Begroting 2015 September 2014
INHOUDSOPGAVE BEGROTING Samenstelling bestuur Leeswijzer
4 5
Hoofdstuk 1
Inleiding
7
Hoofdstuk 2
Beleidsbegroting
9
Hoofdstuk 3
Bijlagen
2.1 Thema’s 2.1.1 Culturele hoofdstad 2.1.2 Transformatie sociaal domein 2.1.3 Werkgelegenheidsaanpak 2.2 Programma’s 2.2.1 Sociaal 2.2.2 Fysiek 2.2.3 Veilig 2.2.4 Bestuur en middelen 2.3 Paragrafen 2.3.1 Lokale heffingen 2.3.2 Weerstandsvermogen 2.3.3 Onderhoud kapitaalgoederen 2.3.4 Financiering 2.3.5 Bedrijfsvoering 2.3.6 Verbonden partijen 2.3.7 Grondbeleid 2.3.8 Meerjaren investeringen
10 10 12 15 19 19 32 52 56 62 62 70 80 86 89 91 108 113
Financiële begroting
117
3.1 Overzicht baten en lasten 3.1.1 Overzicht baten en lasten 3.1.2 Toelichting op overzicht 3.2 Uiteenzetting financiële positie 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie 3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen 3.2.3 Meerjarenraming
117 117 118 119 119 129 139
Alfabetische lijst met afkortingen
140
A. Financiële overzichten
147
B. Verloop reserves en voorzieningen
167
C. Investeringsoverzicht e.v.
171
D. Overzicht subsidies instellingen
179
E. Overzicht van incidentele lasten en baten en structurele stortingen in en onttrekkingen aan reserves F. Monitor bezuinigingen
185
3
189
SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR
V.l.n.r. Gemeentesecretaris Hoek, wethouder Ekhart, wethouder Diks, wethouder Feitsma, burgemeester Crone, wethouder Deinum, wethouder Koster, wethouder van der Molen.
Burgemeester dhr. Drs. F.J.M. Crone Verantwoordelijk voor: Veiligheid, openbare orde en handhaving Europese/internationale zaken Grote stedenbeleid Gemeentelijke herindeling Public affairs Culturele Hoofdstad 2018
Wethouder dhr. H. van der Molen Portefeuilles: Wijken en dorpen Beheer openbare ruimte Armoedebeleid Jeugdwerkeloosheid Publieke dienstverlening Bedrijfsvoering
Wethouder mw. Drs. T. Koster Portefeuilles: Onderwijs Jeugdbeleid Kennis en innovatie Gezondheidszorg Verkeer en Vervoer
Wethouder dhr. S. Feitsma Portefeuilles: Financiën Cultuur/Culturele Hoofdstad 2018 Historisch centrum Leeuwarden Stads- en regiomarketing Samenwerkingsagenda provincie Fryslân-gemeente
Wethouder dhr. H. S. Deinum Portefeuilles: Economische zaken Economie en innovatie Watertechnologie Ruimtelijke ordening Samenwerking met regiogemeenten
Wethouder mw. I. Diks MA Portefeuilles: Duurzame ontwikkeling Recreatie en toerisme Natuur en landbouw Wonen en stedelijke vernieuwing Monumentenzorg
Wethouder dhr. A. Ekhart Portefeuilles: Zorg en opvang Integratie Vluchtelingen Werk en inkomen Sport
Gemeentesecretaris dhr. mr. R.J. Hoek Verantwoordelijk voor: De gemeentelijke organisatie
4
LEESWIJZER De opbouw van de begroting wordt in belangrijke mate voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en is als volgt: Figuur 1 Hoofdstructuur begroting.
Begroting
Beleidsbegroting
Thema’s
Programma’s
Financiële begroting
Paragrafen
Baten en lasten
Financiële positie
In hoofdstuk 2 staat de beleidsbegroting. In vergelijking met voorgaande jaren is de beleidsbegroting iets anders ingedeeld. De opzet van de programma’s is vereenvoudigd en enkele paragrafen zijn verbeterd. De focus is gericht op het bereiken van de in het collegeprogramma gestelde doelen voor 2017/2018 en of er beleidsinhoudelijke of financiële afwijkingen zijn of dreigen. Uitgangspunt is dat de begrotingsuitvoering voor ongeveer 95% uit reguliere activiteiten bestaat. Dat zijn going concern taken (vermeld in de financiële overzichten met beleidsproducten aan het eind van ieder programma) waar minder politieke sturing op nodig is, zolang er geen essentiële afwijkingen zijn. De Beleidsbegroting bevat nu: 1. Drie grote (financiële) opgaven in deze raadsperiode vervat in drie thema’s: Culturele hoofdstad 2018, transformatie sociaal domein en de werkgelegenheidsaanpak. Ieder thema bevat: Een schets van de aanpak Het aandeel van de gemeente daarin (en van anderen) De gemeentelijke middelen die hiermee gemoeid zijn De programma’s die hieraan een bijdrage leveren 2. Vier programma’s, die zijn afgeleid van het collegeprogramma en de organisatieopzet: Sociaal, Fysiek, Veilig en Bestuur en middelen. Ieder programma bevat: Een kort overzicht van de ambities en speerpunten uit het collegeprogramma voor 2017/2018: Wat willen we bereiken? Een tekstuele toelichting op activiteiten die bijdragen aan de realisatie van ambities en speerpunten: Wat gaan we daarvoor doen in het volgende begrotingsjaar en met wie? Om aan te geven waar de gemeente op afgerekend kan worden en wat de verantwoordelijkheid van anderen is. Daarbij is voor zover mogelijk een relatie aangebracht tussen budgetten en activiteiten. Een raming van baten en lasten op beleidsproducten niveau: Wat gaat dat kosten? De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale baten en lasten per beleidsproduct.
5
3. In afzonderlijke paragrafen staan de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Iedere paragraaf is een dwarsdoorsnede van de voorgaande programma’s op het gebied van: lokale heffingen; weerstandsvermogen; onderhoud kapitaalgoederen; financiering; bedrijfsvoering; verbonden partijen (aangepast); grondbeleid; Meerjaren investeringen (aangepast). In deze paragraaf staan alle meerjaren investeringen nu bij elkaar. De opzet van hoofdstuk 3 is ongewijzigd. In hoofdstuk 3 staat de financiële begroting met daarop een toelichting. Het overzicht van baten en lasten staat in paragraaf 3.1. De uiteenzetting van de financiële positie staat in paragraaf 3.2. Een totaaloverzicht met voorgenomen bezuinigingen is te vinden in bijlage F.
6
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
1. INLEIDING Nieuwe periode: nieuwe doelen en kader In 2014 heeft Leeuwarden een nieuw college en een nieuwe raad gekregen. Het collegeprogramma ‘Iedereen is Leeuwarden, Ljouwert is eltsenien’ (2014-2018) vormt de grondslag voor de hele raadsperiode en bevat de te bereiken doelen van de gemeente in 2017/18. Met de meerjarenbegroting 2014-2017 is het financieel kader bepaald, waarop komende periode politiek gestuurd wordt. Deze begroting beschrijft wat wij in 2015 voor en met de Leeuwarders gaan doen om de gestelde doelen te bereiken en hoe we dat betalen. Financiële positie en weerstandsvermogen De (meerjaren)begroting 2015 is structureel sluitend. Er is sprake van een gezonde financiële positie en dat is een belangrijke randvoorwaarde voor de uitvoering van alle plannen. Er wordt een positief saldo van € 83.000 verwacht in 2018. Op grond van diverse actuele ontwikkelingen is de weerstandscapaciteit van de gemeente voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op ruim € 9,2 mln. Deze omvang is voldoende groot om op basis van de huidige inzichten de geïnventariseerde algemene risico’s op te kunnen vangen. Daarnaast is voor de risico’s met betrekking tot de decentralisatie van taken op het gebied van zorg, jeugd en participatie een risicobuffer van € 9 mln in de Reserve Sociaal domein beschikbaar. Grondexploitatie Rond de grondexploitatie blijven financiële onzekerheden bestaan en wordt nog geen rekening gehouden met sterk economisch herstel op korte termijn. De calculaties worden dan ook voor de komende jaren zeer behoedzaam opgesteld; de verwachte verliezen zijn genomen en zowel de korte als de lange termijn risico’s zijn afgedekt. Dit alles neemt echter niet weg dat ook in 2015 de inzet gericht blijft op het verder optimaliseren van de grondexploitaties. Voortgaan op de ingeslagen weg Ondanks voorzichtig economisch herstel blijven financiële onzekerheden bestaan en is voorzichtigheid in het uitgavenpatroon geboden. Bij de begroting 2014 is voor een goede balans tussen waardevolle investeringen en noodzakelijke bezuinigingen gekozen. Er is geen reden om hier op dit moment vanaf te wijken. Het eerstvolgende integraal afwegingsmoment voor herziening van beleid of financieel kader is de tussentijdse evaluatie van het collegeprogramma (voorjaar 2016) en de begroting die daarop volgt, tenzij negatieve financiële ontwikkelingen noodzaken tot eerdere besluitvorming. Zichtbare resultaten in 2015 Er moeten voorbereidingen worden getroffen in aanloop naar de Culturele Hoofdstad 2018. In 2015 besluiten we onder andere over de invulling van de Blokhuispoort en wordt het nieuwe havenkantoor in Grou afgemaakt. De ondersteuning op het gebied van (jeugd)zorg en werk moet beter, goedkoper en efficiënter door het dichter bij mensen te organiseren. De gemeente voert hierop de regie en werkt integraal samen met de coöperatie Amaryllis c.q. wijkteams en andere organisaties die actief zijn in het ondersteunen van kwetsbare inwoners. In 2015 wordt de situatie van alle cliënten die maatschappelijke ondersteuning ontvangen, herbeoordeeld. Verder zijn er meer banen nodig, de jeugdwerkeloosheid moet worden aangepakt. De gemeente heeft beperkte mogelijkheden om inwoners aan werk te helpen. Daar waar we invloed kunnen uitoefenen doe we dat. Bijvoorbeeld door leren in combinatie met werken aantrekkelijk te maken, en door lobby-activiteiten in Brussel samen met Smallingerland, Heerenveen en Súdwest-Fryslân. Van de voorgenomen bezuinigingen verwachten we in 2015 in ieder geval de besparing op energielasten van gemeentelijke gebouwen te realiseren.
7
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Hoe komt de gemeente aan haar geld? Figuur 2
Hoe wordt het geld besteed? Figuur 3
Afnemende lastendruk In een periode waarin opnieuw moet worden bezuinigd, ontzien we de inwoners wat betreft lokale lasten. De tarieven van de onroerendezaakbelasting voor woningen en afvalstoffenheffing stijgen weliswaar in 2015. Maar deze stijgingen kunnen worden gecompenseerd door een forse daling van de tarieven bij de rioolheffingen, mede het gevolg van een onttrekking aan de Reserve egalisatie heffingen. Per saldo neemt de lastendruk af met bijna € 0,2 mln. Samen maken we Leeuwarden Wij hebben groot vertrouwen in de mensen, bedrijven en maatschappelijke organisatie die actief zijn in onze gemeente. Onze ambitie is samen met hen en de regio Leeuwarden krachtiger en vitaler te maken. Op sociaal, cultureel en economisch gebied staan we voor grote uitdagingen, die zowel kansrijk als risicovol zijn. Uitgaande van de eigen kracht van mensen, doen we een beroep op ieders eigen verantwoordelijkheid en stimuleren we lokale initiatieven die innovatieve oplossingen bieden. Van ons mag verwacht worden dat we met heldere doelen voor ogen koers zetten, de kwaliteit van voorzieningen bewaken en zorgen voor een vangnet van ondersteuning en bescherming voor wie dat nodig heeft. Samen maken we van Leeuwarden een mooie en dynamische gemeente. 8
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2. BELEIDSBEGROTING Figuur 4 Structuur Beleidsbegroting.
Beleidsbegroting
Thema’s: 1. Culturele hoofdstad 2018, 2. Transformatie sociaal domein en 3. Werkgelegenheidsaanpak
Sociaal
Fysiek
Veilig
Cultuur
Economie en toerisme
Jeugd en onderwijs
Wonen en milieu
Sociaal maatschappelijke ontwikkeling
Infrastructuur en mobiliteit
Werk en inkomen
Ruimtelijke ordening
Sport
Beheer leefomgeving
Veiligheid
Bestuur en middelen
Bestuur
Algemene dekkingsmiddelen
Paragrafen: conform Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
9
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.1 Thema’s 2.1.1 Culturele hoofdstad 2018 Uitdaging Op vrijdag 6 september 2013 werd een periode van vijf jaar dromen, zoeken, tasten, brainstormen, hard werken en toenemend vertrouwen in eigen kunnen, beloond met iets wat velen in en buiten Fryslân lange tijd voor onmogelijk hadden gehouden: Leeuwarden werd door de jury namens Nederland uitverkoren als Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. Een fantastisch resultaat voor stad en provincie, voor de Stichting Kulturele Haadstêd 2018 en voor de honderden enthousiastelingen die door hun tomeloze creativiteit en inzet deze droom werkelijkheid zagen worden. De betekenis van deze uitverkiezing kan moeilijk worden overschat. Een gebied krijgt van een onafhankelijke internationale jury de erkenning dat men een verhaal op tafel heeft gelegd waar niemand omheen kan en dat het waard is om in Europa gehoord te worden. Leeuwarden en Fryslân zijn boven zichzelf uitgestegen en hebben nu de opdracht om die verwachtingen waar te maken. De ontwikkelingen die we voorstaan, moeten bijdragen aan de sociale en economische dimensies van een duurzame samenleving, aan de cultuur en aan de ecologie. Investeringen moeten duurzame resultaten en effecten leveren. Projecten en programma’s moeten het verschil maken en zorgen voor structuurversterking op de lange termijn. Uit deze doelstelling volgt een zestal subdoelen (zes E’s) waar de gezamenlijke organisatie (gemeente, provincie en stichting) in zijn geheel verantwoordelijk voor is: Event De organisatie van tenminste 41 krachtige evenementen. Europa ( nationaal en Internationaal): Leeuwarden en Fryslân beschikken over een breed en sterk multilateraal netwerk in Europa. Experience (imago): Als spin off ontstaat een integraal aanbod van culturele, ecologische en toeristische ervaringen. Entrepreneurship: Het versterken van het ondernemerschap binnen het domein creativiteit, ecologie en toerisme. Empowerment: Als gevolg van CH2018 zullen vooral kinderen en jongeren blijvend stijgen op de maatschappelijke ladder. Ecologie: Leeuwarden en Fryslân zelfvoorzienend laten worden in hun energiegebruik, innoveren in landbouw en watertechnologie. Aanpak en aandeel gemeente Om dit te bereiken is het noodzakelijk om als stad en provincie de succesvolle samenwerking rondom CH2018 voort te zetten. Drie typen inhoudelijke opgaven zullen door gemeente en provincie én de stichting in gezamenlijkheid en in nauwe samenhang uitgevoerd moeten worden: a. Programma Culturele Hoofdstad 2018 (stichting) De nieuw op te richten stichting ten behoeve van CH2018 heeft duidelijk omschreven taken ten aanzien van het organiseren van de in het Bidbook van LWD2018 genoemde 41 events met bijbehorende activiteiten (bijvoorbeeld Floating Islands, Eleven Fountains en Behind the Front Door). Provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden geven opdracht aan de stichting en monitoren de voortgang. 10
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
b. Faciliterend Programma Culturele Hoofdstad 2018 (gemeente/provincie) Het faciliterend programma verzorgt alle activiteiten/projecten die normaliter een overheidstaak zijn, een legacy hebben die de CH2018 overstijgt of qua competentie beter passen bij de overheden en bijdragen aan het succesvol maken van CH2018. Het faciliterend programma bestaat uit 3 delen: 1. Facilitair (ondersteunend aan de stichting): communicatie, lobby, openbare orde en veiligheid, sponsoring, monitoring en evaluatie; 2. Randvoorwaardelijk met duurzaam effect: alles wat gemeente en provincie moeten doen om de uitvoering van de 41 events mogelijk te maken: marketing, fondsenwerving, subsidieloket, monitoring, openbare orde, bereikbaarheid, empowerment, vergunningen, hospitality (deze deelprojecten worden nader uitgewerkt en geconcretiseerd, implementatie vanaf sept a.s.); 3. Infrastructurele voorzieningen die in 2018 in beginsel gereed moeten zijn: Blokhuispoort, Stationsomgeving en Lân van Taal, Kern Grou; Alle projecten die zijn benoemd in het bidbook en niet onder de samenwerkingsagenda vallen. c. Programma Samenwerkingsagenda (gemeente/provincie) Gericht op bereiken van 3 hogere doelen in 2025 (participatie, onderwijs en werkgelegenheid); doelen die gebaseerd zijn op de urgenties achter de kandidatuur voor Culturele Hoofdstad 2018. De samenwerkingsagenda pakt door de bestaande beleidsuitvoeringen de drie grootste urgenties van de stad en de regio aan (participatie, onderwijs en werkgelegenheid). Dit door middel van een gezamenlijk vastgesteld programma dat is vastgelegd in de samenwerkingsagenda. Onderscheid wordt gemaakt tussen lopende projecten als Watercampus en Dairy Campus, projecten voor de periode 2014-2018 (bijvoorbeeld School als Werkplaats, verduurzaming gebouwde omgeving) en projecten voor de periode 2018-2025 (bijvoorbeeld herstructurering, koplopersproject). Financiën Voor de periode 2014 t/m 2019 is een bedrag beschikbaar van € 5 mln en daarnaast is binnen de begroting nog eens rekening gehouden met een personele inzet van € 320.000 per jaar in de periode 2014 t/m 2018. Relatie met andere programma’s Welhaast alle programma’s en programmaonderdelen uit de begroting leveren een bijdrage aan het thema Culturele Hoofdstad 2018. Het accent ligt bij Sociaal: Cultuur, Jeugd en onderwijs, Sociaal maatschappelijke ontwikkeling, Werk en inkomen en Fysiek: Economie en toerisme, Wonen en milieu, Infrastructuur en mobiliteit, Ruimtelijke Ordening en beheer leefomgeving.
11
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.1.2 Transformatie sociaal domein Uitdaging De wijze van zorg en hulp verlenen verandert en het huidige kabinet legt meer taken en verantwoordelijkheden bij de gemeente. Na de Jeugdwet zijn nu ook de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet door de Eerste Kamer vastgesteld. De gemeente wordt als gevolg van de nieuwe Jeugdwet verantwoordelijk voor alle jeugd en opvoedhulp, de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de aanpak van kindermishandeling. Ook de jeugd-GGZ en de zorg voor kinderen met een lichte verstandelijke beperking worden gemeentelijke verantwoordelijkheden. Wijzigingen in de WMO geeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van mensen met een beperking, de dagbesteding, ‘kort verblijf’ buitenshuis en het begeleid wonen. De gemeente was al verantwoordelijk voor het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid van bewoners. Door de Participatiewet is er vanaf 2015 geen nieuwe instroom meer in de sociale werkvoorziening. De gemeente organiseert waar nodig zelf vormen van beschut werken. Binnen de wet komen twee nieuwe instrumenten beschikbaar: de voorziening beschut werk en loonkostensubsidie op basis van de loonwaarde. De Wajong staat vanaf 2015 alleen nog open voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Jongeren die niet aan die criteria voldoen vallen onder de Participatiewet en zijn daarmee aangewezen op de gemeente voor ondersteuning bij de re-integratie naar werk. De overheveling van deze taken gaat gepaard met forse bezuinigingen. De uitdaging is om de nieuwe taken binnen de beschikbare middelen op te pakken, waarbij de meest kwetsbare inwoners van Leeuwarden ondersteuning en zorg blijven krijgen die nodig is. Leeuwarden gaat de ondersteuning en zorg voor inwoners daarom anders organiseren. Met de ‘transformatie van het sociaal domein’ willen we bereiken, dat mensen zelfredzaam en samenredzaam zijn en zelf de regie over hun leven kunnen behouden. Dat maakt mensen sterker. De aanpak: het Leeuwarder model De zorg wordt beter, goedkoper en efficiënter als we het dichter bij mensen organiseren. De sociale wijkteams vervullen hierin een cruciale rol. Bewoners kunnen in de wijk terecht bij de wijkteams voor ondersteuning op alle gebieden. Door eerder lichte vormen van zorg en hulpverlening in te zetten, hopen we het beroep op dure specialistische zorg en hulpverlening te beperken. Dit betekent dat we inwoners aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Figuur 5
12
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
We gaan meer aansluiten op dat wat er nodig is om mensen zelf eigenaar van hun situatie te laten zijn. Niet het systeem is hierin leidend, maar de mogelijkheden van de bewoners en de wijk. Met de positionering van taken in de wijkteams willen we een ombuiging van de verzorgingsstaat naar meer eigen verantwoordelijkheid bereiken, zodat minder gebruik en afhankelijkheid van dure maatschappelijke en professionele voorzieningen ontstaat. Daarbij hebben we aandacht voor vrijwilligers en mantelzorgers en zorgen voor concrete voorzieningen of activiteiten om hen te ondersteunen. We gaan burgerinitiatieven vrij baan geven om de kracht van de wijk te versterken. We organiseren professionals dichtbij de bewoners. Zij dagen mensen uit zelf of in hun netwerk, oplossingen voor lastige situaties te vinden. Mensen met meerdere problemen vallen niet buiten de boot door bureaucratie en schotten tussen regelingen. Voor bewoners die dit echt nodig hebben, is er een eenduidige, effectieve, niet-bureaucratische toegang tot voorzieningen. Voor het (tijdelijk) gebruik van voorzieningen maken we met mensen heldere afspraken. In het Koersdocument hervorming sociaal domein (2014) is beschreven hoe in samenwerking met het maatschappelijk middenveld de ondersteuning wordt ingericht. De gemeente voert de regie en werkt integraal samen met alle organisaties en instellingen die actief zijn in het ondersteunen van kwetsbare inwoners. We sturen op resultaat en budget. Daarnaast stimuleren we innovaties in de markt en ontwikkelen we een nieuw stelsel van cliëntparticipatie. Inzet wijkteams De Coöperatie Amaryllis is in 2014 opgericht als overkoepelende organisatie voor de sociale wijkteams. De Coöperatie is daarmee verantwoordelijk voor de basisondersteuning. De Coöperatie ontvangt hiervoor subsidie van de gemeente Leeuwarden. Of deze bedrijfsvorm de juiste keuze is moet een evaluatie over twee jaar uitwijzen. De opgave voor de Coöperatie is om kwalitatieve dienstverlening neer te zetten die de maatschappelijke kosten voor zorg en ondersteuning kosteneffectief reduceren, dus ‘beter voor minder’. Er is een dekkend netwerk van zeven wijkteams, één dorpenteam en twee jeugd- en gezinsteams in de stad en dorpen opgezet. In 2015 wordt de Coöperatie verder doorontwikkeld en wordt de inzet van de sociale wijkteams geïntensiveerd. (Sociaal: Sociaal Maatschappelijke ondersteuning) Jeugdzorg Kinderen moeten veilig en gezond op kunnen groeien. Opvoeden is eerste instantie een taak van ouders en opvoeders. Zij maken daarbij gebruik van hun eigen netwerk. Gezinnen die dat nodig hebben worden ondersteund. In de buurt bij de sociale wijkteams en de jeugd- en gezinsteams en op de school (school als werk- en vindplaats) is deze ondersteuning beschikbaar. Aanvullende, professionele ondersteuning volgt als de veiligheid van het kind in het geding is en het eigen netwerk onvoldoende mogelijkheden heeft. Uitgangspunt is: één gezin, één plan. Vrijwel de gehele decentralisatie van de jeugdzorg valt onder het Regionale Transitiearrangement. Het transitiearrangement behelst een overgangsregeling voor de afbouw van de bestaande relaties met aanbieders. Daarbij wordt de continuïteit van de hulp aan jeugdigen en ouders die daar recht op hebben gewaarborgd. Het Omvormingsplan zorg voor jeugd Friesland (2014) benoemt de innovatiedoelen van de zorg voor jeugd en de resultaten die gemeenten en zorgaanbieders willen behalen ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Deze innovatiedoelen worden vanaf 2015 gemonitord tussen gemeenten en professionals. (Sociaal: Jeugd & onderwijs) WMO 2015 Wie zorg nodig heeft kan op ondersteuning rekenen. Binnen de WMO zijn hiervoor algemene voorzieningen (voor iedere bewoner toegankelijk) en maatwerkvoorzieningen beschikbaar.
13
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
De zorg die mensen nu ontvangen wordt in 2015 gecontinueerd, maar kan er vanaf 2016 anders uit gaan zien. In 2015 krijgen alle cliënten een herbeoordeling om vanaf 2016 tijdig de zorg te kunnen continueren. Vanaf dat moment komen van rechtswege alle indicaties (met uitzondering van beschermd wonen) te vervallen, waarna de bestaande groep cliënten in het nieuwe regime hun noodzakelijke ondersteuning ontvangen. We vragen cliënten ook of zij vrijwillig al in 2015 over willen gaan naar het nieuwe regime. (Sociaal: Sociaal Maatschappelijke ondersteuning) Participatiewet We stimuleren dat mensen meedoen in wijk en dorp. Participeren binnen de samenleving betekent naar vermogen deelnemen aan die samenleving. Werken is het doel, participeren naar vermogen de norm. Mensen die maatschappelijk actief zijn hebben meer binding met de samenleving en maken bovendien minder gebruik van voorzieningen. De belangrijkste hervormingen binnen het participatiedomein (zoals het afbouwen van de gesubsidieerde arbeid in 2013) zijn in de afgelopen jaren al doorgevoerd. De huidige SW (Sociale Werkvoorziening)-medewerkers blijven hun dienstverband uitvoeren bij de sociale werkvoorzieningsbedrijven. Mensen die vanaf 2015 een beroep willen doen op de SW-regeling vallen vanaf dan onder de Participatiewet. Het SW-beleid wordt in 2015 herijkt. (Sociaal: Werk & inkomen) Regionale samenwerking Voor de taken maatschappelijke opvang/vrouwenopvang, beschermd wonen en huiselijk geweld is Leeuwarden centrumgemeente. Hier zijn goede ervaringen mee opgedaan. In 2014 wordt onderzocht op welke wijze de gemeente als centrumgemeente kan optreden ten aanzien van de inkoop en het beheer van de wettelijk verplichte taken in het kader van de drie decentralisaties. Afhankelijk van de besluitvorming in 2014 wordt deze functie in 2015 verder ingericht. Financiën Voor de nieuwe taken krijgt de gemeente €110 mln van het Rijk. Daar is een Rijkskorting van € 13,7 mln in meegerekend. Het beschikbare budget van de gemeente voor het sociaal domein is in 2015 in totaal € 180,5 mln. Voor taken die Leeuwarden uitvoert als centrumgemeente ontvangen we bijdragen van deelnemende gemeenten. Een uitgebreide toelichting staat in het Financieel kader drie decentralisaties en Amaryllis (2014). Voor het jaar 2015 worden gemeenten op basis van een historisch verdeelmodel bekostigd voor de nieuwe taken. Vanaf 2016 introduceert het Rijk een nieuw objectief verdeelmodel. In 2015 geldt een overgangsregime waarin de gemeente de huidige zorg moet continueren. Met het overgangsregime en de Regionale Transitie Arrangementen Jeugd is in 2015 80% van het budget vastgelegd. De resterende 20% van het budget is voor een nieuw regime waarin nieuwe cliënten, en cliënten voor wie de indicatie in 2015 afloopt, worden ondersteund. Keuzes binnen de oplossingsrichtingen om binnen de beschikbare budgetten te blijven zijn in 2015 beperkt, omdat deze alleen mogelijk zijn binnen deze 20% van het budget. Vanaf 2016 zijn er meer keuzemogelijkheden, omdat dan het overgangsregime vervalt (met uitzondering van het beschermd wonen). Deze keuzes worden in 2015 ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Op grond van een risico-inventarisatie is voor het sociaal domein in 2015 een risicobuffer van € 9 mln berekend en beschikbaar om risico’s en onzekerheden mee op te kunnen vangen (zie paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen).
14
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.1.3 Werkgelegenheidsaanpak Uitdaging Leeuwarden is de provinciale banenmotor, economisch trekker en kennis- en innovatiecentrum. De economische crisis laat echter zijn sporen na in de Leeuwarder economie. De werkgelegenheid is in vrijwel alle sectoren afgenomen. Van de Leeuwarder beroepsbevolking is ca. 16% werkzoekend. 80% van de jongeren met een bijstandsuitkering heeft door schooluitval geen of onvoldoende startkwalificatie. De jeugdwerkloosheid in Leeuwarden is groot. Dit hangt nauw samen met het feit dat geheel Noord Nederland (Fryslân, Groningen en Drenthe) in economisch opzicht afhangt van de rest van Nederland. In het noorden zijn meer werklozen (+2%), relatief veel laag opgeleiden en een onevenredig percentage jongeren dat geen aansluiting op de arbeidsmarkt vindt. Werk is eerste prioriteit in het Collegeprogramma 2014-2018, met accent op aanpak van de jeugdwerkloosheid. In deze Collegeperiode moeten er 1000 banen bijkomen, variërend van structureel tot tijdelijk werk. In een Aanvalsplan Arbeidsmarkt-Onderwijs-Economie (AOE) wordt hier verder vorm en inhoud aan gegeven. Figuur 6
Schets van de aanpak De gemeente heeft beperkte mogelijkheden om werk aan te trekken, banen te creëren, werk te behouden, kortom inwoners aan werk te helpen. Daar waar we invloed kunnen uitoefenen en verschil kunnen maken doen we dat. In principe is er een aantal beïnvloedingvelden: economische stimulering, via relatiebeheer, acquisitie, lobby en projecten arbeidsmarkt, bevorderen van herintreding en participatie via om-, her- en bijscholing onderwijs, afstemming vraag en aanbod gevraagde opleiding en competenties, startkwalificaties c.a. investerings- en bestedingsimpulsen via regelingen en projecten, waaronder ook inkoop, duurzaamheidsbeleid, innovatie en aanbestedingsbeleid. De aanpak om werk te genereren moet primair gericht zijn op de drie eerstgenoemde velden. Daarboven willen wij druk zetten op projecten en activiteiten op het raakvlak van economie, arbeidsmarkt en onderwijs en laatstgenoemde categorie. 15
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
In 2014 zijn we gestart met het programma Arbeidsmarkt-Onderwijs-Economie (AOE); de komende jaren willen we op alle mogelijke manieren zoveel mogelijk jongeren (tot 27 jaar) en andere werkzoekenden (27 t/m 55 jaar) aan het werk te helpen, c.q. zo goed mogelijk voor te bereiden op werk en ondernemen. Belangrijke pijlers van onze werkgelegenheidsaanpak zijn dan ook: het creëren van banen het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Deze aanpak is tevens ter uitvoering van het hoofdprogramma Kennis & Economie van onze Samenwerkingsagenda met de Provincie Fryslân. Creëren van banen Door een samenhangende aanpak (met mogelijke combinaties en ‘cross-overs’) tussen het stimuleren van werkgelegenheid (acquisitie), een regionale arbeidsmarktbenadering (Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid, Banenplan Noord Nederland) en projecten (Groen werkt!, inkoop/aanbestedingsbeleid, innovatie) wordt een bijdrage geleverd in de werkgelegenheidsontwikkeling. Via relatiebeheer (bedrijfscontacten, projecten) faciliteren wij bestaande bedrijven ten behoeve van behoud en uitbreiding van werkgelegenheid. Acquisitie van bedrijven is gekoppeld aan de ontwikkeling van clusters die de structuur van de Leeuwarder economie versterken. Speerpunten zijn de sectoren water, zuivel/agrifood, detailhandel/horeca binnenstad en financieel zakelijke dienstverlening. Vooral voor de sectoren water en zuivel/agrifood verwachten we op lange termijn groei. De Watercampus, de Dairycampus en het historische centrum (CH2018) zijn in dit verband enkele troeven. In dit kader wordt daaraan toegevoegd het aantrekken van werk voor lager geschoolden en het stimuleren van ondernemerschap en starters. De werkgelegenheidsaanpak stopt niet bij de gemeentegrens. Regionale samenwerking wordt steeds belangrijker. Op landsdelig niveau (zoals het hieronder uitgelichte Banenplan Noord-Nederland, Regionale Innovatie Strategie), op provinciaal niveau (regionale arbeidsmarktbenadering) en via specifieke samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld binnen F4-verband). Banenplan Noord Nederland Samen met de sociale partners en overheden zet Noord Nederland in op een pakket additionele maatregelen dat het Banenplan Noord Nederland wordt genoemd. In de najaarsbegroting 2015 van het kabinet-Rutte wordt in een gezamenlijke lobby financiële ruimte voor specifiek het noorden gevraagd. In de komende 3 á 4 jaren gaan extra maatregelen zorgen voor omzetgroei van het bedrijfsleven en het terugdringen van de werkloosheid. Grofweg bestaan deze maatregelen uit drie onderdelen: 1. Stimuleren van de economie en het creëren van banen: door het beschikbaar stellen van bedrijfsfinanciering kunnen bedrijven investeren en groeien. Het is van cruciaal belang dat Noord Nederland beschikt over voldoende, gekwalificeerde mensen. Het menselijk kapitaal wordt daarom versterkt door een, op te richten, Scholingsfonds Noord Nederland. 2. Reduceren van werkloosheid: door middel van reshoring (terughalen van productie uit lage lonenlanden) en jobcarving/jobcomposing (splitsing van taken binnen functies waardoor mogelijkheden voor lager geschoold personeel ontstaan) kunnen meer mensen toetreden tot de arbeidsmarkt. Een ‘jong voor oud’ maatregel (Generatiepact genoemd) zorgt voor instroom van jongeren op de arbeidsmarkt, omdat oudere medewerkers een deel van hun baan overdragen aan een jongere. Tenslotte wordt het
16
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
aanbestedingsbeleid in Noord Nederland aangescherpt zodat meer mensen in deze regio een kans krijgen. 3. Optimaliseren randvoorwaarden. Er is meer afstemming tussen alle bestaande plannen en partijen in Noord Nederland. Noord Nederland gaat stevig inzetten op promotie vanuit de regio zowel nationaal als internationaal. Social Return Eind vorig jaar is in VFG verband beleid bepaald ten aanzien van gezamenlijke uitgangspunten Social Return in de arbeidsmarktregio Fryslân. In de loop van 2014 is verdere invulling gegeven aan harmonisatie, kennisdeling en best practices. Tijdens een gezamenlijke sessie met werkgevers, gemeenten en de Provincie Fryslân is besloten om de gezamenlijkheid een extra impuls te geven. Dit werd ingegeven door het feit dat alle partijen gezamenlijke belangen hebben. Deze belangen worden het best gediend door partijen, kennis, best practices en vraag –en aanbod op een logische manier aan elkaar te verbinden in de vorm van gezamenlijk coördinatiepunt Social Return. Dit coördinatiepunt wordt bemenst en gefinancierd vanuit zowel de gemeenten als de provincie. Het doel is om de projectagenda van de overheden op elkaar af te stemmen en specifieke pools in te richten met mensen die ingezet kunnen worden op deze projecten. Op deze manier worden duurzaamheid en kwaliteit gewaarborgd. Regionale arbeidsmarktbenadering De regionale werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio Fryslân maakt een stevige ontwikkeling door. Er is meer gezamenlijke focus op arrangementen met werkgevers, het regionaal opschalen van vacatures en het matchen van kandidaten. Wel moet er voortdurend focus worden aangebracht op het matchen van kandidaten op deze vragen van werkgevers. Dit is nog geen automatisme in de regio. Er is in de arbeidsmarktregio Fryslân voor gekozen om het Werkbedrijf (in werking vanaf 1 januari 2015) te stoelen op de bestaande werkgeversdienstverlening. Hiermee maken we efficiënt gebruik van bestaande en werkende structuren. Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De gedachte achter de Participatiewet is: één regeling die de Wet werk en bijstand (WWB), Wajong en WSW vervangt. Door de concurrentie tussen regelingen weg te nemen en werkgevers de gelegenheid te bieden om mensen tegen realistische loonkosten aan de slag te laten gaan, krijgen alle uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt betere kansen. Loonkostensubsidie In de Participatiewet wordt het instrument loonkostensubsidie opgenomen. Het doel is hiermee de klantgroep met een arbeidsbelemmering de kans te bieden een baan te vinden en de werkgever deels te compenseren voor de verminderde capaciteit van de werknemer. De hoogte van de loonkostensubsidie wordt afgestemd op de aanwezige loonwaarde; hoe meer loonwaarde hoe minder loonkostensubsidie. Deze nieuwe mogelijkheid verandert de wijze waarop wij het gesprek met werkgevers in de regio aangaan. De hoofdopdracht voor gemeenten wordt om vanuit de te bedienen doelgroep van de Participatiewet zoveel mogelijk loonwaarde in de markt te zetten. Het matchen van vraag en aanbod staat centraal. Loonkostensubsidie wordt het re-integratiemiddel voor mensen met een arbeidsbelemmering en dient een integraal onderdeel te worden van de al ingezette regionale werkgeversbenadering. Verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het stimuleren van werk in sectoren met enige werkgelegenheidsgroei moet aansluiten bij het onderwijsaanbod in Leeuwarden. In het Uitvoeringsprogramma Arbeidsmarkt & Onderwijs is de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt projectmatig uitgewerkt.
17
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Integrale kindcentra De Integrale Kindcentra (IKC’s) zijn het startpunt van de doorlopende leerlijn: naar voortgezet en hoger onderwijs en uiteindelijk naar een baan. Het IKC is een nieuwe organisatievorm, waarin basisonderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en buitenschoolse activiteiten voor kinderen samenkomen. Het IKC maakt het mogelijk om de ontwikkeling van kinderen beter te volgen en in een vroegtijdig stadium iets te doen aan eventuele achterstanden. Samen met schoolbesturen, organisaties voor kinderopvang en andere betrokken instellingen werken we aan een dekkend netwerk van IKC’s voor de hele gemeente. Kinderen op jonge leeftijd vertrouwd maken met toekomstige arbeidsperspectief Jongeren moeten op school al kennismaken met de praktijk in bedrijven. De University Campus Fryslân speelt hierbij een belangrijke rol. De UCF gaat doorlopende leerlijnen ontwikkelen en stelt relevante kennis beschikbaar aan de samenleving. Terugdringen voortijdig schoolverlaten Om de kansen van jongeren op een startkwalificatie te vergroten, zetten we in op het voorkómen van vroegtijdig schoolverlaten. Projecten als de ‘School als werkplaats’ en de ‘School als vindplaats’ gaan we verder ontwikkelen. Voor leerlingen die cognitief geen startkwalificatie kunnen halen, bouwen we ‘De werkschool’ verder uit. Samenwerking Er wordt samengewerkt met bedrijfsleven en onderwijs om banen te scheppen en werkzoekenden maatwerk te kunnen bieden. Daarnaast zijn er overleg- en samenwerkingsvormen gericht op bredere aanpak van verbetering van de arbeidsmarkt (regionaal platform) en aanpak en financiering van specifieke programma’s (Samenwerkingsagenda Provincie Fryslân, Noordelijk banenplan). De voortgang van projecten en acties wordt gemonitord. Financiën Voor de werkgelegenheidsaanpak zijn de volgende budgetten beschikbaar: “Economisch beleid, profilering en acquisitie” jaarlijks € 500.000 in de periode 2015 t/m 2017; “Groen werkt” € 470.000 in 2015 en 2016 en € 460.000 in 2017; “Economisch participatiefonds” € 400.000 dat in 2014 is toegevoegd aan de reserve economisch participatiefonds ter afdekking van de risico’s voor het kunnen verstrekken van geldleningen aan de ondernemers van maximaal € 1.250.000. “Aanpak onderwijs & arbeidsmarkt” € 340.000 in 2015 en € 330.000 in 2016 en 2017. Doorwerking in programma’s Diverse programma’s binnen deze begroting leveren een bijdrage in de aanpak van AOE. Vooral de programma’s Sociaal: Jeugd en onderwijs, Werk en inkomen en Fysiek: Economie en toerisme.
18
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.2 Programma’s 2.2.1 Programma Sociaal Onze activiteiten op het gebied van cultuur, jeugd en onderwijs, sociaal maatschappelijke ontwikkeling, werk en inkomen en sport. Betrokken portefeuillehouders: Andries Ekhart, Thea Koster, Sjoerd Feitsma en Harry van der Molen
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel Iedereen doet naar vermogen mee. Bewoners, jong en oud. Gemeente. Ondernemers. Maatschappelijke organisaties. Mensen die maatschappelijk actief zijn, hebben meer binding met de samenleving en hebben bovendien minder zorgvoorzieningen nodig.
Ambities We doen een beroep op de verantwoordelijkheid van mensen zelf. Ook als zorg en ondersteuning nodig is, stellen we eerst de vraag welke hulp mensen zelf kunnen organiseren. Sociale wijkteams staan elke dag in direct contact met inwoners van Leeuwarden. Zo kunnen we tijdig goede hulp bieden en voorkomen we een te groot beroep op specialistische zorg. Vanuit deze visie op Mienskip stimuleren we wijken en dorpen om initiatief te nemen in hun eigen leefomgeving. Leeuwarden heeft relatief veel huishoudens die moeten rondkomen van een laag inkomen. De hoogte van het inkomen mag de Leeuwarder niet belemmeren in zijn of haar ontwikkeling en deelname aan de samenleving. Via cultuur, vrijetijdsactiviteiten, scholing, zorg, werk en sport werken we aan een integraal beleid voor armoedebestrijding. Om armoede te bestrijden, zetten we nog meer in op preventie, het voorkomen van schulden en lagere woonlasten. Er is speciale aandacht voor mensen die langdurig in armoede verkeren en kinderen. Op weg naar Culturele Hoofdstad 2018 werken we verder aan een levendig cultureel klimaat. Cultuur is het vliegwiel voor het bestrijden van armoede, het bevorderen van participatie, het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en het vergroten van de werkgelegenheid.
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Cultuur 1. De stad een stevige cultuurimpuls geven Een nieuw centrum voor popcultuur in het Harmoniekwartier (opening 2015) Er wordt verder gewerkt aan het samen realiseren van hét centrum voor popcultuur dat de levendigheid en leefbaarheid in de stad versterkt, jongeren 21th century skills meegeeft en Leeuwarden ‘smoel’ geeft als popstad. Het project is verantwoordelijk voor de inrichting van een organisatiestructuur voor het nieuwe poppodium en initieert de samenwerking tussen poppodium, MBO kunstopleiding D’Drive en schouwburg.
Versterken van het eigen productieklimaat (muziek, meertaligheid, amateurkunst) Beeldende Kunst en Vormgeving: Het beleid op het terrein van beeldende kunst en vormgeving staat in 2015 in het teken van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018. Met de 19
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Regeling subsidie beeldende kunst en vormgeving en de Regeling subsidie community art worden initiatieven gesubsidieerd die een bijdrage leveren aan de Mienskip. Daarbij wordt uitvoering gegeven aan het broedplaatsenbeleid, de verdere realisatie van kunstwerken binnen Vrij-Baan en de realisatie van een ‘icoon’. Dit beeldbepalende kunstwerk moet gelden als hét unieke herkenningspunt voor Leeuwarden en Fryslân en zou een plek moeten krijgen nabij de Haak om Leeuwarden. Amateurkunst: De Regeling subsidie kleine producties cultuur wordt in 2015 aangepast. Met de aanpassing moet het voor amateurs eenvoudiger worden om een beroep te doen op financiële ondersteuning voor kunstzinnige activiteiten.
Meer ruimte geven voor culturele festivals In samenspraak met provincie Fryslân en stichting CH2018 wordt uitvoering gegeven aan het festivalprogramma 2015. De aandacht richt zich op het versterken en uitbouwen van de festivals die zich de laatste jaren al bewezen hebben.
2. De bibliotheek toekomstbestendig maken In oktober 2014 neemt de raad een besluit over de toekomstige rol en functie van de bibliotheek. Afhankelijk van de keuzes die de raad maakt, vindt in 2015 de voorbereiding op de transformatie en mogelijk het sluiten van de nevenvestigingen plaats. Er wordt een sociaal plan uitgewerkt, waarbij tevens gekeken wordt wat er nodig is om de bibliotheek van de toekomst vorm te geven. Wie moet er worden omgeschoold? Is er voldoende personeel in huis om de toekomstige uitdaging op de juiste wijze vorm te geven? In principe blijft de financiële jaarschijf in 2015 ongewijzigd, tenzij het Rijk een uitname uit het Rijksgemeentefonds doet ter financiering van een digitale collectie. Als de raad besluit dit één op één door te voeren in de gemeentelijke, lokale subsidie, resulteert dit in een lager subsidiebedrag.
3. Stadsschouwburg Leeuwarden De Harmonie versterken In het collegeprogramma 2014-2018 is gedurende de collegeperiode een extra investering van jaarlijks € 300.000 opgenomen voor De Harmonie. Deze incidentele uitzetting van de subsidie dient te leiden tot een sluitende exploitatie. De financiële positie en de uitzetting van de subsidie van De Harmonie wordt gevolgd middels kwartaalrapportages. Van belang is dat de incidentele uitzetting rendeert en resulteert in een structurele verbetering van de exploitatie van de schouwburg. In het najaar van 2015 wordt het effect en de noodzaak van continueren van de extra financiële inzet beoordeeld in relatie tot de dan actuele financiële positie van De Harmonie. In gesprekken over een verdere verzelfstandiging van de schouwburg en een aanpassing van de statuten is een koppeling gemaakt met de ontwikkeling van een BV Podiumkunsten. Aan de realisatie van één nieuwe beheersorganisatie voor het beheer en exploitatie van de theateren popactiviteiten in het Harmoniekwartier (de zogenaamde BV Podiumkunsten) is geen concrete einddatum geplakt. Eerste stap is nu het verwezenlijken van samenwerkingsafspraken (kaartverkoop, planning programma, gebouwenbeheer, financiële administratie, P&O). Op termijn is een doorgroei naar een verdere integratie van bedrijfsonderdelen mogelijk. Aan de Harmonie is meegedeeld dat de gemeente de stichting, mede gelet op de extra bijdrage van € 300.000, schriftelijk een procedurevoorstel zal doen over het aanpassen van de statuten.
20
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
4. Een nieuwe lokale omroep Het Commissariaat voor de Media heeft de uitzendrechten voor de lokale omroep voor de komende vijf jaar toegewezen aan LEO, de nieuwe lokale omroep in Leeuwarden. LEO opereert vanuit het voormalige filmhuis, pal naast schouwburg De Harmonie. De twee filmzalen zijn daartoe tot studio’s omgebouwd.
5. Intensieve samenwerking tussen HCL en Tresoar stimuleren In samenwerking met Tresoar wordt onder meer gewerkt aan het verder digitaliseren en zichtbaar maken van de rijke beeldcollectie van fotograaf Sjoerd Andringa. Vanaf begin januari 2015 is er een gemeenschappelijke expositie van de schilderijen- en tekeningen uit de collectie van Sjoerd Andringa. In het HCL worden de schilderijen en tekeningen getoond met Leeuwarden als thema; in Tresoar de werken met provinciale afbeeldingen. Andere projecten waarbij in 2015 wordt samengewerkt met Tresoar zijn: De manifestatie ‘Maria Louise, prinses van Europa’, ter gelegenheid van de herdenking van de 250e geboortedag van Marijke Meu; Het project Lân van Taal in kader CH2018.
Relevante (beleids)nota’s
Eindrapportage culturele omvorming (2013) Actualisatie Cultuurvuur: Vlammen in nieuwe tijden (2013) Visiedocument culturele omvorming (2011)
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving Stadsschouwburg De Harmonie Versterking lokale omroep
2014
2015
2016
300 130
300 30
300 30
21
Bedragen x € 1.000 2017 2018 300 30
30
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Jeugd en onderwijs 1. Uitvoering taken Jeugdzorg Met ingang van 1 januari 2015 start de uitvoering van Jeugdzorg onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. De uitvoeringsplannen daarvoor zijn gereed, met de instellingen zijn afspraken gemaakt over de levering en bekostiging van diensten waarbij uitgangspunt steeds is: een eenvoudiger systeem van indicatiestelling en het zoveel mogelijk inzetten van betere en efficiënte zorg, dicht bij de mensen. Ook in 2015 loopt de pilot jeugd- en gezinsteams. Het betreft School als Werkplaats en School als Vindplaats (2015), twee jeugd- en gezinsteams als onderdeel van het sociale wijkteam en een afzonderlijk jeugd- en gezinsteam (tot mei 2016).
2. Gelijke ontwikkelkansen voor de jeugd creëren Veilig en kwalitatief goed onderwijs met gelijke kansen voor iedereen Door het realiseren van een dekkend netwerk van Integrale Kindcentra (IKC’s), het versterken van doorgaande leerlijnen, de inzet van School als Werkplaats en School als Vindplaats in voortgezet onderwijs en MBO, de stimulering van HBO en UCF wordt een kwalitatief hoogstaand onderwijsniveau in Leeuwarden e.o. nagestreefd. Onderwijsinstellingen stimuleren om lokale maatschappelijke stages te organiseren De meeste scholen hebben besloten, ondanks het feit dat maatschappelijke stages niet meer door het Rijk verplicht zijn, om maatschappelijke stages te blijven uitvoeren. De gemeente faciliteert dat door zelf stageplaatsen beschikbaar te stellen en de mogelijkheden daarvoor bij gesubsidieerde instellingen en bedrijfsleven te stimuleren. Een integrale aanpak voor cultuur, sport en zorg maken Jongeren moeten zich cognitief, sociaal, cultureel en fysiek kunnen ontwikkelen. IKC’s voorzien daarin bij uitstek en bevorderen daarmee in goede samenspraak met ouders burgerschapszin en mienskipsgevoel. Daarmee krijgen kinderen en jongeren ook gelijke ontwikkelingskansen. Het Vlekkenplan van de besturen Primair Onderwijs is voor de gemeente uitgangspunt bij het realiseren van IKC’s. De IKC’s worden gefinancierd uit reguliere onderwijshuisvestingsmiddelen, budget leerlingenzorg.
3. Verbeteren aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Voor het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is in 2015 naast de aanwending van bestaande middelen € 340.000 extra beschikbaar. Voor de bestaande aanpak en een nieuwe aanpak zijn en worden projectbeschrijvingen opgesteld. Een aantal elementen daaruit is: School als Vindplaats en School als School als Werkplaats verder ontwikkelen School als Werkplaats en School als Vindplaats (die overigens ook uitstekend passen in de omvorming van het sociaal beleid) worden uitgerold over het gehele voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Daarmee is een succesvolle aanpak van problemen bij jongeren in een zeer vroeg stadium een feit. De effecten daarvan op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten zullen navenant zijn. De werkwijze wordt zo een standaardaanpak binnen het onderwijs. Met de schoolbesturen zijn afspraken over de invoering gemaakt. Aanjaagfinanciering vindt plaats met middelen Onderwijsachterstandenbestrijding en eigen middelen van betrokken scholen. Daarna vindt reguliere bekostiging plaats door het onderwijs, zo nodig gebruik makend van de middelen van 22
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
de Samenwerkingsverbanden (op grond van de invoering Passend Onderwijs met ingang van augustus 2014). De Werkschool verder uitbreiden De pilot Werkschool is eind 2014 geëvalueerd en afgerond. De resultaten zitten vooral in de kracht van de aanpak die gericht is op het geleiden van leerlingen uit het Voortgezet Speciaal Onderwijs en het Praktijkonderwijs naar een duurzame arbeidsplaats. In het kader van ESF 2014-2020 (Europees subsidiefonds op het gebied van werkgelegenheid) is de Werkschoolaanpak ook prominent verankerd. Met het onderwijsveld zijn daarover afspraken gemaakt. De Werkschool wordt naast ESF door gemeente (P-budget) en scholen gecofinancierd.
Relevante (beleids)nota’s
Koersdocument hervorming sociaal domein, onderdeel Zorg voor Jeugd (2014) Beleidsplan zorg voor jeugd (2014) Omvormingsplan zorg voor jeugd Friesland (2014) Kompas transitie Jeugdzorg (2013)
Regionaal transitie-arrangement Jeugdzorg Fryslân (2013) Nota Onderwijshuisvesting in Nieuwe Tijden (2012) Kadernota Harmonisatie kinderopvang, peuterspeelzalen, VVE (2011)
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving Aanpak onderwijs & arbeidsmarkt
2014
2015
2016
500
340
330
23
Bedragen x € 1.000 2017 2018 330
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Sociaal maatschappelijke ontwikkeling 1. Verdere ontwikkelingen uitvoering WMO-taken In 2014 is het Koersdocument transitie sociaal domein vastgesteld. De verdere uitwerking is vastgelegd in het beleidsplan WMO, de Verordening WMO 2015, een uitvoeringsplan WMO en de beleidsregels WMO. Daarnaast wordt er in 2015 nog ingezet om de samenwerking gemeente en zorgverzekeraar verder te ontwikkelen en uit te bouwen, er worden meer algemene voorzieningen ontwikkeld en er wordt beleid ontwikkeld op het gebied van verbinding wonen, zorg en welzijn. Verder wordt in 2015 nieuw beleid ontwikkeld en uitgevoerd op het gebied van maatwerkvoorzieningen en willen we de indicatiestelling verder vereenvoudigen. Inzet Sociale wijkteams Er is een dekkend netwerk aan wijkteams verdeeld over het Leeuwarder grondgebied. Inwoners kunnen bij een wijkteam terecht voor ondersteuning op alle leefgebieden. De wijkteams gaan ook zelf op mensen af en werken daarmee preventief, om dreigende escalaties te voorkomen. De wijkteams voeren nieuwe en gewijzigde taken uit op het gebied van niet alleen WMO maar ook participatie en jeugdzorg. De implementatie van die taken loopt gefaseerd. Er wordt geëxperimenteerd met jeugd- en gezinsteams. De ervaringen hiermee worden gemonitord. De ervaringen van Mienskipssoarch met de uitvoering van WMO-taken zijn samen met MO-zaak passend geïmplementeerd en worden in 2015 doorontwikkeld. Taken op het gebied van participatie draagt de gemeente in 2015 over aan de wijkteams. Er wordt ook geïnvesteerd in een goede samenwerking tussen de wijkteams, specialisten, ketenpartners, bewoners, vrijwilligers etc. door het maken van goede afspraken of het uitvoeren van pilots. Zo is er een pilot voor een goede samenwerking tussen de wijkteams en Fact-teams van de GGZ en VNN. Voor (dreigende) escalaties wordt een pool van werkers ingericht waar een beroep op gedaan kan worden. Uitvoeringsprogramma regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling In 2014 wordt er een regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld en deze wordt in 2015 zowel lokaal als regionaal uitgewerkt in de vorm van uitvoeringsprogramma’s.
2. Nieuw stelsel van cliëntparticipatie ontwikkelen In 2014 is een nieuw stelsel van cliëntparticipatie ontwikkeld dat vanaf 1 januari 2015 van kracht wordt.
3. Burgerinitiatieven faciliteren en stimuleren via o.a. het Mienskipsfonds Ook in 2015 staan we open voor initiatieven op het gebied van burgerkracht. Burgerkracht is een ontwikkeling waarbij bewonersgroepen problemen die zij ervaren op een eigen manier willen oplossen met of zonder hulp van de overheid. Deze ontwikkeling sluit aan bij de gemeentelijke visie op de 3D’s en de doorontwikkeling van de coöperatie Amaryllis. De rol die wij als gemeente hebben is wisselend per initiatief. Soms hebben we een faciliterende rol en soms hebben we een stimulerende rol om bewonersparticipatie te ontwikkelen in lijn met het nieuwe Mienskipsfonds (waarvoor € 400.000 extra beschikbaar is in 2015), wijkondernemerschap, Big Society, Empowerment en het Wijken- en Dorpenbeleid.
24
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
4. Wijken en dorpen In het Collegeprogramma is structureel geld beschikbaar gesteld voor de accommodatiebeheerders van de wijkcentra Nijlân, Knooppunt, MFC Westenkwartier, Bilgaard en Heechterp Schieringen. Daarnaast is er voor de beleidsregel Activiteiten buurt-, wijk- en dorpshuizen geld beschikbaar gesteld voor de wijkcentra in Aldlân, Oranjewijk, Molenpad, KIO en Cambuursterhoek en de “nieuwe” dorpshuizen.
5. Terugbrengen opvangvoorzieningen naar de kerntaak Mensen in de maatschappelijke opvang moeten zo snel mogelijk de weg terugvinden naar meer reguliere huisvesting en ondersteuning met als doel om zoveel mogelijk zelfstandig te wonen. De ambulante begeleiding wordt in 2015 waar mogelijk overgedragen aan de sociale wijkteams. De opvangvoorzieningen kunnen zich daardoor vooral richten op hun kerntaak: bad, bed, brood en resocialisatie. Met resocialisatie wordt bedoeld dat iemand tijdens verblijf in de opvang wordt klaargestoomd voor zelfstandig wonen met een goede overdracht naar woonbegeleiding. Urgent is dat de opvang deze kerntaak in de vangnetfunctie kan blijven uitvoeren in goede samenwerking met de wijkteams en andere samenwerkingspartners zoals Fact-teams. De toekomstvisie is steeds meer toe te werken naar zelfstandig wonen en minder naar voorzieningen. In 2015 wordt ervaring opgedaan met ‘housing first’ om voor de toekomst op door te ontwikkelen. In deze visie zit ook een onderzoek naar efficiencyverbetering, waarbij gedacht kan worden aan crisisopvangvoorzieningen, inloopvoorzieningen en andere taken.
Relevante (beleids)nota’s
Koersdocument hervorming sociaal domein, onderdeel WMO 2015 (2014) Richtinggevende kaders drie decentralisaties en doorontwikkeling Amaryllis (2013) Regionaal kompas Leeuwarden/Fryslân 2012-2016 voor de WMO-prestatievelden 7, 8 en 9 (2012)
Uitvoeringsprogramma 2012-2016 Zwerfjongeren (2012) Beleidsplan WMO 2013 (2012) Koers maatschappelijk vastgoed (2012) Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk (2011) Veranderagenda WMO 2010-2014 (2010)
Extra inzet structureel/incidenteel Bedragen x € 1.000 Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Mienskipsfonds
400
400
400
400
Wijken en dorpen (exploitatie en activiteiten dorpshuizen)
143
143
143
143
25
2018
143
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Werk en inkomen 1. Focussen op sociale deelname en participatie als hefboom Mensen die maatschappelijk actief zijn, hebben meer binding met de wijk en samenleving. Bovendien maken ze minder gebruik van voorzieningen. We stimuleren dat mensen meedoen in de wijk. Wie deelneemt aan maatschappelijke activiteiten bouwt mee aan sociale netwerken. Anderen kunnen daar weer een beroep op doen. Meedoen zien we dus ook als investering in menselijk en maatschappelijk kapitaal. De uitvoerders (waaronder sociale wijkteams en de gemeente) hebben een belangrijke rol in de cultuurverandering bij cliënten. Hier ligt, zeker in het uitdragen van de visie ‘participeren als hefboom’ veel missiewerk. Het belang van werken en actief zijn, moet worden ingezien, (conform het motto “werken is het doel en participeren de norm”) ondanks het feit dat men hier mogelijk niet direct financieel op vooruit gaat. Projecten als “de Kracht van Leeuwarden” en de “Boostprojecten” moeten hier aan bijdragen. We houden werkzoekenden voor dat werk naar werk leidt en flexwerk een opstap kan zijn naar duurzame uitstroom. Het uitgangspunt is werk boven uitkering. Hier gaan we duidelijk over communiceren.
2. Bevorderen van herintreden en participatie wijkgericht, lokaal en regionaal Ondernemerschap stimuleren Gevestigde, startende, arbeidsongeschikte, oudere en beëindigende ondernemers worden ondersteund. We geven daarbij extra ruimte aan het integraal startersbeleid door zelfstandig ondernemerschap in de wijkaanpak expliciet te faciliteren. Daarnaast wordt bekeken of er regelluw en met gebruikmaking van de mogelijkheden vanuit de Participatiewet extra mogelijkheden kunnen worden aangeboord tot het versterken en instandhouden van ondernemerschap. Mensen met een arbeidsbelemmering geschikter maken voor participatie en werk Samen met de sociale partners en de Friese gemeenten gaan we een Werkbedrijf vormen om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen bij reguliere werkgevers of via beschut werk. Hierover gaan we concrete afspraken maken. Verschillende (nieuwe), maar ook bestaande instrumenten gaan we in dit regionale Werkbedrijf in onderlinge samenhang beoordelen en inrichten. Werkzoekenden regionaal matchen op vacatures We gaan fors inzetten op het concreet vormgeven van een vergaande regionale samenwerking. Het regionale Werkbedrijf vervult hierin een spilfunctie. De samenwerking is gericht op het effectiever acteren in de arbeidsmarktregio. Vanuit het regionale Werkbedrijf wordt deze regionale samenhang in praktijk gebracht. Dit richt zich vooral op werk en participatie. Eén van de belangrijkste opgaves hierin is om mensen richting de arbeidsmarkt te bewegen door vraag en aanbod (op regionaal niveau) bij elkaar te brengen. De Sociale Werkvoorziening anders inrichten We werken er naartoe dat de sociale werkvoorziening op verantwoorde wijze (versneld) wordt afgebouwd tot de omvang van beschut werken in de zin van de Participatiewet. Hierbij hanteren we als leidend principe een proces van beheersing en fasering. De inzet is, dat de krimp met ongeveer 67% van de huidige omvang in 2019/2020 gerealiseerd zal zijn.
26
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3. Armoedebestrijding Armoede bestrijden door lagere woonlasten Onder minima zijn de woonlasten een steeds groter onderdeel van de maandelijkse uitgaven. De kosten nemen toe door verlaging van de huurtoeslag, stijging van de huurprijzen en hogere energiekosten. Daar staat niet altijd een toename van het inkomen tegenover. Dit maakt het terugdringen van de woonlasten van belang. De lastenverlichting wordt bereikt door verduurzaming van de woningen en energiebesparende interventies. Het betreft veelal fysieke maatregelen die verder toegelicht worden in het programma Fysiek: Wonen en milieu. Schulden voorkómen (€ 200.000 extra in 2015) Voorkomen is beter dan genezen. Er wordt gestreefd naar het verbeteren van de effectiviteit van de interventie op het terrein van preventie. Bij gezond financieel gedrag gaat het om het in balans brengen van inkomsten en uitgaven, het optimaal gebruik maken van voorzieningen en sparen om onvoorziene uitgaven te kunnen opvangen, zodat achterstanden worden voorkomen. Onnodige maatschappelijke kosten als gevolg van schulden moeten worden voorkomen. De preventie wordt planmatig opgepakt en is verwoord in een preventieplan. De preventieaanpak richt zich op de vroegsignalering en reguliere preventieactiviteiten. Er is specifiek aandacht voor de groepen die steeds vaker financiële problemen hebben: jongeren, inwoners die met een inkomensterugval te maken hebben, WWB-ers en ondernemers. Er wordt gericht gecommuniceerd en geadviseerd over belangrijke life-events, zoals baanverlies en echtscheiding. In de aanpak worden zoveel mogelijk mensen uit dezelfde doelgroep ingezet (denk hierbij bijvoorbeeld aan een project voor en door jongeren). We gaan door met de aanpak vroegsignalering. Ook blijven we met de sociale wijkteams en Ping inzetten op het bieden van laagdrempelig financieel advies en begeleiding. Speciaal voor jongeren wordt er aansluiting gezocht bij het Stedelijk informatie- en adviespunt voor jongeren, om ook daar financieel advies te bieden. Curatieve schuldhulpverlening 2015 en verder (€ 800.000) Een belangrijke pijler van de visie Schuldhulpverlening (2011), welke past binnen het Leeuwarder model van het sociaal domein, is het herinrichten van de curatieve schuldhulpverlening en het verlagen van de kosten. Het optimaliseren van de herinrichting van de curatieve schuldhulpverlening wordt voortgezet. In 2015 worden de eerstelijnstaken binnen de particuliere curatieve schuldhulpverlening bij de sociale wijkteams belegd (€ 700.000). De aanpak voor de curatieve schuldhulpverlening voor de (ex)ondernemers blijft gehandhaafd (€ 100.000). Om een goede prijskwaliteitverhouding te realiseren voor de curatieve schuldhulpverlening wordt in 2015 een aanbestedingstraject opgestart. Optimaliseren vangnet/minimaregelingen Met de minimaregelingen wordt een vangnet geboden aan de bewoners die tijdelijk en soms ook langere tijd gebruik moeten maken van de gemeentelijke voorzieningen. De afgelopen jaren is duidelijk geworden wat werkt en vooral niet werkt binnen de minimaregelingen. Daarnaast zijn er van Rijkswege ook maatregelen getroffen die het noodzakelijk maken om de minimaregelingen aan te passen en keuzes te maken over de inrichting van het vangnet. Voor 2015 wordt er een verdere slag gemaakt in de deregulering en worden er wijzigingen aangebracht in de minimaregelingen en het vangnet. Uitvoering kindpakket monitoren Kinderen moeten zich optimaal kunnen ontwikkelen ongeacht het gezinsinkomen. Daarom is in 2014 het kindpakket ingesteld. In 2015 wordt het Kindpakket voortgezet en worden afhankelijk van de resultaten van 2014 en de mate van effectiviteit eventueel andere accenten gelegd ten aanzien van de invulling van het kindpakket. Hiervoor is € 225.000 extra beschikbaar in 2015. Belangrijke partners in de uitvoering van het kindpakket zijn de fondsen (Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, 27
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
stichting Leergeld) en de wijkteams. Met hen maken we afspraken over de uitvoering van het kindpakket. Deze partijen ontvangen van de gemeente subsidie voor de uitvoering van het Kindpakket. Samenwerkingsafspraken met partners in convenant vastleggen Bij de armoedebestrijding zijn vele partijen betrokken. Een aantal van deze partijen ontvangen voor hun activiteiten binnen de armoedeaanpak een financiële ondersteuning van de gemeente. Met de belangrijkste partijen die tot het netwerk behoren worden samenwerkingsafspraken gemaakt die moeten leiden tot meer effectiviteit van de armoedeaanpak. In 2015 worden de afspraken vastgelegd in een Armoedepact.
Relevante (beleids)nota’s
Koersdocument hervorming Sociaal domein, onderdeel Participatie (2014) Ontwikkelprogramma Armoede (2013) Herstructurering Sociale Werkvoorziening Fryslân 2012-2018 (2012)
Beleidsnota In eigen Hand, schuldhulpverlening nieuwe stijl (2011) Visie dienstverlening Werkplein (2011) Kadernota Handhaving sociale zekerheid (2009)
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving
2014
2015
2016
Schuldhulpverlening Armoedebeleid (kindpakket)
1.000 25
1.000 225
800 225
28
Bedragen x € 1.000 2017 2018 800 225
800
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Sport 1. Meer sport en bewegen stimuleren Buurtsportcoaches stimuleren sport en beweging op scholen, in dorpen en wijken In deze raadsperiode worden de buurtsportcoaches breder ingezet. In 2015, 2016 en 2017 organiseren de coaches activiteiten voor basisschoolleerlingen en jongeren zowel binnen schools als in het naschoolse, ondersteunen zij sportverenigingen en gaan zij beweegactiviteiten voor bewoners in de wijk uitvoeren. Dit laatste is een nieuwe taak, waarvoor zij aansluiten bij de sociale teams in de gemeente. In 2015 worden onder meer de mogelijkheden van inzet binnen de Integrale Kindcentra onderzocht. Het doel van de coaches is om zoveel mogelijke inwoners van onze gemeente aan het sporten en bewegen te krijgen. Het bewegen is een doel op zich bijvoorbeeld door het leren van nieuwe vaardigheden. En ook een middel: door het bewegen en sporten meedraaien in de samenleving, bevorderen van maatschappelijke participatie en bijdrage aan een goede gezondheid. Werkzoekenden werkervaring laten opdoen bij sportclubs De gemeente heeft een voortrekkersrol in het verbinden van sport en participatie/arbeidsmarkt. In 2014 is hiervoor een intentieverklaring Sport en Arbeidsmarkt ondertekend door NOC NSF, Team Sterk, UWV en de gemeente Leeuwarden. In 2015 worden in dit kader projecten als Talentencentrum en LacFrisia (een wijk-praktijkvereniging) voortgezet.
2. Beheer en onderhoud accommodaties Vaststellen nieuw sportaccommodatiebeleid Als gevolg van de herindeling met het noordelijk deel van de voormalige gemeente Boarnsterhim moet het sportaccommodatiebeleid worden geharmoniseerd. Omdat het beleid hierop in beide gemeenten verschillend was (onder andere ten aanzien van tarieven en onderhoud) wordt in 2015 een nieuw sportaccommodatiebeleid aan de raad aangeboden. De volgende elementen worden hierin opgenomen: o meer eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van sportverenigingen: de mogelijkheden hiertoe worden in 2014 onderzocht en uitgewerkt o harmonisatie van tarieven voor het gebruik van sportaccommodaties o inventarisatie en oplossing van acute knelpunten o ontwikkelingen in sport en bewegen en consequenties daarvan voor kwantiteit en kwaliteit van sportaccommodaties Door vaststelling van het nieuwe sportaccommodatiebeleid kan de gemeente Leeuwarden in de komende jaren beschikken over voldoende basisvoorzieningen om haar bewoners te laten sporten en bewegen.
Relevante (beleids)nota’s
Sport- en beweegbeleid 2012-2016: Samen werken aan sport en bewegen in de gemeente Leeuwarden (2012) Evaluatie combinatiefuncties Leeuwarden (2012) Herijking relatie gemeente – BV Sport (2005)
29
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wat mag het kosten? Programma Saldo programma (lasten -/- baten) Cultuur Jeugd en onderwijs Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Werk en inkomen Sport Totaal saldo
Rekening 2013 9.959 16.377 38.455 25.709 6.281 96.781
Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 11.099 21.374 43.314 28.637 6.510 110.934
2015 10.849 48.801 119.234 27.414 6.456 212.754
2016 11.284 20.651 38.158 25.591 6.222 101.906
2017 10.304 20.465 37.935 25.591 6.006 100.301
2018 10.004 20.160 37.514 25.366 5.906 98.950
Toelichting substantiële mutaties 2015 t.o.v. 2014: Het Rijk heeft de middelen voor de nieuwe taken op het gebied van WMO en Jeugdwet incidenteel gefinancierd in 2015. Vanaf 2016 introduceert het Rijk een nieuw objectief verdeelmodel.
Cultuur
Lasten
Kunst en cultuur Historisch Centrum Leeuwarden
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo
9.440 1.621
-151 -61
9.289 1.560
Totaal
11.061
-212
10.849
Jeugd en onderwijs
Lasten
Baten
Saldo
Leerlingenzorg Onderwijsachterstandbestrijding Volwasseneneducatie Hoger onderwijs Zorg voor de Jeugd Kinderopvang
12.211 4.162 265 1.000 34.029 1.263
-566 -2.297 -265 -1.000 0 0
11.645 1.865 0 0 34.029 1.263
Totaal
52.930
-4.128
48.802
Sociaal maatschappelijke ontwikkeling
Lasten
Baten
Saldo
Opvang en zorgverlening Ouderen- en gehandicaptenzorg
25.306 97.941
-635 -3.378
24.671 94.563
123.247
-4.013
119.234
Lasten
Baten
Saldo
3.934 100.249 26 448 6.399
0 -83.643 0 0 0
3.934 16.606 26 448 6.399
111.056
-83.643
27.413
Lasten
Baten
Saldo
Totaal
Werk en inkomen Arbeidsmarkt en sociale integratie Inkomensvoorziening Lijkbezorging Sociale integratie achterstandgroepen Armoedebestrijding Totaal
Sport Sport en ontspanning
6.586
-130
6.456
Totaal
6.586
-130
6.456
30
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Impuls Sociale Investeringen (ISI) Bedragen x € 1.000 ISI
2014
Totaal
31
2015
2016
2017
102.5
0
0
102.5
0
0
2018 0 0
0 0
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.2.2 Programma Fysiek Onze activiteiten op het gebied van economie en toerisme, wonen en milieu, infrastructuur en mobiliteit, ruimtelijke ordening en beheer leefomgeving. Betrokken portefeuillehouder(s): H. Deinum, H. van der Molen, T. Koster en I. Diks
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel Een krachtig en aantrekkelijk Leeuwarden en een klimaat dat stad, regio én mensen in beweging brengt.
Doelstellingen Iedereen de ruimte. Met elkaar willen we een levendige en bereikbare gemeente realiseren. Zorgen voor dorpen en wijken waar mensen nu en later duurzaam kunnen leven. Om dit te bereiken investeren we verder in de versterking van de binnenstad, het Stationsgebied en Grou. Samen met woningcorporaties en huiseigenaren verduurzamen en verbeteren we de bestaande woningvoorraad in de gemeente om betaalbaarheid en woonkwaliteit te waarborgen. En we investeren in de kwaliteit van de leefomgeving, de infrastructuur en bereikbaarheid; onder meer via het programma Vrij-Baan. Bovendien werken we aan een klimaat dat stad en regio in beweging brengt.
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Economie en toerisme 1. Banen creëren via relatiebeheer en acquisitie Het relatiebeheer (accountmanagement) is gericht op alle bedrijven in Leeuwarden met meer dan 25 werknemers. Het beoogt de bestaande bedrijven te faciliteren en uitbreiding c.q. behoud van werkgelegenheid te stimuleren. Bedrijfscontact, thema- en clusterbijeenkomsten en projecten vormen de inhoud. Acquisitie is gericht op de speerpunten water en melk, financiële dienstverlening en binnenstad. Daarnaast heeft het aantrekken van werk voor lager geschoolden prioriteit. Uitvoering en aanpak worden vastgelegd in het acquisitieplan. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente wordt gebruikt om de regionale werkgelegenheid te stimuleren. Dat gebeurt door informatie te verstrekken via relatiebeheer en accountmanagement, voorlichting over de aanbestedingskalender en social return.
2. Banen creëren via regionale samenwerking In samenwerking met de F4-gemeenten Met de gemeenten Smallingerland, Heerenveen en Súdwest-Fryslân wordt samengewerkt in F41verband. Basis is een uitvoerings- en een ontwikkelagenda voor de jaren 2014 en 2015.
1
F4 staat voor 4 Friese gemeenten.
32
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Voor ontwikkeling en uitvoering is in totaal jaarlijks € 200.000 beschikbaar. Hiermee worden ook lobby-activiteiten en Brusselse contacten gefinancierd. Extra capaciteit voor uitvoering wordt geleverd door de gemeente Heerenveen.
3. Economische innovaties Wij geven uitvoering aan het topsectorenbeleid van Nederland en concentreren ons op water en zuivel. Innovatie van onze economie is een gezamenlijke opgave van gemeente, bedrijfsleven en kennisinstellingen in Leeuwarden. Ook de bewoners spelen een steeds prominentere rol bij innovaties. In het kader van onder andere de Noordelijke RIS-strategie hebben we als gemeente een heldere positie samen met de kennisinstellingen, bedrijven en andere overheden ingenomen. We willen ons profileren op de volgende zaken, wanneer het economische innovatie betreft: 1. Leeuwarden Capital of Water Technology: hoofdopgaaf 2.000 kenniswerkers in 2020. 2. Leeuwarden/Fryslân en Dairy Valley: hoofdopgaaf: Leeuwarden is in 2020 hét internationale competence centre voor agrofood van Europa met topopleidingen in de Dairy keten, plus specialisaties in Health en Applied Sustainability. 3. Leeuwarden CH2018 – hoofdopgaaf: stad die bottum up innovaties faciliteert en verder brengt, dit doen we op een vraag gestuurde wijze. Met deze thema’s sluiten we aan op Europese en Regionale ondersteuningsmogelijkheden en ook zijn er op de Leeuwarden campussen en daarbuiten diverse partijen die werken aan deze ambities. In 2015 gaan we gezamenlijk met diverse partijen hier nader invulling aan geven. Belangrijke concrete acties die we in de periode 2015 gaan oppakken zijn (niet limitatief): 1. Ondersteuning van de doorstart van de Inqubator Leeuwarden (broedplaatsfunctie voor start-ups) en ondersteuning van (pre)starters. 2. Ondersteuning van innovaties door leningen vanuit het participatiefonds voor MKB-bedrijven (totaalomvang € 1,25 mln). 3. Samenwerking versterken rond de Dairy spelers in samenwerking met de provincie en Van Hall-Larenstein (regionale overheid, bedrijvigheid en onderwijs/kennis). 4. Versterking van de samenwerking tussen overheid en de watercampus-spelers en het bedrijfsleven door samen met de provincie en watercampuspartijen de governance te versterken – verhuur van vierkante meters en acquisitie van watertechnologie-bedrijvigheid op de watercampus is daarbij een belangrijke concrete actie. 5. Faciliteren van bottom-up initiatieven indien deze passen bij onze speerpunten (Dairy, Watertechnologie en CH2018 economische bottum-up innovaties); als deze werkgelegenheidseffecten opleveren en indien we als gemeente toegevoegde waarde bieden ten opzichte van het initiatief. 6. Faciliteren van innovatie en verhuur en verkoop van (bedrijfs)ruimten op de Watercampus en Dairy Campus (vooral Newtonpark IV en III).
4. Het vestigingsklimaat versterken Marketing De economische marketing van Leeuwarden ondersteunt de acquisitie, de speerpunten (water, melk, detailhandel Binnenstad en financieel zakelijke dienstverlening) en het innovatiebeleid. Voor wat betreft water(technologie) richt de gemeente zich vooral op acquisitie, de vermarkting van de Watercampus (2e fase) en eventsgericht op de economische doelgroep. De Wateralliantie en Wetsus verzorgen het overige spectrum. Voor food en melk is een marketingaanpak in voorbereiding (samen 33
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
met partners: provincie, onderwijs, Dairy Campus en gemeente Heerenveen). Marketing en communicatie van Groen werkt! vormt onderdeel van het programma dat samen met de Provincie Fryslân wordt uitgevoerd. Voor de financiële dienstverlening zijn resp. worden afzonderlijke marketingproducten ontwikkeld (toepassen van het Buck-model2). De vermarkting van de Binnenstad loopt mee in de gemeentelijke stadsmarketing, met accent op Beste Binnenstad, evenementen, CH2018 en social media. Beïnvloeden omvang en kwaliteit huisvestingsaanbod bedrijven De beïnvloeding van de omvang en kwaliteit van het huisvestingsaanbod van bedrijven is uitgesplitst naar detailhandel, kantoren en overige bedrijfshuisvesting. Acties en instrumenten die we toepassen zijn o.a. een instrument voor het verbeteren van de vastgoedwaarde voor eigenaren, verduurzaming verbeteren door kennis te delen en toepassingsgericht onderzoek i.c.m. Groen werkt! en het stimuleren en faciliteren van transformatie van het areaal kantoor- en bedrijfsruimte. Ontwikkelen nieuw aanbod De leegstand van winkels is geëvalueerd. In het najaar van 2014 wordt gesproken over de follow-up van de aanpak. Het beleid ten aanzien van kantoren en bedrijventerreinen is vastgelegd in twee notities, die najaar 2014 worden besproken in de Raad. Ten aanzien van kantoren ligt er het vraagstuk van leegstand. Met de Provincie Fryslân en de F4-gemeenten vindt overleg plaats over het schrappen van plancapaciteit, d.w.z. de ruimte die in bestemmingsplannen zit voor kantoren verminderen. In 2015 wordt nader onderzoek gedaan naar de invoering van een leegstandverordening. Ander vraagstuk betreft de veroudering van het kantorenbestand. Hiernaar is onderzoek uitgevoerd om na te gaan wat de omvang van het probleem is en welke rol de gemeente kan spelen om te stimuleren dat tijdig het juiste aanbod op de juiste plaats aangeboden kan worden. Enige locaties voor nieuwbouw in Leeuwarden zijn het stationsgebied en de Overijsselselaan. Op het vlak van de overige bedrijfshuisvesting wordt eveneens afstemming nagestreefd in provinciaal- en F4-verband. Aanleiding vormt de actualisering van de bedrijventerreinenmonitor van de Provincie Fryslân. Naast profilering van de locaties wordt de ontwikkeling van Newtonpark III voorbereid.
5. Het voor bedrijven aantrekkelijk maken om te investeren in projecten op het gebied van water, energie, agrifood, toerisme en binnenstad Naast acquisitie, marketing en versterking van het vestigingsklimaat wordt het investeren in Leeuwarden aantrekkelijk gemaakt door participatie- en financieringsinstrumenten in te zetten (groen innovatiefonds, arbeidsmarktmaatregelen, regelingen Wurkje Foar Fryslân), door multiplierwerking van investeringsprojecten (Stationsgebied, Harmoniekwartier, Blokhuispoort) in de stad en door gebruik te maken van de positieve ‘flow’ die is ontstaan rond CH2018 en tenslotte door gericht beleggers te interesseren voor het investeren in Leeuwarden.
6. Duurzame ontwikkeling en watertechnologie stimuleren via Groen Werkt! We gaan aan de slag langs de volgende lijnen: A. Watertechnologie innovatie-aanpak & internationalisering B. Dairy samenwerking & innovatieprojecten C. Gebouwde omgeving D. Duurzame mobiliteit (groen gas en elektrische mobiliteit) E. Overige duurzame energieprojecten en groen innovatiefonds
2
Buck-model is een model voor vergelijking van vestigingsplaatsen.
34
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
De provincie en gemeente stellen in 2014 een gezamenlijke projectopdracht op die concrete invulling geeft op projectniveau. Uitvoering hiervan start in 2015. De provincie draagt van 2014 t/m 2018 jaarlijks € 500.000 bij aan de aanpak Groen Werkt! De gemeente doet in 2015 een bijdrage van € 470.000, aangevuld met € 30.000 personele inzet. Innovaties (A en B) De aanpak Groen Werkt! heeft overlap en geeft deels invulling aan de economische innovaties. Wij richten daarnaast een subsidiefonds in voor zowel bewoners als bedrijven en kennisinstellingen. Dit zijn twee transitiefondsen die partijen ondersteunen bij de realisatie van (innovatieve) verduurzamingsprojecten. Deze hebben een respectievelijke omvang van € 50.000 en € 300.000. Gebouwde omgeving (C) Hiervoor verwijzen wij naar het programma Fysiek, onderdeel wonen en milieu. Duurzame mobiliteit (D) Ook in 2015 is de regeling voor duurzame mobiliteit van kracht, waarbij de gemeente vooral het rijden op groen gas stimuleert met een subsidiebedrag op de aanschaf. Met het structureel uitrollen van een elektrische laadinfrastructuur wordt elektrisch rijden gestimuleerd. Eetbare stad (E) Leeuwarden profileert zich op het gebied van Stadslandbouw. We willen een goede gastheer zijn en staan open voor praktische initiatieven, stimuleren educatie en faciliteren symposia en congressen door het beschikbaar stellen van ruimte. We hebben een programma opgesteld voor een tijdsperiode van 3 jaar (2014-2016). Waar mogelijk sluiten we aan bij bestaande initiatieven. We starten een onderzoek naar de herintroductie van schooltuinen en stellen in samenwerking met Hogeschool Van Hall-Larenstein een programma op. Leeuwarden is in 2015 ‘Hoofdstad van de Smaak’. Dit hanteren we als vliegwiel om de productie- en consumptiemarkten van streekproducten uit te bouwen en ketens te starten.
7. Stad én regio meer in de schijnwerpers zetten In 2015 willen we de positieve trend die heerst na uitverkiezing CH2018, Serious Request en andere successen voortzetten. Meer bezoekers die langer blijven en die bovendien hun positieve ervaring over Leeuwarden delen met hun (online) netwerk. Gerichte marketing (focus), succesvolle productmarkt combinaties. Wij zetten in op: - gastvrijheid (in lijn Gastvrij Grou); - informatievoorziening (online en offline); - productontwikkeling: evenementen/attracties (trekken/ontwikkelen, citydressing o.a. in de vorm van bloembakken, vlaggen en digitaal welkom); - imago Leeuwarden (online marketing, beïnvloeden sociale netwerken/doelgroepen, free publicity via social media (twitter, apps, etc.); - acquisitie (zakelijk toerisme/congressen). Alle inzet is erop gericht om Leeuwarden klaar te stomen voor 2018. Jaarlijks minimaal 2 evenementen, van (inter)nationale allure (‘altijd wat te doen’), elk jaar gastvrijer. Binnen de positionering Leeuwarden is CH2018, blijven de sterke merken van Leeuwarden ‘binnenstad’ en ‘water’ centraal staan. Er wordt nauw samengewerkt met de nieuwe regiomarketingorganisatie en CH2018 (op relevante thema’s) en ondernemers (Platform Marketing Binnenstad, Toeristisch Netwerk, 35
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
ondernemersnetwerk Grou). De rol van de gemeente verschuift steeds meer naar faciliteren, verbinden en als katalysator fungeren.
8. Verkoop niet-strategisch vastgoed Onder de noemer “niet-strategisch vastgoed” vallen objecten die de gemeente in eigendom heeft, maar die vanuit historisch perspectief geen toegevoegde waarde hebben, niet (meer) nodig zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente en niet langer dienen ter ondersteuning van de gemeentelijke organisatie. Objecten die onder deze noemer vallen worden in principe afgestoten, tenzij ze rendabel worden geëxploiteerd c.q. een positieve bijdrage leveren aan de gemeentelijke begroting. De marktontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben het afstoten van deze objecten bemoeilijkt, zo niet onmogelijk gemaakt. Daarbij komt nog dat de objecten veelal staan op locaties die minder tot niet courant zijn. Bovendien zijn de meeste objecten, ondanks de locatie, verhuurd. De markt lijkt zich te herstellen. Om van die ontwikkeling te kunnen meeprofiteren gaan we in 2015 onderzoeken, liefst samen met marktpartijen (bijvoorbeeld makelaars, woningbouwcorporaties, ontwikkelaars) op welke wijze en tegen welke investeringen de objecten (of de locaties) voor potentiële kopers aantrekkelijk kunnen worden gemaakt.
9. Onderzoek verkoop erfpachtpercelen We gaan in 2015 een onderzoek opstarten naar de (on)mogelijkheden van de verkoop van erfpachtpercelen. Daarbij wordt niet alleen helder in beeld gebracht wat de baten van die verkoop kunnen zijn (incidenteel), maar ook welke gevolgen de verkoop heeft voor de huidige structurele opbrengsten uit de erfpachtcanons. Overigens is het op dit moment voor de erfpachthouders al mogelijk om die erfpacht af te kopen en daarmee eigenaar te worden van het erfpachtperceel. Van deze mogelijkheid wordt incidenteel gebruik gemaakt.
10. Besluiten over beste invulling Blokhuispoort De besluitvorming over de invulling van de Blokhuispoort vindt naar verwachting in het najaar van 2014 plaats.
Relevante (beleids)nota’s
Uitvoeringsprogramma duurzame energie provincie Fryslân 2014-2020 (2013) Uitvoeringskader watertechnologie 20142020 provincie Fryslân (2013) Aanpak slim met energie en water 20112014 (2011) Kantorenmonitor (2012)
36
Regionaal bedrijventerreinplan 2010-2020 (2011) Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden (2014) Nota’s Grondbeleid Leeuwarden en Boarnsterhim (2012) Evaluatie evenementenbudget (2011)
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving
2014
Economisch beleid, profilering & acquisitie Groen werkt! Toerisme, marketing & evenementen Economische Participatie: Krediet verlenen leningen Risicoreservering in reserve economische participatie Ontwikkeling Blokhuispoort: Krediet ontwikkeling Blokhuispoort Kapitaallasten krediet ontwikkeling Blokhuispoort
Bedragen x € 1.000 2017 2018
2015
2016
500 470 500
500 470 500
500 460 500
2.000 120
120
120
1.250 400
37
120
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wonen en milieu De kaders van de woningmarkt zijn nog altijd sterk in beweging. Zowel de waardeontwikkeling van woningen, woonbehoeften, financiering en consumentenvertrouwen als wet- en regelgeving (bijvoorbeeld rond corporaties en zorg) zijn aan veranderingen onderhevig en moeilijk voorspelbaar. Dit maakt dat we frequenter beleid en vooral de uitvoering moeten actualiseren en verfijnen. In deze periode worden de nota Wonen en de prestatieafspraken met de corporaties op onderdelen bijgesteld. Daarbij krijgen we per 2015 te maken met nieuwe Rijkskaders waardoor onder meer de prestatieafspraken met corporaties een meer verplichtend karakter krijgen. Dit brengt weliswaar veranderingen, in Leeuwarden wordt al langer in de lijn van deze kaders gewerkt.
1. Verbeteren en verduurzamen bestaande woning voorraad
Verbeteren en verduurzamen bestaande woningvoorraad huursector wooncorporaties Met de corporaties worden onze afspraken over het (energetisch) verbeteren van hun woningvoorraad zoals vastgelegd in het Leeuwarder Bestek uitgevoerd. Verduurzamen mag daarbij niet leiden tot hogere woonlasten. De afspraak is renovatie van 425 woningen per jaar met 2 label stappen (Leeuwarder Bestek). We gaan met de corporaties onderzoeken hoe we een hogere ambitie voor de renovatieopgave kunnen bereiken. Daarbij worden de ervaringen en leerpunten uit het voorbeeld van de renovatie bij Bilgaard (Slim en Snel) met externe financiering en andere landelijk trajecten (stroomversnelling) gebruikt.
Verbeteren en verduurzamen bestaande woningvoorraad particuliere eigenaren Vanuit het energieloket Slim Wonen in Leeuwarden stimuleren we kwaliteit en marktgroei. Met het project ‘energiebesparing in de gebouwde omgeving’ streven we naar een versnelling van de autonome woningverbeteringen (420 renovaties per jaar met een 20-40% verlaging van energie, behouden van 40 banen, uitgelokte investering van € 1,2 mln). Maatregelen om deze doelstellingen te halen zijn: - Mee te werken met initiatieven vanuit de regionale bouw- en vastgoedsector zoals vereniging SLIM ( Samenwerking met 30 lokale bouwbedrijven). - Ondersteunen van wijken en wijkambassadeurs. 5-6 wijken krijgen extra ondersteuning van koplopers (van onderop). Cursussen in samenwerking met NHL voor wijk-ambassadeurs (30 deelnemers). - Faciliteren in financiering waar de markt niet kan/wil. De effectiviteit van de duurzaamheidslening wordt gemonitord en innovatieve financieringsvormen worden onderzocht in samenwerking met de provincie.
Energieneutrale renovatiepakketten en financieringsmogelijkheden worden ontwikkeld in samenwerking met de bouwkolom, wijken en financiers. In 2015 is de ambitie om 20 woningen energieneutraal te renoveren (10 Leeuwarden, 10 rest van Fryslân) in samenwerking met de regio.
Onze samenwerkingsverbanden versterken onze energiebesparingsactiviteiten. Zo is Leeuwarden in 2015-2016 coördinator voor alle Friese gemeentes voor inzet van ondersteuningsgelden van de VNG voor de regionale energiebesparingsaanpak.
Onderzoek staat van onderhoud van de bestaande woningvoorraad De ervaringen van afgelopen twee jaar rondom de constructieve veiligheid van balkons hebben geleerd dat er onvoldoende inzicht is in de staat van onderhoud van de bestaande woningvoorraad. 38
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Er zijn in de jaren van wederopbouw veel woningen gebouwd. Deze gebouwen vergen kwalitatieve aandacht (onderhoud, renovatie); een deel van dat vastgoed raakt zelfs aan het eind van de levenscyclus waardoor vervangende nieuwbouw een scenario vormt. Voorbeelden hiervan zijn: balkonproblematiek, funderingsproblematiek (paalrot), loszittende kopgevels van flatgebouwen, asbest, elektra- en gasinstallaties. Deze problemen raken de publieke veiligheid. Eigenaren zijn daarvoor verantwoordelijk. Onze ervaring is dat zij zich niet altijd bewust zijn van bepaalde problematiek. Onderzoek is nodig om inzicht te krijgen in de staat van onderhoud, zodat bepaald kan worden wat de te treffen maatregelen zijn en wat de rol van de gemeente daarin kan zijn. Rond bijvoorbeeld de balkonproblematiek is naast de klassieke toezichthoudende rol ook naar eigenaren al initiërende, stimulerende en adviserende inbreng geleverd. Deze vernieuwing vraagt alertheid, flexibiliteit en intensieve aandacht van onze organisatie. Het inspectierapport over de brand aan De Kelders vormt mede aanleiding om de werkwijze rond brandveiligheid van panden nogmaals kritisch te bezien. We nemen samen met Brandweer, eigenaren en stakeholders zoals corporaties en Leeuwarden Studiestad extra preventieve maatregelen. Dat gaat vooral om meer voorlichting voor- en advies aan eigenaren en gebruikers. Naast het uitdrukkelijker activeren en stimuleren van anderen komen we met voorstellen voor een projectmatige aanpak met intensievere controles in de binnenstad. Dat doen we integraal en proportioneel en op basis van de criteria: ouderdom van de panden, bereikbaarheid, functiemenging (werken/wonen) en bewonerskarakteristieken. Steekproeven moeten uitwijzen of er grootschaliger dan wel structureel anders moet worden geopereerd. Extra aandacht voor energiebesparing en lastenverlichting minima (armoedebestrijding) Bij het verbeteren en verduurzamen van de bestaande woningvoorraad gaat het vaak om investeringen in fysieke maatregelen. Naast en parallel aan onze activiteiten om dit te stimuleren (zie hierboven) geven we meer aandacht aan de groep minima die minder of niet in staat is om financieel te investeren. Dit willen we bereiken door de eerder uitgevoerde activiteiten te evalueren en diverse nieuwe maatregelen te onderzoeken en waar deze effectief zijn opnieuw uit te voeren. Hieronder valt o.a. voorlichting over bewust omgaan met energie, aandacht voor woonlastenbeperking in renovatieplannen van de corporaties, opleiding van energie-inspecteurs (werk/participatie trajecten) en training van wijk-ambassadeurs (in samenwerking met de NHL cursus ‘hoe verduurzaam ik mijn woning’) en innovatieve financieringsarrangementen. Ook vanuit de 6-wijkenaanpak krijgt dit onderwerp aandacht. We maken inwoners bewust van de onderhoudsbehoefte van een woning en de bijbehorende kosten. Tevens worden vanuit deze wijkaanpak particuliere initiatieven gericht op het onderhouden van de woningen, in combinatie met energiebesparende maatregelen, ondersteund. Zo wordt op dit moment nauw samengewerkt met het bestuur van een vereniging van eigenaren waarin 132 grondgebonden woningen zijn verenigd, om te komen tot een meerjarenonderhoudsrapportage waarin woonlasten (energie + onderhoud) een belangrijke rol spelen.
2. Passende nieuwbouw
Stimuleren van bouwers en ontwikkelaars duurzaam goed en goedkoop te bouwen
Bruto productie Voor 2015 verwachten we een bruto productie van meer dan 500 woningen uitgaande van een groeiende bevolking (sinds 2003 is de bevolking jaarlijks met ca. 600 toegenomen). Hiervan zijn er in ieder geval zo’n 160 in de gereguleerde huur. Het segment van de vrije sectorhuur groeit in belang.
39
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Studentenhuisvesting Voldoende en kwalitatief hoogwaardige studentenhuisvesting is voor een studentenstad als Leeuwarden noodzakelijk. We implementeren met onze partners (o.a. corporaties, stichting Leeuwarden Studiestad en particulieren) in 2015 een digitaal loket, waarbij studenten toegang krijgen tot het aanbod in deze markt. Nieuwe woonvormen en initiatieven Incidenteel ontvangen we vragen rondom nieuwe woonvormen. Indien mogelijk worden deze initiatieven ondersteund. Waar dit kan, verlenen we medewerking aan nieuwe woonvormen en (lokale/coöperatieve) initiatieven. We verwachten een 2- of 3-tal van dergelijke experimenten te kunnen begeleiden. Samenwerking We werken samen met de provincie aan het uitvoeren van haar aanvalsplan voor de Friese woningmarkt. Ook in 2015 blijven we met marktpartijen in gesprek over wie wat kan en gaat bijdragen aan het optimaal functioneren van de woningmarkt. We overleggen regelmatig met partners uit het bestaande relatienetwerk Platform wonen. Duurzame woningen: energiebesparing en lastenverlichting Ook in de nieuwbouw zetten we in op verlaging van woonlasten door lagere energiekosten. We beoordelen nieuwe initiatieven op energielastenquote. In de Zuidlanden wordt bij het te ontwikkelen buurtschap Wiarda ingezet op woningen die zo weinig mogelijk en alleen elektrische energie verbruiken: all electric. Op het Sint Bonifatiuspark worden 28 energie neutrale woningen gebouwd. Uitvoeringsprogramma wonen en zorg Rond wonen en zorg wordt het contact met de stakeholders geïntensiveerd. De opgave op dit gebied wordt in beeld gebracht. Daar vloeit vervolgens, rekening houdend met een ieders rol en verantwoordelijkheid, een uitvoeringsprogramma uit voort. Versterken cultureel erfgoed door archeologie en monumentenzorg Een geactualiseerde erfgoednota met uitvoeringsprogramma is gereed in 2015. Enkele in het oog springende herbestemmings- en restauratieprojecten in de binnenstad staan op het programma: van het monumentale complex van de oude Fries Museumpanden (Kanselarij, Eijsingahuis c.a.), het Nieuw Sint Anthonygasthuis en de vroegere HCL-panden aan de Grote Kerkstraat. Monumentenzorg draagt ook in belangrijke mate bij aan het herstel van historische gevels in aanloopstraten met de subsidie Binnenstad Boppe. Het historische kleurgebruik in de binnenstad krijgt in de komende jaren bijzondere aandacht. Naast het vervolmaken van de bestaande monumentenlijst wordt in het nieuwe grondgebied gestart met de inventarisatie van potentiële gemeentelijke monumenten. De archeologische waardenkaart van dat grondgebied wordt eveneens verfijnd en opgewaardeerd. In het najaar wordt een (2e) monumentenmarkt georganiseerd. Het onder- en bovengrondse cultuurhistorische erfgoed wordt verder ontsloten en gepromoot. Daarbij wordt steeds vaker gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden (via QR-codes op panden, te downloaden wandelingen e.d.). De kwaliteit en waardering van ons erfgoed worden mede met het oog op CH2018 maximaal in de etalage gezet.
40
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3. Stevige wijkaanpak De aanpak van de aandachtswijken via de 6-wijkenaanpak (in Oud-Oost, Valeriuskwartier, Schepenbuurt en Nylân) is tot eind 2016 vastgelegd in de prestatieafspraken met de corporaties Elkien en WoonFriesland. De aanpak Heechterp-Schieringen is tot 2018 vastgelegd in afspraken met Rijk en corporaties. Gezien ook de lange termijnen die het vraagt om weer stabilisatie en daarna vooruitgang in de wijken te bewerkstelligen zetten wij de beide aanpakken door. Wel vindt er in overleg met de beide corporaties een (beperkte) heroriëntatie plaats op de 6-wijkenaanpak voor de periode 2015 t/m 2017. Belangrijkste basis van de financiering blijven de beschikbaar gestelde ISV-3 middelen voor de 6-wijkenaanpak door de gemeente. Verkend wordt of uit andere bronnen aanvullende financieringen mogelijk zijn, vooral voor de wijkprojectgroepen en hun zorg voor de actuele, dagelijkse leefbaarheidsproblemen in de wijken. Ook voor de periode 2015 t/m 2017 willen wij in de aandachtswijken werken met Wijkactieplannen. De aanpak van woonoverlast is een speerpunt (zie programma Veilig). Ook het stedelijk opererende huurteam (als controleur van de huurprijzen van kamerbewoning) blijft in 2015 vanuit de wijkaanpak gehandhaafd, evenals de aanpak particulier bezit in Oud-oost.
4. Inzameling afval In 2015 evalueren we het afvalbeleid en worden nieuwe maatregelen voorgesteld die bijdragen aan het realiseren van de beoogde landelijke doelstellingen (de landelijke ambitie is verder aangescherpt van 60-65% in 2015 naar 75% in 2020). De scheidingsdoelstelling voor Leeuwarden ligt op 60% aan het eind van deze collegeperiode. In 2015 verwachten we met de huidige maatregelen op 58% uit te komen. Dat is een prima resultaat gemeten naar gemeenten met een vergelijkbaar stedelijk karakter. Mede dankzij een goed functionerende nascheidingsinstallatie en zeer efficiënte en vanuit milieuoogpunt effectieve verbrandingsoven ligt het gerealiseerde scheidingspercentage op koers. Ook inzamelproeven die we in onze stad organiseren, zoals in Zuiderburen evenals bijzetprojecten, dragen bij aan het realiseren van onze doelen. In de zomer van 2015 vindt een tussenevaluatie plaats van de proef in Zuiderburen. In 2015 starten we een tweede inzamelproef. Het zo veel mogelijk faciliteren van herbruikbare deelstromen vormt daarbij het uitgangspunt. Met het oog op service en kostenreductie werken we samen met buurgemeenten. Bewoners kunnen nu al terecht op dichtbijgelegen milieustraten in andere gemeenten. Het openstellen van de milieustraat in Grou voor de inwoners van de gemeente Heerenveen is voor ons enerzijds van belang vanuit kostenoogpunt. Anderzijds hebben we hiermee een doorbraak geleverd in de grensoverschrijdende samenwerking tussen gemeenten m.b.t. milieustraten. Onlangs zijn we een project met andere Friese gemeenten gestart om te onderzoeken hoe grensoverschrijdende samenwerking kan leiden tot een betere dekking van milieustraten over de Provincie Fryslân, zodat de afvalscheiding verbetert en de kosten omlaag gaan. In 2015 worden op basis van de onderzoeksresultaten verdere stappen in de samenwerking verwacht.
5. Verbeteren bodemkwaliteit De afspraken met het Rijk (bodemconvenant) worden herzien. De belangrijkste huidige afspraken, en deze blijven naar verwachting intact, zijn: - Spoedlocaties met humane (gezondheids)risico’s aangepakt in 2015; - Locaties met risico’s voor milieu of ecosysteem bekend in 2015 en voor 2020 gesaneerd/aangepakt.
41
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
De gemeente Leeuwarden ligt goed op koers voor deze operatie. Programma’s en formatie zijn afgestemd op deze beheersfase. Met de uitbreiding van het grondgebied van de gemeente Leeuwarden zijn locaties in dit betreffende gebied, die voorheen onder het bevoegd gezag van de provincie vielen, overgeheveld. Van een aantal van die locaties moet nog blijken of en in welke mate er sprake is van verontreiniging en eventuele risico’s. Op basis van onderzoek daarnaar worden in 2015 het programma en budget herijkt.
Relevante (beleids)nota’s
Nota Wonen (2012) Leeuwarder bestek: samenwerkingsafspraken tussen Elkien, Woonfriesland en gemeente Leeuwarden voor de periode 2012 t/m 2016 (2012) Afvalbeleid 2012-2015 (2012)
42
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Infrastructuur en mobiliteit 1. Leeuwarden Vrij-Baan Reconstructie stadsring De reconstructie van de stadsring is onderdeel van het programma Leeuwarden Vrij-Baan. Door de toenemende mobiliteit wordt de functie van de stadsring steeds belangrijker. De stadsring moet niet alleen voorzien in een goede doorstroming, maar moet ook veilig en representatief zijn. Ook in 2015 worden werkzaamheden aan de stadsring uitgevoerd. a. Europaplein en Valeriusstraat/-plein In juli 2014 heeft de Raad het definitieve ontwerp van het Europaplein met een turborotonde en drie tunnels voor voetgangers en fietsers vastgesteld. In 2015 wordt gestart met de uitvoering. In aansluiting op het Europaplein volgt de uitvoering van de Valeriusstraat/-plein waarover de gemeenteraad in mei 2013 een realisatiebesluit heeft genomen. In 2015 wordt de uitvoering van de Valeriusstraat/-plein verder voorbereid. b. Julianalaan In mei 2013 heeft de gemeenteraad ook het realisatiebesluit voor de Julianalaan genomen. In 2014 is het ontwerp verder uitgewerkt tot een Definitief Ontwerp (DO). In 2015 wordt de uitvoering van de Julianalaan ter hand genomen. Voor de reconstructie van de Julianalaan is een budget beschikbaar van in totaal € 6 mln.
2. Veilig op de fiets Wijzigen voorrangssituatie rotondes in en rond Camminghaburen Waar dat mogelijk is binnen grenzen van veiligheid en bereikbaarheid, is er voor gekozen om fietsers en voetgangers voorrang op rotondes te geven. Dit is zo vastgelegd in de Richtingwijzer Fiets. Dit betekent dat op rotondes in en rond de woonwijken de fietsers en voetgangers voorrang krijgen op het autoverkeer. De automobilist is hier te gast. Op basis van deze uitgangspunten worden in 2015 de volgende rotondes in en rond Camminghaburen aangepast: Kalverdijkje/Egelantierstraat; Camminghaburg/Oenemastate; Grovestins/Frittemastate. De kosten voor dit project worden geraamd op totaal € 135.000. Vrijliggend fietspad Leechlân fase 2 (tussen Greate Kritewei en Warten) In 2014 is de aanleg van fase 1 van het vrijliggend fietspad Leechlân van start gegaan. Het gaat hierbij om het gedeelte tussen Grou en Greate Kritewei. Als logisch vervolg op deze 1e fase van het fietspad is begonnen met de eerste voorbereidingen voor de realisatie van het gedeelte tussen de Greate Kritewei en Warten. Tot deze 2 e fase behoort ook het nemen van snelheidremmende maatregelen op het gehele weggedeelte Leechlân tussen Grou en Warten. Deze maatregelen zijn nodig ter ondersteuning/benadrukking van het 60 km/uur regime dat hier geldt. De kosten voor de 2e fase van het fietspad en voor de snelheidremmende maatregelen worden geraamd op totaal € 2,1 mln. De dekking voor dit project is nog niet rond. In het investeringsprogramma is een reservering opgenomen voor een gemeentelijke bijdrage van € 574.000. Realisatie van het project is daarom pas na 2015 aan de orde.
43
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3. Parkeren In 2015 wordt het parkeerbeleidsplan ‘Evenwicht in parkeren’ uit 2004 geactualiseerd. In de actualisatie wordt onder andere het parkeerbeleid van de voormalige gemeente Boarnsterhim op de situatie Leeuwarden afgestemd. In de actualisatie wordt ook ingegaan op de ontwikkelingen op parkeergebied, zoals digitalisering en tariefdifferentiatie.
Relevante (beleids)nota’s
Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP), 2011 – 2025 (2011) Fietsbeleidsplan Richtingwijzer Fiets 2013-2025 (2011) Evenwicht in parkeren, parkeerbeleidsplan gemeente Leeuwarden (2005) Rondje Stad, basisontwerp stadsring (2008)
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving
2014
Fietspad Grou-Warten tweede fase: Krediet fietspad Kapitaallast krediet fietspad
44
2015
2016
574 34
34
Bedragen x € 1.000 2017 2018
34
34
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Ruimtelijke ordening 1. De binnenstad versterken Ook in 2015 krijgt de binnenstad onze volle aandacht. Wij zijn kandidaat voor de Beste Binnenstad 2015 en daarvoor worden er ook in 2015 nog allerlei maatregelen getroffen, zoals het bloemenproject bij de invalswegen en aan de stadsbruggen, het vernieuwen van de voetgangersbewegwijzering, intensieve handhaving van reclamebeleid, etc. Wij werken daarbij actief samen met het Leeuwarder Ondernemers Fonds, het Verenigd Bedrijfsleven Leeuwarden, het wijkpanel en andere stakeholders. De uitvoering van projecten, zoals het Harmoniekwartier, draagt bij aan de versterking van de aantrekkingskracht van de binnenstad. Een belangrijk herinrichtingsproject dat in 2015 wordt uitgevoerd, is het Schoenmakersperk. Hierdoor wordt in dit voor toeristen belangrijke gebied (Prinsentuin, Natuurmuseum, Jacobijnerkerk, tuin Sint Anthonygasthuis) de ruimtelijke kwaliteit aanzienlijk verbeterd. Wij kiezen voor een toekomstbestendige binnenstad. De wijze waarop we dit gaan doen is afhankelijk van de uitkomsten van het brede overleg met de Raad over de binnenstad in het najaar van 2014. Leeuwarden wordt steeds meer een evenementenstad en deze evenementen spelen zich vaak af in de binnenstad. Door deze evenementen slim te programmeren en te lokaliseren willen wij meer traffic in de winkelstraten genereren, zodat ook winkeliers van het evenementenpubliek profiteren. Wij zetten ons beleid ten aanzien van het sterker maken van een winkelprofiel per straat voort. Ook ten aanzien van dit onderwerp zijn wij afhankelijk van de uitkomsten van het najaarsdebat van 2014.
2. Gebiedsvisie Oostelijk deel van de stad De oostelijke binnenstad bestaat uit drie delen: het gedeelte Tweebaksmarkt/Turfmarkt, het Speelmanskwartier en het gebied rond de Amelandsstraat ten oosten van de Voorstreek en ten noorden van de Tuinen. In 2015 gaan in het gebied Tweebaksmarkt/Turfmarkt veel bouwprojecten van start: de transformatie van de Blokhuispoort, de bebouwing op de eind 2014 in gebruik genomen parkeergarage van het provinciehuis, de nieuwe invulling van de panden van het voormalige Fries Museum, waaronder de Kanselarij, voor onderwijsdoeleinden. Daarnaast worden door particuliere investeerders panden aangepakt. In Post Plaza wordt het aantal hotelkamers uitgebreid en het voormalige pand van het Leger des Heils aan de Tuinen wordt verbouwd tot woningen. Het tweede deelgebied betreft het gebied rond de Amelandsstraat. In dit gebied wordt gekoerst op een geleidelijke transformatie, waarbij het voortouw ligt bij de pandeigenaren. In 2015 zal worden verkend op welke wijze de planontwikkeling op het parkeerterrein Amelandsstraat in gang gezet kan worden. Het derde deelgebied is het Speelmanskwartier. Hiervoor stelt de gemeenteraad naar verwachting in het laatste kwartaal van 2014 een ontwikkelvisie vast. Ook worden in 2015 voorstellen aan de Raad voorgelegd om het aantal kleine woningen en kamerverhuurpanden te reguleren en er wordt een herinrichtingsplan voor de Nieuweburen opgesteld.
45
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3. Vervolg Kloppend Hart In 2015 wordt gestart met woningbouw op het Doelenpleintje, één van de uitvoeringsprojecten van de ‘eerste’ reeks projecten van Kloppend Hart. Voor drie andere projecten (herontwikkeling plan Beversport aan de Voorstreek, herontwikkeling hoek Baljéestraat en herontwikkeling KPN-complex) staan binnen de gemeente alle lichten op groen, maar deze projecten zijn afhankelijk van particulier initiatief. In 2014 zijn er nieuwe projecten volgens de ’Kloppend Hart methodiek’ tot uitvoering gebracht. Omdat het initiatief daarvan bij de markt ligt, kunnen er nog geen concrete projecten voor 2015 worden aangegeven. Wel worden in 2015 de nieuwbouw van de Fryske Akademy en de nieuwbouw van het Sint Anthonygasthuis afgerond. Aansluitend wordt ook het Schoenmakersperk heringericht en wordt gestart met de verbouw van de monumentale hoofdgebouwen van zowel Sint Anthonygasthuis als de Fryske Akademy. In 2015 ondergaat de Groeneweg met 3 nieuwbouwprojecten (Doelenpleintje, Fryske Akademy, Sint Anthonygasthuis, herinrichting Schoenmakersperk) dus een metamorfose.
4. Herinrichten Stationsgebied In 2015 vindt de uitwerking plaats van het ontwikkelkader voor het Stationsgebied dat naar verwachting begin 2015 wordt vastgesteld. Deze uitwerking bestaat uit het opstellen van een investeringsvoorstel, waarover gemeenteraad en Provinciale Staten moeten beslissen en zonodig ook de directies van NS en Prorail. Simultaan wordt gewerkt aan de planologische procedures en het voorbereiden van de aanbesteding. Als alle lichten op groen staan, kan in 2016 worden gestart met de realisatie. In 2015 komt € 3 mln beschikbaar voor de gemeentelijke bijdrage in de aanpak van het Stationsgebied. Na 2015 komt €1 mln beschikbaar vanuit de gereserveerde middelen programma Infrastructuur t.b.v. het Stationsgebied. Uitgangspunt hierbij is de ambitie om de aanpak van het Stationsgebied gereed te hebben voor de start van het jaar 2018 waarin Leeuwarden culturele hoofdstad van Europa is. Het ontwikkelkader is een ambitieus plan: voor voetgangers wordt er een rode loper gelegd tussen station en binnenstad, het busstation wordt vernieuwd, het fietsparkeren wordt opgelost op een ruimtelijk goede manier en de verkeersafwikkeling van bus, auto, fiets en voetganger wordt aangepakt. Bij al deze ingrepen besteden wij veel aandacht aan de ruimtelijke kwaliteit en de ruimtelijke samenhang.
5. Positie Grou als watersportdorp versterken Voor Grou wordt een gedeeld perspectief ontwikkeld in overleg met de stakeholders, lokale organisaties en actieve individuen. Grou is het watersportdorp in het hart van het waterrijke midden van Fryslân en biedt een belangrijke toegevoegde recreatieve waarde voor de stad Leeuwarden. Het doel is om de kwaliteiten van Grou te versterken en meer zichtbaar te maken, zodat het een aantrekkelijk dorp blijft voor wonen, werken en recreëren. De drie dragers van het gedeelde perspectief zijn: 1. Watersport centrum Grou voor CH2018 en verder. 2. Aantrekkelijk dorpshart vanaf de wal en het water. 3. Verbinding stad en platteland: onderlinge complementariteit. In de jaarschijf 2015 is een bijdrage aan dit project opgenomen van € 1,5 mln. In de loop van het najaar van 2014 worden de prioritaire projecten, die dienend zijn aan het gezamenlijke perspectief 46
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
in overleg met de lokale betrokkenen nader ingevuld. Vooruitlopend hierop is al een deel van het bedrag geoormerkt voor de herinrichting rondom de verplaatsing van de Poiesz in 2015. Daarnaast investeert de gemeente in het afmaken van het Waterfront met een nieuw havenkantoor annex sanitaire voorzieningen en completeren van de steigers.
6. Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl implementeren Met het budget voor Gebiedsontwikkeling van € 150.000 wordt ingespeeld op zowel overheids- als particuliere initiatieven. Gebiedsontwikkeling kent op elke plek weer eigen uitdagingen, zodat het om maatwerk gaat. Dit vraagt dan ook om actieve inzet van derden wat betreft het benutten van kansen en de inzet op kwaliteit.
Relevante (beleids)nota’s
Kloppend Hart, bouwen aan de binnenstad: inspiratieboek en resultatenboek Structuurvisie Boarnsterhim 2018 (2010)
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving Herinrichting Stationsgebied: Krediet herinrichting Kapitaallast herinrichting Gebiedsontwikkeling Grou: Krediet gebiedsontwikkeling Kapitaallasten gebiedsontwikkeling Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl
2014
150
47
Bedragen x € 1.000 2017 2018
2015
2016
3.000 180
180
180
180
1.500 90 150
90 100
90 100
90
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Beheer leefomgeving 1. Slim en duurzaam onderhouden openbare ruimte • Onderhoud anders organiseren, intensiever samenwerken, schaalvergroting en uitbesteding In 2015 wordt het in 2014 gestarte onderzoek gecontinueerd over hoe het onderhoud anders georganiseerd kan worden, hoe er intensiever kan worden samengewerkt met gemeenten, provincie en waterschap en wat de mogelijkheden van schaalvergroting en uitbesteding zijn. Concrete activiteiten vinden dan plaats vanaf 2016 (vanaf dit jaar is in het collegeprogramma de bezuiniging opgenomen). Waar we onderdelen al anders kunnen organiseren in 2015, gaan we dit doen. Voorbeeld is het per 1 januari 2015 overnemen van het rioolbeheer c.a. voor de gemeente Leeuwarderadeel. Deze vervroegde samenwerking vloeit voort uit het beëindigen van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) tussen de gemeente Leeuwarderadeel en Aquario. Waar dit leidt tot effecten op de begroting wordt dit in de jaarrekening 2015 opgenomen. • Wijken, buurten en dorpen meer betrekken bij onderhoud openbare ruimte In 2015 starten we pilots, waarbij we een deel van het onderhoud van de openbare ruimte uitvoeren in samenwerking met wijken en dorpen. Het werkpakket bestaat onder andere uit het wieden van onkruid, het vegen van goten en het opruimen van zwerfafval. • Problematiek zwerfafval gericht aanpakken We betrekken wijken, buurten, dorpen en andere partijen meer bij het onderhouden van de openbare ruimte. Specifieke aandacht gaat uit naar activiteiten die uiteindelijk kunnen leiden tot meer verantwoordelijkheidsbesef en een gedragsverandering ten aanzien van zwerfafval. Zo zijn er ieder jaar grote schoonmaakacties in wijken met medewerking van onder andere wijkpanels, bewoners, scholen en Skrep. Voor 2015 staat een dergelijke actie in ieder geval in Heechterp/Schieringen op het programma. In totaal worden er een 17-tal activiteiten verricht, allen in samenwerking met diverse partijen (bijvoorbeeld adoptie aantal waterpartijen door Parktijkonderwijs Pieter Jelles, jaarlijkse Himmelwike, kerstbomenacties, beloning goed gedrag in de vorm van de Gouden Grijper). Er is tot 2022 een jaarlijkse extra bedrag beschikbaar van ca. € 120.000 uit het Verpakkingsconvenant. In 2015 voegen we aan het pakket maatregelen nieuwe initiatieven toe. • Gifvrije heetwatermethode in de gehele gemeente In 2014 is door het college besloten om de overeenkomst met Fryslân Miljeu in eerste instantie met een jaar te verlengen en ook de heetwatermethode direct in het toegevoegde deel van Boarnsterhim toe te passen. De bedoeling is om de overeenkomst met Fryslân Miljeu in 2015 te vervolgen. Daarnaast worden er in 2015 in (delen van) een paar grotere wijken, te weten Westeinde, Bilgaard en Heechterp-Schieringen proeven gedaan om onderhoudstaken bij bewonersbedrijven onder te brengen. Daarbij wordt de onkruidbestrijding op verharding ook betrokken. De totale kosten van de heetwatermethode van € 510.570 (voor het gehele grondgebied) worden gedekt binnen de begroting.
2. Aanpakken en preventie achterstallig onderhoud Boarnsterhim (Noord) In het collegeprogramma is voorzien in het beschikbaar stellen van extra incidentele middelen (2014: € 1 mln en 2015: € 1 mln) voor het wegwerken van achterstanden. Dit naast de bezuinigingsopgave ‘Slim en duurzaam onderhouden openbare ruimte’. In 2015 wordt een voorstel voorgelegd over het toekomstig beheer in de gemeente Leeuwarden. Enerzijds als opgave uit de harmonisatie van beleid, anderzijds als gevolg van de mogelijkheden die de beschikbaar gestelde 48
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
structureel beheer- en onderhoudsmiddelen binnen deze collegeperiode bieden en de inzet hiervan in relatie tot wettelijke taken en ambities (basis/hoog). Dit voorstel moet uitsluitsel geven over de visie, beleidskeuzes en financiële consequenties voor de lange(re) termijn op het beheer van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte.
3. Ondersteuning bewonersgroepen en lokaal initiatief Ondersteunen actieve bewonersorganisaties (wijkpanels en dorpsbelangen) We doen een beroep op de inzet van alle Leeuwarders. Voor de wijkpanels van de zes ISV3-wijken is er vanaf 2015 (als de ISV-periode afloopt) weer een eigen wijkbudget beschikbaar (€ 74.000), zoals ook de andere wijken en dorpen dat kennen. De dorpsbelangen in de dorpen die sinds 1 januari 2014 bij Leeuwarden horen, krijgen structureel de beschikking over een eigen budget (€ 68.000). Ondersteunen nieuwe bewonersinitiatieven We zien dat er steeds meer initiatieven door bewoners worden ontwikkeld die bijdragen aan de leefbaarheid van wijken en dorpen en de participatie van de bewoners. Die initiatieven komen deels vanuit de bestaande bewonersorganisaties, maar in toenemende mate ook vanuit andere bewoners en bewonersgroepen. Wij zijn er van overtuigd dat de leefbaarheid van wijken en dorpen en de participatie van hun bewoners het best tot hun recht komen bij plannen en initiatieven vanuit eigen kring. We willen die plannen en initiatieven als gemeente een steun in de rug geven. We hebben daarvoor van oudsher al verschillende mogelijkheden, variërend van aandacht, inzet van deskundigheid en reguliere budgetten tot en met speciale fondsen en subsidieregelingen op beleidsterreinen. Voor lang niet alle bewonersinitiatieven bieden die mogelijkheden een oplossing. Daarom is het Mienskipsfonds in het leven geroepen. In het Programma Sociaal: Sociaal maatschappelijke ontwikkeling wordt hier nader op ingegaan.
Relevante (beleids)nota’s
BOR in Beeld (2001, evaluatie 2009) Spraakmakende bomen (2008) Groenkaart Leeuwarden (2008) Uit de verf: eindevaluatie pilotproject integrale aanpak graffiti-overlast (2004) Verbreed gemeentelijke rioleringsplan (2009-2012, verlengd t/m 2014) Een klantgerichte warenmarkt (2012)
Oog voor reclame (2010) Meer openbaar groen, minder regels (2011, evaluatie 2014) Beleidsplan openbare verlichting: Het donker belicht (2011) Verbetering Gebiedsgericht werken (2004) Kadernota handhaving (2014)
Extra inzet structureel/incidenteel Omschrijving
2014
2015
2016
Heetwatermethode onkruidbestrijding Extra onderhoud nieuw grondgebied Onderhoudsmiddelen Wijken en dorpen (wijk- en dorpspanelbudgetten)
40 1.000
40 1.000
40
142
49
300 142
Bedragen x € 1.000 2017 2018
600 142
600 142
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wat mag het kosten? Saldo programma
Rekening
(lasten -/- baten) Economie en toerisme Wonen en milieu Infrastructuur en mobiliteit Ruimtelijke ordening Beheer leefomgeving Totaal saldo
Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013 4.769 9.378 2.329 1.659 20.803 38.938
2014 3.690 8.240 2.439 1.973 23.949 40.291
2015 5.173 5.759 2.637 1.920 26.035 41.524
2016 4.924 5.692 3.011 1.898 26.149 41.674
2017 4.824 5.692 2.896 1.898 26.382 41.692
2018 3.372 5.692 2.975 1.798 26.796 40.633
Toelichting substantiële mutaties 2015 t.o.v. 2014: Economie en toerisme De toename betreft in hoofdzaak de middelen voor nieuw beleid in het kader van Economisch beleid, profilering en acquisitie (€ 500.000), Groen werkt (€ 470.000) en Toerisme, marketing en evenementen (€ 500.000). Wonen en milieu De storting in de reserve ISV van € 2,8 mln is met ingang van 2015 vervallen. Beheer leefomgeving Een toename van € 970.000 wordt veroorzaakt door de overheveling van het onderdeel Schoonhouden wegen en pleinen van Wonen en milieu. In het kader van areaaluitbreidingen zijn de onderhoudsbudgetten voor de verschillende kapitaalgoederen in totaal toegenomen met € 990.000. Bedragen x € 1.000 Baten Saldo
Economie en toerisme
Lasten
Economisch beleid Vastgoedbeheer Toerisme Grondzaken
3.129 12.028 907 17.746
-423 -10.185 -6 -18.023
2.706 1.843 901 -277
Totaal
33.810
-28.637
5.173
Wonen en milieu
Lasten
Baten
Saldo
Stadsvernieuwing Inzameling afval Bodem en geluid Omgevingsvergunning (WABO) Milieubeleid Overige huisvesting Beleid ISV Woningmarktbeleid Kwaliteit gebouwde omgeving Bouw- en milieutoezicht Cultuurhistorisch beheer Handhaving omgevingsrecht
0 13.136 1.806 5.565 358 231 1.000 875 25 433 644 1.015
0 -13.354 -1.083 -2.809 0 -207 -1.000 -197 0 -27 -83 -570
0 -218 723 2.756 358 24 0 678 25 406 561 445
Totaal
25.088
-19.330
5.758
Infrastructuur en mobiliteit
Lasten
Baten
Saldo
3.602 801
0 -100
3.602 701
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Verkeer en vervoer
50
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Infrastructuur en mobiliteit
Lasten
Baten
Saldo
Openbaar vervoer Parkeren
126 3.354
-124 -5.023
2 -1.669
Totaal
7.883
-5.247
2.636
Lasten
Baten
Saldo
Ruimtelijke ordening Geometriebeheer
1.407 589
-25 -51
1.382 538
Totaal
1.996
-76
1.920
Beheer leefomgeving
Lasten
Baten
Saldo
Reiniging verhardingen Waterwerken Spoorlijnen Verkeersmaatregelen Straatverlichting Kunstwerken Verhardingen Riolering Zwerfvuilbestrijding Voorzieningen honden Wijkaanpak Buitenreclame Begraafplaatsen Speelplaatsen Kermissen Recreatievaart Recreatiegebieden Openbaar groen IJswegen Standplaatsen Markten
2.495 1.965 181 814 1.886 3.045 5.311 11.627 312 504 1.434 233 1.084 409 55 751 875 9.805 15 50 257
-872 -158 0 0 -6 -247 -241 -12.743 -210 -493 0 -522 -810 -2 -58 -355 -54 -51 0 -44 -208
1.623 1.807 181 814 1.880 2.798 5.070 -1.116 102 11 1.434 -289 274 407 -3 396 821 9.754 15 6 49
43.108
-17.074
26.034
Ruimtelijke ordening
Totaal
51
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.2.3 Programma Veilig Verantwoordelijke portefeuillehouder(s): burgemeester Ferd Crone
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel In Leeuwarden weet en voelt iedereen zich veilig. Criminaliteit, overlast, (georganiseerde) misdaad en veiligheidsrisico’s worden aangepakt. De openbare orde en veiligheid wordt gehandhaafd en op naleving van vigerende regelgeving wordt toezicht gehouden.
Doelstellingen We willen een gastvrije, veilige en open gemeente zijn. Samen staan we voor de uitdaging om onze gemeente veilig te maken én te houden. Dit is nauw verbonden met de verantwoordelijkheid die bewoners voor hun eigen omgeving willen nemen. Iedereen heeft een taak om de eigen omgeving schoon en leefbaar te houden, zodat de kans op vandalisme en criminaliteit kleiner wordt. Denk aan deelname aan Burgernet, het preventief signaleren van onveilige situaties en het inbraakwerend maken van de eigen woning. De gemeente geeft een goed vervolg aan het veiligheidsbeleid van de afgelopen vier jaar. Hiervoor is naast de reguliere middelen jaarlijks € 500.000 beschikbaar. Deze middelen worden zowel preventief als repressief ingezet. Extra aandacht gaat niet alleen uit naar het bestrijden van de criminaliteit, zeker ook naar de maatschappelijke voorwaarden voor sociale veiligheid. De gecombineerde persoonsgerichte aanpak van dwang, drang, zorg en hulpverlening, bestuurs- en strafrecht in het Veiligheidshuis Fryslân in goede samenwerking met de sociale wijkteams speelt hierbij een cruciale rol. Ook wordt opnieuw prioriteit gegeven aan de veiligheid rondom betaald voetbal en evenementen, onder meer door de inzet van straat- en fancoaches, gemeentelijke toezichthouders, de aanpak van woonoverlast en gericht cameratoezicht in de binnenstad.
Relevante (beleids)nota’s
Kadernota handhaving fysieke leefomgeving en veiligheid (2014) Meerjarenbeleidsplan Veiligheidsregio Fryslân 2013-2016 (2012)
Extra inzet incidenteel Omschrijving
2014
Veiligheidsbeleid
52
2015
2016
Bedragen x € 1.000 2017 2018
500
500
500
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? 1. Terugdringen criminaliteit en overlast Verminderen van overlast door een persoonsgerichte aanpak Openbare orde verstoring, overlast, maar ook criminaliteit en geweld zijn vaak te herleiden naar problemen van persoonlijke aard: ruzies, twist, drank- en/of drugsproblematiek, psychiatrische problematiek etc. Overlastgevende en/of criminele jeugd manifesteert zich vaak in groepen waarbij het gedrag een exponent is van onderliggende problematiek. Bij de persoonsgerichte aanpak staat maatwerk centraal. Deze aanpak gaat uit van: één persoon, één plan en één coördinator. Een breed palet aan partijen is betrokken bij de aanpak: politie-, en justitie-instellingen voor de strafrechtelijke aanpak, het Veiligheidshuis Fryslân (VHF) voor de drang/dwang en zorgcomponent, de sociale wijkteams, zowel van belang bij vroegsignalering als bij de escalatie, de taskforce jeugdoverlast, straatcoaches en toezichthouders, maar ook ouders c.q. verzorgers bij de aanpak van de jeugdproblematiek. De bijdrage vanuit het veiligheidsdomein aan de totaalaanpak bedraagt op jaarbasis € 171.5003. Daarnaast is nog een post onvoorzien van € 9.000 beschikbaar voor de aanpak van incidenten. Verminderen van overlast door een groepsgerichte en gebiedsgerichte aanpak In Leeuwarden is sprake van woonoverlast, jeugdoverlast en drugsoverlast. De inzet op het verminderen van overlast is naast de persoonsgerichte aanpak, ook op groepen en gebieden gericht. Bij de aanpak wordt gebruik gemaakt van straatcoaches, de taskforce jeugdoverlast, politie, het Openbaar Ministerie (OM), de expertise van het VHF, het Meldpunt Overlast en de sociale wijkteams. Buurtbemiddeling en sociale wijkteams worden ingezet om problemen vroegtijdig op te lossen. Mocht de preventieve aanpak niet helpen, dan wordt opgeschaald naar de drang en dwang aanpak die indien nodig met hulpverlening wordt gecombineerd. Gebiedsverboden c.q. samenscholingsverboden worden opgelegd aan notoire overlastveroorzakers. In 2015 rollen we de aanpak in de Vlietzone voor de bestrijding van woonoverlast uit naar andere wijken met vergelijkbare problemen. Het veiligheidsdomein draagt € 202.500 bij aan deze inzet op overlast. Daarnaast stimuleren we bewoners actief mee te kijken naar verdachten en verdachte situaties te melden via Burgernet. Dit kost € 11.000 op jaarbasis. Verbeteren veiligheid in de binnenstad De criminaliteit en overlast in de binnenstad wordt verminderd door de persoonsgerichte, groepsgerichte en gebiedsgerichte aanpak en geschiedt in samenwerking met private partijen. - Intensief toezicht en handhaving door politie en gemeente (toezichthouders en beveiligingsorganisaties) - Cameratoezicht wordt gecontinueerd - Initiatieven van ondernemers worden gestimuleerd en gefaciliteerd - De bijzondere wetten (prostitutie-, coffeeshop- en horecabeleid) worden strikt uitgevoerd De veiligheidskosten binnenstad bedragen € 30.000. Verminderen aantal woninginbraken Het aantal woninginbraken moet afnemen. Samen met politie, Openbaar Ministerie en het VHF is een persoonsgerichte aanpak opgezet gericht op de plegers. Heling wordt aangepakt en buurtpreventieteams worden gefaciliteerd.
3
De bedragen die per paragraaf worden genoemd, zijn exclusief de kosten voor fte’s ambtelijk personeel dat wordt ingezet.
53
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Bewoners hebben eveneens een rol in de aanpak. We maken hen alert op verdachte omstandigheden, stimuleren de meldingsbereidheid en het nemen van preventieve maatregelen om huis en erf te beschermen. Naast Rijksbijdragen kost deze aanpak € 30.000 alsmede deels de bijdrage aan het VHF (totaal € 98.000). 2. Bestrijden georganiseerde criminaliteit Conform de nationale veiligheidsagenda worden zowel bestuursrecht als fiscaal recht en strafrecht ingezet om georganiseerde en ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Speerpunt in ons beleid is de aanpak van: Drugspanden (handel en hennepteelt) Mensenhandel Malafide huiseigenaren Outlaw Motor Gangs De aanpak is multidisciplinair ingericht. Samen met politie, OM, belastingdienst en het Regionaal Informatie en Expertisecentrum georganiseerde criminaliteit (RIEC) worden verdachte zaken onderzocht en een plan van aanpak uitgevoerd. Daarnaast worden expertise en best practices uitgewisseld binnen het samenwerkingsverband van de Politie Eenheid Noord Nederland. In 2015 worden informatiebijeenkomsten georganiseerd om de eigen gemeentelijke organisatie bewust te maken van het mogelijk ongewenst faciliteren van criminele organisaties. De kosten bedragen € 11.000 per jaar (dit is de Leeuwarder bijdrage aan het RIEC).
3.Waarborgen veiligheid bij evenementen en wedstrijden SC Cambuur Goede samenwerking en wisselwerking tussen het veiligheidsdomein en de private partijen is een voorwaarde voor de veiligheid. Veiligheidsorganisatie bij evenementen Het veilig verloop van het toenemende aantal grote evenementen vraagt om een professionele en daadkrachtige organisatie. Crowdmanagement is een van de belangrijkste instrumenten. Hier wordt de komende jaren in geïnvesteerd. De veiligheid op het evenemententerrein is de verantwoordelijkheid van de organisator, de veiligheid in de openbare ruimte is de verantwoordelijkheid van de burgemeester van Leeuwarden. Openbare orde risico’s bij wedstrijden SC Cambuur verkleinen SC Cambuur is verantwoordelijk voor de veiligheid van en in het stadion, de burgemeester waakt over de openbare orde en veiligheid buiten het stadion. De inzet van fancoaches, zowel preventief als onderdeel van de ketenaanpak, wordt gecontinueerd. Daarnaast worden fysieke maatregelen getroffen om het stadiongebied veilig te maken. De kosten voor de realisatie van voetbalveiligheid bedragen € 35.000.
54
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wat mag het kosten? Saldo programma
Rekening
(lasten -/- baten) Veiligheid Totaal saldo
2013 11.556 11.556
Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 10.817 10.817
Veiligheid
2015 10.947 10.947
Lasten
Integraal veiligheidsbeleid Rampenbestrijding Totaal
55
2016 10.689 10.689
2017 10.430 10.430
2018 9.630 9.630
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo
3.778 7.293
-120 -3
3.658 7.290
11.071
-123
10.948
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.2.4 Programma Bestuur en middelen Betrokken portefeuillehouder(s): Ferd Crone, Harry van der Molen en Sjoerd Feitsma
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel Het bestuur van Leeuwarden is transparant, effectief en kenmerkt zich door overtuigend optreden en enthousiaste samenwerking.
Ambities We investeren in een sterke lokale democratie als basis voor een dynamische samenleving. Inwoners betrekken bij politieke besluitvorming is daarbij het uitgangspunt. Een andere rolverdeling tussen gemeente en inwoners is nodig. Dit vraagt om een andere inzet van politiek en ambtenaren. We werken toe naar een gemeente die mensen, organisaties, samenwerkingsverbanden en buurtinitiatieven ruimte biedt en stimuleert om ‘samen leven’ vorm te geven. Daar wordt de komende periode aan gewerkt. Veel economische en maatschappelijk vraagstukken spelen niet alleen in Leeuwarden, maar ook op andere plaatsen in de regio. Een gezamenlijke aanpak met provincie en gemeenten biedt dan meer kans op succes. Leeuwarden is voor meerdere onderwerpen centrumgemeente. Bestuurlijk worden hierover afspraken gemaakt en vastgelegd. In 2018 wordt Leeuwarden naar verwachting samengevoegd met Leeuwarderadeel en delen van omliggende gemeenten.
Relevante (beleids)nota’s
Stadsvisie ‘Leeuwarden, fier verder!’ 2008-2020 (2008) Collegeprogramma gemeente Leeuwarden 2014-2018, Iedereen is Leeuwarden (2014) Samenwerkingsagenda Leeuwarden-Provincie 2013-2025 (2013) Streekagenda Noordwest Fryslân 2014-2020 (2013)
Extra inzet incidenteel Op cultureel, sociaal en economisch gebied staat de gemeente voor grote uitdagingen. Het betreft veelal nieuwe taken met grote verantwoordelijkheden. Daarom is de omvang van het college de komende periode uitgebreid van 4 naar 5,6 fte, verdeeld over 6 wethouders. Omschrijving Bestuur
2014
2015
2016
450
450
450
56
Bedragen x € 1.000 2017 2018 450
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Bestuur 1. Andere invulling rol bestuur en politiek Sturen op wat we belangrijk vinden en ruimte geven In de veranderende samenleving is de gemeente Leeuwarden volop bezig met het onderwerp Andere overheid. De grootste opgaven zitten in het vergroten van de slagvaardigheid van de gemeente en ons vermogen om in netwerken te opereren en samen met anderen tot een resultaat te komen. Samen met partners tot resultaten komen vraagt van politiek en bestuur: sturen op wat we belangrijk vinden (hoofddoelen en eindbeelden) en ruimte geven aan hoe dat vorm krijgt (o.a. door back-up te geven aan de gemeentelijke netwerkspelers). In veel bestaande en nieuwe projecten ontwikkelen we deze nieuwe werkwijze en rolverdeling in 2015 en verder. Voorbeelden van die projecten zijn: Mienskipsfonds, Kloppend hart, burgerkracht binnen de 3 decentralisaties, initiatieven openbare ruimte, realisatie ijshal, pilots wijkondernemerschap, en Empowerment (samen met de provincie Fryslân, als faciliterend project voor Culturele hoofdstad 2018). Inwoners meer betrekken bij politieke besluitvorming (Raad 3.0) De samenleving verandert en als logisch vervolg hierop passen ook de werkwijze en het besluitvormingsproces van de gemeenteraad zich hierop aan. Een deel van de inwoners wil meer invloed op de directe woon- en leefomgeving en neemt hiertoe initiatieven. Het is de uitdaging voor de raad om hieraan meer ruimte te geven. Uit betrokkenheid en verantwoordelijkheid problemen (helpen) oplossen, maar niet overnemen. Daartoe wordt in 2015 veel ruimte voor dialoog met inwoners gecreëerd. Bij de start van een beleidsontwikkelingsproces gaat de raad zich uitspreken over de inrichting van dat proces; en in haar controlerende rol vergewist de raad zich ervan of de aspecten burgerparticipatie en representatie voldoende en op een juiste wijze zijn nageleefd en uitgevoerd. Ook in de voorbereidingsfase van gemeenteraadsbesluiten wordt meer tijd ingeruimd voor inbreng van inwoners, stakeholders en deskundigen. Dit gebeurt in een zogeheten Forum als onderdeel van het Politiek podium elke maandagavond in het stadhuis. In de loop van 2015 worden de ervaringen gevolgd. Na een jaar worden de nieuwe werkwijze en het besluitvormingsproces geëvalueerd en kunnen er vervolgconclusies getrokken worden.
2. Regionale bestuurlijke samenwerking Samenwerken aan het versterken van de noordelijke economie Op Noord Nederlandse schaal wordt samengewerkt met de hoofdsteden van de drie Noordelijke provincies. Samenwerking is gericht op innovatie, het versterken van de noordelijke economie en in het verlengde daarvan het richten van de lobby. Deze stedelijke samenwerking past binnen de bredere samenwerking binnen SNN. SNN behartigt de belangen van Noord Nederland in Den Haag en Brussel als het gaat om financiële bijdragen uit belangrijke (Europese) ondersteuningsprogramma’s. Gezamenlijke lobby voor Culturele Hoofdstad 2018 Het kader voor de samenwerking met de provincie Fryslân is de samenwerkingsagenda 2013-2025. Op basis hiervan worden projecten gezamenlijk voorbereid en uitgevoerd, die bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad. Kern van de samenwerkingsagenda is de Culturele Hoofdstad 2018. De provincie en het bestuur van Leeuwarden voeren hiervoor een gezamenlijke lobby.
57
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Samenwerken aan een gemeenschappelijke economische agenda Met 3 Friese gemeenten (Heerenveen, Smallingerland en Súdwest-Fryslân) en de provincie werkt het bestuur van Leeuwarden, in de zogeheten F4-gemeenten, samen aan een gemeenschappelijke economische agenda. Voorbereiden samenvoeging met Leeuwarderadeel Met de gemeenten Leeuwarderadeel en Littenseradiel wordt een herindeling voorbereid per 1 januari 2018. Hiervoor wordt een herindelingsontwerp opgesteld dat uitmondt in een definitief herindelingsadvies aan de minister van Binnenlandse zaken in 2017. Uitbreiding van de centrumgemeenteregeling naar meer gemeenten In ontwikkeling is de positie van Leeuwarden als centrumgemeente. Met een aantal Friese gemeenten is een centrumgemeenteregeling ingesteld waarbij Leeuwarden de ondersteuning op ICT-gebied voor deze gemeenten uitvoert. Een uitbreiding van de centrumgemeenteregeling naar meer gemeenten in het noorden van Fryslân wordt voorbereid. Voor de samenwerking in het sociale domein is een centrumgemeenteregeling in voorbereiding waar alle Friese gemeenten aan kunnen deelnemen. Het gaat hier om de samenwerking die door het Rijk verplicht is gesteld.
3. Landelijke bestuurlijke netwerken In de VNG is Leeuwarden bestuurlijk vertegenwoordigd: in 4 inhoudelijke commissies en in het bestuur van de VNG. Via deze kanalen wordt door de bestuurders een bijdrage geleverd in de belangenbehartiging van de gemeenten. Een ander bestuurlijk platform is de G32; ook hier is Leeuwarden bestuurlijk actief. Samenwerking gebeurt binnen de sociale en fysieke pijler. Nieuw is dat er op thema’s wordt samengewerkt. De G32 worden benut voor de lobby rond onderwerpen die te maken hebben met de positie van grotere gemeenten.
58
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Algemene baten en lasten 1. Financieringen en beleggingen Beheer deelnemingen De gemeente heeft aandelen in een aantal vennootschappen. Onder de noemer Beheer deelnemingen zijn enerzijds de toegerekende rentelasten over de boekwaarde van de aandelen opgenomen en anderzijds de verwachte dividendopbrengst. Saldo van de financieringsfunctie De investeringen die door de gemeente gedaan worden brengen een vermogensbeslag met zich mee. Om dit vermogensbeslag te kunnen financieren, trekt de gemeente vreemd vermogen aan of zet zij haar reserves en voorzieningen in. In beide gevallen brengt dit rentekosten met zich mee (te betalen rente aan derden c.q. bespaarde rente van reserves en voorzieningen). Deze rentekosten worden via de methodiek van de renteomslag toegerekend aan de investeringen en op deze wijze ten laste van de desbetreffende programma’s gebracht. Voor de begroting 2015 wordt een renteomslag gehanteerd van 3,5%. Na de toerekening van de rente via de methodiek van de renteomslag aan de diverse programma’s resteert altijd een saldo (= renteresultaat). Het renteresultaat wordt veroorzaakt doordat in de financieringsbehoefte gemiddeld tegen een hoger of lager rentepercentage wordt voorzien, dan het rentepercentage dat aan de investeringen wordt toegerekend. Dit renteresultaat komt tot uitdrukking in dit deelbudget. Voor de begroting 2015 komt het renteresultaat uit op een batig saldo van € 330.000. Bespaarde rente Dit deelbudget betreft de bespaarde rente over reserves, voorzieningen en vooruit ontvangen bedragen van overheidslichamen die zijn begroot. De rentetoevoegingen aan de bestemmingsreserves en Algemene Reserve komt tot uitdrukking bij de algemene baten en lasten (mutaties reserves).
2. Gemeentefonds De algemene uitkering uit het Gemeentefonds beoogt gemeenten voldoende eigen middelen te verstrekken om haar taken uit te voeren. De omvang van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de omvang van de Rijksbegroting met een aantal correcties. Nadat de omvang van het Gemeentefonds is vastgesteld wordt dit vervolgens verdeeld over de gemeenten op basis van zogenaamde objectieve verdeelmaatstaven. Deze verdeelmaatstaven moeten ertoe leiden dat iedere gemeente eenzelfde voorzieningenniveau in stand kan houden. De actuele ontwikkeling van de algemene uitkering voor de gemeente Leeuwarden wordt geschetst in paragraaf 3.2.1. Ontwikkeling financiële positie.
3. Onvoorzien In de tweede helft van 2014 wordt een nieuwe Financiële verordening van de gemeente Leeuwarden aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd. Artikel 4 lid 4 van deze Financiële verordening schrijft voor dat in de begroting een bedrag van € 1,10 per inwoner moet worden opgenomen voor incidentele onvoorziene uitgaven.
59
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
4. Stelposten c.a. Het begrote batig saldo van € 1.485.000 (€ 973.000 aan begrote negatieve lasten (dus baten) + € 512.000 aan begrote baten) is het resultaat van: 1. een als stelpost opgenomen opbrengst van € 2,5 mln in verband met nog te realiseren taakstellingen uit het collegeprogramma 2014-2018 (vooral een aanbestedingsvoordeel); 2. een als stelpost opgenomen verwachte uitkering van € 1,1 mln in verband met voorfinanciering van de herindeling gemeente Boarnsterhim; 3. een als stelpost opgenomen last van € 1,0 mln in verband met toekenning van extra middelen in het collegeprogramma 2014 – 2018 voor onderhoud nieuw grondgebied; 4. de via de algemene uitkering ontvangen middelen voor taakmutaties, decentralisatie- en integratie-uitkeringen worden in eerste instantie altijd als stelpost in de begroting opgenomen. In de begroting 2015 gaat het om een bedrag van € 0,9 mln; 5. tot slot is een stelpost opgenomen van € 127.000 voor kapitaallasten openbare ruimte ISV; 6. diverse Kleinere posten: € 88.000.
5. Algemene baten en lasten Onder de algemene baten en lasten worden naast de rentetoevoegingen (zie toelichting onder 1 bespaarde rente) alle overige stortingen en onttrekkingen aan de reserves opgenomen. Verder komen op dit onderdeel de concernoverhead, zorg voor voormalig personeel en saldi van kostenplaatsen tot uitdrukking.
6. Algemene belastingen Voor toelichting op de algemene belastingen wordt verwezen naar paragraaf 2.3.1 Lokale heffingen.
60
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Wat mag het kosten? Saldo programma
Rekening
Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
(lasten -/- baten) Bestuur Algemene baten en lasten Totaal saldo
2013 7.816 -155.091 -147.275
2014 8.619 -170.660 -162.041
2015 8.602 -273.830 -265.228
2016 8.360 -162.633 -154.273
2017 8.327 -160.755 -152.428
2018 7.927 -157.145 -149.218
Toelichting substantiële mutaties 2015 t.o.v. 2014: Als gevolg van de decentralisatie van taken op het gebied van WMO, Jeugd- en Participatiewet, worden de betreffende middelen toegevoegd aan het Gemeentefonds. De budgetten WMO en Jeugdwet zijn op basis van historische uitgaven inmiddels overgeheveld naar het Gemeentefonds. Hierdoor stijgen de baten onder algemene lasten en baten met € 100 mln ten opzichte van het jaar daarvoor. Omdat in 2016 een nieuw objectief verdeelmodel wordt ingevoerd is alleen in 2015 met deze verhoging van de algemene uitkering rekening gehouden. Onder de begrote algemene uitkering is nog geen rekening gehouden met de overheveling van middelen voor Participatie.
Bestuur
Lasten
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo
College van B&W Gemeenteraad
6.704 2.437
-539 0
6.165 2.437
Totaal
9.141
-539
8.602
Algemene baten en lasten
Lasten
Baten
Saldo
Financieringen en beleggingen Gemeentefonds Onvoorzien Stelposten c.a. Algemene baten en lasten Werken voor derden Algemene belastingen Burgerzaken
2.717 60 120 -973 16.639 1.688 3.232 3.611
-5.570 -250.918 0 -512 -13.387 -1.232 -27.764 -1.541
-2.853 -250.858 120 -1.485 3.252 456 -24.532 2.070
27.094
-300.924
-273.830
Totaal
61
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3 Paragrafen 2.3.1 Lokale heffingen Deze paragraaf gaat over het tarieven- en kwijtscheldingsbeleid van gemeentelijke belastingen en overige heffingen. 2.3.1a Algemeen De totale opbrengst aan belastingen en overige heffingen bedraagt in 2015 circa € 59 mln. Dit bedrag komt overeen met ongeveer 12% van de totale gemeentelijke baten. In tabel 1 zijn de opbrengsten van de lokale heffingen weergegeven: Tabel 1 Opbrengsten lokale heffingen Omschrijving heffing
Rekening 2013
Bedragen x € 1.000 Begroting 2014 Begroting 2015
Algemene heffingen (programma Algemene dekkingsmiddelen) Onroerendezaakbelastingen Precariobelasting Subtotaal
23.388 344 23.732
26.439 376 26.815
27.306 387 27.693
9.776 10.724
11.121 12.319
11.144 11.470
573
772
781
446 1.528 2.587
493 1.587 3.013
434 1.541 2.810
Marktgelden Leges omgevingsvergunning Overige heffingen (m.n. leges) Subtotaal
169 1.920 626 28.349
204 2.761 447 32.717
183 2.809 419 31.591
Totaal generaal
52.081
59.532
59.284
Bestemmingsheffingen (overige programma’s) Afvalstoffenheffing Rioolheffingen Begraafrechten Hondenbelasting Leges Burgerzaken Parkeerbelastingen
2.3.1b Tarieven gelijktijdig met begroting vaststellen Aan de in deze begroting opgenomen belastingopbrengsten liggen bepaalde aannames rond de hoogte van de tarieven ten grondslag. De belastingtarieven en het tarievenbeleid worden daarom gelijktijdig met de begroting vastgesteld. Op die manier vormen de tarieven integraal onderdeel van de politieke discussie rondom de begroting. De formele vaststelling van de tarieven gebeurt bij het vaststellen van de belastingverordeningen in de raad van december. Het accent ligt dan op de fiscaal-juridische aspecten. 2.3.1c Tarievenbeleid algemeen Het tarievenbeleid voor 2015 ziet er als volgt uit: Uitgangspunt voor de tarieven 2015 zijn de tarieven 2014 gecorrigeerd voor inflatie. Afhankelijk van de aard van de belasting wordt 1,3% inflatiecorrectie toegepast (overwegend prijsgevoelige heffingen, zoals de onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffingen, precariobelasting en hondenbelasting) of 1,1% (overwegend loongevoelige heffingen, zoals leges, begraafrechten, bruggelden, havengelden, marktgelden en veergelden). Eventuele extra verhogingen worden expliciet in deze paragraaf voorgelegd. 62
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Bij vorenstaande tariefsaanpassing geldt een aantal uitzonderingen: Bij alle heffingen waar een relatie is tussen het gebruiken van een bepaalde voorziening/dienst en het betalen voor deze voorziening/dienst geldt een wettelijke maximumgrens van 100% kostendekking (afvalstoffenheffing, rioolheffingen, begraafrechten, bruggelden, havengelden, marktgelden, veergelden en leges). Bij deze heffingen mogen de tarieven dus nooit zo hoog zijn dat de opbrengsten hoger zijn dan de kosten. Indien wettelijk het tarief is gemaximaliseerd, wordt het maximaal mogelijke tarief gehanteerd (paspoort- en rijbewijsleges bijvoorbeeld). 2.3.1d Lastendruk 2015 In het collegeprogramma is een verhoging van de onroerendezaakbelastingen voor woningen in 2015 opgenomen. Daarbij is aangegeven dat de verwachting was dat deze stijging gecompenseerd kon worden met een daling van de tarieven bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffingen. Deze tariefdalingen moesten mogelijk zijn op basis van kostendalingen en de inzet van de fors opgelopen standen van de Reserve egalisatie heffingen. De totale lastendrukontwikkeling van de drie genoemde heffingen ziet er in bedragen voor 2015 als volgt uit: Tabel 2 Verhoging OZB-woningen in pakket A bezuinigingen Verhoging OZB-woningen als gevolg financieel technische maatregelen rioolheffing/afvalstoffenheffing in pakket A van € 1.000.000
€ 375.000 € 128.000
Totale lastenverhoging OZB-woningen Daling lasten rioolheffing door nieuw rioleringsplan en extra bijdrage Reserve egalisatie heffingen Stijging lasten afvalstoffenheffing
€ 503.000 -€ 957.232
Saldo daling (-/-) of stijging (+) lastendruk
-€ 198.836
€ 255.396
In percentages van de tarieven 2015 t.o.v. 2014 betekent dit het volgende (exclusief 1,3 % inflatiecorrectie): OZB –woningen + 4,3 % Afvalstoffenheffing + 2,5 % Rioolheffingen-gebruikers -/- 1,3 % Rioolheffingen-eigenaren -/- 18,6 % Conclusie op grond van bovenstaande is dat de lastendruk per saldo met bijna € 0,2 mln afneemt. Ook rekening houdend met inflatie is er sprake van een lichte daling zowel voor particulieren als bedrijven. Dat is een gemiddelde situatie, bijvoorbeeld voor woningen met een hoger dan gemiddelde WOZ-waarde zal de daling groter zijn. De stijging van onroerendezaakbelasting en afvalstoffenheffing wordt meer dan gecompenseerd door een forse daling van de tarieven bij de rioolheffingen. De tariefdaling van de rioolheffing wordt mogelijk gemaakt door een daling van kosten op grond van het nieuwe Gemeentelijke Rioleringsplan 2015 – 2018. Er is voor gekozen om vooral de tarieven van de rioolheffingen voor eigenaren te verlagen, omdat dit ook de groep is die de verhoging van de OZB betaalt. Daarnaast stijgen tegen de verwachting de kosten van de afvalinzameling. Dit wordt veroorzaakt door de invoer door het Rijk van een nieuwe verbrandingsbelasting op restafval per 1 januari. Verwachting is dat conform het collegeprogramma voor de jaren 2016 en 2017 de tarieven van de drie grote gemeentelijke belastingen op het niveau van 2015 gehandhaafd kunnen blijven. Voor de periode daarna zijn verhogingen voor afvalstoffenheffing en rioolheffing waarschijnlijk wel nodig omdat dan de Reserve egalisatie heffingen uitgeput is. 63
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Jaarlijks worden tal van onderzoeken gepubliceerd over de lokale lastendruk. Een van de bekendste onderzoeken is: ‘Kerngegevens belastingen grote gemeenten’ van het onderzoeksinstituut COELO (verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen). In het betreffende onderzoek over 2014 wordt Leeuwarden gekwalificeerd als een gemeente met relatief lage woonlasten in verhouding tot de andere grote gemeenten. Zie ook www.coelo.nl. In onderzoeken naar lasten voor het bedrijfsleven wordt Leeuwarden over het algemeen als bovengemiddeld gekwalificeerd. Dit komt vooral door de hoge tarieven voor de OZB niet-woningen. 2.3.1e Uitvoering Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) Op grond van de Wet WOZ wordt jaarlijks de economische waarde van de onroerende zaken in Leeuwarden bepaald en vervolgens meegedeeld aan de belanghebbenden. Voor het belastingjaar 2015 geldt als waardepeildatum 1 januari 2014. Op basis van de uitkomsten van de taxaties tot dusverre wordt voor 2015 bij de woningen uitgegaan van een waardedaling van -5,9 % en bij de niet-woningen van een waardedaling van -6,8 %. Zie ook tabel 3 voor het verloop over de afgelopen jaren. Tabel 3 Waardeontwikkeling WOZ-waarde t.o.v. voorgaande jaren 2011 2012 Woningen - 2,9% - 2,5% Niet-woningen - 2,5% - 3,7%
2013 - 5,0 - 4,3
2014 - 5,8% - 7,0%
2015 - 5,9% - 6,8%
2.3.1f Onroerendezaakbelastingen (OZB) De OZB bestaat uit drie afzonderlijke belastingen: een belasting voor de gebruikers van niet-woningen; een belasting voor de eigenaren van niet-woningen; een belasting voor de eigenaren van woningen. Bij de berekening van de tarieven OZB wordt van bepaalde vaste verhoudingen uitgegaan. Hiermee wordt beoogd om een stabiele lastendruk te bevorderen en daarmee de acceptatiegraad van de lokale belastingen. Tussen het gebruikers- en eigenarentarief is een vaste verhouding van 1 : 1,25. Daarnaast is er een ‘vaste’ verhouding tussen het aandeel van de woningen en de niet-woningen in de totale opbrengst. Met deze laatste verhouding wordt voorkomen dat verschillen in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen leiden tot verschillen in ontwikkeling van de belastingdruk. Tabel 4 Vaste verhoudingen opbrengsten OZB 2011 Woningen 40,3% Niet-woningen 59,7% Totaal 100,0%
2012 40,3% 59,7% 100,0%
2013 41,5% 58,5% 100,0%
Tabel 5 Ontwikkeling tarieven OZB (% stijging t.o.v. vorig jaar exclusief inflatie) Omschrijving 2011 2012 2013 Woningen 0,0% 0,0% 0,0% Niet-woningen 0,0% 0,0% 0,0%
2014 43,3% 56,7% 100,0%
2014 0,0% 0,0%
2015 44,9% 55,1% 100,0%
2015 4,3% 0,0%
Bij de stijgingen en dalingen van de tarieven in tabel 5 is geen rekening gehouden met de aanpassing van de tarieven als compensatie van de wijzigingen in de WOZ-waarde. In geval van een waardestijging worden de tarieven verlaagd; in geval van een waardedaling verhoogd. Dit heeft echter geen gevolgen voor de reële belastingdruk (opbrengst OZB blijft ongewijzigd).
64
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Ondernemersfonds Met ingang van 2009 is een ondernemersfonds in Leeuwarden ingesteld. Dit houdt in dat de tarieven van de OZB voor de niet-woningen in heel Leeuwarden met 5,5% extra verhoogd zijn en dat de meeropbrengst (€ 846.660 in 2015) volledig in een door de ondernemers zelf beheerd fonds gestort wordt. Dit fonds kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de bekostiging van de Sinterklaasintocht. In 2011 heeft een evaluatie van het Ondernemersfonds plaatsgevonden. Op grond van deze evaluatie is begin 2012 door de gemeenteraad besloten de bekostiging van het Ondernemersfonds in de huidige vorm (5,5% opslag op de OZB) voort te zetten tot en met 2016. Eind 2016 vindt opnieuw een evaluatie plaats en wordt op basis van deze evaluatie een besluit genomen voor de periode 2017 en verder. 2.3.1g Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Hier is sprake van een wettelijke inzamelplicht. In tabel 6 zijn de tarieven afvalstoffenheffing van de voorgaande jaren en de voorgestelde voor 2015 weergegeven: Tabel 6 Ontwikkeling tarieven afvalstoffenheffing Omschrijving 2011 Eenpersoonshuishouden
194,08
175,52
170,06
162,14
Bedragen in € 2015 Stijging 2015 t.o.v. 2014 168,35 3,83%
Meerpersoonshuishouden
252,30
263,28
255,09
243,21
252,53
2012
2013
2014
3,83%
Bij de tariefdifferentiatie tussen één- en meerpersoonshuishoudens bestaat sinds 2012 een vaste verhouding van 1 : 1,5. De stijging van het tarief wordt voornamelijk veroorzaakt door de landelijke invoer van de zogenaamde verbrandingstax. Vanaf 2015 wordt de afvalstoffenbelasting niet alleen meer geheven op afval dat wordt gestort, maar ook op afval dat wordt verbrand. Hierdoor stijgen de lasten met € 200.000. In 2014 is een bedrag van € 740.000 onttrokken aan de Reserve egalisatie heffingen ter egalisatie van de tarieven. Voor 2015 wordt een bedrag van € 550.000 onttrokken aan deze reserve, daardoor stijgen de tarieven per saldo met € 190.000. Naar verwachting bedraagt de stand van de reserve eind 2015 € 1,5 mln. De verwachting is dat de tarieven de komende jaren op het huidige niveau gehandhaafd kunnen blijven. 2.3.1h Rioolheffingen De kosten voor riolering worden aan de bewoners in rekening gebracht via drie afzonderlijke rioolheffingen: een belasting voor de gebruikers van woningen; een belasting voor de gebruikers van niet-woningen; een belasting voor de eigenaren van woningen en niet-woningen. Bij de kostentoerekening van de rioolheffingen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 100% kostendekkendheid. Basis van de kosten is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2015-2018; eigenaren nemen 47% van de te verhalen kosten van het riool voor hun rekening en de gebruikers 53%; binnen het gebruikersdeel nemen de woningen 66% van de kosten voor hun rekening en nietwoningen 34%.
65
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
De voorgestelde tarieven rioolheffingen zien er als volgt uit: Tabel 7 Ontwikkeling tarieven rioolheffingen Rioolheffingen Tarief 2011 Eigenaren % van de WOZ-waarde 0,05754% Gebruikers woningen EPHH € 59,22 Gebruikers woningen MPHH € 88,83 Gebruikers niet-woningen € 190,47 (=> 10 m3) Gebruikers niet-woningen € 63,43 (< 10 m3)
Tarief 2012 0,06127% € 60,05 € 90,08 € 193,14
Tarief 2013 0,06545% € 60,95 € 91,43 € 196,04
Tarief 2014 0,07047% € 60,95 € 91,43 € 196,04
€ 64,32
€ 65,28
€ 65,28
Tarief %-daling 2015 2015 t.o.v. 2014 0,06157% - 12,6% € 60,95 0,0% € 91,43 0,0% € 196,04 0,0% € 65,28
0,0%
De tarieven voor 2015 zijn gebaseerd op het concept-GRP 2015-2018 zoals dat eind 2014 ter vaststelling wordt aangeboden aan de gemeenteraad. Op basis hiervan zijn de tarieven 2015 voor de gebruikers gelijk gebleven ten opzichte van 2014. De tarieven voor de eigenaren daarentegen zijn gedaald ten opzichte van 2014 ter compensatie van de stijging van de OZB. Deze daling is mogelijk omdat in het concept-GRP 2015-2018 de lasten voor de vervangingen lager zijn dan in het vorige GRP door levensduursverlenging en risicogestuurd beheer. Ook is in 2015 een onttrekking meegenomen van € 500.000 aan de Reserve egalisatie heffingen. Eind 2015 bedraagt de stand van deze reserve naar verwachting € 3 mln. De reserve wordt de komende jaren ingezet ter egalisatie van de tarieven. De verwachting is dat de tarieven de komende jaren op het huidige niveau gehandhaafd kunnen blijven. Als gevolg van verschillende gerechtelijke uitspraken, worden een aantal niet-woningen (lees: zorginstellingen) nu als woning aangemerkt. Het gevolg hiervan is dat dergelijke objecten ook voor de OZB moeten worden aangeslagen voor het lagere tarief van een woning. Ook de gebruikersaanslag rioolheffingen moet anders worden berekend. Tot op heden wordt de hoogte van de gebruikersaanslag rioolheffingen van een niet-woning berekend aan de hand van het waterverbruik. Op grond van de huidige Verordening rioolheffingen kan er in de nieuwe situatie alleen een aanslag voor een meerpersoonshuishouden worden opgelegd. Dit betekent een aanzienlijk opbrengstverlies. Om die reden wordt aan de Verordening rioolheffingen een nieuw tarief toegevoegd. Dit tarief houdt in dat een woning met een waterverbruik van 251 m3 of meer, toch een tarief voor het daadwerkelijk waterverbruik in rekening gebracht krijgt: per volle eenheid waterverbruik van 251 m3 of meer wordt, gelijk aan niet-woningen, een vast bedrag extra in rekening gebracht. De instellingen waar het hier om gaat worden dan op soortgelijke wijze aangeslagen als in de jaren dat deze objecten als niet-woning werden aangemerkt. 2.3.1i Hondenbelasting De hondenbelasting wordt geheven van de houder van een hond. In Leeuwarden wordt de hondenbelasting als bestemmingsheffing geheven, waarbij de hondenbelasting dient ter dekking van de kosten voor hondenvoorzieningen (vervuiler betaalt). Eventuele overschotten of tekorten op het product ‘Hondenvoorzieningen’ worden verrekend met de Reserve egalisatie heffingen. De stand van deze reserve was begin 2014 ca. € 138.000. Na onttrekking van een bedrag van € 58.590 uit de Reserve egalisatie heffingen hoeven de tarieven 2015 alleen met de inflatie (1,3%) te worden aangepast. Voor 2016 en verder zullen de tarieven waarschijnlijk extra verhoogd moeten worden. Ook in 2015 wordt weer intensief gecontroleerd op het hondenbezit. Behalve voor het dekken van de kosten van de hondenvoorzieningen wordt de hondenbelasting gebruikt als instrument om het aantal honden te reguleren. Om die reden is sprake van een progressief tarief. 66
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
De volgende progressie wordt gehanteerd: tweede hond: 1,5 maal het tarief van de eerste hond; iedere volgende hond: 2 maal het tarief van de eerste hond; voor kennels geldt 3 maal het tarief van de eerste hond. In tabel 8 is de ontwikkeling van de tarieven over de afgelopen jaren aangegeven: Tabel 8 Ontwikkeling tarieven hondenbelasting Omschrijving 2011 2012 Eerste hond Tweede hond Iedere volgende hond Kennel
68,72 103,08 137,44 206,16
68,55 102,83 137,10 205,65
2013
2014
2015
68,42 102,63 136,84 205,26
66,13 99,20 132,26 198,39
66,99 100,49 133,98 200,97
Bedragen in € Stijging 2015 t.o.v. 2014 1,3% 1,3% 1,3% 1,3%
2.3.1j Precariobelasting Het verschil in tarieven voor standplaatsen in Leeuwarden en voormalig Boarnsterhim is erg groot. In 2015 wordt het standplaatsenbeleid geharmoniseerd en geactualiseerd. Ook worden hierbij de tarieven aangepast. Mogelijk is het gewenst onderscheid te maken in verschillende gebieden voor de tarieven. Omdat het verschil erg groot is en er afstemming plaats moet vinden met de standplaatshouders wordt voorlopig het oude tarief van Boarnsterhim gevolgd en opgenomen in de tarieventabel. Hier is een inflatiecorrectie op toegepast van 2,3%: 1,0% voor 2014 en 1,3% voor 2015. 2.3.1k Leges In 2010 zijn de legestarieven ‘Energie en waterverbruik bij evenementen’ voor het laatst berekend op basis van de daadwerkelijke in rekening gebrachte kosten door derden en jaarlijks verhoogd met de inflatiecorrectie. Het uitgangspunt is dat in deze leges zoveel mogelijk de gemaakte kosten worden doorbelast. De laatste jaren zijn er de nodige wijzigingen in de facturering van energiekosten en landelijke heffingen op energie geweest. Daarom is voor 2015 niet de inflatiecorrectie toegepast, maar zijn de tarieven opnieuw berekend. Deze uitgevoerde inhaalslag ten opzichte van de afgelopen 5 jaren heeft ertoe geleid dat er sprake is van een eenmalig hogere tariefstijging dan waarvan via de normatieve inflatiecorrectie voor 2015 sprake zou zijn geweest. Daarmee wordt aansluiting gevonden bij de daadwerkelijk benodigde in rekeningstelling van deze kosten met ingang van 2015. Hierbij wordt opgemerkt dat van de door te belasten vaste kosten per periode wordt vastgesteld wat de kosten per dag zijn. Enkel deze kosten per dag worden in de dagtarieven meegenomen. De stijging van de kosten per aansluiting van een eendaags evenement heeft te maken met de hiervoor beschreven wijzigingen in de door te belasten tarieven. In het tarief stroom per dag per aansluiting zit het grote verschil met de vorige vaststelling in de manier waarop de transportkosten van de netwerkbeheerder worden doorbelast. In het verleden gebeurde dat op basis van verbruik, maar nu gebeurt dat op basis van capaciteit van de aansluiting. Deze nieuwe methodiek heeft grote gevolgen, want de meeste aansluitingen hebben een hoge capaciteit en hiermee fors hogere transportkosten dan in het verleden. De heffingskorting per dag wordt in mindering gebracht op de kosten. In het tarief stroom per KWh is de Energiebelasting en de Opslag Duurzame Energie opgenomen. Deze worden naar verbruik in rekening gebracht. Op 2 september 2014 heeft het college besloten de hardheidsclausule toe te passen bij de berekening van de teruggave van de bouwleges, na intrekking van een bouwaanvraag met een zeer hoge bouwsom. Normaal gesproken wordt bij intrekking van de bouwaanvraag 50% van de bouwleges teruggegeven. Grote bouwaanvragen dragen relatief veel bij aan de opbrengst van de bouwleges ten opzichte van de kleine bouwaanvragen. Maar in dit geval was het resterende bedrag onbillijk in 67
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
relatie met de verrichtte werkzaamheden. Daarom wordt er in de raad van december 2015 een voorstel gedaan om te komen tot een meer redelijke teruggave structuur. 2.3.1l Begraafrechten In het kader van de harmonisatie met Boarnsterhim is aan het begin van het jaar 2014 één verordening begraafrechten met tarieventabel vastgesteld, waarbij de verordening en tarieventabel van Leeuwarden als basis hebben gegolden. De tarieven in voormalig Boarnsterhim lagen op een gemiddeld hoger niveau dan in Leeuwarden. Het gelijk trekken met de tarieven van Leeuwarden heeft voor 2014 tot een geaccepteerd incidenteel tekort geleid. Om dit tekort voor de toekomst te nivelleren is het noodzakelijk dat de algemene tarieven voor het begraven, grafrecht, bijzetten van asbussen en soortgelijke activiteiten met meer dan de prijsinflatie worden verhoogd. De algemene tariefsverhoging is daarom 5 %. Dit geldt niet voor de tarieven voor de overige dienstverlening, zoals catering. Die tarieven zijn al kostendekkend, hierbij is de reguliere inflatiecorrectie van 1,1 % toegepast. 2.3.1m Veergelden In Leeuwarden wordt eens in de 3 à 5 jaar het tarief voor de bruggelden aangepast. In verband met contante betaling is het van belang te werken met ronde bedragen. Naar analogie van deze werkwijze worden nu ook de tarieven voor veerpont De Burd aangepast. Sinds 2010 heeft er geen indexering plaatsgevonden en heeft er ook geen tariefsverhoging plaatsgevonden als gevolg van de btw-verhoging van 19% naar 21%. De indexeringspercentages van de afgelopen jaren waren als volgt: 2011 0,4% 2012 1,4% 2013 2,1% 2014 1,4% 2015 1,1% Voor de contante betaling voor de bedragen ‘één overzetting’ en ‘retouroverzetting’ heeft een afronding plaatsgevonden op € 0,10. Dit betekent een inhaalslag van gemiddeld 5,7% voor de jaren 2011 tot en met 2015. Voor het bedrag van het abonnement vindt een eenmalige inhaalslag plaats. Dit bedrag wordt de komende jaren meegenomen bij de jaarlijkse indexering. In verband met de inhaalslag van de indexering voor een periode van 5 jaren is de verhoging van het btw- tarief niet meegenomen. 2.3.1n Marktgelden Het tarief voor het gebruik van elektra wordt in een periode van 3 jaar meer kostendekkend gemaakt. Gedurende de periode van 2014 tot en met 2016 wordt het tarief jaarlijks met 15% verhoogd. In de tarieventabel wordt de mogelijkheid opgenomen om het gebruik in te delen in een lagere klasse indien aantoonbaar energiezuinige verlichting en/of apparaten worden gebruikt. 2.3.1o Kwijtscheldingsbeleid Het verlenen van kwijtschelding is aan wettelijke regels gebonden. Strenger toepassen van deze regels is toegestaan, ruimhartiger toepassen niet. Ook kan de gemeente zelf bepalen welke belastingen al dan niet voor kwijtschelding in aanmerking komen. Het beleid van de gemeente Leeuwarden is er altijd op gericht geweest om de wettelijke kwijtscheldingsmogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten. Daarnaast streeft de gemeente er naar de kwijtscheldingsregeling zo eenvoudig mogelijk voor de bewoners toe te passen.
68
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Sinds 2012 wordt er precariobelasting in rekening gebracht bij eigenaren van woonschepen en woonwagens. Voor deze belasting kon nog geen kwijtschelding worden aangevraagd. Gelet op het beleid van de gemeente behoort dit met ingang van 2015 ook tot de mogelijkheden. In Leeuwarden is kwijtschelding mogelijk van: OZB woningen, rioolheffingen woningen en afvalstoffenheffing (met uitzondering van de extra container) en met ingang van 2015 ook precariobelasting voor woonschepen en woonwagens. Tabel 9 Kwijtgescholden belastingbedragen per belastingsoort per jaar Belastingsoort Rekening Rekening Rekening 2011 2012 2013 OZB 9.538 12.286 24.703 Afvalstoffenheffing 932.253 1.124.810 1.257.371 Rioolheffingen 320.421 396.504 455.183 Hondenbelasting - 1.906 1.026 1.561 Precariobelasting n.v.t. n.v.t. n.v.t. Totaal 1.260.306 1.534.626 1.738.818
69
Begroting 2014 15.000 1.122.000 459.000 n.v.t. n.v.t. 1.596.000
Bedragen in € Begroting 2015 15.000 1.044.654 414.411 n.v.t. p.m. 1.474.065
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.2 Weerstandsvermogen In deze paragraaf staat in welke mate de gemeente in staat is om onverwachte gebeurtenissen (risico’s) met een financiële impact op te vangen (met de weerstandscapaciteit). 2.3.2a Aanleiding en achtergrond De gemeente Leeuwarden vindt het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering te beheersen. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan investeringen in een goede verhouding staan tot de weerstandscapaciteit van de gemeente Leeuwarden. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te verkrijgen wordt een risico-inventarisatie uitgevoerd. De resultaten daarvan komen in deze paragraaf aan de orde. De geïnventariseerde risico’s worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit zodat een uitspraak gedaan kan worden over het weerstandsvermogen van de gemeente Leeuwarden. 2.3.2b Samenhang risicopositie gemeente Leeuwarden en totale weerstandscapaciteit Aangezien de weerstandscapaciteit uit een aantal componenten bestaat die ieder voor zich bedoeld zijn voor bepaalde groepen risico’s, is in figuur 7 schematisch de samenhang weergegeven tussen de totale risicopositie van de gemeente Leeuwarden en de totale weerstandscapaciteit: Figuur 7 Totale risico positie
Risico’s Grondexploitaties Risico’s Zuidlanden
Algemene risico’s
Risico’s 3 decentralisaties
Risico overige Grondexploitaties
Korte termijn risico Zuidlanden Lange termijn risico Zuidlanden
Algemene Reserve
Reserve Sociaal domein
Reserve Grondbeleid
Totale Weerstandscapaciteit
70
Resultaat Grondexploitatie Zuidlanden
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Voor de risico’s in verband met de decentralisatie van taken op het gebied van zorg, jeugd en participatie is besloten om een aparte risicoreserve in het leven te roepen: de Risicoreserve Sociaal domein. Deze risico’s komen voorlopig ook in deze paragraaf aan de orde. Het is de bedoeling dat in de volgende begrotingen de risico’s op het terrein van de decentralisaties op een andere, meer geëigende plek in de begroting aan de orde komen. Verder komen in deze paragraaf de algemene risico’s aan de orde. In paragraaf 2.3.7 Grondbeleid worden de risico’s van de grondexploitaties uitgebreid behandeld en afgezet tegen de daarvoor beschikbare weerstandscapaciteit. Voor inzicht in de samenstelling van het risicoprofiel van de grondexploitatie wordt dan ook verwezen naar die paragraaf. Bij het inventariseren van de risico’s grondexploitaties is onderscheid gemaakt tussen de risico’s van de grondexploitatie Zuidlanden en de risico’s van de overige grondexploitaties. De risico’s van de grondexploitatie Zuidlanden zijn vervolgens gesplitst in risico’s op korte termijn (2010-2015) en op lange termijn (2016-2025). Dit is gedaan omdat voor deze drie groepen risico’s binnen de grondexploitaties twee onderdelen van de totale weerstandscapaciteit beschikbaar zijn. De risico’s op lange termijn van de grondexploitatie Zuidlanden kunnen en moeten worden opgevangen ten laste van het verwachte resultaat van die grondexploitatie. Voor de korte termijn risico’s van Zuidlanden en voor de risico’s van de overige grondexploitaties is de Reserve grondexploitatie als weerstandscapaciteit beschikbaar. Er is dus in dit verband ook belangrijk onderscheid tussen enerzijds de weerstandscapaciteit die bestaat uit de Algemene Reserve (AR) en de Reserve grondexploitatie en anderzijds het resultaat van de grondexploitatie Zuidlanden. De genoemde reserves zijn daadwerkelijk per direct beschikbaar voor de korte termijn risico’s en kunnen daarom ook bij elkaar opgeteld worden. Het resultaat van de grondexploitatie Zuidlanden moet nog in de periode 2015-2025 gerealiseerd worden en kan dus niet samengevoegd worden met de genoemde reserves en is ook alleen beschikbaar voor de lange termijn risico’s van de grondexploitatie Zuidlanden. Daarom is het resultaat grondexploitatie Zuidlanden in figuur 7 door middel van een stippellijn gekoppeld aan de totale weerstandscapaciteit. Risico’s verbonden aan de majeure projecten maken geen deel uit van de bovengeschetste totale risicopositie. Deze risico’s worden geïdentificeerd en beheerst binnen de betrokken projectaanpak en budgettair afgedekt binnen de betrokken projectbegroting. 2.3.2c Resultaten risicoanalyse De geïnventariseerde risico’s zijn verwerkt door het simulatieprogramma van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR). In figuur 8 worden de uitkomsten van die simulatie weergegeven.
71
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Figuur 8
Totale risico positie
Risico’s Grondexploitaties Risico’s Zuidlanden
Algemene risico’s
Risico’s 3 decentralisaties
Risico overige Grondexploitaties
Korte termijn risico Zuidlanden
€ 5,47 mln
€ 9,00 mln
€ 3,71 mln
€ 5,45 mln
Lange termijn risico Zuidlanden € 10,00 mln
Algemene Reserve
Reserve Sociaal domein
Reserve Grondbeleid
€ 9,10 mln
€ 9,00 mln
€ 9,10 mln
Resultaat Grondexploitatie Zuidlanden € 10,45 mln
Totale Weerstandscapaciteit
Algemene risico’s Ten aanzien van de algemene risico’s’ is uit de simulatie als resultaat gekomen dat met 90% zekerheid gesteld kan worden dat voor die risico’s een weerstandscapaciteit van € 5,47 mln voldoende is. De in totaal 11 algemene risico’s die zijn geïnventariseerd staan in tabel 10 weergegeven. De risico’s staan in volgorde van invloed op het berekende totale bedrag van de algemene risico’s. Ten opzichte van de risico-inventarisatie in de jaarrekening 2013 hebben zich de volgende veranderingen voorgedaan. Er zijn twee risico’s verdwenen, namelijk: - Ongunstige uitspraak Sita/van Gansewinkel De gevreesde ongunstige uitspraak is uitgebleven. De rechter heeft de eisen van Sita/van Gansewinkel afgewezen en daardoor is het risico komen te vervallen. - WMO: risico van budgetoverschrijding Het doorvoeren van de maatregelen uit de Veranderagenda WMO 2010-2014 hebben resultaat gehad. In 2014 is het budget niet overschreden; het budget is ‘in control’. Om die reden is voor 2015 het risico afgevoerd. De resterende risico’s zijn bijna allemaal risico’s die al vaker in de inventarisatie naar voren zijn gekomen. In deze inventarisatie is het risico Garantstellingen en leningen, dat in de jaarrekening 2013 nog als één risico werd gezien, in twee afzonderlijke risico’s geknipt.
72
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Het volgende risico is niet nieuw, maar is voor het eerst meegenomen in de risico-inventarisatie: - FLO rechten voormalig gemeentelijk Brandweerpersoneel Dit is het grootste risico dat naar voren is gekomen in de inventarisatie. In de rangorde van de overige risico’s is niet veel veranderd, enkele risico’s zijn van plaats verwisseld.
73
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Tabel Nr. 1 (-)
2 (1)
10 Overzicht algemene risico’s Gebeurtenis Kans Max € FLO rechten van 90% € 3.700.000 voormalig gemeentelijk brandweerpersoneel
Leningen
40%
€ 3.570.000
Opmerking Invloed De omvang van de voorziening voormalig gemeentelijk 49,86% brandweerpersoneel wordt op dit moment gesteld op € 5,7 mln. Daar staat tegen over dat het jaarlijkse budget voor deze kosten kan vrijvallen. Gerekend over de hele nieuwe collegeperiode 2015-2018 is dat ongeveer € 2 mln. Dit betekent dat we een risico lopen van ca. € 3,7 mln. De gemeente heeft voornamelijk in het kader van economisch beleid een aantal leningen verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Indien deze personen niet aan de verplichtingen voldoen, dan loopt de gemeente risico. Onderstaand een overzicht van de leningen en een risico inschatting. Dit samen leidt tot een gewogen gemiddelde voor de leningen. Naam WTC St. Parkeergarages SPL/VVV St. Proloog TOTAAL
3 (2)
Deelneming CV Blitsaerd
75%
€ 1.100.000
21,37%
Bedrag lening € 2,55 mln € 5,20 mln € 0,10 mln € 1,50 mln € 9,35 mln
De gemeente Leeuwarden is bij het vaststellen van de 12,41% koepelovereenkomst met vastgoed de Friesche Wouden overeengekomen dat beide stille vennoten € 2,2 mln als vermogen inbrengen. In 2011 is als gevolg van liquiditeitsproblemen de storting conform de koepelovereenkomst geeffectueerd. Wegens deze problemen is de waardering van deze storting met 1,1 mln afgewaardeerd. Het maximale risico betreft nu 74
Maatregel Er is overleg gestart met de Veiligheidsregio Fryslân met als doel om de overgang van FLO rechten van voormalig gemeentelijk brandweerpersoneel zonder incidentele financiële lasten voor de gemeente Leeuwarden te laten plaatsvinden maar de daarvoor beschikbare structurele middelen aan te wenden. Het risico ontstaat zodra een privaatrechtelijke persoon niet meer kan bijsturen en dien ten gevolge ook niet meer aan de verplichtingen jegens gemeente kan voldoen. Bij tijdig bericht kan de gemeente over het algemeen gaan meesturen en nader onheil voorkomen. Als tegenmaatregel bezoeken accounthouders nu frequenter de rechtspersonen aan wie de lening is verstrekt met als doel de meest actuele informatie te krijgen. Voor bijzondere trajecten zoals Proloog en het WTC Expo is een team van mensen samengesteld die de ontwikkelingen nauwgezet volgen en onderhandelen met onder andere de bank, afdeling bijzonder beheer. De korte termijn vooruitzichten voor de woningbouwproductie zijn onveranderd ten opzichte van 2013 en dus niet rooskleurig. De focus ligt op afronding van Project A (westelijk deel van het projectgebied). De kosten baten analyse voor Project B laat op dit moment nog een positief saldo zien van € 2,3 mln. 50% van dit resultaat is voor de
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Gebeurtenis
Kans
Max €
Opmerking
Invloed
dan € 1,1 mln.
4 (-)
Overschrijding budget bijstandsuitkeringen 2015
80%
€ 500.000
5 (3)
Leegstand
50%
€ 450.000
6 (4)
Niet verzekerde objecten of onvoldoende verzekerd tegen schade van eigendommen
5%
€ 1.250.000
Bij de vaststelling van de begroting 2013 is het budget 5,99% voor bijstandsuitkeringen structureel opgeplust met € 1.500.000. Bij de vaststelling van de begroting 2014 is het budget voor bijstandsuitkeringen incidenteel voor de jaren 2013 t/m 2015 opgeplust met € 1.500.000. Voor 2015 is dus € 3.000.000 afgedekt. Op basis van de toegekende meerjarige aanvullende uitkering (MAU) 2013-2015, rapportage MAU 2013-2015 over 2013 en de actuele Rijksbeschikking op het budget voor Leeuwarden, heeft de gemeente een 'eigen risico' van € 3,5 mln. Er is een gerede kans op een tekort met een bandbreedte (inclusief het opgepluste bedrag) van € 0 tot € 500.000. De gemeente verhuurt een aantal objecten. Zodra een 3,34% object voor langere tijd niet meer wordt verhuurd ontstaat een risico. Veelal wordt gewerkt met langjarige contracten waarmee het risico beperkt blijft. Indien de situatie van langdurige leegstand oploopt dan loopt ook de boekwaarde op waardoor er een grotere druk op de exploitatie komt. Hoewel zeer klein, bestaat de kans dat gemeentelijke eigendommen niet voldoende zijn verzekerd dan wel dat ondanks een verzekering de verzekeringsmaatschappij niet tot uitkering overgaat. De inschatting is gebaseerd op een percentage van het totale bestand. De laatste jaren lijkt dit door 75
0,94%
Maatregel gemeente. Dit betekent dat wij op basis van de huidige kosten baten analyse € 1,1 mln en daarmee ons aandeel in het vermogen terug ontvangen. Leeuwarden heeft een MAU 2013-2015 en de eerste rapportage MAU 2013-2015 over 2013 is in juni door het college vastgesteld. Leeuwarden ligt op koers om te voldoen aan de ambitie zoals in het MAU-verbeterplan is geformuleerd.
Indien er sprake is van langdurige leegstand wordt eerst gekeken of het probleem binnen de totale vastgoedportfolio kan worden opgelost, of dat de lasten tijdelijk kunnen worden verlaagd door de inzet van vastgoedprotectie. Indien deze maatregelen niet voldoende soelaas bieden ontstaat een risico dat de vastgoedportfolio overstijgt. Conform de richtlijnen worden jaarlijks de verzekerde waarden van de objecten geïndexeerd (CBS). Daarnaast is in de verzekeringspolis een clausule opgenomen voor ‘vergeten objecten’ waardoor er geen risico wordt gelopen dat achteraf een object onverzekerd is geweest.
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Gebeurtenis
Kans
Max €
Opmerking
Invloed
Maatregel
aangescherpte controles en groter bewustzijn prima te gaan en is het de laatste 4 jaar niet voorgekomen. 7 (5)
Niet realiseren geraamde inkomsten OZB
5%
€ 1.300.000
Er wordt een uitgebreid en verfijnd calculatiemiddel gehanteerd t.b.v. de raming van de OZB-inkomsten. Toch zullen er altijd verschillen zijn tussen de raming en de OZB-opbrengsten. Dit is een beperkt risico (5% van de totale OZB-opbrengst van € 26 mln).
0,89%
De raming wordt op basis van nacalculaties 2 keer in het jaar, bij de TURAP en jaarrekening bijgesteld.
8 (1)
Garantstellingen
20%
€ 375.000
De gemeente heeft voornamelijk in het kader van economisch beleid een aantal garantstellingen verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Indien deze personen niet aan de verplichtingen voldoen, dan loopt de gemeente risico. Onderstaand een overzicht van garantstellingen per product met een risico inschatting. Dit samen leidt tot een gewogen gemiddelde van de garantstellingen.
0,82%
Het risico ontstaat zodra een privaatrechtelijke persoon niet meer kan bijsturen en dan ook niet meer aan de verplichtingen kan voldoen. Bij tijdig bericht kan de gemeente over het algemeen gaan meesturen en nader onheil voorkomen. Als tegenmaatregel bezoeken accounthouders nu frequenter de rechtspersonen aan wie de garantstelling is verstrekt met als doel de meest actuele informatie te krijgen.
0,37%
Generieke IT controls waaronder de back-up & recoveryprocedures, uitwijkprocedures en fysieke beveiliging (pasreaders en beveiligingspersoneel in de stadshal). In 2012 zijn extra maatregelen getroffen waaronder nieuw camerasysteem (preventief) en extra pasreaders in de stadshal ter verscherping van de beveiliging (de rest van de ruimte al afgesloten). Bij diefstal wordt direct een melding gemaakt waarna onderzoek volgt. Verder user-controls aanwezig, bv. Inloggen
Garantiestellingen Naam Cambuur Hegie Vastgoed Ien en Mien TOTAAL 9 (7)
Misbruik, diefstal, vernietiging en vernieling van apparatuur, informatie en documenten
5%
€ 500.000
€ € € €
Bedrag 550.000 2.042.000 79.150 2.671.150
Ondanks alle beveiligingsmaatregelen bestaat er een kleine kans op misbruik, diefstal, vernietiging en vernieling van apparatuur, informatie en documenten waardoor financiële schade kan ontstaan.
76
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Gebeurtenis
Kans
Max €
Opmerking
Invloed
10 (6)
Verslechterende 10% verhouding tussen kosten en opbrengsten bouwleges
€ 200.000
De legesopbrengsten zijn op peil. Dit wordt 0,29% veroorzaakt enerzijds door een correctie op de legestarieven en ten tweede doordat een groot aantal majeure projecten een omgevingsvergunning hebben aangevraagd. Middels het sturen op kosten (flexibele schil) beweegt dit product goed mee met de markt. Een mogelijke verslechtering van de markt in 2014 kan dit beeld verstoren.
11 (10)
Hogere dan geraamde rentekosten
€ 500.000
De post rentekosten kent in de praktijk een grillig verloop. Verschillen in verwachte en werkelijke rente en de onzekerheden rondom de voorspelbaarheid van kasstromen beïnvloeden deze post.
50%
77
0,01%
Maatregel met gebruikersnaam en wachtwoord dat periodiek gewijzigd wordt. Ondanks al deze beheersmaatregelen bestaan er restrisico's. De kosten worden door gebruik te maken van de flexibele schil zo laag als mogelijk gehouden. Exogene factoren zoals minder bouwaanvragen is niet op te sturen, je kan er slechts op reageren door minder personeel in te zetten. In 2015 zijn een aantal grote civiele projecten gepland. De verwachting is dat de legesopbrengsten binnen de begroting zullen bewegen. Eind 2012 zijn de richtlijnen voor de renteberekening en inflatie geactualiseerd. Met deze actualisering is de voorspelbaarheid van de rentekosten in zekere mate toegenomen. Een van de belangrijkste wijzigingen is, dat bij nieuwe projecten rente wordt toegerekend. Voor bestaande projecten blijft bij wijze van overgangsregeling de bestaande situatie (geen rentetoerekening) gehandhaafd. Als gevolg van deze maatregel is de kans van optreden van overschrijding van de rentekosten aanzienlijk terug gebracht. Toch blijft er gelet op onbeïnvloedbaarheid van de rentestand altijd een zeker restrisico bestaan.
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Risico’s 3 decentralisaties De risico’s met betrekking tot de decentralisatie van taken op het gebied van zorg, jeugd en participatie zijn in Richtinggevende kaders drie decentralisaties en doorontwikkeling Amaryllis (2013) aan de orde gekomen. Tabel 11 Overzicht risico’s decentralisatie Nr. Risico
Kans Max €
1
Onzekerheid van kostenraming (overgangseffect). Er is nog niet een volledig beeld van het overgangsregime door het ontbreken van informatie van aanbieders en onvoldoende inzicht in cliëntgegevens. Na vaststelling van het financieel kader blijft het maximaal verwachte tekort ca. € 5 mln. Preventieve maatregelen hebben niet het gewenste effect. Verwachtingen over eigen kracht bewoners vallen tegen (nul-de lijn). De gewenste afname van doorverwijzing naar tweede lijn wordt niet gerealiseerd en er is een grotere zorgvraag dan waarmee rekening is gehouden.
80%
€ 5.000.000
60%
€ 5.000.000
De inkoopcontracten bevatten juridische onjuistheden/onduidelijkheden. De concept raamcontracten van het overgangsregime zijn gereed en de bestekken voor het nieuwe regime zijn in ontwikkeling. Ten opzichte van het financieel kader is de kans bijgesteld en het maximale bedrag aangepast. De gemeente slaagt er niet in om 1-1-2015 goede automatiseringssystemen in te voeren. Gevolg is overschrijden lever- en doorlooptijden. De informatiebehoefte verschilt zo van de huidige omgeving dat deze niet tijdig is te leveren. Er draaien (te)veel verschillende systemen. De ICT kost meer dan voorzien. De beschikbaarheid van gegevens is van onvoldoende kwaliteit. Professionals kunnen hun werk niet optimaal doen. Dit heeft te maken met teveel protocollering, onvoldoende medewerkers met de gewenste capaciteiten. Verlies aan expertise door leegloop bij zorgverleners (door onzekerheid). Gemeente heeft onvoldoende expertise en/of capaciteit.
40%
€ 500.000
90%
€ 500.000
80%
€ 500.000
2
3
4
5
Deze risico’s zijn in het risicosimulatieprogramma ingevoerd met als resultaat dat met 90% zekerheid gesteld kan worden dat een weerstandscapaciteit van € 9 mln toereikend is voor het opvangen van de financiële gevolgen van deze risico’s. 2.3.2d Weerstandsvermogen De actuele risicopositie is in totaal € 5,47 mln. Die risico’s moeten opgevangen kunnen worden door de aanwezige weerstandscapaciteit, voornamelijk in de vorm van de AR. Alvorens in te gaan op de gewenste omvang van de AR in relatie tot de risicopositie, is het nuttig om alle functies van de AR in herinnering te roepen: a. De AR is bedoeld voor het afdekken van algemene risico’s. Door het aanhouden van een reserve voor dit doel wordt voorkomen dat het beleid (drastisch) moet worden aangepast als één of meer risico’s zich in de werkelijkheid voordoen. Aldus wordt de stabiliteit en rust in het uitvoeren van beleid gecreëerd. De AR is dus een risicoreserve. b. De AR is bedoeld voor het verwerken van de jaarlijkse begrotingsresultaten. De gemeente Leeuwarden is gehouden om een structureel sluitende meerjarenbegroting vast te stellen. Dit betekent dat de structurele uitgaven en inkomsten in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming minimaal aan elkaar gelijk moeten zijn. Begrotingstekorten en overschotten in de jaarschijven daaraan voorafgaand worden verrekend met de AR. Ook dit zorgt voor rust en stabiliteit omdat hierdoor geen bezuinigingen hoeven te worden doorgevoerd mocht in enige jaarschijf voorafgaand aan de laatste een begrotingstekort ontstaan. De AR is dus ook een egalisatiereserve. c. De AR dient bovendien als buffer voor het opvangen van diverse onvoorziene kosten die niet als een risico kunnen worden bestempeld of simpelweg niet als zodanig zijn herkend. Als er
78
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
bijvoorbeeld iets voorgefinancierd moet worden of een bepaalde uitgave in tijd naar voren of naar achteren schuift. De AR fungeert dan in een begrotingsjaar als smeermiddel. Als beleidsuitgangspunt geldt dat de verhouding tussen de risico’s en de weerstandscapaciteit 1,5 zou moeten zijn. Ofwel dat de AR 1,5 keer zo groot moet zijn als de uitkomst van de risicosimulatie. Toepassing van deze norm betekent, dat weerstandscapaciteit € 8,2 mln zou moeten bedragen. Het werken met een ‘overdekking’, moet gezien worden als een extra veiligheidsklep. Hierdoor zal het weerstandsvermogen, ook wanneer daar een fors beroep op wordt gedaan, minder snel c.q. in mindere mate onder het absolute minimum dalen. Daardoor ontstaat wat meer rust en ruimte om het weerstandsvermogen weer op het gewenste niveau te krijgen. Met absoluut minimum wordt bedoeld het berekende minimaal benodigde weerstandsvermogen voor het eerstvolgende jaar, afgezien van de overdekking. Het werken met een norm voor het weerstandsvermogen die hoger ligt dan de uitkomst van de risicoanalyse werkt dus in zekere zin stabiliserend. In de praktijk van het risicomanagement wordt de volgende classificatie gebruikt als het gaat om de beoordeling van de ratio tussen de aanwezige weerstandscapaciteit (beschikbare reserves) en de uitkomst risicoanalyse: Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis Uitstekend ruim voldoende Voldoende Matig onvoldoende ruim onvoldoende
De ratio van 1,5 bevindt zich dus aan de onderkant van de klasse die als ruim voldoende wordt aangemerkt en lijkt daarmee een evenwichtige norm (niet te krap, niet te ruim). De actuele risicopositie van € 5,47 mln moet dus om te beginnen worden afgezet tegen de meest actuele prognose van de AR. Voor de begroting 2015 wordt de stand van de AR voor de periode 2015-2016 geraamd op € 9,1 mln. In de begroting is nog een post Onvoorzien opgenomen van € 0,1 mln die ook aangemerkt kan worden als weerstandscapaciteit. Het totaal van deze twee (AR € 9,1 mln + post Onvoorzien € 0,1 mln) bedraagt € 9,2 mln en zit dus € 1,0 mln boven het streefniveau dat voor het weerstandsvermogen is gedefinieerd (1,5 x € 5,47 mln = € 8,2 mln). Daarmee komt de beschikbare weerstandscapaciteit uit op het gewenste niveau van 1,5 maal de actuele risicopositie en kan daarmee als ruim voldoende worden gekwalificeerd.
79
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.3 Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen (gebouwen, wegen, riolering, etc.). Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties worden hier genoemd. 2.3.3a Beheersystematiek Op gezette tijden worden er inspecties/inventarisaties uitgevoerd, op basis waarvan de onderhoudsplanning steeds wordt bijgesteld en wordt geoptimaliseerd. De resultaten uit de inspecties/inventarisaties zijn gebruikt: als input voor het collegeprogramma 2014-2018 en de daarin opgenomen ambities en afwegingen; voor aanpassingen in middelen (bijvoorbeeld voor speelvoorzieningen structurele beheer- en onderhoudsmiddelen); voor wijzigingen/bijstellingen in de bedrijfsvoering; voor structurering van het proces areaaluitbreidingen. 2.3.3b Omvang van het te onderhouden areaal Om inzicht te bieden in de onderhoudsopgave van de gemeente wordt in tabel 12 aangegeven wat de omvang van het te onderhouden areaal en de bijbehorende financiële middelen zijn. Tabel 12 Begroting 2013 Te onderhouden areaal in 2015 Onderhoud wegen Onderhoud van ca. 652 ha verharding
Bedragen x € 1.000 Begroting 2014 Begroting 2015
5.662
8.406
8.413
10.977
12.694
12.130
Kunstwerken 37 beweegbare bruggen 485 vaste bruggen, tunnels, viaducten en steigers
1.824
2.593
2.799
Water 13,6 km walmuren 27,6 km zware walbeschoeiing 55,1 km lichte walbeschoeiing 460 ha wateroppervlak (meren, kanalen en vaarten) 215 km (berm)sloot
1.122
1.700
1.807
Groen Groene Ster (ca. 400 ha), Froskepôlle (ca. 13 ha), Lwd. Bos (ca. 110 ha), Hempenser Bos (110 ha), Diverse locaties bos voormalig Boarnsterhim (ca. 5 ha) Gras ca. 227 ha Gazons ca. 163 ha Beplanting ca. 117 ha
8.712
9.665
10.484
Riolering Onderhoud van ca. 540 km riool Onderhoud van ca. 12.100 inspectieputten Schoonmaken van ca. 49.250 straatkolken Reinigen van ca. 100 km riool Vervangen van ca. 8,0 km riool
80
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
1.503
1.553
1.623
104
109
102
29.904
36.720
37.358
Te onderhouden areaal in 2015 Bomen ca. 48.000 Reiniging verhardingen Schoonhouden wegen en pleinen Onkruidbestrijding op ca. 258 ha Zwerfvuilbestrijding Zwerfvuilbestrijding op 356 ha Totaal
Ten behoeve van een goed beheer van onze kapitaalgoederen zijn er voorzieningen ingesteld voor een aantal kapitaalgoederen. Te weten voor het ‘oud Leeuwarder deel’: rioleringen, verhardingen, civiele kunstwerken, openbare verlichting, speelvoorzieningen en waterwegen/baggeren. Hierdoor wordt er een betere meerjarige borging ingebouwd voor het beschikbaar houden van de noodzakelijke middelen voor het uitoefenen van goed rentmeesterschap op deze kapitaalgoederen. Hiervoor zijn in het collegeprogramma, naast de outsourcingsopgave, structurele bezuinigingen opgenomen, van € 100.000 in 2016 en € 300.000 in 2017 (i.c. duurzaam slimmer onderhoud). Voormalig Boarnsterhim (Noord) Uit de diverse inventarisaties van het areaal in voormalig Boarnsterhim (Noord) is gebleken dat er sprake is van fors achterstallig onderhoud in de openbare ruimte. Een deel hiervan is weggewerkt in het kader van de artikel 12 procedure, waarvoor door het Rijk middelen beschikbaar zijn gesteld. Inmiddels is duidelijk dat de beschikbare/gereserveerde middelen voor het wegwerken van de achterstanden onvoldoende groot zijn. In het collegeprogramma 2014–2018 is dit benoemd en zijn hiervoor extra middelen gereserveerd. Het betreft hier een bedrag van € 600.000 structureel voor instandhouding en 2 x € 1 mln incidenteel voor achterstallig onderhoud. Ook met de inzet van deze middelen –zo is de verwachting– is nog geen sprake van het op peil kunnen brengen/houden van de toegevoegde arealen als gevolg van de herindeling met Boarnsterhim. Er wordt in 2014 en 2015 gezocht naar een optimum voor het gehele grondgebied van de gemeente Leeuwarden. Daarnaast wordt in 2014 en 2015 de harmonisatie van beleid t.a.v. beheer en onderhoud kapitaalgoederen vormgegeven. Enerzijds ingegeven door een noodzakelijke harmonisatie als gevolg van de herindeling met Boarnsterhim, anderzijds ingegeven door de beschikbaarheid aan middelen voor alle kapitaalgoederen en de input hiervoor uit het collegeprogramma. Voor 2016 e.v. moeten op basis van deze gegevens keuzes worden gemaakt voor de te volgen beheer- en onderhoudsstrategie voor de komende jaren, om zo te komen tot de meest optimale inzet van middelen in relatie tot de toekomstige kwaliteit van de openbare ruimte en de hierin aanwezige kapitaalgoederen. Opties als risico gestuurd beheer c.q. onderhoud en/of gedifferentieerd onderhoud zijn hierbij te onderzoeken mogelijkheden. De diverse onderdelen van de openbare ruimte worden onderhouden in overeenstemming met de vastgestelde kwaliteitsniveaus bij Beheer Openbare Ruimte (BOR) in Beeld. Vanaf 2006 vinden er op gezette tijden schouwrondes plaats om te kijken of de afgesproken kwaliteit ten aanzien van het verzorgende deel in de praktijk ook wordt gehaald. In het toegevoegde deel van Boarnsterhim is als kwaliteitsniveau voor de gehele openbare ruimte ‘basis’ afgesproken, dit wordt vooralsnog voortgezet.
81
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.3c Wegen Het streefdoel om de staat van de verhardingen voor de gehele stad op kwaliteitsniveau ‘basis’ te onderhouden conform kwaliteitskeuzes ‘BOR in beeld’ geldt ook voor 2015. Het wegennet van de gemeente Leeuwarden omvat globaal 6,5 mln vierkante meter verharding. Onderhoud aan een dergelijk wegennetwerk vergt een gedegen meerjarenplanning. Het huidige beheersysteem ‘XEIZ Wegen’ voorziet erin om een vijftal jaren vooruit te kijken wat betreft de uit te voeren werkzaamheden, waarbij de eerste twee jaren gedetailleerd kunnen worden vastgesteld. Op basis hiervan wordt jaarlijks de planning grotendeels vastgesteld bij de begroting. Dit betekent dat in het betreffende jaar slechts voor een klein deel kan worden ingesprongen op bijzondere situaties van schade, bijvoorbeeld als gevolg van vorst en gladheidbestrijding. Het uitgangspunt is dat werk met werk moet worden gemaakt. Dit betekent dat in voorkomende gevallen diverse werkzaamheden worden gecombineerd. Zo worden bijvoorbeeld herinrichtingen van bepaalde straten zo mogelijk gecombineerd met de vervanging van de riolering. In de praktijk wordt dan bekeken hoe door verschuiving het meest efficiënt gewerkt kan worden. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om zoveel mogelijk overlast te voorkomen (bijvoorbeeld het opbreken van meerdere straten in één wijk). Beleidskader: - Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) 2011–2025 (2011) - Evaluatie BOR in Beeld (2009) - relevante beleidsnota’s voormalig Boarnsterhim 2.3.3d Riolering Eind 2008 is het verbrede Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2009-2012 door de raad vastgesteld. Accenten in dit GRP zijn: het op een verantwoorde wijze scheiden van vuil en (relatief) schoon water, het zogenaamde ‘afkoppelen’; aandacht voor de grondwaterproblematiek. Het GRP heeft een verbreding gekregen, omdat de gemeente via de Waterwet/wet gemeentelijke watertaken ook zorgplichten voor de behandeling van afstromend hemelwater en het (ondiepe) grondwater heeft gekregen. Ook moet, waar nodig, rekening gehouden worden met de Kader Richtlijn Water. Binnen het GRP is de vervanging en het onderhoud van de riolering geregeld. De eerstkomende jaren wordt er circa 8 km riolering per jaar vervangen. Door de civieltechnische werken en andere activiteiten in de openbare ruimte zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en in te plannen, wordt getracht de (verkeers-)overlast te beperken en de middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Dit houdt bijvoorbeeld in dat wegreconstructie- en rioleringswerkzaamheden voor zover mogelijk gecombineerd uitgevoerd worden. Soms leidt dit tot het doorschuiven of vervroegen van rioleringsprojecten. In verband met de herindeling met een Boarnsterhim (Noord) is de looptijd van het huidige GRP 2012 verlengd tot en met 2014. In 2014 wordt een GRP voor de gehele nieuwe gemeente opgesteld, voor de periode 2015-2018. Naast de reguliere activiteiten wordt in dit GRP ook aandacht geschonken aan de opgave, voortvloeiend uit het Nationaal Bestuursakkoord Water, om te komen tot beperking van de uitgaven in de (afval)waterketen. Landelijk is dit bepaald op € 380 mln (‘minder meerkosten’) structureel in 2020 (t.o.v. de prognoses). Voor Fryslân is deze opgaaf bepaald op minimaal € 12 mln, waarvan voor de Friese gemeenten € 7,7 mln. De nadere verdeling, en daarmee de taakstelling voor Leeuwarden, hiervan moet nog worden bepaald. Mede om deze taakstelling deels op te vangen wordt er in het nieuwe GRP aandacht besteed aan het risico gestuurd beheer van de riolering. Beleidskader: - Verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2009-2012, verlengd t/m 2014 (2008) - relevante beleidsnota’s voormalig Boarnsterhim 82
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.3e Water, kademuren, bruggen e.d. De gemeente heeft een onderhoudsplicht om watergangen en -partijen te baggeren. Daarnaast kan sprake zijn van de noodzaak van saneringen als het gaat om vervuild slib. In de afgelopen periode zijn een aantal baggerprojecten uitgevoerd. Bij de vaststelling van het baggeruitvoeringsprogramma 2008-2011 is afgesproken dat er voor de periode daarna duidelijkheid moest zijn over de overdracht c.q. de overname van het stedelijke waterbeheer door Wetterskip Fryslân. Na een moeizaam proces om te komen tot afstemming, zijn inmiddels de uitgangspunten voor overdracht bepaald. Volgens de huidige planning vindt in 2015 de overdracht van het beheer en (de kosten van) onderhoud van het stedelijk water naar Wetterskip Fryslân plaats. Opgemerkt wordt dat in 2014 al de overdracht van het vaarwegbeheer naar de provincie Fryslân heeft plaats gevonden. Ook na de overdracht van vaarwegen en stedelijk water is, weliswaar veel minder dan nu het geval is, de gemeente nog verantwoordelijk voor het onderhoud (hekkelen en baggeren) van een aantal watergangen, zoals de binnenstadsgrachten, het Nieuwe Kanaal en bermsloten. Tot en met 2015 sluiten de beschikbare financiële middelen, zowel qua dagelijks beheer als baggerprogramma aan bij de onderhoudsverplichtingen van de gemeente Leeuwarden. Zodra de contouren van de ‘overdracht Stedelijk water’ duidelijk zijn, kan een plan voor het structurele onderhoud van de resterende gemeentelijke watergangen worden gemaakt en kunnen de organisatorische en financiële consequenties duidelijk worden gemaakt van de beide overdrachten. Een keer in de 5 jaar vinden inspectierondes ‘civieltechnische kunstwerken’ plaats, waarbij de kunstwerken op veiligheid en technische staat worden gecontroleerd. Zo wordt inzicht verkregen in de staat van de kunstwerken. Als er tekortkomingen worden vastgesteld, volgen zo nodig nog gedetailleerde onderzoeken. De consequenties van de inspecties worden vertaald naar de meerjarenplanning met uitvoeringsmaatregelen, waarna ook de financiële gevolgen kunnen worden aangegeven. Verwezen wordt naar de inleiding met betrekking tot risico gestuurd beheer en gedifferentieerd onderhoud. De onlangs nieuw verschenen landelijke normen voor constructieve veiligheid bieden mogelijkheid te differentiëren in de mate van constructieve veiligheid. De differentiatiemogelijkheid wordt bepaald door het wel of niet intensief gebruiken van een civiel kunstwerk. Er wordt nu gekeken in hoeverre deze norm inpasbaar is voor Leeuwarden met als doel middels conserverend onderhoud kosten te besparen. Met de toevoeging van het noordelijke deel van Boarnsterhim zijn er 44 vaste en 12 beweegbare bruggen bij gekomen. Beleidskader: - relevante beleidsnota’s voormalig Boarnsterhim 2.3.3f Groen In de opgestelde groenbeheerplannen zijn, op basis van visies, eenmalige maatregelen of omvormingen voorgesteld. De groenwerkzaamheden vormen, naast andere bronnen, ook de input voor de integrale werkplanning van de verschillende onderdelen in de openbare ruimte. De organisatie is hierbij zodanig ingericht dat de werkzaamheden in het kader van buurtonderhoud en leefbaarheid in de bedrijfsvoering groen zijn geïntegreerd. In 2014 is de lijst met monumentale en waardevolle bomen opnieuw geactualiseerd. Particuliere eigenaren van monumentale bomen hebben een aanbod gekregen om gebruik te maken van de kennis van gemeentelijke bomendeskundigen voor inspecties en klein onderhoud. Op het moment van actualisatie van de bestemmingsplannen worden de monumentale bomen hierin opgenomen.
83
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
In 2015 wordt het beleid op het gebied van monumentale en waardevolle bomen geharmoniseerd met het beleid in de voormalige gemeente Boarnsterhim. De storm van 28 oktober 2013 heeft veel schade aangericht aan bomen. De totale schade beloopt ca. 915 ‘gevelde’ bomen. In 2014 hebben wij besloten een herplantplan te realiseren in de omvang van éénmalig € 400.000. Dit is als onontkoombare uitgave meegenomen in deze begroting (bijlage A Financiële overzichten III). Daarmee is sprake van een doelmatige en acceptabele herplant mogelijkheid, gegeven de financiële positie en mogelijkheden binnen de begroting van 2015. In 2015 (en 2016) vindt met inzet van deze middelen en in afstemming met bewoners/wijken/buurten herplant plaats. Er is al invulling gegeven aan een ombuiging op het gebied van onkruidbestrijding op verhardingen en ombouw van groen. Op basis van een evaluatie in 2013 én het collegeprogramma is besloten om in 2014 door te gaan met de heetwatermethode. Eind 2014 wordt besloten hoe dit de komende jaren wordt vervolgd. De ombouw van groen richt zich vooral op verouderd groen, waarbij een beter aanzicht én goedkoper beheer wordt nagestreefd. In 2015 wordt een aanvang gemaakt met de reconstructie en ombouw van het groen in Camminghaburen-Noord. Buurt- en wijkbewoners worden bij deze planvorming betrokken. Het slagen van dit project hangt mede af van het draagvlak in de wijk. Ook wordt in 2015 gekeken naar een optimalisatie van het maaibeleid en harmonisatie met het beleid van de voormalige gemeente Boarnsterhim. Bij de uitvoering wordt eveneens gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden met andere partijen. Vanaf 2015 wordt gestart met de planvorming en herplant van bomen die door de najaarsstorm van 2013 zijn omgewaaid. De herplant vindt plaats binnen de hiervoor afgesproken kaders. De herplant plannen worden opgesteld in overleg met de buurtbewoners en wijkpanels. Met betrekking tot de burgerinitiatieven en bewonersbedrijven in relatie tot onderhoud wordt verwezen naar het programma Fysiek: Beheer leefomgeving. Relevante beleidsnota’s: - Meer openbaar groen, minder regels (2011) - Evaluatie BOR in Beeld (2009) - Bomenbeleidsplan Bomen beheren met beleid (1999) - relevante beleidsnota’s voormalig Boarnsterhim 2.3.3g Gebouwen Er zijn ongeveer 210 objecten (exclusief onderwijs) in beheer en onderhoud. Hiervan is ongeveer 25.000 m² voor eigen gebruik (Stadhuis, Stadskantoor, Historisch Centrum Leeuwarden, pand Groeneweg 3 Stadstoezicht). Voor eigen gebruik wordt bovendien nog ca. 4.500 m² van derden ingehuurd. Naast deze gebruiksobjecten worden ca. 90 kunstwerken verspreid over de gemeente beheerd en onderhouden. In 2015 komt het beheer en onderhoud van ca. 25 gymlokalen erbij. Tabel 13 Typering objecten Gemeentelijk Vastgoed (objecten die in gebruik zijn bij gemeentelijke organisatieonderdelen) Sociaal-cultureel Vastgoed (Buurthuizen, MFC, Harmonie e.d.) Woningen Sport objecten (was- en kleedruimtes en sporthallen) Gymzalen Overige objecten Totaal 84
23 40 18 38 25 66 210
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Van de genoemde objecten vallen er ca. 30 onder de categorie Rijks- of gemeentemonumenten. Het regulier onderhoud, zowel kleinschalig als grootschalig, wordt bepaald op basis van meerjaren onderhoudsplanning, gebaseerd op gebouwinspecties volgens de NEN 2767 systematiek. De eerste inspecties zijn eind 2008 uitgevoerd. In 2011 is, volgens de planning gestart met de herinspectie van de gebouwen om de actuele onderhoudsstaat vast te leggen. Deze herinspectie wordt in 2015 voortgezet. Volgens plan worden in 2015 de laatste gebouwen opnieuw geïnspecteerd. Daarmee zijn alle gegevens weer up-to-date. De gebouwinspecties worden periodiek (eens per drie jaar) herhaald, zodat de onderhoudsbehoefte van de objecten wordt gecontroleerd en de meerjarenplanning wordt geactualiseerd naar de onderhoudsbehoefte van de vastgoedportefeuille. De verzamelde gegevens zijn ingevoerd in het beheersysteem, van waaruit meerjaren onderhoudsprogramma’s (MJOP’s) worden gegenereerd. Een MJOP is een hulpmiddel voor het bepalen van het uitvoeringsprogramma van het betreffende dienstjaar. In 2015 worden de navolgende objecten opgeleverd en aan het gemeentelijk bezit toegevoegd: Watercampus De Watercampus wordt een toonaangevend internationaal technologiecentrum en bestaat uit het kennisinstituut Wetsus en daarnaast nog een aantal bedrijven dat zich bezig houdt op het terrein van watertechnologie. Het gebouw heeft een omvang van ca. 7.000 m2 bruto vloeroppervlakte. Het gebouw wordt in 2015 in exploitatie genomen. De investering van in totaal € 27,2 mln wordt deels met subsidie van het programma ‘Koers Noord’ en ‘Pieken in de Delta’ bekostigd. De netto investeringskosten worden geactiveerd. De totale exploitatielast inclusief kapitaallasten, onderhoudslasten, zakelijke lasten eigenaar en beheerslasten wordt gedekt uit huuropbrengsten. Er is een huurovereenkomst met Wetsus gesloten voor de huur van 4.250 m2 bruto vloeroppervlakte. Voor het bedrijfsverzamelgebouw is circa 1.000 m2 verhuurbare vloeroppervlakte beschikbaar. Harmoniekwartier Het Harmoniekwartier wordt een centrum voor alles wat met pop- en jongerencultuur te maken heeft. Hiervoor is een plan ontwikkeld voor een nieuw poppodium dat invulling geeft aan de Leeuwarder popcultuur en daarnaast onderdak biedt aan het Friesland College voor de opleiding voor podiumkunsten (D' Drive). Het streven is dat vanaf het schoolseizoen 2015/2016 het Harmoniekwartier in gebruik wordt genomen. De geraamde investering wordt voor een deel gedekt uit incidentele middelen, waaronder subsidie vanuit het programma Koers Noord. De netto investering wordt geactiveerd. De exploitatielast inclusief kapitaallasten, onderhoudslast en zakelijke lasten eigenaar, wordt gedekt uit huurinkomsten. De huurovereenkomst met het Friesland College is inmiddels getekend. Elf-stedenhal De Elf-stedenhal wordt de nieuwe ijshal van de gemeente Leeuwarden. Deze wordt gerealiseerd op het voormalige Philipsterrein achter het WTC. Er is gekozen voor een ‘Design, Build, Maintain en Operate’ aanbesteding. Operate bestaat in dit geval uit het leveren van energie. Met deze aanbestedingsvorm wordt er optimaal gebruik gemaakt van de creativiteit van de markt. Het wordt een gebouw waaraan hoge eisen aan duurzaamheid worden gesteld. Daarnaast is een belangrijk speerpunt om efficiënt en duurzaam met energie om te gaan. Het facilitaire gebouw wordt energie neutraal en de ijshal wordt zo duurzaam mogelijk. Oplevering vindt plaats in juni 2015, zodat per september 2015 in de nieuwe hal geschaatst kan worden.
85
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.4 Financiering Deze paragraaf gaat over het financieringsbeleid van de gemeente en het daaraan gerelateerde risicobeheer. 2.3.4a Inleiding Bij financiering gaat het primair om het tegen zo laag mogelijke kosten aantrekken van financiële middelen in geval van een financieringstekort of het tegen zo hoog mogelijke vergoeding uitzetten van gelden in geval van een financieringsoverschot. Een en ander moet uiteraard gebeuren tegen aanvaardbare risico’s. De Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) geeft hier regels voor en spreekt van een ‘prudente’ financiering. De meest elementaire uitgangspunten rond de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Financiële verordening van de gemeente. Deze uitgangspunten zijn nader uitgewerkt in een door het college vastgesteld Financieringsbesluit. Nog dit jaar zullen deze stukken worden geactualiseerd. In Leeuwarden is al sinds een aantal jaren sprake van een financieringstekort (niet te verwarren met een begrotingstekort). Dat wil zeggen dat er -ondanks een sluitende begroting- een tekort is aan liquide middelen, bijvoorbeeld doordat er omvangrijke investeringsuitgaven gedaan moeten worden. Om toch alle betalingen te kunnen uitvoeren die het uitvoeren van de voorgenomen begroting met zich meebrengt, moet er dus geld geleend worden. Daar is niets mis mee, omdat immers alle uitgaven (waaronder de rente voor geleende gelden) gedekt zijn door middel van de bij wettelijk voorschrift sluitende begroting. 2.3.4b Uitgangspunten renteontwikkeling in de begroting In de begroting 2015 is rekening gehouden met 3,5% rente voor aan te trekken langlopende geldleningen en 2,0% voor kortlopende financiering. Aan een aantal investeringen is een vast rentepercentage toegerekend. Deze investeringen hebben een hoger rentepercentage waardoor in de afgelopen jaren het omslagpercentage, het interne rentepercentage waarmee de rentekosten worden omgeslagen, kon worden verlaagd. Van een van deze investeringen, de grondexploitatie van de Zuidlanden is het vaste rentepercentage voor 2015 verlaagd van 4,15% naar 3,65 %. Het gevolg hiervan is dat het omslagpercentage is gestegen van 3,25% in 2014 naar 3,5% in 2015. Deze wijziging is in overeenstemming met de richtlijnen die de provincie Fryslân hanteert bij haar toezicht op de gemeentebegroting. Bij de berekening van het rente-omslagpercentage wordt ook rekening gehouden met de zogenaamde bespaarde rente van reserves en voorzieningen. Het aanhouden van reserves en voorzieningen betekent immers dat er minder geleend hoeft te worden en dat er dus ook minder rente betaald hoeft te worden. De op deze wijze ‘bespaarde’ rente wordt wel toegerekend via de omslagpercentage aan de investeringen. Deze werkwijze heeft geen gevolgen voor het begrotingsresultaat. Dat geldt niet voor het deel van de bespaarde rente dat aan de reserves wordt toegevoegd, die leiden per saldo tot een last in de begroting. In het kader van de bezuinigingen is het deel van de bespaarde rente dat aan reserves wordt toegevoegd echter aanzienlijk teruggebracht. Voor de precieze werkwijze wordt verwezen naar de Richtlijnen rente en inflatie zoals die door ons college zijn vastgesteld. 2.3.4c Renterisicobeheer Onder renterisico wordt verstaan de gevoeligheid van de financiële positie van de gemeente voor renteschommelingen. Voorkomen moet worden dat de gemeente in financiële problemen komt in het geval de rente stijgt. Dit risico kan beperkt worden door de financieringsbehoefte zoveel mogelijk te spreiden over de jaren heen, zodat al te grote fluctuaties van de rentekosten voorkomen worden. De mate waarin deze spreiding aanwezig is, wordt uitgedrukt in de zogenaamde renterisiconorm. In de Wet FIDO is het renterisico bepaald op 20% van het begrotingsvolume. In tabel 14 wordt de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven. 86
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Tabel 14 Renterisiconorm en renterisico (per 1 januari van het betreffende jaar) 2015 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 0,0 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Netto renteherziening 3 Aflossingen 4 Rente risico 5 Begrotingsvolume 6 Het normpercentage 7 Rente risiconorm
(5*6/100)
8. Ruimte (+)
0,0 0,0
0,0 0,0
0,0 0,0
0,0 0,0
29,8 29,8
29,8 29,8
29,4 29,4
26,5 26,5
464,1
464,1
464,1
464,1
20,0 92,9
20,0 92,9
20,0 92,9
20,0 92,9
+63,1
+63,1
+63,5
+66,4
(1a-1b) (2+3)
(7-4)
Bedragen x € 1 mln 2016 2017 2018 0,0 0,0 0,0
Uit tabel 14 blijkt dat de gemeente Leeuwarden ruimschoots binnen de renterisiconorm blijft. Vooralsnog worden op dit terrein dan ook geen specifieke acties overwogen. Uiteraard is het renterisico ook afhankelijk van de schuldpositie. In hoofdstuk 3 (paragraaf 3.2.2) wordt specifiek ingegaan op dat onderwerp. Ook blijft de vlottende schuld binnen de vastgestelde kasgeldlimiet. Bij een begrotingsomvang van €464,1 mln bedraagt de toegestane kasgeldlimiet 8,5% van dit bedrag ofwel € 39,4 mln. Dit is het maximale bedrag dat met kort geld mag worden gefinancierd. 2.3.4d Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Van de uitgezette gelden kan het volgende overzicht worden gegeven. Tabel 15 Verstrekte geldleningen Risicogroep
Woningcorporaties met garanties WSW Overige toegestane instellingen (volgens de Wet FIDO) Totaal
Met/zonder (hypothecaire) zekerheid Zonder Zonder
Restantschuld in euro’s op 01-01-2014 2,0
Bedragen x € 1 mln Restantschuld in euro’s op 01-01-2015 1,5
28,8
28,7
30,8
30,2
Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw garant staat en de overige leningen ondergebracht zijn bij ondernemingen met een goede kredietwaardigheid kan het risico als minimaal worden beschouwd. Verder zijn er voor € 28,7 mln leningen aan en aandelen in op afstand gezette bedrijven welke voorheen tot de gemeente behoorden dan wel voortvloeien uit gemeentelijke activiteiten. Hier zitten leningen bij met een aanzienlijk risicoprofiel. Zie hiervoor verder paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen. Informatie over deze bedrijven is opgenomen in paragraaf 2.3.6 Verbonden partijen. 2.3.4e Intern liquiditeitsbeheer De betrouwbaarheid van de liquiditeitsprognoses wordt vooral bepaald door de liquiditeitsprognoses van de investeringen. De voortgang van investeringen kan echter sterk beïnvloed worden door externe factoren, zoals milieu effect rapportages en bezwaarprocedures. Bij de huidige vrij stabiele renteontwikkeling zijn de financiële risico’s ten gevolge van misschattingen in het investeringstempo beperkt.
87
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.4f Financieringsstrategie Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen wordt uitgegaan van integrale financiering. Dat wil zeggen dat steeds gekeken wordt naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling (lange rente hoger dan de korte rente) wordt eerst maximaal met kort geld gefinancierd. Pas wanneer de kasgeldlimiet (de limiet die aangeeft wat maximaal kort gefinancierd mag worden) wordt genaderd, wordt overgegaan tot het aantrekken van middelen op lange termijn. De termijn wordt daarbij bepaald door de lange termijn financieringsplanning. Voor het jaar 2015 wordt verwacht dat € 75 mln aan geldleningen moet worden opgenomen. In de Financiële verordening Leeuwarden 2010 is bepaald dat het college gemachtigd is tot 25% van het begrotingsvolume aan langlopende geldleningen aan te trekken. Voor 2015 is dit bedrag dus € 464,1 mln x 0,25 ≈ € 116,0 mln. De geraamde opname van € 75 mln valt hier onder. Tabel 16 Mutaties portefeuille opgenomen leningen Omschrijving Bedrag in mln euro’s Stand op 1 januari 2015 368,5 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
Gemiddelde rente
Invloed op gemiddelde rente
3,70%
75,0
3,50%
-0,03%
-29,8
3,70%
-0,01%
Vervroegde aflossingen
0
0,00%
0,00%
Renteaanpassing (oud percentage)
0
0,00%
0,00%
Renteaanpassing (nieuw percentage)
0
0,00%
0,00%
413,7
3,66%
-0,04%
Stand per 31 december 2015
2.3.4g Schatkistbankieren Vanaf eind 2013 is schatkistbankieren ingevoerd. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn verplicht hun tegoeden bij het Rijk onder te brengen. De tegoeden van de lagere overheden komen op de staatsbalans te staan en mogen van de staatsschuld worden afgetrokken, waardoor het financieringstekort van het Rijk lager wordt. Voor Leeuwarden heeft dit nauwelijks effect op de rentelasten. 2.3.4h Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) Deze wet is per 1 januari 2014 in werking. De Wet HOF regelt onder meer dat de Rijksoverheid en de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren om het overheidstekort binnen de grenzen van de Europese doelstellingen te brengen en te houden. Het aandeel van elke gemeente in het overheidstekort wordt uitgedrukt in het zogenaamde EMU-saldo. De gemeente heeft administratieve maatregelen genomen om dit EMU-saldo op eenvoudige wijze te kunnen volgen. Vooralsnog zijn er geen sancties verbonden aan het overschrijden van het maximaal toegestane EMU-saldo door een individuele gemeente.
88
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.5 Bedrijfsvoering Deze paragraaf geeft inzicht in de bedrijfsvoering van de gemeente Leeuwarden. 2.3.5a Inleiding De bedrijfsvoering is primair een verantwoordelijkheid van het college. Het college ziet het dan ook als haar taak om te zorgen dat de organisatie de veranderende rol van de overheid uitdraagt en faciliteert. Van een overheid die zich ontfermt over maatschappelijke problemen en vraagstukken en daartoe beleid en voorzieningen ontwikkelt, transformeert de gemeente naar een overheid die ruimte biedt aan maatschappelijke initiatieven en deze stimuleert en faciliteert. Deze beweging naar een ‘andere overheid’ vraagt om transformatie van de gemeentelijke organisatie. Met deze transformatie van de gemeentelijke organisatie wil het college ook een bijdrage leveren aan een gezonde financiële huishouding. In het nieuwe collegeprogramma is daarom, bovenop bestaande bezuinigingsopgaven, opnieuw een taakstelling op de bedrijfsvoering van € 1,1 mln opgenomen. 2.3.5b Uitgangspunten bedrijfsvoering Belangrijke uitgangspunten voor de relatie met bewoners, bedrijven en instellingen, zijn onverkort van toepassing op onze organisatie en de bedrijfsvoering: samenwerken, niet alleen binnen de organisatie, maar ook met bewoners en hun vertegenwoordigers zoals wijk- en dorppanels, instellingen, bedrijven en collega overheden; ondernemerschap (in de organisatie heet dat persoonlijk leiderschap) staat voor een organisatiecultuur waarin professionals verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen over hun activiteiten en prestaties; vertrouwen, levert niet alleen een goede en inspirerende werksfeer op waarin professionals zich gewaardeerd weten en beter presteren, het levert ook een bijdrage aan de zo noodzakelijke vermindering van regel- en controledruk. Zonder vertrouwen, is ondernemerschap onmogelijk. 2.3.5c Wat willen we bereiken? Het college bouwt, samen met management en medewerkers aan een compacte en lenige organisatie waarin mensen het beste uit zichzelf kunnen en willen halen, die in staat is om de ambities van het (nieuwe) collegeprogramma te helpen realiseren en die adequaat kan inspelen op Rijksbeleid en maatschappelijke vraagstukken. Daarbij streeft het college naar: Een plattere organisatie, waarbij verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden belegd. Meer ruimte voor professionals, minder leidinggevenden. Efficiënte inrichting van de werkprocessen. Een organisatie die integraal werkt én denkt. 2.3.5d Verbetering van de bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling Personeelsbeleid Het gemeentelijke personeelsbeleid moet bijdragen aan het realiseren van onze ambities. Het bevorderen van de interne mobiliteit en de instroom van jonge medewerkers, middels het traineeprogramma zijn daarbij belangrijke speerpunten. Herijking van functie- en loongebouw, met minder en bredere functies moet eveneens een bijdrage leveren aan onze uitgangspunten van de bedrijfsvoering: samenwerken, ondernemerschap en vertrouwen.
89
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Shared Servicecentrum Leeuwarden Na de aanloopfase, waarin de gemeentelijke bedrijfsvoering zoveel mogelijk is ondergebracht in het Shared Servicecentrum Leeuwarden (SSL) en de inrichting is afgerond, start het SSL per 2015 als nieuwe organisatie-eenheid. Het SSL ondersteunt niet alleen haar interne afnemers optimaal, maar ook de externe afnemers. Zo zal vanaf 2015 de ICT-dienstverlening aan de gemeenten het Bildt, Franekeradeel en Menameradiel in de vorm van een centrumgemeenteconstructie gestalte krijgen. Decentralisaties sociaal domein Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor taken op het gebied van zorg, jeugd, en participatie. Met de overdracht van deze taken staat de gemeente voor de uitdaging om in de toekomst een veel grotere groep bewoners te bedienen en dat te doen met veel minder middelen. Dit vraagt ook om regionale samenwerking. Door als gemeenten gezamenlijk op te trekken wordt het mogelijk om krachten te bundelen en efficiënter en effectiever de relatie met de instellingen in te vullen. In deze samenwerking gaat de gemeente Leeuwarden mogelijk de rol van centrumgemeente vervullen. Publieke dienstverlening Om de besparing op de publieke dienstverlening te realiseren, worden de processen voor dienstverlening nog efficiënter ingericht, waarbij de verdere ontwikkeling van de digitale dienstverlening wordt betrokken. Daarnaast zal de website van de Gemeente Leeuwarden in 2015 worden vervangen en zal het gebruik van het dienstverleningsloket in Grou worden gemonitord. Blijven presteren met minder middelen Vermindering overhead Om adequaat te kunnen functioneren binnen de context van de faciliterende overheid, moeten verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden belegd en ruimte gegeven worden aan gemeentelijke professionals. Hierdoor is minder overhead nodig. Zowel in het management als in de ondersteuning wordt de overhead teruggebracht. Leeuwarden heeft de ambitie om te gaan behoren tot de koplopergroep van vergelijkbare organisaties. Personele krimp De komende jaren staan in het teken van de realisatie van in het ‘oude’ collegeprogramma opgenomen bedrijfsvoeringstaakstelling en de realisatie van de nieuwe taakstelling op de bedrijfsvoering van € 1,1 mln. Deze taakstellingen moeten beiden in 2017 zijn gerealiseerd. Deze bezuinigingen en de daarmee gemoeide personele krimp, zal leiden tot boventalligheid. Uitbesteding In 2015 onderzoeken we de verdere mogelijkheden van uitbesteding van gemeentelijke taken. Dit moet leiden tot een compacte, flexibele organisatie.
90
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.6 Verbonden partijen Deze paragraaf gaat over de verbonden partijen. In deze paragraaf wordt inzicht verschaft in, en informatie verstrekt over, alle partijen waar de gemeente bestuurlijke en financiële banden mee onderhoudt. Inzicht hierin is relevant omdat: verbonden partijen direct of indirect belast (kunnen) zijn bij de uitvoering van beleid dat door de gemeente aan verbonden partijen is overgedragen; daarmee gemeentelijke middelen gemoeid zijn en financiële risico’s worden gelopen. 2.2.6a Definitie verbonden partijen Van een verbonden partij is sprake als het gaat om een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeenten zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake wanneer de gemeente zeggenschap heeft door een vertegenwoordiging in het bestuur of door stemrecht. Het financiële belang betreft het bedrag dat de gemeente aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld en dat zij kwijt is in geval van een faillissement van de verbonden partij, respectievelijk het bedrag waarvoor de gemeente aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Instellingen waarmee alleen een subsidierelatie is aangegaan zonder dat het hiervoor beschreven bestuurlijk en financieel belang aanwezig is, vallen buiten de definitie van verbonden partij. Binnen de gemeente Leeuwarden kan een driedeling worden gemaakt in soorten van verbonden partijen, namelijk de privaatrechtelijke samenwerking via een stichting en vereniging, de privaatrechtelijke samenwerking via een participatie in een vennootschap (NV, BV, CV, VOF, PPS) en de publiekrechtelijke samenwerking via een gemeenschappelijke regeling. Dezelfde indeling wordt hierna bij de toelichtingen per verbonden partij aangehouden. 2.2.6b Kadernota Visie en beleid met betrekking tot de verbonden partijen van de gemeente Leeuwarden zijn vastgelegd in de Kadernota Verbonden Partijen (2007). In de nota wordt een aantal richtinggevende uitgangspunten geformuleerd voor beleid, beheer en toezicht. Daarnaast geeft de kadernota een afwegingskader voor het aangaan, volgen en beëindigen van deelnemingen. De basisfilosofie voor de keuze zich bestuurlijk en financieel tegenover een derde te verbinden van de gemeente Leeuwarden luidt als volgt: in een verbonden partij wordt alleen deelgenomen als daarmee de uitvoering van het gemeentelijk beleid is gediend; deelname in een privaatrechtelijke rechtsvorm geschiedt alleen als onderzocht en gemotiveerd is dat de uitvoering van beleidsvoornemens beter gediend is met ene publiekrechtelijke rechtsvorm dan met een publiekrechtelijke rechtsvorm. 2.2.6c Governance verbonden partijen Omdat de uitvoering van een aantal taken plaats vindt via het instrument ‘verbonden partijen’, betekent dit dat op afstand een publieke taak wordt uitgevoerd. Hiervoor is gekozen omdat blijkbaar een verbintenis met een andere partij een duidelijk aantoonbare meerwaarde oplevert ten opzicht van het alternatief van het zelf doen. Het college blijft ook in dit geval verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de realisatie van de doelstellingen. Daarbij moet een evenwicht gevonden worden tussen de verantwoordelijkheid aan de ene kant en het op voldoende afstand blijven van de verbonden partij aan de andere kant, omdat de voordelen in termen van doelmatigheid en doeltreffendheid van dit instrument anders wel eens verloren kunnen gaan. Tegelijk gaat het om besteding van publieke middelen waarbij doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid belangrijke criteria zijn. Om hierin een balans te vinden komt het begrip good governance hier om de hoek kijken. Governance gaat over het scheppen van waarborgen om de doelstellingen van de gemeente op een zo adequaat mogelijke manier te realiseren en daarover de raad zodanig te informeren dat zij haar
91
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
eigen kaderstellende en controlerende rol hierbij kan vervullen. Governance in relatie tot verbonden partijen gaat dan om: de sturing (sluiten de doelen van de verbonden partij aan op de gemeenschappelijke doelstellingen); de beheersing (de kwaliteit van de maatregelen en procedures die ervoor moeten zorgen dat de doelen ook nagestreefd blijven en gerealiseerd worden); het toezichthouden (worden belangrijke veranderingen en ontwikkelingen bij de verbonden partij tijdig gesignaleerd); de verantwoording (is er dusdanig inzicht in prestaties en effecten dat hierover een oordeel mogelijk is). Sturing en toezicht zijn vooral de (deel) processen waarop de gemeente zich concentreert. Beheersing en verantwoording zeggen iets over de kwaliteit van governance bij de verbonden partij zelf. 2.2.6d Beleidsvoornemens inzake herijking eigen governance De gemeente Leeuwarden heeft met de kadernota en een aantal uitvoeringsdocumenten haar eigen governance-instrumentarium opgebouwd. Door het toegenomen maatschappelijk belang van good governance is het wenselijk dit eigen instrumentarium zo nu en dan kritisch tegen het licht te houden en zo nodig te actualiseren. Uit een laatste ambtelijke evaluatie zijn in dit verband een aantal aanvullingen/aanpassingen geformuleerd. Het huidige afwegingskader dat gebruikt wordt voor de vraag wanneer en in welke mate we de samenwerking met externe parten zoeken willen we verbeteren door gebruik te gaan maken van een beslisboom. Een beslisboom kan bijdragen tot het maken van een beter gemotiveerde keuze met betrekking tot de vraag of er een samenwerkingsverband moet worden aangegaan en welke vorm dan het meest geschikt is (een samenwerkingsverband hoeft niet in alle gevallen ook een verbonden partij te zijn!). Verder wordt de huidige kadernota ook op andere onderdelen geactualiseerd. De vernieuwde kadernota wordt medio 2015 aan de raad aangeboden. Eén van de afspraken in de huidige nota is dat per verbonden partij een risico– en beheersprofiel wordt opgesteld zodat iedere partij een toezichtarrangement op maat heeft. Deze profielen worden opnieuw beoordeeld. Wij willen daarbij ook vooral kijken naar de kwaliteit van governance van de verbonden partij zelf (accent op de deelprocessen beheersen en verantwoorden). Regelmatig contact met counterpart binnen de verbonden partij of met een vertegenwoordiger van het toezichthoudend orgaan wordt daarom een belangrijk punt. Voorts willen we de kwaliteit van de informatie in deze paragraaf verbeteren. Daarbij onderkennen wij dat vanuit bestuurlijke en financiële overwegingen de informatiebehoefte groter is naarmate er sprake is van een verbonden partij met een hoog risicoprofiel. Daarom is er een indeling gemaakt van de verbonden partijen naar een hoog en laag risico voor de gemeente. Dit kunnen risico’s zijn vanuit een politiek/bestuurlijk perspectief, een financieel perspectief of vanuit beide. Verder is afgesproken dat van een selecte groep van verbonden partijen met een aanzienlijk bestuurlijk en financieel belang en/of een hoog risicoprofiel, de toegevoegde waarde jaarlijks wordt herbeoordeeld. Ook bij belangrijke veranderingen en ontwikkelingen bij de verbonden partij is dit het geval. Daarbij ligt de nadruk op in hoeverre de bestuurlijke toegevoegde waarde, de beheersing en de risico’s nog met elkaar in evenwicht zijn. 2.2.6e Informatie eisen volgens Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) De BBV heeft in 2013 de eisen die aan de paragraaf verbonden partijen wordt gesteld uitgebreid. Volgens artikel 15 lid 1 van het BBV bevat de paragraaf tenminste: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen; de lijst van verbonden partijen.
92
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Deze lijst welke feitelijk een overzicht biedt van alle verbonden partijen staat aan het einde van deze paragraaf onder het kopje 2.2.6 g. Per verbonden partij wordt daarbij, volgens een vast model, de gegevens vermeldt die de BBV voor deze lijst voorschrijft. In de lijst is de volgende informatie opgenomen per verbonden partij: - risicoprofiel ( hoog of laag) - naam en vestigingsplaats - relatie met programma - de rechtsvorm van de verbonden partij - doel van de verbonden partij (= openbaar belang) - de te realiseren begrotingsdoelstellingen door de verbonden partij (=gemeentelijk belang) - de visie op de verbonden partij in relatie tot het gemeentelijk belang - bestuurlijk belang van de gemeente (zeggenschap, stemverhouding) - financieel belang van de gemeente (aantallen aandelen, lening, bijdrage) - financiële kerngegevens van de verbonden partij 4 (eigen en vreemd vermogen, resultaat) - (indien sprake van hoog risicoprofiel) namen van de directeur, resp. bestuur of RvC/RvT 2.2.6f Bijzonderheden met betrekking tot de verbonden partijen met een hoog risicoprofiel Hiervoor is al opgemerkt dat we de informatie over de verbonden partijen willen verbeteren. Naast de lijst verbonden partijen volgt daarom hieronder uitgebreidere informatie per verbonden partij die valt in het risicoprofiel hoog. Voor deze informatie zijn er, anders dan bij de lijst, geen vormvereisten. Al naar gelang de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan of naar verwachting zich zullen voordoen, wordt hier o.a. gerapporteerd over mogelijke wijzigingen in visie en beleid van de gemeente ten aanzien van de verbonden partij, de uitkomsten van de periodieke herbeoordelingen, wijzigingen in toezichtarrangementen, wijzigingen in bestaande risico’s of het optreden van nieuwe risico’s etc. De focus ligt dus op governance kwesties vanuit het perspectief van de controlerende taak van de raad. Zo hopen we met deze verdieping van de informatie de raad het inzicht te geven dat zij nodig heeft voor deze taak. A. Bijzonderheden Stichting Cultureel Centrum De Harmonie De Harmonie is gevoelig voor de conjunctuur en de gevolgen van de economische crisis hebben dan ook hun sporen nagelaten. Tot en met 2013 heeft De Harmonie een groot deel van haar reserves moeten aanwenden om de tekorten af te dekken. In het collegeprogramma 2014-2018 is gedurende de collegeperiode een extra investering van jaarlijks € 300.000 opgenomen voor De Harmonie. Van belang is dat de incidentele uitzetting rendeert en resulteert in een structurele verbetering van de exploitatie van de schouwburg. In de beschikking rond de subsidieverlening 2014 is dan ook opgenomen dat de € 300.000 een incidentele uitzetting betreft die dient te leiden tot een sluitende exploitatie 2014 en moet bijdragen aan een structurele verbetering van de exploitatie van de schouwburg. Het jaar 2014 laat weer een opwaartse lijn zien, zakelijk markt, horeca en voorstellingen trekken aan. Vooralsnog is voorzichtigheid geboden met betrekking tot te verwachten exploitatieresultaten in 2014 en verder. De financiële positie en de uitzetting van de subsidie van De Harmonie worden gevolgd met kwartaalrapportages. In het najaar van 2015 wordt het effect en de noodzaak van continueren van de extra financiële inzet beoordeeld in relatie tot de dan actuele financiële positie van De Harmonie. In gesprekken over een verdere verzelfstandiging van de schouwburg en een aanpassing van de statuten is de stand van zaken nu dat aan De Harmonie is meegedeeld dat de gemeente, mede gelet op de extra bijdrage van € 300.000, de stichting schriftelijk een procedurevoorstel zal doen over het aanpassen van de statuten.
Omdat de laatst bekende informatie vaak uit de jaarrekening t-1 voorhanden is mag in de begroting t+1 deze informatie worden aangehouden. In deze begroting wordt waar relevant deze gedragslijn aangehouden. 4
93
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
B. Bijzonderheden Stichting Proloog De gemeente Leeuwarden past vanaf 2011 een verscherpt toezicht toe op Proloog. De maatregelen omvatten onder meer: verplichting van Proloog om naast de statutaire verplichtingen (goedkeuring begroting en jaarrekening door de Raad) tussentijds informatie te verstrekken over de financiële stand van zaken en de ontwikkelingen. In 2013 en 2014 zijn per kwartaal tussentijdse rapportages aan de gemeente verstrekt. De inspectie van het onderwijs heeft in mei 2011 aangegeven de ontwikkelingen binnen Proloog te willen volgen op basis van (periodiek) te verstrekken informatie. Proloog is toen geplaatst op een lijst met namen van scholen/instellingen, die een financieel toezicht arrangement hebben dan wel een hoog risico daarop hebben. In december 2012 heeft de inspectie de beslissing genomen om Proloog met ingang van 2013 in de categorie “verhoogd risico” te plaatsen. (was: “hoog risico”) Dit is een verbetering ten opzichte van 2012. De verplichtingen over de informatieverstrekking aan de inspectie blijven gehandhaafd. Na de acties die per 2011 zijn genomen is Proloog erin geslaagd om per 2012 uit de rode exploitatiecijfers te komen. De financiën blijven aandacht vergen gezien de dreigende krimp in leerlingenaantallen. Het verscherpt gemeentelijk toezicht op Proloog blijft gehandhaafd, ook omdat Proloog de verplichting heeft om op termijn tot aflossing te komen van de gemeentelijke kredietfaciliteit. C. Bijzonderheden WTC Beheer BV Het WTC wordt gefinancierd door de Rabobank en de Gemeente Leeuwarden. De omvang van de exploitatie en het netto resultaat is al enkele jaren te beperkt om de zware financieringslast op het vastgoed te kunnen dragen. Door seizoensfaciliteiten (Rabobank) kan het WTC de exploitatie voortzetten en daarbij tegelijk zoeken naar meer renderende beurzen en het verder verlagen van de operationele kosten. Dit alles leidt frequent tot liquiditeitszorgen die regelmatig (circa 6x per jaar) met de stakeholders (bank en gemeente) worden gedeeld. Tijdens deze overleggen wordt met de directie en RvC afgesproken welke maatregelen moeten worden getroffen om de actuele risico’s te beheersen. Gelet op dit hoge risicoprofiel is dus de sturing zeer kort cyclisch gemaakt. Het concrete risico voor de gemeente zou zich voordoen indien WTC niet langer aan haar verplichtingen kan voldoen, of de bank stopt met financieren. Op regelmatige basis wordt de commissie op de hoogte gesteld door het college van b&w. D. Caparis NV en Sociale Werkvoorziening Fryslân Caparis Caparis NV (de uitvoerende organisatie namens de gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân) krijgt in de komende jaren volop te maken met de gevolgen van de invoering van de Participatiewet. De toegang tot de WSW is hiermee afgesloten door het Rijk en dat betekent dat de groep mensen waarvoor Caparis NV werk moet vinden steeds kleiner wordt en van samenstelling verandert. De gevolgen hiervan voor de bedrijfsvoering mogen niet onderschat worden. Caparis NV staat voor de taak om op een zo rendabel en soepel mogelijke wijze werk te organiseren voor een kleiner wordend personeelsbestand. Dit moet tegelijkertijd binnen de (nieuwe) beleidskaders van de opdrachtgevende en tevens aandeelhoudende gemeenten. Vragen die hierbij spelen zijn bijvoorbeeld of er naast de afbouw van de uitvoering van de WSW voor Caparis NV een rol weggelegd is bij de uitvoering van nieuwe instrumenten uit de Participatiewet. Een groot risico hierbij voor Caparis NV is: onvoldoende helderheid en duidelijkheid van de kant van de opdrachtgevende en tevens aandeelhoudende gemeenten over welke kant het op moet met het bedrijf terwijl één ontwikkeling autonoom doorgaat: de krimp van het personeelsbestand. Uiteraard heeft Caparis NV daarnaast te maken met de normale bedrijfsrisico’s: veranderende marktomstandigheden, verwerving van voldoende passende opdrachten en de economische ontwikkeling.
94
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
In de afgelopen periode is door Caparis NV veel energie gestoken in het verbeteren van de bedrijfsvoering en dus ook in het beheersen van deze risico’s. Dat lijkt succes te hebben want het operationele resultaat is de in de afgelopen jaren sterk verbeterd. Sociale Werkvoorziening Fryslân In 2015 is geen sprake meer van nieuwe instroom in de WSW en lopen naar schatting meer dan 75 tijdelijke aanstellingen van WSW 'ers uit Leeuwarden af. Voorlopig is besloten om deze tijdelijke aanstellingen niet automatisch om te zetten in aanstellingen voor onbepaalde tijd. Het college en de gemeenteraad van Leeuwarden hebben in 2011 besloten tot versnelde afbouw van de Sociale werkvoorziening. Leeuwarden wil geen nieuwe structurele activiteiten via de gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân ontplooien die als vervanging kunnen gaan dienen voor de huidige activiteiten. Ook bij het opzetten van het beschut werk in de zin van de Participatiewet is de gemeente Leeuwarden niet voornemens om dit bij de uitvoerende organisatie Caparis in zijn huidige vorm (via de gemeenschappelijke regeling) onder te brengen. E. Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) De FUMO was per 1-1-2014 operationeel. De bedrijfsvoering van het oorspronkelijke bedrijfsplan uit 2012 is gebaseerd op uit te voeren wettelijke milieutaken en vrijwillig door gemeenten overgebrachte plustaken voor een bepaald aantal inrichtingen. In de begroting voor 2015 wordt echter uitgegaan van een beduidend lager aantal inrichtingen. De voortdurende crisis in de bouw leidt bijvoorbeeld tot een fors lager aantal aanvragen voor bouw- en woningtoezicht. Daarnaast vielen door bijstelling van de norm (de commissie Raap) bij verschillende deelnemers een flink aantal inrichtingen af. Deze daling en de daarmee direct verband houdende daling van de hoeveelheid werk en de daarvoor noodzakelijke formatie heeft gevolgen voor de robuustheid van de FUMO en voor het uurtarief, omdat de totale kosten over minder productieve uren moeten worden verdeeld. En daarmee is er sprake van een verhoogd risico. De inzet van de FUMO is vooralsnog om de boventalligheid op te lossen door het binnenhalen van extra werk. Al eerder is de raad geïnformeerd over de formatie voormalig MAD-personeel en een eventueel resterend risico voor de gemeente Leeuwarden. Na vaststelling van de jaarrekening FUMO 2014 zou een aanvullende verrekening kunnen volgen. In de zienswijze op de begroting FUMO 2015 hebben we kenbaar gemaakt dat volgens ons verrekening dient plaats te vinden op basis van de afspraken uit de gemeenschappelijke regeling FUMO. Volgens deze regeling dient Leeuwarden in geval van verliezen bij te dragen naar rato van de begrote bijdrage per deelnemer. Op basis van de begroting FUMO 2015 is ons aandeel ca. 5.4%. F. Bijzonderheden deelneming Blitsaerd De gemeente Leeuwarden is bij het vaststellen van de koepelovereenkomst met vastgoed de Friesche Wouden overeengekomen dat beide stille vennoten € 2,2 mln als vermogen inbrengen. In 2011 is als gevolg van liquiditeitsproblemen de storting conform de koepelovereenkomst geëffectueerd. Wegens deze problemen is de waardering van deze storting met € 1,1 mln afgewaardeerd. Het maximale risico betreft nu dan € 1,1 mln. De korte termijn vooruitzichten voor de woningbouwproductie zijn onveranderd ten opzichte van 2013 en dus niet rooskleurig. De focus ligt op afronding van Project A (westelijk deel van het projectgebied). De kosten/baten-analyse voor Project B laat op dit moment nog een positief saldo zien van € 2,25 mln. 50% van dit resultaat is voor de gemeente. Dit betekent dat wij op basis van de huidige kosten/baten-analyse € 1,1 mln en daarmee ons aandeel in het vermogen terug ontvangen.
95
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.2.6g Lijst van de verbonden partijen 5 Stichtingen en verenigingen Stichting Cultureel Centrum De Harmonie te Leeuwarden Programma Sociaal: Cultuur Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij)
Hoog De stichting De Harmonie beheert en exploiteert de gemeentelijke schouwburg in de stad Leeuwarden. Zij programmeert en distribueert een gevarieerd aanbod aan theater- en muziekvoorstellingen. Tevens ondersteunt de stichting een aantal festivals en speciale culturele projecten en verhuurt zij zaalruimten aan uiteenlopende organisaties en instellingen.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoel-stellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Met haar activiteiten levert de stichting De Harmonie een bijdrage aan begrotingsdoelen die in het programma Cultuur zijn opgenomen. Dit betreft bijvoorbeeld het ontwikkelen van het cultureel bewustzijn van bewoners, het zorgen van een sterke culturele basisinfrastructur en het aanbieden van een breed geschakeerd cultureel aanbod. De visie van de gemeente ten aanzien van deze verbonden partij is dat op deze wijze de uitvoering van de hiermee verbonden taken zo goed als mogelijk is gediend.
Bestuurlijk belang
Het bestuur van de stichting wordt benoemd door de gemeente. Bestuursbesluiten met belangrijke financiële gevolgen hebben de goedkeuring nodig van het college.
Financieel belang
De gemeente is gehouden eventuele exploitatietekorten met een bijdrage te dekken. In 2013 bedroeg deze bijdrage € 136.661. Stand 1 januari Stand 31 december
Financiële kerngegevens
Naam directeur Naam voorzitter bestuur
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 255.732
€ 3.067.742
€ 255.732
€ 2.492.193
2013 jaar
€ 255.732 € 2.492.193 jaarresultaat verbonden partij
€ 13.683
€ 1.919.428
2012 2013
€ 0 (na gemeentelijke bijdrage van € 292.324) € 0 (na gemeentelijke bijdrage van € 136.661)
A. Oostvogel S. Jansen
Stichtingen en verenigingen Stichting Kredietbank Nederland (KBNL) te Leeuwarden Programma Sociaal: Werk en inkomen Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag De stichting Kredietbank Nederland is een kredietbank die mensen met financiële problemen helpt. De belangrijkste diensten die de bank in dit verband aanbiedt zijn o.a.: sociale kredietverlening, schuldhulpverlening, inkomensbeheer, preventie en beschermingsbewind. Een ander openbaar belang dat gediend wordt is de uitoefening van het toezicht op de bank door de gemeente op basis van de Wet op het Financieel Toezicht.
Gemeentelijk belang Voorkoming en bestrijding van armoede is ook in het belang van de gemeente. (activiteiten en prestaties Om die reden participeert de gemeente in de kredietbank.
5
Een aantal verbonden partijen dat nog wel in de vorige begroting was opgenomen ontbreekt in deze begroting in de lijst
verbonden partijen, omdat ze zich in een fase van liquidatie bevinden of al ontboden zijn en tevens vanuit risicoperspectief niet meer relevant zijn. Deze partijen zijn: 3 plus BV, Kenniscampus Leeuwarden BC/CV, de Milieuadviesdienst en de OLAF (= Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Friesland; deze organisatie verkeert momenteel in slapende toestand).
96
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Stichtingen en verenigingen Stichting Kredietbank Nederland (KBNL) te Leeuwarden Programma Sociaal: Werk en inkomen verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Daarnaast voert de kredietbank in het kader van het gemeentelijk minimabeleid de schuldhulpverlening uit op basis van de gemeentelijke visie dat de positie en taken van de toenmalige gemeenschappelijke kredietbank Friesland versterkt diende te worden.
Bestuurlijk belang
De gemeente heeft de bevoegdheid om 2 leden in de Raad van Toezicht te benoemen. Verder dient de gemeente de begroting en de jaarrekening goed te keuren van de kredietbank.
Financieel belang
Veel gemeenten waar de kredietbank actief is financieren de kredietbank met langlopende leningen. De gemeente heeft € 1,3 mln uitgeleend. Dit bedrag heeft de bank weer uitgeleend aan de inwoners van de gemeente Leeuwarden. Stand 1 januari Stand 31 december
Financiële kerngegevens
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 1.672.497
€ 26.875.765
€ 1.686.662
€ 26.076.319
2013 jaar
€ 1.686.662 € 26.076.319 jaarresultaat verbonden partij
€ 1.906.625
€ 22.999.831
2012 2013
€ 14.163 € 219.963
Stichtingen en verenigingen Stichting Proloog te Leeuwarden Programma Sociaal: Jeugd en onderwijs Risicoprofiel Openbaar belang
Hoog De instandhouding van het openbaar basisonderwijs.
Gemeentelijk belang Volgens de onderwijswetgeving is de gemeenteraad verantwoordelijk voor het (activiteiten en prestaties doen geven van kwalitatief goed openbaar primair onderwijs in de gemeente. verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoel-stellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang Vanwege de slechte financiële situatie bij Proloog is er vanaf juni 2011 een verscherpt toezicht vanuit de gemeente op Proloog. Daarnaast heeft de gemeente tijdelijk een toezichthouder gehad in het bestuur van proloog. De Raad heeft aangegeven vanwege de voortdurende zorgelijke financiën van Proloog opnieuw weer een toezichthouder in het bestuur te willen. Een voorstel tot inrichting hiervan volgt. Financieel belang De gemeente heeft een tijdelijk overbruggingskrediet verstrekt aan de stichting van € 1,5 mln. Financiële kerngegevens Stand 1 januari Stand 31 december
Naam directeur Naam voorzitter bestuur
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 56.201
€ 4.206.843
€
374.672
€ 3.997.255
2013 jaar
€ 374.672 € 3.997.255 jaarresultaat verbonden partij
€ 1.431.000
€ 3.914.227
2012 2013
€ 318.471 € 1.056.095
A. Helder K. Hoftijser 97
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen WTC Beheer BV te Leeuwarden Programma Fysiek: Economie en toerisme Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Hoog Het stimuleren van de economie en werkgelegenheid door middel van het organiseren en faciliteren van beurzen en congressen. Het WTC draagt bij aan de economische profilering van de gemeente Leeuwarden. Verder draagt het WTC indirect bij aan het creëren van werkgelegenheid.
Bestuurlijk belang
De gemeente neemt niet bestuurlijk deel. Wel heeft zij statutair instemmingsrecht bij belangrijke bestuursbesluiten. De gemeente heeft een lening van € 3.187.000 en een vordering van € 549.000 als gevolg van opgeschorte betalingen (o.a. voor rente en aflossing). Stand 1 juni Stand 31 mei
Financieel belang Financiële kerngegevens
jaar
eigen vermogen
2011/12 € 12.423.555
vreemd vermogen eigen vermogen
vreemd vermogen
€ 24.199.653
€ 1.748.268
€ 22.159.990
€
€ 22.512.408
2012/13 € 1.748.268 € 22.159.990 jaar jaarresultaat verbonden partij
318.425
2011/12 € -10.675.287 2012/13 € - 1.430.023 Naam directeur Naam voorzitter RvC
J. Spoelstra (interim tot medio 2015) W. Sierksma
Vennootschappen a. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo BV te Harlingen b. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo CV te Harlingen Programma Fysiek: Economie en toerisme, Infrastructuur en mobiliteit Risicoprofiel
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Duurzame economische ontwikkeling van de industrie en zeehaven in Harlingen onder meer door het verwerven van daartoe bestemde gronden. Voorts het initiëren en intensiveren van de samenwerking van de provincie met gemeenten en bedrijven in de Westergozone (gemeenten Leeuwarden, Menaldumadeel, Franekeradeel en Harlingen). Gemeentelijk belang Economische profilering van stad en regio. (activiteiten en prestaties In 2012 heeft GS van Fryslân besloten uit te stappen uit de regeling, daarmee is verbonden partij in ontbinding aanstaande. relatie tot de eigen Financieel heeft dit geen effecten voor de gemeente Leeuwarden, wel moet begrotingsdoelstellingen) worden beoordeeld of de doelstellingen op het gebied van economische profilering en de gemeentelijke visie in voldoende mate blijven behouden. hierop Bestuurlijk belang BV
Zeggenschap 10%
Bestuurlijk belang CV
Zeggenschap 5,85%
Financieel belang BV
Aandelenkapitaal € 3.630
Financieel belang CV Financiële kerngegevens BV
Commanditair kapitaal € 226.890 (boekwaarde is niet geactiveerd) Stand 1 januari Stand 31 december jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 73.689
€ 200.566
€ 105.606
€ 478.872
98
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen a. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo BV te Harlingen b. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo CV te Harlingen Programma Fysiek: Economie en toerisme, Infrastructuur en mobiliteit
Financiële kerngegevens CV
2013
€ 105.606
€ 478.872
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € 31.917
2013
€ gegevens opgevraagd Stand 1 januari
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 1.126.499
€ 9.484.623
€ 1.097.373
€ 8.903.872
2013 jaar
€ 1.097.373 € 8.903.872 jaarresultaat verbonden partij
2012 2013
€ - 189.026 € gegevens opgevraagd
Stand 31 december
Vennootschappen Parkeergarages Leeuwarden CV te Leeuwarden Programma Fysiek: Infrastructuur en mobiliteit Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag Het in eigendom verwerven, behouden, beheren en exploiteren van parkeergarages in Leeuwarden en in het bijzonder de parkeergarages Klanderij, Oldehoofsterkerkhof, Hoeksterend en Zaailand. In de nabije toekomst wordt daar de parkeergarage aan de Oosterstraat aan toegevoegd.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoel-stellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Voorzien in een adequate hoeveelheid toegankelijke overdekte parkeervoorzieningen, primair voor de binnenstadsbezoekers. Hierbij is een (financieel evenwicht) tussen parkeergarages aan de rand van de binnenstad en het hart van de binnenstad. Dit evenwicht helpt om aanloopverliezen van nieuwe garages op te vangen met bestaande garages. Tevens voorzien de parkeergarages in reductie van ongeoorloofd parkeren in de openbare ruimte. Zeggenschap bedraagt 50%
Financieel belang
Het resultaat van de parkeergarages CV wordt conform statuten verrekend met de het commanditair kapitaal van de gemeente in de CV. Het commanditaire kapitaal van de gemeente bedraagt op 31 december 2013 € 2.141.000. Ter financiering van de parkeergarage Zaailand heeft de gemeente een lening verstrekt aan de Parkeergarages Leeuwarden BV waarvan het restant op 31 december 2013 € 5,2 mln bedraagt.
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen eigen vermogen
vreemd vermogen
2012 2013
€ 2.940.000 € 2.693.000
€ 1.639.000 € 1.501.000
€ 1.501.000 € 1.603.000
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € - 247.000
2013
€ - 97.000
99
€ 2.693.000 € 2.596.000
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen Afvalsturing Friesland NV te Leeuwarden (handelsnaam Omrin) Programma Fysiek: Ruimtelijke ordening Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag Afvalsturing Friesland richt zich op de nascheiding van herbruikbare materialen uit huishoudelijk afval. Daarvoor ontvangt zij afvalstromen van ondermeer de gemeente Leeuwarden.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoel-stellingen) en de gemeentelijke visie hierop
De gemeente heeft een verantwoordelijkheid gaat als het gaat om het verwerken van huishoudelijk afval op een efficiënte en milieuvriendelijke manier. Tevens is de doelstelling van de gemeente om met een goede afvalscheiding (ook bij de bron) de verwerkingskosten laag te houden Om deze doelstellingen te bereiken wordt de uitvoering door Afvalsturing Friesland NV uitgevoerd.
Bestuurlijk belang
De Reststoffen Energiecentrale (REC) die door Afvalsturing in 2011 is gestart beschikt over een grote capaciteit die – naast de scheiding van afvalstromen – zorgt voor acceptabele verwerkingskosten. Dit gewenste effect wordt teruggezien in de lokale heffingen. De zeggenschap bedraagt 12%
Financieel belang
Aandelenkapitaal € 162.000
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen eigen vermogen
vreemd vermogen
2012 2013
€ 40.546.000 € 41.634.000
€ 207.844.000 € 204.858.000
€ 204.858.000 € 196.330.000
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € 1.183.000
2013
€ 2.255.000
€ 41.634.000 € 43.794.000
Vennootschappen NV Fryslân Miljeu te Leeuwarden (handelsnaam Omrin) Programma Fysiek: Ruimtelijke ordening Risicoprofiel
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Inzameling van (huishoudelijk) afval
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoel-stellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
De gemeente heeft een wettelijke taak om huishoudelijk afval in te zamelen. Dit in de breedste zin van het woord. De operationele taak van deze inzameling wordt gedaan door Fryslân Miljeu. Het gemeentelijk belang is om op deze manier, naast adequate afvalinzameling, ook het daarbij behorende tarief dat wordt doorbelast aan bewoners onder controle te houden.
Financieel belang
Aandelenkapitaal € 188.502
De zeggenschap bedraagt 50%
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen eigen vermogen
vreemd vermogen
2012 2013
€ 4.317.000 € 4.537.000
€ 10.916.000 € 13.991.000
€ 13.991.000 € 19.071.000
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € 442.000
2013
€ 661.000
100
€ 4.537.000 € 4.953.000
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen BV Sport te Leeuwarden Programma Sociaal: Cultuur, Jeugd en onderwijs, Sport Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Laag Uitvoering van het gemeentelijk sportbeleid met als strategisch doel: een sportieve, gezonde en leefbare samenleving. De BV Sport beheert en exploiteert de gemeentelijke sportaccommodaties en voert een breed scala aan activiteiten uit om de doelstellingen van het gemeentelijk sportbeleid te realiseren.
Bestuurlijk belang
Zeggenschap als aandeelhouder
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden is enig aandeelhouder van de BV Sport. Het geplaatst aandelenkapitaal bedraagt € 45.378.
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012 2013
€ 1.611.078 € 1.895.897
€ 2.476.897 € 3.268.661
€ 1.895.897 € 2.035.003
€ 3.268.661 € 2.658.606
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € 355.088
2013
€ 139.106
Vennootschappen Caparis NV te Drachten Programma Fysiek: Ruimtelijke ordening Risicoprofiel
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Caparis NV is het bedrijf waar mensen met een WSW-indicatie werken. Caparis NV werkt in opdracht van de GR SW Fryslân.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Bij Caparis NV werken mensen met een WSW-indicatie. Caparis heeft de opdracht om de (arbeids)mogelijkheden van WSW-ers te ontwikkelen en zo goed mogelijk te benutten. Als moet binnen het eigen bedrijf maar als kan daarbuiten. Deze opdracht moet bovendien binnen de financiële kaders van de WSW uitgevoerd worden.
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden bezit 9.954 aandelen ofwel een belang van 22,12%. Het geplaatst aandelenkapitaal bedraagt € 45.000. Het financieel belang bedraagt dientengevolge € 9.954. Stand 1 januari Stand 31 december
Financiële kerngegevens
Naam directeur Naam voorzitter RvC
Zeggenschap als aandeelhouder
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ -3.995.000
€ 28.019.000
€
60.000
€ 23.701.000
2013 jaar
€ 60.000 € 23.761.000 jaarresultaat verbonden partij
€ 1.341.000
€ 18.711.000
2012 2013
€ -5.031.000 € 1.281.000
P. Glas R. Veenstra
101
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag De BNG is de bankier van en voor overheden alsmede instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de bewoners.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
De BNG is de huisbankier van de gemeente. Daarnaast deelt de gemeente mee in een eventuele dividenduitkering op grond van de aandelen die de gemeente in de BNG bezit.
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden bezit 161.405 aandelen (geplaatst en volgestort aandelenkapitaal van de BNG bedraagt 55.690.720 aandelen). Het dividend over 2013 bedroeg € 1,27 per aandeel. Stand 1 januari Stand 31 december
Financiële kerngegevens
Zeggenschap als aandeelhouder
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 1.897 mln
€ 127.753 mln
€ 2.752
€ 139.476 mln
2013 jaar
€ 2.752 mln € 139.476 mln jaarresultaat verbonden partij
€ 3.430
€ 127.753 mln
2012 2013
€ 332 mln € 283 mln
Vennootschappen: Attero BV (voorheen Essent Milieu Holding NV) te Den Bosch Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Risicoprofiel
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Attero richt zich op afvalverwijdering en afvalverwerking. Daartoe vallen o.a. activiteiten zoals het recyclen van afval in energie en herbruikbare grondstoffen, het composteren van organisch afval, exploiteren van stortplaatsen en logistieke activiteiten. Attero beschikt over een eigen nascheidingsintallatie en afvalenergiecentrale. Verder neemt de BV deel in vennootschappen die op dit vlak actief zijn.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Attero is het voormalig milieubedrijf van Essent. Bij de verkoop van de aandelen Essent NV is het milieubedrijf afgesplitst en is de gemeente medeaandeelhouder geworden van dit bedrijf. Gezamenlijk met de andere aandeelhouders wordt de deelneming verkocht als het moment hiervoor gunstig is. Er is geen directe relatie tussen de activiteiten van de verbonden partij en de gemeentelijke begrotingsdoelstellingen.
Financieel belang
Aantal aandelen 161.405 stuks. Op 27 mei 2014 zijn alle aandelen in het kapitaal van Attero gekocht door een private equity fund. In verband met deze verkoop ontvangt de gemeente voor haar deel van de aandelen in Attero een bedrag van € 183.314.
Financiële kerngegevens
Niet opgenomen wegens het ontbreken van relevante gezien het geringe financiële en bestuurlijke belang.
Zeggenschap als aandeelhouder (0,11 % op basis van de aandelenverhouding)
102
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen: Enexis Holding NV te Rosmalen Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag Enexis is als onafhankelijk netwerkbeheerder verantwoordelijk voor aanleg, onderhoud, beheer en ontwikkeling van transport- en distributienetten voor elektriciteit en gas in Nood-, Oost- en Zuid Nederland. In deze context voert zij taken op grond van de Elektriciteitswet en de Gaswet.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Enexis is het voormalige netwerkbedrijf van Essent. Bij de verkoop van de aandelen Essent NV is het netwerkbedrijf afgesplitst en is de gemeente medeaandeelhouder geworden van dit bedrijf. Met haar stemrecht als aandeelhouder kan de gemeente een (geringe) invloed uitoefenen op de dienstverlening en tarieven. Daarnaast deelt de gemeente als aandeelhouder mee in een eventuele dividenduitkering. Er is geen directe relatie tussen de activiteiten van de verbonden partij en de gemeentelijke begrotingsdoelstellingen. Zeggenschap als aandeelhouder (0,11 % op basis van de aandelenverhouding).
Financieel belang Financiële kerngegevens
Aantal aandelen 161.405 stuks Niet opgenomen wegens het ontbreken van relevante gezien het geringe financiële en bestuurlijke belang.
Vennootschappen: Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV te Den Bosch Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Risicoprofiel
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Bij de verkoop van Essent aan RWE heeft de rechter verboden dat Essent het 50% belang van Essent in de Elektriciteitsproductiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) mee te vervreemden. (EPZ is een groot energieproductiebedrijf waar ook de kerncentrale van Borssele toebehoort). Het belang van Essent is daarna verzelfstandigd en de aandelen van dit belang worden sindsdien gehouden door deze BV waarvan de aandelen op hun beurt weer gehouden worden door de voormalige publieke aandeelhouders van Essent. De vennootschap heeft als special purpose vehicle ten doel alle financiële transacties rondom de verkoop van Essent verder af te handelen.
Gemeentelijk belang Er is geen directe relatie tussen de activiteiten van de verbonden partij en de (activiteiten en prestaties gemeentelijke begrotingsdoelstellingen. verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang Zeggenschap als aandeelhouder (0,11 % op basis van de aandelenverhouding) Financieel belang
Aantal aandelen 161.405 stuks
Financiële kerngegevens
Niet opgenomen wegens het ontbreken van relevante gezien het geringe financiële en bestuurlijke belang.
103
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Vennootschappen a. Blitsaerd Beheer BV te Drachten b. CV Blitsaerd te Drachten Programma Fysiek: Wonen en milieu, Ruimtelijke ordening Risicoprofiel
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Woningbouw in het hogere segment.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang BV
Voor een evenwichtige woningvoorraad heeft de gemeenteraad in 2003 (en 2005) besloten tot het aangaan van een PPS waarmee marktpartijen het hogere segment bedienen. Hierbij zijn kaders vastgesteld voor een maximum van 400 woningen. De gemeente is alleen commanditaire vennoot in de CV en aandeelhouder van de BV.
Bestuurlijk belang CV
Zeggenschap als commanditair of stille vennoot (49%)
Financieel belang BV
Aandelenkapitaal € 9.000
Financieel belang CV
Commanditair kapitaal € 2.262.094. De cijfers per 31 december 2013 zijn in concept en nog niet vastgesteld in de AVA.
Financiële kerngegevens BV
Zeggenschap als aandeelhouder (50%)
Stand 1 januari jaar
eigen vermogen
vreemd
Stand 31 december eigen vermogen
vermogen
Financiële kerngegevens CV
2012 2013
€ - 32.614 € -37.582
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € - 4.968
2013
€ - 11.863 Stand 1 januari
jaar
€ 18.706 € 18.697
eigen vermogen
vreemd
vermogen
€ - 37.582 € - 49.445
Naam directeur
€ 2.147.567 € 1.915.553
€ 17.689.927 € 17.960.007
jaar 2012
jaarresultaat verbonden partij € - 232.014
€ 18.697 € 52.583
Stand 31 december eigen vermogen
vermogen
2012 2013
vreemd
vreemd vermogen
€ 1.915.553 € 1.318.640
€ 17.960.007 € 16.511.382
2013 € - 583.296 H. Wind
Gemeenschappelijke regelingen De Marrekrite te Leeuwarden Programma Fysiek: Economie en toerisme, Infrastructuur en mobiliteit Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Laag Aanleg en onderhoud aanlegvoorzieningen watersport, onderhoud fietsknooppunten. De gemeente Leeuwarden heeft tot doel de voorzieningen op het gebied van watersport en het onderhoud van fietsknooppunten op een goed niveau te houden. Hieronder valt ook het verwijderen van afval op de recreatieplaatsen. Een beleidsvoornemen dat vele andere gemeenten en ook de provincie hebben. Om dit beleid uniform gestalte te geven nemen deze partijen deel in de gemeenschappelijke Marrekrite die uitvoerend is voor de beleidsvoornemens.
104
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Gemeenschappelijke regelingen De Marrekrite te Leeuwarden Programma Fysiek: Economie en toerisme, Infrastructuur en mobiliteit Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder (stemverhouding: 1 / 20)
Financieel belang Financiële kerngegevens
Jaarlijkse bijdrage Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 4.036.540
€ 274.771
€ 4.413.260
€ 253.962
2013 jaar
€ 4.413.260 € 253.962 jaarresultaat verbonden partij
€ 4.456.497
€ 410.197
2012 2013
€ 376.720 € 43.237
Gemeenschappelijke regelingen Hûs en Hiem te Leeuwarden Programma Fysiek: Wonen en milieu Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Laag Het objectief en onafhankelijk laten toetsen van bouwvoornemens.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging in zowel het dagelijks als algemeen bestuur Elke gemeente in Friesland heeft 1 stem (stemverhouding: 1 / 24)
Financieel belang Financiële kerngegevens
Verrekening resultaat naar rato inwoneraantal Stand 1 januari
De gemeente heeft tot doel kritisch te zijn op bouwvoornemens die effect hebben op het aanzien van de stad. Dit geldt ook voor vele andere gemeenten. Om die reden neemt de gemeente deel in een onafhankelijk toetsing- en beoordelingsorgaan die bouwvoornemens toetst op architectonische waarde en inpassing in de omgeving. Sinds kort is de ‘kan bepaling’ van toepassing waarmee de Rijksoverheid beoogt dat gemeenten zelfstandig (dus niet via een extern orgaan) mogen toetsen. Hiervan zijn beschermde stads- en dorpsgezichten uitgezonderd. De gemeente heeft zich vooralsnog niet uitgesproken of de KAN bepaling actief zal worden toegepast.
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 83.360
€ 126.911
€ - 15.779
€ 120.983
2013 jaar
€ - 15.779 € 120.983 jaarresultaat verbonden partij
€ - 109.132
€ 218.278
2012 2013
€ - 99.139 € -192.492
Gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden Programma Sociaal: Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Programma Veilig Risicoprofiel
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
De Veiligheidsregio Fryslân, bestaande uit de GGD, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en de Brandweer Fryslân, is een gemeenschappelijke regeling van alle Friese gemeenten en verzorgt de wettelijke taken op het gebied van veiligheid en gezondheid voor alle inwoners van Fryslân. 105
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden Programma Sociaal: Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Programma Veilig Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Uitvoering van wettelijke taken, zoals bepaald in de Wet Publieke gezondheid (WGP) en de wet Veiligheidsregio. De beleidsvoornemens van de Veiligheidsregio Fryslân zijn vertaald in de begroting 2015 van de Veiligheidsregio, waarin met de komst van de regionale brandweer onderscheid wordt gemaakt in drie programma’s: gezondheid, crisisbeheersing en brandweer. Aansluitend hierop is de governance aangepast door het instellen van twee gelijkwaardige bestuurscommissies, te weten gezondheid en veiligheid.
Financieel belang
Ongeveer € 10 mln
Elke gemeente in Friesland heeft 1 stem (stemverhouding: 1 / 24)
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€ 6.370.122
€ 18.080.095
€ 4.378.230
€ 15.763.842
2013 jaar
€ 4.378.230 € 15.763.842 jaarresultaat verbonden partij
€ 3.507.737
€ 13.032.760
2012 2013
€ 1.347.363 € 94.223
Gemeenschappelijke regelingen Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten Programma Sociaal: Werk en inkomen Risicoprofiel
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Beleidsontwikkeling en –uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening.
Financieel belang
In 2015 is geen sprake meer van nieuwe instroom in de Wsw en lopen naar schatting meer dan 75 tijdelijke aanstellingen van Wsw 'ers uit Leeuwarden af. Voorlopig is besloten om deze tijdelijke aanstellingen niet automatisch om te zetten in aanstellingen voor onbepaalde tijd. Het college en de gemeenteraad van Leeuwarden hebben in 2011 besloten tot versnelde afbouw van de sociale werkvoorziening. Leeuwarden wil geen nieuwe, structurele activiteiten via de gemeenschappelijke regeling ontplooien die als vervanging kunnen gaan dienen voor de huidige activiteiten. Vanaf 1 januari 2008 is er sprake van vertegenwoordiging in zowel het dagelijks als algemeen bestuur (stemverhouding: 1 / 8 ) Mogelijke bijdrage ter verrekening van ene nadelig resultaat (via Caparis NV)
Financiële kerngegevens
Naam voorzitter bestuur
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen eigen vermogen
vreemd vermogen
2012
€0
€ 23.137.000
€0
€ 18.459.000
2013 jaar
€0 € 18.459.000 jaarresultaat verbonden partij
€0
€ 16.870.000
2012 2013
€ 0 (eventueel saldo loopt via de exploitatie van Caparis NV). € 0 (eventueel saldo loopt via de exploitatie van Caparis NV).
E. van Esch (voorzitter dagelijks en algemeen bestuur)
106
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Gemeenschappelijke regelingen Fryske Utfieringstjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Leeuwarden Programma Fysiek: Wonen en Milieu Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Hoog Het doen uitvoeren van diverse handhavingstaken. Het betreft hier een RUD (Regionale Uitvoeringsdienst). Het effectief uitvoeren van vergunning en handhavingstaken door expertise in de Provincie Friesland te bundelen binnen een uitvoeringsorgaan. Het taakgebied is primair de complexere en risicovolle bedrijven, waarbij ook een bovenlokale handhavingsaanpak nodig is. Secundair kan de FUMO aanvullende taken op verzoek van de deelnemers uitvoeren. Met uitzondering van de zogenaamde OWO gemeenten, nemen alle gemeenten, de provincie en het Wetterskip in Friesland deel in de FUMO. De gemeente Leeuwarden streeft correcte handhaving en vergunningverlening na, de FUMO voert uit. Vertegenwoordiging in zowel het dagelijks als algemeen bestuur (stemverhouding: 1 / 23 )
Financieel belang
Verrekening resultaat naar rato van de begrote afname in enig jaar (ligt rond de 5,4%)
Financiële kerngegevens Naam directeur
De dienst is gestart op 1 januari 2014. Daardoor nog geen financiële cijfers bekend M. van der Wal
107
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.7 Grondbeleid Deze paragraaf gaat over het grondbeleid van de gemeente en over het opvangen van de risico’s van grondexploitaties. 2.3.7a Kaders van het grondbeleid In de nota Grondbeleid (2012) zijn de kaders van het grondbeleid vastgelegd. Leeuwarden kent een actieve grondpolitiek. Aan de hand van een tweetal thema’s, ontwikkelen en beheren, wordt het grondbeleid voor de komende jaren uitgevoerd. Daarbij bepalen de marktvraag en het woningbouwprogramma de mogelijkheden tot ontwikkeling. Locaties die vooralsnog niet in ontwikkeling worden genomen, krijgen een tijdelijke invulling waarbij deze invulling een meerwaarde heeft voor de directe omgeving. 2.3.7b Visie op het Grondbeleid De woningmarkt heeft zowel te maken met een transitie als met de gevolgen van de economische stagnatie. De transitie van de woningmarkt houdt in dat er en een groeiende vraag naar huren is en een groeiende vraag naar stedelijk wonen. De transitie wordt ondersteund doordat (potentiële) woningkopers meer eigen vermogen moeten meebrengen. Koopstarters blijven daardoor vaker langer in een (sociale) huurwoning wonen. De groeiende vraag naar stedelijk wonen, betekent dat een groeiend deel van toevoegingen in bestaand bebouwd gebied plaatsvinden. Het betreft vaker dan voorheen functieverandering en bijvoorbeeld toevoegingen in de binnenstad. Drijvers achter deze laatste beweging zijn een veranderende samenstelling van de bevolking, met een groeiend aantal jonge en kleine huishoudens en een stabiliserend aantal gezinnen. Het relatieve belang van nieuwbouw in uitleglocaties wordt hierdoor op termijn geringer. Het effect van de economische stagnatie op de woningmarkt lijkt langzamerhand af te nemen. Het aantal verkopen kent weer een stijgende lijn, maar ligt nog beduidend onder pre-crisisniveau. Het prijsniveau van verkochte woningen is – in reële termen – terug op het niveau van het einde van de vorige eeuw. Een terugkeer naar forse prijsstijgingen lijkt niet te verwachten, gelet op de aangescherpte leenregels en het slechts geringe koopkrachtherstel. Tot recent waren de corporaties een grote partij op de nieuwbouwmarkt. Hun rol is aan het afnemen. De corporaties concentreren zich in toenemende mate op sloop en vervangende nieuwbouw en op het verduurzamen van het bestaande bezit. Momenteel zijn het commerciële marktpartijen die een groter deel van de toevoegingen in de sociale huur voor hun rekening nemen. Deze partijen richten zich vrijwel geheel op locaties in de bestaande stad. De markt voor geliberaliseerde huur neemt eveneens toe, met verkenningen van en voor partijen die zich op deze markt bewegen. Voor de vrije sector ligt nog een potentiele marktvraag in de uitleg, maar blijft wel een noodzakelijk segment in onze programmering. Het huidige en de toekomstige vraag naar sub urbane groene woonmilieus overstijgt het aanbod zodanig dat doorontwikkeling van (vooral) De Zuidlanden nodig blijft om de midden en hogere inkomens aan de stad te binden. Deze marktontwikkeling wordt zoveel mogelijk toegepast in lopende en in de eventueel nieuwe grondexploitaties. De kantorenmarkt is structureel aan het veranderen. Dit heeft enerzijds te maken met de huidige crisis en anderzijds met een afvlakkende werkgelegenheidsgroei. Ook trends zoals duurzaamheid, concentratie van kantooractiviteiten en flexibel werken hebben hun impact op de vraag naar kantoorruimte. Kwaliteit, multifunctionaliteit (voorzieningenniveau) en (dubbele) bereikbaarheid (auto en openbaar vervoer) van kantoorlocaties worden steeds belangrijker. Hoewel het percentage leegstand onder het landelijk gemiddelde ligt en Leeuwarden het ook in vergelijking met plaatsen in de regio redelijk goed doet is de verwachting dat er in de toekomst minder behoefte is aan kantoorruimte. Het prijsniveau van kantoren zakt en dit gaat nog even door de komende jaren. Veel leegstaande kantoorpanden in Leeuwarden zijn verouderd. Dit heeft zowel met de kwaliteit van het pand als de ligging te maken. Waar het nog mogelijk is gaan vastgoed eigenaren hun panden opknappen en verduurzamen. Voor de andere verouderde kantoorpanden ontstaat vervangingsvraag. 108
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Voor Leeuwarden wordt deze vervangingsvraag tot 2020 op ca. 50.000 m2 bruto vloeroppervlakte geschat. Gelet op de onzekerheden in de aannames wordt uitgaan van een bandbreedte van 30.000 m2 tot 80.000 m2. Hiervoor zijn de mogelijkheden in Leeuwarden de komende jaren toereikend in zowel binnenstedelijk, omgeving stationsgebied en in de kantorenhaak, als buitenstedelijk langs de Overijsselselaan. Ook bij bedrijventerreinen is er sprake van leegstand en dalende prijzen. Ook hier is de verwachting dat deze tendens nog even voortduurt. Net als bij kantoren is ook hier sprake van verduurzaming. Toch is de verwachting dat er ook behoefte is aan vervangende nieuwbouw. Door de leegstand in kantoorgebouwen op deze terreinen is er geen perspectief, zo blijkt uit landelijk onderzoek. In Leeuwarden zijn ook veel verouderde en slecht onderhouden bedrijfspanden. Daarnaast zijn er weinig middelgrote bedrijfsgebouwen beschikbaar. Herindeling Met ingang van 2014 zijn uit de voormalige gemeente Boarnsterhim de plannen ‘Grut Palma’ (woningbouw) en ‘Frisia’ (bedrijventerreinen) toegevoegd aan de grondexploitatie. De in de rapportage voortgang hercalculaties/grondexploitaties 2014 gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op de uitgangspunten zoals die door de gemeente Leeuwarden worden gehanteerd. Woningbouw Door de stagnatie in de woningbouwproductie richt het grondbeleid zich samen met het woonbeleid op maatregelen om de productie op gang te houden. Nog niet in ontwikkeling genomen gronden worden later ontwikkeld dan bij de verwerving aangenomen. Het wordt steeds belangrijker om te kijken waar de gemeentelijke prioriteiten liggen. Voor de woningbouw liggen die in kleine huishoudens, sturen op planaanbod en een stabiel evenwicht aan de onderkant van de woningmarkt. Voor uitleglocaties heeft de gemeente jaren een actieve verwervingspolitiek gevoerd. De grootste uitleglocatie is de Zuidlanden waar maximaal 5.600 woningen zijn gepland. De op 31 maart 2011 vastgestelde structuurvisie vormt de basis voor de bouw van de woningen, kantoren en voorzieningen. Binnen dat kader is de flexibiliteit in de planontwikkeling vergroot ten opzichte van het Masterplan 2003: kleinere deelprojecten, meer inspelen op actuele woningvraag en specifieke woonwensen (‘niches’ in de markt), meer kansen voor lokale en regionale bouwers, corporaties en vrije kavels. De ontwikkeling van de Zuidlanden verloopt langzamer dan voorzien, voor 2015 wordt verwacht dat er 70 woningen worden verkocht, daarnaast wordt in 2015 gestart met de bouw van een supermarkt. Bij de planontwikkeling van het uitleggebied Blitsaerd is de samenwerking gezocht met een marktpartij in de vorm van een gezamenlijke exploitatiemaatschappij. De verkoop van kavels verloopt traag. In totaal zijn tot dusver ruim 100 van de in totaal 400 te realiseren woningen gerealiseerd in Blitsaerd. In verband met de tegenvallende verkopen, wordt eerst deelproject A afgerond, voordat er werkzaamheden in deelproject B plaatsvinden. In de bestaande stad is de Stedelijke vernieuwing in de Vrijheidswijk bijna afgerond. Het laatste deelgebied: Tolhuizen verloopt echter moeizaam. Een aantal andere binnenstedelijke locaties wordt in het samenwerkingsverband met marktpartijen aangepakt. Voor het westelijk gelegen terrein van de locatie ‘Bakker Postma’ wordt samen met een marktpartij momenteel nog gezocht naar de ontwikkelmogelijkheden. Op het oostelijk gelegen terrein van de locatie ‘Bakker Postma’ zijn 22 huurwoningen gerealiseerd. Ontwikkeling van woningbouw in de dorpen vindt plaats bij Wirdum, Wytgaard en Wergea. Het gaat om totaal 230 woningen, waarvan de kavels gefaseerd uitgegeven worden. Bedrijventerreinen In het verleden zijn genoeg agrarische gronden verworven om op termijn te ontwikkelen als bedrijventerrein. Deze uitbreiding van bedrijventerreinen is gepland aan de westkant van de stad en op langere termijn in Nieuw Stroomland. Door het vaststellen van een structuurvisie en een MER is het aanbod van bedrijventerreinen voor de lange termijn planologisch gewaarborgd. Regionaal 109
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
vindt er afstemming plaats in het aanbod van de bedrijfsterreinen. Door het toepassen van de SERladder wordt het (her)gebruik van bestaande bedrijventerreinen gestimuleerd. Omdat de gemeente Leeuwarden al langere tijd terughoudend is in het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen, is de voorraad direct uitgeefbare bouwpercelen in onze gemeente niet overdreven groot. Op basis van conclusies over de vraag-aanbodsituatie, het advies van STEC over de vraag naar grotere kavels en hogere milieu categorieën en het voorzichtig aantrekken van de markt, wordt de realisatie van Newtonpark 3 voorgesteld. De ontwikkeling vindt niet op de traditionele wijze plaats. Concreet betekent dit dat er geen gedetailleerd bestemmingsplan wordt vastgesteld, geen infrastructuur wordt aangelegd en vooraf geen verkaveling wordt bepaald. De vraag vanuit het bedrijfsleven wordt hiermee leidend en bepaalt uiteindelijk mede hoe Newtonpark 3 zich ontwikkelt. Actief grondbeleid De huidige grondvoorraad is ruim voldoende om de doelstellingen ten aanzien van woningbouw en bedrijventerreinen te realiseren. Actief grondbeleid blijft het uitgangspunt, maar richt zich vooral op uitvoering. Strategische verwervingen blijven slechts incidenteel aan de orde. 2.3.7c Resultaatbepaling grondexploitatieprojecten Jaarlijks worden alle grondexploitaties volledig herzien. De relatie van de grondexploitaties met de Reserve grondexploitaties is volgens een aantal regels vastgelegd. Deze staan vermeld in de nota Grondbeleid 2012. 2.3.7d Reserve grondexploitaties De Reserve grondexploitaties dient om de risico’s in de grondexploitatie op te vangen. Ten gunste van de reserve worden de positieve exploitatieresultaten gebracht. Indien er sprake is van verwachte negatieve resultaten wordt een voorziening ‘verliesgevende complexen’ gevormd ten laste van de Reserve grondexploitaties. Ook kan de reserve worden aangewend voor afwaardering van gronden. De Reserve grondexploitaties vormt dus de weerstandscapaciteit voor de risico’s in de grondexploitaties. Het bepalen van de omvang van de risico’s sluit aan bij de werkwijze die ook voor paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen wordt gebruikt. De risico’s worden afgezet tegen de hoogte van de reserve. De hercalculaties die naar 1 januari 2014 geactualiseerd zijn (zie ook nota ‘Rapportage voortgang hercalculaties/grondexploitaties 2014’) leveren het volgende beeld op: tussentijdse winstneming: rekening houdend met de regels van tussentijdse winstneming kan er uit de grondexploitaties Leeuwarden Oost en Vrijheidswijk Tolhuis totaal € 0,68 mln toegevoegd worden aan de Reserve grondexploitaties. Dit vindt in 2014 plaats. positieve resultaten: op waarde van 1-1-2014 laten de grondexploitaties een positief resultaat zien van € 3,9 mln. Dit resultaat komt in de komende jaren ten gunste van de Reserve grondexploitaties. In dit bedrag is al rekening gehouden met de tussentijdse winstnemingen van 2014 (€ 0,68 mln). negatieve resultaten: de exploitaties Grut Palma, Wytgaard, Businesspark 4, Newtonpark 4 en Frisia hebben een nadelig resultaat. Hiervoor is in 2014 ten laste van de Reserve grondexploitaties de voorziening negatieve complexen aangevuld met € 3,3 mln tot een bedrag van € 6,7 mln. De gronden die nog niet in ontwikkeling zijn genomen worden jaarlijks beoordeeld op boekwaarde versus marktwaarde. In 2014 zijn de rentelasten van Newtonpark 3 met €160.000 afgewaardeerd. In tabel 17 staat een overzicht van de lopende grondexploitaties in 2015.
110
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Tabel 17 Overzicht lopende grondexploitaties in 2015 Verwacht resultaat op waarde 1-1-2015 voordelig 7 1.051
WONINGBOUWLOCATIES 19 Vrijheidswijk Tolhuis 21 Vrijheidswijk Centrum 51 Grut Palma 53 Wirdum Hikkemieden 56 Wytgaard uitbreiding De Zuidlanden (totaal) Totaal woningbouw
Bedragen x € 1.000 Looptijd nadelig 2015 2015 2024 2021 2021 2032
-1.702 69 -29 2.770 3.897
BEDRIJVENTERREIN 70 Sportvelden Hemrik (FVC) 77 Businesspark 4 84 Newtonpark fase 4 85 Frisia Totaal bedrijventerrein
-1.731
30
TOTAAL GENERAAL
30
-1.873 -1.798 -1.507 -5.178
3.927
-6.909
2019 2028 2028 2024
De resultaten zijn vermeld op waarde per 1 januari 2015. Dat wil zeggen dat de waarde van het resultaat teruggerekend is naar die datum. In tegenstelling tot vorig jaar is het resultaat van de Zuidlanden als geheel opgenomen in tabel 17. Tabel 18 Verwachte ontwikkeling Reserve grondexploitaties
Omvang Reserve grondexploitaties per 1 januari Rentemutaties Afdrachten Algemene Reserve / SIOF Resultaten grondexploitaties Afwaardering gronden + overigen
Bedragen x € 1.000
2015 9.109
2016 10.457
2017 11.004
2018 13.118
553 0
600 0
620 0
693 0
1.098
0
1.548
-2.161
-303
-53
-54
-55
2019 11.595
2.3.7e Risicobeheer Om te kunnen beoordelen of de weerstandscapaciteit voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen en of afroming van de Reserve grondexploitaties mogelijk is, is een analyse gemaakt van deze risico’s. De omschreven risico’s zijn een inschatting per 1 januari 2015. Meerdere malen per jaar worden deze opnieuw bepaald, omdat de kans waarmee het risico zich kan voordoen kan wijzigen, er meer inzicht is verkregen in het risico, of het risico door maatregelen is beperkt. Ook dit jaar is weer aangesloten bij de systematiek die is gehanteerd voor paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen. In die systematiek wordt over alle risico’s ook een totaalkansberekening gemaakt, omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor doen. Deze systematiek onderscheid twee soorten risico’s, te weten kortlopende risico’s (periode tot 4 jaar) en langlopende risico’s (periode van 5 tot 10 jaar). Het risico voor de kortlopende risico’s is bepaald op totaal € 9,1 mln waarvan € 5,4 mln uit “De Zuidlanden” komt. De risico’s op lange termijn (Zuidlanden) zijn geraamd op € 10 mln. Deze risico’s worden door het resultaat en de post onvoorzien opgevangen.
111
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
De belangrijkste kortlopende risico’s zijn: Milieu Dit betreft o.a. geluidschermen langs het spoor, geluidscontouren en hoogspanningsmasten binnen een plangebied. De risico’s kunnen een nadelig effect hebben op de ontwikkeling van de grondexploitatie. Deze risico’s maken onderdeel uit van het risicoprofiel van ‘De Zuidlanden’. Haalbaarheid verkoopprijzen Het risico bestaat dat de geraamde opbrengsten van grondexploitaties lager uitvallen dan geraamd. Ook kan a.g.v. de Haak uitgifte verlies optreden. Als risico wordt daarom 10% van de geraamde verkopen berekend. Gronden in voorraad Voor de ontwikkeling van bouwlocaties zijn diverse gronden aangekocht waarvan Newtonpark 3 de grootste voorraad heeft. Vooralsnog is de veronderstelling dat ontwikkeling niet vóór 2016 plaatsvindt. In de verwachte ontwikkeling van de Reserve grondexploitaties is met dit risico rekening gehouden. Strategische verwervingen De strategische verwervingen (Oldegalileën, Snekertrekweg en Zalen Schaaf) kunnen door de huidige markt later ontwikkeld worden dan in de haalbaarheidsberekening aangenomen was. In 2011 zijn deze aankopen naar verwachte opbrengstwaarde af gewaardeerd. Hiermee is het vertragingsrisico gereduceerd. Er resteert nog een risico (ca. € 2,0 mln) dat deze locaties minder op brengen dan verwacht. Voor de ontwikkeling van het Harmoniekwartier en de daarmee samenhangende risico’s van een onrendabele top is rekening gehouden in de projectopzet. Bouwclaims Ten behoeve van het verwerven van gronden zijn in het verleden bouwclaimafspraken gemaakt. Dat wil zeggen dat in ruil voor het verkopen van de grond aan de gemeente de ontwikkelaar bouwrechten krijgt. Indien de gemeente niet tijdig aan deze verplichting voldoet, is de gemeente in een aantal gevallen een compensatiebedrag verschuldigd. De gemeente loopt achter bij het gemiddeld aantal aan te bieden woningen, bovendien worden door de marktomstandigheden locaties minder snel ontwikkeld. Er zijn nieuwe afspraken met bouwclaimhouders gemaakt waarbij de looptijd is verlengd tot 2024. Marktrisico’s/vertraging De marktrisico’s hangen samen met de conjuncturele ontwikkelingen. De rente-nadelen die hierbij optreden zijn afhankelijk van het geïnvesteerde vermogen. Voor de bepaling van dit risico is uitgegaan van de rente-nadelen die optreden bij een vertraging van 2 jaar. Het risico komt hiermee op € 0,34 mln. De vertragingseffecten van De Zuidlanden zijn in het totale risicoprofiel van dit project opgenomen. Op basis van de risico-inventarisatie volgens de NAR-systematiek bedragen de lopende risico’s op korte termijn inclusief De Zuidlanden € 9,1 mln. Met een stand van de Reserve grondexploitaties van € 9,1 mln kan geconcludeerd worden dat de weerstandscapaciteit voldoende is. De lange termijn risico’s in De Zuidlanden bedragen € 10 mln. De buffer in de grondexploitatie Zuidlanden wordt gevormd door de netto contante waarde van € 2,67 mln plus de post onvoorzien van € 7,78 mln. De buffer is daarmee toereikend voor lange termijn risico’s. Ten behoeve van de negatieve grondexploitaties uit voormalig Boarnsterhim is in 2014 € 3,4 mln onttrokken aan de Algemene Reserve.
112
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
2.3.8 Meerjaren investeringen In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste investeringen en de stand van het Strategisch investerings- en ontwikkelingsfonds (SIOF). In bijlage C Investeringsoverzicht 2015 e.v. zijn voor het eerst alle investeringen samengebracht in één bijlage. 2.3.8a Toelichting Investeringsprogramma 2015 Programma Sociaal Jeugd en Onderwijs De totale investering bedraagt binnen dit programmaonderdeel bedraagt circa € 2,4 mln. Het betreft diverse investeringen in vooral onderwijshuisvesting en 1e inrichtingskosten (onderwijsleerpakketten en meubilair). Programma Fysiek Economie en toerisme In diverse grondexploitatiegebieden worden in 2015 investeringen gedaan in de infrastructuur. Het gaat hierbij veelal om het bouwrijp of woonrijp maken van (deel)gebieden. De meeste van deze werkzaamheden worden verricht in De Zuidlanden (vooral in Jabikswoude en Wiarda). Of er in Newtonpark 3 in 2015 daadwerkelijk gebieden bouwrijp worden gemaakt is nog niet zeker. Dit is afhankelijk van de specifieke vraag naar dit bedrijventerrein; wel wordt Newtonpark 3 planologisch gereed gemaakt. Verder wordt er binnen dit programmaonderdeel nog voor ongeveer € 6,7 mln in vastgoed geïnvesteerd. De investering van € 3,9 mln in het Poppodium Harmoniekwartier is hiervan de grootste. Daarnaast is rekening gehouden met een gemeentelijke investering van € 2 mln in de ontwikkeling van de Blokhuispoort. Infrastructuur en mobiliteit In het kader van Leeuwarden Vrij-Baan gaat het om de volgende investeringen. De uitvoering van de reconstructie van de Julianalaan start in 2015. De provinciale bijdrage voor dit project van € 2 mln wordt in 2015 opgevraagd. De dekking van het gemeentelijk aandeel in de kosten komt grotendeels uit de stelpost infrastructuur. Vanuit het SIOF wordt € 360.000 bijgedragen in de kosten van de Julianalaan. Deze onttrekking is conform het realisatiebesluit Julianalaan van 27 mei 2013. De reconstructie van de Valeriusstraat/-plein wordt dit jaar verder voorbereid. De daadwerkelijke uitvoering start in 2016. Er is van uitgegaan dat een deel van de toegezegde provinciale subsidie voor dit project in 2015 beschikbaar komt. Evenals voorgaande jaren zijn in 2015 middelen geraamd voor algemene werkzaamheden Leeuwarden Vrij-Baan die niet zijn toe te rekenen aan de projecten. Het gaat hierbij vooral om werkzaamheden op het gebied van communicatie, programmering en het accountmanagement van projecten die niet door de gemeente worden uitgevoerd. Naast deze investeringen staan de volgende investeringen in de ‘overige infrastructuur’ gepland. Bij een drietal rotondes in Camminghaburen krijgen de fietsers voorrang. Deze aanpassing van de voorrangsregeling past in het uitvoeringsprogramma van Richtingwijzer Fiets. Langs de verbindingsweg tussen Grou en Warten (het Leechlân) wordt een vrijliggend fietspad aangelegd. Dit gebeurt in twee fasen. De uitvoering van de eerste fase is in 2014 gestart. Voor de tweede fase is in de begroting een reservering opgenomen. Dit bedrag is onvoldoende om de uitvoeringskosten van deze tweede fase te dekken. Uitvoering is daarom pas aan de orde op het moment dat de financiering van dit project volledig is geregeld. Voor het oplossen van infrastructurele knelpunten in de dorpen die vanaf 1 januari 2014 onderdeel van de gemeente zijn gaan uitmaken, is in 2015 een reservering van € 250.000 opgenomen. Inzet van deze middelen gebeurt op basis van een nadere prioritering van de aanpak van de problemen 113
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
op verkeersgebied die door de verenigingen van dorpsbelang zijn aangedragen en die door de gemeente in deze dorpen zijn gesignaleerd. Om snel kleine aanpassingen op het gebied van openbaar vervoer, verkeersveiligheid en infrastructuur te kunnen oplossen, worden jaarlijks in de begroting stelposten opgenomen. Dit is voor 2015 ook het geval. Ruimtelijke ordening Voor de versterking van de kwaliteiten van Grou worden diverse maatregelen genomen. Deze zijn gebaseerd op de gebiedsvisie Grou en het daaraan gekoppelde programma. Voor de gemeentelijke cofinanciering van maatregelen uit dit programma is vanaf 2015 € 1,5 mln aan extra middelen beschikbaar. Voor de revitalisering van het Stationsgebied worden extra middelen vrijgemaakt. In 2015 is in de begroting € 3 mln opgenomen als dekking van de gemeentelijke cofinanciering voor dit project. De uitvoering staat gepland voor de periode 2015-2017. Beheer leefomgeving Binnen dit programmaonderdeel valt de vervanging van rioleringen. Dit gebeurt op basis van een rioleringsprogramma. De programmering van de vervangingen in 2015 is nog gebaseerd op het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2012 waarvan de looptijd is verlengd tot de vaststelling van het nieuwe GRP. Het gaat in totaal om een investeringsvolume van € 2,0 mln in 2015. De uitvoering van de rioleringswerkzaamheden wordt afgestemd met reconstructies en met onderhoudswerkzaamheden. Verder zijn er binnen dit programmaonderdeel nog diverse, zeer uiteenlopende investeringen gepland. Het gaat daarbij vooral om de vervanging van bijvoorbeeld auto’s en ander materieel. In totaal is hier naar verwachting € 1,4 mln mee gemoeid in 2015. Programma Bestuur en middelen In 2015 wordt voor € 0,6 mln aan vervangingsinvesteringen in de ICT gepleegd. Het totaal aan investeringen komt daarmee in 2015 dan uit op € 32,4 mln. De dekking hiervan bestaat uit een aantal onderdelen en die komen in de volgende paragraaf aan de orde. 2.3.8b Dekking Investeringsprogramma 2015 De dekking van de kosten van het investeringsprogramma worden in tabel 19 per programma weergegeven: Tabel 19 Programma Fysiek Grondexploitaties
7.153.000
Vrijval kapitaallasten Begrotingsmiddelen infra:
8.464.000
Programma Sociaal
Programma Bestuur en middelen
Totaal
7.153.000 2.418.000
622.000
11.504.000
- stelpost inframiddelen 2015 - mee- en tegenvallers
2.435.000 1.300.000
2.435.000 1.300.000
- incidentele middelen Stationsgebied - gebiedsontwikkeling Grou
3.000.000 1.500.000
3.000.000 1.500.000
- fietspad Leechlân 2e fase Provincie Fryslân
574.000 2.500.000
574.000 2.500.000
360.000 25.000
360.000 25.000
Reserve SIOF Openbaar vervoer
114
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Programma Fysiek Voorziening riolering Totaal
Programma Sociaal
Programma Bestuur en middelen
2.091.500 29.402.500
Totaal
2.091.500 2.418.000
622.000
32.442.500
De infrastructurele maatregelen worden uit verschillende bronnen gedekt. Vanuit de algemene middelen komt jaarlijks een stelpost infrastructuur beschikbaar ter dekking van de eigen gemeentelijke bijdrage in deze maatregelen. Voor 2015 is uit de stelpost infrastructuur dekking beschikbaar voor een investeringsvolume van ruim € 2,4 mln. Daarnaast is nog een saldo van € 8.400 voorhanden uit het programma Infrastructuur 2014 dat in 2015 wordt ingezet. Bij de uitvoering van de stadsringprojecten Fietstunnel Oostergoplein, Heliconweg e.o. en Fietstunnel Julianalaan zijn meevallers opgetreden die opnieuw als dekking worden ingezet. Een deel van deze meevallers is al eerder gebruikt in de jaarlijkse programma’s infrastructuur. In 2015 wordt het nog restende deel van de meevallers, te weten € 1,3 mln, ingezet als dekking voor de stadringprojecten. Vanuit de algemene middelen is voor 2015 daarom dekking aanwezig voor een gemeentelijke bijdrage in investeringen ten bedrage van € 3.747.800. Van dit bedrag wordt in 2015 € 3.735.000 gebruikt voor projecten en infrastructurele werkzaamheden. Het nog overblijvende bedrag van € 12.800 wordt ingezet voor de dekking van maatregelen ná 2015. Voor de gebiedsontwikkeling Grou, de revitalisering van het Stationsgebied en de tweede fase van het fietspad tussen Grou en Warten komen in 2015 incidenteel middelen beschikbaar. De kosten van de infrastructurele maatregelen in de inbreidings- en uitbreidingsgebieden waarvoor een grondexploitatie is opgezet, worden ten laste gebracht van de betreffende exploitaties. De rioleringswerkzaamheden worden gedekt uit de rioolheffing en uit de Voorziening Riolering. Het gaat hierbij om de vervanging van rioleringen en om beheer en onderhoud. Dekking voor de stelpost voorzieningen openbaar vervoer wordt gevonden in de Voorziening Openbaar Vervoer. In 2015 wordt bij de provincie toegekende subsidie opgevraagd voor de projecten Julianalaan en Valeriusstraat/-plein. Voor de Julianalaan wordt rekening gehouden met uitbetaling van het gehele bedrag; bij de Valeriusstraat/-plein gaat het om een voorschot. Totaal gaat het hierbij om een bedrag van € 2,5 mln dat in 2015 als provinciale subsidiebijdrage wordt opgevraagd. 2.3.8c Voeding en Stand SIOF In het kader van het collegeprogramma 2014-2018 zijn er wijzigingen in het SIOF doorgevoerd. In het kort komen die neer op het volgende: a. Het geraamde saldo 2014 ad. € 1,5 mln is ingezet voor het dekken van incidentele intensiveringen uit het collegeprogramma. b. De bijdrage uit het SIOF van € 3,9 mln voor de realisatie van het Harmoniekwartier is komen te vervallen; de vrijvallende ruimte wordt eveneens ingezet voor het dekken van de incidentele uitzettingen uit het collegeprogramma. Na verwerking hiervan alsmede van de daadwerkelijk onttrekkingen resteert een saldo van € 276.705 ultimo 2015. Dit saldo ontstaat o.a. doordat geplande onttrekkingen doorschuiven naar latere jaren waardoor meer inflatievergoeding toegevoegd wordt aan het SIOF dan eerder was voorzien. In tabel 20 staan de mutaties in het SIOF.
115
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Tabel 20 Mutaties in SIOF Beginstand 1-1-2014
17.133.981
Voeding in 2014 Inflatie Stadsvernieuwingsfonds Grote Stedenbeleid Ontwikkelingsfonds Storting vanuit ontwikkelingsdeel
257.010 330.071 95.964 175.649 200.000
Totaal voeding 2014
1.058.694
Reserveringen in 2014 (door de raad vastgesteld) Stedelijke Economie Gebiedsontwikkeling Wielengebied University Campus Fryslân Watercampus Dairy Campus Culturele Hoofdstad 2018 Valeriusplein/Julianalaan Kalverdijkje Bijdrage Incidentele uitzettingen Collegeprogramma
-2.060.560 -497.415 -820.500 -785.000 -1.750.000 -3.200.000 -360.000 -220.000 -650.000
Totaal reserveringen 2014
-10.343.475
Tussenstand 31 december 2014/1 januari 2015
7.849.200
Voeding in 2015 Inflatie Terugstorting bijdrage Harmoniekwartier 2012 Totaal voeding 2015
117.738 400.000 517.738
Totaal reserveringen 2015 (door de raad vastgesteld) University campus Fryslân Bijdrage Incidentele uitzettingen Collegeprogramma Totaal reserveringen 2015
-1.000.000 -3.135.000 -4.135.000
Tussenstand 31 december 2015/1 januari 2016
4.231.938
Totaal reserveringen 2015 (door de raad vastgesteld) University campus Fryslân Bijdrage Incidentele uitzettingen Collegeprogramma Totaal reserveringen 2016
-2.340.233 -1.615.000 -3.955.233
Eindstand 31 december 2016
276.705
116
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3. FINANCIËLE BEGROTING 3.1 Baten en lasten 3.1.1 Overzicht van baten en lasten Tabel 21 Overzicht exclusief mutaties reserves Rekening 2013 Programmaonderdelen Lasten Baten SOCIAAL Cultuur 10.663 344 Jeugd en onderwijs 21.285 4.177 Sociaal maatschappelijke ontwikkeling 42.203 2.976 Werk en inkomen 128.488 104.530 Sport 6.311 30
Begroting 2014 Lasten Baten
Bedragen x € 1.000 Begroting 2015 Lasten Baten
11.331 24.890 46.365 139.201 6.525
60 3.516 3.051 110.564 15
11.061 52.930 123.247 111.057 6.586
61 3.129 4.013 83.643 30
FYSIEK Economie en toerisme Wonen en milieu Infrastructuur en mobiliteit Ruimtelijke ordening Beheer leefomgeving
45.318 21.542 7.493 1.798 36.505
38.313 14.160 4.428 139 16.199
37.500 23.668 7.886 2.059 41.883
34.167 15.175 5.077 86 17.962
32.384 25.089 7.883 1.996 43.108
28.117 17.624 4.746 76 16.514
VEILIG
13.839
2.163
11.092
250
11.070
123
BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Algemene baten en lasten
11.646 27.310
3.820 181.590
8.895 29.804
330 189.293
9.006 15.276
404 288.456
374.401
372.869
391.099
379.546
450.693
446.936
Totaal vóór mutaties reserves
Tabel 22 Mutaties reserves
Bedragen x € 1.000 Begroting 2015
Rekening 2013
Begroting 2014
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
SOCIAAL Cultuur Jeugd en onderwijs Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Werk en inkomen Sport
0 60 0 1.751 0
360 791 772 0 0
0 0 0 0 0
172 0 0 0 0
0 0 0 0 0
151 1.000 0 0 100
FYSIEK Economie en toerisme Wonen en milieu Infrastructuur en mobiliteit Beheer leefomgeving
2.104 3.512 71 551
4.341 1.516 807 55
977 2.869 0 70
621 3.121 370 41
1.427 0 0 0
520 1.706 500 559
25
145
0
25
0
0
Programmaonderdelen
VEILIG
117
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Programmaonderdelen
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Algemene baten en lasten
105 29.066
115 29.877
129 11.800
75 22.971
135 11.817
135 12.467
Totaal mutaties reserves
37.246
38.777
15.845
27.396
13.379
17.137
Tabel 23 Begrotingsresultaat
Stand begroting voor mutaties reserves Mutaties bestemmingsreserves Sluitend maken begroting met Algemene Reserve Stand begroting na mutaties reserves
Bedragen x € 1.000 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten 374.401 372.870 391.099 379.546 450.693 446.936 37.246 43.791 11.833 27.396 10.969 17.135 5.014 416.661
416.661
4.010
2.409
406.942
406.942 464.071
464.071
3.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten In het overzicht van baten en lasten (tabel 21) zijn de bedragen exclusief de beschikkingen over en onttrekkingen aan reserves vermeld. Het totaal daarvan is het begrotingsresultaat vóór bestemming. Vervolgens zijn de beschikkingen over en de stortingen in de reserves vermeld (tabel 22). In tabel 23 wordt het begrotingsresultaat weergegeven. Uit tabel 23 blijkt dat er in 2015 sprake is van een netto begrotingssaldo van € 2.409.000 positief. Dit bedrag wordt gestort in de Algemene Reserve. Zie bijlage E voor een overzicht van incidentele lasten en baten en een overzicht van structurele stortingen en onttrekkingen aan reserves.
118
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3.2 Uiteenzetting financiële positie 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de financiële positie geschetst vanaf het moment dat de begroting 2014 en het collegeprogramma ‘Iedereen is Leeuwarden 2014-2017’, is vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met o.a. de uitkomsten van de Gemeentefondscirculaires en de uitzettingen en inkrimpingen van de diensten. 3.2.1a Vertrek- en eindpunt Uitgangspunt voor het bepalen van deze financiële positie vormt de eindpositie van de begroting 2014, de uitkomsten van de septembercirculaire alsmede de bezuinigingen en intensivering op grond van het collegeprogramma. Op grond hiervan ontstaan de volgende uitgangsposities: Tabel 24
Bedragen x € 1.000
Structureel meerjarenperspectief
2014
2015
2016
2017
2018
6.843
876
-1.545
206
7.028
-5.968
-1.494
434
0
279
170
-1.194
-610
-1.355
-464
-169
267
1.927
1.561
6.843
876
-1.545
206
Saldo voorgaand jaar Primitieve begroting 2014 Septembercirculaire 2013 en begrotingsafspraken Collegeprogramma Stand 31/12 Tabel 25
Totaal
206
206
Bedragen x € 1.000
Ontwikkeling Algemene Reserve
2014
2015
2016
2017
2018
Stand 31/12
13.063
13.675
13.822
13.977
16.165
Op grond van de uitkomsten van het collegeprogramma was sprake van een structureel overschot van € 206.000 in de jaarschijf 2018 (tabel 24). De laagste stand van de Algemene Reserve bedroeg € 13,0 mln in 2014 (tabel 25). Het ‘vertrekpunt’ voor de nieuwe beleidsplanperiode is gebaseerd op bovenstaande eindposities van het collegeprogramma. De effecten uit de meicirculaire 2014 en de nagekomen mee- en tegenvallers leiden tot een aangepast financieel perspectief ten opzichte van de prognoses in het collegeprogramma. Per saldo resulteert in 2018 een structureel overschot van € 83.000. Daarnaast wordt door diverse actuele ontwikkelingen de stand van de Algemene Reserve voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op ruim € 9,1 mln. Zie tabel 32 voor de ontwikkeling van de Algemene Reserve in één oogopslag. In de begroting is nog een post Onvoorzien opgenomen van € 0,1 mln die ook aangemerkt kan worden als weerstandscapaciteit. Ten opzichte van de geïnventariseerde risico’s op grond van de NARsystematiek, is sprake van een surplus van € 1,0 mln (€ 9,2 mln – noodzakelijke weerstandscapaciteit van € 8,2 mln). In de volgende paragrafen worden de effecten en mutaties nader toegelicht. 3.2.1b Ontwikkelingen na vaststelling van de begroting 2014 e.d. Sinds behandeling van de (meerjaren)begroting 2014-2017, heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die het voorgaande financiële beeld hebben gewijzigd. Deze ontwikkelingen kunnen worden onderverdeeld in: mutaties in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds; mee- en tegenvallers aangedragen door de diensten; Hieromtrent brengen wij u het volgende onder de aandacht. 119
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3.2.1c Ontwikkelingen Gemeentefonds De belangrijkste component van de algemene middelen wordt gevormd door de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De ontwikkeling van dit fonds heeft daardoor grote invloed op de gemeentelijke financiën. Belangrijke documenten waarin het Rijk de gemeenten informeert over de hoogte van de algemene uitkering zijn de mei- en septembercirculaire. De meicirculaire is gebaseerd op de Voorjaarsnota van het Rijk. Het is de schakel tussen Haagse ontwikkelingen en de vertaling naar de gemeentelijke begroting en beleid. Bij het verschijnen van de Miljoenennota van het Rijk in september wordt een septembercirculaire opgesteld, waarin gemeenten worden geïnformeerd over eventuele veranderingen die na de Voorjaarsnota van het Rijk zijn opgetreden en die gevolgen hebben voor de ramingen van de gemeenten. Met betrekking tot het Gemeentefonds zijn de volgende ontwikkelingen voor onze gemeente van belang: A. Loon- en prijsontwikkelingen Het accres van het Gemeentefonds is jaarlijks bedoeld voor de bekostiging van de ‘volume ontwikkeling’ (areaal e.d.) en de compensatie van nominale ontwikkelingen (lonen en prijzen). De nominale uitgangspunten voor onze gemeente worden o.m. gebaseerd op cijfers van het Centraal Planbureau en de veronderstellingen in de Gemeentefondscirculaires. Op grond hiervan wordt getracht de loon- en prijsontwikkeling vooraf zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Afwijkingen tussen de ramingen en realisatie komen echter voor. Deze afwijkingen worden door het toepassen van een verfijnde nacalculatie hersteld. Voor het opmaken van de begroting 2015 gaan we uit van: Tabel 26 Nominale ontwikkelingen in procenten
2013
2014
2015
Loonontwikkeling in begroting 2015
2,07
1,5
1,5
Prijsontwikkeling in begroting 2015
1,8
1,5
1,5
De VNG en de vakbonden hebben tot op heden nog geen definitief akkoord bereikt over een nieuwe CAO. Het CAO akkoord liep tot en met 31 december 2012. Ten behoeve van een nieuw CAO-akkoord wordt in onze begroting rekening gehouden met een ‘CAO-ruimte’. Deze is totaal 3% (2013 tot en met 2015: 1% per jaar). Daarnaast wordt voor de nieuwe jaarschijf 2015 rekening gehouden met 0,5% sociale-premiedruk stijging (totaal voor 2015 dus 1% + 0,5% = 1,5%). Voor de periode na 2015 wordt ook rekening gehouden met loon- en prijsontwikkelingen. Daartoe wordt binnen de algemene uitkering een reservering gepleegd van 1,5% per jaar. Voor de loon- en prijsontwikkelingen worden de vakdiensten gecompenseerd. Ten opzichte van de gemeentebrede reservering voor lonen en prijzen is voor 2014 en 2015 sprake van een structureel voordeel van € 577.000 (zie tabel 30 nr. 2). Daarnaast wordt de ozb-opbrengst jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. Dit geeft voor 2015 een meeropbrengst van € 328.000 structureel (zie tabel 30 nr. 3). B. Mutaties in de verdeling van het Gemeentefonds Het Gemeentefonds wordt verdeeld op basis van zo’n 60 indicatoren. Hierbij is vooral van belang hoe de aantallen inwoners, woonruimten, bijstandsgerechtigden, leerlingen enz. van Leeuwarden zich ontwikkelen ten opzichte van de landelijke ontwikkelingen. Nemen onze aantallen harder toe dan landelijk dan neemt de Gemeentefondsuitkering voor Leeuwarden ook toe en andersom. De lokale prognoses binnen Leeuwarden zijn in het voorjaar bijgesteld naar de laatste inzichten. Vooral de ontwikkeling van het aantal bijstandsgerechtigden heeft de laatste jaren een forse impact. Sinds het ontstaan van de crisis laat het aantal bijstandsgerechtigden grote schommelingen zien, wat het zowel voor het Rijk als voor gemeenten moeilijk maakt om goede voorspellingen te doen. Inmiddels 120
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
is gebleken, dat het aantal bijstandsgerechtigden ten opzichte van eerdere aannamen binnen het Gemeentefonds, aanzienlijk is gestegen. Het gevolg hiervan is, dat de Gemeentefondsuitkering voor Leeuwarden toeneemt. Ook het aantal inwoners, het aantal woningen en het aantal leerlingen nemen op grond van de laatste prognoses toe. De te verwachten Gemeentefondsuitkering stijgt per saldo in 2018 met € 2,838 mln (zie tabel 30 nr. 4). C. Jaarschijf 2018 en diversen Aan de meerjarenraming van de gemeentebegroting wordt ten opzichte van vorig jaar een nieuwe jaarschijf toegevoegd i.c. 2018. Voor deze jaarschijf wordt voor het berekenen van de hoogte van de algemene uitkering, de meest actuele uitkeringsfactor gehanteerd. Hierin zijn ook de accressen inbegrepen waar zowel de loon- en prijsstijgingen, als de kosten van areaal uitbreidingen voor onze gemeente uit gecompenseerd moeten worden. Door de ‘trap op trap af systematiek’ is door Rijksbezuinigingen echter sprake van een daling van de uitkeringsfactor, hetgeen in 2018 een nadeel geeft van € 1,418 mln (zie tabel 30 nr. 5). Daarnaast houden we rekening met het reserveren van inflatie voor de nieuwe jaarschijf 2018. Met inachtneming van een verlaging van de reservering voor inflatie in de jaren daarvoor (van 1,75% naar 1,5%) is van sprake van een daling van de algemene uitkering van € 1,601 mln (zie tabel 30 nr. 6). Verder is sprake van een geringe daling van de algemene uitkering in verband met de inbreng van de voormalige gemeente Boarnsterhim. De verhoging van de algemene uitkering als gevolg van de herindeling met Boarnsterhim is oorspronkelijk globaal geraamd op een toename van € 9,3 mln. Op basis van concrete maatstaf gegevens van het ministerie van BZK en onze eigen aannamen ontstaan nog enige financiële mutaties. Per saldo is sprake van een neerwaartse bijstelling van € 82.000 (zie tabel 30 nr. 7). Tenslotte wordt door het Rijk de tijdelijke suppletie-uitkering OZB geleidelijk afgebouwd. Dit geeft een nadeel van € 228.000 (zie tabel 30 nr. 8). D. Meicirculaire 2014 De meicirculaire 2014 is een bijzondere en zeer belangrijke circulaire. Naast de ‘normale’ informatie over de ontwikkeling van het accres en de taakmutaties, worden gemeenten geïnformeerd over de gevolgen van het ‘groot onderhoud’ aan het verdeelstelsel van het Gemeentefonds. En uiteraard ook over de budgetten voor de uitvoering van de Jeugdwet en de WMO. Dit alles vindt plaats per 1 januari 2015. Helaas zijn de budgetten van de Participatiewet niet meegenomen in de meicirculaire. Voor onze gemeente geeft de meicirculaire 2014 op hoofdlijnen de volgende financiële ontwikkelingen (zie tabel 27). Per saldo is in 2018 sprake van een structureel voordeel van € 205.000 (zie tabel 30 nr. 9). Tabel 27
Bedragen x € 1.000
Algemene mutaties:
2014
2015
2016
2017
2018
151
-267
463
229
-767
1.853
784
-87
87
2 Vervallen stelpost n.a.v. begrotingsakkoord
500
-1.200
-150
-150
3 Mutaties in verdeling van het fonds
418
489
-804
12
voorgaand jaar 1 Mutaties in omvang van het fonds (accres)
4 Overheveling buitenonderhoud schoolgebouwen 6 Centralisatie inkoop E-boeken 7 Uitkomst Groot Onderhoud
-101
Totaal
151 121
14 -1.053
-762
616
-51
-7
-146 -9
-10
597
8 Suppletie-uitkering Groot Onderhoud
1.870 -1.000
-1.053
5 Nationaal uitvoeringsprogramma e-Overheid
Totaal
-77 597
-291
291
-267
463
0 229
205
205
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Met betrekking tot de vorenstaande financiële mutaties wordt het volgende opgemerkt: 1 Mutaties in de omvang van het fonds De algemene uitkering groeit mee respectievelijk daalt mee met de Rijksuitgaven (‘samen trap op en trap af). Het accres voor 2014 wordt ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 2013 neerwaarts bijgesteld. In 2015 en volgende jaren neemt de omvang van het fonds toe, omdat de Rijksuitgaven stijgen. Dit komt ondermeer door hogere loon- en prijsstijgingen. Per saldo is de uitkomst voor onze gemeente € 1,870 mln positief (structureel) in 2018. 2 Vervallen stelpost begrotingsakkoord (herfstakkoord 2013) Door het kabinet zijn vorig jaar in oktober nadere afspraken gemaakt met de fracties van D66, ChristenUnie en SGP over de Rijksbegroting 2014 e.v. Deze afspraken hadden een positieve doorwerking op het Gemeentefonds. Onze gemeente heeft indertijd op deze ontwikkeling in de financiële positie geanticipeerd. De gevolgen van het begrotingsakkoord zijn nu daadwerkelijk in de meicirculaire verwerkt (zie mutatie onder 1), waardoor de stelpost van € 1,0 mln structureel kan vervallen. 3 Mutaties in de verdeling van het fonds (2) De mutaties op deze regel hebben vooral betrekking op de bijstelling van de lokale aantallen van de maatstaven die worden gebruikt voor de verdeling van de algemene uitkering, zoals inwoners, bedrijfsvestigingen, belastingcapaciteit e.d. Per saldo resulteert dit in 2018 in een gering voordeel van € 14.000. 4 Overheveling buitenonderhoud schoolgebouwen Met ingang van 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen voor primair onderwijs (PO) en scholen voor speciaal onderwijs (SO) over van gemeenten naar schoolbesturen. Om die reden wordt er landelijk een bedrag van € 158,8 mln uit het Gemeentefonds gehaald, dat de schoolbesturen voortaan ontvangen van het Ministerie van OCW. Voor onze gemeente betekent dit een korting van € 1,053 structureel. Deze korting wordt in onze gemeente gedeeltelijk gecompenseerd door het wegvallen van de jaarlijkse storting van € 338.000 in de voorziening voor buitenonderhoud van schoolgebouwen (zie ook mee- en tegenvallers dienst Welzijn). 5 Nationaal uitvoeringsprogramma e-Overheid Met ingang van 2011 zijn ten behoeve van het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-Overheid (NUP) door het Rijk via het Gemeentefonds middelen voorgefinancierd. De middelen worden in 2015 via het Gemeentefonds uitgenomen en terugbetaald voor een bedrag € 616.000. Daarnaast worden in 2015 gelden ten laste van het Gemeentefonds gebracht in verband met de ICT ondersteuning die het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) gaat bieden aan de gemeenten. Voor onze gemeente betekent deze uitname € 146.000 structureel. 6 Centralisatie inkoop E-boeken In 2011 is besloten om de inkoop van E-boeken door bibliotheken te centraliseren. Daarbij hoort ook een uitname uit de algemene uitkering, omdat de lokale bibliotheken deze taak niet meer uit gaan voeren. De uitname vindt plaats met ingang van 2015, als de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen in werking treedt. Gezien de al voorgenomen structurele taakstelling van € 460.000 in verband met de herinrichting van de bibliotheekfunctie in 2017 (collegeprogramma 2014 – 2018), is de onderhavige taakmutatie op grond van het voorzichtigheidsprincipe, vooralsnog ten laste van het algemeen gebracht. 7 en 8 Uitkomst groot onderhoud verdeelstelsel en suppletie-uitkering Met ingang van 2015 wordt een groot deel (eerste tranche) van het verdeelstelsel van het Gemeentefonds gewijzigd. Een nieuwe berekening was nodig, omdat de bestaande verdeling scheef 122
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
gegroeid was ten opzichte van de werkelijke kosten die gemeenten maken voor de diverse taakgebieden. Daarnaast moest een oplossing worden gevonden voor de definitiewijzigingen in het kader van de Wet BAG met gevolgen voor recreatiewoningen en capaciteit bijzondere woongebouwen. Met ingang van 2015 worden clusters (taakvelden) logischer ingedeeld. Als gevolg van het groot onderhoud wijzigt de omvang van het Gemeentefonds niet. Wel ontstaan voor individuele gemeenten herverdeeleffecten. Voor onze gemeente pakt het groot onderhoud positief uit en geeft een structurele meeropbrengst van € 597.000. Omdat de herverdeeleffecten door middel van een suppletie-uitkering worden gespreid over 2 jaren, wordt voor het jaar 2015 nog € 291.000 in mindering op onze Gemeentefondsuitkering gebracht. De tweede tranche van het groot onderhoud vindt plaats in de loop van 2014/2015. Dan worden onder meer de clusters Werk & Inkomen en Volkshuisvesting onderzocht. Uiteraard leidt ook deze herijking van het fonds tot herverdeeleffecten en dus financiële risico’s. In de meicirculaire van 2015 worden daarvan de uitkomsten voor 2016 e.v. verwacht. E. Taakmutaties, Integratie- en decentralisatie-uitkeringen De omvang van het Gemeentefonds verandert niet alleen als gevolg van het accres e.d., maar ook als gevolg van taakmutaties, integratie- en decentralisatie-uitkeringen. Het staand beleid van onze gemeente is, dat kortingen worden doorgegeven aan de diensten. Het is aan de dienst om, via een B&W-nota aan te tonen dat zij de korting niet kan opvangen. Aanvullende/positieve bedragen worden gereserveerd en na formele besluitvorming, verwerkt in de budgetten van de diensten. De financiële gevolgen van de onderstaande taakmutaties e.d. (tabel 29) zijn dan ook budgettair neutraal in het resultaat verwerkt (=geen invloed op het financieel meerjarenbeeld). Met ingang van 2015 krijgen gemeenten belangrijke verantwoordelijkheden op het gebied van zorg, jeugd en participatie. De middelen worden vanaf 2015 voor drie jaar verstrekt via een integratieuitkering. Er is daarmee geen sprake van een Deelfonds sociaal domein. Er is voor een integratieuitkering gekozen, zodat de middelen voor de termijn van drie jaar zichtbaar kunnen blijven op de Gemeentefondsbegroting, maar ook omdat de termijn van drie jaar nadrukkelijk is bedoeld als overgangstermijn. Het kabinet wil de middelen vanaf 2018 via de algemene uitkering verstrekken. Aan de integratie-uitkering zijn geen bestedingsvoorwaarden verbonden. Dit betekent dat de middelen behorend bij de nieuwe taken WMO 2015, Jeugdwet en Participatiewet, zoals die per 1 januari 2015 gelden, vrij te besteden zijn voor gemeenten. Dit geeft gemeenten maximale vrijheid om, binnen de kaders van de wetgeving, eigen afwegingen te maken. Voor 2015 zijn de budgetten WMO en Jeugdwet nog gebaseerd op historische uitgaven. In 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. Voor de WMO wordt hierover in de septembercirculaire 2014 mededeling gedaan. Voor de Jeugdwet is de verwachting dat het objectieve verdeelmodel in december 2014 gereed is. Een en ander betekent dat er in 2016 sprake is van herverdeeleffecten. Voor de Participatiewet staan nog geen budgetten in de meicirculaire. Er wordt gewerkt aan een nieuw verdeelmodel. In de septembercirculaire 2014 worden naar verwachting de definitieve bedragen voor onze gemeente bekend gemaakt. De huidige WMO (voor met name huishoudelijke hulp) maakt overigens geen onderdeel uit van de nieuwe integratieuitkering. Conform het regeerakkoord wordt voor 2015 een korting toegepast van landelijk € 465 mln (was oorspronkelijk € 975 mln). In tabel 28 worden de mutaties weergegeven die het gevolg zijn van de meicirculaire. De mutaties zijn opgedeeld in een tweetal rubrieken en worden zo nodig toegelicht.
123
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Tabel 28
Bedragen x € 1.000
Maatregel meicirculaire 2014
2014
2015
2016
2017
A
Integratie- en decentralisatie-uitkeringen
1
Jeugd 2015 Leeuwarden
33.865
-33.865
2
Jeugd 2015 Boarnsterhim
2.347
-2.347
3
WMO alle gemeenten
15.445
-15.445
4
WMO centrumgemeente
53.015
-53.015
5
Integratie WMO correcties tabel 4.2.1
356
-3.553
6
Maatschappelijke opvang 2014 en 2015
64
-381
7
Maatschappelijke opvang 2015 ophoging AWBZ
8
Decentralisatie uitkering vrouwenopvang
9
Vrouwenopvang ophoging AWBZ
10
Mantelzorgondersteuning verbeteren
11
Decentralisatie prov. taken VTH
12
Mutatie invoeringskosten dec. Jeugdzorg
13 14
46
4.642
-4.642
-994
-78
738
-738
2018
-42
-46 300
134
Decentralisatie uitkering gezond in de stad nieuwe aanvulling Decentralisatie uitkering gezond in de stad oud vervallen 2018
-21
43
-134
117
-117 -36
15
Aanpassing budget combinatiefunctionarissen
39
16
Aanpassing budget Centra Jeugd en Gezin
10
B
Taakmutaties
17
Intensivering armoedebeleid 70 mln landelijk (extra t.o.v. 8 ton)
18
Intensivering armoedebeleid 20 mln landelijk
19
Implementatie- en uitvoeringskosten WWB
20
Individuele studietoeslag
72
127
21
Waterschapsverkiezingen
153
-153
22
Uitvoeringskosten participatiewet
33 105.672
73 230 60
Totaal
899
-60 116
68
70
70
70
-110.086
144
7
- = budgetkorting / + = budgettoevoeging
Toelichting: 1 t/m 9 Diverse integratie- en decentralisatie-uitkeringen m.b.t. sociaal domein. De onderhavige bedragen zijn inzet van het sociaal domein en maken onderdeel uit van het raadsvoorstel ‘Financieel kader drie decentralisaties en Amaryllis’, waarover de raad al separaat heeft besloten. 10 Mantelzorg Er zijn voor 2014 extra middelen beschikbaar gesteld om een betere ondersteuning van mantelzorgers te realiseren.
124
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
11 Decentralisatie provinciale taken VTH Vanwege de overdracht van taken aan gemeenten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH), komt extra geld beschikbaar. 12 Invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg De verdeling van deze decentralisatie-uitkering wordt periodiek geactualiseerd. Voor het jaar 2014 zijn extra middelen beschikbaar gesteld. 13 en 14 Gezond in de Stad In het kader van het stimuleringsprogramma Gezond in de Stad (GIDS) ontvangen gemeenten met wijken en buurten met een relatief hoge achterstandsproblematiek GIDS-gelden. Gemeenten kiezen op basis van de lokale en aanwezige problematiek voor hun eigen aanpak. De opzet van het stimuleringsprogramma is te komen tot een samenhangende integrale aanpak van gezondheidsachterstanden op gemeentelijk niveau, die aansluit bij de behoefte van de gemeente. 15 en 16 Combinatiefunctionarissen en Centra voor Jeugd en Gezin De verdeling van deze decentralisatie-uitkeringen wordt periodiek geactualiseerd. Dat is de oorzaak van deze mutaties. 17 en 18 Intensivering armoedebeleid In de decembercirculaire 2013 zijn voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid voor het jaar 2014 en volgende extra middelen aangekondigd. Voor een bedrag van € 800.000 zijn onderhavige middelen in het collegeprogramma 2014-2018 ingezet. Op grond van de daadwerkelijke financiële vertaling, komt in de meicirculaire voor 2014 e.v. structureel € 73.000 extra beschikbaar. Daarnaast komt met ingang van 2015 € 230.000 structureel beschikbaar in verband met de landelijke ophoging van het budget (van € 70 mln naar € 90 mln). Per saldo komt t.o.v. de al ingezette middelen van € 800.000 nog € 303.000 beschikbaar (€ 73.000 + € 230.000). 19 Implementatie- en uitvoeringskosten WWB Voor de implementatie en uitvoeringskosten van de Wet Maatregelen Wet Werk en Bijstand en enkele sociale verzekeringswetten wordt een toevoeging gedaan aan de algemene uitkering. Het wetsvoorstel is ingediend bij de Eerste Kamer. De beoogde inwerkingtreding van deze wet is 1-12015. 20 Individuele studietoeslag In het kader van de Participatiewet is de individuele studietoeslag geïntroduceerd. Dit is een nieuwe vorm van aanvullende inkomensondersteuning die onder bepaalde voorwaarden aan studerenden wordt verstrekt die niet in staat zijn met voltijdsarbeid het wettelijk minimumloon te verdienen. De gemeente stelt hier regels voor op en bepaalt zelf de hoogte en de frequentie van de ondersteuning. In de bedragen is compensatie begrepen voor uitvoeringskosten. 21 Waterschapsverkiezingen Gemeenten krijgen door de nieuwe Wet aanpassing waterschapsverkiezingen in 2015 voor het eerst een rol bij het organiseren van deze verkiezingen, die samenvallen met de verkiezingen voor Provinciale Staten. De extra kosten als gevolg van het combineren van beide verkiezingen wordt gecompenseerd door een toevoeging aan de algemene uitkering. 22 Uitvoeringskosten participatiewet Omdat vanaf 2015 de toegang tot de Wajong wordt beperkt, gaat er een nieuwe groep mensen met arbeidsvermogen onder de Participatiewet vallen. Voor de uitvoeringkosten die op deze nieuwe groep betrekking heeft worden extra middelen aan de algemene uitkering toegevoegd.
125
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3.2.1d Mee- en tegenvallers diensten Met betrekking tot de uitkomsten van de mee- en tegenvallers is op dit moment over de gehele beleidsplan periode sprake van een totaal nadeel van € 742.000 (zie tabel 30 nr. 10). De kosten van areaaluitbreidingen maken daar een substantieel onderdeel vanuit. Per saldo is sprake van een uitzetting van bijna € 900.000. Dit wordt zichtbaar in de component ‘grijs’. De toename in areaal voor grijs (verhardingen en civiele kunstwerken) wordt vooral veroorzaakt door de overdracht van wegen van Provincie en Rijk naar de gemeente (Overijsselse weg, Hendrik Algraweg, Harlingerstraatweg-Oost). In 2013 is hierover bestuurlijke overeenstemming bereikt. De uitwerking van de gemaakte afspraken wordt met een koepelovereenkomst in 2014 definitief bekrachtigd. Overigens wordt bij het toevoegen van areaal (grijs, groen en blauw) als uitgangspunt het kwaliteitsniveau gehanteerd, dat met de gemeenteraad is afgesproken voor vergelijkbare gebieden. Voor de technische staat van verharding geldt het niveau ‘basis’. Voor de technische staat van groen en voor verzorging geldt voor de binnenstad, kantorenhaak en parken het niveau ‘hoog’ en voor de overige gebieden het niveau ‘basis’. Verder is ten opzichte van 2014 het voorcalculatorische rente-omslagpercentage verhoogd van 3,25 naar 3,5%. Per saldo een nadeel van € 368.0000. Tenslotte valt door de overdracht van het buitenonderhoud van gemeenten naar scholen de jaarlijkse storting in de voorziening buitenonderhoud vrij. Het betreft een bedrag van € 338.000. Voor een nadere toelichting op de diverse structurele mee- en tegenvallers van de diensten wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage A Financiële overzichten II. 3.2.1e Nieuw financieel meerjarenperspectief A. Structureel meerjarenbeeld: Na het verwerken van de mutaties in de algemene uitkering, de mee- en tegenvallers van de diensten e.d., ziet de financiële positie er als volgt uit. Er wordt voor de jaarschijf 2018 een overschot verwacht van € 83.000. De meerjarenraming is: Tabel 29 Structureel meerjarenperspectief Eindstand 31/12
2014 7.874
2015 2.409
2016 205
Bedragen x € 1.000 2017 2018 2.988 83
De uitkomst van € 83.000 in 2018 kan samenvattend als volgt worden verklaard: Tabel 30
Bedragen x € 1.000
1
Saldo startpositie (zie tabel 24)
206
2
Resultaat inflatie-compensatie diensten
577
3
Inflatiecorrectie OZB
328
4
Mutaties in de verdeling van het Gemeentefonds
5
Raming nieuwe jaarschijf 2018 Gemeentefonds
-1.418
6
Reservering inflatie 2018
-1.601
7
Uitkomst invoegen uitkering Gemeentefonds Boarnsterhim
8
Suppletie-uitkering OZB
9
Uitkomsten meicirculaire 2014
10
Saldo mee- en tegenvallers diensten
2.838
-82 -228 205 -742
Totaal
83
126
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
B. Incidenteel meerjarenbeeld Na het verwerken van de incidentele mee- en tegenvallers (zie bijlage A Financiële overzichten III) is het meerjarenbeeld van de Algemene Reserve als volgt: Tabel 31 Ontwikkeling Algemene Reserve Eindstand 31/12
2014 12.165
2015 9.180
2016 10.745
Bedragen x € 1.000 2017 2018 13.440 15.253
De stand van de Algemene Reserve wordt voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op € 9,180 mln. Ten opzichte van de prognoses op grond van het collegeprogramma (voorjaar 2014) kunnen de nieuwe uitkomsten als volgt worden verklaard: Tabel 32
Bedragen x € 1.000 2014
2015
1
Analyse ontwikkeling Algemene Reserve Prognose voorjaar 2014 o.b.v. collegeprogramma
13.063
13.675
2
Nieuw stand
12.165
9.180
-898
-4.495
Mutatie reserve positie: Verschillen analyse: A
Vrijval storting in voorziening voormalig personeel
B
Storting in Reserve Sociaal domein
3.000 -4.500
C
Storting in Reserve Grondexploitatie
-3.400
D
Incidentele mee- en tegenvallers (zie voor specificatie: bijlage A)
-2.048
-631
E
Mutatie exploitatie i.v.m. vereffening begrotingssaldi
1.031
1.533
F
Rente
112
1
G
Diversen w.o. boekwaarde verkoop panden
407
H
Doorwerking van afname reserve positie vanuit 2014 Totaal
-898 -898
-4.495
Er is sprake van een aantal substantiële mutaties die onderstaand kort worden toegelicht: Vrijval storting in voorziening voormalig personeel De verhoging van de Algemene Reserve komt tot stand, omdat een begrote storting van € 3,0 mln in de voorziening ‘arbeidsgerelateerde kosten’ niet ten laste van de Algemene Reserve is gebracht, maar ten laste van het rekeningsresultaat 2013. Omdat de onttrekking aan de Algemene Reserve niet meer nodig is valt € 3,0 mln vrij. In de raadsbrief t.b.v. het raadsdebat begroting 2014/ Collegeprogramma 2014 -2018, is een en ander nader toegelicht. Storting in Reserve Sociaal domein Op grond van een risico-inventarisatie is voor het sociaal domein in 2015 een risicobuffer nodig van € 9,0 mln. In de raadsbrief ‘Financieel kader drie decentralisaties en Amaryllis’, is daartoe een uiteenzetting gedaan. Daaruit blijkt dat een bijdrage van € 4,5 mln ten laste van de Algemene Reserve noodzakelijk is. Storting in reserve grondexploitatie In de raadsbrief ‘Rapportage voortgang grondexploitaties 2014’, is gemotiveerd dat ten laste van de reserve grondexploitaties een extra voorziening getroffen moet worden voor verliesgevende grondexploitaties. De Reserve Grondexploitaties is niet toereikend om het totaal van de risico’s op te vangen m.b.t. de negatieve resultaten bij o.a. de grondexploitaties van Grut Palma, Frisia en Newtonpark IV. Er is daardoor een tekort aan weerstandscapaciteit van € 3,4 mln in de Reserve Grondexploitaties. Gelet op de afspraak, dat de Reserve Grondexploitaties de risico’s moet kunnen 127
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
opvangen, is voorgesteld om € 3,4 mln ten laste van de Algemene Reserve over te hevelen naar de Reserve Grondexploitaties. Voor nadere analyse of de beschikbare weerstandscapaciteit toereikend is om de financiële gevolgen van onverwachte gebeurtenissen (risico’s) op te vangen, wordt verwezen naar paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen. 3.2.1f Conclusie Hiervoor zijn de effecten van o.a. de meicirculaire e.d. op het financiële beeld voor de komende meerjarenperiode 2015-2018 geschetst. Het is verheugend te constateren dat alle jaarschijven sluiten. Voor de laatste jaarschijf 2018 is op dit moment sprake van een gering overschot van € 83.000. De omvang van de Algemene Reserve bedraagt in het jaar 2015 ruim € 9,1 mln. Deze omvang is (samen met de post Onvoorzien van € 0,1 mln) voldoende groot om op basis van de huidige inzichten de geïnventariseerde algemene risico’s op grond van de NAR-systematiek, op te kunnen vangen. Voor wat betreft onze structurele en incidentele begrotingspositie is derhalve sprake van een solide en gedegen financiële huishouding. Ondanks voorzichtig economisch herstel, blijven er financiële onzekerheden bestaan en is voorzichtigheid geboden. In deze tijden van bezuinigingen is de opgave dan ook, om de nieuwe ambities genoemd in het collegeprogramma 2014 -2018 ‘Iedereen is Leeuwarden’ ten uitvoer te brengen.
128
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen In deze paragraaf van de beschouwingen over de financiële positie wordt aandacht besteed aan enkele specifieke onderwerpen. 3.2.2a Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën; de schuldpositie De VNG heeft in 2013 het rekenmodel Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën gepubliceerd. De test beoogt inzicht te verschaffen in de houdbaarheid van de gemeentefinanciën bij grote financiële tegenslagen. Kan een gemeente in die omstandigheden nog aan zijn schuldverplichtingen voldoen met instandhouding van de noodzakelijke publieke voorzieningen? Door de gemeenteraad is bij een aantal gelegenheden aangedrongen op het uitvoeren van de genoemde houdbaarheidstest en in deze paragraaf komt de uitvoering van Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën aan de orde. Maar eerst wordt kort de context geschetst waarbinnen deze test geplaatst moet worden: de beheersing van de schuldpositie van de gemeente Leeuwarden. Beheersing van de schuldpositie Het beheersen van de schuld van gemeentelijke overheden is o.a. naar aanleiding van de wet Houdbare Overheidsfinanciën in de belangstelling komen te staan. In de notitie Schuld onder Controle is uitvoerig op dit onderwerp ingegaan. Daarbij is ook aan de orde gekomen waarom het beheersen van de schuld noodzakelijk is: een te hoog opgelopen schuld kan betekenen dat het problematisch wordt om een reëel sluitende begroting te blijven realiseren, vooral als er sprake is van een, al dan niet plotseling, scherp verslechterende financiële situatie. De test van de VNG probeert op die vraag een antwoord te geven: is de schuld te hoog opgelopen waardoor bij een forse financiële tegenslag de financiële positie van de gemeente onhoudbaar wordt? Dat wil zeggen: de schuld loopt ongecontroleerd op ondanks de maximale benutting van de door de test berekende bezuinigingsmogelijkheden. De test is dus gericht op de vraag wat er gebeurt bij een slechtweerscenario. De test leent zich minder goed voor het voorspellen/ramen van de schuldpositie op basis van de meerjarenbegroting en de bijbehorende investeringsvoornemens. Voor een dergelijke raming is iets anders nodig dan de test: een balansprognose. Bij de conclusies naar aanleiding van de test komen we hierop terug. De testopzet De Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën bestaat op hoofdlijnen uit drie onderdelen waarbinnen de volgende gegevens ingevoerd moeten worden: a. de basis: allerlei start- en basisgegevens over de inkomsten, uitgaven, de balans en overige kenmerken van de gemeente Leeuwarden; b. de financiële tegenslag: de mate van terugval in de inkomsten en de stijging van de uitgaven; c. de tegenmaatregelen: hoeveel bezuinigingen worden doorgevoerd als reactie op de financiële tegenslag. Na invoering van de gegevens rekent de test vervolgens uit wat er met de schuldpositie van de gemeente gebeurt over een periode van 10 jaar. In de test zitten allerlei veronderstellingen ingebouwd die niet aangepast kunnen worden: inflatie, groei van de inkomsten, noodzakelijke vervangingsinvesteringen, renteontwikkeling etc. etc. Kort samengevat: Basisgegevens -> financiële tegenvallers -> de tegenmaatregelen -> rekenwerk jaar 1 t/m 10 -> effect op de schuldpositie op middellange termijn (10 jaar). De ontwikkeling van de schuldpositie van de gemeente wordt in de test geschetst aan de hand van de ontwikkeling van de netto schuldquote. Dit kengetal is in de eerdere notitie Schuld onder Controle uitvoerig toegelicht. 129
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Tenslotte moet nog opgemerkt worden dat de test nog niet uitontwikkeld is en dat dus de uitkomsten met de nodige voorzichtigheid beoordeeld moeten worden. De in te voeren gegevens De basisgegevens die ingevoerd moeten worden zijn in het kader van deze notitie minder van belang. Het gaat hierbij om gegevens die rechtstreeks uit onze begroting, balans en jaarrekening overgenomen kunnen worden. Een belangrijk gegeven dat wel ingevoerd moet worden maar niet direct uit onze P&C-documenten kan worden gehaald zijn de uitgaven voor de geplande investeringen in combinatie met de doorloop van investeringen uit voorgaande jaren. Deze gegevens zijn niet standaard opgenomen in de genoemde documenten. De gegevens die ingevoerd moeten worden met betrekking tot de financiële tegenvaller en de reactie daarop in de vorm van een bezuiniging willen we hieronder kort toelichten. Deze in te voeren gegevens vormen in feite het door te rekenen scenario. Het gaat daarbij om de volgende gegevens of variabelen: a. de terugval van de inkomsten in de eerste twee jaar in procenten. Vanaf het derde jaar rekent de test met een niet aan te passen inkomstendaling van 7,5%; b. de tegenvaller in de uitgaven, eveneens in de eerste twee jaar. Vanaf het derde jaar rekent de test met een tegenvaller in de uitgaven van 2%; c. de terugval in de inkomsten uit grondexploitaties in de eerste twee jaar. Hierbij moet worden aangetekend dat bij de basisgegevens voor vier jaar de eigen prognose van opbrengsten van de grondexploitaties moet worden ingevoerd. Hier gaat het om de tegenvaller, de terugval ten opzichte van die prognose. Vanaf het vijfde jaar rekent de test met een eigen verkoopopbrengst gebaseerd op de ingevoerde basisgegevens; d. er is de mogelijkheid om de uitkomst van de opbrengst grondexploitaties vanaf 2018 te corrigeren zodat deze in overeenstemming kan worden gebracht met de eigen prognose. Door middel van deze gegevens wordt ‘de financiële tegenslag’ ingevoerd waar de test verder mee rekent. Welke percentages ingevoerd moeten worden is afhankelijk van de eigen inschatting van wat er aan financiële rampspoed over ons kan komen. Uiteraard volgt op deze financiële tegenslag een reactie: bezuinigingen en/of belastingverhoging. In de test moeten daarom de ook de volgende variabelen ingevoerd worden: e. de benutting van het ombuigingspotentieel. De test gaat er van uit dat het ombuigingspotentieel 5% bedraagt van het totaal van de uitgaven dat als basisgegeven is ingevoerd. Er kan vervolgens aangegeven worden voor hoeveel procent dat potentieel benut wordt c.q. benut moet worden. Hierbij moet nog de volgende kanttekening geplaatst worden. Het ombuigingspotentieel wordt berekend over de uitgaven die zijn ingevoerd als basisgegeven. Het gaat daarbij om de uitgaven exclusief afschrijving, rente en vóór bestemming reserves. Dit betekent bijvoorbeeld dat het verlengen van afschrijvingstermijnen of het versneld afschrijven van kapitaalgoederen (balanssanering) niet als bezuinigingen worden gezien. Ook het verlagen van stortingen in reserves zijn geen bezuinigingen volgens de test. Het gaat dus in de test om het verlagen van uitgaven; f. het verhogen van de belasting door de onbenutte belastingcapaciteit aan te spreken. De zogenaamde ‘onbenutte belastingcapaciteit’ wordt o.a. gebruikt in de artikel 12 procedure; g. de bezuinigingen op de investeringen exclusief de investeringen in grondexploitaties. Het resultaat is afhankelijk van de omvang van de investeringen die eerder bij de basisgegevens zijn ingevoerd; h. de ruimte die nodig is voor nieuw beleid. Dit is feitelijk een negatieve bezuiniging. Het is duidelijk dat wat bij e t/m h ingevoerd kan worden vooral afhankelijk is van de politiekbestuurlijke reactie op de financiële tegenslag.
130
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Het invullen van de gegevens resulteert vervolgens een aantal grafieken. Naast het verloop van de netto schuldquote wordt ook de netto schuld per inwoner berekend. Het slechtweer-scenario Het kiezen van de in te voeren waarden voor de diverse variabelen is natuurlijk enigszins arbitrair. Dat arbitraire karakter kan wat beteugeld worden door onderscheid te maken tussen de twee groepen van variabelen die in gevoerd moeten worden: de financiële tegenvaller en de tegenmaatregelen. In het vervolg van deze paragraaf zullen deze variabelen ingevuld worden. Bij het kiezen van de waardes is steeds uitgegaan van het meest ongunstige slechtweer-scenario. Twee variabelen die betrekking hebben op de financiële tegenslag werken toe naar een percentage waar de test zelf verder mee werkt: een terugval in de inkomsten met 7,5% en een uitgaventegenvaller van 2%. In de twee jaar daaraan voorafgaand kunnen zelf percentages ingevoerd worden. Er kan dan bijvoorbeeld gekozen worden voor een situatie waarin de terugval in inkomsten klimt of daalt naar 7,5% en de uitgaventegenvaller resp. stijgt of daalt naar 2%. In het eerste geval is sprake van een iets gunstiger verloop. In het slechtweer-scenario daalt de inkomstentegenvaller naar de testwaarde van 7,5%. Er is gekozen voor een daling van 12,5% in het eerste jaar en 10% in het tweede jaar. De uitgaventegenvaller volgt dat beeld: in het eerste jaar een tegenvaller van 4% en in het tweede jaar 3%. De terugval in de inkomsten uit grondexploitaties in de eerste twee jaar is eveneens een kwestie van kiezen. In de basisgegevens is vrij vergaand (dat wil zeggen: voor een reeks van jaren) de eigen raming van de opbrengsten ingevoerd en het gaat dus om een terugval ten opzichte daarvan. In een slechtweer-scenario is het meest reëel dat de terugval een stijgend verloop heeft en dat de vraag snel en substantieel uitvalt. De terugval in de inkomsten uit grondexploitaties gaat in het slechtweer-scenario via een halvering van de vraag (opbrengst) in het eerste jaar naar een volledige vraaguitval in het tweede jaar. Het slechtweer-scenario wordt vervolgens compleet gemaakt door de correctie op de modelmatig berekende grondopbrengsten vanaf 2018. Veel gemeenten gaan er, net als wij, van uit dat de resultaten van de grondexploitaties vanaf 2018 weer zullen verbeteren. In het slechtweer-scenario blijft deze correctie achterwege. Tabel 33 Samenvatting slechtweer-scenario
slecht weer 12,5% 10,0%
terugval inkomsten 2014 terugval inkomsten 2015 tegenvaller uitgaven 2014 tegenvaller uitgaven 2015
4% 3%
val inkomsten grondexploitaties 2014 val inkomsten grondexploitaties 2015
50% 100%
correctie opbrengsten grondexploitaties vanaf 2018
€ 0 mln
Het zal duidelijk zijn dat als op deze ontwikkelingen geen beleidsmatige reactie volgt de schuldpositie onhoudbaar wordt. Zonder ingrepen zou de netto schuldquote in een doorgaande lijn tot 200% stijgen. Die stijgende lijn kan omgebogen worden door maatregelen te treffen: bezuinigen en/of inkomsten verhogen. 131
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Voor invulling van de omvang van de tegenmaatregelen kan uitgegaan worden van twee mogelijke politiek-bestuurlijke opvattingen: een hogere of een lagere schuldaversie. Een hogere schuldaversie is er dan op gericht om de financiële tegenslag zodanig bij te sturen dat de schuldpositie aan het einde van de testperiode weer in de buurt komt van de beginsituatie. Bij een lagere schuldaversie is een netto schuldquote die het einde van de testperiode hoger is dan aan het begin aanvaardbaar. In het scenario dat hier gepresenteerd wordt is de lat hoog gelegd: de netto schuldquote moet weer terug naar het startniveau. Om dat te bereiken kan er in de test aan de vier knoppen gedraaid worden die hiervoor al eerder zijn genoemd: - de benutting van het berekende ombuigingspotentieel - de onbenutte belastingcapaciteit gebruiken - de investeringen exclusief de grondexploitaties verlagen - ruimte maken voor nieuw beleid (negatieve bezuiniging) Twee van deze knoppen zijn bij het uitvoeren van de test op 0 gezet. Het verhogen van de belastingen binnen de normen van de test is voor de gemeente Leeuwarden niet relevant omdat er naar de artikel 12 norm geen sprake is van ‘onbenutte belastingcapaciteit’. Ter wille van de eenvoud is er ook van uit gegaan dat er geen ruimte voor nieuw beleid noodzakelijk is. Voor het realiseren van het gewenste verloop van de netto schuldquote, de begin- en eindwaarde gelijk, moet dan dus aan de resterende twee knoppen gedraaid worden: bezuinigen op de uitgaven en op de investeringen waarbij uiteraard verschillende combinaties mogelijk zijn binnen bepaalde onderen bovengrenzen. Als niks bezuinigd wordt op de investeringen dan moet 88% van het ombuigingspotentieel op de uitgaven benut worden; worden de investeringen helemaal stop gezet dan kan volstaan worden met een benutting van 57% van het ombuigingspotentieel. In tabel 34 zijn de diverse gegevens uit het voorgaande opgenomen: Tabel 34 nsq begin = nsq eind terugval inkomsten 2014 terugval inkomsten 2015
slechtweer + maatregelen 12,5% 12,5% 10,0% 10,0%
tegenvaller uitgaven 2014 tegenvaller uitgaven 2015
4% 3%
4% 3%
50% 100%
50% 100%
correctie opbrengsten grondexploitatie vanaf 2018 onbenutte belastingcapaciteit structurele ruimte extra uitgaven
€ 0 mln € 0 mln € 0 mln
€ 0 mln € 0 mln € 0 mln
benutting ombuigingspotentieel ombuiging investeringen excl. grondexploitaties
88% 0%
57% 100%
val inkomsten grondexploitaties 2014 val inkomsten grondexploitaties 2015
132
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
In de onderstaande grafiek wordt het verloop van de netto schuldquote (de lijn) en van de netto schuld per inwoner (de staafjes) weergegeven bij de combinatie 50% ombuiging op de investeringen en de dan noodzakelijke benutting van het ombuigingspotentieel van minimaal 73%. Om een indruk te geven om wat voor bedragen het dan gaat: het benutten van 73% van ombuigingspotentieel betekent een bezuiniging van € 12,6 miljoen structureel ten opzichte van uitgaven die in de test zijn ingevoerd. Figuur 9
De conclusies Na van dit alles kennis te hebben genomen is de vraag natuurlijk welke conclusies hier uit getrokken moeten worden. Uit de test blijkt dat het binnen de kaders van de test haalbaar is om na een forse financiële tegenvaller de schuldpositie naar de beginsituatie terug te brengen. Binnen het denkraam van de test is er bij de gemeente Leeuwarden dus sprake van houdbare gemeentefinanciën: de stijgende schuldontwikkeling kan door bezuinigingen omgebogen worden. Er moet daarvoor uiteraard fors gesneden worden in de uitgaven en/of de investeringen maar de schuldpositie is niet zodanig dat deze ondanks die bezuinigingen toch oploopt. Zoals al eerder aangegeven kan in de test de eigen meerjarenraming niet doorgerekend worden. De test is gericht op het doorrekenen van een slechtweer-scenario. Het effect van de voorgenomen beleidsmaatregelen zoals die in meerjarenbegroting zijn opgenomen op de schuldpositie kan dus met behulp van deze test niet worden bepaald; dat is ook niet het doel van de test. Voor het beheersen van de schuldpositie is het echter wel van belang om het effect van het wijzigen van het (voorgenomen) beleid op de schuldpositie te kunnen vaststellen. Ook daar is door de gemeenteraad om gevraagd: inzicht in de schuldontwikkeling als gevolg van de keuzes die gemaakt worden in het kader van de vaststelling van de begroting en de daarmee samenhangende investeringen. Om dat te kunnen is het noodzakelijk om de begroting, te vertalen in een prognose van de balans. Het verschil tussen de test en balansprognose laat zich het beste illustreren aan de hand van het volgende voorbeeld. In de test zijn de uitgaven voor de voorgenomen investeringen voor 2014 en 2015 verwerkt. In 2015 hebben die een piek door de afspraken die enkele jaren geleden zijn gemaakt met de provincie over de betalingen voor de investeringen in de bereikbaarheid van Leeuwarden en het RSP-pakket. Uit de test blijkt dat de schuld oploopt maar dat is in de test het resultaat van die piek in de investeringsuitgaven én van de gevolgen van het slechtweer-scenario. Wij willen echter naar toe een situatie waarin de schuldontwikkeling in beeld 133
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
wordt gebracht als gevolg van de beslissingen die in het kader van begroting hebben plaatsgevonden zonder dat dit vermengd wordt met een slechtweer-scenario. Maar uit het voorbeeld wordt ook duidelijk dat het sturen op de schuldontwikkeling in het licht van de vaststelling begroting complexer kan zijn dan op het eerste gezicht lijkt. De beslissingen over bijvoorbeeld de Haak om Leeuwarden, de aquaducten, de Westelijke invalsweg e.d. zijn een aantal jaren geleden genomen maar de daadwerkelijke uitgaven vinden in 2014 en vooral 2015 plaats. De schuldontwikkeling in 2015 is dus een gevolg van besluiten uit 2009 of eerder. Dit alles brengt ons tot de volgende conclusies met betrekking tot de resultaten van de Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën: 1. De Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën van de VNG kan gebruikt worden om na te gaan of de ontwikkeling van de schuldpositie reden tot zorg geeft. Er is geen reden voor zorg zolang door middel van benutting van het bezuinigingspotentieel binnen de kaders van de test de schuldontwikkeling bijgestuurd kan worden naar het startniveau. 2. Het resultaat van de test geeft aan dat de schuldpositie van de gemeente Leeuwarden geen aanleiding tot zorg is. In een slecht-weer-scenario kan door middel van bezuinigingen die qua omvang binnen de kaders van de test blijven, de ontwikkeling van de schuld naar een dalend verloop omgebogen worden zodat deze uitkomt op het niveau van de beginsituatie. 3. Voor het beheersen van de schuldpositie is het noodzakelijk om op basis van de (meerjaren)begroting ook een prognose van de balans op te stellen. Langs deze weg kan bij de jaarlijkse bepaling van de financiële positie naast een sluitende exploitatie geleidelijk aan ook, indien nodig, gestuurd worden op een beheersbare schuldontwikkeling. De test is minder geschikt als aanvullend sturingsinstrument bij het beoordelen van de financiële positie en het opstellen van de meerjarenraming. Het jaarlijks werken met balansprognoses biedt, zoals gezegd, wel mogelijkheden om tot de gewenste sturing op schuldpositie te komen. Wij zullen daarom opdracht verstrekken aan de ambtelijke dienst om een dergelijke werkwijze te ontwikkelen zodat met in gang van de begroting 2016 een start gemaakt kan worden met deze nieuwe werkwijze. Daarnaast kan -bijvoorbeeld als onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen- de test periodiek toegepast worden om inzicht te krijgen in de gevoeligheid van onze schuldpositie voor tegenvallende economische ontwikkelingen. Tenslotte wordt hieronder nog kort de schuldpositie van de gemeente Leeuwarden weergegeven op basis van gegevens tot en met de jaarrekening 2013. De schuldpositie 2013 In vervolg op de notitie Schuld onder Controle wordt de schuldpositie van de gemeente Leeuwarden geschetst aan de hand van de kengetallen netto schuldquote en de voorraadquote. De netto schuldquote is in 2013 uitgekomen op 84,4%6 en dat is ten opzichte van 2012 een lichte stijging. De voorraadquote is ook gestegen ten opzichte van 2012 en iets meer dan de netto schuldquote waardoor de schuld (als percentage van de inkomsten) die niet gerelateerd is aan de grondvoorraad is gedaald ten opzichte van 2012. In figuur 10 is het (nieuwe) verloop van de netto schuldquote, de voorraadquote en het saldo van die twee weergegeven:
6
De netto schuldquote is over de reeks van jaren lager dan in de notitie Schuld onder Controle is gepresenteerd. In eerdere
berekeningen werden de voorzieningen als schuld meegenomen maar in de laatste versie van de test worden de voorzieningen tot het eigen vermogen gerekend en niet tot de schulden. Om de aansluiting met de test te behouden zijn bij de berekening van de schuldquote de voorzieningen daarom niet meer meegeteld met de schulden. Daardoor daalt de netto schuldquote met enkele procentpunten over de reeks van jaren.
134
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Figuur 10
3.2.2b Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Onder deze verplichtingen moet worden verstaan de aanspraken van het huidige dan wel het voormalige personeel op (toekomstige) uitkeringen. Op grond van de gemeentelijke boekhoudvoorschriften mag voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen alleen een voorziening worden gevormd als zij van jaar op jaar een sterk wisselende omvang hebben. Per 1 januari 2015 zijn voor het opvangen van arbeidskosten gerelateerde verplichtingen de volgende financiële middelen beschikbaar: Tabel 35
Bedragen x € 1.000
Soort verplichting
Voorziening arbeidsgerelateerde kosten7: Pensioenen voormalige bestuurders Wachtgeld voormalige bestuurders Uitkeringen FPU Uitkeringen voormalig personeel Wachtgeld flankerend beleid Overgangsregeling voormalig brandweerpersoneel
Omvang voorziening per 1-1-15
Opgenomen in exploitatie 2015
5.387 220 22 3.075 n.v.t. n.v.t.
373
77 29 751
3.2.2c De financiering De betaalde rente aan derden en de bespaarde rente op het eigen vermogen en de voorzieningen wordt, onder aftrek van de ontvangen rente, toegerekend aan de investeringen. De omslagrente die wordt gehanteerd voor de toerekening van rente aan de investeringen en de bespaarde rente op reserves en voorzieningen bedraagt 3,5%. Voor enkele investeringen wordt een afwijkend
7
De voorziening pensioenen voormalige bestuurders is bij de jaarrekening 2013 toegevoegd aan de voorziening arbeidskosten
gerelateerde voorzieningen. In de bedragen voor pensioenen voormalige bestuurders en wachtgeld voormalige bestuurders zijn tevens opgenomen de verplichtingen ten aanzien van voormalige bestuurders van de gemeente Boarnsterhim.
135
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
percentage gehanteerd zoals dat is vastgesteld bij de destijds door de gemeenteraad genomen investeringsbeslissing. Het omslagpercentage, ook wel rekenrente genoemd, wordt zoveel mogelijk constant gehouden om voortdurende herberekening van kapitaallasten van investeringen te voorkomen en het maken van resultatenanalyses te vergemakkelijken. Na toerekening van de rente via de methodiek van de renteomslag aan diverse programma’s resteert altijd een saldo. Dit resultaat is opgenomen onder de algemene baten en lasten in programma Bestuur en middelen. Tabel 36
Bedragen x € 1.000
Renteomslag Omschrijving
lasten
Baten
Rentelasten rente langlopende geldleningen
13.152
rente langlopende geldleningen nieuw
1.893
rente kortlopende geldleningen
661
Bespaarde rente reserves en voorzieningen
3.270
saldo financieringsfunctie
1.112
Rentebaten rente van kapitaalverstrekkingen aan derden
507
Totalen
20.088
507
Renteomslagberekening Activa voor de renteomslag Totale boekwaarde investeringen
538.730
buiten de omslag te houden: kapitaalverstrekkingen aan derden
-11.763
Activa met vaste rente
-222.653
Subtotaal
-234.416
Totaal activa waarover de rente wordt verdeeld
304.314
Totaal rentelasten
20.088
Totaal rentebaten
-/- 507
Vaste rente van investeringen
-/- 8.930
per saldo te verdelen over de activa
10.651
Renteomslagpercentage: - te verdelen rente
10.651
- om te slaan over activa met een waarde van
304.314
Omslagpercentage
3,50%
3.2.2d De stand en het verloop van de reserves Het verwachte verloop van de AR is toegelicht in paragraaf 3.2.1 Van begroting 2014 naar begroting 2015. Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de overige reserves is opgenomen in bijlage B Verloop reserves en voorzieningen.
136
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3.2.2e De stand en ontwikkeling van de voorzieningen Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de voorzieningen is opgenomen in bijlage B Verloop reserves en voorzieningen. 3.2.2f Het aandeel van de gemeente Leeuwarden in het EMU-tekort In het verdrag van Maastricht is vastgelegd dat het EMU-tekort (het gezamenlijk begrotingstekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen) van een bepaald land dat behoort tot de Europese Monetaire Unie (EMU) niet hoger mag zijn dan 3% van het Nationaal Inkomen van het betreffende land. Dit is afgesproken om een ‘harde’ Euro te garanderen. In 2003 is gebleken dat het EMU-tekort van Nederland over de grenswaarde van 3% ging. Een belangrijk deel van dit tekort werd veroorzaakt door de lokale overheden. Daarom zijn er tussen het kabinet enerzijds en de VNG, het IPO en de UvW anderzijds afspraken gemaakt om het aandeel van de lokale overheden in het EMU-tekort te beheersen. Een van die afspraken behelst een betere informatievoorziening met betrekking tot het aandeel van het tekort dat door de lokale overheden wordt veroorzaakt. Daartoe moet met ingang van het begrotingsjaar 2006 in de gemeentebegrotingen een door het Rijk ontworpen model worden opgenomen, waarin het aandeel dat een betreffende gemeente in het EMU-tekort veroorzaakt, wordt berekend. Volgens de regels van het stelsel van lasten en baten heeft de gemeente een sluitende begroting. Via het door het Rijk opgestelde model moeten de cijfers van de gemeente worden omgezet naar het door het Rijk gehanteerde kasstelsel om de cijfers van het Rijk en die van de lagere overheden te kunnen samenvoegen. Als gevolg van de crisis wordt thans door de meeste landen de norm van 3% overschreden. Ook Nederland overschrijdt de norm. Zoals uit het volgende model blijkt is het aandeel in het EMU-tekort dat door de gemeente Leeuwarden wordt veroorzaakt € 19,3 mln in 2013, Over de jaren 2014 en 2015 is daarentegen sprake van een overschot van € 1,4 mln. Tabel 37 2014 Volgens realisatie begroting 2014 1
2 3 4 5
6
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 137
Bedragen x € 1.000 2015 2016 Volgens Volgens begroting meerjaren2015 raming in begroting 2015
317
-3.758
-3.758
4.429
14.696
14.696
7.467
11.318
11.318
-8.787
-29.984
-29.984
0
0
0
552
8.157
8.157
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
7
8
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord
9 10
11 a
Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
2014 Volgens realisatie begroting 2014
2015 Volgens begroting 2015
2016 Volgens meerjarenraming in begroting 2015
-7.832
-11.138
- 11.138
1.807
9.645
9.645
-4.340
-10.257
-10.257
0
0
0
0
0 0 nee
nee
nee
- 7.021
-11.320
-11.320
b
138
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
3.2.3 Meerjarenraming Tabel 38 Meerjarenraming lasten Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Bedragen x € 1.000 Raming Raming 2017 2018
10.663 21.345 42.203 130.239 6.311
11.331 24.890 46.365 139.201 6.525
11.061 52.930 123.247 111.057 6.586
11.496 24.006 40.989 109.234 6.437
10.516 23.818 40.766 109.234 6.006
10.216 23.511 40.345 109.009 5.906
FYSIEK Economie en toerisme Wonen en milieu Infrastructuur en mobiliteit Ruimtelijke ordening Beheer leefomgeving
47.423 25.054 7.564 1.798 37.057
38.477 26.536 7.886 2.059 41.952
33.810 25.089 7.883 1.996 43.108
33.490 24.425 8.801 1.949 43.483
33.390 24.425 8.686 1.949 43.716
31.938 24.425 8.765 1.849 44.130
VEILIG
13.864
11.092
11.070
10.812
10.553
9.753
BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Algemene baten en lasten
11.751 56.376
9.024 41.604
9.141 27.093
8.764 17.052
8.731 17.675
8.331 16.112
411.648
406.942
464.071
340.938
339.465
334.290
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
704 4.968 3.748 104.530 30
232 3.516 3.051 110.564 15
212 4.129 4.013 83.643 130
212 3.355 2.831 83.643 215
212 3.353 2.831 83.643 0
212 3.351 2.831 83.643 0
42.654 15.676 5.235 139 16.254
34.787 18.296 5.447 86 18.003
28.637 19.330 5.246 76 17.073
28.566 18.733 5.790 51 17.334
28.566 18.733 5.790 51 17.334
28.566 18.733 5.790 51 17.334
2.308
275
123
123
123
123
BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Algemene baten en lasten
3.935 211.467
405 212.264
539 300.923
404 179.685
404 178.430
404 173.257
Totaal baten
411.648
406.941
464.074
340.942
339.470
334.295
Programmaonderdelen SOCIAAL Cultuur Jeugd en onderwijs Sociaal maatschapp. ontwikkeling Werk en inkomen Sport
Totaal lasten
Tabel 39 Meerjarenraming baten Programmaonderdelen SOCIAAL Cultuur Jeugd en onderwijs Sociaal maatschapp. ontwikkeling Werk en inkomen Sport FYSIEK Economie en toerisme Wonen en milieu Infrastructuur en mobiliteit Ruimtelijke ordening Beheer leefomgeving VEILIG
139
Bedragen x € 1.000 Raming Raming 2017 2018
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Alfabetische lijst met afkoringen AR
Algemene Reserve
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AZ
Algemene Zaken
GR SW
Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
GRP
Gemeentelijk Rioleringsplan
BBZ
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen
GS
Gedeputeerde Staten
BCF
BTW Compensatiefonds
GSB
Grote Steden Beleid
BDU
Brede Doel Uitkering
GVVP
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan
BGT
Basisregistratie Grootschalige Topografie
HCL
Historisch Centrum Leeuwarden
BNG
Bank voor Nederlandse Gemeenten
HUP
Handhavingsuitvoeringsplan
BO
Bijzonder Onderwijs
HVD
Hulpverleningsdienst
BOR
Beheer Openbare Ruimte
IAU
Incidentele Aanvullende Uitkering
BOSL
Bestuurlijk Overleg Stadsregio Leeuwarden
IBB
Incidentele Bijzondere Bijstand
BTW
Belasting van de Toegevoegde Waarde
ICT
Informatie Communicatie Technologie
BUIG
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten
IOAW
BZK
Binnenlandse Zaken
Inkomensregeling voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers
CS
Concernstaf
IOAZ
CIZ
Centrum Indicatiestelling Zorg
Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
CJIB
Centraal Justitieel Incassobureau
IPO
Interprovinciaal Overleg
CV/BV
Commanditaire Vennootschap/Besloten Vennootschap
ISI
Impuls Sociale Investeringen
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
IU
Integratie-uitkering
DSOB
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
KBNL
Kredietbank Nederland
DU
Decentralisatie-uitkering
KCC
Klant Contact Centrum
EMU
Economische en Monetaire Unie
KRW
Kaderrichtlijn Water
EN
Economisch nut
LAP
Landelijk Afvalstoffenplan
EPC
Energieprestatiecoëfficiënt
LEJA
Leeuwarder Educatieve Jeugd Agenda
FEC
Financieel Expertise Centrum
LHR
Leeuwarden Historische Reeks
FIDO
Financiering Decentrale Overheden
LPF
Leeuwarder Papier Fabrieken
FLO
Functioneel Leeftijdsontslag
MAD
Milieu Advies Dienst
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden
MCC
Multi Cultureel Centrum
FVC
Friese Voetbal Club
MER
Milieueffectrapportage
GEM
Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij
MFC
Multifunctioneel Centrum
140
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MIP
Meerjaren Investeringsprogramma
VFG
Vereniging Friese Gemeenten
MJOP
Meerjaren Onderhoudsprogramma
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
MN
Maatschappelijk nut
VROM
MO
Maatschappelijke Ondersteuning
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
MOP
Meerjaren Ontwikkelingsprogramma
VZ
Verslavingszorg
MPI
Meerjarenprogramma Infrastructuur
W&I
Werk en Inkomen
MTO
Medewerkertevredenheidsonderzoek
WABO
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
NAR
Nederlands Instituut voor Risicomanagement
WAJONG
Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten
OBL
Ontwikkelbedrijf Leeuwarden
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
PPS
Publiek-Private Samenwerkingsverband
WIJ
Wet Investeren in Jongeren
RMC
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Jongeren
WIW
Wet Inschakeling Werkzoekenden / Westelijke Invalsweg
RSP
Regio Specifiek Pakket
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
RUD
Regionale Uitvoerings Dienst
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
SIMON
Samenwerkingsverband Informatisering Monumentenzorg
WPG
Wet Publieke Gezondheid
WRO
Wet Ruimtelijke Ordening
SIOF
Strategisch Investerings- en Ontwikkelingsfonds
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening / Waarborgfonds Sociale Woningbouw
SMART
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden
WWB
Wet Werk en Bijstand
WWIK
Wet Werk en Inkomen Kunstenaars
SMO
Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling
WWNV
Wet Werken Naar Vermogen
SNN
Samenwerkingsverband Noord Nederland
SO
Speciaal Onderwijs
TK
Taakmutatie
UCF
University Campus Fryslân
UvW
Unie van Waterschappen
UWV
Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekering
141
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
142
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Bijlagen
143
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
144
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN Bijlage A
Financiële overzichten I. II. III. IV.
147
Startpositie na raadsbehandeling november 2013 Mee- en tegenvallers structureel Mee- en tegenvallers incidenteel Eindoverzicht
148 149 160 164
Bijlage B
Verloop reserves en voorzieningen
167
Bijlage C
Investeringsoverzicht 2015 e.v.
171
Bijlage D
Overzicht subsidies instellingen
179
Bijlage E
Bijlage F
I.
Overzicht Incidentele lasten en baten
186
II.
Overzicht Structurele stortingen in en onttrekkingen aan Reserves
188
Monitor bezuinigingen
189
145
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
146
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
BIJLAGE A OVERZICHT MEE- EN TEGENVALLERS I. II. III. IV.
Startpositie Mee- en tegenvallers structureel Mee- en tegenvallers incidenteel Eindoverzicht
147
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
I Startpositie na raadsbehandeling november 2013 Bedragen x € 1.000 Meerjarenperspectief 1
Startpositie
2014 7.028
2015 7.028 -5.968
2016 1.060 -1.494
2017 -434 434
Eindstand 31/12
7.028
1.060
-434
0
0
2014 13.147
2015 13.302
2016 14.596
2017 15.984
2018 16.903
13.147 427 761 681 86 -8.828
13.302 432 761 681 86 -1.726
14.596 474 761 681 86 -180
15.984 519 761 681 86 -1.128
16.903 549 761 681 86 0
7.028 13.302
1.060 14.596
-434 15.984
0 16.903
0 18.980
Mutaties vlgns. meerjarenraming
Ontwikkeling Algemene Reserve Startpositie
1 2 3 4 5
Gecorrigeerde stand per 1 januari Rentetoevoeging Rentesurplus overige reserves Reguliere storting Vermogenswinsten Diverse mutaties uit voorgaande begrotingen + moties Structureel begrotingsresultaat Eindstand 31/12
148
2018 0
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
II Mee- en tegenvallers structureel Bedragen x € 1.000 Nr.
Dienst/omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
Toelichting
Gemeentefonds 1.1
Uitkomsten septembercirculaire
1.2
Effecten begrotingsafspraken 11-10-2013
1.3
Actualisatie diverse maatstaven
1.4
1.5
-1.721
-927
-1.344
-760
-500
1.200
150
150
150
1.256
-834
998
Op 11 oktober 2013 heeft het kabinet nadere afspraken gemaakt met de fracties van D66, CU en SGP en de coalitiefracties over de begroting 2014 e.v. Deze afspraken werken op grond van de "trap op trap af systematiek" ook door in het Gemeentefonds. De doorwerking is per saldo positief en resulteert voor onze gemeente in een bedrag van afgerond € 1,0 mln in 2017. In de brief aan de gemeenteraad van oktober over de uitkomsten van de septembercirculaire 2013 en begrotingsafspraken 2014, is een en ander nader toegelicht. In de mei-/junicirculaire zijn de financiële effecten van de begrotingsafspraken daadwerkelijk doorvertaald naar onze gemeente (zie onderstaande mutatie 1.14). 1.268
Betreft aanpassingen van diverse lokale variabelen zoals woningen, inwoners, leerlingen, bijstandsaantallen e.d.
Voor de nieuwe jaarschijf 2018 wordt voor het berekenen van de hoogte van de algemene uitkering de meest actuele uitkeringsfactor geraamd. Hierin zijn ondermeer ook de accressen inbegrepen, waaruit de loon- en prijsstijgingen en de -1.418 kosten van areaal uitbreidingen gecompenseerd zouden moeten worden. Door de "trap op trap af systematiek" is door Rijksbezuinigingen echter sprake van een daling van de uitkeringsfactor in 2018 hetgeen resulteert in een nadeel van ruim € 1,4 mln.
Uitkeringsfactor 2018
Vrijval reserveringen inflatie GF
Betreft de financiële uitkomsten van het doorrekenen van de septembercirculaire 2013. De gemeenteraad is hierover separaat in oktober jl. geïnformeerd.
De binnen de algemene uitkering gereserveerde stelposten voor o.a. loon- en prijsontwikkelingen vallen vrij ter dekking van de ontwikkeling bij de diensten e.d.
2.503
149
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
1.6
Reservering inflatie
1.7
2014
2015
2016
Bijstelling suppletie-uitkering OZB
1.9
Herindelingsbijdrage
1.10 Inbreng mutaties Boarnsterhim
2018
Toelichting
-2.801 Betreft de reservering van de loon- en prijsstijgingen in 2018.
Bijstelling nominale ontwikkelingen
1.8
2017
400
22
1.521
203
-5
400
-4
De accressen verslechteren door o.a. lagere loon- en prijsontwikkelingen op de Rijksbegroting. Op grond hiervan zijn 400 ook onze gemeentelijke prognoses voor inflatie neerwaarts bijgesteld. In 2006 is de mogelijkheid om OZB te heffen voor het gebruikersdeel van woningen afgeschaft. Vanuit de gedachte -241 dat geen enkele gemeente er op achter uit mocht gaan is een zogenaamde suppletie-uitkering in het leven geroepen. Deze tijdelijke regeling wordt door het Rijk afgebouwd. Als gevolg van de herindeling met de gemeente Boarnsterhim, wordt een herindelingsbijdrage ontvangen.
-1.521
-212
11
-84
De verhoging van de algemene uitkering als gevolg van de herindeling met Boarnsterhim is oorspronkelijk globaal geraamd op een toename van € 9,3 mln. Op basis van concrete maatstaf gegevens van het ministerie van BZK en onze eigen aannamen ontstaan over de jaren nog enige financiële mutaties. Per saldo is sprake van een neerwaartse bijstelling van € 82.000.
Meicirculaire 2014
1.11 Uitkomst groot onderhoud Gemeentefonds
597
Suppletie-uitkering a.g.v. groot onderhoud Gemeentefonds
-291
1.12
291
150
Met ingang van 2015 is een groot deel (eerste tranche) van het verdeelstelsel van het Gemeentefonds gewijzigd. Voor de gemeente Leeuwarden pakt het groot onderhoud gunstig uit en geeft een structurele meeropbrengst van € 597.000. De tweede tranche van het groot onderhoud zal volgend jaar plaatsvinden. Deze herijking zal ook tot herverdeeleffecten leiden. In de meicirculaire van 2015 worden de uitkomsten daarvan verwacht. De herverdeeleffecten van het groot onderhoud worden door middel van een suppletie-uitkering gespreid over 2 jaren. Voor 2015 wordt € 291.000 in mindering op de Gemeentefondsuitkering gebracht.
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
1.13
Dienst/omschrijving
Mutatie in omvang van het Gemeentefonds (accres)
1.14 Stelpost begrotingsakkoord
1.15 Overheveling buitenonderhoud scholen
1.16 NUP
2014
2015
2016
2017
-767
1.853
784
-87
500
-1.200
-150
-150
-1.053
-762
616
151
2018
Toelichting
De algemene uitkering groeit mee respectievelijk daalt mee met de Rijksuitgaven. Het accres wordt voor het jaar 2014 neerwaarts bijgesteld. In de volgende jaren neem de omvang 87 van het fonds toe, omdat de relevante Rijksuitgaven stijgen. Per saldo is de uitkomst voor onze gemeente € 1,87 mln positief. Door het kabinet zijn vorig jaar in oktober nadere afspraken gemaakt over de Rijksbegroting 2014 e.v. Deze afspraken hadden een positieve doorwerking op het Gemeentefonds. Onze gemeente heeft indertijd in de financiële positie geanticipeerd op deze ontwikkeling. De daadwerkelijke gevolgen van het begrotingsakkoord zijn nu daadwerkelijk in de meicirculaire verwerkt. Hierdoor kan de stelpost vervallen. (Zie vorenstaand nr. 1.2.) Met ingang van 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen (PO en SO) over van gemeenten naar schoolbesturen. Om die reden worden middelen uit het Gemeentefonds gehaald. Voor onze gemeente betekent dit een korting van € 1,053 structureel. Deze korting wordt in onze begroting gedeeltelijk gecompenseerd door het wegvallen van de jaarlijkse storting van € 338.000 in de voorziening buitenonderhoud (zie nr. 6.6 dienst Welzijn op deze lijst). In 2015 worden de door het Rijk voorgefinancierde middelen (€ 616.000) in verband met het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-Overheid (NUP) via het Gemeentefonds uitgenomen en terugbetaald. Voor de terugbetaling heeft binnen onze gemeente een reservering plaatsgevonden van € 616.000 waardoor e.e.a. gemeentebreed budgettair verloopt (zie lijst incidentele mee- en tegenvallers nr. 3.4. dienst AZ). Daarnaast worden in 2015 gelden ten laste van het Gemeentefonds gebracht in verband met de ICT ondersteuning die het Kwaliteitsinstituut Nederlandse
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
Toelichting Gemeenten (KING) gaat bieden. Voor onze gemeente betekent de uitname een korting van € 146.000 structureel.
1.17 Centralisatie inkoop E-boeken bibliotheken
1.18 Mutaties verdeling Gemeentefonds
1.19
-51
418
489
-7
-804
-9
In 2011 is besloten om de inkoop van E-boeken door bibliotheken te centraliseren. Daarbij hoort ook een uitname uit de algemene uitkering, omdat de lokale bibliotheken deze taak niet meer uit gaan voeren. De uitname vindt plaats met ingang van 2015, als de Wet stelsel openbare -10 bibliotheekvoorzieningen in werking treedt. Gezien de al voorgenomen structurele taakstelling van € 460.000 in verband met de herinrichting van de bibliotheekfunctie in 2017 (collegeprogramma 2014 – 2018), is de onderhavige taakmutatie op grond van het voorzichtigheidsprincipe, vooralsnog ten laste van het algemeen gebracht.
12
De mutaties op deze regel hebben vooral betrekking op de bijstelling van de lokale aantallen van de maatstaven die worden gebruikt van voor de verdeling van de algemene -101 uitkering, zoals inwoners, bedrijfsvestigingen, belastingcapaciteit e.d. Per saldo resulteert in 2018 een gering voordeel van € 14.000.
Decentralisatie- en integratie-uitkeringen en taakmutaties
899
105.672
-110.086
144
Totaal Gemeentefonds
703
107.575
-110.978
610
De mutaties op deze regel zijn het totaal van de taakmutaties en de decentralisatie uitkeringen die door het Rijk worden 7 doorgevoerd vanuit het Gemeentefonds. De financiële gevolgen zijn budgettair neutraal in het resultaat verwerkt (zie mutatie 2.9 Concernstaf). -2.809
Concern
2.1
Septembercirculaire 2013: dualiseringskorting
Het wetsvoorstel om tot minder raadsleden te komen is afgewezen. De betreffende korting op het Gemeentefonds is in de septembercirculaire 2013 echter wel blijven staan. Omdat de korting niet geëffectueerd kan worden ontstaat een nadeel. In de brief aan de raad van oktober 2013 over de uitkomsten van de septembercirculaire en begrotingsafspraken 2014 is
-103
152
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2.2
Septembercirculaire 2013: vrijval stelpost
2.3
Nominale ontwikkelingen
2.4
Voorcalculatie rente
2.5
2.6
Verkoop aandelen Attero
Vrijval stelpost reservering inflatie brandweer
2014
2015
2016
2017
Toelichting e.e.a. uiteengezet. In oktober jongstleden is de financiële positie mede naar aanleiding van de septembercirculaire geactualiseerd en is de gemeenteraad over de uitkomsten geïnformeerd. Voor het opvangen van de doorwerking van de Rijksbezuinigingen was € 2,5 mln gereserveerd. Deze stelpost valt vrij. De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loonen prijsontwikkelingen. Ten opzichte van het begrotingsjaar 2014 is het voorcalculatorische rente-omslagpercentage verhoogd van 3,25% naar 3,5%. Een aantal ontwikkelingen, waaronder herziening rente-omslagpercentage De Zuidlanden, is van invloed hierop. Het effect van de verhoging van het omslagpercentage leidt tot een hogere rente over de activa ter grootte van € 368.000.
2.500
19
2018
-83
-368
-6
Als gevolg van de voorgenomen aandelen Attero dalen de dividendopbrengsten. De met de verkoop te realiseren opbrengst wordt in de Algemene Reserve gestort.
55
In verband met de overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio Fryslân (VRF) per 1 januari 2014 is in de begroting 2014 een stelpost van € 126.000 structureel opgenomen voor inflatie. Op dat moment was er nog geen duidelijkheid over de jaarlijks te betalen bijdrage aan de VRF voor het onderdeel brandweer. Inmiddels is de bijdrage voor 2014 en verdere jaren bepaald. Daarbij is ook rekening gehouden met een component inflatie. De stelpost kan derhalve vrijvallen. Dit levert een structureel voordeel op dat oploopt tot een bedrag van € 58.000 in 2017.
-10
6
153
7
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2.7
Kosten streekagenda
2.8
Herindelingsbijdrage 2014
2.9
Decentralisatie, integratie en taakmutaties
2014
2015
2016
2017
2018
Vanaf 2014 is het provinciale Plattelandsprojecten getransformeerd naar Streekagenda's. Leeuwarden leverde een bijdrage aan Plattelandsprojecten via het fonds van de Stadsregio. In de Stadsregio is eind december besloten de bijdrage die tot 2014 was gereserveerd voor Plattelandsprojecten niet om te zetten naar een bijdrage aan de Streekagenda. In de begroting 2014 is nog geen rekening gehouden met het reserveren van € 14.500 voor de Streekagenda 2014-2020. Leeuwarden is deelnemer aan de Streekagenda omdat door samenwerking op streekniveau de leefbaarheid van de streek kan worden verbeterd. Ook biedt het kansen op het beter benutten van financieringsmogelijkheden. De projectkosten van de herindeling met de gemeente Boarnsterhim zijn voorgefinancierd. De bijdrage wordt verrekend met de al geraamde inkomsten.
-15
-1.521
1.521
-899
-105.672
118
-578
Toelichting
110.086
-144
De mutaties op deze regel betreffen het totaal van de taakmutaties en de decentralisatieuitkeringen die door het Rijk -7 worden doorgevoerd vanuit het Gemeentefonds. De financiële gevolgen zijn budgettair neutraal in het resultaat verwerkt (zie mutatie 1.19 Gemeentefonds).
Dienst Algemene Zaken De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loonen prijsontwikkelingen. De kapitaallasten van de afgeschreven investeringen vallen 39 vrij.
3.1
Nominale ontwikkelingen AZ
3.2
Vrijgevallen kapitaallasten
3.3
Kapitaallasten vervangingsinvesteringen
-54
Aanpassing OZB i.v.m. woningbouwpr.
De opbrengst OZB is bijgesteld op basis van een nieuwe meerjarenraming. De stijging is kleiner dan in voorgaande 205 jaren was voorzien. Dit als gevolg van een toenemende leegstand bij de niet-woningen.
3.4
-82
23
154
49
De kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen worden in de meerjarenraming opgenomen.
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
3.5
Inflatiecorrectie belastingen
3.6
Risicovergoeding geldlening
3.7
Aanpassing macro budget facilitaire kosten
3.8
Afschaffing vermissingsleges
3.9
Kosten voormalig personeel VRF
2014
2015
2016
2017
2018
Toelichting
De raming van o.a. de OZB opbrengst wordt jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. Voor 2015 word inclusief een nacalculatie over 2014 uitgegaan van 1,3% inflatie. In 2011 is een garantie verstrekt op een geldlening. Hiervoor wordt jaarlijks een bijdrage voor het risico door de geldnemer betaald. Deze bijdrage was tot op heden niet geraamd. De begrote facilitaire kosten van de dienst AZ fluctueren met de omvang van de gemeentelijke organisatie. Dit betreffen directe kosten voor verbruiksgoederen en salarisverwerking e.d. De formatiewijzigingen, met uitzondering van de generieke bezuiniging 2011- 2017 (krimpoperatie bedrijfsvoering), bedragen per saldo een stijging van ca. 11 fte. De aanpassing van het macrobudget bedraagt dan 11 fte x € 4.333 = € 48.000. Met ingang van 9 maart 2014 zijn als gevolg van een wetswijziging de vermissingsleges voor reisdocumenten komen te vervallen. Dit alles leidt tot een structureel lagere opbrengst van € 77.000. Van dit nadeel kan een bedrag van € 25.000 opgevangen worden door kostenbesparingen, zodat een nadeel van € 52.000 resteert. Met de Veiligheidsregio Fryslân (VRF) zijn in het kader van de regionalisering van de Brandweer per 1 januari 2014 afspraken gemaakt over de kosten van het voormalige personeel van de Brandweer Leeuwarden. In het bijzonder gaat het daarbij om de kosten van het zogenaamde functionele leeftijdsontslag (FLO-regeling). In de begroting 2014 - 2017 zijn voor deze 167 kosten ramingen opgenomen, waarbij er diverse onzekerheden waren. Op basis van de nu bekende gegevens kunnen deze ramingen naar beneden worden bijgesteld. Dit heeft onder andere te maken met de instelling van een egalisatiereserve waardoor de jaarlijks wisselende kosten van het voormalig personeel gelijk getrokken worden over de jaren.
328
32
-48
-52
155
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
3.10 Correctie budget ICT
2015
2016
2017
2018
Toelichting In 2014 is er behoefte aan extra incidenteel budget op het gebied van ICT. Het gaat om een bedrag van € 189.000. Dit wordt gedekt door de toekomstige investeringsruimte met een gelijk bedrag te verlagen waardoor de kapitaallasten met een bedrag van € 12.600 afnemen (zie ook nr. 3.3 onder incidenteel).
13
Dienst Stadsontwikkeling 5.1
Nominale ontwikkelingen
5.2
Stelpost civieltechnische werken
5.3
Kapitaallasten vervangingsinvesteringen
5.4
Vrijval kapitaallasten
98
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loonen prijsontwikkelingen.
-548 -149
-47
-23
41
27
-113 Betreft kapitaallasten vervangingsinvesteringen. Door (volledige) afschrijving op activa verminderen de 255 kapitaallasten.
5.5
Stelpost areaaluitbreidingen 'groen'
42
-135
-35
0
-14
5.6
Stelpost areaaluitbreidingen 'grijs'
47
-138
-81
-138
-366
156
Betreft de jaarlijkse stelpost civieltechnische werken voor investeringen in het programma infra.
Uitbreiding van de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan het openbaar groen. De berekening daarvan geschiedt onder andere op grond van de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode. Uitbreiding van de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan o.a. wegen, kunstwerken, openbare verlichting en bebording. De berekening daarvan geschiedt onder andere op grond van de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode.
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
5.7
Stelpost areaaluitbreiding "blauw"
1
5.8
Rentelasten cultuurgrond Newtonpark/Wytgaard en pachtopbrengsten
6
5.9
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)
2015
9
2016
2017
-36
0
20
5.10 Verkoop pand Nijlânsdyk 122 en Edisonstraat 12
-22
5.11 Aanpassen exploitatie kermissen
-60
157
2018
-34
Toelichting Uitbreiding van de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan sloten, vijvers en grote wateroppervlakken. De berekening daarvan geschiedt onder andere op grond van de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode. Als gevolg van verkoop van een aantal percelen dalen de rentelasten voor de cultuurgronden met € 10.000. De pachtopbrengsten ad € 4.000 worden echter ook niet meer gerealiseerd, waardoor een netto besparing van € 6.000 resulteert. Als gevolg van de implementatie BGT is een structurele besparing mogelijk (door het wegsnijden van taken uit de organisatie) van € 20.000 ingaande vanaf 2016. Vanwege verkoop pand Nijlânsdyk 122 en pand Edisonstraat 12 ontstaat een structureel tekort op de exploitatie van € 22.000, zijnde de wegvallende huuropbrengsten (€ 59.000) minus zakelijke lasten (€ 5.000) en kosten voor onderhoud (€ 25.000) en kapitaallasten (€ 7.000). De exploitatie van de kermissen heeft in de recente boekjaren tot en met 2010 sterk onder druk gestaan en was met name aan de batenzijde fors verliesgevend t.o.v. de begrotingsuitgangspunten. Vanwege de bouwactiviteiten m.b.t. Nieuw Zaailand is in 2011 en 2012 geen zomerkermis door de gemeente Leeuwarden georganiseerd. Dit is gebeurd op basis van politieke besluitvorming. Met ingang van 2013 heeft er weer een zomerkermis plaatsgevonden. Vanwege het feit dat begrotingstechnisch nog steeds van de oorspronkelijke uitgangspunten wordt uitgegaan, is in 2013 een nadelig exploitatiesaldo van circa € 60.000 gerealiseerd Dit tekort wordt vrijwel volledig veroorzaakt doordat de gerealiseerde baten (inschrijvingen) ver onder het niveau van de begroting
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
Toelichting liggen. Dit is al jaren een structurele landelijke tendens. Voorgesteld wordt om tot een herziening van de financiële uitgangspunten over te gaan, waarbij de batenzijde op basis van huidige inzichten structureel met € 60.000 naar beneden wordt bijgesteld.
5.12 Wetterskip heffing verhardingen
5.13 Huur Stadsring 5.14
Hogere opbrengsten gronden niet complex gebonden
5.15 Financiële consequenties FUMO
Het Wetterskip Fryslân heeft een nieuwe toedelingsverordening vastgesteld met als gevolg dat de openbare verharde wegen in de gemeente vanaf 2014 worden belast met een heffing. Voor Leeuwarden betekent dit een structurele belasting van ca. € 50.000.
-50
20
Het nieuwe contract met de huurder is € 20.000 hoger.
20
Betreft hogere opbrengsten verhuur benzinestations en verpachtingen.
210
-101
Met het overhevelen van taken naar de FUMO, door een overheveling van middelen uit het provinciefonds voor de inrichtingen die zijn overgekomen van de provincie en het eenmalig beschikbare implementatiebudget voor 2014, ontstaat per saldo een voordeel, wat kan worden ingeboekt. Voor 2014 wordt € 210.000 ingeleverd en met ingang van 2015 € 109.000 structureel.
265
-1.224
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loonen prijsontwikkelingen.
Dienst Welzijn 6.1
Nominale ontwikkelingen
6.2
Leerlingenaantallen
6.3
Uitvoeringskosten KCC en Sociale Zaken (AZ en Welzijn)
-131
65
-23
-36
158
11
De nieuwe prognoses vanuit de sector Onderwijs geven aan dat er mutaties te verwachten zijn van het aantal leerlingen. Deze -25 mutaties worden in de algemene uitkering doorgerekend en leidt tot een wijziging van het budget voor de sector JOC. In 2011 is het verrekenmodel SoZa - KCC ingevoerd om de direct te beïnvloeden normformatie van de teams Inkomen en (Financiële) Administratie van Sociale Zaken (SoZa) en de teams Werk, Inkomen en Zorg van het KCC te laten
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
Toelichting meebewegen met het aantal meerjarig begrote uitkeringsgerechtigden. In de meerjarenbegroting was voor 2013 uitgegaan van gemiddeld 4.920 WWB/IOAW uitkeringsgerechtigden. Gezien de economische vooruitzichten wordt landelijk een verdere toename van het aantal WWB/IOAW klanten verwacht. Het uitganspunt voor 2014 is een gemiddelde van 4.970 klanten. Dit betekent een toename van het aantal fte's met 0,66 voor een bedrag van € 36.000.
6.4
6.5
Dorpen en wijken
Vervallen storting buitenonderhoud gebouwen onderwijs
Totaal diensten TOTAAL GENERAAL (inclusief Gem.fonds)
-51
De in het collegeprogramma 2014-2018 opgenomen bedragen voor dorpen en wijken zijn abusievelijk niet correct in de jaarschijven weergegeven. In het collegeprogramma is € 285.000 structureel toegekend vanaf 2014. De werkelijke last is in 2014 € 132.000 en vanaf 2015 structureel € 336.000. Hierdoor ontstaat een incidenteel overschot van € 153.000 in 2014 en een structureel tekort van € 51.000 in de jaren 2015 en verder.
338
In de begroting van de dienst Welzijn is een structurele storting geraamd van € 338.000 in de voorziening van het buitenonderhoud van scholen. Omdat met ingang van 2015 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen voor het PO en SO overgaan naar de schoolbesturen, kan de jaarlijkse storting in de voorziening komen te vervallen (zie ook mutatie 1.15 Gemeentefonds; uitname).
607
-106.903
110.001
-188
-96
1.310
672
-977
422
-2.905
159
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
III Mee- en tegenvallers incidenteel Bedragen x € 1.000 Nr.
Dienst/omschrijving
2.0
Concern
2.1
Stelpost kapitaallasten
2.2
Rente 2014
2.3
Afwikkeling dividend BNG
3.0
Dienst Algemene Zaken
2014
2015
-1.021
-100
82
2016
1.021
2017
2018
Toelichting
In de begroting is een stelpost geraamd van € 1.021.000 in verband met de te realiseren onderuitputting op kapitaallasten. Deze stelpost heeft betrekking op alle gemeentelijke diensten.
100
Er wordt over 2014 een nadeel op de rente verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat de rentepercentages voor het aantrekken van kort en lang geld zijn gewijzigd ten opzichte van de eerdere prognoses in de begroting 2014.
-82
Over het jaar 2013 zal er door de NV Bank Nederlandse Gemeenten een hoger dividend worden uitgekeerd dan waarop in de jaarrekening 2013 was gerekend. Inclusief de overname van de aandelen van de gemeente Boarnsterhim levert dit een positief afwikkelingsverschil op van € 82.000.
3.1
Proces- en gerechtskosten Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
-114
114
3.2
Gevolgen leegstand nietwoningen
-137
137
Steeds meer belastingplichtigen maken gebruik van zogenaamde no-cure-no-paybureaus bij het indienen van een bezwaar als ze het niet met hun WOZ-waarde eens zijn. Op grond van de wet is de gemeente verplicht de kosten van rechtsbijstand door derden te vergoeden aan belastingplichtigen die zich laten ondersteunen bij hun bezwaar. Dit geldt uiteraard alleen als de bezwaarmaker in het gelijk wordt gesteld. In veel gevallen heeft de inzet van het no-cure-no-pay bureau inhoudelijk geen toegevoegde waarde en gaat het primair om het ontvangen van de vergoeding voor rechtsbijstand. Landelijk wordt inmiddels nagedacht door de wetgever over reparatiewetgeving om dit oneigenlijke gebruik van de wet te voorkomen. Voor 2014 leidt dit voor Leeuwarden tot een nadeel van naar verwachting € 114.000. Voor 2015 e.v. wordt ervan uitgegaan dat de kosten door reparatiewetgeving weer zullen zakken tot het niveau van 2013. Bij de tariefberekening van de OZB over 2014 is rekening gehouden met een leegstandspercentage van 8,1% bij de niet-woningen. In geval van leegstand kan de gemeente geen gebruikersdeel van de OZB heffen. Op basis van de realisatie over 2013 is gebleken dat de werkelijke leegstand inmiddels gestegen is tot 10,0%. De stijging van de leegstand wordt derhalve niet doorvertaald in hogere tarieven. 160
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
3.3
Correctie budget ICT
3.4
Vrijval reserve NUP
4.0
Dienst Stadsontwikkeling
4.1
Onderuitputting kapitaallasten
4.2
Verwijderen boomstobben na stormschade (1)
4.3
Transitie Hûs en Hiem 20142018
4.4
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) inclusief Geo
4.5
Crowdcontrol evenementen
2014
-189
-150
-37
2015
2016
189
616
-616
400
-400
2017
2018
Toelichting In 2014 is er behoefte aan extra incidenteel budget op het gebied van ICT. Het gaat om een bedrag van € 189.000. Dit wordt gedekt door de toekomstige investeringsruimte met een gelijk bedrag te verlagen waardoor de kapitaallasten met een bedrag van € 12.600 afnemen (zie ook onder nr. 3.10 structureel). In verband met het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-Overheid (NUP) zijn middelen gereserveerd in verband met de voorziene uitname uit het Gemeentefonds in 2015. De gereserveerde middelen vallen nu vrij. (Zie ook onder Gemeentefonds mutatie 1.16)
Betreft grote infrastructurele projecten (kredieten al verstrekt), waarvan de uitvoering in latere jaren plaatsvindt. Hierdoor vallen incidenteel kapitaallasten vrij.
150
Betreft het verwijderen van resterende boomstobben na de stormschade die een gevaar vormen voor de openbare veiligheid alsmede het herstellen van wegdekken.
37
Voor de transitie bij Hûs en Hiem is volgens prognoses vanaf 2014 t/m 2018 jaarlijks een extra bijdrage benodigd van achtereenvolgens € 37.000 (2014), € 52.000 (2015), € 38.000 (2016), € 31.000 (2017) en € 27.000 (2018). Aangezien de claim t.a.v. deze middelen sterk afhankelijk is van de progressie van de transitie, wordt in eerste instantie alleen voor 2014 een extra bijdrage gevraagd.
-560
560
-25
25
De wetgeving omtrent de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) heeft tot gevolg dat de BGT moet zijn ingevoerd vóór 2016. Dit geeft de gemeente Leeuwarden enerzijds de onontkoombare plicht om de BGT te gaan opbouwen en te beheren, en biedt anderzijds de kans om het beheer van geo-objecten voor de openbare ruimte vanuit één centrale BGT-applicatie uit te voeren, zodat er geen dubbel werk meer wordt uitgevoerd door het team Geo-informatie en de sector Wijkzaken. Hiervoor is incidenteel € 560.000 benodigd voor het opbouwen van datasets. Per 2016 moet dit volledig zijn ingevoerd; om op tijd klaar te zijn moeten we in 2014 starten. Crowdmanagement is een onderdeel van de voorbereiding van een groot publieksevenement, dat zich erop richt grote mensenmassa's en mensenstromen in veilige banen te leiden. De publieksstromen in de stad tijdens Koningsdag en 5 mei moeten door de gemeente worden geregeld. De kosten voor deze voorzieningen komen op jaarbasis uit op ca. € 25.000.
161
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
2015
4.6
Rentelasten cultuurgrond
-17
4.7
FUMO: restformatie MAD
-250
250
4.8
Onkruidbestrijding: heetwatermethode
-40
40
4.9
Verwijderen boomstobben na stormschade (2)
-250
250
4.10 Herplant bomen
5.0
5.1
2016
2017
40
400
Toelichting In 2012 zijn gronden in zuidoostelijk deel van grondgebied De Zuidlanden overgeheveld naar cultuurgronden De Zuidlanden-Oost. De rentelasten over de grondwaarde bedragen € 17.000. De percelen grond zijn op basis van de afspraken bij de aankoop nog steeds om niet in gebruik bij de voormalige eigenaar. Bij de liquidatie van de MAD is bestuurlijk overeengekomen dat de restformatie van de MAD wordt ondergebracht bij de FUMO. Door wijzigingen in het basistakenpakket en schommelingen in de opgegeven omvang van de plustaken door deelnemende MADgemeenten, is de berekende restformatie hoger dan verwacht. Voor Leeuwarden betekent dit op grond van de thans bekende informatie een restformatie van ca. 2 fte, zijnde een bedrag van € 250.000 voor 2014. Voor de jaren daarna is onzeker of er sprake van een restformatie zal zijn.
17
-400
2018
Betreft correctie Collegeprogramma, waarin abusievelijk voor de jaren 2015 t/m 2017 -40 middelen zijn opgenomen voor de heetwatermethode (3 x € 40.000), terwijl dit geldt voor de jaren 2014 t/m 2016. De gemeenteraad is bij brief geïnformeerd over de financiële gevolgen van de stormschade en herplant. Er dient voor 2014 € 250.000 extra beschikbaar te komen in verband met noodzakelijke herstelwerkzaamheden (het rooien 2e fase en verwijderen stobben e.d.) Naast het verwijderen van boomstobben e.d. dienen bomen herplant te worden. Daarvoor komt in 2015 € 400.000 beschikbaar waarover de gemeenteraad ook bij brief is geïnformeerd.
Dienst Welzijn
Bezwaren Soc. Zekerheidskamer
-209
Door aanscherping van Wet- en regelgeving en de hoogwaardige handhaving daarop, in combinatie met een verdergaande juridisering van de samenleving, neemt de aanwas van bezwaren op besluiten toe. Deze toename ziet er als volgt uit: 2011: 456 bezwaren, 2012: 579 bezwaren, en in 2013: 655 bezwaren. Dit betekent een toename van 200 209 bezwaren in twee jaar tijd. Op deze bezwaren moeten verweerschriften worden opgesteld. Dit kost 1 fte (€ 92.000) extra capaciteit aan juridisch kwaliteitsmedewerker bij SOZA. De sociale zekerheidskamer moet alle bezwaren afhandelen. Dit kost de sociale zekerheidskamer 0,9 fte (€ 83.000) extra capaciteit aan secretaris en 0,7 fte (€ 34.000) secretariële ondersteuning bij AZ.
162
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Nr.
Dienst/omschrijving
2014
2015
5.2
Minimabeleid
-375
375
5.3
Sociale Werkvoorziening (1)
-695
695
5.4
Sociale Werkvoorziening (2)
173
-173
5.5
Dorpen en wijken
153
-153
5.6
Schuldhulpverlening
5.7
Bijdrage Bibliotheken Midden Fryslân
Totaal Cumulatief
800
-800
-108
108
-2.048 -2.048
1.417 -631
2016
2017
2018
Toelichting De afgelopen jaren is er een tekort op de budgetten voor het minimabeleid. Dit tekort neemt toe als gevolg van de kosten voor bewindvoering. Het tekort voor 2014 wordt geschat op € 375.000. Deze uitzetting bestaat uit doorwerking tekort 2013 van € 232.000 en toename kosten bewindvoering € 143.000. De inzet is om door middel van een beleidswijziging vanaf 2015 het minimabeleid binnen de bestaande budgetten te kunnen uitvoeren. In 2013 en 2014 is incidenteel geld beschikbaar gesteld voor het subsidietekort bij de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening. Het bedrag voor 2014 was berekend op € 920.000, gebaseerd op het aantal arbeidsplaatsen en de bijbehorende prijs per eenheid. Nieuwe berekeningen geven aan dat het tekort uitkomt op € 1.615.000. Het verschil van € 695.000 wordt veroorzaakt door toename van de taakstelling van het aantal SE en hogere CAO-gerelateerde loonkosten van WSW-ers dan waar aanvankelijk van uit is gegaan. De GR SW Fryslân sluit 2013 af met een positief exploitatieresultaat. Oorzaak is meevallende bruto-loonkosten per werknemer. Hiertegen afgezet was de bevoorschotting door de deelnemende gemeenten te hoog. Hiervan komt € 173.000 ten gunste van de gemeente Leeuwarden. De in het collegeprogramma 2014-2018 opgenomen bedragen voor dorpen en wijken zijn abusievelijk niet correct in de jaarschijven weergegeven. In het collegeprogramma is € 285.000 structureel toegekend vanaf 2014. De werkelijke last is in 2014 € 132.000 en vanaf 2015 structureel € 336.000. Hierdoor ontstaat een incidenteel overschot van € 153.000 in 2014 en een structureel tekort van € 51.000 in de jaren 2015 en verder. In het collegeprogramma 2014-2018 is voor schuldhulpverlening met ingang van 2014 een structureel budget opgenomen van € 800.000. Bij het vaststellen van de begroting 2011 is er incidenteel geld beschikbaar gesteld voor schuldhulpverlening tot en met 2014. Voor 2014 is sprake van dubbele dekking en valt nu € 800.000 vrij. In verband met het verwachte exploitatietekort in 2014 van de SBMF, wordt een incidentele bijdrage verstrekt. De gemeenteraad is hierover in een afzonderlijke brief geïnformeerd.
422 -209
40 -169
169 0
163
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
IV Eindoverzicht Bedragen x € 1.000 Meerjarenperspectief Startpositie op 1/1 1
Mutaties vlgns. meerjarenraming
2 3 4
Structurele uitzettingen en inkrimpingen Gemeentefonds Tussenstand Totaal structurele ombuigingsvoorstellen
5
Totaal nieuw beleid
6
Mutaties collegeprogramma 2014 - 2018 Stand 31/12 Storting begrotingsoverschot in Algemene Reserve Begrotingsresultaat
2014 7.028 0
2015 7.874 -5.968
2016 2.409 -1.494
2017 205 434
2018 2.988 0
607 703 8.338 0
-106.903 107.575 2.578 0
110.001 -110.978 -62 0
-188 610 1.061 0
-96 -2.809 83 0
0
0
0
0
0
-464 7.874 -7.874 0
-169 2.409 -2.409 0
267 205 -205 0
1.927 2.988 -2.988 0
83 -83 0
Bedragen x € 1.000 Ontwikkeling Algemene Reserve
4 5 6 7 8 9
Startpositie Diverse mutaties waaronder rente en vermogenswinst Rekeningsresultaat 2013 na amendement Vrijval storting voorziening vm. personeel Gecorrigeerde stand per 1 januari Rentetoevoeging Rentesurplus overige reserves Reguliere storting Vermogenswinsten Diverse mutaties uit voorgaande begrotingen + moties Derving i.v.m. wijziging rentesystematiek
10
Incidentele mee- en tegenvallers
1 2 3
164
2014 13.147 304 57 3.000 16.508 536 761 681 86 -8.828
2015 12.165 0 0 0 12.165 425 761 681 86 -1.726
2016 9.180 0 0 0 9.180 321 761 681 86 -180
2017 10.745 0 0 0 10.745 376 761 681 86 -1.128
2018 13.440 0 0 0 13.440 470 761 681 86 0 -163
-2.048
-631
-209
-169
0
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Ontwikkeling Algemene Reserve
2014
11 12 13 14
Motie noodhulp vluchtelingen Doorloop herstructureringskosten Caparis Storting in Reserve Sociaal domein Storting in Reserve Grondexploitaties
15
Mutaties collegeprogramma 2014 - 2018
16
2015
2017
2018
0 0 -4.500
0 0
0 0
25
-490
-100
-900
Totaal incidentele ombuigingsvoorstellen
0
0
0
0
0
17
Totaal incidenteel nieuw beleid
0
0
0
0
0
18
Storting begrotingsoverschot in alg. reserve Eindstand 31/12
7.874 12.165
2.409 9.180
205 10.745
2.988 13.440
83 15.253
165
-30 0
2016
0 -105
-3.400
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
166
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
BIJLAGE B VERLOOP RESERVES EN VOORZIENINGEN
167
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Bedragen x € 1.000 Volgnummer
Naam van de reserve of voorziening
Saldo aan het begin van
Bijboeken rente
het dienstjaar
Overige Vermeerde-
Verminde-
Saldo aan het einde van
ringen
ringen
het dienstjaar
Algemene Reserve RES001
Algemene Reserve Totaal Algemene Reserve
12.165 12.165
426 426
3.937 3.937
7.347 7.347
9.181 9.181
RES003
Bestemmingsreserves Strategisch Investerings- en Ontwikkelingsfonds (SIOF)
7.849
118
400
4.135
4.232
RES005 RES006
Reserve budgetoverheveling Egalisatie heffingen
616 5.812
0 87
0 0
616 1.111
0 4.788
RES012 RES014
Egalisatiebijdrage VRF FLO Bovenwijkse voorzieningen
20 2.483
0 87
0 0
0 0
20 2.570
RES015 RES016
Grondexploitatie Parkeren
9.109 584
319 20
1.334 0
303 500
10.459 104
RES018 RES019
Garantie financiering PWVB Stimulering werkgelegenheid
1 469
0 7
0 0
0 200
1 276
RES020 RES027
Stadsvernieuwing Reserve ISV III
0 11.479
0 172
0 0
0 1.000
0 10.651
RES031 RES034
Reserve afschrijvingen Reserve Egalisatie Verkiezingen
1.189 118
0 2
0 135
17 135
1.172 120
RES035 RES036
Loon- & Prijsontw. Gesubs. Inst. Reserve frictiemiddelen
638 560
10 8
0 1.458
175 1.294
473 732
RES038 RES045
BWS Volkshuisvesting Reserve Revolving Fund Monumenten
146 521
2 0
0 0
144 0
4 521
RES048 RES049
Reserve kunst in de openbare ruimte Reserve Stedelijke vernieuwing
394 199
6 3
0 0
50 0
350 202
RES051 RES052
Reserve gemeentelijke samenwerking Reserve Filmhuis
28 1.602
1 72
0 0
0 101
29 1.573
RES053 RES054
Economische participatie Reserve duurzaamheidslening
945 1.131
33 39
6 0
0 10
984 1.160
RES055
Reserve Sociaal domein
3.458
52
5.500
0
9.010
168
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Volgnummer
Naam van de reserve of voorziening
Saldo aan het begin van
Bijboeken rente
het dienstjaar Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves
VAG802 VAG804 VAG808 VAG813 VAG814 VAG815 VAG817 VRZ818 VRZ502 VRZ510 VRZ515 VRZ519 VRZ528 VRZ547 VRZ548 VRZ550 VRZ551 VRZ552 VRZ555 VRZ557 VRZ561 VRZ570 VRZ571 VRZ572 VRZ573 VRZ574 VRZ575
Voorzieningen Afgesloten complex Goutum Noord Afgesloten complex Jelsumerstr-Dammelaan Afgesloten compex Blitsaerd Afgesloten complex Hemrik Afgesloten complex Newtonpark 1 Afgesloten complex Newtonpark 2 Afgesloten complex Businesspark-III Afgesloten compex Marnixveld Specifieke risico’s Expl. en onderh. gymnastieklokalen Bodemsanering Groot Onderhoud Vastgoed Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Zadelfonds monumentenzorg Openbaar vervoer Afkoopsommen onderhoud graven Onderhoud graven fam. Zadel Riolering Voorziening ISV-1 BDU - fysiek 2005 - 2009 GSB III Voorziening Wijkbudgetten Compensatie groen Onderhoud verhardingen Onderhoud openbare verlichting Onderhoud civiele kunstwerken Speelvoorzieningen Waterwegen/Baggeren
Overige Vermeerde-
Verminde-
Saldo aan het einde van
ringen
ringen
het dienstjaar
49.351 61.516
1.038 1.464
8.833 12.770
9.791 17.138
49.431 58.612
26 140 0 115 45 111 144 76 33 950 1.196 2.427 8.704 493 106 390 339 7.526 669 327 648 179 976 179 867 46 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 5 0 4 2 4 5 3 0 63 243 1.734 606 17 4 14 12 2.390 0 0 0 0 2.582 258 843 201 507
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 100 0 1.218 17 60 0 4 3.000 400 327 0 0 2.548 252 813 199 507
26 145 0 119 47 115 149 79 33 1.013 1.339 4.161 8.092 493 50 404 347 6.916 269 0 648 179 1.010 185 897 48 0
169
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Volgnummer VRZ576 VRZ577 VRZ578 VRZ579 VRZ580 VRZ581 VRZ582
VBD0010 VBD0011 VBD0047
Saldo aan het begin van
Bijboeken rente
Overige Vermeerde-
Verminde-
Saldo aan het einde van
het dienstjaar 2.558 175 0 0 1.764 94 774
0 0 0 0 0 0 0
ringen 90 6 0 0 62 3 27
ringen 0 0 0 0 0 0 0
het dienstjaar 2.648 181 0 0 1.826 97 801
Totaal voorzieningen
32.077
0
9.685
9.445
32.317
Totaal reserves en voorzieningen
93.593
1.464
22.455
26.583
90.929
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 1.351 1.351
0 0 1.351 1.351
0 0 0 0
93.593
1.464
23.806
27.934
90.929
Naam van de reserve of voorziening Baggeren Boarnsterhim Recreatieve voorzieningen Sylsbrêge Herstructurering Grou Bijdrage huurwoningen (BH) Achterstallig onderhoud verhard.(BH) Onderhoud oevers & steigers (BH) Onderhoud bruggen (BH)
Vooruit ontvangen bijdragen overheidslichamen Veiligheidshuis Fryslân – jeugd Veiligheidshuis Fryslân – veilige publieke taak Onderwijsachterstanden Totaal vooruit ontvangen bijdragen overheidslichamen TOTAAL GENERAAL
170
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
BIJLAGE C INVESTERINGSOVERZICHT 2015 E.V.
171
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Investeringsoverzicht 2015 e.v. Prijspeil 1-1-2015 Bedragen in € excl. BTW Omschrijving
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA SOCIAAL Jeugd en onderwijs Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen De Sprong Wale aanp. Gymlokaal en IKC
150.000
150.000
150.000
IKC J W Frisoschool
450.000
450.000
450.000
IKC Koningin Beatrixschool
491.000
491.000
491.000
LSV bekostiging voorgefinanc. Lokalen
470.000
470.000
470.000
Tijdelijke huisvesting
200.000
200.000
200.000
Michaelschool integr.Kleine Johannes
300.000
300.000
300.000
St. Thomasschool uitbr 1 gr tbv IKC
100.000
100.000
100.000
St. Thomasschool olp meub 12e gr
15.000
15.000
15.000
Renovatie gymzaal Reduzum Totaal Jeugd en onderwijs
242.000
242.000
2.418.000
2.418.000
242.000 0
0
2.418.000
0
0
0
PROGRAMMA FYSIEK Economie en toerisme Grondexploitatiegebieden Binnenstedelijk gebied Vrijheidswijk Tolhuis
417.000
417.000
1)
417.000
Vrijheidswijk Centrum
665.000
665.000
1)
665.000
450.000
450.000
1)
8.000
59.000
85.000
298.000
65.000
65.000
1)
4.000
4.000
3.000
54.000
Uitbreidingsgebieden Wirdum Hikkemieden Wytgaard
172
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Omschrijving De Zuidlanden – Techum
Totaal
Algemene
Overige
middelen
gem. bijdr.
3.233.000
Overige
2017
2018
Derden
3.233.000
579.000
1.163.000
1.491.000
883.000
1.258.000
466.000
1.045.000
895.000
913.000
887.000
De Zuidlanden – Jabikswoude
2.607.000
2.607.000
De Zuidlanden – Wiarda
3.740.000
3.740.000
1)
p.m.
p.m.
Wergea – Grut Palma
2016
1) 1)
Blitsaerd
2015
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
40.000
75.000
40.000
200.000
355.000
355.000
1)
970.000
970.000
1)
175.000
85.000
560.000
150.000
5.271.000
5.271.000
1)
2.290.000
1.965.000
610.000
406.000
880.000
750.000
460.000
85.000
Bedrijfs- en kantoorgebieden Wetterpolle/FVC Hemrik Newtonpark 3 Newtonpark 4
2.175.000
2.175.000
1)
Businesspark Fase 4
1.350.000
1.350.000
1)
117.000
453.000
460.000
320.000
370.000
370.000
1)
50.000
300.000
10.000
10.000
7.153.000
7.007.000
5.098.000
2.410.000
70.000
70.000
Grou – Frisia Totaal grondexploitatie gebieden
21.668.000
0
21.668.000
0
215.000
215.000
75.000
Poppodium Harmoniekwartier
3.900.000
3.900.000
3.900.000
Vervanging Tinker Experience
52.000
52.000
52.000
Tribunes sporthal Kalverdijkje
60.000
60.000
60.000
172.000
172.000
172.000
Zonwering vervangen
55.000
55.000
55.000
Reconstructie velden
300.000
300.000
80.000
100.000
45.000
75.000
1.500.000
1.500.000
200.000
400.000
500.000
400.000
130.000
130.000
50.000
30.000
50.000
95.000
95.000
50.000
20.000
25.000
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Huisvesting Stadskantoor
Verlichtingsarmaturen boog
Vervanging kunstgrasvelden Vervanging was- en kleedgebouwen Vervanging installaties was/kleedgeb.
173
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Omschrijving Instandhouding infra sportparken
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
2015
2016
2017
50.000
50.000
Instandhouding bouwkundig BG
311.000
311.000
181.000
130.000
Installatietechniek Blauwe Golf
229.000
229.000
14.000
60.000
90.000
65.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
9.069.000
9.069.000
0
0
6.662.000
715.000
755.000
937.000
30.737.000
9.069.000
21.668.000
0
13.815.000
7.722.000
5.853.000
3.347.000
3.000.000
380.000
2.400.000
1.960.000
Blokhuispoort Totaal investeringen vastgoed Totaal Economie en toerisme
25.000
2018 25.000
Infrastructuur en mobiliteit Leeuwarden Vrij-Baan Europaplein
3.380.000
3.380.000
5)
2.000.000
5)
740.000
2.000.000
5)
5.170.000
Valeriusstraat/-plein
5.100.000
3.100.000
Julianalaan
5.170.000
2.810.000
P.S. Gerbrandyweg/Dammelaan
1.000.000
1.000.000
Revitalisering Stationsgebied
1.000.000
1.000.000
Algemene werkzaamheden
300.000
300.000
Indexatie RSP-pakket
200.000
200.000
200.000
Fietspad Oostergoweg Fase 2
200.000
200.000
200.000
Rotondes Camminghaburen
135.000
135.000
135.000
Fietspad Grou-Warten fase 2
574.000
574.000
574.000
Modelaanpakfietsveiligheid /fietsstraten
350.000
350.000
Knelpunten nieuwe grondgebied
750.000
750.000
Kruispunt Planetenlaan
500.000
500.000
Doorsteek Schilkampen
350.000
125.000
360.000
4)
1.000.000 100.000
300.000
700.000
100.000
50.000
50.000
Overig:
350.000 250.000
125.000
125.000
250.000 500.000
225.000
174
)5
350.000
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Omschrijving Brug Tearnserdyk Goutum
Totaal 225.000
Stelpost openbaar vervoer
100.000
Stelpost verkeersveiligheid
400.000
Kleine aanpassingen
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
75.000
2015
150.000
2017
2018
)5
225.000 25.000
25.000
25.000
25.000
400.000
100.000
100.000
100.000
100.000
400.000
400.000
100.000
100.000
100.000
100.000
VRI Rietgras – fietsmaatregelen
186.000
186.000
186.000
VRI Tolhuis – fietsmaatregelen
216.000
216.000
216.000
Verkeersregelinstallaties
175.000
175.000
117.000
58.000
20.711.000
12.496.000
6.667.000
3.498.000
2.950.000
Gebiedsontwikkeling Grou
1.500.000
1.500.000
1.500.000
Herinrichting Stationsgebied
3.000.000
3.000.000
3.000.000
Totaal Ruimtelijke ordening
4.500.000
4.500.000
4.500.000
0
0
0
2.091.500
2.643.000
2.159.000
2.538.500
2.091.500
2.643.000
2.159.000
2.538.500
Totaal Infrastructuur en mobiliteit
100.000
3)
2016
460.000
7.755.000
7.596.000
Ruimtelijke ordening
0
0
Beheer leefomgeving Rioleringswerken Rioleringsprogramma (GRP 2015-2018) Totaal rioleringen
9.432.000
9.432.000 9.432.000
2)
9.432.000
0
0
2.646.000
2.646.000
1.221.000
258.000
676.000
491.000
Openbare verlichting
452.000
452.000
95.000
117.000
120.000
120.000
Vervanging verkeersborden
184.000
184.000
43.000
46.000
47.000
48.000
Speelvoorzieningen
149.000
149.000
35.000
37.000
38.000
39.000
Begraafplaatsen
137.000
137.000
6.000
20.000
96.000
15.000
3.568.000
3.568.000
1.400.000
478.000
977.000
713.000
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Vervangingsinvesteringen tractie
Totaal overige investeringen
0 175
0
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Omschrijving
Totaal
Totaal Beheer leefomgeving
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
9.432.000
2015 0
2016
2017
2018
13.000.000
3.568.000
3.491.500
3.121.000
3.136.000
3.251.500
5.773.000
5.773.000
622.000
746.000
3.484.000
921.000
6.000
6.000
6.000
364.000
364.000
364.000
74.000
74.000
6.217.000
6.217.000
0
0
622.000
820.000
3.484.000
1.291.000
77.583.000
38.268.000
31.560.000
7.755.000
32.442.500
18.330.000
15.971.000
10.839.500
PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Vervangingsinvesteringen ICT Arbo meubilair Inventaris inrichting HCL Groeneweg Audiovisuele middelen stadhuis Totaal Bestuur en middelen TOTAAL GENERAAL 1)
Grondexploitatie
4)
SIOF
2)
Rioolheffing/Voorziening Rioleringen
5)
Provincie
3)
Voorziening Openbaar Vervoer
74.000
Verloop algemene middelen (investeringsvolume) Omschrijving
2015
Saldo Programma Infrastructuur
2016
2017
2018
8.400
12.800
-24.000
-21.000
- Investeringen 2015-2018 (stelpost infrastructuur)
2.439.400
2.488.200
2.538.000
2.588.700
- Terug te vloeien mee- en tegenvallers
1.300.000
-8.809.000
-2.525.000
-2.535.000
-2.550.000
12.800
-24.000
-21.000
17.700
- Fietspad Grou-Warten
2e
fase
574.000
- Gebiedsontwikkeling Grou
1.500.000
- Herinrichting Stationsgebied
3.000.000
- Voorgesteld Programma Infrastructuur in jaren Netto beschikbaar
176
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Voorstel Raamkrediet Infrastructuur 2015 Omschrijving
Raamkrediet 2015
LEEUWARDEN VRIJ-BAAN Hoofdinfrastructuur: Valeriusstraat/-plein Julianalaan Overig: Algemene werkzaamheden OVERIGE INFRASTRUCTUUR Rotondes Camminghaburen (fietsers in de voorrang) Fietspad Grou-Warten Fase 2 Knelpunten nieuwe dorpen Stelpost openbaar vervoer Stelpost verkeersveiligheid Kleine aanpassingen RUIMTELIJKE ORDENING Herinrichting Stationsgebied Gebiedsontwikkeling Grou TOTAAL GENERAAL 1) Provincie 3) Voorziening Openbaar Vervoer 2) SIOF
177
Algemene middelen
740.000 5.170.000
240.000 2.810.000
100.000
100.000
135.000 574.000 250.000 25.000 100.000 100.000
135.000 574.000 250.000
3.000.000 1.500.000
3.000.000 1.500.000
11.694.000
8.809.000
Bedragen in € excl. BTW Overige Overige gem. bijdr. derden
360.000
25.000
2)
500.000 2.000.000
3)
100.000 100.000
385.000
2.500.000
1) 1)
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
178
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
BIJLAGE D OVERZICHT SUBSIDIES INSTELLINGEN
179
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Onderstaande begrotingsvermelding vormt voor de betreffende subsidieverleningen de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hier kunnen daarom geen rechten aan worden ontleend. Lijst van gesubsidieerden
onderwerp subsidie
bedrag 2015 (€)
PROGRAMMA SOCIAAL Cultuur Afûk
fryske taal
7.200
Fries Museum
beeldende kunst (BKV)
Grote Kerk Leeuwarden
podiumkunsten
2.500
It Fryske Amateur Toaniel
voorleesproject
3.000
Jeugd Cultuurfonds
cultuureducatie
50.000
Jeugd Dansopleiding
podiumkunsten
5.000
Jeugdtheaterschool 'n Meeuw
cultuureducatie
Keramiekmuseum Het Princessehof
musea
Keunstwurk
cultuureducatie
Koninklijk Toonkunstkoor Concordia
herdenking 4 mei en veteranendag
KunstKade
cultuureducatie
662.000
Kunstkade
combinatiefuncties cultuur
159.483
Kunstkade: productiebureau
culturele producties
51.000
Noord Nederlands Orkest
podiumkunsten
20.000
Omroep LEO
lokale publieke omroep
Popfabryk
fryske taal
Stadskunstenaar
letteren
Stichting befrijdingsfestival Fryslân
festivals en evenementen
Stichting Bibliotheken Midden-Fryslân
bibliotheken en documentatiecentrum
Stichting Bruist: Prinsentuinactiviteiten
podiumkunsten
Stichting Centr v Film in Fryslân
film
Stichting De Harmonie
podiumkunsten
Stichting De Harmonie
festivals en evenementen
Stichting De Harmonie (incidenteel)
podiumkunsten
300.000
Stichting Film in Friesland
podiumkunsten
89.000
Stichting Friesland Pop
festivals en evenementen
22.500
Stichting Grafisch Atelier Friesland
beeldende kunst (BKV)
Stichting Harmoniekwartier
podiumkunsten
274.600
Stichting Hothouse Redbad
podiumkunsten
15.000
Stichting Leeuwarden City Jazz
podiumkunsten
7.500
Stichting Liet
festivals en evenementen
Stichting Media Art
beeldende kunst (BKV)
Stichting Nieuw Romein (Poppodium)
podiumkunsten
Stichting Noorderlicht Fotomanifestatie
beeldende kunst (BKV)
Stichting Open Monumentendag
musea
2.000
Stichting Orgelconcerten Grote Kerk
podiumkunsten
3.000
Stichting ter Herdenking van de gevallenen
herdenking 4 mei en veteranendag
3.700
Stichting Tryater
podiumkunsten
20.000
38.000 284.300 57.776 2.500
105.500 40.800 8.000 20.000 2.700.500 20.000 123.500
180
3.049.861 65.000
23.500
6.000 20.000 274.600 20.000
50.000
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Lijst van gesubsidieerden Stichting Veteranendag
onderwerp subsidie herdenking 4 mei en veteranendag
Stichting Voorheen De Gemeente
beeldende kunst (BKV)
4 Maaie Komitee
herdenking 4 mei en veteranendag
Taptoe Leeuwarden
podiumkunsten
bedrag 2015 (€) 4.550 20.000 250 15.000 8.647.120
Jeugd en onderwijs Bisschop Möllerstichting
onderwijsachterstandenbeleid
25.000
CBD Fryslân
onderwijsachterstandenbeleid
5.000
Friesland College
voortijdig schoolverlaten
7.500
Friese Poort
onderwijsachterstandenbeleid
105.000
Humanitas
centrum Jeugd en Gezin
145.000
Jeugdsoos De Roekeflecht
jongerenwerk
2.612
Jeugdwerk Op ’e nifelsouder
jongerenwerk
3.040
Jeugdwerk Friens
jongerenwerk
240
Jeugdwerk Ideard
jongerenwerk
860
Jeugdsoos ’t Kattenhus
jongerenwerk
1.770
Jeugdsoos Qlubb
jongerenwerk
1.177
Leeuwarder Speeltuincentrale
speelruimte
8.500
MBO Rebound Fryslân
voortijdig schoolverlaten
PCBO
onderwijsachterstandenbeleid
121.000
Piter Jelles
onderwijsachterstandenbeleid
100.000
Proloog
onderwijsachterstandenbeleid
203.000
SISA
peuterspeelzaalwerk
83.000
Solidair Friesland KSMA
centrum Jeugd en Gezin
55.000
Stenden
centrum Jeugd en Gezin
40.000
Stichting Het Buro
voortijdig schoolverlaten
115.000
Stichting Het Buro
centrum Jeugd en Gezin
40.000
Stichting Kinderopvang Leeuwarden
onderwijsachterstandenbeleid
Stichting Leeuwarden Studiestad
academisch klimaat
125.500
Stichting University Campus Fryslân
academisch klimaat
1.038.250
Stichting Warber058
speelruimte
Stichting Sinne Kinderopvang
onderwijsachterstandenbeleid
Stichting Verslavingszorg Nrd Nederland
centrum Jeugd en Gezin
Welzijn Centraal
jongerenwerk
Welzijn Centraal
onderwijsachterstandenbeleid
Welzijn Centraal
centrum Jeugd en Gezin
7.500
18.200 440.000 10.010 1.109.000 190.000 22.000 4.023.159
Sociaal maatschappelijke ontwikkeling COC
emancipatie
COS Friesland (Tumba)
mondiaal beleid
GGZ Friesland
maatschappelijke opvang
1.094.217
Veiligheidsregio Fryslân
maatschappelijke opvang
147.000
Leger des Heils
maatschappelijke opvang
421.657
181
16.400 67.400
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Lijst van gesubsidieerden Interkerkelijke Stichting Aanloophuis
onderwerp subsidie maatschappelijke opvang
bedrag 2015 (€)
Limor
maatschappelijke opvang
1.248.700
Stichting Aan Zet
maatschappelijke opvang
61.400
Stichting Fier Fryslân
vrouwenopvang
2.716.074
Stichting Verslavingszorg Nrd Nederland
maatschappelijke opvang
2.823.695
Stichting Vluchtelingenwerk
juridisch advies c.a.
Stichting Zienn
dagopvang
Gehandicaptenbelangen Leeuwarden
exploitatie en organisatiekosten
13.200
Beheersstichting MFC Westeinde
accommodatiebeheer
12.500
Beheersstichting MFC Camminghaburen
accommodatiebeheer
22.500
Wijkvereniging Zuiderburen
accommodatiebeheer
25.000
Wijkvereniging Bilgaard
buurthuisbeheerders
31.187
Buurthuis MFC Het Westenkwartier
buurthuisbeheerders
26.508
Wijkvereniging Het Knooppunt
buurthuisbeheerders
26.508
Stichting Wijkkomité Schieringen
buurthuisbeheerders
35.000
Wijkcentrum Nijlan
buurthuisbeheerders
19.092
Achter de Hoven
dorp-, buurt en wijkwerk
12.500
Bilgaard
dorp-, buurt en wijkwerk
15.500
Blokkendoos
dorp-, buurt en wijkwerk
4.300
MFC Camminghaburen
dorp-, buurt en wijkwerk
16.500
Wijkvereniging Camminghaburen
dorp-, buurt en wijkwerk
5.000
Gerard Dou
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
Huizum Oost
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
Hollander Huske
dorp-, buurt en wijkwerk
5.500
Insulinde
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
MTV Wijk: Rengerspark
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
Nijlan
dorp-, buurt en wijkwerk
10.000
Schepenbuurt
dorp-, buurt en wijkwerk
10.000
Tjerk Hiddes
dorp-, buurt en wijkwerk
8.500
Valeriuskwartier
dorp-, buurt en wijkwerk
17.000
Vluchtheuvel
dorp-, buurt en wijkwerk
6.500
Vosseparkwijk
dorp-, buurt en wijkwerk
12.500
Westeinde
dorp-, buurt en wijkwerk
10.500
Wielenpolle
dorp-, buurt en wijkwerk
8.000
Wijkcomite Heechterp-Schieringen
dorp-, buurt en wijkwerk
12.500
Zuiderburen
dorp-, buurt en wijkwerk
19.500
De Weeme (Lekkum)
dorp-, buurt en wijkwerk
12.484
De Golle (Wirdum)
dorp-, buurt en wijkwerk
15.154
De Twirre (Wytgaard)
dorp-, buurt en wijkwerk
14.678
Ien en Mien (Goutum)
dorp-, buurt en wijkwerk
16.034
De Bining (Hempens Teerns)
dorp-, buurt en wijkwerk
7.555
Kio
dorp-, buurt en wijkwerk
4.250
Cambuursterhoek
dorp-, buurt en wijkwerk
3.250
Molenpad
dorp-, buurt en wijkwerk
5.000
de Frosk Aldlan
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
182
11.000
35.000 6.585.875
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Lijst van gesubsidieerden Oranjewijk
onderwerp subsidie dorp-, buurt en wijkwerk
bedrag 2015 (€)
Us Doarpshûs (Wergea)
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
It lokael (Idaerd)
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
MFC It Kattehûs (Jirnsum)
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
It Lokaeltsje (Friens)
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
t Iepen Stee (Warten)
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
3.150
15.773.768 Werk en inkomen Kredietbank Nederland
schuldhulpverlening
950.000
Zuidweg en Partners
schuldhulpverlening
100.000
Stichting Welzijn Centraal
shv - algemeen maatschappelijk werk
136.200
Kredietbank Nederland
shv - loket voor voorlichting en advies
61.600
Stichting Voedselbank
armoedebeleid
15.000
Stichting Present
armoedebeleid
10.000
Resto Van Harte
armoedebeleid
5.000
Stichting Urgente Noden
armoedebeleid
17.000 1.294.800
Sport BV Sport
huur, exploitatie en activiteiten
5.842.400
BV Sport
combinatiefuncties sport
Gehandicaptensportvereniging DOV
gehandicaptensport
15.120
Stichting Spelend Sporten
gehandicaptensport
8.880
424.317
6.290.717 PROGRAMMA VEILIG Stichting Welzijn Centraal
buurtbemiddeling
Slachtofferhulp Nederland
slachtofferhulp
12.500 23.710 36.210
TOTAAL
36.065.774
183
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Lijst van subsidieregelingen
Bedrag in €
PROGRAMMA SOCIAAL Cultuur Regeling subsidie beeldende kunst en vormgeving
62.000
Regeling subsidie Community art
30.000
Regeling subsidie kleine producties
101.400
Zadelfonds
17.100 210.500
Jeugd en onderwijs Regeling subsidie vrijwilligers speciaal jeugdwerk
24.400 24.400
Sport Zwemregeling
19.900
Regeling Topsport- en breedtesportevenementen
41.500 61.400
TOTAAL
296.300
184
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
BIJLAGE E OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN STRUCTURELE STORTINGEN IN EN ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
185
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
I Incidentele lasten en baten Onderstaande begrotingsvermelding is conform BBV, artikel 19c. Omschrijving Incidentele lasten PROGRAMMA SOCIAAL Cultuur Stadsschouwburg De Harmonie Bibliotheek
Begroting 2015
Bedragen x € 1.000 Meerjarenraming 2016 2017 2018
300
300 500
300
Jeugd en onderwijs Aanvalsplan onderwijs en arbeidsmarkt
340
330
330
Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Mienskipfonds
400
400
400
126 117 1.500 225 200
105 117
105 117
225
225
Sport Onderhoud, beheer en exploitatie sportaccommodaties
100
100
100
PROGRAMMA FYSIEK Economie en toerisme Participatie SNN Groen werkt Toerisme, marketing en evenementen Economisch beleid, profilering en acquisitie Exploitatie markten Duurzaamheid eigen gebouwen - transitiekosten
113 470 500 500 15 250
470 500 500
460 500 500
Wonen Birk-bijdrage Zaailand Huisnummering
412 45
Ruimtelijke ordening Gebiedsontwikkeling
150
100
100
40
40
Werk en inkomen Herstructureringskosten Caparis Toename bezwaren Sociale Zekerheidskamer Wet BUIG eigen risico MAU Armoedebeleid Financiering Schuldhulpverlening
Beheer leefomgeving Invasieve waterplanten Extra onderhoud nieuw grondgebied Heetwatermethode onkruidbestrijding Slimmer organiseren onderhoud - transitiekosten Openbare verlichting verwijderen - transitiekosten Herplant bomen
20 1.000 40 120 175 400
186
175
105
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Omschrijving Incidentele lasten
Begroting 2015
Meerjarenraming 2016 2017
PROGRAMMA VEILIG Veiligheidsbeleid
500
500
500
PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Kosten tijdelijke uitbreiding college b&w
300
300
300
Algemene baten en lasten Facilitaire en ondersteunende kosten uitbreiding college B&W Begeleiding werk naar werk trajecten door P&O Frictiekosten invoering Shared Servicecentrum Leeuwarden Kosten dienstverleningsloket Grou Ketenoptimalisatie Digitale dienstverlening
150 94 600 100 250
150
150
250 100
100
9.512
5.162
4.227
Totaal incidentele lasten
Omschrijving Incidentele baten PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN Algemene baten en lasten Herindelingsbijdrage
Begroting 2015
300
187
105
Bedragen x € 1.000 Meerjarenraming 2016 2017 2018
300
Totaal incidentele baten
2018
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
II Structurele stortingen in en onttrekkingen aan reserves Onderstaande begrotingsvermelding is conform BBV, artikel 17d. Omschrijving Structurele stortingen in reserves
Begroting 2015
Bedragen x € 1.000
Meerjarenraming 2016 2017 2018
PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Jaarlijkse structurele storting reserve egalisatie verkiezingen
135
135
135
135
Algemene baten en lasten Structurele storting in algemene reserve Structurele storting reserve SIOF
681 611
681 611
681 611
681 611
1.427
1.427
1.427
1.427
Totaal structurele stortingen
Omschrijving Structurele onttrekkingen aan reserves PROGRAMMA SOCIAAL Cultuur Structurele onttrekking reserve kunst in de openbare ruimte Structurele onttrekking reserve bijdrage subsidie Filmhuis
Begroting 2015
Bedragen x € 1.000 Meerjarenraming 2016 2017 2018
50 101
50 101
50 101
50 101
PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Structurele onttrekking reserve egalisatie verkiezingen
135
135
135
135
Totaal structurele onttrekkingen
286
286
286
286
188
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
BIJLAGE F MONITOR BEZUINIGINGEN
189
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Monitor doorpakken MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM
1
1-08-2014
Totaal
2011
VERHOGING
1.000
1.000
125
31
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
2011
1000
1.000
32
125
31
500
500
2012
2013
2014
2015
2016
2017 0
RIOOLBELASTING
2
STIJGING OPBRENGST
31
31
31
31
32
0
500
0
GRAFRECHTEN
3
VERHOGING
500
PARKEEROPBRENGSTEN
4
EFFICIENCY EN
99
99
80
80
99
99
0
OPTIMALISATIE HONDENBELASTING
5
INVOEREN ROEREND ZAAK
80
BELASTING
6
PRECARIO WOONSCHEPEN
0
41
41
-41
0
39
39
-39
1816
454
248
248
EN OZB WOONWAGENS
7
COMPENSATIE WEGVALLEN DEEL OPBRENGST RZB
8
SCHRAPPEN STELPOST
1816
454
248
248
454
454
454
454
454
454
0
TOEKOMSTIGE TEGENVALLERS
9
VERLENGEN AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN
190
0
Tariefsverhoging doorgevoerd per 1 januari 2014 Samenvoeging van in collegeprogramm a 2014-2018 opgenomen maatregelen: afschaffen kwijtschelding hondenbelasting en kostenverhaal maaien hondenuitlaatvel den Ingetrokken o.b.v. amendement 4a Raad 8-11-2010 Opgevoerd o.b.v. amendement 4a Raad 8-11-2010 Betreft stijging Invorderingsopbre ngsten
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
10
VERLAGEN POST
Totaal 550
2011 366 273
2012 61
2013 61
2014 62
2015
2016
2017
Totaal 550
2011 366
273
273
2012 61
2013 61
2014 62
2015
2016
2017 0
ONVOORZIEN
11
BALANSSANERING 1
273
12
BALANSSANERING 2
272
272
13
GENERIEKE EFFICIENCY
6.400
1.000
0 0
1.000
1.000
1.000
1.000
1.400
3000
1000
1000
1.000
3.400
TAAKSTELLING BEDRIJFSVOERING
13a AANVULLING OP
I.v.m.stand AR teruggedraaid i.h.k.v. begroting 2012 Nb. Taakstelling bedraagt in totaal € 6,4 mln. waarvan 3 mln. in 2011-2014 en restant in periode 2015-2017 I.p.v. besparing op kunstbezit
0
40
40
-40
0
26
26
-26
I.p.v. beëindigen stelpost onderwijs specifieke doelgroepen.
0
80
-80
I.v.m. verlaging taakstelling versobering HCL
85
I.p.v. besparing huisvesting MCC/MFC
GENERIEKE TAAKSTELLING IV.M. MAATREGEL 18
13b AANVULLING OP GENERIEKE TAAKSTELLING I.V.M. MAATREGEL 33
13c AANVULLING OP
80
GENERIEKE TAAKSTELLING I.V.M. MAATREGEL 19
14C AANVULLING OP
85
GENERIEKE TAAKSTELLING I.V.M. MAATREGEL 40
14
POLITIEK BESTUUR
100
100
100
191
100
0
Verlaging aantal wethouders van 5 naar 4
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
15
TAAKSTELLING
Totaal 138
2011
2012
2013
2014 138
2015
2016
2017
Totaal 138
2011
2012 138
2013
2014
2015
2016
2017 0
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN (HVD)
16
HERVORMEN KUNST-EN
1400
1400
1150
1150
CULTUUR EDUCATIE
17
VERLAGING SUBSIDIE
44
4
40
40
10
10
10
10
34
18
6
10
10
LOCALE OMROEP
18
VERLAGEN KOSTEN
0
40
BEHEER KUNSTBEZIT
19
VERSOBERING HCL
128
128
48
192
48
80
Oorspronkelijke bezuiniging in uiteindelijke besluitvorming Raad met € 250.000 neerwaarts bijgesteld. Oorspronkelijke fasering afbouw: 2011: € 4.000; 2011-t/m 2015 : €10.000 per jaar; gewijzigde afbouw: v.a. 2012: 18.000/6.000/10. 000/10.000; NB nieuwe subsidiering opgenomen in collegeprogramma 20142017 Maatregel afgevoerd; taakstelling toegevoegd aan generieke taakstelling (zie maatregel 13A) Conform besluitvorming raad is besparing met € 80.000 verlaagd onder gelijktijdige toevoeging van zelfde bedrag aan generieke taakstelling bedrijfsvoering (zie 13B)
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
20
BEEINDIGEN BESPELEN
Totaal 10
2011 10
42
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal 10
2011 10
2012
2013
2014
2015
2016
2017
42
42
42
0
25
25
25
25
0
100
100
100
100
0
49
49
49
49
0
50
50
50
50
0
73
73
73
73
0
150
150
150
150
0
0
CARILLON
21
EFFICIENTERE INZET BELEIDS- EN PR ACTIVITEITEN WONINGBOUW
22
VERVALLEN WETHOUDERSBUDGET
23
FORMATIE STADSWACHTEN
24
SPORTINZET ALLEEN IN 6 PRIORITEITSWIJKEN
25
INCIDENTEEL MAKEN SUBSIDIE TOPSPORT
26
VERHOGEN TARIEVEN SPORTACCOMMODATIES
27
BEPERKING WIJKPANELBUDGETTEN
28
VERMINDERING AANTAL
75
75
37,5
LANTAARNPALEN
193
37,5
38
Eind 2013 is 1e tranche van 500 lichtmasten verwijderd. 2e tranche van 500 lichtmasten en daarmee te bereiken besparing van € 37.500 wordt in 2014 en volgende jaren gerealiseerd. De nog niet volledig gerealiseerde taakstelling wordt in betrokken jaar aangevuld met frictiemiddelen
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
Totaal
2011
22
2012
2013
2014
2015
Totaal 112,5
2011
22
22
22
150
150
150
4
4
4
4
0
20
20
20
20
0
26
26
0
252
252
252
252
4000
1000
4000
1000
28a INCIDENTELE INZET
2016
2017
2012 75
2013 37,5
2014
2015
2016
2017
FRICTIE MIDDELEN T.B.V. MAATREGEL 28
29
VEREENVOUDIGING
0
OPENBAAR GROEN
30
SLIMMERE METHODE VAN
150
0
ONKRUIDBESTRIJDING
31
AKTEN FRIES STOPPEN
32
TAAKSTELLING
Uitgevoerd met 1 jaar vertraging conform besluitvorming Raad; De tegenvaller van € 150.000 is voor 2011 verwerkt in financiële positie.
ONDERWIJSHUISVESTING
33
BEEINDIGEN STELPOST
26
ONDERWIJS SPECIFIEKE DOELGROEPEN
34
BEEINDIGEN
Betreft vermindering ureninzet; is daarom toegevoegd aan generieke taakstelling (zie maatregel 13B)
0
GEMEENTELIJKE DEEL ONDERWIJSACHTERSTAND ENBELEID
35
HERINRICHTING WMO ;
1500
750
750
BIJGESTELD (VERANDERAGENDA)
194
1500
750
750
0
Het W-tekort is na de totstandkoming van collegeprogramma 'Doorpakken' bijgesteld tot € 4 mln. In collegeprogramma werd nog uitgegaan van € 1,12 mln. Dit heeft gere-
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017 sulteerd in de "verander-agenda 2011-2014". Wordt afzonderlijk over gerapporteerd. Ook de jaarschijf 2014 van € 750.000 is gerealiseerd.
36
BEEINDIGEN ANTI-
10
10
10
10
0
DISCRIMINATIEPRIJS
37
KOERSWIJZIGING
130
130
130
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
195
130
0
Eind maart 2011 heeft het college een besluit genomen over de aanpak van deze taakstelling. Per 2013 wordt op het buurt- en wijkwerk € 130.000 bezuinigd. Deze bezuiniging is ingeboekt. Op 23 april 2012 heeft de raad een motie maatschappelijk vastgoed aangenomen met de opdracht te kijken naar dubbelgebruik, overdracht aan wijkverenigingen, eigen beheer en onderhoud van wijkverenigingen en samenwerking met corporaties. Over de uitwerking van deze motie heeft de raad in oktober een informerende brief ontvangen. Bij het richting-
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017 gevend debat in mei 2013 heeft de raad voor 2013 en 2014 middelen beschikbaar gesteld voor de beheerders. De raad zal in de loop van 2014 een besluit nemen over het nieuwe wijkenen dorpenbeleid. Dit mede in het licht van het collegeprogramma 2014-2017 en de daarin voor dit beleidsterrein uitgetrokken extra middelen
38
DIGITALE HUISKAMERS
255
255
255
80
175
175
175
0
BEEINDIGEN
38a INZET FRICTIEMIDDELEN
0
T.B.V. VERTRAGING MAATREGEL 38
39
BESPARING
442
221
221
442
85
0
221
221
0
LOKETFUNCTIE WELZIJNSINSTELLINGEN
40
INTEGRATIE MCC IN MFC
85
196
Bezuiniging bleek bij nader inzien op verkeerde veronderstellingen gebaseerd. Vanaf 2015 wordt maatregel vervangen door verhoging generieke taakstelling op bedrijfsvoering (Welzijn). Voor 2013 en 2014
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017 wordt wegvallen besparing gecompenseerd door inzet frictiemiddelen
40a INZET INCIDENTELE
170
85
85
0
FRICTIEMIDDELEN T.B.V. MAATREGEL 40
41
MONITORING
42
42
42
42
0
ARBEIDSPARTICIPATIE
42
BEEINDIGEN
117
117
117
117
0
GEMEENTELIJK DEEL WWW-WERKDEEL
43
BEEINDIGEN
493
493
0
AANVULLENDE BIJDRAGE SOCIALE WERKVOORZIENING
197
-vy6n 493
Bedrag is voor begroting 2013 opgevoerd als incidentele tegenvaller i.v.m. controversieel verklaren van wetsontwerp WWnV (en het niet doorgaan van ontschotting in participatiebudget). Gelet op wat tot nu toe bekend is geworden over de opvolger van de WWnV, de Participatiewet, kan het subsidietekort (verschil Rijksbijdrage en CAO-gerelateerde kosten SW) vanaf 2014 t.l.v. het ontschotte participatiebudget worden gebracht. Dit betekent dat gemeentelijke
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
OPMERKING
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
43A SUBSIDIETEKORT SW
2016
2017
Totaal
2011
2012
2013
493
2014
493
2015
2016
2017
-493
DEKKEN UIT
bijdrage weliswaar niet komt te vervallen maar vanaf 2014 gedekt kan worden t.l.v. het Participatiebudget. Begrotingstechnisch is de beoogde budgetverlaging daarmee gerealiseerd, zij het niet in de oorspronkelijke vorm. Om die reden is de status oranje. Ter compensatie maatregel 43
PARTICIPATIEBUDGET
44
INCIDENTEEL MAKEN
240
240
240
240
0
STIMULERINGSFONDS
45
EFFICIENCY
100
50
50
50
50
50
TAAKSTELLING BRUGBEDIENING
45a INZET FRICTIEMIDDELEN
150
50
50
50
18
18
T.B.V. VERTRAGING MAATREGEL 45
46
KORTING STELPOST
72
18
18
131
94
37
18
18
72
18
18
131
94
37
0
INFRASTRUCTUUR MET 10%
47
BEEINDIGING MILIEUVOORLICHTING -EN COMMUNICATIE
198
0
2e trance van € 50.000 wordt gerealiseerd in 2015 als Zette brug wordt vervangen door aquaduct.
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE
RES-
OORSPONKELIJKE OPGAVE
STATUS
GEREALISEERD
TEERT
2011-2017: PEILDATUM 1-08-2014
48
BEEINDIGING
Totaal 112
2011
20.490
5.327
2012
2013 112
2014
4.943
3.049
2015
2016
2017
Totaal 112
2011
16.993
5.173
608
16.386
2012
2013 112
2014
4.045
4.321
3.454
175
125
173
135
4.998
3.920
4.149
3.319
2015
2016
2017 0
INVESTERINGSIMPULS GROEN TOTAAL
3.846
1.010
INZET FRICTIEMIDDELEN
STRUCTUREEL
1.000
1.400
GEREALISEERDE BEZUINIGINGEN
RESUMÉ TOTALE OPGAVE OP BASIS NETTO BEZUININGING DOORPAKKEN IN NIEUWE TIJDEN(12 MLN), NIEUW VOOR OUD (2,21 MLN) INCLUSIEF VERHOOGDE TAAKSTELLING WMO (2,88 MLN) EN DOORLOPENDE TAAKSTELLING OP BEDRIJFSVOERING (3,4 MLN)
20.490
STRUCTUREEL GEREALISEERD
16.386
SALDO
4.105
BIJSTELLING OP OORSPRONKELIJKE OPGAVE
-522
NOG TE REALISEREN
3.583
199
3.583
OPMERKING
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Monitor Pakket A OORSPONKELIJKE OPGAVE MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA IEDEREEN IS LEEUWARDEN PERIODE 2014-2017:
GEREALISEERD
Totaal 872
2014 872
POTENTIELE RUIMTE AFVALSTOFFENHEFFING BENUTTEN
128
128
2
VOORZIENING VOORMALIG PERSONEEL
405
455
3
BALANSSANERING
239
239
0
4
BRANDWEERKAZERNE
70
70
0
5
REGIONALISERING BRANDWEER
300
6
SALARISBUDGETTEN
180
7
AFSCHRIJVINGSSYSTEMATIEK
300
300
300
8
RENTE TOEREKENING
500
500
0
9
REKENKAMER EN GRIFFIE
50
12
10
REDUCTIE OVERHEAD: TAAKST. ORGANISATIEONTWIKKELING PAKKET A AANVULLING VANUIT PAKKET B
1a
KOSTENDEKKEND MAKEN RIOOLHEFFING
1b
RESTEERT
STATUS 2015
2016
2017
Totaal 872
2014 872
2015
2016
2017 0
0
-50
455
300
128
455
-50 70
0
0
180
13
300 180
12
13
12
300
0 500
12
38
1100
1100
1.100
50
50
50
150
11
ONDERHOUD GEMEENTELIJK VASTGOED
150
12
SECUNDAIRE PERSONEELSKOSTEN
250
13
FLEXIBELE INZET PERSONEEL
250
14
KAPITAALLASTEN ONDERWIJS
200
15
INDEXERING SUBSIDIES
175
0 200
250 200 175
150 200
50
0
250
0
200
175
175 0
200
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
OORSPONKELIJKE OPGAVE MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA IEDEREEN IS LEEUWARDEN PERIODE 2014-2017:
Totaal
16
BELASTINGMAATREGELEN
375
17
DIVERSE BEGROTINGSHOOFDSTUKKEN
142
18
AFVAL FESTIVALS
19
ADVISERING RUIMTELIJKE ORDENING &INRICHTING TOTAAL PAKKET A
GEREALISEERD
RESTEERT
STATUS 2014
2015
2016
2017
Totaal
375
2014
2015
2016
2017
0
375
142
142
0
10
10
10
10
0
40
40
40
40
0
5.786
2.768
2.206
1.889
943
12
1.813
RESUMÉ OPGAVE
5.786
CORRECTIE
-239 5.547
GEREALISEERD
2.206
NOG TE REALISEREN
3.341
201
175
0
0
3.341
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
Monitor pakket B
1
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA IEDEREEN IS LEEUWARDEN PERIODE 2014-2017 BESPARING OP ENERGIELASTEN GEMEENTELIJKE GEBOUWEN
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE
100
2015 100 70
TOTAAL
2014
2
SUBSIDIE VVV
70
3
EFFICIENTERE INZET FORMATIE TOERISME
40
40
4
EXPLOITATIE SPORTACCOMMODATIES
600
100
100
RESTEERT OPMERKINGEN
GEREALISEERD
2016
200
2017 TOTAAL 0
200
2014
2015
2016
2017 100
0
70
0
40
0
600 Op basis van
Collegebesluit 1/7/2014 is fasering gewijzigd in: 2014 0 2015 100 2016 100 2017 400 Faseringsverlies wordt gecompenseerd uit frictie (reeks 1). voor tran-sitiekosten is afzonderlijk budget beschikbaar (reeks 2)
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN 2014 250
2015 250
2016
100
100
200
100
100
100
5
ARCHEOLOGIEBELEID DEKKEN UIT PROJECTEN
30
30
0
30
6
VERHOGEN RENDEMENT VASTGOEDPORTEFEUILLE
75
75
0
75
7
VOORDELEN SAMENWERKING HCL & TRESOAR
40
20
20
0
40
20
20
8
ANDERS ORGANISEREN ONDERHOUD OPENBARE RUIMTE VERKEERS EN VERVOERSBELEID
400
100
300
0
400
120
120
0
30
9
30
30
202
2017
100
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA IEDEREEN IS LEEUWARDEN PERIODE 2014-2017
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE TOTAAL
10
AANVULLING OP ORGANISATIEONTWIKKELING (€ 50.000) : Zie PAKKET A
11
REDUCTIE OPENBARE VERLICHTING
100
12
HERINRICHTING BIBLIOTHEEKFUNCTIE
13
OVERDRACHT BEHEER PONT HET BURD
14
VOORDELEN OUSOURCING EN SAMENWERKING STROOMLIJNEN PROCESSEN DIENSTVERLENING
550
16
VOORZIENING WACHTGELDEN BESTUURDERS
57
17
ANDERS INRICHTEN BESTUURLIJKE ADVISERING
100
18
VERHOGEN PARKEERTARIEVEN
250
19
DIENSTVERLENINGSLOKET GROU
100
20
AFROMEN SUBSIDIES
450
15
TOTAAL PAKKET B
2014
2015
RESTEERT OPMERKINGEN
GEREALISEERD
2016
2017 TOTAAL
0
2014
2015
2016
2017
2014
2015
2016
175
175
0
40
0
100
460
460
0
460
40
40
0
40
0
550
30
30
0
300
300
3.792
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN
300 57
57 50
227
455
50
57
500 75
0
0
100
250
0
250
100
0
100
300
150
0
450 Wordt follow-
700
1.860
57
203
up op B&W besluit 1-72014
57
0
0
0
3.735
2017
Begroting 2015 gemeente Leeuwarden
TOTAAL OVERZICHT Doorpakken in nieuwe tijden
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
5.327
3.846
4.943
3.049
1.010
1.000
1.400
-272
-350 2.768
943
12
1.813
227
455
700
1.860
Bijstelling taakstelling doorpakken in nieuwe tijden Iedereen is Leeuwarden pakket A Correctie pakket A Iedereen is Leeuwarden pakket B OPGAVE
5.327
3.574
4.593
6.044
2.408
1.712
5.073
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
4.998
3.920
4.149
3.319
0
0
0
Iedereen is Leeuwarden pakket A
1.889
175
0
0
Iedereen is Leeuwarden pakket B
57
0
0
0
Doorpakken in nieuwe tijden
REALISATIE RESTEERT
4.998
3.920
4.149
5.265
175
0
0
329
-346
445
779
2.233
1.712
5.073
Legenda Maatregel afgevoerd c.q. vervangen door alternatieve maatregel. Uitvoering volgens plan Uitvoering vraagt om specifieke ambtelijke en/of bestuurlijke keuzes en sturing Incidentele inzet van frictiemiddelen
204