouden. De risico’s worden afgedekt doordat een voorziening wordt gecreëerd om de nazorgverplichtingen in de toekomst te kunnen voldoen. Het uiteindelijke doelvermogen is vastgesteld op € 18,2 miljoen. Voornemen van de provincie is om de nazorgorganisatie anders te gaan inrichten. Dit betekent dat herziening van de taken en organisatie zal gaan plaatsvinden.
Schaesbergerveld B.V. programma Ruimtelijke Ontwikkeling Doel Het doel van het samenwerkingsverband is: het ontwikkelen (bouw-/woonrijp maken), zodanig saneren, slopen van opstallen, exploiteren, kopen en verkopen van gronden, alles ter voorbereiding van en gericht op het mogelijk maken van de bouw van voor bewoning bestemde gebouwen op die gronden en wel in het gebied Schaesbergerveld (omgeven door de Heuvelweg en Schandelerboord) te Heerlen. Deze B.V. is tevens opgericht om voor de ontwikkeling van het gebied Schaesbergerveld als gemeentelijke B.V. deel te nemen in de V.O.F. Ontwikkelingsmaatschappij Schaesbergerveld. Dit ter beperking van de financiële aansprakelijkheid bij deconfiture (faillissement). Financieel belang Verkrijgingsprijs € 45.381,- de boekwaarde ultimo 2008 was € 45.381,- en er is een rekening courant verhouding van € 1.748.951,-. Zeggenschap Gemeente Heerlen 100% aandeelhouder. Met Rob Hupkens als directeur van Schaesbergerveld B.V. en het college als aandeelhouder. Ontwikkelingen Fase 1 en 2 : bouw gereed. Fase 3 in verkoop; verwachte bouwstart najaar 2010. Er vindt momenteel een herbezinning plaats op de ontwikkeling van fase 4. Hier waren een 4-tal woontorens gepland – in het groengebied aan de rand van het plangebied - voor in totaliteit 83 appartementen. Echter, door de gewijzigde marktsituatie (geringe afzetmogelijkheden a.g.v. economische crisis) en de krimpsituatie in Parkstad (beleidsmatig willen we geen woningbouw meer ten koste van groen), ligt de vraag voor of de geplande ontwikkeling van deze appartementen moet worden doorgezet. Op dit moment worden de ontwikkelingsmogelijkheden op deze plek of de mogelijke alternatieve ontwikkelingen op een andere lokatie op een rijtje gezet.Door de ontstane marktsituatie zijn de oorspronkelijke afnamemomenten van de gronden losgelaten. Wel is er in directie overleggen afgesproken dat er een rentevergoeding wordt betaald aan de VOF OMS.
Holding Roda Kerkrade N.V./ Stichting AK programma Economische Stimulering Doel Het altijd durende recht dat het stadion van voetbalclub Roda JC de naam “Parkstad Limburg Stadion” draagt. Financieel belang De gemeente participeert voor 4,27% stichting Administratie Kantoor voorheen
173
Zeggenschap Ontwikkelingen Parkstad Limburg Doel
Financieel belang
Zeggenschap
Ontwikkelingen
Holding Roda Kerkrade N.V. Deze certificaten hebben geen marktwaarde. 4,27% belang en de invloed van de gemeente Heerlen is zo goed als nihil. Op dit moment zijn er geen nieuwe ontwikkelingen te vermelden. programma Bestuur en Dienstverlening Economische structuurversterking. Parkstad loopt op diverse kernindicatoren achter op landelijke gemiddelden. Denk hierbij aan gemiddeld inkomen, economische participatiegraad, opleidingsniveau en de gemiddelde prijs van een woning. Dit gecombineerd met een bevolkingsdaling biedt kansen maar dwingt ook tot een gestructureerde, centraal geregisseerde aanpak van de economische ontwikkeling van de regio Parkstad Limburg. Daarom hebben de acht gemeenten in 2010 ervoor gekozen om de reeds bestaande WGR+ regeling uit 2006 om te vormen van een beleidsgericht (de belangrijkste beleidsdocumenten zijn immers afgerond) naar uitvoeringsgericht kader en organisatie. Met de realisatie van de top-5 agenda gezamenlijk handen en voeten te geven aan de economische structuurversterking van de regio is de ambitie voor de komende jaren. De bijdrage in 2010 is op basis van het ‘Pact van Parkstad’ EUR 3.033.692. Dit bedrag loopt de komende jaren middels een gezamenlijk groeimodel op naar EUR 4.333..845 zodat de regio vanaf 2012 beschikt over een begroting van EUR 10.000.000 voor de realisatie/cofinanciering van voor de regio strategische projecten uit het regioprogramma. Het bestuur van de WGR+ Parkstad Limburg werkt op basis van het monistisch stelsel. Dit betekent dat het Parkstadbestuur onderdeel uitmaakt (en meestemt) in de Parkstadraad.Het Parkstadbestuur bestaat uit een portefeuillehouder per deelnemende gemeente plus een onafhankelijk voorzitter. De Parkstadraad bestaat uit het Parkstadbestuur plus een gewogen vertegenwoordiging van de Raden en Colleges van de deelnemende gemeenten. De Parkstadraad is opdrachtgever van het Parkstadbestuur en de voorzitter. De voorzitter wordt apart benoemd omdat deze binnen het Parkstadbestuur de verantwoordelijkheid draagt voor de integrale uitvoering van het uitvoeringsprogramma en hierover ook als voorzitter verantwoording moet afleggen aan de Parkstadraad.Op dit moment loopt de werving voor de onafhankelijke voorzitter en neemt de Burgemeester van Heerlen de rol waar van voorzitter. Op het moment dat de nieuwe voorzitter is benoemd zal opnieuw bekeken worden wie vanuit het Heerlens college in het Parkstadbestuur zitting zal nemen. In 2010 is het Pact van Parkstad in de 8 deelnemende gemeenteraden vastgesteld met de nieuwe bestuurlijke structuur en de aangepaste ambitie (van beleid naar uitvoering). Op het gebied van organisatieontwikkeling is in 2010 gewerkt aan de transformatie van de Parkstadorganisatie naar een uitvoeringsregisserend orgaan, dat proces loopt op dit moment door. In 2010 is het regioprogramma (2010-2014) ‘Naar een duurzaam en vitale regio’ door de nieuwe Parkstad vastgesteld. Ook Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hebben dit regioprogramma onderschreven als leidraad voor de investeringsagenda in Parkstad voor de komende 4 jaar (m.n. in het kader van de Regiodialoog).
Brandweer Zuid Limburg / Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) programma Leefomgeving Doel Gezamenlijke uitvoering van de Brandweerwet 1985 en de Wet GHOR. Tevens een wettelijke taak van de gemeente de organisatie en het beheer van de brandweer en de GHOR te regelen.
174
Financieel belang Zeggenschap Ontwikkelingen
Brandweer Zuid-LimburgDe bijdrage in 2010 is € 4.523.960,-GHOR. De bijdrage in 2010 is € 142.836,Burgemeester zit in zowel het dagelijks als algemeen bestuur. De Brandweer en de GHOR vallen onder één gemeenschappelijke regeling. De GHOR is organisatorisch ondergebracht bij de GGD Zuid-Limburg, maar valt bestuurlijk onder het Algemeen Veiligheidsbestuur van de Veiligheidsregio ZuidLimburg. In 2010 is de brandweer en de GHOR ingezet bij diverse branden en calamiteiten in Heerlen. Naast de reguliere taken van branden blussen is de brandweer ook actief in de preventieve controles. Gedurende het jaar worden de gebruikersvergunningen gecontroleerd. Op 1 oktober 2010 is de de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s in werking getreden. De Brandweerwet 1985, de Wet GHOR en de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO) zijn hierin opgenomen. Doel van de nieuwe Wet Veiligheidsregio's is de realisatie van een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. Naar aanleiding van de invoering van de Wet Veiligheidsregio's per 1-10-2010 wordt een nieuwe gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg opgesteld. De GR Brandweer en GHOR zullen hierdoor gaan vervallen.
Gemeenschappelijke regeling RD4 programma Leefomgeving Doel Het tot stand brengen van doelmatige, milieuhygiënische verantwoorde en marktconforme inzameling en verwerking van afvalstoffen, het adviseren op het gebied van ontwikkeling en implementatie van milieubeleid.Deze verbonden partij is verantwoordelijk voor een doelmatige afvalinzameling binnen de gemeente Heerlen en uitvoering van een aantal schoonmaaktaken zoals doorspuiten riool, kolkenlediging, gladheidbestrijding, straatreiniging, aanbesteding van gemeentelijk afval uit openbare ruimte, rattenbestrijding, transport verhuur, calamiteitendienst, reinigen markten. Financieel belang Bijdrage in begroting verbonden partij is basis van begrote hoeveelheden en uren. Deze worden vastgelegd in de begroting. De afrekening vindt plaats op basis van werkelijke hoeveelheden en uren. Het voordeel van de nieuwe begrotingssystematiek is dat deze veel sterkere prikkels geeft aan de individuele gemeenten om beleid te voeren, aangezien het voordeel van en verlaging van kosten ook voor een groot deel bij dezelfde gemeente terechtkomt. Dit in tegenstelling met de oude systematiek waarbij dit voordeel door alle gemeenten werd gedeeld. Andersom zal afwijkend beleid mogelijk leiden tot hogere kosten voor de individuele gemeente en worden deze kosten niet meer gedeeld door de andere gemeenten. De samenhang tussen beleid en financiële resultaten wordt hierdoor veel sterker beïnvloed. Aan de andere kant ontstaan er voor de individuele gemeenten ook extra risico's. Zo kan bij een nihil resultaat van Rd4 de ene gemeente een positief resultaat hebben terwijl dit voor een andere gemeente negatief kan zijn. Er is een financiële commissie ter ondersteuning van het Dagelijks Bestuur in het leven geroepen.De gemeenschappelijke regeling Rd4 werkt conform de begroting. In 2010 heeft de gemeenschappelijke regeling een overschot behaald van € 861.021. In het Algemeen Bestuur is besloten om een tweedeling te maken in de bestemming van overschotten en tekorten. Overschotten en tekorten op de bedrijfsvoering worden voordele of ten laste van het weerstandsvermogen van de gemeenschappelijke regeling Rd4 gebracht. Overschotten of tekorten op de inzamelresultaten worden verrekend met de deelnemende gemeenten. Het weerstandvermogen is nu € 928.376. Zeggenschap Deelname in Algemeen Bestuur door wethouder Ouderen, Sport en
175
Ontwikkelingen
Dienstverlening.Deelname in Dagelijks Bestuur door wethouder Ouderen, Sport en Dienstverlening.De stemverhouding in het Dagelijks Bestuur is een op een. De stemverhouding in het Algemeen Bestuur is op basis van inwoneraantallen. Wat wil Rd4 bereikt zien in 2011Het is inmiddels alweer vijf jaar geleden dat de gemeenten hebben ingestemd met het Afvalinzamelplan. Dit plan bestaat uit twee fasen, waarvan de eerste fase (containermanagement) in alle gemeenten volledig is ingevoerd. De tweede fase is gestart in 2010 betrof de invoering van volume/Frequentiesysteem, waarbij er sprake is van een andere verrekeningssystematiek naar de burgers toe, zodat uiteindelijk de doelstellingen in het Landelijk Afvalbeheer Plan benadert of zelfs gehaald kunnen gaan worden. Naar verwachting zal de gemeente Kerkrade in 2011 het volume frequentie systeem invoeren. In de loop van 2011 zal het systeem verder geoptimaliseerd worden.Wat betekent dit voor Rd4 voor de komende periodeVanuit het bovenvermelde perspectief blijft ook in 2011 de verdere professionalisering van de bedrijfsvoering de belangrijkste opdracht. Hoe dat in de praktijk wordt gebracht, is uitgewerkt in het vigerende Bedrijfsplan Rd4 (periode 2008 - 2010). Het hierin geschetste toekomstbeeld is gebaseerd op drie pijlers. De eerste pijler is de verdere, interne optimalisatie met als aandachtspunten kostenbeheersing, taakstellende budgetten, het doorvoeren van procesbeschrijvingen (met certificering volgens ISO 9001 in 2011) en het verbeteren van de klantgerichtheid. De tweede pijler is schaalvergroting, welke zich richt op de groeiplannen van Rd4, zowel in het basis- als het pluspakket, evenals in de bedrijvenmarkt. De derde pijler richt zich ten slotte op de meerwaarde die Rd4 biedt aan haar opdrachtgevers i.c. klanten. Belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de begroting 2011De kredietcrisis heeft geleid tot een terugval in de vraag naar grondstoffen waardoor de prijzen hiervan zijn gedaald. Dit heeft voor Rd4 met name gevolgen voor de vergoeding welke men ontvangt voor het papier en metaal. Het tarief van papier van boven de € 100 (medio 2008) is in korte tijd teruggevallen naar nihil. De laatste maanden is de prijs weer gestaag aan het stijgen, maar de hoge vergoedingen zullen naar verwachting de komende tijd niet gehaald worden. Ook de vergoeding voor metaal is sterk teruggelopen. Deze situatie zal de komende periode nog steeds voelbaar zijn. Een andere belangrijke ontwikkeling is de vergoeding van de kunststofinzameling. Die zal in het najaar 2010 worden vastgesteld voor de komende periode. Ook zal het contract met NEDVANG welke afloopt 1 januari 2012 aandacht behoeven.
Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst Zuid Limburg (GGD) programma Sociale Infrastructuur Doel De GGD geeft uitvoering aan de Wet Publieke gezondheid namens de 19 zuidlimburgse gemeenten. Financieel belang De omzet van de GGD over 2009 bedraagt € 41.501.053, welk bedrag voor € 13.571.885 door de deelnemende gemeenten bijeengebracht wordt. Voor Heerlen bedraagt de bijdrage over 2009 € 1.228.857 ofwel 2,96 % van de totale opbrengsten GGD en 9,05 % van de totale bijdragen van de gemeenten. Door te beschikken over reserves gedurende het boekjaar laat de jaarrekening een te bestemmen resultaat zien van € 1.601.566. Wanneer sprake zou zijn van een faillissement van de GGD Zuid – Limburg zijn de ter beschikking gestelde bedragen niet verhaalbaar. Financiële aansprakelijkheid indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. De begrote omzet voor 2010 is € 33.684.235,- en voor 2011 een bedrag van € 35.362.492.De gemeente bijdrage over 2010 en 2011 is respectievelijk € 1.480.437,- en € 1.511.105,-. De gemeentelijke bijdrage geldt voor 4 van de 5 programmalijnen van de GGD (GGD, GHOR, HALT en huiselijk geweld). De 5e programmalijn is de RAV
176
Zeggenschap
Ontwikkelingen
(ambulance vervoer). Hier geldt geen bijdrage van de gemeente voor, maar deze wordt betaald uit de ziektekostenverzekering en is mede afhankelijk van het gebruik. De GGD Zuid – Limburg is een Gemeenschappelijke Regeling die is ingesteld door 19 gemeenten in Zuid – Limburg, te weten: Beek, Brunssum, Eijsden, Gulpen – Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard – Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg a/d Geul en Voerendaal.Conform de wettelijke bepaling in de wet gemeenschappelijke regelingen bestaat de bestuursstructuur uit een Algemeen Bestuur, een Dagelijks Bestuur en een voorzitter. De gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. In het Algemeen Bestuur zitten de burgemeester en 1 wethouder afgevaardigd namens Heerlen. Beide hebben in het AB 1 stem, naar rato van het aantal inwoners.In het Dagelijks Bestuur zitten 7 bestuurders, met ieder 1 gelijke stem. Vanuit Heerlen is dit de wethouder Jongeren, Welzijn en Zorg. GGD is recent gefuseerd. Na de gemeenteraadsverkiezingen van april 2010 is een nieuw Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur samengesteld. De gemeenschappelijke regeling is gewijzigd, zodat het nieuwe bestuur een andere, compactere samenstelling krijgt. Het Algemeen Bestuur is teruggebracht van 38 naar 19 leden, waarbij elke gemeente zelf bepaalt wie er namens de gemeente zitting heeft. Dit zijn leden van het college van B&W.
Kredietbank Limburg programma Sociale Infrastructuur Doel Doel van de gemeenschappelijke regeling is hulp te verlenen aan burgers die door hun schuldenlast in maatschappelijke problemen zijn of kunnen komen en het op verantwoorde wijze voorzien in de kredietbehoefte van personen met een inkomen tot 130% van het minimum. Uitvoerder van de GR is het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam Kredietbank Limburg. Financieel belang Exploitatietekorten komen voor rekening van de GR-gemeenten. De verdeelsleutel is 50% op basis van inwonersaantal en 50% op basis van aandeel in de kredietportefeuille. Een eventueel batig saldo wordt op basis van dezelfde verdeelsleutel uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten nadat de openstaande leningen zijn afgelost. De gemeente Sittard-Geleen heeft binnen de GR een aparte status. Middels een side-letter is vastgelegd dat deze gemeente niet participeert in verliezen van voor oprichting van de GR. In 2009 zijn afspraken gemaakt met de KBL om meer producten af te nemen. Over 2009 was het exploitatieresultaat € 26.059 negatief (€ 860.303,- negatief in 2008). De begroting 2010 en volgende jaren is sluitend. Daarnaast is er een voorziening worden getroffen voor oude leningen (<2005) die oninbaar zijn. Het gaat om een bedrag van € 2.390.443,-, waarvan volgens de GR-verdeelsleutel € 785.853,voor rekening van de gemeente Heerlen komt. Zeggenschap De gemeenschappelijke regeling kent een algemeen en een dagelijks bestuur. De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de raden van de gemeenten: één lid per elke 45000 inwoners of gedeelte daarvan. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en ten hoogste vier leden, door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen, met dien verstande dat geen van de gemeenten met meer dan een lid is vertegenwoordigd. Omdat Brunssum geen vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur had is het aantal leden van het dagelijks Bestuur met ingang van 1 januari 2010 uitgebreid van vier naar vijf leden. Ontwikkelingen Realiseert de verbonden partij haar aandeel in het begrotingsprogramma? In 2009 zijn op diverse niveaus gesprekken gevoerd met de KBL om te komen tot
177
de gewenste dienstverlening. Met ingang van 1 januari 2010 is de KBL ketenpartner van het Centraal Loket Schulphulpverlening (CLSH). Doet zij dit binnen de financiële kaders? Afgelopen jaren is verlies geleden. Voor 2010 en volgende jaren wordt echter een sluitende begroting voorzien. Welke risico’s kunnen zich voordoen? Door de financieel-economische crisis stijgt het aantal schuldhulpvragers. Het kabinet heeft vanwege de economische crisis extra middelen beschikbaar gesteld voor de jaren 2009 tot en met 2011 om ook in economisch zware tijden extra aandacht te kunnen geven aan problematische schuldensituaties. Of deze incidentele middelen voldoende zijn om het stijgend beroep op schuldhulpverlening op te vangen zal de toekomst leren. Wat zijn relevante actuele ontwikkelingen?Er is een stijgende behoefte aan beschermingsbewind. Het voornemen is om in 2010 150 dossier beschermingsbewind in te kopen. Er is een Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in de maak. Essentie van de wet is dat de wachttijd voor schuldhulpverlening wordt beperkt tot maximaal 4 weken en bij bedreigende situaties maximaal drie werkdagen. Ook moet de gemeenteraad een vierjaarlijks plan vaststellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening.
Corio Energy N.V. (Mijnwater) programma Economische Stimulering Doel Corio Energy N.V. is momenteel in oprichting door de gemeente Heerlen.Deze rechtspersoon gaat de in de pilot van het mijnwaterproject gedaneinvesteringen exploiteren, passend binnen het Europese mededingingsrecht. De gemeente Heerlen wil hiermee haar aandeel in het pilotproject terugverdienen, zij het over een lange periode. Daarnaast is het project een uithangbord voor het economische speerpunt Nieuwe Energie van gemeente en regio. Exploiteren van de levering van warm en koud water t.b.v. verwarming en koeling van gebouwen. Oprichten van een juridische structuur (NV/BV) waarmee dit op bedrijfsmatige en bedrijfseconomische manier kan worden uitgevoerd. Financieel belang Het totale mijnwaterproject heeft € 13,1 miljoen gekost. De gemeenteheeft hierin een aandeel in gehad van uiteindelijk € 5,8 miljoen. (Raadsbesluit 2009/38255) Zeggenschap Op grond van de Europese mededingingsregels moet de gemeente minstens vijf jaar na de oplevering van het pilotproject eigenaar blijven van de investeringen. Dit betekent dat minimaal 51% van de aandelen van Corio Energy N.V. in handen van de gemeente dient te blijven. Mogelijkerwijs kan dit meer zijn, afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen met de potentiële afnemers die eventueel een aandeel in Corio Energy zouden willen hebben. Ontwikkelingen Het mijnwaterproject is een lange termijn project. Corio Energy zal niet snel een winstgevend bedrijf zijn. De investeringen hebben echter een begin gemaakt met de energietransitie in de stad. Niet alleen fysiek maar ook in de gedachten van mensen, energievoorziening hoeft immers niet per se met behulp van fossiele brandstoffen, het kan ook anders. Een taskforce zal advies uitbrengen over de ontwikkelingen op lange termijn, een businessplan en de organisatorische setting. Een overzicht van de in 2010 benodigde investeringen zal onderdeel vormen van het advies van de taskforce. Deze investeringen worden aan de raad voorgelegd. Op den duur kan Corio Energy uitbreiden, zowel met nieuwe klanten als nieuwe investeringen. De nu nog traditionele energievoorziening van de pompen kan worden verduurzaamd door bijvoorbeeld zonne-energie. Ook het gebruik van uit industriële processen afkomstige restwarmte behoort tot de mogelijkheden. De ontwikkelingsmogelijkheden van Corio Energy hangen nauw samen met de wereldwijde ontwikkelingen op de energiemarkt en de maatregelen tegen klimaatverandering. Risico’s Bij onvoldoende afnemers kan project niet rendabel gemaakt worden.
178
Stichting Isidoor
Financieel belang Zeggenschap Ontwikkelingen
programma Economische Stimulering DoelSamenwerking op het gebied van telecommunicatie, informatietechnologie en overige diensten. Dit initiatief van de gemeente Heerlen en de provincie Limburg heeft in 2005 geresulteerd in de aanleg van een groot glasvezelnetwerk in Zuid-Limburg (via de gelieerde stichting Isilinx). Er is eenmalig € 15.000 geïnvesteerd als procesgeld. Vertegenwoordiging in het stichtingsbestuur door de wethouder Economie,werk en onderwijs. In het afgelopen jaar heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de gang van zaken en afspraken rond de stichting Isilinx en het netwerk dat door de stichting Isidoor tot stand is gekomen. De stichting Isidoor is niet actief.
Stichting WTC Heerlen-Aachen programma Economische Stimulering Doel De exploitatie van een World Trade Center-concept met een optimale dienstverlening op het gebied van handelsbevordering aan het euregionale bedrijfsleven alsmede het bieden van hoogwaardige bedrijfsruimte aan het internationale bedrijfsleven in de kantorensfeer. Financieel belang Als eigenaar de waarde van de WTC-licentie ingebracht; in de voorbereiding een bedrag beschikbaar gesteld van € 300.000. Zeggenschap Als licentiehouder is de wethouder economie, werk en onderwijs lid van het bestuur (zowel algemeen als dagelijks bestuur). Ontwikkelingen Sinds 2008 is het WTC Heerlen-Aachen gevestigd in een kantoorgebouw van ca. 6000 m2 op Avantis. Het WTC functioneert als gebouwen beheerder en verleend alle mogelijke diensten. De huidige positie moet verder worden uitgebouwd zowel qua meerwaarde in de dienstverlening naar bedrijven als ook qua gebouwde voorziening. Door de hoge bezetting van ca. 90 % heeft de eigenaar besloten een uitbreiding van ca. 3000 m2 te realiseren op voorwaarde van een voorverhuur van ca. 50 %. De verwachting is dat in eind 2010/begin 2011 deze beslissing zal worden genomen. De plannen voor een financial center op de grens onder de vlag van het WTC zijn voorlopig uitgesteld mede als gevolg van de huidige economische situatie.
Stichting Centrummanagement Heerlen-centrum programma Economische Stimulering Doel Het op een bedrijfsmatige manier verder ontwikkelen, beheren en daardoor vergroten van de concurrentiekracht van het kernwinkelgebied te Heerlen. Financieel belang In totaal € 56.444 (€ 28.084 betreft gemeentelijke subsidie, de indirecte ondernemersbijdrage via de precarioheffing bedraagt € 28.360). Zeggenschap Namens het college van B en W participeren de wethouder Economie,werk en onderwijs. Ontwikkelingen Er zijn een vijftal projecten vanuit de integrale centrumvisie die in 2009 en 2010 nog worden uitgevoerd.
Stichting Centrummanagement Hoensbroek programma Economische Stimulering Doel Het op een bedrijfsmatige manier verder ontwikkelen, beheren en daardoor vergroten van de concurrentiekracht van het kernwinkelgebied te Hoensbroekcentrum alsmede de toegangsradialen, het mede zorgdragen voor een integraal beheer van de aldaar gelegen openbare ruimten en het streven naar verbetering van het woon-, werk- en leefklimaat in het gebied. Financieel belang € 12.982 Zeggenschap De gemeente Heerlen levert één bestuurlijke afgevaardigde (de wethouder
179
Ontwikkelingen
Economie, Werk en Onderwijs) en één ambtelijke afgevaardigde voor het bestuur van de stichting. Per 1 september 2010 is de huidige centrummanager gestopt. Er loopt momenteel een sollicitatieprocedure voor een nieuwe centrummanager.
Stichting Centrummanagement Heerlerbaan programma Economische Stimulering Doel Het op een bedrijfsmatige manier verder ontwikkelen, beheren en daardoor vergroten van de concurrentiekracht van het kernwinkelgebied te Heerlerbaancentrum alsmede de toegangsradialen, het mede zorgdragen voor een integraal beheer van de aldaar gelegen openbare ruimten en het streven naar verbetering van het woon-, werk- en leefklimaat in het gebied. Financieel belang € 1.000 Zeggenschap De gemeente Heerlen levert één bestuurlijke afgevaardigde (de wethouder Ruimtelijke Ordening en Stadsontwikkeling) en één ambtelijke afgevaardigde voor het bestuur van de stichting. Ontwikkelingen In het najaar van 2009 stopt de huidige centrummanager.Weller heeft een nieuw masterplan opgesteld. De status daarvan is op dit moment niet duidelijk.
Enexis Holding NV Doel
Financieel belang
Zeggenschap
Ontwikkelingen
programma Bestuur en Dienstverlening Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland dient Essent uiterlijk vóór 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet zijn de publieke aandeelhouders van Essent NV voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis geworden. De wetgever treedt in beginsel niet in de wijze waarop gesplitst wordt. Bij de wijze van splitsing door Essent (afsplitsing van het Netwerkbedrijf) volgt de keuze voor deelname in Enexis Holding NV, dit om een nevenschikking te creëren tussen de gereguleerde netwerkactiviteiten en de wettelijk toegestane nevenactiviteiten van het netwerkbedrijf. De vennootschap heeft ten doel:het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water;het instandhouden, (doen) beheren, doen) exploiteren en (doen) uit-breiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie;het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld;het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. Enexis Holding NV opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen). Over het boekjaar 2009 werd in 2010 een dividend uitgekeerd van € 164.381,- t.b.v. de gemeente Heerlen. De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. Sinds de operationele afsplitsing en de eigendom afsplitsing heeft Enexis een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Een zelfstandig netwerkbedrijf met een eigen strategie, leidende ambities en een duidelijk eigen gezicht. En een manier van werken, waarbij de energiebehoefte van de klanten, aandeelhouders en het
180
maatschappelijk belang centraal staan. Deze ontwikkelde manier van werken is gebaseerd op de kernwaarden: samen, slagvaardig, verantwoordelijk en toekomstgericht.Enexis hanteert een stakholdermodel met vier stakeholders. Naast klanten, aandeelhouders en medewerkers, is de maatschappij als vierde stakeholder toegevoegd. Het maatschappelijk belang staat bovenaan, gevolgd door klanten, medewerkers en aandeelhouders. Bij het vaststellen van intern beleid maakt Enexis gebruik van een beleidsdriehoek. Deze is gebaseerd op de beleidsdriehoek van Economische Zaken (EZ). En bevat elementen betaalbaar, betrouwbaar, duurzaam en publieksgericht. Enexis is verantwoordelijk voor de aanleg, het onderhoud, het beheer en de ontwikkeling van de energietransporten distributienetten in Noord-, Oost- en Zuid Nederland. Ze zorgen ervoor dat gas en electriciteit veilig bij ongeveer 2,6 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden terechtkomen. In 2010 neemt de energiekamer een nieuw methodebesluit over de tariefregulering voor de periode 2011-2014. De inhoud van dit besluit zal naar verwachting aanzienlijke gevolgen hebben voor de gereguleerde omzet van Enexis. Op het vlak van duurzaamheid gaat Enexis zich nog meer bewijzen. Een viertal grotere demoprojecten op het gebied van Groen Gas, en Smart Grids is in voorbereiding.
Vordering op Enexis BV programma Bestuur en Dienstverlening Doel Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland dient Essent uiterlijk vóór 1 januari 2011 gesplitst te zijn in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is inmiddels doorgevoerd per 30 juni 2009. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en electriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis BV over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland BV. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer staat opgenomen dat het niet wenselijk is dat na splitsing financiële kruisverbanden blijven bestaan en omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is derhalve besloten om de lening (vordering) niet mee te verkopen aan RWE, maar over te dragen aan de aandeelhouders. Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De aflossing hiervan is vastgelegd in een viertal leningsovereenkomsten met verschillende looptijden (tot en met 10 jaar). Het gemiddelde rentepercentage dat op deze leningen wordt vergoed bedraagt ongeveer 4,65%. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen geoormerkt als achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis. Financieel belang 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen). De totale vordering bedraagt voor Heerlen € 3.750.145,41 en bestaat uit 4 leningdelen:€ 937.536 rente 3,27% af te lossen 2012€ 1.041.707 rente 4,10% af te lossen 2014€ 1.041.707 rente 4,65% af te lossen 2016€ 729.195, rente 7,20% af te lossen 2019 Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. Ontwikkelingen a. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is gering
181
en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 100.000), art 2:81 BW. b. Daarnaast loopt Vordering op Enexis BV beheerst geachte risico’s op Enexis Holding NV voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis Holding NV.
Cross Border Lease Vennootschaps B.V. programma Bestuur en Dienstverlening Doel De functie van deze CBL Vennootschap BV is dat zij de verkopende aandeelhouders zal vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Enexis en Essent) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBLaangelegenheden en zal fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Ter voorkoming van misverstanden: het CBL Fonds zelf is niets meer dan een bankrekening die zal worden aangehouden bij een gerenommeerde bank waarop het afgesproken bedrag zal worden gestort en aangehouden. Voor zover na beëindiging van alle CBLs en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en verkopende aandeelhouders.Naast het feit dat deelname in CBL Vennootschap BV de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemendoor de verkopende aandeelhouders in CBL Vennootschap BV om de volgende redenen in het openbaar belang:Redenen waarom het medebeheer van het CBL Fonds en de vertegenwoordiging inzake CBL aangelegenheden door de verkopende aandeelhouders wordt gebundeld in CBL Vennootschap BV en niet individueel wordt gedaan door ongeveer 140 aandeelhouders zijn gelegen in argumenten van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is in de praktijk vrijwel ondoenlijk om met ongeveer 140 separate partijen het (mede)beheer te voeren over een fonds. Ook in de context van communicatie over, en besluitvorming met betrekking tot, de onderliggende CBL’s zelf, is het efficiënter, sneller en goedkoper om met één partij van doen te hebben in plaats van met ongeveer 140. Deze argumenten van eenvoudiger coördinatie en efficiëntie gelden niet alleen in de relatie tussen de aandeelhouders onderling, maar zijn ook aspecten die door Essent, Enexis en RWE als van wezenlijk belang voor de toekomstige verhouding worden beschouwd.Hoewel niet te maken hebbend met CBL Vennootschap BV, maar met het CBL Fonds, is het openbaar belang ook bijzonder gediend met het bestaan van het CBL Fonds omdat dit het risico van de aandeelhouders jegens de wederpartijen van de CBL’s deels beperkt en leidt tot een heldere en eenvoudige (namelijk 50%-50%) aansprakelijkheidsverdeling (althans voor het bedrag dat in het CBL Fonds zit) van CBL risico’s tussen verkopende aandeelhouders en RWE. Financieel belang 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen) Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. Ontwikkelingen a. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze
182
vennootschap (ca. € 250.000), art 2:81 BW). b. Daarnaast lopen de verkopende aandeelhouders van Essent het risico dat het gecreëerde CBL fonds ontoereikend kan zijn voor mogelijke CBL claims, waarbij de koopovereenkomst met RWE spreekt van een maximale begrenzing van het risico dat gelijk is aan de koopprijs. De kans dat dit risico zich voordoet wordt zeer onwaarschijnlijk geacht.Er is in de 2e helft van 2009 een aantal CBL contracten vervroegd beëindigd binnen de daarvoor gemaakte reserveringen. Er zijn ultimo 2009 geen aanwijzingen dat CBL Vennootschap BV onvoldoende solvabel zal zijn om mogelijke CBL claims dan wel vervroegde afwikkelingen te kunnen voldoen.In juni 2010 is besloten tijdens een AvA om het ASA Risico Fonds uit te keren. De gemeente Heerlen heeft een bedrag van € 36.517,11 ontvangen.
Verkoop Vennootschaps B.V. programma Bestuur en Dienstverlening Doel In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties is door de verkopende aandeelhouders op het moment van verkoop van Essent PLB aan RWE overgedragen aan deze deelneming, die vanaf het moment van oprichting dus ook aansprakelijk is mochten een of meer van deze garanties onjuist blijken te zijn. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende ene bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort). Buiten het bedrag dat in escrow zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet verder aansprakelijk voor inbreuken op garanties. Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap BV dus tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt Verkoop Vennootschap BV op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeel-houders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort Financieel belang 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen) Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. Ontwikkelingen Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ca. € 550.000), (art 2:81 BW).Er zijn in 2009 geen claims door RWE ingediend die uit de binnen Verkoop Vennootschap BV gevormde escrow moeten worden voldaan.Gegegeven de kostenbegroting en de beperkte rentevergoeding op de General Escrow is de verwachting dat er geen rentevergoeding wordt uitgekeerd naar de aandeelhouders toe. De gemeente Heerlen heeft hiermee ook geen rekening gehouden in de meerjarenbegroting.
183
Attero N.V. voormalig Essent Milieu Holding B.V. programma Bestuur en Dienstverlening Doel het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en –verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energie-opwekking. Financieel belang 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen). Het uitgekeerde dividend in 2010 bedroeg € 20.834,voor de gemeente Heerlen.Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ca. € 1,5 miljoen) bedragen (art 2:81 BW). Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. Ontwikkelingen Attero zoekt voortdurend naar nieuwe oplossingen. Het is een betrouwbare en klantgerichte onderneming met een uitgebreid producten- en dienstenpakket. Het bedrijf is uitgegroeid tot de grootste afvalverwerker op de Nederlandse markt en biedt werk aan zo’n 650 mederwerkers. Op een vijftiental locaties wordt jaarlijks zón 2,5 miljoen afval verwerkt, waaronder het restafval van circa 40 % van alle Nederlanders (ofwel ruim 6 miljoen inwoners). In 2009 werd een omzet behaald van € 330 miljoen en een positief resultaat van € 84 miljoen. Attero’s paradepaardjes zijn het nascheiden van kunstof verpakkingsmateriaal, het winnen van groene stroom uit gft en het opwekken van biogas naar groen gas. De nieuwe posititie ten opzichte van de aandeelhouders, klnaten en andere ‘stakeholders’in combinatie met de marktontwikkelingen, maken het noodzakelijk de strategie tegen het licht te houden, en die waar mogelijk en noodzakelijk aan te passen. De kernwaarden bij het strategisch handelen zijn: duurzaamheid, innovatie, betrouwbaarheid en klantgerichtheid. Het herijkingsproces is momenteel in volle gang.
Claim Staat Vennootsch B.V. programma Bestuur en Dienstverlening Doel In februari 2008 zijn Essent en Essent Nederland BV, met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de splitsingwetgeving onverbindend zijn. Als gevolg van deze, in de ogen van Essent, onverbindende splitsingwetgeving (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing) lijden haar aandeelhouders schade. Inmiddels heeft de Rechtbank te 's-Gravenhage de vordering van Essent afgewezen. Essent heeft tegen deze uitspraak hoger beroep aangetekend. Vanwege praktische moeilijkheden met betrekking tot de overdracht van deze procedure aan de individuele aandeelhouders van Essent NV, hebben Essent en RWE afgesproken dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE door Essent blijft worden gevoerd. Essent en RWE zijn echter overeengekomen dat de eventuele schade-vergoedingsvordering van Essent op de Staat der Nederlanden die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is dat (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, wordt gecedeerd aan de aandeel-houders (en dus niet achterblijft binnen de Essent groep), die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de "Claim Staat Vennootschap BV"). In het kader van afronding van de verkoop van
184
Financieel belang Zeggenschap
Ontwikkelingen
de aandelen in het kapitaal van Essent NV aan RWE wordt de Claim Staat Vennootschap BV verkocht en geleverd aan alle aandeelhouders in Essent NV die participeren in de verkoop van RWE, alsmede aan die aandeel-houders in Essent NV die hun aandelen in het kapitaal van Essent NV niet aan RWE verkopen, maar toch aandelen in het kapitaal van Claim Staat Vennootschap BV willen kopen. Naast het feit dat deelname in Claim Staat Vennootschap BV de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de aandeelhouders in Claim Staat Vennootschap BV is in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het spreekt voor zich dat het voor de aandeelhouders (en ook voor RWE) eenvoudiger, beter en goedkoper is om gezamenlijk via de band van Claim Staat Vennootschap BV te procederen dan dit ieder voor zich te moeten doen (met alle kosten en moeilijkheden die met de onderlinge afstemming dan gepaard zouden gaan). Inmiddels blijkt dat Essent beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen) De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ca. € 100.000) bedragen (art 2:81 BW).
Publiek Belang Electriciteitsproductie B.V. programma Bestuur en Dienstverlening Doel De rechter heeft, in kort geding, bepaald dat Essent’s 50% belang, in economische zin, in NV Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ (EPZ), welke vennootschap onder meer eigenaar is van de kerncentrale te Borssele niet mag worden mee verkocht aan RWE. Dit houdt in dat de verkopende aandeelhouders zowel het juridische als het economische eigendom van Essents 50%-belang in EPZ zullen verkrijgen en daarmee de rechten om de publieke belangen te borgen (naast de borging die uitgaat vanuit de Rijksoverheid via o.a. de Kernenergiewet en de voorschriften in de aan EPZ verleende vergunning). Het 50% belang in EPZ is ondergebracht onder Publiek Belang Electriciteitsproductie BV (PBE BV). De onderneming heeft als doelstelling het beschermen van de belangen van de stakeholders in relatie tot alle activiteiten die zijn verbonden aan EPZ, rekening houdend met de contractuele afspraken zoals die zijn vastgelegd in EPZ SPA en de daarmee verband houdende documenten. Financieel belang 0,20834% (procentuele participatie voortvloeiend uit aandelenbezit voormalig Essent (311.850 aandelen). Het uitgekeerde dividend in 2010 bedroeg € 22.918,voor de gemeente Heerlen. Zeggenschap De gemeente Heerlen is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Voor de rest heeft de gemeente als aandeelhouder geen echte invloed op de te volgen strategie door Essent. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. 185
Ontwikkelingen
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ca. € 1,5 miljoen) bedragen (art 2:81 BW).Omdat vooralsnog wordt uitgegaan van een uitgestelde levering van aandelen draagt RWE het economisch risico. De (rente)vergoeding wordt aan de oud-aandeelhouders van Essent uitbetaald na levering van de aandelen. De werkelijk te ontvangen dividenden, die zolang in een voorziening worden geplaatst, worden na levering van de afgesproken verkoopopbrengst van € 950 mln. afgetrokken. De informatie betreft het feit dat termijncontracten (de zogenoemde ‘forwardcontracten’) betreffende de verkoop van stroom, die eerder door de voormalige holding Essent waren afgesloten voor de komende paar jaren, in het kader van de zogenaamde ‘carve out’ van EPZ eind september 2009 volledig aan RWE dienden te worden toegerekend. In dergelijke ‘forwardcontracten’ worden met andere (kopende) partijen op voorhand prijzen overeengekomen voor een toekomstige verkoop van een deel van de beschikbare productiecapaciteit uit een energiecentrale. Deze contracten vertegenwoordigen, gezien de sterke daling van de energieprijzen in de afgelopen tijd, een aanzienlijke waarde. Doordat deze ‘forwardcontracten’ zijn overgegaan naar RWE, heeft dit een significante invloed op de dividendprognoses van ERH. De Aandeelhouderscommissie is hierover in contact getreden met de Raad van Bestuur van Essent/RWE. Omdat het overleg hierover nog gaande is, kan over de mogelijke resultaten daarvan nog geen uitsluitsel worden gegeven.
Licom N.V. Doel
programma Economische Stimulering Licom nv is een maatschappelijke onderneming die diensten verleent op het gebied van arbeidsmarkttoeleiding m.n. voor Heerlense/Parkstad burgers die op grond van een WSW indicatie te werk worden gesteld. Expertise op het gebied van werkgelegenheidsontwikkeling voor de sociale werkvoorziening en haar infrastructuur bij uitstek geschikt voor het re-integreren van deze arbeidskrachten. Aandeelhouder van Licom N.V. met een boekwaarde van € 1.740.000,- Bijdrage in begroting van Licom NV op basis van een eenmalige storting in het eigen vermogen in de vorm van een extra aandelenemissie voor een gezamenlijk bedrag ad € 6 mln. (voor Heerlen € 1,74 mln.) op 01-01-2006. Voorheen was er een jaarlijkse bijdrage aan Licom N.V. Alleen de deelnemende 11 gemeenten zijn aandeelhouder. Dit zijn Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Nuth, Simpelveld, Voerendaal, Valkenburg, Gulpen-Wittem en Vaals. Namens de aandeelhouders is er een Raad van Commissarissen (5) die de gezamenlijke doelstellingen bewaakt en ook toezicht houdt op het functioneren van de directie. De directie van Licom NV (3) bestaat uit een algemeen directeur, een directeur financiën en een directeur HRM. Zij zijn verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Namens de gemeenten nemen de portefeuillehouders (of diens afgevaardigden) en de voorzitter en secretaris van het WOZL deel aan de AvA. Namens Licom NV is er minimaal een vertegenwoordiging vanuit de RvC en directie. Vanuit Heerlen neemt de Wethouder Economie en Werkgelegenheid, Onderwijs en Buurtgericht werken deel aan de AvA. Het gemeentelijk aandeel in deelname is 28,1% In 2009 was er een fors negatief resultaat. De verwachting is dat over 2010 ook een negatief resultaat zal worden behaald, doch fors kleiner dan 2009. Voor deze verliezen wordt de reserve van Licom benut. Voor 2011 wordt een neutraal resultaat verwacht. In zijn algemeenheid is er een risico van faillissement van de onderneming, met het risico dat de aandelen geen waarde meer vertegenwoordigen en de in dienst zijnde WSW-ers hun taak/functie verliezen. Dit
Financieel belang
Zeggenschap
Ontwikkelingen
186
onder invloed van de verslechterde economische omstandigheden en het verminderde aanbod van eenvoudig (en passend) werk. Naast het economische verlies hebben we dan ook het probleem om voor Heerlen 1.307 standaard eenheden een passende werkomgeving te vinden. Gezien de actualiteit kan als risico worden opgemerkt worden dat bij een eventueel negatief resultaat over 2011 mogelijk aanspraak gemaakt zal worden op de aandeelhoudende gemeenten om de tekorten aan te vullen. Licom N.V. verwacht voor 2011 een neutraal resultaat. In met name 2010 zijn forse inspanningen gepleegd op het vlak van enerzijds kostenbesparingen (zoals vacaturestop, investeringsstop en sponsor stop) en anderzijds een uitbreiding van de acquisitiecapaciteit met als gevolg een hogere omzet. De effecten hiervan zijn in 2010 merkbaar, er wordt binnen het eerste half jaar van 2010 beter dan begroot gepresteerd, zodat het eerder begrote kleine tekort over 2010 aan het verminderen is.In 2009 is Licom een strategische alliantie met Vebego aangegaan wat tot de joint-venture Licom schoon heeft geleid. Enerzijds is zo het marktrisico gedeeld en anderzijds worden met name de kansen vergroot. De resultaten zijn zowel in economisch opzicht als in de gemeten optiek van de werknemerstevredenheid positief. Voor 2010 en verder liggen hier ook grote groeikansen. Missie: Licom biedt als mensgerichte organisatie passend werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en bevordert hun ontwikkeling naar arbeid. Deze missie is nog steeds actueel. Echter de praktijk zal gezien de actualiteit steeds meer vragen dat de Licom N.V. zich meer op de andere (kwetsbare) doelgroepen dan de Wsw-geïndiceerden zal moeten richten omdat de wetgeving omtrent het indiceringproces in totaliteit aan het verschuiven is. Binnen de missie is deze opdracht al verwoord.Naast aandeelhouders zijn de gemeenten ook opdrachtgever voor de individuele trajecten van de Wsw-geïndiceerden. De gemeenten hebben een nadrukkelijkere regierol op zich genomen en gaan daarnaast ook strikter sturen bij de opdrachtverlening. WOZL zal binnen zijn opdracht (uitvoering) namens de gemeenten deze rol vervullen. Voorgenomen veranderingen: Verbreding doelgroep, meer diensten, minder industrie (van binnen naar buiten beweging).
187
Colofon Redactie: Strategie & Control, gemeente Heerlen Opmaak en druk: Vormgeving en Copycenter, gemeente Heerlen Postadres: Postbus 1, 6400 AA Heerlen www.heerlen.nl Heerlen, oktober 2010
188