Begroting 2016 gemeente Leeuwarden September 2015
Inhoudsopgave Begroting Samenstelling van het bestuur .................................................................. 2 Leeswijzer .......................................................................................... 3
1. Inleiding .....................................................................................5 2. Beleidsbegroting ...........................................................................8 2.1 Thema´s........................................................................................ 9 2.1.3 Culturele hoofdstad 2018 ........................................................... 9 2.1.2 Transformatie sociaal domein .....................................................11 2.1.3 Werkgelegenheidsaanpak ..........................................................13 2.2. Domeinen ................................................................................... 17 2.2.1 Domein Sociaal ......................................................................17 2.2.2 Domein Fysiek .......................................................................34 2.2.3 Domein Veilig ........................................................................54 2.2.4 Domein Bestuur en middelen ......................................................61 2.3 Paragrafen ................................................................................... 68 2.3.1 Lokale heffingen ....................................................................68 2.3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing .......................................75 2.3.3 Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................87 2.3.4 Financiering ..........................................................................93 2.3.5 Bedrijfsvoering/Dienstverlening ..................................................96 2.3.6 Verbonden partijen en andere samenwerkingsverbanden .....................99 2.3.7 Grondbeleid........................................................................ 117 2.3.8 Meerjaren investeringen ......................................................... 122
3. Financiële begroting ...................................................................126 3.1 Baten en lasten ............................................................................126 3.1.1 Overzicht van baten en lasten .................................................. 126 3.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten ............................ 127 3.2 Uiteenzetting financiële positie ........................................................128 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie ................................................. 128 3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen ................................................. 138 3.2.3 Meerjarenraming .................................................................. 140
Bijlagen ......................................................................................141 Bijlage A. Overzicht mee- en tegenvallers.................................................143 Bijlage B. Verloop reserves en voorzieningen ............................................157 Bijlage C. Meerjaren investeringsprogramma .............................................161 Bijlage D. Overzicht subsidies aan instellingen ...........................................169 Bijlage E. Overzicht van incidentele lasten en baten en structurele stortingen in en onttrekkingen aan r eserves ..................................................................175 Bijlage F. Monitor bezuinigingen ............................................................179 Bijlage G. Berekening financiële keng etallen en balansprognose .....................193
1
Samenstelling van het bestuur Burgemeester dhr. Drs. F.J.M. Crone
Wethouder dhr. H. van der Molen
Verantwoordelijk voor: Veiligheid, openbare orde en handhaving Europese/internationale zaken Grote stedenbeleid Gemeentelijke herindeling Public affairs Culturele Hoofdstad 2018
Portefeuilles: Wijken en dorpen Beheer openbare ruimte Armoedebeleid Jeugdwerkeloosheid Publieke dienstverlening
Wethouder mw. Drs. T. Koster Portefeuilles: Onderwijs Jeugdbeleid Kennis en innovatie Gezondheidszorg Verkeer en Vervoer
Wethouder dhr. H. S. Deinum Portefeuilles: Economische zaken
Wethouder dhr. mr. S. Feitsma Portefeuilles: Financiën Cultuur/Culturele Hoofdstad 2018 Historisch centrum Leeuwarden Stads- en regiomarketing
Samenwerkingsagenda provincie Fryslân-gemeente
Wethouder mw. I. Diks MA Portefeuilles: Duurzame ontwikkeling
Economie en innovatie Watertechnologie Ruimtelijke ordening Samenwerking met regiogemeenten
Wethouder dhr. A. Ekhart Portefeuilles: Zorg en opvang Integratie
Bedrijfsvoering
Recreatie en toerisme Natuur en landbouw Wonen en stedelijke vernieuwing M onumentenzorg
Gemeentesecretaris dhr. mr. R.J. Hoek Verantwoordelijk voor: De gemeentelijke organisatie
Vluchtelingen Werk en inkomen Sport
2
Leeswijzer De opbouw van de begroting wordt in belangrijke mate voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en is als volgt: Figuur 1 Hoofdstructuur begroting.
In hoofdstuk 2 staat de beleidsbegroting. De focus is gericht op het bereiken van de in het collegeprogramma gestelde doelen voor 2017/2018 en of er beleidsinhoudelijke of financiële afwijkingen zijn of dreigen. Uitgangspunt is dat de begrotingsuitvoering voor ongeveer 95% uit reguliere activiteiten bestaat. Dat zijn going concern taken (vermeld in de financiële overzichten met beleidsproducten aan het eind van ieder programma) waar minder politieke sturing op nodig is, zolang er geen essentiële afwijkingen zijn. De Beleidsbegroting bevat:
1. Drie grote (financiële) opgaven in deze raadsperiode vervat in drie thema’s: Culturele hoofdstad 2018, transformatie sociaal domein en de werkgelegenheidsaanpak. Ieder thema bevat: Een schets van de aanpak Het aandeel van de gemeente daarin (en van anderen) De gemeentelijke middelen die hiermee gemoeid zijn De programma’s die hieraan een bijdrage leveren
2. Vier programma’s, die zijn afgeleid van het collegeprogramma en de organisatieopzet: Sociaal, Fysiek, Veilig en Bestuur en middelen. Ieder programma bevat: Een kort overzicht van de ambities en speerpunten uit het collegeprogramma voor 2017/2018: Wat willen we bereiken? Een tekstuele toelichting op activiteiten die bijdragen aan de realisatie van ambities en speerpunten: Wat gaan we daarvoor doen in het volgende begrotingsjaar en met wie? Om aan te geven waar de gemeente op afgerekend kan worden en wat de verantwoordelijkheid van anderen is. Daarbij is voor zover mogelijk een relatie aangebracht tussen budgetten en activiteiten. Een raming van baten en lasten op beleidsproducten niveau: Wat gaat dat kosten? De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale baten en lasten per beleidsproduct.
3
3. In afzonderlijke paragrafen staan de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Iedere paragraaf is een dwarsdoorsnede van de voorgaande programma’s op het gebied van: lokale heffingen; weerstandsvermogen; onderhoud kapitaalgoederen; financiering; bedrijfsvoering; verbonden partijen; grondbeleid; Meerjaren investeringen (incl. SIOF). In hoofdstuk 3 staat de financiële begroting met daarop een toelichting. Het overzicht van baten en lasten staat in paragraaf 3.1. De uiteenzetting van de financiële positie staat in paragraaf 3.2. Een totaaloverzicht met voorgenomen bezuinigingen is te vinden in bijlage F.
4
1. INLEIDING
Doelen en kader In deze begroting staan de uitgaven en inkomsten van de gemeente Leeuwarden. Er gaat in totaal € 502 mln in om. De focus is gericht op het bereiken van de in het collegeprogramma Iedereen is Leeuwarden, Ljouwert is eltsenien gestelde doelen voor 2017/2018. Er moeten voorbereidingen worden getroffen in aanloop naar Leeuwarden-Fryslân 2018. De ondersteuning op het gebied van (jeugd)zorg en werk moet beter, efficiënter en goedkoper. Het terugdringen van armoede is een belangrijke ambitie. En er zijn meer banen nodig. In deze begroting worden de plannen voor 2016 toegelicht die bijdragen aan de realisatie daarvan. De meerjarenraming vormt het bijbehorende financiële kader. Financiële positie en 2 e fase groot onderhoud gemeentefonds Er is sprake van een solide en gedegen financiële huishouding. Op basis van onder andere de meicirculaire 2015 is berekend dat voor de komende meerjarenperiode 2015-2019 alle jaarschijven sluiten. Voor de jaarschrijf 2019 wordt in eerste aanleg een overschot verwacht van € 994.000. De afgelopen jaren is groot onderhoud aan het gemeentefonds uitgevoerd en zijn in de meicirculaire met ingang van 2016 de voorlopige uitkomsten van de 2 e fase doorgevoerd. Voor onze gemeente betekent de 2e fase van het groot onderhoud het volgende. In plaats van een mogelijke krimp van € 2,8 mln beperken de herverdeeleffecten voor Leeuwarden zich voorlopig tot een bedrag van € 1,2 mln. Deze uitkomst is in de begroting 2016 verwerkt. Er komt echter een nieuw/aanvullend onderzoek waarvan de resultaten pas bij de meicirculaire 2016 bekend worden. Omdat nu maar een gedeelte van het herverdeeleffect (nadeel € 1,2 mln) in de meicirculaire is meegenomen, is het in eerste aanleg begrote overschot van € 994.000 vanwege deze onzekerheden gereserveerd en sluit de nieuwe structurele positie in 2019 met het saldo nul. Weerstandsvermogen De omvang van de Algemene Reserve bedraagt eind 2015 € 10,3 mln. In de begroting 2015 is nog een post Onvoorzien opgenomen van € 0,1 mln die ook aangemerkt kan worden als weerstandscapaciteit. Het totaal van deze twee bedraagt € 10,4 mln. Daarmee komt de weerstandscapaciteit ruim hoger uit dan het gewenste niveau van € 6,9 mln (1,5 x de actuele risicopositie van € 4,6 mln). Daarnaast worden afzonderlijke risicoanalyses uitgevoerd voor de risico's die verband houden met de 3 decentralisaties in het sociaal domein en grondexploitaties. Verreweg het grootste risico voor 2016 zit in de onzekerheid of de kosten van de decentralisatie van taken op het gebied van zorg, jeugd en participatie in 2015 goed zijn geraamd. Voor het opvangen van risico’s op het terrein van de 3 decentralisaties is naar verwachting 7,1 mln voldoende en er is € 9 mln beschikbaar. Ruim voldoende dus. Tot slot zijn zowel de korte termijn (periode tot 4 jaar) als de lange termijn risico’s (5 tot 10 jaar) in de grondexploitaties afgedekt met respectievelijk € 8,7 mln en € 12,9 mln (€ 5,17 mln + € 7,78 mln). Speerpunten 2016 De voorbereidingen in aanloop naar Leeuwarden-Fryslân 2018 zijn in volle gang. In het voorjaar van 2016 worden de financiën en programmering tussentijds geëvalueerd. Op basis van de inhoudelijke programmering door de stichting Kulturele Haadstêd 2018 maken provincie en gemeenten in 2016 gezamenlijk een plan voor de bereikbaarheid en de veiligheid van de evenementen.
5
Meer Banen creëren is nog steeds eerste prioriteit. Uitvoering van het Aanvalsplan Werk moet de resterende collegeperiode leiden tot 1000 banen extra. De gemeente speelt nadrukkelijk een rol in de economische stimulering, via relatiebeheer, acquisitie en lobby; en in de verbetering van de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In 2016 worden onder andere diverse initiatieven en projecten uitgevoerd die het leren en werken in groeisectoren (o.a. watertechnologie en zuivel) aantrekkelijker maken en die jongeren en herintreders met (om-,her- en bij-) scholing de stap naar de arbeidsmarkt helpen maken. In 2016 blijven we ook de ondersteuning op het gebied van (jeugd)zorg en werk verder verbeteren. De focus ligt daarbij op preventie en het versterken van de toegang tot zorg en werk en de doorontwikkeling van de sociale wijkteams en de jeugd- en gezinsteams. Hoe komt de gemeente aan haar geld?
Totaal
€ 502 mln
* De categorie Belastingopbrengsten bestaat uit: Onroerende zaakbelasting, rioolheffing en hondenbelasting; overige belastingen vallen in de categorie Overige goederen en diensten.
Hoe wordt het geld besteed?
Totaal
€ 502 mln
6
Belastingtarieven De gemeente streeft er naar de heffingen zo veel mogelijk kostendekkend te laten zijn. De totale opbrengst aan belasting en overige heffingen is in 2016 begroot op circa € 59 m ln. Dit is ongeveer 12% van de totale gemeentelijke baten. Jaarlijks wordt een inflatiecorrectie op de belastingtarieven toegepast. In 2016 doet de bijzondere situatie zich voor dat de inflatiecorrectie per saldo negatief is en de tarieven 2016 t.o.v. 2015 verlaagd worden of gelijk blijven. Vergelijken Voor het eerst zijn in deze begroting financiële kengetallen opgenomen, zodat vergelijking met andere gemeenten mogelijk is als het gaat om bijvoorbeeld woonlasten. De woonlasten in Leeuwarden zijn ook terug te vinden bij het thema gemeentelijke financiën op www.waarstaatjegemeente.nl. Je kunt hier de gegevens over Leeuwarden vergelijken met het landelijk gemiddelde en andere gemeenten. Behalve op het thema financiën is Leeuwarden op deze site ook nog op 14 andere thema’s meetbaar en vergelijkbaar. De site is in ontwikkeling en zal in de toekomst nog meer relevante verantwoordingsinformatie bevatten. De balans opmaken We hebben nog een flink aantal ambities te realiseren in de resterende collegeperiode. In 2016 zijn we halverwege en maken we de balans op. Ligt de uitvoering van de plannen uit het collegeprogramma op koers? Is het nodig beleid aan te passen? In hoeverre zijn de bezuinigingen gerealiseerd? Daarbij kijken we ook naar actuele trends en ontwikkelingen en naar de financiële positie van de gemeente. Eventuele consequenties krijgen hun beslag weer in de begroting van 2017 en verder.
7
2. BELEIDSBEGROTING
Figuur 2 Struc tuur Beleidsbegroting.
8
2.1 Thema´s 2.1.1 Culturele hoofdstad 2018 Uitdaging Leeuwarden is namens Nederland verkozen tot Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. De naam waaronder het verder gestalte krijgt is Leeuwarden-Fryslân 2018. We beogen hiermee bij te dragen aan de sociale en economische dimensies van een duurzame samenleving: meer participatie, beter onderwijs en meer werkgelegenheid. Investeringen moeten duurzame resultaten en effecten leveren. Projecten en programma’s moeten het verschil maken en zorgen voor structuurversterking op de lange termijn. Uit deze speerpunten volgen zes subdoelen (de zes E’s) waar de gezamenlijke organisatie (gemeente, provincie en stichting) in zijn geheel verantwoordelijk voor is: Event: De organisatie van tenminste 41 krachtige evenementen. Europa (nationaal en Internationaal): Leeuwarden en Fryslân beschikken over een breed en sterk multilateraal netwerk in Europa. Experience (imago): Als spin off ontstaat een integraal aanbod van culturele, ecologische en toeristische ervaringen. Entrepreneurship: Het versterken van het ondernemerschap binnen het domein creativiteit, ecologie en toerisme. Empowerment: Als gevolg van Leeuwarden-Fryslân 2018 zullen vooral kinderen en jongeren blijvend stijgen op de maatschappelijke ladder. Ecologie: Leeuwarden en Fryslân zelfvoorzienend laten worden in hun energiegebruik, innoveren in landbouw en watertechnologie. Aanpak en aandeel Leeuwarden in 2016 Om dit te bereiken is het noodzakelijk om als stad en provincie de succesvolle samenwerking rondom Leeuwarden-Fryslân 2018, zoals is vastgelegd in de samenwerkingsagenda Leeuwarden – Fryslân 2013-2025, voort te zetten. Drie typen inhoudelijke opgaven worden door gemeente en provincie én de stichting in gezamenlijkheid en in nauwe samenhang uitgevoerd: a. Programma Leeuwarden-Fryslân 2018 (stichting) De opgerichte stichting ten behoeve van Leeuwarden-Fryslân 2018 heeft duidelijk omschreven taken ten aanzien van het organiseren van de in het Bidbook Leeuwarden 2018 genoemde 41 events met bijbehorende activiteiten (bijvoorbeeld Eleven Fountains, Kening van de Greide en Behind the Front Door). Provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden geven opdracht aan de stichting en monitoren de voortgang. De nulmeting heeft juli 2015 plaatsgevonden. In 2016 is het programma bekend en hebben alle hoofd events een opdracht. De in 2015 opgerichte taskforce financiën blijft werken aan het binnenhalen van subsidies, fondsen, sponsors, regiobijdrage en bijdragen in natura. In het voorjaar van 2016 worden de financiën en de programmering tussentijds geëvalueerd. Op basis van de resultaten wordt bepaald hoeveel events en aangedragen ideeën binnen het beschikbare budget nog kunnen worden toegevoegd. In 2016 staat de marketing naar het buitenland centraal in verband met de programmering van touroperators. b. Facilitering Leeuwarden-Fryslân 2018 (gemeenten/provincie) Het faciliterend programma verzorgt alle activiteiten/projecten die normaliter een overheidstaak zijn. Dit faciliterend programma past qua competentie beter bij overheden en draagt bij aan het succesvol maken van Leeuwarden-Fryslân 2018. Op basis van de inhoudelijke programmering door de stichting maken provincie en gemeenten in 2016 gezamenlijk een plan voor de bereikbaarheid van de events, het vervoer van gasten en maatregelen ten aanzien van openbare orde en veiligheid. 9
c. Samenwerkingsagenda 2013-2025 (gemeente/provincie) De Samenwerkingsagenda Leeuwarden- provincie Fryslân 2013-2025 Leeuwarden-provincie Fryslân 2013-2025 pakt door de bestaande beleidsuitvoeringen de drie grootste urgenties van de stad en de regio aan (participatie, onderwijs en werkgelegenheid). Onderscheid wordt gemaakt tussen lopende projecten als Watercampus en Dairy Campus, projecten voor de periode tot 2018 (bijvoorbeeld kansen voor kinderen, verduurzaming gebouwde omgeving) en projecten voor de periode 2018-2025 (bijvoorbeeld herstructurering, koplopersproject). In 2016 wordt stevig ingezet op de doorontwikkeling van onderwijs en arbeidsmarktrelatie. Financiën Voor de periode 2014 t/m 2019 is een bedrag beschikbaar gesteld aan de stichting van € 5 mln. Hiervan is tot op heden € 2,7 mln uitgekeerd en resteert voor de komende periode nog € 2,3 mln. Binnen de eigen begroting is nog eens rekening gehouden met een personele inzet van € 320.000 per jaar in de periode t/m 2018. Relatie tussen thema en begroting Bijna alle programma’s en programmaonderdelen uit de begroting leveren een bijdrage aan dit thema en de samenwerkingsagenda Leeuwarden-Fryslân 2013-2025. In elk begrotingsprogramma wordt de aanpak van één of meer onderdelen nader toegelicht of uitgewerkt. We kunnen dus zeggen dat de start van Leeuwarden-Fryslân 2018 de rode draad vormt in deze begroting.
10
2.1.2 Transformatie sociaal domein Leeuwarden heeft de ondersteuning en zorg voor inwoners anders georganiseerd. Met deze ‘transformatie van het sociaal domein’ willen we bereiken, dat mensen zelfredzaam en samenredzaam zijn en zelf de regie over hun leven kunnen behouden. Dat maakt mensen sterker. Meer inzetten op preventie De zorg wordt beter, efficiënter en goedkoper als we het dichter bij mensen organiseren. De sociale wijkteams vervullen hierin een cruciale rol. Om meer in te kunnen zetten op preventie willen we nog meer kennis in huis halen over jeugd bij zowel bij de sociale wijkteams breed als bij de jeugden gezinsteams. Daarbij kijken we gericht welke capaciteit echt nodig is bij de sociale wijkteams en de jeugd- en gezinsteams. Voor het uitvoeren van alle taken zetten we in 2016 incidenteel meer capaciteit in de wijkteams. We krijgen zo ook inzicht in de gewenste structurele capaciteit. Het team dat de herbeoordelingen heeft uitgevoerd en inmiddels de nodige ervaring heeft, wordt daarom incidenteel in 2016 als een flexibele schil aan de wijkteams toegevoegd. Naast preventie ligt het accent ook op de gesprekken met aanbieders om tot alternatieve, nieuwe en lichtere vormen van zorg te komen Versterken van de toegang tot ondersteuning Bewoners kunnen in de wijk terecht bij de wijkteams voor ondersteuning op alle gebieden. Door eerder lichte vormen van zorg en hulpverlening in te zetten, hopen we het beroep op dure specialistische zorg en hulpverlening te beperken. Dit betekent dat we inwoners aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. In 2016 bouwen we verder aan dit stelsel, het zogenaamde Leeuwarder model, zoals we dat in het Koersdocument hervorming sociaal domein (mei 2015) hebben vastgelegd. De focus ligt nadrukkelijk op het versterken van de toegang en de doorontwikkeling van de sociale wijkteams en de jeugd- en gezinsteams. Het versterken van de toegang bestaat uit het vergroten van de expertise van de sociaal werker, het verder ondersteunen van de sociale wijkteams met specialistische expertise (aansluitfunctionarissen, advies en consult), maar ook uit het beheersen van alternatieve toegangsroutes (vgl. huisarts, medisch specialist, rechter). Ook het versterken van de zelfredzaamheid door onder andere in te zetten op preventieve activiteiten zoals Jimmy’s en opvoedkade vallen hieronder. Samenhang brengen in de uitvoering van taken In 2016 vinden er enkele haalbaarheidsonderzoeken plaats waarin verdere integraliteit van beleid wordt nagestreefd. Zo onderzoeken we of rondom dagbesteding Participatie en WMO samengevoegd kunnen worden. We willen het wijken- en dorpenbeleid zo vormgeven dat hiervoor een eenvoudigere vorm van algemene voorziening kan worden gecreëerd. Belangrijk is ook dat de Jeugdzorg sterk vereenvoudigd wordt en er een helder stelsel ontstaat dat nauw verbonden is met de WMO. Hiermee zal het onderscheid 18- en 18+ verder vervagen en kan een nog verdergaande integraliteit worden gecreëerd. Inkopen van aanvullende ondersteuning In 2016 vindt de inkoop lokaal en regionaal plaats voor 2017. In de contracten WMO lokaal en regionaal 2016 is een optie opgenomen om de contracten met een jaar te kunnen verlengen. Of daar gebruik van wordt gemaakt wordt in 2016 bepaald. Dat is ook afhank elijk van informatie die van het Rijk moet komen over onder andere huishoudelijke hulp. Jeugdzorg wordt in 2016 opnieuw aanbesteed omdat er een nieuwe productstructuur van kracht zal worden. Deze productstructuur wordt in 2016 voorbereid en vastgesteld.
11
Meedoen aan landelijke en regionale projecten Landelijk is er ook extra aandacht voor de ontwikkelingen in Leeuwarden. Dat maakt dat Leeuwarden op verschillende plekken gevraagd is als pilotgemeente te acteren. We refereren aan Agenda Stad, waar Leeuwarden in het project Inclusieve Stad conflicterende wetgeving in kaart brengt en de vrijheid heeft om los van de wetgeving te doen wat nodig is om een huishouden er weer bovenop te helpen. Hiermee verwachten we wettelijke obstakels die adequate hulpverlening in de weg staan te slechten en indien nodig wetswijzigingen te bewerkstelligen. Leeuwarden is trekker van het project LAB Noord. Daarin weten bewonersinitiatieven en wijkbedrijven hun ondersteuning te koppelen aan die van zorginstellingen binnen de aanvullende ondersteuning. Vrijwilligers en professionals weten elkaar zo beter te vinden. En de formele en informele zorg wordt beter op elkaar afgestemd. Backoffice sociaal domein De backoffice sociaal domein die in 2015 is ingericht wordt in 2016 verder ontwikkeld. Er wordt gebruik gemaakt van één informatiesysteem, waar zowel de sociale wijkteams, MO -zaak en de gemeente mee gaan werken. Bij de verdere ontwikkeling van de administratieve taken worden meer taken bij de gemeente zelf belegd. Wat mag het kosten? De overheveling van de wettelijke taken WMO, AWBZ en Participatie gaat ook in 2016 gepaard met bezuinigingen. De uitdaging is en blijft om de taken binnen de beschikbare middelen op te pakken, waarbij de meest kwetsbare inwoners van Leeuwarden ondersteuning en zorg blijven krijgen die nodig is. Het totale budgettair kader voor 2016 is € 183 mln. Tegenover dit kader is een prognose gemaakt van de uitgaven voor 2016 bij ongewijzigd beleid. Hierdoor dreigt een tekort te ontstaan van € 8,5 mln. Daarnaast is met het vaststellen van het Financieel Kader drie decentralisaties 2016 (juni 2015) besloten om extra te investeren in onder andere preventie voor een bedrag van € 1,9 mln. Voor een bedrag van in totaal € 10,4 mln is financiële ruimte gezocht en gevonden door het reduceren van de kosten via het aanbestedingstraject. Omdat het zwaartepunt van het tekort ligt binnen het jeugddomein zijn de in 2016 te treffen maatregelen daardoor ook vooral in het jeugddomein gevonden.
12
2.1.3 Werkgelegenheidsaanpak Uitdaging Werk is de eerste prioriteit in het collegeprogramma 2014-2018, met het accent op de aanpak van de jeugdwerkloosheid. In deze collegeperiode moeten er 1.000 banen bij k omen, variërend van structureel tot tijdelijk werk. Het beleid van de gemeente Leeuwarden is gericht op de groei van werkgelegenheid voor hoog- en laagopgeleiden. Het Trickle down-onderzoek (april 2015) bevestigt dat we met de juiste interventies bezig zijn en dat we deze lijn moeten continueren. Schets van de aanpak De gemeente heeft beperkte mogelijkheden om werk aan te trekken, banen te creëren, werk te behouden, kortom inwoners aan werk te helpen. Daar waar we invloed kunnen uitoefenen en verschil kunnen maken doen we dat. In principe is er een aantal beïnvloedingsvelden: - economische stimulering, via relatiebeheer, acquisitie, lobby en projecten - arbeidsmarkt, bevorderen van herintreding en participatie via om-, her- en bijscholing - onderwijs, afstemming vraag en aanbod gevraagde opleiding en competenties, startkwalificaties c.a. - investerings- en bestedingsimpulsen via regelingen en projecten, waaronder ook inkoop, duurzaamheidsbeleid, innovatie en aanbestedingsbeleid. De aanpak om werk te genereren moet primair gericht zijn op de drie eerstgenoemde velden. De eerste cross-sectorale projecten en activiteiten op het raakvlak van economie, arbeidsmarkt en onderwijs zijn in 2015 gestart. Uitwerking van het Aanvalsplan Werk (voorheen 1.000 -banenplan) in programma's en instrumenten In 2015 is het Aanvalsplan Werk vastgesteld, dat in 2016 en verder wordt uitgevoerd. Het Aanvalsplan Werk bestaat uit programma’s en instrumenten die lopen, c.q. in ontwikkeling zijn. Centraal staat werk in de vorm van banen. Verbetering van de werking van arbeidsmarkt, toeleiding naar werk, marktgerichte scholing en werkervaring zijn het primaire doel in 2016. Het sturen en meetbaar maken van andere arbeidsvormen, zoals zzp’ers, zijn nevendoelen en ondersteunen de centrale doelstelling. Ook kennen de programma’s en instrumenten andere doelstellingen: participatie, baanafspraken, welzijn, aanpak armoede, verduurzaming, ondernemerschap, innovatie, leefbaarheid wijken, inkoop en aanbesteding. In 2016 wordt dit verder geconcretiseerd. De sturing en monitoring is primair gericht op de teller van ‘banen’. Aan de andere kant geeft de integraliteit van de aanpak resultaat. Door de opdrachten in gezamenlijkheid te programmeren ontstaan slimme verbindingen en ontstaat extra organisatievermogen. Om vervolgens te komen tot uiteindelijk de economische structuurverbetering en de toegevoegde waarde die Leeuwarden, en Friesland, nodig heeft. Figuur 3 illustreert deze samenhang.
Programma Brug naar werk (in samenhang met programma Sociaal) Het Europees Sociaal Fonds (ESF) biedt subsidie voor het terugdringen van jeugdwerkloosheid en de arbeidsinpassing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De doelgroep bestaat uit mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: Mensen met een uitkering langer dan 6 maanden; Mensen met een arbeidsbeperking; Werkloze 55-plussers; Jongeren; Niet-uitkeringsontvangers; (ex-)Leerlingen van praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. De gemeente Leeuwarden vraagt als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Friesland subsidie aan voor activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt van deze
13
doelgroep. Dit is dus voor de gehele doelgroep, inclusief de (ex) leerlingen van het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. Figuur 3
Programma Actieplan Jeugdwerkloosheid (in samenhang met programma Sociaal) Het Actieplan is een gerichte aanpak als antwoord op de oplopende jeugdwerkloosheid. Er is een forse toename in het aantal jongeren dat zich meldt voor een uitkering. Dit zijn steeds meer jongeren met een afgeronde opleiding die geen werk kunnen vinden. Vanuit het onderwijs wordt aangegeven dat het voor leerlingen steeds moeilijker wordt om een BPV-plek te vinden en daarmee hun opleiding af te kunnen ronden (BPV is Beroeps Praktijk Vorming oftewel BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg)). Werkgevers staan onder druk en zijn terughoudend in het aangaan van arbeidsovereenkomsten, terwijl hun personeelsbestand vergrijst en zij op termijn behoefte hebben aan de instroom van jongeren. Het gevaar van een verloren generatie dreigt. Het actieplan wordt getrokken door de gemeente Leeuwarden voor de arbeidsmarktregio Fryslân. Of de benodigde middelen voor 2016 vanuit het Ministerie worden gegeven is afhankelijk van de landelijke politieke koers.
Programma Banenplan Noord Nederland (conform Pact van het Noorden) Samen met de sociale partners en overheden zet Noord Nederland in op een pakket additionele maatregelen dat het Banenplan Noord Nederland wordt genoemd. In de komende 3 à 4 jaren gaan extra maatregelen zorgen voor omzetgroei van het bedrijfsleven en het terugdringen van de werkloosheid. Grofweg bestaan deze maatregelen uit drie onderdelen: 1. Stimuleren van de economie en het creëren van banen: door het beschikbaar stellen van bedrijfsfinanciering kunnen bedrijven investeren en groeien. Het is van cruciaal belang dat Noord Nederland beschikt over voldoende, gekwalificeerde mensen. Het menselijk kapitaal wordt daarom versterkt door een, op te richten, Scholingsfonds Noord Nederland. 2. Reduceren van werkloosheid: door middel van reshoring (terughalen van productie uit lage lonenlanden) en jobcarving/jobcomposing (splitsing van taken binnen functies waardoor mogelijkheden voor lager geschoold personeel ontstaan) kunnen meer mensen 14
toetreden tot de arbeidsmarkt. Een ‘jong voor oud’ maatregel (Generatiepact genoemd) zorgt voor instroom van jongeren op de arbeidsmarkt, omdat oudere medewerkers een deel van hun baan overdragen aan een jongere. Tenslotte wordt het aanbestedingsbeleid in Noord Nederland aangescherpt zodat meer mensen in deze regio een kans krijgen. 3. Optimaliseren randvoorwaarden. Er is meer afstemming tussen alle bestaande plannen en partijen in Noord Nederland. Noord Nederland gaat stevig inzetten op promotie vanuit de regio zowel nationaal als internationaal.
Programma Arbeidsmarkt & Onderwijs Het stimuleren van werk in sectoren met enige werkgelegenheidsgroei moet aansluiten bij het onderwijsaanbod in Leeuwarden. In het Programma Arbeidsmarkt en Onderwijs is de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt projectmatig uitgewerkt. In 2016 bevat het uitvoeringsprogramma initiatieven, projecten en arrangementen die het leren en werken in groeisectoren aantrekkelijker maken. Daarnaast wordt er ingezet op jongeren en herintreders die met (om-,her- en bij-) scholing de stap naar de arbeidsmarkt wel kunnen maken. En als belangrijke onderliggend thema wordt ondernemerschap in de breedste zin gestimuleerd. Niet alleen het faciliteren van startups en gevestigde ondernemers, maar ook de ondernemende professional in een loondienstverband.
Programma Groen werkt! Samen met de provincie werken we vanuit het programma Groen Werkt! (2015-2017) aan economische innovaties en de transitie naar een duurzame stad en regio. Het programma Groen werkt! moet minimaal 300 banen realiseren. Belangrijke concrete acties die in 2016 opgepakt worden zijn onder meer: 1. We willen ons gezamenlijk met de Watercampus in Europa beter profileren ten aanzien van onze unieke positie op het terrein van watertechnologie en meer netwerken opbouwen in Brussel. Een voorbeeld is de gezamenlijke organisatie van een Europese Conferentie watertechnologie in februari 2016 – EIP conference (400 bezoekers) en de inzet van een EU projectverwerver. Ook is er een tweetal nieuwe vestigers uit Europa op de Watercampus, die hun activiteiten op Europees schaalniveau uitvoeren (EWP en ANF); 2. Stimulering van innovatieprojecten rond de Groen Werkt! thema’s vanuit de subsidieregeling Groen innovatiefonds! We hebben op basis van andere jaren de verwachting dat we 7 -8 innovatieprojecten kunnen ondersteunen met een verwachte jaarlijkse werkgelegenheidsimpact van 20-30 fte (omvang € 300.000); 3. Continuering van de aanpak Slim wonen met energie, waarbij woningen in Leeuwarden worden verduurzaamd en werkgelegenheid wordt gecreëerd (zie ook het programma Fysiek, onderdeel wonen en milieu; ook dit maakt onderdeel uit van het programma Groen Werkt!); 4. Het Dutch Dairy Netwerk wordt in 2016 verder uitgebouwd en versterkt. Via dit netwerk werken onderwijs, overheid en ondernemers samen aan de ontwikkeling van de melkketen in Nederland. 5. Duurzame energie en energiebesparing zijn thema’s die gemeentebreed en voor verschillende organisatieonderdelen relevant zijn. We willen dan ook dat energie meegenomen wordt in de aanpak van de verschillende beleidsvelden. Zowel bij de realisatie van projecten als bij het ruimtelijk faciliteren speelt dit een belangrijk rol. Een concreet project dat dit illustreert, is de realisatie van een aantal zonnestroomlocaties langs de Haak. 6. Groen Werkt voor iedereen! is een project dat een aanvulling is op het lopende programma. Hiermee willen we ook werk voor de onderkant van de arbeidsmarkt realiseren en mensen meer mogelijkheden bieden om relevante vaardigheden te ontwikkelen. 7. We stimuleren ondernemerschap actief. Dit doen we vanuit de Waterinqubator, maar ook op andere wijze. We gaan starters die nieuwe producten en diensten ontwikkelen actief faciliteren. 15
8. Voortzetting aanjagen duurzame mobiliteit: de gemeente stimuleert het rijden op groen gas via een projectgewijze aanpak. De promotie, kennisdeling en lobby over groen gas loopt via de Stichting Groengas NL, waarvan de gemeente founding partner is. Daarnaast ondersteunt de gemeente de verdere marktontwikkeling voor LNG bij zwaar wegtransport. Voor het structureel uitbreiden van de elektrische laadinfrastructuur zijn beleidsregels opgesteld en is een subsidie beschikbaar.
Werkbedrijf Fryslân Werkt! In 2016 is de totstandkoming van het Werkbedrijf ‘Fryslân Werkt!’ voor de arbeidsmarktregio Fryslân een feit. Ingegeven door wetgeving en de implicaties daarvan, maar vooral omdat we dat zelf willen. Het Werkbedrijf bouwt voort op de ontwikkelingen die in Fryslân al gaande zijn. Er wordt al jaren goed samengewerkt in de werkgeversdienstverlening: vacatures worden gedeeld en regio breed worden er brancheplannen gesmeed. Er wordt ook vooruitgekeken: in de Contourennotitie staat een duidelijke toekomstvisie op de arbeidsmarktregio. Het Werkbedrijf bouwt voort op dit fundament. Het Friese werkbedrijf is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, UWV, SW -bedrijven, werkgevers, vakbonden en onderwijs. Het betreft geen juridische entiteit, maar is een netwerkorganisatie waarin de verschillende ketenpartners afspraken met elkaar maken over de manier waarop de regio ervoor zorgt dat er extra werk beschikbaar komt voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Voor Friesland is een taak gesteld van 730 mensen, voor Leeuwarden specifiek 320, die eind 2016 aan het werk moeten zijn in het kader van de nieuwe Participati ewet.
Social Return De arbeidsmarktregio Fryslân en de provincie Fryslân zijn in 2015 begonnen met een coördinatiepunt ‘Social Return’ om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar werk. Social Return is het opnemen van sociale voorwaarden in inkoop- en aanbestedingstrajecten. In Fryslân wordt Social Return met name al toegepast bij infra- en bouwprojecten. Met een provinciaal coördinatiepunt willen de arbeidsregio en de provincie de inzet van Social Return meer structureren. In 2016 zal het effect van de regionale aanpak ten opzichte van de gemeente Leeuwarden separaat worden gemeten. Financiën Voor de werkgelegenheidsaanpak zijn de volgende gemeentelijke budgetten beschikbaar: - Economisch beleid, profilering en acquisitie jaarlijks € 500.000 in de periode t/m 2017; - Groen werkt € 470.000 in 2016 en € 460.000 in 2017; - Programma Arbeidsmarkt & Onderwijs € 330.000 in 2016 en 2017. - € 70.250 in 2016 voor het opzetten van een coördinatiepunt Social Return. De provincie verstrekt voor 2016 een subsidie van € 70.250 aan de arbeidsmarktregio. De gemeente Leeuwarden dekt de andere helft van de kosten. De totale kosten per jaar zijn € 140.500. De komende twee jaar wordt een structurele financiering van het coördinatiepunt opgezet. Doorwerking in programma’s Diverse programma’s binnen deze begroting leveren een bijdrage aan het Aanvalsplan Werk. Vooral de programma’s Sociaal: Jeugd en onderwijs, Werk en inkomen en Fysiek: Economie en toerism e.
16
2.2. Domeinen 2.2.1 Domein Sociaal Onze activiteiten op het gebied van cultuur, jeugd en onderwijs, sociaal maatschappelijke ontwikkeling, werk en inkomen en sport. Betrokken portefeuillehouders: dhr. A. Ekhart, dhr. S. Feitsma, mw. T. Koster en dhr. H. van der Molen
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel Iedereen doet naar vermogen mee. Bewoners, jong en oud. Gemeente. Ondernemers. Maatschappelijke organisaties. Mensen die maatschappelijk actief zijn, hebben meer binding met de samenleving en hebben bovendien minder zorgvoorzieningen nodig.
Ambities We doen een beroep op de verantwoordelijkheid van mensen zelf. Ook als zorg en ondersteuning nodig is, stellen we eerst de vraag welke hulp mensen zelf kunnen organiseren. Sociale wijkteams staan elke dag in direct contact met inwoners van Leeuwarden. Zo kunnen we tijdig goede hulp bieden en voorkomen we een te groot beroep op specialistische zorg. Vanuit deze visie op Mienskip stimuleren we wijken en dorpen om initiatief te nemen in hun eigen leefomgeving. Leeuwarden heeft relatief veel huishoudens die moeten rondkomen van een laag inkomen. De hoogte van het inkomen mag de Leeuwarder niet belemmeren in zijn of haar ontwikkeling en deelname aan de samenleving. Via cultuur, vrijetijdsactiviteiten, scholing, zorg, werk en sport werken we aan een integraal beleid voor armoedebestrijding. Om armoede te bestrijden, zetten we nog meer in op preventie, het voorkomen van schulden en lagere woonlasten. Er is speciale aandacht voor mensen die langdurig in armoede verkeren en kinderen. Op weg naar Culturele Hoofdstad 2018 werken we verder aan een levendig cultureel klimaat en de aantrekkelijkheid van de stad. Cultuur is het vliegwiel voor het bestrijden van armoede, het bevorderen van participatie, het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en het vergroten van de werkgelegenheid.
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Programma Cultuur 1. De stad een stevige cultuurimpuls geven
Een nieuwe Cultuurvisie In 2013 is de actualisatie van de kadernota cultuur Cultuurvuur vastgesteld. Met deze actualisatie, getiteld Vlammen in nieuwe tijden, is ingezet op de speerpunten cultuureducatie, talentontwikkeling en ‘Open Mienskip’. Intussen is Leeuwarden benoemd tot Culturele Hoofdstad van Europa van 2018. Dit brengt nieuwe dynamiek op het gebied van cultuur met zich mee en de wens om ook na 2018 blijvende effecten te realiseren. In de in 2016 door de gemeenteraad vast te stellen nieuwe cultuurvisie richten we ons daarom op de langere termijn, waarin ook de landelijke ontwikkelingen, de samenwerkingsagenda met de provincie Fryslân, de samenwerking met de Noordelijke partners worden meegenomen.
17
Vorm en inhoud geven aan poppodium Neushoorn In 2016 veranderen de contouren van de organisatie, de activiteiten en de programmering van het door de gemeente gesubsidieerde poppodium Neushoorn naar een eigen identiteit. Een belangrijk onderdeel van de programmering komt voort uit samenwerkingsverbanden met uiteenlopende culturele organisaties en creatieven die actief zijn in Leeuwarden en daarbuiten. Vanuit de visie ‘samen doen’ ontstaan programma’s met dance, techno, urban, hiphop, underground, metal, jazz en meer. Met o.a. podium Asteriks wordt een gezamenlijke visie op talentontwikkeling uitgewerkt met als doel talentvolle jongeren te behouden voor de stad.
Versterken eigen productieklimaat (muziek, amateurkunst, jongeren)
Stimuleren beeldende kunst en vormgeving met het oog op Leeuwarden-Fryslân 2018 Het beleid op het terrein van beeldende kunst en vormgeving staat ook in 2016 in het teken van Leeuwarden-Fryslân 2018. Middels de Regeling subsidie beeldende kunst en vormgeving en de Regeling subsidie community art worden initiatieven gesubsidieerd die een bijdrage leveren aan de Mienskip. Daarbij wordt uitvoering gegeven aan het broedplaatsenbeleid (ter versterking van het ondernemerschap) en de verdere realisatie van kunstwerken binnen Vrij-Baan. Opzet subsidieloket voor gemeentelijke en provinciale subsidies Met de provincie Fryslân wordt een gezamenlijke adviesstructuur ingericht voor subsidieaanvragen voor incidentele culturele activiteiten. Eén adviesorgaan gaat adviseren over aanvragen in het kader van de gemeentelijke en provinciale subsidieregelingen op het gebied van cultuur. Stimuleren talentontwikkeling bij kinderen en jongeren Cultuureducatie levert een essentiële bijdrage aan de zelfstandigheid, het zelfbewustzijn en creatief en innovatief denken van kinderen. Een goed doordacht en stevig geïntegreerd programma cultuureducatie gedurende de gehele basisschoolperiode legt daarvoor de basis. Ook binnen poppodium Neushoorn is educatie een belangrijke poot. Met het Friesland College worden praktijkroutes ingericht op het gebied van podiumtechniek, eventmanagement, marketing, productie en horeca. Ook andere opleidingen krijgen ruimte in Neushoorn om studenten te laten werken aan nieuwe concepten. Naast Neushoorn dagen ook gesubsidieerde instellingen als Tryater, Jeugdtheaterschool Meeuw, Jeugd Dansopleiding Fryslân en de Popfabryk jongeren uit tot het maken van interessante producties, waarbij talentontwikkeling een sleutelwoord is.
Meer ruimte geven voor culturele festivals In de startnotitie Route naar een nieuw evenementenbeleid, die de raad in december 2014 heeft besproken, is geconstateerd dat onvoldoende bepaald is wat het “merk” Leeuwarden is. Ook is aangegeven dat het subsidiebudget voor evenementen beperkt is en dat het bij het budget voor veiligheid en crowd management gaat om (onvoldoende) incidentele middelen. Daarnaast willen wij in aanloop naar Leeuwarden-Fryslân 2018 meer ruimte geven aan culturele festivals en evenementen. De startnotitie, de interne sessies over vergunningverlening en consultatie van het veld hebben input geleverd voor de Evenementennota. In 2016 en 2017 wordt uitwerking gegeven aan de actiepunten die zijn benoemd in deze Evenementennota.
2. De bibliotheek toekomstbestendig maken In zijn vergadering van 29 juni 2015 heeft de Raad besloten de centrale vestiging van de bibliotheek te situeren in de Blokhuispoort. Op basis van het, in samenspraak met de Stichting Bibliotheken Midden Friesland (SBMF), opgestelde plan van eisen gaan de bouwwerkzaamheden voor de zomer van 2016 van start om een opening in 2018 mogelijk te maken. Gelijk opgaand hiermee vindt een
18
uitwerking plaats van het toekomstig aanbod van de bibliotheek op basis van het vastgestelde beleidskader ‘Collectie én Connectie’.
3. Schouwburg de Harmonie versterken In het collegeprogramma 2014-2018 is gedurende de collegeperiode een extra investering van jaarlijks € 300.000 opgenomen voor De Harmonie. Deze incidentele uitzetting van de subsidie moet leiden tot een sluitende exploitatie.
4. Intensieve samenwerking tussen HCL en Tresoar stimuleren Bij het HCL zijn diverse projecten in voorbereiding met het oog op Leeuwarden-Frylân 2018. In het project Lân fan Taal wordt intensief samengewerkt met Tresoar en Afûk. Het HCL doet onder meer mee met het project DNA-Leeuwarden, een initiatief van Stichting Zeezicht. Verder wordt er ook in samenwerking met Tresoar gewerkt aan het verder digitaliseren en zichtbaar maken van de rijke beeldcollectie van fotograaf Sjoerd Andringa. In 2016 is een vervolg te zien van het samenwerkingsproject Dag van de Brief (ook met de Fryske Akademy). In het kader van het provinciale digitaliseringsproject wordt samen met het Fries Filmarchief Leeuwarder filmmateriaal gedigitaliseerd en ontsloten. In 2016 komt een DVD uit met Leeuwarder materiaal van de afgelopen honderd jaar. Activiteiten Historisch Centrum Leeuwarden 2016 Naast de reguliere activiteiten en onderwijsprojecten staat voor begin 2016 een manifestatie op stapel rond het uitkomen van de Historische Atlas van Leeuwarden. Van terpdorp tot culturele hoofdstad (bij uitgeverij Van Tilt in Nijmegen). In navolging van andere Nederlandse steden krijgt Leeuwarden nu ook een dergelijk boekwerk, geschreven door dr. Meindert Schroor. Er is een tentoonstelling in het HCL en er zijn lezingen over de ontwikkeling van Leeuwarden als stad. De stadswandelingen vanuit het HCL worden, met name met het oog op 2018, steeds belangrijker. Aangeboden worden open – historische – wandelingen en meer thematische ‘kuiers’ (Leeuwarden Nassaustad, joods Leeuwarden, wandeling langs woonhuizen bekende Leeuwarders). Er wordt intensief samengewerkt met andere aanbieders (onder meer de VVV en Free Tour Leeuwarden).
Relevante (beleids)nota’s
Actualisatie Cultuurvuur: programma cultuur "Vlammen in nieuwe tijden" (2013) Eindrapportage culturele omvorming (2013) Actualisatie Cultuurvuur: Vlammen in nieuwe tijden (2013) Visiedocument culturele omvorming (2011) Beleidskader ‘Van Collectie én Connectie’ (2015). Startnotitie Route naar een nieuw evenementenbeleid (2014)
Extra inzet Omschrijving Stadsschouwburg De Harmonie Versterking lokale omroep
2015
2016
2017
300 130
300 30
300 30
19
Bedragen x € 1.000 2018 2019
30
30
Programma Jeugd en onderwijs 1. Uitvoering taken Jeugdzorg Zowel 2015 als een deel van 2016 worden beschouwd als overgangsperiode waarin de transitie jeugdzorg gestalte krijgt. De zogenoemde inhoudelijke transformatie (Omvormingsplan) van de jeugdzorg krijgt hiernaast verder invulling. Die transformatie wordt overigens voor een belangrijk deel ingegeven door de werkwijze, die met de transitie is gestart, te evalueren, zowel op inhoudelijke, organisatorische en financiële gronden. De taken jeugdzorg worden regionaal uitgevoerd, maar de gemeente Leeuwarden is financieel verantwoordelijk. De ontwikkelingen die in 2015 al liepen, worden in 2016 voortgezet. Daarbij kan gedacht worden aan de trajecten die binnen sociale wijkteams en jeugd- en gezinsteams zijn belegd. En verder aan de inzet van het Opvoedpunt Leeuwarden, s cholenteams, praktijkondersteuning van een breed scala van (jeugd)instellingen en huisartsen, regionale en lokale inkoop van jeugdzorg, jongerenontmoeting (Jimmy’s), vervoer (JGGZ) en verbeteragenda aanpak kindermishandeling. Voor de versterking van de expertise en wegens het belang voor de Omvorming participeert Leeuwarden in de zogenoemde Friese Academische Werkplaats, samen met Jeugdhulp Friesland, Accare, Zorgbelang, de NHL en vertegenwoordigers van cliëntorganisaties.
2. Ontwikkelkansen voor de jeugd creëren
Veilig en kwalitatief goed onderwijs met gelijke kansen voor iedereen De relatie tussen onderwijs en (jeugd)zorg wordt versterkt door de verbindingen met zorgaanbieders, sociale wijkteams en jeugd- en gezinsteams te versterken. Veilig en kwalitatief goed onderwijs wordt bevorderd door het realiseren van een dekkend netwerk van Integrale Kindcentra (IKC’s), het versterken van doorlopende leerlijnen en de betrokkenheid daarbij van het hoger onderwijs (HBO en University Groningen Campus Fryslân, opv olger van UCF). De kwaliteit van het onderwijs krijgt een impuls door in het kader van Leeuwarden-Fryslân 2018 en de Samenwerkingsagenda met de Provincie uitwerking te geven aan het Programma Kansen voor Kinderen. In dit programma zijn het realiseren van een expertisecentrum IKC, ouderbetrokkenheid, meertaligheid en Talentcentrum voor kinderen opgenomen.
Onderwijsinstellingen stimuleren om lokale maatschappelijke stages te organiseren Hoewel maatschappelijke stages in het onderwijs niet meer verplicht zijn, wordt er door de Leeuwarder scholen nog steeds veelvuldig mee gewerkt. In het kader van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is het een goede zaak om de leerlingen al in een vroeg stadium vertrouwd te maken met wat werken betekent, welke beroepskeuzes er allemaal mogelijk zijn en wat daarvoor aan kwaliteiten benodigd is. In het kader van het Programma Arbeidsmarkt en Onderwijs wordt voor initiatieven daarin ruimte geboden. (Zie het thema Werkgelegenheidsaanpak.)
Een integrale aanpak voor cultuur, sport en zorg maken Een integrale aanpak voor cultuur, sport en zorg maakt dat jongeren zich cognitief, sociaal, cultureel en fysiek kunnen ontwikkelen. Integrale Kindcentra (IKC) voorzien bij uitstek en per definitie in het stimuleren van kansen voor kinderen. Een breed aanbod op cultureel, sportief en zorgterrein, naast het cognitieve aanbod van scholen zijn daarin leidend. Aangevuld met de mogelijkheden die een Talentencentrum voor Kinderen kan bieden met het oog op doorontwikkelen en excelleren op heel specifieke domeinen in cultuur, sport of in bijvoorbeeld techniek.
Een dekkend netwerk van IKC’s voor de gehele gemeente Inmiddels is de IKC-ontwikkeling in Leeuwarden in volle gang. De schoolbesturen staan hier garant voor. De snelheid waarmee de ontwikkeling gaat, overtreft de aanvankelijke verwachtingen. En een 20
succes is ook de doorlopende lijn van de kinderopvang naar de scholen in het kader van de voor- en vroegschoolse educatie. De enige beperking lijkt eerder van financiële aard te zijn. IKC’s worden immers met onderwijshuisvestingsmiddelen bekostigd. Dat betekent dat niet alles tegelijk gerealiseerd kan worden. Met de schoolbesturen vindt op basis van de jaarlijkse Programma’s Onderwijshuisvesting over planning en financiering echter constructief overleg plaats. De Kindcentra maken onderdeel uit van de aanpak Kinderen in Armoede.
3. Goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt stimuleren
Vroegtijdig schoolverlaten aanpakken Het Jongerenteam gaat nauw samenwerken met het Team Werk waardoor de aanpak van en mogelijkheden voor jongeren die vroegtijdig de school dreigen te verlaten gestroomlijnd worden. Een belangrijke rol hierin hebben ook de scholenteams. Zij signaleren en pakken problemen aan waarmee jongeren kampen in een vroegtijdig stadium door inzet van professionals in de school.
De Werkschool verder uitbouwen De Werkschool is inmiddels ondergebracht bij het Team Werk van Sociale Zaken. De expertise van het Team Werk wordt zo gekoppeld aan de doelgroep jongeren voor wie een startkwalificatie als onhaalbaar moet worden beschouwd en voor wie een traject richting arbeid wel mogelijk is. Door gecoördineerde aanpak van onderwijs, zorg en arbeidsbemiddeling moet dit in 2016 gestalte krijgen.
Aanpak jeugdwerkloosheid De aanpak van jeugdwerkloosheid krijgt volop aandacht, via ESF 2015-2020 en bijvoorbeeld ook door impulsen vanuit de Provincie Fryslân. De doelgroep van de Werkschool maakt hiervan nadrukkelijk deel uit. De gecombineerde aanpak van kennis, zorg en arbeid wordt steeds meer het leidend principe bij de maatschappelijke ontwikkeling van jongeren.
Ontwikkelen doorlopende leerlijnen door de University of Groningen Campus Fryslân University Campus Fryslân krijgt een vervolg in de University of Groningen Campus Fryslân (UGCF). UGCF bouwt voort op de verworvenheden van UCF en realiseert met ingang van het studiejaar 20162017 een zogenoemd residential college waarin uiteindelijk 600 (internationale) studenten zullen wonen, werken en studeren. Daarnaast wordt het aantal masterstudies uitgebreid en zal er op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen de UGCF, HBO’s, kennisinstellingen (Wetsus, Frys ke Akademy, Waddenacademie, Dairy Campus), Tresoar, Leeuwarden Studiestad en de overheden een krachtig en bestendig hoger onderwijsaanbod in Fryslân zijn dat is aangehaakt aan de vraag van het bedrijfsleven en nationale en internationale netwerken. Het gaat om een keten van opleidingen vanaf het basisonderwijs tot aan universitair onderwijs die op elkaar maar ook op het Friese bedrijfsleven aansluiten. Daarmee wordt bijgedragen aan een goed vestigingsklimaat en aan een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Relevante (beleids)nota’s
Koersdocument hervorming sociaal domein, onderdeel Zorg voor Jeugd (2014) Beleidsplan zorg voor jeugd (2014) Omvormingsplan zorg voor jeugd Friesland (2014) Kompas transitie Jeugdzorg (2013)
21
Regionaal transitie-arrangement Jeugdzorg Fryslân (2013) Nota Onderwijshuisvesting in Nieuwe Tijden (2012) Kadernota Harmonisatie kinderopvang, peuterspeelzalen, VVE (2011) Programma Arbeidsmarkt en Onderwijs (2015)
Extra inzet Omschrijving Aanpak onderwijs & arbeidsmarkt
2015
2016
2017
340
330
330
22
Bedragen x € 1.000 2018 2019
Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling 1. Verdere ontwikkelingen uitvoering WMO-taken
Evaluatie Sociale wijkteams In 2016 gaan we verder met de ontwikkeling van de wijkteams. De coöperatievorm Amaryllis en de jeugd- en gezinsteams worden geëvalueerd en in de tweede helft van 2016 besproken met de gemeenteraad.
Innovaties in zorg en ondersteuning stimuleren
Experiment Lab Noord in Bilgaard en Vrijheidswijk In het kader van zelf- en samenredzaamheid, basisondersteuning en aanvullende ondersteuning wordt een nieuwe werkwijze in de vorm van Lab Noord (zie thema Transformatie sociaal domein) in de Vrijheidswijk en Bilgaard uitgeprobeerd. Verbinden medische en niet-medische ondersteuning De gemeente Leeuwarden levert een actieve bijdrage aan het programma sociaal-medische eerste lijn van de VFG en de Friesland Zorgverzekeraar met als doel de verbinding tussen het medische en het niet-medische te verbeteren. De samenwerking richt zich onder andere op de samenwerki ng van wijkverpleging, huisartsen en sociaal wijkteams, inkoop, administratieve lasten, monitoring en zorgvernieuwing. Uitvoeren actieprogramma Wonen en Zorg Er wordt een actieprogramma Wonen en Zorg ontwikkeld en uitgevoerd. In het actieprogramma komen de volgende thema’s aan bod: - Beschikbaarheid van woningen en nieuwe woonvormen in relatie tot benodigde zorg en voorzieningen voor ouderen, mensen uit de chronische ggz, mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking of jongeren uit de jeugdzorg en - de beschikbaarheid van (zorg)voorzieningen in de buurt van deze woningen/woonvormen. - Inzet van (oude en nieuwe) instrumenten voor de transitie rond wonen en zorg, waarbij we ook kijken naar functieverandering en transformatie van ‘oude’ verzorgingshuizen. - Welke strategie en uitgangspunten hanteren we bij (gebieds -) ontwikkeling(en). - Hoe om te gaan met bewonersinitiatieven op het terrein van wonen en zorg.
2. Invoeren van een nieuw stelsel van cliëntparticipatie De beleidsveranderingen rond de drie decentralisaties voor de gemeente en de komst van nieuwe spelers op het sociale domein in de lokale samenleving zorgen voor druk op de bestaande overlegstructuren van de adviesraden. In 2015 is daarom een nieuwe overlegstructuur cliëntenparticipatie geïntroduceerd. De kern van de nieuwe structuur is de vorming en inrichting van een adviesraad voor het Sociaal Domein. Deze raad krijgt een adviesrol op de beleidsthema’s werk, zorg en jeugd, waarbij de integrale benadering van de thema’s een belangrijk gegeven is. In 2015 is de voorbereidingsfase (oefenfase) gestart die medio 2015 met de betrokken partijen is geëvalueerd. Op 1 januari 2016 de wordt de Adviesraad Sociaal Domein en de bijbehorende verordening cliëntenparticipatie ingevoerd.
23
3. Bewonersinitiatieven faciliteren en stimuleren via onder andere het Mienskipsfonds In het kader van Burgerkracht, Mienskipsfonds en “Right to challenge” worden nieuwe initiatieven ondersteund, zoals onder andere de zorgcoöperatie Huizum West. Binnen de initiatieven wordt gestuurd op de verbinding met participatie (onder andere dagbesteding), duurzaamheid en de armoede aanpak.
Toekennen aanvragen Mienskipsfonds Voor het Mienskipsfonds is gedurende de periode 2014-2017 jaarlijks € 400.000 beschikbaar gesteld voor nieuwe initiatieven. De initiatieven kunnen groot of klein zijn, sociaal of fysiek zijn, in de stad spelen of in de dorpen. Om tot een eerlijke toekenning van bijdragen uit het fonds te komen is een ‘tafel van acht’ ingesteld, met mensen uit de Leeuwarder Mienskip en met een belangrijke rol in die Mienskip. Deze ‘tafel van acht’ beoordeelt de aanvragen. Aan het eind van 2017 wordt financieel de balans van het Mienskipsfonds opgemaakt.
Burgerkracht en "Right to Challenge" inzetten voor zelf- en samenredzaamheid Burgerkracht en “Right to Challenge” zijn twee ontwikkelingen die wij als gemeente nodig hebben om de zelf- en samenredzaamheid te vergroten en de druk op de aanvullende ondersteuning te verlagen. Het is in lijn met de koers die is uitgezet in het Koersdocument hervorming sociaal domein (mei 2014). Het Koersdocument geeft aan dat versterking van de inclusieve samenleving van belang is en dat burgerkracht gestimuleerd en/of ondersteund moet worden. In 2015 zijn we daar al mee begonnen en in 2016 geven we daar een vervolg aan. Hiermee annex is het “Right to Challenge”. De gemeenteraad heeft hierover in oktober 2014 bij de vaststelling van de Verordening Wmo 2015 een amendement aangenomen. Dit wordt nog voor 2016 vormgegeven, zodat er vanaf 2016 uitvoering aan kan worden gegeven.
4. Ondersteuning exploitatie en activiteiten wijkcentra en dorpshuizen In het collegeprogramma is structureel geld beschikbaar gesteld voor de accommodatiebeheerders van de wijkcentra Nijlân, Knooppunt, MFC Westenkwartier, Bilgaard en Heechterp Schieringen. Daarnaast is er voor de beleidsregel Activiteiten buurt-, wijk- en dorpshuizen geld beschikbaar gesteld voor de wijkcentra in Aldlân, Oranjewijk, Molenpad, KIO en Cambuursterhoek en de “nieuwe” dorpshuizen.
5. Maatschappelijke opvang als vangnet
Maatregelen ter oplossing van de korting Rijksmiddelen voor de opvang Er wordt een vangnet in stand gehouden voor de meest kwetsbare mensen die dakloos/thuisloos zijn en veelal te maken hebben met multiproblematiek. Dit vangnet bestaat uit crisisopvang, dagopvang, nachtopvang, Huis voor Jongeren en Blijf van mijn lijf. Verblijf in de opvang is niet langer dan noodzakelijk. De tijdelijke bewoners van de opvang zijn zo zelfredzaam als mogelijk. Participatie in de breedste zin wordt gestimuleerd. Soms hebben mensen een langere periode begeleiding nodig om weer zelfredzaam te worden. Hiervoor bestaan de algemene opvang en sociale pensions. In 2016 vindt er een aantal Rijkskortingen plaats op de opvang. Met de uitvoerders van de opvang wordt onderzocht hoe we tot een meer efficiënte inrichting van de voorzieningen kunnen komen, waar meer wordt samengewerkt om de doelgroep beter te kunnen bedienen binnen de beschikbare middelen. Op regionaal niveau, wat doorwerkt op lokaal niveau, houdt dit in: - Dag- en inloopvoorzieningen beter op elkaar afstemmen en efficiënter maken. - Goede afstemming in de crisisopvang en onderzoeken of hier meer efficiency te behalen is. 24
-
De inrichting van de toegang onderzoeken en indien nodig aanpassen en verbeteren. Voortzetten en verbreden van de uitvoering van het concept Housing First en onconventionele woonvormen relateren aan prestatieafspraken met woningcorporaties. Lokaal gaan we de Handreiking verwarde personen ontwikkelen en toepassen (zie ook het programma Veiligheid).
Herverdeling Rijksmiddelen voor beschermd wonen De middelen voor beschermd wonen zijn herverdeeld. Voor 2016 pakt dit voor de regio Fryslân voordelig uit en is het totale budget € 60,6 mln. Beschermd wonen is bedoeld voor burgers met psychiatrische problematiek (eventueel met bijkomende problematiek die niet op de voorgrond staat) met een noodzaak tot verblijf in een 24-uurs setting en begeleid wonen (woning van zorginstelling). Het gaat om mensen die (nog) niet in staat zijn of nog onvoldoende regie hebben om alle organisatorische en financiële aspecten rondom het huren van een eigen woning te verzorgen. Indien de klant in staat is om zelfstandig te blijven wonen, dan wel een uitdrukkelijke wens hiervoor heeft uitgesproken, wordt geen toelating tot beschermd wonen afgegeven.
Uitvoering pilot Beschermd wonen met verblijf voor eigen rekening In 2016 wordt de pilot Beschermd wonen met verblijf voor eigen rekening uitgevoerd. Daarbij dragen mensen zelf zorg voor de woonkosten en kunnen toch, indien noodzakelijk, gedurende 24 uur per dag een beroep doen op zorg en hulp op andere gebieden.
6. Het voorkomen van huiselijk geweld en kindermishandeling In 2015 is de Regiovisie Veilig Thuis in Friesland vastgesteld met daarin de uitgangspunten ter voorkoming van huiselijke geweld en kindermishandeling in gezinnen. De daaruit voortvloeiende regionale en lokale uitvoeringsplannen worden in 2016 uitgevoerd. Binnen de aanpak is de verbinding gemaakt met de Aanpak Voorkoming Escalatie.
Relevante (beleids)nota’s
Koersdocument hervorming sociaal domein, onderdeel WMO 2015 (2014) Richtinggevende kaders drie decentralisaties en doorontwikkeling Amaryllis (2013) WMO 2015
Regiovisie Veilig Thuis (2014) Koers maatschappelijk vastgoed (2012) Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk (2011) Veranderagenda WMO 2010-2014 (2010)
Extra inzet Omschrijving M ienskipsfonds Wijken en dorpen (exploitatie en activiteiten dorpshuizen)
25
2015
2016
400 143
400 143
Bedragen x € 1.000 2017 2018 2019 400 143
143
143
Programma Werk en inkomen 1. Sociale deelname en participatie Meer werk creëren voor mensen met een arbeidsbeperking Zoals we al bij de begroting 2015 stelden hebben mensen die maatschappelijk actief zijn meer binding met de wijk en samenleving. Bovendien maken ze minder gebruik van voorzieningen. De Participatiewet geeft gemeenten de opdracht mee om zoveel mogelijk arbeidsbelemmerden naar vermogen in de (arbeids-) markt te laten participeren. Dit is de hoofdopdracht. Hiertoe zijn instrumenten beschikbaar: loonkostensubsidie, job coaching en matchen van vraag en aanbod op regioniveau. Gezien de afnemende omvang van het Participatiebudget gebiedt dit tot transformatie. Elke euro (zowel I- als P- budget) moet zo effectief mogelijk worden ingezet. Werkgevers hebben zich verplicht tot het beschikbaar stellen van extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Ons instrumentarium wordt hierop afgestemd. We zoeken daarnaast naar manieren om werkgevers te ondersteunen om werk om te zetten in vacatures. De uitvoerders (waaronder sociale wijkteams en de gemeente) hebben een belangrijke rol in de cultuurverandering bij cliënten. We weten dat dat werk naar werk leidt en flexwerk een opstap kan zijn naar duurzame uitstroom. Het uitgangspunt is werk boven uitkering. Wet- en regelgeving zijn dwingend, maar de uitdaging is om binnen deze kaders mensen zoveel mogelijk ruimte te geven de regie in eigen hand te nemen en te werken aan maatwerk. Dit betekent dat er duidelijk wordt gecommuniceerd over rechten, plichten, kansen krijgen en kansen nemen. Sociale weerbaarheid en het ontwikkelen van eigen netwerken zijn belangrijke pijlers voor succes, werken moet lonen. We zetten deze lijn in 2016 onverminderd voort.
2. Bevorderen van herintreden en participatie wijkgericht, lokaal en regionaal
Ondernemerschap stimuleren Gevestigde, startende, arbeidsongeschikte, oudere en beëindigende ondernemers worden ondersteund. We geven daarbij extra ruimte aan het integraal starters beleid door zelfstandig ondernemerschap in de wijkaanpak expliciet te faciliteren. Daarnaast gaan we flexibel gebruikmaken van de mogelijkheden vanuit de Participatiewet, zodat extra mog elijkheden kunnen worden aangeboord tot het versterken en in stand houden van ondernemerschap. Ons Aanvalsplan Werk zorgt voor een verbinding tussen al onze inzet om mensen aan het werk te krijgen, zowel binnen de acquisitie als het arbeidsmarktbeleid. We werken aan een steeds meer integrale aanpak zodat de werkgever met één gezicht bij de gemeente te maken heeft.
Mensen met een arbeidsbelemmering geschikter maken voor participatie en werk Samen met de sociale partners en de Friese gemeenten worden vanuit het Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt mensen met een arbeidsbeperking aan de slag geholpen bij reguliere werkgevers of via beschut werk. Hierover zijn concrete afspraken gemaakt. Verschillende instrumenten (zie onder 1) worden vanuit dit Werkbedrijf zoveel mogelijk geharmoniseerd en in onderlinge samenhang in heel Friesland toegepast bij zowel de Friese gemeenten als ook het UWV.
Werkzoekenden regionaal matchen op vacatures Er wordt fors ingezet op het concreet vormgeven van een vergaande regionale samenwerking. Het Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt vervult hierin een spilfunctie. De samenwerking is gericht op het effectiever acteren in de arbeidsmarktregio. In het Werkbedrijf wordt deze regionale samenhang door werkgevers, UWV, de Fries e gemeenten, vakbonden, SW-bedrijven en UWV in praktijk gebracht. Dit richt zich vooral op werk en participatie. Eén van de belangrijkste opgaves hierin is om mensen richting de arbeidsmarkt te bewegen door vraag en aanbod (op regionaal 26
niveau) bij elkaar te brengen. De match is de corebusiness. Hierbij is de match op de Baanafspraakbanen eerst nog prioritair voor de Wajongers en de groep wachtlijst SW in lijn met het sociaal akkoord. WWB-ers worden met loonkostensubsidie gematcht. Na een evaluatie is besloten om de re-integratie en toerusting van mensen voor de arbeidsmarkt nog drie jaar via het TCF te faciliteren. Het TCF maakt onderdeel uit van de regionale maar ook lokale netwerkstructuur in de arbeidsmarktregio Fryslân.
De Sociale Werkvoorziening anders inrichten We werken er naartoe dat de sociale werkvoorziening op verantwoorde wijze (versneld) wordt afgebouwd tot de omvang van beschut werken in de zin van de Participatiewet. Hierbij hanteren we als leidend principe een proces van beheersing en fasering. De inzet is dat de krimp met ongeveer 67% van de huidige omvang in 2019/2020 gerealiseerd zal zijn.
3. Armoedebestrijding
Uitvoering speerpunten armoedeaanpak Leeuwarden heeft een groot armoedeprobleem. De hoogte van het inkomen mag de burger niet belemmeren in zijn ontwikkeling en deelname aan de samenleving. In de Armoedeaanpak Gemeente Leeuwarden: de kunst van het rondkomen is aan de hand van de vijf speerpunten Werk & Participatie, Gezondheid & Sport, Onderwijs & Kinderen, Duurzaamheid & Wonen en Netwerk & Fondsen invulling gegeven aan een integraal beleid voor armoedebestrijding. Er wordt niet alleen gekeken naar hoe het inkomen van mensen kan worden verbeterd, er wordt ook nadrukkelijk ingezet in op het verlagen van de uitgaven, eigen verantwoordelijkheid en het veranderen van gedrag. In 2016 wordt de ingeslagen weg verder bewandeld.
Armoede bestrijden door lagere woonlasten Woonlasten zijn een steeds groter onderdeel van de maandelijkse uitgaven. Voor de minima nemen deze kosten toe door verlaging van de huurtoeslag, stijging van de huurprijzen en hogere energiekosten. Daar staat niet altijd een toename van het inkomen tegenover. Dit maakt het terugdringen van de woonlasten van belang. Las tenverlichting wordt bereikt door verduurzaming van de woningen en energiebesparende interventies. Het betreft veelal fysieke maatregelen die verder toegelicht worden in het programma Fysiek: programma Wonen en milieu. Voor 2016 zetten we deze lijn voort.
Schulden voorkomen Bij gezond financieel gedrag gaat het om het in balans brengen van inkomsten en uitgaven, het optimaal gebruik maken van voorzieningen en sparen om onvoorziene uitgaven te kunnen opvangen, zodat achterstanden worden voorkomen. De insteek is het verbeteren van de effectiviteit van de interventies op het terrein van preventie. De preventieaanpak richt zich op de vroegsignalering en reguliere preventieactiviteiten. Binnen deze aanpak is er aandacht voor de groepen die steeds vaker financiële problemen hebben en de communicatie rondom belangrijke Life-events. In 2016 zetten we in het kader van de aanpak vroegsignalering verder in op de doorontwikkeling van deze aanpak door slimme verbindingen te maken en meer partners te laten aansluiten.
Optimaliseren curatieve schuldhulpverlening (€ 800.000 extra in 2016) Een belangrijke pijler van de visie Schuldhulpverlening (2011) is het herinrichten van de curatieve schuldhulpverlening en het verlagen van de kosten. De herinrichting van de curatieve schuldhulpverlening is met het bij de sociale wijkteams beleggen van de eerstelijnstaken binnen de particuliere schuldhulpverlening verder geoptimaliseerd. Om het proces optimaal te kunnen inregelen worden in 2016 de ontwikkelingen rondom deze transitie zorgvuldig gemonitord.
27
Om een goede prijs-kwaliteit verhouding te realiseren is de curatieve schuldhulpverlening voor 2016 aanbesteed. Dit maakt 2016 het jaar waarin de inkoop van de curatieve schuldhulpverlening vorm krijgt. De explosieve stijging van de kosten voor beschermingsbewind die vanuit de bijzondere bijstand moeten worden vergoed vormt een knelpunt in het optimaliseren van de curatieve schuldhulpverlening. In 2016 is het grip krijgen op de kosten voor beschermingsbewind binnen de bijzondere bijstand een belangrijk doel. Daarnaast voert Leeuwarden een actieve lobby bij het Rijk voor wijziging van het Rijksbeleid.
Communicatie en voorlichting over vangnet en minimaregelingen De minimaregelingen bieden tijdelijk en soms voor langere tijd een vangnet voor burgers die niet in voldoende mate in hun inkomen kunnen voorzien. Het wordt steeds duidelijker wat daarin werkt en wat vooral niet werkt en daarnaast zijn er van Rijkswege ook maatregelen getroffen die het maken van scherpe keuzes over de inrichting van het vangnet noodzakelijk maken. We zetten de ingeslagen weg voort en maken een verdere slag in de deregulering. In 2016 is specifiek aandacht voor de communicatie en voorlichting rondom het vangnet en de minimaregelingen. Daarnaast is er ook aandacht voor het flexibele inkomen. We willen het onze inwoners eenvoudiger maken om te schakelen tussen verschillende inkomstenbronnen en zodoende beter te voorzien in hun eigen bestaan. In Flexibel Inkomen Leeuwarden is hier invulling aan gegeven. In 2016 wordt dit ingeregeld.
Kindpakket (€ 225.000 t/m 2017) Kinderen en jongeren moeten zich ongeacht het gezinsinkomen optimaal kunnen ontwikkelen. In 2014 is het Kindpakket ingesteld. In 2015 is er verder gebouwd en ook is de samenwerking tussen Stichting Leergeld, Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, de sociale wijkteams en de gemeente in de overeenkomst Kindpakket bekrachtigd. We gaan onverminderd door met het Kindpakket. Het Kindpakket is onderdeel van de lijn Kansen voor kinderen uit de Samenwerkingsagenda. In 2016 wordt ingezet op het verder optimaliseren van het Kindpakket en een verdere uitbouw van het netwerk.
Samenwerkingsafspraken met netwerkpartners maken Bij de armoedeaanpak zijn vele partijen betrokken. Een goede samenwerking met alle partijen is noodzakelijk om de ambities binnen de armoedeaanpak te bereiken. De gemeente heeft daarin een ondersteunende en faciliterende rol. We bouwen onze rol verder uit door te bewerkstelligen dat de partners elkaars netwerk, kennis, kunde en expertise kunnen benutten. Dat doen we door het organiseren van netwerkbijeenkomsten, een jaarlijkse armoedeconferentie en het afsluiten van een convenant.
Relevante (beleids)nota’s
Flexibel Inkomen Leeuwarden (2015) Koersdocument hervorming Sociaal domein, onderdeel Participatie (2014) Armoedeaanpak Gemeente Leeuwarden: de kunst van het rondkomen (2014) Ontwikkelprogramma Armoede (2013)
28
Beleidsnota In eigen Hand, schuldhulpverlening nieuwe stijl (2011) Visie dienstverlening Werkplein (2011) Kadernota Handhaving sociale zekerheid (2009) Herstructurering Sociale Werkvoorziening Fryslân 2012-2018 (2012)
Extra inzet Omschrijving
2015
2016
2017
Schuldhulpverlening Armoedebeleid (kindpakket)
1.000 225
800 225
800 225
29
Bedragen x € 1.000 2018 2019 800
800
Programma Sport 1. Meer sport en bewegen stimuleren
Buurtsportcoaches stimuleren sport en beweging op scholen, in dorpen en wijken In deze raadsperiode worden de buurtsportcoaches breder ingezet. In 2016 en 2017 organiseren de coaches activiteiten voor basisschoolleerlingen en jongeren zowel binnenschools als in het naschoolse, ondersteunen zij sportverenigingen en gaan zij beweegactiviteiten voor bewoners in de wijk uitvoeren. Dit laatste is een nieuwe taak, waarvoor zij aansluiten bij de sociale teams in de gemeente. Het doel van de coaches is om zoveel mogelijke inwoners van onze gemeente aan het sporten en bewegen te krijgen. Het bewegen is een doel op zich, bijvoorbeeld door het leren van nieuwe vaardigheden en een middel: door het bewegen en sporten meedraaien in de samenleving, bevorderen van maatschappelijke participatie en bijdrage aan een goede gezondheid.
Werkzoekenden werkervaring laten opdoen bij sportclubs De gemeente is actief in het verbinden van sport en participatie/arbeidsmarkt. In 2014 is hiervoor een intentieverklaring Sport en Arbeidsmarkt ondertekend door NOC*NSF, Team Sterk, UWV en de gemeente Leeuwarden. In 2016 worden in dit kader projecten als Talentencentrum (Module ‘Bewegen naar werk’), Cambuur Verbindt (Warming Up en project Fier & Sterk) en LacFrisia (wijkpraktijkvereniging) voortgezet. Zie ook het programma Werk en Inkomen.
Met zorgaanbieders mogelijkheden onderzoeken om bewegen te stimuleren Sportwijk Nijlân werkt samen met het gezondheidscentrum, Het healthy ageing netwerk en een fysiotherapiepraktijk aan sportactiviteiten voor wijkbewoners. Met de zorgaanbieders Leger des Heils, Zienn, Verslavingszorg Noord Nederland en Limor zetten LacFrisia & Stichting Life Goals in 2016 een project op met sportactiviteiten voor kwetsbare mensen in de samenleving.
Waar mogelijk helpen om initiatieven van de grond te tillen voor zowel breedtesport als topsport De gemeente denkt constructief mee in het plan van de initiatiefgroep Nij Nijlân (ondersteund door van Wijnen Groep) voor de ontwikkeling van een nieuwe ‘nul op de meter’-sporthal op het sportconcentratiegebied Nijlân.
2. Beheer en onderhoud accommodaties
Nieuw sportaccommodatiebeleid In juni 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders de nieuwe sportaccommodatienota 2016 vastgesteld. Hierin worden de volgende onderdelen belicht: o mogelijkheid van meer eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van sportverenigingen o harmonisatie van tarieven voor het gebruik van sportaccommodaties o inventarisatie en in kaart brengen oplossing van acute knelpunten o ontwikkelingen in sport en bewegen en consequenties daarvan voor kwantiteit en kwaliteit van sportaccommodaties Door vaststelling van het nieuwe sportaccommodatiebeleid kan de gemeente Leeuwarden in de komende jaren beschikken over voldoende basisvoorzieningen om haar bewoners te laten sporten en bewegen.
30
Relevante (beleids)nota’s
Sport- en beweegbeleid 2012-2016: Samen werken aan sport en bewegen in de gemeente Leeuwarden (2012) Evaluatie combinatiefuncties Leeuwarden (2012) Herijking relatie gemeente – BV Sport (2005) Sportaccommodatiebeleid 2016 (2015)
31
Wat mag het kosten? R2DOM001 - Sociaal Bedragen x € 1.000 Saldo programma (lasten -/- baten) R2PRG001 - Cultuur R2PRG002 - Jeugd en onderwijs R2PRG004 - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling R2PRG005 - Werk en inkomen R2PRG011 - Sport Totaal saldo
Rekening 2014 10.887 21.177 38.508
Begroting 2015 11.057 48.993 118.895
Begroting 2016 11.339 47.736 119.893
Begroting 2017 10.827 45.439 121.243
Begroting 2018 10.142 45.223 121.261
Begroting 2019 10.142 45.284 122.576
29.088 6.360 106.019
53.032 6.456 238.433
50.312 6.196 235.476
48.831 5.939 232.278
47.686 5.821 230.132
46.972 5.821 230.794
Toelichting substantiële mutaties 2016 t.o.v. 2015: De grootste wijziging ten opzichte van de budgetten in 2015 wordt veroorzaakt door de nieuwe herverdeling van de Rijksmiddelen in 2016 met betrekking tot Participatie (WSW) en Jeugdzorg. Bedragen x € 1.000 R2PRG001 - Cultuur R2BLP001 - Kunst en cultuur R2BLP002 - Historisch Centrum Leeuwarden Totaal
Lasten 9.981 1.570 11.551
Baten -151 -61 -212
Saldo 9.830 1.509 11.339
R2PRG002 - Jeugd en onderwijs R2BLP004 - Hoger onderwijs R2BLP032 - Kinderopvang
Lasten 401 1.292
Baten -401 0
Saldo 0 1.292
R2BLP040 R2BLP041 R2BLP042 R2BLP084 Totaal
11.830 4.114 1.618 33.289 52.544
-512 -2.277 -1.618 0 -4.808
11.318 1.837 0 33.289 47.736
Bedragen x € 1.000
- Leerlingenzorg - Onderwijsachterstandbestrijding - Volwasseneneducatie - Zorg voor de Jeugd
R2PRG004 - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling R2BLP023 - Opvang en zorgverlening R2BLP033 - Ouderen- en gehandicaptenzorg Totaal
R2PRG005 - Werk en inkomen R2BLP027 - Arbeidsmarkt en sociale integratie R2BLP028 R2BLP030 R2BLP031 R2BLP050 Totaal
- Sociale integratie achterst. groepen - Inkomensvoorziening - Armoedebestrijding - Lijkbezorging
Lasten 22.785 105.432 128.217
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo -725 22.060 -7.600 97.832 -8.324 119.893
Lasten 28.455
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo -2.990 25.466
421 96.159 5.888 26 130.949
R2PRG011 - Sport
Lasten
R2BLP034 - Sport en ontspanning Totaal
6.426 6.426
32
0 -77.648 0 0 -80.637
421 18.512 5.888 26 50.312
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo -230 -230
6.196 6.196
Impuls Sociale Investeringen Impuls Sociale Investeringen (ISI)
2015 14,5
2016 0
2017 0
Totaal
14,5
0
0
33
Bedragen x € 1.000 2018 2019 0 0 0
0
2.2.2 Domein Fysiek Onze activiteiten op het gebied van economie en toerisme, wonen en milieu, infrastructuur en mobiliteit, ruimtelijke ordening en beheer leefomgeving. Betrokken portefeuillehouder(s): dhr. H. Deinum, mw. I. Diks, dhr. S. Feitsma, mw. T. Koster en dhr. H. van der Molen
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel Een krachtig en aantrekkelijk Leeuwarden en een klimaat dat stad, regio én mensen in beweging brengt.
Doelstellingen Iedereen de ruimte. Met elkaar willen we een levendige en bereikbare gemeente realiseren. Zorgen voor dorpen en wijken waar mensen nu en later duurzaam kunnen leven. Om dit te bereiken investeren we verder in de versterking van de binnenstad, het Stationsgebied en Grou. Samen met woningcorporaties en huiseigenaren verduurzamen en verbeteren we de bestaande woningvoorraad in de gemeente om betaalbaarheid en woonkwaliteit te waarborgen. En we investeren in de kwaliteit van de leefomgeving, de infrastructuur en bereikbaarheid; onder meer via het programma Vrij-Baan. Bovendien werken we aan een klimaat dat stad en regio in beweging brengt.
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Programma Economie en toerisme 1. Profilering, samenwerking en acquisitie ter bevordering van banen
Aantrekken en vasthouden bedrijven in water(technologie) Accent van acquisitie ligt op het aantrekken en vasthouden van bedrijven die feitelijke productie willen gaan realiseren in Leeuwarden en daarmee zorgen voor groei van werkgelegenheid in deze sector; daarnaast wordt de buitenlandse markt bewerkt en wordt het start-up beleid gecontinueerd. Partners zijn de NOM (buitenlandse markt bewerken), Wetsus en de Wateralliantie. Er is aandacht voor ‘cross–overs’ (zie ook hieronder 2. Stimuleren economische innovaties).
Gezamenlijke acquisitie gericht op toeleveranciers in zuivel/agrifood Als uitwerking van de samenwerking met de gemeente Heerenveen en de Provincie Fryslân richt Leeuwarden zich nog meer op toeleveranciers in de agri-food keten. Het gaat om start-ups, om groeiende bedrijven en buitenlandse bedrijven met de ambitie om de EU- en achterliggende markten verder te ontwikkelen. Er wordt verder gebouwd aan een netwerk i.s.m. de hogescholen, provincie en de sector (Frisian Dutch Dairy Network). Partners zijn o.m. Provincie, gemeente Heerenveen, Van Hall Larenstein en Dairy Campus.
Samenwerking in platforms ter beperking verlies van banen in de zakelijke dienstverlening De inspanning is gericht op beperking van het verlies van banen in Leeuwarden c.q. uitbreiding van werkgelegenheid door centraliseren van werkzaamheden. Naast het IT & HR platform wordt een supportcenterplatform opgezet. In deze platforms komen partijen uit onderwijs en bedrijfsleven bijeen. De gemeente organiseert de bijeenkomsten zo’n 1 keer per twee maanden. Daarnaast wordt met eigenaren en gebruikers van kantoorpanden het contact geïntensiveerd. Er is sterke 34
concurrentie vanuit andere steden met leegstaande en modernere panden. Ook hebben de huurders de wens om flexibel (en dus voor kortere termijn) te huren. Daarmee is de financiële drempel om gebouwen te renoveren/upgraden voor eigenaren te hoog.
Banen creëren via regionale samenwerking met de F4-gemeenten De economische samenwerking tussen de gemeenten Leeuwarden, Smallingerland, Súdwest-Fryslân en Heerenveen krijgt vorm via projecten die gezamenlijk worden uitgevoerd. De Provincie Fryslân neemt hieraan eveneens deel. Bedrijfshuisvesting, marketing en economische profilering zijn belangrijke thema’s.
Samenwerking met de provincie aan het programma Groen Werkt! We werken samen met de provincie vanuit het programma Groen Werkt! (2015-2017) aan economische innovaties en de transitie naar een duurzame stad en regio. Concrete acties in 2016 staan benoemd bij het Thema werkgelegenheidsaanpak. Het programma Groen werkt! moet minimaal 300 banen realiseren.
2. Stimuleren economische innovaties
Duidelijk maken wat Leeuwarden te bieden heeft in water(technologie) en zuivel We maken partijen duidelijk wat Leeuwarden op het terrein van economische innovaties te bieden heeft door partijen uit te nodigen en verbindingen te leggen. Vanuit het programma Groen Werkt! positioneren en profileren we ons op de thema's watertechnologie en zuivel (zie thema werkgelegenheidsaanpak).
Faciliteren starters bij cross sectoraal innoveren Bij cross sectoraal innoveren staat multidisciplinaire samenwerking en ondernemerschap centraal. Vanuit het brede opleidingsaanbod in Leeuwarden/Fryslân bestaat de wens competenties op het gebied van samenwerken en ondernemen te ontwikkelen bij scholieren en studenten. Dit zijn ook vaardigheden die voor de sterk groeiende groep van ZZP’ers en starters van belang zijn. Deze groep willen we graag aan de stad binden. De volgende concrete activiteiten worden in 2016 opgepakt: openstellen van een collectieve ruimte in de Blokhuispoort ten behoeve van Design activiteiten; uitbouw van de Kanselarij als ondernemers en starterscentrum; verhuizen door de NHL van de game-studio naar de Blokhuispoort; faciliteren van een fysiek fablab (3d printing) zodat deze kan starten met de projectuitvoering evenals de Frisian Design Factory; (zie ook: http://frisiandesignfactory.nl) ontwikkelen startersondersteuning en versterking startersklimaat; collectiviteit stimuleren, bijeenkomsten en story telling. Het doel is: meer starters (350 in 2016 en 1.000 fte in 2025), meer professionals van de toekomst, meer prototypes en diensten en meer kennisproducten. In 2016 wil de faciliteringsgroep die de ontwikkeling ondersteunt, beter in beeld hebben hoe overheden en onderwijs/kennisinstellingen diverse starters beter kunnen faciliteren. Met Leeuwarden-Fryslân 2018 ontstaat bijvoorbeeld rond creatieve starters veel dynamiek. We willen doe gericht aan de slag en deze dynamiek benutten.
3. Versterking van het vestigingsklimaat
Beïnvloeden omvang en kwaliteit huisvestingsaanbod bedrijven en het ontwikkelen van nieuw aanbod Bij bepaling van omvang en kwaliteit van het huisvestingsaanbod van bedrijven wordt gebruik gemaakt van het principe dat niet bijgebouwd wordt, zolang de bestaande bedrijfshuisvestingsruimte niet op orde is. Ook wordt ingezet op verbeterde infrastructuur en 35
ontsluiting. Daarbij is het van belang door samenwerking met de markt steeds kwalitatief goed aanbod op voorraad te hebben dat aansluit op acute vragen uit de markt. Als het gaat om kennis en start-ups ligt aansluiting bij Campusontwikkelingen voor de hand. Er zijn in Leeuwarden alleen nog beperkte nieuwbouwmogelijkheden bij het Station en aan de oostkant van de nieuwe Overijsselselaan. Het schrappen van zachte plancapaciteit wordt onderzocht en toegepast daar waar mogelijk. Ook voor overige bedrijfshuisvesting (excl. detailhandel en leisure) geldt dat herontwikkeling en kwaliteitsverbetering via casuïstische benadering plaatsvindt. De nieuwe ontsluiting van Leeuwarden-Zuid maakt het mogelijk om gerichter thematisch huisvesting te organiseren op een hoogwaardiger niveau dan in het verleden het geval was (Energiepark, Zwettepark VI, Dairycampus, Werpsterhoek).
4. Profilering, samenwerking en acquisitie ter bevordering van het toerisme in stad en regio Voor bedrijven is een levendige stad aantrekkelijk. Daarom richten we ons naast de traditionele vestigingsvoorwaarden voor bedrijven zoals huisvestingsmogelijkheden ook op het versterken van het "product" Leeuwarden. Het versterken van de bekendheid en aantrekkelijkheid van de stad en regio heeft een positieve invloed op de werkgelegenheid in het algemeen en de toeristische sector in het bijzonder. Immers, een toename van het aantal bezoekers laat ook de bestedingen toenemen. De nieuwe waterrijke toeristische regio Grou/Alde Feanen is een waardevolle uitbreiding op het toeristisch aanbod en zal beter worden benut.
Toeristische marketing Leeuwarden Met de marketing van toeristisch Leeuwarden richten we ons op de promotie van de ‘sterke merken van Leeuwarden’: cultuurhistorische binnenstad, funshoppen, evenementen, recreatief water en het zakelijk toerisme: het toeristisch product. De inzet van het werkplan ‘toerisme’ is er op gericht dit toeristisch product te versterken. Hierbij zetten we het budget (€ 150.000) vooral in op het uitlokken van initiatieven/cofinanciering van andere partijen. Het toeristisch product wordt immers vooral gevormd door ondernemers van Leeuwarden. De onderwerpen evenementen, gastvrijheid, free publicity en de online destinatiemarketing blijven centraal staan. Het betreft o.a. de volgende activiteiten: - We gaan evenementen sterker inzetten als promotie voor de stad: evenementen zorgen voor reuring, publiciteit en bezoekersaantallen; - Gastvrijheid is essentieel om bezoekers te binden en terug te laten komen. Projecten als Gastvrij Grou en Gastvrij Alde Feanen dragen hier aan bij. We willen de ontwikkeling van arrangementen en samenwerkingsverbanden tussen ondernemers (blijven) stimuleren; - We geven geen geld meer uit aan betaalde aandacht (advertenties/sponsoring) maar zetten in op free publicity door storytelling (bloggers, inzetten van verhaal en beeld gemaakt door fans van Leeuwarden (user generated content social media); - In 2015 is voor het eerst een deel van het budget ingezet t.b.v. social media. Dit jaar is gebruikt om d.m.v. pilots en evaluaties te testen wat het beste werkt. In 2016 wordt de aanpak gefinetuned aan de hand van deze bevindingen. Doel: meer volgers, meer likes, maar vooral meer interactie: mensen die praten over Leeuwarden en dit aanbevelen in hun (online) netwerk! Voor toeristische marketing is jaarlijks € 250.000 beschikbaar. De aanpak en toedeling van middelen is vastgelegd in jaarlijkse werkplannen, in casu het werkplan Toeristische marketing 2016.
36
Toeristische projecten en samenwerking We willen interessante evenementen naar Leeuwarden trekken, zodat ondernemers hier mee aan de slag kunnen en er van kunnen profiteren (denk aan spin-off die Hoofdstad van de Smaak heeft gehad). Dit doen we door acquisitie door middel van het indienen van bidbooks en kandidaatstelling. In 2016 ronden we het programma Waterfronten Leeuwarden af: 7 projecten die er op g ericht zijn het Waterfront van Leeuwarden te versterken en beter voor het voetlicht te brengen, met als doel meer bestedingen aan de wal te genereren. Het is een samenwerking met de provincie Fryslân: de provincie draagt € 880.000 bij, de gemeente € 440.000 (waarvan 35.000 uit het toeristisch budget 2015). Alle projecten, zoals een boardwalk met terras aan het water bij de Blokhuispoort, een upgrade van de cruiseaanlegplaats en een stadsstrand, spelen in op de kansen die de vele bezoekers die we in (de aanloop tot) 2018 kunnen verwachten met zich meebrengen.
Verbeteren online toeristische informatievoorziening Er wordt nauw samengewerkt met Merk Fryslân, Leeuwarden Fryslân 2018 en met ondernemers. We streven naar een eenduidige online toeristische informatievoorziening voor Leeuwarden. Op dit moment zijn er diverse partijen die dit leveren waardoor het beeld voor de bezoeker maar ook voor de ondernemer die de content moet leveren, versnipperd is. In 2016 brengen we hierin verdere verbetering aan, in samenwerking met Merk Fryslân, die hun nieuwe website en koepeldatabase inzet en sterk gaat promoten als digitale informatiebron voor (potentiële) bezoekers van (steden in) Friesland.
Profilering met stadslandbouw en eetbare stad Leeuwarden profileert zich via diverse lijnen op het gebied van stadslandbouw en eetbare stad. Hiervoor is een programma opgesteld voor de periode 2014-2016. Waar mogelijk sluiten we aan bij bestaande initiatieven. Het aantal kleinere initiatieven (van moestuinen tot tuinen als onderdeel van vlindertuinen en beweegtuinen) blijft gestaag groeien en we blijven dit bevorderen. Vooral voor de sociale cohesie in de wijken zijn ze belangrijk. Eetbare stad biedt verschillende mogelijkheden om Leeuwarden op de kaart te zetten, zoals het helpen organiseren van evenementen en het faciliteren van symposia en congressen over dit onderwerp. Verder wordt uitgewerkt of stadslandbouw en eetbare stad een vliegwielfunctie kunnen vervullen voor het bevorderen van de gezondheid in wijken en als werkgelegenheids- en dagbestedingsproject. Een vereiste hiervoor is het beschikbaar stellen van grotere stukken grond. Tenslotte is stadslandbouw en eetbare stad een bruikbaar middel bij het helpen realiseren van gebiedsontwikkelingen, zoals in het Potmarge gebied.
5. Verkoop niet-strategisch vastgoed en erfpacht In 2015 is de notitie vastgoed in de gemeenteraad besproken met daarbij een lijst met panden die kunnen worden afgestoten, omdat ze geen of een beperkte strategische, functionele of financiële waarde hebben. Vervolgens is op basis hiervan een verkoopstrategie opgesteld, die ook in 2016 leidt tot het actief verkopen van de betreffende panden. Tegelijkertijd is aangegeven dat de gemeente een actief beleid hanteert wat betreft de mogelijkheid tot afkoop van erfpacht. Hierbij gaat het met name om particuliere erfpacht. De gemeente heeft nog een beperkt aantal gronden in erfpacht uitgegeven aan bedrijven. De grootste betreft de gronden die zijn verpacht aan de Dairy Campus; ook hierbij is het de insteek dat zij de gronden verwerven van de gemeente.
37
6. Blokhuispoort In 2015 is een vliegende start gemaakt met de herontwikkeling van de Blokhuispoort. In 2016 ligt het zwaartepunt op de verdere verduurzaming van de Blokhuispoort, de bouwvoorbereiding van de vestiging van de bibliotheek en de herinrichting van de directe omgeving van de Blokhuispoort.
Relevante (beleids)nota’s
Uitvoeringsprogramma duurzame energie provincie Fryslân 2014-2020 (2013) Uitvoeringskader watertechnologie 20142020 provincie Fryslân (2013) Aanpak slim met energie en water 20112014 (2011) Projectopdracht Groen Werkt 2015-2017 (2015) Kantorenmonitor (2012)
Regionaal bedrijventerreinplan 2010-2020 (2011) Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden (2014) Nota’s Grondbeleid Leeuwarden en Boarnsterhim (2012) Evaluatie evenementenbudget (2011) Notitie vastgoed (2015), nog vast te stellen
Extra inzet Omschrijving Economisch beleid, profilering & acquisitie Groen werkt! Toerisme, marketing & evenementen Ontwikkeling Blokhuispoort: Krediet ontwikkeling Blokhuispoort Kapitaallasten krediet ontwikkeling Blokhuispoort
38
2015
2016
2017
500 470 500
500 470 500
500 460 500
2.000 120
120
120
Bedragen x € 1.000 2018 2019
120
120
Programma Wonen en milieu 1. Verbeteren en verduurzamen bestaande woning voorraad
Woonbeleid aanpassen aan nieuwe Woningwet Als gevolg van nieuwe Rijkskaders zijn de bevoegdheden van de gemeente veranderd en heeft de relatie tussen de gemeente en de corporatie een meer verplichtend karakter gekregen. Tevens participeren de huurdersorganisaties op gelijkwaardige voet mee in dit proces. Het gemeentelijk beleid en de nieuwe prestatieafspraken zijn hierop aangepast. Een ander uitvloeisel van de nieuwe wetgeving is de indeling in regionale woningmarkten. Samen met de andere gemeenten in Fryslân is in 2015 begonnen met het proces om te komen tot een regionale indeling van Fryslân, om daarmee de werkgebieden van de corporaties te bepalen. Dit leidt in 2016 tot een advies aan de minister.
Nieuwe prestatieafspraken bestaande woningvoorraad huursector wooncorporaties Samen met corporaties en de huurdersorganisaties wordt onderzocht hoe het verbeteren van de huurvoorraad (energetisch en qua uitrusting) zich verhoudt tot een gematigd huurbeleid. Daarbij maken de corporaties niet volledig gebruik van de wettelijke ruimte om de huurprijs te bepalen. Hierdoor worden enerzijds de woonlasten van de doelgroep beperkt, maar dit betekent ook dat de corporaties minder investeringsruimte hebben. Betrokken partijen zijn overtuigd van het nut en de noodzaak van een kwalitatief hoogwaardige voorraad. Zowel het niveau van als het tempo waarin de verbeteringen gerealiseerd worden, is een onderwerp van de prestatieafspraken 2016 -2018, die in de tweede helft van 2015 tot stand komen. Bij het maken van de nieuwe prestatieafspraken is de huidige afspraak voor de renovatie van 425 woningen per jaar met 2 label stappen (Leeuwarder Bestek) tegen het licht gehouden. Versnelling en opschaling zijn wenselijk. We gaan daarom met de corporaties onderzoeken hoe we een hogere ambitie voor de renovatieopgave kunnen bereiken. Daarbij maken we gebruik van de ervaringen en leerpunten uit voorgaande projecten. Nieuwe innovatieve renovatieconcepten, zoals ‘nul op de meter’, zijn nodig om onze duurzaamheidsambities te halen.
Stimuleren verbeteringen bestaande woningvoorraad particuliere eigenaren o Net als in 2015 stimuleren we vanuit het energieloket Slim Wonen in Leeuwarden (Onderdeel van Groen Werkt!) kwaliteit en marktgroei. Met het project ‘energiebesparing in de gebouwde omgeving’ wordt ingezet op een versnelling van de autonome woningverbeteringen (420 renovaties per jaar met een 20-40% verlaging van energie, 40 voltijdsbanen, de uitgelokte investering bedraagt ca. € 1,2 mln). Maatregelen om deze doelstellingen te halen zijn: - samenwerken met de regionale bouwbranche; - wijkactiviteiten ondersteunen, met name via wijkambassadeurs; - faciliteren van financiering: duurzaamheidslening en samenwerking met de provincie en andere gemeenten.
o
Onze samenwerkingsverbanden (zowel regionaal, nationaal als internationaal) versterken onze energiebesparingsactiviteiten. Leeuwarden is ook in 2016 samen met Súdwest-Fryslân de coördinator van het regionaal energiebesparingsproject, waarin alle Friese gemeenten participeren. Met de inzet van ondersteuningsgelden vanuit de VNG worden energieloketten opgezet en wordt een zonnekaart ontwikkeld voor alle gemeenten. In noordelijk verband (Switch) is Leeuwarden net als in 2015 als aanjager, samen met Assen, actief om de bovenlokale samenwerking voor de vier noordelijke provincies op het gebied van duurzame energie en energiebesparing verder te versterken.
39
Daarnaast participeert Leeuwarden ook in 2016 in het Europese Horizon2020-project genaamd Refurb 2.0. Dit project is in april 2015 gestart en loopt tot en met maart 2018. Het betreft een transnationaal energiebesparingsproject met als doel om een manier te ontwikkelen om woningen versneld energieneutraal te krijgen (o.a. via het na-isoleren van woningen).
Toezicht op staat van onderhoud van de bestaande woningvoorraad Voor 2016 spitst het toezicht op de staat van onderhoud van de bestaande woningvoorraad zich toe op constructieve veiligheid van balkons, funderingsproblematiek en asbestdaken in de bebouwde omgeving. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de analyse die in 2015 gemaakt is in het onderzoek Staat van onderhoud van de bestaande woningvoorraad. Dit toezicht en de prioritering daarvan wordt jaarlijks in het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) vastgesteld.
Extra aandacht voor energiebesparing en lastenverlichting minima (armoedebestrijding) Vanuit het programma ‘Duurzaam Rondkomen’ dat in 2015 is gestart, helpen we de groep minima die minder of niet in staat is om zelf te investeren in hun woonverblijf. In 2015 zijn op basis van een evaluatie nieuwe maatregelen voorgesteld en in uitvoering genomen. De uitvoering loopt door in 2016. Hieronder valt o.a. voorlichting over bewust omgaan met energie, aandacht voor woonlastenbeperking in renovatieplannen van de corporaties, opleiding van energie-inspecteurs (werk/participatie-trajecten) en training van wijk-ambassadeurs, innovatieve financieringsarrangementen en een project ‘CV dokters’.
Geluidsanering De sanering van de zogenoemde Raillijst en A-lijst (verkeerslawaai) wordt in 2016 geheel afgerond. De laatste 5 panden van die lijsten worden uiterlijk in dit jaar geïsoleerd. Daarnaast is in het project Vrij baan nog eens een 24-tal woningen geïsoleerd van o.a. de zogenoemde B-lijst. Leeuwarden is hiermee een koploper en is ver voor de landelijke deadline (2020) door deze werkvoorraad heen.
2. Passende nieuwbouw
Stimuleren van bouwers en ontwikkelaars duurzaam goed en goedkoop te bouwen
Verwachte bruto productie in 2016 Op basis van de bekende plannen verwachten we in 2016 een bruto-productie van ca. 600 woningen. We constateren dat de nieuwbouw weer aantrekt en uit onder meer de transacties van grond in De Zuidlanden zien we dat dit herstel zich doorzet. Dit is overigens in lijn met de toename van de bevolking. Duurzaamheid wordt een steeds belangrijker verkoopargument. Het realiseren van 28 energie-neutrale woningen in het Sint Bonifatiuspark en het ontstaan van de all electric-wijk Wiarda, waar alleen nog maar elektriciteit wordt aangelegd, zijn daar goede voorbeelden van. Het transformeren van kantoren is en blijft belangrijk om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar kleine zelfstandige wooneenheden in het sociale segment. Deze transformatie blijft ook de komende jaren de bruto woningbouwproductie mede bepalen. Marktanalyse geliberaliseerde huurwoningen De afgelopen jaren (2014-2015) is de vraag naar geliberaliseerde huurwoningen onderzocht en is hiervoor een marktanalyse gemaakt. We hebben een proactieve aanpak waarbinnen onder meer de landelijke beleggers zijn benaderd. In 2016 wordt duidelijk wat zij en ook regionale investeerders kunnen betekenen in de toenemende interesse in de vraag binnen dat segment van de Leeuwarder woningmarkt.
40
Ondersteunen van nieuwe initiatieven studentenhuisvesting Leeuwarden blijft zich ontwikkelen als studiestad met krachtige HBO-instellingen en een groeiend aanbod van academisch onderwijs. We verwachten dat het aantal uitwonende studenten in ieder geval door een toenemend aantal internationale studenten zal groeien. Nieuwe initiatieven die kwalitatieve huisvesting toevoegen in de binnenstad en bij de kennisinstellingen blijven wij ondersteunen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kleine zelfstandige wooneenheden dicht bij de voorzieningen waarbij de huurprijs gebaseerd is op woonlasten (huurprijs is inclus ief internet, gas en elektra, gebruik van wasmachine etc.). Of specifieke woonruimte voor de buitenlandse studenten waarbij de woningen volledig zijn ingericht en nabij de kennisinstellingen liggen. Door het stimuleren van goede studentenhuisvesting in de binnenstad en rondom de kennisinstellingen willen we ook de woonwijken minder belasten en waar mogelijk studentenwoningen in deze wijken weer omzetten naar regulier wonen. Faciliteren nieuwe woonvormen en initiatieven De afgelopen jaren is door de gemeente een aantal initiatieven gefaciliteerd. Het betrof initiatieven om nieuwe vormen van wonen te ontwikkelen. We zien dat dit een blijvende ontwikkeling is, waarbij particulieren (bijv. via collectief particulier opdrachtgeverschap), wooncoöperaties of andere alternatieve ontwikkelvormen, huisvesting willen realiseren. Hiermee wordt de keuzevrijheid van de woonconsument vergroot en worden er kansen benut die marktpartijen laten liggen. We verwachten overigens wel dat de aantallen en omvang van deze alternatieve woonvormen en ontwikkelwijzen beperkt blijven en streven er naar om ook deze initiatieven zoveel mogelijk autonoom te maken. Samenwerking De gemeente Leeuwarden werkt met een groot aantal partijen op de woningmarkt samen. Met de nieuwe woningwet is er een nieuwe lokale woondriehoek ontstaan: gemeente, corporaties en huurdersorganisaties. Deze vorm van samenwerken gaat zich de komende jaren verder ontwikkelen. Met de provincie Fryslân werken we samen aan een aantal thema’s in de woningmarkt. Ook in de stadsregio Leeuwarden wordt met de partners op meerdere terreinen samengewerkt. Via het Platform Wonen Leeuwarden treffen we voortdurend de lokale spelers op de woningmarkt om kennis uit te wisselen en gezamenlijk nieuwe ontwikkelingen te verkennen. Start uitvoeringsprogramma wonen en zorg Het uitvoeringsprogramma dat in 2015 in nauwe samenwerking met de belangrijkste stakeholders is opgesteld, gaat in op de belangrijkste thema’s rondom wonen en zorg. In 2016 wordt gestart met de uitvoering ervan en worden de mogelijkheden onderzocht voor verdere uitrol van het actieplan naar andere partijen en eventueel de regio.
3. Versterken cultureel erfgoed door archeologie en monumentenzorg
Erfgoednota gemeente Leeuwarden Na de beleidsevaluatie over de afgelopen periode wordt in 2016 een nieuw uitvoeringsprogramma Monumentenzorg en Archeologie (onroerend erfgoed) voor 2016 t/m 2019 gepresenteerd. Veel aandacht gaat daarin uit naar de ‘zichtbaarheid’ en het delen van kennis over het onroerende erfgoed van Leeuwarden, dit mede in het licht van Leeuwarden-Fryslân 2018, en naar een kwaliteitsslag in het aanwijzen van gemeentelijke monumenten.
Faciliteren restauratie en herbestemming De herontwikkeling van de Blokhuispoort is het tot dusverre omvangrijkste herbestemmi ngsproject van onroerend erfgoed op gemeentelijk grondgebied. In het besef van de bijzondere monumentale kwaliteiten van het oude gevangeniscomplex vormt de begeleiding van dat proces een grote uitdaging voor 2016 en daarna. Op een ander schaalniveau, maar even bijzonder, zijn onder meer 41
de verbouwing van het Eysingahuis en de overige Fries Museum-panden, projecten die aandacht en inzet vragen. Een belangrijke opdracht in 2016 is ook om eigenaren en ontwikkelaars van monumenten de weg te wijzen naar en optimaal gebruik te laten maken van de financiële regelingen, die er zowel van Rijkswege als bij de Provincie Fryslân zijn voor restauratie en herbestemming.
Groen Erfgoed In de afgelopen jaren zijn door derden interessante initiatieven genomen om in breed verband de zorg voor en het beheer van het bijzondere Groene Erfgoed in Noord-Nederland te versterken, en de kwaliteiten beter te benutten en promoten. Het gaat om de projecten van de ‘Noordelijke Lustwarande’, de 19e- en vroeg-20e-eeuwse landschappelijke parken, tuinen en begraafplaatsen, en ‘Levend Erfgoed: Beheer en behoud van begraafplaatsen in Noord-Nederland’. Er wordt onderzocht of en hoe de gemeente Leeuwarden hieraan kan deelnemen of bijdragen.
Promotie en educatie De komende jaren is de aandacht sterk gericht op het op uiteenlopende manieren in de etalage zetten van het onroerende erfgoed en het bedienen van toeristen en andere bezoekers van de binnenstad, dit mede in het licht van Leeuwarden-Fryslân 2018. In vervolg op de vooral voor direct belanghebbenden bedoelde Monumenten- en archeologie-informatiekaart Leeuwarden, die eind 2014 online is gegaan op de gemeentelijke website, wordt onder meer onderzocht of er met storymapping een voor toeristen aantrekkelijke monumenten- en archeologiekaart kan worden gemaakt. Het archeologisch erfgoed wordt gepromoot door de uitbouw van het archeologisch steunpunt in het HCL, wisselexposities met vondsten en informatie over recente opgravingen, lezingen en open dagen tijdens opgravingen. De archeologische waardenkaart wordt in 2016 geactualiseerd. In 2016 wordt een tweede Leeuwarder monumentenmarkt georganiseerd.
4. Stevige wijkaanpak De aanpak van de aandachtswijken via de 6 wijkenaanpak (in Oud-Oost, Valeriuskwartier, Schepenbuurt en Nijlân) is tot eind 2016 vastgelegd in de prestatieafspraken met de corporaties Elkien en WoonFriesland. De aanpak Heechterp-Schieringen is tot 2018 vastgelegd in afspraken met Rijk en corporaties. Om stabilisatie te bereiken en vooruitgang in deze wijken te bewerkstelligen zij n lange termijnen nodig. Op basis van een heroriëntatie met beide corporaties wordt voorgesteld beide aanpakken in de 5 wijken te continueren. De wijkprojectgroepen hebben voor deze wijken een nieuw Wijkactieplan (WAP) 2015 -2017 opgesteld. Dit vooral omdat de wijk specifieke projecten uit het eerste WAP grotendeels uitgevoerd zijn en wijkactieprogramma’s een nuttige en bindende functie blijken te vervullen in deze wijken voor alle betrokken partijen. De al uitgezette lijnen voor het particulier bezit en de grote projecten uit de eerste WAP’s blijven grotendeels gehandhaafd. In de tweede WAP’s is er verhoudingsgewijs veel meer aandacht voor het sociale domein in de wijken. De aanpak van woonoverlast blijft een stedelijk speerpunt (zie programma Veilig). Wat betreft het stedelijk opererende huurteam (als controleur van de huurprijzen van kamerbewoning) blijven wij inzetten op een continuering ook in 2016, al dan niet vanuit de wijkaanpak.
5. Inzameling afval De scheidingsdoelstelling voor Leeuwarden van 60% aan het einde van de collegeperiode is nu al zo goed als gerealiseerd. In 2016 wordt op basis van de uitgevoerde evaluatie een aantal 42
verbetervoorstellen ter besluitvorming voorgelegd. De landelijke ambitie is inmiddels aangescherpt en bedraagt 75% afvalscheiding en maximaal 100 kilo (per inwoner per jaar) restafval in 2020. Om zoveel mogelijk grondstoffen die zich in ons huishoudelijk afval bevinden te kunnen hergebruiken of te recyclen, dient het afval zoveel mogelijk gescheiden te worden ingezameld. Bij het huidig gerealiseerd niveau van afvalscheiding kost het relatief meer inspanning om verdere verbetering te realiseren. We zien pilots en inzamelproeven als belangrijke/onmisbare instrumenten bij het realiseren van een hoger afvalscheidingspercentage. Over de afvalproef in Westeinde wordt een tussenrapportage opgesteld. Voor de wijk Zuiderburen komt een evaluatie beschikbaar. Behalve de resultaten, zoals behaalde scheidingspercentages en hoeveelheid restafval, blijkt daar ook uit hoe bewoners het inzamelsysteem ervaren. Deze proeven vormen de basis voor nieuwe voorstellen. Ook worden er afspraken gemaakt tussen de Friese gemeenten over het gebruik van de milieustraten van inwoners buiten de gemeentegrenzen. Dit is een unicum, waarbij inwoners van Friesland hun afval gescheiden in kunnen leveren bij de meest gunstig gelegen milieustraat. Hierdoor verwachten we een toename te kunnen realiseren in recycling en hergebruik v an grondstoffen. Daarnaast worden nieuwe projecten "bijzet" uitgevoerd met als doel het terugdringen van de hoeveelheid dumpingen en het aantal bijgeplaatste vuilniszakken bij afvalcontainers.
6. Verbeteren bodemkwaliteit Voor de periode 2016-2020 zijn nieuwe afspraken gemaakt met het Rijk over het verbeteren van de bodemkwaliteit. De werkzaamheden die samenhangen met dit nieuwe bodemconvenant kennen accentverschillen ten opzichte van het vorige convenant, maar zijn in grote lijnen een vervolg hierop. Er is een tendens naar het afbouwen van actief saneren om milieu hygiënische reden naar meer-en-meer beheren van bodem en ondergrond. In het nieuwe bodemconvenant zijn afspraken gemaakt over o.a.: - Het verder aanpakken en afronden van de zogenaamde spoedlocaties (locaties met een risicovolle bodemverontreiniging) en voormalige stortplaatsen. We pakken in 2016 onder meer de locaties Oedsmawei, De Saiter en Timertsmar aan. - Het goed en efficiënt benutten en beheren van de ondergrond. Met VNG en de ministeries van Infrastructuur & Milieu en Economische Zaken denken wij actief mee over wijzigingen in de bevoegdheidsverdeling van de Wet Bodembescherming en het project STRONG (afwegingssystematiek gebruik van de ondergrond). - Het beheren en verder ontsluiten van (digitale) bodeminformatie. Enige verbeterslagen lopen vanuit 2015 door in 2016.
Relevante (beleids)nota’s
Nota Wonen (2012) Leeuwarder bestek: samenwerkingsafspraken tussen Elkien, Woonfriesland en gemeente Leeuwarden voor de periode 2012 t/m 2016 (2012) Kadernota handhaving (2014) Afvalbeleid 2012-2015 (2012)
43
Programma Infrastructuur en mobiliteit 1. Leeuwarden Vrij-Baan
Reconstructie Stadsring De reconstructie van de stadsring is onderdeel van het programma Leeuwarden Vrij-Baan. Door de toenemende mobiliteit wordt de functie van de stadsring steeds belangrijker. De stadsring moet niet alleen voorzien in een goede doorstroming, maar moet ook veilig en representatief zijn. Ook in 2016 worden werkzaamheden aan de stadsring uitgevoerd. In 2016 vind de uitvoering plaats van het Europaplein (turborotonde en drie tunnels voor voetgangers en fietsers). Ook vindt de uitvoering van Valeriusstraat/-plein plaats.
Start uitvoering 2 e fase Westelijke Invalsweg In 2016 wordt gestart met uitvoering van de 2 e fase van de Westelijke Invalsweg (ter hoogte van de stadsring en inclusief de aansluiting op de stadsring).
2. Veilig fietsverkeer
Verlengde Schrans (tussen de tunnel Oostergoplein en Borniastraat) De (Verlengde) Schrans is een belangrijke fietsroute, die in de toekomst alleen maar drukker wordt met fietsers door o.a. de voltooiing van de Zuidlanden. In 2016 wordt het wegprofiel – in combinatie met onderhoudswerkzaamheden - zodanig aangepast dat de functie, gebruik en inrichting beter op elkaar zijn afgestemd. Dit betekent een inrichting die beter aansluit bij de huidige functie als hoofdfietsroute en die past binnen de uitgangspunten, zoals geformuleerd in de Notitie Fietsnetwerk Leeuwarden en de op 15 juni 2015 aangenomen motie Snelfiets routes, waarin dit gedeelte van de Verlengde Schrans een onderdeel is van een snelfietsroute.
Verlengde Schrans (tussen de Huizumerlaan en Borniastraat) Langs dit deel van de Verlengde Schrans worden (ook hier in combinatie met onderhoudswerkzaamheden) aan weerszijden de parkeerstroken langs de parallelwegen verhoogd uitgevoerd (zelfde niveau als trottoir). De parallelwegen worden uitgevoerd in rood asfalt, zoals geformuleerd in de Notitie Fietsnetwerk en de aangenomen motie Snelfietsroutes.
Westelijke (en oostelijke) aansluiting Kanaalweg – Anne Vondelingweg Uit de ongevallenanalyse in het kader van de Notitie Modelaanpak Veiliger Fietsen Leeuwarden 1 blijkt dat er vooral op de westelijke aansluiting veel ongevallen plaatsvinden. De aanpak is gericht op het verwijderen van beide fietsoversteken (vanuit continuïteit dienen beide oversteken aangepakt te worden). Dat kan door aan de zuidzijde van de Kanaalweg/Grovestins (tussen de Frittemastate en de Esdoornstraat) een breder fietspad te realiseren voor fietsverkeer in twee richtingen. Bundeling van het fietsverkeer voor beide richtingen langs de zuidzijde geeft minder conflicten tussen het fietsverkeer van en naar Camminghaburen met het autoverkeer van en naar de Anne Vondelingweg en zorgt daarmee voor een verkeersveilige en comfortabele fietsroute. Bovendien sluit het principe van deze bundeling van fietsverkeer goed aan op aansluitende fietsverbindingen tussen de (binnen)stad en Camminghaburen.
‘No-regret’ maatregelen Dit betreft een lijst van veel kleine maatregelen, zoals het verwijderen van paaltjes of obstakels. Deze kleine maatregelen volgen uit de nota Model Aanpak Veiliger Fietsen Leeuwarden. Vanaf 2016 1
De M odel Aanpak Veiliger Fietsen is een uitvloeisel van de afspraak tussen de VNG en het M inisterie van Infrastructuur en M ilieu dat alle gemeenten een lokale aanpak Veilig Fietsen opstellen om invulling te geven aan de benodigde beleidsimpuls voor fietsveiligheid.
44
worden deze maatregelen uitgevoerd. De prioritering vindt plaats aan de hand van de categorisering in het fietsnetwerk. De maatregelen die onderdeel uitmaken van het hoofdfietsnetwerk krijgen de hoogste prioriteit, gevolgd door de maatregelen in het secundaire fietsnetwerk, recreatieve fietsnetwerk en overige wegen. De maatregelen met de hoogste prioriteit worden als eerste opgepakt.
3. Parkeren
Onderzoek naar vergemakkelijken parkeren voor korte boodschappen De actualisatie van het parkeerbeleid is eind 2015 ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. In het parkeerbeleidsplan is een uitvoeringsprogramma opgenomen. Zo wordt er in 2016 samen met het binnenstadmanagement een onderzoek ingesteld om het parkeren voor korte boodschappen gemakkelijker te maken. Dit is bijvoorbeeld aan de orde op de Eewal, in de Sint Jacobsstraat en op de Tweebaksmarkt.
Verbetermaatregelen parkeren in Grou In Grou ligt in 2016 het accent op het verbeteren van de parkeerbebording, de bewegwijzering en het in beeld brengen van de parkeerbalans op basis van de resultaten van o.a. het parkeeronderzoek 2015. Ook krijgt het parkeren bij evenementen in Grou een structurele uitwerking.
Betaald parkeren In het collegeprogramma 2014-2018 is opgenomen dat we voor bewoners, bedrijven en bezoekers van onze binnenstad kwalitatief hoogwaardige parkeervoorzieningen bieden. Veilig, licht en schoon. In 2016 worden de tarieven niet verhoogd. De eerst volgende tariefsverhoging is per 1-1-2017. De in het collegeprogramma genoemde 5% verhoging is een taakstelling boven de reguliere verhoging van 10% eens per drie jaar. Deze aanpassing gaan we invoeren per 1-1-2017. In 2016 komen wij met voorstellen hoe we dit gaan realiseren. Deze planning staat ook vermeld in het uitvoeringsprogramma van het parkeerbeleidsplan.
Pilot goedkoper parkeren Harlingertrekweg Door de herinrichting van de Harlingertrekweg zijn er 170 parkeerplaatsen minder dan in 2014. In 2014 was er al sprake van een hoge parkeerdruk. Om de park eerdruk te verlagen wordt er daarom betaald parkeren ingevoerd per 1-1-2016. Op het parkeerterrein tussen de Harlingertrekweg en het WTC/hotel wordt in 2016 een pilot uitgevoerd, waarbij parkeren buiten de spits goedkoper is. Doel van de pilot is om de spits te ontlasten en de doorstroming tijdens te spits te bevorderen/op peil te houden. Dit mede gelet op de werkzaamheden aan de Stadsring (waaronder Europaplein/Westelijke Invalsweg fase 2) in deze omgeving in de periode t/m 2017.
Aanbesteding en bouw parkeergarage Tesselschadestraat De parkeergarage wordt in 2016 aanbesteed en gebouwd. Begin 2017 kan de garage dan in gebruik worden genomen. De garage heeft een capaciteit van circa 280 plaatsen en heeft 2 parkeer-lagen. Constructief is er de mogelijkheid voor een eventueel derde laag in een later stadium.
45
Relevante (beleids)nota’s
Parkeerbeleidsplan gemeente Leeuwarden 2015 Parkeren financieel (2011) Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan, 2011–2025, Leeuwarden goed op weg (2011) Fietsbeleidsplan Richtingwijzer Fiets 20132025 (2011)
46
Notitie Fietsnetwerk Leeuwarden (2015) aanvulling op het Fietsbeleidsplan Richtingwijzer Fiets 2013-2025 Notitie Modelaanpak Veiliger Fietsen Leeuwarden (2015) - aanvulling op het Fietsbeleidsplan Richtingwijzer Fiets 20132025 Rondje Stad (2008)
Programma Ruimtelijke ordening 1. De binnenstad versterken
Doorgaan met verbeteren winkelstraten In 2016 is het programma Boppeslach (2016-2017) in uitvoering ter verbetering van de winkelstraten en het bestrijden van leegstand. Het betreft een pakket aan maatregelen vergelijkbaar met de maatregelen uit Binnenstad Boppe, de voorganger van Boppeslach. De zogenaamde quick wins worden direct in uitvoering genomen en gefinancierd uit het resterend budget van Binnenstad Boppe. De overige voorstellen worden verder uitgewerkt, zowel inhoudelijk als wat betreft de financiering. Ook de dwarsverbanden en relaties met onderwerpen als Leeuwarden-Fryslân 2018, marketing en ondernemerschap zijn dan zichtbaar.
Uitvoering maatregelen om de binnenstad te verfraaien In het kader van het project Beste Binnenstad worden in 2016 maatregelen uitgevoerd om de binnenstad te verfraaien en te verbeteren. Het meeste opvallende onderdeel – zomerbloemen aan de bruggen – wordt ook in 2016 uitgevoerd. City-dressing, beleving, aanpak openbare ruimte en ondersteuning en marketing van de koopzondagen zijn onderdeel van het programma. De samenwerking met het Leeuwarder Ondernemers Fonds, het Verenigd Bedrijfsleven Leeuwarden, het Binnenstadsmanagement, het wijkpanel en andere stakeholders wordt op basis van dit programma actief gezocht.
Monitoring bezoekers binnenstad In 2016 wordt de monitoring van de ontwikkeling van bezoekersaantallen geïntensiveerd. De leegstand wordt periodiek gemeten en een uitgebreide bezoekersregistratie met gegevens over hotelovernachtingen, parkeergarages, overnachtingen in de jachthaven, bioscoopbezoek, leisure en vrije tijdbezoeken is operationeel.
Faciliteren profilering van winkelstraten In 2016 is verder invulling gegeven aan de profilering van de winkelstraten, de winkeliers bouwen aan hun gezamenlijke facebook pagina, die aangesloten is op de Leeuwarder app. De hele binnenstad is voorzien van Wi-Fi. Gezamenlijk met de winkeliers wordt het traject van het Keurmerk Veilig Ondernemen doorgezet. Het succes van dit keurmerk, de collectieve winkelontzegging, wordt verder uitgebreid.
2. Gebiedsvisie Oostelijk deel van de stad De oostelijke binnenstad bestaat uit drie delen: het gedeelte Tweebaksmarkt/Turfmarkt, het Speelmanskwartier en het gebied rond de Amelandsstraat ten oosten van de Voorstreek en ten noorden van de Tuinen.
Tweebaksmarkt/Turfmarkt In 2016 spelen in het gebied Tweebaksmarkt/Turfmarkt de nodige bouwprojecten: de transformatie van de Blokhuispoort, de bebouwing op de eind 2014 in gebruik genomen parkeergarage van het provinciehuis, de nieuwe invulling van de panden van het voormalige Fries Museum, waaronder de Kanselarij, voor onderwijsdoeleinden. Daarnaast worden door particuliere investeerders panden aangepakt. In Post Plaza wordt het aantal hotelkamers uitgebreid en het voormalige pand van het Leger des Heils aan de Tuinen wordt verbouwd tot woningen.
47
Gebied rond de Amelandsstraat Het tweede deelgebied betreft het gebied rond de Amelandsstraat. In dit gebied wordt gekoerst op een geleidelijke transformatie, waarbij het voortouw ligt bij de pandeigenaren. In 2016 wordt verkend op welke wijze de planontwikkeling op het parkeerterrein Amelandsstraat in gang gezet kan worden.
Speelmanskwartier Het derde deelgebied is het Speelmanskwartier. In 2014 heeft de gemeenteraad de toekomstvisie Speelmanskwartier 2020 vastgesteld. In 2016 vind nadere uitwerking van plannen voor de openbare ruimte (Nieuweburen ca.) plaats.
3. Vervolg Kloppend Hart In 2015 is gestart met woningbouw op het Doelepleintje, één van de uitvoerings -projecten van de ‘eerste’ reeks projecten van Kloppend Hart. Voor drie andere projecten (herontwikkeling plan Beversport aan de Voorstreek, herontwikkeling hoek Baljéestraat en herontwikkeling KPN-complex) staan binnen de gemeente alle lichten op groen, maar deze projecten zijn afhankelijk van particulier initiatief. In 2016 worden de nieuwbouw van de Fryske Akademy en de nieuwbouw van het Sint Anthonygasthuis afgerond. Aansluitend wordt ook het Schoenmakersperk heringericht en wordt gestart met de verbouw van de monumentale hoofdgebouwen van zowel Sint Anthonygasthuis als de Fryske Akademy. In 2016 ondergaat de Groeneweg met 3 nieuwbouwprojecten (Doelenpleintje, Fryske Akademy, Sint Anthonygasthuis, herinrichting Schoenmakersperk) dus een metamorfose.
4. Herinrichten Stationsgebied Op 9 maart 2015 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over het herinrichten van het Stationsgebied. De openbare ruimte wordt heringericht, er wordt een nieuw busstation gebouwd, de ondergrondse fietsenstalling wordt uitgebreid naar 3.000 stallingsplekken en er wordt een kunstwerk geplaatst in het kader van het project Eleven Fountains. Het project is een samenwerking tussen de gemeente Leeuwarden, provincie Fryslân, de NS en Prorail. De investeringskosten bedragen € 20,55 mln. De provincie en NS dragen ook elk een deel van de realisatiekosten en er wordt een beroep gedaan op Europese subsidies. Na het realisatiebesluit zijn de planologische procedures gestart en de aanbestedingsprocedure voor uitvoering van het werk is in gang gezet. De planning is dat het nieuwe plan voor het Stationsgebied gereed is vóór de start van het jaar 2018, waarin Leeuwarden culturele hoofdstad van Europa is. Om dat te kunnen halen, zijn in 2015 voorbereidende werkzaamheden verricht en vindt de uitvoering plaats tussen maart 2016 en augustus 2017.
5. Positie Grou als watersportdorp versterken Voor Grou is een gedeeld perspectief ontwikkeld in overleg met de stakeholders, lokale organisaties en actieve individuen. Het doel is om Grou als watersportdorp verder te versterken, een aantrekkelijk dorpshart te verzorgen en de harde en zachte verbinding van Grou met de stad Leeuwarden te verbeteren. In de jaarschijf 2016 is een bijdrage aan dit project opgenomen van € 1,5 mln. In 2015 zijn vier prioritaire projecten benoemd, die dienend zijn aan het gedeeld perspectief. Vooruitlopend hierop was al een deel van het bedrag geoormerkt voor de herinrichting rondom de verplaatsing van de Poiesz. De komende jaren worden de volgende initiatieven met voorrang aangepakt: 1. Renovatie en opwaardering Wilhelminapark – hiervoor is € 150.000 geoormerkt; 48
2. Rode loper: opwaardering entree van Grou vanaf de weg en het water; 3. Gastvrij Grou: aantrekkelijker maken van Grou voor (watersport)bezoekers; 4. Ontwikkelen visie op functie en inrichting van het Halbertsma’s plein. Voor de projecten 2 t/m 4 neemt het college nog een projectbesluit inclusief benodigde middelen vanuit het programma Grou. Daarnaast investeert de gemeente in het afmaken van het Waterfront met een nieuw havenkantoor annex sanitaire voorzieningen en het completeren van de steigers. Het onderhoud van de openbare ruimte wordt projectgewijs aangepakt.
6. Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl implementeren Met het budget voor Gebiedsontwikkeling van € 150.000 wordt ingespeeld op zowel overheids - als particuliere initiatieven. Gebiedsontwikkeling kent op elke plek weer eigen uitdagingen, zodat het om maatwerk gaat. Dit vraagt dan ook om actieve inzet van derden wat betreft het benutten van kansen en de inzet op kwaliteit.
Relevante (beleids)nota’s
Kloppend Hart, bouwen aan de binnenstad: inspiratieboek en resultatenboek Structuurvisie Boarnsterhim 2018 (2010)
Extra inzet Omschrijving
2015
Herinrichting Stationsgebied: Krediet herinrichting
3.000
Kapitaallast herinrichting Gebiedsontwikkeling Grou: Krediet gebiedsontwikkeling Kapitaallasten gebiedsontwikkeling Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl
49
Bedragen x € 1.000 2018 2019
2016
2017
180
180
180
180
180
1.500 90 150
90 150
90 100
90
90
Programma Beheer leefomgeving 1. Slim en duurzaam onderhouden openbare ruimte
• Onderhoud anders organiseren, intensiever samenwerken, schaalvergroting en uitbesteding in 2015 is beoordeeld waar op het gebied van anders en slimmer beheren kosten kunnen worden bespaard op het beheer en onderhoud. Binnen deze scope is breed gekeken naar optimalisatie in de keten, samenwerking en schaalvergroting. In 2016 wordt dit in de vorm van een programma geconcretiseerd en naar activiteiten vertaald. De uitvoering daarvan start in 2016.
• Wijkbewoners betrekken bij onderhoud in Bilgaard en Schieringen/Heechterp In 2016 lopen pilotprojecten met de wijken Bilgaard en Schieringen/Heechterp, die in 2015 zijn gestart (officiële startdatum 8 juni 2015). In deze twee pilots worden het maaien, schoffelen en het opruimen van zwerfvuil voor een periode van twee jaren overgedragen aan de buurtbedrijven. Zij voeren dit uit met vrijwilligers, met name mensen die moeilijk een baan kunnen vinden en die al langere tijd thuis zitten. Het uiteindelijke doel is om door het overdragen van verantwoordelijkheden en werkzaamheden de zelfredzaamheid van de wijken te vergroten en de sociale structuur verder te versterken. Verder is het de bedoeling dat in 2016 nog twee pilottrajecten van start gaan. Ieder jaar worden de pilots geëvalueerd, eind 2017 wordt besloten of en onder welke condities we hier mee verder gaan.
• Problematiek zwerfafval gericht aanpakken De gemeente Leeuwarden heeft de beschikking over een budget van € 120.000 per jaar voor extra activiteiten zwerfafval. Dit budget komt voort uit het Verpakkingsconvenant (looptijd 2013-2023) dat de VNG heeft afgesloten met de Verpakkingsindustrie. Dit budget is nadrukkelijk geoormerkt voor activiteiten gericht op gedragsbeïnvloeding, participatie/beloning, slimmere voorzieni ngen/ middelen, prikkels ter beïnvloeding, slimmer beheer en opleidingen en investering in inrichting, alles met het doel om zwerfafval te voorkomen. Concrete activiteiten in 2016 zijn bijvoorbeeld: een Grote Schoonmaakactie waarbij leerlingen van de basisschool, het voortgezet onderwijs, bewoners, Omrin, Elkien, Woonfriesland, buitendienst, Stadstoezicht, het Sociale Wijkteam, het Graffiti Platform Leeuwarden, het wijkpanel en alle andere partijen die op de een of andere manier belang hebben bij een schone wijk worden betrokken; de Himmelwike (voor 3.500 basisschoolkinderen); het project Straatcoaches Afval van het wijkpanel Vrijheidswijk; uitbreiding van de pilot voorkoming zwerfafval op Koningsdag.
• Gifvrije heetwatermethode in de gehele gemeente Op basis van de resultaten van afgelopen jaar is er inmiddels een contract voor 4 jaar (2015 -2018) afgesloten met Fryslân Miljeu.
2. Nieuw beleid toekomstig beheer en onderhoud In 2016 (de voorbereidingen zijn in tweede helft 2015 gestart) moet een nieuwe visie worden bepaald voor het toekomstig beheer en onderhoud binnen de gemeente Leeuwarden. Ook voor het beheer en onderhoud van de belangrijkste kapitaalgoederen binnen het voormalig grondgebied van Boarnsterhim wordt dan bepaald conform de dan geformuleerde en vastgestelde uitgangspunten.
50
3. Ondersteuning bewonersgroepen en lokaal initiatief
Ondersteunen actieve bewonersorganisaties en nieuwe initiatieven tussen wijken en dorpen en de overheid We doen een beroep op de inzet van alle Leeuwarders. De wijken en dorpen hebben ook in 2016 weer een eigen budget beschikbaar. We zien dat er steeds meer initiatieven door bewoners worden ontwikkeld die bijdragen aan de leefbaarheid van wijken en dorpen en de participatie van de bewoners. Die initiatieven komen deels vanuit de bestaande bewonersorganisaties, maar in toenemende mate ook vanuit andere bewoners en bewonersgroepen. We geven die plannen en initiatieven een steun in de rug. Naast de reguliere mogelijkheden van ondersteuning is het Mienskipsfonds in het leven geroepen (zie Programma Sociaal: Sociaal maatschappelijke ontwikkeling). In 2015 is het besluit genomen dat wijkmanagement wordt toegevoegd aan het Sociale Domein. In de loop van 2016 wordt dit geformaliseerd. Voor panels en verenigingen in wijken en dorpen betekent dit dat er in de praktijk één aanspreekpunt komt. Voor de fysieke zaken die in de wijken en dorpen spelen blijft Wijkmanagement uiteraard aandacht houden.
Relevante (beleids)nota’s
BOR in Beeld (2001, evaluatie 2009) Spraakmakende bomen (2008) Groenkaart Leeuwarden (2008) Uit de verf: eindevaluatie pilotproject integrale aanpak graffiti-overlast (2004) Verbreed gemeentelijke rioleringsplan 20152018 (2014) Een klantgerichte warenmarkt (2012)
Oog voor reclame (2010) Meer openbaar groen, minder regels (2014) Beleidsregel compensatie groen (2015) Beleidsplan openbare verlichting: Het donker belicht (2011) Verbetering Gebiedsgericht werken (2004) Kadernota handhaving (2014)
Extra inzet Omschrijving Heetwatermethode onkruidbestrijding Extra onderhoud nieuw grondgebied Onderhoudsmiddelen Wijken en dorpen (wijk- en dorpspanelbudgetten)
2017
Bedragen x € 1.000 2018 2019
2015
2016
40
40
40
40
40
300 142
600 142
600 142
600 142
1.000 142
51
Wat mag het kosten? R2DOM002 - Fysiek Bedragen x € 1.000 Saldo programma (lasten -/- baten) R2PRG003 - Economie en toerisme R2PRG006 - Wonen en milieu R2PRG007 - Infrastructuur en
Rekening 2014 7.592
Begroting 2015 5.124
Begroting 2016 4.783
Begroting 2017 4.440
Begroting 2018 2.873
Begroting 2019 4.383
7.916 2.293
6.057 2.994
3.201 4.137
2.872 2.544
6.021 3.253
6.021 3.318
1.854
1.995
1.767
1.759
1.659
1.809
24.451
25.911
26.501
26.761
27.223
27.350
44.106
42.080
40.390
38.376
41.029
42.881
mobiliteit R2PRG012 - Ruimtelijke ordening R2PRG014 - Beheer leefomgeving Totaal saldo
Toelichting substantiële mutaties 2016 t.o.v. 2015: Economie en toerisme Door verlaging van de omslagrente van 3,5% naar 3% in 2016 dalen de rentelasten met € 341.000. Wonen en milieu Conform het collegeprogramma is € 6,1 mln onttrokken aan de reserve ISV-3, verdeelt over 2 tranches, waarvan € 2,9 mln in 2016. Infrastructuur en mobiliteit De mutatie bestaat voornamelijk uit een daling van de rentelasten i.v.m. verlaging van de omslagrente en de bijdrage voor het inrichtingsplan Stationsgebied in 2016 van € 1.500.000 incidenteel. Beheer leefomgeving De toename in 2016 bestaat voornamelijk uit areaaluitbreiding.
R2PRG003 - Economie en toerisme R2BLP005 - Economisch beleid R2BLP061 - Vastgoedbeheer R2BLP062 - Grondzaken R2BLP066 - Toerisme Totaal
Lasten 2.749 11.710 23.937 952 39.348
Bedragen x € Baten -190 -10.527 -23.845 -3 -34.565
1.000 Saldo 2.559 1.183 92 949 4.783
Bedragen x € 1.000 R2PRG006 - Wonen en milieu R2BLP003 - Cultuurhistorisch beheer R2BLP008 - Woningmarktbeleid R2BLP009 - Overige huisvesting R2BLP010 - Beleid ISV R2BLP025 - Bouw- en milieutoezicht
Lasten 552 722 212 1.000 346
Baten -83 -67 -207 -3.935 -23
Saldo 470 656 4 -2.935 323
R2BLP029 R2BLP039 R2BLP043 R2BLP045
5.724 801 13.867 359
-2.629 -54 -14.085 0
3.095 747 -218 359
- Omgevingsvergunning (Wabo) - Handhaving omgevingsrecht - Inzameling afval - M ilieubeleid
52
R2PRG006 - Wonen en milieu R2BLP046 - Bodem en geluid R2BLP058 - Kwaliteit gebouwde omgeving R2BLP082 - Stadsvernieuwing
Lasten 1.455 25 0
Baten -779 0 0
Saldo 676 25 0
Totaal
25.063
-21.861
3.201
R2PRG007 - Infrastructuur en mobiliteit R2BLP012 - Openbaar vervoer R2BLP018 - Verkeer en vervoer
Lasten 86 876
R2BLP019 - Parkeren R2BLP074 - Grond-, weg- en waterbouwk. werken Totaal
3.870 5.008 9.840
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo -82 3 -103 773 -5.518 0 -5.703
-1.648 5.008 4.137
R2PRG012 - Ruimtelijke ordening R2BLP036 - Ruimtelijke ordening R2BLP037 - Geometriebeheer Totaal
Lasten 1.349 495 1.843
Bedragen x € Baten -25 -51 -76
R2PRG014 - Beheer leefomgeving R2BLP013 - Spoorlijnen R2BLP014 - Waterwerken R2BLP015 - Verhardingen
Lasten 234 2.004 5.360
Bedragen x € Baten 0 -86 -181
R2BLP016 - Kunstwerken R2BLP017 - Verkeersmaatregelen R2BLP026 - Wijkaanpak R2BLP035 R2BLP044 R2BLP049 R2BLP051 R2BLP054 R2BLP055
- IJswegen - Riolering - Begraafplaatsen - Voorzieningen honden - Straatverlichting - Reiniging verhardingen
R2BLP056 R2BLP057 R2BLP059 R2BLP060 R2BLP063 R2BLP064 R2BLP065 R2BLP085 R2BLP090
- Openbaar groen - Zwerfvuilbestrijding - M arkten - Standplaatsen - Recreatiegebieden - Recreatievaart - Kermissen - Speelplaatsen - Buitenreclame
Totaal
53
1.000 Saldo 1.324 444 1.767 1.000 Saldo 234 1.918 5.179
3.189 817 1.415
-225 0 0
2.963 817 1.415
14 11.659 1.074 455 1.946 2.600
0 -12.775 -810 -473 -8 -872
14 -1.116 264 -18 1.938 1.728
9.841 298 218 41 852 759 40 404 214
-51 -210 -208 -44 -54 -355 -58 -2 -522
9.790 88 10 -3 798 404 -18 403 -308
43.434
-16.933
26.501
2.2.3 Domein Veilig Verantwoordelijke portefeuillehouder: burgemeester F.J.M. Crone
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel In Leeuwarden weet en voelt iedereen zich veilig. Criminaliteit, overlast, (georganiseerde) misdaad en veiligheidsrisico’s worden aangepakt. De openbare orde en veiligheid wordt gehandhaafd en op naleving van vigerende regelgeving wordt toezicht gehouden.
Doelstellingen Leeuwarden wil een gastvrije, veilige en open gemeente zijn. Leeuwarden is op de goede weg zo bleek uit de daling in de misdaadmeter van het AD. We beogen deze score in 2016 te consolideren. Samen met ketenpartners en burgers staan we voor de uitdaging om onze gemeente veilig te maken én te houden. Dit is nauw verbonden met de verantwoordelijkheid die bewoners voor hun eigen omgeving willen nemen. Iedereen, jong en oud, heeft een taak om de eigen omgeving schoon en leefbaar te houden, zodat de kans op vandalisme en criminaliteit kleiner wordt. Voorbeelden zijn: Burgernet, het preventief signaleren van onveilige situaties, het inbraakwerend maken van de eigen woning en de inzet van vele bewoners in de buurtpreventieteams. Voor de uitvoering van het lokaal veiligheidsbeleid is naast de reguliere middelen jaarlijks € 500.000 beschikbaar. Deze middelen worden zowel preventief als repressief ingezet. Extra aandacht gaat niet alleen uit naar het bestrijden van de criminaliteit, maar zeker ook naar de maatschappelijke voorwaarden voor sociale veiligheid. De gecombineerde persoonsgerichte aanpak van dwang, drang, zorg en hulpverlening, bestuurs- en strafrecht in het Veiligheidshuis Fryslân in goede samenwerking met de sociale wijkteams en andere hulpverleners binnen het sociaal domein speelt hierbij een cruciale rol. Ook wordt prioriteit gegeven aan de aanpak van woonoverlast en gericht cameratoezicht in de binnenstad en aan de veiligheid rondom betaald voetbal en evenementen, onder meer door de inzet van straat- en fancoaches en gemeentelijke toezichthouders. Het belang van deze gecombineerde aanpak van problemen is eveneens opgenomen in de Nationale Veiligheidsagenda 2015-2018 Extra inzet Omschrijving
2015
2016
2017
Veiligheidsbeleid
500
500
500
54
Bedragen x € 1.000 2018 2019
Totaal overzicht deelbudgetten veiligheidsbeleid (€) Bedrag
Omschrijving Sociale overlast: Inzet aanpak woonoverlast Aanpak Overlast Jeugd(groepen) M eldpunt Overlast Buurtbemiddeling Leeuwarder bijdrage aan VHF Taskforce jeugd
30.000 125.000 60.000 6.000 98.000 25.000
Slachtofferhulp Nazorg ex-gedetineerden Binnenstad
26.000 17.500 30.000
Overlast betaald voetbal Ondermijning Huiselijk geweld Burgerparticipatie en onvoorzien Totaal
35.000 11.000 5.000 31.500 500.000
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Programma Veiligheid 1. Terugdringen criminaliteit en overlast in de binnenstad
Verbeteren veiligheid door intensief gezamenlijk toezicht De aanpak van openbare orde en veiligheid in de binnenstad is en blijft een speerpunt. Al enkele jaren blijft de veiligheidssituatie in de binnenstad op een stabiel, maar (te) laag niveau. Wel moeten we realistisch zijn: de binnenstad is een smeltkroes van culturen en voorzieningen op gebied van recreatie, wonen, werken, zorg, cultuur, uitgaan etc. Dit betekent dat een binnenstad altijd meer incidenten kent dan een woonwijk. Vergeleken met andere steden met 100.000+ inwoners loopt Leeuwarden in de pas. Uiteraard zetten we ook dit jaar in op een verbetering van de veiligheidssituatie. Er is intensief gezamenlijk toezicht (en handhaving) van politie en de stadstoezichthouders op de druggerelateerde en horeca gerelateerde overlast. Het gebruik van cameratoezicht maakt deel uit van deze ketenaanpak. De gemeente werkt nauw samen met de politie, stadstoezicht, de particuliere beveiliging en de openbare vervoerders in het toezichtmodel. Inspelen op de actuele veiligheidssituatie, samenwerking en het delen van inform atie zijn van belang in de aanpak van de openbare orde en veiligheid. Het toezichtmodel is van toepassing in de binnenstad en het station. Daarnaast zijn er twee aandachtsgebieden (Het Vliet en de Schrans) waar op bepaalde momenten extra toezicht is. Het beschikbare budget voor de aanpak veiligheid binnenstad bedraagt € 30.000 extra bovenop onze investering vanuit de budgetten voor de aanpak overlast en geweld in het veiligheidshuis, taskforce jeugd etc. Daarnaast investeert de overheid (gemeente en politie) in capaciteit. Deze inzet is conform voorgaande jaren.
Uitvoering maatregelen tegen drugshandel in en rond het Weazegebied Om de drugshandel in en rond het Weazegebied aan te pakken heeft de gemeenteraad eind november 2014 een motie ingediend. In 2015 heeft uitgebreid onderzoek en analyse van de problemen geleid tot de formulering van diverse maatregelen in het kader van deze motie. Deze maatregelen zijn vervat in het Plan van Aanpak groepsgerelateerde drugshandel Antillianen en de uitvoering hiervan vindt plaats vanaf 2016. 55
Door veelvuldige politiecontroles lijkt de onveilige situatie op de Weaze te verbeteren, in 2016 worden dergelijke controles gecontinueerd. De vele politieacties veroorzaken wel een stijging van het aantal incidenten, dus de criminaliteitscijfers zullen nog enige tijd ongunstig blijven.
Optreden tegen ondernemers die de regels overtreden Leeuwarden hanteert vanaf 2005 het KVO 2-traject in het winkelgebied van de binnenstad. In 2012 zijn hier de aanloopstraten aan toegevoegd en in 2016 volgt ook de Schrans e.o. Belangrijke actiepunten voor 2016 zijn: o het waarborgen van de kwaliteit van schoon, heel en veilig o het in stand houden van Collectief Winkelverbod voor notoire overlastplegers en winkeldieven. o snelle afhandeling winkeldieven en overlastgevers. De handhaving van toelatingstijden en sluitingstijden van horeca, prostitutiebedrijven en coffeeshops is geregeld in de HUP. Dit geldt ook voor het toezicht in het kader van het vastgestelde Preventie- en Handhavingsplan Jeugd, Alcohol, Tabak en Drugs 2014-2017. Er volgt altijd een bestuurlijk handhavingstraject op ondernemers die de regels overtreden en in het kader van preventie wordt de wet BIBOB ingezet bij vergunningaanvragen. 2. Het voorkomen van woon-, drugs- en jeugdoverlast in wijken en dorpen
Start intensievere aanpak ‘verwarde’ personen De aanpak van diverse soorten overlast in wijken en dorpen heeft hoge prioriteit. De overlast die wordt veroorzaakt door verwarde personen is de afgelopen jaren flink gestegen. In 2015 hebben de Friese gemeenten, directies van (zorg)instellingen, politie en het OM onder de vlag van het Veiligheidshuis Fryslân (VHF) de handen ineen geslagen om te komen tot een sluitende aanpak waarmee wij beogen dat deze vorm van overlast daalt en de overlastgevers een passende behandeling krijgen. In 2016 wordt gestart met deze geïntensiveerde aanpak. Deze aanpak vergt in 2016 veel ambtelijke capaciteit. In 2015 was deze tendens al merkbaar met de forse toename van het aantal maatwerk- en crisisoverleggen waarbij de openbare orde en veiligheid in het geding waren.
Voortzetting gezamenlijke aanpak van jeugdoverlast De aanpak van jeugdoverlast gaat onder gemeentelijke regie onverminderd door met de gezamenlijke inzet van, politie, stadstoezicht, straatcoaches en ambulante jongerenwerkers in samenspraak met de sociale wijkteams.
Extra toezicht op kamerverhuur In 2015 is de aanpak van woonoverlast geëvalueerd en geactualiseerd aan nieuwe wetgeving. In 2016 wordt geïnvesteerd in extra toezicht en handhaving op de zogenaamde kamerverhuur panden/particuliere verhuur. Het is van belang dat bewoners overlast (blijven) melden bij het Meldpunt Overlast en politie. Hierop wordt eveneens geïnvesteerd.
Voortzetting controles op hennepteelt en sluiting panden bij ernstige overlast Door de intensieve controles van politie op hennepteelt en dealen van harddrugs vanuit panden, waardoor ernstige overlast veroorzaakt wordt, is het aantal panden dat op last van de burgemeester gesloten is (Opiumwet art.13b) in 2015 nogmaals fors toegenomen. We zetten dezelfde lijn voort in 2016. Misdaad loont niet.
Verminderen aantal woninginbraken o.a. door facilitering van buurtpreventieteams Het aantal woninginbraken is in 2014 gedaald met 28% t.o.v. 2013. Om een verdere daling te realiseren wordt a.d.h.v. de langere termijn analyse ingezet op de hot spotwijken en wijken met
2 KVO= Keurmerk veilig Ondernemen.
56
enorme toename van woninginbraken. Ondanks de dalende trend kan er gedurende een bepaalde periode in een wijk een plotselinge stijging zijn van woninginbraken, waar snel en ef fectief op moet worden gereageerd. Het streven is in totaal 10 buurtpreventieteams te faciliteren, waarmee de kans op een inbraak wordt verkleind. De aanpak van heling wordt gecontinueerd met de inzet van het digitaal opkoopregister en jaarlijkse fysieke controles bij panden met tweedehands goederen. In het VHF wordt de persoonsgerichte aanpak toegepast op notoire woninginbrekers. We hebben ook voor 2016 weer een Rijksbijdrage aangevraagd van € 100.000 voor de vier Friese gemeenten ten behoeve van de aanpak van woninginbraken (circa € 60.000 voor de gemeente Leeuwarden). Wij hebben goede hoop dat dit verzoek wordt gehonoreerd. Daarnaast investeert de gemeente uit eigen middelen jaarlijks € 30.000.
Vroegsignalering en opschaling bij ernstige multiproblematiek (AVE model): In 2016 wordt het AVE model verder geïmplementeerd in de werkwijze binnen het sociaal- en veiligheidsdomein. Binnen de wijken werken de sociale wijkteams aan vroegsignalering en -hulp en bij ernstige multiproblematiek wordt tijdig opgeschaald naar een hoger specialistisch niveau. Beoogd wordt (ernstige) sociale problematiek in een vroeg stadium te tackelen.
Doorontwikkeling Veiligheidshuis Fryslân (VHF) In 2016 wordt het VHF getransformeerd naar een zorg- en veiligheidshuis, dat wil zeggen: één centrale toegang voor alle personen en groepen met complexe problemen voor de inzet van een specialistische en effectieve aanpak. Dit proces wordt samen met de Friese gemeenten en de straf en zorgvakdisciplines vormgegeven.
Intensivering aanpak ex gedetineerden We hebben voor 2016 ook weer een Rijksbijdrage aangevraagd voor de intensivering aanpak ex gedetineerden. Deze aanpak betreft een vroegtijdige interventie, reeds in detentie, zodat de resocialisatie succesvoller verloopt.
Alert zijn op radicalisering In 2015 is dit thema op de politieke agenda gekomen. In Leeuwarden willen we scherp en alert zijn op negatieve ontwikkelingen die de samenleving schaden. Wij zetten in op vroegtijdige signalering en alertheid van het werkveld door voorlichting en de ontwikkeling van praktische handelingskaders. Kosten: de kosten van de aanpak van de diverse soorten van sociale overlast hierboven onder punt 1 en 2 genoemd, bedragen: € 387.500, alsmede een post onvoorzien ad € 15.250 voor incidenten3. Zie voor een uitgebreid overzicht van de besteding van dit budget het financiële overzicht op pagina 55.
3. Bestrijden georganiseerde criminaliteit Bestuursrecht, strafrecht en fiscaal recht worden in samenhang ingezet om georganiseerde criminaliteit aan te pakken. prioritair in de aanpak is de inzet op: - Drugs (hennepteelt en drugshandel op straat en/of vanuit panden) - Outlaw Motorgangs - Mensenhandel - Ondermijning - Vastgoedfraude
3 De bedragen die genoemd worden zijn exclusief de kosten voor fte’s die zijn ingezet vanuit de ambtelijke
organisatie. 57
De regie op deze zaken is centraal georganiseerd op niveau Noord Nederland in het RIEC 4 ; de uitvoering is lokaal georganiseerd. Daarnaast is binnen de eigen gemeentelijke organisatie (ambtelijk en bestuurlijk) voortdurend aandacht voor het voorkomen van het ongewenst faciliteren van criminele organisaties. In 2015 is de ketenaanpak mensenhandel Fryslân geëvalueerd. In 2016 wordt de ketenaanpak nog verder geoptimaliseerd en wordt een eensluidende werkwijze ingevoerd op niveau Noord Nederland. Leeuwarden draagt € 11.000 bij in de aanpak van ondermijning door het RIEC en levert ambtelijke capaciteit.
4. Waarborgen veiligheid bij evenementen en wedstrijden SC Cambuur
Bij risicovolle evenementen veiligheidsteam actief Bij grote en risicovolle(re) evenementen is altijd een Veiligheidsteam actief. Dit is een multidisciplinair team dat gedurende het evenement de crowd monitort (publieksstromen bijstuurt), effectief inspeelt op onvoorziene omstandigheden en de openbare orde en veiligheid bewaakt. In de kadernota evenementen wordt aandacht besteed aan het veiligheidsaspect van grote evenementen inclusief de benodigde infrastructuur. In 2016 wordt ook gericht aandacht besteed aan veiligheidsaspecten van de evenementen Leeuwarden-Fryslân 2018.
Veiligheidsorganisatie luchtmachtdagen 2016 In 2016 worden de Luchtmachtdagen georganiseerd op de Vliegbasis Leeuwarden. Dit is een evenement dat meerdere gemeenten beslaat en grote publieksstromen kent. Daarvoor is in 2015 al gestart met de uitgebreide multidisciplinaire voorbereiding onder regie van Leeuwarden om vroegtijdig voorbereid te zijn op dit mega evenement. De gehele voorbereiding en uitvoerig vraagt van de ambtelijke organisatie ongeveer 1.200 uur aan inzet. Waarvan naar schatting 60%, 720 uren, in 2016 wordt besteed aan dit evenement.
Verbeteren veiligheid in en rondom het stadion Ondanks het feit dat er nog vele stadionverboden (70) gelden vanwege incidenten in het verleden, zijn we erg tevreden over het veilige verloop van de voetbalwedstrijden de afgelopen jaren. Reden dan ook voor de voetbalvierhoek (burgemeester, politiechef, voetbal-officier van justitie en directie sc Cambuur) om in te zetten op verdergaande normalisatie. Dat wil zeggen dat we, indien de situatie dat toelaat, vaker een auto combi of autobuscombi gaan inzetten voor de supporters van de bezoekende clubs. Daarnaast is de inzet fancoaches gewaarborgd en financiert sc Cambuur in het seizoen 2015-2016 mee. De tijdelijke aanpassingen in de infrastructuur (hekken Coopmansstraat en camera rotonde) blijven voorlopig nog gehandhaafd. Wij investeren jaarlijks € 35.000 in de aanpak van voetbalveiligheid.
5. Crisisbeheersing en rampenbestrijding op orde De crisisbeheersing is op orde, echter de doorontwikkeling hiervan is een continu proces. Onder regie van de Veiligheidsregio Fryslân worden ervaringen van incidenten en de maatschappelijk e veranderingen meegenomen bij deze doorontwikkeling. Hierbij ligt de nadruk op informatiemanagement en het versterken van de zelfredzaamheid van burgers. Daarnaast worden de thema’s infectieziekten, uitval nutsvoorzieningen, extreem weer, overstromingen en incidentenbestrijding op en aan het water verder uitgewerkt dan wel geactualiseerd. De gemeente Leeuwarden is en blijft nauw betrokken en draagt bij aan deze ontwikkelingen. Ook levert de gemeente een aanzienlijke afvaardiging in de pool van regionale experts en de crisiscommunicatiepool. Deze pools worden ingezet in de provincie Fryslân. De gemeente Leeuwarden maakt deel uit van het cluster Noord-West binnen de Veiligheidsregio, samen met
4 Regionaal Informatie en Expertisecentrum georganiseerde criminaliteit.
58
Franekeradeel, Harlingen, Terschelling, Vlieland en de Middelseegemeenten. Dit cluster werkt nauw samen in de voorbereiding en bij uitvoering van bevolkingszorg bij grote incidenten. Deze samenwerking wordt in 2016 geïntensiveerd door te komen tot één gezamenlijke crisisorganisatie. De gezamenlijke crisisorganisatie wordt in 2016 gericht opgeleid en geoefend (train as you fight en fight as you train). Dit gebeurt aan de hand van actuele thema’s, zoals een milieubrand of de Luchtmachtdagen Leeuwarden. Ook levert Leeuwarden veel inzet ten behoeve van de planvorming Elfs tedentocht. Als start- en finishplaats en spoorknooppunt is verantwoord crowd management hier van groot belang. Leeuwarden betaalt jaarlijks mee aan de gemeenschappelijke regeling die ten grondslag ligt aan de Veiligheidsregio Fryslân: brandweer (€ 7.000.000) en veiligheid en crisisbeheersing (€ 275.000).
6. Veiligheidsrisico’s tot een minimum beperken Door het bundelen van verschillende thema’s, waaronder verkeersveiligheid, externe veiligheid, brandveiligheid en fysieke leefomgeving, wordt de integrale aanpak van fysieke veiligheid verder versterkt. Voorheen kende de gemeente Leeuwarden een nota Fysiek e Veiligheid, per 2015 maakt dit onderwerp deel uit van het Veiligheidsmenu 2015-2018. In 2016 wordt het integraal samenvoegen van de genoemde thema’s verder uitgewerkt en resulteert dit in een integraal plan. Tevens is de samenwerking versterkt op het gebied van ruimtelijke plannen en ontwikkelingen voor bestaande omgeving en nieuwbouw, waardoor de veiligheid wordt verhoogd en risico’s en overlast worden verlaagd.
Relevante (beleids)nota’s
Kadernota handhaving fysieke leefomgeving en veiligheid (2014) Meerjarenbeleidsplan Veiligheidsregio Fryslân 2013-2016 (2012) Veiligheidsmenu Samen werken aan veiligheid, visie en ambitie 2015 -2018 (2014) Uitvoeringsprogramma veiligheidsmenu Leeuwarden 2015 en 2016 (2014) Plan van Aanpak groepsgerelateerde drugshandel Antillianen Preventie- en Handhavingsplan Jeugd, Alcohol, Tabak en Drugs 2014 – 2017 Kadernota evenementen (2016), nog vast te stellen Handhavings Uitvoerings Programma 2016 (HUP), nog vast te stellen
59
Wat mag het kosten? R2DOM003 - Veilig Bedragen x € 1.000 Saldo programma (lasten -/- baten) R2PRG010 - Veiligheid Totaal saldo
Rekening 2014 10.969 10.969
Begroting 2015 10.619 10.619
Begroting 2016 10.966 10.966
Begroting 2017 10.749 10.749
Begroting 2018 10.062 10.062
Begroting 2019 10.134 10.134
Toelichting substantiële mutaties 2016 t.o.v. 2015: De stijging van 2015 naar 2016 wordt met name veroorzaakt doordat in de begroting 2015 een incidentele baat is opgenomen vanwege de uitkering aan de gemeente van het positieve jaarrekeningresultaat 2014.
R2PRG010 - Veiligheid R2BLP020 - Integraal veiligheidsbeleid R2BLP022 - Rampenbestrijding Totaal
Lasten 3.678 7.388 11.066
Bedragen x € 1.000 Baten Saldo -100 3.578 0 7.388 -100 10.966
Naast het geld in het programma krijgen we nog budget via Den Haag voor woninginbraken en ex gedetineerden. Dat zijn doeluitkeringen.
60
2.2.4 Domein Bestuur en middelen Betrokken portefeuillehouder(s): burgemeester F.J.M. Crone, dhr. S. Feitsma en dhr. H. van der Molen
Wat willen we bereiken? Strategisch algemeen doel Het bestuur van Leeuwarden komt democratisch tot stand. Het is transparant, effectief en kenmerkt zich door overtuigend optreden en enthousiaste samenwerking.
Ambities We investeren in een sterke lokale democratie als basis voor een dynamische samenleving. Inwoners betrekken bij politieke besluitvorming is daarbij het uitgangspunt. Een andere rolverdeling tussen gemeente en inwoners is nodig. Dit vraagt om een andere inzet van politiek en ambtenaren. We werken toe naar een gemeente die mensen, organisaties, samenwerkingsverbanden en buurtinitiatieven ruimte biedt en stimuleert om ‘samen leven’ vorm te geven. Daar wordt de komende periode aan gewerkt. Veel economische en maatschappelijk vraagstukken spelen niet alleen in Leeuwarden, maar ook op andere plaatsen in de regio. Een gezamenlijke aanpak met provincie en gemeenten biedt dan meer kans op succes. Leeuwarden is voor meerdere onderwerpen centrumgemeente. Bestuurlijk worden hierover afspraken gemaakt en vastgelegd. In 2018 wordt Leeuwarden naar verwachti ng samengevoegd met Leeuwarderadeel en delen van omliggende gemeenten.
Extra inzet Op cultureel, sociaal en economisch gebied staat de gemeente voor grote uitdagingen. Het betreft veelal nieuwe taken met grote verantwoordelijkheden. Daarom is de omvang van het college van 2014-2017 uitgebreid van 4 naar 5,6 fte, verdeeld over 6 wethouders. Omschrijving Bestuur
2015
2016
2017
450
450
450
61
Bedragen x € 1.000 2018 2019
Wat gaan we daarvoor doen en met wie? Programma Bestuur 1. Tussentijdse evaluatie uitvoering collegeprogramma In 2016 zijn we halverwege de collegeperiode en maken we de balans op. Ligt de uitvoering van onze plannen op koers? Is het nodig het beleid aan te passen? Daarbij kijken we ook naar actuele trends en ontwikkelingen en naar de financiële positie van de gemeente.
2. Andere invulling rol bestuur en politiek
Sturen op wat we belangrijk vinden en ruimte geven De gemeente Leeuwarden ziet dat de samenleving in snel tempo verandert en wil meegaan in die verandering. De grootste opgaven zitten in het vergroten van de slagvaardigheid van de gemeente en ons vermogen om in netwerken te opereren en samen met anderen tot een resultaat te komen. Samen met partners tot resultaten komen vraagt van politiek en bestuur: sturen op wat we belangrijk vinden (hoofddoelen en eindbeelden) en ruimte geven aan hoe dat vorm krijgt. Onder andere door back-up te geven aan de gemeentelijke netwerkspelers. In veel bestaande en nieuwe projecten ontwikkelen we deze nieuwe werkwijze en rolverdeling in 2016 en verder. Voorbeelden van die projecten zijn: het Mienskipsfonds, Kloppend hart, burgerkracht binnen de 3 decentralisaties, initiatieven openbare ruimte, het Leeuwarder wijken- en dorpenbeleid (met o.a. de uitwerking van het Right to Challenge) en Empowerment (samen met de provincie Fryslân, als faciliterend project voor Leeuwarden-Fryslân 2018). Inwoners meer betrekken bij politieke besluitvorming Lokale democratie verandert en de gemeenteraad wil zich daar toe verhouden en een podium bieden. In de werkwijze van de raad (politiek podium, debat en besluitvormende raad) wordt ernaar gestreefd om de inwoners van de stad, organisaties, ondernemers actief te betrekken. In die werkwijze wordt er ruimte voor dialoog met de burgers geboden. Bij de start van een beleidsontwikkelingsproces gaat de raad zich uitspreken over de inrichting van dat proces; in de voorbereidingsfase van gemeenteraadsbesluiten wordt meer tijd ingeruimd voor de inbreng van inwoners. Na de eindevaluatie en besluitvorming eind 2015 over de werkwijze van de raad, staat 2016 in het teken van doorontwikkeling in de richting van Raad 3.0.
Geleerde lessen delen Andere Overheid is ook een thema waaraan binnen de ambtelijke organisatie de komende tijd extra aandacht wordt besteed. Er wordt toegewerkt naar een samenhangende serie maatregelen. Doel daarvan is om de lessen die we leren over omgaan met de veranderende samenleving breed te delen binnen de organisatie. Daarbij spelen experimenten een belangrijke rol; openstaan voor nieuwe ontwikkelingen, nieuwe werkwijzen uitproberen, verhalen vertellen als inspiratiebron en leefregels opstellen over hoe we in Leeuwarden met dingen omgaan. In 2016 wordt dit traject rondom Andere Overheid in de gemeentelijke organisatie vervolgd.
3. Regionale bestuurlijke samenwerking
Samenwerken aan het versterken van de noordelijke economie Om de noordelijke economie te versterken werken we samen met de noordelijke steden Groningen, Assen en Emmen (NG4) en in SNN verband. Daarvoor zijn de noordelijke innovatie agenda (NIA) en de Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation (RIS) onze gezamenlijke kapstok. De
62
NG4 hebben een projectenverwerver aangesteld voor het MKB in Noord-Nederland om een brug te slaan tussen nieuwe ontwikkelingen en Europese financiering. In noordelijk verband wordt de samenwerking verder versterkt door de komst van Agenda Stad. De ambitie van Agenda Stad is het potentieel van Nederlandse steden en stedelijke regio’s zo goed mogelijk te benutten als groeimotor van de economie. De Agenda Stad gaat over het versterken van groei, innovatie en leefbaarheid van Nederlandse steden. De NG4 hebben in dit kader voorstellen gedaan voor het sluiten van City Deals met het Rijk. City Deals kunnen betrekking hebben op weten regelgeving, op de vraag naar experimenteerruimte, op afspraken over pilots en/of over governance. In 2016 wordt Agenda Stad verder uitgewerkt en naar verwachting verbonden aan de Urban Agenda van de Europese commissie. Op Friese schaal werken we samen met Drachten, Heerenveen en Súdwest-Fryslân ( F4). De hiertoe opgestelde economische uitvoeringsagenda wordt ook ondersteund door de provincie. Vanuit de Stadsregio werken we samen in projecten gericht op het bevorderen van recreatie en toerisme, energiebesparing en aanpak leegstaande panden. Het thema stad-platteland wordt op noord Friese schaal met de betrokken gemeenten opgepakt. Daar waar overlap zit tussen thema’s uit de Stadsregio en de Streekagenda Noord West Fryslân worden projecten gezamenlijk opgepakt en uitgevoerd.
Samenwerking met de provincie In 2015 zijn er provinciale staten verkiezingen geweest. Het nieuwe college van Gedeputeerde Staten heeft vervolgens een coalitieakkoord op hoofdlijnen gepresenteerd. De financiële paragraaf daarvan laat zien dat er geen ruimte is voorzien voor nieuwe, substantiële investeringsbudgetten. Er zal gezocht moeten worden naar alternatieven hiervoor. In 2016 wordt extra geïnvesteerd in contacten met de provincie om lopende en startende Leeuwarder projecten onder de aandacht te brengen, die ook bijdragen aan het realiseren van de ambities van de Provincie.
Voorbereiding herindelingen met Leeuwarderadeel en Littenseradiel per 2018 Het jaar 2016 staat in het teken van de voorbereiding van de voorgenomen herindelingen met Leeuwarderadeel en een deel van Littenseradiel. Het bestuurlijk overleg met de provincie en de betrokken gemeenten is gericht op het afronden van het herindelingsadvies. Inhoudelijk gaat het college in het geval van beide gemeenten voor een gemeentelijke herindeling via een lichte samenvoeging. In 2016 richten we ons ambtelijk op de voorbereiding van het herindelingsadvies, op afspraken rond de overgang van het personeel en het in kaart brengen van de harmonisatietrajecten.
Evaluatie centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten Omdat de stad en de regio elkaar steeds meer nodig hebben, zijn er voor de samenwerk ing op het terrein van de bedrijfsvoering (ICT) en het sociaal domein diverse centrumregelingen van kracht. Bij al deze regelingen vervult Leeuwarden de rol van centrumgemeente. In 2016 wordt de centrumregeling voor het sociaal domein geëvalueerd ten behoeve van de continueringsvraag voor 2017 en verder. Deze evaluatie is tweezijdig; ook Leeuwarden mag zich als uitvoerder een oordeel vormen over deze continueringsvraag.
4. Actief in landelijke bestuurlijke netwerken: G32 en VNG Alle bestuurders zijn actief in de G32 dan wel de VNG. Inhoudelijk worden ze ondersteund door de diensten. Op financieel en bestuurlijk terrein wordt ondersteuning geleverd door de ambtelijke organisatie. Sinds onze burgemeester voorzitter is van het G32 Stedennetwerk wordt ook de secretaris-rol door Leeuwarden ingevuld. Binnen de G32 wordt in 2016 veel aandacht geschonken aan het toenemende belang van de rol van de steden in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. De G32 wil hier ook meer aandacht voor op Europees niveau. Het voorzitterschap van Nederland van de raad van de Europese Unie eerste helft 2016 wordt hiervoor benut. 63
5. Herziening beleid Leeuwarden internationaal met het oog op Leeuwarden -Fryslân 2018 De huidige beleidsnota gericht op Europa en internationale activiteiten stamt uit 2011. Herijking is nodig om invulling te geven aan de doelstelling: Leeuwarden en Fryslân beschikken over een breed en sterk multilateraal netwerk in Europa (Leeuwarden-Fryslân 2018). Ook door de ontwikkeling van een internationaliseringsstrategie bij de noordelijke provincies is herijking gewenst. Daarmee gaan we in 2016 aan de slag.
Relevante (beleids)nota’s
Stadsvisie ‘Leeuwarden, fier verder!’ 2008-2020 (2008) Collegeprogramma gemeente Leeuwarden 2014-2018, Iedereen is Leeuwarden (2014) Samenwerkingsagenda Leeuwarden-Provincie 2013-2025 (2013) Streekagenda Noordwest Fryslân 2014-2020 (2013) Convenant stadsregio Leeuwarden 2010-2020 (2010) Leeuwarden internationaal (2011)
64
Programma Algemene baten en lasten 1. Financieringen en beleggingen
Beheer deelnemingen Alle aandelen die de gemeente heeft, zitten in een aantal vennootschappen. Onder de noemer Beheer deelnemingen zijn enerzijds de toegerekende rentelasten over de boekwaarde van de aandelen opgenomen en anderzijds de verwachte dividendopbrengst.
Saldo van de financieringsfunctie De investeringen die door de gemeente gedaan worden brengen een vermogensbeslag met zich mee. Om dit vermogensbeslag te kunnen financieren, trekt de gemeente vreemd vermogen aan of zet zij haar reserves en voorzieningen in. In beide gevallen brengt dit rentekosten met zich mee (te betalen rente aan derden c.q. bespaarde rente van reserves en voorzieningen). Deze rentekosten worden via de methodiek van de renteomslag toegerekend aan de investeringen en op deze wijze ten laste van de desbetreffende programma’s gebracht. Voor de begroting 2016 wordt een renteomslag gehanteerd van 3,0%. Na de toerekening van de rente via de methodiek van de renteomslag aan de diverse programma’s resteert altijd een saldo (= renteresultaat). Het renteresultaat wordt veroorzaakt doordat in de financieringsbehoefte gemiddeld tegen een hoger of lager rentepercentage wordt voorzien, dan het rentepercentage dat aan de investeringen wordt toegerekend. Dit renteresultaat komt tot uitdrukking in dit deelbudget. Voor de begroting 2016 komt het renteresultaat uit op een batig saldo van € 654.000.
Bespaarde rente Dit deelbudget betreft de bespaarde rente over reserves en voorzieningen die zijn begroot. Bespaarde rente is de rente die berekend wordt over het gedeelte van het eigen vermogen dat is gebruikt ter financiering van investeringen. Bespaarde rente wordt in de begroting als last verantwoord. Maar die last is geen uitgave, omdat de bespaarde rente wordt toegevoegd aan de reserves. De rentetoevoegingen aan de bestemmingsreserves en Algemene Reserve komen tot uitdrukking bij de algemene baten en lasten (mutaties reserves).
2. Stelposten c.a. Het begrote nadelig saldo van € 789.000 (€ 1.789.000 aan begrote lasten + € 1.000.000 aan begrote baten) is het resultaat van: 1. Een als stelpost opgenomen opbrengst van € 1 mln in verband met het inleveren SIOF middelen Strategische bereikbaarheid (RSP). In totaal vloeit € 4,9 mln uit het RSP-project weer terug naar het SIOF vanwege het vervallen van de Extra Snelhei dstrein Groningen Leeuwarden. Dit is als volgt verdeeld over de jaren 2015 (€ 2,9 mln), 2016 (€ 1 mln) en 2017 (€ 1 mln). 2. Een als stelpost opgenomen last van € 0,4 mln wegens een gerealiseerde taakstelling die gepland staat in een latere jaarschijf. 3. De via de algemene uitkering ontvangen middelen voor taakmutaties, decentralisatie- en integratie-uitkeringen worden in eerste instantie altijd als stelpost in de begroting opgenomen. In de begroting 2016 gaat het om een bedrag van € 1,2 mln. 4. Diverse veelal kleinere posten van 0,2 mln. Dit betreft stelposten die in 2016 worden verdeeld over de diverse programma's en stelposten die ingezet worden voor het invullen van taakstellingen die nog gerealiseerd moeten worden.
65
3. Algemene belastingen Het saldo van € 24,6 mln betreft met name de Onroerende zaakbelastingen (OZB) en precariobelasting. Dit zijn algemene belastingen. Daarnaast int de gemeente ook bestemmingsheffingen, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. Zie voor een totaal overzicht met toelichting paragraaf 2.3.1 Lokale heffingen.
4. Algemene baten en lasten Onder de algemene baten en lasten worden naast de rentetoevoegingen (zie toelichting onder 1 bespaarde rente) alle overige stortingen en onttrekkingen aan de reserves opgenomen. Verder komen op dit onderdeel de concernoverhead, zorg voor voormalig personeel en saldi van kostenplaatsen tot uitdrukking.
5. Gemeentefonds De algemene uitkering uit het Gemeentefonds beoogt gemeenten voldoende eigen middelen te verstrekken om haar taken uit te voeren. De omvang van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de omvang van de Rijksbegroting met een aantal correcties. Nadat de omvang van het Gemeentefonds is vastgesteld wordt dit vervolgens verdeeld over de gemeenten op basis van zogenaamde objectieve verdeelmaatstaven. Deze verdeelmaatstaven moeten ertoe leiden dat iedere gemeente eenzelfde voorzieningenniveau in stand kan houden. De actuele ontwikkeling van de algemene uitkering voor de gemeente Leeuwarden wordt geschetst in paragraaf 3.2.1. Ontwikkeling financiële positie.
6. Onvoorzien Artikel 4 lid 6 van de Financiële verordening 2014 van de gemeente Leeuwarden schrijft voor dat in de begroting een bedrag van minimaal € 1,10 per inwoner moet worden opgenomen voor incidentele onvoorziene uitgaven.
66
Wat mag het kosten? R2DOM004 - Bestuur en middelen Bedragen x € 1.000 Saldo programma (lasten -/- baten) R2PRG009 - Bestuur R2PRG015 - Algemene baten en lasten Totaal saldo
Rekening 2014 8.916 -170.010
Begroting 2015 8.340 -299.472
Begroting 2016 8.197 -295.030
Begroting 2017 7.994 -289.398
Begroting 2018 7.690 -288.913
Begroting 2019 7.690 -291.500
-161.094
-291.132
-286.832
-281.403
-281.224
-283.810
Bedragen x € 1.000 R2PRG009 - Bestuur R2BLP071 - Gemeenteraad R2BLP072 - College van B&W Totaal
Lasten 2.266 6.064 8.330
Baten 0 -133 -133
Saldo 2.266 5.931 8.197
Bedragen x € 1.000 R2PRG015 - Algemene baten en lasten R2BLP006 - Werken voor derden R2BLP007 - Financieringen en beleggingen R2BLP053 - Stelposten c.a. R2BLP067 - Burgerzaken R2BLP077 - Algemene belastingen
Lasten 9.819 4.505 1.789 3.707 3.188
Baten -8.008 -5.612 -1.000 -1.782 -27.780
Saldo 1.812 -1.107 789 1.926 -24.592
R2BLP079 - Algemene baten en lasten R2BLP086 - Gemeentefonds R2BLP091 - Onvoorzien
10.213 49 120
-6.356 -277.884 0
3.857 -277.835 120
33.391
-328.421
-295.030
Totaal
67
2.3 Paragrafen 2.3.1 Lokale heffingen Deze paragraaf gaat over het tarieven- en kwijtscheldingsbeleid van gemeentelijke belastingen en overige heffingen. 2.3.1a Algemeen De totale opbrengst aan belastingen en overige heffingen bedraagt in 2016 circa € 59 mln. Dit bedrag komt overeen met ongeveer 12% van de totale gemeentelijke baten. In tabel 1 zijn de opbrengsten van de lokale heffingen weergegeven: Tabel 1 Opbrengsten lokale heffingen
Bedragen x € 1.000
Omschrijving heffing Rekening 2014 Algemene Heffingen (programma Algemene baten en lasten) Onroerende-zaak belastingen 26.096 Precariobelasting 393 Subtotaal 26.489
Begroting 2015
Begroting 2016
27.306 388 27.694
27.322 388 27.710
10.552 11.772 748 467 1.820 2.752
11.144 11.470 781 434 1.541 2.610
11.353 11.224 781 458 1.647 2.938
M arktgelden Leges omgevingsvergunning Overige heffingen (m.n. leges) Subtotaal
186 2.203 542 31.041
242 2.836 336 31.393
242 2.652 354 31.647
Totaal generaal
57.530
59.087
59.357
Bestemmingsheffingen (overige programma`s) Afvalstoffenheffing Rioolheffing Begraafrechten Hondenbelasting Leges Burgerzaken Parkeerbelasting
2.3.1b Vaststelling tarieven gelijktijdig met begroting Aan de in deze begroting opgenomen belastingopbrengsten liggen bepaalde aannames rond de hoogte van de tarieven ten grondslag. De belastingtarieven en het tarievenbeleid worden daarom gelijktijdig met de begroting vastgesteld. Op die manier vormen de tarieven integraal onderdeel van de politieke discussie rondom de begroting. De formele vaststelling van de tarieven gebeurt bij het vaststellen van de belastingverordeningen in de raad van november. Het accent ligt dan op de fiscaal-juridische aspecten. 2.3.1c Tarievenbeleid algemeen Het tarievenbeleid voor 2016 ziet er als volgt uit: Uitgangspunt voor de tarieven 2016 zijn de tarieven 2015 gecorrigeerd voor inflatie. Afhankelijk van de aard van de belasting wordt een inflatiecorrectie toegepast. In 2016 doet de bijzondere situatie zich voor dat de inflatiecorrectie per saldo negatief is en de tarieven 2016 ten opzichte van 2015 verlaagd worden. Voor de overwegend prijsgevoelige heffingen, zoals de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffingen, precariobelasting en hondenbelasting is de inflatiecorrectie -/- 0,7 %. Voor de overwegend loongevoelige heffingen, zoals leges, begraafrechten, bruggelden, havengelden, marktgelden en veergelden, is de inflatiecorrectie -/- 2,0 %. Eventuele tariefsverhogingen worden expliciet in deze paragraaf voorgelegd. 68
Uitzonderingen op dit tarievenbeleid zijn: Bij alle heffingen waar een relatie is tussen het gebruiken van een bepaalde voorziening/dienst en het betalen voor deze voorziening/dienst geldt een wettelijke maximumgrens van 100% kostendekking (afvalstoffenheffing, rioolheffingen, begraafrechten, bruggelden, havengelden, marktgelden, veergelden en leges). Bij deze heffingen mogen de tarieven dus nooit zo hoog zijn dat de opbrengsten hoger zijn dan de kosten. Indien wettelijk het tarief is gemaximaliseerd, wordt het maximaal mogelijke tarief gehanteerd (paspoort- en rijbewijsleges bijvoorbeeld). 2.3.1d Lastendruk 2016 Voor het eerst worden in de begroting 2016 financiële kengetallen opgenomen (paragraaf 3.2.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Eén daarvan is de Belastingcapaciteit. Die geeft het verschil weer tussen de gemiddelde lokale lasten van de gemeente Leeuwarden en het landelijk gemiddelde. Tabel 2 Belastingcapaciteit
Bedragen in € rek 2014
begr 2015
begr 2016
OZB-lasten gezin gem. WOZ-waarde
229
225
Rioolheffing gezin gem. WOZ-waarde
172
170
Afvalstoffenheffing gezin
252
250
Totale woonlasten
653
645
Woonlasten landelijk gemiddelde t-1
704
716
131.000
129.000
92,8%
90,0%
Gemiddelde WOZ-waarde Belastingcapaciteit
n.v.t.
In vergelijking met het landelijk gemiddelde vallen de lokale lasten gunstig uit en dalen in de lijn der verwachting ten opzichte van 2015. 2.3.1e Uitvoering Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) Op grond van de Wet WOZ wordt jaarlijks de economische waarde van de onroerende zaken in Leeuwarden bepaald en vervolgens meegedeeld aan de belanghebbenden. Voor het belastingjaar 2016 geldt als waardepeildatum 1 januari 2015. Op basis van de uitkomsten van de taxaties tot dusverre wordt voor 2016 bij de woningen uitgegaan van een waardedaling van -3 % en bij de nietwoningen van een waardedaling van -5 %. Zie ook tabel 3 voor het verloop over de afgelopen jaren. Tabel 3 Waardeontwikkeling WOZ-waarde t.o.v. voorgaande jaren Woningen Niet-woningen
2012 - 2,5% - 3,7%
2013 - 5,0% - 4,3%
2014 - 5,8% - 7,0%
2015 - 5,9% - 6,8%
2016 - 3% - 5%
2.3.1f Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De OZB bestaat uit drie afzonderlijke belastingen: een belasting voor de gebruikers van niet-woningen; een belasting voor de eigenaren van niet-woningen; een belasting voor de eigenaren van woningen. Bij de berekening van de tarieven OZB wordt van bepaalde vaste verhoudingen uitgegaan. Hiermee wordt beoogd om een stabiele lastendruk te bevorderen en daarmee de acceptatiegraad van de lokale belastingen. 69
Tussen het gebruikers- en eigenarentarief is een vaste verhouding van 1 : 1,25. Daarnaast is er een ‘vaste’ verhouding tussen het aandeel van de woningen en de niet-woningen in de totale opbrengst. Met deze laatste verhouding wordt voorkomen dat verschillen in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen leiden tot verschillen in ontwikkeling van de belastingdruk. Tabel 4 Vaste verhoudingen opbrengsten OZB 2012 Woningen 40,3% Niet-woningen 59,7% Totaal 100,0%
2013 41,5% 58,5% 100,0%
2014 43,3% 56,7% 100,0%
2015 44,9% 55,1% 100,0%
Tabel 5 Ontwikkeling tarieven OZB (% stijging t.o.v. vorig jaar exclusief inflatie) Omschrijving 2012 2013 2014 Woningen Niet-woningen
0,0% 0,0%
0,0% 0,0%
0,0% 0,0%
2016 44,9% 55,1% 100,0%
2015
2016
4,3% 0,0%
0,01% 0,88%
Bij de stijgingen en dalingen van de tarieven in tabel 5 is geen rekening gehouden met de aanpassing van de tarieven als compensatie van de wijzigingen in de WOZ-waarde. In geval van een waardestijging worden de tarieven verlaagd en respectievelijk in geval van een waardedaling verhoogd. Dit heeft echter geen gevolgen voor de reële belastingdruk (opbrengst OZB blijft ongewijzigd). Ondernemersfonds Met ingang van 2009 is een ondernemersfonds in Leeuwarden ingesteld. Dit houdt in dat de tarieven van de OZB voor de niet-woningen in heel Leeuwarden met 5,5% extra verhoogd zijn en dat de meeropbrengst (€ 842.331 in 2016) volledig in een door de ondernemers zelf beheerd fonds gestort wordt. Dit fonds kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de bekostiging van de Sinterklaasintocht. In 2011 heeft een evaluatie van het Ondernemersfonds plaatsgevonden. Op grond van deze evaluatie is begin 2012 door de gemeenteraad besloten de bekostiging van het Ondernemersfonds in de huidige vorm (5,5% opslag op de OZB) voort te zetten tot en met 2016. Eind 2016 vindt opnieuw een evaluatie plaats en wordt op basis van deze evaluatie een besluit genomen voor de periode 201 7 en verder. 2.3.1g Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Hier is sprake van een wettelijke inzamelplicht. In tabel 6 zijn de tarieven afvalstoffenheffing van de voorgaande jaren en de voorgestelde voor 2016 weergegeven: Tabel 6 Ontwikkeling tarieven afvalstoffenheffing Omschrijving 2012
2013
2014
2015
Bedragen in € 2016 Stijging 2016 t.o.v. 2015
Eenpersoonshuishouden
175,52
170,06
162,14
168,35
167,17
- 0,7%
M eerpersoonshuishouden
263,28
255,09
243,21
252,53
250,76
- 0,7%
Tussen de tarieven van één- en meerpersoonshuishoudens bestaat een vaste verhouding van 1 : 1,5. De daling van het tarief ontstaat door toepassing van de inflatiecorrectie (-0,7% in 2016). De lasten zijn met ruim € 600.000 gestegen. Dit wordt vooral veroorzaakt door een toename in de verwerking van de hoeveelheid kunststoffen en de verwerking van drankenkartons. Deze lasten worden gedekt door vergoedingen vanuit het Afvalfonds Verpakkingen. In 2015 is een bedrag van € 552.000 onttrokken aan de voorziening egalisatie heffingen. Voor 2016 wordt € 315.0000 onttrokken aan de voorziening egalisatie heffing en. Op basis van de motie ‘demping tarieven afvalstoffenheffing’ (begrotingsbehandeling 2012) kan de komende vier jaren een 70
onttrekking van gelijke omvang plaatsvinden. De verwachting is dat de tarieven de komende jaren op het huidig niveau gehandhaafd kunnen blijven. Naar verwachting bedraagt de stand van de voorziening eind 2016 € 1.258.000. 2.3.1h Rioolheffingen De kosten voor riolering worden aan de bewoners in rekening gebracht via drie afzonderlijke rioolheffingen: een belasting voor de gebruikers van woningen; een belasting voor de gebruikers van niet-woningen; een belasting voor de eigenaren van woningen en niet-woningen. Bij de kostentoerekening van de rioolheffingen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 100% kostendekkendheid. Basis van de kosten is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2015-2018; eigenaren nemen 47% van de te verhalen kosten van het riool voor hun rekening en de gebruikers 53%; binnen het gebruikersdeel nemen de woningen 66% van de kosten voor hun rekening en nietwoningen 34%. De financiële gevolgen van een negatieve inflatiecorrectie van -0,7% op het tarief rioolheffing 2016 en een negatieve bijstelling op de aantallen gebruikers niet-woningen worden vooralsnog gecompenseerd uit de voorziening egalisatie heffingen. Aan de hand van een actualisatie van het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan dient in 2016 te worden beoordeeld of een procentuele verhoging van de tarieven rioolheffing noodzakelijk is voor 2017 en volgende jaren. De voorgestelde tarieven rioolheffingen zien er als volgt uit: Tabel 7 Ontwikkeling tarieven rioolheffingen Rioolheffingen Tarief
Tarief
Tarief
Tarief
2012 0,06127% € 60,05 € 90,08
2013 0,06545% € 60,95 € 91,43
2014 0,07047% € 60,95 € 91,43
2015 0,06157% € 60,95 € 91,43
2016 0,06129% € 60,52 € 90,78
t.o.v. 2015 - 0,5% - 0,7% - 0,7%
€ 193,14
€ 196,04
€ 196,04
€ 196,04
€ 194,67
- 0,7%
€ 64,32
€ 65,28
€ 65,28
€ 65,28
€ 64,83
- 0,7%
Eigenaren % van de WOZ-waarde Gebruikers woningen EPHH Gebruikers woningen MPHH Gebruikers niet-woningen (=> 10 m3) Gebruikers niet-woningen (< 10 m3)
Tarief %-daling 2016
De eigenaren heffing daalt in absolute zin met 0,5%. Dit is een gevolg van de doorrekening van het inflatiecijfer in relatie tot het effect van de neerwaartse bijstelling van de waardevaststelling in het kader van de Wet WOZ. 2.3.1i Hondenbelasting De hondenbelasting wordt geheven van de houder van een hond. In Leeuwarden wordt de hondenbelasting als bestemmingsheffing geheven, waarbij de hondenbelasting dient als dekking van de kosten voor hondenvoorzieningen (vervuiler betaalt). Om uitvoering te geven aan het collegeprogramma wordt de voorziening egalisatie heffingen, ter voorkoming van onevenwichtige fluctuaties in de tarieven, in 2016 voor € 15.000 belast. Daarnaast is het aantal geregistreerde honden toegenomen. Dit is een gevolg van intensiev ere controles. Dit leidt ertoe dat het tarief hondenbelasting naast toepassing van het algemene prijsgevoelige inflatiecijfer (- 0,7 %) met nog -5,23 % extra kan worden verlaagd. Ondanks de enigszins toegenomen kosten voor de uitvoering van de werkzaamheden aan het product hondenbelasting wordt de verhouding tussen de baten en lasten in balans gehouden.
71
De controle op het houden van honden vindt, evenals voorgaande jaren, ook in 2016 plaats. Behalve voor het dekken van de kosten van de hondenvoorzieningen wordt de hondenbelasting gebruikt als instrument om het aantal honden te reguleren. Om die reden is sprake van een progressief tarief. De volgende progressie wordt gehanteerd: tweede hond: 1,5 maal het tarief van de eerste hond; iedere volgende hond: 2 maal het tarief van de eerste hond; voor kennels geldt 3 maal het tarief van de eerste hond. In tabel 8 is de ontwikkeling van de tarieven over de afgelopen jaren aangegeven: Tabel 8 Ontwikkeling tarieven hondenbelasting Omschrijving Eerste hond Tweede hond Iedere volgende hond Kennel
Bedragen in €
2012
2013
2014
2015
2016
68,55 102,83 137,10 205,65
68,42 102,63 136,84 136,84
66,13 99,20 132,26 198,39
66,99 100,49 133,98 200,97
63,01 94,52 126,02 189,03
Stijging 2016 t.o.v. 2015 - 5,93% - 5,93% - 5,93% - 5,93%
2.3.1j Parkeerbelasting In het collegeprogramma 2014-2018 is opgenomen dat Leeuwarden voor bewoners, bedrijven en bezoekers van onze binnenstad kwalitatief hoogwaardige parkeervoorzieningen wordt geboden. Veilig, licht en schoon. In 2016 worden de tarieven niet verhoogd. De eerstvolgende tariefsverhoging is per 2017. De in het collegeprogramma genoemde 5 % is een taakstelling boven de reguliere verhoging van 10 % eens per drie jaar. Deze verhoging wordt ingevoerd per 2017. In 2016 worden de voorstellen gepresenteerd hoe dit te realiseren. Deze planning staat ook in het uitvoeringsprogramma van het parkeerbeleidsplan dat eind 2015 de raad wordt voorgelegd. Voor de Harlingertrekweg wordt in 2016 betaald parkeren ingevoerd. Bewoners van woonboten betalen voor een parkeervergunning het tarief van de blauwe zone. Dit geldt ook voor alle woonboten aan de Oostersingel, die ook onder het regiem van Vergunninghouders gaan vallen. Tenslotte wordt een pilot spitsmijden parkeren WTC tussen de Harlingertrekweg en het WTC-hotel (achter slagboom) in 2016 uitgevoerd. Dit houdt in dat er betaald parkeren van ma -za van 8-18:00 uur wordt ingevoerd voor dit terrein. Het tarief is € 0,10 per uur. Er geldt een spitstoeslag van € 1 per uur tussen 8-9 uur bij inrijden en tussen 16:00 – 18:00 uur bij het uitrijden. In de begroting is rekening gehouden met de uitbreiding van betaald parkeren aan de Harlingerstraatweg en in de directe omgeving van het WTC. In het kader van de harmonisatie van regelgeving zijn ook voor de kernen van Grou en Irnsum tarieven voor een parkeerontheffing of -vergunning opgenomen. 2.3.1k Precariobelasting Het verschil tussen de tarieven van de verkoopstandplaatsen in Leeuwarden en de dorpen van voormalig Boarnsterhim is erg groot. Om ervoor te zorgen dat de exploitatie voor de ondernemers die gebruik maken van een verkoopstandplaats rendabel kunnen blijven is ervoor gekozen om de tarieven te gaan differentiëren. De tarieven van de verkoopplaatsen worden met ingang van 2016 verdeeld in een locatie A en B. Locatie A betreft de stad Leeuwarden en de Groene Ster. De dorpen van voormalig gemeente Boarnsterhim vallen onder de categorie B en worden in een overbruggingsregeling van twee jaar, 50% in 2016 en 60% in 2017, naar uiteindelijk 70% in 2018 van het A-tarief gebracht.
72
Bij de verkoopstandplaatsen in Grou en Warten is sprake van vergunningen voor 1 dag per week. Dat is de reden waarom hiervoor, net als voorgaande jaren, een tarief is opgenomen voor een kalenderjaar. Bij de omrekening van de tarieven van voormalig Boarnsterhim is gerekend met een gemiddelde verkoopkraam van 20 m2. Bij de herberekening is gekozen voor een vermenigvuldigingsfactor van 3 voor een maand en vervolgens een factor 9 om het jaarbedrag vast te stellen. Voor het eerste jaar betekent dit een stijging van 52,4%. 2.3.1l Leges Algemeen De gemeente heeft een nieuwe werkwijze voor het verstrekken van standaardinformatie ten behoeve van taxatierapporten ontwikkeld. Deze werkwijze is van toepassing voor een specifieke doelgroep, de makelaars, bankiers en notarissen. Door het gebruik van een "emailspider" kan de benodigde informatie online worden opgevraagd. Het voordeel is dat de klant veel sneller over de benodigde informatie kan beschikken en dat deze informatie in principe te allen tijde online beschikbaar is. Voor het verkrijgen van de informatie vraagt de gemeente een vergoeding. Deze vergoeding houdt rekening met ontwikkelkosten van de spider, de kosten van gegevensbeheer en het gemiddeld aantal aanvragen. Met een tariefstelling van € 15,00 is er geen risico aanwezig dat opbrengst de kosten gaat overschrijden. De energieleverancier heeft de transportkosten verlaagd. In de doorberekening van de tarieven, evenementen en/of standplaatsen, wordt hier rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg dat een standplaatshouder op de Langepijp, bij de Beurs, Prins Hendrikbrug en de Brandemeer gemiddeld minder energielasten hoeft af te dragen. Burgerzaken Het aantal reisdocumenten en rijbewijzen, die hun geldigheid verlies t in 2016, bedraagt aanzienlijk meer dan voorgaande jaren. Op grond hiervan is rekening gehouden met een meeropbrengst aan leges burgerzaken. Omgevingsvergunning Als gevolg van economische ontwikkelingen en wijzigingen in regelgeving met als trend dat er in steeds minder gevallen een vergunning nodig is, is het aantal bouwaanvragen de laatste jaren sterk afgenomen. Daarnaast is de verwachting dat er in 2015 nauwelijks grote projecten zijn die doorlopen naar het volgende jaar. Binnen het beleidsproduct ‘omgevingsvergunning’ wordt gewerkt met een flexibele schil waarmee ook aan de personele kant kan worden ingespeeld op deze ontwikkeling. De begroting is zowel aan de opbrengsten- als aan de kostenkant naar beneden bijgesteld. 2.3.1m Havengelden De tarieven havengelden zijn gecorrigeerd met een negatieve inflatiecorrectie van 2%, behoudens het passantentarief per strekkende meter in de havens Leeuwarden Grou en Warten. In het kader van de harmonisatie havengelden worden, met ingang van 2016, de tarieven éénduidig berekend per strekkende meter. Dit betekent dat het tarief voor de passantenhavens in Leeuwarden wordt omgezet van lengteklasse naar strekkende meter zoals dat ook geldt voor de havens in Grou en Warten. Het gemiddelde tarief per strekkende meter in 2015 was in Leeuwarden € 1,15 incl. BTW. Genoemd tarief gaat ook gelden in 2016 voor alle overige passantenhavens in onze gemeente. Het tarief in de havens van Grou en Warten wordt met € 0,10 per strekkende meter verhoogd. De verhoging van het tarief in Grou en Warten achten wij meer dan redelijk gelet op de gerealiseerde voorzieningen in het kader van het project Waterfront Grou; aanleg van de waterpromenade, internet en een voorziening voor het innemen van vuilwater. Inclusief deze verhoging blijft het tarief desondanks nog achter ten opzichte van omliggende havens en is er geen sprake van een kostendekkend tarief.
73
Dit leidt ertoe dat het tarief voor de passantenhavens niet wordt geïndexeerd met het algemene uitgangspunt (negatieve inflatiecorrectie). 2.3.1n Begraafrechten De beheerkosten van de begraafplaatsen zijn hoger dan de inkomsten. Momenteel wordt 72% van de lasten gedekt. Aan de hand van de kengetallen en ervaringscijfers uit 2015 wordt het product ‘begraven’ in 2016 geëvalueerd. Gelet op de verhouding van de kosten en baten worden de tarieven 2016 daarom niet neerwaarts bijgesteld met de inflatie van -2,0%, maar blijven de tarieven ongewijzigd ten opzichte van 2015. 2.3.1o Brug- en Veergelden De brug- en veergelden worden eens in de drie jaar gewijzigd. Het betreft hier contante betalingen die het noodzakelijk maken dat er met hanteerbare tarieven kan worden gewerkt. In 2018 worden deze tarieven opnieuw vastgesteld. 2.3.1p Marktgelden Het tarief voor het gebruik van elektra wordt in een periode van 3 jaar meer kostendekkend gemaakt. Gedurende de periode van 2014 tot en met 2016 wordt het tarief jaarlijks met 15% verhoogd. 2.3.1q Kwijtscheldingsbeleid Het verlenen van kwijtschelding is aan wettelijke regels gebonden. Strenger toepassen van deze regels is toegestaan, ruimhartiger toepassen niet. Ook kan de gemeente zelf bepalen welke belastingen al dan niet voor kwijtschelding in aanmerking komen. Het beleid van de gemeente Leeuwarden is er altijd op gericht geweest om de wettelijke kwijtscheldingsmogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten. Daarnaast streeft de gemeente er naar de kwijtscheldingsregeling zo eenvoudig mogelijk voor de bewoners toe te passen. In Leeuwarden is kwijtschelding mogelijk van: OZB woningen, rioolheffing en woningen en afvalstoffenheffing (met uitzondering van de extra container) en met ingang van 2015 ook precariobelasting voor woonschepen en woonwagens. Tabel 9 Kwijtgescholden belastingbedragen per belastingsoort Kwijtschelding per Rekening Begroting Begroting
Bedragen in € Begroting
Begroting
Begroting
2017 1.137.254 411.711 15.000 0 1.563.965
2018 1.137.254 411.711 15.000 0 1.563.965
belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing OZB Hondenbelasting Totaal
2014 1.048.432 397.592 26.313 613 1.472.950
2015 1.044.654 414.411 15.000 0 1.474.065
2016 1.137.254 411.711 15.000 0 1.563.965
74
2019 1.137.254 411.711 15.000 0 1.563.965
2.3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing In deze paragraaf staat in welke mate de gemeente in staat is om onverwachte gebeurtenissen (risico’s) met een financiële impact op te vangen (met de weerstandscapaciteit). 2.3.2a Aanleiding en achtergrond Net als in de afgelopen jaren wordt ook in deze begroting het risicoprofiel weer opnieuw bekeken. Ten opzichte van de laatste actualisatie van het risicoprofiel is er een aantal wijzigingen die verderop in de paragraaf worden toegelicht. Voor alle te onderscheiden risicogebieden geldt dat de benodigde weerstandscapaciteit beschikbaar is. Hierbij moet wel de kanttekeni ng geplaatst worden dat er twee ontwikkelingen gaande zijn die voor nieuwe risico’s kunnen gaan zorgen of bestaande risico’s substantieel kunnen beïnvloeden. Om te beginnen moeten gemeenten Vennootschapsbelasting gaan betalen; de Vpb-plicht. Dit risico is bij de korte termijn risico’s Zuidlanden voor het eerst meegenomen maar er is nog veel onduidelijkheid en onzekerheid over de financiële gevolgen van de invoering van de Vpb-plicht voor overheidsondernemingen. Een tweede ontwikkeling heeft eveneens betrekking op de grondexploitaties. De Raad voor de Financiële Verhoudingen heeft geadviseerd om een aantal wijzigingen in het BBV door te voeren met betrekking tot de waardering van grondposities. De adviezen zijn pas uitgebracht en het is nog niet zeker of deze worden opgevolgd, maar het is wel een ontwikkeling die van belang is voor het risicoprofiel van de gemeente Leeuwarden. In deze paragraaf komen verder niet de risico’s, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen van de grondexploitaties aan de orde; die worden toegelicht in paragraaf 2.3.7 Grondbeleid. 2.3.2b Resultaten risicoanalyse In het onderstaande overzicht staan de risicogebieden en de bijbehorende weerstandscapaciteit weergegeven inclusief de bedragen die uit de risicosimulatie zijn gerold en de beschikbare weerstandscapaciteit: Figuur 4
75
Algemene risico's De algemene risico’s zijn ten opzichte van de rekening 2014 gestegen van € 1,46 mln naar € 4,6 mln. Deze stijging is een gevolg van het opnemen van een nieuw risico dat samenhangt met de uitvoering van de nieuwe, gedecentraliseerde taken in het sociaal domein. In deze laatste risico-inventarisatie is het risico meegenomen dat ten laste van de Algemene Reserve (AR) de risicoreserve Sociaal domein weer aangevuld moet worden. De kans bestaat immers dat in 2015 die reserve aangesproken moet worden om tegenvallers op te vangen binnen het sociale domein. En daarmee is dan de weerstandscapaciteit 2016 voor het opvangen van de risico’s in het sociaal domein verdwenen. Het wegvallen van die weerstandscapaciteit binnen het sociaal domein is nu als algemeen lijnrisico opgevoerd en zorgt voor het verhoging van het risicoprofiel ten opzichte van de jaarrekening 2014. De stand van de Algemene Reserve die tegenover deze algemene risico’s als weerstandscapaciteit staat is bepaald op € 10,3 mln. In tabel 10 staan de Algemene Risico’s die voor de jaarrekening zijn geïnventariseerd en zijn ingevoerd in de risicosimulatie NARIS.
76
Tabel 10 Nr. 1 (-)
Gebeurtenis Aanvulling reserve Sociaal Domein
Kans 80%
Max € € 5.700.000
Opmerking De kans bestaat dat in 2015 de risicoreserve Sociaal domein benut moet worden. Die reserve moet dan
Invloed 79,85%
Maatregel
aangevuld worden teneinde de risico's in 2016 op te kunnen vangen. 2 (1)
Leningen
40%
€ 557.500
De gemeente heeft voornamelijk in het kader van economisch beleid een aantal leningen verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Indien deze personen niet aan de verplichtingen voldoen, dan loopt de gemeente risico.
4,24%
Het risico ontstaat zodra een privaatrechtelijke rechtspersoon niet meer kan bijsturen en dien ten gevolge ook niet meer aan de verplichtingen tegenover gemeente kan voldoen. Bij tijdig bericht kan de gemeente over het algemeen gaan meesturen en nader onheil voorkomen. Als tegenmaatregel bezoeken accounthouders nu frequenter de rechtspersonen aan wie de lening is verstrekt met als doel de meest actuele informatie te krijgen.
3 (4)
Deelnemingen
40%
€ 500.000
3,79%
4
Leegstand
40%
€ 450.000
Van de oorspronkelijke waarde van de deelneming ad. € 2,2 mln is al eerder € 1,7 mln voorzien. Het maximale risico betreft nu dan € 0,5 mln. De gemeente verhuurt een aantal objecten. Zodra
De korte termijn vooruitzichten qua woningbouw-productie zijn onveranderd ten opzichte van 2014 en niet verbeterd. Indien er sprake is van langdurige leegstand
(3)
3,41%
een object voor langere tijd niet meer wordt verhuurd ontstaat een risico. Veelal wordt gewerkt met langjarige contracten waarmee het risico
wordt eerst gekeken of het probleem binnen de totale vastgoedportfolio kan worden opgelost, of dat de lasten tijdelijk
beperkt blijft. Indien de situatie van langdurige leegstand oploopt dan loopt ook de boekwaarde op waardoor er een grotere druk op de exploitatie komt.
kunnen worden verlaagd door de inzet van vastgoedprotectie. Indien deze maatregelen niet voldoende soelaas bieden ontstaat een risico dat de vastgoedportfolio overstijgt.
5 (-)
Overschrijding budget 70% bijstandsuitkeringen 2016
€ 200.000
De inschatting gaat er vanuit dat in 2015 niet de volledige M AU ambitie wordt gerealiseerd, maar slechts 50% van de ambitie voor 2015. Daarnaast gaat deze schatting er ook vanuit dat de gemiddelde prijs in Leeuwarden minder daalt dan landelijk in het macrobudget wordt aangenomen. Dit leidt dus tot
77
2,66%
Nr.
Gebeurtenis
Kans
Max €
Opmerking
Invloed
Maatregel
1,25%
De raming wordt op basis van nacalculaties 2 keer in het jaar, bij de TURAP en
hogere uitgaven in 2016 en als gevolg daarvan een ‘slechter’ saldo. 6 (5)
Niet realiseren geraamde inkomsten
5%
€ 1.300.000
OZB
7 (7)
Niet verzekerde objecten of onvoldoende verzekerd tegen
5%
€ 1.250.000
schade van eigendommen
Er wordt een uitgebreid en verfijnd calculatiemiddel gehanteerd t.b.v. de raming van de OZB-inkomsten. Toch zullen er altijd verschillen zijn tussen de raming en de OZB-opbrengsten. Dit is een beperkt risico (5% van de totale OZB-opbrengst van 39 mln.)
jaarrekening bijgesteld.
Hoewel zeer klein, bestaat de kans dat 1,19% gemeentelijke eigendommen niet voldoende zijn verzekerd dan wel dat ondanks een verzekering de verzekeringsmaatschappij niet tot uitkering overgaat.
Conform de richtlijnen worden jaarlijks de verzekerde waarden van de objecten geïndexeerd (CBS). Daarnaast is in de verzekeringspolis een clausule opgenomen
De inschatting is gebaseerd op een percentage van het totale bestand. De laatste jaren lijkt dit door aangescherpte controles en groter bewustzijn prima
voor ‘vergeten objecten’ waardoor er geen risico wordt gelopen dat achteraf een object onverzekerd is geweest.
te gaan en is het de laatste 4 jaar niet voorgekomen. 8 (8)
Juridische procedures 15% en schadeclaim
€ 600.000
9 (9)
Garantstellingen
€ 353.985
15%
Geschil met een aanbieder van voorzieningen onder de WM O over de te vergoeden prijs. De aanbieder claimt met de contractprijs niet uit te komen en heeft een claim ingediend. De gemeente heeft voornamelijk in het kader van economisch beleid een aantal garantstellingen verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Indien deze personen niet aan de verplichtingen voldoen, dan loopt de gemeente risico. Onderstaand een overzicht van garantstellingen per product met een risico inschatting. Dit samen leidt tot een gewogen gemiddelde van de garantstellingen. Naam Cambuur Hegie Vastgoed Ien en M ien TOTAAL
Bedrag garantstelling € 450.000 € 2.042.000 € 17.900 € 2.509.900
78
1,17%
Er is een externe advocaat ingeschakeld om de claim te weerspreken.
1,00%
Het risico ontstaat zodra een privaatrechtelijke persoon niet meer kan bijsturen en dan ook niet meer aan de verplichtingen kan voldoen. Bij tijdig bericht kan de gemeente over het algemeen gaan meesturen en nader onheil voorkomen. Als tegenmaatregel bezoeken accounthouders nu frequenter de rechtspersonen aan wie de garantstelling is verstrekt met als doel de meest actuele informatie te krijgen.
Nr.
Gebeurtenis
Max €
Opmerking
Invloed
Maatregel
10 (-)
Juridische procedures 15% en schadeclaim
Kans
€ 200.000
In opdracht van een landelijk orgaan houdt elke gemeente de zorgpremie in op de bijstandsuitkering als een verzekerde bijstandsgerechtigde deze niet betaalt. Dit heet ‘bronheffing’. Er ligt een claim bij de gemeente voor betalingsachterstanden op deze bronheffing. De claim betreft een maximumbedrag van € 200.000. Het gaat om oude zaken vanaf 2010.
0,57%
We hebben een steekproef gedaan en geconstateerd dat de tegenpartij voor het merendeel de administratie zelf niet op orde heeft. Bovendien zijn zij volgens een vastgelegde procedure vier jaar te laat met een claim. De gemeente gaat hier nu niet op in. Er blijft derhalve een kleine kans op procedure en financiële schade.
11 (10)
M isbruik, diefstal, vernietiging en vernieling van
€ 500.000
Ondanks alle beveiligingsmaatregelen bestaat er een 0,48% kleine kans op misbruik, diefstal, vernietiging en vernieling van apparatuur, informatie en documenten
Generieke IT controls waaronder de back-up & recoveryprocedures, uitwijkproceures en fysieke beveiliging (pasreaders en
waardoor financiële schade kan ontstaan.
beveiligingspersoneel in de Stadshal). In 2012 zijn extra maatregelen getroffen waaronder een nieuw camerasysteem
5%
apparatuur, informatie en documenten
(preventief) en extra pasreaders in de Stadshal ter verscherping van de beveiliging (de rest van de ruimte is al afgesloten). Bij diefstal wordt direct een melding gemaakt waarna onderzoek volgt. Verder zijn usercontrols aanwezig, bv. Inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord dat periodiek gewijzigd wordt. O ndanks al deze beheersmaatregelen bestaan er restrisico's. 12 (11)
Verslechterende 10% verhouding tussen kosten en opbrengsten bouwleges
€ 200.000
De legesopbrengsten zijn op peil. Dit wordt veroorzaakt enerzijds door een correctie op de legestarieven en ten tweede doordat een groot aantal majeure projecten een omgevingsvergunning hebben aangevraagd. M iddels het sturen op kosten (flexibele schil) beweegt dit product goed mee met de markt.
79
0,38%
De kosten worden door gebruik te maken van de flexibele schil zo laag als mogelijk gehouden. Exogene factoren zoals minder bouwaanvragen is niet op te sturen, je kan er slechts op reageren door minder personeel in te zetten. In 2015 is een aantal civiele projecten gepland. De verwachting is dat de legesopbrengsten binnen de begroting zullen bewegen.
Risico's 3 decentralisaties Naast de algemene risico’s zijn ook de risico’s 3 decentralisaties opnieuw beoordeeld. Ten opzichte van de risico’s die in de rekening 2014 zijn opgenomen is er wel wat gewijzigd. Naast nieuwe risico’s zijn er ook veranderingen in de inschatting van de kans dat het risico zich voordoet en het maximale schadebedrag. In tabel 11 wordt een overzicht gegeven van de Risico’s 3 decentralisaties waarbij tussen haakjes is aangegeven wat in de risico-inventarisatie in de begroting 2015 is opgenomen. Tabel 11 Overzicht risico’s decentralisaties Nr. Risico
Kans
1 (1)
70% (70%)
€ 7.000.000 (€ 7.000.000)
80% (50%)
€ 750.000 (€ 400.000)
Onzekerheid van kostenraming 2015 (overgangseffect). De onzekerheid ontstaat door onder andere: * mogelijk aanzuigende werking van het dekkend netwerk aan wijkteams * verborgen vraag die (onder andere) zichtbaar wordt in het herindicatie traject * Poortwachter in opbouw bij de wijkteams. * Preventieve maatregelen hebben niet het gewenste effect.
Max €
* M inder eigen kracht burgers dan verwacht. * Afname van doorverwijzing naar tweede lijn gaat minder snel dan verwacht 2 (4)
De gemeente slaagt er onvoldoende in om goede automatiseringssystemen in 2016 te voeren. Gevolg is overschrijden lever- en doorlooptijden. De informatiebehoefte verschilt zo van de huidige omgeving dat deze niet tijdig is te leveren. Er draaien (te) veel verschillende systemen. De ICT kost meer dan voorzien. De beschikbaarheid van gegevens is van onvoldoende kwaliteit. WBPproof maken kost meer dan voorzien.
3 (-)
4
Participatiebudget. De toenemende korting op de WSW middelen en het 60% toenemende subsidietekort per WSW-er houdt geen gelijke tred met de herstructurering van de WSW. Dit zet de uitvoering van preventie maatregelen op participatie onder druk. Deze maatregelen zijn noodzakelijk voor het beperken van inkomensvoorziening en zorgkosten. Zonder deze maatregelen stijgen de kosten van bijstand en zorg. Capaciteitsproblemen personeel. Gemeente heeft onvoldoende expertise en/of 50%
€ 600.000
(3,5)
capaciteit.
(50%)
5 (-)
M aatwerkinkomensvoorziening: door toenemend eigen risico en afschalen van zorg wordt groter beroep gedaan op bijstandsvoorzieningen
70% (-)
€ 500.000 (-)
6 (2)
Inkoopcontracten/verordeningen/beleidsregels geven juridisch risico: Het risico is de nawerking jurisprudentie van het oude stelsel. Inkleuring en inkadering van het nieuwe stelsel wordt o.a. door jurisprudentie gedaan. Dat is vaak ook op basis van oude rechtspraak, gebaseerd op het oude stelsel. Het
30% (-)
€ 2.000.000 (-)
€ 800.000 (€ 500.000+ € 300.000)
leidt tot risico's dat cliënten die vanwege onze visie geen of minder hulp ontvangen, ineens wel het recht erop krijgen via een voor de gemeente nadelige uitspraak.
Uit de risicosimulatie die vervolgens met deze risico’s is uitgevoerd is gebleken dat met 90% zekerheid gesteld kan worden dat een weerstandscapaciteit van € 7,1 mln toereikend is. De omvang van de reserve Sociaal domein bedraagt € 9 mln en is dus voldoende. 2.3.2c Weerstandsvermogen De actuele risicopositie is in totaal € 4,6 mln. Die risico’s moeten opgevangen kunnen worden door de aanwezige weerstandscapaciteit, voornamelijk in de vorm van de AR. Alvorens in te gaan op de gewenste omvang van de AR in relatie tot de risicopositie, is het nuttig om alle functies van de AR in herinnering te roepen: 80
a. De AR is bedoeld voor het afdekken van algemene risico’s. Door het aanhouden van een reserve
b.
c.
voor dit doel wordt voorkomen dat het beleid (drastisch) moet worden aangepast als één of meer risico’s zich in de werkelijkheid voordoen. Aldus wordt de stabiliteit en rust in het uitvoeren van beleid gecreëerd. De AR is dus een risicoreserve. De AR is bedoeld voor het verwerken van de jaarlijkse begrotingsresultaten. De gemeente Leeuwarden is gehouden om een structureel sluitende meerjarenbegroting vast te stellen. Dit betekent dat de structurele uitgaven en inkomsten in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming minimaal aan elkaar gelijk moeten zijn. Begrotingstekorten en overschotten in de jaarschijven daaraan voorafgaand worden verrekend met de AR. Ook dit zorgt voor rust en stabiliteit omdat hierdoor geen bezuinigingen behoeven te worden doorgevoerd mocht in enige jaarschijf voorafgaand aan de laatste een begrotingstekort ontstaan. De AR is dus ook een egalisatiereserve. De AR dient bovendien als buffer voor het opvangen van diverse onvoorziene kosten die niet als een risico kunnen worden bestempeld of simpelweg niet als zodanig zijn herkend. Als er bijvoorbeeld iets voorgefinancierd moet worden of een bepaalde uitgave in ti jd naar voren of naar achteren schuift. De AR fungeert dan in een begrotingsjaar als smeermiddel.
Als beleidsuitgangspunt geldt dat de verhouding tussen de risico’s en de weerstandscapaciteit 1,5 moet zijn. Ofwel dat de AR 1,5 keer zo groot moet zijn als de uitkomst van de risicosimulatie. Toepassing van deze norm betekent, dat weerstandscapaciteit € 2,19 mln moet bedragen. Het werken met een ‘overdekking’, moet gezien worden als een extra veiligheidsklep. Hierdoor daalt het weerstandsvermogen, ook wanneer daar een fors beroep op wordt gedaan, minder snel c.q. in mindere mate onder het absolute minimum. Daardoor ontstaat wat meer rust en ruimte om het weerstandsvermogen weer op het gewenste niveau te krijgen. Met absoluut minimum wordt bedoeld het berekende minimaal benodigde weerstandsvermogen voor het eerstvolgende jaar, afgezien van de overdekking. Het werken met een norm voor het weerstandsvermogen die hoger ligt dan de uitkomst van de risicoanalyse werkt dus in zekere zin stabiliserend. In de praktijk v an het risicomanagement wordt de volgende classificatie gebruikt als het gaat om de beoordeling van de ratio tussen de aanwezige weerstandscapaciteit (beschikbare reserves) en de uitkomst risicoanalyse: Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis Uitstekend ruim voldoende Voldoende Matig onvoldoende ruim onvoldoende
De ratio van 1,5 bevindt zich dus aan de onderkant van de klasse die als ruim voldoende wordt aangemerkt en lijkt daarmee een evenwichtige norm (niet te krap, niet te ruim). De actuele risicopositie van € 4,6 mln moet dus om te beginnen worden afgezet tegen de meest actuele prognose van de AR. Voor de begroting 2016 wordt de stand van de AR voor de periode 2016-2017 geraamd op € 10,3 mln. In de begroting is nog een post Onvoorzien opgenomen van € 0,1 mln die ook aangemerkt kan worden als weerstandscapaciteit. Het totaal van deze twee (AR € 10,3 mln. + post Onvoorzien € 0,1 mln) bedraagt € 10,4 mln. Daarmee komt de berekende beschikbare weerstandscapaciteit van € 10,4 mln ruim hoger uit dan het gewenste niveau van € 6,9 mln (1,5 maal de actuele risicopositie ad. € 4,6 mln). 2.3.2d Kengetallen en balansprognose Een nieuw onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheer is het onderdeel Kengetallen en Balansprognose. Bij eerdere gelegenheden is met de gemeenteraad afgesproken om in de begroting inzicht te geven in de ontwikkeling van de schuldpositie van de gemeente 81
Leeuwarden. Meer concreet: voortaan wordt in de begroting een prognose van de balans opgenomen en op basis daarvan worden enkele kengetallen m.b.t. de schuldpositie berekend. In deze begroting doen we dat voor het eerst. Dit sluit mooi aan bij een andere ontwikkeling, namelijk de vernieuwing van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het BBV is de verzameling voorschriften waar we ons bij het opstellen van de begroting en jaarrekening aan moeten houden. Eén van de vernieuwingen van het BBV behelst dat vanaf begroting 2016 en jaarrekening 2015 een aantal kengetallen moeten worden opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Het betreft de volgende kengetallen: 1a 1b 2 3 4 5
Netto Schuldquote Netto Schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen Solvabiliteit Kengetal Grondexploitatie Structurele exploitatieruimte Belastingcapaciteit
Vanwege de samenloop met genoemde eerdere afspraken die met de raad zijn gemaakt over informatie over de schuldontwikkeling, volgt hierna eerst een korte toelichting op de kengetallen. Toelichting op de kengetallen Het kengetal ‘Netto Schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen’ (1b) en ‘Kengetal Grondexploitatie’ (3) komen overeen met de quotes die in de notitie ‘Schuld onder Controle’ zijn gepresenteerd. Het betreft dan de netto schuld (dus de totale schuld minus een aantal bezittingen, waaronder leningen die door ons zijn verstrekt) uitgedrukt in procenten van de totale baten voor mutaties in reserves. Wat in het BBV ‘Kengetal Grondexploitatie’ wordt genoemd, is in de notitie ‘Schuld onder controle’ als ‘Voorraadquote’ gepresenteerd: de balanswaarde van de grondvoorraad als percentage van de totale baten. Het kengetal ‘Netto Schuldquote’ (1a), is niet in de notitie ‘Schuld onder controle’ gepresenteerd. Deze voor verstrekte geldleningen niet gecorrigeerde quote is bij ons nagenoeg gelijk aan de gecorrigeerde omdat de gemeente Leeuwarden al een aantal jaren geleden gestopt is met het financieren van m.n. woningbouwcorporaties. Er zijn echter gemeenten waarbij die financiering nog wel via de gemeentebalans loopt en bij die gemeenten zijn er wel grote verschillen tussen de kengetallen 1a en 1b. En om de betekenis van het kengetal ‘Netto Schuldquote’ weer aan te halen: het is een indicatie voor (de mutatie in) het beslag dat gelegd wordt op de (toekomstige) gemeentelijke inkomsten door de nettokosten van schulden: de rente. Bovendien geeft de ontwikkeling van dit kengetal aan in hoeverre de schuldpositie ten opzichte van de inkomsten verandert en is daarmee ook indicatie voor de ‘houdbaarheid’ van de schulden: het vermogen om de leningen af te lossen en de rentekosten te betalen. In het verlengde hiervan is het noodzakelijk om ook stil te staan bij het 'Kengetal Grondexploitatie’ omdat dit kengetal mogelijkerwijs voor misverstanden in de sfeer van risicotaxaties van de grondexploitaties kan zorgen. Wat is dit voor kengetal en vooral: wat is het niet:
Het kengetal is om te beginnen een correctie op het kengetal Netto Schuldquote. In de Netto Schuldquote is de totale schuld min enkele bezittingen en vorderingen verwerkt. Een deel van die netto schuld kan echter terugverdiend, afgelost worden met de verkoopopbrengst van bouwgronden: de grondvoorraad. De rentekosten van het deel van de schuld dat terugverdiend kan worden komt dan ook niet ten laste van de reguliere exploitatie maar worden in de regel als kosten van de betreffende grondexploitaties geboekt. Als er dus een indruk gekregen moet worden van het rentebeslag op de totale baten dan moet het kengetal Grondexploitatie afgetrokken worden van het kengetal Netto Schuldquote. Het is dus een correctie op de Netto Schuldquote. Anders dan de naam doet vermoeden biedt het kengetal geen enkel inzicht in de grondexploitaties; het geeft slechts de verhouding weer tussen de balanswaarde van de 82
grondvoorraad en de totale baten. Maar deze verhouding is verder voor de grondexploitaties en het beleid ten aanzien daarvan niet relevant. Het is van groot belang om te onderkennen dat uit het kengetal Grondexploitaties niet het risico op of de noodzaak tot het afwaarderen van grondexploitaties afgeleid kan worden. Het geeft hooguit aan wat de impact kan zijn van een onvoorziene substantiële afwaardering van de grondvoorraad als gevolg van een calamiteit, zoals de kredietcrisis in 2008, op de financiële positie van de gemeente. Een relatieve kleine gemeente (gemeten aan de omvang baten) zal daar meer last van hebben dan een grotere gemeente, gegeven een qua omvang en samenstelling gelijke grondvoorraad. Ma ar dat geldt alleen in geval van een calamiteit. Er wordt binnen de ambtelijke dienst wel verkend of er een kengetal of kengetallen kunnen worden berekend die wél inzicht geven in waar het bij grondexploitaties toch op draait: gaat het lukken om de gemaakte kosten op de beoogde wijze terug te verdienen? Het kengetal ‘Solvabiliteit’(2), het eigen vermogen in procenten van het balanstotaal, is in de notitie ‘Schuld onder Controle’ als niet of nauwelijks relevant voor de gemeentelijke financiële positie getypeerd. Het kengetal is niet van invloed is op het gedrag van verschaffers van vreemd vermogen aan gemeentelijke overheden. Maar uiteraard zal dit kengetal conform het BBV door ons worden opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Maar de conclusie die in de notitie ‘Schuld onder Controle’ is getrokken blijft van kracht: de solvabiliteit heeft geen relevantie voor het gemeentelijk financieel beleid. Om deze kengetallen te kunnen berekenen is een prognose van de balans op basis van de begroting noodzakelijk. Er was al afgesproken met de raad dat we die zouden gaan opstellen. De andere twee kengetallen behoeven eveneens meer toelichting, met name als het gaat om de relevantie van de kengetallen voor het financieel beleid van de gemeente Leeuwarden. Het kengetal ‘Structurele exploitatieruimte’ (4) moet niet verward worden met het begrip ‘de structurele financiële positie (ruimte)’ zoals wij die hanteren. Het kengetal geeft slechts aan in hoeverre de structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Het gebruik van het woord ‘ruimte’ is in dit verband dus verwarrend; het kengetal geeft niet aan of er sprake is van ruimte voor het doen van extra structurele uitgaven. Dit kengetal wil waarschuwen voor een situatie waarin structurele lasten niet gedekt worden structurele baten. Voor een dergelijke waarschuwing is in de gemeente Leeuwarden echter geen noodzaak omdat ons begrotingsbeleid volledig gericht is op het realiseren van evenwicht tussen structurele baten en lasten. Maar dan wel in meerjarenperspectief en niet alleen voor de eerste jaarschijf in de meerjarenraming. De werkwijze die de gemeente Leeuwarden al gedurende een groot aantal jaren gebruikt met betrekking tot de begroting rust op vier pijlers: a. Een strikte scheiding tussen (mutaties in) structurele inkomsten/uitgaven en incidentele inkomsten en uitgaven. b. De structurele inkomsten en uitgaven moeten in evenwicht zijn in de laatste jaarschijf van de meerjarenbegroting. Tussenliggende overschotten of tekorten (d.w.z. verschillen tussen structurele baten en lasten) worden verrekend met de Algemenen Reserve. c. Incidentele inkomsten en uitgaven en mutaties daarin komen ten gunste respectievelijk ten laste van de Algemene Reserve. d. De Algemene Reserve mag niet onder een bepaald niveau zakken. Deze werkwijze brengt met zich mee dat in meerjarenperspectief de gemeente Leeuwarden er altijd voor zorgt dat de structurele lasten duurzaam gedekt worden door structurele baten. Dat is de kern van ons begrotingsbeleid en het nu voorgeschreven kengetal voegt daar ni ets aan toe. Er kan wel verwarring door ontstaan. Binnen de kaders van ons bestaande begrotingsbeleid kan het voorkomen dat in een jaarschijf en dus ook in de eerstkomende begroting, de structurele lasten 83
hoger zijn dan de structurele baten. Dat wordt dan verrekend met de Algemene Reserve. Daar moet dan vervolgens geen betekenis aan gehecht worden; er is immers altijd sprake van een structureel sluitende meerjarenraming op basis van het staande beleid. Het is alleen van belang om te beoordelen of de Algemene Reserve het verrekenen van een dergelijk saldo kan dragen of niet. Dit kengetal wordt uiteraard in de begroting en jaarrekening opgenomen maar er wordt nadrukkelijk voor gekozen om hier verder niks mee te doen omdat het voor ons begrotingsbeleid niet relevant is. Het kengetal ‘Belastingcapaciteit’(5) kan zo mogelijk voor nog meer verwarring zorgen omdat het suggereert dat objectief kan worden vastgesteld dat er te veel of te weinig belasting geheven wordt. In dit kengetal wordt de som van de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing van een gezin met een huis met een gemiddelde WOZ-waarde afgezet tegen het landelijk gemiddelde (van het jaar daarvoor). Het kengetal geeft dus aan of de lokale lasten hoger of lager zijn dan het landelijk gemiddelde en niet of ze te hoog of te laag zijn. Dat laatste is en blijft een politiek bestuurlijk oordeel waarbij hooguit van dit kengetal gebruik gemaakt kan worden. Samenvattend Tabel 12 kengetal:
duidt op:
relevantie:
Netto Schuldquote
De schuldquote is het kengetal waarmee de ontwikkeling van de schuldpositie wordt gevolgd en het beslag van de rentekosten op de totale baten en de grondexploitaties. Zonodig kan op basis hiervan worden bijgestuurd.
Netto Schuldquote gecorrigeerd
Beslag van de rentekosten op de baten en de grondexploitaties. Risico van onhoudbare schuld.
Idem
voor verstrekte geldleningen Solvabiliteit
Vermogen om aan de langlopende verplichtingen te voldoen.
Dit kengetal is niet of nauwelijks relevant voor het financieel beleid.
Grondexploitatie
Omvang van het deel van de schuld dat samenhangt met de financiering van de grondpositie en afgelost kan worden uit de opbrengsten van de grondverkopen. Omvang van de rentekosten
Het is een correctie op de berekende Netto Schuldquote omdat een deel van de schuld uit grondverkopen kan worden afgelost en de rentekosten voor rekening van de grondexploitaties komen.
die niet ten laste van de reguliere exploitatie komen maar van de grondexploitaties. Structurele exploitatieruimte
M ate waarin structurele lasten gedekt worden door structurele baten.
Niet relevant gelet op ons begrotingsbeleid.
Belastingcapaciteit
Verschil tussen de gemiddelde lokale lasten en het landelijk gemiddelde.
M et name relevant voor de politieke afweging omtrent de hoogte van de lokale lasten.
De kengetallen In tabel 13 staan de kengetallen. Uiteraard zijn alleen de kengetallen Rekening 2014 gebaseerd op werkelijke cijfers; de andere zijn gebaseerd op ramingen. In dat verband moet nog op één bijzonderheid worden gewezen. In de kengetallen op basis van de begroting 2016 zijn cijfers gebruikt die weer gebaseerd zijn op begroting 2015. Er zit met andere woorden een dubbele 84
onzekerheid in en daardoor kunnen de kengetallen rekening 2016 behoorlijk afwijken van begroting 2016. Voorbeeld: de geraamde balanswaarde van de gronden ultimo 2016 is gebaseerd op de balanswaarde ultimo 2014 (rekening) plus de verwachte mutatie 2015 plus de verwachte mutatie 2016. Tabel 13
(%) rek 2014 96,7
begr 2015 92,8
begr 2016 91,6
1a
Netto schuldquote
1b 2
Netto gecorrigeerde schuldquote Solvabiliteit
93,9 13,0
90,6 9,1
90,7 7,7
3 4
Kengetal Grondexploitatie Structurele exploitatieruimte
40,2 1,19
33,1 1,17
33,8 1,05
5
Belastingcapaciteit
n.v.t.
92,8
90,0
Netto gecorrigeerde schuldquote en Kengetal Grondexploitatie Het verschil tussen de gecorrigeerde en niet-gecorrigeerde Netto Schuldquote wordt bij ons veroorzaakt doordat in het ene geval leningen verstrekte aan bijvoorbeeld de stichting Parkeergarage Nieuw Zaailand wel en in het andere geval niet worden afgetrokken van de schuld. Om te voorkomen dat steeds op twee kengetallen een toelichting gegeven moet worden die slechts marginaal van elkaar verschillen kiezen we er voor om voortaan alleen de gecorrigeerde netto schuldquote te behandelen in deze paragraaf. De leningen die wij hebben verstrekt en die afgetrokken worden van de schulden betreffen in hoofdzaak leningen aan solide partijen waarop normaal wordt afgelost. Bovendien worden de verstrekte leningen elk jaar op waarde getoetst bij de controle van de jaarrekening. Zo nodig worden waardecorrecties doorgevoerd die in de boekwaarde worden verwerkt. Er is dus geen doorslaggevend argument om dit bezit buiten beschouwing te laten. De vraag die natuurlijk steeds op de achtergrond speelt is de vraag wanneer de netto s chuldquote te hoog of te laag is. Een simpel en absoluut antwoord op die vraag is helaas (nog) niet te geven: te veel schulden is niet goed maar hoeveel ‘te veel’ is, is van veel omstandigheden afhankelijk.
In de notitie ‘Schuld onder Controle’ is geopperd om bijvoorbeeld te kijken naar de schuldquotes van de G32-gemeenten. De G32-gemeenten zijn onderling redelijk vergelijkbaar en een netto schuldquote die sterk afwijkt van het beeld binnen die groep kan aanleiding zijn er dieper in te duiken en zo nodig het beleid aan te passen. Gerelateerd aan de Europese norm voor de maximale staatsschuld, 60% van het BBP is door de VNG gesuggereerd dat een netto schuldquote van 120% duidt op een te hoge schuld. Te hoog omdat een schuld in die omvang bij een economische tegenslag onhoudbaar is; het zal dan niet lukken om de rente- en aflossingsverplichtingen na te komen.
Vanwege het feit dat er nog niet veel ervaring is met werken met deze kengetallen is het verstandig om niet te snel over te gaan tot het vastleggen van normen. Beter is het om te kijken waar de ontwikkeling van de netto schuldquote door beïnvloed wordt en welke oorzaak wel en welke niet aanleiding is voor aanpassing van het beleid. Op basis van die analyse kunnen dan conclusies getrokken worden en kunnen eventueel maatregelen worden voorgesteld. Het is bij die analyse van de ontwikkeling van de netto schuldquote wel noodzakelijk dat daarbij ook de ontwikkeling van het Kengetal Grondexploitatie te betrekken omdat er een nauw verband bestaat tussen die twee kengetallen. Wij kiezen er dus niet voor om een normwaarde aan het kengetal te koppelen. Aangezien de netto schuldquote naar verwachting in de komende jaren ruim onder de 120% blijft die de VNG als norm heeft gesuggereerd is daar ook wel ruimte voor. Verder kiezen we er voor om de analyses te laten beginnen in 2014 en niet verder terug te kijken. De herindeling met Boarnsterhim heeft de balans van de nieuwe en oude gemeente Leeuwarden 85
uiteraard beïnvloed en daardoor de ontwikkelingslijn verstoord. Bovendien is er in 2014 een forse stijging van de gemeentelijke baten geweest ten opzichte van 2013 in verband met de decentralisaties binnen het sociaal domein en dus is er sprake van een noemer-effect dat in de analyse ook verstorend werkt. De netto gecorrigeerde schuldquote zal naar verwachting in 2016 nagenoeg gelijk zijn aan die van 2015. De raming van de netto schuldquote is gebaseerd op diverse andere ramingen waarvan de belangrijkste zijn: - de voorgenomen investeringen zoals die in de paragraaf Meerjaren Investeringsprogramma zijn opgesomd; - de geraamde onttrekkingen aan reserves en voorzieningen. Het is bekend dat in de realisatie doorgaans flinke afwijkingen ontstaan op deze ramingen; investeringen worden uitgesteld, onvoorziene investeringskansen doen zich voor en reserves worden minder benut dan was voorzien. Een zeker planningsoptimisme is hiermee annex. Dit betekent dus ook dat de raming van de netto gecorrigeerde schuldquote met meer dan de gebruikelijke onzekerheid omgeven is. Het Kengetal Grondexploitatie heeft nauwelijks of geen zelfstandige betekenis; het is een indicatie voor het deel van de schuld(quote) dat toegerekend kan worden aan de financiering van de grondvoorraden. Solvabiliteit Hiervoor is aangegeven dat het kengetal Solvabiliteit niet relevant is voor het financieel beleid van de gemeente Leeuwarden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de ontwikkeling van het eigen vermogen niet relevant is; de ontwikkeling daarvan wordt echter op een andere wijze bewaakt. Door het periodiek vaststellen van de financiële positie als basis voor de begroting inclusief de omvang van de algemene reserve en de risico’s wordt daar invulling aan gegeven. In de paragraaf 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie komt dit aan de orde op wijze die meer inzicht biedt dan (de ontwikkeling van) dit kengetal. Structurele exploitatieruimte Wat hiervoor over de het kengetal Solvabiliteit is gezegd geldt ook voor dit kengetal. De structurele financiële positie van de gemeente Leeuwarden wordt nauwlettend bewaakt door middel van de bepaling van de financiële positie. Ook voor ‘de structurele exploitatieruimte’ biedt de paragraaf 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie veel meer en veel beter inzicht dan dit kengetal. Belastingcapaciteit De lokale lasten verhouden zich ten opzichte van het landelijk gemiddelde gunstig. Ze zijn lager en bovendien dalen ze naar verwachting in 2016. In 2016 komen te lokale lasten volgens de voor dit kengetal voorgeschreven berekening uit op € 645 per jaar. Dat is € 8 lager dan de lokale lasten in 2015 en € 71 lager dan het landelijk gemiddelde (in 2015).
86
2.3.3 Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen (gebouwen, wegen, riolering, etc.). Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties worden hier genoemd. 2.3.3a Beheersystematiek Op gezette tijden worden er inspecties/inventarisaties uitgevoerd, op basis waarvan de onderhoudsplanning steeds wordt bijgesteld en geoptimaliseerd. De resultaten uit de inspecties/inventarisaties zijn gebruikt: als input voor het collegeprogramma 2014-2018 en de daarin opgenomen ambities en afwegingen; voor aanpassingen in middelen (bijvoorbeeld voor speelvoorzieningen structurele beheer- en onderhoudsmiddelen); voor wijzigingen/bijstellingen in de bedrijfsvoering; voor structurering van het proces areaaluitbreidingen. Het te beheren areaal aan kapitaalgoederen in de openbare ruimte (zoals wegen, riolering, groen) is opgenomen in diverse beheersystemen. De leverancier van het huidige beheerpakket heeft besloten deze activiteiten gefaseerd af te bouwen. Het traject om een nieuw beheerpakket aan te schaffen is in gang gezet; de implementatie hiervan loopt door tot in 2016. Bij dit nieuwe pakket zal er veel aandacht zijn voor de integrale afstemming tussen de verschillende disciplines. 2.3.3b Omvang van het te onderhouden areaal Om inzicht te bieden in de onderhoudsopgave van de gemeente wordt in tabel 14 aangegeven wat de omvang van het te onderhouden areaal en de bijbehorende financiële middelen zijn. Tabel 14
Bedragen x € 1.000 Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
8.406
8.413
8.913
12.694
12.130
11.659
Kunstwerken 37 beweegbare bruggen 485 vaste bruggen, tunnels, viaducten en steigers
2.593
2.799
2.963
Water 13,6 km walmuren 27,6 km zware walbeschoeiing 55,1 km lichte walbeschoeiing 460 ha wateroppervlak (meren, kanalen en vaarten)
1.700
1.807
1.918
9.665
10.484
10.513
Te onderhouden areaal in 2016 Onderhoud wegen Onderhoud van ca. 652 ha verharding Riolering Onderhoud van ca. 540 km riool Onderhoud van ca. 12.100 inspectieputten Schoonmaken van ca. 49.250 straatkolken Reinigen van ca. 100 km riool Vervangen van ca. 8,0 km riool
215 km (berm)sloot Groen Groene Ster (ca. 400 ha), Froskepôlle (ca. 13 ha), Lwd.
87
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
1.553
1.623
1.728
109
102
88
36.720
37.358
37.782
Te onderhouden areaal in 2016 Bos (ca. 110 ha), Hempenser Bos (110 ha), Diverse locaties bos voormalig Boarnsterhim (ca. 5 ha) Gras ca. 227 ha Gazons ca. 163 ha Beplanting ca. 117 ha Bomen ca. 48.000 Reiniging verhardingen Schoonhouden wegen en pleinen Onkruidbestrijding op ca. 258 ha Zwerfvuilbestrijding Zwerfvuilbestrijding op 356 ha Totaal
Ten behoeve van een goed beheer van onze kapitaalgoederen zijn er voorzieningen ingesteld voor een aantal kapitaalgoederen. Te weten voor het ‘oud Leeuwarder deel’: verhardingen, civiele kunstwerken, openbare verlichting, speelvoorzieningen en waterwegen/baggeren. Hierdoor wordt er een betere meerjarige borging ingebouwd voor het beschikbaar houden van de noodzakelijke middelen voor het uitoefenen van goed rentmeesterschap op deze kapitaalgoederen. In het collegeprogramma zijn, naast de outsourcingsopgave, structurele bezuinigingen opgenomen van € 100.000 in 2016 en aanvullend € 300.000 in 2017 (i.c. duurzaam slimmer onderhoud). Met ingang van 2017 is de ombuiging dan € 400.000. Voormalig Boarnsterhim (Noord) In het collegeprogramma 2014–2018 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor achterstallig onderhoud, zijnde 2 keer € 1 mln incidenteel (2014 en 2015) en een bedrag van 2 maal € 300.000 (2016 en 2017) structureel voor instandhouding. Met ingang van 2017 is dan € 600.000 structureel beschikbaar. Daarnaast zijn vanuit voormalig Boarnsterhim voorzieningen overgekomen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan verhardingen, waterwegen/baggeren, bruggen en oevers. Die inhaalslag wordt in 2016 en 2017 afgerond. Dit geldt bijvoorbeeld voor de renovatie van de drie bruggen te Wergea, de verhoging van de Sylsbrêge te Jirnsum en de aanpak van 6 andere bruggen. Verder wordt in 2016 aan het gehele areaal van bruggen qua achterstallig onderhoud gewerkt zoals het vervangen van dekken, leuningen, schilderwerk, etc. De harmonisatie van beleid t.a.v. beheer en onderhoud kapitaalgoederen is in 2014 en 2015 vormgegeven. Enerzijds ingegeven door een noodzakelijke harmonisatie als gevolg van de herindeling met Boarnsterhim, anderzijds ingegeven door de beschikbaarheid aan middelen voor alle kapitaalgoederen en de input hiervoor uit het collegeprogramma. Voor 2016 e.v. moeten op basis van deze gegevens keuzes worden gemaakt voor de te volgen beheer- en onderhoudsstrategie voor de komende jaren, om zo te komen tot de meest optimale inzet van middelen in rela tie tot de toekomstige kwaliteit van de openbare ruimte en de hierin aanwezige kapitaalgoederen. Opties als risico gestuurd beheer c.q. onderhoud en/of gedifferentieerd onderhoud en areaalvermindering zijn hierbij de onderzochte mogelijkheden. De diverse onderdelen van de openbare ruimte worden onderhouden in overeenstemming met de vastgestelde kwaliteitsniveaus bij Beheer Openbare Ruimte (BOR) in Beeld. Vanaf 2006 vinden er op gezette tijden schouwrondes plaats om te kijken of de afgesproken kwaliteit ten aanzien van het verzorgende deel in de praktijk ook wordt gehaald. In het toegevoegde deel van Boarnsterhim is als
88
kwaliteitsniveau voor de gehele openbare ruimte ‘basis’ afgesproken, dit wordt vooralsnog voortgezet. 2.3.3c Wegen Het streefdoel om de staat van de verhardingen voor de gehele stad op kwaliteitsniveau ‘basis’ te onderhouden conform kwaliteitskeuzes ‘BOR in beeld’ geldt ook voor 2016. Het wegennet van de gemeente Leeuwarden omvat globaal 6,5 mln vierkante meter verharding. Onderhoud aan een dergelijk wegennetwerk vergt een gedegen meerjarenplanning. Het huidige beheersysteem ‘XEIZ Wegen’ voorziet erin om een vijftal jaren vooruit te kijken wat betreft de uit te voeren werkzaamheden, waarbij de eerste twee jaren gedetailleerd kunnen worden vas tgesteld. Op basis hiervan wordt jaarlijks de planning grotendeels vastgesteld bij de begroting. Dit betekent dat in het betreffende jaar slechts voor een klein deel kan worden ingesprongen op bijzondere situaties van schade, bijvoorbeeld als gevolg van vorst en gladheidsbestrijding. Het uitgangspunt is dat werk met werk moet worden gemaakt. Dit betekent dat in voorkomende gevallen diverse werkzaamheden worden gecombineerd. Zo worden bijvoorbeeld herinrichtingen van bepaalde straten zo mogelijk gecombineerd met de vervanging van de riolering. In de praktijk wordt dan bekeken hoe door verschuiving het meest efficiënt gewerkt kan worden. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om zoveel mogelijk overlast te voorkomen (bijvoorbeeld het opbreken van meerdere straten in één wijk). Beleidskader: - Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) 2011–2025 (2011) - Evaluatie BOR in Beeld (2009) 2.3.3d Riolering Eind 2014 is het verbrede Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2015-2018 voor de gehele gemeente door de raad vastgesteld. Accenten in dit GRP zijn: het op een verantwoorde wijze scheiden van vuil en (relatief) schoon water, het zogenaamde ‘afkoppelen’; aandacht voor de grondwaterproblematiek. Het GRP heeft een verbreding gekregen, omdat de gemeente via de Waterwet/wet gemeentelijke watertaken ook zorgplichten voor de behandeling van afstromend hemelwater en het (ondiepe) grondwater heeft gekregen. Ook moet, waar nodig, rekening gehouden worden met de Kader Richtlijn Water. Binnen het GRP is de vervanging en het onderhoud van de riolering geregeld. De eerstkomende jaren wordt er circa 8 km riolering per jaar vervangen. Door de civieltechnische werken en andere activiteiten in de openbare ruimte zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en in te plannen, wordt getracht de (verkeers-)overlast te beperken en de middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Dit houdt bijvoorbeeld in dat wegreconstructie- en rioleringswerkzaamheden voor zover mogelijk gecombineerd uitgevoerd worden. Soms leidt dit tot het doorschuiven of vervroegen van rioleringsprojecten. De gemeente Leeuwarden staat op basis van afspraken in het Nationaal Bestuursakkoord Water voor de opgave om kosten te besparen op de rioleringszorg. De Friese gemeenten hebben een bezuinigingsopgave (vanaf 2020) van € 7,8 mln. Het Leeuwarder aandeel in deze opgave bedraagt € 1,3 mln. De gewenste kostenbesparing wordt voor een groot deel behaald via bijstelling van het beleid. Door vervangingsinvesteringen niet te kapitaliseren, maar direct ten laste van de voorziening riolering te brengen, heeft de gemeente al een deel aan rentelasten vermeden. In het nieuwste GRP is dit al opgenomen. Door synergievoordelen op onderhoud en de toepassing van risico gestuurd rioolbeheer zijn verdere kostenbesparingen mogelijk.
89
Beleidskader: - Verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2015-2018 (2014) 2.3.3e Water, kademuren, bruggen e.d. De gemeente heeft een onderhoudsplicht om watergangen en -partijen te baggeren. Daarnaast kan sprake zijn van de noodzaak van saneringen als het gaat om vervuild slib. In de afgelopen periode zijn een aantal baggerprojecten uitgevoerd. Bij de vaststelling van het baggeruitvoeringsprogramma 2014-2016 is afgesproken dat er voor de periode daarna duidelijkheid moest zijn over de overdracht c.q. de overname van het stedelijke waterbeheer door Wetterskip Fryslân. Na een moeizaam proces om te komen tot afstemming, zijn inmiddels de uitgangspunten voor overdracht bepaald. In 2015 zijn er afspraken gemaakt voor de komende periode. De daadwerkelijke overdracht van het beheer en (de kosten van) onderhoud van het stedelijk water naar Wetterskip Fryslân wordt in 2016 verwacht. Opgemerkt wordt dat in 2014 al de overdracht van het vaarwegbeheer naar de provincie Fryslân heeft plaats gevonden. Ook na de overdracht van vaarwegen en stedelijk water is, weliswaar veel minder dan nu het geval is, de gemeente nog verantwoordelijk voor het onderhoud (hekkelen en baggeren) van een aantal watergangen, zoals de binnenstadsgrachten, het Nieuwe Kanaal en bermsloten. Tot en met 2015 sluiten de beschikbare financiële middelen, zowel qua dagelijks beheer als baggerprogramma aan bij de onderhoudsverplichtingen van de gemeente Leeuwarden. Zodra de contouren van de ‘overdracht Stedelijk water’ duidelijk zijn, kan een plan voor het structurele onderhoud van de resterende gemeentelijke watergangen worden gemaakt en kunnen de organisatorische en financiële consequenties duidelijk worden gemaakt van de beide overdrachten. Een keer in de 5 jaar vinden inspectierondes ‘civieltechnische kunstwerken’ plaats, waarbij de kunstwerken op technische staat, veiligheid en visuele aspecten worden gecontroleerd. Een globale inspectieronde van alle 565 vaste civieltechnische kunstwerken (bruggen, walmuren en – beschoeiingen, steigers, duikers etc.) heeft eind 2014 plaatsgevonden. Hierdoor is inzicht verkregen in de algemene staat van deze kunstwerken. Als er tekortkomingen worden vastgesteld, volgt zo nodig nog gedetailleerde onderzoeken. De consequenties van de inspecties worden vertaald naar een meerjarenplanning met uitvoeringsmaatregelen, waarna ook de financiële gevolgen kunnen worden aangegeven. Voor de periode 2016-2020 worden nu uitvoeringsprogramma’s opgesteld voor bruggen en walmuren c.a., waarbij de eerder vermelde mogelijkheden van ris ico gestuurd beheer en gedifferentieerd onderhoud worden betrokken. De nieuw verschenen landelijke normen voor constructieve veiligheid bieden de mogelijkheid te differentiëren in de mate van constructieve veiligheid. De differentiatiemogelijkheid wordt bepaald door het wel of niet intensief gebruiken van een civiel kunstwerk. Er wordt nu gekeken in hoeverre deze norm inpasbaar is voor Leeuwarden met als doel middels conserverend onderhoud kosten te besparen. 2.3.3f Groen Ten aanzien van het beheer van openbaar groen zijn eenmalige maatregelen of omvormingen voorgesteld. De groenwerkzaamheden vormen, naast andere bronnen, ook de input voor de integrale werkplanning van de verschillende onderdelen in de openbare ruimte. De organisatie is hierbij zodanig ingericht dat de werkzaamheden in het kader van buurtonderhoud en leefbaarheid in de bedrijfsvoering groen zijn geïntegreerd. De ombouw van groen richt zich vooral op verouderd groen, waarbij een beter aanzicht én goedkoper beheer wordt nagestreefd. Begin 2015 is het beleid “Meer openbaar groen, minder regels” gewijzigd vastgesteld door de raad. Met name het onderdeel compensatie/herplant bij kap van bomen is aangepast. Eind 2015 is c.q. wordt ook het beleid op het gebied van monumentale en waardevolle bomen geharmoniseerd met 90
het beleid in de voormalige gemeente Boarnsterhim. De financiële consequenties daarvan voor 2016 en daarna worden daarbij in beeld gebracht. De storm van 28 oktober 2013 heeft veel schade aangericht aan bomen (totale schade ca. 915 ‘gevelde’ bomen). Op basis van een herplantplan zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de vervanging. De uitvoering hiervan is gestart in 2015 en zal doorlopen tot in 2016. Dit gebeurt in afstemming met bewoners/wijken/buurten. In het collegeprogramma 2014-2018 zijn middelen beschikbaar gesteld om de gifvrije heetwatermethode voor onkruidbestrijding toe te passen binnen het hele grondgebied. In het Leeuwarder deel was hier al een paar jaar ervaring mee opgedaan. Tot 1 januari 2014 werd in Boarnsterhim de DOB-methode gebruikt. Vanaf het voorjaar 2014 is de heetwatermethode ingezet voor het gehele grondgebied. Op basis van de resultaten van afgelopen jaar is er inm iddels een contract voor 4 jaar (2015-2018) afgesloten met Fryslân Miljeu. In 2015 is een optimalisatie van het maaibeleid als pilot opgezet met daarnaast een harmonisatie met het beleid van de voormalige gemeente Boarnsterhim. Op basis van de resultaten van deze pilots zal het vervolg voor 2016 en daarna worden bepaald. Bij de uitvoering wordt eveneens gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden met andere partijen. Met betrekking tot de burgerinitiatieven en bewonersbedrijven in relatie tot onderhoud wordt verwezen naar het onderdeel Beheer leefomgeving in het programma Fysiek. Relevante beleidsnota’s: - Meer openbaar groen, minder regels (2011, 2015) - Evaluatie BOR in Beeld (2009) - Bomenbeleidsplan Bomen beheren met beleid (1999) 2.3.3g Gebouwen Er zijn ongeveer 210 objecten (exclusief onderwijs) in beheer en onderhoud. Hiervan is ongeveer 25.000 m² voor eigen gebruik (Stadhuis, Stadskantoor, Historisch Centrum Leeuwarden, pand Groeneweg 3 Stadstoezicht). Voor eigen gebruik wordt bovendien nog ca. 4.500 m² van derden ingehuurd. Naast deze gebruiksobjecten worden ca. 90 kunstwerken verspreid over de gemeente beheerd en onderhouden. De objecten kunnen als volgt nader worden getypeerd: Tabel 15 Typering objecten Gemeentelijk Vastgoed (objecten die in gebruik zijn bij gemeentelijke organisatieonderdelen) Sociaal-cultureel Vastgoed (Buurthuizen, MFC, Harmonie e.d.) Kantoren/bedrijfspanden (Watercampus) Woningen Sport objecten (was- en kleedruimtes en sporthallen) Gymzalen Overige objecten Totaal
23 41 1 18 36 25 65 209
Van de genoemde objecten vallen er ca. 30 onder de categorie Rijks - of gemeentemonumenten. Het regulier onderhoud, zowel kleinschalig als grootschalig, wordt bepaald op basis van meerjaren onderhoudsplanning, gebaseerd op gebouwinspecties volgens de NEN 2767 systematiek. De eerste inspecties zijn eind 2008 uitgevoerd. In 2011 is, volgens de planning gestart met de herinspectie van 91
de gebouwen om de actuele onderhoudsstaat vast te leggen. Deze herinspectie wordt in 2016 voortgezet. De gebouwinspecties worden periodiek (eens per drie jaar) herhaald, zodat de onderhoudsbehoefte van de objecten wordt gecontroleerd en de meerjarenplanning wordt geactualiseerd naar de onderhoudsbehoefte van de vastgoedportefeuille. De verzamelde gegevens zijn ingevoerd in het beheersysteem, van waaruit meerjaren onderhoudsprogramma’s (MJOP’s) worden gegenereerd. Een MJOP is een hulpmiddel voor het bepalen van het uitvoeringsprogramma van het betreffende dienstjaar.
92
2.3.4 Financiering Deze paragraaf gaat over het financieringsbeleid van de gemeente en het daaraan gerelateerde risicobeheer. 2.3.4a Inleiding Onder treasury wordt verstaan het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Wettelijke kaders worden met name gevonden in de wet financiering decentrale overheden (wet FIDO) en de wet houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) en verder in de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). In de door de raad vastgestelde financiële verordening 2014 van de gemeente Leeuwarden liggen algemene uitgangspunten vast, die verder zijn uitgewerkt in een door het college vastgesteld financieringsbesluit 2011. Beide worden in 2015 geactualiseerd. Gezien de publieke taak van de gemeente moet bedachtzaam worden om gegaan met publieke middelen. Risicobeheersing is van groot belang. Daartoe worden renterisico’s beheerst middels de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Verder worden stringente eisen gesteld aan het uitzetten van liquide middelen: leningen en garanties mogen in principe alleen worden verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak. Voor het overige moeten overtollige middelen worden aangehouden in ’s-Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren) en blijven daar beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak. 2.3.4b Uitgangspunten renteontwikkeling in de begroting Door de aanhoudend lage rentestand kon in 2015 voordelige langlopende financiering worden aangetrokken. Dit zorgt ervoor, dat de gemiddeld te betalen rente op de langlopende schuld daalde. De omslagrente in 2016 voor investeringen daalt naar 3,0%. De omslagrente voor de grondexploitaties is verlaagd naar 2,75%. Veiligheidshalve is in de begroting 2016 rekening gehouden met 3,0% rente voor nieuw aan te trekken langlopende leningen. 2.3.4c Renterisicobeheer De gemiddelde netto vlottende schuld per kalenderkwartaal wordt getoetst aan de kasgeldlimiet. Bij een begrotingsomvang van 502,0 mln bedraagt de toegestane kasgeldlimiet 8,5% van dit bedrag ofwel € 42,7 mln. Dit is het maximale bedrag dat met kort geld mag worden gefinancierd. Interne beheersmaatregelen zijn er op gericht dat deze norm niet wordt overschreden. De hoogte van de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen van opgenomen leningen wordt getoetst aan de renterisiconorm. In de Wet FIDO is het renterisico bepaald op 20% van het begrotingsvolume. In tabel 16 wordt de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven. Conform de financiële verordening wordt er geen gebruik gemaakt van financiële derivaten. Het toegestane gebruik hiervan is door de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) overigens al beperkt tot het afdekken van financiële risico’s. Tabel 16 Renterisiconorm en renterisico (per 1/1 van het jaar)
Bedragen x € 1 mln 2016
2017
2018
2019
1a Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
0
0
1b Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
0
0
0
0
0
0
2 Netto renteherziening
(1a-1b)
3 Aflossingen 4 Rente risico
(2+3)
93
35,8
35,4
32,5
75,2
35,8
35,4
32,5
75,2
5 Begrotingsvolume
2016
2017
2018
2019
502,0
490,7
479,4
479,9
20
20
20
20
100,4
98,1
95,9
96,0
64,6
62,7
63,4
20,8
6 Het normpercentage 7 Rente risiconorm
(5*6/100)
8. Ruimte (+)
(7-4)
Uit tabel 16 blijkt dat de gemeente Leeuwarden ruimschoots binnen de renterisiconorm blijft. Over het algemeen bestaat onze financiering uit lineaire leningen, waardoor de aflossingen een redelijk gelijkmatig karakter vertonen. In 2019 moet echter een vaste lening van € 45 mln worden afgelost, waardoor het risico groter is, en de ruimte kleiner, zonder dat deze in gevaar komt. Vooralsnog worden op dit terrein geen specifieke acties overwogen. Uiteraard is het renterisico ook afhankelijk van de schuldpositie. In paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheer (2.3.2d Kengetallen en balansprognose) wordt specifiek ingegaan op dat onderwerp. 2.3.4d Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Van de uitgezette gelden kan het volgende overzicht worden gegeven. Tabel 17 Verstrekte geldleningen
Bedragen x € 1 mln Met/zonder
Risicogroep
(hypothecaire) zekerheid
Restantschuld in euro’s op
Restantschuld in euro’s op
1-1-2015
1-1-2016
Woningcorporaties met garanties WSW
Zonder
1,5
1,0
Overige toegestane instellingen (volgens de Wet FIDO)
Zonder
23,8
23,8
25,3
24,8
Totaal
Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw garant staat en de overige leningen ondergebracht zijn bij ondernemingen met een goede kredietwaardigheid kan het risico als minimaal worden beschouwd. Verder zijn er voor € 23,8 mln leningen aan en aandelen in op afstand gezette bedrijven welke voorheen tot de gemeente behoorden dan wel voortvloeien uit gemeentelijke activiteiten. Hier zitten leningen bij met een aanzienlijk risicoprofiel. Zie de paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheer. Informatie over deze bedrijven is opgenomen in de paragraaf 2.3.6 Verbonden partijen. 2.3.4e Intern liquiditeitsbeheer De betrouwbaarheid van de liquiditeitsprognoses wordt vooral bepaald door de liquiditeitsprognoses van de investeringen. De voortgang van investeringen kan echter sterk beïnvloed worden door externe factoren, zoals milieu effect rapportages en bezwaarprocedures. Bij de huidige vrij stabiele renteontwikkeling zijn de financiële risico’s ten gevolge van misschattingen in het investeringstempo beperkt. 2.3.4f Financieringsstrategie Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt uitgegaan van integrale financiering. Steeds wordt gekeken naar de totale financieringsbehoefte. Begin 2015 is vanwege de lage rentestand de totale financieringsbehoefte voor dat jaar afgedekt via langlopende leningen. Vooralsnog zal voor 2016 eenzelfde strategie worden gehanteerd. Voor het jaar 2016 wordt verwacht dat €30 mln aan geldleningen moet worden opgenomen. In de Financiële verordening Leeuwarden 2014 is bepaald dat het college gemachtigd is tot 25% van het begrotingsvolume aan langlopende geldleningen aan te trek ken. Voor 2016 is dit bedrag dus € 500,5 94
mln x 25% = € 125,1 mln. De geraamde opname van € 30 mln blijft derhalve ruim binnen deze limiet. 2.3.4g Schatkistbankieren Eind 2013 is het zogenaamde schatkistbankieren ingevoerd. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn verplicht hun overtollige liquide middelen in ’s -Rijks schatkist aan te houden. De tegoeden van de lagere overheden komen op de staatsbalans te staan en mogen van de staatsschuld worden afgetrokken, waardoor het financieringstekort van het Rijk lager wordt. Voor Leeuwarden heeft dit nauwelijks effect op de rentelasten. 3.2.2c De financiering en omslagrente De betaalde rente aan derden en de bespaarde rente op het eigen vermogen en de voorzieningen wordt, onder aftrek van de ontvangen rente, toegerekend aan de investeringen. De omslagrente die wordt gehanteerd voor de toerekening van rente aan de investeringen en de bespaarde rente op reserves en voorzieningen bedraagt 3,0%. Voor enkele investeringen wordt een afwijkend percentage gehanteerd zoals dat is vastgesteld bij de destijds door de gemeenteraad genomen investeringsbeslissing.
95
2.3.5 Bedrijfsvoering/Dienstverlening Deze paragraaf geeft inzicht in de bedrijfsvoering van de gemeente Leeuwarden. 2.3.5a Inleiding Het college ziet het als zijn taak om te zorgen dat de organisatie de veranderende rol van de overheid uitdraagt en faciliteert. Het traject van organisatieontwikkeling van de afgelopen jaren wordt onverkort doorgezet. Van een overheid die zich ontfermt ov er maatschappelijke problemen en vraagstukken en daartoe beleid en voorzieningen ontwikkelt, transformeert de gemeente naar een overheid die ruimte biedt aan maatschappelijke initiatieven en deze stimuleert en faciliteert. Deze beweging naar een ‘andere overheid’ vraagt om transformatie van de gemeentelijke organisatie. Met deze transformatie wil het college ook een bijdrage leveren aan een gezonde financiële huishouding. In het nieuwe collegeprogramma is daarom, bovenop bestaande bezuinigingsopgaven, opnieuw een taakstelling op de bedrijfsvoering van € 2,1 mln opgenomen. 2.3.5b Uitgangspunten bedrijfsvoering Belangrijke uitgangspunten voor de relatie met bewoners, bedrijven en instellingen, zijn tevens van toepassing op onze organisatie en de bedrijfsvoering: samenwerken, niet alleen binnen de organisatie, maar ook met bewoners en hun vertegenwoordigers zoals wijk- en dorpspanels, instellingen, bedrijven en collega overheden; ondernemerschap (in de organisatie heet dat persoonlijk leiderschap) staat voor een organisatiecultuur waarin professionals verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen over hun activiteiten en prestaties; vertrouwen, levert niet alleen een goede en inspirerende werksfeer op waarin professionals zich gewaardeerd weten en beter presteren, het levert ook een bijdrage aan de zo noodzakelijke vermindering van regel- en controledruk. Zonder vertrouwen, is ondernemerschap onmogelijk. 2.3.5c Wat willen we bereiken? Het college bouwt, samen met management en medewerkers aan een compacte en lenige organisatie waarin mensen het beste uit zichzelf kunnen en willen halen, die in staat is om de ambities van het (nieuwe) collegeprogramma te helpen realiseren en die adequaat kan inspelen op Rijksbeleid en maatschappelijke vraagstukken. Daarbij streeft het college naar: Een plattere organisatie, waarbij verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden belegd. Meer ruimte voor professionals, minder leidinggevenden. Efficiënte inrichting van de werkprocessen. Een organisatie die integraal werkt én denkt. 2.3.5d Verbetering van de bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling Personeelsbeleid Met het personeelsbeleid wordt een impuls gegeven aan de uitgangspunten van de bedrijfsvoering van de gemeente Leeuwarden. Het aantrekken van jong talent en het inzetten van medewerkers daar waar hun kwaliteiten het best tot hun recht komen, zodat de organisatie flexibel(er) wordt en medewerkers kansrijk op de arbeidsmarkt blijven, wordt onverkort doorgezet. Aandacht gaat uit naar duurzame inzetbaarheid, waarbij het uitgangspunt is dat al haar medewerkers, in alle levensfasen en verschillende werktypes, duurzaam, gezond en veilig werkzaam zijn. De herijking van het functiegebouw, met minder en bredere functies, wordt per 1 januari 2016 geïmplementeerd.
96
Shared Servicecentrum Leeuwarden Het Shared Servicecentrum Leeuwarden (SSL) werkt continu aan de verbetering van haar dienstverlening door het realiseren van vier doelen: Meer kwaliteit: betere dienstverlening en een hogere kwaliteit van werkprocessen; Minder kwetsbaarheid: beperken van organisatorische kwetsbaarheid zodat meer continuïteit geboden wordt; Nieuwe kansen: vergroten van de professionaliteit en deskundigheid van medewerkers; Lagere kosten: efficiënter inzetten van de beschikbare medewerkers en realiseren van schaalvoordelen; De belangrijkste ontwikkelingen c.q. opgaven voor 2016 zijn: implementatie van het zaakgericht werken en de uitfasering van archieven; Uitbreiding dienstverlening (als gevolg van externe dienstverlening en nieuwe taken in het Sociaal domein); Professionalisering van de P&C-cyclus (project LIAS); Wijzigingen als gevolg van nieuwe inrichting/taakverdeling KCC en Sociale Zaken. Sociaal en fysiek domein De beweging naar een ‘andere overheid’, vraagt eveneens een transformatie binnen het sociale en fysieke domein binnen de gemeentelijke organisatie. Dit resulteert binnen de dienst Welzijn in de herinrichting van de organisatie, mede vanwege de nieuwe taken die met de decentralisatie tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid behoren. Binnen de dienst Stadsontwikkeling en Beheer wordt ingezet op de verdere concretisering van de al in gang gezette organisatieontwikkeling; vroegtijdig inspelen op de veranderingen als gevolg van het van kracht worden van de Omgevingswet staat hierin centraal. Herinrichting Stadskantoor Door de voorgenomen herindeling met Leeuwarderadeel en Littenseradiel en de centrumgemeente functie in de regio, wordt in de komende jaren een groei voorzien van de ambtelijke organisatie. Dit vraagt om een herinrichting van het stadskantoor dat gebaseerd is op ‘activiteit gerelateerd werken of het nieuwe werken’. De eerste fase van deze herinrichting wordt in 2016 voorbereid op basis van het door de raad hiervoor beschikbaar gestelde krediet. Naar aanleiding van een motie bij de behandeling van de kredietaanvraag herinrichting ‘Boog’ stadskantoor, informeert het college als onderdeel van de midterm review de raad nader over de toekomstige huisvestingsbehoefte in relatie tot ‘het nieuwe werken’ en de bredere organisatieontwikkeling. Publieke dienstverlening Het doel blijft onverminderd om onze inwoners van goede dienstverlening te voorzien. Om dat te bewerkstelligen wordt in de eerste helft van 2016 het dienstverleningsconcept van het Klantcontactcentrum (KCC) herijkt, zodat het nog meer aansluit op de actuele ontwikkelingen in het sociale en fysieke domein. Ook investeren we in 2016 in de verdere ontwikkeling van onze digitale dienstverlening. Zo bereiden we het gebruik van de berichtenbox van M ijn Overheid.nl uit, zodat we onze inwoners een aantal zaken digitaal kunnen aanbieden, zoals uitkeringsspecificaties, notificaties voor reisdocumenten en belastingaanslagen. Daarnaast zorgen we er via de ‘Operatie BRP’ voor dat de Basisregistratie Personen (BRP) verder gedigitaliseerd wordt. De evaluatie van het dienstverleningsloket in Grou, zoals afgesproken in het collegeprogramma, zal worden meegenomen in de midterm review.
97
Blijven presteren met minder middelen Vermindering overhead en personele krimp Om adequaat te kunnen functioneren binnen de context van de faciliterende overheid, moeten verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden belegd en ruimte gegeven worden aan gemeentelijke professionals. Hierdoor is minder overhead nodig. Zowel in het management als in de ondersteuning wordt de overhead teruggebracht. Leeuwarden heeft de ambitie om te gaan behoren tot de koplopergroep van vergelijkbare organisaties. De komende jaren staan ook in het teken van de realisatie van in het ‘oude’ collegeprogramma opgenomen bedrijfsvoeringstaakstelling en de realisatie van de nieuwe taakstelling op de bedrijfsvoering van € 2,1 mln. Deze taakstellingen moeten beiden in 2017 zijn gerealiseerd en leiden tot personele krimp van de ambtelijke organisatie. Uitbesteding/samenwerking In 2016 geven we verdere uitwerking aan de in het collegeprogramma opgenomen ambitie om efficiencywinsten en kwaliteitsverbeteringen te boeken via verder gaande regionale samenwerking en het uitbesteden (outsourcen) van taken. De inmiddels gezette stappen op het terrein van gemeentelijke samenwerking vormen daarvoor een belangrijke kompasrichting. Wij informerende raad over onze visie in dat verband eveneens in het kader van de midterm review.
98
2.3.6 Verbonden partijen en andere samenwerkingsverbanden Deze paragraaf gaat over de verbonden partijen. In deze paragraaf wordt inzicht verschaft in, en informatie verstrekt over, alle partijen waar de gemeente bestuurlijke en financiële banden mee onderhoudt. Instellingen waarmee alleen een subsidierelatie is aangegaan vallen buiten de definitie van verbonden partij. 2.3.6a Definitie verbonden partijen Van een verbonden partij is sprake als het gaat om een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake wanneer de gemeente zeggenschap heeft door een vertegenwoordiging in het bestuur of door stemrecht. Het financiële belang betreft het bedrag dat de gemeente aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld en dat zij kwijt is in geval van een faillissement van de verbonden partij, respectievelijk het bedrag waarvoor de gemeente aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Instellingen waarmee alleen een subsidierelatie is aangegaan zonder dat het hiervoor beschreven bestuurlijk en financieel belang aanwezig is, vallen buiten de definitie van verbonden partij. 2.3.6b Kadernota Visie en beleid met betrekking tot de verbonden partijen van de gemeente Leeuwarden zijn vastgelegd in de Kadernota Verbonden Partijen (2007). In de nota wordt een aantal richtinggevende uitgangspunten geformuleerd voor beleid, beheer en toezicht. Daarnaast geeft de kadernota een afwegingskader voor het aangaan, volgen en beëindigen van deelnemingen. De basisfilosofie voor de keuze van de gemeente Leeuwarden om zich bestuurlijk en financieel tegenover een derde te verbinden luidt: in een verbonden partij wordt alleen deelgenomen als daarmee de uitvoering van het gemeentelijk beleid is gediend; deelname in een privaatrechtelijke rechtsvorm geschiedt alleen als onderzocht en gemotiveerd is dat de uitvoering van beleidsvoornemens beter gediend is met een privaatrechtelijke rechtsvorm dan met een publiekrechtelijke rechtsvorm. 2.3.6c Beleidsvoornemens inzake herijking eigen governance Governance is een oorspronkelijk Engelstalig begrip dat duidt op de wijze waarop organisaties bestuurd en beheerst worden, alsmede de wijze waarop het toezicht en de verantwoording hierbij is geregeld. De gemeente Leeuwarden heeft met de kadernota en een aantal uitvoeringsdocumenten haar eigen governance-instrumentarium opgebouwd in relatie tot de verbonden partijen. Door het toegenomen maatschappelijk belang van good governance is het wenselijk dit eigen instrumentarium zo nu en dan kritisch tegen het licht te houden. Daarom wordt momenteel de huidige kadernota geactualiseerd. De nieuwe kadernota wordt in het najaar van 2015 aan de raad aangeboden. Daarbij zal de nadruk liggen op de vraag in hoeverre de bestuurlijke toegevoegde waarde, de beheersing en de risico’s van elke verbonden partij nog met elkaar in evenwicht zijn evenals een jaarlijkse toets hierop bij een selecte groep van verbonden partijen met een aanzienlijk bestuurlijk en financieel belang en/of een hoog risicoprofiel. Het toekennen van een risico- en beheersprofiel per verbonden partij met een daarbij een toezichtarrangement op maat speelt dus een belangrijke rol. Datzelfde geldt ook voor de kwaliteit van governance van de verbonden partij zelf. Regelmatig contact met de counterpart binnen de verbonden partij of met een vertegenwoordiger van het toezichthoudend orgaan wordt daarom steeds belangrijker.
99
2.3.6d Informatie eisen volgens Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Volgens artikel 15 lid 1 van het BBV bevat de paragraaf verbonden partijen tenminste: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen; de lijst van verbonden partijen. De bedoelde lijst van verbonden partijen is opgenomen onder 2.3.6g. Dit overzicht vermeldt per verbonden partij de gegevens die de BBV voor deze lijst voorschrijft. Ten opzichte van de vorige begroting ontbreken 2 partijen. Dit wegens beëindiging van de participatie in de CV/BV Westergo en de verkoop van de aandelen van Attero BV. 2.3.6e Andere samenwerkingsverbanden Met ingang van deze begroting bevat deze paragraaf ook de centrumregelingen die op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (artikel 8, lid 4 Wgr) zijn getroffen. Deze vorm van samenwerking kent geen eigen rechtspersoonlijkheid en is formeel gezien geen gemeenschappelijke regeling en in die zin geen verbonden partij. Omdat in de afgelopen tijd meerdere centrumregelingen zijn ontstaan als variant voor diverse samenwerkingsverbanden tussen onze gemeente en andere Friese gemeenten is onder 2.3.6h een overzicht van deze regelingen opgenomen. Hiermee wordt tevens voldaan aan het verzoek van de raad om een dergelijk overzicht. 2.3.6f Bijzonderheden met betrekking tot de verbonden partijen met een hoog risicoprofiel Er wordt onderscheid gemaakt tussen partijen op basis van het risicoprofiel. Hieronder staat informatie over partijen met een hoog risicoprofiel. Die informatie gaat verder dan wat voorgeschreven is voor de lijst van verbonden partijen.
Bijzonderheden m.b.t. Stichting Cultureel Centrum De Harmonie De Harmonie is gevoelig voor de conjunctuur en de gevolgen van de economische crisis hebben dan ook hun sporen nagelaten. Tot en met 2013 heeft De Harmonie al haar reserves moeten aanwenden om de tekorten af te dekken. In het collegeprogramma 2014-2018 is gedurende de collegeperiode een verhoging van de subsidie van jaarlijks € 300.000 opgenomen voor De Harmonie. Van belang is dat deze incidentele uitzetting rendeert en resulteert in een structurele verbetering van de exploitatie van de schouwburg. Dit is als zodanig opgenomen in de subsidiebeschikking 2015. Vanaf 2014 laat de exploitatie weer een opwaartse lijn zien. De zakelijke mark t, horeca en voorstellingen trekken aan. Vooralsnog is voorzichtigheid geboden met betrekking tot te verwachten exploitatieresultaten in 2015 en verder. De financiële positie en de uitzetting van de subsidie van De Harmonie worden gevolgd met kwartaalrapportages. In het najaar van 2015 wordt het effect van de extra financiële inzet beoordeeld in relatie tot de dan actuele financiële positie van De Harmonie.
Bijzonderheden m.b.t. Stichting Proloog De gemeente Leeuwarden past vanaf 2011 een verscherpt toezicht toe op Proloog. De maatregelen omvatten onder meer: verplichting van Proloog om naast de statutaire verplichtingen (goedkeuring begroting en jaarrekening door de Raad) tussentijds informatie te verstrekken over de financiële stand van zaken en de ontwikkelingen. Deze situatie blijft gehandhaafd. Vanaf 2012 worden per kwartaal tussentijdse rapportages (inhoudelijk en financieel) aan de gemeente verstrekt. De inspectie van het onderwijs heeft in mei 2011 aangegeven de ontwikkelingen binnen Proloog te willen volgen op basis van (periodiek) te verstrekken informatie. Proloog is toen geplaatst op een lijst met namen van scholen/instellingen, die een financieel toezichtarrangement hebben dan wel een hoog risico daarop hebben. In december 2012 heeft de inspectie de beslissing genomen om Proloog met ingang van 2013 in de categorie “verhoogd risico” te plaatsen. (was: “hoog risico”) Dit is een verbetering ten opzichte van 2012. De verplichtingen over de informatieverstrekking aan de 100
inspectie blijven gehandhaafd. Op dit moment is Proloog in overleg met de inspectie om te komen tot een regulier basistoezichtarrangement. Na de acties die per 2011 zijn genomen is Proloog erin geslaagd om per 2012 uit de rode exploitatiecijfers te komen. De financiën blijven aandacht vergen gezien de dreigende krimp in leerlingenaantallen. De huidige positieve financiële situatie van Proloog heeft het mogelijk gemaakt om de gemeentelijke kredietfaciliteit van € 1.500.000 volledig in te lossen in 2015. Het verscherpt gemeentelijk toezicht op Proloog blijft gehandhaafd.
Bijzonderheden m.b.t. WTC Beheer BV De primaire focus van WTC Beheer is het organiseren van beurzen en bijeenkomsten voor zowel regionaal, nationaal als internationaal publiek. Hierbij wordt sinds 2007 de financiering van het WTC gedaan door de Rabobank en Gemeente Leeuwarden. Ook het WTC heeft de effecten van de crisis gevoeld. Al enkele jaren is de balansomvang niet passend bij de exploitatieomvang. Daarom is in overleg met het WTC, haar toezichthouder, de bank en gemeente afgesproken verscherpt toezicht te houden. Dit houdt in dat kort cyclisch overleg plaatsvindt op directieniveau en op bestuurlijk niveau (RvC en aandeelhouder). Het WTC heeft maatregelen getroffen om de operationele kosten naar beneden te brengen en opbrengsten te verhogen. Deze verbetering is niet toereikend om de balans passend te maken bij de exploitatie, aanvullende maatregelen zijn noodzakelijk en worden door de bank, gemeente Leeuwarden en het WTC nader uitgewerkt. Het gaat hierbij dan om balansverkorting of een activa/passiva transactie. Hierbij is door de bank aangegeven dat zij zoveel als mogelijk haar positie wil afbouwen en daarbij rekening houdt met partieel doorhalen van de schuld. Het WTC is een seizoensbedrijf, de lasten gaan voor de baat uit en dit vraagt seizoenskrediet. Tot op heden heeft de bank jaarlijks dit seizoenskrediet verstrekt. Het concrete risico voor de Gemeente Leeuwarden ontstaat indien het WTC niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen of dat de bank stopt met het verstrekken van seizoenskrediet. Gelet op het hoge risicoprofiel is er dus sprake van verscherpt toezicht en wordt de Raad op regelmatige basis geïnformeerd.
Bijzonderheden m.b.t. Caparis NV en Sociale Werkvoorziening Fryslân
Caparis Caparis NV (de uitvoerende organisatie namens de gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân) krijgt in de komende jaren volop te maken met de gevolgen van de van de Participatiewet die per1 januari 2015 is ingevoerd. Deze participatiewet vervangt de Wet Werk en Bijstand, WSW en een groot deel van de Wajong. Sinds 1 januari 2015 kunnen er daarom geen mensen meer in de WSW instromen. Dat betekent dat de groep mensen waarvoor Caparis NV werk moet vinden steeds kleiner wordt en van samenstelling verandert. De gevolgen hiervan voor de bedrijfsvoering mogen niet onderschat worden. Caparis NV staat voor de taak om op een zo rendabel en soepel mogelijke wijze werk te organiseren voor een kleiner wordend personeelsbestand. Dit moet tegelijkertijd binnen de (nieuwe) beleidskaders van de opdrachtgevende en tevens aandeelhoudende gemeenten. Vragen die hierbij spelen zijn bijvoorbeeld of er naast de afbouw van de uitvoering van de WSW voor Caparis NV een rol weggelegd is bij de uitvoering van nieuwe instrumenten uit de Participatiewet. Een groot risico hierbij voor Caparis NV is: onvoldoende helderheid en duidelijkheid van de kant van de opdrachtgevende en tevens aandeelhoudende gemeenten over welke kant het op moet met het bedrijf terwijl één ontwikkeling autonoom doorgaat: de krimp van het personeelsbestand. Uiteraard heeft Caparis NV daarnaast te maken met de normale bedrijfsrisico’s: veranderende marktomstandigheden, verwerving van voldoende passende opdrachten en de economische ontwikkeling. In de afgelopen periode is door Caparis NV veel energie gestoken in het verbeteren van de bedrijfsvoering en dus ook in het beheersen van deze risico’s. Dat lijkt succes te hebben want het operationele resultaat is de in de afgelopen jaren sterk verbeterd.
101
Sociale Werkvoorziening Fryslân Vanaf 2015 is geen sprake meer van nieuwe instroom in de WSW en lopen naar schatting meer dan 75 tijdelijke aanstellingen van WSW -ers uit Leeuwarden af. Voorlopig is besloten om deze tijdelijke aanstellingen niet automatisch om te zetten in aanstellingen voor onbepaalde tijd. Het college en de gemeenteraad van Leeuwarden hebben in 2011 besloten tot versnelde afbouw van de Sociale werkvoorziening. Leeuwarden wil geen nieuwe structurele activiteiten via de gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân ontplooien die als vervanging kunnen gaan dienen voor de huidige activiteiten. Ook bij het opzetten van het beschut werk in de zin van de Participatiewet is de gemeente Leeuwarden niet voornemens om dit uitsluitend bij de uitvoerende organisatie Caparis in zijn huidige vorm (via de gemeenschappelijke regeling) onder te brengen. Eerst wordt gekeken of dit bij reguliere werkgevers neergelegd kan worden.
Bijzonderheden m.b.t. deelneming Blitsaerd De gemeente Leeuwarden is bij het vaststellen van de koepelovereenkomst met vastgoed de Friese Wouden overeengekomen dat beide stille vennoten € 2,2 mln als vermogen inbrengen. In 2011 is als gevolg van liquiditeitsproblemen de storting conform de koepelovereenkomst geëffectueerd. De gemeentelijke storting is in het verleden afgewaardeerd met € 1,1 mln en bij het opmaken van de jaarrekening 2014 is aanvullend afgewaardeerd tot een restant van € 0,5 mln. De woningmarkt trekt in bepaalde segmenten aan en Blitsaerd zal hier in haar planvorming van moeten gaan profiteren. De ontwikkelaar spreekt frequent met de wijk op welke wijze de wijk verder invulling moet krijgen. De koers is gezet op afronding van Project A (westelijk deel van het projectgebied). Een doorkijkje in Project B laat in de toekomst een indicatief batig saldo zien waarvan 50% voor de gemeente is. Dit betekent dat er potentieel is waarmee het gemeentelijk aandeel in het vermogen terug kan worden ontvangen. Het risicoprofiel is hoog en om die reden is frequent (maandelijks) contact met de directievoerder waarbij de gemeente op de hoogte wordt gesteld van actualiteit, ontwikkelingen en het risicoprofiel.
Bijzonderheden m.b.t. gemeenschappelijke regeling FUMO De FUMO is een organisatie in opbouw waarbij processen moeten worden ingeregeld. Op basis van de ervaringen uit het eerste jaar is een herijking van het bedrijfsplan op zijn plaats en is er aandacht voor de governance. Doelstelling die hiermee wordt nagestreefd is om de productiviteit van de FUMO te vergroten. Dit alles is ook nodig omdat ook sprake is van een aantal risico’s , die zien specifiek op het aantal controles, inzet van uren en dus benodigde productiviteit. Een duidelijk mijlpaalmoment is de evaluatie die eind 2016 is voorzien op basis van de huidige gemeenschappelijke regeling. Eind 2016 moet er een robuuste organisatie staan. Om dit doel te bereiken is frequent contact tussen gemeentes onderling en uiteraard met de FUMO.
102
2.3.6g Lijst van de verbonden partijen Stichtingen en verenigingen
Domein Sociaal: Cultuur
Stichting Cultureel Centrum De Harmonie te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag)
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij)
De stichting De Harmonie beheert en exploiteert de gemeentelijke schouwburg in de stad Leeuwarden. Zij programmeert en distribueert een gevarieerd aanbod aan theater- en muziekvoorstellingen. Tevens ondersteunt de stichting een aantal festivals en speciale culturele projecten en verhuurt zij zaalruimten aan uiteenlopende organisaties en instellingen. Gemeentelijk belang M et haar activiteiten levert de stichting De Harmonie een bijdrage aan (activiteiten en prestaties begrotingsdoelen die in het programma Cultuur zijn opgenomen. Dit betreft verbonden partij in bijvoorbeeld het ontwikkelen van het cultureel bewustzijn van bewoners, het relatie tot de eigen zorgen van een sterke culturele basisinfrastructur en het aanbieden van een breed begrotingsdoelstellingen) geschakeerd cultureel aanbod. en de gemeentelijke visie De visie van de gemeente ten aanzien van deze verbonden partij is dat op deze hierop wijze de uitvoering van de hiermee verbonden taken zo goed mogelijk is gediend. Bestuurlijk belang Het bestuur van de stichting wordt benoemd door de gemeente. Bestuursbesluiten met belangrijke financiële gevolgen hebben de goedkeuring nodig van het college. Financieel belang De gemeente is gehouden eventuele exploitatietekorten met een bijdrage te dekken. Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 255.732
€ 2.492.193
€ 13.983
€ 1.919.428
2014 € 13.983 € 1.919.428 € 41.954 € 1.935.272 NB: eigen vermogen is exclusief de egalisatiereserves i.z. rente en afschrijvingen jaar 2013
jaarresultaat verbonden partij € - 154.845 (exclusief aanvullende gemeentelijke bijdrage van € 136.661)
2014
Naam directeur
€ 154.193 (is voor resultaatbestemming, een deel van het exploitatieresultaat over 2014 is gedoteerd aan de egalisatiereserve i.z. rente en afschrijvingen) A. Oostvogel
Naam voorzitter bestuur
S. Jansen
Stichtingen en verenigingen
Domein Sociaal: Werk en inkomen
Stichting Kredietbank Nederland (KBNL) te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang (doel verbonden partij)
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
Laag De stichting Kredietbank Nederland is een kredietbank die mensen met financiële problemen helpt. De belangrijkste diensten die de bank in dit verband aanbiedt zijn o.a.: sociale kredietverlening, schuldhulpverlening, inkomensbeheer, preventie en beschermingsbewind. Een ander openbaar belang dat gediend wordt is de uitoefening van het toezicht op de bank door de gemeente op basis van de Wet op het Financieel Toezicht. Voorkoming en bestrijding van armoede is ook in het belang van de gemeente. Om die reden participeert de gemeente in de kredietbank. Daarnaast voert de kredietbank in het kader van het gemeentelijk minimabeleid de schuldhulpverlening uit op basis van de gemeentelijke visie dat de positie en taken van de toenmalige gemeenschappelijke kredietbank Friesland versterkt diende te worden.
103
Stichtingen en verenigingen
Domein Sociaal: Werk en inkomen
Stichting Kredietbank Nederland (KBNL) te Leeuwarden Bestuurlijk belang
Financieel belang
De gemeente heeft de bevoegdheid om 2 leden in de Raad van Toezicht te benoemen. Verder dient de gemeente de begroting en de jaarrekening goed te keuren van de kredietbank. Veel gemeenten waar de kredietbank actief is financieren de kredietbank met langlopende leningen. De gemeente heeft € 1,313 mln uitgeleend. Dit bedrag heeft de bank weer uitgeleend aan de inwoners van de gemeente Leeuwarden.
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013 2014
€ 1.686.662 € 1.906.624
€ 26.197.580 € 23.112.967
€ 1.906.624 € 1.332.918
€ 23.112.967 € 31.438.286
jaar 2013
jaarresultaat verbonden partij € 219.963
naam directeur
2014 € -573.706 G. Jaarsma
naam voorzitter RvT
T. van M ourik
Stichtingen en verenigingen
Domein Sociaal: Jeugd en onderwijs
Stichting Proloog te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag)
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij)
De instandhouding van het openbaar basisonderwijs.
Gemeentelijk belang Volgens de onderwijswetgeving is de Raad verantwoordelijk voor het doen geven (activiteiten en prestaties van kwalitatief goed openbaar primair onderwijs in de gemeente. verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Financieel belang Financiële kerngegevens
Vanwege de slechte financiële situatie bij Proloog is er vanaf juni 2011 een verscherpt toezicht vanuit de gemeente op Proloog. De gemeente heeft tijdelijk een toezichthouder gehad in het bestuur van Proloog. De financiële situatie van Proloog is inmiddels verbeterd, maar nog steeds zorgelijk. In 2015 is Proloog overgegaan naar een Raad van Toezicht model. In de governancestatuten is het verscherpt toezicht van de gemeente op Proloog vastgelegd. De gemeente heeft een tijdelijk overbruggingskrediet verstrekt aan de stichting van € 1,5 mln. Dit is in 2015 geheel afgelost. Stand 1 januari Stand 31 december jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€
€ 4.711.388
€ 1.430.766
€ 4.670.446
374.672
2014 € 1.430.766 € 4.670.446 € 3.008.043 € 5.085.400 Het eigen vermogen is in 2014 naast toevoeging door resultaatbestemming eveneens toegenomen door overdracht van vermogen van de voormalige stichting BoBob aan de stichting Proloog a.g.v. een fusie. jaar jaarresultaat verbonden partij 2013 2014 Naam directeur Naam voorzitter bestuur
€ 1.056.095 € 151.482
A. Helder J. Hoftijser
104
Vennootschappen
Domein Fysiek: Economie en toerisme
WTC Beheer BV te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag)
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Het stimuleren van de economie en werkgelegenheid door middel van het organiseren en faciliteren van beurzen en congressen.
Gemeentelijk belang Het WTC draagt bij aan de economische profilering van de gemeente Leeuwarden. (activiteiten en prestaties Verder draagt het WTC indirect bij aan het creëren van werkgelegenheid. verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang De gemeente neemt niet bestuurlijk deel. Wel heeft zij statutair instemmingsrecht Financieel belang
Financiële kerngegevens
Naam directeur Naam voorzitter RvC
bij belangrijke bestuursbesluiten. De gemeente heeft een lening uitstaan aan WTC Beheer van € 3.049.000. Verder heeft de gemeente een vordering van € 815.000 als gevolg van opgeschorte betalingen (o.a. voor rente en aflossing). Stand 1 juni Stand 31 mei jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013/14
€ 318.425
€ 22.512.408
€ -11.305.961
€ 23.060.566
2014/15 jaar
nog niet bekend jaarresultaat verbonden partij
2013/14 2014/15
€ -11.624.206 nog niet bekend
J. Spoelstra (interim tot medio 2015) W. Sierksma
Vennootschappen
Domein Fysiek: Infrastructuur en mobiliteit
Parkeergarages Leeuwarden CV te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie
Voorzien in een adequate hoeveelheid toegankelijke overdekte parkeervoorzieningen, primair voor de binnenstadsbezoekers. Hierbij wordt gestreefd naar een (financieel evenwicht) tussen parkeergarages aan de rand van de binnenstad en het hart van de binnenstad. Dit evenwicht helpt om aanloopverliezen van nieuwe garages op te vangen met bestaande garages. Tevens voorzien de parkeergarages in reductie van ongeoorloofd parkeren in de
hierop Bestuurlijk belang
openbare ruimte. Zeggenschap bedraagt 50%
Financieel belang
Het resultaat van de parkeergarages CV wordt conform statuten verrekend met het commanditair kapitaal van de gemeente in de CV. Het commanditaire kapitaal van de gemeente bedraagt op 31 december 2014 € 2.324.350. Ter financiering van de parkeergarage Zaailand heeft de gemeente een lening verstrekt aan de Parkeergarages Leeuwarden BV waarvan het restant op 31
Financiële kerngegevens
Het in eigendom verwerven, behouden, beheren en exploiteren van parkeergarages in Leeuwarden en in het bijzonder de parkeergarages Klanderij, Oldehoofsterkerkhof, Hoeksterend, Zaailand en Oosterstraat.
december 2014 € 5,0 mln bedraagt. Stand 1 januari (€ 1.000)
Stand 31 december (€ 1.000)
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 2.693
€ 1.501
€ 2.596
€ 1.603
105
Vennootschappen
Domein Fysiek: Infrastructuur en mobiliteit
Parkeergarages Leeuwarden CV te Leeuwarden 2014 jaar
€ 2.596 € 1.603 € 2.659 jaarresultaat verbonden partij (€ 1.000)
2013 2014
€ -97 € 63
Vennootschappen
€ 1.510
Programma Fysiek: Ruimtelijke ordening
Afvalsturing Friesland NV te Leeuwarden (handelsnaam Omrin) Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie
De gemeente heeft een verantwoordelijkheid als het gaat om het verwerken van huishoudelijk afval op een efficiënte en milieuvriendelijke manier. Tevens is de doelstelling van de gemeente om met een goede afvalscheiding (ook bij de bron) de verwerkingskosten laag te houden Om deze doelstellingen te bereiken wordt de uitvoering door Afvalsturing Friesland NV uitgevoerd.
hierop
Bestuurlijk belang
De Reststoffen Energiecentrale (REC) die door Afvalsturing in 2011 is gestart beschikt over een grote capaciteit die – naast de scheiding van afvalstromen – zorgt voor acceptabele verwerkingskosten. Dit gewenste effect wordt teruggezien in de lokale heffingen. Zeggenschap als aandeelhouder.
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden bezit 426 aandelen ofwel een belang van 14,2%
Afvalsturing Friesland richt zich op de nascheiding van herbruikbare materialen uit huishoudelijk afval. Daarvoor ontvangt zij afvalstromen van ondermeer de gemeente Leeuwarden.
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari (€ 1.000)
Stand 31 december (€ 1.000)
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 41.634
€ 204.858
€ 43.794
€ 196.330
2014 jaar
€ 43.794 € 196.330 € 41.939 jaarresultaat verbonden partij (€ 1.000)
€ 184.584
2013 2014
€ 2.255 € - 1.760
Vennootschappen
Programma Fysiek: Ruimtelijke ordening
NV Fryslân Miljeu te Leeuwarden (handelsnaam Omrin) Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen)
Laag Inzameling van (huishoudelijk) afval De gemeente heeft een wettelijke taak om huishoudelijk afval in te zamelen. Dit in de breedste zin van het woord. De operationele taak van deze inzameling wordt gedaan door Fryslân M iljeu. Het gemeentelijk belang is om op deze manier, naast adequate afvalinzameling, ook het daarbij behorende tarief dat wordt doorbelast aan bewoners onder
en de gemeentelijke visie controle te houden. hierop Bestuurlijk belang
Zeggenschap als aandeelhouder
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden bezit 41.612 aandelen A ofwel een belang van 51,7 % in de regio Noordwest respectievelijk 26,5 % in de NV Stand 1 januari (€ 1.000) Stand 31 december (€ 1.000)
Financiële kerngegevens
106
Vennootschappen
Programma Fysiek: Ruimtelijke ordening
NV Fryslân Miljeu te Leeuwarden (handelsnaam Omrin) jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 4.537
€ 13.991
€ 4.953
€ 19.071
2014 jaar
€ 4.953 € 19.071 € 5.796 jaarresultaat verbonden partij (€ 1.000)
€ 18.598
2013 2014
€ 661 € 1.133
Vennootschappen: BV Sport te Leeuwarden
Programma Sociaal: Jeugd en onderwijs, Sport
Risicoprofiel (hoog of laag)
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang
Uitvoering van het gemeentelijk sportbeleid met als strategisch doel: een sportieve, gezonde en leefbare samenleving. De BV Sport beheert en exploiteert de gemeentelijke sportaccommodaties en voert
(activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
een breed scala aan activiteiten uit om de doelstellingen van het gemeentelijk sportbeleid te realiseren.
Bestuurlijk belang
Zeggenschap als aandeelhouder
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden is enig aandeelhouder van de BV Sport. Het geplaatst en gestort aandelenkapitaal bedraagt € 45.000. Stand 1 januari Stand 31 december
Financiële kerngegevens
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 1.895.897
€ 3.268.661
€ 2.035.003
€ 2.658.606
2014 jaar
€ 2.035.003 € 2.658.606 jaarresultaat verbonden partij
€ 2.329.855
€ 2.734.461
2013 2014
€ 139.106 € 294.852
Vennootschappen
Programma Sociaal: Werk en Inkomen
Caparis NV te Drachten Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang
Hoog
(doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie
Caparis NV werkt in opdracht van de GR SW Fryslân. Bij Caparis NV werken mensen met een WSW-indicatie. Caparis heeft de opdracht om de (arbeids)mogelijkheden van WSW-ers te ontwikkelen en zo goed mogelijk te benutten. Als het moet binnen het eigen bedrijf maar als het kan daarbuiten. Deze opdracht moet bovendien binnen de financiële kaders van de WSW uitgevoerd worden.
hierop Bestuurlijk belang Financieel belang
Caparis NV is het bedrijf waar mensen met een WSW-indicatie werken.
Zeggenschap als aandeelhouder De gemeente Leeuwarden bezit 9.954 aandelen ofwel een belang van 22,12%. Het geplaatst aandelenkapitaal bedraagt € 45.000.
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari (€ 1.000) jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
107
Stand 31 december (€ 1.000) eigen vermogen
vreemd vermogen
Vennootschappen Caparis NV te Drachten
Programma Sociaal: Werk en Inkomen 2013 2014
€ 60 € 1.341
jaar 2013
jaarresultaat verbonden partij (€ 1.000) € 1.281
Naam directeur
2014 € 4.327 P. Glas
Naam voorzitter RvC
R. Veenstra
€ 23.761 € 18.711
€ 1.341 € 5.668
€ 18.711 € 14.983
Vennootschappen Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag Risicoprofiel (hoog of laag)
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
De BNG is de bankier van en voor overheden evenals instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de bewoners. De BNG is de huisbankier van de gemeente. Daarnaast deelt de gemeente mee in
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
een eventuele dividenduitkering op grond van de aandelen die de gemeente in de BNG bezit.
Financieel belang
De gemeente Leeuwarden bezit 133.044 aandelen (geplaatst en volgestort aandelenkapitaal van de BNG bedraagt 55.690.720 aandelen). Het dividend over 2014 bedraagt € 0,57 per aandeel. Stand 1 januari Stand 31 december
Financiële kerngegevens
Vennootschappen:
Zeggenschap als aandeelhouder
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 2.752 mln
€ 139.476 mln
€ 3.430 mln
€ 127.753 mln
2014 jaar
€ 3.430 mln € 127.753 mln jaarresultaat verbonden partij
€ 3.582 mln
€ 149.923 mln
2013 2014
€ 283 mln € 126 mln Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten
Diverse rechtspersonen voortvloeiend uit de verkoop van Essent Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland, diende Essent uiterlijk voor 01 januari 2011 gesplitst te worden in een netwerkbedrijf en een productie - en leveringsbedrijf. Deze verplichte splitsing is doorgevoerd per 30 juni 2009. De aandelen van de productie -en leveringsbedrijf zijn daarop verkocht aan het energiebedrijf RWE. Het netwerkbedrijf is Enexis Holding NV geworden. Daarnaast omvatte Essent ook een milieubedrijf, Essent M ilieu Holding NV, dat zich richtte op afvalverwijdering- en afvalverwerking. Dit bedrijf bleef achter en kreeg de naam Attero BV. In 2014 zijn de aandelen van deze laatste BV verkocht aan de private equity organisatie Waterland. Verder leidde de verkoop van Essent tot verzelfstandiging van het 50% belang dat Essent had in de Elektriciteitsproductiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Hiervoor is een nieuwe BV opgericht, Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (PBE), waarvan de aandelen worden gehouden door de voormalige publieke aandeelhouders van Essent. Doel hiervan was het veilig stellen van het publiek belang, dat indertijd geacht werd mogelijk geschaad te worden door de verkoop van dit belang aan RWE (met het oog op het belang van de kerncentrale). Op dit moment is er overeenstemming bereikt met
108
Vennootschappen: Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Diverse rechtspersonen voortvloeiend uit de verkoop van Essent Delta NV, de andere grootaandeelhouder van EPZ, over de verkoop van EPZ aan RWE. Daardoor is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een Special Purpose Vehicle ( verkoop vennootschap). De splitsing en verkoop van Essent heeft verder geleid tot een aantal vennootschappen die meer technisch van aard zijn, in de zin dat ze als tijdelijke constructie dienen om mogelijke verplichtingen, claims en overige zaken, voortvloeiende uit de verkoop van Essent, te dekken respectievelijk definitief af te wikkelen. Deze vennootschapen zijn: CBL Vennootschap B.V. , Claim Staat Vennootschap B.V., Verkoop Vennootschap B.V. en Vordering op Enexis B.V. Deze laatste 4 vennootschappen worden hieronder niet verder toegelicht gezien hun geringe financiële en bestuurlijke belang. Vennootschappen: Enexis Holding NV te Rosmalen
Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten
Risicoprofiel (hoog of laag)
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Gemeentelijk belang
Enexis is als onafhankelijk netwerkbeheerder verantwoordelijk voor aanleg, onderhoud, beheer en ontwikkeling van transport- en distributienetten voor elektriciteit en gas in Noord-, Oost- en Zuid Nederland. In deze context voert zij taken op grond van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Enexis is het voormalige netwerkbedrijf van Essent. Bij de verkoop van de
(activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop
aandelen Essent NV is het netwerkbedrijf afgesplitst en is de gemeente medeaandeelhouder geworden van dit bedrijf. M et haar stemrecht als aandeelhouder kan de gemeente een (geringe) invloed uitoefenen op de dienstverlening en tarieven. Daarnaast deelt de gemeente als aandeelhouder mee in een eventuele dividenduitkering. Er is geen directe relatie tussen de activiteiten van de verbonden partij en de gemeentelijke begrotingsdoelstellingen.
Bestuurlijk belang
Zeggenschap als aandeelhouder
Financieel belang
Aantal aandelen 155.738 stuks
Financiële kerngegevens
Niet opgenomen gezien het geringe financiële en bestuurlijke belang.
Vennootschappen: Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV te Den Bosch Risicoprofiel (hoog of laag)
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Bij de verkoop van Essent aan RWE heeft de rechter Essent verboden het 50% belang van Essent in de Elektriciteitsproductiemaatschappij Zuid -Nederland (EPZ) mee te vervreemden. (EPZ is een groot energieproductiebedrijf waar toe ook de kerncentrale van Borssele behoort). Het belang van Essent is daarna verzelfstandigd en de aandelen van dit belang worden sindsdien gehouden door deze BV waarvan de aandelen op hun beurt weer gehouden worden door de voormalige publieke aandeelhouders van Essent. De vennootschap h eeft als special purpose vehicle ten doel alle financiële transacties rondom de verkoop van Essent verder af te handelen.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen
Er is geen directe relatie tussen de activiteiten van de verbonden partij en de gemeentelijke begrotingsdoelstellingen.
begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang
Zeggenschap als aandeelhouder
109
Vennootschappen: Programma Bestuur en middelen: Algemene baten en lasten Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV te Den Bosch Financieel belang Financiële kerngegevens
Aantal aandelen 155.738 stuks Niet opgenomen gezien het geringe financiële en bestuurlijke belang.
Vennootschappen
a. b.
Programma Fysiek: Wonen en milieu, Ruimtelijke ordening
Blitsaerd Beheer BV te Drachten CV Blitsaerd te Drachten
Risicoprofiel (hoog of laag)
Hoog
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Woningbouw in het hogere segment.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen
Voor een evenwichtige woningvoorraad heeft de gemeenteraad in 2003 (en 2005) besloten tot het aangaan van een PPS waarmee marktpartijen het hogere segment bedienen. Hierbij zijn kaders vastgesteld voor een maximum van 400 woningen. De gemeente is alleen commanditaire vennoot in de CV en aandeelhouder van de BV.
begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang BV
Zeggenschap als aandeelhouder (50%)
Bestuurlijk belang CV
Zeggenschap als commanditair of stille vennoot (49%)
Financieel belang BV
Aandelenkapitaal € 9.000
Financieel belang CV
Commanditair kapitaal € 2.262.094. De cijfers per 31 december 2013 zijn in concept en nog niet vastgesteld in de AVA.
Financiële kerngegevens BV
Financiële kerngegevens CV
Stand 1 januari eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ - 37.582
€ 18.697
€ -49.445
€ 52.583
2014 jaar
€ -49.445 € 52.583 jaarresultaat verbonden partij
Nog niet bekend
Nog niet bekend
2013 2014
€ -11.863 Nog niet bekend
jaar
eigen vermogen
Stand 1 januari 2013 2014 jaar 2013
Naam directeur
Stand 31 december
jaar
€ 1.915.553 € 1.318.640
Stand 31 december
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
€ 17.960.007 € 16.511.382
€ 1.318.640 nog niet bekend
€ 16.511.382 nog niet bekend
jaarresultaat verbonden partij € -583.296
2014 nog niet bekend H. Wind
Gemeenschappelijke regelingen
Programma Fysiek: Economie en toerisme, Infrastructuur en mobiliteit
De Marrekrite te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag)
Laag
Openbaar belang (doel verbonden partij)
Aanleg en onderhoud aanlegvoorzieningen watersport, onderhoud fietsknooppunten.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen)
De gemeente Leeuwarden heeft tot doel de voorzieningen op het gebied van watersport en het onderhoud van fietsknooppunten op een goed niveau te houden. Hieronder valt ook het verwijderen van afval op de recreatieplaatsen. Een beleidsvoornemen dat vele andere gemeenten en ook de pro vincie hebben. Om dit beleid uniform gestalte te geven nemen deze partijen deel in de
110
Gemeenschappelijke regelingen
Programma Fysiek: Economie en toerisme, Infrastructuur en mobiliteit
De Marrekrite te Leeuwarden en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang Financieel belang
gemeenschappelijke regeling M arrekrite die uitvoerend is voor de beleidsvoornemens. Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door de wethouder (stemverhouding: 1/20) Jaarlijkse bijdrage
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013 2014
€ 4.413.260 € 4.456.497
€ 253.962 € 410.197
€ 4.456.497 € 4.532.070
€ 410.197 € 638.348
jaar 2013
jaarresultaat verbonden partij € 43.237
2014
€ 75.573
Gemeenschappelijke regelingen Hûs en Hiem te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of
Stand 31 december
jaar
Programma Fysiek: Wonen en milieu
Laag
laag) Openbaar belang (doel verbonden partij)
Het objectief en onafhankelijk laten toetsen van bouwvoornemens.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen)
De gemeente heeft tot doel kritisch te zijn op bouwvoornemens die effect hebben op het aanzien van de stad. Om die reden neemt de gemeente deel in een onafhankelijk toetsing- en beoordelingsorgaan dat bouwvoornemens toetst op architectonische waarde en inpassing in de omgeving. Sinds kort is de ‘kan bepaling’ van toepassing waarmee de Rijksoverheid beoogt
en de gemeentelijke visie hierop
dat gemeenten zelfstandig (dus niet via een extern orgaan) mogen toetsen. Hiervan zijn beschermde stads- en dorpsgezichten uitgezonderd. De gemeente heeft zich vooralsnog niet uitgesproken of deze bepaling actief zal worden toegepast.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging in zowel het dagelijks als algemeen bestuur Elke gemeente in Friesland heeft 1 stem (stemverhouding: 1/24)
Financieel belang Financiële kerngegevens
Verrekening resultaat naar rato inwoneraantal Stand 1 januari
Naam directeur Naam voorzitter bestuur
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€ 83.360
€ 120.983
€ 83.360
€ 218.278
2014 jaar
€ 83.360 € 218.278 jaarresultaat verbonden partij
€ 137.685
€ 97.133
2013 2014
€ -192.492 (in 2014 bijgestort door de deelnemende gemeenten) € 54.325
M arc Visser F. Veenstra
Gemeenschappelijke regelingen
Programma Sociaal: Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Programma Veilig
Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang (doel verbonden partij)
Laag De Veiligheidsregio Fryslân, bestaande uit de GGD, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en de Brandweer Fryslân, is een gemeenschappelijke regeling van alle Friese gemeenten en verzorgt de we ttelijke
111
Gemeenschappelijke regelingen
Programma Sociaal: Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Programma Veilig
Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden taken op het gebied van veiligheid en gezondheid voor alle inwoners van Fryslân. Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie
Uitvoering van wettelijke taken, zoals bepaald in de Wet Publieke gezondheid (WGP) en de wet Veiligheidsregio. De beleidsvoornemens van de Veiligheidsregio Fryslân zijn vertaald in de begroting 2015 van de Veiligheidsregio, waarin met de komst van de regionale brandweer onderscheid wordt gemaakt in drie programma’s: gezondheid, crisisbeheersing en brandweer.
hierop
Aansluitend hierop is de governance aangepast door het instellen van twee gelijkwaardige bestuurscommissies, te weten gezondheid en veiligheid.
Bestuurlijk belang
Elke gemeente in Friesland heeft 1 stem (stemverhouding: 1/24)
Financieel belang
Ongeveer € 10 mln
Financiële kerngegevens
Stand 1 januari
Stand 31 december
jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013 2014
€ 3.030.867 € 3.413.514
€ 10.459.755 € 10.953.415
€ 3.413.514 € 3.363.248
€ 10.953.415 € 52.447.796
jaar
jaarresultaat verbonden partij
NB: eigen vermogen is exclusief nog te bestemmen resultaat 2014 ) 2013 2014
€ 94.223 € 3.225.623 (besloten is om het exploitatieresultaat uit te betalen aan de deelnemende gemeenten)
Gemeenschappelijke regelingen
Programma Sociaal: Werk en inkomen
Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten Risicoprofiel (hoog of laag) Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijk belang Financieel belang Financiële kerngegevens
Hoog Beleidsontwikkeling en –uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Vanaf 2015 is geen sprake meer van nieuwe instroom in de Wsw en lopen naar schatting meer dan 75 tijdelijke aanstellingen van Wsw 'ers uit Leeuwarden af. Voorlopig is besloten om deze tijdelijke aanstellingen niet automatisch om te zetten in aanstellingen voor onbepaalde tijd. Het college en de gemeenteraad van Leeuwarden hebben in 2011 besloten tot versnelde afbouw van de sociale werkvoorziening. Leeuwarden wil geen nieuwe, structurele activiteiten via de gemeenschappelijke regeling ontplooien die als vervanging kunnen gaan dienen voor de huidige activiteiten. Vanaf 1 januari 2008 is er sprake van vertegenwoordiging in zowel het dagelijks als algemeen bestuur (stemverhouding: 1/8 ) M ogelijke bijdrage ter verrekening van een nadelig resultaat (via Caparis NV) Stand 1 januari (€ 1.000) Stand 31 december (€ 1.000) jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013
€0
€ 18.459
€0
€ 16.870
2014 Jaar
€0 € 16.870 €0 jaarresultaat verbonden partij (€ 1.000)
€ 15.627
2013 2014
€ 0 (saldo loopt via de exploitatie van de aangesloten gemeenten) € 0 (saldo loopt via de exploitatie van de aangesloten gemeenten)
112
Gemeenschappelijke regelingen Fryske Utfieringstjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Leeuwarden Risicoprofiel Openbaar belang (doel verbonden partij) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen)
Hoog Het doen uitvoeren van diverse handhavingstaken. Het betreft hier een RUD (Regionale Uitvoeringsdienst). Het effectief uitvoeren van vergunning en handhavingstaken door expertise in de Provincie Friesland te bundelen binnen een uitvoeringsorgaan. Het taakgebied is primair de complexere en risicovolle bedrijven, waarbij ook een bovenlokale handhavingsaanpak nodig is. Secundair kan de FUM O aanvullende taken op verzoek van de deelnemers uitvoeren. M et uitzondering van de zogenaamde OWO
en de gemeentelijke visie hierop
gemeenten, nemen alle gemeenten, de provincie en het Wetterskip in Friesland deel in de FUM O. De gemeente Leeuwarden streeft correcte handhaving en vergunningverlening na, de FUM O voert uit. Vertegenwoordiging in zowel het dagelijks als algemeen bestuur
Bestuurlijk belang Financieel belang Financiële kerngegevens
Naam directeur
(stemverhouding: 1 / 23 ) Verrekening resultaat naar rato van de begrote afname in enig jaar (ligt rond de 5,4%) Stand 1 januari Stand 31 december jaar
eigen vermogen
vreemd vermogen
eigen vermogen
vreemd vermogen
2013 2014
€0 € 1.245.160
€0 €0
€0 € 1.245.160
€0 € 2.975.745
jaar 2013
jaarresultaat verbonden partij € 0
2014 € 1.245.160 M . van der Wal
113
2.3.6h Lijst van de centrumregelingen Centrumgemeente regeling (Art.8, lid 4 WGR, geen rechtspersoonlijkheid) Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten Risicoprofiel Startjaar
Laag 2015
Openbaar belang (doel van de samenwerking)
Beleidsvoorbereiding ten behoeve van de wettelijke taken op terrein van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie en de inkoop ten behoeve van wettelijke taken op het terrein van jeugdzorg en maatschappelijke ontwikkeling doelmatig en kwalitatief hoogwaardig te organiseren met de gezamenlijke Friese gemeenten. De gemeente Leeuwarden is centrumgemeente en voert voor de 23 gemeenten de inkoop, de daarmee samenhangende beleidsvoorbereiding en het financieel beheer uit.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijke belang
Financieel belang
Het college van de gemeente Leeuwarden heeft mandaat, volmacht en machtiging verkregen om alle besluiten te nemen ter uitvoering van de taken die in deze regeling zijn opgedragen aan de gemeente Leeuwarden. De kosten voor uitvoering van de taken van de centrumgemeente worden verdeeld onder alle Friese gemeenten, deels op basis van inwonersaantal en deels op basis van het percentuele aandeel cliënten Jeugdwet.
Centrumgemeente regeling (Art.8, lid 4 WGR, geen rechtspersoonlijkheid) Centrumregeling samenwerking gemeente Leeuwarderadeel en de gemeente Leeuwarden Risicoprofiel
Laag
Startjaar Openbaar belang (doel van de samenwerking)
2015 De gemeenten Leeuwarderadeel en Leeuwarden, zullen naar verwachting per 1 januari 2018, als gevolg van een gemeentelijke herindeling overgaan tot één nieuw te vormen gemeente.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijke belang
De gemeente Leeuwarden is centrumgemeente en voert voor de gemeente Leeuwarderdeel op allerlei terreinen taken uit.
Financieel belang
De kosten voor uitvoering van de opgedragen taken van de centrumgemeente worden op basis van een integrale kostprijsberekening en op basis van evenredigheid van de afname.
Het college van de gemeente Leeuwarden heeft mandaat, volmacht en machtiging verkregen om alle besluiten te nemen ter uitvoering van de taken die in deze regeling zijn opgedragen aan de gemeente Leeuwarden.
114
Centrumgemeente regeling (Art.8, lid 4 WGR, geen rechtspersoonlijkheid) Centrumregeling samenwerking gemeenten Menameradiel, Franekeradeel, het Bildt en de gemeente Leeuwarden Risicoprofiel Laag Startjaar Openbaar belang
2015 De centrumregeling is getroffen in verband met het stand brengen van facilitaire
(doel van de samenwerking)
voorzieningen (in dezen vooreerst ICT) ter ondersteuning van de uitvoering van de aan de gemeentelijke bestuursorganen opgedragen taken.
Gemeentelijk belang (activiteiten en
Intensieve samenwerking met diverse overheidspartners op het terrein van de bedrijfsvoering, past binnen de ambitie van de gemeente Leeuwarden om de
prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotingsdoelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijke belang
regionale samenwerking te intensiveren en uit te breiden.
Het college van de gemeente Leeuwarden heeft mandaat, volmacht en machtiging verkregen om alle besluiten te nemen ter uitvoering van de taken die in deze regeling zijn opgedragen aan de gemeente Leeuwarden.
Financieel belang
De kosten voor uitvoering van de opgedragen taken van de centrumgemeente worden op basis van een integrale kostprijsberekening en op basis van evenredigheid van de afname.
Centrumgemeente regeling (Art.8, lid 4 WGR, geen rechtspersoonlijkheid) Centrumregeling samenwerking Dienst Sociale zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân en de gemeente Leeuwarden Risicoprofiel Laag Startjaar Openbaar belang
2015 De centrumregeling is getroffen in verband met het stand brengen van facilitaire
(doel van de samenwerking)
voorzieningen (in dezen vooreerst ICT) ter ondersteuning van de uitvoering van de aan de gemeentelijke bestuursorganen opgedragen taken.
Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-
Intensieve samenwerking met diverse overheidspartners op het terrein van de bedrijfsvoering, past binnen de ambitie van de gemeente Leeuwarden om de regionale samenwerking te intensiveren en uit te breiden.
doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijke belang
Het college van de gemeente Leeuwarden heeft mandaat, volmacht en machtiging verkregen om alle besluiten te nemen ter uitvoering van de taken die in deze regeling zijn opgedragen aan de gemeente Leeuwarden.
Financieel belang
De kosten voor uitvoering van de opgedragen taken van de centrumgemeente worden op basis van een integrale kostprijsberekening en op basis van evenredigheid van de afname.
115
Centrumgemeente regeling (Art.8, lid 4 WGR, geen rechtspersoonlijkheid) Centrumregeling samenwerking gemeenten Ferwerderadiel en de gemeente Leeuwarden Risicoprofiel Startjaar
Laag 2015
Openbaar belang (doel van de samenwerking) Gemeentelijk belang (activiteiten en prestaties verbonden partij in relatie tot de eigen begrotings-
De centrumregeling is getroffen in verband met het stand brengen van facilitaire voorzieningen (in dezen vooreerst ICT) ter ondersteuning van de uitvoering van de aan de gemeentelijke bestuursorganen opgedragen taken. Intensieve samenwerking met diverse overheidspartners op het terrein van de bedrijfsvoering, past binnen de ambitie van de gemeente Leeuwarden om de regionale samenwerking te intensiveren en uit te breiden.
doelstellingen) en de gemeentelijke visie hierop Bestuurlijke belang
Financieel belang
Het college van de gemeente Leeuwarden heeft mandaat, volmacht en machtiging verkregen om alle besluiten te nemen ter uitvoering van de taken die in deze regeling zijn opgedragen aan de gemeente Leeuwarden. De kosten voor uitvoering van de opgedragen taken van de centrumgemeente worden op basis van een integrale kostprijsberekening en op basis van evenredigheid van de afname.
116
2.3.7 Grondbeleid Deze paragraaf gaat over het grondbeleid van de gemeente en over het opvangen van de risico’s van grondexploitaties. 2.3.7a Kaders van het grondbeleid In de nota Grondbeleid (2012) zijn de kaders van het grondbeleid vastgelegd. Leeuwarden kent een actieve grondpolitiek. Aan de hand van een tweetal thema’s, ontwikkelen en beheren, wordt het grondbeleid voor de komende jaren uitgevoerd. Daarbij bepalen de marktvraag en het woningbouwprogramma de mogelijkheden tot ontwikkeling. Locaties die vooralsnog niet in ontwikkeling worden genomen, krijgen een tijdelijke invulling waarbij deze invulling een meerwaarde heeft voor de directe omgeving. 2.3.7b Visie op het Grondbeleid Het ingezette herstel op de woningmarkt is voortgezet in 2015. Ook voor 2016 wordt een verdere groei op de koopwoningmarkt verwacht. Positieve factoren zoals een verder economisch herstel, het hoge consumentenvertrouwen, de lage hypotheekrente en het forse aantal verkochte nieuwbouwwoningen hebben naar verwachting een groter effect dan negatieve factoren, zoals de beëindiging of versobering van stimuleringsmaatregelen, de onderwater problematiek en de kredietbeperkende maatregelen. Overheidsbeleid is van grote invloed op de woningbouw en dan met namelijk de sturing op de ruimtelijke ordening. Hierbij is de sturing van de Provincies op de bestemmingsplannen van groot belang. De provincie Fryslân stuurt sterk op het verminderen van woningbouwplannen in de regio en creëert daarmee schaarste. De provincie ziet nog genoeg ruimte voor groei in Leeuwarden wat ook blijkt uit de trendprognoses van de bevolkingsgroei en het aantal huishoudens. De bevolking van Leeuwarden blijft nog lang doorgroeien, waarbij de groei zich concentreert in het aantal kleine huishoudens. Het aandeel gezinnen blijft stabiel, en daarmee is er een goede basis voor het voortzetten van een nieuwbouwprogramma in uitleglocaties die al in belangrijke mate op gezinnen gericht was. De woningmarkt heeft zowel te maken met een transitie als met de gevolgen van de economische stagnatie. De transitie van de woningmarkt houdt in dat er en een groeiende vraag naar huren is en een groeiende vraag naar stedelijk wonen. De transitie wordt ondersteund doordat (potentiële) woningkopers meer eigen vermogen moeten meebrengen. Koopstarters blijven daardoor vaker langer in een (sociale) huurwoning wonen. De groeiende vraag naar stedelijk wonen, betekent dat een groeiend deel van toevoegingen in bestaand bebouwd gebied plaatsvindt. Het betreft vaker dan voorheen functieverandering en bijvoorbeeld toevoegingen in de binnenstad. Drijvers achter deze laatste beweging zijn een veranderende samenstelling van de bevolking, met een groeiend aantal jonge en kleine huishoudens en een stabiliserend aantal gezinnen. De kantorenmarkt is structureel aan het veranderen. De verwachte vraag naar kantoren vermindert ten opzichte van het verleden. De verwachting is dat de vraag uiteindelijk ook blijvend lager zal zijn dan in eerdere jaren. Dit hangt samen met de recente economische crisis, maar meer nog met de afvlakkende werkgelegenheidsgroei. Ook trends zoals duurzaamheid, concentratie van kantooractiviteiten en flexibel werken hebben impact op de vraag van gebruikers. Kwaliteit, multifunctionaliteit (aanwezigheid van voorzieningen) en (dubbele) bereikbaarheid (met de auto en met openbaar vervoer) van kantoorlocaties (centrum/stationslocaties) worden steeds belangrijkere vestigingseisen voor moderne kantoorgebruikers. Door het Economisch Instituut Bouwnijverheid (EIB) is de nieuwbouwbehoefte voor Fryslân geraamd. De vraag voor Leeuwarden is hieruit afgeleid en is ca. 50.000 m2 bvo tot 2020. In de nieuwbouwbehoefte is rekening gehouden met de mate van benutting van bestaande voorraad en nieuwe kantoorconcepten die minder m2 per werkplek vragen.
117
Gezien de onzekerheden van aannames gaan wij uit van een bandbreedte van 30.000 -80.000 m2. Trends laten een vraag zien naar kleinere units en vooral op stationslocaties en uitvalswegen. Woningbouwlocaties Door de stagnatie in de woningbouwproductie richt het grondbeleid zich samen met het woonbeleid op maatregelen om de productie op gang te houden. Nog niet in ontwikkeling genomen gronden worden later ontwikkeld dan bij de verwerving aangenomen. Het wordt steeds belangrijker om te kijken waar de gemeentelijke prioriteiten liggen. Voor de woningbouw liggen die in kleine huishoudens, sturen op planaanbod en een stabiel evenwicht aan de onderkant van de woningmarkt. Voor uitleglocaties heeft de gemeente jaren een actieve verwervingspolitiek gevoerd. De grootste uitleglocatie is de Zuidlanden waar maximaal 5.600 woningen zijn gepland. De op 31 maart 2011 vastgestelde structuurvisie vormt de basis voor de bouw van de woningen, kantoren en voorzieningen. Binnen dat kader is de flexibiliteit in de planontwikkeling vergroot ten opzichte van het Masterplan 2003: kleinere deelprojecten, meer inspelen op actuele woningvraag en specifieke woonwensen (‘niches’ in de markt), meer kansen voor lokale en regionale bouwers, corporaties en vrije kavels. De ontwikkeling van de Zuidlanden verloopt langzamer dan voorzien, voor 2016 wordt verwacht dat er 259 woningen worden verkocht, daarnaast wordt in 2016 een supermarkt opgeleverd. Bij de planontwikkeling van het uitleggebied Blitsaerd is de samenwerking gezocht met een marktpartij in de vorm van een gezamenlijke exploitatiemaatschappij. De verkoop van kavels verloopt traag. In totaal zijn tot dusver ruim 100 van de in totaal 400 te realiseren woningen gerealiseerd in Blitsaerd. In verband met de tegenvallende verkopen, wordt eerst deelproject A afgerond, voordat er werkzaamheden in deelproject B plaatsvinden. In de bestaande stad is de Stedelijke vernieuwing in de Vrijheidswijk afgerond. Een aantal andere binnenstedelijke locaties wordt in het samenwerkingsverband met marktpartijen aangepakt. Voor het westelijk gelegen terrein van de locatie ‘Bakker Postma’ wordt samen met een marktpartij momenteel nog gezocht naar de ontwikkelmogelijkheden. Ontwikkeling van woningbouw in de dorpen vindt plaats bij Wirdum, Wytgaard en Wergea. Het gaat om totaal 230 woningen, waarvan de kavels gefaseerd uitgegeven worden. Bedrijventerreinen In het verleden zijn genoeg agrarische gronden verworven om op termijn te ontwikkelen als bedrijventerrein. Deze uitbreiding van bedrijventerreinen is gepland aan de westkant van de stad en op langere termijn in Nieuw Stroomland. Door het vaststellen van een structuurvisie en een MER is het aanbod van bedrijventerreinen voor de lange termijn planologisch gewaarborgd. Regionaal vindt er afstemming plaats in het aanbod van de bedrijfsterreinen. Door het toepassen van de SER ladder wordt het (her)gebruik van bestaande bedrijventerreinen gestimuleerd. Omdat de gemeente Leeuwarden al langere tijd terughoudend is in het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen, is de voorraad direct uitgeefbare bouwpercelen in onze gemeente niet overdreven groot. Op basis van conclusies over de vraag-aanbodsituatie, het advies van STEC over de vraag naar grotere kavels en hogere milieu categorieën en het voorzichtig aantrekken van de markt, wordt de realisatie van Newtonpark 3 voorgesteld. De ontwikkeling vindt niet op de traditionele wijze plaats. Concreet betekent dit dat er geen gedetailleerd bestemmingsplan wordt vastgesteld, g een infrastructuur wordt aangelegd en vooraf geen verkaveling wordt bepaald. De vraag vanuit het bedrijfsleven wordt hiermee leidend en bepaalt uiteindelijk mede hoe Newtonpark 3 zich ontwikkelt. Actief grondbeleid De huidige grondvoorraad is ruim voldoende om de doelstellingen ten aanzien van woningbouw en bedrijventerreinen te realiseren. Actief grondbeleid blijft het uitgangspunt, maar richt zich vooral op uitvoering. Strategische verwervingen blijven slechts incidenteel aan de orde.
118
2.3.7c Resultaatbepaling grondexploitatieprojecten Jaarlijks worden alle grondexploitaties volledig herzien. De relatie van de grondexploitaties met de Reserve grondexploitaties is volgens een aantal regels vastgelegd. Deze staan vermeld in de nota Grondbeleid 2012. 2.3.7d Reserve grondexploitaties De Reserve grondexploitaties dient om de risico’s in de grondexploitatie op te vangen. Ten gunste van de reserve worden de positieve exploitatieresultaten gebracht. Indien er sprake is van verwachte negatieve resultaten wordt een voorziening ‘verliesgevende complexen’ gevormd ten laste van de Reserve grondexploitaties. Ook kan de reserve worden aangewend voor afwaardering van gronden. De Reserve grondexploitaties vormt dus de weerstandscapaciteit voor de risico’s in de grondexploitaties. Het bepalen van de omvang van de risico’s sluit aan bij de werkwijze die ook voor paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen wordt gebruikt. De risico’s worden afgezet tegen de hoogte van de reserve. De hercalculaties die naar 1 januari 2015 geactualiseerd zijn (zie ook nota ‘Rapportage voortgang hercalculaties/grondexploitaties 2015’) leveren het volgende beeld op: positieve resultaten: op waarde van 1-1-2015 laten de grondexploitaties een positief resultaat zien van € 7,9 mln. Dit resultaat komt in de komende jaren ten gunste van de Reserve grondexploitaties. In dit bedrag is al rekening gehouden met het afsluiten van Leeuwarden Oost en Vrijheidswijk Tolhuis in 2015 (€ 209.000 en € 110.000). negatieve resultaten: de exploitaties Grut Palma, Wytgaard, Businesspark 4, Newtonpark 4, Wetterpolle en Frisia hebben een nadelig resultaat. Hiervoor is in 2015 ten laste van de Reserve grondexploitaties de voorziening negatieve complexen verlaagd met € 0,19 mln tot een bedrag van € 6,5 mln. Voor Grut Palma geldt wel dat er in het najaar 2015 een aangepast plan met bijbehorende grondexploitatie aan de Raad wordt voorgelegd ter besluitvorming. De gronden die nog niet in ontwikkeling zijn genomen worden jaarlijks beoordeeld op boekwaarde versus marktwaarde. In 2015 zijn de rentelasten van Newtonpark 3 met € 144.000 afgewaardeerd. Tabel 18 Overzicht lopende grondexploitaties in 2015 Verwacht resultaat op waarde 1-1-2015 voordelig 110 1.101
WONINGBOUWLOCATIES 19 Vrijheidswijk Tolhuis 21 Vrijheidswijk Centrum 40 51 53 56
Zuiderburen Grut Palma Wirdum Hikkemieden Wytgaard uitbreiding De Zuidlanden lopende exploitaties De Zuidlanden (totaal) Totaal woningbouw BEDRIJVENTERREIN 70 Sportvelden Hemrik (FVC)
Bedragen x € 1.000 Looptijd nadelig 2015 2016
259 -1.657 158 -26 -445 6.093 7.721
-2.128 -139
75 Leeuwarden Oost 77 Businesspark 4 84 Newtonpark fase 4 85 Frisia Totaal bedrijventerrein
209
TOTAAL GENERAAL
119
2015 2024 2022 2022 2023 2034
209
-1.470 -1.364 -1.396 -4.369
7.930
-6.497
2023 2015 2028 2028 2024
De resultaten zijn vermeld op waarde per 1 januari 2015. Dat wil zeggen dat de waarde van het resultaat teruggerekend is naar die datum. Tabel 19 Verwachte ontwikkeling Reserve grondexploitaties
Omvang Reserve grondexploitaties per 1 januari Rentemutaties Afdrachten Algemene Reserve / SIOF Resultaten grondexploitaties Afwaardering gronden + overigen
Bedragen x € 1.000
2016 9.463
2017 11.148
2018 11.607
2019 11.660
463 0
513 0
527 0
594 0
1.433
0
-419
0
-211
-54
-55
-57
2020 12.197
2.3.7e Risicobeheer Om te kunnen beoordelen of de weerstandscapaciteit voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen en of afroming van de Reserve grondexploitaties mogelijk is, is een analyse gemaakt van deze risico’s. De omschreven risico’s zijn een inschatting per 1 januari 2015. Meerdere malen per jaar worden deze opnieuw bepaald, omdat de kans waarmee het risico zich kan voordoen kan wijzigen, er meer inzicht is verkregen in het risico, of het risico door maatregelen is beperkt. Dit jaar is aangesloten bij de systematiek zoals die vorig jaar ook al is gehanteerd voor paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen. Dat houdt een verfijning in ten opzichte van de tot nu toe gehanteerde methode: risico = kans x effect. In de nieuwe systematiek worden over alle risico’s ook een totaal kansberekening gemaakt, omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor doen. De aanpassing van de systematiek is begeleid door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR). Deze systematiek onderscheid twee soorten risico’s, te weten kortlopende risico’s (periode tot 4 jaar) en langlopende risico’s (periode van 5 tot 10 jaar). De belangrijkste kortlopende risico’s zijn:
Invoering Vennootschapsbelasting De gemeente gaat vanaf 2016 te maken krijgen met de Vennootschapsbelasting Overheidsondernemingen. Hoewel het op dit moment nog niet mogelijk de exacte financiële impact te kwantificeren is er bij de risicobepaling van grondexploitaties alvast rekening mee gehouden. Invoering nieuwe BBV-regelgeving t.a.v. grondexploitaties Vanuit de commissie BBV zijn voorstellen gedaan voor aanpassingen in de waardering van grondexploitaties. Eind 2015 moet blijken of deze voorstellen ook daadwerkelijk worden ingevoerd. Dit heeft met name betrekking op grondexploitaties met een looptijd van langer dan 10 jaar. Haalbaarheid verkoopprijzen Het risico bestaat dat de geraamde opbrengststijging van 2% per jaar niet wordt gerealiseerd. Planning woningbouw Het risico bestaat dat de gecalculeerde woningaantallen in de periode 2016 t/m 2019 niet worden gehaald. Daarom is rekening mee gehouden met een scenario waarbij slechts 50% van verwachte kavelverkoop wordt gerealiseerd. Gronden in voorraad Voor de ontwikkeling van bouwlocaties zijn diverse gronden aangekocht waarvan Newtonpark 3 de grootste voorraad heeft. Vooralsnog is de veronderstelling dat ontwikkeling niet vóór 2016 plaatsvindt. In de verwachte ontwikkeling van de Reserve grondexploitaties is met dit risico rekening gehouden. 120
Strategische verwervingen De strategische verwervingen (Snekertrekweg en Zalen Schaaf) worden later ontwikkeld dan in de haalbaarheidsberekening aangenomen was. Deze aankopen zijn naar verwachte opbrengstwaarde af gewaardeerd. Hiermee is het vertragingsrisico gereduceerd. Bouwclaims Ten behoeve van het verwerven van gronden zijn in het verleden bouwclaimafspraken gemaakt. Dat wil zeggen dat in ruil voor het verkopen van de grond aan de gemeente de ontwikkelaar bouwrechten krijgt. Indien de gemeente niet tijdig aan deze verplichting voldoet, is de gemeente in een aantal gevallen een compensatiebedrag verschuldigd. De gemeente loopt achter bij het gemiddeld aantal aan te bieden woningen, bovendien worden door de marktomstandigheden locaties minder snel ontwikkeld. Er zijn nieuwe afspraken met bouwclaimhouders gemaakt waarbij de looptijd is verlengd tot 2024. Marktrisico’s/vertraging De marktrisico’s hangen samen met de conjuncturele ontwikkelingen. De rente-nadelen die hierbij optreden zijn afhankelijk van het geïnvesteerde vermogen. Voor de bepaling van dit risico is uitgegaan van de rente-nadelen die optreden bij een vertraging van 2 jaar.
Op basis van de risico-inventarisatie volgens de NAR-systematiek bedragen de lopende risico’s op korte termijn inclusief De Zuidlanden in totaal € 8,3 mln. Met een stand van de Reserve grondexploitaties van € 8,7 mln kan geconcludeerd worden dat de weerstandscapaciteit voldoende is. De lange termijn risico’s in De Zuidlanden bedragen € 11,7 mln. De buffer in de grondexploitatie Zuidlanden wordt gevormd door de netto contante waarde van € 5,17 mln plus de post onvoorzien van € 7,78 mln. De buffer is daarmee toereikend voor lange termijn risico’s.
121
2.3.8 Meerjaren investeringen In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste investeringen en op de verschuivingen in de stand van het Strategisch investerings- en ontwikkelingsfonds (SIOF). In bijlage C Meerjaren investeringsprogramma zijn alle investeringen samengebracht in één bijlage. 2.3.8a Toelichting Investeringsprogramma 2016
Sociaal
Jeugd en Onderwijs De totale investering bedraagt binnen dit programmaonderdeel bedraagt circa € 2, 8 mln. Het betreft diverse investeringen in vooral onderwijshuisvesting (IKC) en 1e inrichtingskosten (onderwijsleerpakketten en meubilair).
Fysiek
Economie en toerisme In diverse grondexploitatiegebieden worden in 2016 investeringen gedaan in de infrastructuur. Het gaat hierbij veelal om het bouwrijp of woonrijp maken van (deel)gebieden. De meeste van deze werkzaamheden worden verricht in De Zuidlanden. De verdere ontwikkeling van Newtonpark III in 2016 is afhankelijk van de vraag naar kavels op dit bedrijventerrein. Infrastructuur en mobiliteit In het kader van de uitvoering van het programma Leeuwarden Vrij-Baan wordt in 2016 gewerkt aan de reconstructie van het Europaplein en de Valeriusstraat. De dekking van de gemeentelijke bijdrage in het Europaplein is in eerdere begrotingen geregeld. In 2016 wordt € 3 mln aan provinciale subsidie voor het Europaplein opgevraagd. Evenals voorgaande jaren zijn in 2016 middelen geraamd voor algemene werkzaamheden Leeuwarden Vrij-Baan die niet zijn toe te rekenen aan de projecten. Het gaat hierbij vooral om werkzaamheden op het gebied van communicatie, programmering en het accountmanagement van projecten. Naast deze investeringen zijn voor 2016 nog de volgende investeringen voorzien. Voor de uitvoering van fietsmaatregelen uit de Notitie Fietsnetwerk Leeuwarden is een reservering van € 400.000 opgenomen. Dit bedrag wordt gebruikt voor de aanpassing van de inrichting van de Verlengde Schrans tot snelfietsroute/fietsstraat. Deze aanleg wordt gecombineerd met onderhoudswerkzaamheden. Aan de uitvoering van deze maatregel wordt prioriteit gegeven boven de opwaardering van het fietspad langs de Oostergoweg die eerder voor 2016 stond gepland. Voor het oplossen van infrastructurele knelpunten in de dorpen die vanaf 1 januari 2014 onderdeel van de gemeente zijn gaan uitmaken, is in 2015 een reservering van € 125.000 opgenomen. Inzet van deze middelen gebeurt op basis van de in 2015 vastgestelde prioritering van de aanpak van de problemen op verkeersgebied in deze dorpen. In 2015 is het Plan Waterfront Leeuwarden vastgesteld. Voor de uitvoering in 2016 van de projecten Doorsteek Schilkampen en de verhoging van de brug in de Tearnserdyk Goutum (over de sloepenroute Leeuwarden-Grou) is in totaal € 585.000 in het investeringsprogramma opgenomen, waarvan twee derde deel door de provincie vanuit het Friese Merenproject wordt betaald. Om snel kleine aanpassingen op het gebied van openbaar vervoer, verkeersveiligheid en infrastructuur in het algemeen te kunnen oplossen, worden jaarlijks in de begroting stelposten opgenomen. Dit is voor 2016 ook het geval.
122
Ruimtelijke ordening De uitvoering van de revitalisering van het Stationsgebied speelt vooral in 2016 en 2017. Vanuit infrastructurele middelen is voor deze jaren in totaal € 1 mln gereserveerd, waarvan € 400.000 in 2016. De bijdrage uit infrastructurele middelen maakt deel uit van de in 2015 door de raad vastgestelde dekking van dit project. Beheer leefomgeving De vervanging van rioleringen maakt onderdeel uit van dit programmaonderdeel. Dit gebeurt op basis van een rioleringsprogramma. De programmering v an de vervangingen in de komende jaren is gebaseerd op het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan. In totaal wordt in 2016 ruim € 2,5 mln geïnvesteerd in vervangingen. In het kader van werk met werk maken wordt de uitvoering van de rioleringswerkzaamheden afgestemd met reconstructies en met onderhoudswerkzaamheden.
Bestuur en middelen In 2016 wordt voor € 0,8 mln aan vervangingsinvesteringen in de ICT gepleegd. Het totaal aan investeringen komt daarmee in 2016 dan uit op € 22,7 mln. 2.3.8b Dekking Investeringsprogramma 2016 De dekking van de kosten van het investeringsprogramma (€ 22,7 mln) worden in tabel 20 per domein weergegeven: Tabel 20
(€) Fysiek
Sociaal
Bestuur en middelen
2.769.487
826.363
Totaal
Grondexploitaties Vrijval kapitaallasten Begrotingsmiddelen infra:
7.695.000 1.657.900
- stelpost inframiddelen 2016 - mee- en tegenvallers
2.497.000 328.000
2.497.000 328.000
Provincie Fryslân Openbaar vervoer
4.385.000 25.000
4.385.000 25.000
Voorziening riolering Totaal
2.545.000 17.475.000
7.695.000 5.253.750
2.545.000 2.769.487
826.363
22.728.750
De investeringen in de infrastructuur worden uit verschillende dekkingsbronnen gefinancierd. Jaarlijks komt vanuit de algemene middelen een stelpost infrastructuur beschikbaar voor de dekking van de eigen gemeentelijke bijdrage in infrastructurele investeringen. Voor 2016 is vanuit deze stelpost dekking beschikbaar voor een investeringsvolume van bijna € 2,5 mln. Uit het investeringsprogramma 2015 is nog een saldo beschikbaar van € 12.800 dat in 2015 wordt ingezet. Door de inzet van het saldo van mee- en tegenvallers en van reserveringen voor de stelposten kleine aanpassingen en voor integrale toegankelijkheid tot en met 2014 kan in totaal € 328.000 ex tra worden ingezet voor infrastructurele investeringen. Dit bedrag zal worden gebruikt om uitvoering te geven aan maatregelen uit de Notitie Fietsnetwerk Leeuwarden. In totaal is voor 2016 vanuit de algemene middelen dekking beschikbaar voor een gemeentelijke bijdrage in investeringen van in totaal bijna € 2,83 mln. Van dit bedrag wordt € 2.825.000 gebruikt voor investeringen in 2016. Het dan nog overblijvende bedrag van € 4.000 wordt ingezet voor de dekking van maatregelen na 2016. De kosten van de infrastructurele maatregelen in de inbreidings - en uitbreidingsgebieden waarvoor een grondexploitatie is opgezet, worden ten laste gebracht van de betreffende exploitaties.
123
De rioleringswerkzaamheden worden gedekt uit de rioolheffing en uit de Voorziening Riolering. Het gaat hierbij om de vervanging van rioleringen en om beheer en onderhoud. Dekking voor de stelpost voorzieningen openbaar vervoer wordt gevonden in de Voorziening Openbaar Vervoer. In 2016 worden bij de provincie toegekende subsidies opgev raagd voor de projecten Europaplein en Valeriusstraat/-plein. Bij beide projecten gaat het om een deel van de provinciale subsidie die voor deze projecten beschikbaar is. In totaal betreft dit in 2016 een bedrag van € 4 mln aan provinciale subsidie. Verder is in 2016 provinciale subsidie beschikbaar voor de projecten Doorsteek Schilkampen en Verhogen brug Tearnserdyk Goutum uit het Plan Waterfront Leeuwarden. Het gaat bij deze twee projecten om een subsidiebedrag van totaal € 385.000. 2.3.8c Strategisch investerings- en ontwikkelingsfonds (SIOF) Ten opzichte van het verloop van het SIOF dat in de jaarrekening 2014 is gepresenteerd is er met betrekking tot de eindstand niets gewijzigd afgezien van de geraamde inflatievergoeding die in 2016 aan het SIOF zal worden toegevoegd. Er zijn enkele wijzigingen aangebracht in de fasering van de uitnames in 2015 en 2016, maar de eindstand van het SIOF en daarmee de bestedingsruimte is daardoor niet veranderd. In de eindstand verandert alleen iets als de onttrekking voor een project lager uitvalt of helemaal komt te vervallen. Daar wordt op dit moment echter niet van uit gegaan. Dit gegeven en omdat in de begroting 2016 ook geen storting in het wordt SIOF geraamd blijft de eindstand staan op het bedrag dat ook in de jaarrekening is genoemd vermeerderd met de inflatievergoeding over 2016. (€)
Tabel 21 Werkelijke stand ultimo 2014
13.013.380
Voeding in 2015 Inflatie (herzien) Terugstorting diverse projecten Terugstorting bijdrage Harmoniekwartier 2012
130.134 1.500.000 400.000
Totaal voeding 2015
2.030.134
Totaal reserveringen 2015 (door de raad vastgesteld); herziening t.b.v. begroting 2016 Doorgeschoven, aangepaste onttrekkingen 2014: Stedelijke Economie € -940.560
-2.532.327
Gebiedsontwikkeling Wielengebied € -91.767 Culturele Hoofdstad 2018 € -1.500.000 Bijdrage herinrichting Stationsgebied
-1.500.000
University campus Fryslân Bijdrage Incidentele uitzettingen collegeprogramma
-401.000 -3.135.000
Totaal reserveringen 2015
-7.568.327
124
Tussenstand 31 december 2015/1 januari 2016
7.475.187
Voeding in 2016 Inflatie
74.752 74.752
Totaal reserveringen 2016 (door de raad vastgesteld) Valeriusplein/Julianalaan Culturele Hoofdstad 2018 Dairy Campus University campus Fryslân Bijdrage Incidentele uitzettingen Collegeprogramma Totaal reserveringen 2016
-360.000 -450.000 -1.750.000 -3.087.605 -1.615.000 -7.262.605
Eindstand 31 december 2016
287.334
Het leveren van substantiële financiële bijdragen via het SIOF aan investeringsopgaven is hiermee voorlopig niet meer mogelijk. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen investeringen meer gedaan kunnen worden; uit de jaarlijks vrijvallende kapitaallasten kunnen nieuwe investeringen worden gedekt en er is de stelpost Infrastructuur ten laste waarvan elk jaar kapitaallasten van nieuwe investeringen gebracht kunnen worden. De vraag of en hoe in de toekomst nieuwe financiële ruimte voor strategische investeringen en ontwikkelingen gerealiseerd kan worden, komt bij de Midterm Review van het collegeprogramma aan de orde.
125
3. FINANCIËLE BEGROTING
3.1 Baten en lasten 3.1.1 Overzicht van baten en lasten Tabel 22 Overzicht exclusief mutaties reserves
Bedragen x € 1.000 Begroting 2016 Lasten Baten
Rekening 2014 Lasten Baten
Begroting 2015 Lasten Baten
11.672 24.958 41.817
641 3.518 6.651
11.269 53.113 122.918
61 3.121 4.022
11.551 52.544 128.217
61 4.407 8.324
137.733 6.490
108.974 30
134.596 6.586
81.564 30
130.949 6.426
80.637 30
R2DOM002 - Fysiek R2PRG003 - Economie en toerisme R2PRG006 - Wonen en milieu R2PRG007 - Infrastructuur en mobiliteit R2PRG012 - Ruimtelijke ordening R2PRG014 - Beheer leefomgeving
39.332 23.468 7.671 2.018 42.526
33.090 16.329 4.603 164 18.161
32.281 25.634 8.040 2.071 42.984
28.064 18.176 4.546 76 17.073
37.642 25.063 9.840 1.843 43.434
34.354 17.907 4.837 76 16.933
R2DOM003 - Veilig R2PRG010 - Veiligheid
11.296
301
10.719
100
11.066
100
9.327 44.908
411 195.914
8.658 27.678
318 320.677
8.330 26.375
133 322.182
Domeinonderdelen R2DOM001 - Sociaal R2PRG001 - Cultuur R2PRG002 - Jeugd en onderwijs R2PRG004 - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling R2PRG005 - Werk en inkomen R2PRG011 - Sport
R2DOM004 - Bestuur en middelen R2PRG009 - Bestuur R2PRG015 - Algemene baten en lasten Totaal vóór mutaties reserves
403.217
388.786 486.546
477.827 493.280 489.981
Tabel 23 Mutaties reserves Domeinonderdelen R2DOM001 - Sociaal R2PRG001 - Cultuur R2PRG002 - Jeugd en onderwijs R2PRG004 - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling R2PRG005 - Werk en inkomen R2PRG011 - Sport R2DOM002 - Fysiek R2PRG003 - Economie en toerisme R2PRG006 - Wonen en milieu R2PRG007 - Infrastructuur en mobiliteit R2PRG014 - Beheer leefomgeving
Bedragen x € 1.000 Rekening 2014 Lasten Baten
Begroting 2015 Lasten Baten
Begroting 2016 Lasten Baten
0 409
145 672
0 0
151 1.000
0 0
151 401
3.342
0
0
0
0
0
328 0
0 100
0 0
0 100
0 0
0 200
5.640 3.117 0 148
4.290 2.340 775 62
1.427 0 0 0
520 1.402 500 0
1.707 0 0 0
211 3.954 866 0
126
Domeinonderdelen R2DOM003 - Veilig R2PRG010 - Veiligheid R2DOM004 - Bestuur en middelen R2PRG015 - Algemene baten en lasten Totaal mutaties reserves
Rekening 2014 Lasten Baten
Begroting 2015 Lasten Baten
0
25
0
0
0
0
22.109
41.113
14.816
21.289
7.016
6.239
35.091
49.522
16.243
24.962
8.723
12.023
Tabel 24 Begrotingsresultaat
Bedragen x € 1.000 Rekening 2014
Stand begroting voor mutaties reserves M utaties reserves Sluitend maken begroting met Algemene Reserve Stand begroting na mutaties reserves
Begroting 2016 Lasten Baten
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
403.217
388.786
486.546
477.827
493.280
489.981
31.493
49.522
14.655
24.962
4.471
12.023
3.598 438.308
1.588 438.308
502.789
4.252 502.789
502.003
502.004
3.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten In het overzicht van baten en lasten (tabel 22) zijn de bedragen exclusief de stortingen in en onttrekkingen aan reserves vermeld. Het totaal daarvan is het begrotingsresultaat vóór bestemming. Vervolgens zijn de stortingen in en de onttrekkingen aan de reserves vermeld (tabel 23). In tabel 24 wordt het begrotingsresultaat weergegeven. Uit tabel 24 blijkt dat er in 2016 sprake is van een netto begrotingssaldo van € 4.252.000 positief. Dit bedrag wordt gestort in de Algemene Reserve. Zie bijlage E voor een overzicht van incidentele lasten en baten en een overzicht van structurele stortingen en onttrekkingen aan reserves.
127
3.2 Uiteenzetting financiële positie 3.2.1 Ontwikkeling financiële positie In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de financiële positie geschetst vanaf het moment dat de begroting 2015 is vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met o.a. de uitkomsten van de gemeentefondscirculaires en de uitzettingen en inkrimpingen van de diensten. 3.2.1a Vertrek- en eindpunt Uitgangspunt voor het bepalen van deze financiële positie vormt de eindpositie van de begroting 2015 (november 2014). De toenmalige prognoses waren: Tabel 25
Bedragen x € 1.000
Structureel meerjarenperspectief
2015
2016
2017
2018
Voorlopige stand 31/12
2.409
205
2.988
83
Tabel 26
Bedragen x € 1.000
Ontwikkeling Algemene Reserve Voorlopige stand 31/12
2015
2016
2017
2018
9.180
10.745
13.440
15.253
Het structureel meerjarenbeeld sloot vorig jaar met een overschot van € 83.000 in 2018 (tabel 25). De laagste stand van de Algemene Reserve bedroeg € 9,1 mln in 2015 (tabel 2 6). Het “vertrekpunt” voor de nieuwe beleidsplanperiode is gebaseerd op bovenstaande eindposities. De actualisatie van de financiële positie leidt tot een nieuw financieel perspectief. Met betrekking tot de structurele positie sluit de jaarschijf 2019 met het saldo nul (was een overschot van € 85.000). Door diverse actuele ontwikkelingen wordt de stand van de Algemene Reserve voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op ruim € 10,3 mln. Ten opzichte van de geïnventariseerde risico’s op grond van de NARIS-systematiek, is nu sprake van een surplus van € 3,4 mln (€ 10,3 mln – noodzakelijke weerstandscapaciteit van € 6,9). In de volgende paragrafen worden de mutaties en effecten nader toegelicht. 3.2.1b Ontwikkelingen na vaststelling van de begroting 2015 e.d. Sinds het vaststellen van de (meerjaren)begroting 2015-2018, heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die het voorgaande financiële beeld hebben gewijzigd. Deze ontwikkelingen kunnen worden onderverdeeld in: Mutaties in de Algemene Uitkering uit het gemeentefonds Mee- en tegenvallers aangedragen door de diensten Hieromtrent brengen wij het volgende onder de aandacht. 3.2.1c Ontwikkelingen gemeentefonds De belangrijkste component van de algemene middelen wordt gevormd door de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De ontwikkeling van dit fonds heeft daardoor grote invloed op de gemeentelijke financiën. Belangrijke documenten waarin het Rijk de gemeenten informeert over de hoogte van de algemene uitkering zijn de mei- en septembercirculaire. De meicirculaire is gebaseerd op de Voorjaarsnota van het Rijk. Het is de schakel tussen Haagse ontwikkelingen en de vertaling naar de gemeentelijke begroting en beleid. Bij het verschijnen van de Miljoenennota van het Rijk in september wordt een septembercirculaire opgesteld, waarin gemeenten worden
128
geïnformeerd over eventuele veranderingen die na de Voorjaarsnota van het Rijk zijn opgetreden en die gevolgen hebben voor de ramingen van de gemeenten. Met betrekking tot het gemeentefonds zijn de volgende ontwikkelingen voor onze gemeente van belang: A. Loon- en prijsontwikkelingen Het accres van het gemeentefonds is jaarlijks bedoeld voor de bekostiging van de “volume ontwikkeling” (areaal e.d.) en de compensatie van nominale ontwikkelingen (lonen en prijzen). De nominale uitgangspunten voor onze gemeente worden ondermeer gebaseerd op cijfers van het Centraal Planbureau en de veronderstellingen in de gemeentefondscirculaires. Op grond hiervan wordt getracht de loon- en prijsontwikkeling vooraf zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Afwijkingen tussen de ramingen en realisatie komen echter voor. Deze afwijkingen worden door het toepassen van een verfijnde nacalculatie hersteld. Voor het opmaken van de begroting 2016 gaan we uit van: Tabel 27
(%)
Nominale ontwikkelingen
2013
2014
2015
2016
Loonontwikkeling in begroting 2016
1,07
0,75
1,00
1,75
Prijsontwikkeling in begroting 2016
1,10
1,00
1,00
1,00
Met betrekking tot de loonontwikkeling is rekening gehouden met de uitkomsten van het op 2 oktober 2014 vastgestelde CAO akkoord. De nieuwe CAO heeft een looptijd van 3 jaar: van januari 2013 tot januari 2016. Voor de loon- en prijsontwikkeling worden de budgetten gecompenseerd. Op grond van de uitkomsten van de Cao-onderhandelingen en actuele prognoses van het Centraal Planbureau met betrekking tot de prijsontwikkeling, is sprake van fors dalende indexcijfers. Deze ontwikkelingen dienen ook in de uitgaven van de gemeente Leeuwarden door te werken. Dit betekent, dat de compensatie zoals die oorspronkelijk was verondersteld voor loon- en prijsontwikkeling, neerwaarts wordt bijgesteld. De correctie van teveel aan de diensten gecompenseerde inflatie en de nieuwe compensatie voor 2016, resulteren per saldo in een voordeel van € 3,274 mln (zie tabel 32 onder 2). Voor de periode na 2016 wordt ook rekening gehouden met loon- en prijsontwikkelingen. Daartoe wordt binnen de algemene uitkering een reservering gepleegd van 1,5% per jaar voor de lonen (inclusief sociale premiedruk) en 1% voor de prijzen. Tenslotte wordt de OZB-opbrengst jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. Omdat door de economische ontwikkelingen de prijsinflatie minder hoog is dan verwacht, geeft dit voor 2016 een minderopbrengst van € 183.000 structureel (zie tabel 32 onder 3). B. Uitkomsten september- en decembercirculaire 2014/mutaties in de verdeling van het fonds Een totale doorrekening van de september- en decembercirculaire geeft een structureel voordeel van € 2,517 mln. Gemeenten doen er goed aan, om gelijktijdig ook te kijken naar hun eigen lokale variabelen op het gebied van inwoners, woonruimten, bijstandsgerechtigden e.d. Als die ook verlaagd moeten worden, daalt de Algemene Uitkering weer en kan het voordeel (deels) wegvallen. Een daling van de lokale aantallen geeft tot en met 2018 een nadeel van € 881.000. Per saldo geven de mutaties een voordeel van € 1,636 mln (zie tabel 32 onder 4).
129
C. Jaarschijf 2019 en diversen Aan de meerjarenraming van de gemeentebegroting wordt ten opzichte van vorig jaar een nieuwe jaarschijf toegevoegd i.c. 2019. Voor deze jaarschijf wordt voor het berekenen van de hoogte van de algemene uitkering, de meest actuele uitkeringsfactor gehanteerd. Hieri n zijn ook de accressen inbegrepen waar zowel de loon- en prijsstijgingen, als de kosten van areaal uitbreidingen voor onze gemeente uit gecompenseerd moeten worden. Door de groei van de gemeente neemt ook het aantal woningen en inwoners e.d. toe. Per saldo is sprake van een inkomstenverhoging van € 1,556 mln (zie tabel 32 onder 5). Ook houden we rekening met inflatie voor de nieuwe jaarschijf 2019. Daartoe wordt binnen de algemene uitkering een reservering gepleegd. Met inachtneming van een neerwaartse bijstelling voor prijsinflatie in de jaren daarvoor (van 1,5% naar 1,0%) is sprake van een uitzetting van € 1,486 mln (zie tabel 32 onder 6). Tenslotte wordt door het Rijk de tijdelijke suppletie-uitkering OZB geleidelijk afgebouwd. Dit geeft in 2019 een nadeel van € 241.000 (zie tabel 32 onder 7). In 2016 wordt de gemeente Leeuwarden voor het laatst met deze inkomstenvermindering geconfronteerd; de suppletie-uitkering is dan volledig afgebouwd. D. Meicirculaire gemeentefonds 2015 Het belang van de meicirculaire is de afgelopen jaren sterk toegenomen; dalende accressen, financiering 3D-taken, groot onderhoud aan het verdeelstelsel. Ook in de deze circulaire zijn alle elementen weer opgenomen. Voor onze gemeente geeft de meicirculaire 2015 op hoofdlijnen de volgende financiële ontwikkelingen (zie tabel 28). Per saldo is in 2019 sprake van een structureel nadeel van € 1.928 mln (zie tabel 32 onder 8). Tabel 28 Aard mutatie
2015 voorgaand jaar
1 M utaties in de omvang van het fonds
-3.303
2 M utaties in de verdeling van het fonds
621
Bedragen x € 1.000 2018 2019 Totaal
2016
2017
-2.703
638
-1.732
3.044
-1.311
252
468
-313
-331
3 Voorlopige uitkomst groot onderhoud gemeentefonds
-714
-204
-147
4 Suppletie-uitkering groot onderhoud gemeentefonds
548
-548
-21
-5
6
-2.703
638
5 Diversen Totaal
-2.070 257 -1.061 -66
379
-155 -1.220 0
-112
-1.732 -2.070
106
-26
-1.928 -1.928
Met betrekking tot de vorenstaande financiële mutaties wordt het volgende opgemerkt: 1. Mutaties in de omvang van het fonds: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de Rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de Rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af methode wordt het accres 5 genoemd. De afrekening van het accres 2014 is nadelig, een ‘min’ van landelijk € 125 mln. De Rijksuitgaven waren minder dan gedacht. Dit wordt verrekend in 2015. Daarnaast is ook uitkeringsjaar 2015 nadelig, € 221 mln. Samen € 346 mln. Dat is een flinke aderlating zo tijdens het lopende
5 Het accres geeft de algemene groei of krimp van de totale hoeveelheid geld in het gemeentefonds aan. Hier dienen de gemeenten de loon- en prijsontwikkelingen en de areaaluitbreidingen uit te bekostigen.
130
begrotingsjaar. In 2016 komt het weer goed door een accres dat even groot is als de daling in 2015. De meerjarentermijn is dan weer negatief, vooral door een daling van het accres in 2017 van € 200 mln. Verklaringen voor de daling van de Rijksuitgaven en de daarmee de negatieve bijstellingen van het accres betreffen lagere loon- prijsontwikkelingen dan eerder geraamd. Dit werkt door op de departementale begrotingen. Ook is er minder door het Rijk uitgegeven aan kinderopvangtoeslagen en studieleningen. Voor Leeuwarden leidt de daling van het accres in 2015 tot een korting van ongeveer € 3,3 mln. Meerjarig is sprake van een structureel negatief effect van € 1,061 mln in 2019. 2. Mutaties in de verdeling van het fonds: De mutaties op deze regel hebben vooral betrekking de bijstelling van de lokale aantallen van de maatstaven die worden gebruikt voor de verdeling van de algemene uitkering, zoals inwoners, bedrijfsvestigingen, belastingcapaciteit e.d. Per saldo resulteert dit in 2019 een voordeel van € 379.000. 3. en 4. Voorlopige uitkomst 2 e fase groot onderhoud verdeelstelsel en suppletie-uitkering: De afgelopen jaren is het groot onderhoud van het gemeentefonds uitgevoerd. Nadat eerder al het grootste gedeelte van het gemeentefonds op de schop was genomen, is dat nu gebeurd (2 e fase) voor de clusters Brandweer en Rampenbestrijding, Werk en Inkomen, en Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV). Met ingang van 2016 worden de uitkomsten van de 2 e fase van het groot onderhoud ingevoerd. De invoering heeft gevolgen voor de hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De voorlopige resultaten van de 2 e fase zijn eind maart bekend gemaakt. Op dat moment was voor onze gemeente sprake van een krimp van totaal ruim € 2,8 mln. De fondsbeheerders hebben aan de VNG en de Rfv advies gevraagd over de 2 e fase van het onderhoud. Volgens de adviesinstanties ontbeert het verdeelvoorstel voor het ruimtelijke cluster robuustheid, omdat een langjarige onderbouwing van de onderzoeksresultaten ontbreekt. Vanuit de aard van de uitgaven, namelijk langjarige reserveringen en investeringen, is een dergelijk langjarig beeld wel noodzakelijk. De adviezen van de VNG en Rfv hebben (ook dankzij de bestuurlijke inspanningen van de gemeente Leeuwarden), geleid tot een aanpassing van het cluster VHROSV. De nieuwe verdeling van dit onderdeel wordt in 2016 slechts gedeeltelijk ingevoerd en er is besloten tot een aanvullend onderzoek. De resultaten worden verwacht in de meicirculaire van 2016. De effecten treden dan met ingang van 2017 in werking. De cijfers in deze meicirculaire zijn dus maar een stukje van het herverdeeleffect. In 2016 volgt de rest. Voor onze gemeente betekent de 2 e fase van het groot onderhoud het volgende. In plaats van een krimp van € 2,8 mln beperken de herverdeeleffecten voor Leeuwarden zich in de meicirculaire voorlopig tot een bedrag van ongeveer € 1,2 mln (hier wordt later in deze paragraaf op teruggekomen). 5. Suppletie-uitkering groot onderhoud gemeentefonds: De overgang van de bestaande verdeling op de nieuwe verdeling is aanleiding voor een overgangsregeling om de effecten geleidelijk in te voeren. Voor de gemeente Leeuwarden is sprake van een suppletie-uitkering in 2016 van € 548.000. E. Taakmutaties, integratie- en decentralisatie-uitkeringen De omvang van het gemeentefonds verandert niet alleen als gevolg van het accres e.d., maar ook als gevolg van taakmutaties, integratie- en decentralisatie-uitkeringen. Het staand beleid van onze gemeente is dat kortingen worden doorgegeven aan de diensten. Het is aan de dienst om, via een b&w-nota aan te tonen dat zij de korting niet kan opvangen. Aanvullende/positieve bedragen worden gereserveerd en na formele besluitvorming, verwerkt in de budgetten van de diensten. De financiële gevolgen van de onderstaande taakmutaties e.d. (tabel 29) zijn dan ook budgettair neutraal in het resultaat verwerkt (=geen invloed op het financieel meerjarenbeeld).
131
In tabel 29 worden de mutaties weergegeven die het gevolg zijn van de meicirculaire. De mutaties zijn opgedeeld in een drietal rubrieken en worden zo nodig toegelicht. Tabel 29
Bedragen x € 1.000
Maatregel meicirculaire 2015
2015
2016
2017
2018
2019
637
737
= - budgetkorting / + = budgettoevoeging A
Integratie uitkering Sociaal domein
1
Sociaal domein
B
Overige Integratie en decentralisatie uitkeringen
2
-2.493
134.102
DU Bodemsanering
949
-304
3
M utatie budget IU WM O
-87
-902
4
M utatie budget DU vrouwenopvang
5
DU Eigen Kracht
6
M utatie budget DU Gezond in de Stad
7
M utatie budget DU maatschappelijke opvang
8
M utatie budget DU brede impuls combinatiefuncties
C
Taakmutaties
9
Uitvoeringskosten participatie
10
-898
619 30
-614 -30
230 28
-1.350
-230 -657
-39
68
Basisregistratie personen Totaal
12
-12
-1.600
132.383
-1.585
-207
805
Toelichting: 1. Integratie-uitkering Sociaal Domein De integratie-uitkering Sociaal domein wordt zoals eerder aangekondigd, verlaagd als gevolg van besluitvorming over de Wet langdurige zorg (WLZ) waardoor minder cliënten onder de WMO 2015 en de Jeugdwet komen te vallen. Daarnaast wordt met ingang van 2016 de objectieve verdeelmodellen WMO 2015 en jeugd toegepast en worden de desbetreffende budgetten voor het eerst ter begroting gebracht. Door de invoering treden herverdeeleffecten op. Over de gevolgen van de meicirculaire voor zowel de lokale, als regionale taken van het Sociaal domein, heeft de gemeenteraad (nota: Financieel Kader drie decentralisaties 2016) al separaat besloten. 2. Bodemsanering Op 17 maart 2015 hebben de provincies, de waterschappen, de gemeenten en het Rijk het “Convenant bodem en ondergrond 2016-2020” ondertekend. Daarmee hebben zij enkele belangrijke afspraken vastgelegd over wat zij ten aanzien van het duurzaam gebruik van de bodem en ondergrond de komende jaren willen bereiken en hoe ze daar gezamenlijk naar toe zullen werken. Daarnaast ontvangt de gemeente Leeuwarden voor 2015 nog middelen inzake het Convenant bodemontwikkelingsgebied. 3. Mutatie bestaande integratie-uitkering WMO (2007) In de circulaire zijn de macro-bedragen voor 2015 t/m 2020 opgenomen. Voor 2015 en 2016 ook de verdeling van de middelen over de gemeenten. Per saldo is sprake van een daling. 4. Mutatie bestaande decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang Voor 2015-2020 is het macrobudget gelijk. De verdeling over gemeenten verschilt echter van jaar op jaar. Voor de jaren 2016 en 2017 nemen de budgetten toe. In 2018 is sprake van een daling. 132
5. Decentralisatie-uitkering Eigen Kracht Het programma eigen kracht heeft betrekking op het activeren van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt richting werk. Op de uitnodiging van de minister van OCW aan de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s om het programma Eigen kracht uit te voeren hebben 13 gemeenten positief gereageerd; waaronder Leeuwarden. 6. Mutatie decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad Gemeenten met kwetsbare wijken krijgen via onderhavige regeling extra ruimte om de gezondheid te verbeteren van mensen in een lage sociaaleconomische positie. Ook onze gemeente heeft zich via aanmelding gecommitteerd aan het stimuleringsprogramma en ontvangt daarvoor tot en met 2017 budget. 7. Mutatie decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang Zoals bekend is de gemeente Leeuwarden een nadeelgemeente. De budgetten nemen af. In de nota “Financieel kader drie decentralisaties 2016” is e.e.a. nader toegelicht. 8. Mutatie decentralisatie-uitkering brede impuls combinatiefuncties Het structurele karakter van de huidige impuls brede scholen e.d. blijft behouden. Wel neemt de omvang van de vergoeding enigszins af. 9. Uitvoeringskosten participatie Omdat vanaf 2015 de toegang tot de Wajong wordt beperkt, gaat er een nieuwe groep mensen onder de Participatiewet vallen. Voor de uitvoeringskosten worden extra middelen aan de algemene uitkering toegevoegd. Tot en met 2018 zijn deze middelen al beschikbaar gesteld. Voor het jaar 2019 vindt nu de toevoeging plaats. 10. Basisregistratie personen Het Rijk vergoedt conform afspraken de kosten die gemeenten hebben gemaakt in verband met de invoering van het Logisch Ontwerp Gemeentelijke Basisadministratie Personen. 3.2.1d Mee- en tegenvallers diensten Met betrekking tot de uitkomsten van de mee- en tegenvallers is op dit moment over de gehele beleidsplan periode sprake van een totaal nadeel van € 1.717.000 (zie tabel 3 2 onder 9). Enkele substantiële mutaties in dat kader zijn: Tabel 30
Bedragen x € 1.000
Areaaluitbreidingen DSOB en stelpost civieltechnische werken
-795
Ontwikkelingen Veiligheidsregio 2015 – 2019
-884
Rente
290
FLO-overgangsrecht
328
Toelichting Areaaluitbreidingen: Ontwikkelingen in de stad leiden er toe, dat de beheersopgaven in de openbare ruimte voortdurend veranderen en toenemen. Per saldo is sprake van een uitzetting van bijna € 800.000. Dit wordt onder meer zichtbaar in de component “grijs” en “groen”. Bij het toevoegen van areaal wordt als uitgangspunt het kwaliteitsniveau gehanteerd, dat met de gemeenteraad is afgesproken voor vergelijkbare gebieden. Voor de technische staat van verharding geldt het niveau “basis”. Voor de technische staat van groen en voor v erzorging geldt voor de binnenstad, kantorenhaak en parken het niveau “hoog” en voor de overige gebieden het niveau “basis”.
133
Veiligheidsregio: Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân heeft het financieel kader 2016-2019 vastgesteld, welke dient als uitgangspunt voor de opstelling van de concept-begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 van de Veiligheidsregio Fryslân. In dit financieel kader 20162019 wordt een structurele uitzetting geschetst. Deze structurele uitzetting wordt voor ongeveer 85% veroorzaakt door inflatie van materiële kosten en loonontwikkelingen. Voor Leeuwarden betekent dit, dat de gemeentelijke bijdrage aan de Veiligheidsregio Fryslân eveneens stijgt. Op 29 juni 2015 heeft de gemeenteraad hiertoe een zienswijze vastg esteld en ingestemd met de conceptbegroting 2016. Rente: Door dalende rentepercentages op de geld- en kapitaalmarkt is een voordeel op het renteresultaat berekend. Het gemeentelijk omslagpercentage kan in 2015 dalen van 3,5% naar 3,25%. Per saldo resulteert dit in een structureel voordeel van € 290.000 ten gunste van de exploitatie. FLO-overgangsrecht: In het kader van de regionalisering van de brandweer is per 1 januari al het brandweerpersoneel overgegaan van de gemeente Leeuwarden naar de Veiligheidsregio Fryslân. In een bestuurlijke overeenkomst is afgesproken dat alle kosten van het zogenaamde FLO (Functioneel Leeftijdsontslag) overgangsrecht voor rekening van de gemeente Leeuwarden blijven. De kosten van het FLO-overgangsrecht wisselen sterk per jaar en lopen nog tot en met 2042. Tot dusverre waren deze kosten afgedekt door opname van een jaarlijkse kostenpost in begroting. Als gevolg van een stelselwijziging is in samenspraak met de accountant besloten dat de kosten van het FLO overgangsrecht afgedekt moeten worden door een (eenmalige) voorziening op de balans. Dit is verwerkt in de jaarrekening 2014. Als gevolg van deze stelselwijziging valt de jaarlijkse kostenpost in de begroting grotendeels vrij. De geeft een structurele meevaller van € 328.000. Voor een nadere toelichting op de overige structurele mee- en tegenvallers van de diensten wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage A Overzicht mee- en tegenvallers. 3.2.1e Nieuw financieel meerjarenperspectief A. Structureel meerjarenbeeld Na het verwerken van de mutaties in de algemene uitkering ziet de financiële positie er in eerste aanleg als volgt uit. Er wordt op dit moment voor de jaarschijf 2019 een overschot verwacht van € 994.000. Hierbij dient de volgende belangrijke kanttekening te worden gemaakt. In paragraaf 3.2.1c zijn de voorlopige uitkomsten van de 2 e fase van het groot onderhoud van het gemeentefonds uiteengezet. De nieuwe verdeling van het subcluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV), wordt in 2016 slechts gedeeltelijk ingevoerd. Er is besloten tot een aanvullend/nieuw onderzoek. Voor onze gemeente geeft de voorlopige uitkomst van de 2 e fase van het groot onderhoud een uitkomst van € 1,2 mln nadeel (zie tabel 28). Echter, het cluster VHROSV zal opnieuw worden onderzocht. Dat kan een bevestiging van de voorlopige resultaten inhouden maar kan, gezien de eerder gepresenteerde uitkomst van € 2,8 mln nadelig, ook een substantiële financiële verslechtering geven. De verwerking van de uitkomsten van het aanvullend onderzoek vindt pas plaats in de meicirculaire van 2016. Omdat nu maar een gedeelte van het herverdeeleffect (nadeel € 1,2 mln) in de meicirculaire is meegenomen, wordt geadviseerd het thans gepresenteerde overschot van € 994.000 vanwege de onzekerheden te reserveren, in afwachting van de uitkomsten van 2016. Met ingang van 2017 is daartoe een stelpost in de algemene uitkering geraamd. Het meerjarenperspectief ziet, met inachtneming van deze reservering, er dan als volgt uit. Alle jaarschijven geven een positieve uitkomst.
134
Tabel 31 Structureel meerjarenperspectief Eindstand 31/12
2015 1.588
2016 4.252
2017 4.682
Bedragen x € 1.000 2018 2019 706 0
De uitkomst in de jaarschijf 2019 kan samenvattend als volgt worden verklaard: Tabel 32
Bedragen x € 1.000
Omschrijving 1
Saldo startpositie (zie tabel 25)
83
2
Resultaat inflatie-compensatie diensten
3
Inflatiecorrectie OZB
4
Uitkomsten september- en decembercirculaire
1.636
5
Raming nieuwe jaarschijf 2019 gemeentefonds
1.556
6
Reservering inflatie 2019
7
Suppletie-uitkering OZB
8
Uitkomsten meicirculaire
-1.928
9
Saldo mee- en tegenvallers diensten
-1.717
3.274 -183
-1.486 -241
Subtotaal: 10
994
Reservering gemeentefonds vervolg groot onderhoud
-994
Totaal
0
B. Incidenteel meerjarenbeeld Na het verwerken van de incidentele mee- en tegenvallers (zie bijlage A Overzicht mee- en tegenvallers) is het meerjarenbeeld van de Algemene Reserve als volgt: Tabel 33 Ontwikkeling Algemene Reserve Eindstand 31/12
2015 10.382
2016 12.888
2017 18.247
Bedragen x € 1.000 2018 2019 20.876 23.579
De stand van de Algemene Reserve wordt voor het jaar 2015 geraamd op € 10,3 mln. Ten opzichte van de prognoses in de begroting 2015 (november 2014) kunnen de nieuwe uitkomsten als volgt worden verklaard: Tabel 34
Bedragen x € 1.000
Analyse ontwikkeling Algemene Reserve
2015
2016
1
Prognose begroting 2015 (november 2014)
9.180
10.745
2
Nieuw stand Algemene Reserve per 31/12
10.382
12.888
Mutatie reserve positie:
1.202
2.143
2.900
1.000
Verschillen analyse: A
Gemeentelijke bijdrage RSP / EGSL
B
Kredietverlening inrichtingsplan Stationsgebied
C
Stelselwijziging n.a.v. invoering Individueel Keuzebudget (IKB)
D
Rekeningresultaat Veiligheidsregio 2014
E
Andere inzet frictiemiddelen t.b.v. bibliotheekvisie
-200
F
Voorfinanciering externe dienstverlening
-590
G
Voorfinanciering herindeling
-159
H
Diversen
-648
-806
I
M utatie i.v.m. vereffening begrotingssaldi
-821
4.047
-1.500 -2.000 720
135
200
Analyse ontwikkeling Algemene Reserve J
2015
Doorwerking toename reserve positie vanuit 2015 Totaal
2016 1.202
1.202
2.143
Er is sprake van een aantal substantiële mutaties die onderstaand kort worden toegelicht: Gemeentelijke bijdrage RSP/EGSL Met de provincie is overgekomen dat de gemeentelijke bijdrage aan het RSP-project Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL) komt te vervallen. Dit omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden die de gemeente in 2010 aan deze bijdrage heeft gesteld. Het gaat hierbij om een bedrag van in totaal € 4,9 mln. Op grond van het met de provincie afgesproken betalingsritme betekent dit een meevaller voor de Algemene Reserve in 2015 van € 2,9 mln. Voor 2016 en 2017 is sprake van een meevaller van € 1 mln in dat jaar. Ook hier is rekening mee gehouden. Kredietverlening inrichtingsplan Stationsgebied Op 9 maart heeft de gemeenteraad als onderdeel van de kredietverlening voor het Inrichtingsplan Stationsgebied besloten € 1,5 mln beschikbaar te stellen uit de Algemene Reserve. De uitvoering van dit project is gestart in 2015; het grootste deel van de investeringen wordt in 2016 gedaan. De onttrekking aan de Algemene Reserve van maximaal € 1,5 mln wordt dan ook in 2016 verwacht. Daartoe is in de prognose van de Algemene Reserve rekening gehouden. Stelselwijziging n.a.v. invoering Individueel Keuzebudget (IKB) In de laatste CAO is afgesproken, dat het Individueel Keuzebudget (IKB) moet worden ingevoerd. De invoering van het IKB betekent dat gemeenten per 2017 moeten overgaan op een systeem waarbij werknemers zelf bepalen op welke momenten ze hun opgebouwde vakantiegeld en vergelijkbare vergoedingen krijgen uitgekeerd in een kalenderjaar. Deze uitkering moet altijd gedurende het kalenderjaar plaatsvinden. Dit heeft gevolgen voor de zeven maanden vakantiegeld die dan nog staan over 2016, die normaal gesproken in mei 2017 zouden worden uitbetaald (geraamd bedrag voor onze gemeente € 2 mln). De commissie BBV heeft aangegeven dat deze zeven maanden in 2016 als (incidentele) extra last dienen te worden verantwoord. Hiertoe wordt thans voorzien. Voor een nadere toelichting op de overige incidentele mee- en tegenvallers wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage A Overzicht mee- en tegenvallers. Algemene Reserve en weerstandsvermogen Met betrekking tot de hoogte van de Algemene Reserve van ruim € 10,3 mln wordt nog het volgende onder de aandacht gebracht. De voor het jaar 2016 geïnventariseerde risico’s zijn voor de bepaling van het totale weerstandsvermogen verwerkt in het simulatieprogramma van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR). Per risico is bedrag en kans (in %) ingevoerd. Het simulatieprogramma berekent op basis van deze gegevens de totaal benodigde weerstandscapaciteit ten aanzien van de algemene risico’s. Dit zijn de risico’s die ten laste komen van de Algemene Reserve + de post Onvoorzien. Daarnaast worden, zoals bekend, afzonderlijke risicoanalyses uitgevoerd voor risico’s verband houdende met de 3 decentralisaties in het sociaal domein en de grondexploitaties. Voor deze twee risicogroepen zijn aparte risicoreserves aanwezig. Voor de algemene risico’s geldt als beleidsregel, dat de verhouding tussen de risico’s en de weerstandscapaciteit 1,5 zou moeten zijn. Ofwel dat de Algemene Reserve samen met de post Onvoorzien 1,5 keer zo groot moet zijn als de uitkomst van de risicosimulatie. Op basis van de simulatie én na toepassing van deze regel kan met 90% zekerheid gesteld kan worden dat voor de algemene risico’s een weerstandscapaciteit van € 6,9 mln toereikend is.
136
Met betrekking tot de veronderstelde meerjarige toename van de Algemene Reserve (oplopend tot meer dan € 20 mln/zie tabel 33) wordt een belangrijke kanttekening gemaakt. De geraamde eindstanden dienen in de komende jaren nog te worden gerealiseerd. Vanuit het realisatieprincipe (middelen pas gaan besteden nadat ze daadwerkelijk zijn gerealiseerd) en de egalisatiefunctie van de Algemene Reserve (opvangen van de jaarlijkse begrotingsresultaten), wordt aanwending van deze toekomstige middelen ontraden. Voor nadere analyse of de beschikbare weerstandscapaciteit toereikend is om de financiële gevolgen van onverwachte gebeurtenissen (risico’s) op te vangen, wordt verwezen naar paragraaf 2.3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 3.2.1f Conclusie Hiervoor zijn de effecten van o.a. de meicirculaire e.d. op het financiële beeld voor de komende meerjarenperiode 2016-2019 geschetst. In het structureel meerjarenbeeld sluiten alle jaarschijven. De omvang van de Algemene Reserve bedraagt in het jaar 2015 € 10,3 mln. Deze omvang is voldoende groot om op basis van de huidige inzichten de geïnventariseerde risico’s op grond van de NARIS-systematiek, op te kunnen vangen. Per saldo is in 2015 sprake van een surplus van € 3,3 mln. Voor wat betreft onze structurele en incidentele begrotingspositie is sprake van een solide financiële huishouding. Ondanks het voorzichtige economische herstel, blijv en er financiële onzekerheden bestaan (waaronder oplopende inflatie) en blijft voorzichtigheid geboden. In deze tijden van bezuinigingen is de opgaaf dan ook, om de ambities genoemd in het collegeprogramma Iedereen is Leeuwarden/Ljouwert is eltsenien 2014 -2018 ten uitvoer te brengen. In de begin 2016 op te stellen tussenevaluatie van het collegeprogramma wordt hier nader op ingegaan.
137
3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen In deze paragraaf van de beschouwingen over de financiële positie wordt aandacht besteed aan enkele specifieke onderwerpen. 3.2.2a Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Onder deze verplichtingen moet worden verstaan de aanspraken van het huidige dan wel het voormalige personeel op (toekomstige) uitkeringen. Op grond van de gemeentelijke boekhoudvoorschriften mag slechts een voorziening gevormd worden voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een niet-vergelijkbaar volume. Per 1 januari 2016 zijn voor het opvangen van arbeidskosten gerelateerde verplichtingen de volgende financiële middelen beschikbaar: Tabel 35
Bedragen x € 1.000 Omvang Opgenomen in voorziening exploitatie per 1-1-16 2016
Soort verplichting Overgangsregeling voormalig brandweerpersoneel
6.515
0
Pensioenen voormalige bestuurders
5.912
373
Uitkeringen voormalig personeel
3.361
77
198
0
0
29
15.986
479
Wachtgeld voormalige bestuurders Wachtgeld flankerend beleid Totaal
3.2.2b De stand en het verloop van de reserves Het verwachte verloop van de Algemene Reserve is toegelicht in 3.2.1a Vertrek- en eindpunt. Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de overige reserves is opgenomen in bijlage B Verloop reserves en voorzieningen. 3.2.2c De stand en ontwikkeling van de voorzieningen Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de voorzieningen is opgenomen in bijlage B Verloop reserves en voorzieningen. 3.2.2d Het aandeel van de gemeente Leeuwarden in het EMU-tekort In het verdrag van Maastricht is vastgelegd dat het EMU-tekort (het gezamenlijk begrotingstekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen) van een bepaald land dat behoort tot de Europese Monetaire Unie (EMU) niet hoger mag zijn dan 3% van het Nationaal Inkomen van het betreffende land. Dit is afgesproken om een ‘harde’ Euro te garanderen. In 2003 is gebleken dat het EMU-tekort van Nederland over de grenswaarde van 3% ging. Een belangrijk deel van dit tekort werd veroorzaakt door de lokale overheden. Daarom zijn er tussen het kabinet enerzijds en de VNG, het IPO en de UvW anderzijds afspraken gemaakt om het a andeel van de lokale overheden in het EMU-tekort te beheersen. Een van die afspraken behelst een betere informatievoorziening met betrekking tot het aandeel van het tekort dat door de lokale overheden wordt veroorzaakt. Daartoe moet met ingang van het begrotingsjaar 2006 in de gemeentebegrotingen een door het Rijk ontworpen model worden opgenomen, waarin het aandeel dat een betreffende gemeente in het EMU-tekort veroorzaakt, wordt berekend.
138
Volgens de regels van het stelsel van lasten en baten heeft de gemeente een sluitende begroting. Via het door het Rijk opgestelde model moeten de cijfers van de gemeente worden omgezet naar het door het Rijk gehanteerde kasstelsel om de cijfers van het Rijk en die van de lagere overheden te kunnen samenvoegen. Zoals uit het volgende model blijkt is het aandeel in het EMU-tekort dat door de gemeente Leeuwarden wordt veroorzaakt € 21,6 mln in 2015. Over de jaren 2016 en 2017 is sprake van een tekort van € 4,3 mln. Tabel 36 2015
Bedragen x € 1.000 2016 2017
Volgens realisatie begroting 2015
Volgens begroting 2016
Volgens meerjarenraming in begroting 2017
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
-8.719
-1.800
-1.800
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
14.545
14.811
14.811
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
11.492
11.121
11.121
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
-33.681
-15.585
-15.585
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: 9.077
6.220
6.220
-36.947
-15.555
-15.555
35.454
8.518
8.518
-12.803
-12.074
-12.074
0
0
0
nee
nee
nee
-21.582
-4.344
-4.344
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11
Verkoop van effecten:
a
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
b
Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
139
3.2.3 Meerjarenraming Tabel 37 Meerjarenraming lasten Rekening Begroting Begroting Domeinonderdelen R2DOM001 - Sociaal R2PRG001 - Cultuur R2PRG002 - Jeugd en onderwijs R2PRG004 - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling
Bedragen x € 1.000 Raming Raming Raming
2014
2015
2016
2017
2018
2019
11.672 25.367 45.159
11.269 53.113 122.918
11.551 52.544 128.217
11.039 50.244 129.567
10.354 50.027 129.585
10.354 50.086 130.901
138.061 6.490
134.596 6.586
130.949 6.426
127.921 5.969
125.333 5.851
124.619 5.851
R2DOM002 - Fysiek R2PRG003 - Economie en toerisme R2PRG006 - Wonen en milieu R2PRG007 - Infrastructuur en mobiliteit
44.971 26.584 7.671
33.707 25.634 8.040
39.348 25.063 9.840
39.003 24.933 8.497
37.435 24.948 9.207
38.945 24.948 9.272
R2PRG012 - Ruimtelijke ordening R2PRG014 - Beheer leefomgeving
2.018 42.674
2.071 42.984
1.843 43.434
1.835 43.694
1.735 44.155
1.885 44.282
R2PRG010 - Veiligheid
11.296
10.719
11.066
10.849
10.162
10.234
R2DOM004 - Bestuur en middelen R2PRG009 - Bestuur R2PRG015 - Algemene baten en lasten
9.327 67.018
8.658 42.494
8.330 33.391
8.127 29.063
7.823 22.789
7.823 20.746
R2PRG005 - Werk en inkomen R2PRG011 - Sport
R2DOM003 - Veilig
Totaal lasten
438.308
502.789 502.003
490.741 479.404 479.945
Tabel 38 Meerjarenraming baten Domeinonderdelen R2DOM001 - Sociaal R2PRG001 - Cultuur R2PRG002 - Jeugd en onderwijs
Rekening Begroting Begroting 2014 2015 2016
Raming 2017
Bedragen x € 1.000 Raming Raming 2018 2019
786 4.190
212 4.121
212 4.808
212 4.806
212 4.804
212 4.802
6.651
4.022
8.324
8.324
8.324
8.324
108.974
81.564
80.637
79.089
77.648
77.648
130
130
230
30
30
30
R2DOM002 - Fysiek R2PRG003 - Economie en toerisme
37.379
28.584
34.565
34.562
34.562
34.562
R2PRG006 R2PRG007 R2PRG012 R2PRG014
18.668 5.378 164 18.223
19.578 5.046 76 17.073
21.861 5.703 76 16.933
22.061 5.953 76 16.933
18.926 5.953 76 16.933
18.926 5.953 76 16.933
326
100
100
100
100
100
411 237.028
318 341.966
133 328.421
133 318.461
133 311.703
133 312.246
R2PRG004 - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling R2PRG005 - Werk en inkomen R2PRG011 - Sport
- Wonen en milieu - Infrastructuur en mobiliteit - Ruimtelijke ordening - Beheer leefomgeving
R2DOM003 - Veilig R2PRG010 - Veiligheid R2DOM004 - Bestuur en middelen R2PRG009 - Bestuur R2PRG015 - Algemene baten en lasten Totaal baten
438.308
140
502.789 502.003
490.741 479.404 479.945
Bijlagen
141
142
Bijlage A. Overzicht mee- en tegenvallers I. II. III. IV.
Startpositie Mee- en tegenvallers structureel Mee- en tegenvallers incidenteel Eindoverzicht
143
I Startpositie Bedragen x € 1.000 Structureel Meerjarenperspectief 1
Startpositie
2015 2.409
2016 2.409 -2.204
205 2.783
2018 2.988 -2.905
Eindstand 31/12
2.409
205
2.988
83
83
2015 12.165 12.165 425 761 681 86 -7.347
2016 9.180 9.180 321 761 681 86 -489
2017 10.745 10.745 376 761 681 86 -2.197
2018 13.440 13.440 470 761 681 86 -105 -163
2019 15.253 15.253 533 761 681 86 0 -163
2.409 9.180
205 10.745
2.988 13.440
83 15.253
83 17.234
M utaties vlg. meerjarenraming
2017
2019 83
Bedragen x € 1.000 Ontwikkeling Algemene Reserve Startpositie Gecorrigeerde stand per 1 januari 1 Rentetoevoeging 2 Rentesurplus overige reserves 3 Reguliere storting 4 Vermogenswinsten 5 Diverse mutaties uit voorgaande begrotingen + moties 6 Derving i.v.m. wijziging rentesystematiek Storting van het structureel begrotingsoverschot Eindstand 31/12
144
II Mee- en tegenvallers structureel Bedragen x 1.000 Nr.
Dienst/omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Toelichting
Gemeentefonds 1.1
Uitkomsten septembercirculaire
-478
1.331
844
827
1.2
Uitkomsten decembercirculaire
190
-221
22
2
1.3
M utaties in de verdeling van het fonds
-24
-32
-340
-485
1.4
Bijstelling suppletie-uitkering OZB
1.5
Uitkeringsfactor 2019
1.6
Vrijval reserveringen inflatie GF
1.7
Reservering inflatie
-59
-61 -2.460
1.8
Bijstelling nominale ontwikkelingen
365
365
1.9
Herindelingsbijdrage
71
-761
159
-159
1.10 Voorbereiding 1e fase herindelingen
929 -241
627
2.401
761
-71
364
145
Betreft de financiële uitkomsten van het doorrekenen van de septembercirculaire 2014. Vooral de ontwikkeling van de uitkeringsbasis als gevolg van nieuwe landelijke aantallen heeft een positief effect op de uitkeringsfactor. Betreft de financiële uitkomsten van het doorrekenen van de decembercirculaire 2014. Betreft aanpassingen van diverse lokale variabelen zoals woningen, inwoners, leerlingen, bijstandsaantallen e.d. In 2006 is de mogelijkheid om OZB te heffen voor het gebruikersdeel van woningen afgeschaft. Vanuit de gedachte dat geen enkele gemeente er op achter uit mocht gaan is een zogenaamde suppletie-uitkering in het leven geroepen. Deze tijdelijke regeling wordt door het Rijk t/m 2020 afgebouwd. Voor de nieuwe jaarschijf 2019 wordt voor het berekenen van de hoogte van de algemene uitkering de meest actuele uitkeringsfactor geraamd. Hierin zijn ondermeer ook de accressen inbegrepen, waaruit de loon- en prijsstijgingen en de kosten van areaal uitbreidingen gecompenseerd zouden moeten worden. De binnen de algemene uitkering gereserveerde stelposten voor o.a. loon - en prijsontwikkelingen vallen vrij ter dekking van de ontwikkeling bij de diensten e.d. Betreft de reservering van de loon- en prijsstijgingen in 2019 en bijstelling over de jaren daarvoor. De accressen verslechteren door o.a. lagere loon- en prijsontwikkelingen op de Rijksbegroting. M ede grond hiervan zijn ook onze gemeentelijke prognoses voor inflatie neerwaarts bijgesteld. De nieuwe gemeente Leeuwarden ontvangt als gevolg van de herindeling met de voormalige gemeente Boarnsterhim een herindelingsbijdrage. Over de afwikkeling daarvan is de gemeenteraad bij brief in december 2014 geïnformeerd (zie ook mutatie onder punt 2.6 concernstaf). Ten behoeve van de voorbereiding en kaderstelling van de herindelingstrajecten met de gemeenten Leeuwarderadeel en Littenseradiel is een projectbegroting voor de 1e fase opgesteld. De gemeenteraad heeft besloten daarvoor een krediet beschikbaar te stellen van € 159.000 en deze te dekken uit de herindelingsbijdrage 2017 e.v. De lasten worden voorgefinancierd ten laste van de algemene reserve.
Nr.
Dienst/omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Toelichting
Uitkomsten meicirculaire 2015
1.11 M utaties in de omvang van het fonds
3.044
-1.311
252
257
468
-313
-331
-66
1.13 Voorlopige uitkomst groot onderhoud gemeentefonds 2e fase.
-714
-204
-147
-155
Suppletie-uitkering a.g.v. groot onderhoud gemeentefonds
548
-548
-5
6
-112
106
132.383
-1.585
-207
805
-817
166
1.12 M utaties in de verdeling van het fonds
1.14
1.15 Diversen 1.16
Decentralisatie- en integratieuitkeringen e.d.
1.17
Stelpost vervolg onderzoek groot onderhoud gemeentefonds Totaal gemeentefonds
-3.303
621
-21 -1.600
-994 -3.854
139.132 -3.887
De algemene uitkering groeit mee respectievelijk daalt mee met de Rijksuitgaven. Voor 2015 is sprake van een forse neerwaartse daling. In 2016 komt het weer goed door een accres dat ongeveer even groot is als de daling in 2015, De meerjarenraming is dan weer negatief. Per saldo is sprake van een structurele daling van € 1,061 mln in 2019. Betreft aanpassingen van diverse lokale variabelen zoals inwoners, belastingcapaciteit, bijstandsaantallen e.d. De afgelopen jaren is groot onderhoud aan het verdeelstelsel uitgevoerd. M et ingang van 2016 zijn de eerste uitkomsten van de 2e fase doorgevoerd. De invoering heeft gevolgen voor de hoogte van algemene uitkering uit het gemeentefonds. Naar de uitkomsten van de het groot onderhoud 2e fase zal nog een aanvullend onderzoek worden uitgevoerd. De verwerking van de uitkomsten wordt door het Rijk volgend jaar meegenomen. Per saldo is thans sprake van een nadeel van € 1,220 mln. De herverdeeleffecten van het groot onderhoud tweede fase worden door middel van een suppletie-uitkering gespreid. Nadeel gemeenten ontvangen een positieve suppletie. Onze gemeente ontvangt € 548.000. Een aantal kleine aanpassingen resulteren in een structureel nadeel van € 26.000. De mutaties op deze regel zijn het totaal van de taakmutaties, integratie - en decentralisatie uitkeringen (inclusief sociaal domein) die door het Rijk worden doorgevoerd vanuit het gemeentefonds. De financiële gevolgen zijn budgettair neutraal in het resultaat verwerkt (zie mutatie onder concernstaf 2.7) De nieuwe verdeling van de 2e fase groot onderhoud wordt met ingang van 2016 slechts gedeeltelijk ingevoerd. Er is besloten tot een aanvullend onderzoek. In afwachting van de uitkomsten wordt een stelpost geraamd.
Concern 2.1
Nominale ontwikkelingen
111
-88
2.2
Renteontwikkelingen
160
130
2.3
Contributieverhoging Ver. van Friese Gemeenten
-10
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon - en prijsontwikkelingen. Door dalende rentepercentages op de geld- en kapitaalmarkt is een voordeel op het renteresultaat berekend. Het gemeentelijk omslagpercentage kan in 2015 dalen van 3,5% naar 3,25%. De door te berekenen rente aan de grondexploitaties wordt ook verlaagd. Per saldo resulteert dit in een structureel voordeel van € 290.000 ten gunste van de exploitatie. In de Buitengewone Algemene Ledenvergadering (BALV) van 12 november jl. is besloten tot een contributieverhoging van € 0,10 per inwoner. Dit betekent voor
146
Nr.
Dienst/omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Toelichting de gemeente een verhoging van € 10.000.
2.4
Partnerbijdrage Platform 31
-15
2.5
Vrijval storting reserve.
2.6
Voorfinanciering herindelingsbijdrage
-1.100
2.7
Decentralisatie- en integratie uitkeringen e.d.
1.600
80
800
300
-132.383
1.585
207
Door de groei van de gemeente, neemt ook de bijdrage (per inwoner) aan Platform31 toe. Platform31 is een kennis- en netwerkorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling. Platform31 is de fusieorganisatie van KEI, Nicis Institute, Nirov en SEV De raad heeft op 30 oktober 2013 een krediet beschikbaar gesteld voor de bouw van een ijshal. De kapitaallasten hiervan (€ 530.000) komen t.l.v. de jaarlijkse storting in de reserve SIOF. Het resterende deel kan derhalve vrijvallen. Ten behoeve van de herindeling met de voormalige gemeente Boarnsterhim zijn vanuit de AR uitgaven voorgefinancierd. Vanuit het Rijk wordt inmiddels een herindelingsbijdrage ontvangen (zie bovenstaand onder 1.9: gemee ntefonds). De al geraamde inkomstenstelposten worden nu tegen geboekt. Over de afwikkeling van de herindelingsbijdrage is de gemeenteraad separaat bij brief in december 2014 geïnformeerd. De mutaties op deze regel zijn het totaal van de taakmutaties, integratie - en decentralisatie uitkeringen (inclusief sociaal domein) die door het Rijk worden -805 doorgevoerd vanuit het gemeentefonds. De financiële gevolgen zijn budgettair neutraal in het resultaat verwerkt (zie mutatie onder gemeentefonds).
SSL 3.1
Nominale ontwikkelingen
3.2
Vrijgevallen kapitaallasten Kapitaallasten vervangingsinvesteringen
3.3
790
3.4
Aanpassing OZB i.v.m. woningbouwpr.
3.5
Inflatiecorrectie belastingen
3.6
Aanpassing macro budget facilitaire kosten
-14
3.7
Begrotingswijzigingen 2015 van de Veiligheidsregio Fryslân
-122
-586
31
13
35
11
-30
-183
11
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon - en prijsontwikkelingen. 36 De kapitaallasten van de afgeschreven investeringen vallen vrij. De kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen worden in de meerjarenraming -46 opgenomen. Op basis van de bouwprognoses voor woningen en niet-woningen worden de 220 betreffende mutaties in de OZB-opbrengst verwacht, inclusief de raming in de nieuwe jaarschijf. De raming van o.a. de OZB opbrengst wordt jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. De begrote facilitaire kosten fluctueren met de omvang van de gemeentelijke organisatie. Dit betreffen directe kosten voor verbruiksgoederen en salarisverwerking e.d. De formatiewijzigingen, met uitzondering van de generieke bezuiniging 2011- 2017 (krimpoperatie bedrijfsvoering), bedragen per saldo een stijging van ca.3,5 fte. De aanpassing van het macrobudget bedr aagt dan 3,5 fte x € 4.000 = € 14.000. Het Algemeen bestuur van de Veiligheidsregio heeft op 27 november 2014 een aantal begrotingswijzigingen vastgesteld. Dit heeft gevolgen voor onze financiële positie.
147
Nr.
Dienst/omschrijving
2015
3.8
Financieel Kader 2016-2019 VRF. Besluitvorming AB op 19 maart 2015
0
3.9
Proces- en gerechtskosten Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
-35
3.10
Stelselwijziging FLO-overgangsrecht brandweerpersoneel
2016
2017
2018
-411
-122
-119
648
-62
-91
-167
707
-523
-8
-36
2019
Toelichting
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio heeft op 19 maart 2015 het financieel kader 2016-2019 vastgesteld. Dit financiële kader is uitgangspunt voor -102 de opstelling van de ontwerpbegroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 van de Veiligheidsregio Fryslân. Steeds meer belastingplichtigen maken gebruik van zogenaamde no -cure-no-paybureaus bij het indienen van een bezwaar als ze het niet met hun WOZ -waarde eens zijn. Op grond van de wet is de gemeente verplicht de kosten van rechtsbijstand door derden te vergoeden aan belastingplichtigen die zich laten ondersteunen bij hun bezwaar. Dit geldt uiteraard alleen als de bezwaarmaker in het gelijk wordt gesteld. In het kader van de regionalisering van de brandweer is per 1 januari al het brandweerpersoneel overgegaan van de gemeente Leeuwarden naar de Veiligheidsregio Fryslân. In een bestuurlijke overeenkomst is afgesproken dat alle kosten van het zogenaamde FLO (Functioneel Leeftijdsontslag) overgangsrecht voor rekening van de gemeente Leeuwarden blijven. De kosten van het FLO-overgangsrecht wisselen sterk per jaar en lopen nog tot en met 2042. Tot dusverre waren deze kosten afgedekt door opname van een jaarlijkse kostenpost in begroting. Als gevolg van een stelselwijziging is in samenspraak met de accountant besloten dat de kosten van het FLO -overgangsrecht afgedekt moeten worden door een (eenmalige) voorziening op de balans. Dit is verwerkt in de jaarrekening 2014. Als gevolg van deze stelselwijziging valt de jaarlijkse kostenpost in de begroting grotendeels vrij. De hiervoor beschreven stelselwijziging staat overigens los van de regionalisering van de brandweer en had dus ook zonder regionalisering doorgevoerd moeten worden.
D ienst Stadsontwikkeling 4.1
Nominale ontwikkelingen
4.2
Stelpost civieltechnische werken
4.4
Kapitaallasten vervangingsinvesteringen Vrijval kapitaallasten
4.5
Stelpost areaaluitbreidingen 'groen'
4.3
190
-240
-37
-77
-17
-91
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon - en prijsontwikkelingen. Betreft de jaarlijkse stelpost civieltechnische werken voor investeringen in het -158 programma infra. Betreft kapitaallasten vervangingsinvesteringen. -47 100 Door (volledige) afschrijving op activa verminderen de kapitaallasten. Uitbreiding van voornamelijk de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan het openbaar groen. De berekening daarvan geschiedt onder andere op grond van de meest actuele 0 ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode.
148
Nr.
Dienst/omschrijving
2015
2016
2017
2018
4.6
Stelpost areaaluitbreidingen 'grijs'
140
-353
-48
-70
4.7
Stelpost areaaluitbreiding "blauw"
-3
-13
0
-2
4.8
Opruimen dode dieren
-10
4.9
Bijdrage gebruik sanitaire voorzieningen Grou
-26
4.10 Energie
Uitbreiding arsenaal verkeersregelinstallaties (VRI's) en 4.11 gefaseerde aansluiting op kwaliteitscentrale
17
-50
4.12
Schoonhouden wegen en pleinen en legen kolken/putten
-83
4.13
Onderhoudsbudget t.b.v. openbaar groen nieuw grondgebied
-200
2019
Toelichting
Uitbreiding van voornamelijk de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan o.a. wegen, kunstwerken, openbare verlichting en bebording. De berekening daarvan geschiedt onder -70 andere op grond van de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode. Uitbreiding van voornamelijk de stad heeft tot gevolg dat er extra lasten ontstaan met betrekking tot het onderhoud aan sloten, vijvers en grote wateroppervlakken. De berekening daarvan geschiedt onder andere op grond van 0 de meest actuele ontwikkelingen inzake woningbouwproductie en realisering van bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan kunnen er ook mutaties ontstaan ten opzichte van de vorige beleidsperiode. De kosten voor het opruimen van dode dieren door de dierenambulance stijgen i.v.m. uitbreiding grondgebied, door tariefsverhoging (indexatie) en meer meldingen. Zoals in de Turap 2014 verwoord dient in de begroting 2015 nog een bijdrage in het gebruik van sanitaire voorzieningen t.b.v. passanten en dagrecreanten in het Zeilcentrum en bij watersportbedrijf Anja (M eersweg en M uziekkoepel) in Grou te worden opgenomen. Hiervoor is structureel € 26.000 benodigd. De energietarieven zijn in overleg met de Vereniging Friese Gemeente (VFG) vastgeklikt. Hierdoor is sprake van een structureel voordeel van € 17.000. Het aantal VRI's in beheer bij de gemeente Leeuwarden stond tot eind 2014 op 21. Eind 2014 is het arsenaal toegenomen tot 30 VRI's door de ingebruikname van De Haak om Leeuwarden en de Overijsselselaan. In 2016 wordt dit nog verder uitgebreid met 3 VRI's in de Westelijke Invalsweg. Totaal 33 VRI's eind 2016. Het betreft hier de beheerkosten inzake stroom, datalijnen en onderhoud. Daarbij wordt het aantal VRI's dat is aangesloten op de kwaliteitscentrale gefaseerd uitgebreid van 6 naar 15. Dit betreft VRI's op invalswegen en knooppunten in de stad. In zijn totaliteit betekent dit een uitzetting in 2015 van € 50.000 en m.i.v. 2016 een structurele uitzetting van € 80.000. Op basis van de jaarrekening 2014 en de nieuwe prestatieovereenkomst 2015 met Omrin kwam naar voren dat de budgetten voor schoonhouden wegen en pleinen onjuist waren ingeschat, alsook de ramingen voor legen kolken/putten moesten worden bijgesteld door uitbreiding van het grondgebied. Dit betekent een structurele uitzetting van € 83.000 met ingang van 2015. Op basis van de Turap 2014 en jaarrekening 2014 kwam naar voren, dat voor de minimale onderhoudsvariant voor het nieuwe grondgebied structureel € 200.000 extra benodigd is voor uit te voeren groenwerkzaamheden door Empatec. Dit is gebaseerd op de aanbesteding van de onderhoudscontracten en de inzet van Empatec.
-30
149
Nr.
Dienst/omschrijving
Reparatie van vervallen proces4.14 verbaal (PV) vergoeding voor handhavend optreden BOA's
2015
-13
4.16 Rentelasten cultuurgronden
-31
4.17 Opbrengst Terherne niet te realiseren
-44
Daling canonopbrengsten a.g.v. afkoop erfpacht
-8
4.19 Diversen
2017
2018
2019
Toelichting Gemeenten krijgen een proces-verbaal (PV) vergoeding als BOA's handhavend optreden. Voor elk proces-verbaal dat wordt uitgeschreven krijgen gemeenten € 25 of € 40 afhankelijk van het feit waarvoor een boete wordt opgelegd. De PVvergoedingen die gemeenten ontvangen voor deze handhavende taken van BOA's van eenheid Stadstoezicht zijn per 1 januari 2015 definitief komen te vervallen. Dit betekent dat de hieraan gerelateerde geraamde opbrengsten ad € 237.000 niet meer kunnen worden gerealiseerd. Hierdoor is er sprake van een structurele tegenvaller. De raad heeft hierover een motie aangenomen d.d. 15 december 2014. In april 2015 is de gemeenteraad bij brief over de gevolgen geïnformeerd. Zoals in de Turap 2014 verwoord dient de bijdrage voor de M arrekrite te worden bijgesteld i.v.m. een toename van het aantal inwoners. Dit betekent een structurele uitzetting van € 13.000. Op basis van het Besluit Begroting- en Verantwoording (BBV) zijn een aantal eigendommen van landerijen overgeheveld van de grondexploitatie naar cultuurgronden. De rentelasten van cultuurgronden komen ten laste van de algemene middelen. Op basis van de jaarrekening 2014 is de geraamde opbrengst van € 44.000 niet structureel realiseerbaar. Het betreft namelijk een vergoeding voor onderhoud aan Villapark de Herne in Terherne. Als gevolg van verkoop van erfpachtpercelen in 2014 dalen de jaarlijkse canonopbrengsten.
-237
4.15 Bijdrage M arrekrite
4.18
2016
De post diversen betreft een gemeentelijke jaarlijkse onderhoudsbijdrage aan de Haensmolen van de stichting Poldermolen De Lege M idden ad € 2.084 met ingang van 2015 (structureel), vanwege het gelijkheidsbeginsel. Voor de vervanging van de brug bij Eagum (sloepenroute) is jaarlijks € 7.000 aan kapitaallasten benodigd.
-9
D ienst Welzijn 5.1
Nominale ontwikkelingen
790
5.2
Uitvoeringskosten KCC en Sociale Zaken (SSL en Welzijn)
-69
De budgetten van de dienst worden gecompenseerd voor loon - en prijsontwikkelingen. In 2011 is het verrekenmodel SoZa - KCC ingevoerd om de direct te beïnvloeden normformatie van de teams Inkomen en (Financiële) Administratie van Sociale Zaken (SoZa) en de teams Werk, Inkomen en Zorg van het KCC te laten meebewegen met het aantal meerjarig begrote uitkeringsgerechtigden. Gezien de economische vooruitzichten wordt landelijk een verdere toename van het aantal WWB/IOAW klanten verwacht. Het uitganspunt voor 2015 is een gemiddelde van 5.257 klanten. Hieraan gekoppeld wordt een toename van de formatie van 1,26 fte voorzien met een bedrag van € 69.000.
-328
150
Nr.
5.3
Dienst/omschrijving
Boete Onderzoeken
Totaal diensten Totaal generaal (inclusief gem.fonds)
2015
2016
2017
2018
2019
Op 1 januari 2013 is de “Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZWwetgeving” (Fraudewet) in werking getreden. Bij schending van de inlichtingenplicht wordt door het team Handhaving een boeteonderzoek gestart. Op 24-11-2014 heeft de Centrale Raad van Beroep een uitspraak gedaan die tot gevolg heeft dat dit onderzoek intensiever uitgevoerd moet worden. Voortaan zal er bij het bepalen van de hoogte van de boete gehandeld moeten worden volgens het evenredigheidsbeginsel. De boete mag niet onnodig zwaar zijn en moet in proportie staan tot de gedraging waarvoor de boete wordt opgelegd. Om deze wettelijke taak uit te kunnen voeren is structureel extra capaciteit nodig van 1,89 fte.
-113
3.033 -134.264 -821
Toelichting
1.534
-254
-872
4.868 -2.353 -1.071
-706
151
III Mee- en tegenvallers incidenteel Bedragen x € 1.000 Nr Dienst/omschrijving Concern
2015
2.1 Stelpost kapitaallasten
2016
2017
-1.021
1.021
2.2 Afwikkeling dividend BNG
-49
49
Nationaal 2.3 Uitvoeringsprogramma eoverheid.
-691
691
-720
2018
2019
Toelichting In de begroting is een stelpost geraamd van € 1.021.000 in verband met te realisering onderuitputting op kapitaallasten. Deze stelpost heeft betrekking op alle gemeentelijke diensten. De BNG heeft over 2014 een netto winst behaald van € 126 mln (2013 € 283 mln). Als gevolg van deze lagere winst zal er door de BNG een lager dividend worden uitgekeerd dan waarop in de jaarrekening was gerekend. Voorlopig leidt dit tot een incidentele tegenvaller van € 49.000. In verband met het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-Overheid, zijn door het Rijk kosten voorgefinancierd. Voor de terugbetaling waren middelen gereserveerd. Deze middelen zijn in de begroting 2015 ten gunste van het algemeen vrij gevallen. De middelen dienen te worden gerestitueerd.
SSL 3.1
Voorlopig rekeningresultaat 2014 Veiligheidsregio Fryslân.
720
3.2
Invoering vennootschapsbelasting plicht
-100
100
Legesopbrengsten 3.3 reisdocumenten a.g.v. omzetcyclus 3.4 Crowdcontrol
Hogere legesopbrengsten 3.6 rijbewijzen
Het Dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân heeft op 26 maart 2015 het resultaat 2014 bekend gemaakt. Het resultaat is € 3.225.623 positief. Voor Leeuwarden bedraagt de teruggave € 719.550. De wet 'M odernisering vennootschapsbelasting plicht overheidsondernemingen' treedt op 1 januari 2016 in werking. Op dit moment is een ambtelijke projectgroep met ondersteuning van Deloitte bezig te inventariseren welke activiteiten potentieel belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. Op basis van deze inventarisatie moet de financiële administratie worden ingericht voor 2016 e.v. Dit vraagt extra capaciteit en kennis.
-24
-25
25
140
Bij de verkoop van reisdocumenten is om de 5 jaar een kleine daling van de aantallen. Dit is 6 het gevolg van de omzetcyclus bij deze documenten. Crowdmanagement is een onderdeel van de voorbereiding van een groot publieksevenement, dat zich erop richt grote mensenmassa's en mensenstromen in veilige banen te leiden. De publieksstromen in de stad tijdens Koningsdag en 5 mei moeten door de gemeente worden geregeld. De kosten voor deze voorzieningen komen uit op € 25.000. Bij de verkoop van rijbewijzen is sprake van een trendbreuk in de omzet na iedere periode van 5 jaar. Sinds 2016 is weer sprake van een stijging van de afzetprognose naar een aantal van ongeveer 10.000 stuks. Vanaf 2021 neemt dit aantal vervolgens weer af. Voor de jaren 2018 t/m 2020 is sprake van een extra opbrengst van € 140.000.
152
Nr Dienst/omschrijving
3.7
Voorfinanciering externe dienstverlening
2015
-590
Stelselwijziging n.a.v. 3.8 invoering Individueel Keuzebudget (IKB)
2016
2017
2018
590
-2.000
2.000
400
-400
2019
Toelichting De gemeente Leeuwarden heeft de ambitie om vanuit de rol van centrumgemeente diensten aan te bieden aan gemeenten in de regio. De vraag naar ICT-diensten is het grootst, maar ook op andere terreinen zoals Belastingen, Geo-informatie, Beheer Openbare Ruimte en Sociale Zaken neemt de belangstelling vanuit de regio snel toe. Om deze ontwikkeling aan te kunnen, zal er geïnvesteerd moeten worden in de kwaliteit van de dienstverlening en de organisatie, waarbij de kost voor de baat uit gaat. Er worden in 2015 diverse ICT-projecten uitgevoerd die een belangrijke bijdrage leveren aan de gewenste ontwikkeling van de 590 externe dienstverlening. Deze projecten kunnen niet uit de eigen beschikbare ICT-middelen worden bekostigd. Daarom is het nodig dat hiervoor een aparte financieringsvoorziening wordt getroffen. Het gaat dan om een voorfinanciering van de incidentele kosten van de betreffende projecten voor een bedrag van totaal € 590.000. Dit ‘voorschot’ wordt in 2015 beschikbaar gesteld en in 2019 weer volledig terug betaald uit de inkomsten die worden gegenereerd met de dienstverlening aan de regiogemeenten. Het geheel verloopt dus budgettair neutraal. In de laatste cao is afgesproken dat het Individueel Keuzebudget (IKB) moet worden ingevoerd. De invoering van het IKB betekent dat gemeenten per 2017 moeten overgaan op een systeem waarbij werknemers zelf bepalen op welke momenten ze hun gerealiseerde vakantiegeld en vergelijkbare vergoedingen krijgen uitgekeerd in een kalenderjaar. Deze uitkering moet altijd gedurende het kalenderjaar plaatsvinden. Dit heeft gevolgen voor de zeven maanden vakantiegeld die dan nog staan over 2016, die normaal gesproken in mei 2017 zouden worden uitbetaald. De commissie BBV heeft aangegeven dat deze zeven maanden in 2016 als (incidentele) extra last dienen te worden verantwoord.
D ienst Stadsontwikkeling 4.1 Onderuitputting kapitaallasten
4.2 Restformatie M AD
4.3
-144
Heetwatermethode onkruidbestrijding
4.4 Vervolgacties Brand Kelders
144
-40 -75
Betreft grote infrastructurele projecten (kredieten al verstrekt), waarvan de uitvoering in latere jaren plaatsvindt. Hierdoor vallen incidenteel kapitaallasten vrij.
75
40
Bij de liquidatie van de M AD is bestuurlijk overeengekomen dat de restformatie van de M AD wordt ondergebracht bij de FUM O. Door wijzigingen in het basistakenpakket en schommelingen in de opgegeven omvang van de plustaken door deelnemende MADgemeenten, is de berekende restformatie hoger dan verwacht. In 2015 resteert voor Leeuwarden een restformatie van 1,14 fte, zijnde een bedrag van € 144.000. M et ingang van 2016 is er geen restformatie meer. In de begroting is budget beschikbaar t/m 2016. Aanvulling jaarschijf 2017 op basis van het Collegeprogramma. In een bestuurlijke reactie op het inspectierapport Brand Kelders, is aan de gemeenteraad gemeld dat de inzet op brandpreventie de komende jaren wordt geïntensiveerd. Voor de looptijd van het project (2015 en 2016) is totaal € 150.000 benodigd. Deze gelden komen t.l.v. de Algemene Reserve.
153
Nr Dienst/omschrijving 4.5
Kredietverlening Inrichtingsplan Stationsgebied
4.6 Gemeentelijke bijdrage ESGL
4.7
2015
Voorbereiding 1e fase herindelingen
2.900
-159
2016
2017
-1.500
1.500
-1.900
2018
2019
-1.000
Toelichting Op 9 maart heeft de gemeenteraad als onderdeel van de kredietverlening voor het Inrichtingsplan Stationsgebied besloten € 1,5 mln beschikbaar te stellen uit de Algemene Reserve. De uitvoering van dit project start in 2015; het grootste deel van de investeringen wordt in 2016 gedaan. De onttrekking aan de Algemene Reserve van maximaal € 1,5 mln wordt dan ook in 2016 verwacht. M et de provincie is overgekomen dat de gemeentelijke bijdrage aan het RSP-project Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL) komt te vervallen. Dit omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden die de gemeente in 2010 aan deze bijdrage heeft gesteld. Het gaat hierbij om een bedrag van in totaal € 4,9 mln. Op grond van het met de provincie afgesproken betalingsritme betekent dit een meevaller voor de Algemene Reserve in 2015 van € 2,9 mln. Voor 2016 en 2017 is sprake van een meevaller van € 1 mln per jaar. Ten behoeve van de voorbereiding en kaderstelling van de herindelingstrajecten met de gemeenten Leeuwarderadeel en Littenseradiel is een projectbegroting voor de 1e fase opgesteld. De gemeenteraad heeft besloten daarvoor een krediet beschikbaar te stellen van € 159.000 en deze te dekken uit de herindelingsbijdrage 2017 e.v. De lasten worden voorgefinancierd ten laste van de algemene reserve.
159
D ienst Welzijn
5.1
Herbeoordeling boeteonderzoeken
-61
61
5.2
Uitvoeringskosten Bed, bad en broodregeling
-40
40
-200
400
5.3 Andere inzet frictiemiddelen bibliotheekvisie Totaal Cumulatief
Als gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 november 2014 moeten 581 boete-onderzoeken uit 2014 opnieuw worden uitgevoerd. De CRvB heeft bepaald dat boetes die na 1 januari 2013 zijn opgelegd indringender getoetst moeten worden aan het evenredigheidsbeginsel van artikel 5:46 lid 2 Awb. Toetsing aan het evenredigheidsbeginsel betekent dat het college een aantal aspecten in ogenschouw moet nemen. Het college zal de hoogte van de boete moeten afstemmen op de ernst van de overtreding. De kosten van deze herbeoordeling van oude boete-onderzoeken bedragen incidenteel € 61.000. Op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 december 2014 moeten centrumgemeenten sobere opvang bieden aan onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. Deze verplichting geldt tijdelijk. Gemeenten ontvangen hiervoor een vergoeding die gebaseerd is op het daadwerkelijk gebruik van de voorziening. Voor ambtelijke kosten van het uitvoeren van deze Bed Bad Broodregeling worden gemeenten niet financieel gecompenseerd. Hier is wel capaciteit voor nodig in 2015. De invoering van de nieuwe visie op de bibliotheek gaat in 2017 gepaard met een structurele taakstelling van € 460.000. Voor invoering van de visie zijn in de begroting voor 2016 frictiemiddelen van € 500.000 voorzien. Het invoeringstraject loopt al en in 2015 worden al kosten gemaakt. Het is daarom nodig een deel van de frictiemiddelen van 2016 naar voeren te halen en in 2015 in te zetten. Per saldo verloopt e.e.a. budgettair neutraal.
-200
1.486 -4.582 4.056 1.486 -3.096 960
-844 116
596 712
154
IV Eindoverzicht Bedragen x € 1.000 Structureel Meerjarenperspectief Startpositie op 1/1
2015 2.409
2016 1.588
2017 4.252
2018 4.682
2019
0
-2.204
2.783
-2.905
0
706
1
M utaties vlg. meerjarenraming
2
Structurele uitzettingen en inkrimpingen
3.033
-134.264
1.534
-254
-872
3
-3.854 1.588
139.132 4.252
-3.887 4.682
-817 706
166 0
4
Gemeentefonds Tussenstand Totaal structurele ombuigingsvoorstellen
5
Totaal nieuw beleid 1.588 -1.588 0
4.252 -4.252 0
4.682 -4.682 0
706 -706 0
0 0 0
Stand 31/12 Storting structureel begrotingsoverschot in AR Structureel begrotingsresultaat
Bedragen x € 1.000 Ontwikkeling Algemene Reserve Startpositie 1 Diverse mutaties waaronder rente en vermogenswinst 2 Op basis van jaarrekening 2014 opheffen voorziening Gecorrigeerde stand per 1 januari 3 Rentetoevoeging 4 Rentesurplus overige reserves 5 Reguliere storting 6 Vermogenswinsten 7 Diverse mutaties uit voorgaande begrotingen + moties 8 Derving i.v.m. wijziging rentesystematiek 9 10
Mutatie op basis van jaarrekening 2014: Storting bestemmingsreserve onderhoud verharding
11
Resterende rekeningsresultaat
2015 12.165 527 2.367 15.059 489 647 681 86 -7.347 0
-2.367 100
155
2016 10.382
2017 12.888
2018 18.247
2019 20.876
10.382 311 761 681 86 -489 0
12.888 386 761 681 86 -2.197 0
18.247 547 761 681 86 -105 -163
20.876 626 761 681 86 0 -163
Ontwikkeling Algemene Reserve 12
Incidentele mee- en tegenvallers
13
Aangenomen motie Noodhulp Vluchtelingen
14
Totaal incidentele ombuigingsvoorstellen
15
Totaal incidenteel nieuw beleid
2015
2016
1.486
-3.096
2017
2018 960
2019 116
712
-40
Storting van het structureel begrotingsoverschot Eindstand 31/12
156
1.588
4.252
4.682
706
0
10.382
12.888
18.247
20.876
23.579
Bijlage B. Verloop reserves en voorzieningen
157
Bedragen x € 1.000 Volgnummer
RES001
Naam van de reserve of voorzieningen Reserves Algemene reserve Algemene reserve Totaal algemene reserve
Saldo 1-1-16
Rente
Overige vermeerderingen
Verminderingen
Saldo 31-12-16
10.382 10.382
311 311
5.780 5.780
3.585 3.585
12.888 12.888
RES003
Bestemmingsreserves SIOF
7.475
75
0
7.263
287
RES005 RES015 RES016
Budgetoverheveling Grondexploitatie Parkeren
0 8.728 851
0 86 0
0 1.609 0
0 211 851
0 10.212 0
RES018 RES019 RES020
Garantie financiering PWVB Stimulering werkgelegenheid Stadsvernieuwing
0 338 124
0 0 1
0 0 0
0 0 0
0 338 125
RES027 RES031 RES034
Reserve ISV III Reserve afschrijvingen Reserve Egalisatie Verkiezingen
10.058 465 79
70 0 1
0 0 135
3.935 0 135
6.193 465 80
RES035 RES036 RES038
Loon- & Prijsontw. Gesubs. Inst. Reserve frictiemiddelen BWS Volkshuisvesting
453 120 133
1 1 1
0 883 0
300 804 10
154 200 124
RES045 RES048 RES049 RES051 RES052 RES053 RES054 RES055 RES056 RES057 RES099
Reserve Revolving Fund M onumenten Reserve kunst in de openbare ruimte Reserve stedelijke vernieuwing Reserve gemeentelijke samenwerking Bijdrage subsidie Filmhuis Economische participatie Reserve duurzaamheidslening Reserve Sociaal Domein Reserve Stadsherstel Reserve AO verhardingen B'him Saldo van rekening baten en lasten Totaal bestemmingsreserves
321 488 198 41 1.548 1.400 1.163 9.000 823 907 0 44.713
0 3 1 1 67 42 35 0 8 6 0 399
0 0 0 0 0 12 0 0 0 0 0 2.639
0 50 0 0 101 0 9 0 0 0 0 13.669
321 441 199 42 1.514 1.454 1.189 9.000 831 913 0 34.082
158
Volgnummer
Saldo 1-1-16 55.095
Rente 710
Overige vermeerderingen 8.419
Verminderingen 17.254
7 17 8 185 6
0 0 0 0 0
0 0 0 3 0
0 0 0 0 0
Saldo 31-12-16 46.970 0 7 17 8 189 6
VAG802 VAG804 VAG808 VAG813 VAG814
Naam van de reserve of voorzieningen Totaal reserves Voorzieningen Afgesloten complex Goutum Noord Afgesl complex Jelsumerstr-Dammelaan Afgesloten compl Blitsaerd Afgesloten complex Hemrik Afgesloten complex Newtonpark 1
VAG815 VAG817 VAG818
Afgesloten complex Newtonpark 2 Afgesloten complex Businesspark-III Afgesloten complex M arnixveld
6 171 51
0 0 0
0 4 1
0 0 0
6 175 52
VRZ510 VRZ511 VRZ515
Expl. en onderh. gymnastieklokalen Onderhoud gebouwen onderwijs Bodemsanering
1.126 0 488
0 0 0
61 0 243
0 0 100
1.186 0 631
VRZ519 VRZ528 VRZ547
Groot Onderhoud Vastgoed Arbeidskosten gerel. verplichtingen Zadelfonds monumentenzorg
1.876 15.987 491
0 0 0
1.736 449 15
28 1.730 17
3.584 14.706 488
VRZ548 VRZ549 VRZ550
Openbaar vervoer Egalisatie heffingen Afkoopsommen onderhoud graven
42 4.204 510
0 0 0
1 124 15
20 1.399 0
23 2.928 526
VRZ551 VRZ552 VRZ555
Onderhoud graven fam. Zadel Riolering Voorziening ISV-1
337 5.297 0
0 0 0
10 3.932 0
4 4.457 0
344 4.773 0
VRZ557 VRZ561 VRZ570
BDU - Fysiek 2005-2009 GSB III Voorziening Wijkbudgetten Compensatie groen
0 721 349
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 721 349
VRZ571 VRZ572 VRZ573
Onderhoud verhardingen Onderhoud openbare verlichting Onderhoud civiele kunstwerken
1.295 264 830
0 0 0
2.587 260 838
2.548 252 813
1.334 272 855
VRZ574 VRZ575 VRZ576
Speelvoorzieningen Waterwegen / baggeren Baggeren Boarnsterhim
56 684 0
0 0 0
201 528 0
199 507 0
58 704 0
VRZ577
Recreatieve voorzieningen Sylsbrêge
175
0
5
0
180
159
Volgnummer VRZ579 VRZ580 VRZ581 VRZ582 VRZ583
VBD047
Naam van de reserve of voorzieningen Bijdrage huurwoningen (BH) Achterstallig onderh. verhard. (BH) Onderhoud oevers & steigers (BH) Onderhoud bruggen (BH) Bovenwijkse voorzieningen Totaal voorzieningen
Saldo 1-1-16 524 62 0 775 2.555 39.099
Rente 0 0 0 0 0 0
Overige vermeerderingen 16 3 0 12 78 11.122
Verminderingen 0 0 0 0 0 12.074
Saldo 31-12-16 540 65 0 787 2.633 38.147
31 31
0 0
1.378 1.378
1.378 1.378
31 31
94.225
710
20.919
30.706
85.148
Vooruitontv.bedragen overheidslichamen SU - Onderw. Achterst.bel 2011-2015 Totaal vooruitontv.bedragen overh.lichamen Totaal
In bovenstaande tabel zijn de verwachte stortingen en onttrekkingen van de reserves en voorzieningen weergegeven. In de kolom verminderingen zijn, naast de begrote onttrekkingen voor 2016, ook de onttrekkingen meegenomen die geraamd zijn in eerdere jaren en naar verwachting in 2016 daadwerkelijk zullen worden onttrokken aan de betreffende reserves en voorzieningen.
160
Bijlage C. Meerjaren investeringsprogramma
161
Investeringsoverzicht Prijspeil 1-1-2016 Bedragen in € excl. BTW Omschrijving
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
2016
2017
2018
2019
SOCIAAL Jeugd en onderwijs Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen De IKC Oud-Oost (Aventurijn) IKC JW Frisoschool t.b.v. Sinne
2.000.000
2.000.000
2.000.000
Kinderopvang
200.000
200.000
200.000
IKC Prins M auritsschool
200.000
200.000
200.000
Tijdelijke huisvesting
200.000
200.000
200.000
Diverse scholen o.l.p. meub.
169.487
169.487
169.487
2.769.487
2.769.487
Totaal Jeugd en onderwijs
0
0
2.769.487
0
0
0
75.000
65.000
355.000
5.000
325.000
75.000
FYSIEK Economie en toerisme Grondexploitatiegebieden Binnenstedelijk gebied 370.000
1)
370.000
680.000
680.000
1)
680.000
505.000
505.000
1)
10.000
405.000
405.000
1)
De Zuidlanden – Techum
2.150.000
2.150.000
1)
775.000
1.010.000
365.000
De Zuidlanden – Jabikswoude
2.640.000
2.640.000
1)
1.400.000
1.140.000
100.000
Vrijheidswijk Tolhuis Vrijheidswijk Centrum
370.000
Uitbreidingsgebieden Wirdum Hikkemieden Wytgaard
162
Omschrijving De Zuidlanden – Wiarda Blitsaerd Wergea – Grut Palma
Totaal
Algemene
Overige
middelen
gem. bijdr.
4.420.000
4.420.000
p.m.
p.m.
Overige
2016
2017
2018
2019
650.000
1.960.000
1.300.000
510.000
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
90.000
55.000
165.000
150.000
Derden 1)
460.000
460.000
1)
1.035.000
1.035.000
1)
2.810.000
740.000
500.000
750.000
Bedrijfs- en kantoorgebieden Wetterpolle/FVC Hemrik
1.035.000
Newtonpark 3
4.800.000
4.800.000
1)
Newtonpark 4
1.725.000
1.725.000
1)
450.000
710.000
420.000
145.000
Businesspark Fase 4
1.065.000
1.065.000
1)
400.000
400.000
150.000
115.000
345.000
1)
60.000
105.000
115.000
65.000
7.695.000
6.200.000
3.505.000
3.200.000
70.000
70.000
25.000
Grou – Frisia Totaal grondexploitatie gebieden
345.000 20.600.000
0
20.600.000
0
Huisvesting Stadskantoor
210.000
210.000
70.000
Verlichtingsarmaturen boog
172.000
172.000
172.000
Zonwering vervangen
55.000
55.000
55.000
Reconstructie velden
245.000
245.000
100.000
45.000
75.000
1.300.000
1.300.000
400.000
500.000
400.000
Vervanging was- en kleedgebouwen
80.000
80.000
30.000
50.000
Vervanging installaties was/kleedgeb.
45.000
45.000
20.000
25.000
Instandhouding infra sportparken
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen
Vervanging kunstgrasvelden
50.000
50.000
25.000
Instandhouding bouwkundig sporthal Nijlân
400.000
400.000
400.000
Installatietechniek Blauwe Golf
450.000
450.000
60.000
Instandhouding bouwkundig Kalverdijkje
130.000
130.000
130.000
163
25.000
90.000
240.000
60.000
Omschrijving Totaal investeringen vastgoed Totaal Economie en toerisme
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
2016
2017
2018
2019
3.137.000
3.137.000
0
0
1.115.000
982.000
885.000
155.000
23.737.000
3.137.000
20.600.000
0
8.810.000
7.182.000
4.390.000
3.355.000
Infrastructuur en mobiliteit Leeuwarden Vrij-Baan Europaplein
3.380.000
Valeriusstraat/-plein
4.360.000
2.860.000
P.S. Gerbrandyweg/Dammelaan
1.500.000
1.500.000
Revitalisering Stationsgebied
3.380.000
4)
1.500.000
4)
3.000.000 2.400.000
380.000 1.960.000 1.500.000
1.000.000
1.000.000
400.000
600.000
Algemene werkzaamheden
200.000
200.000
100.000
50.000
Indexatie RSP-pakket
200.000
200.000
200.000
200.000
50.000 200.000
Overig: Fietspad Oostergoweg Fase 2
200.000
Fietspad Grou-Warten fase 2
1.350.000
600.000
M odelaanpakfietsveiligheid /fietsstraten
1.200.000
1.200.000
Knelpunten nieuwe grondgebied
825.000
825.000
Kruispunt Planetenlaan
560.000
560.000
560.000
Kanaalweg
450.000
450.000
450.000
Doorsteek Schilkampen
350.000
110.000
Brug Tearnserdyk Goutum
260.000
Stelpost openbaar vervoer
100.000
Stelpost verkeersveiligheid
400.000
Kleine aanpassingen Totaal Infrastructuur en mobiliteit
750.000
4)
1.350.000 400.000 125.000
90.000 100.000
215.000
4)
325.000
170.000
4)
260.000
3)
100.000
350.000
350.000
125.000
175.000
400.000
25.000
25.000
25.000
25.000
400.000
100.000
100.000
100.000
100.000
400.000
400.000
100.000
100.000
100.000
100.000
16.710.000
10.595.000
7.235.000
3.440.000
3.360.000
2.675.000
100.000
164
6.015.000
Omschrijving
Totaal
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
2016
2017
2018
2019
Ruimtelijke ordening Totaal Station GEO Totaal Ruimtelijke ordening
60.000
60.000
60.000
60.000
60.000 0
0
60.000
0
0
0
2.545.000
2.026.000
2.406.000
2.418.000
2.545.000
2.026.000
2.406.000
2.418.000
Beheer leefomgeving Rioleringswerken Rioleringsprogramma (GRP 2015-2018) Totaal rioleringen
9.395.000
9.395.000 9.395.000
2)
9.395.000
0
0
1.758.100
1.758.100
262.900
368.500
673.500
453.200
Openbare verlichting
480.000
480.000
117.000
120.000
120.000
123.000
Vervanging verkeersborden
188.000
188.000
46.000
47.000
47.000
48.000
Speelvoorzieningen
156.000
156.000
37.000
38.000
40.000
41.000
Begraafplaatsen
130.700
130.700
20.000
95.700
15.000
2.712.800
2.712.800
0
0
482.900
669.200
895.500
665.200
12.107.800
2.712.800
9.395.000
0
3.027.900
2.695.200
3.301.500
3.083.200
5.773.898
5.773.898
826.363
3.540.605
1.041.840
365.090
26.616
26.616
26.616
364.095
364.095
364.095
6.164.609
6.164.609
Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Vervangingsinvesteringen tractie
Totaal overige investeringen Totaal Beheer leefomgeving BESTUUR EN MIDDELEN Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen Vervangingsinvesteringen ICT Verkiezingsborden Inventaris inrichting HCL Groeneweg Totaal Bestuur en middelen
0
165
0
826.363
3.540.605
1.432.551
365.090
Omschrijving
TOTAAL GENERAAL
1)
Grondexploitatie
2)
Rioolheffing/Voorziening Rioleringen
Totaal
61.548.896
Algemene
Overige
Overige
middelen
gem. bijdr.
Derden
25.438.896
30.095.000
3)
Voorziening Openbaar Vervoer 4)
Provincie
166
6.015.000
2016
22.728.750
2017
16.857.805
2018
12.484.051
2019
9.478.290
Verloop algemene middelen (investeringsvolume)
(€)
Omschrijving
2016
Saldo Programma Infrastructuur - Investeringen 2016-2019 (stelpost infrastructuur) -Saldo mee- en tegenvallers
2017
2018
2019
12.800
4.000
7.000
10.700
2.488.200
2.538.000
2.588.700
2.640.500
-2.825.000
-2.535.000
-2.585.000
-2.650.000
4.000
7.000
10.700
1.200
328.000
- Voorgesteld Programma Infrastructuur in jaren Netto beschikbaar
Voorstel Raamkrediet Infrastructuur Omschrijving
Raamkrediet 2016
LEEUWARDEN VRIJ-BAAN Hoofdinfrastructuur: Valeriusstraat/-plein Europaplein Overig: Algemene werkzaamheden OVERIGE INFRASTRUCTUUR odelaanpak fietsveiligheid/fietsstraten Doorsteek Schilkampen Knelpunten nieuwe dorpen Brug Tearnserdyk Goutum Stelpost openbaar vervoer Stelpost verkeersveiligheid Kleine aanpassingen
TOTAAL GENERAAL 1) 2) Voorziening Openbaar Vervoer Provincie
167
Algemene middelen
2.400.000 3.000.000
1.400.000
100.000
100.000
400.000 325.000 125.000 260.000 25.000 100.000 100.000
400.000 110.000 125.000 90.000
6.835.000
2.425.000
Bedragen in € excl. BTW Overige Overige gem. bijdr. derden
25.000
1.000.000 3.000.000
1)
215.000
1)
170.000
1)
2)
100.000 100.000
25.000
4.385.000
1)
168
Bijlage D. Overzicht subsidies aan instellingen
169
Onderstaande begrotingsvermelding vormt voor de betreffende subsidieverleningen de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hier kunnen daarom geen rechten aan worden ontleend.
(€)
Lijst van gesubsidieerden
Onderwerp subsidie
Bedrag 2016
Programma Cultuur Afûk
fryske taal
Fries M useum
beeldende kunst (BKV)
7.200
It Fryske Amateur Toaniel
voorleesproject
3.000
Jeugd Cultuurfonds
cultuureducatie
50.000
Jeugd Dansopleiding
podiumkunsten
5.000
Jeugdtheaterschool 'n M eeuw
cultuureducatie
32.600
Keramiekmuseum Het Princessehof
musea
Keunstwurk
cultuureducatie
Koninklijk Toonkunstkoor Concordia
herdenking 4 mei en veteranendag
KunstKade
cultuureducatie
644.372
Kunstkade
combinatiefuncties cultuur
141.600
Kunstkade: productiebureau
culturele producties
M ontesory
Art Trip
Noord Nederlands Orkest
podiumkunsten
Omroep LEO
lokale publieke omroep
Popfabryk
fryske taal
Stadskunstenaar
letteren
Stichting Befrijdingsfestival Fryslân
festivals en evenementen
Stichting Bibliotheken Midden-Fryslân
bibliotheken en documentatiecentrum
Stichting Bruist: Prinsentuinactiviteiten
podiumkunsten
Stichting Centr v Film in Fryslân
film
Stichting City Proms
festivals en evenementen
Stichting De Harmonie
podiumkunsten
Stichting De Harmonie
festivals en evenementen
Stichting De Harmonie (incidenteel)
podiumkunsten
300.000
Stichting Film in Friesland
podiumkunsten
40.000
Stichting Friesland Pop
festivals en evenementen
17.500
Stichting Friesland Pop
project talentontwikkeling
5.000
Stichting Grafisch Atelier Friesland
beeldende kunst (BKV)
Stichting Harmoniekwartier
podiumkunsten
646.560
Stichting Hothouse Redbad
podiumkunsten
15.000
Stichting Leeuwarden City Jazz
podiumkunsten
7.500
Stichting Liet
festivals en evenementen
6.000
Stichting M edia Art
beeldende kunst (BKV)
20.000
Stichting Noorderlicht Fotomanifestatie
beeldende kunst (BKV)
20.000
Stichting Open Monumentendag
musea
2.000
Stichting Orgelconcerten Grote Kerk
podiumkunsten
3.000
Stichting Popwaarts
popronde
5.000
Stichting ter Herdenking van de gevallenen
herdenking 4 mei en veteranendag
3.700
Stichting Tryater
podiumkunsten
20.000
284.300 57.776 2.500
50.200 2.000 20.000 104.500 40.800 8.000 30.000 2.589.400 20.000 111.000
170
50.000 3.019.661 70.000
25.000
49.800
Lijst van gesubsidieerden
Onderwerp subsidie
Bedrag 2016
Stichting Veteranendag
herdenking 4 mei en veteranendag
Stichting Voorheen De Gemeente
beeldende kunst (BKV)
4.550
Stichting 4 mei Herdenking Huizum-West
4 mei herdenking
500
4 M aaie Komitee
herdenking 4 mei en veteranendag
250
Taptoe Leeuwarden
proud event
20.000
15.000 Totaal Cultuur
8.570.269
Programma Jeugd en Onderwijs Bisschop M öllerstichting
onderwijsachterstandenbeleid
20.000
CBD Fryslân
onderwijsachterstandenbeleid
5.000
Friesland College
voortijdig schoolverlaten
Friese Poort
onderwijsachterstandenbeleid
Humanitas
centrum Jeugd en Gezin
Jeugdwerk Op ’e nifelsouder
jongerenwerk
3.040
Jeugdwerk Friens
jongerenwerk
240
Jeugdwerk Ideard
jongerenwerk
860
Leeuwarder Speeltuincentrale
speelruimte
8.500
M BO Rebound Fryslân
voortijdig schoolverlaten
7.500
PCBO
onderwijsachterstandenbeleid
101.500
Nordwin
onderwijsachterstandenbeleid
60.000
Piter Jelles
onderwijsachterstandenbeleid
100.000
Proloog
onderwijsachterstandenbeleid
140.000
Solidair Friesland KSM A
centrum Jeugd en Gezin
55.000
Stenden
centrum Jeugd en Gezin
40.000
Stichting Het Buro
voortijdig schoolverlaten
75.000
Stichting Het Buro
centrum Jeugd en Gezin
40.000
Stichting Kinderopvang Leeuwarden
onderwijsachterstandenbeleid
365.000
Stichting Leeuwarden Studiestad
academisch klimaat
290.000
Tresoar
academisch klimaat
43.000
Stichting University Campus Fryslân
academisch klimaat
1.000.000
Stichting Warber058
speelruimte
Stichting Sinne Kinderopvang
onderwijsachterstandenbeleid
Stichting Verslavingszorg Nrd Nederland
centrum Jeugd en Gezin
Wellzo
jongerenwerk
Wellzo
centrum Jeugd en Gezin
7.500 80.000 145.000
18.200 365.000 10.010 1.109.000 Totaal Jeugd en onderwijs
22.000 4.111.350
Programma Sociaal maatschappelijke ontwikkeling COC
emancipatie
16.400
COC
regenboogsteden
10.000
COS Friesland (Tûmba)
mondiaal beleid
72.000
COS Friesland (Tûmba)
regenboogsteden
10.000
GGZ Friesland
maatschappelijke opvang
1.094.217
Veiligheidsregio Fryslân
maatschappelijke opvang
147.000
Veiligheidsregio Fryslân (escalatiepool)
maatschappelijke opvang
403.000
171
Lijst van gesubsidieerden
Onderwerp subsidie
Bedrag 2016
Leger des Heils
maatschappelijke opvang
421.657
Interkerkelijke Stichting Aanloophuis
maatschappelijke opvang
11.000
Limor
maatschappelijke opvang
1.248.700
Samenwerkende Leeuwarder Ouderenbond
maatschappelijke opvang
250
Stichting Aan Zet
maatschappelijke opvang
Stichting Fier Fryslân
vrouwenopvang
Stichting M ee Friesland
maatschappelijke opvang
110.000
Stichting Verslavingszorg Nrd Nederland
maatschappelijke opvang
2.823.695
Stichting Vluchtelingenwerk
juridisch advies c.a.
Stichting Zienn
dagopvang
Beheersstichting MFC Westeinde
accommodatiebeheer
12.500
Beheersstichting MFC Camminghaburen
accommodatiebeheer
22.500
Wijkvereniging Zuiderburen
accommodatiebeheer
25.000
Wijkvereniging Bilgaard
buurthuisbeheerders
31.180
Buurthuis M FC Het Westenkwartier
buurthuisbeheerders
26.508
Wijkvereniging Het Knooppunt
buurthuisbeheerders
26.508
Stichting Wijkkomité Schieringen
buurthuisbeheerders
35.000
Wijkcentrum Nijlân
buurthuisbeheerders
19.092
Achter de Hoven
dorp-, buurt en wijkwerk
12.500
Bilgaard
dorp-, buurt en wijkwerk
15.500
Blokkendoos
dorp-, buurt en wijkwerk
4.300
M FC Camminghaburen
dorp-, buurt en wijkwerk
16.500
Wijkvereniging Camminghaburen
dorp-, buurt en wijkwerk
5.000
Gerard Dou
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
Huizum Oost
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
Hollander Huske
dorp-, buurt en wijkwerk
5.500
Insulinde
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
M TV Wijk: Rengerspark
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
Nijlân
dorp-, buurt en wijkwerk
10.000
Schepenbuurt
dorp-, buurt en wijkwerk
10.000
Tjerk Hiddes
dorp-, buurt en wijkwerk
8.500
Valeriuskwartier
dorp-, buurt en wijkwerk
17.000
Vluchtheuvel
dorp-, buurt en wijkwerk
6.500
Vosseparkwijk
dorp-, buurt en wijkwerk
12.500
Westeinde
dorp-, buurt en wijkwerk
10.500
Wielenpolle
dorp-, buurt en wijkwerk
8.000
Wijkcomité Heechterp-Schieringen
dorp-, buurt en wijkwerk
12.500
Zuiderburen
dorp-, buurt en wijkwerk
19.500
De Weeme (Lekkum)
dorp-, buurt en wijkwerk
12.484
De Golle (Wirdum)
dorp-, buurt en wijkwerk
15.154
De Twirre (Wytgaard)
dorp-, buurt en wijkwerk
14.678
Ien en M ien (Goutum)
dorp-, buurt en wijkwerk
16.034
De Bining (Hempens Teerns)
dorp-, buurt en wijkwerk
7.555
Kio
dorp-, buurt en wijkwerk
4.250
172
61.400 2.380.051
35.000 5.921.709
Lijst van gesubsidieerden
Onderwerp subsidie
Bedrag 2016
Cambuursterhoek
dorp-, buurt en wijkwerk
3.250
M olenpad
dorp-, buurt en wijkwerk
5.000
de Frosk Aldlân
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
Oranjewijk
dorp-, buurt en wijkwerk
3.150
Us Doarpshûs (Wergea)
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
It lokael (Idaerd)
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
M FC It Kattehûs (Jirnsum)
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
It Lokaeltsje (Friens)
dorp-, buurt en wijkwerk
6.000
t Iepen Stee (Warten)
dorp-, buurt en wijkwerk
9.000
Totaal Sociaal maatschappelijke ontwikkeling
15.298.222
Programma Werk en inkomen Coöperatie Amaryllis
shv -algemeen maatschappelijk werk
136.000
KBNL / Ping
shv -loket voor voorlichting en advies
62.500
NHL Hogeschool
lectoraat Welzijn nieuwe stijl
40.000
Stichting Voedselbank
armoedebeleid
15.000
Stichting Present
armoedebeleid
10.000
Resto Van Harte
armoedebeleid
5.000
Stichting Urgente Noden
armoedebeleid
Stichting Leergeld
kindpakket
125.000
Jeugdsportfonds
kindpakket
90.000
Coöperatie Amaryllis
kindpakket
20.000
17.000
Totaal Werk en inkomen
520.500
Programma Sport BV Sport
huur, exploitatie en activiteiten
BV Sport
combinatiefuncties sport
540.200
BV Sport
buurt gezondheidscoach
75.000
Gehandicaptensportvereniging DOV
gehandicaptensport
15.120
Stichting Spelend Sporten
gehandicaptensport
8.880 Totaal Sport
173
5.622.691
6.261.891
174
Bijlage E. Overzicht van incidentele lasten en baten en structurele stortingen in en onttrekkingen aan reserves
175
I Incidentele lasten en baten Onderstaande begrotingsvermelding is conform BBV, artikel 19c. Bedragen x € 1.000 Begroting
Omschrijving Incidentele lasten SOCIAAL Cultuur Bijdrage bibliotheken M idden Fryslân Harmonie
300 300
Jeugd en Onderwijs Aanvalsplan onderwijs en arbeidsmarkt
330
Sociaal Maatschappelijke ontwikkeling Emancipatiebeleid M ienskipfonds
20 400
Werk en Inkomen Herstructurering Caparis Toename bezwaren Sociale Zekerheidskamer Armoedebeleid
105 92 225
Sport Sportaccommodaties Gezond in de stad
100 230
FYSIEK Economie en Toerisme Groen werkt Economisch beleid, profilering en acquisitie Toerisme, marketing en evenementen
470 500 500
Infrastructuur en Mobiliteit Bijdrage inrichtingsplan Stationsgebied
1.500
Ruimtelijke Ordening Gebiedsontwikkeling
100
Beheer Leefomgeving Heetwatermethode onkruidbestrijding Transitiekosten verwijderen openbare verlichting
40 175
VEILIG Veiligheidsbeleid
500
BESTUUR EN MIDDELEN Bestuur Kosten uitbreiding college van B&W
247
176
Omschrijving Incidentele lasten Algemene baten en lasten Facilitaire en ondersteunende kosten uitbreiding college van B&W Plan van aanpak jong talent Frictiekosten invoering Shared Servicecentrum Leeuwarden Individueel Keuze Budget Kosten dienstverleningsloket Grou Totaal incidentele lasten
Omschrijving
Begroting
53 100 250 2.000 100 8.637
Begroting
Incidentele baten BESTUUR EN MIDDELEN Algemene baten en lasten Algemene uitkering; verrekening herindelingsbijdrage Totaal incidentele baten
177
300 300
II Structurele stortingen in en onttrekkingen aan reserves Onderstaande begrotingsvermelding is conform BBV, artikel 17d. Bedragen x € 1.000 Omschrijving
Begroting
Structurele stortingen in reserves BESTUUR EN MIDDELEN Algemene baten en lasten Structurele storting in algemene reserve Structurele storting in reserve egalisatie verkiezingen Totaal structurele stortingen
681 135 816 Bedragen x € 1.000
Omschrijving Structurele onttrekkingen uit reserves
Begroting
Totaal structurele onttrekkingen
0
178
Bijlage F. Monitor bezuinigingen
179
Monitor doorpakken MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE 2011-2017: PEILDATUM 01-08-2015 1 VERHOGING RIOOLBELASTING STIJGING OPBRENGST 2 GRAFRECHTEN VERHOGING 3 PARKEEROPBRENGSTEN
EFFICIENCY EN OPTIMALISATIE 4 HONDENBELASTING INVOEREN ROEREND ZAAK 5 BELASTING PRECARIO WOONSCHEPEN EN OZB 6 WOONWAGENS COMPENSATIE WEGVALLEN DEEL 7 OPBRENGST RZB SCHRAPPEN STELPOST 8 TOEKOMSTIGE TEGENVALLERS VERLENGEN 9 AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN
Bedragen x € 1.000
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE Totaal
2011 2012 2013 2014 2015
1.000
1.000
125
31
31
2016
2017
Totaal
2011
1000
1.000
32
125
31
500
500
2012
RESTEERT OPMERKING 2013 2014 2015 2016 2017 0
31
31
32
0
500
0
0
41
41
-41
Tariefsverhoging doorgevoerd per 1 januari 2014 Is samenvoeging van de volgende in het collegeprogramma 2010-2014 opgenomen maatregelen: afschaffen kwijtschelding hondenbelasting en kostenverhaal maaien hondenuitlaatvelden Ingetrokken op basis van amendement 4a Raad 8-11-2010 Opgevoerd op basis van amendement 4a Raad 8-11-2010
0
39
39
-39
Betreft stijging Invorderingsopbrengsten
1816
454
248
248
550
366
273
273
500
99
99
80
80
1816
454
248
248
10 VERLAGEN POST ONVOORZIEN
550
366
11 BALANSSANERING 1
273
273
12 BALANSSANERING 2
272
GENERIEKE EFFICIENCY 13 TAAKSTELLING BEDRIJFSVOERING AANVULLING OP GENERIEKE TAAKSTELLING IV.M. MAATREGEL 13a 18 AANVULLING OP GENERIEKE TAAKSTELLING I.V.M. MAATREGEL 13b 33 AANVULLING OP GENERIEKE 13c TAAKSTELLING I.V.M. MAATREGEL
31
GEREALISEERD
6.400
99
99
0 80
454
454
454
61
61
62
454
454
454
61
61
62
0 0 0
272
1.000 1.000 1.000 1.000
0
3.400
In verband met stand AR teruggedraaid in kader van begroting 2012 Nb. Taakstelling bedraagt in totaal € 6,4 mln waarvan 3 mln in 2011-2014 en restant in periode 2015-2017
In plaats van besparing op kunstbezit
0
1.000
1.400
3000
1000
1000 1.000
0
40
40
-40
0
26
26
-26
0
80
180
80
-80
In plaats van beëindigen stelpost onderwijs specifieke doelgroepen. In verband met verlaging taakstelling versobering HCL
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE 2011-2017: PEILDATUM 01-08-2015 19
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE Totaal
2011 2012 2013 2014 2015
AANVULLING OP GENERIEKE TAAKSTELLING I.V.M. MAATREGEL 13d 40 14 POLITIEK BESTUUR TAAKSTELLING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN 15 (HVD) HERVORMEN KUNST-EN CULTUUR 16 EDUCATIE
2016
2017
Totaal
2011
2012
RESTEERT OPMERKING 2013 2014 2015 2016 2017
85 100
85
100
100
138
138
1400
44
4
VERLAGEN KOSTEN BEHEER 18 KUNSTBEZIT
40
40
128
10
10
100
138
1400
VERLAGING SUBSIDIE LOCALE 17 OMROEP
19 VERSOBERING HCL
GEREALISEERD
0
138
1150
10
10
0
1150
44
18
6
0
128
0
10
10
0
40
48
48
80
20 BEEINDIGEN BESPELEN CARILLON EFFICIENTERE INZET BELEIDS- EN PR 21 ACTIVITEITEN WONINGBOUW
10
10
10
10
0
42
42
42
42
0
22 VERVALLEN WETHOUDERSBUDGET
25
25
25
25
0
100
100
100
100
0
49
49
49
49
0
50
50
50
50
0
23 FORMATIE STADSWACHTEN SPORTINZET ALLEEN IN 6 24 PRIORITEITSWIJKEN 25 INCIDENTEEL MAKEN SUBSIDIE
181
In plaats van besparing huisvesting MCC/MFC; zie opmerking maatregel 40 Verlaging aantal wethouders van 5 naar 4
Oorspronkelijke bezuiniging in uiteindelijke besluitvorming Raad met € 250.000 neerwaarts bijgesteld. Oorspronkelijke fasering afbouw: 2011: € 4.000; 2011-t/m 2015: €10.000 per jaar; gewijzigde afbouw: vanaf 2012: 18.000/6.000/10.000/10.000; Bezuiniging is conform deze reeks in betrokken begrotingen verwerkt en daarmee afgedaan. NB nieuwe subsidiering opgenomen in collegeprogramma "iedereen is Leeuwarden". Maatregel afgevoerd; taakstelling toegevoegd aan generieke taakstelling (zie maatregel 13A) Conform besluitvorming raad is besparing met € 80.000 verlaagd onder gelijktijdige toevoeging van zelfde bedrag aan generieke taakstelling bedrijfsvoering (zie 13B)
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE 2011-2017: PEILDATUM 01-08-2015 TOPSPORT VERHOGEN TARIEVEN 26 SPORTACCOMMODATIES 27 BEPERKING WIJKPANELBUDGETTEN 28 VERMINDERING AANTAL LANTAARNPALEN
INCIDENTELE INZET FRICTIE 28a MIDDELEN T.B.V. MAATREGEL 28 VEREENVOUDIGING OPENBAAR 29 GROEN 30 SLIMMERE METHODE VAN ONKRUIDBESTRIJDING
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE Totaal
2011 2012 2013 2014 2015
73
73
150 75
150
GEREALISEERD 2016
2017
75
Totaal
2011
73
73
150 37,5
150
22 150
22 150
2013 2014 2015 2016 2017
0 0 37,50
37,5
112,5 22 150
2012
RESTEERT OPMERKING
75
37,5
22
0 150
Uitgevoerd met 1 jaar vertraging conform besluitvorming Raad; De tegenvaller van € 150.000 is voor 2011 verwerkt in financiële positie.
0 31 AKTEN FRIES STOPPEN TAAKSTELLING 32 ONDERWIJSHUISVESTING BEEINDIGEN STELPOST ONDERWIJS 33 SPECIFIEKE DOELGROEPEN BEEINDIGEN GEMEENTELIJKE DEEL 34 ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID 35 HERINRICHTING WMO; BIJGESTELD (VERANDERAGENDA)
4
4
4
4
0
20
20
20
20
0
26 252 4000
26 252 1000 1500
0
750
252 4000
750
182
Betreft vermindering ureninzet; is daarom toegevoegd aan generieke taakstelling (zie maatregel 13B)
26 252 1000
Eind 2013 is de eerste tranche van 500 lichtmasten verwijderd. De tweede tranche van 500 lichtmasten en de daarmee te bereiken besparing van € 37.500 zal in 2015 en volgende jaren worden gerealiseerd. De nog niet volledig gerealiseerde taakstelling wordt in het betrokken jaar aangevuld met frictiemiddelen (2012,2013) c.q. wordt verwerkt in rekeningresultaat (2014)
0 1500
750
750
0
Het WMO-tekort is na de totstandkoming van het collegeprogramma 'Doorpakken' bijgesteld tot € 4 mln. In het collegeprogramma werd nog uitgegaan van € 1,12 mln. Dit heeft geresulteerd in de "veranderagenda 2011-2014”. Wordt afzonderlijk over gerapporteerd. Ook de jaarschijf 2014 van € 750.000 is
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE 2011-2017: PEILDATUM 01-08-2015
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE Totaal
2011 2012 2013 2014 2015
GEREALISEERD 2016
2017
Totaal
2011
2012
RESTEERT OPMERKING 2013 2014 2015 2016 2017 gerealiseerd.
BEEINDIGEN ANTI36 DISCRIMINATIEPRIJS 37 KOERSWIJZIGING MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
10 130
10
10
10
0
130
130
130 38 DIGITALE HUISKAMERS BEEINDIGEN INZET FRICTIEMIDDELEN T.B.V. 38a VERTRAGING MAATREGEL 38 BESPARING LOKETFUNCTIE 39 WELZIJNSINSTELLINGEN 40 INTEGRATIE MCC IN MFC
255
442 85
255
221
221 85
0
255
80
175
175
442
175
Eind maart 2011 heeft het college een besluit genomen over de aanpak van deze taakstelling. Per 2013 wordt op het buurt- en wijkwerk € 130.000 bezuinigd. Deze bezuiniging is ingeboekt. Op 23 april 2012 heeft de raad een motie maatschappelijk vastgoed aangenomen met de opdracht te kijken naar dubbelgebruik, overdracht aan wijkverenigingen, eigen beheer en onderhoud van wijkverenigingen en samenwerking met corporaties. Over de uitwerking van deze motie heeft de raad in oktober een informerende brief ontvangen. Bij het richtinggevend debat in mei 2013 heeft de raad voor 2013 en 2014 middelen beschikbaar gesteld voor de beheerders. De raad zal in de loop van 2015 een besluit nemen over het nieuwe wijken- en dorpenbeleid. Dit mede in het licht van het Collegeprogramma "Iedereen en Leeuwarden" en de daarin voor dit beleidsterrein uitgetrokken extra middelen
0 0
221
221
0 Bezuiniging bleek bij nader inzien op verkeerde veronderstellingen gebaseerd. Vanaf 2015 wordt maatregel vervangen door verhoging generieke taakstelling op bedrijfsvoering (Welzijn). Voor 2013 en
183
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE 2011-2017: PEILDATUM 01-08-2015
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE Totaal
2011 2012 2013 2014 2015
GEREALISEERD 2016
2017
Totaal
2011
2012
RESTEERT OPMERKING 2013 2014 2015 2016 2017 2014 wordt wegvallen besparing gecompenseerd door inzet frictiemiddelen
INZET INCIDENTELE FRICTIEMIDDELEN T.B.V. 40a MAATREGEL 40 41 MONITORING ARBEIDSPARTICIPATIE BEEINDIGEN GEMEENTELIJK DEEL 42 WWW-WERKDEEL 43 BEEINDIGEN AANVULLENDE BIJDRAGE SOCIALE WERKVOORZIENING
170 42
42
117 493
42 117
85
85
42
117
0 117
0
493
0 43A SUBSIDIETEKORT SW DEKKEN UIT PARTICIPATIEBUDGET INCIDENTEEL MAKEN 44 STIMULERINGSFONDS 45 EFFICIENCY TAAKSTELLING BRUGBEDIENING
0
493 493
493
-493
240 240 100
50
240 50
50
240
0 50 50
INZET FRICTIEMIDDELEN T.B.V. 45a VERTRAGING MAATREGEL 45 KORTING STELPOST 46 INFRASTRUCTUUR MET 10% BEEINDIGING MILIEUVOORLICHTING -EN 47 COMMUNICATIE 48 BEEINDIGING INVESTERINGSIMPULS
Het subsidietekort WSW (verschil Rijksbijdrage en CAO-gerelateerde kosten SW) kan vanaf 2014 ten laste worden gebracht van het ontschotte participatiebudget. Dit betekent dat gemeentelijke bijdrage weliswaar niet komt te vervallen maar vanaf 2014 gedekt kan worden ten laste van het Participatiebudget. Begrotingstechnisch is de beoogde budgetverlaging daarmee gerealiseerd zij het niet in de oorspronkelijke vorm. Om die reden is status geel en is maatregel 43 A opgevoerd. Ter compensatie maatregel 43
150
50
50
50
18
18
72 18
18
94
37
18
18
72
18
18
131
94
37
0
131
112
112
112
184
0 112
0
Tweede trance van € 50.000 wordt gerealiseerd in 2015 als Zette brug wordt vervangen door aquaduct.
MAATREGEL COLLEGEPROGRAMMA DOORPAKKEN; PERIODE 2011-2017: PEILDATUM 01-08-2015 GROEN
STATUS
49 TOTAAL
OORSPONKELIJKE OPGAVE
GEREALISEERD
Totaal
2011 2012 2013 2014 2015
2016
2017
Totaal
20.490
5.327 3.846 4.943 2.964 1.095
1.000
1.400 17.003
INZET FRICTIEMIDDELEN
608
STRUCTUREEL GEREALISEERDE BEZUINIGINGEN
16.396
RESUME TOTALE OPGAVE OP BASIS NETTO BEZUININGING DOORPAKKEN IN NIEUWE TIJDEN(12 MLN), NIEUW VOOR OUD (2,21 MLN) INCLUSIEF VERHOOGDE TAAKSTELLING WMO (2,88 MLN) EN DOORLOPENDE TAAKSTELLING OP BEDRIJFSVOERING (3,4 MLN): STRUCTUREEL GEREALISEERD SALDO BIJSTELLING OP OORSPRONKELIJKE OPGAVE NOG TE REALISEREN
20.490 16.396 4.095 -522 3.573
2011
2012
5.173 4.045 175
125
4.998 3.920
RESTEERT OPMERKING 2013 2014 2015 2016 2017
4.321 3.454 173
3.573
135
4.149 3.319
Legenda Maatregel afgevoerd c.q. vervangen door alternatieve maatregel Uitvoering volgens plan Uitvoering vraagt om specifieke ambtelijke en/of bestuurlijke keuzes en sturing Incidentele inzet van frictiemiddelen
185
Monitor pakket A MAATREGELEN BEGROTING 2014 (PAKKET A); PEILDATUM 01-08-2015
Bedragen x € 1.000
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE
RESTEERT
GEREALISEERD
OPMERKINGEN
Totaal 2014 2015 2016 2017 Totaal 2014 2015 2016 2017
1a 1b
KOSTENDEKKEND MAKEN RIOOLHEFFING OZB VERHOGING IN COMBINATIE LASTENVERLAGING AFVALSTOFFENHEFFING EN RIOOLRECHTEN
872 128
872 128
2
VOORZIENING VOORMALIG PERSONEEL
405
455
3
BALANSSANERING
239
239
4 4a 5
6
BRANDWEERKAZERNE VERVANGENDE MAATREGEL BESPARING OP BRANDWEERKAZERNE REGIONALISERING BRANDWEER
SALARISBUDGETTEN (andere wijze van raming en sturing) Toegevoegd aan reductie overhead
70
-50
872 128
872
405
455
70
300
300
2014 NB maatregelen 1a en 1 b zijn in het A-pakket samen genomen onder de noemer: rioolheffing/afvalstoffenheffing Met vertraging doorgevoerd vanaf 2015. Tegenvaller 2014 verwerkt in rekeningresultaat
128
0 0
-50
0
Verwerkt in begroting 2015
0
Gecorrigeerd in Collegeprogramma IIS
0
0
Besparing blijkt bij nader inzicht niet te verzilveren. Wordt gecompenseerd door vervangend voorstel. Tegenvaller 2014 verwerkt in rekeningresultaat.
0 0
70 0 300
0
180
180
100
-80
-80
0
100
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN
80 -80
Nog invullen en adresseren binnen bedrijfsvoering
Maatregel in oorspronkelijke omvang niet haalbaar. Op basis van DR besluit sept 2014 is € 80.000 toegevoegd aan maatregel 10 (Overhead)
6a 300 7
AFSCHRIJVINGSSYSTEMATIEK
300 300
300
0
500
0
12
38
500 8
RENTE TOEREKENING
500
500 12
9
REKENKAMER EN GRIFFIE
50
12
13
12
13
186
60
2015
2016
2017
MAATREGELEN BEGROTING 2014 (PAKKET A); PEILDATUM 01-08-2015
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE
RESTEERT
GEREALISEERD
Totaal 2014 2015 2016 2017 Totaal 2014 2015 2016 2017 0 10a
REDUCTIE OVERHEAD: TAAKST. ORGANISATIEONTWIKKELING PAKKET A
10b AANVULLING VANUIT PAKKET B
1100 0
1.100 50
0
80
50 80
OPMERKINGEN
Overheadreductie bestaat uit diverse maatregelen. Grootste deel van de maatregel is concreet uitgewerkt en qua managementverantwoordelijkheid geborgd. Relatief beperkt deel wordt nog uitgewerkt in specifieke maatregelen. Sturing en bewaking is neergelegd op directieniveau
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN 2014
2015
500
500
2016
2017
0
0
10c AANVULLING VANUIT MAATREGEL 6a
11
ONDERHOUD GEMEENTELIJK VASTGOED
150
150
150 250
12
SECUNDAIRE PERSONEELSKOSTEN
250
250
200
50
0
Volledig verwerkt in begroting 2015
250
0
Verwerkt in begroting 2015
50
250 13
FLEXIBELE INZET PERSONEEL
250
250 0
14
KAPITAALLASTEN ONDERWIJS
200
200
200 175
15
INDEXERING SUBSIDIES
175
175
175
0
Zie B&W besluit 24/6/2014; inmiddels doorgevoerd.
375
0
Verwerkt in begroting 2015
375 16
BELASTINGMAATREGELEN
375
17
DIVERSE BEGROTINGSHOOFDSTUKKEN
142
375
82 18a Fysiek
82
82
0
60
0
10
0
40
0
60 18b Sociaal
60 10
19
AFVAL FESTIVALS ADVISERING RUIMTELIJKE ORDENING 20 &INRICHTING TOTAAL PAKKET A
10
10 40
40
40
5.786 3.018
863
12
663 3.559 2.531 1.028
187
0
0 1.988
610
500
Resume Pakket A
Legenda Maatregel afgevoerd c.q. vervangen door alternatieve maatregel
Opgave
5.786
Correctie
-239 5.547
Gerealiseerd Nog te realiseren
Uitvoering volgens plan Uitvoering vraagt om specifieke ambtelijke en/of bestuurlijke keuzes en sturing Incidentele inzet van frictiemiddelen
3.559 1.988
188
Monitor pakket B MAATREGELEN COLLEGEPROGRAMMA 'IEDEREEN IS LEEUWARDEN'; PEILDATUM 01-08-2015 BESPARING OP ENERGIELASTEN 1 GEMEENTELIJKE GEBOUWEN 2 SUBSIDIE VVV 3 EFFICIENTERE INZET FORMATIE TOERISME 4 EXPLOITATIE SPORTACCOMMODATIES: Taakstelling richt zich voor 4 ton op besparingen binnen de bedrijfsvoering van de BV sport ("groen") en voor 2 ton op mogelijkheden om via versobering van de taken van BV Sport op het gebied van beheer, onderhoud en exploitatie tot bezuiniging te komen (geel)
Bedragen x € 1.000
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE
GEREALISEERD
TOTAAL 2014 2015 2016 2017
TOTAAL 2014 2015 2016 2017
RESTEER T
OPMERKINGEN Wordt betrokken bij verbouw plannen stadskantoor.
2014 2015 2016 2017
100
100
0
100
70
70
0
70
40 600
40 100
100
200
200
40 0
40
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN
0 600
Fasering is naderhand als volgt gewijzigd (B&W besluit 1/7/2014): 2014: 0; 2015: 100; 2016: 100; 2017: 400. Incidentele tegenvallers als gevolg van vertraagde fasering worden opgevangen door frictiemiddelen.
250
250
100
100
Naast benodigde frictiemiddelen voor opvangen faseringsverlies zijn in collegeprogramma ook middelen beschikbaar gesteld voor transitie (flankerend beleid); In totaal is 4 ton beschikbaar waarvan € 100.000 gereserveerd is in de reserve frictiemiddelen en in de jaren 2015 t/m 2017 € 100.000 per jaar beschikbaar is in het programma Sport.
5 ARCEOLOGIEBELEID DEKKEN UIT PROJECTEN VERHOGEN RENDEMENT 6 VASTGOEDPORTEFEUILLE VOORDELEN SAMENWERKING HCL & 7 TRESOAR ANDERS ORGANISEREN ONDERHOUD 8 OPENBARE RUIMTE 9 VERKEERS EN VERVOERSBELEID AANVULLING OP ORGANISATIEONTWIKKELING (€ 50.000): Zie 10 PAKKET A
30
30
30
0
75
75
75
0
40
20
20
0
40
20
20
400
100
300
0
400
120
120
30
0
30
30
30
0
189
0
200
MAATREGELEN COLLEGEPROGRAMMA 'IEDEREEN IS LEEUWARDEN'; PEILDATUM 01-08-2015
11 REDUCTIE OPENBARE VERLICHTING
STATUS
RESTEER T
OORSPONKELIJKE OPGAVE
GEREALISEERD
TOTAAL 2014 2015 2016 2017
TOTAAL 2014 2015 2016 2017
100
30
30
40
0
100
460
460
0
460
13 OVERDRACHT BEHEER PONT DE BURD
40
40
0
40
550
STROOMLIJNEN PROCESSEN 15 DIENSTVERLENING
300 57
15
35
250
57
0
550
0
300
57
16 VOORZIENING WACHTGELDEN BESTUURDERS ANDERS INRICHTEN BESTUURLIJKE 17 ADVISERING
100
0
100
18 VERHOGEN PARKEERTARIEVEN
250
250
0
250
19 DIENSTVERLENINGSLOKET GROU
100
100
0
100
50
50
57
175 In de visie op de nieuwe bibliotheek: Een nieuwe bibliotheekfunctie voor de gemeente Leeuwarden: VAN COLLECTIE NAAR CONNECTIE"" is de structurele bezuiniging van € 460.000 verwerkt. De ombuiging zal uiteindelijk in 2017 worden gerealiseerd. In collegeprogramma is 5 ton aan transitiebudget opgenomen. Daarnaast extra € 350.000 uit frictiemiddelen beschikbaar in 2017.
Bij MTR wordt nader gerapporteerd over in dit verband al gezette stappen en de zienswijze van het College t.a.v. de gewenste ontwikkellijn voor de toekomst. Taakstelling is gespecificeerd op basis van het rapport " dienstverlening frontoffice gemeente Leeuwarden"
0 Wijze van invulling nog in beraad.
De structurele bezuiniging wordt gehaald door een combinatie van het niet geheel uitkeren van de inflatie index en een herbeoordeling van subsidies in het sociaal domein. In het voorjaar van 2016 wordt de definitieve structurele invulling bepaald.
20 AFROMEN SUBSIDIES TOTAAL PAKKET B
450 3.792
300 227
470
150
0
735 1.810
127
450 127
190
0
0
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN 2014 2015 2016 2017
12 HERINRICHTING BIBLIOTHEEKFUNCTIE
VOORDELEN OUSOURCING EN 14 SAMENWERKING
OPMERKINGEN
0 3.665
175
500
75
350
MAATREGELEN COLLEGEPROGRAMMA 'IEDEREEN IS LEEUWARDEN'; PEILDATUM 01-08-2015
STATUS
OORSPONKELIJKE OPGAVE
GEREALISEERD
TOTAAL 2014 2015 2016 2017
TOTAAL 2014 2015 2016 2017
RESTEER T
OPMERKINGEN
Resume Collegeprogramma 2014-2017 Opgave Correctie
3.792
Legenda Maatregel afgevoerd c.q. vervangen door alternatieve maatregel
0 Uitvoering volgens plan 3.792 Uitvoering vraagt om specifieke ambtelijke en/of bestuurlijke keuzes en sturing Incidentele inzet van frictiemiddelen
Gerealiseerd Nog te realiseren
127 3.665
191
GERESERVEERDE FRICTIEMIDDELEN 2014 2015 2016 2017
192
Bijlage G. Berekening financiële kengetallen en balansprognose
193
Financiële kengetallen rek 2014
begr 2015
begr 2016
1a Netto Schuldquote Vaste schulden
€
367.689
427.689
421.889
Netto vlottende schuld
€
59.910
65.116
81.589
Overlopende passiva
€
21.020
21.020
21.020
Bruto Schuld
€
448.619
513.825
524.498
Financiele activa
€
12.044
12.046
12.046
Uitzettingen < 1 jaar
€
48.115
48.115
48.115
Liquide middelen
€
21
21
21
Overlopende activa
€
10.377
10.376
10.376
B
Vorderingen
€
70.557
70.558
70.558
C
Netto Schuld (A-B)
€
378.062
443.267
453.940
D
Totale baten
€
391.163
477.874
489.981
%
96,7
92,8
92,6
Vaste schulden
€
367.689
427.689
421.889
Netto vlottende schuld
€
59.910
65.116
81.589
Overlopende passiva
€
21.020
21.020
21.020
Bruto Schuld
€
448.619
513.825
524.498
Financiele activa
€
22.864
22.266
21.666
Uitzettingen < 1 jaar
€
48.115
48.115
48.115
Liquide middelen
€
21
21
21
Overlopende activa
€
10.377
10.376
10.376
B
Vorderingen
€
81.377
80.778
80.178
C
Netto Schuld (A-B)
€
367.242
433.047
444.320
D
Totale baten
€
391.000
477.874
489.981
%
93,9
90,6
90,7
A
1a Netto schuldquote Netto Schuldquote gecorrigeerd 1b voor verstrekte geldleningen
A
1b Netto gecorrigeerde schuldquote 2
Solvabiliteitsratio
A
Eigen vermogen
€
75.025
55.095
46.970
B
Balanstotaal
€
575.574
608.019
609.614
2
Solvabiliteit (A/B*100)
%
13,0
9,1
7,7
3
Grondexploitatie €
10.002
10.002
10.002
NIEG bouwgronden
194
rek 2014
begr 2015
begr 2016
Bouwgronden in exploitatie
€
147.368
148.114
155.809
A
Totale boekwaarde grond
€
157.370
158.116
165.811
B
Totale baten
€
391.000
477.874
489.981
3
Grondexploitatie
€
40,2
33,1
33,8
4
Structurele expl.ruimte Structurele baten
€
382.762
446.936
489.681
Structurele lasten
€
377.319
441.181
483.743
€
5.443
5.755
5.938
Struct. onttrekkingen aan reserves
€
115
286
0
Struct. toevoegingen aan reserves
€
894
816
816
€
-779
-530
-816
verschil
verschil A
Totaal verschil struct. baten/lasten
€
4.664
5.225
5.122
B
Total baten
€
391.000
446.936
489.981
4
Structurele exploitatieruimte
1,19
1,17
1,05
5
Belastingcapaciteit
A B
5
OZB-lasten gezin gem. WOZ-waarde
€
229
225
Rioolheffing gezin gem. WOZ-waarde
€
172
170
Afvalstoffingheffing gezin
€
252
250
Eventuele heffingskorting
€
0
0
Totale woonlasten
€
653
645
Woonlasten landelijk gemiddelde t-1
€
704
716
gemiddelde WOZ-waarde
€
131.000
129.000
92,8
90,0
%
Belastingcapaciteit
195
nvt
Balansprognose ACTIVA
2014
bij
af
P-2015
bij
af
P-2016
Vaste Activa materiele vaste activa investeringen met economisch nut mat. vaste activa in erfpacht uitgegeven totaal materiele vaste activa met economisch nut totaal investeringen in openbare ruimte met maatsch.nut financiele vaste activa
333.050
40.545
14.000
359.595
9.100
14.000
354.695
275.729
40.545
14.000
302.274
9.100
14.000
297.374
6.245
6.245
281.974
40.545
14.000
51.076
308.519
6.245 9.100
14.000
51.076
26.636
0
1.200
25.436
600
2.986
303.619 51.076
0
1.200
24.236
600
2.386
kapitaalverstrekkingen aan: deelnemingen gemeenschappelijke regelingen
3.586 163
overige verbonden partijen
163
163
0
0
leningen aan: woningbouwcorporaties
1.464
deelnemingen
1.047
overige verbonden partijen
6.313
overige langlopende leningen
1.996
1.996
1.996
12.046
12.046
12.046
21
21
21
overige uitzettingen met looptijd >= 1 jaar bijdragen aan activa in eigendom van derden Totale vaste activa
400
1.064
400
1.047 200
664 1.047
6.113
200
5.913
359.686
40.545
15.200
385.031
9.100
15.200
378.931
157.376
7.100
0
164.476
7.695
0
172.171
Vlottende Activa Voorraden niet in exploitatie genomen bouwgronden
10.002
10.002
196
10.002
ACTIVA bouwgronden in exploitatie onderhanden werk overige voorraden Uitzettingen rentetypische looptijd < 1 jaar
2014
bij
141.014
af
P-2015
7.100
bij
148.114
af 7.695
P-2016 0
155.809
6.354
6.354
6.354
6
6
6
48.115
0
0
48.115
0
0
48.115
vorderingen op openbare lichamen
34.675
0
0
34.675
0
0
34.675
overige vorderingen
13.614
13.614
13.614
-174
-174
-174
rekening courant niet-financiele instellingen verstrekte kasgeldleningen Liquide middelen
21
Kassaldo
21
Banksaldo
0
Girosaldo
0
Overlopende activa nog te ontvangen bedragen overige transitorische posten vooruitbetaalde bedragen
0
0
21
0
0
21 0
0
21
0
0
0
10.376
0
0
10.376
21 0 0
0
0
10.376
8.957
8.957
8.957
221
221
221
1.198
1.198
1.198
Totaal vlottende activa
215.888
7.100
0
222.988
7.695
0
230.683
Totaal-generaal
575.574
47.645
15.200
608.019
16.795
15.200
609.614
197
PASSIVA
2014
bij
af
P-2015
bij
af
P-2016
Vaste passiva Eigen Vermogen
75.025
0
19.930
55.095
9.129
17.254
46.970
algemene reserve
15.060
0
4.678
10.382
6.091
3.585
12.888
overige bestemmingsreserves
56.367
0
11.654
44.713
3.038
13.669
34.082
Resultaat na mutaties reserves
3.598
3.598
0
0
0
0
Reserves:
Voorzieningen
51.930
0
12.831
39.099
11.121
12.074
38.146
voorzieningen
51.930
0
12.831
39.099
11.121
12.074
38.146
367.689
90.000
30.000
427.689
30.000
35.800
421.889
362.764
90.000
30.000
422.764
30.000
35.800
416.964
Vaste schulden onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige fin. instellingen overige binnenlandse sectoren waarborgsommen Totaal vaste passiva
4.910
4.910
4.910
15
15
15
494.644
90.000
62.761
521.883
50.250
65.128
507.005
59.910
5.206
0
65.116
16.473
0
81.589
Vlottende passiva netto-vlottende schulden met looptijd < 1 jaar crediteuren
26.781
0
0
26.781
0
0
26.781
bank- en girosaldi
33.029
5.206
0
38.235
16.473
0
54.708
0
0
0
0
0
0
0
100
0
0
100
0
0
100
21.020
0
0
21.020
0
0
21.020
16.278
0
0
16.278
0
0
16.278
rekening-courant saldo overige schulden overlopende passiva nog te betalen bedragen
198
PASSIVA vooruitontvangen bedragen overige transitorische posten Totaal vlottende passiva Totaal-generaal
2014
bij
af
P-2015
bij
af
P-2016
476
0
0
476
0
0
476
4.266
0
0
4.266
0
0
4.266
80.930
5.206
0
86.136
16.473
0
102.609
575.574
95.206
62.761
608.019
66.723
65.128
609.614
199