St@dium e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven
Nummer 2014 nummer 13 11 november 2014
Inhoud 1.
Welkom bij St@dium, het e-zine van Stade Advies. ..................................... 2
2.
Maak Jeugdhulp structureel onderdeel ondersteuningsstructuur onderwijs .......................................................................................................... 3
3.
25 jaar verdrag van de Rechten voor het Kind.............................................. 4
4.
‘WeHelpen’: Online vinden, verbinden, organiseren en delen van hulp ..... 5
5.
Twee gratis kaarten Dag van de Transities ................................................... 6
6.
Meer drang en dwang bij hulp aan multiprobleemgezinnen ........................ 7
7.
Aanpak van emotioneel en agressief gedrag via blended learning ............ 8
8.
Governance en subsidiebeschikkingen ........................................................ 9
9.
Wonen 6.0: visie op de nieuwe positie van woningcorporaties ................ 10
10.
Novelle leidt niet tot gemeentelijke grip op corporaties ............................ 11
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
1/11
1.
Welkom bij St@dium, het e-zine van Stade Advies.
Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. St@dium verschijnt iedere 3 weken. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl. Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ook een email sturen naar
[email protected], dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. Jaap van der Veen Redacteur Volg Stade Advies op Twitter
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
2/11
2.
Maak Jeugdhulp structureel onderdeel ondersteuningsstructuur onderwijs
De onderwijsraad stelt in haar rapport ‘’Samen voor een ononderbroken schoolloopbaan’’ dat een gebrek aan inhoudelijke samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp een risico is voor de schoolloopbaan van kwetsbare jongeren. De onderwijsraad adviseert het bestaande lokale/regionale overleg tussen gemeente(n) en onderwijs te verbreden en te verdiepen. Het huidige Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) is te vrijblijvend om tot inhoudelijke samenwerking te komen. De onderwijsraad pleit om verdere stappen te nemen om jeugdhulp structureel onderdeel te maken van de ondersteuningsstructuur op school. Onduidelijkheden over financiën en verantwoordelijkheden zorgen voor behoudend gedrag bij samenwerkingsverbanden en gemeenten. Dit kan ertoe leiden dat jongeren met een gecombineerde hulpvraag niet tijdig de juiste hulp krijgen. Bron: Nederlands Jeugd Instituut, 6 november 2014 Regio Lekstroom Stade Advies is in diverse regio’s betrokken bij de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp (gemeenten). Een goed voorbeeld waar gemeenten en het samenwerkingsverband al goede stappen hebben gezet om jeugdhulp structureel onderdeel te maken is de regio Lekstroom waar sinds zomer 2013 (indicatievrije) jeugdhulp op de scholen voor Voortgezet Onderwijs aanwezig is. Momenteel wordt dit onderdeel gemaakt van de toekomstige basisstructuur van het jeugdbeleid in de gemeenten. Voor meer informatie zie de rapportage 1 jaar jeugdhulp in het voortgezet onderwijs. Zie ook Binnenlands Bestuur, 25 september 2014
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
3/11
3.
25 jaar verdrag van de Rechten voor het Kind
Van 17 t/m 21 november 2014 is het Kinderrechtenweek. UNICEF Nederland, de Universiteit Leiden en de gemeente Leiden bundelen hun krachten om het 25-jarig bestaan van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind vieren. Het is een verjaardagsfeest én kinderrechten verdienen nog steeds de broodnodige aandacht. Omdat kinderrechten iedereen aangaan wordt de Kinderrechtenweek in Leiden samen met anderen georganiseerd. Jongeren, beleidsmakers, professionals, politici, wetenschappers en ouders zetten zich in voor kinderrechten. Tijdens de Kinderrechtenweek zijn er voor al deze doelgroepen activiteiten. Bij de Universiteit in het kinderrechtenhuis en in de Hooglandse kerk, vindt de Internationale Conferentie, de Moot Court en de Unicef Kinderrechtentop plaats. In de stad zal er tijdens de kinderrechtenweek een historische foto expositie, film, muziek en theater zijn. Voor meer informatie zie: Kinderrechtenweek gemeente Leiden
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
4/11
4.
‘WeHelpen’: Online vinden, verbinden, organiseren en delen van hulp
‘WeHelpen’ is een coöperatie die informele zorg, burenhulp en nabuurschap op een nieuwe, eigentijdse manier vorm geeft. De coöperatie verbindt mensen aan die hulp nodig hebben en mensen die hulp willen bieden. Via een laagdrempelige wordt ingezet op wederkerigheid: iedereen kan van waarde zijn voor een ander en kan een ander helpen in raad of daad. Het doel van WeHelpen is om een krachtige infrastructuur te realiseren die bijdraagt aan een samenleving waarin elkaar helpen vanzelfsprekend is. Men wil bijdragen aan sociale cohesie in de samenleving. Leden Tot de leden van WeHelpen behoren gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen, thuiszorginstellingen, verpleeg- en verzorgingshuizen en andere maatschappelijk betrokken organisaties. Alle organisaties met natuurlijke personen in hun achterban kunnen lid van de coöperatie worden. Andere organisaties kunnen zogenaamd ambassadeurlid worden. De coöperatie hanteert een non-concurrentieel uitgangspunt; zo zijn er bijvoorbeeld meerdere zorgverzekeraars initiatiefnemer en/of lid van de coöperatie, alsook meerdere thuiszorginstellingen. Kennis delen WeHelpen wil de kennis en ervaring die wordt opgedaan bij en met de leden, delen en teruggeven aan alle leden. WeHelpen doet dit via nieuwsbrieven, webinars en implementatietoolkits. WeHelpen vindt het erg belangrijk dat leden elkaar weten te vinden. Leden van de coöperatie worden dan ook gestimuleerd om kennis te delen en van elkaar te leren. Meer informatie:
Come Together Talk Coen van de Steeg wehelpen.nl cooperatiewehelpen.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
5/11
5.
Twee gratis kaarten Dag van de Transities
Stade Advies zal op 19 november weer aanwezig zijn op de Dag van de Transities en heeft 2 relatiekaarten om weg te geven. Heeft u interesse in deze kaarten? Stuur dan vóór 13 november een mail naar
[email protected]. Uit de geïnteresseerden zullen wij 2 kaarten verloten. U ontvangt uiterlijk 14 november een reactie. Meer informatie over het congres kunt u vinden op: zorgwelzijncongressen.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
6/11
6.
Meer drang en dwang bij hulp aan multiprobleemgezinnen
De samenwerkende jeugdinspecties onderzochten in vier Nederlandse gemeenten de hulp aan multiprobleemgezinnen in de praktijk. In de onderzochte gemeenten wordt over het algemeen verantwoorde zorg en ondersteuning geboden. Toch kunnen er nog punten verbeterd worden. Zo bepleiten de inspecties dat gemeenten en netwerkpartners werken volgens het principe ‘1 gezin 1 plan 1 regisseur’, het sociale netwerk meer betrekken en vaker gebruik maken van drang en dwang. De samenwerkende jeugdinspecties onderzochten eerder in 21 (middel)grote gemeenten hoe de zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid beleidsmatig gestalte krijgt. Daarna werd in de vier gemeenten die beleidsmatig het best voor de dag kwamen (Delft, Zwolle, Maastricht en Lelystad) een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de hulpverlening. Conclusies De samenwerkende jeugdinspecties constateren dat er in de onderzochte gemeenten sterk ingezet wordt op een effectieve hulp aan multiprobleemgezinnen. De werkwijze verschilt echter per gemeente. Zo werken vier van de vijf aanpakken niet consequent volgens het principe ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’. De aanpak in de gemeente Delft werkt juist wel volgens dit principe. De gemeente Delft zou net als enkele andere gemeenten echter meer nadruk kunnen gaan leggen op de vervolgfase van de hulp. Door meer aandacht te besteden aan het vergroten van de zelfredzaamheid en het sociale netwerk van het gezin, en het organiseren van een goede nazorg, kan de kans dat het gezin terugvalt aanzienlijk kleiner worden gemaakt. Bij de uitvoering van de hulp zou - zoals in Maastricht - meer gebruik kunnen worden gemaakt van de mogelijkheden tot dwang en drang. Veel multiprobleemgezinnen mijden zorg of hulp en kunnen vaak wel tot medewerking worden verleid wanneer hen een betere situatie in het vooruitzicht wordt gesteld. Of wanneer medewerking ervoor zorgt dat een ernstigere maatregel voorkomen kan worden (drang). Levert dit geen resultaat op, dan kan overwogen worden om dwang in te zetten in de vorm van bijvoorbeeld een proces-verbaal van de leerplichtambtenaar, een melding bij het AMHK of een korting op kinderbijslag en/of uitkering. De onderzoeken zijn te vinden op: toezichtggsr.nl Bron: Inspectie Jeugdzorg
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
7/11
7.
Aanpak van emotioneel en agressief gedrag via blended learning
U kent ze wel, bewoners die vinden dat ze onmiddellijk geholpen moeten worden, die onredelijke eisen stellen, zich denigrerend opstellen of heethoofden die helemaal uit hun dak gaan als ze op hun gedrag aangesproken worden. Ook de corporatie medewerkers hebben te maken met emotioneel en agressief gedrag. Het is niet iedereen gegeven in lastige situaties kordaat en doeltreffend op te treden. RadarVertige ontwikkelde daarvoor een innovatieve methode in de vorm van blended learning: online leren, samen oefenen. Hierin wordt de theorie, uitleg en instructies zoveel mogelijk via de e-learning gedaan en oefenen de medewerkers samen in het toepassen van instructies. Online leren, samen oefenen RadarVertige heeft in samenwerking met de Corporatie Academie, de Alliantie, Maasdelta en Vestia twee high end e-learnings ontwikkeld voor de corporatie medewerkers. Een voor medewerkers van de buitendienst en een voor de binnendienst (o.a. balie en telefoon). De inhoud van de e-learning is op gebouwd uit acht hoofdstukken, ieder met instructiefilmpjes, quotes van medewerkers, vragen naar aard en omvang van de agressie en verwijzingen naar de juiste wijzen van afhandelen en sluit aan bij de functie. Voor de corporaties is de e-learning ook een monitor naar de aard en omvang van agressie. RadarVertige maakt rapportages en geeft advies hoe u agressie incidenten kunt verminderen. Na het doorlopen van de e-learning volgen de medewerkers een praktijkgerichte training. De training is met input uit de e-learning op maat gemaakt. In kleine groepjes oefenen de deelnemers intensief de technieken en vaardigheden. Complimenten van de inspectie Afgelopen september heeft Vestia bij een inspectie van de van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (voorheen de Arbeidsinspectie) de complimenten ontvangen voor hun aanpak van agressie. De medewerkers zijn middels de e-learning en de training goed voorbereid op agressie. De aanpak heeft zich bewezen in de praktijk. Profiteer van de introductie korting Indien U in 2014 gebruik maakt van de e-learning dan ontvangt U de basis en de opfrismodule voor 59 euro per persoon. Daarna zijn de kosten 59 euro per persoon voor de basis en 16 euro voor de opfrismodule. Zie ook Aedes, 4 november 2014 Meer informatie over de aanpak of een demo inlog aanvragen kan via: Chaim Wannet RadarVertige 06 - 513 44 931
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
8/11
8.
Governance en subsidiebeschikkingen
Het eind van het jaar nadert en dus is het weer tijd om naar de beschikkingen subsidieverlening te kijken. Als gemeenten proberen we afstand te houden van door ons gesubsidieerde organisaties. De tijd dat de burgemeester, wethouder, raadsleden of ambtenaren in door gemeente gesubsidieerde instellingen zitting hadden om zicht te hebben of de organisatie nog wel goed bezig was ligt ver achter ons. Maar hoe houden we er dan zicht op of een gesubsidieerde organisatie goed wordt bestuurd? In veel branches zijn inmiddels Governance codes. Zo heeft de maatschappelijke dienstverlening een Governance code, de kinderopvang, culturele instellingen, zorg, onderwijs, et cetera. In deze codes wordt geregeld hoe het toezicht in de betrokken branche plaatsvindt. Wat zijn de verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur of het bestuur en de directie. Op welke wijze in vacatures van de Raad van Toezicht of het bestuur wordt voorzien. Of er vergoedingen worden versteekt en zo ja hoe hoog. Hoe omgegaan wordt met andere partijen in een organisatie, zoals de cliëntenraad en de ondernemingsraad. Voor al deze onderwerpen en nog vele anderen zijn richtlijnen opgenomen in de Governance code. De meeste codes gaan er vanuit dat de organisatie in hun branches ofwel onverkort de code toepassen of dat zij aangeven waar zij van de code afwijken en wat daarvan de reden is. Code verplichten De gemeente kan haar subsidieontvangers verplichten om hun Governance in te richten volgens de code van hun branche. Dit kan bijvoorbeeld door de volgende passage in de beschikking subsidieverlening op te nemen: “Bij de indiening van het verzoek tot vaststelling van de subsidie overlegt uw bestuur tevens een Governance verklaring. In deze verklaring dient u aan te geven of u de Governance code voor uw branche volledig volgt en zo niet waar op u dan afwijkt en waarom u daarvan afwijkt. Tevens verzoeken wij u in uw jaarverslag de samenstelling en het profiel van uw Raad van Toezicht / het bestuur op te nemen en de wervingsprocedure die u hanteert bij vacatures in de Raad van Toezicht / het bestuur.”
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
9/11
9.
Wonen 6.0: visie op de nieuwe positie van woningcorporaties
Concentreer je op sociale kerntaken, verhuur een beperkt aantal corporatiewoningen in de marktsector, benoem een onafhankelijke extern toezichthouder en bevorder het zelfbeheer van huurders. Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen van zes hoogleraren volkshuisvesting van de TU Delft voor een nieuw corporatiebeleid. Ondanks de problemen die zich de afgelopen jaren in de corporatiesector hebben gemanifesteerd, zoals een tekortschietende efficiency, een onvolkomen intern en extern toezicht en fraude, zou het onverstandig zijn om de woningcorporaties te marginaliseren: het kind moet niet met het badwater worden weggegooid. Wel hebben de corporaties te maken met een groot legitimiteitsprobleem dat moet worden opgelost. Dat stellen zes hoogleraren volkshuisvesting van de TU Delft in hun visie 'Wonen 6.0: Over de toekomst van de sociale huursector’. Zij haken daarmee in op het eind oktober te verschijnen eindrapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties en het ontwikkelen van nieuwe wetgeving. Concentreren op kerntaken Volgens de hoogleraren is de door minister Blok voorgestelde administratieve en juridische splitsing van commerciële en niet-commerciële activiteiten van corporaties risicovol en nodeloos ingewikkeld. Net als de minister pleiten zij dat corporaties zich op hun kerntaken concentreren. Zij kiezen echter voor een eenvoudiger oplossing: geef corporaties de mogelijkheid om een beperkt percentage van hun huurwoningen in de marktsector te verhuren als onderdeel van hun kernbedrijf (waarvoor de borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw van toepassing is) en voorkom hiermee onnodige bureaucratie en nieuwe risico’s. Corporaties moeten zich niet bezighouden met commerciële activiteiten en zich concentreren op hun kerntaken: het zorgdragen voor betaalbaarheid, beschikbaarheid, en goede en energiezuinige kwaliteit van sociale huurwoningen, alsmede een inbreng in de leefbaarheid van wijken. Onafhankelijk toezichthouder Daarnaast pleiten de hoogleraren voor een sterke en onafhankelijke toezichthouder. Dat wijkt af van het voorstel van minister Blok, die het toezicht onder zijn ministerie wil brengen. De hoogleraren vinden het beter het integrale toezicht wettelijk te borgen. De toezichthouder moet zelfstandig en onafhankelijk en op eigen gezag slagvaardig kunnen handelen. De taken van deze externe toezichthouder dienen naast het financiële toezicht ook de rechtmatigheid, het staatssteundossier en de governance te omvatten. Bovendien zou deze toezichthouder de inzet van de financiële middelen van de corporaties moeten beoordelen op efficiency en risicobeheersing en op de beleidsopgaven die woningcorporaties zich gesteld hebben in overleg met de gemeenten en huurdersorganisaties. Zelfbeheer huurders bevorderen Een derde belangrijke aanbeveling van de hoogleraren is om de rechten op zelforganisatie en zelfbeschikking van de huurders te versterken. Dit kan in organisatorische zin vorm krijgen door het bevorderen van zelfbeheer op complexniveau en het vergroten van invloed op het beleid van de corporaties. Randvoorwaarden zijn dat het maatschappelijk vermogen van woningcorporaties in stand blijft en dat risico’s voor bewoners beheersbaar blijven. Op deze wijze krijgen de huurders in sterkere mate de eigenaarsrol. \ Meer informatie De visie ‘Wonen 6.0: Over de toekomst van de so ciale huisvesting in Nederland’ is opgesteld door de hoogleraren volkshuisvesting Peter Boelhouwer, Marja Elsinga, Vincent Gruis, Hugo Priemus, Jan van der Schaar en André Thomsen. Bron: OTB, 20 oktober 2014
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
10/11
10.
Novelle leidt niet tot gemeentelijke grip op corporaties
In het regeerakkoord is afgesproken dat gemeenten meer sturing krijgen op de woningcorporaties. De VNG, de G4 en de G32 constateren dat dit voornemen in de Novelle Herziening Woningwet van minister Blok nauwelijks uit de verf komt. Dit schreven zij in een brief aan de Tweede Kamer. Vrijblijvend De Novelle van minister Blok geeft hoog op van te maken ‘controleerbare en bindende’ prestatieafspraken tussen gemeenten en woningcorporaties, maar de verplichting voor corporaties om over belangrijke zaken ook echt in overleg te treden met de gemeenten is te vrijblijvend geregeld. Investeringscapaciteit De minister komt terug op het voornemen om gemeenten meer inzicht te geven in de investeringscapaciteit van woningcorporaties. Eerder waren daarover wel afspraken gemaakt met de VNG. De VNG hecht er aan dat dit inzicht er wel gaat komen. Dit is nodig om het maken van afspraken met corporaties te vergemakkelijken. Nu blijft onduidelijk wat van corporaties verwacht mag worden. Leefbaarheid De minister zet een forse streep door activiteiten van corporaties op het terrein van leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed. Dit terwijl gemeenten juist de corporaties als sterke maatschappelijke partner hard nodig hebben. Ook het realiseren van gemengde wijken wordt sterk bemoeilijkt. Kleiner werkgebied voor corporaties In het regeerakkoord staat dat de schaal van een corporatie in overeenstemming moet zijn met de schaal van de regionale woningmarkt en de maatschappelijke kerntaak. De VNG vindt dat de minister de verantwoordelijkheid moet nemen om grote corporaties op te splitsen. Het is ondoenlijk om het hele land op te knippen in regio’s. Huurders Het lijkt er op dat de positie van de huurders nauwelijks serieus genomen wordt. Dit terwijl de Tweede Kamer eerder had bedongen dat huurders als volwaardige partners zouden participeren in het maken van prestatieafspraken. Bron: VNG, 27 oktober 2014
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven – Jaargang 2014 nr. 13
11/11