Inhoud Een woord vooraf van de school
2
Een woord vooraf van het bestuur
3
De missie en visie van onze school
4
Wat onze kinderen leren
7
De Resultaten van het onderwijs
11
Leerlingenzorg en begeleiding
14
Contact ouders en school
18
Kwaliteit van het onderwijs en klachten Leerplicht en kwalificatieplicht Afspraken van A t/m Z
27
Uitgave: juni 2014
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
1
24
21
Een woord vooraf….. …..van de school Voor u ligt de schoolgids van basisschool Mariënhof. In deze gids willen wij u laten zien waar onze school voor staat en u informeren over allerlei activiteiten bij ons op school. We laten zien wat onze school voor u en uw kinderen kan betekenen en wat u van ons kunt verwachten. U ontvangt deze gids digitaal. Ook is deze gids op de website te bekijken. Mocht u de gids ook in een papieren versie willen ontvangen dan kunt u dit doorgeven aan Miriam van Hoogstraten. (
[email protected]) De schoolgids is gemaakt in overleg met de medezeggenschapsraad. Naast de schoolgids ontvangt u voor het begin van het nieuwe schooljaar onze kalender. In deze kalender vindt u allerlei informatie die jaarlijks aangepast wordt. Voorbeelden hiervan zijn bijv. de groepsverdeling en het vakantierooster. Tevens kunt u zich ook laten informeren door de brochure "De basisschool" van het ministerie van onderwijs, die naar u wordt verstuurd op het moment, dat uw zoon of dochter de 3-jarige leeftijd bereikt. U kunt met uw vragen over onderwijs ook gratis terecht bij 0800-5010, de informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs. Een school maak je samen. Het is belangrijk dat ouders actief meedenken en meebeslissen via ouderraad en medezeggenschapsraad. Zo proberen we samen te werken aan de verbetering van onze school. Dit is een continu proces waarover we u informeren via de Nieuwsflits, onze website, de kalender en de schoolgids. Wij nodigen u van harte uit om ons te laten weten wat u op onze school goed vindt gaan en op welke gebieden wij ons nog kunnen verbeteren. In de tekst van deze gids spreken we van ouders. Het spreekt voor zich dat we in dit geval ook de verzorgers van leerlingen bedoelen. Ditzelfde geldt voor de hij-vorm: in al deze gevallen hebben we het ook over meisjes en vrouwelijke leerkrachten. Namens het team, Erie van Teeffelen
directeur
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
2
Een woord vooraf….. .....van het bestuur Voor u ligt de schoolgids 2014-2015 van bs. Mariënhof, één van de 17 scholen van de Stichting SPOM. De schoolgids is een informatiebron voor alle ouders en verzorgers van kinderen die op één van onze scholen zitten. De school van uw kind(eren) valt onder het bestuur van SPOM (Stichting Primair Onderwijs Maas en Waal). Ca. 330 leerkrachten zetten zich dagelijks in voor 3250 kinderen. SPOM biedt openbaar, katholiek en algemeen christelijk basisonderwijs aan op 17 scholen (waaronder 1 speciale school voor basisonderwijs) in de gemeenten West Maas&Waal en Druten. Spom biedt in Beneden-Leeuwen en in Druten kinderopvang aan en is daarnaast verantwoordelijk voor alle peuterspeelzalen in beide gemeenten. De scholen worden door het bestuur nadrukkelijk uitgenodigd hun eigen identiteit te waarborgen en zich te onderscheiden van de collega-scholen. De scholen hebben een grote mate van vrijheid m.b.t. de wijze waarop zij hun onderwijs inrichten. Het bestuur vertrouwt op de ‘eigen kracht’ van de school en het beleidsvoerend vermogen van de directie. Daarin zijn de scholen autonoom. Wel legt de school verantwoording af aan het bestuur over de resultaten van het gegeven onderwijs. In deze schoolgids kunt u lezen waar de school van uw keuze voor staat en hoe zij haar onderwijs heeft ingericht. Alle scholen werken vanuit een stichtingsbreed vastgesteld algemeen kader. Binnen dit kader legt elke school haar accenten. Deze verschillen tussen scholen geven ouders meer mogelijkheden om de school te kiezen die het beste past bij de onderwijsbehoefte van hun zoon of dochter. Van de school mag u verwachten dat zij u informeert over de beleidskeuzes die zij maakt en dat zij de grenzen van haar mogelijkheden aangeeft. U kunt met de school in gesprek gaan over uw verwachtingen om zo tot een goede afstemming te komen. Samen heeft u hetzelfde doel: “De voorspoedige ontwikkeling van uw kind”. Het bestuur verwacht van de school dat ze met u in gesprek blijft om afstemming te bereiken tussen uw verwachtingen en haar mogelijkheden. We hopen dat de school erin slaagt, om samen met u, een stimulerende omgeving te realiseren en uw kind datgene kan bieden dat aan de wederzijdse verwachtingen beantwoordt. U heeft voornamelijk contact met de leerkracht en/of de directeur, waar uw kind naar school gaat. Mocht u een vraag hebben, die op uw school niet beantwoord kan worden, dan kunt u natuurlijk altijd terecht bij Marius Peters, bestuurder van SPOM. De school is er voor de kinderen. Directie, team en alle andere geledingen willen samen met u, de ouders, de school tot een steeds betere school maken. Ik wens u allen en vooral de kinderen een fijn schooljaar toe Marius Peters, Bestuurder stichting SPOM Rijdt 62, 6631AT Horssen tel: 0487-541022
[email protected] Schoolgids Mariënhof 2013-2016
3
De missie en visie van onze school In de visie staat beschreven wij wat wij belangrijk vinden en wat voor ons de uitgangspunten zijn voor goed onderwijs aan uw kind. Deze visie is voor ons een richtpunt. Dit betekent dat niet alles wat hierin staat ook al werkelijkheid is. Alles wat we ondernemen moet wel passen binnen onze visie.
Missie van onze school Elk kind kan optimaal functioneren en zich ontwikkelen binnen een veilig schoolklimaat met respect voor zichzelf, anderen en de omgeving.
Visie Het uiteindelijke doel van ons onderwijs en onze opvoeding is kinderen die kennis en vaardigheden mee te geven die zij nodig hebben om volwaardig in onze maatschappij te kunnen functioneren. Dat betekent niet alleen werken aan het vergroten van de kennis, maar ook dat we ons richten op de emotionele en creatieve ontwikkeling van kinderen. We willen kinderen zelf medeverantwoordelijk maken voor het eigen leerproces. Om dit te kunnen zijn is zelfvertrouwen nodig. De leerkracht speelt hierbij een belangrijke rol en kan hier aan werken door op te treden als leraar, als bemiddelaar of als ondersteuner. Om zich optimaal te kunnen ontwikkelen moet voorzien worden in de basisbehoeften autonomie, competentie en relatie. Autonomie: Het kind is er voor zichzelf. Kinderen hebben ruimte en autonomie nodig om zich te ontwikkelen. Dit betekent voor leerkrachten loslaten, vertrouwen en serieus ingaan op initiatieven van kinderen. Het kind leren zijn taak serieus te nemen en niet snel op te geven. Competentie: Wij moeten vertrouwen hebben in leerlingen. Hen leren iets goed te doen en ze een veilig gevoel geven. Kinderen de gelegenheid geven te zeggen wat ze willen. Mét leerlingen praten en niet over hen. We hebben hoge verwachtingen van leerlingen, maar willen daarbij rekening houden met verschillen tussen hen. Relatie: Verbondenheid is een begrip in opvoeding en onderwijs. Het gaat erom dat elk kind zich kan hechten. Om erbij te kunnen horen dien je je verantwoordelijk te kunnen voelen. We willen kinderen laten merken dat ze er niet alleen voor staan. Laten merken dat we er als leerkracht voor hen zijn. Dit betekent beschikbaar zijn voor kinderen en afspraken nakomen. N.a.v. het bovenstaande heeft Mariënhof haar ankers geformuleerd. Eigenheid: we erkennen dat elk kind uniek is, met een eigen identiteit, komend uit een eigen cultuur/ gezin met een eigen levensbeschouwelijke achtergrond. Wij willen in de ruimste zin van het woord naar het kind kijken, waarbij het kind zich geaccepteerd, competent en gesteund voelt. We stimuleren de ontwikkeling van het eigen talent en werken aan een reëel zelfbeeld bij kinderen. Zelfstandigheid: we willen, samen met het kind en de ouders, zoeken naar dat wat het kind nodig heeft om zich goed te ontwikkelen in een maatschappij die voortdurend verandert. We geven onderwijs dat een goede basis moet geven. Om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij hebben kinderen kennis en vaardigheden nodig. Voor wat betreft de cognitieve ontwikkeling; op Mariënhof werken we, met moderne methodes, aan het behalen van de einddoelen die voor het onderwijs gesteld zijn. Verantwoordelijkheid: we willen de kinderen opvoeden om zich bewust te laten zijn van hun verantwoordelijkheid voor de eigen (leer)ontwikkeling, voor het eigen handelen t.a.v. bijv. samenwerking, sfeer in de groep en op school, materialen en omgeving. Schoolgids Mariënhof 2013-2016
4
Vaardigheid: we willen dat kinderen vaardig worden in zelfstandig leren, samenwerken en omgaan met elkaar. Ook willen wij ze leren te reflecteren op hun werkgedrag. Veiligheid: we willen dat de kinderen een veilig schoolklimaat geboden wordt. De omgeving – waar leerkrachten, andere kinderen en ouders onderdeel van uitmaken – moet vertrouwen en respect bieden. Daarnaast zal een gestructureerde leeromgeving met respect voor mens, regels en afspraken duidelijkheid voor de kinderen moeten bieden. We willen dat er openheid is tussen de geledingen en dat iedereen vanuit eigen verantwoordelijkheid actief deelneemt aan de ontwikkeling van de school.
Een fijne, veilige school We willen dat ieder kind zich op onze school thuis - en veilig voelt. Het is belangrijk dat zij weten en ervaren dat ze met hun eigen identiteit erbij horen en gewaardeerd worden. We benaderen de leerlingen vanuit een positieve houding met duidelijke regels en afspraken. We vinden het belangrijk de leerlingen waarden en normen, respect voor elkaar, elkaars eigendommen en de leefomgeving bij te brengen. We willen niet dat er op onze school gepest of gediscrimineerd wordt. Plagen kan een keer, maar pesten niet! Tegen pestgedrag en discriminatie treden we resoluut op. We vragen leerlingen en ouders dit gedrag dan ook direct bij de leerkracht te melden. Als dit gebeurt wordt ons antipestprotocol gevolgd. Hierin staat o.a. dat er altijd contact gezocht wordt met de ouders van de pester en van de gepeste leerling en dat er samen voor gezorgd moet worden dat het pesten ophoudt. In het gedragsprotocol van SPOM staat beschreven hoe wij binnen de school met elkaar omgaan. Dit gedragsprotocol kunt u vinden op de website van de school. Mariënhof is een katholieke school. Wekelijks worden afwisselend catecheselessen en lessen sociaal emotionele ontwikkeling gegeven. Dit doen we in de vorm van projecten, die op een voor de leerlingen herkenbare manier zijn opgezet. Daarnaast besteden we aandacht aan de kerkelijke feesten Kerstmis en Pasen. Ook ondersteunt de school de werkgroepen die behulpzaam zijn bij de Eerste Communie en het Vormsel. Op onze school zijn ook leerlingen van andere geloofsovertuigingen of leerlingen zonder geloof van harte welkom. We staan open voor mensen uit andere culturen en met andere inzichten . Werken aan een veilige school betekent ook het zorgen voor toezicht en controle. Voor – en na schooltijd en in de pauze wordt er op het plein door leerkrachten gesurveilleerd. Dit gebeurt tussen de middag ook door medewerkers van de Tussen Schoolse Opvang. Het geeft leerlingen een veilig gevoel. Als er toch iets gebeurt, willen we dat leerlingen dit in eerste instantie zelf proberen op te lossen. Lukt dit niet dan zorgt de leerkracht voor de oplossing. We belonen goed gedrag omdat dit kinderen stimuleert om dit gedrag een volgende keer weer te “laten zien”, maar straffen ook als dit noodzakelijk is. Een goede sfeer, een fijne school en een verdraagzame samenleving ontstaat niet vanzelf. Hier willen wij actief aan werken. De volwassenen in de school, leerkrachten en ouders hebben hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
5
Kansrijke Combinatiegroepen Door het dalend aantal leerlingen op scholen zien zij zich genoodzaakt gecombineerde groepen te vormen. Ook Mariënhof ziet zich gesteld voor de vraag; hoe kwalitatief goed onderwijs te blijven geven met goede resultaten, in een krimpende school. In de groep neemt de leerkracht een centrale plaats in. Hij geeft immers dagelijks les aan de leerlingen waar hij verantwoordelijk voor is. De kwaliteit van zijn instructie is, samen met zijn klassenmanagement, in belangrijke mate bepalend voor goed onderwijs. In een grote gecombineerde groep komen deze twee aspecten onder druk te staan. Op Mariënhof willen wij de komende drie jaar gaan werken aan en met het concept “Kansrijke Combinatiegroepen”. Dit concept wordt al enkele jaren naar volle tevredenheid in regio’s met veel kleine scholen ingezet. Onze school wordt hierbij begeleid door het instituut BCO uit Venlo. Ook zoeken wij binnen SPOM de samenwerking met De Kleine Kern uit Appeltern en de Tweestroom uit Altforst. Deze scholen gaan ook met dit concept aan het werk. Nog meer dan in een homogene groep vraagt het werken in combinatiegroepen een verfijnd didactisch handelen van leerkrachten: kennis van leerlijnen, gedifferentieerd werken, kennis van de leerlingen, goed klassenmanagement, het verzorgen van hoogwaardige instructies en het inzetten van samenwerkingsvormen voor leerlingen (coöperatief leren). Uitgangspunt bij ‘Kansrijke Combinatiegroepen’ is het divergent werken. Hieronder wordt verstaan het verbinden van jaargroepen en het verbinden van vakken. Bij het verbinden van jaargroepen wordt, in bijv. een gecombineerde groep 5-6, bekeken welke onderdelen van een vakgebied aan beide groepen in één instructiemoment aangeboden kunnen worden. De verwerking vindt dan weer op het eigen niveau van de jaargroep plaats. Een voorbeeld hiervan bij een les begrijpend lezen; leerlingen van zowel groep 5 als groep 6 krijgen instructie hoe zij een les over reclameteksten moeten aanpakken, maar verwerken deze vervolgens op het eigen niveau. Voor het traject “Kansrijke Combinatiegroepen worden dit jaar zes studiemiddagen ingezet waarvan er drie woensdagmiddagen zijn (voor data zie de kalender).
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
6
Wat onze kinderen leren Kerndoelen Voor ons is het belangrijk dat de leerlingen in een kindvriendelijke omgeving optimale resultaten kunnen bereiken. Zij komen naar onze school om te leren. Dat moet zo goed mogelijk gaan. We proberen voor elke leerling de kerndoelen – zoals beschreven in het schoolplan – te bereiken. Kerndoelen zijn doelen die landelijk voorgeschreven zijn. Door middel van zelfstandig werken, effectieve instructie, bijv. in verlengde of individuele vorm, proberen we leerlingen te helpen bij elke stap in hun ontwikkeling. We leggen de leerresultaten en toets uitslagen vast. Door deze regelmatig met elkaar te bespreken krijgen we een goed beeld van de leerlingen. Zijn de resultaten onvoldoende dan nemen we individuele of groepsgewijze maatregelen om problemen zoveel mogelijk op te lossen. Als een leerling de einddoelen van de school niet kan halen wordt in overleg met de ouders een eigen leerlijn voor het kind afgesproken. Als wij leerlingen niet die begeleiding kunnen bieden die zij nodig hebben zullen wij, samen met de ouders, op zoek gaan naar een school die dat wel kan bieden. Dit kan zijn een school voor speciaal basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, maar in een enkel geval kan dit ook een andere basisschool zijn.
Hoe verdelen we de tijd over de verschillende vakgebieden? In de wet wordt voorgeschreven dat een leerling gedurende zijn schoolloopbaan 7520 uur onderwijs gevolgd moet hebben. In de groepen 1 t/m 4 in totaal minimaal 3520 uur (880 per jaar) en in de groepen 5 t/m 8 totaal 4000 uur (1000 uur per jaar). Leerlingen van groep 1-2 gaan daarom vier dagen naar school (alle dagen behalve de vrijdag), leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 gaan 5 dagen naar school. Woensdagmiddag zijn alle leerlingen vrij. Er wordt niet voorgeschreven hoeveel uur er bijv. besteed moet worden aan het vak rekenen. Hiervoor is de school zelf verantwoordelijk. Een school in een gebied met veel taalachterstand zal hieraan, vergeleken met andere scholen, meer tijd besteden. Op Mariënhof is onderstaande verdeling van uren over de vakgebieden van toepassing. Groep Zintuiglijke oefeningen Kringactiviteiten De kringactiviteiten in groep 1-2 worden verdeeld in 2 uur taal, 1 uur rekenen (voorbereidend) Bewegingsonderwijs Taal Lezen Schrijven Rekenen Engels Wereldoriëntatie: Aardrijkskunde Geschiedenis Natuurkunde Sociale redzaamheid / gezond gedrag Maatschappelijke verhoudingen Geestelijke stromingen Verkeer Tekenen Handvaardigheid Muziek Weeksluiting/Dans/Drama Catechese Ochtendpauze Lesuren per week Schoolgids Mariënhof 2013-2016
1-2 6.30 3
3
4
5-6
7-8
6.00 -
1.45 3.45 5.00 2.30 3.45 2.45
1.45 5.00 3.45 1.45 5.00 2.45
1.45 5.30 2.45 1.30 5.00 3.30
1.45 5.30 2.30 1.00 5.00 1.00
1.15
1.15
1.00
1.00
1.00 1.00 1.15 1.00
0.45 1.00 0.30 1.00 20.15
0.30 0.30 0.45 0.45 0.45 0.30 1.15 25.45
0.30 0.30 1.00 0.30 0.30 0.30 1.15 25.45
0.30 0.30 1.00 0.30 0.30 0.30 1.15 25.45
0.30 0.30 1.00 0.30 0.30 0.30 1.15 25.45
7
Onderwijs in de verschillende groepen: Het is een verkeerde veronderstelling dat er in groep 1-2 alleen gespeeld wordt. Het tegendeel is waar. In de groepen 1-2 wordt veel aandacht besteed aan het leren. Wel gebeurt dit vaak spelenderwijs. Deze manier van leren sluit prima aan bij deze leeftijdsgroep. In groep 1-2 wordt gewerkt met thema’s. Tijdens het thema ‘lente’ worden bijv. allerlei reken- en taaloefeningen gekoppeld aan dit thema. De thema’s worden doorgaans gekozen uit de methode ‘Schatkist’. De methode biedt leerlijnen voor beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, mondelinge ontwikkeling, woordenschat en sociaal-emotionele ontwikkeling. De activiteiten hiervoor vinden plaats in de kring en in vaste of variabele speelwerkhoeken. Er zijn o.a. een themahoek, een bouwhoek, een leeshoek, een huishoek en een computerhoek. In deze hoeken worden situaties gecreëerd waarin kinderen spelenderwijs leren. In de groepen 3 t/m 8 werken we vooral methodisch. Dat wil zeggen dat voor elk vakgebied een methode wordt gebruikt waarin de leerlijnen t/m groep 8 zijn vastgelegd. We bieden de leerlingen basisstof aan en daarnaast herhalings- en/of verrijkingsstof. Groep 3 staat bekend als de groep waar het leren lezen echt begint. Dit is niet helemaal waar, want als een leerling in groep 2 toe is aan het ‘leren lezen’ dan zal hier zeker aandacht aan besteed worden. Wel staat deze groep vooral in het teken van aanvankelijke lees-, schrijf- en rekenactiviteiten. Leerlingen die aan het begin van groep 3 al echt kunnen lezen volgen een eigen programma voor wat betreft het leesonderwijs. Vanaf groep 3 worden elk jaar hogere eisen gesteld aan werkhouding, inzet, verzorging en concentratie. Ook het leertempo gaat geleidelijk omhoog. Naast rekenen, taal, lezen en schrijven komen de zaakvakken (zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs) in de hogere groepen aan de orde. In groep 7 en 8 maken de kinderen kennis met de Engelse taal. We vinden het belangrijk dat in alle groepen creativiteit, eigen identiteit en persoonlijke inbreng van de kinderen veel aandacht krijgen.
De vakgebieden Taal: Vroeger was taalonderwijs er vooral op gericht om foutloos te schrijven: veel invuloefeningen en dictees maken was toen het belangrijkste. Nog steeds leren we kinderen foutloos schrijven, maar we besteden veel meer aandacht dan vroeger aan spreekvaardigheid, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop goed antwoorden. In het schooljaar 2012-2013 is in de groepen 4 t/m 6 de nieuwe taalmethode ‘Taal Actief’ ingevoerd. Groep 7 volgt in 2013/2014 en groep 8 in 2014-2015. Deze methode sluit goed aan bij de leesmethode van groep 3. ‘Taal Actief’ bestaat uit een taalgedeelte en een spellingsgedeelte. In het taalboek komen de onderdelen spreken en luisteren, taalbeschouwing, woordenschat en schrijven aan bod. In de groepen 6, 7 en 8 wordt, naast de gewone spelling, ook aandacht besteed aan werkwoordspelling. Lezen: In groep 1-2 zijn kinderen al bezig met letters. We noemen dit beginnende geletterdheid. Bij geletterdheid denken we niet alleen aan letters en lezen, maar ook aan het werken met prentenboeken, het naspelen van verhalen, voorlezen, een woordmuur, een lees- en luisterhoek, een verteltafel etc. In groep 3 leren leerlingen de techniek van het lezen. Hiervoor gebruiken we de nieuwste versie van de leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. Deze methode wordt op de meeste scholen in Nederland gebruikt. Binnen deze methode wordt ook aandacht besteed aan het begrijpen van de leesteksten. Daarnaast gebruiken we bij de leesmethode de methodiek ‘Zo leren kinderen lezen en spellen’. Voor de verdere verdieping van het technisch lezen in de groepen 4, 5, 6 en 7 wordt de methode ‘Estafette’ gebruikt. Met behulp van toetsen voor technisch lezen (AVI-DMT) wordt het leesniveau van een leerling bepaald. De leerlingen die extra leeshulp nodig hebben, krijgen dit door middel van het ‘tutor-lezen’. Hierbij krijgen zij twee keer per week individuele begeleiding van een tutor (leerling uit groep 8 of een leesouder). Dit gaat – indien noodzakelijk – ook nog door in groep 5. Daarnaast wordt vanaf groep 4 begrijpend lezen gegeven. Hiervoor gebruiken wij vanaf het schooljaar 2013-2014 de methode ‘Nieuwsbegrip”. In groep 5 wordt ook een begin gemaakt met studerend lezen. Hierbij wordt geleerd dat er verschillende soorten teksten zijn, bijv. informatieve teksten, reclameteksten of teksten die vertellen ‘hoe je iets moet Schoolgids Mariënhof 2013-2016
8
doen’ en dat deze verschillende teksten elk op een andere manier aangepakt moeten worden. Bij de methode ‘Nieuwsbegrip’ worden wekelijks actuele onderwerpen aangereikt. Deze onderwerpen worden in een gecombineerde groep gezamenlijk aangeboden en op het eigen niveau verwerkt. Rekenen: Het rekenen bestond vroeger uit sommen maken, tafels leren, op- en aftelsommen, vermenigvuldigen, breuken en staartdelingen. Daar moest je maniertjes voor leren. Nu leren de kinderen rekenen door het oplossen van praktische problemen die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Voor ons rekenonderwijs gebruiken we de methode ‘Alles telt”. Dit is een methode die leerlingen op deze realistische wijze leert rekenen. Een voorbeeld hiervan is het uitrekenen hoeveel auto’s er ongeveer in een file van 3 km staan. Leerlingen moeten eerst bedenken wat ze moeten weten om dit vraagstuk op te kunnen oplossen. (hoe lang is ongeveer een auto, welke ruimte tussen twee stilstaande auto’s?). Ze leren ook dat er verschillende goede manieren van oplossen bestaan en gaan hierover met elkaar in gesprek. Nog steeds leren leerlingen ook ‘dingen uit het hoofd’. Om goed te kunnen rekenen moeten zij bijv. de tafels goed uit het hoofd kennen. Dit automatiseren kan niet alleen gebeuren in de tijd dat leerlingen op school zijn. Hierbij hebben ook de ouders een belangrijke rol en zullen kinderen ook thuis moeten oefenen. Schrijven: In groep 1 en 2 wordt d.m.v. voorbereidende motorische oefeningen aandacht besteed aan de fijne motoriek, die heel belangrijk is voor het leren schrijven. In groep 3 wordt tegelijk met het aanleren van woorden, de desbetreffende schrijfletter aangeleerd. Dit schrijven gebeurt eerst los. In groep 4 leren leerlingen aan elkaar schrijven. Van groep 1 tot en met groep 8 gebruiken we de methode ‘Novoscript’, waarmee we de kinderen een lichthellend schrift aanleren. Vanaf groep 8 mogen leerlingen in hun eigen handschrift schrijven. Wereldoriëntatie: De verkenning van de wereld begint bij het verkennen van je eigen omgeving, de school, de buurt, je lichaam, kleding, voedsel en je eigen geschiedenis. Dit wordt dan verder uitgebouwd tot het oriënteren van jezelf in de wereld, natuur en geschiedenis in al zijn facetten. Momenteel gebruiken we voor onze wereldverkennende vakken de methode ‘Het ei van Columbus’. Voor aardrijkskunde maken we gebruik van de methode ‘De Blauwe planeet’, voor geschiedenis en natuur wordt gebruik gemaakt van maandtaak. Deze manier van werken maakt veel gebruik van de computer en het internet. Verkeer: Voor het verkeersonderwijs gebruiken de groepen 5 t/m 7 de methode ‘Klaar Over’. Aan de hand van situaties die dagelijks voorkomen wordt leerlingen geleerd hoe te handelen. In groep 7 nemen de leerlingen deel aan het schriftelijk – en praktisch verkeersexamen. Tijdens het praktisch examen laten zij d.m.v. een ‘fietstocht' zien dat ze de geleerde regels goed in de praktijk kunnen toepassen. Dit examen wordt in Beneden Leeuwen afgelegd. Engels: In groep 7 en 8 wordt de methode ‘Real English’ gebruikt. Het doel van Engels in het basisonderwijs is dat de leerlingen een eenvoudig gesprek kunnen voeren. Daarnaast is er aandacht voor het Engels als schrijftaal. Katechese/ Sociaal emotionele ontwikkeling/ Burgerschapsvorming: Tijdens het jaar worden er in de groepen verschillende christelijke feesten nadrukkelijk gevierd. Voorbeelden hiervan zijn Kerst en Pasen. Vanuit de wijze waarop Jezus voorgedaan heeft hoe wij op een goede manier met elkaar kunnen leven leren kinderen zich ook goed sociaal en emotioneel te ontwikkelen. “Hoe ga je met elkaar om?” Op Mariënhof maken we gebruik van de methode ‘Goed Gedaan’. Deze methode geeft op een positieve manier uitleg over gevoelens en gedrag. Door de hele school werken we tegelijkertijd aan hetzelfde onderwerp, toegespitst op de leeftijdsgroep. Bij groep 1 zal er op een andere manier gesproken worden over het onderwerp ‘grapje, plagen, pesten’ dan in groep 8. Meer informatie over de onderwerpen vindt u in de Nieuwsflits. Het mag duidelijk zijn dat het ‘leren van sociale vaardigheden’ niet alleen tijdens een les gebeurt. Bij alle schoolactiviteiten hebben wij hier aandacht voor. Actiefburgerschap is de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en Schoolgids Mariënhof 2013-2016
9
daar een actieve bijdrage aan te leveren. Onderdeel van goed burgerschap is sociale integratie. Hieronder wordt verstaan, het deelnemen van burgers aan de samenleving in de breedste zin van het woord. Burgerschapsvorming is verweven in allerlei vakken en activiteiten. Zo wordt er in verkiezingstijd uitgebreid in de bovenbouw uitgelegd hoe onze democratie werkt. Organiseren leerlingen van groep 8 een spelletjesochtend voor groep 1-2 en voeren deze ook uit. En neemt de hele school deel aan de schoonmaakdag. Bewegingsonderwijs: In groep 1-2 werken we met de methode ‘Bewegingsonderwijs in het speellokaal’. Vanaf groep 3 hebben de leerlingen twee keer per week bewegingsonderwijs in de gymzaal van dorpshuis ‘De Hucht’. Bij mooi weer kunnen deze lessen ook op het grasveld bij de school plaatsvinden. Voor bewegingsonderwijs maken we vanaf groep 3 gebruik van de methode BIOS (Bewegen In Onderwijs en Sport). Deze methode bestaat uit een opbouw van verschillende technieken en oefeningen. Op deze wijze ontstaat er een doorgaande lijn. De lessen zijn uitgebreid met binnen- en buitenlessen, toegespitst op onze schoolsituatie. De BIOS methode kenmerkt zich voornamelijk door de volgende elementen: - Alle groepen (3 t/m 8) maken gebruik van dezelfde lesopbouw (basisopstelling). - De les bestaat uit 3 tot 5 verschillende activiteiten, waardoor een intensief en breed bewegingsaanbod per les is. - Dezelfde les wordt een aantal keren achter elkaar herhaald zodat er veel leerkansen voor kinderen ontstaan. Naast de bewegingslessen nemen verschillende groepen deel aan sportactiviteiten die in de omgeving worden georganiseerd. Ook kunnen leerlingen zich individueel aanmelden voor sportactiviteiten buiten schooltijd. Zie voor meer informatie de kalender. Expressievakken: Voor de expressievakken muziek, dans en drama gebruiken we de methode ‘Moet je doen’. Deze methode biedt vanaf groep 1 t/m groep 8 een gestructureerde opbouw van muziek-, dans- en dramalessen. Er is voldoende ruimte voor eigen inbreng van de leerlingen, dus kunnen de opdrachten op eigen niveau, naar eigen kunnen, vermogen en interesse uitgevoerd worden. Voor tekenen en handenarbeid gebruiken we de methode ‘Uit de Kunst’. Digitaal schoolbord – computergebruik Evenals in de samenleving neemt de computer op onze school steeds meer een duidelijke, structurele plaats in. Wij zien de computer als ideaal instrument om op niveau te kunnen differentiëren binnen de bestaande methodes en om het zelfstandig werken te bevorderen. Computers worden op onze school ook ingezet om bijvoorbeeld het automatiseren van woorden en sommen (o.a. tafelsommen) in te oefenen. In elke groep staan 2 tot 6 computers waar leerlingen bij verschillende vakgebieden aan kunnen werken. De computers zijn op een netwerk aangesloten. Via het internet kunnen de kinderen allerlei gegevens opzoeken en verzamelen. Ten aanzien van het beveiligen tegen ongewenste internetsites is een internetprotocol ontwikkeld. Het gedragsprotocol van SPOM (zie website) geeft informatie over het gebruik van het internet en sociale media. Het internetprotocol is als bijlage toegevoegd. In groep 1-2 wordt gewerkt met een touchscreen en in de groepen 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van een digitaal schoolbord. Dit bord heeft het traditionele schoolbord vervangen. Het is mogelijk om computersoftware of alle mogelijkheden van het internet op het bord te gebruiken. Van alle moderne methodes is software beschikbaar. Deze wordt, ter ondersteuning van de lessen op het digibord en computer, gebruikt.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
10
Resultaten van het onderwijs Onze visie op kwaliteit We willen kwalitatief goed onderwijs geven. We zetten ons in om het hoogst haalbare met de leerlingen te bereiken. Dit doen wij in combinatiegroepen. Om ons onderwijs ‘meetbaar’ te maken en goed te bewaken hebben we een kwaliteitszorgsysteem opgezet. Dit bestaat uit een groot aantal onderdelen: Voor de leerlingen van groep 1 en 2 gebeurt dit door middel van observatielijsten. Twee keer per jaar, in januari en juni, maken de leerlingen CITO toetsen. De resultaten worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem (LVS) dat onderdeel uitmaakt van ons administratiesysteem ParnasSys. Dit LVS geeft de ontwikkeling van de leerling weer op het betreffende vakgebied vergeleken met leeftijdsgenoten in Nederland. Hierdoor krijgen we een goed beeld van de leerling gedurende zijn gehele schoolloopbaan. Vanuit het LVS worden twee keer per jaar trendanalyses gemaakt. Deze analyses geven ons informatie over bijv. ons taalonderwijs door de jaren heen en of er grote verschillen tussen groepen geconstateerd worden. Resultaten worden twee keer per jaar in het team besproken. Eventueel worden hier acties ter verbetering aan gekoppeld. Voor alle leerlingen wordt in ParnasSys ‘Zien’ ingevuld. Dit is een LVS op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling. Dit volgsysteem maakt het mogelijk om deze leerlingen beter te begeleiden. De Intern Begeleider (IB’-er) heeft een adviserende, coördinerende en bewakende taak m.b.t. de leerlingenzorg op de school. De taakomschrijving van de IB’er is door SPOM vastgelegd. De IB’-er begeleidt tevens leerkrachten bij het maken van groepsoverzichten en het opstellen van groepsplannen. Aan de hand van deze plannen wordt de begeleiding van de leerlingen bij de verschillende vakgebieden georganiseerd. Drie keer per jaar hebben we een leerlingenbespreking waarbij de zorgleerlingen volgens een vast protocol besproken worden. De IB’-er houdt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en volgt regelmatig bijeenkomsten in het kader van WSNS (een samenwerking tussen alle scholen in Maas en Waal met als doel de leerlingenzorg op de scholen te verbeteren). Ook kan de IB’er ondersteuning vragen van een extern deskundige. De IB’er ondersteunt leerkrachten bij de begeleiding van leerlingen met extra zorg. Ook helpt hij, in beperkte mate, zelf zorgkinderen buiten de groep. Het gaat hierbij vooral om leerlingen met een rugzak. Drie keer per jaar hebben de leerkrachten adviserende gesprekken over leerlingen met een deskundige van de advies- en schoolbegeleidingsdienst Marant. Onze school werkt samen met de andere scholen volgens het beleidsplan – zorgplan – van het samenwerkingsverband WSNS. In een cyclus van drie jaar worden alle vakgebieden door het team geëvalueerd en indien nodig worden leerstof en werkwijze aangepast. Andere aspecten / acties die ingezet worden om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren: observaties van leerlingen gesprekken met leerlingen begeleiding van nieuwe leerkrachten houden van functioneringsgesprekken met leerkrachten (gesprekkencyclus) houden van beoordelingsgesprekken met leerkrachten (gesprekkencyclus) voeren van POP-gesprekken met leerkrachten (persoonlijk ontwikkelplannen) oudergesprekken scholing team scholing individuele teamleden begeleiding en coaching van personeel
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
11
Cito-Leerling Volg Systeem (Cito-LVS)
We nemen 2 keer per jaar voor de meest belangrijke vakgebieden (spelling, lezen, begrijpend lezen, rekenen en woordenschat) de CITO toets af. De toetsgegevens van deze genormeerde (landelijk met andere scholen vergelijkbaar) toetsen van het Cito uit Arnhem worden door ons vastgelegd. Op deze manier wordt de ontwikkeling van leerlingen in kaart gebracht en kunnen we hen in hun schoolloopbaan volgen. De toetsuitslagen – de scores – worden omgezet in een vijfpuntschaal (van A naar E). Een leerling met een A-score hoort bij de 25 % hoogst scorende leerlingen. Een leerling met een B-score hoort bij de 25 % leerlingen die net boven tot ruim boven het landelijk gemiddelde scoren. Een leerling met een C-score hoort bij de 25 % leerlingen die net onder tot ruim onder het landelijk gemiddelde scoren. Een leerling met een D-score hoort bij de 15 % leerlingen die ruim onder het landelijk gemiddelde scoren. Een leerling met een E-score hoort bij de 10 % laagst scorende leerlingen.
Groepsoverzichten en groepsplannen In alle groepen wordt gewerkt met groepsoverzichten en groepsplannen. Op een groepsoverzicht verzamelt de leerkracht alle data en informatie die nodig zijn om een goed groepsplan te maken. Leerkrachten maken voor hun groep een groepsplan voor het vakgebied rekenen, lezen en spelling en taal. In dit groepsplan wordt aangegeven op welke wijze de begeleiding van en instructie aan leerlingen m.b.t. dit betreffende vakgebied in de groep wordt georganiseerd en hoe er getoetst wordt om te kijken of het boogde doel wordt/is bereikt. Begeleiding en instructie vinden volgens het IGDI model plaats (Interactief, Gedifferentieerd, Directe Instructie model).
Handelingsplan Een enkele leerling met specifieke zorg werkt met een handelingsplan. Dit plan is een individuele aanvulling op het groepsplan. In dit document beschrijft de leerkracht het aandachtsgebied van een leerling met specifieke zorg. Hij geeft daarop ook aan welke hulp wordt geboden, voor welke periode en hoe er getoetst wordt om te kijken of het boogde doel wordt/is bereikt.
Leerlingendossier Op school hebben wij leerlingendossiers. Hierin staan voor ons de belangrijkste gegevens van de leerling. Enkele documenten die hierin zitten zijn: cito-gegevens, handelingsplannen, gespreksverslagen (deze laatste twee alleen indien van toepassing). Ouders kunnen op verzoek en op afspraak in het bijzijn van de directeur of IB’er altijd het dossier van hun kind inzien. Na het verlaten van de basisschool wordt het dossier nog vijf jaar bewaard. Dit is een wettelijke verplichting. Hierna wordt het vernietigd.
Voortgezet onderwijs De CITO-scores van kinderen zijn een onderdeel van de schriftelijke rapportage van uw kind. De CITO-eindtoets geeft een indicatie voor de overgang van basisonderwijs naar voorgezet onderwijs. Naast tevredenheid bij het schoolteam over de al jaren gunstige uitslag van de CITO-eindtoets is er bij het team behoefte om toch vooral kritisch naar ons eigen werk te blijven kijken en analyseren wij de uitslagen en passen ons onderwijs daarop aan. In de jaarkalender, die in het begin van het schooljaar wordt meegegeven, vindt u de exacte cijfers over de laatste drie jaren en naar welke vorm van voortgezet onderwijs onze leerlingen van groep 8 zijn gegaan. Na de basisschool zullen leerlingen naar een vorm van voortgezet onderwijs gaan die het beste bij hen past. Om deze keuze goed te kunnen maken volgen we het onderstaande traject. Aan het eind van groep 7 doen de leerlingen mee aan de Entreetoets van het Cito. De uitkomsten geven een eerste indruk van hun mogelijkheden in het voortgezet onderwijs. Ook wordt zichtbaar waar in de eerste helft van groep 8 door de leerlingen, samen met de leerkracht, nog aan gewerkt kan worden. In september wordt tijdens de informatieavond informatie gegeven over het traject richting het voortgezet onderwijs. De ouders krijgen in de maand november uitgebreidere voorlichting over het traject naar het Schoolgids Mariënhof 2013-2016
12
vervolgonderwijs en begeleiding bij het kiezen van de juiste school voor hun kind. Ook worden de eerste ideeën met elkaar gedeeld. In januari vinden de adviesgesprekken plaats. Dit zijn gesprekken met de leerlingen en met de ouders. Deze gesprekken vinden plaats voordat de uitslag van de eindtoets bekend is omdat wij ons advies baseren op gegevens uit ons leerlingvolgsysteem en ons “beeld” dat wij, in de loop van de jaren, van een leerling gevormd hebben. Hierbij spelen ook factoren als; motivatie, inzet en werkhouding een belangrijke rol. Begin februari nemen de kinderen deel aan de ‘Eindtoets’ van het Cito. De uitslag van deze toets geeft per leerling een redelijk goede indicatie wat betreft de beheersing van de aangeboden leerstof gedurende de basisschoolperiode. De uitslag van de toets komt begin maart binnen.
Na het verlaten van de basisschool zijn er verschillende vormen van vervolgonderwijs: Onder VMBO verstaat men Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs. (vroeger: Voorbereidend Beroeps Onderwijs en de MAVO). Hieronder een korte uitleg van het VMBO, waarbij een opvolging van niveau te zien is. Praktijkonderwijs: individueel onderwijs met vrijwel alleen praktijk VMBO-Basis-beroepsgerichte leerweg: veel praktijk en weinig theorie. VMBO-Kaderberoepsgerichte Leerweg: een mix tussen praktijk en theorie. VMBO-Gemengde Leerweg: veel theorie met één praktijkvak. VMBO-Theoretische Leerweg: alleen theorievakken. HAVO: Hoger Algemeen Vormend Onderwijs VWO: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (Atheneum en Gymnasium) Het kan zijn dat een kind extra begeleiding nodig heeft op één van de leerwegen. Dit noemt men dan Leer Weg Ondersteunend Onderwijs (LWOO). Om hiervoor in aanmerking te komen, moet het kind (extra) getoetst worden.
Inspectie voor het onderwijs De inspectie bezoekt regelmatig bij een standaard arrangement school eens in vier jaar voor een kwaliteitsonderzoek. Hierbij wordt de school onderzocht op leerdoelen, kwaliteit met betrekking tot zorg, toetsing van leerlingen en het pedagogisch en didactisch klimaat van de school. Jaarlijks worden de resultaten van het onderwijs door het schoolbestuur bij de inspectie aangeleverd. De bevindingen zijn in een rapportage opgemaakt en gepubliceerd op het internet (via internet in te zien).www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis)
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
13
Leerlingenzorg en begeleiding Wij streven er naar om de leerlingen zonder onderbreking van groep 1 naar groep 8 te begeleiden. Dit betekent dat leerlingen in groep 2 die voor 31 december jarig worden na anderhalf jaar onderwijs doorgaan naar groep 3. Toch kan het voorkomen dat een leerling in groep 2 daar nog niet aan toe is en dat het beter is om deze leerling deze groep nog een jaar te laten doen. Vanaf groep 3 kan een leerling een achterstand oplopen ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten. De meeste leerlingen kunnen dan het onderwijs in de eigen groep, met een kleine aanpassing, blijven volgen. Soms hebben zij daarbij extra hulp en oefening nodig (dit noemen wij ‘zorg’). Voor sommigen, waar het verschil met andere leerlingen groter is, houdt dit in dat de leerling een eigen leertraject gaat volgen en mogelijk de einddoelen van groep 8 niet haalt. Dit gebeurt uiteraard in overleg met de ouders Voor leerlingen die goed presteren bij een vakgebied, qua niveau en/of tempo, hebben we binnen de aangeschafte methoden mogelijkheden tot verdieping, in de vorm van extra gevarieerd werk. Ook wordt het voor deze leerlingen mogelijk om zich met hulp van de computer extra in de stof te verdiepen.
Intern Begeleider (IB’er) Onze school kent de functie Intern Begeleider (IB‘er). Deze heeft de taak om de leerlingenzorg te coördineren en de leerkrachten te coachen bij de uitvoering van de zorg. De IB’er stelt de toetskalender samen, zorgt dat er toetsen worden aangeschaft en aangevuld, neemt diverse individuele toetsen af, bespreekt de toetsuitslagen binnen de teamvergadering, begeleidt de leerkrachten bij het maken van groepsoverzichten, groepsplannen en handelingsplannen voor de verschillende vakgebieden, houdt de dossierkast bij, overlegt regelmatig met de leerkrachten over zorgleerlingen, neemt deel aan gesprekken tussen leerkrachten en ouders, houdt gesprekken met ouders over zorgkinderen, houdt regelmatig contact met deskundigen van Marant (schooladvies- en begeleidingsdienst), onderhoudt contacten met REC-scholen t.b.v. de rugzakleerlingen en houdt ontwikkelingen bij in het kader van de zorg. Al met al een onmisbare schakel in ons huidige onderwijs, waarbij de zorg op maat een steeds groter aandachtspunt wordt.
Als de ontwikkeling van een leerling iets anders vraagt Als blijkt dat de hulp die wij een leerling kunnen geven niet voldoende resultaat geeft, dan kan een leerling in overleg en met toestemming van de ouders door een externe instantie (de school heeft contact met Marant, BNT en Opdidact)nader onderzocht worden. Uit dit onderzoek kunnen adviezen voor de leerkracht komen die het mogelijk maken om een leerling verder te begeleiden. Het kan ook zijn dat uit het onderzoek blijkt dat andere hulp noodzakelijk is. In dat geval wordt de leerling door de ouders samen met de school bij het ZAT (Zorg Advies Team) aangemeld. Dit gebeurt in de vorm van een onderwijskundig rapport. Het ZAT geeft een advies over de meest geschikte vorm van zorg voor de leerling. Dit kan betekenen dat een andere vorm van onderwijs voor de ontwikkeling van de leerling noodzakelijk wordt geacht. Dit kan de school voor speciaal basisonderwijs ‘De Dijk’ zijn of een school voor speciaal onderwijs. ‘De Dijk’ is een school voor leerlingen die binnen ons ‘gewone’ basisonderwijs onvoldoende ontwikkeling doormaken en waarvoor speciale aandacht nodig is. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) toetst de gevolgde procedure voorafgaand aan de aanmelding en neemt een besluit. Op Mariënhof willen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. Wij stuiten daarbij soms op onze grens; de mogelijkheden van de school om tegemoet te komen aan die onderwijsbehoeften van een leerling zijn dan uitgeput. De school kan, in dat geval, de leerling niet bieden wat hij nodig heeft en de verantwoordelijkheid voor zijn ontwikkeling niet waarmaken. Er is dan meestal sprake van een duidelijke stagnatie in de ontwikkeling of het belang van de leerling wordt geschaad bij langer verblijf op de school. Daarbij kan het gevolg zijn dat:
Een kind een te groot beroep doet op de mogelijkheden van de school en/of de individuele leerkracht en dat daarmee de onderwijsbehoeften van andere leerlingen in gevaar komen. De gedragsproblemen van een leerling zo ernstig zijn dat hetzij de veiligheid van de betreffende leerling, hetzij de veiligheid van andere leerlingen in gevaar komt.
Wanneer na alle zorg zou blijken dat wij niet in staat zijn de leerling bij zijn of haar ontwikkeling verder te helpen, wordt gezocht naar een passende oplossing op een andere school. Ouders spelen daarbij een belangrijke rol. Bij iedere stap wordt met hen overlegd en om toestemming gevraagd. Weigeren Schoolgids Mariënhof 2013-2016
14
ouders echter om samen een passende oplossing te zoeken, dan kan uiteindelijk een schorsings- en verwijderingsprocedure worden gestart. De Stichting SPOM heeft een protocol opgesteld waarin de voorwaarden en procedure bij schorsing en verwijdering zijn vastgelegd. Deze procedure is in te zien op de website van SPOM: www.spommaasenwaal.nl
Onderwijskundige rapporten Als een leerling een basisschool verlaat wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld. Een leerling kan de basisschool verlaten om naar een andere basisschool te gaan, de overstap maken naar een school voor speciaal (basis) onderwijs of door te gaan naar het voortgezet onderwijs. Er wordt bij deze overgangen gebruik gemaakt van verschillende onderwijskundige rapporten. 1. Voor de overgang van Basisonderwijs naar Basisonderwijs; bijvoorbeeld bij verhuizing 2. Voor het PCL-traject richting SBO (Speciaal BasisOnderwijs) 3. Voor de overgang naar het VO (Voortgezet Onderwijs) Afspraken die t.a.v. het onderwijskundig rapport gemaakt zijn: Het onderwijskundig rapport wordt opgesteld door de basisschool en wordt door de basisschool mondeling aan de ouders toegelicht. Ouders ontvangen het origineel en de school behoudt een kopie. Ouders zorgen dat het onderwijskundig rapport op de nieuwe basisschool komt. In overleg kunnen zij er voor kiezen om de basisschool het rapport op te laten sturen. Voor het PCL-traject vraagt de PCL toestemming aan de ouders om het onderwijskundig rapport op te mogen vragen bij de basisschool. De ouders geven hier schriftelijk toestemming voor. Op school zijn modellen van deze rapporten ter inzage aanwezig.
Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Onze school is aangesloten bij het WSNS samenwerkingsverband Maas en Waal. Dit is een samenwerkingsverband van de 19 basisscholen en de school voor speciaal basisonderwijs in de gemeenten Druten en West Maas en Waal waarmee wij samen een systeem van leerlingenzorg op verschillende niveaus (in de klas, op school en tussen onze scholen) realiseren. Alle activiteiten, die het WSNS-samenwerkingsverband ontplooit, zijn er op gericht om de kwaliteit van zorg in de basisscholen te vergroten. En om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen de extra zorg op de reguliere basisschool kunnen ontvangen.
Zorg Advies Team (ZAT) Het Zorg Advies Team is een commissie binnen ons samenwerkingsverband die onze school, leerlingen en hun ouders ondersteuning kan bieden als extra zorg gewenst is. Het ZAT functioneert als één loket waar wij als school met al onze hulpvragen terecht kunnen. De directe contacten met het zorgplatform verlopen via onze intern begeleider. Kerntaken van het zorgplatform zijn: advisering en ondersteuning t.b.v. van de zorg binnen onze school advisering en ondersteuning van ouders als hun kind problemen heeft op school. advisering bij aanmelding van kinderen met een ‘rugzak’ advisering en verwijzing naar andere vormen van hulpverlening en onderwijsinstellingen Het zorgplatform is te bereiken via email:
[email protected] of via het secretariaat van WSNS op SBO de Dijk (0487 – 512694).
Zorgleerling: ‘rugzakleerling’ Bij ons op school zijn in principe alle leerlingen welkom. Wij zetten ons in om alle leerlingen een zo optimale ontwikkeling te laten door maken. Vanaf schooljaar 2003 – 2004 kunnen ouders van leerlingen met een ‘rugzak’ (leerlingen die bv. auditief, visueel of andere lichamelijk handicaps hebben, maar ook leerlingen met geestelijke beperkingen of die gedragsmatig problematisch zijn) er voor kiezen hun kind ook bij ons op school aan te melden. Dit zijn kinderen die toelaatbaar zijn voor scholen voor speciaal onderwijs die door middel van een zogenaamde ‘rugzak’ financiële middelen meenemen om extra zorg in te kopen. (De aanvraag van een rugzak is alleen nog in het schooljaar 2013-2014 in beperkte gevallen mogelijk)
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
15
Procedure toelating zorgleerlingen bij ons op school: Bij een aanmelding van een zogenaamde ‘rugzakleerling’ zullen wij zo goed mogelijk kijken of wij de optimale ontwikkeling voor deze kinderen bij ons op school ook kunnen waarmaken. Alvorens wij overgaan tot toelating of afwijzing doorlopen wij een stappenplan waarbij we alle specifieke hulpvragen en mogelijkheden betreffende deze leerling inventariseren. Daarnaast bestuderen wij de mogelijke bekostiging van voorzieningen, zoals voor de inkoop van speciale ondersteuning die nodig is om de optimale ontwikkeling ook daadwerkelijk te kunnen bieden. Bij de beantwoording van al deze vragen roept onze school mede de hulp in van het ZAT. Het uitgewerkte 7-stappenplan is op school te verkrijgen via onze IB’-er. Het besluit, tot toelating of afwijzing wordt genomen door het team en zal binnen 8 weken na aanmelding plaats vinden. Soms wordt pas later bij een leerling die al bij ons op school zit duidelijk dat hij in aanmerking komt voor een rugzak (met andere woorden dat toelating tot speciaal onderwijs nodig kan zijn). Ook in dit geval zal dan het stappenplan worden doorlopen om te bekijken of voortzetting van het onderwijs op onze school mogelijk is.
Overige zorg aan leerlingen Schoolarts - schoolverpleegkundige De leerlingen van groep 2 worden eenmalig door de schoolarts en een doktersassistente onderzocht. Het onderzoek is een vervolg op de onderzoeken van het consultatiebureau. Naast een uitgebreid preventief gezondheidsonderzoek zijn eet- en slaapgewoonten, omgang met andere kinderen en de thuissituatie belangrijke aandachtspunten. Het onderzoek vindt op school plaats. U krijgt hiervoor een uitnodiging. Als ouders het tussendoor prettig vinden dat de schoolarts nog eens naar hun kind kijkt, dan kan hiervoor telefonisch een afspraak worden gemaakt. Alle leerlingen van groep 7 worden tijdens het schooljaar onderzocht door een sociaal-verpleegkundige. Ook hierbij komt een gezondheidsonderzoek aan bod, maar gaat het vooral om het sociale aspect. Het functioneren van de leerling in zijn omgeving (eet- en slaapgewoonten, het algemeen welbevinden, omgaan met anderen, de lichamelijke veranderingen, gedragingen) staat centraal. Dit onderzoek vindt eveneens op school plaats. De ouders krijgen hiervoor een uitnodiging. Als ouders vinden dat de schoolverpleegkundige nog eens naar hun kind moet kijken, dan kan hiervoor telefonisch een afspraak worden gemaakt.
Logopedie Alle leerlingen van 5 jaar worden door de logopediste gescreend. Deze screening bestaat uit twee delen. Het eerste gedeelte is een algemene screening die wordt afgenomen rond de 5e verjaardag. Hierbij wordt gekeken naar de stem (heesheid), de ademhaling, de spraak (onduidelijk spreken, stotteren, verkeerde uitspraak van klanken), de taal (vertraagde taalontwikkeling, onvoldoende taalbegrip of taalgebruik) en het gehoor (verminderde klankwaarneming). Het tweede gedeelte is een auditieve screening die in groep 2 wordt afgenomen (na de voorjaarsvakantie) waarbij gekeken wordt naar de auditieve leesvoorwaarden. Als de logopediste een probleem signaleert dan zal ze nader onderzoek doen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld en/of uitgenodigd voor een adviesgesprek. Naast het geven van adviezen kan de logopediste ook doorverwijzen voor verdere behandeling bij een logopedist in de regio. Deze doorverwijzing vindt altijd plaats via de huisarts en in overleg met de ouders. Soms is een doorverwijzing niet noodzakelijk, maar blijft het kind wel op een controlelijst staan. De kinderen die op een controlelijst staan worden jaarlijks gecontroleerd. Het is ook mogelijk om een kind aan te melden voor een logopedisch onderzoek. De ouders geven dan altijd eerst schriftelijk toestemming. Gegevens van de logopediste kunt u via de IB’er ontvangen.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
16
Schoolmaatschappelijk werk De schoolmaatschappelijk werker binnen het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School in de Gemeenten Druten en West Maas en Waal is mevrouw Fikriye Horuz-Aslan. U kunt haar bereiken via onze intern begeleider, mevr. Albertine Roffelsen De schoolmaatschappelijk werker heeft een beroepsgeheim. Alles wat u met haar bespreekt is strikt vertrouwelijk. Alleen met toestemming van ouders kan er informatie worden doorgegeven aan derden.
Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening komt in beeld op het moment dat een kind en/of gezin hulp nodig heeft die buiten de mogelijkheid van het onderwijs ligt. Bureau Jeugdzorg biedt deze hulp. Leerkrachten kunnen Bureau Jeugdzorg om advies vragen en ouders kunnen Bureau Jeugdzorg daadwerkelijk om hulp vragen. Een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg participeert ook binnen het ZAT van ons WSNS samenwerkingsverband.
Vertrouwensinspecteur Ieder schoolbestuur is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Onderwijsinstellingen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. De vertrouwensinspecteurs zijn te bereiken via het centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs (telefoonnummer: 0900-1113111).
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
17
Contact ouders en school Communicatie Zoals we al eerder genoemd hebben willen we leerlingen serieus nemen. We gaan met hen in gesprek. We proberen ons in te leven in hun gevoels- en belevingswereld. We willen dat zij zich op onze school fijn voelen. Voor ouders willen wij een toegankelijke school zijn waar zij zich welkom voelen. Het gaat immers om hun kind(eren). Uitgangspunt voor ons is dat er een goede samenwerking tussen thuis en school moet zijn. Drie keer per jaar is er voor ouders een koffie-inloop. We willen tijdens deze momenten op informele wijze met ouders in gesprek gaan over het onderwijs aan hun kinderen. We hopen zo van ouders te horen waar zij ‘tegen aanlopen’ of wat zij juist goed vinden gaan op onze school. Ook komt drie keer per jaar het leerlingenpanel bij elkaar. Uit de groepen 5,6,7 en 8 nemen vier leerlingen deel aan dit panel. Met deze zestien leerlingen wordt gesproken over hun ervaringen met de school. Wij informeren de ouders over allerlei zaken die de ontwikkeling en de vorderingen van het kind betreffen. Wij vragen de ouders het ons te laten weten als er thuis iets gebeurt dat het gedrag van het kind op school kan beïnvloeden. Naast informele momenten zijn er de diverse formele momenten waarop we met ouders contact hebben. Deze worden hieronder genoemd.
Rapporten en oudergesprekken De kinderen krijgen vanaf groep 1 een rapportmap mee naar huis, waarin alle rapporten worden bewaard. Naast een weergave in een zespuntschaal geeft de leerkracht een korte beschrijving over de bevindingen van het kind. Ook staan in het rapport de CITO-uitslagen van het Leerling Volg Systeem. De rapporten zijn over twee gelijke periodes in het jaar verdeeld. Het eerste rapport krijgen de leerlingen in januari/februari mee naar huis. In juni volgt het tweede rapport. Tijdens oudergesprekken kunt u met de leerkracht(en) praten over de vorderingen van uw kind. De gesprekken vinden op de volgende momenten plaats: Oktober/november: groep 1 t/m 8 (alle ouders worden uitgenodigd) Januari / februari: Gesprek n.a.v. het eerste rapport. groep 1 t/m 7) (alle ouders worden uitgenodigd) Juni/juli: Gesprek n.a.v. het tweede rapport (op verzoek van ouder of leerkracht) Voor de leerlingen van groep 8 zijn afwijkende momenten gepland. Dit heeft te maken met het adviestraject voor het voortgezet onderwijs. De precieze data van de rapporten en oudergesprekken kunt u vinden op de activiteitenkalender.
Informatieavond Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een uitnodiging voor de informatieavond over het nieuwe schooljaar. U maakt kennis met de leerkracht(en) van uw kind en met de specifieke zaken van het betreffende leerjaar. Tevens wordt u de gelegenheid geboden om vragen te stellen of opmerkingen te maken.
Gescheiden ouders en informatieverstrekking door school Het is bij wet geregeld dat beide ouders na een scheiding in beginsel het gezamenlijk gezag behouden. Dat geldt niet als een rechter anders heeft beslist en het belang van de minderjarige dat vereist. In de situatie van gezamenlijk belang behoort de school beide ouders te informeren. De informatie die aan de ene ouder gegeven wordt, moet ook aan de andere ouder gegeven worden. Bij voorkeur voeren wij de rapportgesprekken met beide ouders gezamenlijk. In de meeste gevallen gaat de informatie vanuit school naar één van de beide ouders, die deze dan doorgeeft aan de ander. Zijn ouders niet meer bereid om dit te doen dan ontvangen beiden een aparte uitnodiging en wordt de informatie naar beide ouders apart verstuurd.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
18
Nieuwsflits Eens in de twee weken ontvangt u via de mail onze nieuwsbrief, de ‘Nieuwsflits’. Hierin informeren wij u over allerlei zaken die de school aangaan. We streven er naar alle informatie zoveel mogelijk in de ‘Nieuwsflits’ te verwerken, zodat u zo min mogelijk aparte brieven krijgt.
Ouderparticipatie Het is fijn dat een groot aantal ouders zich actief in wil zetten voor de school. Op school worden veel activiteiten georganiseerd waarbij de hulp van ouders onmisbaar is. Aan het begin van het schooljaar vragen we ouders om zich hiervoor aan te melden. Dit doen wij via de Nieuwsflits.
Medezeggenschapsraad (MR): Bij wet is bepaald dat elke school een medezeggenschapsraad moet hebben. De MR heeft als doel de belangen van ouders en personeel zo goed mogelijk te behartigen. In de MR van onze school zitten 3 vertegenwoordigers namens de ouders en drie namens het personeel. De MR volgt het onderwijs op onze school, zowel inhoudelijk als organisatorisch, nauwlettend. De bevoegdheden en taken van de MR zijn in het Medezeggenschapsreglement opgenomen. De MR heeft een aantal algemene bevoegdheden. Zo is de MR bevoegd tot: Het bespreken van alle aangelegenheden die de school betreffen. Het doen van voorstellen hierover aan de directie of het bestuur van de stichting. Het recht op informatie aangaande aangelegenheden van de school. Het recht om minstens twee maal per jaar de algemene zaken van de school met het college van bestuur van de stichting door te spreken. Daarnaast heeft de MR heeft twee soorten bijzondere rechten: Adviesrecht en instemmingsrecht Adviesrecht wil zeggen dat de directie en/of het college van bestuur moet reageren op elk advies dat de MR geeft. Dat betekent echter niet dat elk advies van de MR ook zonder meer overgenomen hoeft te worden. Bij het instemmingsrecht ligt dat anders. Hierbij kan de directie of het college van bestuur geen beslissingen nemen zonder instemming van de MR. Met betrekking tot het adviesrecht is de MR betrokken bij: Verandering van grondslag van de school. Fusie met een andere school. Regeling van de vakantie. Aanstelling van personeel. De MR kan gebruik maken van het instemmingsrecht bij: Verandering van onderwijskundige doelstellingen van de school. Vaststelling of wijziging van het schoolplan. Vaststelling van het schoolreglement. Vaststelling of wijziging van beleid betreffende ondersteunende werkzaamheden van ouders. Vaststelling van de schoolkalender en de schoolgids. De MR-leden zijn voor de ouders een aanspreekpunt voor allerlei zaken, welke de school betreffen. U kunt zich dus altijd tot een van de MR-leden richten met vragen en/of opmerkingen. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. Iedereen mag hierbij aanwezig zijn. Ouders mogen hierbij – mits van te voren aangegeven – meepraten. Vergaderingen over personele zaken of zaken, die nog niet bekend mogen worden, hebben een besloten karakter. Het volledige verslag van de vergadering komt op het prikbord in de Geru (Gemeenschappelijke Ruimt) ter inzage te hangen. Regelmatig vinden er verkiezingen plaats voor de MR. Iedere ouder kan zich verkiesbaar stellen. Een MR-lid wordt voor de duur van drie jaar benoemd en is daarna weer herkiesbaar.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
19
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR): Deze raad is door de afzonderlijke Medezeggenschapsraden van alle scholen onder ons schoolbestuur ingesteld. De GMR behartigt uitsluitend aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor de aangesloten scholen. Vooral bestuurlijke beleidszaken krijgen de aandacht. De leden van de GMR worden uit en door de leden van de afzonderlijke Medezeggenschapsraden gekozen.
De ouderraad De school heeft een oudervereniging, waarvan de ouders lid worden zodra hun kind op onze school instroomt. De oudervereniging is een op zichzelf staande vereniging die tot doel heeft om de leerlingen een fijne schooltijd te geven. Hieronder vallen het (mee)organiseren van activiteiten zoals, het schoolreisje, Kerst en de kinderboekenweek etc. De activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met de school. Van ouders wordt een bijdrage* per schooljaar gevraagd van € 40,- voor groep 1 t/m 7 en € 25,- voor groep 8. Dit om de activiteiten te kunnen bekostigen. Formeel kan dit gezien worden als de “contributie” voor de oudervereniging en zoals dit voor andere verenigingen ook geldt is deze verplicht. Bij scholen waar er sprake is van een stichting of waar men geen officiële vorm kent is de ouderbijdrage vrijwillig en moet dit ook in de schoolgids vermeld worden. Als u geen lid van de oudervereniging wilt zijn kunt u dit doen door de bijdrage, die in twee termijnen geïnd wordt, niet te betalen. Wij vragen u dit dan door te geven aan de oudervereniging. Uw kinderen kunnen dan ook helaas niet deelnemen aan de activiteiten die door de oudervereniging georganiseerd worden. Voor activiteiten die onder schooltijd plaatsvinden, zal dan op school voor opvang gezorgd worden. Heeft u vragen of opmerkingen aan de ouderraad of wilt u zaken toegelicht hebben dan willen we u vriendelijk verzoeken dit schriftelijk te doen. Elke 5 à 6 weken komt de ouderraad bij elkaar en daar zal uw vraag of opmerking besproken worden. U kunt uw vragen inleveren bij één van leden van de ouderraad (zie de schoolkalender). Ook is het mogelijk om dit via de leerkracht van uw kind te doen.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
20
Kwaliteit van het onderwijs en klachten Klachtenregeling U zult op allerlei verschillende momenten contact hebben met de school: op ouderavonden, informatieavonden of bij het halen en brengen van uw kind. Heeft u een vraag, opmerking of heeft u ergens zorgen over, dan horen wij dat graag. U kunt altijd bij de leerkracht van uw kind terecht. De dagen dat Henk Brakel, de directeur op school aanwezig is staan in de kalender vermeld. Natuurlijk kunt u ook telefonisch een afspraak maken voor een gesprek met de directeur of de leerkracht. Het personeel van de school voelt zich verantwoordelijk voor een eerlijke en zorgvuldige omgang met allen die betrokken zijn bij het onderwijsproces. Wij streven daarom naar een open communicatie tussen ouders, leerlingen, medewerkers en schoolleiding. Wij streven er naar dat het onderwijs voor uw kind optimaal is, dat leerkrachten met vertrouwen en plezier kunnen werken, dat misverstanden vroegtijdig worden opgehelderd en dat klachten in onderling overleg op correcte wijze worden afgehandeld.
De kwaliteit van het onderwijs en klachten De SPOM-scholen zien een klacht als een advies om het beter te doen. Uw vragen, opmerkingen en klachten helpen ons de kwaliteit van het onderwijs continu te verbeteren. Schroomt u daarom niet om de leerkracht of de schoolleiding te benaderen, als u zorgen heeft over de kwaliteit van het onderwijs. Wacht niet te lang, want hoe sneller u met de direct betrokkenen communiceert, hoe sneller een probleem voorkomen of opgelost wordt. Als ouder/verzorger bent u altijd vrij om, afhankelijk van de situatie, te kiezen met wie u uw zorg of klacht bespreekt. Hoewel wij als organisatie de voorkeur geven aan het bespreken van de klacht met de direct betrokkenen, vaak is dat de leerkracht en/of de schoolleiding, staat het u als ouder altijd vrij om direct een klacht in te dienen bij het bevoegd gezag (de bestuurder van SPOM dan wel bij de landelijke klachtencommissie. SPOM is aangesloten bij drie klachtencommissies*) . De contactgegevens treft u hier aan: Klachtencommissies voor het Katholiek Onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel: 070-3925508, 9.00 – 12.00 uur bereikbaar www.geschillencies-klachtencies.nl; *) Met ingang van 1 januari 2014 is SPOM alleen aangesloten bij de Landelijke Stichting Onderwijsgeschillen.
Om klachten zo goed mogelijk op te lossen beschrijven wij hier: A) tips om uw zorg of klacht zo snel mogelijk gezamenlijk op te lossen; B) de mogelijkheden voor een nader onderzoek en klachtenbemiddeling; C) de meldplicht bij de vertrouwensinspecteur.
A) Zorg of klacht gezamenlijk oplossen Een bepaalde situatie in de dagelijkse gang van zaken op school baart u zorgen c.q. keurt u af. U wilt de situatie toegelicht en opgehelderd hebben door de directe betrokkenen (veelal de groepsleerkracht en/of de schoolleiding). Hierbij enkele tips voor het voeren van een goed gesprek in ‘moeilijke’ situaties: Voor het gesprek: 1. welke situatie wilt u onder de aandacht brengen? 2. welke gevoelens heeft u over de situatie? 3. wat is uw feitelijke informatie en wat zijn indrukken die u wilt controleren? 4. welke vragen wilt u stellen om een compleet beeld van de situatie te krijgen? 5. wie kan/kunnen uw vragen het beste beantwoorden? Zie ook onderstaand schema. 6. maak een afspraak om rustig te kunnen praten. 7. wat wilt u na het gesprek bereikt hebben? 8. wilt u met betrekking tot de situatie in hoofdzaak vragen, opmerkingen of klachten overbrengen? Schoolgids Mariënhof 2013-2016
21
Tijdens het gesprek: 1. beschrijf de situatie vanuit uw standpunt, breng uw gevoel onder woorden en stel uw vragen. 2. geef aan of uw zorg weggenomen is c.q. of u opmerkingen wilt plaatsen of een klacht onder woorden wilt brengen. 3. geef aan of anderen erbij betrokken of geïnformeerd moeten worden? 4. is er behoefte om het besprokene c.q. de afspraken schriftelijk vast te leggen? 5. is er aan het eind van het gesprek nog sprake van een klacht, die nader onderzocht c.q. zorgvuldig opgelost dient te worden? Zo ja, neem dan contact op met de contactpersoon (zie volgende paragraaf). Bij wie brengt u uw zorg c.q. klacht onder de aandacht: Klacht van onderwijskundige aard, o.a.: - methode - aanpassing - toetsing, beoordeling - pedagogische benadering
Klacht van schoolorganisatorische aard (maatregelen, nalatigheid) o.a.: - vakanties, vrije dagen - schoolbijdrage - inzetten toetscapaciteit - schoonmaken - functioneren van / samenwerking met medewerkers
Klacht over ongewenste gedragingen van kinderen o.a.: - agressie - geweld - racisme - discriminatie - pesten
Klacht over ongewenste gedragingen van volwassenen: - seksueel misbruik - (seksuele) intimidatie - fysiek- of geestelijk misbruik - racisme - discriminatie
U kiest waar u uw klacht/vermoeden het eerst onder de aandacht brengt:
Gesprek met de groepsleerkracht
Interne contactpersoon geeft route aan of verwijst door
Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met de schoolleiding
Gesprek met de schoolleiding
Indien geen bevredigend resultaat: (evt. via interne contactpersoon )doorverwijzing naar commissie van vertrouwenspersonen
Indien geen bevredigend resultaat, evt. via interne contactpersoon, doorverwijzing naar commissie van vertrouwenspersonen
Onafhankelijke vertrouwenspersonen bespreken/geven advies/ bemiddelen of verwijzen door
(Indien geen bevredigend resultaat: )Klacht indienen bij bestuurder SPOM of landelijke klachtencommissie 1)
Bestuurder SPOM neemt passende maatregelen
Nader onderzoek en klachtenbemiddeling 1)
zie voor de procedure voor het indienen van een formele klacht bij de klachtencommissie de Klachtenregeling van SPOM.
B) Nader onderzoek en klachtenbemiddeling Een bepaalde situatie in de dagelijkse gang van zaken op school baart u zorgen c.q. keurt u af. U wilt de directe betrokkenen (nog) niet confronteren met uw zorg of klacht: - omdat u niet precies weet, wie u het beste kan helpen; - gezien de aard van de situatie; - gezien de behoefte aan nader onafhankelijk onderzoek. U neemt daarom contact op met de contactpersoon van de school. Deze kan u helpen de betrokkenen Schoolgids Mariënhof 2013-2016
22
te benaderen, de vertrouwenscommissie te laten bemiddelen of een formele klachtenprocedure in gang te zetten. Ook als u tevergeefs geprobeerd heeft met betrokkenen een oplossing te vinden kunt u contact opnemen met de contactpersoon. Als schoolorganisatie voelen wij ons verantwoordelijk voor een eerlijke en zorgvuldige omgang met allen die betrokken zijn bij het onderwijsproces. In het geval van klachten streven wij dan ook zoveel mogelijk naar het principe van ‘hoor en wederhoor’ zoals dat in ons rechtssysteem gebruikelijk is.
1) Contactpersoon Op elke school is een medewerker als contactpersoon benoemd. Voor onze school is dat dhr. Willem Rensink en mw. Willemien Kuypers. De contactpersoon luistert naar uw verhaal en stelt vragen om helder te krijgen wat de juiste plek is om uw klacht te behandelen. Hij/zij heeft geen bevoegdheid om klachten inhoudelijk te onderzoeken, te beoordelen of te behandelen. De contactpersoon zal in eerste instantie nagaan of en hoe alle mogelijkheden benut zijn/worden, om de klacht binnen school, met de groepsleerkracht en de schoolleiding, op te lossen. Indien dit niet gelukt is of wenselijk is, dan wordt met u besloten waar de klacht voor nader onderzoek c.q. behandeling voorgelegd wordt. De contactpersoon begeleidt u bij het inschakelen van een vertrouwenspersoon en zal achteraf bij u nagaan of de klacht naar tevredenheid is opgelost.
2) Commissie van Vertrouwenspersonen De commissie begeleidt, geeft bijstand en verwijst de klager naar gelang de situatie en de behoefte van de klager. Zij kan naar eigen inzicht bemiddelen tussen klager en aangeklaagde en functioneert daarbij binnen de kaders van de klachtenregeling. De commissie verheldert en bemiddelt, maar oordeelt niet. De klachtenregeling ligt voor u op school ter inzage en is tevens na te lezen op de website:www.spommaasenwaal.nl onder de keuze “Organisatie”. De leden van de commissie van vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk, d.w.z. zijn niet aan SPOM verbonden, en komen uit de regio: Mevr. A. Goeman-Goselink: 0487-589387 of 06-53177670 (werk) en 024-6751156 of 0623773057 (privé) Dhr. C. Bartholomeus: 0487-506001 (privé) of 0344-656741 (werk)
3) Landelijke klachtencommissie Indien een klacht binnen- of bovenschools niet naar tevredenheid is of kan worden opgelost, kan een beroep worden gedaan op de wettelijke klachtenregeling. Op grond van deze regeling is elk schoolbestuur verplicht om een klachtencommissie in te stellen of aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. Het bestuur van de stichting SPOM is aangesloten bij drie landelijke klachtencommissies: o voor het katholiek onderwijs: de landelijke klachtencommissie voor het Katholiek onderwijs.; o voor het algemeen christelijk onderwijs: de landelijke klachtencommissie voor het Christelijk onderwijs; o voor het openbaar onderwijs: Commissie voor Onderwijsgeschillen. Heeft u een klacht, maar twijfelt u of een onderzoek door de klachtencommissie een geëigende weg is, dan kunt u bij de commissie vertrouwenspersonen terecht voor informatie en advies. U kunt uw klacht schriftelijk indienen bij de secretaris van één van de klachtencommissies. Zie hiervoor de richtlijnen en contactadressen in (de klachtenregeling). De klachtencommissie onderzoekt een klacht, doet een uitspraak over de (on)gegrondheid van de klacht en kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het schoolbestuur te treffen maatregelen. Het onderzoek door de klachtencommissie verloopt volgens een vast omschreven klachtenprocedure. Betrokken partijen worden (afzonderlijk) gehoord en binnen twee maanden kunt u een uitspraak verwachten. Wendt u zich tot de klachtencommissie, dan kunt u zich laten adviseren door (één van de leden van) de commissie vertrouwenspersonen.
C) Vertrouwensinspecteur Ieder schoolbestuur is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Onderwijsinstellingen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. De vertrouwensinspecteurs zijn te bereiken via het centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs via telefoonnummer: 0900-1113111. Schoolgids Mariënhof 2013-2016
23
Leerplicht en kwalificatieplicht Uw kind mag vanaf het vierde levensjaar naar school. Veel kinderen gaan voor hun vierde al een tijdje naar een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal. De leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarin een kind de leeftijd van vijf jaar bereikt. Een kind dat bijvoorbeeld op 14 maart 2012 zijn vijfde verjaardag viert, is vanaf 1 april 2012 leerplichtig. Leerplicht is ook leerrecht want ieder kind in Nederland heeft recht op onderwijs. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar waarin: •de jongere de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt; of •aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan de jongeren ten minste twaalf volledige schooljaren één of meer scholen heeft bezocht. Daarna volgt een kwalificatieplicht tot 18 jaar.
Vrijstelling van geregeld schoolbezoek Artikel 11a Leerplichtwet 1969 Soms is een volledige schoolweek te lang voor vijfjarigen. Daarom biedt de Leerplichtwet een mogelijkheid tot vrijstelling. U mag uw vijfjarig kind, in overleg met de schooldirecteur, maximaal 5 uur per week thuis houden. Als dit niet genoeg is, mag een directeur nog vijf extra uren vrijstelling per week verlenen. Deze vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van de leerling te voorkomen. Zodra uw kind zes jaar is, vervalt deze mogelijkheid. Uw kind moet dan het volledige onderwijsprogramma volgen.
Verlof o.g.v. artikel 11f Leerplichtwet 1969 (extra vakantieverlof) Extra vakantieverlof buiten de schoolvakanties is alleen mogelijk in gevallen waarin de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders het onmogelijk maakt om in de schoolvakanties als gezin vakantie te hebben. Bedoeld verlof kan eenmalig voor maximaal tien (aaneengesloten) schooldagen per schooljaar worden verleend door de schooldirectie. Het mag niet plaatsvinden in de eerste twee schoolweken van het schooljaar. Bij het begrip´specifieke aard van het beroep´ moet voornamelijk worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, respectievelijk werkzaamheden in bedrijfstakken die een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende. Het feit dat ouders simpelweg geen vrij kunnen krijgen van hun werkgever(s) is in het kader van de Leerplichtwet geen reden voor extra verlof, zelfs niet als hiervoor een verklaring van de werkgever wordt verstrekt. Als ouder(s) geen vrij van hun werk kunnen krijgen gedurende de schoolvakanties dienen zij hierover met hun werkgever te onderhandelen. Het probleem kan echter niet op school en/of leerplicht worden afgewenteld. De aanvraag moet minimaal 2 maanden voorafgaand aan het gewenste verlof schriftelijk worden ingediend bij de schooldirectie. Deze termijn is nodig om tijd te creëren voor overleg en/of een eventuele bezwaarprocedure. De school dient het besluit schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen bezwaar bij de schooldirectie tegen het genomen besluit. Wordt de aanvraag afgewezen en uw kind gaat niet naar school dan is de schooldirectie verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar en riskeert u daarmee rechtsvervolging.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
24
Een verzoek om extra vakantieverlof zal zeker worden afgewezen als het verzoek wordt gedaan op grond van onderstaande argumenten: In de volgende gevallen wordt in ieder geval geen extra verlof gegeven: - Familiebezoek in het buitenland; - goedkope tickets in het laagseizoen; - omdat tickets al gekocht zijn of omdat er geen tickets meer zijn in de vakantieperiode; - vakantiespreiding; - verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn; - eerder vertrek of latere terugkomst in verband met verkeersdrukte; - samen reizen/in konvooi rijden naar enige bestemming; - kroonjaren; - sabbatical; - wereldreis/verre reis;
Verlof op grond van artikel 11g Leerplichtwet (andere gewichtige omstandigheden) "Andere gewichtige omstandigheden" kan vertaald worden naar: persoonlijke- en familieomstandigheden die veelal buiten de wil of invloedsfeer van de ouders of leerling zijn gelegen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de volgende omstandigheden: - verhuizing (maximaal 1 dag verlof);; - het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad (maximaal 2 schooldagen als er ver gereisd moet worden, anders maximaal 1 schooldag, in het buitenland maximaal 5 schooldagen); - bij ernstige levensbedreigende ziekte zonder uitzicht op herstel van bloed- of aanverwant tot en met de 3e graad (maximaal 10 dagen). - bij overlijden van bloed- of aanverwant: - in de 1e graad maximaal 5 schooldagen; - in de 2e graad maximaal 2 schooldagen; - in de 3e en de 4e graad maximaal 1 schooldag; - in het buitenland: 1e tot en met de 4e graad maximaal 5 schooldagen - bij 25, 40 of 50 jarig ambtsjubileum en het 12,5, 25, 40, 50 of 60 jarige huwelijksjubileum van ouder(s)/verzorger(s) of grootouders ( maximaal 1 schooldag); - voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan gebeuren (maximaal 1 dag per verplichting uitzonderingen daargelaten). Als uw kind gebruik moet maken van deze vorm van extra verlof, moet dit minimaal twee dagen van tevoren bij de schooldirecteur gemeld worden. - voor andere naar het oordeel van het hoofd van de school/instelling gewichtige omstandigheden (maximaal 10 dagen). Hieronder valt géén vakantieverlof. Een aanvraag voor verlof op grond van andere gewichtige omstandigheden moet acht weken van tevoren bij de directeur of de leerplichtambtenaar worden ingediend. De beslissingsbevoegdheid valt uiteen in twee delen: tot en met tien dagen (in één keer of bij elkaar opgeteld) per jaar beslist de directeur van de school over het al dan niet toekennen van het verlof. Bij meer dan tien dagen beslist de leerplichtambtenaar, nadat hij of zij het hoofd van de school heeft gehoord. Een verzoek om extra verlof vanwege gewichtige omstandigheden wordt zeker afgewezen als het om één van de navolgende omstandigheden gaat: •Vakantie, familiebezoek in het buitenland; •Een familie-uitje of lang weekend; Activiteiten van verenigingen waar kinderen lid van zijn, zoals een scouting- of voetbalkamp; •Als het gaat om één van de redenen/argumenten die ook reeds bij “aanvraag extra vakantieverlof” is vermeld. Wat is verlof in verband met plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging? Ouders hebben recht op verlof voor hun kind(eren) in verband met plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Zo heeft u (indien u moslim bent) recht op één dag verlof i.v.m. het Suikerfeest. Voor de volgende religieuze feestdagen verleent de school verlof na correcte melding : Joodse feestdagen: Joods Nieuwjaar (Rosj Hasjanah), Grote Verzoendag (Yom Kippoer), Loofhuttenfeest Schoolgids Mariënhof 2013-2016
25
(Soekot), Vreugde der Wet (Simchat Thora), Feest van het Licht (Chanoeka), Lotenfeest (Poerim) , Joods paasfeest (Pesach) en het Feest van Gods Openbaring (Sjavout). Christelijke feestdagen: Aswoensdag, Biddag voor gewas en arbeid, Dankdag voor gewas en arbeid. Carnaval heeft weliswaar een religieuze oorsprong, maar is geen religieus feest. Dit betekent dat een leerling geen verlof kan krijgen voor Carnaval. Pasen, Hemelvaart, Pinksteren en Kerst zijn nationale feestdagen in Nederland. Islamitische feestdagen: Offerfeest (led-al-Adha), Islamitische Nieuwjaar (Al Hijra), De tiende dag (Asjoera), Geboortedag van de profeet Mohammed (Milad an-nabil), Hemelreis van de profeet Mohammed (Lailat al-Mi'ray), Nacht van de lotbezegeling (Lailat al-Bara'at) en het Suikerfeest (led-alFitr). De meeste religieuze feestdagen vallen elk jaar op een andere dag. Voor de juiste data klik op http://www.beleven.org/feesten/. U kunt op deze site tevens de Hindoeïstische, Boeddhistische en Chinese feestdagen raadplegen.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
26
Afspraken van A t/m Z Aanwezigheid op het plein en toezicht door leerkrachten Leerlingen mogen zowel 's morgens als 's middags vanaf een kwartier voor aanvang van de school de speelplaats op komen om te spelen. Zij mogen ook na schooltijd gebruik maken van de speelplaats. Als het hek afgesloten wordt/is betekent dit dat niemand (meer) op de speelplaats aanwezig mag zijn. Vanaf 10 minuten voor aanvang van de schooltijden houdt een leerkracht toezicht op de grote speelplaats. In de ochtendpauze wordt dit door twee leerkrachten gedaan. Ook na schooltijd houden we ‘de boel in de gaten’. Het toezicht bestaat dan voornamelijk uit het naleven van het fietsverbod op de speelplaats en het veilig de straat oversteken vanaf het schoolplein. ongeveer de helft van de leerlingen hieraan deelneemt. De voorbereidingen vinden buiten Buitenschoolse Opvang (BSO) schooltijd plaats en worden door werkgroepen Sinds augustus 2012 heeft SPOM met de bouw van ouders uitgevoerd. Het aanleren van de van Integraal Kindcentrum De Kubus (IKC) in liedjes en uitvoeren van enkele creatieve Druten een eigen voorziening voor BSO en KDV. activiteiten gebeurt onder schooltijd. Aan Behalve de kinderen van basisschool De Kubus, ouders/verzorgers van leerlingen uit groep 4 en kunnen ook kinderen van andere scholen in 8 wordt gevraagd of zij hun kind de eerste Druten en omgeving van deze mogelijkheid communie of het vormsel willen laten doen. gebruik maken. Aanmelding is mogelijk via de site: www.ikcdekubus.nl Foto’s en film Van veel activiteiten die op school Voor de andere scholen van SPOM wordt het georganiseerd worden, worden foto’s gemaakt. zgn. makelaarsmodel gehanteerd. Dat betekent Deze foto’s zijn vaak een herinnering aan een concreet dat SPOM de organisatie voor BSO leuke gebeurtenis. De school gebruikt sommige heeft neergelegd bij twee aanbieders voor van deze foto’s voor de Nieuwsflits of om op de kinderopvang in onze regio: Catalpa en Le website te plaatsen. Dit gebeurt alleen als u, via Papillon. het inschrijfformulier, hiervoor toestemming SPOM heeft de scholen geclusterd om op deze gegeven hebt. Mocht u toch bezwaar hebben wijze voldoende aanmeldingen te hebben om tegen een door ons geplaatste foto dan kunt u BSO op te starten. Dat betekent dat de dit op school laten weten. aanbieders in een paar grotere dorpen een BSO Het is niet toegestaan om foto’s die onder hebben opgestart en dat vanuit andere dorpen “schooltijd” gemaakt zijn of op het terrein van kinderen door de aanbieders naar de BSOde school, zonder toestemming van de voorziening vervoerd worden. directeur, via sociale media te verspreiden. Voor onze school heeft SPOM het volgende geregeld: Catalpa verzorgt voor de dorpen Maasbommel, Alphen, Dreumel en Wamel de BSO bij basisschool de Oversteek in Dreumel. De kinderen worden indien noodzakelijk met busjes naar Dreumel vervoerd. Ouders zijn vrij in de keuze van de aanbieder. Het kan zijn dat zij liever met de andere aanbieder in zee gaan. Hiervoor kunnen zij zelf contact opnemen met de betreffende organisatie.
Eerste communie - vormsel Leerlingen uit groep 4 en uit groep 8 kunnen elk jaar deelnemen aan resp. de communie en het vormsel. De afgelopen jaren is gebleken dat Schoolgids Mariënhof 2013-2016
Fruitdag op woensdag Woensdag is op Mariënhof de groente/fruitdag. Kinderen mogen op deze ochtend naast drinken alleen groente of fruit mee naar school nemen.
Hoofdluis Het komt voor dat er op school hoofdluis wordt geconstateerd. Als dit gebeurt, dan wordt dit direct aan u doorgegeven. Om verdere besmetting met hoofdluis te voorkomen, verzoeken wij u, indien u bij uw kind hoofdluis constateert, dit direct aan school te melden. Na elke vakantie zullen ‘kamouders’ de leerlingen controleren op hoofdluis. Dit zal vooraf via de kalender en de Nieuwsflits aan de ouders bekend worden gemaakt. Natuurlijk gebeurt deze controle op discrete wijze.
27
Medisch handelen op school
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Soms komt het voor dat uw kind tijdens schooltijd ziek wordt. Wij willen u graag op de hoogte brengen van de handelwijze die de school op dat moment hanteert. Allereerst zullen wij proberen telefonisch contact met u als ouder/verzorger op te nemen om met u te overleggen wat er moet gebeuren. Wanneer u als ouder niet bereikbaar blijkt te zijn zullen wij als school afwegen of wij voor uw kind de huisarts zullen raadplegen. Als school/leerkracht van uw kind mogen wij geen medicijnen verstrekken zonder dat daarvoor uw schriftelijke toestemming is gegeven. Dat betekent dat wij zonder die toestemming ook geen kinderparacetamol of andere huismiddelen aan uw kind zullen geven.
Sinds januari 2012 is het voor het primair onderwijs verplicht om de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling te hanteren. De meldcode is een stappenplan dat de school ondersteunt in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het formeel vastleggen van die stappen zorgt voor een zorgvuldig proces vanaf het moment dat signalen worden opgevangen tot het moment dat een beslissing over een eventuele melding moet worden genomen. De meldcode is op de website van de school in te zien.
Een andere situatie doet zich voor als uw kind medicijnen door de huisarts of specialist voorgeschreven heeft gekregen die op regelmatige basis moeten worden ingenomen en dus ook tijdens schooluren. U kunt daarbij denken aan pufjes voor astma, antibiotica of zetpillen bij toevallen. Wanneer u wilt dat de leerkracht deze medicijnen tijdens schooluren toedient, dan is daarvoor uw schriftelijke toestemming nodig. De school beschikt over een formulier dat daarvoor kan worden gebruikt. De leerkracht van uw kind is echter niet verplicht om aan uw verzoek gehoor te geven. Als hij/zij zich niet bekwaam genoeg acht om de medicijnen toe te dienen dan kan dit geweigerd worden. U zult dan een andere oplossing moeten zoeken door bijvoorbeeld zelf op te school te komen om de medicijnen toe te dienen. Voor het verrichten van medische handelingen, bijvoorbeeld het toedienen van een injectie, is behalve uw schriftelijke toestemming ook een bekwaamheidsverklaring nodig van de leerkracht. Een arts of andere deskundige zal na een gedegen instructie bepalen of de leerkracht bekwaam kan worden verklaard voor het verrichten van die handeling. Deze handeling wordt dan in opdracht van de arts uitgevoerd. De betreffende formulieren zijn op school beschikbaar. De hierboven weergegeven regels zijn vastgelegd in een protocol Medisch handelen, dat is opgesteld door de GGD Nijmegen en dat door onze school wordt gehanteerd. Voor de tekst verwijzen wij u naar de website van de school.
Mobiele telefoon / GSM / andere waardevolle spullen
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
Het is leerlingen niet toegestaan om mobiele telefoons mee naar school te nemen. In speciale situatie kan hier van afgeweken worden. Hierover worden dan afspraken met de betreffende ouders gemaakt. Mocht u uw kind moeten bereiken dan kan dit altijd via het telefoonnummer van school. Ook raden wij u aan kinderen geen dure apparatuur of speelgoed mee naar school te geven. De school is niet aansprakelijk als het kapotgaat of zoekraakt.
Omgaan met materialen Wij gaan er van uit dat leerlingen zorgvuldig met materialen van zichzelf, van anderen en dus ook van de school omgaan. Mocht iemand bewust iets kapot maken dan zal hem gevraagd worden dit te vergoeden. Wij zullen dit ook met de ouders overleggen. Mochten kinderen onderling dingen van elkaar kapot maken dan is de school hiervoor niet verantwoordelijk.
Parkeren van auto's bij school Wij verzoeken iedereen om de auto, in verband met de veiligheid van de leerlingen, op het plein bij de kerk of op de parkeerplaats tegenover de Edohof te parkeren en niet in de schoolstrijd. (uitgezonderd de parkeervakken).
Pestprotocol Zoals al eerder beschreven moet iedere leerling en leerkracht zich bij ons op school veilig voelen. Hij moet gewaardeerd worden en erbij horen. De leerlingen en leerkrachten moeten elkaar respecteren en elkaar in hun waarde laten. Tegen discriminatie en pesten zullen we
28
direct optreden. We voeren hierover regelmatig gesprekken met de leerlingen. Ook hanteren we duidelijke regels en afspraken. Pesten moet in de kiem gesmoord worden. Daarom willen we pestgedrag graag van de leerlingen en ouders vernemen zodra zich dit voordoet. Dan pas kunnen we het adequaat aanpakken. Het pestprotocol krijgt een praktische uitwerking binnen de school door het gebruik van de methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling: ‘Goed gedaan’.
Privacy De scholen voor basisonderwijs in Maas en Waal hebben gezamenlijke afspraken gemaakt over de wijze waarop de privacy van de leerlingen en hun ouders zo goed mogelijk zijn gewaarborgd. Deze afspraken zijn op school in te zien. Zij hebben voornamelijk betrekking op doel, inzage, bewaren, beveiligen en gebruiken van schriftelijke gegevens. Uitgangspunt bij al deze afspraken is, dat alleen gegevens worden vastgelegd om het onderwijs zo optimaal mogelijk te doen verlopen, zonder dat daarbij de privacy tekort wordt gedaan. U kunt het reglement op school inzien of op de website bekijken. Bij vragen kunt u contact opnemen met de directeur. Op school ligt de volledige regeling ter inzage. Op het inschrijfformulier kunnen ouders aangeven of zij wel of geen bezwaar maken tegen het gebruik van foto’s van kinderen op bijv. een website of het verspreiden van adresgegevens om het mogelijk te maken dat ouders onderling contact kunnen opnemen met elkaar.
Schoolfotograaf Jaarlijks komt de schoolfotograaf foto’s maken. De datum vindt u in de kalender. Ook wordt dit in de Nieuwsflits bekend gemaakt. Naast de groepsfoto worden alle leerlingen individueel op de foto gezet. Er bestaat de mogelijkheid om één foto te laten maken van de broertjes en zusjes, die bij ons op school zitten. De organisatie van de schoolfotograaf is in handen van de ouderraad.
Schoolreisjes / schoolkamp Elk jaar gaan de groepen 1-2, 3-4 en 5-6-7 op schoolreis. De groepen 1-2 gaan naar een bestemming in de omgeving. De groepen 3-4 en 5-6-7 zoeken het wat verder weg. De keuze hiervan wordt door de ouderraad samen met het team gemaakt. De kosten van de schoolreisjes zijn in de jaarlijkse ouderbijdrage aan de oudervereniging opgenomen. Groep 8 gaat aan het eind van het schooljaar op kamp. De kosten voor het kamp moeten apart door de Schoolgids Mariënhof 2013-2016
ouders betaald worden. De afgelopen jaren was dit € 65,-
Trakteren op school Als leerlingen jarig zijn vinden zij het leuk om dit ook op school te vieren. Er wordt dan voor de jarige uitbundig gezongen en in de meeste gevallen volgt er een traktatie. Het zal niemand vreemd voorkomen als we zeggen dat ouders en school de gezondheid van leerlingen heel belangrijk vinden. Dit betekent ook dat we met elkaar een “verantwoord trakteerbeleid” willen hanteren. Trakteren ja, maar wel zo gezond mogelijk. Op dit moment zijn er geen afspraken op school wat wel mag en wat niet. We doen hierbij dus een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van ouders. Als een leerling wil trakteren op de woensdag (de fruit/groentendag) dan zal de traktatie hier wel bij aan moeten sluiten. In het team is afgesproken dat de leerkrachten niet meer getrakteerd hoeven te worden. U kunt zich voorstellen dat 130 traktaties per jaar wel lekker, maar niet gezond voor ons zijn. De leerkrachten vieren hun verjaardag met de eigen groep. Ook tijdens dit feest zal zo gezond mogelijk getrakteerd worden, wat niet wegneemt dat af en toe een klein beetje “zondigen” ook moet kunnen. Als de leerkrachten jarig zijn hoeven kinderen geen cadeautjes mee te nemen. Wel is het altijd leuk om een mooie tekening of kaart te krijgen.
TSO (Tussen Schoolse Opvang) Leerlingen kunnen op de maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen de middag op Mariënhof opgevangen worden. De opvang wordt georganiseerd door de school en heet Tussen Schoolse Opvang. De TSO heeft als uitgangspunt dat het overblijven in een prettige sfeer moet verlopen. De afspraken die er met de leerlingen gemaakt worden zijn afgestemd met de afspraken die er op school gelden. (pedagogisch op één lijn). De leerlingen zorgen zelf voor eten en drinken. Voordat er gezamenlijk gegeten wordt spelen de leerlingen tot 12.20 uur buiten. Dit gebeurt onder toezicht van één of twee overblijfkrachten. Van 12.20 uur tot 13.40 uur wordt er gezamenlijk gegeten. Daarna mogen de leerlingen weer naar buiten. Zij mogen tijdens het overblijven het schoolplein niet verlaten. De kosten voor het overblijven bedragen € 1,50 per kind per keer. De bedragen kunnen tussentijds aangepast worden. De ouders moeten voor het overblijven een ‘strippenkaart’ kopen. Er zijn 3 verschillende strippenkaarten: voor 5, 10 en 20 overblijfmomenten. Als een strippenkaart bijna vol is, krijgen de ouders
29
hiervan een bericht. Strippenkaarten die nog niet vol zijn op het einde van het schooljaar gaan mee naar het volgende schooljaar. Wanneer een kind van school afgaat wordt het restant van de strippenkaart aan de ouders terug betaald. Op school ligt voor belangstellenden het handboek TSO ter inzage.
Verjaardagen kinderen en leerkrachten Als leerlingen jarig zijn is dat groot feest. We willen dit ook op school vieren. In de eigen groep van de leerling wordt gezongen en kan er getrakteerd worden. We vragen ouders om de traktatie liefst gezond en “klein” te houden. In groep 1-2 mogen ouders bij het feest aanwezig zijn. Het is hierbij niet toegestaan om filmopnamen te maken. We hebben de afspraak gemaakt dat leerkrachten niet getrakteerd hoeven te worden. De verjaardagen van de leerkracht worden in de eigen groep gevierd. Leerkrachten die met een duopartner samen in een groep werken vieren de verjaardagen samen op één moment.
Verlof en verzuim Leerlingen die nog geen vijf jaar zijn, zijn nog niet leerplichtig. De ouders mogen voor deze leerlingen verlof nemen. Vanaf vijf jaar vallen leerlingen onder de leerplichtwet: zij zijn dan verplicht onderwijs te volgen. Voor afspraken met de huisarts, de tandarts en de orthodontist geldt dat wij u vragen om deze afspraken buiten de schooltijden te maken. Leerlingen verliezen hierdoor geen lestijd. Mocht dit niet mogelijk zijn dan kunt u dit in overleg met de groepsleerkracht onder schooltijd doen. Bezoeken aan specialisten en/of ziekenhuis vallen binnen de verlofregeling. Deze bezoeken moeten schriftelijk worden doorgegeven. U kunt hiervoor en voor andere verlofaanvragen een formulier bij juf Elly v/d Oever halen. De school kan in bepaalde gevallen verlof verlenen. Een dergelijk verzoek - in geval van gewichtige redenen - kan zijn: huwelijk van bloed- en/of aanverwanten; overlijden van bloed- en/of aanverwanten; ambts- en/of huwelijksjubilea (12 ½ -2540-50 jaar) van naaste familieleden. Dit verlof moet ruim van tevoren schriftelijk worden aangevraagd. Dit kunt u doen door een formulier in te vullen. In principe kan geen verlof worden verleend voor vakantie of lang weekend buiten de door de school vastgestelde vakanties. In heel bijzondere gevallen mag de school van deze regel afwijken. Dit kan alleen als het voor de ouders wegens hun specifieke beroepsomstandigheden beslist niet mogelijk is Schoolgids Mariënhof 2013-2016
om tijdens de vastgestelde vakanties op vakantie te gaan. Voor dit specifieke verlof geldt het volgende: een dergelijk verzoek moet schriftelijk gedaan worden; hierbij dient, indien van toepassing, een schriftelijke verklaring van de werkgever te worden overlegd; de school mag maximaal één maal per jaar toestemming geven voor een dergelijk verzoek en dan ten hoogste voor tien dagen; voor de eerste twee weken van het schooljaar wordt geen verlof verleend; geen verlof wordt verleend om eerder op vakantie te gaan of later te kunnen terugkeren. Als ouders i.v.m. de aard van hun beroep geen vakantie in de zomer op kunnen nemen, maar wel in één van de andere vakanties dan is deze verlofregeling niet van toepassing. De school is verplicht in geval van verzuim – ook bij constatering achteraf dat een ziekmelding gebruikt is voor een dagje uit of i.d. – het door te geven aan de leerplichtambtenaar van de gemeente.
Verzekeringen Het schoolbestuur heeft voor de school diverse verzekeringen afgesloten. De belangrijkste zijn: Aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen Hierbij is het personeel (stagiaires, vrijwilligers, leerkrachten en al degenen die aan schoolse dan wel aan buiten de school verbandhoudende activiteiten deelnemen) verzekerd. Dit is dus een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering bij schade aan derden (geleende of gehuurde goederen, gebouwen en/of terreinen, en/of letselschade). De verzekering geeft ook dekking voor het particuliere aansprakelijkheidsrisico van leerlingen, bijvoorbeeld schade veroorzaakt tijdens het verblijf op school of tijdens evenementen in schoolverband. Onder deze verzekering valt tot slot de schade aan eigendommen van de school veroorzaakt door leerlingen tijdens het overblijven. Bij de verzekering geldt dat er een beroep op gedaan kan worden indien niet al een andere verzekering vergoedt of dient te vergoeden. Schoolongevallenverzekering Deze verzekering is van kracht voor het personeel en de leerlingen tijdens schooluren en evenementen in
30
schoolverband. Ook valt hieronder de “reis” van huis naar school en weer terug. Onder personeel wordt ook verstaan ouders, stagiaires of vrijwilligers die bijvoorbeeld meehelpen bij een activiteit of evenement in schoolverband. Deze verzekering kent geen eigen risico. Voor deze verzekering geldt ook dat er pas een beroep op gedaan kan worden indien niet al een andere verzekering vergoedt of dient te vergoeden.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
Doorlopende reis- en evenementenverzekering De doorlopende reisverzekering biedt dekking voor onverwachte extra te maken kosten in verband met onvoorziene gebeurtenissen tijdens een schoolreisje, kamp of excursie.
31
Internet protocol Mariënhof Sinds de school internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma’s de school binnenkomen, die wij ongeschikt achten voor de leerlingen. Te denken valt aan bepaalde uitingen van geweld, seks en racisme. Vooral door de gemakkelijke toegang tot internet, is het risico op het binnenhalen van disrespectvol en ongewenst materiaal groot. Het team van Mariënhof staat op het standpunt dat ongewenste uitingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, zonder de leerlingen alle verantwoordelijkheid uit handen te nemen. We vinden het belangrijk om leerlingen, onder begeleiding, eigen verantwoordelijkheid bij te brengen. Het omgaan met internet wordt op zich als leerpunt binnen de school gezien. We zullen de kinderen niet bewust met bovengenoemde uitingen confronteren. We zullen de leerlingen aanspreken op ongewenst (surf-, chat- en e-mail) gedrag. Indien leerlingen zich niet houden aan de gemaakte afspraken binnen het internetprotocol dan neemt de leerkracht gepaste maatregelen. Maatregelen/sancties zullen niet vooraf aan leerlingen en ouders worden gemeld. Deze worden afhankelijk van de ernst van de situatie genomen. Natuurlijk zullen wij hierover met u contact opnemen. Het team heeft een afsprakenlijst (internetprotocol Mariënhof) gemaakt voor de leerlingen om het internetgebruik in zo goed mogelijke banen te leiden. Dit protocol is door de medezeggenschapsraad goedgekeurd.
Schoolgids Mariënhof 2013-2016
Internetprotocol Mariënhof Ik zal nooit mijn persoonlijke informatie doorgeven op internet, zoals: mijn naam, adres en telefoonnummer, het werkadres en telefoonnummer van mijn ouders of het adres van mijn school zonder toestemming van mijn meester of juf; Ik zal nooit afspreken met iemand die ik online op internet heb ontmoet, zonder toestemming van mijn leerkracht; Ik gebruik geen rare of lelijke woorden als ik een e-mail verstuur; Ik verstuur geen foto’s van mezelf of van anderen; Een door mij geschreven e-mail mag altijd worden gelezen door mijn meester of juf; Ik zal nooit antwoorden op e-mail berichten die onprettig zijn. Het is niet mijn schuld dat ik zulke berichten krijg. Ik vertel het mijn leerkracht meteen, zodat hij maatregelen kan nemen; Ik klik niet als ik de leerkracht vertel dat er iemand bewust op een site zit, waar hij/zij niet mag komen; Als ik per ongeluk op een site zit, waar ik niet mag komen, herstel ik dat onmiddellijk; Als ik tegen de afspraken in toch ongewenste sites bezoek, worden mijn ouders hierover ingelicht en word ik daarvoor gestraft; Ik gebruik op school geen online chaten spelletjesprogramma’s (uitzondering: als onderdeel van een project) Ik mag alleen gebruik maken van internet na toestemming van mijn leerkracht. In de pauze (bij slecht weer of middagpauze) mag ik geen gebruik maken van internet.
32