Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Executive Master of Business Administration Toets Nieuwe Opleiding Variant : Deeltijd Visitatiedata: 14 en 15 september 2005
© NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, december 2005
2
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Inhoud
3
Deel A:
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 9 11 11 13 13
Deel B:
Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
15 17 19 26 28 30 32
Deel C:
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Waarborgen continuïteit
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Kengetallen Overzichtslijst van door eMBA ter inzage gelegd materiaal
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
35 36 37 41 43 46
3
4
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Deel A: Onderwerpen
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
5
6
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Onderwerpen
1.1
Voorwoord
In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding eMBA van Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de toets nieuwe opleidingen van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in juni 2005, het moment waarop eMBA Windesheim haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. De informatieanalyse ter plaatse werd uitgevoerd op 16 juni. Een visitatiebezoek vond plaats op 14 en 15 september 2005 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: - Ing. S. Molkenboer MBA (voorzitter; domein-/ werkveldpanellid); - Prof.dr. P.S. Zwart (domeinpanellid MBA); - Mw. drs. J. Braaksma (onderwijskundig panellid); - Mw. drs. J. van Alst (NQA-auditor). De NVAO heeft voor opleidingen die via samenwerking met een buitenlandse hogeschool/ universiteit als masteropleiding gevalideerd zijn de toets nieuwe opleiding verplicht gesteld ter toelating tot het BaMa-stelsel. Het panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief / negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen (onvoldoende of voldoende) en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven, zoals door de NVAO is voorgeschreven. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Voorgeschiedenis eMBA Windesheim bestaat feitelijk al zo’n 10 jaar en is ontstaan uit de MBA Arnhem Zwolle (MBAAZ). In het geval van de eMBA Windesheim is er dus sprake van een toetsing van een zogeheten nieuwe-bestaande opleiding. MBAAZ ging in 1994 van start als een opleiding van de University of Hertfordshire en een samenwerkingsverband tussen de Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) en de © NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
7
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Doel van deze samenwerking was een sterke MBA opleiding aan te bieden voor een regionale doelgroep met een focus op internationalisering. De MBA Arnhem Zwolle is in 1993 en 1999 gevalideerd door de UH en in 2000 is de MBA Arnhem Zwolle geaccrediteerd door de Dutch Validation Council. Met ingang van september 2002 is de franchiseovereenkomst door de University of Hertfordshire beëindigd als gevolg van een besluit van UH om alle overeenkomsten met minder dan 100 studenten af te stoten vanwege te hoge kosten. In 2002-2004 is de opleiding, uitgevoerd door CHW en HAN, gestart onder de naam MBAAZ Business School. In september 2003 heeft de HAN te kennen gegeven niet verder te willen gaan met deze opleiding vanwege onvoldoende instroom. Daarop heeft CHW besloten – mede vanwege de samenwerking met de Vrije Universiteit – in 2004 met de MBA-opleiding een doorstart te maken onder de naam Windesheim executive MBA. De eMBA gaat deel uitmaken van de per september 2006 te starten Windesheim School of Business and Economics. Algemene kenmerken De eMBA Windesheim is een post-initiële deeltijdopleiding: 60 EC’s zijn verspreid over 2 jaar. De eMBA behoort tot de zogeheten niet-bekostigde opleidingen: studenten c.q. hun bedrijven betalen € 18.750 (tarief 2005) studiegeld. Het betreft geen duale opleiding, omdat er geen sprake is van een studiecontract met het bedrijf en omdat studenten ook projecten doen bij organisaties van collega-studenten. De eMBA-opleiding maakt binnen CHW deel uit van het Domein Economie (vanaf 2006 School of Business and Economics), dat verder plaats biedt aan 7 voltijd- en 4 deeltijdopleidingen, waarin praktijkgerichtheid en persoonlijke aandacht centraal staan. De School of Business and Economics zal een compleet pakket van brede en specialistische bachelors en masters Business studies aanbieden. De eMBA maakt deel uit van deze plannen. Programma Het programma van eMBA Windesheim heeft zich gedurende tien jaar ontwikkeld. De toets nieuwe opleiding is gebaseerd op het programma zoals gepland voor het studiejaar 20052006. De facto betreft dit het programma zoals dat in 2002 opnieuw is vastgesteld. Dit bestaat uit drie programmalijnen: - theoretische scholing en verdieping: 3-4 modulen per semester - praktijkscholing en verdieping: drie semesterprojecten plus scriptie - persoonlijke en professionele ontwikkeling: ontwikkelingsplan, reflectieverslagen en coachgesprekken Uit de samenwerking met University of Hertfordshire zijn met name de aandacht voor double loop learning en zelfreflectie behouden. De semesterprojecten vormen sinds 2002 belangrijke peilers van het programma.
8
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Student- en docentaantallen en faciliteiten De eMBA-opleiding richt zich op 15 studenten per cohort. Vanaf de start van de opleiding beweegt het feitelijk aantal studenten per cohort zich tussen 9 en 20 deelnemers. In 20032004 en in 2004-2005 is geen nieuw cohort van start gegaan, doordat het vereiste minimumaantal niet werd gehaald. Op het moment van visitatiebezoek (15 september) hebben zich twee studenten aangemeld voor 2005-2006. De Directeur Domein Economie heeft aangegeven bereid te zijn de opleiding met minimaal 6 studenten te starten. Minder is onderwijskundig gezien onverantwoord. De werving is er nu op gericht een nieuw cohort per februari 2006 aan de opleiding te laten beginnen. Het docententeam bestaat momenteel uit 12 personen die als kerndocenten verantwoordelijk zijn voor modulen en begeleiding van semesterprojecten en scripties. Het merendeel van de docenten is naast de eMBA-opleiding werkzaam bij andere management- of verwante opleidingen (onder andere CHW, HAN, Fontys Hogeschool, Vrije Universiteit, Radboud Universiteit). Deze docenten combineren hun docentschap veelal met functies als trainer/ adviseur voor het bedrijfsleven. Een kleiner deel van de staf combineert het docentschap met een functie in het bedrijfsleven (onder andere Shell, Rabo-bank). De docentcapaciteit bedraagt 0,8 fte. De overige ondersteuning bedraagt 1 fte: te weten 0,5 fte opleidingscoördinator (course director) en 0,5 fte office manager. De docent-studentratio bedroeg in 2002 1 : 17,5 student. De docenten-studentratio (dus inclusief opleidingscoördinator en office manager) bedroeg in 2002: 1 : 8 studenten. Vanaf 2005 gaat de eMBA gebruik maken van de faciliteiten van CHW. 1.3
Werkwijze
De visitatie van eMBA Windesheim door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA en die hieronder wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport met de bijlagen een duidelijke basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de opleidingen geldende domeinspecifieke referentiekader (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. Voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Tevens vond op 16 juni een informatieanalyse op locatie plaats. Daarop heeft de opleiding op 18 juni 2005 een herziene versie van het visitatiedossier bij NQA ingediend. De herziening had met name betrekking op aanvullende informatie over de positionering van de opleiding, over de docenten en over de waarborgen voor continuïteit. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft het panel tijdens de voorbereidende vergadering op 26 juni het programma van het visitatiebezoek voorbereid: hier werd een overzicht van voorlopige oordelen gemaakt en inventariseerde de NQA-auditor de vraagpunten in de vorm van kernpunten en prioriteiten voor het
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
9
materialenonderzoek en de gesprekken. Een en ander is vastgelegd in een verslag van de voorbereidende bespreking. Tevens is de opleiding verzocht op enkele punten nog actuele aanvullende informatie te leveren inzake studentaanmeldingen voor 2005-2006 en de docentenbezetting 2005-2006. In augustus-september hebben de panelleden 10 scripties en 6 semesterproject-verslagen plus beoordelingsformulieren bekeken voor wat betreft niveau en aansluiting bij de eindkwalificaties. eMBA Windesheim heeft in het visitatiedossier kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of er sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. Visitatiebezoek NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek, dat door het panel is toegepast op de situatie van eMBA Windesheim (bijlage 3). Op 14 september zijn literatuur, module-handouts, toetsopdrachten, en evaluatiegegevens bekeken. Tevens is tussen panelleden een taakverdeling afgesproken. Op 15 september vonden gesprekken plaats met de directeur Domein Economie, de course director eMBA, zeven kerndocenten, drie leden van de Raad van Advies, en met drie alumni. Het leek het panel niet zinvol met een studentendelegatie te spreken, aangezien er momenteel nog slechts 1 student uit de cohort 2002-2004 aan de opleiding ingeschreven staat. Het aantal alumni (drie) dat het panel heeft kunnen spreken is aan de lage kant, maar het betreft hier naar de mening van het panel procentueel gezien een goede vertegenwoordiging aangezien het totaal aantal alumni dat het huidige programma heeft gevolgd 15 bedraagt. Dit betekent dat het panel heeft gesproken met 20% van de alumni van het huidige programma. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-) oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft het panel aan de directeur Domein Economie en de course director gezamenlijk, een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld - een detailrapport en een onderwerprapport - waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het detailrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in oktober 2005 een concept van dit rapport ontvangen voor een check op feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in november 2005 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd.
10
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2005. Het visitatierapport is in december 2005 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In hoofdstuk 1.5 wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie ‘Handreiking voor oordeelsvorming’ een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Omdat er bij deze toets nieuwe opleiding sprake is van een zogeheten nieuwe-bestaande opleiding heeft het panel ook de resultaten van de opleiding in haar oordeel betrokken. Het betreft met name het niveau van studenten blijkend uit werkstukken en scripties (zie 2.1), en de gerealiseerde instroom en rendementen (zie 2.5). 1.5
Oordelen per onderwerp
1.5.1 Doelstellingen opleiding De oordelen over de facetten ‘domeinspecifieke eisen’, ‘niveau’ en ‘oriëntatie hbo-master’ zijn voldoende omdat het doel van de opleiding en de uitwerking daarvan in eindkwalificaties in lijn zijn met hetgeen internationaal van een generalistische eMBA wordt verwacht. Dit blijkt ondermeer uit vergelijking met de eindkwalificaties van de Association of MBA’s (Britse organisatie verantwoordelijk voor de accreditatie van MBA’s). Het oordeel over het onderwerp ‘doelstellingen’ is derhalve positief. 1.5.2 Programma De facetten ‘eisen hbo’, ‘relatie doelstellingen en inhoud programma’, ‘samenhang’, ‘studeerbaarheid’, ‘instroom’ en ‘studieduur’ worden als voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp ‘programma’ is op grond van het bovenstaande positief. 1.5.3 Inzet van personeel De facetten ‘eisen hbo’, ‘kwantiteit personeel’ en ‘kwaliteit personeel’ zijn als voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp ‘inzet van personeel’ is positief. 1.5.4 Voorzieningen De facetten ‘materiële voorzieningen’ en ‘studiebegeleiding’ zijn voldoende. Het oordeel over het onderwerp ‘voorzieningen’ is positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De facetten ‘systematiek interne kwaliteitszorg’ en ‘betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ zijn voldoende. Het oordeel over het onderwerp ‘interne kwaliteitszorg’ is positief.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
11
1.5.6 Waarborgen continuïteit De facetten ‘afstudeergarantie’, ‘investeringen’ en ‘financiële voorzieningen’ zijn eveneens voldoende. Het oordeel over het onderwerp ‘waarborgen continuïteit’ is derhalve positief.
12
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
1.6
Schematisch overzicht oordelen
eMBA Windesheim: totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau master 1.3 Oriëntatie hbo-master Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Totaal oordeel Onderwerp 6 Condities voor continuïteit 6.1 Afstudeergarantie 6.2 Investeringen 6.3 Financiële voorzieningen Totaaloordeel
1.7
TNO eMBA V V V Positief V V V V V V Positief V V V Positief V V Positief V V Positief V V V Positief
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding eMBA Windesheim positief is.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
13
14
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Deel B: Facetten
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
15
16
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Facetten
Onderwerp 1
Facet 1.1
DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING
Domeinspecifieke eisen
Voldoende
Criteria: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Doel van de eMBA is (visitatiedossier, p. 15) afgestudeerden af te leveren die: een brede en integrale kennis hebben van bedrijfsprocessen, zodat zij ook op interdisciplinair niveau met collega’s en ondergeschikten effectief kunnen communiceren; op managementteamniveau kunnen opereren en onderzoeksvaardig zijn; en die zelfstandig kennis kunnen verwerven, strategisch inzicht ontwikkelen, op toepassing van kennis gericht onderzoek uitvoeren, complexe problemen analyseren en een strategische visie kunnen communiceren. Het panel is van mening dat het doel van de opleiding in lijn is met hetgeen internationaal van een generalistische eMBA wordt verwacht. Dit doel is verder voldoende uitgewerkt in de eindkwalificaties, die zowel betrekking hebben op het kunnen onderzoeken, analyseren en oplossen van complexe multidisciplinaire managementvraagstukken in internationale arbeidsorganisaties, als op het implementeren en evalueren van veranderingen. Dit blijkt mede uit de vergelijking die eMBA Windesheim in het visitatiedossier (p. 19-20) treft tussen de eigen eindkwalificaties, die van de Association of MBA’s - een Britse organisatie verantwoordelijk voor de accreditatie van MBA’s -, en die van elf andere Nederlandse en vijf internationale MBA-opleidingen (visitatiedossier, p. 23 – 26). Met name de vergelijking met de eindkwalificaties van de AMBA acht het panel een goede legitimatie van de eindkwalificaties. • In het visitatiedossier trof het panel kleine tekstuele verschillen aan in de formulering van de eindkwalificaties (p. 18, 19 en 36). De voorlopige conclusie van het panel dat de formulering op p. 18 leidend is, is in het gesprek met het opleidingsmanagement bevestigd. • In de gesprekken heeft het panel - mede met het oog op de huidige geringe instroom gevraagd naar het ‘eigen gezicht’ van de opleiding. Het antwoord was duidelijk: eMBA Windesheim beoogt ‘gewoon een goede, brede MBA-opleiding’ te zijn, die behoort tot ‘de top van de middenmoot’. Het enige waarop de opleiding zich specifiek van andere opleidingen zegt te willen onderscheiden is de regionale inbedding in Zwolle en omstreken, de regionale doelgroep, en de kleinschaligheid. Het panel heeft geconstateerd dat dit beoogde profiel, hoewel inhoudelijk weinig onderscheidend, zeker legitiem is.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
17
•
•
De opleiding baseert haar eindkwalificaties op de Dublin-descriptoren en op een twaalftal competenties (visitatiedossier, p. 17) te weten: analyseren, redeneren, abstraheren, construeren, interveniëren, communiceren, positioneren, evalueren, rapporteren, reflecteren, motiveren en stimuleren. Naar de mening van het panel zijn deze competenties erg algemeen geformuleerd, maar komen zij wel herkenbaar terug in de eindkwalificaties. In de gesprekken geven de werkveldcommissie en de alumni aan dat de eindkwalificaties - zowel in de breedte (diverse disciplines, aandacht voor professionele ontwikkeling) als in de diepte (niveau en mate van integratie tussen disciplines) – de eisen weerspiegelen die door vakgenoten en beroepspraktijk worden gesteld.
Facet 1.2
Niveau master
Voldoende
Criteria: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De opleiding laat met behulp van een matrix het verband zien tussen de zeven eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren (visitatiedossier, p. 28). Het panel acht hiermee de Dublin-descriptoren goed afgedekt. De eindkwalificaties zijn als volgt opgebouwd rond: Kennis en inzicht op het terrein van alle relevante managementdisciplines (1, 2, 3 en 6), en integratie hiervan in een multidisciplinair perspectief op managementvraagstukken (1, 2 en 7); Toepassing van kennis en inzicht op managementvraagstukken via toegepast onderzoek, implementatie en verandermanagement (1, 2, 3, 4, 6 en 7) Oordeelsvorming over de wederzijdse toepasbaarheid van theorievorming en methoden op de management- en organisatiepraktijk (1, 2, 3, 5 en 7) Communicatie over sterktes en zwaktes van de organisatie(eenheden), producten en mensen (4 en 5) Leervaardigheden van de manager en diens organisatie (1, 4 en 5). • Het niveau van de master wordt door de opleiding eveneens aangetoond middels vergelijking met de accreditatiekaders van de Association of MBA’s. Het panel acht dit voldoende als ijkpunt voor hetgeen internationaal van een master wordt verwacht.
18
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Facet 1.3
Oriëntatie hbo-master
Voldoende
Criteria: De beoogde eindkwalificaties sluiten aan bij de volgende beschrijving van een hbomaster: een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/ of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De eindkwalificaties en het programma van de opleiding zijn in 2002 bijgesteld, in nauwe samenwerking tussen opleidingsmanagement, docenten, werkveldcommissie en alumni. • In gesprekken bevestigen alumni en werkveldcommissie dat het een professional master betreft, juist vanwege de systematische aandacht voor toegepast en multidisciplinair onderzoek en samenwerken. • Contacten van de alumni-vereniging laten zien dat afgestudeerden na afronding van de eMBA vrijwel zonder uitzondering nieuwe loopbaanstappen zetten naar hogere managementposities, waarin zij leidinggeven aan multidisciplinaire teams. De eindkwalificaties blijken daarmee afgestudeerden te kwalificeren om als integraal manager in een multidisciplinaire omgeving werkzaam te zijn.
Onderwerp 2
Facet 2.1
PROGRAMMA
Eisen hbo
Voldoende
Criteria: Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor een hbo-opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het opleidingsprogramma van de eMBA bestaat uit drie lijnen: De theoretische lijn (32 EC’s) bevat: tien vakinhoudelijke modulen, en vier algemene modulen gericht op projectmanagement en onderzoeksmethoden De praktijk-lijn (26 EC’s) bevat drie semesterprojecten (totaal 11 EC’s) en de scriptie (15 EC’s)
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
19
De derde lijn betreft begeleiding van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student middels een ontwikkelingsplan (Personal Development Plan: PDP) en coachingsgesprekken (2 EC’s). In aanvulling op het (verplichte) programma worden twee optionele modulen aangeboden: ‘Group Behaviour’ en ‘International Business and Cross Cultural Management’. Het panel heeft geconstateerd dat de literatuur actueel en praktijkgericht is. De helft van de verplichte literatuur is Engelstalig. Het panel is van mening dat de literatuur van masterniveau is. Het niveau van de door het panel bestudeerde werkstukken en scripties is eveneens goed te noemen. Het gerealiseerde niveau van de studenten ligt hoger dan bij andere, bij het panel bekende MBA-opleidingen. De semesterprojecten worden in concrete bedrijfssituaties uitgevoerd. Dit waarborgt volgens het panel de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. In het programma is aandacht voor actuele ontwikkelingen: zo is er aandacht voor culturele diversiteit (in ‘Managing International Markets’ en in de optionele module ‘International Business and Cross Cultural Management’) en besteedt een verplichte module aandacht aan Corporate Governance (Commissie Tabaksblat). Het panel acht de omvang van Corporate Governance overigens relatief groot. De optionele modulen maakten voor 2002 deel uit van het verplichte programma, en zijn daarna als optioneel opgenomen, mede om de opleidingskosten te drukken. De alumni zijn erg te spreken over de optionele modulen en betreuren dat deze niet langer verplicht onderdeel uitmaken van de eMBA. De aandacht in het programma voor small business lijkt beperkt. In gesprekken is echter gebleken dat hieraan wel aandacht wordt besteed onder andere in Quality Management & Logistics en in Corporate Governance. De kerndocenten zijn in meerderheid in dubbelfuncties tevens werkzaam als trainer/ consultant voor- of als manager in het bedrijfsleven en MKB (RABO, Shell). Verder biedt elk van de 10 vakinhoudelijke modulen plaats aan een masterclass gegeven door een gastdocent uit de praktijk (lectoren, bedrijven, vakbond), die aanvullende praktijkcases en actuele ontwikkelingen inbrengen. Alumni kunnen ook deelnemen aan deze masterclasses. Hierdoor wordt de uitwisseling tussen opleiding en praktijk nog eens versterkt. -
•
•
• •
•
• •
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Voldoende
Criteria: Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.
20
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het visitatiedossier laat zien hoe de eindkwalificaties zijn geconcretiseerd in het programma. Het panel acht de vertaling van de beoogde kwalificaties in het programma overtuigend, omdat deze ook in het Student Handbook, de Dissertation guidelines, het Assessment Handbook for staff en in de module-handouts uitvoerig en helder uiteengezet zijn. • Met name de drie semesterprojecten bieden duidelijke integratiemomenten als ‘schakels’ tussen theorie en praktijk, en tussen ‘algemeen’ en de eigen ‘bijzondere’ situatie van organisatie en student. • In gesprekken met de opleidingscoördinator en docenten is gebleken dat de staf een duidelijk en eenduidig beeld heeft van de eindkwalificaties, en van de bijdrage van de diverse opleidingsonderdelen daaraan. Ook vindt tussen docenten – ondanks hun relatief kleine aanstellingen en functies elders – regelmatig afstemming plaats over de eindkwalificaties en het programma, zowel tijdens de gezamenlijke projectbegeleiding (drie docenten per semesterproject), als de beoordeling van semesterprojecten en dissertaties, als tijdens de jaarlijkse docentendag. • Ook de alumni zijn van mening dat het programma herkenbaar van de beoogde eindkwalificaties is afgeleid, met name door de heldere structuur van theoretische modulen, toepassing van theorie en onderzoek in de semesterprojecten, en de aandacht voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. • eMBA Windesheim hanteert het didactisch concept van competentiegericht opleiden. De indeling in drie programmalijnen suggereert dat kennis en onderzoekmethoden vrij losstaand worden aangeboden en getoetst. In de gesprekken is het panel gebleken dat deze opdeling voortkomt uit twee keuzes: enerzijds biedt de eigen theorie-lijn meer garanties om het beoogde professionele masterniveau te realiseren; anderzijds garanderen de semesterprojecten en de PDP-lijn dat kennis en beroepsvaardigheden geïntegreerd worden aangeboden en getoetst. Het panel is van mening dat het didactisch concept - hoewel de conceptuele uitwerking van de competenties zeker nog enige aandacht verdient - in de praktijk goed functioneert en derhalve voldoende is. Waar andere opleidingen op papier vaak meer woorden wijden aan competentiegericht opleiden dan hun praktijk rechtvaardigt, spreekt bij deze opleiding vooral de praktijk duidelijke taal. • Het panel vindt het opvallend dat Blackboard vooral wordt gebruikt als informatiemedium en nog nauwelijks als digitale leeromgeving. De opleiding heeft aangegeven in de nabije toekomst in overleg tussen studenten en docenten te willen bezien hoe Blackboard kan worden ingezet als digitale leeromgeving, bijvoorbeeld als hulpmiddel bij samenwerkend leren tijdens de semesterprojecten. • De toetsvormen variëren per programmalijn: De 10 vakinhoudelijke modulen worden afgesloten met een schriftelijk (open boek) tentamen (individuele beoordeling); De groepsprojecten worden afgerond met een gezamenlijk onderzoeksverslag, dat door de drie betrokken vakdocenten in drie stadia wordt beoordeeld. Het eindcijfer komt tot stand volgens de weging: 35% methodologie; 20% projectmanagement; 20% rapport; 25% resultaat.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
21
De scriptie heeft betrekking op het onderzoeken van een managementvraagstuk van strategisch belang voor de arbeidsorganisatie van de student, middels toegepast onderzoek. De omvang van de scriptie bedraagt 15 EC’s. De scriptie wordt beoordeeld door twee docenten onafhankelijk van elkaar, aan de hand van beoordelingslijsten. Zij komen in overleg tot één gemeenschappelijk cijfer. Indien nodig wordt het werk ter beoordeling voorgelegd aan een derde beoordelaar. De student werkt aan de eigen ontwikkeling aan de hand van het Personal Development Plan. Hierin stuurt hij op basis van zelfreflectie en op basis van feedback van projectgroepleden (via standaard beoordelingsformulieren) het eigen leerproces. PDP en de reflectie vormen onderwerp van gesprek met de coach; zij maken geen deel uit van de toetsing. Het panel is van mening dat op deze wijze zowel de kennis als de mate waarin de beoogde competenties worden behaald, op adequate wijze worden getoetst. Met het Assessment Handbook is voorzien in gestructureerde beoordelingscriteria en – formulieren. Het panel heeft tevens docentenbeoordelingen kunnen inzien van projectverslagen en van dissertaties. Feedback en beoordelingen zijn doelgericht en goed gestructureerd. De examencommissie, bestaande uit enkele docenten onder voorzitterschap van de course director, bespreekt tweemaal per jaar de examens van studenten. De examencommissie speelt tot dusverre geen actieve rol in het opstellen van richtlijnen inzake toetsing en beoordeling. De opleiding heeft desgevraagd aangegeven de rol van de examencommissie inzake toetsing te willen versterken, onder andere door een externe docent zitting te geven in de examencommissie. Verder zijn de taken en bevoegdheden van de examencommissie opnieuw beschreven ten behoeve van opname in het OER. De examencommissie stelt richtlijnen vast voor de beoordeling, en voor de vaststelling van de uitslag van examens en tussentijdse toetsen. Verder stelt de commissie onder haar verantwoordelijkheid een toetscommissie in die de examencommissie, docenten, course director en bedrijfsbureau adviseert over toetsbeleid, kwaliteitsbewaking en over het optimaliseren van tentamenprocedures. Het panel beoordeelt de kwaliteitsborging van toetsing en beoordeling als voldoende, zeker gezien de ingezette versterking van de examencommissie. -
•
Facet 2.3
Samenhang in het opleidingsprogramma
Voldoende
Criteria: Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het programma bestaat uit drie lijnen: een theoretische lijn van 32 EC’s; een praktijk-lijn van 26 EC’s en een PDP-lijn van 2 EC’s. Het programma is verspreid over vier semesters. Het panel is van mening dat er sprake is van een goed opgebouwd en samenhangend programma. Binnen een semester wordt de theoretische kennis die is opgedaan tijdens drie vakinhoudelijke modulen geïntegreerd in een projectopdracht. De drie module-docenten begeleiden tevens het project. Projectopdrachten zijn gericht op
22
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
•
•
een real-life bedrijfssituatie in de organisatie van een van de studenten. Studenten werken in groepen aan deze opdrachten, waarbij de groepen elk semester van een wisselende samenstelling zijn. De complexiteit van de projecten neemt per semester toe: probleemsignalering, probleemanalyse en vervolgens probleemoplossing. De opleiding wordt afgesloten met een dissertatie, gebaseerd op een onderzoek in de eigen organisatie, waarin diepgang en praktische oriëntatie zijn gekoppeld. Doel is om op basis van theorievorming en eigen toegepast onderzoek te komen tot een innovatieve en haalbare oplossing voor een managementprobleem van de eigen arbeidsorganisatie. Studenten worden begeleid door één van de docenten, wiens discipline een goede aansluiting geeft bij het gekozen onderwerp. Het Personal Development Plan loopt als een rode draad door het programma. De student beschrijft de persoonlijke leerdoelen, afgeleid van de eindkwalificaties, en stelt elk semester een voortgangsreflectie op. Hierin verwerkt de student feedback die hij ontvangt van docenten en projectgroepsleden. De reflecties worden tijdens drie begeleidingsgesprekken besproken met de coach.
Facet 2.4
Studielast
Voldoende
Criteria: Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: Het programma beslaat 60 EC’s verspreid over 2 jaar. Volgens de opleiding komt dit overeen met 1800 uur. Daarbij rekent de opleiding met 1 EC’s = 30 uur en geeft zij een maximale uitleg aan instructies van de Europese Commissie die stellen dat een EC’s overeenkomst met 25 – 30 werkuren. Contacturen zijn geroosterd op één middag en avond per week (gedurende 6-7 weken per semester): studenten nemen dan deel aan twee modulen van elk 2 uur. Verder vindt dan bespreking van de projectgroep plaats (2 uur). Aanvullend is er per module een masterclass (2 uur). De inhoudsdeskundigen van het panel beoordelen de studielast als passend en – door de combinatie met betaald werk - eerder aan de zware dan aan de lichte kant. Het aantal contacturen is volgens het panel voldoende in verhouding tot het aantal studiepunten: bij de modulen is de verhouding 1 : 4 en bij de projecten is dat 1 : 5,5. • In vergelijking met het programma voor 2002 is de studievertraging verminderd, met name door de invoering van de groepsprojecten. Van de 2002 instroom voltooide 100% het eerste jaar binnen de gestelde studieduur (2001: 69%) en 71,4% (2001: 50%) de totale studie binnen de gestelde duur van 2 jaar. Naar verwachting doet 90% dat binnen 2½ jaar en 100% na 3 jaar. • Studenten geven in evaluaties aan dat het programma ‘pittig maar studeerbaar’ is. De rendementscijfers bevestigen dat het programma voldoende studeerbaar is. • Het aantal uren zelfstudie bedraagt 1523 uur (visitatiedossier, tabel 11). Alumni geven aan de zelfstudie-uren zeker nodig te hebben gehad. Werkzaamheden voor de •
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
23
•
semesterprojecten zijn niet altijd goed te plannen in combinatie met betaald werken. De sociale cohesie van de groep houdt studenten bij de les. Studenten en alumni geven aan dat de combinatie van studie en betaald werk, en steun van het thuisfront daarvoor, bij de intake indringend worden besproken. De goede studentenbegeleiding en de sociale cohesie binnen studentgroepen dragen er aan bij dat studievertraging nauwelijks voorkomt. Het panel waardeert het dat course director, docenten en studenten zich wederzijds op deze wijze aan de opleiding committeren.
Facet 2.5
Instroom
Voldoende
Criteria: Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: bachelor en eventuele (inhoudelijke) selectie. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Studenten worden toegelaten indien zij beschikken over een relevante hbo- of wovooropleiding én minstens 3-5 jaar werkervaring, waarvan 1-2 jaar in een leidinggevende of managementpositie. Relevante bacheloropleidingen zijn bijvoorbeeld: HEAO CE/ BE/ AC, Bedrijfskunde, Economie, Hotelmanagement, Facility Management, Personeel & Organisatie. Relevante andere (post-hbo-)opleidingen zijn: Bedrijfskunde, NIMA A en B, SPD 1 en 2 of Hoger Management opleiding. Vooropleiding, relevante werkervaring, motivatie en beschikbare tijdsinvestering worden getoetst in een interview met de student, een gesprek met de werkgever en middels een essayopdracht. Algemene en specifieke toelatingseisen zijn beschreven in het Student Handbook. Een nadere uitwerking in beoordelingscriteria ontbreekt. Besluit tot toelating vindt plaats door de course director. In geval van twijfel over de achtergrond van de kandidaat in een bepaalde discipline, overlegt de course director met de betreffende vakdocent. Blijft dan nog twijfel bestaan dan dient de kandidaat een capita selecta-opdracht uit te voeren. • Studenten die niet over een relevante hbo- of wo-vooropleiding op een of meer van de basisdisciplines beschikken, volgen voorafgaand aan de opleiding (september) één tot drie opstartmodulen (Marketing basics, Finance for the non-financial manager, Management & Organisation) van elk 1 EC’s. De opstartmodulen zijn toegesneden op de betreffende module uit het eMBA programma, en bieden de noodzakelijke voorkennis om het eMBA programma te kunnen volgen. De ervaring leert dat deze opstartmodulen voldoen en de cursist snel en efficiënt bijscholen op het vakgebied. Cursisten dienen over het algemeen wel meer inspanningen te leveren in de eMBA modulen. • Studenten zonder relevante hbo/ wo-bacheloropleiding kunnen worden toegelaten op basis van elders verworven competenties. Aanvullend op de reguliere toelatingsprocedure worden hun denk- en werkniveau en studievaardigheden getoetst middels een schrijf- en presentatieopdracht op basis van capita selecta. In dergelijke gevallen vindt besluit tot toelating plaats door de course director samen met een docent. In gesprekken is gebleken dat de toelatingsprocedure in de praktijk strikt wordt gevolgd (een gepromoveerde fysicus moest toch een essay schrijven) en dat de essayopdrachten
24
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
•
•
door alumni als ‘’pittig’ worden ervaren. De alumni geven verder aan dat de opleiding er daadwerkelijk in slaagt de juiste studenten te selecteren wat betreft niveau, motivatie (‘geen weggeef-MBA’), als ook wat betreft MBA-profiel (‘geen koele cijfer-managers maar managers die ook oog hebben voor de niet-rationele kanten van organisaties, mensen en zichzelf’). Desgevraagd heeft de opleiding aangegeven de examencommissie een sterkere rol te geven in de kwaliteitsborging van de toelating: inmiddels is vastgelegd dat de examencommissie de instroomeisen vaststelt en dat zij besluit over toelating van studenten op basis van elders verworven competenties. De examencommissie is nauw betrokken bij toelating doordat de course director tevens voorzitter van de examencommissie is. De eMBA-opleiding richt zich op 15 studenten per cohort. Vanaf de start van de opleiding beweegt het feitelijk aantal studenten per cohort zich tussen 9 en 20 deelnemers. In 2003-2004 en in 2004-2005 is geen nieuw cohort van start gegaan, doordat het vereiste minimumaantal van 6 studenten niet werd gehaald. Op het moment van het visitatiebezoek (15 september) hebben zich twee studenten aangemeld voor 2005-2006. De directeur Domein Economie heeft aangegeven bereid te zijn voor een cohort van 6 of meer studenten het programma te verzorgen. Minder is onderwijskundig gezien onverantwoord. De werving is er nu op gericht een nieuw cohort per februari 2006 aan de opleiding te laten beginnen. Duidelijk is dat de lage instroom hét zorgpunt is voor eMBA Windesheim. De reden voor de geringe studentenbelangstelling de afgelopen jaren zijn volgens de diverse gesprekspartners de slechte economische omstandigheden. Hierdoor reduceren bedrijven hun opleidingsbudgetten en lopen bij alle MBA-opleidingen de studentaantallen terug. Een tweede reden is volgens hen: onvoldoende aandacht voor gerichte werving bij bedrijven in de regio, mede als gevolg van bestuurlijke onduidelijkheid in 2003-2004 over voortzetting van de opleiding. Ook het feit dat de opleiding nog doende is NVAO-accreditatie te verkrijgen, wordt door de gesprekspartners als mogelijke reden genoemd. Het panel heeft ervaren dat de geringe, gerealiseerde instroom door docenten, werkveldcommissie en alumni als hét zorgpunt van de opleiding wordt ervaren. Nu duidelijk is dat CHW de eMBA-opleiding graag wil doorzetten, ziet het panel geen belemmeringen meer voor de opleiding om de acquisitie gericht ter hand te nemen. Docenten, werkveldcommissie en alumni geven blijk over voldoende contacten en ideeën (bedrijfsbezoeken, marketing-project door studenten, project- en scriptiebegeleiders inschakelen, alumni-vereniging inschakelen, adviestrajecten koppelen aan acquisitie) te beschikken om tot meer doelgerichte acquisitie te komen, zodat de eMBA tijdig van een (straks) weer aantrekkende economie kan profiteren. Dat vereist wel concrete resultaatafspraken tussen directeur Domein Economie, course director en docenten, het beschikbaar stellen van tijd en deskundigheid, en ingebruikname van een relatiebeheer-systematiek.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
25
Facet 2.6
Duur
Voldoende
Criteria: De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-master: 60 studiepunten. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het panel heeft vastgesteld dat het programma voldoet aan de formele vereisten voor de omvang van een hbo-master van 60 EC’s. De theoretische lijn bestaat uit 32 EC’s; de praktijk-lijn omvat 26 EC’s, waarvan in totaal 11 EC’s voor semesterprojecten en 15 EC’s voor de scriptie. De derde PDP-lijn betreft beslaat 2 EC’s.
Onderwerp 3
Facet 3.1
INZET VAN PERSONEEL
Eisen hbo
Voldoende
Criteria: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel verzorgd worden door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Om te waarborgen dat de docenten aan hbo-eisen voldoen, hanteert de opleiding het algemene docentenprofiel van CHW, zoals vastgelegd in het managementsysteem. Daar worden de volgende kwalificaties van docenten vereist: aantoonbare en ruime werkervaring als docent en/of in het beroepenveld; aantoonbare onderwijskundige kwaliteiten (eerstegraads onderwijsbevoegdheid); aantoonbare didactische kwaliteiten; coachende kwaliteiten; adequaat opleidingsniveau: theorie: tenminste een opleiding op academisch niveau op het vakgebied; begeleiding afstudeerproject: tenminste een opleiding op academisch niveau; flexibel zijn, zelfstandig, en als teamplayer kunnen opereren. Hij/ zij is op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied en is gemotiveerd om het vak verder te ontwikkelen. Hij heeft op het vakgebied gepubliceerd of is gemotiveerd om hierover te publiceren; aanspreekbaar op bovenstaande competenties. De course director voert aan de hand van dit profiel jaarlijks functioneringsgesprekken met docenten. Ook ondersteunen docenten elkaar middels peer review (observaties en feedback bij een college van een collega-docent), die jaarlijks worden ingeroosterd. • Het merendeel van de docenten is naast de eMBA-opleiding Windesheim werkzaam bij andere management- of verwante opleidingen (onder andere CHW, HAN, Fontys, VU, RU). Deze docenten combineren hun docentschap veelal met functies als trainer/
26
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
adviseur voor het bedrijfsleven. Een kleiner deel van de staf combineert het docentschap aan de eMBA met een functie in het bedrijfsleven (onder andere Shell, Rabo). Het panel is van mening dat de docenten voldoende in de beroepspraktijk zijn geïnvolveerd.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criteria: Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Het docententeam beslaat in 2005-2006 – uitgaande van een cohort van 15 studenten 0,8 fte docentcapaciteit. Het betreft 12 personen die als kerndocenten verantwoordelijk zijn voor modulen en semesterprojecten. Verder zijn 11 wisselende docenten bij het programma betrokken via de masterclasses. De overige ondersteuning bedraagt 1 fte: te weten 0,5 fte course director en 0,5 fte office manager. De course director heeft naast de directe onderwijsondersteuning ook een taak in studiebegeleiding en relatiebeheer/ werving. De office manager is naast de algemene onderwijsondersteuning ook verantwoordelijk voor correspondentie en bestandbeheer te behoeve van relatiebeheer/ werving en voor de alumnivereniging. • De student-docentratio bedroeg in 2002: 1 docent-fte: 17,5 student. De student-stafratio (dus inclusief course director en office manager) bedroeg in 2002: 1 fte : 8 studenten. Beide ratio’s zijn voldoende om de opleiding conform doelstellingen en programma vorm te geven. • Het panel is van mening dat uit de student-docentratio blijkt dat er voldoende onderwijscapaciteit beschikbaar is om het programma te realiseren. Er lijkt zelfs ruimte te zijn om extra middelen te bestemmen voor de acquisitie en werving van studenten, ofwel om acquisitie duidelijk te beleggen in de taken van course director en docenten.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Voldoende
Criteria: Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • In het gesprek met de directeur Domein Economie en de course director blijkt dat bij het werven en begeleiden van docenten, naast de praktijkervaring van docenten, vooral de didactische vaardigheden inzake deeltijdstudenten een aandachtspunt vormt. Deeltijdstudenten zijn immers een kritische groep studenten die relatief hoge eisen stellen aan docenten. Van docenten wordt verwacht dat zij ervaring hebben met deze groepen. Het functioneren van docenten wordt in evaluaties met studenten besproken.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
27
•
•
•
•
Negatieve ervaringen van studenten met de docent Finance in 2003-2004, hebben ertoe geleid dat deze docent is vervangen. Onder de kerndocenten bevinden zich: 1 hoogleraar, 1 gepromoveerde, 1 MBA, 1 Msc, en 8 doctorandussen. De masterclass-docenten zijn veelal lector en/of hoogleraar, en dus gepromoveerd. Twee kerndocenten hebben een promotie in voorbereiding. Zij worden door CHW gefaciliteerd om binnen 4 jaar hun promotieonderzoek af te ronden, en worden daarin begeleid door lectoren/ hoogleraren. Deze faciliteiten maken deel uit van het CHW-beleid om meer gepromoveerde docenten en lectoren werkzaam te laten zijn bij de professionele masters. Naar de mening van het panel hebben CHW en de eMBA hiermee een belangrijk kwaliteitsinstrument in handen om de kwaliteit van de staf ook voor de lange termijn te garanderen. Het panel heeft in de gesprekken een gekwalificeerd en enthousiast docententeam aangetroffen. Ondanks kleine aanstellingen en functies elders geven zij er blijk van regelmatig onderling af te stemmen over het programma, de eindkwalificaties en beoordelingen. Zo zijn er systematisch drie module-docenten betrokken bij elk semesterproject. In de ogen van het panel zijn dit belangrijke kwaliteitsverhogende elementen. Uit de evaluaties van studenten en uit gesprekken met alumni blijkt dat zij zeer tevreden zijn over de kwaliteit van de meerderheid van de docenten. Eén docent is na klachten van de studenten vervangen. Het panel heeft geconstateerd dat het docententeam wat betreft m/v-verhouding nog eenzijdig is samengesteld. De opleiding heeft desgevraagd aangegeven bij vacatures speciale aandacht te schenken aan vrouwelijke kandidaten.
Onderwerp 4
Facet 4.1
VOORZIENINGEN
Materiële voorzieningen
Voldoende
Criteria: De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De verantwoordelijkheid voor de materiële randvoorwaarden zijn belegd in het managementsysteem. Hierin zijn de eisen aan accommodatie, ict-voorzieningen, et cetera. gedefinieerd. • In de jaren 2002-2004 vond de opleiding plaats in een conferentieoord, centraal gelegen tussen Arnhem en Zwolle. Met ingang van 2005 maakt de opleiding gebruik van de voorzieningen van CHW. Dit mede om het opleidingstarief te drukken. De eMBA kan gebruik maken van adequate accommodaties zoals: - collegeruimtes voor hoorcolleges - werkgroepruimtes voor overleg tussen en met studenten - ruimtes voor de coachingsgesprekken
28
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
ict-voorzieningen - mediatheek met internetverbindingen naar diverse universiteitsbibliotheken en literatuurbestanden in binnen- en buitenland - uitgebreide cateringfaciliteiten zoals een kantine waar de gezamenlijke warme maaltijd wordt gebruikt en een koffiecorner. De mediatheek bevat alle verplichte literatuur van de opleiding. Uit evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de collectie. Tijdens de gesprekken uiten docenten de wens om de collectie verder te verbreden en te verdiepen, onder andere met meer domeinspecifieke naslagwerken. Bij de start van de voltijd opleiding Bedrijfswetenschappen van de VU op Hogeschool Windesheim is er al een uitgebreide collectie boeken op het gebied van Bedrijfswetenschappen toegevoegd aan de mediatheek. Verder heeft de opleiding desgevraagd laten weten lopende 2005/2006 een speciale bibliotheek te zullen inrichten voor de eMBA studenten, die gebruikt kan worden tijdens het projectwerk. Deze bibliotheek zal bestaan uit de voorgeschreven, aanbevolen en verdere relevante literatuur van de vakgebieden. Deze faciliteiten zijn avondstudie-vriendelijk, en worden door studenten van andere opleidingen als voldoende beoordeeld. Ook het panel kreeg bij haar bezoek een positieve indruk van de accommodatie. Alumni vroegen zich af of de Windesheim-locatie – in vergelijking met de voormalige locatie in het conferentieoord - voldoende representatief is voor de eMBA-doelgroep. Desgevraagd heeft de opleiding aangegeven dat opleidingsbijeenkomsten zoveel mogelijk in de zogeheten Windesheim VIP-ruimte zijn gepland. -
•
•
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria: Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten, die adequaat zijn met het oog op studievoortgang. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Studiebegeleiding is georganiseerd via: - begeleiding van het PDP-traject - studievoortgangbegeleiding door de course director - begeleiding tijdens de semesters door het semesterteam van de betreffende docenten - begeleiding bij de scriptie door de scriptiebegeleider - in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan vinden ieder semester coachgesprekken plaats aan de hand van het door de studenten geschreven reflectieverslag. Docenten en course director hebben voor deze studiebegeleiding omschreven taakuren. • Studieresultaten en het studieproces zijn vastgelegd in CAAS, het registratiesysteem van CHW. Op deze wijze is het studieproces inzichtelijk voor studenten (op de opleiding en vanuit huis, via internet), docenten en course director. De beoordelingen worden vastgelegd door de office manager, na fiattering door de verantwoordelijke docent. De office manager houdt een dossier van de studenten bij, met daarin de resultaten van de
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
29
•
• •
•
•
intakeprocedure, de gedetailleerde inschrijfformulieren van de student, de studieresultaten en de protocollen van gesprekken tussen de student en de begeleidende docenten. De studenten ontvangen bij aanvang van de studie het Student Handbook met daarin het opleidingsreglement, de beoordelingscriteria, het examenreglement, regels betreffende studievoortgang en het afstudeerproject. Het panel spreekt waardering uit voor de helderheid en volledigheid van deze studiegids. Voor informatievoorziening aan studenten wordt gebruik gemaakt van de gebruikelijke ict faciliteiten en het e-learning systeem Blackboard. Studenten beoordelen in evaluaties de studiebegeleiding als goed tot zeer goed. Zij prijzen de nauwe samenwerking met docenten, en de toegankelijkheid van de course director. Ook het panel acht de studiebegeleiding van hoog niveau, met name door de PDP-lijn en door de systematische en doelgerichte feedback van docenten tijdens de semesterprojecten en scriptie. Deze begeleiding vormt ongetwijfeld de belangrijkste succesfactor waardoor studenten deze pittige opleiding naast hun betaalde baan toch binnen de gestelde periode afronden. Veel documenten van de eMBA zijn engelstalig, doordat zij resulteren uit de samenwerking met de University of Hertfordshire. Voertaal tijdens het onderwijsprogramma is Nederlands. Veel studenten schrijven hun scripties in het engels. Het panel gaat ervan uit dat bij de start van een nieuw cohort de communicatie naar studenten qua taal gestandaardiseerd wordt.
Onderwerp 5
Facet 5.1
INTERNE KWALITEITSZORG
Systematische aanpak
Voldoende
Criteria: Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • In het visitatiedossier is de gehanteerde interne kwaliteitszorgsystematiek beschreven. Deze bevat systematische module- en programma-evaluatie, te weten: - evaluatie van de modulen (inhoud, kwaliteit, niveau, studielast, organisatie) - evaluatie van gastcolleges (inhoud, docent, niveau) - evaluatie van groepsbijeenkomsten (intro, bedrijfsbezoeken, buitenlandssessies) - peer review van docenten onderling - evaluatie van semesterproject met zowel studenten als docenten (samenhang, niveau, studielast) - evaluatie van het gehele programma (klankbordbijeenkomsten, docentenvergadering, Raad van Advies, groepsintermediairs, voortgangsgesprekken met studenten)
30
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
individuele evaluatie tijdens studievoortgangsgesprekken. Deze kwaliteitszorgsystematiek bevat tevens aanwijzingen inzake besluitvorming over verbeteracties en de terugkoppeling daarvan aan studenten, docenten, Raad van Advies en dergelijke. De kwaliteitszorgsystematiek van de eMBA is een uitwerking van het kwaliteitssysteem van het domein Economie van CHW. De organisatie en uitvoering van het cyclische proces van kwaliteitsbepaling, -bewaking en –verbetering is vastgelegd in het managementsysteem van de opleiding. Bij het bestuderen van evaluatiegegevens en notulen van diverse overleggen heeft het panel kunnen constateren dat de beschreven kwaliteitsborgings- en evaluatiesystematiek ook daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht, en dat verbetermaatregelen zijn doorgevoerd. Een overzicht daarvan is opgenomen in het visitatiedossier (appendix I). De door de opleiding geformuleerde streefdoelen hebben betrekking op de instroom (15 studenten instroom), rendementen (75% na twee jaar; en 90% na drie jaar) en de kwaliteit van modulen en docenten (minimaal een 6; bij lagere score volgt een tussentijds evaluatiegesprek met de docent). Desgevraagd heeft de opleiding aangegeven ook op andere relevante aspecten van de interne kwaliteitszorg meetbare streefdoelen op te stellen en de realisatie van streefdoelen te monitoren. Daarnaast zal de examencommissie de realisatie van de streefdoelen eveneens bewaken. -
•
•
Facet 5.2
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en Voldoende beroepenveld
Criteria: Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Uit de beschrijving van de interne kwaliteitssystematiek en uit notulen, evaluatiegegevens en gesprekken is gebleken dat docenten, studenten, alumni en werkveld allen zeer actief zijn betrokken bij de evaluaties en de verbeteractiviteiten van de opleiding. Docenten en studenten zijn ondermeer betrokken via de module- en semesterevaluaties, en via de peer review en de jaarlijkse evaluatiebijeenkomst. • In de interne kwaliteitszorg is een grote rol weg gelegd voor de alumni. Zo blijkt 75% van de alumni lid te zijn van de alumni-vereniging, en maakt de voorzitter van de alumnivereniging deel uit van de Raad van Advies. Het bestuur van de Alumnivereniging bespreekt ontwikkelingen in het beroepenveld en de relevantie hiervan voor de opleiding. De course director is lid (zonder stemrecht) van het bestuur van de Alumnivereniging en brengt vraagstukken in die voortkomen uit evaluaties of discussiepunten die relevant zijn voor de ontwikkeling van de opleiding. Een representatie van alumni is aanwezig bij de jaarlijkse klankbordbijeenkomsten van Raad van Advies, alumni en studenten. • Het werkveld is betrokken via de alumni, via de projecten in de arbeidsorganisaties van studenten en via de Raad van Advies. Deze Raad heeft tot taak op te treden als klankbord voor de eMBA opleiding, met name om de aansluiting te borgen tussen eindkwalificaties, opleidingsprogramma en wensen en behoeften in het werkveld. © NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
31
Meerdere leden van de Raad van Advies treden binnenkort af. Desgevraagd heeft de opleiding aangegeven hoe zij nieuwe leden voor de raad zal werven. Belangrijk aandachtspunt daarbij is een goede spreiding over de sectoren waarin de studenten werkzaam zijn en een goede spreiding over de regio.
Onderwerp 6
Facet 6.1
CONDITIES VOOR CONTINUITEIT
Afstudeergarantie
Voldoende
Criteria: De instelling geeft studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De nominale doorlooptijd van de eMBA opleiding is twee jaar. De opleiding start in principe in oktober. In september volgen deficiënte studenten het opstartprogramma. De maximale periode waarin studenten kunnen afstuderen is vastgesteld op drie jaar, te rekenen vanaf het moment dat de student start met de opleiding. Het CvB van de CHW garandeert dat studenten die met de opleiding begonnen zijn, deze ook kunnen afmaken. Deze afstudeergarantie is onlangs nog bekrachtigd in het overleg tussen CvB CHW en directie NQA (verslag 28 juni 2005).
Facet 6.2
Investeringen
Voldoende
Criteria: De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • De eMBA is niet gesubsidieerd. De exploitatie van de opleiding wordt deels gefinancierd uit door studenten betaalde studiekosten (in 2005: € 18.750,-), en deels uit de middelen van andere onder het Domein Economie ressorterende commerciële activiteiten. • Het programma van de MBA is reeds ontwikkeld en beproefd. Hiervoor zijn geen nieuwe investeringen nodig. Voor course director en office management zijn wel structurele investeringen nodig, evenals voor werving/ acquisitie van studenten. In gesprekken heeft de directeur Domein Economie aangegeven dat deze ten laste worden gebracht van andere, onder het Domein Economie ressorterende commerciële activiteiten. Deze garantstelling is op verzoek van het panel vervolgens schriftelijk bevestigd (brief d.d. 1 november 2005). Verder heeft het panel zich ervan vergewist dat de eMBA is opgenomen in het calculatiemodel contractonderwijs van het Domein Economie.
32
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Facet 6.3
Financiële voorzieningen
Voldoende
Criteria: De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van aanloopverliezen. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: • Op dit moment werkt CHW samen met de VU haar masterbeleid uit. De eMBA zal hierin zeker een plaats krijgen, aangezien deze binnen het Domein Economie een belangrijke voorloper is als het gaat om masteropleidingen. Verder werkt het Domein Economie vanaf medio 2004 aan de instelling van een Windesheim School of Bussiness and Economics (operationeel per september 2006), die een compleet palet van brede én specialistische bachelors en masters bussiness studies gaat bieden. De directeur Domein Economie heeft in het gesprek met het panel duidelijk gemaakt de eMBA in dit palet onmisbaar te vinden, zowel om inhoudelijke redenen als vanwege de doelstelling van permanente educatie van managers. Dit inhoudelijk belang is dominant in de motivatie van CHW om de opleiding door te starten. Op de eMBA hoeft geen winst te worden gemaakt, en verliezen zullen worden afgedekt uit andere winstgevende onderdelen binnen Economie. Daarmee stelt het Domein Economie zich garant voor structurele verliezen, bijvoorbeeld wanneer de opleiding zou starten bij een cohort van 6 studenten. Deze garantstelling is schriftelijk bevestigd (brief d.d. 1 november 2005).
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
33
34
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Deel C:
Bijlagen
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
35
Bijlage 1:
36
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
Visitatie- of auditdeskundigheid
X
X
Panellid NQA: Mevrouw drs. J. van Alst
Panellid domein: De heer prof. dr. P.S. Zwart
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: Mevrouw drs. J. Braaksma
Panellid, voorzitter: De heer S. Molkenboer MBA
Vereiste deskundigheid volgens NVAO
X
X
X
X
De heer Mr. Molkenboer De heer Molkenboer is voornamelijk ingezet vanwege zijn ervaring als voorzitter in meerdere complexe geclusterde visitatietrajecten, waaronder ‘Management, economie en recht’ en ‘Master of International Business. Hij heeft de NQA auditortraining Hoger Onderwijs gevolgd en hij heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Hij heeft 35 jaar werkervaring in algemeen industrieel management, waarvan 15 jaar in het buitenland. Opleiding: 1960 – 1967 1973 – 1976 1985 – 1999
Hogere Textielschool Enschede; Spin- en weeftechnologie Western Carolina University, Cullowhee, N.C. USA, MBA degree Verschillende Management opleidingen georganiseerd door Akzo Nobel, KNP BT en WMC en verzorgd door Insead, IMD en de Universiteit van Melbourne, Australia.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
37
Werkervaring: 1967 – 1983 Verschillende posities in Nederland, Duitsland en USA, Akzo Nobel, Textiel- en Coatings divisie. 1983 – 1991 Algemeen Directeur, Akzo Nobel, Coatings bedrijven in Ternat en Vilvoorde, Belgie 1991 – 1994 Algemeen Directeur, Van der Windt Groep, Honselersdijk, Verpakkingsdivisie van KNP BT 1994 – 1999 Divisie President, Talc Divisie, Amsterdam, WMC Ltd, Melbourne Australia 1999 – 2003 Voorzitter Raad van Bestuur, Koninklijke ‘N.V. Nationaal Grondbezit’, Den Haag (op de Amsterdamse beurs bekend onder de naam NAGRON). 2003 – heden Directeur-eigenaar KUNISO bv, Management Consultants. Nevenactiviteiten: Voorzitter Stichting Nagron Pensioenfonds Consultant TEC, Top Executive Coaching, Maarsbergen Inkomend Voorzitter Rotary International Club Amsterdam Oost.
De heer Prof.dr. P.S. Zwart De heer Zwart is ingezet vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van Bedrijfskunde, Economie, Marketing en Marketingonderzoek. Met zijn ervaring in het opzetten van een universitair traject Bedrijfskunde en Economie en zijn status als bijzonder hoogleraar heeft hij bovendien een uitstekende onderwijskundige werkvelddeskundigheid. Hij heeft ervaring met de accreditatiesystematiek vanuit eerdere visitaties, zoals de visitatie ‘Master of International Business’. Opleiding: Bedrijfskunde en Economie aan de Universiteit van Groningen. Werkervaring: 1971 Docent Marketing and Marketing Onderzoek; doctoraat Economie (MA), Universiteit van Groningen 1983 Assistant professor of Marketing Research; Ph.D in Economics 1985 Associate professor of Marketing Research Promotieonderzoek: Beslissingsproces van kleine ondernemers: een toepassing in de drogistenbranch 1990 Professor Economie van het Midden- en Kleinbedrijf.
Mw. drs. J. Braaksma Mevrouw Braaksma is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van Onderwijskunde en Pedagogiek. Daarnaast is zij ingezet vanwege haar ervaring bij de internationale visitatieprogramma’s. Mevrouw Braaksma heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Opleiding: 1989 1984
1976
38
Cursus informatiekunde (GO-C), specialisatie management Rijks Universiteit Groningen, pedagogiek/onderwijskunde, specialisatie onderwijsbeleid en vergelijkende onderwijskunde, bijvakken: algemene economie, psychologie Rijks Pedagogische Academie Utrecht.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Werkervaring: 2003 – heden Senior adviseur IOWO, Radboud Universiteit Nijmegen 2001 – 2003 Onderwijskundig medewerker kwaliteitszorg bij het DINKEL Instituut, tevens voorzitter van de roosterwerkgroep van de Universiteit Twente 2000 – 2001 Beleidsadviseur/panelsecretaris bij het project proefaccreditering van de HBO-raad 1988 – 2000 Vakreferent voor Toegepaste Onderwijskunde bij de Universiteitsbibliotheek Twente, tevens hoofd van de faculteitsbibliotheek Toegepaste Onderwijskunde en Informatica. In die functie onder andere onderzoek- en ontwikkelwerk gedaan op het gebied van het interactief trainen van informatievaardigheden ingebed in vakgerichte curricula. 1985 – 1988 Onderwijsonderzoek en opbouw van het CEDOSO (Centrum voor Documentatie en Studie van Onderwijsbeleid, -bestuur en -beheer) bij de vakgroep onderwijskunde van de Universiteit van Amsterdam. 1984 – 1985 Onderwijsonderzoek bij het RION, instituut voor onderwijsonderzoek van de Rijks Universiteit Groningen 1982 – 1983 Stage in Engeland met betrekking tot het functioneren van onderwijsstelsels. 1977 – 1982 Proefleidster bij het Groninger Instituut voor School- en Beroepskeuze.
Mevrouw drs. J. van Alst: Mevrouw Van Alst is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ervaring met visiteren als panellid/secretaris bij de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) en bij de Netherlands Quality Agency (NQA). Zij bezit auditorkwaliteiten vanwege haar visitatie-ervaring. Opleidingen: 2002 – 2005
1998 1992 – 1993 1986 – 1990 1980 – 1987
Diverse trainingen en studiedagen op het terrein van onderwijs, kwaliteitszorg en personeelsbeleid, onder andere Themagecentreerde Interactie, Teamcoaching, Integraal personeelsbeleid Operationeel personeelswerk - Kerntaken van P & O, De Baak Management Centrum VNO-NCW Organisatie en Management voor de non-profit sector, Voortgezette Opleidingen Hogeschool Nijmegen Wijsbegeerte, Katholieke Universiteit Nijmegen (cum laude) Godgeleerdheid, Katholieke Universiteit Nijmegen (cum laude)
Werkervaring: 2001 – heden Adviseur, IOWO – beleid, organisatie en onderwijs (RU Nijmegen). Karakteristieke projecten: interne kwaliteitszorg, externe kwaliteitszorg (NAQ, NVAO), docentenprofessionalisering en loopbaanbeleid, competentiemanagement, wervingsen selectiebeleid, in- en doorstroom van vrouwen, leerwerktraject docenten en dergelijke. 1997 - 2001 Beleidsmedewerker en uitvoerend projectleider strategisch personeelsmanagement, Staf Personeel & Organisatie, Katholieke Universiteit Nijmegen. 1990 - 1997 Ambtelijk secretaris, Centrum voor Vrouwenstudies, Katholieke Universiteit Nijmegen. Onderwijservaring: Diverse trainingen en workshops op het terrein van filosofie/ theologie, vrouwenstudies, personeelsbeleid, en onderwijskwaliteit.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
39
40
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
14 september, Locatie Windesheim F 225 Tijdstip Programmaonderdeel 16.00 – 18.00 uur Bestudering materiaal
15 september, Locatie Windesheim G 213 Tijdstip Programmaonderdeel 09.00 – 10.00 uur Gezamenlijke start 10.00 – 10.30 uur Gesprek met Directeur Domein Economie over strategische en financiële aspecten 10.30 – 11.30 uur Gesprek met Course director eMBA 11.45 – 12.45 uur
13.30 – 14.15 uur
14.30 – 15.30 uur
15.30 – 16.45 uur 17.00 – 17.30 uur
Deelnemers (Visitatiepanel)
Deelnemers (Visitatiepanel) Directeur Domein Economie: drs. J. van Iersel
Course director: Mw. M. Ruiken, MA Gesprek met docenten over inhoudelijke Docenten: aspecten drs. Ing. J. Keegstra – Strategic Management Perspectives dr. A. de Vaal – International Strategic Environment M. vd Bosch, MBA – Managing International Markets Ing. W.A. Toeter – Quality Management drs. M Visch – Corporate Governance drs. P. van Bommel – Organisational Behaviour dr. J. Jurriëns – Lector Bestuurbaarheid, ict en Infrastructuur Gesprek met werkveldadviescommissie Werkveldadviescommissie: over beroepsprofiel Prof. dr. A.F. Brand – Emeritus University Twente Mr. B.J. Eijsink – Management Consultant T. Marskamp, MBA – Software engineer Pink Roccade; Voorzitter Alumnivereniging Gesprek met alumni Alumni: F.H. Kroon, MBA R. ter Hoeven, MBA dr. M. Trijssenaar, MBA Voorlopige oordeelsvorming (Visitatiepanel) Tweede gesprek met course director en Course director directeur Domein Economie directeur Domein Economie
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
41
42
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Bijlage 4:
Kengetallen
Rendementscijfers MBA Windesheim Instroom 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
Aantal studenten 14 9 10 16 19 20 16 16 15
Geslaagd na 1 jaar
12 14 17 12 11 14
%
75% 73.7% 85% 75% 68.8% 100% 1
Aantal Geslaagd studenten na 2 jaar % 1994 13 1995 9 8 1996 11 9 1997 21 19 90.5% 1998 19 9 47.4% 1999 18 9 50.0% 2000 14 6 42.9% 2001 16 8 50.0% 2002 14 10 71.4% Bron:Studievoortgang op 01-05-2005 Instroom
vertraagd
4 5 3 3 5 0
vertraagd
1 2 9 9 8 7 3
uitgeschreven
1 1
uitgeschreven
Diploma
2 1 1
12 8 10 21 18 17 13 14 11
1 1 1 1 1
Van de 2001 instroom voltooide 68,8% van de studenten het eerste jaar binnen de gestelde tijdsduur en 50% de totale studie binnen de gestelde duur van 2 jaar. 75% voltooide de studie na 2.5 jaar en 92,9% na 3 jaar. De laatste student zal naar verwachting zijn studie na 3,5 jaar voltooien.
1
Op het moment dat één student de opleiding moest staken hadden alle 15 studenten alle onderdelen met een voldoende afgesloten.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
43
Docentcapaciteit in fte, 2005-2006 Sept. 2005
Starter courses: Marketing Basics Finance for the Non-financial Manager Management & Organisation
Okt. 2005
Okt. 2005 – Jan. 2006
Introduction courses: Project management Introduction to Personal Development Plan Research methods / Methodology 1st semester: Quality Management & Logistics
Human Resource Management Market Driven Management Personal Development Plan
Febr. 2006 – Juni 2006
Totale inzet: De heer M. van den 20 uur Bosch, MBA 20 uur vacature
0,013
20 uur
0,013
vacature De heer drs. P. van Bommel De heer drs. ing. J. Keegstra
12 uur 20 uur
0,008 0,013
12 uur
0,008
75 uur
0,047
75 uur
0,047
75 uur
0,047
20 uur
0,013
Totale inzet: 75 uur
Inzet in fte’s 0,047
75 uur
0,047
75 uur
0,047
8 uur
0,005
20 uur
0,013
De heer drs. G. Korte; De heer ing. W.A. Toeter De heer drs. H.M.M. Berg De heer I.M. Matser, MSc De heer drs. P. van Bommel Docent:
Strategic Management Perspectives Organisational Behaviour
De heer drs. ing. J. Keegstra De heer drs. P. van Bommel vacature
Personal Development Plan
Inzet in fte’s 0,013
De heer drs. ing. J. Keegstra
2nd semester:
Financial Man. of the Organisation Research Methods (dissertation)
44
Docent:
De heer drs. ing. J. Keegstra De heer drs. P. van Bommel
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Sept. 2006 – Jan. 2007
3rd semester:
Docent:
Managing International Markets
De heer M. van den Bosch, MBA De heer drs. J. Bücker De heer drs. M. Visch Gastdocenten De heer prof. dr. E. de Jong, De heer dr. A. de Vaal De heer drs. P. van Bommel
Corporate Governance
International Strategic Environment
Personal Development Plan Febr. 2007 – Juni 2007
4th semester: Managing ict in Business Dissertation
Master Classes 10 modulen x 10 uur Totaal docenten in fte’s: Course Director Office Manager
De heer drs. H.P. Oudshoorn De heer drs. ing. J. Keegstra De heer drs. P. van Bommel De heer M. van den Bosch, MBA
Totale inzet: 75 uur
Inzet in fte’s 0,047
62 uur
0,039
40 uur 75 uur
0,025 0,047
20 uur
0,013
51 uur
0,032
20 uur x aantal studenten
0,013 x 14 studenten
100 uur
0,06 fte
0,8 fte
M.J.H. Ruiken, MA
0,5 fte
F. Eektimmerman-Altena
0,5 fte
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
45
Bijlage 5:
Overzichtslijst van ter inzage gelegd materiaal
Windesheim breed Onderwijs: Vraaggestuurd onderwijs De toekomst van Windesheim Contouren van het nieuwe onderwijs Windesheim op streek (Instellingsplan) Onderwijsbeleid en toetsbeleid Rendementsbeleid Windesheim in beeld Personeel: Functiehandboek Gezond en veilig aan het werk bij Windesheim
Domein Economie Onderwijs: Studentenstatuut Opleiding BE / AC - OER Startnotitie Windesheim Business Studies, 12 mei 2005 (nagezonden 17 september 2005) Kwaliteitszorg: Voorbeeld studievoortgangsregistratiesysteem Bedrijfsvoering: Management Systeem en procesbeschrijvingen Brief Directeur Domein Economie (nagezonden; d.d. 1 november 2005) Begroting 2006 cursussen open aanbod (nagezonden; d.d. 1 november 2005) Begroting cursussen open aanbod voor de totale uitvoeringsperiode (nagezonden; d.d. 1 november 2005).
eMBA Onderwijsbeleid: Strategisch plan eMBA Business Plan 2002
46
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
Programma: eMBA Windesheim: het gebeurt op Windesheim (brochure) Student Handbook: - overzicht van het programma in studiepunten - moduleomschrijvingen - deficiëntieprogramma (opstartmodulen) - projectopdrachten - toetscriteria - literatuurlijst - rooster - docenten Dissertation guidelines Teacher manual Studieboeken en readers per module. Toetsen en beoordelen: Toetsen en assessments behorende bij de modulen, inclusief beoordelingen Course document on programme contents, exam regulations, and assessment grading (eMBA) Dissertation Guide Assessment Handbook for Staff, 2004-2005. Kwaliteitszorg: Concurrentieanalyse andere MBA opleidingen Evaluatie- en kwaliteitszorgsysteem eMBA Verslagen programmaopzet 2002 Valideringsrapport DVC 2000 Scheme documents Hertfordshire 1997-2000 Notulen Exam Board Hertfordshire Module-evaluaties 2002 Projectevaluaties 2002 Semesterevaluaties 2002 Peer reviews Blanco evaluatieformulieren Notulen docentenvergaderingen (Master Level Day) Notulen vergaderingen Raad van Advies Notulen Klankbordbijeenkomsten. Werk van studenten: 8 Projectverslagen, inclusief beoordelingen; 10 Dissertaties, inclusief beoordelingen. Personeel: Overzicht docenten CV’s docenten Relevante werkervaring staf (appendix II) Leden Raad van Advies.
© NQA - Visitatie Chr. Hogeschool Windesheim, Toets Nieuwe opleiding eMBA
47