Nog niet gecontroleerde informatie ! Het via doorschakelen beschikbare bestand is nog niet gecontroleerd en wordt zo spoedig mogelijk vervangen of aangevuld.
Gemeenteblad Nijmegen
Jaartal / nummer
Opgenomen in collectie gemeentebladen in
1981
1981 / 55 OCR-controle moet nog plaatsvinden! Naam
Bestemmingsplan Lindenholt West, vlek I-A (gedeelte Hillekensacker) Voorschriften
Kaart nr. 43.950
Toelichting
Opmerkingen
Het oorspronkelijke gemeenteblad is ten behoeve van presentatie binnen intranet c.q. internet opnieuw uitgebracht in digitale vorm, waarbij inhoudelijk identiek aan de oorspronkelijke uitgave. Nieuw toegevoegd zijn een vervangend titelblad (en de bestemmingsplankaart). Bijzondere aanvullende voorschriften
Aantal bladzijden / verkoopprijs
?? / € 0,00
gb81-055v.doc
No. 55
GEMEENTEBLAD
537
1981
NIJMEGEN
Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de uitwerking van een gedeelte van het bestemmingsplan “Lindenholt-West” ("LindenholtWest Vlek IA”), vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Nijmegen d.d. 21 juli 1981, afd. I-B, nr. 9117/81.
HOOFDSTUK I DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A. 1. het plan: het onderhavige uitgewerkte plan, zijnde de kaart en deze voorschriften; 2. de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart, waarop het plan is aangegeven; (Kaart nr. 43.950) 3. een gebouw: een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte; 4. een bouwwerk: elke constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 5. een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
B. 1. een bijzondere woning: een woning die in verband met de aard en indeling in het algemeen bestemd is voor bewoning door bejaarden, studenten en één enlof tweepersoonshuishoudens.
538
2. een woonlaag: de begane grond of de verdieping waarop zich een bijzondere woning bevindt waarbij de maat tussen de bovenkant vloer en onderkant plafond minimaal 2.40 meter en maximaal 3.50 meter bedraagt. Als woonlaag wordt niet aangemerkt een geheel of nagenoeg geheel onder een schuin dakvlak gelegen onvolledige verdieping; 3. een autobox een ruimte bestemd voor de stalling van een auto of ander voertuig; C. 1. een bouwperceel: de grond die overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 2. de perceelgrens: de grens van een bouwperceel; 3. de breedte van een bijzondere woning: de breedste projectie van de zijgevels van een bijzondere woning buitenwerks gemeten, waarbij gemeenschappelijke scheidingsmuren voor de helft worden meegerekend; 4. de hoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen en antennes vallen hier buiten; 5. de bebouwde oppervlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil; 6. de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarbinnen de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door de bebouwing mag worden overschreden;
539
7. een bouwblok: een door twee of meer straten omgeven bouwterrein, waarop overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften mag worden gebouwd; 8. peil: a. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte; b. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende terreingedeelte; 9. achtererf: de grond gelegen achter de achtergevel van een woning over de volle breedte van een woning.
HOOFDSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIEEN CATEGORIE 1 BW Bijzondere woningen De gronden welke op de kaart voor “bijzondere woningen” (BW) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van aaneengebouwde bijzondere woningen in maximaal 2 woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken met dien verstande, dat de breedte van een bijzondere woning minimaal 4.00 meter en maximaal 8.00 meter bedraagt.
CATEGORIE 2 Verkeersdoeleinden De gronden welke op de kaart voor “verkeersdoeleinden” zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van wegen met parkeerstroken, woonerven, parkeerplaatsen, groenstroken, taluds en sloten, fietspaden en wandelwegen. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van de
540
oprichting van abri’s met een maximaal bebouwde oppervlakte van 5 m2 en een hoogte van 2.50 meter, lichtmasten, verkeersborden en andere verkeersvoorzieningen.
HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN 1. De hoofdbebouwing moet binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrens worden opgericht, met dien verstande, dat de voorgevel van de hoofdbebouwing op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens moet worden opgericht, behoudens een verleende vrijstelling ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk IV. 2. Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen. 3. Indien op grond van artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij de gemeenteraad een beroep wordt ingesteld, neemt de gemeenteraad een beslissing binnen 3 maanden na datum van ontvangst van het beroepschrift. Het besluit van de Raad wordt aan belanghebbenden schriftelijk medegedeeld.
HOOFDSTUK IV
TOEPASSING VAN ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING A. Het bouwen achter de naar de wegzide toegekeerde bebouwingsgrens Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de voorgevel van de hoofdbebouwing op te richten op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het oprichten van de voorgevel van de hoofdbebouwing in de bestemmingscategorie BW tot op 3 meter achter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens, met dien verstande, dat:
541
a. behoudens een verleende vrijstelling de van de weg afgekeerde zijde van de bebouwingsgrens niet door bebouwing mag worden overschreden; b. indien de vrijstelling wordt verleend, geldt de nieuwe voorgevellijn als de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens.
Het bouwen vóór de naar de wegziide toegekeerde bebouwingsgrens Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de voorgevel van de hoofdbebouwing op te richten op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het bouwen vó ó r de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens, indien het betreft: a. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen en overstekende daken; b. erkers, luifels en balkons, mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan 1.50 meter overschrijden; c. stoepen, bordessen, funderingen, kelderingangen en -koekoeken, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; d. het bouwen in de bestemmingscategorieë n BW van bergingen, autoboxen en/of carports, al dan niet in combinatie met een ingangspartij, met een maximale hoogte dan 3 meter; een en ander mits geen toepassing is gegeven aan het gestelde sub D van dit Hoofdstuk.
C. Het bouwen achter de van de.wegzgde afgekeerde bebouwingsgrens 1. Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de hoofdbebouwing op te richten binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het overschrijden van de van de wegzijde afgekeerde bebouwingsgrens, indien het betreft: a. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen en overstekende daken; b. stoepen, bordessen, trappen, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; L;. - funderingen, kelderingangen en -koekoeken; d. erfafscheidingen tot een maximum hoogte van 2 meter; e. putten, leidingen en goten voor de aan- en afvoer of de verzameling van water en rioolstoffen; f. de aanbouw van een berging, alsmede aan- en uitbouwen tot een hoogte van maximaal 3.00 meter, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 meter en de breedte niet meer bedraagt dan 215 van de achtergevelbreedte van de woning;
542
g. uitbreiding van woonruimte over de volle breedte van de bijzondere woning, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 meter en er achter de ruimten op de begane grond tot wonen bestemd een onoverdekte en onbebouwde strook grond overblijft ter diepte van tenminste 8.00 meter. 2. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid tot vrijstelling in het geval als in lid 1 sub g genoemd, eerst gebruik nadat belang hebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken.
D. Bebouwing open erf Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van de’.:onbebouwde gronden behorende bij een bijzondere woning in de bestemmingscategorie BW voorzover gelegen achter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens en met vrijstelling voorzover nodig van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en voorzover geen toepassing is gegeven aan het gestelde sub B, lid d van dit Hoofdstuk vrijstelling verlenen tot: a. het bouwen van al dan niet vrijstaande bergingen en/of autoboxen, mits deze gebouwen geen grotere oppervlakte hebben dan 15 m2 voor al dan niet vrijstaande bergingen, 20 m2 voor een al dan niet vrijstaande autobox of carport en 35 m2 voor een autobox annex ‘berging en geen grotere hoogte hebben dan 2.50 meter; de bouw van een autobox of carport is alleen mogelijk indien deze bereikbaar is vanaf de openbare weg; b. het oprichten van gebouwen als bedoeld onder a, indien deze gebouwen als aanbouw worden uitgevoerd tot 3 meter hoogte in het geval dat de aanbouw een architectonisch onderdeel vormt van een uitbouw waarvoor een grotere hoogte is toegestaan; c. het oprichten van bijgebouwen als kippen- en duivenhokken en volières tot een maximale oppervlakte van 8 m2 en een hoogte van 2 meter, alsmede hobbyruimten tot een maximale oppervlakte van 8 m2 en een hoogte van 3 meter; een en ander met dien verstande dat: 1. indien het bijgebouw meer dan 2/5 deel van de achtergevelbreedte van de woning in beslag neemt, dit bijgebouw zodanig moet worden opgericht, dat er minstens 6 meter open terrein overblijft tussen het bijgebouw en de achtergevel van de woning; 2. indien het bijgebouw minder dan 2/5 deel van de achtergevelbreedte van de woning in beslag neemt, dit bijgebouw op minimaal 3 meter afstand van deze achtergevel moet worden opgericht;
543
3. de totale bebouwde oppervlakte van het terrein achter de achtergevel van de woning over de volle breedte van het terrein niet meer mag bedragen dan 43 m2, met dien verstande dat tenminste 2/3 gedeelte van het achtererf onbebouwd moet blijven.
Algemeen E. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen betreffende de gronden gelegen binnen het plan, met vrijstelling van de bepalingen van dit plan, voor het oprichten van kleine gebouwtjes ten openbare nutte zoals gasdrukregel- en meetstations, traforuimten en telefooncellen met per gebouwtje een maximale oppervlakte van 30 m2, geen grotere hoogte dan 3.50 meter en met een maximale inhoud van 50 m3; 2. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 slechts gebruik, nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken.
HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN 1. Het is verboden gebouwen, bouwwerken en/of bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht dan wel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde onder 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 4. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik nadat belanghebbenden in de gelegenheid
544
zijn gesteld gedurende 14 dagen hun bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling schriftelijk kenbaar te maken. 5. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit Hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
HOOFDSTUK VII SLOTBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: “Bestemmingsplanvoorschriften Lindenholt-West Vlek I-A”. Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Nijmegen d.d. 21 juli 1981, afd. I-B, nr. 9117/81. Goedgekeurd ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 14 september 1981, nr. R02897/5-ROV/G-5213.
TOELICHTING behorende bij het uitgewerkte plan “Lindenholt-West Vlek I-A”. Met ingang van 16 november 1979 heeft gedurende 14 dagen voor eenieder ter inzage gelegen het ontwerp van het uitgewerkte bestemmingsplan “Lindenholt-West Vlek 1”. Op basis van dit ontwerp-uitwerkingsplan is bij besluit van 9 juli 1980, nr. B 4673/5-RO 109 door Gedeputeerde Staten van Gelderland een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50 lid 8 van de Woningwet afgegeven voor de bouw van ± 500 eengezinswoningen, 38 bejaardenwoningen en 34 etagewoningen voor éen- en tweepersoonshuishoudens, alsmede de aanleg van bijbehorende weg-, groen- en andere voorzieningen. Voor een gedeelte van het totale complex is een nieuw bouwplan ontwikkeld als uitvloeisel van het besluit van de Raad der Gemeente
545
Nijmegen d.d. 4 december 1980, waarbij aan de hand van de resultaten van het Woningmarktonderzoek 1979 een nieuw bouwprogramma van Lindenholt werd vastgesteld. Dit nieuwe bouwplan omvat de bouw van 78 wooneenheden vantweepersoonshuishoudens in plaats van de oorspronkelijk 39 eengezinswoningen. Stedebouwkundig bestaan er geen bezwaren tegen het nieuwe bouwplan. Om realisering van dit gewijzigde bouwplan mogelijk te maken is het bestemmingsplan op dit onderdeel opnieuw uitgewerkt. De vrijstellingsclausule betreffende het gebruik van gebouwen ten behoeve van het onderwijs is in deze uitwerking niet opgenomen, omdat binnen dit plangebied geen scholen aanwezig zijn of zullen komen. Ook de overgangsbepalingen zijn achterwege gelaten, daar zich binnen het plangebied geen bestaande opstallen bevinden. Financiële uitvoerbaarheid. Deze wijziging is onderdeel van een project van 83 woningen, te weten: 48 goedkope premie verkoop à factor 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 24 duurdere premie verkoop à factor 1,25 . . . . . . . . . . . . . . . . 30 11 vrije sector verkoop à factor 1.5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16,5 94,5 op basis van de kostprijsberekening is de opbrengst 94,5 à f 19.252,- . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 1.819.314,7 garageboxen à f 4.714,- . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 32.998,Totaal
opbrengst
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 1.852.312,-
Nu wordt voorgesteld: buiten planwijziging: 53 goedkope premie verkoop af 19.252,- . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 78 wooneenheden woningwet factor 0,6 à kostprijs f 18.776,27 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f Totaal
voordelig
1.020.356,878.729,-
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 1.899.085,verschil
......................... f
46.773,-
Meerkosten bouwrijp maken in verband met extra parkeerplaatsen en planaanpassing f 30.000,-. Derhalve mag geconcludeerd worden, dat het plan uitvoerbaar is.