Nieuwsbrief jaargang 2, nr. 1 juli 2010
De Academische Werkplaats Diversiteit in het Jeugdbeleid in Brabant is een van de drie regionale werkplaatsen in Nederland, die mogelijk zijn gemaakt met financiële middelen van ZonMw (met gelden van het ministerie voor Jeugd en Gezin en VROM). In de werkplaats komen kennis en praktijkervaring over diversiteit en jeugd bij elkaar.
Ramla Abdisalaam (foto Henriëtte Maas)
Informatie komt nog niet altijd aan Ramla Abdisalaam is lid van de Adviesraad. Ze is 26 jaar, van Somalische afkomst en na een HBO-studie rechten nu bezig met haar master aan de Universiteit van Tilburg. Ze helpt Somaliërs met uiteenlopende vragen en verzorgt regelmatig trainingen en voorlichting via stichting Halgan in Eindhoven. “Ik vind het goed dat er een academische werkplaats is opgericht om de hulpverlening aan allochtone jongeren te verbeteren. Jammer dat het nodig is, maar bij deze groep spelen wel degelijk andere factoren mee, waardoor het beter is om daar specifiek naar te kijken.
Voorlichting Met een aantal andere mensen geef ik voorlichting tijdens bijeenkomsten voor Somalische vrouwen. Dan gaat het over zaken waar mensen vragen over hebben, knelpunten waar ze tegenaan lopen. In het kader van vragen over opvoeding heb ik over de academische werkplaats verteld en waar die voor bedoeld is. Dat nieuws werd positief ontvangen en mensen wilden graag hier meer over weten. Sommige Somaliërs weten weinig over mogelijkheden voor hulpverlening. Ze weten niet welke instanties er zijn en wat ze doen. Daarnaast denken ze dat ze altijd hun kind kwijt raken als ze een instantie inschakelen. Samen met andere mensen van stichting Halgan probeer ik meer informatie te geven, maar het ligt toch ingewikkeld. Je merkt dat informatie niet altijd aankomt, omdat ze voorbeelden uit de praktijk kennen waarbij ouders om hulp vroegen en uiteindelijk het kind uit huis is geplaatst. Daarnaast rust er ook een taboe op hulp vragen, hoewel dit de laatste jaren steeds minder aan het worden is. Ouders willen niet falen en problemen in de sfeer van opvoeding proberen
ze binnen het gezin op te lossen. Vrouwen praten weliswaar onderling, maar vaak alleen over leuke dingen. Ze accepteren wel hulp als het bijvoorbeeld om leerproblemen gaat. Je ziet dan dat ze binnen hun kennissenkring oudere jongeren, die een goede opleiding volgen, vragen om hun kind bijles te geven. Maar bij opvoedingsproblemen werkt dat niet zo.
Maatschappelijke betrokkenheid Toen we net in Nederland kwamen, speelde bij de meeste ouders nog niet zo dat er moest worden gestudeerd. Mijn moeder heeft daar bij ons van begin af aan op gehamerd. De familie in Somalië was ook hoogopgeleid, dus dat scheelt in de verwachtingen. Het valt me op dat juist nu opleiding voor de meeste nieuwe generaties steeds belangrijker is geworden, tegelijkertijd duidelijk wordt dat het om meer gaat dan opleiding alleen. Als mensen na een HBO- of universitaire opleiding in een middelmatige baan terecht komen, hebben ze het gevoel dat ze opnieuw worden achtergesteld bij autochtonen. Ze hebben niet door dat sollicitanten ook worden beoordeeld op nevenactiviteiten en betrokkenheid bij de samenleving. Met goede studieresultaten alleen kom je er niet. Daar proberen wij met hen over te praten.
Voorbeelden Ik denk dat het jongerenkennisteam van de Academische Werkplaats straks wel een nuttige rol kan vervullen. Door het geven van voorlichting, maar ook als voorbeeld. Daarnaast zou het goed zijn, als mensen die van instanties gebruik hebben gemaakt en goede ervaringen hebben, daarover vertellen. Nu kennen ze alleen slechte voorbeelden.”
Brugmodel als basis voor interculturele communicatie Youssef Azghari is docent aan Avans Hogeschool, columnist (oa bij Trouw) en publicist en schrijver van een aantal studieboeken over interculturele communicatie.
Leer-werktrajecten “Ik ben vanuit Avans bij de Academische werkplaats betrokken. Samen met Siwert Meijer en Els van Beers – beiden ook van Avans – en Kees Verhaar van het PON, ga ik aan de slag met methodieken. We gaan veelbelovende methodieken verwerken in leer- werktrajecten, die we vervolgens ook in de praktijk gaan aanbieden aan professionals en studenten. Nadat ik Kees een publicatie had gegeven, waarin ik mijn ‘brugmodel’ beschrijf, kwam hij met het idee om daarmee aan de slag te gaan. Een leuke klus!
Objectief communiceren Ik vind dat er te veel boekjes zijn die mensen het idee proberen te geven dat het mogelijk is om objectief te communiceren. Dan gaat het óf om kant-en-klare recepten, óf om hele vage modellen. Dat werkt volgens mij allebei niet. Mijn deeltijdstudenten zijn vaak beginnende agogen die in de hulp-
Nieuwe website! Vanaf 1 juli 2010 is de nieuwe website in de lucht. Neem een kijkje op: www.dj-brabant.nl.
(foto Joep Lennarts)
verlening veel met gekleurde cliënten te maken hebben. We spraken er vaak over dat deze cliënten een hele andere kijk op zaken kunnen hebben, dan zij zelf. Hoe ga je bijvoorbeeld om met iemand die zegt dat zijn kind niet ziek is, maar door geesten is bezeten?
Brugmodel De basis van mijn brugmodel is dat het in een gesprek niet alleen om het overbrengen van een boodschap gaat. Je moet ook goed kijken naar de waarden, die daarachter zitten, die je wilt overbrengen of ontvangen. Vervolgens kijk je naar hoe dat mogelijk is. Vaak vinden mensen dezelfde waarden belangrijk, maar wordt dat in een cultuur verschillend geuit of beoordeeld. Zo wil iedereen respect, maar je kunt je afvragen of die op één specifieke manier moet worden betoond. De belangrijkste punten zijn dat je voorzichtig bent met het trekken van conclusies en duidelijk bent in je communicatie. Als mensen niet reageren zoals je zou verwachten, moet je nagaan waarom dat zo is. Pas dan kun je mogelijkheden krijgen om een brug tussen twee werelden te bouwen.” Tijdens het congres Jeugd en Diversiteit (13 oktober 2010 in Eindhoven) verzorgt Youssef Azghari een inleiding over diversiteitsdenken.
13 oktober 2010: Jeugd en Diversiteit in Eindhoven
Nieuwe bijeenkomsten ervaringsdeskundigen
Met diverse inleidingen en workshops gaan we in op verbindende factoren tussen hulpverleners en mensen uit het onderwijs. We bieden hen de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten, geven handvatten om samen te werken aan het omgaan met diversiteit en gaan in op de rol die het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het Zorg Advies Team (ZAT) kunnen vervullen.
Met enige regelmaat organiseren we vanuit de werkplaats bijeenkomsten met ervaringsdeskundigen: mensen die zelf van allochtone afkomst zijn en geïnteresseerd zijn in de activiteiten van de werkplaats. Tijdens deze bijeenkomsten willen we hen informeren over onze plannen en hun mening daarover horen. Vanwege de grote opkomst worden de volgende bijeenkomsten apart in Eindhoven en Tilburg georganiseerd. We willen dan specifiek op twee onderwerpen ingaan. We bespreken de opzet van een migrantenpanel en een jongerenkennisteam en gaan na of en op welke wijze ervaringsdeskundigen daaraan een bijdrage kunnen leveren. De bijeenkomsten vinden plaats in de tweede helft van september, na de Ramadan.
Voor meer info: www.dj-brabant.nl
Voor meer info: www.dj-brabant.nl
Op 13 oktober 2010 organiseert de Academische Werkplaats in samenwerking met de gemeente Eindhoven een congres over Jeugd en Diversiteit. Het congres is bestemd voor professionals in het (voortgezet) onderwijs en in jeugdzorg en –welzijn in de regio Eindhoven.
De kern van de Academische Werkplaats: een drietrapsraket De afgelopen jaren zijn verschillende projecten opgezet om ervaring, kennis en vaardigheden met betrekking tot diversiteit op te doen. Het is pas sinds het tot stand komen van het ministerie van jeugd en gezin dat goed is bekeken wat deze investeringen hebben opgeleverd. Hoewel een aantal projecten zeker nuttig en zinvol is geweest, blijkt jaren later dat al deze initiatieven nauwelijks tot een blijvend resultaat hebben geleid: er is (nog steeds) sprake van ondergebruik van preventieve hulp door migranten en van een oververtegenwoordiging in de zware en justitiële hulpverlening.
Acties op alle niveaus De Academische Werkplaats Diversiteit in het Jeugdbeleid is opgericht om de preventieve hulpverlening aan allochtone jongeren te verbeteren. Wanneer allochtone jongeren en hun ouders eerder en op de juiste manier worden bereikt, kunnen beginnende problemen met lichte ondersteuning worden opgelost. Het vernieuwende van de werkplaats is niet alleen dat kennis en praktijk met elkaar worden verbonden, maar ook dat de ontwikkelde inzichten leiden tot acties op alle niveaus. Zie het als een drietrapsraket. De activiteiten van de werkplaats zijn gericht op beleidsmakers, op medewerkers en management van organisaties en op migranten. Participatie van deze laatste doelgroep vormt een belangrijke voorwaarde voor succes.
Formule In één formule samengevat werkt de werkplaats aan: D (BOP) = Diversiteit in Beleid, Organisatie en Participatie 1 Beleid: - Met de ontwikkeling van toekomstscenario’s geven we gemeenten de mogelijkheid om zichzelf een spiegel voor te houden: wat zijn de mogelijke gevolgen van hun beleid? 2 Organisaties: - Voor management en P&O ontwikkelen we een quickscan, waarmee ze hun organisatie kunnen doorlichten op diversiteit, en een werkmodel, aan de hand waarvan verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
- Voor medewerkers ontwikkelen we een meetinstrument om hun communicatieve vaardigheden te meten. Met trainingen en leer-werktrajecten, waarvoor we veelbelovende methodieken tegen het licht houden, zetten we in op het verbeteren van hun vaardigheden. 3 Participatie: - We stemmen de plannen die ontwikkeld worden af met een speciaal daarvoor opgerichte adviesraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende groepen. Zij geven aanwijzingen voor de opzet en implementatie. Tegelijkertijd fungeren zij als ambassadeurs van de werkplaats door informatie door te spelen naar hun achterban en contacten tot stand te brengen, waar dat nodig blijkt. - We richten een migrantenpanel op, dat structureel kan worden bevraagd om informatie over (ontwikkelingen in) wensen en behoeften te krijgen. - We richten een jongerenkennisteam op dat op scholen informatie geeft aan ouders, jongeren en professionals.
CJG Speciaal aandachtspunt vormt het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Omdat het CJG het eerste aanspreekpunt is voor ouders met (lichte) opvoedproblemen, is het CJG de organisatie waar alle resultaten van de academische werkplaats uiteindelijk in dienen samen te komen. Met de CJG’s van Eindhoven en Tilburg zijn we aan het bezien hoe we dat het beste kunnen aanpakken.
Meetinstrument interculturele communicatieve vaardigheden Beatriz Roman is onderzoeker bij het IVA en gastdocent aan de UvT. Voor de Academische werkplaats werkt zij aan een instrument, waarmee jeugdhulpverleners hun interculturele communicatieve vaardigheden kunnen meten.
Zelftest “Het meetinstrument is een soort scan: een praktisch testje dat in ongeveer een kwartiertje kan worden ingevuld. De vragen zijn te verdelen in drie onderdelen. 1 Bewustzijn: Zijn hulpverleners zich bewust van hun eigen referentiekader en staan ze open voor dat van anderen? 2 Basiskennis: Hoe staat het met de basiskennis die men heeft over – in eerste instantie – de vier etnische groepen waar de werkplaats zich op richt? 3 Houding: Kunnen mensen zich openstellen voor andere culturen of houden ze vast aan de waarden van hun eigen cultuur? Bedoeling is dat hulpverleners de scan zelf invullen – in alle rust – en daaruit conclusies trekken. Dat gaat dan niet om of men ‘goed’ of ‘slecht’ met andere culturen kan communiceren, maar om punten waarop deskundigheidsbevordering wenselijk is. Vervolgens gaan ze in overleg met hun organisatie over mogelijkheden om tot verbetering te komen.
Veilige omgeving Als we inzetten op het verbeteren van de hulpverlening moeten we niet alleen ruimte, maar ook een veilige omgeving creëren voor dit proces van zelfreflectie. De scores worden dan ook bij voorkeur niet opgenomen in het personeelsdossier.
We willen er met klem voor waarschuwen om de scan niet als beoordelingsinstrument te gebruiken. Als dat wel gebeurt, bestaat de kans dat mensen de resultaten naast zich neerleggen of de lijst sociaal wenselijk gaan invullen. Een andere redenen om de scan niet op te nemen in de beoordelingssystematiek is dat er nog geen vastgestelde normen zijn over wat goed of fout is. Weinig culturele empathie tonen lijkt ‘fout’, maar er moet ook voor worden gewaakt dat het medeleven doorschiet, waardoor de hulpverlening uiteindelijk niet effectief is. Over waar de grenzen liggen is zowel in de wetenschap als in de praktijk nog geen consensus. Voorlopig is het dus een instrument-in-ontwikkeling, waar nog discussie over is. Maar het uitgangspunt is dat het kan worden gebruikt om de hulpverlening te verbeteren.
Hulpverleners van allochtone afkomst Als laatste stap werken we aan de gekleurde bril die hulpverleners van allochtone afkomst kunnen hebben. We moeten voorkomen dat we hier zaken over het hoofd zien. Ook deze groep moet leren om te switchen tussen culturen. Het instrument is deze zomer gereed en zal zo spoedig mogelijk bij trainingen worden gebruikt.”
(foto Johannes Abeling)
Dubbele loyaliteit geeft kinderen houvast
(foto Kees Bennema)
Op 11 juni 2010 heeft Trees Pels, de nieuwe bijzonder hoogleraar aan de faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit, haar oratie Opvoeden in de multi-etnische stad uitgesproken. Trees Pels is senior onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut en coördinator van de academische werkplaats in Amsterdam.
Polariteit In haar oratie gaat Trees Pels in op de polariteit tussen de oude en nieuwe wereld waarin kinderen opgroeien, en de spanningen en uitdagingen die daaruit voortvloeien. Voor kinderen met een migrantenafkomst is het hebben van een dubbele loyaliteit belangrijk voor een goede ontwikkeling. Die dubbele binding betekent vasthouden aan het oude en ook het nieuwe omhelzen. Overdragen van het bestaande erfgoed en tegelijkertijd je kind voorbereiden op een nieuwe toekomst. Wereldwijd blijkt uit onderzoek dat dit de meest positieve strategie is voor de opvoeding van kinderen.
deren hebben niet alleen cultureel kapitaal nodig, maar ook emotioneel kapitaal, waarmee ze in dit tijdperk van onzekerheid houvast vinden. Dubbele loyaliteit geeft kinderen meer houvast en daarbij moeten ouders en professionals ondersteund worden. Daarnaast moeten ook autochtone opvoeders en mede-opvoeders buiten het gezin meer aandacht krijgen in hun worsteling rond het omgaan met diversiteit. Meer informatie over de academische werkplaats in Amsterdam: www.kenniswerkplaats-tienplus.nl
Beeldvorming Volgens Trees Pels moet de beeldvorming over de manier waarop nieuwe Nederlanders opvoeden, worden bijgesteld. Ouders passen zich in hoger tempo aan dan algemeen wordt verondersteld. Maar een te snelle en eenzijdige aanpassing houdt meer risico in voor de opvoeding en ontwikkeling van kinderen dan loyaliteit aan beide werelden. Niet voor niets komt bij migrantenkinderen in een gemengde omgeving met veel sociale spanningen meer schizofrenie voor dan in een veilige, overwegend zwarte omgeving. Allochtone ouders kunnen het beste ondersteund worden door met zijn allen niet te veel te focussen op culturele verschillen. Als professionals eenzijdige assimilatie eisen, leidt dat tot een meer wantrouwende houding bij ouders. Kin-
Academische Werkplaats Diversiteit in het Jeugdbeleid in Noord-Brabant Postbus 90123, 5000 LA Tilburg Contactpersonen: Ab van de Wakker en Henriëtte Maas van het PON Tel. 013 - 535 15 35
email:
[email protected] website: www.dj-brabant.nl
Enthousiast over Academische werkplaats
De Academische werkplaats is een samenwerkingsverband van:
Roel van Gurp is directeur-bestuurder van Kompaan en de Bocht in Goirle.
Kansen gemist “De samenleving als geheel wordt steeds diverser, voor de jeugd geldt dit nog sterker. Hulpverleners bereiken deze diverse groep maar ten dele. Als we zien hoeveel jongeren in het allerzwaarste deel van de hulpverlening terecht komen, moeten we constateren dat we wellicht kansen hebben gemist. In feite gaat het om een brede constatering, waarvan we al een aantal jaren hebben gezegd dat we er werk van moeten maken. Als we kijken naar het bereik, kunnen we ons afvragen of we het wel zo slim organiseren, of dat dit misschien toch cultureel bepaald is. Datzelfde geldt voor wat we te bieden hebben. Als we kijken naar ons personeelsbeleid, moeten we ons afvragen of dat wel voldoende mogelijkheden voor identificatie biedt. En natuurlijk is het goed om de methodieken die we gebruiken en de competenties van medewerkers tegen het licht te houden. We hebben ons dan ook graag aangesloten bij het initiatief van de werkplaats. Ik verwacht niet dat met dit project nu in één klap alles wordt opgelost, we zullen kleine stappen moeten blijven zetten. Als we in staat zijn om de hiervoor genoemde zaken te verbeteren, ben ik tevreden.
Meerwaarde training Ik ben erg enthousiast over het initiatief van de Academische Werkplaats. Al van meet af aan en nu nog steeds. We zijn nu op het punt gekomen om preciezer te kijken naar wat een en ander betekent voor medewerkers en voor scholing. In de training worden medewerkers er straks heel direct met hun neus op gedrukt: Wie ben je zelf? Hoe zien andere mensen jou? Het geeft me een gerust gevoel dat onze eigen opleiders betrokken worden bij de opzet van de training en dat niet zomaar iemand van een bureau een trucje komt doen. In de trainingen worden ook ervaringen die mensen al hebben opgedaan meegenomen, van Kompaan en de Bocht, maar ook die van de andere betrokkenen, De Twern, de Lumensgroep en De Combinatie. Het samenvoegen van ervaringen, het aansluiten bij wat in de organisatie al gaande is en het toevoegen van nieuwe inzichten levert ongetwijfeld een meerwaarde op.
Aanpak in volle breedte Het duurt allemaal wat langer en het is wat taaier dan gedacht. Maar er wordt nu wel echt werk van gemaakt. Voorheen ging het toch meer om losse initiatieven. Met de werkplaats wordt het nu in de volle breedte en systematisch opgepakt. Bovendien is er sprake van voortdurende interactie tussen kennisinstituten en organisaties in de eerste en tweede lijn van de uitvoering, waardoor kennis ook echt gebundeld wordt en nieuwe inzichten ontstaan.”
Adviesraad De adviesraad bestaat uit erva-
achterban. Daarnaast levert de
Eindhoven
ringsdeskundigen die over con-
adviesraad een bijdrage aan
- Bram Wijbenga
tacten binnen de doelgroepen
het leggen van contact tussen
- Amina Mahamed
beschikken en als bruggenbou-
de juiste personen van instel-
- Ramla Abdisalaam
wer kunnen fungeren.
lingen en doelgroepen.
- Susan Bagci
nator over plannen, lopende
Leden adviesraad per juli 2010:
Ook de leden van de advies-
onderzoeken en op te zetten
Tilburg
groep, Murat Can, Anneke
activiteiten. Ze levert input
- Bekir Akdeniz
Jap-a-Joe, Esmah Lahlah en
aan de hand van signalen uit
- Eardly van der Geld
Farimos Maalim, nemen deel
de eigen achterban en zorgt
- Bouchra Bouzarouata
aan de adviesraad.
voor informatie naar deze
- Leyla Bozdag
Zij adviseert de projectcoördi-
Tekst: Hernriëtte Maas Vormgeving: Ton de Klein C10, ‘s-Hertogenbosch