BEGROTING 2015 Gemeente Weesp
Pagina 1 van 143
Pagina 2 van 143
INHOUDSOPGAVE BEGROTING 2015 ALGEMEEN I
Grondslagen begroting Grondslagen begroting…………………………………………………………….. 5
BELEIDSBEGROTING II
Programma's 1 Algemeen bestuur en burgerzaken………………………………………………………….. 15 2 Stadsbeheer, verkeer en vervoer………………………………………………………………….. 19 3 Bouwen en milieu………………………………………………………………………………. 27 4 Onderwijs en sport……………………………………………………………………….. 37 5 Jeugd………………………………………………………………………………………….. 45 6 Maatschappelijke ondersteuning ……………………………………………………………. 51 7 Sociale voorzieningen……………………………………………………………………… 59 8 Cultuur, recreatie, toerisme, economische zaken en volkshuisvesting……….65 9 Financiën en belastingen………………………………………………..………………………….. 75 10 Veiligheid……………………………………………………………………………… 79
III
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien……………………………………85
IV
De A B C D E F G
Paragrafen Lokale heffingen…………………………………………………………………………… 89 Weerstandsvermogen…………………………………………………………………….. 101 Onderhoud kapitaalgoederen……………………………………………………… 111 Financiering………………………………………………………………………….…….. 115 Bedrijfsvoering……………………………………………………………………….. 119 Verbonden partijen…………………………………………………………………. 121 Grondbeleid…………………………………………………………………………. 133
FINANCIËLE BEGROTING V
Financiële positie De jaarlijks terugkerende arbeidskosten………………………………………...135 Financieringsfunctie………………………………………………………………… 135 Stand en verloop van reserves en voorzieningen…………………………………….. 136 Overzicht baten en lasten (meerjarenraming 2013 - 2018)………………………. 137 Toelichting op de aanmerkelijke verschillen 2015 - 2014…………………………………………………….. 138 Toelichting op de aanmerkelijke verschillen 2015 - 2013………………………..… 138 Incidentele lasten en baten……………………………………………………… 138 BIJLAGEN VI
Bijlagen Kerngegevens……………………………………………………………………….. 140 Overzicht personele sterkte……………………………………………………….. 141 Overzicht van investeringen en kapitaallasten per programma…………………………….. 142 Staat van reserves en voorzieningen per programma……………………………... 142 Meerjarenoverzicht Reserves en Voorzieningen 2014 - 2018……………………………… 143
Pagina 3 van 143
Pagina 4 van 143
I
GRONDSLAGEN VAN DE BEGROTING
Inleiding Voor u ligt de begroting voor het jaar 2015. Het is de eerste begroting die opgesteld is door dit college. Het komende jaar zal een jaar zijn van veel nieuwe taken. Bijvoorbeeld in het Sociaal Domein waar de gemeente vanaf 1 januari nog meer verantwoordelijk wordt voor de zorg voor en de participatie van onze inwoners. Ook is deze begroting de eerste aan het begin van onze bestuursperiode. Het worden vier heel belangrijke jaren voor de gemeente Weesp. Niet alleen voor dit college of de gemeenteraad maar ook voor onze inwoners en andere klanten. Met alle veranderingen in het Sociaal Domein, de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder en de discussie over de toekomst van de gemeente Weesp zullen de komende vier jaar zeer dynamisch zijn. Dit college wil een ander beleid voeren dan het vorige college. Dit kan soms grote wijzigingen met zich mee brengen. We willen als college komen met zorgvuldige en goed onderbouwde voorstellen waar mogelijk in overleg met betrokkenen. Dit betekent bijvoorbeeld dat op dit moment de vertaling van de bestuursovereenkomst in de begroting nog niet heel concreet en SMART geformuleerd is. Het college realiseert zich dat. Het college wil verschillende onderwerpen eerst goed onderzoeken (onder andere door participatie van inwoners) alvorens met een voorstel naar de raad te komen. Ook het zoeken naar bijvoorbeeld cofinanciering voor projecten zal onderdeel uitmaken van de voorbereiding van onze voorstellen. Zoals wij ook al in de Raadsinformatiebrief over onze bestuursovereenkomst hebben aangegeven hecht dit college veel waarde aan burgerparticipatie. We willen stimuleren, maar ook faciliteren en ondersteunen dat iedereen die in Weesp woont mee kan denken en mee kan doen bij het ontwikkelen van deze stad. Het college wil pro-actief omgaan met initiatieven vanuit de stad en wil een luisterend oor bieden aan initiatiefnemers of dit nu inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties of (sport)verenigingen zijn. Ons beleid willen we zoveel waar mogelijk ontwikkelen door middel van een interactief proces met de gemeenschap. Dit betekent onder andere dat wij tijdig informatie over onze beleidsvoornemens verstrekken aan inwoners, ondernemers en samenwerkingspartners. Wij willen echter ook ervoor zorgen dat inwoners en andere belanghebbenden hun zorgen maar ook ideeën en initiatieven aan ons duidelijk kunnen maken. Hiervoor zijn er met ingang van september 2014 drie contactmomenten vastgesteld: - Spreekuur college (maandelijks); - “Denk mee” bijeenkomst (bijeenkomst gericht op initiatieven van inwoners, ieder kwartaal); - Buurtpanel (twee keer per jaar). Dit college wil een college zijn dat luistert naar de burger en ruimte geeft voor eigen initiatief. Interactie en transparantie staan in onze communicatie dan ook centraal. De gemeente Weesp maakt op dit moment deel uit van een aantal samenwerkingsverbanden, zoals SWW en Regio Gooi en Vechtstreek. In de afgelopen jaren hebben we te maken gehad met een herindelingsvoorstel dat uiteindelijk geen meerderheid heeft gekregen in de Tweede Kamer. Wij zijn ons ervan bewust dat wij gezien de omvang van onze gemeente niet in staat zullen zijn alle op de gemeente afkomende taken zelfstandig uit te kunnen voeren. Mede daarom is een samenwerking ontstaan met Stichtse Vecht en Wijdemeren. In het rapport ‘Gooi en Vechtstreek: regio met een plus!?’ wordt geadviseerd de SWW samenwerking niet te intensiveren en de samenwerking met Hilversum aan te gaan. Wij zullen ons echter met volle inzet blijven richten op onze huidige samenwerkingsverbanden. Het college wil bouwen aan een netwerk van samenwerkingspartners waarover wij ook de regie hebben. Op deze manier willen we werken aan een sterke organisatie die onze inwoners en andere klanten goed bedient. Het verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening staat hierbij centraal. Het college zal zich in 2015 inzetten voor het versterken van de positie van Weesp in de regio. We willen een zelfbewuste gemeente zijn die weet wat ze wil en daaraan ook sturing kan geven. Dit doen we onder andere door extra in te zetten op een goede relatie met de Regio Gooi en Vechtstreek. Uiteraard blijven we ook vol inzetten op de SWW samenwerking. Zeker daar waar het gaat om de decentralisaties in het Sociaal Domein zal SWW in de komende jaren ons belangrijkste samenwerkingsverband zijn.
Pagina 5 van 143
Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg, voor zorgtaken die eerder onderdeel waren van de AWBZ, en voor alle regelingen die te maken hebben met werk en werktoeleiding voor mensen zonder werk of met een arbeidsbeperking. Deze nieuwe taken vormen een grote uitdaging voor de gemeente. Die uitdaging betreft zowel ambtelijke, bestuurlijke als financiële aspecten. De afgelopen jaren is besloten om deze uitdagingen samen met de gemeenten Stichtse Vecht en Wijdemeren aan te gaan. Het grootste deel van de nieuwe taken wordt samen met deze beide gemeenten uitgevoerd. Een aantal taken blijft belegd in de Gooi en Vechtstreek. In alle opzichten is er hard aan gewerkt om vanaf januari 2015 de nieuwe taken voor onze inwoners uit te kunnen voeren. Centraal daarbij is, dat we dat niet alleen doen, maar vooral mét onze inwoners. Daarom zijn de verschillende Wmo-adviesraden uitvoerig betrokken bij de ontwikkeling van alle plannen. Ook zijn er gespreksrondes georganiseerd met inwoners en doelgroepen van de nieuwe regelingen. Dat blijven we doen. We maken geen beleid voor en over onze inwoners, maar voor en mét hen. Het is niet zo dat er op 1 januari 2015 een geoliede machine klaar staat om de taken te gaan uitvoeren. We zorgen dat de basistaken die uitgevoerd moeten worden ook uitgevoerd kunnen worden. Van daar uit werken we naar de ‘stip op de horizon’, terwijl we steeds blijven monitoren en herijken waar dat nodig is. Uiteraard willen we ook bij dat proces onze inwoners en de gemeenteraad betrekken. Het college wil benadrukken dat zij er alles aan zal doen om te voorkomen dat er inwoners buiten de boot vallen. Het college wil daarnaast ook benadrukken dat deze belofte op gespannen voet staat met de belofte om de uitvoering van de transities zoveel mogelijk binnen de bestaande budgetten uit te voeren. Wanneer blijkt dat inwoners buiten de boot dreigen te vallen zal het college eventueel een beroep doen op de gemeenteraad om extra financiële middelen beschikbaar te stellen. Al deze ontwikkelingen zorgen voor grote uitdagingen in ook financieel moeilijke tijden voor gemeenten. De uitkering uit het gemeentefonds is in 2014 en 2015 fors verlaagd. In 2014 is daarom al een grote bezuiniging gerealiseerd. Gelukkig is de in de Kadernota 2014 voorgestelde bezuiniging, te realiseren via een drastische reorganisatie, door nieuwe ontwikkelingen niet noodzakelijk. Deze ontwikkelingen zijn voornamelijk de weer aantrekkende inkomsten uit bouwleges en een minder grote verlaging op het gemeentefonds dan in 2013 werd voorzien. Een tegenvallende ontwikkeling is het aantal mensen die een uitkering ontvangen: hiervoor is zowel in 2015 als 2016 een voorziening getroffen. Mede dankzij aanvullende bezuinigingen oplopend tot € 450.000,- in 2018 is zowel de jaarschijf 2015, als de meerjarenraming 2016-2018 sluitend. De meerjarenraming vertoont zelfs overschotten. Deze zijn bestemd voor eventuele tegenvallers in het Sociaal Domein en grondexploitaties. Het college heeft in haar bestuursovereenkomst een aantal voornemens geformuleerd. Deze voornemens zijn wijzigingen ten opzichte van het huidige beleid en zullen uitgewerkt worden met alle betrokkenen. Het college streeft ernaar deze voornemers zoveel mogelijk in cofinanciering uit te voeren. Dit neemt niet weg dat het college hiervoor ook financiële middelen beschikbaar wil stellen. Daarom is er door aanvullende bezuinigingen in 2015 extra ruimte ad. € 100.000,- gecreëerd.
Pagina 6 van 143
Opbouw en uitgangspunten van de begroting In dit hoofdstuk worden de financiële positie en het meerjarenperspectief voor 2015 en volgende jaren van de gemeente Weesp aan de orde gesteld. Het startmoment van het begrotingsproces is het kaderstellende raadsbesluit van 26 juni 2014 met daarin de geformuleerde uitgangspunten van de begroting. Hierna worden de uitgangspunten en opbouw van de begroting omschreven. Tevens wordt ingegaan op nieuwe ontwikkelingen die van belang zijn voor de financiële positie. Vervolgens wordt een sluitend meerjarenperspectief 2015-2018 weergegeven waarin de uitgangspunten zijn verwerkt. Uitgangs-
Opbouw en uitgangspunten van de begroting
punten
Begroting
(x € 1.000)
2015
2015
P1 College b&w College b&w nieuw beleid P3 Bouw leges (bijgestelde prognose voor 2015 e.v.) Toezicht en Handhaving (meerjarenbegroting 2014) P4 Verlaging kapitaallasten Brede school 1e fase sportpark Vechtoever (meerjarenbegroting 2014)
82 -
82 100
-300 -60
-300 -60
-38 100
-38 100
P5 Jeugdzorg Sociaal Domein Integratie-uitkering Jeugd
-
3.122 -3.122
P6 Wmo (Aw bz) Sociaal Domein Integratie-uitkering Wmo (Aw bz) Lagere integratie-uitkering bestaande Wmo (HbH) Taakstelling Wmo 25%
-
2.583 -2.583 252 -252
P7 Sociale Dienst afkoop eenmalig Sociale Dienst afkoop eenmalig onttrekking uit de algemene reserve Bijstand Participatiew et Sociaal Domein Integratie-uitkering Participatiew et
300 -300 -
300 -300 200 1.511 -1.511
P9 OZB, precario e.d. Gemeentefonds (inclusief herverdeeleffect) exclusief Wmo Uitbreiding i.v.m. toename regionale taken
-210 687 -
-210 687 120
100
100
70 80 -
70 80 -40
511 511
891 891
P10 Veiligheidsregio G&V (conform nieuwe verdeelsleutel) Div. Materiële kosten (Inflatie conform CPB index: 1,5%) Salarisontwikkeling (indexering 1%) Diverse ontwikkelingen
Totaal ontw ikkelingen Bezuinigingsvoorstellen* SALDO BEGROTING
-
* ) Hierna worden de bezuinigingsvoorstellen weergegeven
Pagina 7 van 143
-
Bezuinigingsvoorstellen:
Uitgangspunten
Begroting
2015
2015
Taakstelling bedrijfsvoering Sociale Dienst Verlengen afschrijvingstermijnen Btw component riolering SWW samenw erking
111 400 -
211 400 100 150 30
Totaal aan bezuiningsvoorstellen:
511
891
-/- = voordeel
College van B en W Op basis van artikel 36 van de Gemeentewet kunnen gemeenteraden in alle gemeenteklassen per wethouder bepalen of hij voltijds, dan wel in deeltijd wordt benoemd. Bij benoeming in deeltijd moet de deeltijdfactor worden bepaald. De formatie (het aantal fte’s) is afhankelijk van het aantal raadsleden. Het maximale aantal wethouders voor Weesp is 4 met een maximum van in totaal 3,2 fte. Vanaf 15 mei 2014 is het college van B en W uitgebreid met 0,75 fte. Het college van B en W bestaat dan uit 4 wethouders van in totaal 3,0 fte. De begrote kosten bestaan uit € 68.000,- salarislasten en € 13.500,toevoeging aan de voorziening APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers). College B en W nieuw beleid Het College van B en W heeft voorgesteld om voor de uitvoering van diverse beleidsvoornemens € 100.000,- in de begroting 2015 op te nemen om gewenste toekomstige ontwikkelingen financieel mogelijk te maken. Hiervoor is een taakstellende bezuiniging opgenomen. Concrete invulling van deze voornemens en verdere uitwerking van de bezuinigingen zullen in de eerstvolgende bestuursrapportage worden opgenomen. Bouwleges In verband met de bouw van Leeuweveld 3 en 4 zullen de inkomsten van bouwleges naar verwachting drie ton hoger uitvallen vanaf 2015. Op termijn (naar verwachting 2016) zal ook de Bloemendalerpolder tot ontwikkeling komen en bouwleges opleveren. Toezicht en Handhaving Op 19 december 2013 heeft de raad ingestemd om de formatie Handhaving uit te breiden met een juridisch medewerker (1 fte) voor 2014. Dit incidentele budget wordt in 2015 niet meer ingezet. Verlaging kapitaallasten brede school De bouwkosten van de brede school zijn lager uitgevallen waardoor de hieraan gerelateerde kapitaallasten met € 38.000,- verlaagd worden. Het afsluiten van het project brede school is in de raadsvergadering van 6 maart 2014 behandeld. Sportpark Vechtoever e De kapitaallasten van de 1 fase sportpark Vechtoever zouden, conform het raadsbesluit van 14 maart 2013, vanaf 2014 structureel in de begroting worden opgenomen. In verband met de vertraging van de aanleg van de sportvelden zijn ook deze lasten doorgeschoven en worden meegenomen bij de begrotingsopstelling 2015. Integratie uitkeringen Sociaal domein (Jeugd, Wmo/AWBZ en Participatiewet) In de meicirculaire 2014 werd melding gemaakt het deelfonds sociaal domein in te stellen. Aanleiding voor de instelling van het deelfonds was de aan de decentralisaties verbonden tijdelijke bestedingsvoorwaarde. Mede naar aanleiding van kanttekeningen van de Algemene Rekenkamer is het kabinet gekomen tot een nieuwe afweging. Daarbij is besloten dat de tijdelijke bestedingsvoorwaarde kan vervallen. Het laten vervallen van de bestedingsvoorwaarde heeft consequenties voor de uitkeringsvorm waarmee de nieuwe middelen worden verstrekt. De middelen zullen vanaf 2015 voor drie jaar worden
Pagina 8 van 143
verstrekt via één integratie-uitkering in de zin van artikel 5, tweede lid, van de Financiëleverhoudingswet, en blijven apart zichtbaar op de gemeentefondsbegroting. Er zal daarmee niet langer sprake zijn van een deelfonds sociaal domein, maar van een integratie-uitkering sociaal domein. Daarnaast heeft het kabinet de gemaakte afspraken over de monitor sociaal domein en de afspraken over de financiële middelen die zijn gemoeid met de decentralisaties tijdens de transformatiefase bekrachtigd in bestuurlijke afspraken met de VNG. Het kabinet en de VNG delen het belang om de middelen in te zetten voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal domein, zodat gemeenten op tijd klaarstaan en kunnen voorkomen dat burgers tussen wal en schip belanden (Bron: septembercirculaire 2014). Hierna wordt een overzicht gegeven van de integratie-uitkeringen Sociaal domein die de gemeente Weesp vanaf 2015 via het gemeentefonds ontvangt. Integratie-uitkeringen Sociaal Dom ein (Weesp) Jeugd Wmo taken voor alle gemeenten Participatiebudget
3.122.334 2.582.738 1.511.380
Totaal (Nieuw e) integratie-uitkeringen:
7.216.452
Wmo HbH (bestaande integratie-uitkering)
1.276.832
TOTAAL
8.493.284
Lagere (bestaande) integratie-uitkering Wmo Op 1 januari 2015 wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) van kracht. Het rijk voert dan forse kortingen door op het (oorspronkelijke) budget met als gevolg minder middelen voor de uitvoering van nieuwe taken, maar ook de huidige taak huishoudelijke hulp. Voor Weesp betekent dat de integratie-uitkering Wmo ruim € 250.000,- verlaagd wordt van € 1,53 miljoen in 2014 tot € 1,28 miljoen in 2015. Met hetzelfde bedrag wordt het bestaande budget Wmo (hulp bij huishouden) verlaagd. In de begroting heeft dit geen nadelig financieel effect. Wel neemt het (financieel) risico op dit product toe. Sociale dienst afkoop eenmalig In verband met de ontvlechting van de sociale dienst uit Hilversum zal eenmalig een vergoeding van € 300.000,- aan Hilversum moeten worden voldaan. Het gaat dan om compensatie van achterblijvende overhead en betreft een incidentele uitgave. Deze uitgave wordt gedekt door een onttrekking uit de algemene reserve. Bijstand In 2014 is het budget BUIG naar beneden bijgesteld met ongeveer 9%. In 2013 was er nog een overschot (meer inkomsten dan uitgaven) op het budget. Tijdens de opstelling van de begroting 2015 was het definitieve budget 2014 nog niet bekend. Wellicht dat het definitieve budget 2014 minder nadelig zal zijn dan de verlaging van 9%, maar naar verwachting nog steeds wel nadelig. Voor 2015 geldt hetzelfde. Anticiperend op deze ontwikkeling is het saldo op het product bijstandsverlening (P711) van programma 7 met € 200.000,- verhoogd. Participatiewet Sociaal Domein Tot 2015 bestonden er de doeluitkeringen WSW en participatiedeel van de WWB. Met ingang van 2015 (Participatiewet) zijn deze doeluitkeringen opgeheven en is er de re-integratie uitkering binnen de gemeentefonds uitkering (deelfonds participatie) voor in de plaats gekomen uitgesplitst naar WSW en re-integratie. Het deelfonds verschilt in geringe mate met de oude doeluitkeringen. Tot 2015 waren de doeluitkeringen en uitgaven budgettair gelijk aan elkaar. De doeluitkering WSW werd een op een doorgesluisd naar de Tomingroep. De kosten van re-integratie werden afgestemd op de doeluitkering inclusief de meeneemregeling. Voor 2015 zijn de uitgaven en het deelfonds ook budgettair neutraal geraamd. De begroting is te vinden in programma 7.
Pagina 9 van 143
OZB, precario e.d. Voorgesteld wordt om de OZB met de inflatiecorrectie (CPI index, april 2014) van 1,2% te verhogen. De toegestane macro-norm is hoger (2014 3,0%). Gemeentefonds Op grond van de meicirculaire 2014 is er in 2015 ten opzichte van 2014 een nadelig effect van om en nabij € 687.000,- te verwachten. In meerjarig perspectief is het beeld gunstiger. Medio september 2014 is de septembercirculaire verschenen. De re-integratie uitkeringen Sociaal Domein (deelfondsen) uit de septembercirculaire zijn in deze (meerjaren)begroting verwerkt. De algemene uitkering niet. Het meerjarig beeld vanaf 2016 is inclusief herverdeeleffecten als gevolg van de herijking gemeentefonds gunstiger dan in de meicirculaire. De herijking1 van het gemeentefonds valt voor de gemeente Weesp gunstig uit. 9 Euro per inwoner met als peiljaar 2014. Het meerjarig beeld volgend uit de septembercirculaire is optimistisch en mogelijk dat dit nog negatief bijgesteld gaat worden. Bij de bestuursrapportage 2015 is er meer inzicht te verwachten. Veiligheidsregio Conform de kaderbrief van de Veiligheidsregio 2015 wordt de bijdrage met circa € 100.000,- naar boven bijgesteld. Een wijziging ten opzichte van de voorgaande begroting is dat per 2015 de nieuwe verdeelsleutel wordt ingevoerd. Als verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdragen wordt gehanteerd de verhouding van de in de algemene uitkering uit het gemeentefonds van individuele gemeenten voor openbare orde en veiligheid, brandweer en rampenbestrijding opgenomen bedragen. Alle deelnemende gemeenten hebben ingestemd met de nieuwe verdeelsleutel met ingang van 2015. De jaren 2015 en 2016 zijn overgangsjaren, waarbij de nieuwe verdeelsleutel in 2017 geheel zal worden toegepast. Bezuinigingsvoorstellen Taakstelling bedrijfsvoering De toename van digitalisering heeft geleid tot papierarm werken met als gevolg dat een aantal relatief dure print- en kopieermachines overbodig is geworden. Het wegnemen, en in dit geval het beëindigen van lease contracten die rusten op deze machines, levert een voordeel op van circa € 211.000,-. Door deze handelingen wordt een deel van de taakstelling op de bedrijfsvoering gerealiseerd. Sociale dienst. Als gevolg van de samenwerking in het Sociale Domein met Wijdemeren en Stichtse Vecht is het gewenst en mogelijk de uitvoering van de WWB en de volledige Wmo in eigen hand te nemen. Het contract met Hilversum is per 2015 beëindigd. De front office functie (loket) wordt teruggehaald naar Weesp en de back-office (de administratieve afhandeling en begeleiding) zal, in het kader van samenwerking met Stichtse Vecht en Wijdemeren, worden uitgevoerd door Stichtse Vecht, die nu al een eigen uitvoeringsdienst heeft. Met name door het vervallen van een deel overheadkosten (die aan Hilversum betaald worden) kan door de samenwerking een efficiëntere en daardoor goedkopere uitvoering gerealiseerd worden. De eerste inschatting is dat voor de uitvoering Weesp 5 à 6 fte’s nodig heeft. Naar verwachting kan hierdoor € 400.000,- bezuinigd worden. Verlengen afschrijvingstermijnen Door het verlengen van de jaarlijkse afschrijvingstermijnen worden de kapitaallasten in de exploitatie lager. Btw component riolering
1 De afgelopen jaren is groot onderhoud uitgevoerd aan het gemeentefonds. Dat heeft geleid tot herziening van het verdeelstelsel. De financiële gevolgen hiervan worden per 2015 geleidelijk ingevoerd. De financiële gevolgen zijn thans wel inzichtelijk. De cijfers kunnen nog wel gewijzigd worden in de tweede fase groot onderhoud. De definitieve cijfers worden verwacht bij de decembercirculaire.
Pagina 10 van 143
Vanaf de invoering van het BTW-compensatiefonds wordt de BTW op investeringen in de riolering vereffend via dit fonds. De investeringen worden zonder BTW via de activa geactiveerd, waarna de hieruit voorvloeiende kapitaallasten in het tarief worden verrekend. Wettelijk is de mogelijkheid geschapen om ook het BTW-component in het tarief te verrekenen, ook al heeft de gemeente niet daadwerkelijk de lasten van de BTW. Veel gemeenten maken gebruik van de mogelijkheid de BTW in het tarief door te rekenen. Weesp tot dusverre niet. Door dit nu wel te doen kan extra inkomsten gerealiseerd worden. De werkelijke opbrengst is afhankelijk van de daadwerkelijke investeringen. In de begroting wordt uitgegaan van € 150.000,- extra inkomsten per jaar. Samenwerking SWW-gemeenten Door samenwerking met Stichtse Vecht en Wijdemeren op diverse onderdelen in de organisatie kan efficiencywinst behaald worden. Naar verwachting € 30.000,- in 2015 oplopend naar € 200.000,- in 2018.
Meerjaren raming 2015 – 2018 Hierna wordt de meerjarenraming gepresenteerd van 2015 tot en met 2018. Alle ontwikkelingen en bezuinigingen zijn in voorgaande ‘opbouw en uitgangspunten’ aan de orde gekomen. Met uitzondering van de incidentele opbrengst van het GAD in 2016. Dit wordt hieronder toegelicht. GAD Begin jaren negentig van de vorige eeuw werd het huishoudelijk en het bedrijfsafval uit deze regio nog voor het grootste deel gestort bij de VAM in Wijster Drenthe. In die jaren richtte het beleid zich onder meer op de overgang van storten van afval naar verbranden. Daartoe dienden afvalverbrandingsinstallaties te worden gebouwd. De VAM heeft vervolgens de plannen voor de afvalverbranding in Wijster ontwikkeld en gerealiseerd. In dat kader hebben betrokken gemeenten en samenwerkingsverbanden gedurende twee jaar een opslag per ton te storten afval betaald aan de VAM. Dit zogenoemde commanditair kapitaal zou bijdragen aan een exploitatie van de afvalverbranding zodat er sprake zou zijn van een gematigde stijging van het verwerkingstarief ten opzichte van de toen gehanteerde storttarieven. Er is een aantal procedures gevoerd over het contract voor de verbranding van huishoudelijk restafval. Een van de uitkomsten van deze procedures is geweest dat dit cv-kapitaal aan het einde van de looptijd van het verwerkingscontract voor restafval (1 juli 2016) aan de inbrengende overheden zou worden teruggestort. Er wordt geen rente opgebouwd. Voor de regio gaat het om een bedrag van € 4.516.299,16. Voor Weesp zal dat om en nabij de € 300.000,- zijn.
Pagina 11 van 143
Meerjaren raming 2015 - 2018 (x € 1.000) P1
College b&w College b&w nieuw beleid
P2
GAD (Terugbetaling inbreng commanditair kapitaal afvalverbranding )
P3
Bouw leges (bijgestelde prognose voor 2015 e.v.) Toezicht en Handhaving (meerjarenbegroting 2014)
P4
Verlaging kapitaallasten Brede school 1e fase sportpark Vechtoever (meerjarenbegroting 2014)
P5
2015
2016
2017
2018
82 100
82 100
82 100
82 100
-
-300
-
-
-300 -60
-300 -60
-300 -60
-300 -60
-38 100
-38 100
-38 100
-38 100
Jeugdzorg Sociaal Domein Integratie-uitkering Jeugd
3.122 -3.122
3.060 -3.060
2.970 -2.970
2.970 -2.970
P6
Wmo (Aw bz) Sociaal Domein Integratie-uitkering Wmo (Aw bz) Lagere integratie-uitkering bestaande Wmo (HbH) Taakstelling Wmo 25%
2.583 -2.583 252 -252
2.718 -2.718 252 -252
2.642 -2.642 252 -252
2.635 -2.635 252 -252
P7
Sociale Dienst afkoop eenmalig Sociale Dienst afkoop eenmalig onttrekking uit de algemene reserve Bijstand Participatiew et Sociaal Domein Integratie-uitkering Participatiew et
300 -300 200 1.511 -1.511
100 1.420 -1.420
1.334 -1.334
1.265 -1.265
P9
OZB, precario e.d. Gemeentefonds (inclusief herverdeeleffect) exclusief Wmo Uitbreiding i.v.m. toename regionale taken
-210 687 120
-340 532 120
-470 511 -
-600 585 -
P10 Veiligheidsregio G&V (conform nieuwe verdeelsleutel)
100
200
300
300
Div. Materiële kosten (Inflatie conform CPB index: 1,5%) Salarisontwikkeling (indexering 1%) Diverse ontwikkelingen
70 80 -40
120 161 -40
170 242 -40
220 325 -40
891 891
437 951
597 1.011
674 1.061
-514
-414
-387
Totale ontw ikkelingen Bezuinigingsvoorstellen* TOTAAL:
-
*) Hieronder w orden de bezuinigingsvoorstellen w eergegeven:
Bezuinigingsvoorstellen: Taakstelling bedrijfsvoering Sociale Dienst Verlengen afschrijvingstermijnen Btw component riolering SWW samenw erking
211 400 100 150 30
211 400 100 150 90
211 400 100 150 150
211 400 100 150 200
Totaal aan bezuiningsvoorstellen:
891
951
1.011
1.061
-/- = voordeel
Pagina 12 van 143
II PROGRAMMA’S
Pagina 13 van 143
Pagina 14 van 143
1
ALGEMEEN BESTUUR EN BURGERZAKEN
BURGERZAKEN Wat willen we bereiken: Dienstverlening aan klanten waarbij vraaggerichtheid, integraliteit, klantvriendelijkheid, professionaliteit en resultaatgericht voorop staan; Een vraaggerichte, laagdrempelige gemeentelijke organisatie die op integrale wijze de met elkaar samenhangende vragen en verzoeken van de burger snel en efficiënt afwikkelt. De komende jaren wordt het huidig aantal producten (70) en diensten verleend in de frontoffice verder uitgebreid. De producten worden waar mogelijk geharmoniseerd in SWW verband. Op die manier kan de 1e lijns dienstverlening virtueel worden ingericht waardoor de kwetsbaarheid, zowel materieel als immaterieel, afneemt terwijl de kwaliteit verbetert. De lokale dienstverlening blijft ook in de toekomst verzekerd. Daarnaast zal de digitale dienstverlening via de website worden uitgebreid. Dit is prettig voor onze klanten en levert efficiënte dienstverlening op. Baliemedewerkers worden dienstverleningsspecialisten. Producten en diensten die nu nog in de backoffice worden behandeld zullen zo veel mogelijk in de zogenaamde 1e lijn worden verstrekt. Speerpunten College - Burgerparticipatie Zoals al in de inleiding is aangegeven heeft het college burgerparticipatie hoog in het vaandel staan. Het college wil het meedenken en meedoen van iedereen die in Weesp woont of werkt ondersteunen, faciliteren en stimuleren. Inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties krijgen tijdig informatie over beleidsvoornemens en hebben daarbij gelegenheid om hun mening te geven en invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van hun stad. De mate waarin zij invloed hebben, kan variëren. Om ervoor te zorgen dat burgerparticipatie onderdeel wordt van gemeentelijk beleid moet de gemeentelijke cultuur veranderen. Om dit te bewerkstelligen is in het najaar van 2013 een kaderstelling Burgerparticipatie vastgesteld. Op basis van deze kaderstelling kunnen raad, college en beleidsambtenaren een bewuste afweging maken over de inzet van burgerparticipatie en het daaraan gekoppelde participatieniveau. Vooraf moet voor alle betrokken partijen duidelijk zijn wat de mate van invloed is van de betrokkenen (inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties). Er worden vijf participatieniveaus gehanteerd: (1) toehoorder, (2) geconsulteerde, (3) adviseur, (4) samenwerkingspartner en (5) meebeslisser. Bij niveau 5 (meebeslisser/zelfontwikkelaar) hebben betrokkenen de meeste invloed. Het college zet in om juist dit niveau van burgerparticipatie (ofwel burgerinitiatief) actief te stimuleren. Met ingang van september 2014 heeft het college drie nieuwe contactmomenten met inwoners vastgesteld: 1. Spreekuur college (maandelijks); 2. “Denk mee” bijeenkomst (ieder kwartaal); 3. Buurtpanel (twee keer per jaar). Via deze wegen kunnen inwoners hun eigen ideeën, wensen en initiatieven kenbaar maken. De gemeente neemt hierin een faciliterende rol en het college toetst de initiatieven uiteindelijk op haalbaarheid. In alle participatietrajecten zullen verschillende evaluatiemomenten plaatsvinden, waarop bijsturing mogelijk is. Daarnaast vindt altijd tussentijds en achteraf een gemotiveerde terugkoppeling plaats aan de betrokkenen, zodat betrokkenen weten wat er al dan niet met inbreng gebeurt en waarom. - Communicatie (algemeen) Het college zet in op een adequate en proactieve informatievoorziening naar inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gemeentelijke (digitale) communicatiekanalen en –middelen. De gemeentepagina is vernieuwd. In de column ‘Het college belicht’ krijgt het college de kans zichzelf te profileren en door een thematische aanpak van de inhoud van de pagina, kan meer (achtergrond)informatie gegeven worden over actuele projecten en onderwerpen. Interactie en transparantie staan in de communicatie centraal. - Communicatie (SWW/Sociaal Domein) Voor zowel de algemene SWW communicatie (intern en extern) als voor de communicatie rondom de transities in het Sociaal Domein zijn communicatieplannen geschreven. Het communicatieplan voor de SWW campagne over het Sociaal Domein is inmiddels kritisch herzien en aangevuld. Dit was nodig omdat inmiddels meer duidelijk is over wetgeving, financiering en landelijke communicatie. De herziening van het
Pagina 15 van 143
communicatieplan leverde twee documenten op: de communicatiestrategie op hoofdlijnen en het uitvoeringsprogramma communicatie. De communicatiestrategie is aangevuld met een bondig campagneplan voor de lokale publiekscampagne. De lokale publiekscampagne start eind oktober 2014 en sluit aan op de landelijke publiekscampagne met onder meer advertenties in lokale media. Op de lokale websites komt een doorverwijzing naar de landelijke websites. - Verminderen regeldruk Het college zet in op het vereenvoudigen van de regelgeving en daar waar mogelijk het schrappen van regels. Daarbij zal het college zoveel mogelijk aansluiten bij landelijke initiatieven op het gebied van deregulering zoals de projecten “ontslakken” en “nu al eenvoudig beter”. Bij de deregulering zal de focus worden gelegd op het fysieke domein. Zo zal bijvoorbeeld worden gekeken naar een vereenvoudiging van de regels op het gebied van welstand, groen en parkeren. - Herijking wijkoverleggen In het college is op 12 augustus j.l. afgesproken, dat Weesp voor wijkgericht werken wordt ingedeeld in drie delen, te weten: 1. Noord-West en Hogeweij; 2. Centrum; 3. Zuid en Aetsveld. Alle drie delen van Weesp krijgen een eigen wijkwethouder, bij wie inwoners terecht kunnen met vragen, opmerkingen of voorstellen. Verder ligt er momenteel een voorstel bij de raad om in deze drie delen van Weesp een proef met buurtpanels uit te rollen. Twee keer per jaar wordt er dan in elk deel van Weesp op locatie een buurtpanel gehouden waar iedereen welkom is om mee te praten wat er beter, sneller, schoner, fraaier of veiliger kan in de wijk. De nadruk ligt op het faciliteren van initiatieven van de bewoners zelf. Op dit punt is op 18 september 2014 een voorstel aan de raad voorgelegd Wat gaan we daarvoor doen: Digitaal afspraken systeem: de digitale dienstverlening wordt in 2015 uitgebreid.
Toelichting: Afhankelijk van de resultaten van de pilot (september 2014) wordt er vanaf 2015 op afspraak gewerkt. Verschillende systemen zijn hiervoor aangeschaft en worden verder ingericht. In SWW verband wordt de dienstverlening de komende jaren uitgebreid.
Het klantcontactcentrum (KCC) is medio 2014 opgeleverd en in gebruik genomen.
De openingstijden worden eveneens aan de hand van de bevindingen uit de pilot (september 2014) vastgesteld. De telefonie en de receptie zijn van elkaar gescheiden. e
De 1 lijns dienstverlening (receptie, telefonie, email en post) wordt in SWW verband geoptimaliseerd. Hierdoor zal de kwetsbaarheid van onze dienstverlening afnemen en de kwaliteit en de efficiëntie verbeteren. Om de kwaliteit van de dienstverlening op afstand te kunnen garanderen dient optimaal gebruik te worden gemaakt van het Klantcontactsysteem (KCS).
Zelfevaluatie Basis Registratie Persoonsgegevens
Zelfevaluatie Reisdocumenten
Daarnaast wordt er onderzocht of er in SWW verband plaats onafhankelijk reisdocumenten kunnen worden afgegeven. Elk kwartaal worden er delen van de zelfevaluatie gehouden om ervoor te zorgen dat de inhoudelijke kwaliteit van een persoonslijst, privacy en de processen goed worden bewaakt. De zelfevaluatie wordt eerst in een test omgeving gehouden en in het laatste kwartaal een definitieve versie. Deze versie wordt doorgestuurd naar het Ministerie van Binnenlandse zaken.
Pagina 16 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Verkiezingen
Toelichting: 18 maart 2015 worden de Provinciale verkiezingen gehouden. Hiervoor zullen alle nieuwe 18 jarigen weer uitgenodigd worden om te gaan stemmen.
Project BRP - Overgang van lokale BRP naar Landelijke BRP -
Vanuit de samenwerking SWW wordt er een projectleider aangewezen die dit traject gaat leiden.
Samenwerking
In SWW verband is een business case (BC) opgesteld. Op basis daarvan zal een uitvoeringsplan worden vastgesteld. Uit de BC blijkt dat het (virtueel) samenvoegen van de telefooncentrales leidt tot een verbetering van de dienstverlening. In 2015 zal hier uitvoering aan worden gegeven.
WAT MAG HET KOSTEN ?
Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
P111
Raad & Commissies
410
349
357
357
357
357
P112
College B&W
781
964
1.065
1.065
1.065
1.065
P113
Bestuursondersteuning College v B&W
666
713
734
734
734
734
P114
Bestuurlijke samenw erking
162
138
131
131
131
131
P115
Bestuursondersteuning raad
133
232
246
246
246
246
P120
Dienstverlening Burgerzaken
953
1.046
1.058
1.058
1.058
1.058
P199
Mutatie reserves Totaal lasten
Baten P111
Raad & Commissies
P112
College B&W
P113 P114 P115
Bestuursondersteuning raad
P120
Dienstverlening Burgerzaken
P199
Mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
3.105
3.440
3.591
3.591
3.591
3.591
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
-
-
-
-
-
-
15
44
15
15
15
15
Bestuursonderst. College v B&W
-
-
-
-
Bestuurlijke samenw erking
-
-
30
90
Totaal baten Saldo Programma
-
-
-
-
-
48
51
385
437
387
447
507
557
2.719
3.003
3.204
3.144
3.084
3.034
-
342
-
342
-
342
200
322
Pagina 17 van 143
342
150
-
342 -
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
Rekening 2013 2.315 166 2.167 473 353 5.474
Raming 2014 346 114 2.304 475
Raming 2015 188 98 2.184 458
Raming 2016 188 98 2.184 458
Raming Raming 2017 2018 188 188 98 98 2.184 2.184 458 458
3.240
2.928
2.928
2.928
2.928
Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Onttrekkingen reserves Totaal baten
1.653 898 2.552
843 132 975
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
Saldo Programma
2.922
2.265
1.914
1.914
1.914
1.914
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 P112 College B en W Het College van B en W heeft voorgesteld om een budget van € 100.000,- vrij te maken voor nieuw beleid vanaf 2015. Dit budget is toegevoegd aan dit product. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de ‘grondslagen begroting 2015’. P114 bestuurlijke samenwerking De beoogde te behalen voordelen, als gevolg van de samenwerking met de SWW gemeenten, zijn op dit product begroot.
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 P112 College B en W Op dit product zijn de begrote uitgaven in 2015 € 284.000,- hoger ten opzichte van de werkelijke uitgaven in 2013. Dit komt door de hierboven genoemde toevoeging van nieuw beleid in 2015. Daarnaast zijn meerkosten van 0,75 fte extra wethouder van circa € 60.000,- opgenomen in de begroting. Zie hiervoor het raadsbesluit2 van 15 mei 2014. In 2013 was aan de voorzieningen APPA, wachtgeld (oud) wethouders en boventallig personeel € 145.000,- minder toegevoegd dan was begroot. Zie hiervoor het jaarrapport 2013. Dit leidt tot een aanmerkelijk verschil ten opzichte van de begroting 2015. P199 Dienstverlening burgerzaken Het voornaamste verschil wordt veroorzaakt doordat in de begroting 2015 de kapitaallasten3 van het Klant Contact Centrum (KCC) zijn opgenomen.
2 Z.38629/D.18779 Benoeming en beëdiging wethouders A. Heijstee-Bolt, J.H. van Veen, H. Tuning en P.J.M. Eijking, mei 2014 3 Z.19089/D.376 Realisatie Klant Contact Center voor de gemeente Weesp
Pagina 18 van 143
2
STADSBEHEER, VERKEER EN VERVOER Centrale doelstelling is het samen met de inwoners van Weesp zorgen voor kwaliteit en leefbaarheid van het openbaar gebied in de stad. Door het stimuleren van eigen initiatief en participatie wordt het beheer van de stad niet alleen een zaak van de gemeente maar kan dit voor en door de gemeenschap worden uitgevoerd. Door kennis en kunde van inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers hierin te betrekken wordt Weesp een leefbare en duurzame stad met Weespers die tevreden en betrokken zijn bij de kwaliteit van de openbare leefomgeving. Het is een streven de bereikbaarheid voor zowel langzaam als snelverkeer maar ook het openbaar vervoer op dit niveau aan te laten sluiten.
Speerpunten College: - Beheer openbare ruimte: stimuleren van zelfbeheer en initiatieven van burgers in de openbare ruimte Dit onderwerp staat in relatie met burgerinitiatieven en burgerparticipatie. Het college zet hier met veel onderwerpen breed op in, om tegemoet te komen aan wensen van burgers. - Onderhoud schansen Het college heeft de ambitie om het aanzien en de kwaliteit van de schansen te verbeteren. Belangrijk is om hier bewoners en gebruikers van de schansen intensief bij te betrekken. Daarvoor wordt een klankbordgroep (bewoners) opgericht. Het proces start in het 4e kwartaal van 2014 en wordt vanuit deze twee groepen verder vormgegeven. - Natuurspeeltuin realiseren De gemeente onderzoekt of het mogelijk is om, op een daartoe geëigende locatie, een natuurspeeltuin in Weesp te realiseren. Inwoners van Weesp zullen hierbij actief betrokken worden. Goede initiatieven zullen wij ondersteunen. In 2015 zal het speelruimteplan opnieuw opgesteld worden. Het aspect natuurspelen krijgt hierin een plek. Op deze manier heeft natuurspelen structureel de aandacht en beperkt het zich niet tot één enkel project of plek. - Regels t.a.v. kap en herplant van particuliere bomen grenzend aan openbare ruimte Met de actualisatie van het boombeleidsplan in 2016 worden ook de regels ten aanzien van kappen en herplanten van bomen herschreven. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de gewenste deregulering. - Onderzoek naar realisatie crematorium Nog in 2014 wordt een extern onderzoek afgerond gericht op de vraag of aanbieders nog geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van een crematorium in Weesp. Het college acht een dergelijk onderzoek essentieel gelet op de verwachting dat er binnen afzienbare termijn 2 nieuwe crematoria in de regio worden gebouwd. Nog in 2014 worden de resultaten van het onderzoek aan u aangeboden. - Onderzoek naar noodzaak betaald parkeren Eind 2014 wordt een proces- en participatievoorstel gedaan waarin is uitgewerkt hoe bewoners, ondernemers en andere deskundigen over het parkeren in de binnenstad worden geconsulteerd. In 2015 wordt dit voorstel uitgevoerd. - Aandacht voor veiligheid langzaam verkeersroutes, focus routes scholen Uit overleg met alle schoolbesturen is gebleken dat de ervaringen rond scholen zeer locatie specifiek zijn. In overleg met de fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland wordt het onderzoek verder uitgebreid door ook de (fiets)schoolroutes onder de loep te nemen. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek kan naar verwachting in de eerste helft van 2015 een voorstel volgen om in een oplossing te voorzien. - OV SAAL De komende jaren werken het ministerie van I en M en Prorail de plannen uit voor een spoorverbreding in Weesp. Het college is uitdrukkelijk betrokken bij dit proces. De door Weesp opgestelde visies zijn daarbij leidend. De visies gaan onder andere uit van het verbeteren van de looproute van het station naar de binnenstad en van het beter verbinden van Leeuwenveld/de Bloemendalerpolder met de rest van de stad. Op korte termijn zet het college vol in op het openhouden van de voetgangerstunnel onder het station die Leeuwenveld verbindt met de stad. - Opstellen nota grondbeleid In 2007 heeft de gemeenteraad een nota grondbeleid vastgesteld. Onderdelen van de nota zijn inmiddels verouderd door bijvoorbeeld veranderde wetgeving of nieuwe inzichten. Eind 2014 zal het college een vernieuwde nota grondbeleid ter besluitvorming aanbieden aan de raad. - Afwaardering N236 naar 50 km per uur Het college is in 2014 gestart met overleg met de wegbeheerder van de N236, de provincie Noord-Holland, over het terugbrengen van de snelheid op de N236 tussen de 2e ingang van Aetsveld en de kruising met de C.J. van Houtenlaan. De provincie heeft laten weten hier geen voorstander van te zijn. Gezien de voordelen
Pagina 19 van 143
die er voor Weesp zijn op het gebied van oversteekbaarheid en vergroting van de leefbaarheid wordt het overleg met de provincie, al dan niet in combinatie met een formeel verzoek, in 2015 gecontinueerd. INFRASTRUCTUUR Wat willen we bereiken: Wegen, straten en pleinen Om deze infrastructuur goed en veilig te laten gebruiken door de burgers en overige weggebruikers is het een zorgplicht van de gemeente om de wegen met toebehoren goed en verantwoord te beheren (zie Wegenwet, artikel 16). Maatschappelijk effect Een veilig en comfortabel te gebruiken wegennet. Openbare verlichting In Nederland gelden geen wettelijke voorschriften voor het plaatsen, onderhouden en exploiteren van openbare verlichting. De gemeente Weesp hanteert de richtlijnen en de aanbevelingen van de Richtlijn Openbare Verlichting (ROVL-2011). Maatschappelijk effect Het creëren van zicht in het donker en het creëren van (sociale) veiligheid. Straatvegen wegen Met het straatvegen worden alle wegen en straten, behalve in het buitengebied, aangedaan met de veegwagen. Het doel is het onderhouden van een net straatbeeld zonder zwerfvuil en verhinderen dat vuil onnodig in de riolering terecht komt. Op dinsdagmiddag wordt het marktgebied geveegd. Maatschappelijk effect Verlaging onderhoudskosten riolering, minder onkruid op straat en een schoner straatbeeld. Straatmeubilair Onder het beheer van straatmeubilair vallen de volgende zaken: bebording, banken, (slot)palen, hekken, afvalbakken, boomkorven, rijwielklemmen, en dergelijke. Het streven is het aantal antiparkeerpalen terug te dringen. Het overige straatmeubilair wordt in zo goed mogelijke conditie gehouden door middel van schilderen of recht zetten na kleine aanrijdingen. Maatschappelijk effect Creëren van een leefbare omgeving met voldoende zitmogelijkheden, afvalbakken, fietsparkeerplaatsen en dergelijke. Beschoeiing en kademuren De afdeling Stadsbeheer heeft de beschoeiing en kademuren langs de vaarten, singels, sloten en rivieren in onderhoud. Maatschappelijk effect Het voorkomen van uitspoeling van wallenkanten en het behouden van een verzorgd beeld. (Mechanische) bruggen De afdeling Stadsbeheer heeft de houten en mechanische bruggen in beheer en onderhoud. Maatschappelijk effect Een veilige en betrouwbare oversteek over watergangen met een minimum aan mechanische storingen.
Pagina 20 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Onderhouden van elementen- en asfaltverharding
Lichtmasten
Het beheer van onkruid en zwerfvuil langs trottoirs en goten. In stand houden beschoeiing Onderhouden (mechanische) bruggen Keverdijk Verkeersveiligheid van langzaam verkeer rond wijk Leeuwenveld Fietsroutes naar scholen Onderzoek naar noodzaak betaald parkeren Afwaardering snelheid N236 naar 50 km/u
Toelichting: - Aan de gemeenteraad zal worden voorgesteld financiële middelen beschikbaar te stellen voor het inrichten als 30 km/u gebied van de volgende straten: Kuyperlaan, Visserlaan, Thorbeckelaan, Nolenslaan en een gedeelte van de Hugo de Grootlaan; - Aan de gemeenteraad zal worden voorgesteld financiële middelen beschikbaar te stellen voor het vergroten van de fietsveiligheid in de nabijheid van wijk Leeuwenveld 2; - Kleinschalig onderhoud verspreid over Weesp; - Herstel asfaltschade; - Onderhoud wegbelijning. - Iedere twee weken wordt een storingsronde uitgevoerd. In het centrumgebied wordt de directe klachtenopvolging gecontinueerd. Het uitvoeren van groepsremplace vindt plaats op basis van servicelevensduur lampen: - LED verlichting Industrieterrein Noord: - Als de gemeenteraad financiële middelen vrij wil maken voor de herinrichting van de Kuyperlaan, Nolenslaan, Visserlaan, Thorbeckelaan en een gedeelte van de Hugo de Grootlaan dan wordt in die straten tevens de openbare verlichting vervangen. Met het vrijhouden van onkruid en zwerfvuil langs de trottoirs en goten is het aantal verstoppingen bij kolken beheersbaar. Het goed afvloeien van regenwater naar het hoofdriool zorgt voor minder overlast voor de burgers. - Vervangen gedeelte Verlengd Buitenveer; - Schoonmaken + onderhoud Voorgracht. - Groot onderhoud Lange Vechtbrug (schilderwerk en vervanging opleggingen); - Betonreparatie Zwaantjesbrug. In 2014 is een verzinkbare afsluiting geplaatst om te waarborgen dat het spitsinrijverbod wordt nageleefd. In het begin van 2015 worden middels een enquête de ervaringen van gebruikers geëvalueerd. Bij de ingang van Leeuwenveld 3 wordt een rotonde aangelegd wat het mogelijk maakt de snelheid op de hele Leeuwenveldseweg terug te brengen naar 50 km/u. Onderzoek moet uitwijzen of er nog verdere aanpassingen benodigd zijn om de veiligheid voor langzaam verkeer te vergroten. In 2015 worden, in overleg met en met behulp van de fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland, de schoolroutes geanalyseerd met als doel in kaart te brengen of hierop er knelpunten zijn en/of aanpassingen gewenst zijn. Eind 2014 is een proces- en participatievoorstel gedaan waarin is uitgewerkt hoe bewoners, ondernemers en andere deskundigen over het parkeren in de binnenstad worden geconsulteerd. In 2015 wordt dit voorstel uitgevoerd. Het overleg met de provincie voor het verlagen van de snelheid op de N236 tussen de beide ingangen van Aetsveld wordt in 2015 gecontinueerd.
Beleidsnota’s Infrastructuur: Gladheidbestrijdingsplan (2014) Categoriseringsplan (2000) Wegbeheerrapportage (2012) Functionele inspectie 45 kunstwerken en 12.740 m kadeconstructies (2012) Meerjarenonderhoudsplan Beweegbare bruggen Weesp (2012) Beleidsplan Openbare Verlichting (2012) Beleidsnota’s Parkeren: Parkeernota Weesp (2007) Uitvoeringsplan parkeernota (2011)
Pagina 21 van 143
OPENBAAR GROEN EN WIJKBEHEER Wat willen we bereiken: Openbaar groen Het bomenbestand wordt jaarlijks gecontroleerd conform VTA (Visual Tree Assessment). Doel van VTA is om bomen te herkennen die een verminderde vitaliteit hebben en mede daardoor een gevaar kunnen vormen voor de omgeving. Naar aanleiding van de VTA wordt actief beheerd. Maatschappelijk effect Bomen zijn zeer belangrijke groenelementen in de bebouwde omgeving, naast de ecologische functie geven bomen ook een hoge belevingswaarde voor de burgers. Beheer openbare ruimte De doelstelling van het beheer openbare ruimte is het schoon, heel en veilig houden van de openbare ruimte. In nauw overleg met onder meer deelnemers van gemeente, Ymere, Politie, Versa, scholen, verenigingen en de voormalige wijkoverleggen. Speeltuinen en speelplaatsen In de openbare ruimte zijn wijksgewijs een aantal speellocaties te vinden. Deze worden jaarlijks aan wettelijke controles conform het Attractiebesluit onderworpen en op die basis onderhouden. Maatschappelijk effect De inrichting van de leefomgeving is er op gericht om de bewoners de mogelijkheid te geven elkaar in de wijk te ontmoeten en zo de sociale samenhang te vergroten. Wat gaan we daarvoor doen: Het bomenbestand in goede conditie houden
Beheer openbare ruimte
Inspectie speelruimte Het bomenbestand in goede conditie houden
Ontwikkeling schansen
Natuurspeeltuin
Regels t.a.v. kap en herplant particuliere bomen
Toelichting: Vanuit de VTA rapportage zijn de bomen inzichtelijk gemaakt op (risico) levensduur en beheer. De risico bomen worden verwijderd. Voor het dagelijks bomenbeheer is er een onderhoudsbestek voor bomen. De burger te stimuleren om het beheer in de openbare ruimte zelf op te pakken. Dit onderwerp staat in relatie met burgerinitiatieven en burgerparticipatie. Op industrieterreinen kunnen deze initiatieven onderzocht worden in de vorm van parkmanagement. Uit de jaarlijkse inspectie wordt een analyse en een onderhoudsprogramma gemaakt. Vanuit de VTA rapportage zijn de bomen inzichtelijk gemaakt op (risico) levensduur en beheer. De risico bomen worden verwijderd. Voor het dagelijks bomenbeheer is er een onderhoudsbestek voor bomen. In overleg met belanghebbenden wordt een ontwikkelplan voor de schansen vormgegeven waarbij de cultuurhistorische en de flora- en faunawaarden belangrijke uitgangspunten zijn. De gemeente onderzoekt of het mogelijk is om, op een daartoe geëigende locatie, een natuurspeeltuin in Weesp te realiseren. Inwoners van Weesp zullen hierbij actief betrokken worden waarbij we goede initiatieven zullen ondersteunen. In 2015 zal het speelruimteplan opnieuw opgesteld worden. Het aspect natuurspelen krijgt hierin een plek. Met de actualisatie van het boombeleidsplan in 2016 worden ook de regels ten aanzien van kappen en herplanten van bomen herschreven in relatie tot de deregulering.
Pagina 22 van 143
Beleidsnota’s wijkbeheer: Speeltruimteplan (2001) Beheerkwaliteitsplan openbare ruimte (2001) Groenvisie Weesp 2007-2015 Groenbeleidsplan 2007-2017 Bomenbeleidsplan 2007-2017 GEMEENTELIJKE GEBOUWEN Wat willen we bereiken: De gemeente heeft een aantal gebouwen in haar beheer die een openbare of maatschappelijke functie bekleden. Het doel is om deze panden in een goede staat te houden, naar de huidige eisen en wetgeving. In de paragraaf kapitaalgoederen is het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen opgenomen. Maatschappelijk effect Het op goed niveau houden en het bruikbaar faciliteren van gebouwen Wat gaan we daarvoor doen: Het opstellen van een nota vastgoed
Toelichting: In 2015 wordt een nota maatschappelijk vastgoed opgesteld en ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. De nota geeft inzicht in en doet voorstellen over o.a. het beheer, de verhuur en het al dan niet verkopen van (maatschappelijk) vastgoed.
AFVALVERWIJDERING EN VERWERKING Wat willen we bereiken: Afvalverwijdering/-verwerking Het inzamelen en verwerken is volledig uitbesteed aan de Gewestelijke Afvalstoffendienst (GAD). De gemeente heeft onder andere op het gebied van toepassing van ondergrondse afvalcontainers contact met de GAD. Riolering/afvalwater Aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (artikel 10.33). In de Wet milieubeheer, artikel 4.22, is vastgesteld dat de gemeente verplicht is een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen. Eind 2013 is een nieuw GRP vastgesteld. Hierin is het beleid geformuleerd om een goed functioneren van het rioolstelsel te garanderen en werkzaamheden ten behoeve van wijzigende (milieu)wetgeving uit te kunnen voeren. In het plan zijn vervangingskosten opgenomen op basis van theoretische vervangingstermijnen. De jaarlijks werkelijk uit te voeren werkzaamheden worden gebaseerd op actuele inspecties en worden uitgevoerd in combinatie met herbestratingen of herinrichtingen teneinde de overlast en kosten zo laag mogelijk te houden. Eventuele overschotten worden genivelleerd in de reserve rioolheffing. Begraafplaatsen Het op niveau houden van het groen en administratie voeren van de graven waarmee wij burgers adequaat ten diensten staan.
Pagina 23 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Afvalverwijdering/-verwerking
Riolering/afvalwater
Begraafplaatsen
Toelichting: De GAD heeft in 2014 een advies uitgebracht om in 2019 minimaal 70% van het huishoudelijk afval te scheiden en hergebruiken. In 2014 heeft besluitvorming plaatsgevonden over een breed pakket aan maatregelen en de financiering daarvan. Vanaf 2015 start het uitvoeringstraject dat moet leiden tot realisatie van de doelstelling. - Als de gemeenteraad financiële middelen vrij wil maken voor de herinrichting van de Kuyperlaan, Nolenslaan, Visserlaan, Thorbeckelaan en een gedeelte van de Hugo de Grootlaan dan vooruitlopend hieraan een gescheiden rioolstelsel aanleggen. - Reinigen en inspecteren van de riolering Ind. Noord, Heemraadweg, Leeuwenveld 1 en Sinnigvelderstraat. - Uitvoeren rioolrenovaties naar aanleiding van rioolinspecties uit 2014. Het uitvoeren van dagelijks beheer.
Beleidsnota’s: 4e Gemeentelijke Rioleringsplan (2014-2019) Hondenbeleid 2009 - 2015 Begraafplaatsnota Weesp
Pagina 24 van 143
WAT MAG HET KOSTEN ? Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
3.098
4.739
2.709
2.709
2.709
2.709
119
101
111
111
111
111
73
75
75
75
75
75
2.096
2.311
2.097
2.097
2.097
2.097
389
395
379
379
379
379
P211
Infrastructuur
P220
Parkeerplaatsen
P221
Parkeerbeheer
P230
Beheer openbare ruimte
P234
Beheer gebouw en
P240
Afvalverw ijdering/-verw erking
1.958
1.935
1.946
1.980
2.015
2.050
P242
Riolering/afvalw ater
2.099
2.317
2.247
2.357
2.423
2.474
P243
Begraafplaatsen
350
268
255
255
255
255
P299
Mutatie reserves
-
-
-
97
184
287
10.183
12.141
9.820
10.061
10.248
10.437
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
171
829
86
86
86
86
Totaal lasten
Baten P211
Infrastructuur
P220
Parkeerplaatsen
P221
Parkeerbeheer
P230
Beheer openbare ruimte
P234
Beheer gebouw en
P240
4
2
2
2
2
2
312
300
310
310
310
310
53
44
44
44
44
44
139
201
201
201
201
201
Afvalverw ijdering/-verw erking
1.837
1.715
1.732
2.232
1.932
1.932
P242
Riolering/afvalw ater
2.070
2.211
2.228
2.398
2.585
2.774
P243
Begraafplaatsen
143
190
190
190
190
190
P299
Mutatie reserves
224
1.493
279
150
150
150
Totaal baten
4.953
6.986
5.073
5.614
5.501
5.690
Saldo Programma
5.231
5.155
4.747
4.447
4.747
4.747
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
Rekening 2013 3.892 1.016 3.393 1.882 10.183
Raming 2014 5.992 1.295 2.865 1.865 125 12.141
Raming 2015 3.852 1.105 2.839 1.899 125 9.820
Raming 2016 3.852 1.214 2.839 1.933 222 10.061
Raming Raming 2017 2018 3.863 3.874 1.269 1.309 2.839 2.839 1.967 2.003 309 412 10.248 10.437
Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Onttrekkingen reserves Totaal baten
4.729 224 4.953
5.493 1.493 6.986
4.794 279 5.073
5.464 150 5.614
5.351 150 5.501
5.540 150 5.690
Saldo Programma
5.231
5.155
4.747
4.447
4.747
4.747
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 Het verschil in saldo tussen de begroting 2015 en 2014 is om en nabij € 400.000,- positief. Op dit programma is de bezuinigingsoptie doorrekenen BTW in het tarief rioolrecht verwerkt van € 150.000,-. Daarnaast is in 2014 incidenteel het budget infra verhoogd met € 235.000,-. Dit betrof het overschot in 4 2013 .
4 Raadsbesluit jaarrekening 2013 in juni 2014. Z.36690/D.1656.
Pagina 25 van 143
In 2014 zijn bij begrotingswijziging 7, behorend bij de 1e financiële rapportage 2014 diverse projecten geraamd zoals herinrichting Hogweyselaan, herinrichting Breedstraat/Nieuwstad, vervanging Kastanjebomen, etc. Daartegenover staan ook onttrekkingen uit reserves en/of provinciale vergoedingen. De ramingen met betrekking tot deze projecten zijn hiermee budgettair neutraal en hebben geen invloed in het saldo.
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 Het verschil met het saldo 2013 is € 484.000,- afgerond positief. Ook ten opzichte van 2013 zijn de inkomsten hoger als gevolg van het doorrekenen van het BTWcomponent. Omdat in 2013 er een overschot op het budget infra is van € 235.000,- werkt dat in 2015 in tegenstelling tot 2014 de andere kant op en dus negatief. Bij de vaststelling van de begroting 2014 is er een taakstelling met betrekking tot stadsbeheer van € 500.000,- opgelegd. Deze is structureel en werkt daarmee door naar de begroting 2015 e.v.. Ten opzichte van 2013 betekent dit een verlaging van het saldo van € 500.000,-. Aan onderhoud gebouwen is in 2013 € 67.000,- meer uitgegeven. Voor een aantal van voornoemde projecten hebben uitgaven en inkomsten reeds gedeeltelijk in 2013 plaatsgevonden. Ook hier hebben deze projecten geen invloed in het saldo. Het verschil op begraafplaatsen betreft een verschuiving van doorbelastingen uit kostenplaatsen. Samenvatting Bezuiniging BTW component
-150.000
Taakstelling stadsbeheer
-500.000
Overschot 2013 infra
235.000
Onderhoud gebouw en
-68.000
Diversen
-1.000 -484.000
Pagina 26 van 143
3
BOUWEN EN MILIEU
Dit hoofdstuk omvat de volgende onderdelen: Ruimtelijke ordening (waaronder bestemmingsplannen) Bouwen en gebruik (Wabo, DHW en APV vergunningverlening) Monumentenzorg Toezicht en handhaving (Wabo en APV) Milieubeheer (Grond) exploitaties en bouwprojecten (projectbureau activiteiten)
Ruimtelijke ordening Wat willen we bereiken: Ruimtelijke ordening (waaronder bestemmingsplannen) Weesp blijven voorzien van actueel ruimtelijk beleid. Actualisatie van de bestemmingsplannen en afronding van het bestemmingsplan Bloemendalerpolder zijn daarvan voorbeelden. Elke gemeente is verplicht ruimtelijk beleid (lees bestemmingsplannen) te hebben, niet ouder dan 10 jaar. Maatschappelijk effect Door gewenste actuele ontwikkelingen vast te leggen in bestemmingsplannen kan snel en duidelijk antwoord worden gegeven op vragen. Tijdrovende procedures om af te wijken van vigerende regelgeving kan voorkomen worden. Dit zal de dienstverlening ten goede komen. Door actuele, leesbare regelgeving kan er ook beter (doelmatiger) worden gehandhaafd. Dit zal leiden tot de verbetering van de juridische kwaliteit van beschikkingen waardoor een doelmatige aanwending van middelen wordt bereikt. Speerpunten College: - Landelijke energieakkoord Ook als gemeente kan een bijdrage geleverd worden aan het landelijk energieakkoord. Beperken van energiegebruik in bestaande bouw, maar ook het stimuleren van energiezuinige nieuwbouw, toepassen van warmtepompen en zonnepanelen zijn daarvan voorbeelden. Naast de reeds lopende projecten zal in 2015 zal dit onderwerp nader uitgewerkt worden, waarbij aansluiting wordt gezocht met onze samenwerkingspartners. - Behoud toren Laurentiuskerk (relatie programma 8) De Laurentiuskerk en de pastorie zijn belangrijke dragers van de historische binnenstad van Weesp. Bij een herontwikkeling van de locatie van de kerk zijn het behoud van minimaal de toren en de pastorie en het zorgvuldig omgaan met de belangen van omwonenden essentieel. Het college zal eind 2014 een voorstel met een ruimtelijk kader voor de herontwikkeling van de locatie aan de raad aanbieden waarbij de hiervoor genoemde essenties centraal staan. - Structuurvisie, monitoren voortgang De structuurvisie bevat een uitvoeringsparagraaf met projecten. Als uitwerking van de structuurvisie wordt een nota kostenverhaal opgesteld in 2015. In de nota wordt o.a. inzicht gegeven welke projecten deels gefinancierd kunnen worden vanuit ruimtelijke ontwikkelingen van derden. Daarbij zal een prioritering gemaakt worden in de uitvoering van de projecten. - Realiseren jongerenhuisvesting op locatie Jan Woudsmaschool Het college biedt in de eerste helft van 2015 ruimtelijke en functionele kaders aan gericht op de herontwikkeling van de locatie. - Herontwikkeling bedrijventerrein Noord De initiatieven vanuit de markt gericht op het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit worden gefaciliteerd. Bovendien gaat de gemeente verder met het verbeteren en waar mogelijk vergroenen van de openbare ruimte. Daarbij worden ook de beschikbare provinciale middelen ingezet. Samenwerking met het IVW en samenwerking met betrokken individuele bedrijven achten wij voor een succesvolle aanpak essentieel. In dit kader wordt bijvoorbeeld het gesprek met de vereniging het Domijn aangegaan. - Uitvoeren structuurvisie bedrijventerreinen en raadsbesluit Nautisch Kwartier Nijverheidslaan Vier marktpartijen hebben aangegeven een plan van aanpak/visie te willen opstellen gericht op het herontwikkelen van een 1e fase van bedrijventerrein Nijverheidslaan. In de eerste helft van 2015 volgt in dit e verband naar verwachting een 1 voorstel aan uw raad. Voordat de marktpartijen aan de slag gaan heeft het college onafhankelijk juridisch advies ingewonnen over de milieuzones van de bedrijven op het terrein in relatie tot de mogelijke herontwikkeling van de 1e fase. Dit advies zal het college nog dit najaar bespreken.
Pagina 27 van 143
Wij zullen u uiteraard informeren over het advies. - Ontwikkelingsstrategie Van Houten industriepark Met behulp van een provinciale subsidie faciliteert het college een onderzoek vanuit de markt naar het toekomstperspectief van het Van Houtenindustriepark. Overleg met alle betrokken partijen in het gebied is daarbij essentieel voor het uitwerken van een succesvolle ontwikkelingsstrategie. - Upgrading Hogeweij De maatschap Hogeweij start naar verwachting in 2015 met de renovatie van winkelcentrum Hogeweij. Op basis van door de raad vast te stellen kaders kan Ymere in 2015 starten met de sloop en nieuwbouw van de bebouwing rondom het winkelcentrum. Het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en de woonkwaliteit moet bij het project vooropstaan. De oplevering van het project staat voorlopig gepland voor 2017. - Terugdringen aantasten luchtkwaliteit en ontwikkelen en stimuleren duurzame oplossingen Het duurzamer maken van Weesp, speelt op vele terreinen een rol, zoals bij bouwen, energiebeheer, gebouwbeheer (eigen gebouwen) maar ook bij slopen afvalinzameling en afvalbeheer. De mogelijkheden hiertoe zullen deels gemeentelijk, doch deels regionaal onderzocht en in uitvoering genomen worden. Hierdoor zal de aantasting van het milieu verminderd worden. - Bloemendalerpolder: onderzoek naar toevoegen betaalbare woningen Het college is van mening dat er in de Bloemendalerpolder ruimte moet zijn voor een breed scala aan woningen. Naast woningen gericht op doorstromers moet er ook ruimte zijn voor betaalbare woningen voor mensen die aan het begin staan van hun “wooncarrière”. Het diverse woningaanbod in de Leeuwenveld 3 toont aan dat er in Weesp (en omgeving) ook vraag is naar goede betaalbare nieuwbouwwoningen. Wat gaan we daarvoor doen: “Fine-tuning” van de in 2013 vastgestelde bestemmingsplannen door middel van zogenaamde veegplannen Opstellen bestemmingsplan Bloemendalerpolder
Toelichting: Gebleken is, vanuit zowel de vergunningverlening als de handhaving, dat de bestemmingsplannen op details voor verbetering vatbaar zijn. Een en ander om aan bovenstaand maatschappelijk effect tegemoet te komen. Voor het nieuwbouwgebied Bloemendalerpolder wordt een separaat bestemmingsplan opgesteld (zie onder bouwprojecten)
Beleidsnota’s: bestemmingsplannen; afwijkingenbeleid
Pagina 28 van 143
Bouwen en gebruik (Wabo, DHW en APV vergunningverlening) Wat willen we bereiken: - Een in bouwkundig opzicht veilige stad (eisen Bouwbesluit en Bouwverordening); - Het behouden en verbeteren van de inrichting en het aanzien van de stad (eisen Woningwet, bestemmingsplan en welstandsnota); - Het brandveilig gebruiken van gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning c.q. melding voor nodig is; - Het zorgdragen voor een veilige en nette stad, door regulerend te handelen met betrekking tot de Drank en horeca wetgeving en de APV (evenementen); - Hoge klanttevredenheid door klantvriendelijke opstelling, lage kosten en korte doorlooptijd van de verzoeken. Maatschappelijk effect Doordat gebouwen voldoen aan regelgeving wordt voldaan aan minimale criteria op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, en energiezuinigheid. Hiermee is de kwaliteit van het woonklimaat gewaarborgd. De aantallen aanvragen zijn afhankelijk van externe omstandigheden en kunnen daardoor sterk fluctueren. Daarbij spelen conjunctuur, maar ook de verruimde mogelijkheden tot vergunningsvrij bouwen een rol. Wat gaan we daarvoor doen: Beslissen binnen de wettelijke termijnen op aanvragen omgevingsvergunning (Wabo) Beslissen op aanvragen en meldingen in het kader van DHW en APV (evenementen) Indicator Aantal omgevingsvergunningen Aantal (sloop/asbest) meldingen DHW/APV vergunningen
Realisatie 2013 180
Toelichting: Hiertoe behoort ook de toetsing aan Bouwbesluit, Bouwerverordening, Bestemmingsplannen en waar nodig aan Monumentenwet, Milieuwetgeving etc. Toetsing aan APV en DHW, inclusief adviseren door derden (waaronder politie en brandweer) Begroting 2014 175
32
Begroting 2015 160
50
50
75
80
Beleidsnota’s: Bouwbesluit; Welstandsnota; Bouwverordening; Paardenbakkenbeleid Verordening drank en horecawet Weesp 2013 APV
Monumentenzorg Wat willen we bereiken: - Monumenten in een goede staat te hebben en te houden; - Veranderingen aan monumenten op een deskundige wijze te laten uitvoeren. Maatschappelijk effect Monumenten duiden het historische karakter van de stad Weesp. Hierdoor is Weesp voor bezoekers en bewoners een aantrekkelijke stad. Wat gaan we daarvoor doen: Subsidie gemeentelijke monumenten verlenen
Toelichting: Door het verstrekken van subsidie voor onderhoud en herstel van monumenten wordt het belang van het behoud van monumenten ondersteund. Aangezien het aantal aanvragen in de afgelopen jaren is teruggelopen zal naast een publiciteitsactie, in 2015 het
Pagina 29 van 143
Vergunning verlenen en toezicht houden op de uitvoering van werkzaamheden
Monumentcommissie betrekken bij plannen monumenten te wijzigen. Indicator Aantal verleende subsidies gemeentelijke monumenten Aantal omgevingsvergunningen met onderdeel monument Aantal keer dat toezicht wordt gehouden. Monumentcommissie adviseert over plannen monumenten te wijzigen.
subsidiebeleid/subsidieverordening geëvalueerd worden met als oogmerk te onderzoeken of de beschikbare middelen breder aan te wenden zijn. Wettelijke taak. Aangezien monumentenvergunningen deel uitmaken van omgevingsvergunning, doorlopen die dezelfde procedures. Het voortraject (vooroverleg en toetsing) is in het algemeen intensiever. Ook de controles op het onderdeel monumenten is intensiever dan andere onderdelen van de omgevingsvergunning. Beiden worden hier expliciet benoemd. De welstand-/monumentencommissie vergaderd maandelijks over ingediende aanvragen, daarbij worden monumenten veelal meerdere malen besproken. Realisatie 2013 4
Begroting 2014 10
Begroting 2015 10
14
15
15
53
50
50
38
40
50
Beleidsnota’s: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten; Monumentenverordening; Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten.
Pagina 30 van 143
Toezicht en Handhaving (Wabo en APV) Wat willen we bereiken: - Een veilige stad (eisen Bouwbesluit en Bouwverordening);Het behouden en verbeteren van de inrichting en het aanzien van de stad (eisen Woningwet, bestemmingsplan en welstandsnota); - Het brandveilig gebruiken van gebouwen waarvoor een gebruiks- vergunning c.q. melding voor nodig is; - Een schone en opgeruimde stad (voorschriften APV) Maatschappelijk effect Doordat gebouwen voldoen aan regelgeving wordt voldaan aan minimale criteria op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, en energiezuinigheid. Hiermee is de kwaliteit van het woonklimaat gewaarborgd. Een opgeruimde en veilige stad draagt eveneens bij een het woongenot en beleving van een de stad. Wat gaan we daarvoor doen: Controles wabo vergunningen Controles illegale bouw en vergunningsvrije bouw Controles asbest en/of meldingen Controles ruimtelijke ordening (gebruik)
Controles op en in openbare buitenruimte
Indicator* Controles wabo vergunningen (tijdens bouw) Oplevering controles wabo Handhavingszaken Sloop en/of asbestmeldingen Steigers, containers etc (APV) Verwijderde fietsen, wrakken, aanhangers
Toelichting: Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en verslag idem idem Na de (capaciteit)impuls in 2014 de werkvoorraad handhavingszaken te doen verminderen zal het niveau in 2015 weer terugvallen. Een evaluatie van het project vindt in het eerste helft van 2015 plaats. Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en verslag Realisatie 2013 361 233 16 34 191 156
Begroting 2014 240 200 100 50 200 100
Begroting 2015 200 200 50 50 200 100
*Er is hier een selectie genomen van de uitvoeringstaken per hoofdactiviteit; voor detailinformatie wordt verwezen naar het jaarlijks uitvoeringsprogramma en verslag
Beleidsnota’s: Bouwbesluit; Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2014 Kwaliteitshandboek handhaving Bouw en RO Nota Handhaving 2014 Afmeer en steigerbeleid Verordening drank en horecawet Weesp 2013 APV
Pagina 31 van 143
Milieubeheer Wat willen we bereiken: Doel van het milieubeleid is een schoon, stil, veilig en duurzaam leefmilieu. Waar mogelijk worden milieuproblemen opgelost en nieuwe problemen voorkomen. De uitvoering is gekoppeld aan een aantal wetten en wettelijke bepalingen die in specifiekere zin in onderstaande nota’s verder zijn uitgewerkt. De meeste milieutaken zijn vanaf 2013 overgedragen aan de OFGV. Maatschappelijk effect Een schoon, stil, veilig en duurzaam leefmilieu. Wat gaan we daarvoor doen: Uitvoering geven aan een milieu uitvoeringsprogramma, bestaande uit aantal wettelijk verplichte taken Overdracht taken van bedrijven met hoge belasting van de OFGV naar de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG)
Uitvoering klimaatbeleid door onder andere energiebesparende maatregelen te stimuleren en subsidiëren; Stimuleren van een duurzaam leefklimaat en duurzame oplossingen
Onderzoek naar maatregelen het energieverbruik van het stadhuis te beperken (waaronder een kosten-baten analyse) Invulling geven aan het Landelijk energie akkoord
Indicator Voortgangscontroles op basis kwartaalrapportages OFGV Uitgaven energiebesparende subsidiegelden
Toelichting: De uitvoering van de meeste milieutaken is overgedragen aan de OFGV; coördinatie en controle op de voortgang van deze taken is aan de gemeente. Door veranderende regelgeving dienen 3 bedrijven overgedragen te worden van de OFGV naar de gespecialiseerde omgevingsdienst OD NZKG. Hiervoor ie een separate dienstverleningsovereenkomst en mandatering noodzakelijk. In financiële zin nemen de kosten toe vanwege de intensievere taakuitoefening als gevolg van de regelgeving. Eind 2013 is voor de komende periode tot/met half 2016 een subsidieverordening vastgesteld (te financieren uit door de provincie beschikbaar gestelde middelen) Het duurzamer maken van Weesp, speelt op vele terreinen een rol, zoals bij bouwen, energiebeheer, gebouwbeheer (eigen gebouwen) maar ook bij slopen afvalinzameling en afvalbeheer. De mogelijkheden hiertoe zullen deels gemeentelijk, doch deels regionaal onderzocht en in uitvoering genomen worden. Hierdoor zal de aantasting van het milieu verminderd worden. Het stadhuis verbruikt veel energie. Vanwege het monumentale karakter zullen maatregelen een specifiek karakter hebben Beperken van energiegebruik in bestaande bouw, maar ook het stimuleren van energiezuinige nieuwbouw, toepassen van warmtepompen en zonnepanelen zijn daarvan voorbeelden. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van subsidie regelingen. Naast de reeds lopende projecten zal in 2015 dit onderwerp nader uitgewerkt worden, waarbij aansluiting wordt gezocht met onze samenwerkingspartners.
Realisatie 2013 2 keer
Begroting 2014 4 keer per jaar
Begroting 2015 4 keer per jaar
Nihil
Minimaal 40% van het totale budget
Minimaal 80% van het totale budget
Beleidsnota’s: Uitvoeringsprogramma Toezicht en Milieu 2014 en Uitvoeringsprogramma milieutaken OFGV Toekomstgericht bouwen en Wonen (stimuleren duurzaam bouwen; 2007) Subsidieverordening energie besparende maatregelen bestaande bouw (2013) Beleidsnota geluid: hogere waarden Wet geluidhinder (2007) Klimaatbeleid 2008/9 – 2012
Pagina 32 van 143
(Grond)exploitaties en bouwprojecten Wat willen we bereiken: Weesp staat al enige jaren voor een grote ruimtelijke opgave. Daar waar veel gemeentes zich louter moeten en kunnen richten op beheerstaken is Weesp ook gericht op nieuwbouw en herstructurering. De stad zal groeien, zeker op de langere termijn. Het is zaak om die groei in goede banen te leiden. Nieuwbouw moet passen bij Weesp, moet Weesp aanvullen en moet zorgen voor meer draagvlak voor de voorzieningen in Weesp. De nieuwbouw- en herstructureringsprojecten worden vanuit deze optiek begeleid en beoordeeld. Bij de begeleiding en beoordeling spelen uiteraard ook andere aspecten zoals kostenverhaal, parkeren en duurzaamheid een rol. Naast nieuwbouw (van woningen) en herstructurering is eind 2013 duidelijk geworden dat Weesp ook aan de vooravond staat van een grote ingreep aan het spoor. In het kader van het project OV SAAL is namelijk het besluit genomen dat er 2 extra sporen bij komen in Weesp. Het voorlopige budget van de ingreep in Weesp is 146 miljoen euro hetgeen een indicatie is voor de omvang van de ingreep. Het langjarige project van het ministerie van I en M wordt ook begeleid vanuit de gemeente zodat ook de belangen van de gemeente goed worden meegewogen. Maatschappelijk effect Meer draagvlak (meer bewoners) voor de bestaande voorzieningen in Weesp waardoor die voorzieningen behouden en waar mogelijk verbeterd kunnen worden. Een meer gedifferentieerd woningaanbod en een kwaliteitsverbetering van het bestaande woningaanbod. Mogelijk nieuwe voorzieningen of beter bereikbare voorzieningen. Een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de gebruikskwaliteit van wijken en de bedrijventerreinen. Het waarborgen van de goede treinverbindingen van Weesp en het verbeteren van de stationsomgeving. Wat gaan we daarvoor doen: Het begeleiden van het project Bloemendalerpolder.
Het begeleiden van het project Hart van Hogewey
Het begeleiden van het project Leeuwenveld 3
Het begeleiden van het project AH/Achtergracht
Het begeleiden van het project OV SAAL Het begeleiden van het project Papeveld Het begeleiden van de projecten Noord en Nijverheidslaan
Toelichting: In 2015 worden het bestemmingsplan en het exploitatieplan voor de Bloemendalerpolder vastgesteld. Daarnaast worden ook het beeldkwaliteitsplan en het landschapsontwikkelingsplan voor het gebied vastgesteld. Er wordt een 1e fase van het plan uitgewerkt. Naast woningbouw zal de 1e fase ook bestaan uit voorzieningen De aanleg van die 1e fase zal overigens na 2015 geschieden. Naar verwachting wordt in 2015 winkelcentrum Hogeweij gerenoveerd. Of en in hoeverre ook andere onderdelen (sloop, renovatie en nieuwbouw) van het project worden opgestart is nog niet bekend. e De woningen in de 1 fase van het project worden in 2015 gebouwd (en deels opgeleverd). Daarnaast wordt de rotonde op de Leeuwenveldseweg ter ontsluiting van de wijk (en de Bloemendalerpolder) aangelegd. Het project wordt in 2015 deels afgerond d.w.z. de AH zal in 2015 naar verwachting verhuizen naar de nieuw gebouwde winkel op het terrein van de voormalige brandweerkazerne. Het huidige pand van de AH wordt vervolgens gesloopt en vervangen door een nieuw pand met een parkeerdek. Het ministerie van I en M en Prorail werken in 2015 de verschillende opties voor de spoorverbreding uit. De begeleiding van het project wordt voortgezet. Afhankelijk van de interesse vanuit de markt en nader onderzoek ten aanzien van milieucontouren wordt verder gewerkt aan de mogelijk transformatie van de Nijverheidslaan en de herstructurering van bedrijventerrein Noord.
Pagina 33 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Het begeleiden van projecten/onderzoeken voortkomend uit de structuurvisie Weesp
Toelichting: Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de realisatie van een stadsstrand aan de Vecht en naar de mogelijkheden voor het realiseren van hotel en vergaderfaciliteiten. Tevens wordt een ontwikkel/verbeterstrategie opgesteld voor het Van Houten Industriepark samen met de eigenaren en ondernemers en wordt ingezet op het terugbrengen van de maximum snelheid op de N236 ter hoogte van de bebouwde kom van Weesp. Op basis van een door de raad vast te stellen ruimtelijk kader kan in 2015 gewerkt worden aan de uitwerking van de plannen van de locatie van de voormalige Jan Woudsmaschool.
Ontwikkeling locatie Jan Woudsmaschool
Beleidsnota’s: -
Parkeernota 2007 Nota grondbeleid 2014 structuurvisie 2013 Ruimtelijke kader Bloemendalerpolder Structuurvisie bedrijventerreinen Noord en Nijverheidslaan
WAT MAG HET KOSTEN ?
Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
1.588
1.345
966
966
966
966
42
9
9
9
9
9
P311
Ruimtelijke ordening
P312
Woningexploitatie
P313 P314
Overige volkshuisvesting Bouw - w oning- en w elstandstoezicht
233 648
234 723
273 768
273 768
273 768
273 768
P320
Monumentenzorg
116
167
147
147
147
147
P325
Milieubeheer
519
536
549
549
549
549
P330
Projecten/Grondexploitaties
1.974
227
218
218
218
218
P399
Mutatie reserves
353
-
-
-
-
-
5.474
3.240
2.928
2.928
2.928
2.928
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
394
188
139
139
139
139
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten
Baten P311
Ruimtelijke ordening
P312
Woningexploitatie
P313
Overige volkshuisvesting
285
-
-
-
-
-
P314
Bouw - w oning- en w elstandstoez
117
422
642
642
642
642
P320
Monumentenzorg
-
P325
Milieubeheer
P330
Projecten/Grondexploitaties
P399
Mutatie reserves
4
-
-
-
-
13
-
-
-
-
-
1.124
233
233
233
233
233
898
132
-
-
-
-
Totaal baten
2.552
975
1.014
1.014
1.014
1.014
Saldo Programma
2.922
2.265
1.914
1.914
1.914
1.914
Onder ruimtelijke ordening vallen ook de diverse ruimtelijke projecten niet zijnde grondexploitaties
Pagina 34 van 143
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
Rekening 2013 2.315 166 2.167 473 353 5.474
Raming 2014 346 114 2.304 475
Raming 2015 188 98 2.184 458
Raming 2016 188 98 2.184 458
Raming Raming 2017 2018 188 188 98 98 2.184 2.184 458 458
3.240
2.928
2.928
2.928
2.928
Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Onttrekkingen reserves Totaal baten
1.653 898 2.552
843 132 975
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
1.014
Saldo Programma
2.922
2.265
1.914
1.914
1.914
1.914
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 Bouw- woning en welstandstoezicht In verband met de bouw van Leeuweveld 3 en 4 zullen de inkomsten van bouwleges naar verwachting drie ton hoger uitvallen vanaf 2015. Op termijn (naar verwachting 2016) zal ook de Bloemendalerpolder tot ontwikkeling komen en bouwleges opleveren. Voor 2015 en volgende jaren is € 300.000,- meer aan inkomsten bouwleges geraamd. Op 19 december 2013 heeft de raad ingestemd om de formatie Handhaving uit te breiden met een juridisch medewerker (1 fte) voor 2014. Dit incidentele budget wordt in 2015 niet meer ingezet.
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 Het verschil met 2013 bedraagt afgerond € 1.008.000,- positief. Bestemmingsplannen In verband met het actualiseren bestemmingsplannen is in 2013 € 85.000,- beschikbaar gesteld. Bij de begroting 2014 is dit bedrag weer afgeraamd. Bouw- woning en welstandstoezicht In 2013 vielen de inkomsten uitbouwleges fors tegen. Het verschil bedraagt € 525.000,- negatief. Daarentegen waren de kosten van handhaving en toezicht zo’n € 66.000,- hoger. Dit is toegelicht in de jaarrekening 2013. Projecten Ook zijn er in 2013 kosten gemaakt van ongeveer € 145.000,- met betrekking tot projecten zoals Bloemendalerpolder, herontwikkeling locatie Achtergracht en Hogeweyselaan. Met ingang van 2013 worden uren (ad. € 200.000,-) toegerekend aan projecten. In 2013 is dit niet gerealiseerd. Samenvatting Bouw leges Bestemmingsplannen Projecten
-525.000,00 -85.000,00 -145.000,00
Extra kosten toezicht en handhaving -66.000,00 Doorrekenen uren projecten Diversen
-200.000,00 13.000,00 -1.008.000,00
Pagina 35 van 143
Pagina 36 van 143
4
ONDERWIJS EN SPORT Het beoogde maatschappelijke effect is: Het creëren van randvoorwaarden/faciliteiten ter bevordering van deelname aan de Weesper samenleving. Het beleid van Weesp voor deze programmalijn is vastgesteld in de volgende beleidsnota’s: Kadernota Welzijn 2005 Onderwijskansen voor ieder kind (voortzetting VVE in 2011-2014) WMO beleidsplan 2012 – 2015. Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2008 –2011 Nota Jeugdbeleid 2008 Jeugdadviesnota “Jongeren in Beeld”
ONDERWIJS Wat willen we bereiken: Basisonderwijs Ten aanzien van het onderwijs willen we, door het uitvoeren van de wettelijke taken van de gemeente, bereiken dat er over de gemeente een goede spreiding van scholen voor basisonderwijs is, waarbij we streven naar zoveel mogelijk gebruik van het brede schoolconcept (peuterspeelzalen, kinderopvang en scholen werken daarin in meer of mindere mate samen aan opvang en onderwijs voor kinderen van 0 tot 12 jaar). Voortgezet onderwijs Met de deelname aan het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL) wordt beoogd om te zorgen dat de Leerplichtwet nageleefd wordt, en alle jongeren in Weesp een diploma behalen zonder voortijdig schoolverlaten. Leerlingenvervoer Daarnaast willen we het leerlingenvervoer op een efficiënte en adequate manier uitvoeren. Onderwijsachterstandenbeleid Het onderwijsachterstandenbeleid willen we door middel van de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) en schakelklassen voor kinderen van 2-12 jaar zodanig uitvoeren in samenspraak met kinderopvang, peuterspeelzalen en basisscholen, dat taalachterstanden op alle plaatsen zo adequaat mogelijk aangepakt en opgelost worden. Kinderopvang In de kinderopvang heeft de gemeente een toezichthoudende rol. Het streven is er op gericht te zorgen voor een adequaat toezicht waarbij alle kinderopvanglocaties voldoen aan alle wettelijke eisen die gesteld worden.
Wat gaan we daarvoor doen: Basisonderwijs en Voortgezet onderwijs
Toelichting: Schoolbesturen en gemeente trekken gezamenlijk op om te zorgen voor gelijke ontwikkelingskansen voor alle kinderen. Op 1 augustus is de Wet Passend onderwijs van kracht geworden. In 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, delen van de AWBZ en de Participatiewet. Hierdoor zijn de Samenwerkingsverbanden passend onderwijs verantwoordelijk voor passende ondersteuning in de school en de gemeente integraal verantwoordelijk voor de zorg voor de jeugd om de school. Weesp heeft samen met Wijdemeren en Stichtse Vecht SWW) te maken met vijf samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs uit de regio`s Utrecht, Utrecht West en Gooi en Vechtstreek. Voor SWW is de aansluiting van de jeugdzorg zoals die georganiseerd wordt in de regio Utrecht West op het passend onderwijs in genoemde regio`s, een punt van
Pagina 37 van 143
Wat gaan we daarvoor doen:
Voortgezet onderwijs
Leerlingenvervoer
Toelichting: aandacht. Gemeenten en samenwerkingsverbanden zullen in goed overleg gezamenlijk vorm moeten geven aan de beleidsdoelstelling: één kind, één huishouden, één plan, één aanpak. Vanuit de gezamenlijke visie: `gewoon waar het kan, speciaal waar het moet` geven we vorm aan de missie om ieder kind in staat te stellen zijn/haar talenten te ontwikkelen met als uiteindelijk doel actief een plaats in de maatschappij in te kunnen nemen (te participeren). Voorkomen moet worden dat leerlingen (tijdelijk) niet deelnemen aan onderwijs terwijl ze leerplichtig zijn (thuiszitters). Een verkeerde schoolkeuze en of problemen in het gezin of in de privésfeer zoals vechtscheidingen, armoede, schulden, psychische problemen, kunnen de factoren zijn die een rustige gestructureerde gang naar school en daarmee het behalen van een diploma en startkwalificatie belemmeren. Gemeente en onderwijs hebben de taak om jongeren en ouders voor het onderwijs te motiveren en op een zo vroeg mogelijk tijdstip schoolverzuim en schooluitval te voorkomen en gepaste ondersteuning te bieden. Zij maken afspraken over de toewijzing van ondersteuning en zorg en over de aansluiting onderwijs op de arbeidsmarkt. De gemeente heeft wettelijke taken ten aanzien van het leerlingenvervoer. De wet schrijft voor dat de gemeente er voor zorgt dat leerlingen die dat om medische redenen nodig hebben, of leerlingen waarvoor de gewenste richting van de school niet binnen acceptabele afstanden aanwezig is, vervoerd kunnen worden naar de (gewenste) school. De kaders voor het leerlingenvervoer zijn vastgelegd in de Verordening leerlingenvervoer 2014.
Onderwijsachterstanden -beleid / VVE
Het contractbeheer is bij een externe partij neergelegd. De basiswerkzaamheden (aanvragen en beschikkingen) blijven werk wat de gemeente uitvoert. Het onderwijsachterstandenbeleid is er op gericht om leer- en ontwikkelachterstanden waaronder taalachterstanden, van kinderen vroegtijdig te signaleren en te bestrijden. Hiervoor wordt voorschoolse educatie aangeboden op peuterspeelzalen en/of de kinderopvang, vroegschoolse educatie in de groepen 1 en 2 van de basisschool en extra taalondersteuning in schakelklassen voor kinderen tot 12 jaar. De Wet Oke bepaalt dat gemeente en schoolbesturen moeten zorgen voor samenhang en doorgaande lijn in de aanpak van taalachterstanden. De uitvoering van deze wet in de beleidsperiode 2011-2014 is met 1 jaar verlengd. De gemeente gaat daarom in 2015 voort met de ingezette VVE activiteiten, het verstevigen van de samenwerking tussen de VVE partners en het verhogen van de kwaliteit van het aanbod en de uitvoering.
Leerplicht
Voor de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid ontvangt de gemeente jaarlijks een specifieke uitkering (doeluitkering) van het rijk. Aan het einde van 2015 moet de gemeente de ontvangen middelen in de jaren 2011 tot en met 2015 verantwoorden en afrekenen. De gemeentelijke taken in het kader van de leerplicht worden uitgevoerd door het regionaal Bureau Leerlingzaken. Gelet op de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs, Jeugdzorg en de begeleiding in het kader van de AWBZ en de Participatiewet zal er veel aandacht moeten zijn voor leerlingen met problemen en (dreigende) schooluitval. In SWW verband zal samen met het RBL afstemming van deze beleidsterreinen worden aangepakt. Antwoorden moeten worden gevonden op de vraag hoe door samenwerking tussen onderwijs, gemeenten (RBL) en jeugdzorgpartners voor de leerlingen verzuim of uitval kan worden voorkomen. Duidelijk moet worden welke rol en verantwoordelijkheden het RBL in deze samenwerking heeft en moet vervullen.
Pagina 38 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Kinderopvang
Toelichting: Het handhaven en toezicht houden op kinderopvanginstanties is een wettelijke taak, door de overheid neergelegd bij de gemeente. De GGD bezoekt daartoe in opdracht van de gemeente een opvanglocatie minimaal één keer per jaar voor inspectie en brengt verslag uit aan de gemeente. Tot 2012 zijn deze inspecties niet altijd volledig en correct uitgevoerd, waardoor de kosten lager waren dan zij vanaf 2012 zijn. Inmiddels heeft de gemeente Weesp medio 2012 van de Inspectie op het Onderwijs de A-status ontvangen, hetgeen betekent dat de handhaving op de kinderopvang in Weesp volledig op orde is. De inspecties door de GGD in opdracht van de gemeente worden tijdig uitgevoerd en er wordt gehandhaafd volgens de wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen en het regionaal handhavingsbeleid Kinderopvang. Per 1 januari 2013 werkt de GGD met risicoprofielen. Deze profielen worden in overleg met de gemeente opgesteld. Daarbij worden kinderopvanglocaties met een hoger risicoprofiel frequenter gecontroleerd en locaties met een lager profiel minder frequent. Inmiddels is duidelijk, dat van dit systeem een preventieve werking uitgaat, zodat verwacht mag worden dat de kosten de komende jaren jaarlijks iets lager zullen uitvallen. Eind 2014 / begin 2015 zal worden bezien of het mogelijk is leges te gaan heffen op nieuwe aanmeldingen en registraties. Deze kosten zijn nu voor de gemeente.
Prestatie-indicator Voldoende en kwalitatief VVE en taalondersteuning aanbieden
Verhogen aanbod kwaliteit VVE door invoeren peutervolgsysteem en opbrengstgericht werken met jonge kinderen
Begroting 2014 Opvang 60 doelgroeppeuters; Op 3 VVEpeuterspeelzalen; waarbij op 1 VVEpeuterspeelzaal naast een peuterleidster een leerkracht wordt ingezet Scholing 18 leidsters en 1 leerkracht
Inrichten schakelklas voor kinderen van 6-12 jaar met een taalachterstand
Klas uitbreiden met nog een taalgroep voor niet nieuwkomers
Voldoen aan wettelijke taak. Tijdig en volledig inspecteren
€ 29.446,-
Begroting 2015 De speelzaal waar een peuterleidster en een leerkracht is ingezet wordt uitgebreid met 16 peuterplaatsen waarvan 9 plaatsen bestemd zijn voor doelgroeppeuters. Verdeeld over de 3 VVE-speelzalen kunnen 60 doelgroeppeuters worden opgevangen.
De scholing van peuterleidsters en leerkrachten voor het opbrengstgericht werken met jonge kinderen wordt in 2015 afgerond. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan de opdracht om het taalniveau van medewerkers werkzaam in de VVE te verhogen. Het Rijk heeft hiervoor extra middelen aan de gemeente Weesp toegekend. De VVE medewerkers hebben in het najaar van 2014 een taaltoets gemaakt. Medewerkers die het vereiste taalniveau (3F) niet hebben worden verplicht een taalscholing te volgen. Kinderen van 6 tot 12 jaar met een taalachterstand worden opgevangen in de schakelklas voor nieuwkomers of in de 3 schakelklassen waar kinderen buiten schooltijd (verlengde schooldag) extra taalonderwijs wordt aangeboden. Er worden in deze schakelklassen aan 126 leerlingen extra taallessen gegeven. De 6 basisscholen in Weesp werken hierbij samen. € 26.159,(door nieuwe werkwijze valt de het bedrag voor
Pagina 39 van 143
Prestatie-indicator van alle kinderopvanglocaties in Weesp.
Begroting 2014
Begroting 2015 2015 ruim € 3.000,- lager uit)
Samenwerkingsverband passend onderwijs PO en gemeente starten onderzoek naar mogelijkheid voor speciaal basisonderwijs in Weesp
Voor naar verwachting 58 basisschoolleerlingen; start in schooljaar 20142015?
Het onderzoek naar de mogelijkheden voor speciaal basisonderwijs in Weesp wordt voortgezet.
Effect-indicator Behoud van de A-status en op peil houden van de kwaliteit van de kinderopvang in Weesp Zorgen dat alle kinderen optimale onderwijskansen krijgen voor een succesvolle schoolloopbaan en hen daarbij waar dat nodig extra ondersteuning bieden
Begroting 2014
Extra onderwijsondersteuning aan leerlingen zo dicht mogelijk bij huis aanbieden
Kan een besparing opleveren in de kosten voor het schoolvervoer
Begroting 2015
In SWW verband worden met de Samenwerkingsverbanden passend onderwijs afspraken gemaakt over de aansluiting van en de samenhang tussen de jeugdzorg en het passend onderwijs. Partijen hebben hiervoor een ontwikkelagenda met gemeenschappelijke bespreekpunten vastgesteld waarover in het `Op Overeenstemming Gericht Overleg` (OGOO) besluiten worden genomen.
Pagina 40 van 143
SPORT Speerpunten College: - Betere afstemming van aanbod sport en bewegen Bewegen is een positief onderdeel van een gezonde leefstijl. Sport levert hier een belangrijke bijdrage in. Samenwerking tussen eerstelijns zorgverleners en sport- en beweegaanbieders is voor een goede doorstroom van zorg naar regulier beweegaanbod essentieel. Deze samenwerking is echter niet vanzelfsprekend. Zorgverleners en sport- en beweegaanbieders zijn vaak onvoldoende op de hoogte van elkaars aanbod en de rol die zij kunnen hebben in het bevorderen van gezondheid. De gemeente kan hier bijdrage aan leveren. - Onderzoek naar mogelijkheden om kinderen van wie de ouders dit niet kunnen betalen hun zwemdiploma te laten halen Voor de kinderen van wie de ouders vanwege een minimuminkomen niet in staat zijn om zwemlessen voor hun kinderen te bekostigen is er de mogelijkheid om via een bijdrage van het jeugdsportfonds een zwemdiploma te halen. Het college zal zich ervoor inzetten dat dit beleid, ook bij financiële tegenslag, behouden blijft.
Wat willen we bereiken: Sport is niet alleen leuk om te doen maar draagt bij aan de participatie en integratie van de individuele burgers in de Weesper gemeenschap. Daarnaast biedt sportbeoefening mogelijkheden tot persoonlijke vorming en ontplooiing: naast fysieke vaardigheden worden ook andere facetten van de persoonlijkheid tot ontwikkeling gebracht zoals doorzettingsvermogen, samenwerking, respect voor de ander en sportiviteit. Maatschappelijk effect Sportparticipatie heeft een gunstig effect op de gezondheid. Mensen die voldoende bewegen leven gemiddeld langer dan mensen die onvoldoende bewegen. Tenminste, als zij voldoen aan de Nederlandse norm gezond bewegen. Sport is verder van grote maatschappelijke betekenis. 'Voor de ontplooiing van mensen, de economie, de werkgelegenheid en het bevorderen van participatie, voor de sociale samenhang en natuurlijk voor ontspanning.' Wat gaan we daarvoor doen: Sport
Sportinfrastructuur
Verenigingsondersteuning
Prestatie-indicator Lidmaatschap via Jeugdsportfonds Meer Bewegen voor Ouderen Koersbal Zwemmen voor senioren
Toelichting: Het stimuleren van sportdeelname onder jongeren en ouderen door het faciliteren van sport en beweegactiviteiten voor deze doelgroepen. Het bereikbaar maken van sport voor kansarme jongeren door aansluiting bij het Jeugdsportfonds Instandhouden, beheer en exploitatie van binnensportaccommodaties. Monitoring en in stand houden van bij de verenigingen in beheer zijnde veldsportaccommodaties alsmede het onderhoud van het openbaar kunstgrasveld Het adviseren van verenigingen bij vraagstukken omtrent beleid, deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, wet en regelgeving etc. Zo nodig in samenwerking met Sportservice Noord Holland, NOC-NSF of sportbonden.
Realisatie 2013 38 jongeren
Begroting 2014 20 jongeren
Begroting 2015 20 jongeren
3 groepen
3 groepen
1 groep
1 groep
2 groepen
Pagina 41 van 143
2 groepen
WAT MAG HET KOSTEN ? Werkelijk 2013
Lasten P410
Basisonderw ijs, excl. huisvesting
P411
Basisonderw ijs huisvesting
P412
Voortgezet onderw ijs, excl. huisvesting
P413
Voortgezet onderw ijs huisvesting
P414
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
95
143
143
143
143
143
1.142
1.155
1.099
1.099
1.099
1.099
11
20
20
20
20
20
331
488
482
482
482
482
Kleuteronderw ijs
25
45
23
23
23
23
P415
Leerlingenvervoer
380
379
381
381
381
381
P416
Onderw ijsachterstandenbeleid/VVE
434
408
409
409
409
409
P417
Overig lokaal onderw ijs
92
101
101
101
101
101
P418
Leerplicht
32
35
60
60
60
60
P419
Volw assenenonderw ijs
305
120
35
35
35
35
P420
Vormings- en ontw ikkelingsw erk
77
73
74
74
74
74
P430
Binnensport
403
416
362
362
362
362
P431
Buitensport
411
409
486
486
486
486
P432
Zw emactiviteiten
212
197
213
213
213
213
P435
Overige sport
145
173
161
161
161
161
P499
Mutatie reserves
67
-
-
-
-
-
4.163
4.161
4.050
4.050
4.050
4.050
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018 49
Totaal lasten
Baten P411
Basisonderw ijs
P415
Leerlingenvervoer
-
49
49
49
49
11
12
12
12
12
P416
Onderw ijsachterstandenbeleid/VVE
12
350
321
321
321
321
321
P419
Volw assenenonderw ijs
P420
Vormings- en ontw ikkelingsw erk
97
120
35
35
35
35
-
1
1
1
1
P430
1
Binnensport
236
238
182
182
182
182
P431
Buitensport
435
390
385
385
385
385
P432
Zw emactiviteiten
32
32
32
32
32
32
P435
Overige sport
84
16
16
16
16
16
P499
Mutatie reserves
-
18
-
-
-
-
Totaal baten
1.244
1.197
1.033
1.033
1.033
1.033
Saldo Programma
2.918
2.964
3.017
3.017
3.017
3.017
Rekening 2013 1.231 1.420 726 719 67 4.163
Raming 2014 971 1.852 517 822
Raming 2015 894 1.864 482 808
Raming 2016 894 1.864 482 808
4.161
4.050
4.050
4.050
4.050
787 457
661 372
661 372
661 372
661 372
1.033
1.033
1.033
1.033
3.017
3.017
3.017
3.017
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Doeluitkeringen Onttrekkingen reserves Totaal baten
1.244
722 457 18 1.197
Saldo Programma
2.919
2.964
Pagina 42 van 143
Raming Raming 2017 2018 894 894 1.864 1.864 482 482 808 808
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 P411 Basisonderwijs huisvesting Het verschil wordt veroorzaakt door € 58.000,- lagere kapitaallasten. Deze dalen van € 957.000,- tot € 899.000,- in 2015. Dit komt mede doordat de bouwkosten van de brede school lager zijn uitgevallen waardoor de hieraan gerelateerde kapitaallasten met € 38.000,- zijn verlaagd. Het afsluiten van het project brede school was in de raadsvergadering van 6 maart 2014 behandeld. P430 binnensport Zowel de inkomsten als de uitgaven zijn circa € 55.000,- lager geraamd in 2015. Dit komt doordat zowel de lasten als de baten van het Recreatie Centrum Muiden (RCM) uit de begroting zijn gehaald. Deze sporthal heeft vanaf mei 2014 haar deuren gesloten en is inmiddels gesloopt. De sporthal was eigendom van de provincie. P431 Buitensport In 2015 zijn hogere kapitaallasten op dit product opgenomen in verband met de uitvoering van de 1e fase van de renovatie sportpark Vechtoever. Dit betreft een tijdelijke accommodatie en kunstgrasveld handbalvereniging WeHaVe en een kunstgrasveld voor de Mixed Hockey Club Weesp. P432 Zwemactiviteiten Door contractuele verplichtingen wordt de exploitatiebijdrage jaarlijks geïndexeerd. De indexering van de afgelopen jaren ad € 17.000,- is in de begroting 2015 opgenomen.
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 De verschillen die er zijn tussen de begroting 2015 van dit programma en de rekening 2013, worden met name veroorzaakt door kapitaallasten. Deze komen grotendeels overeen met bovengenoemde verschillen tussen de begroting 2015 en begroting 2014.
Pagina 43 van 143
Pagina 44 van 143
5
JEUGD
LOKAAL JEUGDBELEID Wat willen we bereiken: Gelukkig gaat het met de meeste jongeren goed. Zij groeien meestal zonder problemen op tot een zelfstandige volwassene. Heeft een jongere en/of gezin toch (tijdelijke) ondersteuning nodig? De gemeente zorgt voor een sluitende keten en vangnet. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg, inclusief jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdzorg plus, de jeugd GGZ en de jeugd met een licht verstandelijke beperking. Deze transitie betreft een wijziging in de structuur voor de jeugdzorg. Daarbij gaat het zowel om de overdracht van taken en verantwoordelijkheden naar gemeenten (de decentralisatie), als om wijzigingen in hoe de jeugdzorg georganiseerd is (het stelsel). Met betrekking tot de diverse werkvelden in het Sociaal Domein zal er lokaal intensief worden samengewerkt met Stichtse Vecht en Wijdemeren. Voor de transities in het Sociaal Domein zal een aparte begroting 2015 in SWW verband worden opgesteld. CJG Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) krijgt vanaf 2015 een belangrijke positie in het preventieve voorveld. Het CJG en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) hebben een belangrijke signaleringsfunctie waarbij zij nauw samenwerken met het onderwijs, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Hoe eerder een probleem wordt gesignaleerd, hoe sneller er ingegrepen kan worden om het probleem (integraal) aan te pakken. Hierdoor wordt er mogelijk doorverwijzing naar duurdere gespecialiseerde zorg voorkomen. Het CJG werkt al met heel veel instanties samen en zal een belangrijke schakel worden met het Sociaal Wijkteam. Vrije tijd Op het gebied van vrijetijdsbesteding zit de gemeente ook niet stil. Jongerenwerk biedt in Trainspotting diverse activiteiten aan waaronder o.a. huiswerkbegeleiding, inloopmiddagen, zaalvoetballen en workshops. De activiteiten worden druk bezocht en jongeren krijgen tevens ondersteuning op diverse vlakken. Maatschappelijk effect jeugd Het maatschappelijk effect van deze activiteiten is dat door vroegtijdige signalering tijdig hulp kan worden geboden waardoor kinderen niet tussen wal en schip belanden. Het probleem wordt integraal aangepakt door op alle leefdomeinen het kind/gezin te ondervragen en te achterhalen welke hulp een jongere / gezin nodig heeft. Tijdig ingrijpen voorkomt zwaardere jeugdzorg. Het uitgangspunt, één gezin, één plan en één regisseur werkt effectiever maar op den duur ook efficiënter waardoor de (zorg)kosten zullen dalen. De regisseur bewaakt de afspraken en onderhoudt de contacten van de zorginstellingen / professionals. De activiteiten die door jongerenwerk wordt georganiseerd voorkomt meer overlast in de buurt. De jongeren worden bezig gehouden door de activiteiten die aangeboden worden. De jongeren worden waarden en normen bijgebracht waardoor ze weer op het juiste pad terecht komen. Tevens wordt er veel aandacht besteed aan huiswerk onder begeleiding van diverse jongerenwerkers en vrijwilligers. Speerpunten College: - Realiseren nachtbusverbinding Amsterdam-Weesp/stop realiseren nachttrein Utrecht-Amsterdam Er zal, in samenwerking met de vervoersbedrijven, gekeken worden naar de optimalisatie van de nachtverbindingen tussen Amsterdam en Weesp. Wat gaan we daarvoor doen: Jeugd - vrije tijd - jongerenwerk
Toelichting: Het organiseren van Frisfeesten voor jongeren van 12-15 jaar en 16 tot 18 jaar. Dit zijn feesten waarbij geen alcohol geschonken wordt onder de 18 jaar. Deze activiteit wordt in samenwerking met een plaatselijke horecaondernemer georganiseerd. In het voorjaar, voor de zomervakantie en in het najaar.
Pagina 45 van 143
Wat gaan we daarvoor doen:
Centrum voor Jeugd en Gezin
Toelichting: Trainspotting blijft activiteiten organiseren op het gebied van huiswerkbegeleiding, workshops en open inloopavonden. Tegelijkertijd heeft jeugd en jongerenwerk een signalerende taak. Bij problemen verwijzen zij door naar het CJG. We willen het gebruik van het CJG stimuleren bij ouders en jongeren waar zij met eenvoudige opvoed- en opgroeivragen terecht kunnen. Indien het CJG geen passende hulp kan bieden dan verwijzen zij door naar het sociale wijkteam die samen met de cliënt kijkt naar passende hulp.
Vrijwilligersinitiatieven
Het ontwikkelen en uitbreiden van vrijwilligersinitiatieven zoals het in 2014 geopende Mamacafé. Dit wordt door ouders vóór ouders georganiseerd. Een ontmoetingsplek waar ouders bij elkaar kunnen komen om ervaringen uit te wisselen.
Samenwerking instanties
De samenwerking met scholen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen intensiveren. Het CJG heeft 1x per maand op een kinderdagverblijf spreekuur. Voor 2015 dit uitbreiden naar al het onderwijs, psz en kdv.
Training en voorlichting
Trainingen en voorlichting geven op scholen aan jongeren / ouders over specifieke onderwerpen. Bijvoorbeeld in groep 8 jongeren voorbereiden op het voortgezet onderwijs en ouders voorlichting bieden over pubergedrag, social media etc.
Begeleiding ouders
Het CJG meer intensievere begeleiding bieden aan ouders op Triple P 4 niveau. Deze vorm van hulpverlening is gericht op zwaardere problematieken waar getracht wordt deze in het voorveld op te lossen. Dit zijn circa 8-10 gesprekken per client van 1 a 1,5 uur. Het is de verwachting dat door deze Triple P4 methodiek de gesprekken met ouders, de toeleiding naar dure gespecialiseerde jeugdzorg voorkomen kan worden. De hulp wordt lokaal aangeboden waardoor de cliënten niet meer buiten hun woonplaats deze hulp moeten halen. Trainspotting biedt jongeren een vrijetijdsbesteding aan door workshops en vrije inloopavonden te organiseren. Tevens wordt er huiswerkbegeleiding aangeboden. De jongeren hangen hierdoor minder op straat. Voor 2015 staan deze activiteiten weer op het programma.
Jongerenvoorzieningen en overlast (zie ook programma 5 Veiligheid)
De samenwerking intensiveren met het CJG omdat jongerenwerk ook een signalerende functie heeft en nauwe samenwerking heeft met de politie. In Trainspotting voorlichting bieden aan jongeren door het CJG in samenwerking met JGZ en Versa.
Transitie jeugdzorg
Prestatie-indicator Aantal CJG bezoekers verhogen Vindplaatsgericht
Jongeren 2x per week zaalvoetballen aanbieden in het Vechtstede College onder begeleiding van Versa. In samenwerking met SWW wordt voor het Sociaal Domein een afzonderlijke begroting opgesteld. Realisatie 2013 229
Begroting 2014 400
Begroting 2015 400
N.v.t. (deze werkwijze
1 (kinderdagverblijf)
4
Pagina 46 van 143
Prestatie-indicator werken door aantal inloopspreekuren op scholen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen verhogen Dichtbij hulp aanbieden door methode Triple P4 in te zetten om zwaardere zorg te voorkomen
Realisatie 2013 werd nog niet toegepast)
Begroting 2014
Begroting 2015
De vorm van hulpverlening werd nog niet geboden in 2013.
3*
Min. 10
*) Gegevens bekend t/m augustus 2014. Effect-indicator CJG biedt ondersteuning op scholen
Realisatie 2013
Aantal doorverwijzingen e naar 2 lijns-instellingen verminderen (door methode Triple P 4 trajecten in te zetten door het CJG)
N.v.t.
Begroting 2014 Bezoeken uitbreiden: vindplaatsgericht werken bv. kinderdagverblijven en peuterspeelzalen Gegevens over 2014 nog niet bekend.
Begroting 2015
Doelstelling moeten nog vastgesteld worden op basis van definitieve cijfers 2014.
JEUGD (SOCIAAL DOMEIN) Wat willen we bereiken: Gemeenten voeren nu al taken uit op het gebied van zorg voor jeugdigen: de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid waar taken als informatie en advies, signalering, licht ambulante hulpverlening, toeleiding naar zorg en de coördinatie van zorg deel van uitmaken. Ook taken die te maken hebben met opvoedingsvragen en opvoedingsondersteuning, die op dit moment worden uitgevoerd in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), behoren tot de bestaande gemeentelijke taken. Daar komen met ingang van 2015 alle taken bij die nu op provinciaal niveau verankerd zijn. Deze zijn: - toegangstaken voor de geïndiceerde jeugdzorg; - ambulante jeugdzorg; - open residentiële zorg; - semi-residentiële zorg; - pleegzorg; - crisishulp; - justitieel kader: - jeugdreclassering en jeugdbescherming; - advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK) Ook worden de landelijke jeugdzorgtaken gedecentraliseerd die nu zijn verankerd in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) of de Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze zijn extramurale begeleiding jeugd uit de AWBZ naar, als onderdeel van decentralisatie Begeleiding/AWBZ; geestelijke gezondheidzorg voor jeugdigen (jeugd-GGZ); zorg voor jeugd met een licht verstandelijk beperking (jeugd-LVB). Verder zal de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus), die nu rechtstreeks door het Rijk wordt bekostigd, worden overgeheveld naar het gemeentelijk domein. In 2013 en 2014 zijn wij gestart met de voorbereidingen hiervan. Als eerste is hierbij het Transitiearrangement met de zorgaanbieders opgesteld en vastgesteld door de gemeenteraden van Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren (SWW). Vervolgens is gestart met de uitvoering hiervan. SWW treedt hierbij op als gastgemeente voor Utrecht West en draagt zorg voor het afsluiten van inkoopcontracten met de zorgaanbieders in de provincie Utrecht, Utrecht West en Gooi en Vechtstreek.
Pagina 47 van 143
Wat willen we bereiken: Het opstellen van beleid en het participatietraject hierbij, de verordening heeft onze aandacht gevraagd. Ook aan het opstellen van een klachtenregeling, privacyreglement, beleid persoonsgebonden budget, het realiseren van ICT voorzieningen voor gegevensuitwisseling e.d. is gewerkt. Bovenstaande onderwerpen vragen in 2015 ook zeker onze aandacht, aanscherping voor de uitvoering zal op onderdelen zeker aan de orde zijn. Wat willen we bereiken? Een goede uitvoering geven aan de Jeugdwet in samenhang met andere beleidsterreinen, waaronder gezondheidszorg, passend onderwijs, begeleiding, maatschappelijke ondersteuning en participatie. Hierbij willen we op een integrale manier de zorg coördineren met nadruk op preventie en het betrekken van het sociaal netwerk om de doorstroming naar specialistische zorg zoveel mogelijk te beperken. Tegelijk willen wij in de uitstroom uit Jeugdzorg de kans op terugval/recidive voorkomen. Naast de zorginhoudelijke kant willen wij ook kennis en ervaring opdoen met de huidige financieringsafspraken om te komen tot een afgewogen inkoop van zorg voor 2016 en daaropvolgende jaren. Wat gaan we daarvoor doen: Toegang
Jeugdhulp Kinderbescherming
Contracteren en afspraken
Beleid, processen en uitvoering
Nachtverbinding AmsterdamWeesp
Toelichting: - Een laagdrempelige, herkenbare, integrale toegang organiseren, waar signalen, vragen over en verzoeken om hulp snel worden beantwoord of geboden en doorverwijzing kan plaatsvinden. - De inrichting van sociale wijkteams verder vormgeven op basis van de bevolkingsopbouw en problematiek in wijk of buurt. - Zorg zo dichtbij als mogelijk inzetten en hierbij gebruik maken van zorginstellingen/organisaties in de directe omgeving. Daar waar mogelijk ambulante jeugdhulp indicatiearm en vroegtijdig inzetten (resultaatbepaling, toewijzing, beschikking, financiering). Uitvoering geven aan gemaakte afspraken over de werkwijze tussen de gemeentelijke toegang, het AMHK, de Raad voor de Kinderbescherming en het inzetten van SAVE teams bij drang en dwang. - Voor cliënten die op basis van afspraken in 2014 zorg ontvangen, deze zorg voortzetten. Hiervoor zijn aanbieders gecontracteerd. - Voor 2016 en daaropvolgende jaren afspraken maken met zorgaanbieders, ZZP’ers e.d. voor het leveren van zorg. De wijze van aanbesteding om te komen tot afspraken onderzoeken wij eind 2014 en wordt in 2015 uitgewerkt. - Een goede afstemming realiseren met andere beleidsterreinen waaronder gezondheidszorg, passend onderwijs, begeleiding, maatschappelijke ondersteuning en participatie door het realiseren van een integrale werkwijze voor het sociale domein. - Te komen tot eenduidige werkprocessen in aansluiting op het hulpverleningsveld. - Waar mogelijk onze inwoners, huisartsen, scholen, zorgaanbieders, GGD ’en e.d. betrekken bij het verder vormgeven, aanscherpen van ons beleid en uitvoering. - Het verder vormgeven en borgen van adviesorganen jeugd op basis van de Jeugdwet. Er zal, in samenwerking met de vervoersbedrijven, gekeken worden naar de optimalisatie van de nachtverbindingen tussen Amsterdam en Weesp.
Pagina 48 van 143
WAT MAG HET KOSTEN ?
Lasten P540 P560
Jeugd- en jongerenw erk Individuele voorzieningen Natura Jeugd
P561
Veiligheid, jeugdreclassering en opvang jeugd Totaal lasten
Baten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
117
98
98
98
98
98
-
-
2.712
2.658
2.579
2.579
-
-
411
403
391
391
117
98
3.220
3.159
3.068
3.068
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
P562
Ouderbijdragen individuele voorzieningen en -
-
-
-
-
-
P570
Integratie-uitkering Jeugd
-
-
3.122
3.061
2.970
2.970
Totaal baten
-
-
3.122
3.061
2.970
2.970
117
98
98
98
98
98
opvang Jeugd
Saldo Programma
Economische categorie: Lasten
Rekening 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
117
98
715
715
715
715
4
4
4
4
2.502
2.458
2.354
2.372
3.220
3.176
3.072
3.090
Baten Deelfonds Jeugd Onttrekkingen reserves
3.122
3.078
2.974
2.992
Totaal baten
3.122
3.078
2.974
2.992
98
98
98
98
Overige goederen en diensten Kapitaallasten
Raming Raming 2017 2018
Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
Saldo Programma
117
117
98
98
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 In de raadsvergadering van 18 september 2014 is besloten om het sociaal domein te verdelen over drie programma’s waarbij het beleidsterrein Jeugd is ingedeeld in programma 5. De rijksvergoeding voor de drie decentralisaties zullen via het gemeentefonds lopen. Om de inkomsten specifiek zichtbaar te maken, zijn deze toegevoegd aan het programma waar ook de bijbehorende lasten worden verantwoord. De rijksbijdrage voor jeugdzorg is, conform de septembercirculaire 2014, vastgesteld op € 3,122 miljoen voor Weesp. Deze middelen worden volledig aangewend voor jeugdzorg en uitvoeringskosten waardoor er geen voor- of nadeel op het programma wordt weergegeven. Het bestaande budget van € 98.000,- voor Centrum Jeugd en Gezin (CJG) is aan dit programma toegevoegd en verklaart hiermee het programmasaldo. Voorheen stond dit verantwoord in programma 4 op product jeugd- en jongerenwerk (P421).
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 De taken jeugdzorg gaan met ingang van 2015 over van het Rijk naar de gemeenten. Uitsluitend de kosten van het CJG ad € 117.000,- waren vanaf 2013 in de begroting en rekening opgenomen.
Pagina 49 van 143
6
MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO, OUDERENZORG EN GEZONDHEIDSZORG)
WMO (HUISHOUDELIJKE HULP, WOON- ROL EN VERVOERSVOORZIENINGEN) Wat willen we bereiken: Maatschappelijk effect Het maatschappelijke effect dat de gemeente met de Wmo wil bereiken is zelfredzaamheid en zelfstandigheid van inwoners. De gemeente gaat uit van de eigen kracht van inwoners en hun directe omgeving. Inwoners die met algemene voorzieningen en hulp van hun sociale netwerk niet voldoende in staat zijn om mee te doen in de samenleving, ondersteunt de gemeente met zogenaamde maatwerkvoorzieningen. Speerpunten College: - Sociaal Domein: wijk- en buurtgerichte aanpak (relatie met programma 5 en 7)/ Participatie allochtonen In het laatste kwartaal van 2014 worden de beleidsplannen jeugd, Wmo en participatie verzonden naar de gemeenteraad. In deze beleidsplannen ligt de focus op preventieve voorzieningen in het voorveld. Inwoners moeten laagdrempelige vormen van ondersteuning dichtbij in de wijk kunnen vinden. Vanaf 1 januari 2015 start in Weesp een sociaal wijkteam. Het sociale wijkteam moet bekend zijn met de voorliggende voorzieningen, en inwoners hier actief naar verwijzen. De gemeente faciliteert laagdrempelige inloopactiviteiten zoals Koffie om de Hoek of het mamacafé zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten. Lichte vormen van ondersteuning, zoals het maatschappelijk werk, cliëntondersteuning en het steunpunt mantelzorg zijn vrij toegankelijk. Inwoners die zich actief willen inzetten moeten daarvoor de kans krijgen. Naast de vrijwilligerscentrale komt er in 2015 een (digitaal) platform voor vraag en aanbod van informele zorg. Ook ondersteunen we particuliere initiatieven, dat kan door middel van subsidies maar ook door het aanbieden van een ruimte of expertise. Een aantal onderwerpen, zoals de ondersteuning van vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers, moet in 2015 nader worden uitgewerkt. Hierbij willen we inwoners actief betrekken door middel van themabijeenkomsten. Ook de Wmo-adviesraad wordt hiervoor benaderd. Ook de allochtone inwoners van Weesp worden gevraagd mee te praten over de (zorg)plannen in 2015. In het najaar zal er bijvoorbeeld een gesprek met het moskeebestuur gaan plaatsvinden. Wat gaan we daarvoor doen: We stimuleren het gebruik van algemene voorzieningen.
We leveren maatwerk aan inwoners die dat nodig hebben. Het stimuleren van de eigen kracht van inwoners.
Toelichting: Medewerkers van de sociale wijkteams worden erin getraind om inwoners actief door te verwijzen naar laagdrempelige voorzieningen. Indien nodig moeten mensen op weg worden geholpen om gebruik te maken van de algemene voorziening. Vanaf 2015 komt een aantal nieuwe doelgroepen naar de Wmo. Door keukentafelgesprekken met deze inwoners, krijgen we inzicht in hun behoeftes en leveren we het juiste maatwerk. - Particuliere vrijwilligersinitiatieven te ondersteunen. - Creëren van een (digitaal) platform waarbij vraag en aanbod van burendiensten bij elkaar kunnen worden gebracht. - Het beschikbaar stellen van onafhankelijke cliëntondersteuners die met inwoners kunnen meedenken over de inzet van hun eigen kracht.
Prestatieindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
toegekende
Compensatie Huishoudelijke
CHT (incl. pgb) 405
CHT (incl. pgb) 350
Pagina 50 van 143
Prestatieindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
individuele voorzieningen*
Taken (CHT, incl. pgb) 312 Vervoersvoorzieningen (excl. Wmo taxi) 49 Rolstoelen 30 Woonvoorzieningen 87
Vervoersvoorzieningen (excl. Wmo taxi) 40 Rolstoelen 40 Woonvoorzieningen 90
ritten Wmo taxi
19.596
24.000
Vervoersvoorziening en (excl. Wmo taxi) 40 Rolstoelen 40 Woonvoorzieningen 60
klantcontacten in Loket (excl. telefonisch)
543
450
23.000** 400***
aantal huisbezoeken
281
400
400
* De Wmo is een open einde regeling. Sturing op het aantal toegekende individuele voorziening is daarom maar beperkt mogelijk. Een afname wordt verwacht bij CHT door meer te letten op wat mensen zelf kunnen oplossen. Ook bij woonvoorzieningen wordt een afname verwacht omdat strenger wordt gelet op welke voorzieningen algemeen gebruikelijk zijn. ** Hogere klanttevredenheid in combinatie met toenemende vergrijzing zou kunnen zorgen voor een toename in het gebruik van de Wmo taxi. De toename lijkt echter minder groot dan verwacht. *** Het Wmo-loket werkt sinds 2013 met huisbezoeken. Het aantal klantcontacten in het loket zal daarom naar verwachting enigszins afnemen.
Effect-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
tevreden of zeer tevreden met resultaat op aanvraag tevreden of zeer tevreden over bejegening door Wmoconsulent klachten Wmo taxi per 10.000 ritten stiptheid (maximaal 15 min. te vroeg of te laat)
86%
87%*
87%*
79%
95%
95%
10
maximaal 18
maximaal 18
93,57%
minimaal 92%
minimaal 92%
* Als gevolg van de Kanteling wordt sinds 2013 meer nadruk gelegd op wat mensen zelf, samen met hun sociale
netwerk kunnen oplossen. Voor een deel van de klanten betekent dit dat zij minder ondersteuning krijgen dan zij voorheen kregen. Door dit goed uit te leggen en mensen wel de ondersteuning te geven die echt nodig is, streven we ernaar de tevredenheid over het resultaat op de aanvraag op hetzelfde hoge niveau te houden. ** Deze normen zijn in het contract met de Wmo taxi vervoerder afgesproken.
Wmo/AWBZ SOCIAAL DOMEIN Wat willen we bereiken: Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning is de gemeente verantwoordelijk voor de zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Kernopgave is om een goede balans te realiseren tussen enerzijds de verantwoordelijke en zelfredzame burger en anderzijds de overheid. De overheid die zorgt voor een sociaal vangnet voor diegenen die het echt niet zelfstandig redden. Een balans die de trend van claimgedrag keert, maar wel zorgt voor goede ondersteuning wanneer dat nodig is. We investeren in de samenleving en goede algemene voorzieningen. Dit werkt preventief. Actuele ontwikkelingen & wet- en regelgeving De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is op 8 juli 2014 door de Eerste Kamer
Pagina 51 van 143
Wat willen we bereiken: vastgesteld. Per 1 januari 2015 wordt de gemeente daarmee verantwoordelijk voor een aantal nieuwe taken, zoals de extramurale begeleiding en de cliëntondersteuning. In juni en juli 2014 is in de gemeenteraden van Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren is de kaderstellende notitie beleidsplan Wmo 2015-2018 vastgesteld. Deze kaders worden in het Wmo beleidsplan 2015-2018 verder uitgewerkt. Het beleidsplan wordt in het najaar 2014 aan de gemeenteraad voorgelegd, gevolgd door de op het beleidsplan gebaseerde nieuwe verordening Wmo 2014. Het nieuwe beleidsplan gaat het huidige beleidsplan maatschappelijke ondersteuning 2012-2015, getiteld: “Weesp voor iedereen” vervangen. Met het nieuwe beleidsplan en de daarop gebaseerde verordening willen we bereiken dat inwoners zoveel en zolang mogelijk zelfredzaam zijn en naar vermogen kunnen participeren in de samenleving, met inzet van hun sociale netwerk. Eventueel, als dat nodig blijkt te zijn, kan professionele ondersteuning daarbij ook een rol spelen. De mensen maken de buurt/wijk/kern en signaleren en ondernemen zelf actie als ze zich zorgen maken. Inwoners wonen in een leefbare en veilige buurt of wijk of kern en leveren daar een bijdrage aan.
Wat gaan we daarvoor doen: Samenwerking SWW Wijkteams en wijknetwerken
Informele zorg
Sociale samenhang
Ondersteuning vrijwilligers Preventie en het voorkomen van beroep op ondersteuning
Toelichting: We werken samen in SWW verband aan het programma Sociaal Domein gericht op het bundelen van expertise voor de decentralisatietaken. Een wijk en buurtgerichte aanpak. Behoud van eigen identiteit van dorp, wijk, kern. Zorg zo dicht mogelijk bij burgers organiseren, waarbij de eigen kracht, samenredzaamheid en identiteit voor inwoners uitgangspunt zijn. De eigen regie van cliënten is het uitgangspunt. - We zetten in op goede ondersteuning van mantelzorgers en faciliteren zodat zij de zorg goed vol kunnen houden en zorgvragers zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.We betrekken mantelzorgers bij meldingen en aanvraagproces voor Wmo. We zetten in op het ontwikkelen van een mantelzorgsteunpunt in Weesp en het verkennen van een steunprogramma voor mantelzorgers in Stichtse Vecht. - We faciliteren dat mensen elkaar kunnen ontmoeten en mee kunnen doen in de wijk. - We zetten in op het versterken van de eigen kracht. - We stimuleren initiatieven van bewoners (samenkracht) die gericht zijn op onderlinge hulp. - We bevorderen de toegankelijkheid van voorzieningen, activiteiten, ruimten en informatie voor mensen met een beperking. We stimuleren vrijwilligerswerk en faciliteren particuliere initiatieven voor vrijwilligerswerk - We zetten in op vroegtijdig signaleren en preventie, waarmee we voorkomen dat problemen verergeren. - We zorgen dat inwoners, vrijwilligers en professionals weten waar zij signalen kunnen melden. - Inzetten van lichte vormen van ondersteuning om zoveel mogelijk hulpvragen in het preventieve ‘voorveld’ op te lossen.
Pagina 52 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Het bieden van algemene voorzieningen ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie en opvang (inclusief cliëntondersteuning en hulp op afstand)
Maatwerkvoorzieningen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie van mensen die daar niet of onvoldoende op eigen kracht of met behulp van mantelzorg, gebruikelijke hulp, of sociaal netwerk toe in staat zijn.
Toelichting: - We bieden van algemene voorzieningen en laagdrempelige voorzieningen in de wijk, waaronder kortdurende trajecten en diensten en welzijnsactiviteiten. - Er is cliëntondersteuning en Hulp op afstand beschikbaar. - Er is een Steunpunt Huiselijk geweld beschikbaar. - We versterken van het aanbod van algemene voorzieningen die laagdrempelig en preventief kunnen worden ingezet ter voorkoming van dure hulp uit de tweede lijn. - Het gebruik van algemene voorzieningen door minima ondersteunen we financieel door het bieden van een vergoeding of voucher. - Er is zorg voor risicogroepen en kwetsbare burgers, waarbij outreachend wordt gewerkt en toegeleid wordt naar hulpverlening. - Uitgangspunt is dat het gebruik van algemene voorzieningen voorop staat bij een maatwerkoplossing. Voor inwoners die dat nodig hebben worden maatwerkvoorzieningen ingezet, waarvoor een indicatie nodig is. Deze maatwerkvoorzieningen kunnen zowel in natura als in pgb worden toegekend. Het gaat om de volgende maatwerkvoorzieningen: - begeleiding (budgetkorting 25%) - hulp bij het huishouden (budgetkorting 40%), - rolstoelen, - vervoersvoorzieningen, - woonvoorzieningen - beschermd wonen en opvang (via centrumgemeente) We zetten in op het voorkomen van huisuitzetting en toeleiding van inwoners naar maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en beschermd wonen. We maken afspraken met de centrumgemeenten (Hilversum/Utrecht) over de toegang tot maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Indien nodig worden inwoners naar deze maatwerkvoorzieningen toe geleid. Bij beschermd wonen zetten we in de eerste plaats in op wonen met begeleiding, zodat de toestroom naar beschermde woonvormen wordt beperkt.
Daarnaast streven we ernaar om mensen die beschermd of in opvang wonen, zo snel mogelijk weer op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Bij de maatwerkvoorzieningen bieden we ruimte voor innovatieve oplossingen. We gaan overlap in maatwerkvoorzieningen tegen. Vormgeven van de participatie We onderzoeken op welke manier de participatie van inwoners m.b.t. de van inwoners bij beleidsontwikkeling in de Wmo kan worden vormgegeven. We hebben nu beleidsontwikkeling een Wmo raad in iedere gemeente. De Wmo raden hebben een adviesrol. Daarnaast heeft Wijdemeren ook een bewonerspanel. Inkomensondersteuning We zorgen voor een vangnet voor inwoners die buiten de bestaande regelingen dreigen te vallen. Een tweedeling wordt voorkomen.
Pagina 53 van 143
Prestatie-indicatoren Aantal: -
meldingen toegekende maatwerkvoorzieningen inwoners dat een of meerdere maatwerkvoorzieningen heeft bezwaarschriften PGB’s mantelzorgers dat ondersteund wordt gerealiseerde koppelingen voor vrijwilligerswerk inwoners dat cliëntondersteuning wordt geboden geboden kortdurende trajecten maatschappelijk werk incidenten huiselijk geweld inwoners in beschermd wonen en opvang huisuitzettingen door woningbouwcoöperatie
Effect-indicator Inwoners zijn zoveel en zolang mogelijk zelfredzaam en participeren naar vermogen in de samenleving, met inzet van het sociale netwerk en eventueel professionele ondersteuning als dat nodig is. De mensen maken de buurt/wijk/kern en signaleren en ondernemen zelf actie als ze zich zorgen maken. Inwoners wonen in een leefbare en veilige buurt of wijk of kern en leveren daar een bijdrage aan.
WELZIJNSWERK Wat willen we bereiken: Maatschappelijk effect Welzijnswerk heeft een preventief karakter. Welzijnsactiviteiten stimuleren de sociale samenhang. Door meer sociale samenhang behouden mensen langer hun zelfstandigheid. Door gerichte activiteiten aan te bieden aan groepen die specifieke risico’s lopen (mantelzorgers, ouderen etc.) wordt voorkomen dat problemen ontstaan of worden problemen vroegtijdig gesignaleerd en mensen geen zware ondersteuning nodig hebben. Wat gaan we daarvoor doen: Zoveel mogelijk hulpvragen in het preventieve ‘voorveld’ oplossen door lichte vormen van ondersteuning in te zetten. Zorgen dat inwoners, vrijwilligers en professionals weten waar zij signalen kunnen melden.
Mantelzorgers ondersteunen en faciliteren zodat zij de zorg goed vol kunnen houden en zorgvragers zo
Toelichting: Lichte vormen van ondersteuning, zoals Thuisadministratie of Het Maatjesproject worden ondersteund en moeten vrij toegankelijk zijn. Dit wordt verder uitgewerkt in het Wmo-beleidsplan 2015. Er moet voor inwoners een duidelijk en herkenbaar meldpunt zijn waar zij zorgen over iemand kunnen melden. Vanaf 2015 heeft het sociale wijkteam deze functie. Dit wordt verder uitgewerkt in het Wmo-beleidsplan 2015. Mantelzorgondersteuning moet laagdrempelig toegankelijk zijn. Respijtzorg moet worden
Pagina 54 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Vrijwilligerswerk stimuleren en particuliere initiatieven voor vrijwilligerswerk faciliteren.
Toelichting: ingezet ter ontlasting van mantelzorgers. Naast het klassieke (structurele) vrijwilligerswerk moet ook ruimte komen voor alternatieve vormen van vrijwilligerswerk, zoals incidenteel vrijwilligerswerk of kleine klusjes voor buren. De gemeente heeft hierin een faciliterende rol. In het Wmo-beleidsplan 2015 wordt dit verder uitgewerkt.
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Percentage ouderen bereikt met preventief huisbezoek* Aantal inwoners dat individuele ondersteuning ontvangt van het steunpunt mantelzorg** Aantal gerealiseerde koppelingen door de vrijwilligerscentrale*** Realisatie laagdrempelig meldpunt voor signalen De gemeente biedt respijtzorg aan ter ontlasting van mantelzorgers
Respons 50%
Respons 50%
50%
53
90
80
151**
130
150
n.v.t.
n.v.t.
Respijtzorg door vrijwilligers aangeboden
Respijtzorg door vrijwilligers aangeboden
Meldpunt gerealiseerd Respijtzorg door vrijwilligers en professionals aangeboden
*Jaarlijks ontvangen alle senioren die in dat jaar 75 worden een uitnodiging voor een preventief huisbezoek (± 130 mensen per jaar). Exacte aantallen kunnen per jaar verschillen, daarom is voor percentages gekozen. ** Naast individuele mantelzorgondersteuning biedt Versa Welzijn in opdracht van de gemeente ook Vrijwillige Thuishulp (resptijzorg) aan sinds 2013. Veel mantelzorgers hebben hier behoefte aan en hebben minder behoefte aan individuele ondersteuning. Daarnaast heeft Versa in 2013 een lotgenotencontactgroep opgericht voor mantelzorgers in Weesp. Ook hierdoor loopt het aantal individuele contacten terug. Een aantal inwoners ontvangt nu ondersteuning in groepsverband. *** Dit betreft het aantal koppelingen voor de gemeente Weesp en de gemeente Muiden samen. Muiden en Weesp hebben samen één vrijwilligerscentrale.
Effect-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Percentage mantelzorgers dat niet zwaar belast of overbelast is
In 2013 heeft geen meting plaatsgevonden.
19-64 jarigen: 85% 65+: 90%
19-64 jarigen: 85% 65+: 90%
Percentage inwoners dat vrijwilligerswerk doet
Resultaten 2012: 19-64 jarigen: 79% 65+: 88%* In 2013 heeft geen meting plaatsgevonden.
19-64 jarigen: 30% 65+: 28%
19-64 jarigen: 30% 65+: 28%
Resultaten 2012: 19-64 jarigen: 27% 65+: 25%* * Bron: gezondheidspeilingen GGD 2012. Deze peiling wordt iedere 4 jaar gedaan. De meeste recente peiling is uit 2012. De volgende peiling wordt gehouden in 2016.
GEZONDHEIDSZORG Wat willen we bereiken: Maatschappelijk effect Er blijft aandacht voor twee regionale projecten: het preventieproject alcohol jeugd ‘Samen aan de slag
Pagina 55 van 143
Wat willen we bereiken: tegen riskant alcoholgebruik’ en het preventieprogramma overgewicht en bewegingsarmoede jeugd ‘Gooi in beweging’. Het gewenste effect van het project ‘Samen aan de slag’ is dat jongeren minder makkelijk toegang hebben tot alcohol en er minder gedronken wordt door jongeren. Om jongeren minder toegang te geven tot alcohol willen we bereiken dat alcoholverstrekkers zich bewust zijn van de leeftijdsgrenzen voor het schenken van alcohol. Bij ouderen is er vooral aandacht voor behoud van vitaliteit en zelfstandigheid. Op deze manier kunnen ouderen blijven participeren in de samenleving. Dit kan bijdragen aan vermindering van eenzaamheid en depressies bij ouderen. Vanaf het najaar van 2014 zal project ‘AED Burgerhulpverlening’ in Weesp draaien, in samenwerking met Regionaal Ambulance Vervoer (RAV). Het gewenst effect is dat bij reanimaties een opgeleide vrijwilliger, in afwachting van de ambulance, kan starten met de reanimatie met behulp van een defibrillator. Een bijkomend effect is dat inwoners gestimuleerd worden zich in te zetten als vrijwilliger. In de nota jeugdzorg 2015 en de nota Wmo 2015 zal het gezondheidsbeleid geïntegreerd worden. Dit vervangt de losstaande nota gezondheidsbeleid. De speerpunten uit de startnotitie gezondheidsbeleid worden hierin meegenomen. Wat gaan we daarvoor doen: Door middel van voorlichting aan jongeren en mysterieshopacties wordt de handhaving van de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking gestimuleerd. Maatschappelijke partners worden gestimuleerd om preventieve activiteiten aan te beiden aan risicogroepen, zoals mantelzorgers en ouderen. Het project AED-burgerhulpverlening gaat van start en inschrijving als vrijwilliger wordt gepromoot. Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Percentage meldingen van reanimaties waarbij de RAV vrijwilligers van het project AED Burgerhulpverlening inschakelt.
N.v.t. Het project start in 2014.
Aantal mysterieshopacties in sportkantines, horecagelegenheden en detailhandel door jongeren onder de leeftijdsgrens
Er heeft 1x een mysterieshopactie plaatsgevonden bij alle alcoholverstrekkers.
Bij 50% van de meldingen van reanimaties zijn de vrijwilligers geactiveerd. Iedere alcoholverstrekker wordt minimaal 1x per jaar bezocht door 2 mysterieshoppers
Ontwikkelen van een interventie (of aansluiten bij een bestaande interventie) waarbij aandacht wordt besteed aan vitaliteit en veilig zelfstandig wonen bij ouderen.
N.v.t.
Bij 50% van de meldingen van reanimaties zijn de vrijwilligers geactiveerd. Iedere alcoholverstrekker wordt minimaal 1x per jaar bezocht door 2 mysterieshoppers Het advies van de GGD is geïmplementeerd.
De GGD komt in het najaar van 2014 met een advies.
Effect-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Percentage alcoholverstrekkers dat bij mysterieshopacties geen alcohol schenkt of verkoopt aan jongeren onder de leeftijdsgrens (18 jaar vanaf 1 januari 2014, 16 jaar in 2013).*
Detailhandel 46% Snackbars 14% Sportverenigingen 30% Horeca 21% Supermarkten 35%
Detailhandel 75% Snackbars 25% Sportverenigingen 50% Horeca 50% Supermarkten 75%
Detailhandel 75% Snackbars 75% Sportverenigingen 75% Horeca 75% Supermarkten 75%
Pagina 56 van 143
Effect-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Percentage meldingen van reanimaties bij de RAV waarbij door een gediplomeerde vrijwilliger gereanimeerd is met behulp van een AED.
N.v.t.
Bij 50% van de meldingen van reanimatie is door een gediplomeerde vrijwilliger gereanimeerd met een AED.
Bij 50% van de meldingen van reanimatie is door een gediplomeerde vrijwilliger gereanimeerd met een AED.
*) Het betreft hier regionale percentages van de regio Gooi en Vechtstreek zoals in het regio overleg is afgesproken
WAT MAG HET KOSTEN ? Werkelijk 2013
Lasten
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
P615
Kinderopvang
-
62
96
96
96
96
P630
704
663
640
640
640
640
P641
Gezondheidszorg Maatw erkvoorzieningen Natura materieel Wmo ('oude' Wrv)
220
330
293
293
293
293
P642
Maatvoorziening Natura immaterieel Wmo (HbH, Aw bz e.d.)
1.940
2.188
4.260
4.398
4.324
4.317
P650
Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd
1.095
1.185
978
978
978
978
P652
PGB Wmo en Jeugd
81
100
679
679
679
679
P699
Mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
4.039
4.529
6.945
7.083
7.009
7.002
Werkelijk 2013 -
Raming 2014 -
Raming 2015 9
Raming 2016 9
Raming 2017 9
Raming 2018 9
285
314
300
300
300
300
-
-
3
3
3
3
Totaal lasten
Baten P630
Gezondheidszorg
P644
Eigen bijdragen maatw erkvoorzieningen en opvang Wmo
P650
Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd
P671
Integratie-uitkering Wmo
1.600
1.529
3.860
3.998
3.924
3.917
Totaal baten
1.885
1.843
4.172
4.310
4.236
4.229
Saldo Programma
2.154
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten Baten Integratieuitkering Wmo en doeluitkering gezondheidszorg Bijdragen WMO Overige goederen en diensten Onttrekkingen reserves Totaal baten Saldo Programma
2.686
2.774
2.774
2.774
Rekening 2013 1.578
Raming 2014 1.837
697 1.765
590 2.101
Raming 2015 1.514 3 1.201 4.227
Raming 2016 1.514 3 1.201 4.348
2.774
Raming 2017 1.514 3 1.201 4.274
Raming 2018 1.514 3 1.201 4.267
4.039
4.529
6.945
7.066
6.992
6.985
1.600 276 9
1.529 309 5
3.869 300 3
3.990 300 3
3.916 300 3
3.909 300 3
1.885
1.843
4.172
4.293
4.219
4.212
2.154
2.686
2.774
2.774
2.774
2.774
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 De totale begroting voor de uitvoering van de Wmo is ten opzichte van voorgaand jaar gestegen met € 2,5 miljoen van € 4,5 miljoen naar € 7 miljoen. Dit wordt met name verklaard door de decentralisatie van uitvoering van de Awbz naar de gemeente vanaf 2015. Tegenover deze hogere lasten staat een extra uitkering van ruim € 2,5 miljoen die Weesp van het Rijk ontvangt.
Pagina 57 van 143
Vanuit het Rijk is aan gemeenten een flinke efficiency korting opgelegd voor huishoudelijke hulp. De integratie-uitkering is gedaald van ruim € 1,5 miljoen in 2014 tot € 1,28 miljoen in 2015. Deze bezuiniging is één op één in de begroting doorgevoerd door de budgetten met hetzelfde bedrag te verlagen. Per saldo leidt dit begrotingstechnisch niet tot een voor- of nadeel. P641 Maatwerkvoorieningen Natura materieel Wmo Enerzijds is aan dit product circa € 80.000,- toegevoegd voor decentralisatie van overheidstaken naar de gemeente. Anderzijds is hier een bezuiniging van bijna € 120.000,- opgenomen als gevolg van de ontvlechting van sociale zaken vanuit de gemeente Hilversum. P642 Maatwerkvoorziening Natura immaterieel Wmo Op dit product is de Wmo ((Awbz) toegevoegd. Vanuit het Rijk krijgt Weesp hiervoor € 2.582.738,- via een integratie-uitkering in het gemeentefonds. P671 Integratie-uitkering Wmo Awbz De kosten voor de uitvoering van de taken Awbz die naar de Wmo zijn overgegaan, zijn begroot op producten P642 en P652. Een specificatie van de uitgaven wordt hieronder weergeven. Product P642 P642 P642
Aw bz (18+) Aw bz (18+) ZIN Bovenregionale uitv. kosten (Aw bz 18+) Lokale uitvoeringskosten (Aw bz 18+)
€ 1.487.657 51.655 464.893
P652
PGB Wmo Aw bz (18+) PGB
2.004.204 578.534
Totaal Aw bz
2.582.738
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 Doordat de AWBZ aan de Wmo is toegevoegd, is geen vergelijking mogelijk van begroting 2015 en de rekening 2013. Op bestaande onderdelen zijn geringe verschillen. In 2015 is op dit programma circa vijf ton meer aan afdelingskosten doorbelast dan in 2013. Dit komt door een toename van (beleids)taken.
Pagina 58 van 143
7
SOCIALE VOORZIENINGEN
Algemeen Het beoogd maatschappelijk effect is het stimuleren van een redzame samenleving. Het uitgangspunt daarbij is dat iedere Weesper naar vermogen meedoet. Iedere inwoner van Weesp heeft een eigen verantwoordelijkheid om naar vermogen mee te doen en is tevens voor zijn eigen ontwikkeling verantwoordelijk. Door middel van het programma Sociale Voorzieningen stimuleert de gemeente dat zoveel mogelijk inwoners meedoen en perspectief hebben op werk en inkomen. Daarnaast faciliteert de gemeente de redzaamheid van de Weespers via educatie, schuldhulpverlening en minimaregelingen. De Wet werk en bijstand is daarbij het vangnet voor degenen die niet of niet helemaal in staat zijn om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Dit is zoveel mogelijk als tijdelijke voorziening bedoeld. Met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand onderdeel geworden van die Participatiewet. De in 2013 aangekondigde wijzigingen van de Wet werk en bijstand inzake bijvoorbeeld de kostendelersnorm en de tegenprestatie bij een uitkering zijn onderdeel geworden van de Participatiewet. Het uitvoeren van de taken uit de Wet werk en bijstand is vanaf 2015 als onderdeel van de Participatiewet een wettelijke taak. De grootte van het bijstandsbestand is afhankelijk van factoren die niet of nauwelijks beïnvloedbaar zijn, zoals de stand van zaken rondom de crisis en de staat van de arbeidsmarkt. Sturing is slechts beperkt mogelijk, voornamelijk door een goede screening aan de poort en een adequaat lik-op-stuk beleid. Trends en ontwikkelingen Door de komst van de nieuwe Participatiewet krijgt de gemeente, naast de verantwoordelijkheid voor de huidige mensen die gebruik maken van de Wet Werk en Bijstand (WWB),en deelname aan de Wet sociale werkvoorziening, de volledige verantwoordelijkheid voor iedereen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De regelingen rond WWB, WSW, Wajong, IOAW en IOAZ zijn alle vervangen door de Participatiewet. Veel taken uit de oude regelingen blijven echter gehandhaafd. Uitgangspunt bij de nieuwe wet is, dat iedereen in meer of mindere mate “verdiencapaciteit”, loonwaarde, heeft. Het is aan de gemeente om deze loonwaarde zo goed mogelijk vast te stellen en vervolgens om iedereen op een plekje in de (zoveel mogelijk reguliere) arbeidsmarkt te plaatsen dat deze zijn of haar loonwaarde daadwerkelijk kan verdienen. Verdient iemand minder dan het minimumniveau, dan is de gemeente verantwoordelijk om het tekort aan te vullen. Tegen die achtergrond zijn de risico’s duidelijk en is de belangrijkste uitdaging voor de gemeenten om de nieuwe werkwijze zo in te richten dat zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk loonwaarde realiseren. Door de verbreding van de doelgroep wordt ook een andere werkwijze van belang. In SWW-verband zijn we voornemens om zoveel mogelijk in gezamenlijkheid de beleidsdoelstellingen te formuleren en in de uitvoering met de lokale organisaties en werkgevers te realiseren. De Participatiewet hangt nauw samen met het jeugdbeleid en de Wmo: het sociaal domein. De uiteindelijke doelstelling in dit sociaal domein is dat inwoners beter en/of langer mee blijven doen in de samenleving. In de uitvoering van de nieuwe taken in het sociaal domein wordt samengewerkt met de gemeenten Wijdemeren en Stichtse Vecht. Binnen dit samenwerkingsverband wordt een uitvoeringsprogramma en een uitvoeringsorganisatie opgezet. De regie bij de inzet en bekostiging van de ondersteuning blijft bij de gemeente. Eigen kracht en zelfredzaamheid van de inwoner vormen het uitgangspunt. Als een beroep wordt gedaan op de ondersteuning van de gemeente wordt uitgegaan van de vraag van de inwoner. Deze ondersteuning wordt zo dicht mogelijk bij de inwoner georganiseerd door middel van een zogenoemde ‘integrale toegang’ waar de inwoner beter en sneller wordt geholpen door het hanteren van het principe: ‘één gezin, één plan, één regisseur’. De integrale toegang wordt door middel van sociale teams lokaal ingericht. Als er behoefte is aan professionele ondersteuning, dan wordt deze – waar mogelijk – preventief ingezet. Deze preventieve vormen van ondersteuning zijn erop gericht om inwoners te versterken in hun eigen kracht. Als de basisvoorzieningen onvoldoende uitkomst bieden voor inwoners, dan wordt gekeken welke individuele voorziening nodig is.
Pagina 59 van 143
INKOMENSVOORZIENINGEN Trends en ontwikkelingen inkomensontwikkelingen De economische recessie houdt veel langer aan dan verwacht. Als gevolg daarvan blijft het aantal werklozen toenemen en ook sneller dan voorheen het geval was. Het aantal beschikbare vacatures neemt tegelijkertijd af. Het aantal inwoners dat hierdoor van een uitkering gebruik moet maken, neemt daardoor toe. De trend in 2014 is dat Weesp eenzelfde toename laat zien als de landelijke trend is. Belangrijk is, dat met de groei van het landelijke aantal bijstandsgerechtigden ook de rijksbijdrage Inkomensdeel Wwb toeneemt. Deze toename compenseert een deel van de stijgende uitgaven van onze gemeente door het toenemend aantal WWB-gerechtigden. Wat willen we bereiken: Algemeen We willen toewerken naar een ‘stip op de horizon’: te beginnen door gezamenlijk beleid en uitvoering met de 3 gemeentes te formuleren en op te zetten. We opereren in twee arbeidsmarktregio’s en met twee bedrijven sociale werkvoorziening (Tomin en Pauw). In ieder geval willen we het beleid zoveel mogelijk op elkaar afstemmen bij de implementatie van nieuwe wetgeving en waar mogelijk samen optrekken in projecten. Ook willen we werken aan betere preventie, minder bureaucratie: een huishouden, een plan, een regisseur, en actief meedoen in de sociale wijkteams. Werk Deels blijft onze taak hetzelfde, namelijk klanten met een uitkering aan het werk helpen. Het speelveld is echter ingrijpend veranderd: nieuwe doelgroepen (WSW en Wajong), nieuwe instrumenten, andere samenwerkingsverbanden, minder geld. Uitgangspuntpunt voor ons blijft maatwerk om mensen (op weg) naar werk te begeleiden. Scholing en Inburgering Jongeren met een zwakke uitgangspositie (als gevolg van het ontbreken van een startkwalificatie) zoveel mogelijk plaatsen op reguliere arbeid. We willen belemmeringen die bestaan als gevolg van taalachterstand zoveel mogelijk wegnemen. Gevolgen van overige verandering wetgeving Wet Maatregelen WWB en Kindregelingen De Wet Maatregelen WWB en Kindregelingen is op 1 januari 2015 van kracht en maakt onderdeel uit van de Participatiewet. Dit betekent dat we vanaf die datum uitvoering moeten geven aan onderwerpen als de kostendelersnorm, uniformering van verplichtingen en sancties, vereenvoudiging van kindregelingen, en dergelijke. Minimabeleid Omdat categoraal beleid niet meer mogelijk is na 1 januari 2015 dwingt dit tot individueel maatwerk maar ook tot meer bureaucratie. Er komt meer budget voor bijzondere bijstand door de afschaffing van de Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten /Compensatie Eigen Risico (WTCG/CER), dit wordt nu een taak van de gemeente. Voor de compensatie van het wegvallen van deze regelingen is extra geld beschikbaar. Besloten is om dit extra geld in te zetten door middel van een collectieve ziektekostenverzekering. Andere accenten zullen zijn: het voorkomen van sociale uitsluiting en bevorderen van participatie; meer deelnemers voor Jeugdsport- en Jeugdcultuurfonds; integrale schuldhulpverlening; het minimabeleid draagt bij aan deelname in de samenleving; het minimabeleid biedt een vangnet voor diegenen die (tijdelijk) niet of minder zelfredzaam zijn; en inzet van minimabeleid vindt plaats in integrale afstemming binnen het sociale domein. Handhaving Bevorderen dat klanten regels naleven. Voorkomen van onbedoelde fraude door goede voorlichting. Speerpunten College: - Armoedebeleid en schuldhulpverlening blijft behouden Op dit moment kent Weesp diverse regelingen voor mensen met een minimuminkomen, zoals bijzondere bijstand, een collectieve ziektekostenverzekering en het Jeugdsportfonds. Deze opsomming is zeker niet uitputtend. Daarnaast is er een goed toegankelijke schuldhulpverlening via Versa Welzijn en de Gemeentelijke
Pagina 60 van 143
kredietbank. We streven ernaar om dit beleid minimaal op hetzelfde peil te houden en waar mogelijk ruimhartiger te zijn. De extra middelen voor armoedebestrijding die vanuit het rijk worden verstrekt zullen hiervoor worden ingezet. Wat gaan we daarvoor doen: Inzet op screening aan de poort Samenwerken met andere gemeenten, ketenpartners en werkgevers binnen de arbeidsmarktregio’s op thema’s als Regionaal Werkbedrijf, bevorderen deelname arbeidsmarkt, loonwaardemeting en werkgeversdienstverlening Scholen medewerkers op nieuwe werkwijze Door ontwikkelen werkgeversservicepunt Lokale werkgevers stimuleren plekken ter beschikking te stellen d.m.v. bedrijfsbezoeken, SROI Samenwerking W&I en EZ De arbeidsontwikkeling duidelijk vorm geven en richten op realiseren van kansrijke matching Wanneer hierbij inzet van specialisten noodzakelijk blijkt maken we duidelijke resultaatgerichte afspraken met deze partijen Jongerenvouchers inzetten De samenwerking met en de positie van de SW bedrijven aanpassen aan de nieuwe wettelijke kaders Deelnemen aan regionale initiatieven zoals Leerwerkloket (LWL) en Jongeren Arbeidsmarkt Jongeren met multi-problematiek krijgen speciale aandacht via LWL Specifiek beleid ontwikkelen voor doorstroming naar de arbeidsmarkt van jongeren afkomstig van de nieuwe Entree-opleiding, Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs, ofwel de “kwetsbare groepen” Inzetten van taaltrajecten voor anderstaligen zo mogelijk in combinatie met arbeidsontwikkeling Projecten ter bestrijding van laaggeletterdheid stimuleren en faciliteren Klanten moeten actief geïnformeerd worden over alle veranderingen Praktisch alle werkprocessen moeten worden aangepast daarbij moet speciale aandacht geschonken worden aan 1-ouder gezinnen in verband met de vereenvoudiging kindregelingen Extra inkomensondersteuning via bijzondere bijstand Desgewenst aansluiten bij de U-pas onderzoeken, met daarin verschillende regelingen voor de minima (lokale keuze) Nieuwe verordening maken voor chronisch zieken en gehandicapten, compensatie van het wegvallen van de landelijke regelingen
Toelichting: Voorkomen dat mensen onnodig van een uitkering afhankelijk worden, of onterecht aanspraak maken op een uitkering door handhaving en werkgeversbenadering. In het kader van de nieuwe wettelijke regels wordt samenwerking met andere gemeenten en ketenpartners een vanzelfsprekendheid.
Diverse onderdelen van de Participatiewet geven al richting aan de gewenste samenwerkingen en de inzet van instrumenten.
Het beheersen van de Nederlandse taal blijft een belangrijke factor voor kansen op de arbeidsmarkt. Communicatie naar de klanten over de ophanden zijnde veranderingen moet in een vroeg stadium opgepakt worden. De nieuwe Participatiewet maakt het aanpassen van de werkprocessen noodzakelijk. Desgewenst kunnen lokale instrumenten ontwikkeld en ingezet worden.
Het opstellen van een verordening t.b.v. het opvangen van de effecten van het wegvallen van de WCTG/CER is verplicht.
Pagina 61 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Inzetten op preventie bij schuldhulpverlening. Minimaliseren van administratieve processen Laagdrempeligheid bevorderen Bij kostendelersnorm gesprekken handhaving op de achtergrond, inzetten indien gewenst. Handhaving aan de kop van het proces Goede en duidelijke voorlichting ter voorkoming van fraude Prestatie-indicator
Toelichting: Enkele algemene intenties zullen in de nog uit te werken beleidsplannen en verordeningen worden opgenomen.
Realisatie 2013
Poort - Percentage voorkomen instroom (percentage van de aanvragen). Effect-indicator
Begroting 2014
Begroting 2015
40%
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Gemiddeld aantal uitkeringen Wwb.
287
295
Gemiddeld aantal kleine regelingen.
35
35?
PARTICIPATIE Trends en ontwikkelingen participatie Wanneer uitstroom (nog) niet mogelijk is, worden uitkeringsgerechtigden gestimuleerd om in de maatschappij te participeren in projecten in samenwerking met maatschappelijke dienstverleners. Wat willen we bereiken: Participatie Participatie betekent meedoen, deelnemen aan de samenleving op meerdere gebieden. Dit kan arbeid zijn, maar ook vrijwilligerswerk, deelname aan werkervaringsprojecten, burenhulp, mantelzorg, etc. het doel van de gemeente is dat iedereen meedoet, deel kan nemen aan de Weesper samenleving. Hiervoor zijn middelen beschikbaar vanuit het zogenaamde participatiebudget. Het participatiebudget gaat onderdeel uitmaken van het deelfonds sociaal domein. Ten aanzien van de besteding van dit deelfonds zullen keuzes gemaakt moeten worden in nog vast te stellen beleidsplannen op het sociaal domein. Maatschappelijk effect Meedoen naar vermogen. Wat gaan we daarvoor doen: Inzet op uitstroom naar werk Inzet op participatie van uitkeringsgerechtigden
Prestatie-indicator
Toelichting: Actieve bemiddeling naar werk en benutten werkgeversbenadering en social return Maatschappelijke banen creëren met hulp van maatschappelijke dienstverleners
Realisatie 2013
Uitgaven participatie (€)
Effect-indicator
Begroting 2014 380.000
Realisatie 2013
Aantal plaatsingen op vacatures Aantal plaatsingen op maatschappelijke werkplekken.
Begroting 2014 35 30
Pagina 62 van 143
Begroting 2015 391.000
Begroting 2015 Nog te bepalen Nog te bepalen
WAT MAG HET KOSTEN ? Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
P711
Bijstandsverlening en subsidies
5.017
5.525
5.991
5.591
5.491
5.491
P712
Participatiew et
577
554
382
382
382
382
P714
Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid
520
540
453
453
453
453
P715
Vreemdelingen
76
158
P716
Sociale w erkvoorziening
1.153
1.195
1.150
1.150
1.150
1.150
P730
Re-integratie uitkering sociaal domein participatiew et
-91
-177
-246
P799
Mutatie reserves programma 7 Totaal lasten
Baten P711
Bijstandsverlening en subsidies
P712
Participatiewet (naar deelfonds sociaal domein)
P714
Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid
P715
Vreemdelingen
P716
Sociale w erkvoorziening
P730
Re-integratie uitkering sociaal domein participatiew et
P799
Mutatie reserves programma 7 Totaal baten
300
-
-
-
-
-
7.643
7.973
7.976
7.485
7.299
7.230
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
4.874
5.069
5.069
5.069
5.069
5.069
10
10
10
10
1.511
1.420
1.334
1.265
9
10
46
135
1.571
1.555
225
-
300
6.725
6.769
6.890
6.499
6.413
6.344
919
1.204
1.086
986
886
886
Saldo program m a
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Afboeking IAU Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Doeluitkeringen (Wet bijstand) Deelfonds Participatiewet Onttrekkingen reserves Totaal baten
Rekening 2013 546
Raming 2014 611
Raming 2015 629
Raming 2016 329
Raming 2017 329
Raming 2018 329
114 6.572 111 300 7.643
144 7.218
108 7.239
108 7.027
108 6.818
108 6.674
7.973
7.976
7.464
7.255
7.111
16 6.484
10 6.759
10 5.069 1.399
10 5.069 1.290
10 5.069 1.146
225 6.725
6.769
10 5.069 1.511 300 6.890
6.478
6.369
6.225
919
1.204
1.086
986
886
886
Saldo Programma
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 Bijstandsverlening en subsidies In verband met de ontvlechting van de sociale dienst uit Hilversum zal eenmalig een vergoeding van € 300.000,- aan Hilversum moeten worden voldaan. Het gaat dan om compensatie van achterblijvende overhead en betreft een incidentele uitgave. Deze uitgave wordt gedekt door een onttrekking uit de algemene reserve. Deze onttrekking staat op dit programma begroot, zodat de afkoop geen invloed heeft op het saldo van programma 7. De uitvoeringskosten van de bijstand inclusief re-integratie staan hier begroot. Dit is inclusief de bezuiniging als gevolg van de ontvlechting met Hilversum. Verwacht wordt hierop € 400.000,- te bezuinigen. Een gedeelte van de bezuiniging ad € 282.000,- is op dit programma opgenomen. Het andere gedeelte ad € 118.000,- is op programma 6 oude regeling Wrv verwerkt.
Pagina 63 van 143
In 2014 is het budget BUIG naar beneden bijgesteld met ongeveer 9%. In 2013 was er nog een overschot (meer inkomsten dan uitgaven) op het budget. Tijdens de opstelling van de begroting 2015 was het definitieve budget 2014 nog niet bekend. Wellicht dat het definitieve budget 2014 minder nadelig zal zijn dan de verlaging van 9%, maar naar verwachting nog steeds wel nadelig. Voor 2015 geldt hetzelfde. Anticiperend op deze ontwikkeling is het saldo op het product bijstandsverlening P711 van programma 7 met € 200.000,- verhoogd. Als gevolg van verschuiving van uren wordt op dit programma € 36.000,- minder aan uren doorbelast. Voor het product vreemdelingen wordt met ingang van 2015 geen overheidsgeld meer verkregen. Lopende zaken worden afgehandeld door Stichtse Vecht. De lasten en baten Sociale Werkvoorziening maakt met ingang van 2015 onderdeel uit van de re-integratie uitkering participatie.
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 De bezuiniging als gevolg van de ontvlechting met Hilversum is ten opzichte van 2013 € 210.000,-. Dat komt omdat de werkelijke uitvoeringskosten in 2013 lager waren met name op het product vreemdelingen. In 2013 is om en nabij € 200.000,- op het budget bijstand (BUIG) overgehouden. In 2015 is het saldo met € 200.000,- verhoogd zodat het verschil op het zuivere I-deel van de WWB zo’n € 400.000,bedraagt.
Pagina 64 van 143
8
CULTUUR, RECREATIE, TOERISME EN ECONOMISCHE ZAKEN EN VOLKSHUISVESTING
KUNST EN CULTUUR Wat willen we bereiken: Openbare bibliotheek Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kern van het bibliotheekbestel: de lokale/regionale basisbibliotheken (op basis van de Wet op het Specifiek Cultuurbeleid). Gemeenten bekostigen de basisbibliotheken en formuleren welk niveau van dienstverlening in de lokale situatie van de bibliotheken wordt verwacht. Dit is vastgelegd in een prestatieovereenkomst. Jaarlijks wordt een subsidie toegekend aan de Stichting De Bibliotheek Weesp. De bibliotheek in Weesp is onderdeel van De Bibliotheek. Deze organisatie heeft 4 vestigingen: in Muiden, Eemnes, Weesp en Wijdemeren. Maatschappelijk effect: Bevordering van de ontwikkeling van de inwoners van Weesp en vermindering van analfabetisme. Van de bibliotheek wordt daarom verwacht dat zij literatuur, kennis en informatie voldoende beschikbaar maakt voor de inwoners van Weesp. Een passende openstelling en een efficiënte bedrijfsvoering zijn belangrijke randvoorwaarden. Kunst, kunstzinnige vorming en cultuur Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van amateurkunst, (buitenschools) kunst- en cultuuronderwijs, podia, expositieruimten, musea, bibliotheekvoorziening en lokale media. Om cultuur ook voor kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen toegankelijk te maken en te houden wordt deelname aan het Jeugd Cultuur Fonds overwogen. Er wordt naar gestreefd om in 2015 een cultuurnota op te stellen. Maatschappelijk effect: Het bieden van een aantrekkelijk, laagdrempelig en divers aanbod van activiteiten op het gebied van kunst, kunstzinnige vorming en cultuur in Weesp. Indien organisaties niet over voldoende middelen beschikken om activiteiten te organiseren en deze in voldoende mate bijdragen aan deze doelstelling kunnen ze, conform de Verordening5, eventueel een subsidie ontvangen. Gemeentemuseum Het gemeentemuseum was, is en blijft een mooie attractie in Weesp, waar burgers en bezoekers meer kunnen leren over het rijke verleden van Weesp. In het gemeentemuseum worden verschillende wisseltentoonstellingen met Weesper thema’s georganiseerd. Het museum beschikt sinds 2012 over de gehele tweede verdieping van het stadhuis. Daardoor zijn meer en uitgebreidere exposities mogelijk. In de loop van 2015 zal op basis van een onderzoeksrapport een keuze gemaakt moeten worden voor de toekomst van het museum. Maatschappelijk effect: Bezoekers en burgers bewust laten worden van het rijke verleden van Weesp. Wat gaan we daarvoor doen: Openbare bibliotheek
Toelichting:
-
Subsidie
Om ervoor te zorgen dat De Bibliotheek haar taken en activiteiten kan voortzetten, wordt wederom een structurele subsidie ter beschikking gesteld.
-
Openingstijden
In 2012 zijn ruimere openingstijden geïntroduceerd. Deze zijn in de tussentijd opnieuw verruimd, waardoor De Bibliotheek nu 41 uur
5 Algemene Subsidieverordening 2010 Gemeente Weesp
Pagina 65 van 143
Wat gaan we daarvoor doen:
Toelichting: per week geopend is. Deze openingstijden worden in 2015 gecontinueerd.
-
Activiteiten
Kunst, kunstzinnige vorming en cultuur - City of Wesopa
De Bibliotheek blijft zich verder ontwikkelen als een breed sociaalmaatschappelijk centrum. Naast het uitlenen van boeken worden er diverse activiteiten in het kader van leesbevordering, informatie en cultuur georganiseerd. Het gaat onder andere om schrijversbezoeken, informatiebijeenkomsten, cursussen en exposities. Daarnaast worden de diensten die toegespitst zijn op het tegengaan van laaggeletterdheid en het terugdringen van taalachterstanden voortgezet. Het betreft onder andere het Makkelijk Lezen Plein en 4YOU!. Ook wordt het pilotproject ‘De VoorleesExpress’, dat in 2014 is gestart en waarbij aansluiting wordt gezocht bij de VVE-ouderparticipatie, gecontinueerd. Tot slot zullen opnieuw jaarprogramma’s voor het basisonderwijs, voorgezet onderwijs en de kinderopvang aangeboden worden. De City of Wesopa biedt een gevarieerd aanbod aan publiektoegankelijke theater- en filmvoorstellingen, met een accent op jeugdtheater. De City organiseert en faciliteert workshops, repetities en voorstellingen op het gebied van zang, volwassenen- en kindertoneel, alsmede culturele en maatschappelijke activiteiten van scholen, verenigingen en andere organisaties.
-
Subsidies culturele instellingen
De subsidies die jaarlijks worden verstrekt aan culturele instellingen zijn van belang voor het culturele klimaat in Weesp. Ook in 2015 zullen diverse structurele subsidies worden verstrekt aan culturele instellingen en evenementen. Enkele voorbeelden zijn het Sluis- en Bruggenfeest, de jaarlijkse Sinterklaasintocht en de kunstexpositie van Weespers aan de Wand. Naast de structurele subsidies wordt wederom een budget beschikbaar gesteld voor incidentele subsidies. Gedurende het jaar kunnen organisaties hiervoor een aanvraag indienen. Weesp heeft ervoor gekozen om de subsidies voor kunst en cultuur te handhaven om het culturele klimaat in stand te houden.
-
Jeugd Cultuur Fonds
Om cultuur ook voor kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen toegankelijk te maken en te houden wordt een contract met het Jeugd Cultuur Fonds Nederland afgesloten. In 2014 is het beheer van het museum overgedragen aan het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen. In 2014 en het eerste kwartaal van 2015 wordt een plan ontwikkeld rondom de toekomst van het museum. Vervolgens moet hierin een keuze worden gemaakt. Er zijn diverse opties, waaronder verzelfstandiging.
Gemeentemuseum
Prestatie-indicator Bibliotheek: Verruiming van de openingstijden, gebruikmakend van cliënten en begeleiders van een zorginstelling. Bibliotheek: Organiseren van verschillende activiteiten voor individuen Bibliotheek: Uitlenen van materialen City of Wesopa: aantal bezoekers
Realisatie 2013 40 uur per week geopend
Begroting 2014 Continuering
Begroting 2015 Continuering
2913 bezoekers hebben de diverse georganiseerde activiteiten bezocht 101.566
Continuering
Continuering
100.000
100.000
19.889
21.000
Continuering
Pagina 66 van 143
Prestatie-indicator Gemeentemuseum: wisselende exposities
Realisatie 2013
Begroting 2014 3 exposities
Begroting 2015 3 exposities en wisselende activiteiten gericht op jongeren.
Effect-indicator Aantal bezoekers bibliotheek blijft gelijk Percentage scholen (VO en basis) dat diensten afneemt van de bibliotheek Gemeentemuseum: aantal bezoekers blijft op niveau van 2012
Realisatie 2013 91.599
Begroting 2014 Continuering
100% BO 100% VO
Continuering
Begroting 2015 Continuering resultaat 2013 75% BO 100% VO
1700
Minimaal 1700 bezoekers.
TOERISME & RECREATIE EN ECONOMISCHE ZAKEN Wat willen we bereiken: Economische zaken De gemeente wil er op toezien dat de bedrijventerreinen in ontwikkelingen blijven. Hierbij zorgt de gemeente er voor dat het voorzieningen niveau op peil blijft en dat ondernemers en markpartijken worden gestimuleerd/gefaciliteerd om zelf initiatieven te ontplooien. De gemeente wil inzetten op een nog betere dienstverlening richting haar ondernemers en samen met ondernemers Weesp als werkstad promoten. Ook zal er nadrukkelijk worden gezocht naar (inter)regionale samenwerkingsverbanden op economisch vlak. De gemeente Weesp realiseert zich dat samenwerking een must is om de economische slagkracht van Weesp en de regio te behouden en te versterken. Daarnaast gaat de gemeente er op toezien dat zoveel mogelijk mensen kunnen participeren op de arbeidsmarkt. Maatschappelijk effect: versterking lokale economie en behoud van werkgelegenheid
Toerisme & Recreatie De gemeente wil het bestaande toeristische aanbod in Weesp versterken en uitbreiden. Ook wil de gemeente, Weesp als toeristische trekpleister, vestigingsplaats voor bedrijven en woonstad beter promoten. Dit gaat de gemeente niet alleen doen. Er zal op dit vlak, zowel op stedelijk niveau als op (inter)regionaal niveau, worden samengewerkt met belanghebbende organisatie. Weesp ligt op een uiterst strategisch knooppunt in de Gooi en Vecht. Over de weg, over het spoor en over het water is Weesp voor Amsterdam de poort naar de ‘Gooi en Vechtstreek’. Deze centrale positie gaat de gemeente verder en beter benutten om zodoende meer toeristen uit Amsterdam naar Weesp te trekken. Om er voor te zorgen dat het toerisme maximaal bijdraagt aan de lokale economie, stimuleert de gemeente Weesp de uitbreiding van overnachtingsplaatsen. Belangrijk hierbij is dat ook het kernwinkelgebied vitaal en krachtig blijft en dat het watertoerisme optimaal bediend wordt. Om inzicht te krijgen in de wensen en de behoeften van de (inter)regionale/nationale bezoeker laat de gemeente Weesp een bezoekersonderzoek uitvoeren. Op recreatief vlak wil de gemeente de mogelijkheid tot een stadsstrand en natuurspeeltuin onderzoeken. Maatschappelijk effect: versterking lokale economie en behoud en versterking van lokale recreatiemogelijkheden voor burgers. Speerpunten College - Creëren van ligplaatsen voor kleine bootjes (o.a. Oudegracht) Het college onderzoekt, in overleg met omwonenden en watersportverenigingen, of het mogelijk is om nieuwe ligplaatsen te ontwikkelen in de binnenstad. - Weer water in de Achtergracht Het college gaat medio 2015 een onderzoek doen naar de mogelijkheden die er zijn om weer een gracht te maken in de Achtergracht. - Actualiseren woonvisie De afgelopen jaren is er heel veel gebeurd op de woningmarkt. De woningcrisis heeft een grote impact gehad op de vraag, de financierbaarheid en het aanbod van koopwoningen. Daarnaast zijn en worden er grote wijzigingen doorgevoerd bij de woningcorporaties. Actualisatie van ons lokale woonbeleid is daarom essentieel. Wij komen in 2015 met een voorstel naar de raad dat gericht is op het actualiseren van de
Pagina 67 van 143
Speerpunten College woonvisie uit 2011. Bij het actualiseren zullen de meest recente cijfers van de woningvoorraad, de meest actuele informatie omtrent het aanbod van nieuwbouwwoningen en de meest actuele informatie over de vraag van woningen in Weesp centraal staan. - 30% van vrij te komen jongerenhuisvesting in sociale huursector verhuren aan jongeren in Weesp Samen met corporatie Ymere is in 2013 een succesvol experiment uitgevoerd gericht op de verhuur van een gerenoveerd complex aan jonge Weesper huurders. Het college zet samen met Ymere in op herhaling van dit experiment. - Werkgelegenheid realiseren met MKB, IVW en werkgevers In het kader van de participatiewet zoekt de gemeente toenadering tot individuele bedrijven, de WDO, de IVW, iLocator en (inter)regionale samenwerkingspartners om er gezamenlijk voor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen kunnen participeren op de arbeidsmarkt. - Evenementenbeleid ontwikkelen Om invulling te geven aan de vergroting van de levendigheid in en promotie van de stad, is evenementenbeleid noodzakelijk. Daarbij wordt structuur aangebracht voor de te houden evenementen waarbij naast de regels ter voorkoming van overlast ook kosten en baten aan de orde komen. Nog dit jaar wordt een aanzet hiertoe gemaakt, met een onderzoek naar een alternatief voor het huidige evenemententerrein, een evenementenkalender en een inventarisatie van de bestaande regels, gewoonten en “verworven rechten”. In de eerste helft van 2015 zal dit moeten leiden tot evenementenbeleid. Er zal ook bekeken worden of de terrassennota hierin geïntegreerd kan worden. Het college ziet hier ook duidelijk een verband met het revitaliseren van het kernwinkelgebied en citymarketing - Onderzoek naar mogelijkheden realiseren stadsstrand De gemeente onderzoekt, in samenwerking met Waternet, watersportverenigingen en andere belanghebbende partijen, of het mogelijk is een stadsstrand langs de Vecht te creëren. - Revitaliseren kernwinkelgebied en citymarketing De initiatieven vanuit de markt en participatie van ondernemers en bewoners, gericht op het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit, worden gefaciliteerd. Bovendien gaat de gemeente verder met het verbeteren en waar mogelijk vergroenen van de openbare ruimte. - Hotel- en vergaderfaciliteiten realiseren Het college ziet mogelijkheden voor een nieuw hotel(/vergaderlocatie) in Weesp. Initiatieven die vanuit de markt worden geïnitieerd, ondersteunt en faciliteert het college. Dit geldt ook voor nieuwe Bed en Breakfasts. - Starterslening De starterslening fungeert als stimulans voor de doorstroming op de koopwoningmarkt omdat elk huis dat verkocht wordt nieuwe overdrachten op gang brengt. De starterslening wordt voor de helft gefinancierd door het Rijk en voor de andere helft door de gemeente. Het budget voor de starterslening is naar verwachting eind 2014 / begin 2015 op en een nieuwe rijksbijdrage is onzeker. Wanneer er geen nieuwe rijksbijdrage komt zal het college zoeken naar mogelijkheden om het verstrekken van startersleningen voort te zetten. Wat gaan we daarvoor doen: KVO Groenonderhoud Bestrating Herstructurering
Duurzaamheid
Toelichting: De gemeente is een groot voorstander van de werkgroep Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en blijft deze werkgroep ambtelijk ondersteunen. De gemeente gaat (met behulp van provinciale subsidie) door met het aanplanten van bomen op bedrijventerrein Noord. Daarnaast zorgt de gemeente er voor dat het reguliere groenonderhoud op de bedrijventerreinen op peil blijft. De gemeente maakt inzichtelijk welke wegen er onderhoud behoeven en maakt, op basis van beschikbare financiële midden, een onderhoudsplan voor de bedrijventerreinen. Samen met ‘Stichting Het Domijn Weesp’ wil de gemeente een plan ontwikkelen om de ontsluitingsweg, die bedrijventerrein Noord met de A1 moet verbinden, te realiseren. Met diverse marktpartijen en ondernemers wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn tot herstructurering/ontwikkeling van het Van Houten Industriepark, Nijverheidslaan (Achmea terrein) en de Rijnkade. Ook onderzoekt de gemeente in hoeverre een herzieningen van de erfpachtconstructie en regels omtrent bedrijf gerelateerd wonen, kunnen bijdragen aan de herstructurering van de bedrijventerreinen. De gemeente wil bedrijven stimuleren om energiebesparende maatregelen in te
Pagina 68 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: Aangezicht Bedrijventerreinen
Bedrijvencontactfunctionaris
Verminderen regeldruk Digitaal
Beurzen Plaatselijk
Regionaal
Interregionaal Participeren Citymarketingplan Stedelijk
Regionaal Interregionaal
Toelichting: voeren. Er wordt onderzocht welke provinciale subsidies hiervoor kunnen worden aangeboord. Samen met ondernemers wordt gekeken hoe het aangezicht vanaf het spoor verbeterd kan worden. Bij langdurige leegstand gaat de gemeente belanghebbende partijen uitnodigen om samen een (tijdelijke of structurele) oplossingen te zoeken. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is om, met behulp van provinciale subsidie, een gevelrenovatiefonds in het leven te roepen. Hieruit kunnen bedrijven subsidie ontvangen als zij hun gevel opknappen. Ook komend jaar zal de bedrijvencontactfunctionaris fungeren als eerste aanspreekpunt voor bedrijven met vragen. Hij communiceert over werkzaamheden die ondernemers aangaan en betrekt hen in een vroeg stadium bij planontwikkeling. Daarnaast interesseert hij bedrijven om zich te vestigen in Weesp. Op basis van bestaande onderzoeken en rapporten wordt gekeken hoe regeldruk voor ondernemers verminderd kan worden. Op het onderdeel ‘ondernemen’ op de gemeentelijke website zal up-to-date informatie te zien zijn die van belang is voor ondernemers. Ook zal de gemeente onderzoeken welke nieuwe digitale middelen, waaronder de omgevingsvergunningen app, ingezet kunnen worden om haar dienstverlening te verbeteren. De website ‘bedrijvenloket Gooi en Vechtstreek’ wordt verder gepromoot. Na een evaluatie van de Provada 2014 wordt gekeken of de gemeente ook volgend jaar weer deelneemt. Indien de B2B beursdagen weer worden georganiseerd zal de gemeente hieraan deelnemen. Er vindt, zowel ambtelijk als bestuurlijk, structureel overleg plaats met de Industrie Vereniging Weesp (IVW) waarbij ideeën worden uitgewisseld en gekeken wordt hoe we elkaar kunnen versterken. Samen met de IVW worden bedrijfsbezoeken geïntensiveerd tot één keer per maand waarbij het voltallige college aanwezig is. Bedrijven worden, al dan niet via de bedrijvencontactfunctionaris, actief betrokken bij de planvorming rondom de bedrijventerreinen. Op basis van de opgestelde economische profielen van Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren, wordt gekeken waar de gemeenten elkaar op economische vlak kunnen versterken. In de regio Gooi en Vecht wordt een samenwerkingsagenda opgesteld voor het fysiek domein. In deze agenda worden ook de economische samenwerkingsmogelijkheden in kaart gebracht. De gemeente ziet de Economic Board Gooi en Vecht (EBGV) als een belangrijk nieuw economisch orgaan die de regio (regio overstijgend) vertegenwoordigt. Ook ziet de gemeente een rol weggelegd voor het iLocator om de regionale samenwerking, op het gebied van bedrijventerreinen, te stimuleren. De gemeente ziet er op toe dat zij hun rol hierin pakken. Als deelnemer aan het portefeuillehouders overleg zal de gemeente Weesp ook de interregionale economische samenwerking zoeken met steden als Amsterdam, Utrecht, Amersfoort en Almere. Door samen te werken met de sociale dienst, ondernemers, bedrijvenverenigingen en (inter)regionale overlegstructuren zorgt de gemeente er voor dat zoveel mogelijk mensen kunnen participeren op de arbeidsmarkt. In samenwerking met partners uit Weesp wordt gekeken welke onderdelen uit het citymarketingplan gezamenlijk kunnen worden opgepakt en uitgevoerd. De gemeente werkt actief samen met de VVV, de Stichting Beleef Weesp 2025 (SBW25) en de Weesper Detaillisten Organisatie (WDO) om initiatieven, die vanuit deze organisaties of vanuit de Weesper samenleving ontstaan, te faciliteren. Tijdens periodiek (bestuurlijk en ambtelijk) overleg vindt hier afstemming over plaats. De SWW gemeenten trekken gezamenlijk op richting het Regionaal Bureau Toerisme (RBT) en iTrovator om er voor te zorgen dat zij voor ons gezamenlijk producten en promotie uitingen, gericht op watertoerisme, ontwikkelen. Als voorzitter van/deelnemer aan het portefeuillehouders overleg EZ/Toerisme zal
Pagina 69 van 143
Wat gaan we daarvoor doen:
Sloepennetwerk
Toeristische Overstap Punt (TOP) Hotel en vergaderlocaties Distributie Planologisch Onderzoek (DPO) Evenementen ISV3 subsidie Nieuwe ligplaatsen boten Bezoekersonderzoek Natuurspeeltuin Stadsstrand Weer water in de Achtergracht Prestatie-indicator Voorzieningenniveau bedrijventerreinen Herstructurering
Toelichting: de gemeente Weesp ook de interregionale toeristische samenwerking zoeken met omliggende gemeenten als Amsterdam. Hierbij sluit de gemeente aan bij het project van Amsterdam Marketing ‘Amsterdam Bezoeken Holland Zien’(ABHZ), om toeristen uit Amsterdam de regio in te trekken. Samen met iTrovator, het RBT en de Gooi en Vechtstreek wordt een sloepennetwerk gecreëerd waarin zowel fysieke producten worden ontwikkeld, als stijgers en opstappunten, als de informatievoorziening en beleving worden versterkt. De gemeente onderzoekt of er marktpartijen geïnteresseerd zijn in het ontwikkelen van een Toeristisch Overstap Punt (TOP) bij het station. In de planvorming van de stations visie wordt gekeken of een TOP kan worden meegenomen. De gemeente ziet mogelijkheden voor een nieuw hotel(/vergaderlocatie) in Weesp. Initiatieven die vanuit de markt worden geïnitieerd, ondersteunt en faciliteert de gemeente. Dit geldt ook voor nieuwe Bed en Breakfasts. Om inzichtelijk te krijgen of de detailhandel in Weesp nog verder kan groeien, laat de gemeente een Distributie Planologisch Onderzoek (DPO) uitvoeren. Op basis van deze resultaten gaat de gemeente in gesprek met winkeliers, pandeigenaren en het WDO om te bepalen welke stappen ondernomen moeten worden om het winkelgebied vitaal en sterk te houden. De gemeente stimuleert en faciliteert evenementen die een meerwaarde zijn voor de stad. Met behulp van de verkregen provinciale ISV3 subsidie, investeert de gemeente in het moderniseren van de openbare ruimte in de binnenstad. De gemeente onderzoekt, in overleg met omwonenden en watersportverenigingen, of het mogelijk is om nieuwe ligplaatsen te ontwikkelen in de binnenstad. Om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van (internationale) toeristen wil de gemeente kijken of een bezoekersonderzoek kan worden uitgevoerd door studenten van een Hogeschool. De gemeente onderzoekt of het mogelijk is om, op een daartoe geëigende locatie, een natuurspeeltuin in Weesp te realiseren. Inwoners van Weesp zullen hierbij actief betrokken worden. De gemeente onderzoekt, i.s.m. Waternet, watersportverenigingen en ander belanghebbende partijen, of het mogelijk is een stadsstrand langs de Vecht te creëren. Het college gaat medio 2015 een onderzoek doen naar de mogelijkheden die er zijn om weer een gracht te maken in de Achtergracht. Realisatie 2013 KVO Aanplanten bomen Noord Voorbereiding reconstructie Hogeweyselaan
Begroting 2014 KVO Aanplanten bomen Noord Reconstructie Hogeweyselaan HIRB aanvraag Procesmaatregelen ten behoeve van de herstructurering van Houten industriepark.
Promotie van de stad
Opstellen
HIRB aanvraag Fysieke en proces maatregelen gevelrenovatiefonds bedrijventerrein Noord. Deelname Provada
Pagina 70 van 143
Begroting 2015 KVO Aanplanten bomen Noord Aanvraag HIRB Fysieke duurzaamheidsmaatregel en Verbeteren aangezicht spoorzijde bedrijventerrein Noord
Deelname
Prestatie-indicator Dienstverlening
Realisatie 2013 Citymarketingplan Deelname Provada Aanstellen bedrijvencontactfunctionaris
Samenwerking
Begroting 2014 Deelname B2B beurs Aanpassen gemeentelijke website Uitvoeren economisch onderzoek SWW: Ecorys Ontwikkeling samenwerking agenda Fysiek domein G&V
Ontwikkeling toeristisch knooppunt
Ontwikkeling sloepennetwerk
Uitvoering sloepennetwerk
Stimulering kernwinkelgebied
Aanvraag IV3 subsidie
Uitvoering ISV3: moderniseren van de openbare ruimte
Toeristisch onderzoek
Onderzoek stadsstrand en nieuwe ligplaatsen boten binnenstad
Begroting 2015 Promotiebeurs Deelname B2B beurs Regeldruk verminderen n.a.v. bestaande rapporten Uitvoering samenwerking agenda Fysiek domein G&V Ontwikkeling toeristische productie en promotie uitingen SWW door iTRovator en RBT Uitvoering Sloepennetwerk Planvorming TOP station/centrum Uitvoering ISV3 subsidie: moderniseren van de openbare ruimte Uitvoeren DPO Bezoekersonderzoek Onderzoek natuurspeeltuin
Effect-indicator KVO sterren Aanplanten bomen bedrijventerrein Noord ISV3
Realisatie 2013 4e ster 19
Begroting 2014 4e ster 44
Begroting 2015 5e ster KVO 30
Aanvraag ISV3 binnenstad
Aantal toeristen in Weesp
Bezoekers VVV kantoor voor toeristische info: 3.755
Plaatsen van 50 nieuwe banken, fietsparkeerbeugels, 50 afvalbakken, palen, pollers Bezoekers VVV kantoor voor toeristische info: > 4.000
Plaatsen van nieuwe banken, fietsparkeerbeugels, afvalbakken, palen, pollers Bezoekers VVV kantoor voor toeristische info: > 4.000
Leegstand bedrijventerreinen
11.9% (% leegstand)
<= 8% (% leegstand)
<= 8% (% leegstand)
VOLKSHUISVESTING Wat willen we bereiken: Volkshuisvesting Weesp wil een gevarieerd woningaanbod bieden met extra aandacht voor kwetsbare groepen op de woningmarkt: Starters, jonge gezinnen en senioren. Het kopen van een eerste huis voor starters op de woningmarkt wordt gestimuleerd middels de starterslening. Weesp wil jonge gezinnen als inwoners behouden en draagkrachtige nieuwkomers aantrekken door het bouwen van woningen in het middel dure en dure segment. Dit is van belang voor het voorzieningenniveau en zo wordt er gezorgd voor een gevarieerde samenstelling van de Weesper bevolking. Hierbij is extra aandacht voor wijken met weinig variatie (veel gestapelde bouw) en de realisatie van zorgwoningen met meer dan 2 sterren voor senioren. Daarnaast werken wij aan gemêleerde wijken waarbij ook voor inwoners met een lager inkomen wat te kiezen hebben. Maatschappelijk effect: Bereiken gevarieerdere samenstelling van de Weesper bevolking ter instandhouding van het voorzieningenniveau en leefbaarheid.
Pagina 71 van 143
Beleidsnota’s Volkshuisvesting: Woonvisie Weesp 2011 Wat gaan we daarvoor doen: Verstrekken Startersleningen
Projectorganisatie ontwikkeling woningvoorraad Weesp
Toelichting: Sinds juni 2012 verstrekt gemeente Weesp weer startersleningen zodat starters het verschil tussen de verwervingskosten van een huis en de maximale hypotheek die zij op basis van hun inkomen kunnen krijgen kunnen overbruggen. Periodieke bijeenkomsten tussen de gemeente en woningcorporatie Ymere om de stand van zake en nieuwe ontwikkelingen te bespreken.
Prestatie-indicator Verstrekte Startersleningen
Realisatie 2013 Juni 2012 – juli 2013: 9
Begroting 2014 20
Maandelijks overleg kernteam en stuurgroep projectorganisatie Organiseren Woonevent
12
12
Begroting 2015 20 (mits de rijksbijdrage voor de starterslening wordt voortgezet). 12
1
2
2
Effect-indicator Realisatie 2013 Begroting 2014 Evenwichtige Betaalbaar/middelduur/duur Betaalbaar/middelduur/duur verdeling 58,2% / 30,4% / 11,4% 50,8% / 37,6% prijsklassen (augustus 2013) /11,5% woningvoorraad* (augustus 2014) Evenwichtige verdeling Meergezins: 65 % Meergezins: 65 % Meergezins/ een- Eengezins: 35 % Eengezins: 35 % gezinswoningen* Plek op ranglijst beste woongemeente Plek 81 Plek 91 (onderzoek Elsevier)*
Begroting 2015 Bij de actualisatie van de woonvisie worden nieuwe indicatoren ontwikkeld Bij de actualisatie van de woonvisie worden nieuwe indicatoren ontwikkeld < 90
* Afhankelijk van meer factoren dan de inzet van de gemeente en laten zich door de vele andere factoren lastig voorspellen.
WAT MAG HET KOSTEN ?
Pagina 72 van 143
Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
388
362
360
360
360
360
P811
Openbare bibliotheek
P815
Kunstzinnige vorming
95
88
90
90
90
90
P816
Kunst
109
91
92
92
92
92
P817
Gemeentemuseum
113
101
93
93
93
93
P818
Archiefbew aarplaatsen
80
68
68
68
68
68
P820
Openluchtrecreatie en toerisme
125
80
50
50
50
50
P821
Overige recreatie & toerisme
147
153
123
123
123
123
P825
Markt
91
57
81
81
81
81
P826
Economische zaken
36
226
154
154
154
154
P830
Volkshuisvesting
105
130
121
121
121
121
P899
Mutatie reserves programma 8
1
1
1
1
1
1
1.290
1.358
1.235
1.235
1.235
1.235
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018 32
Totaal lasten
Baten P811
Openbare bibliotheek
28
32
32
32
32
P815
Kunstzinnige vorming
-
1
1
1
1
1
P816
Kunst
3
-
-
-
-
-
P817
Gemeentemuseum
2
2
2
2
2
2
P820
Openluchtrecreatie en toerisme
64
-
-
-
-
-
P821
Overige recreatie & toerisme
22
19
19
19
19
19
P825
Markt
51
54
54
54
54
54
P826
Economische zaken
26
29
29
29
29
29
P830
Volkshuisvesting
4
P899
Mutatie reserves programma 8
8
-
-
-
-
-
208
137
137
137
137
137
1.082
1.221
1.099
1.099
1.099
1.099
Totaal baten Saldo Programma Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
Rekening 2013 201 6 643 439 1 1.290
Raming 2014 100 37 785 435 1 1.358
Raming 2015 135 42 622 435 1 1.235
Raming 2016 135 42 622 435 1 1.235
Raming 2017 135 42 622 435 1 1.235
Raming 2018 135 42 622 435 1 1.235
199 8 208
137
137
137
137
137
137
137
137
137
137
1.082
1.221
1.099
1.099
1.099
1.099
Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Onttrekkingen reserves Totaal baten Saldo Programma
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 P821 Overige recreatie & toerisme Op dit product zijn circa € 30.000,- minder aan afdelingskosten doorbelast in 2015. P826 Economische zaken Het verschil van € 72.000,- op dit product ten opzichte van 2015 is wederom toe te schrijven aan lagere toerekening van afdelingskosten. Deze lagere toerekening komt met name voort uit de bezetting van de afdeling Economische Zaken die teruggebracht is van 2,0 fte naar 1,44 fte.
Pagina 73 van 143
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 In 2013 waren op dit programma meer uitgaven en inkomsten in vergelijking met de begroting 2015. Dit valt volledig toe te schrijven aan kosten en (subsidie)inkomsten voor het ontwerp van de schansen Rooseboom, Draaierschans en de rest van de Nieuwe Achtkant. In de raad van 7 februari 2013 had de raad ingestemd6 met het voorlopig ontwerp.
6 Z.7612/D.654 Ontwerp opties reconstructie schansen Rooseboom, Draaierschans en de rest van de Nieuwe Achtkant
Pagina 74 van 143
9
FINANCIЁN EN BELASTINGEN
Context en achtergrond In het programma Financiën worden de algemene dekkingsmiddelen verantwoord. Het gaat hierbij onder meer om de Algemene uitkering en opbrengsten uit belastingen, waaronder de onroerende zaakbelasting. Daarnaast bevat het programma de kosten die gemoeid zijn met de inning van die belastingen en de kosten van de financieringsfunctie. Verder zijn in het programma een aantal eenmalige budgetten verwerkt in de vorm van reserves, voorzieningen en stelposten. Al deze posten hebben met elkaar gemeen dat ze een (belangrijke) bijdrage leveren aan het functioneren van de gemeentelijke organisatie en het realiseren van de door de organisatie nagestreefde maatschappelijke doelstellingen (beleidsdoelen). Ze zijn echter niet aan een of enkele specifieke doelstellingen te koppelen, zoals dat in de andere programma’s wél het geval is. Dit programma is daarom anders ingericht dan de programma’s 1 tot en met 8. In de paragrafen Lokale Heffingen, Weerstandsvermogen en Financiering en in hoofdstuk Algemene Dekkingsmiddelen, is uitgebreide informatie te vinden over de onderwerpen van dit programma. In de paragraaf Lokale Heffingen staan de belastingen, alsmede de tarieven van diverse heffingen toegelicht. Beleidsnota’s Financiën, belastingen, algemene dekkingsmiddelen: - Nota activeren, waarderen en afschrijven (2011) - Nota reserves en voorzieningen (2010) - Notitie weerstandsvermogen (2008)
Trends en ontwikkelingen Renteontwikkeling Bij de opstelling van deze begroting is de rente extreem laag. De verwachting is dat op de langere termijn de kapitaalmarktrente zal stijgen. In 2015 is rekening gehouden met het niveau van 2014. Algemene uitkering In hoofdstuk 1, grondslagen van de begroting tabel ontwikkelingen, is een meerjarig overzicht van de algemene uitkering opgenomen, exclusief Wmo en exclusief de re-integratie uitkeringen binnen het Sociaal Domein. De algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2014. Hierin zijn de rijksbezuinigingen (6 miljard) verwerkt. Dit heeft geleid tot een lagere uitkering dan in 2014 van om en nabij € 799.000,-. Een fors deel van de verlaging wordt veroorzaakt door de uitname onderwijshuisvesting van € 256.000 structureel. Aan de andere kant is het effect van de herverdeling gemeentefonds gunstig voor Weesp. Door de herverdeling wordt er zo’n € 160.000,- toegevoegd aan de algemene uitkering. Dat is afgerond 9 euro per inwoner.
Wat willen we bereiken: Financiën Om nu en in de toekomst uitvoering te kunnen geven aan de ontwikkeling en instandhouding van Weesp moeten voldoende middelen worden gegenereerd om de visie in de programma's en producten te kunnen realiseren. Hierbij zijn lasten en baten structureel in evenwicht. Maatschappelijk effect Een structureel sluitende meerjarenbegroting. Wat gaan we daarvoor doen: Monitoren begroting. De raad wordt geïnformeerd over belangrijke financiële ontwikkelingen. Begrotingsafwijkingen worden zoveel mogelijk gerepareerd.
Toelichting: Er volgt 1 x per jaar Bestuursrapportage waarin gerapporteerd wordt over de voortgang van de programmabegroting en over majeure financiële ontwikkelingen. Er volgt 2 x per jaar een financiële rapportage waarin gerapporteerd wordt over majeure
Pagina 75 van 143
Wat gaan we daarvoor doen:
Toelichting: financiële ontwikkelingen. Er wordt toegezien op de post onvoorzien en aan de hand van begrotingswijzigingen (bestuursrapportages) worden voorstellen gedaan om de post onvoorzien al dan niet te benutten. De stelpost investeringsruimte wordt ingezet bij vervangingsinvesteringen. De Algemene uitkering is veruit de belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente Weesp. Ontwikkelingen worden nauwlettend in de gaten gehouden en meegenomen in financiële rapportages. Voor wat betreft het liquiditeitenbeheer is het streven is om geplande betalingen zoveel mogelijk af te stemmen met de reguliere ontvangsten, zodat het risico van extra financieringskosten tot een minimum kunnen worden beperkt. Daarbij wordt de renteontwikkeling wordt nauwlettend gevolgd.
Post onvoorzien/stelposten
Algemene Uitkering
Liquiditeiten/Treasury
Reserves. Het financieel mogelijk maken om de beoogde maatschappelijke effecten in de overige programma's en producten te realiseren
Kasgeldlimiet/renterisiconorm
In 2014 is er een geactualiseerd treasurystatuut. Hierin is het beleid met betrekking tot de treasuryfunctie7 opgenomen en dit statuut zal dus als leidraad gelden bij de treasuryactiviteiten. De bestemmingsreserves zijn in overeenstemming met hun doelen en de accountant is akkoord met het niveau van de voorzieningen. Er wordt tevens toegezien op de Algemene reserve. De Algemene reserve heeft als doel het weerstandsvermogen op peil te houden, voor het opvangen van risico’s in algemene zin en/of het compenseren van rekeningtekorten. Het beleid van de gemeente Weesp voor het weerstandsvermogen is vastgelegd in de notitie weerstandsvermogen 2008. Voor meer informatie wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. In 2014 wordt voldaan aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (paragraaf D Financiering)
7
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat met name uit de volgende deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer
Pagina 76 van 143
WAT MAG HET KOSTEN ?
Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
5
6
6
6
6
6
-
-
-
-
-
P911
Financiele middelen
P912
Algemene uitkering
P913
Algemene baten en lasten
170
391
249
380
391
524
P915
Uitvoering w et WOZ
147
145
146
146
146
146
P916
Belasting op onroerende zaken
21
19
19
19
19
19
P917
Belasting op roerende zaken
5
5
5
5
5
5
P918
18
16
16
16
16
16
P930
Precariobelasting Lasten heffing en gemeentelijke belangen
46
47
47
47
47
47
P999
Mutatie reserves
1.321
-
-
-
-
-
Totaal lasten
1.733
630
489
620
631
764
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Baten P911
Financiele middelen
993
1.090
1.075
1.075
1.075
1.075
P912
Algemene uitkering
17.146
15.796
15.109
15.264
15.285
15.211
P913
Algemene baten en lasten
281
317
277
277
277
277
P915
Uitvoering w et WOZ
-
-
-
-
-
P916
Belasting op onroerende zaken
3.365
3.395
3.591
3.721
3.851
3.981
P917
Belasting op roerende zaken
P918 P930
Precariobelasting Lasten heffing en gemeentelijke belangen
P999
Mutatie reserves Totaal baten Saldo program m a
Economische categorie: Lasten Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
61
54
55
55
55
55
127
101
104
104
104
104
21
21
21
21
40
21
1.489
235
23.502
21.010
20.233
20.518
20.669
20.725
-21.769
-20.380
-19.744
-19.898
-20.038
-19.961
Rekening 2013 91 2 172
Raming 2014 289 4 190
Raming 2015 189 4 174
Raming 2016 189 135 174
Raming 2017 189 146 174
Raming 2018 189 279 174
1.468 1.733
147 630
121 489
121 620
121 631
121 764
Baten Rente Gemeentefonds Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Belastingen (OZB en RZB) Onttrekkingen reserves
989 17.146 453 3.425 1.489
1.165 15.796 364 3.449 235
1.110 15.109 367 3.646
1.110 15.264 367 3.776
1.110 15.285 367 3.906
1.110 15.211 367 4.036
Totaal baten
23.502
21.010
20.233
20.518
20.669
20.725
-21.769
-20.380
-19.744
-19.898
-20.038
-19.961
Saldo Programma
Pagina 77 van 143
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 Het verschil tussen de saldi 2015 en de begroting 2014 is afgerond € 636.000,- negatief. Het verschil wordt verklaard door een lagere algemene uitkering en de ramingen van een aantal ontwikkelingen en bezuinigingsvoorstellen zoals, lagere gemeentefondsuitkering, uitbreiding regionale taken, etc. Daarnaast is bij de vaststelling van de jaarrekening 2013 in juni 2014 besloten om het overschot van € 235.000,- op het budget infra over te hevelen naar 2014. Hiervoor is een onttrekking uit de algemene reserve nodig. De raming hiervan staat op dit programma in 2014 en is incidenteel. Samenvatting lagere gemeentefondsuitkering
687.000
Uitbreiding ivm regionale taken
120.000
Indexatie OZB, Precario, RZB
-201.000
Stelpost nieuw beleid
-100.000
Verlengen afschrijvingstermijnen
-100.000
Diversen Ontrekking reserve budget infra
-5.000 235.000 636.000,00
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 Het verschil tussen de saldi 2015 en de rekening 2013 is afgerond € 2.024.000,- negatief . Bovenstaande toelichting is ook van toepassing tussen de jaarrekening 2013 en de begroting 2015, met dien verstande dat de uitkering ten opzichte van 2013 fors lager is. Dat komt omdat in 2013 € 1.713.600,- in de vorm van een suppletie uitkering is ontvangen voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Dit is in de jaarrekening 2013 toegelicht onder programma 5. Samenvatting lagere gemeentefondsuitkering
2.037.000
Uitbreiding ivm regionale taken
120.000
Indexatie OZB, Precario, RZB
-201.000
Stelpost nieuw beleid
-100.000
Verlengen afschrijvingstermijnen
-100.000
Ontrekking reserve budget infra
235.000
Diversen
33.000 2.024.000,00
Pagina 78 van 143
10
VEILIGHEID
OPENBARE VEILIGHEID Wat willen we bereiken: Wij streven naar een stad waarin onze bewoners en bezoekers veilig zijn, zich veilig voelen en vertrouwen hebben in de gemeente en politie. Dit doel is een streven dat permanent de aandacht heeft en niet elk begrotingsjaar wijzigt. Het veiligheidsbeleid omvat vraagstukken op het gebied van de handhaving van de openbare orde en veiligheid, het verbeteren van sociale en objectieve veiligheid, de beperking van overlast en de vermindering van criminaliteit. Hiervoor werken wij veel samen met onze veiligheidspartners over uiteenlopende veiligheidsvraagstukken. Wij hebben daarin, tezamen met alle betrokken partijen, een belangrijke regisserende rol te spelen. Soms als trekker, soms als deelnemer, maar altijd betrokken. De uitvoering van ons veiligheidsbeleid is een continu proces tot verbetering en – waar bereikt – handhaving van het maatschappelijk gevoel van ‘veiligheid & vertrouwen’ in de gemeente en overheidsdiensten. Met behulp van criminaliteitscijfers houden wij zicht op de lokale veiligheidssituatie en mogelijke ontwikkelingen. Over de afgelopen jaren zien wij een daling in het aantal aangiftes en meldingen ten aanzien van misdrijven en overlastsituaties. Onze investeringen in het verleden werpen nu hun vruchten af. Toch blijven wij ambitieus, scherp en stellen prioriteiten om het veiligheidsniveau zo te houden en verder te verbeteren. Voor het jaar 2014 heeft (jeugd)overlast en de aanpak van woninginbraak prioriteit. Toezicht op de Drank en Horecawet, tijdens evenementen alsmede op basis van het Gebruiksbesluit behoren eveneens hiertoe. Speerpunten College: - Inzet op preventie in het kader van veiligheid Wij streven naar een stad waarin onze bewoners en bezoekers veilig zijn, zich veilig voelen en vertrouwen hebben in de gemeente en politie. De handhaving van de regels op het gebied van veiligheid vinden wij een belangrijk aandachtspunt. Het is onze zorg om norm overschrijdend gedrag niet te tolereren en te letten op het naleven van wet- en regelgeving. Weesp veilig houden vergt dat overlast en criminaliteit zo veel mogelijk worden ingeperkt. Dat kan door enerzijds te zorgen voor preventieve maatregelen en anderzijds door een adequate handhaving. Wij zijn hiervoor structureel in overleg met politie om te zorgen voor voldoende politiecapaciteit. Vanuit de gemeentelijke organisatie treden wij handhavend op, door de inzet van toezichthouders en bijzondere opsporingsambtenaren. Dit is een kerntaak van de overheid en vergt een politie die aanspreekbaar is en met gezag optreedt naar daders en die slachtoffers en tipgevers met aandacht tegemoet treedt. Verder kan worden gesteld dat er in de gemeente Weesp op zeer uiteenlopende thema’s aan veiligheid wordt gewerkt. Wij hebben daarin, samen met alle betrokken partijen, een belangrijke regisserende rol te spelen. Soms als trekker, soms als deelnemer, maar altijd betrokken. De uitvoering van ons veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar is een continu proces tot verbetering en – waar bereikt – handhaving van het maatschappelijk gevoel van ‘veiligheid en vertrouwen’ in de gemeente en overheidsdiensten. Wat gaan we daarvoor doen: Veilige woon- en leefomgeving: - Verhogen eigen verantwoordelijkheid en zelfoplossend vermogen inwoners. - Bewustmakingscampagne - Participatie in projecten en
Toelichting: - Indicator aantal aangifte en meldingen (zie onder). - Een belangrijk onderdeel voor de veiligheidsaanpak is het verhogen van de eigen verantwoordelijkheid en zelf oplossend vermogen van buurtbewoners. Dit willen we o.a. doen door twee keer op de markt te gaan staan en zo het project Burgernet (8) en de donkere dagen offensief (bewustmakingscampagne voorkomen woninginbraak) te
8 Zie www.burgernet.nl voor meer info.
Pagina 79 van 143
Wat gaan we daarvoor doen: netwerken - Samenwerking met politie - Uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod - Toezicht en controle
Bedrijvigheid en veiligheid - Aanpak heling - Keurmerk Veilig Ondernemen - Informatie en communicatie - Aanpak weesfietsen en fietswrakken - Cameratoezicht
Jeugd en veiligheid - preventie en repressie - Veiligheidshuis G&V - Shortlistsystematiek
Toelichting: promoten. - Continuering deelname projecten en veiligheidsnetwerken op lokaal en regionaal niveau met als doel het adequaat bestrijden van overlast, hennepkwekerijen, fraude en (georganiseerde) criminaliteit (9). - Voor de aanpak hennepkwekerijen en mogelijke consequentie/risico’s van een hennepkwekerij zullen wij nieuw voorlichtingsmateriaal ontwikkelen en verspreiden. - Continueren van het regionaal samenwerkingsverband ten aanzien van de aanpak van hennepkwekerijen. - Eén keer per drie weken operationeel overleg met politie aangaande diverse veiligheidsonderwerpen. - Het tegengaan en aanpakken van huiselijk geweld door uitvoering te geven aan de wet tijdelijk huisverbod. - Toezicht houden tijdens evenementen, alsmede periodieke controles op basis van het Gebruiksbesluit (thans onderdeel Bouwbesluit). - Uitvoering geven aan de Drank en Horecawetgeving in zowel gezondheidspreventief als in toezicht en handhavende sfeer. - Uitvoering geven aan beheer en toezicht Digitaal Opkoop Register (DOR) met als doel heling te voorkomen. - In het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen voor Bedrijventerrein Noord en Nijverheidslaan aandacht voor de in kaart gebrachte hotspots waar sprake is van verloedering en achterstand. De eigenaren van deze hotspots oproepen om de onwenselijke situatie ongedaan te maken. - Door middel van een nieuwsbrief ondernemers informeren en over het nemen van preventieve maatregelen om criminaliteit en onveiligheid te voorkomen. Voor dit jaar brengen wij nog twee nieuwsbrieven uit. - Het uitvoeren van (periodieke) ruimingactie ten aanzien van weesfietsen en fietswrakken (handhaving verbodsbepaling). Voor dit jaar nog één ruimingactie. - Het laten uitvoeren van een jaarlijkse onderhoudsbeurt aan het camerasysteem NS station). Is in juli 2014 uitgevoerd. - Indicator meldingen jeugdoverlast (zie onder). - Vermindering van meldingen en klachten jeugdoverlast en criminaliteit door preventieve en repressieve interventies van de regiegroep Jeugd i.s.m. ketenpartners (politie, Versa, bureau Halt, Bureau Leerlingzaken, jeugdzorg, het Veiligheidshuis en de Woningbouw). - Werken volgens de shortlist-systematiek(10) waardoor hinderlijke, overlastgevende en criminele jongeren beter in beeld worden gebracht, zal bij moeten dragen aan een gerichter en individuele casusaanpak. - Voorzetting samenwerking met het Veiligheidshuis G&V voor een sluitende ketenaanpak rond zorg- en risicojongeren, overlastplegers en veelplegers, nazorg
9. Bureau Regionaal Veiligheidsstrategie Midden-Nederland, Veiligheidsregio G&V, Gemeentelijke Bevolkingszorg G&V, Veiligheidshuis G&V, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld G&V, Regionaal Informatie en Expertisecentrum Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding, Keurmerk Veilig Ondernemen voor Bedrijventerreinen Noord en Nijverheidslaan, Regiegroep en Werkgroep Meidoorn Weesp (Shortlist Weesp), Regionaal Convenant Aanpak Hennepteelt G&V, Project Waaks en Burgernet. 10 Beke/Ferwerda aanpak/ Shortlist methode ( Ministerie van Veiligheid en Justitie). In verschillende gemeenten zijn zeer goede ervaringen opgedaan met de zogeheten groepsaanpak volgens de systematiek van Beke en Ferwerda.
Pagina 80 van 143
Wat gaan we daarvoor doen:
Bevolkingszorg Gooi en Vechtstreek - Organisatieplan Gemeentelijke Bevolkingszorg G&V - Nieuwsbrieven - Actualisatie draaiboeken
Indicator Woninginbraak Bedrijfsinbraak Huiselijk geweld11 Straatroof Overvallen Melding jeugdoverlast Autokraken Fietsdiefstal Vernieling Indicator bevolkingszorg Bestuurlijke oefening rampenbestrijding/ crisisbeheersing Alarmeringsoefening Nieuwsbrieven
Toelichting: ex-gedetineerden (terugkeer delinquenten en zedenveroordeelden). Middels een top X lijst worden er casusoverleggen gevoerd. - Indicator bevolkingszorg (zie onder). - Doorontwikkeling en professionalisering door implementatie organisatieplan Gemeentelijke Bevolkingszorg G&V & Flevoland (o.a. nieuwe structuur crisisorganisatie en vernieuwd opleiden, trainen en oefenbeleid). - Uitbrengen van een gezamenlijk nieuwsbrief Bevolkingszorg voor de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek en Flevoland. Dit jaar nog twee nieuwsbrieven. - Actueel houden van crisisplan, risicoprofiel en draaiboeken in samenwerking met de Veiligheidsregio G&V en & Flevoland. Aantal 2011
Aantal 2012
Begroting 2014
Begroting 2015
139 68 34 7 4 122 172 113 118 Realisatie 2011 1
89 47 26 3 1 109 117 98 112 Realisatie 2012 1
<90 <50 <25 <7 0 <110 <120 <100 <110 Begroting 2014 2
<90 <50 <25 <7 0 <110 <120 <100 <110 Begroting 2015 1
1 2
1 5
1 4
1 4
11 Huiselijk geweld: incidenten met projectcode huiselijk geweld. Incidenten zijn zowel misdrijven als niet-misdrijven; niet-misdrijven zijn o.a. meldingen, incidenten zoals ruzie/twist of misdrijven waarvan geen aangifte is gedaan.
Pagina 81 van 143
WAT MAG HET KOSTEN ?
Lasten
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
1.977
318
328
328
328
328
P1001
Openbare orde
P1002
Rampenbestrijding
187
234
231
231
231
231
P1003
Brandw eer
1.254
1.248
1.266
1.366
1.466
1.466
Totaal lasten
3.419
1.799
1.825
1.925
2.025
2.025
Werkelijk 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Baten P1001
Openbare orde
12
8
8
8
8
8
P1002
Rampenbestrijding
11
10
10
10
10
10
P1003
Brandw eer
48
Totaal baten
71
17
17
17
17
17
3.348
1.782
1.808
1.908
2.008
2.008
Saldo Programma Economische categorie:
Rekening
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Lasten
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Overige goederen en diensten Kapitaallasten Doorbelaste kosten (salarissen en bedrijfsvoering) Subsidies en inkomensoverdrachten
1.790 211 460 959
171 4 478 1.146
200 5 407 1.213
200 5 407 1.313
200 5 407 1.413
200 5 407 1.413
Stortingen Voorzieningen/reserves Totaal Lasten
3.419
1.799
1.825
1.925
2.025
2.025
71
17
17
17
17
17
71
17
17
17
17
17
3.348
1.782
1.808
1.908
2.008
2.008
Baten Dienstverleningen, verhuur, rechten en leges Onttrekkingen reserves Totaal baten Saldo Programma
Aanmerkelijke verschillen 2015 – begroting 2014 De begroting 2015 en 2014 wijken niet of nauwelijks van elkaar af.
Aanmerkelijke verschillen 2015 – rekening 2013 P1001 Openbare orde De gemeente Weesp heeft in 2013 € 1.713.600,- suppletie-uitkering bommenregeling in het gemeentefonds ontvangen voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Rond de spoorbrug van Weesp zouden mogelijk vliegtuigbommen uit de Tweede Wereldoorlog liggen. Voorafgaand aan de baggerwerkzaamheden heeft Waternet daarom extra onderzoek uitgevoerd en zijn deze gelden hiervoor ingezet. Deze extra inkomsten waren verantwoord bij de gemeentefondsuitkering op programma 9. Per saldo was er geen voor- of nadeel maar laat wel een aanzienlijk verschil zien tussen begroting 2015 en werkelijke uitgaven in 2013 op dit product.
Pagina 82 van 143
III ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
Pagina 83 van 143
Pagina 84 van 143
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN & ONVOORZIEN Overzicht algemene dekkingsmiddelen -/- is voordeel + is nadeel
Lasten 2015 Baten 2015 Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is Algemene uitkering
Uitkering Wmo bestaand* Uitkering sociaal domein nieuwe taken ** Uitkering sociaal domeing participatiebudget** Dividend Saldo van de financieringsfunctie Totaal algemene dekkingsmiddelen
529.323 529.323
-4.085.850 -15.109.496 -1.276.832 -5.723.000 -1.551.000 -64.500 -42.000 -27.852.678
Saldo -4.085.850 -15.109.496 -1.276.832 -5.723.000 -1.551.000 -64.500 487.323 -27.323.355
* Voorheen in de algemene uitkering ** Zie programma's Lokale heffingen Door de gemeente worden verschillende heffingen aan de burgers opgelegd. Een aantal van deze opbrengsten heeft een vrij besteedbaar karakter en kan desgewenst op alle terreinen worden ingezet. De voornaamste lokale heffingen met een vrije besteding betreffen: - onroerend zaakbelasting - belasting op roerende zaken - parkeerbelasting - scheepvaartrechten - precariobelasting Bij de overige heffingen van de gemeente als afvalstoffenheffing en rioolrechten is geen sprake van een vrij besteedbaar karakter. De opbrengsten hiervan dienen uitsluitend ter dekking van de kosten. Er wordt dan ook gestreefd naar 100% kostendekkende tarieven. De lokale heffingen staan nader toegelicht in de paragraaf lokale heffingen vanaf pagina 89. Uitsplitsing lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is. -/- is voordeel + is nadeel 2014 Onroerend zaakbelasting Belasting op roerende zaken Parkeerbelasting Scheepvaartrechten Precariorechten Totaal lokale heffingen
-3.591.000 -55.000 -300.000 -35.850 -104.000 -4.085.850
De lasten die met de verkrijging van bovenstaande baten samenhangen bedragen € 290.792,-. Gemeentefondsuitkering Zie programma 9, onderdeel algemene uitkering gemeentefonds. Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie is het saldo van (a) de te betalen rente over de aangegane geldleningen en over de aan te trekken middelen in Rekening Courant en (b) de te ontvangen rente over de uitzettingen. Het saldo van de financieringsfunctie bedraagt in 2014 naar verwachting € 487.323,-.
Pagina 85 van 143
Onvoorzien In de begroting en de meerjarenraming is jaarlijks een bedrag voor onvoorziene lasten opgenomen van € 60.320,-. Bij voorstellen waarvoor de post onvoorzien wordt benut als dekkingsmiddel geldt als toetsingscriterium dat het voorstel in beginsel dient te voldoen aan de 3 O’s (onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar).
Pagina 86 van 143
IV PARAGRAFEN
Pagina 87 van 143
Pagina 88 van 143
A
LOKALE HEFFINGEN
Algemeen De paragraaf lokale heffingen besteedt aandacht aan de gemeentelijke belastingen en heffingen, waarvan de opbrengsten in de begroting zijn opgenomen. De gemeentelijke lasten zijn onder te verdelen in retributies (heffingen) en belastingen. Retributies zijn heffingen die bedoeld zijn om bepaalde kosten van onze dienstverleningen te dekken, zoals de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges en de begraafplaatsrechten. Het is niet toegestaan om hogere inkomsten te genereren dan de kosten. Andere opbrengsten zijn bedoeld om bij te dragen aan de algemene middelen, zoals de onroerende-zaakbelastingen (OZB), roerende-zaakbelastingen (RZB) en de precariobelasting. Omdat de koopkrachtdaling in het algemeen wordt gecompenseerd, worden de belastingen met niet meer dan de inflatiecorrectie verhoogd. De inflatie is gesteld op 1,2%. Belastingdruk 2015 versus 2014 De woonlasten in Weesp worden afgezet tegen die in de regiogemeenten; ook komt de belastingdruk ter sprake. Voor een meerpersoonshuishouden die OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing betaalt, neemt de belastingdruk toe met gemiddeld 0,3%. Besluitvorming De nieuwe tarieven voor het jaar 2015 moeten worden opgenomen in de diverse belastingverordeningen. Tijdens de begrotingsbehandeling (6 november 2014) kunnen nog niet alle belastingtarieven worden vastgesteld. Dit geldt vooral voor de tarieven van de OZB. De taxaties voor het belastingjaar 2015 zijn nog in volle gang, zodat het tarief OZB pas in december kan worden vastgesteld. Er is daarom voor gekozen om alle te wijzigen belastingverordeningen in de raadsvergadering van december aanstaande vast te stellen. Het voordeel is dan ook dat de laatste (wets-)wijzigingen in de verordeningen meegenomen kunnen worden Gemeentelijke belastingen en heffingen en WOZ De belangrijkste gemeentelijke heffingen zijn de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze aanslagen worden in de maand februari in een gecombineerde aanslag verzonden. Op deze aanslag is ook de WOZ-waarde van de onroerende zaak vermeld, tenzij het alleen een gebruiker van een woning betreft. Deze gebruikers zijn namelijk vrijgesteld van het betalen van OZB. De andere (meer incidentele) belastingheffingen zijn de RZB, precariobelasting, leges, begraafplaatsrechten, parkeergelden, scheepvaartrechten en marktgeld. Hierna komen alle belastingsoorten aan de orde, maar allereerst informeren wij u over de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). 1.
Wet waardering onroerende zaken (WOZ)
Ontwikkelingen wet WOZ: Landelijke voorziening WOZ (LV WOZ) en openbaarheid WOZ-waarde De LV WOZ maakt deel uit van het Stelsel van Basisregistraties waar de overheid aan bouwt. De LV WOZ is het centrale systeem waar WOZ-gegevens verkregen kunnen worden door geautomatiseerde afnemers (Belastingdienst, waterschappen, CBS, etc.). Eind mei 2013 is de LV WOZ opgeleverd; begin juni 2013 is het Kadaster (aangewezen als beheerder van de LV WOZ) begonnen met het technische beheer. Het Ministerie van Financiën is opdrachtgever en de Waarderingskamer verzorgt het functioneel beheer van de LV WOZ. Inmiddels zijn de eerste gemeenten aangesloten op de LV WOZ. Diverse zogenaamde koplopergemeenten zijn vergevorderd in het voorbereiden op deze aansluiting en in samenwerking met het ministerie Financiën en met diverse andere partijen wordt gewerkt aan het opstellen van een planning voor het aansluiten van alle andere gemeenten op deze LV WOZ. De start van het feitelijk aansluiten van gemeenten op deze LV WOZ is daarmee wel vertraagd ten opzichte van de eerdere verwachting. Het is nog niet bekend wanneer Weesp aansluit. Zodra voldoende gemeenten zijn aangesloten op de LV WOZ en dus ook van een significant deel van de woningen in Nederland de actuele WOZ-waarde beschikbaar is in de LV WOZ en ook aan andere
Pagina 89 van 143
randvoorwaarden is voldaan, kan de Wet van 28 maart 2013 (Stb. 2013, 129) in werking treden. Daarmee is dan de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen een feit. Wanneer de planning voor het aansluiten van gemeenten op de LV WOZ gereed is, wordt in overleg met alle betrokken partijen een datum voor de inwerkingtreding van deze openbaarheid bepaald. Inmiddels zijn de technische voorbereidingen voor deze openbaarheid gereed. De functionaliteit voor het presenteren van de WOZ-waarde van woningen in een loket is gerealiseerd en zal de komende tijd nog worden geoptimaliseerd op het vlak van “heldere communicatie”. Gevolgen marktontwikkelingen/kredietcrisis De marktanalyse en het inrichten van de taxatiemodellen voor de nieuwe WOZ-taxaties zijn op dit moment (augustus 2014) in volle gang. Net als bijna alle andere gemeenten heeft ook Weesp door de huidige problemen op de onroerend goed markt te maken met significant minder transacties. In sommige marktsegmenten is het aantal transacties zelfs zo laag dat het moeilijk, maar ook een uitdaging is, om voor die marktsegmenten een goed onderbouwde taxatie te maken. De waarde van de onroerende zaken wordt voor de uitvoering van de Wet WOZ bepaald naar het waardeniveau op 1 januari van het voorgaande jaar. Voor het belastingjaar 2015 wordt de waarde dus bepaald naar het niveau op 1 januari 2014. Woningen Tussen de peildata 1 januari 2012 en 1 januari 2013 is de waarde van woningen binnen de gemeente Weesp gemiddeld gedaald met 5,9%. De marktontwikkeling in de periode van 1 januari 2013 en 1 januari 2014 is op dit moment nog niet exact bekend. Eind juni 2014 heeft de Waarderingskamer aan de staatsecretaris gemeld dat de waarde van woningen naar verwachting tussen de 2 à 4% daalt en dat meer cijfers volgen in oktober/ november als de herwaardering verder gevorderd is. Uit de eerste resultaten van de marktanalyse van de gemeente Weesp blijkt eenzelfde verwachting. Niet woningen Bij de niet woningen is de waardedaling zorgwekkender. Weliswaar is hier ook nog geen betrouwbaar beeld ontstaan, maar in de kantorensector is een stagnatie in de verhuur en verkoop te zien en is sprake van toenemende leegstand. Ook bij de overige bedrijven (opslag en distributie) stagneert de markt. Er is een gemiddeld grotere waardedaling bij objecten met minder gebruiksmogelijkheden en uitstraling, zoals de verouderde objecten aan de Nijverheidslaan en op het Industrieterrein Noord. We verwachten een daling van rond 5%. Toezicht Waarderingskamer De Waarderingskamer onderzoekt op verschillende momenten per jaar de kwaliteit en de voortgang van de WOZ-taxaties. Dit varieert van schriftelijke enquêtes (april en oktober) tot inspecties ter plaatse. Op 2 april 2014 heeft de Waarderingskamer in Weesp voor het laatst een inspectie afgerond. De rapportage uit deze controle geeft aan dat voldaan is aan de criteria. Uitvoeringskosten WOZ De uitvoeringskosten voor de WOZ zijn begroot op € 30.000,-. Dit is bedrag is gelijk aan het geraamde bedrag van 2014. Deze uitvoeringskosten betreffen de adviezen naar aanleiding van bezwaar- en beroepschriften, de taxaties van de agrarische objecten en die van de courante en incourante niet woningen. Daarnaast zijn er nog diverse automatiseringskosten en kosten technische ondersteuning bij de modelmatige taxaties van de woningen. Ook worden uit deze uitvoeringskosten de eventuele toegekende proceskostenvergoedingen betaald. In 2014 zijn minder bezwaarschriften ontvangen dan in 2013 (2014: 98 bezwaarschriften; 2013: 164 bezwaarschriften). Van de bezwaarschriften in 2013 zijn 28 bezwaarschriften ingediend door bedrijven die op “no cure no pay” basis werken; dit aantal is in 2014 nagenoeg gelijk gebleven. Deze “no cure no pay” bedrijven bieden hun diensten gratis aan; in het bezwaarschrift verzoeken zij namens de belanghebbende om toekenning van een proceskostenvergoeding. Het toekennen van een proceskostenvergoeding gebeurt alleen indien een bezwaarschrift leidt tot verlaging van de WOZwaarde. Bij het vaststellen van de begroting dient met deze ontwikkeling rekening gehouden te worden.
Pagina 90 van 143
Overigens is er altijd een risico van toename van het aantal bezwaarschriften, waardoor de uitvoeringskosten zullen toenemen. Eind juni 2014 meldt De Waarderingskamer aan de staatssecretaris dat landelijk gezien aan de WOZuitvoering ongeveer € 155 miljoen is uitgegeven; de geschatte directe belastingopbrengst met WOZwaarden gaat richting 10 miljard. Uit de meeste recente landelijke cijfers blijkt dat de totaalkosten overeen komen met circa € 17,50 als gemiddelde kosten per WOZ-object; de kosten zijn daarmee circa 3% hoger dan in 2012. Kosten worden met name uitgegeven aan het bijhouden van de objectkenmerken en het taxeren en behandelen van bezwaar en beroep. Uit de laatste benchmark (belastingjaar 2013) blijkt dat de WOZ-kosten per object voor de gemeente Weesp € 17,41 (was € 17,36) bedragen. Dit bedrag ligt iets onder het landelijk gemiddelde. De gemeenten ontvangen van het Rijk en het Waterschap via het Gemeentefonds een bijdrage in de WOZ-kosten. Aantal objecten begrepen in de WOZ (situatie augustus 2014) 8.354 Woningen 371 Woondoeleinden (garages/bergingen) 60 Woningen met niet woningen (combinatie) 1.001 Niet woningen (bedrijven, kantoren, winkels) Vrijgestelde WOZ-objecten (kerken/gemalen/ 79 verzameling cultuurgond e.d.) Grond (bouwgrond, opslagterrein, parkeer55 plaatsen e.d.) In aanbouw
48
Steigers/ligplaatsen schepen
54
Totaal
10.022
WOZ-bezwaarschriften 2015 De landelijk 6 miljoen verzonden WOZ-beschikkingen (8,6 miljoen belastingobjecten) hebben geleid tot circa 96.000 bezwaarschriften (1,6%). Dit is een flinke daling ten opzichte van het voorgaande jaar (3,0%). Ook in Weesp is het aantal bezwaren afgenomen. In 2014 zijn 98 bezwaarschriften ingediend (1,7%). Dit zijn er 66 minder dan het jaar daarvoor. In 2015 verwachten wij een gelijk aantal bezwaarschriften als in 2014. 2.
Onroerende en roerende-zaakbelastingen
Opbrengst en tarieven. De verhoging is vooralsnog beperkt tot de inflatiecorrectie, die gesteld is op 1,2%. De meeropbrengst 2015 is daardoor € 41.000,-. Ten aanzien van de OZB geldt sinds 2008 de macronorm: een bestuurlijk afgesproken percentage als plafond voor de totale OZB-opbrengst. De macronorm 2014 bepaalt dat de opbrengst van de OZB van alle gemeenten samen niet meer zou mogen stijgen, dan de reële trendmatige groei van het bruto binnenlands product plus de prijsontwikkeling, zoals in het Centraal Economisch Plan 2013 is geraamd door het Centraal Plan Bureau. Voor 2014 bedraagt deze normaal gesproken 3,5%. Voor 2014 is de macronorm echter in het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen van mei 2013 verlaagd, vanwege de overschrijdingen van de macronorm in 2012 en 2013; de macronorm voor 2014 is verlaagd naar 2,45%. In hetzelfde overleg is besproken de systematiek van de macronorm te evalueren. In de afgelopen meicirculaire is meegedeeld dat de besluitvorming over de toekomst van de macronorm OZB uiterlijk zal plaatsvinden in het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen van september 2014. De huidige systematiek wordt vooralsnog gecontinueerd. In de septembercirculaire 2014 wordt hier nader op ingegaan. Door areaaluitbreiding en voortschrijdende inzichten in de totale WOZ-waarde is er nog een extra opbrengststijging van € 67.000,-. De waardedaling bij woningen en niet woningen is vooralsnog berekend op respectievelijk 3 en 5% (zie opmerkingen bij het onderdeel Wet waardering onroerende zaken (WOZ)).
Pagina 91 van 143
Als deze waardeontwikkeling ongecorrigeerd wordt doorberekend, zal de belastingdruk bij beide groepen niet gelijk zijn aan een stijging van gemiddeld 1,2%. Wij stellen voor om – evenals voorgaande jaren - de lastenstijging gelijk te verdelen tussen eigenaren van de woningen en de eigenaren en gebruikers van de niet woningen. De uitgangspunten voor de berekening van het tarief zijn dan als volgt: - een tarief gebaseerd op een opbrengstverhoging van 1,2%. Dit is € 41.000,-; - het verschil tussen het eigenarentarief en het gebruikerstarief bij de niet woningen is 25% (ongewijzigd beleid); - de waardedaling van woningen en niet woningen is voor een gelijke verdeling van de belastingdruk naar evenredigheid verwerkt in het tarief. Het voorlopig berekende tarief 2015 op basis van bovenstaande uitgangspunten is dan: Tarief als percentage van de WOZ-waarde 2014 2015 Eigenaar woning 0,0954 0,0995 Eigenaar niet woning 0,1957 0,2084 Gebruiker niet woning 0,1566 0,1667
In de begroting is rekening gehouden met de te verwachten uitkering op basis van de totale WOZwaarde in Weesp. Roerende-zaakbelastingen (RZB) 3.
Afvalstoffenheffing
De kostendekking bij de afvalstoffenheffing mag niet meer dan 100% zijn. De te dekken kosten bestaan uit een bijdrage aan de Gewestelijke Afvalstoffen Dienst (GAD), de storting in de reserve van het BTW compensatiefonds, de ambtelijke uren ten behoeve van de heffing en invordering en de derving van inkomsten als gevolg van te verlenen kwijtschelding. De bijdrage aan de GAD is geraamd op € 1.648.000,- (nagenoeg gelijk aan 2014). De inkomsten 2015 zijn begroot op € 1.732.000,-. Huishoudens Voor de berekening van het tarief wordt onderscheid gemaakt tussen alleenwonenden en meerpersoonshuishoudens. Het verwachte aantal eenpersoonshuishoudens in 2015 is iets lager dan in 2014 (2015: 37,9%, 2014 38,1%). Tarief Het tarief kan ongewijzigd worden vastgesteld. 2014 2015 Alleenwonenden 169,80 169,80 2 of meer personen 234,60 234,60 4.
Rioolheffing
De rioolheffing in Weesp is verschuldigd door de gebruiker van een onroerende zaak. Het tarief is gebaseerd op de hoeveelheid afgevoerd water. Dit is op basis van het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het tarief is gekoppeld aan het waterverbruik met een basistarief tot 300 m3. Daarboven geldt een tarief per 100 m3 lozing van afvalwater. Omdat geen huishoudens over de drempel van 300 m3 komen, is deze tariefdifferentiatie voornamelijk voor bedrijven effectief. Kostendekking In de begrotingsvergadering van oktober 2013 is de GRP IV vastgesteld. De inspecties van 2014 hebben niet geleid tot hogere investeringskosten in 2014 en 2015. Een verhoging van het tarief rioolheffing kan dan ook achterwege blijven. De eventuele voor- en
Pagina 92 van 143
tegenvallers worden verwerkt in de ‘Voorziening nivellering tarief rioolrecht’. Het basistarief in 2015 blijft € 237,60. Voor 2016 zal opnieuw bezien worden of het tarief dan aangepast moet worden. Wij stellen u voor om de tarieven 2015 als volgt vast te stellen: basistarief (tot 300 m3); dit tarief geldt standaard bij woningen voor elke volgende hoeveelheid afgevoerd afvalwater van 100 m3 of een gedeelte daarvan wordt het basistarief verhoogd met 5.
€ 237,60 € 94,80
Leges
Opbrengsten De tarieven worden verhoogd met 1,2%. Een uitzondering vormen uiteraard de tarieven, die wettelijk zijn vastgesteld. Bij het vaststellen van de belastingverordening (raadsvergadering december) wordt u nader geïnformeerd. Dan komen ook enkele wijzigingen in de tariefsbepalingen aan de orde en wordt ingegaan op de laatste ontwikkelingen. In de begroting zijn de opbrengsten geraamd, die wij op basis van de nieuwe tarieven ontvangen. 6.
Begraafplaatsrechten
Het tarief wordt verhoogd met 1,2%. De opbrengst is gebaseerd op de inkomsten uit het gemiddelde aantal dienstverleningen van de laatste jaren. In de jaren 2009, 2010 en 2013 is een duidelijke afname van het aantal dienstverleningen waargenomen. Waarschijnlijk kiest men steeds meer voor cremeren. Sinds 2013 zijn er meer mogelijkheden om de rechten van een graf te verlengen. Voorheen was het alleen mogelijk om een graf voor 10 of 20 jaar te verlengen, nu kan een graf met een termijn van 5, 10, 15, 20, 25 of 30 jaar verlengd worden. Werd voorheen afgezien van rechten, nu zien we dat regelmatig gekozen wordt om een graf met een termijn van 5 jaar te verlengen. Gezien het aantal graven, dat in 2015 in aanmerking komt voor verlenging verwachten wij in 2015 een toename van de opbrengst. Inkomsten uit begraafplaatsrechten 2008 - 2014: jaar opbrengst 2008 217.000 2009 174.000 2010 166.000 2011 204.000 2012 204.000 2013 143.000 2014 160.000 (naar verwachting) 1.268.000 Gemiddeld
181.142
De inkomsten in 2015 zijn geraamd op het gemiddelde van de laatste jaren, aangevuld met 1,2% tariefstijging (€ 185.000,-). 7.
Scheepvaartrechten
Dit betreft voornamelijk het aanleggeld van pleziervaartuigen en het bruggeld. Het aantal brugpassages lag in de jaren 2009 en 2010 rond de 11.000 passages. In 2012 was dit aantal teruggelopen naar 9.000 passages. Het voorjaar van 2013 was zeer koud; de zomer daarentegen was warm, droog en zonnig. Dit heeft geleid tot een toename van het aantal brugpassages: 9.200. Het aantal bruggeldabonnementen bedroeg in 2013 100 stuks. De werkzaamheden voor het innen van het aanleggeld zijn verpacht. Het pachtgeld wordt op privaatrechtelijke basis in rekening gebracht. Eind 2008 besloot u om voor monumentale charterschepen in de kom van Weesp, een bijzonder (winter)tarief vast te stellen. Dit tarief is alleen
Pagina 93 van 143
buiten het vaarseizoen (april-oktober) van toepassing. Het op deze manier promoten van varende monumenten sluit goed aan bij de Structuurvisie Weesp 2013-2030, waarbij voor de kom een bijzondere rol is toebedacht bij de verdere ontwikkeling van het toeristische product. Het bruggeld is voor het laatst in 2008 verhoogd van € 2,50 naar € 3,00. Het voorstel is om het bruggeld en de liggelden in 2015 niet te verhogen. De inkomsten zijn begroot op € 31.500,-. Dit is op basis van 9.500 brugpassages en 100 bruggeldabonnementen. 8.
Precariobelasting
Dit betreft het gebruik van openbare gemeentegrond. Aan structurele gebruikers, vooral winkeliers, wordt eenmaal per jaar deze belasting in rekening gebracht. Er is ook sprake van incidenteel gebruik van gemeentegrond. Dit betreft voornamelijk het gebruik als gevolg van bouwactiviteiten. De belasting wordt in rekening gebracht, zodra het gebruik van gemeentegrond is beëindigd. De controle op het gebruik van gemeentegrond wordt uitgevoerd door handhaving. Zij verstrekken ook de benodigde vergunningen. Tenslotte zijn op dit grootboeknummer de inkomsten geboekt van een benzinestation aan de Leeuwenveldseweg. Deze laatste inkomsten worden op privaatrechtelijke basis in rekening gebracht en zijn niet begrepen in onderstaande opbrengstberekening. Opbrengsten/tarief Het tarief wordt verhoogd met 1,2%. Geraamde inkomsten € 104.000,-. 9.
Parkeerbelastingen
De opbrengsten van de parkeergelden en de naheffingsaanslagen worden gebruikt om de kosten, die voor de parkeervoorzieningen en de controle van het betaald parkeren worden gemaakt, te bestrijden. Het belangrijkste doel is het parkeren te reguleren. Het parkeertarief is in 2005 verhoogd van € 0,90 naar € 1,20 per uur. De boete (naheffingsaanslag) is gelijk aan het toegestane maximale bedrag namelijk (momenteel) € 58,00. In afwachting van de besluitvorming over het nieuwe parkeerplan is de opbrengst begroot op basis van de ongewijzigde situatie met betrekking tot het (betaald) parkeren in Weesp. De volgende opbrengsten zijn begroot. Opbrengst parkeergelden: Opbrengsten uit naheffingsaanslagen: 10.
€ 225.000,€ 75.000,-
Marktgelden
Ten opzichte van de begroting 2014 is er geen wijziging in de kostendekkende exploitatie. Door de keuze van een andere verhuurder van marktkramen is in 2009 het beheer en onderhoud van de stroomvoorziening weer in handen gekomen van de gemeente. De stroomkosten (€ 5.500,-) worden doorberekend aan de gebruikers. Per 1 oktober 2009 zijn de tarieven daarop aangepast; met ingang van 1 juli 2014 zijn de tarieven voor de stroomkosten aangepast. Het reguliere marktgeldtarief is niet gewijzigd. In de opbrengst is voorts begrepen een bedrag van € 5.000,- dat ter beschikking staat van de marktkooplieden voor het uitvoeren van diverse activiteiten ter promotie van de markt. Besloten is dat de biologische markt op de vrijdagen met ingang van 2010 ook valt onder het regime van de marktverordening. Specificatie van de opbrengsten: Marktgelden (inclusief biologische markt): Marktgelden te reserveren voor activiteiten: Doorberekening stroomafname: Totaal: 11.
- 39.600,- 5.000,- 5.500,€ 50.100,=======
Invordering belastingen en heffingen
Leidraad invordering
Pagina 94 van 143
In de zogenaamde Leidraad is het beleid van de gemeente Weesp vastgelegd, dat het voert op het terrein van de invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De basis vormt het model dat is opgemaakt door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) als afgeleide van de leidraad van de Rijksbelastingdienst. De (landelijke) aanpassingen worden jaarlijks via een wijzigingsbesluit doorgevoerd. Ook wijzigingen die specifiek van toepassing zijn op de invorderingspraktijk van de gemeente Weesp komen in de leidraad tot uitdrukking. Hierbij moet u denken aan: kwijtscheldingsbeleid, uitstel van betaling, berekening invorderingsrente, drempelbedragen invorderingsacties, beleid automatische incasso etc. Kwijtschelding Huishoudens met een inkomen op bijstandsniveau komen in aanmerking voor kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm waarbij tevens een vermogenstoets plaatsvindt. Eind 2008 is besloten om automatisch kwijtschelding te verlenen door de belanghebbenden (na hun toestemming) aan te melden bij de ‘Stichting inlichtingenbureau’. Dit bureau toetst door een vergelijking met de gegevens van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), de Belastingdienst en de Rijks Dienst voor het Wegverkeer (RDW) of men in aanmerking komt voor kwijtschelding. Deze geautomatiseerde wijze beoogt om de administratieve lasten voor de burgers te verlagen, de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken te verkorten en het gebruik van inkomensondersteunende maatregelen te bevorderen. Een en ander wordt positief ondersteund door onder andere de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Eenmalig, aan het eind van elk jaar, kunnen de belanghebbenden worden aangemeld bij het inlichtingenbureau. Kwijtschelding is mogelijk voor alle gemeentelijke belastingen en heffingen met uitzondering van de parkeerbelastingen. In 2014 zijn meer verzoeken om kwijtschelding ontvangen dan verwacht. Gezien het feit dat de economie weer wat aantrekt is de verwachting dat het aantal verzoeken om kwijtschelding in 2015 ten opzichte van 2014 stabiel blijft. Jaar
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
2014 2015
100.000,115.000,-
118.000,135.000,-
12.
Tariefontwikkeling
In dit onderdeel is aandacht besteed aan de landelijke tariefontwikkelingen in 2014 in relatie tot de situatie in Weesp. De woonlasten worden meer specifiek vergeleken met die van de omliggende gemeenten (bron: Coelo atlas van de lokale lasten 2014). Ook is aangegeven wat de gevolgen zijn voor de belastingdruk in Weesp. De tarieven 2015 van de omliggende gemeenten zijn nog niet (definitief) bekend, zodat het nog niet mogelijk is om deze te vergelijken met Weesp. a) Tariefontwikkeling in 2014 Onder de woonlasten wordt verstaan het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor het gemiddelde meerpersoonshuishouden stijgen de gemeentelijke woonlasten landelijk dit jaar met € 6,13 (0,9%). In Weesp zijn de woonlasten gestegen met € 47,- (7,6%). De toename van de belastingdruk is toe te schrijven aan: de verhoging van het tarief voor de rioolheffing en; het feit dat in 2014 geen sprake meer was van een teruggave van de afvalstoffen-heffing (in 2013 bedroeg de teruggave aan een meerpersoonshuishouden € 26,-). Als de (incidentele) teruggave buiten beschouwing wordt gelaten, dan stijgt de belastingdruk met 3,3%. De gemiddelde stijging van woonlasten in Weesp liggen hiermee boven het landelijk gemiddelde.
Pagina 95 van 143
OZB woningen (e) * OZB niet woningen (e/g) * Afvalstoffenheffing Rioolheffing Gemeentelijke woonlasten
woonlastentabel laagste gemiddelde 0,0451 0,1184 0,1112 0,4143 € 48,00 € 261,00 € 70,00 € 186,00 € 514,00 € 704,00
hoogste 0,23 0,8588 € 438,00 € 373,00 € 1.183,00
Weesp 0,0954 0,3523 € 234,60 € 237,60 € 681,12
b) Tarieven Weesp 2015 versus belastingdruk De onderstaande tabel geeft een specificatie aan van de gemiddelde woonlasten in 2015. In de laatste kolom staan de gevolgen voor de belastingdruk, uitgedrukt in een percentage. Het tarief OZB is gebaseerd op een voorlopige aanname van een waardedaling van woningen met 3%. Specificatie woonlasten in Weesp bij een gemiddelde woningwaarde van € 219.000 in 2014 en € 212.000 in 2015 2014 2015 % stijging Euro's Euro's OZB – eigenaar € 208,92 € 210,94 1,00% Afvalstoffenheffing > een persoon € 234,60 € 234,60 0,00% Afvalstoffenheffing alleenwonende € 169,80 € 169,80 0,00% Rioolheffing € 237,60 € 237,60 0,00% Te betalen gemeentelijke heffingen per hoofd van het huishouden: Eigenaar/gebruiker alleenwonend Eigenaar/gebruiker > een persoon Alleenwonende gebruiker Gebruiker > een persoon
€ 616,32 € 681,12 € 407,40 € 472,20
€ 618,34 € 683,14 € 407,40 € 472,20
0,30% 0,30% 0,00% 0,00%
Vergelijking met andere gemeenten Het is gebruikelijk om jaarlijks een beeld te schetsen hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot die van de omliggende gemeenten. In de vergelijking worden de belastingen betrokken, die worden omschreven als de gemeentelijke woonlasten namelijk de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de OZB. Bij de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van het tarief voor een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier de belastingen, die voor de burger onontkoombaar zijn. Op de ranglijst van Coelo daalt Weesp (van de totaal 417 gemeenten) van nummer 71 naar nummer 133. Dit is het gevolg van de verhoging van het tarief voor de rioolheffing en het feit dat in 2014 geen sprake meer was van een teruggave van de afvalstoffenheffing (in 2013 bedroeg deze teruggave € 26). Nummer 1 is de gemeente met de laagste bruto woonlasten. Bruto woonlastenvergelijking met omliggende gemeenten op basis van de gemiddelde woningwaarde (basis is belastingjaar 2014)
Pagina 96 van 143
Opmerking: Het spreekt voor zich dat de gemiddelde woningwaarde in bijvoorbeeld Blaricum hoger is dan in Weesp. In enkele gemeenten wordt op een of meer aanslagen nog een heffingskorting verleend. In de woonlasten zoals die bovenin deze tabel staan is een eventuele heffingskorting verdisconteerd. Als bij alle in de vergelijking betrokken gemeenten wordt uitgegaan van dezelfde gemiddelde woningwaarde dan komt het plaatje er anders uit te zien. Dit schetst een beter beeld van de verhoudingen, ervan uitgaande dat de verkoopwaarde van een gelijke eengezinswoning in deze omgeving niet veel verschilt. Daarnaast is er een aantal gemeenten die de rioolheffing alleen van de eigenaar heft. Omdat de gebruikersbelasting bij de OZB is afgeschaft schept dat in die gemeenten voor de gebruikers bijzonder lage woonlasten. In onderstaande grafieken zijn deze cijfers weergegeven. Woonlastenvergelijking met omliggende gemeenten op basis van een gelijke woningwaarde van € 250.000 gesplitst in eigenaar/gebruiker en alleen gebruiker (basis is belastingjaar 2014)
Overzicht tarieven OZB woningen 2014 (tarief is percentage van de WOZ-waarde) Almere 0,1437 Blaricum 0,1160 Bussum 0,0549 Eemnes 0,1252 Hilversum 0,0974 Huizen 0,0623
Pagina 97 van 143
Laren Muiden Naarden Weesp Wijdemeren
0,1123 0,1087 0,1058 0,0954 0,1239
Netto woonlasten Het is niet vanzelfsprekend dat gemeenten met hoge bruto woonlasten ook veel geld overhouden aan de belastingen die zij van huishoudens innen. Dat komt doordat gemeenten met relatief waardevol onroerend goed binnen de grenzen een lagere algemene uitkering van het Rijk ontvangen dan andere gemeenten. Zij worden geacht een groter deel van hun uitgaven uit hun eigen belastinginkomsten te financieren. Voor de berekening van de netto woonlasten is de extra OZB-opbrengst, die gemeenten met dure woningen nu nodig hebben om de lagere algemene uitkering te compenseren, van de bruto woonlasten afgetrokken. Bij gemeenten met lage woningwaarden is het profijt van de verevening bij de bruto woonlasten opgeteld. De netto woonlasten zijn het laagst in Ameland (€ 457,-) en het hoogst in Bellingwolde (€ 964,-). De gemiddelde netto woonlasten zijn € 704,-. Van gemeenten met hoge netto woonlasten, die geen bijzondere kostenposten hebben, mag worden verwacht dat zij hun inwoners een bovengemiddeld voorzieningenniveau bieden. Van de 417 gemeenten staat Weesp met relatief lage netto woonlasten van € 662,- op plaats 112 (was plaats 66). Overzicht netto woonlasten 2014 van omliggende gemeenten
13.
Tijdsplanning verzending belastingaanslagen 2015
In 2014 is de gecombineerde nota gemeentelijke heffingen in de maand februari verzonden inclusief de WOZ beschikkingsregel. Hiermee is voldaan aan de bepalingen in de Wet WOZ, waar in artikel 24, lid 1, is bepaald dat de beschikking wordt genomen binnen acht weken na het begin van het kalenderjaar. Het op tijd verzenden van de aanslagen is in de eerste plaats van belang ter voorkoming van renteverlies. Het is ook in administratieve zin goed om aanslagen vroeg in het kalenderjaar te verzenden. Hiermee wordt meer tijd verkregen voor het afdoen van (waarde) bezwaren binnen het belastingjaar en de te verrichten jaarlijkse hertaxaties. Tenslotte heeft de burger het voordeel van een zo groot mogelijke spreiding van de betaling over de resterende maanden van het belastingjaar door middel van automatische incasso. Kiest men niet voor automatische incasso dan moet de vordering binnen 3 maanden worden betaald.
Pagina 98 van 143
Voor de gemeentelijke belastingaanslagen ziet de planning er als volgt uit: Belastingsoort OZB, RZB, Afvalstoffenheffing en Rioolheffing
Aanslagoplegging Gecombineerde aanslag met dagtekening 28 februari 2015 en bij nieuwe belastingplicht voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing incidenteel in de loop van het jaar (gemiddeld 1,5 keer per maand)
Precariobelasting
structureel februari 2015 (belastingjaar 2014) en incidenteel het gehele jaar door (circa 6 keer per jaar)
Begraafplaatsrechten
Incidenteel het gehele jaar door, circa 16 keer per jaar
Leges
Incidenteel het gehele jaar door, circa 25 keer per jaar
Marktgelden
4 x per jaar (het tarief is per kwartaal), steeds aan het begin van het kwartaal
Parkeerbelastingen
Parkeergeld via parkeerapparatuur en de (duplicaat) naheffingsaanslagen incidenteel het gehele jaar door, circa 30 keer per jaar
Scheepvaartrechten
door middel van bruggelden ter plaatse; de abonnementen worden per kas afgerekend
De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn gebaseerd op een tijdvak. Dit betekent dat nieuw gevestigde hoofdbewoners door het jaar heen in de heffing worden betrokken en degenen, die de gemeente metterwoon verlaten, ontheffing verkrijgen over de resterende maanden in het kalenderjaar. Als men niet op tijd betaalt, ontvangt men direct nadat de betalingstermijn is verstreken een (kosteloze) betalingsherinnering. Blijft de betaling achterwege, dan volgt na circa 14 dagen een aanmaning. Daarna wordt de vordering in handen gesteld van een deurwaarderskantoor. De verzending van de dwangbevelen voor de aanslagen van 2015 is gepland in de loop van juli 2015. Ook bij de incidentele aanslagen wordt streng, maar rechtvaardig toezicht gehouden op de tijdige betaling en is sprake van een procesmatige invordering.
Pagina 99 van 143
Pagina 100 van 143
B
WEERSTANDSVERMOGEN
Inleiding Deze paragraaf geeft aan hoe solide de financiële huishouding van de gemeente Weesp is. Een financieel weerstandsvermogen is van belang wanneer er zich financiële tegenvallers voordoen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en de risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Het minimaal aan te houden weerstandsvermogen is afhankelijk van de grootte van de gemeente, de te onderkennen financiële risico’s en het reserveen voorzieningenbeleid. In deze paragraaf zal worden volstaan met het benoemen van de risico’s het bieden van inzicht in de weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen zoals verwacht in 2015. Wet- en regelgeving Met deze paragraaf wordt voldaan aan de wet- en regelgeving in het kader van het BBV (artikel 11) en de financiële verordening van de gemeente Weesp (artikel 15) ex. artikel 212 Gemeentewet. Hierin is onder andere geregeld dat inzicht wordt gegeven in het risicomanagement, het weerstandsvermogen en de beschikbare weerstandscapaciteit. Het beleid is vastgelegd in de notitie weerstandsvermogen, vastgesteld in de raadvergadering september 2008. Deze notitie zal in 2015, door de komst van het Sociaal Domein, herzien worden. Definitie van het weerstandsvermogen Volgens artikel 11 van het BBV bestaat het weerstandsvermogen uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde middelen en mogelijkheden waarover gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Ter verduidelijking wordt hieronder de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s, waaruit het weerstandsvermogen bestaat, schematisch weergegeven en toegelicht. Risico's: * grondbeleid * verbonden partijen * etc.
Weerstandscapaciteit: * (stille) reserves * onbenutte belastingcapaciteit * bezuinigingsmogelijkheden
Beheersmaatregelen: Ook wel: risicomanagement (bijv. afsluiten verzekeringen, inrichten Interne Controle)
Risico's: Waar geen maatregelen voor getroffen zijn
Weerstandsvermogen: Is de gemeente Weesp in staat om risico's op te vangen?
Risico’s Een risico is in dit verband een kans op het zich voordoen van een onvoorziene gebeurtenis met een
Pagina 101 van 143
bepaald nadelig gevolg. De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen en die een financieel gevolg kunnen hebben. Doen deze risico’s zich voor dan worden ze dus ondervangen via de weerstandscapaciteit. Beheersmaatregelen (risicomanagement) Risicomanagement is een hulpmiddel om de risico’s in kaart te brengen, te waarderen in geld en risicokans en is gericht op het voorkomen of minimaliseren van de nadelige effecten die het optreden van risico’s met zich mee kunnen brengen. Weerstandscapaciteit Dit bevat alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid aangepast moet worden. Het gaat hier om de beschikbare weerstandscapaciteit, niet de benodigde capaciteit. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de confrontatie van de in geld gewaardeerde benoemde risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit. Indien nog niet alle risico’s goed onderkend zijn wordt doorgaans een extra buffer van 20% à 30% gehanteerd. Onderdelen van de weerstandscapaciteit Aangegeven kan nu worden welk onderdeel van de weerstandscapaciteit behoort bij de incidentele of de structurele weerstandscapaciteit. Onderstaande tabel geeft dit aan: Bestanddeel Algemene reserve Post onvoorzien Begrotingsruimte Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit X
Structurele weerstandscapaciteit X X1
X2 X
Deze bestanddelen van de weerstandscapaciteit worden hieronder toegelicht. Algemene reserve De algemene reserve wordt gebruikt voor het opvangen van risico’s in algemene zin of voor het compenseren van incidentele exploitatietekorten en dergelijke. De algemene reserve is vrij aanwendbaar. In de begroting 2015 wordt uitgegaan van een algemene reserve van afgerond € 11,2 miljoen conform de stand per 1 januari 2014 vermeerderd of verminderd met respectievelijk de verwachte inkomsten en uitgaven in 2014. Post onvoorzien Artikel 8 (lid 1 en 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. Gemeenten zijn vrij om de hoogte van dit bedrag te bepalen. In de begroting 2015 en de meerjarenraming is een bedrag voor onvoorziene uitgaven opgenomen van € 60.320,-. Bij voorstellen waarvoor de post onvoorzien wordt benut als dekkingsmiddel geldt in beginsel als toetsingscriterium dat het voorstel dient te voldoen aan de 3 O’s (onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar). Begrotingsruimte Begrotingsruimte ontstaat als de begroting sluit met een positief saldo. Dit saldo kan dan ingezet worden om structurele tegenvallers die in eerste instantie incidenteel waren afgedekt op te vangen. Omdat het principe van “reëel ramen” wordt gehanteerd, is deze ruimte doorgaans niet aanwezig. Begrotingsruimte ontstaat dan uitsluitend door kostenreductie (bezuinigingen).
1 Bij de gemeente Weesp is geen materiële begrotingsruimte aanwezig. 2 Geen significante stille reserves aanwezig bij de gemeente Weesp.
Pagina 102 van 143
Stille reserves a. materiële vaste activa Van stille reserve is sprake wanneer de marktwaarde van bepaalde activa hoger is dan de op de balans opgenomen boekwaarde. De aanwezigheid van stille reserve is een onvermijdbaar gevolg van het voorschrift dat de boekwaarde van de activa gebaseerd moet zijn op de historische kostprijs. Een stille reserve kan tot de weerstandscapaciteit worden gerekend indien: het desbetreffend actief vrij verhandelbaar is; de opbrengst bij verkoop uitgaat boven het bedrag dat nodig is om wegvallende inkomsten op te vangen. Voor de berekening van stille reserves bij materiële vaste activa is als uitgangspunt genomen dat slechts de stille reserves, die niet duurzaam aan de bedrijfsuitoefening zijn verbonden, worden meegenomen. Voor de gemeente zal dit zich in de praktijk alleen voordoen bij onroerende zaken. De meeste gemeentelijke eigendommen zoals schoolgebouwen, culturele centra, sportvelden, het gemeentehuis en de gemeentewerf worden gebruikt voor de uitvoering van gemeentelijke taken (duurzaam verbonden aan de bedrijfsuitoefening) en blijven daarom buiten beschouwing. Op grond van een inventarisatie kan gesteld worden dat in de gemeente Weesp geen significante stille reserves besloten liggen in materiële vaste activa, die niet aan de bedrijfsuitoefening zijn verbonden. Daarnaast zijn er nog gronden in eigendom die verkocht kunnen worden en waar de boekwaarde ver achter de marktwaarde liggen. Op dit moment is er geen inventarisatie van dit soort stille reserves beschikbaar. Een kanttekening moet hierbij wel gemaakt worden. Conform vastgesteld beleid worden winsten uit grondverkopen gestort in de egalisatiereserve. b. Financiële vaste activa Onder de financiële vaste activa worden onder andere de deelnemingen in bedrijven verstaan. Bij de gemeente Weesp gaat het, net als bij de meeste andere gemeenten, om aandelen in bedrijven die het publiek belang dienen. In Weesp gaat het uitsluitend om de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Verkoop van aandelen is niet eenvoudig te realiseren, maar zou wel mogelijk kunnen zijn (aan andere aandeelhouders). Van directe verkoopbaarheid is echter geen sprake. Daarnaast moet bedacht worden dat bij verkoop de jaarlijkse dividendopbrengst wegvalt. Om in de toekomst aan de eisen van Basel III te kunnen voldoen, heeft de BNG haar dividenduitkering ultimo 2011 met de helft verlaagd. Volgens de BNG geldt dit beleid in beginsel tot 2018. De dividenduitkering in 2015 zal naar verwachting gelijk zijn aan voorgaand jaar met een inkomst van circa € 50.000,- voor de gemeente Weesp.
Onbenutte belastingcapaciteit De gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar OZB tarief. De grondslag daarvoor is de WOZ waarde. Het beheersbaar houden van lokale lasten, betekent dat het product van OZB tarief en WOZ waarde voor het totaal van de gemeenten niet sterker dan de bestuurlijk overeengekomen zogeheten macronorm mag stijgen. Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt in eerste instantie het minimale niveau van de belastingtarieven in acht worden genomen bij een artikel 12 aanvraag. Hiermee wordt bedoeld dat als een gemeente een aanvraag om extra steun op grond van artikel 12 indient, eerst de tarieven moeten worden verhoogd tot een bepaald minimumniveau. Daarnaast is er sprake van een macronorm: in totaal mag de opbrengst OZB landelijk gezien niet meer stijgen dan een door de minister vastgesteld percentage. Gebeurt dit toch dan heeft de minister de gelegenheid om het verschil in mindering te brengen op het gemeentefonds. De 12 macronorm voor 2015 wordt conform de meicirculaire vooralsnog op hetzelfde niveau gehouden als voorgaand jaar en bedraagt 3,5%. In het volgend overzicht worden de OZB opbrengsten van Weesp afgezet tegen de macronorm. 12 De besluitvorming over de toekomst van de macronorm OZB zal uiterlijk plaatsvinden in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van september 2014. Derhalve wordt vooralsnog de huidige systematiek gecontinueerd. In de septembercirculaire 2014 zal hier nader op worden ingegaan (bron: meicirculaire 2014).
Pagina 103 van 143
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
OZB gebruikers niet-w oningen OZB eigenaren
642.000 2.722.000
653.000 2.782.000
686.000 2.857.000
Totaal onroerende-zaakbelastingen
3.364.000
3.435.000
3.543.000
3,00%
71.000 2,1% 2,45%
108.000 3,1% 3,50%
Effecten macronorm
Toename ten opzichte van het voorgaande jaar (incl. areaaluitbreiding) Procentuele toename: Macronorm *
*) De huidige normering van 3,5% woordt vooralsnog gecontinueerd. In de septemberciruculaire 2014 wordt hier nader op ingegaan.
Volgens de huidige norm heeft Weesp een kleine onbenutte belastingcapaciteit omdat de procentuele verhoging van de OZB van Weesp met in totaal 3,1% lager uit zal komen dan de vooralsnog vastgestelde macronorm van 3,50%. Onderverdeling toename in 2015: Areaaluitbreiding en voortschrijdende inzichten Verhoging OZB tarieven
€
%
67.000 41.000
2,0% 1,2%
108.000
3,1%
In de begroting is rekening gehouden met een stijging van 3,1%. Dit is een opstelsom van de nominale verhoging van de tarieven met 1,2 % plus areaaluitbreiding en voortschrijdende inzichten van 2,0%.
TOELICHTING RISICO’S 1. Gewaarborgde geldleningen Het bedrag aan uitstaande gegarandeerde geldleningen is eind 2013 € 3,5 miljoen. De verwachting is dat dit bedrag in 2015 nagenoeg ongewijzigd blijft. Voor een overzicht wordt verwezen naar de jaarrekening 2013. De kans dat een vereniging of instelling niet aan de verplichtingen kan voldoen, wordt op basis van de historie op zeer gering geschat. Als risico wordt 10% van het totaalbedrag opgenomen. 2. Achtervang Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) is een borgstellinginstituut voor de sociale huursector. Haar doelstelling is om te zorgen dat woningcorporaties toegang tot de kapitaalmarkt krijgen en leningen kunnen aantrekken tegen zo laag mogelijke kosten. Dit komt ten goede aan de huurders van sociale woningen. Om dit mogelijk te maken is een zekerheidsstructuur ontwikkeld waarbij sprake is van drie lagen: De primaire zekerheid: Deze wordt gevormd door het eigen vermogen van de woningcorporatie. De secundaire zekerheid: Deze wordt gevormd door het vermogen van het WSW. De tertiaire zekerheid: De achtervang door Rijk en gemeenten. De bij deze banken en andere financiers aangetrokken leningen worden gegarandeerd, geborgd, door het WSW. Het WSW wordt op haar beurt gegarandeerd (de achtervang) voor 50% door de landelijke overheid, voor 25% de aangesloten Nederlandse gemeentes en voor 25% door de specifieke Gemeente waarvoor de financiering is aangetrokken. Door deze zekerheden van de landelijke en
Pagina 104 van 143
lokale overheden heeft het WSW een double A status bij de grote credit rating agency ’s. Door deze zekerheidsconstructie en de AA status kunnen woningcorporaties, aanzienlijk lagere rentes bedingen bij haar financiers, waardoor de business case van nieuwe investeringen en grote renovaties aanzienlijk aantrekkelijker wordt. De Woningbouw Weesp, die in 2014 gefuseerd is met Woningbouwcorporatie Ymere, had eind 2013 ruim 144 miljoen euro aan leningen via het WSW. Naar verwachting zal dit circa 150 miljoen in 2015 bedragen. Stichting Ymere heeft als sociale woningbouwcorporatie haar activiteiten met name in de gemeentes Amsterdam, Haarlemmermeer, Haarlem en Almere. Door de fusie met De Woningbouw uit Weesp in 2014 is Ymere ook actief geworden in Weesp. Voor de financiering van haar activiteiten in deze gemeentes trekt Ymere leningen aan bij met name de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank. Zoals hierboven vermeld, wordt het risico gedeeld door het WSW, de corporaties, het Rijk en de gemeenten. De kans dat hier aanspraak op wordt gedaan is aanwezig maar gezien de toereikende reserves van het WSW en het Rijksbelang van tientallen miljarden zeer onwaarschijnlijk. De zaak Vestia heeft geleerd dat de borgingsstructuur goed werkt. Daar heeft de eerste linie (woningcorporaties en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV)) de klap opgevangen. De tweede linie (WSW) en derde linie (Rijk en gemeenten) bleven buiten schot. Omdat het om een relatief hoog bedrag gaat, wordt als risico € 1,5 miljoen opgenomen, met vooralsnog een laag risicoprofiel. 3. Open-eindregelingen De gemeente heeft te maken met een aantal zogenaamde open-eindregelingen. Dit zijn regelingen op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning, leerlingenvervoer, sociale uitkeringen en bijstand. Uitgaven in het kader van deze regelingen zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden en hoeven niet synchroon te lopen met de rijksvergoedingen, waardoor deze regelingen een financieel risico met zich mee brengen. De risico’s van deze regelingen worden hierna beknopt beschreven. Wmo De regels voor hulp uit de Wmo gaan veranderen. Gemeenten worden met ingang van 2015 geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de Wmo. Tevens worden gemeenten, door overheveling van AWBZ naar Wmo, verantwoordelijk voor een nieuwe doelgroep met matige tot zware beperkingen. Aan deze verantwoordelijkheid hangt een nog onbekend (financieel) risico. Leerlingenvervoer De verwachting is dat de kosten voor het leerlingenvervoer voor 2015 niet substantieel zullen wijzigen. Wel wordt 25% van het budget aangemerkt als gemiddeld risico in 2015. Dit heeft te maken eventuele onvoorziene wijzigingen van het aantal leerlingen, afstanden, wijze van vervoer (openbaar vervoer of taxi), wel of geen begeleiding en dergelijke. Wet Werk en Bijstand (Wwb) Omdat de (economische) situatie moeilijk is in te schatten, wordt een risicobedrag van € 200.000,opgenomen. 4. Planschade Voor planschadeclaims is geen voorziening opgenomen. De afgelopen jaren zijn voor ontwikkelingen op het gebied van nieuwbouw verhaal overeenkomsten gesloten met ontwikkelaars of was op voorhand duidelijk dat geen schade zou ontstaan. Ook in de toekomst worden verhaal overeenkomsten gesloten of worden de kosten gedekt uit de opbrengsten bestemmingsplannen. Het risico voor 2015 wordt, in navolging van voorgaande jaren, geschat als zeer klein. 5. Verbonden partijen Voor een uitvoerige toelichting op de verbonden partijen wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen. Het criterium om een rechtspersoon een verbonden partij te noemen is gelegd bij die partijen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Het risico is moeilijk in te schatten. Er zijn geen of weinig ervaringscijfers. De gemeente Weesp kent 8 verbonden partijen. In dit begrotingsjaar heeft Weesp bij
Pagina 105 van 143
de verbonden partijen een financieel belang van in totaal circa € 3,64 miljoen. Omdat eventuele risico’s door de gehele regio en/of deelnemende partijen worden gedragen, wordt een laag risico ingeschat. Voor een overzicht van verbonden partijen wordt verwezen naar paragraaf F (verbonden partijen) van deze begroting. Grondexploitatie/projecten 6. Plataanlaan De 3 woningen aan de Plataanlaan zijn inmiddels allen in het bezit van de gemeente. De woningen worden in het kader van beheer en ter dekking van de lasten (tijdelijk)verhuurd. Op de locatie is na sloop van de woningen ruimte voor een appartementengebouw met op de begane grond (publieke) voorzieningen. De daadwerkelijke ontwikkeling zal aansluiting moeten vinden bij de ontwikkeling van de Kostverlorenflat en omgeving. De grondexploitatie is naar verwachting sluitend. Indien de locatie, onverwacht, niet tot herontwikkeling kan worden gebracht is het risico van de aankoop beperkt tot het verschil van de aankoopprijs met de verkoopprijs van de woningen (op dat latere moment). Of dat een voor de gemeente nadelig verschil zal zijn hangt af van het moment van verkoop van de woningen. Het risico verbonden aan de aankoop van de 3 woningen is relatief gering. 7. Nijverheidslaan Op de Nijverheidslaan zijn tot op heden twee locaties aangekocht in het kader van de beoogde herontwikkeling van bedrijventerrein Nijverheidslaan. Beide opstallen zijn (grotendeels) verhuurd. Met de opbrengsten wordt een deel van de rente- en beheerslasten gedekt (zie ook paragraaf grondbeleid). Het risico dat verbonden is aan de locatie is tweeledig. Op de eerste plaats bestaat het risico dat in zijn geheel niet meer (zelfs niet op de langere termijn) tot herontwikkeling wordt overgegaan. Een dergelijke situatie kan het gevolg zijn van nieuwe politieke inzichten, het zelfs op langere termijn wegvallen van de vraag naar woningen of het niet willen of kunnen herontwikkelen van het gebied rondom de aangekochte locaties. Als niet tot herontwikkeling wordt overgegaan kan tot doorverkoop van de bedrijfsopstallen/kavels worden overgegaan. Gelet op de vastgoedontwikkeling en het feit dat de percelen in een economische hoogconjunctuur zijn gekocht is het risico groot dat doorverkoop een aanzienlijk nadelig saldo oplevert. Om deze reden is in 2012 al een deel van de waarde van de percelen afgeboekt. Op de tweede plaats bestaat het risico dat weliswaar tot herontwikkeling wordt overgegaan maar dat de herontwikkelingswaarde onder de boekwaarde ligt. Gelet op de zeer ongunstige ontwikkeling van de woningmarkt is dit risico reëel aanwezig. Door de recente afboeking is deze omvang van het nadelig saldo verbonden aan dit risico wel aanzienlijk verkleind. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat ontwikkeling van de vastgoedmarkt ook na de afboeking zich in negatieve zin heeft doorgezet. 8. Beheersrisico’s Voor een goede beheersing van de gemeentelijke processen is het van belang te beschikken over een goed inzicht in de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven op de lange termijn om zodoende schommelingen in de exploitatie te onderkennen en te beteugelen. Deze schommelingen dienen naar onze mening te worden afgedekt om aan de eis van consistentie en bestendigheid te voldoen. Deze afdekking kost ook geen extra geld omdat er geen extra middelen worden gevraagd alleen een spreiding van middelen in de tijd. Voorbeelden hiervan zijn onderhoudsvoorzieningen, de voorziening APPA, etc. 9. Risico frictiekosten ontvlechting Sociale Zaken Hilversum In verband met de ontvlechting van de afdeling Sociale Zaken uit de gemeente Weesp zijn afspraken gemaakt met de gemeente Hilversum. Deze afspraken betreffen mogelijke frictiekosten voor uitvoerend personeel. Het maximale bedrag aan frictiekosten is € 495.000,- over een periode van twee jaar. Dit bedrag is gerelateerd aan de aan Weesp toegerekende uitvoerende formatie (6,09 fte). Het frictiebedrag wordt proportioneel verminderd wanneer Weesp medewerkers overneemt, of wanneer de betreffende medewerkers tussentijds elders een baan vinden. 10. Rente-opbrengst programma 9 De rente ontwikkeling in de afgelopen jaren heeft geleid tot aanmerkelijke voordelen tussen de toegerekende rente en werkelijk betaalde rente. Om aan de kasgeldlimiet te voldoen wordt toegezien op de verhouding tussen kort- en langlopende leningen. Het verschil tussen toegerekende rente en betaalde rente is het afgelopen jaar afgenomen. Een stijging van de werkelijke rente betekent een
Pagina 106 van 143
nadeel op programma 9. Voor een uitgebreide(re) toelichting over de rente(risiconorm), kasgeldlimiet wordt verwezen naar paragraaf Financiering in deze begroting. 11. Overige risico’s Het is niet realistisch om te veronderstellen dat 100% van de risico’s in beeld gebracht kunnen worden. Echter door het uitvoeren van een risico-inventarisatie is getracht een zo compleet mogelijk beeld te verkrijgen. Om tegemoet te komen aan de onzekerheid is uit extern ingewonnen advies naar voren gekomen dat het gebruikelijk is om rekening te houden met een factor 1,25. Met andere woorden: voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van de geïnventariseerde risico’s vermenigvuldigd met een factor 1,25. Samenvatting geïnventariseerde risico’s: (Bedragen x € 1.000,-) Nr. Onderw erp 1 Gew aarborgde geldleningen 2 Achtervangpostie 3 Open einderegelingen: Wmo Leerlingenvervoer Sociale Zaken 4 Planschade 5 Verbonden partijen 6 Plataanlaan (grondexploitatie) 7 Nijverheidslaan 8 Beheersrisico's 9 Frictiekosten ontvlechting SoZa H'sum 10 Rente-opbrengst programma 9 11 Overige risico's
Kans: Zeer laag Laag Gemiddeld Gemiddeld Hoog PM Laag Laag Laag PM Gemiddeld Gemiddeld Laag
Subtotaal Onzekerheid (factor 1,25)
RekenRisicoBedrag : percentage: bedrag 420 5,00% 21 1.500 12,50% 188 375 80 200 PM 3.500 1.750 1.530 495 875 500
37,50% 37,50% 62,50% 0,00% 12,50% 12,50% 12,50% 0,00% 37,50% 37,50% 12,50%
11.225
Totaal benodigd w eerstandsverm ogen
141 30 125 PM 438 219 191 186 328 63 1.928 482 2.410
Beoordeling van het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is een confrontatie tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit. Dat wil zeggen het totaalbedrag aan risico’s afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = benodigde weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit kan per 1 januari 2014 als volgt worden berekend: - algemene reserve € 11.227.000 - post onvoorzien € 60.320 13 - onbenutte belastingcapaciteit € 0 Totale weerstandscapaciteit € 11.287.000 Confrontatie van het benodigde weerstandsvermogen met de aanwezige weerstandscapaciteit levert een ratio op van 4,7. De gevonden ratio kan beoordeeld worden met behulp van onderstaande tabel: Ratio > 2,0
Beoordeling uitstekende weerstandscapaciteit
13) Omdat de macronorm voor 2015 nog onzeker is, en in de septembercirculaire 2014 hierin nader wordt ingegaan, wordt zekerheidshalve geen rekening gehouden met een onbenutte belastingcapaciteit.
Pagina 107 van 143
1,4 – 2,0 1,0 – 1,4 < 1,0
ruim voldoende weerstandscapaciteit voldoende weerstandscapaciteit onvoldoende weerstandscapaciteit
Een ratio kleiner dan 1,0 geeft aan dat de gemeente over te weinig middelen beschikt om de risico’s te dragen. De gemeente is dus kwetsbaar. Bij een ratio van 1 is er precies genoeg weerstandscapaciteit is om de risico’s af te dekken. Als de ratio meer dan 2 is, heeft de gemeente meer dan twee keer zoveel geld voorradig als benodigd voor risico’s die het loopt. Wat betreft het weerstandsvermogen een uitstekende positie. Risicoparagraaf Sociaal Domein 2015 Ten aanzien van het Sociaal Domein vallen de risico’s in twee delen uiteen. Allereerst zijn daar de al benoemde risico’s dat alle decentralisaties een open-einde-regeling kennen. Er zijn daardoor financiële risico’s wanneer de van Rijkswege beschikbaar gestelde budgeten onvoldoende zouden blijken te zijn. Daarnaast bestaan er ook kwalitatieve risico’s in de uitvoering. Deze worden deels, maar zeker niet uitputtend in de onderstaande sub-paragrafen beschreven. De taken die de gemeenten moeten gaan uitvoeren zijn nieuw en brengen daarom veel onbekende en nog onduidelijke risico’s met zich mee. Duidelijke werkprocessen, een gedegen uniforme werkwijze en goede onderlinge afstemming tussen alle betrokkenen in het Sociaal Domein en tussen de gemeenten onderling is daarom een eerste belangrijk aandachtspunt om kwalitatieve risico’s te beperken. Jeugd Risico’s in de jeugdzorg betreffen het niet tijdig beschikken over juiste informatie ten behoeve van beleidsontwikkeling en begroting. De overdracht van gegevens dient nog plaats te vinden. De koppeling met het landelijk registratiesysteem CORV kan pas per 1 oktober plaatsvinden maar dient voor 1 januari 2015 gerealiseerd te zijn, waardoor de implementatietijd voor gemeenten slechts drie maanden bedraagt. Dit is erg kort gezien de hoeveelheid gegevens die overkomen. Beheersmaatregel: Door het zo nodig inzetten van extra capaciteit zal de implementatie op tijd afgerond zijn. Een ander risico betreft een grotere zorgvraag dan rekening mee is gehouden op basis van de transitiearrangementen jeugd. Beheersmaatregel: Als de zorgvraag bij een bepaalde wijk of wijken hoger wordt dan waar rekening gehouden is zal extra capaciteit vanuit andere wijkteams kunnen worden ingezet. De financiële consequenties zullen dan zo nodig uit het risicofonds/onvoorzien moeten worden bekostigd. Tot slot bestaat nog het risico dat de noodzakelijke samenwerkingsverbanden die betrekking hebben op het realiseren van het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling worden vertraagd. Beheersmaatregel: Dit najaar wordt op bestuurlijk niveau het onderwerp huiselijk geweld verder geborgd waardoor in de uitvoering met de daar gemaakte afspraken rekening wordt gehouden. Weesp en Wijdemeren zijn betrokken en worden meegenomen bij het opstellen van procedures in de voorbereiding op de realisatie van het AMHK. Beheersmaatregel algemeen: Voor deskundigheidsbevordering zal extra scholing worden aangeboden om de deskundigheid van medewerkers te vergroten. Participatie Voor het onderdeel Participatie zijn de volgende risico’s voor 2015 belangrijk om op te sturen:
Pagina 108 van 143
-
-
De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met forse bezuinigingen. De bijdrage voor de doelgroep Wsw daalt. Het Participatiebudget gaat bijna geheel op aan de uitvoering van de Wsw als er niets gedaan wordt. Toename van het uitkeringsbestand met de komst van de nieuwe doelgroepen. De nieuwe doelgroepen (voormalig Wajong/wsw) hebben veel begeleiding nodig terwijl de middelen juist minder worden. De garantiebanen zijn voor de eerste jaren voor de prioritaire doelgroepen: de Wsw'ers op de wachtlijst en voor de Wajongers (uitkering van UWV). De nieuwe doelgroepen onder de P-wet en het lopende uitkeringsbestand WWB - straks P-wet en de werkende Wsw'ers profiteren hier dus nog niet direct van. Toename uitkeringsgerechtigden - tekorten op het BUIG budget (max. 10% onder voorwaarden bij aanvraag aanvullende uitkering IAU of MAU).
Beheersmaatregelen hiervoor zijn: In de arbeidsmarktregio wordt een zgn. regionaal werkbedrijf opgezet waar we op regionaal niveau inzet plegen om onze bestaande en nieuwe doelgroep naar werk of beschut werk te kunnen begeleiden. Daarnaast is het beleidsplan Participatie hierop gericht. Wmo/AWBZ Korting op het budget extramurale begeleiding. Omdat we zorg garanderen en dit een nieuwe taak is waardoor we nog niet exact kunnen bepalen of het budget toereikend is, bestaat het risico op budgetoverschrijding. Beheersmaatregel: Hier is sprake van een garantie waarop geen echte beheersmaatregel mogelijk is. Voor 2016 zal gerichter op dit risico kunnen worden ingezoomd. Financieel gezien kan het risicofonds/onvoorzien worden benut als er sprake is van overschrijding van de budgetten. Overgangsrecht voor de begeleiding voor één jaar in 2015. Door dit recht bestaat het risico dat de lagere budgetten niet toereikend kunnen zijn. Beheersmaatregel: Idem als voorgaande. Korting op het budgetten voor de Huishoudelijke Hulp (40%) Met ons beleidsplan en bijbehorende verordening denken we de korting te kunnen opvangen. Het risico bestaat echter dat (doordat we zorg garanderen) we een budgetoverschrijding krijgen. Beheersmaatregel: Onderzoeken of in de financiële ruimte mogelijkheden zijn om dit op te vangen. Daarnaast inzetten op het eventueel omvormen van maatwerkvoorzieningen tot algemene voorzieningen. Extramuralisering van de AWBZ (mensen blijven langer thuis wonen en doen een beroep op de Wmo) Onduidelijk is nog welke impact dit heeft op een toename van het aantal maatwerkvoorzieningen. Beschermd wonen: door in te zetten op begeleid wonen i.p.v. beschermd wonen, worden de regiogemeenten i.p.v. de centrumgemeente financieel verantwoordelijk. Beheersmaatregel: Over dit risico moeten goede afspraken worden gemaakt met centrumgemeenten Hilversum en
Pagina 109 van 143
Utrecht. Het overgangsrecht voor beschermd wonen bedraagt 5 jaar. In 2015 is het sociaal deelfonds gebaseerd op historisch uitgaven. In 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. Dit betekent dat er in 2016 herverdeeleffecten kunnen optreden. In de septembercirculaire wordt hier meer bekend over gemaakt. Beheersmaatregel: Als de effecten groot zijn zal hier een overgangsregeling voor ingesteld moeten worden. Daarnaast onderzoeken wij of er specifieke rijksregelingen afkomen waarvoor wij in aanmerking kunnen komen. Inkoop Door de late besluitvorming van wetgeving is het inkoopproces AWBZ- en Jeugdzorg laat op gang gekomen waardoor dit onder zeer hoge druk wordt uitgevoerd. Doel is om in november alle contracten af te kunnen sluiten. Indien er onverhoopt fouten zijn gemaakt in de aanbesteding (c.q. indien er bezwaarschriften door aanbieders worden ingediend) dan staat zorgcontinuïteit per 1/1/2015 onder druk. Een ander risico betreft de facturatie. We sluiten regionaal honderden contracten af waar duizenden facturen uit naar voren komen. Dit proces dient zorgvuldig en zoveel mogelijk digitaal te worden ingericht. Beheersmaatregel: In het najaar 2014 zal de implementatie van het zgn. Gastheerschap inkoop(belegd bij SWW) worden uitgevoerd waardoor we per 1 januari klaar zijn. Zo nodig zal in de beginfase extra capaciteit worden ingezet. Sociale wijkteams De sociale wijkteams spelen een cruciale rol om de hervormingen in het sociale domein te realiseren. Deze teams moeten er voor zorgen dat er een goed werkend netwerk wordt gevormd van alle hulpverleners in de wijken, er voor zorgen dat de toegang tot de maatwerkvoorzieningen wordt beperkt en dat het beroep op deze voorzieningen zoveel mogelijk kortdurend wordt gedaan. Deze aanpak vraagt veel van de medewerkers van het Sociale wijkteam. Ze zullen competenties moeten ontwikkelen en zich ontwikkelen tot generalisten die het hele sociale domein overzien. De vorming van de Sociale wijkteams en de ontwikkeling van de medewerkers is opgestart. De planning is dat deze teams op 1 januari 2015 operationeel zijn. De teams zijn dan in de basis gevormd, maar zullen tijd nodig hebben om volgens het nieuwe model te werken (groeimodel). Dat betekent dat de resultaten van de hervormingen niet direct geëffectueerd zullen worden. Beheermaatregel: In 2015 investeren (in menskracht, geld en tijd) om de sociale wijkteams te laten ontwikkelen tot de gewenste teams. ICT Voor een integrale behandeling is het noodzakelijk dat de hulpverleners die bij het huishouden zijn betrokken informatie uitwisselen, zodat de hulpverlening goed afgestemd kan worden (communicatieen regiesysteem). Dit systeem is nog niet operationeel op 1 januari 2015. Risico is dat de afstemming tussen hulpverleners onderling intensief is en meer tijd kost. Beheermaatregel: Werkbare afspraken maken, zodat de communicatie zo efficiënt mogelijk kan verlopen.
Pagina 110 van 143
C
ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
Inleiding De openbare ruimte van Weesp omvat ca. 2.2 hectare en bestaat uit een aantal kapitaalgoederen die als volgt gerubriceerd kan worden: infrastructuur (wegen, openbare verlichting en verkeerslichten); water (civiele kunstwerken, bruggen, remmingwerken, wal- en kademuren, beschoeiingen); riolering (riolering, putten, pompen, gemalen en bergbezinkkelders); groen (woon- en leefomgeving); gebouwen. Omdat uitstel van onderhoud pas op langere termijn tot zichtbare problemen leidt, is het voor de financiële positie van een gemeente van wezenlijk belang beleidskaders voor de staat van de kapitaalgoederen vast te stellen en regelmatig te monitoren.
Infrastructuur Beleidskader De gemeente Weesp heeft onder andere verharding, openbare verlichting en verkeerslichteninstallaties in beheer en onderhoud. Het is een zorgplicht van de gemeente om deze infrastructuur met toebehoren goed en verantwoord te beheren (Wegenwet, artikel 16). Volgens het BW kan een beheerder aansprakelijk worden gesteld voor de schade die iemand lijdt als gevolg van gebreken aan de weg inclusief openbare verlichting. In Nederland gelden geen wettelijke voorschriften voor het plaatsen, onderhouden en exploiteren van openbare verlichting. De gemeente Weesp hanteert de richtlijnen en aanbevelingen van de Richtlijn Openbare Verlichting (ROVL-2011).
Beheerplan Beheer kan worden gedefinieerd als “de zorg voor het blijvend voldoen van de openbare ruimte aan de wettelijke kaders, eisen en richtlijnen, en aan de beleidskaders van de beheerder”. Om de ontwikkeling van de kwaliteit van de verharding goed te kunnen volgen worden de wegen jaarlijks globaal geïnspecteerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de landelijk erkende en toegepaste CROW-systematiek. Het CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimtes. De inspectiegegevens worden gebruikt voor het jaarlijks op te stellen onderhoudsplan. Door Infra-Lux BV is in 2012 een Beleidsplan Openbare Verlichting opgesteld waarin een meerjareninvesteringsplan groot onderhoud en vervanging voor openbare verlichting en verkeerslichten is opgenomen. Dit resulteert in theoretische gemiddelde bedragen per jaar over de gehele levensduur en areaal. Beleidsnota’s Infrastructuur: - Gladheidbestrijdingsplan (2014) - Categoriseringsplan (2000) - Wegbeheerrapportage (2012) - Functionele inspectie 45 kunstwerken en 12.740 m kadeconstructies (2012) - Meerjarenonderhoudsplan Beweegbare bruggen Weesp (2012) - Beleidsplan Openbare Verlichting (2012)
Financiële consequenties Onderhoud wegen Om de benodigde kosten voor het in stand houden van de weginfrastructuur te bepalen maakt de gemeente Weesp gebruik van het programma GBI van ingenieursbureau Oranjewoud. Op basis van jaarlijkse weginspecties wordt dit programma gevuld. De uitgaven voor het wegonderhoud komen ten laste van de begroting.
Pagina 111 van 143
Openbare verlichting en verkeerslichten. Binnen de bebouwde kom wordt altijd uitgegaan van openbare verlichting welke voldoet aan de Richtlijn Openbare Verlichting (ROVL-2011), bovendien wordt geijverd te voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De kosten voor energie en dagelijks onderhoud zijn opgenomen in de begroting. Grootschalige vervanging wordt opgevoerd in de begroting.
Water Beleidskader Weesp is een waterrijk gebied en heeft als gevolg daarvan veel waterbouwkundige kunstwerken (bruggen, sluis, steigers, vlonders en duikers). De meest kostbare zijn de 5 beweegbare bruggen met bijbehorende remmingswerken en de sluis. Voor het beheer van de kunstwerken zijn de wettelijke regelingen Wegenwet (WW), Burgerlijk Wetboek (BW), Bouwbesluit (BB), Waterwet (Wtw), NENNormen en richtlijnen en de Monumentenwet van belang. Naast de bruggen heeft Weesp ruim 20 km “harde waterkering” bestaande uit wal- en kademuren en beschoeiingen in beheer en onderhoud. Vanuit de gebruiksfuncties van het kunstwerk als onderdeel van een wegverbinding, voorziening in de waterhuishouding, voorziening voor de scheepvaart of verblijfplaats binnen de openbare ruimte, liggen relaties met verschillende andere beleidsterreinen.
Beheerplan Onder civiele kunstwerken wordt verstaan gemetselde bruggen, stalen bruggen, betonnen bruggen, houten bruggen, duikerbruggen, duikers, beweegbare bruggen, sluizen en sluiskom, visvlonders en trappen, kademuren en beschoeiingen. Op basis van inspectieresultaten is een onderhoudsbegroting gemaakt voor de periode 2012-2021 en is voor dezelfde periode een meerjareninvesteringschema opgesteld. Uitgangspunt is dat het functioneren van het huidige kunstwerkenbestand wordt gegarandeerd. Hierbij wordt een basisonderhoudsniveau toegepast.
Financiële consequenties De noodzakelijke werkzaamheden zijn opgenomen in het meerjareninvesteringsprogramma en de kosten worden opgevoerd in de begroting. De kosten voor dagelijks onderhoud van civiele kunstwerken komen ten laste van de begroting.
Riolering Beleidskader Aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (artikel 10.33). In de Wet milieubeheer, artikel 4.22, is vastgesteld dat de gemeente verplicht is een Gemeentelijk Rioleringsplan op te stellen. Hierin wordt het beleid geformuleerd om een goed functioneren van het rioolstelsel te garanderen en werkzaamheden ten behoeven van wijzigende (milieu)wetgeving uit te kunnen voeren. Beleidsnota’s: e - 4 Gemeentelijke Rioleringsplan (2014-2019) - Hondenbeleid 2009 – 2015 - Begraafplaatsnota Weesp 2010
Beheerplan Het beheerplan wordt vastgesteld op basis van doelen, functionele- en wettelijke eisen en maatstaven geformuleerd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor de planperiode. Eind 2013 is GRP IV vastgesteld voor de periode 2014-2019. Het vierde Gemeentelijk Rioleringsplan bepaalt voor de komende planperiode de normen voor kwaliteit van het milieu en het in stand houden van de riolering. Uitbreiding, vernieuwing, verbetering en onderhoud van het rioolstelsel wordt conform de kaders van het plan uitgevoerd.
Financiële consequenties
Pagina 112 van 143
Alle kosten voor onderhoud, vervanging en overige exploitatie (investeringen) komen ten laste van de tarieven rioolheffing. Indien er in een jaar een overschot of een tekort is zal dit verevend worden met de reserve rioolheffing.
Groen (woon- en leefomgeving) Beleidskader Onder groen wordt verstaan; openbaar groen (bomen, bosplantsoen, heesters, gazon, hagen, e.d.), sportvelden, begraafplaatsen en grasbermen. Behalve het groen vallen onder het beheer van de openbare ruimte de volgende zaken; speellocaties, bebording, banken, (slot)palen, hekken, invalidenparkeerplaatsen, afvalbakken, boomkorven, depodogs, rijwielklemmen, straat- en trottoirkolken en dergelijke. De gemeente heeft een zorgplicht ten aanzien van het zorgvuldig beheer en onderhoud van alle aanwezige elementen in de openbare ruimte. Daarnaast heeft Weesp een schouwplicht ten behoeve van de watergangen.
Beheerplan In 2001 zijn alle elementen van de openbare ruimte door adviesbureau Cyber geïnspecteerd en heeft er een berekening van de vervangingswaarde plaatsgevonden. Uitgangspunt is dat het functioneren van de huidige openbare ruimte wordt gegarandeerd. Hierbij wordt een basisonderhoudsniveau toegepast waarbij de arbeidspieken worden opgevangen door uitbesteding aan derden. Het BeheerKwaliteitsplan is vastgesteld door het college van B&W. De stad is in drie beheerniveaus ingedeeld. Jaarlijks wordt de openbare ruimte met een monitoringsysteem gecontroleerd op de gerealiseerde kwaliteit. Vervolgens worden deze analysegegevens toegepast in de werkplannen voor de komende jaren. Het bomenbestand wordt jaarlijks gecontroleerd conform VTA (Visual Tree Assessment). Doel van VTA is om bomen te herkennen die een verminderde vitaliteit hebben en mede daardoor een gevaar kunnen vormen voor de omgeving, het beoordelen van het veiligheidsrisico en het opstellen van beheersmaatregelen. Beleid en afspraken over het onderhoud kapitaalgoederen van woon- en leefomgeving zijn opgenomen in de volgende nota’s: Beleidsnota’s wijkbeheer: - Speelruimteplan (2001) - Beheerkwaliteitsplan openbare ruimte (2001) - Groenvisie Weesp 2007-2015 - Groenbeleidsplan 2007-2017 - Bomenbeheerplan 2012-2020 Beleidsnota’s Parkeren: - Parkeernota Weesp (2007) - Uitvoeringsplan parkeernota (2011)
Financiële consequenties De kosten voor openbaar groen en beheer openbare ruimte staan in de begroting opgenomen onder Product 230 Beheer openbare ruimte. Ten behoeve van boomonderhoud is in de raadsvergadering van 13 februari 2012 € 125.000 voor de voorzieningen Boomonderhoud vastgesteld. De kosten voor de instandhouding van het bomenbestand worden uit voornoemde voorzieningen gedekt. De voorziening vervanging bomen bij ziekten, plagen en incidenten is komen te vervallen. De voorziening (m.n. het onderliggende vervangingsplan) voldeed niet aan de richtlijnen van het BBV. Op dit moment wordt onderzocht of een andere opzet van het plan wel voldoet.
Pagina 113 van 143
Gebouwen Gemeentelijke gebouwen (exclusief schoolgebouwen)
Beleidskader De vastgoedportefeuille van de gemeente omvat, naast schoolgebouwen, uiteenlopende objecten van het stadhuis tot de gemeentewerf en van gebouw Eensgezindheid tot fort Ossenmarkt. Samen met het stadhuis zijn dit elementen die bepalend zijn voor de leefkwaliteit, de ruimtelijke- en culturele identiteit van de stad. De gemeente heeft een belangrijke verplichting naar burgers en gebruikers toe om deze gebouwen en infrastructuur te behouden en veilig te laten functioneren.
Beheerplan Aan de uitgaven ligt een jaarlijks vast te stellen plan van uitvoering ten grondslag op basis van het meerjarenonderhoudsplan (2013-2022) gemeentelijke gebouwen.
Financiële consequenties Ten behoeve van het onderhoud van gemeentelijke gebouwen (exclusief schoolgebouwen) wordt jaarlijks € 121.025,- toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen. Schoolgebouwen en gymlokalen Vanaf 2015 krijgen de schoolbesturen de verantwoordelijkheid over het totale onderhoud van de schoolgebouwen. Tot die tijd waren gemeenten verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de gebouwen. Het budget voor buitenonderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen wordt overgeheveld van gemeenten naar schoolbesturen. Daarentegen worden gemeenten gekort in het gemeentefonds. Niet alle taken gaan over. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de bekostiging van: (Vervangende) Nieuwbouw Uitbreiding Medegebruik (huur) Ingebruikgeving Terrein Eerste inrichting Gymnastieklokalen Herstel en constructiefouten aan het gebouw Herstel en vervanging in verband met schade aan gebouw, onderwijsleerpakketten en meubilair in geval van bijzondere omstandigheden (calamiteiten als brand, diefstal, stormschade e.d.).
Pagina 114 van 143
D
FINANCIERING
De financieringsparagraaf is in samenhang met het financieringsstatuut, welke in artikel 212 van de Gemeentewet is voorgeschreven, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. De verhouding tussen statuut en paragraaf kan daarbij als volgt worden gekenschetst. Het financieringsstatuut geeft de basis voor het aantrekken en uitzetten van geld gedurende het jaar. De uitwerking vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf in de begroting en jaarrekening. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Deze functie omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering ervan vereist snelle beslissingen in een complexer geworden geld- en kapitaalmarkt. Onder de functie valt niet het garanderen van of verstrekken van leningen aan derden. Deze activiteiten vallen onder het desbetreffende programma. De volgende onderdelen zullen in deze paragraaf worden behandeld: Rentebeleid en rentevisie Risicobeheer (kasgeldlimiet en de renterisiconorm)
Rentebeleid en rentevisie Beleid De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wet staan vooral transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt daarbij tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht Treasury Statuut evenals een treasury- c.q. financieringsparagraaf in begroting en rekening. De risicobeheersing binnen de Wet fido richt zich op renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Het begrip treasury kan worden gedefinieerd als het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd, en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. Treasury onderscheidt zich van de reguliere control door de focus op feitelijke kasstromen in plaats van te redeneren in termen van baten en lasten. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de treasuryfunctie van de gemeente Weesp is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet fido.
Risicobeheer: de Kasgeldlimiet en de Renterisiconorm Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente maximaal als gemiddelde netto vlottende schuld over een periode van 3 maanden mag hebben en wordt berekend door vermenigvuldiging van een jaarlijks vast te stellen percentage (thans 8.50%) met het omzettotaal. Deze limiet is ingesteld om te voorkomen dat gemeenten investeringen gaan financieren met kortlopend geld en daardoor onverantwoord grote risico’s lopen, omdat de rentevergoeding voor kortlopende financieringen nogal kan fluctueren.
Pagina 115 van 143
Kasgeldlimiet bedragen x € 1.000 2015
Omvang begroting 2015 (1)
(2) (3) (4)
36.435
Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag
8,5%
- in bedrag
3.097
Omvang vlottende korte schuld
13.646
Vlottende middelen
10.718
Totaal netto vlottende schuld; 2.928 (2) - (3) Toets kasgeldlimiet
(4) (1)
Totaal netto vlottende schuld
2.928
Kasgeldlimiet
3.097
Ruimte / Overschrijding ( - )(1) - (4)
169
Rente- risiconorm Met renterisiconorm wordt gedoeld op het risico dat een gemeente met een hogere rente te maken krijgt als bestaande leningen moeten worden vervangen c.q. de rente op bestaande leningen wordt herzien of als nieuwe leningen moeten worden aangegaan. Dit risico heeft dus te maken met spreiding in de leningenportefeuille. Als zich een piek voordoet in het moeten herfinancieren (inclusief renteherziening) van bestaande vaste schuld in een bepaald jaar, dan is er sprake van een groot renterisico. De Wet fido hanteert hiervoor de renterisiconorm, die thans 20% van de totale vaste schuld van de gemeente bedraagt. Met andere woorden: de renterisiconorm wordt overschreden als een gemeente in een bepaald jaar meer dan 20% van de totale vaste schuld moet herfinancieren (inclusief renteherziening). De provincie toetst beide normen uit hoofde van het financieel toezicht.
Pagina 116 van 143
Renterisiconorm en renterisico op vaste schuld
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9)
Renterisico op vaste schuld Renteherziening op vaste schuld Aangetrokken geldleningen Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 2 en 3) Renterisico op vaste schuld (1 + 4) Renterisiconorm Stand van de vaste schuld per 1-1 Het bij ministeriële regeling bepaalde % Renterisiconorm (6*7/100) Ruimte (8 – 5)
5.000 5.335
Mutaties leningenportefeuille (bedragen x € 1.000) Stand per 1 januari (1) Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen (2) Rente aanpassing (4) Stand per 31 december
bedragen x € 1.000 2014 2016 2015
29.216 4.000 4.336
28.880
Pagina 117 van 143
4.500 4.724
5.000 5.000
4.000 4.336 4.000 4.000
29.551 20% 5.910 910
29.216 20% 5.843 1.843
28.880 20% 5.776 1.276
4.500 4.500
Pagina 118 van 143
E
BEDRIJFSVOERING
Informatiebeheer Op het gebied van informatiebeheer zijn een groot aantal ontwikkelingen te verwachten. Deze ontwikkelingen worden grotendeels bepaald door de uitvoering van de i-nup componenten. Belangrijkste ontwikkelingen hierin zijn de aansluiting op de Landelijke voorziening WOZ; de implementatie van digikoppeling; de aansluiting op het handelsregister; de modernisering van de Basisregistratie Personen (BRP) en de daaraan gekoppelde modules; De Basisregistratie ondergrond en de implementatie van een nieuw Content managementsysteem (website). Dit laatste is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de webrichtlijnen. Tevens zal een nieuwe applicatie voor het maken van (e)formulieren worden geïmplementeerd. Daarnaast zijn er de ontwikkelingen binnen het sociaal domein waaruit zeker gevolgen met betrekking tot informatiebeheer en automatisering voor Weesp uit zullen voortvloeien. De doorontwikkeling van het KCC met onder andere een nieuw telefoon/communicatieplatform wordt in 2015 verder ter hand genomen. Onduidelijk is in hoeverre de SWW samenwerking zal worden uitgebreid en welke IT gevolgen dit zal hebben. Voor alle projecten wordt bezien of deze in het samenwerkingsverband kunnen worden opgepakt. Personeel en Organisatie In 2015 zal de gesprekkencyclus door de leidinggevenden in een nieuwe vorm uitgevoerd gaan worden. Eén cyclus bestaat uit meerdere gesprekken tussen leidinggevende en medewerker over bijvoorbeeld zijn functioneren, motivatie en toekomstperspectieven. Een web-based systeem zal dit proces ondersteunen. Het concernplan en de daaruit voortgekomen afdelingsplannen zullen mede als input dienen voor de diverse gesprekken. Naast de “going concern” taken zal Personeel en Organisatie zich in 2015 ook gaan bezighouden met zaken die voortkomen uit de nieuwe cao. Hierbij valt te denken aan het uitwerken van het Individueel Keuzebudget en het uitwerken van het generatiepact. Bij het laatstgenoemde moet gedacht worden aan oudere medewerkers de gelegenheid te bieden om vrijwillig minder te gaan werken, waarbij zij voor een deel worden doorbetaald. Met het geld dat de gemeente dan bespaard kan het college ervoor kiezen om jongere medewerkers aan te nemen. Salarisadministratie 2015 zal in het teken staan van aanbesteding van een nieuw E-hrm personeelsinformatie- en salarissysteem. Dit project wordt opgepakt in samenwerking met Stichtse vecht, omdat gemeente Weesp sinds 1 januari 2014 de salarisadministratie heeft ondergebracht in Stichtse Vecht. Communicatie Een speerpunt in 2015 wordt Burgerparticipatie. Alle beleidsmedewerkers krijgen daarom een uitgebreide uitleg en instructie over de Kaderstelling Burgerparticipatie. Om de informatie-uitwisseling tussen college en inwoners te versterken is in het laatste kwartaal van 2014 een college spreekuur ingevoerd. Komend jaar zal dit spreekuur voortgezet worden. Het initiatief 'College op de markt' komt hierdoor te vervallen. Ook het komende jaar zal flink worden ingezet om bewoners, zorgaanbieders, ketenpartners, gebruikers en gemeenteraad, bestuur en medewerkers zo goed mogelijk mee te nemen in en te informeren over het transitietraject in het sociaal domein. Wij doen dit met behulp van de gemeentelijk (en SWW) communicatiemiddelen en -kanalen. De vernieuwde gemeentepagina in het Weespernieuws is een succes en daarom zullen we ook komend jaar dit stramien aanhouden. Door een thematische aanpak zal er maandelijks ruimte zijn om meer achtergrond en informatie te geven over diverse gemeentelijke onderwerpen. Ook de fotowedstrijd, die jaarlijks wordt uitgeschreven om fotomateriaal voor deze pagina en de gemeentegids te verkrijgen, zal in 2015 doorgang vinden. De gemeentelijke website en het intranet zullen vernieuwd worden. Onze website voldoet niet meer aan de verplichte webrichtlijnen die per 1 januari 2015 voor alle overheidssites gelden. Door een
Pagina 119 van 143
vernieuwd intranet zal Communicatie & Voorlichting de interne communicatie een nieuwe impuls geven. Het communicatiebeleidsplan wordt geactualiseerd en uitgebreid met een social media beleidsplan. De communicatieadviseurs zullen aan de hand van workshops de interne organisatie instrueren in een uniforme en heldere schrijfwijze voor stukken, webcontent en correspondentie naar burgers en bedrijven. Ook de gemeentelijke huisstijl zal verder ontwikkeld en bewaakt worden. Waar nodig en wenselijk zullen (omvangrijke) beleidsnota's, zoals bijvoorbeeld een beleidsnota’s voor het sociaal domein en de Handhavingsnota, het komende jaar voor de inwoners van Weesp vertaald worden in een handzame en makkelijk raadpleegbare brochures of flyers.
Pagina 120 van 143
F
VERBONDEN PARTIJEN
Wat zijn verbonden partijen? Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijk dito risico's is het gewenst dat in de begroting en jaarstukken meer aandacht wordt besteed aan derde rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Dat zijn deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Het is niet de bedoeling te rapporteren over alle partijen waarmee de gemeente op enigerlei wijze verbonden is. Het criterium is daarom gelegd bij die partijen waarin de gemeente een bestuurlijk èn een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Waarom zijn verbonden partijen relevant voor de raad? Een paragraaf verbonden partijen is om twee redenen van belang voor de raad. De eerste reden is dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeenten mandateert als het ware de verbonden partij. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma's. Er blijft dan voor de raad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij die programma's. Kernvragen zijn dan bijvoorbeeld of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd zijn. De tweede reden betreft de kosten – het budgettaire beslag – en de financiële risico's die de gemeente met verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Zonder een paragraaf verbonden partijen kan er een leemte ontstaan, waardoor de raad zijn taken niet goed kan uitvoeren. Daarnaast is het zo dat in het monistische stelsel de raad de besluiten tot deelnemingen in bijvoorbeeld NV's moesten goedkeuren. In een duaal stelsel is dat niet meer het geval. Door de paragraaf verbonden partijen heeft de raad invloed op deelnemingen doordat hij kaders stelt. Die invloed is nu niet zo zeer gericht op individuele gevallen, maar veel meer op het totaalbeeld.
Waarover moet de raad beslissen Het BBV schrijft voor dat de paragraaf verbonden partijen aangeeft wat de visie van de raad is op de verbonden partijen in relatie tot de programma's en wat de beleidsvoornemens zijn. Het gaat zodoende om vragen zoals: Wat willen we met de verbonden partijen? Welke rol spelen ze in de programma's? Daarnaast is het belangrijk dat het college jaarlijks een volledig overzicht van de verbonden partijen heeft. Dit wordt eveneens voorgeschreven in het BBV. Naast het BBV zijn er nog de Gemeentewet, de Wet fido en het Wet Markt en Overheid die van belang kunnen zijn voor verbonden partijen. Weesp heeft bestuurlijke en financiële belangen in verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen:
Pagina 121 van 143
Regio Gooi en Vechtstreek
Vestigingsplaats
Bussum
Doel
Dit is een samenwerkingsverband van de gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. Het gewest heeft tot taak een achttal belangen te behartigen, welke verband houden met een evenwichtige en harmonische ontwikkeling van het samenwerkingsgebied: 1. ruimtelijke ordening 2. volkshuisvesting 3. openluchtrecreatie 4. verkeer en vervoer 5. behoud van natuur en landschap 6. economische zaken en werkgelegenheid 7. gezondheidszorg 8. milieubeheer
Betrokkenen
Gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Wijdemeren en Weesp
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur (ab) bestaat uit leden die door de raden van de deelnemende gemeente zijn benoemd. Voor Weesp is dat burgemeester B. J. Van Bochove. Het dagelijks bestuur (db) bestaat uit: de voorzitter van de Regio en ten minste twee en ten hoogste vijf door het algemeen bestuur (ab) uit zijn midden benoemde leden (gedelegeerden). De gewestsecretaris is secretaris van het college. Voor alle in het statuut genoemde belangen bestaat een portefeuillehouders overleg. Een portefeuillehouders overleg wordt gevormd door de collegeleden (wethouder of burgemeester) die in hun gemeente verantwoordelijk zijn voor het werkterrein van het portefeuillehouders overleg. De portefeuillehouders overleggen zijn:
Ruimtelijke Ordening c.a. en Verkeer en Vervoer; Milieubeheer; Wonen Welzijn Zorg (WWZ); Economie en Werk; Gezondheidszorg; Algemene Zaken.
De voorzitter van een portefeuillehouders overleg is lid van het dagelijks bestuur (db) dat verantwoordelijk is voor het desbetreffende werkterrein. Een portefeuillehouders overleg adviseert het db over alle voorstellen aan het ab die tot zijn werkterrein behoren. De adviezen worden aan de betrokken algemeen bestuursvoorstellen toegevoegd. Een portefeuillehouders overleg bespreekt de ontwikkelingen op zijn werkterrein en brengt ter zake, gevraagd en ongevraagd, adviezen uit aan het db. Secretaris is de gewestsecretaris, of een door hem aangewezen medewerker. Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage bestaat uit de onderdelen Algemene Dienst, Regionale Ambulance Voorziening, Gewestelijke Gezondheidsdienst en Gewestelijke Afvalstoffendienst. De bijdragen aan het gewest voor de diverse taken bedragen 2,3 miljoen euro.
Pagina 122 van 143
Programma
1 1 2 6
Relatie tot de begroting
Omschrijving Bestuurlijke samenwerking
Regionale Ambulancevoorziening Afvalverwijdering/-verwerking Gezondheidszorg
Begroting
130.011 20.081 1.648.703 511.115 2.309.910
De taken die de Regio Gooi en Vechtstreek uitvoert hebben betrekking op meerder programma’s van de begroting en rekening.
Informatie
Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen bestuur en in de portefeuillehouders overleggen, en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting, rekening).
Risico’s
Eventuele tekorten komen ten laste van de deelnemende gemeenten. Sinds 2008 is met betrekking tot het GAD jaarlijks een positief resultaat behaald, waardoor de deelnemende gemeenten forse bedragen terug hebben ontvangen. Omdat het de afvalverwerking een kostendekkend product is, zijn de baten toegerekend aan de reserve afvalverwijdering. Hierdoor zijn tariefsverhogingen beperkt gebleven.
Pagina 123 van 143
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi- en Vechtstreek
Vestigingsplaats
Lelystad
Doel
Dit is een samenwerkingsverband met als doel om een robuuste omgevingsdienst te vormen ten behoeve van een adequate uitvoering van milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de provincie Flevoland en de regio Gooi en Vechtstreek. Het samenwerkingsverband is met ingang van 2013 van start gaan.
Betrokkenen
Almere, Dronten, Noordoostpolder, Urk, Lelystad Zeewolde, Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren, alsmede de provincies Fleovoland en Noord-Holland.
Bestuurlijk belang
De bevoegdheden en taken zijn neergelegd in de gemeenschappelijke regeling. De raad heeft 10 mei 2012 ingestemd deze gemeenschappelijke regeling aan te gaan. De gemeenschappelijke regeling is vastgesteld op 12 juni 2012 door ondertekening van Gedeputeerde staten en de Colleges vande deelnemende partijen. Het bestuur van de Omgevingsdienst bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit 17 leden. Gedeputeerde Staten benoemen uit hun midden ieder één lid in het algemeen bestuur. De colleges benoemen uit hun midden ieder één lid in het algemeen bestuur. Alle bevoegdheden in het kader van de regeling die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur toe. Stemverdeling en quorum De verdeling van de stemmen geschiedt naar rato van de omvang van de ingebrachte taken en derhalve naar rato van de financiële bijdrage per deelnemer aan de gemeenschappelijke regeling, met dien verstande dat een deelnemer niet meer dan 49 % van het totaal aantal stemmen kan hebben. Het dagelijks bestuur bestaat, de voorzitter inbegrepen, uit vijf leden welke door en uit het algemeen bestuur worden aangewezen. Het dagelijks bestuur bestaat uit één lid namens de provincies, twee leden namens de Noord-Hollandse gemeenten en twee leden namens de Flevolandse gemeenten.
Financieel belang
14
Door de OFGV is personeel overgenomen van de deelnemende partijen. Hierbij zijn door de gemeente Weesp naast de wettelijk verplichte taken (basistaken) ook de plustaken ingebracht, derhalve alle milieutaken. Omdat Weesp de taken ook voor de gemeente Muiden uitvoerde wordt zijn de hiermee belastte fte’s eveneens ingebracht. In totaal 5,45 fte. De OFGV heeft de lasten hiervan overgenomen. De gemeente betaalt aan de OFGV deze lasten (exclusief het deel voor Muiden) terug inclusief overhead. De kosten staan voor 5 jaar vanaf startdatum vast. Met andere woorden geen inflatie- en prijscompensatie voor deze 5 jaar. Op de begroting van de OFGV ligt een efficiency taakstelling van 5% (1% per jaar, oplopend tot 5% in 2018, met ingang van de begroting 2013 exclusief directe productiekosten). 14
In 2014 is de begroting gewijzigd. Raadsbesluit 10 april 2014 Z.37092/D.1615
Pagina 124 van 143
Exploitatie OFGV* Verlaging Huur Exploitatie OFGV Verlaging Salariskosten BRZO Netto lasten
2015 393.829 -6.036 387.793 -215.808 22.600 194.585
2016 389.851 -6.036 383.815 -215.808 22.600 190.607
2017 385.986 -6.036 379.950 -215.808 22.600 186.742
2018 382.008 -6.036 375.972 -215.808 22.600 182.764
* Inclusief bezuiniging jaarlijks 1% oplopend tot 5% in 2018
De opstartkosten zijn betaald in 2012 en bedroegen € 40.875,-. De verlaging salariskosten betreffen de medewerkers die per 1 januari 2013 zijn overgegaan naar de OFGV, met daarin verdisconteerd het verlies aan inkomsten van de gemeente Muiden omdat Weesp geen taken meer uitvoert voor Muiden. De BRZO-taken worden overgeheveld naar een BRZO-RUD, in dit geval de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG). Onderhandelingen over leveranties en tarieven zijn bij het opstellen van deze begroting nog in volle gang. De lasten zijn uit het budget OFGV gehaald, maar blijven gereserveerd voor de taakoverdracht naar de OD NZKG. Relatie tot de begroting
De lasten staan begroot op programma 3.
Informatie
1. Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken de raden en Provinciale Staten ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur van het openbaar lichaam gevoerde en te voeren beleid nodig is. 2. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken aan de raden en Provinciale Staten alle inlichtingen die door één of meer leden van die bestuursorganen worden verlangd. 3. Het reglement van orde voor het algemeen bestuur regelt de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het in de vorige leden bepaalde.
Risico’s
De deelnemers zijn verantwoordelijk voor eventuele tekorten van de OFGV.
Pagina 125 van 143
Werkvoorzieningschap Tomingroep
Vestigingsplaats
Hilversum
Doel
Werkvoorzieningschap Tomingroep voert de Wet sociale werkvoorziening uit voor elf deelnemende gemeenten.
Betrokkenen
Gemeenten Almere, Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Wijdemeren en Weesp.
Bestuurlijk belang
De bevoegdheden en taken zijn neergelegd in de gemeenschappelijke regeling die is vastgesteld in de raad van 19-09-1996. Het algemeen bestuur (ab) bestaat uit leden die door de raden van de deelnemende gemeente uit hun midden zijn benoemd en wordt geadviseerd door twee vaste adviseurs. Voor Weesp is wethouder H. Tuning lid van het ab. Het dagelijks destuur (db) bestaat uit drie door het algemeen bestuur (ab) uit zijn midden benoemde leden (gedelegeerden). Het db wordt geadviseerd door twee vaste adviseurs. De bestuursleden geven inhoud aan de regierol van de gemeenten en spelen stimulerende en initiërende rol in het verwerven van werk voor Tomingroep vanuit de deelnemende gemeente.
Financieel belang Relatie tot de begroting
De gemeente draagt bij in de kosten van de uitvoering Wet sociale werkvoorziening. Voor 2015 is de bijdrage begroot op € 18.000,De lasten staan begroot op programma 7.
Informatie
Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen Bestuur, en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting, rekening).
Risico’s
De gemeente is verantwoordelijk voor eventuele tekorten van het werkvoorzieningschap. Een mogelijk risico is de invoering van de Participatiewet in 2015, en de daarmee samenhangende bezuinigingen en veranderingen.
Pagina 126 van 143
Regionaal Bureau Leerlingzaken Vestigingsplaats
Bussum
Doel
Het Regionaal Bureau Leerlingzaken voert de handhaving uit van de Leerplichtwet 1969 van de negen gemeenten in Gooi en Vechtstreek en de gemeente Eemnes. Daarnaast voert het RBL voor deze tien gemeenten de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten uit. Met de handhaving van de leerplichtwet wordt bereikt dat iedere leerplichtige jongere adequaat gebruik maakt van zijn/haar recht op onderwijs. Hiermee wordt recht gedaan aan de politieke doelstelling: het terugdringen van schoolverzuim en het voortijdig schoolverlaten. Voorkomen moet worden dat jeugdigen tot 23 jaar voortijdig (dus zonder startkwalificatie) het onderwijs verlaten. Als daar dan toch sprak van is moeten acties worden ondernomen om de jeugdigen weer in een opleiding te herplaatsen.
Betrokkenen
Gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Wijdemeren , Weesp en Eemnes
Bestuurlijk Belang
De handhaving van de Leerplichtwet 1969 en de uitvoering van de RMC functie zijn vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling. Het Algemeen Bestuur van het RBL wordt gevormd door de portefeuillehouders onderwijs (P. Eijking; Weesp) van de tien gemeenten.
Financieel belang
Het RBL voert deels wettelijke en deels gemeentelijke taken uit. De aan de uitvoering van de gemeentelijke taken verbonden midden worden rechtstreeks doorgesluisd naar het RBL.
Relatie tot de begroting
De lasten en de baten staan verantwoord op programma 4.
InformatieUitwisseling
Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen bestuur.
Risico’s
Eventuele tekorten komen ten laste van de deelnemende gemeenten. In 2013 is de gemeentelijke bijdrage verhoogd met € 6.500,- en in 2014 met een bedrag van circa € 4.000,-. Daarmee is de sinds 2007 achterwege gelaten indexering gecompenseerd. De indexering is een aantal jaren niet doorberekend omdat het eigen vermogen van de RBL (te) hoog was. Op grond van afspraken uit 2007 zou het vermogen eerst verlaagd worden vóór indexering weer aan de orde. Die afspraak is nagekomen. In 2015 is de bijdrage vrijwel gelijk aan de bijdrage in 2014, € 25,- hoger. Dit komt omdat de bijdrage per leerling wordt berekend.
Pagina 127 van 143
Stichting Villa Primair
Vestigingsplaats
Huizen
Doel
De stichting heeft ten doel het geven van openbaar onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen. Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent bevoegdheden uit als bedoeld in artikel 48 WPO en in de statuten van de Stichting, met uitzondering van de opheffing van de school of scholen, de wijziging of de intrekking van deze regeling, de wijziging van de statuten of de ontbinding van de stichting of de terugvordering van de sch(o)l(en). .
Betrokkenen
Villa Primair is een stichting op basis van een gemeenschappelijke regeling met als deelnemende gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Stichtse Vecht, Muiden, Muiderberg, Naarden, Weesp en Wijdemeren. In Weesp betreft het de Openbare Basisscholen De Triangel en De Hobbedob.
Bestuurlijk Belang
De gemeente moet er voor zorgen dat er voldoende aanbod van openbaar onderwijs in de gemeente is. De stichting Villa Primair is het bestuurlijk vehikel om aan die wettelijke taak te kunnen voldoen in deze bestuurlijk en juridisch steeds complexer wordende onderwijswereld. Het algemeen bestuur heeft 7 leden en evenzoveel plaatsvervangers. De gemeente Weesp is met 1 lid en zijn/haar plaatsvervanger vertegenwoordigd
Financieel belang
Villa primair voert de gemeentelijke bestuurlijke taken ten aanzien van het openbaar basisonderwijs uit. Daarmee zijn ook de aan het onderwijs gerelateerde middelen (behalve die voor de onderwijshuisvesting) overgedragen aan de stichting. Omdat het openbaar onderwijs een wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente is, blijft iedere gemeente uiteindelijk zelf eindverantwoordelijk voor de financiële positie van de binnen hun grenzen liggende basisscholen.
Relatie tot rekening
Villa Primair ontvangt de rijkssubsidie rechtstreeks van het Ministerie van OCW. De gemeenten doen geen extra bijdragen bovenop de rijksuitkering.
InformatieUitwisseling
Informatie-uitwisseling vindt plaats door deelname van alle gemeenten (portefeuillehouders) aan het Gemeenschappelijk Orgaan van de gemeenschappelijke regeling. Hierin wordt informatie uitgewisseld met de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht, en zo nodig bestuurlijk bijgestuurd.
Risico’s
Uiteindelijk draagt de gemeente de verantwoordelijkheid voor de financiën van het openbaar onderwijs. Er is enig risico omdat Villa Primair direct na de fusie problemen heeft onderkend die eerder niet zo ingeschat waren. Over de maatregelen die tot een oplossing voor de financiële problemen moeten leiden is uitgebreid overleg gevoerd. Op basis van de overgelegde stukken, in combinatie met een aantal maatregelen dat door de directeur-bestuurder, met instemming van de Raad van Toezicht en het Gemeenschappelijk Orgaan genomen is, bestaat de indruk dat de financiële situatie en daarmee de risico’s onder controle zijn. De vinger wordt echter aan de pols gehouden.
Pagina 128 van 143
Veiligheidsregio Vestigingsplaats
Hilversum
Doel
De Veiligheidsregio behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen: a. brandweerzorg; b. geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; c. de samenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding d. multidisciplinaire crisisbeheersing; e. het inrichten en instandhouden van de gemeenschappelijke meldkamer. De vorming van een Veiligheidsregio helpt de kwaliteit, continuïteit en effectiviteit van de hulpverleningsorganisaties vergroten omdat de noodzakelijke kwaliteit van crisisbeheersing en rampbestrijding in geval van een grootschalig incident alleen in regionaal verband is te garanderen;
Betrokkenen
Gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Wijdemeren en Weesp.
Bestuurlijk belang
De bevoegdheden en taken zijn neergelegd in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Wijziging gemeenschappelijke regeling vanaf 2014 Als gevolg van het inwerkingtreden van de gewijzigde Wet Veiligheidsregio’s is de ‘Gemeenschappelijk Regeling Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek 2011’ aangepast. Tevens is i.v.m. de inwerkingtreding van de Politiewet 2012 de thans bestaande juridische basis van aanwijzing en vervanging van de voorzitter van de Veiligheidsregio veranderd (opheffen regionale politiekorpsen en dus ook geen ‘korpsbeheerder van een regionaal politiekorps’ meer). Ook is o.b.v. een evaluatie van de kostenverdeling een nieuwe kostenverdeelsleutel in deze nieuwe regeling opgenomen. De wijziging gemeenschappelijke regeling en vaststelling ‘Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek 2014’, waarin de nieuwe verdeelsleutel van de gemeentelijke bijdragen is opgenomen, is de raadvergadering van 12 december 2013 vastgesteld. De Veiligheidsregio kent de volgende bestuursorganen: a. het algemeen bestuur; b. het dagelijks bestuur; c. de voorzitter. Het Algemeen Bestuur wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Elk lid heeft een stem. De voorzitter is tevens coördinerend burgemeester voor de Veiligheidsregio. Het dagelijks bestuur bestaat uit: a. de voorzitter van het algemeen bestuur; b. twee leden, aan te wijzen door en uit het algemeen bestuur.
Financieel belang
Het financiële belang is substantieel. De gemeenten betaalden vanaf 1 januari 2009 hun bijdragen op basis van historische kosten. Vijf jaar na instelling van
Pagina 129 van 143
de Brandweer Gooi & Vechtstreek, zou een evaluatie van de opzet plaatsvinden. In 2013 heeft dit geresulteerd in een nieuwe verdeelmethodiek van de gemeentelijke bijdragen die vanaf 2015 gefaseerd wordt ingevoerd. Nieuwe Verdeelsleutel Aan de gemeenteraden is de invoering van een nieuwe verdeelsleutel voor de bijdragen aan de Veiligheidsregio voorgelegd. Als verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdragen wordt met ingang van 1 januari 2017 gehanteerd de verhouding van de in de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de individuele gemeenten voor openbare orde en veiligheid voor brandweer en rampenbestrijding opgenomen bedragen. Deze verdeelsleutel wordt in een overgangsperiode van drie jaar ingevoerd, te beginnen in 2015. In 2015 worden de gemeentelijke bijdragen voor 1/3e deel verdeeld op basis van deze sleutel (en voor 2/3e deel op basis van de bestaande verdeelsleutel). In 2016 worden de gemeentelijke bijdragen voor 2/3e deel verdeeld op basis van deze sleutel (en voor 1/3e deel op basis van de bestaande verdeelsleutel). In 2017 worden de gemeentelijke bijdragen volledig verdeeld op basis van deze sleutel. Taakstelling In de begroting 2012 is een taakstelling aangenomen waarin over vier jaar in totaal 10% bezuinigd zal worden. (start 2012 tot en met 2015). 2012 3,8%; 2013 5,8%; 2014 7,2%; 2015 10%. In totaal 1,7 miljoen (cumulatief 10%).
Relatie tot begroting
De bijdrage 2015 van in totaal € 1.007.771,- staat begroot op programma 10.
Informatieuitwisseling
Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen bestuur en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting, rekening).
Risico’s
Eventuele tekorten komen ten laste van de deelnemende gemeenten.
Pagina 130 van 143
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen Vestigingsplaats
Breukelen
Doel
Het beheer van de archiefbescheiden van de gemeenten zoals neergelegd in de Archiefwet 1995 op deskundige wijze te doen uitvoeren en, gezien het culturele belang van de lokale en de regionale geschiedbeoefening daartoe aan te leggen, te beheren en te bewaren, een zo compleet mogelijke collectie bronnenmateriaal op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis.
Betrokkenen
De Bilt, De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Weesp. Als centrumgemeente van de gemeenschappelijke regeling wordt aangewezen: de gemeente Stichtse Vecht
Bestuurlijk belang
De bevoegdheden en taken zijn neergelegd in de gemeenschappelijke regeling. In het Algemeen Bestuur (AB) zitten de vier burgemeesters, benoemd door de colleges ‘uit hun midden’. Voorzitter is de vertegenwoordiger van de centrumgemeente, de streekarchivaris is secretaris. De dagelijkse leiding berust bij de streekarchivaris, onder verantwoordelijkheid van B&W van de centrumgemeente.
Financieel belang
Het financiële belang is gemiddeld. De gemeenten betalen hun bijdragen op basis een bedrag van € 57,86 per strekkende meter in bewaring gegeven archief van elk der deelnemende gemeenten, zulks gemeten naar de toestand per 1 januari van het aan het begrotingsjaar voorafgaande kalenderjaren. Daarnaast betalen de deelnemende gemeenten een bedrag per inwoner ter dekking van het, na verwerking van de bijdrage bedoeld onder a, resterende saldo van lasten en baten. Het aantal inwoners per deelnemende gemeente geldt zoals dat per 1 januari van het aan het begrotingsjaar voorafgaande kalenderjaar door het C.B.S. is vastgesteld Specifieke opdrachten worden bij de opdrachtgever apart in rekening gebracht.
Relatie tot begroting
De bijdrage 2015 van in totaal € 85.500,- staat begroot op programma 8.
Informatieuitwisseling
Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen bestuur en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting, rekening).
Risico’s
Eventuele tekorten komen ten laste van de deelnemende gemeenten.
Pagina 131 van 143
Samenvattend zijn de bijdragen in de begroting 2015 als volgt. Bedrag van het belang Naam verbonden partij Regio Gooi & Vechtstreek 2.309.910 OFGV nettobijdrage 194.585 Regionaal Bureau Leerlingzaken 26.270 Stichting Villa Primair Veiligheidsregio 1.007.771 Tomingroep 18.000 Regionaal Historisch Centrum 85.500 Totaal 3.642.036
Programma 1, 2 en 6 3 4 4 5 7 8
Pagina 132 van 143
G
GRONDBELEID
Algemeen Eind 2014 wordt een nieuwe nota grondbeleid vastgesteld. Er lagen 4 redenen ten grondslag aan de keuze om een nieuwe nota grondbeleid op te stellen: 1. Op basis van financiële voorschriften zoals het Besluit Begroting en Verantwoording (hierna: BBV) moet de gemeenteraad een visie op het grondbeleid formuleren en actualiseren, in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting. Daarnaast is een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert nodig; 2. De voor het grondbeleid relevante wet- en regelgeving is gewijzigd. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) met daarin de grondexploitatiewet, aanpassingen in het grondbeleids-instrumentarium en de wetgeving en jurisprudentie rondom het aanbestedingsrecht en staatssteun zijn met name van belang; 3. De effecten van de economische crisis op gebiedsontwikkelingen en de veranderende rol van overheden daarin, geven aanleiding om het te voeren grondbeleid onder de loep te nemen; 4. De maatschappelijke ontwikkelingen die ook hun weerslag hebben op de rol van de overheid en gemeenten in het bijzonder. Voorkeursrecht Er geldt op dit moment geen voorkeursrecht op percelen in Weesp. Overzicht complexen De gemeente Weesp beschikt over 5 complexen. De complexen zijn te onderscheiden in de navolgende categorieën: A. Niet in exploitatie genomen gronden B. In exploitatie genomen gronden C. Overige projecten Deze categorieën worden hieronder toegelicht. A. Niet in exploitatie genomen gronden Plataanlaan De gemeente is eigenaar van 3 aaneengesloten woningen aan de Plataanlaan. Deze liggen naast winkelcentrum Hogeweij. De verwerving van de woningen maakt het mogelijk dat de gemeente tot aanleg van een rotonde kan overgaan op de voor de woningen liggende Amstellandlaan waar nu nog een verkeersregelinstallatie staat. Wanneer de rotonde wordt aangelegd is nog niet bepaald en zal mede afhangen van voortgang van de herinrichting van het omliggende gebied. Voorts heeft de verwerving van de woningen de positie van de gemeente in het overleg omtrent de genoemde herinrichting van het gebied rondom winkelcentrum Hogeweij versterkt. B. In exploitatie genomen gronden De volgende complexen zijn reeds in exploitatie genomen: - Papelaan - Horn 5 Papelaan De locatie direct ten zuiden van de voetbalvelden van FC Weesp is verkocht en geleverd aan een VOF bestaande uit corporatie Eigen Haard en bouw/ontwikkelbedrijf Ooms. Het bestemmingsplan voor het gebied voorziet inmiddels in woningbouw, tevens zijn er omgevingsvergunningen afgegeven. Door de crisis op de woningmarkt is de afzet van de woningen echter ernstig vertraagd. Overleg met de VOF is opgestart.
Pagina 133 van 143
Horn 5 De locatie Horn 5 is al jarenlang gemeentelijk eigendom. De (diepe) ondergrond van de locatie is ernstig vervuild. De locatie wordt gesaneerd. Het gaat om een langdurige, biologische sanering. Na afronding van de sanering, voorlopig in 2015, zal een besluit tot verkoop van de locatie worden genomen. Op basis van het door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan kunnen enkele grondgebonden woningen op de locatie worden gebouwd
Een geactualiseerd overzicht geeft het volgende beeld complex Boekwaarde Nog te maken Nog te verwachten 1 januari 2015 Papelaan 4.107.671 Horn 5 337.377 Plataanlaan 773.789 totaal 5.218.837 * exclusief bodemsanering
kosten 384.644 75.629 817.721 1.277.994
opbrengsten* -6.250.000 -526.860 -1.868.488 -8.645.348
Verwacht expl. Resultaat op eindwaarde -1.757.685 -113.854 * -276.978 -2.148.517
C. Overige projecten - Nijverheidslaan 9 - Nijverheidslaan 14 De gemeente is eigenaar van 2 bedrijfspanden aan Nijverheidslaan 9 en 14. De locaties zijn aangekocht met het oog op de transformatie van de Nijverheidslaan. Met name door de (bouw)crisis is de transformatie tot op heden nog niet van de grond gekomen. Of een, al dan niet gedeeltelijke, transformatie van bedrijventerrein Nijverheidslaan in 2015 wel van de grond komt is niet duidelijk.
Pagina 134 van 143
IV FINANCIËLE POSITIE Inleiding Conform artikel 20 van de BBV wordt in dit hoofdstuk de financiële situatie en het meerjarenperspectief van de Gemeente Weesp aan de orde gesteld. Aan de orde komen; de jaarlijks terugkerende arbeidskosten, de financiering en de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen. Jaarlijks terugkerende arbeidskosten: Salarissen: Begroot 2015: Bestuur Organisatie Griffie Ambtenaren Burgelijke stand Totaal:
Huidig
Voormalig
personeel
personeel
Overige
576.750
136.000
7.642.602
215.000
131.750
-
12.750
-
8.363.852
Totale arbeids-
arbeidskosten kosten -
712.750
461.946
8.319.548
27.933
159.683 12.750
351.000
489.879
9.204.731
Lasten en baten financieringsfunctie Hieronder volgt een overzicht van de verwachtte inzet van middelen ten behoeve van de van de investeringen van activa met een economisch nut en de kortlopende schulden. De investeringen met een maatschappelijk nut worden niet geactiveerd, maar gefinancierd uit budgetten of voorzieningen. Te denken valt hierbij aan investeringen in de infrastructuur zoals wegen. De doorbelaste kapitaallasten betreffen de rente en afschrijvingen op de investeringen. Deze worden doorbelast naar de producten en kostenplaatsen.
rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015
LASTEN rente gespecificeerd naar: Rente Rekening Courant Rente geldleningen Toe te rekenen rente
21.000 600.853
21.000 605.323
21.000 508.323
Overige goederen en diensten gespecificeerd naar : Afschrijvingen
1.737.612
2.036.000
2.114.000
Totaal lasten
2.359.465
2.662.323
2.643.323
Doorberekende afschrijvingen aan programma’s Doorberekende rente aan programma’s rente rekening courant Toegerekende rente projecten/grondexploitaties saldo kostenplaatsen
-1.737.612 -1.549.037
-2.036.000 -1.610.000
-2.114.000 -1.498.000
927.184
983.677
968.677
Totaal baten
-2.359.465
-2.662.323
-2.643.323
BATEN
Pagina 135 van 143
Stand en verloop van Reserves en Voorzieningen -/- is nadeel + is voordeel Algemene reserves Bestemmingsreserves Voorzieningen Totaal R&V
Stand begin 2015 Toevoegingen Onttrekkingen Stand ultimo 2015 -9.797.366 300.000 -9.497.366 -3.011.645 -36.421 314.261 -2.733.805 -1.652.041 -190.000 222.115 -1.619.926 -14.461.052 -226.421 836.376 -13.851.097
Voor meer gedetailleerde informatie over de ontwikkeling van reserves en voorzieningen wordt kortheidshalve verwezen naar de bijlage reserves en voorzieningen. De mutaties bestaan vooral uit: - Jaarlijkse toevoeging voorziening wachtgeld voormalig personeel; - Jaarlijkse toevoeging voorziening pensioen wethouders (APPA); - Jaarlijkse toevoeging groot onderhoud gebouwen; - Uitgaven voorziening in verband met wachtgelden voormalig personeel; - Uitgaven groot onderhoud gebouwen; - Verevening kostendekkende producten afvalstoffenheffing en rioolheffing; - Onttrekking reserve bodemsanering ten behoeve van sanering Horn 5.
Overzicht baten en lasten per programma In het overzicht op de volgende pagina worden de baten en lasten per programma aangegeven. Deze zogeheten recapitulatiestaat is wettelijk (artikel 17 e.v. BBV) voorgeschreven om de Raad inzicht te geven welke bedragen gemoeid zijn met de beleidsdoelstellingen. De staat is inclusief toevoegingen aan voorzieningen en exclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Deze toevoegingen en onttrekkingen zijn in het overzicht apart weergegeven, zodat inzicht wordt gegeven in het resultaat vóór en na bestemming per programma. Daarnaast zal een toelichting gegeven worden op de aanmerkelijke verschillen tussen het betreffende begrotingsjaar 2015 en de jaarrekening 2013, alsmede op de aanmerkelijke verschillen tussen begrotingsjaar 2015 en begrotingsjaar 2014.
Pagina 136 van 143
Pagina 137 van 143
+ is een negatief saldo
-/- is een voordelig saldo
Programma's: 1. Algemeen bestuur en burgerzaken 2. Stadsbeheer, verkeer en vervoer 3. Bouwen en milieu 4. Onderwijs en sport 5.Jeugd 6. Wmo 7. Sociale voorzieningen 8. Cultuur, recreatie, toerisme, EZ en volkshuisvesting 9. Financiën, algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 10.Openbare orde en veiligheid Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen: Lokale heffingen Algemene uitkeringen (exclusief WMO) Dividend Saldo financieringsfunctie Overige algemene dekkingsmiddelen Subtotaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves: 1. Algemeen bestuur en burgerzaken 2. Stadsbeheer, verkeer en vervoer 3. Bouwen en milieu 4. Onderwijs en sport 5.Jeugd 6. Wmo 7. Sociale voorzieningen 8. Cultuur, recreatie, toerisme, EZ en volkshuisvesting 9. Financiën, algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 10.Openbare orde en veiligheid Subtotaal mutaties reserves Resultaat na bestemming
Meerjaren overzicht baten en lasten( X € 1.000,- )
3.105 10.183 5.121 4.096 117 4.039 7.343 1.288 172 3.419 38.883 241 634 875 39.758 353 67 300 1 1.321 2.042 41.800
-337 -4.729 -1.653 -1.244 -1.885 -6.500 -199 -1.552 -71 -18.170
-3.888 -17.146 -50 -12 -21.096 -39.266
-48 -224 -898 -225 -8 -1.489 -2.892 -42.158
-48 -224 -545 67 75 -7 -168 -850 -358
-3.647 -17.146 -50 622 -20.221 492
2.767 5.454 3.467 2.852 117 2.154 843 1.089 -1.380 3.348 20.713
2013 REALISATIE Baten Lasten Saldo
-51 -1.493 -132 -18 -235 0 -1.929 -39.997
-3.876 -15.796 -65 -42 -19.779 0 -38.068
-386 -5.167 -843 -1.179 -1.843 -6.769 -137 -1.948 -17 -18.289
1 1 39.996
626 626 60 39.995
3.440 12.141 3.240 4.161 98 4.529 7.973 1.356 569 1.799 39.308
-51 -1.493 -132 -18 1 -235 0 -1.928 -1
-3.876 -15.796 -65 584 -19.153 60 1.927
3.054 6.974 2.397 2.982 98 2.686 1.204 1.220 -1.379 1.782 21.019
2014 Begroting ná wijziging Baten Lasten Saldo
-279 -300 -579 -42.607
-4.086 -15.109 -65 -42 -19.302 -42.028
-387 -4.458 -1.014 -1.033 -3.122 -4.172 -6.590 -137 -1.796 -17 -22.726
1 1 42.608
529 529 60 42.607
3.591 9.820 2.928 4.050 3.220 6.945 7.976 1.234 428 1.825 42.017
-279 -300 1 -578 1
-4.086 -15.109 -65 487 -18.773 60 579
3.204 5.362 1.914 3.017 98 2.774 1.386 1.097 -1.368 1.808 19.291
2015 Begroting vóór wijziging Baten Lasten Saldo
97 1 98 42.665
-150 -43.179
529 529 60 42.567
3.591 9.963 2.928 4.050 3.159 7.083 7.485 1.234 559 1.925 41.977
-150 -
-4.216 -15.264 -65 -42 -19.587 -43.029
-447 -5.128 -1.014 -1.033 -3.061 -4.310 -6.500 -137 -1.796 -17 -23.442
Baten
2016 RAMING Lasten
-52 -514
1 -
-53 -
-4.216 -15.264 -65 487 -19.058 60 -462
3.144 4.835 1.914 3.017 98 2.774 986 1.097 -1.237 1.908 18.535
Saldo
-150 -43.027
-150 -
-4.346 -15.285 -65 -42 -19.738 -42.877
-507 -5.015 -1.014 -1.033 -2.970 -4.236 -6.414 -137 -1.796 -17 -23.139
Baten
185 42.614
184 1 -
529 529 60 42.429
3.591 10.064 2.928 4.050 3.069 7.009 7.299 1.234 571 2.025 41.839
2017 RAMING Lasten
35 -414
1 -
34 -
-4.346 -15.285 -65 487 -19.209 60 -448
3.084 5.049 1.914 3.017 98 2.774 886 1.097 -1.226 2.008 18.700
Saldo
-150 -43.245
-150 -
-4.476 -15.211 -65 -42 -19.794 -43.095
-557 -5.204 -1.014 -1.033 -2.970 -4.229 -6.344 -137 -1.796 -17 -23.301
Baten
288 42.859
287 1 -
529 529 60 42.571
3.591 10.150 2.928 4.050 3.068 7.002 7.230 1.234 703 2.025 41.981
2018 RAMING Lasten
138 -387
1 -
137 -
-4.476 -15.211 -65 487 -19.265 60 -524
3.034 4.946 1.914 3.017 98 2.774 886 1.097 -1.093 2.008 18.680
Saldo
TOELICHTING LASTEN EN BATEN Conform artikel 19 van het BBV dienen de oorzaken van aanmerkelijke verschillen met het vorig begrotingsjaar respectievelijk de realisatie van voor vorig begrotingsjaar te worden toegelicht in het hoofdstuk IV financiële positie, onder toelichting op de lasten en baten. Voor de duidelijkheid wordt de toelichting ook per programma onder “Wat mag het kosten ?” gegeven. In het BBV staat dat het gaat om aanmerkelijke verschillen. Nadrukkelijk heeft de wetgever bedoeld om op hoofdlijnen de verschillen te analyseren. Aanmerkelijke verschillen per programma begroting 2015 t.o.v. de begroting 2014 Voor een analyse van de afwijkingen wordt verwezen naar de financiële toelichting onder de programma’s 1 t/m 9 van deze begroting. Aanmerkelijke verschillen per programma begroting 2015 t.o.v. de (jaar)rekening 2013 Voor een analyse van de afwijkingen wordt verwezen naar de financiële toelichting onder de programma’s 1 t/m 9 van deze begroting.
INCIDENTELE LASTEN EN BATEN Ingevolge artikel 19 van het BBV wordt in de begroting een overzicht van de incidentele lasten en baten gegeven. Bij de opstelling van de begroting 2015 is uitgegaan van de structurele begroting van voorgaand jaar inclusief verwerking van ontwikkelingen en bezuinigingsvoorstellen. Deze ontwikkelingen en bezuinigingen zijn in beginsel structureel, met uitzondering van het product bijstand. In 2015 wordt het budget verhoogd met € 200.000,- en in de twee daarop volgende jaren weer geleidelijk afgeraamd. Voor het overige zijn er geen incidentele lasten en baten in 2015.
Pagina 138 van 143
VI
BIJLAGEN
Pagina 139 van 143
KERNGEGEVENS 2015 Peildatum
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Sociale Structuur Aantal inwoners* samenstelling (bron CBS en bevolkingsgegevens)
18.170
18.249
18.284
1.013 961 1.961 6.914 3.923 3.398
1.030 971 1.934 7.088 3.876 3.350
1.008 979 1.967 6.909 3.972 3.449
287 1.198 1.390
259 1.220 1.386
327 1.186 1.390
282 281 0 1
287 287 -
292 293 0 1
261 387 260 0 120 40 10
300 400 300 70 120 65 5
339 413 340 140 120 90 0
2.183
2.183
2.183
Historische stads - of dorpskern
2.062 121 19
2.062 121 19
2.062 121 19
Aantal w oonruim ten (incl. w oonw agens/w oonschepen)
8.722
8.845
8.762
8.549
8.670
8.589
1 5 167
3 n.v.t. 5 167
1 n.v.t. 5 167
8,32 4,00 2,08
8,36 4,05 2,06
8,38 4,01 2,09
88.500
88.159
88.159
27.400 61.100
27.400 61.759
27.400 61.759
en w andelw egen in m eters
17650
17.650
17.650
Lengte van w aterw egen in m eters
17.000
17.000
17.000
480.147 103.375 202.800 118.000 24.169 31.803
480.147 103.375 202.800 118.000 24.169 31.803
480.147 103.375 202.800 118.000 24.169 31.803
5.865
5.865
6.600
6.353
6.353
6.353
0 - 4 jaar 5 - 9 jaar 10 - 19 jaar 20 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 jaar en ouder Leerlingen onderw ijsinstellingen teldatum Aantal leerlingen openbaar basisonderw ijs Aantal leerlingen bijzonder basisonderw ijs Aantal leerlingen voortgezet onderw ijs Aantal periodieke bijstandsgerechtigden verdeling Personen beneden 65 jaar Personen van 65 jaar en ouder Personen elders verzorgd Aanvragen periodieke bijzondere bijstand Aantal overige incidentele uitkeringen Aantal aanvragen overbruggingsuitkering Deelnemers collectieve aanvullende ziektekostenvezekering Aantal gesubsidieerde dienstbetrekkingen Aantal trajecten Aantal uitstroom als gevolg van klantmanagement Aantal zelfstandigen Fysieke structuur Oppervlakte gem eente in hectare waarvan Land (inclusief stads- of dorpskern) Binnenw ater
waarvan Woningen Wooneenhedenvoorraad Recreatiew oningen Capaciteit bijzondere w oongebouw en ** Woonw agens Woonschepen Bevolkingsdichtheid per ha. Woningdichtheid per ha Woningbezetting Lengte van w egen in m eters waarvan Buiten de bebouw de kom Binnen de bebouw de kom Lengte van de recreatieve fiets-, ruiter-
Aantal m 2 openbaar groen Begraafplaatsen Gazon Berm en Heesters Bosplantsoen Aantal bom en Bom en Aantal m 2 onverharde paden Onverharde paden
* Per 31 decem ber van het rekeningjaar of verw acht in het begrotingsjaar ** De bijzondere w oongebouw en w orden per 1-1-2013 niet meer door het CBS meegeteld en zijn omgezet naar w oningen (op basis van de BAG). Dit betreffen voornamelijk kamers in verzorgings- en verpleeghuizen.
De cijfers met betrekking tot bijstand zijn gelijk gehouden aan 2014 omdat nog onvoldoende bekend is wat onder andere de effecten van de participatiewet zullen zijn (toestroom WAjongers).
Pagina 140 van 143
PERSONELE STERKTE (FTE) Werkelijk
Begroot
Begroot
Raming
Raming
2013
2014
2015
2016
2017
Griffie
1,58
2,00
2,00
2,00
2,00
Burgem eester en w ethouders (B&W)
3,25
3,25
4,00
4,00
4,00
1,00 2,08 1,00 4,19 1,72 4,28 5,78 1,11 21,17
1,00 2,03 2,00 4,19 2,00 3,50 5,78 20,50
1,00 2,14 1,00 4,19 2,39 3,50 5,78 20,00
1,00 2,14 1,00 4,19 2,39 3,50 5,78 20,00
1,00 2,14 1,00 4,19 2,39 3,50 5,78 20,00
1,00 2,22 3,00 7,78 3,33 5,22 3,89 26,45
1,00 2,00 3,00 6,00 4,33 5,17 3,89 25,39
1,00 2,00 3,00 6,44 4,00 3,67 3,89 24,00
1,00 2,00 3,00 6,44 4,00 3,67 3,89 24,00
1,00 2,00 3,00 6,44 4,00 3,67 3,89 24,00
1,00 4,94 1,50 4,67 3,00 15,11
1,00 4,94 1,50 5,67 3,00 16,11
1,00 4,11 1,50 5,67 3,00 15,28
1,00 4,11 1,50 5,67 3,00 15,28
1,00 4,11 1,50 5,67 3,00 15,28
1,00 14,81 6,86 1,00 2,00 3,00 28,67
1,00 14,31 6,96 1,00 2,00 4,00 29,27
1,00 16,42 6,96 1,00 1,44 4,00 30,83
1,00 16,42 6,96 1,00 1,44 4,00 30,83
1,00 16,42 6,96 1,00 1,44 4,00 30,83
1,00 13,61 16,89 31,50
1,00 12,61 11,94 25,55
1,00 12,61 12,94 26,56
1,00 12,61 12,94 26,56
1,00 12,61 12,94 26,56
127,73
122,08
122,67
122,67
122,67
Om schrijving
GEMEENTESECRETARIS Gemeentesecretaris Bestuurssecretariaat Bestuursadviseur P&O Communicatie Juridische Zaken Projectbureau Gemeente-archivaris ADJUNCT DIRECTEUR Adjunct directeur P&C Financiële administratie Faza Automatisering Informatiebeheer/beleid Belastingen VERGUNNINGEN & TOEZICHT Afdelingshoofd Vergunningen Milieu Handhaving Bestemmingsplannen / RO SAMENLEVING Afdelingshoofd Eenheid Samenleving Burgerzaken Openbare Orde en Veligheid (OOV) Economische Zaken Receptie / KCC STADSBEHEER Afdelingshoofd OV Wijkbeheer (beleid / uitvoering / buitendienst)
Totaal
Pagina 141 van 143
OVERZICHT KAPITAALLASTEN
Totaal kostenplaatsen
boekwaarde begin 2015 1.302
afschrijving 2015 389
rente 2015 49
Totaal boekwaarde kapitaallasten eind 2015 438 913
Totaal programma 1
443
31
13
44
412
Totaal programma 2
15.466
641
464
1.105
14.826
Totaal programma 3
2.799
14
84
98
2.785
Totaal programma 4
28.117
1.029
843
1.872
27.088
Totaal programma 5
41
3
1
5
37
Totaal programma 8
1.305
3
39
42
1.302
Totaal programma 9
140
4
4
8
136
Eindtotaal
49.612
2.114
1.498
3.612
47.499
RESERVES EN VOORZIENINGEN Dienstjaar 2015
Bedragen x € 1.000
Nummer Naam reserve / voorziening 0501043 Algemene reserve Bestemmingsreserves 0501004 Reserve Bodemsanering II 0501005 Reserve gemeentemuseum 0501040 Reserve WWB I-deel 0501055 Reserve vereveningsfonds grondexploitatie 0501056 Reserve afvlakking tarief stortkosten 0501057 Reserve nivellering tarief rioolrecht 0501058 Reserve monumentensubsidie 0501062 Reserve Kunstgrasvelden 0501063 Reserve WMO Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves
Beginsaldo -9.797 -318 -6 -75 -1.277 -295 -872 -101 -67 -143 -3.012 -12.809
Voorzieningen 0601014 Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen 0601015 Voorziening bomenbeheersplan 0601055 Voorziening pensioenverplichtingen wethouders (APPA) Totaal voorzieningen Totaal Generaal
Overige vermeerderingen (stortingen, 560)
Overige verminderingen (onttrekkingen) Eindsaldo 300 -9.497
-1
-35
164 150
-36 -36
314 614
-318 -8 -75 -1.277 -131 -758 -101 -67 -143 -2.734 -12.231
3 8 7 3 2 2 3 4 6
1 2 1
-177 -129 -1.346 -1.652
-190 -190
32 222
13 -129 -1.504 -1.620
-14.461
-226
836
-13.851
Pagina 142 van 143
190
Programma
Pagina 143 van 143
* Er is uitgegaan van tariefstijging 18,50.
0501053 Algemene reserve Bestemmingsreserves 0501004 Reserve Bodemsanering II 0501005 Reserve gemeentemuseum 0501040 Reserve WWB I-deel 0501055 Reserve vereveningsfonds grondexploitatie 0501056 Reserve afvlakking tarief stortkosten 0501057 Reserve nivellering tarief rioolrecht* 0501058 Reserve monumentensubsidie 0501062 Reserve Kunstgrasvelden Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves Voorzieningen 0601014 Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen 0601015 Voorziening bomenbeheersplan 0601055 Voorz. Pensioenverplichtingen wethouders (APPA) Totaal voorzieningen
Bedragen X € 1.000
-177 -129 -1.346 -1.652
120 32 152
-190 -311
314 614
-121
-36 -36
-35
164 150
-318 -6 -75 -1.277 -295 -872 -101 -67 -3.012 -12.809 -1
300
-190 -311
-121
-98 -98
-2 -95
-1
125 -124 44 45
150 150
150
-190 -311
-121
-217 -217
-216
-1
133 -124 65 74
183 183
33 150
-190 -311
-121
-356 -356
-355
-1
121 -124 66 63
-162 -501 -1.898 -2.562
-318 -11 -75 -1.277 68 -31 150 -973 -101 -67 -3.072 218 -12.284
-9.497
2015 2015 2016 2016 2017 2017 2018 2018 Eindstand Toevoeging vermindering Toevoeging vermindering Toevoeging vermindering Toevoeging vermindering
-9.797
Beginsaldo
OVERZICHT MEERJARENRAMING RESERVES EN VOORZIENINGEN