Beleid Klachtenbehandeling Graafschap College
1
Inhoudsopgave 1 Inleiding
3
2
Omgaan met klachten
5
2.1
Beleid klachtenbehandeling
5
2.1.1
Voorkomen van klachtenprocedures
5
2.1.2
Uitgangspunten voor behandeling
6
2.1.3
Fasen en termijnen
7
2.1.4
Klachtencommissie
10
2.1.5
Bijzonderheden
10
Achtergrond van het beleid
2.2
10
3 Regelingen
12
3.1
Algemene klachtenregeling
12
3.2
Reglement Commissie van beroep voor de examens
17
3.3
Regeling Interne geschillencommissie
18
3.4
Regeling Vertrouwenspersonen
23
3.5 Klokkenluidersregeling
28
4
Uitvoering van het beleid
32
4.1
Klachtenformulier studenten Algemeen en Beroep
32
4.2
Klachtenformulier medewerkers Algemeen en Geschil over toepassing van de cao of functiewaardering 33
4.3
Klachtenformulier website Graafschap College
34
4.4
Ondersteuning uitvoering beleid
35
5
Communicatie met belanghebbenden
37
5.1
Aanmeldprocedure voor een klacht of bezwaar of beroep of geschil?
37
Contactgegevens
38
6 Bijlagen
40
6.1
Schematisch overzicht van mogelijke klachten, geschillen, meldingen en beroep
40
6.2
Bijlage: namen en bereikbaarheid vertrouwenspersonen
41
6.3
Bijlage: namen klachtencommissie en deelcommissies
42
6.4
Bijlage: gehanteerde begrippen
43
6.5
Lijst met afkortingen
47
6.6
Relevante instellingen en websites
48
5.2
6.7 Literatuur
50
2
1 Inleiding Het Graafschap College heeft een beleid voor de afhandeling van klachten of bezwaren, beroep of geschillen van studenten en medewerkers: Beleid Klachtenbehandeling Graafschap College. Er wordt een onderscheid gemaakt in beleid, regelingen, uitvoering en de communicatie naar de verschillende doelgroepen.
De procedures en regelingen zijn er voor om de uiting van een ontstaan ongenoegen in goede banen te leiden. Het beleid gaat ervan uit dat betrokkenen allereerst zelf het ongenoegen proberen op te lossen. Ook wordt ervan uitgegaan dat de verantwoordelijk leidinggevende wordt betrokken bij de klacht of het ongenoegen. De vertrouwenspersoon van de opleiding of sector kan helpen het ongenoegen tot een oplossing te brengen. Indien dit alles niet tot het gewenste resultaat heeft geleid kan een formele klacht of bezwaar, beroep of geschil schriftelijk worden ingediend. Wanneer een klacht of bezwaar, beroep of geschil niet tot tevredenheid wordt afgehandeld, kan deze uiteindelijk bij de onafhankelijke interne klachtencommissie van het Graafschap College worden behandeld. Ook zijn er extern mogelijkheden om een klacht aanhangig te maken.
De behandeling van een klacht of bezwaar, een beroep of een geschil vormt een onderdeel van de dialoog die het Graafschap College voert met belanghebbenden. Waar mensen samenwerken in een organisatie gaan zo nu en dan zaken verkeerd en ontstaat soms ongenoegen. Dat is jammer. Als na een ongenoegen een klacht of bezwaar, een beroep of geschil formeel wordt ingediend is dat reden om deze met zorg te behandelen vanuit de visie dat een klacht een gratis advies is en reden om te reflecteren en de vraag te stellen wat geleerd kan worden van de casus. Indien noodzakelijk zullen daarna verbeteringen worden doorgevoerd.
De Governance Code BVE1formuleert criteria voor regelingen met belanghebbenden. In het kort komen die criteria erop neer dat een klacht of bezwaar, een beroep of een geschil effectief en eenvoudig aanhangig gemaakt moet kunnen worden en dat de regelingen openbaar en toegankelijk dienen te zijn. Er moet daarom aandacht zijn voor toegankelijkheid van de regeling in het voortraject en voor openbaarheid, verantwoording en toetsing na afloop van een procedure.
1
Goed bestuur in het mbo. MBO Raad, 2009
3
In deze notitie wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de inhoud van het beleid en de achtergronden ervan. In hoofdstuk 3 zijn de verschillende regelingen opgenomen. Hierover hebben de medezeggenschapsorganen instemming gegeven. In de volgende hoofdstukken worden de uitvoering van het beleid en de regelingen en de communicatie naar de belanghebbenden uitgewerkt. De bijlagen bevatten onder andere een lijst van namen van vertrouwenspersoon, gehanteerde begrippen en een overzicht van relevante externe adressen. Waar in de teksten de mannelijke vorm wordt gehanteerd, is bedoeld m/v.
4
2 Omgaan met klachten 2.1 Beleid klachtenbehandeling
2.1.1
Voorkomen van klachtenprocedures
Goed onderwijs voor onze studenten staat centraal. Een prettig werkklimaat voor alle betrokkenen is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Het beleid van het Graafschap College ten aanzien van klachten is gericht op het voorkomen ervan. Soms ontstaat er desondanks toch ongenoegen. Elke concrete uiting van ongenoegen aangaande het Graafschap College kan resulteren in een algemene klacht, een klacht over (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld, een incident, een geschil met de werkgever, het indienen van een beroep of een melding van een misstand. Om dit in goede banen te leiden bestaan er verschillende regelingen.
Formele procedures zijn vaak onbevredigend en moeten daarom zoveel mogelijk worden voorkomen. Dat kan door: -
het verzorgen van goed onderwijs;
-
het creëren van een prettig werkklimaat voor studenten en medewerkers;
-
het formuleren van integer gedrag en de controle op de uitvoering daarvan (integriteitscode);
-
regelmatig contact tussen studenten en of ouders en docenten over schoolaangelegenheden;
-
regelmatig contact van medewerkers met hun leidinggevende;
-
regelmatig contact met externe belanghebbenden, zoals overheden, bedrijven en instellingen;
-
openheid en transparantie over alle zaken die voor een student of medewerker van belang zijn;
-
een goede relatie op te bouwen met studenten en of ouders en medewerkers, want studenten en medewerkers
zijn naast belanghebbenden ook contractpartners. Dat leidt over en weer tot rechten en plichten;
-
het samen proberen oplossen van het ongenoegen of probleem;
-
indien mogelijk bemiddelen voordat een formele procedure wordt gestart.
5
2.1.2
Uitgangspunten voor behandeling
Eerst moeten betrokkenen zelf het probleem met elkaar proberen op te lossen of in samenspraak met de verantwoordelijk leidinggevende en of een vertrouwenspersoon. Als het ongenoegen door de betrokkenen niet naar tevredenheid is of kan worden opgelost bestaat de mogelijkheid een formele klacht of bezwaar of een beroep in te dienen of een geschil aanhangig te maken. Een klacht of bezwaar, een geschil, een beroep of een melding van een misstand kan gericht zijn tegen (het besluit van) een persoon die werkzaam is bij het Graafschap College. Een klacht kan een (staf)dienst van het Graafschap College betreffen of het Graafschap College als rechtspersoon. Een formele klacht of bezwaar, een beroep of een geschil kan digitaal gemeld worden met behulp van een klachtenformulier via de website van het Graafschap College of via de portalen van studenten en medewerkers.
Belanghebbenden kunnen zich laten ondersteunen bij het proces van de klachtenbehandeling. Studenten en of medewerkers die menen slachtoffer te zijn van (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld, kunnen hulp zoeken bij een vertrouwenspersoon van de opleiding of sector. Indien gewenst of noodzakelijk kunnen vertrouwenspersonen ook behulpzaam zijn bij het indienen van een klacht. Naast deze ondersteuningsmogelijkheid kan de leidinggevenden en of andere medewerkers een klager ondersteunen. Op elke formeel ingediende klacht of bezwaar, beroep of geschil volgt gegarandeerd een ontvangstbevestiging en een eerste reactie binnen vijf schooldagen. De eerste reactie op het ongenoegen bevat een indicatie hoe de zaak behandeld zal worden, indien de klacht of bezwaar, beroep of geschil ontvankelijk is. Een verklaring van ontvankelijkheid wordt gegeven als het klachtenformulier volledig is ingevuld. De voorfase om met de direct betrokkenen tot een oplossing te komen is doorlopen en de klager is niet tevreden over de uitkomst ervan. De klager of melder dient een rechtstreeks belang te hebben bij het indienen van de klacht, het beroep of het geschil. Klachten over de examinering worden in een eerste instantie gericht aan de examencommissies en behandeld door de examencommissies.
De behandeling van alle klachten of bezwaren, beroepen en geschillen wordt gedocumenteerd. Hierbij worden de regels van de privacybescherming in acht genomen. In het Jaarverslag van het Graafschap College staat een overzicht van ingediende klachten, bezwaren, beroepen en geschillen en de wijze waarop deze zijn afgehandeld. Daarnaast is er ten behoeve van de Klachtencommissie van het Graafschap College een overzicht van geanonimiseerde vertrouwensaangelegenheden.
6
In het jaarlijkse examenverslag van de onderwijssectoren wordt melding gemaakt van de bij de examencommissies ingediende klachten of bezwaren en de afhandeling ervan. Intern worden de behandelde zaken geëvalueerd en waar nodig worden consequenties getrokken of verbeteringen doorgevoerd. De wijze waarop procedures zijn afgehandeld wordt jaarlijks geëvalueerd door het college van bestuur met de Klachtencommissie van het Graafschap College. De uitvoering van het beleid en de regelingen zijn in voor de belanghebbenden begrijpelijke taal geschreven om de toegankelijkheid te bevorderen.
2.1.3
Fasen en termijnen
In het beleid wordt het onderscheid gemaakt in de voorfase voorafgaand aan de behandeling van een formele klacht of bezwaar, beroep of geschil en de fase van de behandeling en afhandeling.
Voorfase Voordat een formele klacht of bezwaar, beroep of geschil wordt ingediend, moet alles worden gedaan om er samen uit te komen. Allereerst betreft het de klager en de beklaagde. Als zij er samen niet uitkomen kan de studieloopbaanbegeleider en of opleidingsmanager of direct leidinggevende proberen het ongenoegen op te lossen. Als dat niet lukt kan een formele procedure worden gestart bij de sectordirecteur of als dat niet kan bij het college van bestuur. De vertrouwenspersonen voor studenten en of medewerkers kunnen in deze fase een belangrijke ondersteunende rol vervullen. In bijzondere gevallen is een externe vertrouwenspersoon voor medewerkers beschikbaar.
Fase van behandeling en afhandeling Formeel ingediende klachten of bezwaren worden behandeld in de sector waar de klacht is ontstaan. De betrokken directeur vervult in eerste instantie een bemiddelende rol.2 Daartoe zal hij informatie uit het dossier bestuderen en mogelijk adviezen inwinnen en aanvullende informatie vragen. In alle gevallen wordt ervanuit gegaan dat een klacht door de directeur van de sector kan worden opgelost. De procedure mag maximaal 30 schooldagen in beslag nemen, maar kan ook sneller worden doorlopen. (afbeelding 1). Het college van bestuur treedt op, indien van toepassing, als
Indien de directeur zelf partij is bij de klacht of het bezwaar, dan neemt het college van bestuur het hele proces rond de klacht of het bezwaar over. De klachtprocedure over leden van het college van bestuur staat toegelicht in het bestuursreglement van het Graafschap College. 2
7
sparringpartner van de sectordirecteur. De sectordirecteur informeert het college van bestuur over zijn voorgenomen besluit ten aanzien van een klacht. In bijzondere gevallen kan de procedure worden verlengd. De klager en de aangeklaagde worden hierover geïnformeerd. De sectordirecteur en college van bestuur kunnen in onderling overleg bepalen of het gewenst is de interne klachtencommissie te benaderden voor een advies. De fase van behandeling wordt afgesloten met de informatie aan de betrokkenen over het besluit. Conform de Algemene Wet Bestuursrecht mag de verlengde procedure maximaal 10 weken (50 schooldagen) duren. (afbeelding 2). Formeel ingediende klachten of bezwaren over de examinering worden ingediend bij de examencommissie. De procedure is beschreven in Kaderdocument Onderwijs en examinering. In geval van beroep over een beslissing van een examencommissie neemt de commissie van beroep voor de examens de beslissing binnen 20 schooldagen na indiening van het beroep. Voor de interne geschillencommissie gelden afwijkende termijnen. (afbeelding 3).
Ontvangst-bevestiging
Plan van aanpak
indien nodig contact directeur en college van bestuur voor bemiddeling
5 schooldagen
Binnen 15 schooldagen na indiening
Fase van behandeling Centrale registratie
Automatisch gegenereerd
Voorfase
20 schooldagen
Besluit
Afhandeling
Besluit door de directeur
Informatie sectordirecteur aan het college van bestuur over voorgenomen besluit Informatie aan de betrokkenen over het besluit
5 schooldagen
5 schooldagen
Afbeelding 1. Fasen en termijnen klachtenbehandeling
8
Ontvangst-bevestiging
Plan van aanpak
indien nodig contact directeur en college van bestuur voor bemiddeling
5 schooldagen
Binnen 15 schooldagen na indiening
Fase van behandeling Centrale registratie
Automatisch gegenereerd
Voorfase
Verlenging procedure
Besluit
Afhandeling
Verlenging om formele klacht op te lossen, dan wel
Besluit door het college van bestuur over het advies van de klachtencommissie
Informatie aan de betrokkenen over het besluit
5 schooldagen
5 schooldagen
Verlenging voor advies van de klachtencommissie
20 schooldagen
20 schooldagen
Afbeelding 2. Fasen en termijnen klachtenbehandeling verlengde procedure
Max. 20 schooldagen
Behandeling beroep of geschil
Besluit
Afhandeling
Beroep
Beroep: besluit commissie van beroep voor de examens
Informatie aan de betrokkenen over het besluit
Examinering Commissie van beroep voor de examens Geschil: de interne geschillencommissie
Geschil: besluit door het college van bestuur over het advies van de interne geschillencommissie
of -beschrijving
Geschil: binnen 30 schooldagen na een besluit over een personele aangelegenheid zoals functiewaardering 3
Geschil: binnen 10 schooldagen na een besluit over toepassing van de CAO
Fase indiening
Beroep: binnen 10 schooldagen na een besluit van de examencommissie
Voorfase
20 schooldagen
5 schooldagen
5 schooldagen
Afbeelding 3. Fasen indiening en termijnen behandeling beroep of geschil.
Artikel D15 lid 2 CAO BVE 2007-2009.Bezwarenregeling functiewaardering
3
9
2.1.4
Klachtencommissie
Het college van bestuur benoemt de onafhankelijke Klachtencommissie van het Graafschap College. Afhankelijk van het onderwerp van het ongenoegen treden leden van de commissie op in deelcommissies als: •
commissie voor algemene klachten en vertrouwensaangelegenheden;
•
commissie van beroep voor de examens voor studenten;
•
geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functiewaar-
dering over de toepassing van de cao en andere personele aangelegenheden zoals bijvoorbeeld functiebeschrij-
vingen en -waardering van medewerkers;
•
klokkenluiderscommissie op verzoek van de voorzitter van de raad van toezicht.
De commissies bestaan uit een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, twee leden en twee plaatsvervangende leden. (zie hoofdstuk 3.1, Algemene Klachtenregeling). De commissies geven advies aan het college van bestuur bij algemene klachten, bij klachten over intimidatie, discriminatie en extremisme, en bij geschillen over de toepassing van de cao of de functiewaardering van medewerkers en in bijzondere gevallen een advies aan het college van bestuur en of de raad van toezicht als klokkenluiderscommissie.
2.1.5
Bijzonderheden
Conform de cao BVE kunnen medewerkers de voorzitter van de Klachtencommissie na de voorfase rechtstreeks benaderen voor geschillen over de toepassing van de cao en of andere personeelsaangelegenheden, zoals functiewaardering. (zie hoofdstuk 3.3) In bijzondere gevallen kan de Klachtencommissie in de functie van klokkenluiderscommissie rechtstreeks benaderd worden. (zie hoofdstuk 3.5, Klokkenluidersregeling, artikel 3). De procedures van algemene klachten, van een beroep of van een geschil verschillen. (afbeelding 3) (zie ook bijlage 6.1) De procedures moeten aansluiten bij de termijnen van maximaal 10 (werk)weken uit de Wet Algemeen Bestuursrecht. (zie afbeeldingen Fasen en termijnen).
2.2
Achtergrond van het beleid
De klachtenregeling is niet voorgeschreven in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Als uitvloeisel van de zogenaamde Kwaliteitswet uit 1998 is de klachtenregeling verplicht ingevoerd. In de bve-sector bestaat, in het kader van de kwaliteitszorg, de afspraak tussen de bve-instellingen onderling (MBO Raad) en de onderwijsinspectie, dat
10
klachtenprocedures een onderdeel zijn van de kwaliteitszorg. Instellingen hebben zich hiertoe tegenover de inspectie verplicht. (Inspectierapport 2008-36, 2009, p.13). De kwaliteit van de opzet van de klachtenbehandeling in de MBO-sector heeft sinds 2009 geen duidelijke verbetering ondergaan, luidt de hoofdconclusie uit het Inspectierapport van 2012. Om verdere verbetering te realiseren zijn op het punt van klachtenafhandeling meer bindende afspraken noodzakelijk. Een versterking van de klachtenafhandeling is immers essentieel en zal de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. (Klachtenbehandeling in het mbo, Inspectierapport, april 2012, p.3). De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) is formeel niet van toepassing op de mbo-scholen, maar heeft wel een hoofdstuk over klachtenbehandeling: afdeling 9.1.2 behandeling klaagschriften. De bepalingen in de AWB gaan vooral over de manier waarop een klacht behandeld moet worden. (Job, 2009). Behalve voor het behandelen van onderwijsklachten zijn er in het bve-veld voorzieningen voor klachten over examens. Deze hebben een wettelijke basis. Een bve-instelling is verplicht, al dan niet in samenwerking met andere instellingen, een commissie van beroep voor de examens in te stellen. Daarbij kunnen deelnemers beroep instellen tegen een beslissing van de examencommissie of van een examinator. De WEB geeft voorschriften over de samenstelling en bevoegdheden van de commissie. (Inspectierapport 2008-36, 2009, p.14). In 1997 stelde de BVE Raad een voorbeeldreglement op en een voorbeeld klachtenregeling inzake seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld op. In 1999 werden deze voorstellen in de wet opgenomen. (Inspectierapport 2008-36, 2009, p.14). Daarnaast is vanaf 1 januari 2009 de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ van kracht. Eén van de afspraken daarin is dat de instellingen een klachtenregeling moeten hebben. (Goed bestuur in het mbo. MBO Raad, 2009). In het evaluatierapport over de code ‘Goed bestuur in het mbo’: Tevreden is niet voldoende wordt geconstateerd dat de kwaliteit van de klachtenbehandeling kan worden verbeterd. (Commissie Governance, Handhaving en Codes, oktober 2012). De Wet op het Onderwijstoezicht artikel 6, voorziet in een vertrouwenspersoon bij de Inspectie van het Onderwijs die deelnemers onder meer bijstaat met advies, ondersteuning en desgevraagd begeleiding bij het indienen van een klacht. (Job, 2009). Sinds 2008 bestaan er richtlijnen voor de jaarverslaggeving. In het geïntegreerd jaardocument van de bve-instelling dient aandacht wordt besteed te worden aan de afhandeling van klachten. De richtlijn was voor het eerst van kracht voor het geïntegreerd jaardocument over 2008. (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hoofdstuk RJ 660 uit de RJ-Bundel).
11
3 Regelingen 3.1 Algemene klachtenregeling
Artikel 1
Wie kan een klacht indienen?
Eenieder die daarbij rechtstreeks belang heeft, kan een formele klacht4 indienen bij het Graafschap College. Dit kan bijvoorbeeld zijn een medewerker, een student of een wettelijk vertegenwoordiger van een student, maar ook een externe belanghebbende zoals een bedrijf of maatschappelijke organisatie, of een buurtgenoot.
Artikel 2
Aard van een algemene klacht
Onder de algemene klachten vallen die klachten, die niet op een andere wijze, volgens een andere bij het Graafschap College geldende regeling5, beslecht kunnen worden. Bij klachten over intimidatie, discriminatie en extremisme kan de hulp van een vertrouwenspersoon worden ingeroepen.
Artikel 3
Indiening van de klacht of bezwaar, beroep of geschil
Een formele klacht of bezwaar wordt digitaal gemeld via de knop/link op de website of de interne portalen. De klacht moet zo concreet mogelijk geformuleerd zijn met behulp van het daarvoor bestemde klachtenformulier. De formele klacht of bezwaar, beroep of geschil wordt beoordeeld op ontvankelijkheid. Een verklaring van ontvankelijkheid wordt gegeven als het formulier volledig is ingevuld en de voorfase om met de direct betrokkenen tot een oplossing te komen is doorlopen.
Artikel 4
Bemiddeling
Formele klachten worden behandeld in de sector waar de klacht is ontstaan. Daartoe zal de sectordirecteur informatie uit het dossier bestuderen en mogelijk adviezen inwinnen en aanvullende informatie vragen. De directeur probeert te bemiddelen6 bij een klacht en hoort indien noodzakelijk de betrokkenen. Indien noodzakelijk treedt het college van bestuur op, als sparringpartner van de sectordirecteur. Binnen twintig schooldagen wordt de appellant Waar in de algemene klachtenregeling wordt gesproken over een klacht of bezwaar wordt bedoeld een klacht, een beroep, een geschil of een misstand. 4
Zie hoofdstuk 3.2 Commissie van beroep voor de examens Zie hoofdstuk 3.3 Regeling Vertrouwenspersonen Zie hoofdstuk 3.4 Geschillen cao en functiewaardering Zie hoofdstuk 3.5 Klokkenluidersregeling 5
Zie ook pagina 5: Indien de directeur zelf partij is bij de klacht of het bezwaar, dan neemt het college van bestuur het hele proces rond de klacht of het bezwaar over. De klachtprocedure over leden van het college van bestuur staat toegelicht in het bestuursreglement van het Graafschap College. 6
12
geïnformeerd over de uitspraak van de directeur of de mededeling over een verlengde procedure van twintig schooldagen. De sectordirecteur en het college van bestuur bepalen in onderling overleg of het gewenst is de interne klachtencommissie te benaderden voor advies dan wel een klacht in behandeling te nemen. Wanneer een klacht betrekking heeft op de sectordirecteur zelf dan zal het college van bestuur de klacht in behandeling nemen.
Artikel 5
De klachtencommissie
1. Het college van bestuur stelt een onafhankelijke klachtencommissie in. 2. De klachtencommissie bestaat uit tenminste zeven leden. 3. Drie leden zijn rechtstreeks benoemd door het college van bestuur. 4. Twee leden zijn benoemd door het college van bestuur op voordracht van de Ondernemingsraad. 5. Twee leden zijn benoemd door het college van bestuur in overleg met de Studentenraad. 6. Afhankelijk van de aard van de klacht treden leden van de klachtencommissie op in deelcommissies. 7. De klachtencommissie kent vier deelcommissies:
•
de algemene klachtencommissie;
•
de commissie van beroep voor de examens;
•
de geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals
functiewaardering cao en andere personele aangelegenheden;
de klokkenluiderscommissie.
•
8. Iedere deelcommissie heeft een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, twee leden en twee plaatsver
vangende leden.
9. De leden van de commissie doen gezamenlijk een voordracht aan het college van bestuur voor een voorzitter en
een plaatsvervangende voorzitter.
10. Het college van bestuur kan een ambtelijk secretaris benoemen ter ondersteuning van de klachtencommissie.
Artikel 6
Zittingsduur van de leden
1. Het college van bestuur benoemt, schorst of ontslaat de leden van de klachtencommissie. 2. De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Deze termijn kan tweemaal
met vier jaar verlengd worden.
3. De klachtencommissie stelt een rooster van aftreden vast.
13
Artikel 7
Deskundigheid van leden van de klachtencommissie
1. Bij de benoeming van leden van de klachtencommissie wordt in het bijzonder gelet op de specifieke
deskundigheid van ieder lid, in relatie tot de aard van de klachten die behandeld worden.
2. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding. Deze verplichting vervalt niet bij
beëindiging van het lidmaatschap van de klachtencommissie.
Artikel 8
Taken en verantwoordelijkheden van de klachtencommissie
1. De klachtencommissie of deelcommissies van de klachtencommissie brengen een advies uit aan het college van
bestuur over aangelegenheden die zijn voorgelegd aan de klachtencommissie of deelcommissies van de klachten-
commissie. De commissie van beroep voor de examens neemt een besluit over een beroepszaak.
2. De klachtencommissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag van haar activiteiten uit aan het college van bestuur, de
raad van toezicht en de ondernemingsraad en de studentenraad.
Artikel 9
Werkwijze deelcommissies
1. De voorzitter van de klachtencommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin een klager en de
aangeklaagde tijdens een niet-openbare bijeenkomst worden gehoord. De hoorzitting vindt plaats in de
verlengde procedure, die start twintig schooldagen na dagtekening van de klacht.
2. De voorzitter draagt zorg dat een voltallige deelcommissie van drie leden, waaronder een voorzitter, aanwezig is. 3. Bij behandeling van de klacht hebben zoveel mogelijk die leden zitting in de commissie, die specifieke
deskundigheid bezitten in relatie tot de te behandelen klacht.
4. Wanneer bij de voorzitter of een lid van de deelcommissie mogelijk sprake is van belangenverstrengeling, ziet
deze af van behandeling van een klacht en treedt een plaatsvervanger op.
5. De aangeklaagde wordt voorafgaande aan een hoorzitting door het college van bestuur schriftelijk op de hoog
te gesteld van de inhoud van de klacht.
6. De klager en de aangeklaagde worden in principe in aanwezigheid van elkaar gehoord, tenzij de deelcommissie,
al dan niet op verzoek van de klager of de aangeklaagde, anders bepaalt.
7. De deelcommissie kan bepalen, al dan niet op verzoek van de klager of de aangeklaagde, dat derden bij het
verhoor aanwezig zijn.
8. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen
maken van het recht te worden gehoord.
14
9. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag bevat:
•
de namen en de functie van de aanwezigen;
•
een zakelijke weergave van het besprokene.
10. Het verslag van de zitting wordt ondertekend door de voorzitter en de ambtelijk secretaris.
Artikel 10
Uitspraak deelcommissie
1. De deelcommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies. 2. De deelcommissie rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het college van bestuur en indien van toepas
sing aan de voorzitter van de examencommissie of de voorzitter van de raad van toezicht nadat de hoorzitting
heeft plaatsgevonden. De hoorzitting en de bevindingen van de deelcommissie dienen te zijn afgerond binnen
twintig schooldagen.
3. De deelcommissie geeft in haar advies of besluit een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van
de klacht en deelt dit oordeel schriftelijk mee aan de klager en de aangeklaagde en het college van bestuur en
indien van toepassing de examencommissie.
4. De deelcommissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het college van bestuur te
treffen maatregelen.
Artikel 11
Besluitvorming door college van bestuur
1. Binnen tien werkdagen na ontvangst van het advies van de deelcommissie deelt het college van bestuur
schriftelijk en gemotiveerd aan klager, aangeklaagde en de deelcommissie mee welke beslissing genomen wordt.
2. Deze mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie.
Artikel 12
Rehabilitatie
Het college van bestuur kan passende maatregelen nemen om een medewerker van het Graafschap College te rehabiliteren jegens wie door een klager valse beschuldigingen zijn geuit. Het rehabilitatietraject wordt in overleg met de valselijk beschuldigde vastgesteld.
15
Artikel 13
Facilitering van de klachtencommissie
1. Het college van bestuur is verantwoordelijk voor de facilitering van de klachtencommissie met betrekking tot
vergaderstukken, vergaderruimte en secretariële ondersteuning.
2. De klachtencommissie heeft de beschikking over alle informatie uit het voortraject van een klacht en kan
desgewenst in overleg met het college van bestuur derden inschakelen.
3. Op de werkzaamheden van de leden van de klachtencommissie is een door het college van bestuur vast te stellen
onkostenvergoeding van toepassing.
4. De kosten van de klachtencommissie komen voor rekening van het college van bestuur.
Artikel 14
Externe klachtencommissie
Een externe klachtencommissie biedt studenten de mogelijkheid zich – na de klachtenbehandeling binnen de eigen instelling – in tweede instantie te wenden tot een extern orgaan. Het Graafschap College is aangesloten bij de landelijke Stichting Onderwijsgeschillen in Utrecht.
Artikel 15
Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013. 2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College. 3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen. 4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
16
3.2 Reglement Commissie van beroep voor de examens
Artikel 1
Wie kan een beroep indienen?
1. In dit artikel bedoeld beroep kan worden ingesteld door degene die van mening is dat hij door de beslissing van een examencommissie rechtstreeks in zijn belang is getroffen, omdat: •
de examinering niet conform de vooraf gestelde regels heeft plaatsgevonden, hieronder ten minste te verstaan
de regels van het deelnemers- studentenstatuut, de Onderwijsovereenkomst, Praktijkovereenkomst, het Onderwijsen Examenreglement; •
de behandeling tijdens het examen onzorgvuldig of onredelijk te achten is;
•
het examen heeft plaatsgevonden onder omstandigheden die belemmerend te achten zijn.
Artikel 2
Indiening beroepsschrift, termijn en inhoud
1. Het beroep bij de commissie van beroep wordt door middel van een met redenen omkleed schriftelijk beroeps
schrift ingesteld binnen tien schooldagen, nadat de examencommissie/ directeur van de onderwijssector zijn
beslissing kenbaar heeft gemaakt aan de appellant. Hiervoor is een klachtenformulier beschikbaar via het
studentenportaal van het Graafschap College.
2. De ambtelijk secretaris van de commissie van beroep stelt de appellant in kennis van eventueel door hem
gepleegde verzuimen bij het ingediende beroepsschrift en nodigt hem uit deze binnen een door de voorzitter
te stellen termijn te herstellen. Ingeval de appellant niet binnen de termijn de door hem gepleegde verzuimen
heeft hersteld, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
3. De ambtelijk secretaris van de commissie van beroep zendt onverwijld een afschrift van het beroepsschrift aan de
betreffende examencommissie tegen wiens beslissing het beroep is gericht.
4. Indien het beroepsschrift bij een andere beroepsinstantie had moeten worden ingediend, stuurt de ambtelijk
secretaris van de commissie van beroep het beroepsschrift onverwijld terug naar de appellant en stelt deze hier
van in kennis.
Artikel 3
Commissie van beroep voor de examens
1. Het college van bestuur stelt een Commissie van beroep voor de examens in voor alle opleidingen van het
Graafschap College.
17
2. De commissie van beroep voor de examens oordeelt over beslissingen van een examencommissie jegens examenkandidaten. 3. De commissie van beroep voor de examens handelt volgens de richtlijnen van dit reglement en de algemene klachtenregeling.
Artikel 4
Samenstelling van de commissie
1. De commissie van beroep is een deelcommissie van de klachtencommissie en bestaat uit twee gewone leden en
twee plaatsvervangende leden, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
2. De leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het college van bestuur, van de inspectie of
van een examencommissie of examinatoren zoals bedoeld in artikel 5, lid 4 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-
mavo-vbo en artikel 7.4.5 van de WEB.
Artikel 5
Taken en verantwoordelijkheden
1. De commissie van beroep is verantwoordelijk voor het behandelen van het beroep dat door de deelnemer wordt ingebracht. 2. De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt tien schooldagen. De termijn start de dag volgend
op de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend gemaakt.
3. Het nemen van een beslissing, uiterlijk twintig schooldagen na indiening van het beroep. 4. Het schriftelijk op de hoogte stellen van de deelnemer en het informeren van de betreffende examencommissie
en of docent, het college van bestuur en eventueel het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming
verzorgt, en de Inspectie van het Onderwijs.
Artikel 6
Werkwijze commissie van beroep
1. De commissie van beroep oordeelt over beslissingen van de examencommissie jegens examenkandidaten
betreffende de examinering.
2. De commissie van beroep stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. 3. Indien het de voorzitter is gebleken, dat het beroep niet is voorafgegaan door een in de desbetreffende
onderwijs- en examenregeling voorgeschreven bezwarenprocedure bij de desbetreffende examencommissie,
verklaart hij het beroep niet-ontvankelijk.
18
4. Met de in lid 1 bedoelde beslissingen wordt een weigering om te beslissen gelijkgesteld. Indien een beslissing op
een bezwaar niet binnen een termijn van ten hoogste: twintig schooldagen is genomen, wordt dit gelijkgesteld
met een weigering om te beslissen. In dit geval kan het beroep wel ontvankelijk worden verklaard.
5. De commissie van beroep kan de examencommissie inlichtingen vragen die de commissie van beroep voor de
uitvoering van haar taak nodig acht. De examencommissie kan, binnen tien schooldagen na ontvangst van het
door de commissie van beroep toegezonden beroepsschrift en de daarbij behorende afschriften, een verweer-
schrift aan de commissie doen toekomen.
6. Na ontvangst van het verweerschrift zendt de ambtelijk secretaris van de commissie van beroep onverwijld een
exemplaar daarvan, vergezeld met de daarbij behorende afschriften, aan de appellant.
7. Indien de commissie van beroep zulks ter beslissing van de zaak nodig oordeelt, stelt zij de betrokken examen
kandidaat in de gelegenheid om te worden gehoord en hoort zij leden van de betrokken examencommissie dan
wel de betrokken examinatoren.
8. De commissie van beroep is gerechtigd om getuigen en deskundigen op te roepen en te horen. 9. De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur waarop de zaak zal worden behandeld en roept beide partijen
op om te zitting aanwezig te zijn, rekening houdend met de termijnen zoals die zijn genoemd in artikel 8 van dit
reglement. 10. Met instemming van de commissie van beroep en partijen kan de behandeling van het beroep ook schriftelijk geschieden. 11. De appellant kan zich in overleg met de commissie van beroep laten bijstaan door een raadsman/-vrouw.
Artikel 7
Voorlopige voorziening
1. Als het beroep is ingesteld kan de voorzitter op verzoek van appellant een voorlopige voorziening treffen indien
onverwijlde spoed is vereist, gelet op de betrokken belangen.
2. Na ontvangst van een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, bepaalt de voorzitter zo spoedig mogelijk de plaats
en het tijdstip waarop de behandeling van het verzoek zal plaatsvinden. Aan partijen wordt daarvan tijdig
schriftelijk mededeling gedaan.
3. De voorzitter bepaalt wanneer de voorlopige voorziening vervalt. De voorlopige voorziening vervalt in ieder
geval zodra het beroep is ingetrokken of de commissie van beroep een uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak,
tenzij bij de uitspraak een later tijdstip is bepaald.
19
Artikel 8
Uitspraak van de commissie
1. Binnen uiterlijk twintig schooldagen na ontvangst van het beroepsschrift doet de commissie van beroep uit
spraak over het beroepsschrift.
2. Deze uitspraak wordt met redenen omkleed en door de voorzitter uiterlijk 10 schooldagen na de uitspraak
schriftelijk bekend gemaakt aan:
•
de student/appellant;
•
ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is;
•
de examencommissie/ directeur van de sector;
•
het college van bestuur;
•
indien van toepassing het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt;
•
de Inspectie van het Onderwijs.
3. Indien de commissie van beroep het ingestelde beroep gegrond acht vernietigt de commissie het genomen
besluit van de examencommissie. In dit geval kan de commissie van beroep bepalen:
•
dat het examen, of enig onderdeel daarvan, opnieuw wordt afgenomen onder de door de commissie van beroep
te bepalen voorwaarden;
•
dat de examencommissie opnieuw een beslissing neemt;
•
dat de examencommissie alsnog een beslissing neemt.
4. De examencommissie, van wie de beslissing is vernietigd, voert het besluit van de commissie van beroep uit.
De commissie van beroep kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.
Artikel 9
Herziening
1. Herziening van een uitspraak van de commissie van beroep kan op verzoek van elk van beide partijen plaats
vinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden, die indien deze eerder bekend waren geweest
en tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Ingeval van een verzoek tot herziening, als bedoeld in lid 1, is het in artikel 8 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10
Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013.
20
2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College. 3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen. 4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
3.3 Regeling Interne geschillencommissie7
Artikel 1
Begripsbepaling
De interne geschillencommissie8 geeft advies aan het college van bestuur over een geschil tussen een medewerker en het college van bestuur over de toepassing van de vigerende cao9 of een andere personele aangelegenheid zoals bijvoorbeeld functiewaardering10. De commissie is een deelcommissie van de onafhankelijke klachtencommissie van het Graafschap College.
Artikel 2
Wie kan een geschil indienen?
Een medewerker kan een geschil bij de interne geschillencommissie aanhangig maken door indiening van een bezwaarschrift met behulp van het klachtenformulier aan de voorzitter van de klachtencommissie.
Artikel 3
Indienen bezwaarschrift
1. Indien het geschil een schriftelijk aan de medewerker bekend gemaakt besluit van het college van bestuur over
toepassing van de cao betreft, maakt de medewerker het geschil aanhangig binnen tien schooldagen nadat het
besluit hem bekend is gemaakt.
2. Indien het geschil een schriftelijk aan de medewerker bekend gemaakt besluit van het college van bestuur over
een andere personele aangelegenheid betreft, maakt de medewerker het geschil aanhangig binnen twintig
schooldagen nadat het besluit hem bekend is gemaakt.
3. De interne geschillencommissie zendt een afschrift van het bezwaarschrift onverwijld naar het college van bestuur. 4. De voorzitter van de interne geschillencommissie verklaart het bezwaarschrift niet ontvankelijk als het niet is
gemotiveerd, niet alles is gedaan om tot een oplossing van het ongenoegen te komen dan wel de bezwaar-
Zie ook: Stichting Onderwijsgeschillen Utrecht, pagina xx Het Graafschap College is ook aangesloten bij de Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en BVE en de Commissie van beroep BVE van de Stichting Onderwijsgeschillen in Utrecht zie hoofdstuk 6.4 9 Artikel B8 CAO BVE 2007-2009 Geschillenregeling 10 Artikel D15 lid 2 CAO.BVE 2007-2009.Bezwarenregeling functiewaardering 7 8
21
termijn niet in acht is genomen, dan wel het geschil niet specifiek de medewerker betreft.
5. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen opschortende werking
Artikel 4
Instelling en samenstelling van de interne geschillencommissie
6. Het college van bestuur stelt een interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere
personele aangelegenheid zoals functiewaardering in.
7. De interne geschillencommissie is een deelcommissie van de klachtencommissie.
Artikel 5
Taak en bevoegdheden van de interne geschillencommissie
1. De interne geschillencommissie neemt kennis van geschillen tussen een medewerker en het college van bestuur
over de toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid, zoals functiewaardering.
2. De interne geschillencommissie toetst of het college van bestuur, bij afweging van de belangen die in het geding
zijn, in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
3. De interne geschillencommissie formuleert een advies voor het college van bestuur over het geschil met de medewerker.
Artikel 6
Werkwijze van de geschillencommissie
1. De interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals
functiewaardering behandelt het geschil mondeling en hoort de medewerker en het college van bestuur
gezamenlijk. 2. De interne geschillencommissie brengt binnen twintig schooldagen een niet-bindend advies uit aan het college
van bestuur en zendt een afschrift daarvan aan de medewerker.
3. Het college van bestuur neemt binnen 10 schooldagen na ontvangst van het advies een nieuw besluit.
Artikel 7
Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013. 2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College. 3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen. 4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
22
3.4 Regeling Vertrouwenspersonen
Artikel 1
Bijzondere bepalingen
1. Het Graafschap College wil een actieve bijdrage leveren aan de doelen op het gebied van sociale veiligheid door
zich met name te richten op preventie ‘aan de voorkant’, d.w.z. het uitdragen van dit beleid in dagelijks gedrag
en in het onderwijsproces.
2. De regeling vertrouwenspersonen bevat bijzondere bepalingen bij de behandeling van klachten over (seksuele)
intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld.
Artikel 2
Aanstelling vertrouwenspersoon
1. Studenten of medewerkers die zich gekwetst voelen door agressie, ongewenste intimiteit of seksuele intimidatie
van medestudenten of medewerkers kunnen zich wenden tot één van de vertrouwenspersonen. Door het
Graafschap College wordt ten behoeve van de studenten tenminste één vertrouwenspersoon per sector aan-
gesteld, ten behoeve van medewerkers worden tenminste twee onafhankelijke vertrouwenspersonen aangesteld.
2. Het college van bestuur benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersonen. De benoemingen vinden plaats
op voorstel van de sectordirecteuren.
Artikel 3
Taak en bevoegdheden vertrouwenspersoon
1. De vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat het voor ieder kenbaar is hoe en wanneer hij bereikbaar is. Hij
draagt zorg voor deze bekendheid en zichtbaarheid onder eindverantwoordelijkheid van de sectordirecteur.
2. De vertrouwenspersoon houdt zich op de hoogte van (landelijke) ontwikkelingen op het gebied van (seksuele)
intimidatie, discriminatie, extremisme, agressie of geweld.
3. De vertrouwenspersoon houdt gestructureerd de meldingen bij, onderzoekt bij iedere melding of deze naar
behoren is opgelost.
4. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan de sectordirecteur van zijn werkzaamheden.
Hij meldt hoeveel en welke klachten zich hebben voorgedaan. Dit teneinde maatregelen te kunnen nemen om
klachten bij de bron aan te pakken. De sectordirecteur informeert daarna het college van bestuur over de
werkzaamheden van de vertrouwenspersonen in zijn sector in het kader van het jaarverslag.
5. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies aan de sectordirecteur over de door het college
van bestuur te nemen besluiten.
23
Artikel 4
Behandeling van vertrouwensaangelegenheden door vertrouwenspersoon
1. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen formele klachten bereiken, kan hij deze ter
kennis brengen van de sectordirecteur.
2. Om tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen ondersteunt en begeleidt de vertrouwens
persoon de (potentiële) klager bij het verwerven van inzicht in de ontstane situatie, in de eigen situatie, bij het
hanteren van de ontstane situatie en bij bemiddeling, die afhankelijk is van de ernst van de (potentiële) klacht.
3. Voordat de klager per email een klacht volgens de klachtenprocedure indient, zorgt de vertrouwenspersoon
ervoor dat de klager de consequentie hiervan kent en verzekert hij zich ervan dat de klager van de klachten-
procedure op de hoogte is.
4. De vertrouwenspersoon kan na overleg met de klager een andere vertrouwenspersoon of deskundige consulte
ren met inachtneming van geheimhouding van persoonlijke gegevens.
5. In het geval dat bemiddeling tussen klager en aangeklaagde niet slaagt, begeleidt en ondersteunt de
vertrouwenspersoon de klager desgewenst bij het indienen van een klacht of bezwaar.
6. Bij klachten op het gebied van agressie en seksuele intimidatie kan gebruik worden gemaakt zowel van een
interne als externe klachtenprocedure.
7. Indien nodig verwijst de vertrouwenspersoon de klager naar hulpverlening buiten de school en wijst de vertrou
wenspersoon de klager op het bestaan van het ‘Meldpunt Vertrouwensinspecteurs’ en de interne en externe
klachtenprocedure van het Graafschap College.
8. De vertrouwenspersoon maakt van elk gesprek en het indienen van een klacht een aantekening. Van behandelde
klachten houdt de vertrouwenspersoon een klachtendossier bij dat alleen voor hem toegankelijk is. Het dossier
met klachten dat afgehandeld is, wordt vernietigd indien dat naar redelijkheid verantwoord.
9. Bij redelijk vermoeden van een strafbaar feit conform het Wetboek van Strafrecht wijst de vertrouwenspersoon
de klager op de mogelijkheid van strafrechtelijke stappen en begeleidt deze de klager desgewenst in geval van
het doen van aangifte. De vertrouwenspersoon meldt het vermoeden onverwijld aan de sectordirecteur en het
college van bestuur.
Artikel 5
Meldplicht en aangifteplicht
1. Indien de sectordirecteur en of het college van bestuur informatie verkrijgen over een (zeden)delict dat door een
24
medewerker of een student van het Graafschap College is gepleegd, wordt dit in onderling overleg gemeld aan
de vertrouwensinspecteur van de Onderwijsinspectie.
2. Voor strafbare vormen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik geldt voor de medewerkers een meldplicht
bij de sectordirecteur of het college van bestuur. Voor het college van bestuur geldt een wettelijke aangifteplicht
indien de deelnemer beneden de achttien jaar is. Waarnemen van strafbare vormen van seksuele intimidatie en
seksueel misbruik en niet ingrijpen kunnen als plichtsverzuim worden beschouwd zoals vermeld in de artikelen
H-43 en H-44 van de cao-bve 200911 . Op grond van plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden
genomen en kan zelfs ontslag worden aangezegd conform artikel H-43 en H-5712 van de cao bve 2007-2009.
3. Indien de sectordirecteur en of het college van bestuur in onderling overleg aangifte doen bij politie of justitie,
worden beschuldigden en (wettelijke vertegenwoordigers van) het slachtoffer hiervan vooraf op de hoogte
gesteld.
Artikel 6
Geheimhouding
1. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht.
De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in zijn hoedanigheid als vertrou-
wenspersoon verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft
beëindigd. 2. De plicht van de vertrouwenspersoon tot geheimhouding geldt niet met betrekking tot relevante informatie ten
opzichte van de klachtencommissie, het college van bestuur, de klager en aangeklaagde en eventueel artsen,
politie en justitie, indien een klacht formeel is ingediend volgens de klachtenprocedure.
Artikel H-43 De werkgever kan ten aanzien van de werknemer die zich aan plichtsverzuim schuldig maakt of geeft gemaakt, onder opgave van redenen de volgende maatregelen treffen: a. schriftelijke berisping, b. schorsing, c. overplaatsing, d. ontslag. Artikel H-44 Onder plichtsverzuim wordt verstaan het overtreden van de voor de werknemer geldende voorschriften, het niet nakomen van voor hem geldende verplichtingen, alsmede het doen of nalaten van datgene dat de werknemer bij een goede uitoefening van zijn functie behoort na te laten of te doen. 11
Artikel H-57. Opzegging door de werkgever kan plaatsvinden op grond van: a. Plichtsverzuim. b. Onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende functie of voor de regelmatige vervulling daarvan, anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken. c. Opheffing van de instelling of deel daarvan of de betrekking, of zodanige verandering in de inrichting van het onderwijs, dat de werkzaamheden van de werknemer overbodig zullen worden. d. Ziekte of arbeidsongeschiktheid, indien deze ten minste 24 maanden heeft geduurd en herstel binnen 6 maanden na deze 24 maanden niet is te verwachten. e. Andere redenen van gewichtige aard. 12
25
3. Een ieder, betrokken bij het Graafschap College, die ingevolge de Regeling Vertrouwenspersonen op de hoogte
is gebracht van feiten dan wel in het bezit is gekomen van schriftelijke stukken met betrekking tot een klacht is
verplicht tot geheimhouding van deze feiten en stukken tegenover derden, behoudens het bepaalde in artikel
4.4 van deze regeling.
4. Het schenden van de geheimhoudingsplicht wordt voor een medewerker aangemerkt als plichtsverzuim in de zin
van artikel H-32 en H-33 van de cao-bve 200913.
5. Het schenden van de geheimhoudingsplicht wordt voor een student aangemerkt als een overtreding van de
orde- en gedragsregels zoals opgenomen in het deelnemersstatuut14.
Artikel 7
Voorlichting
1. Het Graafschap College wil door middel van gerichte voorlichting duidelijk maken dat (seksuele) intimidatie,
discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld, binnen de instelling niet worden geaccepteerd, mondeling,
noch schriftelijk, noch via email- of internetfaciliteiten. Daar waar nodig, zal training worden gegeven aan mede-
werkers en aandacht worden geschonken aan de betreffende onderwerpen aan studenten in de lessituatie15.
2. In het ICT-reglement voor studenten medewerkers 2012-201316 wordt expliciet aandacht geschonken aan het
tegengaan van (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld middels dit medium.
Artikel 8
Facilitering van de vertrouwenspersoon
1. De functie vertrouwenspersoon wordt gezien als een specifieke taak. De belasting wordt geregeld in het forma
tiebeleid, waarin is opgenomen dat per vertrouwenspersoon (studenten en medewerkers) minimaal 40 klokuren
per jaar worden toegekend.
2. De sectordirecteur geeft bekendheid aan het bestaan van de vertrouwenspersonen binnen het Graafschap
Artikel H-32.Zowel de werkgever als de werknemer neemt met betrekking tot hetgeen in of uit hoofde van zijn functie vertrouwelijk te zijner kennis komt de geheimhouding in acht die in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Artikel H-33. De in artikel H-32 genoemde verplichting geldt ook na afloop van de arbeidsovereenkomst. 14 Studentenstatuut schooljaar 2012-2013 artikel 16 Orde- en gedragsregels 15 Arbobeleidsplan 2010-2015 16 ICT-reglement: artikel 19 Melding onreglementair gedrag: Waargenomen activiteiten die in strijd zijn met het bepaalde in dit reglement kunnen worden gemeld bij:
[email protected]. Deze meldingen zullen vertrouwelijk behandeld worden door de beheerders. Voorbeelden zijn: overmatige netwerkbelasting genereren; racistische uitingen; seksistische uitingen; schelden; pornografie bekijken dan wel verspreiden; illegaal kopiëren; hacken; gegevensmanipulatie; verspreiding van virussen en illegale software; emailbommen/junkmail verspreiden; opzettelijk beschadigen van hardware en randapparatuur. 13
26
College, zodat bij iedere student en medewerker bekend is wie de vertrouwenspersoon is voor de sector dan wel
het Graafschap College en welke procedures gelden.
3. De vertrouwenspersonen worden voor hun taak voldoende opgeleid en volgen tenminste eenmaal per twee jaar
een bij- nascholing op dit gebied.
4. De preventiemedewerker van het Graafschap College draagt zorg voor de continuïteit van de uitvoering van
de taken van de vertrouwenspersoon, zoals onder meer het (laten) organiseren van na- of bijscholing en de
jaarlijkse rapportage over vertrouwensaangelegenheden.
Artikel 9
Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013. 2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College. 3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen. 4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
3.4.1 Addendum Regeling Vertrouwenspersonen
Taak en rol externe vertrouwenspersoon 1. De externe vertrouwenspersoon fungeert als coach / sparringpartner voor de interne vertrouwenspersoon en
coacht hen in complexe vraagstukken van medewerkers.
2. De externe vertrouwenspersoon verleent op doorverwijzing van de interne vertrouwenspersoon opvang,
begeleiding en zo nodig coaching van medewerkers met een klacht over ongewenste omgangsvormen en bij
integriteitkwesties. Hij analyseert de situatie en in samenspraak met betrokken medewerker en bepaalt welke
stappen genomen worden. Hij verwijst zo nodig door naar personen of instellingen binnen of buiten de eigen
organisatie; werksituatie en omstandigheden. Hij geeft signalen door aan de verantwoordelijke leidinggevenden
met waarborg van de anonimiteit en de integriteit van de betrokkene. Hij adviseert en doet voorstellen ter
verbetering van de werksituatie.
3. De externe vertrouwenspersoon bevordert zo nodig in samenwerking met de interne vertrouwenspersonen, de
dienst P&O en de bedrijfsarts onderzoek naar oorzaken en achtergrond van de problematiek.
4. De externe vertrouwenspersoon rapporteert jaarlijks via de arbo coördinator / het Arbo jaarverslag het College
van Bestuur en de OR;
27
3.5 Klokkenluidersregeling
Artikel 1
Doel van de regeling
Het Graafschap College hanteert een klokkenluidersregeling, omdat het een transparante organisatie wil zijn, waarin zorgvuldig wordt gehandeld. Klokkenluiden kan voor een werknemer grote gevolgen hebben; het zet de relatie met de werkgever ernstig onder druk. Dit brengt het risico met zich mee van benadeling en in het ergste geval ontslag. Daarom heeft de werknemer in zijn rol als klokkenluider bijzondere bescherming nodig.
Artikel 2
Begripsbepaling
In deze regeling wordt verstaan onder: •
klokkenluiden: het door een werknemer bekend maken van een vermoeden van een misstand die plaats vindt
onder verantwoordelijkheid van het Graafschap College en waarbij een maatschappelijk belang in het geding is;
•
voorzitter raad van toezicht: persoon die op grond van deze regeling is aangewezen om melding door een
klokkenluider vast te leggen en de procedure in gang te zetten. De voorzitter van de raad van toezicht is
persoonlijk bereikbaar per e-mail:
[email protected];
•
klokkenluidercommissie: de onafhankelijke commissie die door het college van bestuur van het Graafschap
College is ingesteld om een melding te onderzoeken. De klokkenluidercommissie is samengesteld uit personen
die geen eigen belang hebben bij het Graafschap College of bij aan het Graafschap College gelieerde rechts-
personen of natuurlijke personen en wordt gevormd door leden van de klachtencommissie van het Graafschap
College, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 4 van de algemene klachtenregeling van het Graafschap College;
•
klokkenluider: de werknemer die zich met een vermoeden van een misstand richt tot leidinggevende, voorzitter
raad van toezicht of klokkenluidercommissie;
•
klokkenluidersregeling: regeling omtrent het omgaan met het vermoeden van een misstand;
•
vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot het
Graafschap College omtrent:
-
een (dreigend) strafbaar feit
-
een (dreigende) schending van wet- en/of regelgeving
-
een (dreiging van) bewust onjuist informeren van een publiek orgaan
28
-
(dreiging van) het bewust achterhouden, vernietigen of manipuleren van informatie omtrent deze feiten
-
een gevaar voor volksgezondheid, veiligheid of het milieu.
Artikel 3
Standaardprocedure interne melding
1. Tenzij er sprake is van een uitzonderingstoestand zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze regeling, meldt de
werknemer een vermoeden van een misstand bij zijn direct leidinggevende, of, indien hij melding bij zijn direct
leidinggevende niet wenselijk acht, bij diens leidinggevende of bij de voorzitter raad van toezicht.
2. De leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht legt de melding schriftelijk vast met vermelding van de
datum waarop de melding gedaan is en laat de vastlegging voor akkoord tekenen door de klokkenluider, die een
afschrift van de melding ontvangt.
3. De leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht stelt na de melding van een vermoeden van een misstand
onverwijld de voorzitter van het college van bestuur op de hoogte.
4. De klokkenluider kan verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. De leidinggevende of voorzitter raad van
toezicht moet dit verzoek inwilligen.
5. De klokkenluider en degene aan wie gemeld is, behandelen de melding vertrouwelijk. Zonder toestemming van
de voorzitter van het college van bestuur wordt geen informatie verschaft aan derden. Bij verschaffen van
informatie wordt de anonimiteit van de werknemer gewaarborgd.
6. Na de melding van een vermoeden van een misstand wordt onder verantwoordelijkheid van het college van
bestuur een onderzoek ingesteld.
7. Binnen een periode van zes weken wordt aan de klokkenluider of, indien deze anoniem wenst te blijven, aan
de leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht, schriftelijk het standpunt van het college van bestuur
meegedeeld omtrent het gemeld vermoeden van een misstand.
8. Indien dit standpunt niet binnen zes weken kan worden gegeven, wordt de klokkenluider hiervan – eventueel
via de leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht - in kennis gesteld en wordt aangegeven binnen welke
termijn de klokkenluider een standpunt tegemoet kan zien.
Artikel 4
Bijzondere procedure melding bij klokkenluidercommissie
1. De klokkenluider kan het vermoeden van een misstand melden bij de klokkenluidercommissie in de volgende situaties:
29
•
als hij het niet eens is met het standpunt van het college van bestuur, zoals vermeld in artikel 3 lid 7;
•
als hij binnen de gestelde termijn, bedoeld in artikel 3 lid 7 dan wel artikel 3 lid 8 geen standpunt heeft
ontvangen; •
als het vermoeden van een misstand een lid van het college van bestuur betreft.
2. De voorzitter van de klokkenluidercommissie legt de melding schriftelijk vast met vermelding van de datum
waarop de melding is gedaan en laat de vastlegging voor akkoord tekenen door de klokkenluider, die daarvan
een afschrift ontvangt.
3. De klokkenluidercommissie verricht het onderzoek onafhankelijk. Klokkenluider en klokkenluidercommissie
behandelen de melding vertrouwelijk en de anonimiteit van de klokkenluider wordt gegarandeerd.
4. Binnen een periode van vier weken brengt de klokkenluidercommissie advies uit aan het college van bestuur.
Als het vermoeden van een misstand een lid van het college van bestuur betreft, brengt de klokkenluidercom-
missie advies uit aan de raad van toezicht
5. Indien het niet mogelijk is om binnen vier weken advies uit te brengen, meldt de voorzitter van de klokkenluider
commissie dit bij het college van bestuur, dan wel – in geval van art. 3 lid 5 - de voorzitter raad van toezicht,
onder opgave van redenen. De voorzitter van de klokkenluidercommissie geeft daarbij tevens aan op welke
termijn het advies verwacht kan worden.
6. Binnen tien werkdagen nadat het advies is ontvangen door het college van bestuur, dan wel de voorzitter raad
van toezicht, wordt de klokkenluider door het college van bestuur, dan wel de voorzitter raad van toezicht, op
de hoogte gebracht van het standpunt van de klokkenluidercommissie. Daarbij wordt aangegeven tot welke
stappen het advies van de klokkenluidercommissie heeft geleid dan wel zal leiden.
Artikel 5
Rapportage
In het jaarverslag van het Graafschap College wordt gerapporteerd over de zaken waarbij een beroep is gedaan op de klokkenluidersregeling. De anonimiteit van de klokkenluider wordt in de rapportage gewaarborgd.
Artikel 6
Slotbepaling
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 9 juni 2009. 2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College. 3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
30
4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen. 5. De klokkenluidersregeling werkt aanvullend op overige, reeds bestaande, codes en klachtenregelingen van het
Graafschap College.
31
4 Uitvoering van het beleid 4.1 Studenten kunnen een klacht indienen via het studentenportaal.
Beste lezer, Zojuist is uw e-mail adres ingevuld op een formulier getiteld ‘Klachtenformulier Graafschap College’.
Beste lezer, Dit is een automatisch gegenereerde e-mail. We hebben je klacht/beroep ontvangen.
Indien u inderdaad zelf dit formulier heeft ingevuld verzoeken wij je op onderstaande link te klikken,
Binnen 5 werkdagen hoor je of de klacht/beroep in behandeling wordt genomen. Je hoort dan ook hoe en wanneer de klacht/het bezwaar wordt afgehandeld.
hiermee bevestigt u uw ingevoerde e-mailadres en verzend je het formulier definitief.
Met vriendelijke groet,
https://www.formdesk.com/graafschapcollege/klachtenformulier_ED/?n extstep=120&code=_40O0Z8ZE7
Graafschap College
32
4.2 Klachtenformulier medewerkers Algemeen en Geschil over toepassing van de cao of functiewaardering
Afbeelding 7
Afbeelding 8
Beste lezer, Zojuist is uw e-mail adres ingevuld op een formulier getiteld ‘Klachtenformulier Graafschap College’. Indien u inderdaad zelf dit formulier heeft ingevuld verzoeken wij je op onderstaande link te klikken, hiermee bevestigt u uw ingevoerde e-mailadres en verzend je het formulier definitief. https://www.formdesk.com/graafschapcollege/ klachtenformulier_ED/?nextstep=120&code=_40O0Z8ZE7
Beste lezer, Dit is een automatisch gegenereerde e-mail. We hebben je klacht/beroep ontvangen. Binnen 5 werkdagen hoor je of de klacht/beroep in behandeling wordt genomen. Je hoort dan ook hoe en wanneer de klacht/het bezwaar wordt afgehandeld. Met vriendelijke groet, Secretariaat Sector XX Graafschap College
33
4.3 Klachtenformulier website Graafschap College
Beste lezer, Zojuist is uw e-mail adres ingevuld op een formulier getiteld ‘Klachtenformulier Graafschap College’. Indien u inderdaad zelf dit formulier heeft ingevuld verzoeken wij je op onderstaande link te klikken, hiermee bevestigt u uw ingevoerde e-mailadres en verzend je het formulier definitief. https://www.formdesk.com/graafschapcollege/ klachtenformulier_ED/?nextstep=120&code=_40O0Z8ZE7
Beste lezer, Dit is een automatisch gegenereerde e-mail. We hebben je klacht/beroep ontvangen. Binnen 5 werkdagen hoor je of de klacht/beroep in behandeling wordt genomen. Je hoort dan ook hoe en wanneer de klacht/het bezwaar wordt afgehandeld. Met vriendelijke groet, Bestuurssecretariaat Graafschap College
34
4.4 Ondersteuning uitvoering beleid
4.4.1
Rol secretariaten bij de klachtenbehandeling
In samenspraak met het college van bestuur, de sectordirecties en de medewerkers van de verschillende secretariaten wordt het beheer van de formeel ingediende klachten, beroepen of geschillen afgestemd. Een secretariaat legt een dossier aan van de formeel ingediende klacht. Het dossier kan worden gebruikt door de opleidingsmanager, de sectordirecteur en het secretariaat. De bestuurssecretaris van de het Graafschap College coördineert de ingediende beroepen en geschillen bij de klachtencommissie. Hij legt een dossier aan stemt de werkwijze af met de voorzitter van de klachtencommissie en eventueel de ambtelijk secretaris. Ten behoeve van de klachtencommissie wordt één keer per jaar een overzicht gemaakt van de aard en hoeveelheid van de formeel ingediende klachten bij de sectordirecteur en de afhandeling ervan. De gegevens worden gepubliceerd in het jaarverslag van het Graafschap College. Jaarlijks in april controleert het bestuurssecretariaat of de afstemming met andere documenten nog klopt en overzichten in bijlagen nog actueel zijn. Het mogelijk geactualiseerd document wordt gepubliceerd op de website en de interne portalen.
4.4.2
De rol vertrouwenspersonen
Vertrouwenspersonen kunnen een rol vervullen bij de ondersteuning van een klacht, een beroep of een geschil. De vertrouwenspersonen hebben ook een zelfstandige rol die is vastgelegd in het reglement vertrouwenspersonen. (zie hoofdstuk 3.4). In samenspraak met de vertrouwenspersonen zal de registratie en dossiervorming van de vertrouwenspersonen worden besproken met de preventiemedewerker van de dienst P&O, die de afstemming van de werkzaamheden van de vertrouwenspersonen van het Graafschap College coördineert. De werkzaamheden en registratie zullen zoveel mogelijk worden afgestemd aan de uitvoering van het klachtenbeleid.
4.4.3
Ondersteuning bij de uitvoering van beleid
De dienst Informatiemanagement en ICT ondersteunt de secretariaten van de onderwijssectoren en het bestuurssecretariaat met de technische infrastructuur om digitale melding van een klacht, beroep, geschil of misstand eenvoudig mogelijk te maken.
35
De inrichting van een centraal ingerichte digitaal dossier voor klachten, beroepen en geschillen wordt afgestemd met de gebruikers. In samenspraak met het de sectordirectie wordt over het gebruik en de inzage van de klachtendossiers door het college van bestuur besloten. Het privacybeleid van het Graafschap College is daarbij richtinggevend. Het team Communicatie ondersteunt bij de vormgeving en de inhoud van teksten voor de website, de portalen en de teksten van het beleid en het klachtenformulier en voorbeeldbrieven.
4.4.4
Stroomschema’s in ontwikkeling
•
Stroomschema algemene klacht (figuur 1, pag. 34)
•
Stroomschema beroep examinering p.m.
•
Stroomschema geschil medewerker p.m.
•
Stroomschema misstand p.m.
Afbeelding 13
Stroomschema algemene klacht
36
5 Communicatie met belanghebbenden 5.1 Aanmeldprocedure voor een klacht of bezwaar of beroep of geschil? Je hebt een klacht, een beroep of een geschil en wilt die behandeld zien. De hieronder beschreven stappen kunnen jouw klacht bij de juiste geleding binnen het Graafschap College brengen of bij de centrale beroepsmogelijkheid die het Graafschap College aanbiedt. • Probeer eerst zelf voor een oplossing te zorgen, door bijvoorbeeld te praten met de mensen
waardoor jouw klacht is ontstaan.
• Lukt dit niet, bespreek dan de klacht met de opleidingsmanager of leidinggevende van de opleiding of afdeling. • De opleidingsmanager/leidinggevende of de vertrouwenspersoon kan je helpen de klacht schriftelijk of
mondeling neer te leggen bij de juiste persoon.
• Wanneer je niet tevreden bent met de oplossing die wordt aangedragen, kan de klacht als een
officieel digitaal worden ingediend bij de directeur van de sector. De opleidingsmanager/leidinggevende en of
de vertrouwenspersoon kan je hierbij behulpzaam zijn. Wanneer het om een officieel bezwaar gaat, zijn de
volgende stappen van belang:
1.
Vul het digitale klachtenformulier volledig in.
Zorg dat jezelf alle stappen hebt doorlopen alvorens een klacht of bezwaar in te dienen.
2.
Verwoord de klacht, beroep of geschil zo duidelijk mogelijk.
3.
Van de klacht, beroep of geschil krijg je binnen vijf school(werk)dagen een ontvangstbevestiging met
een bericht van ontvankelijkheid en een indicatie hoe de zaak behandeld zal worden.
Een klacht, beroep of geschil is ontvankelijk als de stappen 1 en 2 zijn doorlopen en dit niet heeft geleid
4.
tot een oplossing van het ongenoegen of klacht.
Wanneer een student zich niet kan vinden in de uitslag een officiële klacht over een examen, kan de
5.
student in beroep gaan de commissie van beroep voor de examens.
De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt tien schooldagen. De termijn start met
6.
ingang van de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend gemaakt.
Medewerkers kunnen conform de cao BVE 2007-2009 de interne geschillencommissie voor toepassing
7.
van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering ook rechtstreeks
benaderen.
37
Wil je hierover verdere informatie, kun je je per email richten tot de bestuurssecretaris van het Graafschap College/ coördinator van de commissie van beroep voor de examens of interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering (
[email protected]). Bij klachten met betrekking tot seksuele intimidatie, ongewenste intimiteiten, discriminatie, extremisme agressie en geweld kun je je wenden tot de vertrouwenspersoon van jouw opleiding of sector. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van een dergelijke klacht bij de klachtencommissie van het Graafschap College of de landelijke commissie onderwijsgeschillen of de vertrouwensinspecteur.
5.2 Contactgegevens •
Klachten Graafschap College
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] •
Bestuurssecretariaat o.v.v. klacht
p/a Slingelaan 1
7001 EA Doetinchem
•
De commissie van beroep voor de examens
p/a Slingelaan 1
7001 EA Doetinchem
commissievanberoepexamens @graafschapcollege.nl
•
Interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functie
waardering
p/a Slingelaan 1
7001 EA Doetinchem
[email protected] •
Klokkenluiderscommissie
Voorzitter van de raad van toezicht persoonlijk bereikbaar via email:
[email protected]
38
•
Klachtencommissie Graafschap College
p/a Slingelaan 1
7001 EA Doetinchem
Bestuurssecretaris, email:
[email protected]
•
Vragen op opmerkingen over het beleid klachtenbehandeling Graafschap College
Bestuurssecretaris, email:
[email protected]
39
6 Bijlagen 6.1 Schematisch overzicht van mogelijke klachten, geschillen, meldingen en beroep en de afhandeling ervan. Grondslag
Wie kan klagen
Aard van klacht
Indiening (stap 3 klachtenformulier)
Termijn voor indiening
Procedure
Aard van uitspraak
Bijzonderheid
Meer informatie
Algemene klachten
Direct betrokkene met concrete klacht
Divers, niet vallend onder overige
Secretariaat sector of bestuurssecretariaat
Binnen één jaar na gedraging of beslissing
Binnen 30 schooldagen met mogelijkheid verlenging van 20 schooldagen
Advies aan college van bestuur
Advies Landelijke klachten commissie
Hfs 3.1 Algemene klachtenregeling
Student of medewerker
(seksuele) intimidatie, discriminatie, racisme
Secretariaat sector of bestuurssecretariaat eventueel met steun van vertrouwenspersoon
Binnen één jaar na gedraging of beslissing
Binnen 30 schooldagen met mogelijkheid verlenging van 20 schooldagen
Advies aan college van bestuur
Ook meldpunt inspecteur eventueel
Hfs. 3.4
regeling
Regeling vertrouwenspersonen
strafrechtelijke consequenties
Regeling commissie van beroep voor de examens
Student of wettelijk vertegenwoordiger
Besluit van examencommissie betreffende de examinering
Na examen-commissie naar commissie van beroep
Binnen tien schooldagen na besluit examencommissie
Binnen 30 schooldagen
Dwingend besluit
CAO B8
Werknemer(s)
Toepassing CAO
Interne geschillencommissie CAO
binnen tien schooldagen na schriftelijk besluit
Binnen 30 schooldagen met
Niet-bindend advies aan college van bestuur
Functiewaardering
Werknemer
functiewaardering of -beschrijving
Voorzitter van interne geschillencommissie voor cao of functiewaardering
Binnen zes weken na schriftelijk besluit
Binnen 30 schooldagen met
Klokkenluidersregeling
Werknemer
Vermoeden van strafbaar feit, wetsovertreding, misleiding, gevaar
Voorzitter raad van toezicht
Geen termijn
Binnen 30 schooldagen met mogelijkheid verlenging van 20 schooldagen
à klachtencommissie
Advies aan college van bestuur , eventueel aan raad van toezicht
Regeling vertrouwenspersonen.
Hfs. 3.2 Reglement commissie van beroep voor de examens Landelijke commissie van beroep
Hfs. 2.4
Landelijke commissie van beroep
CAO D-15
CAO B-8
Hfs. 3.5 Klokkenluidersregeling
40
6.2
Bijlage: namen en bereikbaarheid vertrouwenspersonen1
Hoofdvestiging:
Naam
Sector
Contactgegevens
V.G.M. Elfring-Kraaij (Verena)
Z&W
[email protected]
G.J. Esselink-Mijnen (Ruth)
T&I
[email protected]
N.A. van Straten (Elly)
E&D
[email protected]
P. Kuypers (Paul)
E&D
[email protected]
C.G.M. Pijnenburg (Corrie)
Z&W
[email protected]
Naam
Sector
Contactgegevens
A.M. Heeg (Aafke)
Z&W
[email protected]
Naam
Sector
contactgegevens
P.A.A. Kraaijeveld (Piet)
Z&W
[email protected]
Naam
Sector
Contactgegevens
B.J. Hoitink-Fries (Dianca)
E&D
[email protected]
Locatie Houtmolenstraat:
Locatie Groenlo:
Locatie Ruimzichtlaan:
Locaties Maria Montessoristraat, Grutbroek en Zaagmolenpad:
Naam
Sector
contactgegevens
M.I Kempe-de Zoete (Marcelle)
E&D
[email protected]
Naam
Sector
Contactgegevens
W. Bolder (Wilma)
E&P
[email protected]
H.C.M. van den Berk (Helmy)
E&P
[email protected]
Locatie Julianaplein
Interne vertrouwenspersonen en externe vertrouwenspersoon voor de medewerkers:
Naam
Sector
Contactgegevens
C.G.M. Pijnenburg (Corrie)
Z&W
[email protected]
M.I Kempe-de Zoete (Marcelle)
E&D
[email protected]
Riet Jansen, Context Coaching
alle
Koopmanslaan 12; 7005 BK Doetinchem. Telefoon: 0314-332640;
[email protected]
41
6.3 Bijlage: namen klachtencommissie en deelcommissies 2 taakverdeling
Plaatsvervanger
Voordracht
Mevrouw mr. M. van Attekum
Commissie Cao en andere personele aangelegenheden
p.m.
CVB
De heer W.T.A. Dellepoort
Commissie algemene klachten en Klokkenluiderscommissie.
p.m.
CVB in overleg met studentenraad
De heer mr. P.J. Eshuis
Voorzitter klachtencommissie en deelcommissies
p.m.
Ondernemingsraad
De heer W.J.M. Janssen
Commissie van beroep voor de p.m. Examens
Ondernemingsraad
De heer P. Kiwitz
Commissie van beroep voor de p.m. Examens
Ondernemingsraad
Mevrouw G. Lootsma-van Dijk
Commissie Cao en andere personele aangelegenheden
p.m.
CVB Ondernemingsraad
De heer H.G.M. Nijkrake
Vertrouwenszaken
voorzitter
CvB in overleg met studentenraad
Mevrouw drs. T.J. Udo-van Helden
Commissie algemene klachten en Klokkenluiderscommissie.
p.m.
CVB
Mevrouw. mr. R. Jonker
Ambtelijk secretaris
CVB
De leden van de klachtencommissie hebben geen relatie met het Graafschap College anders dan die via de klachtencommissie.
Profielen leden klachtencommissie Graafschap College (2013) 1. Commissielid met juridische achtergrond 2. Commissielid met bedrijfskundige- of organisatorische achtergrond 3. Commissielid met HRM-achtergrond 4. Commissielid met onderwijskundige achtergrond 5. Commissielid met kennis maatschappelijke vraagstukken en vertrouwensaangelegenheden.
42
6.4 Gehanteerde begrippen In alle regelingen wordt de mannelijke vorm van een woord gebruikt. (bijvoorbeeld ‘hij’ ‘klager’) Daarvoor is kortheidshalve gekozen. Overal waar dit gebeurt, is ook de vrouwelijke vorm bedoeld (bijvoorbeeld ‘zij’, of ‘klaagster’).
A. Aangeklaagde Degene tegen wie een concreet geformuleerde klacht is ingediend. AWB Algemene Wet Bestuursrecht
B. Belanghebbenden Studenten, ouders, medewerkers, bedrijven en instellingen, personen uit de omgeving van de school, bevoegd gezag, toezichthouders en wetgever. Beroep Tegen de beslissing van een examencommissie wordt beroep aangetekend door degene die van mening is dat hij door rechtstreeks in zijn belang is getroffen door de beslissing van een examencommissie. Betrokkenen Betrokkenen bij de uitvoering van de klachtenregelingen, zoals sectordirecteuren, opleidingsmanagers, vertrouwenspersonen, secretariaten van de onderwijssectoren, het bestuurssecretariaat, examencommissies, klachtencommissie, externe landelijke Commissie Onderwijsgeschillen, de Ombudslijn MBO. Bezwaar Wat in het dagelijks taalgebruik een klacht wordt genoemd wordt in het kader van de verschillende regelingen een bezwaar, een formele klacht, beroep, geschil of melding van een misstand genoemd. BVE Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie.
C. CAO De tussen partijen in de afsluitingsverklaring geldig verklaarde Collectieve Arbeidsovereenkomst voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. College van Bestuur College van bestuur: college van bestuur van het Graafschap College als bedoeld in artikel 9.1.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Commissie van Beroep voor de Examens De Commissie van Beroep voor de Examens als bedoeld in de artikelen 7.5.1 tot en met 7.5.4 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en artikel 5 lid 4 Eindexamenbesluit vwo – havo – mavo – vbo; De commissie is een deelcommissie van de onafhankelijke klachtencommissie van het Graafschap College.
D. Deelcommissie Afhankelijk van de aard van het ongenoegen treden leden van de Klachtencommissie van het Graafschap College op in deelcommis-
43
sies: de commissie voor algemene klachten en vertrouwensaangelegenheden; de commissie van beroep voor de examens; de geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering; de klokkenluiderscommissie. Dossier Van alle formeel ingediende klachten wordt een dossier aangelegd.
E. Examencommissie Commissie die belast is met de vaststelling van de examinering en die de taken omtrent het examenproces uitvoert . Examenreglement In het Examenreglement staan de regels beschreven volgens welke de afname van de examens wordt geregeld. Hierin staan de afspraken die binnen het Graafschap College gelden met betrekking tot de examinering en de rechten en plichten die het Graafschap College en de studenten hieromtrent aangaan. Het wordt vastgesteld door het College van Bestuur.
G. Geschil Verschil van mening van een medewerker met de werkgever over het besluit van het college van bestuur over toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid, zoals functiewaardering. Geschillencommissie De (interne) geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering geeft advies aan het college van bestuur over een geschil tussen een medewerker en het college van bestuur over de toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals bijvoorbeeld functiewaardering. De commissie is een deelcommissie van de onafhankelijke klachtencommissie van het Graafschap College. Governance Code BVE Code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ (2009). De code bevat afspraken en handreikingen voor raden van toezicht, colleges van bestuur en de horizontale dialoog. Graafschap College Rechtspersoon die vertegenwoordigd wordt door de Stichting BVE. De Stichting BVE maakt als leidende rechtspersoon deel uit van een groep van rechtspersonen. Het groepsverband wordt aangeduid met de naam “Graafschap Groep”. De stichting treedt in het maatschappelijk verkeer op onder de naam “Graafschap College”. Het Graafschap College maakt deel uit van de Graafschap Groep.
I. ICT reglement Hierin staan de afspraken die binnen het Graafschap College gelden met betrekking tot het gebruik van ICT en de rechten en plichten die het Graafschap College en de studenten hieromtrent aangaan
K. Kaderdocument Onderwijs- en examinering Het kaderdocument Onderwijs en Examinering is het kader voor onderwijs en examinering waar opleidingen mee te maken hebben. Hiertoe is een overzicht opgenomen van documenten en formats die binnen de sector aanwezig moeten zijn en onderdeel vormen van de verantwoording van het onderwijs en de examinering. Het kaderdocument wordt jaarlijks vastgesteld. Klacht Een concreet en schriftelijk op een klachtenformulier geformuleerde uiting van ongenoegen aangaande een handelen of nalaten van een persoon die in relatie staat met het Graafschap College of aangaande het Graafschap College zelf.
44
Klachtenformulier Een klachtenformulier is het formulier waarop een formele klacht kan worden ingediend.. Het formulier is beschikbaar op de website en de studenten- en medewerkersportaal van het Graafschap College Klachtencommissie Onafhankelijke commissie, benoemd door het college van bestuur om conform de algemene klachtenregeling een advies uit te brengen aan het college van bestuur bij algemene klachten of klachten over (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld. De commissie kan optreden als commissie van beroep voor de examens, als interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering en als klokkenluiderscommissie. Klachtenregeling Algemeen Onder de regeling algemene klachten vallen die klachten, die niet op een andere wijze, volgens een andere bij het Graafschap College geldende regeling, beslecht kunnen worden. Klager Eenieder die een klacht indient en daarbij een rechtstreeks belang heeft. Klokkenluiden Het door een werknemer bekend maken van een vermoeden van een misstand die plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van het Graafschap College en waarbij een maatschappelijk belang in het geding is. Klokkenluiderscommissie De klokkenluidercommissie is samengesteld uit personen die geen eigen belang hebben bij het Graafschap College of bij aan het Graafschap College gelieerde rechtspersonen of natuurlijke personen en wordt gevormd door leden van de klachtencommissie van het Graafschap College, zoals vastgelegd in artikel 4 van de algemene klachtenregeling van het Graafschap College. Klokkenluidersregeling De regeling omtrent het omgaan met het vermoeden van een misstand.
L. Landelijke Commissie Onderwijsgeschillen Het Graafschap College is aangesloten bij Stichting Onderwijsgeschillen. De Stichting fungeert als één loket voor onafhankelijke deskundige geschilbehandeling voor het gehele onderwijs in Nederland.
M. Misstand Vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot het Graafschap College omtrent: een (dreigend) strafbaar feit; een (dreigende) schending van wet- en/of regelgeving; een (dreiging van) bewust onjuist informeren van een publiek orgaan; dreiging van) het bewust achterhouden, vernietigen of manipuleren van informatie omtrent deze feiten en gevaar voor volksgezondheid, veiligheid of het milieu.
O. Ondernemingsraad De ondernemingsraad van het Graafschap College. Onderwijsovereenkomst Het formele contract tussen onderwijsinstelling en student over wederzijdse rechten en plichten met betrekking tot het onderwijsprogramma. Ongenoegen Geuite onvrede van belanghebbende over de gang van zaken binnen het Graafschap College.
45
P. Praktijkovereenkomst Het formele contract tussen onderwijsinstelling, leerbedrijf en student over wederzijdse rechten en plichten met betrekking tot het praktijkprogramma. Preventiemedewerker Medewerker van de dienst Personeel en Organisatie van het Graafschap College
R. Raad van Toezicht Raad van Toezicht van het Graafschap College College als bedoeld in artikel 9.1.4 van de Wet educatie en beroeps-onderwijs. Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Het reglement dat de werkwijze regelt van de commissie van beroep voor de examens om een besluit te nemen aangaande een klacht betreffende het examen. Dit reglement is van toepassing op alle opleidingen van het Graafschap College. Reglement geschillen medewerkers Het reglement dat de werkwijze regelt van geschillen van medewerkers met de werkgever.
S. Schooldag Schooldag is een werkdag buiten de vakanties van studenten. Secretariaat sector of bestuur Perso(o)n(en) aangesteld door het college van bestuur om onder eindverantwoordelijkheid van de directie of college van bestuur tot correcte afhandeling van klachten te komen. Eerste aanspreekpunt voor formeel ingebrachte klachten en coördinatie van de afhandeling ervan. Sectordirecteur Directeur van de een van de vier onderwijssectoren van het Graafschap College. Stafdienst De diensten Beleid en Onderwijs, Personeel en Organisatie, Financiën en Control, Faciliteiten en Huisvesting, Informatiemanagement en ICT en Bestuur en Secretariaat van de sector Bedrijfsvoering. De stafdiensten ondersteunen het onderwijskundig proces. Studentenraad De studentenraad van het Graafschap College. Studentenstatuut Het studentenstatuut is het document waarin de rechten en plichten van de studenten, voor zover niet in strijd met relevante wet en regelgeving worden vermeld. Het is een middel om duidelijkheid te krijgen omtrent de rechten en plichten van studenten.
V. Vertrouwenspersoon Persoon, benoemd door college van bestuur om onderwijsdeelnemer of medewerker te ondersteunen en te begeleiden bij een klacht over (seksuele) intimidatie, discriminatie of racisme. Vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van: seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; discriminatie en radicalisering.
46
W. Werkdag Iedere dag, niet zijnde een zaterdag, een zondag, een erkende feestdag of een daarmee gelijk gestelde dag en iedere dag die buiten de officiële schoolvakanties valt.
6.5
Lijst met afkortingen
AWB
Algemene Wet Bestuursrecht
BPV
Beroepspraktijkvorming
BVE
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst
E&D
Sector Economie en Dienstverlening
E&P
Sector Educatie en Participatie
HBO
Hoger Beroepsonderwijs
HRM
Humanresourcesmanagement
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
JOB
Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
PO
Primair Onderwijs
RJ
Richtlijn Jaarverslaggeving
RVT
Raad van Toezicht
T&I
Sector Techniek en Informatica
VO
Voortgezet Onderwijs
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
Z&W
Sector Zorg en Welzijn
6.6 Relevante instellingen en websites
47
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs http://www.job-site.nl Het JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs) komt op voor de belangen van alle MBO’ers in Nederland. Je kunt bij JOB o.a. terecht voor vragen en klachten over het mbo-onderwijs. Eén van de doelstellingen van de JOB is het adviseren van de mbo-studenten over hun rechten en plichten. De beleidsmedewerkers staan maandag tot en met donderdag tussen 10 en 17 klaar om studenten te adviseren wat ze het beste kunnen doen met hun vraag of klacht. (Bron: website JOB 2013)
Ombudslijn MBO Ombudslijn MBO Postbus 2051 3440 DB Woerden Telefoon: 0348 – 753620 Website: http://ombudslijnmbo.nl/ De Ombudslijn MBO is er om de klachtenafhandeling in het mbo te verbeteren. En om een beter zicht te krijgen op de omvang en aard van klachten. Waarover klagen mbo-studenten en hun ouders/verzorgers? Waar komt die ontevredenheid vandaan? En: wat doet de school met klachten? Studenten en ouders/verzorgers hebben recht op een tijdige, juiste en zorgvuldige behandeling van hun klachten. En dat geldt ook voor leerbedrijven die met de onderwijsinstellingen te maken hebben. Daarnaast kunnen instellingen op basis van de aangereikte informatie hun onderwijs verder verbeteren. De school is en blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de onderwijsovereenkomst en de daarbij behorende klachtenregeling.
Voor welke klachten?
Je kunt een klacht indienen nadat je eerst geprobeerd hebt de klacht zelf met de school te regelen. Als je met een gevoel blijft zitten dat je klacht niet goed behandeld is, dan kun je terecht bij de Ombudslijn MBO. Bij de Ombudslijn mbo kun je alleen schriftelijk een klacht indienen. Daarvoor hebben we een digitaal klachtenformulier gemaakt dat je kunt gebruiken. Als je nog een vraag hebt kun je ons bereiken op: 0348 - 753 620.
Wil je advies of begeleiding?
Dan verwijzen we je door naar de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Je kunt hen bereiken op: 020 - 52 44 050 of kijk op hun website: www.job-site.nl. Zij kunnen je eventueel ook helpen met het invullen van het digitale klachtenformulier (bron: website MBO Onbudslijn 2013)
Stichting Onderwijsgeschillen Utrecht Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90; Fax: 030 – 280 9591; email:
[email protected] Website: http://www.onderwijsgeschillen.nl; mobiele website: http://mobiel.onderwijsgeschillen.nl De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs wordt in stand gehouden door Onderwijsgeschillen. De Commissie is voortgekomen uit een samenvoeging van de vanaf 1998 functionerende Landelijke Klachtencommissies voor het PO en VO en sinds 1 februari 2011 de Landelijke Klachtencommissie voor de beroeps- en volwasseneneducatie. Ook de voormalige klachtencommissie HBO is hier ondergebracht. De bevoegdheid van deze Commissie strekt zich uit tot klachten uit het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs. De Commissie staat open voor het gehele onderwijsveld, van basis tot hoger onderwijs, zowel openbaar als bijzonder (confessioneel en algemeen). Schoolbesturen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en besturen van Regionale Expertisecentra zijn wettelijk verplicht een klachtenregeling op te stellen. Een van de onderdelen daarvan is het instellen van of aansluiten bij een onafhankelijke klachtencommissie. Deze Commissie neemt kennis van klachten over een gedraging of beslissing van iemand die betrokken is bij de desbetreffende school. In het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs is dit niet wettelijk geregeld. De CAO BVE en de CAO HBO schrijven wel voor dat het College van Bestuur een procedure vaststelt voor klachten over seksuele intimidatie, racisme en andere vormen van discriminatie. Veel klachtenregelingen in deze sectoren beperken zich niet tot deze onderwerpen, maar maken het mogelijk ook te klagen over andere gedragingen en beslissingen, net als in het primair en voortgezet onderwijs.
48
De Commissie onderzoekt de ingediende klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht. De Commissie kan in haar advies een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te nemen maatregelen.
De landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en BVE wordt in stand gehouden door Onderwijsgeschillen. Het betreft de landelijke bezwarencommissie functiewaardering • voor het PO: als bedoeld in de toelichting op art. C2 CAO-PO. De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over PO-instellingen die zich bij de Commissie hebben aangesloten. • voor het VO als bedoeld in de CAO-VO 2011-2012. De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over VO-scholen die bij de Commissie zijn aangesloten. • voor het BVE als bedoeld in art. D-15 CAO-BVE. De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over BVE-instellingen die zich bij de Commissie hebben aangesloten. De Commissie van beroep BVE wordt in stand gehouden door Onderwijsgeschillen. De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over bijzondere BVE-instellingen die zich bij de Commissie hebben aangesloten. De Commissie is op grond van artikel 4.1.5 lid 1 WEB bevoegd kennis te nemen van beroepen die door personeelsleden worden ingesteld tegen besluiten van een BVE-instelling inhoudende: • disciplinaire maatregel • schorsing • ontslag anders dan op eigen verzoek, voordat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt • het direct of indirect onthouden van promotie • de beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband De Commissie oordeelt naar redelijkheid en billijkheid. De uitspraken van de Commissie zijn op grond van art. 4.1.6 lid 5 WEB bindend voor het bevoegd gezag. (bron: Stichting Onderwijsgeschillen, Utrecht 2013) Vertrouwensinspecteur http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur benaderen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van: seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; extremisme en radicalisering. Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal adviseren en informeren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. (Bron: website Inspectie van het Onderwijs 2013)
49
6.7 Literatuur
•
Arbo-beleidsplan Graafschap College 2010-2015
•
Bestuursreglement Graafschap College, december 2012
•
CAO BVE 2007-2009, MBO Raad, 2008
•
Goed bestuur in het mbo. MBO Raad, 2009
•
Kaderdocument Onderwijs en Examinering 2013-2014, Graafschap College, versie definitief, 2012
•
Integriteitscode Graafschap College, najaar 2012
•
ICT-reglement Graafschap College
•
Jaarrapportage 2011, Ombudslijn mbo.
•
Klachtenbehandeling in het mbo, Inspectie van het onderwijs , maart 2009
•
Klachtenbehandeling in het mbo, Inspectie van het Onderwijs, 0nderzoek 2011-2012, Utrecht, april 2012
•
Klachtenregeling, Graafschap College, versie 1.2, april 2006/ juni 2012
•
Klachtenbehandeling in het middelbaar beroepsonderwijs, richtlijnen voor scholen en studenten in het mbo, JOB en MBO Raad, februari 2009.
•
Pestprotocol Graafschap College, voorjaar 2011.
•
Privacyreglement verwerking studentgegevens Graafschap College, juni 2013
•
Rapportage van klachten en vragen JOB 2011, maart 2012.
•
Richtlijn Jaarverslag Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2011
•
Studentenstatuut Graafschap College 2012-2013
•
Klachtenbehandeling in het mbo, Inspectierapport, april 2012
•
Tevreden is niet voldoende , Commissie Governance, Handhaving en Codes, oktober 2012
•
Wet Onderwijstoezicht
•
http://www.wetboek-online.nl/wet/Wet%20op%20het%20onderwijstoezicht.html#1
•
Algemene Wet bestuursrecht
•
http://www.wetboek-online.nl/wet/Algemene%20wet%20bestuursrecht.html#1
•
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
•
http://www.wetboek-online.nl/wet/Wet%20educatie%20en%20beroepsonderwijs.html#60
•
Wetboek van Strafrecht http://www.wetboek-online.nl/wet/Wetboek%20van%20Strafrecht.html#2728
50