HOOFDSTUK 1 OPBOUW ONDERWIJSPROGRAMMA GRAAFSCHAP COLLEGE De opleiding PW 3 bol Kinderopvang KD 2010 schematisch weergegeven; lees van onder naar boven
40 weken
40 weken
30 weken
Theorie Fase 3 Kwalificeren Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten Kwalificeren Fase 3 Methodische begeleiding bij ontwikkeling en opvoeding Professionaliseren (jaar)stage van 3 dagen per week (900 klokuur)
Theorie Fase 2 + 3 Ontwikkelingsgericht werken aan Fase 1 Ondersteunen persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving Kwalificeren Fase 1 Ontwikkelingsgericht werken aan Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten (jaar)stage van 2 dagen per week (600 klokuren)
Theorie Fase 1 + 2 Fase 1 Ondersteunen persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten
Oriënterende Stage van 140 klokuren
10 weken
Theorie Fase 1+ 2 Fase 1 Ondersteunen persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten 1
De opleiding PW 4 bol kinderopvang KD 2010 in schema weergegeven; lees van onder naar boven
40 weken
Theorie Fase 3 Kwalificeren Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden bij problematische ontwikkeling Kwalificeren Fase 3 Methodische begeleiding bij ontwikkeling en opvoeding Professionaliseren Regie voeren
(jaar)stage van 3 dagen per week (900 klokuur)
40 weken
Theorie Fase 2 + 3 Ontwikkelingsgericht werken aan Fase 1 Ondersteunen persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving Kwalificeren Fase 1 Ontwikkelingsgericht werken aan Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden bij problematische ontwikkeling
(jaar)stage van 2 dagen per week (600 klokuren)
30 weken
Theorie Fase 1 + 2 Fase 1 Ondersteunen persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden bij problematische ontwikkeling
Oriënterende Stage van 140 klokuren
10 weken
Theorie Fase 1+ 2
Fase 1 Ondersteunen persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving Fase 2 Planmatig werken; Begeleiden bij problematische ontwikkeling 2
Inhoud per fase gebaseerd op KD 2010: PW3
10 weken
Werkprocessen in deze fases: 2.2, 2.3, 1.2, 2.1, 2.4, 1.1, 1.3, 3.3, 3.8
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P1
Persoonlijke verzorging 1
Doelgroepen 1 Baby, dreumes & peuter
Professionele ontwikkeling 1 Sport en spel Drama “presenteren” “activiteitenplan” Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Beroepsbeeld
Beeldende vorming “zelfbeeld”
Muziek
3
Inhoud per fase gebaseerd op KD 2010: PW3
30 weken
Studieonderdelen P2
Kinder EHBO
Doelgroepen 2 Kleuter, jonge & oude schoolkind
Sport en spel Activiteitenplan verschillende doelgroepen en begeleiden
Fase 1 + 2 :
Werkprocessen in deze fases: 2.2, 2.3, 1.2, 2.1, 2.4, 1.1, 1.3, 3.3, 3.8 Studieonderdelen P3
Studieonderdelen P4
Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving
Persoonlijke verzorging 2
Doelgroepen 3 Oude schoolkind, puber & adolescent
Doelgroepen 4 Adolescent & volwassenen
Een plan maken
Welbevinden observeren Drama
Voorlezen, verbeelding Poppen, sprookjes
Beeldende vorming “houding”,
Muziek “muziekproject”
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Sport en spel Activiteitenplan verschillende doelgroepen en begeleiden
Beeldende vorming Film en foto
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Basis communicatie Opvoeden 1
Beeldende vorming Activiteiten in de praktijk
Muziek “grime”
Sport en spel Grote activiteit BSO
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
4
Inhoud per fase gebaseerd op KD 2010: PW3
40 weken
Fase2 + 3:
Werkprocessen in deze fases: 2.1, 2.4, 3.1, 3.2, 1.1, 1.3, 3.3, 3.8, 1.2, 2.1, 2.4
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P2
Studieonderdelen P3
Studieonderdelen P4
Leer, opvoedings‐ en gedragsproblemen begeleiden
Leer, opvoedings‐ en gedragsproblemen begeleiden
Communiceren met kinderen
Communiceren met kinderen
VVE
VVE
Werken met de meldcode 2012
Werken met de meldcode 2012
Opvoeden deel 2
Pedagogisch kader
Opvoeden deel 2
Muziek project
Sport en spel project
Beeldende vorming Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Pedagogisch kader
Muziek in de BPV
Muziek en Nederlands Taalstimulering 0‐4 jaar en liedbundel
Zelfverdediging
Beeldende vorming Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Drama Kindervoorstelling
Beeldende vorming Kindervoorstelling Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Grote activiteit (introductiekamp Drama activiteiten
Beeldende vorming
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
5
Voor schooljaar 2011 2012 geldt dat leerjaar 3 nog werkt met het KD 2008 PW3
40 weken
Fase 3: Werkprocessen in deze fase 1.1,1.3, 2.1, 3.3, 3.8, 3.1, 3.2
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P2
Studieonderdelen P3
Studieonderdelen P4 Afronden en kwalificeren
Groepsdynamica
Gesprekken met ouders
Werken met de meldcode 2012
Opvoedondersteuning Opvoedondersteuning
Communiceren met kinderen
Werken aan kwaliteit
Creatieve eindopdracht
Creatieve eindopdracht
Nederlands Engels
Met beeldende vorming, sport en spel, muziek Nederlands Nederlands Engels Engels Burgerschap
Nederlands Engels Burgerschap
6
Inhoud per fase gebaseerd op KD 2010: PW4 (onderdelen kunnen in onderwerp hetzelfde zijn als PW3 maar het onderdeel is voor PW4 verzwaard en wordt verdiepend aangeboden)
10 weken
Fase 1 + 2
Werkprocessen in deze fases: 2.2, 2.3,, 1.2, 2.1, 2.4, 1.1, 1.3, 3.3, 3.8
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P1
Persoonlijke verzorging 1
Doelgroepen 1 Baby, dreumes & peuter
Beroepsbeeld
Professionele ontwikkeling 1
Sport en spel “activiteitenplan”
Drama “presenteren”
Beeldende vorming “zelfbeeld”
Muziek
Nederlands Rekenen Engels Burgerscha
7
Inhoud per fase gebaseerd op KD 2010: PW4 (onderdelen kunnen in onderwerp hetzelfde zijn als PW3 maar het onderdeel is voor PW4 verzwaard en wordt verdiepend aangeboden)
30 weken
Studieonderdelen P2
Kinder EHBO
Doelgroepen 2 Kleuter, jonge & oude schoolkind
Sport en spel Activiteitenplan verschillende doelgroepen en begeleiden
Fase 1 + 2 :
Werkprocessen in deze fases: 2.2, 2.3, 1.2, 2.1, 2.4, 1.1, 1.3, 3.3, 3.8 Studieonderdelen P3
Studieonderdelen P4
Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving
Persoonlijke verzorging 2
Doelgroepen 3 Oude schoolkind, puber & adolescent
Een plan maken
Welbevinden observeren Drama Voorlezen, verbeelding Poppen, sprookjes
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Doelgroepen 4 Adolescent & volwassenen
Basis communicatie Opvoeden 1
Beeldende vorming Activiteiten in de praktijk
Muziek “grime”
Beeldende vorming “houding”, Muziek “muziekproject”
Sport en spel Activiteitenplan verschillende doelgroepen en begeleiden
Beeldende vorming Film en foto
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Sport en spel Grote activiteit BSO
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
8
Inhoud per fase gebaseerd op KD 2010: PW4 (onderdelen kunnen in onderwerp hetzelfde zijn als PW3 maar het onderdeel is voor PW4 verzwaard en wordt verdiepend aangeboden)
40 weken
Fase2 + 3:
Werkprocessen in deze fases: 2.1, 2.4, 3.1, 3.2, 3.6, 1.1, 1.3, 3.3, 3.8, 1.2, 2.1, 2.4, 3,4, 3.5, 3.7
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P2
Studieonderdelen P3
Studieonderdelen P4
Leer, opvoedings‐ en gedragsproblemen begeleiden
Leer, opvoedings‐ en gedragsproblemen begeleiden
Communiceren met kinderen
Communiceren met kinderen
VVE
Werken met de meldcode 2012
Werken met de meldcode 2012
Opvoeden deel 2
Pedagogisch kader
VVE
Opvoeden deel 2
Muziek project
Sport en spel project
Beeldende vorming
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Pedagogisch kader
Muziek en Nederlands Taalstimulering 0‐4 jaar en liedbundel
Zelfverdediging
Drama Kindervoorstelling
Muziek in de BPV
Grote activiteit (introductiekamp Drama activiteiten
Beeldende vorming
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Beeldende vorming Kindervoorstelling Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
Beeldende vorming
Nederlands Rekenen Engels Burgerschap
9
Voor schooljaar 2011 2012 geldt dat leerjaar 3 nog werkt met het KD 2008 PW4 (onderdelen kunnen in onderwerp hetzelfde zijn als PW3 maar het onderdeel is voor PW4 verzwaard en wordt verdiepend aangeboden)
40 weken
Fase 3:
Werkprocessen in deze fase 1.1, 1.3, 2.1, 3.3, 3.8, 3.1, 3.2, 3.6, 3.4, 3,5, 3.7
Studieonderdelen P1
Studieonderdelen P2
Studieonderdelen P3
Studieonderdelen P4 Afronden en kwalificeren
Groepsdynamica
Gesprekken met ouders
Werken met de meldcode 2012
Opvoedondersteuning Opvoedondersteuning
Communiceren met kinderen
Bevorderen van kwaliteit
Regie voeren
Regie voeren
Beeldende vorming eindproduct Nederlands Engels
Muziek eindproduct
Nederlands Engels
Nederlands Engels Burgerschap
Nederlands Engels Burgerschap
10
HOOFDSTUK 2 BEGELEIDING OP SCHOOL EN IN DE PRAKTIJK GRAAFSCHAP COLLEGE INDELING KD 2008 PW NIVEAU 3 2011‐2012 Maand Planning Activiteit Student Planning Activiteit Docent Overige Informatie Augustus Introductie/ Inwerken 5 sept. start stage Welkom op het Werk leerjaar 3 ( week 1 t/m 4) September Afronden Welkom op het Start ontwikkelingsgerichte Werk beroepsprestaties Stap 1 en 2 van de wegwijzer Student gaat afhankelijk van Oktober 3 t/m 14 oktober Herfstvakantie welke de afgesloten Eerste telefonisch contact 17 t/m 21 oktober kernactiviteiten door met: Eerste indruk stagiair Uitvoeren dagelijkse opvang Afronding inwerkfase en start Aanbieden ontwikkelings‐ BP’s naar wens verlopen? November gerichte activiteiten Mogelijkheid tot afronden December Begeleiden bij ontwikkeling en kernactiviteit d.m.v. de proeve Kerstvakantie opvoeding 26 dec. t/m 6 Werken aan kwaliteit januari Januari Bezoek praktijkadres. Eerste voortgangsgesprek. Mogelijkheid tot afronden kernactiviteit d.m.v. de proeve Februari Voorjaarsvakantie 20 t/m 24 februari Maart April Afronden kernactiviteiten. Toetsweek 3 Assessmentgesprekken op (10‐13 april) school of op praktijkadres Afronden kernactiviteiten Mei
Juni
Assessmentgesprekken op school of op praktijkadres Afronden kernactiviteiten
30 april t/m 4 mei meivakantie
laatste stagedag
11
INDELING KD 2008 PW NIVEAU 4 2011‐2012 Maand Planning Activiteit Student Planning Activiteit Docent Augustus Introductie/ Inwerken Welkom op het Werk ( week 1 t/m 4) September Afronden Welkom op het Werk Start ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties Student gaat afhankelijk van Stap 1 en 2 van de wegwijzer welke de afgesloten Oktober 3 t/m 14 oktober kernactiviteiten door met: Eerste telefonisch contact Uitvoeren dagelijkse opvang Eerste indruk stagiair Aanbieden ontwikkelings‐ Afronding inwerkfase en start gerichte activiteiten BP’s naar wens verlopen? November Ondersteunen bij specifieke Mogelijkheid tot afronden begeleidingsvragen kernactiviteit d.m.v. de proeve December Bevorderen van kwaliteit Regie voeren Januari Bezoek praktijkadres. Eerste voortgangsgesprek. Mogelijkheid tot afronden kernactiviteit d.m.v. de proeve Februari Maart April
Afronden kernactiviteiten.
Assessmentgesprekken op school of op praktijkadres
Overige Informatie 5 sept. start stage leerjaar 3
Herfstvakantie 17 t/m 21 oktober
Kerstvakantie 26 dec. t/m 6 januari
Voorjaarsvakantie 20 t/m 24 februari Toetsweek 3 (10‐13 april)
Afronden kernactiviteiten Mei
Juni
Assessmentgesprekken op school of op praktijkadres Afronden kernactiviteiten
30 april t/m 4 mei meivakantie
laatste stagedag
12
FASERING KD 2010 PW NIVEAU 3 BPV 1 (schooljaar 2) 2011‐2012 Maand Planning Activiteit Student Planning Activiteit Docent Augustus Introductie/ Inwerken Welkom op het Werk ( week 1 t/m 4) September Afronden Welkom op het Start BP’s Werk Stap 1 en 2 van de wegwijzer Oktober 3 t/m 14 oktober FASE 1 Eerste telefonisch contact BP’s ontwikkelingsgericht Eerste indruk stagiair 1.1 Ondersteunen bij Afronding inwerkfase en start persoonlijke verzorging BP’s naar wens verlopen? November 1.2 Onderhouden van spel ‐en December speelmateriaal 1.3 Ondersteunen bij Januari Bezoek praktijkadres. Eerste ontwikkelingsgerichte voortgangsgesprek activiteiten Februari 1.4 Werken volgens methodische stappen Maart FASE 1 Beoordelen portfolio’s BP’s Kwalificerend Afronding fase 1 1.5 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.6 Zorgen voor een gezellige en veilige leefomgeving April Assessmentgesprekken op FASE 2 school of op praktijkadres BP’s Ontwikkelingsgericht 2.1.Samenwerken met ouders Mei 2.2 Deskundigheid op peil Juni Bezoek praktijkadres. Tweede houden voortgangsgesprek. Afronding BPV 1
Overige Informatie 24 aug. stage BPV 1
Herfstvakantie 17 t/m 21 oktober
Kerstvakantie 26 dec. t/m 6 januari Voorjaarsvakantie 20 t/m 24 februari
Toetsweek 3 (10‐13 april) 30 april t/m 4 mei meivakantie 19 juni laatste stagedag
13
FASERING KD 2010 PW NIVEAU 3 BPV 2 (schooljaar 3) 2012‐2013 Maand Planning Activiteit Student Planning Activiteit Docent September Introductie/ Inwerken Welkom op het Werk ( week 1 t/m 4) Oktober FASE 2 Stap 1 en 2 van de wegwijzer BP’s kwalificerend oktober 2.3 Planmatig werken Eerste telefonisch contact Eerste indruk stagiair 2.4 Begeleiden bij Afronding inwerkfase en start specifieke BP’s naar wens verlopen? November ontwikkelingsgerichte Beoordelen portfolio’s activiteiten Afronden Fase 2 December FASE 3 Assessmentgesprekken op BP’s kwalificerend school of op praktijkadres Januari Bezoek praktijkadres. 3.1 Methodische begeleiding voortgangsgesprek bij ontwikkeling en Februari opvoeding Maart Beoordelen portfolio’s 3.2 Professionaliseren Afronding fase 3 April Mei Assessmentgesprekken op school of op praktijkadres Juni Bezoek praktijkadres Afrondend gesprek
Overige Informatie 5 sept. Start BPV 2 Herfstvakantie 15 t/m 19 oktober
Kerstvakantie 24 dec. t/m 4 jan. Voorjaarsvakantie 11 febr. t/m 15 febr. meivakantie 29 april t/m 3 mei Begin juni laatste stagedag
14
FASERING KD 2010 Gespecialiseerd PW NIVEAU 4 BPV 1(schooljaar 2) 2011‐2012 Maand Planning Activiteit Student Planning Activiteit Docent Overige Informatie Augustus Introductie/ Inwerken 24 aug. Welkom op het Werk Start BPV 1 ( week 1 t/m 4) September Afronden Welkom op het Werk Stap 1 en 2 van de wegwijzer FASE 1 Oktober 3 t/m 14 oktober Herfstvakantie BP’s ontwikkelingsgericht Eerste telefonisch contact 17 t/m 21 oktober 1.7 Ondersteunen bij Eerste indruk stagiair persoonlijke verzorging Afronding inwerkfase en start BP’s naar wens verlopen? November 1.8 Onderhouden van spel ‐en speelmateriaal December Kerstvakantie 26 dec. t/m 6 jan. 1.9 Ondersteunen bij Januari Bezoek praktijkadres. Eerste ontwikkelingsgerichte voortgangsgesprek activiteiten Februari Voorjaarsvakantie 20 t/m 24 februari 1.10 Signaleren en in kaart brengen van de hulpvraag Maart FASE 1 Beoordelen portfolio’s BP’s Kwalificerend Afronding fase 1 1.11 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.12 Zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving April Assessmentgesprekken op FASE 2 Toetsweek 3 school of op praktijkadres BP’s Ontwikkelingsgericht (10‐13 april) 2.1.Stimuleren van Mei 30 april t/m 4 mei Ouderparticipatie meivakantie Juni Bezoek praktijkadres. Tweede 19 juni laatste 2.2 het versterken van je voortgangsgesprek. stagedag Vakdeskundigheid Afronding BPV 1
15
FASERING KD 2010 Gespecialiseerd PW NIVEAU 4 KO BPV 2 (schooljaar 3) 2012‐2013 Maand Planning Activiteit Student Planning Activiteit Docent Overige Informatie September Introductie/ Inwerken 5 sept. Welkom op het Werk Start BPV 2 ( week 1 t/m 4) Oktober FASE 2 Stap 1 en 2 van de wegwijzer BP kwalificerend 2.3 Planmatig werken oktober Herfstvakantie Eerste telefonisch contact 15 t/m 19 okt. BP Ontwikkelingsgericht Eerste indruk stagiair 2.4 De leiding nemen Afronding inwerkfase en start BP’s naar wens verlopen? November BP kwalificerend Beoordelen portfolio’s 2.5 Begeleiden bij Afronden Fase 2 problematische ontwikkeling December Assessmentgesprekken op Kerstvakantie FASE 3 school os praktijkadres 24 dec. t/m 4 jan. BP’s kwalificerend Januari Bezoek praktijkadres. voortgangsgesprek 3.1 Methodische begeleiding Februari Voorjaarsvakantie bij ontwikkeling en 11 febr. t/m 15 febr. opvoeding Maart April Beoordelen portfolio’s 3.2 Professionaliseren 3.3 Regie voeren Mei Assessmentgesprekken op Meivakantie school of op praktijkadres 29 april t/m 3 mei Juni Bezoek praktijkadres. Begin juni laatste Afrondend gesprek stagedag
16
Absentie Wanneer de student, bijvoorbeeld door ziekte, niet aanwezig kan zijn op de praktijkplaats, meldt hij/zij dit aan het begin van de werkdag aan • de praktijkplaats, c.q. de praktijkopleider/werkbegeleider; • de administratie van de opleiding met het verzoek dit door te geven aan de praktijkbegeleider. Voor Doetinchem meldt de student zich af via telefoonnummer: 0314‐353540. Voor Groenlo meldt de student zich af via telefoonnummer: 0544‐475050. De student neemt hiervoor de specifieke afspraken die in de instelling gelden in acht. Bijvoorbeeld afmelden vóór een bepaalde tijd, het aanvragen van verlof bij de juiste persoon, etc. Wanneer de student door veelvuldige absentie een vertraging oploopt in het leerproces, of wanneer daardoor de voor die periode geldende doelen niet haalbaar zijn, communiceert de student hierover met alle betrokken partijen. Hierdoor kunnen er tijdig oplossingen worden gezocht.
Praktijkvergoeding Een praktijkorganisatie kan besluiten om een ‘praktijkvergoeding’ te betalen aan de stagiaires van de BOL‐ opleidingen. In toenemende mate wordt dit geregeld in de cao’s. De vergoeding verschilt per sector en per organisatie. Het ROC heeft geen invloed op deze vergoeding. Het is een zaak tussen praktijkorganisatie en stagiaires. De vergoeding wordt betaald aan de stagiaires niet aan het ROC. Bij de beroepsbegeleidende leerweg is er sprake van een arbeidsovereenkomst waarin het salaris is geregeld.
17
HOOFDSTUK 3 E XAMINERING – M ETHODENMIX GRAAFSCHAP COLLEGE
Werken met de methodenmix. De opleiding PW van het Graafschap College werkt met de examenproducten van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs. De examinering vindt plaats aan de hand van een methodenmix. • Een kwalificerende proeve(KD2008) of beroepsprestatie (KD 2010). Hier wordt het gedrag beoordeeld. • Een reflectie/verantwoordingsverslag. Hierin kijkt de student terug op de kwaliteit van zijn handelen in de proeve of beroepsprestatie . De student toont aan dat zij inzicht heeft gekregen in het handelen en de achtergrond van de keuzes die hierbij gemaakt zijn. De reflectie/verantwoording wordt geschreven volgende de STARRT methode. • Een assessmentgesprek, al dan niet op de praktijkplaats gevoerd. Hierin kan de student zijn handelen met theorie onderbouwen en verantwoorden. De onderwijsinstelling is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de student en legt daarover verantwoording af aan de inspectie. Het oordeel van de praktijk is zeer zwaarwegend. De onderwijsinstelling wijkt hier slechts bij hoge uitzondering vanaf. Zij verantwoordt dit naar de student en het werkveld.
Kwalificatiedossier 2008
Voor het examineren van kwalificatiedossier 2008 heeft het consortium Kernactiviteiten ontwikkeld. Wanneer een student het benodigde onderwijs op school heeft gevolgd en heeft aangetoond dat hij de werkprocessen en competenties grotendeels beheerst in de praktijk, (door het uitvoeren van de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties van de kernactiviteit), vraagt hij toestemming aan de studieloopbaanbegeleider/praktijkbegeleider om te mogen starten met de proeve van een kernactiviteit. In de proeve worden alle werkprocessen en competenties van de kernactiviteit gedurende een bepaalde periode uitgevoerd. De student oriënteert zich op de proeve en maakt een plan van aanpak. ( zie wegwijzer stap 1 en 2). Hij vraagt vervolgens toestemming ( go ) aan de praktijkopleider en de praktijkbegeleider om de proeve uit te mogen voeren. Wanneer de student de proeve volgens de richtlijnen(zie 4.3) heeft uitgevoerd vult de praktijkopleider de beoordelingslijst van de proeve in. De student schrijft het reflectieverslag over de vastgestelde werkprocessen en competenties (genoemd bij de beoordelingslijst voor het reflectieverslag). Hij zorgt voor de bewijsstukken die genoemd worden bij de beoordelingslijst van de proeve. Hij levert de beoordelingslijst, het reflectieverslag en de gevraagde bewijsstukken samen in bij de assessor op school. De assessor controleert of alles compleet is, beoordeelt de bewijsstukken en het reflectieverslag. Hij geeft de GO voor het assessmentgesprek. Het assessmentgesprek kan gaan over 1 tot maximaal 3 kernactiviteiten. Het assessmentgesprek gaat over van te voren vastgestelde werkprocessen en competenties (genoemd bij beoordelingsformulier voor het assessmentgesprek). Het assessmentgesprek wordt gehouden met 2 assessoren en verloopt via de STARRT methode. De gespreksduur is afhankelijk van de hoeveelheid kernactiviteiten. 18
Uitleg beoordeling proeve In onderstaand schema wordt bij elke proeve de mate van complexiteit aangegeven die hoort bij het niveau van de opleiding die de student volgt. Het schema dient als voorbeeld. De invulling verschilt per kernactiviteit en per opleiding. De concrete invulling per kernactiviteit kunt u terugvinden in de boekjes van het Consortium. Complexiteit van de context of Mate van begeleiding Verantwoordelijkheid voor de beroepssituatie
о enkelvoudige context. • open context о complexe context
о geleid о begeleid • zelfstandig
• uitvoering van eigen takenpakket • samenwerking met collega’s о aansturing medewerkers op lager niveau о de hele zorg‐ of begeleidingscyclus
Aangetoond De student laat gedrag zien op het vereiste beheersingsniveau (normscore), zoals beschreven in de beoordelingscriteria. Dit vindt plaats binnen de vastgelegde mate van complexiteit, begeleiding en verantwoordelijkheid Deels aangetoond De student laat gedrag zien dat nog niet helemaal op het vereiste beheersingsniveau van de beoordelingscriteria is. Mogelijk heeft hij nog veel ondersteuning nodig. Het gaat om gedrag binnen de vastgelegde mate van complexiteit, begeleiding en verantwoordelijkheid (zie bovenstaand schema). Niet aangetoond De student toont niet het gedrag op het vereiste beheersingsniveau, dat in de beoordelingscriteria staat beschreven. Het gaat om gedrag binnen de vastgelegde mate van complexiteit, begeleiding en verantwoordelijkheid Normscore R‐P‐T en ontwikkelscore r‐p‐t In de beoordelingslijsten zijn twee begrippen van belang om de competentiegroei van de student te beoordelen. Deze twee begrippen zijn: • de normscore grote en vet gedrukte letter R, P, T • de ontwikkelscore kleine letter en cursief gedrukt r, p, t Bij een normscore voldoet de student aan de criteria die verwijzen naar competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. De student toont de competenties in verschillende situaties en dus meerdere malen op normscore aan. De ontwikkelscore geeft aan dat de student zich ontwikkelt en nog niet hoeft te voldoen aan de norm. De student heeft nog begeleiding nodig. Hij kan zich nog ontwikkelen, hij heeft nog even de tijd. De ontwikkelscore geeft echter wel inzicht in de mate van ontwikkeling richting de normscore. Is er vooruitgang aanwezig, staat de student even “stil” in zijn groei, met welke competenties heeft hij meer/minder moeite ? Begrippen Reproductief, Productief of Transfer Op Reproductief niveau voert de student een taak uit onder begeleiding. 19
Die taak wordt uitgevoerd volgens standaardprocedures en voorschriften. De student heeft een instructie of rolmodel nodig. De student verwerft kennis en vaardigheden èn hij ontwikkelt een passende beroepshouding. Op Productief niveau voert de student de taak deels op eigen initiatief uit. Hij lost problemen op en bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Hij vraagt advies ten aanzien van de oplossingen. Hij heeft minder structuur nodig om zelfstandig activiteiten te ondernemen. Bij Transfer gedrag voert de student binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties taken zelfstandig uit. Hij past kennis, houding en vaardigheden toe. Hij ziet verbanden en kan die uitleggen. De student is proactief en zijn oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van het beroep.
Kwalificatiedossier 2010
Voor het examineren van kwalificatiedossier 2010 heeft het consortium 3 fasen ontwikkeld. Elke fase bestaat uit een aantal ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties en kwalificerende beroepsprestaties. Een kwalificerende beroepsprestatie is examinerend. Wanneer een student het benodigde onderwijs op school heeft gevolgd en heeft aangetoond dat hij de werkprocessen en competenties grotendeels beheerst in de praktijk, (door het uitvoeren van de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties die bij een fase horen), vraagt hij toestemming aan de studieloopbaanbegeleider/praktijkbegeleider om te mogen starten met de kwalificerende beroepsprestatie. De student oriënteert zich op de kwalificerende beroepsprestatie en maakt een plan van aanpak. ( zie wegwijzer stap 1 en 2). Hij vraagt vervolgens toestemming ( go ) aan de praktijkopleider en de praktijkbegeleider om de beroepsprestatie uit te mogen voeren. Wanneer de student de beroepsprestatie volgens de richtlijnen(zie 4.3) heeft uitgevoerd vult de praktijkopleider de beoordelingslijst van de kwalificerende beroepsprestatie in. De student schrijft het verantwoordingsverslag over de kwalificerende beroepsprestatie (genoemd bij de beoordelingslijst voor het verantwoordingsverslag). Hij zorgt voor de bewijsstukken die genoemd worden bij de beoordelingslijst. Hij levert de beoordelingslijst, het verantwoordingsverslag en de gevraagde bewijsstukken samen in bij de assessor op school. De assessor controleert of alles compleet is, beoordeelt de bewijsstukken en het verantwoordingsverslag. Hij geeft de GO voor het assessmentgesprek. Het assessmentgesprek kan gaan over 1 tot maximaal 3 kwalificerende beroepsprestaties. Het assessmentgesprek gaat over van te voren vastgestelde werkprocessen en competenties (genoemd bij beoordelingsformulier voor het assessmentgesprek). Het assessmentgesprek wordt gehouden met 2 assessoren en verloopt via de STARRT methode. De gespreksduur is afhankelijk van de hoeveelheid kwalificerende beroepsprestaties. Uitleg beoordeling (kwalificerende) beroepsprestaties: In bovenstaand schema wordt bij elke (kwalificerende)beroepsprestatie de mate van complexiteit aangegeven die hoort bij het niveau van de opleiding die de student volgt. Het schema dient als voorbeeld. De invulling verschilt per (kwalificerende) beroepsprestatie en per opleiding. De concrete invulling per (kwalificerende) beroepsprestatie kunt u terugvinden in de boekjes van het Consortium.
20
Bijlage 1 DE STARRT‐ methode DE STARRT‐ methode is een hulpmiddel om te reflecteren. Reflecteren betekent terugblikken op ervaringen en op gedrag. Het is een manier van leren. De student onderzoekt de wijze waarop hij handelt en de betekenis daarvan voor zijn leerproces. Door te reflecteren, onderzoekt hij wie hij is, wat hem motiveert, wat hem gemakkelijk afgaat en waar uitdagingen liggen. Reflecteren helpt hem om zich te ontwikkelen en om leerdoelen te formuleren. Door een reflectieverslag te maken ontstaat meer inzicht in de eigen rol in het leerproces. Bij het verantwoordingsverslag kijkt de student ook terug op zijn gedrag (handelen) in de kwalificerende beroepsprestaties. Verantwoording heeft reflectie in zich, maar het gaat verder. Het gaat er dan om te verantwoorden of het handelen goed of niet goed is geweest. De student onderzoekt en interpreteert zijn ervaringen en handelen in de beroepspraktijk. Hij betrekt hierin de achtergrond van zijn keuzes. Hij beoordeelt de kwaliteit van zijn handelen in beroepssituaties. Hij legt verantwoording af aan zich zelf en aan anderen. Het verantwoordingsverslag is de input voor het assessmentgesprek. De STARRT‐ methode is hiervoor een goed hulpmiddel De STARRT‐ methode bestaat uit 6 stappen: 1. Situatie 2. Taak 3. Activiteiten 4. Resultaat 5. Reflectie 6. Toepassen Situatie Beschrijf de concrete beroepssituatie zo duidelijk mogelijk. • Wat was de situatie? • Waar en wanneer vond die situatie plaats? • Wie waren er bij betrokken? • Welke werkprocessen en competenties stonden centraal? • Wat was de moeilijkheidsgraad? • Wat was de mate van zelfsturing? • Wat boeide en belemmerde je? Taak Beschrijf nauwkeurig jouw taak of functie in de situatie. • Wat was jouw taak? • Wat wilde je bereiken? • Wat was je verantwoordelijkheid? Activiteiten Beschrijf concreet de acties die je hebt ondernomen. • Welke acties heb je gepland? • Welke middelen en materialen heb je gebruikt? • Vanuit welke methodiek /theorie heb je gehandeld? • Wat hielp je? • Hoe was het gedrag van anderen? • Hoe heb je gereageerd op het gedrag van anderen? 21
Resultaat Beschrijf wat je hebt bereikt. • Wat zijn de resultaten? • Welke kennis, vaardigheden en houding heb je toegepast? • Welke keuzes heb je gemaakt en waarom? • Ben je tevreden over de kwaliteit van je handelen? Reflectie Reflecteer op je eigen handelen. • Hoe kijk je terug op deze situatie? • Welke competenties heb je hierbij ontwikkeld? • Wat lukte goed? • Wat zou je anders doen? • Wat heb je geleerd? • Welke competenties wil je verder ontwikkelen? • Is je inzicht in je eigen beroepsidentiteit toegenomen? Toepassing Beschrijf hoe je het geleerde kunt toepassen in andere, meer complexe situaties. • Wat ga je anders doen door nieuwe inzichten? • Welke leerdoelen neem je op in je POP? • Welke activiteiten plan je daarvoor in je PAP? • In welke situaties wil je het toepassen? • Welke mogelijkheden heb je tot je beschikking?
22
Bijlage 2 VERZEKERING Het Graafschap College heeft voor alle studenten een aansprakelijkheidsverzekering en een ongevallenverzekering afgesloten, die zowel tijdens schooltijd als in de praktijkperiodes gelden. Hieronder volgt in het kort een overzicht van de inhoud van deze verzekeringen. Met nadruk wordt opgemerkt dat uitsluitend de tekst van de polis, zoals deze aan de school is uitgereikt, bindend is. Schadegevallen moeten zo spoedig mogelijk, voorzien van een uitgebreide toelichting, worden gemeld aan de seniormedewerker bedrijfsvoering. Op die manier kan tijdig aangifte worden gedaan bij de verzekeringsmaatschappij. Nalatigheid kan tot gevolg hebben dat het recht op een uitkering komt te vervallen. Aansprakelijkheidsverzekering De aansprakelijkheidsverzekering is een aanvullende verzekering. De verzekering verzekert de aansprakelijkheid voor schade aan derden, toegebracht door studenten, mits er sprake is van wettelijke aansprakelijkheid van de school ten opzichte van derden en mits de vergoeding niet plaatsvindt krachtens een bestaande aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering dekt niet de aansprakelijkheid voor: • een verkeersongeval onderweg van huis naar de school, een praktijkplaats of een excursie en omgekeerd; • de schade die men door eigen schuld toebrengt aan eigendommen van anderen; deze schade is voor eigen rekening; • schade aan motorvoertuigen. Dit geldt nadrukkelijk ook voor schade die tijdens de beroepspraktijkvorming door de stagiair aan motorvoertuigen van het praktijkbedrijf is toegebracht; • Diefstal van goederen in de school of beschadiging van goederen die door derden is toegebracht tijdens schooltijd; • Beschadiging of vermissing van fietsen of andere eigendommen. Deze aansprakelijkheidsverzekering kent een eigen risico van € 125, ‐ per geval. Ongevallenverzekering Alle studenten zijn verzekerd voor de gevolgen van een ongeval tijdens het naar school komen, het verblijf op school en het naar huis gaan. Tevens geldt de dekking voor alle evenementen en activiteiten die in schoolverband plaatsvinden, zoals schoolreizen, excursies, sportevenementen en praktijkperiodes. De maximale verzekerde bedragen per ongeval zijn: Overlijden∙∙∙ € 907,56 Blijvende invaliditeit € 27.226,81 Geneeskundige behandeling € 907,56 Tandheelkundige behandeling € 90,76 (maximaal per element). Niet verzekerd is alle materiële schade aan bijvoorbeeld brillen, kleding, fietsen en prothesen. Voor wat betreft de rubrieken c. kosten geneeskundige behandeling en d. kosten tandheelkundige behandeling moeten nota's in eerste instantie ingediend worden bij de eigen verzekering of voorziening. Het gedeelte dat onvergoed blijft, kan via de schoolverzekering lopen. Uitkeringen bij overlijden of blijvende invaliditeit geschieden ongeacht andere bestaande voorzieningen. Voor aangifte dient men zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de administratie van de sector, zodat tijdig aangifte gedaan kan worden bij de verzekeringsmaatschappij. Nalatigheid hierbij kan tot gevolg hebben dat het recht op een uitkering komt te vervallen.
23
Bijlage 3 CONTACTGEGEVENS Graafschap College Sector Zorg & Welzijn Locatie Doetinchem Dokter Bardetplaats 7 7001 DV Doetinchem Tel: 0314 ‐ 35 35 40 Graafschap College Sector Zorg & Welzijn Locatie Groenlo Schralenstein 2 7141 ED Groenlo Tel: 0544‐475050 Opleidingsmanager PW Doetinchem Carla Lieshout
[email protected] 0314 353641 Opleidingsmanager PW Groenlo Ingrid Nijenhuis
[email protected] 0544 475 Werkveldcontactpersoon Napona Smid
[email protected] bpv coördinator Doetinchem Diesje Koning
[email protected] bpv coördinator Groenlo Dorien van Usen
[email protected]
24