Hogeschool NTI Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: HBO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology Variant: deeltijd

Hogeschool NTI Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: HBO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology Variant: deeltijd Visitatiedata:

28 oktober 2005 / 26 oktober 2006

© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

2

© NQA - visitatie NTI, TNO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology

Inhoud

3

Deel A:

Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel

5 7 7 8 10 11 12 12

Deel B:

Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6

13 15 20 29 33 35 37

Deel C:

Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4

Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Condities voor continuïteit

Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal

© NQA - visitatie NTI TNO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology

41 42 42 50 52

3

4


Deel A: Onderwerpen


5

6


1.1

Voorwoord

Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de nieuwe opleiding HBO Toegepaste Psychologie van de Hogeschool NTI heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen; specifiek volgens de kaders voor een toets nieuwe opleiding. Het onderzoek is feitelijk gestart in september 2005, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA aanleverde. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 28 oktober 2005. Het panel bestond uit de volgende personen: Mevr. drs. E.M. Mackaay-Cramer (domeinpanellid); Dhr. dr. H. Schouppe (domeinpanellid); Dhr. dr. M. van Vugt (domeinpanellid); Mevr. ir. M. Dekker-Joziasse (NQA-auditor); Mevr. drs. M.J.J. van Beers (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol VBI’s Nederland van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid betreffende de internationale ontwikkelingen binnen de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de tweepuntsschaal (onvoldoende en voldoende) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2

Inleiding

Hogeschool NTI is sinds 2000 een door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen aangewezen hogeschool in het kader van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 6.9). Hogeschool NTI zoekt voor het aanbieden van de huidige hbo-opleiding HBO Psychologie samenwerking met de Hogeschool Hanzesteden. Deze hogeschool reikt het uiteindelijke HBO-getuigschrift uit en is verantwoordelijk voor het studieprogramma. Dit samenwerkingsverband loopt af. Hogeschool NTI wil met een eigen licentie in de toekomst een eigen HBO Toegepaste Psychologie verzorgen en vraagt daarom via de Toets Nieuwe Opleiding een accreditatie aan voor haar eigen nieuwe studieprogramma.


7

Hogeschool NTI verzorgt zeventien hbo-opleidingen en heeft circa 5000 actieve hbostudenten. Het NTI heeft vanaf haar oprichting in 1939 tot aan het heden veel expertise opgedaan op het gebied van afstandsleren. Daarbij maakt men bij de hbo-opleidingen gebruik van het onderwijsconcept ‘blended learning’: onderwijs met een mix tussen afstandsleren en contactonderwijs. De student heeft daarbij een grote vrijheid in de plaats, de tijd en het tempo waarin wordt gestudeerd. De gemiddelde student van Hogeschool NTI is iemand met een profiel dat op een aantal punten afwijkt van de reguliere hbo-student bij een bekostigde instelling. Het betreft met name een verschil in leeftijd (gemiddeld 35+) en (levens- en arbeids-)ervaringen. Studenten kiezen bewust voor het afstandsonderwijs en niet voor voltijd,- of deeltijdcontactonderwijs, vanwege gezinssituatie, baan of leeftijd. Studenten kunnen studeren op eigen locatie. Daarbij spelen asynchrone docent-studentcontacten een grote rol. Er zijn minder face-to-face contactmomenten en de contacten met docenten verlopen voornamelijk via het begeleiden, uitwerken en nakijken van opdrachten. Daarbij wordt intensief gebruik gemaakt van de Digitale Leer Omgeving (DLO). Bij de opleiding Toegepaste Psychologie zullen circa 35 docenten worden betrokken met een totale fte-omvang van circa 8,75 fte’s. De verwachting is dat de opleiding een jaarlijkse instroom van circa 100 studenten zal trekken. De opleiding richt zich op de drie werkvelden: opvoeding&onderwijs, arbeid&organisatie en geestelijke gezondheidszorg. Voor alle drie werkvelden geldt dat afgestudeerde hbopsychologen in dienstverband kunnen worden ingezet. Hogeschool NTI heeft in 2004 voor de opleiding Toegepaste Psychologie een eerste aanvraag Toets Nieuwe Opleiding ingediend bij de NVAO. De opleiding is daartoe bezocht door een NVAO panel. Dit traject resulteerde toen niet in een positieve beoordeling. In deze rapportage wordt bij ieder facet verwezen naar de eerdere NVAO-beoordeling. 1.3

Werkwijze

De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie (validatie). De opleiding is verzocht een aantal aanvullende documenten aan het panel beschikbaar te stellen. In de daaropvolgende periode (oktober 2005) bereiden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek (28 oktober 2005).

8


Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke (landelijke) beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het management van Hogeschool NTI. Verder is gesproken met leden van het docententeam die de opleiding hebben ontwikkeld en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Op 26 oktober 2006 heeft een vervolgbezoek plaatsgevonden. Op basis van de onvoldoende oordelen op de facetten 1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2 en 2.5 in het rapport van het eerste bezoek is door het panel een lijst met verbeterpunten opgesteld. Deze vormde het uitgangspunt voor het vervolgbezoek. Tijdens dit vervolgbezoek heeft het panel materiaal bestudeerd en heeft het gesproken met het management en met een aantal docenten/ontwikkelaars. Tijdens het tweede bezoek heeft het panel vastgesteld dat afgezien van de verbeterpunten, de opzet van de opleiding inhoudelijk niet is gewijzigd ten aanzien van het eerste bezoek. Het panel voor het vervolgbezoek bestond uit: Mevr. drs. E.M. Mackaay-Cramer (domeinpanellid); Dhr. dr. H. Schouppe (domeinpanellid); Mevr. ir. M. Dekker-Joziasse (NQA-auditor); Mevr. drs. M.J.J. van Beers (NQA-auditor). Dhr. van Vugt was wegens drukke werkzaamheden niet beschikbaar voor het vervolgbezoek. Hij is betrokken geweest tot en met de verbeterpuntenlijst die is opgesteld naar aanleiding van het eerste bezoek. Op basis van het tweede bezoek heeft het panel aanvullende vragen gesteld. Deze zijn door Hogeschool NTI beantwoord met aanvullende documentatie. Dit is in december 2006 door het panel bestudeerd en akkoord bevonden.


9

De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2006 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in december 2006 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld december 2006. Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4

Oordeelsvorming

In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. In het facetrapport wordt steeds eerst een korte weergave gegeven van de bevindingen van het NVAO-panel, gevolgd door de argumenten van het NQA-panel. Ieder facet wordt afgesloten met de voortgang sinds de beoordeling door het NVAO-panel.

10


1.5

Oordelen per onderwerp

1.5.1 Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie derhalve positief. 1.5.2 Programma Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen Beide facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Beide facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie derhalve positief. 1.5.6 Condities voor continuïteit Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie derhalve positief.


11

1.6

Schematisch overzicht oordelen

Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet

Opleiding HBO Bachelor Toegepaste Psychologie

Onderwerp 1 Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Condities continuïteit 6.1 Afstudeergarantie 6.2 Investeringen 6.3 Financiële voorzieningen Totaaloordeel

1.7

Voldoende Voldoende Voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Positief Voldoende Voldoende Positief Voldoende Voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Positief

Totaaloordeel

Op grond van voorgaand schema en de onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes onderwerpen voldoende scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.

12


Deel B: Facetten


13

14


Onderwerp 1

Facet 1.1

DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING

Domeinspecifieke eisen

Voldoende

Criterium: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO De opleiding kreeg het oordeel onvoldoende omdat de beroepen waarvoor wordt opgeleid nog niet duidelijk waren, er geen contact was met het NIP en geen marktonderzoek was verricht naar het beroepsprofiel en naar de behoeften in het werkveld aan hbo-psychologen. Het NVAO-panel stelde dat het beroepsprofiel niet was afgestemd met nationale of internationale eisen. Daarnaast kende de opleidingscommissie dezelfde bezetting als de beroepenveldcommissie Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Aangezien er nog geen landelijk beroepsprofiel bestaat voor hbo-Psychologie heeft de opleiding zelf een eigen beroepsprofiel laten ontwikkelen door vertegenwoordigers uit het beroepenveld (de beroepenveldcommissie): NTI beroepsprofiel hbo-Psychologie, 2005. De in dit beroepsprofiel beschreven visie van Hogeschool NTI op het beroep dient als domeinspecifiek referentiekader. • Voor de legitimering van het beroepsprofiel heeft de opleiding/Hogeschool NTI zich gebaseerd op drie bronnen: deskresearch, arbeidsmarktonderzoek en advies van de beroepenveldcommissie (tot stand gekomen vanuit een startconferentie gevolgd door intensief schriftelijk en mondeling overleg). • Bij de deskresearch is gebruik gemaakt van gegevens van het CWI 1 , HBO-Monitoren en WO-Monitoren. Voor het arbeidsmarktonderzoek heeft het onderzoeksbureau Hobéon telefonische gesprekken gevoerd met (potentiële) werkgevers. In 2004 is de beroepenveldcommissie (BVC) gevormd met als opdracht het beroepsprofiel te ontwikkelen. De door de beroepenveldcommissie afgeleide competenties komen volgens de opleiding grotendeels overeen met de deelfuncties die de Belgische hogescholen hanteren voor de opleiding Gegradueerde in de Psychologie (bachelorniveau). Het beroepsprofiel is ook aan drie kerndocenten voorgelegd. Het panel constateert dat de opleiding het werkveld heeft betrokken bij de legitimering van het beroepsprofiel.

1

CWI: Centum voor Werk en Inkomen, zelfstandig bestuursorgaan van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


15

• In de BVC zijn de drie werkvelden waarvoor de opleiding opleidt (Opvoeding&onderwijs, Arbeid&organisatie en Geestelijke gezond) vertegenwoordigd. De Gezondheidszorg wordt volgens de Hogeschool NTI vertegenwoordigd door een psycholoog en een psychiater. De Hogeschool NTI heeft de intentie uitgesproken de BVC verder met een psycholoog te versterken. De leden representeren grote (internationale) instellingen of bedrijven. De BVC komt jaarlijks bijeen om ontwikkelingen in het veld te signaleren en te bespreken met de opleiding. Daarnaast zijn er tussentijdse contacten via telefoon, e-mail et cetera • De eindkwalificaties zijn geformuleerd in het document Eindkwalificaties voor de HBO Psychologie opleiding in termen van meetbare competenties; de competenties uit het beroepsprofiel meetbaar gemaakt. Per werkveldsector/specialisatie zijn twee competentiedomeinen gespecificeerd: Werkveldsector Onderwijs en opvoeding Arbeid en organisatie Geestelijke gezondheid

Competentiedomein Leer- en ontwikkelingsproblematiek Beroepskeuzeproblematiek Begeleiden van individuen in hun arbeidsrelatie Begeleiden van organisaties Vaststelling van geestelijke problematiek Begeleiding van cliënten

• Voor elk gespecificeerd competentiedomein krijgen de beroepscompetenties een specifieke invulling, gezien de verschillen in onderzoeksmethoden, instrumenten en interventies. Per competentiedomein zijn de drie kerntaken (diagnosticeren, opzetten interventieplan en uitvoeren van een interventieplan) uitgewerkt naar de competenties: voorbereiden, uitvoeren, verwerken, interpreteren, rapporteren, adviseren, begeleiden, monitoren en evalueren van de begeleiding. Daarnaast zijn er vier algemene beroepscompetenties gericht op: zelfsturing, zakelijk handelen, mondelinge en schriftelijke communicatie. • De beroepscompetenties zijn gebaseerd op drie kerntaken: het stellen van een juiste diagnose van de cliëntvraag, het opstellen van een state-of-the-art interventieplan en de uitvoering van het interventieplan. Per kerntaak zijn twee of drie beroepscompetenties afgeleid. • Na het bezoek in oktober 2005 heeft het panel vastgesteld dat het beroepsprofiel niet geheel helder en consistent geformuleerd was. Een aantal van de geschetste functies waren niet reëel. In het beroepsprofiel werden te hoge eisen gesteld aan de hbopsycholoog en er werden kerntaken genoemd waarvoor studenten niet de bevoegdheden/deskundigheden zouden behalen. Tijdens het bezoek in oktober 2006 concludeert het panel dat het beroepsprofiel van de opleiding is aangepast. De mogelijke functies zijn nu reëler, het profiel is consistent en de taken en vaardigheden die van een student worden verwacht voldoen aan de wet BIG. Voor zover mogelijk, wordt er rekening gehouden met de eisen die door het NIP worden gesteld. • Hogeschool NTI onderhoudt via andere hogescholen contact met het NIP en blijft zo op de hoogte van de ontwikkelingen.

16


Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel constateert in oktober 2005 dat de opleiding heeft geïnvesteerd in arbeidsmarktonderzoek en het meer concreet beschrijven van functies en beroepstaken waarop men de studenten wil opleiden. In oktober 2006 voegt het panel hieraan toe dat het beroepsprofiel verbeterd is en dat er duidelijke overeenkomsten zijn met het Vlaamse profiel. Derhalve komt het NQA-panel tot het oordeel voldoende.

Facet 1.2

Niveau bachelor

Voldoende

Criterium: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO De opleiding kreeg het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van literatuur op het gebied van testen en methodologie en het feit dat de competenties in kleine kring zijn geformuleerd en daarmee onvoldoende zijn verankerd in het werkveld. Doordat de meeste toetsen schriftelijk zouden worden afgenomen is er onvoldoende mogelijkheid voor bijvoorbeeld het toetsen van vaardigheden. Er was onduidelijkheid over het gebruik van het elektronisch platform Forum door studenten (onderdeel van de digitale leeromgeving). De competenties werden qua formulering beoordeeld als voldoende passend bij het bachelorniveau, maar het ontstaansproces werd beoordeeld als onvoldoende. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De competenties zijn door de curriculumcommissie verder uitgeschreven en vertaald naar concrete beroepsproducten en –handelingen en naar niveauomschrijvingen te behalen in respectievelijk de propedeuse, de algemene fase en bij het afstuderen. • De opleiding heeft een vergelijking gemaakt tussen de competenties en de Dublin descriptoren. In een bijlage is een matrix te vinden waarin de competenties en de Dublin descriptoren aan elkaar worden gekoppeld. In het zelfevaluatierapport is dit verder uitgeschreven:


17

Dublin descriptor Kennis en inzicht

Toepassen kennis en inzicht

Oordeelsvorming

Communicatie

Leervaardigheden

Competenties Kennis en inzicht in (actuele) psychologische theorieën en de ontwikkelingen binnen de drie onderscheiden werkvelden. Kennis wordt geïntegreerd met vaardigheden. Met name gekoppeld aan competenties: voorbereiden, interpreteren en adviseren. Alle competenties hebben betrekking op vaardigheden die worden toegepast in de daadwerkelijke, professionele beroepspraktijk; het duidelijkst bij de competenties uitvoeren, verwerken, interpreteren, adviseren, begeleiden en zakelijk werken. Dit is van belang bij alle drie kerntaken en meer specifiek bij de competenties voorbereiden, interpreteren en monitoren/evalueren. Communicatie is voor een psycholoog uiterst belangrijk richting cliënt en richting collega’s en komt terug in de competenties uitvoeren, verwerken, rapporteren, adviseren en begeleiden Leervaardigheden worden direct aangeleerd bij de competentie sturing van de eigen ontwikkeling. Dit wordt in de reflectie/studieloopbaanleerlijn uitgewerkt en is inherent aan het afstandsonderwijs.

• Na bestudering van de eindkwalificaties constateert het panel dat deze zeer systematisch zijn uitgewerkt naar de gewenste niveaus per studiefase, naar criteria voor de onderwijssituatie, de beroepscontext, de beroepsrol, het gewenste handelen en de gewenste beroepsproducten. • Tijdens de visitatie in oktober 2005 heeft het panel geconstateerd dat er in de eindkwalificaties sprake was van het kunnen uitvoeren van complexe diagnostiek en behandelplannen en het individueel begeleiden van cliënten. Het panel was van mening dat de opleiding zich hiermee op een te hoog niveau richtte. Tijdens het visitatiebezoek in oktober 2006 stelt het panel vast dat het niveau van de eindkwalificaties is aangepast, deze geven nu het hbo-niveau weer waarop de studenten in de praktijk ook daadwerkelijk zullen gaan functioneren. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel constateert dat de opleiding heeft geïnvesteerd in de uitwerking van de competenties naar de beoogde eindkwalificaties en de koppeling aan de Dublin descriptoren. Het panel is van mening dat de opleiding op een goed niveau insteekt, waardoor zij komt tot het oordeel voldoende.

18


Facet 1.3

Oriëntatie hbo-bachelor

Voldoende

Criterium: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor: - mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO De opleiding kreeg het oordeel onvoldoende vanwege het niet consulteren of systematisch bevragen van het beroepenveld en het niet uitvoeren van een systematisch onderzoek naar opleidingsbehoeften. De geformuleerde specialisaties in het beroepsprofiel zijn niet afgestemd met de praktijk. De eindkwalificaties sluiten niet aan bij de Basisaantekening Psychodiagnostiek van het NIP en dat is vereist voor een beginnend beroepsbeoefenaar in de psychologie. Er is te weinig vergelijking met (inter)nationale profielen en weinig aandacht voor diagnostiek en methoden en technieken van onderzoek. Studenten wordt een onrealistisch toekomstbeeld (postdoctorale traject) voorgehouden. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het beroepsprofiel bevat volgens de opleiding de beroepscompetenties voor een beginnend beroepsbeoefenaar in een van de werkvelden van de toegepaste psychologie. Voor alle drie de werkvelden geldt dat afgestudeerde hbo-psychologen in dienstverband kunnen worden ingezet. In het beroepsprofiel wat tijdens de visitatie in oktober 2005 ter inzage lag, werden mogelijk functies genoemd die niet reëel zijn, omdat bijvoorbeeld een aantal jaar werkervaring of nascholing noodzakelijk is. Het beroepsprofiel wat in oktober 2006 ter inzage lag, richt zich op haalbare functies direct na het afstuderen. • In het beroepsprofiel en in de zelfevaluatie worden specifieke voorbeeldfuncties genoemd binnen de drie werkdomeinen. In oktober 2005 vond het NQA-panel een aantal van deze functies niet realistisch; het betrof functies waarvoor nog nadere scholing op post-hbo, master of WO niveau noodzakelijk is. Tijdens het visitatiebezoek in oktober 2006 zijn de genoemde functies aangepast en de niet realistische functies verwijderd. • Het rapport van Hobéon is positief ten aanzien van de arbeidsmarktpositie voor hbopsychologen. Het panel stemt daarmee in en ziet mogelijkheden voor hbo-psychologen om een positie in de arbeidsmarkt te veroveren; daarbij zal het meestal gaan om functies onder verantwoordelijkheid/supervisie van wo-psychologen en niet zozeer zelfstandig en onafhankelijk opererende posities. Voorbeelden van mogelijke functies zijn medewerker diagnostisch onderzoek, onderwijsbegeleider, loopbaanadviseur, groepsleider of casemanager. De onbekendheid met de kennis en kunde van hbo-psychologen maakt de marktwerking momenteel nog niet inzichtelijk. Voor een concretisering van het arbeidsmarktperspectief is het wenselijk te komen tot nader overleg met


19

beroepsverenigingen, opdat men nog concreter kan inspelen op vragen/eisen uit de arbeidsmarkt. • Het beroepsprofiel is opgesteld in overleg met vertegenwoordigers uit het werkveld, verspreid over de drie werkdomeinen Opvoeding&onderwijs, Organisatie&Arbeid en Geestelijke Gezondheid (vergelijk facet 1.1 en 1.2). De hoofddocent heeft hierin een centrale rol gespeeld. Ten tijde van het visitatiebezoek in 2005 konden de aanwezige vertegenwoordigers uit de beroepenveldcommissie niet duidelijk aangeven wat de inbreng van deze commissie was geweest (behalve de nadruk op de commercialisering van de GZ). Bij het tweede bezoek in 2006 werd de inbreng van de BVC verduidelijkt: betrokken bij het beroepsprofiel en het opstellen van de competenties en betrokken bij discussies over ontwikkelingen en in het beroepenveld en de consequenties daarvan voor de inrichting van de opleiding. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel waardeert het dat de opleiding heeft geïnvesteerd in de verdere uitwerking van het beroepsprofiel en de afstemming met het werkveld. De drie werkdomeinen zijn herkenbaar en daarmee toont de opleiding dat ze praktijkgericht wil werken. Het panel vindt de keuze van de functies in het meest recente beroepsprofiel aansluiten bij het gewenste hbo-niveau.

Onderwerp 2

PROGRAMMA

Korte beschrijving programma: De eerste studiefase duurt een jaar en is gericht op oriëntatie en selectie. Daarna volgt een tweede fase/jaar waarin verder wordt gewerkt aan competentieontwikkeling door verbreding en verdieping. Beide fasen vormen het algemene gedeelte van de studie. Daarna volgt een specialisatiefase van twee jaar, waar de student kiest voor een competentie/werkvelddomein waarin hij zich bekwaamt. Elk studiejaar is opgebouwd uit vier perioden. De onderwijsonderdelen binnen een periode hangen inhoudelijk samen volgens een thema; bijvoorbeeld het thema De mens in ontwikkeling in periode 3 jaar 1. In elke periode is het onderwijs opgebouwd volgens vier leerlijnen: de conceptuele leerlijn, de beroepsvaardigheden leerlijn, de integratieleerlijn en de reflectie/studieloopbaanleerlijn. De Hogeschool NTI werkt met de onderwijsvorm ‘blended learning’ waarin het leren op afstand wordt gecombineerd met face-to-face begeleiding.

20


Facet 2.1

Eisen hbo

Voldoende

Criteria: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van literatuur op het gebied van methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek; waarbij de hbo-psycholoog deze literatuur moet kunnen begrijpen en interpreteren. De overige Nederlandse literatuur werd als goed beoordeeld. Daarnaast waren de specialisaties in het beroepsprofiel niet helder uitgewerkt naar leerroutes in het curriculum. Het curriculum was een brede verzameling van onderwerpen. Het aantal vaardigheidstrainingen werd als te laag beoordeeld en ten aanzien van de werkpraktijk was niet gedefinieerd aan welke eisen de werkomgeving van de student moest voldoen om ontwikkeling van vaardigheden te kunnen garanderen. De docentstudent-ratio tijdens praktijkdagen werd te hoog bevonden; 1:25. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De opleiding stelt in haar zelfevaluatierapport dat gebruik wordt gemaakt van up-to-date literatuur, die voor een deel ook op universiteiten wordt gebruikt. De literatuur is toegespitst op de Nederlandse werksituatie. Waar mogelijk maakt men gebruik van standaardwerken die in latere beroepspraktijk ook een rol zullen spelen. Het panel constateert, na bestudering van de literatuurlijst en het ter inzage gelegde materiaal, dat de literatuur inderdaad voor een groot deel is gericht op de Nederlandse situatie. Er wordt, voor een aantal onderdelen, gebruik gemaakt van materiaal van de Open Universiteit en daarnaast hanteert men in eigen beheer ontwikkelde handboeken/lesmateriaal. • Tijdens het bezoek in 2005 stelde het panel vast dat in het eerste jaar studieboeken werden gebruikt die in de universitaire opleiding gangbaar zijn in de hogere studiejaren. De opleiding heeft de literatuurlijst aangepast en de literatuur die in het eerste jaar gebruikt zal gaan worden is nu van een realistisch hbo-niveau. • Het panel heeft in het eerste bezoek geconstateerd dat er te weinig aandacht werd gegeven aan onderzoeksmethodieken en aan statistiek. Op basis van het materiaal dat in 2006 ter inzage lag, stelt het panel vast dat de opleiding een module statistiek in het eerste jaar en een in het tweede jaar heeft toegevoegd. Tevens is in het tweede jaar de module methoden van onderzoek toegevoegd. Het panel stelt vast dat op deze manier voldoende aandacht wordt besteed aan onderzoeksmethoden en statistiek.


21

• Tijdens het bezoek in 2005 constateerde het panel dat in het studiemateriaal van het eerste studiejaar bij een aantal onderdelen weinig wordt verwezen naar overige bronnen van informatie. Tijdens en na het bezoek 2006 heeft de opleiding in de verschillende modulen voorbeelden laten zien van opdrachten waarin studenten zelf aanvullende literatuur gaan zoeken. Zij hebben hiervoor de mogelijkheid via onder andere de beschikbare Thomson database via DLO. • De opleiding wil de actualiteit en de verbanden van het programma met de ontwikkelingen in het vakgebied borgen door jaarlijkse afstemming met de beroepenveldcommissie. Voorbeelden die hieruit tot nu toe zijn voortgekomen, zijn: de aandacht voor verzakelijking in het beroepenveld, de aandacht voor beroepscodes en standaarden (bijvoorbeeld Algemene Standaard Testgebruik (2004) en de Beroepscode NIP (1998) en de aandacht voor het werken met criteria voor diagnose in GGZ (DSM-IV-TR, 2000)). • De opleiding stelt in de zelfevaluatie dat studenten wordt geleerd zich bij het professionele handelen te houden aan professionele standaarden, zoals bijvoorbeeld de Algemene standaard testgebruik NIP (2004) en de Beroepscode (1998) van het NIP. • Beroepsvaardigheden worden aangeleerd in de beroepsvaardighedenleerlijn en de integratieleerlijn door middel van activerende leertaken en face-to-face-onderwijs in de acht praktijkdagen per studiejaar en in de stage (60 EC in het vierde jaar). Tijdens de verplichte praktijkdagen worden studenten begeleid bij het handelen in een gesimuleerde beroepspraktijk. De aandacht is gericht op die aspecten van het handelen die niet uit een beroepsproduct (activerende leertaak) kunnen worden afgeleid, bijvoorbeeld non-verbale communicatie. Op de praktijkdagen wordt gewerkt met voorbereidende opdrachten, afsluitende beroeps-zelfstudieopdrachten en oefening op de praktijkdag. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: gesprekstraining en observatie. Ook zijn er twee praktijkdagen per kerntaak (diagnosticeren, opstellen en uitvoeren van interventieplan). Het panel constateert uit gesprekken met docenten dat tijdens de praktijkdagen de praktijk wordt gesimuleerd door de studenten die naar elkaar de rol van patiënt spelen na het bestuderen van een casus. Het panel betwijfelt of alle studenten de kennis en kunde bezitten om dit goed vorm te geven en pleit voor een goede borging en bewaking dat alle studenten ook daadwerkelijk de beoogde leereffecten kunnen bereiken. De Hogeschool NTI stelt dat zij extra waarborgen inbouwt om de beoogde leereffecten te toetsen. • Na het eerste bezoek in 2005 betwijfelde het panel of het met de praktijkdagen per studiejaar mogelijk is om alle vereiste en essentiële beroepsvaardigheden in voldoende mate aan te leren binnen de studiedagen. In 2006 heeft de opleiding de opzet van de toetsing van beroepsvaardigheden uitgebreid. Studenten moeten aan het einde van het eerste en tweede studiejaar deelnemen aan een summatieve toetsing van vaardigheden betreffende ‘het uitvoeren van een interventie’. Daarbij worden realistische praktijkgerelateerde casussen ingezet. Daarbij wordt gebruik gemaakt van getrainde proefpersonen/simulatie cliënten. In het derde en vierde jaar moeten studenten de beroepsvaardigheden aantonen in de stage en afstudeerperioden. De beroepsvaardigheden worden tijdens de opdrachten, praktijkdagen en periodetoetsen in toenemende complexiteit en integratie getoetst.

22


• Studenten sluiten de studie af met een jaar stage en het afstudeerproject (schrijven van een scriptie). In de notitie Werkend leren tijdens de stage, Stagebeleid Hogeschool NTI staan de procedures voor de stage beschreven. Studenten worden voorbereid met een Stage- en afstudeerdag, waar ze toelichting ontvangen en ervaringen kunnen uitwisselen. Studenten zoeken zelfstandig een stageplaats; onder voorwaarden kan dit de eigen werkkring zijn. Afspraken worden vastgelegd in een stageovereenkomst en in een stagewerkplan. Ondersteuning is mogelijk via het Stagebureau van de Hogeschool NTI, via de docenten en via de stagebank op StudentenNet+. De stageplaats moet worden goedgekeurd door de stagecoördinator. Eisen zijn: relevante werkzaamheden op hboniveau waarbij de inhoud is afgestemd op de minimaal te leveren beroepsproducten, volwaardigheid en zelfstandigheid van de stagiair, samenwerking met collega’s, omvang van 600 uur en een stagebegeleider op minimaal hbo-niveau en met relevante werkervaring. Studenten en stagebedrijven worden begeleid door een stageadviseur. • Studenten worden bij de scriptie begeleid en beoordeeld door een scriptieadviseur. De stage wordt afgesloten met een stageverslag en een eindbeoordelingsgesprek. De beoordeling door de vakdocent vindt plaats op basis van: het oordeel van de stagebegeleider via formulier ‘Beoordeling stage HBO’, de voortgangsrapportages van student en stagebegeleider en de beoordeling van het eindverslag. Het afstudeerproject wordt afgesloten met een eindgesprek tussen de student en de scriptieadviseur en de daaruit volgende beoordeling. • Het panel vindt de algemene opzet voor de hbo-stage duidelijk omschreven. Door middel van het portfolio wordt gekeken of de student de vereiste competenties behaald. Voor het geven van vrijstelling voor de stage, wil de Hogeschool NTI een evc-beleid ontwikkelen met externe assessoren. De gesprekken hiervoor zijn nog gaande (vergelijk ook 2.5). • In 2005 was het voor het panel niet helder wat de opzet van de afstudeeropdracht ging worden. De opleiding heeft dit geconcretiseerd en geeft aan dat de afstudeeropdracht een vorm van toegepast onderzoek betreft waarvoor een aanpak of advies wordt gevraagd door een opdrachtgever. • Het panel constateert uit het lesmateriaal en uit de gesprekken met docenten en de beroepenveldcommissie dat men de zelfstudie-opdrachten en activerende leertaken zoveel mogelijk praktijkgericht opstelt. Docenten baseren lesstof op reële praktijkcasuïstiek uit hun dagelijkse beroepspraktijk. Het panel waardeert dit initiatief. In 2005 was veel casuïstiek nog te complex, bij het laatste panelbezoek sluit het niveau van de casussen van het eerste jaar aan op het instroomniveau van de studenten. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel constateert dat de opleiding heeft geïnvesteerd in de verdere praktijkgerichte uitwerking van het eerste en tweede studiejaar. Het panel vindt het positief dat de opleiding kiest voor een praktijkgerichte (‘hands-on’) aanpak met veel praktijkgerichte casuïstiek en problematiek in het onderwijs. Via schema’s maakt de opleiding inzichtelijk hoe de praktijkdagen samenhangen met de modulen die de studenten volgen. Deze relatie wordt via opdrachten verder versterkt.


23

Facet 2.2

Relatie doelstellingen en inhoud programma

Voldoende

Criteria: Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van een inhoudelijke koppeling tussen het opleidingsprofiel en de algemeen geformuleerde competenties en tussen het opleidingsprofiel en de doelstellingen van modules en de specialisering op de drie werkterreinen. Het panel was van mening dat het programma onvoldoende garandeerde dat de competenties konden worden behaald; met name de realisatie van de descriptoren ‘Toepassen van kennis en inzicht’ en ‘Oordeelsvorming’. Het panel had twijfel over de ontwikkeling van vaardigheden via de praktijkdagen en via de werkpraktijk van de studenten; de docent-studentratio van 1:25 werd als onvoldoende beoordeeld. Men vond dat de opgedane vaardigheden in de werkpraktijk onvoldoende duidelijk werden getoetst. Het panel kon niet achterhalen welke competenties bij welke modulen worden gerealiseerd. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Zoals in facet 1.2 al is beschreven zijn de eindkwalificaties van de opleiding zeer systematisch uitgewerkt naar de gewenste niveaus per studiefase, naar criteria voor de onderwijssituatie, de beroepscontext, de beroepsrol, het gewenste handelen en de gewenste beroepsproducten. • In het algemene gedeelte van de studie (jaar 1+2) worden de beroepscompetenties verworven tot een basisniveau, waarna verdere ontwikkeling in één van de zes competentiedomeinen mogelijk is. In de specialisatiefase worden de beroepscompetenties op startbekwaam niveau bereikt voor een specifiek competentiedomein. • De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn uit het beroepsprofiel afgeleid en vastgelegd in het document Eindkwalificaties voor de HBO Psychologie opleiding in termen van meetbare competenties; De competenties uit het beroepsprofiel meetbaar gemaakt (2005). • De opleiding geeft in de zelfevaluatie en in het Opleidingsconcept een heldere omschrijving van haar didactische concept en de bijbehorende werkvormen: het blended learning, de combinatie van afstandsleren met face-to-face-begeleiding en de inzet van de digitale leeromgeving (dlo). Het panel is van mening dat dit didactisch concept helder is omschreven en doordacht is. • In de notities Naar competentiegericht en flexibel toetsen, Toetsbeleid van Hogeschool NTI (februari 2005) en Hogeschool examenreglement (juli 2004) zijn de uitgangspunten voor en de inrichting van het toetsbeleid beschreven. De opleiding werkt met summatieve (beoordelende) en formatieve (diagnostische/voortgangs) toetsing, waarbij er gebruik zal worden gemaakt van portfolio en assessmentinstrumenten. Modulen uit de conceptuele

24


leerlijn worden getoetst via kennistoetsen met vragen die gericht zijn integratie van kennis en op toepassing daarvan in praktijksituaties. Daarnaast hanteert men competentiegerichte toetsing van de opgeleverde beroepsproducten en toetsing via casussen (opdrachten, praktijkdagen en periodetoets). Uiteindelijk worden beroepsvaardigheden getoetst in de stage- en afstudeerperioden. In deze perioden moet de student aantonen welke competenties hij/zij verder wil en moet ontwikkelen om tot het vereiste eindniveau te komen. • Uit het materiaal blijkt dat de beroepsvaardigheden tijdens de praktijkdagen formatief worden getoetst via feedback en reflectie en daarnaast wordt getoetst via verslagen, video-opnamen, geluidsopnames, presentaties en op te leveren beroepsproducten. Voor verschillende onderdelen zijn criterialijsten voor beoordeling opgesteld. Het panel constateert dat er een opbouw is in de toetsing van beroepsvaardigheden via gerichte lesopdrachten, praktijkdagen en periodetoetsen (gesimuleerde omgeving) naar stage- en afstuderen (werkelijke beroepsomgeving). Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel constateert dat de opleiding heeft geïnvesteerd in de systematische uitwerking van het beroepsprofiel naar eindkwalificaties en invulling van het onderwijsprogramma. Het panel stelt vast dat de opleiding zich richt op het goede niveau en dat de student gedurende de opleiding de eindkwalificaties kan behalen.

Facet 2.3

Samenhang in het opleidingsprogramma

Voldoende

Criterium: Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Het NVAO-panel was van mening dat er samenhang is in de propedeuse, met een goede oriëntatie in de basispsychologie; wel ontbreken de vakken persoonlijkheidspsychologie en ontwikkelingspsychologie. Het panel kwam tot het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van een duidelijke lijn in de hoofdfase. Het gewicht van de onderdelen gaven geen blijk van systematische doordenking van het beroepsprofiel via het opleidingsprofiel naar invulling van de concrete onderdelen. Er waren geen duidelijke verbindingen tussen afzonderlijke modules. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het panel constateert dat de opleiding de opzet van het programma heeft verduidelijkt en uitgewerkt. De volgtijdelijke samenhang komt tot uiting in: de opeenvolgende studiefasen: algemeen deel in jaar 1 en 2 en specialisatie in jaar 3 en 4. In het eerste jaar wordt aandacht gegeven aan de drie werkvelden en de drie kerntaken van de hbo-psycholoog. In het tweede jaar wordt gewerkt aan een gerichte keuze van de specialisatie en verdieping van kennis. Het derde jaar richt zich op verbreding en het vierde jaar is gericht op stage en afstuderen;


25

-

de verschillende leerlijnen: de beroepsvaardighedenleerlijn, de integratieleerlijn en de reflectie/studieloopbaanleerlijn; de keuze van de periodethema’s: in het eerste jaar: de persoon, de persoon in ontwikkeling en de persoon in interactie. • Inhoudelijke samenhang wordt ingebracht doordat de casussen in de beroepsvaardighedenleerlijn en de integratieleerlijn direct aansluiten bij de onderwerpen uit de conceptuele leerlijn. Per onderwijsperiode staat een bepaald thema centraal. In de reflectie/studieloopbaanleerlijn wordt op de competentieontwikkeling gereflecteerd. • Per leerlijn volgt de student een vaste volgorde in de lesstof, met name door de verplichte volgorde voor alle praktijkdagen. Binnen de studiejaren is er geen vaste volgorde in de modulen; de student kan op kennisonderdelen vooruitlopen binnen een formeel studiejaar. De student kan pas in een volgend studiejaar starten als voldaan is aan de praktijkdagen van het voorgaande jaar. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel vindt dat de criteria voor volgordelijkheid helder zijn gedefinieerd. De opbouw in de thematiek heeft een logische opzet en voor het eerste studiejaar is duidelijk welke leerstof en competenties daaraan worden gekoppeld. De opbouw binnen de onderwijsperioden van de overige jaren is op hoofdlijnen benoemd. De leerstof voor de studiejaren 2 tot en met 4 moet nog nader worden uitgewerkt in de komende ontwikkelperiode. De opleiding heeft aangegeven waar in het gehele programma welke competenties aan bod zullen komen.

Facet 2.4

Studielast

Voldoende

Criterium: Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO De opleiding beschikt over voldoende (vier) tentamenmomenten per jaar en heeft een goede infrastructuur voor het onderhouden van het contact met de student via de digitale leeromgeving en telefooncentrale. Bij de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende vanwege de te ruime beloning van verschillende studieonderdelen, bijvoorbeeld de praktijkdagen en het lezen van literatuur bij een aantal andere vakken. Het panel vond dat een volwaardige inspanning van de student onvoldoende was gegarandeerd. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Studenten kunnen op ieder moment van het jaar instromen. Dit geeft hen de mogelijkheid om voor elke module vier keer per jaar tentamen af te leggen. De praktijkdagen (acht per jaar) worden op zaterdagen ingeroosterd. Het panel stelt vast dat de beoordeling van deze praktijkdagen nu reëler is (vergelijk facet 2.2). De inschatting van de hoeveelheid studiepunten per module is niet altijd helder gebaseerd op de veronderstelde

26


•

•

•

•

studentactiviteiten, maar lijkt op basis van de inzage in het studiemateriaal van het eerste jaar wel reëel. Studenten kunnen het onderwijsprogramma in hun eigen tempo volgen. Zij kunnen tijdsonafhankelijk studeren en de eigen tijd zo efficiënt mogelijk inzetten (52 weken per jaar). In deze zin wijkt de opleiding sterk af van het reguliere onderwijs en is een begrip als nominale studieduur hier minder relevant, aangezien de student zelf de studie bekostigt en zijn studietempo regelt, afgestemd op persoonlijke omstandigheden. De studenten ontvangen in de studiehandleidingen informatie over de studieonderdelen. Actuele informatie zoals wijzigingen of aanpassingen, worden via de DLO aan de studenten gecommuniceerd. Het onderwijsprogramma is in principe flexibel te volgen, maar de opleiding geeft wel een volgordelijk advies (vergelijk facet 2.3). De praktijkdagen dienen wel in een vaste volgorde te worden gevolgd. De opleiding stimuleert de studenten en probeert eventuele studiebelemmeringen te verminderen door onder andere: examentrainingen op locatie (decentraal met minder reistijd voor de student); een persoonlijke mentor die de student actief benadert bij stagnatie in het studietempo; snelle communicatie met de studenten, snelle verwijzing naar vakdocenten; goed inzicht in de studievorderingen via het nieuwe DLO-systeem. Voor studenten met een handicap zijn specifieke regelingen beschreven, bijvoorbeeld extra tentamentijd voor studenten met Dyslexie.

Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat er sinds de vorige aanvraag Toets Nieuwe Opleiding gerichte vorderingen zijn gemaakt en dat de opleiding voldoet aan de basiskwaliteit: het aantal studiepunten dat wordt toegekend aan de verschillende onderdelen lijkt reëel.

Facet 2.5

Instroom

Voldoende

Criterium: Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Het NVAO-panel constateerde dat aan de diploma-eisen die de wet stelt, werd voldaan. De opleiding kreeg het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van een procedure voor het bepalen van vrijstellingen. De oordelen van het NQA-panel zijn gebaseerd op de volgende argumenten: • De opleiding stelt dat de gemiddelde student een profiel heeft dat afwijkt van de reguliere hbo-student bij een bekostigde instelling. Het verschil komt behalve in leeftijd vooral tot uiting in de (levens- en arbeids)ervaring. De studenten maken een bewuste keuze voor het afstandsonderwijs vanwege de gezinssituatie, werksituatie en willen vaak op eigen © NQA - visitatie NTI TNO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology

27

•

•

•

•

locatie studeren. De opleiding verwacht dat er voornamelijk studenten in zullen stromen van 35+. Dit is ook het geval bij de opleiding van de Hogeschool Hanzesteden (vergelijk Inleiding 1.2 deel A). De opleiding voldoet aan de wettelijke instroomeisen; studenten met een vwo-, havo- of mbo-diploma zijn toelaatbaar tot de opleiding. De toelatingseisen staan beschreven in de OER (Onderwijs en examenregeling). Het panel is van mening dat de aansluiting erg lastig is voor een student die direct van de middelbare school afkomt. Hogeschool NTI onderschrijft deze mening niet. De instroom direct vanuit de middelbare school zal slechts een heel klein deel van de studenten (<5%) bedragen. Deze studenten zullen extra begeleid gaan worden bij instroom en studietraject. De opleiding stelt aan instromende studenten geen verplichting tot het hebben van een relevante beroepspraktijk tijdens de studieperiode. Afhankelijk van de mate waarin de student tijdens de reguliere baan gericht de beoogde competenties kan ontwikkelen, kan de werksituatie als vervangende (deel)stage fungeren, mits de leerwerkplek voldoet aan de eisen ten aanzien van: de mogelijkheid tot verwerven van beroepscompetenties (integratie, verbreding en/of verdieping), zelfstandig werken en leren in de rol van beroepsbeoefenaar en de juiste randvoorwaarden voor begeleiding en benodigde faciliteiten. Deze eisen moeten in het stageplan worden verantwoord en vooraf worden goedgekeurd door de stagecoördinator. De Hogeschool NTI heeft de intentie om evc’s te laten vaststellen door externe assessoren in samenwerking met ervaren assessoren van de Hogeschool van Amsterdam. Tot die tijd worden verzoeken tot vrijstelling ingediend bij de vrijstellingencommissie en moeten studenten ter bewijs een portfolio overleggen waarmee zij aantonen in het bezit te zijn van bepaalde competenties. Vrijstellingen worden alleen voor de stage verleend, bij eerder verworven competenties kunnen modulen wel sneller worden doorlopen. Voor studenten ouder dan 21 jaar zijn er specifieke toelatingseisen en een toelatingsonderzoek beschreven in de Regeling toelating studenten 21 jaar en ouder, augustus 2003. Daarnaast kan iedereen zich inschrijven voor een contractjaar. De kandidaat krijgt dan gedurende twee jaar het recht onderwijsheden uit het eerste jaar te volgen. Wanneer in die twee jaar 56 EC worden behaald, kunnen zij worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Studenten kunnen ieder moment van het jaar starten met de studie. Voor studenten met eerder verworven competenties (EVC’s) zijn er geen vastgestelde vrijstellingen. Het is wel mogelijk om individueel vrijstellingen aan te vragen.

Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat er sinds de vorige aanvraag Toets Nieuwe Opleiding gerichte vorderingen zijn gemaakt mede door het instellen van een examencommissie en vrijstellingencommissie. Het panel is van mening dat studenten die rechtstreeks van de havo instromen, problemen zullen ondervinden gedurende de opleiding (leertempo, complexiteit en aanleren beroepsvaardigheden) en mogelijk bij het betreden van de arbeidsmarkt.

28


Facet 2.6

Duur

Voldoende

Criterium: De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO De opleiding voldeed aan de eis met betrekking tot de verantwoording van de studielast uitgedrukt in EC en kreeg daarmee het oordeel voldoende. De hogeschool melde dat het niet geheel realistisch was dat studenten het programma in drie jaar afronden en dat de opleiding in praktijk voor veel studenten in vier tot zes jaar zal worden afgerond. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het programma is opgezet volgens de wettelijke eisen bachelor: minimaal 240 EC (4 x 60 EC). Iedere student bepaalt zelf zijn studietempo, waarmee de nominale studieduur minder tijdsgebonden is dan bij een reguliere bekostigde studie. • In het overzicht Studiejaren naar periodes wordt de studielast duidelijk verantwoord per studieonderdeel in EC. Elk studiejaar (60 EC) heeft vier onderwijsperioden (15 EC). De studiebelasting wordt gebaseerd op de studentactiviteiten en het type studiemateriaal. Voor de studiejaren 1 en 2 is reeds aangegeven hoe de studiepunten binnen een periode verdeeld gaan worden. Voor de studiejaren 3 en 4 is dit op hoofdlijnen weergegeven. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat de opleiding de studieduur en studiepuntenverdeling voldoende onderbouwd heeft.

Onderwerp 3

Facet 3.1

INZET VAN PERSONEEL

Eisen hbo

Voldoende

Criterium: het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Het NVAO-panel kwam tot het oordeel voldoende, omdat alle docenten en correctoren in de beroepspraktijk werkzaam zijn, naast hun freelance-baan voor de Hogeschool NTI. De gecombineerde werkkring van de docenten garandeert de verbinding tussen praktijk en theorie.


29

Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De docenten die betrokken zijn bij de uitvoering van de HBO Psychologie opleiding van de Hogeschool Hanzesteden te Deventer zullen gedeeltelijk ook worden ingezet bij de uitvoering van de nieuwe opleiding HBO Toegepaste Psychologie van de Hogeschool NTI. Het panel heeft de CV’s ingezien van de docenten die op dit moment in het onderwijsontwikkelteam zitten en stelt vast dat het merendeel actief is in het beroepenveld. • Het personeelsbeleid is sterk gericht op aanname van docenten die actief zijn in het vakgebied en midden in de praktijk staan. Naast hun werkzaamheden in de beroepspraktijk zijn zij op freelance basis werkzaam bij de Hogeschool NTI. De docenten die worden ingezet in het algemene gedeelte moeten werkzaam zijn in één van de drie gebieden. Docenten die worden ingezet in de specialisatiefase dienen werkzaam te zijn in het betreffende competentiedomein. Het panel heeft dit laatste niet helder kunnen verifiëren aangezien zij in dit ontwikkelingsstadium van de opleiding voornamelijk CV’s beschikbaar had van de docenten uit het ontwikkelteam. Uit de CV’s blijkt dat de docenten verschillen in leeftijd en ervaring. Het is nog niet duidelijk hoe de inzet in met name de latere studiejaren is van die docenten die een brede praktijkervaring hebben opgebouwd en zich postdoctoraal hebben geschoold. • De docenten hebben contact met het werkveld en brengen actuele kennis, ervaring en (geanonimiseerde) casuïstieken in en maken gebruik van authentieke documenten. Dit is te zien in het studiemateriaal dat veel originele en actuele cases en opdrachten bevat. De kennis en ervaring wordt door docenten ingebracht via onderwijsontwikkeling, onderwijsuitvoering en het evalueren van de beroepspraktijk. • Om het onderwijsconcept blended learning goed uit te voeren zijn docenten flexibel inzetbaar voor de praktijkdagen en de begeleiding van studenten en kunnen op elk moment werken met het Forum (discussieplatform), e-mail en de DLO. • De hoofddocent is belast met de monitoring van de verbinding tussen opleiding(sdocenten) en de praktijk. Het panel heeft vastgesteld dat de hoofddocent die het programma heeft opgestart, in mei 2005 is gestopt met de werkzaamheden bij de Hogeschool NTI. Zijn opvolger is gestopt in september/oktober 2005 en op het moment van het visitatiebezoek liep een sollicitatieprocedure. Het panel vindt de snelle wisselingen niet goed voor de continuïteit en het vertrouwen in de onderwijsontwikkeling. In april 2006 is er een nieuwe hoofddocent aangesteld. Het panel stelt vast dat deze hoofddocent beduidend minder ervaring heeft in het werkveld dan de vorige hoofddocent, waardoor de verbinding met de praktijk minder sterk is geborgd. Verspreid over het gehele docententeam is er voldoende relatie met de praktijk om de opleiding vorm te kunnen geven. Hogeschool NTI onderschrijft de mening dat het gewenst is continuïteit te hebben in de onderwijsontwikkeling en stelt dat het wenselijk is de hoofddocent gedurende meerdere jaren te binden aan de Hogeschool NTI. Mede om deze reden zal in 2007 voor elke (cluster van) opleiding(en) een plaatsvervangend hoofddocent worden benoemd. Daarnaast zijn onderwijskundige medewerkers van de unit hogeschool mede verantwoordelijk voor de continuïteit van de onderwijsontwikkeling. Dit is tevens een borging voor de problematiek van het werken met freelance docenten (vergelijk volgende bullet).

30


• Het panel is van mening dat het werken met freelance docenten een eigen problematiek met zich brengt: meer verloop en mogelijk verlies van continuïteit (zie o.a. hierboven), minder betrokkenheid, moeilijkere samenwerking tussen docenten, gevaar van vernauwing van het onderwijs tot het eigen werkgebied, de actualisering van de kennis van de docenten et cetera. Dit wordt door de Hogeschool NTI geborgd door modulen door meerdere docenten te laten ontwikkelen. De Hogeschool NTI geeft aan dat zij ‘bewust werkt met freelance docenten om te garanderen dat de docenten daadwerkelijk werkzaam zijn (geweest) in de beroepspraktijk. De contacten met de docenten lopen, naast de rol van de hoofddocent en het docentenoverleg, via de curriculumcommissie en de digitale leeromgeving. Vooral de digitale leeromgeving garandeert dat een snelle en korte informatielijn mogelijk is met de docenten’. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat de werkveldcontacten zijn verbreed met aanstelling van extra docenten.

Facet 3.2

Kwantiteit personeel

Voldoende

Criteria: Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de opleiding te kunnen continueren. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van een duidelijk plan voor de benodigde capaciteit van de personeelsbezetting op basis in de studenteninstroom, benodigde studentbegeleiding en de invulling van de praktijkdagen. Het NVAO-panel vond de aanwezige capaciteit (7 docenten 1 à 2 dagen per week) onvoldoende om een coherent programma te vormen. Over eventuele uitbreiding was onvoldoende informatie beschikbaar. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • In augustus 2004 is een fulltime hoofddocent aangesteld, met als kernverantwoordelijkheden het opstellen en jaarlijks bijstellen en actualiseren van het beroepsprofiel en de bewaking van de samenhang en kwaliteit van het opleidingsprogramma en daarmee de inschakeling van geschikte docenten. De opleiding werkt met een ontwikkelteam dat wordt aangestuurd door de hoofddocent. De huidige hoofddocent heeft een parttime aanstelling van 0,5 fte’s. • De opleiding werkt met docenten en ontwikkelaars die op freelance basis worden ingezet, wat zorgt voor veel flexibiliteit. Per module zullen tenminste twee docenten worden ingezet. Daarnaast wordt er een reservepool van inzetbare docenten gecreëerd. De docenten zijn flexibel inzetbaar. Ze zijn verplicht twee keer per week actief te participeren in het DLO netwerk voor begeleiding van studenten en beantwoording van vragen.


31

• Voor begeleidingstaken bedraagt de docent/student-ratio 1:70. Voor de uitvoering van het onderwijs bedraagt de staf-student-ratio: 1:34,5. Het panel vindt dit acceptabel in relatie tot het gekozen onderwijsconcept met afstandsonderwijs. Studenten studeren immers veelal zelfstandig en vragen zelf begeleiding als het nodig is. Dit maakt een exacte bepaling van benodigde docentcapaciteit moeilijk. De flexibele inzet van docenten en de omvang van de docentenpool kan dit ondervangen. Het panel is van mening dat de mensen uit deze pool en eventuele andere externe deskundigen eerder ingezet moeten worden bij het ontwikkelen van de studiejaren 2 tot en met 4. • Voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie zijn voor de onderwijsuitvoering beschikbaar: 8,75 fte’s docenten, 3 fte’s mentoren, 1 fte’s Praktijkbureau, 1 fte’s stagebureau, 1 fte’s examenbureau, 1 fte’s kwaliteitszorg en innovatie, 1 fte’s opleidingsontwikkeling en 0,6 fte’s vanuit directie en bestuur. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat er sinds de vorige aanvraag Toets Nieuwe Opleiding gerichte vorderingen zijn gemaakt en dat de opleiding voldoet aan de basiskwaliteit: - de schatting over gewenste capaciteit en kosten is helder onderbouwd, mede op basis van ervaring met andere opleidingen; - de benodigde tijd en kosten voor ontwikkelwerk en correctie van tentamens is benoemd en adequaat begroot; - de kosten voor praktijkdagen zijn onderbouwd.

Facet 3.3

Kwaliteit personeel

Voldoende

Criterium: Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van een hoofddocent met een brede psychologische achtergrond, die leiding kan geven aan de ontwikkeling en uitvoering van het programma. Docenten hadden nog weinig contact met elkaar en hadden geen invloed op het programma. Verder was het panel van mening dat de deskundigheid van de docenten niet de vereiste deskundigheid voor het programma dekten. Het aannamebeleid van de opleiding was onduidelijk en er was geen overzicht van gewenste docentkwaliteiten. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De personeelswerving is gericht op een band van de docent met en kennis van de beroepspraktijk en de eis dat docenten werkzaam zijn in één van de drie werkvelden waar de opleiding zich op richt. Daarnaast wordt gestreefd naar onderwijskundige ervaring.

32


• Docenten vervullen verschillende rollen (Opleidingsconcept Hogeschool NTI), dit zijn inhoudsdeskundige-expert, beoordelaar-examinator, onderwijsontwerper en mentorbegeleider. Voor deze laatste rol zijn aparte docenten aangesteld, die scholing op dit vlak hebben gevolgd. • De onderwijsontwikkeling wordt aangestuurd door de curriculumcommissie en uitgevoerd door docententeams die zijn geschoold in toetsconstructie en het ontwerpen van activerende leertaken. Ook zijn alle docenten geschoold in het gebruik van de DLO. • Docenten hebben onderling contact met elkaar per telefoon en e-mail. Dit wordt bevestigd door de docenten van de ontwikkelgroep. Zij ontmoeten elkaar in ieder geval tijdens het scholingsprogramma en de docentenbijeenkomsten (1 maal per jaar). • De hoofddocent (parttimefunctie) is verantwoordelijk voor de directe organisatie van de totstandkoming van het curriculum. Hij/zij onderhoudt contacten met het beroepenveld en neemt zitting in de beroepenveldcommissie die een keer per jaar bij elkaar komt om het beroepsprofiel up-to-date te houden. De hoofddocent is tevens lid van de examencommissie. Het panel stelt vast dat de positie van hoofddocent bepalend is voor veel zaken omtrent het curriculum en het personeel, naast de medewerkers van de unit hbo. • Functioneringsgesprekken worden gevoerd met vaste NTI-medewerkers. Docenten zullen met name worden beoordeeld op basis van evaluatie-uitkomsten. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat er sinds de vorige aanvraag Toets Nieuwe Opleiding gerichte vorderingen zijn gemaakt en dat de opleiding voldoet aan de basiskwaliteit: de hoofddocent en kerndocenten hebben een duidelijke sturende functie in het docententeam.

Onderwerp 4

Facet 4.1

VOORZIENINGEN

Materiële voorzieningen

Voldoende

Criterium: De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel voldoende. Het NVAO-panel was van mening dat de opleiding over goede faciliteiten beschikt voor afstandsonderwijs: infrastructuur voor ict, praktijklokalen, een telefooncentrale, een elektronisch platform Forum voor contacten tussen studenten en met docenten en mogelijkheid tot raadpleging en downloaden elektronische bibliotheek.


33

Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Aangezien de opleiding werkt met afstandsonderwijs zijn er geen eigen leslokalen nodig, behalve voor de praktijkdagen. Daarvoor heeft het NTI in het eigen gebouw voldoende ruimte. Waar nodig wordt extra ruimte gehuurd. • Er wordt duidelijk geïnvesteerd in de DLO als ontmoetingsplaats voor studenten en docenten. De DLO biedt een heldere leeromgeving. Er is geïnvesteerd in een nieuwe DLO die e-portfolio’s ondersteunt. • De opleiding heeft een digitale bibliotheek tot haar beschikking, waarin voldoende relevante literatuur te vinden is met InfoTrac OneFile (van Thomson Gale). Men werkt aan directe toegankelijkheid voor docent en student vanaf het huisadres. Tijdens het visitatiebezoek werd duidelijk dat docenten nog weinig tot geen ervaring hebben met dit medium. Het panel acht dit van essentieel belang, gezien de onderwijsvorm en het feit dat studenten in eigen tijd en tempo studeren. Hogeschool NTI stelt dat docenten een training zullen volgen zodra bekend wordt dat de opleiding van start zal gaan. • Voor iedere student betaalt de Hogeschool NTI 100 euro voor een abonnement op Harcourt, de testotheek die door de opleiding wordt gebruikt. Dit bedrag zal worden opgenomen in het lesgeld. • Voor toetsen en examens hanteert men een centrale toetsruimte. Toetsing vindt plaats centraal bij NTI, maar in de toekomst zal gebruik worden gemaakt van verschillende test centers van La Mark in Nederland. Er wordt ook gewerkt aan meer digitale toetsing. • Het Callcenter is goed bereikbaar, volgens evaluatie-uitkomsten onder NTI-studenten. • Mentoren zijn goed bereikbaar. Medewerkers moeten binnen twee werkdagen reageren op vragen van studenten. Mentoren zijn zelf pro-actief, zij monitoren eventuele studievertraging. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat de voorzieningen voor studenten en docenten toereikend zijn en passen bij het gekozen onderwijsconcept. De basisvoorzieningen zijn toegankelijk voor studenten en waar nodig worden voorzieningen ingehuurd op locatie.

Facet 4.2

Studiebegeleiding

Voldoende

Criterium: Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten, die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel voldoende. Studiebegeleiding vindt plaats via het beoordelen van huiswerkopdrachten en telefonische beantwoording van vragen. Daar kan naar eigen behoefte gebruik van worden gemaakt. Voor meer begeleiding kan een beroep worden gedaan op de docenten van de hogeschool. Het NVAO-panel heeft de indruk dat voldoende is voorzien in een signaleringsfunctie.

34


Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De opleiding begeleidt de studenten op verschillende momenten in de studie. De meeste ondersteuning wordt geboden via DLO. Deze is permanent beschikbaar. De vormen van studiebegeleiding die Hogeschool NTI biedt, zijn: - examentraining: voorbereiding en uitvoering tijdens examen; - persoonlijke mentor: een medewerker van de afdeling Correspondentie behandelt praktische vragen en verwijst voor inhoudelijke vragen door naar de docenten; - begeleiding van persoonlijke (beroeps)ontwikkeling door vakdocenten met inzet van POP, portfolio, projectverslagen, reflectieverslagen en studentlogboeken; - discussiefora op de DLO per module en voor de opleiding algemeen, waar studenten vragen kunnen stellen en informatie kunnen uitwisselen; - direct contact met de vakdocenten via de digitale leeromgeving, ook zelfstudieopdrachten en activerende leertaken worden naar de toegewezen docent gestuurd; 95% van de communicatie (schatting docent tijdens site visit) gebeurt via de digitale leeromgeving (portfolio functie en forum). - via gedeeltelijk automatische e-mails naar studenten wil het NTI hen motiveren en wijzen op de mogelijkheden van studiebegeleiding; - op ieder gewenst moment raadpleging van de studievoortgang via het Onderwijs Informatie Systeem (OIS) via de website van NTI. • De demonstratie van de DLO toont het panel dat de hogeschool/opleiding duidelijk investeert in de studentbegeleiding en informatievoorziening. Mogelijkheden voor studiebegeleiding zijn ruim voorhanden, indien de student er gebruik van wil maken. De respons van vragen is snel en adequaat. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat de Hogeschool/opleiding duidelijk investeert in de begeleiding van en informatievoorziening aan studenten. De DLO heeft daarbij een centrale positie en is goed toegankelijk voor betrokkenen.

Onderwerp 5

Facet 5.1

INTERNE KWALITEITSZORG

Systematische aanpak

Voldoende

Criterium: Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel voldoende. NTI beschikt over een uitvoerig uitgeschreven systeem van kwaliteitszorg, gebaseerd op het Context-Input-Product-Proces-model (Stufflebeam). Er is sprake van een cyclisch systeem waarbij evaluatieresultaten worden beoordeeld en bijdragen aan verbeteracties.


35

De aanpak zag er gedegen uit. Het NVAO-panel had alleen zorgen of het gezien de beschikbare hoeveelheid personeel wel uitvoerbaar is. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het systeem van interne kwaliteitszorg is beschreven en vastgesteld in het document Kwaliteitszorgstelsel (februari 2005). Dit stelsel is gebaseerd op het Context- InputProces- Productmodel van Stufflebeam en op het NVAO-kader. In het evaluatiedeel is vastgelegd hoe er wordt geëvalueerd en welke factoren worden geëvalueerd: contextfactoren (organisatie en management), inputfactoren (onderwijsaanbod, personeel et cetera), procesfactoren (leerwegen, stages, praktijktrainingen, studielast et cetera) en productfactoren (bereiken van competenties, uitval en rendement et cetera). In een evaluatieoverzicht zijn de frequentie en doelgroepen van alle evaluaties aangegeven en wie de verantwoordelijke partij is. • In een separate bijlage zijn streefdoelen en -cijfers van de Hogeschool NTI weergegeven als kader voor het opleidingsbeleid, bijvoorbeeld 50% binnen nominale studieduur, maximaal 35% uitval, 75-85% tevredenheid over verworven kennis en vaardigheden en 75% slagingspercentage per toets. Daarnaast zijn er streefnormen voor de marketing/instroom, het service level van het callcenter, de studiebegeleiding, respons van docent binnen 48 uur, 75% studenttevredenheid ten aanzien van stage- en praktijkbureau. Daarnaast streeft de opleiding naar een overall tevredenheid van 85%. • Uit de documentatie blijkt dat de Hogeschool/opleiding regelmatig evalueert en tevredenheidsonderzoeken houdt. Het kwaliteitszorgsysteem is conform het NVAO-kader consequent uitgewerkt en doorvertaald in de evaluatie-instrumenten met gedetailleerde vragenlijsten van goede kwaliteit voor alle betrokken partijen. De systematiek is beschikbaar voor inzet bij de HBO Toegepaste Psychologie opleiding. Resultaten worden gerapporteerd aan de directie en besproken in het managementteam en het tweewekelijks hbo-overleg. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat Hogeschool NTI/de opleiding haar kwaliteitszorgsysteem nauwgezet heeft opgezet en uitgewerkt in evaluatie-instrumentaria. Het getuigt van een systematische aanpak welke direct bij de opleiding HBO Toegepaste Psychologie kan worden toegepast.

Facet 5.2

Betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Voldoende

Criterium: Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel voldoende. De documentatie bevatte een gedetailleerde beschrijving van hoe medewerkers, studenten,

36


alumni en beroepenveld bij de evaluatie van de opleiding worden betrokken. Het NVAOpanel vond dit in planvorming goed vormgegeven. Het NQA-panel sluit zich aan bij dit oordeel. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Uit de documentatie blijkt dat de diverse groepen/actoren (zullen) worden betrokken bij de kwaliteitszorg. Medewerkers in dienstverband worden beoordeeld via monitoring van logistieke en administratieve processen en tijdens jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken. Freelance medewerkers worden betrokken bij diverse evaluaties van programmaopzet en –onderdelen en hebben inspraak via het docentenoverleg en het contact met de hoofddocent. Studenten worden betrokken bij het onderwijs via een hogeschoolbrede studentenraad, de studentenpanels en diverse tevredenheidsonderzoeken. Het beroepenveld (beroepenveldcommissie, praktijkdocenten, stage- en scriptiebegeleiders, externe adviseurs) worden via diverse evaluatie-instrumenten bevraagd. Het werkveld heeft meer direct inspraak via de beroepenveldcommissie, de referentiegroep en de docenten. • Uitkomsten worden besproken in het managementteam en conclusies worden via het DLO bekendgemaakt naar docenten en studenten. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel is van mening dat de opleiding met de beschikbare instrumenten een breed bereik heeft voor de betrokkenheid van de diverse geledingen.

Onderwerp 6

Facet 6.1

CONDITIES VOOR CONTINUÏTEIT

Afstudeergarantie

Voldoende

Criterium: De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel voldoende vanwege de jarenlange traditie van het NTI als opleidingsinstituut en een mondelinge toezegging van het College van Bestuur over afstudeergarantie. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Door de keuzevrijheid van de student (tijd, tempo en plaats van studie) is het voor student en opleiding van groot belang dat de studie redelijk binnen de beoogde studietijd wordt afgerond. Het NTI garandeert dat iedere ingeschreven en betalende student de opleiding HBO Toegepaste Psychologie kan voltooien binnen een termijn van zes jaar. Het NTI aanvaardt daarbij de inspanningsverplichting om studenten eventueel elders te plaatsen. De rechten hieromtrent zijn beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling HBO © NQA - visitatie NTI TNO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology

37

Toegepaste Psychologie. Dit beeld werd in het gesprek met het management aan het panel bevestigd. De verklaring is in het informatiedossier opgenomen. • De afstudeergarantie wordt mede gedragen door de moederorganisatie Thomson. Ook voor studenten die versneld willen studeren (binnen vier jaar afstuderen) geeft men de garantie dat dit mogelijk is zonder grote studievertragingen. Daartoe zal vooruit worden gewerkt bij de ontwikkeling van het onderwijsprogramma. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het NQA-panel handhaaft het oordeel voldoende op basis van de omschreven rechten en plichten van de student en de opleiding en de bevestiging van inspanningsverplichting in het gesprek met het management.

Facet 6.2

Investeringen

Voldoende

Criterium: De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende. Het NVAO-panel heeft geen specifieke investeringen aangetroffen voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie. Zij achtte een investeringsplan voor de opleiding noodzakelijk voor een goede beoordeling van het realistisch karakter en de uitvoerbaarheid van de plannen. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het NTI heeft voor meerdere jaren een begroting opgesteld voor investeringen die nodig zijn om de opleiding geaccrediteerd aan te kunnen bieden. Belangrijkste posten daarin zijn: extern advies (IOWO), hoofddocent en vakdocenten (met name voor ontwikkeling onderwijsprogramma, begeleiding en toetsing) en accreditatie leges. In de loop van 2005 is nagegaan of het budget toereikend is en zijn aanpassingen doorgevoerd. • Er is een jaar-exploitatiebegroting opgesteld die een prognose geeft van de omzet en kosten voor de uitvoering van het onderwijs in een fictief studiejaar. Deze zijn opgesteld op basis van het verwachte aantal studenten (totaal ingeschreven circa 350 en jaarlijkse instroom van circa 100 studenten). Het panel is van mening dat deze begroting is gebaseerd op redelijke inschattingen, mede op basis van de ervaring van het NTI met andere opleidingen. Zij stelt vast dat er geen onderscheid wordt gemaakt in aanloopjaren en volledig draaiende jaren. • De meerjarenbudgetten zijn door de moederorganisatie Thomson Learning geaccordeerd en verzekerd. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel stelt vast dat voldoende specifieke investeringen zijn gedaan in de opleiding HBOPsychologie en dat deze investeringen realistisch zijn.

38


Facet 6.3

Financiële voorzieningen

Voldoende

Criterium: De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door NVAO Bij de vorige beoordeling Toets Nieuwe Opleiding kreeg de opleiding het oordeel onvoldoende vanwege het ontbreken van een meerjarenbegroting voor de opleiding HBO Toegepaste Psychologie. Het oordeel van het NQA-panel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Bestudering van het jaarverslag en de jaarrekening van NTI en Thomson Corporation, laat zien dat de moederorganisatie voldoende financiële draagkracht (vermogen en reserves) heeft om de aanloopkosten, ook bij eventuele negatieve resultaten, te kunnen dekken. Er is sprake van een stabiele situatie van de organisatie op micro- en macroniveau. • Het panel heeft de begroting van de opleiding HBO Psychologie ingezien en stelt vast dat deze past binnen de begroting van Thomson Corporation. Deze prognosebegroting wordt voor meerdere jaren gehanteerd. • In het gesprek met het management van NTI en Hogeschool NTI blijkt dat er duidelijke bereidheid is tot dekking van eventuele verliezen. Dit is niet vastgelegd in concrete financiële voorzieningen. Vorderingen sinds de beoordeling Toets Nieuwe Opleiding door de NVAO Het panel heeft de opleidingspecifieke begroting ingezien en stelt vast dat Thomson de verwachte kosten kan dragen, ook bij eventuele aanloopverliezen.


39

40


Deel C: Bijlagen


41

Bijlage 1:

42

Onafhankelijkheidsverklaring panelleden



43

44



45

46


Panellid NQA: Mevrouw drs. M.J.J. van Beers

Panellid NQA: Mevrouw ir. M. Dekker-Joziasse

Panellid domein: De heer dr. M. van Vugt

Vereiste deskundigheid volgens NVAO

Panellid domein: De heer dr. H. Schouppe

Deskundigheden panelleden

Panellid domein: Mevrouw drs. E.M. Mackaay-Cramer

Bijlage 2:

Relevante werkvelddeskundigheid

X

X

X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen

X

X

X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding

X

X

X

Onderwijsdeskundigheid

X

X

X

X

X

Visitatiedeskundigheid

X

X

X

X

X

Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:

Mevrouw drs. E.M. Mackaay-Cramer Mevrouw Mackaay is voornamelijk ingezet vanwege haar kennis van het werkveld, haar vakdeskundigheid en haar onderwijsdeskundigheid. Zij heeft 25 jaar ervaring in de onderwijsbegeleiding, tevens heeft zij ervaring als docent. Daarnaast heeft zij ervaring als bestuurslid van het Nederlands Instituut voor Psychologen. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1961 – 1967 1967 – 1973

Gymnasium beta Doctoraal examen psychologie Registratie Kinder-en Jeugdpsycholoog Registratie Kinder-en Jeugdpsycholoog Specialist Registratie Gezondheidszorgpsycholoog BIG


47

Werkervaring: 1973 – 1979 1979 – 2002 2001 – 2003 1987 – 1990 1989 – 1992 2003 – heden

Kandidaatsassistent SVO Kohnstamm-Instituut voor Onderwijsresearch Gemeentelijk Pedologisch Instituut Advies-en Begeleidingscentrum voor het Onderwijs in Amsterdam OBD-Eemland Multidisciplinair Werkverband voor Kinder-en Jeugdzaken Onderwijskundig Adviesbureau Seminarium voor Orthopedagogiek

De heer dr. H. Schouppe De heer Schouppe is voornamelijk ingezet vanwege zijn kennis van het werkveld en zijn vakdeskundigheid. Bovendien heeft hij expertise op het gebied van onderwijs door zijn docentschap algemeen psychologische vakken op een hogeschool. Hij is departementshoofd Toegepaste Psychologie aan de Lessius Hogeschool te Antwerpen. Hij heeft deelgenomen aan de NQAauditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1973 – 1978 1978 – 1984 1992

Licentiaat in de Psychologische en Pedagogische Wetenschappen (Rijksuniversiteit Gent) Dr. in de psychologie (Katholieke Universiteit Leuven) Kort Programma Informatica, Open Universiteit, Heerlen (Nederland)

Werkervaring: 1978 – 1984 Assistent aan de Handelshogeschool Antwerpen 1984 – 1988 Hoofd van het studiebureau 1986 – 1992 Programmadirecteur Master of Science in Information Management (Handelshogeschool) 1988 Adjunct-directeur 1992 Hoogleraar 2005 Departementshoofd afdeling Toegepaste Psychologie, Lessius Hogeschool Antwerpen

De heer dr. M. van Vugt De heer Van Vugt is voornamelijk ingezet vanwege zijn kennis van het werkveld en zijn vakdeskundigheid. De heer Van Vugt heeft diverse vaktechnische publicaties op zijn naam staan. Tevens heeft hij ruime ervaring in het psychologieonderwijs. Hij heeft deelgenomen aan de NQAauditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1979 – 1985 1985 – 1991 1991 – 1995

Gymnasium ‘Bataafse Kamp’ Hengelo Doctoraal Sociale en Organisatiepsychologie, Rijksuniversiteit Groningen Doctoraat, faculteit Gezondheidsonderwijs, Universiteit van Maastricht

Werkervaring: 1995 – 2000 Universitair docent, Universiteit van Southampton 2000 – 2004 Senior Universitair docent, Universiteit van Southampton 2004 – heden Professor Sociale Psychologie, Universiteit van Kent

48


Mevrouw ir. M. Dekker-Joziasse Mevrouw Dekker is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft eerdere ervaring met visitaties in de gezondheidszorg: kaderopleidingen gezondheidszorg en de opleidingen Optometrie en Orthoptie. Daarnaast heeft zij 10 jaar ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Zij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij Lloyd’s. Zij geeft zelf de NQA-training voor auditor hoger onderwijs. Kennis van het hoger onderwijs heeft zij ondermeer door haar docentschap aan de WU en het geven van diverse onderwijskundige cursussen. Opleiding: 1977 – 1983 1983 – 1989

VWO, Christelijke Scholengemeenschap Walcheren te Middelburg Opleiding Tuinbouwplantenteelt, Wageningen Universiteit

Werkervaring: 1990 – 1991 Adviseur bij Tuinbouwkundig Adviesbureau ETKO 1991 – 1995 Toegevoegd docent Wageningen Universiteit, vakgroep Tuinbouwplantenteelt, belast met onderwijsontwikkeling 1995 – 2004 Beleidsmedewerker afdeling Kwaliteitszorg, HBO-raad, 7 visitatietrajecten in ` diverse sectoren/domeinen van het hbo. 2004 – heden Auditor NQA, trajecten in gezondheidszorg, informatica, aangewezen onderwijs en SPH. Cursussen: Training Auditor Hoger Onderwijs, oktober 2003, NQA i.s.m. Lloyds Register Tweedaagse cursus Interne Kwaliteitsaudits, december 2002, Lloyds Register

Mevrouw drs. M.J.J. van Beers Mevrouw Van Beers is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ervaring als NQA-auditor en als studentpanellid bij meerdere visitaties. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1991 – 1997 1997 – 1998 1998 – 2004

VWO, Thomas More College te Oudenbosch Bio-farmaceutische wetenschappen, Rijksuniversiteit Leiden Psychologie, Universiteit Utrecht

Werkervaring: 2004 Gezondheidspsycholoog bij Emotional Brain, Almere 2005 Auditor NQA Relevante ervaring: 1998 – 2004 Actief in studenteninspraak, onder andere faculteitsraad en helpdesk medezeggenschap. Lid Advies Commissie Kwaliteit Onderwijs, UU. 2000 – 2001 Bestuurslid Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport


49

Bijlage 3:

Bezoekprogramma

Programma visitatie HBO Toegepaste Psychologie op 28 oktober 2005 08.30 – 10.30 uur Aankomst panel en start materiaalbestudering 10.30 – 11.15 uur

gesprek met bestuur: Dhr. C. Vink (voorzitter College van Bestuur) Dhr. H. Winkelman (vice-voorzitter College van Bestuur) Dhr. M. Kolsteren (directeur HBO) Dhr. K. Jörissen (adjunct directeur HBO) Dhr. P. Starreveld (voormalig hoofddocent, ontwikkelaar)

11.15 – 12.00 uur

gesprek beroepenveldcommissie: Dhr. K. Braspenning Dhr. M. Mansveld Dhr. D. Boutkan Dhr. A. de Folter Mw. W. Altink Dhr. Starreveld

12.00 – 12.45 uur

gesprek opleidingsmanagement en docenten: Mw. L. van Dongen (curriculumcommissie) Mw. M. Kappé (docent, ontwikkelaar) Mw. J. Spijkerman (docent, ontwikkelaar) Mw. D. Veltman (docent, ontwikkelaar) Dhr. F. Hoogeveen (curriculumcommissie) Mw. B. Smeets (curriculum- en examencommissie) Dhr. P. Starreveld (ontwikkelaar en voormalig hoofddocent)

12.45 – 13.30 uur

Lunchpauze

13.30 – 14.30 uur

Demonstratie DLO

14.30 – 16.00 uur

Interne bespreking panel

16.00 – 16.30 uur

Afsluitend gesprek met opleidingsmanagement: Dhr. M. Kolsteren (directeur HBO) Dhr. K. Jörissen (adjunct directeur HBO) Dhr. P. Starreveld (ontwikkelaar en voormalig hoofddocent)

16.30 uur

Intern overleg panel en formulering oordelen en conclusies

50


Programma visitatie HBO Toegepaste Psychologie op 26 oktober 2006 10.00 – 12.00 uur vooroverleg panel en nader bestuderen materiaal 12.00 – 12.45 uur

gesprek met opleidingsmanagement Dhr. M. Kolsteren (directeur HBO) Mw.M. Pieters (businesunit manager HBO) Mw. M. Kappe (hoofddocent HBO Psychologie)

12.45 – 13.30 uur

Lunchpauze

13.30 – 14.15 uur

curriculumcommissie:ontwikkelaars/docenten Dhr. Frans Hoogeveen, Mw. Bianca Smets, Mw. Heleen Bos Mw. Janka Spijkerman Mw. Margot Kappe

14.15 – 15.00 uur

beroepenveldcommissie Dhr. Dennis Boutkan, Dhr. Maarten Mansveld Mw. Wieby Altink

15.00 - 16.30 uur

intern overleg panel

16.30 – 17.00 uur

Afsluitend gesprek met opleidingsmanagement Dhr. M. Kolsteren (directeur HBO) Mw.M. Pieters (businesunit manager HBO) Mw. M. Kappe (hoofddocent HBO Psychologie)


51

Bijlage 4:

Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal

Lijst van bijlagen behorend bij de visitatie van 28 oktober 2005 •

Rapportage marktonderzoek HBO opleiding Psychologie

•

Deskresearch ‘Arbeidsperspectief voor afgestudeerden HBO Psychologie

•

Meetbare competenties HBO Psychologie

•

Eindkwalificaties voor de HBO Psychologie opleiding in termen van meetbare competentie

•

Naar een hanteerbaar competentiebegrip

•

NTI beroepsprofiel HBO Psychologie

•

Beroepenveldcommissie – samenstelling – reglement – CV’s leden

•

Inhoudelijk overzicht van periodes naar bijbehorende onderwijseenheden

•

Meetbare competenties algemene gedeelte

•

Leerlijnen specialisaties Psychologie

•

Matrix opleiding – Dublin descriptoren

•

Overzicht studiejaren naar periodes

•

Overzicht studieprogramma aan de hand van thema’s van de perioden

•

Opleidingsconcept

•

NTI-richtlijnen voor de implementatie van de onderwijsperioden

•

Curriculumcommissie – samenstelling – overzicht verantwoordelijkheden – CV’s leden – notulen – bijeenkomsten curriculumcommissie

•

Hoofddocent – functieomschrijving – CV’s hoofddocent(en)

•

Docenten – functieomschrijving – overzicht ontwikkeltaken per docent – CV’s docenten

•

Opleidingsbegroting HBO Psychologie

•

Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding

•

Regeling toelating studenten 21 jaar en ouder

•

Hogeschool NTI Examenreglement

•

Werkend leren tijdens stage

•

Naar competentiegericht en flexibel toetsen

•

Kwaliteitszorgstelsel

52


Lijst van bijlagen behorend bij de visitatie van 26 oktober 2006 1.

NTI beroepsprofiel hbo-bachelor opleiding applied psychology.

2.

Eindkwalificaties voor de hbo-bachelor opleiding applied psychology in termen van meetbare competentie

3.

Meetbare competenties hbo-bachelor opleiding applied psychology

4.

Leerlijnen specialisaties hbo-bachelor opleiding applied psychology

5.

Studiejaren naar periodes

6.

Inhoudelijk overzicht van de periodes naar bijbehorende onderwijseenheden

7.

Studieprogramma aan de hand van thema’s van de perioden

8.

Literatuurlijst jaar 1 t/m 3

9.

Vrijstelling stage hbo-bachelor opleiding applied psychology.

10.

Afstudeergarantie College van Bestuur

11.

Onderwijs- examenregeling

12.

Overzicht documenten ter inzage

13.

Stagebeleid Hogeschool NTI v2.0

14.

Studiehandleiding 2006

15.

Cursusmateriaal periode 1 t/m 4 2006

16.

Curriculum Vitae ontwikkelaars

17.

E-mails curriculumcommissie

18.

E-mails beroepenveldcommissie

19.

Beoordelingscriteria voor de beroepsvaardigheden

20.

Leerlijnen algemeen gedeelte 2006

Na de visitatie nog toegezonden: 21.

Aanvullende documentatie 2006


53

Hogeschool NTI Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: HBO Toegepaste Psychologie, Bachelor of Applied Psychology Variant: deeltijd

Recommend Documents